-ocr page 1-

II

NEDERLAND

EN

*

KOLONISATIE NAAR SURINAME.

-ocr page 2-
-ocr page 3-

NEDEBLAM)

I; ;\\

KOLONISATIE NAAR SURINAME.

limiKRK VKN DOOK

EEN VEREENIGING VAN SUUINAMElfS,

quot; lu dom frühcstea Alterthum, in jcncn Epoclion, von welchen uur seliwaches Diim-rnerlicht histoi\'ischcr Kunde /11 mis gedrüngeft ist, lelirt die Gcschichte, welclic die Zeitcu niekwiirts aclmut, daas Coloniaatiou mit der Eatwicklung des socialen Ije,bens so zn sagen Mand in Hand ging.quot;

FRIKDR. VON HKtLWALI).

MET PLATEN.

AMSTERDAM. - JAN I). mUHJWKR. 1872.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

EEN WOORDJE VOORAF.

Bij het verschijnen dezer 2e brochure achten wij ket niet overbodig eenige ophelderingen te geven.

1°. Wat betreft haar lang uitblijven. Drie maanden geleden lag het werkje reeds voor den druk gereed, doch door het wachten op berichten en opgaven uit Suriname, werd de uitgave vertraagd.

2°. Wiat betreft haar uitgeven in Amsterdam. Hiertoe werd besloten, niet omdat er reden tot ontevredenheid bestond over onzen vorigen uitgever, maar omdat het belang der zaak- vordert dat de uitgave in Amsterdam plaats heeft.

Aanspraak op volledigheid maken wij niet; meer dan anderen zijn wij misschien door de bewerking in staat gesteld de gebreken die ons plan aankleven, in te zien.

Een goed af gerond geheel vormt het boekje ook niet; sommige punten zijn. eenigzins uitgewerkt; andere slechts gereleveerd. — Degelijke aanmerkingen en terechtwijzingen, kunnen ons niet anders dan. aangenaam zijn en wij zouden loenschen dat men ze niet achterhield.

-ocr page 6-

/ij, die ons inlichtingen gevraagd hebben, zullen naar wij hopen, door het lezen van deze brochure voldaan zijn.

Onlangs lazen wij de hrochure Adelaars en S trui zen in de Surinaamsche kwestie\'\' door Amekinus. Hoewel niet in alle opzichten met den schrijver instemmende raden, we toch dit werkje ter lezing aan, daar de schrijver sommige punten in onze brochure Nquot;. 1 slechts aangestipt, meer hizonder uitgewerkt heeft. Vierder verheugt het ons te kunnen melden dat ons ledental door tie toetreding ook van Nederlanders is vermeerderd.

Amsterdam, Aiil; 1872.

-ocr page 7-

INHOUD

Biz

Suriname beter geschikt voor kolonisatie dan andere landen. 1.

Middelen van bestaan voor den kolonist........14

Plan van vestiging........ .....31.

Hygiëne.................51.

Hijlage..................71

-ocr page 8-
-ocr page 9-

I.

Suriname beter geschikt voor kolonisatie dan andere landen.

I/homme est de glacé aux vérites II est de feu pour le mensonge.

I.AFONTAINE.

Een gebrek van zeer velen is, dat zij zicli uit losse geruchten en praatjes terstond eene voorstelling maken van de eene of andere zaak en die voorstelling verheffen tot eene opinie, die zjj niet laten varen, zelfs voor de meest overtuigende redeneeringen.

Het is wezenlijk koddig en toch jammer wanneer men denkt hen overtuigd te hebben, plotseling te hooren zeggen; ... . ja!.. ., maar! .. , hetgeen zoo veel beteekent als; begin nog maar eens met je betoog, en nog eens, enz.... en op \'t laatst behouden we toch onze eigene opinie.

Nooit is dit echter meer waar dan wanneer er sprake is van Suriname of aangelegenheden dat land betredende.

Men heeft wel eens hooren vertellen , dat de gele koorts (Jaar heerscht enz----(zie brochure N0. 1) 1); terstond is

1

Onlangs hoeft men dc oftnerking gemaakt dat onze opgaven over gele koorts wel die eener weinig boteekenende epidemie konden zijn. \'t Is waar. men kon in die dwaling geraken; wij hebben dan ook alles in het werk gestehi , om vergelijkbare statistieke opgaven van vorige epidemiön te ver-

1

-ocr page 10-

door dat verhaal de waarheid /00 duidelijk geconstateerd. dat men praten kan als Brugman om tot het bemoedigend resultaat te komen.... dat de ingewortelde opinie in quot;t minst niet veranderd is. Wel een bewijs van standvastigheid.

Wij raden diegenen aan nog eens te lezen hetgeen staat op blz. 43 eu vlgd. N0. 1, met terzijdestelling van hunne spitsvondigheid.

Ook wat betreft de ongeschiktheid van \'t klimaat voor den Nederlander — of Europeaan in \'t algemeen — verwijzen wij naar blz. 49 en vlgd. der genoemde brochure.

Voor de duidelijkheid en \'t gemak zouden we gaarne nog eens die bladzijden herbalen. Ons bestek laat dit echter niet toe; wij zullen ons dus bepalen bij de volgende woorden van A. Copyn:

//De landbouw, dien zij (de kolonisten) beoefenen, heeft geenen schadelijken invloed op bunnen gezondheidstoestand. En evenwel bedraagt bun werk, — zooals het delven van

krijgen; tot au toe zijn zij echter nog niet in ons bezit. Volgens berichten die wij van personen — welke in 1866 in Suriname waren — ingewonnen hebben moet de laatste epidemie ongeveer van gelijke beteekenis geweest zijn als de vorige.

Maar liet doet er eigenlijk niet toe. — Wij willen hier eenige woorden oiteeren van Du. G. l\'. Pop — gepensioneerd inspecteur van den geneeskundigen dienst der zeemacht — uit een opstel voorkomende in het //Geneeskundig tijdschrift voor de zeemachtquot; jaargang 1869—1870.

Dr. Pop zegt daar — van de gele koorts sprekende: — quot;Nu er geen twijfel meer kan bestaan, dat geladen of in ballast varende schepen, het ziektebeginsel in zicli kunnen bevatten, eenen geruimen tijd bewaren en daarna aan den mensch mededeelen, dienen de meest mogelijke voorzorgen genomen te worden om zich voor besmetting vrij te waren, \'t geen door de plaatselijke gesteldheid aldaar zeer gemakkelijk is. Daardoor zullen onze West-Indische bezittingen zich voor goed van deze plaag bevrijden, haar optreden althans onbepaald kunnen tegenhouden.quot;

Wij zouden de woorden van nog vele. deskundigen kunnen aanhalen : zij komen echter allen op \'t zelfde neer.

-ocr page 11-

8

waterleidingen, het voet voor voet diep omspitten van den grond, het beplanten en bemesten, de verzorging van hei-vee, het inoogsten en afzetten der producten, waarmede soms tién paar handen zijn belast, — meer dan men op de plan-taadjen door de negers ziet verrigten.quot;

//Toen echter de kolonisten te Groningen in daggeld werkten, deden zij nauwelijks zooveel als de negers verplicht zijn te doen, tenzij hun taak of ander werk werd gegeven en het meerder werk , dat zij verrichtten, in hun voordeel kwam als wanneer velen op één dag de taak voor twee afmaakten. Nogtans heeft hunne gezondheid hieronder nimmer geleden, en hebben zij, die zich niet roekeloos aan de zonnestralen en aan de regens blootstelden, maar met overleg hunnen tijd wisten te verdeden , bij den meesten arbeid, steeds de beste gezondheid mogen genieten.quot;

//En vooral moet hier nog als eene voorname daadzaak worden vermeld, dat van de kolonisten die sedert ]845 in Suriname en bij nederzetting aan de Sarnaracca aankwamen geen enkele, noch ten gevolge van het klimaat, noch van den arbeid ernstig ziek is geworden of overleden. Eene goede ontvangst die zij genolen, maar vooral den in Suriname ge-schuwden arbeid, die door hen op ontgonnen gronden kon worden aangevangen, moet men deze schoone uitkomst dank weten.quot;

Sommigen beweren dat Suriname ongezond is, op zeer belachelijke gronden. Wij hebben in Amsterdam iemand ontmoet die de kolonie ongezond noemde, en elkeen zou afraden daarheen te gaan, omdat hij daar nooit fiksch was. Hij wist het dus uit eigen ondervinding. — Jammermaar dat die ondervinding wel wat eenzijdig was; want zijne vrouw die in de kolonie altijd eene perfecte gezondheid genoot, is sedert hare komst, in Nederland onophoudelijk sukkelende *).

*) Zulke voorbeelden zijn niet zcldxanm; wij zouden van velen de namen KiiuiHM) noemen.

1 *

-ocr page 12-

4

Er zijn nog velen — en deze belmoren tot de naïfste — die ineenen, dat men gevaar loopt door wilde dieren verscheurd, of door vergiftige slangen gebeten te worden. — Nu wij bekennen dat er wel tijgers en vergiftige slangen zijn; maar voorbeelden dat zij den menscb verscheurd of gebeten hebben zijn veel zeldzamer, dan hier de beet van een dollen hond.

Dergelijke praatjes hebben merkelijk bijgedragen om met schrik aan eene kolonisatie naar Suriname te doen denken en dat heerlijke land onbekend te laten.

Vraag het den Noord-Amerikanen maar of die wilde dieren hen zooveel last veroorzaken. Zij zullen u antwoorden met, een schouderophalen en u vertellen van de Roodhuiden, die vrij wat gevaarlijker vijanden zijn. Hunne vijandschap tegenover den kolonist overtreft die van alle wilde dieren. Zij voeren een strijd op leven en dood die steeds verwoeder wordt, naarmate zij hun gebied meer zien inkrimpen. Zij doen den gelukzoeker bij iedere schrede beangst omzien naar het huis waar zijne vrouw en kinderen vertoeven. Altijd moet hij gewapend zijn ; want één onbewaakt oogenblik kan verdertiijk zijn voor hem en al de zijnen.

Die Roodhuiden treft men aa\'n in de meeste Staten van Amerika; Californië — het land waarheen de heer Hak-ïogh IIhys eene kolonisatie wil gericht zien — niet uitgezonderd.

In Guiana vindt men wel Indianen; maar hun aantal is klein en te veel verdeeld , om eenige onderneming op touw te zetten. Buitendien zij kunnen dat ook niet. De Engelschen en Nederlanders hebben een middel, dat hen sedert lang tot vreedzame menschen heeft gemaakt. Zij hebben hun geleerd het vuurwater lief te hebben, hetgeen veroorzaakt heeft, dat de — in de vorige eeuw nog zoo heldhaftige — zonen van \'t zuidelijk schiereiland, in Suriname althans, tot op een paar duizend na zi jn uitgestorven. De weinige overgeblevene

-ocr page 13-

hebben dcu blanke lief en zijn hom dankbaar voor den heil-zarnen drank dien hij hun verschaft. 1)

Volgens den heer Haktogm Heys van Zouïeveen bezit Californië nog 7000 Indianen die den onophoudelijken strijd met de blanken voortzetten en telkens als zij 1 blanke dooden met hun 50 daarvoor boeten.

Waarom oorlog als men vrede genieten kan ; of is het zoo aangenaam te oorlogen, omdat voor elk die valt 50 vijanden sneuvelen ?.

Maar waarom dan toch naar Californië ? Om goud te vinden? Is het niet algemeen erkend dat het Californisch product de vorige kolonisten zoo zeer gedemoraliseerd heeft. Buitendien de goudmijnen behooren tegenwoordig aan maatschappijen ....

Het heeft ons verwonderd dat de heer H. H. v. Z. Suriname voorbijgaat en Californië kiest voor eene Nederlandse he kolonisatie.

Hij noemt Californië zeer vruchtbaar en gezond; wij zouden in herhalingen vallen door er op te wijzen dat Suriname — dat in de tropen gelegen is — daarin niet behoeft onder te doen voor welk land ook, Californië niet uitgezonderd.

.....quot;it is only where the vertical rays of an equatorial

sun awaken and foster life on humid grounds that ever youthful Flora appears in the full exuberance of her creative powerquot; f) . . . .

Verder zegt de schrijver van //Caiifornië\'s hulpbronnen en toekomst,quot; dat er in Californië wel winters zijn; maar

1

De zachtmocdigluiiil ilcr Siirinaiimsoho Indianen is zo» groot dat sommigen zeggen : dat zij daarin met de schajien wedijveren.

zie Halbekstadt.

t) \'t\'lie troiiieal world: lij Dr. G. Hartwio.

London : Lom ; Ai a n , Gkkkn, Lünuman. Roukkts Green.

-ocr page 14-

«

dat de thermometer nooit 34 uren achtereen op \'t vriespunt blijft staan.

Maar al blijft de thermometer 3° of zelfs 10° boven \'t vriespunt is men toch verplicht te stoken en ook al vriest het geen 24 uren achtereen, het vriest dan toch. Men moet dus voor vvinterkleêren zorgen. Het stoken nu en winterkleuren zijn kostbare zaken, vooral voor hem die hoofdzakelijk zijn land onvliedt: omdat de winter zijne behoeften vermeerdert on zijn vermogen ontoereikend maakt om in die behoeften te voorzien.

Wel schijnt het Californisch klimaat. — ten minste wat betreft de kustlanden — nog al gelijkmatig van temperatuur te zijn, daar men te St. Francisco //het geheele jaar door, zware wollen kleêren draagtquot;, o. i. is echter de gelijkmatigheid van een tropisch klimaat beter voor den mensch en in \'t bijzonder voor den onvermogenden kolonist.

Wij verwonderen ons dus te recht waarom de schrijver de nieuwe wereld zoo ongezond en Californië er \'t éénige gezonde land noemt, zooals wij moeten opmaken uit blz. 11 reg. 9 enz. v. o. der genoemde brochure.

De heer H. li. zegt — blz. 13 — zeer gewaagd, dat het punt waarheen de stroom van Nedcrlandsche landverhuizers moet gericht worden, //moet gelegen zijn in de gematigde luchtstreek; de verzengde luchtstreek in welke alle Nedcrlandsche koloniën zonder onderscheid gelegen zijn, heeft een klimaat, dat den Europeaan enerveert en verzwakt, en ongeschikt is, hem een nieuw vaderland te geven.quot;

Wij zeggen; dat punt moet gelegen zijn in de tropische 1) luchtstreek, die bij uitstek goed is voor den kolonist; de

1

Vorzc,ngde is ccn dwaze naam, oven dwaas als gematigde, wanneer men van Ncderluud spreekt.

-ocr page 15-

7

zoogenaamd gematigde luclitstreek waarin Californië ligt, heeft een klimaat dat den mensch zonder middelen honger en koude doet lijden, hem demoraliseert en zoodoende enerveert en verzwakt; zij is dus ongeschikt hem een nieuw vaderland te geven. Alle Ned. koloniën liggen echter gelukkig in de tropische luchtstreek en Suriname biedt alles aan wat men van een vaderland verwachten mag.

Zou men van een warm land kunnen zeggen:

//Qu\'est ce que c\'est que cette histoire de Pan tine ?

G\'est la societé achetant une esclave.

A qui? A la misère.

A la faim, au fro id , h l\'isolement, a Fabandon , au de-nüment. Marché douloureux. Une urne pour un morceau de pain. La misère offre, la société accepte.quot; *)

Daarenboven is Suriname //voor hem die uit behoefte naar politieke vrijheid en gelijkheidquot; zijn land verlaat geschikter dan Californië. f)

Nog eene opmerking. — Waarom voegt de heer H. H. waar hij (blz. 13 reg. ] ;i vlgd) van Nederlandsch Indie spreekt, daar tusschen haakjes bij «zoo wel als Surinamequot;? Wij zullen dit niet onderzoeken, maar schrijven deze misti-ficatie toe aan geheele onbekendheid met de kolonie.

