123
DER
VOORTGEZET DOOK
IJ K R X) TH T3 H XJ K
HAARLEM H. T). T.TEENK WTLLTNK
.ra
I. ■?;•••• -. ■
TIJDREKENKUNDIG OVERZICHT
I)ER
| ALGEMEENE GESCHIEDENIS.
. :
■if*-\'\'\' ■m
IDr. Jquot;. -^AT. O-. V^,IST OOPLDT^s
DER
VOORTGEZET DOOR
Dr. W. d C. BIJYAIICK.
quot;DERDE DRUK.
HAARLEM, H. D. TJEBNK WILLINK. 1835.
TIJDEEKENKUNDIG OVERZICHT
DEK
0 , t {Egyptenaren. Beschaving reeds in zeer oude tijden.
tijiien. Overheerscbing door Aziatische herdersvorsten, c. 3000 vóór Chr. — Na hnune verdrijving, Sesostris. — ]
Isrrëlieten. Als zwervende stam in Kanaan onder Abraham. Later, verhuizing naar Egypte. Terugkomst naar Kanaan onder Mozes. Koningschap ingevoerd in de 11de eeuw vóór Chr. Splitsing van het rijk in de Samuel, rijken Israël en Juda. sSom\'o.
Phenicié\'rs. Reeds een machtig handelsvolk omstreeks Ackab\' Jetnl-
1000 vóór Chr. Stichting van Carthago, 9de eeuw A _
voor Chr. 1
Assyriërs en Babyloniërs. Ninive en Babel reeds in oude tijden zeer aanzienlijke steden. — Semiramis. —~
II. Indo-Germaansche volkeren.
Indiërs. Heilige boeken van zeer oude tijden dag-teekenende.
Perzen en Meden. In zeer oude tijden in Bactrië gevestigd. Zarathustra. Later aan de Assyriërs onderworpen.
6
Grieken. Mythische tijden, tot ll^e eeuw vóór Chr. Cadmus, Da-Dorische volksverhuizing, 11 de eeuw vóór Chr. (?) nereuies\'quot;1\'3\' Iets later, verhuizing van vele Grieksohe stammen naar Klein-Azië. Homerische gedichten.
Wetgeving van Lycurgus te Sparta , 9de eeuw.
\'Thn Oostersche geschiedenis. Aethiopische koningen Pui, Tigiath heerschen over Egypte. De Assyriërs breiden hun macht manassar.\' uit over Israël: val van dit rijk. Verval van het As- Hiskia.
Deioces
syrische rijk tegen het einde der eeuw: opkomst van het Medische en Lydische rijk.
Grieksohe geschiedenis. Begin van den tijd der volkplantingen en der tyrannen.
Romeinsche geschiedenis. Stichting van Eome. 754 Romuius.
c n-O \' Nquot;ma-
of 7o3.
1 eeuw Oostersche geschiedenis. Medisch, Lydisch en Ba-\' bylonisch rijk in Azië: Cyaxares in Medië, Nebucad-nezar in Babel aan het eind der eeuw. Val van Ni-Psammetichus en quot;Necho in Egypte: slag bij
^ ^Jjj, ^u lao^ Josia.
Griekscne geschiedenis. Volkplantingen en tyrannen. Periander te Corinthe; onlusten te Athene, tegen het einde der eeuw. Toenemende macht van Lacedaemon.
Romeinsche geschiedenis. Rome onder de koningen ;
val van Alba Longa. ™hgt;8 Hos-
eeuw
Chr. . n
einde
Oostersche geschiedenis. Nebucadnezar maakt inde aan het rijk Juda. Astyages, in Medië; Apriës 1 gt;
in Egypte. ^ g quot; * * *
Cyrus stelt de Perzische heerschappij in plaats van
de Medische, c. 06O. Later, val van het Lydische en 7?% Babylonische rijk. Amasis ia Egypte. Cambyses koning 4 *-9 van Perzië: verovering van Egypte, 525.
TZZ-fffDarius. Nieuwe inrichting van bet Perzische
Grieksche geschiedenis. Solon wetgever te Athene,
begin der eeuw. Later, Pisistratus tyran te Athene.c/^oi .
De meeste tyrannen worden verdreven: die van Athene Hippiaf1quot; — ,/J y in 510. — Clisthenes. —, ^ fa
Romeinsche geschiedenis. Servias Tnllius. Tarqui- n^s v^u^i uius Superbus. Do koningen verdreven, 510. Poreenn^01quot;\'
Macht der Etrusken in Italië, der Carthagers in de Westelijke zeeën.
®e Oostersche geschiedenis. Sedert de Perzische oor- //!/ - —^
logen valt de Oostersche geschiedenis met de Griek-sche samen. 4fJ~
. Grieksche geschiedenis. Perzische oorlogen: slagen M;Uiades
^^^t4^Afarfhon) 490; bijpiat^ ^fheiri^y^
-^^P^en Mycale, 479. —
, , Vestiging dor Atheensohe heerschappij. H/W n /lmon- ^ \'\'
ic^yp tussen ^hene
en Tjacedaemon. Sl^J^J^nagra.jt57• Vrede tusschen beide staten, 145.
Peloponnesische krijg, 431-404.. Pylus, 435. Vrede Cleon, Brasidas, van Nicias, 421. Tocht naar Sicilië 415 tot 413. Slag Sooraiês68\'
bij Aegos Potarai, 405. Tocht van Cyrus den jongere, CaNicmtidas terugtocht der 10,000; 402. itirasybuiss.
Romeinsche geschiedenis. Volkstribunen; 494. Ak-Corioianu».
kerwet, van Cassius , 486. Wet der 12 tafelen, 451. Wet van Canulejus; 445. Strijd tusschen patriciërs en plebejers over het consulschap. Macht der Sabellische volkeren in Z., der Galliërsin N. Italië.
8
4« eeuw Gpieksche geschiedenis. Krijg tusschen Perzië en Tissaiihemes Laeedaemou: slagen bij Cnidus enCoronea, 394. Vrede conon !Uiphi-van Antalcidas, 387. Verval van het Perzische rijkcia,ci onder Artaxerxes II.
Oorlog tnsscben Thebe en Lacedaemon, sedert 378.
Slagen bii Leuctra, 371, en Mantinea, 363. Peiopidas
amp; J \' \' \' Epaminontias.
Philippus van Macedonië, 360—336. Slag bij Chse-
lason.
ronea, 338. Griekenland onder Macedonischen invloed.
Demosthenes.
Macht van het Perzische rijk eenigszius hersteld onder OchuS. Bagoas.
Alexander de Groote, 336—323. Het Perzische rijk Daüus veroverd: slagen bij den Granicus, 334, bij Issus, 333,
en bij Arbela.
Alexander\'s rijk en zijne veldheereu. Dood van Eunie- Peidiccas.
Antipater ,
nes, 316. Antigonus en andere veldheeren van Alexander i\'toiemaens,
SeleucuE,
nemen den koningstitel aan, 306. Slag bi) Ipsus, 301. Lysimachua,
, ■ . i - -rr •• T-» Demetrius.
Romeinsche geschiedenis. Veji genomen, 396. Rome oirmus. nmchtig over Etrürië en andere grenslanden.
De Galliërs te Rome, 390.
Plebejers toegelaten tot het consulschap, 367.
Saninitische oorlogen, sedert 343. Lioinius Stolo.
Chr
36 e^v Grieksche geschiedenis. Egypte onder de Ptolemaeën, het Syrische rijk onder de Seleucideu, Macedonië onder het huis van Antigonus. Galliërs in Griekenland en Azië.
Het Achaïsch verbond wordt onder Aratus eene hoofdmogendheid van Griekenland, 244.
Verder valt de Grieksche geschiedenis met de Romeinsche te zamen.
Romeinsche geschiedenis. Einde der Samnitische oor- Dei-ius. logen, S90 vóór Chr. Romeinen meester in geheel Italië.
Oorlog met Pyrrhus, 280—375. Curins Denta
4
9
Eerste Punische krijg, 36-i—24.1. Zeeslag ouder Dui- Baicaa\'-1Car lius, 360. Regulus in Afrika, 256. Slag bij de Aega-}^tetIUS (:atu\' tische eilanden, 241. [Sicilië en iets later Sardinië Romeinsche wingewesten.]
Romeinen en Grieken in aanraking door den Illy-rischen krijg. Macedonische macht in Griekenland ver- ckoniènes. sterkt door den slag bij Sellasia, 222. [Gallia Cisalpina Romeinsch wingewest.] Tweede Punische krijg, 21!;— philippus.— 202. Slagen bij de Trebia, 218, Trasimenus, 217, Sempromus | Cannae, 216. Romeinen in Spanje. Hasdrubal sneuvelt, Fabiua Maxi-207. Slag bij Zama, 202. Varro ^Mareequot;8
lus ; Nero.
--Syphax en Ma-
sinissa.
\' eeuw
Romeinsche geschiedenis. Oorlog met Philippus van Fiamininus.
\'Macedonië, 200—197. (Cynoscephalae.)
Oorlog met Antiochus van Syrië, 192—190, (Ma.g- Acittaa uesia). Oorlog met Perseus, 171—168. (Pydna). Uuf^aS^.6quot;\'1\' Derde Punische krijg, 149—146. Corinthe verwoest, af jongerT—US 146. [Macedonië, Afrika, Azië, Romeinsche wingewesten]. Mummu,s\' Spaanscho krijg, geëindigd met den valvanNuman- viriathus tia, 133. Akkerwet van Tiberius Gracchus, 134—133.
C. Gracchus; macht der aristocratie gefnuikt, 123— 121. Jugurtha in Numidië. De Cimbren en Teutonen,
sedert 113, Marius tegen hen te velde, 105 —101.
v. ech7. Romeinsche geschiedenis. Marius en Saturninus, 100 vóór Chr.
L. Drusus volkstribuun, 91. Krijg met de Italiaansche bondgenooten. Sulla consul, 88. Zijn oorlog met Mithri-dates van Pontus, 87—83. Onlusten te Rome.
Sulla wordt meester in Italië en hervormt de re- Craesus!8 publiek, (dictator 81—VC; sterft 78.)
10
Oorlogen in Spanje met Sertorius, tot 71; in Italië met de slaven onder Spartaous, 73 — 71; in Azi(j met ^cei.0_ CaeEar-Mithridates, sedert 74, en Tigranes van Armeniü, Cato.
sedert 69.
Pom pejus tegen de zeeroovers, 67 , en in Azië, 66—62.
[Syrië en andere streken van Azië Rom. wingewesten.J Samenzwering van Catillina, 63.
Eerste driemanschap: Caesar consul, 59. ciodina
Caesar in Gallië, 58—-19. [Gallië Romeinsch wingewest.] Crassus tegen de Parthen, 54—53.
