p'
|
||||||||||||||||
DE KOP IS ERAF !
Bij het verschijnen van de tweede
uitgave van de periodiek van onze vereniging zijn de Kerstdagen al- weer achter de rug en staan wij op de drempel van een nieuw jaar: 1982. Bij de jaarwisseling is het gebruikelijk om nog even achterom te kijken. Een bezigheid die onze vereniging trouwens niet vreemd is. Het jaar 1981 ligt nu achter ons. Het jaar van de oprichting van onze vereniging. Een jaar waarin veel werk is verzet, en waarin de vereniging van de "in oprichtingsfase" de officiële status kon bereiken. Bij de installatie van een voorlopig bestuur op 12 mei 1981. werden een aantal plan- nen ontvouwd. Zo werd het plan geopperd een introduktie-tentoon- stelling te houden in de beide dorpskernen. Er werden verschil- lende werkgroepen ingesteld. Een enthousiaste groep leden heeft in oktober in De Meern en Vleuten een overzichts- en introduktieten- toonstelling georganiseerd, die door meer dan 2000 belangstellenden werd bezocht. Ook de schooljeugd werd door een lesbrief en een be- zoak aan de tentoonstelling direkt bij de geschiedenis van onze ge- meente betrokken. Een van de hoogtepunten van deze expositie was de benoeming tot erelid van onze vereniging van de oudst in Vleuten geboren inwoonster, mevrouw F. van Husen-Wibbeke. Eind september presenteerde Jan Fokker uit Vleuten een filmavond in Café De Brouwerij. Ook hiervoor was grote belangstelling. Binnen af- zienbare tijd zal deze vertoning nogmaals plaatsvinden. Ook de films van De Meem komen binnen- kort aan de beurt. Hierover volgen binnenkort mededelingen in de pere. Met het gemeentebestuur en diverse
gemeentelijke instanties zijn goede kontakten aangeknoopt. Uitgangs- punt hierbij is de wederzijdse wil het historische erfgoed van onze gemeente zoveel mogelijk trachten te bewaren. De van de gemeente ontvangen medewerking wordt door het bestuur zeer op prijs gesteld. Ook met omliggende historische
verenigingen zijn kontakten ge- |
||||||||||||||||
legd, die verder zullen worden
uitgebouwd. In het afgelopen jaar werd een begin gemaakt met de inventarisatie van materiaal in het Rijksarchief en het Gemeentelijk Archief te Utrecht voor zover het betrekking heeft op zaken de geschiedenis van Vleuten/De Meern betreffende. De diverse werkgroepen zijn en- thousiast van start gegaan. De tentoonstellingswerkgroep werd al genoemd. De werkgroep Botte- stein schreef al een eerste ver- slag over zijn bevindingen. In- middels is besloten met een on- derzoekgroep te starten, die de geschiedenis van De Brouwerij gaat onderzoeken. De werkgroep Ar- cheologie en Ridderhofsteden is begonnen met het leggen van allerlei kontakten en het op touw zetten van een archief mbt. de in onze gemeente voorkomende al dan niet gesloopte ridderhofsteden. Er zijn of worden verbindingen gelegd naar de A.W.N. (Archeologische Werkgroep Nederland) en de Stich- ting Nederlandse Archeologie. Hetzelfde geldt voor de Neder- landse Kastelenstichting en de Stichtse Culturele Raad. Met enkele eigenaars en beheerders van ridder- hofsteden of de ruines ervan had de werkgroep al gesprekken. Een onderzoek is gestart naar"het oude klooster" te De Meern. Met het Rijksarcheologisch Instituut van de Rijksuniversiteit heeft de werk- groep goede kontakten. Er is verder een werkgroep Paleo- grafie, die zich bezig gaat houden met het bestuderen van oude handschriften vnl. op verzoek van andere werkgroepen die bij bijv. archiefonderzoek behoefte hebben aan deskundigheid op dat gebied. Ook het onderwerp Genealogie heeft onze warme belangstelling. Een eerste opzet onder het motto: hoe autochtoon bent U?, start deze uitgave. De werkgroepen St.Willi- brord te Vleuten 100 jaar, Foto- en film en geluidsarchief zijn ingesteld en gaan met hun werkzaamheden beginnen. U ziet, beste lezer, dat onze vereniging bruist van aktivi- teiten. Wellicht bent u erg geïnte- resseerd in een van de genoemde onderwerpen, of zou u, samen met anderen (of alleen) een ander onderwerp wrillen aanpakken. U |
||||||||||||||||
Officieel Orgaan van de
Historische Vereniging
Vleuten, De Meern, Haarzuilens.
Ie jaargang, nr. 2, december 1981
|
||||||||||||||||
Dagelijks Bestuur:
J. Schutte, voorzitter
Zandweg 138, 3454 HA De Meern,
tel.: 03406 - 3216
W.H. Denekamp, sekretaris
Utenhamstraat 5,
3451 BR Vleuten, tel.: 03407-1948
Mw. M. Brits - Oversteegen,
pnngmstr.
Odenveltlaan 29, 3451 ZL Vleuten,
tel.: 03407 -1897
A.J. van Zoeren, vice-voorzitter.
Stationsstraat 34, 3451 BZ Vleuten, tel.: 03407 -1263 H.E.J. van Essen, 2e sekr/pnngmstr.
Mauritslaan 17, 3454 XP De Meern, tel.: 03406 - 2992 Erelid:
Mw.F. van Husen-Wibbeke, Vleuten
Redaktieadres:
Léon van Esch, Hindersteinlaan 7, 3451 EV Vleuten Tel.: 03407 - 2871 |
||||||||||||||||
1
Inhoud: - De kop is eraf blz.2/3
- De Brouwerij blz. 3
- Willibrordkerk 100 jaar blz. 3
- Werkgroep Archeologie
Monumentenlijst blz. 4 t/m 7 - Herinneringen van een
dorpsbewoner blz. 7/8 — Veldslag op de Woerd blz. 9
— Een dorp verandert blz. 12
— Kasteel De Haar blz. 12 t/m 17
— Bottestein blz. 18
— Hoe autochtoon
bent U blz. 18 t/m 20
|
||||||||||||||||
De jaarlijkse contributie bedraagt
voor 1982 minimaal f. 25,--: Voor 65+ minimaal f. 10,-- te voldoen bij een van de volgende
bankinstellingen of onze postgiro: RABO, Vleuten : nr. 36.75.17.574
ABN, De Meern : nr. 55.66.33.040 postgirorekg. : nr. 2.689.200 |
||||||||||||||||
drukwerk : Niek van Kooten,
De Meern. omslag : Peter de Vries,
De Meern. foto's : Léon van Esch
Klaas B. Nanning
LOSSE NUMMERS : f :«■»■
|
||||||||||||||||
***-
|
|||||||||||||||||
kunnen aanbieden. Samen met u
kunnen wij een sterke vereniging opbouwen. Dat is in het belang van iedereen die in onze mooie, geschiedenisrijke gemeente woont. Namens het bestuur wil ik graag alle
lezers en hun naasten een voor- spoedig 1982 toewensen. Ik spreek graag de hoop uit, dat alle dorps- , genoten die in 1981 de ontwikke- ling van de vereniging nog even wilden aanzien, in het komende jaar hun steun en medewerking aan onze jonge vereniging in praktijk willen brengen door lid te worden en/of mee te doen aan een van de vele onderwerpen waar onze ver- eniging zich mee bezig houdt. Ik heet u in het nieuwe jaar gaarne welkom! j_s. De Meern |
|||||||||||||||||
bent dan van harte welkom. Een
telefoontje naar de sekretaris van de vereniging is voldoende, wij nemen dan kontakt met u op! (een brief- je kan uiteraard ook!). In de onlangs gehouden buiten- gewone ledenvergadering, waarin o.m. de statuten en het huishou- delijk reglement zijn goedgekeurd werd tevens een nieuw bestuur gekozen, dat nu uit 9 leden bestaat. De samenstelling is nu als volgt: J. Schutte, De Meern, voorzitter. A.J. van Zoeren, Vleuten, vice- voorzitter, W.H. Denekamp, Vleuten, sekre-
taris Mevr. M. Brits - Oversteegen,
Vleuten, Penningmeester H. van Essen, 2e pnngmstr/sekr. |
|||||||||||||||||
L van Esch, Vleuten, lid
J. Fokker, Vleuten, lid P. de Rooy, Vleuten, lid P.C. de Vries, De Meern, lid Ter vergadering werd de naam van de vereniging: "Historische Vereniging Vleuten, De Meern, Haarzuilens" officieel bekrachtigd. Tevens werd de samenstelling van de werkgroepen opnieuw vast- gesteld. De kontributie werd be- paald op minimaal f. 25,-; voor 65+ geldt een minimale jaarlijkse bij- drage van f. 10,-. Last but not least zij nog vermeld, dat wij samen met de laatste ledenvergadering ook onze eerste lezing over genealogie organiseerden. Wij hopen u in het komende
jaar 1982 vele aktiviteiten te |
|||||||||||||||||
"DE BROUWERIJ"
Gelegen midden in het dorp,
eens op de hoek Stationsweg - Dorpsstraat, nu hoek Odenvelt- laan - Hindersteinlaan, stations- koffiehuis en café-biljart. Van oor- sprong brouwerij van beroemd Vleutens bier tot depot der Kon. Ned. Beiersche Bierbrouwerijen te Amsterdam. Een eeuwenoude hoek, waarnaar een onderzoek over o.a. ontstaan, eigenaars en gebouwen, dus naar het huidige café de Brouw- erij, het woonhuis Hindersteinlaan 7, "de oude winkel van de familie Lubach", de oorspronkelijke be- bouwing, waar nu de woonhuizen Hindersteinlaan 1, 3 en 5 staan, zeker de moeite waard is. Heeft u interessante informatie, foto's, tekeningen of verhalen, en/ of wilt u een plaats in deze werk- groep, bel het secretariaat van de vereniging of de redaktie. |
Uit het Parochieblad " Wij Samen"
Werkgroep:
" Willibrordkerk 100 jaar"
In 1985 bestaat onze Willibrord-
kerk 100 jaar. In de huidige omvang staat het gebouw er dan 50 jaar. Dat is misschien een reden om stil te staan bij de geschiedenis van on- ze parochie. Nu lijkt het rijkelijk vroeg om al
over een jubileum te spreken dat over ruim drie jaar plaatsvindt; de HISTORISCHE VERENIGING VOOR VLEUTEN, de MEERN en HAARZUILENS meent dat er ze-, ker drie jaar nodig is om te komen tot een verantwoorde historische studie over het katholieke leven in Vleuten. Een andere mogelijkheid is het werken naar een tentoon- stelling over de geschiedenis van de parochie toe. WAT VALT ER TE ONDERZOE-
KEN ? Dokumenten in verschillende ar-
chieven, oude " WIJ SAMEN " afle- veringen, bidprentjes, preken, anek- dotes, verhalen, rekeningen en ker- kelijke voorwerpen (die nu nog op de zolder van de pastorie liggen), prentbriefkaarten, foto's en nog an- dere bronnen. De HISTORISCHE VERENIGING'
zoekt een groep mensen die vanuit hun belangstelling en/of kennis wil- len proberen een (historische) pu-. blikatie en/of tentoonstelling te organiseren. We zoeken ook mensen die niet in zo'n werkgroep willen gaan zitten, maar alleen willen mel- den dat ze spullen hebben voor zo'n tentoonstelling. Of misschien willen ze ons bij gelegenheid vertellen over het vroegere parochieleven. De vereniging zal uiteraard overleg plegen met de parochievergadering/ bestuur. Het is niet vereist om lid van onze vereniging te zijn of lid te worden van de werkgroep. U kunt zich opgeven bij onze sekre- taris dhr. W.H. Denekamp, Uten- hamstraat 5, 3451 BR Vleuten, tel. 03407 -1948. |
||||||||||||||||
De bierbottelaar uit het verleden
|
|||||||||||||||||
De familie Lubach
3 |
|||||||||||||||||
11. Zandweg 115
Pand met trapgeveltje.
