P
Si
ni li ncix^.
i
S
Twn
^ICaaitc-icfvlquot;. — St. c^aufio-^tu fi ft
o /$gt;i£ liil ^— -gK5---Jij
EN
6iul»ölh«fek
Minderbroeders
M
Weart
MAASTRICHT- ST. PAÜIÜS DRUKKERIJ.
IMPEIMATUE. RURAEMUNDAE, 2 APRILIS, 1884.
P. T. HOEFNAGELS,
Can. theöl., Sem. maj. Praeses.
Vt\
Om te gehoorzamen aan het decreet van i Paus Urbanus VIII, verklaart de schrijver I ran de wonderbare feiten en gunsten en I aan alles, wat in dit boekje voorkomt, i slechts een bloot menschelijk gezag toe | te kennen, behoudens dat, wat reeds door den H. Stoel en de Roomsch-Katholieke j Kerk is bekrachtigd.
Ons: Llevs Vrsuw ?aE Castruir.,
Het voormalig opperkwartier van Gelderland was sinds onheuglijke tijden bet 'and der devotie tot Onze Lieve Vrouw. Wie weet er niet van Kevelaar en zijn wereldberoemd wonderbeeldje te verhalen? Wie kent niet het miraculeus beeld van O. V. Vrouw Troosteres der bedrukten'' 'te Oostrum onder Venrayr wie is niet ! meermalen ter beêvaart gereisd naar O. | L. Vrouw in 't Zand te Roermond of naar ! Tienray, » Tien huizen en eene Lieve Vrouwquot; zooals het Pelgrimsboekje van Klein-Lourdes zegt.
Kevel aar, Oostrum, Roermond, Tienray als oude bedevaartplaatsen, waar reeds vóór honderden van jaren de pelgrims uit de verste buurtschappen heenstroomden tot Maria, ^De Troosteres der bedink-ten.quot; Geen wonder dan ook, dat bij den afval der Nederlanden het indringend Pro-I testantisme hier zijnen kop te pletter stiet; i de godsvrucht tot Maria was voor deze I geloovige streek de onoverwinlijke toren, ——-----*6
st\'
die haar toen beschermde en nu nog van het voortwoekerend ongeloof bewaart.
Aan de Noord-westelijks grens van het Bisdom Roermond ligt in den Noord-Wes-] telijken hoek van het woeste Peelland het i aanzienlijk dorp Venray, als een lustwa-! rande in het midden van een dorre zand-j woestijn. Voor een dorp heeft \renray veel | { waarop het roemen kan : zijn geleerden 1 Bollandist Godfried Henschenius, die hier het levenslicht aanschouwde, wiens stand-| beeld een zijner pleinen siert en wiens ! geest nog schijnt voort te leven in meer ; dan een geleerde van den jongsten tijd ; zijne kloosters, zijne vermaarde leerscholen, zijn oud Raadhuis en vele prachtige nieuwe gebouwen getuigsn van welvaart en kunstmaak. Dit alles wordt in de schaduw gesteld en verdwijnt als't ware naast het trotsche kerkgebouw. Rijzig en slank :bekroont de eeuwenoude toren (1401)del | grootsche en indrukwekkende parochie-kerk, een der schoonste monnumenten gt; ! van gothische bouworde in ons Vader- j land. Als eene Koningin-Moeder staat ze | daar te midden der vijf hulpkapellen. Dei ; oudste en tevens vermaardste dezer hulp- ■ j kapellen is die van Oostrum.
Op een afstand van slechts vijf minuten van het station Venrav, aan de nieuwe
(j
spoonveglijn Venlo-Nijmegen, eea half uur gaans van de Maas, waar de schoonste eikengroep rondom het adellijk kasteel Geysteren hare oevers zoomt; op een kleine hoogte rijst bevallig ten Hemel de Allerheiligste Lieve-Vrouwen kapel, een waar juweeltje der middeleeuwsche bouwkunst.
Wat dan maakt Oostrumskapel zoo eerbiedwaardig, zoo vermaard ? Waarom daar dagelijks die pelgrims ? Waar vandaan die gansche schare volks op de Maria-feesten, op de zaterdagen door het jaar, vooral van de H. Vasten ?
Zeker niet om er de ruïnen van het oude riddergoed Spraeland (1200) te be- ; wonderen, trekt die vrome schaar instil gebed naar Oostrum heen; ook niet om de overblijfsels van het weleer zoo bloeiende klooster Bethlehem ; met zijn in den ouden lande van Kessel eenie; pensionaat (1452).
Eene geheimzinnige kracht trekt de pelgrims naar het miraculeus beeld van O. L. Vrouw van Oostrum.
Sinds meer dan vijfhonderd jaren was Oostrum eene dier bevoorrechte plaatsen, waar de H. Maagd op eene bijzondere i wijze wilde vereerd worden. Daarheen : trokken dan ook jaarlijks talrijke bede-
gt; 7
vaarten en processiën, en duizenden ge-loovigen kwamen daar voor het miraculeus beeld van Maria neerknielen, om Hare voorspraak in te roepen, terugkeerende met de zoete overtuiging, dat zij met volle ; recht -„de Troosteres der bedrukten en de I behoudenis der krankeri' genoemd wordt.
Naar Oostrum heen trok voorheen, even als nu, de bedroefde om troost, de zieke I om genezing, dc geloovige christen om j hulp en bijstand.
O Oostrum, heilige grond! in welks nabijheid eens eenH. Willebrordus doopte, | een H. Lambertus preekte, een H. Oda i leefde, dubbel dierbaar aan ons hart, sinds j Maria de gezegende Moeder des Heeren, boven andere plaatsen, U het eerste in den lande uitkoos, als de bevoorrechte plaats, om hare gunsten uit te deelen.
Immers de overlevering verhaalt ; I »Het was op eenen schoonen zomerdag, I omtrent het jaar 1350, dat een welgesteld landbouwer van Oostrum naar het veld ; ging, om zijn vlas te wieden. De zon neigde ; reeds ten ondergang en nog was de brave | landman druk bezig. Maar zie, o wonder! daar stoot zijn hand tegen een hard voorwerp ; het is een- Lieve •Vrouwen-j beeldje; hij neemt het eerbiedig op, be-1 schouwt het met verrukking en drukt het I
8
aan zijne lippen. Van vreugde opgetogen, keert hij mei zijne kostbare vondst huiswaarts, toont aan de zijnen het zoo wonderbaar gevonden Lieve-Vromven-beeldje en geeft het de eerepla ats in zijn nederige woning.
Toen hij het, den volgenden morgen, daar wilde gaan begroeten , was het verdwenen. Wat was er gebeurd? ivaar was zijn schat gebleven r zoo vroeg de goede landman, terwijl hij treurigen peinzend den weg afging naar zijn vlasakker. In gejaagdheid bereikt hij zijn vlas, niet wetende of hij nog hopen durft het dierbaar beeldje ooit weder te bezitten. Maar, o nieuw wonder ! daar is het! Op dezelfde plaats waar het daags te voren gevonden I was.
Waarom en hoe was het beeldje naar deze plaats teruggekeerd r wat zou Maria met dit beeldje voor hebben ? wat zou hij er voor moeten doen ? zoo vraagt hij met bezorgdheid zich zeiven af, terwijl hij diep bewogen zijn oog onafscheidbaar op zijn i schat gevestigd houdt. In deze onzekerheid klinkt hem eene stem te gemoet, »Hier wil ik rusten!quot; en van nu af aan is zijn besluit genomen. Hij keert, van , vreugde buiten zich zeiven, naar de zijnen terug en zegt: » Verheugt u met mij; het
i)
Maria-beeldje is terug gevonden ; als mijn vlas goed gelukt, zal ik daar een kapelletje laten bouwen.quot;
Hoe verbaasd stond hij op te zien; hoe groot was zijne verwondering, toen hij daags daarna op zijn veld kwam ! de ' vlasakker was op één nacht bloeiend en ' welig opgeschoten, en weldra mocht hij | tot zich zeiven zegen : nooit heb ik schooner vlas gerooid.
De wil van Maria, door dit teeken des Hemels nogmaals erkend en bevestigd, I spoort den vromen landman aan, onver-I wijld de hand aan het werk te slaan en niet te rusten, alvorens hr.ar wensch vervuld en de kapel voltrokken was.
Hoe gelukkig was de godvreezende stichter, toen hij het miraculeus beeldje eene waardige plaats in de nieuw gebouwde Maria-kapel mocht geven!
Van toen af was de grondslag gelegd van de genadevolle devotie tot Maria van Oostrum, die sinds meer dan vijf honderd jaren ongestoord voorduurt en tot op den dag van heden toe, de heilzaamste vruchten voortbrengt tot welzijn van ziel en lichaam.
Het kon wel niet anders voor zulk een i geloovige streek, of allen, die van het 1 wonderbaar voorval gehoord hadden, wil-
10
den met eigen oogen het Maria-beeld zien en in het nederig kapelletje bidden.
Van den beginne af trokken uit alle buurten gansche scharen in bedevaart naar het wonderbeeld van Maria, om van deze even goedertieren als machtige Moe- | der een bij uitstek groote gunst, eene bij uitnemendheid groote genade, \yellicht een mirakel af te smeeken.
Bij zulk een stroom van pelgrims, bleek de gewijde kapel weldra te klein en reeds vóór het jaar 1400, was zij door eene twee- I de vervangen, en werd de thans bestaande in de laatste jaren zoo prachtig gerestaureerde, Maria-kapel gebouwd,
O! hoe landelijk schilderachtig ligt ze daar tusschen Maas en Peel, die lieve genade-kapel met haar rijzig torentje ! O ! i 1 hoe lief klinkt er het klokje over de verre vlakte den pelgrims tegen, wanneer het hen tot de plechtigheden van de Maria-feesten uitnoodigtl
Waarlijk wat de Duitsche dichter eens zong, mag met volle recht op deze genadekapel toegepast worden :
Dat is hier de stille, de kleine kapel \
Dat is hier het klokje, zoo fijn en zoo schel. Dat vroeg in den morgen den pelgrim al klept. Van opstaan en ingaan en bidden hem rep:.
Pelgrim, zes: op, wat gaat er in uw hart om
] 1.
uij act intreden dezer genade kapel ? waar-®ra heeft eene heilige aandoening u ver-meesterd ? wat heeft u zoo getroffen ? wat toch zet u zoo machtig aan tot een ver-troiuvvol gebed? Ja, ook gij even als zoo velen, die voor het wonderbeeld van O L. Vrouw van Oostrum neerknielen, kunt voelen maar niet beschrijven het geheimzinnige van uw diep bewogen gemoed.
De grond, waaarop gij staat, is heilig ; Maria heeft deze plaats als Haar bevoorrecht Heiligdom uitverkoren.
Ten allen tijde heeft ze hier getoond, door genadig haar oor te leenen naar j de gebeden tot Haar opgezonden, door | ontelbare mirakelen, hoe aangenaam Haar j deze plaats is en hoe gaarne zij hier, in j gansch bijzonderen overloed. Hare gunsten j uitdeelt.
In 1450 greep er hier een gebeurtenis I plaats, wel geschikt om Oostrum en zijn | wonderbeeld in wijderen kring bekend te maken.
De edele Ridder Johan van Broichuysen, heer van Geysteren en Loë, stichtte, vóór zijne pelgrimsreize naar het heilig land, nabij de kapel, op zijne goederen van Oostrum, een klooster van reguliere Kanunniken van den H. Augustinus.
Toen in het jaar 14158 Adolf van Gelder,
—Jt?
1'_gt;
tot dankzegging voor zijne overwinning op den Hertog van Kleef, te Straelen in 't Zant een klooster bouwde, riep hij de reguliere Kanunniken van Oostrum derwaarts. Het verlaten klooster van Oostrum werd in 1475 in bezit genomen door de reguliere Kanunnikkessen van den H. Au-gustinus uit Wel, wier verblijf aldaar, in ; die bewogen tijden, onveilig was geworden, zoo nochtans dat de inwoners van Oostrum ea pelgrims ten allen tijde vrijen toegang tot de kapel en haar wonderbeeld hadden, i De priors des kloosters waren te gelij-! kertijd rectors der kapel.
Met den bloei van het kloosteren zijn wijd i beroemd pensionaat voor jonge dochters der voorname familiën uit het land van Kessel 1 en verder, hield de godsvrucht tot Maria gelijken tred. Eeuwen volgden elkander ; op, in rustloozen loop ; nieuwe gestichten ' vervingen de vroegere, en terwijl de storm ; der onrustige tijden menig Heiligdom en ! ook het klooster Bethlehem verwoeste ; ter i wijl menige bedevaartplaats daar jaren 1 lang eenzaam stond, zoo ging toch de oude I godsvrucht voor het oudste miraculeus | beeld hier te lande rustig haren gang, en ; zag de genade-kapel van Oostrum ten allen j tijde de pelgrims binnen hare muren.
Het oud-archief der kapel van de
zestiende eeuw getuigt dan ook : igt;Die ca-pelle is vau alJen tiden eene platze van groote devotie ter eeren van de II. Aioeder Godts aide Magt Maria, die seer placht gevisiteeri aide gefrequenteert te worden van alle quartieren.quot;
De barmhartige Moeder des Heeren had deze plaats te lief, dan dat hier Hare wonderbare macht in veelvuldige gunsten en mirakuleuze genezingen niet zoude blijven schitteren.
Verbazend groot, zooals misschien op geen enkele bedevaartplaats het geval was, werd dan ook het getal ex voto's, zilveren harten, hoofden, handen, voeten, oogen, uit dankbaarheid voor zooveel gunsten en wonderbare genezingen, rondom het beeld van O. L. Vrouw, troosteres der bedrukten, opgehangen.
Terecht dan ook mocht de Eerw. Heer Fabri, in 1630 rector der kapel, schrijven: ~}gt;dat dit eene cappelle is, waar in vöertiden veul miraculen plachten te geschieden.quot;
Niet alleen in vroegere tijden, maar ook nog in onze dagen mag men op wonderbare genezingen wijzen.
Hier knielde eene moeder met haar gebrekkig kind op den schoot voor het miraculeus beeld neder, en het was oogenblik-kelijk genezen. — Hierheen leidde men een
14
blinde, en hij keerde ziende huiswaarts.— Hierheen toog men ter beevaart voor eene zinnelooze moeder, en vóór men weerkeerde, was zij genezen.— Hierheen droeg een vader zijnen kreupelen, zoon en de jongeling ging te voet naar huis. —■ Hierheen stuurde van het bed der smarten een ge-! vaarlijke zieke zijne blikken, en hij bekwam volkomen genezing.
Deze en meer andere wonderbare gene-1 zingen der laatste jaren, voor de archieven | der kapel ter vrome nagedachtenis opge-teekend, zijn het spiekend bewijs, dat ook aog in onze dagen Maria hier de gaven j barer macht en de schatten harer barm- j ! hartigheid, met kwistige hand en moeder- 1 ' lijke welwillendheid, aan hare kinderen i | uitdeelt.
Alhoewel reeds van oudsher Maria te Oostrum was vereerd cn aangeroepen als de Troosteres der bedrukten en behoudenis der kranken, zoo werd toch de vereering van het wonderbeeld grooter en algemeener, sinds de broederschap nvan de Behoudenis der kranken',' met menigvuldige aflaten verrijkt, door Z. D. H. Monseigneur ?are-dis, bisschop van Roermond, hier in 1874: kerkelijk werd opgericht.
