«t/
VAX DE
-£
4, 'p
M
4.
A(
v0
der (ii:.Mi:ivXTi:
N IJ M E G E N
K , T.
ii'-io; .fcaj (i '^éi .' ' s i
-S -i
gt; fj C l ■' ■
NI,Tgt;rEGEN
H. C. A. THIEME
128
•j -j- y T y y y y y y
CATALOG US
VAN DE
DER GEMEENTE
N IJ IVl E G E N
Bibüolheca Cönventus Woerdensii?
i i O O ''
v , k « ' gt;■ : C quot;
NIJMEGEN H. C. A. THIEME
De openbare gemeente-bibliotheek, waarvan de Catalogus thans in druk verschijnt, dankt haar omstaan in hoofdzaak aan Mr. L. Ph. C. van den Bergh, in leven Algemeen Rijks-archivaris te 's Gravenhage. Deze geleerde, die eene groote voorliefde had voor de stad, in welke zijne voorvaderen aanzienlijke regeeringsambten hadden bekleed, hij zelf, eene halve eeuw geleden, gewoond en gewerkt heeft en welker geschiedenis voor hem tot zijn dood toe een onderwerp zijner studiën geweest is, kon het maar niet verkroppen, dat het vooruitstrevende Nijmegen niet in het bezit was eener openbare gemeente-bibliotheek. Hij wees er mij telkens op, als hij oen bezoek aan de stad bracht, dat reeds in 1604 daar eene ,libraryquot; was gesticht, die tijdens den bloeitijd der Hoogeschool tot eene aanzienlijke bibliotheek was aangegroeid, waarvan nog enkele boekwerken en incunabulen in het stedelijk Museum te vinden waren, en hij spoorde mij aan mede te werken tot het in het leven roepen van zoodanige instelling. Kwam die tot stand, dan was hij bereid zijne boekverzameling aan de gemeente ten behoeve daarvan te vermaken. Deze belofte, mondeling door hem gedaan, werd door hem schriftelijk herhaald en ik vond daarin aanleiding zijn brief aan het gemeentebestuur over te leggen, dat in de raadsvergadering van 23 October
1886 het voorstel deed, om zich in beginsel voor de oprichting van eene openbare gemeente-bibliotheek te verklaren, welk voorstel do goedkeuring van den Raad mocht verwerven.
Op 23 September 1887 overleed de Heer Van den Bergh, zonder over zijne bibliotheek te hebben beschikt; maar zijne zuster, Mej. Ph. E. H. van den Bergh te's Gravenhage, verklaarde zich, zoodra men haar bekend had gemaakt met den wensch van haren broeder, terstond bereid daaraan gevolg te zullen geven. Door haar werd in December
1887 genoemde boekerij naar Nijmegen gezonden, en deze bleek mij bij het catalogiseeren daarvan belangrijke oudheid-, geschied- en letterkundige werken te bevatten.
In de volgende jaren werd de openbare gemeente-bibliotheek, waarvan nu de grondslag was gelegd, behalve door aankoop en schenkingen van boekwerken, nog verrijkt met de boekverzameling van wijlen den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, H. F. Fijnje van Salverda, door diens zoon, den Heer J. G. W. Fijnje, in 1889 aan de gemeente afgestaan, terwijl er nog aan toegevoegd werden een gedeelte van de voormalige stedelijke bibliotheek, die van de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig toevoorzicht (opgeheven 1 Nov. 1865), van de Vereeni-ging tot beoefening dor Natuurkunde te Nijmegen (opgericht den 24 December 1840 en opgeheven den 30 Januari 1880) en van het Comité Nijmegen van Het Roode Kruis.
Ik mag niet onvermeld laten, dat ik in mijn streven om eene degelijke bibliotheek tot stand te brengen, ben gesteund geworden door Heeren Burgemeester en Wethouders, alsmede door de Heeren Dr. H. W. Daames, de firma H. ten Hoet, de Heeren J. de Koning, Dr. C. Noorduijn, Mr. J. J. Smits, Dr. A. W. van Koggen, J. H. Graadt van Roggen en A. M. van Voorthuijsen, die aan de bibliotheek boekwerken, waaronder vele belangrijke, ten geschenke gaven.
Moge hun voorbeeld bij vele anderen navolging vinden!
Nijmegen, October 1892.
W. VAN DE POLL.
A. INLEIDING.
Dr. I*. Jj. Muller, H6t r(?clituiuti^ gebiod gcschipclsclirijvBr^. Haarl. 1874. 8°.
Mr. Hugo Beijerman, Eenige gedachten over de historische karakterkunde. 8°.
Dr. H. Riedel, Hoe moet men de historie bestudeeren? Gron 1856. 8°.
B. ENCYKLOPEDIËN EN WOORDENBOEKEN.
Carolus Stephanus, Dictionarium historicum, geographicum poe-ticum. Geneve. 1663. 4°. 1
Bayle, Dictionnaire historique et critique. Rott. 1715. 3 torn. fol.
Brockhaus, Neue Deutsche Real Encyklopedie fiir die gebildete Stande. Conversationslexikon. Leipz. 1843—1848. 15 Bnde. 8°.
Unsere Zeit. Jahrbuch zum Conversationslexikon. Leipz. 1860— 1863. 4 Bnde. 8°.
J. Hubner, Staats- en courantentolk, of historisch en staatk. woordenboek. Leiden. 1731. 4°.
Hedendaagsche historie of tegenwoordige staat van alle volkeren Amst. 1729-1769. 32 dln.'S4.
Sitzungsberichte der philosophisch philologischen und historischen Classe der Kön. Baierische Akademie der Wissenschaften in Müneben. 1880—1887. 8°.
2
A. ARCHIEFWETENSCHAP.
H. W. T(ydeman). Het Ned. Rijksarchief. (Overdruk uit ,do Reet Alg. Ijetterk. Maandschriftquot;). 1855.
Mr. L. i 'h. C. vtan den Bergh, Het Rijksarchief te 's Gravenhage. 'sGrav., 20 Maart 1873. 8°.
- 's Grav., 4 Juni 1885. 8°.
Dr. W. Pl.ei.tte, Open briof aan de bestuurders der geschiedkundige verzamelingen in Nederland. Leid. 1878. 8°.
B. OUDHEIDKUNDE.
1, algemeene werken.
De Oude Tijd. Haarl. 1869. 4°.
Antiquarisk Tidsskrift uitgivet af det Kongeliche Nordiske Olds kriftselskab. Förte Hefte. Kjöbenhavn. 1844. 8°.
P. C. Berkenmeijer, Le curieus antiquaire ou recueil géographique et historique des choses les plus rémarquables. Leid. 2 torn. 8°.
L. J. F. Janssen, Oudheidk. verhandelingen en mededeelingcn met platen. Arnh. 1853—1859. 3 stukken. 8°.
2. ottde volken.
Dr. C. Leemans, Egyptische gedenkteekens van do krijgstochten van Sesostris in Azië. (Overdruk uit de Alcr. Kunst- en Letterbode N0. 48 en 49. 1854).
- Grieksche opschriften uit Klein-Azie. Amst. 1886. 4°.
- Het Romeinsche grafteeken van Dedewaard. Amst. 1875. 4°.
W. Pleijte, Over drie handschriften op papyrus. Amst. 1884. 4°.
L. J. F. Janssen, Bijdrage tot het schoeisel der ouden. Amst. 1851. 8°.
Mr. L. Pu. C. van den Bergh, Over het Egyptisch spijkerschrift en de jongste ontdekkingen van den Majoor Rawlinson. (Overdruk uit de Alg. Kunst- en Letterbode N0. 30. 1847). 8°.
Dr. Lorenz, Beitrage zur Deutung der etruskischen Inschriften. 2 stukjes. 8°.
Mr. J. Dirks, Geschiedk. onderzoekingen aangaande het verblijf der Heidens of Egyptiërs in de Noordelijke Nederlanden. Utr. 1859.
3
Mr. J. Dirks, Nieuwe Bouwstoffen voor de Gescli. van hot, verblijf der Heidens of Egyptiërs in Nederland. (Overdrak uit de Bijdragen voor Vad. Gesch. en Oudheidk. deel X).
3. middeleeuwsche oudheden.
Leitfaden zur Nordischen Altertliumskunde. Kopenhagen 1837. 8°.
F. K. Mkijer, Die noch lebenden Keltische Völkerschaften, Spra-chen und Literatur. Berl. 1869. 8°.
A. Wauters, Les origines de la population flamande en Belffique. Brux. 1883. 8°.
- Le Chateau imperial de Gand et la fosse Othoniene. Brut.
—1— Sur les premiers temps de l'histoire de la France. Brux. 1883. 8°.
G. M. M. Delpeat, Over de maoonieke oorkonde van Keulen Rott. 1860. 8°.
4. nederlandsche oudheden.
J. Picardt, Korte besehryvinge van eenige antiquiteiten in Friesland. Drenthe enz. Amst. 1660. 8°.
Lod. Smids, Schatkamer der Ned. Oudheden. Haarl. 1777. 8°.
» n 7gt; n Haarl. 1787. 8°.
Eenige Zeeuwsche Oudheden. Middelb. 1793. 8°.
Eerste brief over bijzondere Ned. Oudheden Cde oude grafkelder bij Anlo in Drenthe, do Donderbeitels en de Jacobakanneties). Arnh. 1787. 8°.
A. Steso en J. van Manen Adriaansz., Verhandeling over de levenswijze en gewoonten der Nederlanders in vroegeren tiid. Haarl. 1810. 4°. J
K. van Alkemade en Mr, P. van der Sciieeetng, Nederl. Dis-plcgtigheden. Rott. 1732, 1733. 3 dln. 8°.
D. Buddtngh, Over oude en latere dischplecrtitrhedon. 's Grav. 1842. 8°.
Dr. G. .T. Schotel, Lett, en oudheidk. avondstonden. Dordr. 1841.8°.
Brief aan Prof. G. W. V reede over eene beroemde verzameling van handschriften en oudheden, welke in December 1847 te Amsterdam moet verkocht worden. 8°.
4
Jhr. Th. Blommaert, Nederl. begrafeniswijze en grafsteden. Gent. 1857. 8°.
Dr. E. Westerfioff, Oudheidk. verhandeling betrekkelijk de kleine rookpijpjes. Gron. 1860. 8°.
- Verhandeling over de Kol- of Heksenkringen, ook wel too-
verkringen genaamd. Gron. 1859. 1°.
Dr. M. de Vries, Kort verslag van de Germanisten Veivammlung gehouden te Frankfurt a. M., 24 Sept. 1846. 8°.
C. GESLACHT- EN WAPENKUNDE.
A. Pars, Catti aborigines Batavorum, d. i. de Katten de voorouders der Batavieren. Leid. 1747. 8°.
Eenitre opmerkingen over de Nederl. geslacht- en wapenkunde. Amst. 1844. 8».
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Grondtrekken der Ned. Zegelen Wapenkunde. 2e druk. Amst. 1861. 8°.
- 3e druk. Amst. 1881. 8°.
- Aanteekeningen over den oorsprong van het geslacht Van
Brederode. (Overdruk uit de Bijdr. voor Gesch. en Oudh. Nieuwe Reeks. Derde deel. Arnh. 1864. 8°).
- Beschrijving van vroegere Nederl. zegels in het Rijksarchief
bewaard, 's Grav. 1878. 8°.
J. A. Alberdingk Thvm, Constantijn Huyghens en de Familie Van Dorp. Amst. 1863. 8°.
- De afstamming der laatste heeren Van Brederode. 1867. 8°.
--Afstamming van Z. M. den Koning Willem III en Koningin
Sophia uit Karei den Groote. 1874. 8°.
H J. Allard, Het hollandsche bloed van Albert, Graaf De Mun. Maastr. 1879. 8°.
A. Beeloo, De instelling dor orde van St. Jacob door Graaf Floris V van Holland in 1279. 2e druk. Amst. 1845. 8°.
Joseph Martin, Cours abregé du blason. Paris. 1824. 8°.
J. ter Gouw, Studiën over wapen- en zegelkunde. Amst. 1865. 8
- Do oorsprong der Ned. vlag. 1863. 8°.
Het geslacht Van den Brandeler. 's Grav. 1879. 8°.
A. J. Voesteeman van Oyen, De Hooge Raad van Adel. Leid. 1883. 8°.
Genealogie van het geslacht Lesteveiiou. Rott. 1878. 8°.
Genealogie van het geslacht Meyners. Rott. 1878. 8°.
Genealogie van hetgeslacht Huijssen van Cattendijke. Rott. 1879. 8°.
Genealogie van het geslacht De Sitter. 1300 tot 1885. Gron. 1885. 4°.
J. A. Koopmans, Nogmaals het wapen des Konings. 1883. 8°.
- De Zegelkande in verband niet een stuk oude Geschiedenis.
's Grav. 1890. 4to.
J. D. G. van Epen en A. A. Voesterman van Oyen-, Geslachtslijst van de Familie Toelaer 's Grav. 1890. 4to.
Von Beucken Fock, Geslacht der Familie Fock. fol.
—— Genealogie van het geslacht Wijnen. 1891. 4to.
Nieuwe berigten ever Dirk de Potter en zijn geslacht door L. Ph. C. B.
Mr. J. J. van Doorninck, Bijdragen tot een Overijsselsch Wapenboek (Overdruk uit de Bijdragen tot de Gesch. van Overijssel. lle deel). 8°.
A. M. H. J. Stokvis, Manuel d'Histoire, de Généalogie et de Chronologie de tous les Etats du Globe dépuis les temps les plus reculées jusqui'ii nos jours. Leide 1881—1891. 3 dln. 4°.
The shilling Peerage for 1862. Alphabetical list, of the House of Lords. 1862. 4°.
D. MUNT- EN PENNINGKUNDE.
De ordonnantie ende Placaete van de Conincklyke Majesteit beroerende en den gouden en zilveren munten ghepubliseert in den jare ons Heeren 1559. 4°.
Nieuwe Keysers Chronica ofte Geschichte boeck van alle de Room-sche soo Oostersche als Westersche Keysereu ghetoghen nit de origineele munten, antiquiteiten ende autheuren. Amst. 1617. 4®.
Abraham Rocquert, de Roomsche Monarchy vertoont in de munt-beelden der Westersche en Oostersche Keiseren. Ut. 1697.
2e dr. Utr. 1718. 4°.
6
Medailles sur les principaux evenements du i'egne de Louis le Grand avec des explications historiques. Paris 1702. 4°.
Mr. J. Dirks, Bijdragen tot de Munt- en Penningkunde van Friesland. Vierde vervolg No. 17—20. (Overdruk uit de Vrije Fries. Workuni 1851). 8°.
- Numismatiek I—VI. 1851. 8°.
- Beschouwingen naar aanleiding van het werk van Dr. P. O.
van der Chijs, de Munten van Friesland, Groningen en Drenthe. (Overdruk uit de Vrije Fries. Workum 1858. 8°.).
- Mounaies anciennes trouvées en Frise. Brux. 1858. 8°.
- Notice sur une trouvaille de monnaies de la fin du quator-
zième siècle. (Extrait de la Numismatique Beige t. V, 5e serie). 8°.
J. Dirks, Les Angle-Saxons et leurs petits deniers, dits Sceattas. Brux. 1870, 8°.
A. Vhoi.ik, Moet Nederland voor zijn Muntwezen den gouden standaard aannemen of den zilveren behouden'? Haarl. 1874. 8°.
E. AARDRIJKSKUNDE.
1. inleiding, algemeene wekken, woordenboeken.
Mercator-Hondius , etc.. Atlas ou representation du monde universel. Amst. 1633. 2 dln. (Het 2e deel ontbreekt) folio.
W. en J. Blaeu, Tooneel des aardrijcks ofte nieuwe atlas, d. i. beschrijving van alle landen. Amst. 1649. 5 dln. folio.
Dr. A. A. van Heusden, Leerboek der Aardrijkskunde. Breda 1857. 8°.
Handboek der Aardrijkskunde. 185S. 3 dln. 8°.
Dr. H. Burmeister, Geschiedenis der Schepping, vertaald door A. Winkler Prins. Sneek 1855—1856. 3 dln. 8°.
Dr. H. Berghaus, Wat men van de Aarde weet en hoe men tot de kennis daarvan is gekomen, vertaald door P. van Os. Sneek 1856—1869, elf dln. 8°.
Alfred Elwes, De zee en hare beheerschers of beknopte geschiedenis der voornaamste zeemogendheden van vroegeren en lateren tijd, voor Nederlanders bewerkt door Dr. A. A. Deenik. Sneek 1859. 2 dln. 8°.
7
F. G. J. Gressler, De Aarde, haar kiem, schors en kleed in verband met de belangrijkste verschijnselen in de Natuur. Sneek 1860. 2 din.
Annaes da Connnissao Central Permanente de Geographia, No. 2. Junho 1877, Lisboa 1877. 8°.
2. oude aardri.tksktjxde.
Schets der oude Aardrijkskunde. Groning. 1819. 8°.
P. A. van dek Chijs, Coinineutaiius geographicus in Amanum de expeditione Alexandri. L. B. 1824. 4to.
Dr. A. Toebogen, Handboek der oude Aardrijkskunde, bewerkt en verkort door Dr. E. Mehler. Leid. 1877. 8°.
3. middeleeuwsche ex nieuwe aardrijkskuxde.
Joh. Ch. Güts-Muïhs, Lehrbuch der Geographic. Leipz. 1818— 1819. 2 dln. 8°.
J. Huexer en W. A. Bachiexe, Volkomen Geographie of Beschrijving des geheelen Aardrijks. Amst. 1756. 3 dln. 8°.
4. atlassex.
Atlas Homannionus matheinatice-historice delineatus. Norimb. 1752. fol.
i Adolf Stieler, Handatlas.
W. Kiepert, Historische geographische Atlas der alten Weit. Weimar 1871.
Nieuwe geographische en historische Atlas van de zeven Vereen igde Nederlanden. Amst.
Atlas van Frankrijk.
■* 5. aardrijkskunde van de xederlandex.
Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederl. Holland. IVetotVIIIe deel. Amst. 1742—1750. 8°.
H. Dewez, Geographie du Royaumc des Paysbas. Bruxelles. 1825.8°.
A. J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Gorin. 1839—1851. 13 dln. 8°.
-
8
W. C. H. Staking, Overzigt van hetgeen er voor de Geologie van Nederland verrigt is en nog te verrigten valt. Haarl. 1860. 8.
Van Vloten, Ethymologisclie historische aanteekeningen omtrent den ouden staat en de wording van Sallant in Overijssel. Deventer. 1864.
li. Westerhoff, Bijdrage tot do oude Geographie der Provincie Groningen. 1869—80.
(Overdruk uit de Bijdr. tot de Gesch. en Oudheidk. van de Provincie Groningen. Deel VII. Afd. 2).
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Handboek der Middel-Nederl. Geographie. Naar de bronnen bewerkt. Met kaart. Leyd. 1872 8°.
- 2e druk Leyd. 1878. 8°.
- Aanteekeningen op mijn Handboek der Middel-Nederl.
Geographie. (Overdruk uit de Bijdr. voor Vad. Geseh. en Oudheidk. 3e Reeks) 8°.
- De Lymers (Overdruk uit de Bijdr voov Vad. Gesch. en
Oudheidk.) 8°.
- Middel-Ned. Geographie. (Alg. Kunst- en Letterbode 1850.
N0. 29.) 8°.
Mr. R. W. Tadama, Beoordeeling van Mr. L. Ph. C. van den Bergh's. Handboek dei' Middel-Nederl. Geographie. (Overdruk uit de Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudheidk. Deel IX). 8°.
- Bijdrage tot den ouden loop van den IJssel tusschen Westervoort en Deventer. 8°.
W. van den Hltll, Bijdrage tot den alouden loop des Rijns langs de Hollandsche duinen en zijne uitmonding bij Petten. 8°.
J. H. Veenendaal, Nederland in 1880. Tiel 1880. 8°.
F. Allan, Het eiland Urk en zijne bewoners. Amst. 1857. 8°.
F. N. M. Eyck van Zuylichem, Kort overzigt over de oude versterkingen en kasteelen in ons land tot op de 16de eeuw. Montf. 1855. 8°.
6. europa, azië enz.
Beschrijving van Spanje en Portugal. Leyd. 170/. folio.
Frankrijk beschouwd in alle deelen. Amst. 1810. 2 deelen 8°. Jamard et Parisat, Geographie de la France. Paris. 1832. 8°.
9
British India Vol. III. Edinburgh. 1840 8°.
A. E. Gheldorf, Notes sur la carte des Pavs inondés cii 1523 du nord St. Gilles etc. Gand 1842. 8°.
Charles Piot, Ees Pays de la Pelgifjue et leurs subdivisions pendant le moyen age 1871. 8°.
M. le Chanoixe David, Recherches sur le cours primitif de 1' Escaut (Extrait au tome XIX. N0. 4. des Bulletins) 8°.
!. F. Jos Muller. Beytrag zur Bestimnung der Grenzen zwischen den Franken und Sachsen der Vorzeit. Duisbunr und Essen ^ 1804. 8°. -
J. Krtig-Bosse, 1/Alsace avant 1789 Paris. 1877. 8°.
7. reisbeschrijvingen.
Driejarige Reizc naar China te lande gedaan door den Moskoviti-schen afgezant E. Ysbrantsides. Amst. 1710. 4°.
J. G. Keyseler. Nieuwe reizen door Duitschland, Bohemen, Hongarije, Zwitserland, Italiën en Lotharingen. Amst. 1755, 3 stukken en twee banden. 4°.
J. Haafner, Lotgevallen op eene reize naar Madras over Tran-qnebar naar hot eiland Ceilon. Haarl. 1806. 8°.
Reize in een Palanquin of lotgevallen en merkwaardige aan-teekeningen op eene reize langs de kusten van Orica en Coroman-del. Amst. 1808. 8°.
- Reize te voet en door het eiland Ceilon. Amst. 1810. 8°.
Reize naar Bengalen en terugreize naar Europa. Amst. 1822. 8°.
J. J. Barthelemy, Vovaart? du jeune Anarchasis en Grèce Paris. 1810. 8°. quot; quot;
Mr. Teollope, Domestic manners of the Americans, fourth edition. Paris. 1832. 2 din. 8°.
Böhmen. Land und Volk. Prag. 1864. 8°.
P. A. Leupe, Aanteekeningen uit mijn dagboek, gehouden gedurende de jaren 1858, 1861 op verscheiden togten aan boord van Z. M. fregat De Evertsen. 's Grav. 1866. 8°.
D. Buddingh, Wandelingen door de Betuwe. Tiel 1861. 8°.
10
Dagboek een er reis door een gedeelte van Frankrijk en Italië. Harl. 1862. 8°.
Frederik Krorcp, Zeniernes Reise til Norden et Telknings Forsig Kjobenhaven 1878. 8°.
J. F. Menzer, Neckargemund. Eine Weinfarth durch Hellas. 2e Auf-lage. Heidelberg. 8°.
Dr. J. J. van Oosterzee, Op reis. Bladen uit de Portefeuille. Rott. 1853. 8°.
J. P. Hasebroek, Uit den Vreemde. Amst. 1862. 8°.
M. Cohen Stuart, Van Sedan naar Straatsburg. Rott. 1870. 8°.
J. R. Filers Koch, De Wartburg — Luthers verblijfplaats van 1521 — 1522 bezocht en geschetst. Gron. 1854. 8°.
8. reisgidsen.
K. Baedeker, Deutschland und das Oesterreichisehe Ober Italiën. 9t.e Auflage. Coblenz 1859. 8°.
- Deutschland nebst Theilen der angrenzenden Liinder. 10e
auflage. Coblenz 1868. 8°.
- Italië septentrionale. Coblenz 1861. 8°.
Claudius Rozenhoff, Kjobenhaven. Kjobenh. 1837. 8°.
Teyssedre, Conducteur général dans Pans 1837. 8°.
Albert Martomant, Guide universel de rëtranger dans Paris. Paris 1845. 8°.
F. Lemaistre, Paris en miniature. Paris 1855. 8°.
F. Grieben, London und Umgebungen, 4e Auflage. Berlin. 8°.
Crickley's Picture of London. London 1845. 8°.
A. Arbo, Tourist Skiszer fra en deel af Norges merkeligste Egne. Christiana 1859. 8°.
I wan Tschudi, Nord und Westschweitz. St. Gallen 1866. 8°.
Führer für Fremde durch Freiburg in Breisgau. 8°.
Guide de Verone. 8°.
Dr. A. Volpe, Ueber den Brenner nach Italien. Insbrück. 1868. 8°.
Dr. A. Veiel, Der Kurort Canstatt und seine Mineral-quell en. Canstatt. 1879.
11
Dr. Henri Prieger, Kreuznach ses eaux minerales bromo-ioduree et ses eaux-meres. Kreuzn. 1868. 8°.
M. A. Perk, Schetsen uit Luxemburg. Haarl. 1884. 8°.
9. platen en kaarten.
Ricord lt;li Genova.
Recollections of Southampton.
Erinnerung an Prag in bikllichen Ansichten, imd historischen Erlauterungen. Prag. 1836.
Ansichten von Em.s und seiner Umgegend. Frankfurt am Main. 1843.
Keller's Schulkarte dor Schweiz.
Kaart van Denemarken van F. de Wit.
Ü. Hendschel, Eisenbahnkiute von Central Europa. 1852.
Wyld's New Map of the Rhine.
Reise- und Eisenbahnkarte von Deutschland. 1871.
Mapa kralovtvi Ceskeho podle nejnoveisiho rozdeleni. Prazes.
Leopold Kraats, Neues Plan von London.
Churchley's New plan of London improved. 1838.
Laurie s Map of the Rail-roads and inland navigation of England and Wales. 0
Ed. Weiler, Kaart van Sumatra en Java.
Kaart van Celebes en de Moluksche eilanden.
Wieland, Algemeene Staatkundige Geschiedenis. 1722. 2e deel. 8°.
I'Europe esclave de I'Angleterre ne rompe ses fers. Cologne. 1673. 8°.
A. Struck fuss. De Geschiedenis der wereld aan het volk verhaald. Naar het Hoogduitsch, bewerkt door B. ter Haar Bz. Leiden 1866. 10 dln. 8°.
Dr. G. Weber, De Geschiedenis van het begin der Fransche Omwenteling tot op onze dagen. Voor het Nederl. volk bewerkt door B. ter Haar Bz. 4 dln. Zwolle 1880—1887. 8°
12
K. H. L. Pölitz, Kort overzigt der Algemeene Geschiedenis, door J. A. Ni.ihoff. Arnh. 1862. 8°.
The Stream of History, showing at one view the rise, progress and fall of Empires, nations and states. London. 8°.
C. L. Görlitz, Het verlost Europa. Gesch. der vrijheidsoorlogen van 1813—1815. Zwolle. 1864. 8°.
IV. Geschiedenis der Oude Volken.
A. ALGEMEENE WERKEN.
Mme Trimmers, Ah re gé de l'Histoire Aneienne, traduit par J. van Bemmelen, 1802. 8°.
A. L. Heeren, Handboek der gesch. der oude staten, vert. en met aanmerk, voorzien door G. Dorxseiffen. Zutph. 1828. 8°.
D. Thwolsen, Die Semitischen Völker. Berl. 1872. 8°.
E. EGYPTENAARS.
R. J. Fruin, Dc Manethone Sebennyta librommque ab so scripto-nnn reliquiis. Acc. de font. ant. hist. Aegyptior. deque Aegypl. hist, literaria. L. B. 1847. 8°.
C. ROMEINEN.
J. Cuspianus, Do Caesaribus atque impp. Romanis opus insigne. Frankf. a. M. 1601. fol.
Corn. Tacitus, Jaarboeken on Historiën, ook zijn Germanië en 't leeven van J. Agricola, vertaald door P. C. Hooft. Amst. 1684. fol.
Sext. Aur. Victor, Historiae Romanae cur. Arntz. Traj. ad. Rhen. 1733. 4to.
E. Gibbon, The History of the decline and fall of the Roman Empire. Londen 1813. 11 vol. 8°.
Dr. J. G. Schlimmer, Romeinsche Antiquiteiten ten gebruike van het Gymnasiaal Onderwijs. 4e druk. Gron. 1878. 8°.
J. Kappeyne van de Capello, Beschouwingen over de Comitia. Amst. 1881. 4to.
13
G. T. Bruijn, Uit den oud-Rotneinschen tijd. Schetsen uit het leven en de zeden der Romeinen. Uit het Hoogduitsch door Theodor Simons, 1872. 8°.
D. ANDERE VOLKEX.
r-imon Pelloctier, Histoire des Celtes et particulierement des Gaulois et des Gennains. La Haye 1726. 8°.
A. Duhesne, Historiae Normannorum scriptores antiqui, res ab illis par Galliam, Angliam. Apuliam. Capuase principatum Siei-liam et Orcentem gestas explicantes ab anno 838 ad annum 1220 Lutetiaê Parisiamm 1623. fol.
Die Chronik von der heiligen Statt Coeln. 1491. fol.
J. A. Thuani, Historiae sui temporis libri XXV. Paris. 1606. 2 deelen in één band, fol.
Historie ende het leven van Keyser Karei tie Vvt'de, naar het Italiaansch van Alonso de Ulloa. Delff. 1610. fol.
M. Rousset, Histoire militaire du Prince Eugène de Savoye, du Prince et du Due Marlborough et du Prince de Nassau Erise. La Have 1729—17-17. 3 tomes fol.
B. HET DUITSCHE RIJK.
Historisches Tasschenbuch für das Jahr 1789, enthaltend die Geschichte des siebenjiihrigen Krieges von J. W. von Archen-holtz. Berlin. 8°.
Dr. C.A.Cornelius, Das Antheil Ostfrieslands an der Reformation bis zum Jahre 1535. Munster 1852. 8°.
- Ueber die Deutschen Einheitsbestrebungen im 16 Jahrhundert.
München 1862. 8°.
Adolf Wohlwill. Fernere Actenstiicke zur Rumboldeschen Ange-legenkeit (Aus dein Bande der Zeitschrift des Vereins für Hamb Geschichte S. 192—207). Hamburg 1885. 8°.
14
Prof. W. Pi'tz, Leitfaden in riem Untcmchte in der Gcsehichte des Preuszischen Staates. Kobl. 1868. 8°.
Der Deutsche Volkskrieg gegcn die Franzosen im Jahre 1870. Berlin 1871. 8°.
Karl Winteefeld, Vollstiindige Geschichte des deutsch-französi-schen Krieges von 1870. Berlin 1878. 8°.
Dr. C. Wolff. Fortlaufende Geschiclite der Gegenwart. 1871 und 1872. Berlin. 2 Bande. 8°.
Aus melnem Leben und aus nieiner Zeit von Ernst II. Herzog von Sachsen-Coburg-Gotha. Berlin 1882. Zweiter Band. 8°.
C. RUSLAND, POLEN, NOORWEGEN, ZWEDEN.
De Ségur, Geschiedenis van Ruslanden Peter den Groote.'s Grav. 1830-1831. 2 dln. 8°.
W. P. d'Aüzon de Boisminaet, Herinneringen uit den veldtogt van Rusland in 1812. Amst. 1824. 8°.
- Gedenkschriften. Tijdvak van 1812. De veldtogt van Rusland.
's Hage en Amst. 1840. 8°.
Rétour de la Turquie de Charles XII et les troupes suédoisps par la Transylvanie, la Hongrie, rAutriche en 1714 et 1715. Bruxelles 1874. 8°,
H. G. Depping, Histoire des expéditions maritimes des Normands. Paris 1826, 2 tomes. 8°.
C. N. Schwach, Throndhjems Domkirkes Historie og Beskrivelse i kort Udtog Throndhjem. 1838. 8°.
1). ITALIË, SPANJE, ZWITSERLAND.
Dr. J. Volkman, Hedendaagsche historie van en reisboek door Italiën. Amst. 1775. 6 dln. 8°.
F. Valentin, Histoire de Ia Vénise. Tours 1859. 8°.
Arsodante Fabeetii, Nota storica alia origine dii Mo ure de Piëta in Italia. Torino 1871 8°. /-
C. Cantu, Varj Punti della Storia della. Lombardia 8°.
15
O. Caxtu, Degli studi storici in Lotnbardia. Milano 1874. 8°.
M. T. C. T. TsT. Graaf Nahuys, Kort. hist, overzigt van do Spaansehe Staatsomwenteling in Sept. 1868. Utr. 1868. 8°.
De Pkopiac, Beautés de lquot;ni.-toire de la Suisse. Paris 1817. 8°.
Dr. J. A. Thomasohek, Die Rechte uud Freiheiten der Stadt Wien. Wien 1877 und 1879. 2 Bande. 4°.
A. C. Hitter v. San Vittoee, UrkundlicheBeitragezurGeschichte Wieu's im XVI Jalirhundert. Wien 1881. 4°.
Victor Renner, Wien im Jahre 1863. Gesehichte der zweiten Belagerung der Stadt Wien durch die Tïirkcn. Wien 1883. 4°.
K. Weisz, Festschrift aus Anlasz des Vollendung des neuen Rathhauses. Wien 1883. fol.
R. Stadi.ee, Die Wasserversorgung der Stadt Wien in ihrer Ver-gangenheit und Gegenwart. Wien 1873. 8°.
F. ENGELAND, FRANKRIJK, BELGIE, DE TRANSVAAL EN AMERIKA.
The annual register or a view of the History, Politic and Literature for the year 1781. London 1782. 8°.
M. Villemain, Histoire de Cromwell, Brux. 1840, 2 tomes. 8°.
Paul Fredericq, De l'enseignement supérieur de l'histoire en Ecosse et en Angleterre. 8°.
Siu Baktle Frere, Engeland's Verantwoording. De Transvaalsche kwestie. Uit het Éngelsch. Haarl. 1881. 8°.
Lettres et nêgociations de Monsieur le Comte d'Estrades, Ambassadeur. Londres 1743. 9 tomes.
Nouvel Abrègé chronologique do l'liistoire de France. Paris 1768. 2 tomes. 8°.
J. Cari.yle, De Fransche omwenteling, een geschiedkundig tafereel, vertaald door F. T. W. Koch, Maarssen 1851. 3 dln. 8°.
Voltaire, Siècle de Louis XIV. Paris 1851. 8°.
Theopiule Lavallée, Histoire des Francais. Paris 1868. Tome quatrième. 8°.
16
A. B. Le Francois, Mystère des vieux chateaux de France. Paris' tome deuxiême et troisième. 8°.
Tir. Plon, Un sollaborateur, de Mirabeau. Documents inédits. Paris 1874. 8°.
W. de Fonvielle, Het schrikbewind of de Commune van Parijs in het jaar 1871. Deventer 1874. 8°.
Dr. Jan ten Brink, Dc opstand der Proletariërs, Gesch. dei-Omwenteling van 18 Maart 1871, Amst. 1876, 8°.
P. Bernardus de Jonghe, Ghendsche Geschiedenissen of Chronyke van de beroerten en ketterye binnen en omtrent de stad Ghendt van 1566—1585. Ghendt Dl. II. 8°.
A. van Deinse, Ostende's Ramp op 10 Sept. 1826. Rott. 1826. 8°.
H. Dewez, Histoire générale de la Belgique. Brux. 1826—1828. 7 tomes. 8°.
Jhr. C. A. van Sypestein, Het merkwaardige beleg van Ostende 5 Juli 1601-22 Sept. 1604. 's Grav. 1887'.'8U.
Theodore Juste, La revolution Beige de 1830 d'après des documents inédites. La Haye 1872. 2 tomes. 8°.
H. Conscience, De omwenteling van 1830. Antw. 1852. 8°.
Deux épisodes de l'histoire des Beiges. Abdication de Charles Quint. Le compromis des Nobles en 1566. Brux. 1841. 8°.
Theodore Juste, La Pacification de Gand et le sac d'Anvers. Brux. 1876. 8°.
Messager des Sciences Historiques en Belgique Année 1842. Gand 8°.
A. Baron, Mosaique Beige. Mélanges historiques et littéraires. Brux. 1837. 8°.
P. J. Veth, Onze Transvaalsche broeders. Amst. 1881. 8°.
Joh. Lothrop Motley, De oorzaken van den burgeroorlog in Amerika, 's Grav. 1861. 8°.
G. GESCHIEDENIS DER NEDERLANDEN.
1. inleiding.
Ij. Guicciardini, Discription de tous les Pays-Bas, avec cartes et plans. Amst. 1609. fol.