17e eeuw. 12. Zandweg 193
Vleuterweide.
Zeer fraaie boerderij, dwars-
huis met riet gedekt. In het midden afgewolfde topgevel. Oude roedevensters, halve lui- ken, schuiframen. 18e eeuw. 13. Zandweg 201
Gepleisterde boerderij met
vormbomen ervoor. Brede gevel, afgewolfd dak, opka- mer. 17e eeuw. 14. De Hoge Woerd
Terrein waarin overblijfselen
van een Romeinse militaire
nederzetting.
Datering: Ie tot 3e eeuw.
15. Ridderhofstad Nieveld
Terrein waarin overblijfselen
van de ridderhofstad Nieveld. Datering: Middeleeuwen. 16. Park Voorn 1
|
||||||||||||||
HAARZUILENS
1. Ockhuizerweg 20 18e eeuwse boerderij.
Voorbeeld van het voerdeel- type van de hellehuisgroep. Woongedeelte en stal onder één rieten wolfdak. Links opkamer, rechts uitge-
bouwde zijkamer met van vlechtingen voorziene afge- knotte puntgevel, waarin een zoldervenster met kruiskozijn en luiken. DE MEERN
|
||||||||||||||
2. Rijksstraatweg 12
18e eeuwse boerderij.
Langhuis met gepleisterde top- gevel. Bijgebouw 18e eeuw. 3. Rijksstraatweg 19
Landelijke woning.
Gepleisterde lijstgevel; dak in topgevels eindigend. 18e eeuw. 4. Rijksstraatweg 34
Gepleisterde boerderij, dwars-
huis. Deels 17e eeuw. Met riet gedekt; vooruit- springende vleugel. 5. Rijksstraatweg 41
Boerderij, langhuis.
Af gewolfde topgevel. 18e eeuw. 6. Rijksstraatweg 44
Boerderij, gepleisterd dwars-
huis. Met riet gedekt. 18e eeuw. 7. Rijksstraatweg 60
Boerderij, gepleisterd langhuis.
Afgewolfde topgevel, met riet gedekt. 18e eeuw. 8. Rijksstraatweg 127
Boerderij, gepleisterd dwars-
huis. Met pannen gedekt. 17e eeuw. 9. Zandweg 18
Boerderij, langhuis.
Gepleisterde afgewolfde top- gevel, met riet gedekt. 18e eeuw. 10. Zandweg 82
Raiffeisenbank. v / h
Witgepleisterd laag huis met rechte kroonlijst. Mogelijk uit 17e eeuw. |
||||||||||||||
Van de Werkgroep Archeologie:
De archeologie (oudheidkunde) is
de kennis en studie van de stoffe- lijke overblijfselen, de produkten van kunst, nijverheid, enz. uit oude tijden. Met deze definitie is de taak van de archeologische werkgroep van onze vereniging dus wel vrij nauwkeurig omschreven en we kun- nen vervolgens overgaan tot daden. Deze daden bestaan niet in de eer- ste plaats uit het in de grond steken van een spade, maar uit het inventa- riseren van boven genoemde stoffe- lijke overblijfselen. Dit nu is een werk dat wel een begin kent maar geen einde. Bij Koninklijk Besluit van 7 juli 1903, No 44 werd een rijkscommissie ingesteld, die tot taak had het opmaken en uitgeven van een inventaris en een beschrij- ving van de Nederlandse monumen- ten van geschiedenis en kunst, dag- tekenend van vóór 1850. Het spreekt vanzelf dat het criteri- um, door de commissie gehanteerd, van wat wèl en wat niet op de lijst zou worden geplaatst, niet het ón- ze behoeft te zijn en dat ook het jaartal 1850 voor ons niet behoeft te gelden. Toch is het niet alleen nuttig maar
ook noodzakelijk gebruik te ma- ken van door anderen reeds verza- melde gegevens. Daartoe is een bezoek gebracht aan
de Rijksdienst voor de Monumen- tenzorg te Zeist, waar een lijst werd verkregen van de " onder Monu- mentenzorg vallende " objekten in onze gemeente en het lijkt nuttig die opsomming hieronder te laten volgen. |
||||||||||||||
Huis te Voorn
Eiland met twee torentjes,
17e eeuw. Overblijfsels van de voormalige ridderhofstad. Ter- zijde dienstwoning, laag lang- gerekt in dubbele topgevel terzijde eindigend, 18e eeuw. VLEUTEN
17. Dorpsstraat 1.
Laag huisje, gepleisterd en met
riet gedekt. Halve luiken, oude roeden vensters. 17e eeuw. 18. Dorpsstraat 3 - 3a - 5
Lage huisjes, gepleisterd en met
riet gedekt, trapgeveltje. Halve luiken, oude roeden vensters. Aan de achterzijde een uit- gebouwde vleugel. 17e eeuw. 19. Dorpsstraat 41
Boerderij, langhuis, met riet
gedekt.
18e eeuw.
20. Dorpsstraat 70
|
||||||||||||||
"Nieuwlust"
Lage woning. Gevel met rechte
kroonlijst, aan weerszijden in topgevels eindigend. Aanvang 19e eeuw. |
||||||||||||||
ken.
Eind 19e eeuw.
Delen van het hoofdgebouw zijn resten van het middel- eeuwse slot. 27. Odenveltlaan 2
Café. Fraai 17e eeuws huis.
Pannendak in topgevels eindi- gend. Meer naar achteren uit- gebouwde oplcamer. 28 Rijndijk2
"La Ferme Blanche".
Gepleisterde boerderij uit het einde van de 19e eeuw onder afgewolfd zadeldak. Rechts een opkamer. Vensters met zesruits schuiframen en luiken. In de voorgevel een gevelsteen, be- staande uit twee gedeelten. Boven een voorstelling van een schip, met onderschrift: "Hier ben ick een schypper en sitten aen roer". Daaronder een voorstelling van |
||||||||||||||||||||||
kwart 19e eeuw) en twee zer-
ken, waarvan één uit de 15e en één uit de 17e eeuw. Voorts drie kleine grafstenen uit 1794, . 1799 en 1801. 31. Torenplein 1
Gepleisterde lage, met riet ge-
dekte woning, beiiorende bij de serie lage huisjes uit de Dorps- straat 1/5. 32. Utrechtseweg 111
"De Hoed". 16e eeuws fraai
ijzeren gesmeed hek.
Terrein waarin overblijfselen
van het versterkte huis "De
Hoet".
Datering: Middeleeuwen.
33. Huis te Vleuten
Terrein waarin overblijfselen
van het versterkte huis "Vleuten". Datering: 13e eeuw. |
||||||||||||||||||||||
veeën van de zijbeuken der
laat-gotische kerk, die vermoe- delijk in 1831 verminkt is door het wegbreken der twee west- elijke vakken van het schip en het verbouwen van de ooste- lijke traveeën tot een vier- kante ruimte, overdekt met een koepeldak met torentje. Bij de restauratie, die in 1971 voltooid werd, is het schip uitwendig weer in zijn vroegere vorm hersteld met gebruikmaking van de in de koepelkerk opgenomen travee- en van de gotische kerk, die met de vakken aan weers- zijden van de toren verbon- den werden. Op de plaats van het koor een
moderne aanbouw. Het inwendige van de kerk is
geheel modem. Tot de inven- taris behoren: een preekstoel (eerste helft 17e eeuw) op makelaar, een neo-barokke or- gelkast met beelden (eerste |
||||||||||||||||||||||
21. Eikstraat 5
|
||||||||||||||||||||||
een ploegende boer met onder-
schrift: "Hier gaen lek ploggen ben een boer". Anno 1628. Deze gevelsteen is afkomstig van een boerderij, die voor de herbouw van het kasteel De Haar in 1892 werd afgebroken en op deze plek herbouwd. Hoger in de gevel een cart- ouche met kop, 17e eeuw. In de moderne schuur op het erf een gevelsteen met het Zeeuwse wapen. 29. Thematerweg 18
|
||||||||||||||||||||||
Huis den Ham.
