|
-j.ji.iipi . ■ - ."! iii],wnii!»«im»y..j..,'»"..! . ■ !u..Wi,.i ju-------------
|
||||||||||||||
|
.^eJ' ^ K^^tA'Ut"'
|
||||||||||||||
|
V
|
||||||||||||||
|
WÈLKOMSï-GR.OÈl'
|
||||||||||||||
|
AAN DE
|
||||||||||||||
|
uTrechtsche vrïjivïllïüe
JAGERS TE PAARD.
UITGEMAAKT HEBBENDE DE VIJFDE COMPAG-
NIE, GEVOEGD BIJ HET ZESDE REGIMENT HUZAREN. Bij hunne terugkomst uit den omtrek van Parijs
op den 2.6 van Wijnmaand 1815. |
||||||||||||||
|
Geluk ö brave Stadgenootetï!
Ons hart erkent Uw ed'len moed,
Verrukt van vreugd bij 't wederkeeren, Brengt U den blijden Welkomst - groet;
|
||||||||||||||
|
Toen Hij , die ons zoo trotsch verdrukte j
Nog korts door fleren moed geveld, Öoor fnood verraad van Franfche benden
Van nieuws was op den troon gefield; |
||||||||||||||
|
Zijn'wraak en lieerscbzHrht, loos verbqrgett.
Het pas herboren Nederland,
Een onweerrtaanb'ren aanval dreigde, Toen gloeide Uw drift voor 't Vaderland.
|
||||||||||
|
Toen boodt Gij U den besten Koning,
Het edelst doelwit toegewijd, Geheel ziju^wijsheid ter befcliikking,
Te faam vrijwillig aan ten ftrijd. |
||||||||||
|
De laffe vree« mogt ui^vlugt zoeken,
Gij leende aan geer*' verleiding 't oor, Vw aanbod moedig trouw gebleven,
Tradt Gij op 't aangewezen fpoor.. |
||||||||||
|
Gij waart gereed, toen Neerlands Kroonvorst
Zijn dapp'reu voerde in 't oorlogsveld. Door d'onverfchrokken moed der helde»
Werd 's vijands magt gefluit, geveld. |
||||||||||
|
Mpgt Ge in dien roem niet mededealen,
Uw wil, met zoo veel moed getoond, pehoorzaam aan 't bevel Uws Konings,
Werd door Hem goedgekeurd, beloond. i
|
||||||||||
|
Op Franfehen bodem voortgetrokken
Tot in 't gezigt der groote Ftad, Zaagt Gij der Volken hoon gewroken.
Waar dvvinglandij den Zetel had. |
||||||||||
|
Pe lang vertrapte Nederlander
Hief daar het moedig hoofd waer op,
Zoo voerden Nasfauws dapp're Zonen, 's Lands glorie tot den hoogften top.
|
||||||||||
|
Dat meldt Gij nu als ooggetuigen
Hier, waar ie liefde U vrolijk wacht,
Bij Huisvrouw, Ouders, Maagfchap, Vrienden,
En eem aan 't volgende gedacht. |
||||||||||
|
$ $ 4
|
||||||||
|
Door elk opregte Nederlander,
Die vaderlandfche deugd waardeert 4 Door Utrechts ware Vaderlanders,
Wordt Gij met dankbaarheid vereerd. 't Zij hier of elders voortgefprotct!
Uit edel of uit burger bloed,
't Is Utrecht, dat op U mag roemen, Gij fiert der Nederland'ren moed.
|
||||||||
|
Keert btave mannen ! jongelingen !
Tot d'aangewezen kring nu weer ,
Gods zegen kroon Uw ed'len ijver Met zelfvoldoening , voorfpoed , eer;
|
||||||||
|
En wordt het Rijk (dat God verhoede!)
Ooit door den nood weer aangerand , • Trekt dan op nieuws met moed ten flrijde j
Voor Koning en voor Vaderland. A< Vi
|
||||||||