niet bezit, maar de validiteit van uw waarne- ming wordt daar niet minder om. Het is een bepaalde manier van weergeven, zoals ook de tijd op allerlei manieren kan worden weergege- ven. De validiteit van onze waarneming is ove- rigens niet optimaal, maar dat geldt ook voor de beste instrumenten. De eigen aard van het systeem bepaalt dus in hoge mate de aard van de representatie, vandaar de aanduiding 'con- struct'. Wat die aanduiding minder geschikt maakt voor dagelijks psychologisch gebruik is, behalve dat het een technische filosofische term is, de suggestie die er van uitgaat dat al onze representaties het resultaat zijn van con- structie in de zin van doelgericht hard werken, van al dan niet bewuste 'inferenties' en 'com- putaties'. Veel van onze representaties ontstaan in tegendeel als het resultaat van de werking van mechanismen, automatisch, zonder hogere tussenkomst en zonder moeite. Dat onze repre- sentaties soms wel degelijk een resultaat zijn van hard werk staat natuurlijk als een paal boven water. Wist U dat wij op aarde nooit een echt volle maan te zien krijgen? Kunt U beden- ken hoe dat komt?
Ik zou me kunnen voorstellen dat U nu enigszins ongeduldig bent geworden: ik heb nu toegegeven dat het 'gemaakte' of 'geconstru- eerde' karakter van onze representaties van de wereld een kernthema is van de cognitieve psy- chologie en dat is wat het constructivisme in het onderwijs tot gelding wil brengen. Diege- nen die zeggen zicfi op de cognitieve psycholo- gie te kunnen baseren hebben dus gelijk. Of niet soms? Het is bovendien toch duidelijk dat de cognitieve psychologie totaal geen steun biedt aan het kennisoverdrachtmodel waarop het traditionele onderwijs steunt? Eerst de kwestie van de steun die het constructivisme zou kunnen ontlenen aan de cognitieve psycho- logie wat betreft de stelling dat onderwijs de eigen kennisconstructie door de leerlingen zou moeten bevorderen. Een niet gering bezwaar tegen deze kijk op de legitimering van het con- structivisme laat zich al^ volgt formuleren: Als alle mensen altijd, onder alle omstandigheden, XYZ doen, dan is een stroming die wil bevor- 5TUDIÊN deren dat zij XYZ doen overbodig. Lees voor XYZ: het creëren van representaties. De cogni- tieve psychologie stelt met kracht van empiri- sche argumenten dat mensen dat altijd doen als er kennis wordt verworven, om het even of zij |
iets uit hun hoofd proberen te leren of een theo- rie proberen te ontwikkelen. Wat nodig is en waar het, ook in ons land, vaak aan ontbreekt is dat constructivisten een stap verder gaan dan te zeggen dat XYZ moet worden bevorderd. Nodig is dat zij nauwkeurig uiteenzetten aan wat voor vormen van kennisconstructie zij de voorkeur geven boven welke andere en waar- om. Men zal dan heel specifiek moeten worden over welke methoden tot de beste constructies leiden, onder welke omstandigheden en waar- om. Is imiteren goed? Groepsdiscussie? Het doen van experimenten? Misschien spelen bij het kiezen van de beste constructievormen cog- nitief-psychologische argumenten een rol, dat zou ik natuurlijk prettig vinden.
Het valt overigens maar te bezien of de cog- nitieve psychologie de in de literatuur te vinden keuzes van het constructivisme wel zo gunstig gezind is. Ik heb enkele kanttekeningen. Een taxonomie van gewenste vormen van kennis- constructie zoals bedoeld ga ik hier niet voor U schetsen, dat is het werk van anderen. Als ik toch een voorzet mag geven, zou ik een onder- scheid willen maken tussen procedureel leren en het verwerven van declaratieve kennis. Dat onderscheid lijkt te worden verwaarloosd. Naar de huidige inzichten van de psychologische functieleer (maar het hoorde allang tot de erva- ringskennis van experts uit de sportwereld) kan men het leren van handelingen, het leren van doen beter niet aan de leerling overlaten: leren schaken, het leren stellen van medische diag- noses, programmeren, probleemoplossen, ten- nissen, biljarten, het voeren van slechtnieuws gesprekken, enz, al dit soort vaardigheidsont- wikkeling is het domein van wat Erickson en Lehman (1996) 'deliberate practice' noemen. Dat is leren van en oefenen met een trainer die opdrachten geeft en feedback verschaft. 'Deli- berate' betekent: weloverwogen, bedoeld, expres en staat tegenover 'door de leerling ge- ïnitieerd' en 'mijn leren is spelen'. Spelen en plezier maken zijn niet de bedoeling: als U een slechte backhand heeft moet U een trainer heb- ben die U dwingt de backhand te gebruiken en niet om de bal heen te lopen. Dat kan heel onaangenaam zijn. 'Deliberate practice' is systematisch individueel onderwijs. Wel zelf construeren - Uw trainer kan niet voor U leren - maar construeren daar waar nodig en zoals nodig volgens de instructeur. |