Duizenden en nogmaals duizenden haastten zich lid te worden dezer broeder-
15
schap, en sinds dien tijd komen er wekelijks aanbevelingen voor kranken en ziekelijken, worden er novenen gehouden en HH. Missen gelezen aan het altaar van het miraculeus beeld, tot geestelijken en licha-mclijken bijstand cn troost van zieken en bedrukten.
— -s- $:-t-
Aflaten,
in de kapel im Q- L. Vrouw van. Oostrum ta gswinnen.
Reeds in het jaar 1519 schonk de Kerk I geestelijke gunsten aan hen, die Maria te Oostrum kwamen vereeren; terwijl in 17 7!i Paus Pius VI. een vollen aflaat vergunde, door alle christen geloovigen op de gewone voorwaarden aldaar te verdienen, op de zeven volgende feestdagen van O. L. Vrouw: Licht,nis, Boodschap, Visitatie, Hemelvaart, Geboorte, Opdracht en Onbevlekte Ontvangenis; en bij breve van den 2 Juli 18G5, strekte Pius IX dezen vollen aflaat uit op den feestdag van den H. Aloysius en op de octaafdagen van Maria-Hemelvaart en Maria- Geboorte.
Buitengewone aflaat.
Ten einde de godsvrucht jegens de Allerheiligste en Onbevlekte Maagd steeds te doen toenemen en de geloovigen aan te moedigen. Haar op deze bedevaarts-
] 7
plaats te gaan vereeren en hier haren bijstand af te smeeken, waar zoovelen dien mochten verwerven, heeft het Z. H. Pius IX. behaagd, bij breve van den 11 Juni 1875, aan alle geloovigen te ver-leenen: een vollen aflaat, op een dag | naar verkiezing, het geheel jaar door, mits j men, na rouwmoedig gebiecht en gecom-| municeerd te hebben, de kapel der H. I Maagd Maria te Oostrum godvruchtig be-j zoeke, en aldaar een vroom gebed storte voor de eendracht der christen vorsten, de uitroeiing der ketterijen, de bekeering der zondaren en de verheffing van Onze Moeder de H. Kerk.
Gedeeltelijke aflaten
Vereend, dasc i, I, Pay s Pius IXr lea 14 Octsbsr 18JS
Zeven jaren op eiken zaterdag van het jaar.
Zeven jaren op eiken dag van Mei. Zeven jaren op de 7 feestdagen van O. L. Vrouw.
Zeven jaren op eiken dag van af den 15 Augustus tot en met den 15 September.
Zeven jaren op eiken dag der octaaf van O. L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis.
---—___________________________vi
18
Zeven jaren op den 21 en 22 Juni. Al deze aflaten kunnen de christen ge-loovigen verdienen, mits zij de kapel van j Oostrum godvruchtig komen bezoeken.
ROEDERSCHAP
VAN DE
ALLERZfilME ['1 MMÏ\[ MMGO Ei yVloEDER JJODS, yVlARIA.
3NDER DEN TITELVAN ONZE LIEVE VROUW
„JMoiulenis fier foanlen,quot;
Art. 1. In de kapel van O. L. Vrouw te Oostrum is eene Broederschap of Vereeni-ging van gebeden en goede werken, tot geestelijk en lichamelijk welzijn der zieken, kerkelijk opgericht. Zij is geplaatst onder de hooge en machtige bescherming der aller-: zaligste en onbevlekte Maagd, Moeder Gods Maria, onder den bijzonderen titel van O.L. I Vrouw »Behoudenis der krankenquot; en ver-eenigd met de Aartsbroederschap, welke onder denzelfden titel in de kerk van den H. Laurentius te Parijs is opgericht.
Art. 9. Het doel der Prnederschap is, om
20
door de machtige voorspraak van de allerzaligste en onbevlekte Maagd en Moeder Gods, Maria, den zieken geestelijken en lichamelijken troost, bijstand en verlichting 1 te verwerven en hun tevens, als het Godc ! welgevallig, en ter zaligheid voordeelig is, i het herstel der gezondheid te verkrijgen.
Art. 3. De Wel Eerwaarde Rector dei-kapel is rechtens de Bestuurder dezer | Broederschap.
Art. 4. Alle Katholieken van welken leef-; tijd ook, kunnen als leden dezer Broeder-' schap worden aangenomen.
Art. 5. Zij die verlangen in de Broederschap te worden opgenomen, geven hunnen Doop- en Familienaam op aan den Bestuurder der Broederschap, ter inschrijving in een daartoe bestemd register, dat ten alle tijden zal bewaard blijven.
Art. 6. De leden der Broederschap bidden dagelijks één Weesgegroeten driemaal: Behoudenis der kranken, bid voor ons.
Art. 7. Alle zaterdagen van't jaar zal er eene H. Mis aan het altaar van O. L. Vrouw gelezen worden, waarna de Priester zal bidden: driemaal het Wees-gegroet met aanroeping: Behoudenis der kra7iken, bid voor ons.
Art 8. Zoo dikwerf de offers, ten voor-deele der Broederschap, bij de intrede naar
j ieders goeddunken, gegeven, dit zullen j toelaten, zal er in de kapel eene H. Mis | voor 't geestelijk en tijdelijk welzijn der kranken, die tot de Broederschap behoo-i ren, opgedragen worden. DezeH. Mis zal ! te voren worden aangekondigd.
i Art. 9. Alle Zon- en Feestdagen zal 't Lof, ! onder anderen gezongen worden tot gees-1 telijk en lichamelijk welzijn van de leden | der Broederschap, waarbij men de namen | zal afkondigen der zieke leden, voor wie ! schriftelijk of mondelings de gebeden der | Broederschap zijn verzocht geworden, i Na het Lof zal men driemaal zingen; ; i Salus infirmorum, ora pro nobis. Waarna : ' de Priester, telkens het Wees-gegroet met I de aanwezige geloovigen voor de leden \ der Broederschap zal bidden.
Gezien en goedgekeurd door Z. D. H.
J. A. PAREDIS, Bisschop van Roermond, den 21 September 1870.
Overvloedig zijn de aflaten aan deze | Broedeischap verleend; want 46 volle afla- i ten kunnen de christen geloovigen op de ; gewone voorwaarden en daarenboven nog | vele gedeeltelijke aflaten gedurende 'tjaar verdienen.
1
Volle Aflaat te verdienen; 1. Op't Feest van de H. Genoveva 3 Jan
|
! 3- |
gt; |
» den H. Franciscus van Sales. |
29 gt; | |
|
4. |
» » |
» 0. L, V. Lichtmis. |
2 Febr | |
|
I 5. |
D |
» den H. Matbias, Apost. |
24 » | |
|
6. |
» » |
» |
* den H. Joseph. |
19 Mri |
|
7. . |
» 0. L. V. quot;Boodschap. |
25 s | ||
|
8. |
» |
s Van 0. L V. der 7 smarten in | ||
|
de Passie week. |
Apr 1 Mei. | |||
|
9. |
» » |
» |
» de H.H. Philip-pus en Jacobus Apost. | |
|
10, |
» » |
» de Verschijning van den H. Michael. |
8 , | |
|
11. |
» » |
» |
» 0. L. V. hulp der Christenen. |
24 » |
|
12. |
» » |
» |
» denH.Philippus Nerius. |
26 j |
|
13, |
» |
» den H.Joannes den Dooper. |
24 Jicm | |
|
14. |
» » |
» |
» de H.H. Petrus en Paulus Apost. |
29 Ï |
|
15. |
» gt;quot;gt; |
» |
gt; 0. L. V. Bezoeking. |
2 Ju li. |
i
|
: 16. Op 'tFeest van [ 7. » 3 » IS. » » » 19. 20. ■21. 90 » ^ » » » » » » » » 23. 24. » ■gt; » » » » » » » » » ! 28. » gt;■ i 29. | 30. f!9 |
23 den H Camillus de Leilis. den H. Vincentius a Paulo. denH Jacobus, Apost. de H. Anna. den H. Ignatius O. L. V. Hemelvaart. Zondags in de ok-taaf van O.L. V. Hemelvaart. den H. Rochus. 16 » i den H. Bartholo-meus. 24 » O. L. V. Geboorte 8 Sept. den H. Mattheus, Apost. den H. Michaël, aartsengel. de H.H. Engelen-Bewaarders, de H. Teresia. de H.H. Simon en Judas, Apost. den H. Carolus Borromeus. O. L. V. Presentatie 18 Juli \ 19 gt; 25 ï ; 26 » ! 81 gt; \hAug. 21 29 2 15 28 Okt. i Nov |
21 »
33.Op 'tFees: van den H. Andreas,
A post. 30 Nov.
34. » » » » O, L. V. onbevl.
Ontvangenis. 8 Dec.
35. op een dag naar verkiezing onder de oktaaf.
36. » » » » den H. Thomas,
Apost. 21 Dec.
37. » » )} » denH.Joannes,
Apost. 27 s
38. Op den dag der inschrij-ving.
3!). Op den verjaardag van't
H. Doopsel.
40. Op den verjaardag dei-eerste H. Kommunie.
41. in het uur des doods.
42. Eens gedurende iedere maand, op den dag naar verkiezing,
43. 44, 45, 46, viermaal tijdens 't jaar in verschillende maanden op een dag naar verkiezing, als men gedurende die maand, dagelijks 't volgende gebed bidt.
O mijne koningin! en mijne Meesteres, allerheiligste Maagd Maria, ik geef mij vandaag voor al den tijd mijns levens en voor het uur mijns doods over aan uwe Moederlijke goedheid! ik verlaat mij op uwe gelukzalige bescherming, ik werp mij
1 met betrouwen in den schoot uwer barmhartigheid; ik beveel U aan mijne ziel en i mijn lichaam, al mijne hoop en mijnen i troost, mijne armoede en mijne ellende, 1 : mijn leven en mijnen dood, opdat, door j uwe allerheiligste tusschenkomst en door i luwe verdiensten, al mijne gedachten, mijne woorden en werken^ geregeld en : bestierd worden volgens uwen wil en dien i van uwen goddelijken Zoon. Amen.
Gedeeltelijke Aflaten.
VII Jaren en 7 maal 40 dagen, zoo dikwijls ' men bovenstaand gebed godvruchti0quot;' bidt.
v^II Jaren en 7 maal 40 dagen, indien men ; bij eenen zieke de gebeden der stervenden leest.
, VII Jaren en 7 maal 40 dagen, indien men | een werk van liefdadigheid verricht op den feestdag van den H. Joannes de Matha (8 Februari), of op den feestdag van den H. Thomas van Villanova (22 September).
Jaren en 5 maal 40 dagen, indien men eenen zieke voorbereidt om wel te sterven.
'jO dagen, zoo dikwijls men één Weesgegroet bidt met de aanroeping Behoudenis dei' KrtiiiJ'Cii, bid voor ons.
NB. Al deze aflaten zijn toevoegelijk j .an de zielen in't vagevuur. Om den kran- i .en de aflaten te doen verdienen, kan de | Biechtvader de voorgeschrevene goede ; .-.'erken in een ander goed werk veranderen. |
Al de genoemde, volle en gedeeltelijke aflaten, zijn verleend door Z.H. Paus PiusIX,. bij breve van den 12 December 1856;
gt; » » » 22 Mei 1857;
} ^ » 4 Mei 1858.
-- :v»0--
I, Op eiken zaterdag van het jaar Hoogmis ter eere van O. L. Vrouw.
Van het feest van den H. Rozenkrans :ot Paschen om 8 uur.
Van Paschen tot het feest van den H. | Rozenkrans om 7 uur.
II. Plechtige dienst met meditatie over het lijden des Heeren, op de Zateidagen van de Vasten, om 8 uur.
III. Solemneel Lof met preek, op al ce Zondagen van de Meimaand, om 3 uui. i Op den tweeden en laatsten Zondag processie met het miraculeus beeld.
IV. Op al de feestdagen van O. L. Vrouw Hoogmis om 8 uur, des namiddags om 3 uur plechtig Lof met preek.
V. Op de feesten van O. L. Vrouw-Hemelvaart en Geboorte, Hoogmis met preek om 9 uur.
Des namiddags Lof met preek om 3 uur.
VI. Des Zondags onder de octaven van O. L. Vrouw Hemelvaart en Geboorte, Solemneel Lof met preek om 3 uur; daarna processie met het miraculeus beeld.
Op de andere dagen onder deze octaven Hoogmis met uitstelling van het Allerheiligste om 7 uur.
Na iedere dienst vereering der relikwie van O. L. Vrouw.
Ier ccrc ttun Onjf ïisus Trntiut
VAN OOSTRUM-
I (Deze Novene kan door de zieken zeiven, | of door anderen voor hen verricht worden.
Ook kunnen zoodanigen deze Novene met veel vrucht houden, die weliswaar, gezond zijn van lichaam maar zwak in de deugd, of zij, die zich in gevaren en rampspoeden bevinden. Want ook zij heb-i ben immers een groot recht op de barm-! hartige hulp der lieve Moeder Gods.)
Jrlnrin^ ficfumdcnis ilcr fu-anEcn. OVERWEGING.
Onder deze troostrijke aanroeping wil i de Moeder der barmhartigheid, sedert . eeuwen reeds, in dc heilige Genadenkapel j te Oostrum vereerd worden. Wij zullen : eerst in den hemel kunnen begrijpen, welke schatten van genade en barmhartigheid deze eeretitel in zich bevat; maar al wie de allerzaligste Maagd als ^Behoudenis der krankenquot; met vertrouwen aanroept, zal ook reeds hier op aarde ondervinden dat zij de liefde, de hoop, de troost, de blijdschap, de voorspraak, de sterkte, de verzoening en eindelijk de deur is des hemels voor hare kranke kinderen.
Wie zal ons ooit kunnen zeggen hoe-velen reeds te Oostrum, door Maria, Behoudenis der kranken, genade, hulp en genezing hebben verkregen ?
Er zijn voorzeker in den loop der eeuwen menige harer genadebewijzen uit dank-
*--St
30
baarheid opgeteekend, menige ex-voto's bij haar genadenbeeld nedergelegd, nochtans heeft Maria veel, veel meer ziele-en lichaamssmarten genezen en veel meer troost geschonken ! Ook hier te Oostrum heeft zij bewezen, dat het voor haar een genoegen is te wonen met de kinderen der menschen, om aan hen allen, maar bijzonder aan de kranken en ellendigen, hulp te verleentn.
O Maria, Behoudenis der kranken 1 Ik roem, prijs en bewonder uwe barmhartigheid, die u dezen troostvollen en ze-1 genrijken eeretitel heeft doen geven ; i ik noodig alle Engelenkoren uit om voor u hunne heerlijke lofliederen te doen weêrgalmen, wijl ik u niet naar waarde lofprijzen kan. Ik verzoek geheel bijzonder al de gelukkige bewoners des hemels, wier heil gij waart in ziekte en pijnen, gedurende hun leven op aarde, dat zij mijne dankbaarheid met de hunne mogen vereenigen en aan u ten offer brengen, omdat gij immers ook in leed en nood voor mij en de mijnen en al mijne mede-menschen ^de Behoudenis der krankenquot; wilt wezen. O Maria, wij snellen tot u in
31
onze bedruktheid, tot u, die het heil aan de wereld hebt gebracht en tot heil der | wereld uwen goddelijken Zoon hebt op-: geofferd en die door de H. Kerk, door alle Heiligen, door allen die u kennen en beminnen, het heil der kranken wordt i genoemd. Ook ons zult gij helpen, ook ; ons zult gij begenadigen en genezen Amen. :
5 C HIE TG E B ED.
I gt;0 Maria, Behoudenis der kranken, bid ! voor ons!quot;
j Bid zevenmaal het Weesgegroet ter eerc | van de 7 smarten van Maria.
fflatiiij ficfde Icc Erantcn.
