-ocr page 1-
h VEESLAG
(
AAN DE
HOUDERS VAN AANDEELEN EN OBLIGATIEX
VAN DB
MAXWELL LAND GRMT AND EA1LWAY
COMPANY,
{met een platten grond der stad Cimarrnn,)
DOOR
JOHN OOLLINSON.
(VERTALING.)
AMSTERDAM,
BUKMAN & SARTOK1US.
1871.
-ocr page 2-
Amst SUkman Sc Sartnrius,
-ocr page 3-
PLAN
O F TH E TOW N O F
CIMARRON.
Colfax Countj N.M .
^hpiw—y
SECTION OF ROAD&BRIDCE SITE
Scale 60 f\'eei i<> an Inch
OLHVt*_&_«i."Ji. rf "*"■ 2Ji*£
Amst BUkman i Surtorius.
-ocr page 4-
VERSLAG
AAX DE
HOUDERS VAN AANDEELEN EN OBLIGATIES
VATf DE
MAXWELL LAND GEANT AND EA1LWAY
COMPANY,
(wel een platte» grond der stad Cimarron,)
DOOR
JOHN OOLLINSON.
(VERTALING.
AMSTERDAM,
ÜLIKMAN & SARTOKIUS.
1871.
-ocr page 5-
AAN DE AANDEELHOUDERS EN OBLIGATIEHOUDERS
VAN DE
MAXWELL LAND GRANT AND RAILWAY COMPANY.
Mijne Heer en!
Kort geleden, na een verblijf van ongeveer twee maanden
op de bezittingen der Maatschappij in Colorado en Nieuw-
Mexiko, in Engeland teruggekeerd, acht ik het voor U
niet van belang ontbloot, eenige bijzonderheden omtrent den
stand van zaken en de vooruitzigten aldaar van mij te vernemen.
Den 11 Augustus 1870 kwam ik te Maxwell\'s, zijnde de
woonplaats van den vroegeren eigenaar, aan en zette mij
onmiddelijk aan het werk om mij met den toestand der
bezitting bekend te maken, de Maatschappij in het volledig
bezit van haar eigendom te stellen, en het beheer op eene
goede wijze te organiseren.
Gij zult U herinneren dat de geheele bezitting tot dus-
verre in handen van den heer L. B. Maxwell, door deze
Maatschappij was aangekocht, uitgezonderd een gedeelte,
bekend onder den naam van Home Ranche, zijnde zijn
partikuliere woning met ongeveer 1,000 acres land daarom
heen gelegen, drie magazijnen, waarvan een te Maxwell\'s,
een te Elizabethtown en een in Ute Valley? \'l6 aandeel in
de Aztec Mijn, aandeelen in andere kwartsmijnen, zekere
regten op een goudwasscherij (placer inining) van groote
waarde te Last Chance Gulch, met nog eenige andere
regten op goudwasscherijen, van welke enkele in exploitatie
-ocr page 6-
4
zijn, en wier rijkdom bekend is, andere nog niet ontgonnen
werden. Bovendien werden ook de aan den heer Maxwell
toebehoorende veestapel, uit 2,000 schapen, 200 runderen
en 100 paarden en muilezels bestaande, benevens al zijne
landbouwgereedschappen door hem teruggehouden.
Deze handelwijze verried groote arglist van de zijde des
verkoopers, daar het teruggehoudene tot de beste deelen
der bezitting behoorde. Ten gevolge van de gunstige ligging
der magazijnen en daar zij jaren achtereen in de voornaamste
behoeften der bewoners van de bezitting voorzien hadden,
zouden deze gevaarlijke mededingers gebleven zijn voor audere
inrigtingen van gelijken aard door de Maatschappij opterigten;
terwijl het aandeel in de Aztec-Mijn op zich zelf reeds een
kostbaar eigendom vormde, en de Last Chance en nog
enkele andere teruggehoudene goudwasscherijen onder de
rijksten behooren, tot nog toe op deze bezitting ontdekt.
Het was schier een levensvraag voor de Maatschappij zicli
in het bezit van al de bovengenoemde eigendommen gesteld
te zien. Maxwell\'s huis is een hecht gebouw, zeer gunstig
gelegen ter vestiging van het bestuur der bezitting, het
was bovendien tegen ons belang het in handen der vroegere
eigenaars te laten, daar de aanwezigheid van den eigenaar
altijd talrijke ledigloopers lokte, die, afkeerig van arbeiden,
op zijne weldadigheid teerden, en een slecht voorbeeld voor
de betergezinde bewoners der bezitting waren; voorts zoude
zijn voortgezet verblijf op de bezitting, aan de maatregelen
der maatschappij tot invoering van een krachtig en degelijk
stelsel van ontginning zeer in den weg hebben gestaan;
eindelijk waren de grondeii tot de Home Ranche behoorende,
om redenen die ik later zal opgeven, bij uitnemendheid
geschikt voor den aanleg van de voornaamste gebouwen en
werkplaatsen voor de Maatschappij benoodigd, en was aldaar
de beste ligging voor de nieuwe en belangrijkste stad die
op de bezitting te bouwen was.
-ocr page 7-
5
Eigenaar te worden van Maxwell\'s teruggehouden \'/f, aan-
deel in de Aztec-mijn, was ook een vereischte voor de
Maatschappij, daar zonder dat slechts juist de helft der mijn
haar eigendom was; zij behoefde dus dit aandeel ter ver-
krijging van een overwegende stem in het beheer der
mijn, ten einde daarin de noodige verbeteringen en bezui-
nigingen te kunnen invoeren.
In deze omstandigheden werden onderhandelingen aange-
knoopt voor den aankoop van het geheele overblijvende
aandeel van den heer Maxwell in de bezitting, de veestapel
en de landbouw-gereedschappen daarin begrepen; en den
7den September 1870 werd, na veel moeite, de koop ge-
sloten voor de som van 125,000 doll., waarvan 50,000
doll., dadelijk betaald werden, terwijl de overige 75,000
doll. op hypotheek voor een jaar bleven staan.
I UITGEBREIDHEID EN GRENZEN.
Kort nadat de Maatschappij in haar bezit was getreden,
werden de vroeger door den heer Griffin, landmeter dei-
Ver. Staten, tot afbakening der grenzen van de bezitting
aangevangen opmetingen hernieuwd. De grenswallen door
den vrederegter Coraelio Vigil opgerigt, ten behoeve der
allereerste concessionarissen Beaubien en Miranda, werden
allen gevonden en de opmeting in October voltooid. Het
bleek toen dat de uitgestrektheid der bezitting is: 1,816,389
Acres (= 835,637 Hektaren) of 2,838.10 vierkante Mijlen,
iets minder dan vroeger geschat werd, doch genoeg om
een partikulier bezit op te leveren van bijna ongekende
uitgebreidheid en al de elementen van ongemeenen rijkdom
in zich bevattende.
Op last der Maatschappij werd toen ook een gedetailleerde
opmeting van het inwendige der bezitting op touw gezet,
en aan den heer Morley, een werkzaam en zeer kundig
-ocr page 8-
0
landmeter, deze taak opgedragen. Reeds is dientengevolge
het mijn-district opgenomen alsmede dat deel der landbouw-
gronden, waarvan de exploitatie reeds aangevangen is en
houdt de heer Morley zich thans ijverig bezig met afbake-
ning der beste nog onbewoonde bouwlanden, zoodat de
Maatschappij binnen kort in de gelegenheid zal zijn die
te verkoopen en te verhuren aan de landbouwers, die door
de groote voordeden aan eene nederzetting aldaar verbonden,
daarheen getrokken zullen worden.
II. BEVOLKING.
De bevolking der bezitting bestaat uit eenige weinige
Amerikaansche pachters en Texasche vetweiders, terwijl
het meerendeel uit Californische mijnwerkers, Mexikaansche
pachters en Indianen bestaat. De Amerikaansche pachters
en Texasche vetweiders zijn, in den regel, knappe werk-
zame lieden; de Californische mijnwerkers behooren tot
een vlijtig en nijver ras, doch laten zich ligt door volks-
menners opruijen en zijn ongelukkigerwijs tot heden toe,
niet met regtvaardigheid en flinkheid behandeld door de
vroegere beheerders der bezitting, ten gevolge waarvan zij
de nieuwe eigenaars eerst met leede oogen aanzagen; met
voldoening echter voeg ik er bij, dat zij voor het grooter
deel thans goed gezind zijn jegens de Maatschappij en
geneigd schijnen hare agenten met ijver ter zijde te staan.
De Mexikaansche bevolking bestaat uit eenige weinige
eigenaars van pachthoeven, door hen van den vroegeren
bezitter gekocht, en uit een aantal landbouwers. De eerstge-
noercden hebben uitstekende blijken van welwillendheid jegens
de Maatschappij gegeven, en dit is te meer op prijs te stellen,
daar zij grooten invloed uitoefenen op de denkwijze der
anderen, wier hoofdbedrijf is de meeste gronden der Maat-
schappij voor haar te bebouwen.
