'
Editie: 1939, pagina 84
Donaulanden en Balkan-Schiereiland: Op de etnografische kaart zijn de Macedoniërs weer verdwenen – ze zijn in de 23ste druk (1916) in de atlas terechtgekomen en, als een fantoomvolk, nu weer weg. In de delta’s van de Noord-Griekse rivieren zijn veel grondverbeterings- en drainagewerkzaamheden uitgevoerd, om de vluchtelingen uit Turkije en Bulgarije te kunnen huisvesten. De signatuur voor moerasland is daar dan verdwenen. Ook de Turkse namen voor gebergten zijn verdwenen: Šar Dagh werd ‘Sjar Gebergte’, Kara Dagh werd het ‘Kara gebergte’ (maar dat is niet correct, het heet op z’n Slavisch (Skopska) Cerna Gora) zijn, Perim Dagh werd het ‘Pirin gebergte’, Rila D. werd ‘Rila gebergte’. De Turkse naam Despoto Dagh was een synoniem voor het Rhodopegebergte.

In Duitsland zijn de namen Opper- en Beneden-Oostenrijk veranderd in ‘Opper- en Beneden-Donau’, en Oostenrijk zelf heet de Oostmark. Hongarije heeft het zuiden van Slowakije en Roethenië erbij gekregen.
Op de kaart van het Karstgebied heet Adelsberg nu ‘Postojna’, Zirknitz nu ‘Cerknica’ en de Laibach nu ‘Ljublanica’. We vinden er ondergrondse rivieren (streepjeslijnen), grotten (bij Adelsberg), een meer dat van niveau verandert (bij Cerknica) en dolines, maar die laatste staan niet op de kaart.