17
J. Kok, Vaderlandsch Woordenboek der Nederlanden. Amst. 1780— 1794. 32 dln. (Ontbr. dl. 30) 8°.
J. Scheltema, Staatkundig Nederland en Woordenboek tot de biograph. kaart van dien naam. Amst. 1805. 3 dln. (Ontb. dl. 1) 8°.
Mr. L. PH. C. van den Bergh, Verslag van historische nasporingen, op gezag van het gouvernement in 1838 in Frankriik gedaan. Amst. 1839. 8°.
Overzigt van het Nederl. Rijksarchief, door Dr. R. C. Bakhuizen van den Brink en Mr. L. Ph. C. van den Bergh. 'sHao-e 1854. Ie stuk. 8°.
P. Scheltema, Oud en Nieuw uit de Vaderl. Gesch. en Letterk. Amst. 1844. 8°.
2. algemeene geschiedenis der nederlanden.
J. Wagenaar, Vaderlandsche Historie tot 1795. Amst. J. ïirion, 1749-1795. 39 dln. 8°.
Bijvoegsels en Aanmerkingen op Wagenaar's Vaderlandsche Historie door H. van Wyn, Mr. C. N. Lambrechtsen, M. A. Martini, E. M. Engelbert e. a. 17 stukken. Amst. 1790— 1795 in 3 dln. 8°.
Vaderl. Historie. Dl. I—XX tot 1751, met de bijvoegsels bij elk deel. Amst. Joh. Allart 1790—1796. 8°.
Vervolg op J. Wagenaar's Vad. Historie (door P. Loosjes Az. e. a.) tot 1806. Amst. 1788-1811. 48 dln. (Ontbreekt dl. 25) 8°.
- Deel 1—17. Amst. 1788-1808. 8°.
Vaderl. Gesch. verkort en bij vragen en antwoorden voorgesteld. Amst. 1750. 8°. b
J. Martinet, Het Vereenigd Nederland. Amst. 1788. 8°.
F. Baron de Reiffenberg, Resumé d'histoire des Pays-Bas. Brux. 1827. 2 parties. 8°.
Mr. G. Groen van Prinsterer, Handboek der Geschiedenis van het Vaderland. Leid 1846. 8°.
Dr. L. G. Visscher, Handboek voor de Algem. Gesch. der Nederlanden en Nederl. Koloniën. Maarssen. 1851-1852. 6 Afi. (Niet verder verschenen.) 8°.
Mr. L. E. Lenting, Handboek voor do Gesch. des Vaderlands. Zutphen. 1865. 8°. Ie deel. (Niet verder verschenen.)
18
Mr. J. van Lennep, De voornaamste Geschiedenissen van Noord-Nederland aan zijne kinderen verteld. 5e druk. Amst. 1865. 4 dln. 8°.
Th. Jorissen, Historische Studiën. Haarl. 1891. 8°. - Historische Bladen. Haarl. 1892. 3e druk. 2 dln. 8°.
3. geschiedenis van bijzondere tijdperken.
J. F. Le Petit, La grande chronique ancienne et moderne de Hol-lande, Zeelande, Westfrise, Utrecht, Frise, Overijssel et Groeningen, jusques a la fin de 1600 (met portr. door C. van Sichem.) Dordt, J. Canin. 1601. 2 torn fol.
L. van Velthem, Spiegel Historiael of Ned. Rymkroniek van 1248—1346 met aant. van Is. Ie Long. Amst. 1727. fol.
L. Ph. C. van den Bergh, Gedenkstukken tot opheldering der Ned. Geschiedenis, opgezameld uit de Archieven te Rijssel. Leiden. 1842, 3 dln. 8°. Deel I bevat Ned. Historiestukken van de 11e tot de 16e eeuw. Deel II en III Correspondance de Marguerite dAutriche avec ses amis sur les affaires des Pays-has de 1506 1528.
M. L. Boxhor:-', Nederl. Historie. Eerste boek behelzende de eerste veranderingen in den Godsdienst, de vervolgingen tot Karei V. Leiden. 1649. 4 to.
J. J. van Hees van Berckel, De nobilibus et urbium deleg'atis-sub Comitum Hollandiae regimine ordines constituentibus. Tr. ad Rh. 1829 8°.
- Beschouwing over Gesch. en Staatsregt vooral in betrekking
tot ons vaderland onder do Franken en de regering der Graven. Utr. 1836. 8°.
J. A. van Thye Hannes, JC' de inauguratione Principum Belgicorum Tr. ad Rh. 1742. 8t'.
Bijdragen voor Vad. Geschiedenis en Oudheidkunde. Verzameld en uitgegeven door Is. An. Nijhoff. Arnh. 1836—1856. deel I—X. Met register (8°.). bis.
- Nieuwe serie van af 1868. 8°. voortgezet door R. Fruin,
Arnh. en 's Hage 1859—1881. deel I—X met register. 8°.
- Derde Reeks, 's Hage 1880—1889. Deel I—V. 8°.
Het Ned. Rijks-archief. Verzameling van onuitgegeven oorkonden eh bescheiden voor de geschiedenis des vaderlands. Uitgegeven
19
door R. C. Bakhuizen van den Brink, L. Ph. C. van den Bergh en J. K. J. de Jonge. 'sGrav. 1837. dl. I. 8°.
quot;W. Francken Az., Dillenburg, geboorteplaats van Prins Willem I en
E. H. Lazonder, De eerste steen van den Willemstoren gelegd. Rott. 1872. 8».
De slag van Heiligerlee (23 Mei 1568) herdacht in 1868. Oude Pekela. 1868. 8°.
Mr. G. van Hasselt, Stukken voor de Vad. Historie. (1555—1574.) Arnh. 1782. 8°.
E. van Meeteken, Historiën der Nederlanden en hare naburen, oorlogen en geschiedenissen. (1566—1612). Amst. 1673. fol.
Historie der Nederlandsche oorlogen, beginnende met 1316. Gor. 1747. 10 dl.
P. C. Hooft, Nederlandsche Historiën. 3e drak. Amst. 1677. 8°.
P. Bor, Oorsprong, begin en vervolg der Nederl. oorlogen van 1555—1603. Amst. 1679—1684. 4 dln. fol.
Hugo de Groot, Nederlandsche Jaarboeken en Historiën van 1555 tot 1669. Amst. 1681. fol.
J. E. Markus, Sententiën en indagingen van den Hertog van Alba, uitgesproken en geslagen in zijnen bloedraedt. Amst. 1735.
Friedrich von Schiller's Geschichte des Abfalls der Vereinigten Niederlande, fortgezetst von Eduard Duller. Köln 1841. 3 banden. 8°.
R. C. Bakhuizen van den Brink. Studiën en schetsen over vaderl. gesch. eu letteren. Eerste deel. Ie en 2e stuk. Amst 1860. 8°.
Dr. J. van Vloten, Nederlands opstand tegen Spanje in zijn beginselen, aard en strekking geschetst. (1564—1567.) Haarl 1856. 8°.
- Nederlands opstand tegen Spanje in zijn eerste wording en
ontwikkeling (1567—1572). Haarl. 1836. 8°.
- Montignvs leven en dood in Spanje. (1566—1570). Amst
1853. 8°.
A. Borgnet, Do Nederlanden onder Koning Philips II, vertaald door J. van Vloten. Amst. 1852. 8°.
D. Salustiano de Olozoga, Philippus in Spanje. Uit het Spaansch vertaald door Mr. P. A. S. van Limburg Brouwer. Amst 1853. 8°.
20
Dr. J. G. R. Acquoy. Herman de Ruyter. Naar uitgegeven en onuitgegeven authentieke documenten. Amst. 1870. 8 .
W. J. Hofdijk. De heilige strijd, Neêrlands vrijheidsoorlog aan Neêrlands volk verklaard. Tiel. 1872. 8°.
Memorien van Roger Williams. 1667—1574. Uitgeg. dooi J. A. Bodel Nijenhuis. Utr. 1884.
J. Borgnet, Memoires sur le Marquis de Varembon. La Ilaye. 1873. 8°.
Theod. Jorissex, Memoires de Constantin Huygens. La Hay»'. 1873. 8°.
Dr. P. L. Muller, Geschiedenis der regeering in de nader geünieerde Provinciën tot aan de komst van Leicester (1579 1585.) Leid. 1886.
- Stukken betreffende de zending van Dk. van Hille naar
Spanje van wege de Staten van Brabant. 1574 1575. 8 .
Dr. R. Fruin, Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588—1598. (Overgedrakt uit het Programma van het Stedelijk Gymnasium te Leydeu. 1856—1857). 4°.
- Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog. Nieuwe uitgaaf.
Amst. 1861. 8°.
- Journaal van Splinter Helmich, soldaat en later hopman
in dienst van den lande van 1572 lot 1589.^ (Overgedrakt uit de Kroniek van het Hist. Genootschap te Utrecht. XXI Jaarg. 1875). 8°.
J. G. W. Merkes, Het beleg van Maastricht in 1579. Arnhem 1827. 8°.
De Unie van Brussel des jaars 1577, uitgegeven door Mr. J. C. de Jonge. 'sGrav. 1825 8°.
De Unie van Utrecht van 1579. Gedrukt in 1777. fol.
E. Quinet. Marnix van St. Aldegonde of de wording van het Gemeentebest der Ver. Ned. Vrij naar het Fransch. Deventer 1855. 8°.
Mr. J. Scheltema. De uitrusting en ondergang der onoverwinnelijke vloot van Philips II in 1588. Haarl. 1825. 8°.
J. G. Frederiks, De moord van 1584. Oorspronkelijke verhalen en gelijktijdige berichten van den moord gepleegd op Prins Willem van Oranje. Grav. 1884. 8°.
M. Gachaeu, Correspondance de Guillaume le Taciturne, Prince d'Orange. Bruxelles. 1847—1857. 6 tomes. 8°
21
H. W. T. Tydeman, Drie brieven van Prins Willem I (overdruk uit de Bijdr. over Vad. Gesch. en Oudheidk.) 8°.
Memoires de Frederic Henri, Prins d'Orange, depuis 1621 jusques a 1646. Amst. 1733. 4°.
Mr. G. Groex van Prinsteeer, Archives ou correspondances inédits de la maison d'Orange-Nassau. Deuxieme serie Utr. 1857—1861. 4 tomes. 8°.
Mr. J. F. Bodel Nijenhuis, Table des matières et des lettres dans Ie recueil, Archives de la maison d'Orange-Nassau. Deuxieme. serie. Utr. 1862. 8°.
Lodewijk Mulder. Emilia van Nassau. (Overdruk uit de Gids van 1886) 8°.
Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge, Louise de Colligny. 's Grav. 1880.8°.
Dr. P. J. Blok, Correspondentie van en betreffende Lodewijk var. Nassau en andere onuitgegeven documenten. Utrecht. 1887. 8°.
- Lodewijk van Nassau, 's Grav. 1889. 8°.
Mr. Hugo Beyerman, Met wat hart hebben de Staten van Holland en Oldenbarneveld den Graaf van Lycester in 1585 uit Engeland verwelkomd. Eene voorlezing. 8°.
John Lothrop Motley, The Life and death of John of Barne-veld, Advocate of Holland, with a view of the primary causes and movements of the thirty years' war. London 1874. 2 vol. 8°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, De binnenl. staatkunde van Oldenbarneveld. (Overdruk uit de Verslagen der K. A. v. Wetensch.) Amst. 1882. 8°.
D. Veegens, Oldenbarneveld's graf. (Overdruk uit De Gids 1884, N0. 2). 8°.
L. van Aitzema, Saken van staat en oorlog in en omtrent de Vereenigde Nederlanden met het verhaal van de vredehandeling en Herstelde Leeuw of discours over 't voorgevallene in 1650 en 1651 en het Vervolg van Sylvius (1621—1687). 's Hage 1669— 1692. 9 dln. fol.
Verhael van de Nederlantsche Vredehandel, 's Grav. 1650. 4°.
J. Bosscha, De Duitschers in de Nederlanden vóór den vrede van Munster. Eene voorlezing, 's Grav. 1847. 8°.
A. de Wisquefort, Histoire des Provinces Unies des Pays-Bas. (1648—1676), publ. par L. E. Lenting et C. A. Chais van Buren. Amst. 1861—1874. 4 torn. (Deel IV ontbreekt) 8°.
22
Het eerste deel van 't zwart gordijn opgeschoven voor de Heeren Gebroederen Cornells en Johan de Witt. 3e druk. Anno 1678.8°.
Mr. P. Simons, Johan de Witt en zijn tijd. Amst. 1832—1842. 3-dln. 8°.
Historisch verhael en politique bedenckingen aengaende de bestier-ringhe van Staet- en oorloghssaken onder Cornells en Jan de Witt. Amst. 1677.
Het bestuur van den Raadpensionaris Jan de Witt, beschouwd uit het oogpunt van ministerieele verantwoordelijkheid. Leid., 1882. 8°.
Het ontroerd Holland, of kort verhaal van de voornaamste onlusten, oproeren en oneenigheden in de Nederlanden. Hard. 1748.
F. der Kinderen Fzn., De Nederl. republiek en Munster gedurende de jaren 1660—1666. Leid. 1871.
P. Corstiens, Bernard van Galen, Vorst-Bisschop van Munster. Historische schets van een belangrijk tijdperk der XVIIe eeuw en van de Kederl. Republiek, vooral omstreeks 1672. Rott. 1872. 8°.
G. B. Depping, Geschiedenis van den oorlog der Munsterschen en Keulschen in verbond met Frankrijk tegen Holland in de jaren 1672—1674. Arnh. 1841. 8°.
J. Deabbe, Nederland in 1672. Utr. 1878. 8°.
W. J. Knoop, Nederland in 1672 en 1673. Krijgskundige beschouwingen. 's Hert. 1851. 8°.
Jhr. J. W. van Sijpestein, Geschiedkundige Bijdragen, le en 2e aflev. Willem Frederik, Prins van Nassau en Johan de Witt (1650—1664) en eenige gebeurtenissen gedurende het leven van Prins Hendrik Casimir II van Nassau (1664—1696). 's Grav-1864—1868. 3 dln. 8°.
De Guiche, Nederlands Gedenkboek inhoudende de merkwaardige gevallen van 1665—1672 ter zee en te land. s-Grav. 1747. 8 .
Actes et Memoires des négotiations de la paix de Nimègue. Amst. 1680. 4 tomes. 8°.
J. A. Wijnne, De wording van den vrede van Nijmegen. (Overgedrukt uit De Tijdspiegel 1881). 8°.
Dr. G. D. J. Schotel, Iets over Hieronymus van Beverningh en Bruno van der Dussen. 's Hert. 1847. 8°.
W. C. P. van Bylandt, Het diplomatisch beleid van Hiero-
28
nymus van Beverningh gedurende de jaren 1674—1678.'s Grav. 1868. 8°.
G. W. Vreede, Lettres et négociations de Paul Choart, Seigneur de Buzanval, Ambassadeur ordinaire de Henri IV en Hollande et de Francois d' Aerssen, agent des Provinces Unies en France (1598—1599) suivies de auelques pieces diplomatiques, contenant les années 1598—1596 et 1602—1606. Leid. 1846. 8°.
Mr. H. Vollen hoven, Broeders gevangenisse. Dagboek van Willem de Groot betreffende het verblijf van zijnen broeder Hugo op Loevestein. 's Grav. 1842. 8°.
Mr. J. C. de Jonge, Nederland en Venetië, 's Grav. 1852. 8°.
Dr. P. L. Muller, Nederlands eerste betrekkingen met Oostenrijk, toegelicht uit de correspondentie der Keizerlijke gezanten te 's Gra-venhage 1658—1678. Amst. 1870. 4°.
Lettres et mémoires de Marie, Reine d'Angleterre, épouse de Guil-laume IH. La Haye 1880.
B. Muller Fz., Mare clausum. Bijdrage tot de geschiedenis der rivaliteit van Engeland en Nederland in de zeventiende eeuw. Amst. 1872. 8°.
M. C. Tideman, De zee betwist. Geschiedenis der onderhandelingen over de zeeheerschappij tusschen de Engelsche Republiek en de Vereenigde Provinciën voor den eersten zeeoorlog. Dord. 1876. 8°.
Mr. H. J. Koenen, Geschiedenis van de vestiging en den invloed der Fransche vluchtelingen in Nederland. Leid. 1846. 8°.
J. Blomhert, De Geschiedenissen van het Vereenigde Nederland sedert zijne eerste opkomst tot op onze dagen onder het bestuur der Prinsen van Oranje-Nassau. Vijfde druk. Utrecht 1747. 8°.
- Zesde druk. 1748. 8°.
De opkomst en bloei van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, voorafgegaan door eene verhandeling over de opkomst en den ondergang van oude en hedendaagsche republieken. Amst. 1774. 8°.
M. de Neufville, Histoire de Hollande depuis la trève de 1609, oü finit Grotius jusqu'a notre temps. Paris 1708. 8 tom. 8°.
A. Rotterdam, Gods weg met Nederland of vervolg op Blom-hert's Geschiedenissen van het Ver. Nederl. en hoe het verlost is onder 't beleid van Willem den IV, Prins van Oranje Nassau. Amst. 1758. 8°.
24
G. J. Rive, Schets der staatkundige betrekkingen tusschen de Republiek der Ver. Nederl. en het Koningrijk Pruissen tot het huwelijk van Prins Willem V (1701—1767). Amst. 1873. 8°.
J. Burneth, Historie van het Stadhouderschap der Princen van Oranje, noodig tot bewaring der vrijheid in Kerk en Staat. Dordr. 1765. 8°.
ïheod. Jokissen, Lord Chesterfield en de Republiek der Ver. Ned. 4 stukken (Overdruk uit de Gids 1885) 8°.
Nederlandsche jaarboeken met bijvoegselen en register over 1747— 1765. 23 dln. in 41 banden (Ontbreekt le deel Ie stuk).
Nieuwe Nederlandsche jaarboeken over 1766—1792, 27 doelen in 56 banden (ontbr. dl. V, le st., dl. VII, lo st., dl. VIII, 2e st., dl. X, 2e st., dl. XIII, le en 2e st., dl. XXII, 5e stuk). 8°.
Jhr. Mr. Th. van Riemsdijk, De Griffie van Hare Hoog Mogen-den. Bijdrage tot de kennis van het Archief van de Staten-Gene-raal der Ver. Nederl. 's Grav. 1883. 8°.
Mr. W. H. de Beaufort, Brieven van en aan J. C. v. d. Capel-len v. d. Poll. Utr. 1875, 8°.
Mr. C. M. Davies, Memorials and Times of Peter Philip Juriaan Quint Ondaatje. Utr. 1870. 8°.
Ontwerp van Staatsregeling voor het. Bataafsche volk. 8°.
Cornelius Rogge, Geschiedenis der Staatsregeling van het Bataafsche Volk. Amst. 1798. 80.
Mr. G. W. Vreede, Bijdragen tot de Geschiedenis der omwenteling van 1795 tot 1798. Amst. 1847—1851. 2 stukken. 8°.
- Geschiedenis der diplomatie van de Bataafsche Republiek, le
deel van Jan. 1795 tot Novemb. 1799, 2e deel, le stuk, van Aug. 1799 tot Mei 1803, 3e deel van Mei 1803 tot 1 Julij 1810. Utr. 1863-1865. 8°.
Mr. L. van de Spiegel, Brieven en negotiatiën. Amst. 1803. 3 dln. 8°.
De Post van den Neder-Rijn. Utr. 1781 en 1782. 2 dln. 8°.
Mr. C. L. Vitringa, Staatkundige Geschiedenis der Bataafsche Republiek. Arnhem 1857—1864. 4 dln. 8°.
Mr. M. C. van Hall, Rutger Jan Schimmelpenninck, voornamelijk als Bataafsch Afgezant op het vredescongres te Amiens in 1802. Amst. 1847. 8°.
Theod. Jorissen, De ondergang van het Koninkrijk Holland, eene historische studie. Rott. 1870.
25
Theod. Jorissen, De omwenteling van 1813. Bijdragen tot de geschiedenis der revolutie, 's Grav. 1867. 2 dln. 8°.
Gijsbert Karei, van Hogendorp in 1813. Nagelaten geschrift van Mr. F. Baron van Hogendorp. 'sGrav. 1876. 8°.
De omwenteling van 1813. Historische schetsen. Amst. 1862. 8°.
Nederlands wedergeboorte. 'sGrav, 1863. 8°.
^ . Wittewaall, Drie schoft Oranje Boven. Bijdrage tot de kennis van het openbaar verzet tegen het Napoleontisch bestuur m Holland in April 1813 (Overdruk).
Brieyen en Gedenkschriften van Gijsbert Karei van Hogendorp. s Grav. 1896-1887, vier dln. 8°. 1
G. K. van Hogendorp, Advys ingeleverd 17 April 1816 ingevolge ya.n de vereeniging der Noordelijke en Zuidelijke Provinciën, 's Grav. 1831. 8°.
Theodore Juste, Le soulevement de la Hollande en 1813 et la fondation du Royaume des Pays-Bas. La Haye 1870. 8°.
Mémoires du Général Dirk van Hogendorp, Comte de l'Empire, publiés par son petit-fils M. le Comte D. C. A. van Hogendorp. La Haye 1887. 8C.
Memoire du Général Comte de Hogendorp, pour servir de refutation de sa conduite, pendant qu'il était Gouverneur de Hamboursr. Amst. 1814. 8°. 8
J. Scharp, Gedenkzuil van den Nedcrlandschen krijgsroem in Junij 1815. 's Grav. 1816. 8°.
W. J. Knoop, Qua tr eb ras en Waterloo. Schiedam 1863. 8°.
Wat Mr. Thiers van den slag van Waterloo vertelt. Uit het Engelsch. Kampen 1863. 8°,
C. Maaskamp, Panorama. De veldslag van Waterloo. 1816. 8°.
M. Siegenbeek, Geschiedenis der Burgerwapening in Nederland. Leid 1831. 8°.
Hollands Leeuw ontwaakt. Tafereelen en herinneringen uit de dagen van den Belgischen opstand. 'sGrav. 1831. 8°.
F. J. Hallo, Staatkundige handelingen van de Londensche Conferentie in de zaken van Holland en België in 1830 en 1831 Amst. 1831. 8°.
In 't veld. Herinneringen en indrukken uit de jaren 1830 en 1831 door een oud-lid van de vrijwillige Jager-compagnie der Utrecht-sche Hoogeschool. Dord. 1856. 8°.
26
Mr. H. van A. (Mr. A. W. Engelen), Herinneringen van vroeger en later leeftijd en van gedenkwaardige land- en tijdgenooten. Tiel 1884. 8°.
C. G. Withuijs, Gedenkboek van 1830—1831. Poëzy en Proza. Amst. 1856 (Niet in den handel). 8°.
Gedenkboek der inhuldiging en Feesttogten van Z. M. Willem II 1840—1842. 'sHert. 8°.
4. gewestelijke en plaatselijke geschiedenis en beschrijving.
c. Gelderland.
(Is. An. Nijhoff), Statistieke beschrijving van Gelderland, uitgegeven door de commissie van landbouw in dat gewTest. IVIet platen en tabellen. Amst. 1826. 8°.
Mr. L. A. J. W. Baron Sloet, Bijdragen tot de kennis van Gelderland (Grondgebied, bodem, water en polders). Arnh. 1853. 8°.
Mr. J. W. Staats Evers, Gelderlands voormalige steden. Arnh. 1891. 4°.
- Het reisje door Gelderland. Nijmegen 1830. 8°.
A. J. Servaas van Rooijen, Gelderland in. Herinneringen en indrukken. Schoonhoven. 8°.
A. J. C. Keemer, De Graven in Hameland en de oorsprong der Graven van Nassau,, Gelre, Cleve en Zutphen. Arnh. 1873. 8°.
-Hattuaria, De oorsprong der Graven van Gelderland en Cleve.
'sGrav. 1887. 8°.
P. Nijhoff, Bijdragen tot de Geschiedenis van het voormalig Hof van Kremer van Gelderland. Arnh. 1855. 8°.
- Registers op het Archief, afkomstig van het voormalig Hof
des vorstendoms Gelre en het Graafschap Zutphen. Arnh. 1856.
Groot Geldersch PI a c c a a t b o e k, inhoudende de placcaten en ordonnantiën, soo by wylen Keyser Kaerle en Coninck Philips, als hertogen van Gelre en graven van Zutphen, als by de staten enz. uitgegeven sedert 1543—1700; verz. en uitgegeven door W. van Loon. Nijm. 1701—1703. 2 dln.
Derde deel (vervolg tot 1740), uitgegeven door H. Cannegieter. Arnh. 1740. In 1 band folio.
Vierde deel (vervolg tot 1760 ingesloten), verzameld door Oswald Tulleken (handschrift.)
27
Gereformeerde Dijkrechten van Thielre ende Bommelrewaarden. Arnh. 1683. folio.
H. C. A. Thieme, de Imperantis circa aggeres in Gelria iure. Arnh. 1842. 8°.
M. Kolff, Historisch staatsregterlijk onderzoek naar de diikplig-tigheid in Gelderland. Tiel 1870. 8°.
Wat is Kecht? Eenige opmerkingen aan de hand der geschiedenis over de waterlossing der polders in het Rijk van Niimegen en Maas en Waal. Utr. 1880 8°.
J. de Koning, Eene bijdrage tot het Oud-Geldersch Waterrecht. (Overdruk uit her, Weekblad „De Ingenieurquot; van 2 April 1892 No. 14). 8°. 1 '
J. I. Pontani, Historiae Gelriae ad annum 1581 libri XIV. Cum chorographica descriptione et mappis geogr. Harderv. 1639. folio.
P. Bondam, Charterboek der hertogen van Gelderland en graven van Zutphen, behelzende hun handvesten, privilegiën enz. (670—-1286). Utr. 1809. 4 stukken, folio.
W. A. van Spaen, Oordeelkundige inleiding tot de Historie van Gelderland. Utr. 1801. 4 dln. 8°.
Is. An. Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuitgegeven oorkonden opgehelderd en bevestigd. Arnh. 1830—1862, 6 dln. (Ontbreken 4e en 5e deel). 4°.
L. A. J. W. Baron Sloet van den Beele, Oorkondenboek dei-graafschappen Gelre en Zutfen. Van 673—5 Juni 1283. (Slag van Woeringen). 's Hage 1872—76. 2 dln. 4°.
Verbeteringen in Sloet's Oorkondenboek der Graafschappen Gelre en Zutfen. (Overdruk uit de Bijdragen voor Vad. Gesch. en Oudheidk. 3e Reeks). 8°.
L. A. J. W. Baron Sloet, Des Hertogs Huis te Hattem in het begin der XVde eeuw.
De rechten van Loei, Milster en Waverloholt, in de gemeente Didam.
Gerrit van Bevervoorde schaakt jure militari Juffer Anna Magdalena van Rheden in het jaar 1589. (Overdrukken uit de Bijdragen voor Vad. Gesch. en Oudheidk.) 8°.
— Het Hoogadellijk, vrij wereldlijk Stift te Bedbur bij Kleef en zijne juffers. Amst. 1879. 4°.
Mr. G. van Hasselt, Geldersche Oudheden. Arnh. 1805. Ie dl. 80-
28
- Geldersch Maandwerk voor liet jaar 1807. Arnh. 1807. 2 dln. 8°.
Mr. J. W. Staats Evees, LijfstrafTelijke regtspleging in Gelderland. Arnhem 1859. 8°.
J. Scheasseet, de Jure deeimandi Gelriae. Hard. 1723. 8°.
J. G. Thye Hannes, De Jure, quo Gelriae Ducatus ac Zutphaniae comitatus domui Austriacae cessit. Luyd Bat. 1830. 8°.
G. van Heeckeeen tot Xell, De Jure quo Gelriae et Transisalanae regiones postquam a0 1672 ab hoste fuerant occupatae, in antiquum foedus recipi debuissent. Tr. ad Rh. 1839. 8°.
Mr. A. Brants, Bijdrage tot de Geschiedenis der Geldersche Plooie-rijen. Leid. 1874. 8°.
P. Nijhoff, Het voornaamste uit de geschiedenis van Gelderland, aan jonge lieden verhaald. Arnh. 1855—1856. 2 stukjes in een band. 8°.
Johs Hk Jonckees, Uit eene Geschiedenis der Over-Betuwe. (Twee overdrukken uit den Gelderschen Volksalmanak). 8°.
L. F. du Celeiée Muller, Ingenieur van den Waterstaat, Beschrijving van den Watervloed in Gelderland in Januarij en Febmarij 1861. Leiden 1861.
Almanak der Provincie Gelderland, 1817 en 1818. Arnh. 8°.
F. C. D. Bauer, Regeringsalmanak van en voor de Provincie Gelderland voor het jaar 1855. Nijm. en Arnh. 1855. 8°.
Geldersche Volksalmanak voor de jaren 1835—1892. Arnh. 63 deeltjes. 8°. De Jaargangen 1835, 43, 53, 57 en 64 bis.
H. G. Hartman Jz., Van de Veluwe en uit den Achterhoek in vroegere tijden. Verzamelde Schetsen. Arnh. 1389. 8°.
P. A. H. Geeaerds Thesingh. Do ontwikkeling van de Veluwe in verband met de verdediging des lauds. Arnh. 1867. 8°.
De boerderijen op de Veluwe en nog iets. Barneveld 8°.
Gereformeerd Landrecht van Veluwe end Veluwenzoom. Arnh. 1602. 8°.
- met de veranderinghe op 't Capittel van appellaciën ende
claringhe van Engelander Holt. Arnh. 1718. 8°.
J. L. Beens, Het landrecht van de Veluwe end Veluwezoom van 1593. Arnh. 1886. 8°.
A. Roeloes, Bijdrage tot de Geschiedenis der Grondrenten op de Veluwe. Leid. 1886. 8°.
29
Th. H. F. van Riemsdijk. De Hooge Bank van het Veluwsche Landgerecht in Engelanderholt. Utr. 1874. 8°.
- Vier gedingen uit de Veluwsche Klaarbanken. (Overdruk uit
de Nieuwe Bijdr. voor Eechtsgel. en Wetgeving N. R. Deel I. Stuk 1. bl. 47). 8°.
Deductie yan de Regten en Privilegiën der stad Arnhem. Arnh. 1783. 8°.
Mr. G. van Hasselt, Kronyk van Arnhem. Arnh. 1799. 8°.
Mr. J. W. Staats Evers, Kroniek van Arnhem van 1789 tot 1868. Arnh. 1865. 8°.
- Beschrijving van Arnhem. Arnh. 1868. 8°.
- Arnhem omstreeks 1572. Arnh. 1872. 8°.
- Arnhem in November 1813. Arnh. 1863. 8°.
- Bijdragen tot de Geschiedenis der Regtspleging in Gelderland
bijzonder te Arnh. 1868. 8°.
- Johannes Fontanus, Arnhem's eerste Predikant (1577—1605
en zijn tijd. Arnh. 1882.
J. An. Nijhoff, Arnhem en zijne omstreken. Arnh. 8°.
- Geldersch Arcadia of wandeling onder Biljoen en Beekhuizen. 8°.
P. Nijhoff, Inventaris van het Oud Archief der gemeente Arnhem. Arnh. 1864. 8°.
C. van dee Voobdt Pieck, Statuta Gannitentia hoc usque inedita. Traj. ad Rh. 1783. 4°.
H. Bouman, Geschiedenis van de voormalige Geldersche Hooge-school en hare Hoogleeraren. Utr. 1844—1847. 2 dln. 8°.
Dr. F. C. B. van Bleeck van Rijswijk, De stichting van het Nassau-Veluwsch Gymnasium te Harderwijk, herdacht op 18 Juni 1872. Harderw. 1873. 8°.
Mr. P. A. N. S. van Meurs, Geschiedenis der Rechtsontwikkeling van Elburg. Arnh. 1835. 8°.
P. Nijhoff, Inventaris van het Oud Archief der gemeente Doesburg. Doesb. 1865. a0.
Mr. J. J. van Hasselt, Scholia ad reformationen comitatus Zut-phencie of aanteekeningen op de landrechten van Zutphen. Arnh. 1767. 8°.
30
N. van Til, Beknopte en plaatselijke beschrijving van de stad Zutphen en hare omstreken. Zutph. 1830. 8°.
Mr. R. W. Tadama, Geschiedenis der stad Zutphen van de vroegste tijden tot 1795. Arnh. 1856. 8°.
J. G. Feederiks, De intocht van Hertog Karei den Stoute te Zutphen, 4 Aug. 1473. Utr. 1876. 8°.
Landregt van Thielre en Bommelrewaarden, Heerewaarden en 't Ampt van Beest en Rhenoy. Arnh. 1721. 8°.
E. D. Rink, Beschrijving der stad Tiel met bijvoegsels, bijlagen en vervolg. Tiel. 1836—1847. 3 stukken. 8°.
Beschrijving der stad Bommel, haar opkomst, aanwas enz. dooreen Geldersch regtsgeleerde. Amst. 1765. 8°.
Mr. W. van de Poll, Het kasteel quot;Waardenburg. Tiel. 1853. 8°.
-Tiel in 1813 en 1814. 8°.
Het Praemonstatenserklooster te Zennewijnen. 8°.
Stad- en landrechten, mitsgaders ordonnantiën en Reglementen des Graafschaps Cuylenborg. Nijm. 1740. 8°.
Gedenkschrift van het Elizabeth Weeshuis te Culemborg 1560 —1860. Culemb. 1860. 8°.
Ordonnantiën en Resolutiën van het Quartier van Nijmegen. 2 dln. 8°.
- betreffende de beloninge van Rigter enz. v. 22 Dec. 1742. 8°.
Quartier's en landdagsrecessen, gehouden te Nijmegen en Zutphen in 1795. 3 dln. 8°.
Reces des Quartiers van Nijmegen voor 1795, 1796 en 1797. 8°.
P. J. H. van Geootenray, De bonis praecipuis {mdgo., Voordeels goederev) quae in quatuor Praefecturis et Novimago obtinenc R. L. B. 1776. 4°.
Gereformeerde Landtrechten van het Ryck van Nymegen, van de Ampten van tusschen Maas en Waal, Over en Nederbetuwe. Arnh. 1686.
- met eenige nadere resolutiën. Arnh. 1765. 8°.
Aanteekeningen op de Gereformeerde Landrechten van het Rijk van Nijmegen. Nijm. 1777. 8°.
Geldersche Rechten des Ruremundtschen Quartier Rurem. 1620. fol.
Mr. J. H. Roükens, Landbrief der Circuls van den Oy met des-selfs ampliatie. Nijm. 1750 8°.
31
Ordonnantie van 't Nederrijksch Walt. Anno 3 655. 8°.
Signaat van 't Nederrijks Walt van 1669 tot 1681. 8°. - van 1681 tot 1704. 8°.
6. Werken Nijmegen betreffende.
J. Smith, Oppidurn Batavorum seu Noviomagum. Liber singularis. Amst. 1664. 4°.
H. K. Arkstée, Nijmegen, de oude Hoofdstad der Batavieren. Nijm. 1758. 8°.
Een deel inhoudende:
a. De Cronyk van J. Smetius van Nijmegen. Nijm. 1784. 8°.
b. Vervolg der Kronyk van Nijmegen tot den jare 1818. Nijm. 1818. 8°.
c. Bijvoegsels tot de Annales en Chronyk van Nijmegen. Nijm. 1792. 8°.
d. Lotgevallen en eindelijke ondergang van den alouden Burgt binnen Nijmegen. Nijm. 8°.
e. Bijvoegsel tot de lotgevallen van den gewezen Burgt te Nijmegen betreffende de aloude Capellen aldaar. Nijm. 1804. 8°.
f. Nijmegen verdeeld in wijken, straten, stegen. Kerken en Godsdienstige Gestichten te Nijmegen. Nijm. 1805. 8°.
g. Quartierlijke Academie en Apostolische of Latynsche school te Nijmegen. 8°.
Handvesten en onuitgegeven Charters van Nijmegen. Nijm. 8°.
Vervolg der Handvesten. Nijm. 1789. in één band. 8°.
Annales Noviomagi Oppidi olim Batavorum. Noviom. 1790. 8°.
Een bundel met de volgende zeven verhandelingen:
a. De aris et lapidibus votivis ad Neomagum et Sanctenuin effosis. Nov. 1783. 6°.
h. De columna militaria Trajani supra Neomagum in pago Beek effosa, Nov. 1783. 8°.
c. De sarda seu corneola crucem et pisciculos referente ad quartum lapidis jactum infra Noviomagum non procul a Vahalis ripa inventa. Nijm. 1787. 8°.
cl. De operculis pyxidum M. Ulpii Heracletis Myropolae prope Noviomagum inventis. Nov. 1787. 8°.