-ocr page 9-
7
De overige bewoners, tot de Indianen van Ute en Apache
behoorende, gedragen zich wel en ordelijk, mits onder
toezigt van een goeden beheerder. Kort na mijne aankomst,
besloot de regering te Washington hare staatkunde te ver-
anderen, en burgerlijke, in plaats van, zoo als tot nu toe
geschied was, militaire agenten over de Indianen aan te
stellen. Voor onze bezitting werd een persoon benoemd,
ten eenenmale ongeschikt voor zijne betrekking, doch met
genoegen kan ik mededeelen, dat hij sedert vervangen is
door een ambtenaar, die alle redenen geeft te hopen, dat men
in hem den regten man op de regte plaats heeft gevonden.
Het wijd en zijd verspreid liggen der woningen en verblij-
ven der bevolking is oorzaak dat er wel eenige tijd zal
verloopen alvorens men het juiste cijfer der bewoners van de
bezitting zal kennen ; globaal is mijne berekening de volgende :
Amerikanen............... 1,000.
Mexikanen.......,....... 1,500.
Indianen........... .... 1,000.
Van April tot November neemt echter dit aantal aaiimer-
kelijk toe en is dan hoofdzakelijk afhankelijk van de hoe-
veelheid water ten dienste der goudwasscherijen.
III. STEDEN.
Cimarron. — Bij mijne aankomst bestonden er twee
nederzettingen; eene genaamd Cimarrou-City, op een tafelberg
gelegen, ongeveer drie vierde mijl van de rivier Cimarron
en een andere, Maxwells genaamd, ter plaatse waar de Cimarron
de vlakte instroomt.
Ciinarron-City had een in alle opzigten slechte ligging,
zonder water en onbeschut. De kolonisten waren genood-
zaakt zich daar te vestigeu, daar Maxwell een te grooten
toevloed van volk in de onmiddelijke nabijheid zijner woon-
-ocr page 10-
8
plaats wilde beletten, eu aldaar gronden tot het nederzetten
van woningen, verkoopen noch verhuren wilde.
De Maatschappij besloot dadelijk om in de onmiddelijke
nabuurschap van Maxwells de stad aan te leggen, die niet
uitblijven kan daar eerlang te verrijzen, en daar de wonin-
gen, van welke bijna allen aan de Maatschappij behoorden,
uit Ciraarron-Citj naar dit nieuwe oord werden overgeplaatst,
werd aan de nieuwe slad de naam Cimarron gelaten.
Het nieuwe Cimarron telde aanstonds de volgende gebou-
wen, als : het groote huis tot dusverre door Maxwell bewoond,
een langwerpig pakhuis, den korenmolen, een timmermans-
winkel, een smederij, Gallioun\'s hotel, twee amerikaausche
woningen en eenige weinige mexikaansche hutten. Alle iijn
de eigendom der Maatschappij, gelijk dit ook het geval is
met het geheele grondgebied van de stad, zijnde daarvan
nog niets afgestaan.
Het zij mij thans vergund de bijzondere voordeelen uit-
eeu te zetten welke Cimarron als zetel eener stad aanbiedt
en de maatregelen te noemen beraamd om haar een spoedige
ontwikkeling te verzekeren. Cimarron, als reeds gezegd, ligt
ter plaatse waar de rivier Cimarron, na het Ute dal te heb-
ben verlaten, in de vlakte stroomt. Dit dal is verreweg
het belangrijkste dal der bezitting. Hel heeft den vorm
eener Y, waarvan de voet te Cimarron ligt en het scheidings-
punt op ongeveer veertien engelsche mijlen afstand; de regter-
tak strekt zich uit in de rigting der mijnen van Aztec en
Montezuma en van het rijke kwartsmijuen-distrikt daar om
heen gelegen; de linkertak leidt naar Elizabethtown en het
Moreno-dal, het groote goudwasscherij-district van de bezitting.
Bovendien ligt Cimarron juist in het raiddenpunt van de
beste bouwlanden aan de Maatschappij toebehooiende en in
de onmiddellijke nabijheid van eenige harer kostbaarste kolen-
beddingen.
De telegraafliju en de rijweg van Denver naar Santa Fé gaan
-ocr page 11-
9
door Cimarron; dienzelfden weg over de gronden der Maat-
schappij zal ook ieder Spoorweg moeten kiezen in deze streken
van het noorden naar het zuiden loopende, daar het onmo-
gelijk is westelijk van Cimarron te gaan, alwaar de oneffen-
lieden der bergen den aanleg van een spoorweg verhinderen,
en verder oostwaarts, alleen de vlakte doorreden zoude
worden; wat daardoor aan gemak van aaideg gewonnen zou
worden, zou geen vergoeding zijn voor het gemis van aan-
raking met het bergdistrikt, waarin juist door den aanvoer van
de minerale produkten een groot voordeel voor zulk een
spoorweg zou bestaan. Uit mijne verdere mededeeliiigen
zal het aanbevelenswaardige van Cimarron als zetel ecuer
stad nog nader blijken.
Nadat deze meening ten aanzien van Cimarroti zich aldus
had gevestigd, werd de grond waar de stad zou worden
gesticht behoorlijk opgemeten, en werden na rijp overleg,
de straten afgebakend met inachtneming eener behoorlijke
breedte; het gevolgde stelsel van aanleg wordt in den hier-
nevens gevoegden platten grond duidelijk voorgesteld. Eenige
bekwame dagbladschrijvers te Santa Fé aanvrage gedaan heb-
bende een dagblad en drukkerij te Cimarron opterigten, werd
de gewenschte medewerking hun verleend; op hun verzoek
is een net gebouw ingerigt, waarvoor zij een redelijken huur-
prijs betalen, en brengen zij der Maatschappij het groote voor-
deel aan een haar toegenegen orgaan te bezitten, dat, door
zijne uitstekende redaktie, onmisbaar een overwegenden invloed
in het territorium moet verkrijgen. Vervolgens werd door de
Maatschappij een afzonderlijke woning ten behoeve van den
Opper-Magazijnuieester van Cimarron gebouwd en hem ver-
huurd; ook verreztn er een doeltreffende smederij en timmer-
manswinkel, beide geschikt om in de reeds aanzienlijke
behoefte der plaats te voorzien en werd een vleugel aan het
magazijn toegevoegd, ten einde aan de eischen van den toe-
nemenden handel te kunnen voldoen. Deze gebouwen werden
-ocr page 12-
10
allen binnen een tijdsverloop van twee maanden, in het
barste jaargetijde, aangelegd en voltooid, zijnde de zon in
den winter niet krachtig genoeg om met den gewenschten
spoed de adobes (m de zon gedroogde steenen) te droogen,
welke steensoort tegenwoordig bijna uitsluitend tot het bouwen
van huizen wordt gebezigd; het is om deze reden dat de
Maatschappij verpligt is tot aan het aanstaande voorjaar hare
aandacht slechts aan de meest noodzakelijk op te rigten
gebouwen te wijden. "Veie andere zullen echter worden opge-
rigt met al den spoed dien het aanschaffen der materialen
zal toelaten en vele aanvragen zijn reeds "■ ij de Maatschappij
ingekomen, zoo tot huur als tot aankoop van gebouwen,
onder anderen ook vooistellen tot liet oprigten eener brouwerij
en van een droogistwinkel op groote schaal.
Een der eerste vereischten voor Cimarron was een kerk
en school; tegenwoordig bestaat er geen ander godshuis dan
een kleine roomsch katholieke kapel. "Voor mijn vertrek was
reeds een plek voor beide afgebakend en daar ik begreep,
dat zoodanig gebouw door vrijwillige bijdragen moest tot
stand komen, deed ik na mijne terugkomst in Europa, een
beroep op de voornaamste deelhebbers in de bezitting,
en wel met zulk een goed gevolg dat genoegzaam
het volle benoodigde bedrag reeds bij inteekening is ver-
kregen.
Blijkens de laatste berigten van den heer R. H. Longwill,
den beheerenden Directeur onzer bezitting, zijn de fun-
damenten der kerk en school thans gelegd en wordt de bouw
met spoed voortgezet.
Daar in de nabijheid van Cimarron uitstekend goede
bouwsteen wordt gevonden, welke ook tot het optrekken van
den korenmolen heeft gediend, zal een zeer ruim gebruik
van dit materiaal worden gemaakt, zoodra zich een voldoend
aantal metselaars op de bezitting zullen hebbeu gevestigd.
Op verscheidene plaatsen van de bezitting werd ook goede
-ocr page 13-
11
kalksteen ontdekt, waarvan thans veel wordt gebrand om bij
het bouwen te dienen.
Elizabethtown.— Toen de groote goudlagen van dezebezit-
ting het eerst werden ontdekt, zetteden zich vele Californische
mijngravers in het Moreno-dal en de omstreken neder en op
verschillende centrale punten verrezen gehuchten. Zoodra de
rijkste mijnstreken echter meer bepaaldelijk bezet waren en men
tot de kennis harer onderlinge ligging was geraakt, werd, zoo
als te begrijpen is, één enkel punt als kern van het geheele
distrikt gekozen, en daar verrees als met een tooverslag een
stad van belangrijken omvang.
Virginia en Mountaiu waren twee van die thans ontbonden
en in Elizabethtown opgenomen gehuchten. Elizabethtown,
op omstreeks 35 mijlen ten westen van Cimarron gelegen,
werd bij stemming door de inwoners gekozen, tot zetel van
de provincie Colfax-County, die voor het grooterdeel binnen
de grenzen der bezitting ligt.