Zware toren met houten kapel- letje bekroond. Terzijde delen van het sousterrain van het oude slot. Poort. 25. Joostenlaan 1
|
||||||||||||||||||||||
Hoeve uit de 17e eeuw,
blijkens delen van het muur- werk mogelijk nog uit de 16e eeuw. Dwarswoongedeelte met rechts
opkamer, onder rieten schild- dak, rechts afgewolfd. Vensters met 6-ruits schuiframen en luiken. Goed bewaarde stal, haaks op het woonhuis. 22. Englaan 13
Boerderij, dwarshuis, fraai met
riet gedekt. 17e eeuwse behui- zing, de voorgevel in de 19e eeuw in dezelfde toestand enigszins hersteld. 23. koetshuis, laag langgerekt ge-
bouw, 18e eeuw. Terrein (eiland) waarin over-
blijfselen van het versterkte huis "Den Eng". Datering: 13e eeuw. 24. Hamlaan 3
|
||||||||||||||||||||||
Geel gepleisterde boerderij,
laag langhuis. 17e eeuw. Afgewolfde voorgevel, met riet gedekt. Kasteellaan 1 De Haar.
Kasteelcomplex, in oorsprong
15e eeuw. Na in de 18e eeuw tot mine
verwaarloosd te zijn, op gran- diose wijze door Cuypers in 1892 in Franse smaak her- bouwd. Hoofdgebouw met kerk, voor-
burchten en dienstgebouwen, waterwerken en kademuren en quasi versterkingen, beide luchtbruggen in het park, hek- |
||||||||||||||||||||||
26.
|
||||||||||||||||||||||
Boerderij, langhuis.
Gepleisterd, 1686. Hout gesneden randen, dak met pannen gedekt. 30. Torenplein
Overblijfsel van de middel-
eeuwse dorpskerk, bestaande uit een vroeg-gotische toren uit omstreeks 1300, geflan- keerd door de westelijke tra- |
||||||||||||||||||||||
^.
|
||||||||||||||
" Bij het doorlezen van deze lijst
worden bepaalde objecten duidelijk gemist, wat voor een deel wel te wijten zal zijn aan het feit dat zij niet meer aantoonbaar aanwezig zijn. Wat immers te zeggen van zoiets
als het Oude Klooster? De werkgroep is van den beginne geïntrigeerd geweest door de ver- melding van deze naam op oudere topografische kaarten doch infor- matie bij dorpsgenoten bracht niet, het antwoord op de vraag of op de plaats van de tegenwoordige boerderij wellicht een klooster had gestaan. Ook een eerste onderzoek in het archief van het Aartsbisdom in het Rijksarchief leverde niets op. Een beroep werd gedaan op de Stichting Kastelen Documentatie te Muiderberg en de directeur van deze stichting, de heer A.I.J.M. Schellart, kon ons althans iets melden: "In 1906 heeft Jan Kalf ter plaatse alles opgetekend wat van belang zou kunnen zijn voor de Voorlopige Monumentenlijst. Ik vind in zijn rapport: het Oude Klooster. Deze boerderij, omstreeks ^500 meter oostelijk van Nieuvvrveld
|
||||||||||||||
gelegen, heeft een met een tonge-
welf overdekte kelder; aan één zijde een muur van ruim 1 meter dikte. Van het bestaan van een klooster op deze plaats schijnt niets bekend te zijn (verklaring van Mr. S. Muller)". Kalf heeft dus Muller geraadpleegd en dat is de man die alles weet van kerkelijke instellingen. Het Oude Klooster wordt overigens niet ge- noemd in bovenbedoelde Voorlo- pige lijst en het ligt voor de hand aan te nemen dat er nog wel meer door Kalf van belang gevonden objecten niet op die lijst terecht zijn gekomen. Ook het Hof Ter Wey, het Huis Ter
Mey en het Huis Den Eyk worden niet met name vermeld, evenmin als bijvoorbeeld Bottestein en Alen- dorp. Het is overduidelijk dat de Vereni-
ging een eigen monumentenlijst zal moeten opstellen en een oproep aan leden en belangstellenden om door hen van belang geachte objecten aan te dragen, is hier dan ook op zijn plaats. |
||||||||||||||
Tot nu toe hebben we het gehad
over de inventarisatie, een werk dat uiteindelijk zal moeten leiden tot de vorming van een eigen documentatie-centrum. Van een echte archeologische werkgroep wordt natuurlijk eigenlijk ook wel verwacht dat er af en toe eens een spade in de grond wordt gestoken. Bij dit laatse nu liggen de zaken niet zo simpel als vaak wordt veronder- steld. Voor opgravingswerk is wel enige deskundigheid vereist. Boven- dien is het niet een ieder zonder meer toegestaan óp een door hem uitverkoren plek enig graafwerk te verrichten. Zo de eigenaar van de grond zijn toestemming al geeft, dan zal nog bij onder de Momu- mentenwet vallende objecten ont- heffing moeten worden aange- vraagd. Er is contact gelegd met de Rijks-
dienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort en als u dit artikel leest, is er een gesprek geweest met de provin- ciaal archeoloog, die ons dan uit 'de doeken zal hebben gedaan wat wij wél en wat wij niét kunnen doen. |
||||||||||||||
HERINNERINGEN VAN EEN DORPSBEWONER
|
||||||||||||||
Dinsdagavond, 24 november, heb-
ben we om 20.00 uur een afspraak met Wijnand van Engelen, in De Meern bekend als schoenmaker. Het gezellige woonhuis annex schoenmakerij aan de Meerndijk, werd in 1923 door de vader van mevrouw Van Engelen gebouwd en deze begon daar een slagerij. Omdat Wijnand in De Meern is geboren en getogen, hopen wij dat hij ons iets kan vertellen over het dagelijks leven in het De Meern van toen. Onder het genot van een kopje
koffie met banketletter, steekt hij van wal. Zijn vader, die oorspronkelijk uit
Harmeien kwam, heeft zich in 1909 in De Meern gevestigd als schoenmaker, huisslachter, vee- koopman, barbier en drager bij begrafenissen. Officieel echter bestond De Meern
nog niet. Wat van Utrecht af ge- zien links van de Oude Rijn lag hoorde bij Veldhuizen, wat rechts lag hoorde bij Vleuten. Als er destijds over De Meern werd ge- sproken bedoelde men de direkte omgeving van de Meernbrug. Van het barbiersvak van zijn vader
vertelde hij onder meer het volgen- de. Scheerapparaten had men toen nog niet, dus ook het scheren behoorde tot de taken van de barbier. Dat scheren kostte 3 cent, het knippen (wat toen nog met de schaar gebeurde) kostte 5 cent. |
||||||||||||||
TD)j iV)öfa ook ^èetWiW^ej^ Hciör.
Moenen en kam» mvim g^maaVi, Ook mhn ^)j hïm]k\\.
! Ak ü ié ziel ii] êhc(^ |
||||||||||||||
Men liet zicli niet dagelijks scheren,
dat was te duur, dus de dagloners kwamen één keer per week, de beter gesitueerden twee keer. Tijdens het knippen en scheren kwamen natuurlijk de tongen los. Vooral op zaterdag als er van 13.00 tot 22.00 uur werd ge- werkt, was het erg gezellig. Tij- dens het drinken van het tweede kopje koffie haalt Wijnand her- inneringen op uit zijn jeugd over het kappersvak van zijn vader. Jan van de Berg, een "twee-keer-
per-week-klant", wilde na het knip- pen over het reeds kale gedeelte van zijn hoofd altijd een brande- wijntje gevirreven hebben. Dit om kouvatten té voorkomen. Vader Van Engelen schonk dan altijd een brandewijntje in een glas, liet Van de Berg daarvoor betalen, goot de helft van het glas over de kale schedel en de andere helft in zijn eigen mond. Of Van de Berg dat ooit heeft geweten is niet zeker, in ieder geval heeft hij er nooit iets van gezegd. Deze Jan van de Berg wilde voor het scheren nooit met de kwast worden in- gezeept. Dat was in zijn ogen erg onhygiënisch, want iedereen kreeg diezelfde kwast over zijn gezicht. Dus werd Jan op zijn uitdrukkelijk verzoek altijd met de hand inge- zeept. Jan van de Berg en zijn broer
Marinus, beiden vrijgezel, waren eigenaren van café "Het Wapen van Gouda". Dit café, later door de familie Huigen overgenomen, stond op de hoek Meerndijk- Rijksstraatweg, tegenover het hu- dige restaurant Rhenomare. In het café was een speciaal zaaltje in- gericht dat dienst deed als ge- meentehuis van Veldhuizen. Aan de Rijksstraatwegzijde, naast het café zat de waag en was er een uitspanning voor paarden. Daar konden de mensen die naar de kerk kwamen met paard en wagen, hun paarden stallen. Ook de paar- den van de paardetram werden daar gewisseld. |
||||||||||
zwaar werk verrichten. Met deze
hondekar ging vader Van Engelen ook als huisslachter op pad. Vrijwel iedereen had in die tijd
een varken. Dat werd geslacht als het plm. 400 pond (schoon!) woog. (de varkens van tegenwoor- dig wegen ongeveer 180 pond als ze geslacht worden). Eerst bracht men het varken met een mes een "steek" toe en dan werd vervol- gens het bloed opgevangen om er bloedworst van te maken. Was het varken dood, dan werd het met kokend water overgoten om er de haren makkelijker af te kunnen krabben. Als vader Van Engelen een beest
mee naar huis nam dat geslacht moest worden (bijv. een schaap dat een poot gebroken had of verdronken was), deed hij dat achter in de schuur. Van daar uit ook werd het vlees dan verkocht aan partikulieren. Daar was veel animo voor, aangezien die prijzen lager lagen dan bij de slagerij. Dit kon de slager dan ook maar matig waarderen. Het was al "erg" ge- noeg dat vader Van Engelen zijn dienstmeisje had weggehaald om daar mee te trouwen. In die tijd was er ook nog geen
vleeskeuringswet. Het vlees werd door Van Engelen zelf gekeurd. Hij stopte het in zijn eigen pannen. Bij goedkeuring werd het ver- kocht, bij afkeuring gekookt voor de varkens of aan de honden gevoerd. Wijnand is, zoals hij vertelt, één
van tien kinderen. De Meernse slager Van Engelen is één van zijn broers. Vroeger zat er ook een bakker Van Engelen in De Meern, aan de Rijksstraatweg, daar waar nu de snackbar zit. Wijnand is, zoals reeds eerder gezegd, schoen- maker geworden. Zijn opleiding heeft hij van zijn vader gekregen. Hij was pas 13 jaar, net van de lagere school, toen hij al ging werken. Ja, overpeinsden wij, dat was toen
zo. wordt vervolgd.
