'
Editie: 1896, pagina 10
Het halfrondenkaartblad bevat nu ook een kaart van het Noordpoolgebied. De stervormige wereldkaart laat zien welke delen van het landoppervlak draineren via elk der drie oceanen, en welke (gele) gebieden zonder afvoer zijn. De noordelijke IJszee wordt daarbij tot de Atlantische Oceaan gerekend.

Ernaast staat een klimaatindeling naar Supan (‘Die Temperaturzonen der Erde’, in: Petermann’s Geographische Mittheilungen, XXV, 1879, 349-358.). Zijn indeling in klimaatzones was gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse temperatuur en de temperatuur van de warmste maand. Köppen kwam in 1884 met een indeling in klimaatzones die, behalve de temperatuur, ook de duur van de periode boven of beneden bepaalde temperatuurdrempels bij de indeling betrok. Maar zijn indeling wordt pas in één van de latere edities van de Bosatlas overgenomen.

Op de kaarten van de Poolgebieden is de grens van de continu door mensen bewoonde wereld met een bruine lijn aangegeven. James Booth Lockwood was op dat moment degene die het meest noordelijke punt op aarde bereikt had. Nordenskjöld bevoer in 1878 en 1879 als eerste de Noordoostelijke Doorvaart. Veel van de schepen, die de Noordelijke IJszee verkenden, liepen schade op door drijfhout: boomstammen uit de rivieren die in die zee uitmondden. De kaart van het Noordpoolgebied toont de kusten met drijfhoutconcentraties.

‘Petermann Sp’ duidt op de Petermann Spitze, een berg die een Duitse poolexpeditie naar de Duitse geograaf en kartograaf August Petermann noemde; deze had de aanzet tot die expeditie gegeven. James Clark Ross was de Britse marine-kapitein die op dat moment het meest zuidelijkste punt had bereikt, met het schip Erebus, waar de vulkaan op Antarctica naar genoemd is. Het wit op de poolkaarten is echt een witte plek, het duidt op onbekende gebieden.