De lezer der brochure van den heer H, H. moet in een dwaalbegrip geraken, daar hij zich Suriname voorstelt als quot;eene bezitting door den staat geëxploiteerd, gelijk een particulier zijn landgoed exploiteert.quot; — Wat voor nut heeft dan het betoog van Mui.tatuj.i gesticht wanneer hij zoo meesterlijk in zulke duidelijke bewoordingen \'t verschil aan-

\') te tniserables par Victoh Hroo, Tome dmmi-me (p. laquot;) Bruxelles. a. lacroix, Vkruoeckiiovkn Jt Co. Kditonrs.

f) Men behoeft zieli sleclits ver van ile stad Paramaribo te vestigen om zoo vrij te leven als een vogel.

-ocr page 16-

m ■ !

toont, dat er bestaat tusschen eene bezitting en eene kolonie?1)

Wel bevat het volgende, door den heer H. H medegedeeld, waarheid ook voor Suriname, ten minste in den bloeitijd.

Want ja, het werd beschouwd als de koe wier melk het moederland voeden moest; maar men vergat dat het melk-geven niet onvoorwaardelijk doorgaat. Landbezitters die jaarlijks f 300,000. zuivere winst verkregen deden niets om het leven der kolonie te verzekeren.

In California zullen de Nederlanders ook nooit de meer-derheid uitmaken. Want gesteld eens dat daarheen eene volksverhuizing plaats had, dan zou deze al zeer groot moeten zijn om iets te beteekenen tegenover de vreemdelingen. Eene kolonisatie van 6000 man zou slechts één percent uit-maken van de bevolking; dus een te weinig beduidend cijfer zijn, om ooit met kracht tegen de vreemde elementen te kunnen optreden. Tn Suriname is het Nederlandseh element, hoewel niet het talrijkst gerepresenteerd, toch het overheerschende , de kolonisten — hoe weinig ook — gevoelen zich daar dus reeds dadelijk in hun eigen element.

Nog een bezwaar — en wel geen klein — tegen eene kolonisatie naar Californië, is de reis. Ook in dit opzicht staat Suriname boven Californië; want terwijl men in\'teerste geval slechts den Atlantischen Oceaan beeft over te steken komt daar in \'t tweede geval nog bij eene reis per spoor dwars door N. Amerika van het oostelijk naar het westelijk uiteinde.

Wel zijn de spoorwegwaggons in Amerika beter ingericht dan in Nederland over \'t algemeen, maar aan die reis blijven

ü

1

toch altijd groote moeilijkheden en gevaren verbonden, f) —

1

Multati.u. quot;Nog eens: vrije-arbcid in Ncderlaiulsch-Indië.quot;

) In het Algcm. Handelsblad van 2.\'i Maart lezen wy in een artikel getiteld quot;(Ir sneeuwblokkadehoe aangenaam de bedoelde spoorwegreis door

-ocr page 17-

9

In \'t kort raen behoeft dien spoonvegml er niet bij te maken als men naar Suriname gaat en dit zegt veel.

De heer H. H. toont dus aan dat geen land zoo geschikt is voor kolonisatie als Californië. Wij meenen aangetoond te hebben dat Suriname in de meeste opzichten Californië overtreft.

Men veroorlove ons eene aanhaling uit «liet Nieuws van den Dagquot; — 8 November 1871 —; gaarne zouden we het stuk woordelijk overnemen doch onze ruimte is beperkt.

Als leading article wordt daar — onder den titel //slavernijquot; — eene zaak behandeld, wel waardig de algemeene aandacht te trekken.

Uit een staat die nog slechts weinige schreden op den weg van ontwikkeling en beschaving heeft gezet, heeft ons de blijde tijding van de emancipatie der slaven verrast. Dit is eene emancipatie die aan de maatschappij eene menigte leden schenkt, geschikt om zich te ontwikkelen tot goede en nuttige burgers. Want de vrijmaking is hier niet ondoordacht met één slag tot stand gebracht, maar langzamerhand na degelijke voorbereiding.

Hadde Nederland nog maar wat gewacht met zijne vrijlating en \'t voorbeeld van Brazilië gevolgd, het zou er met Suriname niet zoo slecht uitzien.

N.Amerika kau zijn. J)c reis die gewoonlijk eene weck duurt, is door sneeuwstormen verlengd tot 33 dagen. Men verbeelde zich den toestand waarin een jonggehuwd paar moet verkeerd hebben dat van plan was zijne wittebroodsweken in San Francisco te gaan doorbrengen.

quot;De geschiedenis van deze reis over het vaste land van Amerika gelijkt op niets zoo zeer als op de geschiedenis van schipbreukelingen;*\' de passagiers moesten zich met spade en houweel een weg banen door de sneeuw — een tamelijk onaangenaam werk voor hen die niet rr aan gewoon zijn. Gebrek aan levensmiddelen kwelde de passagiers, en tot overmaat van ramp braken de pokken onder de \'/schipbreukelingen op het vaste landquot; uit.

-ocr page 18-

10

Doch dit is niet hetgeen wij bedoelden met de aanhaling,

//Zoo van één land kan gezegd worden, dat liet eene schoone toekomst te gemoet gaat, het is van Brazilië. In uitgebreidheid doet het alleen voor het Russische en Chineesche Rijk onder, in vruchtbaarheid van den grond en tal van hulpbronnen voor geen land op de wereld. Het dieren-, planten- en mineralen-rijk bieden bij een weinig moeite over-groote voordeden aan. ïallooze kudden wilde runderen bevolken de onafzienbare grasvelden, kostbare houtsoorten wachten alleen maar op verwerking tot prachtige meubelen, goud- en diamantmijnen op meerdere exploitatie.1\' ....

//Zou men dat alles in aanmerking genomen , niet tot den uitroep komen, waaraan kan het zulk een Staat dan nog ontbreken? En toch is hier een eenvoudig antwoord op te geven : het land heeft gebrek .... aan menschen.quot;

//In Nederland wonen gemiddeld tussehen de vijf il zes duizend menschen op een vierkante mijl, in Brazilië telt elke vierkante mijl door elkander gerekend slechts twee inwoners. De natuur biedt daar te vergeefs met gevulde handen haar rijkdom aan, hier worstelen duizenden met gebrek.quot;

//Het is waar, de vrijverklaarden zullen met dankbaarheid de voordeden aannemen, die het land, dat nu hun vaderland is , hun verschaft, doch nog voor millioenen immigranten is er overvloed, terwijl hier en elders zoovele ongduk-kigen liever in ellende verzonken blijven, terwijl een ander land bij een weinigje geestkracht alles oplevert wat men maar verlangen kanquot;.......//doch het is wonderlijk om \'t te zeggen, er wordt maar weinig gebruik van gemaakt.quot;

Uit het artikel blijkt dat\'Brazilië het Eldorada zou zijn ook voor den Nederlandschen kolonist, indien er niet cén bezwaar was: 7). 1. dat hij daar onder menschen komt met

-ocr page 19-

Jl

geheel andere zeden, gewoonten en taal. Hij kan zich natuurlijk onder zulke menschen niet tehuis voelen, hij verstaat hunne taal niet (en dit nadeel heeft ook Californië).

Maar de Nederlanders behoeven ook niet naar Brazilië te gaan. In alle opzichten, zoowel wat aangaat klimaat als vruchtbaarheid enz. staat Suriname op eene lijn met liet aangrenzende Brazilië. Ook daar strooien dieren-, plantenen mineralen-rijk met kwistige hand hunne ontelbare rijkdommen uit en wachten slechts op de handen die deze schatten zullen oprapen. Ook dadr vindt men méér wild, dat den mensch tot goed voedsel kan dienen, dan de uitgebreidste kolonisatie zou behoeven; ook daar verbergen die reusachtige zonen van \'t woud onder den ruwen schors de fijnste en schoonste houtsoorten, ook daar wachten mijnen van edele en nuttige metalen — volgens beweren van sommigen ook diamantvelden — op houweel en spade, om uit den schoot der aarde schatten te doen overgaan, in de handen van velen die nu onbekend zijn met hun bestaan.

In Nederland wonen gemiddeld tusschen de 5 a 6 duizend menschen op ééne vierkante mijl, in \'t geheel ruim 3,5 millioen ; in Suriname is plaats voor meer dan 4 maal die bevolking.

Bijna alles wat van Brazilië gezegd is, moet op onze kolonie worden toegepast; wij vragen dus met de Kamper Courant (Zondag 21 Januari):

//Waarom wordt er niet gekoloniseerd, waarvoor de Wost-Indië zulk een voortreffelijk terrein aanbiedt? Waarom richt zicli de ondernemingsgeest niet naar het rijke Suriname1) bijv. om dat in Exploitatie te brengen?quot;

1

Het is vim triüuiiii dut zeker Schrijver zegt:

............quot;daar vo;ikclt welliclit de fantastische stad inde stralen

der keerkringszon; daar hcerscht wellicht Eldorado, deze koning van quot;t goud, deze onbereikbare mythe wegseluilendo In de geheimzinnige nevelen der legende.quot;

-ocr page 20-

12

\'/Hoevele landverhuizers vertrekken jaarlijks van hier naar Noord-Amerika, een vreemd land, waar hunne nationaliteit wordt vervreemd, en waar de kansen om fortuin te maken sinds lang verkeken zijn! Waarom wordt die stroom van landverhuizers niet naar Suriname geleid, waar zij Nederlanders blijven, waar een zooveel rijker veld ter ontginning voor hen open ligt, en waar hunne bedrijvigheid en hunne nijverheid tevens ten goede zouden komen aan het vaderland?quot;

Door sommigen wordt Oost-Indië ter kolonisatie aangewezen. Het is ons tot nog toe niet gelukt in te zien dat die archipel daartoe geschikt is. Wel kan men er naar vele oorden kolonisten voeren; maar zij komen er onder eene talrijke inlandsche bevolking en zullen nooit hunne woonplaats tot eene kolonie kunnen maken.

Australië is eveneens ongeschikt voor eene Nederlandsche kolonisatie.

Een groot bezwaar tegen de kolonisatie in de beide laatste gevallen is de verbazend groote afstand.

Tn het Handelsblad lazen we onlangs \'t volgende:

//London 26 Jan1. De regeering van Brazilië heeft het plan van Kitts, uit Bristol, betreffende de kolonisatie van zuidelijk Brazilië goedgekeurd en stelt voor om een vertegenwoordiger naar Rio Janeiro te zenden, ten einde eene overeenkomst te sluiten en de landstreek voor de kolonisatie te kiezen. Het plan is om jaarlijks 10,000 personen van Bristol naar Brazilië te zenden.quot;\'

Nederland schijnt zulk een Kitts niet te bezitten. Welnu laat de staat het initiatief nemen. Er zijn menschen in overvloed die willen koloniseeren.

Wij raden hen, hun verlangen por rekest aan de regeering kenbaar te maken, terwijl wij in het belang der Nederlan-

-ocr page 21-

13

ders zelve gaarne zouden zien, dat de regeering niet doof bleef voor hunne verzoeken; maar door eene krachtige en doelmatige ondersteuning toonde dat het haar ernst is; de ellende tegentegaan.

-ocr page 22-

n.

Middelen van bestaan voor don kolonist.

Si hos yeux iiouviiient voir ilistiuctemeut l\'autre bord de 1\'ocean, qui resteniit sur cettc rivo ilcsolée, (|ui u\'en jiartirait pas pour rejoindrc l\'autre bord?

Mad. de Sta el.

Het nut eener kolonisatie is niet gelegen in \'t verschaffen van werkkrachten aan de plantages. In geenen deele; de kolonisten moeten niet gedwongen zijn voor plantage-eigenaren te werken; /ij moeten zelve de vruchten van hunnen arbeid plukken. In dit opzicht moeten zij vrij zijn naar goedvinden te kunnen handelen.

quot;A colonist must he his own master in order fully to develop his mental and physical resources.quot;

Is de kolonist door niets gebonden dan zal hij zeker verkiezen zijn eigen grond te bearbeiden. Hij moet dus een eigen grond hebben en bezit hij dien niet, dan moet hij dien in eigendom kunnen verkrijgen *).

Hij moet dus niet zijn daglooner, maar grondeigenaar.

\\V ij beamen volkomen de volgende woorden van zeker staathuishoudkundige;

//De eigendom is onzes inziens, de beste waarborg voor

*! Zie Hijla\'/c.

-ocr page 23-

J 5

vruchtdrageiideii arbeid. Wie zelt eenig bezit heeft, zal steeds arbeiden met een gevoel van zekerheid, dat de arbeider die niets het zijne kan noemen, niet kent. Hij zal de vrucht van zijn arbeid zoo voordeelig mogelijk zoeken te gelde te maken, de bespaarde gelden te beleggen , zijn eigendom zoeken te vermeerderen. Iluisselijke en maatschappelijke deugden zullen zoodoende worden bevorderd.

De jnvloed er van zal, onder gunstige omstandigheden, zich uitstrekken tot de nakomelingschap.quot; 1)

//Surinamers ziet toch in dat des»planters welvaren geenzins de bloei der kolonie in zich moet sluiten. De kolonie kan

bloeien, zelfs al bestaan er geene plantagien......

//Men spreekt veel over Centralisatie; zonder Centralisatie kan men zich niets goeds voorstellen. Evenwel werkt Centralisatie dikwijls verlammend. Waar de kosten van aanleg voor ieder individu zoo hoog zijn, dat slechts geringe winsten overschieten, wilar genoegzaam arbeiders kunnen verkregen worden die geene middelen bezitten, om ais zelfstandige fabrikanten op te treden, daar is Centralisatie een vereischte, want hierdoor kan goedkooper worden geproduceerd, hierdoor kan aan velen arbeid worden verschaft. In elke andere omstandigheid is Centralisatie schadelijk en nadeelig voor het algemeen welvaren. Gij zult het met mij eens zijn, dat honderd kleine boeren meer welvaart verspreiden, dan een landbouwer. De landbouwer wordt rijk, doch zijne knechten blijven arm; een knecht doet natuurlijk volstrekt niet meer dan vereischt wordt; terwijl de kleine boer van den morgen tot den avond zal zwoegen, alle middelen in het werk zal stellen, zijne landerijen in goeden staat te brengen, waardoor

1

l\'raktiech volksboek. Museum voor Natuur, Knust cn M\'ptciisclia|). .laarg. 1870. 2Serie. 8eall. Sncek, van Dittkn i n Blkkkkr. Een opstel getiteld: quot;Armoede en ollemhv\'

-ocr page 24-

16

zijne verdiensten stijgen; zijne inkomsten zijn hooger dan van een knecht, zoodat hij zich meerdere uitgaven veroorloven kan; hij is een vrij, zelfstandig wezen, en geen dood werktuig. De verhouding wordt nog ongunstiger, zoo de landbouwer na veel schatten verworven te hebben, de landstreek verlaat.quot;

In Nquot;. 1 zeiden we, blz. 28: //het geheele stelsel van plantages is rot.quot; Na de aanhaling der voorgaande zinsneden uit Sauches\' brochure, zal onze bedoeling duidelijk zijn. Daarbij komt nog dat men\' tegenwoordig sterk moet twijfelen aan de uitvoerbaarheid der Immigratie; en komen er geene immigranten dan zal de zoogenaamde groote landbouw van zelf ophouden te bestaan.

De zoogenaamde groote landbouw heeft ook altijd liet voortbrengen van voedingsgewassen in den weg gestaan, ja onderdrukt. Men dacht aan niets anders dan aan \'t leveren van producten voor den uitvoer en voor de voeding werd zoo weinig zorg gedragen, dat er dikwijls gebrek was aan bananen niet alleen, maar ook aan veie andere voedingsgewassen. En zelfs buiten die tijden van gebrek was de voeding, vooral onder de negerbevolking, bizonder slecht.

De stapelproducten vereischten alle zorg en tijd van de arbeiders. Terwijl het gewas te veld stond moest het onderhouden worden en was het geoogst, dan waren alle handen noodig om het te verwerken en in den gewenschten toestand te brengen voor de Europeesche markt. Dit verwerken was zeer vermoeiend, omdat men altijd hardnekkig den ouden sleur bleef volgen en de oude werktuigen niet door nieuwe meer doelmatige verving.

De productie voor den uitvoer bloeide daardoor vaak ten koste van de gezondheid der negers.

Vreezende dat ook kolonisten — niet wetende wat te beginnen — zich zullen aansluiten bij den zoogen. grooten

-ocr page 25-

17

landbouw en daardoor in quot;t bovenstaande euvel vervallen, zullen wij in \'t kort aanwijzen waarmee de kolonisten zich moeten bezig houden.

