-ocr page 1-

LEIDING

Vak 88

quot;ng van ik

^cloGec^lCaana.

toegewijd aan de devotie van

L\' Vrouw v\' d- HeMgen Rozenkrans.

Door een B. f\\. Pr

KKrtKEI.l.lK WKIWiKlua-K,,.

kdam.

teren A- i

.\'S.l,

11

-ocr page 2-
-ocr page 3-

HANDLEIDING 1/

ter viering van de

toegewijd aan de devotie van

0. L. Vrouw v. d. Heiligen Rozenkrans.

Dom- een R. K. Pr.

KERKELIJK GOEDGEKEURD.

SCHIEDAM,

VAN PINXTEREN amp; Co. 1884.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

——

Aan de

voot lt;xlie. ezuwiyhcid uiivezfi-ozzn

DOCHTER VAN GOD DEN VADER,

Aan de Onbevlekte Moeder van

GOD DEN ZOON,

^AN DE JAACHTIQE jSRUID

van GOD DEN H. GEEST.

eerbiedig opgedragen.

-—

-ocr page 6-
-ocr page 7-

Korte inleiding.

-03 lt;££gt;—co-

• Het gebed van den Rozenkrans is een feclioon en krachtig gebed. Schoon, om den mhond waardoor het geloof wordt beleden, het vertrouwen op God uitgesproken, de pescherming der Allerzaligste Maagd wordt ingeroepen. Wij herhalen dan het gebed, dat Jesus Zijnen Apostelen zelf geleerd heeft, de woorden des Engels, op bevel van den Allerhoogste, Maria toegesproken. Het is tevens een krachtig gebed. L?iat ik, ten bewijze, hier mededeelen, wat ik zelf in mijne H.\'Bediening heb ondervonden. Een jongeling had reeds vroeg kennis gemaakt met het kwaad; zich overgegeven aan aller-i gruwelijke zonden. Het geloof was bij m verloren gegaan; hij kon niet meer looven, aan bidden hechtte hij in \'t geheel :en waarde meer. Door zijn losbandig edrag had hij zijne krachten naar het

October. 1

-ocr page 8-

lichaam ondermijnd on zicli zeiven reeds vroeg aan den rand van het graf gebracht. Geen vermaning van priester kon baten. Hij was ongevoelig geworden voor elke opwekking ten goede. Bij hem gold Panlus woord: »De vleeschelijke mensch begrijpt de dingen Gods niet. Laat mij sterven met rust, na den dood heeft alles uit. Daar is geen God, geen hemel, ik vrees voor geen hel!quot;

Moet nu die jongeling zoo sterven, zonder zich verzoend te hebben met den Rechter, voor wiens rechterstoel hij binnen weinige dagen verschijnen zal? Neen! O. L. Vrouw van den H. Rozenkrans zal dat niet toelaten. Hij heeft nog eene brave moeder, die de hoop oj) zijne bekeering niet opgeeft. Zij zal met hare overige kinderen den hemel een heilig geweld aandoen, met hare overige kinderen voortdurend den Rozenkrans blijven bidden, totdat zij de geestelijke genezing van haar Zoon verkregen heeft. En haar vertrouwen is niet beschaamd geworden. Haar kind kreeg de gave des geloofs terug, kon weder bidden, verzoende zich oprGcht met God en stierf kalm en zacht, na versterkt te zijn met de H. H. Sacramenten.

O mijne geliefde lezers en lezeressen,

-ocr page 9-

mocht gij, als die moeder, iemand hebben wiens bekeering n na aan liet harte ligt, mocht gij iemand kennen in uwe familie, in uw huisgezin, in uwe nabuurschap, die den breeden weg des verderfs is ingeslagen en eene ergernis is geworden voor velen, wanhoopt aan zijne bekeering niet. Bid met vertrouwen den Rozenkrans, blijft volhouden en ook gij zult, naar ik hoop en voor u afsmeek van den goeden God, de rijkste vruchten van uw gebed inoogsten. Een enkel weesgegroetje voor

DEN SCHRIJVER.

-ocr page 10-

EEIISTE DAG.

Ie van de blijde geheimen.

De Boodschap das Encjds.

Overweeg mijne ziel den ongelukkigen toestand, waarin de wereld verkeerde na den zondenval.

God had Zijnen vloek uitgesproken over de aarde en deze zou den mensch distelen en doornen voortbrengen. De mensch zelf had de vriendschap van zijn Schepper vei-loi\'en en inoclit hij vóór de zonde in vriend-sohappelijk verkeer omgaan met (toiI. na den val was hij een kind van gramschap geworden en had hij het recht verloren op het bezit van het Paradijs. De zonde had \'s menschen zielskracht verbroken, zijn geest verduisterd, zijn wil tot het goede verzwakt. Zóó hadden dwalingen van allerlei aard zich aan zijn verstand opgedrongen, en — afschuwelijk schouwspel! — de mensch vergat zichzelven zoozeer, dat hij aanbiddend neerknielde voor afgoden van hout en steen, ja zelfs voor walgelijke dieren. Tot het kwade geneigd en meer en meer toegevend aan zijne booze hartstochten, was de mensch schuldig

-ocr page 11-

— 9 —

geworden aan do vreoselijkste gruwelen, aan moord en doodslag, aan diefstal en haat, ook aan de laagste en dierlijkste zonden. Overweeg nu mijne ziel, wat zoete troost wat hemelscho verkwikking, te midden van die ellenden der wereld, werd aangekondigd door de blijde Boodschap des Engels aan Maria. God had medelijden met den gevallen mensch en hem een toekomstigen Verlosser beloofd, die den uitgesproken vloek zou komen wegnemen en den scheidsmuur afbreken, die de zonde tusschen God en de menschen bad opgericht. Nu is de tijd. door God in Zijne Eeuwige raadsbesluiten v:;si-gesteld, aangebroken. \'Een hemelbode wordt afgezonden tot de nederige Maagd van Ka-zareth om haar do blijde boodschap te brengen, dal de verlosing der wereld nabij is en dat zij door den Allerhoogste is uitverkoren om Moeder van den beloofden Mnssias te zijn. In \'t gebed verzonken, hoort zij de stem des engels, die haar toespreekt: wees gegroet, gij vol van genade, de Heer is met (J. O verheug u mijne ziel, over de goedheid des Heeren, die medelijden heeft gehad met de zondige wereld en door de boodschap aan de E. Maria ook u vrede en vergiffenis verkondigd hoeft.

-ocr page 12-

— 10 —

TWEEDE DAG.

Ie van de blijde geheimen.

Toestemminr/ der H. Maria.

Overweeg mijne ziel, dat de Engel des Heeren tot de H. Maria te Nazareth kwam, om haar namens den Allerhoogste hare uitverkiezing tot Moeder Gods bekend te maken. Maria is in het gebed verzonken, hare geest is bezig met de overweging van de beloften door God aan de Oudvaders gedaan, met de overweging van de voorspellingen door de Prophoten aangaande den Messias voorzegd. In hare nederigheid denkt zij er niet aan, dat haar de groote eere kan te beurt vallen, waarnaar iedere Joodsehe vrouw heeft uitgezien. Zij verzucht naar den Eecht-vaardige, zij bidt om de komst van den Langverwachte aller volkoren, zij offert haren arbeid, hare smeekingen aan den Hemelschen Vader op, ten einde er spoedig redding dage vooj- het ongelukkige mensehelijk geslacht, maar in haren eenvoud en ootmoed begeert zij dat verheven geluk, de moeder des Messias te mogen wezen, voor haar zelve niet. Daar verschijnt de Engel en begroet haar

-ocr page 13-

met diop ontzag, met diepen eerbied. Hoe! is zij dan niet een schepsel, — en een afgezant van hot hemelsch hof buigt voor haar! Spreekt hij haar niet toe als zijne meesteres, prijst hij haar niet omdat zij vol is van genade, omdat de Heer met haar is? Wat moet dit beteekenen, vraagt de nederige maagd zich af. Vanwaar dat huldebetoon, waarom die plechtige groetenis? Doch do Engel stelt haar gerust; zij moet niet vreezen, maar God danken, want zij heeft genade gevonden in het oog van den Koning der Koningen, zij is uitverkoren tot moeder Gods, zij zal een Zoon bezitten, die de Zoon dos Aller-hoogsten genoemd zal worden, zij zal de vrouw zijn, door wie alle geslachten der aarde zullen gezegend worden in haar kind, in Jesus Christus. O, verheug u mijne ziel, dat uwe goede moeder hare toestemming geeft. Neen, niet aan haar zelve schrijft zij de haar geschonken genade toe, maar aan de liefde en de barmhartigheid des Heeren. Zij is en noemt zich slechts de dienstmaagd des Heeren. Mij geschiede naar uw woord.

-ocr page 14-

DERDE DAG.

2e van de blijde geheimen.

Bezoek van Maria aan hare nicht Elisabeth.

Overweeg mijne ziel, dat do B. Maria door God zelf\' is uitverkoren, 0111 do moeder van den Messias to wezen. Een hemelbode heeft haar met den wil des Allerhoogsteit bekend gemaakt en zij heeft zich vol gehoorzaamheid onderworpen. Zie de dienstmaagd des Heoron, mij geschiede naar uw woord. 0 wat groote genade is daardoor niet aan Maria geschonken, een buitengewone, een cenige genade, gelijk er nooit eene aan een ander mensch geschonken werd, noch immer geschonken zal worden. Zij is dus de moeder van God. De Eeuwige Zoon des Vaders heeft haar tot zijne Moeder verkoren. Zij zal het lichaam geven aan den Yerlosser der wereld; op de meest innige wijze met haren Schepper ze]ven verbonden zijn. Wat verheven gunst is haar verleend boven alle schepselen, tot wat verheven waardigheid is zij geroepen! Overweeg nu mijne ziel, den ootmoed van de allerzaligste maagd! Is zij niet meer dan

-ocr page 15-

welk schepsel ook, overtreft zij zelfs niet de vrouw uit liet Paradijs, moet zij niet met meer recht de moeder der levenden genoemd worden, omdat zij de moeder is van het Goddelijk Woord, dat de menschen uit de dood der zonde tot het leven der genade komt overbrengen! Ja, een aartsengel heeft zelf zich voor haar gebogen en hare grootheid en waardigheid erkend, haar geprezen en verheerlijkt, omdat zij overvloeide van \'s Hemels gunsten en genaden. En toch, zij verhoovaardigt zich niet op hare uitverkiezing, zij verbergt zelfs Gods gunst, voor het oog van den kuischen Joseph en gaat naar hare nicht Elisabeth om deze te bezoeken en hare hulp aan te bieden. O mijne ziel, wat ootmoed schittert hier in de H. Maria uit. Wat nederigheid, om te zwijgen over de van God ontvangen genaden, om zelfs zich voor anderen, die geringer zijn, te gaan vernederen door hen te bezoeken, door hun hulp en dienst te gaan verleenen. O H. Maria, leer mij immer nederig van harte zijn.