»God is de liefdequot; zegt de H. Joannes : Maria echter is het schoonste en volmaaktste evenbeeld Gods, aldüs kunnen wij ook van haar zeggen: »Maria is de liefde.quot; Toen de godilelijke Heiland nog op aarde wandelde, schonk Hij Zijne goedertierene liefdebewijzen vooral aan de ellendigen, j zieken, melaatschen, blinden, bezetenen.
32
En Maria, de Behoudenis der kranken, gelijkt op haren Zoon Jezus in dit punt. Zij wil de Moeder der schoone liefde genoemd worden. De liefde is echter dan schoon, Tranneer zij edelmoedig, belangeloos, zuiver, heilig, medelijdend is.
Indien wij Maria's liefde jegens ons menschen betrachten te Bethlehem, op den Kalvarieberg, onder het kruis en thans in den hemel, alwaar zij aan de rechterhand van haren Zoon is gezeten en nimmer ophoudt de ellendigen, kranken en bedrukten met hare liefdeblijken te verheugen, — dan bevinden wij immers alle eigenschappen der schoone liefde in de liefde van Maria, welke van het hart van Jezus, deze zee van barmhartigheid, uitstroomt. O welk een troost is het niet voor den armen lijder, overtuigd te kunnen wezen dat eene zoo getrouwe moederliefde hem toebehoort ; welke zoetheid is het niet Maria door innige wederliefde te verblijden! —
GEBED.
O Maria, Koningin der van liefde gloeiende Serafijnen en Cherubijnen, ik begroet u met geheel de liefde, welke mijn hart kan gevoelen. Ik dank u, wijl gij niet ophoudt, een zoo ellendig en ondankbaar
schepsel zooals ik ben, met ontelbare be-j wijzen uwer edelmoedige, heilige en me- | delijdende liefde te vertroosten. Ach, I hoeveel leed heeft u de liefde tot ons i menschen niet aangedaan! De liefde gaf u het kruis; maak dat het kruis mij de liefde geve. Ik spreek tot u gelijk de zusters van Lazarus tot uwen goddeüjken Zoon ; ■.gt;hij, dien gij bemint, is ziek.quot; Ik weet, o lieve Moeder, dat gij mij zoozeer bemint, wijl uw Jezus mij een gedeelte van zijn kruis te dragen heeft gegeven.
O Maria, gij weet dat ik u ook bemin, laat mij u steeds meer en meer beminnen,; en ik zal u en uwen goddelijken Zoon |! beminnen in alle eeuwigheid. Amen.
SCHIETGEBED.
»0 Maria, Moeder der schoone liefde, ! bid voor ons!quot;
Bid zevenmaal het Weesgegroet, enz.
34
iïlarin, Hoop dcc kmuiicn. OVERWEGING.
Maria wil ook de Moeder der heilige Hoop worden genoemd. De Heiligen van alle tijden roepen als uit éénen mond, dat niemand ooit te vergeefs op Maria heeft gehoopt en in haar zijn vertrouwen heeft gesteld. Nimmer, zegt de H. Bernardus, is zulks gehoord.
— De hoop op Maria, de vrouw, die het hoofd der helsche slang zou verpletteren, was de glansrijke lichtstraal, welke onze stamouders in den donkeren nacht hunner verjaging uit het Paradijs, met een troostvollen luister omstraalde. Sedert dien tijd was de hoop op Maria, de wonderbare Ster, die alle geslachten in de duisternissen, droefheden en twijfels van dit leven tegen-straalde. Hoe duisterder de nacht is van | het leed en lijden, hoe klaarder ook dat zoete licht schijnt. O gij allen, die krank en ellendig zijt, laat u door de Ster der hoop 1 op Maria, geleiden naar haar wonderbeeld 'te Oostrum! — Vertrouwt onwrikbaar op hare goedheid, en uwe gebeden zullen 1 niet onverhoord blijve n.—
35
O Maria der heilige hoop, onze Ster op de zee des levens, zoete toeverlaat van alle ellendigen, ik nader met een kinderlijk vertrouwen tot u, en hoe meer ik met jammer en rampspoed naar ziel en lichaam ben beladen, des te meer hoop ik op u. Geen macht ter wereld kan mij dit vertrouwen ontnemen, want ik weet dat gij niemand verlaat, die zich aan uwe moederlijke handen overgeeft. Gij zijt mijne liefderijkste en allergetrouwste Moeder, gij zult mij helpen in al mijnen nood en bedruktheid, vooral echter in het oogen-blik van mijnen dood, wanneer de gansche hel zich zal verheffen om mij het vertrouwen op u te ontrooven. Geef, o Maria, dat ik mij aan het anker der zaligheid vast-! geklampt houde en in leven en sterven, in i allen nood tot u roepe : »0 Maria, gij zijt | mijne hoop en mijn toeverlaat!quot; Amen. ■
■S C HIE TG EB ED .
»0 Maria, Moeder der heilige hoop, bid voor ons 1quot;
Bid zevenmaal het Weesgegroet, enz.
oG
JEnrifi, iroost riet Icanleu. OVERWEGING.
Van Maria zegt het H. Evangelie; ïiiit welke Jezus is geboren;quot; Jezus, die allen tot zich roept welke belast en beladen zijn. Is dan Maria niet waarlijk de troosteres der bedrukten en der kranken, wijl zij het is, die ons Jezus heeft geschonken, Jezus die onze troost, onze kracht en ons alles is ? Jezus zelf heeft ons Maria op aarde gegeven, opdat zij ons in al onzen nood en in al ons leed met haar moederlijk medelijden zou bijstaan, gelijk zij Hemzelven als weenend Kindje in de kribbe, als verkondiger Zijner goddelijke leer en als gegeeselden en kruisdragenden : Verlosser heeft bijgestaan. Zij kon Zijn zwaar kruis dat Hij voor ons had opgenomen, niet van Zijne schouders afnemen, maar Hij wil, dat zij ons het kruis, het- j welk wij voor Hem moeten dragen, ver- I lichte : dat zij allen, welke door het lijden : aan haar goddelijk Kind zijn gelijkvor- ■ mig geworden, tegen haar moederhart drukke om er kracht, troost en geduld te | vinden.
Dikwerf kunnen de menschen onze droefheid en bedruktheid niet begrijpen. Het Hart van Maria echter is met een zevenvoudig zwaard van droefheid doorboord geworden. Er bestaat geen leed of zij weet het te waardeeren ; er bestaat ook geen leed, waar Maria geen troost of medelijden voor over heeft.
O Maria, Troosteres der bedrukten, toevlucht der veriatenen, ook ik kom in mijne bedruktheid tot u; ik kom u met een bedroefd hart, gelijk een kind aan zijne lieve moeder, mijnen nood klagen. Toen gij van smarten overstelpt, aan den voet des kruises stond, zijt gij mij tot Moeder gegeven, als uw Jezus tot zijnen leerling Joannes entevens tot mij sprak; ^Ziedaar, uwe Moeder.quot; Derhalve smeek ik u, o mijne welbeminde Moeder, heb medelijden met mij en snel mij ter hulpe. Indien het echter Gods wil is, dat ik mijn leed nog verder drage, zoo verkrijg mij dan, door de verdiensten uwer zeven smarten, de genade van een opgeruimd geduld en eene standvastige liefde te mogen bewaren. Alles leg ik in uwe handen neder, o mijne Moeder, mijn troost en mijne liefde ! —
oei
S C ff IE TG EB E D.
O Maria, Troosteres der bedrukten, bid voor ons!
Bid zevenmaal het Weesgegroet, enz.
Jlatia, EfijdscRnp Jcc kanlcu. OVERWE GING.
Het is vaak voor ons, kinderen der men- ! schen, uiterst moeielijk, in ziekten en | smarten onze opgeruimdheid van geest te | bewaren. Welk een onschatbaar geluk is het niet en welk eene bron van geestelijk voordeel en verdiensten, ook dan nog wanneer de natuur door het leed wordt ter nedergedrukt, den Heer in vrede en in blijdschap te dienen ! .. .. Indien nu Maria in onze dagen van gezondheid *de Oorzaak onzer blijdschap'' is, dan is zij echter zulks nog meer in dagen van ziekte, wijl wij weten, dat zij in zulke dagen geheel bijzonder met liefde en medelijdsn op ons nederziet. De H. Moeder legde haren vurigen vereerder, den H. Stanislaüs, gedurende zijne ziekte, haar goddelijk I Kind in de armen. Dusdanige hemelsche
39
1 vreugde is voorzeker slechts het loon van een buitengewoon geduld en van groote liefde tot het lijden. Edoch, wanneer de hoogste Trooster tot ons in Zijn Heilig Sacrament nadert, is het dan ook niet Maria, die ons haar Kind, hare en onze vreugde en lust komt brengen ? Is het ook niet eene zoete verkwikking voor den zieke, wanneer hij het prentje van Onze Lieve Vrouw van Oostrum beziet of zich in den geest in de Genadenkapel aldaar verplaatst, om er zich geheel vertrouwelijk met die lieve Moeder te onderhouden? O ja ! Die zijne blijdschap in Maria zoekt, zal ze ook vinden !...
GESEO.
O Maria, gij eer en vreugde van Israël, gij zoetheid van allen die u minnen, gij wondertwijg uit den wortel van Jesse, lieflijk morgenrood, lelie onder de doornen, zuivere fontein, schitterende sterre : hoe verheugend is 't niet voor ons aan u te denken in de smarten en rampspoeden des levens 1 Hoe zoet is het bewustzijn dat gij mijne Moeder, mijne Meesteres en mijne Koningin zijt! Gij hebt aan de aarde hemelsche blijdschap en hemelschen vrede geschonken. De Engelen hebben
40
zulks verkondigd en zij jubelen voor u eeuwige vreugdetonen. Uw, geest werd opgetogen in God, uwt*n Heiland, en ook wij arme kinderen der menschen juichen, omdat gij ons in uwe Genadenkapel te Oostrum tot u roept om er ons heil te wezen en de oorzaak onzer blijdschap. Amen.
SCHIE TG EEED.
Maria, Oorzaak onzer blijdschap, bid voor ons!
Bid zevenmaal het Weesgegroet enz.
JÜQtifi, •Qoorsprecfisiet der tranEcn. OVERWEGING.
gt;Door de Moeder van barmhartigheid mogen wij tot Jezus Christus naderen,quot; zegt de H. Bonaventura, ^en wij stellen ons met alle genegenheid van ons hart onder de bescherming van de allerheiligste. Maagd Maria, opdat zij zich gewaardige I ons door haar gebed den Heiland aan ■ te bevelen.quot; De Heiligen vertoonen ons i als om strijd, hoe Maria onze machtigste I
------^
41
Voorspreekster is bij Gods troon. En voorwaar, moet het niet voor den godde-lijken Zoon een treffend en roerend schouwspel wezen, als Zijne heilige, onbevlekte, minnelijke Moeder, biddend en smeekend tot heil der arme, kranke men-schen, voor Zijnen troon nederknielt ? Zal Hij haar dan kunnen wederstaal! of haar iets weigeren r Gewis niet. Derhalve zegt de H. Bernardus: sdatwij door de voorspraak der Moeder van barmhartigeid ; alles van den Gever der genaden kunnen I verkrijgen.quot;
Alles, zegt deze groote Heilige; zoo is er dan geen nood, geene ziekte, geen leed, die ons door Maria's voorspraak niet kunnen weggenomen of verlicht worden. ! Eene troostende waarheid is het: dat wan-I neer Maria bidt, Jezus verhoort, maar i hoe en wanneer, zulks moeten wij aan haar moederhart,dat onzebcnoodigdheden kent, ' overlaten.
GEBED.
O Maria ! de H. Kerk noemt u onze ; Middelares en onze Voorspreekster; zij I smeekt tot u: Heilige Moeder, onbevlekte Maagd, roemrijke Beheerscheres dei-wereld, bid voor ons, met de geheele
42
H. Kerk, met al hare priesters en bedienaren, bij Jezus Christus, onzen Heer. Ik vereemg mij ook met dit gebed, en smeek tot u, o Maria, dat gij mij en aan al mijne dierbaren, aan alle kranken, bedrukten en ellendigen, uwe machtige roorspraak gelievet te verleenen. Indien gij voor mij bidt, dan ben ik voor tijd en eeuwigheid gered. Mocht ik mij toch nimmer uwer liefderijke en heilige voorbede onwaardig maken ; liever alles doen om de voorspraak mijner Hemelsche Moeder te verwerven 1 Dat Hij, die zich door u aan ons heeft willen geven, ook door u onze gebeden verhoore I Amen.
SCH1ETGEB ED.
O Maria, onze Voorspreekster, bid voor ons 1
Bid zevenmaal het Weesgegroet enz.
fflatia, Bctstcrfiing dct Icntilen. OVERWEGING.
De booze geest, die listige slang, wier kop door Maria werd verpletterd, loopt steeds rond, naar buit zoekend. Zal hij
43
niet bijzonder de kranken aanvallen om hen door bekoringen van ongeduld en moedeloosheid, tegen God te doen morren en om hun door het ingeven van dui-zende kwellende, wanhopige gedachten,, den kostbaren schat, dien de kranke door geduld en onderwerping heeft vergaderd, te ontrooven ? Wellicht komen den afge-matten kranke, in slapelooze nachten, ook nog bekoringen van den kant der wereld of van zijne eigene booze driften overvallen.
Tot wien zal hij dan zijne toevlucht nemen; wie zal die verwoede vijanden op de vlucht drijven ? Het is Maria, een leger in slagorde, Maria, de kloeke Judith, die de hel heeft overwonnen, zooals de H. Kerk zegt. Een enkele uitroep van haar, en de hel siddert, en de hemel : snelt ter hulp. Indien wij met het H. Scapulier, Maria's kleed en wapenrusting zijn bedekt, indien wij den H. Rozenkrans, als schild en degen bij ons dragen en aandachtig bidden, dan zal Maria ons helpen om de zegepraal te behalen en eenen schat van verdiensten te verwerven, als den buit van onzen strijd, en als de ; kroon van onze moeiten.
44
GEBED.
O Maria, hoe liefelijk zijt gij voor uwe dienaren en hoe schrikkelijk voor uwe vijanden! Wanneer ik uwen naam uitspreek, jubelt de hemel en beeft de hel. Gij versmaadt niet, met uwe machtige hemelscharen, eenen armen, kranken, bekoorden, bedrukten mensch, die u aanroept, ter hulpe te snellen. Geef toch geen i acht, o lieve Moeder, op mijne vele i trouweloosheden ! Gedenk, dat ik uw kind I ben en toon dat gij mijne Moeder zijt. j Ik ben zwak, maar gij zijt sterk 1 — Ik werp mij in uwe armen en wil nimmermeer ; van u scheiden, tot dat ik u in de hemel- 1 sche stad van zegepraal, bedanke, dat er niemand iets tegen mij vermocht, wijl gij met mij waart! —
SCHIETGEBED.
O machtige Maagd, bid voor ons 1
Bid zevenmaal het Weesgegroet enz.
45
dlacia, ïltrjoeuing dct Imnlcn. OVERWEGING.