Burgerkrijg tusschen Caesar en Pompejus, sedert Ciji.o Juba 49. Slagen bij Pharsalus, 48, Thapsus, 46, Munda,
45. Caesar\'s alleenheerschappij. Zijn dood, 44.
Antonius en de senaat, 44. Oorlog bij Mutina ; tweede driemanschap, 43. Brutus en Cassius bij Philippi verslagen , 43.
Oorlog tnsschen Antonius en Octavianus , beslist door Üex\'
den slag bij Actium, 31. [Egypte Romeinsch win ge-west.] Het keizerschap te Rome gevestigd onder Augustus (Octavianus). Bloeitijd der Romeinsche letterkunde. [Donau-landen aan Rome].
Drusus en later Tiberius in Germanië, sedert 12 vóór Chr.
naechi\\ Romeinsche geschiedenis. Nederlaag van Varus in Germanië, 9 na Chr.
Tiberius keizer, 14—37. Caligula, 37—41. Claudius, 41—54. [Brittannië Romeinsch wingewest.] Nero, Germancur 54—68. Einde van het huis van Augustus. AgrfppinaT
Verwarring onder Galba , Otho, Vitellius, 68—69.
Herstel der orde onder Vespasian us, 69 — 79. Titus keizer, 79—81. Domitianus, SI—96. Nerva; Trajanus Agiiccia. keizer.
11
2\';eeuw Romeinsche geschiedenis. Bloei van het keizerrijk onder Trajanus (Daciti veroverd). Hadrianus, Antoninus, M. Aurelius tot 180. Onder M. Aurelius invallen der Germanen in de Donau-landen.
Slechte regeering van Oom modus, 18Ü—192. Onder Severus, 193 —311, wordt het Romeinsche rijk eene militaire monarchie.
3° eonw Romeinsche geschiedenis. Het huis van Severus Caracaiia.
na Chr. /-x t » , •, ^ Heliogabalus.
regeert tot 23o. Onder Alexander Severus (222—235)
wordt het Parthische rijk door het Nieuw Perzische of dat der Sassaniden vervangen.
Ongelukkige toestand van het rijk na den dood van Dedus^Vaieri Alexander Severus, vooral onder Galliënus (260—268). anus-Gedurige invallen van Germaansche volkeren; opstanden der legers; tegenkeizers.
Het rijk tijdelijk hersteld door Claudius (269—27 0) en Aurelianus (270—275). — Probus. — Nieuwe inrichting van het rijk door Diocletianus, 285—306.
nVchr\' Romeinsche geschiedenis. Constantijn de Groote gaat tot het Christendom over, 312; wordt meester in het geheele Romeinsche rijk, 32-1. Kerkvergadering van Niosea , 325. Arius.
Zoons van Constantijn, 337 — 361. Juliaan de Afvallige , 3 61—3 6 3.
Groote volksverhuizing door de overkomst der Hun- valentiniaira», nen naar Europa, 375. Slag bij Adrianopel tusschen de Gothen en keizer Valens, 378.
Theodosius keizer; eerst in het Oosten, later over ■ het geheele rijk. Zegepraal van het Chi-istendom. In 395 wordt het rijk onder zijne zonen voor goed in een Oostersch en Westersch gesplitst.
13
se Romeinsche geschiedenis. Radagaisus in Italië, 406; el
UW\' Alarik voor Roqio , iOO. Begin dor ontbinding van stllK\'ho-het Westerscbe rijk onder Honorius (sterft-ISJS); West-Gothen, Bourgondiërs enz. in Gallië ; Groot-Brittanje aan het rijk onttrokken, enz. — Iets later, Vandalen
in Afrika. ^ Gensmk,
Saksen in Groot-Brittanje. — Attila in Gallië; slag A6\' us-bij Chalons, 4)51. Verheffing van het pausdom ouder Leo I. Het Hunnenrijk gaat te niet. Verder verval van het rijk onder invloed van Riciraer. Odoacer maakt een einde aan het rijk, 476.
Macht der West-Gothen in Gallië en Spanje. — Eui\'k. Verheffing der Frankische macht in Gallië en Duitsch-land onder Clovis; slagen bij Soissons, 486, en Zül-Syagrius pich, 496; Clovis gaat over tot het Christendom. — De Oost-Gothen onder Theoderik veroveren Italië, 493.
Clovis verslaat de West-Gothen bij Poitiers, 507;
Theoderik heer van beide Gothisohe rijken. Clovis sterft, 511; verdeeling van zijn rijk onder zijne zonen. Theoderik sterft, 526; zetel van het West-Gothische rijk weldra verlegd naar Spanje. Theudes.
Justinianus keizer van het Oostersche rijk, 537 tot Btiisaiïus. 565. Afrika aan de Vandalen, Italië aan de Oost- vftiges,Totiki Gothen ontrukt. Chosroës I in Perzië. Aiboïn.0quot;1615014
Longobarden in Italië, 568. Avaren aan den Donau.
Paus Gregorius I; bekeering der Angelsaksen door Romeinsche zendelingen.
Onlusten in het rijk der Franken onder de kleinzonen van Clovis; Fredegonde en Brunehilde.
13
Laatste verheffing van net Perzische rijk onder Chos- Heraoims. roes II. — Mahomed in Arabic. Zijne vlucht naar Medina, 632; zijn dood,6i32. — Verovering van Palestina, Egypte, Perzie door de Arabieren onder Omar, 634—6-14. Ali en Moawia , 656 — 661. De Omayaden verkrijgen het kalifaat, sedert 661.
Clotarius II koning van het geheele Frankische rijk , o\'S. Macht der Hofmeyers: Grimoald, Ebroïn. Pepijn van Heristal en de Anstrasiërs zegevieren in het Frankische rijk door hunne overwinning bij Testri, 68/.
eeuw. De Arabieren veroveren Spanje, 711. Het Frankische itoderikTailk\' rijk bedreigd door hen en door de Saksen.
Karei Martel in hot Frankische rijk, 714—741. De Bonifacius Arabieren geslagen bij Poitiers, 732. De Omayaden verliezen het kalifaat aan de Abbassiden, 7ö0.
Pepijn de Korte eerste koning van het Frankische rijk uit het huis der Karolingers, 751.
, . „ . Abderrahmfn
Omayaden in Spanje, 759. Desidevius —
Wittekind. —
Karei de Groote, 768 — 814. Wordt te Rome tot Alcui!i —
p- Leo m. —
keizer gekroond, SOO. Irene,
Harcen al Raschid kalif, 785—809.
eeuw. Lodewijk de Vrome, 814—840. — Engeland ver-
eenigd ouder Egbert. — Hot rijk van Karei den Groote Lotharius,
0 u Lodev .jk de
verdeeld bij het verdrag van Verdun, 843. Duitseher,
J 0 \' Karei de Kale
De Noormannen plunderen de kusten van Europa. P- Nicoiaas I.
Karei de Dikke vereenigt het geheele Frankische rijk onder zijn gezag, 884—887.
Toenemende ontbinding van het Frankische rijk. —
Keizer Arnulf in Duitschland, 887\' — 899; koning Odo in Frankrijk, 888—898.
Alfred de Groote in Engeland, 871—901.
Mamoen, Motas-
Verval van het kalifaat. sim, Motawak-
kil.
Lode wijk het kind, de laatste Dnitsche Karolinger,
899—911. De Magyaren ondernemen plundertogten naar Westelijk Enropa. — Dreigende ontbinding van het Duitsche rijk. — Herstel der koninklijke macht in Duitschland door Hendrik den Vogelaar, 919—936;
ilagyaren geslagen bij Merseburg, 933.
Noormannen gevestigd aan de kust van Frankrijk eoUo. — Karei „ de Eenvoudige.
(iSTormandië), 912.
De kalif Eahdi ^931—940) geeft de wereldlijke macht in het rijk der kalifen aan den emir al omra. Macht der Buïden in Perzië, der sultans van Gazna aan de Indische grens, der Fatimiden in Egypte (latere helft der eenw).
Otto I in Duitschland, 936—973. Tot keizer kroond, 961; begin van den samenhang tussohen de Duitsche en Italiaansche zaken.
Abderrahman III in Spanje; grootste bloei van het rijk der Omayaden aldaar. Tegen het eind der eeuw,
Almansor. — Einde der Pransche Karolingers; Hugo Capet koning van Frankrijk, 987.
Hernieuwing der Deensche plundertochten in Engeland. Etteired. —
Gevaren voor het Duitsche rijk onder Otto III, ^pbinus dê lt;)83—1003; verheffing der Poolsche en Hongaarsche — Batlquot; macht. Christendom in Hongarije.
10e
«euw.
ile Christendom ingevoerd in het Eussische rijk onder Wladimir.
Keizer Hendrik II herstelt het koninklijk gezag in Duitschland en begunstigt hervormingen in de kerk, 1003—1034.
et-uw
15
Duitschland\'s bloei onder de eerste Salische keizers,
Koenraad II, 1021,-1039, en Hendrik III, 1039 tot p-Le0 1X 1056. — Normandiërs in Z. Italië.
Deensche koningen in Engeland, 1013—10 H. —deeg1l0oóteR11quot;, Christendom in de Noordscbe landen gevestigd.
To grulbeg
Seldsjukken meester in het rijk der Kalifen, latere Alp Arsi«n helft der eeuw.
Hendrik IV in Duitschland, 1056—1106; zijn strijd met paus Gregorius VII, 1073—1085. Zwaben.
Engeland veroverd door Willem van Normandië. 1066. Harold. Verheffing der Christenrijken in Spanje. — Toledo de cid-genomen, 1085. Afrikaansche Mahotnedanen in Spauie.
T-i , i . . i . P- Urban us II
Ü-erste kruistocht gepredikt, 1095. — Jeruzalem Petei\'
Amiens —
genomen, 1099. Godfried van
Bouillon. —
__Alexius (\'omne-
nus.
12(3
eeuw. Geestelijke ridderorden (tempeliers eu ridders van St. Jan) in Palestina, 1118.
Keizer Hendrik V in Duitschland, 1106—1125;
Wormser concordaat, 1122. p. Paschalis II.
Opkomst der steden en verheffing der koninklijke p\' Callxtus I1, macht in Frankrijk onder Lodewijk VI, 1108—1137.
Inneming van Edessa, 1144; tweede kruistocht, 1147. cuf^aui\'quot;quot; Frederik Barbarossa, 1152—1190. Begin van den strijd tusschen de Guelfen en Ghibellinen in Italië. — Lleuw.k de Vrede van Constanz, 1183. pAiexanderlii.
Hendrik II (Plantagenet) koning vau Engeland;
1154—1189. Zijn strijd met Thomas Becket. Ierland veroverd.
