'
Editie: 1934, pagina 102
Zuid- en Oost-Azië: Dit blad werd opnieuw getekend, waarbij de grondbedekkingsarceringen (steppen, woestijnsteppen en woestijnen) zijn weggelaten. Dat is goed voor de leesbaarheid, maar slecht voor het aflezen van verbanden. In het Noordwesten van India tegen de Afghaanse grens is de Noordwest Grensprovincie ingetekend (Northwest Frontier province), een in 1901 ingestelde provincie, gevormd door de ook in het naburige Afghanistan levende Pathanen bewoond gebied. Ten westen van Bengalen is de nieuwe provincie Bihar en Orissa ingetekend.
Het aantal provincies in China is weer teruggebracht tot achttien, omdat Mantsjoerije zich onder Japanse invloed onafhankelijk gemaakt heeft onder de naam Mandsjoekwo, met hoofdstad in Tsjangtsjoen (Changchun). Het eigenlijke China, aangegeven met een donkerder kleur geel, is uitgebreid met Binnen-Tibet: de provincies Sikang en Koekoe Nor. Binnen-Mongolië is nu opgedeeld onder de provincies Ninghsia, Soeijoean en Tsachar. Het Kwen-Lun gebergte vormde eerst de noordgrens van Tibet, maar in deze editie is de noordgrens zuidwaarts verschoven.

Het bijkaartje van Japan heeft nu hoogtezones gekregen en is uitgebreid noordwaarts zodat het ook Hokkaido en Zuid-Sachalin omvat. De spoorwegen zijn gelukkig wat uitgedund, zodat een duidelijker beeld is gerealiseerd. De uitgang ‘-sjima’ in het Japans betekent ‘eiland’, zodat namen die we voorheen als Tsoesjima zagen, nu zonder dat toevoegsel zijn gelaten, en dus Tsoe heten als het eilandkarakter duidelijk is.