-ocr page 1-
nanciële bijdrage kunnen wij dat
voor u realiseren. Het is bovendien,
zo denken wij, een aardige gedach-
te om er zo ongeveer vanaf het be-
gin van onze vereniging "bij te zijn"
Dan mist u in ieder geval niets.
Als ieder lid in zijn of haar omge-
ving of kennissenkring in dit jaar 1
nieuw lid werft, dan moet het haal-
baar zijn dit jaar tot een vereniging
met 500 leden te groeien.
Het bestuur doet dan ook een be-
roep op u mee te helpen deze doel-
stelling te verwezelijken. Het be-
stuur (en dus de vereniging) is u
daar bij voorbaat erkentelijk voor.
Wij hebben mevr. P.de Rooy - Goes
't Zand 1, Vleuten bereid gevonden
de leden-administratie op zich te
nemen. U kunt u dus bij dat adres
aanmelden. (Dat kan uiteraard ook
bij het bestuur).
Verder moeten wij u tot onze spijt
melden, dat onze penningmeester
Mevr. M. Brits - Oversteegen om
persoonlijke redenen haar bestuurs-
zetel ter beschikking heeft gesteld.
Wij zijn haar bijzondere dank ver-
schuldigd voor haar inzet geduren-
de het eerste verenigingsjaar en wel
speciaal voor het opzetten van onze
financiële administratie. Ons be-
stuurslid de heer H.E.J. van Essen
heeft inmiddels haar taak overge-
nomen.
In dit nummer treft u, tenslotte,
een kaart aan waarmee u naast een
lid opgeven, ook kunt intekenen op
een herdruk van de nrs. 1 en 2 van
dit blad, die nu uitverkocht zijn !
Als wij een voldoende aantal reak-
ties binnen krijgen, dan zullen wij
deze in de loop van dit jaar doen
herdrukken.
Schrijf zelf een stukje !
OP NAAR DE 500.....? (!)
Op naar de 500 . . . Een opening
met een vraag- en een uitroepteken.
Stelden vnj u in onze vorige uitgave
op de hoogte van wat wij het eerste
jaar gedaan hebben, nu ... 3 maan-
den later kunnen wij u berichten,
dat het na een goede start bijzonder
voorspoedig blijft gaan met uw ver-
eniging. Wij bereikten in november
1981 de mijlpaal van 100 leden. Nu
bij het verschijnen van dit nummer
is het aantal leden de 200 gepas-
seerd. Een ontwikkeling die tot
vreugde stemt !
Immers, dit betekent, dat de ge-
schiedenis van onze gemeente u
werkelijk ter harte gaat. Het houdt
ook in, dat wij gesteund door uw
belangstelling op de ingeslagen weg
kunnen doorgaan. Om deze goede
gang van zaken te bestendigen, om
u blijvend een gevarieerd aanbod
van aktiviteiten te kunnen bieden,
heeft de vereniging veel leden no-
dig. Daarom begonnen wij deze in-
leiding met de verwachtingsvolle
kop: op naar de 500 . . . ! Dat wil
zeggen dat wij, onderweg naar 250
leden, onze hoop zetten op 500 le-
den.
Misschien vindt u dat wat hoog ge-
grepen ? Wel, wij zijn er van over-
tuigd, getuige o.m. uw reakties, dat
ruim 200 leden nog maar een klein
gedeelte vertegenwoordigt van alle
geïnteresseerden in zowel de oude
als de recente geschiedenis van onze
woonomgeving. Met uw hulp moet
het naar onze mening mogelijk zijn
nog dit jaar 500 leden binnen onze
vereniging te hebben. Leden die be-
reid zijn onze vereniging door eigen
inzet of bijdrage te steunen en er
een sterke vereniging van te maken.
Een vereniging die u een interessant
" voor iedereen wat " pakket kan
bieden, en die uw belangen met be-
trekking tot het behoud van de re-
gionale geschiedenis kan vertegen-
woordigen. Met uw hulp en/of fi-
Officieel Orgaan van de
Historische Vereniging
Vleuten, De Meem, Haarzuilens.
2e jaargang nr. 1, maart 1982.
Dagelijks bestuur:
J. Schutte, voorzitter
Zandweg 138, 3454 HA De Meem
tel.: 03406 - 3216
W. H. Denekamp, sekretaris
Utenhamstraat 5, 3451 BR Vleuten
tel.: 03407 -1948
H. E. J. van Essen, penningmeester/
2e sekretaris
Mauritslaan 17, 3454 XP De Meem
tel.: 03406 - 2992
A. J. van Zoeren, vice-voorzitter
Stationsstraat 34, 3451 BZ Vleuten
tel.: 03407 -1263
Erelid:
Mw.F.van Husen-Wibbeke,Vleuten
Redaktie-adres:
Lèon van Esch, Hindersteinlaan 7
3451 EV Vleuten
tel.: 03407 - 2871
Ledenadministratie:
Opgeven van nieuwe leden bij:
Mw. P. de Rooy - Goes,
't Zand 1, 3451 GP Vleuten
tel.: 03407 -1483
Inhoud:
—  inleiding bestuur......blz. 1
—  aktiviteiten.........blz. 2
—  Jaagpad langs den
Ouden Rijn.........blz. 2
—  "De Lange Vliet".....blz. 4
Leidsche Rijn bijna 600 jaar !
—  vervolg van Engelen .... blz. 7
—  Een dorp verandert .... blz. 8
—  Hoe autochtoon bent U . blz. 8
—  Fam. J. P. Verkerk .... blz. 8
—  Fam. Joh. Kok.......blz.10
—  vervolg Haarzuilens .... blz.12
—  schenkingen.........blz.14
—  Vragenlijst voor Vleuten
Departement van oorlog
Juli 1815 ..........blz.15
Indien u zelf een stukje wilt schrij-
ven in een van onze uitgaven dan is
dat van harte welkom. Kopij voor
het volgende nummer ontvangen
wij graag vóór 1 juni a.s.
De jaarlijkse contributie bedraagt
voor 1982 minimaal f. 25,--
De vereniging heeft rekeningen bij
de volgende instellingen:
ABN - De Meem 55.66.33.040
RABO - Vleuten 36.75.17.574
POSTGIRO 2.689.200
drukwerk: Niek van Kooteji,
De Meem
omslag: Peter de Vries,
De Meem
foto's: G. J. Bel
Léon van Esch
Peter de Vries
collectie: S. A. Siegert, Harmeien
LOSSE NUMMERS F. 5,00
-ocr page 2-
De wandeling van Craandijk.
" Straks leidde hem het zandpad,
dat om de kleine, maar schoone ka-
pel van de buurt de Haer zich heen-
boog, langs den zwaren, vierkanten
toren van het huis den Ham en de
riddermatigehofstad Bottestein,
naar het welvarende Vleuten, be-
roemd om zijn vruchtbare boom-
gaarden en zijn smakelijk bier. "
Veel wat langs het Pad van Craan-
dijk stond zullen we niet meer te-
genkomen; landschap en bebouwing
zijn veranderd. Toch is het de moei-
te waard die wandeling in grote lij-
nen nog eens te maken.
De wandeling van Craandijk, het
pad dat wij medio juni zullen vol-
gen, met onderweg uitleg bij be-
langrijke plaatsen en als afsluiting
lezing en als bijzondere attraktie
klavecimbelconcert in het kasteel
De Haar.
Belangstelling ?
Geeft u tijdig schriftelijk op bij
redaktie en secretariaat van de ver-
eniging.
Deelname f. 10.-- per gezin ter be-
strijding van de onkosten.
Intekenen: coupon als bijlage.
Aktiviteiten:
Zoals u opgevallen zal zijn beginnen
wij deze nieuwe lente met een iets
ander jasje. Op deze manier kunt u
onze uitgaven gemakkelijker bewa-
ren. Volgend jaar komen wij met
een opbergband uit, zodat uw jaar-
gangen netjes bewaard kunnen wor-
den.
De afgelopen maanden heeft de ver-
eniging al enkele keren dorpsfilms
vertoond, en steeds met groot suc-
ces. De dorpsfilms van De Meem
en wel die van 1959 gaan wij her-
halen. Bovendien zal dan een ande-
re film uit 1962 worden vertoond,
die ook erg de moeite van het bekij-
ken waard is. Deze herhaling vindt
plaats op WOENSDAG 7 APRIL
a.s. om 20.00 uur in het VERENI-
GINGSGEBOUW, Zandweg te De
Meem.
Ook de Vleutense films zullen wor-
den herhaald en wel in september
a.s. Wij zullen dit tijdig via De Brug
aankondigen !
In het late najaar organiseert de
vereniging weer een tentoonstel-
ling. Ditmaal zal het thema "OUDE
AMBACHTEN" zijn. U kunt de
tentoonstellingswerkgroep helpen,
door zaken die betrekking hebben
op het thema voor de tentoonstel-
ling ter beschikking te stellen. Wilt
u helpen ? Neemt u dan kontakt
op met de heer P. de Rooy, 't Zand
l,Vleuten, tel. 03407-1483.
Op 30 maart 1982 vindt in Café
De Brouwerij te Vleuten de jaar-
lijkse ledenvergadering plaats. Er
zal op die avond ook een lezing
worden verzorgd.
Als bijlage treft u een exemplaar
van onze statuten en huishoudelijk
reglement en een intekenkaart voor
enkele aktiviteiten en herdruk
boekjes 1 en 2.
JAAGPAD LANGS DEN OUDEN RIJN
voornamelijk botsten ook de belan-
gen der Hollandsche steden bij iede-
re wijziging in bestaande waterwe-
gen of bij het ontwerpen van nieu-
•we verkeerswegen. In den regel wa-
ren het de steden, die in den Hol-
landschen graventijd tot aanleg of
verbetering van vaarten de spade
ter hand namen. Maar nauwelijks
begonnen kwam er verzet van alle
kant. Bestaande grafelijk tolrechten
werden bedreigd, stedelijke voor-
rechten achtte men geschonden, al-
lodiale rechten van overtocht over
bepaalde dammen, welke van vor-
stelijke zijde als leen geschonken
.-yvaren, kwamen in gevaar. Voerde
de eenige waterweg van Maas tot
IJ oorspronkelijk over Gouda en
Haarlem, waar de grafelijke tollen
gevestigd waren, Dordrecht deelde
de belangen dezer twee steden als
stapelplaats tusschen Maas en IJsel,
waartegenover de pogingen van
Rotterdam Delft en Leiden om ei-
gen verbinding met Amsterdam te
verkrijgen, eeuwenlang tot onder-
lingen stedentwist aanleiding gaven.
Zoo was het ook Haarlem, dat zich
tegen een octrooi tot onteigening
van landerijen voor een jaagpad
langs den Ouden Rijn heftig verzet-
te. Leiden, Woerden en Utrecht, die
zich echter zeer interesseerden voor
deze verbetering in de onderlingen
gemeenschap, wisten trots allen te-
genstand in 1664 het jaagpad te vol-
tooien en de vreugde was zoo groot,
dat te Leiden een gedenkpenning
werd geslagen met deze regelen:
Het Jaedpadt lang verwaght
Spijt wangunst, nu volbracht.
Spijt boeren domme kraght,
Siert aan den Rijn, drie steeden,
't Is wonderlijck bedacht,
Geluckich utgewracht,
Niet door octrooi of macht.
Maar ijver, geit en reeden.
Het randschrift luidde: Reluctante
Heet invidia et rusticitate, omnem
sibi reddit perviam vlam virtus.
(Trots tegenstribbeling van wan-
gunst en boerschheid maakt flink-
heid eiken weg voor zich toeganke-
lijk.)
„ BUITEN" 2 september 1911
Wie thans het jaagpad bewandelt
langs de schilderachtige boorden
van den Rijn tusschen Leiden en
Utrecht, zal zich moeilijk voor-
stellen kunnen welk een hevige
twisten er noodig waren voordat
zulk een eenvoudig hulpmiddel
voor de scheepvaart kon worden
aangebracht. Volgens oude keuren
en handvesten waren het niet en-
kel de eigenaars der aan de rivier
grenzende landerijen, die flinke be-
taling voor hun eigendomsverlies
vroegen of zich bot-weg verzetten;
-ocr page 3-
LEIDSCHE RIJN BIJNA GOO JAAR !
Wanneer men de verschillende be-
schrijvingen van de oude toestand
van de rivieren in de provincie
Utrecht naleest, komt men al spoe-
dig tot de ontdekking, dat de me-
ningen hieromtrent verre van over-
eenstemmend zijn en dat, wat de
een met veel overtuiging als volko-
men zeker aangeeft, door een an-
der met een zonneklaar bewijs voor
't tegendeel weerlegd wordt.
Het schijnt dan, dat de Rijn vroeger
door twee armen naar het meer
Flevo en door drie naar de Noord-
zee liep. De grootste arm was wel
de Waal, voorts de Lake of Lek, ten
derde een betvriste arm die liep
door de Gelderse Vallei langs
Amersfoort naar het meer Flevo,
Hemis of Eem geheten. In 70 na
Chr. werd op last van Cladius Ci-
vilis de Niedam of Nodam (aan de
Grebbe) gelegd, waarbij deze arm
werd afgesloten. De vierde arm was
de tegenwoordige Vecht. Deze ont-
stond daar waar de Minstroom be-
gint. De Minstroom vormde het
oude bed van de Rijn. Vervolgens
liep deze tak door het Vossegat,
achterom Oudwijk door de Koe-
koeksvaart of Oude Vecht naar de
Waardpoort en verder naar het
Flevomeer. De Rijn liep voorts on-
geveer door de huidige Nieuwe
Gracht, vervolgens achter Sint Pie-
ter, Minrebroederstraat en Ganzen-
markt door de Oude Gracht tot de
Neude, waar de grote haven (Rijn-
keshaven) en verder met nog een
flinke bocht naar de Catharijne bar-
rière om tenslotte met een slinger
daar 't Lijnpad bij Oog in Al in het
bed van de tegenwoordige Oude
of Leidse Rijn te belanden en
zo de vijfde arm te vormen die ten-
slotte bij Katwijk in de Noordzee
uitmondde, daar waar oudtijds het
Romeinse Castellum Brittenburg
lag. De eerdergenoemde Vecht
moet ook een grote stroom zijn
geweest, want deze werd door grote
vloten van de Romeinen bevaren eri
zelfs in + 834 gebruikten Noorman-
nen en Denen deze stroom met hun
vloten om steden te plunderen.
Karel de Grote sprak van Ulterius
Trajectum (het latere Utrecht dat
pas in 1026 zo genoemd wordt) als
zijnde de laatste overtocht over de
Rijn. Daar lagen de door de Ro-
meinen aangelegde Castella Traje-
ctum en (Albio Bola) en bescherm-
den aan de linker zijde van de Rijn
Een tak van de Oude Rijn, die thans
geheel verdwenen is, is de Mare. Zo-
als hiervoor al gezegd, liep de Oude
Rijn eerst 't zij recht, 't zij met een
grote bocht door 't Lijnpad, kwam
dan bij Oog in Al op de tegenwoor-
dige Oude (Leidse) Rijn en verdeel-
de zich vervolgens bij 't huis Voorn
even boven de Stadsdam in twee
takken, waarvan de ene het bed van
de tegenwoordige Oude Rijn onge-
veer gevolgd moet hebben tot aan
De Meern, om daar om te buigen en
Café .,Den Hoinmei" hg rtrei'hi.
naar Achthoven te lopen waar hij
zich bij Maremunde met de IJsel
verenigde. Deze tak was de Mare en
is thans geheel verdwenen; alleen
vdjst de Meemdijk nog op een vroe-
ger daar bestaand hebbende rivier
en is ook de lage bodem, die vroe-
ger in de winter steeds onder water
stond, als een herinnering aan de
vroegere Mare te beschouwen.
Evenals tegenover de Biesbosch is
ook op Reyerscop langs de Meem-
dijk een zogenaamd wiel of waai-
kuil te vinden, die waarschijnlijk als
overblijfselen moeten worden ge-
zien van vroegere dijkdoorbraken
van de daar gelopen hebbende ri-
vieren.
Aan de Mare ontleent het dorp De
Meern wellicht zijn naam en merk-
waardig genoeg spreken oudere in-
woners van ons dorp nog van „wo-
nen aan De Meern" en niet van „te
De Meern".
Intussen schijnt die Mare reeds se-
dert lang verdroogd te zijn, aange-
zien er bij het graven van de Hey-
cop in de open brief van 1385 van
Bisschop Graaf Floris van Wevelick-
hoven met geen woord meer over
gerept wordt, hetgeen trouwens
geen wonder is, als wij nagaan hoe
misdeeld of de gehele stroom van
Utrecht tot Katwrijk is geweest.
De andere tak van de Oude Rijn,
die bij het huis Voorn noordwaarts
ging, bleef de naam Oude Rijn hou-
den en liep al kronkelende langs
Graauwaard, de Hoet, 't Hof ter
Weijde, de Engh, door Vleuten, ver-
(of Vecht) gelegen het eiland van de
Batavieren tegen de Friezen.
In aansluiting hiermede waren nog
twee andere versterkte plaatsen
door de Romeinen aangelegd, één
op de Hoge Woerd bij De Meern en
één te Vechten, welke laatste de
burcht Fethna of Fectio is geweest
. (Vecto = Vecht ?) (Vecto = Vaart.)
Bij Vechten ontsprong hier uit de
Rijn een tak, die zich verderop weer
met de Rijn (Oud-Wulvensche Wete-
ring) verenigde. Nog is bij Amelis-
weerd een hoog stuk land bekend
als de burcht. De burcht was de la-
ter bekende Wiltenburg.
staasaam.
3
-ocr page 4-
volgens weer noordwaarts en daarna
weer zuidwaarts om de Ham heen
en dan zuidwaarts door de Bijlevelt
tot hij bij Harmeien de tegenwoor-
dige loop naar Woerden aannam.
Aldus waren de oude toestanden
die gaandeweg grote veranderingen
hebben ondergaan. Een der grote
oorzaken vras ten eerste de invallen
van de Noormannen die na 834 Do-
restad (Wijk bij Duurstede) en
Utrecht verwoestten, waarna deze
steden lange jaren als verwoest ble-
ven liggen.
Gedurende die tijd raakte de
Utrechtse haven buiten gebruik en
verstopt. Pas in 917 bouwde bis-
schop Balderik van Cleef de stad
weer op. In 1017, 1131 en 1148
werd Utrecht echter door grote
branden getroffen. Mede met het
oog hierop liet bisschop Heribertus
verbetering aanbrengen in de water-
staatkundige toestanden; in 1127
werd de Oude Gracht gegraven en
in 1148 de Vaartse Rijn van
Utrecht naar 't Gein tot in de IJsel,
tevens werd de vaart gegraven gaan-
de uit de Oude Gracht aan de
Waardpoort naar de Vecht. Omdat
Utrecht door al die nieuwe water-
lopen steeds meer last kreeg van wa-
teroverlast werd in 1285 de IJsel
aan het Klaphek, dam te Hoppenes-
se, afgedamd op order van Floris V.
Ook het graven van de nieuwe
Vaart (van de Doorslag - de voorma-
lige dam aan 't Gein - naar Vrees-
wijk.) Na zo enige oude toestanden
te hebben nagegaan, is hieruit wel
te zien, dat de IJsel en Oude Rijn
sterk in capaciteit verminderen en
dientengevolge de Mare had opge-
houden te bestaan. Tengevolge van
dit alles konden de landen van de
Heycop hun water niet meer kwijt.
In 1385 wendde men zich gezamen-
lijk tot de Bisschop met het verzoek
een nieuwe wetering naar de Vecht
te mogen graven.
lïE M
Op 7 december 1385 gaf Bisschop
Graaf Floris van Wevelickhoven bij
een open brief deze vergunning aan:
„Onsen goeden luden van de Eccle-
siën, Kloosteren, Ridderen en Kna-
pen van de Stad Utrecht en van den
lande, die geërfd zijn tot Jutphaas,
beneden den Rijn in Galecop op
Raven, in de Rosweijde en tot Pa-
pendorp een watergang te maken",
Dientengevolge werd de Heycop of
Lange Vliet gegraven en wel „aan-
vangende in de laagte van Heycop
en lopende van daar voort tot aan
den Ouden Rijn en zoo voort bene-
ven de Hofstede ter Meer en de Mo-
len, die voor Nijveld, de Ridderhof-
stad der Egmonds en Zuilens, staat,
tot beneden Roec Aerts Huys van
Lantscrone en vandaar voort tot in
den Ouden Rijn bij 't huis den Ham
en door dien Ouden Rijn voort tot
aan de Broeidijk en aan de Lage
Haar, en verder beneven Nieuw-
koop tot de Oude Aa toe en van-
daar beneven de kerk te Breukelen
door de Vechtdijk in de Vecht. Het
is vrij moeilijk om een juist begrip
van de geschiedenis van de Oude
Rijn te krijgen. Aangezien de Mare
reeds toen waarschijnlijk geheel ver-
droogd was, wordt er van deze ri-
vier niet meer gerept, doch niet
onmogelijk is het, dat er nog een
overblijfsel van de tak, die bij
Voorn uit de Oude Rijn kwam en
de bewuste Mare vormde, als een
moeras was blijven bestaan en te
Heycop door dat bed en voorts ver-
der door is gegraven. Dit zou bij-
voorbeeld afgeleid kunnen worden
uit de kaart van de Roy uit 1630
waaruit o.m.door de aangegeven
toestand van de wegen, blijkt dat de
Lange Vliet niet gegraven is gaande
tot in een bestaande rivier doch dat
de Lange Vliet zekere tijd een
watergang moet zijn geweest welke
met de Rijn, die toen wellicht van
Voorn tot Overvliet niet anders dan
een moeras was, (evenals langs de
Meemdijk) weinig of niets gemeen
had. Vandaar dat er in de schouw-
brief gesproken wordt van de Hey-
cop te graven tot aan de Oude Rijn
die daar allerlei bochten maakte
en later bij 't Huis den Ham tot in
de Oude Rijn. De Lange Vliet werd
verder doorgegraven langs de Hoge
Woerd richting Harmeien langs Nij-
velt tot aan Roec Aerts Huys van
Lantscrone, de ,3eldam" (in later
eeuwen ook genoemd „Lantscroon-
kamer liggende achter de Straten",)
en vandaar noordwaarts naar de
Ham en daar vallende in de Oude
Rijn.
Hieruit volgt dus dat in 1385 het
stuk van de tegenwoordige Oude
Rijn van de Heldam tot Haanwij-
kerdam niet bestond en ook niet ge-
graven is. Het schijnt echter, dat dit
stuk niet lang daarna tussen 1385
en 1399 tot stand is gekomen, even-
als de dam in de Oude Rijn even
voorbij de Kortjakse brug, waar-
door de loop van de Oude Rijn ver-
broken werd.
De Heldam en het gegraven stuk
tussen Heldam en Haanwijk bestaan
in 1413, aangezien ze dan in de
Schouwbrief van Bijlevelt worden
genoemd. In 1531 werd door de
scheepvaart zodanig over de Oude
Rijn geklaagd, dat in 1532 de Stad-
Zandweg e.o. ca. 1902.
-ocr page 5-
houder van de Keizer bij ordonnan-
tie het uitgraven beval van de Vaart,
die langs Jaffa voorbij Cauhorn bij
de Hoet, op de Oude Rijn kwam,
een vaart die inmiddels om 't ver-
zanden van de tak door 't Lijnpad
gegraven was en volgens langs 't
Hof ter Weyde en door de Alen-
dorper Wetering bij de Louwbrug
omtrent het Huis Nijevelt in de
Heycop kwam. Het stuk Louwbrug
- Alendorp schijnt toen reeds lang
als vaarwater te hebben gediend.
Zodoende werd dus de vaart van
Utrecht naar Woerden hier langs
verlegd. In 1545 wordt de toestand
weer anders en wordt de Vaart ver-
legd bij ordonnantie van het Hof
van Utrecht van Woerden door de
Heycop en door de Oude Rijn langs
de Oude Hofstede (Welgelegen -
Utrecht) en vervolgens door een
vaart bij Oog in Al noordwaarts
gaande op de Vleutense Rijn of
Wetering en zo naar Utrecht. De
Vaart van Oog in Al naar de Vleu-
tense Wetering heette dan ook al
weer Oude Rijn. In 1546 werd door
de Keizer bevolen om deze beide
wegen zowel de laatste als die door
Alendorp, die dan geen voet meer
diep blijkt te zijn, te onderhouden
en wordt in deze ordonnantie voor
het eerst gesproken van een nieuwe
dam te leggen en te onderhouden
door de Stad Utrecht. Dit is de
Stadsdam. Op 22 september 1547
wordt bij ordonnantie van Maximi-
liaan de nieuw gegraven Oude Rijn
in onderhoud gegeven aan Veldhui-
zen, Oudenrijn en Langerak aan de
Stenen Brug (Overvliet ?) tot aan de
Wielbrugge en van de Wielbrugge
langs de Groenedijk, de Hoge Brug,
Vleutense Dijk, Cusendam, Goudse
Brug (op de Vleutense Rijn of We-
tering) tot de stad in onderhoud
aan 't Lijnpad, Papendorp en aange-
lande eigenaren. Bij ordonnantie
van 1581 van de Prins van Oranje
wordt een Schut of Sluis aan de Ca-
tharijne Poort ingesteld om het wa-
ter in de Stad op peil te houden en
wordt aan de Schout van Utrecht
het recht gegeven van Schouw van
Utrecht tot de Haanwijkerdam.
Het recht van bekeuren gold slechts
van Utrecht tot de Heycopperbrug.
Dit laatste recht werd voor het stuk
vanaf de Heycopperbrug tot de Hei-
dam opgedragen aan de Ambachts-
heren, Schouten en Heemraden.
In 1604 wordt door de Staten de
Schouw van de Catharijne Poort tot
Haanwijk toe ingesteld gezamenlijk
door de geërfden van de Lange
Vliet en de heer van Harmeien.
1640 vergunning gevraagd en ver-
kregen door de Stad Utrecht om de
Stadsdam in een Sluis te veranderen
op voorwaarde dat de stad die ten
eeuwigen dagen moet onderhouden
en nimmer van de Lange Vliet
sluisgeld zal heffen, aldus de vroed-
schapsnotulen van Utrecht van 26
maart 1640. Voordat er sluizen wa-
ren, moesten schepen de dammen
passeren over rollen waarover ze
over de dam getrokken werden. In
1660 is de Haanwijkerdam in een
sluis veranderd. In 1663 en wel op
20 - 24 september, sloten Utrecht,
Woerden en Leiden een overeen-
liVaif lati K. A liiiih»!!^, IM Mpi-»ii
t)K MJiKRS.
komst over 't maken en exploiteren
van het hiervoor al genoemde Jaag-
pad. Over de wegen rond de Leidse
Rijn zij nog opgemerkt, dat vol-
gens de Roy (kaart 1630) destijds
slechts een doorgaand pad aan de
Zuidzijde van de Leidse Rijn be-
stond tot aan Overvliet, waar de
Lange Vliet zijn aanvang nam.
Er bestond langs de Lange Vliet
wel een pad aan de Noordzijde,
doch deze paden waren niet direkt
door een brug verbonden. Eind 18,
begin 19e eeuw liep de officiële
weg van Woerden naar Utrecht van
de grens van Zuid-Holland tot aan
de Heldam ten zuiden van de Leid-
se Rijn, vervolgens van de Heldam
tot de Stadsdam ten noorden en
vandaar af tot Utrecht weer ten zui-
den van de Leidse Rijn. Vanaf
1827 wordt de weg Bodegraven -
Utrecht geheel ten zuiden van de
Leidse Rijn doorgetrokken. Dit
is de thans nog bestaande Rijks-
straatweg. Het onderhoud van de
Stadsdam en het Jaagpad (Rijks-
straatweg) is eeuwen lang voor re-
kening van de Stad Utrecht geko-
men. Hoewel de bij Octrooi van
9 maart en tarief van 6 augustus
1664 van de Staten van Utrecht aan
de Stad Utrecht verleende rechten
en verplichtingen door de Stad
Utrecht in 1871 en 1876 beèmdigd
wensten te worden is dat toen niet
gelukt. De uitdieping van de Leidse
Rijn en het onderhoud van het
In 1604 ook werd een Zand- of
Jaagpad door de Staten van Utrecht
aangelegd rechts van de Leidse Rijn.
Tengevolge van het exploiteren van
de Leidse Rijn werd in 1640 de
Sluis aan de Stadsdam en in 1659
die aan de Heldam gemaakt op kos-
ten van de Stad Utrecht, doch is het
onderhoud bij contract van 1645
tussen de drie steden (Utrecht,
Woerden, Leiden ) verdeeld. Ten
aanzien van de Stadsdam werd in
-ocr page 6-
5,-
„Jaagpad" bleven voor rekening van
de Stad Utrecht. In 1665 werd ten-
slotte het laatste stuk van Oog in Al
tot de Stad door de gemeente gegra-
ven, waarmee de Leidse Rijn zijn
tegenwoordige gedaante kreeg en
thans 1902 een aaneenschakeling
van boezems is, te weten:
— utrecht - Stadsdam
— Stadsdam - Heldam
— Heldam - Haanwijk
— Haanwijk - Bodegraven
— Bodegraven - Katwijk
'MSTIlSWs'j
*** ■ ■,;-^^ '
*i"»Sfei "ï.l
't Nedereind te Jutphaas was
bekend voor 1433 morgen
groot en was oudtijds een af-
zonderlijke ambachtsheerlijk-
heid.
Heerlijkheid Galecop behoorde
tot het Gerecht van de Dom-
proost van Utrecht bekend
voor 539 morgen.
Heerlijkheid Heycop behoorde
tot het Gerecht van Utrecht be-
kend voor 414 morgen.
Ambachtsheerlijkheid West-
Raven heeft behoord aan de
Duitse orde en behoorde ten
laatste aan Utrecht, bekend
voor 317 morgen.
Rosweyde was met Veldhuizen
Bijleveld, Reierscop en Lich-
tenberg een heerlijkheid van
Utrecht, tezamen groot 701
morgen en 300 roede.
Papendorp was een heerlijkheid
behorende aan de Abdij van
St. Paulus te Utrecht groot
240 morgen.
CAFÉ „HELDAM" - VELDHUIZEN
BRONNEN:
—  Het Waterschap ,,Heycop" ge-
naamd „De Lange Vliet" (1900).
—  Acker Stratingh; Het oude
Utrecht als de oorsprong van
Utrecht.
—  F.J. Nieuwenhuis: Beschou-
wingen omtrent de toestanden
en de loop van het water om en
door Utrecht.
Tijdschrift voor geschiedenis
1844.
—  Rijkswaterstaat: Nota Lekdijk
(1877).
—  v.d. Monde: Deel L
—  Rijksarchief: Kapittel van Oud
Munster.
—  Fotomateriaal: Siegert, Har-
melen.
Uit de geschiedenis van het water-
schap „Heycop" genaamd „De Lan-
ge Vliet" thans geheten:„Water-
schap Leidse Rijn".
T'^"!'*
Heldam
in
vroeger
dagen.
-ocr page 7-
HERINNERINGEN VAN EEN DORPSBEWONER
(Vervolg fam. W. van Engelen)
Héél even heeft hij toen gedacht dat
hij zijn brood wilde gaan verdienen
als petroleumman. En hoe kwam
dat ? Kees van Dijk was de petro-
leumman, en woonde op de Meern-
dijk. Hij droeg zowel in de zomer
als in de winter zijn door de Shell
verstrekte petroleumpak, met daar-
over een dikke Manchester jas. Je
moest je, zo vond hij, zowel tegen
koude als tegen de zon goed be-
schermen.
Maar op een dag werd Kees, vrijge-
zel, ziek. En aangezien er niemand
was die hem kon helpen, vond va-
der van Engelen dat Wijnand dat
wel zou kunnen doen, tijdelijk.
Kees echter overleed en Wijnand
was wel genegen de zaak voort te
zetten. Dit tot groot ongenoegen
van zijn vader, die die „stinkboel"
voor geen goud op zijn erf wilde
hebben. Ook de Shell was ter ore
gekomen dat Kees was overleden.
En op een goede dag, Wijnand
stond op het punt met de petro-
leumkar op pad te gaan, kwam ie-
mand vragen of hij eerst wilde hel-
pen met appels rapen. De wagen
liet hij voor het huis van Kees staan
en ging appels rapen. Terwijl hij
daar mee bezig was, zag hij met veel
kabaal een Shellauto langs rijden,
met daarachter gebonden de wagen
van Kees van Dijk ! Men was er van-
uit gegaan dat de wagen met dat
doel zo netjes voor de deur bij
Kees was neergezet ! Later, toen de
Shell de ware toedracht vernam,
wilde men alsnog de zaak in handen
van Wijnand geven, maar vader van
Engelen vond dat hij er op een
mooie manier vanaf was gekomen.
In de tijd voordat de gemeentes
Vleuten, Haarzuilens, Veldhuizen
en Ouderrijn werden samengevoegd
tot Vleuten-De Meern, was er te
weinig geld om voor goede bestra-
ting van de wegen te zorgen.
Er waren zand- en grindwegen en
alleen de Rijksstraatweg was ver-
hard.
Ook een vuilnisman was er niet, en
er was nog geen riolering. De heer
Van Soest was aangesteld door de
gemeente om op zaterdag vuilnis
op te halen en de gaten in de
grindwegen op te vullen.
Met de komst van burgemeester
Van der Heide in 1946 en de sa-
menvoeging van de vier gemeentes
(in 1954), kwam er ook veel
verbetering op dit gebied. De
wegen werden verbreed en geas-
falteerd.
Vóór die tijd was bijv. de Meent-
weg "bekleed" met kolengruis, en
werd daarom de "zwarte dijk"
genoemd. Aan het eind van de
"zwarte dijk" woonde Kees Dissel,
de klompenboer. Deze was tevens
"bokkeboer", wat inhield dat de
mensen, die toen geiten hielden
voor de melk, hun geiten tegen
betaling door de bok konden laten
dekken. Deze Kees Dissel maakte
op de toen nog kleine Wijnand
altijd grote indruk, doordat hij
naar hij zei, met behulp van zijn
duim en de zon precies kon zien
hoe laat het was.
Dan herinnert Wijnand zich ineens
een grappig verhaal.
De heer Van Dorsten, die woonde
in de Helenahoeve (hoek Zandweg -
Woerdlaan) had van vader Van
Engelen een Deense dog gekocht.
Maar deze hond was zo aan z'n
vorig thuis gehecht, dat Van Dor-
sten er niet veel plezier van heeft
gehad. Op een goede dag wilde
Van Dorsten de koeien gaan
melken, maar de hond wilde de
kar niet trekken. Dat vond vader
Van Engelen toch wel sneu en hij
snelde te hulp. Hij stapte op de
fiets en ging op de Rijksstraatweg
rijden. Van Dorsten reed met
zijn kar op de Zandweg. Toen
echter de hond zijn vorig baasje
ontdekte, begon hij zo hard te
lopen, dat hij doorrende tot aan
de Europaweg toe. En dat was
de halve Zandweg te ver !
Op een andere "goede" dag kwam
Van Dorsten terug van het melken.
Toen de hond langs zijn vorig
huis kwam, bedacht hij zich geen
moment en liep pardoes die rich-
ting op. Dat had nare gevolgen, zo
snel kon de kar niet wenden en
deze kantelde, met het gevolg
dat alle melkbussen op straat
rolden en de melk over de Zand-
weg stroomde !
Maar de hond had zijn zin, zijn
vorige baasje kocht hem terug.
En dan. nadat mevrouw Van
Engelen ons van welkom vocht
had voorzien, komen er foto-
boeken op tafel. Oude familie-
foto's, foto's van dorpsfeesten
en foto's, gemaakt bij andere
gelegenheden.
Aan de hand daarvan begint
Wijnand te vertellen over zijn
grootste hobby: paarden en an-
tieke 'wagens', die door paarden
werden getrokken. Van koetsen
tot arresleeèn.
En vanaf dat moment komt
Wijnand steeds beter op zijn praat-
stoel te zitten.
Hij is in het bezit van enkele van
deze oude vervoermiddelen, die
allemaal, tot op het kleinste
schroefje toe, nog in originele
staat zijn.
Ook is hij in het bezit van origi-
nele Utrechtse klederdrachten, die
hij en zijn vrouw aantrekken bij
o.a. wedstrijden op dat gebied.
Wellicht hebt u onlangs een van
zijn koetsen bewonderd bij het
bezoek van Sint Nikolaas aan onze
gemeente.
We hadden nog wel uren door
kunnen praten, maar de regen
lokt ons weer naar huis.
Vanaf deze plaats willen wij de
heer en mevrouw Van Engelen
nogmaals bedanken voor de ge-
zellige verhalen en de gastvrije
ontvangst.
-ocr page 8-
EEN DORP VERANDERT
Oplossing van de foto die in num-
mer 2 van december 1981 werd
geplaatst: we staan in het begin
van de Campliuysenstraat te Vleu-
ten en kijken naar het zuiden.
Op de achtergrond zien we de
huizen 14 en 16 in de Van Woer-
den straat. Het woonhuis dat de
foto beheerst is al vele jaren ver-
dwenen. Op deze plaats staan nu
de bejaardenwoningen. De foto
dateert uit januari of februari 1969.
Overigens weet ik niet precies wan-
neer dit huis met aansluitende
schuur is gesloopt en wie er het
laatst in heeft gewoond.
Wil iemand, die het wel weet, me
even opbellen? K.B. Nanning,
03407 -1505.
Hiernaast nu eens een foto uit
De Meem, ter beschikking gesteld
door P. C. de Vries.
Wie weet de juiste plaats aan te
wijzen ?
De redactie is benieuwd !
KBN.
HOE AUTOCHTOON BENT U ?
nog 3 of 4 takkebossen gestookt.
Als alles uitgebrand was, werd met
een lange ijzeren haak het vuur uit
de oven gehaald en in een doofpot
gedaan. Als die doofpot zijn werk
had gedaan had je houtskool, die
's avonds onder het waterfornuis
werd gebruikt om het water warm
te maken voor de volgende morgen
als er weer degen moesten worden
gemaakt. Moest er daarna nog een
keer gebakken worden, dan werd
de oven enkel met takkebossen
gestookt. Zo werd er één of twee-
maal per dag gebakken, naargelang
er omzet was.
Het brood werd vroeger allemaal zo
op de vloer (van de oven) gebakken.
Ehis, als het vuur emit was, werd de
oven eerst uitgedweild. Dat deed je
met een lange stok met een paar
stukken van een oude zak eraan, die
in een emmer water werden gedom-
peld. Dan was de oven klaar om het
brood te "schieten". Met een hand-
schieter werden de broden op een
schieter met een lange steel ge-
plaatst om, achterin de oven be-
ginnend en rij voor rij, de oven vol
te schieten. Het was op zichzelf
een hele kunst om alle broden mooi
recht naast elkaar te plaatsen.
Het pand waarin de bakkerij ge-
vestigd is, dateert uit de 17e eeuw,
maar of er al die jaren een bakkerij
in geweest is, weet ik niet zeker;
wel vanaf de 18e eeuw. Het pand
is in de laatste 50 jaar verschillende
keren verbouwd; wat nog oud is
zijn de achtergevel en twee binnen-
muren. Bij één der verbouwingen
is een gevelsteen met het jaartal
1636 verloren gegaan. Het bakkers-
vak is altijd al een bewerkelijk vak
geweest. Het begon 's morgens al
vroeg om 5 uur in de week en
zaterdags om 3 uur, omdat er dan
1 keer meer gebakken moest wor-
den. Je begon met het stoken van
de oven. Als de oven brandde
werden de degen gemaakt. Daarna
begon je met het afwegen; ieder
stuk deeg ging over de weegschaal.