Jeruzalem genomen door Saladin, 1187.
Derde kruistocht onder Frederik Barbarossa, Philips Gugt;quot; ^11 Lusii?-
1 c nan.
II (Augustus) van Frankrijk en Richard Leeuwenhart van Engeland, 1189—1193.
16
Groote macht van het keizerschap onder Hendrik VI, 1190—1197. Paus Innocentius III, 1L98—1316.
Latguscho kruistocht, 1203; Latijnsch rijk in het Oosten, l^O-t—1261. Bloei van Venetië. Dandolo.
Troonstrijden in Duitschland (Otto IV tegen Philips van viaanderer van Zwaben en Frederik II), 1197—12-18.
Jan van Engeland en Philips Augustus van Frankrijk. Normandië aan de Engelschen ontnomen. Magna Charta geteekend, 1215.
Albigenzenkrijg in\' Z, Frankrijk, 1308—1\'?29. Toulouso, Van
Verheffing der Christenmacht in Spanje. Montfo™quot;
Kruistochten van Andreas van Hongarije en tegen Egypte, 1217—1221.
Kruistocht van Frederik II, 1228.
Duitache ridders in Pruisen, 1226.
Dschingiskhan verschijnt in Westelijk Azië, 1324!.
Mongolen in Rusland, Polen, Hongarije; slag bij Liegnitz, 1211. Bagdad door de Mongolen genomen: einde van het kalifaat, 1258. Huiagu.
Bodewijk IX in Frankrijk, 1226—1270. Zijn kruistocht tegen Egypte, 1248—1254; Matnelukken in Egypte.
Keizer Frederik II in strijd met de Italiaansche steden en met den paus, 1227—1250. Keizerlooze tijd in Duitschland, 1254—1373. Het huis Hohenstaufen |xGquot;SimiUocei van den troon van Sicilië gestooten door Karei van ^
Hendrik Hl van Engeland en Simon van Leicester ■
begin van het Lagerhuis, 1265. Conradyn.
Rudolf van Habsburg, 1273—1291. — Hij over- Greg0rius jj wiut Ottokar van Bohemen, 1378. — Vestiging der p-Nicolaas !! Oostenrijksche magt.
13e
eeu
17
Sieiliaansche Vesper, 1282. Jan van Prooida.
1 \' Peter III van
Inneming van Acre door de Maraelnkken: einde der A™?0quot;-kruistochten, 1291.
Ednard I van Engeland (1272—1307) en Philips IV van Frankrijk (1385—131-1). Groote verheffing van het koninklijk gezag in Jürankrijk. Oorlogen tusschen Engeland en Schotland.
14e
eeuw.
Philips IV van Frankrijk en Bonifacius VIII, 1300 tot 1303. De pausen te Avignon, 1305—1377. p. Clemens v.
De Zwitsers tegen keizer Albrecht, 1308.
Keizer Hendrik VII (1308—1313) naar Italië. —
Milaan komt onder het huis Visconti. Bloei van Florence.
Onlusten in Duitschland onder Lodewijk den Beijer, P-^hannes 1.313—1347. Het huls Valois op den Franschen troon Tigt;n Ar-
L 7 tevelue.
1328. Oorlogen tusschen Frankrijk en Eduard III van Ed\'iardvanWa-
^ les (zwarte
Engeland, sedert 1337; slagen van Crecy, 1346, en f,™8-)
_ _ 0 Marcel.
Poitiers, 1356. Gebruik van het buskruit. Vrede van Bretigny 1360; verbroken 1368.
Rienzi te Rome, 13 7.
Karei IV van Bohemen keizer van Duitschland, 1347—1378. Gouden bul, 1356.
Kerkelijke scheuring, 1378.
Verwarring in Duitschland onder Wenceslaus; in Frankrijk onder Karei VI. — Wiclef en Wat Tyler in Engeland. — Het huis Lancaster beklimt den Engel-schen troon met Hendrik IV, 1399.
Het huis Jagello op den Poolschen troon, 1386;
verheffing der Poolsche magt. — Christendom in Lithauen. —
De Noordsche rijken vereenigd bij de Unie van MargaretU. Kalmar, 1397.
2
IS
De Osmanisclie Turken in Kloin-Azie en Europa.
Skigen bij Kossowa, 1389, en Nicopolis, 1396. — t^etV\'
15,■ Tamerlan verslaat de Turken bij Angora 1403.
Kerkvergaderingen van Pisa, 1409, en Constanz, hannes XXIII. 1414—1418. Einde der scheuring.
Hussitenkrijg, 1419—1434. Kerkvergadering te Bazel, ziBka_
1431 —1449. p. Eugonins IV-
Onlusten in Frankrijk: Jan zonder Vrees van Bour-gondië.
Hernieuwing van don Bngelsclien krijg onder Hendrik V; slag bij Azincourt, 1415. — Vrede van\'Iroyes, plliUps van
1420. - BourgondiS.
lohanna Darc, 1429—1431. — Herstel der Franscbe
raagt onder Karei VII; einde van den Engelscben
krijg, 1453. —
Napels aan het huis Aragon, 1435. ^ van
Constantinopel door de Turken genomen , 1453 ; einde Hunyad.^^
van het Oostersoh-Eomeinschc rijk. — De boekdruk- Mahomed li.
Constantinus
kunst begint beoefend te worden. Paiaeoiogn».
Het huis Medicis in Florence; het huis Sforza in Milaan. Bloei der kunsten en wetenschappen in Italië.
Oorlogen der Witte en Eoode roos in Engeland. 1453 —1485. Eduard van York koning, 1461. — Laatste herstel van het huis Lancaster, 1470. — Eichard III bij Bosworth geslagen; hot huis Tudor met Hendrik VII op den Eugelschen troon, 1485.
Bodewijk XI (1461—1483) en Karei do Stoute van Bourgondië. Slagen bij Granson, Murten en Nancy,
1476—1477 ; dood van Karei. — Bevestiging der koninklijke macht in Frankrijk. —
Ferdinand en Isabella in Spanje maken een einde aan het laatste Moorsche rijk aldaar, 1492.
eeuw.
1(J
Ontdekking van Amerika doov Columbus, 1493 , eu van den zeeweg naar de Oost door Vasco de Gama,
1497—1499.
Tocht van Karei VIII van Frankrijk naar Italië, 1494. skvmmui!quot;^1\'
Verheffing van het huis Oostenrijk door het huwelijk van Maximiliaan met Maria van Bourgondië, 1477 en van diens zoon Philips met Johanna van Spanje, 1496. — Pogingen onder Maximiliaan (keizer van 1493—1518) tot regeling van het Duitsche rijk.
Rusland onttrokken aan de Mongoolsche macht onder Iwan den Groote, 1463—1505.
16 Het Napelsche koningshuis door Ferdinand van Spanje
leuw.
eu Lodewijk XII van Frankrijk onttroond, 1501. —
Verdere strijd tot op den vrede van Noyon tusschen
Karei van Spanje (Karei V) en Frans I van Frank- p. Julius n.
p. Leo X.
rijk, 1516.
DER
DUITSCHE EN FRANSCHE KONINGEN SEDERT HET EiNDE DER KAROLINGERS, DER ENGELSCHE KONINGEN SEDERT DE VEROVERING TOT OP DEN WESTFAALSCHEN VREDE.
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
PRAKKRIJK.
|
Koearaad I van Fraukenland (911) / Heudrik I. Otto I. (987) • Otto II. Hugo Capet /Otto III...............Robert. \' Hendrik II. Hendrik I. , Koenraad II. i Hendrik III. Hendrik IV............Philips I..... \' Hendrik V. Lodewijk VI. Lotharius van Saksen. Koenraad III. Lodewijk VII. Frederik Barbarossa. Hendrik VI. ) Philips...............Philips H---- /[Otto IV.] Frederik II. Lodewijk ^ III.\' Koenraad IV. Lodewijk IX. Willem van Holland. Richard van Cornwall. Rudolf I van Habsburg. Philips HI Adolf van Nassau. .. Albrecht 11 van Habsburg..Philips IV---- Hendrik VII v. Luxemburg.Lodewijk X. Philips V. Lodewijk IV van Beijeren. Karei IV. Karei IV van Luxemburg. Philips VI. Jan. Kar el V. .. Wenceslaus............Karei VI..... Ruprecht van de Paltz. , Sigismund van Luxemburg.Karei VII. j Albrecht. I Frederik III. Lodewijk XI. I Karei VIII. I Maximiliaan I-..........Lodewijk XII. \' Karei V. Frans 1. 1 HenJrik II. I Ferdinand I. Frans II. I Max\'miiiaan II. Karei IX. Hendrik HI. Rudolf II..............Hendrik VI. Matthias. Lodewijk XIIL Ferdinand 11. Ferdinand III. Lodewijk XIV. 10e eeuw. 11e quot; eeuw. 12e ^ eeuw. 13e -eeuw. 14e eeuw. 15e eeuw. Ko -eeuw. d 17e eeuw. |
1 Willem I (1006). ....Willem II. Hendrik I. agt; quot;a ^ Steven. P, Hendrik II. agt; quot;^3 o Richard I. ^..Jan. cL, Hendrik III. quot;3 . . .Eduard I. Eduard II. Eduard III. Richard 11. .... Hendrik IV v. Lancaster. Hendrik V „ ,. .« Hendrik VI,, rp Eduard IV van York, gt; Eduard V „ „ .22 Richard III „ „ ^ quot; Hendrik VII. Hendrik VIII. Eduard VI. Maria. 3quot; Elizabeth. .22 -§ Jacobus J. 2 o Karei I. CO quot;5 2 |
31
XFEUAVE GESCHIEDENIS.
16e Begin der kerkhervorming. Luther treedt op tegen Frederik de «euw. 0 , _ D _ . Wijze van
de afliiatpredikiug, 1517. — Zvvingli te Zurich. — Saksen.
10 0 Melanchthon
Luther voor den rijksdag te Worms, 1531.
Cortes in Mexico, 1519; — Pizarro in Peru, c. 1530 Mageiiaan. Karei V keizer van Duitschland, 1519—1556. Zijn Sickingen. oorlog met Frankrijk, sedert 1531. Slag bij Pavia p. Clemens vu. 1535. —Vrede van Barcelona en van Kameryk, 1529.
Christiaan II van Denemarken herstelt tijdelijk zijne macht in Zweden, maar wordt van den Deenschen troon gestooten, terwijl het huis Wasa den Zweedschen troon beklimt, 1520—1533. — Hervorming in de Noordschc landen.
Soliman van Turkije voor Weenen, 1539.
Augsburgsche confessie, 1530. — Smalkaldisch ^el\'-léssenquot;quot;1 bond, 1531.