1. Voedingsgewassen.

Al te lang reeds lieeft de banaan de hoofdrol gespeeld in de .voeding; het is meer dan tijd dat zij grootendeels door beter voedende vruchten , vervangen worde.

Daarvoor komen in aanmerking de Cassave, Tajers, Napies, gewone en zoete Bataten, Yarns, de gewone Peen enz.

Deze producten kunnen op verschillende wijzen toebereid worden en versch allen een even goed voedsel als de aardappel, hun eenige plaatsvervanger in Nederland,

Hoewel de banaan niet aan \'t hoofd der voedingsgewassen moet staan , komt haar daaronder toch ook eene plaats toe, al is \'top den tweeden rang. Het lange gebruik der banaan heeft geleerd ook deze op verschillende wijzen toetebereiden en het is meer in die gevallen waar zij als bijzaak optreedt dat wij haar gebruik aanraden. Ook bij het dessert komt zij voor in verschillende toestanden, terwijl nog vele andere Musacaeën haar hier begeleiden.

Hen, die gehecht zijn aan \'t gebruik van aardappelen, wijzen wij er op dat deze in Suriname zeer goed groeien. Zij worden er wel grooter dan in Nederland, maar de smaak blijft toch goed. De cultuur daarvan kan dus geene zwarigheden oj)le veren.

Ook de rijst verdient hier eene plaats; de voortrellelijke Surinaamsche rijst.

Dat do Surinaamsche rijst van betere kwaliteit is dan die uit Carolina is het gevoelen van de meeste personen die in de gelegenheid waren het verschil op te merken ; en eveneens dat van sommige schrijvers die dit artikel behandelden, Tn hoeverre

-ocr page 26-

IS

dit waar is weten we uiet; maar dit is zeker dat ze gelijk kan gesteld worden met de Braziliaansche die door Seubert *) in de plaats genoemd wordt.

Maar de Surinaamsche rijst is tegenwoordig duur! Welnu dit is \'t gevolg van de zeer beperkte productie en de ondoelmatige bewerking. Dit zou echter een slechte reden zijn om den aanbouw in \'t groot te verzuimen.

Voor \'t pellen der rijst, kan men het stampen, dat nu zware handenarbeid is, vervangen door de bewerking met rijstpelmolens.

Bizondere vermelding verdient ook het Turksche koorn, de zoogenaamde Maïs. Het vindt in Suriname een bij uitstek geschikten bodem en kan tot verschillende doeleinden aangewend worden.

Het koornmeel (karoegrien) is genoeg bekend.

l)r Hon aio us f) de algemeen erkende autoriteit voor de maïs, noemt 5 verschillende soorten van maïs, die door anderen slechts de varieteiten van eene soort genoemd worden. Hoe dit zij, willen wij hier niet beoordeeleu; dit is zeker, dat zij slechts in kleinigheden verschillen, die echter blijvend zijn.

Op blz. 585 zegt m; Stuiu.er §) dat de Zea Americana die in de centrale streken van Amerika en op vele der West-Indische eilanden groeit, de zwaarste aren geeft.

Radehs **) toont in een belangrijk opstel aan, dat de maïs-

*) Hnuilbuch der allgemcinen Waareukundc u. s. f. von Dr. Karl Seuhkrt imd l)r. Mouitz Seuiiebt. Stuttgart. J. Enoblhokn. 3r Band. S. 93 u. f.

f) Mattiiihu Bonafous, Ilistüire naturelle agricole et économique du maïs. Paris 1836.

Handboek voor den Landbouw in Nederlandseh Oost-lndië over/ioht van de kweeking eu behandeling der voornaamste voortbrengselen uit het plantenrijk ia de keerkringglaudou bewerkt naar C. Kioiiaiuison PouTJili\'s Agriculturist door \\V. U nu Stukler blz. 585,

\'*) Kenige woorden ter aanprijzing van den maïsbouw in de kolonie Suriname uitgegeven 1849 te Paramaribo, in 185\'t bij de Wed. Doorman herdrukt, eu in 1855 door Prol\'. Vmntii: iu de «Tuinbouw Floraquot; opgenomen.

-ocr page 27-

19

bouw 55 % van de gesainenlijke waarde der 6 hoofdproducten (Maïs, Tarwe, Katoen, Tabak, Suiker, Rijst) van de Ver-eenigde Staten van Noord-Amerika oplevert. De omstandigheden waarin de maïs in Suriname verkeert zijn veel gunstiger dan in N. Amerika; in Suriname zou men 3 oogsten per jaar kunnen hebben, terwijl men in N. Amerika waarschijnlijk 2 verkrijgt en dan nog in de Zuidelijke Staten.

Het groote stikstofgehalte der maïs, maakt haar tot een goed voedingsmiddel.

//De hooge waarde der maïs wordt dan eerst volkomen begrepen, ais men haar uit een scheikundig oogpunt beschouwt, en op hare samenstelling acht geeft. Het betrekkelijk gewigt der gewone gele maïs b.v. is 29,4 wanneer dat der gewone winterrogge = 1 en dat der tarwe = 3 gesteld wordt, en van de grootere gele en witte maïs is liet betrekkelijk gewicht nog hooger. De betrekkelijke hoeveelheid stikstof is in de gele maïskorrel 24,0 als die in de winterrogge = 1 in de tarwe = 3,9 is en zij wordt in dit opzigt alleen door de erwten en boonen overtroffenquot; 1) enz.

Wat het bier betreft dat uit de maïs kan worden gemaakt dit is de Cliica der Amerikanen die ontstaat door de maïskorrels te behandelen evenals de gerst in de gewone bierbrouwerij ! f)

Ter loops noemen we nog eenige heerlijke Surinaamsche groenten. Erwten en Boonen, Kool, Salade en vele der iNederlandsche groenten.

Ook tiert er welig de Broodboom, die naar wij gelooven een goed voedingsmiddel verschaft, evenals de Papaja. Lans zegt van de laatste. Van alle plantaardige zelfstandigheden

2*

1

Mededecling aim het landbouwkundig Congres door Prof. van deh Boon Mksch op den 4 Juni 1847 gedaan te Arnhem.

t) Zie dk Stuiu.er biz. B18.

-ocr page 28-

20

is er geene in welke men 7,00 groote overeenkomst gevonden heeft met het vleesch, ais de vrucht van de gewone papaja (Carica papaja).quot;

UITVOERPRODUCTEN.

a. Voor Consumptie.

Rijst. Op biz. 17 zagen we reeds dat de rijst voor een deel kan voorzien in de productie van voedingsgewassen; ook voor den uitvoer zou zij kunnen gecultiveerd worden.

Zoowel hoog- als laag- land is geschikt voor rijstcultuur, men denke slechts aan de rijstcultuur der Javanen op sawah dar at en sawah dal am.

Sago. Het is ons niet bekend dat men in Suriname ooit werk heeft gemaakt van de Sago; dit is echter zeker dat de opbrengst daarvan nooit van eenige beteekenis geweest is. En toch is de Sago een goedkoop voedingsmiddel, dat ook met voordeel kan uitgevoerd worden.

Zij wordt zeer gemakkelijk verkregen, door den Sagopalm om te houwen, te splijten , het merg los te werken en met water van houtachtige vezels als anderzins te zuiveren.

Een stuk grond met 60 sagopalmen beplant, levert jaarlijks 5 boomen, geschikt voor Sagobereiding. Men verkrijgt daarvan 2200 a 2:300 pond sagomeel.

In één woord; quot;de cultuur van den sagopalm is zoo gemakkelijk en zijne voortplanting zoo yerzekerd, dat zoodra de noodzakelijkheid van kunstmatige kweeking wordt ingezien, willen ook kunnen blijkt te zijn.quot;1)

Arrowroot, is tot nog toe op zeer kleine schaal in de

1

Zin : Hijilragcn tot de kennis van de voornaamste voortbrengselen vnu Nederlandsch Indië. 1\\. dc Sago, Uitgegeven door de maatschappij Tot nut van \'t algemeen. 186(i.

-ocr page 29-

21

kolonie bereid, waarvan nog \'t grootste gedeelte voor eigen gebruik was. Men verkrijgt het Surinaamsche arrowroot uit de wortelknollen van Maranta Arundinacea, behoorende tot de familie der Cannaceën. De bereidingswijze is zeer gemakkelijk, de wortels worden slechts geraspt en liet arrowrootineel door zuivering met water daaruit afgezonderd. 1)

Ka ka o. De meeste wetenschappelijke reizigers, en onder hen ook Alexander von Humboldt noemen de kaknocultunr //de gemakkelijkste en voordeeligste van alle cultures.quot; //Jn-derdaad, wanneer de plant eenmaal eene zekere grootte heeft bereikt, behoeft ze geene zorgen meer; onkruid groeit er niet in een wèl gesloten kakaoland.quot;

//Voorts zou de aanleg van kakao-plantingen in de hoogere vlakten zeer gemakkelijk en voor vrijlieden bijzonder geschikt zijn.quot;

Men zou de kakao niet als boonen behoeven uit te voeren maar met weinig moeite en kosten, in den vorm van koeken in den handel kunnen brengen.

Koffie. Allengs is de cultuur van dit product door de suikercultuur grootendeels verdrongen; men teelt de koflie steeds in \'t aluviale gedeelte der kolonie , hoewel \'t hoogland ongetwijfeld beter is. Men behoeft slechts nategaan waar de koflie nog meer geteeld wordt.

Lans zegt, van de koffie sprekende: //Wat, overigens de koffie, eertijds het hoofdproduct der kolonie, betreft, boude ik mij volkomen overtuigd, dat men in de bovenlanden meer voordeel er mede zoude gedaan hebben, dan in deze lage kleilanden.quot;

1

Zie hierover Goillustrccrde Kucyclopiiodic. Woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid. Onder hoofdredactie van A. Winki.kii Prins enz. Amsterdam C. L. Hiunkman. en ■ De landbouw in de kolonie Suriname enz. door M. IJ. Tkbnstba (2e. dl. biz. 2S4)

-ocr page 30-

22

De bewerking der koffie eischt te veel zorgen, dan dat elk kolonist zich daarmee zou kunnen bezig houden; daarom zou zeer aan te bevelen zijn de oprichting van een of meer centraal fabrieken, alwaar de kolonisten de bessen in hun geheel, terstond na den oogst leveren.

Suiker. Ais een machtig Concurrent tegen de rietsuiker treedt meer en meer de beetwortelsuiker op; (volgens sommigen is de tijd niet zeer ver meer. dat de eerste geheel door de laatste verdrongen zal zijn, en nog slechts tot de geschiedenis belmoren zal).

Hoe dit zij, de kolonisten kunnen zich ook op den bouw van Suikerriet (misschien ook van beetwortels) toeleggen, om hunne producten afteleveren aan centraalfabrieken. Misschien zullen deze, beter en meer overkomstig de uitvindingen van laleren tijd ingericht, de concurrentie tegen dc beetwortel suiker kunnen volhouden. 1)

Thee. Op Java heeft men met goed gevolg de theecuituur beproefd; waarom zou men dit ook niet in Suriname kunnen doen. Te Buitenzorg — 6° ZB. — teelt men de thee op klei- en steeTiaarde, welke ook in de bovenlanden van Suriname — 6\' N.B. — gevonden worden.

Tabak. Het volgende kan een denkbeeld geven van de snelle productie van tabak op Surinaamsche mangroegronden ; De heer Dijkman «zaaide Truxillo en Varinas Tabak op 17 Maart, welke den 25 Maart opkwam on den 19 April verplant werd, met welks inzameling (behalve eenige vroeger afgehaalde bladen) hij reeds den 28 Juni een aanvang maakte.quot;

Het Surin. Landbouwk. genootschap //Prodesse Conamur

1

Uk Stuiu.kr die ccn s?ni\'de 100 bladzijden aan de behandeling van quot;t suikerriet wijdt, geeft oj) Hz. 1135, en vlgd. eene beschrijving van eene door Paul van Vi.issingen en Du dok van Hef.i, ontworpen suikermachine die boter aan de vercischten voldoet dan de oude Surinaamsche.

-ocr page 31-

droeg iti 1830 aan eene commissie op, een verslag uit te brengen aangaande de Tabakscultuur. In dit verslag zegt die commissie: quot;Het meest voordeelige van den aanbouw van den tabak is, dat dezelve meerendeels in het klein beoefend wordt;quot; zoo zouden de kolonisten dus van een klein gedeelte gronds een groot voordeel kunnen trekken.

//Welke gronden in de kolonie Suriname de geschiktste voor de tabakscultuur zijn, moet nog eerst proefondervindelijk bewezen worden, het is echter minder waarschijnlijk dat dit de ziltige klei- en m a n gr oeg r o n d e n , dan wel de vruchtbaarste zandgronden zijn.quot;\'

Op Java wordt de grond voor de tabaksteelt gemest met het meel van koeken verkregen (na de oliebereiding) uit Katjang, de Pinda, die in Suriname ook welig groeit. 1)

Zelfs op de rivieren vindt men de Moko-moko, een onkruid dat veel als dekblad wordt gebruikt, nis hoedanig het slechts weinig bij de Havannab moet achterstaan.

b. Voor de Industrie.

Het is onverklaarbaar waarom men zich zoo weinig heeft toegelegd op \'t verkrijgen van producten voor de Industrie. Zelfs fortuinzoekers die hierin een ruim middel van bestaan hadden kunnen vinden, hebben niet opgemerkt, of niet willen opmerken, hoe rijk de Surinaamsche bosschen en zelfs de in cultuur gebrachte velden waren aan grondstoffen voor de ihdustrie. Het katoen maakte hierop eene uitzondering; tegenwoordig echter heefl de katoenbouw in Suriname nagenoeg geheel opgehouden, f)

1

Zio hierover: Vrijlieid tn Slavernij of sclietsen en tafereelen nit het Amerikaansohc volksleven. Tn. Gkiesixoeh -- Rotterdam It. Ni.kjh.

) quot;Guiana is verdeeld in Engelsch, llollandseli en l\'ran sell Guiana. Men vleit zich van drie zijden, dat dit land meer in de behoefte van katoen zal voorzien; eenmaal was hare cultuur daar zeer aanzienlijk; die der suiker

-ocr page 32-

24

Katoen. In Suriname zijn behalve eenige andere katoen-dragende boo men, 6 heestersoorten die katoen opleveren. Men bepaalt er zich echter tot het verbouwen van het zwart-zadige katoen (Xylon herbaceutn) dat ook de -witste vlokken levert. De Indianen verbouwen nog andere soorten in de iiooge binnenlanden die zeer goed kunnen geteeld worden op de plaats waar wij de kolonisten wenschen gevestigd te zien. Deze soorten munten uit door eene groote sterkte van vezel die 4 maal zoo groot is als die van \'t gewone katoen; en hoewel zij in witheid moeten onderdoen voor \'t zvvartzadige, zijn zij toch zeer blank.

Uit de zaden zou men eene goede olie kunnen slaan. Manilla hen nip. Tot liet verkrijgen der Banaanvezel heeft men zich nooit eenige moeite gegeven en toch is ■/ij in zoo ruime mate voorhanden, dat de banaanboomen die jaarlijks aan verrotting worden prijsgegeven een kapitaal representeeren van 750,000 li\'vezel ter waarde van _ƒ250,000. Welk een voordeel zou het zijn voor Ncderlandsche weverijen zoo zij zich niet meer uit de tweede hand behoefden te voorzien van dezen vezel //de plantaardige zijde (soie vege tale)quot; waarvan in Frankrijk zulke fraaie meubelstoffen en andere voorwerpen gemaakt worden. *)

Kokosvezel. De kokosvezel — die in Europa zoo veelvuldig gebruikt wordt — ondergaat in de kolonie het-

echtcr heeft ze VCTilrongen en naar de Verecnigde Staten overgebracht. Kr zijn 14 halen vau ingezonden; de vrije arbeid mo^e de cultuur bevorderlijk zijn en daartoe de Enropeanen uitlokken, zich in dat land ueêr te zetten.quot;

Verslag der wereldtentoonstelling te Londen in 1802, door .T. \\V. dkl Campo, genaamd Camp. ïo \'s Gravenhage bij Gebr. J. If. van Langen-huvse.n. 1861.