32
e. Vertaling en korte uitlegging van de opschriften op altaren en gedenkteekenen der Romeinen binnen Nijmegen uitgegraven en op het Raadhuis aldaar geplaatst. Nijm. 1787. 8°.
f. Iets betreffende de gevonden oudheden op de Winseling, Len-nep's kamer en den Romeinschen voet. Nijm. 1802. 8°.
y. Romeinsche overblijfselen, opgedolven in den omtrek van Nijmegen, door Xtaliaansche en Fransche oudheidkundigen beoordeeld. Nijm. 1819. 8°.
Een bundel inhoudende:
a. Küijpee's platte grond van Nijmegen met photogruphiën van de Markt, het Stadhuis en het Gasthuis.
b. Hoffkamp's platte grond van Nijmegen.
c. Stuiversgids van Nijmegen.
e/. De Voogt. Monnaies imperiales frappées a Nimègue. Brux. 1867.
f. Bijlagen. Voorwerpen gedurende de jaren 1864—1870 bij de Commissie tot bewaring van Gedenkstukken van Geschiedenis en Kunst te Nijmegen ingekomen. Acht stuks. 8°.
g. Verslagen dierzelfde Commissie over 1879—1886. acht stuks. 8°.
Bijlagen tot den tweeden druk der Beschrijving van de Gemeenteverordening te Nijmegen. Nijm. 1872. 8°.
h. Catalogus van boeken en manuscripten voorhanden in de stedelijke bibliotheek te Nijmegen. Nijm. 1868. 8°.
i. Inventaris van het Oud-Archief van het Oud-burgergasthuis te Nijmegen, opgemaakt door Mr. J. M. van Pabst van Bingee-den. Nijm. 1871. 8°.
j. Mr. W. van de Poll, Het oudste gemeentezegel van Nijmegen. 'sGrav. 8°.
k. Mr. J. B. Kan, Het 325-jarig bestaan van de Apostolische schoei, thans Gymnasium te Nijmegen. Utr. 1869. 8°.
I. J. B. Kan, Geschiedenis der Apostolische school te Nijmegeiv, le stuk. (Overdruk uit het Tijdschrift voor de Gymnasia 1865— 1866) 8°.
m. P. Nijhoff, De Akademie te Nijmegen. (Overdruk uit den Gelderschen Volksalmanak van 1864) 8°.
n. Eenige voorwerpen van Romeinschen oorsprong uit de Gemeenteverzameling te Nijmegen, beschreven door de Commissie aldaar.
33
(Overdruk uit de Bijdr. voor Vad. Geseh. en Oudheidk. Nieuwe Reeks, Deel IV) 8°.
o. Dr. J. H. A. Scheers, Iets over de verdedigingsmiddelen van Nijmegen. (Overdruk uit de Nijmeegsche Nieuwsbode) 8°.
p. - Het Valkhof te Nijmegen. (Eene korte beschrijving ten
dienste van vreemdelingen). Nijm. 1876. 8°.
q. Mr. W. van de Poll, Het blok in het Archief te Nijmegen. (Overdruk uit den Gelderschen Volksalmanak van 1885) 8°.
r. T. Heijnen S. J., Het overhuifd Hoogaltaar der St. Ignatius-kerk te Nijmegen (Molenstraat). Arnh. 1869. 8°.
s. Iets over Oud-Nijmegen voor de verpanding van Gelderland, benevens eene chronologische lijst der Burggraven en Richters te Nijmegen. Nijm. 8°.
t. P. C. G. Guyot, De sluiting van het traktaat, waarbij Nijmegen in 1585 terugkeerde onder de gehoorzaamheid des Konings van Spanje. (Overdruk uit de Bijdragen van Vad. Gesch. en Oudheidk Deel VI) Arnh. 1848. 8°.
ii. Mr. E. J. B. Schonck, Lotgevallen van Nijmegen's Burgt, gezegd het Valkhof. Nijm. 1805. 8°.
v. Mr. L. Ph. O. van den Bergh, Het Nijmeegsche geslacht Kanis. (Overdruk uit de Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudheidk. Nieuwe Reeks, Deel IV) 8°.
w. Bijlagen bij het leven van den gelukzaligen Peter Canisius door Pater E. Sequin S. J. In 't hollandsch overgezet en vermeerderd en verbeterd door P. Bongaekts. 's Hage 1865. 8°.
x. Keizer Karel's klok. Een praatie in de Nimwigse taal. Niim. 1839. 8°.
ij. Mr. L. A. J. W. Sloet, Mededeeling omtrent een handschrift te Nijmegen over den Ridder met de Zwaan. (Overdruk uit de Verslagen der Kon. Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde. Deel XII) Amst. 1869. 8°.
x. W. F. G. L. van Hooff, Kapitein-Ingenieur. Ooizaak der verzakking te Nijmegen. Dordr. 1862. 8°.
a a. Tentoonstelling van schilderijen van levende meesters te Nijmegen in 1841. Nijm. 8°.
b b. Nijmeegsche Nieuwsbode 4 Maart 1870, N0. 204.
c c. Naamlijst van leden van het Stadsconcert te Niimee-en. 1839— 1843. 8°.
3
34
d d. Niimeeesche vreemdenlijst 1838. Proef 15 Dec. 1838—1839, N0. 2 en 6. 8°.
ee. P. C. G. Güyot, Bijdragen tot de Geschiedenis der Doopsgezinden te Nijmegen. Nijm. 1845. 8°.
ff. Aanteekeningen uit liet Archief te Nijmegen. (Manuscript van Mr. L. Ph. C. van den Bergh).
g g. Verzameling eener geschiedenis van de beide Weeshuizen te Nijmegen in de eerste helft der 19e eeuw. 8°.
h h. Schets der lotgevallen van het voormalig Burger-Kinderen weeshuis en Arme Kinderenhuis, en Protestantsch Kinderen weeshuis en Roomsch-Katholiek weeshuis. Nijm. 1860. 8°.
i i. Mr. J. M. van Pabst van Bingerden, De Gasthuiskwestie te Nijmegen. Nijm. 1873. 8°.
jj. P. Nijhoff, Berigt aangaande het Oud-Archief der gemeente Nijmegen. Arnh. 1864.
h k. Inventaris van het Oud-Archief der gemeente Nijmegen. Arnh. 1864. 8°.
11. Beschrijving der gemeenteverzameling te Nijmegen. Nijm. 1864. 8°.
mm. - 2e druk. 1873. 8°.
n n. Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Nijmeegsche Bijzonderheden. Nijm. 1881. 8°.
o o. Marieken van Nijmegen. Eene Nederlandsche Volkslegende uit de 16e eeuw, met eene inleiding, woordverklaring en aanteekeningen van Dr. J. van Vloten, 's Grav. 1854. 8°.
pp. Noviomagum, Herinneringen aan Nijmegen's Geschiedenis, verzameld door H. van Lummel. Nijm. 8°.
q q. Gereformeerde landt-rechten ende gewoonten van het Rijck van Nijmegen, van de Ampten van tusschen Maas en Waal, Over-ende Neder-Betuwen, mitsgaders van de heerlijkheden ende gerighten daaronder resorterende. Arnh. 1686. 8°.
rr. G. C. in de Betouw, De ordine procedendi coram Neoma-gensium tribunalibus et vetustissimis quibustum civitatis Neomagen-sis consuetudiaibus. Lug. Bat. 1786. 8°.
s s. Een bundel Gemeenteverordeningen. 8°.
11. Naamlijst van personen, die het Nijmeeg's Oud-burgerrecht bezitten. Nijm. 1881. 8°.
Bovenstaande werken zijn afkomstig van de Bibliotheek van Mr. L. Ph. C. van den Bergh.
35
Tractaat van het voorgevallene te Nijmegen en A rnhem. 1702 en 1703.8 0.
Twee bundels oude Ordonnantiën en politieverordeningen van Nijmegen. 8°.
C. C. Haverkamp, Algemeen overzigt betreffende gemeenteaangelegenheden der stad Nijmegen van 1840 tot en met 3850. Nijm. 1851.8°.
Verslagen van den toestand der gemeente Nijmegen 1854—1891. Nijm. 1855-1892. 24 dln. 8°.
Huishoudelijk Reglement voor het beheer en bestuur der beide Weeshuizen te Nijmegen. Nijm. 1856. 8°.
Rapport der Commissie van onderzoek naar den toestand van het openbaar lager en meer uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Nijmegen, benoemd door het bestuurder vereeniging Volksonderwijs. Nijm. 1877. 8°.
Verslag van de minderheid der Commissie in zake het Oud-Burgeren Gasthuis te Nijmegen. Nijm. 1872. 8°.
Programma en verslag van het XHI110 Nederl. landhuishoudkundig Congres,gehouden te Nijmegen den 29,30 Junij, 1,2en 3 Julij 1853.8°.
Kort verslag van de handelingen van den Raad der gemeente Nijmegen 1869. Nijm. 1869. 8°.
Officieel Verslag van de handelingen van den Raad der Gemeente Nijmegen 1877. 8°.
De Merwe en quot;Waalspoorweg (Dordrecht—Papendrecht—Gorinchem— Tiel—Arnhem—Nijmegen). Dord. 1865. 8°.
D. Vreede, Een woord over de spoorwegverbinding Amersfoort— Nijmegen. Wagen. 1876. 8°.
Bezwaarschrift van den Directeur der Ned. Centraal Spoorweg-Mij. betreffende den ontworpen Staatsspoorweg van Amersfoort naar Nijmegen dd. 8 Dec. 1877 No. 15993. Utr. 8°.
Mr. E. J. B. Schonck, Lotgevallen van Nijmegen's burgt, sezeerd Het Valkhof. Nijm. 1805.
Beschrijving van de voorwerpen van het Museum van Oudheden van Nijmegen, opgemaakt door J. V. W. Krui. van Stompwijk en Dr. J. H. A. Scheers. Nijm. 1864. 8°.
- 2e vermeerderde druk. Nijm. 1870. 8°.
Bijlage tot den 2en druk. Nijm. 1878. 8°.
Catalogus van het Museum van Oudheden te Nijmegen, door Th. H. A. J. Abeleven en A. M. van Vooethuijzen. Nijm. 1889,90.8°.
36
Catalogus van de bibliotheek van het Museum van Oudheden te Nijmegen. Nijm. 1892. 8°.
Inventaris van het Oud-Archief der gemeente Nijmegen, opgemaakt door P. Nijhoff. Arnh. 1864. 8°.
Inventaris van het Oud-Rechterlijk Archief der gemeente Nijmegen, opgemaakt door Mr. W. van de Poll. Nijm. 1890. 8°.
Inventaris van het Oud-Archief der Nijmeegsche Broederschappen, opgemaakt door Mr. J. G. Ch. Joosting. Nijm. 1891. 4°.
Stadrechten van Nijmegen. Eerste Stuk. 's Grav. 1890. 8°.
Geschiedkundig verslag der voornaamste bijzonderheden, rakende de tegenwoordige Weeshuizen te Nijmegen. Nijm. 1836. 8°.
Schets der lotgevallen van het voormalig Burger-Kinderen-Weeshuis en Armenkinderenhuis, nu Protestantsch-Kinderen-Weeshuis en Roomsch-Katholijk-Weeshuis. Nijm. 1860. 8tf.
Bethonica ende Bethoninge van saecken aengaende het recht 't welcke den Ridderlijcken Orden van St. Johan tot Hierusalem in 't Eylandt van Malta residerende, competeert tot derselver goederen ghelegen alomme in de Ver. Ned. Provinciën. Anno 1642. 8°.
Dit geschrift betreft het St. Janshuis te Nijmegen.
Brieven, gewisseld tusschen Nijmegen met hare Spaansche bezetting en Arnhem in 1587, uitgegeven door G. van Hasselt. Arnh. 1805. fol.
J. Smetius, Chronijk van de Stad der Batavieren, benevens de beschrijving van Nijmegen tot 1784. Nijm. 8°.
Handvesten en onuitgegeven charters, behoorende tot de beschrijving en chronijk van Nijmegen. Nijm. 8°.
Vervolg der Handvesten van Nijmegen en andere onuitgegeven charters, bij de opening van den Blok ontdekt. Nijm. 1789. 8°.
Annales Noviomagi, oppidi olim Batavorum hodie primariae Gelrorum civitatis. Nov. 1790. 8°.
Bijvoegsel tot de Annales en Chronijk van Nijmegen uit de rekenboeken en guedesdagboeken. Nijm. 1792. 8°.
Iets over Oud Nijmegen voor de verpanding aan Gelderland, benevens eene chronologische lijst van Burggraven en Richters. Nijm. 1840, 8°.
J. van Schevichaven. Geschiedkundige plaatsbeschrijving van het Rijk van Nijmegen. Nijm. 1840. 8°.
37
C. ten Hoet Jr., Het Geldersch lustoord of de beschrijving van de stad Nijmegen en derzelver omstreken. Nijtn. 1823. 8°.quot;
W. Kelder, De stad Nijmegen en hare omstreken, geschiedkundig en plaatselijk beschreven. Nijm. 1854. 8°.
B. ter Haar Bz., Berg-en-Dal. Gids voor de bezoekers van Nijme-gen's omstreken. Derde verbeterde en vermeerderde druk. Nijm. 8°.
W. C. Schoststedt, De Wallen van Nijmegen. Nijm. 1889. 8°.
Mr. J. quot;W. Staats Evers, Nijmegen beschreven. Arnh. 1891. 8°.
A. E. Mackay van Ophemert, Iets over Niimegen's herstelline in 1814. 's Grav. 1864 bis. 8°.
Mr. J. J. L. van der Brugghen, Iets over Niimesren als vesting. Nijm. 1852. 8°. j = ë
- Troostrede aan het oude Nijmegen. Utr. 1861. 8°.
J. B. Kan, Geschiedenis der Apostolische school te Nijmegen. Eerste stuk. (Overdruk uit het Tijdschrift voor de Gymn. en H. B. Scholen 1865/66). Zutf. 8°.
Mr. J. F. Bijleveld, Iets over het Oud-Burgeren Gasthuis te Nijmegen. Nijm. 1871. 8°.
Mr. J. W. Staats Evers, Een merkwaardig boek over de Nijmeesr-sche Pest van 1636. Nijm. 1879. 8°.
Onze Lieve Vrouw van Nijmegen. (Overdruk). 8°.
Mr. W. van de Poel, Nijmeegsche Schilders. (Overdruk uit het Archief van Nederl. Kunstgeschiedenis.) 8°.
- De Belvedere te Nijmegen. (Overdruk uit den Gelderschen
Volksalmanak van 1890.) 8°.
Maarten Schenk s herinneringen te Nijmegen. (Overdruk uit den Geldersehen Volksalmanak van 1892.) 8°.
Het dorp Hatert als Schependom van Nijmegen en de Teerdijk. 8°.
J. C. F. van der Meer van Kuffeler, De voormalige Illustre-school en Academie te Nijmegen. (Overdruk uit de Tijdspiegel 1890). 8°.
J. J. Weve, De Gierbrug te Nijmegen. (Overdruk uit de Waterbouwkunde). 8°.
Flora van Nijmegen, door Th. H. A. J. Abeleven. Ie gedeelte, Plantae vasculares. 2e gedeelte, Plantae cellulares. 8°.
38
Het feest van de school op den Klokkenberg te Nijmegen, 8 Mei 1887. Nijm. 1887. 8°.
C. V. van Noppen, Levensbeeld van H. A. Gerritsen in de lijst van de Christelijke Normaalschool op den Klokkenberg. Nijm. 1884. 8°.
Officieele Feestgids voor de Maskeradefeesten te Nijmegen, 30 Juni tot 2 Juli 1890. Nijm. 1890.
De blijde inkomst van Keizer Karei V te Nijmegen op 6 Febr. 154:6, Nijm. 1890.
I. Nijmegen in 1254—1257, 1313—1396, 1400—1499. II. , , 1500-1599.
III. , , 1600-1699.
IV. , , 1700-1794.
Manuscript van G. van Hasselt.
c. Holland en Zeeland.
A. Kluit, Historia critica comitatus Hollandiae et Zeelandiae ab antiq. inde deducta temporibus; sist. Chronicon Hollandiae vetus-tissimum anon. mon. Egmondani not., comm. et cod. diplom, chart, et docum. ill. Cum fig. Mediob. 1777—1782. 2 torn, 3 partes. 4°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Amst. 1865-1873. 2 din. 4°.
Mr. P. A. S. van Limburg Brouwer, Boergoensche Charters 1428—1482. Derde Afdeeling van het Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Amst. 1869. 4°.
Informacie op den staat, faculteit ende gelegenheyt van de steden ende dorpen van Hollant ende Vrieslant, om daernae te regu-leeren de nieuwe schildtaele, gedaen in den jaere 1514. Leid. 1866. 4°.
Bijvoegsel. Zittingen en omslagen van 1496, 1515 en 1518. Leid. 1877. 4°.
Handvesten ende privilegiën der Graven van Hollandt. 's Grav. 1663. 4°.
Kronyk van Egmond of Jaarboeken der vorstelijke Abten van Egmond, in 't Latyn beschreven door Jan van Leyden, vertaald door G. Kempher. Alkm. 1732. 4°.
Tegenwoordige Staat der Vereen. Nederl., Deel IV- VIII, behelzende Beschrijving van Holland. Amst. 1742—1750. 8°.
Mr. G. de Vries Az., De zeeweringen van Noord-Holland. Haarl. 1864. 4°.
39
Mr. G. de Vries Az., Het hoogheemraadschap van den Honds-bossche en Duinen tot Petten. Oorsprong en geschiedenis van de verrigting des bestuurs. 1856. 8°.
- Nieuwe bijdragen tor de geschiedenis van het Hoogheemraadschap van den Hondsbossche en Duinen tot Petten. Amst. 1869. 8°.
J. H. Hingmak, De Maas en de dijken van den Zuidhollaudschen waard in 1421. 's Grav. 1885. 4°.
De Batavische Arkadia. (Zonder titel). 8°.
C. ï. A. Milders, Het oude versterfrecht in Holland en Zeeland. Leid. 1888. 8°.
Handvesten ofte Privilegien ende Octroven enz. van de stad Amsterdam tot 1747 en verv. tot 1755. Amst. 1748—1756. 3 dln. fol.
Dr. P. ScheLiTema, Inventaris van het Provinciaal Archief in Noord-Holland. Amst. 1874. 8°.
- Catalogus van de Bibliotheek der stad Amsterdam. Zesde
gedeelte. Amst. 1876. 4°.
- De oudste regten van Amsterdam. Uitgegeven den 27sten October. 1875. Amst. 8°.
W. J. Hofdijk, Amsterdam's opstanding. 26 April 1578. Amst. 1872 8°.
De zegepraal van Amstel's burgeren over de dwingelandij door de regelmatige ijver en standvastigheid der braven, beginnende met den 26 Februari 1727. Amst. 1787. 8°.
De altijd achtingswaardige Burger Hendrik Hooft. Oud-Burgeniees-ter der stad Amsterdam. Amst. 1794. 8°.
Theod. Jorissen, De Patriotten te Amsterdam in 1794. Amst. 1874.
Dr. W. Moll, Een woord ter inwijding van de Universiteit der stad Amsterdam. Haarl. 1843.
De onthulling van het Sarphatis-monument. 15 Juli 1886.
Het tweede eeuwgetijde van het leggen van den eersten steen van het Stadhuis (thans Paleis) van Amsterdam, herdacht door de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Amst. 1849. 4°.
Martin Kalff en S. M. N. Cahsch, In 't Oumanhuis. Kijkjes op de tentoonstelling. Amst. 1876. 8°.
M. Fokkens, Beschrijvinghe der wijd-vermaarde Koopstadt Amstel-redam. Amst. 1663. 8°.
Chronyk van Amsterdam. Amst. 8°.
40
F. A. Buis, (A. N. J. Fabius), de heiden en weiden van Gooiland. Helv. 1887. 8°.
Mr. A. J. Enschedé, Verslag over de geschiedenis van den eigendom van eenige Grasthuizen te Haarlem. Amst. 1862.
- Verslag over de geschiedenis en den eigendom van het St.
Elizabeth of Groote Gasthuis te Haarlem. Haarl. 1863. 8°.
Vinsent Loosjes, Gedenkschriften wegens het vierde eeuwgetijde van de uitvinding der boekdrukkunst door Laurens Janszoon Koster, gevierd te Haarlem den 10 en 11 Julij 1823. Haarl. 1824.
C. W. Bruinvis, Het Patriotisme te Alkmaar 1781—1791. Alkmaar. 1886. 8°.
G. Brandt, Historie der vermaarde zee- en koopstadt Enkhuisen. Hoorn. 1747. 8°.
Mededeelingen van de vereeniging tot beoefening der geschiedenis van 'sGravenhage 1865—1876. 3 afleveringen. 4°. •
's Gravenhaagsche Dagbladen en nog iets over de 's Gravenhaag-sche Dagbladen. 8°.
Mr. Daniel Veegens en zijne Haagsche studiën. (Overdruk uit de Gids N0. 12) 8°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, 's Gravenhaagsche Bijzonderheden. 'sGrav. 1857-1859. 8°.
Mr. J. Soutendam, Eene wandeling langs Delft's straten en grachten in 1600. Delft. 1882. 8°.
Jhr. W. C. Rammelman Elsevier, Inventaris van het Archief der gemeente Leiden, bevattende hare registers en bescheiden van algemeenen aard, alsmede die van het beleg en ontzet der stad Leiden in 1574. Tweede deel Leiden. 8°.
R. Fruin, Het beleg en ontzet der stad Leiden in 1574. !s Grav. 1874. 8°.
J. F. Bergman, De oude Leidsche patroon of derden October's banket. Een verhaal van Leiden's beleg en ontzet van 1574. Leid. 1867.
Stedelijk Gymnasium te Leyden. 1848—1849.
Joannis de Wal, Oratio de muneris Rectoris Magnifici origine ejusque creandi ratione diversis temporibus ac locis diversa. Accedunt Academiarum Neerlandicarum fasti rectorales. Luq. Bav. 1845. 8°.
41
Dr R Fruin, Redevoeringen, uitgesproken als Rector Magnificus aer Universiteit te Leiden gedurende het studiejaar 1877—78 Leid. 1878. 8°.
Leydsche Studenten-almanak 1847. Leyd. 1848. 8°.
Mr. G. Mees, Het Rotterdamsche oproer in 1690. Amst. 1869. 4°.
Handvesten, privilegiën, vrijheden, voorregten, overeenkomsten enz der stad Dordrecht met geschied- en oudheidkundige aanmerkin-f®quot;' opgehelderd door Mr. P. H. van de Wall. Dortr. 1770— 178d. 8 dln. riet registers in 9 banden fol.
Dr. J. A. van der Chys, Geschiedenis van Dordrecht's krankzinnigenhuis. Dordr. 1886. 8°.
C. C. Reitzius, Zeelaiidia jura slnqularia. Traj. ad Rh. 1714. 4°.
Mr; °E ^o^aah. Inventaris van het Oud-Archief der
stad Middelburg. Middelb. 1880. 4°.
Maria van Haemstede of het gevecht bij Brouwershaven. 8°.
d. Utrecht.
Groot Placaatboek vervattende alle do placaten, ordonnantiën en edicten der Staten 's lands en der bur^emeesteren van Utrecht tot 1728 door J. J. van de Water. Utr. 1729. 3 dln.
d tt J' Ve®medlen. Inventaris van het Archief der Provincie Utrecht van den vroegsten tijd tot het jaar 1810. Utr. 1875. 8°.
M. S. Muller Fz., Catalogus van het Archief der gemeente Utrecht Tweede Afdeeling, 1577—1795. Utr. 1890. 8°.
Inventaris van het Archief der Provincie Utrecht van den vroegsten tijd tot en met het jaar 1813. Boekdeelen en Bundels Supplement. Utr. 1885. 8°.
Tegenwoordige Staat van Utrecht. Deel XXI en XXII. Amst 1750 en 1752. 8°.
Journaal of dagelijksch verhaal van de handel der Franschen in de steden van Utrecht en Woerden sedert hun aankomst tot aan hun vertrek. Amst. 1674.
Ter Haar, Utrecht in 1672. Eene historische voorlezinrr Met aanteekeningen. Utr. 1878.
H. J. Broers, Utrecht. Historische wandelingen. Utr. 1874.
Jhr. J. J de Geer van Oudegein. Het oude Tricht of de oorsprong der stad Utrecht. Uit de oorspronkelijke bronnen beschreven. Utr. 1870.
42
L. H. van Asch van Wijck, De jure et modo, quo in urbeRhe-notrajectina ante annum 1728 eligantur ii quibus in regenda civitate partes erant. Traj. ad Rh. 1839.
Sibaldi Ravii, Oratio panegyrica in natalem centesimurn et quingagesimum Academiae. Trajectinae dicta publice in templo urbis primaro die XXI Maj. 1786. Traj. ad Rh. 1786.
Utrechtsche Studenten-Almanak over de jaren 1824, 1827, 1832, 1835, 1838-1845, 1847—1851. Utr. 18 dln.
A. H. G. P. van den Es, Het vierde eeuwfeest van het stedelijk Gymnasium te Utrecht. Utr. 1874.
e. Friesland.
De vrije Vries, Mengelingen, uitgegeven door het Prov. Friesch Genootschap van Friesche geschiedenis, oudheid en taalkunde. Leeuw. 8°.
Ubbonis Emmii, Rerum Frisicarum historia et de Frisia et republica Frisiorum inter Flevum et Visurgem flumina usque ad annum 1564. libri aliquot. Lugd. Bat. 1616.
Tegenwoordige Staat van Friesland. Tweede en derde deel. Amst. 1780 en 1782.
Jhr. Mr. M. de Haan Hettema, Oude friesche wetten. Tweede deel. Leeuw. 1851. 8°.
Dr. B. J. Linteloo de Geer, De lex Frisionum, uitgegeven en toegelicht door Dr. Kurt, Freiherr von Richthofen naar Pertz. Mommenta Germaniae. Leeuw. 1866. 8°.
G. Colmjon, Register der oorkonden, die in het Charterboek van Friesland ontbreken tot het jaar 1400. Leeuw. 1854. 8°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Onderzoek naar den oorsprong der lex Frisionum. (Overdruk uit Themis,RegtskimdigTijdschrift)80.
J. H. Beucker, Andreae, De origine juris municipalis Frisiae. Traj. ad Rh. 1840. 8°.
Mr. A. Telting, Register van het Archief van Franeker in chronologische orde opgemaakt. Franeker 1867. 8°.
Mr. A. J. Andreae, Kollumerland en Nieuw-Kruisland geschiedkundig beschreven. Kollum 1883. 8°.
W. Eekhof, Friesland. Handboekje voor reizenden door de steden en voornaamste oorden der Provincie Friesland. Leeuw. 1840. 8°.
43
Merkwaardigheden van Hindeloopen. Leeuw. 1853. 8°.
Mr. J. Dirks, Een reisje van Leeuwarden naar Wezel, Kleef enz. en terug, in 1770 door vier Leeuwarders gedaan. (Overdruk uit den Frieschen Volksalmanak) 8°.
/'. Overijssel.
Overijsselsche almanak voor oudheid en letteren. Deventer 1838, 1840, 1841, 1843-1855, 16 dln. 8°.
J. C. Bijsterbos, Animadversiones de ordinibus Transisalanae. Schoonhoven 1839. 8°.
Mr. B. W. A. E. Sloet tot Oldhuis, Het oude ragt en huishoudelijk bestuur der Marke Woolde in Twenthe. (Overdruk uit den Overijsselschen Almanak voor oudheid en letteren) 8°.
P. C. Molhuysen, De Viktualiebroeders of Likdeelers. (Overdruk uit de Bijdragen voor Vaderl. Gesch. en Oudheidkunde, Deel X) 8°.
Inventaris van het Deventer Archief. Dev. 1870. 8°.
Mr. J. Nanxinga Uitterdijk, Kegister van Charters en bescheiden in het Oud-Archief te Kampen, Vie Deel van 1611—1620. Kamp. 1887.
- VHe Deel van 1621—1625. Kamp. 1890. 8°.
Mr. J. L. van Dookninck, De Cameraars-rekeningen van Deventer. Inleiding tot de rekeningen van 1337—1366. Dev. 1888.
- De Cameraars-rekeningen van Deventer. Eerste deel 1337—
1347. Dev. 1887.
- Bladwijzer. Eerste deel. Dev. 1888.
Tweede deel 1348—1360. Dev. 1884, in 3 stukken.
Derde deel 1361—1374. Dev. 1884—1888, met Bladwijzer. Eerste Helft, Dev. 1807. Vier stukken.
- Derde deel. Tweede Helft, 1367—1372. Dev. 1889.
g. Groningen en Drenthe.
Seerp Gratema, Een bijdrage tot de rechtsgeschiedenis van Drenthe. Assen 1883. 8°.
44
h. Noord-Brabant.
Handelingen van het Prov. Genootschap van kunsten en wetenschappen in Noord-Brabant. Derde deel, tweede stuk. 's Hert. 1844. 8°.
Dr. C. R. Hermans. Bijdragen tot de geschiedenis, oudheden, letteren enz. van Noord-Braband. 'sHert. 1846—1848. 2 dln. 8°.
Charters en geschiedkundige bescheiden betreffende het Land van Ravestein. 'sHert. 1849—1854. 8°.
Mr. C. C. N. Keom, Voorlezing over de Patriotten in de Meijerij in 1787 en 1788. 'sHert. 1886. 8°.
- en August Sassen, Oorkonden betreffende Helmond, 's Hert.
1884. 8°.
J. H. Hingman, Inventaris van het Archief der stad Breda, loo-pende tot 10 Dec. 1810. Breda 1884. 8°.
P. van Oldenboech, De belegering en verdediging van de Willemstad in Maart 1793. Dordr. 1793. 8°.
A. C. Bondam, De Ortensche verwikkelingen, 's Hert. 1886.
W. Bezemee, Bijdrage tot de kennis van het oude cijns- en grond-renterecht in Brabant, 's Hert. 1889. 8°.
D. Paringet, Memoriaal of Beschrijvinge van de stad Grave en den lande van Cuyck, Utr. 1752, 2 dln. 4°.
i. Limburg.
Publications de la Societé historique et archéologique dans le duché de Limbourg. Tom. XIV, 1877. Tom. XIX, 1882. Tom. XX,
1883. Nouvelle Série, Tom. I, 1884. Tom. II, 1885. Tom. III, 1886. 8°.
Répertoire alphabetique des mémoires etc. dans les vingt premiers volumes des publications de la société 1863—1883. Maastricht
1884. 8°.
M. D. Franquinet, Overzicht der Gemeentearchieven van Sittard en Venlo. Maastr. 1872. 8°.
- en Dr. L. J. Süringar, Maastricht. Geschiedenis, merkwaardigheden en omstreken. 1875. 8°.
L. J. Suringar, Bijdrage tot de kennis van den regeeringsvorm van Maastricht en zijn ressort, meer bijzonder gedurende het tijdvak 1632—1794. Leid. 1873. 8°.
M. A. H. Willemse, Het heiligdom van de St. Servaaskerk te Maastricht, met 54 gravures. Maastr. 8°.
45
I
Habet's Memorieboek van het klooster van den H. Hieronymus te Roermond, der reguliere Kanonniken van den H. Aueustinus. 1438—1561. Roermond 1877. 8°.
Dr. O. Dappee, Gedenkwaardig bedrijf der Nederlandsche Maat-schappijen op de kusten en in het Keizerrijk van Taisino^ of Sina. Amst. 1670. 8°.
P- J- Veth, Over den toestand en de behoeften van het onderwijs der jeugd in Nederlandsch-Indië. 13 Aug. 1850. 8°.
Dr. C. Leemans, Javaansche tempels bij Prombanon. April 1854. 8°.
Mr. J. A. van der Chijs, Geschiedenis der stichting van de V'ereenigde O.-I. Compagnie en der maatregelen van de Neder-landsche Regering, betreffende de vaart op Oost-Indië, welke aan deze stichting voorafgingen. Leyd. 1857.
Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge, De opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië. 'sHage en Amst. 1862—1884. 13 dln. 8°. Het 11e, 12e en 13e deel is uitgegeven en bewerkt door M. L. van Deventer.
Alphabetisch Register op de opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië, bewerkt door J. W. G. van Haarst. 's Grav.
Register op Deel I—VII. bewerkt door Meinsjia. Amst. 1875.8°.
A. Pompe, Geschiedenis der Nederlandsche overzeesche bezittingen, geschetst ten dienste van het onderwijs. Kampen 1863. 8°. D
Hoogleeraar Laüts, Geschiedenis van de veroveringen der Nederlanders in Indië tot den tegenwoordigen tijd. Kampen 1864. 2dln. 8°.
P. A. Leupe en F. A. van Braam Houckgeest, De Geschiedenis der Mariniers van het jaar 1665 tot heden. Nieuwediep 1867.8°.
F. A. \ an Braam Houckgeest, De Mariniers te Atieh. Nieuwediep 1875. 8°. 1
Beraadslagingen in do zittingen der Tweede Kamer van de Staten-Generaal op 15, 16 en 17 Oct. en 13 en 14 Dec. 1860 over de suikercultuur op Java en de begrooting van Koloniën.'s Grav. 1860. 2 stukken. 8°.
A. W. P. \ erkerk Pistorius, Studiën over de Padanarsche bovenlanden. Zalt-Bommel 1871.
46
H. J. Tijdeman, Was het grondbezit op Java oorspronkelijk communaal of individueel? Arnh. 1872. 8°.
Banda in het verleden, in het tegenwoordige en in de toekomst, met een woord over de wenschelijkheid eener reorganisatie der Molukken. Rott.
H. Keen, Eene Indische Sage in Javaansch gewaad. Amst. 1876. 4°.
- Over de oud-Javaansche vertaling van 't Mohabharata.
Amst. 1876. 4°.
Verslag van het centraal comité voor de noodlijdenden door de uitbarsting op Krakatau. Batavia 1884, 1885. 2 stukken.
A. Blussé, De administratione possessionum batavaram in India orientali ex legibus fundamentalibus anni 1798, 1801, 1805 et 1806. Dord. 1838. 8°.
D. quot;W. C. J. van Lijnden, De Commercio Societatis orientalis. Schoonh. 1839. 8°.
M. L. E. Vlier. Beknopte Geschiedenis van de Kolonie Suriname. Amst. 1860. 8°.
TI. Geschiedenis van den Godsdienst.
A. MYTHOLOGIE DER OUDE VOLKEN.
Jacob Grimm, Deutsche Mythologie. Vierte Ausgabe. III Band Nachtrage und Anhang, herausgegeben von E. H. Meyer. Berlin 1872. 8°.
Mr. J. de Wal, De Moedergodinnen. Een oudkundige mythologische verhandeling. Leyd. 1846. 8°.
J. Ab. Utrecht Dresselhuis, De Godsdienstleer der aloude Zeelanders. Midd. 1845. 8°.
Sloet van de Beele, Le Loup Garou. Extrait de la Révue internationale 2icmc annêe. Tome VIIme, le Livraison. 8°.
De Geestenwereld. Bijdrage tot de Gesch. van het Bijgeloof. Naar het Hoogduitsch door C. P. Kits van Heyningen. Rott. 1869. 8°.
B. GESCHIEDENIS DER CHRISTELIJKE KERK.
J. Christophorsoni, Historiae eclesiasticae scriptores. Coloniae Agrip. 1570. fol.
Conciliorum quatuor generalium Niceni, Constantinopolitani, Ephesini et Calcedoniensis tomus primus et secundus. Coloniae Agrip. 1530 fol.
47
D. Georgii Wicelii, postilla. Col. Agrip. 1545. fol.
Acta Synodi nationalis Dordrechti liabitae. Dordr. 1620. fol.
A. H. C. van Leeuwen, De sacris Paschalibus in Ecclesia Christiana, seculo primo et secando. Tiel 1863. 8°.
G. Brandt, Verhaal van de Reformatie in en omtrent de Nederlanden. Amst. 1663. 8°.
- Historie der Reformatie in de Nederlanden. Anïst. 1671 —1704.
4 dln. 4°.
J. Leydekker, Eere van de Nationale Synode van Dordregt in 1618 en 1619, voorgestaan tegen de beschuldiging van G. Brandt in zijn Historie der Reformatie. Amst. 1705—1707. 2 dln. 4°.