Engeland aan het pauselijk gezag onttrokken door Cranmer. Hendrik VIII, 1534.
Verdere oorlogen tusschen Karei V en Frans I van Frankrijk, 1536 — 1544 , geëindigd met den vrede van Crespy.
Calvijn te Genève.
Orde der Jezuïten gesticht, 1540. Loyola.
Smalkaldische krijg, 1546—1547. Johan Frederik
Oorlog tusschen Karei V en Hendrik II van Frankrijk. Zege van Maurits van Saxen over Karei; verdrag van Passau, 1553. — Augsburger godsdienstvrede; Karei trekt zich terug vao het bestuur. 1555.
— Vrede van Cateau Cambrésis tusschen Philips II van Spanje en Hendrik II, 1559.
Hervorming in Engeland onder Eduard VI, 1547 tot 1553. Herstel van het katholicisme onder Maria, johanua Grey.
22
1.553—1558 ; Vein de hervorming onder Elizabeth,
l-\'-ö quot;I AAQ Catharina van
1od8 ln03. Medicis. -•
Begin der Fransche godsdienstoorlogen, 1562. C™g^y-_C1
Kerkvergadering van Trento, na sedert 1545 meer ^Fn^s van dan eens bijeen te zijn geweest, sluit in 1563. Pquot;quot;6 IV-
Al va in de Nederlanden, 1567; godsdienstoorlog aldaar en in Frankrijk. Opstand in Holland en Zeeland , moord der hugenoten te Parijs (St. Bartholomeus- Hcmink va» nacht), 1572.
Zeeslag bij Lepanto, 1571. — Polen een kiesrijk, D0™
na het uitsterven van het huis Jagello, 1572.
Pacificatie van Gent, 1576. — Unie van Utrecht, 1579. — Anjou in de Nederlanden, 1581. — Dood Parma. van Anjou en van Willem van Oranje, 1584.
Portugal onder Philips II van Spanje, 1580.
Elizabeth van Engeland verleent openlijk hulp aan Leicester. -
D . Maurits van
de Nederlanden, sedert 1585. — Maria Stuart van Nassau.
Oldebarneveld
Schotland (van 1561—1568 in haar land; sedert dien tijd in Engeland gevangen), wordt onthoofd, 1587.
Tocht der onverwinnelijke vloot tegen Engeland, 1588. paus Sixtus
Nieuwe godsdienstoorlog in Frankrijk door de ücjne, 1585. — Staten van Blois; Hendrik van Guise vermoord, 1588. —Dood van Hendrik III van Frankrijk;
einde van het huis Valois , 1589. — Hendrik IV (huis Mayenno. Bourbon) tot koning gekroond en in het meerendeel van Frankrijk meester, 1594. — Edict van Nantes, 15?8.
Philips II sluit vrede met Frankrijk en sterft, 1598.
Herstel van het katholiciame, voortdurende strijd öebhard vat tusschen katholieken en protestanten in Dnitschkaid.
Uitbreiding der Russische macht over Siberië en elders onder Iwan den Vreeselijke, 1534—1584.— Iets later,
onlusten in Eusland.
23
Het huis Stuart, uit Schotland, bestijgt den En-gelsohen troon met. Jakobus I, 1603.
Spanning in Duitschland en de Oostenrijksohe erflanden. — De protestantsche Unie, 1608. —De ftuliksche erf kwestie, 1609. — Hendrik IV van Frankrijk vermoord, 1610.
Toenemende zeevaart der Hollanders: O. I. Kom-pagnie, 1602. — Twaalfjarig bestand met Spanje, 1609—i63]. — Dordtsche synode, 1618—1619.
Einde der Russische onlusten door de verheffing van het huis Eomanofï op den Russischen troon, 1613.
Begin van deu SOjarigen krijg, 1618. — Ferdinand II keizer, 1619. — Slag bij den Wittenberg bij Praag, 1620.
Christiaan van Denemarken mengt zich in den krijg in Duitschland, 1625. — Wallenstein. — Macht van Ferdinand II in Duitschland; vrede van Lubeck; edict van restitutie, 1629.
Richelieu versterkt het koninklijk gezag in Frankrijk en hernieuwt de oude staatkunde van Frankrijk tegenover het huis Oostenrijk, 1624—1643. — La Roebelle genomen, 1628.
Gustaaf Adolf van Zweden in Duitschland, 1630 tot 1632.
Dood van Wallenstein, 1634.
Vrede van Praag in Duitschland; oorlog tusschen Frankrijk en Spanje, 1635. — De krijg in Duitschland ten behoeve der protestanten voortgezet door Frankrijk en Zweden. — Portugal aan de Spaansohe macht onttrokken, 1640. — Westphaalsche vréde, 16 8.
Karei I van Engeland, 1625—1649. — Regeert zonder parlement van 1629—1640. — Het lange parlement, sedert 1640. — Burgeroorlog in Engeland,
17e
eeuw.
Maximiliaan van Begeren. Sully. — Maria van Medicis.
Albrecht en Isabella.
Frederik V van de Paltz. Tilly.
Gaston van Orleans.
Bauer. — Oxen-stierna. — Bern-hard van Saksen-Weimar. —
Torstenson. Condé. Turen-ne. — Christina van Zweden.— Frederik Hendrik. — Tromp.
Strafford. — Laud. — Pym. Hampden. — Fairfax.
24
1642. — Karei onthoofd; Engeland tot republiek verklaard, 1649. — [Eugelsche en Fransche koloniën in N. Amerika.]
Mazarin aan het hoofd der zaken in Frankrijk , sedert
1643. — Burgerkrijg der Fronde, 1649—1653. — Vrede van de Pyreneën tusschen Frankrijk en Spanje, 1659.
Poolsche en Deensche krijg van Karei X van Zweden, 1655—1661.
Macht van Cromwell in Engeland. — Het lange parlement ontbonden, 1653. — Cromwell protector, 1653 tot 1658. — Herstel der Stuarts in Engeland met ^Lam\' Karei II, 1660. bert-Monk.
Lodewijk XIV (1643—1715) voert zelf het bestnur Fouquet. —
Colbe:;t.
in Frankrijk sedert 1661.
Stadhouderloos bewind in Holland, 1650—1673. De Witt. —
De Ruyter.
Lodewijk XIV bezet de Spaansche Nederlanden, 1667. — Drievoudig verbond tusschen Engeland , Holland en Zweden; vrede van Aken tusschen Frankrijk en Spanje, 1668.
Lodewijk\'s krijg met de vereenigde Provinciëu , 1672 Louvois. —Wil ■\' •,ö 0 lem van Oran-
tot 1678, geëindigd met vrede van Nijmegen. — Test-j.-. — Fredevik
\' o o Willem van
Act in Engeland, 1673. — Spanning in Engeland om Brandenburg-
gewaande komplotten der Koomschgezinden, 1678 tot
1681. — Whigs en Tories. — Karei II wint het van
de Whigs tot aan zijn dood, 1685.
Kamers van reünie aan de Fransche grenzen; wil- Leopold 1 van
i . -i t i quot;i -vt-ttt Duitschland.
lekeunge handelingen van Lodewijk Alv tegenover joh. Sobieski
, van Polen.
zijne naburen. — De Turken voor Weenen geslagen,
1683; Ofen door de Oostenrijkers herwonnen, 1686.—
Edict van Nantes opgeheven, 1685. paas innoeen-
Kevolutie in Engeland , 1688 ; Willem III van Oranje Luxemburg vervangt Jacob II op den Engelscheu troon. Algemeene Aquot;lleiL-oorlog tusschen Lodewijk XIV en de meeste Euro-
25
pecsobe mogendheden, 1688—1697, geëindigd met vrede van Rijswijk.
Vrede vau Carlowitz tusschen Oostenrijk en Turkije, 1699. — Peter de Groote in Eusland, 1682—1725. —
Zijne reis naar Westelijk Europa, 1697.
18e Krijg van Polen, Denemarken en Rusland tegen Augustus vim etuw Karei XII vau Zweden, 1700. — Karel\'s krijgsbe- Ten™—quot;stanis-drijven tot zijne nederlaag bij Pultawa, 1709. — Peter laus Le\'-/quot;\'skl de Groote in oorlog met de Turken, 1711 —1713.
Frederik van Brandenburg wordt gekroond tot koning van Pruisen, 1701.
Dood van Karei II van Spanje; het huis Bourbon op den Spaanschen troon met Philips V, 1700. — Marihorougii,
. Eugenius van
Spaausche successie-kryg, 1701—1713. — Willem III Savoye. van Engeland opgevolgd door Anna, 1702—1714. —
Nederlagen der Franschen bij Höchstett, 1704, Ramillies en Turin, 1706, Malplaquet, 1709. — Wijziging der villars, Engelsche staatkunde, 1711. — Vrede van Utrecht, VenJquot;1quot;-1713.
Het huis Hanover bestijgt den Engelschen troon met George 1, 17i4 -1727. — Regentschap van Philips van Orleans in Frankrijk in de eerste jaren van Lode- Dubois.
wijk XV, sedert 1715. Law\'s fiuantieele maatregelen
Onlusten en oorlogen in N. en O. Europa door Karei Fi-edeiik Wil-
lem X vau
XII van Zweden, (tot 1718) en Peter den Groote; in Pruisen Z. Europa door den Spaanschen minister Alberoni,
1717—1720. — Koninkrijk Sardinië.
Poolsche successie-krijg, 1733—1735. — Napels aan
1,0 r pule. — Anna
het huis Bourbon, — Frederik II van Pruisen, 174.0 van—
Augustus ut
tot 1786, en Maria Theresia van Oostenrijk, 1740 van l\'oien. tot 1780. — Frederik bezet Silezië, 1740—-1741. — Oostenrijksche successie-krijg, 1741 — 1748, geëindigd Karei vil en
26
met den vrede van Aken. [Frauschen en Eugelschen fcrtquot;VeizCTs)!\'
r n... -1 Karei Eiluard
111 Indie.J staart. -
Zevenjarige krijg: Engeland tegen Frankrijk in Kaduem,,z^.m-
Amerika; Pruisen tegen Oosteniijk en andere vijanden, f.™1; - R,cho-
1756—1763; geëindigd mot vrede van Parijs; waarbij put (,ie „ude-
Engeland merster blijft in Amerika, en dien van van
Hubertsburg, waarbij Prederik II in het bezit van
CUoiseüi.— Crc-
Silczië wordt gelaten. Engeland. —quot;
Catharina II van Rusland, 1763—1796. beth \'en r\'èter
Hervormingen in het bestuur in onderscheiden lan- R\'ls
den van Europa (Portugal, Spanje enz.). De orde
der Jezuïten opgeheven door paus Clemens XIV, 1773. s\'\'ai,\'\'lt;\'\'\'
Turksche krijg van Catharina II, 1768—17741. —De Orioffs. -\'J!D Staniblaus
Eerste deeling van Polen, 1 773.