Zie: Bijdrage tot dc kennis der kolonie Suriname door \\V. II. Lans. \'s Knivenhage. Nederlandscbe\' maatschappij van schoone kunsten, bestuurder J. VV. ton Hagen 1842.

-ocr page 33-

25

zelfde lot als de Mannilla hennip, nog nooit heeft men hem afgezonderd dan alleen voor tentoonstellingen.

Brom el ia. Het gebruik der Broraelia vezel is nog minder bekend, //Het zou overbodig zijn over de uitmuntende hoedanigheden der onderscheidene Bromelia soorten uit te wijden. Intusschen wordt het alleen voor dun touwwerk, in kleine hoeveelheden, gebruikt; dienende bij uitzondering daar waar groote kracht of duurzaamheid vereischt wordt; zooals voor hangmatkoorden, drooglijnen, vischtuig, hoogkoorden enz. Voor zwaarder touw zooals bijv. dat der sluizen hetwelk zooveel te lijden heeft, is het nog niet aangewend, hoewel het zeker driemaal zoo lang als het Europeesche touw zou duren.quot;

//Minder bekend is het, dat men er uitmuntend fijn en met een zijdeachtigen glans bedekt linnen van heeft geweven.quot;

Zijdeteelt. De moerbeziënboom vindt in Suriname een zeer goeden bodem en het valt niet te betwijfelen of de zijdeteelt zou hier goed gelukken zoo zij maar met beleid en kennis van zaken werd ondernomen.

Vroeger werd eene zijdewormenteelt in Suriname met goed gevolg gedreven; de dood van een der beide geassocieerden en het vertrek van den ander, maakten dat deze tak van industrie geheel verviel. Weldra begon zij in Demorary te bloeien, waarheen zich een der industrieelen begeven had. Toen de zoon van den ander de teelt in Suriname weer opvatte begon zij ook daar weör te bloeien.

Vele andere vezelstoffen van mindere bekendheid kunnen nuttig gemaakt en in groote boeveelheden verkregen worden; zoo ook stroosoorten voor \'t vlechten van fijne hoeden.

Cochenille. Van de Cactussoorten die voor Cochenille teelt geschikt zijn, komen er eenige in de kolonie voor en daaronder de Cactus tuna (met elsvormige doornen) die de meest geschikte plant ter voeding van de Cochenille is.

-ocr page 34-

26

«Niettegenstaande in het algemeen alle gronden tot Cac-• tusteeltgeschikt zijn, ishetnogtans zeker, dat een drooge, vaste grond de beste isquot; waarvoor de Surinaamsche hooglanden uitstekend zijn.

Indigo. Vroeger werd de Indigo in Suriname in zeer beperkte hoeveelheid geproduceerd; later heeft die productie geheel opgehouden.

De plant die in de kolonie steeds de indigo leverde is de Indigofera argentea L; zij groeit er op \'/losse klei-of vet gemelleerde mangroegronden.quot; Eeti vereischte voor deze cultuur is dat de grond droog zij, aangezien de indigo op drassige landen armoedig groeit en gele bladeren maakt.

Hout.1) Een der belangrijkste artikelen voor den uitvoer is ongetwijfeld het hout. Het is overbekend hoe rijk de Amerikaansche bosschen zijn aan houtsoorten; vooral de Z. Amerikaansche. Daar zijn houtsoorten geschikt voor den huishouw, scheepsbouw, meubelfabrikatie, den aanleg van spoorwegen en wie weet voor wat al niet meer. Er zijn er vele, die in water beter tegen bederf door paalwormen als anderzins bestand zijn, dan die welke algemeen gebruikt worden.

Vele schrijvers hebben lang en breed uitgeweid over\'t groote nut en quot;t gebruik dier houtsoorten. Wij verwijzen naar deze

1

C. J. Glavimans, Over verschillende houtsoorten afkomstig uit de kolonie Suriname.

H. A. van der Speck Obreen, Besehrijving van de timmerhoutsoorten die in Europeeseh Guiana wassen.

C. A. van Sijpestein, Het Surinaamsche hout enz,quot; Alsmede de opstellen voorkomende in dl. I van het tijdachr. West-Indië.

Zie verder: //Verslag omtrent den Staat der Bosschen en de Houtsoorten in de kolonie Suriname, en Beschrijving van de Gouvernementshoutvelling aan de Rivier Coppename, — door de Onder-Constructeurs der Marine H. Burs en P. F. Jansen, van wege het Departement van Marine, in het jaar 1839 derwaart» gecommitteerd.

-ocr page 35-

omdat het ons te veel zou afleiden zelf in mdere beschrijvingen te treden. 1

Potasch en Soda. Eene altoosvloeiende bron voor de Potasohfabrikatie vindt men in de bosschen. De Sodafa-brikatio daarentegen vindt vele zeeplanten, die eene groote menigte Soda voor den handel kunnen leveren. Van deze planten komt in Suriname \'t meest voor: de Salsola, dezelfde als de Spaansche Barilla, die in Suriname Zeeporselein genoemd wordt. *)

Ook voor andere takken van Industrie, en voor geneeskunde bevatten de Surinaamsche bosschen groote schatten. Wij noemen slechts:

vetten van vele palmsoorten, de Eicinusolie, het Cacaovet het vet van de Pienda en andere aardnoten, van de kokosnoot, de katoenolie enz.;

de bittere aftreksels van Wajakarra, Soumarouba, Schildpadhout , Quassibout, enz:

vele Gommen, Harsen enz, waaronder: Caoutchouc, Geta-Pertjah.

Looistoffen, Verfstofleii, f) i Vanielje, Gember, Curcuma, Tonkaboonen enz. enz.

3. OoFTTEELT.

Om onze lijst van voortbrengselen uit \'t plantenrijk te voltooien, noemen we nog cle heerlijke, saprijke, en geurige vruchten die zonder lal zijn. Ziehier de voornaamste: Oranjes in vele variteiten (Sinaasappels, Pompelmoezen), Ananassen,

1

Zio Teenstr\\ en T/Ans.

) Hiervan moet men echter uiet tc veel verwachten daar zij tegenwoordig voor quot;t grootste gedeelte verdrongen worden door kunstmatige kleurstoffen. Zie o. a. Isis No. 18 en vele Scheikundige Hand- en Leerboeken der laatste jaren.

-ocr page 36-

28

Markoesa\'s, Watermeloenen, Meloenen, Sapatille, Kaneel-, * Ster- en Granaat-appels, Baccoves, Manja\'s, Gujaves, Papaja, Kersen, Citroenen en Lemmetjes waaruit limoensap geperst wordt, de Persea gratissima of Advocaat, en de Druiven.

Vele dezer vruchten worden behalve als tafelvruchten nog gebruikt tot het maken van limonades, geleien, ongeëvenaarde confituren (succade) enz. Al die vruchten groeien zoo gemakkelijk en leveren eene zoo overvloedige oogst, dat alleen hunne teelt den eigenaar een tamelijk inkomen kan aanbrengen.

4. Veeteelt.

Het is schandelijk zooals het in de kolonie met de veeteelt gesteld is; Lans zegt daaromtrent:

//Is het niet een vreemd verschijnsel dat het Surinaamsche hoornvee ellendig verarmd en kwijnend moet genoemd worden, wanneer men in naburige landen1), die genoegzaam onder de evenaclitsiijn liggen, kudden van duizende beesten in \'t wild ziet loopen en onophoudelijk ziet vermenigvuldigen.quot;

Dit «vreemde verschijnselquot; ontstaat niet door de warmte, door \'t klimaat, of welke natuurlijke oorzaak ook; neen wij wijzen slechts op Brazilië, Venezuela, Nieuw Granada enz, die onder dezelfde invloeden staan, en toch zooveel rundvee bezitten dat er geene mogelijkheid schijnt te bestaan, daarin eenige vermindering te brengen. Zelfs de verbazende hoeveelheden runderen die noodig zijn voor \'t Liebig\'s vleesch-extractf), beteekenen niets in vergelijking van den grooten voorraad.

1

Uit Venezuela — vooral do streken aan de ürinocco gelegen — worden van tijd tot tijd koeien ook naar Suriname gevoerd; misschien zou \'t voordeliger zijn ze van Para (Brazilië) te halen; aangezien de terugreis (met de koeien) dan korter is.

) Omtrent de ondoelmatigheid ; ja slechte uitwerking van \'t Liebig\'s extract leed; J/Année scientifique et Industrielie par Louis Fiomkr. (^uinzième

-ocr page 37-

Si 9

Die slechte toestand van \'t Surinaainsclie hoornvee is alleen toe te schrijven aan de verkeerde behandeling. Men werpt de koeieu alles voor, wat maar eenigzins door hen gebruikt kan worden en denkt er niet aan, hen het gras te geven dat voor hunne voeding het best geschikt is. Men laat hen het door rottende planten verontreinigde boschwater drinken in plaats van putten te graven of hen te geleiden naar bestaande putten waar goed drinkwater voorhanden is. Nochtans zijn veepest, longziekte, en dergelijke plagen er onbekend.

Men moet beginnen de koeien goed drinkwater te geven en hen te voeden met goede grassoorten, zooals het Guinea gras (Panicum polygamum) en Durham-gras dat in de kolonie zeer goed groeit. Als een goed en geliefd voedsel kunnen nog genoemd worden de banaanschillen, de vruchten van verschillende palmen en de Tapiocca die met weinig moeite kan bereid worden.

Doch de veeteelt moet zich niet bepaleti bij runderen; ook schapen, varkens, geiten enz. behooren daaronder.

Groot voordeel brengt ook de teelt van konijnen , kippen eenden, kalkoenen en duiven aan.

De jacht en visscherij kunnen de hoeveelheid dierlijk voedsel vergrooten; wij verwijzen daarvoor naar Hoofdstuk IV. De jacht wordt nu bijna in \'t geheel niet, de visscherij op zeer kleine schaal uitgeoefend en toch zou zoowel de jacht, als de rivier- en zee-visscherij, aan velen een ruim bestaan kunnen geven.

Met welke van al de genoemde takken van bestaan elk kolonist zich moet bezig houden, zal geheel afhangen van den aard en de geschiktheid van elk individu.

annóe (1S70—1871)quot; ecu stuk getiteld: Vextrait de viarule Ijiebig; soil inu-tilitp et «os dangors,\'quot;

-ocr page 38-

30

Ook is het niet vooruit te zeggen, welke producten kunnen samengaan en of het goed zal zijn dat de kolonisten afzonderlijk, of met elkander werken; de ondervinding zal op dit alles het antwoord moeten leveren.

Dat er menschen van allerlei ambachten bij zulk eene kolonisatie noodig zijn, behoeft geen betoog; dit punt te re-leveeren is reeds genoeg.

-ocr page 39-

III.

Plan van vestiging.

De Vereenig Je Staten van Noord-Amerika zijn voor \'t grootste gedeelte onstaan door kolonisatie. De kolonisten kwamen in Amerika aan en elk vestigde zich afzonderlijk aan den rand van \'t woud of der prairie. Dikwijls sloten eenige kolonisten zich bij elkaar aan om gesamenlijk te kampen tegen de moeilijkheden hun door de natuur en de Koodhuiden in den weg gelegd.

Soms hadden er kolonisatiën plaats van eene grootere menigte, die geleid door een aanvoerder hun vaderland verlieten om godsdienstige of staatkundige vrijheid te zoeken.

Eerst later is men begonnen te koloniseeren volgens een meer bepaald plan, en wel sedert \'t ontstaan van k o 1 o n i-satie-maatschappijen.

De kolonisatie was dus altijd eene particuliere zaak meestal ten voordeele van maatschappijen 1).

1

Alleen dn strufkolonien maken hierop eene uitzondering, aangezien zij altijd vau dr regeering uitgaan en speciaal van de Engelsclie regeering.

quot;Alleen Engeland lieeft strafkoloniën gesticht. Hotany-bay bij Sydney Hobart-town op van Diemensland en, nadat deze zich allengs tot bloeijendc nederzettingen eeaer vrye bevolking verheven liudden, de vestiging aan de Zwanonrivier, in West-Anstralië en Norfolk-ciland, tusschen Nieuw-Zeeland en Nieuw-Caledonië.quot; Blz. 120. Handboek van praktische staathuishoudkunde door Mr. S. Vissering. Iloogleeraer te Leiden. Eerste deel. Amsterdam T*. N. van Kami\'KN. 1872.

-ocr page 40-

32

Kolonisatie is echter eene regeeringszaak.

Het zal niet genoeg zijn de kolonisten naar hnn nieuw vaderland over te voeren; de regeering moet hen daar zóó vestigen, dat daarna hunne welvaart, afhangt van hun eigen arbeidzaamheid.

Pf. A ATS VAN VESTIGING.

De kolonisten moeten niet dicht bij Paramaribo wonen; zij zouden onwillekeiirig geraken onder de daar bestaande verkeerde sociale instellingen. Zij moeten zich vestigen op zulk een afstand van de stad, dat zij gewaarborgd zijn tegen de gevolgen dier instellingen en vooral den ouden sleur niet aannemen die in Suriname een der oorzaken van achteruitgang is.

Wij gelooven dat de Joden Savannah de geschiktste plaats is voor kolonisatie. Andere streken, die daartoe als geschikt aangewezen zijn, hebben \'t bezwaar dat zij te ver van de stad liggen of dat er geenc wegen naar de stad bestaan. De Joden Savannah vereenigt alle voordeden in zich.

Gelegen op hooge heuvels, als \'t ware de voorposten van \'t gebergte, heeft zij bij een ruim en prachtig uitzicht over de rivier en \'t omliggende land, vele plaatselijke voordeelen.

//De Savannah, eigendom en voormalige zetel der Portu-gesche Israëlieten, ligt aan den regteroever der rivier Suriname (in het afvaren) op eenen heuvelachtigen grond.

//Aan beide zijden van den heuvel verliest zich liet oog in lagchende dalen en valleijen wier boezem een groen gewaad van weiden, kokos- en andere boomen bevat. Hier verheft zich de Natuur in stille eenvoudigheid; d .4 d r schittert zij in volle glorie, of treedt met eene ernstige majesteit uit deze kloven den wandelaar te gernoet.quot; 1)

1

Surinaamsdm Almanak jaargang 1843.

-ocr page 41-

33

llfuu\' afstand van de stad (5 ü 6 uur sl,onmens) zal gemi hinderpaal zijn voorden nfvoer der producten; want; de vestiging moet plaats hebben aan dc groote goed bevaarbare rivier Suriname. Dr rivier bezorgt, den kolonist dus een natuurlijken en getnakkelijlcen weg *) naar de stad , welk gemak nog vergroot wordt door de stoomboot, die 2 of 3 raaien \'s weeks van de stad naar de Savannah vice versa vaart, en die als \'t noodig is wel eiken dag heen en .weer zal gaan. Er zullen dan later zelfs meer stoombooten in dienst komen.

//Eb en vloed doen zich hier nog gevoelen op 12 uren hemelsbreedte van de zee; er is hier ongeveer 7 ïi 7voet verval, door getijden veroorzaakt, waar te nemen.quot; f)

Een ander voordeel ann de Joden Savannah verbonden is, het heerlijke drinkwater dat de rivier daar ruimschoots oplevert. Tn lijden van groote droogte wordt het met. booten naar de voor de stad geankerde schepen quot;x\') gebracht en zonder eenige filtratie gedronken.

Inrichting df.r huizen.

Het is een eerste vereischte de kolonisten goede woningen te verschaffen. //Er bestaat een oorzakelijk verband tusschen woning en ellende der bewoners. Met steunt op den invloed dien de woning uitoefent op de gezondheid van lichaam en gees•t,\', ....

//Ook op den gemoedstoestand oefenen sleelite woningen een hoogst nadeeligen invloed uit, nadeeligcr wellicht nog dan op den lichamelijken toestand der bewoners. Slechts weinige menschen zijn in staat in een donkere, koude, vochtige stinkende spelonk of in een heet dakkamertje een

\') liM hierdoor vervalt ook \'t bezwnar dut met \'t aanleggen van wegen veel tijd en kosten zonden gepaard gann.

t) (Tcneesk. tijdschr. der zeemaelit jaarg. 18(50- 1870.