God, onze algoede Hemelsche Vader, zendt ons vaak met liefderijke bedoelingen, die wij dikwijls niet begrijpen, allerhande ziekten en gebreken des lichaams over. Wij maken echter zelf meermaals onze ziel krank, ja zeer krank door de zonde. Een ziek lichaam is slechts eene zwakke afbeelding eener kranke, zondige ziel. Wij moeten alsdan nochtans het vertrouwen niet verliezen. Bij God is niets onmogelijk, ook niet onze heeling van de melaatschheid der zonde. Maria is de toevlucht der zondaren, en wanneer de ellende onzer zonden groot is, moet ons vertrouwen nog veel grooter zijn. Tot Maria moeten wij ons wenden om de genade van eene ware boetvaardigheid, van een oprecht berouw met een vast j voornemen te verkrijgen. Onze ziel is Maria zoo dierbaar als het bloed van haren goddelijken Zoon, dat Hij voor elke ziel a'an het kruis heeft vergoten. Kan er wel eene grootere smart voor deze liefderijke Moeder wezen, dan wan-
46
neer het bloed van haar kind, door de onboetvaardigheid en versteendheid der menschen veracht wordt en verloren gaat? Haar moederhart klopt dag en nacht voor de redding onzer zielen, en het is voor haar een troost ons te helpen, om het ver-ledene weder goed te maken door een innig berouw en het waardig ontvangen van het H. Sacrament der Biecht. Hoezeer is zij niet verheugd als iemand van zondaar een rechtvaardige is geworden, met het kleed der onschuld versierd en besproeid met het bloed van Jezus Christus 1.. .
GEBED.
O Maria, gij die nooit door eenige zondesmet zijt besmeurd geworden, en niettemin de Toevlucht der zondaren zijn wilt, ik kom, ik haast mij tot u, zuchtend onder het gewicht mijner zonden en boosheden, Keer uwe barmhartige oogen tot I mij; want indien gij mij aanneemt, o Moeder van genade, zal ook uw Zoon mij niet verstooten. Ik bid u door het dierbaar bloed van uw goddelijk Kind, waarmede mijne ziel is vrijgekocht geworden, verkrijg mij de genade van een oprecht berouw met een vast voornemen, 5S-------*
47
opdat het bloed van uwen Zoon, in het H. Sacrament der Biecht, nogmaals mijne ziel zuivere en versterke en ik in de liefde van Jezus, tot den laatsten ademtocht van mijn leven, moge volharden. Amen.
SC H IE TG EB ED .
gt;0 Maria, Toevlucht der zondaren, bid voor ons 1quot;
i Bid zevenmaal het Weesgegroet, enz.
iEnria, Dcut des itonefs.
OVERWEGING.
Er is één uur in 's menschen leven, waarvan alles afhangt — de geheele ein-I delooze eeuwigheid ! Dit laatste levensuur harer dienaren gaat de lieve Moeder ; van barmhartigheid zeer terharte. Zij heeft ja dat duizendmaal herhaalde gebed; -^Bid voor 07is zondaars, nu en in het uur van onzen dood,quot; geenszins vergeten. Nogmaals schenkt zij aan hare kinderen haren welbeminden en dierbaren goddelijken Zoon in het H. Sacrament, opdat Hij hunne zielen beware tot het eeuwisr leven, en
•±6
in den hemel met Hem en haar vereenige. I Maria legt het offer des levens, en den | laatsten ademtocht van hare dienaren I aan de voeten van haren Zoon neder, | en geleidt hunne zielen in de hemelscht | vreugde binnen. De engelkoren trekken de Moeder van barmhartigheid en de I geredde zielen te gemoet, zij verwelko-; men hunne Koningin en Jezus drukt de j ziel van Zijnen broeder of zuster, het kind Zijner Moeder, vol eeuwige liefde aan Zijn ; goddelijk Hart.
O Koningin des Hemels ! Gij kroon en vreugde der eeuwige stad van vrede, | het is een lust voor u, de kinderen der | menschen uit dit tranendal in de glorie ; des Heeren te voeren. Gij strekt uwe 1 moederhanden bij ons leven over ons uit, | ontvang ons dan ook in uwe armen bij | | onzen dood, schenk ons nog eens. tot on-i derpand onzer zaligheid, het vleesch en : bloed van uwen Zoon, opdat wij met Hem en met u in leven en sterven mogen ver-eenigd zijn. Mochten wij echter, nog niet | geheel bevrijd van smetten der zonde, voor i i eenigen tijd in het vagevuur ervan beroofd i worden,om u en uwen Zoon te aanschouwen,
vjj___________11;
■49
troost ons dan en verlos ons, o genaden-rijke Moeder, wanneer wij zullen versmachten van verlangen naar u en wanneer wij zullen moeten lijden in de pijnen ; des vagevuurs; houd niet op uwen Zoon • voor ons te smeeken, tot dat wij voor : Zijnen hemeltroon jubelen : «Heilig, Heilig, Heilig.quot; Lof, eer en dank aan den Drie-: eenigen God en aan Maria, de Dochter | van den hemelschen Vader, de Moeder I van den goddelijken Zoon, de Bruid des | H. Geestes, de behoudenis en de zaligheid i j der kranken, in alle eeuwigheid ! Amen. |
5 CH IE TG EB E D .
O Maria, Deur des hemels, bid voor ons! j
Bid zevenmaal het Weesgegroet enz.
(De dikwijls herhaalde schietgebeden zullen den kranken veel troost en verdiensten doen verwerven.)
Ggbgd bi] kst miraqulsus bssld vaa
£. •Qtoiuu fitfioudcuis dec tmnlicn.quot;
: O Maria, die van uwen goddelijken Zoon i de macht ontvangen hebt om zieken te ! genezen, die hier in deze genade-kapel i sinds honderden van jaren op bijzondere : wijze wilt vereerd worden, en u hier door j zoo vele wonderbare genezingen als Behou-! de nis der kr anken betoond hebt, ik kom ! heden tot u om de genezing mijner ziekte | te vragen. Ik weet het, o mijne Moeder, de j zieken hebben eene bijzondere aanspraak i op uw mededoogen, daarom kom ik met ! vertrouwen tot u, en hoop alles van tuve i machtige voorspraak. Gij weet immers, ! Maria, in wat ellendigen staat ik mij bevind en hoe ik mij zeiven onmogelijk helpen kan ; daarom kom ik tot u en vertrouw op uwe moederlijke barmhartigheid. Wie heeft tot u geroepen en is niet verhoord geworden? Wie is tot u gevlucht en verstoeten geworden? O Maria! heb dan medelijden met uw lijdend kind, dat nier voor uwe voeten ligt en u met vertrouwen aanroept. Vestig uwe blikken op uw
! ongelukkig kind en verhoor mij. Toon ook I heden u\ye macht en genees mij van mijne kwaal. Gij hebt er hier zoovelen genezen, v/aarom dan aan mijn smeeken geen gunstig oor verleenen r
Ook wil ik u, o Moeder Maria, : steeds ijveriger dienen, en uwen Zoon Jezus nooit meer vergrammen, in de hoop dat gij mij gezond maakt. Mocht het echter i voor mijne ziel niet zalig zijn, o Maria, dat ik van mijne kwaal bevrijd worde, ' dan ten minste schenk mij geduld in mijn lot en volkomen gelatenheid in Gods Wil.
O Maria, geef mij troost, geef mij onder-i '.rerping aan den wil des Heeren. Amen.
(Dit gebed kan bij wijze van novene negen achtereenvolgende dagen herhaald :l worden.)
Daarna zevenmaal het weesgegroet.
Sehed bi| hst miracuigu,® bggld y-an,
(D. £. Drmiu), „Ecpostcrcs ilcr tcilmltcn.quot; _
j =—=
O Maria, die door onze Moeder de H. Kerk de Troosteres der bedrukten genoemd wordt, en u hier in deze genade-kapel sinds 1 i vele eeuwen op bijzondere wijze als droos- \
teres der bedruhtrn ziet vereerd '.vord^Ti, 1
ü2
ik kom heden met vertrouwen tot u, opdat gij mij in mijne bedrukthedea ter hulpe komet. Gij weet o Moeder Maria, hoe groot mijn lijden, hoe zwaar mijn kruis is; gij kent mijne smarten en benauwdheden. Sla eenen genadigen blik op uw kind. Ik werp mij vol vertrouwen voor uw miraculeus beeld neer en sme'ek uwe voorspraak af. Tot wien zal ik mij wenden tenzij tot u? Immers is het tot hieraan ongehoord, dat iemand zijne toevlucht tot u nam, uwen bijstand inriep, of uwe voor spraak afsmeekte, en verlaten bleef.
Welaan dan, goedertieren Moeder, verminder mijn lijden, stel een einde aan mijne beproevingen. Zoovelen zijn hier: door u geholpen in hunne benauwdheden j en smarten. Gij zult mij ook niet ongetroost : henen zenden, en mij heden nog uwen bijstand doen geworden; deze is mijne, bede, dit is mijn vertrouwen. Mocht het echter in Gods ondoorgrondelijke raadsbesluiten zijn vastgesteld, dat ik mijn zwaai kruis blijve dragen, dan onderwerp ik mij volkomen aan Gods wil en vraag u slechts geduld en troost Amen.
53
Grgbgdem zich aan dabarniiiartighsid vsn
iflnvin Qnn ic Bcocton.
(volgens den H. Alphonsus)
O mijne Koningin, waardige Moeder j van God, heilige Maagd Maria! ik zou 1 het niet moeten wagen tot u te naderen j en u mijne Moeder te noemen, ik, die I mij zoo verachtelijk en. bezoedeld zie; j doch ik kan niet dulden dat mijne ellenden mij van de vertroosting en het vertrouwen berooven, welke mij doordringen, als ik ii dien zoeten naam van Moeder geef. t Is waar, ik heb verdiend van u verstoeten i te worden ; maar beschouw, bid ik u, alles wat uw goddelijke Zoon Jezus voor mij gedaan en geleden heeft, en dan verstoot mij, als gij het van u kunt verkrijgen. Ik ben een ellendig zondaar, die, meer dan anderen, de goddelijke Majesteit beleedigd I iieb, maar het kwaad is nu eens gepleegd ; j tot u, die mij kunt helpen, neem ik mijne toevlucht; kom mij dan terhulpe, o mijne Moeder. Zeg mij niet, dat gij mij niet helpen kunt; want ik weet dat gij alvermogend zijt, dat gij van uwen God alles verkrijgt wat gij begeert. En als gij mij antwoordt, dat eii mij niet helpen kunt, 1
i zeg mij clan tenminste tot wien ik mij j wenden moet, om in mijne groote armzaligheid eenige verlichting te vinden. U en uwen goddelijken Zoon zal ik met den H. Anselmus zeggen: Of wel hebt mede-Mijden met mij, Gij mijn Verlosser, door mij vergiffenis te schenken, en gij, mijne Moeder, door voor mij ten beste te spreken, of, wel leert mij tot wien ik mijne toevlucht 1 moet nemen en in wien ik meer barmhartigheid vinden en meer vertrouwen stellen kan dan in u. Voorzeker, noch op aarde noch in den hemel kan ik iemand vinden, die meer medelijden heeft met de onge-lukkigen en,die beter mij helpen kan. GS-ij o Jezus, zijt mijn Vader, en gij, o Maria, ; zijt mijne Moeder! Gij bemint zelfs hen, . i die de ellendigste zijn van allen, en gij gaat hen bezoeken om hen te redden. Ik ben een schuldige die de hel verdiend heb, de ellendigste aller zondaren; maar het is niet noodig dat gij gaat zoeken, dat vorder ik niet van u; ik bied mij zeiven aan u aan, in de vaste hoop, dat gij mij ' niet zult verlaten. Ziet mij hier voor uwe i voeten; mijn Jezus! vergeef mij ; Maria, | mijne Moeder! sta mij bij! Toon, o Maria ! j dat gij voor mij even als voor allen, die | u aanroepen, vol van goedheid zijt en vol i van barmhartigheid. Het is mij genoeg, !
dat gij een blik vestigt op mij en mede- j lijden met mij hebt. Als uw moederlijk 1 hart medelijden met mij heeft, zal het! niet nalaten mij te beschermen; en als i gij mij beschermt, wat heb ik dan te vreezen? Dan, zeker, zal ik niets vreezen: om mijne zonden zal ik niets vreezen, omdat gij het kwaad herstellen kunt, dat ik gedaan heb ; den duivel zal ik niet vreezen, omdat gij machtiger zijt dan de hel; zelfs zal ik uwen tegen mij vertoornden Zoon niet ; vreezen, omdat een enkel uwer woorden ' genoeg is om zijnen toorn te stillen. Het eenige wat ik vrees, is dat ik door eigen schuld nalatig zal zijn om mij in mijne bekoringen aan u aan te bevelen en dat ik aldus mij zeiven in het verderf zal storten.
Maar, ziehier wat ik u heden beloof; ik ben vast besloten voortaan altijd tot u mijne toevlucht te nemen. Help mij dan in het volvoeren van dit voornemen ; maak gebruik van de goede gelegenheid, welke gij vindt om uw hart te bevredigen, door een ellendige als ik ben bij te staan.
O Moeder Gods! ik heb een groot vertrouwen op u! dooru verwachtik de genade, om mijne zonden te beweenen, gelijk zij dat verdienen, en de kracht om niet weder te hervallen; ben ik ziek, gij kunt mij genezen; hebben mijne fouten mij verzwakt.
uw bijstand kan mij versterken. Alles, o Maria! verhoop ik van u, wijl gij alles i vermoogt bij God. Amen.
Sebei am eese vurige liefde tat
flincia ic Bcilirijgcn.
(volgens dm H. Alphonsus.)
O zoete Koningin, aldus roep ik u toe j met den H. Bonaventura, o zoete Koningin, j die door uwe liefdebewijzen en uwe weldaden de harten rooft van allen dié u dienen, ach ! roof ook mijn ellendig hart, dat vurig verlangt u te beminnen. Hoe ! door uw schoonheid hebt Gij, hoogverne-vene Moeder! het hart van eenen God; geraakt en Hem uit den hemel in uwen | schoot nedergetrokken; en ik, ik zou j kunnen leven zonder u lief te hebben ? Onmogelijk! en met een ander uwer kinderen, met eenen zoon, die u zoo innig ! lief had, met den gelukzaligen Joannes Berchmans, van het Gezelschap van Jezus, zeg ik: ik ben besloten, mij geen rust te geven, totdat ik zeker zal zijn, van eene teedere en standvastige liefde verkregen te hebben tot u, mijne moeder! die mij zoo teederlijk bemind hebt ten tijde zelfs, dat ik zoo ondankbaar was jegens u.