2

October.

-ocr page 16-

— 14 —

VIERDE DAG.

2e vnn de blijde geheimen.

Bezoek by Elisabeth. Maria\'s hulpvaardigheid.

Overweeg mijne ziel, den diepen ootmoed van de allerzaligste maagd, die zich niet verhoovaardigt over de haar door God verleende gunst, maar ondanks hare hooge uitverkiezing, zich op weg begeeft om hare nicht Elizabeth te bezoeken en te dienen. De H. Maria moet een lange en moeielijke reis maken voor dat zij haar doel bereikt heeft, doch zij laat zich daardoor niet afschrikken. Zij weet, dat hare hoogbejaarde bloedverwante hulp noodig heeft en zij rekent er niet op, dat wel anderen die hulp zullen kunnen verleenen. Neen, zij wil zelve gaan, zelve helpen, zelve hare nicht, ook met de geringste diensten terzijde staan. Overweeg mijne ziel, dat Maria daarom haastig voort-schrijdt. Zij heeft de weg over het gebergte gekozen, omdat deze eenzamer en meer verlaten is; zij zal zich dus gedurende haren tocht beter met haren Schepper kumien bezighouden, niet zooveel te vreezen hebben van verstrooidheid, dan wanneer zr het

-ocr page 17-

— 15 —

gebaande pad volgen zou en zij kan tevens met des te meer spoed hare reis voortzetten, want zij draagt hare nicht eene eerbiedige liefde toe en de liefde drijft haar aan tot hulpvaardigheid. Zoo laat zij geen oogen-blik verloren gaan, zoo gaat zij haastig, al biddende voort, geen moeielijkheid tellende tot elke opoffering ter eere van God bereid. En als zij het huis van Elisabeth is genaderd, dan verneemt zij wel uit den mond harer nicht, dat zij, Maria, gezegend is boven alle vrouwen, omdat zij de moeder des Messias mocht zijn, maar zij is niet gekomen om geëerd te worden, maar om te dienen en gedurende drie maanden heeft zij de geringste diensten in het huis van hare nicht, aan Elisabeth betoond. O mijne ziel, wat schoon voorbeeld van ware naastenliefde geeft de H. Maria u niet ter navolging. Zij, zoo verheven, helpt hare nicht, die niet zoo groote genade had ontvangen. O help immer uwe evenmenschen, sta ook den geringste bij in zijn nood en schaam u nooit om als uwe H. Moeder Maria te doen.

-ocr page 18-

— 16 —

VIJFDE DAG.

Se van de blijde geheimen.

De geboorte van Christus.

Overweeg mijne ziel de geboorte van Jesus Christus in den stal van Bethlehem. De mensch had behoefte aan verlossing, maar kon zich zeiven niet redden. Gods Zoon verwaardigde zich om als Verlosser op te treden en nam uit liefde voor de schepselen de menschelijke natuur aan. Hij wilde geboren worden uit een arme en vergeten maagd, geboren worden in een verlaten stal, neergelegd worden op een weinig hooi en stroo, rusten, omwonden met eenige weinige windselen, in een kribbe tusschen de dieren, den os en den ezel. Men had geen plaats voor hem in de herberg, hij was verstoeten geworden door zijn eigen volk. Hij kwam tot de zijnen maaide zijnen hebben hem niet aangenomen! Overweeg mijne ziel de afdaling, de vernedering van den Zoon Gods. Hij is God gelijk de Vader, Hij bezit het Goddelijk wezen, de Goddelijke natuur, Hij is almachtig en door Zijn woord is de wereld ge-

-ocr page 19-

schapen en zonder Hem is niets geschapen van al hetgeen gemaakt is. Hij is eeuwig, zonder begin, zonder einde. Vóór dat de aarde werd gegrondvest, voor dat de zon, maan en sterren uit het niet geroepen waren, is Hij, de Oneindige Schoonheid, de weerglans van de majesteit des Vaders en alle aardsche schoonheid ontleent hare schittering en tooi aan de zijne. Hij is de eeuwige wijsheid, alle schatten van Gods verborgen kennis zijn in Hem, Hij bestuurt hemel en aarde volgens Zijne eeuwige raadsbesluiten. En die zelfde God, van wien wij allen afhankelijk zijn en die ons eenmaal zal rechten en vergelden, is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond! Te midden van ons, die Hem hebben versmaad en tegen Zijnen Goddelijken wil zijn opgestaan, te midden van ons, die de liefde van ons hart Hem hebben geweigerd en ze weg hebben gegeven aan allerlei nietswaardigheden aan vergankelijk goed, aan booze en sterfelijke schepselen. O mijn lieve Jesus, ik aanbid U in uwe kribbe. Gij zijt voor mij klein geworden, een hulpbehoevend kind, in armoede zijt Gij uw menschelijk leven begonnen. Geef mij uwe genade opdat ik mij vemedere voor Uw almacht.

-ocr page 20-

— 18 —

ZESDE DAG.

3e van de blijde geheimen.

Christus geboorte.

Overweeg mijne ziel de diepe verlaging, waartoe de Gocimensch in Zijne geboorte wilde afdalen uit liefde tot u, maar overweeg tevens de liooge verheffing, waartoe Hij u door zijne vernedering liceft opgevoerd, üe mensclielijke natuur was gevloekt, de krachten van den mensch waren vennin-;derd, zijiT\'verduisterd, zijne neiging tot het goede verzwakt. Maar nu Jesus den vloek heeft willen wegnemen en door zijne verlossing genezing willen aanbrengen voor de kwalen der menschen, nu mogen wij juichen in de goedheid en ontferming van onzen Heer, nu mogen wij ons verheugen over de redding ons aangebracht. Door Jesus\' aanneming van de mensclielijke natuur, is deze geheiligd geworden en ons allen, die hem hebben aangenomen, heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, wij, die ge-looven in Zijnen naam. 0 mijne ziel, overweeg die verhevene waardigheid, waartoe gij door Gods barmhartigheid geroepen zijt.

-ocr page 21-

— 19 —

Gij zijt eon kind Grods gewordon en gij hebt dat te danken aan uwen Jesus^ die God zijnde, zoon dos mensehen heeft willen worden, gij zijt broeder on zuster geworden van Jesus Christus, den Eoniggcboren Zoon des Vaders en gij hebt dat te danken aan Uwen Verlosser, die in armoede en naaktheid geboren hoeft willen worden in eene arme grot. Gij zijt erfgenaam geworden des hemels, medeerfgenaam met Jesus Christus en gij hebt dat te danken aan uwen dierbaren Zaligmaker, die zichzelven hooft ontledigd en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. Hij heeft voor n willen arbeiden, Zijn loven voor u te pand gegeven. Hij heeft op aarde willen rondwandelen, lijden en sterven, opdat Hij uwe kostbare ziel behouden mocht voor de eeuwigheid. Overweeg dan, dat Gods Zoon door Zijne vernedering uwe verheffing heeft bewerkt en verneder U van uwen kant voor het Goddelijk Kindje van Bethlehem. O, werp u in den geest voor uwen Jesus in de grot ter aarde en voeg uwe dankzegging en smeekbede bij die van de herders en de Koningen, offer uw hart aan Hem op, als het kostbaarste wat gij bezit en Hem geven

-ocr page 22-

— 20 —

kimt, die u vraagt en bidt: mijn kind, geel mij uw hart.

ZEVENDE DAG.

4e van de blijde geheimen.

Opdracht in den tempel.

Overweeg mijne ziel de opdracht van Jesus in den tempel te Jeruzalem. Volgens de Joodsche wet ging Maria haar Goddelijk kind aan den Allerhoogste opdragen. Zij offerde toen haren Zoon vrijwillig op en deed van hem afstand tot redding en heil der wereld. O wat nederigheid, wat onderwerping, wat offervaardige liefde geeft gij ons, Maria, te aanschouwen en te bewonderen. Gij, zoo hoog verheven door de waardigheid van het Goddelijk moederschap, offert het offer der armen en gij schaamt u uwer armoede niet, gij gezegend en geprezen boven alle vrouwen, omdat u de eere te beurt viel, waarnaar alle vrouwen in het Oude Yerbond reikhalzend hadden uitgezien, gij onderwerpt u vrijwillig aan den wil des

-ocr page 23-

Allerhoogsten, die van. n het offer van den waren Izaak vraagt. En gij geeft uwen zoon zonder eenig voorbehoud, gij zijt de dienstmaagd des Heeren en wilt dat zijn niet slechts als Gods genade u wordt aangebo-den, maar ook dan, als Hij het grootste offer van uwe liefde vraagt. O mijne lieve Moeder^ wat dank zijn wij u niet verschuldigd voor dat heerlijke voorbeeld van deugd, dat gij ons geeft. Ja wij verheugen ons over de barmhartigheid Gods, die medelijden had met Zijne ongelukkige schepselen en Zijn eigen Zoon voor onze zaligheid heeft in de wereld gezonden! quot;Wij verheugen ons, dat Jesus Christus voor ons het offer heeft willen zijn, om den rechtvaardig ontstoken toorn des Vaders te bedaren en Zijne rechtmatige gramschap.te verzoenen. Wij verheugen ons, dat Jesus Christus zich zelven voor ons heeft laten opdragen door uwe gezegende handen en de zegeningen des hemels heeft afgebeden over het rampzalig menschelijk geslacht. Maar wij verheugen ons ook, o heilige Moeder des Heeren, over uwe liefde en teedere genegenheid jegens ons. O, gij hebt uw offer vereenigd met het offer van uwen Goddelijken Zoon. Gij hebt

October. 3

-ocr page 24-

evenals Hij, u zeiven aangeboden als zoenoffer voor de zaligheid der menschen en met ziel en lichaam n gesteld in handen des Allerhoogsten, opdat Hij over n zou beschikken gelijk het Hem behaagde. OlieveJesus, geef mij de genade om in alles Gods wil te volbrengen. H. Maria, sterk mij door uw voorbeeld.

ACHTSTE DAG.

4e van de blijde geheimen.

Opdracht in den tempel.