Vervolgens werden alle stukjes
deeg opgebold, waarna iedere bol
werd opgemaakt tot een brood dat
daarna moest rijzen totdat het de
oven inging.
De oven werd gestookt met lange
Friese turf en takkebossen.
's Avonds werden aan elke kant
2- rijen stapeltjes turven achterin
de oven gezet met daar tussenin
een takkebos. Als dat uitgebrand
was, werden er vóórin de oven
Het fijngemalen graan, door arbeid,
kunst en zweet, wordt door mij tot
voedzaam brood en Icoek gekneed.
Door middel van het vuur en verder
door den oven, maak ik het graan
tot brood dat God ons schenkt van
boven.
FAM. J. VERKERK
De naam "bakker" Verkerk is niet
onbekend in De Meem; die naam
bestaat al jaren, ik zou kunnen zeg-
gen al 2 of 3 eeuwen. Ik heb mijn
vader wel eens horen zeggen dat
zijn vader en grootvader ook al
bakker in De Meem waren. Het
feit dat ik nu drie zoons in de
zaak heb, is reden genoeg te ver-
onderstellen dat het geslacht
Verkerk zich misschien nog jaren
voort zal zetten.
8
-ocr page 9-
Er waren zogenaamde maana- en
halfjaarklanten, al naar gelang men
eens per maand of eens per halfjaar
afrekende. Vroeger waren er zelfs
jaarklanten.
In de honger winter van 1945 heb-
ben we ook nog veel brood gebak-
ken voor mensen uit Rotterdam en
omgeving, die langs kwamen in
De Meem. Die hadden hier of daar
wat tarwe of rogge weten te be-
machtigen en dan kregen ze voor
12 ons tarwe of rogge-korrels een
16-ons brood. Die korrels werden
op de molen bij Oude Wansink ge-
malen en dan had je weer meel om
van die broden te bakken. De oven
werd toen gestookt met hout uit
het bos van Wuytiers, want er wa-
ren toen geen kolen meer. We moes-
ten één dag in de week hout zagen
en kloven en dan had je weer voor
een week hout om te stoken.
J.P. Ver jrK
Er waren vroeger ook mensen, die
het deeg zelf maakten. Het werd
dan in een broodblik gedaan en bij
de bakker gebracht, die het voor
5 of 10 cent bakte, naar gelang de
grootte van het brood.
Er waren ook mensen die zakjes
meel meegaven voor 2 of 3 grote
broden. Daar werd deeg van ge-
ms akt en dat kostte dan 15 of 20
cent. En dan moest het brood nog
bezorgd worden, want vroeger werü
er in de winkel weinig brood ver-
kocht. Dat bezorgen gebeurde
vroeger met de hondekar, vervol-
gens met de mandfiets, paard en
wagen en bakfiets. Nu gaat dat met
de bestelauto en de electrocar.
Het is een hele dagtaak, wel druk
maar ook gezellig. Als men vroeger
in de winkel iets kocht en niet
direct betaalde, werd dat op
"de lat" geschreven (zie foto).
De broodbezorger kreeg een boek-
je mee, waarin het op rekening ge-
kochte werd genoteerd.
VERKERK
i Jaa Verkerk
!ï*oren ca 1690 trouwt
28 - 2 -1718 (te Vleuten?)
met
Aertje van der Poel.
II Jan Verkerk
gedoopt 14 - 3 - 1722 te
Vleuten, trouwt 17 - 1 -
1747 te Vleuten met
Henderijntje Bijlevelt
gedoopt 11 -11 - 1725 te
Vleuten
dochter
Bijlevelt
Keizer.
(van Themaat)
van Pieter van
en Geertruij de
III
Johannes (Hannes) Verkerk
gedoopt 3 - 11 - 1748 te
Vleuten (van
trouwt vóór 8
Themaat)
1 - 1778
met
Hilietje van Engelen,
overleden 7 - 1
1799 te
De Meem.
IV   Arie Verkerk
gedoopt 24 - 8 - 1782 te
De Meem, overleden 29 -
12 - 1860 te Vleuten
trouwt 21 - 2 - 1821 te
Vleuten met
Lijsje van der Sluijs
gedoopt 2 -1 -1791 te De
Meern, overleden 21 - 6 -
1864 te Vleuten, dochter
van Henk van der Sluijs en
Hanna Klaverveld.
V     Jan Verkerk.
geboren 6 - 4 - 1831 te
Vleuten, overleden 2 - 1 -
1905 te De Meem, trouwt
20 - 6 - 1870 te Vleuten
met
Theodora de Groot
geboren 20 - 6 - 1838 te
Vleuten, overleden 25 - 7 -
1907 te De Meern, dochter
van Dirk de Groot en
Geertruida Kok.
VI    Dirk Verkerk
geboren 16 - 3 - 1879 te
Vleuten, overleden 13 - 3 -
1960 te De Meem trouwt
17 - 11 - 1908 te Vleuten
met
Cornelia Anna Spliet
geboren 12 - 6 - 1882 te
Haarzuilens, overleden 14 -
10 - 1952 te De Meem
dochter van Petrus Spliet
en Maria van Kooten.
VII  Johannes Petrus Verkerk
geboren 30 - 10 - 1913 te
De Meem trouwt 16 -11 -
1950 te Vleuten met
Elisabeth van Koten
geboren 24 - 6 - 1924 te
Vleuten, dochter van
Comelis van Koten en
Elisabeth Miltenburg.
Adres: J.P. Verkerk
Castellumlaan 7
Vleuten - De Meem.
J. P. Verkerk met „de lat"
-ocr page 10-
>.
FAM. A. J. Th. KOK
I Henrick Kok (Koek, Cock)
geboren ca 1570
n Jan Kok (Cock)
geboren ca 1600, overle-
den na 1 - 2 -1674 trouwt
met
Haesgen Jacobs
III   Jacob Kok (Koek, Cock)
geboren ca 1630, overle-
den in 16S8 trouwt met
Metgen (van) Veen
begraven in 1689, doch-
ter van Jan (van) Veen en
Claesgen Dirks (van de
Haer.)
IV   Jan Kok (Kock,Cock)
geboren ca 1670, overle-
den na 1740 trouwt in
1710 met
Claasje van der Toll
begraven 1719/1720,doch-
ter van Laurentius van der
Toll.
V     Jacob Kok
geboren op Themaat; ge-
doopt 24 - 1 - 1713 te
Vleuten begraven 9 - 2 -
1793 te Vleuten, trouwt
19 - 4 - 1750 te Vleuten
met
Jacomijntje van Ewijk
geboren te Houten, over-
leden 26 - 9 - 1808 te
Vleuten, dochter van Dirk
van Ewijk.
VI   Johannes Kok
geboren op ITiemaat; ge-
doopt 1 - 3 -1762 te Vleu-
ten, overleden 22 - 11 -
1831 te Haarzuilens (The-
maat), trouwt 10 - 11 -
1801 te V'euten met
Elisabeth Hollaar
geboren aan de Rijn; ge-
doopt 3 - 4 -1776 te Vleu-
ten, overleden 18 - 8 -
1829 te Haarzuilens (The-
maat), dochter van Cor-
nelis Hollaar en Anna Cor-
nelia van Seijl.
VII  Jacobus Kok
geboren te Haarzuilens; ge-
doopt 20 -10 -1805 te
Vleuten, overleden 13 - 6 -
1855 te Haarzuilens,
trouwt (te Zuilen ?) met
Johanna van Dam
geboren 8 - 6-1806 te Zui-
len, overleden 20 - 4 -
1881 te Haarzuilens, doch-
ter van Anthonie van Dam
en Maria van Kooten.
VHIAnthonius Kok
geboren 4 - 6 - 1841 te
Haarzuilens, overleden 21 -
10 - 1908 te Haarzuilens
trouwt ca 1885 te ? met
Elisabeth Daalderop
geboren 23 - 12 - 1857 te
Schalkwijk, overleden 1 -
2 - 1909 te Haarzuilens
(Themaat), dochter van
Stephanus Daalderop.
IX   Johannes Kok
geboren 20 - 12 - 1896 te
Haarzuilens, trouwt 4 - 2 -
1942 te Kockengen met
Geertruida Anna Vermeulen
geboren 5 - 11 - 1902 te
Kockengen, dochter van
Johannes Vermeulen en
Hillegonda Neuteboom.
X     Anthonius Johannes Iheodo-
rus Kok
geboren 29 - 8 - 1946 te
Vleuten, trouwt 5 - 7 -
1974 te Vleuten met
Antoinette Frederike Akker-
man
geboren 3 - 5 - 1946 te
Rotterdam, dochter van
Comelis Antonie Akker-
man en Helena Adriana
Thijse.
Adres: A. J. Th. Kok
Dorpsstraat 72
Vleuten - De Meern.
De heer Kok voor de boerderij aan
de Thematerweg waar hij samen
met zijn twee broers werkte.
Momenteel woont hier een neef
van hem.
10
-ocr page 11-
is de baron daarna nog hooguit met
twee paarden voor zijn rijtuig in
Kockengen waargenomen. Eens in
het jaar hadden we schoolfeest. Dan
gingen wij met alle 100 kinderen
naar het kasteel om te zingen voor
de baron en de barones. Daarna kre-
gen we chocola en kadetjes of kren-
tebollen. Dat was echt een dagje uit
ieder jaar.
—Twee Café 's—
Het was altijd een heel gezellig
dorpje, zo zegt de heer Kok van
Haarzuilens. De opgeruimde instel-
ling van de inwoners mag ook blij-
ken uit het feit dat deze kleine ge-
meenschap toch twee café's telde-
die geen van tweeën direkt noodlij-
dend waren. In Het Wapen van
Haarzuilens stond Frans de Bruin
en de Vier Balken was van de we-
duwe Spliet. Dit laatste café was ge-
vestigd in een oude stal. De boeren
die bijvoorbeeld van Kockengen op
weg waren naar Utrecht troffen op
die manier onderweg een ideale
pleisterplaats aan voor hun paarden
en hunzelf, want zij konden zonder
moeite paard en wagen naar binnen
rijden, enige verversingen tot zich
nemen en het etablissement via de
achterzijde weer verlaten. Uit deze
praktische inrichting mag blijken
dat de weduwe Spliet een fijntjes
ontwikkeld commercieel gevoel
had en de drive in restaurants en
bioscopen in Amerika niets nieuws
voor deze omgeving zijn.
—De Haarse Kermis—
Een hoogtepunt ieder jaar in Haar-
zuilens was de kermis in september
in de periode dat (net als tegen-
woordig) de baron en zijn familie
op het kasteel waren. Er kwamen
dan allemaal kermisklanten in
woonwagens, soms wel honderd.
Bij het Wapen van Haarzuilens
stond het dan vcd met die wagens.
Die mensen kwamen op de miljo-
nair af, zeiden ze, aldus de heer
Kok. Het ging deze bezoekers er
niet om de baron alleen maar te
zien, maar zij werden eerder ge-
lokt door zijn gewoonte om op de
avond van de laatste dag de kramen
leeg te kopen en alles ven;olgens
onder de aanwezigen te verdelen.
Wilde zo'n merrie helemaal niks
meer weten van de hengst en ging
ze met de benen slaan, dan kon je
er zeker van zijn dat ze drachtig
was. Maar ging ze klaar staan, of
uitgebreid staan plassen, dan was
het niet raak geweest. En niet
drachtig, ook geen geld. Daar moest
je toch al een jaar op wachten, want
er werd pas betaald bij de geboorte.
Vooral in de oorlog hadden we
goede tijden, want boeren die een
merrie met een dekbewijs hadden
mochten hun paard houden. Anders
moest het naar het leger toe.
Mijn oudste broer, Kobus, ging al-
tijd de markten af chh de afspraken
te maken met de boeren.Hij was
meer de handelsman. Mijn jongste
broer Stephen en ik deden het werk
gens de heer Kok stonden hier vroe-
ger maar 6 boerderijen. Haarzuilens
zelf was een zelfstandige gemeente
met maar een paar huizen op de
Brink en ongeveer 500 inwoners.
Degene die het burgemeesterschap
vervulde had tegelijkertijd ook nog
de gemeenten Vleuten, Oudenrijn
en Veldhuizen onder zijn hoede.
Ik denk dat ik een van de eerste
leeriingen was van de St. Bonifa-
tiusschool, want die was toen net
gebouwd. We zaten daar met zo'n
100 kinderen op, want het waren
vroeger natuurlijk wel grote gezin-
nen.
—Kasteel De Haar—
Er kan wel worden gesteld dat de
heer Kok nog een van de weinigen
is die persoonlijke herinneringen
heeft aan de bouw van het kasteel
De Haar. Cuypers heeft daar jaren
aan gebouwd. Ja, dat was een goede
melkkoe voor hem en al die schil-
ders en zo. Die kwamen niet hier
uit de omgeving, maar uit Ldmburg,
waar Cuypers ook vandaan kwam.
Ja, daar werd goed aan verdiend.
Het is inderdaad bekend dat de
toenmalige baron zeker niet flauw
was. Een leuk ideetje mocht heus
wel een paar centen kosten en een
algemeen erkend hoogtepunt op dat
gebied was ongetwijfeld de beplan-
ting van het park met volwassen
bomen. Kom daar vandaag de dag
nog maar eens om bij de dienst
gemeentewerken. De heer Kok:
" Die bomen werden altijd 's a-
vonds aangevoerd door Ck>pijn uit
De Bilt. Er liepen dan twee paarden
voor een wagenstel en daaronder
hing de boom, wel zo lang als deze
twee kamers. Ik heb het vaak ge-
zien, er zijn wel honderden voorbij-
gekomen. Ja, die Copijn heeft toen
ook goede zaken gedaan ".
Het leven op Haarzuilens werd
vooral toendertijd voor een groot
deel beïnvloed door de adellijke fa-
milie, wier handel en wandel werd
gevolgd door de inwoners op een
wijze zoals dat vandaag de dag nog
gebeurt bij mensen van koninklijke
bloede, namelijk met ontzag en de
nodige afstand. Er voer dan waar-
schijnlijk ook een golf van stille
vreugde door het dorp toen de ba-
ron (die een groot paardenliefheb-
ber was) van een van zijn rijtochten
met natte billen huiswaarts keerde.
Zoals gewoonlijk had hij die dag 4
paarden voor zijn rijtuig gespannen,
maar toen hij de brug bij Kocken-
gen over wilde Ueek dit aantal te
groot om nog te kunnen manouvre-
ren, zodat de hele zaak in de sloot
belandde. Door de plomp in te rij-
den en vervolgens noodgedwongen
met het kroos tussen de broekband
de terugtocht te aanvaarden toonde
de eigenaar van het kasteel ook
maar een gewoon mens te zijn die
zijn krachten kan overschatten en
zoiets zien omstanders - die al blij
zijn met één paard voor hun ploeg-
toch gaarne. Volgens de heer Kok
Johannes Kok: Dat dekhengstensta-
tion was een echte hobby van mei
De Heer Johannes Kok mag met
recht aanspraak maken op de be-
naming 'autochtoon'. Zoals de bij-
gaande stamboom toont woont zijn
familie al geslachtenlang in onze ge-
meente en alsof hij wil aantonen
dat het eind nog lang niet in zicht is
is hij zelf al ruim 85 jaar nadrukke-
lijk aanwezig, zonder zich hierbij
overigens op de voorgrond te wil-
len dringen. Voor zover hem be-
kend zijn zijn voorvaderen altijd
boer geweest en het instemmend
geknik dat op deze woorden volgt
maakt het duidelijk dat hij blij is
dat het verstand wat dat betreft
altijd heeft gezegevierd en er door
de eeuwen heen niet is bezweken
voor de verieidingen die andere
beroepen ongetwijfeld boden. De
foto maakt duidelijk dat de heer
Kok een man is die het leven gaarne
van de zonnige kant ziet en op ge-
moedelijke wijze gebruik maakt van
de mogelijkheden die deze instelling
met zich meebrengt. Leven en laten
leven, zou zijn lijfspreuk kunnen
zijn. Dat blijkt wel uit zijn woorden
"Ach, ik heb nooit met geen mens
last. Je moet geen moeilijkheden
zoeken, daar heb je niets aan".
De heer Kok werd op 20 december
1896 in Haarzuilens geboren en had
4 zusters en 2 broers. Zijn ouders
bewoonden aan de lliematerweg
een boerderij die ook al aan zijn
grootvader had toebehoord. Een in-
nige familieband is de Koks nooit
vreemd geweest en ook grootvader
en zijn twee broers zagen hier ken-
nelijk de prettige kant van in, want
zij trouwden indertijd drie gezus-
ters van Dam uit Utrecht. Een van
de broers bewoonde een boerderij
bij de Hamtoren en de andere een
boerderij op de Hof ter Weijden-
weg. Bij elkaar hadden de drie
Koks zo'n 225 ha. land.
—Boerderij afgebrand-
De
herinnering van Johannes Kok
aan de oude boerderij aan de The-
materweg kunnen vaag genoemd
worden, want op een augustus-
avond in 1897 sloeg de bliksem in
een van de 3 korenbergen en eer de
brandweer uit Vleuten goed en wel
ter plaatse was, was alles al tot de
grond toe afgebrand. Vader was ver-
zekerd bij een Brusselse maatschap-
pij, maar daar had hij geen gemak
van. Hij schijnt pas na veel moeite
geld te hebben gekregen. Dat be-
drag dekte niet de hele schade, van-
daar dat de nieuwe boerderij, die
werd gebouwd door Gijs Tromp en
Jan Baars, kleiner was dan de oude.
Toen hij elf jaar was stierven zijn
ouders, waarna de kinderen Kok
(de oudste zuster was 20) gezame-
lijk op de boerderij bleven wonen
en het bedrijf voortzetten.
Wie nu over de ITiematerweg rijdt
treft daar veel huizen aan, maar vol-
11
-ocr page 12-
Dat was in de periode van april
tot juni. Na die tijd was het over.
De Belgische hengst gebruikten we
nog wel voor werk op de boerde-
rij, maar die luxe paarden deden
verder niets, die waren alleen maar
om te dekken. Je reed ze dan enkel
nog wat af. Maar als het dektijd was
was je er toch de hele dag mee in
touw. Om half vier 's ochtends
moest je er al uit, dan hoorde je de
boeren aankomen met hun merrie,
want die hadden natuurlijk liever
de eerste sprong dan de laatste.
Nou maakt dat niet zo veel uit als
je toch een merrie hebt die makke-
lijk houdt, want dan kun je net zo
goed op het eind van de dag komen.
Drie of vier keer dekken is eigenlijk
genoeg voor zo'n hengst, maar als
het erg druk was dan ging 'ie ook
wel eens 8 of 9 keer. Als de paarden
waren gedekt, dan kwamen ze na
een paar weken terug om te kijken
of ze met veulen zaten. Dat was
over het algemeen snel te zien.
Als ik er zo op terugkijk is het boer
zijn toch altijd leuk geweest. Voor-
al ook door die hengsten. Weet je,
een koe is lang niet zo leuk, maar
die hengsten.....daar zit pit in.
Op de vraag of er verschil is tussen
Haarzuilens en Vleuten: Nee, ik heb
dat nooit gemerkt. Ik heb hier al-
tijd naar m'n zin gezeten. Ach, ik
heb nooit met geen mens last. Je
moet geen moeilijkheden zoeken,
daar heb je niets aan. Je kunt er be-
ter altijd voor zorgen dat je goed
met elkaar kunt opschieten, dan
leef je veel prettiger. Soms heb je
mensen die blijven drammen. Nou
dan krijgen'ze van mij gelijk. Maar
even later doe ik gewoon m'n eigen
zin. Dat gaat heel goed en je hebt
geen zenuwtoestanden.
Een prettig trekje dat helaas in on-
gebruik is geraakt. Met zichtbaar ge-
noegen herinnert de heer Kok zich
dat de kermis twee dagen duurde,
maar dat er wel voor vijf dagen
werd gedronken met als gevolg dat
het dorp 's ochtends onder water
stond van de overtollige lichaams-
sappen. Ze lustten *em wel hoor. En
met de kermis was het hier echt
zwart van de mensen, want ze kwa-
men uit alle dorpen uit de omge-
ving. Tot Woerden, Breukelen en
Vinkeveen toe, want zo'n kermis
als wij hadden ze nergens hé. Nu
is het niet zo veel meer, maar toen
stond echt alles vol. Het kwam echt
door de baron dat er zoveel volk
was. En die kermislui verkochten
anders maar voor een paar kwartjes,
maar de baron kocht me zo'n heel
zaakje leeg en dat tikte wel aan na-
tuurlijk. Er werd ook aan ringrijden
gedaan in Tilbury's. Dat was heel
gezellig. Nu is dat over, je hebt geen
paarden meer, maar toen nog wel.
's Avonds was er vuurwerk. Dat
deed de baron. Je kan wel zeggen
dat 'ie zogezegd in die tijd zo'n
beetje voor het uitgaansleven zorg-
de. Nee, geen gemeente kon daar te-
genop. Het was altijd één mensen-
massa. Alles stond vol!
—Hengstendekstation—
In de jaren dertig begon de Heer
Kok samen met zijn twee broers
een hengstendekstation op de boer-
derij aan de Thematerweg. We had-
den een paar luxe hengsten en één
Belgische. Het was een liefhebberij
van me. Je deed het natuurlijk wel
om het geld, maar je begint er niet
aan als het je hobby niet is. Dan
maak je ook niks, want je moet die
dieren een heel goede verzorging
geven. Per jaar waren we maar een
week of zes " in bedrijf ".
op de boerderij. Stephen had altijd
de hengst en ik de merrie. Dat was
het gevaarlijkste, want als ze niet
hengstig zijn willen ze je wegdruk-
ken hé. Nou, ik heb wel eens wat
trappen gehad van die rotknollen.
Dan moest je er niet tussen zitten.
Maar hengsten moet je ook goed in
de gaten houden. Het zijn geen
stieren of zo. Veel vuriger. Nou, als
je ze voor een wagen had gespan-
nen en je reed langs een wei met
een merrie er in, dan moest je ze
goed in toom houden, want anders
doken ze zo met kar en al dwars
door de sloot het weiland in.
Een paar jaar na de oorlog zijn we
er mee gestopt. Er werden steeds
meer machines en minder paarden
gebruikt, dus het was niet zo ren-
dabel meer.
—Naar Vleuten—
In 1942 trouwde de heer Kok en
ging met zijn vrouw op de Wil-
helminalaan in Vleuten wonen.
Overigens werd dat toen de Krocht-
dijk genoemd, want de bezetter
stond niet toe dat straten of open-
bare gebouwen de naam van een
lid van het koninklijk huis droegen.
In 1948 verhuisde het gezin naar
het huis Dorpsstraat 70. ledere
dag ging Kok naar de boerderij
aan de Thematerweg, want daar
bleef hij werken.
Ik heb zeker tot mijn tachtigste
gewerkt. De koeien heb ik altijd
met de hand gemolken. Ja de
laatste jaren had ik ook goed be-
kijks, want dat zagen de mensen
nergens meer hé. Nu is het alle-
maal met de machine. Ik heb nu
nog een stuk land aan Themaat
en hier achter het huis een moes-
tuintje. Dat vind ik wel leuk.
HAARZUILENS "
buitenmuren van het hoofdgebouw,
van de beide torens en de hoge ge-
velmuur, die zich nog boven de met
gras en mos begroeide steenmassa
verheft. Zij merkten daarbij op dat
de muur boven de vensters van de
tweede etage aanmerkelijk minder
dik is en zien in de hoeken, die de
torens met de buitenwand vormen,
een paar deuropeningen, die op
dit smalle terras uitkomen en zij
ontdekken beneden de hoogste ra-
men de gleuven, waarin eens bal-
ken hebben gerust.
Dat wijst hun op een galerij, die
rondom het huis liep, en die inder-
daad op nog bestaande afbeeldingen
van het slot in zijn welstand zijn te
zien. Die galerij, zonder twijfel tot
verdediging van het kasteel, geeft
het huis iets eigenaardigs, iets ge-
heel eenigs, en ook in dit opzicht
verdient de ruihe de opmerkzaam-
)>
De ruihe fundering voor het hui-
dige slot.
Bewondering en kritiek rond de
eeuwwisseling, bewondering voor
de geweldige aanpak, kritiek op ver-
spilling van de kolossale sommen
" vermorst aan kinderachtige na-
aapseltjes ".
Op 21 juli 1891 bezochten leden
van het Koninklijk Oudheidkundig
Genootschap de bouwval van het
huis " De Haar ". Een merkwaar-
dige ruihe, gelegen aan het ruim
met gras begroeide plein. Om het
plein verder enkele burgerwoningen
en een tamelijk ruime herberg, waar
een paar grote schuren toebehoor-
den. De majestueuze ruihe rijst op
uit de ruigbewassen gracht. Indruk-
wekkend zijn de strakke lijnen van
de nog nagenoeg geheel gespaarde
heid van de bouwkundigen.
Naar aanleiding van dit bezoek
werd ontvangen, van E.G.T. Baron
van Zuylen van Nijevelt, " een
zeer waarderend schrijven met
dankbetuiging voor de opmerkin-
gen en onder vermelding dat het
zijn voornemen was over te gaan tot
restauratie van het eeuwen oude ge-
bouw!
In februari 1894 werden de plannen
op de tentoonstelling van AidaMec-
tura et Amicitia gepresenteerd.
Een bezoeker schreef " Men kan
hier in tekening, model en in natura
de onderdelen zien van een 15-e
eeuws kasteel, dat door de gril van
een 19-e eeuws edelman, meer Pa-
rijzenaar dan Hollander, in het oude
sticht zal verrijzen ".
Een tweede Pierrefonds, de archeo-
logen schudden bedenkelijk het
hoofd "Nieuwe Oudheid". Maar
12
-ocr page 13-
De bezoekers herinnerden zich de
maquette voor de overdekte bin-
nenplaats, die het middelpunt van
het slot vormde, op de begane
grond groepeerden zich om deze
beschrijven na een enkel bezoek.
Maar de indruk, die men krijgt,
is een zelfde, als bij bezoeken aan
Versailles, Trianon of ieder paleis
van dien aard. Uit de vensters heeft
men een uitzicht dat eveneens her-
innert aan Versailles of b.v. Hampt-
ton Court, wat men niet zou ver-
wachten in dit overigens niet het
mooiste gedeelte van ons land.
Het park, waarvan de twintig jarige
eiken en beuken op speciaal voor
dit doel gebouwde wagens aange-
voerd werden uit de Bilt, Maartens-
dijk en Driebergen. Meer dan zes
maanden voor de verplanting wer-
den voorzorgen genomen om de
wortels geschikt te maken voor de
verhuizing. De voor- en achterstel-
len van de voertuigen zijn beweeg-
lijk en vrij aan elkaar verbonden om
de boom, met een grote kluit grond
in een ijzeren doos gevat, en aan
kettingen opgehangen, daar in ho-
rizontale richting neergezwaaid,
voort te rijden. De wagen rijdt over
ijzeren rails in de kuil op de nieuwe
plaats en laat de stam zakken ter-
wijl de kruin opgericht wordt. Het
voorstel rijdt dan vooruit, de ach-
terwielen met disselboom rijden
achterwaarts uit de kuil.
een oud hoekje herieefd, en zoals
rond de eeuwwisseling geschreven,
"Men moet de dingen met rechte
oogen aanzien, om ze op hun rechte
waarde te schatten, zoo verrezen er
hal alle feestzalen, terwijl aan de
galerijen van de verdiepingen alle
slaapvertrekken uitkomen. In de
uitvoering is belangrijk van deze
ontwerp-maquette afgeweken, in
plaats van de houten, aan West-
minster Hall herinnerende bekap-
ping, is een rijk betimmerd
Monier-gewelf gekomen. In de
gewettigde veronderstelling, dat het
brandgevaar in de bedienden ka-
mers het grootst was, zijn op de
zolderverdieping de nodige maat-
regelen te genomen.
Ten eerst kan de gehele vloer on-
geveer 10 cm. onder water gezet
worden en zijn ten tweede alle
vloeren, wanden en plafonds van
de bedienden kamers met Mo-
nier-werk bekleed, waardoor ver-
spreiding van een eventuele brand
naar de ondergelegen verdiepingen
wordt voorkomen.
Een modem 15-e eeuws kasteel,
voorzien van stoomverwarming,
elektrische verlichting, in elke sluit-
steen, leidingen voor warm en koud
stromend water, keukensi waar
koks in witte plunje in de weer wa-
ren op een fornuis van f. 15.000,--,
een maaltijd bereidend ter gelegen-
heid van het bezoek van verschil-
lende bouwkundige vereenigingen,
maakte grote indruk op deze be-
zoekers, de maaltijd in de Salie 'd
Armes konden alleen de 19-e
eeuwse kellners de 15-e eeuwse
illusie verstoren.
Geen uilen, vleermuizen of andere
ongure gedierten huisden meer tus-
sen de stenen. De pracht is niet te
voor de ogen van een paar met ken-
nersblik de ruihe waarnemende
bouwkunstenaars vizioenen van wat
uit dit oude steenencomplex zou
kunnen worden. Dr. Cuypers en
Jhr. Victor de Stuers zagen in hun
verbeelding het slot, in middel-
eeuwse trant herbouwd, statig op-
rijzen uit de groene landouwen van
het vlakke Nederland, en wat het
oogs huns geestes had aanschouwd,
dat mochten zij tot werkelijkheid
maken in steen en hout, in ijzer en
marmer.
Een meesterwerk van bouwkunst,
een reuzenwerk van aanleg. Kri-
tieken vervagen, bewondering voor
wat uit de puinhopen van de ruihe
herrijst, uitgesproken bij een be-
zoek van bouwkundigen in febru-
ari 1896 aan de bouwplaats. Een
uitstapje om vergelijk mogelijk te
maken tussen ruihe en gevorderd
restauratiewerk, nu geen kritiek
op de bouwmeesters die op uit-
muntende wijze de ontelbare moei-
lijkheden overwonnen, die zich bij
de bouw voordeden.
De Haar, gebouwd aan de grens van
Holland en Utrecht, dat een vier-
hoek vormde met Zuylen Nyevelt
en Utrecht, roept uitwendig tijden
in het geheugen terug, waarvoor
de Baron Van Zuylen zoveel voor
voelde, voorliefde voor de middel-
eeuwen, maar binnen kunnen wij
ons bij elke stap verbazen over
de wonderlijke tegenstrijdigheden
waartoe het invoeren van het mo-
derne leven ook in dit geval geleid
heeft, let wel in 1896.
Tot slot van dit artikel enkele na-
men van de verantwoordelijken
van de herbouw.
Jhr. Victor de Stuers, deskundig
adviseur
Dr. P.J.H. Cuypers, architect
J. Th. J. Cuypers, architect
'Copijn, tuinarchitect
C. Huygen, civiel ing. water verwar-
ming verlichting
Jac. van Straaten, Jac. van Gils,
landelijke bouwwerken
J. Plomp en Zn., baksteenfabriek
Com. van Straaten, aannemer
LITERATUUR
Eigenhaard 9 mei 1896 no 19
Bouwkundig Weekblad 16 april
1898 no 16
Het kasteel de Haar door N.D. Kui-
per
Op den Uitkijk 12 juli 1902 no 33
Wandelingen door Nederland door
J. Craandijk
13
-ocr page 14-
i.
SCHENKINGEN
R. Middelkoop, Zandweg 87, De
Meern:
7 oude akten uit resp. 1869, 1879,
1881,1882,1889 en 2 x1899.
H. Frederiks, Vleuterweideweg 17,
Vleuten:
zgn. beddesteen uit 1354.
Deze nieuwe vaste rubriek geeft al
aan, dat wij hierin opnemen de aan
de vereniging geschonken zaken.
Met uw schenkingen kunnen wij
een begin maken een historische
streekverzameling op te bouwen.
Helpt u mee ? Alleen op die ma-
nier kunt u ervan verzekerd zijn,
dat dorps- en streekgebonden voor-
werpen, gereedschap en verder al-
les wat historische betekenis heeft
voor en in onze gemeente bewaard
blijft. Voor uw medewerking zeg-
gen wij u bij voorbaat dank.
VLEUTEN IN 1815
In 1972 werd door enige ambtena-
ren van de provinciale griffie te
Utrecht een boekje uitgegeven, ge-
naamd "De Utrechtse gemeenten in
1815 in vraag en antwoord". Het
boekje bevat de letterlijke tekst van
de antwoorden op 38 vragen, die in
1815 vanwege het toenmalige De-
partement van Oorlog aan de bur-
gemeesters door middel van een vra-
genlijst werden gesteld. Bij de voor-
lopige ordening en beschrijving van
het 19e eeuwse archief van de pro-
vincie, dat ingevolge de Archiefwet
naar het Rijksarchief werd overge-
bracht, viel het oog op die serie in-
gevulde vragenlijsten. De verstrekte
antwoorden op die vragen leveren
tal van unieke gegevens op omtrent
de locale toestanden, die ongetwij-
feld van waarde zijn, c.q. nader op
hun waarde beproefd kunnen wor-
den, bij historisch onderzoek.
Vóórin het boekje werd een "ten
geleide" geschreven door P. van
Zanten, griffier der staten van
Utrecht, en een " verantwoording "
namens de bewerkers door
J. G. M. Boon, streekarchivaris.
istc ArPl.ELI.NO.
't Gravenhagef den aisten Julij iSiS.
i«' BunEAtr.
De datum en het
ritmmcr Acitc niis-
üve , zoo wel als
«Ie aldcclinj en hce
burp:ui , bij c!c .nanlin-
Jingdcizc!vc , nn-uuv-
keiui^ uut:ürukken.
De zamcnslelling eencr algemeene volledige Itencraire, die ten nutte Tan
's lands dienst wordt vervaardigd, en tevens tot oogmerk heeft om, in on-
derscheidene gelegenheden de billijke belangens der bijzondere districten of je-
gcmeeriLcii van het Koningrijk, met gegronde kennis van zaken te kunnen
beoordeelen , maken het noodig omtrent onderscheidene objecten iedere gemeen-
te betrefifende, berigten in te zamelen, welke, zoo ik vertrouw, het
naauwkeurigst en met de meeste promptitude zullen kunnen geleverd worden
door de rcspcctive plaatselijke regeringen zelve; en het is tot dat einde dat ik
u mi;nlieer de Burgemeester hier nevens doe toekomen een reeks van vragen,
welker beantwoording, voor zoo verre uwe gemeente kan aangaan, ik u in-
viteer achter ieder dor vragen te doen stellen, en het aldus naar vereisch inge-;
Tuld stuk te adresseren aan den heer Gouverneur uwer provincie.
De Commissaris-Generaal voor het Departement
van Oorlog ad interim,
G O L T Z,
14
-ocr page 15-
ANNO 1815,
Provincie,
Gemeente van
1.   Bevolking in zielen.
2.  Getal van woonhuizen, daaronder ook begrepen de bui-
ten plaatsen onder de gemeente behoorende.
3.  Voorname buitenplaatsen of bijzondere gestichten, het
zij kasteelen, kloosters, enz.
4.  Publieke gebouwen, welke des noods zouden kunnen
worden geoccupeerd voor magazijnen, kazernen of hos-
pitalen.
5.  Getal der kerken van onderscheiden gezindheden.
6.  Getal van groote boeren-, kleine boeren- en keuters
of arbeiders-woningen.
7.  Kazernen, hospitalen en stallingen aan den lande of
de gemeente toebehoorende, met derzelver capaci-
teit respectivelijk.
8.  Welk getal van manschappen geschikt kan worden in-
gekwartierd, gerekend dat de meestvermogenden met
zes, en de mins(^ermogenden met één man bezwaard
worden.
9.  Welk getal van paarden kan worden gestald, buiten de
stedelijke of 's lands stallingen in de gemeente aanwe-
zig.
10.  Getal en soort van 's lands magazijnen in de gemeente
aanwezig.
11.  Civiele en militaire gevangenissen en voor welk getal ge-
vangenen, zoo correctioneel als crimineel geschikt.
12.  Getal van gewone beurtschepen en trekschuiten, be-
hoorende tot elk der veeren op de naburige plaatsen
en derzelver capaciteit, met betrekking tot het getal
manschappen of lasten gewigt, die dezelfde kunnen
laden.
1.  Een duizend een honderd en drie en twintig.
2.  Honderd vier en zeventig.
3.  Acht buitenplaatsen, waaronder drie kasteelen.
4.  Geene.
5.  Twee Gereformeerde, eene Roomsche.
6.   Drie en twintig groote boerewoningen. Zeven en
twintig kleine dito. Honderd vier en twintig arbei-
derswoningen en huizen van onvermogende.
7.  Geene.
8. Honderd en vijftig man.
9. Honderd vijfentwintig op zijn hoogst.
10. Geene.
11. Geene.
12. Een trekschuit en een vragtschuit, beide op Utrecht.
De eerste kan 30 man bevatten, de laatste kan geree-
kend worden op twee last lading.
13. Getal en soorten van voorname fabrijken en trafijken, 13. Geene.
of die een gedeelte van het bestaan der inwoners uit-
maken, met opgave van de kwantiteit ongeveer van
jaarlijksch debiet.
14. Vijf timmerlieden, twee wagemakers, drie smeden, ko-
perslagers geene, drie metselaars, drie bakkers, vijf
kleermakers, zes schoenmakers.
14.  Getal van onderscheidene soorten van ambachtslie-
den, als tinmierlieden, wagemakers, smeden, koper-
slagers, metselaars, bakkers, kleedemakers, schoen-
makers.
15.  Kwantiteit van wagens met twee paarden, of karren
met één paard, welke in de gemeente gevonden wor-
den.
16.  Kwantiteit van slagtvee, als van ossen, koeijen, scha-
pen en varkens, welke het eene jaar door het andere
uit de gemeente geleverd worden.
17.  Soorten en getal van onderscheidene molens, zoo
van wind-, als water-korenmolens, pelmolens, hout-
zaagmolens, kruidmolens en oliemolens.
18.  Gemiddelde lengte en gemiddelde breedte van het
terrein tot de gemeente behoorende, in uren gaans
ongeveer.
19.  Namen der polders of bedijkte gronden onder de ge-
meente behoorende.
15. Drie en twintig wagens voor twee paarden, geene kar-
ren.
16. Er wordt uit de gemeente geene vee geleverd. Het aan-
wezige diend voor eige consumtie.
17. Geene.
18.  De gemiddelde lengte en breete kan gerekend worden
op een uur gaans.
19.  De polders van Vleuterwijde, Hareveld en Theemaat.
15
-ocr page 16-
O^A
^Ipo'^
20.  Ligging der polders of ingedijkte gronden, beneden de 20. De bovengenoemde binnen polders zijnde, koomt dee-
ordinaire zeevloeden of beneden het ordinair boezem-
          ze vraag alhier niet te pas.
water.
21.  In welke rivieren of kanalen de boezemwateren zich 21. De drie bovengezegde polders ontlasten zich in de ri-
ontlasten.
                                                                            vier de Vecht.
22.  Getal van uitwaterende sluizen en van de watermolens 22. Drie watermolens; ieder met een watergang; een uitwa-
tot het drooghouden der ingedijkte landen, met onder-
          terende sluis gelegen aan de Vecht.
scheiding van een of meer molengangen.
23.  Tot welke hoogte die rivieren in den wintertijd boven 23. Er zijn geen rivieren,
de ordinaire zomerstand kunnen opzwellen.
24.  De onderscheidene soorten van gronden, als bouwland, 24. Bouwland, vier honderd vijf en tachtig morgen. Wei-
weiland, hooiland, bosschen, heide-, veengrond, onge-
         land, achtienhonderd morgen. Bosschen, twee hon-
veer in derzelver proportien, gelijk ook de evenredige
          derd morgen.
grootte van meeren of plassen.