|
||||||||||
Wijnand liep daar als jongen ook
v£iak rond. Van jongs af aan was hij al zeer geïnteresseerd in paar- den. Deze liefhebberij erfde hij van zijn grootvader, die zelfs met de lastigste paarden overweg kon. Zijn grootvader werkte als koetsier bij een meelfabriek en bracht met paard en wagen het meel bij de boerderijen. In het gebied rond de huidige
Castellumlaan hadden veel mensen vroeger een stuk grond om daar hun eigen groente te kunnen verbouwen. Ook de ouders van Wijnand hadden daar een stuk land. Voor de eigenlijke dagtaak begon, verzette men eerst op het eigen stuk grond het nodige werk. Het was dag en nacht hard wer- ken, maar er was ook veel ge- zelligheid. De "beurs" bijvoorbeeld, was een verzamelpunt voor jonge- lui en wat later op de avond ook voor ouderen. Die "beurs" bevond zich, afhankelijk van de wind, op één van de hoeken Meerndijk - Rijksstraatweg. Daar werden de laatste nieuwtjes uitgewisseld. Het vee dat de vader van Wijnand
in de loop van de week van de boeren kocht, haalde hij zater- dags in alle vroegte met paard en wagen op, om het vervolgens op de veemarkt in Utrecht te gaan verkopen. Van- de paarden werd dus een hoop energie gevraagd. Op zo'n dag liepen ze met zware vracht ongeveer twee maal de afstand Harmeien - Utrecht. Er waren ook speciale boten, die groter vee via de Oude Rijn naar Utrecht vervoerden. Als zijn vader zaterdags van de veemarkt thuis- kwam, en de buurvrouwen hoorden hem fluiten, dan wisten ze al "oude Gert zit goed". Hij had dan op de veemarkt goede zaken ge- daan en nam dan een zakje bon- bons mee, waarvan hij uitdeelde. Nog voor de paard-en-wagen-tijd,
had de familie Van Engelen de hondekar. De honden, Deense dog- gen werden heel goed verzorgd, kregen veel vlees, want ze moesten |
||||||||||
^H.
|
|||||||||||
VELDSLAG OP DE WOERD
4 juni 1301
De bisschoppen van vroeger hadden
niet alleen geestelijke, maar ook wereldlijke macht. Zo leefde Willem van Mechelen, de 41e bisschop van Utrecht, in een onrustige tijd. Hij was in het jaar van de moord op
Floris V - 1296 - bisschop ge- worden. De tweedracht onder de edelen nam door de Hollandse in- vloed binnen de stad Utrecht dus- danig toe dat er twee voorname partijen ontstonden, die van de Fresen en Lichtenbergen; de laat- ste partij hield de bisschop op het versterkte huis Lichtenberg een half jaar gevangen. Door de tegenpartij hieruit be- vrijd, trok Willem van Mechelen naar Rome om de Paus het Bisdom over te geven. Doch deze weigerde het aan te nemen, maar zei hem de hulp van de bisschop van Mun- ster toe. Met een legertje teruggekomen,
vond hij echter Utrechts poorten gesloten. Hij trok daarop de stad om en legerde zich op de Hooge Woerd. Daar trof hij het niet, want de Hollandse edelen, die wraak wilden nemen op de regel- matige uitvallen van bisschop Wil- lem in de lenen van Amstel en Woerden, waren ook aldaar met een legertje. Hoewel in aantal geringer, aarzelden de Hollanders niet om aan te vallen. Ze zouden de strijd verloren heb- ben - ze stonden op het punt om te vluchten - als niet te elfder ure Zweder van Montfoort - ook een vijand van de bisschop - met een legertje was komen aanzetten. |
|||||||||||
Nu keerden de krijgskansen en de
bisschop, ziende dat hij de strijd zou verliezen, wierp zich zelf in de bloedige gevechten van man tegen man, in de verwachting dat men hem als gewijde bisschop wel zou ontzien. Nu komen er verschillende le-
zingen over de afloop van de strijd. De één beweert dat de bisschop twee malen door de gelederen van de vijand wist heen te dringen, doch om zijn geeste- lijke waardigheid door een ieder werd ontzien. Doch bij de derde poging zou hij door een boer (voorzaat van een Woerdbewoner?) met een zwaard dwars door het lijf zijn gestoken, zodat hij terstond dood ter aarde viel. Een ander beweert dat de bisschop van zijn paard viel en door de hoeven van de paarden van zijn tegenstanders werd vertrapt en een smadelijke dood stierf. |
|||||||||||
Pas later, in rustiger tijden, is zijn
stoffelijk overschot in een behoor- lijke uitvaart overgebracht naar de Domkerk te Utrecht. Daar vindt men dan ook een epitaaf (graf- schrift) in het Latijn, dat vertaald aldus luidt: Hier rust Wilhelmus te Mechelen
geboren, Den naam aanvaardend van zijn
vaderlijke stad. West-Friesland overheerst, moest
naar zijn wetten horen, Maar ach, hoe mislijk draait het wisselvallig rad Des Avontuurs want, die pas met
zege-takken Vollof en glorierijk ter stad was
ingehaald, Die ziet zijn leger door de Graaf
aan stukken hakken. De bisschop rolt in 't Zand, de vijand zegepraalt. De geschiedschrijver Arnoud van
Buchell (1565 - 1641) schrijft, dat er in zijn tijd nog een kruis stond op de plaats waar de bis- schop was gesneuveld, ten zoen van de verslagen kerkvorst. Oudere mensen heb ik wel eens horen spreken van de "kruisak- kers" (de Br.). Ook beweerden enkelen, dat de
bisschop op de Woerd in een kelder zou zijn begraven. Dit is absoluut onjuist. De Bruin.
Gebruikte bronnen:
Krantenartikel van A.C. Hellema (1970). Tijdschrift voor Geschiedenis, Sta-
tistiek en Oudheden van Utrecht, N. van der Monde, 2e jaargang 1836, pag. 264. |
|||||||||||
Melis Stoke (ca. 1305) beschrijft
het voorval in zijn Rijmkroniek
van Holland aldus:
Doe gheviel't also in desen
Dat die bisschop wert gheraket
In 'thovet ende so mismaket
Dat 't vallen moste ter aerde
(was 't lief of leet) van sinen paerde
En bleef daer doet in corter ure.
Met hem bleven op het slagveld
velen van zijn getrouwe dienaren en nog een groter aantal werd er gevangen genomen en weggevoerd. Na enkele dagen werd het lijk van de gesneuvelde bisschop, dat vreselijk verminkt was, begraven in de Catharijnekerk, toebehorende aan de Ridders van Sint Jan van Jerysalem. |
|||||||||||
EEN DORP VERANDERT
Oplossing van de foto die in ons
eerste nummer van september 1981 werd geplaatst: we zien hier vier woningen aan het begin van het Haarpad dat tot omstreeks 1966 doorliep tot het dorpsplein. De woningen stonden ongeveer op de plaats van het "bos" tussen het verdiepte dorpsplein en de parkeer- plaats voor de Rabobank. Van links naar rechts woonden hier Willem Links, de fami lies Smeenk en Zwanenburg in het huis op de achtergrond, en Arie Pos die in zijn winkeltje "De Bijenkorf" let- lerlijk vanalles verkocht. De familie Smeenk is naar Canada vertrokken. Het winkeltje van Pos hebben wij goed gekend; minder dan 20 jaar geleden was het nog Vleutens veelbezochte "bazar". De namen van de drie andere families dank ik aan huisarts-in- ruste A.M.A. Schuurs; "Die foto was voor mij geen enkel probleem, ze waren alle vier patiënten van me". KBN
|
|||||||||||
"KASTEEL DE HAAR"
"Het Kasteel de Haar dateert uit
de 12e eeuw en werd gesticht in 1162 door Godschalk van Woerden. In 1435 ging de Haer over in het geslacht der Heeren van Zuyien, omdat Stevens van Zuyien van Nijevelt huwde met Jonkvrouwe Josina van der Haar. In 1482 werd het verwoest door de krijgs- lieden van den bisschop van U- trecht. Later weder opgebouwd was het in 1495 bewoond door Walraven van Brederode en in 1505 was er weder een slotheer van Zuyien. In 1673 werd het nogmaals verwoest door de soldaten van Lodewijk XIV, die de kelders gebruikten voor de krijgsgevange- nen. Na 1700 geraakte het in verval en werd langzamerhand eene ruine, waarvan Ds. Jacobus Craan- dijk in zijn boekwerk "Wandeling- en door Nederland" eens schreef: " 't Is een der schoonsten, zoo niet de schoonste ruine, die wij in ons vaderland hebben aan te wijzen. Kroonde zij een der berg- toppen aan den Rijn, zij zou eene |
|||||||||||
meer dan Europeesche vermaard-
heid genieten". Thans aanschouwen wij een Kasteel in ouden luister herbouwd. In 1891 begint de herbouw onder Dr. J. Th. Cuypers in samenwerking met Jhr. V. de Stuers. De taak was niet gemakke- lijk. Het middeneeuwsche slot moest worden opgetrokken tot een verblijf met moderne gemakken en met behoud van de vroegere bouworde. Daarin is men schit- terend geslaagd". Aldus geciteerd uit de tekst van
Burgemeester J.A. Verder in de gids voor Vleuten, De Meem en Haar- zuilens, juli 1934. Genoemde jaar- tallen zijn door de burgemeester vermoedelijk overgenomen uit een artikel van N.D. Kuiper in het weekblad EIGEN HAARD van 15 december 1906, nummer 50. De herbouw van het slot stond onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers en niet zoals vermeld Dr. J. Th. Cuypers, welke de zoon was; wel wordt deze in EIGEN HAARD van 9 mei 1896, nummer 19, ge- |
|||||||||||
noemd als assistent voor het tech-
nisch gedeelte en in DE OPMER- KER, bouwkundig weekblad van 30 november 1895, citaat: "Het rechthuis, tevens herberg, ontwor- pen door den architect Joseph Cuypers, de pachthoeven, bruggen en arbeiderswoningen onder leiding der architecten Jac. van Straten te Utrecht en Jac. van Gils te Rotter- dam, zullen een Oud-Nederlandsch Karakter dragen, en op die wijze zal daar een blijvend Oud-Holland in 't leven worden geroepen". De regels echter van Ds. Jacobus
Craandijk vormen de aanleiding voor dit artikel, de eerste uit een reeks: De ruine, fundering voor het huidige slot, een reeks over ruine en herbouw van de Haar, notities uit bouwkundige bladen uit negentiende en twintigste eeuw. De reproduktie van een artikel uitgegeven omstreeks 1862, in de Bouwkundige bijdragen Deel XII, met twee tekeningen als bijlage vormen de start. |
|||||||||||
12
|
|||||||||||
>-^.