Elizabethtown heeft een vaste bevolking, uit winkeliers
en andere kooplieden bestaande, ten getale van ongeveer
500 zielen, die aanmerkelijk vermeerdert gedurende het
saizoen der goudwassching, als wanneer hare getalsterkte
afhangt van den meerderen of minderen watervoorraad, die
de mijnwerkers in staat stelt hunne werkzaamheden te
verrigten.
De Maatschappij is in het bezit van het voornaamste
magazijn aldaar, en ofschoon de zaak door den vorigen
eigenaar zeer verwaarloosd werd, is het zeker dat die
weder genoegzaam verbeterd kan worden om het grootste
aandeel der handelsbewegitig van de plaats tot zich te trekken
en hare winsten die van het magazijn te Cimarron welligt
te doen evenaren. De Maatschappij wendt bare beste pogingen
aan ter bereiking van dit doel, dat onder het hoofd
magazijnen breeder zal worden uiteengezet.
Al het onbebouwde land, tot Elizabethtown behoorende,
-ocr page 14-
is de eigendom van de Maatschappij, en de verkoop van
lownlots aldaar belooft zeer winstgevend te zullen zijn.
IV. MAGAZIJNEN.
De Maatschappij bezit drie Magazijnen, als: een te
Ciinarron, een te Ute-dal en een te Elizabethtown. De
twee eersten bezitten een monopolie, het laatste telt een
menigte konkurrenten.
Even als al de andere bedrijven op de bezitting gevestigd,
werden de magazijnen vroeger zeer gebrekkig beheerd, nu
eens van een behoorlijken voorraad goederen voorzien, dan
weder te naauwernood in het bezit van eenige artikelen,
alles op zorgelooze wijze, hetzij uit de digtstbijgelegen
plaatsen, of uit New-York tegen uiterst hooge prijzen voor
artikelen van geringe waarde, verkregen.
Toen de Maatschappij haar bezit aanvaarde, was de voor-
raad goederen uiterst gering en meer dan de helft der arti-
kelen door de koopers verlangd wordende, ontbrak. Echter
heeft sedert dat tijdstip het Cimarrou-magazijn alleen reeds
voor een bedrag omgezet, in de verhouding van 100,000
dollars per jaar. In de twee andere magazijnen bleef de
omzet nietig, daar zij weinig of geen verkoopbare artikelen
bezaten.
Het is bekend dat dergelijke magazijnen een uiterst winst-
gevenden handel kunnen drijven; ervaren en vertrouwde
magazijnmeesters werden dus aangesteld, lijsten van de
meest in vraag zijnde goederen opgemaakt, en het magazijn
te Cimarron aanmerkelijk uitgebreid, zoodat het thans een
centraal-depöt is, waaruit de anderen worden voorzien,
terwijl het tevens in staat is den grossiershandel over het
gansche territorium uit te oefenen.
Een zeer achtingswaarde firma te New-York werd, zoodra
-ocr page 15-
18
gegoede voorbereidende maatregelen getroffen waren, belast
met het verrigten der inkoopen voor de Maatschappij en
een groote voorraad goederen door dat huis tot de laagste
grossiersprijzen aangekocht. Schikkingen werden getroffen
om tot voordeelige vrachtprijzen die goederen te vervoeren,
en ten gevolge van de ijverige konkurrentie van verschillen-
de Maatschappijen, om met zulke belangrijke transporten
begunstigd te worden, slaagde dit volkomen. De eerste der
bestellingen is thans te Cimarron afgeleverd en is de beste
en goedkoopste voorraad die tot nog toe op het territo-
rium ontvangen is, daar de aanzienlijke kooporders door
de Maatschappij gegeven, haar in staat stellen tot lagere prij-
zen aan te koopen dan hare konkurrenten. Het is dan ook
met volle overtuiging dat ik hier mijne meening uit, dat de
magazijnen der Maatschappij voor minstens 400,000 dollars
per jaar kunnen omzetten met een gemiddelde zuivere winst
van 25 tot 50 pCt.
Het magazijn te Cimarron heeft steeds een voordeeligen
handel gedreven, dat van Elizabethtown heeft tot dusverre
nog geen goede zaken gedaan, doch met het oog op den
uitgebreiden handel van andere etablissementen aldaar, is
het vooruitzigt ook van dit magazijn hoogstbemoedigend,
zoodra het eenmaal goed voorzien zal zijn en in het bezit
van goedkooper waren dan zijn mededingers. Het magazijn
in Ute-dal verrigt tegenwoordig weinig meer dan in de be-
noodigdheden der arbeiders (ten getale van veertig ongeveer)
aan de Aztec-mijn te voorzien; is echter de Montezuma-mijn
heropend, wat binnen weinige weken moet geschieden en
worden de rijke mineraal-beddingen der Ute-vallei op die
uitgebreide schaal ontgonnen als zij het verdienen, dan
kan het niet uitblijven of ook dat etablissement moet een
winstgevende bron van inkomsten voor de Maatschappij
worden.
-ocr page 16-
11.
V. LANDBOUW EN KORENMOLEN
Deze moeten wij noodzakelijkerwijze te zamen behandelen,
daar de af te werpen winsten zoo onmiddelijk met elkander
in verband staan, dat eene afzonderlijke behandeling onmo-
gelijk zou wezen.
De korenmolen is, in den volstrekten zin des woords,
een uitmuntend, hecht gebouw; hoog, luchtig, breed van
afmetingen en geheel uit besten steen opgetrokken; de
machinerie is van goede kwaliteit en tot het verrigten van
werk op nog veel uitgebreider schaal dan thans geschiedt in
staat Zij wordt in beweging gebragt door een waterwiel,
op een ruimen watertoevoer door een sloot en houten wa-
terleiding (jlumè) van ongeveer een vierde mijl lengte, door
de Cimarrou rivier gevoed. De Jhtme was genoegzaam ver-
rot en lek toen de Maatschappij het. bezit aanvaarde, doch
werd over de gansche lengte hersteld en is thans volkomen
in orde.
De molen strekt ten eerste, om het koren der Maatschappij
te malen en het verkregen meel tegen een door den plaat-
selijken direkteur vast te stellen prijs te kunnen verkoopen;
en ten tweede, om het koren der pachters en andere bewo-
ners, in commissie te malen. Beide zaken zijn zeer winst-
gevend, daar er geen andere molen op de gansche bezitting
is en in den omtrek zelfs geen nader bij dan te Taos Vallev,
d. i. op ongeveer tachtig mijlen.
liet loon door het malen in commissie verdiend is de
eenige winst die uitsluitend tot den molen behoort en is
geheel afhankelijk van de luimen der pachters. Dan eens
verkiezen zij bijna al hun graan aan de Maatschappij te
verkoopen, en van haar hun meel te koopen, dan weder
houden zij liever zoo veel terug als zij voor eigen verbruik
noo.lig hebben en betalen maalloon aan de Maatschappij.
-ocr page 17-
15
Een naauwkeurig onderzoek en de uitslag der aanvan-
kelijk gedane opnemingen der velden van de bezitting, hebben
de meening bij mij gevestigd dat ongeveer 3,000 acres land
thans door de Maatschappij worden bebouwd. Ongeveer
250,000 acres zijn geschikt voor een zeer winstgevende
bebouwing zonder eenige kunstmatige besproeijing of door
middel van den aanleg van slechts zeer korte greppels, als
bijna in iedere lokaliteit aldaar aangelegd worden, en nog
ongeveer 250,000 acres zijn vatbaar voor voordeelige be-
bouwing wanneer daar greppels afwisselende tusschen een
en drie mijlen lengte aangelegd worden, voor welke vol-
doende watervoorraad bestaat. Een nog veel aanzienlijker
gedeelte van de bezitting zal buiten twijfel in het vervolg
aan den landbouw dienstbaar worden gemaakt, wanneer een
meer kostbaar sijsteetn van besproeijing, sluiswerken en
waterleidingen kunnen bestreden worden en die toekomst is
niet ver te zoeken, wanneer men in aanmerking neemt, dat
Nieuw-Mexiko voor alles een mijn-distrikt is, in het bezit
van welligt de grootste en rijkste gouddistrikten van het
vaste land, met een zeer beperkte uitgestrektheid landerijen
tot het verbouwen van granen geschikt, en vele honderden
mijlen van de vruchtbare Oostelijke Staten verwijderd.
Het land thans door de Maatschappij bebouwd ligt aan
de kreeken Ute, Ciinarron, Cimarroncita en Poriil. Het
beste land begint aan de boorden der kreeken, en wijkt
achterwaarts naar den voet der bergen, nu eens over zijne
gansche uitgestrektheid even goed zijnde, dan weder kunst-
matige besproeijing vcreischende al naar gelang zijner breedte;
de bovenlaag bestaat uit een vetten kleibodem, van bijkans
tropische weelderigheid en groeikracht en gaat trapsge-
wijze over tot een kleisoort met deelen van verbrokkelde
rotssteenen der heuvelen vermengd.