25.  Voornaamste soorten van granen of andere producten, 25. Weit, rog, erwten, aardappelen en wortelen,
in derzelver proportien tot elkander.
26.  Voornaamste soorten van houtgewassen, in welk soort 26. Elzen en willige hakhout,
de meeste handel bestaat, het zij tot timmerhout, rijs-
werken of brandhout.
27.  Bijzondere produkten van delfstoffen, hetzij pijp- of 27. Geene.
tegel-aarde, ijzer-erts, gelijk ook turf, met de kwanti-
teiten die gewoonlijk jaarlijks worden opgeleverd.
28.  Jaarlijks product van koren en hooi in ordinaire tijden, 28. Drie honderd mud tarwe, twaalf honderd voeders
het koren in mudden, hethooi in voeren of ponden.
               hooi, voor de consumtie nodig.
29.  Wegen, strekkende naar de naast omliggende plaatsen   29. De weg naar Utrecht en naar Woerden. Kleiweg in
en derzelver aard en gesteldheid in onderscheidene sai-
         de winter onbruikbaar; lopende door beide (= bouw-
zoenen, alsmede door welk soort van gronden, het zij
         en weiland). De gemiddelde breette van twaalf tot
bouwland, weiland, enz. Derzelver gemiddelde breedte
         twintig voeten; een uur gaans.
in voeten, en lengte in uren gaans.
30.  Communicatie te water met de naast omliggende plaat- 30. Utrecht en Woerden; van de Meem naar Utrecht op
sen, en voor welk grootste soort van schepen, gerekend " acht voet en van Vleuten op Utrecht vijf voet.
naar de capapciteit van bruggen en sluizen.
31.  Hoe diep op de rivieren, kanalen of bevaarbare griften 31. De waters zeer ondiep zijnde kan alhier niet boven
of beeken geladen kan worden, of tot welke zwaarte
         de drie voet geladen worden.
in lasten of ponden bij het droogste van het jaargetij
of gewoon laag water.
32.  Hoe veel moet worden op- of af geschut op de kanalen, 32. Deeze vraag is alhier van geene applicatie,
of bevaarbare rivieren of griften tot naar de naast om-
liggende plaatsen bij ordinair zomerwater, en door welk
getal en soort van sluizen.
33.  Welke dezer rivieren, vaarten of kanalen van een jaag- 33. Langs de Meem op Utrecht en Woerden,
pad voorzien zijn.
34.  Aan welke plaatsen, grootte of kleine veeren om de ri- 34. Geene.
vieren over te trekken, gevonden worden, en van welke
middelen men zich bedient.
35.  Op welke plaatsen de rivieren des zomers doorwaad- 35. Schier overal,
baar zijn.
36.  In plaatsen, waar kanalen of beken haren uitloop heb- 36. Van geen applicaties,
ben, in zee of andere rivieren, of en hoedanig dezelve
aldaar zijn afgesloten.
37.  Aan de plaatsen, waar eb en vloet gaat, het verschil 37. Geen ebbe of vloed,
tusschen dezelven. Alsmede het uur op hetwelk de ge-
tijden invallen, bij nieuwe en volle maan.
38.  Hoogte der hoogstbekende stormvloeden boven de or- 38. Alhier van geene applicatie,
dinaire vloeden, met het jaargetijde van dien vloed.
16
-ocr page 17-
,c
,(/'
VAN HET BESTUUR
Officieel Orgaan van de
Historische Vereniging
Vleuten, De Meeru, HaarzuUeas.
2e jaargang nr. 2, juni 1982.
Huisbezoek....
Veel dorpsgenoten hebben de afgelopen
maanden een bestuurslid van de Historische
Vereniging op bezoek gehad. Met deze be-
zoeken wilden wij peilen of u a) belangstel-
ling heeft voor de geschiedenis van ons
mooie dorp en b) in het bevestigende geval
of u lid wilt worden van onze vereniging. Dit
heeft geresulteerd in een behoorlijke stijging
van het ledental. Niet in de laatste plaats
droegen hieraan ook bij de braderieën op
Koninginnedag in De Meern en Vleuten. Bij
het verschijnen van onze vorige periodiek
telde onze vereniging 200 leden; nu is dat
aantal gestegen tot 350....! En daarmee is het
bestuur erg blij.
HaarzuJIens....
Wat ons echter een beetje verdriet, is dat tot
nu toe relatief weinig respons komt uit Haar-
zuilens. Deze parel in de kroon van onze ge-
meente laat het wat ledenaanwinst betreft
wat afweten. En dit terwijl aan Haarzuilens
en omgeving zoveel historie verbonden is.
Het bestuur is ervan overtuigd, dat er ook in
Haarzuilens velen zullen zijn die het werk
van de Historische Vereniging met belang-
stelling volgen, maar nog niet de weg naar
onze vereniging wisten te vinden. Wellicht
wil een van onze Haarse (adsp.) leden zich
beschikbaar stellen om in Haarzuilens als
verzamelpunt te fungeren, waar onze Haarse
vrienden zich als lid kunnen opgeven ?
Op deze wijze zijn deze werkzaamheden dan
beter over de drie dorpskernen verdeeld.
Voor de Haarse inwoners is het misschien
een prettige gedachte een vast reaktiepunt
te hebben in de direkte woonomgeving. Wie
helpt.....?
Algemene ledenvergadering
Op .10 maart j.1. hebben wij de statutair voor-
geschreven Algemene Ledenvergadering ge-
houden, ditmaal in Vleuten.
Hiervoor was, mede dankzij de geplande le-
zing en diapresentatie over Oud Maarssen,
weer veel belangstelling. De voorzitter en se-
kretaris van de Historische Kring Maarssen
gingen in een boeiend verhaal in op aspekten
van onze buurgemeente. Hun uiteenzetting
illustreerde eens te meer in welk een, in ge-
schiedkundig opzicht, interessante omge-
ving wij wonen.
Financiën en contributie
De financiële situatie van de Vereniging is
gezond te noemen. Alhoewel onze periodiek
nu nog, gezien het ledenaantal een zwaar be-
slag legt op ons budget hebben wij voldoen-
de middelen kunnen reserveren om diverse
nevenaktiviteiten, zoals het opnieuw starten
van jaarlijkse dorpsfilms, fotoarchief e.d. te
kunnen financieren. De ledenvergadering
ging akkoord met een voorlopige begroting.
Over het boekjaar 1982 zal een vergelijkend
systeem van begroting en exploitatie worden
opgezet.
In de statutair vereiste kaskommissie werd
voorzien door benoeming bij acclamatie van
de heren v.d. Wens en van Amerongen.
Een van onze leden uit Harmeien stelde zich,
naar aanleiding van vragen m.b.t. een ge-
budgetteerde post voor portikosten, be-
schikbaar onze periodiek in Harmeien te be-
zorgen. Wij zijn daargelukkigmee, want dat
scheelt ons in de kosten en de contributie van
Harmelense belangstellenden kan hierdoor
beperkt blijven!
i ïngwehreven tn het verenigingwegister
, van de K.v.K. Utrecht e.o. onder nr.
DageBjks bestuur:
J. Schutte, voorzitter
Zandweg 138,3454 HA De Ueem
tel.: 08406 - 3216
W.H. Denekamp, sekretjuris
ütenhamstraat B, 3451 BR Vteuteti
tel.: 03407 -1948
E.EJ. van Essen, penningmeester/
Mauritslaan 17,3454 XP De Meern
tel.:03406-2992
AJ. van Zoeren, vlee-voorzitler
Stationsstraat 34, 34SI BZ Vleuten
Tel.; 03407 -1263
Erelid:
Mw. F. van Hu$en-Wibbeke, Vleuten
Kedaktie-adres:
Léoa van Esch, Hindersteinlaan 7
8451 EV Vleuten
tel.: 03407 - 2871
Ledenadministratie:
Opgeven van nieuwe leden en mutaties bi}
Mw. P. de Roov • Goes,
't Zand 1, 3451 GP Vleuten
tel.: 03407 ■ 1483
Inhoud:
—  Van het bestuur.......blz. 17/18
—  Van de redaktie......... . blz. 18
—  Schenkingen........... blz. 18
—  Aktiviteiten ........... blz. 19
—  Watu en-an vindt......blz. 19/20
-- Van de werkgroep
archeologie .........blz. 20/23
—  Unieke plattegrond vatl de
ruihe van " De Haar "..... blz. 24
—  Jaap Sprong; geen rasechte
ambtenaar, wèl de
bekendste...........blz. 25/30
—  PVCV nu halve eeuw oud blz. 31/32
—  Een dorp verandert
—  Oude uitdrukkingen...... blz. 32
—  Hoe autwMitoon bent u?
Familie Hamoen ........ blz. 33
—  Archeologisch onderzoek . . blz. 33
—  De Utrechtse gemeenten
in 1815 (vervolg) ......blz. 34/35
—  Aanvullende ledenlijst..... blz. 36
Contributie:
De jaarlijkse contributie bedraagt voor
1982 minimaal f. 25,--
postabonnemenlen f. 35,--per jaar.
De vereniging heeft rekeningen bij de
Vtrfgende instellingen;
ABN- De Meern"55.G6.33.0.J0
RABO - Vleuten 36.75.17.574
POSTGIRO 2.689.200
drukwerk:
omslag:
foto's:
Niek van Kooten,
De Meern
Peter de Vries,
De Meern
GerritJan Bel
Léon van Esch
Peter de Vries
Klaas B. Nansing
Markt De Meern 30 - 4 - 1982.
17
-ocr page 18-
Van de redaktie
I?« tedenvergaderiag heeft hel besluit geno-
BSen de ci->nlt'ibtnic \ooi IPR"», i.ndanks de
d«rc tilden, to hani.ih.ivt.-n op t. 25,- p'ir. l)c
jJOstabonncmentfii wt-rden t.xhtt'r met di-
rtktc iögang verhoogd loi f. 35.- per jaar.
Nieuw bestuurslid
De ledenvergadering voorzag in de vacature
in ons bestuur door het benoemen van de
heer Paul Wieman, Ten Veldestraat 47, 3454
EJ De Meern (tel.03406- 1878). Hij zal zich
als lid van het bestuur o.m. gaan bezighou-
den met de coördinatie van de verschillende
werkgroepen.
Donaties
Het bestuur maakt onze dorpsgenoten erop
attent, dat u ook donateur van onze vereni-
ging kunt worden. De minimale donatie per
jaar is vastgesteld op f. 10.—p.p. per jaar. De
administratie hiervan wordt ook gevoerd
door Mw. P. de Rooy - Goes (zie colofon).
Vakantie
Uw vereniging, het bestuur, heeft een druk
voorjaar achter de rug. Onze akti viteiten wa-
ren alle een succes te noemen. Het spijt ons,
dat wij de "wandeling van Craandijk" niet
door konden laten gaan in juni, maar wij ko-
men hier later in het jaar of anders in het
voorjaar van 1983 op terug. Wij verwijzen u
alvast naar onze publicaties hierover in de
komende nummers van ons blad.
Nu gaan wij onze gedachten even verzetten
en lekker met vakantie. Wij hopen,dat u van
een prettige vakantie zult genieten. Na de zo-
mervakanties zien wij u graag, uitgerust en
gebruind, terug.
Tot slot nog dit: nu onze vereniging 350 le-
den telt, moet het o.i. haalbaar zijn dit jaar
500 leden te hebben.
U helpt toch mee om dit te bereiken ?........
JS.
"Aldoende leert men"; deze spreuk is ook voor de redaktie van toepassing.
De uitvoering van dit blad heeft naast de inhoud uiteraard onze grote aan-
dacht, daarom ook deze keer verbeteringen, in lettertype, lay-out, kwaliteit
van de foto's en een betere artikelaanduiding met grotere letters en 2 koloms
intro.
Drukkerij van Kooten is hiervoor dank ver-
schuldigd: nieuwe machines en werkmetho-
den staan voor deze betere uitvoering. Bij
onze eerste uitgave dit jaar zijn er enkele din-
gen fout gegaan: in overleg met onze drukke-
rij zijn er 100 nieuwe exemplaren vervaar-
digd ter vervanging van mislukte drukwer-
ken: u kunt deze ruilen bij het redaktieadres.
Ook in de opmaak is er een fout geslopen: in
de tekstvoleordc van het artikel "hoe
het interview met de
autochtoon bent u
heer Johannes Kok. Op pagina 11 "de Haar
se kermis" gaat het fout. Na -onder de aan-
wezigen te verdelen — gaat u verder op pagi-
na 12 tweede kolom — Een prettig trekje, dat
helaas in ongebruik is geraakt — tot — dat
was over het algemeen snel te zien, dan weer
terug naar pagina 11 en door op pagina 12
eerste kolom en te eindigen met het laatste
tekstblok in de derde kolom.
Tezijnertijd zullen wij een nieuwe kaart met
monumenten in onze gemeente publiceren.
Daarin zullen wij dan eveneens opnemen die
objekten, die weliswaar niet op de monu-
mentenlijst staan, maar die o.i. zeker waarde
voor (ms woongebied hebben. Helpt u ons
mee aan suggesties en event. foto's 7
Voor de eerste keer kunnen wij ook reakties
van lezers of belangstellenden in korte sa-
menvatting publiceren: een nieuwe rubriek !
Aan u deze een lange tijd te laten voortbe-
staan.
LvE.
Schenkingen
-A.J. Scheepens te Vleuten: 5 boekjes inz.
verkoping van boomvruch-
ten gedateerd 1949, 1950,
1951, 1953 en 1954.
foto pastoor H.S. Ohl.
De schenkingen aan onze vereniging komen
'op gang. Hiermee helpt u mee zaken die an-
ders voor onze gemeente verloren zouden
gaan te behouden. In de toekomst zullen wij
hiermee trachten een permanente tentoon-
stelling op te zetten, zodat iedereen in ons
dorp zich steeds op de hoogte kan stellen
omtrent de geschiedenis van onze woonom-
geving. In de afgelopen periode verheugden
wij ons over de volgende schenkingen:
- A. Goudappel te Vleuten: 2 originele akten
van openbare verkoping ge-
dateerd: 1710 en 1711 (beide
I september)
-M.H. Geutselaar te Vleuten: doos
prentbriefkaarten
-B.J. van Vliet te Alphen a.d. Rijn: boek
over onderzoek te Vleuten
De Meern e.o. gedateerd
1949.
HARTELIJK DANK..... Wie volgt ?
Voorts kunnen wi] u melden, dat uij \an üe
heer L van Seumercn in (inlelitkc brutklecn
hebben gekregen het huisarchiei van de
voormahgc riiidcrhofstad "Voorn". Wi| /jjii
bcvjg het archteftecat.ilogoercn. Daani.Kist
wor<it het archict op foto/dia ge/et en ver-
taald, jn de ttiekonT't hopen wij mede mei
behulp van dit materiaal ees sta,n-daar<i-
boekwerk met huis Vooin uit te brengen,
Voor de medev.eiking van de heer van Seu-
mÈreu Hjn wij erg erkentejijk.
JS.
18
-ocr page 19-
Aktiviteiten
Het bestuur heeft het afgelopen voorjaar een aantal voorbereidingen getroffen om u in het na-
jaar van 1982 een interessant pakket van aktiviteiten te kunnen bieden.
niet tegen een stevige wandeling opziet dan
kunnen wij u een stuk van ons dorp laten
zien zoals u het waarschijnlijk nog nooit
hebt gezien. Wij houden u op de hoogte.
In het najaaritaan m ieder gcvai op het prtv
gram ma:
-de films \An Vleuten
- speciaie vertoning van de titmsin de bejaar-
dentehuizen m Vleuten en De Meern,
- "open a\on<i" m "De Brüuwenf' waar le-
den en belangstellenden weü^om /ijn. om
met L'lkaai onder het genot xan een dtankje
ervaringen uil te \vissLlen.sugge,stie<i te be-
spreken, s ragen te stellen, kortom in een
gezellige steer een avond met in darpsge-
schicdenis gctntereiseerden door te bren-
gen
-dia-4\und speciaal voor nicuwe/re inwo-
ners \an onye gemeente teneinde hen be-
kend te maken met ons dorps.schoon en de
grote lijnen van de geschiedenis van onze
gemeente.
-grote tentoonstelling m Vleatcs eii De
M«ern met als motto: "oude ambachten",
-wellicht nogmaals vtxjr De Meern: de
dorpsfilm 1959 en ï%2.
- voortgang met andere Meernsedorpsfiinis.
- in "De Brug" hebben wij een maandelijkse
rubriek gekregen, waarin wij onze agenda
publiek kunnen maken, Let erop? Dan mjst
u onze aktiviteiten niet!
-eenmaal per ca. 2 maanden zylien wij in
"De Brug" een groter artikel plaatsen die
betrekking heeft op de geschiedenis van
Vleuten, De Vfeern en Kaarzttitens. Wij re-
kenen erop. dat de publikaties ook aw be-
langstelling zullen hebben.
ligpiiiillp^lllllliiii;!^
Ili|^iiilll^llli||l|llp;;illli|^^
liiiaiiiÉÉiiiiiiÈKiiii' ^ ^ ^ - ■ ; ^^
De dorpsfilms 1959 en 1962 werden 4x met
overweldigend succes vertoond. Ook na de
4e keer worden wij bestormd met vragen de-
ze films nog eens te vertonen. Wellicht is er
in het najaar hiertoe nogmaals gelegenheid.
Wij houden u via "De Brug" op de hoogte.
De "wandeling van Craandijk" kon in juni
helaas geen doorgang vinden. Dit wil echter
niet zeggen, dat het bestuur de organisatie
hiervan in de ijskast heeft gestopt. Wij hopen
bij doorgaan hiervan in het najaar 1982 of in
het voorjaar 1983 vele belangstellenden te
mogen begroeten.
Overigens: Ds. Craandijk wandelde in de 2e
helft van de vorige eeuw door Nederland en
beschreef het landschapsschoon en de
dorpsgezichten die hij al wandelende tegen-
kwam. Hij maakte hierbij ook mooie teke-
ningen. Craandijk maakte zo ook een wan-
deling in onze contreien met als einddoel
Kasteel de Haar. Deze wandeling laat zich
ook nu nog in grote lijnen volgen. Als u t.z.t.
JS.
Wat u ervan vindt
Brieven van lezers en belangstellenden, soms met vragen; uw antwoorden op papier of per tele-
foon aan de redaktie.
De Meern 3 april 1982
Ik hen een oudere inwoner, 75 jaar, woon in
De Meern maar bracht mijn schooljaren door
in Vleuten, waar ik geboren hen 19 september
1906 als oudste dochter van Pieter Doornen-
bal en Trijntje Oskam en zag het levenslicht
op Huis te Vleuten.
De huidige boerderij is gebouwd in 1904-04
omdat de vorige, een hele oude boerderij in
1901 was afgebrand, mijn vader woonde er
toen samen met een knecht, Thijs de Hartog,
een huishoudster, naam onbekend, en een los-
se knecht, .Jan van Dinter.
Leuk zijn de herinneringen aan de weg naar
school.
Over het spoor eerst aan mijn rechter hand.
café de Tol. daar woonde mevr. van Kooten.
die was zo schoon dat ze de deur altijd op slot
had. dan konden ze het niet vuil lopen, wij ke-
ken weleens naar binnen, ze had een prachtige
tapkast met allemaal karaffen.
Links stond niets, dan een grote boerderij, van
van Ooij en dan Aleveld, daar woonde de Turk
getrouwd met juffrouw Beijleveld; ze hadden
een auto met chauffeur en als die buiten stond.
stonden wij er vol bewondering naar te kijken,
na Aleveld, de aardappelakkers en dan de
R.K. kerk. Links daar woonde meen ik de
Rijnsoevers, dan een schilder, daarnaast dok-
ter de Boer, de gebroeders Kramer, dan naast
het kippebrugje van van Zuilen die roosterde
het spek, dan mevrouw de Rooij, met heren op
kamers o.a. mijnheer Bosch, dan naast het
postkantoor een zadelmakerij en kapper Roos
dan was je hij het bruggetje, daaronder ston-
den drie heel oude grijze huizen, in het achter-
ste huis aan de wetering woonde Koosje Hoo-
gendoorn, waar ik 's maandags mijn vaders
boord moest brengen, over de brug had je Lu-
bach, die had meen ik een soort meelmalerij
en een winkeltje daar tegenover het café
Molilia van Jos Bransen en zijn vrouw Corne-
lia.
En zo kan mevr. van Wijk-Doornenbal,
Woerdlaan 5, De Meern, nog vele bladzij-
den vol schrijven. Een vraag heeft ze .ook,
en dat is, wie weet waar de mooie platen zijn
van fietsers die in school hingen. De Christe-
lijke School waar Meester Knoppe en Juf-
frouw Vermeer les gaven in die tijd.
Huis Vleuten
19
-ocr page 20-
De tweede reaktie van H.W.J. den Hartog
uit Purmerend.
Mijn grootvader was meester-metselaar Herman Vonk, van het Haarpad te Vleuten, die de gewel-
ven van het kasteel de Haar heeft gebouwd. Mijn moeder was een Vleutense (Cornelia Vonk) en
mijn vader kwam uit Harmeien. Ik heb jaren geleden verschillende mensen in Vleuten geïnter-
viewd met een bandrecorder, mensen die nu al weer lang dood zijn. In de geluidsbanden, die ik heb,
geven ze hun indrukken weer van de vroegere tijden.
op, te gebruiken in een onderzoek van de
Universiteit van Amsterdam, lees de laatste
reaktie er maar op na.
Een reaktie waar we zeker verder op zullen
reageren, duplicaten van de banden zijn ze-
ker interessant, mogelijk kunnen we er uit
publiceren of staan er waardevolle gegevens
Amsterdam 11 mei 1982
Sinds enige tijd houd ik mij bezig met de geschiedenis van het dorp Haarzuilens. Ik werk mee aan
een historisch-planologisch onderzoek, onder leiding van drs. G. Koopmans, wetenschappelijk
medewerker aan de Fakulteit der Planologie en Demografie van de Universiteit van Amsterdam.
Het ligt in de bedoeling, om doormiddel van dit onderzoek meer te weten te komen over de periode
1890 - 1900, namelijk de periode, waarin het huidige kasteel werd gebouwd en waarin het dorp
werd verplaatst. Vooral op dit laatste, de verplaatsing van het dorp Haarzuilens, wil ik mij gaan
richten.
Op het moment bevind ik mij in de oriënterende fase van het onderzoek. Derhalve zou ik u het vol-
gende willen verzoeken. Zoudt u mij inlichtingen kunnen verstrekken omtrent literatuur over
Haarzuilens, vooral in genoemde periode ? Ik denk hierbij onder andere aan streekbeschrijvingen
en aan herinneringen van dorpsbewoners. Misschien kunt u ook namen geven van personen, die
veel afweten van het onderwerp ?
Uit een circulaire van de Historische Vereniging Vleuten, De Meern. Haarzuilens heb ik begre-
pen, dat zich binnen de vereniging diverse werkgroepen bezig houden met deelonderwerpen. Is het
wellicht mogelijk, mij informatie te verschaffen over het werk van enkele van deze groepen ?
Bij voorbaat wil ik u hartelijk bedanken voor alle moeite. Graag zou ik over dit alles in de naaste
toekomst kontakt met u willen opnemen.
Met vriendelijke groeten.
Niet alleen brieven zijn welkom, ook artikelen
met historische inhoud en "geschiedenis uit
deze omgeving."
Redaktie en lezers wachten vol .spanning.
AH.
li
/: .
•ƒ ; //
i'A NK
Van de werkgroep Archeologie
Nadat de werkgroep zich in het tweede nummer van ons blad (december
1981) had gepresenteerd, zijn er geen naar buiten toe opvallende levenste-
kenen van vernomen. Dat wil echter allerminst zeggen dat er niet hard is ge-
werkt. Gedurende de winter is er enthousiast vergaderd en zijn er veel plan-
nen gemaakt, dat laatste wel eens van een ietwat jongensboek-achtige allure.
Het aangekondigde gesprek met de provinciaal archeoloog W.J. van Tent
vond plaats en aansluitend werd een bezoek gebracht aan de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort, waar ons bereidwillig
al het voor ons interessante documentatie-materiaal ter beschikking werd ge-
steld.
enigszins uitvoerig citaat, mede als homma-
ge aan de schrijver, hier zeker op zijn plaats
is:
ïï'//t'/ oosten dc's kmd\ uYn ieinh in piaehi\tii-
Mschen tijd bewoond, tiidcns het nen-lithtcum
ielfs op (k
I ('/i;iu' en op hei Dreniseptalcuu
Wel klimaat
ii it^ rocn nl zóó m httii. dül dam
ipen open mouden atiicnn^elil mci »eiden
voorkwamen De lagen t andi;ebicden warm
té nat en te znaai bebost voor hcwomng. Intk"
WmiÊfijM
<^ tn histortschen tijd werden
W^^MAmf>r^te zóé dar, dat de bewoners
MëMÊé higerc tandgehu-ihn trokken Daui
W^ÊM;<>fik tn de l'rankiiche ujd iele dorpen
WÊMÊÊiy
'^^M^^Si&ling lol dat alles staat dan het ge-
WÊll^ssén de Utrechtschc heuvelrug en de ho-
fere geest-strook, dal als geheel genomen vol-
ii&men onbewounhaar was, nog tot ver in de
^^MÊSMÊ^^ i'ttorme veen-moeras van Wesi-
W^^ÊÊÊi'^i'^'fMIand HMÊÊÊM^^Ê^Ê
W^^^§§^^mm,::ëtM'' ver0oiMm$0&g^mM
WÊÊÊ^^f^ÊÊiMMft voormalig waddenge-
MtMA'fi'fï''w&i-Wfërdsg^Mgxt^jetfi^Mcht oer-
woud van elsfn en wilg^^^^^^^^^itdiiaar
pi((' sleim. maar vari^^§§§WM.^i"eyenmin.
■§f waren wel kronkele^^MMMaopjes. maar
'§ÊÊm0§!^liïMi^M^Êev^ dtfrp inditgt -In edj
WMM ie dringen.
gierigheid en ongeduld enerzijds en onze ver-
standelijke aanvaarding van de bovenge-
noemde argumenten anderzijds.
Monument
Gelukkig behoeven onze aktiviteiten zich
echter niet te beperken tot praten en lezen
over wat anderen hebben gevonden of wat
zij er van denken. Ons woongebied bergt na-
melijk in zijn bodem een monument, waar-
van de bestudering aan velen in de komende
jaren nuttig en aangenaam werk kan ver-
schaffen. Wij doelen op de bedding van de
Oude Rijn.
In het jaarboekje van "Oud-Utrecht" van
1950 staat een artikel van Drs. M.N. Acket,
getiteld "Ligging en grenzen van Utrecht".
De vroegere toestand in onze streken wordt
daar zó kernachtig weergegeven, dat een
Ons werd zeer duidelijk gemaakt dat de op
de Monumentenlijst voorkomende objekten
zo veel mogelijk met rust gelaten dienen te
worden. Daar zijn vele argumenten voor.
Naast het gebrek aan geld en mankracht bij
de officiële archeologische instanties, die het
al moeilijk maken alle aangeboden en ge-
melde objekten naar behoren te onderzoe-
ken, gaat men ervan uit dat datgene wat in de
grond zit, goed bewaard is. Een opgraving
verstoort een objekt en vernietigt het zelfs in
vele gevallen. Bovendien is het zeer waar-
schijnlijk dat in de toekomst de opgravings-
technieken volmaakter zullen zijn, zodat
dingen die nu over het hoofd gezien zouden
worden, dan wel degelijk opgemerkt en vast-
gelegd kunnen worden.
Overigens geldt zowel voor de beroeps-ar-
cheologen als voor ons als amateurs, dat er
een wankel evenwicht is tussen onze nieuws-
20
-ocr page 21-
baksteen werd gevonden) en scherven van
aardewerk.
Het veldwerk werd voortgezet en het terrein
wordt zorgvuldig afgesondeerd, waarbij de
resultaten van de sonderingen in kaart wor-
den gebracht. Het ondersteunende en aan-
vullende archiefwerk leverde alvast de be-
vestiging van de veronderstelde bebouwing.
De kaart van de Vrijheid der Stad Utrecht
door Evert van Schayck (1539) toont ons ter
plaatse Grauwers Hofstede, een kaart uit
1655 (Topografische Atlas Rijksarchief
Utrecht, Inv. no. 2210) laat ter plaatse een
bebost perceel zien, de Nieuwe Kaart van
den Lande van Utrecht van Bernard de Roy
(1696) plaatst, behalve bomen, een huisje ifi
het bedoelde gebied, de kaart van Isaak Ti-
rion (1757) suggereert in dat zelfde perceel
met een zwart blokje een huis, terwijl de ka
dastrale minuut van ca 1830 ter plaatse
slechts bos aangeeft. De boomgaard die daar
eens stond schijnt pas kort na de tweede we-
reldoorlog verdwenen te zijn; naast die
boomgaard was een notebomenlaantje.
Volgens P.A. Henderikx (aangehaald door
Berendsen) was de Oude Rijn tussen Utrecht
en Harmeien rond 780 AD nog over de volle
lengte bevaarbaar. Daarna is de bedding tus-
sen deze beide plaatsen verzand.
Op de bij zijn boek gevoegde geomorfogene-
tische kaart van Zuid Utrecht geeft Berend-
sen nog eens duidelijk de loop van bedoelde
restgeul (de laatste stuiptrekking van de
Oude Rijn) weer.
Meerdere woonkernen
Is er dus over de aardrijkskundige geschiede-
nis van ons woongebied wel het een en ander
te zeggen, over de bewoningsgeschiedenis is
dit veel minder het geval. Het ligt voor de
hand te veronderstellen dat er, behalve op de
plaats van het tegenwoordige dorp Vleuten,
nog wel meer bewoningskernen zullen zijn
geweest op de hoge oeverwallen van de Oude
Rijn. We behoeven dan niet direkt te denken
aan dorpen; het zullen veeleer ietwat geïso-
leerd gelegen boerderijen zijn geweest, daar
gebouwd door lieden die de op veilige hoog-
te gelegen vruchtbare gronden in kuituur
wensten te brengen.
Het aardige is nu dat ons, kort na elkaar,
twee meldingen bereikten van de aanwezig-
heid van "stenen in de grond", kompleet met
de veronderstelling dat daar weleer een
klooster of een kasteel zou hebben gestaan.
Het eerste perceel is een weiland, in gebruik
bij P.J. van Schip, vanouds bekend als de
Grauwaart. Bij een voorlopige verkenning,
op de eerste daarvoor in aanmerking ko-
mende nog zeer gure vrije zaterdag van het
jaar, werden inderdaad stenen aangetroffen
(baksteenformaat: breed 15 cm, dik 7 cm;
lengte onbekend daar geen ongeschonden
If0or dit gebied slin^^rde zich trmg in moei-
tnam de Rijn. Vaanmder ventaan we hierna-
tuurhfk de bedding vta Utrecht naar f^atwtjk.
dl' oude rivierhop, Daartfij leidde de tivkreen
brede s-troaic van manden vtwra/ van tclei neer,
die zteh ati een iitii door het veen uilitre/ci. En
dat lint van va.u, fJuvtaiiel. matertmt was n>èl
begoanbaar en f>ewoonhaar.
De vestigingen m het veen-gebted konden du^
aanvankelijk sleehis law^\ de nrier ontstaan;
op een %mitlle strook. Demoera i-wouden linJc
s
en ree hls daarvan zouden tot de iie eeuu vol-
liomen wtldernh hiiixen."
Ontstaan landschap
Nog onlangs verscheen van de hand van
H.J.A, Berendsen in de serie Utrechtse Geo-
grafische Studies van het Geografisch Insti-
tuut der Rijksuniversiteit te Utrecht een
boekweric, getiteld "De Genese van het
Landschap in het Zuiden van de provincie
Utrecht, een fysisch-geografische studie",
waarin een bijdrage wordt geleverd tot de
kennis van en het inzicht in de ontstaanswij-
ze van het landschap in de omgeving van
Utrecht.
Aangezien de heer Berendsen ons heeft toe-
gezegd een artikel over zijn studie voor ons
blad te zullen schrijven, bepalen wij ons hier
tot een paar essentiële, door hem vermelde
zaken:
De Oude Rijn heeft binnen zijn meandergor-
dcl een 1,5 tot 2 km brede stroomrug opge-
bouwd, die in het terrein scherp is begrensd
en vrijwel overal is afgevlet ("afgeticheld")
ten behoeve van de baksteenindustrie.
Tussen Utrecht en Harmeien is nog slechts
een dichtgeslibde restgeul aanwezig, waarin
thans enkele weteringen liggen (Alendorper
wetering, Vleutense wetering, Bijleveld).
Oude waterput
Het tweede perceel is in het bezit van S.L.H.
Strietman; het is gelegen in de hoek tussen de
Alendorperweg en de Esdoornlaan, tegen-
over het bekende eilandje dat door de bocht-
afsnijding is ontstaan. Ook dit stuk grond
ligt in een lus van de Oude Rijn.
Strietman liet enkele jaren geleden zijn huis
bouwen op een ietwat hoger gelegen gedeelte
van het terrein; bij het graven van de bouw-
put werd door de graafmachine het bovenste
gedeelte van een oude waterput afgeschoven
Deze put zit nu onder het nieuwgebouwde
Fragment van de "Kaart van de Stad Utrecht en van derzelver Vrijheid" te Amsterdam by Isaak
Tirion 1757. Duidelijk is in de Grauwaart een omschreven perceel te zien, met in de bovenhoek een
zwart blokje dat een huis zou kunnen voorstellen.
21
-ocr page 22-
"De" oude bedding van de Rijn. Met een ster-
retje is aangegeven waar door de werkgroep
sporen van oude bebouwing werden gevonden.
,h'
V
V«s^
T
Vli
■0f-l
^///^f
■tpt ri
e^
\\ 5
■ ■        S.^*~Nw ^'
^!'^
' '--'■■•■ *
'^ *
y."
■^>
^~X,
■>v
ii
1?
Kaart uit de Topografische Atlas van het Rijksarchief te Utrecht, van ca 1750, inv. no.2211*.De
herkomst is niet duidelijk; vermoedelijk heeft hij behoord bij een acte van kaveling. Het doet wat
vreemd aan dat de nu bij ons bekende Esdoornlaan, die in die tijd nog niet bestond, hier wordt aan-
geduid alsCroght Dijck.Overigens is links nog de aanzet te zien van de Lauwewegh naar de Loo-
of Loubrug. Op het met "A" aangeduide perceel heeft Strietman zijn huis gebouwd; daar staan
ook de oude bebouwing en de hooibergen getekend.
huis en is voor onderzoek niet meer toegan-
kelijk. Overigens werden in de bouwput geen
muurresten aangetroffen; deze werden wei
gevonden in de tuin en liet weiland rondom
.het huis.
Ook hier werd een voorlopige verkenning
verricht waarbij bakstenen werden gevon-
den van het formaat 25 x 15x6 cm, een stuk
dak-lei, wat handgesmede spijkers en veel
scherven van aardewerk. Het aanvullende
archiefwerk bracht een kaart tevoorschijn
uit ca. 1750 (Topografische Atlas Rijksar-
chief Utrecht. Inv. no. 2211*) waarop duide-
lijk, gezien de hooibergen, een agrarisch be-
drijf staat afgebeeld. De kadastrale minuut
van ca 1830 toonde geen bebouwing ter
plaatse, zodat we kunnen aannemen dat die
toen al verdwenen was.
Zoals boven reeds gezegd , het werk gaat
door. Dank zij de zeer welwillende medewer-
king van van Schip en Strietman heeft de
archeologische werkgroep een goede en zeer
praktische start kunnen maken. De lezers
van ons blad zullen op de hoogte worden ge-
houden van de resultaten van onze onder-
zoeken. Het is overbodig te zeggen dat de
werkgroep hoopt op meer meldingen van
vondsten, met name langs de Oude Rijn.
22
Verantwoording,:
Drs. M.N. Acket, Ligging en grenzen van
Utrecht. Jaarboekje van
"Oud Utrecht" 1950
H.J.A. Beremdsen, De genese van hel land-
schap in het zuiden van de
provincie Utrecht, Utrecht-
se geografische studies 25,
1982
Evert van Schayck. Plattegrond van de stad
Utrecht met haar Vrijheid
(1539). Paneel in Centraal
Museum te Utrecht. Cal.
no. 252
Caert leggende onder de Gerechten van Vleu-
ten, de Meerent en Ouden Rijn
(1655), Topografische Atlas
Rijksarchief Utrecht, Inv. no.
2210
Bernard de Roy, Nieuwe kaart van den lande
van Utrecht (1696)
Isaak Tririon, Kaart van de stad Utrecht en
van derzelver Vrijheid (1757)
Kadastrale minuut van ca 1830,Kadaster te
Utrecht
Anonyme kaart. Topografische A tlas Rijksar-
chief Utrecht, Inv. no. 2211*
(ca. 1750)
23
-ocr page 23-
Unieke plattegrond van de
ruïne van "De Haar".
In augustus 1961 ben ik in Vleuten komen wonen en omdat streekgeschiede-
nis al jaren tot m'n hobby's behoorde, ben ik in Amsterdam waar ik jaren-
lang werkte en door mijn liefhebberij talrijke handelaren van oude boeken en
prenten kende, op zoek gegaan naar allerlei betreffende m'n nieuwe woonge-
meente.
Eén van die handelaren was wijlen Leo Bisterbosch die aan de Nieuwezijds
Voorburgwal zijn goed gesorteerde winkel "De Oud-Nederlandsche Prent"
exploiteerde.
Wandelingen
Hij kon mij een uniek aanbod doen. Ooit
had hij beslag weten te leggen op een collec-
tie tekeningen en handschriften uit de nala-
tenschap van de doopsgezinde dominee J,
Craandijk die -nu ruim een eeuw.geleden-
zijn boeken "Wandelingen door Nederland"
schreef. Op al zijn tochten werd hij vergezeld
door tekenaar-lithograaf P.A.Schipperus.
Terwijl Schipperus zijn artistieke prenten zat
te tekenen (die de boeken van Craandijk
zouden gaan illustreren en welke prenten,
uit de boeken gesneden, per bladzijde hon-
derd jaar later een leuke prijs zouden gaan
maken), ging onze dominee (die overigens)
ook verdienstelijk kon tekenen) op onder-
zoek uit. Hij klauterde o.a. door de ruïne van
"De Haar", maakte notities en tekende een
plattegrond waarin hij letters plaatste. On-
der die plattegrond schreef hij achter dezelf-
de letters wat hij op die plek meende te ont-
dekken.
Die door Craandijk getekende plattegrond
met toelichting heb ik in najaar 1961 van Leo
Bisterbosch kunnen kopen. Het eenzijdig
beschreven velletje is maar enkele centime-
ters groter dan de hiernaast afgebeelde re-
produktie.
Huis ter Haer
Natuurlijk heb ik, meteen na die aankoop,
het hoofdstuk "De ruïne van het huis ter
Haer" nog eens critisch nagelezen om te be-
kijken in hoeverre Craandijk die notities
voor zijn beschrijving heeft gebruikt.
Aanvankelijk vond ik weinig aanknopings-
punten want ik kende Craandijk's werkwijze
niet. Ik ben er lang mee bezig geweest om
door lezen, vergelijken, herlezen en opnieuw
vergelijken tenslotte te ontdekken dat hij het
plattegrondje met toelichting echt heeft ge-
bruikt voor het schriiven van zijn verhaal.