Overweeg mijne ziel de blijdschap van den heiligen grijsaard Simeon en de profe-tesse Anna, toen zij getuigen waren van Jesus opdracht in den tempel te Jeruzalem. Anna was een hoogbejaarde vrouw, die God in haren weduwlijken staat getrouw gediend had. Zij had veel gebeden en geleden en altijd verlangend uitgezien naar de komst des Messias. quot;Wat vreugde voor hare reine ziel de Moeder des Verlossers te mogen aanschouwen en het Goddelijk kindje, dat

-ocr page 25-

zich opofferde voor de zaligheid dor wereld. Ja, wij mogen de profetesse Anna gelukkig prijzen, om het haar verleende heil; wij mogen haar gelukkig prijzen, omdat zij den wensch haars harten bevredigd zag en voor haar sterven haar de zekerheid werd geschonken, dat de redding van Israël nabij was. Wie zal zeggen met wat teedere blikken zij het Goddelijk kindje heeft aanschowd, met wat hartelijke woorden zij de gelukkige moeder heeft toegesproken, hoe zij gevleid heeft om de hooge eer, van den kleinen Jesus één enkel oogenblikje maar te mogen sluiten in hare armen, te mogen drukken aan haar hart. En de heilige grijsaard Simeon, hij insgelijks had reikhalzend verlangd naar het oogenblik, waarop de Langbeloofde op aarde verschijnen zou. Zijne gebeden en verzuchtingen stegen eiken dag, van den vroegen ochtend tot den laten nacht op tot den troon des Allerhoogsten en hij verlangde slechts ééne gunst, hij kende slechts één wensch, den Messias te aanschouwen voor dat hij sterven moest. Wat blijdschap dus voor zijn teederminnend hart, Jesus te mogen zien in den tempel, zijn oog te mogen laten rusten op dat Groddelijk kind, woorden van

-ocr page 26-

— 24 —

liefde en dankbaarheid te mogen uitspreken voor liet hemelsch geluk, dat zijne ziel smaken moclit. Ja wat blijdschap, dat hij Jesus mocht omhelzen, in zijne armen nemen en zijn Goddelijken Yerlosser laten rusten aan zijn gevoelig beminnend hart. O Jesus, hij heeft U gevonden omdat hij U heeft gezocht, hij heeft Uwe liefde trachten te begrijpen en Gij hebt ze hem doen verstaan. Geef mij de genade, dat ik dikwijls ja onophoudelijk naar U verlange en U voor eeuwig vinden mag.

NEGENDE DAG.

5e van de blijde geheimen.

De vinding van liet verloren kind Jesus.

Overweeg mijne ziel, de blijdschap., die Maria\'s hart gevoelde, toen zij haar verloren Zoon in den tempel terugvond. Hoe meer wij aan iets gehecht zijn, des te gevoeliger smart het ons, als wij het verliezen moeten of verloren hebben en naar mate de smart over het geleden verlies grooter en

-ocr page 27-

welgomeeiider is, naar die mate zal ook de inspaiming grooter zijn, met welke wij het verlorene zoeken terug te erlangen. Maria, mijne lieve moeder, wat is uwe droefheid groot geweest, toen gij bemerktet, dat Jesus zich niet bij uwen kuischen bruidegom, den H. Joseph, noch bij een der andere reisgenooten bevond. Gij bemindet uwen Jesus, zooals nooit iemand hem beminnen kan, met de reinste, innigste liefde^ met eene liefde grooter en sterker dan de liefde van welke moeder ook! Gij bemindet Hem als uw eigen kind, dat door u was opgevoed, dat zich verwaardigd had door uwe hand zich te laten dragen, door uwe zorg te laten opvoeden. Gij bemindet Hem tevens als uwen Schepper, als uwen God! Door Zijne gunst was uwe ziel oververvuld met Gods genade, door Zijne liefde jegens u had Hij u verheven boven alle vrouwen, door Zijne sterkte hadt gij den kop verplet van het helsche serpent en waart gij vrij gebleven van de geringste smet der zonde. O, wie zal begrijpen met wat krachtige liefde gij uwen Zoon en uwen God moet bemind hebben, wie uitdrukken hoe de gloed der liefde welke in u brandde, altijd

-ocr page 28-

heviger en heviger werd, wie zal ook maar een weinigje beseffen van nwe liefde voor Jesus, die de liefde van Cherubijnen en Serafijnen verre beneden zich liet. O, wat onuitsprekelijke droefheid voor uw teeder-minnend hart, als gij het bijzijn van uw Goddelijk kind gedurende drie lange dagen en nachten moet derven, wat doodelijke angst al dien tijd, wat inspanning om Hem te zoeken langs velden en wegen, om naar Hem te vragen aan iedereen. Maar H. Moeder van Jesus, ik deel in de blijdschap die gij smaaktet, als gij uwen Zoon mocht wedervinden in den tempel en ik vraag u, om uwe vreugde, toen ondervonden, leer mij Jesus beminnen, leer mij Hem zoeken en vinden

TIENDE DAG.

Be van de blijde geheimen.

De vinding van het verloren kind Jesus.

Overweeg mijne ziel, de groote vreugde van de H. Maagd Maria, die zij smaakte door het wedervinden van haren verloren

-ocr page 29-

Zoon. Zoodra zij vernomen had, dat Jesus niet bij Zijn voedstervader, den H. Joseph was of zich bevond bij een ander der medereizigers, ging zij met haren kuischen bruidegom op den terugtocht om overal te zoeken naar het Goddelijk kind. Overweeg mijne ziel hare smart, overweeg haren ijver maar overweeg vooral hare onderwerping en haar gebed. Zij beminde Jesus als haar kind, maar ook als haar God en hare liefde was grooter dan die der hemelsche geesten, overtrof die der Cherubijnen en Serafijnen. Hare smart was dus onbegrijpelijk groot, maar zij bleef niet stilzitten, zij legde de handen niet in den schoot; neen, haar ijver liet haar geen rust, aanstonds keert zij op hare schreden terug, overal vraagt zij, overal zoekt zij, langs alle paden dringt haar moederlijk oog door, niemand wordt voorbijgegaan of zij klaagt haar verlies en smeekt om hulp, opdat haar ijver niet vergeefsch zij. Toch wilde zij niet morren noch klagen tegen den aanbiddelijken wil van God. Hij heeft gegeven. Hij heeft genomen. Zijn naam zij geprezen in eeuwigheid! Hij slaat, en zij, de dienstmaagd, buigt nederig en vol onderwerping het hoofd, maar zij bidt uit

-ocr page 30-

het diepste barer ziel, dat zoo het God behaagt, haar genezing en vertroosting geworden moge. Zoo, mijne ziel, handelde uwe H. Moeder Maria. Zij vreest, dat zij in iets haar Goddelijk kind mocht bedroefd hebben en dat Hij daarom van hare zijde is heengegaan, maar zij wil Hem zoeken, Hem vergiffenis vragen. Hem met nog meer liefde verzorgen, zoo Hij tot haar terugkeert. En Jesus beloonde de trouw zijner H. Moeder; Hij lie( zich vinden en gaf zich weer aan hare zorgen over. O mijne ziel, gevoelt gij droefheid in uwe ziel als Jesus zich van u verwijderd houdt, zoekt gij Hem dan met inspanning, met nauwgezetheid of blijft gij onverschillig over zijne afwezigheid? Klaagt gij uw nood en zoekt gij Hem op allerlei wijze, vernedert gij u oprecht voor Hem^ omdat gij misschien zelf de oorzaak zijt, dat Hij van u is heengegaan? O, zoek Jesus, bid om Zijne komst, om Zijne genade, opdat Hij uw hart verheugen moge.

-ocr page 31-

— 29 —

ELFDE DAG.

Ie van de droeve geheimen.

De benauwdheid van Christus in den hof.

Overweeg mijne ziel, de benauwdheid, die uw Goddelijken Zaligmaker in den hof van olijven heeft ondervonden. Nadat Hij het avondmaal met Zijne apostelen had gegeten en het grootste bewijs zijner liefde gegeven had, door de instelling van het Allerheiligste Sacrament des Altaars, ging Hij naar den buiten Jerusalem gelegen hof Greth-seniané, om daar te bidden. En wat bad Jesus daar? O, Hij klaagt den Vader de bittere smarten die Hij lijdt naar ziel en lichaam. Hij ligt daar op den grond als een verworpene, als een gevloekte, alle zonden van gansch de wereld drukken Hem ter aarde, liggen als een zware last op Hem. Jesus heeft Zich aangeboden om onze schuld te delgen, Hij heeft Zich in onze plaats gesteld. Yreeselijk lijden wat de Zoon Gods in dien hof gedurende dien nacht ondergaat. Zijne leerlingen kunnen Hem niet troosten; door slaap overweldigd, laten zij hun Goddelijken Meester met Zijne droefheid alleen.

October. 4

-ocr page 32-

— 30 —

Verlaten van Zijne vrienden, beladen met den vloek des Eeuwigen Vaders, liet zoenoffer voor de gruwelen der mensclien, is Zijne ziel aan den lievigsten angst ten prooi. Hij kent Gods majesteit en Diens rechtmatige verbolgenheid. Hij kent de afschuwelijkheid der zonde en de vreeselijke staffen, welke zij verdient. Hij kent de ondankbaarheid van de mensclien, voor wie Hij Zijn lijden opdraagt, Hij ziet de onverschilligheid Zijner leerlingen, ook van hen die Hij het meest beminde, van Petrus, Jacobus en Joannes, Hij aanschouwt en gevoelt reeds, wat Hem in den volgenden nacht en dag te wachten staat — wat wonder dan mijne ziel dat Jesus uitroept; Mijne ziel is bedroefd tot den dood. Zie, het zweet parelt hem langs het voorhoofd en het Goddelijk lichaam, ja mijn God! zoo hevig is Jesus\' angst, dat zelfs het bloed Hem uit Zijn geheiligd lichaam geperst wordt. O mijne ziel, overweeg dan Jesus benauwdheid in dien akéligen nacht. Ach troost Hem door uw medelijden, vraag Hem om vergiffenis, dat gij zoo weinig aan Zijne liefde voor u gedacht hebt, maar offer uwe smarten in vereeniging met de Zijnen, aan den Hemelschen Vader op. Gij zijt

-ocr page 33-

— 31 —

schuldig, gij hebt uw lijden om uwe zonden verdiend, bid om geduld en onderwerping bij de beproeving waaronder gij gebukt gaat en zeg het Jesus na: „Vader indien het mogelijk is, laat dezen kelk van mij voorbij gaan, doch niet Mijne maar Uwe wil geschiede.

TWAALFDE DAG.

Ie van de droeve geheimen.

Benauwdheid van Christus in den hof.