0 7 Pomatowski.
lieijersche successie-krijg, 1777—1770.
Amerikaansche vrijheidsoorlog, 1775—1783. —Toe-nemende macht van Engeland in ludië. North. — Fox.
Keizer Jozef II en zijne hrrvorraingen, 1780—-1 7Si0.
Lodewijk XVI in Frankrijk, sedert 177-t; bezwaren Marie Antoi-
netto — Tur-
onder ziine regeerincr. — Staten Generaal van 1789; gut. — Nee-
^ , , -n , ker. — Calonne.
be^in der Fransche revolutie. — Oorlog tusschen 1 rank- Mirthcau. — D T , „ Philips van
rijk en Oostenrijk ; nationale conventie; republiek at- Orleans. —
t i WTT x layette, —
gekondigd in Frankrijk, 1792. — Lodewnk aVi out-Leopold ïl en
^ ^ . n • Fr«ns 11 keizers
hoofd, 1793. — Oorlog met Engeland en bpanje. — van uuitsch-, li n • land; Irederik
C4irondijnen en bergpartij bestrijden elkander m en wniem II van
. t . Ti ! Pvuisen. — Du-
buiten de conventie, maar opstanden m rrankryk nog n-ouiiez.
_ , , ■ i t • i TT i \' Dan;on, Marat,
in 1793 onderdrukt, behalve die in de Vendee. —Robespierre. —
Schrikbewind te Parijs. — Tweede deeling van Polen , quot;
1703. Kosciusko.
Val van het schrikbewind in Frankrijk; voorspoed iiocho der Fransche wapenen in de Nederlanden en elders, i\'ichcgru. — Omwenteling in Holland door de Fransche
T-. 1 . Ti • O • Karei IV van
wapenen; vrede te Bazel met Pruisen en bpanje, 170o. Spaije; Godoy.
27
Derde deeling van Polen, 1795.
In Frankrijk, constitutie van 1795: het directoire, Ban-as. 1795 — 1799. — Bonaparte in Italië, 1796. — Vrede Monau. —
Aartshertog
van Campo Formic tnsscben Frankrijk en Oostenrijk: Ka\'el zaken van N.-Italië naar den zin der Franschen geregeld, 1797.
Bonaparte naar Egypte, 1798.
Nieuwe krijg van Frankrijk met Oostenrijk en keizer Paul van liusland , 1798.— Veldtocht der Russen Suwar.tr _
Mao don aid,
en Oostenrijkers in Italië, 1799. — Bonaparte terug Joui.eit. —
Siéyès.
uit Egypte; het consulaat, 1799.
19e Slagen bij Marengo en Hohenlinden, 180U. —Vrede enw. . ......
van Lutiéville tnsschen Frankrijk en Oostenrijk; keizer Paul van Rusland vermoord ; Egypte door de Fran- Kiéber.
schen ontruimd, 1801. — Vrede van Amiëns tusschen Engeland en Frankrijk; opheffing der geestelijke vorstendommen in Duitschland, 1802.
Herijieuwing van den krijg tusschen Frankrijk en Engeland, 1803. — Bonaparte (Napoleon) wordt keizer der Franschen, 1804; Frans II (keizer van Oostenrijk.) — Hernieuwing van den kryg op het vasteland;
ülm door de Oostenrijkers ovorgegeven; zeeslag bij
Trafalgar; slag bij Austerlitz; vrede van Presburg, N ison.— 0 \' 0 J \' c \' Mack.
1805.
Koninkrijken voor Napoleon\'s aanverwanten : Napels,
1805; Holland, 1806. — Opheffing vau hot Duitsche
rijk; oprichting van het Rijnverbond. •— Oorlog met
Pruisen. Slag bij Jena, 1806. — Slagen bij Eylau
en Friedland, vrede met Rusland en Pruisen te Tilsit, quot;rederik Wil-... lem nr van
1807. — Het koninkrijk Wesiphalen. — Napoleon\'s Prui en, bemoeiingen met Spanje; Jozef Napoleon koning aldaar.
28
1808. — Begin van deu Spaanscben krijg. — Finland Ferdinand van door de Russen veroverd. Joachim Marat.
Nieuwe krijg met Oostenrijk; slagen bij Aspern en Wagram, vrede van Weenen, 1809. — Omwenteling in Zweden; Beruadotte kroonprins. — Napoleon in Gustaanv van onmin met Alexander van Rusland. — De Russische Zweien-krijg breekt uit in 1812. — Napoleon te Moskou;
terugtocht van zijn leger in den winter. Kutasoff.
Pruisen vereenigt zich met Rusland; slagen bij Lützen Blüoher. en Bautzen. — Wellington slaat de Franschen bij Mettemic-h. Vittoria in Spanje. — Oostenrijk voegt zich bij het verbond; slag bij Leipzig, 1813. — Krijg in Frankrijk; eerste vrede van Parijs, 1814. — Napoleon naar Elba. — De Bourbons hersteld in Frankrijk. — Congres van Weenen, 1814—1815. — Napoleon uit Elba terug; slag bij Waterloo, 1815. — Tweede vrede van Parijs; Napoleon naar St. Helena.
AANHANGSEL. — TIJDREKENING DER
NIEUWSTE GESCHIEDENIS SEDERT 1814.
Ferdinand VII keert terug naar Spanje en herroept de constitutie van 1812. — Lodewijk XVIII koning van Frankrijk. — Noorwegen komt aan den koning van Zweden, 1814. — Restauratiën iu Duitschland,
Italië enz., 1813—1814.
Congres te Weenen. België met de N. Nederlanden vereenigd. Vestiging van den Duitschen bond; 1814 tot 1815.
Napoleon in Frankrijk. Joachim Murat uit Napels verdreven; herstel der Bourbons van Sicilië. Slag bij Waterloo; tweede vrede van Parijs; heilig verbond opgericht, 1815.
39
Renctie tegen instellingen en strekking der revolutie in onderscheiden landen van Europa; (Spanje, Frankrijk , Italië, Duitschland enz.)
Congres te\'. Aken; Frankrijk door de troepen dei-vreemde mogendheden ontruimd , 1818.
Conferentiën te Carlsbad ; maatregelen tegen Duitsche vevolutionnairen, 1819.
Omwenteling in Spanje; constitutie van 1812 op nieuw ingevoerd, 1820. Gevolgd door omwentelingen in denzelfden zin in Napels en Portugal.
George IV koning van Engeland, 1820—1830.
Congres te Troppan, 1820, gevolgd door dat van Laybach; herstel van het koninklijk gezag te Napels door Oostenrijksche wapenen, en bedwang van andere bewegingen in Italië, 1821.
Opstand der Grieken tegen Turkije, 1821.
Burgerkrijg in Spanje, 1831. Congres te Verona, 1822, en tengevolge hiervan herstel van het koninklijk gezag in Spanje door Fransohe wapenen, 1833.
Bewegingen in Spaansch Amerika sedert 1810, weldra leidende tot afscheiding der Amerikaansche landen van Spanje. Als onafhankelijk erkend door de Ver-eenigde Staten van N. Amerika, 1822 ; door Engeland, 1825; Spanjaarden ontruimen Amerika, 1826.
Brazilië van Portugal gescheiden, 1823.
Bodewijk XVIII van Frankrijk opgevolgd door Karei X, 1834.
Ibrahim Pacha met eene krijgsmacht uit Egypte naar Griekenland, 1835. Nederlagen der Grieken.
Alexander van Rusland door Nicolaas opgevolgd; onlusten in Rusland, 1825. Krijg tusschen Rusland en Perzië, 1836—1827.
Na den dood van Johan VI van Portugal staat
80
keizer Peter van Brazilië de Portugeosclie kroon at aan zijne dochter Maria, ]820, die ze, in weerwil van de partij van haren oom don Miguel, door Engelsche hulp verkrijgt. 1827. Don Miguel, door zijn broeder tot regent benoemd, werpt zich tot koning op, 1828.
Sultan Mahmoed heft de Janitzaren op, 1826.
Verdrag van Engeland, Frankrijk, Rusland over de Grieksche zaken; zeeslag bij Navarino, 1827. Krijg tusschen Rusland en Turkije , 1828 ; vrede van Adrlano-pel, 1829. Grieksche staat geheel onafhankelijk verklaard, 1830. Otto van Beijeren koning van Griekenland, 1832.
Emancipatie der katholieken in Engeland, 1829.
Spanning in Frankrijk over het optreden van het ministerie Polignac, 1829. Algiers door de Franschen genomen, 1830. — Juli -hevgi.utie in Fuankiiijk ten gevolge der handelingen van het ministerie; Karei X verjaagd; Lodewijk Philips van Orleans koning der Franschen, 1830.
Gevolgen der revolutie in Frankrijk: opstand in België, in Polen, in onderscheiden staten van Duitsch-land en Italië enz. 1830 en 1831. (Oostenrijksche en Fransche troepen in den Kerkdijken staat, 1832.)
Willem IV koning van Engeland, 1830—1837.
Opstand in Polen bedwongen, 1831. Leopold van Coburg koning van België, 1831.
Hervorming van het Engelsche kiesstelsel, door het ministerie voorgesteld in 1831, ingevoerd in 1832.
Peter van Brazilië legt de kroon neder en begeeft zich naar Portugal om de regten zijner dochter te handhaven, 1832. Maria gekroond, 1833; don Miguel verlaat het land, 1834.
Ferdinand VII van Spanje sterft na zijne dochte r
31
Isabella als erfgeuaain der kroon te hebben doen erkennen , 1833. Begin van den strijd tusschen de Cbris-lino\'s (aanhangers der regentes Christina) en de Car-listen (die van don Carlos, broeder van Ferdinand).
Vrijmaking der slaven in de Engelsehe koloniën, ISS-l, nadat reeds in 1807\'een besluit tegen den Britschon slavenhandel genomen en op het congres van Weer.en eene nadere schikking tegen den slavenhandel in het algemeen getroffen was. In N. Amerika besluit het congres dat het over de slavenkwestie niet kan beslissen, 1836.
Willem IV van Engeland door Victoria opgevolgd, 1837.
Vrede tusschen Nederland en België, 1839.
De krijg tu?schon Christino\'s eu Carlisten door maarschalk Espartero ten einde gebracht, 1839. Don Carlos verlaat Spanje iu 1839, zijne laatste aanhangers in 184\'0. Koningin Christina verlaat Spanje, 184-0; Espartero regent, tot 1843.
Oorlog der Engelschen met China, 1839—184lt;3 ; in de streken over en aan den Indus, 1840—1846.