Kerkelijke historie en outheden der zeven Vereenigde Provinciën, bevattende Batavia Sacra of leven der eerste geloofsverkondigers en, van de Utrechtsche bisschoppen en de historie van het Utrecht-sche bisdom, oudheden en gestichten van Zuidholland en Schie-land, Rijnland en Leyden, Delft, 's Hage, Kennemerland, Amstel-land, Noord-Holland, Zeeland, Vriesland, Groningen enz., van Deventer, Camper, Zwol, Harderwijk, Doesburg, en in 'tLatijn beschreven door H. v(an) H(eussen) en H. v(an) Rijn met eene verhandeling over 't Geld, inzonderheid van 't Stift Utrecht, met de afbeeldingen der oudste munten, in 't Stift geslagen en vervolgens der bisschoppen goud-, zilver- en kopergeld en zegelen door F. van Mieris. Met platen. Leyd. 6 dln. in 3 banden fol.
A. Ypey en J. Dermout, Geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk. Breda 1819—1827. Vier dln. in 8 stukken. 8°.
N. C. Kist en H. A. Royaards, Archief van Kerkelijke Geschiedenis, inzonderheid van Nederland. Leiden 1829—1840. Elf dln. 8°.
- Nederlandsch Archief voor Kerkelijke Geschiedenis. Leid.
1841-1849. 9 dln. 8°.
J. Blaupot ten Cate, De Geschiedenis der Doopsgezinden in Groningen, Overijssel en Oostfriesland. Leeuw. 1842. 2 dln. 8°.
H. Thiele, Geschiedenis der Christelijke Kerk, vrij bewerkt naar het Hoogduitsch door H. van Berküm. Sneek 1854, 2 dln. 8°.
B. Glasius, Geschiedenis der Nationale Synode in 1618 en 1619 gehouden te Dordrecht. Leiden 1860—1861. 2 dln. 8°.
W. Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming. Arnh. 1866—1869, 2 dln. in 5 stukken met Register. 8°.
H. J. Royaards, Hedendaagsch Kerkregt bij de Hervormden. Utrecht 1834—1837, 2 dln. 8°.
48
C. Hooyer, Oude Kerkordeningen der Ned. Hervormde Gemeenten (1563—1638) en het concept-reglement op de organisatie van het Hervormd Kerkgenootschap in het Koningrijk Holland (1809). Zalt-Bommel 1865. 8°. '
J. J. Feurixg, Alphabetisch Register der Hervormde en andere Protestantsche Gemeenten in het Koningrijk der Nederlanden. 'sGrav. 1830. 8°.
Kerkelijke Kaart van het Koningrijk der Nederlanden voor de Protestantsche Kerken, 's Grav. 1824.
G. Huurling, De Wesseli Gansfortii cum vita tum meritis in praeparanda sacrorum emendatione in Belgio septentrionatti. Troj. ad Rh. 1831.
Dr. J. G.! R. Acquoy, Jan van Venray (Johannes Ceporinus) en de wording en vestiging der Herv. Gemeente te Zalt-Bommel. 'sHert. 1870. 8°.
J. J. Brutel de la Rivière, Het leven van Hermanus Moded en de eerste Calvinistische predikers in ons vaderland. Haarl. 1879. 8°.
P. Jzn. Proost, Jacobus van Lodestein. Amst. 1880. 8°.
Johannes Tideman, De stichting der Remonstrantsche Broederschap. Amst. 1871-1872. 2 dln. 8°.
Mr. H. J. Koenen, Geschiedenis der Joden in Nederland. Utr. 1848. 8°.
ALGEMEENE WERKEN.
G. Engelberts Gereits, Biographisch Woordenboek. Levensbeschrijving der meest beroemde personen uit alle eeuwen en volken. Amst. 1848—1850. 2 dln. 8°.
J. L. Terwen en C. de Jong, Onze Tijdgenooten, Levensschetsen van voorname mannen en vrouwen uit alle landen der aarde. Utr. 1859—1860. 8°.
49
OUDE VOLKEN.
Corn Nepotis, Vitae escellentium imperatorurn cum notis. L. B. 1773. 8°.
- ad optimoram librorum fidem aucuravit C. H. Weise. Sept.
C. Wassenbeegh en H. Bosscha, De levens van doorluchtige Grieken en Romeinen onderling vergeleken dooiquot; Plutaechus. Tweede veel vermeerderde druk. Dordr. 1829. 13 dln. 8°.
G. Hamming, De Agathocle Siculo. Traj. 1835.
H. J. Hazenberg, De Cajo Mario, Caji Marii lilio. L. B. 1838. 8°. M. A. de Jongh, De ï. Quinctio Plaminino. Traj. 1843. 8°.
H. J., van Eck, De M. Vipsanio Agrippa. L. B. 1842. 8°.
J. C. Hacke, Disputatio, qua Bessarionis aetas, vita, merita, scripta exponuntur. Haarl. 1840. 3°.
F. G. B. van Bleeck van Rijswijk, De Crantore solensi. Amk 1838. 8°.
w. H. van Haedenbergh, De Gelone Syracusarum Tyranno. Traj. 1841. 8°. ■ J J 1
C. J. de Wit. De Demetrio Poliorcete. Traj. 1840. 8°.
J. C. H. de Gaay Fortman, De Hierone Hierolis filio Syracusano Zwolloe. 1835. 8°.
NEDERLANDERS.
Nassauer Helden- en Pronk-tooneel met de keurlijkste Helden van Nassau en Oranje. Amst. 1663. 8°.
C. van der Aa, Geschiedenis van het leven, character en lotge-gevallen van wijlen Willem den Vijfden. Amst. 1806—1809. 5 dln. met Bijlagen en Registers. 8°.
A. J. Servaas van Rooijen, Willem V van kind tot grootvader. 'sGrav. 8°.
P. R. Witkamp en M. Kalff, Prins Hendrik der Nederlanden. Eene levensschets. Amst. 1870. 8°.
W. J. Hofdijk, Willem Frederik Hendrik, Prins der Nederlanden. Haarl. 1883. 8°.
4
50
J. J. L. ten Kate, In memoriam. Bij den dood van Prins Hendrik der Nederlanden. Amst. 1879. 8°.
Dr. Jan Ten Brink, Prins Frederik der Nederlanden, 's Grav. 1881. 8°.
W. F. Oostveen, Onze Koning. Leid.
Koning Willem de Derde. Schets van zijn leven, van zijne regeering en van ziju tijd. Eotterd. 1891. 8°.
Dr. J. W. Lieftinck, Een gedenkwaardige sterfdag. (10 July 1584). Het leven en sterven van Willem I na drie eeuwen herdacht. Sneek. 1884. 8°.
Jhr. Mr. J. H. Hora Siccama, Onze Prinsessen. Eene geschiedkundige herinnering. Utr. 1883. 8°.
Mevr. Elise van Calcar, Sophia Frederika Mathilda, Koningin der Nederlanden, als vorstin en moeder geschetst. Haarl. 1875. 8°.
Aandenken. Immortellen gestrooid door de Koningin der aarde op het graf van de geliefde Koningin Sophia, 's Grav. 1877. 8°.
G. Brandt, Het leven en bedrijf van Michiel de Ruyter, Hertog, Ridder, Luitenant-Admiraal van Holland en Westfriesland. Amst. 1746. folio.
O. M. R. Ver Huell, Het leven en karakter van Carel Hendrik. Graaf Ver Huell. 1847. 2 dln.
J J de Rochemont, De Generaal Jan van Swieten 1807—1888. 's Grav. 1888. 8°.
Joannes Brugman, Het leven der heilige Liduina, vertaald en bewerkt door G. A. Meijer. Ord-Pred. Nijm. 1890. 8°.
Leven van den gelukzaligen Petrus Canisius van de societeit van Jesus, door Pater E. Sequin S. J., in 't Hollandsch overgezet, vermeerderd en verbeterd. 'sGrav. 1865. 2 dln. 8°.
H. C. Cras, Eclogium Joh. Meermanni. Amst. 1817. 8°.
- Ter nagedachtenis van J. M. Kemper. Amst. 8°.
N. Beets, Leven en Karakter van J. H. van der Palm. Leyd. 1843. 8°.
J. F. Bergman, Iets ter nagedachtenis van L. G. C. Ledeboer, gewezen Predikant te Benthuizen, 's Grav. 1865. 8°.
G. M. Slothouwer, De staatsman Sicco van Goslinga, Grietman van Franekeradeel. 'sGrav. 1885. 8°.
51
Mr* Hendrik van Stralen, Aanteekeningen uit zijns nagelaten geschriften, uitgegeven door Jhr. Mr. D. vax Axeelaken. 'sGrav. 1878. 8°.
Mr. W. C. D. Olivier, Herinneringen aan Mr. J. R. ïhorbecke. Arnh. 1872. 8°.
Mr. J. de Bosch Kemper, A. G. A. Ridder van Rappard, de ontwerper en verdediger van de Schoolwet van 1857 geschetst. Met portret. Amst. 1870. 8°.
Hr. A. H. Raabe, Mr. J. J. L. van der Brugghen, herdacht bij de inwijding der herbouwde school op den Klokkenberg te Nijmegen 6 Mei 1887. Nijm. 8°.
Dr. W. H. D. SuRrxGAP., Levensbericht van S. F. Groen. Leid. 1870. 8°.
Mr. J. ï. Bodel Nijenhuis. Levensbericht van Dr. L. J. F. Janssen. Leid. 1870. 8°.
Dr. W. Is. du Hi Er, Levensschets van Mr. J. ï. Bodel Niienhuis. Leid. 1870. 8°.
Dr. A. Vrolik, Levensschets van Dr. A. H. van der Boon Mesch. Leid. 1875. 8°.
S. Vissering, R. C. Bakhuizen van den Brink, (Overdruk uit de Gids). 8°.
R. Fruin, Levensbericht van L. Ph. C. van den Bergh. Amst. 1888. 8°. (Overdruk uit het Jaarboek der Kon. Akademie van Wetenschappen 1887). 8°.
Gregorius Mees. Predikant te Rotterdam in de 17e eeuw en zijn gezin, geschetst door Mr. G. Mees. Tweede veel verbeterde uitgave. Rott. 1879. (Niet in den handel). 4°.
Mr. J. G. Gleichman, Hot leven van Mr. A. Bogaers. 1795— 1870. Rott. 1875. (Niet in den handel). 4°.
Mr. J. van Lennep, Het leven van Mr. Cornelis en Mr. David Jacob van Lennep, beschreven en toegelicht uit hun gedichten en andere oorspronkelijke bescheiden en in verband met hun tijd beschouwd. Amst. 1861. 3 dln. 8°.
Jacobus Bellamy, 12 Nov. 1757— 11 Maart 1788. Utr. 1886. 9°.
Bijzonderheden omtrent de jeugd en de eerste verstandelijke ontwikkeling van den beroemden Elias Anne Borger. Leeuw. 1882. 8°.
Abr. Bredius, Drie weinig bekende kunstenaars. I. De schilder
52
Carel Hardy; II. Christiaan Jansz. Striep; III. Adriaan Uyten-burch. 4°.
Abr. Bredius, De scliilder Adriaan Cornelisz. van Lmsclioten. 4°.
BUITENLANDERS.
J. M. G. Lamers, De Francisci Petrarchae vita, moribus in bonas
literas meritis. Traj. ad Rh. 1843. 8°.
J. J. Hessei.y, De Guilielmo Tellio, libertatis Helvetiae vindice.. Gron. 1825.
(Hoxsbruck), Geschichte der familie Schenck von Nijdeggen und von Martin Schenck. Mit Abb. Köln 1860. 8 .
Histoire du Vicomte de Turenne, Marêchal-Gênéral des armées du
Roy. Paris 1735. 2 torn. 4°.
Wilhelm von Giesebrecht, Gedachtnisrede auf Leopold von Ranke..
München 1887. 8°.
Levensschets van den Generaal Foy. Delft 1826. 8°.
De Napoleoniden. Korte levensschetsen van de u^f® o'oö' van het huis Bonaparte. (Vrij naar het Hoogduitsch) Amst. 1863. 8
M. le Glay, Maximilien Ier Empéreur d'Allemagne et Marguerite d'Autriche sa fille, Gouvernante de Pays-Bas. Paris 1839. 8 .
_ Notice sur J. B. Carpentier, historiographe du Cambresis
Valenciennes 1833. 8°.
M. A. van der Bank, A la mémoire de J- cha^lainr7 Ancien, Pasteur de 1'Eglise Wallonne d Utrecht. Utr. 1831. 8 .
Jacob Steend am noch vaster A Memoir of the first Poet in New Nether-land with his Poems discnptive of the Colony. The Hague. 1861. 8 .
In Memoriam J. F. J. Heeremans, 27 Juni 1825—13 Maart 1884. Gent. 8°.
VII. Godgeleerdheid en Wijsbegeerte.
D. Georgii Wicelii, postilla Colon. Agrip. 1545. fol.
Christ. Plantini, Novum testamentum Graeci. Antw. 1572. fol.
_Biblia sacra Hebraice, Chaldaice, Graece etLatine. Antw.1572. fol.
Davidiis Wolderi, Biblia sacra, Graece Latine et Germanice. Hamburgi 1596, 3 din. fol.
53
In canonieas apostolonim septem epistolas collectio. Parisiis 1552. 8°.
D. Eusebii Hieronymi Stridonensis libri duo contra lovianum cum argumento D. Erasmi. Rotterd. 1551. 8°.
Historiae sacrae dominicae passionis ex quatuor evangelistis concin-nata et in partes quatuor disseeta, auctore R. D. Johanne Fero concinnatore. Maguntino amp; Co. 1543. 8°.
Onomasticon tlieologicum a Theophilo Libeo. Wittenberge. 1537. 8°.
Oud en Nieuw Testament en de Psalmen der Proplieten Davids. 8°.
The holy Bible containing the old Testament and the new. Oxford 1770. 8°.
Biblia se on Pytia Ruemotta Wanha jo Urosi Testament!. Wronna 1838. 8°.
Seent Biblia. Pest 1859. 8°.
Grieksch nieuwe testament. Amst. 1740. 8°.
Neuestes verbessertesKirchengesangbuch. Miilheim amRhein 1802.8°.
St. Johannes III, 16 in den meisten der Sprachen und Dialecte, in welche die Brittische und auslandische Bibelgesellschaft die heilige Schrift gedmckt und verbreitet hat. Lond. 1878. 8°.
B. toe Laer, Verklaring van het H. Evangelium naar de beschrijving van Marcus. Nijm. 1750.
P. Seerübiee, Leerredenen over Psalm IX : 3—14. Amst. 1781. 8°.
- Tweetal leerredenen. Amst. 1788.
A. van Klaveren, Christelijke oefenschool, Nijm. 1744. 8°.
J. J. Scholten, Tweetal leerredenen naar aanleiding van den watersnood in 1809. Nijm. 1809. 8°.
J. Heringa, Tweetal leerredenen. Utr. 1830. 1°.
G. Toekamp Lammees, Nagelaten leen-edenen. Leyd. 1863. 8°.
F. Costerus, De vrede der broederen voorgestelt in eene predicatie tot openingh van het Christelijke Synodus, gehouden te Hoorn 4 Aug. 1671. Op nieuw uitgegeven. Utr. 1854. 8°.
Keus en leiding of Godsdienst en Dweepzucht. Naar het Hoog-
e duitsch. Leeuw. 1820. 8°.
Dr. K. C. Bretschneider, Het St. Simonismus en het Christendom. Tiel 1832. 8°.
54
H. A. Meijer, Spiritisme en Christendom. Held. 1862. 8°.
Mr. J. J. L. van der Brugghen, Christendom en Staatkunde. Nijm. 1889. 2e stuk. 8°.
P. W. Parfitt, The bird, childhood and religious education of Jesus of Nazareth. Lond. 8°.
L. van den Bergh, V. D. Minister in Scabinatu Neomagensi Dis-sertatio theologica ethica De Virtute et ejus officiis. Neom. 1743. 8 .
J. D. van Hoeveel, De Xenophontis philosophia. Groning. 1840. 8°.
H. W. Snel, De philosophia Epicuri L. B. 1824. 8°.
C. H. Thiebaüt, Disputatie literaria in locum. L. Annaei Senecae qui est de sapientis humanitate. Traj. 1825.
J. G. Ottema, De meritis Francisci Hemsterhusii in tractanda philosophia, Lovanii 1827. 4°.
Ph. W. van Heusde, De School van Polvbius of Geschiedkunde voor de negentiende eeuw. Amst. 1841. 8°.
J. Kantelaar, De invloed der ware verlichting op het lot der vrouwen en het huwelijksgeluk. 1/93. 8°.
Zedekunde. Algemeene Bibliotheek voor dames en jonge heeren van Weiland. Amst. 1790. 8°.
Gids der braven. Lond. 1794. 8°.
Zedeleer in Spreuken. Leid. 1849. 8°.
De Mensch in de samenleving, of de kunst van omgang met men-schen. Naar het Hoogduitsch van Dr. Christiaan Borch. Tiel 1860. 8°.
Samuel Smiles, Help u zeiven. Uit het Engelsch. Amst. 1862. 8°. - Ken u zeiven. Bewerkt door Mr. Buys. Amst. 1874. 8°.
J. van den Hoorn Czoon, Eene kalme ziel in een gefolterd
lichaam. Zwolle 1866. 8°.
Iets naar aanleiding der spiritistische ontmaskeringen te Arnhem. Zwolle 1876.
Levensbeschouwingen. I. Eenerlei Hierarchie. 'sGrav. 1878.
Rich. Patrick Murray, The Irish annual Miscellany. \ ol. Ill and IV. Dublin 1852—1858.
Jozeph Droz, Applications de la morale a la politique. Louvain 1830.
55
\ euvage et celibat ou quelques rêalitês de l'auteur des Réalites de la vie domestique. Genève 1848, 2 torn.
Mr. Ferdinand Rouget, La photographic mentale des esprits dévoilées. Toulouse 1870.
J. L. Steinsietz, Volkomen wiskundig woordenboek. Leid. 1740. 8°.
S. van Lent, Koopmansrekeningen. Amst. 1756. 8°.
Pibo Steenstra, Grondbeginselen der Meetkunst. 6e druk. Leid. 1803. 8°.
C. J. P. von Mühlen, Schoolboeken der Wiskunde. 2 dln. Nijm. 1810-15. 4°. J
Volks- wis- en werktuigkundig lees- en leerboek. Amst. 1839.8° 4°.
F. Gallet, Tables portatives de logarithmes. Paris. 1843 4°.
C. J. P. von Mühlen, Vergelijkende tafelen van verschillende maten, gewigten en munten. Nijm. 1810. 4°.
P. O. C. Vorsselman de Heer, De fractionibus continuis. Trai. 1842 4°. J
A. J. Boon, detheoria integralium singularium. Lugd. Bat. 1830.4°.
de insignioribus quilusdam methodis determinandi orbitas come-taram e tribus observationibus. Leyd. Bat. 1837. 4°.
P. van Musschenbroek, Beginselen der Natuurkunde met eene beschrijving van luchtpompen. Leiden. 1736. 4°.
Antoni van Leeüwenhoek's werken. Leid. 1686—1718. 4 dln. 4°.
Natuurkundige verhandelingen der Kon. Akademie van Wetenschappen. Amst. 1879—1887. Deel 16-25. 8°.
Handleiding tot de Kennis der Natuur. Schoolboek uitgegeven door de Maatsch. tot Nut van 't Algemeen. Leid. 1851. 8°.
De Natuur. Lectuur voor de Huiskamer. Leid. 1860—1862. 3 dln. 8°.
Kennis is Macht. Overzicht der gebeurtenissen, ontdekkingen enz. in onzen tijd. Zutph 1869. 8°.
Volksboek. Verzameling van raadgevingen en voorschriften uit den
56
nieuweren tijd. Vrij naai* het Hoogduitsch (die Ausbcute der Natur)
door G. J. Jacobsox Abz. Devent. 1856. 8°.
Praktische Volks-almanak. Jaarhoekje ter verspreiding van kennis der toegepaste Wetenschappen. Haarl. 1854, 55, 58, 59, 61, 62 en 1863. 7 dln. 8°.
Louis Fiuier, L'Année scientifique et industrielle. Ie, 2e et 3e Annce. Paris. 1857. 8°.
- Principales découvertes scientifiques modernes. Paris. 1855. 3.
tomes. 8°.
Th. H. A. J. Abeleven, Eerste Grondbeginselen der Plantenkunde. Tweede druk. Tiel. 1879. 8°.
W. C. Spoor, Flora en Pomona. Nieuwe Reeks. \ ierde Jaargang. TJtr. 1862.
Dr. R. Westerhoff, Over boonen, vlas en haver uit onze terpen of wierden. (Overdruk uit de Bijdragen tot de Gesch. en Oudh. Deel VIII. 4 Afl.) 8°.
AV. G. Thomé, Lehrbuch der Botanik. Braunsch. 1872. 8°.
J. van der Hoeven, Leerboek der Dierkunde. 8e druk. Leid. 1868. 8°.
D. W. Bosch Dz. en W. Degenhaedt, Natuurlijke Historie voor de Ned. Scholen. Amst. 1860—1862. 2 stukjes. 8°.
S. P. Scheltema, Het voorgevoel bij den mensch en bij het dier. Arnh. 1844. 8°.
J. F. W. Johoston, De Scheikunde in het dagelijksch leven voor Nederl. bewerkt door Dr. J. W. Gunning. Sneek 1855—1856. 3 dln. 8°.
Ch. Delaunay, Mechanica vrij gevolgd naar het Fransch door F. A. T. Delprat en P. H. Brutel de la Rivière. Leid. 2 dln. 8 .
H. C. Claterbos. Beknopte handleiding tot de kennis der gronden der toonkunst. Haarl. 1862. 8°.
A. G. van Schoone, Proportie van het menschelijk lichaam volgens uitmeting op de Antieken. Amst. 1852. 8°.
Beknopt en duidelijk onderwijs in het silhouetteeren. Dord. 8°.
Dr. E. van der Ven, Het zonnestelsel en de vaste sterren en De Physische toestand der Zon. Haarl. 1876, 1877. 8°.
Popular astronomy. A description of the principal, phenomena of astronomy. Lond. 8°.
57
W. F. Koppe schaar Jr.. Het steeukolengas en zijne aanwending tot verlichting. Dev. 1858.
J. F. Munnich, de Coclea Hydraulica. Traj. ad Eh. 1839.
H. J. Rink, Over de snelheid van het geluid bii voortplantinir in de lucht. Tiel 1871.
X. Rechtsgeleerdheid en Staatswetenschap.
1. ALGEMEENE WERKEN.
J. J. L. van der Brugghen, De officio judicis. Traj. 1839. 4°.
J. Heemskerk Abrz., De Montesquivio. Amst. 1839. 8°.
2. TIJDSCHRIFTEN, DISSERTATIES en PLEITREDENEN.
Mr. A. Oudeman en Mr. G. Diephüis, Tijdschrift van het Ned. Regt. 's Grav. 1868 en 1869, 2 dln.
Dissertationes in Academia Lugduno-Batava defensae.
L. van den Berch van Heemstede, Nul excepté le rei, ne plaide par procureur 1883. — B. van Berkel, De legibus in codice civil! Neerlando sanctione destitutis. — J. E. Bloemaerts, Bankbreuk volgens art. 341 W. v. Str. 1881. — C. G. J. Bijleveld, Het rechtsgeding door en tegen de Gemeente 1890. — C. Cock, De jure postliminii 1778. — j. H. Cramer. De cursu publico tam apud veteres quam apud recentiores 1837. — J. Dijckmeester, De decimandi juris historia recentiori 1826. — H. J. Dijckmeester, Over den uitersten wil bij openbare akte 1859. — P. Dijkmeester, Bijdrage tot de leer der daden van Koophandel. 1864. — H. J. K. Dijckmeester, Iets over compensatie bij faillissement 1879. — A. W. A. Dijckmeester, Aanbod van gereede betaling, gevolgd van consignatie. 1880. — J. N. J. Elout, De interpretatione in jure criminali. 1822. — A. W. van Ever-dingen, Opmerkingen naar aanleiding van art. 79 Wetb. van Burgerl. Rechtsv. 1885. — G. A. van Hamel, De nietigheid van den verkoop van eens anders goed. 1865. — H. E. van Hees, Het kennelijk onvermogen in verband met het ontwerp van wet op het faillissement en de surseance van de Staatscommissie van 1879. 1891. —J. C. Th. Heiligers, De dronkenschap uit een strafrechterlijk oogpunt beschouwd. 1874. — B. A. van Houten, De judicibus Hollandis circa privatas judicandi causas norma nunquam destitutis neque ea superioribus. 1793. — F. W. A. Hutschler, De gekozene woonplaats 1890. — F. A. vanIttersum, Onbeheerde nalatenschappen 1885. — J. van de Kasteele. —
58
Het auteursrecht in jSTederland. 1880. — H. J. Kist, Over de verbindtenissen ontstaan uit de artikelen 1401 en 1402. B. W. 1861. — G. F. C. van Lith de Jeude, De effectu emtionis venditionisque rei alienae jure francico. 1838. — L. J. A. van Lith de Jeude, De terugwerkende kracht van het vonnis van scheiding van goederen. 1886. — J. C. C. H. van Lijnden, De moderanda poena cujus inter maximum et mininum modum optionem judici concedit codex poenalis. 1828. — J. W. C. Milders, Lesgers van openbare wegen en voetpaden. 1888. ■— B. J. Muller, De civilis et criminalis causae praejudicio secundum art. 1955 et 1956 Cod civ. Neerl. 1842. — G. O. M. van Nispen tot Sevenaer, Eenvoudige vrijwarmg 1892. — F. F. M. A. G. de Pelichy, Doctrina Halleri. de fundamento summi imperii. 1829. — G. G. van de Poll, De regimine communium sub legibus de imperio annorum 1798,1801,1805 et 1806,1848. B. J. Rasch, Over recidive volgens het Nederl. Wetboek v. Strafrecht. 1884. — J. F. Roell, De abdicationibus et renuncia-tionibus Principum 1821. — P. S. Scheees, Eenige beschouwingen over art. 207 Burg. Wetb. 1886. — A. Schouten, De probatione delictorum. 1828. — A. B. F. K. Schouten, Stellingen. 1871, — A. Serrurier, De fidejussoribus secundum juris Romani et hodierni principia. 1831. — P. M. Smits, Personennamen volgens de Nederl. wetgeving. 1883. — W. F. E. Spiering, De bewijsmiddelen van wettige afstamming (art. 316—321 B. quot;Wetb.) 1883. — F. J. W. G. Spiering, Eenige opmerkingen over uitvoerders van uiterste wilsbeschikkingen. 1886. — Th. Thooft, Aanteekeningen op de artikelen 665 en volg. B. Wetb. 1^81. — P. Vermehr, De naturalibus domini ac servi juribus et officns mutuis. 1779. — D. H. Wicherlink, De causis quae tollunt delictorum imputationem. 1838.
Dissertationes in Academia Ultra-tajestona defensae.
L. P. C. van den Bergh, De perjurio ejusque poena. 1830. — W. A. Bichon Visch, De jure divortiorum. 1803. — J. A. M. Bichon, De dolo in deliclis. 1830. — G. van Berkum Bys-terbos. De probatione per testes. 1840. — A. J. van Beeck Calkoen, Jus publicum sacrum in Hollandia. 1830. — D. A. Camerling Helmolt, De laboris divisione. 1840. — G. J. B. van Dielen, De salute populi suprema lege. 1758. — C. Domis, De probationibus per testes. — H. Dijckmeester, De prae-judicio quod judicium publicum facit judicio privato. 1829. J.
van Everdingen, Het voormalig forum privilegiatum van Professoren en studenten. 1879. — F. G. Faider, De lege secunda codicis poenalis. 1825. — M. Geene, De differentia juris Romam et Hollandici in causa pupillorum. 1819. — J. H. Geijer, De differentia inter usucapionem et praescriptiones. 1774. — J. 8. Gobius, De foro personarum miserabilium priviligiato. 1792._ — H. Heylidy, de vi probationis, quam habet confessio criminis
59
rei. 1828. — J. Both Hendriksen, De jure et necessitate infligendae jioenae capitalis. 1769. — G. G. de Holtze, De natura poenarum. 1754. — C. van der Hoop, De usu juris naturae in judiciis 1773.—J. E. Hubert, De detractione duplicis quartae ad Part. H, Tit. V, art. 13 juris municipalis Transinsulani.
1/98. — H. P. M. C. van Ingen, De crimine piraticae. 1841. — F. A. S. A. van Ittersum, Do fundamento juris puniendi. 1824. — W. J. K. Eveetzen de Jonge, De deiictis contra rempublecam admissis ac praecipae de horum maleficiorum conatu. 1843. — G. C. M. de Jonge van Ellemeet, De minore aetate noxiam et poenam vel tollente vel minueute. 1839. — J. G. C. Joosting, Onuitgegeven oorkonden betreffende het Zeventuigsrecht. 1890. — J. Kannes, De inunere consulum. 1829. — C. J. Kien Eltzsian, De divisione maleficiorum in crimina, delicta et leviora peccata. 1840. — G. Kout, Over de uitvoerders van uiterste willen. 1882. — J. G. Lange, Facultas uxoris negotia eivilia gerendi. 1838. — N. H. Strick van Linschoten, Theses juris Eomani. 1786. — M. E. J. J. van Lith de Jeüde, Delevering van schepen en scheepsaandeelen. 1882. — M. E. J. J. van Lith de Jeude, De zaak. 1888. — J. de Louter, De venia actatis. 1793. — E. de Man, De donatione simplici jure Romano non conferenda. 1804. —• G. de Max, Oratio M. Tullii Ciceronis pro Plancio 1809. — H. Machielsen, De obligationibus, quae secundum codicem civilem Neerlandicum oriuutur ex factis illicitis. 1840. —- H. E. van Meerten, De jure Hberonun circa bona a praemortuo parenti ad superstitem parentem desoluta. 1780. — L. Metman, De delictis agrariis. 1832. — L. J. Nepveu, De justitia denegata ejusque vindicatione in jure civili. 1832. — J. F. Odi5, De jure corum, qui post cognatos ad bona ab intestato deeendentiuni admittuntur. 1762. — F. L. van Outhoorn, De jure jurande. 1841. — C. C. van Oven, De quasi-procuratore. 1750. —
A. A. G. van Wülffen Palthe, De causa in conventionibus. 1840. — G. W. Panneboeter, De jure venandi. 1779. — G. van der Pauw, De disciplina ergastularum. 1773. — G. J. van Peesyn, De culparuni praestationibus. 1745. — W. van de Poll, De causis ex qnibus matrimonium impugnari potest. 1840. —
B. Post, De analogia ab interpretatione extensiva rite distinguenda et diversis analogiae generibus ratione juris eriminalis. 1840. —-P. Ram, De incestu. 1774. — F. L. Rambonnet, De iis quae recentiori aetate circa decimarum abrogationem acta sunt. 1847. — L. H. Rambonnet, De bewijsmiddelen van den burgerlijken staat der personen. 1873. — L. X. van Randwijck, Do reticentia illarum ad quarum notitiam laesae majestatis ant perduellionis crimina committenda pervenerunt. 1829. — F. M. C. PelsRijcken, De traditione ad dominium transferendum necessaria. 1840. — F. M. Ribbius, De nood- of uitweg. 1877. — J. C. Faber van Riemsdijk, De crimine, quod vulgo laesae majestatis in specie dicitur. 1807. •— P. Rink, Over noodweer. 1874fo'.y. — B. de
60
Roo, De obligatione mere civili. 1741. — AV. F. Scholten tot Gaansoyeu, De imperii formis quae in patria nostre sive teutatae give institutae fuerant a conversa republica anno 1795 ad ejus cum Francia conjunctionem. 1836. — P. G. Schoeer, De pententiis earumque efFectibus. 1770. — P. G. Schroder, De lerribus et institutis in commodrim mente alienatorum. lady. jej Schmidtmann, De damno injuria dato resarciendo. 177b. N. sinderram, De differentiis quibusdam, quae intercedunt ]us Romanum inter et Belgicum, quoad testamen ti f actionem. 1788. J. Hora Siccama, De ministerio publico. 1826. — a. o. texouc-kaert van Schauburg, De legatis rebusque, ab his_agendis. — C. A. van Sijpestein, De foro competenti. 1 '44. — iN-Tonis, De potestate domini in servos, eorumqueprolem. 177».— M. W. du Tour van Beleinkhave, De rechtsmacht van w-de-puteerde Staten hier te lande sedert 1581 tot op onzen tijd. 18o9.— F. T. Trotz, De jure piscandi. 1771. — M. Tydeman, Geschiedenis der bodemerij. 1880. — D. R. P. van Tuvixvan Seroos-kerken, De poena exsilii. 1828. - C. G. E. Vaillant De libera voluntate ad delictum contrahendum necessana. Iö-W. — J. P. Verloren, Constitutum possessorium in het Romeinsche récht. 1867. — J. C. Voorduin, De constituendo tutore. 18^4.— L. W. van de Voort, De fide quae mercatomm codicibus tribui solet, ' cum jure communi quam francico, ac patrio novissimo.
1839lt; _ C. Wentzel, De capitis diminutione. — F. van \\ esel.
De bonis tutorun tacita hypotheca pupillo devinctis. — F. van Wessem, De evictionis praestatione et competentibus eo nomine actionibus. 1788.
Dissertationes juridicae in Academia Groningana defensae. J. Woldringh, De divortiis. 1792.
Dissertationes juridicae in Academia ducatus Gelriae ei comitatus Zutphaniae, quae fuit Hardervici-defensae.
J. M. Smits, Theses inaugurales. 1803.
Dissertationes in Academia Lovaniensi defensae.
T A van de Voet, De origine diversarum consuetudinum locali-cmii regni nostri. 1828. -- H. A. R. Vosmaer, De societate nominata sive de mercatoribus communi nomine soccitatis. Ib-y.
Erich Liesegang, Die Parochial gerichte der Stadt Köln. Inaugural. Dissertation zur Erlangung der philosophischen Doctorswurde der Georg-Augusts-Universitat zu Göttiugeu. 1885.
61
PLEITREDENEN.
Mr- Th. van Stolk, De algemeene politieverordeningen voor 's Gravenhage. Pleitrede voor den Hoogen Raad der Nederlanden. 's Grav. 1861. 8°.
Mr. J. F. Peixgle, Pleitredenen over het tiendregt in de Haarlemmermeer voor het Prov. Geregtshof in Noord-Holland. Arnh. 1862. 8°.
3. Romeinsch Recht.
Corpus Juris civilis c not Gothofredi. Leyd. 1604. Lugd. 6 dln. folio.
Corpus Juris civilis. Parissi. 1619. 4°.
A. Perezi, Praelectiones in XII libros Codicis Jastiniani. Amst. 1653. folio.
J. Voet, Commentarius ad Pandectas. Hay. 1726. fol.
A. Vinxius, Commentarius locupletissimus in quatuor libros Insti-tutionum. Lugd. Bat. 1642. 4°.
J. O. Westenberg, Principia juris secundum ordinem Institutionum. Lugd. Bat. 1833. 8°.
G. Bruns, Pontes Juris Roniani antiqui. Tubingae. 1860. 8°.
J. J. L. v. d. Bkugghen, Comm. ad questionem juridicam, quapos-tulatur exp. eorum. quae in Plinii Junioris seriptaad illustranduni Jus Civile Romanomm pertinent. Lugd. Bat. 1826. 4°.
J. Kappeyne van de Capello, Over vim facere in het Inter-dictum uti possidetis. Amst. 1880. Amst. 1880.
4. Oud Recht.
Des alten durchleichtigsten, groszmichtigsten, unüberwinlichsten Keyzer Karl's des fünften und des heyligen Römischen Reichs peinlich Gerichtsordnung auf den Reichstagen zu Augspurg und Regenspurg in Jaren dreissig und zwei und dreissig gehalten, aufgericht und beschlossen. Frankf. a/m. 1552. folio.
N. Everhard, Consilia et responsa, Frankf. 1577. folio.
Aller des heyligen Römischen Reichs gehaltener Reichstag-Ordnung, Satzung und Abscheid, sampt andern Keyserlichen und Köning-lichen Constitutionen u. s. w. auch ist zu Ende Keyser Carln des V peinlichen Halsgerichtsordnung beigedrückt. Meyntz 1599. folio.
62
Codex Fabrianus defmitionum forensium et rerum in sacro Saoau-diae Senatu tractarum. Lugd. 1604. folio.
