'
Editie: 1906, pagina 85
Op de kaart van Italië is eindelijk de bijkaart van de hoofdspoorwegen in Italië en de Alpen, die overbodig werd op het moment dat de spoorwegen ook op de hoofdkaart werden ingetekend, vervangen door een bijkaart van de Vesuvius. Een kaart van de baai van Napels met de Vesuvius stond tot en met de negende druk ook al in de atlas, en is dus nu weer terug, maar wel op een veel grotere schaal (1:150.000 in plaats van 1:500.000). Rond de vulkaan zijn nu spoorlijnen aangelegd, en naar de krater een weg of kabelspoor. De recente lavastromen zijn ingetekend (dertien sedert 1714) evenals de zes verschillende kraters die sedert 1794 uitbarstten. In het kaartje zijn dezelfde hoogtezones als op de hoofdkaart verwerkt. Bij Pompeji zijn de opgravingen (en het amfitheater) aangegeven. In de legenda staat een wat cryptische omschrijving van de betekenis der namen in een bepaald lettertype. Naast de 69 provincies is er een indeling in zestien regio’s (de compartimenti territoriali), namelijk Piemonte, Liguria, Lombardia, Emilia, Abbruzzi, Romagna, Lazio, Marche, Umbria, Toscane, Campania, Puglie, Basilicata, Calabria, Sicilia en Sardegna.

Op de hoofdkaart van Italië is op Sicilië een spoorlijn van Girgenti via Lucata en Modica naar Syrakuse opgenomen. Men is begonnen met het droogleggen van de Pontijnse moerassen, gezien de vele kleine kanaaltjes aangegeven in dit gebied, en de toevoeging aan de naam van ‘voormalige’. Het zou echter op niets uitlopen door politiek gekrakeel. Pas onder Mussolini, van 1929 tot 1939, zou men er in slagen het gebied te draineren.