Ik wil graag proberen dit te bewijzen maar in
deze toelichting op deze ene pagina lukt
dat niet.
In een volgend artikel wil ik "de plaat van
Schipperus", zoals Craandijk de litho die bij
het artikel hoort, noemt: de beschrijving van
de ruïne die Craandijk in 1877 publiceerde
èn opnieuw de hierbij afgebeelde platte-
grond nog eens met elkaar vergelijken.
Dat houdt u dus nog van me tegoed.
ï xü-* «i.
a^'**- i
&_'
-y ^•■
V
'->»• jf-»^^-*^'S
.y
y- •
t» X y
■■/'
/''^■^^>,,.^^; -y              y           y r /          ^- y               .         ^
jjf y '                              ^                                                                                                                  ^                               ^
*y ^^- y^*^ y >* tT' -^^»                                                                                                                     '
1./■
fit, //k yZ.-r-y'yt-iii-.. ■.■-^f^■ • y -^ y^-
■A.
"                          <^                                           ^                                        y'
/ y /^                          / y                                                   ^
^"-'''       y /      y^
Klaas B. Nanning
r.. ^--y^., f^«>—»-^.^.^,,^:x_, <^^ M-»-s^.y „««j^-
'^y-'-, é'.
Ifj verband jnct de kosten van herdruk \i\n ■
ottdeüitg^VÈfthebben wijde bÉ|dragepcrex-
eiijpiaaf van de te hefdrakkeo nummers ge-
steld op f. 7,50«
Bij voJdoedde aanvrage» kunnen wij u ectt
verzaraelbaUd aanbieden voor f. 17,50,
Bestellisgen d.nx.V. bijgaande be^elbon.
..^.iC.^.y
y^y ,
f%f-../y y^,,,,y .f^^y^^y ^.^,/■/;,<, y>„tiyi'/*
Het Bestttuf
24
-ocr page 24-
Bekende dorpsgenoten
Jaap Sprong; geen rasechte
ambtenaar,wèl de bekendste
De historie van een gemeente wordt niet alleen gemaakt door fraaie gebouwen
of monumenten, maar vooral door de mensen zelf. Zij zijn het die de geschiede-
nis een bepaald aanzien geven. Het leek ons daarom juist regelmatig enkele
bekende dorpsgenoten voor het voetlicht te halen. Mensen die een aparte plaats
innemen of -namen in het dorpsleven van Haarzuilens, De Meern en Vleuten
en daar voor een belangrijk deel de 'sjeu' aan het dagelijks leven (hebben ge)
geven. In deze aflevering is het de beurt aan de heer J.J.Th. (Jaap) Sprong.
door Gerrit Jan Bel
Daarnaast is hij Ridder in de Orde van Oran-
je Nassau en in het bezit van de gouden speld
van verdiensten van de Katholieke Muziek-
federatie. de legpenning van verdiensten van
het Koningin Wilhelminafonds en het her-
denkengskruis.
Geen geringe lijst en daarbij moet worden
bedacht dat hij nog lang niet kompleet is.
Het aantal aktiviteiten dat Jaap Sprong
heeft ontplooid moet een veelvoud zijn ge-
weest. Over één ding behoeft in ieder geval
geen twijfel te bestaan: aan het doel om in
deze rubriek aandacht te schenken aan be-
kende dorpsgenoten wordt overduidelijk be-
antwoord.
De heer Sprong werd op 28 juli 1916 in Vleu-
ten geboren en is in het gelukkige bezit van
een ongelooflijke dosis energie en inspiratie
en een vrouw die het wijze besef heeft datje
zo'n man niet binnen moet houden.
Wie wil weten hoe een mens er toe komt om
met tomeloze inzet zoveel dingen te doen
hoeft maar naar het bijgaande portretje te
kijken. Hij ziet dan iemand die onmisken-
baar de bereidheid toont de gezellige kanten
van het leven te zien en anderen van harte
aanspoort dit toch vooral ook te doen.
Meen niet dat de heer Sprong nu 'in ruste' is
en dat de drukke tijden voor hem tot het ver-
leden behoren. Toen ik in verband met dit
interview kontakt met hem zocht kwamen
we al snel tot de overtuiging dat we elkaar
over drie weken nog maar eens moesten zien
om de datum voor het gesprek vast te stellen.
Tot die tijd was zijn agenda namelijk overvol
Jaap Sprong wordt door mensen die hem
goed kennen omschreven als iemand waar je
altijd kon aankloppen en een kollegiaal en
eenvoudig persoon die niet op een voetstuk
geplaatst wenste te worden. Dit alles onder
het motto: je doet het met elkaar. Hoewel
vaak de grote organisator was hij niet de
man die alleen de orders uitdeelde. Hij
schuwde er niet voor veel werkzaamheden
zelf te verrichten.
De heer Sprong straalt een groot enthousias-
me uit en op die manier heeft hij ongetwijfeld
altijd veel mensen warm weten te krijgen
voor zijn ideeën. Tijdens ons gesprek raakte
hij bij ieder onderwerp steeds weer vol vuur
en werden regelmatig kasten geopend om
De Heer Sprong was
-41 jaar in gemeentedienst, waarbij hij als
" chef algemene zaken en kabinetszaken in
de rang van refrendaris in 1975 afscheid
nam
-25 jaar sekretaris van de advieskommissie
woonruimte
30 jaar voorzitter van de Oranjevereniging
mede-oprichter en 25 jaar voorzitter van
hel bejaardenkomitee Vleuten - Haarzui-
lens
- mede-oprichter en lOjaar voorzitter van de
Avondvierdaagse
- één van de initiatiefnemers en eerste sekre-
taris van de streekmuziekschool i.o.
- mede-oprichter en 20 jaar voorzitter van de
muziekvereniging St. Gregorius
- 20 jaar bestuurslid en vele jaren voorzitter
van de aartsdiocesane bond van muziekge-
zelschappen St. Willibrord
-  10 jaar voorzitter (nu erevoorzitter) van de
voetbalvereniging PVCV
- vice-voorzitter van de Katholieke Muziek-
federatie Nederland
- nauw betrokken bij de oprichting van de
sportstichting Vleuten - De Meern
-lid stafkommissic KNVB afdeling Utrecht
-administrateur en bestuurslid van de On-
derlinge Brandwaarborgmaatschappij
Vleuten - Haarzuilens e.o.
-voorzitter van de plaatselijke afdeling
Stichting '40 - '45
- voorzitter van de Monumentenkommissie
- voorzitter plaatselijke gemeenschap oud-
illegale strijders
- bestuurslid van de plaatselijke afdeling van
het Roode Kruis
- oprichter en 12'/2 jaar voorzitter van de so-
ciëteit in het Wapen van Haarzuilens
- ruim 10 jaar sekretaris van de plaatselijke
afdeling van de KVP
- mede-oprichter van de Katholieke bejaar-
densociëteit
-organisator van evenementen als open-
luchtspelen, hulpverleningskomitees, in-
zamelingsakties etc
- redakteur van Onze Gemeente
- 40 jaar plaatselijke verslaggever van diver-
se kranten
-schrijver van het boekje "Vleuten - De
Meern van verleden naar heden"
- samensteller van "Vleuten - Haarzuilens in
oude ansichten" (2 deeltjes) en "De Meern
in oude ansichten"
mappen met knipsels en foto's te tonen om
alles nog duidelijker te maken. Tevoren had
hij nog gezegd dat hij over al die zaken wel
uren zou kunnen vertellen. Ik heb persoon-
lijkondervonden dat dat geen leugen was en
vanwege het aantal onderwerpen dat werd
behandeld bleef het dan nog slechts bij een
zeer vluchtige schets.
Het is duidelijk dat, wanneer de heer Sprong
naast al zijn kwaliteiten ook nog de karak-
tertrek had vertoond zich altijd op het voor-
ste plan temidden van de publieke belang-
stelling te manifesteren, hij een grote toe-
komst had in de landelijke politiek. Dankzij
een heel wat bescheidener opstelling heeft de
gemeente nu de vele vruchten van zijn arbeid
kunnen plukken. De Vleutenaar doet name-
lijk alle mogelijke moeite persoonlijk niet op
de voorgrond te treden. Zulke inspanningen
hebben een boemerangeffekt en iedereen
kent hem dan ook.
Tekenend in deze is ook de moeite die het
kostte om hem voor deze gelegenheid voor
de kamera te krijgen. Zo was afgesproken
dat er een foto zou worden gemaakt bij het
verzetsmonument. Toen het moment daar
was schuivelde hij onrustig heen en weer en
deed opeens krachtig een paar stappen te-
rug. 'Is het geen pracht beeld ?' sprak hij,
'Hoe hebben ze het kunnen afkeuren, hè ?
Neem dat plaatje nu maar, want de zon staat
er net lekker op.' Ook het afgebeelde por-
tretje was een kwestie van vlug instellen en
een snelle sluitertijd, anders was ik te laat ge-
weest. Ook was hem gevraagd wat oude fo-
to's als illustratiemateriaal beschikbaar te
25
-ocr page 25-
stellen. Het werden allemaal plaatjes waar
hij wel op stond, maar temidden van vele an-
deren. 'Dat is leuk,' zo motiveerde hij zijn
keuze 'voor al die mensen die er op staan of
hun familieleden. Het zijn immers oude fo-
to's. Niet iedereen heeft die.
Zolang de aktiviteiten het onderwerp vor-
men is de heer Sprong bereid alle mogelijke
inlichtingen te geven. Komt het g'esprek
evenwel op zijn persoon, dan voelt hij zich
duidelijk ongemakkelijk. Een gevolg hier-
van was dat een van de dingen waarmee hij
grote bekendheid verwierf, namelijk zijn rol
in het verzetswerk, op zijn verzoek onbehan-
deld bleef. Het interviewgedeelte van dit ar-
tikel kreeg de heer Sprong vooraf ter inzage.
De korrekties die hij aanbracht betroffen al-
leen die gedeelten waarin hij zijn persoonlij-
ke inbreng graag zag afgezwakt en anderen
een vriendelijker rol werd toebedeeld.
Meneer Sprong, hoe vaak bent u al gehul-
digd ?
Dat zou ik niet weten, maar houdt het maar
op een keer of tien.
Nou, als je overal een horloge aan overhoudt
tikt dat toch aan. En hoe vaak heeft u zelf een
huldiging georganiseerd ?
Dat is heel wat keren geweest. Omdat ik bij
de gemeente zat was ik vaak in de situatie
dat ik me daarmee moest bezig houden. En
als voorzitter van de muziekbond moest ik
ge en soms strenge man was. In ieder geval,
ik werd volontair, maar moest wel m'n ei-
gen studie betalen, want mijn vader kon het
geld niet missen. Dat kostte toen f. 300,—.
Maar als volontair verdiende in niks, dus ik
moest wel een extra baantje zoeken. En het
Nieuws van Harmeien - zoiets als De Brug
tegenwoordig - zocht toen een korrespon-
dent voor de raadsvergaderingen. Die
krant was van Van Bemmel, maar die liep
alle vergaderingen in de buurt al af. Toen ik
dat eenmaal deed dacht ik: ik zit er toch,
dus waarom ook niet meteen'voor de
Utrechtse Courant en Het Centrum ? Dat
waren regionale dagbladen die toen ver-
schenen.
Dat heb ik toen gedaan, maar het was wel
een hoop werk, want ik moest allemaal ver-
schillende verslagen maken. Het Centrum
was katholiek, dus in dat verslag moest ik
de katholieke raadsleden meer aan het
woord laten en de Utrechtse Courant was
weer neutraal. Het werd wel schipperen
want ik was volontair en als ik de mensen
hier niet te vriend hield zou ik nooit aan de
bak komen, laten we eerlijk wezen. Je
moest het dus zo opstellen datje het voor
iedereen aanvaardbaar maakte. En ik moet
zeggen dat me dat wonderwel is gelukt,
want ik ben 40 jaar korrespondent geweest
en ik heb nooit kritiek gehad.
ook veel huldigingen verrichten. We had-
den 800 korpsen, dus dan ben je nog wel
eens op pad.
Bij welke verenigingen - sportverenigingen
even buiten beschouwing gelaten - bent u ei-
genlijk niet betrokken geweest ?
Je moet het zo zien; ik ben katholiek en zat
dus hoofdzakelijk bij katholieke verenigin-
gen. Maar in mijn tijd waren dat er betrek-
kelijk weinig. De protestantse bevolking
had ook wel haar verenigingsleven, maar
daar was ik niet zo bij betrokken, behalve
dan als het op gemeentelijk niveau was.
Wanneer bent u met al die aktiviteiten be-
gonnen ?
Dat is gekomen toen ik in 1934 als volon-
tair op het gemeentehuis kwam. Ik had
toen het geluk dat ik kon komen en mocht
werken. Dat had ik ook te danken aan mijn
vader die hier veldwachter was en die had
een goede entree bij de gemeente.
Hij zorgde dat ik volontair werd, ondanks
dat ik aanvankelijk helemaal niet wilde.
Maar je had toen niks te willen. Hij zei ge-
woon tegen zijn zoons: jij wordt dat. En
dan deed je dat maar.
Dan had hij er zeker een goed oog voor, want
degenen die ik ken zien er geen van allen
treurig uit.
Nee, ondanks dat mijn vadereen rechtlijni-
De heer Sprong bij het verzetsmonument dat
illegaal moest worden
neergezet.
26
-ocr page 26-
-(lachend) Ja, inderdaad. Dat was zo.
- Had je dan offieieel geen reeht op vrije da-
gen '.'
-Nee. Nou ja, ik wel. Achteraf bekeken.
Want ik was niks. Ik was volontair, ik heb
bijna 5 jaar gratis gewerkt voor de gemeen-
te. Maar hel moeilijke was dat mijn vader
een zeer gezagsgetrouw mens was. "Je
moet je plaats weten," zei hij altijd. Als je
bijvoorbeeld de burgemeester tegenkwam
moest je je pet afzetten en kwam je de domi-
nee of de pastoor tegen, dan moest je haast
knielen. Als je dat niet deed, nou dan zat
het niet goed.
Hoe wordt u nou voorzitter van al die vereni-
gingen ? Vragen ze het u steeds afzegt u.'Hé
dat is er nog niet. Kom, dal richten we even
op ?'
-Nee, ze kwamen het me vaak vragen. Ze
vonden me zeker een goed organisator en
een nogal plooibaar mens die het overal
goeddeed. En dan gingen zestemmen en ja,
dan zat je weer in de funktie.
-Je zou natuurlijk ook nee kunnen zeggen,
maar ik heb gehoord dat u dat nooit kon.
Dat is zo en ik kan het nog moeilijk. Ik heb
het vroeger altijd als keihard ervaren dat
wanneer ik mensen wat vroeg ze vaak zei-
den dat ze het niet konden. Ik vind, je kan
altijd wat, hè. Net zoals bij de woonruimte-
advieskommissie. Dan kwamen mensen
om een huis vragen en dan kregen ze niet te
horen: kom over 5 jaar maar terug. Dat zal
ik nooit zeggen, want als je dat zelf over-
komt, nou dan word je toch.....dan wordje
toch..... Nee, dat kan ik niet. Dan ging ik
zoiets uitleggen en ik heb huilende moeders
en huilende mensen gekregen die toch weer
met een lach weg gingen. Ik bedoel, dan leg
je het anders uit hè.
-Dat zou ik zo denken.
-Ja. dat was wel iets. We kregen 's avonds
tijdens een vergadering bijvoorbeeld 30
mensen op visite. Dan begonnen we om
halfzeven en dan waren we om half elf nog
bezig. Dat was elke maand. Toen was er
echt wel een woonruimteprobleem. We
hebben eens met 55 huizen 110 gevallen op-
gelost.
Dat noem ik kunstig.
Dat is historisch hoor. Als je er maar hart
voor hebt. Maar je moet er natuurlijk wel
achteraan. Ik geloof dat het toen ook kon
omdat het hier toen nog niet zo groot was.
Maar mijn grote voordeel bij alles is ge-
weest - en dat is het nog - dat ik een ambte-
naar was die overal tussen zat en alle moge-
lijke kontakten met de mensen had. Als
Jansen kwam wist ik wie Jansen was en
kwam Pieterse, dan wist ik precies wie ik
voor me had. Ook als de burgemeester be-
zoek kreeg kon ik hem vantevoren soms
uitgebreid inlichten over die persoon.
Dus u werd automatisch overal bij betrok-
ken.
-Ja. En juist door die verenigingen zat ik
ook weer zo goed in de gemeente en dat was
ook wel ten voordele van het gemeentebe-
stuur.
sten heb. Die heb ik niet, maar het was ge-
woon een uitvloeisel van mijn werk.
Wat was het grootste aantal funkties dat u
tegelijkertijd bekleedde ?
Op een gegeven moment had ik 6 voorzit-
terschappen tegelijkertijd. Maar dat bete-
kende ook dat ik vaak tevens sekretaris was
want er waren altijd weinig mensen die
konden schrijven, zeiden ze. Of ze hadden
de spullen niet. Jij zit daar. hè. kreeg ik al-
tijd te horen. Jij hebt een stcncilapparaat en
een typemachine tot je beschikking. En ja,
dat was ook zo.
In ieder geval gaat het verhaal van de luie
ambtenaar hier duidelijk niet op.
Nou, daar kan ik me wel eens aan ergeren
als de mensen dat zeggen. Vergeet het
maar. Toen we vroeger een zesdaagse
werkweek hadden gingen we zaterdags dik-
wijls ook niet voor drie uur 's middags weg.
En voor de oorlog werd er gewoon nooit
over verlof gesproken. Als ik dan als volon-
tair een dag verlof wilde hebben moest ik
naar de burgemeester. Dan zei 'ie: 'Zo, wat
wil je ?'
'Ik zou graag een dagje vrij willen hebben,
burgemeester'.
'O, o. Voor dringendeeee.... zaken....?'
Nou, dan moest ik met m'n moedereen pak
kopen of zo.
Dus je werd nog eerst overhoord ?
Er zullen niet veel journalisten zijn die u dal
kunnen nazeggen. U kwam dus toen bij ieder-
een over de vloer en zo ontstonden de kontak-
ten ?
-Ja, neem nu maar de voetballerij. Kijk, ik
was nooit een voetbalier. Nou ja, in m'n
jonge jaren, maar toen ik eenmaal ging stu-
deren was het afgelopen. Maar omdat ik
voor de krant zondags naar de wedstrijden
van PVCV moest was ik altijd op het voet-
balveld. En toen PVCV in 1956 in de puree
zat keken ze uit naar iemand op wie ze een
beroep konden doen. Toen dachten ze: hé,
die goser is er altijd, dus die weet er wel wat
van af. Daarom hebben ze mij gevraagd en
ben ik van 1956 tot 1966 voorzitter geweest.
- /-.'/; niet zonder sukscs kennelijk, want ubent
nu erevoorzitter en Iwl enige erelid van de
klul).
Nou. ie moet niet vergeten dat ik in die peri-
ode vreselijk veel geluk heb gehad, want ik
kon PVCV van een slecht veld op het Haar-
sepad loodsen naar het nieuwe sportpark.
Dat kwam gewoon ook omdat ik gemeen-
teambtenaar was en ik kon burgemeester
Van der Heide er warm voor krijgen. Dat
was een goede burgemeester. F-Iij kon goed
luisteren en als je je zaak met overtuiging
verdedigde was hij bereid je een kans te ge-
ven.
U zal dicht bij liet vuur.
-.la. en daarom lijkt het of ik veel verdien-
Zuinige gemeente
horend man die nauneli/ks te beroepen Ha.s
omdat luj \\ etgeidi zich
i an et. n of andi r ge-
hootappaiaat
/< bedienen) at\(heid iwm afs
ambtenaai Min de fvMdkmg kwam nutuui-
btk de VI aag aan de oi de
n h hem moesi opwf-
gen f)e gemeentebestuien Isan i f uiten en
fiaatzullens' tieten ziih deze ginelJi<.;t ka,is
om eins ic tonen wam kon uordtn ticziimigd
niet ontgfipptn liitmi m<i tiejtiith weuf amh-
liiiaarRikkeis uiti;LZ»uaid. wanidi numset-
diendi tn die dagen f 12011,— Inuicpe' piar en
omdai cleZt fasi kenndi/k iih H z\saai unn de
gemeenten utid tvsihouiul
Ai dom men in
zipt plaats twee votuntuii s ii htimenun legen
(en latiisafiiiis um f 4011,-
ffei llolfaihfs koi>pnhiii\i hap »as d< gdneen-
teraad f die ten hespaiing lan maai fiefst
f 401)-~ zai; gitnen) duideh/k tt maehttg en
het \m»\t(t SU ut dan ook m
\olle tevieden-
heid aan\aard laap Spit/iig
iwvs een \an de
gehikkige'i' die na 4'/ ^ taai zonder beloning
te ttetiben geMcrki, zijn zesdaagse xscrksteeA
op die mantel zag geit aaulet rd llt/
u ei tl geen
ambrenaai tn de pensioenwti maar bleef vo-
ftmtati ld kieeg hij soltetbg ztllsiandtg Melk
/im \i'oigangtrluid
iji< /; enkt Idiploma /elf
had hlI - met het geld dui hti als Irantenkm-
lespuntfeni luid xeuticnd - wil kunnen stude-
ten en enkele diploma's gih.iald Ik'sonilank s
moest hl) voor êetidefde san het salam van de
heel Rikken neiken.
\aeiulialllaai sanvtd-
ttardeiiife aktw ntrd hii uu h benoemd ttit Je
amlnenaai, maar ook toen bleef zijn salaris
nog onvolwaardig, nanimhik f HifO,~.
Deirene die vroeger ah volontair werkte kree^
geen loon Ih; )i etd be\(. hoim d al i< mand die
een vak nioesi trien en hcuindznh dienten\te-
vvlife op de ondel \ie li ede \<!n Je (hieiai i hu -
A< y ladth i l un dt zt p/jMtie Mtid doin de ec-
meen te kinneli}k giaag '.;vbiuik - zo niet mn-
htuik ~ gemaakt want ei wan» plihitsen die
meei \oloniaii\ dan amhienaien op de stkie-
tune hadden lUt naien immers de<;(mlkope
(irb( idskhH hten mei inizondct mg \an een he-
puiitde niil"if!]ie de aininneuse bun^aiuw-
leiswlheuanten Pie y.erden weliwaar ook
met betitatd. maar deden mia\l ve<l lei merk
ook ten paa um pei dat^ aan
\\ct\liidte Dal
Maren de xrsh vcigeh op Int genuenhhuis
/,«nmoal in hei ;aai huddi n de \ oionictn i i an
Vleuten en Haaizuilens em i^oede dag Ihit
« a s <ip ,S tiiu rK tan \ mm '.:en u anneer de Init ge-
meesio, na hei utispnkeii \an de waardering
voot het werk m het idgelopen /aar meedeelde
dal b en» het be^lwl hadden genomen om de
v<dontatt\ (hocxeelbe'ef klinkt du wooidmet
dan dl hinainin'.; ontie'aaide krat hun) uu ih
pi'^t 's'hiiifjot», tedti <.en bediag \an iien
gulden toe ie kennen li knatnen dootgaani
twee pet ^oncnvoi» dezi 'opsteker' in aanniet -
king
\ teuten - th' Meetn staat hekind als een ^e-
tneinie die nie> dtreki aimlastig kan isoidcn
giiioemd Len Mik m iwi vel leden heit ue/ke
hulpmiddelen ten baat nemden genomen om
hel ook met zo ver te fat en komen
Toen in 193^ de fteei Kikkers (een zeer haid-
27
-ocr page 27-
,\ -"ïf «^« j^
W
- Het mes sneed zodoende wel aan twee kan-
ten.
Zeker, Maar de burgemeester had er geen
bezwaar tegen dat ik in al die verenigingen
zat, laten we dat ook nog even stellen hoor.
Die was graag met alles op de hoogte, hè.
Dus die zei wel eens tegen mij: zie nou dat
je daar in komt, dat is van belang voor de
gemeente. Dat baantje voor die kranten
bijvoorbeeld mocht ik niet opzeggen.
Een mooiere reklame was niet denkbaar na-
tuurlijk.
■ Nee, want ik was altijd met zijn werk en de
gemeente bezig. God, ik heb ze hier wat op-
gehemeld, ha, ha. Maar aan opgeven dacht
ik toch niet, want het was een leuke bijver-
dienste en ook de verenigingen kon ik zo in
he_t nieuws brengen.
■Als u altijd zo aktief bent geweest kan het
haast niet anders ofu heeft uw vrouw en pas-
sant ergens leren kennen.
(lachend)
■ Ja, dat is ook zo. Ik heb haar vlak na de
oorlog ontmoet bij een van de aktiviteiten
waarbij ik toen was betrokken.
Meer dan IQ jaar was u sekretaris van de
plaatselijke KVP. Wat vindt u van politiek ?
Ik liep er toendertijd goed warm voor. Dat
kwam eigenlijk ook al weer automatisch
door de relatie die ik met de gemeenteraad
had. Voor de oorlog waren 6 van de 7
raadsleden in Haarzuiiens van de katholie-
ke partij en 5 van de 7 in Vleuten, dus dat
ging automatisch. Na de oorlog was ik een
van de drie die de plaatselijke afdeling van
de Katholieke Staatspartij (de voorloper
van de KVP) oprichtte.
■ Nog steeds, maar niet meer zo aktief.
■  U heeft u nogal duchtig met muziek bezigge-
houden. Een flink aantalfunkties die u jaren-
lang uitoefende. Wat speelt u zelf ?
■ Niks. Ik speel helemaal niet. In 1947 had-
den we hier een muzikale kapelaan die
vond dat er maar eens een muziekvereni-
ging moest worden opgericht. En als er
toen wat moest worden opgericht kwamen
ze veel bij mij, dus ook nu weer. Nou, dat
heb ik toen gedaan. Ik werd dus ook voor-
zitter van St. Gregorius, want als je je er-
gens mee bemoeit wordt je kennelijk voor-
zitter.
■ Het zou haast gaan lijken alsof u een erg be-
moeizuchtig baasje was.
■ Nee, helemaal niet. Maar dat is het gekke.
Als je eenmaal ergens in zit wordt je altijd
voor het volgende gevraagd. Met de mu-
ziek net zo. Ik ging als afgevaardigde van
onze vereniging naar de muziekbond.
Na enkele jaren als bestuurslid werd ik tot
voorzitter gekozen.
Het lijkt haast of zoiets automatisch ging.
maar je moet er natuurlijk ook wel de kapa-
citeiten voor hebben.
- Ik heb geen bijzondere kapaciteiten, maar
ze vonden me vaak zeker een geschikte,
plooibare vent. Als ik het ergens niet mee
eens was vroeg ik gewoon vriendelijk of het
ook niet op een andere manier kon. Doe je
dat op een rustige manier zonder de men-
sen tegen hun schenen te schoppen, dan
zijn ze daar best toe bereid. Tegenwoordig
zeggen ze het vaak maar recht voor z'n
raap. Dat zal ik niet doen. Dat is onbehou-
wen, onbeheerst dikwijls. Ja, en dan heb je
er later spijt van. Dan duw ik het nog liever
drie keer terug door de keel voordat ik het
zeg. Dan komt het er heel anders weer uit.
En zo moet je dat doen. Maar als je dat
De leden van de muziekvereniging St. Grego-
rius in nieuwe uniformen in 1957. Rechts pas-
toor Beutencr en de heer Sprong. Links diri
gent Jan Michies.
doet. zit je vaak meteen in bepaalde funk-
ties.
U speelt dus zelf geen instrument. Maar u zal
loch wel een muziekliefhebber zijn. want ik
kan me niet voorstellen dat de voorzitter met
watten in z'n oren naar de uitvoeringen ging.
-Ja, Ik hou veel van muziek, maar ik kan
geen noot lezen. Ik heb me er ook nooit aan
gewaagd, want ik had er de tijd niet voor.
Daarom heb ik nu ook besloten alles af te
wimpelen als ze naar me toekomen. Het is
niet meer te doen. Mijn vrouw heeft nu
recht op me.
Het aantal verenigingen dat u kortere, maar
meestal langere, tijd met uw aandacht ver-
blijdde is ontzagwekkend. U houdt kennelijk
wel van afwisseling, hoewel u vaak jaren er-
gens voorzitter was en dus zeker geen één-
dagsvlieg kon worden genoemd. Toch heeft u
tijdens uw gewone werkzame leven maar één
baas gekend, namelijk deze gemeente. Heeft
u zon innige band met dat werk gehad ?
Ja, ik heb het altijd graag gedaan. Nou ga-
ven ze mij ook altijd funkties waarin ik met
mensen te maken had en dat deed ik graag.
Waar het met mensen te maken had zeiden
ze: daar zit 'ie.
Kijk, ik ben geen rasechte ambtenaar, ik
kon moeilijk de hele dag achter m'n bureau
zitten. Ik moet er zo nu en dan eens uit kun-
nen vliegen en die kans gaven ze me ook
wel. Dat komt ook doordat het altijd voor
mekaar kwam als er iets moest worden ge-
organiseerd. Ik bedoel niet, dat ik dat alle-
maal deed, maar ik wist wel de mensen die
ik moest hebben.
- Bent u nu nog CDA-lid ?
98
-ocr page 28-
Wat vond u hel leukste van uw werk als ge-
meente-ambtenaar ?
Het omgaan met mensen dus en het redak-
tionele werk. Ik schreef bijvoorbeeld gere-
geld toespraken voor de burgemeester en
wethouders en in het blad Onze Gemeente.
Dat vond ik prettig en dat vertrouwen had
ik. Ze hebben nooit iets veranderd, ze heb-
ben het altijd goed gevonden. Dat geeft je
wel een soort kick.
Vroeger zal u ook op de sekretarie van Haar-
zuilens. Kwam dat soort dubbelfunkties vaak
voor ?
Er was één gemeentehuis, één sekretarie,
maar we kregen van Haarzuiiens en Vleu-
ten betaald. Nou was dat eerste erg sum-
mier, want het was een gemeente van maar
600 zielen.
Hoe gingen de raadsvergaderingen van
Haarzuiiens er aan toe ? U zei dat er 7 raads-
leden waren, waarvan 6 katholieken. Die an-
der was zeker een dwarsligger.
Nee hoor, die man was een Ned. Hervorm-
de die voor de oorlog met katholieke stem-
men in de raad kwam. Die wilden ze per se
hebben. Dat was de tuinchef van het kas-
teel, Lambert Voortman, een zeer geziene
man. Want vroeger zaten er praktisch al-
leen maar mensen van de baron in de raad,
hc.
Wethouder De Grecf was rentmeester, dus
die deed bijna niets wat niet in het belang
van de baron was. Lambert Voortman was
wethouder, een van de boeren pachter, de
volgende boer ook pachter, een derde boer
had land van hem enz. Dus er gebeurde bij-
na niets ten nadele van de baron. De men-
sen in het dorp hadden nogal veel met het
kasteel te maken. De een werkte op de tuin,
de ander in het kasteel, weer een ander
leverde aan het kasteel.....
Maar die Voortman mochten ze graag en ze
zorgden er altijd voor dat hij met katholie-
ke stemmen in de raad kwam. Er woonden
toen maar weinig protestantse gezinnen in
Haarzuiiens, dus die man haalde het anders
nooit. En dus werd hij een handje gehol-
pen.
Maar de raadsvergaderingen zelf..... Die
waren mooi man, verschrikkelijk mooi. Ze
begonnen om 10 uur 's ochtends en dan pas
kregen de raadsleden te horen wat er zoal
werd behandeld. Stukken kregen ze niet
vantevoren, dat was niet nodig. Als je na-
gaat hoe een begroting toen werd behan-
deld. Dat ging zo lekker eenvoudig. Burge-
meester Verder zei dan bijvoorbeeld: 'Nou
heren, de begroting is samengesteld en ik
kan u zeggen: we hebben het weer zuinigjes
aan gedaan. We hebben toch nog kans ge-
zien weer een sluitende begroting te krijgen
en als het een beetje wil, hebben we een post
onvoorzien van wel vierduizend gulden'.
'Mooi, burgemeester. Mooi'.
Nou, en dan zei 'ie wat zo'n beetje de plan-
nen voor het komende jaar waren en dan
waren ze om half twaalf klaar. Kun je na-
gaan, anderhalf uur vergaderen.
Burgemeester Verder was een slimmerik.
Als er nou een moeilijk besluit was, hè, dan
had 'ie in één keer een kist sigaren op tafel
staan. Ze begonnen niet te roken, want de
burgemeester waszelf niet zo'n roker, maar
ze zaten wel stil te kijken. En als er koffie
kwam dan ging 'ie zelf even met de kist
rond en dan zaten ze allemaal met een si-
gaar. Nou man, dan zaten ze te genieten,
hè. Dan zaten ze in de kop te knijpen en
heel voldaan te kijken en die besluiten wa-
ren dan zo genomen.
Hij was niet stom.
Nee, hij was zo slim als wat. Daar kan ik
verhalen over vertellen.... Er was ook een
raadslid dat doof was. Als er mondeling
moest worden gestemd en ze kwam uitein-
delijk bij hem dan zat "ie nog steeds onbe-
weeglijk en dan riep de burgemeester tegen
hem: 'De raad wil besluiten om dat en dat
te doen. Ben je er voor of tegen'?
'Wat zegt u burgemeester' ?
'Ik ben voor'.
'Ook voor', zei 'ie dan.
U heeft 25 Jaar als sekrelaris in de woon-
ruimte-advieskommissie gezeten. Was dal
een puur ambtelijke aangelegenheid, of had
het ook uw persoonlijke interesse ?
Ik had er ook wel interesse voor, ja. Soms
viel het niet mee. Dan moest ik zondags
hard na de kerkdienst weglopen wilde ik
niet lastig gevallen worden over woonruim-
te. Dat was vervelend, want ze hadden me
zien zitten en dan wilden ze me spreken.
Dat was gemakkelijker op het kerkplein
dan naar het gemeentehuis komen. Man, ik
wist soms niet hoe snel ik thuis moest ko-
men. En de telefoon.... Tot op de dag van
vandaag neemt mijn vrouw dikwijls de tele-
foon aan. Dat is gewoon een uitvloeisel van
toen.
Dus als gelovige moest Je als een gek rennen
om weer op tijd de kerk uit te zijn ?
Ja, ha, ha. Maar je had er wel lastige klan-
ten bij, hoor.
Dertig Jaar was u voorzitter van de Oranje-
vereniging. Viert men het nu anders dan
vroeger ?
Ja, we hadden twee dagen feest en dan na-
men de mensen allemaal vrij. Nu niet meer,
er is een andere mentaliteit. Waarom zou-
den ze vrij nemen, ze hebben veel te veel.
Tegenwoordig krijg je allemaal toparties-
ten op de t.v. en dan moetje heel wat bieden
willen ze nog hun huis uit komen. Maar in-
dertijd hadden we dorpsspelen waar 60 - 70
mensen aan meededen. Dat was verschrik-
kelijk mooi, We hadden eens een feesttent
waarin het een week lang feest was. Er werd
van alles georganiseerd: zoals ringrijden,
of een kroegentocht met de muziek.
Ja. dan krijg Je ze hier wel mee.
En de mensen in het bestuur bleven alle-
maal zitten, want ze vonden het erg leuk.
Op het laatst zaten er alleen nog maar grijs-
aards in.
Dat brengt ons bij het hejaardenwerk dat u
zeker ook heeft getrokken. U was immers
mede-oprichter van de Kath. Bejaardenso-
ciëteit en mede-oprichter en 25Jaar voorzit-
ter van hel bejaardenkomilee Vleuten-Haar-
zuilens.
Dat kwam eigenlijk ook door de Oranje-
vereniging. De jongere mensen kwamen al-
lemaal naar de oranjefeesten, maar de ou-
dere niet zo. Toen dachten we: kunnen we
die als Oranjevereniging niet eens een dagje
iets aanbieden. Er is een apart komitee ge-
komen en dat liep fantastisch goed.
De bejaardensociëteit is gekomen nadat
hier in 1951 het bejaardencentrum kwam.
En die mensen hadden eigenlijk een betrek-
kelijk slechte binding, hè. Dat zou een af-
zonderlijke gemeenschap in de gemeen-
schap worden. We vonden dat dat voorko-
men moest worden en probeerden toen de
mensen uit het dorp naar het centrum te
krijgen om daar te biljarten en te kaarten.
Dat is goed gelukt.
U heeft sterk geijverd voor het verzetsmonu-
ment.
Dat is ook een hele geschiedenis geweest,
want aanvankelijk mocht het er allemaal
niet komen. Het werd afgekeurd door de
provinciale monumenten kom missie.
We vonden dat er een monument moest ko-
men voor Kees Spanjersberg en Thomas
Bakker die als verzetsstrijders zijn gefusil-
leerd. Dat kon niet uitblijven. Nou, een in-
zameling gehouden en we hadden een
hoop geld bij elkaar. Toen is er een ont-
werp gemaakt door Jan de Jong, een water-
bouwkundige, en het beeld dat er op zou
komen werd gemaakt door Piet Jongbloed,
een bekend kunstenaar. Maar de monu-
mentenkommissie keurde het af.
Toen hebben we doorgewerkt met archi-
tekt Verhoeven uit Utrecht die praktisch
het sokkelontwerp van De .long overnam.
Dat werd toen goedgekeurd, maar dat was
dan ook een architekt, hè. Nu zaten we nog
met het afgekeurde beeld dat we inmiddels
al hadden laten maken en dat bij een tegel-
bakkerij stond. Na 2 jaar kregen we een te-
lefoontje dat we het moesten halen, anders
wordt het vernietigd. Maar we hadden nog
steeds geen goedkeuring. Nou, toen hebben
we maar besloten het er's nachts op te laten
zetten, zonder vergunning. Dat gebeurde in
de nacht van zaterdag op zondag. En
's ochtends stond al dat kerkvolk daar na-
tuurlijk hè. Ze vroegen zich af: zijn wij nou
gek of..... Maar dan zei een van ons: dat
beeld stond er al lang, joh. Grote verwar-
ring, steeds meer mensen er om heen. Wij
natuurlijk stiekum de grootste pret.
Toen ik 's maandags op mijn werk kwam
moest ik bij burgemeester v.d. Heide ko-
men en die zei: hoe komt nou in Godsnaam
dat beeld er op ? Ik zei: ik zou het niet we-
ten, al sla je me dood. Maar vind je het
mooi ? Ja, ja, dat wel, zei 'ie. Nou, zeg ik
dan moeten we er verder maar niet over
praten wie of dat nou gedaan heeft en het
gewoon laten staan.
29
-ocr page 29-
Na een geslaagde tocht van de bejaarden werd
de voorzitter (Jaap Sprong) op de schouders
genomen.
dan schreef ik het. Maar verder kwam ik
weer niet. Dat is jammer.
u hier boekjes over, maar u was ook jaren re-
dakteur van het blad Onze Gemeente dat vier
keer per jaar uitkwam en waar steeds leuke
verhalen over de geschiedenis van Vleuten
-
De Meern in stonden.
Die interesse is zo'n beetje gekomen door
het werk van mijn vader. Als er verbalen
kwamen moesten die worden uitgetikt,
maar hij kon niet typen. Dus als er wat was
ging ik met hem mee om het verhaal uit de
eerste hand te horen en later het verbaal te
tikken. Zo leerde ik ook iedereen kennen
en kwam de interesse voor wat er gebeurde
in het dorp zo vanzelf.
Zijn er voor u anderen geweest die zich met
de gemeentelijke geschiedenis bezig hielden ?