|
||||||||||||
■IVVAi \;AN til I HUIS
|
||||||||||||
Sa,,., h.,'J:^i '•■„,',;i,i<,^ n"Jfy.'
|
||||||||||||
BESCHRIJVING VAN DEN BOUWVAL VAN „HET HUIS DE HAAR'
IN DE PROVINCIE UTKECHT.
(Met twee Platen, l'l. XVJi en XVIII.)
Medegedeeld door den heer C. B. VAN DER TAK, direkleur der geaeenteicerken Ie Uollerdam.) |
||||||||||||
liet Hnis de Haar ligt ten westen van Utrecht,
op ongeveer een niir gaans van liet spoorweg-station Ifarmelcn. Plaat XVII stelt een gezigt op dit gebouw voor. De platte grond vertoont een onrcgelmatigen vijf hoek. Dit gebouw heeft drie ronde en twee vier- kante torens, is voorzien van cene binnenplaats of plein, en omgeven door eene gracht. De tegenwoor- |
||||||||||||
dige toegang bestaat slechts uit een dam van aarde ge-
mengd met puin. Ilct gebouw, behalve de vier torens die naar bui-
ten uitgebouwd zijn, heeft cene gemiddelde breedte en lengte van 35 bij 40 el, terwijl twee der ronde torens ecne middcllijn hebben van 8.35 el; de dorde ronde toren is 0.50 el, en een der vierkante torens |
||||||||||||
13
|
||||||||||||
381 —
|
||||||||||||||||
382
|
||||||||||||||||
is 5 bij 5 el; kunnende de andere vierkante ttu'cn
niet gemeten worden, dewijl er nog sleelits een lio(,k- gcdeelte van bestaat, en eenc massa aanwezige puin het gezigt op het benedengedeelte belet; doch zoo als uit de afgebrokkelde deelen van het nog aanwezige aanzieidijke liooge bovengedeelte is af te leiden, was hij ongeveer van gelijke afmeting als die van den eerst- genoemden vierkanten toren. Tusschen de beide vierkante torens, ter plaatse van
den reeds genoemden aarden dam, zal de brug bestaan hebben, die aanvankelijk tot toegang diende, doch waar- van geen spoor meer zigtbaar is. Om het gebouw be- staan overigens geene openingen, die tot toegang zou- den kunnen gediend hebben. De bedoelde brug of toegang zal vermoedelijk door
een muurwerk tegen een vijandelijken aanval gedekt zijn geweest. Van dit muurwerk is nog een klein overblijfsel aanwezig, op pi. XVIII aangewezen. De nog bestaande gedeelten van dit gebouw hebben
de hieronder vermelde hoogten: twee der ronde, en de beide vierkante torens ongeveer 20 ellen; de derde ronde toren thans 8 ellen; het gebouw zelf: drie der buitenzijden ± 17 el, do overige zijden tegenwoordig gemiddeld 7 el. De binnenmuren, namelijk die de binnenplaats omgeven, en de dwarse- of scheidings- muren komen in hoogte met de buitenmuren onge- veer overeen, een dezer laatsten is een gevelmuur die meer dan 20 el hoogte heeft en nog hooger ge- weest is, zijnde het bovenste gedeelte afgebroken. Het gebouw is, zoo als uit de venster-openingen en
vloerbalkgaten in het muurwerk blijkt, vier verdie- pingen hoog geweest, bestaande de benedenste uit ge- welfde kelders; terwijl een gedeelte van het gebouw een verdieping lager was, zoo als het spoor van een dak tegen een der muren aantoont. De torens zullen vijf verdiepingen gehad hebben, waarvan de drie be- nedenste gewelfd zijn en de bovenste uit een houten zoldering zal hebben bestaan. Een der ronde torens is van een ge metselden spil- of wenteltrap voorzien, die tot de houten zoldering reikt. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen, van eene
groote soort doch eenigzins ongelijk in afmeting; het meerendeel heeft echter eene dikte van 6Y2 bij eene breedte van 14 en eene lengte van 29 duim, zijnde er 12 a 13 lagen in de el hoogte verwerkt '); de schik- |
||||||||||||||||
king (l(;r siccncii lj(;liijr;i-t. tol liet /(jogciiaamde staand
mcthchcrbiind. \ lui de \\\}y.c \an hoinv lA' inrigting, y.üo als de o\(i'lilijr-clcii zich nog ami den Ije.-ichouuer voordoen, \V(^i-deu cenige (h'tails ij[) pi. X \ 111 voorge- steld. De dikte der muurwerken \an de t(jreiis is als volgt: de 1= of onderste verdieping is + I.IO el of l-'/a steen, de :!" verdieping I- steen, de '.i" verdie- ping 372 steen, de 4"= verdieping 3 steen, de ö" ver- diej)ing 2'/^ stocn. Deze laatste verdieping is niet massief, dewijl zij van binnen ter dikte van 1 'j-j steen met openingen of kastjes is gewerkt, ter verligting of besparing van metselwerk of tot een ander mij onbe- kend doel. Do dikte der nuu'cn van het gebouw zelf is deze: de kelder of P verdieping l'/a steen, de 2'= verdieping 4 steen, de 3° verdieping 3'/2 steen, de 4'^ verdieping 2 steen. De verschil-dikte of snij- ding is overal van binnen, doch die der 4" verdieping is van buiten toegepast, en wel juist boven op de vensteropeningen der 3" verdieping. Hoe (iie .snijding van 1^2 steen afgedekt is geweest, of waartoi' zij ge- diend heeft, is mij niet gebleken. Van de bekapping is niets meer aanwezig; doch
zoo als uit den reeds genoemden nog ten deele be- staanden gevelmuur blijkt, is het gebouv/ o[) oud- hollandsche wijze met een nog al steil dak voorzien geweest, hetwelk aanving of geplaatst was op do nog aanwezige 17 el liooge muren, en op de torens ter hoogte van 20 el, zoo als op een hunner de vrijstaande rookpijp of schoorsteen en een ten dcele hier en daar nog aanwezige geprofileerde band mede van baksteen aantoont, (zie pi. XVIII); zullende de kappen der ronde torens achtkant zijn geweest, dewijl van boven het rond in een achtkant overgaat; het achtkant is name- lijk beschreven om den cirkel. Van de houten vlocrzolderingcn zijn alleen nog
aanwezig twee rijen balkgaten in het muurwerk, van ± 0.40 el breedte en 0.50 el hoogte op afstanden vfjn 2 a 2V2 el uit elkander. Uit eenige gebroken gewelven blijkt dat deze uit
édn steen dikte bestaan en zijdelings geheel massief zijn aangemctscld. Over dit massief en over het ge- welf liggen voorts 1 a 2 platte lagen; doch hoe die vloeren verder afgedekt waren, is niet te ontdekken, alleen liggen in enkele der vensteropeningen, die ge- |
||||||||||||||||
Bouwkunst, waren onder N". 191 monsters metselsteen van deze
<: afmeting aanwezig, vervaardigd door den steenbakker a. van der ;i PAAUW, te Koudekerk. De prijs was opgegeven de duizend stuks !l ƒ 40 en hooger. a. n. g. |
||||||||||||||||
') Op de tentoonstelliiiff van bouwmaterialen, in September 1853
te Amsterdam gehouden door de Vereeniijing voor Volksvlijt, onder medewerking van het bestuur der Maatschappij Tut bevordering der |
||||||||||||||||
25*
|
||||||||||||||||
14
|
||||||||||||||||
383
|
||||||||||
384
|
||||||||||
lijkvloers zijn, kleine gebakken verglaasde vloertegels.