Mehemet Ali, sedert 1833 meester van Syrië mot goedkeuring van den sultan , wordt door tusschenkomst der Europeesche mogendheden (bniten Frankrijk) meeren-deels tot Egypte beperkt, 1840. Spanning tusschen Engeland en Frankrijk over deze zaak.
Spanning in Zwitserland tusschen protestanten en katholieken sedert 1841.
Bewegingen in Ierland togen de vereeniging met
O O O O O
Engeland, in Engeland tegen de belasting op den koren-invoer en over wijzigingen der staatsregeling in democratischen zin (chartists). — Korenbelasting afgeschaft in 1846. — Hongersnood in Ierland.
33
Paus Gregorius XVI (sedert, 1831) door Pius IX vervangen , iS-te. — Hervormingen in den Kerkelijken Staat, gevolgd door spanning in andere streken van Italië.
Spaansche huwelijken (koningin Isabella met haren neef Frans van Assisi, hare zuster met een zoon van den Franschen koning), 18\'16. Spanning hierover tus-schen Frankrijk en Engeland. — De vrije stad Krakau bij Oostenrijk ingelijfd, 1846.
Krijg in Zwitserland tusschen de bondsregeering en het „Sonderbnndquot; (eene vereeniging van zeven katholieke kantons) geëindigd met de nederlaag van hot Sonderbnnd, 1847.
De emir Abd-el-kader, sedert 1833 de ziel van alle bewegingen in Algerië tegen het Fransche bestuur, geeft zich aan de Franschen over, 1847.
Toenemende bewegingen in Italië ten gunste van vrijzinnige staatsinstelling, begin van 1848.
Febhuari-revolutie in Fkankrijk ; Lodewijk Philips verdreven; de republiek afgekondigd, 1848.
Naaste gevolgen der revolutie: — „Bewegingen in Oostenrijk, Pruisen en andere Duitsche staten ten behoeve van vrije instellingen, gevolgd door hervormingen.
Besluiten in Slecswijk tot inlijving bij den Duit-schen bond, gevolgd door vijandelijkheden tusschen Duitsohers en Denen.
Plannen ten behoeve der Duitsche eenheid. — Duitsch rijksparlement te Frankfort; aartshertog Johan rijks-vikaris.
Zelfstandigheid van Hongarije door de Hongaren geëischt. Bewegingen in Bohemen.
Bewegingen in Italië. — Sicilië in opstand tegen koning Ferdinand van Napels. — Milaan in opstand
33
tegen Oostenrijk; Karei Albert van Sardinië kondigt eene constitutie in zijn land af en valt in Lombardije.
Constitueerende vergadering te Parijs. —Juni-opstand aldaar; generaal Cavaignac hoofd van het nitvoerend bewind. — Constitutie ontworpen en aangenomen.
Maarschalk Radetzky aan het hoofd der Oostenrijkers verdrijft\' de Piemontezen uit Milaan. — De Kroaten onder Jellachich beginnen vijandelijkheden tegen Hongarije in overleg met de Oostenrijksche regeering. — Opstand in Hongarije. — Opstand in Weenen. —Kossuth aan het hoofd der Hongaarsche regeering. Weenen dooide Oostenrijkers onder Windischgriltz heroverd.
Begin der reactie in Pruisen; constitutie door do regeering verleend, einde IS-tS.
Opstand in Rome. — Iets later (begin 184.9) de republiek te Rome uitgeroepen.
Keizer Ferdinand van Oostenrijk (sedert 1S35) legt de kroon neder ten behoeve van zijn neef Frans Josef (einde van 1848). Krijgsbewegingen tegen Hongarije.
Lodewijk Napoleon tot president der Fransche republiek gekozen, einde 1848.
Het Duitsche parlement besluit een keizer te kiezen. Frederik Willem IV van Pruisen (koning sedert 1840) wordt gekozen, maar blijkt ongeneigd het keizerschap zonder nader overleg met de Duitsche vorsten te aanvaarden, 1849.
Radetzky verslaat de Piemontezen bij Novara en bezet Piömont. Karei Albert legt de kroon neder ten behoeve van Victor Emanuel, 1849.
Rome door de Franschen belegerd en genomen, 1849. — Opstand in Sicillië bedwongen.
Pogingen van Pruisen om, buiten het Duitsche parlement om, den Duitschen bond in Pruisisch belang
34
te hervormen. Verval en einde van het Duitsch parlement. Opstanden in Z. W. Duitschland bedwongen. — De Russen in Hongarije; de Hongaren onderwerpen zich. — Vrede tasschen Oostenrijk en Sardinië ; Venetië, waar de republiek was afgekondigd, komt weder aan Oostenrijk, 1849. — Vrede tusschen Pruisen en Denemarken; mislukking der Pruisische plannen omtrent Duitschland, 1850. — Sleeswijk-Holstein onderwerpt zich aan Denemarken ; de Duitsche boud in zijn vroegeren vorm hersteld, 1851.
Lodewijk Napoleon heft de nationale vergadering op , einde 1851; wordt keizer (Napoleon III), einde 1853.
Nieuwe goudvelden ontdekt in Californië, (sedert 1839, vooral ontgonnen sedert het land in 1848 aan de Vereenigde Staten van N. Amerika gekomen is); in Australië, 1851. Ten gevolge der ontdekking van goud in Californië, toenemende vaart in de Stille Zuidzee; opening van Japan voor Europeeschen en Ameri-kaanschen handel (sedert 1854). —
Londensch protokol tot regeling der Deensche en Sleeswijk-Holsteiusche zaken, 1852.
Oorlog tusschen Rusland en Turkije, 1853. — Frankrijk en Engeland verklaren Rusland den krijg; onderneming tegen Sebastopol, 1854. — Sardinië neemt aan den krijg tegen Rusland deel. — Keizer Nicolaas sterft en wordt door Alexander II opgevolgd; vredesonderhandelingen te Weenen; Sebastopol genomen, 1855. — Vrede van Parijs; hervormingen in Turkije; zaken der Donau-vorstendommen geregeld , 1856. — De Donau-vorstendommen worden vereenigd in 1853—1861.
Krijg tusschen Engeland en China, waar later ook Frankrijk aan deel neemt, 1856—1858. China meer dan vroeger voor Europeeschen handel enz. geopend;
35
grenzen van het Russische gebied aan den kant van China uitgebreid. — Franschen in Cochin-China, 1858. — Nieuwe Chineesche krijg, 1858—1860. — Opstand in Indië tegen de Engelschen, 1857—1859. — Indië aan het bestuur der O. I kompagnie onttrokken en onder de regeering gesteld, 1858.
Italiaansche krijg, 1859, geëindigd met vrede van Zürich tusschen Frankrijk, Sardinië en Oostenrijk, waarbij Oostenrijk Lombardije aaa den koning van Sardinië afstaat. — Bewegingen in onderscheiden streken van Italië leiden tot inlijving van bijna al de Italiaansche landen bij Sardinië, dat daarentegen Savoije en Nizza aan Frankrijk afstaat, 1860, en aan welks koning de titel van koning van Italië wordt toegekend, 1861.— Wapening der Europeesche staten met het oog op plannen van Napoleon tot verdere vergrooting van zijn gebied. —- Bewegingen ten gunste eener betere inrichting van den Duitschen Bond. — Nieuwe inrichting der Oostenrijksche monarchie, 1860.
Spanning in N. Amerika over de slavenkwestie, voor-nameljjk sedert 1856. De verkiezing van president Lincoln, een tegenstander der slavernij, geeft in 1861 aanleiding tot een krijg tusschen de Zuidelijke staten die zich van de Unie scheiden, en de Noordelijke die het gezag der Unie willen handhaven. — Krijg met afwisselende kans gevoerd tot in 1863; van toen af Noordelijken in het voordeel. Lincoln op nieuw tot president gekozen, 1864. — Onderhandelingen door de opstandelingen aangeknoopt terwijl het congres der Unie de slavernij in de geheele Unie opheft, begin van 1865. — Krijg hervat, doch na de inneming van Richmond, in April, kan men den krijg als geëindigd beschouwen , en weldra onderwerpen zich de nog overige
36
opstandeliugen. Lincoln vermoord ; Johnson president. — Spanje, Engeland en Frankrijk zenden een scheeps-en krijgsmacht tot herstel der orde naar Mexico, 1861.. Het einde der krijgsbewegingen is de opdracht der Mexicaansche keizerskroon aan aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, die in 1861\' in het land komt en er zich met behulp van Fransche troepen staande houdt.
Omwenteling in Griekenland; koning Otto neemt de vlucht, 1863; de kroon opgedragen aan een Deen-schen prins (als koning George I), 1863. — De Ionische eilanden met Griekenland vereenigd.
Hervormingen in Rusland; amnestie aan Polen verleend, 1856; maatregelen tot opheffing der lijfeigenschap, sedert 1857. (Lijfeigenschap geheel opgeheven in 186-1). Spanning in Polen sedert 1860; Poolsche opstand, 1863. Tusschenkomst van vreemde mogendheden afgewezen; poging van Napoleon om een algemeen congres tot regeling der in Europa hangende kwestiën (Poolsche, Italiaansche, enz.) tot stand te brengen mislukt, 1863. De lijfeigenschap in Polen opgeheven; opstand onderdrukt, 1864. — Begin der spanning in Pruisen tusschen koning Willem I (sedert 1861, na reeds eenigen tijd als regent het bestuur gevoerd te hebben) en de volksvertegenwoordiging, 1863. Ministerie Bismarck.
Deensche kwestie over verhouding tusschen de troonsopvolging in de onderscheidene gedeelten der Deensche monarchie leidt tot krijg, na den dood van koning Frederik VII in 1863. Algemeene spanning in Duitsch-land, waar van bondswege in de zaak gehandeld wordt; maar in 1864. beginnen Pruisen en Oostenrijk zelfstandig te handelen, en na het mislukken der Lon-densche conferentiön tusschen de Europeesche mogend-
37
hedon ovor de zaak, wordt de Deenscbe koning Chris-tiaan IX, bij den vrede van Weenon, nog in 1864 tot afstand van Sleeswijk-Holstoin en Lauenburg gedwongen. Lanenburg wordt een Pruisische bezitting; Skeswyk komt onder Pruisisch, Holstein onder Oosten-rijksch bestuur, 1805.
Conventie van Parijs tusscbeu Frankrijk en Italië tot ontruiming van den Kerkelijken Staat door Pransche troepen in twee jaren tijds, 1864. Zetel der Italiaan-regeering van Turin naar Florence verlegd, 1865.