Nee, mij niet bekend. Niemand interesseer-
de zich er blijkbaar voor. Op een gegeven
moment stelde ik burgemeester v.d. Heide
voor een boekje uit te geven. Zo is onze
Gemeente ontstaan. Maar doordat ik het
had aangekaart moest ik het ook volschrij-
ven. Daarom schrok ik er wel eens voor te-
rug wat voor te stellen, want ik moest het
ook altijd doen.
Is er al veel bekend van de plaatselijke ge-
schiedenis ?
O, er kan nog veel meer bekend worden. Ik
vind dat er nog maar weinig bekend is. Het
is dat ik er geen tijd voor heb. maar an-
ders.... Mijn ongeluk is dat ik alles altijd
oppervlakkig heb moeten doen. Ik had veel
te veel aktiviteiten. Als ik bijvoorbeeld
voor Onze Gemeente iets over huize Bot-
tenstein moest schrijven dan plukte ik hier
wat vandaan, ik informeerde daar even en
■  U staat niet alleen bekend als een vlot babbe-
laar, maar ook als iemand met een vaardige
pen. 40 jaar lang was u korrespondent van di-
verse kranten. Welke ?
■  Het Centrum, het Utrechts Nieuwsblad, de
Utrechtse Courant, het Nieuw Utrechts
Dagblad, het Nieuws van llarmeicn. De
Brug, de Volkskrant en Trouw. Onulat ik
er zo veel had. had ik er ook nog wel een
leuke bijverdienste aan.
Wat vindt u zelf de belangrijkste ukiivitcit
die u heeft gehad '.'.
Ik vond alles wel leuk, maar de Oranjever-
eniging en het bejaardenkomitcc toch spe-
ciaal. Daarnaast moet ik zeggen dat ik het
erg leuk vond dat de mensen me in het
openbaar toch altijd erg hebben gewaar-
deerd. Dat is toch wel fijn. Als je nagaat dat
ik bij de muziekbond de opvolger werd van
iemand die meester doctor was en gedepu-
teerde van Gelderland. En bij mijn afscheid
volgde de burgemeester van Lobith mij op.
Daar heb ik als gewone jongen jarenlang
tussen gezeten. En ik kreeg bij het afscheid
ook nog de gouden speld. Dat doet je toch
wel wat. Bovendien moest ik altijd zelf zeg-
gen dat ik er mee stopte, anders zat ik nou
nog op veel van die plaatsen.
■  Welke wensen heeft u nog ?
■Wensen ? Een rustiger leven ! Ik heb het
nog te druk.
En nog wal van de monumentenkommissie
gehoord ?
Nooit meer. Het was toch ook te gek om
los te lopen.
Het past natuurlijk wel. Je kunt de illegali-
teit toch niet beter eren dan met een illegaal
monument. Een ander beeld dat hier mede
dankzij uw inspanningen is gekomen is dat
van doctor Fizaan.
Ja, dat was een heel bekende huisarts hier
in Vleuten die is gepromoveerd op bloed-
onderzoek. De mensen hadden een blind
vertrouwen in hem en ze kwamen van hein-
de en verre. Je kon uren in de wachtkamer
zitten, want hij onderzocht je heel goed en
dan hield hij zich soms wel een uur of an-
derhalf met een patiënt bezig. Maar dat
namen ze allemaal voor lief. want ze liepen
met hem weg.
Oorspronkelijk kwam hij uit Den Bosch,
maar meteen na zijn studie - ik meen in '27 -
heeft hij zich in Vleuten gevestigd en hij
heeft hier altijd gewerkt. Op z'n vakantie
in Frankrijk in 1960 heeft hij voedselvergif-
tiging opgelopen en daaraan is hij overle-
den. Daar was hij altijd al bang voor ge-
weest, dat 'ie eens voedselvergiftiging zou
oplopen.
- De geschiedenis van de gemeente heeft u al-
tijd sterk geïnteresseerd. Niet alleen schreef
30
-ocr page 30-
PVCV nu halve eeuw oud
Pastoor Ohl zegende in 1936 het nieuwe veld
aan de Achterdijk In . Van links naar rechts op
de voorgrond: Jo Janssen, kapelaan Vreden-
daal (geestelijk adviseur van de klub), Piet
Theunissen, pastoor Ohl en Eef Baars (met
wijwatervat.)
dat geen renteloze lening, maar dan geef ik
het".
Na deze opmerkelijke woorden, waarvan de
aanwezigen bezworen dat ze het goed heb-
ben verstaan, temperde de pastoor de vréug-
de-uitbarsting met de mededeling dat hij be-
reid was tien gulden te schenken, wanneer
dit nodig mocht blijken.
Eenmaal buiten stelden de bezoekers vast
dat er andere initiatieven moesten worden
genomen wilde men nog één krijtlijn kun-
nen trekken. Er werd toen in het verenigings-
gebouw van de kerk een fancy fair georgani-
seerd die een doorslaand sukses was en maar
liefst f 1600,— opbracht. Opgetogen ging
men daarna naar de pastoor om de huur van
het gebouw te voldoen. Deze bedroeg, (kon
het mooier?) precies f 10,—, dus de belofte
van de heer Ohl kon op deze manier mooi
worden vereffend. Helaas had deze een an-
dere visie op het geheel. Hij vond de op-
brengst van de fancy fair zo hoog dat hij hier
meteen de konklusie aan verbond dat een
Op 3 augustus viert de Patronaats Voetbal Club Vleuten (PVCV) haar 50-jarig
bestaan. Een gebeurtenis die met veel feestelijkheden zal worden omkleed, ter-
wijl tevens een jubileumboek verschijnt, geschreven en samengesteld door Jaap
Sprong.
men tot de konklusie dat de voetbaltechni-
sche kwaliteiten op een wat egalere opper-
vlakte ongetwijfeld wat beter tot hun recht
zouden komen. Vandaar dat men verhuisde
naar de Den Hamstraat om op de plaats
waar nu het huis van de heer Sprong staat de
aktiviteiten voort te zetten. Ook daar kwa-
men eenmaal ingezette slidings nog goed tot
hun recht, want de grond was natuurlijk niet
gedraineerd en voordat de enthousiastelin-
gen konden spelen werden er in natte tijden
wel eerst zo'n 50 emmers water "gehoosd."
Renteloze lening
Omdat de jonge klub in het begin natuurlijk
werd gekonfronteerd met de aanschafkosten
voor materialen e.d. besloot het bestuur op
een avond aan te kloppen bij pastoor Ohl om
een renteloze lening te vragen. De sport werd
immers onder de hoede van de kerk bedre-
ven ? De geestelijke, die bekend stond als ie-
mand die de hand straf op de knip wist te
houden, liet echter weten: "Als ik wat doe is
Voor de jeugd.
De aanzet tot het stichten van de voetbalclub
werd in de zomer van 1932 gegeven door ka-
pelaan Mientjes. Zelf gaf hij niets om voet-
ballen, maar hij meende dat de jeugd wel ge-
baat zou zijn bij een dergelijk tijdverdrijf.
Voor de goede orde; bij het woord jeugd
denken we tegenwoordig aan 10-en 14-jari-
gen, maar toendertijd werd iedere jongeling
die nog ongetrouwd rondliep al snel tot deze
groep gerekend. In dit geval ging het dan
ook om veel jongelui die de 20 al snel gepas-
seerd waren.
De kapelaan zocht kontakt met Piet Theu-
nissen, Eef Baars, Geert Geelen en Jo Jans-
sen en vroeg hen zich met de oprichting bezig
te houden. Dat was niet tegen dovemanso-
ren gezegd, want veel was er indertijd niet te
beleven. Het eerste veld dat voor de voetbal-
aktiviteiten in gebruik werd genomen lag op
het terrein van boer Bijleveld achter de hui-
dige burgemeesterswoning langs de spoor-
baan. Na een winter drassig soppen kwam
31
-ocr page 31-
dergelijke aktiviteit nooit meer alleen voor
de voetbalklub alleen mocht zijn.
Donderpreek
Overigens stond pastoor Ohl bekend als ie-
mand die het niet meteen op had met voet-
ballen. De maat was helemaal vol toen be-
kend werd dat een deel van zijn kudde op
zondag onder kerktijd en met als inzet een
vaatje bier de sportieve strijd had aangebon-
den met voetballers uit Haarzuilens. Dit ge-
geven leverde bij de eerstvolgende dienst een
donderpreek op die nog steeds indruk
maakt op allen die dit hebben meegemaakt.
De pastoor nam nog een keer aktief deel aan
het Vleutense voetbalgebeuren toen hij in
1936 het nieuwe veld aan het eind van de
Hamstraat (toen Achterdijk) inzegende.
Vanaf dat moment nam de klub deel aan de
kompetitie van de Katholieke Voetbalbond.
Toen deze in 1940 opging in de KNVB ver-
dween de oorspronkelijke naam PVC (Pa-
tronaats Voetbal Club.) In Utrecht bestond
namelijk al langer een vereniging met dezelf-
de initialen. Daarom werd hier nog de V van
Vleuten aan toegevoegd.
Een dorp verandert !
Onze vorige foto (no. 3) betrof het vijzel-
stoomgemaal aan de Dompelaar in De
Meern. De fotodateert uit 1900. Veel lezers
meenden het gemaal te herkennen, maar
werden in de war gebracht door het "toren-
tje" rechts van het gemaal. Naast de hofstede
die bij het gemaal behoorde stond een grote
duiventil.....en dat verklaart het "torentje".
Het gemaal stond destijds vrij in de weilan-
den en verzorgde de waterhuishouding tus-
sen het achterland tot aan de Hollandsche
IJsel en de Leidse Rijn. Het gemaal stond
aan het eind van de zogeheten "achtkanten
Molenvliet" en loosde op de Leidse Rijn.
Deze Vliet vormde eertijds de grens tussen
de gemeenten Veldhuizen en Oudenrijn.
Bijgaande foto is genomen in De Meern.
Wie weet nog waar dit was ?
Reakties graag hij de redaktie.
Oude
uitdruk-
kingen:
Toen ik onlangs met een van onze leden
zat te praten over de geschiedenis van
Vleuten en Haarzuilens ontdekten wij al
pratende^dat in het woordgebruik termen
werden gebezigd die in ongebruik zijn ge-
raakt. Dat bracht mij op de gedachte in
onze periodiek een rubriek te starten met
oude uitdrukkingen en woorden zoals die
in Vleuten, De Meern en Haarzuilens
vroeger werden gebruikt.
Hieronder volgen al een tweetal voorbeel-
den hiervan. Wij kunnen ons voorstellen,
dat ons woongebied tal van uitdrukkingen
kende, die nog wel op een of andere ma-
nier bij, vooral de oudere dorpsbewoners,
voortleven. Met uw hulp kunnen wij die
taal voor u weer levend maken. Sugges-
ties hietoe kunt u telefonisch of schrifte-
lijk kwijt bij het redaktieadres.
          j^
"achterwiel": uitdrukking, waarmee vroe-
ger een rijksdaalder werd be
doeld. Deze uitdrukking komt
van het achterwiel van een
hooiwagen. De achterwielen
waren groter dan de voorwie-
len. Daarin zag men een ver-
gelijking tussen bestaande
munten. De rijksdaalder was,
eveneens van zilver, groter
dan de gulden.
"tikkeren": het meerijden op een arreslee
door de sneeuw.
32
-ocr page 32-
Hoe autochtoon bent u ?
HAMOEN
IV  Tijmen Hamoen
geboren 16-8-1867 te Utrecht.
Overleden 5-8-1932 te Utrecht.
Trouwde 30-4-1903 te Ouden-
rijn met
Adriana Marijgje Oskam,
geboren 15-2-1876 te Oudenrijn
als dochter van
Teunis Oskam en Trijntje van
Santen.
Overleden 1-8-1964 te Nieuwer-
brug.
V Teunis Hamoen
geboren 22-10-1914 te Utrecht.
Trouwde 7-4-1938 te Oudenrijn
met
Trijntje Doornenbal,
geboren 13-11-1915 te Vleuten
als dochter van
Pieter Doornenbal en Trijntje
Oskam.
II   Thijmen Hamoen
geboren 18-1-1802 te Veldhui-
zen.
Overleden 27-8-1868 te Utrecht.
Trouwde 4-3-1831 te Harmeien
met
Adriana Oskam,
gedoopt 25-8-1802 te IJssel-
stein als dochter van Arie Os-
kam en Marrigje Bos.
Overleden 20-l-1832te Utrecht.
Thijmen hertrouwde met
Jannetje Oskam (de huwelijksda-
tum, alsmede de geboorte- en
overlijdensdatum van Jannetje
en de namen van haar ouders
werden niet gevonden), die dus
ook de moeder moet zijn van
III  Florus Hamoen
geboren 24-10-1833 te Utrecht.
Overleden 24-9-1910 te Utrecht.
Trouwde 10-11-1862 te Vleuten
met
Cornclia Stam,
geboren 22-1-1834 te Vleuten
als dochter van Gerrit Stam en
Grietje Hamoen.
Overleden 18-2-1916 te Veld-
huizen.
Gerrit Hamoen
gedoopt 12-9-1773 te Harmc-
len, als zoon van Tijmen Ha-
moen en Teetje Gerrits Hoo-
gendoorn.
Hij kwam 28-5-1798 naar De
Meern. met attestatie van Har-
melen.
Overleden 24-2-1856 te Veld-
huizen.
Trouwde 29-4-1798 te De
Meern als "jongeman", gebo-
ren onder den Gerechte van
Harmeien en wonende in Rey-
erscop-Creuningen" met
Cornclia van Stam. "jongedoch-
ter. geboren en wonende onder
Gerechte van Veldhuizen".
Gedoopt 3-12-1775 te De
Meern als dochter van Antony
van Stam en Grietje van der
Kemp.
Overleden 24-7-1832 te Veld-
huizen.
Adres: T. Hamoen
Rijksstraatweg 59
ATTENTlEiARCHEOLOGISCHE
OPGRAVING
Uitgebreid onderzoek
naar Mcerns Castellum
Oproep aan onze leden en
belangstellenden
Nu vast brengen wij onder uw aandacht, dat
er na de zomer een start zal worden gemaakt
met een grote archeologische opgraving in
De Meern.
De opgraving zal worden uitgevoerd worden
door het Archeologisch Instituut van de
R.U. Utrecht. Dit Instituut heeft een verzoek
gedaan aan onze vereniging om gedurende
een periode van ± 3 maanden medewerking
te verlenen, in de vorm van mankracht en
materiaal. Een en ander houdt in. dat vanaf
eennog nader te bepalen startdatum, gedu-
rende 3 maanden 6 of meer belangstellenden
van maandag t/m vrijdag overdag mee kun-
nendoen. Aangezien wij ons kunnen voor-
stellen, dat weinigen zoveel tijd ter beschik-
king hebben, verzoeken wij u ons door bijge-
voegde kaart op te geven of u bereid bent
enige tijd overdag hiervoor vrij wilt en kunt
maken. Wij maken dan een rooster. Ook en-
kele uren zijn welkom. De gehele groep zal
van te voren worden geïnstrueerd.
U doe< toch «ok mee aan zo'n unieke ge-
beurtenis in liv. eigen dorp?
In ons volgend nummer komen wij hierop
mei een uitgebreid artikel terug.
"Meernse" Jupiter
"Meernse" Jupiter
in bezit Gemeentemuseum
Utrecht.
33
-ocr page 33-
De Utrechtse Gemeenten
in 1815
De vorige keer behandelden wij het dorp Vleuten.
Daarin namen wij ook de betreffende vragenlijst op.
Deze keer volstaan wij met de destijds gegeven ant-
JUTPHAAS
Overeind van J.,Nedereind van J.. 't Gein, Rijnhuizen. Oost Raven,
West Raven, Oudenrijn, Heikop, Papendorp, Galekop.
1.     1737 zielen.
2.     269 huizen.
3.     Ouden Gein, Rijnhuisen, Groenendaal, De Geer, Zwanenburg,
Stormerdijk, Vronestein, Over Rijn en de Bongenaar.
4.     In deese gemeente zijn daar voor geen geschikte locaalen.
5.     Een Gereformeerde en twee Roomsch Catholijke kerken.
6.    44 grote boeren wooningen, 23 kleine dito. 111 arbeidswoonin-
gen.
7.     Men heeft geen stallen als die aan particulieren behooren.
8.     Vier honderd vijftig manschappen.
9.     Drie honderd paarden.
10.   In deese gemeente zijn geen magazijnen aanweesig.
11.   Een civiele gevangenis voor zes gevangenen.
12.  Twee trekschuiten varende op Utrecht. Kunnende ieder laaden
veertig persoonen.
13.  Vier houtzaagmolens. Vier steenbakkerijen. Een pannebakke-
rij. Een kalkbranderij. Het debiet is niet optegeeven doordat
dezelven tans veel stilstaan.
14.   12 timmerlieden. 2 wagenmakers. 5 smits. 4 metselaars. 2 bak-
kers. 8 kleermakers. 8 schoenmakers.
15.   Vijf en zeventig wagens met twee en een paard.
16.  Vijf en zestig koeyen tot slagtvee. Hondert twintig schaapen
Vijf en zeventig varkens.
17.   Een windkoornmolen. Vier houtzaagmolens.
18.   Anderhalf uur de gemiddelte lengteen anderhalf uurdegemid-
delte breedte.
19.   Over en Nedereind van Jutphaas. 't Gein. Oost en Westraaven.
Galecop. Heicop. Ouden Rijn. Papendorp.
20.   Beneden 't ordinaire boezemwater leggen de landerijen vijftien
tot vijf en twintig duimen.
21.   In de Vaartschen Rhijn, Leidsche Rhijn en den IJssel.
22.   Een uitwaterende sluis, zes watermolens, ieder op zich zelve uit-
malende.
23.  Tien a twaalf duimen.
24.   1288 morgens bouwland. 3021 dito wei en hooiland. 109 dito
boomgaard. 135 dito bosch of griendland. Er zijn geen meeren
of plassen.
25.  Van de opgegeevenen 1288 morgens bouwland is:
322 morgens met tarw, 161 morgens met garst, 161 morgens
met haver, 322 morgens met boonen en erwten, 322 morgens
tot zomervaag (= onbezaaid, onbebouwd)..
26.  Griendthout tot hoepels en tot brandhout.
27.  De delfstoffen bestaan uit de aarde die men voor de steenbak-
kerijen en pannebakkerijen gebruikt; als dezelve werken.
woorden onder de kopjes Jutphaas en Harmeien, om-
dat hieronder ook de gemeenten waren opgenomen
die nu de gemeente Vleuten/De Meern vormen.
HARMELEN
Harmeien, Haanwijk, Harmelerwaard, Breudijk, Gerverskop, Rey-
erskop. Veldhuizen ca.
1.     Harmeien 459, Harmelerwaard 55, Veldhuyzen 131, Reyers-
cop 109, Indijk 424, Breudijk 53, Gerwerskop 1 13. Teccop I 15,
te zamen 1499 zielen.
2.     246 in de omtrek van drie uuren.
3.     't Huis of Kasteel van Harmelen en de buitenplaats Batestcin.
4.     Zijn niet aanwezig.
5.     Op het dorp van Harmelen twee kerken, eene Gereformeerde
en ene Roomsche kerk. In Tekkop een Roomsche kerk.
6.     15 groote, 62 kleine, 105 keuters of arbeidswoningen.
7.    Geene.
8.     Twee honderd man in het geheel, dewijl de gemeente ver uitel-
kander gelegen is, en waaronder plaatsen zijn alwaar de mili-
taire niet kunnen komen, door de slegte wegen.
9.     Op het allermeest kan men rekenen op 150 paarden.
10.  Geene.
11.   Om de correctionele gevangene te plaatsen, is er door het be-
stuur een klein locaal gehuurd, waar twee personen kunnen ge-
plaatst worden.
12.   Een trekschuit welke eens in de week op Amsterdam vaart en 3
maal op Utrecht en een kleyn vaartuig op Woerden. De lading
van het eerste bedraagt op 3 lasten of 30 personen.
13.  Geen fabrijken. de boerenstand, is het voornaamste met de
handel in kaas.
14.   Timmerlieden 4. Wagemakers 2. Smeders 2. Metselaars 3. Bak-
kers 2. Kledermakers 6. Schoenmakers 5.
15.   15 wagens met twee paarden. 5 karren met een paard.
16.   20 a 30 koeyen. 15 a 20 schapen. 30 a 40 varkens.
17.   Zes watermolens. Twee korenmolens.
18.   Van 't begin van Veldhuyzen tot in Teccop 3 uuren lengteen de
breedte zal zijn een uur.
19.   Rosweide Veldhuyzen, Reyerscop Creuningen, en St. Pieters,
Harmelen of Polder Bijleveld, Haanwijk, Indijk, Breudijk,
Gerwerskop en Teccop gelegen in de Hollandsche Kaay of
Meerndijk.
20.   Zijn door de Hollandsche Kaay of Meerndijk beveiligd.
21.   In de rivier den Rhijn komende van Utrecht en gaande naar
Woerden.
22.   In den Rhijn zijn twee sluizen genaamd de Heldam, en de Ha>-
nekersluis; voorts Bijleveld 2 molens, Haanwijk 1, Breudijk 1,
Gerwerskop I, en Teccop 1.
23.  Vier en twintig duimen.
24.   Bouw en teelland 266 M(orgen) 17 R(oeden), wey en hooyland
3265 M(orgen) 277 R(oeden), boomgaarde 18 M(orgen) 448
R(oeden), bosschen 221 M(orgen) 229 R(oeden).
34
-ocr page 34-
25.   De voornaamste soorten van graanen zijn zaad, tarwe, rog,
garst, haver, boonen en erwten, voorts aardappelen. ,
26.   Else en esse hakhout; esse en willige boomen.
27.  Steenaarde. 100 praamen.
28.  400 mudde tarwe. 48 mudde rog. 38 mudde garst. 100 mudde
haver. 60 mudde oliezaad. 200 mudde erwten en boonen. 600
mudde zakke aardappelen. 2000 a 2800 voeder hooy, ieder voe-
der gerekend op 1000 a 1200 ponden.
29.   De weg naar Utrecht is een der groote wegen, en bestaande uit
zand alsmede die naar Woerden. De binne wegen van de ge-
meente bestaan meest uit kley. Naar Utrecht 2'/, uur- Naar
Vleuten 1 uur. Naar Montfoort i uur. Naar Woerden l'A uur.
Naar Kockengen 1 uur.
30.   Naar Utrecht, naar Woerden, naar Kockengen met een ordi-
naire bock.
31.   Vier a vijf last.
32.  Van het dorp naar Utrecht twee sluizen de Heldam en Eersten
dam. Naar Woerden de Haanwijkersluys.
33.   De rivier den Rhijn.
34.   Van geen applicatie.
35.   Heeft geen applicatie.
36.   Van geen applicatie.
37.   Ut supra.
38.   Ut supra.
28.   2254 mudden tarw, 1449 mudden garst. 1449 mudden haver.
2254 mudden boenen en erwten, 4.500.000 ponden hooi.
29.  Steenstraaten na Utrecht en Vreeswijk of de Vaart. Zandweg
na IJsselstein. De breedte drie roeden. Lengte drie vierde uur
gaans.
30.   Met Utrecht en Vreeswijk door de rivier den Rijn met grote
Keulsche scheepen, na IJsselstein door den rivier den IJssel.
31.   De rivieren kunnen gelaaden worden ter diepte van vijf a zes
voeten.
32.   Door geen sluisen is men verplicht te moeten schutten doch bij
sommige gevallen als men den Rijn tot een bepaalde hoogte wil
houden door de sluis aan den Doorslag aan het eind van de ri-
vier den IJssel.
33.   De rivieren der Vaartschen Rhijn, en van den IJssel zijn van een
jaagpad voorzien.
34.   In deeze gemeente zijn geen veeren, men passeerd den IJssel bij
den Doorslag met een brug.
35.   De rivieren kunnen niet doorwaad worden.
36.   De rivier den Vaartschen Rhijn heeft zijn uitloop te Utrecht,
door de sluis in de Vecht na Muiden, en den IJssel na Gouda
in de Maas.
37.   In deese gemeente heeft men geen Eb en Vloet.
38.   Men heeft geen stormvloeden dat verhindering geeft.
Aldus geformeerd door ons burgemeester van Jutphaas.
Jutphaas, den 10de Augustus 1815.
i'H<n i\< iv. vnau ivv
H¥.¥.\rv. \Kt.(tm t/.t:>
lüH'ixrii; V t iti' (li!
K.Mf.1 N ' t. tli J>) \t:tl!.
35
-ocr page 35-
(,-A
"h^
h
Aanvullende ledenlijst
15 - 6 - 1982.
erg verheugd ïïiet <?en ledental van 350. M&;
gen wij op on^e ïetlen een beroep doen mt^
té werken, nog dit ïaar een ledenta! van 500;:
te bereiJcen> U helpt dan ditbbeJ mee aan be|:i
behoud van de geschiedenis van uw mooie
gemeente. (Zie hiervoor de ingeheehte kaartj
Bij: voorbaat onze hartelijke dank.
HISTORISCHE VERENIGING VLEUTEN DE MEEPN HAARZUILENS.
Aanvulling op de ledenlijst van 1 maart 1982.
Bac, Lirs A. D.
Barten-Keult i'es
Bauhaus, M.J.
Be 1, G . J .
Bemmel, W, van
Berg, A. van de
Berg, J. van den
Beuken, Mw. J. van den
Bloos-de Rijk, Mw
J.G
Boer, H. c'en
Bommel, M,L. van
Bonenkamo, G.J.M.
Boot, A.F.
Bos, G.C.
Bosch, A.C. van den
Bosch, C.A.M, van
den
Bosch, J.C.A. van
den
Bosch, P.A.I. van
den
Brand, J.L.G.M.
Breukelen, J.F. van
Breukelen, J.P.G.
van
Brinkerink, J.P.
Brinkhof, G.F.
Bruin, H. de
Buyl, J.G.A.
Daalhuizen, H.
Dalsen, J.F. van
Delput, G.M.
Diemei, H.
Doorn, J.J. van
Doornekamo, J.
Dorrestein, A. van
Dorresteijn, J.
Mauritslaan 49                        De Meern
Curielaan 2                               Vleuten
Meerndijk 64                            De Meern
Rosweydelaan 5                        De Meern
Oudeland 35                              Harmeien
Glazenierslaan 40                 De Meern
Adm.Helfrichstraat 34       De Meern
Utenhamstraat 14                   Vleuten
Multatulistraat 33              Vleuten
Meentweg 13                               De Meern
Marelaan 78                               De Meern
Mauritslaan 50                        De Meern
Alendorperweg 42 a              Vleuten
Zandweg 98                                 De Meern
Visarendsingel 13                 Nieuwegein
Antilopespoor 141                 Maarssenbroek
Prinses Irenelaan 10          De Meern
Emmalaan 16                              Vleuten
Prof.Bronkhorstlaan 1        Vleuten
Dr.Ariënslaan 88                   De Meern
Wolweverslaan 36                   De Meern
Bachlaan 10                              Baarn
Nijeveltstraat 5                   De Meern
Johanniterweg 4                     Vleuten
J.F.Kennedylaan 14              Vleuten
Camphuijsenstraat 49          Vleuten
't Zand 48                                 Vleuten
Nijeveltstraat 13                 De Meern
Broederschaplaan 30            Vleuten
van Nijenrodelaan 4            De Meern
Mauritslaan 23                        De Meern
Nijeveltstraat 33                 De Meern
Zonstraat 11                            De Meern
Parkweg 28
Vleuten
Weth.de Greeflaan 20
Haarzuilens
Pr. Irenelaan 20
De Meern
Marelaan 35
De Meern
Castellumlaan 30
De Meern
Zonstraat 3
De Meern
Dorpsstraat 15
Vleuten
Schoolstraat 94
Vleuten
Mandenmakerslaan 118
De Meern
Mereveldlaan 18
De Meern
Mauritslaan 25
De Meern
ten Veldestraat 45
De Meern
Schrijnwerkerslaan 2
De Meern
Broederschaplaan 21
Vleuten
Parkweg 3 2
Vleuten
Zandweg 149
De Meern
Cleopatradreef 463
Utrecht
Meerndijk 62
De Meern
Rijksstraatweg 3 2 g
De Meern
Braspenning 17
Mijdrecht
Zandweg 138
De Meern
van Montfoortstraat 7
De Meern
Meerndijk 38
De Meern
Park Voorn 1
De Meern
Marelaan 4
De Meern
Utenhamstraat 3
Vleuten
Mereveldlaan 6 5
De Meern
Englaan 8
Vleuten
Zandweg 81
De Meern
Pauwenkamp 76
Maarssen
't Zand 26
Vleuten
Mandenmakerslaan 106
De Meern
Zandweg 161
De Meern
ten Veldestraat 40
De Meern
Hogeweide 1
Utrecht
Duivenkamp 703
Maarssen
Ockhuizerweg 4
Haarzuilens
de Joncheerclaan 25
Harmeien
Dorpsstraat 6
Vleuten
Meentweg 107
De Meern
Past.Boelensiaan 9
De Meern
Mandenmakerslaan 2 2
De Meern
Mauritslaan 27
De Meern
Stoelenmakerslaan 50
De Meern
Hindersteinlaan 93
Vleuten
Duivenkamp 175
Maarssenbroe
Zandweg 206
De Meern
Jean Monnetstraat 242
Heemskerk
Europaweg 2 c
Vleuten
Zandweg 111
De Meern
Zandweg 111
De Meern
Mandenmakerslaan 120
De Meern
Laan 1954 26
De Meern
Wolweverslaan 4
De Meern
't Zand 24
Vleuten
Utenhamstraat 12
Vleuten
Pr.Irenelaan 19
De Meern
H.Dunantlaan 29
Vleuten
Spijcklaan 2
Harmeien
De Stalen Boog 2
Werkhoven
Meentweg 7 5
De Meern
Laan 1954 32
De Meern
't Zand 5
Vleuten
Utenhamstraat 1
Vleuten
Zandweg 153 A
De Meern
Stationsstraat 19
Vleuten
Stationsstraat 2
Vleuten
Karosdrift 39
Nieuwegein
Den Hamstraat 32
Vleuten
Meentweg 160
De Meern
Weth.Gerssenlaan 71
De Meern
Graspieper 12
Nieuwegein
Dorpsstraat 10
Vleuten
Nieuwemarkt 11^
Woerden
Plomp, J,
Poels, C,
Rademaker, H.
Reintjes van Veerssen,Mr.J.M.
Rennes, A.F. van
Rijker, H.W.J.
Rooij, C.J.F, de
Rooij, F.E. de
Rooij, F.E. (Jr.)
Rooij, P.J. de
Rooijen, Anth. van
Rooijen, B.F. van
Rossenberg, G.W.J. van
Scheele, Dr. E.
Scheepens, A.J.
Schmohl-Luijnenburg, L.
Schoenmakers, J.F.C,
Schoonderwoerd, J.W.
Schouten, C,
Schutte, F,
Schutte-van Rooi jen,Mw.M.A.M.
Schuurman, G.
Schwarze, Fam. Ton
Seumeren, J.A.F. van
Siepman, E.A.K,
Snoek, W.
Soeterboek, C.J.
Sonnega, Dr. H.
Steenbeek, R,H.
Steenmetz, Lia en Harrie
Stegge, J,H. aan de
Sterk, B.F,
Stoof, W. .
Straten-Donkaert, Mw. H.van
Sturkenboom, F.J.
Swart, W.G.
Tempel, G. van de
Tijssen, J.
Uitgeverij "De Brug"
Uijttewaal, A.J.
Vaessen, Mgr. Dr. H.
Veen, J, van
Veenboer, J.M.
Veldhuis,'D.
Verder, A.F.
Verheul, J.A.H.
Verhoef, C.
Verhoef, G.J.
Verhoef-Snoek, Mw. A.J,
Verkerk, C.J,M.
Verkerk, K.
Vermeulen, C.J.
Vermeulen, J.
Vermeulen, Th.A.M,
Vernooij, A.G.
Versteeg, J.A.
Vianen, A.M.
Vianen, J.G.
Voorsluij s, J. J.
Vos, H.J.M.
Voster, Mw. C,
Vrankrijker, W. de
Vriezen, K.J.H.
Wens, A.C. van de
Wesseling, H.D.C.
Wieman, CA.
Wieman, G.G.
Wijk, J.C.M, van
Wijk, J.J. van
Wijngaarden, J. van
Woudenberg, J. van
Zijl, G.C.J. van
Zuijlen, A.J.Th, van
Zwamborn, L.
Rijksdienst v.d. Monumenten-
zorg
Dijkshoorn, Mej. K.
Ekema, c.
Haanwijk 16                              Harmeien
Multatulistraat 23              Vleuten
.N.M. de
Camphuijsenstraat 54          Vleuten
Frankrijker,
Meentweg 1                                 De Meern
F.van Eedenstraat 2 2          Vleuten
P.C.Hooftlaan 12                   Ermelo
p/a 't Zand 13                       Vleuten
Batestein 40                            Harmeien
Schrijnwerkerslaan 23       De Meern
Zandweg 174                               De Meern
Strijkviertel 41                   De Meern
Enghlaan 2^                               Vleuten
't Zand 29                                 Vleuten
Kneedweg* 22                               Enschede
Mereveldlaan 45                     De Meern
Zonstraat 33                            De Meern
Stationsstraat 23                 Vleuten
Fronik, W.C.
Geutselaar, M.H. van
Geutselaar, W, van
Griffioen, A.
Grift, J. van de (Jr.)
Groot, L.B. de
Gugten, D. van der
Haarlem, C.A.M, van
Hameeteman, Dr. T.M.
Hamersma, Dr. K.
Hansen, L.F.M.
Hansen, M.J.
Hansen, N.
Harmsen, A.Th.
den
Postbox 44                                 Purmerend
Hartog, H.W.J.
Lichtenberglaan 14              De Meern
Zuilenveldlaan 35ll            Utrecht
Prof.T.Brandsmalaan 7       Vleuten
Dorpsstraat 5                          Vleuten
Hartog, J.W. den
Heijkamp-Minnen, G.
Hi-rschfeldt, N.
Hoogstraten, A.
(Sr.)
.S.
p/a Weth.de Greeflaan 3 Haarzuilens
Brink 15                                     Haarzuilens
Hoogstraten, J.
Hoogstraten, W.
Hordijk, H.C.
Hoveling, F.C.
Huigen, C.
Huigen, J,
Utrechtseweg 9 5                     Vleuten
van Zuijlenstraat 14          De Meern
Rosweydelaan 5                        De Meern
Meerndijk 6                              De Meern
Mauritslaan 35                        De Meern
't Zand 22 a                            Vleuten
Secr.Versteeglaan 1            Vleuten
ten Veldestraat 5                De Meern
Dorpsstraat 7 2                        Vleuten
J, v.Campenplein 178          Rotterdam
Brugakker 1117                        Zeist
Thematerweg 22                        Haarzuilens
Molenstraat 96                       Aarle-Rixtel
van Wanroystraat 15            Vleuten
Meentweg 112                            De Meern
Biltsestraatweg 88              Utrecht
Tiendweg 1                                 Harmeien
't Hoog 7                                   Vleuten
Meentweg 4 2                               De Meern
Dorpsstraat 44                       Vleuten
Burg.v.d.Heidelaan 2          Vleuten
Adm.Helfrichstraat 8          De Meern
Brink 6 a                                   Haarzuilens
Mereveldlaan 87                     De Meern
Rijksstraatweg 82                 De Meern
Schoolstraat 77                     Vleuten
Thematerweg 16 e                   Haarzuilens
Schoolstraat 75                     Vleuten
Zandweg 6 2                                 De Meern
Trompstraat 3                          De Meern
Zandweg 144                               De Meern
Pr.Christinalaan 35            De Meern
Schoolstraat 89                     Vleuten
Jarolinek, Pr.
J.K.
Kapteijn, H.C.
Keijmel, Ph.
Kerkhoven, B.
Kok, A.J.Th.
Kol, C.
Kooijman-de J3raaf, Mw.
Koot, A.W.
Kooten, C.N. van
Korteweg, E.
Leeuwen, L. van
Leeuwenhoek-Tij ssen, Mw,
Lenssinek, Th.A.
Lint, J. van
Maanen, D.T.H.J.M, van
Mandjes, J.W.
Middelweerd, Mr. H.A.C.
Mocking, T.G.J.
Molenbeek, R.A.H.
Mouthaan, L.R.
Nugter, C.G.
Oorschot, A.G.
Oostrom, J.
Oostrom, P.
Oostrum, J.F.
Oostrum, W.J.
van
van
van
Oostveen, G.W.
Oostveen, Mw. J.M.
Oostwaard, A.C.J.
Oskam, K.                                                    Woerdlaan 35                            De Meern
Oskam, Mw. L.                                           Pr.Irenelaan 12                     De Meern
Pauw, T.                                                       Zeilmakerslaan 17                De Meern
Peek, H.                                                       Pr.Beatrixlaan 1                   De Meern
Peek, Th.G.                                               Zandweg 184                              De Meern
Postbus 1001
36
-ocr page 36-
Van het bestuur
pfficiee! orgaan van de
Historische Vereniging                             >
Vletiten, De Meern, Haarzuttens
2e jaargang m. 3, septenr>ber 1982.
Ingeschreven in het verenigingsregtster
;yan de K.v.K. Utrecht e.o. onder nr.
i; 479630.
D a geJij ks _tjest uur:
J. Scfiutte, voorzitter ■ ■ ■ ■-
Zandweg 138, 3454 HA De Meern
tet, 03406 - 3216 ..A^^ffmmimmMim
liV.H, Denekamp, sekt-étarté
Étenhamstraat 5, 3451 BR Vieuten
tel. 03407 - 1948
M, E. J. van Essen, penningmeester/
ié sekretaris
iilauritslaan 17, 3454 XP De Meern
lel. 03406 - 2992
^. J, van Zoeren, vice-voorzitter
itationsstraat 34, 3451 BZ Vleuten
lel. 03407 - 1263
Extra aandacht voor opgravingen
In her Weekblad van 5 okloher kon men lezen da! dit nummer van de Hisloiisehe Vereni-
ging voor een belangrijk deel zou zijn gewijd aan de opgraving op de 'Hoge Woerd' in De
Meern.
Het desbetreffende artikel is echter nogal diepgra vend en heeft dientengevolge een dermate
omvang gekregen dat het onmogelijk werd het al in deze uitgave te plaatsen. Het is echter
de bedoeling dat binnen niet al te lange tijd met de opgravingen zal worden gestart en om de
aktualiteii geen geweld aan te doen is be.sloten het komende nummer van dit blad vervroegd
te laten verschijnen. In verband hiermee verzoeken wij degenen die kopij willen inleveren
dit te doen vóór zaterdag 30 oktober, f Iet redaktie-adres is Léon van Esch. Hindersteinlaan
7 te Vleuten.
Bovenstaande fotocollage geeft een beeld van de opgravingen naar het Meern.se Castellum
op de 'Hoge Woerd' begin 1940.
Erelid 'W§§m!§§^^
Mw. F, van Husen-Wtbbeke, Vleuten
Redaktie-adreS:
Léon van Esch, Hinderstemlaan 7
3451 EV Vleuten
tel. 034O7 - 2871
il-edenadminJstratie: 9mWWWMKmÊ$K
ppgeven van nieuwe leden en mutaties
lij Mw. P, C. de Rooij - Goeswi^!iM>:ïf.:::m
PiZand 1, 3451 GP W^uten^WÊÊÊÊÊÊÊ
iel, 03407 - 1483
denken over de drempel komen dan lukt dat
zeker op korte termijn.