De vensteropeningen zijn verschillend van vorm en
grootte; sommige zijn geheel regthockig, andere hebben ecne gemengde gedaante. Zoo zijn er die van buiten boven op regthoekig, in het midden van het muur- werk cirkelsegmentvormig, en aan de binnenzijde spits- boogsgewijze zijn ingcrigt. Van het tot de vensterope- ningen behoorendc hout is mede niets meer aanwe- zig ; alleen bij enkele der rcgthoekigen vindt men van boven een eikenhouten plaat, tot dragt van het metselwerk. In den dag van vele der venster- openingen bestaan evenwel vierkante gaten, waarin hout is geplaatst geweest, welke gaten bij sommigen cene diepte hebben van O.SO el. Ook blijkt dat bij do kleine vensteropeningen of schietgaten der kelders in het midden van onderen een liggend houten balk- stuk was aangebragt, hetwelk misschien kan gediend hebben, zoo als men verhaalt, bij de verdediging om er wapentuig op te plaatsen of te bevestigen. Ook be- vinden zich in deze verdieping nog zeer veel kleine openingen, die in schuinsche rigting door den muur gaan en welligt tot kijkgateu bij een vijandelijk beleg gediend hebben. In het gebouw en zelfs in de torens worden eenige
stookplaatsen of sehoorsteenen aangetroffen. Zij zijn regthoekig, en loopen schuins naar boven toe, bijna als de kap van eenen smidshaard. Aan een dier selioorsteencn bevinden zich smalle pilasters van ge- houwen zandsteen van cene vaste of zeer fijn kor- relige soort; de rookkanalen zijn in de hoofdmuren ge- spaard. Van genoemden gehouwen steen bestaat ook een
keukengootsteen. Deze is aangebragt in eenc daartoe in den muur gespaarde gewelfde ruimte, en ontlast zich in cene in hellende rigting geplaatste goot van dezelfde steensoort, onder den gootsteen en naar bui- ten uitwaterende. Ook bestaan er eenige privaten, gedeeltelijk bui-
ten het gebouw uitgebouwd. Zij zijn met schuinsche luchtopcningen voorzien, zoodat men er niet rcgtuit door zien kan, waarschijnlijk als behoedmiddel tegen het indringen van vijandelijke voorwerpen. AVijders worden nog eenige openingen in het muur-
werk aangetroffen, die tot kasten of geheime berg- plaatsen zullen gediend hebben. Ook vindt men ge- metselde kokers of kanalen in vertikale rigting; twee daarvan hebben de hoogte van het gebouw, met eene '.nwendige ruimte van ongeveer 1 el vierkant, zijnde |
||||||||||
deze van buiten aan het gebouw aangebragt, en voor-
zien met deuropeningen tot gemeenschap met het ge- bouw van binnen. De inrigting dier kokers en het doel waartoe zij dienden zijn mij onbekend; Avelligt zijn zij ook privaten geweest. De plaats dezer kokers wordt op pi. XVII aan-
£;etoond, alsmede die der overijro o;enoemde onderdee- len, terwijl van de inrigting der sehoorsteenen, goot- steen, privaten en de verschillende vensteropeningen eenc afljcelding op pi. XVIII voorkomt. Zoo als uit pi. XVII blijkt, bevindt zich aan ih
overzijde der gracht de bouwval ecner kerk. De toren en een groot gedeelte dier kerk zijn met
een pannen dak voorzien. Zij is thans aan de dienst van den landbouw gewijd, en wordt tot dorschvloer, wagenschuur, bergplaats van hooi enz. gebezigd. Voor zooverre die kerk afgedekt is, bestaat zij uit
de bovengenoemde soort baksteen, op dezelfde wijze bewerkt. Ook bevindt zich van boven om den toren een geprofileerde band van dezelfde steensoort; zij zal dus, voor zooverre het overdekte gedeelte betreft, misschien van gelijken ouderdom zijn. Het koor of kruisvormig achtcrgedecltc der kerk is
van cene andere soort baksteen gebouwd, die in grootte gelijk is aan de tegenwoordige utrcchtsche moppen. Van dit gedeelte bestaat echter niets meer dan
een eindgevel en eenige overblijfselen van geriiigi» hoogte, die ten deele de rigting of den vorm aanwijzen. In het koor liggen drie bhiauwe grafzerken, tot
dekking der kelders, die, naar men zegt, ongeveer vier el diep zijn. Op twee dier zerken zijn gcslacjits- wapenen en opschriften gebeiteld, die betrekking heb- ben op de familie der heeren v.\n züvi.ex. Voor zooverre ik geïnformeerd ben, belioovde de
kerk steeds aan de eigenaars van het kasteel, en werd het door hen tot nog in deze eeuw vergund de lijken van partikulicrcn er in te, begraven. Doch het is meer dan cene eeuw geleden dat er godsdienst- oefeninn; in srchoudeu werd. De dienst was die der protestanten; voorheen zal de kerk echter vermoede- lijk aan de katholieken behoord hebben, zoo als af te leiden is uit een, aan een der deuren in den muur ingemetseld, hardsteenen halfbolvormig wijwatervat. De houten kap, die het pannendak draagt, is van eene ruwe konstruktic; doch van een daaronder geplaatste welfvormige houten plafonnering is het geraamte nog grootendeels aanwezig, hetwelk zeer net uitgevoerd is en uit halfronde bogen bestaat, waarvan die welke tot |
||||||||||
45
|
||||||||||
385 —
|
||||||||||
— 386 —
|
||||||||||
bevestiiiing der besehietins; dienden vierkant beznan:d,
en die welke in het gczigt waren, niet banden van golhiek profil voorzien zijn, zijnde de krnis- of vcr- eenigingspnntcn dezer bogen, met een op gelijke wijze geprofileerde niiddenrib, met rosettcn versierd. In dezen stijl is ook behandeld het stccnen gewelf
in den toren, zijnde een krniswelf met gevoegde rib- ben en bepleisterd. Ook de raamvorniige versieringen aan den toren, hoewel door de grootte der steenen slechts tot eenvoudige banden geprofileerd, getuigen van een nette werkhand. Die netheid van bewerking vindt men ook aan
sommige deelen in het kasteel, zoo als aan den trap waarvan de aehlkantige spil gepleisterd is; uit de los- gelaten specie blijkt echter dat zij vroeger zeer net ge- voegd en de steen goed kantig bewerkt was. Van eene fijnere profilering is het uit een klei-
nere steensoort gemaakte raam in den nog bestaanden eindgevel van het kruis der kerk. Van dezen steen en op dergelijke nette wijze behan-
deld , treft men ook enkele gedeelten aan in het kas- teel. Van dit laatste bestaat echter weinig meer dan enkele kleine gebroken overblijfsels, namelijk een kruiswelf dat gevoegd is. Ook ziet men in een der ronde torens, die van binnen achtkant is, de sporen van een fraai gemetseld gewelf, dat gerust heeft in de hoeken van het achtkant, op gehouwen kraagsteenen. Wijders is het metselwerk, zoo van de kerk als van
het kasteel, ten aanzien van het verband niet met netheid behandeld, waarvan de ongelijke afmeting der sleenen wclligt oorzaak was, zijnde het overigens van buiten gevoegd en van binnen bepleisterd. De mctselspecie is schulpkalk, zoo als uit de aanwezige schulpjes blijkt; hij is tusschen de steenen zeer wit en laat zich ge- makkelijk fijn wrijven. Dc' mctselstcenen der groote soort zijn broos, en op de breuk van eene helder roode kleur; terwijl die van de kleine soort in hardheid en kleur gelijken op de tegenwoordige waalklinkers. Behalve deze beide steensoorten is ook nog van
een derde, zeer kleine, soort gebruik gemaakt tot dig- ting en versiering van een der gothischo kerktoren- ramen , die op het gezigt nog kleiner zijn dan de kleine ijsselsteen. Met betrekking tot den ouderdom en de geschie-
denis van dit gebouw, wordt den bezoeker, in eenc nabijgelegen herberg, een handschrift ter inzage aan- geboden. In hoeverre die geschiedenis echt is, heb ik niet
|
||||||||||
onderzocht; doch ik vertrouw dat zij ann goede be-
scheiden is ontleend, aangezien de bewoner dier her- berg huurder is vini den tegcnwoordigeu eigenaar van het kasteel, vn met het opzigt over dit kasteel en aan- hoorighcden belast blijkt te zijn. Bedoelde geschiedenis luidt als volgt; (/liet huis