-ocr page 42-

34

Ti

vrolijk en opgeruiintl hart te bewaren ; verreweg de raeesten geven onder zulke toestanden zich over aan sombere mijmeringen , die nooit een bron zijn van veel goedsquot; 1).

Hoe de woningen, naar onze opinie, moeten ingericht zijn blijkt uit nevensgaande teekeningen. Die teekeningen dienen slechts om onze bedoeling duidelijk te maken; maar moeten niet aangezien worden voor zuiver bouwkundige projection.

De woningen zijn berekend voor een gezin met gemiddeld .\'3 kinderen, eu bevatten slechts rni verdieping die 8 voet. hoog is; de zolder ter hoogte van fi voet moet niet anders gebruikt worden dan tot bergplaats.

De vertrekken zijn naast elkaar gelegen en 10 voet lang bij eene diepte van voel, zoodat de lengte van \'tgeheele huis 20 voet bedraagt. Vóór de kamers bevindt zich eene opene galerij breed fi voet en loopende langs de geheele lengte van \'t huis.

De ruimte onder het huis ter hoogte van voet verschaft den bewoners gedurende liet warmste van den dag eene koele verhlijfpinats. t) Aan de inrichting der huizen ziet men dat de lucht overal vrijen toegang gelaten wordt. De kamers en zolder moeten zooveel mogelijk den geheelen dag opengehouden worden , om de lucht te ververschen. Ook moeten do kamers niet gelegen zijn aan de zijde waar de zon des namiddags staat.

De huizen der vrijgezellen zijn in hoofdzaak op dezelfde wijze gebouwd; zij bevatten echter slechts éénekamer. Hierbij komt nog, dat de vrijgezellen woningen met bun 10 of 12 onder éón dak zijn, en dus een blok huizen vormen.

3 (\'bK

1

Praktisch Volksboek enz.

f) /ie: van den Bosch. JS\'edtrlaiulschc bezittingen in Azia, Amerika, en Afrika, \'s Gravenhagn en Amsterdam.

Gebroeders vak Clkm 1818 (pag. 185 dl. fl).

Zie hoofdst. TV.

-ocr page 43-

35

De kleur der huizen mag niet donker zijn; ook beschildere men ze niet op de gewone wijze met olieverf, maar met kalk. De ondervinding heeft geleerd, dat kalk beter voldoet, daar zij het onderliggende hout meer conserveert. Daarenboven is deze wijze van beschilderen veel goedkooper. Men zal wel hiertegen aanvoeren, dat de regen de kalk zal afwasschen en zoodoende \'t hout aan verrotting prijsgeven ; docii wanneer men de kalk mengt met het sap eener Surinaamsche plant — de zoogenaamde Tengie sopo, Agave Americana — vervalt dit bezwaar voor \'t grootste gedeelte. Het kleine verlies aan kalk kan men herstellen zoodra quot;( regensaisoen voorbij is.

De beschildering der huizen op bovengenoemde wijze brengt nog een voordeel, een groot voordeel aan. De planken behoeven namelijk niet geschaafd te worden; het schaven toch kost veel tijd en geld.

De ruwheid der planken heeft nog dit voor, dat de kalk er zich beter op kan hechten dan op eene gladde oppervlakte, terwijl juist door de kalk die ruwheid grootendeels aan \'t oog wordt onttrokken.

Ook van binnen moeten de huizen bekalkt worden.

De berekening van elk huis met bijbehooren is ƒ 325.

Deze som zou nog verminderd kunnen worden , indien men de huizen in Nederland geheel en al klaar kon laton maken , zoodat ze op de plaats der bestemming slechts opgezet, behoeven te worden. Het werkloon is hier lager dan in Suriname; buitendien kan men \'twerk hier laten aannemen.

Bij elke 4 woningen vindt men één gebouw dat 4 van elkaar afgescheiden keukens *) bevat. Evenzoo één gebouw

) De vrijgezellen hebben geen keuken noodig......quot;men moet niet vergeten, dat de ongehuwde man, .He bij den gehuwden in de kost is, zooals gewoonlijk het geval is, daardoor ook krachtig bijdraagt tot de welvaart van \'t gezin.

De sociale kwestie. Opmerkingen bij de studie van iiet gewichtige vraagstuk onzes tijds, door Wmhtmkk. Amsterdam Gebroeders Kraai.) 1871.

-ocr page 44-

S6

met 4 afzonderlijke secreten. 1) üe eerste moeten op de Surinaamsche wijze aangelegd zijn, met dit onderscheid dat men eene schoorsteen moet hebben om den rook te verwijderen.

De inrichting der huizen zal niet voor alle gevallen voldoende zijn ; daarom zal elk bizonder geval kleine wijzigingen vereischen. Er kunnen bijv. in een gezin meer kinderen, oudere zoons en dochters voorkomen.

Wat de rangschikking der huizen betreft, deze wordt door plaat III duidelijk gemaakt, f) De eerste rij heeft het vrije uitzicht over de rivier, daarop volgt de tweede rij, die tusschen de andere huizen door het uitzicht over de rivier heeft. Door de huizen der derde rij te doen verspringen met die der tweede, geeft men ben ook het voorrecht van over de rivier te kunnen zien.

De rangschikking volgens pi. III waarborgt eene goede luchtstrooming, die nog bevorderd wordt door de straten breed te maken.

De toewijzing der woningen zal waarschijnlijk door loting moeten geschieden.

Uitrusting.

De uitrusting der kolonisten moet geschikt zijn voor een tropisch klimaat en niet bestaan uit wollen, dikke en donkere stollen. Echter is het dragen van flanel op \'tbloote

1

Dc seoreton zullen zooiknig ingericht kunnen worden, ilat men de faeealiën elke week wegvoert naar dc landerijen, waarvoor zij eene ultinun-tende mest zijn.

f) Bij \'tbespreken van dit punt werd de vraag geopperd, wnt verkieslijker zon zijn; dc kolonisten bij elkander of bij hunne landerijen, tc laten wonen. Nu lange beraadslaging kwam het ons voor, dat dc samenwoning dc voorkeur verdiende, vooral met betrekking tot dc sebolen en het gezellig verkeer, iets dat vooral niet over \'t hoofd mag gezien worden.

Zie blz. :tü reg 6. en vlgd. v. o.

-ocr page 45-

.17

lichaam aantebevelen tegen de afkoeling, die anders door de snelle verdamping van de uitwaseming ontstaat. Men zie verder hierover de Hygienische voorschviften in hoofdst. IV.

Onder de uitrusting is begrepen boven en ondergoed, schoenen ea hoeden, het beddegoed, *) en het onontbeerlijkste meubilair voor huis en keuken.

De kolonisten moeten het hiertoe benoodigde geld niet in handen krijgen; eene commissie za! zich met den aankoop van alles moeten belasten, hetgeen dan door de massa veel goedkooper zal kunnen geschieden.

De uitrusting van een gezin schatten we gemiddeld op /110.

Gekeedschappen.

Bij hunne aankomst moeten de kolonisten reeds terstond in staat gesteld worden zich aan den arbeid te kunnen begeven. Hoewel zij in de eerste weken slechts weinig moeten werken, is hel toch nuttig, dat zij zich langzamerhand aan het werk gewennen, opdat niet door Ie lange werkeloosheid hun arbeidslust verslappe. Zij moeten dus de noodige gereedschappen tot hunne beschikking hebben. Hieronder zijn begrepen de kleine instrumenten voor landbouw, smids-, timmerwerk, enz.

Waar de grond geschikt is voor den ploeg, moet men niet verzuimen dien in te voeren.

De kosten dezer gereedschappen voor een gezin begrooten we gemiddeld op /\'15.

\') De kinderen kunnen op pnpaja\'s (ecne soort matten) slapen, hetgeen in Suriname algemeen gcbruiklijk is.

-ocr page 46-

:5S

voeding (vOORLOOPIg).

Do voeding der kolonisten aan boord 1) en gedurende 8 fl 10 weken in Suriname, racet plaats hebben volgens de hygiënische voorschriften in hoofdst. IV. f)

Hieraan is verbonden eene uitgaaf van ƒ50,000.

Geschikt maken dek gronden,

zaaien en planten der eerste levensmiddelen — bestaande in aardvruchten — in afwachting der kolonisten.

Dit werk zal betrekkelijk niet zeer moeilijk zijn, als men de Joden Savannah §) kiest tot vestiging der eerste kolonisten. Men heeft daar niet terstond zwaar bosch weg te

1

Zoouls wc in No. 1 hebben te kennen gegeven, stellen we don overtocht tier kolonisten kosteloos.

Waarom zou de staat de kolonisten niet vrachtvrij kunnen vervoeren? — Op koopvaardijschepen gaat dit natuurlijk niet, aangezien de staat zelf in onkosten zou vervallen. Maar kunnen de oorlog- en transport- schepen niet daartoe gebruikt worden V

Wat beteekent eigenlijk de publicatie van 1863 — zie Bijlage — waarbij den kolonisten in Suriname gratis land verstrekt wordt, wanneer zij geen vrijen overtocht hebben ? Weigert de staat kosteloos overvoeren der kolonisten dan gaat hij van\'tprincipe uit, dat alleen zij, die geld hebben, moeten kolonisceren en juist degenen, die quot;t meest behoefte hebben aan eene verbeterde positie, niet moeten kolonisceren.

Of is het genoeg te zeggen quot;het mag niet of het kan niet, omdat de equipage dan verminderd moet worden en er bepaald is, dat een oorlogskorvet zóóveel man aan boord moet hebben?quot;

-ocr page 47-

39

maken. Het maagdelijk woud begint eerst op grooteren afstand van de rivier; men belioeft de ontginning voorloopig niet zoo ver uit te strekken.

Wel is waar blijft de ontginning een zwaar werk, doch men moet hierbij in aanmerking nemen, dat \'t gedeelte waar de woningen moeten staan zonder ontginning kan gebruikt worden ; het is reeds vroeger daartoe geschikt gemaakt.

Hiervoor volgens berekening / 20,000.

Zaden en plantsoenen.

Dit is alleen eene uitgave voor \'r, begin , naderhand zullen de kolonisten natuurlijk zeiven daarin moeten voorzien, door een deel van den oogst daartoe aftezonderen.

Berekend op /\'5000.

Grooïe t,andbou wwerkïuigen .

Hieronder zullen behooren. ploegen, eggen, enz. Vooral moet men er op bedacht zijn, zwamt handenarbeid te vervangen door den arbeid van natuurkrachten en daarvoor zou quot;( nnlliu-zijn stoomploegen, en dergelijken intevoeren. Hierdoor zou grootendeels vervallen \'t bezwaar van van deii Smissen-*), waar hij zegt, dat de ploeg in Suriname niet bruikbaar is wegens gebrek aan goede ploegdieren , een bezwaar dat buitendien zou vervallen door den invoer van Z. Amerikaansche ossen en \'t teelen van muilezels.

Voor genoemde werktuigen hebben wij een post gesteld van f 7500.

\') Bcschonwingcn over de kolonie Suriuamc enz. door .Fr, van iikk Smissen 2e dl. blz. 227 cn vlgd.

-ocr page 48-

40

Kuuiwaojens en karren.

Do kosten zouden te hoog loopen, als in den beginne elk kolonist eigen karren en kruiwagens kreeg; dit is dan ook niet noodig. Men zal een zeker aantal moeten hebben waarover de opzichters controle houden.

Deze toestand is op den duur niet wenschelijk; maar zij zal ook vervallen, wanneer de kolonisten zekere welvaart beginnen te genieten, een tijdstip dat wij met \'t oog op de vruchtbaarheid van den bodem niet zeer verwijderd behoeven te denken.

Raming ƒ5000.

Bergplaatsen.

Er moeten zijn 2 bergplaatsen voor landbouwgereedschappen d. w. z, voor de grootere landbouwwerktuigen, ploegen, karren, wagens enz.

Deze schuren die op geen sierlijkheid behoeven aanspraak te maken, zullen te samen niet meer koeten dan /\'1000.

Magazijnen voor de producten.

Twee aigetneene in verschillende afdeelingen verdeelde bewaarplaatsen zijn iu den beginne naar onze meening het doelmatigste. Het h voor \'t gemak der kolonisten verkieslijker 2 bewaarplaatsen en ü magazijnen te hebben; iedere bewaarplaats en magazijn kunnen dan staan onder quot;t opzicht van een der opzichters.

Rik der magazijnen is berekend op . . . [ 6000,_

dus beiden............/ 12000,- .

-ocr page 49-

ÜRAANMOJ.EN.

Deze dient alleen voor eigen gebruik en behoeft daarom

niet zeer groot te zijn. Het zou misschien in den beginne

voordeeliger zijn hot Amerikaansche meel te knopen dat uit de Vereenigde Staten wordt aangevoerd.

Voor den graanmolen........f 6000,—.

BAKKUKU,

Volgens berekening komende op . . / 12000,—.

SLAOUTEUtJ.

De slachterij mot toebehooren is berekend op / 3000,—.

Koeien en dekstier.

Veeteelt moet op éene lijn gesteld worden met landbouw, in den beginne zullen de kolonisten zich zelfs meer met veeteelt dan met landbouw moeten bezig houden, omdat de eerste gomakkolijker is. 1)

Berekening der benoodigde koeien enz. . / 15000,—.

1

// lu do binnenlanden van onze vroegere kaapkolonie, de achterroggcveldeii en de carroo —- waar, volgens dc beschrijvingen van den Heer Eicutknueuo en vele anderen, die deze leerden kennen, het klimaat zeker minder gematigd is, dan in de hooglanden op Java, en in de Snrinaamache bovenlanden — is do Enropesclie kolonisatie geslaagd, maar daar was, vooral in den aanvang, veeteelt, niet graanbouw, het hoofdbestaan der bevolking, en heeft slechts de eerste dc, laatste in het aanzijn geroepen.quot;

Van dek Smissen 2e dl. blz. 257 de noot (2).

-ocr page 50-

42

Schapen en rammen.

Berekend op..........f 1500,—.

Geiten en bokken.

Berekend op........../ 500,—.

Varkens en dekbeeren.

Berekend op..........f 500,-

stjACHTVEE.

Het bestuur zal er voor moeten zorgen dat er altijd genoegzaam slachtvee voorhanden is. *)

Berekend op........../\' fiOOO,—.

Ossen.

Deze zijn bestemd voor ploegossen. Hiervoor moet men bepaaldelijk de Zuid-Amerikaansche gebruiken, die uit Para, van de Orinoco en uit de Argentijnsclie republiek aangevoerd worden.

Gesteld op...........f 3000,—.

Mim,e7,er,s,

voor ploegen, wagens enz....../\' 3000,—.

*) De kolonisten kunnen zich bovendien bezighouden met de voordcclige en in alle opzichten zoo gemakkelijke aankweek van pluimgedierte.

-ocr page 51-

43

1\'aaeden en ezei.s.

Benige paarden en ezels van goed ras zal men er op na moeten houden voor \'t verkrijgen van goede muildieren. Gesteld op...........f 3000,—.

Veestallen.

Hieronder versta men niet wat men gewoonlijk een Coral noemt; de stallen moeten afgesloten zijn.

Berekend op.........../quot;10000,—.

bllandbi.USCHMrDDET.EN , bliksemafleiders.

Er moet gezord worden voor eene goede brandspuit. Bliksemalleiders houden we voor nuttig op de groote gebouwen vooral die tot bergplaatsen bestemd zijn.

Berekend op..........f 1500,—.

Badinrichting.

Deze moet aan de rivier gebouwd zijn en bestaan uit eene goed besloten ruimte voor de mannen en eene eveneens besloten ruimte voor vrouwen.

Rekening............f 2000,—.

School.

Hieronder zijn begrepen de school behoeften als: tafels en banken, eenige wandkaarten en platen, schoolborden, leien, boeken enz.

Berekend op.........../quot;20000,—.

-ocr page 52-

14

Dieecteuu.

Men begrijpt dat het gelukken der kolonisatie voor \'t grootste gedeelte afhankelijk is van het bestuur. Daarom moet men in de keuze van den directeur neer omzichtig te werk gaan.

Het zal niet genoeg zijn, dat de directeur doortastend is, veel menschenkennis bezit, een //knap manquot; is. Onder //een knap manquot; verstaat men al te veel een vakman, en juist dit laatste is zeer aftekeuren.