Herdrukken
In ons vorige nummer kondigden wij aan,
dat de nummers 1 en 2 (1981) zouden wor-
den herdrukt. Daarbij is in eerste instantie
een prijs genoemd van f. 5,—. Bij herrekening
van de kosten en afgewogen tegen de belang-
stelling heeft het bestuur de prijs moeten
stellen op f, 7,50 per exemplaar. Herdruk is
nu eenmaal duurder dan drukwerk in grote
The continuing story
Om te beginnen waar we vorige keer zijn ge-
stopt: heeft u een prettige vakantie gehad?
Wij zeker, en dus gaan we er weer met frisse
moed tegenaan!
Op het moment dat deze regels geschreven
worden telt de vereniging 380 leden. De
vaart zit er dus nog steeds in. Nog even en we
zijn de 400 gepasseerd! Als al diegenen die
wel belangstelling hebben getoond, maar
over het lidmaatschap nog even wilden na-
|||||i|ib u t te:
ililli^rliikse kontributie bedraagt voor
il82 mtnfmaal f, 25,00
l^^stabonnementen f. 35,QQ!...:C),gr4aar
!|jiè vereniging heeft rei|iii||i|:bij de
ii&lgende instellingen:
ÜBN - De Meern 55,66.33,040 ^^1111111
WëêB' Vleuten 36,75.17.574 'mKÊê
iiÜG IR O 2,689.200
In dit nummer
pag.
37
38
38
39
40
43
45
48
51
51
52
ilukwer
k: Niek van Kooten,
De Meern
^ö:rnslag:
Peter de Vries,
:;:;;: De Meern
iiiiJiii::!:
lïGerrit-Jan Bel
isLéon van Esch
:;:::|::Peter de Vrie:S
iï;:iÉJiÉi::É|:)i|;it|iiiii§
||ii:;i||||||||||||
Van het bestuur
Aktiviteiten
Schenkingen
Een dorp verandert
Unieke plattegrond van ruïne van kasteel 'De Haar'
Zo verkocht de gemeente zich in de dertiger jaren
De Meern anno 1967
Lood van Eijk; 87 jaar, maar nog iedere week op de markt
Oude uitdrukkingen
Aanvullende ledenlijst
Een Hagepreker.
llliliiu MME Riiiiiiiii
37
-ocr page 37-
aantallen. Bij de bezorging \an deze intga\'e
zullen de bestelde exemplaren wiirden bijge-
leverd. U treft daarbij dan tevens een aceept-
girokaart aan. Nabestelling blijft voorlopig
mogelijk!
Braderie
Op de in augustus j.1. gehouden braderie in
Vleuten was ook onze vereniging aanwezig.
Bij gebrek aan een eigen "kraam" moehten
wij onze intrek nemen in de stand \'an foto-
graaf Hans Nijman. Evenals bij de eerder dit
jaar gehouden braderieën moehten wij o\er
belangstelling niet klagen, .luist in tlit soort
direkte kontakten met het publiek, de inwo-
ners van onze gemeente, merken wij dat onze
aktiviteiten op prijs worden gesteld. Wij er-
varen dit als een goede maatstalOm op de in-
geslagen weg door te gaan.
Met het oog op komende festiviteiten zijn
wij inmiddels doende een kraam in eigen
style te bouwen. Hiermee kunnen wij dan
regelmatiger bij festiviteiten naar buiten tre-
den en u kennis laten nemen van de gesehie-
denis van ons dorp. Dat is immers een van
onze doelstellingen.
Losse nummers
Het bestuur heeft besloten met direkte in-
er tiaii een briefje bij doel niel verniekiing
w ie er allemaal opstaan. Deze foto's hoeven
eeht geen XO jaar oud te zijn..!. 25. M). 40 jaar
geleden is ook al geschiedenis......! De redak-
tie is benieuwd.
tJ krijgt uw bezit uiteraard terug; U kunt re-
ageren bij ons retlaktieadres of bij een van de
bestiunsleden (zie colofon).
Verzamelband
Naar aanleiding van een aantal reakties
m.b.t. de aangekondigde te vervaardigen
verzamelband maakt het bestuur u erop at-
tent, dat de ingehechte bestelkaart het ka-
rakter van een bestelling heeft. Hieruit moet
in de eerste nlaats de belangstelling ervoor
blijken. De verzamelbanden zijn, bij vol-
doende interesse, begin lys."? leverbaar.
Advertenties 1983
Dezer weken begint de redaktie met het op-
maken van een advertentieplan voor de uit-
gaven van 198.^. Wij hebben nu al een wacht-
lijst, dus indien u er weer bij wilt zijn in ons
blad. dat een steeds grotere oplage krijgt,
neem dan zo spoedig mogelijk kontaki op
met onze retlaktie.
.I.S.
gang de prijs \an losse nummers te stellen op
I. 7.50. Hiermee krijgen onze leden een dui-
delijk 1'inancieel voorileel boxen niet-leden.
Archeologisch onderzoek
De plannen \'oor het binnen afzienbare tijd
te verriehten areheologiseh onderzoek in De
Meern beginnen konkrete vormen aan te ne-
men. Een en ander is mede afhankelijk van
de medewerking die onze vereniging en dus
met name onze leden en belangstellenden
hieraan kunnen verlenen. Zie hier\'oor ook
de ingehechte antwoortlkaart. Cieef u op.
dan kunnen wij aan de slag om een planning
te maken.
Oude foto's
Zoals u gemerkt zult hebben putten wij \rij
\aak uit de bekende ansiehtkaartenserie \an
onze dorpen. Dit zijn natiuirlijk leuke foto's,
maar wij zijn er\an (uertuigd. dat er in veel
fotoalbums nog unieke oude foto's te vinden
zijn die een of ander historiseh al dan niet
verdwenen hoekje van Vleuten. De Meern en
Haarzuilens afbeelden. Die zouden wij
in bruikleen willen hebben, zodat wij ze t.z.t.
kunnen publieeren. Ook oude familie- of
uroepsfolo's zijn \an harte welkom, mits u
AKTIVITEITEN
Nu de zomervakanties voorbij zijn starten
wij weer met onze aktiviteiten. Als deze uit-
gave ver.schijnt heeft inmiddels de herverto-
ning plaatsgevonden van de V'leutense
dorpsfilm van Jan Fokker, die een klein jaar
geleden al onder zéér grote belangstelling
werden gedraaid. Wat staat er verder op het
programma....?
Kasteel De Haar
Het bestuur bereidt een excursie naar kasteel
De Haar voor. In een bijzondere rondleiding
zullen gedeelten van het kasteel te bezichti-
gen zijn die bij normale rondleidingen niet
worden getoond. Wij houden U op de hoog-
te. Lees hierover ook De Brug.
Films in de bejaardentehuizen
In het najaar zullen wij in de Zonnewijzer te
De Meern en St. Jozephzorg te Vleuten een
filmavond organiseren. De precieze datum
moet nog met de respektievelijke direkties
worden afgesproken.
Tentoonstellingen
Op 5 en 12 november zullen wij weereen gro-
te tentoonstelling organiseren. Ditmaal zal
het onderwerp oude ambachten zijn. Oude
ambachten met name die in deze omgeving
ooit werden uitgeoefend, of die, zij het in be-
scheiden mate. nu nog worden bedreven.
De eerste tentoonstelling (5 november) vindt
plaats in Vleuten, zoals gebruikelijk in de St.
Willibrordschooi. J.F. Kennedylaan. De
tweede tentoonstelling (op 12 november)
wordt gehouden in de Paus Johannessehool
te De Meern aan de Heemskerklaan. Wij re-
kenen weer op een grote belangstelling. No-
teert U deze data vast in uw agenda ?
Filmavonden in De Meern
.In vervolg op de afgelopen periode zullen
wij dit najaar nog twee filmavonden houden.
Hierbij komen nog niet eerder door ons ver-
toonde films van De Meern aan bod. Houdt
U De Brug en de aanplakbiljetten bij diverse
Meernse winkeliers in de gaten? Onze leden
"van buitenaf" zullen een aparte metletle-
ling krijgen.
Wandeling Craandijk
Zoals reeds eerder werd vermeld komen wij
dit najaar, overigens buiten onze schuld, niet
toe aan de wandeling van Craandijk. Wij
hebben onze planning erop ingericht, dat dit
gebeuren kan plaatsvinden medio mei 1983.
Dia - avond
De samenstelling van een dia-serie over onze
dorpen loopt wat uit, gezien de enorme hoe-
veelheid aan te verwerken materiaal en het
toetsen van het scripl. Wij verwachten begin
volgend jaar ermee klaar te zijn. Mogelijke
presentatie van dit evenement hopen wij te
doen plaatsvinden bij de Algemene Leden-
vergadering in het vroege voorjaar van 198.'!.
Indien u belanf^stelling heeft en bovendien wat
vrije tijd en u wilt ons helpen onze aktiviteiten
verder uit te bouwen, dan bent u van harte wel-
kom. Neem kontakt op met één van onze he-
stuur.sleden. Zij kunnen u er alles van vertel-
len, (zie colofon)
Schenkingen
Ook de afgelopen periode heeft de vereni-
ging weer een aantal schenkingen mogen no-
teren. Er wordt getracht in de toekomst
een permanente tentoonstelling op te zetten
van de schenkingen, zodat iedereen in onze
gemeente zich dan steeds op de .hoogte kan
stellen van de geschiedenis van onze woon-
omgeving.
De vereniging ontving het volgende:
-van mevrouw Beckers-Kerkhoven uit
Utrecht een handgevormde vaas, vermoe-
delijk daterend uit de middeleeuwen;
-van Erik Graafstal uit De Meern een Ro-
meinse wrijfschaal;
-van C. Huigen uit De Meern de eerste uit-
gave 'Meernse Zakenvereniging' (oktober
1955);
-  Van J. Schutte uit De Meern een kollektie
foto's, akten, krantenartikelen etc;
- van B.J. van Vliet uit Alphen aan den Rijn
een kollektie kaarten.
Alle gevers zeggen wij hartelijk dank.
38
-ocr page 38-
Een dorp verandert
De l'oto diL ui) in ons vorige nummer publi-
eeerden werd in bet xoorjaar van 1961 door
Klaas Nanning gemaakt. Toen bij de/e
'raadselprent' aanbood wist hij /elt' nog v\el
vrij nauv\keurig waar hij tijdens de opname
had gestaan, maar niet meer precies boe. De
Meein-kenner .lac. üe Brtiyn verwees bt m
daarom naar Kees \an Bemmel. Kerkstraat
9. Die /OU het wel weten.
En hij wist het; "Dat hoge gebouw is de ach-
terkant \an de Hervmide kerk en dat huis
aan de linkerkant was van Hannes Barten".
Tevreden met de/e inlbrmatie werd de toto
gepubliceerd. mMiieiiud naar reakties.
l'r kwam er één. maar hoe! Henk Brinkhof,
Zandweg 141 was er eens goed \'oor gaan/it-
icii. 1 lij schreef ons:
'7') de rechter hoYcnhock ziel C'de achter-top-
gevel met afscheidiugsmuur van de Ned. Her-
vormde kerk en nog een klem gedeelte van het
I'TT-lelefoongebouw met toegangshekje.
Op het linkergedeelte van deze foto de zijgevel
van de woning in de Kerksteeg die was be-
woond door de familie H. Barten-den Uyl. Zij
zijn verhuisd naai de nieuwe woningen in de
Kerkstraat.
Op de voorgrond onderaan de foto is nog goed
zichtbaar hel toegangspad (achterom) van de
familie Pak en de schoenmakerij van Van
Engelen.
In de rechter bovenhoek zijn de daksporen te
zien van de landbouwmachine-opslagloods
van smederij Pak".
Tot /over /ijn uitgebreide beschrijving van
de foto. Maar hij xertelde ons nog méér'
met de rubriek "een dor[) verandert' wero.
begonnen. Prima /oiets!
Bijgaande nieuwe foto werd rond 1901) ge-
maakt op de Brink in Haarzuilens. Hij toont
de kruideniers/aak en manulakturenwinkel
\an Tinus van Fijk. We willen deze keer zo-
veel mogelijk namen hebben van personen
die op de toto staan.
Reakties als Henk Brinkln)t' /ijn van harte
vvelkt)m!
Filmavond
De Meern
Zoals u ook elders in dit nummer kunt lezen
zal binnenkort weer een filmavond in De
Meern worden gehouden. Vlak voor bet ter
perse gaan van dit nummer werd bekend dat
dit /al zijn op woensdag 20 oktober om 20.00
uur in bet Verenigingsgebouw aan de Zand-
weg.
Aan bod komen dan nog niet eerder ver-
toonde tilms uit de serie Dorpsjoiirnaals.
Ge/ien de overweldigende belangstelling
tijdens de voorgaande vertoningen hebben
we nu de mogelijkheid geschapen vantevo-
ren plaatsen te bespreken. Dit kan op maan-
dag 18 en dinsdag 19 oktober tussen 18.00 en
20.00 uur bij mevrouw P.C. de Rooij. 't Zand
1 m Vleuten, tel. 03407- 1483. De toegangs-
prijs bedraagt voor leden (die één introducé
mogen meenemen) f2.50 per persoon. Niet
leden betalen f 5.00.
"lia de toenmalige Kerksteeg. breedte pim.
3 meter, was het mogelijk te voet of per fiets
langs de tuinderijen van de families Groen-
heijden. Schouten, (iondelach over het pad
langs de Vletsloot de Alendorperweg te herei-
ken. Wanneer het ijs in de winter goed was. re-
den we op de schaatsen de Vletsloot uit, onder
de Alendorperbrug door bij Jan Mandjes en zo
langs diverse tuinderijen naar Vleuten. Dat is
echter wel 45 - 50 jaar geleden".
Deze reaktie beantwoordt nu precies aan
datgene waar de redaklie op hoopte toen
39
-ocr page 39-
"'-*,
Unieke plattegrond van ruïne
van kasteel "De Haar" (2)
In "Wandelingen door Nederland" beslaat
het hoofdstuk "De ruïne van het Huis ter
Haer" bijna 21 bladzijden, met inbegrip van
de hierbij afgebeelde litho van P.A. Schippe-
rus. De beschrijving van de ruïne zelf is ech-
ter niet langer dan zo'n vier pagina's. Het
publiceren van Craandijk's hele verhaal /ou
in het kader van wat ik wil vertellen te ver
toeren. Dat kan eventueel gebeuren wan-
leer "de wandeling van Craandijk" in het
voorjaar van \^%'S wordt gemaakt.
Ik volsta dus met de reprodtiktie van de \'ier
bladzijden over de ruïne.
Litho en plattegrond
Op de toelichting onder de getekende platte-
grond schrijft Craandijk het een en ander
over de litho van Schippcrus. We herhalen
het hieronder, mèt ons commentaar.
"De plaat van Schippcrus i;cc/l de i^cvcls
A-A."
Deze gevels zijn de zuid- en de westgevel en
in het huidige kasteel nog probleemloos
aan te wijzen, hoewel ze wat zijn opgesierd
met extra torentjes.
"üc toren e van den hinncnkant. met de sporen
van den trap a.''
Dit is de vierkante toren die rechts naast
de houten overdekte loopbrug naar het
poortgebouw staat.
"Een i;ezigl in de kamer f (naar ik meen)."
Dat moet dan de "kamer" zijn die links
naast de huidige toegang ligt en die bij de
restauratie, met een verdieping verhoogd,
een trapgevel kreeg.
"Het front met de torens d, e. h met f^czigt op
den traptoren c en den ronden toren van den
zijgevel van den binnenkant van het gebouw.'
Kenners van het kasteel van vroeger weten
dat het oude front rechts om de hoek lag
van wat na de restauratie "het front" is ge-
worden. De huidige vooruitspringende in-
gangstoren is bij de restauratie toege-
voegd. Waar op de vierde afbeelding van
Schipperus tussen de twee ruïneuze torens
het begroeide puin in de gracht is gestort,
ligt nu de al eerder genoemde overdekte
loopbrug naar het poortgebouw.
Plattegrond en beschrijving
Regel 14 van de beschrijving klopt precies
met de bovenste afbeelding van Schipperus.
Wat Craandijk in de volgende regels vertelt
komt aardig overeen met de door hem gete-
kende plattegrond. In de 15e regel van de
tweede bladzijde stapt hij de ruïne binnen.
Blijkbaar lag voor het in de gracht gestorte
puin een door een hek afgesloten dijkje door
de gracht.
Bovenaan bladzijde drie staat te lezen wat
In het juni-nummer van dit blad stond het eerste deel van een artikel van
Klaas B. Nanning over de plattegrond van de ruïne van kasteel 'De Haar'.
Deze plattegrond was in 1877 getekend door dominee J. Craandijk toen
deze, om stof op te doen voor één van zijn boeken 'Wandelingen door
Nederland', de ruïne van kasteel De Haar bezocht. Op deze bladzijden volgt
het tweede deel van het artikel.
^JÜ^-lx-^^iêE-*--
■t
■■;/v:--a^. JL. ^ ^^•w.-/' ^„„•mC'tc-.
40
-ocr page 40-
. if
l!'
-ocr page 41-
"^.-
Craandijk op de plattegrond als eerste no-
teert:
"Bij a meen ik overblijfsels van een trap te
vinden." Na de 1 Ie regel van boven bestijgt
hij "den kunstig gemetselden wendeltrap".
die hij tekent als twee vierkantjes'met sterre-
tjes. In de 22e regel zegt hij: "naast den to-
ren, dien wij beklimmen, is de keuken nog
aan den gootsteen te herkennen". Op de
plattegrond staat: " bij b is in den kelder'
(keuken?) een gootsteen".
Bovenaan bladzijde vier besehrijft hij de
smalle raampjes in de privaten. Op de platte-
grond noteert hij: "Bij g zijn de lichtopenin-
gen in de privaten opmerkelijk."
Unieke plattegrond
Met het bovenstaande meen ik afdoende te
hebben bewezen dat Craandijk zijn zelfge,te-
kende plattegrond met notities zéker heeft
gebruikt voor het opschrijven van de indruk-
ken die hij opdeed bij zijn bezoek aan de
ru'ine van het Huis ter Haer.
En Ik weet inmiddels dat ik een heel unieke
plattegrond van de riiine \an kasteel "De
Haar" in handen heb.
Klaas B. Nanning.
Fragment uit 'Wandelingen door Nederland'
UK lu'iM. VAN iti rri:N.
't if< een ni>tii; en linidclijk plekje, (lat (lorpje Haar Zul-
le ii s, (lat hier Vdor ons lij^t onder de iiiiiirii ViUi dcii lioogen
hurnt , \vii:irii:ni het zijn ontstiiau en zijn opkomst (Uiuktc en
•dien lid in zijn eenvoiidiiic nedeiigheid heeft overleefd. Men niini,
mei u;r:is liei;roci(l plein, door kloeke staiiinieii oiiii-iligd en over-
schaduwd , dnaroinheeii enkele Inirgerwoiiiiigeii en een tuiiie-
lijk riiiine herbeii,', \viiiirt(i(! een paa. groote, seliuren beliooren ,
zieldaar lid dorp, of liever liet fieliuelit. lioveii een der seluiur-
(hikeii steekt liet pannendak van een vierkant torentje uit. Dat
was weleer de kap(d. .Maar aan de eene zijde van liet dorpsplein
rijst (Ie iiiajestiienze riiine uit de xw'v^ bewiisseii graeht. Wij zien
haar van liier in haar' grootsteli oiUvaiig, al vertoont zij zich vaii
hier iiiel in haar sehilderaelitigste gedaante. Indrukwekkend zijn
de strenge lijnen \aii de nog nagenoeg geheel gespaard(! biiiten-
iniiren van het lioofdgehoiiw , van de beide ronde torens en den
lioDgen gevelninur, di(! zich nog boven de met gras en mos be-
groeide steenmassa verheft, 't Kust onzer verbeelding weinig moeite,
liet zware dak weer te plaatsen op het huis en do aehtlioekige
spitsen op de torens en het trutselie gesticht weer te zien in den
toestand, waarin het zich van hier moet hebben vertoond, eer
het aan een langzaam verval werd ten prooi gelaten. \Vij mer-
ken daarbij op, dat de muur boven de vciist(n-s der tweede ver-
dieping iianinerkelijk iiiiuder dik is. Wij zien in de hoeken, die
de torens niet den buitenwand vormen , een paar deuropeiiiiigcii,
op dit smalle terras uitkomend en wij ontdekken beneden de
hoogste raaingatcu do gleuven , waarin eens balken hebben ge-
rust. Dat wijst ons op (!Oii galerij, die rondom het huis liep, en
die inderdaad of) de nog bestaande afbeeldingen van het slot in
zijn' welstand (iok is te zien. Die galerij, zonder twijfel tot ver-
dediging van het kasteel bestemd, geeft aaii het huis iets eigen-
aardigs, iets geheel eenigs wclligt, eu ook in dit opzigt verdient
de ru'ine de opmerkzaamheid onzer bouwkundigen. Van den kant,
waar vroeger de ingang was, heeft het gebouw meer geleden.
Het schilderachtige van den vorm heeft er door gewonnen; maar
hier moet de afbeelding aan de verbeelding te hulp komen. Een
"H I.NCA.Ni; \VN hl/r M.DT.
vierkante toren , nog in vrij goeden staat . springt \-(ior het front
\()oniit. Het overblijfsel van een" tweeden toren . wiens iiniiirwerk
in gelijke lijn met den lioofdniunr blijft, is door een' lagen niiiiir
aan een' niet zeer hoogeii , maar dikken en zwaren ronden toren
verbonden, die den X. O. hoek dekt. 'riisseheii hnAi'. vierkante
torens leidt thans een begroeid dijkje binnen de niine. Daar was
eens de gewelfde ])Oort, waartoe een vaste brug op steenen bo-
gen vnii het vuiiiie voorplein voerde. De galerij , door den ron-
den toren aan den \V'estelijkeii gevel een oogenhlik afgebroken,
liej) tot den eersti^n toren aan den voorgevel door. \ an den
voorburgt is niet meer, dan een enkel muurbrok over. Toen het
slot nog de woonplaats \vas van een adellijk gezin , stonden hier
de stallen, en kunstig aangelegde plantagieii moeten liet destijds
hebben (miringd.
Laat ons, na den blik op 't uitwendige te lu'bben geworpen,
ook het inwendige l)ezoek(ni. De kastelein in de herberg heeft
den sleut(d van het liiniten lu^k , dat i.\v\\ \()orbnrgt afsluit. Wij
zouden haast vermoeden , dat hel dijkje, of, wilt gij , de glooijeiide
pniiilioop, (li(,' ons naar het binnenplein tusselien de Ncrvallen
slotgebonweii br(.'ngt , van nog niet veel jaren dagtcekeiit. \\-
tliaiis, de plaat door (,'lirist vikm' KobiiU'' van der Aas „Oiid-
Xederland in burg ten en kast cel en" geteekend, geeft
den ingang te zien, onmiddelijk o]>rijzend uit de giaelit , m wier
helder wati^r de koeijen jilassen en die dus zeer ondiep moet zijn
geweest. Is die afbeelding juist , dan was destijds de ruïne niet
ve(!l iiiinder dan (nigenaakliaar, tenzij men t zieli getroostte,
door de gracht te waden en voorts tegen de steile mnurbrokken
op t(^ khnitereii. Zouden wij ons daardoor wclligt niet heliben
laten afschrikken, welkom is 't ons nielteniin, dat het ons thans
gemakkelijker is gemaakt. Wij zijn op het binnenplein, een ver-
ward(^ begro(;id(! lioo|i puin, uaaroinlieen aan den W. en Z. kant
de hooge muren nog oprijzen, en vanwaar wij in de nog ten deele
gespaarde vertrekken i^n kelder kunnen doordringen. \aii den
N. W. liiK^k van liet huis is alleen nog de huiienniuiir met
zijne diepe raainopeniiigen over, en de toren naast de pomi , lioe-
IN lli: lüINK.
wel. noi; in zijn innren staande, is ontoegankelijk geworden door
hel wegvallen van den trap, waarvan de sporen nog te zien zijn,
terwijl de vorm en hoogte van liet dak op dit gedeelte Avx hof-
stad tegen den torenmniir is na te gaan. Maar de beide zalen
en (Ie daaraan grenzende vertrekken in het hoofdgebouw zijn nog
in tamelijk goeden staat (ai althans duidelijk genoeg t(! herken-
nen. De hooge vierkante toren , die op het plein v(Kjr het hoofd-
gebouw oprees, en Avaariii de grootc trap was aaiigebragt, is groo-
tendecls vm'vallen, en de ronde toren in den Z. O. hoek had geen"
'afzonderlijken opgang. \\ ij kunnen hier dus niet naar boven
kliiunien. Maar de fraaije toren aan den W'. gevel staat nog iu
zijn geheel en uit zijn" gewclfden kelder kiiimeii Avij den kunstig
genietselden wenteltrap bestijgen, die ons wel niet naar den to]),
maar althans op het gewelf der derde verdie])iiig brengt , en zidf's
nog iets liooger, maar dan moeten wij terug, want de houten
zolderingen daar boven zijn verdwenen. Het metselwerk \aii het
bovenste gedeelte van den toren heeft het eigenaardige, dat hei
niet massief is, maar van binnen ter dikte van 1^ steen niet
openingen of kastjes is ingewerkt.
Ruime, in elkander loopcnde kelders str(d<ken zich onder het
gansche gebouw uit. Naast den toren, dien wij beklininien . is
de keuken nog aan den gootsteen te herkeniieii, en van het puin ,
dat het binnenplein vult, kunnen wij afdalen in het sterke ge-
welf van den lagen tm-eii, die het front heeft gedekt en den
Oostmimr bestreek. Wat eens ter versiering van het slot was aan-
42
-ocr page 42-
gcl)i'njit , is verloren, maar dm hel i'en sterk kasleel is "i-eweest ,        midi- liiM \vciiiireseliiil uil ile \er iiils|)iiiii;i'iiile hireiis \vas i;-e(lekt.
(lat kan de l)()\i\\\al ikii; overvloedig i)e\vii/:eii. 't Was blijkliaar        Kou de liinut nl/oo een wel \ersterkl kasleel gi'iinenid worden,
niet .alleen bestemd om een gfoote en gefiel'eliike woniiii; \(ioi'        en liood liet ininile n'eiioeL; \oor i'en aantal wapeiikneehten . liet
een edelman en zijn ge/.in te zijn, maar liet moest ook een         liiMHIe ook de noodde /alen (ii veriickken \oor den linrgllieer
vijandelijketi aanval kilniKni weerstaan. Da.arloe werden de mnreii         met zipi gezin r\\ zijn dienaars, lai toen de man. die l.aler als
dei' benedenverdieping ter dikte van 1.4(1 M. geiuelseld; daartoe        de wakken' \ei'dediger \;in Leiden en als de eeiste eurator der
werden nevens de vensters holten aaiigebriigt , waarin de houten         nieimc lioogesehool , ;ils nilsiekcaid geleei-ih en sniaak\ol diehler ,
balk ter sluiting van de luiken werd vastgewt : daartoe werden        een w i'l \ <i-(beiiden roem zou \ i'iw c'r\ en . to( n •lonkheer .1 o h a ii
de kleine gleuven in deii munr. die als lielitojieuiiitreii en nis        \an der Does in l.'ilil liiir op het hooge huis ter Maar met
kijk- en schietgaten tevens kondeii dienen, iu sciniine rigtiu"         L\sb<'tli \an Ziiylen huwde, toen ontbiiiken ei- zeker de kamers
niet, waar de vrienden en muiren mui den edi'len brindi'Uom de
^MMI I I \c, \ W ....., v^i I IJ .                                                                                                                                                            ■ ^ •
gastvrijheid \,aii lieer Dirk \aii Ziivlen konden gemeten. Deels
geplaalsL: daarioe ook in de pri\-,alen a.-ni den O. ge\el de smalle       zijn zij nog in het hoofdgebouw gesp.a.ard . deels is hun ligging
raampjes zoo geinaaJKi . dal geen pijl of kogel iLa.'irdooi' kon bin-        en omvanir nog genoegzaam ti' herkennen tiisselien de hooge
neiidringen. Daartoe ook de gahaii. waaruit hi-l ïiekliinmeii van        niuri-n . die hel binnenplein omrimcen. en wal \an het huis nog
''•' iiiiii'i'ii kon worden \eiihnderd. teri\ijl ook ov"rigens lan^s       i'ver is geliiigi mui den rijkdom \an den edelman, die 'l aldus
den gansehen (Untrek \aii hel gebouw geen enkel punt was, dat        weer nit zijn puineii liei'fl opgebouwd.
Zo verkocht de  gemeente
zich in de dertiger jaren
In 1937 verscheen bij N.V. Drukkerij v.h.     Het boek.op prima kunstdrukpapier uitgege-
L.E. Bosch en Zoon te Utrecht het boek    ven, maar in een slappe omslag gestoken,
"Utrecht, Sticht en Stad", met als ondertitel    telde 152 pagina's. Iets meer dan 2 bladzij-
"propaganda-uitgave met medewerking en    den werden gewijd aan "Vleuten-De Meern-
instemming van verschillende gemeenten en     Haarzuilens",tóen al onder één noemer ge-
VVV's".                                                                        bracht. We reproduceren hierbij die ruim
Dat "propaganda-uitgave" was in de meest    twee bladzijden,inclusief de halve bladzijde
letterlijke zin waar.Omringd door honderden     advertenties.
advertenties en foto's maakten tientallen    We verbazen ons erover hoe burgemeester
burgemeesters en gezaghebbende lieden    Verder in zó weinig tekst, met zóveel charme
zich op om de lof te zingen over hun stad of    de historie van de drie dorpen wist te vertel-
dorp.                                                                             len.
VLEUTEN - DE MEERN - HAARZUILENS
TAe \i'cciii(leliiig. de 1'I iiadit eiinnr. trekt iiiccstiil voor
-*--' (Uitspnimiiig iinnr bel Oostelijk deel dei- provincie,
naar de liosscbcii.
Wil iiicii cclitcr eens wei-ki lijk genieten van bet landelijk
leven. \aii riiinic uit/.iclit en en groene vlakten met gra-
zend \ cc. het eiditc I lollandsidn laiidscdiap. dan niake
iiien eens een uitstapje naar \ leiilcii en Ilaarziiileiis.
In (Ie eerste ceinv na Christus vindt men Vleuten ge-
noemd als Fletio. vvaarliccn ccii der Romcinsehe IcgcT-
crj.sU! trok en verblijf lii(dd aan de Mcern op de Woerd.
\ olirciis nn oude i'ciskaart van Antonius hifj reeds in de
U ce;iv\ hier een Romcinsehc liecrbaan.
De naam Ilaar/uilens vindt zijn ontstaan ais de „Haar",
boven de omgeving verlicvcn plaats, der van „Zuyieiis".
De naam van Zu\ len zou zijn oors[)ro]ig viudeii in Coloiiiia.
.Viitoiiius C'olonna, door Nero uit Rome verbannen, kwam
naar onze 13atavieren en stielittt: in het jaar Có onzer tijd-
,1. A. \ri.lci. liuijieie.ee,!
\ an \ l( Ml (tl (11 I lii:ir/iul(
43
-ocr page 43-
VESTIGT U in de GEMEENTE VLEUTEN. Mooi Tuindorp
bekend door zijn kweekerijen van druiven en tomaten. Landhuisjes en wonmgen voor iedere bem-s.
Waterleiding, eleetriseh' lieht en gas
                          In lo minuten per spoor of autobus naar Utrecht
Inlichtingen ter gemeente-secretarie te Vleuten
JUIST! HIER IS HET ADRES VOOR:
Ma ini'Mi'.uswAin- \, i\i)i-|-ii:, Tiii-i', m akc, xkixi-;, comi:
-iiui i:s, coNsi'KN i:n, \\ijm:\, mki:' ki-,.\. mm()\\i)i-:s
c .>k AMi huis hiuuiMi en bo/or^eu.           l'ni^^ i mraiit .'|) a,Mi\r,iau
-Ui ,1- x.M.rUaiiilon.                                                                  Aanhi \rlrii(l.
GEBR. VAN EIJK, Haaroad 48, Vleuten - Tel. 264
H. G. VAN OJEN - VLEUTEN
DORPSTRAAT lOO-lOI
RIJWIELEN         MOTOREN         RADIO
= REPARATIE INRICHTING =
Dagelijksche Auto-Besteldienst H. GOES
Vleuten - Haarzuilens
Bestelhuizen:].v. 't Hoog, v.h. Café „De Luifel". Paardcvfid.
Tel. 10696 en 14214. „UtrechtschBodehuis", Visscherspi.o,
Tel. 16249 en H. J. Heiweg, Mariaplaats 50, Tel. 10456 en
14300.
                                     Standplaats: Expeditie-terrein.
Vertrek: Dagelijks 5 uur n.m.           Zaterdag 3 uur n.m.
Onderlinge Brandverzekering
VLEUTEN, HAARZUILENS en OMSTREKEN
VLEIITKN, STATIONSSTRAAT A 246
cn>(;i';n. mos
Bijzonder lage tarieven
Café - Restaurant
„Het
Wapen van
Haarzu
ilen"
Wed.
M. A. VERSTEEG
IMilM \
(ONSlj.Ml'TU
HII,LI.IKI-:
I'UI.IZIOX
dunst iu uclt'^i*
'11 in
ie finnutidclIijUc in
)>iilK
i<l
\ an iu't Kast
cl ,.
11 A A U Z l 1 1,
K X
-
Kaarten
verkrijgbaar
voor
de bezichtiging
van
het
park.
Coöp. Boerenleenbank te Haarzuilens
Kantoor: Vleuten, Stationsstraat 246E
TELEFOON 255
(11 frrociitcii. Ilct is ('cii werkelijke ontspanning daariieeii
te trekken. Laiijjs de liloeii'lide boiijrerds, wt'ike voor <le
Uetiiwe niet cniderdoen.
Wij \(ielen hier de rust \iiii liet landelijk'' leven. De
natuur in al hare \\erkelijke seliooiilieid spreidt /.ieli hier
ten toiiii. \(il al'w isselinir i-n lionte klenrsehakeeriiiu'. Sehil-
deraelitifi'e landhuisjes lusseliiai kassen en j^oed \cr/.urffde
tuinen.
(iaat men (ivcr Ondviirijii, y.oo zien wij een scIkkhi deel
\"an A'leuteii, het d(irp De ^L-ern, beginnend hij Hni/.e
Voiirn, de fraaie buitenplaats \oorbij .,0(ig in al".
Dit'landgoed heeft een grijs verleden. In 1275 wordt
het reeds genoemd.
N'leiitfii - Hurjrcinccsf('fswoTiin^
".•ekening de stad Antonia. later Utrec'hl.
^ an de riilderhofsteden. welke \ roeger bestonden, is
slechts de naam oxcrgebleveii.
Het \erniaarde Kasteel de Haar te Ilaarzihleiis en de
Hanitoren te Vleuten zijn nog daar. om de lierimieriiigen
aan het voorgeslacht tv doen' voortle\en.
Langs twee goede wegiai kan iiuai ie \'lent<n komen.
Langs den \'leutenschen Weg \aiial' de t'atliarijiiebrng te
Utrecht en langs den lyeidseheii \\ eg o\ er Ondenrijn.
Den Vleiitenschen Weg volgend, komt men door het
Ltrcchtsche AVestland, de iuinbouwstreck der provincie 2^-':i
lUTCcht. Hier vindt men de cultures van drniven. tomaten
\ I, ui. il l).irps:,ti:nl', N.Z
4.1
-ocr page 44-
Utenliam" vertelt ons nog veel daarxan. De llani werd
driemaal \crwoest.
Als herboren uit zijn ouden luister prijkt legeuoxcr
den Handoreii het vermaarde' Kasteel de Haar. dateerend
uit de r_\' i'cuw. gesticht iu 1 !(>•_' door (iodsclialk \au
Woerden. In 1 t-.'};) ging de Haar o\er in liet geslacht der
Heeren \an Zuijlcn, omdat Steven \aii Ziiijlen \au Nije-
velt huwde met .Jonkvroiiwe .Josiiia \an de Haar. In 1 IHU
werd het \ erwoest door de ki'ijgslieden \an den iiisschop
\i\\\ Utrecht. In 107."5 werd het nogmaals xci-wocst door de
soldati'ii win Lodewijk XI\', die de kelders gebi-uiklen
voor de krijgsgexangenen.
\a 1700 geraakte het in \crval. In ISül begint de
herbouw onder Dr. .1. Th. C'uijpers, iu sanicin\crking met
Jlir. V. de Stuers.
Wat men hier ziit. oiitniuet meu weinig in den lande.
Kr omheen een j)ai'k \an '200 H..V. fraaie bosehparl ijeii
.en prachtige lanen.
Inwendig niet te beschrijxen. De Hall is op zulke seint le-
rende xvijze door de eerste kunstenaars \an binnen- en
buitenland verzorgd, dat alleen herhaalde bezoeken ecu
juiste waardeering kunnen brengen.
tJobclins van niillioeiieu-waarde xcrsiereu de .Salie des
fêtes. De eetzaal met zijn ,,Vlaamsclie Kermis" xan
Teniers is een juweeltje.
Zoo zoude ik kunnen dooi'gaan.
De naam van Ktienne J5aron \aii Zuijlcn \au Nijcxclt
van de Haar, de in 1'XH ontslapeji slolhcer, zal onxcr-
getclijk hieraan \(rbonden zijn.
Het (uide dorp Haarzuilens lag voorliecn nabij de ruïne
van het Kasteel. Het thans bestaande dorp werd geheel
nieuw aangelegd en met wallen omgexcn. De Uriiik. lui
fraaie dorpspleintje, is een sieraad der gemecnle. Zoo lub
ik in ccnige regelen doen kennen, welke bete<kenis X'lculeii
en Haarzuilens innemen in hel landelijk schoon der Pro-
vincie Utrecht.
Moge het eeiie aansjioring zijn voor velen, eens daar
heen te gaan.
.1. A. VilRDi'.u, IJurgemeesler.
De stille zijde \t)lgend en het druk doorgaand verkeer
ontwijkend, heel't ineji een uitstapje \()1 sehoone afwisseling
langs den Ouden Kijn.
In Vleuten vindt men op het Dorpsplein den ouden
(H-nieentetoren, wiens restauratie hijna voltooid is en
welke een sieraad van de (ienieente geworden is. Tot 1830
was hij verbonden met het nabijgelegen Kerkgebouw (k'r
Ned. Ilerv. Gemeente. Zij was iji 18;Sü te groot en werd
daarom geseheiden van den toren. De toren is gebouwd
in de dertiende eeuw, de zijvleugels in de vijl'tieiule eeuw.
De kerk is in den beeldenstorm v<riueld, dv beelden der
]'-' Apostelen verbrijzeld. Hofdijk sehrijft daarover: ..In
1567 omstreeks St. Mareus, viel het volk van lirederode
over het weerlooze dorp heen, vernielde kerk en altaren.
Hendrik Willemsen van Seijvelt. van 15(i,) tot IGll
jiastoor, bleef trouw op zijn post."
I)t' Mt'cin - Get'i\ii{'t
Ii\ Uil O was predikant te Vleuten de bekende diehter
nit dien tijd Dirk llafaelsz. Camphuizen.
Even buiten Vleuten, in de riehtiug van den Parkweg,
ziet nu'u nog een ouden vierkanten toren, den Hamtoren,
uit de l'Je eeuw. Van l)imien enkele groote vierkaidc
rtiimten. Weinig is van de voormalige glorie \an deze
llidderhofstad overgebleven. De Historische ronuin ,,.Tan
De Meern anno 1967
Bij de hoek Laan 1954/Mereveldlaan is het gebouwtje van de riool-
waterzuivering duidelijk herkenbaar. Iets hoger staan nog twee
noodschooltjes. Er is net gestart met de bouw van de Centrum-
school die, evenals de Prins Willem Alexanderschool (net niet
zichtbaar), het jaar daarop in gebruik zal worden genomen. Van
het winkelcentrum is nog geen sprake. Daar kan het publiek pas in
maart 1971 terecht.