de Ilaar is eene oude adellijke hofstad, dif in l.")3(i, toen DIRK VAN zuvLi'.x er heer van was, door d(> staten des lands Vlrccht voor riddcn'matig erkend werd. Men meent dat dit huis in 110.2 of 1105 gebouwd of be- woond is geweest door codschalk, broeder van her- man VAN woKRDi'.N, CU (latdczc, in wiens geslacht het is gebleven tot 1440, den naam van df. haar zou heb- ben aangenomen. In het jaar ll-'il werd dirk van ZUYLEN met dit huis en heerlijkheid beleend; hij liet zich VAN ZUYDEN A'AN DE HAAR nocmen. Aangezien hij een groot vijand van den bisschop van Bouigondi'è was, werd dit slot in 1480, door .toost vax t.aeainc, stadhouder van Holland, stormenderhand ingenomen en in brand gestoken. Ilij zelf werd gedagvaard, en niet verschenen zijnde, werden zijne goederen verbeurd verklaard. Dertien jaren later werd walraven, heer van Brederodc, daarmede begiftigd; doch naderhand, toen, door tusschenspraak van vermogende vrienden, do misdaad van dirk van zuylen vergeven en vergeten was geworden, werdjiij met dit huis weder begiftigd in 150.5. In 1585 kwam het nicolaas van zuveen toe, daarna aan .ian van renesse van Roermond, en in het vervolg van tijd is het aan andere heeren ge- komen. De laatste heer die het bewoond heeft is KAREL de STEiMBOR gewccst, onitrcut het jaar 1770. Thans behoort het aan den heer es. a. h. i. es. van züYi/EN VAN NYVEED. Het huis was ccn onderwetseh gebouw, waarin vele kelders gevonden werden, die tot 1002 en 1003 als gevangenissen gebruikt wer- den. Het wordt gehouden voor een der grootste rid- derhofsteden in de provincie Utrcclil." Ten opzigte dezer geschiedenis, waarin karet, de
STEMBOR als laatste bewoner aangegeven woi'dt, dient opgemerkt te worden dat men van dezen vei'haalt, dat hij slechts een gedeelte van het kasteel als dagver- blijf bewoonde, dewijl het in dien tijd reeds te bouw^ vallig was om tot behoorlijke woning te dienen, om welke reden hij het dan ook geheel verlaten heeft. Hij ontdeed het toen van de dakbedekkingen on van het nog bruikbare hout, welk een en ander werd aangewend tot herstelling van ccnige tot de hofstede behoorende boerenwoningen enz. |
||||||||||
16
|
||||||||||
387 —
|
|||||||||||||||||||||||||
— 388
|
|||||||||||||||||||||||||
In hot werk van j.id. smiïs, :m. d. , getiteld: Schat-
kamer (h'r ncdrrhtufhche oudheden, uitgegeven te Am- sterdam, 1711, en te Ilanrlcm, 1735, wordt met een paar woor(l(>n ovei- 1iet hier hesehreven gebouw gesproken: men leest daar : t,]l(i(ir, ook door KocmiAN uitgeteekend, doeli mede
door \iam;n, voor kasv. si>1'X;iit, A. 1097, was een swaai' gebouw, niet verre van Kokenijc, en bij het liiiijs TKR :\iKi.i, weslwaart l'ilrecht. A. 1482 is hetselvc |
|||||||||||||||||||||||||
door deii stedehouder belegerd, beschooten en go-
woniien, naa het neeinen on het verbranden van het huijs te llrriiiclrii. T)e Fitrechtsse Cliroii. bij matiikus, ANALFX-roi;, 2 Tom. 10;5 jiag, iikhmskkrk in de aantix"- keningeu over sijn Balav. Arkad. 252 bl. uit vki.his, 2 B. 0I. 1)1." In het aangehaalde werk zijn andere; sehrijvers en
teekenaars genoemd, die geraadpleegd zouden kun- nen worden. |
|||||||||||||||||||||||||
[IFTAIIS VAN ürN BÜUWVAI VANHPr llllh ni HAAR
|
|||||||||||||||||||||||||
5
r |
|||||||||||||||||||||||||
^^^3
|
|||||||||||||||||||||||||
4
|
|||||||||||||||||||||||||
■-j_
|
|||||||||||||||||||||||||
>»—»*~l
|
|||||||||||||||||||||||||
•-l-x
|
|||||||||||||||||||||||||
<^_
|
|||||||||||||||||||||||||
- r - ■ ^/ - .f;
|
|||||||||||||||||||||||||
--;.,«_-^;j
|
|||||||||||||||||||||||||
l!,^,:.in.../>.,. i,i'^„.,r- '1-,/^S ,t,.l
|
|||||||||||||||||||||||||
17
|
|||||||||||||||||||||||||
Op zich zelf is het een interessante
studie na te gaan vanwaar zij kwamen, waarheen zij gingen en wat hen bewoog zich hier te ves- tigen. Bij het zoeken naar autochtone ge-
slachten moeten we ons op prakti- sche gronden beperken tot de peri- ode na 1600 omdat er dan pas ge- schreven bronnen beschikbaar ko- men, waaruit te putten valt. In het verleden beginnend kan men
dan trachten een inventaris te ma- ken van geslachten die hier hebben gewoond. Hoewel deze arbeid zin- vol kan zijn en in een ander kader zeker dient te geschieden, is dit toch niet de opzet van deze rubriek. Er bestaat immers een grote kans dat de aansluiting met het heden vaak wordt gemist doordat het ge- slacht in mannelijke lijn is uitge- storven of doordat het de gemeente heeft verlaten. Praktischer en vermoedelijk ook
verrassender is het, in het heden be- ginnend, naar het verleden toe te werken. Er zullen dan namen in de- ze contreien op hoge ouderdom blijken te mogen bogen. Anderzijds zullen er ook namen dit odium min of meer verliezen; zij zullen blijken in een wat recenter verleden de ge- meente binnen gekomen te zijn. Het is maar de vraag: "Hoe autoch-
toon bent U ?" U kunt zich voor deze rubriek opge-
ven bij de redactie. De Genealogische Werkgroep zal dan trachten uw stamreeks (voor zover die zich beweegt binnen onze tegenwoordige gemeente) samen te stellen. Wél is het noodzakelijk dat U de gegevens verstrekt van min- stens drie generaties vóór U (dus van uw vader, grootvader en over- grootvader). Adres:
F. van Husen - Wibbeke,
Frederik van Edenstraat 15, Vleuten |
|||||||||||
WIBBEKE
We beginnen de rubriek met de
stamreeks van ons ere-lid F. van Husen - Wibbeke, de oudste op het dorp geboren inwoonster van Vleuten. De reeks is niet zozeer indrukwekkend van lengte, maar het zal toch niet vaak gebeuren dat men met drie generaties in de achttiende eeuw terecht komt; haar grootmoeder werd namelijk in 1797 geboren! I Adam Wibbeke,
overleden 7.10.1825 te Holt-
heim (Duitsland), gehuwd met Theresia Lamm, overleden 9.10.1831 te Klei- nenberg (Duitsland) II Josephus Wibbeke,
geboren 23.9.1803 te Holtheim
(Duitsland), overleden 27.4.1875 te Vleu-
ten, gehuwd 20.5.1841 te Vleuten met Franciska Oudendammer,
geboren 18.2.1797 te Harme- ien, overleden 28.4.1875 te Vleuten, dochter van Adri- anus Oudendammer en Catha- rina Spruijt III Adam Wibbeke,
geboren 6.3.1842 te Vleuten,
overleden 30.5.1922 te Vleu- ten, gehuwd 26.4.1878 te Vleuten met Wilhelmina van Ingen, geboren 27.3.1853 te Oude rijn, overleden 4.9.1911 te Vleuten, dochter van Huibert van Ingen en Geertruida van Kooten rv Franciska (Sien) Wibbeke,
geboren 23.3.1886 te Vleuten,
gehuwd 20.2.1914 te Vleuten met ITieodorus (Dirk) van Husen,
geboren 30.7.1883 te Vleuten, overleden 5.6.1950 te Vleuten, zoon van Theodorus van Husen en Maria van Baten- burg. |
|||||||||||
BOTTESTEIN - een verdwenen
ridderhofstad. In liet eerste nummer van het of-
ficiële orgaan publiceerde ik een reeks voorlopige bevindingen over "Bottestein" onder bovenstaade titel. Op dit artikel kreeg ik twee reacties: een aanvulling die één van de oude eigenaren wat meer dimensie gaf en een correctie betreffende de relatie tussea Jan de Beijer (dit is de juiste spelwijze; niet Jan de Beyer) en Hendrik Spilman. Deze twee reacties vind ik niet
voldoende om nu al een aanvul- lend artikeltje over de geschiede- nis van Bottestein te schrijven. Ik wacht op méér en ga zelf ook nog op nader onderzoek uit. Het kan dus nog wel even duren voordat er een tweede artikel gaat verschijnen over Bottestein - een verdwenen ridderhofstad. Klaas B. Nanning
december 1981 |
|||||||||||
Hoe autochtoon bent U ?
Autochtonen of " uit het land zelf
geborenen " waren oudtijds Griekse vorsten en volksstammen, die be- weerden zich niet in 't land neerge- zet te hebben, maar er altijd te heb- ben gewoond, uit de grond zelf te zijn voortgekomen. De oudste bewoners van Attika droegen gouden krekels (een uit de grond voorkomend dier) in hun haar als symbool van hun autoch- tonie. De Arkadiërs noemden zich Proselénen (vóórmanelingen), bewe- rend aan de aarde ontsproten te zijn voordat de maan bestond. Tegenwoordig wordt het begrip
autochtoon gebruikt om mineralen, planten, dieren en mensenbevolking van "eigen bodem te onderscheiden van gesteenten, individuen en groe- pen die van elders afkomstig zijn. In deze rubriek worden onder
autochtonen verstaan de oorspron- kelijke bewoners van Vleuten - De Meem en hun nazaten. De vraag is nu maar op welk tijdstip
in de geschiedenis men die oor- sprong wil plaatsen. Lang vóór er sprake was van ge- schreven geschiedenis hebben hier mensen gewoond, die (en dat spreekt voor ons vanzelf) zeker niet uit de grond waren voortgekomen. Er vestigden zich mensen en er trokken er weg. |
|||||||||||
18
|
|||||||||||
<'^.
|
|||||||||||||
te bed). Deze werkgever was de
boerderij Rijksstraatweg 63, thans bewoond door de familie Van Dijk. Dit gaf aan inkomsten vijfendertig cent per dag plus een zogenaamd "melkstuk": twee sneden brood met kaas ertussen. Dan volgt in 1885 het bijna onbe- grijpelijke. De weduwe laat door de aannemer Koetsier uit De Meern een hu^s en schuur bouwen voor f. 366,45. Het huis bestaat nog, het is thans genummerd Zandweg 92, de tweede woning oostelijk van de school met de bijbel. In dit huis overleed zij in 1919.