AANHANGSEL. II. 1
Duitschiand. Strijd tusscbeu Pruisen en Oostenrijk over de regeling der aangelegenheden van Slees wijk-Holstein en over de leiding van Duitschiand. — Verbond tusschen Italië en Pruisen tegen Oostenrijk. — Pruisen verklaart den Dnitschen boud opgeheven. — In den daar-opvolgenden oorlog verslaan de Oostenrijkers de Italianen bij Custozza, maar bij Köuiggratz lijden zij de nederlaag tegenover de Pruisen, die in Bohemen zijn doorgedrongen. — Vrede van Praag. Inlijving bij Pruisen van Sleeswijk en Holstein, eveneens van Hannover, Keur-Hessen, Nassau en de rijksstad Frankfort, die zich in den krijg niet bij Pruisen hadden willen voegen. De Noordduitsche Bond opgericht. Tractaten tusschen Pruisen en de Zuid-Duitsche Staten. — Door bemiddeliug van Napoleon III doet Oostenrijk afstand van Venetië.
Dit aanhangsel II, dat den loop der gebeurtenissen volgt tot het einde van 1884, is door een andere hand bijgewerkt dpn die van den auteur van het oorspronkelijke.
38
Vrede te Weenen tusschen Oostenrijk en Italië.— 1867 Verzoening tnsscheu Oostenrijk en Hongarije, Déiik. Dualisme der Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie. —
De invloed van Frankrijk daalt.
Praiikrgfc. Onzijdigheidsverklaring van Luxemburg. Terechtstelling van keizer Maximiliaan van Mexico. — Wereldtentoonstelling te Parijs. — Grevecht bij Mentana tusschen Pransche troepen eu Garibaldi. 1868. Koningin Isabella uit Spanje verdreven. — 1869. Suez-kanaal geopend. —
In Prankrijk steekt de oppositie tegen het keizerrijk het hoofd op. Gambetta. Rochofort. Napoleon III kiest een liberaal ministerie. Plebisciet. — 1870 Juli. Prankrijk verklaart den oorlog aan Pruisen naar aanleiding van de candidatuur van prins Leopold von Hohenzollern voor den Spaanschen troon. Het Duitsche leger (van Pruisen met den Noord-Duitschen Bond en de Zuid-Duitsche staten) rukt Prankrijk binnen, (slagen van Weissen-burg en Woerth) isoleert den maarschalk Bazaine eu sluit Mctz in (slagen van Mars la Tour, Gravelotte enz.), terwijl een Pransch leger, waarbij zich de keizer bevindt, in Sedan tot capitulatie gedwongen wordt. — 2 Sept. 1S7Ü. Napoleon III krijgsgevangen.— 4 Sept. Revolutie in Parijs, de republiek uitgeroepen, het gouvernement der nationale verdediging gekozen. Insluiting der hoofdstad. — Straatsburg en Metz vallen in Duitsche handen.
Gambetta leidt van Bordeaux uit de nationale verdediging. Herhaalde nederlagen der Pransche legers.
1871. Januari. Koning Wilhelm van Pruisen te Versailles
door de Duitsche vorsten tot Keizer van Duitschland uitgeroepen. Parijs capituleert. Nationale vergadering te Bordeaux. Thiers wordt hoofd van het uitvoerend
39
gezag. De vredesvoorwaarden worden aangenomen: afstand van Elzas en Duitsch-Lotharingen. Oorlogsschatting van 5 milliard francs.
Desorganisatie van het bestnur een gevolg van den oorlog. Woelingen in de groote steden. 18 Maart, opstand te Parijs; de commune. Do Nationale Vergadering te Versailles. Aan Mac Mahon wordt het opperbevel van het leger opgedragen. Hij maakt zich van de hoofdstad meester; bloedige straatgevechten, brand der voornaamste gebouwen, (einde Mei).
Thiers wordt president der republiek. Strijd over den toekomstigen regeeringsvorm tusschen republikeinen, legitimisten , orléanisten en bonapartisten. — 1873 Te midden van dien strijd wordt Thiers genoopt het presidium neêr te leggen eu plaats te maken voor Mac Mahon. Onmacht der monarchale partijen.—-1875 De republiek wordt geconstitueerd. —
Sparje. Amadeus van Savoie aanvaardt den Spaauschen
1870.
troon. — 1873. Opstand der Carlisten in de Baskische provinciën. Woelingen in de overige gedeelten van het land. 1873. Koning Amadeus doet afstand van den troon. Algemeene verwarring en scheuring. Opeenvolgende besturen van Castelar en Serrano; pronnncia-mientos der generaals. 1874 Alfonsus XII, zoon van Isabella, tot koning uitgeroepen. — 1876 De strijd tegen de Carlisten eindigt met de onderwerping der Baskischo provinciën en het vertrek van Don Carlos. Ministerie Canovas del Castillo. Nieuwe grondwet aangenomen door de Cortes.
Engeland, Hervorming der kieswet in Engeland. Fenians in 1867. a 0
Ierland. — 1868 —1874\'. Ministerie van Gladstone. Verzoenende maatregelen tegenover Ierland. Onteigening der lersche Staatskerk. lersche landwet. — Hei-
40
vorming van het onderwijs. — 1868. De negus Theodorus van Abessinië verliest rijk en leven in zijn oorlog tegen Engeland. — 1873. De Alabama-quaestie tusschen Engeland en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika door scheidsrechterlijke uitspraak beslist. Overneming der Nederlandsche bezittingen op de kust van Nieuw-Guinea door Engeland. —\' 1873. Krijg tegen Asbanti.
Nederland Verschil van meeninor over de hervormingen, in de
1S66. . . 0 .
koloniën in te voeren, brengt een scheuring te weeg in de liberale partij van Nederland. Het tweede ministerie Thorbecke treedt af. De koloniale quaestie blijft aan de orde van den dag en vindt evenmin onder het ministerie Fransen van de Putte als onder het conservatieve ministerie Heemskerk haar oplossing.— 1868. Na herhaalde ontbinding der Tweede Kamer nemen de liberalen op nieuw de regeering in handen. — 1869. Afschaffing van \'t dagbladzegel. — 1870. Afschaffing dei-doodstraf. De breuk met het cultuurstelsel van Van den Bosch voltrokken. Agrarische wet. Eegeling der suikercultuur. — 1871. Dubbel traotaat met Engeland, waarbij de forten op de kust van Guinea door Nederland aan Engeland worden afgestaan en Engeland de oude bepalingen opheft, waardoor Nederland verhinderd werd zich op Sumatra uitte breiden. — 1872. Dood van Thorbecke.— 1873. Eerste expeditie tegen Atjeh. Generaal Kohier sneuvelt. — 1873—1874. Tweede expeditie ouder Generaal van Swieten. Inneming van den kraton. — 1875. Handelsverdrag tusschen Nederland en de Transvaal-sche republiek.
\'i\'ro \' Op het algemeen concilie te Rome wordt het leerstuk der onfeilbaarheid van den paus afgekondigd. — Rome, door de Italianen bezet na het terugtrekken der Pransche troepen, wordt de hoofdstad van het koninkrijk Italië.
41.
Te vergeefs wordt beproefd een goede verstandhouding met de kerk in te leiden door eene wet welke de bijzondere stelling van het Pausdom waarborgt. De Paus erkent den nieuwen toestand niet. De regeering in strijd met de kerk.— 1873. Wet omtrent de goederen in de doodo hand. —• 187S. Dood van Victor Emmanuel en van Pius IX: gene opgevolgd door zijn zoon Ham-bert , deze door den kardinaal Pecci, die den naam van Leo XIII aanneemt.
In Zwitserland hernieuwde kerkelijke strijd na de afkondiging van hot onfeilbaarheidsleerstuk. — 1874. De liberalen krijgen de overhand. Verbanning der Jezuië-ten, hervorming van het onderwijs, burgerlijk huwelijk, — 1880. Opening van den St. Gothard-tunnel.
Sinds 1872 wordt ook in het nieuwe Duitsche rijk en Pruisen door von Bismarck de strijd tegen de kerk aanvaard. — Falck minister van eeredienst. — 1873-De Meiwetten door den Pruisischen landdag aangenomen. 1874—1876. Burgerlijk huwelijk, opheffing dei-kloosters in Pruisen. Verbanning der Jezuiëtenorde.— 1873. Driekeizersverbond tusschen Duitschland, Rusland en Oostenrijk.
Wassende invloed der panslavistische denkbeelden in Rusland. Rusland verklaart zich niet langer ge • bonden aan de bepalingen van den vrede van Parijs (1856) rakende de vaart op de Zwarte Zee — 1871. Invloed van de Internationale en de commune van Parijs op de ontwikkeling van het nihilisme. Uitbreiding van de Russische macht in Azië. 1873. Veldtocht tegen Khiva. — 1875. Expeditie tegen Khokand.
Ontbinding der Turksche macht. — 1867. Opstand van Creta —1866 —1873. Door opeenvolgende fermans verkrijgt de Khedive van Egypte bijna geheele onafhan-
1872.
Rusland-Turkije. 1870.
.12
kelrjkbeid.— 1871. Tunis wordt zelfstandig. Dood vnn Aali Pacha. — 1873 Rusland voert den boventoon in Constantinopel. Generaal Tgnatief. Opkomen eenerjong Turksche partij. Midhat-Pacha.
is75. Opstand in de Herzegowina. Nota der Europeesche mogendheden, waarbij de Povte genoopt wordt door hervormingen de uitbreiding van den opstand te voorkomen. — 1876. Turkge onder leiding der jong-Tnrksche partij onttrekt zioh aan de inmenging van Europa; sultan Abdul-Azziz onttroond , opgevolgd door sultan Murad V, die kort na zijn troonsbestijging vervangen wordt door sultan Abdul-Hamid. Servië iu oorlog met Turkije wordt ondersteund door do Russische pansla-vistcn. Opstand der Bulgaren, op onmenschelijke wijze door het Turksche leger gedempt. Sympathie van Europa voor de slachtoffers. Beweging in Engeland tegen Turkije. Op voorstel van Engeland wordt een conferentie der Mogendheden to Constantinopel gebonden. Door den invloed der jong-Turkscho partij krijgt Turkije een constitutie en een parlement. — 1877. De Porto wijst de voorslagen der conferentie van de hand. Rusland verklaart den oorlog aan Turkije. Roemenië eveneens. Gevechten bij Plewna. Overwinningen der Russen in Klein-Azië.— 1878. De Russen dringen over den Balkan door tot Adria-nopel. De Engelsche vloot verschijnt in de Dardanellen tot bescherming van Constantinopel. Vrede van San Stefano tusschen Rusland en Turkije. — Het Duitsche rijk als bewaarder van het Europeesche evenwicht en als bemiddelaar roept do groote mogendheden bijeen om het tractaat van San Stefano aan oen onderzoek te onderwerpen. Congres te Berlijn. De onafhankelijkheid van Servië, Montenegro en Roemenië wordt erkend. Bulgarije wordt voor een gedeelte een zelfstand igvor-
43
stendom (1879 Alexander von Battenberg), blijft voor een ander gedeelte nog meer verbonden aan de Turksche monarclne. Rusland wordt vergroot door grondgebied van Roemenië in Europa en door een gedeelte van Armenië in Azië.