De vroegere bezitter bezigde een onvoldoende hoeveelheid
en ruwe landbouwgereedschappen en slecht gefokt vee. Volgens
-ocr page 18-
16
de gewoonte bij het landbouwbedrijf in Mexiko, en in
vele Staten van Noord-Amerika in gebruik, verschafte de
landheer gereedschappen, vee en zaad, dorschte het graan
en behield dan voor zijn deel de helft van den gewonnen
oogst. In weerwil van het slechte zaad en de gebrekkige
werktuigen, gaarden de amerikaansche en mexikaansche
pachters toch nog gemiddeld 30 schepels (\') van de acre,
een resultaat te meer voldoende daar de Mexikanen zelden
meer dan de helft van het zaad dat zij ontvingen, zaaiden,
en wat zij zaaiden zeer wijd uiteen strooiden, deels in land
dat hoogstens drie tot vier duim diep was beploegd, deels in
onbeploegden grond, overal waar slechts een plekje, van riet
of gras ontbloot, zich vertoonde. Zeer bevoegde beoordeelaars
hebben als hun gevoelen te kennen gegeven, dat bij een
doorgaand zorgvuldige bebouwing, de gemiddelde opbrengst
per acre, 60 schepels maïs, tarwe, haver en garst
moet wezen en ik beaam dit ten volle.
In de meeste der Oostelijke Staten zou een opbrengst
van 30 schepels per acre den pachter slechts zeer bekrompen
in staat stellen zich en zijn gezin fatsoenlijk te onderhouden,
doch daar de bevolking der mijnwerkers zoo talrijk en het
bouwland zoo beperkt is, heeft het koren in dit district
een hoogen prijs en zal het dien wel altoos behouden. De
laagst bekende koers is een en een vierde dollar het schepel,
terwijl twee tot drie dollars het schepel niets ongewoons is;
en om deze reden kunnen die pachters, die vlijtig de velden
onzer bezitting bebouwen, niet alleen zeer goed en ruim leven,
maar maken ook spoedig fortuin.
Ten gevolge van een minder naauwlettend toezigt op zijne
landbouwkundige belangen van den kant des vorigen bezit-
ters, waren dit jaar aanzienlijke aankoopen van granen in
(\') Het bushei of eng. schepel - 36 liters (ned. kop).
c
-ocr page 19-
17
de omliggende landen noodig, welke echter, tot meel ver-
maald, toch nog aanzienlijke winsten zullen afwerpen;
wanneer men nu immigratie naar de bezitting weet te be-
vorderen, dan moeten die winsten nog ontzaggelijk vermeer-
deren en zijn voor de immigranten zelven zeer aanzienlijke
inkomsten te wachten.
In verband met dit onderwerp is het niet onbelangrijk
hier aan te stippen , dat de tuinvruchten te Elizabethtown
en in andere deelen der bezitting verbruikt, bijna uitslui-
tend werden geteeld door den heer Jesus Abréu, een
ondernemenden Mexikaan, die door aankoop eigenaar werd
van een strook lands langs de Rayado-rivier. Zijn voorraad
was echter onvoldoende en de verre afstand van de plaats
van verbruik maakte zijn produkten zeer kostbaar. Thans
heeft de Maatschappij vijftig acres uitmuntend bouwland
langs de Cimarron in exploitatie gebragt tot aankweeking
van tuin- en veldvruchten van verschillende soort en met
de best gesorteerde zaden, door haar te New-York gekocht,
bezaaid. Deze onderneming kan niet nalaten in het aan-
staande jaar een ruime winst af te werpen.
Op den weelderigen bodem der valleijen en op de meras
(tafelterpen) groeit in overvloed een soort van gras (gramma
gras), dat geacht wordt beter voeder voor het vee te zijn
dan haver. Gedurende den herfst laat de Maatschappij dit
gras maaijen en in genoegzame hoeveelheden opstapelen, om
in de vermoedelijke vraag van het volgende jaar te kunnen
voorzien. Tegenwoordig beloopt die vraag gemiddeld tus-
schen de 1500 h 2000 ton, en dit kan tegen 5 a 10
dollars onkosten per ton (naar gelang van den afstand die
het inhalen vordert), worden gemaaid en opgestapeld ; het
wordt gemakkelijk tot 25 a 35 dollars per ton verkocht.
Een groote hoeveelheid van dat hooi wordt voor reke-
ning der regering aangekocht tot paardenvoeder voor de
kavalerie op de bezitting gestationeerd en van andere korp-
-ocr page 20-
18
sen, die zich tusschen de verschillende posten in de nabuur-
schap bewegen. De diligencedienst-onderneniing tusschen
Denver en Santa-Fé voorziet zich ook daarvan volgens kontrakt
met de Maatschappij gesloten, voor al hare stations op de
bezitting gelegen. Aanzienlijk is reeds het verbruik van dat
artikel door deze beide consumenten alleen.
Hoewel ik gaarne vermijd dit verslag al te uitvoerig te
maken voor mijne lezers, kan ik toch, bij de behandeling
van dit onderwerp , niet nalaten te wijzen op de hulpbron-
nen voor het brouwen van bier die de nabijheid van Ci-
marron aanbiedt. Op de oevers van de talrijke kree-
ken op die plek zamenloopende, groeit in het wild en in
den grootsten overvloed hop van uitmuntende hoedanigheid,
e.n reeds is daarvan te Elizabethtown een uitstekende bier-
soort gebrouwen, terwijl, zoo als ik reeds heb gezegd , een
geachte firma te Cimarron met de Maatschappij onderhandelt
over den aanleg aldaar van een inrigting tot hetzelfde
doel.
VI. ZAAGMOLENS EN TIMMERHOUT.
Het hout op de bezitting aanwezig bestaat hoofdzakelijk
uit verschillende soorten van dennenboo.nen, met eetie kleine
hoeveelheid eiken, katoenheesters en pijnboomen. De vlak-
ten en bodems der valleijen zijn over het algemeen ontbloot
van hout, doch de vooruitstekende bergpunten (spurs) van
het Rotsgebergte zijn boschrijk, en de mesas, welke over
de vlakte verspreid liggen, bezitten een voldoend getal
boomen om in de tegenwoordige behoeften der omliggende
streken te voldoen. Het beste timmerhout der bezitting
vindt men aan de bronnen der Redriver in de Raton-
bergen en in de hooglanden van het Utedil; terwijl bijna
de gansche keten van het Rotsgebergte, die de bezitting
doorsnijdt met zwaar hout is begroeid van den voet tot op
-ocr page 21-
19
een hoogte van ongeveer 11000 voet boven de oppervlakte
der zee.
Tegenwoordig bezit de Maatschappij een enkelen kleinen
zaagmolen, in het Ute-dal op omsl reeks twaalf mijlen afstand
van Cimarron. Deze molen wa- in Keer bouwvalligen
toestand toen de Maatschappij er bezit van nam, en werd
door een man bestuurd die geen kennis van het bedrijf
had; thans is de moleTi geheel en al hersteld en de beste
houtzager van het land met het bestuur belast. De molen
kan ongeveer 5000 voet deelen per dag leveren; een
hoeveelheid, voldoende om in de behoeften der onmiddellijke
nabuurschap te voorzien, doch in den aanstaanden zomer
zal het zeker noodig worden een beteren en meer modernen
molen te bouwen.
Behalve bovengenoemde aan de Maatschappij toebehooren-
de molen werd een jaar geleden een betere gebouwd door
zekeren heer Ferrand, aan de Six-Mile kreek, welke haar
water uit de Moreno-rivier trekt, op omstreeks vijf mijlen
afstand van Elizabethtown. De vroegere eigenaar had vergun-
ning tot het bouwen van dien molen gegeven, onder voorwaarde
dat de heer Ferrand een regt van vijf dollars zou beta-
len voor iedere duizend voet hout van alle stammen door hem
gezaagd; wanneer men nu in aanmerking neemt dat de
prijs van het timmerhout te Elizabethtown afwisselt tusschen
25 en 35 dollars de duizend voet, kwam het regt van vijf
dollars veel te gering voor, en er werd een nieuw kontrakt
tusschen de Maatschappij en den heer Ferrand gesloten,
krachtens hetwelk de laatste thans 10 in plaats van 5 dol-
lars per duizend voet betaalt.
In verschillende deelen der bezitting, bestonden eenige
andere draagbare zaagmolens, welke door de bezitters
werden gebezigd buiten vergunning van den vroegeren eige-
naar, of zonder hem eenige schatting van welken aard ook
er voor te betalen. Dezen lieden werd aangezegd de gron-
-ocr page 22-
20
den der bezitting te verlaten, en tegen een enkelen, welke
zich aan de waarschuwing niet stoorde, werd een gereg-
felijk bevel uitgevaardigd; sedert dien tijd werd geen hout
meer geveld of gezaagd, buiten vergunning van de Maat-
schappij.
De bezitting is buitengewoon rijk aan timmerhout; doch
daar het omliggende land er bijna geheel van ontbloot is,
moet men uiterst spaarzaam zijn met het gebruik en het
met zorgvuldigheid beschermen. Een oorzaak vaii vernieling
is de voorliefde der op de bezitting wonende Indianen voor
den binnensten bast of de splint der dennenboomen, dien zij
eten; daarom schillen zij den boom tot ongeveer zes voet
boven den grond; de aldus geschonden stam sterft binnen
een of anderhalf jaar, en op deze wijze gaan vele honderde
stammen jaarlijks verloren. De beambten der Maatschappij
wenden krachtige pogingen aan om het kwaad te keeren, en
wij hebben reden te verwachten dat die pogingen met goeden
uitslag zullen worden bekroond.
VII. VEEFOKKERIJ.
Deze tak van bestaan, thans nog in zijne kindschheid op
onze bezitting, moet een der meest winstgevende bronnen
van hare inkomsten worden.