Ook naast het postkantoor aan de Oranjelaan ligt nog grasland
waarop later een parkeerterrein. De Schalm en de muziekschool/
bibliotheek (oktober 1974 gereed) zullen komen. Onbebouwd
is ook nog de grond tegenover de hoek Mereveldlaan/Past. Boe-
lenslaan. Hier zal de r.k.mavo-school Oudenrijn in 1969 haar
poorten openen.
De Laan 1954 heeft nog geen direkte verbinding met de Meerndijk,
de Oranjelaan middels een bruggetje. De aanpassing van deze we-
gen zou niet lang meer op zich laten wachten.
Op de volgende twee pagina's drukken wij een luchtfoto van De
Meern af die op 23 september 1967 door Klaas Nanning uit Vleuten
werd genomen. In het midden onderaan zien we de Meerndijk, toen
nog met een doorgang (later verdwenen) naar de parallelweg.
Links van dit gedeelte Meerndijk ligt nog een heel stuk grond
braak dat niet lang meer onbebouwd zal blijven. De straten (Ten
Veldestraat en Marelaan met daartussen de Van Montfoortstraat
zijn al in gereedheid gebracht. Met ingang van het schooljaar
1968/1969 werd de Paus Johannes-school aan de Van Heemskerk-
laan in gebruik genomen. In 1969 volgden de Apollo 11-school en
het gymnastieklokaal aan de Ten Veldestraat. Ook de westelijke
/^ijde van de Marelaan is nog slechts weiland.
Vlak achter de bebouwing rechts van de Meerndijk is het water
Achtkanten Molenvliet zichtbaar, dat nu langs de achterzijde van
de Mereveldlaan loopt. Dan volgt het al volledig aangelegde stra-
tenplan van de nieuwbouwwijk die nog zal verrijzen. Met de bouw
van de eerste woningen was men toen net begonnen.
45
-ocr page 45-
^ ' ,..... »i i
I ""a iSsr ~^. in-- *^ *5^''
'""',-,•*; ^
É»
«'^''^^
•^--^^
^=
^'ii'siMmm
-ocr page 46-
-ocr page 47-
Lood van Eijk; 87 jaar maar
nog iedere week op de markt.
De heer Van Eijk werd op 28 december 1894 in de ouderlijke woning aan het
Haarpad in Vleuten geboren. Hoewel officieel Lodewijk geheten is deze naam
slechts zelden gebruikt. In Vleuten en omliggende dorpen kende en kent men
hem als Lood van Eijk, de olieboer. Nog steeds, hoewel hij dit bedrijf vlak na de
oorlog over deed aan zoon Lodewijk die nu nog samen met zijn zoon de oliehan-
del aan de Schoolstraat voert.
Lood van Eijk hield zich nadien hoofdzake-
lijk bezig met de handel in kippen, konijnen
en kalfjes en de slacht van het kleine vee. Dat
is namelijk altijd zijn grote hobby geweest en
hij was er de man niet naar hier alleen maar
over te dromen.
'Het is hardstikke mooi werk en ik mag het
graag doen,' zegt hij met een stem die liefde
voor dit vak verraadt. De gedachte dat
iemand het breken van een konijnenek en
het vervolgens afstropen van het beestje als
een plezierige bezigheid beschrijft zal som-
migen macaber voorkomen, maar zoiets
moet genuanceerd worden gezien. Een sla-
ger doet in feite per slot van rekening precies
hetzelfde en we nemen het hem ook niet
kwalijk wanneer hij goed gehumeurd flui-
Bekende
dorpsgenoten
door Gerrit Jan Bel
kunnen gaan. Daarbij kwam de hele omtrek
aan bod. Zo werd De Meern op maandag
met de oliekar bezocht en Vleuten en Haar-
zuilens op dinsdag. Woensdags gingen ze
naar Maarssenbroek en de Utrechtsewcg en
op donderdag naar Harmeien. De andere
dagen werd er niet gevent.
Dat hield uiteraard niet in dat de benen de
hele dag op tafel werden gelegd, want er was
genoeg te doen. Zaterdags togen vader en
7.oon naarde markt in Utrecht. Op de Maria-
plaats werden kippen en geiten verhandeld
de kalveren en koeien op Vreeburg.
Uitgebreid venten
Tijdens het venten moet men niet schichtig
van de ene naar de andere kant vliegen. Het
is een gebeuren waarvoor tijd dient te wor-
den uitgetrokken, want een babbeltje met de
afnemers hoort er toch bij.
Lood vatte zijn taak ook op die manier op.
Vooral wanneer hij bij een boer kwam die
bijvoorbeeld kippen te verkopen had, zo
weet zijn zoon die later samen met hem op
pad ging. 'Dan duurde het soms wel 2 uur
voor we verder gingen, want voor de handel
vergat 'ie de olie. De olie was om het nodige
geld te verdienen, maar de handel en de
slacht waren zijn leven.'
Een venttocht naar Harmeien zag er ge-
woonlijk als volgt uit. De eerste stop werd
gemaakt bij de Korenmolen aan de Louw-
brug (ongeveer het punt op de Rijksstraat-
weg waar nu de aansluiting van de Europa-
weg zich bevindt) om daar bij Oude Wan-
sink koffie te drinken en voer te bestellen
voor paard, kippen en konijnen. Bij café
Stelling in Harmeien werd het paard uitge-
spannen en gevoerd, terwijl ook vader en
zoon wat gingen eten.
Tegenover het café woonde slager Willem
van Vliet. Als die in de gaten kreeg dat de
maaltijd was beëindigd kwam hij vaak vra-
gen of Lood hem behulpzaam kon zijn bij
het slachten van een koe. Om twee uur. half
drie ging de tocht dan weer verder via üe
Rijksstraatweg, de Putkop en de Breudijk
naar café Kortjak. Onder het genot van een
borreltje werden hier een paar boompjes ge-
kaart en daarna ging het rond negen uur,
half tien op huis aan. In vliegend galop vaak,
want de hit rook stal.
4 Generaties olieboer
Olieboer dus, al vier generaties lang. Op het
ogenblik zijn de Van Eijk's de enigen in de
wijde omtrek die zich hiermee bezig houden,
maar vroeger had ieder gezin olie nodig en
waren er dus meer handelaren.
'In de oorlogsjaren '14 -'18 en'40-'45 stond
het stil, want toen was de olie op de bon of
niet te krijgen.'
- Wat deed u dan in die tijd ?
- In de oorlogsjaren ? Nou, niet veel goeds,
ha, ha. Maar ik kwam wel aan de kost hoor.
Dan slachtte ik weereen varken of een kalf.
Slachten heb ik van jongs af aan al gedaan.
Je kocht geitjes voor een dubbeltje of
twaalfeneenhalve cent en als je die had af-
gestroopt kreeg je voor het vel een kwartje.
Dat was dus leuk verdiend.
- Het lijkt me nog wel eens een werk. Neem
nou een kip. Voor een paar gulden koopje
er een, helemaal kaal. Maar er zitten toch
weet ik hoeveel veren aan zo'n beest. Dat
moet toch een karwei van jewelste zijn. Hoe
krijg je ze er af ?
- Jij hebt nog nooit een kip geslacht, dat
merk ik wel. Zodra hij dood is strijkje zo
die veren er af. Die zitten helemaal los.
Maar je moet niet eerst 2 of 3 minuten
wachten, want dan trekt het vel samen en
dan lukt het niet meer. Ze moeten al hele-
maal schoon zijn als ze nog in de handen
spartelen.
- Gaat dat bij konijnen ook zo vlug ?
tend enkele lichaamsresten van een varken
voor ons inpakt, die we 's avonds met ple-
zier opeten, want we houden van karbona-
des.
Handelsbloed
Dat handelsbloed heeft de heer Van Eijk niet
van een vreemde. Zijn grootvader was grut-
ter en bezocht zijn klanten in Vleuten huis
aan huis, waarbij hij zijn waren in manden
aan een juk met zich meevoerde. Vader Van
Eijk was al olieboer en ook hij handelde in
en slachtte kippen, konijnen, kalfjes e.d.
Toen hij elf jaar oud was ging Lood van
school af om samen met zijn vader op pad te
48
-ocr page 48-
-.Ia. dacht je dat 7
En dus staakte Lood van Eijk officieel zijn
aktiviteiten en ging hier officieus mee door.
want een mens moet toch wat, metwaar 7
Niet alleen met de slacht van kippen en ko-
nijnen, maar ook met allerhande andere za-
ken die hij al jaren deed nadat hij na de oor-
log de oliehandel aan zijn zoon had overge-
daan. Zo ving hij op verzoek van boeren rat-
ten, mollen of bunzings. waarvan de huiden
hem ook vaak nog een centje opleverden.
Daarnaast was hij het adres voor vodden en
oud papier en ijzer. Niet zelden was de bak-
fiets zo hoog opgeladen dat hij geen zicht
meer had en vrijwel op goed geluk z'n weg
naar huis zocht. Een apart handeltje vorm-
den oude fietsen. Die werden samen met de
melkboer Jan Vermeulen weer opgeknapt en
verkocht.
Wonen in de Schoolstraat
Niet lang nadat hij was getrouwd ging Van
Eijk in de Schoolstraat wonen. Eerst had hij
vooraan een stukje land gekocht van me-
vrouw Vijn Dijk van het café Het Oude
Raadhuis. De gemeente gaf hem echter wel
toestemming om hier een huis met een
schuur op te bouwen, maar in die schuur
mochten dan geen ramen of elektrisch licht
komen. Dit omdat de grond binnen de be-
bouwde kom lag en er in verband met de
oliehandel extra kans op brandgevaar zou
zijn.
Men kan niet zeggen dat Lood van Eijk lang
Konijnen en zo, die mocht je wel thuis
slachten. Maar later kwamen ook daar
weer voorschriften voor; betegelde ruimte,
een koelkast enz. Op een gegeven moment
heb ik kontrole gehad van mensen van de
warenwet. Ze vroegen hoe lang of ik dat al
deed, kippen slachten. Ik zcg:'Van m'n elf-
de jaar af. En een paar dagen later zou ik
65 worden. Het is dat ik verraden was door
iemand, anders hadden ze nog niets van
m'n bestaan af geweten. Dat bleek ook
wel, want die man zei: 'Ik begrijp het niet.
We hebben nognooiteen advertentie van je
in de krant zien staan.' Ik zeg: 'Ik hoef niet
te adverteren, de mensen komen toch wel.'
We stonden in de schuur en opeens vroeg
hij wat ik achter het schot had. Toen schrok
ik wel een beetje, want daar lagen 24 grote
kalkoenen die ik voor de kerst had geslacht
en er hingen 23 konijnen aan de lijn. Hij
trok de deur open en.liep er zo tegen aan.
Maar het zag er allemaal piekfijn uit, daar
kreeg ik nog een kompliment voor. Toch
moest ik alles aanpassen en daar gaven ze
me tot de zomer de tijd voor. Toen ze het
jaar daarop langs kwamen was er nog niets
gebeurd. 'Ik heb er nog eens over nage-
dacht', zei ik. 'Dat verbouwen kost 5000
gulden. Eer ik dat heb terugverdiend kan ik
een poosje goed bikken. Ik schei er mee uit.
- Toen bent u er dus mee opgehouden ?
o ja. ik hebeen tijd gehad dat ik er zeven in
een uur deed. Dan waren ze helemaal opge-
maakt en wel. Daar had ik helemaal geen
moeite mee.
U handelde ook in nuchtere kalveren. U
hield zelf bij waar wat werd geboren ?
-  Ia. Ik stond dan half vier op en ging met de
hondenkar de buurt door om te kijken
waareen kalf was geboren. Als de boer nog
in bed lag keek je in de schuur en was er wat
dan wachtte je op hem. De kalveren bracht
ik later naar de markt in Utrecht.
'Er mag zoveel niet'
- U mocht alleen pluimvee en dergelijke
slachten, geen kalveren ?
• Nee, dat mocht niet. Maar ik deed het wel.
Als ik op een dag zo'n 5 of 6 van die kalf-
jes had, bracht ik ze thuis, spande drie an-
dere honden voor de kar en ging venten.
Wanneer ik thuis kwam ging ik eerst wat
bikken en daarna slachtte ik ze in de schuur
De kalfjes kostten indertijd een rijksdaal-
der, maar die huidjes leverden toen ook
nog een gulden of een daalder op, dus met
5 of 6 van die beestjes had je al gauw een
half weekgeld verdiend. Dat mocht niet,
zelf slachten, maar ja, je mag zoveel niet.
Lood van Eijk met zijn oliekar voor de kapperszaak van Roos (nu de bloemenwinkel op de past.
Ohllaan. Rechts rijksveldwachter Jan Paul. De foto dateert uit de dertiger jaren.
49
-ocr page 49-
«'■^.
bij de pakken neer zat toen dit bericht hem
bereikte. Om kwart voor twaalf had de post
hem de brief met deze tijding gebracht en
nog geen kwartier later stond het bord Te
Koop al op het land. Binnen een paar dagen
was de grond verkocht aan Dirk Middel-
koop. Vervolgens kocht Van Eijk een paar
honderd meter verderop (dat viel toen net
buiten de bebouwde kom) een stuk land
voor f. 5000,—. De helft hiervan (daar waar
nu de Simca-garage staat) werd later aan
Dirk Loenen verkocht. 'Ik zei: Dirk. ik wou
er niet op verliezen. Voor 5000 gulden mag je
het hebben. Maar hij wou nooit meer geven
dan vierduizend hoewel hij er toch regel-
matig op terugkwam omdat hij het toch echt
wilde kopen. Op een gegeven moment zaten
we in het café en toen hij een paar borreltjes
op had zei 'ie: 'Lood, verkoop mij die grond
nou. Ik geef je er f. 4500.- voor.' Dat staat
zei ik. want dan moetje happen. Hij had er
later wel pijn van in z'n buik, ja.
'Het eerste stukje voor weinig
geld'
Een handelsman dus, die ook niet te beroerd
was om anderen van zakelijk advies te voor-
zien. Het land tegenover zijn huis was in het
bezit van Kees Boereboom, een poèlier met
een zaak in Utrecht. Op de grond aan de
SÏImBoofn flmilie Vil Eijk
Schoolstraat had hij een grote kippenren en
mesthokken voor hanen neegezet. Jarenlang
slachtte Lood van Eijk iedere week 300 jonge
hanen en 200 kippen voor hem, maar later
wilde Kees Boereboom de grond verkopen.
Hij vroeg aan Van Eijk hoe hij dat het beste
kon doen. 'Het eerste stukje voor weinig
geld. Dan komen ze vanzelf wel.' zei deze.
Dat gebeurde en de beste slag werd op die
manier geslagen door Gocs die er ;wee hui-
zen en de garage op bouwde. Da:irna volg-
den Van Rijn, Van Geelen, Staal, v'ogelaar
en Oostrom. 'Gocs kreeg het vooreen rijks-
daalder de meter, de volgende betaalde vier
gulden en /o ging het van lieverlee omhoog.
Dat is altijd; als je iets van plan bent moet je
het eerste voor weinig geven', zegt Lood van
Eijk.
Liefde voor markt
Hij is nog steeds aktief, al heeft hij een paar
jaar terug na een flinke ziekte wat gas moe-
ten terugnemen. 'Ja, eens moetje wat kalmer
aan doen hè. He{ was soms ook te gek, want
het gebeurde wel dat ik er 's morgens om 4
uur uit ging om naar de markt te gaan en als
ik thuis kwam waren er nog 50, 60 fazanten
of eenden die geplukt moesten worden. Dan
zat ik tot 's avonds 12 uur in de schuur en dat
kon niet meer. Toen ben ik er dus ook mee
opgehouden.'
Maar wat er ook gebeurt: de markt op don-
derdagochtend laat Lood van Eijk niet
schieten. Hij heeft nog een paar boeren waar
hij wel eens een kalfje koopt dat hij dan in
Utrecht verhandelt. Met z'n 87 jaar is hij de
oudste daar en ook al heeft hij zelfs niets te
verhandelen, hij is er toch iedere donderdag-
ochtend om 6 uur. 'Och, je moet de prijzen
een beetje bijhouden, hè. En het is ook gezel-
lig.'
■:m:imêw^        24-7-1891 te
Vleuten niet
Toonije Teunizen '^^'^■'-■f'WW-
(Teunhsi-n)
geboren 29-1-1871 te
Miiarssen
WiÊiM-Ê^.::: ' .■ overleden 16-8-196! ie
;1ilNllï|:||li|ü;||l:ï:;Vleuten - De Meern
dochtervan Gerrit Teuni-
zen (Teunissen) en Wil-:
heimina van den Akker
V       Ljxtewijk van Kijk ("stielTjeen")
;■;:j;i::„ gcborcR 28-12-1894 te
ge h u wd 13-12-19i7te
Vleuten met
Janniiiit' fin tien
geboreti 20-4-1892 te t;de^
ovcrioticn 29-9-1968 té:
...... VI e u t en- De Mecrn
■ï:;:|;?:;;:;||;;s;:|;o; doe hiervan Melis Borreti';
en Maartje Klomp : „ ::
VI    Lodcwijk van Eijk
geboren 17-4-1918 te
,:::., VlCUteH
WiiiMM^'^ÊM''^^^'''. gehuwd 13-9-1945 ie
Vleuten met
, Jwmiiiir van MaaiU'it -'W^m:
'■^^'WÊÊigm^M
ge boren ! 9-! O-1918
;|i|;ï|;;||;:|;;:;;;:;:;|||;i;i;;ï: .Rent; WOU tie
WÊÊMÊMiMMÊMê-i'dcichter van Huil>ert van
f§§§§M:SMmÊmi^ " e n en K1 a asje vêtH
:;:;|:5;|;:|ï;sJyiï::pS;S;s;;::s
Vit Lódvviyk van Eyk ("potlood")
geboren 16-5-1953 te
ÉMMÉiWfiiièWf ^Vleuten
:|l;. <S«g«r van E ijk ■:■::■;*■■
WÊMÊÊiêiM i;<^hu wd met
ll^ilEïs'sf^ïïrfl-- :■ Aihiauntje vim Ijaegee
lil Lttdewijk van Eijk
|i|||||||g;:;||::;|;-:;™     geboren 3-2-1802 te Tien-
iliiiiiiiiiss:i;IP'      hoven-Westbroek
WÊ9ÊMÊÊIÊ      overleden 1-3-1836 (e r-
i§M§MMMMSM       Ha arz u i !e lis
||||^||;||i|;;:|;:;|^:i|;s;:"      ge h uwd 2-5-18 24 te Vleu -
|||ii;:|!:|||:;i;|:;sï-:      (en met
|||||||||||||;;s;;;|   Aiida Wingekuir si: |
|||||||||i:||i:;|;;;?        geboren 18-10-1799 te 'ï'"
;||||||i|;;ii;;:|i|:|5;|i     V teu ten
'ÊÊÊSÊÊÊMÊÊ:      overleden 14-4-1864 ie
WSÊMiSÊIÊ:      Vleuten
iii;;i:iii|i|;s;!i:;l;|i;;;!?     do-chtcr van Cnjsbcrt v-sjrl;
WÊÊÊÊÊlÊÊiW'     Wi iigc UiaT e n Ges ina ' ^^;
WÊÊÊÊSmff- NII n«t 11        :i;|U;|i-;>S:;s;l;|: :|||
Pijj (jjjSiS'rtus van Etjk
geboren 18-5-1835 te
WÊÊMÊêÊÊiè0;- l'^'i arruiicns
llllllllllllllll? os-erledcn 2-6-1914 te ''^^W
Biii:sii|iiiiï;ii;? Vleulen
i|||||||||||«^^^^ gehuwd 10-6-1864 te
iiiiiiiliiiiiii: Vleuten mö
iiiiiiiiiliiiisv Jamuiiie lU'k&s
liiiilliiii
         geboren 2-12-1840 te Kr- ;
liiBiiiiiiïisIsiiï mei o
liiiliB^^^^^
           OA'ericden 14-12-W20 te;:
liiiiiiiiiiii;i^ii;ï::x:4 ■^^^ t.ierrtt Re-^
|||||||||||||i;i|ii^                  Ge rd i na van üijk :;
ÉÉliliódewijk van iftijk
iiliiiiï::;:,:::::::::,:;„,,^ geb<iren 27-8-1868 te s||i;|
iiiiiiiiiliiiii; Vleuten
liiiilliiilil^:!^^ overleden 19-6-1947 te;
50
-ocr page 50-
Oude uitdrukkingen
De vorige keer werd gestart met een
rubriek over oude uitdrukkingen.
Wij hebben inmiddels een aantal re- ""^'
akties ontvangen, zodat wij op de in-
geslagen weg voort kunnen gaan.
de reuzeis des te meer
werd het geprezen.
Hierna werd er Hink
geborreld: de mannen
een borrel en de vrouw-
luis boerenjongens. De
varkensblaas werd ook
bewaard. Met de vette
strengen (zwezerik)
werden bv. de spa en de
zaag ingevet.
In Vleuten kende men.
naast Lood van Eijk.
nog twee bekende huis-
slachters t.w. Leen de
Groot en Hans de Lan-
ge. Deze laatste was
ook nog barbier en
schoenmaker en woon-
de midden in het dorp.
waar nu de fam. Hoog-
straten woont. Naast
dit huis (die met uitge-
bouwde keuken)
woonde Manus Veer-
kamp, die destijds
kleermaker was.'
leverrans
de bekende middel-
eeuwse (en latere) ont-
kenning: niet....en
(trans: ne pas)
da doet em toch zoo lee
verdriet hebben
immers
ineens
alleen
apart
hij overlegde
die fiets loopt
iets ontkennen
vetprijzen
Wist u overigens, dat onze oude zegswijzen
en uitdrukkingen opvallend veel overeen-
komst vertonen met die uit Lopikkerwaard.
Wellicht voer voor etymologen.
Deze overeenkomst komt bijvoorbeeld tot
uitdrukking in streekromans zoals die door
Herman de Man zijn geschreven. Geïnteres-
seerden in onze streckgeschiedenis kunnen
wij zijn boeken aanbevelen!
De reakties voor deze bijdrage werden gele-
verd door de heer A. Goudappel te Vleuten
en Mevr. M. van Rooijen - van Montfoort
te De Meern.
de voornaam Gcrrit in deze streken vooral
uitgesproken als
"Gart"
allenig
ampart
hij overlei
die fiets logt
nee, heel niet (dubbele
ontkenning)
uit de brief van
de Heer Goudappel:
(citaat) 'mijn grootva-
der fokte elk jaar twee
varkens voor de slacht.
Als ze dan 's-avonds
geslacht waren, dan
kwamen de buren en
bekenden het varken
bekijken. Hoe groter
in Vleuten werd
sproken van een
"wees"
prieel
ge-
Hartelijk dank voor uw bijdragen. Wie le-
vert ons voor de volgende uitgave een nieu-
we serie in ongebruik geraakte woorden en
uitdrukkingen? Bij voorbaat onze hartelijke
dank.
zwaar werk              zwaar labeur
gehorig huis             een rehoors huis
ergens                      werd uitgesproken als
Aanvullende
ledenlijst
Niruve lec'en na 10 juni 1<^82.
Algra-Serton, Mv/. H.G.
Andel, Dr, G.J. van
Anraad, A.M. van, Ass.Serv.
Bel, H.G.
Beusker, F.J.B.
Bosch, H. van den
Bouwhuijsen-Uoes, Mw.Th.W.
Bransen, C.
Breeveld, H.H.
Dijk-Doornebal, Hw.T.van
Doorn-MastwijkjMw.H.H. van
Drok, M.
Essen, M.C.T.M. van
Essen-Huizenga, Mw. A.C.van
Graafland, Chr,
Graaf-tal, E.P.
Groot,Hans de en zwart,Guds
Heumen, P. van
Hoogstraten, L.M.
Huizenga, C.
Jongerius, B.
Kok, J.
Mastwijk, G.T.
Mastwijk, J.C.
Munster, G. van
Oskam, J.
Reuver, W.J.H.F. de
Rijnsoever, W.J.J. van
Rooijen, H. van
Sangers, J.
Snackbar " De Halte "
Tonen, A.J.
Versteeg, P- Th.
Vuuren, A. van
Alendorperweg /                        3451
Dresdenlaan 5                            5691
v.d. Lecklaan 19                      3431
Mereveldlaan 103                      3454
Pr.Bernhardstraat 10             3451
Stalplein 6                                3455
Kattenhaarsweg 90 ■           7462
Hof ter Weijdeweg 3                3451
Bossingel 16                              5531
Woerdlaan 5                                3454
Nieuwe Vaart 23                        3451
ten Veldestraat 74                  3454
Hindersteinlaan 1                    3451
Oostzeestraat 31 ,                8262
Utrechtseweg 37                        3451
't Zand 33                                  3451
Dorpsstraat 6 a                        3451
zandweg 132                                3454
Rijndijk 1                                   3455
Europaweg 30                              3451
Utrechtseweg 46 a                   3451
Dorpsstraat 70                          3451
Toscalaan 13                              3438
J.P.Coenstraat 16                    3531
Past. Ohllaan 37                      3451
Joh.Wierlaan 17                        3734
VJoerdlaan 19                              3454
Schoolstraat 26                        3451
Westlandsetuin 8                      3451
Alendorperweg 39                      3451
Rijksstraatweg 97 =                3454
Groeneweg 63                              3531
Mabeliastraat 19                      3454
Hof ter Weijdeweg 30             3451
GM Vleuten
GT Son
GC Nieuwegein
CC De Meern
CS Vleuten
RS Haarzuilens
ES Rijssen
ST Vleuten
NH BIadel
VH De Meern
AH Vleuten
EN De Meern
BR Vleuten
ES Kampen
GB Vleuten
GP Vleuten
BK Vleuten
HA De Meern
RM Haarzuilens
HG Vleuten
GH Vleuten
BL Vleuten
CW Nieuwegein
ET Utrecht
CB Vleuten
XC Den Dolder
VH De Meern ■
AD Vleuten
GV Vleuten
GK Vleuten
JH De Meern
VB Utrecht
£A De Meern
St Vleuten
Weller, L.S.
Wieman, G,
V.'inkel, Vi.
P.J.Meertens-lnstituut
Pijksarchief Prov. Utrecht
5 oktober 1982.
Stationsstraat 2 4
Nieuwe Vaart 14
Nassaustraat 24
Postbus 19888
Alex, Numankade 201
3451 BX Vleuten
3451 AJ Vleuten
3451 CR Vleuten
1000 GVJ A-'.sterdarr.
3 572 KVJ Utrecht
51
-ocr page 51-
het digt geboomte? want om eene schuilplaats te
vinden tegen wind en regen daarvoor was het
niet, — hier legen pleitte de ongeschiktheid der
plaats, het brandend lont aan hunne zijden, de
bezorgdheid waarmede zij het minst geritsel op-
vingen, de arendblikken, waarmede zij in 't ronde
staarden. Die knapen lagen kennelijk op de wacht,
en toch waren 't geen spaanschc soudenieren.
geen dienstknechten der misnoegde partij, 'welke
m deze dagen hel Sticht voortdurend afliepeii'
i!n zich wclligt meester zouden gemaakt heb-
hen van de stad, indien de graaf van Megen hen
niet was voorgekomen en utrecht van bezetting
bad voorzien; 't waren geen ordonnantie-ruiters.
w
de loer liggende om een ketter in hechtenis
te nemen, of een hage-preeker gevankelijk naar hol
slot Vrodenburg Ie voeren; 't waren geen huurlingen
van Breierodc, den vrolijken woelgeest, den aristo-
craat order democratische vormen, als men hem on-
langs noemde (1), wiens benden Marienwaard en
verscheiden andere kloosters en kerken van hel
Slicht hadden verwoest en geplunderd en die nu
aasden op den een of anderen kloosterling, welke
in 't diepste der nacht, langs ongebaandc wegen
en eenzame velden, de heilige kleinodiën wilde in
veiligheid brengen, beducht voor een aanval der
baldadige schaar. Niets van dil alles.
Zij, die wegscholcn achter digte struiken, loer-
den op geen offer voor den brand-slapel, op rooi
noch moord: het waren eenvoudige boeren knapen,
voor wie hel licht der hervorming reeds was op-
gegaan, of liever die door hun vader Gerrit Dircksz
van jongs af in de nieuwe leer waren onderwe-
zen en slrengelijk opgebragl, — Gerrit Dircksz was
een der eersten, die zich, na het doorbreken
■der hervorming, voor ruim twintig jaren, openlijk
van de roomsche kerk hadden afgescheurd, terwijl
zijn broeder Willem Dircksz , bijgenaamd rfe rocijen
cuper,
onder de eerste martelaars behoorde, die te
Utrecht om het geloof werden vermoord. De wreede
dood zijns broeders bragt de overtuiging van den
eerlijken landman echter geen oogenblik am het
wankelen, en schoon hij ter wille zijner gevoelens
zich menigwerf in levensgevaar bevond, toch ver-
zuimde hij nooit eene enkele vergadering zijner ge-
Öp deze en volgende bladzijden drukken wij de
gedramatiseerde vertelling 'Een Hagepreker'
af. Het verhaal werd - gebaseerd op deze histo-
rische figuur - begin 1852 op papier gezet en
gepubliceerd in de Utrechtse Almanak van
1854. Onderstaande tekst is hieruit gerepro-
duceerd.
De beschreven gebeurtenissen spelen zich af
rn 1566 in deze omgeving en handelen over de
roerige tijden die de (regelmatig vervolgde)
hervormde gelovigen toen doormaakten. In
verband met de lengte van het verhaal publice-
ren wij dit in twee gedeelten.
EEN HAGE-PREKER
156 6.
------->vï^i>-0 $~-€1<-------
I.
HET ZIJPAD BIJ DE MEURN.
Aan de helling van een smal zijpad, 't welk
den voetganger — een eind voorbij de Mcerti —
door slijk en modder landwaarts heenvoert, in de
rigting van Montfoort, lagen een paar sterke kna-
pen achter een heg verscholen, en ofschoon" het
vreeselijk stormde, en de klcedercn hun druipnat
om de leden kleefden, toch spraken zij niet van
verder gaan, en wisselden geen enkel woord.
Slechts nu en dan sloeg de oudste zijn blik o[>
een zwaar musket 't welk naast hem lag, en over-
tuigde zich dat de lont van zijn geweer nog brandde;
maar naauwelijks was hij daarvan verzekerd, o(
hij verschool zich weer, bewcgeloos als te voren,
achter het digte kreupelhout, en luisterde of hij
niets in den omtrek bemerkte, of hij niemand hoorde
naderen.
Doch wie zou zich te midden van zulk boos
weder, op zoo'n ongelegen tijd — het sloeg drie
uur na middernacht — gewaagd hebben langs
dien eenzamen weg, waarop geen enkele woning
te vinden was, niets wat zelfs den ellendigsten
straatroover kondc uitlokken, tot het ondernemen
van een nachtelijken togt langs dit morsig pad.
Waarom verscholen de knapen zich dan achter
:IJ 1'rof. L. G. Vi^scllel■, Leiddraad let <lc a'ijn.ncn-:
i'^schiedenis van /ict vaderland, d.
I. blralz. j!.
52
-ocr page 52-
—  Ons lieve vrouw , hcrnnm Willem Dircksz, wat
was die anders dan mijne vrouw of d'uwc? zij ivas
'cn zak gelijk daarin 't meel is uitgestort.
En toen men over zoo veel slotilhcid verbaasd .
hem weder vroeg :
—  Man! waar hebt gij ter school gelegen 2 ant-
woordde bij :
—    yVaar hebben de visschers geleerd'! — (denotat
;ipostolos, zegt de berigtgcvcr).— Onze God heeft
mij alzoo wel zijn gratie als hun gegeven.
Aldus verhaalde hij al de bijzonderheden van
het vreeslijk drama tot aan den oogcnblik , waarop
zijn i)roedcr onder luid psalm-gezang bezweek.
De broeder van dezen martelaar was , gelijk ik
reeds zeide, de vader der beide knapen, die wij
op de loer vonden liggen, — de vriend van al
de broeders, welke onder het kruis verspreid
waren, in wiens hut menig vervolgde ccnc schuil-
plaats had gevonden, menig hage-prcekcr de or-
donnantie-ruiters ontkwam.
Maar die bijzonderheden verklaren ons geenszins
de tegenwoordigheid der knapen te middernacht
aan den eenzaïiien weg, op schier twee uren af-
stand van hunne woning.
Zie hier wat er gebeurd was.
Drie of vier dagen vroeger — in de laatste dagen
van september 1566 — ontving de oude Gerrit hei
i)ezock van een man, dien men nog nimmer in zijne
woning gezien had, ofschoon hij met don huisvader
gemeenzaam bekend was. Aan zijne houding
meende de kinderen een hervormd lecraar te her-
kennen, die voor veertien dagen eene hagc-preck
i)ij Schoonhoven bestuurde, welke vcrceniging ge-
wapenderhand was uiteengejaagd door s[)annschc
soldaten, welke alle mogelijke moeite in bel werk
stelden, om zich van den leeraar meester te maken.
op wien de kettermeesters zeer verbitterd waren,
en wiens gevangenneming zij hartelijk wcnschten.
Naauwelijks was de man vertrokken cn keerde
Gerrit Dircksz, die hem een eind wegs heengeieiddo
in zijne woning weder of zijne vrouw cn beide zonen
riepen als uit een mond:
—  Was dat niet de lieftallige Mr. Dirck van Abkou?
Hoe dorst hij zich hier te wagen ? Weet hij niet
dat er vijf honcierd kroonen op zijn hoofd gesteld
werden ?
loofsbroeders, was hij met vrouw en kinderen bij
elke hage-preek te vinden, het testament onder
den arm, het psalmboek en 't musket in de hand.
En als men des avonds in de eenzame woning
terugkeerde, eene armoedige hut in den rook van
Monlfoort, dan klonk het psalm-gezang, schoon
verboden op straffe des doods, luide door de
naakte wanden, en men lachtte wat om de scherpe
plakaten en de ketler-meesters in den Dom, of
wel de oude verhaalde van zijn zaligen broeder
Willem, die in 1525, des maandags na translatio
Martini,
op verzoek der kettermeesters, was in
hechtenis genomen en van luthersche dolingen be-
schuldigd; terwijl hij er met fierheid bijvoegde,
dat de man geen enkel woord ontkend had van
't geen hem als eene misdaad- werd ten laste
gelegd.
—  )> Wat ik gesprolcen heb", zei Willem Dirks,
toen hij op bevel van den raad werd in hechtenis
genomen, dat schame ik mij niet en de waarheid
daarvan kan ik metter heiliae evanQelien en Sunte
Pauwels iewijzen, maar 't contrarie bewijzen dat
kunnen de kettermeesters niet."
—  Neen, zei Gerrit Dircksz , en als hij van zijn
broeder sprak dan gloeiden zijne wangen , en kramp-
achtig sloeg hij de handen aan 't geweer, neen,
mijn broeder verzaakte den Hecre niet, zelfs toen hij
in jonker Peters-kamer, op dat vervloekte Uasenberg.
aan den kettermeester ter examinatie werd overge-
leverd. Ook op de pijnbank kon men hem niet
bewegen zijn geloof af te zweren, hij lachtte wat om
dien vervloekten Hoochstraten , en met gelatenheid
hoorde hij zijn doodvonnis aan. ó Waarom mogt ik
er niet bij wezen, toen hij den brandstapel be-
klom, en de kroon der martelaren wegdroeg?
waarom mogt ik er niet bij wezen, toen men hem
allerlei aanbiedingen deed, indien hij in den schoot
der roomsche kerk wilde terugkeeren, en hij deze
voorstellen met fierheid van de hand wees ? — En
dan vervolgde Gerrit weer het verhaal van zijn broe-
ders helden-dood en vertelde hoe deze met den
priester op den wagen zat toen men hem naar de
strafplaats voerde, terwijl de pater steeds yater nosters
en ave Maria's las, waarop Willem Dircksz hem
toevoegde: y>gij zult u zelven naar duizend duivels
lezen",
en de pater antwoordde: man, man, zie
de brandstapel wacht u, en zoudt gij thans demoeder
Gods niet eeren
, zij eene moeder der genade !
53
-ocr page 53-
«'-*.
gevaar gij u i)' ■ '. slelt!
— Ken ik i. jvaar, als het de leer geldt en de
vrijheid? sp-':i'<. Gerrit streng, neen 't gevaar zou
mij niet Ie; n jaouden, maar wat wilde ik bij de
beraadslaging iier wijze mannen? Men noodc mij
niet, doch cischle alleen mijne hulp. — Hoor
slechts, want op uw arm wordt gerekend. Morgen
nacht begeeft meester Dirck zich heimelijk en te
voet met den heer van Brederode \r de hoeve van
narend, zij komen, langs de wallen der stad, de
heirbaan op naar Harmcleri; — voorbij de Meern
zullen zij 't smalle voetpad inslaan, en van daar
^^enschte Brederode langs zijpaden en over bebouwde
velden de hoeve te bereiken ; mn.ir onbekend met den
\^e^' eri onzeker of zij veilig kunnen voorwaarts gaan,
behoeven zij een gids, die hen geleidt, een man met
deze streek gemeenzaam bekend, een vertrouwd, een
wakker vriend , en dien vriend zocht meester Dirck
in mij. Broeder, zeidc ik, dank voor uw vertrou-
wen, wees gerust, gij kunt alles aan mij overla-
ten, 't is waar ik ken alle zijpaden en naaste
wegen, waar langs geen vreemd reiziger zich wagen
zal, maar de oude Gerrit is Ic stram om die
mocijclijke taak Ic aanvaarden, echter ik heb twee
wakkere knapen, mijn Willem en mijn Geert^
met den weg even goed bekend, daarbij rap ter
hand en vlug ter been en des noods in slaat het
zwaard Ie handleeren en de musket Ie voeren, gelijk
zo bij menig liage preek getoond hebben. «Voortrel-
felijk !" zei meester Dirck , en nu , jongens weet gij al-
les. Morgen avond, te donker, gaat gij gewapend van
hier, verkent zorgvuldig het veld, en aan den
straat-weg gekomen, verbergt ge u op het zijpad
achter het kreupel-hout; tusschen drie en vier uren
moeten twee mannen daar aankomen: de heer van
JJredcrode en de leeraar. Gij zult ze herkennen aan
hel wachtwoord «de Heer is mijn hurgC en geleid
ze haastig naar de hoeve van Barend. Die
taak, jongens, is u goed toevertrouwd, gedraag u
wakker en zeg vooral niets van dit alles aan
vriend of buren; een enkel onvoorziglig woord en
onze broeders zijn verraden; want hoe menig ellen-
deling aast er op het bloedgeld der kettermeesters.
dit voor broer Dirk is uitgeloofd'
Ziedaar waarom deze knapen , na middernacht,
druip nat en bibberend van de kou, verborgen
lagen achter cenig kreupelhout en angstig uitza-
—  Vijf honderd krooncn, 't is waar, zei Gerrit,
en helaas er zijn onder onze slichlcnaars mannen
genoeg tuk om dat blocdgcld te winnen. Doch
meester Dirck en vreest ze niet waar bet den dienst
geld van onzen Heer en zijne gemeente onder het
kruis, niets valt hem daarvoor te zwaar, want door
moedig te strijden voor de ware leer en door
mannelijk te verkondigen het woord der genade,
noopt b'j 'ijne vroegere zwakheid te doen vergeten.