Turkije staat aan Engeland het eiland Cyprus af en de administratie van Bosnië aan Oostenrijk. Een opstand in Bosnië wordt door Oostenrijk onderdrukt. — Eerst in 1881 komt de grensregeling tusschen Turkije en Griekenland tot stand door do toewijzing van een gedeelte van Epirus en Thessalië aan laatstgenoemde mogendheid.
Sultan Abdul Hamid ontdoet zich van de aanhangers der jong Turksche partij en wacht op een herleving van den Islam als heilbrengend voor de Turksche heerschappij.
1878. -De oorlog met Turkije brengt de leemten van het
Russische regecringsstelsel aan het licht. Versterking der revolutionaire partij in Rusland. Terrorisme der nihilisten. Scherpe maatregelen der regeering tegen het nihilisme. Verkoeling tusschen Rusland en Tuitschland. — 1879—18S4!. Uitbreiding der Russische macht in Turkestan. Expedities tegen de Tekke-Turkomannen. Bezetting van Merw. — 1880. Mislukte aanslag op het Winterpaleis.— 1881. Czar Alexander II gedood , opgevolgd door Alexander III. — 1884!. Drie-keizer-samenkomst te Skierniewicze, aansluiting van Rusland bij de politiek van Duitschland en Oostenrijk.
1878. Het Duitsche Rijk beheerscht den toestand op het
vasteland van Europa. Streven van den rijkskanselier de eenheid van het rijk to bevestigen door een geregeld financieel stelsel en de vorming eener meerderheid die zijn inzichten deelt. De sociaal-democratie.
44
Aiinsliigen op hot leven van den keizer. Wet tegen de sociaal-democraten. 1879. Tijdelijke verzoening met de kerk. Strijd tusschen den rijkskanselier en den rijksdag over de belastingplannen. — Ook in de volgende jaren worden de binnenlandsche vraagstukken niet tot een bevredigende oplossing gebracht. — Reactie. — De invloed op het buitenland groeit aan. Colonisatieplan-nen. — 1884. De kust van Afrika van kaap Frio tot Oranjerivier onder Duitsche bescherming gesteld. Con-go-conferentic te Berlijn. —-1878. In Oostenrijk, waar het Duitsche element der bevolking in do regeering het overwicht had, treedt na het congres van Berlijn en de aanhechting van Bosnië het vraagstuk omtrent de verhouding dor verschillende nationaliteiten tot do monarchie op den voorgrond. — 1879. Het ministerie TaafFo komt aan \'t bestuur. Aftreden van An-drassy. Reactie tegen het liberalisme. In de buiten-landsche politiek gaat Oostenrijk samen met Duitsch-land. —
In Nederland, evenals in vele andere kleinere staten, beweegt het staatsleven zich voor een groot deel om de schoolwetquaestie. Liberalen tegenover cloricalen. — 1S76. De wot op het Hooger onderwijs aangenomen, ouder het ministerie Heemskerk. — 1878. Wet op het Lager onderwijs onder het ministerie Kappeyne van do Coppello. — 1879. Ministerie van Lijnden, overgaugsmi-nisterie. — 1883. Heemskerk treedt opnieuw als minister op. Veldwinnende reactie togen het liberalisme-De strijd der partijen onbeslist. — 1874—1884. Voortdurende oorlogstoestand in Atjeh.
1S78. In België wordt het clericale ministerie Malou ver
vangen door het ministerie Frère-Orban. 1879. Nieuwe wet op het onderwijs. — 1884. Het weder opgetreden
45
ministeiie Malon brengt een wijziging in de schoolwet. Tumult in Brussel.
In de Noordelijke staten van Europa heeft de strijd der partijen meestal zijn grond in de tegenstelling tussohen de landelijke bevolking en die der steden. 1875. Botsing tusschen ministerie en volksvertegenwoordiging in Deneraarken. Herhaalde ontbinding dei-kamer. De strijd blijft onbeslist.
1883. In Noorwegen wordt het ministerie door bet Storthing in staat van beschuldiging gesteld. Veroordeeling der ministers.
anki jk. jn prankrijk beproeven de monarchalen de leiding der zaken terug te winnen. Het ministerie de Brog-lie ontbindt de kamer van afgevaardigden. De verkiezingen vallen in republikeinschen zin uit. Gambetta leider der republikeinsche partij. Dood van Thiers. — 1878. Wereldtentoonstelling te Parijs. — 1879. Mac Mahon legt het presidentschap der Fransche republiek neder, hij wordt vervangen door Grevy. Gambetta tot voorzitter der kamer van afgevaardigden gekozen. Streven van Gambetta een groote republikeinsche partij te vormen, die zoowel de gematigde als de radicale republikeinen vereenigt. Verplaatsing der vertegenwoordiging van Versailles naar Parijs. — 1880. Onder het ministerie Ferry worden de Maartdecreten uitgevoerd tegen de geestelijke voreenigingen, die niet door den staat erkend zijn. Bijna volledige amnestie voor do deelhebbers aan de commune. —1881. Expeditie tegen Tunis. Tunis onder Pransch protectoraat. Uitbreiding der Fransche macht in Afrika langs den Niger en de Ogowe. Ministerie van Gambetta. 1883. Einde van Gambetta\'s ministerie. Expeditie naar Tonkin. Dood van Gambetta. 1883. Voortgang der Fransche wapenen
46
in Tonkin. Dreigend conflict met China, — 1884. Verdrag met China, weldra verbroken.
Ministerie Disraeli (sinds 1876 Lord Beaconsfield) in Engeland. Imperialisme. 1876. Koningin Victoria ontvangt den titel van Keizerin van Indië.— 1877. Annexatie der Transvaal. — 1878. Dreigende oorlog met Rusland ten behoeve der Turksche macht. Lord Beaconsfield op het congres te Berlijn. Cyprus door Turkije afgestaan. — 1878—1879. Oorlog met de Zoeloes onder hun koning Cetewayo. Cetewayo gevangen genomen. Oorlog in Afghanistan tegen Shere Ali. Bezetting van Cabul. Tractaat van Gandamak. Moord op de Engelsche missie te Cabul. Hernieuwde oorlog. — 1880. Nederlaag der Engelschen bij Maivvand, nitgewiscbt door den voorspoed van generaal Roberts. Abderrahman Khan als emir van Afghanistan erkend. Afghanistan door de Engelschen ontruimd. — 1880. Ontbinding van het Parlement, de verkiezingen brengen een liberale meerderheid. Val van het ministerie Beaconsfield. Gladstone aan bet hoofd van het nieuwe ministerie. Opstand van de boeren in de Transvaal. 1881. Nederlaag der Engelschen bij Laings Neck en Majuba. De autonomie van de Transvaal onder snzereiniteit van Engeland wordt erkend. (Definitieve overeenkomst 27 Februari 1884.) — Woelingen in Ierland. De lersche Land-league (gesticht in 1879).— De Landwet voor Ierland door het Parlement aangenomen.— 1882. Het ministerie slaat den weg der verzoening tegenover Ierland in. Moord te Dublin gepleegd op Lord Frederick Cavendish en Burke. Parnell het hoofd der nationaal-Iersche partij. — Engeland zendt een eskader naar Egypte, waar onder de regeering van Tevfik Pacha (in 1879 aan Ismail Pacha opgevolgd) een beweging in het leger (Arabi-pacha) ontstaan was
47
tegen den invloed der Europeanen op bet bestuur van het land. Bombardement van Alexandrië. De stad dooide inboorlingen in brand gestoken. Wolseley verslaat Arabi-pacba bij Tel-el-Kebir. Cairo bezet. Engelscbe invloed in Egypte. 1883. Dreigend optreden van den Mahdi (sinds 1881) in Soudan. De Mahdi vernietigt het leger van Hicks-Pacha in de nabijheid van El-Obeid.— 1884. Generaal Gordon gaat naar Khartoem en tracht door maatregelen van verzoening de rust iu Soudan te herstellen. Herhaalde overwinningen van den Mahdi. Gordon\'s pogen mislukt.
Terwijl de misdaden, gevolgen van de heerschende onrust, in Ierland langzamerhand afnemen, wordt door een gedeelte der lersche revolutionairen het terrorisme tegen Engeland zelf iu praktijk gebracht. Aanslagen met dynamietbommen. — 1884, Nov. Kieswethervorming.
Dreigend conflict met Rusland door de inbezitneming van Merw en het voortrukken der Russen in de richting van Herat.
Revolutie in Japan, waardoor het gezag van den Mikado door het geheele rijk erkend wordt. De Taikoen wordt afgezet, de Daimios worden ambtenaren der monarchie. Invloed der vreemdelingen op de ontwikkeling van het land.
Sinds 1875 begint China zich te herstellen van de groote nadeelen geleden gedurende den Taiping-opstand. 1878. Yarkand en Kashgar opnieuw als provincie bij het Chineesche rijk ingelijfd. 1881. Tractaat met Rusland waarbij China Koeldscha terug ontvangt. — 1883. Dreigend conflict met Frankrijk wegens de aangelegenboden van Tonkin. —
Generaal Grant, president der Vereenigde Staten. Vfirnet tegen de gelijkstelling met kleurlingen en negers
48
in de Zuidelijke Staten. De Ku-klus-clan in Carolina — 1871. Groote misbruiken in de administratie komen aan het licht. Tamtnany-ring te New-York. Het vraagstuk van het papierengeld (greenbacks) komt aan do orde. —- 1877. Hevige strijd tusschen republikeinen en democraten (voorstanders der zelfstandigheid van de afzonderlijke staten) over de vervulling van het presidentschap. Hayes, de republikeinsche candidaat tot president geproclameerd. De Chineezen-quaestie. — 1883. Aanslag op president Garfield die zijn dood ten gevolge heeft. De democratische partij erlangt het overwicht.
De Fransche troepen uit Mexico teruggetrokken. — 1867. Terechtstelling van keizer Maximiliaan. De rust in Mexico hersteld onder het presidentschap van Juarez. — 1873. Dood van Juarez.
Oorlog tusschen Paraguay onder den dictator Lopez en Brazilië met zijne bondgenooten. — 1874—1876. Strijd tusschen de geestelijkheid en de liberale regeering in Brazilië.
Oorlog van Chili met Peru en Bolivia. — 1881. Het Chileensche leger bezet Lima. Chili sluit vrede met Bolivia in 1883; met Peru in 1883. —