Daarin van bijna al het omliggende land verschillende, telt
deze bezitting niet alleen warme dalen gedurende den winter,
maar ook talrijke tafel-landen, verschillend van hoogte, en
welker uitgestrekte vlakten, zelfs gedurende de heetste zo-
mers, met overheerlijk gras prijken.
Ten gevolge dezer exceptionele voordeelen kan het vee
gedurende het geheele jaar op het land blijven en behoeft
nooit in stallen geborgen te worden. Het Gramma-gras, dat
hier in overvloed wast, is het beste veevoeder dat er bestaat,
en groeit in eene hoeveelheid groot genoeg om vele honderd-
duizenden stuks vee te voeden; ook schapen, geiten en var-
-ocr page 23-
21
kens tieren hier goed, zonder eenige kunstmatige voeding
te behoeven.
Door den aankoop van de Home Banche, gingen 200 stuks
horenvee, 200 schapen en 100 paarden en muilezels aan de
Maatschappij over; later werden nog 131 varkens door
haar aangekocht, en zij is voornemens in het begin van
het voorjaar groote aankoopen van vee te doen en de
kwaliteit er van te verbeteren door zorgvuldige kruising met
betere rassen.
Voor al het gefokte vee bestaat een gereede markt. Door
de Indianen worden gemiddeld ongeveer 80 stuks horenvee
alle tien dagen verbruikt, en de talrijke militaire posten ver-
raeerderen de vraag zeer. Op de bezitting zelve en in hare
onmiddellijke nabijheid maakt ook de gevestigde bevolking een
ruim gebruik van den veestapel der Maatschappij, voor zooverre
deze in staat is aan de behoeften te voldoen.
Daar de fokkerij weinig onkosten vereischt behalve die
van het hoeden, zijn de winsten, welke zij afwerpt, inder-
daad verbazend. Behalve de vraag naar gefokte runderen
en schapen, vindt ook de wol een gereede markt in dit
distrikt, en er bestaat geen twijfel of eerlang verrijst op
de gronden der bezitting een wolspinnerij, die onvermijdelijk
een hoogstgelukkige onderneming moet worden.
VEI. MIJN-ONTGINNING.
De mijnwerken op de bezitting kunnen gevoegelijk ver-
deeld worden in:
A; gouddelving.
B*. zilver „
C.     koper „
D.     kolen „
-ocr page 24-
22
A. GOUD.
Kwarts-graving. — Tegenwoordig wordt kwarts slechts
uit een mijn door de Maatschappij gedolven, t. w. uit. de
Aztecinijn, waarvan 7/i2 haar behooren en 5/i2 aan de
hieronder genoemde eigenaren :
Mattheus Lynch voor.....\'/l2
John Dold               ,......2/l2
Colonel Bergmann ,......\'/l2
V. S. Shelby           „.....1/12
Uit het bovenstaande blijkt dat de Maatschappij voor
ineer dan de helft in dat bezit is geïnteresseerd; dienten-
gevolge heeft zij ook alleen het toezigt en het vol-
koinen beheer er van aan zich getrokken. Daar deze mijn
met den molen reeds in mijne brochure van 1870 is
beschreven, zoa het overbodig wezen het daar uiteengezette
hier te herhalen. De molen met 15 stampers is gebleken
bijna niet groot genoeg te zijn voor zulk een rijke mijn;
intusschen is hij in de beste orde en doet goede dienst,
in afwachting van hetgeen nader dienaangaande zal beslist
worden.
Kolonel Bergmann, de vroegere opzigttr der mijn, is voor
het oogenblik nog in zijne betrekking gebleven; doch daar
hij slechts theoretisch mijnwerker is en geen andere praktische
kennis van het vak bezit dan die hij gedurende zijn een-
jiirig verblijf aan de Aztec-mijn heeft opgedaan, zal hij
binnen kort worden vervangen door een man die zoowel
wetenschappelijk als praktisch met mijn-ontginning in al hare
takken volkomen vertrouwd is.
Deze mijn heeft aderen van onderscheidene zwaarte, allen
zoTider uitzondering zeer rijk; soms vindt men ze weken
achtereen naauwelijks eenige duimen dik; op andere tijden
weder verliezen zij zich, tengevolge van gapingen in het
rotsgesteente, gedurende een poos en vereischeu dan een
-ocr page 25-
23
dorren arbeid door den harden rotswand, alvorens men ze
terugvindt. Waar echter de gemiddelde dikte der aderen
tusschen 1 en 3 voet zwaarte afwisselt, daar is de op-
brengst hoogst aanzienlijk, zooals de hierachter gevoegde
essaai-brieven bewijzen.
Sedert het tijdstip waarop de Maatschappij bezit van de
gronden nam, werd geen ader van bijzondere zwaarte bereikt,
doch uit de laatste berigten van kolonel Bergmann blijkt
dat hij juist thans een nieuwe ader heeft geopend die buiten-
gewoon rijk belooft te worden. Doch, zelfs in hare ongun-
stigste tijden brengt de mijn steeds meer op dan hare
ontginuingskosten, en telkens als de gravers gelukkig waren,
ging de opbrengst met meer dan gewone winsten vergezeld.
Er valt dan ook niet aan te twijfelen of een volkomen des-
kundige administrateur zal weten op wat wijze den loop
der rijkste aderen regelmatig te volgen, en hunne opbrengst
meer gelijkinatigen tred te doen houden en zulks met min-
der kosten dan tot uu het gedurig uithouwen der rots heeft
veroorzaakt.
Eeeds heeft de Maatschappij vele bezuinigingen inge-
voerd; onder anderen heeft zij een kontrakt van uitbeste-
ding voor den kost der mijnwerkers, ten getale van om-
streeks veertig, gesloten, en wel tegen 22\'., dollar per hoofd,
in de maand, terwijl vroeger, die mannen bij den opziener
in den kost waren, welke daarvoor nog iets meer dan 40
dollars maandelijks in rekening bragt.
De Montezuma-mijn, ongeveer een halve mijl van de
Aztec-miju verwijderd, doch in dezelfde vallei, is eenige
maanden vóór de inbezitneming door de Maatschappij, het
eerst geopend, en hoewel aanvankelijk met goed gevolg,
is de tijd sedert hare opening verstreken nog te kort,
om eenig bepaald oordeel over hare vermoedelijke toekom-
stige resultaten uit te spreken. De molen iutusschen is een
volkomen goed, hecht gebouw, met 30 stampers. Eenige
-ocr page 26-
24
weken vóór de inbezitneming door de Maatschappij werd
de bewerking dezer mijn door den vroegeren eigenaar ge-
staakt met het oog op den aanstaanden koop, en men achtte
het geraden den arbeid niet te hervatten tot dat behoorlijke
essaais van de ertsen geschied waren. Na mijn terugkeer
in Europa, liet ik het erts essayeren en de uitkomsten
waren zoo gunstig, dat onmiddellijk bevel tot hervatting van
de delving werd gezonden, en ik houd mij thans volkomen
overtuigd, dat deze mijn even rijk als, zoo niet nog rijker
dan de Aztec-mijn zal worden bevonden.
Een andere mijn, Chester Lode geheeten, wordt evenzeer
binuen de grens der bezitting geëxploiteerd door den heer
Graham, die er eigendomsregt op verkreeg ten gevolge der
gewoonte van den heer Maxwell, den ontdekker eener mijn
de helft derzelve in eigendom toe te staan; mitsdien kan,
indien deze mijn winstgevend blijkt te zijn, de andere helft
te allen tijde door de Maatschappij worden geëxploiteerd.
Hier is een zeer fraaije stampmolen opgerigt; doch het erts
heeft zich tot dusverre nog niet rijk genoeg vertoond om
er meer dan vergoeding der ontginningskosten van te ver-
wachten. De eigenaar echter verzekert dat hij kortgeleden
een rijkere bergstof heeft ontmoet, waarvan hij mij eeu
monster ter hand stelde en waarvan het essaai-bewijs insgelijks
is opgenomen.
Essaai-Kantoren en Erts-Kamers
Hatton Garden, Londen,
28 November 1870.
BEWIJS VAN ESSAAI.
Op verzoek van den heer John Collinson, hebben wij de
monsters delfstoffen als onderstaande gemerkt onderzocht, en
is onze bevinding als volgt:
-ocr page 27-
25
Merken van het                                                                    0ncen
Monster.
N». 1. Aztec Mijn A. (N*. 1.)
Goud-productie = 15.190^ per ton van
Zilver „
         = 2.446) 20 cent. erts.
„ 2. Aztec Mijn A. N». 2.J
Goud-productie = 13.225") per ton van
Zilver „
         = 2.123)20 cent. erts.
„ 3. Aztec Mijn B.
Goud-productie = 1.350") per ton van
Zilver „
         = 0.150)20 cent. erts.
„ 4. Montezuma Mijn, Tunnel (A.)
Goud-productie = 3.250) per ton van
Zilver „
         = 0.250) 20 cent. erts.
„ 5. Montezuma Mijn, Schacht (A.)
Goud-productie = 11.450^ per tou van
Zilver" „
         = 0.750) 20 cent. erts.
„ 6. Montezuma Mijn (B.)
Goud-productie = 0.850) per ton van
Zilver „
         = 0.100) 20 cent. erts.
„ 7. Chester Lode (A.)
Goud-productie = 2.700"! per ton van
Zilver „
         = 0.650) 20 ceut. erts.