J. Mascaedi, Conclusiones de probationibus Frankf. a/m. 1607. 2 din. folio.
J. Menochii, de praesumptionibus, conjecturis etc commentaria. Col. Agrip. 1615 fol.
P Belluoae Valentini, Speculum Principium, Brax. 1655 fol. Geschenk van Otto Cats aan de Nijmeegsche Akademie blijkens eene aanteekening op het titelblad van P. de Greve, Aca-demiae Bibliothecaris.
B. Caepzovius, Provessus Juris in fore Saxonico. Jenaë 1657 fol.
P. Chbistixaei, Commentaria in leges municipales. Mechlinense». Anto. 1657. fol.
J. Boïhelgier, Summe ruysael sprekende van alle rechten gecorrigeerd bij eenen experten praktizijn te Mechelen. Deiit. 1480. 4 .
E van Zueok, Codex Batavus, waarin het algemeen kerk- en burgerlijk regt van Holland, Zeeland en het ressort van de Generaliteit korte lijk is begrepen, getrokken uit de edicten en ordonnantiën tot 1724 met een vervolg van Mr. P. van der Schilling. Rott. 1738. 2 din. 4°.
J. Scheasseet, Consultatiën, adv3'sen en advertissementen mt de vaderlandsche en andere regten en statuten behandeld. Harderw. 2 din. en 3 banden. 4°.
Mr J J Smits, De spiegel van Sassen of zoogenaamde Holland-sche Sachsenspiegel. (Overdruk uit de Nieuwe Bijdragen van Regtsgeleerdheid en Wetgeving. X. R. Deel I. Stuk 1). ö .
G. Hoenii, Dissertationes historicae et politicae. Lugd. Bat. 1858. 8°. Kederlants Versterf-Recht. Amst. 1680. 8°.
Corpus Juris cannonis Academicum emendatum et notis P. Lanoel-lotti illustratum Col. Munationae. 1747. 2 dln. 8°.
Dr. PaulFeedericq. Corpus docmneutorum haeretiae pravitatisNeerland icae. Verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke inquisitie in de Nederlanden. Gent 1889. Ie dl. 8 .
5. Oud Nedeelandsch Recht.
Recueil van placaten, ordonnantiën enz. in de saecken van den oorlogh te water en te lande van 1590 tot 1720. s Grav. 2 dl. 8 .
Extracten uit het Recueil Militair. 'sHert. 1741.
63
Johan Dibbitz, Het groot militair Woordenboek.'s Grav. 1740, fol.
Recueil van placaten en ordonnantiën enz. van de Admiraliteiten, convoyen en zeezaken van 1597 tot 1733. 's Grav. 1730—1727. 4 dln. 4°.
Recueil van de tractaten gemaakt en gesloten tusschen de Staten-Generaal der Ver. Nederl. ter eenre en verscheiden Koningen, Princen en Potentaten, ter andere zijde, van 1576 tot 1728. 's Grav. 2 dln. 4°.
Nederlandtsclie Placcaatboek, waarin alle voornaemste placaten, ordonnantiën, enz., uitghegeven bij de Staten-Generaal van 1581 — 1644. Amst. 1644. 2 dln. 2e deel bis. fol.
Groot placaetboeck, vervattende de placaten, ordonnantiën en edicten van de Staten der Ver. Nederl. en van de Staten van Holland, Zeeland en West-Friesland, bijeengebracht door Mr. C. Cau en Mr. S. Van Leeuwen, J. Scheltus, Mr. P. Scheltus en Mr. J. Scheltus tot het jaar 1740. 's Hage 1658—1759. 6 dln. met generaal register over de vier eerste deelen. 's Hage 1706. fol.
Corps universel et diplomatique du droit des gens, contenant un recueil de traités d'alliance, de paix, de trève, de neutralité, de commerce etc., faits en Europe depuis Charlemagne jusques u present, publié par J. du Mont. Amst. et La Haye 1726—1731. 8 dl. fol.
Supplément du corps universe) du droit des gens, contenant l'histoire des traités d'alliance jusques a Charlemagne par Bae-beyeac. Recueil des traitez etc. échappé uduMont par J. Rousset et le ceremonial diplomatique des Cours de 1'Europe par du Mont et Rousset. Amst. et la Haye 1739. 5 dl. fol.
6. Fransch Recht.
Code criminel de la République frangaise par Sagniee. Paris au VII de la République. 8°.
J. B. J. Pailliet, Manuel du droit francais. 7ième edition. Paris 1826. 8°.
J. A. Rogrox, Code Civil expliqué par des motifs et des examples. 3ième edition. Brux. 1827. 8°.
G. van den Beech van Heemstede, ïhèse sur la Licence. Poitiers 1873. 8°.
Mr. M. Schooneveld P.Jzn, Het Wetboek van Strafrecht (Code Pénal) met aauteekeningen. Amst. 1855 4to.
Beeriat Saint Prix. Cours de Droit Criminel, cinquième édition. Brax. 1837. 8°.
64
M. Bourguignon, Manuel d'instruction criininelle. Paris 1810. 2 tomes. 8°.
Causes criminelles cêlèbres du XIX siècle, rédigée par una société d'avocats. Paris 1827—1828. 4 tomes. 8°.
Causes politiques cêlèbres du XIX siècle, rédigée par une société d'avocats et de publicistes. Paris 1827. 8°.
Mémoires de Cauler, ancien chef du service de sureté. Bruxelles et Leipzig 1863. 8°.
Proces Troppmann, vervolg op de moord bij Pantin. Arnh. 1870. 8°.
Recueil général des lois, arrétés, decisions et instructions concer-nant la perception des droits réunies. Paris 1806. 6 dln. 8°.
Memorial du contentieux des droits réunis et des octrois. Paris 1807. 6 dln. in 4 banden. 8°.
Mémorial alphabétique des droits réunis par M. C. H. d'Agur. Paris 1813. 8°.
Recueil des lois et réglements sur les octrois. Paris 1812 hts, 8°.
Extraits pour les maires de l'instraction générale sur la conscription. Paris 1811. 8°.
Instruction générale sur la conscription, Modèles. Paris 1811. 8°.
Répertoire raisonné pour les prefects, maires etc. 1808. 8°.
Instruction du prefect du département des bouches du Rbin aux maires de son département. Bois-le-duc 1811. 2e partie. 8°.
7. OOSÏENRIJKSCH, DuiTSCH EX ITALIAANSCH RECHT.
Das Strafgesetze von Verbrechen, Vergeten und Übertretungen, die Strafgerichts-competenz-Verordnungen und die Press Ordnung vom 27 Mai 1852 für das Kaiserthum Oesterreich. Wien 1852. 8°.
Criminal Prozeduren gegen die des Mordes angeklagten Margaretha Krings, Peter Anton Glossen und Wilhelm Nasellen aus Holtum, verhandelt ver dem Assiszenhofe in Aachen vom 27 bis 31 Januar 1868; II gegen die des Mordes angeklagten Wilhelm Adams, Peter Preisz und Eva Müller, Ehefrau Gottfried Preisz aus Mülheim am Rhein, verhandelt vor dem Assiszenhofe zu Köln vom 5 bis 8 Februar 1868. 8°.
Vollstandige Criminal Prozedur gegen Adelheid Körschgen, Ehefrau des Bierbrauers Heinrich Stein zu Köln wegen des Versuchs der Vergiftigung ihres Mannes, verhandelt vor den Königl. Assissen-hofe zu Köln am 27, 28 u. 29 October 1862. Köln 8°.
65
I. Processi celebri illustrati racolti par cura degli avvoccati A. Fou-quier Cav E. Hanau, N. Perelli ecc La vedova Boursier e il greco Kostolo (1823 a La Banda Lemaire (1837). Milano. 8°.
Der Procesz van Tisza—Eszlar verhandelt in Nyinegyhaza in 1883. Wien 1883. 8°.
6. Nederlandsch eecht.
Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland. 1809. 8°.
Mr. J. van der Linden, Beredeneerd Register op liet Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland. Amst. 1809. 8°.
Wetboek op de Kegterlijke instellingen en regtspleging in het Koningrijk Holland. 1809. 8°.
Militair Wetboek der Ver. Nederl. 's Grav. 1814. 2 din. 8°.
J. C. C. den Beer Poortugael, Do noodzakelijkheid tot Grondwetsherziening voor de defensie, 's Grav. 1879. 8°.
- De Militaire Jurisdictie, 's Grav. 1881. 8°.
De Staatswetten van Nederland. Schiedam 1854.
Mr. J. R. Thorbecke, Aanteekening op de Grondwet. Amst. 1839. 8°.
Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper, Inleiding tot de kennis van het Nederl. Staatsregt en Staatsbestuur. Amst. 1853. 8°.
Jhr. Mr. J. J. de la Bassecour Ca an. Schets van het Ned. Staatsbestuur, 's Grav. 1870. 8°.
J. H. Swildens, Schets van de tegenwoordige Staatsregeling. Amst. 1865. 8°.
Dr. L. R. Beynen, Kort overzicht van de Staatsregeling van ons vaderland van 1428 tot op onzen tijd. Vierde verbeterde druk. 's Grav. 1873. 8°.
Wetten en besluiten enz. in verschillende staten van Europa, Azië en Amerika wegens het mishandelen van dieren, 's Grav. 1869. 4°.
Het bestuur der Nederlandsche Ver. tot bescherming van dieren, gevestigd te 's Gravenhage (Overdruk uit het Dagblad van Zuid-Holland en 's Grav. v. 29 Sept. 1888). 8°.
G. Luttenberg, Vervolg op het Groot Plakkaatboek of verzameling van wetten betrekkelijk het openbaar bestuur in de Nederlanden. Zwolle 1838, 1839. 3 dln. 4°.
5
66
Luttenberg's Chronologische verzameling van wetten en besluiten betrekkelijk het openbaar bestuur in de Nederlanden sedert 1813. Zwolle 1842. 2 dln. 4°.
De Nederlandsche wetboeken. Miniatuur uitgave, eerste en tweede druk. Zalt-Bommel 1840. 2 dl. 8°.
Mr. A. Oudeman, De Nederl. Wetboeken benevens de Grondwet. Leiden 1851. 8°.
De Indische Wetboeken. Zalt-Bommel 1847. 8°.
Staatsbladen van het Koningrijk der Nederlanden, 1813—1843. Zalt-Bommel 1841. 4°.
- 1851—1860 Gouda en Arnh, 1861. 4°.
- 1861—1870 , ff ff 1871. 4°.
- 1871—1880 , , „ 1881. 4°.
Alphabetisch Register op het Staatsblad 1813—1870. 's Grav.1871. 4°.
Mr. W. J. C. vax Hasselt, Wet tot regeling der jacht en vis-scherij. Amst. 1857. 8°.
Wet tot regeling van het Middelbaar Onderwijs, 's Grav. 1861. 8°.
, , , , , , met aanteekenin-
quot;gen van Dr. D. J. Steyn Paevé. Arnh. 1863. 8°.
De nieuwe wetgeving op de Rijnvaart. Rott. 1892. 8°.
Wet van 7 April 1869 (SM N0. 57) betreffende de Maten, Gewigten en Weeg werktuigen. Schied. 1869. 8°.
Wet van 29 Maart 1833 (Stbl. N0. 4), houdende de belasting op het personeel, zooals zij door latere wetten gewijzigd is. 's Grav. 1869. 8°.
L. N. Schuurman, Wet van den 9 Mei 1846 (S. 24) betreffende de Buro-erlijke pensioenen. Vierde druk bijgewerkt tot September 1880. Zwolle. 8°.
X. Smallenburg, Primae lineae juris civilis Belgici. Lugd. Bat. 1825. 8°.
Mr. C. M. van der Kemp, Ontwikkeling van het Recht betreffende de Kantongerechten. Rott. 1847. 8°.
Mr. A. E. J. Modderman, De hervorming onzer strafwetgeving. Kritische beschouwing der Wet van 29 Juni 1854 (Stbl.N0.102) 's Grav. 1863 8°.
67
Mr. J. van Gigh, Beknopte Kandleiding voor de beoefening van het Nederl. Handelsregt. 's Grav. 1865 8°.
Dr. E. Laup.illard, Uit de Cel. Schetsen en BeeMen uit de gevangenis. Amst. 1876. 8°.
Beroemde Strafzaken.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Intendit tegen Mr. Joh an van Oldenbarnevelt naar het oorspronkelijke in het Rijksarchief met eenige bewijsstukken, 's Grav. 1875. 8°.
Mr. Nedermeyer, Ridder van Rosenthal, Het strafgeding tegen Johan van Messen en Dirk van Ruyven, naar oorspronkelijke bescheiden toegelicht. (Overdruk uit de Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudheidk. deel X). 8°.
J,quot;Scharp, Historische brieven van den zich noemenden Fk. Gs. Meyer, geëxecuteerd te Rotterdam 1790. Rott. 1797. 8°.
W. Broes, Borigt omtrent de beruchte giftmengster Hester Rebekka Nepping. 's Grav. 1812. 8°.
Mr. G. W. Vreede, Sententiën en stukken in zake van J. B. G. AVallez, drukker en uitgever. (Overdruk uit de Bijdr. tot de Gesch. Nieuwe Serie. 4e deel. 4e Afl.) 8°.
Akte van beschuldiging tegen J. C. van Stenis, aangeklaagd van vergiftiging, 's Grav. 1843. 8°.
Regtsgeding tegen C. A. G'jnkel, besch. van vergiftiging voor het Prov. Geregtshof van Zuid-Holland, 's Grav. 1859. 8°.
Het Regtsgeding F. S. Elders voor het Prov. Geregtshof van Noord-Holland. Amst. 1870. 8°.
Akte van beschuldiging met het arrest van teregtstelling tegen H. J. Jut en Chr. Goedvolk, 's Grav. 1876. 8°.
Akte van beschuldiging in zake Jeanne Marie Lorette. (Het Vaderland 2 Sept. 1885 N0. 206). 8°.
Politieke Brochuren.
Jhr. Mr. J. de Bosch Ke.mper, De rigtingen en partijen in het Staatkundig leven. Amst. 1857. 8°.
Dr. J. C. Bluntschli, De politieke partijen. Beschrijving van haar karakter en haar geest. Uit het Duitsch vert, door E. Ortel. Amst. 1870. 8°.
68
Johït Lothrop Motley, Democratie, het toppunt van politieke ontwikkeling en de toekomst van geavanceerde volken Rott. 1869. 8®..
X. Staathuishoudkunde en Statistiek.
De Economist, Tijdschrift ter bevordering van volkswelvaart, uitg. door J. L. de Bruijn Kops. Amst. 1867—1869. 5 dln. 8°.
Mr. L. de Hartog, Thorold Rogers' Handboek der Staathuishoudkunde. Gron. 1869. 8°.
Mr. E. J. Kiehl, Eerste beginselen van Staathuishoudkunde. Middelburg. 1869. 3°.
A. Rondelet, Grondtrekken der Staathuishoudkunde, naar het Fransch door Mr. G. T. N. Gori. Amst. 1869. 8°.
Mr. B. D. H. Tellegen, Beginselen der Staathuishoudkunde. Derde druk. Gron. 1870. 8°.
Mr. J. de Bosch Kemper, De Staathuishoudkunde en de tegenwoordige strijd tegen de kapitalen in verband met de vraag omtrent de inkomstenbelasting. Amst. 1871. 8°.
Octave Noël, De Maatschappij en het Huisgezin. Losse bladen uit het groote boek der Staathuishoudkunde. Naar het Fransch. Tiel 1880. 8°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Gedachten over armoede, overbevolking en kolonisatie. Leid. 1845. 8°.
Dr. jur. Leo Wilhelmi, Die Schul-Sparkasse und ihre Verbreitung. Leipzig 1877. 8°.
Jaarboekje der Maatschappij van Weldadigheid 1866 en 1867.. Steenwijk 2 dln. 8°.
J. W. de Rooy, Geschiedenis der Staathuishoudkunde in Europa. Amst. 1851. 8°.
- Geschiedenis van den Nederl. Handel, 1856. 8°.
Au Abstract of the Inspect. Gen. accounts of Imports and Exports, from Mich. 1697 tot Mich. 1698. (Handschrift). 8°.
Exposé de la situation de l'Empire. Paris 1813. 8°.
S. Dassevael, Gesch. Overzigt der Konink. voorschriften omtrent het beheer der Staatsuitgaven in Nederland, 's Grav. 1828. 8°.
Dr. Otto Hubner, Statistische Tafel aller Lander der Erde. Frankf. a. M. 1869. 8°.
69
•J. J. Weeveringh, Financieel Statistisch overzicht van de voornaamste Staten der aarde. Amst. 1871. 3°.
Almanach du département des Bouches du Rhin pour Tannée 1813. Bois le Due. 8°.
Jaarboekje, uitgegeven op last van Z. M. den Koning 1838—1849. 'sGrav. 1883—49. 8°.
Statistiek der philantropische spaar- en leenbanken in Nederland. 1883-1888. 's Grav. 3 dln. 4°.
Verslag over den staat der Gestichten voor Krankzinnigen 1875, 1876 en 1877. 'sGrav. 1887. 4°.
quot;Verslagen over de verrigtingen aangaande het Armbestuur in het Koningrijk der Nederlanden over 1876, 1881, 1882, 1883, 1884, 1885, 1886, 1887, 1888 en 1889. 'sGrav. 4°.
Verslagen vau den landbouw in Nederland over 1873, 1875, 1877, 1878, 1879, 1880, 1881, 1882, 1883, 1885 en 1886. 's Grav. 8°.
Mr. H. J. Koeien, De Nederlandsche boerenstand historisch beschreven. Haarl. 1858. 8°.
E. C. Enklaar, Proeve van een leesboek over den beredeneerden landbouw, ten gebruike op dorpsscholen. Nijm. 1839 bis. 8°.
J. de Koning, Bevloeiing van hooilanden in Nederland en elders. Nijm. 1891. 8°.
Feestrede en Feestcantate bij het eeuwfeest der Ned. Maatschappij ter bevordering van nijverheid, opgerigt in 1777, gevierd te Haarlem den 18en Juli 1877, 's Grav. 1877. 8°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, De Nederl. wateren voor de twaalfde eeuw. Arnh. 1850. 8°.
Geschiedkundig verslag der dijkbreuken en overstroomingen in het Koningrijk Holland in Louwmaand 1809. Amst. 1839. 2 dln. 8°.
Beschrijving van den Nederl. watersnood in Louwmaand van 1820. Amst. 1820. 8°.
J. E. Landré, Opmerkingen bij den watervloed van 1861. Zutphen 1861. 8°.
70
Uitkomsten der Rijkswaterpassingen, ontworpen en aangevangen door L. Cohen Stuart, voortgezet en voltooid door H. G. van de Sande Bakhuizen en G. van Diesen, 1875—1885. 's Grav. 1888. 8°.
J. de Koning, Over Waterschappen en kleine rivieren. (Overdruk uit de Vragen des Tijds 1892.)
Verslagen van de Maatschappij tot Exploitatie van Spoorwegen 1879—1891. Utr. 8°.
Hollandsche IJzeren Spoonvegmaatscliappij 1839—1889. Gedenkschrift. Amst. 1889. 4°.
Op welke wijze kan een goed spoorwegnet in Nederland tot stand komen? Amst. 1858. 8°.
Memorie van vergelijking van het wetsontwerp tot den aanleg van Staats-spoorwegen met de aanvrage om concessie van J. P. Bredius, Mr. W. S. van Reesema en E. Riche. Dord. 1860. 8°.
J. Dutry van Haeften, De Sponrwegwetgeving in Nederland. Beschouwingen naar aanleiding van eenige bepalingen der wet van 21 Augustus 1859 (Stbl. N0. 98). Leiden 1863. 8°.
W. B., Het publiek en de spoorwegmaatschappijen tegenover het wetsontwerp betreffende de spoorwegdiensten. Amst. 1871. 8°.
A. Beckh et R. Gerwig, Projet du chemin de fer par Ie St. Gothard. 1864.
Chirurgische Bücher und Schriften des edelen hochgelehrten und bewehrten Philosoph und Medici Philippi Theophrasti, Bombast von Hohenheim, Paracelsi genannt. Strassburg, 1518. fol.
David van Marden, Bedieninghe der Anatomien. 'tAntw. bij J. Plantijn. 1583. fol.
J. Guillemeau, De Fransoysche Chirurgie. Uyt den Fransoyschen in Nederlandtsche tale overgezet door Dr. Carolum Battum, Medicyn ordinaris der stadt Dordrecht. Dordr. 1651. fol.
W. F. Dreijssig, Handwörterbuch der medicinischen Klinik oder der practischen Arzneikunde, nach neuern Grundsatzen und Erfabrungen bearbeitet etc. Erfurt 1806—1820. Band 1—4. A-E. 8°.
71
Dictionnaire des Sciences Médicales, par une société de Médecins et de Chirurgiens. Paris 1812—1822. Tomes 60. 8°.
Encyclopadisches Wörierbuch der medecinischen Wissenschaften. Herausgegeben von den Professoren des medicinischan Facultat zu Berlin. Berlin 1828—1849. 37 Banden. 8°.
A. C. P. Calissex, Medicinisches Scliriftsteller-Lexikon der jetzt lebenden Aerzte, Wundarzte, Geburtshelfer, Apotheker und Naturforscher aller gebildeten Völker. Copenh. 1830—1845. 33 Banden. 8°.
L. S. A. Holtrop, Bibliotheek voor Genees-, Heel-, Scbei- en Artsenijmengkunde of Alphabetische naamlijst van alle boeken, geschriften en stukken enz. 's Grav. 1842. 8°.
D. Beemser, Uber lebende quot;Wurmer im lebenden Menschen. quot;Wien 1819. 4°.
J. F. Brandt und J. T. C. Ratzeburg, Medicinische Zoologie, oder getreue Darstellung und Beschreibung der Thiere, die in der Arzneimittellehre in Betracht kommen. Berlin 1829—1830. 2 Banden. 4°.
Kurt Sprengei., Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. Halle 1800—1803. 5 Theile. 8°.
- Geschichte der Chirurgie. Halle 1805—1819. 2 Theile 8°.
F. B. Ossiaxder, Lehrbuch der Entbindungskunst. Erster Theil. Litterarische und progmatische Geschichte dieser Kunst. Gött. 1799. 8°.
R. Viechow, Handbuch der speciellen Pathologie und Therapie. Erlangen 1854—1865. 6 Banden. 8o.
Th. Richter, Encyclopiidie der menschlichen Anatomie. Mit 145 Kupfertafeln. Leipzig 1834—1836. 4°.
W. Vrolik, Handboek der ziektekundige ontleedkunde. Aange-borene gebreken. Amst. 1840. 2 dln. 8°.
(Ook onder den titel: De menschelijke vrucht, beschouwd in hare regelmatige en onregelmatige ontwikkeling.)
- Tabulae ad Illustrandum Embryogenesin hominis et mam-
malium tam naturalem, quam abnormem. Amst. 1849. (Ook onder den titel. De vracht van den Mensch en van de Zoogdieren, beschreven en afgebeeld in hare regelmatige en onregelmatige ontwikkeling.)
J. Bezith, De Morbis foetus. Amst. 1854.
Aug. Foerster, Handbuch der speciellen Pathologischen Anatomie. Leipz. 1854. 8°.
72
Aug. Foerster, Handbuch der allgemeinen Pathologischen Anatomie. Leipz. 1853. 8°.
- Atlas der Microscopischen Patholoeischen Anatomie. Leipz.
1854. 4°.
Supplement (Taf. 19 — 26) en Schluss-supplement zum Atlas dor Microscopische Pathologischen Anatomie. Gezeichnet und bear-beitet van Dr. Aug. Foerster. Leipz. 1856 en 1859. 4®.
K. Froriep, Chirurgische Kupfertafeln etc. Weimar 1820—1847. 97 Heften 4°.
-Klinische Kupfertafeln. Eine auserlesene Sammlung van Abbil-
dungen in Bezug auf innere Krankheiten, etc. Weimar 1828— 1837. 1—12 Lief. 4°.
- Geburtshülfliche Demonstrationen. Eine auserlesene Sammlung
der nöthigsten Abbildungen fiir die Geburtshülfe etc. Weimar 1824-1834, 11 Hefte fol.
K. H. Baumgartner, Kranken-Physiognomik. Mit 80 nach der Natur gemalten Krankenbildern. 2e Auflage. Stuttg. 1842. 8°.
Dr. W. H. Busch, Die theoretische und practische Geburtskunde, durch Abbildungen erlautert. Berl. 1838. 8°.
- Atlas der in fiinfzig lithographirten Tafeln bestehenden Abbildungen zur theoretischen und practischen Geburtskunde. Berl. 1838 fol.
C. G. Th. Ruete, Bildliche Darstellung der Krankheiten des menschlichen Auges. Physikalische Untersuching des Auges. Berl. 1854 fol.
P. Rayer, Traité thêorique et pratique des maladies de la peau, avec un Atlas in 4°, contenant 400 figures, gravées et coloriées. 3 tomes. 1835. 8°.
F. Löhmann, Tafeln der Medicinal- und Apothekegewichte aller Lander und freien Stadte in Europa. Leipz. 1832. 4°.
A. J. L. Jourdan, Pharmacopoea universalis oder Uebersicht der Phannacopöen vou Amsterdam u. s. w. Weimar 1829—1830. 2 Banden.
Pharmacopoea Belgica. Hag. Com. ex Typographia regia. 1823.
Pharmacopoea Neerlandica. Hag. Com. Typis publicis 1851.
Dr. C. A. J. A. Oudemans, Aanteekeningen op het botanische, zoölogische en pharmacognostische gedeelte der Pharmacopoea Neerlandica, met Atlas van morphologische en anatomische platen. Rott. 1854-1856. 8°.
73
Dr. C. A. J. A. Oudemans, De Flora van Nederland. Haarl. 1859—1862. 3 din. 8°.
T. A. W. Miguel, De Noord-Nederlandsche vergiftige gewassen. Met gekleurde platen. Amst. 1836. 8°.
Dr. E. Haller, Parasitologische Untersuchungen beziigiich auf die pflanzlichen Organismen bei Masern, Hungertyphus etc. Leipz. 1868. 8°.
F. L. Geiger, Handbuch der Pharmacie zutn Gebrauche bei Vor-lesungen und zum Selbstunterrichte für Aerzte, Apotheker und Droguisten. Fiinfte Auflage, neu bearboitet van J. Liebig. Hei-delb. 1843. Erster Band, Einleitung und anorganische Chemie.
- 2ler Band, welcher die Pharniaceutische Botanik enthiilt voi;
T. F. L. Nees vox Esenbeck und J. H. Dieebach. 1839. 8°.
- Erganzungsheft zur Pharmaceutischen Botanik. 1849. 8°.
- 2er Band, welcher die Pharniaceutische Mineralogie enthalt,
von C. Maequaet. 1838. 8°.
- 2er Band, welcher die Pharniaceutische Zoologie enthalt, neu
bearbeitet von C. Marquaet. 1839. 8°.
P. Steix, Die Infusionsthiere auf ihre Entwickelungsgeschichte untersucht. Mit sechs Kupfertafeln. Leipz. 1841 fol.
Rud. Wagner, leones zootomicae. Handatlas zur vergleichenden Anatomie. Mit 35 Tafeln. Leipz. 1841 fol.
Dr. J. Coster, Het verschil tusschen de Anijsplant en de gevlekte Scheerling voor oningewijden in de plantkunde beschreven. Met 2 gekleurde steendrukplaten. Amst. 1860.
Ernst Haeckel. Anthropogenic und Entwickelungsgeschichte der Menschen. Zweite unveranderte Aufla'ge. Leipz. 1874.
Dr. Otto Funcke. Leerboek der Physiologic. Uit het Hoogduitsch door Dr. L. J. Egelixg en Dr. J. C. ten Noevee de Braauw. Tiel 1858.
J. L. Casper, Praktisch Handboek der Geregtelijke Geneeskunde. Naar het Duitsch van Dr. L. Ali Cohen en Mr. B. Cohen. Gron. 1865, 2 dln. 8°.
Dr. Ali Cohen, Handboek der Openbare Gezondheidsregeling en der Geneeskundige Politie. Gron. 1869—1872. 2 dln. 8°.
S. A. Ciccolini, De diepe ademhaling, hare verhouding tot de gezondheid en de zangkunst. Amst. 1877.
74
Algemeen rapport der Commissie van den Aziatischen braakloop, 's Grav. 1832.
A. Moll, Beknopte beschrijving van den Aziatischen braakloop. Arnh. 1832.
W. T. P. Kiehl, Aanwijzing om aan Cholerazieken eene dadelijke en doelmatige hulp te verleenen. 's Grav. 1831.
Drie brochures van Dr. C. van Eldik. 1. Over den Aziatischen braakloop te Nijmegen. 2. Levens- en karakterschets van wijlen Dr. Moll. 3. Ervaringen en waarnemingen omtrent de vaccinatie en revaccinatie van Dr. Heim, Kreits-Physicus te Machede. Met aanmerkingen en bijvoegsels.
A. Chevalier et O. Reueil. Notice sur le lait. Paris. 1856.
C. P. ter Kuile. Verhandeling over de Melk en hare verval-sching te Leiden. Leid. 1877.
E. H. van Baümhauer. Over de keuring der koemelk, en over de melk in Nederland. (Overgedrukt uit de Verslagen en Mede-deelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afd. Natuurkunde. Deel VIL bl. 145).
Publicatiën, Reglementen en Instructiën op de uitoefening der Geneeskunst van 1805—1845. 8°.
Verzameling van Wetten, Besluiten en Reglementen betrekkelijk de burgerlijke eeneeskundige dienst in het Koningrijk der Nederlanden. 's Grav. 1850. 8°.
Advies omtrent het onderwijs in de Geneeskunst en in de Artsenij-bereidkunst enz. 's Grav. 1850. 8°.
Ontwerpen van Wet op het Geneeskundig Staatsbestuur enz. 's Grav. 1851. 8°.
Bijdragen tot Geneeskundige Staatsregeling. Deel 1—8. Amst. 1842 —'45. 8°.
C. Bax. Wetgeving voor de Genees-, Heel-, Vroed- en Artsenijkunde in het Koningrijk der Nederlanden. Haarl. 1818.
Stukken betreffende de herziening der Geneeskundige watten en verordeningen in 1841—1842. 's-Grav. 1843.
Brochures over Geneeskundige Staatsregeling van 1842—1852.
C. G. Ontijd, Proeve eener Geneeskundige Staatsregeling. 's-Grav. 1848.
De bovenstaande werken hebben behoord tot de boekerij van de
voormalige Plaatselijke Commissie van Geneeskundig toevoorzigt der Gemeente Nijmegen, opgeheven 1 November 1865 volgens de Wet van 1 Juni 1865, regelende het geneeskundig Staatstoezigt. (Staatsblad N0. 58).
Analius Foesius, Oeconomia Hippocratis alphabeti serie deducta. Frankf. 1588. fol.
Heelkonstige geschriften wegens de werken van Meester Gu/do de Gauliac. Amst. 1662. 4'.
G. Bidloo, De antiquitate Anatomis. Lugd. Bat. 1694. fol.
John Hunter, Historia naturalis dentium humanarum. Natuurlijke historie van de tanden van den mensch. Uit het Engelsch in het Latijn en Nederduitsch vertaald door Pieter Boddaert. Dordr. 1773. 4°.
M. van Geuns, De Civium valetudine respublicae rectoribus in primis commendanda. Hard. 1791. 4°.
Stepii. Jac. van Geuns, De instaurando inter Baloves studio botanico. Traj. ad Rh. 1791. 4°.
E. Sandifort, Tabulae intestini duodeni. Lugd. Bat. 1780. fol.
- Descriptio ossium hominis. Lugd. Bat. 1785. 4°.
G. Hewsoni, Descriptio Systematis Lymphatici iconibus illustrata, Ex Anglico latine vertit J. F. van de Wijnperse, Med. Stud. Traj. ad Rh. 1783. 8°.
P. J. Sandifort, Deglutitionis Mechanismus vertical! sectione narium, oris, faucium illustratus. Lugd. Bat. 1805. 4°.
F. J. Ermerins, De Hippocratis doctrina a prognostice oriunda. Lugd. Bat. 1832. 4°.
A. Ypeij, Principia Anatomico-physiologica. Lugd. Bat. 1817. 8°.
J. M. Noorduijn, Specimen medicum inaugurale exhibens quaes-tiones nonnullas physicologicas. Lugd. Bat. 1818.
Claas Noorduijn, De cura typhi. Lugd. Bat. 1846.
Code des médecins, chirurgiens et pharmaciens. Paris 1809. 8°.
Formulier van den Inspecteur-Generaal van den geneeskundigen dienst des Rijks, 's Grav. 1824. 8°.
C. van Eldik, Receptboek voor genees- en heelkundigen. Nijm. 1824. 8°.
Richerand. Nouveau élémens de Physiologic. Paris 1820. 8°. Tome 1 ex.
76
G. W. Schwartze, Pharmakologische Tabellen oder systematische Artzeneimittellehre in tabellarischcn Form. Leipz. 1819—1826. fol.
Dr. Kael Gustav Schmalz, Versuch einer medicinischen chirur-gischen Diagnostik in Tabellen, oder Erkenntnisz und Unter-scheidung der innem und auszeren Krankheiten mittelst neben einander ahnlichen Formen. Dresd. und Leipz. 1825. fol.
Dr. G. F. Most, Encyclopedisch Woordenboek der praktische Geneesmiddelleer. Naar het Hoogduitsch bewerkt. Amst. 1843— 1844. 2 dln. 8°.
Dr. Becksteix, Der Wasserkatechismus oder die Lehre von der heilsamer Wirkung des kalten Wassers. Berl. 1834. 8°.
H. E. Rehm, Regelen van voorzigtigheid voor ouders en leermeesters voor hunne kinderen omtrent de voortteling. Zutp. 1804. 8°.
Over het onmatig gebruik van sterken drank vooral bij het volk en de middelen om dit tegen te gaan. Utr. 1839. 8°.
Parent Duchatelet, De la prostitution dans la ville de Paris. 1838. 4°.
C. C. Saltzmann, Aanleiding tot eene verstandige opvoeding van opvoeders. Uit het Hoogduitsch vertaald. Haarl. 1806. 8°.
H. W. Bloem en J. ter Gouw, De tentoonstelling voor onderwijs te Amsterdam in 1860. Amst. 1861. 8°.
L. Kellner, De opvoedkunde der lagere school in aphorismen, naar het Hoogduitsch door H. Pr an ge. Tweede uitgave. Gron. 1864. 8°.
Emile de Lavaleye, Het volksonderwijs in de XlXe eeuw. Naar het Fransch door J. W. Regt. Tiel 1867. 8°.
Jaarboekje voor het lager en middelbaar onderwijs. Hoofdredacteur Dr. J. van der Kloes. Nijm 1858—1861. 4 dln. 8°.
A. INLEIDING. GESCHIEDENIS.
D. W. Doorenbos, Handleiding tot de geschiedenis der Letterkunde, vooral van den nieuweren tijd. Amst. 1869—1873. 2 dln. 8°.
77
B. BIBLIOGRAPHIE.
Catalogus der bibliotheek van den Heer F. D. Fontein. 1847. 8°.
Histoire de l'Eglise. Catalogue de la bibliothèque importante, délaissée par M. Ie Dr. W. Moll, Professeur a Amsterdam. 1880. 8°.
Catalogus der Bibliotheek van Let Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen. Middelburg. Tweede druk. 1882. 2 stukken. 8°.
Catalogus van de Boekerij der Kon. Akademie van Wetenschappen gevestigd te Amsterdam. Eerste Deel in 2 stukken. Amst. 1857— 1860. Tweede deel 1868. Derde Deel le en 2e stuk. Amst. 1876—1881. 8°.
—— Eerste deel, le stuk. Nieuwe Uitgaaf. Amst. 1874. 8°.
Register op den bovengenoemden Catalogus. Amst. 1885. 8°.
Catalogus der Verzamelingen Bilderdijk en van Lennep, aanwezig in de boekerij der Kon. Akademie van Wetenschappen, gevestigd te Amsterdam. Amst. 1887. 8°.
Catalogus van de Bibliotheek der Maatschappij van Ned. Letterkunde te Leiden. Leid. 1847—1864, 3 dln. met een bijvoegsel over de jaren 1853—1857. Leid 1857. 8°.
- Derde gedeelte. Nederlandsch Tooneel. Leid. 1877. 4°.
Tweede vervolg op den Catalogus der Bibliotheek van het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde te Leeuwarden. Leeuw. 1871. 8°.