De directeur moet algemeen wetenschappelijk ontwikkeld zijn, (op de hoogte van den tegenwoordigen tijd) en door een verblijf van een niet te klein aantal jaren in Suriname, goed bekend zijn met Suriname en de toestanden der kolonie. Eene aanbeveling is het, als hij daarbij het Neger Engelsch goed machtig is.

Jaarlijksche bezoldiging....., . f 4000,—.

Ge xe ks hek u.

Het is waarschijnlijk dat zich een der Surinaamsche doctoren bij de kolonisatie zou aansluiten; aangezien de kolonisten echter in den eersten tijd geen geld zullen hebben om doctors visites te betalen, is het ook voor de voorzichtigheid beter dat er een geneesheer aangesteld wordt.

Later, wanneer de kolonisten eenige welvaart genieten behoeft de bezoldiging van den geneesheer niet meer plaats te hebben.

Jaarlijksche bezoldiging......./quot;3500,—.

IjANDBÜUVVKUNDIGE.

Hij moet geheel vertrouwd zijn met de landbouwkunde op haar tegenwoordig standpunt; evenzoo met de behandeling

-ocr page 53-

45

der kleine en gmote laudbouwkuiiilige werktuigen. Bovendien zal hij door eene geschikte opleiding vatbaarheid moeten bezitten om spoedig met nieuwe werktuigen om te kunnen gaan, en het meerdere uut van deze of gene wijze van bewerking of toepassing van werktuigen spoedig in te zien.

ïot zijn werkkring zal vooral behooren een paar malen \'s weeks aan de jongens lessen in de landbouwkunde te geven.

Zijn jaarlijks traetement is gerekend op . /\'3000,—.

SciIOUt,mkkstku.

De schoolmeester moet niet alleen genoegzame wetenschappelijke kennis bezitten, hij moet geheel op de hoogte zijner betrekking zijn, die naar ons inzien uitgebreider is, dan volgens de gewone opvatting.

De vorming der jongelieden, hangt grootendeels van hem af; daarom moet men in de keuze van dezen zeer voorzichtig zijn.

Wij rekenen daarom dat zijn traetement niet te hoog is wanneer wij dit stellen op . , . / 2500,-—.

Opzichters.

Voorloopig hebben we \'taantal opzichters gestold op twee; bierin kan vermeerdering gebracht worden, indien hel mocht blijken dat twee onvoldoende zijn.

Volgens onze opinie zou \'t zeer nuttig zijn dat een van hen een knappe Surinaamsche directeur is.

Elk hunner ontvangt eene bezoldiging van . / 2000, —.

uitmakende voor dezen post....../4000,—.

ONDEIIWIJZKUKS VÜOIl II ANOWRUKKN.

Het zal noodig zijn, de meisjes ook van deze zijde te ontwikkelen.

Traetement........ . . /1500,—.

-ocr page 54-

H U T.PON D EK WIJ\'/ ERS.

Misschien zullen 3 hulponderwijzers bevonden worden niet voldoende te zijn voor een aantal leerlingen verbonden aan eene kolonisatie zooals wij ons die voorstellen.

Men zal dan moeten zorgen voor directe vermeerdering van \'t personeel der onderwijzers.

Het spreekt van zelve dat de hulponderwijzers geëxamineerd moeten zijn volgens de bestaande wetten in Nederland.

Ook zal minstens een van hen in de gymnastiek moeten geëxamineerd zijn, en daarin les geven buiten de gewone schooluren, op eene geschikte daartoe ingerichte plaats.

Volgens onze overtuiging is het onderwijs niet een punt van ondergeschikt belang maar eene zaak waarvoor de grootste zorg moet worden gedragen. Wij releveeren dit punt, omdat we maar al te goed weten, dat er velen zijn die het niet noodig vinden de jonge kolonisten reeds terstond zoo geregeld onderwijs te doen genieten. 1)

De tractementen kunnen zijn van eenen eersten hulponderwijzer f 1500, — van een tweeden /1300. — en van een derden /quot;1000. — te samen uitmakende een som van..............f 3700, - .

Onvoorziene Uitgaven....../\'25000,_.

Het valt moeilijk den werkkring der verschillende geëmployeerden juist aftebakenen, de omstandigheden zullen dit regelen.

1

Natuurlijk is hier alcrlits sprake van lager- ol\' uitgebreid- laner omlenvijs.

-ocr page 55-

47

R E C A P I T U I, A T t E.

1. Uitgave voor elk gezin:

Een huis.......

. f 325,—

Uitrusting.......

. // 110,—

Gereedschappen......

Voor 500 gezinnen dus

2. Uitgaven voor allen:

Voorloopige voeding ....

\'/ 50000,—

Geschikt maken der gronden .

// 20000,—

Zaden en plantsoenen .

quot; 5000.—

Groote landbouwwerktuigen .

// 7500,—

Kruiwagens en karren

„ 5000,—

Bergplaatsen......

quot; 1600,—

Magazijnen.......

// 12000,—

Graanmolen ....

n 6000,-

Bakkerij.....

/\' 12000,—

Slachterij.......

quot; 3000,—

Koeien en dekstier ....

quot; 15000 —

Schapen en rammen ....

// 1500,—

Geiten en bokken.....

quot; 500,—

Varkens en dekbeeren

// 500,—

Slachtvee.

// 6000,—

Ossen.......

// 3000,—

Muilezels

// 3000,—

Paarden en ezels.....

\'/ 3000,—

Veestallen.....

\'/ 10000,—

Brandbluschm. en bliksemafl. .

quot; 1500,—

Badinrichting . .

// 2000,—

School

// 20000,—

f 188.100,—

Tran sporteere

f 413.100,—

-ocr page 56-

48

Transport....../ 413,100,—

3. Jaarlijksche uitgaven:

Directeur.......

f

4000,-

Geneesheer ...

\'f

3500,—

Landbouwkundige.....

//

3000,—

Schoolmeester......

n

2500,—

Opzichters.......

//

4000,—

Onderwijzeres voor handwerken

//

1500,—

Hulponderwijzeres.....

//

3700,—

f 22.200,—

4. Onvoorziene uitgaven quot; quot; 25.000.—

f 460.300,—

Bij quot;t begin (volgens onze berekening gedurende 2 maanden) zullen de kolonisten niet in hun eigen onderlioud kunnen voorzien ; \'t bestuur moet dus biervoor zorgen.

Misschien klinkt het vreemd 500 familiën te onderhouden; maar wanneer men denkt aan de menage van \'t leger en de marine verdwijnt alle verwondering.

De beschreven toestand kan slechts voorloopig zijn en moet zoo kort mogelijk duren; echter zal zij uit den aard der zaak niet plotseling kunnen ophouden. Niet alle gezinnen zullen o}) \'t zelfde oogenblik in hun eigen onderhoud kunnen voorzien; daarom moeten zij ook slechts langzamerhand aan zich zelve overgelaten worden. De omstandigheden zullen \'t bestuur — dat in dit opzicht eenigzins vrij zal moeten zijn — wel den tijd daarvoor aanwijzen.

Uit den aard der zaak volgt dus, dat de leden van \'t bestuur met eenige macht moeten bekleed zijn, welke macht-men kan binden, door het nemen Van besluiten te onderwerpen aan eene vergadering, waarin quot;t bestuur deel heeft benevens een tiental kolonisten door allen daartoe gekozen.

-ocr page 57-

49

De directeur bijgestaan door den raad kan dan vergeleken worden, bij bet dagelijkscb betuiir eener Ned. gemeente.

Wat de verkiezing der leden voor dien raad betreft, deze zal moeten geschieden bij algemeene stemming.

Van census kan geen sprake zijn, aangezien in den beginne niemand belasting betaalt; van een kiezersexamen evenmin. Ben kiezersexamen — hetgeen wij in principe voorstaan zal eerst voor t nageslacht van toepassing kunnen zijn en wel des te spoediger, omdat wij \'t verplicht schoolgaan op den voorgrond stellen.

1 [et onderwijs moet algemeen zijn en het sectenonderwijs met alle kracht geweerd worden. Met. schoolgaan moet verplicht zijn tot een zekeren leeftijd — bijv. 15 jaar — waarna de jongens nog gedurende 3 jaren, avondlessen zullen moeten bijwonen, in den geest der burgeravondscholen hier te lande. Ook zal men do meisjes moeten verplichten bizondere lessen te volgen, om handwerken enz. te leeren.

De berekening is gemaakt, in de onderstelling dat 500 familiën (e gelijk koloniseeren. Dit zal echter hoogst vvaar-schijnlijk, geen plaats hebben. Gaan er bijv. \'t eerste jaar 2.)0, dan behoeft men niet het geheele terrein te ontginnen, niet al de huizen te bouwen, enz.; dit zal ten gevolge hebben eene voorloopige vermindering van de uitgaven.

De vestiging der volgende kolonisten zal inet minder kosten gepaard gaan, door aanknooping van betere relatiën, door de tegenwoordigheid en het werkzaam zijn van quot;t bestuur der kolonisatie op de plaats van vestiging zelve cn andere omstandigheden meer.

Volgens dc berekening zou men 500 gezinnen kunnen vestigen voor plus minus /\'500,000. —- en 1000 gezinnen voor 1 millioen. Daar ;iu waarschijnlijk de kolonisatie niet zoo zal plaats hebben , dat telkens 500 gezinnen koloniseeren, maar een veel kleiner getal, zal het resteerende

-ocr page 58-

kapitaal eene rente kunnen opleveren, waarvoor men ongeveer 100 familiën zou kunnen vestigen.

Wanneer quot;t aantal kolonisten 500 gezinnen gaat overtreffen, zullen sommige posten moeten vermeerJerd worden; deze vermeerdering zal niet telkens eene verdubbeling behoeven te zijn.

De werkzaamheden der verschillende geëmployeerden zullen uitgebreider worden; dus zal men voor sommige gevallen — bijv. de opzichters enz. — meer personen moeten aanstellen, in andere gevallen — de directeur, landbouwkundige de tractementen moeten verhoogen.

De gelden die besteed zijn aan de kolonisatie en die dus door alle kolonisten genoten zijn, zullen ook door allen teruggegeven moeien worden. Men kan de teruggave doen plaats hebben bij termijnen van een jaar bijv. en bepalen dat zij na 15 jaar do hun voorgeschoten gelden moeten terugbetaald hebben, met eene matige rente.

Dat deze terugbetaling zal kunnen plaats hebben, daarvoor staat Suriname\'s vruchtbaren bodem borg.

Wij oordeelen \'t niet noodig over deze punten verder uit te weiden.

-ocr page 59-

IV.

Hy g ió ne.

Men znl licht, begrijpen dat. de kolonisten zich moeten gedragen naar goede hijgienische voorschriften, zulien ze hunne gezondheid bewaren en niet, door ziek in de kolonie aantekomen, schijnbaar een bewijs leveren voor de onge-zondbeifl van t klimaat; want men is maar al te geneigd, het. Surinaamsche klimaat, als ongezond Ie beschouwen.

Het, volgende — is overgenomen nil, de //Voorschriften tot behoud van de gezondheid, voor naar Suriname vertrekkende Europescbe landverhuizers; door C. Landré en 1\'. A. C. Dumontieuquot; alleen op sommige plaatsen in verhand met ons plan van kolonisatie, in kleinigheden gewijzigd en verkort.

Tijd van vertrek uit Europa.

De beste tijd van aankomst in de kolonie, is omstreeks tien aanvang van den kleinen regentijd, in de laatste helft van de maand November en gedurende de maand December. Overigens mag men ook de maanden Januari, Februari, Maart en April daartoe geschikt achten.

De schepen met landverhuizers zullen derhalve bij voorkeur m de eerste helft van de maand October uit JSTederland moeten vertrekken, of zoo zulks niet doenlijk mocht zijn,

4*

-ocr page 60-

52

If W\' ^

I ï;

II S;

alsdan op een tijdstip zoo spoedig mogelijk daaraanvolgend, echter uimmer later dan in Maart.

i

i

De inscheping.

De passagiers zullen bij de inscheping, moeten bekend gemaakt worden met de voorschriften of regelementen van orde, welke op de schepen moeten worden nageleefd.

Reeds bij de inscheping zal de geneesheer behooren toe te zien, dat zich noch onder de passagiers, noch onder de verdere scheepsbemanning, personen bevinden, bij wie zich eenige sporen van aanstekelijke ziekten voordoen; in dat geval moeten de zoodnnigen van het schip verwijderd worden. Lieden die met schurft, (eene ziekte waarop bizonder moet worden acht geslagen) behebt zijn, zullen aan boord kunnen verblijven, doch dadelijk van de overige passagiers moeten worden afgezonderd.

Reinheid dek schbepslocai.en.

De grootste zorg moet worden gedragen voor reinheid, niet alleen bestaande in \'t schoonhouden der localen, kleederen , slaapgood en personen zelve, maar ook van de atmospheer. Men kan deze zuiveren door \'t neerzetten van bakjes met Chloorkalk, en door in elk locaal daaglijks versch gegloeide kolen te plaatsen.

Wanneer het dek , door het braken der aan zeeziekte lijdende personen of anderzins mocht bevuild worden, zal er voor eene dadelijke reiniging moeten worden zorg gedragen. Een genoegzaam aantal houten bakjes met zand gevuld, moet in de verschilllende lokalen geplaatst worden.

is

i ai li mi

hl^

I

i

i

i : s

i §

8

i

|

■ S|

i

-ocr page 61-

LuCHTVERVKUSOirrNO.

T3ij goed weer moeten de luiken (koekoeken) steeds open staan en de koelzeilen gedurende den geheelen dag geheschen blijven.

liet rooken van tabak moet in het tusschendeks strengelijk verboden worden.

Gedurende de geheele reis zullen de passagiers zich , minstens twee malen daags op het dek begeven en daar eenigen tijd vertoeven; slechts bij zeer slecht weer, mag op dezen regel inbreuk worden gemaakt. Het zal echter voor de gezondheid der passagiers steeds verkieslijker zijn, wanneer een groot deel van hen, bij beurten, zoo voor allen geene ruimte bestaat , gedurende den dag in de open lucht doorbrengen.

Tusschen de keerkringen moeten zooveel mogelijk zon- en regen-tenten op het dek gespannen worden.

De voeding.

Bij het maken van bepalingen omtrent de voeding, moet zoowel de weinige beweging en lichaamsinspanning van de landverhuizers aan boord der schepen, als de aard der bezigheden die zij in hun toekomstig vaderland zullen hebben, in aanmerking worden genomen.

De scheepskost, zooals zij gewoonlijk aan de bemanning der schepen verstrekt wordt, moet zoo ten opzichte van de hoeveelheid, als van den aard der spijzen belangrijke wijzigingen ondergaan: 1°. moet de hoeveelheid van het voedsel in het algemeen verminderd worden; 2quot;. de hoeveelheid van het dierlijk voedsel in verhouding tot het plantaardige geringer zijn, tevens met vermijding, zooveel mogelijk is, van zware vette, gezouten en gekruide spijzen.

Driemalen daags moet aan boord der schepen gegeten

-ocr page 62-

54

worden; daartoe verdeelc men de clensnren met gelijkmatige tusschentijden.

Het ontbijt moet hij voorkeur bestaan, uit govt met stroop of suiker; eene hoeveelheid van 0,25 Ned. kop, zal voor eiken volwassene voldoende zijn. Bij uitzondering kan brood of beschuit met boler worden toegestaan.

Men geve zooveel mogelijk verso!i vleesch ; wanneer dit niet mogelijk is, gezouten rundvleesch. Het rantsoen vleesch mag 0,25 Ned. Pond per dag, niet te boven gaan.

Aan de zieken, voor welke dierlijk voedsel noodzakelijk wordt geacht, moet het vleesrdi van kippen of ander gevogelte, zoolang de voorraad daarvan strekt, of wel in plaats daarvan, soep uit bouillonkoekjes1) bereid, worden gegeven.

Het middagmaal moet voorts bestaan uit aardappelen, rijst; uit versche kool, wortelen, koolrapen; uyen, zoolang deze goed blijven ; uit gedroogde pruimen, appelen, peren , rozijnen, gedroogde soepgroenten, gedroogde erwten en boonen en eindelijk uit ingelegde andyvie, snijboonen, zuurkool, komkommers; waarbij voorts mosterd en azijn moeten worden verstrekt.