Overweeg mijne ziel, de benauwdheid door Jesus in den hof van olijven ondervonden. Zijne ziel was bedroefd tot den dood, de angst perst hem het zweet niet alleen, maar zelfs het bloed uit zijn gezegend lichaam. Hij leed daar vrijwillig uit liefde tot u, hij boette daar de ongerechtigheden der menschen. Maar hij voorzag ook, wat hem van een zijner leerlingen te wachten stond. Hij had alles gedaan om Judas van

-ocr page 34-

Verlaten van Zijne vrienden, beladen met den vloek des Eeuwigen Vaders, het zoenoffer voor de gruwelen der mensclien, is Zijne ziel aan den hevigsten angst ten prooi. Hij kent Gods majesteit en Diens rechtmatige verbolgenheid. Hij kent de afsclmwelijkheid der zonde en de vreeselijke staffen, welke zij verdient. Hij kent de ondankbaarheid van de mensclien, voor wie Hij Zijn lijden opdraagt, Hij ziet de onverschilligheid Zijner leerlingen, ook van hen die Hij het meest beminde, van Petnis, Jacobus en Joannes, Hij aanschouwt en gevoelt reeds, wat Hem in den volgenden nacht en dag te wachten staat — wat wonder dan mijne ziel dat Jesus uitroept: Mijne ziel is bedroefd tot den dood. Zie, het zweet parelt hem langs het voorhoofd en het Goddelijk lichaam, ja mijn God! zoo hevig is Jesus\' angst, dat zelfs het bloed lleiri uit Zijn geheiligd lichaam geperst wordt. O mijne ziel, overweeg dan Jesus benauwdheid in dien akeligen nacht. Ach troost Hem door uw medelijden, vraag Hem om vergiffenis, dat gij zoo weinig aan Zijne liefde voor u gedacht hebt, maar offer uwe smarten in vereeniging met de Zijnen, aan den Hemelschen Vader op. Gij zijt

-ocr page 35-

schuldig, gij hebt uw lijden om uwe zonden verdiend, bid om geduld en onderwerping bij de beproeving waaronder gij gebukt gaat en zeg het Jesus na; „Vader indien het mogelijk is, laat dezen kelk van mij voorbij gaan, doch niet Mijne maar Uwe wil geschiede.

TWAALFDE DAG.

Ie van de droeve geheimen.

Benauwdheid van Christus in den hof.

Overweeg mijne ziel, de benauwdheid door Jesus in den hof van olijven ondervonden. Zijne ziel was bedroefd tot den dood, de angst perst hem het zweet niet alleen, maar zelfs het bloed uit zijn gezegend lichaam. Hij leed daar vrijwillig uit liefde tot u, hij boette daar de ongerechtigheden der menschen. Maar hij voorzag ook, wat hem van een zijner leerlingen te wachten stond. Hij had alles gedaan om Judas van

-ocr page 36-

zijn boos voornemen terug te houden; Hij liad gebeden, vermaand, berispt, doch alles tevergeefs. O, Hij voelde reeds den brandenden kus des verraads op Zijne Goddelijke wangen, Hij zag reeds de wanhoop, waaraan zich de rampzalige Judas zon overgeven. Hij zag reeds, dat Zijn Goddelijk lijden vruchteloos zou zijn voor dien ongelukkigen leerling. Schaamte en diepe smart maken zich van Hem meester. Zelfs een, die met Hem heeft gegeten en gedronken, de oprechtste bewijzen Zijner vriendschap zoo dikwerf heeft ontvangen, zal de hand tegen Hem opheffen en Hem smadelijk bejegenen. O mijne ziel, wat grievend leed voor uwen Jesus. Hij lijdt met liefde, hoe zwaar de hand van den Vader ook drukke op Zijnen Zoon, Hij offert zich volgaarne op ter redding van de wereld — maar dat Judas Hem ven-aden zal, Hem aan Zijne vijanden zal overleveren met het teeken der liefde, met een kus, dat is de vreeselijkste pijn, die Hij verdragen moet, de vernederendste schande, die Hij ondergaat. O mijne ziel, hebt gij bij het verraad van Judas, wel eens aan u zeiven gedacht, u afgevraagd of gij ook niet tijdens uw leven uw Verlosser verraden en in de handen zij-

-ocr page 37-

-SS-

ner vijanden hebt overgeleverd. Is Jesns ook niet over u bedroefd geweest tot den dood, overdekt met schaamte om uw verraad, dat Hij in den geest voorzag? Hebt gij ook Hem niet verloochend, als de bedorven hartstocht voldoening vroeg, als de vijanden van Christus\' kruis u bespotten en smadelijk behandelden? Hebt gij ook niet Jesus verraden en der zonde ingewilligd, u aangesloten bij verkeerde gezelschappen, bij bedorven lieden^ liever dan Jesus getrouw te blijven en voor Hem u zei ven te overwinnen en Hem zelfs nimmer te verlaten?

DERTIENDE DAG.

2e van de droeve geheimen.

De geeseling van Jesus.

Overweeg mijne ziel de hevige smarten welke Christus geleden heeft naar het lichaam toen wreedaardige beiden Zijn teedervleesch door de geeseling hebben verscheurd. De Yerlosser werd door zijn eigen volk aan de heidenen overgeleverd. Hij was op de eer-

-ocr page 38-

— 34 —

ste plaats voor hen gekomen op aarde, maar zij hebben den Rechtvaardige verstoeten en in de handen der boezen gesteld. Valsche-lijk beschuldigd, moest Pilatus erkennen, dat hij in Christus geen schuld vond. Toch bleef men zijn bloed, zijnen dood eischen. En om zich te redden uit zijne verlegenheid, beveelt Pilatus, dat men Jesus, den onschuldige, geeselen zal. Overweeg mijne ziel, Jesus lijdende bij die strafoefening. Men scheurt Hem met ruwe wreedheid de kleederen van het lijf, men schopt en stoot Hem voort naar den geeselkolom en bindt Hem met het hoofd voorovergebogen daaraan vast, zoodat Zijn rug gekromd is om de barbaar-sche geeselslagen te ontvangen. Al lachend om Zijne zachtmoedigheid, al spottend om Zijne onderworpenheid, grijpt men naar de koorden, aan welker einden looden ballen of scherppuntige voorwerpen bevestigd zijn. Groote God, zult gij het dulden, dat die ruwe heidenen het Groddelijk lichaam aangrijpen van Uwen Eeniggeboren Zoon, zult gij het toelaten, dat zij Zijn teeder vleesch mishandelen door het slaan met geeselkoorden! Zult gij ze niet verdelgen, die boosdoeners, vóór dat zij het Goddelijk vleesch openrijten

-ocr page 39-

— 35 —

en kleuren door het uitstroomende bloed. Ach mijne ziel, aanschouw uwen Jesus! Men heeft zonder eenig medelijden, maar met woeste drift, aangevuurd door de moorddadige kreten van het opgehitste volk, de geeselkoorden gezwaaid, langs geheel Zijn rug uwen Goddehjken Verlosser met wonden doorploegd. Hij ligt daar in bezwijming aan den voet der kolom machteloos, uitgeput, badend in zijn Goddelijk bloed. O, aanbid uwen voor u gewonden Jesus. Vraag Hem vergeving dat gij zelf zoo dikwerf door uwe zonden als door geeselkoorden Hem hebt gegeeseld en waag, dat gij door zijne striemen ook uwe zonden genezen moogt.

VEERTIENDE DAG.

2e van de droeve geheimen.

De geeseling van Christus.

Overweeg mijne ziel, de hevige smart, die Jesus leed in Zijne ziel, toen Hij door de ruwe beulen gegeeseld werd. Zijne

-ocr page 40-

— 36 —

lichaamspijnen -waren groot, Zijn rug -was doorploegd, Hij was onkenbaar geworden, de gevloekte, de verworpeling des volks. Maar veel heviger was de zielesmart, die Hij op dat oogenblik ondervond. Hij was uitge-stooten uit zijn volk, overgeleverd in de handen der heidenen. En toch had Hij dat volk zoo lief. Hij was onder hen komen wonen, had voor hen Zijne leer gepredikt en dui-zende wonderteekenen gewrocht, over hunne onverschilligheid tranen gestort. «Jerusalem, Jerusalem, ach dat gij in deze ure nog erkennen mocht, wat u tot -si-ede strekt!quot; Maar neen, zij wierpen Hem uit, zij eischten Zijn bloed, zij zouden niet rusten voor dat Hij gestorven was aan het kruis. O mijne ziel, wat grievend zieleleed om de ondankbaarheid van Zijn volk! Maar meer nog! Men spaart Zijne zedigheid niet, men heeft geen eerbied voor Zijne maagdelijkheid, ruw en ongemanierd bindt men zijn Goddelijk lichaam aan den schandpaal, aan de onbeschaamde blikken der brooddronken menigte wordt hij prijs gegeven. O, wat moet Jesus over die schaamteloosheid bittere ziele-pijn hebben ondergaan! O mijne ziel, tracht een weinig te gevoelen van dat zieleleed,

-ocr page 41-

— 37 —

dat uw Godclelijken Meester in die ure der geeseling ondervond. Wanneer gij zelf liefde hebt voor de heilige deugd, rein zijt van harte, alle offers veil hebt voor het behoud van die deugd der Engelen, ja, dan kunt gij iets beseffen van Jesus\' vreeselijke zielesmarten. Doch zoo gij de deugd van kuischheid niet hebt bewaard, zoo gij u schaamteloos aan allerlei zonden van onzuiverheid hebt schuldig gemaakt, o dan waart gij, als een dier schaamtelooze menigte, die Jesus\' ziel met diepen weemoed heeft vervuld. Maar bid dan vurig om Gods genade en erbarming, opdat gij door boetvaardigheid die deugd der Engelen herwinnen moogt en door reinheid des harten in Jesus liefde hersteld worde.

VIJFTIENDE DAG.

3e van de droeve geheimen.

De kroning van Christus.

Overweeg mijne ziel de smarten die Jesus onderging, toen de boosaardige soldaten

Octobor. 5

-ocr page 42-

— 38 —

Hem met een doornenkroon hebben gekroond. Zij hadden vernomen, dat Christus Zich Koning noemde en zoo waren zij op het denkbeeld gekomen, om Hem te kroonen. Doch wat voor eene kroon, hebben zij voor den Verlosser gevlochten! Scherpe, puntige doornen staken van binnen en van buiten den van doornentakken ineengestren-gelden krans. En juichend over hun inval, spottend met de smart van hun slachtoffer, plaatsen zij die kroon op het gezegend hoofd van den Zaligmaker. 0 mijne ziel overweeg Jesus smart. Hij lijdt nog zooveel van de ontvangen wonden in Zijn heiligen rag. Een koortsachtige gloed doorstroomt Zijn adem. Hij versmacht van dorst en daar is niemand, die Hem eene teug waters reikt. En nog is Zijn Lijden niet uit; nog zal men wreedere en uitgezochter pijnen Hem aandoen, Zijn Goddelijk hoofd martelen met de doornenkroon. O mijne ziel, het hoofd is zoo gevoelig, het kan zoo weinig verdragen; hoe ongelukkig gevoelt Gij u niet bij de minste hoofdpijn ; hoe verlangt Gij naar rust en stilte; hoe vreest Gij niet te sterven, wanneer hevige hoofdpijnen u hebben aangegrepen; hoe vreest Gij dan niet, dat het hoofd ü van een

-ocr page 43-

barsten zal! O denk nu eens aan Uwen goeden, zachtmoedigen, geduldigen Jesus. De rawe soldaten plaatsen Hem de doornenkroon op het hoofd, de scherpe punten der doornen, dringen langs verschillende kanten door Zijne gezegende hersenen; men drukt ze dieper nog, men grijpt den rietstaf om ze nog meer in te slaan; men juicht over dat wreedaardig en boosaardig spelen, verheugt zich over iederen druppel bloed, die langs Jesus gezegend aanschijn op den grond nederzijpelt. O mijne Jesus, wat hevige smart in Uw H. hoofd om mijne zonden geleden, wat hebt Gij mijne hoovaardigheid, mijne ij dele en trotsche gedachten wreedelijk uitgeboet. O, heb medelijden met mij, o lieve Jesus en om Uwe bittere smarten laat mij niet voor eeuwig de kroon derven der hemelsche heerlijkheid.