I Helaas! wat zoude er thans van mij geworden zijn, bijaldien gij, o Maria mij niet bemind en mij zoovele barmhartigheden | niet verkregen hadt! Als gij mij dan zoozeer i bemind en begunstigd hebt, toen ik u niet | ! beminde, hoeveel meer weldaden moet ik I ! dan van uwe goedheid niet verhopen, nu ik u liefheb? Ja ik bemin u, mijne Moeder! \ en ik zoude een hart willen bezitten, dat | in staat ware u te beminnen met zulk : eene liefde, als u zoude kunnen worden toegedragen door al de ongelukkigen, die u niet liefheben; ik zoude eene tong willen bezitten, welke in staat zoude zijn u zooveel te verheerlijken als duizende tongen i te zamen, ten einde aan de gansche wereld uwe goedheid, uwe heiligheid, uwe barmhartigheid en uwe liefde te doen kennen waarmede gij bemint degenen die u beminnen. Bezat ik schatten en rijkdommen, ik zoude ze gaarne willen gebruiken om u te vereeren ; had ik onderdanen, dan zoude ik wenschen, dat ze allen vervuld waren van liefde tot u; ja, ware zulks noo-dig, dan zoude ik zelfs mijn leven willen slachtofferen voor uwe liefde ^n voor uwe verheerlijking. Ik bemin u dan, mijne Moeder! maar tevens vrees ik, helaas! dat ik u niet bemin ; want ik weet dat de liefde tot uitwerksel heeft, degenen die beminnen
ik-----------üi
/tN
i
O o
gelijkvormig te maken aan het voorwerp ; hunner liefde. Ik moet dan wel denken dat ik u heel weinig bemin, wijl ik mij zoo i verre van die gelijkvormigheid met u verwijderd zie; gij toch zijt zoo zuiver, en ik zoo besmeurd; gij zoo nederig, en ik zoo hoovaardig; gij zoo heilig, en ik zoo misdadig! Doch gij, o Maria moet dat groot wonder in mij bewerken ; maak mij gelijk- , vormig aan u, wijl gij mij liefhebt. Al de macht, welke er noodig is om de harten te veranderen, berit gij; neem dan mijn hart en verander het; doe der wereld eens zien, wat gij vermoogt ten gunste dergenen die ii beminnen; maak mij heiligen | zorg, dat ik uw waardig kind worde, 't Is 1 waar, ik verdien niet meer, o allermiane- 1 ; liikste Moeder, uw kind genoemd te wor-jden: dien verheven titel heb ik mij door mijn schuldig leven al te onwaardig ge-| maakt, en ik zal tevreden zijn, als gij u i gewaardigt, mij onder het getal uwer dienaren aan te nemen. Ja, ik zal tevreden zijn, als gij mij deze gunst toestaat. Weiger I mij echter de genade niet, van u mijne Moeder te noemen ; deze naam vertroost mij, treft mijn hart, herinnert mij, dat ik verplicht ben u te beminnen, en deze zoete naam vervult mij met een groot vertrouwen op u. Gedoog dan, dat ik u zegge :
»mijne Moeder, mijne allerbeminnelijkste Moeder! »Zoo begroet ik u thans en zoo wil ik li ten allen tijde begroeten. Amen.
Door de fijdcndc jicrc'i des mgcinuirs,
O medelijdende Moeder! zie neder op' de arme zielen, die door Gods rechtvaar digheid tot de vlammen des vagevuurs zijn , veroordeeld. Zij zijn lief aan uwen dierbaren Zoon; in haar leven hebben zij hem bemind en nu branden zij van verlangen ï om Hem te zien en te bezitten. Maar hare ketenen kunnen zij niet verbreken en zij worden door een verschrikkelijk vuur gefolterd. O genadige Moeder! daal neer in die zuiveringsplaats, bezoek daar de arme zielen, verzacht hare smarten, verkort de tijd harer bestraffing, verhaast hare ver-eeniging met God. En wellicht zijn er onder de zielen des vagevuurs eenige, die op innige wijze met mij verbonden waren op aarde door de banden des bloeds of der vriendschap, en die thans verwachten dat ik smeeke voor haar. O allerliefste en
60
barmhartige Moeder! verkrijg haar de verlossing en verleen haar door uwe voorspraak en op mijne bede de eeuwige rust.
Weinige oefeningen zijn den hemel zoo aangenaam, zijn zoo voordeelig voor ons zeiven als deze teedere en werkzame liefde voor de zielen des vagevuurs; daarom bid ik u, o allerheiligste Maagd 1 een innig medelijden met die zielen aan alle geloo-vigen te willen mededeelen. Als wij toch met meer ijver voor hare bevrijding bezield tvaren, dan zoude haar lijden verzacht en hare opneming in den hemel bespoedigd worden. Verwerf ons dan Maria ! zoowel uit medelijden tot haar als ter liefde van Jezus, die zoo vurig hare verlossing begeert, eenen grooten en duurzamen ijver, welke ons vele goede werken doe verrichten, vele aflaten doe verdienen tot lafenis der geloovige zielen. En welk een groot geluk /-al het voor mij wezen, als ik eenige zielen uit haren kerker redden en ten hemel geleiden kan ! Voorzeker, wanneer zij staan zullen voor den troon des Heeren, zullen zij mijner gedachtig zijn, voor mij om genade en barmhartigheid smeeken en niet ophouden voor mij te bidden, totdat zij mij in de eeuwige heerlijkheid des hemels opgenomen zien. Mij dunkt, o Moeder! dat mijne zaligheid bevorderd moet zijn,
61
als door mijn toedoen eene lijdende ziel verlost en in het bezit der zaligheid gesteld is. Verhoor dan ten allen tijde, o Maria! de gebeden, welke ik u zal opdragen voor de geloovige zielen, versterk die door de macht uwer voorspraak en doe mij aan hare bevrijding krachtdadig medewerken. Amen.
confiteor.
Ik belijd voor den almachtigen God, de heilige,altijd reine Maagd Maria den Heiligen Aartsengel Michael, den heiligen Joannes den Dooper. de heilige Apostelen Petrus en Paulus, voor alle Heiligen en voor U, Vader, dat ik zeer gezondigd heb, door gedachten, woorden en werken, door mijne schuld, door mijne schuld, docr mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de Heilige Maagd Maria, den heiligen Aartsengel Michael, den heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen en U, Vader den Heer onzen God voor mij te willen bidden.
introïtus.
I Wees gegroet, o heilige Moeder van | den Koning,die hemelen aarde beheerscht i in de eeuwen der eeuwen.
63
O Maria, zie genadig op ons neer, en bid voor ors, gelijk gij voor ons gebeden hebt aan den voel des Kruises
Glorie zij den Vader, en den Zoon en den H. Geest.
Gelijk het was in den beginne, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Wees gegroet, o heilige Moeder van den Koning, die hemel en aarde beheerscht in de eeuwen der eeuwen.
KIJR1E ELEISON.
Heer, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer 1 Heer, ontferm U onzer 1 Christus, ontferm U onzer ! Christus, ontferm U onzer 1 Christus, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer!
GLORIA IN EXCELSIS.
Eere zij God in den Allerhoogste en vrede op aarde aan de menschen, die van goeden wille zijn ! Wij loven ü ; wij prijzen U' wij aanbidden U; wij verheerlijken
G-i
-
U;wij dankenU om uwegroote heeilijkheid, | Heer God, hemelsche Koning, God almach ■ j tige Vader! Heer, Jezus Christus, eeniggebo- | ren Zoon. Heer God, Lam Gods, Zoon des ; Vaders, die de zondender wereld wegneemt, i ontferm U onzer! Die de zonden der wereld wegneemt, ontvang ons gebed ! Die zit aan de rechterhand des Vaders, ontferm U onzer. Gij alleen zijt de Heilige ; Gij alleen de Heer ; Gij alleen de Allerhoogste, o Jezus Christus, met den Heiligen Geest, in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.
GEBED.
Verleen, bidden wij U, Heer God, dat wij, uwe dienaren, ons over eene altijddurende gezondheid van ziel en lichaam verheugen mogen; en door de glorievolle tusschen-komst der zalige Maria, altijd Maagd, van onze tegenwoordige droefheid bevrijd worden, en de eeuwige blijdschap genieten, i Door onzen Heer, Jezus Christus, Uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de | 1 eenheid des H. Geestes, God, door alle | eeuwen der eeuwen. Amen.
65
EPISTEL.
Les uit het boek der wijsheid.
De Heer heeft mij bezeten van den aanvang zijner wegen, alvorens hij in den beginne iets gemaakt heeft. Van eeuwigheid ben ik verordend en van oudsher, vóór dat de aarde werd. De afgronden waren nog niet en ik was reeds ontvangen : de waterbronnen waren nog niet losgebarsten. Nog stonden de bergen niet vast op hunnen zwaren last; vóór de heuvelen werd ik geboren: nog had Hij de aarde niet gemaakt, noch de waterstroomen, noch de grondvesten van den aardbol. Toen Hij de hemelen toebereide was ik daar ; toen Hij de afgronden naar eene bepaalde wet omwalde; toen Hij daarboven het uitspansel bevestigde en de waterbronnen in evenwicht bracht; toen Hij de zee in het ronde met eene grens omgaf en aan de wateren hare wet stelde, om hare grenzen niet te overschrijden ; toen Hij der aarde hare grondvesten toedeelde ; toen was ik bij Hem, alles rangschikkende, en ik verlustigde mij telken dage, spelende voor Hem ten allen tijde. Spelende op den aardkring, en het is mij eene lust met de kinderen der menschen te zijn. Nu dan, mijne
;-----1
5
66
kinderen, aanhoort mij: zalig zij, die mijne wegen bewaren. Luistert naar de leer, en wcest verstandig, en wilt haar niet verwerpen ! Zalig de man, die naar mij hoort, en die dagelijks voor mijne poorten waakt en wacht houdt aan de stijlen mijner deur. Die mij zal gevonden hebben, zal het leven vinden en zaligheid bij den Heer putten.
GRADUALE.
Gezegend en vereerenswaardig zijt gij o Maagd Maria, die, zonder letsel uwer maagdelijkheid, de Moeder des Zaligmakers bevonden zijt.
O maagdelijke Moeder Gods, Hij, dien de geheele wereld niet omvatten kan, heeft zich bij zijne menschwordingin uwen schoot opgesloten. Alleluja, Alleluja. Gelukkig zijt gij, heilige Maagd Maria, en allen lof ten hoogste waardig, omdat uit u de Zon der gerechtigheid, Christus onze God, is opgegaan.
EVANGELIE.
Evangelie voEgent den H. Luoas.
In dien tijde stond Maria op, en ging met spoed naar de bergstreek, naar eene stad van Judea. En zij trad in het huis van *-M
Zacharias en groette Elisabeth. En het geschiedde, als Elisabeth den groet van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haren schoot; en Elisabeth werd vervuld met den heiligen Geest, en zij riep met luider stemme uit en zeide : Gezegend zij t gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws lichaams ! En van waar geschiedt mij dit, dat de Moeder mijns Heeren tot mij komt! Want zie, toen de stem van uwen groet tot mijne ooren kwam, sprong het kindje in vreugde op in mijnen schoot. En zalig zijt gij, die geloofd hebt, dewijl vervuld zal worden, wat u van wege den Heer gezegd is. En Maria zeide : gt;| Mijne ziel verheft den Heer, en verheugd heeft zich mijn geest over God, mijn Zaligmaker.
CREDO.
Als dat gebeden wordt, bid dan:
Ik geloof in God den Vader enz.
OFFERTORIE.
Gedenk, o maagdelijke Moeder Gods, tra gij voor het aanschijn van den Heer staat., dat gij ten goede voor ons spreekt, en dat Hij zijne verontwaardiging van ons afwende.
68
OFFERING VAN HET BROOD.
Heilige vader, almachtige, eeuwige God, neem deze onbevlekte offergave aan, die ik, Uw onwaardige dienaar, U, mijn levenden en waren God, opdraag voor mijne ontelbare zonden, beleedigingen en ver-zuimenissen, tevens voor alle omstanders, alsmede voor alle christengeloovigen, levende en afgestorvene, opdat zij mij en hun ter zaligheid en ten eeuwigen leven dienstig zij. Amen.
OFFERING VAN DEN WIJN.
Wij offeren U, o Heer, den kelk der zaligheid, terwijl wij Uwe goedheid smee-ken, dat hij voor het aangezicht Uwer majesteit tot ons heil en dat der gansche wereld met zoeten geur moge oprijzen. Amen^
GEBED.
Neem, o allerheiligste Drieëenigheid, dit offer aan, dat wij U aanbieden ter gedachtenis van het lijden, de verrijzenis en de hemelvaart van onzen Heer Jezus Christus, alsook ter eere van de heilige Maria altijd Maagd, van den H Joannes den Dooper,
69
van de HH. Apostelen Petrus en Paulus, var de Heiligen wier reliquieën hier berusten en alle Heiligen; opdat het hun ter eer en ons ter zaligheid strekke en zij, wier gedachtenis wij op aarde vieren, voor ons gelieven ten beste te spreken in den hemel. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
ORATE PRATRES.
Bidt broeders, opdat mijn en uw offer aangenomen worde bij God, den almach-tigen Vader.
De Heer neme dit offer uit uwe handen aan, tot lof en glorie van Zijnen Naam, tot welzijn van ons en van zijne geheele heilige Kerk. Amen.
STIL GEBED.
Daar uwe goedgunstigheid, o Heere, en door tusschenkomst der zalige Maria, altijd Maagd, moge deze offerande ons verstrekken, toteeuwigdurendenen tegenwoor-digen voorspoed en vrede. Door onzen Heer, Jezus Christus Uwen Zoon. die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God.
3*-m
PRAEFATIE.
V. Door alle eeuwen der eeuwen. R. Amen.
V. De Heer zij met u.
R. En met uwen geest.
V. Heft de harten omhoog I R. Wij hebben ze tot den Heer gericht. V. Brengen wij dank aan den Heer onzen God.
R. Dat is waardig en rechtvaardig.
Ja, waardig en rechtvaardig, billijk en heilzaam is het, dat wij U altijd en overal danken, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God; en dat wij U te zamen loven, zegenen en prijzen, terwijl wij de zalige Maria, altijd Maagd, vereeren ; haar, die Uwen Eeniggeborene door de overschaduwing des H. Geestes ontvangen heeft; en, terwijl de glorie der maagdelijkheid bleef, het eeuwig Licht over de wereld heeft uitgestort, Jezus Christus, onzen Heer; door wien de Engelen Uwe Majesteit loven, de Heerschappijen aanbidden, de Machten sidderen, de Hemelen en de Krachten der hemelen en de gelukzalige Seraphijnen U met eenparig gejuich verheerlijken. Gelief, bidden wij U, met deze ook onze lofzangen aan te nemen, terwijl wij ootmoedig belijden en zeggen : »-—;
Heilig, Heiüg, Heilig, is de Heer God der heerscharen ! De hemelen en de aarde zijn vol van Uwe glorie! Hosanna in den hooge! Gezegend Hij,diekomt in den naam des Heeren 1 Hosanna in den hooge !
CANON.
Derhalve smeeken wij U ootmoedig en vragen U, allerliefderijkste Vader, door Jezus Christus uwen Zoon, onzen Heer, deze gaven, deze geschenken, deze heilige vlekkelooze offergiften voor welgevallig aan te nemen eiï te zegenen, die wij U vooral opdragen voor Uwe heilige katholieke Kerk; gelief haar vrede te verleenen, haar te bewaren, één te maken en te besturen over geheel het aardrijk, tegelijk met uw dienaar, onzen Paus N. en onzen Kerkvoogd N. en alle rechtgeloovigen en belijders van het katholiek en apostoliek geloof.
GÈDACHTENIS VOOR DE LEVENDEN.
Gedenk, o Heer ! uwe dienaren en dienaressen N. en N. (kort gebed), alsmede alle omstanders, wier geloof en godsvrucht U bekend zijn .• voor wie wij U deze offerande van lof opdragen
of die het in eigen persoon doen voor zich ^-■
72
en al ch hunnen, tot verlossing van hunne zielen, op hoop van zaligheid en lijfbehoud en die U, den eeuwigen, levenden «n waren God hunne wenschen opdragen.
Intusschen leven wij in gemeenschap met en vereeren wij de gedachtenis, op de eerste plaats vande altoos roemrijke Maagd Maria, Moeder van onzen God en Heer Jezus Christus; verder van uwe gelukzalige Apostelen en Martelaren Petrus en Paulus, Andreas, Jacobus, Joannes, Thomas. Jacobus, Philippus, Bartholomeüs, Mattheüs, Simon, en Thad-deüs, Linus, Cletus, Clemens, Xystus, Cornelius,Cyprianus, Laurentius, Chrysogonus, Joannes, en Paulus, Cosmas, en Damianus en al uwe heiligen. Gelief ons door hunne verdiensten en gebeden te verleenen, dat wij in alles door de hulp uwer bescherming ondersteund worden. Door denzelfden Christus onzen Heer, Amen.