Wat de bereiding en afwisseling der spijzen betreft, geve men aan soepen do voorkeur; deze kunnen gekookt worden uit gezouten vleesch met rijst of gort, in den aanvang der reis met kool, wortelen eu uien, en later met gedroogde groenten ; hierbij moet worden zorg gedragen, dat bet vleesch met koud water op het vuur worde gezet.

De stokvisch, waarvan het rantsoen niet meer zij dan 0,12 Ned. pond, geve men met aardappelen, rijst, boter en

1

Of deze bouillonkoekjcs het dierlijk voedsel kunnen vervangen, meencn wij te mogen betwijfelen, lltit /ui tuct deze koekjes wel t zeilde zijn, uls met Livbig\'* vleesohextract; zie Ijouis Kiouikk , L\'Annce scientilique.

-ocr page 63-

55

mosterd, éénmaal \'s vmsks. Minstens tweemalen in de week geve men rijst met pruimen, appelen of rozijnen.

Voor het overige zullen ingelegde groenten te verkiezen zijn; erwten en boonen moeten niet gegeven worden, en nimmer podding of andere vaste meelspijzen. Eene bizondere zorg moet worden besteed, aan liet schoonhouden der ketels, waarin de spijzen worden bereid. Wanneer deze van koper zijn vervaardigd, dan zorge inen dat zij goed schoon geschuurd , niet met zeewater gewasscben en steeds goed afgedroogd worden, en dat de spijzen alvorens bekoeld te zijn, er worden uitgenomen. Aan ijzeren ketels moet boven anderen de voorkeur worden gegeven.

Dagelijks moet aan ieder passagier verstrekt worden, 0,4 Ned pond beschuit of 0,25 Ned. pond versch brood, benevens een wekelijksch rantsoen van 0,^5 Ned. pond boter; hieruit, kan de avondmaaltijd, die voor zeven uur moet zijn afge-loopen, bestaan, liet gebruik van kaas moet worden afgekeurd.

De Dranken.

Om dezelfde redenen, als bij //de voedingquot; vermeld, moet gedurende de reis, aan de meest eenvoudige en aan verdunnende dranken, de voorkeur worden gegeven , en bet gebruik van alle verhittende dranken aan den landverhuizer ontzegd worden.

Goed water maakt niet alleen alle samengestelde of door kunst bereide dranken ontbeerlijk, maar moet als eene eerste behoefte en noodzakelijk vereischte tot behoud van de gezondheid, aan boord der schepen beschouwd worden, en een ruim gebruik daarvan als bet geschiktste hulpmiddel om het lichaam van den Europeaan, voor het warme klimaat voor te bereiden worden aangemerkt. Het blijft derhalve, eene

-ocr page 64-

56

der eerste plichten van lt;lo gezagvoerders der schepen, om zorg te dragen, dat hunne bodems van goed water ruim voorzien zijn, zoowel benoodigd voor drank, als tot het bereiden der spijzen; dat zij alle middelen in het werk stellen, om het voor bederf te bewaren, en dat er een nauwgezet toezicht op het gebruik daarvan worde gehouden.

De dagelijksche behoefte aan drinkwater voor de passagiers, verschilt zeer naar de omstandigheden waarin zij, elk in het bizonder, verkeeren; het zal derhalve altijd verkieslijker zijn, hun eene vrije beschikking over het drinkwater toe te staan, of, zuoals men in scheepstermen gewoon is zich uit te drukken, //een open standaard te houden,quot; dan wel het water bij bepaalde rantsoenen uit te deelen. Nauwkeurig moet echter hierbij worden toegezien, dat dit water door de passagiers uitsluitend tot drank gebezigd worde, waartoe het noodig zal zijn, dat bij den waterstandaard voortdurend, een wacht worde gesteld.

Indien het water bij bepaalde hoeveelheden wordt uitgereikt, dan zal men het dagelijksche rantsoen, zoowel voor drank, nis tot het bereiden der spijzen en der warme dranken noodig, op 5 Nod. kannen voor eiken persoon moeten stellen; men kan echter verzekerd zijn, dat het verbruik van water, bij een open standaard, door elkander genomen, minder zal zijn, en daarbij heter in de behoefte van elk in \'t bizonder zal voorzien.

Hoezeer het wenschelijk ware, dat elk der schepen voorzien was van een toestel tot distilleeren van het zeewater, zoo mag men echter aannemen, dat uit hoofde van de niet zeer lange reis, gebrek aan drinkwater, bij behoorlijke zorg niet te duchten zal zijn , en daarom zouden zulke toestellen kunnen gemist worden.

Mocht het water gedurende de reis onzuiver bevonden worden, dan is het aan te raden, om het met bruinsteen

-ocr page 65-

57

of met kalk te schudden en liet daarna door te \'/ijgen, waartoe het raadzaam zal zijn, dat aan boord der schepen eenige filtreertoestellen worden gevonden.

Onder de samengestelde dranken , bij het ontbijt of bij het avondmaal te gebruiken, verdienen een aftreksel van thee of ook van koffiebladeren de voorkeur. Water met eenig plantaardig /uur vermengd, kan nis een doelmatige drank worden aangeprezen, men verstrekke tot dat einde, als ook om bij de spijzen gebruikt te worden, 8 vingerhoeden azijn 1) per dag.

Van de geestrijke dranken zal alleen , een matige hoeveelheid van goed uitgegist bier, hoogstens 5 Ned maatjes per dag, bij den middagmaaltijd, kunnen worden toegestaan. Het gebruik van wijn, brandewijn en jenever, moet, als volstrekt schadelijk, geweerd worden. De verkoop van sterke drank, moet aan boord streng verboden zijn.

De kleeding.

De landverhuizers zullen zich vóór de inscheping, zooveel mogelijk van alle overtollige lakensche of zware winterkleuren ontdoen en daarvan slechts een enkel stuk, bij voorkeur een lakensche of dullelsehe overjas medenemen, om zich daarmede, gedurende de eerste dagen v;in de reis, tegen de koude en later in de kolonie, tegen regen te beschutten.

Het beddegoed.

Voor de reis moet het beddegoed bestaan uit, eeno scheeps-hangmat, een matras van zeewier, een dergelijk hoofdkussen

1

Voor zoover dn azijn moet dionen, om met water als bloedverdunncnde drank te worden gebruikt, zoudea wc deze liever vervangen Kien door bessensap on eitroensap.

-ocr page 66-

i

58

en eeue wollen deken. Zij, die van paardeharen matrassen of van veêren kussens 1) voorzien zijn, zullen daarvan kunnen gebruik maken.

Wanneer de gelegenheid niet toelaat, het beddegoed over dag op liet dek te bergen, dan moet het, tweemalen\'s weeks gelucht en de hangmatten zoo noodig gesehrobt worden.

Reinheid des i.ichaams en het kaden.

Het verschoonen van onderkleederen is aan boord dei-schepen, eene volstrekte behoefte; tweemalen \'s weeks dient zulks plaats te hebben, en te dien einde moet op bepaalde dagen aan de passagiers, de gelegenheid tot liet wassehen van kleederen worden gegeven. Eene genoegzame hoeveelheid zeep, geschikt om met zeewater te wassehen, moet we-kelijksch aan de passagiers worden verstrekt.

De kleederen moeten in het wand. doch nimmertusschen-deks te drogen gehangen worden.

ïusschen de keerkringen moeten de passagiers minstens eenmaal in de week, een bad van zeewater nemen; tot welk einde op het voorschip een zeil moet worden gespannen, waarachter eene met zeewater gevulde tobbe geplaatst wordt. Yooral zijn regenbaden van zeewater, die zoowel om hare weldadige werking, als om de gemakkelijke wijze van aanwending en de weinige plaats die zij beslaan, aan te prijzen; men hange namelijk een emmer, waarvan de bodem met gaten doorboord is en aan welke een gordijn, van hoepels voorzien, kan bevestigd worden, op eene hoogte van zeven tot acht voet boven het dek. De emmer f) wordt met

1

Wij raden \'t gebruik van vceren kussens geheel af.

f) Het is gemakkelijker (le doorboorde emmer, op eene bepaalde hoogte te bevestigen, en eene pomp zoodanig aantebrengeu dat de badende zelf het water in den emmer kan pompen.

-ocr page 67-

59

zeewater gevuld, zoodra de persoon zich daaronder zal geplaatst hebben. Uit het bad komende, moet hij zich goed afdrogen; men zorge dat elk der passagiers, tot dat einde, van een paar handdoeken voorzien zij. De baden moeten in den vroegen morgen of tegen den avond, genomen worden.

Men zorge voorts voor reinheid van het hoofd; bij kinderen, zoowel jongens als meisjes, moeten de haren kort worden afgesneden, ten einde hen des te gemakkelijker, van ongedierte te kunnen zuiver houden.

i)o vrouwen moeten zich gewennen, het haar glad te kammen en op te binden, en geene mutsen te dragen, zoodra zij binnen de keerkringen zullen gekomen zijn.

Onder de passagiers moet zich een barbier bevinden.

Lichaamsbeweging en geestveustkooino.

De passagiers moeten zich, zooveel mogelijk, beweging verschaffen door dagelijks gedurende eenigen lijd hut dek op en neder te wandelen.

Gemoedsaandoeningen en inzonderheid de zwaarmoedigheid, die zich niet zelden bij lieden, die voor irnmer of voor een langen tijd hun vaderland verlaten, reeds kort na het in zee steken openbaart, zullen het best kunnen voorkomen worden, door aan de landverhuizers afleiding en bezigheid te verschaffen, en zooveel mogelijk bij hen eene bestendige opgeruimdheid van geest te onderhouden, waardoor zij de toekomst met meer gerustheid zullen te gemoet treden. Zij moeten derhalve met het knoopen van netten, bet naaien van kleederen, met lezen, door afleidende spelen, door ge-samenlijk gezang, het bespelen van muziekinstrumenten, enz.; den tijd zoeken te korten. Er moeten tot, dat einde dam-en schaak-borden, domino-.spelen, enz. aan boord voorhanden zijn. Ann lieden die muziekinstrumenten kunnen bespelen.

-ocr page 68-

fiO

trachte men instrumenten te verschaffen, indien zij daarvan niet mochten voorzien zijn.

Met een gelijk doel verzuime men ook niet, aan mannen rooktabak uittereiken.

landrnto en ontscitepino.

Bij het opvaren der rivieren moet men zorg dragen, dat de zon- en regententen op het dek voortdurend gespannen blijven , en dat deze bij nacht tot op de verschansing worden neêr-geregen ; zonder deze voorzorg moet het verblijf op het dek, na zonsondergang tot aan het opgaan der zon, aan de passagiers volstrekt ontzegd worden. Met overnachten onder den vrijen hemel, vooral op de rivieren in de lagere gedeelten dezer kolonie, is voor den niet geacclimateerden Europeaan hoogst gevaarlijk.

De schepen moeten zoo mogelijk opvaren tot voor de plaats van bestemming, zoo niet, dan moeten de koloniale stoombooten de passagiers terstond, zonder oponthoud vervoeren.

De ontscheping geschiede zooveel doenlijk bij goed weer, bij voorkeur des morgens; men zorge dat de bagage, vooral do kleederen en het beddegoed, voor nat bewaard blijve. De passagiers zullen zich morgens, niet aan wal mogen hegeven , alvorens gegeten en gedronken te hebben.

Maatheoei.en bij de aankomst.

De nieuw aangekomen Europeanen moeten zich vestigen, op drooge en matig boven de zee gelegene gronden , bij voorkeur op den, met goede bouwaarde bedekten oorsponkelijken bodem. Meu kieze daartoe, eene heuvelachtige landstreek in de nabijheid van een stroomend water, waarin do tusschengelegene

-ocr page 69-

()J

valleien eeue goede uitlozing liebbeu. Men veruiijde plaatsen in de nabijheid van diepe valleien, die gedurende den regentijd het water niet behoorlijk kunnen ontlasten, en daardoor tot het ontstaan van moerassen, waaruit schadelijke dampen opstijgen, aanleiding geven.

Mocht, om redenen die meer den landbouw betreffen, de voorkeur worden gegeven aan de lager, in de kolonie gelegen streken, namelijk aan den alluvialen bodem , dan bepale men zicli tot zandgronden of schuipritsen . of minstens tot zoodanige streken, welke voor eeu gedeelte , uit deze gronden en ritsen, die vrij van overstroomingen en zoover mogelijk van zwampen verwijderd zijn, bestaan. Tot de geschiktheid van eene plaats ids woonoord behoort voorts, dat er eene voldoende hoeveelheid goed drinkwater voorhanden zij.

VooUBEKEIDENDi: JIAAÏKEGELEN, MET BEÏIIEKKING TOT HET TEUUEXN, IN ACHT TE NKMEN.

De meerdere of mindere geschiktheid van eenig oord tot vroonplaats voor menschen, hangt hoofdzakelijk af van een vrijen luchtstroom. Plaatsen, waar de winden door dichte bosschen niet kunnen heendringen, zijn voor een verblijf van nieuw aangekomen Europeanen in deze gewesten, als hoogst gevaarlijk te beschouwen; zoodanige bosschen, un zelfs al liet hooge geboomte, dat zich in de nabijheid van de plaats der eerste vestiging mocht bevinden, moet voor de aankomst der kolonisten, tot op een grooten afstand worden weggekapt en opgeruimd, waartoe het wegbranden inzonderheid moet worden aangeprezen.

Aan alle stilstaande wateren en aan, door de zware regens gevormde plassen. moet door het graven van kanalen of greppels, eene uitloozing worden verschaft, ten einde het

-ocr page 70-

62

terrein vóór de aankomst der landverhuizers, eene behoorlijke droogte hebbe verkregen.

Verkieslijk, ook uit het oogpunt van de salubriteit, zal het voor de kolonisten zijn, indien de grond in den omtrek van de woningen, vóór hun aankomst, minstens éénmaal omgewerkt (omgespit), en zoo mogelijk met aardvruchten en moeskruiden, alsmede met vruehtboomen beplant 7,ij, mits men zorge daarbij den vrijen luchtstroom niet te belemmeren.

De woningen.

De woningen voor de ontvangst van de. eerst aankomende kolonisten, moeten op eenigen afstand van elkander geplaatst worden, in eene richting van liet noord-westen naar het zuid-oosten, zoodat de voorzijde der huizen naar het noordoosten gekeerd zij.

De woningen moeten droog, koel en luchtig zijn; meii geve aan houten huizen, boven de steenen de voorkeur. Zij moeten op palen of steenen kluizen staan, tusschen welke de wind goed kan doorspelen. Zij moeten voorts van een genoegzaam aantal vensters, en, minstens aan de noord-oostzijde, van afdaken of galerijen voorzien zijn. De vensters moeten door luiken (Winden) kunnen worden gesloten, overigens geve men aan zonneschermen of jalousiën, boven glazen ramen de voorkeur.

Voor reinheid zoowel binnen de woningen, als in baren omtrek, moet de grootste zorg worden gedragen.

De ki.eedino.

De eerste vereischten van eene voor het klimaat doelmatige kleeding zijn, dat deze licht zij, dat zij de huiduitwaseming matige, zonder haar te beletten, en dat zij liet lichaam ge-

-ocr page 71-

63

uoegzaam bescliulte, tegen snelle temperaluur-wisselingen.

In het algemeen zullen eenvoudige katoenen kleederen, die niet om het lijf knellen , het best aan dit doel beantwoorden. De kleeding der mannen moet bestaan: uit katoenen hemden en uit broeken , buisjes of jassen van eenigzins dikker geweven en licht gekleurde katoenen stoffen.

De boven kleederen zullen evenwel ook uit wit linnen vervaardigd kunnen worden, hetgeen zelfs om de meerdere duurzaamheid dezer stof te verkiezen zal zijn. Lakensche stollen en donkergekleurde klecderen zijn voor dit klimaat, geheel ondoelmatig.

Gedurende den arbeid in de open lucht, vooral gedurende den regentijd, moet de kleeding der mannen enkel bestaan, uit een wollen hemd van lichte kleur en uit een broek van grof linnen.