ZESTIENDE DAG.

8e van de droeve geheimen.

De kroning van Christus.

Overweeg mijne ziel, de bittere pijnen die Jesus geleden heeft bij de doornen-kroning. Hij had Zich Koning genoemd, en

-ocr page 44-

— 40 —

Hij is het, Hij is de Koning der Koningen, door Hem lieersclien zij, die gebied voeren hier op aarde. Hij had Zich Koning genoemd en Hij is het; Hij is de Koning der Koningen en daarom vraagt Hij van eiken mensch hulde en eerbetooning; daarom eischt Hij als Zijn onvervreemdbaar recht, dat elk Hem Zijn hart zal aanbieden, opdat Hij daarin heerschen moge. Maar die boosaardige soldaten nemen het anders op en beschoirwen den Verlosser als een schuldige, als een oproermaker, als een verworpene. Zij hebben verlof, om hun slachtoffer allerlei kwelling aan te doen; niemand zal het hun beletten, mits zij Zijn leven niet te nakomen; want de schande der kruisiging mag Jesus niet ontgaan. En zij vlechten eene kroon van doornen, die zij Hem op het gezegend hoofd plaatsen. Zij geven Hem een rieten scepter in de hand; zij omhangen Hem met een soldatenmantel en dan knielen zij spottend voor den Verlosser neer. Zij spuwen Hem in het gelaat, overladen Hem met allerlei beschimping en versmading en herhalen telkens hunne bespotting. O mijne ziel, begrijpt gij wat Jesus naar de ziel moet geleden hebben, toen Hij in Zijn Koningschap op

-ocr page 45-

— 41 —

die wijze werd gesmaad^ zij liebben vrij spel die onverlaten en Jesus, zachtmoedig als altijd, verdraagt ook die beschimping en vernedering. O mijne ziel, hebt gij er wel aan gedacht, dat uw Jesus Koning is, dat Hij met recht u Zijne geboden geeft; dat Hij den scepter draagt, nu nog om u te beschermen, maar eenmaal cm u te rechten en te veroordeelen als gij U aan Zijne rechtsmacht onttrekt. Of hebt gij u aangesloten bij die ruwe krijgsbende en met uwen Verlosser gespot, neerknielend en Hem huldigend als Koning, maar zooals de soldaten deden. Hem beschouwend als een spotkoning aan wien gij niet hadt te gehoorzamen, wiens bevelen u niet aangingen. O vraag Hem om Zijne hulp, erken Hem als uw Koning en laat Hem over u heerschen, nu en in de eeuwigheid.

-ocr page 46-

— 42 —

ZEVENTIENDE DAG.

4e van de droeve geheimen.

De kruisdraging van Christus.

Overweeg mijne ziel de smarten van Jesus, door Hem ondervonden bij Zijne kruisdraging. Hij -was ter dood veroordeeld. Het volk had Zijn Goddelijk Bloed zien vloeien bij de wreede geeseling; had den mensch aanschoirwd, toen Pilatus den met wonden overdekten Verlosser hun vertoonde; had opgehitst, den moordenaar Barabas gesteld boven Jesus. Hij zal dan gaan sterven, en wel den smadelijksten dood. Gevloekt is hij, die hangt aan het kruis. Jesus zal de gevloekte zijn, die de zonden der wereld uitboet in Zijn Goddelijk lichaam. Zijn dood is geeischt door Zijn eigen volk, dat Hij zoo lief had gehad, dat Hij nu nog zoo innig, teeder beminde. Dat Zijn Bloed kome over ons en onze kinderen, was de kreet, die zij luide hadden aangeheven en die tot de ooren des Verlossers was doorgedrongen en Hem met ontzetting vervulde over de ondankbaarheid van Zijn volk. Een heiden had het vonnis uitsproken en bekrachtigd. Zie, daar

-ocr page 47-

— 43 —

staat Jesus, zwijgend, den blik ter aarde gewend, sidderend over al Zijne geheiligde leden, krimpende van pijn door de wonden in Zijn Groddelijken rug veroorzaakt, schier van smart bezwijkend door de vreeselijke pijnen van zijn met de doornen gekroond hoofd. Maar Hij heeft Zich vrijwillig als het offer aangeboden. Hij zal niet achteruit deinzen, al schrikt Zijne menschelijke natuur terug voor de vreeselijke pijnen, die haar ■wachten. Ziet, mijn lieve Jesus grijpt het zware kruishout met beide handen aan. Het is of Zijne liefde Hem alle smarten doet vergeten ; of dat schandhout des kruises voor Hem eene eer is. Maar daar rust het op zijne doorwonde schouders; daar rukt men hem voort met geweld en bij elke dreuning, bij lederen stap worden Jesus wonden heropend, worden zijne pijnen vernieuwd en vermêerd. O mijne ziel met wat liefde neemt Jesus niet voor U den smadelijken kruisbalk op zijne schouders. En welk offer brengt gij aan Hem. Als het u gemakkelijk valt, o dan meent gij veel te doen en over te hebben voor Uwen Verlosser, maar draagt gij uw kruisje als het zwaar is?

-ocr page 48-

— 44 —

ACHTTIENDE DAG.

4e van de droeve geheimen.

Christus\' kruisdraging.

Overweeg mijne ziel de bittere zielsmart, die Jesus bij zijne kruisdraging heeft moeten verduren. Met vrijwilligheid, met opofferende liefde greep Hij het zware kruishout aan en legde Hij het op Zijn doorwonde schouderen. Daar schrijdt Hij voort, gebukt onder de schande, voortgesleurd als een misdadiger, bespot door de bloeddorstige soldaten, Daar schrijdt Hij voort midden tusschen Zijn uitverkoren volk door. In de eerste rijen ziet Hij de priesters, die Hem, hun waarachtig offer verstooten en verguizen, de priesters die door Hem tot hunne verhevene waardig-heid zijn geroepen, maar hunne hooge roeping vergeten. Verder ontmoeten Zijne zachtmoedige blikken tusschen die menigte van vrouwen en kinderen velen, die eertijds Hem gevolgd zijn en hebben ingehaald als hun Koning, als den Vredevorst; nu spannen zij samen met de boozen en Zijn verwoede vijanden geworden. Zij denken niet meer aan zijn liefderijk woord, aan de zegenende

-ocr page 49-

— 45 —

hand, die Hij over haar en hare kinderen, zoo dikwerf uitstrekte; aan de wonderen, die Hij verricht heeft ter genezing van zieken en ongelukkigen. Daar gaat Jesus door de straten van Jerusalem, ach, geen enkele slaat een medelijdenden blik op Hem, Hij ziet uit naar hulp, maar er is niemand, die Hem troosten komt. O ondankbaarheid van het uitverkoren volk. quot;Wat had Jesus nog meer voor u kunnen doen, dan Hij gedaan heeft! Zou een moeder ooit haar kind vergeten, Jesus heeft u niet vergeten. In deze ure, nu gij Hem ten kruisdood leidt, klopt Zijn hart nog van liefde voor u. Maar gij hebt niet gewild. Jesus ontmoet op den weg Zijne H. Moeder Maria, maar neen die ontmoeting kan Zijne smart niet stillen. Zijn droefenis niet lenigen. Hij ziet haar. Zijne lieve Moeder die zoo bitter met Hem lijdt, die vergaat van smarten over de schande van haren Zoon, om de vreeselijke beschimpingen, waaronder Hij gebukt gaat. Hij ziet haar en ook om haar, die zoo gewond wordt door het zevenvouvoudig zwaard van droefheid, dat haar hart doorboort lijdt de Godmensch bij Zijne kruisdraging onnoemelijke smarten. O mijne ziel vraag Jesus om erbarming,

October 6

-ocr page 50-

— 40 —

Maria om hare moederlijke voorspraak en help uwen Verlosser Zijn kruis dragen, door het uwe gewillig op te nemen.

NEGENTIENDE DAG.

5e van de droeve geheimen.

De kruisiging van Christus.

Overweeg mijne ziel dat uw Goddelijke meester Zijn kruis heeft gedragen, door do straten van Zijn geliefd Jerusalem, terwijl allerlei kreten van verwensching en versmading tegen Hem werden uitgebraakt. Eindelijk is Jesus, na tot 3 maal bezweken te zijn ouder Zijn kruis, aangekomen buiten de stadspoort op den heuvel van Calvarië. Daar is liet einddoel van Zijn smadelijken tocht. Daar zal Hij worden gekruist, om als een boosdoener te sterven, ten aanschouwe van het Volk, dat Hem haat met een dui-velschen haat. Gelukkig is Hij onderweg niet bezweken, want dan had men het lang verbeide schouwspel moeten missen, van den Gevloekte te zien hangen aan Zijn kruis.

-ocr page 51-

— 47 —

Onbesuisd, wreedaardig worden Zijne aan liet lichaam gelieclite kleederen Hem van het lijf getrokken. Op nieuw openen zich Jesns\' wonden en een nieuwe bloedstroom vloeit langs Zijne pijnlijke ledematen. Zondereenig mededoogen woixit Hij uitgerekt, aan handen en voeten; ruw slaat men de spijkers door Zijne gezegende handen en voeten om ze vast te hechten aan het vloekhout des kruises. Daar ligt Hij roerloos op Zijn schandelijk smartbed ; het hoofd kan Hij niet heen noch weer bewegen, of de punten der doornenkroon dringen dieper in Zijne slapen. Men rukt het kruis op; Jesus leden trillen van ontzettende pijn ; met een ruk en een stoot laat men den voet van het kruis neervallen in de gemaakte groeve en bij dien schok trilt iedere vezel van het gezegend lichaam des Heeren, en is er geen lid, dat niet door vreeselijke pijn is aangegrepen. O mijne ziel, ■wat hevige smarten leed toen niet uwe lieve Jesus. En drie uren lang blijft Hij levend hangen aan Zijn kruis. Hij ziet den spot-tenden lach van de beiden, Hij hoort de Godslasterlijke verwensclüngen van priesters en phansëen, Hij verneemt de beschimpingen, die het misleide volk tegen Hem uit-

-ocr page 52-

— 48 —

brengt. En nergens lafenis noch troost. quot;Wel vreeselijke dorst, die Hem kwelt, wel de vreeselijke verlatenheid, waarin Hij uitroept: mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten. Zoo mijne ziel, beminde Jesns u, zoo heeft Hij Zijn leven gelaten in de grootste versmading en schande, opdat Hij u behouden mocht voor het eeuwige leven.