Essai d'une bibliographie de la litterature Frisonne. La Have et Leeuw. 1859. 8°.
Handschriften en oude drukken der kunst en letterverzamelingen van A. D. Schinkel. 1853. 8°.
C. TAAL- EN LETTERKUNDE BIJ DE OUDE VOLKEN.
Waartoe dient in onzen tijd de beoefening der klassieke letteren (Overdruk uit het Alg. Letterlievend Maandschrift 1859 N0. 6). 8°.
J. G. Schneider Griechisch-Deutsch Wörterbuch. Leipz. 1819. 2 dl. 4°.
B. Hedericus, Graecum Lexikon manuale. Lond. 1821. 4°.
78
B. Alexandre, Dictionnaire Grec-Fraii9ais. Paris 1835 8°.
G. H. Ozaneam, Nouveau Dictionnaire Francais-Grec. 1847. 8°.
Wörterbuch des Homers Odyssee. Königsberg 1820. 8°.
G. Ch. Cousius, Wörterbuch zu Xenophoxtis Kyropaedie. Leipz. 1869.
F. C. Harles, Introductio in historiam linguae Graecae. Altenburg 1792. 3 dln. 8°.
T. Vollbrecht, Wörterbuch zur Xenophontis Anabasis. Leipz. 1866. 8°.
Dr. J. H. Crist Luneman, Wörterbuch zu Homers Ilias. Königsberg 1824. 8°.
Lexikon Graeco-Latinum manuale. Lips. 1830. 8°.
F. Jacobs, Elementiirbuch der Griechischen Sprache. Jena 1817.8°.
G. Dorx Seiffex, Grieksche Spraakkunst. Amst. 1808. 8°.
Philip Bultman, Griechische Grammatik. Berl. 1845. 8°.
Lexikon Graecum et institutiones linguae Graecae ad non apparatus instructionem. Antv Excudebat Christophorus Plantinus Proto-graphus Regis 1572. fol.
G. Groen van Prinsterer, Disp. litt. inaug. qua continatur Platonica phosographia. Lugd. Bat. 1823. 8°.
I. de Vüller, Diatribe in socraticam 'EIIArSirHN praesertim e Xenophontis Memorahilibus ductam Tr. ad K. 1838. 8°.
J. C. Badon Ghyben, Diatribe in Socratis ironiam. Zutp. 1833. 8°.
A. C. Remy, De Arato Sicyanio. Traj. ad Rh. 1836. 8°.
F. M. Weijers, Diatribe in Lysiae orationem in Nicomachum. Lugd. Bat. 1839. 8°.
P A. Mooquette, Historia Syracusarum usque ad Gelonem. L. B. 1840. 8°.
F. H. B. von Hoff, De Mythe Helenae Ecripideae. L. B. 1843 8°.
P. Hoogvliet, De vita et scriptis Heraclidae Pontici. L. B. 1848.8°.
J. C. Schagen van Soelen, Over den oorsprong der Grieksche vertaling van de Pentateuch volgens de LXX. Leid. 1844. 8°.
79
Mr. D. J. van Stegeren, Vrouwenkarakters. De Antigone van Sophocles, De Aulische Ipbigenia van Euripides. Arnh. 1844.8°.
- De gebeden der Grieken, 's Grav. 1881. 8°.
Diodori Siculi, Bibliothecae historicae libri, qui supersunt. Amst. 1749. 2 torn. fol.
The general history of Polyhius in five books. Transtated from the Greek by Mr. Hampton. London 1811. 8°.
Dioxysii Halicarnensis, opera omnia. Leipz. 6 din. 8°.
Cassii Dionensis Coccejaxi, Historiae Romanae quae supersunt. Lips. 1818. 6 din. 8°.
Herouoti Halicarnensis, Historiarum libri IX. Opera Frederici Volgangi Eiccii. Lips. 1778—1800. 2 torn. 8°.
Herödoti, Musae. Uitgave van J. Ch. T. Baebr. Lipsiae 1830— 1835. 4 torn. 8°.
- Uitgave van J. Schweighauser. Londen. 1830. 8°.
W. Belae, Herodotus, translated from the Greek. London 1830.
Xenophontis quae extant. Uitgave van J. G. Schneider. Lips. 1815. 3 din. 8°.
- Expeditio Cyri. Uitgave van L. Dindorf. Lips. 1861.
- Arriani Anabasis Alexandri. Uitgave van C. Sintenis Berol.
1867. 8°.
- Memorabilia et Apologia Socratis (12e deel van de Biblio-
theca classica scriptorum prosaicorum Graeeorum.) Lips. 1829. 8°.
Thucydidis, De bello Peleponnesico, libri octo latine redditi. Lond. 1823. 8°.
Aristotelis Politicorum libri octo superstites. Uitgave van J. G. Schneider, Francf. ad Viodrum. 1809. 8°.
Platonis Phaedo. Uitgave van J. Bekker. Lond. 1823. 8°.
- Menocenus naar den tekst van Bekker. Lond. 1848. 8°.
D. quot;VVyttenbachus, SelectaPrincipumHistoriomm. Amst. 1788.8°. bis.
Herodotus, Thucydidis Editio altera. Amst. 1808/,»/«. 8°.
- Editio quarta, Lugd. Bat. 1829. 8°.
Aeschyli, dramata quae supersunt. Uitgave van Fr. Hendr. Botho. Lips. 1803. 8°.
80
Aeschylus, ex novissimo recensione F. A. Foley. Cambridge 1858. 8°.
Araceeomtis, Carmina. Uitgave D. I. F. Degen. Erlangae 1808. 8 .
Aeistophanis Comoedia Plutus. Uitgave van T. Hemsterhuis. Harl. 1744.
_ Comoedia. Uitgave van G. Dindorf. Lips. 1830. oct.
Euripidis Tragoedia. Lips. 1819. 2 torn.
_ Iphigena Aulidensis. Uitgave van F. H. Bothe. Lips. 1826.
- Cyclops. Uitgave van F. H. Bothe. Lips. 1823.
_ Iphigenia tanrica. Uitgave van F. H. Bothe. Lips. 1825.
_ Hereclidis. Uitgave van A. J. E. Pflugh. Gothae et Erfurtiae.
1830. 8°.
Homeei, Ilias. Uitgave van C. G. Heyne. Lips. 1804.
_ Graece et latine. Uitgave van H. Clarke. Amst. 1743. 8°.
- Ilias. 2 din. 8°.
- Odyssea. Uitgave van C. Loewe. Lips. 1822. 8°.
_ Odysseae, libri IX, X, XI, XII. Uitgave van H. Hunting-
ford. Lond. 1828. 8°.
_ Carmina. Uitgave van G. Hermann. Lips. 1827. 8°.
Pindaet Carmina, quae supersunt. Uitgave van L. Dissenius. Gothae et Erfurdiae. 1830.
Sophoclis, Tragoediae. Uitgave van G. Dindorff. Lips. 1825.
Selecta Poetarum Graecoram Carmina. Traj. ad Rh. 1821.
Lucien de la traduction de N. Peerot Sr. et D. Ablaixcouet, Quatrième edition. Amst. 1738.
Gradus ad Parnassum. Amst. 1723.
Admiranda rerum admirasilium encomia, sive diserta et amoena Pallas. Neo. Bat. 1676.
G. J. Vossn, Rhetorices contractae sive partitionum oratoriorum 'libri V. Lugd. Bat. 1780. 8°.
Anthologia sive florilegium rerum et materiarum selectarum. Argen-torati 1662.
Lexikon latinum criticum Jc. Frc. Cansi de Allis. Venetiae 1742. 8°.
81
Lexikon Latino-Belgicum iiovum a Samuele Pitisco. Amst. 1738. 4°.
Lateinisches-Deutsches uud Deutseh-Lateinisclies Schuhvörterbuch. Leipz. K. Tauchnitz. 8°.
Latina Grammatica G. J. Vossn. Lugd. Bat. 1810.
Th. C. Harlesii, Introductio in historiam linguae latinae. Eremae 1773. 8°.
Dr. J. C. F. Baehk, Geschiclite der Römischen Literatur. Carls-nihe 1828. 8°.
Dr. Eduaed Munk, Geschiclite der archaiistischen Litteratur der Eömer. Berl. 1858. 8°.
Q. Cuetii Rupi, Alexander Magnus, et in illum commentarius Samdelis Pitisci. Hag. Com. 1708. 8°.
Jüswni, Historiae Pliilippicae. Uitgave van Abr. Gronovius. Lugd. Bat. 1710. 8°.
- Historiarum ex Trogo Pompeio, libri XLIV. Amst. 1722. 8°.
Cajus Suetonius Tkanquillius. Uitgave van F. Ouderdorp, Lugd. Bat. 1711. 8°.
- Uitgave van J. G. Graevius Tr. ad Rhen. 1670. 8°.
Eutropii, Breviarium Historiae Romanae. Uitgave van H. Verheyk. Lugd. Bat. 1762.
C. Plinii Caecilii Secundi, Epistolarum libri decem. Uitgave van G. Erdman Gierig. Lips. 1800. 2 din. in een band 4°.
Caji Plinii Caecilii Secundi, Panegyricus. curante J. Arntzenio. Amst. 1738. 4°.
C. Cornelii Taciti Opera. Uitgave van J. A. Ernesti. Lips. 1722. 2 din. 8°.
- Opera. Uitgave van C. H. Weise. Lips. 1829. 8°.
Tit. Livii Patavini, Historiarum ah urbe condita libri qui super-sunt. Uitgave van T. Rudiman. Edinhurghi 1751. 4 din. 8°.
- Uitgave van J. F. Kreijssig. Lips. 1820. 6 din. 8°.
C. Julii Caesaris quae extant. Uitgave van A. Montanus. Amst. 1611. 8°.
- Commentarii de bello Gallico with notes by George Lam'.
Lond. 1860. 8°.
- Commentarii de hello Gallico. Uitgave van F. Ochten. Lips.
6
82
Caji Crispi Sallustii, quae extant. Zutph. 1832. 8®.
_ Opera quae extant. Uitgave van C. H. Weise. Lips. 1840. 8°.
_ Catalina et Jugurtha. Uitgave van J. C. Ortellius. Turici 1840. 8°.
L. A. Florus, Cum integris Cl. Salmasii et variorum notis. Keomag. Ex officina Andreae ab Hogcnliuysen. 1662. 8°.
Polydori Virgilii urbinatus. De rerum inventoribus libri VIII et de prodiguis libri III. Lugd. Bat. 1744. 8°.
Caji. Plinii Secundi, Historiae naturalis libri XXXVII. Biponti 1783—1784. 5 dln. 8°.
Auli Gelii, Noctes Atticae. Lips. 1836. 8°.
Dionis Cassii Coccejani, Historiae libri 46. Uitgave van Jo Leun-clavü. Francforti 1592. 8°.
Vellei Paterculi, quae supersunt, curante Petro Burmanno. Lugd. Bat. 1719. 8°.
Valerii Maximi, libri novem factorum, dictammque memorabilium. Uitgave van A. Torrenius. Leidae. 1726. 2 dln. 8°. bis.
M. Tullii Ciceronis, Do natura deorura libri tres. Uitgave van J. Davideus. Oxeui 1807. 8°.
_ ex recensione J. A. Ernesti. Lips. 1818.
_ De Oratore libri tres. Uitgave van J. A. Ernesti. Lond. 1824. 8®.
_ Opera omnia. Uitgave van J. A. Ernesti. Halis Sax. 1775.
2 dln. 8°.
_ republica quae supersunt et sex orationum partes. Hal.
1824. 8°.
_ Epistolarum libri XVI. Uitgave van J. G. Graevius. Amst.
1829. 8°.
_ Orationum selectarum liber. Uitgave van A. van Zurck. Amst.
1741. 8°.
_ De officiis libri tres. Lugd. Bat. 1808. 8°.
J. C. Boot, Observationes criticae ad M. Tullii Ciceronis episto-las. Amst. 1880.
Nico la ï Heinsii Dan filii, Adversariorum libri IX. Uitgave van
Petrus Burman. 8°.
J. J. L. van der Brugghen. De venationis commodo atque in-commodo. Xeom. 1890. 8°.
83
P. OviDii Nasonis, Methamorphoses. Uitgave van E. G. Gierig. Lips 1804. 8°.
- Tristium libri quinque. Uitgave van B. Burmann. Amst.
- Metamorphoses. Antw. 1608. 8°.
Phaedei Augusti liberti, Fabularum Aesopiamm. libri X. curante Petro Burmanno. Lugd. Bat. 1745. 8°.
- Fabulae Aesopiae cum tribus fabularum appendicibus ad
optimas editiones collatae curavit S. W. Schippers. Gr on. 1821. 8°.
L. Annaei Senegae, Philosophi opera quae extant omnia a Justo Lipsio emendata et scholiis illustrata. Antv. 1615. fol.
Luccii Aenei Senegae, Tragoediae. Ex officina Plantiniana Raphe-lengii. 1792. 8°.
P. Terentii Afri, Commoediae. Uitgave van A. G. van Capelle. Amst. 1831. 8°.
Aleii Tibulli, Carmina libri tres. Uitgave van C. G. Heyne. Lips 1798. 8°.
- Uitgave van C. F. Wunderlich. 1802.
Tibulli et Propertii, Opera. Uitgave van J. Broukhuis. Glas-quae. 1753. 8°.
P. Viegilii Maronis, Opera. Uttgave van G. G. Heyne. Lips 1822. 2 din. 8°.
- Bucolica, Georgica et Aeneis. Paris 1817. 8°.
J. Lücretii Caii, De reram natura libri tres, Lips 1828.
Anti Lucretius, Sive de Dei et natura libri novem candinalis de Polignac optus posthumum. Par. 1754 tomu sex.
Q. Horatii Flacci, Opera. Uitgave van C. G. Mitscherlich Reuth, lingae 1814. 2 din. 8°.
- Opera. Uitgave van F. G. Doering. Glas quae 1827. 8°.
- Opera omnia. Uitgave van J. C. Jahn. Lips 1827. 8°.
- Eclogae. Uitgave van J. Matthias Gesner. Lips 1803. 8°.
J. G. F. Estre, Horatiauae Prosopographeiae capita duo. Amst. 1844. 8°.
H. Duntzer, Kritik der Erklarung der Oden des Horaz. Braunsch. 1840. 8°.
C. W. Wieland, Horazens Briefe aus dem lateinischen übersetzt. Leipz. 1816. 2 din. 8°.
84
Daciek. Oeuvres de Horace en Latin et en Francais. Tome Xme de Pantion liber. Paris 1789.
Satires de Perse et de Juvenal expliquêes par Boileau. Paris 1827. 2 dln.
D. J. van Stegeren, Varia critica. 's-Grav.
T. T. Kroon. Specimen litterarium exhibens Quaestiones Catulli-anas. Lug. Bat. 1864.
T. Verwaten. Specimen literarium in M. Acci Plauti Amphiti-onem Traj. ad Rhen. 1827.
S. I. E. Eau, Schediasma de versibus spuriis in libro primo Aenei-dos Virgilianae. Lugd. Bat. 1846.
B. S. Albini Academicarum annotationum liber I, II, V, VI, VTTT. LB. 1754—1768. Tom. 6. 4°.
Carmina praemio ornata in certamine poetico Hoeufftiano. Amst. 1856—1887. Tom. 21. S».
J. van Leeuwen. Lycidas Ecloga et Musae invovatio. 1856. _ Octaviae Querela. Carmen. 1857.
J. Giacoletti. De lebetis materie ac forma, ejusque tutela in machinin vaporis vigentibus. 1863.
J. van Leeuwen, Senis vita pro patria. 1862.
A. H. A. Ekker, Exeunte Octobri. Ad filiolum. 1868.
P. Esseiva, Urania. Carmen didascalicnm. 1870.
- Ad juvenem satira. 1872.
- Gaudia domestica. Elegia. 1873.
- Musa. Elegia. 1874.
_ Ad Procum. Satira. 1875.
F. Pavesi. Mediolanensis. Hollandia Carmen. 1876.
P. Esseiva. Pastor bonus. Elegia. 1877.
F. Pavesi, De insubrum agricolarum in Transatlanticas regiones demigratione idylla. 1878.
85
P. Esseiva, Virginis Maturioris Querelae Elegia. 1879.
--In mulieres emancipatas. Satira. 1880.
J. van Leeuwen, Ad Bacchum. Elegia. 1881. P. Esseiva. Tobiae junioris peregrinatio. 1882.
--Juditha et Adolescentis meditatio. 188-1.
Venite ad me. Ad Virgilium. De Alarico. 1885.
Judas Machabeus et nupta ad amieam. 1886.
Matris Querela et Esther 1887.
D. XEDERLAXDSCHE LETTERKUNDE. I. Inleiding. Geschiedenis. Bloemlezingen.
J. van Vloten, Redevoering over de zedelijke werking der vaderl, taal-, letter- en staatsgeschiedenis. Dev. 1850. 8°.
Dr. G. D. J. Schotel, Geschiedenis der Rederijkers in Nederland. Amst. 1862. 2 dln.
F. J. Mone, Uebersicht der Niederlandischcn Volksliteratur alterer Zeit. Tübingen 1838. 8°.
W. J. Hofdijk, Geschiedenis der Ned. Letterkunde. Amst. 1857. 8°.
W. Everts, Geschiedenis der Ned. Letterkunde.
Dr. W. J. A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederl. Letterkunde. Tweede druk. Gron. 1873. 2 dln. 8°.
Dr. J. van Vloten, Beknopte Geschiedenis der Nederl. letteren van de vroegste tijden tot op heden. Derde druk. Tiel 1885. 8°.
- Keur van Neerlands Dicht en Ondicht der 19de eeuw.Zwolle. 8°.
--Nederlands Dicht en Ondicht der 19de eeuw. Zwolle 8e druk
1879. 8°.
J. P. de Keijser, Neerlands Letterkunde in de 19de eeuw. Den Haag 1881. 3 dln. 8°.
Dr. G. J. Dozy en F. de Stoppelaar, Proza en Poezie. Vierde druk. Tiel. 8°.
Gaven der liefde van eenige onzer hedendaagsche dichters en prozaschrijvers. Amst. 1870.
86
1. Werken van Maatschappijen en Genootschappen.
Handelingen der Maatschappij van Nederl. Letterkunde te Leiden 1849—1862. Leid. 8°.
(Jaargang 1852 ontbreekt.)
Handelingen en levensberigten der Maatschappij van Neder 1. Letterkunde in twee deelen. 1864—1886. Leid.
Gedenkschrift van de Maatschappij van Ned. Letterkunde te Leiden. ^
1766—1866. Leid. 1867. 8°.
Alphabetische lijst der leden van de Maatschappij der Ned. Letterk. opgemaakt in Dec. 1861, Juni 1876 en in Nov. 1881. 3 stuks. 8°.
Ontwerp van \Vet en AVetten van de Maatschappij der N ed. Letterk. 5 stuks. 8°.
Mr. J. de Wal,, Toespraak ter opening der Alg. verg. van de Maatschappij der Ised. Letterk. te Leiden den 16 Juni 1887. 8 .
Nieuwe werken van de Maatschappij der Ned. Letterk. te Leijden. 1 Deel 1 Stnk. Dordr. 1824, 8°.
--II Deel 1 Stuk. Dordr. 1829. 8°.
_ III Deel 2 Stuk. Dordr. 1834. 8°.
- IV Deel 1 Stuk. Dordr. 1838. 8°.
_ V Deel 1 Stuk. Dordr. 1838. 8°.
_ VI Deel. Dordr. 1844. 8°.
Nieuwe reeks der Werken van de Mij. van Ned. Letterk. te Leiden. VHe Deel le Stuk. Leid. 1852. 8Ó.
Jaarboeken van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, gevestigd te Amsterdam. 1857—1886. Amst. 30 dln. 8°.
Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde. Deel I, II, III le en 2e Stuk, IV, le en 3e Stuk, V, 3e Stuk, VI, le en 3e Stuk, VII, VIII, IX, X, XI en XII. Amst. 1855-1869. 8 dln. 8°.
_ Tweede Reeks. Amst. 1871-1883. 12 dln. 8°.
_ Derde Reeks. Deel I, II, le en 2e Stuk van Deel III en le
Stuk van Deel IV. Amst. 1884-1887. 8°.
Procesverbaal van de vereenigde vergadering der beide Afdeelingen van de Kon. Ak. van Wetenschappen, te Amsterdam gehouden 26 April 1856.
Verslagen van het verhandelde in de Alg. verg. van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen met aanteekeningen, over de jaren 1866,1869,1871—1875, 1877, 1879—1886. Utr. 8°.
87
Registers op het verhandelde in de vergaderingen der sectiën over 1845-1872. Utr. 1879. 8°.
Naamlijst der leden op 15 April 1880 en 15 April 1885. Utr. 8°.
2. Tijdschriften en Jaarboekjes.
De Navorscher, Tijdschrift voor letterkundige gedachten wisseling. Amsterdam 1851—1854 met bijblad over 1853. 4°.
Mr. J. I. D. Nepveu en Mr. C. L. Schuller, Algemeen letterlievend Maandschrift voor 1859. Utr. 8°.
Volksalmanak, uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van. 't Algemeen. Amst. 1856—1892. 8°.
Nederlandsche Volksalmanak voor 1854. Amst. 1853.
3. Dichtwerken.
Dr. David, Rijmbijbel van Jacob van Maerlant. Bruss. 1858, 1859. 3 dln. 4°.
- Glossarium op Maerlants Rijmbijbel, vervolg en slot van
het 3de deel. Bruss. 1861. 4°.
Eelco Verwijs, Jacob van Maerlant's Wapene Marlijn met de vervolgen. Dev. 1857. 4°.
J. H. Bormans, der Naturen Bloeme. Bruss. 1857. 4°.
- Ouddietsche fragmenten van den Panthonopeus van Bloys.
Bruss. 1871. 4°.
- Spiegel der wijsheid of leringhe der zalichheden van Jan
Praet, Westvlaemschen Dichter van 't einde der XlIIde eeuw. Bruss. 1872. 4°.
Th. Blommaeet, Theophilus. Gedicht der XlVde eeuw, gevolgd door negen andere gedichten uit de Middeleeuwen. Gent 1859. 4°.
Dr. W. J. A. Jonckbloet, Roman van Lancelot, XlIIde eeuw, naar het eenig bekende handschrift der Koninklijke Bibliotheek. 'sGrav. 1846 en 1858. 2 dln. 8°.
- Roman van Walewein door Pennine en Pieter Vostaert. Leid.
1848, 2de deel. 4°.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Roman van Henric en Marguerite van Limburgh. Leid. 1840 en 1842. 2 dln. 8°.
F. A. Snellaert, Nederlandsche Gedichten uit de veertiende eeuw
88
van Jan van Boendale, Hein van Aken en anderen. Brass. 1869. 4°.
Mr. H. E. Moltzee, Bibliotheek van Midclen-Nederlandsclie Letterkunde. Gron. 1868—1870. 3 st.
J. A. Albeedingk Thym, Gedichten, ontleend aan de Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur, 1ste deel 12de—16de eeuw, 2de deel van de 1ste en aanvang van de 2de helft van de 17de eeuw. Amst. 1850—1852. 2 dln. 8°.
Honderd christelijke zinnebeelden van Georgette de Montigny door Anna Roemer Visschees. Uitgegeven naar het oorspronkelijke handschrift van A. D. Schinkel, 's Grav. 1854. 4°.
N. Beets, Mededeeling betreffende de onuitgegeven gedichten van Anna Roemee Visschees. 8°.
- Naschrift op de mededeeling (Overdruk uit de verslagen en
mededeelingen der Koninklijke Akademie). Amst. 1879. 8°.
J. van Vloten, Geestelijke liedekens van ïeunis Harmsen van Wervershoff en zuster Baetjen van Utrecht. Leiden 1850. 8°.
D. R. Camphuijsen, Stichtelijke Rijmen. Dordr. 1635. 8°.
J. van Vondel's Gijsbrecht van Aemstel. Amst. 8».
- Palamedes. Amersfoort 1707. 8°.
Pietee C. Hooft, Dichtkunstige werken. Amst. 1668. 8°.
Alle de werken van Jacob Cats. Met een levensbericht van den Dichter. Schiedam 4°.
W. Eekhoff, Bloemlezing uit den Frieschen Lusthof en andere sredichten van J. J. Staetee. Leeuw. 1862. 8°.
Nederlandsche Geschiedzangen, 2de bundel 1572—1609. Amst. 1852.
P. Beenagie's Studentenleven en Goê vrouw, W. G. v.^Focken-beoch's Verwarde Jaloezy. Drie kluchtspelen der 17de eeuw, uitgegeven door W. L. van Helten. 1871. 8°.
J. M. Scheant, Oud-Nederlandsch Rijm en Onrijm. Leid. 1854. 8°.
Nederlandsch Liedeboek 1ste en 2de bundel 1850, 18ol. 2 dln. 8°.
N. S. van Wintee, Monzongo of de koninklijke slaaf. Treurspel. Amst. 1774. 8°.
G. Toekamp Lammees Jr., Het gevecht der Horatiussen en Curia-tiussen. 8°.
B. Glasius, Willem de Eerste. 8°.
89
Meropé, Treurspel. Amst. 1791. 8°.
Mr. E. J. B. Schonck, Schets van Neerlancls rampen bij de over-strooming in 1784. Nijm. 8°.
E. A. Borger, Nagelaten Gedichten, vijfde dmk. Haarl. 1852. 8°.
Mr. L. Ph. C. van den Beegh, Het Baskische Meisje. Utr. 1835. 8°.
J. T. Buser, Krijgszangen. Nijm. 1818. 8°.
C. ten Hoet Jr., Citherklanken den vrede der ziel gewiid. Nijm. 1832. 8°.
R. H. van Someren, De St. Elizabeth's nacht a0 1421. Dichtstuk in drie zangen. Utr. 1841. 8°.
Anna, De bruid van Angrogna. Romantische episode uit de geschiedenis der Waldenzen. Nijm. 1854. 8°.
Dr. L. W. van Deventer, Maria van Baarland. Nationaal Drama. 's-Grav. 1856. 8°.
Emmanuel Hiel, Gedichten Gent. I. 1863. 8°.
H. J. Schimmel, Struensee. Drama in vijf bedrijven. Amst. 1868.
T. T. Helvetius van den Bergh, Een theepraatje. Tweede druk. 's-Grav. 1868. 8C.
Marcellus Emants, Fatsoen. Tooneelspel in drie bedrijven. Amst. S'1.
Mr. B. W. A. E. Sloet tot Oldituis. Herfstdraden. Dev. 1873. 8°.
- Winteravondrood. Dev. 1877. 8°.
J. J. Jj. ten Kate, Een handvol dichtbloemen. Amst. 1876. 8°.
J. G. Bourse. Bonte bladeren. Gedichten. Amst. 8°.
J. C. van Slee, Het visioen van broeder Maarten. Gedicht naar het Spaansch van D. Caspar Nunez de Arce. Tiel 1880. 8°.
M. L. Quack, Bloemen in 't koren. Gedichten. Arnh. 1885. 8°.
J. J. H. Bange, Bloemen en vruchten van eigen en vreemden bodem. Sappemeer 1887. 8°.
Mr. S. J. E. Rau, Zangen voor het gebed des Heeren. Utr. 1876. 8°.
- Zangen eens levens. Nijm. 8°.
W. Dijkstra, Haitskemoai's klachten in 'e winter fen 1853. Fran. 1856. 8°.
- Petear en Haitskemoai's Bern in de winter feu 1857. Fran.
1857. 8°.
90
Bilderdijk's Diclitungen. Das warhafte Gut und die Geisterwelt Aus dem Hollandischen von P. W. Quack. Stuttg. 1853. 8 .
4. Prozawerken.
Jak® Hilman, Ons Tooneel. Aanteekeningen en geschiedkundige overzichten. Naamrol van plaatwerken en geschriften. Amst. 1879. 8°.
_ Beredeneerd Register op ons Tooneel. Leid 1861. 8°.
_ Alphabetisch overzicht der Tooneelstukken in de Bibliotheek
van Joh8 Hilman. Amst. 1878. 8°.
Dr. J. A. Woef, Engelsche tooneelspelers op het vaste land. Gent 1886. 8°.
Dr. W. Moll, Geert Groote's Dietsche vertalingen beschreven en toegelicht, Amst. 1890. 8°.
Handelingen van het tiende Nederlandsche taal- en letterkundig congres te 's-Gravenhage, 31 Aug.—3 Sept. 1868. 's-Grav. 1869. 8 .
Handschriften en oude drukken (incunabulen) deel uitmakende van de kunst- en letterverzameling van A. D. Schexkel, Met een facsimile. 's-Grav. 1853. 8°.
Verzameling van Nederlandsche prozastukken van 1229 1476, naar tijdsorde gerangschikt. Leid. 1851. 8 .
De historie van de deerlijke destructie, en ondergang van Jeruzalem door den Keizer Vespasianus. Amst. 8°.
Een schoone en genoegelijke historie van de zeven wijzen van Rome. Amst. 1819. 8°.
Rolaxd, Akademische roman. Eene kopy naar liet origineel van een Oud-Paedagoog. Leid. 8°.
J. de quot;Witte van Citters, Hommeles Homulus. (Overdruk uit de Nederl. Spectator 1878). 8°.
Mr. S. J. E. Rau, Dicht- en zedekundige studiën. Utr. 1865. 8°.
Dr. N. Beets en Dr. A. H. Raabe, Bloemlezing uit de werken van Mr. J. J. L. vax dee Brugghen. Nijm. 1888—1890. 2 dln. 8°.
S. Vissering, Herinneringen, Studiën en Schetsen. Amst. 1863. 8°.
Dr. A. Pierson, Schoonheidszin en levenswijsheid. Arnh. 1868. 8°.
91
Mr. C. W. Opzoojier, De Wetenschap, haar vrucht, haar gang en haar regt. Amst. 1867. 8°.
- Güthe's godsdienst. Redevoering ter opening der Akademische
lessen. Amst. 1868. 8°.
- Thorbecke. Een woord van hulde in de Koninkl. Akad.
van Wetenschappen. Amst. 1872. 8°.
Ds. B. Tideman Jz., Ahasverus. Zwolle 1870. 8°.
Mr. J. Nankinga Uitterdijk, Een Hansedag te Keulen op 5—8 Juni 1876. Kamp. 1870. 8°.
Carolina Pichler, Wetenschappelijke brieven over belangrijke onderwerpen. Naar het Hoogduitsch door C. ten Hoet Jz. Nijm. 1825. 8°.
Het beleg van Antwerpen. Historisch-romantisch tafereel uit den tachtigjarigen oorlog. Nijm. 1825. 8°.
J Ohanna Laval en de Zegepraal der trouw. Historisch-Romantische tafereelen. Nijm. 1829. 8°.
Anna Grossert, en Jacques Poltrot, Historisch-romantische tafereelen uit den godsdienstoorlog van Frankrijk in de 16e eeuw. Nijm. 1830. 8°.
C. Pichler, Tafereelen uit het huiselijk leven. Nijm. 1832.
Joh. Hk. Jonckers, Schaduwbeelden uit den Voortijd. Viertal historische Novellen. Arnh. 1860.
J. J. Cremer, 't Reuske van 't Dorp. Overbetuwsche vertelling. Haarl. 1877. 8°.
Dr. G. J. Schlimmer, Kinderen van den winter. Schetsen en Novellen. Tiel 1879. 8°.
Tony, Twee Reisnovellen van den Rijn. Noord-Nederlandsche uitgave onder toezicht van Dr. J. van Vloten. Haarl. 8°.
Lijst der werken uitgegeven door of met bijdragen voorzien van wijlen Mr. W. Bilderdijk en Vrouwe K. W. Bilderdijk. Amst. 1833. 8°.
Idem door B. Klinkert. Amst. 1853. 8°.
5. Taalkunde.
Mr. L. Ph. C. van den Bergh, De leer der enkele en dubbele vokaalspelling. Rott. 1836. bis. 8°.
92
Dr. M. de Vries, De heerschappij over de taal, het beginsel der welsprekendheid. Gron. 1850. 8°.
- De Kederlandsche taalkunde in haren aard en hare strekking.
Haarl. 1853. 8°.
- Proeve van Middelnederl. taalzuivering. Haarl. 1856. 8°.
- Verslag der Redactie van het Xederl. woordenboek sedert den
staat harer werkzaamheden van 1 Julij 1860 tot 1 Julij 1862. Haarl. 1862.
- Middel-Nederlandsche verscheidenheden. (Overdruk uit de
Taalkundige Bijdragen.) 8°.
-Woordverklaringen. (Overdruk uit de Taalkundige Bijdragen.)80.
H. Pieteesex, Geslachtlijst van zelfstandige Kederl. woorden. Haarl. 1821.
Dr. W. G. Brill, Nederl. Spraakleer. Leid. 1855.
L. Th. Zeegers, Nederduitsche Spraakkunst. Amst. 1854.
- Redekunst 1854.
Taalkundige opstellen van L. A. te Winkel en andere taalgeleerden. (Overdrukken uit Tijdschriften.) 17 stuks.
E. BELGISCHE LETTERKUNDE.
M. Gheldorf, Étude sur la signification du mot Belfort dans les Chartres de la Flandre. 4°.
J. F. Willems, Mémoire sur les noms des Communes. Brux. 1845. 8°.
F. FRANSCHE LETTERKUNDE.
Petit Dictionnaire de 1'Académie Francaise. Paris 1838. 8°.
G. N. Landré et P. Agron, Nouveau Dictionnaire portatif des lan-gues Francaise et Hollandaise. Amst. 1810. 2 dln. 8°.
IAbbè Girard, Synonymes Francais, 2e partie. Vannes An X. 8°.
Noel et de la Place, Lecons Franoaises de littérature et de morale. Brux. 1842. 4°.
L. Paul Delixotte, Manuel de littérature francaise. Tiel 1862. 8°,
N. de Boileaü Desrréaux, Oeuvres. La Haye 1729. 2 dln.
P. Corneille, Chef-d'oeuvre. Paris 1813. 4 dln. 8°.
93
Voltaire, La Henriade. Geneve 1718. 8°.
- Nouvelle édition. 1871. 8°.
M. Eegnier, Oeuvres. Paris 1819. 8°.
Fénélon, Abrege des vies des anciens pbilosophes. Paris 1821.8°.
Le Sage, Le Bachelier de Salamanque. 1824. 2 torn. 8°.
M. Raynouard, Les Templiers, Tragédie. Seconde édition. Paris 1820. 8°.
Chateubriand, Atala, René, 1'Abencérage. Nouvelle édition. Brux. 1858. 8°.
Le Vicomte dArlincourt, Ismaila ou la mort et 1'amour. Paris 1828. 8°.
Ch. Perrault, Conté des Fées. Paris. 8°.
Le livre des secrets. Paris. 1858. 8°.
Francisque Sarcey, Le siège de Paris. Impressions et souvenirs. 21e édition. Paris 1871. 8°.
Paul Marchegoy, Recherches sur les poësies de Mile de Rohan Soubise Les Roches. Rombaud. 1874. 8°.
J. Demagrot, Histoire de la littérature Francaise. 4ine édition. Paris 1860. 8°.
Jacques Loyseau, Les fabliaux au moyen age. Paris 8°.
Etiexne Joy, Theatre. Paris 1824. 8°.
St. Napoleon au Paradis et en exil. Poème. Paris 1825. 8°.
A. Duval, Le Tasse, Drame historique eten prose. Brux. 1824. 8°.
Voyage sentimental. 8°.
Nouveau secretaire du Cabinet en modèles de lettres sur divers sujets. Paris 1828. 8°.
Almanac chantant. Choix des plus jolies chansons francais. Paris 1860. 8°.
Almanac du Musée des families. Paris 1862. 8°.
G. ENGELSCHE LETTERKUNDE.
H. Nolle und L. Ideler, Handbuch der Englische Sprache und Literatur. Berlin 1823—1832. 2 dl. 8°.
94
William Spalding, The history of English literature. Edinb. 1853.8°.
The Empress of Marocco, a tragedy. Edinb. 1698. 4°.
William Shakspeaee, Dramatic works. Loud. 1828. 4°.
Macbeth, Treurspel van William Shakspeaee, vertaald door Dr. L. A. J. Buegeedijk, 's Grav. 1880. 8°.
Laurence Sterne, The life and opinions of Tristram Shandy. London 1878. 8°.
_ A sentimental Journey through France and Italy. Paris 1817. 8°.
James Maiphebson, The poems of Ossian. Lond. 1790. 3 dl. 8°.