De onderkleederen der vrouwen, moeten uit witte katoenen stollen bestaan; voor bovenkleederen geve men echter de voorkeur, aan calico\'s; ook gedurende den arbeid buiten \'s huis zullen zoodanige kleederen meestal voldoende zijn, hoezeer flanellen borstrokken op bet bloote lijf gedragen, ook daartoe aan te prijzen zijn. Kousen moeten als een artikel van weelde beschouwd worden, zij kunnen in dit warme klimaat geheel gemist worden. Het schoeisel moet licht zijn, aan zeildoeksche schoenen geve men de voorkeur; gedurende den arbeid, voord bij het vellen van bosschen, zijn sterke lederen schoenen of houten klompen onmisbaar.

Voor hoofddeksel moeten, zoowel mannen ids vrouwen stroohoeden met breede randen dragen; het gebruik van mutsen moet, ook voor de vrouwen, in het algemeen worden afgekeurd.

Voor de kinderen moet do kleeding hoogst eenvoudig zijn. Dc Europeesche gewoonte, om de pas geboren kinderen in te bakeren of in te zwachtelen, mag hier niet worden na-

-ocr page 72-

6 i

gevolgd. Een buik- of navelbandje, een hemdje, een boven-kleedje en eeu mutsje, alles van eene dunne katoenen stof vervaardigd, maken de geheele kleeding van het kind, gedurende het eerste halfjaar na de geboorte, uit. Bovendien worde zindelijkheidshalve een luier, waaraan bandjes, of linten bevestigd zijn en waardoor het gebruik van spelden overbodig wordt, om de billen en dijen geslagen. Later is voor het kind, een enkel hemd of kiel-van gestreept goed, voldoende.

Reinheid van ki.eedeuen en lichaam.

Het verwisselen van onderkleederen moet dikwijls plaats hebben; het is echter niet noodig dal men kleederen, die door zweet nat zijn geworden, telkens met schoone verwis-sele; het is veeleer aan te raden zoodanige kleedereu, wanneer zij weder gedroogd zijn, (niet aan het lichaam gedroogd), andermaal aan te trekken ; men verschoone zich echter minstens twee malen in de week. iViininer verzuirne men, telkens wanneer men zich van eenig kleedingstuk ontdoet, het op lijnen of touwen, te drogen te hangen.

Een eerste vereischte tot behoud van eene duurzame gezondheid in de tropen, is de zorg voor eene behoorlijke huidreiniging. Daarom verzuirne men nimmer, eiken dag het geheele lichaam te wasschen, waarbij van tijd tot tijd, het wrijven van do huid met doorgesneden zure oranjes, zooals algemeen in deze kolonie in gebruik is, zeer is aan te raden. Dagelijksche wasschingen der teeldeelen zijn volstrekt noodzakelijk; hierop moeten inzonderheid de vrouwen acht slaan.

Indien koude baden niet mochten verdragen worden, dan gebruikc men eerst, lauwwarme baden en traehte men later meer en meer, tot koude over te gaan.

-ocr page 73-

65

De warme baden moeten echter meer koel dan warm zijn. Men bade zich nimmer op het midden van den dag, kort na den maaltijd of wanneer het lichaam door den arbeid bezweet of warm is; maar verkieze daartoe den vroegen morgen of den namiddag tegen zonsondergang en vertoeve nimmer langer dan 15 minuten in het bad.

Voor de nieuwaangekomen landverhuizers is het vooral ^enschelijk, dat er op de plaats der eerste vestiging alge-meene badplaatsen worden daargesteld. Deze badplaatsen moeten voor beider kunne afzonderlijk, behoorlijk overdekt en afgeschut zijn en liefst aan de rivier staan.

De voeding.

Als hoofdvoorwaarde voor de voeding moet gesteld worden:

1. dat inen matig zij.

2. dat men zich hoofdzakelijk bepale bij goed plantaardig voedsel.

3. dat men niet te veel dierlijk voedsel gebruike en altijd de voorkeur geve aan versch vleesch boven gezouten vleesch. 1)

4. Dat men prikkelende en moeilijk te verteeren spijzen vermij de.

Het gebruik van suiker- en zetmeel-houdende vruchten en wortels is aan te bevelen, en in het algemeen versche moeskruiden en rijpe vruchten, welke verdunnend op het bloed werken , en voor den nieuw aangekomen Europeaan voordeelig zijn.

Tot de voornaamste dierlijke voedingsmiddelen in de kolonie, behoort het vleesch der volgende dieren;

Van de tamme of huisdieren: het rund, het schaap, de

1

Indien men vlecsch voor liet gebruik bewaren wil, zal het verkieslijkst 7\'ijn, het te drogen, evenals in Oost-Indic, Brazilië, enz. gobruiklijk is.

-ocr page 74-

06

geit en het varken; van de vogels; de kalkoen, het hoen, het paarlhoeu (Numida Meleagris), de eend, de turksche eend (Anas moschata), de gans en de duif.

quot;Van de in het wild levende dieren: het hert, de tapir (Tapirus Atnericanus, in deze kolonie buffel genoemd), de pingo (Dycotyles labiatus), de pakier (Dicotyles torquatus), de Lamantijn of Zeekoe (Trichecus raanatus), de Surin. haas (Coelogenijs paca), de konikoni (Dasijprocta aguta) en de kapasi (Dasypus Peba); onder de vogels eenige wilde eendsoorten en duiven, de anamoe of Surin. patrijs (Gryp-turus variegatus), de pouwies (Crax alectov), de marai (Penelope mardil) de Surin. snippen, papegaaien en een aantal andere vogels.

De vissehen, welke de Surinaamsche rivieren overvloedig opleveren, worden genoegzaam allen gegeten en leveren evenals de zoogenaamde boschviseh, die in laaggelegene en onder water staande bosschen, menigvuldig gevangen wordt, een gezond en smakelijk voedsel op.

Voorts zijn de schildpadden, de leguaan (Iguana delicatis-sima), alsook krabben en kreeften zeer gezocht.

Het plantenrijk levert hoofdvoedsels op, als: de banan, de rijst, het Tursclie-koren of maïs, de kleine of Curac;aosche raais (Holcus Sorghum), twee verscheidenheden van de broodvrucht (Artocarpus incisa) en eenige aardvruchten (wortels) als: de yams (iJioscorea sativa ?), de pattaten (Batatas edulis), de tajers (Arum esculentum), de zoete en bittere cassave (Jatropha Loelllingii et Manihot) en de arrowroot^ (Marantha arundinacea).

De moeskruiden waaronder ook de peul en andere vruchten , die gekookt gegeten worden, genoemd zijn, zijn hoofdzakelijk de volgende: salade, komkommers, andyvie, kraroen (Amaranthus oleraceus), porselein (Talinum trian-gulare) en eenige andere portulaceën, zuring, pasensie

-ocr page 75-

67

(Rumex patient,ia), het loof van de tajer, kool-kabbes of palmkool (de jonge bladeren van verschillende palmsoorten), rapen, koolrapen, radijs, wortelen, doperwten, snij- en stamboonen, de wandoe (Cajanus üavus), de gobo-gobo pesie (Dolichor catjang), het zevenjnarsboontje en eenige andere soorten van boon en; de vruchten van de papaja (Carica papaja) en van de pompoenen (Cucurbita pepo), okro (de zaadhuizen van Hibiscus esculentus) en de roode zuring (de kelkbladen van Hibiscus Sabdariffa).

Onder de specerijen enz,, die tot het toebereiden der spijzen in de kolonie in gebruik zijn, moeten genoemd worden: de pieterselie, de sellerie, uien, mosterd, mierikswortel , peperwortel, (Moringa pterijgosperma), Spaansche peper, vanille, muskaatnoot, de succade, de tomatie (My-copersicum esculentum), de antroa, (Solanum macroearpum), de birambi (Avorrhoa Bilimbi); zeer goede azijn wordt uit de bananen, uit, ananassen en andere vruchten bereid. De kokosnoot,, de pienda (Arachis hypogea), de abonjera (Sesa-mum oriëntale) en eenige andere zaden leveren oliesoorten op, die geschikt zijn om bij de spijzen gebruikt te worden.

Tot het smakelijkste en meest gebruikt wordende ooft of fruit behooren: de ananas, de bacove (Musa sapientum) do Sinaas-appe), de zoete oranje, de pompelmoes (Citrus De-curnana), de mandarine (Citrus deliciosa Tenore), de Gideons-appel (Citrus Limetta ?), de zuurzak (Anona muricata), de Gujava (Psidium pyriferus), de sapatille (Sapota ach ras), de marquisade (Passiflora quadrangularis), de meloen of Cantelocp, de watermeloen (Cucumis eitrullus), de mammi (Mammea Americana), de manja (Mangifcra Indica), de Advocaat (Persea gratissima), de pomme de Cythèrc (Spondias Cytherea), de zoete en de zure kers (Myrcia Michelii en Malphigia glabra), de mispel (Blakea quinquenervis) en de vruchten van eenige andere melastomaceén, de tamarinde en de druiven.

-ocr page 76-

68

Van de plantaardige voedsels maakt de banaan het hoofd-voedsel van den neger in deze kolonie uit. In de meeste opzichten kan de banaan gezegd worden met den aardappel overeen te komen. Zij mag echter evenmin als deze uitsluitend tot hoofdvoedsel gebruikt worden. Het in de kolonie ingevoerde meel van tarwe en andere graansoorten moet alleen tot het bakken van brood, gebezigd worden.

Ook de bittere cassave wordt, nadat zij geraspt en uitgeperst is, teu einde haar van een vlug, prikkelend vergif te ontdoen, tot een voor de gezondheid geheel onschadelijk brood bereid (het hoofdvoedsel der Indianen).

Vaste meelspijzen en met vet bereide koeken zijn hoogst nadeelig.

Het gebruik van Spaansche peper, hetwelk door vele lieden in de tropische gewesten zoozeer wordt aangeraden, moet aan den niet geacclimateerden Europeaan volstrekt ontzegd worden.

Vruchten moeten nimmer onrijp gegeten worden.

De dranken.

Onder alle dranken neemt het water eene eerste plaats in; natuurlijk moet men altijd zorgen voor eene ruime hoeveelheid zuiver water.

In de tweede plaats zijn verdunnende, verfrisschende, met plantenzuren vermengde dranken, zooals; limonade van citroenen, van lemmetjes, van zure oranjes, water met stroop van tamarinden en van andere vruchten, en vooral koolzuur bevattende wateren aan te raden.

Thee en koffie kunnen geen kwaad; met het gebruik van chocolade zij men matig. Sterke dranken gebruike men volstrekt niet; lichte wijn- en biersoorten moeten ook slechts spaarzaam gedronken worden.

-ocr page 77-

69

WuilKZAAMUEUEN, TIJD VAN ARBEID , KUST, ENZ.

De niet geacclimateerde Europeaan begeve zich niet voor 6 ure des morgens aan den veldarbeid en hij drage zorg, alvorens zich in de open lucht te begeven, altijd iets gegeten of gedronken te hebben.

De geschikste uren tot den veldarbeid zijn dan, in den morgen die van 6 tot 10^ en des namiddags van 3^ tot 6| ure. In de tusschen-uren moet de nieuw aangekomen kolonist zich volstrekt van allen veldarbeid onthouden. Hij verschaile zich dan bezigheid binnen \'s huis of in de schaduw van boomen.

Hij zorge altijd een stroohoed met breeden rand op te hebben, wanneer hij zich in zon of maneschijn moet begeven.

Veel slapen is in de tropen voor Europeanen schadelijk, het slapen in de middaguren is over het algemeen af te keuren.

Des avonds en gedurende den nacht, verzuime men nimmer de vensters in do slaapvertrekken, vooral aan de wind-zijde, te sluiten.

SLAAPVEKTIIEKKEN , LEGERSTEDEN.

De slaapvertrekken moeten van de huis- of woonkamers zijn afgescheiden en bij dag goed kunnen gelucht worden.

Veldezels, die met sterk zeildoek bespannen zijn, moeten als de meest geschikte legersteden beschouwd worden. Matrassen zijn daarbij onnoodig, de persoon ligt onmiddellijk op het uitgespannen linnen, hetwelk overigens van een hoofdkussen en een lichte katoenen deken moet voorzien zijn; ook veelal iu de kolonie in gebruik zijnde hangmatten, kunnen als doelmatig worden aangeprezen. De meeste lieden zullen echter op den duur aan veldezels de voorkeur geven.

Vour zeer jonge kinderen verkieze men kribben, waarin zich een met sterk linnen bespannen raam bevindt. Dit raam

-ocr page 78-

70

moet men gemakkelijk uit de krib kunnen weg nemen, ten einde het linnen, zoo dikwijls dit noodig mocht zijn, te schrobben of te wasschen.

Te zamen slapende personen, kunnen gebruik maken van houten kribben, met matrassen welke met paardehaai; of met zeewier gevuld zijn, hetgeen in de kolonie door droge bananen bladeren, de vrucbtomhulsels van het Turksche koren of andere plantaardige stoffen vervangen kan worden. Veuren bedden zijn geheel ongeschikt. Beddenlakens, kussensloopen, en ook het nachtgewaad der kolonisten moeten van katoen vervaardigd zijn.

-ocr page 79-

BIJLAGE.

Het verkrijgen van eigendom wordt den kolonist zeer gemakkeHjk gemaakt door do quot;Publicatie van 1 Augs. 1863.

«Alt. 1. Aan Europesche landverhuizers, voorzien van goede getuigschriften, komende met het doel om zich voor eigen rekening als landbouwers in de kolonie te vestigen en met dcu landbouw onledig te houden, zullen de tot dut einde vcreischte gronden uit \'s lands domein worden aangewezeu, naar gclaug der middelen waarover zij ter bereiking van dat doel beschikken kunnen.quot;

«Art. 2. De aldus aangewezen gronden worden aan de in art. 1 genoemde landverhuizers in gebruik afgestaan en gedurende zes jaren zullen zij ze kunnen bebouwen, met vrijstelling van grondlasten en personele belasting.quot;

quot;Na het verstrykeu van twee jaren het bewijs leverende, dat zij het land geregeld bebouwd hebben, zullen hun gratis worden uitgereikt de titels van eigeudom, alsmede hun burgerbrief, bijaldien zg vroeger het burgerrecht niet verkregen mochten hebben.quot;

quot;Vóór dien tijd ten gunste van derden, over die gronden willende beschikken, zullen zij daartoe eerst de toestemming van het Bestuur moeten vragen en deze verkregen hebbende, zal de nieuwe bezitter in de voorrechten treden, welke bij dit artikel aan zijnen voorganger verzekerd waren.quot;

quot;Indien het echter overtuigend blijken mogt, dat zij, binnen twee jaren na hunne vestiging het land niet behoorlijk in onltunr hebben gebracht of do weilanden woest hebben laten liggen, zal het bestuur gerechtigd zijn daarover naar goedvinden te beschikken.quot;

quot;Art. 3 enz.quot;

«Art. 5. De in de art. 1 en 3 genoemde landverhuizers, zullen zich ter verkrijging der door hen verlangde gronden vervoegen tot den Inspecteur der domeinen, van de nijverheid en den landbouw, die een afzonderlijk register houdt van de hier bedoelde landbouwers, ten einde op den behoorlijken tijd de voorstellen tc doen, voortvloeijende uit de bepalingen vervat in art 2.quot;

quot;Art. 0. De aanwijzing der gronden en later de uitreiking der bewijzen van eigendom, als ook van den burgerbrief, hebben plaats zonder betaling van eenige rechten of kosten.quot;

-Art 7. Het koloniaal Bestuur is bevoegd, kleine voorschotten te geven luui du kolonisten, die zich ouder de bepalingen dezer verordening komen vestigen, of die bereids in Suriname gevestigd zijn, mits zij genoegzaam van hun zedelijk gedrag en van arbeidzaamheid doen blijken.quot;

quot;Voor zooveel noodig wordt jaarlijks eenc voor dit doel bestemde som op de bcgrooting voor de kolonie Suriname uitgetrokken.

-ocr page 80-
-ocr page 81-
-ocr page 82-
-ocr page 83-
-ocr page 84-
-ocr page 85-

Stundr i\'T.H\' \'trtrif f/ytw itl.fMtn-\'i\'ffU