Dit offer onzer dienstbaarheid en tevens uwer gansche familie, smeeken wij U, Heer, met welgevallen aan te nemen, ozen levensdagen in uwen vrede te regelen, ons aan de eeuwige verdoemenis te ontrukken en onder de schare uwer uitverkorenen op te nemen. Door Christus onzen Heer. Amen.
Gij, o God,gelief dit offer, snaeeken wij U,
73
onder ieder opzicht tot eene gezegende, aangename, geldige, redelijke en U welgevallige offerande te maken, opdat ze voor ons het Lichaam en het Bloed worde van uw teergeliefden Zoon, onzen Heer, Jezus Christus.
CONSECRATIE.
Aanbidding van het Liobaam des Heeren.
Ik aanbid U, Heer Jezus Christus, waarlijk in deze heilige Hostie tegenwoordig. Uit de volheid mijns harten dank ik U voor de onmetelijke liefde, waarmede Gij U voor ons, menschen, eens bloedig ten offer gaaft, en nu nog telken dage dit Offer, op onbloedige wijze, tot ons heil vernieuwt. Om der wille uwer lieve Moeder, welke Gij, aan het kruis hangende, mij als genade-moeder gaaft, smeek ik U, vervul mijn hart met innige liefde voor U en voor haar, opdat ik, in uwe en hare liefde levende en stervende, eenmaal gelukkig kome tot de eeuwige zaligheid. Amen.
Aanbidding van het beilig Bleed.
Ik aanbid U, allerheiligst Bloed van Jezus, voor mij aan het kruis vergoten, en hier vloeiende in de Kelk des eeuwigen heils. In
U, o^hemelsche Genadebron ! dompel ik »-«
74
mijne zondige ziel, opdatzij, van alle zonden-schuld gereinigd, waardig worde, God eeuwig in den hemel te aanschouwen. Amen.
NA DE CONSECRATIE.
Wij dan, o Heer, wij uwe dienaren met uw heilig volk, het heilig lijden, de verrijzenis van de dooden en de glorievolle hemelvaart van dienzelfden Christus uw Zoon en onzen Heer gedachtig, offeren uwer doorluchtige majesteit van uwe eigene geschenken en gaven eene zuivere, heilige en onbevlekte offerande, het heilig brood des eeuwigen levens en den Kelk der eeuwige zaligheid.
Gelief met een genadig en gunstig gelaat hierop neder te zien en ze welwillend aan te nemen, gelijk Gij U gewaardigd hebt welwillend aan te nemen de geschenken van uwen gerechtigen dienaar Abel, en het offer van onzen aartsvader Abraham en de heilige offerande de onbevlekte offergave, die uw Opperpriester Melchisedech U heeft opgedragen.
Almachtige God, nederig smeeken wij U : laat dit alles door de handen van uwen heiligen Engel naar uw hoogverheven altaar, voor het aangezicht Uwer goddelijke majesteit overbrengen, opdat wij allen, die door
75
die deelneming aan het altaar, het allerheiligst Lichaam en Bloed uws Zoons zullen nuttigen, met elke hemelsche zegening en met genade verrijkt worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
GEDACHTENIS DER OVERLEDENEN.
Gedenk ook, o Heer, uwe dienaren en dienaressen N. en N. die ons zijn voorgegaan met het teeken des geloofs en den vredeslaap sluimeren. (Gebed) Geef hun, bidden wij (J, o Heer, en allen die in Christus rusten, de plaats van verfrissching, van licht en vrede. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
Gelief ook ons zondaars, uwen dienaren, die op de menigte uwer erbarmingen hopen, eenig aandeel en genootschap te geven met uwe heilige Apostelen en Martelaren; met Joannes, Stephanus, Mathias : Barnabas, Ignatius, Alexander, Marcelli-nus, Petrus, Felicitas, Perpetua, Agatha, Lucia, Agnes, Cecilia, Anastasia, en al uwe heiligen. Laat ons toe, smeeken wij U, in hun gezelschap, niet door onze verdiensten te schatten, maar door vergiffenis te verleenen. Door Christus onzen Heer.
76
Door wien Gij, o Heer, altijd deze goede gaven schept, heiligt, met leven bezielt, zegent en ons toedeelt. Door Hem, en met Hem en in Hem gewordt U, God den almachtigen Vader, in eenheid desH. Geestes, alle eer en glorie. Door alle eeuwen xler eeuwen. Amen.
PATER NOSTER.
Laat ons bidden. Aangespoord door heilzame bevelen en gevormd door goddelijke onderrichting, durven wij zeggen; Onze Vader, die in de hemelen zijt, geheiligd zij uw naam ; ons toekome uw rijk; uw wil geschiede op de aarde als in den hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood en vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van den kwade. Amen.
Wij smeeken U, Heer, verlos ons van alle voorledene, tegenwoordige en toekomstige rampen, en geef ons, door de voorspraak der heilige altoos glorierijke Maagd en Moeder Gods Maria, alsmede van uwe heilige Apostelen Petrus, Paulus, Andreas, en alle heiligen, goedgunstig den vrede in onze dagen ; opdat wij, door den bijstand uwer barmhartigheid ondersteund, steeds vrij van zonden blijven en beveiligd tegen
77
alle rustverstoring. Door denzelfden J. Ch., onzen Heer, uwen Zoon, die mei U, in de eenheid des H. Geestes, leeft en heerscht als God, door alle eeuwen der eeuwen. Am.
AGNUS DEI.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer 1
Lam Gods. dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons den vrede I
GEBEDEN VOOR DE COMMUNIÈ.
Heer Jezus Christus, die tot uwe Apostelen gezegd hebt: ik laat u den vrede ! ik geef u mijnen vrede; zie niet op mijne zonden, maar op het geloof uwer Kerk en wil haar, volgens uw welbehagen, in vrede en eenheid bewaren. D;e leeft en heerscht God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer Jezus Christus, Zoon van den levenden God, die, ter volbrenging van den wil Uws Vaders, door medewerking des H. Geestes, door uw dood aan de wereld het leven geschonken hebt: verlos mij door dit Uw allerheiligst Lichaam enBloed, jfc------:—
X--3S
78
van al mijne ongerechtigheden en rampen; geef, dat ik steeds getrouw vasthoude aan uwe geboden en gedoog niet, dat ik ooit van U gescheiden worde, die met denzelfden God den Vader en den H. Geest leeft en heerscht. God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Het nuttigen van uw Lichaam, Heere J. Ch., dat ik, ofschoon onwaardig, waag te ontvangen, strekke mij niet ten oordeel en ter verdoemenis ; maar diene mij, door uwe goedheid, tot beveiliging van ziel en lichaam, en om genezing te verkrijgen Die met God den Vader, in de eenheid des H. Geestes, leeft en heerscht God door alle eeuwen der eeuwen Amen.
COMMUNIE.
Ik wil het hetnelsch Brood nuttigen en den naam des Heeren aanroepen.
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, doch spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden.
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, doch spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden.
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, doch spreek slechts één
woord en mijne ziel zal gezond worden. «---%
79
Het Lichaam onzes Heeren J. Ch. beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.
Wat zal ik den Heer vergelden voor alles wat Hij mij geschonken heeft ? Ik wil den Kelk des heils nemen en den naam des Heeren aanroepen. Met lofgezang zal ik den Heer aanroepen en beveiligd zijn tegen mijne vijanden.
Het Bloed onzes Heeren J. C. beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.
NA DE COMMUNIE.
Hoogwaardige Vorstin der wereld, Maria, eeuwige Maagd, zorg door uw tus-schenkomst voor onzen vrede en ons heil, gij, die Christus den Heer, den Zaligmaker van allen, gebaard hebt.
GEBED.
Nu wij, o Heer, het hulpmiddel onzer zaligheid ontvangen hebben, bidden wij U, dat wij overal bewaard mogen worden door de bescherming der zalige Maria, altijd Maagd, ter wier eerc wij dit offer aan uwe Majesteit hebben opgedragen.
Door onzen Heer J. C. uwen Zoon, die *---*
met u leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
LAATSTE ZEGEN.
Ons zegene de almachtige God, de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
LAATSTE EVANGELIE.
In den beginne was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is door hetzelve geworden ; en zonder hetzelve is er niets geworden, dat geworden is. In hetzelve was leven, en het leven was het licht der menschen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis nam het niet op.
Er was een mensch, van God gezonden die tot naam had Joannes. Deze kwam tot getuigenis, om getuigenis te geven van het licht, opdat allen gelooven zouden door hem. Hij was het licht niet, maar hij kwam om getuigenis te geven van het licht.
Het ware licht was dat, hetwelk iederen mensch verlicht, die komt in de wereld.
Hij was in de wereld, en de wereld is door hem geworden, en de wereld heeft hem niet gekend. Hij kwam in zijn eigendom,
amp;--5*
^ —-—----
81
■ en de zijnen namen hem niet aan. Doch ! zoo velen hem aannamen, aan die gaf hij j macht om kinderen Gods te worden, hun, die in zijnen naam gelooven; die niet uit bloed, noch uit den wil des vleesches, ; noch uit den wil eens mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord ia vleesch geworden, en het heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des I eeniggeborenen van den Vader), vol genade i en waarheid.
•nBid eerst den Heiligen Geest om de genade » van al uwe zonden wel te kennen en goed te \ » biechten.
»Onderzoek vervolgens zorgvuldig uw » geweten.
»Verwek daarna, niet slechts met den gt; mond maar ook met het hart, een akte van : j berouw, zeggende:quot;
Mijn Heer en mijn God, mijne zonden zijn mij leed uit den grond mijns harten, niet alleen omdat ik daardoor uwe rechtvaardige straffen verdiend heb; maar vooral omdat ik daardoor Uwe goddelijke Majesteit en Goedheid, die ik bovenal bemin, vergramd heb; ik haat en verzaak die zonden uit liefde tot U, en ik maak het vaste voornemen voortaan nooit meer te zondigen, alle gelegenheid van zonde te schuwen, eene rechtzinnige biecht te spreken, en liever te sterven, dan U nog te vergrammen.
01 hoe goed is de Heerl hoe groot zijne barmhartigheid! Gij hebt mij dan de vergiffenis mijner zonden geschonken, o mijn God, ik ben nu in Uwe gunst hersteld. Uw bedienaar heeft mij in Uwen naam kwijtschelding verleend. Mijn God, heb ik ^
83
U tot nu toe zoo dikwijls verloren, in het vervolg wil U ik niet meer verliezen; ik zal niet meer leven dan voor U; ik zal U mijn geheel leven toewijden; ik ben besloten oprecht van leven te veranderen; ik zal de gelegenheid van zonde vluchten, en de middelen der volharding aanwenden. Mijn Vader, geef dat ik voorlaan uw gehoorzaam kind zij, uwe bevelen opvolge en getrouw den weg uwer geboden bewandele. Maar, mijnjesus. Gij kent mijne zwakheid; geef mij dan de genade U getrouw te blijven tot den dood. Amen.
AKTE VAN GELOOF.
God van hemel en aarde, Verlosser der menschen; Gij komt tot mij en ik zal het geluk hebben U te ontvangen! Ja, Heer! ik geloof, dat Gij het zelf zijt, dien ik ga ontvangen in dit Sacrament; die uit liefde tot mij uit den Hemel gedaald en mensch geworden zijt; die ter wille mijner zaligheid aan het kruis gestorven zijt. Ik geloof, dat Gij in dit allerheiligste Sacrament waarlijk en wezenlijk tegenwoordig zijt, met ziel en lichaam, vleesch en bloed, godheid en menscheid, juist gelijk gij nu verheerlijkt inden Hemel heerscht. Ik geloof dit vas-K----—^
84
telijk en wil voor dit geloof mijn bloed vergieten, omdat gij zelf, de opperste waarheid, het ons veropenbaard en gezegd hebt.
O mijn God, hoe groot is uwe liefde tot mij, Gij die dag en nacht in dit Sacrament der liefde wilt verblijven onder de nederige gedaante van brood, om altijd met mij te zijn en mijne ziel te spijzen met uw eigen vleesch en bloed. O Heer! vermeerder mijn geloof en laat mij in uwe liefde aangroeien en volharden.
AKTE VAN NEDERIGHEID.
Wie ben ik, o God van glorie en majesteit, wie ben ik, dat Gij U gewaardigt Uwe oogen op mij te laten vallen! Van waar komt mij het geluk, dat mijn Zaligmaker en mijn God tot mij komt? Ik, een zondaar, verachtelijker dan het niet, ik zoude durven naderen tot een zoo heiligen God, eten het brood der Engelen, mij spijzen met goddelijk vleesch! Ach, Heer! ik ben zulks niet waardig en zal het nooit zijn!
Koning van hemel en aarde, ik vernietig mij voor U, en ik wenschte mij zoo diep te kunnen vernederen voor Uwe opperste Majesteit, als Gij U vernedert in dit Sacrament ter liefde van mij Ik erken met alle mogelijke nederiaheid uwe grootheid en
mijne onwaardigheid. Mijn God^ wat spijt het mij nu, dat ik U ooit beleedigd heb 1 Ik haat en verfoei nogmaals de zonde; zuiver mij meer en meer; schep in mij een nieuw hart, en vernieuw in mijn binnenste dien geest van onschuld, die mij bekwaam maakt om U waardig te ontvangen.
AKTE VAN HOOP.
Mijn dierbare Verlosser, nu Gij heden tot mij zult komen, hoop ik van Uwe goedheid en door de verdiensten van Uw bloed, dat Gij mij door Uwe heilige liefde zult ontvlammen en alle genaden zult schenken, die mij noodig zijn.
Ik bied mij dan aan, o mijn God 1 met al het betrouwen, dat Uwe oneindige goedheid mij ingeeft. Al mijne noodwendigheden zijn U bekend: Gij kunt mij helpen. Gij wilt het doen; Gij noodigt mij uit tot i ü te komen. Welaan dan o mijn God ! zie mij hier, ik kom op Uw woord; ik bied mij aan met al mijne ellenden; ik hoop, dat Gij mij zult versterken, verlichten en verkwikken.
AKTE VAN LIEFDE.
Mijn God! oneindig beminnelijke God, eenc oneindige liefde waardia, ik bemin
jfcquot;-------
8ö
U boven alles; ik bemin U van ganscher harte; ik bemin U meer dan mij zeiven, meer dan mijn leven; ik bemin U, omdat Gij het verdient, en ook om U te behagen, wijl Gij zooveel hecht aan mijne liefde. Aan U alleen mijn Jezus, mijn schat en mijn Al, aan U alleen wil ik al mijn liefde wijden. Verwarm mijn hart, o Heer, opdat ik U beminne als de Heiligen, die geheel in liefde verslonden waren, wanneer zij het geluk hadden het Brood der Engelen te ontvangen; schenk mij een vonkje van de liefde, die de Seraphijnen verteert voor Uwen troon. Maak, o Heer, dat ik U waardig ontvange en altoos met U vereerigd blijve. ■
AKTE VAN VERLANGEN.