Zij woonde samen met haar jongste ongehuwde zoon, die daar in 1951 overleed. Deze zoon speelde in de jaren 1915 - 1920 nog een rol in de plaatselijke politiek. Betreffende de ouders van moeders- zijde is een ongeveer gelijk verhaal te vertellen; de nood in dit gezin met vier kinderen zal nog wel groter zijn geweest. Zij beiden waren ziekelijk en afhankelijk van de boeren-werkgevers. Als kind, en later opgroeiende, heeft mijn moeder, geboren in 1867, de wederopbouw van het kasteel De Haar meegemaakt, onder welks ruine haar ouders woonden. Dikwijls ziek zijnde, heeft zij ver- schillende jaren doorgebracht in het verplaatste dorpje in de woning "Onder de Groene Linden" (thans antiekwinkel), waar haar zuster woonde. Ook heeft zij een aantal jaren de
zegeningen van het "boerenmeid- schap" ervaren. Gezien de nood in het gezin, werden vier jaar lagere school voldoende geacht en werd zij "de boer opgedaan". Nu had haar eerste baas een bij- zonder dorstige aard en zo was bij hem de gewoonte gegroeid zijn dorst te laven tot in de kleine uurtjes. Als hij dan dronken thuis kwam, wekte hij eerst zijn perso- neel; voor hen begon de dag rond drie uur. Deze betrekking leverde in het eerste jaar op een "jaarwedde" van f.2,50 plus een naar klompen. |
|||||||||||||
Mijn grootvader van vaderszijde is
in 1826 in De Meern geboren, en wel in dat gedeelte dat toen al gemeentelijk tot Vleuten behoorde, namelijk het gedeelte aan de noord- zijde van de Leidserijn. In 1861 huwde hij met Antonia Veldhuizen, geboren in Werkhoven. Zulke "lange afstand contacten" vonden gemak- kelijk plaats doordat beide partijen respectievelijk boerenmeid en boe- renknecht waren en vaak over gro- tere afstanden de "beste" betrek- king zochten. Voor zover bekend is zijn geboortehuis door het echt- paar bewoond gebleven. De leefomstandigheden van dit echtpaar moeten tot de aller- laagste worden gerekend. Immers, in die dagen waren het enkel de boeren die als werkgevers fun- geerden. Zo gebeurde het dat onenigheid ontstond tussen de "baas" en Hendrik Goes aan het eind van de winter. Goes had de gehele winter een loon ontvangen van drie gulden per week. Het voorjaar kwam en hij had de euvele moed om twee kwartjes opslag per week te vragen, het- geen door de werkgever zó onge- past werd gevonden dat ontslag volgde. Vanaf dat moment fun- geerde Goes als "los werkman" met alle onzekerheden qua inkomen. Mogelijk te wijten aan de wel zeer slafelijke arbeid overleed hij in 1879, dus nog vrij jong, zijn we- duwe achterlatend met vijf jonge kinderen. Nu bestond ook in die dagen al een,
zij het zeer bescheiden, armenzorg. Het werd echter over het algemeen wel tot een oneer gerekend hier- van gebruik te maken; bovendien was een ondersteuning van één gulden per week "al heel wat". Zo maakte de weduwe Goes ook geen gebruik van deze mogelijk- heid, doch zij veroverde een part- time functie van 's-morgens de Koeien mee te melken, hetwelk wél betekende om half vier het bed uit en dan tot ongeveer zes ,uur (de kinderen waren dan nog |
|||||||||||||
GOES
I Hendrik Goes,
gehuwd 4.11.1777 te Utrecht
(Buiten Wittevrouwen) met Petroneila Koppers. II Dirk Goes,
gedoopt 20.9.1784 te Utrecht
(Buiten Wittevrouwen), overleden 18.7.1847 te VJeu- ten, gehuwd (Dirk woonde toen in Zuilen) 23.11.1825 te Utrecht met Maria van den IJssel, geboren 7.10.1796 te Vleuten, overleden 8.9.1874 te Vleuten, dochter van Jacobus van den
IJssel en Jannigje van der Sluis. III Hendrik Goes,
geboren 11.11.1826 te Vleu-
ten, overleden 7.1.1879 te Vleuten, gehuwd 12.11.1861 te Vleuten met Anthonia Velthuizen, geboren 1.4.1838 te Werk- hoven, overleden 26.2.1919 te Vleuten, dochter van Hu- bertus Velthuizen en Maria van Rasteren. IV Gerardus Goes,
geboren 10.8.1867 te De
Meem, overleden 5.8.1945 te De Meern, gehuwd 31.12.1896 te Vleuten met Johanna van Rossum, geboren
15.11.1867 te Haarzuilens, overleden 30.10.1950 te Vleu- ten, dochter van Bemardus van Rossum en Antonia Vulto. V Arie Goes,
geboren 31.8.1910 te De
Meern, gehuwd 11.10.1945 te Oudenrijn met Cornelia van Beek, geboren
30.3.1916 te Utrecht, dochter van Cornelis van Beek en Theodora van der Louw. Adres:
A. Goes,
Alendorperweg 61, Vleuten. |
|||||||||||||
/
|
|||||||||||||
Van het verloop van de jeugd van
mijn vader is in veel opzichten hetzelfde te zeggen; hij maakte echter wél de zes jaar lagere school af. Verschillende boeren in de omgeving zijn zijn meester geweest. Eén daarvan was Kees Buijs, wo- nende op de boerderij met het eilandje ervoor, juist bij de spoor- wegovergang De Tol, thans be- woond door de gebroeders Wouden- berg. Juist in die tijd (de jaren negentig)
is de grond, waarop nu de Vleuten- se tuinbouw gevestigd is, afgegraven voor steengrond voor twee steen- bakkerijen aan het einde van de thans gedempte Proostwetering, waar nu "Brederode" gevestigd is. Mijn vader had hierover het volgen- de verhaal. De grond werd per praam ver-
voerd door de zogenaamde "Vlet- ters" (het afgraven werd "Vletten" genoemd). 's-Morgens om rond half vijf startten meerdere vletters met hun praam vanaf het "stort" bij de fabriek en voeren via de genoemde Proostwetering naar café De Tol, dat toen al bestond; daar kwam men om ongeveer vijf 'uur aan. De café-houder had dan 's-vnnters de kachel al aan, de vletters kochten een maatje jenever a tien cent en vervolgens begaf men zich naar het af te graven perceel. Met kruiwagen en spade werd de
praam geladen. 's-Winters passeer- de men met donker de Tol, waar opnieuw werd afgemeerd en voor tien cent jenever gebruikt, te zeven uur namiddag bereikte men het "stort". De praam werd per kruiwagen ge-
lost en om half negen zat de dag erop; er was dan een dagloon van achttien stuivers (negentig cent) verdiend. Moeder en kinderen werk- ten óók in de fabriek. , Niettegenstaande de wel zeer harde
jonge jaren huwden mijn ouders op 31-12-1896 voor de wet en op 7-1-1897 in de kerk. Op het land was de toestand nog steeds weinig rooskleurig, gevolg van de grote landbouwcrisis der jaren '80. Zo was "buiten" het enige uitzicht voor enkele guldens per week boerendaggelder te wor- den. Dit kwam de jonggehuwden zó weinig aantrekkelijk voor, dat een melkhandeltje werd begonnen in Utrecht in de Hoogstraat bij de Rooie brug, een echte volkswijk in die dagen. Ook dit was harde arbeid en slecht
betaald; 's-morgens vóór dag en dauw moest de melk bij de boer worden gehaald en daarna twee maal daags langs de deur worden uitgevent, per gratie 's-Zondags éénmaal. De enige tractie die hier- voor beschikbaar was, was een zo- genaamd melkstel, een tweewielig geval, waarop een liggende ton met koperen banden, met een trek- hond eronder. De warenwet bestond toen nog niet |
|||||||||||
■ '-'lil ij(. jj ^ lil\
^■CKiesvÏent°'""diedoorde ;:^,.!;:r "-^:;!';:;:s.........-"'
Stemt A. GORS "
S^id maar v/»^,^^" «"an van '"""'"".......iK^.........■:.
|
|||||||||||
De eerste wereldoorlog bracht onze
economie in een stroomversnelling, waarvan ook het echtpaar Goes een graantje meepikte. Ook de na-oor- logse jaren bleven gunstig en de kinderen werden groot. Op het land werden nu voor een be- langrijk deel aardbeien geteeld, hetwelk veel gezinsarbeid vroeg, die vlot werd geleverd. Het duurde tot 1923 alvorens de status van werkman geheel werd prijsgegeven. In dat jaar werd na- melijk door pacht en aankoop het bedrijf met drie hectare uitgebreid. Ik was toen dertien en mijn broer achttien jaar oud. Beiden hadden wij grote belangstelling, hoofdza- kelijk voor de fruitteelt, doch dit was moeilijk te realiseren daar geld, geïnvesteerd in de fruitteelt, lang- zaam rouleert. Daarom werd gestart met voornamelijk groenteteelt. Dit alles bleef een goede zaak tot 1930 en we doken voor tien jaar in de crisis. We zagen onze bruto- ontvangsten, hoewel met gedrieën zeer veel uren arbeidend, teruggaan tot een dieptepunt van f. 3000,-. Toch is in die jaren het fundament tot stand gekomen van het huidige bedrijf (In Tegenslag Sterk). De oorlogsjaren (1940 - 1945) waren verloren jaren, waar men uit- kwam met een verarmd bedrijf en wat ontwaard geld. In 1945 over- leed mijn vader, achtenzeventig jaar oud, en vijf jaar later mijn moeder. Gaarne breng ik hen een eresaluut. De eerste twintig na-oorlogse jaren
waren ook voor de fruitteelt zeer gunstig en in deze tijd heeft het bedrijf zich, onder gestage arbeid, ontwikkeld tot één van de grotere fruitteeltbedrijven in de omgeving. Dit alles na meer dan 150 jaar
hard werken, wat echter als neven- voordeel heeft opgeleverd dat het veel heeft bijgedragen aan de stabi- liteit van het levenspatroon. A. Goes
|
|||||||||||
en de melkboeren beconcurreerden
elkander door toevoeging van meer of minder water. Na de eeuwwisseling klaarde de
economische hemel buiten een weinig op. M'n ouders gaven de melkstand eraan en trokken naar De Meem. Zij verlieten Utrecht met drie kinderen en f. 800,-- overgespaard geld; dat was in 1906. Zij bewoonden ongeveer twee jaar een huisje in De Meem aan de Leidse Rijn, even voorbij de tim- merfabriek van de firma Brandhof in de richting Harmeien. Ongeveer tegelijkertijd werd een perceel gekocht aan de Groene- dijk, groot ruim één hectare, voor f. 1.700,-. Hierop werden voor f. 1.300,- een huis en schuur ge- bouwd. In 1908 werd de nieuwe woning Groenedijk 6 in gebruik genomen. Er was echter geen sprake van dat
genoemde hectare grond voldoende kon opleveren voor het Inmiddels tot vijf kinderen aangegroeide ge- zin. De bebouwing van de grond vond goeddeels 's-avonds en 's- nachts plaats. De produkten waren consumptie-aardappelen en voer- bieten. Zo was het toch weer "los werkman" geblazen. Eén van de voornaamste werkzaamheden was met de zeis hooigras maaien "in 't aangenomen". Werkterrein was de polder Heijcop, thans zuide- lijk van de snelweg Utrecht - Den Haag. Meerdere jaren deed men zulks gedrieën. Er werd dan 's- morgens om vier uur verzameld op de Meembrug. Na een uur lopen kwan men op het arbeids- terrein aan en 's-avonds om zeven uur ging het huiswaarts. Om acht uur namiddag was men dan weer op het punt van uitgang; een werkdag van zestien uur. Toen men kort vóór de eerste wereldoorlog zover was gevorderd dat f. 2,50 per dag verdiend kon worden, was men . hierover tevreden. |
|||||||||||
20
|
|||||||||||