TWINTIGSTE DAG.

Se van de droeve geheimen.

Jcsus\' kruisiging.

Drie uren heeft Jesus aan het vloekhout willen hangen, drie uren lang in de diepste versmading tusschen twee moordenaren op het kruis willen doorbrengen. 0 mijne ziel, wat liefde van Jesus voor u. Maar is Hij al dien tijd met Zich zeiven bezig! Heeft Hij alleen gevoel voor Zijne pijnen, Neen, in die bange uren vergeet Jesus zelfs Zijne vijanden niet. Hoort, hoe Hij bidt voor hen, die Hem tot dien staat gebracht hebben^ hoe Hij bidt voor hen, die Zijn kruisdood

-ocr page 53-

— 49 —

hebben geeisclit voor Pilatus. Vader, zoo klinkt Zijn stem; Vader, vergeef het hun, want zij weten niet, wat zij doen. O mijne ziel, begrijpt gij dat woord? Kunt gij het gelooven, dat uw Verlosser, ondanks al het aangedane leed, ondanks de zee van smarten, waarin Zijn lichaam en ziel gedompeld zijn, nog voor Zijne beleedigers om vergeving gevraagd heeft. En toch, zoo lief had Jesus de menschen, ja zoozeer beminde Hij Zijne moordenaren, dat Hij niet alleen voor hen om vergiffenis gesmeekt heeft, maar hen zelfs nog trachtte te verontschuldigen. O liefdevol woord van een Grod-mensch: zij weten niet, wat zij\'doen. O Vader, vergeef het hun, om der wille van Uwen Eeniggeborene, want ach, als zij den Heer der glorie gekend hadden, zij zouden Mij niet aan het kruis hebben geklonken. En gij, mijne ziel, zoudt weigeren te bidden voor uwen evenmensch. Zij t gij dan onschuldig als uw Heer ? Hebben zij u dan zóo smadelijk behandeld, dat Gij gelijk Jesus al begraven zijt, onder de verguizing? Achmensch, gij zijt slechts stof en asch, en wie weet hoe spoedig gij tot stof zult wederkeeren; zult gij dan strenger zijn dan uw meester.

-ocr page 54-

niet vergeven, waar Hij wol vergeeft; niet voor mve vijanden bidden, ofschoon Hij de zonden van Zijn volk nog verontsclud-digde? O mijn lieve Jesns. Gij hebt alles volbracht, Uw leven zelfs geofferd, ook voor mijne Zaligheid. Ach, geef mij vergeving door de verdiensten van Uw kostbaar bloed, om Uwe vijf H. wonden vergeef mij al mijne zonden; maar schenk mij ook de genade, van harte allen te vergeven, die mij ooit boleedigd hebben, ja naar Uw voorbeeld en wil zelfs voor hen te bidden.

EENENTWINTIGSTE DAG.

Ie van de glorievolle geheimen.

Dg verrijzenis van Christus.

Overweeg mijne ziel, de verrijzenis van Cliristus. Twee eerwaardige mannen hebben hot lichaam van Christus van het kruishout afgenomen, en in een nieuw steenen graf gelegd. Voor dat graf plaatste men een groo-ten steen, en voor den gesloten ingang een wacht van soldaten, die het lichaam des

-ocr page 55-

Hoeren moesten bewaken, opdat de Apostelen het niet zouden komen wegrooven. quot;Wat al maatregelen, opdat er geen bedrog zon kunnen geschieden. Van hun eigen soldaten mochten de Joodsche overpriestefs eene wacht plaatsen bij liet graf. Nu zouden de toch al vreesachtige Apostelen wel niet durven komen, om het lichaam van Jesus weg te halen. Maar overweeg, mijne ziel, hoe God al die beschikkingen liet gebeuren, juist opdat er geen redelijken twijfel ooit zou kunnen geopperd worden, omtrent de waarachtige.verrijzenis van Christus. Jesus\' lichaam ligt daar in het verzegelde graf. Drie dagen lang is het alles stil en rustig. De soldaten kennen geen vrees; waarom zou angst hen deren\'? Is Hij dan niet gestorven, die daar ligt binnen dat graf? Heeft men niet Zijn hart nog doorboord? Maar eensklaps wordt de steen weggeworpen. Daar tuimelen de krijgsknechten, anders zoo onvervaard, van schrik en ontsteltenis eensklaps omver! Daar verrijst de Messias heerlijk schitterende in een glans, bij wélken het zonnelicht moet wijken, levend mij Zijn graf Hij had het voorzegd aan Zijne^eer-quot; lingen voorspeld, aan de Joden. Hij was\'^het

-ocr page 56-

verplicht aan Zijne verzekeringen. Hij moest het teeken van Jonas aan de onge-loovige Joden geven. Daar staat Hij dan levend op, door Zijn Eigen Goddelijke macht. Ja, de Heer is verrezen alleluia, gelijk Hij het gezegd heeft allehüa. Aanbid dan mijne ziel. Uwen verrezen Verlosser. Hij is de eerste, die den dood dwong zijne prooi terug te geven. Ook gij zult eenmaal verrijzen. Bid dat ook uwe opstanding volheerlijk moge zijn.

TWEE EN TWINTIGSTE DAG.

Ie van de glorievolle geheimen.

Verrijzenis van Christus.

Jesus is door Zijn eigen macht van de dooden opgestaan. Levend trad Hij vol heerlijkheid, schitterender dan de zon uit het graf te voorschijn. Zijne vijanden zeiven hebben gezorgd, dat er aan Zijne verrijzenis niet kan getwijfeld worden; immers hun eigen soldaten zijn de getuigen geweest, en nooit hebben de Joodsche priesters en de

-ocr page 57-

Apostelen later een vorwyt van durven maken, als of zij het lichaam zouden hebben weggenomen. Maar Jesus zelf heeft ook op de ondubbel zinnigste en duidelijkste wijze Zijne opstanding willen geloofwaardig maken voor iedèreen. Daarom verscheen Hij aan de H. Maagd Maria, aan Maria Magdalena, aan den H. Petrus, en de andere Apostelen; ja Hij laat zelfs Zijn leerling Thomas de handen leggen in Zijne handen en den vinger in Zijne geopenrlo n

mijne ziel, wat troost voor

tot innige blijdschap ! Als Chr is, dan hebt ook gij de hoop van eenmaal uit het graf te zullen opstaan, van eenmaal te verrijzen tot het eeuwige leven. Wat vreugde dan voor u, te midden van al de beproevingen en kwellingen des levens. Het is alles slechts voor een korten tijd, wat Gij hier te lijden hebt, en als gij het kruisje draagt, dat God u op de schouderen legt, dan zult gij eenmaal groote heerlijkheid daarvoor ontvangen. Want hebt gij met Christus geleden, dan zult gij ook met Hem verheerlijkt worden. Wat zult gij u dan beklagen, dat tegenspoed u treft. Is hij juist niet in Gods hand het middel, om uwe uit-

October.

-ocr page 58-

— 54 —

verkiezing dos te zekerder te maken. Moest de Christus dan dat alles niet lijden en zoo Zijne heerlijkheid binnengaan? Enzijtgij, de knecht dan beter dan uw meester. O hebt gij uwen Verlosser lief, welaan, neem dan uw kruis op en volg Hem na. Drink dan den kelk des lijdens, die u wordt aangeboden. Spreek dan: Vader, niet mijn, maar U wil geschiede. Roep dan om Jesus kracht en genade, en Gij zult tot den bodem hem ledigen, om zoo Gods wil te doen, en gij zult het lijden niet tellen omdat het lijden van dezen tijd niet te vergelijken is bij de heerlijkheid die in U zal geopenbaard worden.

DRIE EN TWINTIGSTE DAG.

2e van de glorievolle geheimen.

De hemelvaart van Christus.

Overweeg mijne ziel, de hemelvaart van Jesus. Nog veertig dagen na Zijne verrijzenis heeft Hij met Zijne apostelen verkeerd ; hun voorschriften gegeven, hen versterkt en bemoedigd, hun den H. Geest, den trooster

-ocr page 59-

bclooi\'d. Op den veei tigwten dag gaat do Verlosser met Zijne apostelen en de leerlingen buiten Jerusalem naar den olijvenhof. Daar lieeit Hij in Zijn lichaam zoo bittere smarten geleden; daar heeft Hij zooveel angst doorstaan^ is Hij met zoo vreeselijke versmading overladen; daar zal Hij ook glorievol opklimmen ten hemel. Nog een laatste maal _ spreekt Jesns Zijne getrouwe vrienden toe, om hun Zijn vrede, Zijn zegen te schenken ; nog een laatste maal neemt Hij afscheid van Zijne lieve Moeder, en door eigen macht, door Zijn Goddelijken wil verheft zich Zijn lichaam van de aarde, stijgt al hooger en hooger in de lucht, totdat het geheel en al verdwenen is voor de verbaasde oogen dei\' apostelen. O mijn lieve Jesus, hoe hebt Gij toen weder Uwe almacht over al wat bestaat getoond ! Gij zijt waarachtig God en hebt zieken genezen, ja dooden ten leven opgewekt. Door dezelfde goddelijke kracht hebt Gij ook U zeiven doen opstaan uit het graf en door die zelfde wondermacht, verheft Gij U met ziel en lichaam ten hemel. Ja, dat gemartelde lichaam moest verheerlijkt worden; Uwe versmadingen in hemel-sche glorie verkeeren ; Uwe heilige wonden,

-ocr page 60-

— 56 —

gewroken; Uw dood in zegepraal worden veranderd. Gij hebt dat gefolterde lichaam doen opgaan ten hemel. Daar is het naast , Gods kroon geplaatst, in de rust en hoogste eer bij God den Yader. Daar heeft alle arbeid, alle vermoeienis, alle lijden uit; daar geen versmading geen beschimping meer, geen doornenkroon, geen kruishout, maar alle eer en glorie, lofprijzing en verheffing, aanbidding en verheerlijking voor het lichaam van Jesus, dat in den hemel, boven alle chooren den engelen en Aartsengelen, boven alle Cherubijnen en Serafijnen, , geplaats is. O mijne ziel, voeg uwen lofzang bij dien der zalige geesten en verheerlijk Uwen ten hemel geklommen Zaligmaker.