(was geteehend) JOHNSON, MAÏTHEY & Co.
Tot opheldering van het bovenstaande diene, dat N8.
1 en 2 uit de aderen zelven waren gegraven, de andere
specimens in het wild uit de omliggende rots werden getrokken.
Het komt mij voor dat, daar het rijkste kwartsdistrikt
geheel aan den ingang van het Ute-dal ligt, hetwelk in een
genoegzaam regte lijn van daar tot Cimarron loopt, het zeer
doeltreffend zou zijn al de stampmolens en andore reductie-
werktuigen voor de verschillende mijnen, daar ter plaatse
te vereenigen en het erts over een paardenspoor derwaarts
te vervoeren, en wel om de volgende redenen:
1. omdat de kosten van aanleg van het paardenspoor niet
groot zouden zijn;
-ocr page 28-
26
2. omdat de onkosten van een groot aantal verschillende
molens, uitbestedingen voor werklieden en bedienden zouden
worden vermeden;
8. omdat de gelegenheden tot het stelen van goud zeer
zouden verminderen, als alle bearbeiding der ertsen onder
het oppertoezigt van de hoofd-ambtenaren der Maatschappij
in een gebouw zoude geschieden.
■i. omdat in de onmiddellijke nabijheid van Cimarron
steenkolen worden gevonden van uitmuntende kwaliteit voor
de stoommachines en het smelten der ertsen.
De aandacht van den heer Wightman, den administrateur,
werd door mij speciaal op dit onderwerp gevestigd, en een
zorgvuldig en rijp overwogen plan zal aan de aandeelhouders
ter goedkeuring worden voorgelegd. De kosten, zooals
boven gezegd, zullen niet groot zijn. Hetgeen aan arbeids-
loon en aan grondverlies aldus zal bespaard worden, moet
aanzienlijk wezen en zal, naar ik vertrouw, in eeu jaar het
geheele voorschot ruimschoots vergoeden.
Goudwassching. — Dit stelsel van goudwinning wordt op
twee wijzen in de bezitting iii praktijk gebragt; de eene
zullen wij de primitieve, de andere de moderne noemen.
Volgens de eerste wijze, wordt de bergstof eenvoudig in
houten, met kwik gevulde bakken gelegd, door een of meer
mannen gehouden, en wel zoo dat water er over heen kan
stroomen, terwijl zij zacht geschud en op deze wijze bijna
alle vreemde bestanddeelen trapsgewijze verwijderd worden,
totdat alleen een mengsel van goud en kwik op den bodem
der bakken overblijft.
Volgens de tweede wijze wordt op aanmerkelijke hoogte
boven de basis der bewerking een waterstroom of flume
(kunst-sloot) doorgelaten, in een gootje aan welks einde een
kleine koperen pijp is bevestigd. Daarmede spuit een arbeider
het water met groote kracht tegen den wand der rots, die
daardoor afwatert, terwijl de bergstof door een houten van
-ocr page 29-
:17
voren geopende pijp dringt, in den regel eenige honderd
voet lang. De bodem dezer pijp kan naar gelang men wil
in geledingen worden verplaatst, en deze vakken worden met
kwik gevuld dat het doorstioomend goud terughoudt; het
uithalen of „cleau up" dezer pijpen, zoo als de Amerikanen
het noemen, geschiedt bij tm-scaenpoozen van drie tot veertien
dagen, naar goedvinden der mijnwerkers.
Deze laatste wijze is verreweg de voordeeligste en vlugste
doch wordt niet altoos door de mijnwerkers gevolgd, soms
omdat het hun aan het geld ontbreekt vereischt tot den
aankoop der benoodigde toestellen, soms ook omdat zij het
regt niet hebben den waterstroom in de door hen verlangde
rigting te leiden.
Het voornaamste goudwasscherij-distrikt op de bezitting
thans in bewerking, is dat van het Moreno-dal en zijne ornstre-
ken, met inbegrip van Willow Creek, Last Chauce en andere
begunstigde plekken. Ute Creek is ook met zeer goed
gevolg geëxploiteerd, en reeds hebben bekwame deskundigen
(prospectors) aanwijzingen van rijken voorraad aan de Cimar-
roncita, de Ponil en andere kreken ontdekt.
Op de helling der bergen en aan den ingang der valleijen
bestaan rijke voorraadkameren van goudhoudend erts, die
daar voorkomen in lagen van opgeloste rotssteenen gelijk
aan die der berg-formatie, welke in het verloop van jaren
de vastheid van kiezel en zand heeft verkregen. Nu en dan,
doch zelden, worden groote brokstukken gevonden, soms van
zuiver goud, soms ook in kwarts gegroeid, doch in den
regel wordt het goud alleen in den vorm van grof zand
verkregen.
De Maatschappij is eigenaar van al de goud-wasscherij-
streken op de bezitting; doch een aanzienlijk deel er van
werd door de vroegere eigenaars op verschillende termijnen
vau jaren verpacht tegen een vasten huurprijs van 12
dollars jaarlijks voor iedere kaveling (claim). In één dis-
-ocr page 30-
28
trikt beslaan die kavelingen 300 vierkante voet; elders
hebben zij een lengte van 300 voet en een breedte gcre-
kend van den eenen rotsrand tot den anderen. De meeste
dier verpachtingen waren tot heden onregelmatig; doch daar
de Maatschappij wenscht de arbeiders niet te ontstemmen,
is zij bereid alle zoodanige paclitcontracten te erkennen,
welke haar billijk en langs eerlijken weg verkregen schijnen
te zijn.
Behalve de verpachte goudwasscherijeu , exploiteerde de
vorige eigenaar nog voor eigen rekening, een aantal ka-
velingeu {claims) welke hem een aanzienlijke winst opbrag-
ten. Toen de Maatschappij in het bezit er van kwam, was
het jaargetijde te ver gevorderd om krachtdadig de hand
aan het werk te slaan en iets ten dezen te beginnen, daar
de gronden zoo hoog liggen dat zij reeds vroeg in den herfst
bevriezen. Wij kunnen uns echter een denkbeeld van de
uit die exploitatie te verwachten winsten vormen, wanneer
wij bedenken dat de eenige kaveling, van wege de Maat-
schappij gedurende de laatste weken van het saizoen
door slechts twee man te Last Chance bearbeid, gemiddeld
30 oneen goud per week leverde. De kundige en regt-
schapen direkteur dezer kaveling zegt dat zij, gedurende het
eerstvolgende saizoen, minstens een waarde van 50,000
dollars goud aan de Maatschappij belooft op te brengen.
Zooals te begrijpen is, heeft de Maatschappij dan ook het
voornemen met alle te harer beschikking staande middelen
de goudwasscherij krachtdadig door te zetten, waaruit aan-
zienlijke en aanhoudend toenemende winsten voor haar moe-
ten voortvloeijen.
De groote behoefte voor de goudwasscherijeu is ruime wa-
tertoevoer. Dit water wordt inzonderheid uit de bergen getrok-
ken en daar er dit jaar buitengemeen veel sneeuw is gevallen,
voorziet men een bijzonder gunstig saizoen. Wijders heeft eene
zich daartoe gevormde Maatschappij een breede waterleiding
-ocr page 31-
29
laten aanleggen om water uit de Rio-Grande-vallei over het
Rotsgebergte te voeren, ten behoeve der wasscherijen ; deze
waterleiding zal op meer dan 125000 dollars te staan komen;
bovendien werden nog enkele kleine slooten door bijzondere
personen tol hetzelfde doel gegraven.
Tegenwoordig houdt een deskundige zich bezig niet een
volledige opneming van de gausche mijnstreek, weshalve ik
mij van het treden in verdere bijzonderheden hierover
zal onthouden, en naar dit eerlang te verschijnen ver-
slag verwijs.
B.     ZILTER.
De ertsen uit de Aztec- en Montezuma-mijnen getrokken,
leveren een ruim deel zilver en aan de molens bewerkt,
worden de twee metalen niet gescheiden, maar later te
zamen verkocht.
In verscheidene streken der bezitting is een rijk onvermengd
zilvererts gevonden, doch tot uu is geen dier mijnen ontgon-
nen. Er be-btaat echter geen twijfel of de opbrengst moet zeer
ruim wezen. De Maatschappij zet met nadruk het naauwkeurig
onderzoek naar de verschillende delfstoffelijke hulpbronnen
der bezitting voort, en eerlang hoopt zij in de gelegenheid
te zijn, hare zorgen aan de ontginning van enkele der rijkste
groeven te wijden. Bij een later verslag zal dit onderwerp
meer opzettelijk behandeld worden, wanneer wij in het bezit
van uaauwkeuriger mededeelingen zullen zijn geraakt.
C.     KOPER.
Op den top van Baldy Mountain werd een koper-ader
ontdekt. Een aanzienlijke som geld werd besteed tot het aan-
leggen van een tunnel ter exploitatie van die ader, doch ten
gevolge van de gebrekkige kennis bij degenen welke
haar bearbeidden, was zij, hoewel rijke aanwijzingen
-ocr page 32-
30
aan de oppervlakte verradende, spoedig verloren en wordt
dientengevolge de mijn verlaten. Herhaaldelijk heb ik op
verschillende plekken der bezitting specimens te zien gekregen
van ertsen, die veel koperdeelen bevatten, en ik houd mij
overtuigd, dat de Maatschappij, wanneer haar de tijd er toe
zal gegund zijn, de oplettendheid aan dit onderwerp besteed,
vooral wanneer wetenschappelijke mannen haar hierin ter
zijde staan, ruimschoots vergolden zal zien.