O God van goedheid. Gij komt tot mij en verlangt U met mij te vereenigen. Kom dan, o Jezus! welbeminde mijns harten, o Lam Gods! kom in mijne ziel; zij verzucht naar U. Kom nu, o Heer Jesus, kom! Bruidegom mijner ziel, vertoef niet langer. Wie zal mij vleugelen geven om tot U te vliegen? Mijne ziel wenscht vurig naar U, o mijn Jezus, mijn schat, mijn Leven, mijne Liefde, Kom dan, minnelijke Jezus! en hoe onwaardig ik ook ben U te ontvangen, spreek slechts één woord, en ik zal ge-I zuiverd ziin.
87
VERZUCHTINGEN TOT JEZUS.
Ziel van Christus, heilig mij;
Lichaam van Christus, maak mij zalig; Bloed van Christus, verzadig mij;
Water der zijde van Christus, wasch mij; Lijden van Christus, versterk mij; O goede Jezus verhoor mij;
In Uwe wonden, verberg mij;
Laat mij niet van U gescheiden vrorden; Tegen den boozen vijand, verdedig mij; In het uur des doods roep mij; En beveel mij tot U te komen. Om U met Uwe Heiligen te loven; In alle eeuwen der eeuwen. Amen.
AKTE VAN AANBIDDING.
Ik aanbid U, o God van oneindige majesteit! Ik betoon mijne nederige onderwerping aan Uwe verhevene grootheid. O minnelijke Jezus! wees de God mijns harten, mijn deel in eeuwigheid. God van oneindige liefde, die mij geschapen en verlost hebt, die voor mij aan het kruis gestorven zijt, die heden wederom mijne arme ziel met dit Brood der Engelen voedt en versterkt, wees in eeuwigheid geloofd en geprezen! Lof, eer, zaligheid en zegening aan Hem, jg--------:--
88
die heden tot mij gekomen is! Gezegend zij de Zoon van den Allerhoogste, die zich gewaardigd heeft heden zich zoo innig met mij te vereenigen.
Moeder van mijnen God, Engelen des hemels, Heiligen des hemels en der aarde, leent mij uwe harten, geeft mij uwe harten, geeft mij uwe liefde om mijn minnelijken Jesus te beminnen. Ja, ik bemin U, o God mijns harten 1 ik bemin U uit geheel mijne ziel, ik bemin U boven alles, ik bemin U met het vaste voornemen, U voortaan altijd te beminnen.
AKTE VAN UANKUAARHEID,
Gij zijt dan gekomen, o mijn Jezus, Gij zelf /,ijt dan tot mij gekomen ; reeds zetelt; Gij in mijn binnenste en hebt U geheel en al aan mij gegeven O wees welkom, mijn teeder beminde Verlosser! Ik omhels II en druk U aan mijn hart, en dank U, dat Gij U gevvaardigt hebt in mijn hart neder, te dalen.
V/at zal ik U wedergeven, oneindig goede God, voor de uitstekende weldaad, voor dc onwaardeerbaie gunst, die Gij mij heden wederom geschonken hebt? Het Brood | des hemels hebt Gij mij toegestaan! Het Brood der Engelen heb ik, ellendig sterveling, door uwe onbegrijpelijke goedheid *----»
89
heden andermaal genoten! Wat zal ik U j voor deze goddelijke gave terug geven ? '
Mijne ziel, verheerlijk den Heer uwen | God, erken zijne goedheid, verhef zijne i grootmoedigheid, verkondig zijne barmhartigheid. Al mijne geestvermogens ver-eenigt U, om zijnen heiligen Naam te verheerlijken, en Hem uwe eeuwige Hank-baarheid te betuigen voor de uitstekende gunst, die Hij mij zooeven bewezen heeft. Dat alle menschen en engelen, dat hemel en aarde, dat alle schepselen U, voor mij danken, o Heil mijner ziel, o mijn God en mijn Al I__
AKTE VAN SMEEKING.
—
Gij zijt in mij, oneindige bron van alle i goed 1 Gij zijt daar vol teederheid voor mij, en met de handen vol genaden om die in j mijn hart uit te storten. Welke genade zoudt! Gij mij nu nog kunnen weigeren ?
Ja, mijn goddelijke Zaligmaker, gij hebt ; ü zeiven aan mij gegeven, ik kan en moet au alles van U verhopen.
i Maak dan dat ik de ijdelheid der nietige ; vermaken dezer wereld moge inzien.
Zuiver steeds meer en meer mijne ziel en mijn lichaam. Maak dat ik niets wensche. niets verlange dan wat volgens uw heilige wil zij. Geef mij geduld en zachtmoedigheid.
Geef mij vooral dc volharding in uwe genade. Ach, ik smeek U, dat ik U nooit ontrouw worde ; ondersteun mij in de bekoringen en wees mijne sterkte tegen de aanvallen des duivels, opdat ik zegepralende over de vijanden mijner zaligheid, niet meer leve dan om U te beminnen en U te behagen.
Zegen mij, o Heer, naar ziel en lichaam. Zegen mijne voornemens en besluiten. Zegen mijne ondernemingen en bezigheden. Zegen mij in voor- en tegenspoed, in | vreugde en lijden, in leven en dood. Geef ; mij een zaligen dood, opdat ik eenmaal ' in den schoonen hemel moge komen, om U daar te beminnen, te loven en te prijzen in alle eeuwigheid.
O Maria, mijn heilige Moeder, gewaardig U een liefderijken blik op mij te werpen, verkrijg mij door uwe tusschenkomst die genaden, welke ik zoo vurig verlang. Ver werf mij ook de gunst, dat ik U, o mijne Koningin, veel beminne, en mij altijd in j al mijne noodwendigheden aan U aanbe-vele. Amen. _
GEBED TOT MARIA.
O Maria, ziehier uw kind; ja ik ben uw kind, want Jezus leeft in mij. Met het | grootste vertrouwen op uwe goedheid roep I ik U thans aan ; want de beste der moeders
91
kan haar kind niet vergeten. Waak dan, lieve Moeder, waak over mij, opdat Jezus altijd in mij leve en ik steeds uw kind moge blijven. Verwerf mij de genade, dat ik mij steeds herinnere, welke groote dingen de Heer aan mij gedaan heeft en hoe hij mij in ziel en lichaam geheiligd heeft. Lieve Moeder, volteedere goedheid ziet Gij thans op mij neder, maak dat gij mij altijd beminnen kunt, zoo als gij mij thans bemint. Verwerf mij ook de genade, dat ik U, lieve Moeder, nooit vergete, maar in lijden en tegenspoed, in moeielijkheden en gevaren, vooral in het uur des doods tot U mijne toevlucht neme. Herinner mij gedurig aan Jezus en zijne liefde, in het H Sacrament des altaars en aan het groote geluk, waaraan ik in de H. Communie deelachtig weid; geleid mij door dc gevaren dezer wereld, bescherm mij tegen de aanvallen des duivels en breng mij, aan uwe moederlijke hand, dikwijls aan de tafel van, Jezus uwen Zoon. O Maria, aan uwe hand wil ik den weg der zaligheid bewandelen, onder uwe hoede wil ik altijd leven, nimmer zal ik vergeten dat ik een kind van Maria ben. Zegen mij. Lieve Moeder, nu en in het uur van mijnen dood. Amen.
GESED MET VOLLEN AFLAAT,
Toevoegelijk aan de zielen in het vagevuur, vergund aan allen, die hetzelve, na niet een waar berouw gebiecht en gecommuniceerd te hebben, voor een afbeeldsel, welk ook van den gekruisigden Jezus, godvruchtig zullen verrichten.
(Deze volle aflaat, verleend door Clemens VIII en Benedictus XIV en bevestigd door Pius VII en Leo XII, werd op nieuw bekrachtigd door Z. H. Pius IX, bij decreet van 31 Juli 1858, Raccolta,' Roraa. 1877.) _
Zie, o goede en allerzoetste Jezus! ik werp mij op mijne knieën voor uw aanschijn en bid en smeek U met de grootste vurigheid des gemoeds, dat Gij levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, een waar berouw over mijne zonden en den vaststen wil om dezelve te verbeteren, in mijn hart gelievet te prenten, terwijl ik met groote genegenheid en droefheid des harten uwe vijf wonden bij mijzelven overweeg enin den geest aanschouw, voor oogen hebbende wat de profeet David reeds van U, o goede Jezus, zeide: uZij hebben mijne handen en voeten doorboord zij hebben al mijne beenderen geteld.
(Psalm. 21 V. 17 en 18.)
Heer, ontferm U onzer 1 Christus, ontferm U onzer 1 Heer, ontferm U onzer I Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons 1 God, hemelsche Vader, ontferm U onzer ! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, heilige Geest, ontferm U onzer ! Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm
U onzer 1 Heilige Maria, bid voor ons 1 Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor ons! ^
Moeder der goddelijke genade, ^
Ongeschondene Moeder,
94
Onbevlekte Moeder,
Minnelijke Moeder.
Bewonderenswaardige Moeder.
Moeder des Scheppers,
Machtige Maagd,
Goedertierene Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rechtvaardigheid.
Zetel der wijsheid.
Oorzaak onzer blijdschap.
Geestelijk vat.
Eerwaardig vat,
Uitstekend vat van godsvrucht, Geheimzinnige roos.
Toren van David.
Deur des Hemeis,
Toevlucht der zondaren,
Troosteres der bedrukten.
Hulp der Christenen,
Koningin der Engelen,
Koningin der Aartsvaders,
cr amp;
o
'Jö
Koningin der Apostelen,
Koningin der Belijders, quot;■
Koningin van den Allerheiligsten Rozenkrans,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons, Heer !
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor onsHeer !
Lam Gods, dat wegneemt de zenden der
wereld, ontferm U, onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons !
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer !
Heer, ontferm U onzer 1 Onze Vader. Wees gegroet.
GEBED.
Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, o Heilige Moeder Gods, ver-; stoot onze gebeden niet in onzen nood, I maar verlos ons altijd van alle gevaren, 1 o glorierijke en gezegende Maagd, onze sg--:
96
Vrouwe, onze Middelares, onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.
V. Bid voor ons, heilige -Moeder Gods. R. Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
Wij bidden U, Heer 1 stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die, door de boodschap des Engels, de menschwording van Christus, uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis worden gebracht. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
Wees gegroet, Koningin, Moeder der barmhartigheid, ons leven, onze zoetheid en onze hoop, wees gegroet. —
Tot u roepen wij ballingen, kinderen van Eva.—•
Tot u zuchten wij, klagende en weenen-de in dit tranendal.—
Welaan dan, onze Voorspreekster, sla uwe barmhartige blikken op ons neder.— En vertoon ons na deze ballingschap,
«—----------J
97
de gezegende vrucht uws lichaams, Jezus. — O goedertierene, o liefderijke, o zoete Maagd Maria.
V. Bid voor ons heilige Moeder Gods. R. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden
God, onze toevlucht en kracht, zie genadig neer op de vrome gebeden uwer Kerk en verleen, dat hetgeen wij, door detusschenkomst vande roemrijke en onbevlekte Maagd, de Moeder Gods Maria, van den heiligen Joseph en uwe heilige Apostelen Petrus en Paulus, en alle Heiligen, in de tegenwoordige noodwendigheden ootmoedig vragen, werkelijk verkrijgen mogen. Door denzelfden Christus onzen Heer. R. Amen.
98
dooc afte dagen dct mtc^,
(volgens den H. Alphonstis.)
Voor den Zondag.
Om de vergiffenis zijner zonden te verkrijgen.
Moeder Gods ! ziehier voor uwe voeten een ongelukkigen zondaar, die tot u vlucht en in u al zijn vertrouwen stelt. O barmhartige Moeder! heb medelijden met mij. De gansche Kerk noemt u de Toevlucht, de Hoop der zondaars; gij zijt dan mijne toevlucht, gij zijt het, die mij redden moet. Ach, help mij uit liefde tot Jezus Christus, steek uwe hand uit naar een ongelukkige, die gevallen is en zich u aanbeveelt. Ik weet dat het een troost voor u is, een zondaar te helpen wanneer ge kunt. Help mij dan heden, nu helpen. Door mijne zonden heb ik Gods genade en mijne ziel verloren, nu stel ik mij in uwe handen; zeg mij wat ik doen moet om Gods genade weer te krijgen, want ik ben vast besloten zonder uitstel alles te doen, wat gij van mij vordert. Tot u dan neem ik mijne toevlucht; gij bidt voor zoo vele anderen, bid ook Jezus voor mij. Zeg Hem dat Hij mij vergeve, en Hij zal mij vergeven. Zeg Hem, dat Hij mij zalig
99
make, en Hij zal mij zalig maken. Doe het geluk kennen, dat ge hem weet te verschaffen, die in u zijn vcitrouwen stelt. Zoo hoop ik, zoo zij het.
/oor den Maandag.
Om de genade der volharding te verkrijgen.
O Koningin des hemels! ik wil mij heden voor altijd aan uwen dienst toe- | wijden en ik bied mij aan, om u mijn leven lang te dienen. Gewaardig u mij aan te nemen en verstoot mij niet, gelijk I ik verdien. In u, mijne Moeder, stel ik mijne hoop. Ik zegen en dank God, die mij uit barmhartigheid dit vertrouwen in u heeft geschonken, een vertrouwen, hetwelk ik als een kostbaar onderpand mijner zaligheid beschouw. Zoo ik vroeger het ongeluk heb gehad van te vallen,! dan komt dit zeker omdat ik vroeger niet | tot u mijne toevlucht heb genomen. Nu echter vertrouw ik, dat mij, door de ver- i diensten van Jezus Christus en door uwe ; gebeden, mijne zonden zijn kwijtgescholden; i maar wederom kan ik Gods genade verliezen. Beschouw mij, mijne Vorstin! en | gedoog niet dat ik weder de slaaf der hel i worde; sta mij altijd bij. Ik weet dat gij mij zult bijstaan en dat ik door uwe hulp
100
zal overwinnen, zoo ik mij slechts aan u aanbeveel en met de genade medewerk.
Maar ik vrees, u in het gevaar niet te zullen aanroepen en dan verloren te gaan. Verkrijg mij dus de genade, die ik u vraag, maak dat ik in de aanvallen der hel altijd tot u vluchte en u zegge: Maria, sta mij bij! Teedere Moeder, gedoog niet dat ik van mijnen God gescheiden worde.
I/oor den Dinsdag,
Om een zalig sterfuur te verkrijgen.
O Maria ! welk zal mijn lot zijn ? Reeds nu beef en sidder ik, bij de gedachte aan het beslissend oogenblik, waarop ik mijn laatsten snik zal geven en geoordeeld worden. In het bloed van Jezus Christus en in uwe voorspraak, mijne Moeder, stel ik al mijne hoop. O Troosteres der bedrukten, verlaat mij alsdan niet; troost mij dan in mijne bedruktheid. Zoo gij mij niet ter hulp komt, vrees ik verloren, te gaan Verkrijg mij, mijne Vorstin I voor dat de dood mij overvalt, eene innige droefheid over mijne zonden, eene oprechte beterschap en de getrouwheid in Gods dienst, zoolang mij nog te leven overig blijft. En als mijn laatste uur nadert, help mij dan, Maria mijne Hoop, in den vreeselijken strijd, dien
101
ik zal moeten voeren. Sterk mij tegen de wanhoop, op het gezicht mijner zonden, die de duivel mij zal voor oogen houden. Verkrijg mij de genade van u alsdan meermalen aan te roepen, opdat ik sterve met uwen zoeten naam en dien van uwen aanbiddelijken Zoon op de lippen. Vergeving, beminnelijke Moeder, als ik u nogmaals durf verzoeken: kom toch, voor ik mijne oogen sluit, mij door uwe krachtdadige hulp troosten. Ik ben, wel is waar, een zondaar en verdien die gunst niet, maar ik ben ook uw toegenegen dienaar, die u bemin en een groot vertrouwen op u stel. O Maria, ik smeek er u om, onthoud mij die vertroosting niet. Sta mij bij in dat hachelijk oogenblik waarvan mijne zaligheid afhangt; maak dat ik in de liefde tot God en u uit dit leven scheide, om u eeuwig in het paradijs te gaan beminnen.