-ocr page 61-

—_57 —

, VIER EN TWINTIGSTE DAG.

JBe van de glorievolle geheimen.

De hemelvaart van Christus.

i t . . ■ ,

Overweeg mijne ziel, dat mv Goddelijke ZaligfiVaker met Zijn verheerlijkt lichaam ■ den Hemel is binnen gegaan. Hij heeft de vijf H. wonden in dat lichaam behouden óm daarmede Zijne venijzenis te bevestigen,

gelijk Hij dan ook na Zijne opstanding den ^ origèloövigenf Thomas diens vinger liet leg- . gen in Zijne handen en diens handén in Zijne zijde;1 Maar hij heeft die wonden ook • be- amp;gt;£r%e, honden;quot; om ze aan de zaligen in deii hemel te tooneti: Allen, die door Hem verlost zijn uit het voorgebergte en Zijn zegevierenden intocht in den hemel mochten medemaken,

zien en vCreeren die 5 H. wonden, omdat deze in de plannen van God, hét middel waren hunner zaligheid. Je\'suS heeft voor hen geleden en de lidteekenén in Zijn geheiligd lichaam behouden, ten teeken van het offer, dat Hij uit liefde voor hunne zaligheid bracht. En zij allen, die later in Jesus Christus zijn gestorven, die op Hem hun vertrouwen hadden gevestigd, in hunnen

-ocr page 62-

Yeiiosser hebben geloofd; zij allen prijzen en verheeiiijken die 5 H. wonden, als de middelen waardoor Christus ook voor Hen liet hemelsch Paradijs opende. Maar mijne ziel overweeg, dat Jesus die 5 H. wonden, ook om uwentwil in Zijn verheerlijkt lichaam behouden heeft, niet slechts om ze u eenmaal te toonen, als ook gij tot het hemelsch erfdeel geroepen wordt, maar ook om zo telkens aan den Hemelschen Vader te laten zien, ten einde daardoor verhooring en ontferming voor U te verkrijgen. Jcsus wordt om Zijne eerwaardigheid verhoord; Hij is de waarachtige middelaar tusschen God en de menschen; Hij is altijd levend om voor u te vragen en onophoudelijk smeekt Hij om genade voor uwe ziel ter wille van die H. wonden, die Hij met zooveel liefde en geduld voor de zaligheid der wereld ontvangen heeft. O wat reden voor u, om uwen üoddelijken meester met vertrouwen te vragen, ü .le?us, om Uwe heilige wonden, vergeef mij al mijne zonden ; wat reden voor u. om met vertrouwen op te zien naar den Hemel. Gij hebt daar een Voorspreker in Jesus zeiven; Hij heeft voor uwe zonden voldaan; Hij toont den Vader immer Zijne

-ocr page 63-

— 50 —

H. wonden, opdat gonadn eii ontferming uw deel zijn mogen.

VIJF EN TWINTIGSTE DA G.

3e van de gloi\'ievolle geheimen.

De zending van den H. Geest.

Overweeg mijne ziel, de belofte door Christus gedaan aan zijne apostelen voor dat Hij van deze wereld scheidde en met zijn lichaam en ziel ten hemel opklom. Hij wist wie zijne leerlingen waren ; arme, onbedreven, angstvallige visschers, bij het dreigen van het minste gevaar, aanstonds door schrik ontsteld. Zij hadden immers de vlucht genomen bij Zijne gevangenneming en in de ure Zijns stervens was Jesus alleenTop den Calvarieberg. Na Zijne verrijzenis nog waren zij kleinmoedig en hadden zij berisping ontvangen over hun klein geloof. Wilde Jesus dus, dat zij in staat waren, om de hun opgedragen taak te volvoeren, dan hadden zij kracht en sterkte van boven noodig, dan moest hun verstand

-ocr page 64-

worden verlicht, hun wil ten goede versterkt, maar boven alles Gods kracht hun in overvloed geschonken worden. Daarom beloofde Hij hun den H. Geest, den geest van waarheid, die hun alle waarheid zou leeren, den Geest van liefde en wijsheid, die hunne schreden leiden, den Geest van kracht niet het minst, die alle vrees van hen zou. wegnemen en hen in staat stellen tot het brengen van de grootste offers. De apostelpn hoopten op de vervulling van de belofte huns Goddelijken meesters. Zij hebben zich na \'s Heeren Hemelvaart terug getrokken in de opperzaal van Jerusalem en daar eendrachtig in het gebed verbeiden zij den H. Geest 0 mijne ziel, overweeg hier de handelwijze der apostelen\' en leer uit hun gedrag wat u te doen staat, als gij aan God genade wilt deel verkrijgen. Ook u zijn Gods gunsten beloofd, mits gij er naar verlangt, mits gij er om vraagt, gij hebt behoefte aan de kracht Gods, aanhemelsche wijsheid en voorzichtigheid in het besturen van uwen levensweg, in het volbrengen van den ^opgelegden plicht. Bid dan gelijk de apostelen deden met vertrouwen; alles ■wat gij den Vader in Jesus\' naam vragen

-ocr page 65-

zult, zal üij u geven; bid dan gelijk de apostelen volhardend, want gij moet vragen en blijven vragen, gij moet kloppen totdat u wordt opengedaan.

ZES EN TWINTIGSTE DA G.

Qe van de glorievolle geheimen.

De zending van den H. Geest.

Tien dagen lang hebben de apostelen in eendrachtig en volhardend gebed de komst afgewacht van den H. Geest. Zij rekenden op de belofte des Heeren en hun vertrouwen is niet beschaamd geworden. Eensklaps werd er een gedruisch gehoord als van een hevigen wind. Het geheele huis, waarin zij vergaderd waren, dreunde op zijne grondslagen, en boven hunne hoofden kwamen tongen als van vuur. Op dat oogenblik kwam de H. Geest over hen, de Trooster, de Levendmakende; op dat oogenblik werden zij door de Goddelijke liefde ontgloeid en hun de gave der talen meêgedeeld, hun roeping was het, om Jesus\' leer te ver kon-

October. 8

-ocr page 66-

digen aan allo schepselen; om ten aanhoore van grooten en kleinen, geringen en machtigen, Jesus\' Goddelijke zending te prediken en allen tot het geloof in Hom te bewegen. Maar wat zonden zij, arme en onwetende menschen vermogen ! Hoe, eenigen invloed uitoefenen op de harten dergenen, die naar hen zonden believen te luisteren! Wat steunt hun optreden? Beschikken zij over macht van geld, invloed door geboorte? Kunnen zij mdrak maken door het gebruiken van geweld? Vormen zij een groote legerschaar, die ten minste door het getal eenig ontzag afdwingt? Ach, zij zijn klein in getal, met hun twaalven moeten zij de wereld intrekken, om haar den oorlog te verklaren, haar een nieuwe leer te prediken, geheel in strijd, juist tegenovergesteld aan die, welke zij volgt. Zij moeten een Verlosser prediken, die arm is geweest, die Zijn leven in ontbering en lijden heeft doorgebracht; een Verlosser die aan een schandkruis den dood onderging. Neen, dat plan kan niet gelukken, dat voornemen is een dwaasheid. Apostelen, verbergt u liever voor de wereld en de grooten der aarde, dan dat gij Jesus\' opdracht gaat volbrengen en de wereld over uwe

-ocr page 67-

— 63 —

dwaasheden spot ton laat! Doch de H. Geest is over hen neergedaald, door de kracht des H. Geestes versterkt, vurig van geloot\' en liefde, trekken zij uit naar do einde der aarde. Overal werd hunne stem gehoord, die den naam verkondigde van Jesus, den gekruisigde, en overal hebben zij, door Gods genade gesteund, het aanschijn der aarde van gedaante doen veranderen. Zoo, mijne ziel, werkte do H. Geest in en door de apostelen. Hoe heeft Hij tot heden in u gewerkt? Is ook bij u het aanschijn der aarde vernieuwd?

ZEVEN EN TWINTIGSTE DAG.

4e van de glorievolle geheimen.

De tmhemtlojmeming van Maria.

Overweeg, mijne ziel, de verheerlijking van uwe H. Moeder Maria, door hare opneming ten hemel. Nog vele jaren, na Christus\' Hemelvaart heeft zij hier op aarde moeren verblijven. Zij was bestemd, om de jeugdige Kerk des Heeren door hare tegenwoordig-

-ocr page 68-

— 64 -

heid te steunen en te versterken, en de apostelen met hare moederlijke raadgevingen zooveel mogelijk, ter zij te staan. O, zij offerde dagelijks zooveel op aan haren God. Vurige gebeden stroomden onophoudelijk over hare lippen, strenge verstervingen legde zij zich op, om de gunst des hemels over den arbeid der apostelen te verkrijgen, om rijke zegeningen te doen afdalen over de eerstelingen des Geloofs. Haar ijver kende geen grenzen. Onvermoeid onderwees, vermaande zij de geloovigen, en sprak zij hun telkens over haar Goddelijk Kind; met moederlijke tee-derheid verhaalde zij al Zijne lotgevallen, onderhield zij de aanwezigen over Christus\' geboorte en verderen levensloop, over Zijne gehoorzaamheid en onderwerping, «ver Zijne liefde voor de menschen en Zijne Goddelijke wonderkracht. O, Maria, zij moest spreken over haar Goddelijk Kind, zij kon niet nalaten aan Hem te denken, de woorden te overwegen en te herhalen, die Hij tijdens Zijn leven tot haar gesproken had. Zij beminde Hein, zij diende Hem, zij aanbad Hem, die Zich gewaardigd had, haar Zoon genoemd te worden en te zijn. Zij verlangde dan ook, om ontbonden te worden en met haren Jesus

-ocr page 69-

— 65 —

in den Hemel vereenigd te zijn; zij wilde sterven, duizend dooden ondergaan, om voor eeuwig met haren Zoon te wezen: zij wenschte den gruwelijksten dood, ja den dood des kruises te sterven uit liefde voor, uit verlangen naar haar Goddelijk Kind. Maar toch zij kende \'s Heeren wil; zij moest nog blijven, nog wachten, door hare liefde verzengd worden en nog niet sterven, en Maria toonde zich ook nu de nederige dienstmaagd des Heeren en onderdrukte haar verlangens, bad telkens om nog meer onderwerping, herhaalde met nog meer innigheid bij iederen dag: Niet mijn maar uw wil geschiede. Mijne ziel, verlangt gij ook naar Jesus, kost het u opoffering om u te onderwerpen?

ACHT EN TWINTIGSTE DAG.

4e van de glorievolle geheimen.

D« tenhemelopneming van Maria.