D. STEENKOLEN.
Binnen kort zal ook hierover een verslag worden openbaar
gemaakt, door iemand dien de Maatschappij heeft aange-
steld om de verschillende op hare bezitting gelegen kolen-
beddingen te onderzoeken, zoodat, buiten eenige algemeene
aanmerkingen, ik ook op dat stuk in geen bijzonderheden
zal treden.
Voor zoo ver ik weet, is de steenkool in den bodem der
bezitting besloten, uitsluitend bitumineus en van uitmuntende
hoedanigheid, vrij van leisteen en zwavel. Zij ligt bijna
onder al de uitsprongen der groote bergketen alwaar de
rotslagen beginnen en strekt zich tot op ecnigen afstand in
de vlakten uit. In de noordelijke deelen der bezitting zijn
steenkolen van de beste soort ontdekt, in de Ratön-bergen
en langs den ganschen weg tot aan het Purgatorv dal, alwaar
zij reeds eenige jaren tot huisselijk gebruik dienen. Van
de Ratön-bergen tot aan de Rayado, werden zoo aanhou-
dend beddingen van verschillende zwaarte ontdekt, dat er
geen twijfel bestaat aan een algemeen kolenbed onder het
gansche distrikt. Vele dezer lagen hebben een buitenge-
wone dikte en ik heb er eenige gezien en gemeten, welke
10 voet dikte hadden en genoegzaam volkomen horizontaal
lagen.
De, wat hunne ligging aangaat, nuttigste koleubedden,
zijn die welke gevonden zijn langs de Vermego Rivier en
-ocr page 33-
SI
de Ponil Kreek. De aderen der eerstgenoemde zijn talrijk
en uitmuntend, de steenkool aan de Ponil Kreek is eerst
zeer onlangs ontdekt, en blijkt van niet minder goede
hoedanigheid te zijn.
De meest nabijgelegen steenkolen der Ponil Kreek liggen
op ongeveer drie mijlen van de stad Cimarron, en de
aanleg van een goeden weg of een paardenspoor, om ze
naar Cimarron te vervoeren, zal geenerlei bezwaar opleveren.
Zooals boven gezegd, bestaat het voornemen stamp-
machines op breede schaal tot vergruizing van het kostbaar
erts te Cimarron op te rigten, daartoe zullen de steen-
kolen van de Ponil van onschatbare waarde zijn.
Bovendien lijdt het geen twijfel of Cimarron is bijzon-
der wel gelegen voor den aanleg van wolspinnerijen, beet-
wortel- en andere fabrieken, en daar het op den weg ligt
van alle spoorbanen welke voortaan over de bezitting zullen
loopen, zullen de nabij gelegen steenkool-beddingen van het
grootste belang worden.
BESLUIT.
Spoorwegen. — Ik kan dit verslag niet eindigen zonder
een oogenblik stil te staan bij de toekomstige middelen
van gemeenschap met onze bezitting. Het is boven allen
twijfel verheven dat hare welvaart in het naauwste verband
staat met den aanleg van spoorwegen aldaar, en hoewel de
Maatschappij ook zonder deze volkomen in staat zal zijn zeer
voordeelige zaken te doen, zou toch ook maar een enkele
spoorweg, hetzij in de onmiddellijke nabijheid, hetzij door
eenig gedeelte harer gronden loopende, de waarde der
bezitting boven alle berekening verhoogen.
Eeeds zijn verscheidene plannen van spoorweg-gemeen-
schap ter tafel gebragt, sedert de Maatschappij bezit van de
gronden nam, en het eerste dier plannen dat met eenigen na-
druk ter hand werd genomen was een ontwerp eener baan
-ocr page 34-
32
tusschen Carson City, aan den Kansas Pacific-spoorweg tot
Fort Lyon aan de Arkansas-rivier en van daar over Cimar-
ron naar Zuid-Mexiko. De ontwerpers trachtten dit
plan door te zetten zonder behulp eener landschenking en
een overeenkomst te treffen, krachtens welke de Kansas-
Pacific-Spoorweg-Maatschappij de betaling van den interest
der aandeelen in den nieuwen weg zoude garanderen.
Dit ontwerp rust echter thans, daar zoodanige schikking
niet heeft getroffen kunnen worden.
Een andere lijn, welke, indien aangelegen, welligt zoo
voordeelig als mogelijk voor de bezitting zou zijn, is de
Southern Continental Pacific. Deze baan zou volgens het
plan op weinige mijlen afstand van de zuidelijke grens
der bezitting komen en een korte zijtak zou dan Cimarron
met die lijn kunnen verbinden. Reeds sedert eenigen tijd
zijn echter, zoo als bekend is, ook de werkzaamheden aan
deze lijn gestaakt; doch er zijn onderhandelingen aangeknoopt
om het beheer er van aan werkzame, kundige eigenaren
over te dragen, welke zeer zeker deze belangrijke zaak
zonder eenig verder uitstel zullen doorzetten.
Onder de wegen, echter, in dit westelijk land, die niet
alleen de beste resultaten beloven aan de geldgevers, maar
ook voor de Maxwell-Bezitting van het grootste belang zijn,
is er een, door vrienden der Maatschappij ontworpen, en
die zou loopen van Denver City langs den oostelijken rug
van het Rotsgebergte en van daar door de gansche uitge-
strektheid onzer bezitting tot het zuidelijk deel van Nieuw-
Mexiko. Reeds is bij het Congres een landschenking voor
deze nieuwe baan aangevraagd; het ontwerp is voor de
tweede maal gelezen, en men verwacht, dat het gedurende
de tegenwoordige zitting, welke in Maart ten einde loopt,
tot wet zal worden verheven. Wordt die landschenking
verkregen, dan zal deze lijn slechts bij de Maxwell bezitting
zelve achterstaan in de rij der groote ondernemingen in
-ocr page 35-
88
bet Westen, en genoegzaam even groote winsten beloven.
Tininers die baan zal landen doorsnijden, rijk in hulpbronnen
voor den landbouw en nu reeds sterk bevolkt; en daar
zij langs den voet der korte uitsprongen van het Eotsge-
bergte zal loopen, zal zij, even als de Denver Pacific-baan,
— doch in nog grooter mate, daar het omliggende land nog
kostbaarder is — een rijk mijn-distrikt ter dienste staan,
namelijk dat aan den ingang ligt der onderscheidene
valleijen, tusschen de bovengenoemde berg-uitsprongen en
zij zal van die streek een zeer druk en winstgevend ver-
voer van delfstoffelijke voortbrengselen kunnen verwachten.
Is deze weg eenmaal vollooid, dan vormt hij een verbin-
dende schakel tusschen de belangrijkste banen van het groote
Spoorwegnet, en is hij geroepen de goederen van Maxwell\'s
gronden en van de overige deelen van Nieuw-Mexiko , op
dezelfde rails en met ongebroken last,
hetzij oostelijk naar den
Atlantischen Oceaan of westwaarts naar de Stille Zuidzee en
naar al het tusschenliggende land over te brengen, hetzij
langs de Southern Continental- en andere zuidelijke spoor-
banen, nog in aanbouw zijnde, hetzij via Denver over de
Kansas- en Union Pacific-banen.
Met voldoening vermelden wij hier dat het aanleggen van
spoorwegen in deze streek met zoo veel nadruk ondersteund
wordt dat er schier geen twijfel bestaat of Nieuw-Mexiko zal,
eer twee jaar verloopen zijn, zich in het bezit van verschei-
dene honderden mijlen spoorwegen bevinden.
Immigratie. — Een ander zeer gewigtig element voor den
bloei der bezitting is de aanvoer van een aantal immigranten
uit de oostelijke Staten van Amerika en uit Europa. Daarop
en op het verkrijgen van intelligente, eerlijke geëmployeerden
en arbeiders houdt de Maatschappij voortdurend hare bijzondere
aandacht gevestigd. Reeds heeft zij een ervaren en kundigen
onderdirecteur, den heer J. T. Wightman, uit Europa over-
gezonden; deze zal met den thans beheerenden directeur, den
-ocr page 36-
34
heer R. A. Longwill, in het lokale beheer der bezitting
voorzien. De heer Wightman is uiterst bedreven in het
besturen van groote mijnbezittingen en ik twijfel niet of
zijne toetreding tot den staf der Maatschappij zal blijken
een hoogst voordeelige aanwinst te zijn geweest. Nog
werden verschillende andere personen overgezonden, om de
onderscheidene werkzaamheden der Maatschappij te leiden
en te besturen en vele werktuigkundigen en landbouwers
vertrekken wekelijks derwaarts.
Geen land ter wereld levert betere vooruitzigten np voor
immigranten van alle klassen, die in staat en willens zijn
een vlijtig leven te leiden, terwijl een klimaat bijna zonder
wedergade hun daar toelacht.
Ik zou hier nog veel kunnen bijvoegen betreffende de
vooruitzigten der bezitting, doch ik acht. het beter te wach-
ten tot de resultaten zelve getuigenis afleggen. Een bezit-
ting van zoodanige uitgestrektheid en met zulke rijke hulp-
bronnen vereischt tijd tot ontwikkeling van al hetgeen waartoe
zij vatbaar is; genoeg is mij en anderen, die haar onderzocht
hebben, echter reeds bekend om de overtuiging te koesteren
dat, bij een verstandig beheer, de bezitting eens de stoutste
verwachtingen kan verwezenlijken.