/oor den Woensdag.
Om van de hel bevrijd te worden.
Beminnelijkste Koningin ! ik dank u dat gij mij voor de hel gevrijwaard hebt, zoo dikwijls ik dezelve door mijne zonden verdiende. Er was een tijd dat ik, ongelukkige, reeds tot die eeuwigdurende gevangenis was veroordeeld, en misschien ware reeds.
Ü'. ✓tv
102
na mijne eerste zonde, het vonnis ten uitvoer gebracht, zoo uwe barmhartigheid dit ongeluk niet van mij hadde afgewend. Zonder mijne gebeden, alleen gedreven door uwe goedheid, hebt gij de goddelijke Gerechtigheid tegengehouden, en toen, mijne verhardheid brekende, hebt gij mij bewogen om in u mijn vertrouwen te stellen. En hoe dikwijls zou ik niet hervallen zijn in gevaarlijke gelegenheden, zoo niet gij, teedere Moeder! mij beschermd hadt door de genade, die gij voor mij verwierft. Ach, mijne Koningin! blijf mij altijd voor de hel bewaren! Heb ik u niet altijd bemind, nu bemin ik u na God boven alles. Ik bezweer u, laat niet toe, dat ik mij van u afkeere, noch van God, die mij door uwe bemiddeling zoo groote barmhartigheid heeft bewezen. Allerbeminnelijkste Vorstin! gedoog niet dat ik voor eeuwig in de hel dale. Kunt gij dulden dat een dienaar, die u bemint, verloren gaat? Voltooi uw werk, o Moeder, blijf mij bijstaan, want gij hebt reeds zooveel gedaan om mij te redden. Daar gij mij echter zoozeer begunstigd hebt, zelfs toen ik niet aan u dacht, hoe grooter kan mijne hoop dan nu zijn, nu ik u bemin en mij aan u aanbeveel. Neen, hij die zich aan u aanbeveelt, zal niet
103
verlatenworden. Genade, o Moeder, Iaat mij niet aan mij zeiven over, opdat ik niet in gevaar kome; geef dat ik altijd [ tot u vluchte. Red mij, mijne Hoop, red i mij van de hel, of eerder van de zonde, i want deze alleen kan mij tot de hel voeren.
Voor den Donderdag.
Om den hemel te bekomen.
Koningin des Hemels! Gij, die boven alle engelenkoren, naast Gods troon gezeten zijt; van uit dit tranendal, groet ik, arme zondaar, u, en smeek u op mij uwe barmhartige blikken te slaan, die, waarheen zij zich ook wenden, overal genade verspreiden. Aanschouw, o Maria, aan hoevele gevaren ik nu en altijd en mijn geheel leven door ben blootgesteld, gevaren, waarin ik mijne ziel. God en het paradijs kan verliezen. In u, mijne Vorstin, stel ik mijne hoop. Ik bemin u en verzucht naar het geluk van u weldra in den hemel te zien en te loven. O Maria 1 wanneer toch zal de dag aanbreken, waarop ik zalig aan uwe voeten zal liggen, en u, de Moeder mijns Heeren en mijne Moeder, zal aanschouwen, die zooveel voor mijne zaligheid gedaan hebt. Wanneer zal ik de hand kussen, die mij zoo dikwerf van de hel ver-
104
lost en van Godswege zoo groote genade geschonken heeft, toen ik door mijne zonden verdiende, van God voor eeuwig gestraft te worden. Zeer ondankbaar, mijne Vorstin, heb ik mij dikwijls jegens u gedragen, maar in den hemel zal ik niet meer ondankbaar zijn; daar zal ik u, zooveel in mijn vermogen is, onafgebroken, eeuwig beminnen en mijne ondankbaarheid herstellen, door u eindeloos te zegenen en te danken. Ik bedank God uit geheel mijn hart, die mij ' een zoo groot vertrouwen in het bloéd van Jezus Christus en in uwe bescherming heeft geschonken. Ja ik geloof vastelijk, dat gij mij zult redden, dat gij mij de noodige verlichting en sterkte zult verkrijgen om Gods wil te volbrengen, en mij ten laatste in de haven der zaligheid zult doen aanlanden. Dit hebben al uwe ware dienaren gehoopt en niet één is te leur gesteld geworden. Gij, o Maria, moet mij zalig maken, meer verlang ik niet. Bid uw goddelijken Zoon Jezus, gelijk ik zelf Hem bid, dat Hij, door de verdiensten van Zijn lijden, altijd dat vertrouwen in mij beware en doe toenemen, opdat ik zeker zalig worde.
105
Voor den Vrijdag.
Om de liefde tot Jezus en Maria te verkrijgen.
O Maria I gij zijt het edelste, het heiligste, het beminlijkste onder alle schepselen. Mijne Vorstin I mochten toch alle menschen u kennen en beminnen, gelijk gij het ver-: dient 1 Maar de gedachte troost mij, dat ' zoovele gelukzalige zielen in den hemel en op aarde verrukt zijn over uwe goedheid 1 en schoonheid. Vooral geeft het mij vreugde, dat God zelf u alleen meer bemint dan alle menschen en alle engelen te za-men. Ook ik beminnelijke Koningin, ik bemin u, maar mijne liefde is zoo zwak; | ik wensch u meer en vuriger te beminnen, : zulk eene liefde zult gij mij, bid ik u, verschaffen ; u te beminnen is een voornaam teeken van voorbeschikking, eene genade, welke God schenkt, om ons zalig te maken.
; Daarenboven, mijne Moeder I weet ik hoeveel ik aan uwen goddelijken Zoon ben verschuldigd; ik weet dat Hij verdient oneindig bemind te worden. Gij, die niets liever wenscht dan Hem bemind te zien, Gij vooral moet mij die genade verschaffen ; verschaf mij dus eene sterke liefde tot Jezus Christus. Gij verkrijgt van God
al hetgeen Gij verlangt, verkrijg mij dan
----------------
IOC
smeek ik .11, de genade om zoozeer veree-nigd te zijn met zijn goddelijken wil, dat ik mij er nooit van afscheide. Geen aardsche goederen vraag ik u, noch eer, noch rijkdommen; al hetgeen ik van uw hart verlang, is de liefde tot God. Kan het mogelijk zijn dat gij mijn verlangen niet inwilligt, een verlangen, dat aan uw hart zoo lief is? Neen, want reeds helpt gij mij, reeds bidt gij voor mij. O bid, bid, houd niet op met bidden, totdat gij mij in den hemel ziet, buiten gevaar van mijn God te verliezen en verzekerd van Hem met u, allerliefste Moeder, eeuwig te zullen beminnen.
Voor den Zaterdag.
Om Maria's bescherming te verkrijgen.
O allerheiligste Moeder! ik erken dat gij mij vele genaden hebt verkregen en ik zoo dikwerf ondankbaar tegenover u geweest ben. Toch zal ik niet ophouden te hopen op uwe barmhartigheid, die mijne ondankdankbaarheid overtreft. O machtige voorspreekster! heb medelijden met mij. Gij zijt de uitdeelster van alle genaden, die God aan ons, ongelukkigen, schenkt, en alleen om ons in onze behoeften te helpen, heeft hij u zoo machtig, zoo rijk en zoo
*------^
107
goedertieren gemaakt. O barmhartige Moeder 1 verlaat mij niet in mijne armoede. Gij zijt de voorspreekster der ellendigste misdadigers en der meest hulpeloozen, die tot u vluchten; bescherm dan ook mij, want ik beveel mij aan u. Zeg niet dat het moeie-lijk is om mij te redden, want zelfs de hopelooste gevallen geraken door uwe hulp tot een goed einde. In uwe handen dus stel ik mijne eeuwige zaligheid; aan u vertrouw ik mijne ziel. Reeds was zij verloren, maar uwe bemiddeling zal haar redden. Ik verlang gerekend te worden onder uwe toegenegenste dienaren, verstoot mij nu niet. Gij zoekt de ongelukkigste op om hen te troosten, verlaat dus een arm zondaar niet, die tot u vlucht. Spreek voor mij; uw goddelijke Zoon doet al hetgeen gij verlangt. Neem mij onder uwe bescherming, hierom smeek ik u : want zoo gij mij beschermt, ben ik vol vertrouwen ; ik hoop dan, mijne zonden door uwe hulp en door de hulp der genade te kunnen afboe-ten; ik vrees dan den duivel niet, want gij zijt machtiger dan de gansrhe hel; zelfs ben ik vol vertrouwen op mijn godde-lijken Rechter Jezus Christus,wijl uwe voorspraak zooveel hij Hem vermag. Moge ik dan nimmer nalatig zijn om mij aan u aan te bevelen, opdat ik steeds door u £----------£
108
beschermd worde 1 Verkrijg mij, mijne Moeder, de vergiffenis mijner zonden, de liefde tot Jezus Christus, de heilige volharding, een zaligen dood en eindelijk het paradijs; maar verkrijg mij tevens de genade, nooit te vergeten mij aan u aan te bevelen. Wel is waar zijn die genaden te groot voor mij, die dezelve niet verdien; maar zij zijn niet te groot voor u, want God staat u in zijne liefde alles toe, wat gij vraagt. Het is voldoende dat gij uw mond opent, want niets weigert hij u. Bid dan Jezus voor mij, zeg Hem, dat ik onder uwe bescherming sta, en Hij zal zeker medelijden met mij hebben.
Ik vertrouw, o Moeder, op u: ik rust en leef in dit vertrouwen, en met dit vertrouwen wil ik ook sterven. Amen.
109
Pelgrims AVelkoml Welkom te Oostrum, Bij uw goede Patrones 1
Want hier woont zij, Ja hier troont zij. Der Bedrukten Troosteres.
Komt hier allen Nedervallen Voor Maria's wonderbeeld!
Dat te aanschouwen Met vertrouwen Heeft zoo menig hart geheeld.
Ieders harte Heeft zijn smarte Heeft zijn kommer en zijn nood; Ieders bede Volgt hier vrede Uit Maria's g'nade-schoot.
-----M
110
Kniel' hier neder, Bid' hier teeder Alwie ongelukkig is;
Komt ook kranken Haar bedanken Zij was uw behoudenis 1
Blinden, stommen,
Dooven, krommen.
En wie ook ex-voto's bracht, Zij verkonden 't Heil gevonden Te Oostrum door Maria's raacht.
Maar vol goedheid En vol zoetheid Blikt zij op den zondaar neêr ; Hem verlangt zij Hem ontvangt zij En geeft hem zijn' Jezus weêr.
SOLO.
Zie, hier ben ik En beken ik Dat'k als zondaar hier verschijn; Nu begeer ik.
Ja nu zweer ik:
'k Wil Maria's dienaar zijn!
Ill
Zij doe 't wonder,
Dat ik onder Hare trouwste kinderen hoor I Ik zal trachten,
Naar mijn krachten,
Steeds te wand'len op haar spoor;
Ondeugd mijden.
Deugd belijden,
Schijn' haar weg me ook eng en steil In gevaren Die me omwaren Zoeken bij Maria heil;
In mijn lijden,
In mijn strijden Dragen Jezus' zachte juk,
Gods genade.
Die 'k versmaadde.
Houden voor mijn grootst geluk:
Offers brengen.
Tranen plengen.
Tranen van een waar berouw. Vóórhaar voeten,
Komen boeten En haar zweren eeuw'ge trouw;
112
Bloemen meng'len Kransen stren'glen Bidden rozen-krans op krans, Dan haar loven,
Die hier boven Straalt in eer en deugden-glans-.
Op die vrouwen-Vrouwe bouwen Met een kinderlijk gemoed. Rein van zinnen,
Immer minnen Al wat deugdzaam is en goed.
In 't verrichten Mijner plichten Trouw zijn steeds tot eiken prijs. En dan sterven Om eens te erven Door Haar 't hemelsch Paradijs,
Dit is 't streven Van mijn leven o Bedrukten-Troosteres I Zoo gedij'het Och, zoo zij het Oostrum's goede Patrones!
113
KOOR.
't Moog zoo ■wezen,
Uitgelezen Maagd en Moeder van Gods Zoon ! Dan verbeid ons,
En geleid ons,
Hemelpoort, in 's hemels woon I
Verklaring van den schrijver........... 3
Onze Lieve Vrouw van Oostium........ 4
Aflaten, in de kapel van O. L. Vrouw van Oostrum te gewinnen...............16
Gedeeltelijke Aflaten ; verleend door Z. H.
Paus Pius IX, den 14 October 1868.....17
Broederschap van de allerzaligste en onbe-\lekte Maagd en Moeder Gods Maria, onder den titel van *Behoudenis der Krankenquot;, te
Oostrum.....................19
Volle en gedeeltelijke aflaten..........21
Orde der heilige diensten.............26
Novene of negendaagsche oefening ter eere
van O. L. Vrouw van Oostrum........28
Gebed bij het miraculeusbeeld van O. L. Vrouw,
«Behoudenis der kranken.quot;..........50
Gebed bij het miraculeus beeld van O. L* Vrouw,
«Troosteres der bedrukten.quot;.........51
Gebed om zich aan de barmhartigheid van
Maria aan te bevelen..............53
Gebed om eene vurige liefde tot Maria te
verkrijgen.....................56
Gebed voor de lijdende zielen des vagevuurs . . 59
Gebeden onder de Mis..............62
Gebeden voor de biecht.............82
Gebeden na de biecht...............82
Gebeden voor de Communie...........83
Gebeden na de Communie............87
Litanie ter eere van de H; Maagd Maria. . . . 93
Salve Regina....................96
38 %
Gebeden tot Maria voor alle dagen der week. 98 Gebed voor den Zondags om de vergiffenis
zijner zonden te verkrijgen......... 98
« voor den Maandag^ om de genade der
volharding................... 99
« voor den Dinsdag^ om een zalig sterfuur
te verkrijgen..................100
« voor den IVoensdag^ om van de hel
bevrijd te worden...............101
« voor den Donderdag^ om den hemel
te bekomen..................103
« voor den Vrijdag, om de liefde tot
Jezus en Maria te verkrijgen.........105
« voor den Zaterdag^ om^Maria's bescherming te verkrijgen...........106
Oostrumsch pelgrimslied............109
.
VERKRIJGBAAR,
in de St. Pauhis-Dnikkcrij fe Maastricht:
DE WERELDLIJKE DERDE ORDE van den II. Franciscus van Assisië, volgens de nieuwe verordening van Zijne Heiligheid Paus Leo XIII.
Eenige authentieke Nederlandsc'ae Uitgave. Prijs 25 et. Franco per post 29 ct.
WS ?- p li
H f'
jT®
DE GIDS VAN DEN CHRISTEN JONGELING op zijne reis door het leven, door een priester der St. Paulus-Vereeniging. met eene Voorrede van den Eenv. Pater Allard S J. Met eene prachtige houtgravure. Om het groote debiet, in plaats van 85 cents, voor
GO cents verkrijgbaar. Franco per post GT'/a ct. ------
Leven van P. BERNARD, dcor M. J. A. LANS. {Nieuwe, vermeerderde en goedkoope volks-editie.) Prijs 85 ct. Franco p. post O'/'/a ct.