Overweeg, mijns ziel, de liefde van Maria voor haar Goddelijk Kind, haar verlangen naar de vereeniging met Hem, hare onder-

-ocr page 70-

— 6G —

werping aan de raadsbesluiten des Aller-hoogsten. 0, haar hart werd verteerd dooiden hevigsten liefdegloed. Met meer innigheid dan de Koninklijke profeet verzuchtte zij : Wanneer zal ik het geluk hebben, om voor U te verschijnen, en Uwe heerlijkheid van nabij te aanschouwen. Met nog meer smart, dan Tobias\' moeder, gevoelde zij de scheiding, en riep zij uit: Mijn Zoon, wanneer zal ik U weer mogen drukken aan mijn hart, wanneer mij verzadigen door het aanschouwen van Uw beminnelijk gelaat? O Maria, zij beminde met een dubbele liefde; hare liefde was tevens zoo rein, zoo geheiligd ; in haar werkte de Goddelijke genade met zoo buitengewone kracht; daarom kan geen liefde in vergelijking komen met de liefde, die zij haren God toedroeg; bij den gloed harer liefde verbleekt die van de heme-lingen, zelfs die van Cherubijnen en Serafijnen. Maria\'s taak was eindelijk hier op de wereld voltooid, eindelijk mocht zij, als haar Goddelijk Kind op Zijn kruis, uitroepen: »Het is volbracht.quot; Maar geen ziekte, geen uitputting hadden hare krachten gesloopt ; haar lichaam^ dat nooit in aanraking was geweest met de zonden, mocht niet

-ocr page 71-

— G7 —

onder de straf voor de zonde gebogen gaan. Liefde en enkel liefde verteerde hare laatste krachten, of liever hare laatste krachten gebruikte zij voor het uitdrukken harer liefde en toen God zelf hare ziel niet meer terughield, ontvlood ?]j met krachtigen spoed, om zich te vereenigen in den hemel, met haren Goddelijken Zoon. Doch Jesus kon niet toelaten, dat het zuivere lichaam Zijner H. Moeder het bederf zien zou; dat lichaam had in zoo nauwe betrekking gestaan met Zijn heilige menschheid; en de engelen kwamen, die het lichaam der allerzaligste Maagd opnamen ten hemel, waar het met de ziel vereenigd deelt in de glorie des Hemels. O mijne ziel, zal uw laatste zucht ook een liefdezucht voor Jesus zijn, verlangt gij nu niet naar den hemel, hoe zult gij Hem dan verwerven?

-ocr page 72-

— 08 —

NEGEN EN TWINTIGSTE DAG.

So van de glorievolle geheimen.

De kroning van Maria.

Overweeg, mijne ziel, de kroning van de allerzaligste Maagd in den hemel. Met ziel en lichaam ten hemel opgenomen, betrad zij als Vorstinne het Rijk van haren Zoon. De glorie van het Kind straalt terug op de moeder en zij was waarachtig de Moeder van Christus ; uit haar had Hij de mensche-lijke natuur aangenomen; Hij was haar Zoon ; zij was dus Zijne H. Moeder. Alles had zij voor Hem en met Hem opgeofferd. Zij had zich in alles gevoegd naar Gods wil; zij had om Hem haar vaderland verlaten, ja zij had Hemzelven geofferd, eerst in den tempel van Jerusalem, daarna staande aan den voet van Zijn kruis. Christus\' versmaad-heden waren ook hare versmaadheden geweest; Christus\' offer werd niet alleen gebracht ; zij voegde het hare bij dat van haar Goddelijken Zoon. Nu moest zij ock deelen in de zegepraal, deelen in de heerlijkheid door Christus langs den weg van verguizing en vernedering bevochten. Nu moest zij, de

-ocr page 73-

— 09 —

moeder, haar aandeel ontvangen van de eer-bewij zingen van geheel hot. hemelsch hof. Daar nadert zij, Jesus\' H. Moeder, om in te gaan in den Hemel en bezit te nemen van den haar bestemden troon. Daar nadert zij, Jesus\' H. Moeder, om als dochter den Vader, als moeder den Zoon, als bruid den H. Geest te gemoet te gaan en te aanbidden! Hoort gij, mijne ziel het gejuich dat eensklaps de stilte verbreekt ? Ziet gij hoe alle hemelingen trillen van vreugde, als zij hunne Koningin in de verte aanschouwen? Daar treedt zij binnen en de Vader zelf omhelst haar, en de Zoon zelf werpt Zich aan het hart Zijner moeder en de H. Geest zelf ontvangt zijne kuische bruid met de bewijzen der innigste teederheid. En alle choren der engelen zwijgen stil van verrukking en alle zalige Geesten, Cherubijnen en Serafijnen, Heerschappijen en Machten, alle Heiligen van gansch het hemelsch hof jubelen en barsten los in de heerlijkste lofgezangen bij de kroning van Maria door de H. Drievuldigheid als hun aller Koningin. O mijne ziel, verhef uwen lofzang ter eere van Maria en kies haai- tot de Koningin van uw hart.

9

October

-ocr page 74-

— /0 —

DERTIGSTE DAG.

8e van de glorievolle geheimen.

De kroning van Maria.

Overweeg, mijne ziel, dat Maria als Koningin is gekroond geworden in den hemel. De H. Drievuldigheid heeft hare deugd beloond ; haar strijd is tot het einde toe met goeden moed volstreden geworden, zij heeft den palm der overwinning behaald. Maar evenals haar getuigenis voor Christus, die van alle belijders en martelaren overtreft, evenals hare beoefeningen van deugd elke deugdsbetrachting van welken heilige ook verre in de schaduw laat, evenals aanhaar meer is geopenbaard geworden dan aan de oudvaders en profeten, evenals hare liefde tot God dieper, inniger, breeder was, dan de liefde zelfs van de Cherubijnen en Serafijnen, zoo moest ook hare belooning die van elk ander sciiepsel te boven gaan. Zij, de tweede Eva, moest zoo nabij mogelijk naast den tweeden Adam geplaatst worden en daarom werd haar een troon gegeven, boven alle andere tronen, onmiddellijk naast dien van haar \'ïoddelijk Kind. Alle geslachten zullen

-ocr page 75-

— 71 —

haar zalig prijzen. Mot den naam van Jesus zal dien van Maria, als van Zijne H. Moeder genoemd worden, en erkent hemel en aarde, Jesns als den Koning des vredes, zij zullen Maria eeren, als de Moeder door wie de Verlosser oj) aarde verschonen is. Ontvang dan, lieve Moeder, de hulde, de lofzangen^ de verheerlijking van het roemrijk choor der apostelen, ontvang het eerbetoon van het eerwaardig getal der profeten, ontvang dan de hulde van het schitterende heir der martelaren. Maar sta mij toe, o goede Moeder, dat ik mijn geringe lofprijzing bij de hunne voege. Ontvang de eerbetuigingen van Engelen en Aartsengelen van alle zalige geesten en hemelingen, maar sta mij toe, o goede Moeder, dat ik mijn huldebetoon, bij het hunne voege. O gij zijt hun aller Koningin. Gij zijt gekloond als hun aller Oppervorstin. O iieve Moeder, hoe verheug ik mij in uwe verheffing ; maar neem ook mijne hulde aan. Ik groet u, o Koningin, Moeder van barmhartigheid, ach ! sla op mij uwe zoo barmhartige oogen en toon mij, na deze ballingschap, Jesus, de gezegende vrucht uws lichaams. Wees mijne voorspreekster, o goedertierene, o meedoogende, o zoete Maagd Maria.

-ocr page 76-

EEh Eb DERTIGSTE DAGf.

Slot.

Overweeg, mijne ziel, mi gij gekomen zijt aan den laatsten dag dezer maand October, de grooto gunsten en genaden, die gij van God gedurende deze maand ontvangen hebt. God was zoo goed jegens u, dat Hij u tijd en gelegenheid schonk, om iederen dag uwen geest bezig te houden met eenige godvruchtige overdenkingen. Hem de eere voor al Zijne barmhartigheid. Hij was zoo goed, dat Hij u de genade verleende, om die overdenking met vrucht te kunnen doen voor uwe eeuwige zaligheid. Hij heeft uw oog geopend voor liet licht der genade, en gij hebt leeren inzien, wat al geheimen van liefde en vernedering Jesus voor u gewerkt heeft. Hij heeft uw hart verteederd en u besluiten doen maken, om voortaan meer tijd to schenken aan de overweging van die wonderen van Jesus\' barmhartigheid. Hij heeft zachtjens bij u aangeklopt en in de stilte der overweging u Zijn verrukkende stem doen hooren, omdat gij tot heden zoo weinig inspanning u getroost, om het loon

-ocr page 77-

des hemels te verwerven, maar ook heeft Hij uw vertrouwen verlevendigd op Zijne oneindige goedheid. Hoe kimt gij nog twijfelen, mijne ziel, aan de overwinning, als gij ziet, wat Jesns voor u gedaan, geleden heeft. Hoe kunt gij nog wankelen in uw vertrouwen op Gods hulp, als gij in de overdenking goed hebt leeren begrijpen, wat al vernedering, verguizing, verlaging Christus heeft ondergaan, om uwe onsterfelijke ziel te behouden. Ó dank dan God, uit het binnenste uwer ziel voor Zijne u betoonde weldaden; maar wees nu niet tevreden met hetgene gij gedaan hebt; blijf bidden, blijf overwegen, volhard in het goede tot het einde toe. Gij hebt Maria tot zulk een schoon en verheven voorbeeld, op welke wijze gij aan God kunt behagen. Dien uwen Verlosser als zij met opofferende liefde; zoek Hem alle dagen meer en meer te minnen door teedere liefdebetuigingen en zij zal uw beschermster zijn, uw voorspreekster bij haren Goddelijken Zoon eu u eenmaal geleiden tot den troon van het Lam, dat ook geslacht is om uwe zonden, opdat gij eeuwig met Jesus en Maria moogt vereenigd zijn.

-ocr page 78-

Nalezing.

Op pag. 18 15de regel van onderen staat: zijn verduisterd; moei zijn: zijn verstand verduisterd.

Op pag. 53, 10de en 11de regel van boven moet men lezen: Thomas diens Land liet leggen in Zijne zijde en diens vinger in de gaten der nagelen.

Deze verbetering geldt ook voor pag 57, 16de en 15de regel van onder.

Op pag. 59, 7de regel van onderen, staat: alleen; moet zijn: alleen met Zijn H. Moeder Maria en den H. Joannes.

-ocr page 79-
-ocr page 80-

Imprimatur:

VOOBSCHOTEN, die 4 Septembns 1884.

M. BEENSEN,

Libr. Cens.

-ocr page 81-
-ocr page 82-

Imprimatur:

Yoobschoten, die 4 Septcmbris 1884.

M. BERNSEN,

Libr. Cons.

-ocr page 83-