Ik noem mij, Mijne Heeren,
Uw Dienaar,
(GeteekendJ JOHN COLLINSON.
Londun, Januari 1871.
-ocr page 37-
■d
fl
03
e
11
IJ
tr;
^5
99
-3
-S ^ .^
a co
i s
a «
deel
atie
reut
leen
CS
*
^
oii
g
D O
E
0>
rel
■^
5
■s
O
CD
■**
CU
3
T3
Bh
lil
c
-3
* S1 •€
ê
a ts s
B- "0
Oh
CO
jiï
-S £ -e ? ;-
il
s
h
O
•Ö
fl
C3
hl
fl
h
o
■d
ö
o
■PH
CO
o
U
Ph
fl
-O
fl
03
>
03
^H
■h
2 JS
111
- —"
I
flS
S"
bD „
£
c
S a 1
hi es
l:r
bc ö 13           JS
•\'1
s
o
^
-=
-
E
e
bc
Ëig
c
c
o
C
J=
e -a
B.
« a
S5
3
=s                 
o
tap
-
Ë
II
11
II
5 - \'S 2
II
\'/;
4
"3 -S
s ts .a —,
| 1-
I :=»-§
D
-3
5
-
pa
|
co
- Q
g B
8 1?
II
r
o
5 i 2 &>£
s s
■«I;
c
c
.5P \'S
o
>
bD
.S
1111
1-1:1
o —
w a bc -e
-^ ©
bc
0
a -
^ 2
JS -fl .S co
2" 4J 5
" r
J-g a-
1*11
Ë
C
CU
-=;
3
E3
d
ïi
c
^
o
:=> S o a
I 1
aas, -a
o S
=
S
_CD
Q-
=
X
\'S
g
1
V
.
M
_Zi
u
5
>
5
"2
a
\'I
_r
o
TT
■*
3
a
pfa4
roe
I
-5
\'s;
a
5
1
o
£
£
£
0
eg "3
« _
8-»
§~ i
*-1
o
CU
\'Ö ^J
-
bD cc
> ^
CU O
a 2 ^ -
=1.
E
5" >- \'S
^i <-> C3 E
S -S -S =f a \'S °
sp a
-fl -e
E
CU c
fSJ Erf
J=
3-
O
.1° I
s- 0
3 S
" o
bD §
s a
o
a ■«
SPjj
-O co
E
m Q Ti
il*
=3 0 0
a JE -2
.SP ■
-ü cu
f *
.2 o
o ja
ï S B
bc c
B qj
\'bD "Ö
.SP o
— o
|j co «n
jd tS -"ö -al
a -e
:=? *
-
5
T3
a
f
:3=
co
03
3
ï
CU
-s
o
\'S
5
B
J-
SB
r
ja
eu
Tl
B
O
3 bc 2
a o jj
II
bc ^
O-
e -
£ «a
2-1 j
O \'S "fl
-3
E
:u
3 c-ja 33
B -fl
"■•ë a
a -sf 3 .2 öD =
1 >\'i il- "
S a s
^
o
KI
3
Cd
ïl
bc <u
a b «
o "J3
ID g §
m
O- 3
Bh 5
OJ
yj
c
cs -,
a -5
g           -S
M ^ Ë.D bD >
6,3.8 8f?
O S
i::
5 1
> 5 bc g
— —I
£ 3
O —
■*^ CU
Ja ? J«! <u
fl
bc
._ m
C t3
CU
<0 u
o
a o
I i.
[ü-i
a g e
§ .2 2 J
:=» ^. «
T3         S
ia
•a •=» p
o
ff
bD
I 1
I
-a .fl
.1
1 S
il
B
«S \'T
:=»
-e ,» a
Jti
jj fl
2 H3
jS
B-
c
o
•ï S I 4
!l|5
6-
o
i
O
o
B.
\'s s
53 « S fl
SS?
SE
03
&
>>
c
ded
A
J3
«
:nden
03
S.I
s
Ph
a
8
ü
3
O
£
«
ü
-9
■■—■
te
fe
■3
£
fl
3
•r
i « = i:
^;2
§
CU                ^3
II
=
rekt
oei
ele
bei
M
-*j
-o
*j
IBS
CU
*^
JS
c
09
>
13
bn
o
zou
-
cg
0
£
B
3
n
•n
|
>\'
bl;
loe
>
B
_Q
B
J3 T3 \'fl
=
fl 2
fl
ë\'
1
I
3 O
CO J2
03 ^
ïl
S *
B e
!i
bc
ja
bi.
J!3 =
s js
3 «g
E ,   bc
S ais
e   eu
-  ^
.5 ^   E
d ^    -*j
S 2   >g
a a  o ■
cC
s
a •=
co .2
S* *J8 sS
- a ja K .co
> "» e l—l
sa -fl
f/)
1
4d
1
s
zood;
ja
s
g
s
ja
V
E
M
-tu>
JU
f^H
2
CS
jS
2
ee
&.
>
-fl
J3
C0
E
^^
:a>         
Illl
o a
_B
bc
O CU
a ts
cc
CS
3 -
ee ^
II
"3 a
o
o
S js
-ocr page 38-
e
o
s S
cc !
C ï \'S
s & >
S S .3 M
ai » e
es bD \'S
5 s, 1
— s:
| &
il
_   a
—      re
d   -S
£  <
3
eg        eo
- 13
3 \'S
.J
s
.r s *
m
► s
■s
o
s
>
R
S
II
1
=8 es
CC
s *
CN O
CS»
c
<
>
LU
CO
co
o
co
3 £ JS j. S g 3
s
S
o
>
=
Oh
C
n 2 .13
CD -*
CC
e co s »
u
<u ■« =
c —
ca \'S
o
d a
bD es
:.
;—; <Q
3 O
Q -o .2 ~
*
3
=
\'A
CS
br
«li
.1* 3 S
1 M
f
e -s -S
>
cd
bD
g ec
O ,3
3
NI
I
re
j
3
£
O
a
tM%-°
a \'o, £ :=»
JS W> "fl rS
81
-i- °
\'S E
3 §
es55
ff ~
c <u
ö -ff
?n -■ O I \'S
13
ï- cd \'S
■8
m
-=
-—i
2
3
\'—
~
^2
r^=
-*J
0
:b"
E
3
=• * * 2
1
"5
es -ctj
\'S
i"5       3
-5 . ™   N
3 9   8)
O 5   ^
bD d
* eg
J! « \'S
?d|£
\'S Sf
13 \'-S
I-J
3
C
E
br.
ai4
i!1
Jf P*
73
5
o. C
:=» £ SS
h^ —
~
J2
O
I
O
13
br;
o
o
2 bD
CD        d
S ft5
« S SP I
<D es .3
5 5
\'S
00 —
ea -a
\'S S
il
p CS
S •<
00 3
V
•» es
bc \'*
3 n
3
O
3
CU
bf;
J3
\'S 5
«j g is \'s
d S
^s   a
re
•-*      ra
3     3
c*
eg             *-3
3 *. £ J =5
3
-
>
:=• ca \'S *.
4- \'S
ca
•Ö
•■H
Th
O
X
o
,£s
Ci
g
Cl
"
*
3
:=>
e:
3
o
bD
3
s if?
bo
S3
"5   .2 *
5    \'S -w
><!                     3
co     3 _2
«    <u \'S
S   gg \'§
I
cu       ca
3  £
CD
O        3
\'S       es
:=.
.g :§
ft 5 -S
S «        g
bc15 I J
"fl J2
P-i bc
12 J J
s
13 rfl
ca
-3
o
00
._ 3
co 0
CU
CU
5! 3 JS
lil
• 3
> S
-s ~ s
\'S    3
O
B  Ö
a   a
3
3
ja
O es
bD S bO
CS
bc
o
o
X
bp fc;
S ril
**
3
13!
-3 d
o
- \'S
M
\'D
13 o
O
3 S
liiJ.I
-O
3     
5 \'S _,
Slx
£    S.
ca          s
d
ea      *j
ca       o
a  —
CU
bO     3
Ü3     es
■8     w
•-*;
-305
g £ bo
S ÏP.S ,
\'■? s .a>
g. o "o.
_ > bc
S P
d
1 i-i s
D.
O
i:
-
■-
o
-3
— . "= -S \'S
bp S :=? ^
jr5
ca C 3
^2
ca
\'S
3
O
w
= bD
S o
1-
S -s
Il8
O
O
13
*> S
3    W
ca
p    5
         es
<a CD
e o
sL S
£ \'S
2 3
0S CD
bc -3
bD
br.
^a \'S
5 o :=, js
«t] S
^3
In
-3
5b
\'S
3
ja N a S.
\'S i3
E a
^3
13 ^H
■§:t
Ai
P 3
<
0
s
<
-= s
I-s
>* en
d
s
* % £
ibll
*
o
\'S
^H
=
C-H
t/j
o
r-!
13
_cu
3
Eff
M
^3
die
J s
1*1
£ S
£ o
boO
p -
s -3 s a
S. -^
u
o
Hf
II
o
bD
O
3
S «
53 a a>
Sb fW