Goldsmith, The Vicar of Wakefield. Paris 1820. 8°.
_ accentuirt, mit erlauternden Anmerkungen und einem \ ol-
standigen Wörterbuche van K. R. Schruk. Leipz. 1842 his. 8 .
_ Le Ministre de Wakefield. Paris 1837. 8°.
Eduaed Young, Night-Thoughts. Lond. 1802. 8°.
Heney Mackenzie, Works with a sketch of his life. Lond. 1826 8°.
Dr. Aikin and Mrs. Boebauld, Evenings at home. Lond. 1827. 8°
Maeia Edoewoed, Moral Tales. Paris 1834. 3 dl. 8°.
Geace Kennedy, Father Clement. Edinb. 1820. 8°.
Eothen. Paris 1846. 8°.
Sir Walter Scott, Waverley. Edinb. 1869. 8°.
_ The bride of Lammermoor. Edinbg. 1874. 8°.
_ The heart of Mid Lothian. Zwickau 8°.
Swift, The adventures of Captain Gulliver. Lond. 8°.
Tale of Poor Mary, the maid of the Inn. Lond. 8°.
The Lancashire dialect or the adventures and misfortunes of a Lancashire clown in a dialogue. Lond. 8°.
Heney Wadswoeth Longfellow, Het lied van Hiawatha in het Nederduitsch overgebracht door L. S. P. Meijboom. Amst. 1862. 8 .
95
H. HOOGDUITSCHE LETTERKUNDE.
Jacob Grimm, Deutsche Grammatik. Göttingen 1846. Ie deel, 8°.
J- W. Petersen', Grundregeln der Deutschen Sprache. Vierte Auflage. Eraukf. a. M. 1867. 8».
Regain und Wörterverzeichniss für die deutsche Ortograpliie. Leipz. 1877. 8°.
Dr. J. C. A. Heuse, Leitfaden zum griindlichen ünterricht in der deutsche Sprache. Hann. 1856. 8°.
Karl Gustaf Akdresen, Ueber deutsche Volksetymologie. Dritte Auflage. Heilbron a/N. 1872. 8°.
Dr. F. Eorstermann, Ueber ein künftiger Wörterbuch altdeutscher Eigennamen. Berl. 1850. 8°.
Leerboekje voor de Hoogduitsche taal. 1839. 8°.
F. P. Willmsen, Der Deutsche Kinderfreund. Keunte Auflage. Berl. 1839. 2 dln. 8°.
Reineke der Fuchs. Vierte Auflage von Prof. L. Richter. Leipz. 8°.
Das Nibelungenlied. Uebersetzt von Dr. L. Brauxfels. Frankf. a/M. 1840. 8°.
Dr. Julius Altmann, Runen. Filmische Volkspoezie. Leipz. 1856. 8°.
Dr. R. R. vox Schroter, Finnische Runen. Stuttg. 1834. 8°.
C. F. Gellert, Sammtliche Schriften. Leipz. 1869. 2 dln. 8°.
J. G. Herder, Terpsichore. Lubeck 1795. 2 dln. in een band. 8°.
F. vox Schiller, Sammtliche Werke. Stuttg. und Tüb. 18 dln. 8°. (Ontbreken deel 1, 8, 10 en 13.)
- Gedichte. Karlsr. 1825. 3 dln. 8°.
Goethe's Faust, eine Tragoedie. Stuttg. und Tüb. 1830.
F. von Matthison's Gedichte. Zürich 1820. 8°.
R. Sommeriiausex, Coup d'oeil critique et historique sur les productions de Kotzebue. Brux. 1820. 8°.
Friedrich Freiher vox der Trenck, Merkwürdige Lebens-geschichte. Berlin 1787. 3 dln. 8°.
Des Freiherrx vox Pöllxitz, Brieffe, 3 dln. in één band. Frankf. a. M. 1788. 8°.
96
E. H. Spiesz, Der Mausefallen und Hechelkramer. Frankf. und Leipz. 1792. 8°.
_ Meine Reisen durch die Holen des Jammers. Frankf. und
Leipz. 1796, le deel. 8°.
-Die Geheimnisse der alten Egyptier. Frankf. und Leipz. 1798. 8°.
C. F. Niemeijer, Der Greis an den Jüngling. Frankf. a. M. 1813. 8°.
Pestalozzi, Wocbensclirift für Menschenbildung. Aarau 1807—1811, 2 dln. 8°.
M. Klotschlek, Liederversammlung. Frankf. a. M. 1804. 8°.
F. Kind, Der Freischütz. Romantische oper. 8°.
Uleich Hegner, Süszchens Hochzeit. Zuricli 1819. 8°.
Fr. Lullin von Chateau vieux , Briefe aus Italien. Aus dem Fran-zösischen von H. Hirzel. Leipz. 1821. 2 Theile 8°.
G. K. Horst, Religion und Christenthum, oder Wenke des jugend-lichen Lebens durch Andacht und Religiositiit. Frankf. a. M. 1809. 8°.
Goethe, Hermann und Dorothea. Köln 1814. 8°.
Langbein's Neue Gedichte. Köln 1814. Ier Band. 8°.
C. E. Keusser, Der Tag auf dem Lande. Eine Idylle in zohn Gesangen. Bremen 1815. 8°.
Cabinet's Bibliothek der Deutschen Klassiker. Gotha und New-York 1823—1830. 52 deeltjes 8°.
Deze verzameling houdt in de navolgende werken:
Klopstock's Messias. Anthologie aus Herder. Körner s Gedichte. Lessing's Emilia Galotti; Wiel and's Oberon. W ieland die Abderiten. Anthologie aus den Gedichten von Vosz. Leise-witz Julius von Tarent. Anthologie aus H. J. Collin's Schriften. Anthologie aus J. C. Seume's sammtlichen Werken. Anthologie aus Gleiji's sammtlichen Werken. Anthologie aus Kotzebue's dramatische Spielen. Ausgewahlte Gedichte von Matthisox und Salis. Gedichte von Neuffer. Anthologie von Jean Paul's Werken. Goethe's Genius, Rythmen und poetische und prosaische Fragmente. Ehrenberg, der Character und die Bestimming des Mannes. J. G. Jacobi, Ausgewahlte Gedichte. Gellert's Fabeln. Rabener's Satyren. Anthologie aus Kosegarten's Gedichten. A. vox Haller, Gedichte. Ausgewahlte Gedichte van Soxnen-berg. Ausgewahlte Gedichte van Schubart. Auswahl van Hehel's allemannischen Gedichten. Ausgewahlte Gedichte van Hagedorrn.
97
Neue Folge 1830:
Anthologie aus den Werken Christian's Grafen von Stolberg. Knigge über den Umgang mit Menschen. Anthologie aus den Werken von M. A. v. Thümmel, Gedichte von Wilhelm Kamm-lee. Geist aus den sammtliehen Werken von Wilhelm Hauff. Anthologie aus F. L. G. v. Göckingk's Gedichte. MosEs Mendelsohn's Phadon. Engel's Lorenz Stark. J. G. Seume's Spaziergang nach Syrakuse. Ausgewahlte Gedichte von Chr. F. Weisze und J. P. Uz. Anthologie aus den sammtliehen Schriften von Christian Garve. Bodmer's Xoachide. Carl. Th. v. Dalberg, Betrachtungen über das Universum. H. von Kleist, Kathche.i von Heilbronn. Genius Ernst Wagner's. Frohlich und Pfeffel, Fabeln fur die Zeit. Anthologie aus den Schriften von Johan Daniel Falk. Anthologie aus den Schriften von Aug. Wilh und Friedr. Schlegel. Anthologie aus den Werken von Johannes von Muller. Anthologie aus den Gedichten von Ludw. Heinr. v. Nico-lay. Herder's Gewahlte Dichtungen. Anthologie aus den Gedichten von Baggesen und Oehlenschlager. Anthologie aus den Gedichten von Neubeck und M. von Schenkendorf. Anthologie aus den Gedichten von Winkler (ïheodor Heil). Anthologie aus den Schriften von J. K. F. Manso. Anthologie aus den Werken von E. M. Arndt. Anthologie aus Zschokke's Werken. Gutenberg's Ugolino. Geist aus den Werken von Ch. E. Graf von Benzel Sternau. Geist aus den Werken von Ludwig Borne. Anthologie aus den Gedichten von G. W. Ch. Starke. Anthologie aus den Gedichten van Carl Philipr Conz. Anthologie aus den Gedichten von G. W. Ch. Starke. Anthologie aus J. G. Fich-the's Werken. Anthologie aus A. G. Eberhard's Werken. Anthologie aus den Werken Fr. Leop. Grafen von Stolberg. Anthologie aus Schiller's und Göthe's Briefwechsel. Geist von Dr. Martin Luther's Werken. Zacharia's Ausgewahlte Gedichte. Anthologie von Fr. Muller's (des Malers) Werken. Anthologie aus Johan Winkelman's Werken. Anthologie aus den iiltern deut-schen Dichtern von den Zeiten der Minnesanger bis auf Hallei:. Geist von Luden's Historische Werken. Geist aus Carl von Rotteck's sammtliehen Werken. Anthologie aus Karl Heinrich Heydenreich's Gedichten. Ausgewsihite Gedichte von Karl Heinrich Heydenreich's Gedichte. Ausgewahlte Gedichte der A. E. Karschin. Epigrammatische Anthologie von Klopstock bis auf Schiller, von Schiller bis auf die Gegenwart. Claudius der Wandsbecker Bote. Geist aus den philosophischen Werken von F. H. Jacobi. Anthologie aus den Schriften von Ludw. Fried. Huber. Anthologie aus den Gedichten von J. H. v. Wassenberg.
Deutsche Cabinets-Encyklopadie oder Genius der besten neuern Deutschen Dichter und Prosaiker, Hildburghausen und New-York 1830, 13 Theile 8°.
7
98
Deze verzameling houdt in:
Genius der Dichter Tiedge und Mahlmann. Uhland und Lud-wig, König von Bayern. Genius aus Feanz Horn's Werken. Geist aus P. M. v. Klingee's AVerken. Ludwig Tieck und Novalis (Fr. v. Hardenberg) Genius des Dichters Friedrich Kind. Anthologie aus den sammtlichen Schriften von Friedrich Jacobs. Anthologie aus den sammtlichen Schriften von Friedrich Haug. Anthologie aus den sammtlichen Schriften von C. F. A. Hoffmann. Anthologie aus den Gedichten von Louise Brachmann. Geist aus Ludwig Hoffmann's Schriften.
Deutsche Volksbücher. Wesel. 8°.
Thüringer Volkskalender. Leipz. 1860.
B. Auerbach, Deutscher Volkskalender. Leipz. 1860.
I. ZWEEDSCHE, NOORWEEGSCHE EN DEENSCHE LETTERKUNDE.
Nouveau Dictionnaire portatif Francais-Suédois et Suédois-Francais. Leipz. 8°.
A. L. Schiller, Swensk Spraklara. Goth. 1859. 8°.
M. C. Hansen, Pracktisk Beiledning Modersmaalet. Christ. 1854.8°.
Nya Teckningar ur Huardagslifvet. Stockh. 1840. 8°.
Den fullstandigaste Wisboken. Stockh. 1860.
Esaias Tegner, Die Confirmanten. Aus dem Schwedischen von Rudolf Christiani, Lüneburg. 1857. 8°.
Fred. Bremer. Streit und Friede oder Scenen aus Nonvegen. Aus dem Schwedischen übersetzt von G. Fink. Stuttg. 1855. 8°.
Kongeriget Norges, Grundlov. Christ. 1844.
Vesle Kari eller de Foraeldrelose Fortaelling. Christ. 1850. 8°.
P. A. Jensen, Loesebog til Brug fur vore Skolers nederste og mellemste Classer. Bergen 1863. 8°.
L. Holberg's Udvalgte Skrifter. Kjöbenhavn 1804—1812. 20 din. 8°. (Deel 13 en 18 ontbreken).
J. SLAVONISCHE, HONGAARSCHE, RUSSISCHE, POOL-SCHE, KELTISCHE, PORTUGEESCHE, IT ALIA AN-SCHE EN OOSTERSCHE LETTERKUNDE.
A. J. Murko, Grammatik der Slavonische Sprache in Steiermark, Karnten, Krain und dem Illyrischen Küstenlande. Gratz. 1843. 8°.
99
A. Ja x ez ie, Praktischer Unterricht in der Slavonischen Sprache fiir Deutsche. Klagenfurt 1830. 8®.
Fe. Rubsse a W. Fijpka, Palecek milownijk zertu a prawdy W. Psaze. 1844. 8°.
Griselda a markrabj Wal liter W. Praze. 1841. 8°.
Eulalie aneb: Paleeck a prawdy W. Praze. 80.,
V. Miegesco, Grammaire de la langue Eoumair;e. Paris 1862. 8°.
Joseph von Maetox, Praktische Ungrische Sprachlehre fiir Deutsche. Wien 1830. 8°.
Kael Samaejay, Praktische Anleitung zur schnellen und leichten Erlernung der Ungarischen Sprache. Pest. 1847. 8°.
Dr. Feiedeich Uhlemanx, Elementarlehre der Syrischen Sprache Berlin 1829. 8°.
M. J. E. Schmidt, Russisch-Deutsches und Deutsch-Russisches Wörterbuch. Leipz. 1877. 8°.
W. R. S. Ralston, M. A. The songs of the Russian people, an illustrative of Slavonic Mythology and Russian social life. Lond. 1872. 8°.
Pölnisch-Deutsches Wörterbuch.
Dialogues Polonais-Francais et Allemands. Bresl. 1841. 8°.
C. Vallancy, Prospectus of a Dictionary of the language of the Aire Coti or ancient Irish. Dublin 1802. 8°.
William Owen, A Grammar of the Welsh language. Lond. 1803. 8®.
Joseph Aldoni, Portugiesische Sprachlehre. Leipz. 8°.
Ludovico Aeioste, Orlando Furioso. Par. 1762. 4 din. 8°.
Frideeigo Gueeini, Per la Romante. Milan 1883. 8®.
H. Keen, Bijdrage tot de verklaring van eenige woorden in Pali-geschriften voorkomende. Amst. 1880.
- De Fidjitaal vergeleken met hare verwanten in Indonesie en
Polynesia. Amst. 1881. 4°.
M. Th. Hoütsma, Üit de Correspondentie van Th. Erpenius, Jos. Golius en Lev. Warner. Eene bijdrage tot de geschiedenis van de beoefening der Oostersche letteren in Nederland. Amst. 1887. 4®.
100
Dr. S. Warren, Nirayava loysuttam. Een Upanga der Jaina's met inleiding, aanteekeningen en Glossaar. Amst. 1879. 4®.
K. HELLEENSCHE LETTERKUNDE.
Mevr. M. Zwaanswijk, Korte leiddraad voor het leeren der heden-daagsche Helleensche taal en iets over de , Volapükquot;. Nijm. 1885. 8°.
Hellas, Organe de la Société Philhellenique a Amsterdam. Leid. 1889—1891. 12 st. 8°.
ESTIA nANHVTPIKON TETXOS EUI THI EIKOZIUENTAETH-PIJI THZ BASIAEIA2 FESiPriOT. 1863-1888.
L. HEBREEUWSCHE LETTERKUNDE.
Christ Planttni, Communes et familiares Hebraicae linguae idiotismi. Antw. 1572. folio.
Gebedenboek voor de Nieuwjaarsdagen en groote verzoendag. Amst. 4°.
Gebedenboek voor gewone Sabbath- en werkdagen, bijeenverzameld door den geleerden Izaak Lurja
van wijlen
Hoofd ingenieur van den Waterstaat.
REGISTERS.
Registers, bevattende de beschrijving van de Peilschalen, Hakkelbouten en andere Verkenmerken langs de hoofdrivieren der Nederlanden. 1849.
_ der Peilingen, behoorende tot de kaart der Rivier de Boven-
Maas van beneden Visê tot Woudrichem. le gedeelte van beneden Visé tot Venlo. 1852.
101
2e gedeelte van Venlo tot Grave. 1854.
3e , van Grave tot Woudrichem. 1857.
Registers I, II en III.
Bijlagen tot de Registers I, II en III. De Boven-Rijn, de Waal en de Merwede van Emmerik tot Gorinchem.
2e gedeelte. Bijlage VIII, de rivier de Linge. 1854.
Register IV, bevattende de beschrijving der peilschalen, hakkelbouten en andere verkenmerken langs de rivieren de Oude en de Nieuwe Maas van Gorinchem tot Brielle.
le gedeelte. De Merwede van Gorinchem tot Dordrecht. 1859. Register IV, 2e gedeelte. De Merwede, de Oude en de Nieuwe Maas van Dordrecht tot Brielle. 1860.
■ Register VI. De Lek en de Nieuwe Maas van Vianen tot Brielle. 1860.
Register VII. De Noord, de Oude Maas, Dordsche Kil van Krim-
Een tot Willemsdorp, zoo mede die langs de zeedijken in Noord -rabant en de Westerschelde tot Vlissingen en Breskens. 1860.
Bijlage N0. 2. Verkenmerken tusschen Willemstad en Goedereede.
- N0. 3. „ „ Moerdijk en Raamsdonk.
1864.
--„ „ Axel en Hulst. 1866.
Register VIII. Bijlage N0. 9. Verkenmerken tusschen Zwartsluis en Groningen, langs de zeedijken der provincie, langs de zeedijken der provincie Friesland. 1861.
Bijlage N0. 9 en 10. Verkenmerken in de Provincie Friesland. 1872.
Register IX. De Boven-Maas van Visê tot Grave. 1850.
- X. De Boven-Maas van Grave tot Woudrichem en langs
de rivier de Dieze van 's Hertogenbosch tot het fort Crèvecoeur. 1858.
- 3C gedeelte. Oude Maasje, de traversie der Beersche Maas en
elders in Noord-Brabant. 1867.
- XI. Eilanden Texel en Vlieland. Provincie Noord-Holland.
1877.
- der Peilingen behoorende tot de kaart der rivieren: De Boven-
102
Rijn, de Waal, de Merwede, de Oude en gedeelte der Nieuwe Maas van Lobith tot Brielle.
Register der Peilingen behoorende tot de kaart en rivieren de Neder-Rijn, de Lek en de Nieuwe Maas van den Hoofddam te Pan-nerden tot Brielle.
der Peilingen belioorende tot de kaart en rivieren de IJssel
van den hoofddam te Westervoort tot Kampen. — der Peilingen behoorende tot de kaart en rivieren de Hol-
landsche IJssel van Gouda tot IJsselmonde. 1860.
der Peilingen behoorende tot de kaart en rivieren de Nieuwe
Merwede en Hollandsche Diep van de Tonijplaat tot de Noordschans verrigt in 1864.
Verslag van de Algemeene Rivierkaart in Nederland. 1855.
Bijvoegsel tot het Verslag 1860.
I. Tienjarig overzigt der waargenomen waterhoogten langs de hoofdrivieren in Nederland. 1861.
II. Tienjarig overzigt der waargenomen waterhoogten langs de Neder-derlandsche hoofdrivieren, de Zeeuwsche stroomen, de Noordzee, de Zuiderzee, de Wadden, enz. 1871.
Idem Vervolg 1871.
Idem Vervolg 1881. bis.
Gegevens betrekkelijk de herziene Rivierkaart.
Bovenrijn, Waal enz. en Boven-, Nederrijn en Lek enz.
Blad N0. 1. Schenkenschans.
, ,2. Kekendom.
, 3. Nijmegen.
„ ,3. Angeren.
, ,4. Herveld.
, ,5. Dodewaard.
, ,5. Arnhem.
, ,6. Heteren.
, ,6. Leeuwen.
, , 7. Tiel.
, ,7. Opheusden.
, , 8. Varik.
, »8. Rhenen.
, ,9- Maurik.
, „ 9 en 30. Zaltbommel.
„ , 10. Zuilichem.
„ , 10. Wijk bij Duurstede.
103
Blad N0. 11. Culemborg.
, „ 11. en 35. Brakel.
, „ 12. Hagestein.
„ , 12 en 36. Gorinchem.
, , 13. Werkendam.
, , 13. Vianen.
, , 14. Giessendam.
, , 14. Ameide.
„ ,15. Sliedrecht.
, , 16. Lekkerkerk.
, „ 16. Dordrecht.
„ ,17. Krimpen aan de Lek.
, „ 17. Herjensdam.
, , 18. Heinenoord.
, „ 18. Eotterdam.
, , 19 en 21 Vlaardingen.
, „ 19. Poortugaal.
, , 20 en 22. Maassluis.
, ,20. Hoogvliet.
, „ 21 en 24. De Lier.
, ,23 Brie] le.
, , 23. Haringvliet.
Hollandsche Diep.
N0. 20. Willemstad.
, 21 en 22. Ooltgensplaat.
Geldersche IJssel. N0. 2.
N0. 3. Doesburg.
, 4. Brummen.
, 4. en 1. Westervoort.
Oude Maas en Amer.
N0. 2. Capelle (Grevelduin).
, 4. Drimmelen.
, 5/6. Zwaluwe.
Boven-Maas.
N0. 34. Wijk.
KAARTEN, ATLASSEN EN PLATEN.
Acht rollen Rivierkaarten.
Drie portefeuilles met Rivierkaarten.
Atlas met vier en veertig kaarten van de calamiteuse polders Zeeland.
Rivierkaartjes van het 5e Arrondissement.
104
Kaart van Vierlingsbeek.
Carte chorographique de la Belgique.
Twee Atlassen, behoorende bij het tweede deel der proeven van een cursus der Waterbouwkunde door F. Baud.
Atlas, behoorende bij het Traité de l'art de la charpenterie par A. R. Emy.
Twee atlassen, behoorende bij het Programme ou résumé des leoons d'un cours de constructions par M. J. Sqanzin.
Theatrum Machinarum universale, of verzameling van fraaie waterkeringen, schutsluizen, bruggen, geteekend door T. van dek Hoest.
Platen, behoorende bij het werk van Rondelet, Traité théorique de l'art de bath-.
Platen bij het werk van Dr. F. Heinzerling, Die beweglichen Brücken.
Platen bij het werk: Die Entwassenmg des Blocklandes im Gebiet der freien Hansestadt Bremen.
Eene portefeuille, inhoudende De Afstandswijzer van het Koningrijk der Nederlanden.
Een manuscript, getiteld: Verhandeling over de constructie der bruggen van H. F. Fijn je, Aspirant-Ingenieur van den Waterstaat.
NEDERLANDSCHE WATERSTAAT.
F. Beyerinck, De rivierkundige verhandeling, uitgegeven door Cornelis van Velzen, onderzocht en opgesteld. Arnh. 1770. 8°.
H. Aexeae, Wiskundige beschouwing van een hellend waterscheprad, nieuwelings door den Heer A. E. Eckhardt te 's Hage uitgevonden. Amst. 1774. 8°.
Bestek en voorwaarden van het bouwen van eenen nieuwen windwatermolen in den watermolenpolder van Wamel, Dreumel en Alphen, op 11 Juni 1819. 4°.
Baron Krayenhoff, Proeve van een ontwerp tot sluiting van de rivier den Neder-Rliijn en Leek en het storten van derzelver water op den IJssel. Nijm. 1821. 4°.
Verzameling van stukken betrekkelijk de staand-en hellend-scheprad-molens. Amst. 1822. 8°. Vol.
105
F'Z-SNEAD' betreffende het leven en de ver
L -l:.;ICquot; Koquot;;nft. quot;i'P'b'Ml.t door de Ccmmkdo tot rzoeK der beste nvierafleidingen. 's-Grav. 1827. 4lgt;.
J'vv?nterNvan 1827 112°™ Tl Pr0f malin®en' gedurende den Utr. 1827. 8°.quot; 1 me Culemborgsche windwatermolens.
Gsr«t vi,sfg;sdm7s',8atquot;.der r™equot;orer de quot;*id-
A~£f,equot; het onUverp van afleiding van den Rbijn langs en Ussel en door de Provincie Overijssel. Dev. 1828. 8°.
Jquot; ^;Aquot;NTEX Ja-vsz-' Memorie van geschiedkundige aanteekenineen en „-,^.Jr^ere bl?neJndijksche waterontlastingen door sluizei; rafleidmg tot in de buitenrivieren enz. Utr. 1834. 4°
quot;dijkin I' sELaXnquot;,!; E'XH°quot;- Wiquot;em ^ » #»
''' im'a/d'.rs™1 Clquot;1quot; °Vquot; ,ie 's-Grav.
DbanedbSndedHrn ^.rafleiding ^ de Geldersche vallei in ver-Utr. 1842. 8». g eener kanaalvaart in deze landstreek.
PolLatTS^sf quot;quot;1 Mr' J' «• Tlquot;quot;'«k« «r Dijk-
VprSeZ MmXSDs\afd',quot;'',inS hquot;' Sl0lt;,
^ ovetiquot;,equot;quot;de
^bï sTbif11 aangaande het kaquot;aaI Steenenhoek. Tiel 1847.
H WanS'D^ulerS w' ^ ^ POlder Van
106
B. P. G. van Diggelen, De Zuiderzee, de Friesche Wadden en de Lauwerzee, hare bedijking en droogmaking. Zwolle 1849. Twee stukken. 8°.
_ De beweging der spoordeuren in sluizen dooi de drukking
van het water of een drijfraam. Zwolle 1850. 8°.
Over de drainage (waterafleiding door buizen onder den grond). Naar
het Hoogduitsch. 's-Grav. 1850. 8°.
Ordonnantie van Keizer Carel nopens de rivieren de Dommel en de Aa in de Meijerij van 's-Hertogenbosch den 10 April lo45. 's-Hertogenb. 1851. 8°.
J. van Maueik, Droogmaking van land door stoomkracht. Uit het Engelsch. Amst. 1851.
B. P. G. van Diggelen, Een woord over de vraag: Wat zijn rijpe gronden? Zwolle 1851. 8°.
A. C. Reuthee, Vergelijking der stoombemaling van het Haarlemmermeer, met eene door middel van windmolens. 's-Grav. 1851.
C. Schiefer, De verbetering onzer rivieren en bedijkingen in verband tot de voorkoming van doorbraken en overstroomingen en gepaard met doelmatige verbetering en waardevermeerdering der polders. 's-Grav. 1850. 8°.
Mr R. J. M. de Gkaaff, Een woord over het bestaan van de wetgevende magt der waterschappen. Amst. 1851. 8°.
C. Luttenbeeg en L. N. Schuurman, Verzameling van wetten, besluiten, reglementen enz., betrekkelijk den waterstaat, de wegen, bruggen enz. 's-Grav. 1852. 8°.
J. H. Feerand, Memorie over den Lymerschen overlaat ia de Provincie Gelderland. 1854. 8°.
H. F. Fynje, Vervolg op de geschiedkundige beschrijving dei-overlaten in de Provincie Noordbrabant. 's-Hertogenb. 1853. 8 .
Mr. J. H. G. Boissevain, Wet op de voorloopige voorziening in sommige Waterstaatsbelangen metaanteekeningen. Arnhem 1855.8 .
Van Gorkum, Gemotiveerd voorstel aan Z. M. den Koning met het ontwerp van een kanaal ter vereeniging der rivieren de Maas en de Schelde. Leid. 1853. 8°.
Dr. G. A. Stratingh en G. A.|Venema, De Dollard, of Geschied-, Aardrijks- en Natuurkundige beschrijving. Gron. 1853. 8«.
A. J. van Hoijtema, Tabellen der waterhoogten van de peilschalen op de Waal te Nijmegen, de Merwede te Gorinchem en aan
107
1855S^ieri1856 ^8°° kanaalsluis' ge,lurende de jaren 1844—
J. Bouman, Bedijking, opkomst en bloei van de Beemster, vooraf-gegaan {loer eene beschouwing van den vroegeren toestand van JNoord-Holland. Purmerend 1856. Vier stukken. 8°.
aquot; e-j- Steootman, Rapport eener reis naar Engeland en frankrijk tot het opnemen van belangrijke dok- en andere bouwwerken. Amst. 1857. 8°.
RW. Conrad en J P. Delprat, Verslag over de verzakking te Nijmegen. Amst. 1858. 8°.
Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken over eene verbinding van Amsterdam met de Noordzee, door middel van een kanaal door Holland op zijn smalst, uitgebragt door den .Kaad van Waterstaat, 's Grav. 1859. 4°.
aan Z. M. den Koning, uitgebragt door de Commissie tot onderzoek omtrent de droogmaking der plassen beoosten de Vecht, s Grav. 1860. 4°.
Rapport der Inspecteurs van den Waterstaat, naar aanleiding eener beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 27sten Maart 1861 N0. 123. 's Grav. 1861.
Vervolg van bovengenoemd Rapport. 'sGrav. 1864. 4°.
Aanteekeningen betrekkelijk ijsbezettingen en overstroomingen langs de Nederlandsche rivieren. Bijlage N0. 5. 'sGrav. 1862. 4°.
Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, betreffende de oeververdediging in Zeeland, uitgebracht door den Raad van Waterstaat. 'sGrav. 1862. 4°.
Voorwaarden, waarop 10 Dec. 1861, 28 Juni 1862, 24 Sept. 1862 Januari 1864 en 8 Nov. 1864 concessie is verleend tot het maken van een kanaal ter verbinding van de Noord- en Zuiderzee. 8 0.
F. W. Conrad en J. P. Delprat, Eerste en tweede vervolg op Het verslag over de verzakking te Nijmegen. Amst. 1861. 8°.
P. Regout. Beschouwingen over de Maaskwestie, naar aanleiding van het rapport der commissie van enquête over den toestand van de Maas en de Zuid-Willemsvaart. Maastr. 1861. 8°.
R'Anih B186T J™ VON Brakeliquot; Geen doorbraken meer!
WboTdr Gl'862' 8^N H00FF' 0orzaak der verzakking te Nijmegen.
108
T. J. Stieltjes, Iets over onderwaterzittingen en meer bepaaldelijk over die der Grebbelinie. 's Grav. 1865. 8°.
J. van den Toorn, over de schorren, aanwassen en kwelders in Nederland. Haarl. 1865. 8°.
Jhr. Mr. P. J. W. van Teding van Beekhout, De landaanwinning op de Friesche wadden in hare noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid en voordeelen beschouwd en toegelicht. Zwolle 1867. 8°.
L. A. Reuvens, De verbetering van de gezamentlijke afwateringen in het Zutphensche. Arnh. 1867. 8°.
Verslag van de Commissie uit de Staten van Gelderland, benoemd in hunne vergadering van 4 Julij 1867 tot onderzoek der bezwaren, ingebragt tegen de werken tot vorming der Nieuwe Menvede. Arnh. 1867. 4°.
Eerste vervolg op het voorloopig verslag op de proeve van een ontwerp tot afsluiten, indijken, droogmaken en in cultuur brengen van een gedeelte der Zuiderzee, door den Inspecteur van den Waterstaat J. A. Beyeeinck, uitgebragt door den Raad van den Waterstaat in de vergadering van den 15den Mei 1867. 4°.
H. F. Fijnje, Verheffing van den bodem door inpersing van zaam-geperste lucht. Mededeeling in de Sectie van Natuur- en geneeskundige wetenschappen van het Prov. Utrechtsche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen op 28 Junij 1869. 8°.
Jonkh. Mr. Gevers van Endegeest, Het hoogheemraadschap van Rijnland, 's Grav. 1871. Twee deelen. 8°.
W. H. ter Heulen, Het duiken in zand en de visscherij op de Lutine. Bodegraven 1879. 8°.
J. B. H. van Rouen, Open brief aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland over de voorgestelde stoombemaling met cen-trifugaalpompen te Katwijk aan Zee. Utr. 1873. 8°.
- Tweede en derde open brief. Utr. 1873. 8°.
T. J. Stieltjes, Is Rijnland in gevaar? beschouwingen van den open brief van 2 April 1874 aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland. Rotterd. 1874. 8°.
L C. van Kerkwijk, De openbare werken in Nederland. Haarl. 1876. 4°.
H. F. Fijnje, Beschouwingen over den invloed van het water op de vruchtbaarmaking der landen. Tiel 1877. 8°.
Rapport van de Commissie en het bestuur van den Molenpolder
109
van Wamel, Dreumel en Alphen, over verbetering der waterlossing. Tiel. 1877. 8°.
Stroomsnelheidsmetingen op den Bovenrijn en zijne takken (1875— 1879) en op de Boven-Maas 1877. 4°.
Bericht betreffende het Noordzeekanaal en de uitwatering van Rijnland, Schermerhorn en Amstelland. Haarl. 1877. 4°.
J. Dieks, Smalle rivier langs den Nederrijn, in het belanw van de scheepvaart, 's Grav. 1879. 8°.
H. J. Fijnje van Salveeda, Bemerkingen ten aanzien van de voordragt van den Heer A. Huet, over de meest voordeelige stoombemaling bij de droogmaking der Zuiderzee, 's Grav. 1872.
E. H. Stieltjes, De verbetering van den waterweg van Amster-dam naar Rotterdam en de gemeente Gouda. Rott. 1878. 8°.
Ontwerp-Reglement voor het Waterschap van den Oude IJssel met Memorie van toelichting 1879—1880. fol.
Verslag van het voorgevallene tijdens het hooge opperwater en den ijsgang op de Nederlandsche rivieren, 's Grav. 1881. 8°.
H. F. Fijnje, Opmerkingen betreffende de verslagen van de Staatscommissie omtrent de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee. Nijm. 1881. 8°.
Algemeene voorschriften voor de uitvoering en het onderhoud van werken onder beheer van het Departement van Waterstaat Handel en Nijverheid, vastgesteld 12 September 1882. 8°.
J. G. W. Fijnje, Verhandeling over het slibgehalte van het water van eenige Nederlandsche rivieren. Rotterd. 1882. 8°.
H. F. Fijnje, Beschouwingen over de Memorie van antwoord der regeering op het voorloopig verslag der Kamer, ten aanzien van den Rotterdamschen waterweg. Nijm. 1882. 8°.
- Nadere beschouwingen. Nijm. 1882. 8°.
Beschouwingen over de aanwending van stoomgemaal tot verbetering der waterlossingsn in het Rijk van Nijmegen en Maas en Waal. Nijm. 1884. 8°.
Beschouwingen over het normaliseeren der rivieren in het belang van de scheepvaart. Nijm. 1884. 8°.
C. Lelt, Ontwerp tot verbetering van de Schipbeek in het belang der afwatering van het waterschap de Schipbeek. Zwolle 1884. 4°.
Verslag van den Stormvloed van 12/13 December 1883. 'sGrav. 1884.4».
110
Nota over de waarneming van het slibgehalte in de Nederlaudsche rivieren en stroomen gedurende de jaren 1881—1883. 's Grav. 1884—1885. Vijf stukken. 4°.
Verslag der Commissie benoemd bij K. B. van 21 Mei 1886, N0. 12, tot onderzoek naar de vereischten van eene haven voor vis-schersschepen te Scheveningen, de kosten van aanleg en de wijze van uitvoering, 's Grav. 1887. 8°.
- Over de lichting van het in Januari 1881 op de Theems
gezonken stoomschip EdwTard Eccles, groot 841 registerton, benevens eenige beschouwingen over de lichting van gezonken schepen in de Nederlaudsche rivieren en zeemonden en over de inrichting van het daartoe benoodigde materieel.'s Grav. 1886. 8'.
J. G. W. Fijnje, Beschouwingen over eenige rivieren, waaronder Nederlandsche, in verband met de handels- en scheepvaartbelan-gen, en met enkele vraagstukken die in de laatste jaren zijn voorgekomen.
Derde gedeelte met 82 bijlagen, 's Grav. 1888. 2 dln. 4°.
C. Lely, Nota over de uitkomsten der waarneming van het slibgehalte der Nederlandsche rivieren, 's Grav. 1887. 4°.
BUITENLANDSCHE WATERSTAAT.
J. A. Eytelwein, Handbuch der Mechanik fester Körper und der Hydraulik. Berlin 1801.
Ferdikand de Lesseps. Percemeat de ITsthme de Suez. Exposé et documents officiels. Paris. 1855. 8°.
Charles Dupin. Canal maritime de Suez. Second rapport a rAcademie des Sciences. Paris. 1852. 8°.
Mr. R. W. Bake, De doorgraving der landengte te Suez en hare gevolgen voor Nederland en zijne koloniën. Haarl. 1857. 8°.
Samuel Hughes, A treatise on waterworks for the supply of cities and towns. Lond. 1856. 4°.
M. Becker. Der Wasserbau in seinem ganzen Umfange. Stuttg. 1856. 8°.
- XXVIII. Tabelu zur angewendten Baukunde des Ingenieurs.
Stuttg. 1856. 4°.
Chanveau Adolphe. Essai sur le régime des eaux navigables et non navigables sous le double point de vue théorique et pratique. Toulouse. 1859. 8°.
Ill
H. Tilkin^ Mention, Waterstaat. Travaux d'art, lacs et canaux. Draques a vapeur avec propulseurs. Liétre. Imprimerie de Desoer. 1864. 8°.
Le Ban-age de le Escaut oriental. La Haye. 1867. 8°.
C. Cuppari. Sugli, elementi dai quali dipende la portata massima degli seoli. Milano 1882. 4°.
Sui resultati pratici di varie Machine idrofore applicate in Olando. Torino. 1883. 4°.
Sulle condizioni idrauliche della pianura settentrionale Pisana. Torino. 1884. 4°.
George E. Warrixg Jr., Sewerage and Land-Drainage. New-York. 1889. 4°.
BeschrijTingen van Watervloeden.
Geschiedkundig verslag der dijkbreuken en overstroomingen langs de rivieren in het Koninkrijk Holland, voorgevallen in Louwmaand 1809. Amst. 1809. 2 dln. 8°.
M. W. van de Poll, Schets van den Watervloed in Gelderland, Noord-Brabant, Utrecht en Zuid-Holland in Maart 1855. Tiel 1855. 8°.
Mr. L. A. J. W. Baron Sloet en H. F. Fijxje, Beschrijving van den Watervloed in Maart 1855. Arnh. 1856. 8°.
F. C. D. Bauer, Berigten en waarnemingen betrekkelijk den Watervloed in Gelderland in Januari en Februari 1861. Nijm. en Arnh. 1863. 8°.bis.
L. van Natrus, C. van Vuueen en J. Polly, Groot volkomen Molenboek, of nauwkeurig ontwerp van allerhande soorten van Molens met hare gronden en opstallen. 2e deel. Amst. 1736. Fol.
C. Redelijkheid, Verhandeling over de metselarij in vestingwerken. Rott. 1756. 8°.
C. J. Kraijenhoff, Proefkundige beschouwingen van den aard, hoedanigheid en sterkte van het timmerhout, 's Grav. 1762. 8°.
Volledige beschrijving van alle kunsten, ambachten, handwerken.
112
fabrieken, trafieken, derzelver werkhuizen, gereedschappen, enz. Dordr. 1806. 8°.
J. Schemeel, Ausführliche Anweisung zur Entwerfung, Erbauung, und bequemer Straszen. Wien 1807. 3 Theile. 8°.
J. A. Eytelwein, Handbuch der Statik fester Körper mitvorzüg-licher Anwendung in der Architektur. Berlin 1808. 3 Theile. 8°.
M. R. J. Moetsot, Tableaux détaillés des prix de tous les ouvrages de batiment suivant leurs genres diöerens et chacune de leurs espèces. Paris 1804—1805. Vier deelen in twee banden. 8°.
M. J. Sqanzin, Programmes ou resumés des le9ons d'un cours de construction avec les applications tirées principalement de 1'art de ITngenieur des ponts et chaussées. Paris 1821. 4°.
A. Kz. van Noppen, Tafels, bevattende in kubieke ellen den inhoud van vierkant bezaagd en rondhout van verschillende afmetingen. Middelbr. 1822.
R. Lobatto, Wiskundige Mengelingen, 's Grav. 1823.
Verhandeling over het uitslaan en inwateren van binnenmuren en holbogen ter bevordering eener matige droogte. Nijmegen 1827. 8°.
W. C. Beade. Theoretisch en practisch bouwkundig handboek ten dienste van ingenieurs, architecten enz. 's Grav. 1827—1834. 4 deelen. 4°.
G. J. Verdam, Gronden der toegepaste Werktuigkunst. Gron. 1828—1837. Vier deelen in vijf banden. 4°.
Twee Memoriën betreffende den scheepskalk en steenkalk. 's Grav. 1832. 2 stukken. 8°.
J. D. Pasteur, Handboek voor de Officieren van hes korps Ingenieurs, mineurs en sappeurs. Arnhem 1827—1832. 3 dln. 8°.
F. Baud, Proeve van een cursus over de waterbouwkunde, 's Grav. 1836. 8°.
C. A. F. Hennig's Popularer und kunstgerecbter Baurathgeber bei allen Arbeits- und Materialberechnungen im Baufache, bear-beit, von Anton Wach. 1872. 8°.
F. J. Stamkaet, Iets over het grondbeginsel van virtuele snelheden toegepast op de beweging van wipbruggen. Amsterdam 1843. 8°.
A. R. Emy, Traité de l'art de la charpenterie. Liége 1841—42. 2 tomes. 4°.
Dictionnaire des arts et manufactures-description des procédés de l'industrie fran9aise et etrangère 1845—1847. 2 tomes. 4°.
113
J. Claudel, Formules, tables et renseignements pratiques. Aide mémoires des ingénieurs et des architectes. Paris 1845. 8°.
W. A. Froger, Handboek bij het bepalen der afmetingen der voornaamste deelen van bouwkundige samenstellingen. Amst. 1845—1850. 8°.
Traité theorique et pratique de l'art de batir de Jean Rondelet, supplement par Gr. Abel. BlouetParis 1847. Tomes II. 8°.
F. Knapp, Lelirbucli der chemisclien Technologie. Braunschweig 1847—1858. In twee banden. 8°.
Julius Weisbach, Der Ingenieur. Sammlung von Tafeln, Formeln und Regeln der Arithmetik, Geometrie und Mechanik. Braunschweig 1848. 8°.
The Engineer's and contractor's Pocket-book for the year 1849. High Holborn 1849. 4°.
L. P. Delpeat, Verhandeling over den wederstand van balken en ijzeren staven, derzelver veerkracht in aanmerking nemende, naar aanleiding der latere theorien en proeven. Breda 1852. 8°.
J. A. Rojiberu, Bouwkundig Memoriaal. Een boek voor handwerkslieden in het algemeen, vrij gevolgd naar het Hoogduitsch door W. C. Brade. Amst. 1852. 8°.
Louis Figuier, l'Année scientifique et industrielle. 2 aiinées. Paris 1857 et 1858. 8°.
Verslagen over den paalworm, uitgegeven door de natuurkundige afdeeling der Kon. Akademie van Wetenschappen. Amst. 1860— 1869. Zeven stukken. 8°.
N. M. Ferrers, M. A. Grondbeginselen van nieuwere Meetkunde, vrij gevolgd door C. J. Matthes. Amst. 1869. 8°.
George E. quot;Warring Jr., Aardclosets. (Overdruk uit het Tijdschrift van het Kon. Instituut van Ingenieurs. 1876—1877. 'sGrav. 1877. 8°.)
S. E. Brees, Science pratique des chemins de fer. Avec planches. Bruxelles 1841. 8°.
L. Förster und A. Demarteau, Beschreibende und malerische Dar-stellung der K. K. Oesterreichischen Staatseisenbahnen von Olmütz bis. Prag. Wien 1845. 8°.
8
114
Bijdragen tot de kennis der Spoorwegen. Amsterdam 1846—1848. 3 stukken. 8°.
J. d. L., Spoorwegen in Nederland. Arnh. 1858. 8°.
T. J. Stieltjes, Verslag van de Gemeenteraden van Arnhem, Zutphen, Deventer, enz. over den uitslag der opmetingen voor Spoorwegen. Zwolle 1859. 8°.
_ Eenige beschouwingen over Spoorwegen. Zwolle 1859. 8°.
J. G. W. Fynjb, Bijdragen tot de kennis der verschillende voorgestelde of ontworpen Nederlandsche Spoorwegen. Gor. 1859. 8°.
Spoorwegen-memorie over de rigting der Zuiderlijnen in Nederland, door de Kamer van Koophandel en fabrieken te Roermond. Roermond 1859. 8°.
J. F. Bogaard, Wet van den 21steu Augustus 1859 {SM. N0. 98), 'houdende bepalingen omtrent het gebruik der Spoorwegen. 's-Grav. 1859. 8°.
Spoorwegen in Nederland. Amst. 1858, 1860. 8°. 2 stuks.
Bijvoegsel tot het verslag der reis door de Ingenieurs J. L. Schnei-thek en G. van Diesen, tot onderzoek van eenige Spoorwegbruggen in Nederland. 's-Grav. 1860. 4°.
Verslag eener reis, gedaan in Januari 1862 tot onderzoek van de Spoorwegbrug over den Rijn bij Mainz, door J. G. W. Fynje en G. van Diesen. 's-Gravenhage 1862. 4°.
The Railway Problem and the Railway of the future. Lond. 1871. 4°.
N. H. Henket, Lokaal-spoorwegen in Nederland. Amst. 1871. 4°.
Memorie van toelichting op het plan tot aanleg en exploitatie van een net van Buurtspoorwegen in de Rijn- en Amstelstreek. 1872. 8 .
H. C. Bosscha, Beschouwingen over lokale Spoorwegen. Groningen 1873. 8°.
J. Willink, Werken betreffende den aanleg van lokaal spoorwegen en stoomtramwegen op gewone wegen toegepast. Zutphen 1878. 8°.
Jhr. P. H. A. Martini Buys en A. W. Kock, Korte beschrijving der groote vaste Spoorwegbruggen, met een atlas van 18 platen. Rotterdam 1885. 8°.
115
Th. Teedgold, Traité des Machines a vapeur et de leur application a la navigation, aux mines, aux manufactures, aux chemins de fer etc. traduit par F. N. Mellet, avec Atlas. Bruxelles 1838. 8°.
De stoomkraelit, vervangen door het Electro-Magnetismus. Amst. 1848. 8°.
W. Staking en T. J. Stieltjes, De Scheepvaart in Salland en Twenthe. Zwolle 1847. 8°.
Le Comte F. M. C. de Pamboue, Théorie des machines a vapeur avec Atlas. Liége 1847. 4°.
P. J. M. de Geldee, Beschrijving van den Electro-magnetischen druktelegraaf. 's-Hertog. 1852. 8°.
Mr. G. A. Fokkee, Stoomvaart op Amerika. 's-Grav. 1869. 8°.
Praktische Handleiding voor Gasverbruikers. 's-Grav. 8°.
C. A. Eckstein, Voordracht over de productie en procédés der topographische inrichting. 8°.
F. H. Bickes, Exposé de l'invention de cultiver la terre sans engrais. Mayence 1843. 8°.
Défrichement des bmyères de la Campine. Mémoire sur l'inter-vention projetée du Gouvernement. Bruxelles 1845. 4°.
A. de D. Mémoire sur le drainage. La Haye 1850. 8°.
- Over de drainage (waterafleiding door buizen onder den grond).
's-Grav. 1850. 8°.
M. Kummee, Défrichement des bruyères de la Campine. Bruxelles
1850. 4°.
J. van Maueik, Droogmaking van land door stoomkracht. Amst.
1851. 8°.
B. B. G. van Diggelen, Nederlandsche belangen in betrekking tot landverhuizing en kolonisatie. Kampen 1857. 8°.
G. Deüysdale Dempsey, C. E. Rudimentary treatise of the draiquot; nage of districts and lands. London 1859. 8°.
116
H. F. Fynje, Verheffing van den bodem door inpersing van saam-gedrukte luctt. 1869. 8°.
De Geschiedenis van het Cultuurstelsel in Xederlandsch-Indië. Amst. 1873. 8°.
W. A. Coolen, De Veenkoloniën en hare toekomst. April 1877. 8°.
L. J. Heldring, De behandeling van den Kaspischen wilg (salix asotafolia) op hooge zandgronden. Arnhem 1877. 8°.
Dr. F. Seelheim, Verslag omtrent een geologisch onderzoek van de gronden in de Betuwe, in verband met waarnemingen betreffende de doorkwelling der dijken. 's-Gravenhage 1883. 4°.
Mr. J. L. de Brutn Kops, Beginselen van Staathuishoudkunde. Tweede druk. Leyden 1803. 8°.
Leven en gezond zijn. Tweede druk. Amst. 1872. 8°. bis.
Baron Krayenhoff. Handleiding tot het stellen van bliksemafleiders. Nijm. 1836. 8°.
Handleiding tot de kennis der natuur. Leid. 1851. 8°.
Natuurkundige verhandelingen van de HollandseLe Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem. Deel XVI tot XXV. Haarl. 1862—1868. 4°.
W. K. L. van Helden, Een drieledig landsbelang. 's-Grav. 1875. 8°.
Afdeeling Nederland der internationale tentoonstelling te Philadelphia 1876. Officiele Catalogus. Amst.
Verslag over de Nederl. afdeeling op de internationale tentoonstelling te Philadelphia van 10 Mei tot 10 Nov. 1876, uitgebracht door de hoofdcommissie. Haarl. 1877. 8°.
Verslag over de Nederl. afdeeling op de internationale tentoonstelling te Parijs van 1878, uitgebracht namens de Nederl. Hoofdcommissie. Leid. 1879. 4°.
Register naar eene wetenschappelijke verdeeling op de werken van het wiskunstig genootschap. „Een onvermoeide arbeid komt alles te boven,quot; gedurende 1818—1882. Amst. 1885. 8°.
117
Eenige rechtsgeleerde, geschied- en letterkundige werken.
Ordonnantie van 't Nederrijcks Waldt. Arah. 1655. 8°.
Mr. W. J. C. van Hasselt, Verzameling van KV'derlandsche Staatsregelingen en Grondwetten. Amst. 1843. 8°.
De Grondwet van liet Koningrijk der Nederlanden en liet ontwerp der Staatscommissie tot herziening der wet, ter vergelijking naast elkander gesteld. Haarl. 1881. 8°.
X. G. van Kampen, Geschiedenis van Griekenland. Rotfcerd. en Dordr. 1827—1834. 7 deden in vier banden. 8°.
Dr. C. R. Hermans, Verzameling van Charters en geschiedkundige bescheiden betrekkelijk het Land van Eavestein. 2° deel in drie stukken, 's Hertogenb. 1850—1854. 8°.
Mr. L. A. J. W. baron Sloet, Bijdragen tot de kennis van Gelderland. Arnh. 1852—1855. 8°.
Jhr. Mr. A. W. van Holthe tot Echten, De Gemeente Emmen. Assen 1862. 8°.
Dr. C. R. Hermans. Verzameling van zeldzame oorkoftden betreffende het beleg van 's Hertogenbosch in den jare 1629. 's Hertogenb. 2C stuk 1860. 3c stuk 1871. 8°.
J. C. A. Hezenmans, De commanderij der Duitsche Orde te Vucht, met een aanhangsel over die te Gemert. 's Hertogenb. 1877. 8°.
Th. Ign. Welvaarts, Het refugiehuis der Abdij Postel te 's Hertogenbosch. 's Hertog. 1883. 8°.
Johnson's Dictionary of the English language. Lond. 8°.
Frühauf en Rausch, Leerboek der Italiaansche taal, naar den negenden druk van de Italiaansche Sprachlehre. le stukje. 1878. 3° stukje 1880. Amst. 8°.
Oeuvres completes de Christtaan Huygens, publiées per la société Hollandaise des siciences. La Haye. 1888—1839. 2 tomes 4°.
Liste Alphabétique de la correspondance de Christiaan Huygens. Haarl. 4°.
behoorende tot de Bibliotheek van de
VEEEENIGING TOT BEOEFENING DER NATUTIRKUNDE
TE NIJMEGEN.
Opgericht don 24 December 1840 en opgeheven den 20 Januari 1880.
J. S. F. Gehlee's Physikalisches Wörterbuch. Leipzig. 1825 1845. 21 deelen. 8°.
Kupferatlas zu J. S. F. Gehler's Physikalischem Wörterbuch, neu bearbeitet von Bp.axdes, Gmelin, Harner, Lotterow, Pfaff. Leipzig. 1842.
Alexander vox Humboldt, Kosmos. Entwurf einer physischen Weltbeschreibung. Stuttgart und Tiibingen. 1845. 4 deelen. 8 .
Bernhardt Cotta, Briefe iiber Alexander von Humboldt s Kosmos. Leipzig. 1848—1851. 3 deelen. 8°.
F. W. Bessel. Populare Vorlesungen über wissenschaftliche Gegen-stande. Hamburg. 1843. 8°.
K. C. v. Leonhard, Geologie oder Naturgescbichte der Erde. Stuttgart. 1836. 5 deelen. 8°.
- Geologischer Atlas oder Naturgeschichte der Erde. Stuttgart.
1841. 8°.
- Leitfaden zum Unterricht in die popularen Geologie oder
Naturgeschichte der Erde. Stuttgart. 1845. 8°.
- Tasschenbuch für Freunde der Geologie. Stuttgart. 1845
1847. 3 deelen. 8°.
D. G. H. Schubert, Handbuch der Kosmologie. Nürnberg. 1823.8°.
119
Dr. J. Kxapp, Lehrbuch der chernischen Technologie in 2 deelen. Braunschweig. 1847. 8°.
Dr. T. Jul. Otto, Dr. Thomas Graham's Lehrbuch der Chemie. Dritter Band. Braunschweig. 1843. 8°.
Dr. G. W. Okanx. Neue Beitrage zur Chemie und Physiek. Wiirz-burg. 1843. 3 Afleveringen. 8°.
H. E. v. Egidy, der Kornet am Abend des 10 Marz 1848. Zittau und Leipzig. 1840. 8°.
Dr. C. Gabthe Foucault's Versuch als direkter Beweis der Ach-sendrehung der Erde angestellt im Dom zu Köln. Köln. 1852. 8°.
Dr. Moritz Meijer, Grundzüge der militaire Chemie. Berlin. 1834. 8°.
Die Naturkrafte. 3 deelen. 8°.
Deel I. R. Radau, Die Lehre vom Schall. Gemeinsaszliche Dar-stelling der Akustik. München. 1869. 8°.
Deel II. Prof. Dr. Fr. Jos. Pisko, Licht und Farbe, Eine gemeinsaszliche Darstellung der Optik. München. 1869. 8°.
Deel III. Prof. Dr. Phil. Carl, Die Warme, Nach dem Französi-schen des Prof. Cazin in Paris. München. 1870. 8°.
J. G. Garnier, Traité de Météorologie ou physique de globe. Brux-elles. 1848. 8°.
M. Pouillet, Elemens de Physique expérimentale. 4me édition. Bruxelles. 1840. 4°.
- Atlas. Bruxelles. 1840.
Jaques Brez, La Flore des Insectopiles, precédêes d'un discours sur 1'utilité des insectes et de 1'étude de l'insectologie. Utrecht. 1791.
Manuel-Roret, Nouveau manuel-complet du Galvanoplastie, ou élements d'électro-métallurgie par M. Smée suivie d'un traité de Daguerréotypie. Paris. 1843. 8°.
F. Kaiser, De Geschiedenis der ontdekkingen van planeten. Amst. 1851. 8°.
- De Sterrenhemel verklaard. Amst. 1844—45. 3 deelen. 8°.
- Populaire Sterrekunde naar aanleiding en ten gebruike van
het werk de Sterrenhemel. Amst. 1845—1862. 15 stukjes. 8°.
120
C. Bonnet, Bescbomviiig der Natuur. Franeker. 1774—1777. 3 deelen. 8°.
Schoonheden uit de natuurlijke historie van Buffon. Uit het Fransch vertaald. Utrecht 1800. 8°.
Natuurkundig Schoolboek. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Leid. l8C)0. 2 stukjes. 8°.
W. Wenckebach, Natuurkundige leercursus ten gebruike dei-Koninklijke Militaire Akademie. Breda 1840. 8°.
Volksnatuurkunde. Uitgegeven door do Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Amst. 1800. 8°.
Volks-, wis- en werktuigkundig leer- en leesboek. Amst. 1839. 8°.
Dr. H. M. Düparc, Bijdrage tot de Phychologie der Dieren. Utrecht 1843. 8°.
Dr. J. ï. Munnich, Over het Electro-magnetismus als middel van beweegkracht. Utrecht 1842. 8°.
A. Noggerath en G. Bisschop, Voorlezingen over het ontstaan en de vorming der aarde. Deventer 1843. 8°.
Carl van Frankenstein, Het vergulden en verzilveren gemakkelijk gemaakt. Delft 1843. 8°.
G. J. Mulder, Redevoering over de stoffelijke wereld. Rotterd. 1845. 8°.
Orfila, Lessen der Scheikunde, vertaald door B. Meilink. Amst. 1829. 8°.
F. Kaiser, Het wezen en de eischen van de populaire voordragt der natuurkundige wetenschappen toegepast en meer bepaaldelijk tot de starren. Amst. 1843. 8°.
C. F. Walter, Galvanoplastiek of de kunst om door het galva-nismus metalen afdrakken en andere voorwerpen te vervaardigen, die te vergulden of te verzilveren. Amst. 1844. 8°.
P. Harting, De magt van het kleine zigtbaar in de vorming der korst om onzen aardbol. Utrecht. 1849. 8°.
P. H. van der Meulen, Handleiding bij het onderwijs in de Scheikunde. Breda. 1850. 8°.
Dr. L. S. P. Meijboom, Voorlezingen, gehouden in het natuurkundig Genootschap te Nijmegen. 4 stuks. Nijm. 1847—1550. 8°.
G. J. Haspels, Natuurlijke Geschiedenis der Zoogdieren. Nijm. 1850. 4°.
121
Dr. D. J. Steyn Farvé, De omwenteling der aarde om hare as, Gixm^SSl 8®1 Ve l nleti de slingerproeven van Foücault.
Dr. S. Bleekrode, Algemeene technologie. 8°.
Ch delaimay, Allereerste gronden der practische en theoretische Mechainca, vrij gevolgd door F. A. T. Delprat, Kapitein der Artillerie, s Grav. 1852—1854. 2 deelen. 8°.
P' iVAiN ^ER nEüI:('' Eerste grondbeginselen der Natuurkunde. Derde druk. Gouda. 1854. 8°.
J. H. van Kotex, De electromagnetische naaldwijzer en druktele-graaf in natuurlijke grootte voorgesteld. Amst. 1855. 8°.
P M. C. Gevers Deijnoot en F. H. A. J. Abeleven, Flora JNeomagensis. JSijmeg. 1848. 8°.
Iv. P. Kapteyx, Over de rekening met symbolen en dc toepassing daarvan op de integralen van differentiaal vergelijkingen. 1872. 8°.
. Kapteyx. Over de trillende platen en haar verband met de experimenten. Barneveld 1872. 8°.
J. xi)all. De warmte beschouwd als een vorm van bewefino-vertaald uit het Engelsch door J. Admiraal. Amst. 1876^ 8°!
, ' ■ Fischer, Photogenische kunsten. Grondig onderrigt in de theone en de praktijk der Daguerreotypie, Photographie, Kalo-typie Oyanotypie, Ferrotypie, Anthotypie, Chrysotypie, Termo-graplue en Energiatypie, alsmede in de kunst om gekleurde Daguerreotypie-portretten te vervaardigen. Uit het Hootrduitscli vertaald. Arnhem 1844. 8°.
Nieuwe verhandelingen der Eerste Klasse van het Koninklijk Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten Amst. 1846. 12e deel, eerste stuk, 8°.
J- V. W. Krul van Stompwijk en Dr. J. H. A. Scheers, Beschrijving van de Voorwerpen van Germaanschen, Celtischen en Romeinschen en van lateren tijd, uitmakende de Gemeente-verzameling te Nijmegen. Nijm. 1864. 8°.
P- Nyhoi f, Inventaris van het Oud-Archief der gemeente Niimeffen Arnhem 1864. 8°. J 0
II. Tijdschriften en Jaarboeken.
Polytechnisches Journal, herausgegeben von Dr. Joiiax Gottfried Dixgler und Dr. Emil Maximiliax Dixgler. Stutteart imd Augsburg 1855—1875. Deel 135—218. 8°.
122
Dr M Hirzel und H. Geetschlee, Jahrbuch der Erfindungen. Leipzig IV 1869, V 1869 en VI 1870.
Dr Wilhelm Schlenck, Der Naturforscher, Woclienblatt zur Verbreitung der Fortschritte in den Naturwissenscbaften. Berlin. Jabrgang III—VIII. 1870—1875. 4°.
Bulletin bebdomaire de 1' association scientifique de France Tome VII. ler Semestre N0. 153—170. Tome VIII. N . 178—204. (Ontbreken N0. 193 en N0. 193—203).
L Figiuiee, 1'Année scientifique et industrielle. 5me annee. Paris 1861.
Algemeene kunst en letterbode voor de jaren 1846—1848. Haarlem. 6 deelen. 8°.
Verslagen en mededeelingen van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afdeeling Natuurkunde. Amst. Deel I tot 17. 8 . _ Nieuwe reeks. Amsterdam. Deel I—VI. 8°.
Prof. S. Bleekrode, Nieuw Tijdschrift, gewijd aan aan alle vakken van Volksvlijt, Nijverheid, Landbouw, Mijnwezen, Handel, Spoorwegen, Telegrapbie en Scheepvaart. Rotterdam 1859. 2 deelen. 1860 2 deelen. 1861 2 deelen. 8°.
Jaarboekje voor Wetenschappen en Kunsten. Rotterdam 1846
1852 in vijf deelen. 8°.
Jaarboekje van 1847—1849. 's Gravenhage. 3 deelen. 8°.
Natuurkundig Tijdschrift, uitgegeven door het Genootschap van Nut en Genoegen te Arnhem. Arnh. 1844 en 1845. 2 deelen.
P. H. van der Weijde. Tijdschrift voor de Wis- en Natuurkunde. Amst. 1841—1843. 3 deelen.
Dr. C. H. D. Buys Ballot, Uitkomsten van meteorologische waarnemingen, gedaan in 1849. 4°.
III. Atlassen.
Trauc.ott Bromme, Atlas zu Humboldt's Kosmos.
Dr. Heinrich Berghaus' Physikalischer Atlas.
vax de
BIBLIOTHEEK VAN HET COMITÉ NIJMEGEN
van
I. Boeken.
J. Hexri Durand, Solferino. De stem dei- menschheid op liet slagveld. Uit het Fransch vertaald door Dr. J. H. C. Basting, 's Grav. 1863. 8°.
W. J. Knoop, Het congres van Genève in October 1863. 8°. his.
Dr. J. H. C. Basting, Eene roepstem aan mijn vaderland. De hulpmaatsehappijen ter verzorging van zieken en gekwetsten, 's Grav. 1864. 8°.
Mr. Frederic Passy, Conference sur la paix et la guerre faite a l'école do medicine de Paris le 21 Mai 1867. Paris 1867. 8°.
J. Bosscha, Het Koode Kruis, 's Grav. 1867. 8°. his.
Conferences internationales des sociétés de sécours aux blessés militaires des armêes de terre et de mer, tenues a Paris en 1867. Paris 1867. 2 tomes 8°.
Verslagen van het Comité te 's Gravenhage tot hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden in tijd van oorlog, gedurende de jaren 1868, 1869 en 1870. 8°.
Lodewijk Mulder, Voorbereiding in vredestijd. Rede, uitgesproken 1 April 1868. 8o.
Dr. J. H. C. Basting, De Nederlandsche Hulpkomitês onder het Roode Kruis. Hun werkkring in tijden van oorlog en vrede, 's Grav. 1861. 8°. his.
Voorschrift tot het vervoer van troepen langs spoorwegen. Uitgegeven op last van het Departement van Oorlog. Breda 1868. 8°.
124
Verslagen van het Utrechtsche Comité tot verleenen van hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden over de jaren 1868—1888. Het 15de en 19de Verslag ontbreken.
Handelingen der Nederlandsche Vereeniging tot verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in den tijd van oorlog. I, Den Haag 1870. 8b. bis. II, 1872. 8°. bis. Ill—XI, 1876—1889.
Eerste jaarlijksehe verslag van het Comité te Deventer. 1870. 8°.
Reglement van het Comité Overbetuwe. 1870. 8°.
C. W. M. van de Velde, De Nederlandsche Ambulance te Versailles gedurende Sept., Oct. en Nov. 1870. Utr. 1871. 8°.
Verslag van het Comité te Breda over 1870. 8°.
Eerste en tweede verslag van het Groningsche Comité over 1869 en 1870. 8°.
Eerste en tweede Jaarverslag van het Arnhemsche Comité over 1870 en 1871-72. 8°.
Verslag van de verrichtingen van het hoofdcomité der Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog. Den Haag 1871. 8°.
Officieele bulletins, uitgegeven door het hoofdcomité van de Nederlandsche Vereeniging van hetEoode Kruis 1870—1871. 's Grav. 8°.
La société Neerlandaise de sécours aux militaires blessés pendant la guerre de 1870—1871. La Haye 1872. 8°. bis.
Vergadering van afgevaardigden der Comités met de commissie van dagelijksch bestuur van het hoofdcomité der Nederlandsche Vereeniging, gehouden te 's Gravenhage den lOden Juli 1872, 1 Sept. 1873, 15 Oct. 1874, 22 Sept. 1875 en 18 Oct. 1876. 8°.
Besluiten van het hoofdcomité op de voorstellen en wenschen, gedaan in de vergadering van afgevaardigden der comités met de commissie van dagelijksch bestuur, gehouden op 10 Juli 1872 8°. bis en 15 October 1874. 8°.
Dr. E. Gurlt, Zur Geschichte des internationalen und freiwilligen Krankheitspflege im Kriege. Leipz. 1873. 8°.
H. A. Zeegees, De geneeskundige dienst in de Amsterdamsche linie. Amst. 1873. 8°.
H. N. C. Baron van Tuyll van Seeooskeeken, Waarschuwende stem aan mijn vaderland, 's Grav. 1873. 8°.
Nederlandsche Vereeniging, Hoofdcomité Het Roode Kruis, op de
125
wereldtentoonstelling te Weenen. Verslag van Dr. M. W. C. Gori. Amst. 1874. 8°. his.
Gustave Moyniee, La Croix rouge, son passé et son avenir. Paris 1882.
Kort verslag van den arbeid van het bestuur van het comité van het Roode Kruis te Utrecht als commissie opgetreden van waters-noodlijdenden in Maart 1876. 8°. '
Verslag der verrigtingen van het Centraal Comité in Nederlandsch Indië van de Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, van 1 Juni 1873 tot ultimo Fobr. 1874. Bat. 1874. 8°.
- van 20 Febr. 1874 tot ultimo December 1874. Bat. 1875. 8°.
- over 1875. Bat. 1876. 8°.
- over 1876. Bat. 1877. 8°.
-- over 1877. Bat. 1878. 8°.
- over 1878. Bat. 1879.
- over 1879. Bat. 1880.
Voorstellen der Commissie voor de Modellen-verzameling der Nederlandsche Vereeniging. Den Haag 1873.
Rapport der Commissie, benoemd naar aanleiding van het besluit der Algemeene Vergadering van 10 October 1883 betreffende de opleiding van ziekenverplegers en ziekenverpleegsters door de Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog. Utr. 1885. 8°. 5 Ex.
Heilapparaten-Fabriek van Fischer amp; Cie. in Heidelberg. 8°. 5 Ex.
Bericht des Comités des Niederlandisch-Russischen Feldlazareths 1877—1878. St. Petersburg 1878. 8°.
C. de Mooy, Graphisch overzicht van personeel en materieel van den geneeskundigen dienst bij een Divisie te velde, volgens het voorschrift betreffende den geneeskundigen dienst in tijd van oorlog. Utr. 1886. 8°.
Bulletin international des sociétés de sécours aux militaires blessés public par le comité de la Croix Rouge. Janvier 1880—Juillet 1890, N0. 41—85. 8.
II. Plaatwerken.
Dr. C. F. van Dommelen, Essai sur les moyens de transport et des sécours en général aux blessés et malades en temps de guerre La Haye avec un Atlas avec XXH planches et 23 figures inter-calées dans le texte. La Haye 1870.
Bladz.
Geschiedenis. Algemeene Werken. Inleiding.........1
Encyklopediën en Woordenboeken.............1
Hulpmiddelen......................2
Archiefwetenschap....................2
Oudheidkupde. Algemeene werken. Oude volken. Middeleeuwsche
en Nederlandsche Oudheden..............2
Geslacht- en Wapenkunde................4
Munt- en Penningkundo.................5
Aardrijkskunde. Inleiding. Algemeene werken. Woordenboeken 6
Oude, middeleeuwsche en nieuwe Aardrijkskunde......7
Atlassen........................7
Aardrijkskunde van de Nederlanden............7
„ , Europa, Azië enz...........8
Eeisbeschrijvingen....................9
Eeisgidsen......................10
Platen en Kaarten....................11
Algemeene Geschiedenis.................11
Geschiedenis der oude volken Algemeene werken Egyptenaren . 12
, „ Romeinen en andere volken........12
Nieuwe Geschiedenis...................13
Algemeene werken....................13
Het Duitsche Rijk....................13
Rusland. Polen. Noorwegen. Zweden............14
Italië. Spanje. Zwitserland................14
Oostenrijk, Engeland, Frankrijk en België, de Transvaal en
Amerika.......................15
Geschiedenis der Nederlanden...............16
Inleiding........................16
Algemeene Geschiedenis der Nederlanden..........17
Geschiedenis van bijzondere tijdperken...........18
Gewestelijke en plaatselijke geschiedenis en beschrijving ... 26
Gelderland.......................26
Werken Nijmegen betrefTende...............31
Holland en Zeeland...................38
Utrecht..........................41
127
Bladz.
Friesland........................42
Overijssel........................43
Groningen en Drenthe..................43
Noord-Brabant.....................44
Limburg........................44
Oost- en West-Indië...................45
Geschiedenis van den Godsdienst.............46
Mythologie der oude volken......•........46
Geschiedenis der Christelijke kerk.............46
Levensbeschrijvingen...................48
Algemeene werken...................48
Oude Volken......................49
Nederlanders......................49
Buitenlanders......................52
Godgeleerdheid en Wijsbegeerte..............52
Wiskunde.......................55
Natuurkunde.....................55
Rechtsgeleerdheid en Staatswetenschap...........57
Algemeene werken....................57
Tijdschriften, Dissertaties en Pleitredenen..........57
Romeinsch Recht....................61
Oud Recht.......................61
Oud-Nederlandsch Recht.................62
Fransch Recht.....................63
Oostenrijksch, Duitsch en Italiaansch Recht.........64
Nederlandsch Recht...................65
Beroemde Strafzaken...................67
Politieke Brochuren...................67
Staathuishoudkunde en Statistiek.............68
Landbouw.......................69
Waterstaat.......................69
Spoorwegen.......................70
Geneeskunde.....................70
Onderwijs en Opvoeding.................76
Letterkunde. Inleiding. Geschiedenis............76
Bibliographic......................77
Taal- en Letterkunde bij de oude volken..........77
Nederlandsche Letterkunde................85
Inleiding. Geschiedenis. Bloemlezingen...........85
Yferken van Maatschappijen en Genootschappen......86
Tijdschriften en Jaarboekjes................87
Dichtwerken......................87
Prozawerken......................90
Taalkunde.......................91
Belgische Letterkunde..................92
Fransche Letterkunde..................92
Engelsche Letterkunde..................93
128
I
Bladz.
Hoogduitscho Letterkunde......• • ■ • ......qq
Zwcedsche, Noorweegsche en Deensche Letterkunde . . • • Slavonische, Hongaarsche, Russische, Poolsche, Keltische, quot;or-
tugeesche en Oostersche Letterkunde.........»»
Helleensche Letterkunde.................
Hebreeuwsche Letterkunde........* *
Catalogus van de Bibliotheek van wijlen H. F. Fynje van
Salverda, Hoofdingenieur van den Waterstaat......juu
Registers.......................1
Kaarten, Atlassen en Platen...............
Nederlandsche Waterstaat...............
Buitenlandsche Waterstaat ..............
Beschrijvingen van Watervloeden.............
Bouwkunde......................
Spoorwegen.......................
Stoomwezen enz......................
Landbouw.......................
Staathuishoudkunde...................^
Natuurkunde .........; quot; ; ' ï- ' ' i ' ' ' ' n 7
Eenige rechtsgeleerde, geschied- en letterkundige werken. . . Catalogus van boeken behoorende tot de Bibliotheek van de Vereeniging tot beoefening der Natuurkunde te isijniegen, opgericht den 24 December 1840 en opgeheven den 20 Januari 1880..................... 11„
I. Boeken....................... '
II. Tijdschriften en Jaarboeken.............
Catalogus van de Bibliotheek van het comité Nijmegen van
Het Roode Kruis.................. '
I. Boeken......................19.,
H. Plaatwerken................... _
III. Atlassen.....................
I
II