—  V . wel raoogt ge dat zwakheid noemen, zei
de huisvrouw van Gerrit Dircksz, doch wie onzer,
lioe volstandig in de leer. struikelde nimmer?
- Zwijg, hernam Gerrit, die zwakheid is lang
^ebuet! Aan wien onzer broeders is de verkondiging
der ware leer zooveel verschuldigd als aan hem ?
doch wat kallen we over de braafheid en vroom-
heid van een broeder, en wegen een ander zonder
ons zelf beproefd Ic hebben. Meester Dirck is een
ijverig en godvreezend man. Maar weet ge wat de
leeraar mij meldde? een geheim 't welk ik u, mijn
liefste, u mijne kinderen, gerust vertrouwen kan,
want in mijn huis heeft onze vriend voor geen
verraad te vreezen!
—   De hemel beware ons, zei Willem, de oudste
der knapen, en met nieuwsgierig oor hoorden allen
naar 't geen vader verhaalde.
—   Morgen nacht wil de heer van Brederode eene
bijeenkomst houden met broeder Dirck van Abkou en
eenige wakkre vrienden; men wenscht middoleri te be-
ramen om Utrecht te vermeestcren en vrijheid te beko-
men van conscientie, vrijheid om 't woord Gods te
verkondigen, om de psalmen Davids ongestoord aan
te heffen. Die zamenkomst is bepaald op de hoeve
van Barend Jansen, nabij Woerden. Daar zijn de
heeren veilig en zullen zij nog een paar andere
edelluiden en een vijftal leeraars wachten, die zich te
Woerden verstoken hebben. Van deze zamenkomst
hangt zeer veel af; want men zal er beslissen,
of de vrienden zich gewapenderhand regt en vrijheid
zullen verschaffen of het land ruimen. Gelijk het
thans gaat is 't niet langer uit te houden, en of-
schoon wij voor geen spaansche ruiters bevreesd
zijn, maakt toch hun aantal alle hage-preken on-
mogelijk, te meer nu er zelfs verraders .««•huilm»
onder onze eigene broeders!
—  En meester Dirck kwam u noodigcn om die
vergadering bij te wonen? zei de jongste der zonen
van Gerrit Dircksz. Vader, vader, bedenk aan welk
54
-ocr page 54-
kregen dan ook eene zoogenaamde mo<7cra<te of ver-
zachting der plakaten, — geen vrijlicid; maar of-
schoon dit een groot misnoegen verwekte onder alle
rangen en standen, ontmoedigde het den sectarissen
niet, die, zonder zich aan 'skonings plakaten in
't allerminst te storen, openlijk hunne mecning ver-
kondigden , en de raoderalie spottend eene moorderalic
heetten, terwijl de hervormde leeraars moedig preekten
door 't gandsche land. Petrus Dathenus vertoonde
zich toen met een aantal leeraren in het Sticht
en bragt zijne eerste uitgave der psalmen onder de
gemeente, in den eigen öogenblik dat men op vel-
den en jn hagen bij elkander trok, om allerweget!
het woord Gods te hooren verkondigen. Tc Kuilen-
burg geschiedde zulks onder bescherming van Floris
van Pallandt in de stad zelve; maar elders had
men ter oefening van godsdienst geen veilige plaats.
en werden de bijeenkomsten door de ordonnantie-
ruiters niet zelden verstoord. Men kwam dus ge-
wapend ter preek, en zong de psalmen Datheni in
de eene, het brandend lont in de andere hand.
een danklied aan den Heer. Even buiten Utrecht
en in verscheidene plaatsen van het Sticht, had
zulks plaats in 't begin van augustus 1566, en
voor de maand nog ten einde spoedde, maakte
men zich in de stad van een paar kerken mees-
ter, terwijl men de beelden in een aantal godshui-
zen en kloosters neerwierp en vernielde. Naau-
welijks kwam dit alles de landvoogdes ter
oore, of zij gaf strenge bevelen; alle voorgangers
en predikanten der kruisgemeente moesten zonder
genade aan den eersten boom den besten worden
opgehangen, de toehoorders verstrooid, de becl-
denroovers getuchtigd, — en dat kostte niet
weinig bloed, wekte niet weinig verbittering, maar
smoorde de hervormde leer toch niet. Onder deze
omstandigheden begonnen de edelen zich tot hun
eigen veiligheid te wapenen, terwijl Hendrik van
Brederode met zijne wakkere knechten een over-
val der stad Utrecht beraamde, en eene plun-
dering van alle kerken en kloosters op het oo^
had, tot wraak over den marteldood van een aan-
tal vrienden der goede zaak.
In die dagen van geestdrift en gevaar was de nach-
telijke zamenkomst bepaald, waarvan wij zoo even
spraken, en waar Brederode zich met meester Dirck
wild^ heen begeven, ten einde eenige onderne-
mende en wakkere leeraars te ontmoeten, die in
gen of er niemand naderde.
Zij wachtten reeds lang — doch geen stcrvelint:
ilaagde er op.
I[.
Ï)E llEIiVORMDEN I.N HET STICHT. — 1366.
Voorzeker behoef ik niet te herinneren in wat
woelig tijdvak mijne lezers verplaatst zijn, daar men
reeds lang zal hebhen ingezien, hoe 't ons doel was
een tafereel te schetsen uit de eerste dagen der
hervorming in het Sticht; — maar zeker wacht men
a propos hier van geen uitvoerige geschiedenis
dier belangrijke jaren, waarin zich zulke krach-
tige karakters ontwikkelden, waarin Nederland
rijker was dan ooit aan moedige en onderne-
mende mannen, die onbevreesd uilkwamen voor
hunne meening en deze waar 't nood was dorsten
verdedigen met het zwaard in de hand. Gewis hel
schrijven der geschiedenis van Utrecht in dat lijdvak
ware een schoone laak, maar geen taak voor mijne
krachten en daarbij in eene novelle ten eenenmale
mis plaatst. Geen woord dus over de eerste spo-
ren der reformatie in dit gewest, — over de eerste
martelaars voor de heilige zaak, wier heldendood,
verre van het smeulend vuur, gelijk de keizer
dacht , te beteugelen, de verspreiding der nieuwe
leer ongemeen in de hand werkte en begunstigde.
Alleen willen wij herinneren, dat op het tijdstip
waarin onze handeling voorvalt — 1566 — de her-
vormde leer in 't Sticht onder duizenden en dui-
zenden was verspreid, en dat de sectarissen zich in
weerwil der strenge plakatcn openlijk vertoonden met
hunne psalmboeken en bijbels in de hand; immers
na het vertrek van Granvelle — 1364 — had men zich
overal wat meer vrijheid veroorloofd en dacht men
zich van de brandstapels en kettermeesters voor
altijd verlost. Evenzoo in het Slicht, want, of-
schoon Hippolitus Persijn, voorzitter van het hof,
openlijk verklaarde, dat de ketters ten strengste
moesten vervolgd worden, men steunde op het
verbond door een aantal edelen geteekend, waarbij
zij beloofden de vervloekte inquisitie en strenge
plakaten op het stuk der religie zooveel mo-
gelijk te weeren en daartoe al wal doenlijk was
bij de gouvernante aan te wenden. Die heeren ver-
55
-ocr page 55-
weekten boomstronk.
—   Vergun me eene wijle rust, bad de grijsaard ,
op uwe jaren, mijnheer van Brederode, telt men
geen vermoeijenis, maar op mijn leeftijd valt een
togt, als dien wij nu volbragten , dubbel zwaar. —
Jongens, hoe gaat het met den ouden Dircksz en
uw brave moeder?
— VoortrefTelijk, antwoordde Willem, mijp va-
ler was slechts beducht voor den goeden ai-
loop uwer rcize; «er zijn te veel raenschen in 't
geheim", zei de oude, wen verraders slapen nooit."
—   Wees gerust, sprak Brederode, wij hebben
ons slechts aan goede vrienden tocbctrouwd.
—  Ook de vriendenhand, hernam Geert is niet
iltijd zeker, doch vader zal spoedig uit den druk
wezen, want terwijl mijn broeder u naar de hoeve
voert, zal ik naar onze woning vliegen en brengen
hem de blij-marc uwer behouden aankomst, — ik
heb 't op handslag beloofd.
—  Ga, ga, fluisterde Willem, die fyding zal
hem goed doen.
ïnlusschen trok men voort. Geert naar de hut
zijns vaders, de anderen naar de hoeve van Barend.
De weg door Willem ingeslagen was bijna onbe-
gaanbaar, en voerde door bebouwde velden , omge-
woelde akkers, langs heggen en door stroomen;
telkens moest er over een water gesprongen of door
een plas worden heengetrokken, die men zich niet
ocns de moeite gaf om te ontwijken. Een eind
ver liep men ^elf lot over de enkels door het
water, want niets weerhield hel drietal op dezen
togt; men troostte zich alle moeite, bedenkende dat
tot dien prijs alleen het verlangde punt ongemerkt
bereikt kon worden. Aan den feilen wind, aan de
<icherpe koude, en den aanhoudendcn regen werd niet
'gedacht, men ging slechts verder en verder, lol
de vrienden eindelijk met modder bedekt, druip
nat, bibberende van koude en toch met dood-
zweet op het gelaat, de hoeve van Barend be-
reikten, die zijne gasten met ongeduld wachtte
en al sedert een paar uren op den uitkijk
gestaan had.
't Sloeg vier uren in de nacht. Een vuur was
onder den breeden schoorsteen aangelegd , waar een
paar zetels werden bijgeschoven, om den heer van
Brederode en meester Dirck te ontvangen.
(wordt vervolgd)
spijt van het dreigend gevaar, in spijt van der
spanjolen ovcrmagt en onverbiddelijke gestrengheid
alles wilden beproeven om een beginsel te doen
zegevieren edel en groot.
III,
MUESTEK DIRCli VAN VBKOI Ot:.
—  Geert, Geert, lispelde Willem, die nog allijn
op de loer lag, ik hoor voetstappen in de verte.
mij dunkt ik zie een paar zwarte wezens lang
zaam naderen. Mijn God, zoo 't slechts de vrieii
den zijn!
—  En wie zou 't anders wezen? fluisterde Geert
—   Verraders, verraders, beste broeder , want
ziet ge, de hoogc bloedprijs, welke de kettermees-
ters op 't hoofd van meester Dirck stelden en de
belooning die hem wacht, wiens hand den edelen
heer van Brederode overlevert, kon zoo ligt een
der onze verleiden. . . .
—   Zijl ge dol, "Willem? Geen geus, als de pa-
pauw ons heet, is tot zoo'n laagheid in slaat, maar
stil, de zwarte stip word grooter, ja 't zijn twee
mannen ip. mantels verborgen, pas op, broeder.
de lont gereed en zoo 't verraders zijn, geen ge-
nade. . . .
De onbekenden naderden meer en meer. Gceri
en Willem traden ze mannelijk te gemoet.
—   De Heer is mijn borgt, sprak de kleinste,
onder wiens breed geranden hoed men een paar
vurige oogen zag flikkeren, en aan wiens jeugdig
voorkomen de beide knapen, spoedig den heer
van Brederode herkenden.
—    Goed volk, hervatten de beide knapen, de
heeren kunnen gerust wezen, onze voorzorgen zijn
genomen, de weg is veilig, den gandschen nacht
lagen we op de loer, geen sterveling kwam hier
voorbij. Wij zullen dwars over hel bouwland heen
stappen, 't is waar langs ongebaande wegen, doch
dan zijn wc binnen't uur aan de hoeve van Barend.
—    Dank, dank, mijne vrienden, zei meester
Dirck, terwijl hij beide knapen de handen drukle,
dank voor uwe Irouv^f.
—    Kom, voorwaarts! sprak de heer van
Brederode; doch op de bede van meester Dirck,
die hoog bejaard en meer dan vermoeid was, zette
men zich een oogenblik neder op een geheel door-
56
-ocr page 56-
57
december 1982
Officieel orgaan van de Historische Vereni-
ging Vleuten, De Meern, Haarzuilens.
2e jaargang nr. 4, december 1982.
Ingeschreven in het verenigingsregister van
de K.V.K. Utrecht e.o. onder nr. V. 479630.
Dagelijks bestuur:
J. Schutte, voorzitter
Zandweg 138, 3454 HA De Meern
tel. 03406 - 32 16
W. H. Denekamp, sekretaris
Utenha"mstraat 5, 3451 BR Vleuten
tel. 03407 - 1 9 48
P. G. de Rooij, penningmeester
't Zand 1, 3451 GP Vleuten
tel. 03407 - 14 83
A. J. van Zoeren, vice-voorzitter
Stationsstraat 34, 3451 BZ Vleuten
tel. 03407 - 12 63
Erelid
Mw. F. van Husen-Wibbeke, Vleuten
Redairtie-adres:
León van Esch, Hindersteinlaan 7
3451 EV Vleuten
tel. 03407 -2871
Ledenadministratie:
Opgeven van nieuwe leden en mutaties
bij Mw. P. J. de Rooij-Goes
't Zand 1, 3451 GP Vleuten
tel. 03407 - 14 83
Van het bestuur
Special
Voor u ligt het 4= nummer van ons vereni-
gingsblad. Zoals u ziet is het een bijzon-
dere uitgave geworden! Het bestuur
heeft gemeend in verband met de voor
onze vereniging unieke omstandigheid,
dat wij samen met het Archeologisch In-
stituut van de Rijksuniversiteit te
Utrecht aan een groot archeologisch on-
derzoek op de Hoge Woerd in de Meern
zijn begonnen, hier bijzondere aandacht
aan te besteden.
In dit nummer treft u dus niet zoals ge-
bruikelijk de bekende rubrieken aan.
Daarmee gaan wij, naast de aandacht die
wij verder zullen geven aan de opgra-
ving, in onze volgende uitgave door.
Wij vragen daarvoor u begrip. Dit blad
bevat een uitgebreide verslaggeving van
alles wat er tot nu toe over de Romeinse
bewoning van de Hoge Woerd bekend
was. Het is tevens een chronologisch
overzicht van de tot dusver verrichte op-
gravingen. Om de onoverzichtelijkheid
van dit verslag geen geweld aan te doen
plaatst de Historische Vereniging het
mede om wille van de aktualiteit in deze
special.
Op zaterdag 30 oktober jl. is de opgraving
in de boomgaard van de heer J. P. Kurver
op de Woerd in De Meern begonnen.
Deze archeologische opgraving van voor
onze gemeente grote omvang werd voor
het Archeologisch Instituut en de Histo-
rische Vereniging mogelijk gemaakt
door de bijzondere medewerking van de
fa. Gebr. de Gier en fa. J. M. & P. G. de
Rooij. Wij zijn hen hiervoor zeer erken-
telijk.
Afhankelijk van de vondsten en niet in
de laatste plaats de weersomstandighe-
den zullen de opgravingen nog geruime
tijd duren.
Kontributie 1983
Wij maken onze leden erop attent, dat
wij met ingang van deze uitgave al begin-
nen met het innen van de kontributie
voor 1983. U kunt dus ofin dit blad of het
volgende een acceptgiro aantreffen. Wij
verzoeken u ons met uw kontributiebe-
taling uw medewerking te verlenen door
niet te lang met het overboeken te wach-
ten.
Wij vragen uw begrip voor het feit, dat
wij nu al met de kontributie-inning voor
1983 beginnen. Dit bespaart ons een
hoop moeite in verband met het rond-
Kontributie:
De jaarlijkse kontributie bedraagt voor 1982
minimaal f 25,-
postabonnementen f 35,- per jaar.
De vereniging heeft rekeningen bij de volgen-
de instellingen:
ABN - De Meern 55.66.33.040
RABO - Vleuten 36.75.17.574
POSTGIRO 2.689.200
omslag: Peter de Vries,
De Meern
foto's: León van Esch e.a.
- Gehele of gedeeltelijke overname van
artikelen uit dit verenigingsorgaan is
slechts toegestaan na schriftelijke toe-
stemming van de redaktie.
foto voorpagina:
beeld van de opgraving
op de Hoge Woerd
30 oktober 1982.
LOSSE NUMMERS f 7,50
-ocr page 57-
december 1982
58
brengen van de acceptgirokaarten. Ze
kunnen immers nu mee met het vereni-
gingsblad.
Mogen wij erop rekenen, dat diegenen
die nu de acceptgirokaart ontvangen, de-
ze al in december voldoen? Voorbaat on-
ze dank.
Ledenaantal
Zoals in ons septemberblad werd veron-
dersteld, zijn wij inmiddels het lede-
naantal van 400ste gepasseerd. Als 400e
lid schreef zich in Nico Bok, Woerdlaan
22 te De Meern. Hartelijk gefeliciteerd.
Als deze special in uw bus glijdt dan is
ons ledental al weer gestegen tot 450. U
ziet dat uw vereniging groeit als kool. In
dit tempo komt een ledental van 500 (in 1
jaar tijd!) binnen afzienbare tijd in zicht.
U helpt daaraan toch ook mee? Wij zijn
benieuwd wie wij als 500ste lid mogen
noteren.
Van die kwaliteiten en deskundigheden
zouden wij graag gebruik willen maken.
Daarvoor is het wel nodig dit in kaart te
brengen. Wij doen dan ook een beroep
op uw medewerking de gestelde vragen
te beantwoorden.
Bestuursmutaties
Het bestuur heeft besloten, dat met in-
gang van een nog nader te bepalen da-
tum de heer P. G. de Rooij het penning-
meesterschap op zich zal nemen. Vanaf
dat tijdstip zullen de ledenadministratie
en de financiën in één hand zijn. De heer
H. E. J. van Essen zal zich naast de
funktie van 2e sekretaris gaan wijden aan
de koördinatie van de werkgroepen en
kommissies.
De heer P. C. de Vries heeft te kennen
gegeven zijn bestuursfunktie ter be-
schikking te stellen, wegens drukke
werkzaamheden. Hij zal wel de public
relations van de vereniging blijven ver-
zorgen. Het bestuur heeft zijn verzoek
onder dankzegging voor zijn inzet aan-
vaard. Ten aanzien van de ontstane vaka-
ture in het bestuur zij vermeld, dat wij
hierop in de Algemene Vergadering, be-
gin 1983, terugkomen.
maken van de Willibrordschool in Vleu-
ten en de Paus Johannesschool in De
Meern. Door de medewerking die wij
van alle betrokkenen hebben ontvangen
zijn de tentoonstellingen een groot suk-
ses geworden. Wij zeggen iedereen die
hieraan met welke bijdrage dan ook mee-
gewerkt heeft hartelijk dank.
De tentoonstellingen waren mede be-
doeld om u een indruk te geven hoe in de
toekomst een permanente expositie
eruit zou kunnen zien. Deze permanente
expositie zou gebaseerd kunnen zijn op
schenkingen aan onze vereniging. Een
schitterend voorbeeld hiervan is de wel
zeer uitgebreide schenking van de heer
F. Griffioen uit Vleuten, die wij in ons
volgende nummer volledig zullen ver-
melden. Met behulp van onze leden en
belangstellenden moet een streekmu-
seum in onze gemeente realiseerbaar
zijn.
Enquête
Wij kondigen nu al aan, dat wij in ons
volgende blad een enquête zullen star-
ten. Deze enquête is bedoeld om meer
inzicht te verkrijgen hoe ons ledenbe-
stand is opgebouwd. Het bestuur ver-
onderstelt, dat er onder onze leden veel -
onbekende - deskundigheid schuil gaat.
Aktiviteiten
In november jl. hebben wij in Vleuten en
De Meern een tentoonstelling gehouden
met als motto: oude ambachten. Wij lie-
ten o.m. zien de gereedschappen die
vroeger werden gebruikt door de tim-
merman, rietdekker, de barbier, slager,
bakker, klompenmaker.
De belangstelling was weer enorm. Een
blijk, dat er voor de historie in onze ge-
meente ruime belangstelling bestaat. De
tentoonstellingen werden in Vleuten en
De Meern geopend door respektievelijk
de echtgenote van onze burgemeester en
mevrouw A. Kool, de echtgenote van
oud-wethouder A. Kool, door het aan-
snijden van een reuze krentenbrood. In
Vleuten werd dit verzorgd door bakker
Van Dijk en in De Meern door bakker
Verkerk.
Wij mochten evenals in 1981 gebruik
-ocr page 58-
59
december 1982
In het gebied de Hoge Woerd langs de Castellumlaan in De Meern wordt van eind oktober 1982 tot in januari
1983 weer gezocht naar de resten van een Romeinse nederzetting. Na de onderzoekingen die in 1830,1940,
1957, 1960 en 1973 plaatsvonden wordt dit dus de zesde opgraving.
Het steeds 'bij stukje en beetje de spade in de grond zetten' wekt bij een buitenstaander misschien een wat
rommelige indruk. Waarom zulke zaken niet in één keer fors aangepakt? Dat komt omdat de grond welis-
waar aan de hoede van de Monumentenwet is toevertrouwd, maar men mag pas graven wanneer de eige-
naar van de grond iets aan de huidige toestand wil veranderen. Op het ogenblik is dat het geval. De heer
J. Kurver wil in de boomgaard op een afstand van circa 20 meter van de Castellumlaan een woning met be-
drijfsruimten bouwen. Het Archeologisch Instituut van de universiteit in Utrecht maakt daarom nu gebruik
van de mogelijkheid om opgravingen te verrichten vóórdat met de bouw wordt begonnen.
Bij een dergelijk onderzoek dient men zich alleen te beperken tot het terrein dat (zoals nu door de bouw) in
z'n huidige staat zal worden aangetast. Verder reiken de mogelijkheden in het kader van de Monumenten-
wet niet. Degene die belangstelling heeft voor de oude historie van De Meern zou wellicht het liefst de hele
boomgaard platleggen om in de loop der tijden steeds een stukje verder te graven, maar we moeten aanne-
men dat de heer Kurver daarentegen meer interesse heeft in een goede oogst. Er zouden dus forse schade-
vergoedingen moeten worden betaald en bovendien mag de grondeigenaar ondanks dat toch een opgraving
weigeren als hij die niet wil.
Door al deze omstandigheden kan het daarom nog geruime tijd duren voordat de Hoge Woerd al z'n bodem-
geheimen heeft prijsgegeven. Tot op heden heeft men zodoende ook slechts rondom de 5 procent van het
terrein kunnen verkennen. De opgraving wordt uitgevoerd door mevrouw C. Isings, de heer C. A. Kalee en
studenten van het Archeologisch Instituut. Zoals in ons vorige nummer al werd aangekondigd zijn leden van
de Historische Vereniging van harte welkom wanneer zij bij de werkzaamheden willen worden ingescha-
keld. Al naar gelang de noodzaak en eventuele persoonlijke vaardigheden kan hulp worden gebruikt bij het
schaven van vlakken, het inmeten, het tekenen van vlakken en profielen en de verwerking van de vondsten.
Het nu volgende artikel werd geschreven door de heer Kalee, die daarin uitgebreid aandacht schenkt aan de
resultaten van eerdere opgravingen op de Hoge Woerd.
Opgravingen op de Hoge Woerd
in De Meern, 1830-1973
door C. A. Kalee
Illustraties: C. A. Kalee, tenzij anders aangegeven
De Hoge Woerd in 1824
De Hoge Woerd in De Meern heeft de
laatste anderhalve eeuw') veelvuldig in
de belangstelling gestaan van oudheid-
minnaars, schervenzoekers en archeolo-
gen. Van deze belangstelling getuigen
enkele min of meer uitvoerige berichten
en opgravingsverslagen. Het eerste wat
uitvoeriger bericht is afkomstig van Mr.
Jacobus Scheltema (afb. 1), een bekend
oudheidkundige in zijn tijd, die de Hoge
Woerd in of kort voor 1824 bezocht
heeft. Naar aanleiding hiervan schreef
hij:0
'Ik vond op het land ook minder scherven
van urnen en kruiken, doch die ik vond wa-
ren grooter dan die te Vechten.
Men gaf mij verzekering, dat er dikwijls
brokken van roode tegels gevonden werden
met ingedrukte letters, doch hiervan heb ik
' Zie voor enkele (vondst)berichten uit de I6de
en I7de eeuw: Vollgraff en Van Hoorn, p. 173
(3). Een publikatie over deze 16de/17de-eeuwse
en latere (vondst)berichten is in voorbereiding.
' Scheltema, p. 107.
geene gezien; alleen zag ik vele donker-
graauwe behakte keijen, die voornamen-
C. A. Kalee (45) is sinds 1967 medewerker van
het Archeologisch Instituut van de Rijksuniver-
siteit in Utrecht. Hij werd in Utrecht geboren,
was op jonge leeftijd al sterk geïnteresseerd in
de Romeinse geschiedenis en bezocht daarom in
die tijd al regelmatig De Meern. De heer Kalee is
als medewerker van hel Archeologisch Instituut
in 1973 betrokken geweest bij de opgraving op
de Hoge Woerd, terwijl hij onder meer in 1974
zijn medewerking verleende aan een onderzoek
in Ostia bij Rome. Samen met mevrouw Isings
zal hij de huidige opgraving leiden.
,/~
'>
1. Mr.
afb. 1.
Jacobus Scheltema. Naar Jongkees,
-ocr page 59-
60
december 1982
lijk op het midden der hoogte gevonden
worden en waarschijnlijk tot de straat of
het voorplein hebben gediend. Ik zag ook
verscheidene roode gebakken steenen ver-
eenigd door kalk, waarin kleine steentjes
gevonden werden. Eens zoude er een groot
stuk muurwerk voor den dag zijn geko-
men, dan dit was later verbrijzeld of weder-
om met aarde bedekt.
Als het meest opmerkelijke kwam het mij
voor, dat ik hier zag en ondervond, hetgeen
men mij verzekerde, dat op het hoogste van
de burg te Vechten insgelijks gebeurde, te
weten, dat er eene wedergalm, waarschijn-
lijk uit kelders of kluizen, gehoord werd,
wanneer de ploeg aldaar door het land
grond van de Hoge Woerd in De Meern.
Over de graafwerkzaamheden in De
Meern en trouwens ook over die in
Vechten, is helaas niet veel bekend. M.
Nahuys schreef in de Utrechtsche Volks
Almanak, voor het jaar 1869 over de op-
gravingen in De Meern:^)
'Bij de vergravingen van den gewezen ro-
meinschen burg aan de Hoogewoerd, bij de
Meern, gemeente Vleuten, in Augustus
1830, bevond men dat de grond aldaar
meer geroerd en vergraven was dan die te
Vechten. Men ontdekte aldaar de fonde-
menten van een steenen gebouw; hetwelk,
door het materieel, dat daartoe gebezigd
was geworden, van romeinsche constructie
bleek te zijn.
Die fondementen bestonden uit eene bree-
de en lange kluis of kelder, hopende van
het oosten naar het westen. Het geen over-
gebleven was, was nog zeer gaaf'.
In 1834 heeft de kommissie wederom in
Vechten, en waarschijnlijk ook in De
Meern, opgravingen uitgevoerd. Helaas
is over de opgravingen in Vechten wei-
nig, en over die in De Meern niets be-
kend.
Hierna horen wij tot het begin van de
20ste eeuw niet veel meer over de Hoge
Woerd. Er worden weliswaar af en toe
nog Romeinse oudheden gevonden,')
maar er schijnen geen opgravingen meer
te zijn ondernomen.
Holwerda en Remouchamps
op de Hoge Woerd )
J. H. Holwerda van het Rijksmuseum
van Oudheden in Leiden is in de eerste
helft van 1914 blijkbaar van plan geweest
een proefgraving op de Woerd uit te voe-
ren. Dit blijkt uit een notitie van hem uit
'± de eerste helft van 1914'. Holwerda
heeft toen onderhandeld, of laten onder-
handelen met Van Woerden, die eige-
naar was van het grootste (= westelijke)
deel van de Woerd. Ook met de pachters
Van Breukelen en Goes zijn onderhan-
delingen gevoerd. Holwerda schreef
hierover:
'Van Woerden heeft tegen een proefgraving
die midden tusschen de boomen doorgaat
ofwel vlak langs den weg, evenwijdig bin-
nen de heg, niets. Hij wil vergunning geven.
Van Breukelen is moeilijker. Hij zal ver-
goeding moeten hebben voor 't gras en wel
te rekenen dat het zes jaar waardeloos is'.
Blijkbaar waren de moeilijkheden te
ging en ergens op stootte. Ik heb dien we-
dergalm duidelijk gehoord, toen men met
een hard ligchaam op den bodem stampte
en vond het puin, of liever de kalk en de
steenen, op eenige duimen onder de aarde.'
Het onderzoek van 1830
In november 1828 werd door de gouver-
neur der Provincie Utrecht, F. L. Ridder
van Ertborn, een Commissie tot opspo-
ring van Romeinsche Oudheden inge-
steld.') Dank zij de voortvarendheid van
Scheltema, die hiervan lid was, werd
reeds in oktober 1829 begonnen met een
onderzoek in Vechten (bij Bunnik) en in
augustus 1830 zette men de spade in de
DË M/B CPN
' Jongkees, p. 124.
*  Nahuys. p. 155.
Vermeulen, p. 38, nr. F7, vermeldt de vondst
van een imbrexfragment met stempel LEGXXX
(30ste legioen) 'Gevonden in 1836 op den akker
de Hoogewoerd aan de Meern, door den heer
Van Schevichaven'. Het stuk is een 'Geschenk
van den heer Guyot'.
^ Notities in het Rijksmuseum van Oudheden te
Leiden.
QlTOATie, U
2. De Hoge Woerd in 1940 met de proefputten a tot en met d. Naar Vollgraff en Van Hoorn, plaat I.
-ocr page 60-
61
december 1982
groot, want de proefgraving is toen niet
doorgegaan.
Op 5 mei 1927 bracht Holwerda een be-
zoek aan de Woerd, vergezeld van zijn
assistent A. E. Remouchamps. Naar aan-
leiding van dit bezoek schreef Remou-
champs in een notitie o.a.:
'De aan het kanaal wonende eigenaar de
hr. Van Woerden, die bij deze gelegenheid
werd bezocht, was in tegenstelling met zijn
vroegere verklaringen niet erg genegen een
eventuele opgraving toe te staan: hij zou
echter de zaak nog in overweging nemen'.
Van een onderzoek is ook in 1927 niets
gekomen.
Het onderzoek van 1940 )
In 1940 was de eigenaar J. van Wouden-
berg heel wat bereidwilliger, want op 16
maart van dat jaar begon een opgraving
bij en in de grote boomgaard ten westen
van de huidige Castellumlaan en 't Zand
(afb. 2). De leiding berustte bij de
Utrechtse hoogleraar C. W. Vollgraff en
bij G. van Hoorn. Medewerking verleen-
den o.a. de latere Utrechtse hoogleraar J.
H. Jongkees, mej. A. Roes (later mevr.
Vollgraff-Roes), W. Stooker en J. J.
Fraenkel. Tijdens het onderzoek zijn
foto's gemaakt door mevr. E. M. Fraen-
kel-Nieuwstraten. Mevr. H. M. van
Woudenberg-van Woerden was, nu al
weer vele jaren geleden, zo vriendelijk
3. De Meern 1940. De twee heren staande langs de sleuf zyn C. W. Vollgraff (achter) en G. van
Hoorn. Geheel rechts mevr. H. M. van Woudenberg-van Woerden. Foto E. M. Fraenkel-Nieuw-
straten.
deze foto's tijdelijk aan schrijver de-
zes af te staan. Een aantal wordt hierbij
afgedrukt (afb. 3, 4, 6 t/m 9).
Tot het belangrijkste resultaat van het
onderzoek behoort de ontdekking (afb.
2, in proefput b) van de N W-hoek van de
fundering van een rechthoekig Romeins
gebouw (afb. 5 t/m 9). De fundering had,
bovenop gemeten, een dikte van 1,10 m
en was tot 0,63 m hoogte bewaard geble-
ven. Zij bestond voornamelijk uit 'veld-
keien' (afb. 9) en was met gebruikmaking
van veel specie gemetseld. De boven-
kant, die was afgedekt met een laag vier-
kante tegels van 22x22x4 cm, lag 34 cm
beneden het maaiveld.
Van het opgaande muurwerk was niets
bewaard gebleven. Onder de fundering
werd een rollaag van puin gevonden met
een dikte van 15 tot 20 cm. Hieronder
trof men verkleuringen van heipalen
(diam. 10 cm) aan. De bovenkant van de-
ze heipalen lag. 1,10 m beneden het
maaiveld. De hoek van de fundering be-
stond uit twee zware op elkaar geplaatste
'veldkeien' (afb. 8), die op die plaats de
gehele dikte van de fundering vormden.
Ten oosten van deze hoekstenen werd
in het metselwerk van de noordelijke
fundering een (afvoer)kanaal gevonden,
juist onder het niveau van het verdwe-
4. De Meern 1940. Van links naar rechts: J. H. Jongkees, C. W. Vollgraff (met hoed) en A. Goes.
Foto E. M. Fraenkel-Nieuwstraten.
^Zie voor een uitvoerige publikatie van dit on-
derzoek: Vollgraff en Van Hoorn.
-ocr page 61-
december 1982
62
nen opgaande muurwerk. Dit kanaal was
afgedekt met twee tegels van 43x29,5x6
cm. Hierin is een vrijwel gave zwart ge-
verniste beker aangetroffen»), datering
circa 120-270 na Chr. (afb. 10).
Militair badhuis
Binnen de muren lag een 20 cm dikke
laag 'veldkeien', kennelijk een vloerver-
harding. Het bleek dat de westelijke bui-
tenmuur van het gebouw een lengte had
van minstens 13,50 m, de noordmuur
van 11,20 m. Aan de westzijde bevond
zich een uitspringend vertrek van 5,00 x
2,90 m (binnenwerks gemeten) met fun-
deringen van 1,10 m dik, die in verband
waren gemetseld met de fundering van
de hoofdmuur.
Blijkens enkele vondsten van stucfrag-
menten is de binnenkant van een of
meer vertrekken bedekt geweest met een
laag beschilderd stuc. De opgravers me-
nen, op grond van enkele tegelfragmen-
ten die bestemd waren om de hete lucht
van een verwarmingssysteem door te la-
ten in de wanden, dat het gebouw ver-
moedelijk een militair badhuis is ge-
weest.
Gezien de vele dakpanfragmenten met
stempels van het Benedengermaanse
leger (EXGER-INF) en van hulptroe-
pen van dat leger (VEXEXGER,
VEX-EX-GNF e.a.) dateren zij het ge-
bouw na 150 na Chr.
Op grond van de in de profielen waarge-
nomen verschijnselen komen Vollgraff
en Van Hoorn tot de konklusie dat er op
de Hoge Woerd overblijfselen van drie
Romeinse legerplaatsen boven elkaar
liggen. De oudste is gesticht in de tijd
van keizer Claudius (41-54 na Chr.), de
tweede vesting houden zij voor 'Vespa-
sianisch' (69-79), de jongste legerplaats
tenslotte dateert volgens hen 'uit het
midden of de tweede helft der tweede
eeuw'^
Uit het dagboekje van het onderzoek,
bijgehouden door C. W. Vollgraff, blijkt
dat hij de ligging van de fundering heeft
vastgelegd door de afstand 'af te stap-
pen'. Aangezien Vollgraff niet tot de
kleinsten behoorde en een door hem
afgestapte meter waarschijnlijk meer be-
droeg, heeft men de fundering in 1957,
toen op hetzelfde terrein een onderzoek
werd verricht, niet kunnen terugvin-
den.')
De opgravingen van 1957 en
1960 )
De opgravingen van 1957 en 1960 ston-
den onder leiding van J. H. Jongkees en
mevrouw C. Isings, van het Archeolo-
gisch Instituut in Utrecht. Het eerste on-
derzoek werd uitgevoerd op een terrein
ten westen van 't Zand (afb. 11), naar la-
ter bleek iets ten noorden van het in 1940
ontdekte badgebouw. Jongkees en Isings
..ÖEMECNTE VLEUTEN..
ÖEVOMOEN FGNOEEeiNeaieESTEN
^///////////////^/////^
y
5. De Meern 1940. De fundering in proefput b. Naar Vollgraff en Van Hoorn, plaat II. Aanvankelijk
werd alleen binnen de rechtboek C/D (= afb. 2, proefput b!) gegraven. Op 20 april 1940, de 5de dag
van het onderzoek, werd de put in zuidwestelijke en westelijke richting uitgebreid. Deze vergrote
proefput is te zien op afb. 6.
Negen perioden
Tot de oudste periode behoren in sleuf C
een brandlaagje op circa 0,85 m -i-NAP
en standgreppels'^) met paalsporen van
een houten gebouwtje (afb. 14, a) op 0,70
+N AP. Een laag op 0,75 tot 0,80 m -hN AP
lieten hier een aantal (75 cm tot 2 meter
brede) sleuven graven (afb. 12).") Door
vergelijking van enkele profielen in de
sleuven C, G en H (afb. 13) konden ne-
gen lagen (Jongkees spreekt ook van pe-
rioden) worden onderscheiden.
" De beker komt overeen met een doorStuart ge-
publiceerd exemplaar uit Nijmegen. Zie Stuart
pag. 24, type 5, pi 1, nr. 12.
"* Het gebouw waarvan deze fundering deel uit-
maakt is in 1970 gelokaliseerd door middel van
geo-elektrische weerstandsmeting. Het onder-
zoek werd verricht door de Dienst grondwater-
verkenning TNO, afd. geofysisch onderzoek,
Delft. Zie Waher, Stavenga. Tezijnerlijd zal de
auteur aan dit onderzoek en aan de door Voll-
graff en Van Hoorn ontdekte fundering uitvoe-
rig aandacht besteden.
'" De resultaten van deze opgravingen zijn in
1963 uitvoerig gepubliceerd. Zie Jongkees en
Isings.
'' Sleuven C/E en E zijn verbreed tol circa 3,50
en 2,50 m.
'^ Sleuven waarin men de staande palen van een
houten gebouw plaatste.
A
-ocr page 62-
december 1982
63
iets ten zuiden van deze muur moet heb-
ben gelegen. Hij neemt aan 'dat deze
muur uit het einde der tweede eeuw da-
teert'. Vlak onder het puinspoor van de
stenen omheining werd in dezelfde rich-
ting, op 0,65-0,80 m -l- NAP, een wand-
spoor aangetroffen. Jongkees vermoedt
dat deze wand dezelfde funktie heeft
gehad als de stenen muur uit periode
VIII.
De IXde en tevens laatste door Jongkees
en Isings waargenomen antieke periode
kon tijdens het onderzoek van 1957 wor-
den waargenomen in sleuven C/E en E.
In sleuf C/E (afb. 12) werd op geringe
diepte de onderste laag van een nog circa
5 m lange sterk beschadigde bakstenen
fundering gevonden. Een tweede funde-
ring (afm. 6,50 x 4,50 m) werd ten oosten
daarvan in sleuf E aangetroffen. De fun-
deringen, die niet waren onderheid, be-
stonden uit dakpan- en tegelfragmenten,
die gedeeltelijk van afbraak afkomstig
waren. De funderingen waren tot een
hoogte van 10 tot 15 cm bewaard geble-
6. De Meern 1940. Overzichtsfoto van de vergrote proefput (afb. 2, b) in het album van mevr. Van
Woudenberg. Genomen van west naar oost. Links vooraan (links van het kleine boompje) is nog
juist de noordelijke muur van het uitspringende vertrek te zien, rechts is de zuidelijke muur van dit
vertrek zichtbaar. Foto E. M. Fraenkel-Nieuwstraten.
in sleuf G (afb. 13, I) wordt door Jong-
kees eveneens tot de oudste periode ge-
rekend. Scherven om periode 1 te date-
ren zijn schaars.
In de laag in sleuf G werden slechts twee
bodemfragmenten van een kruik van ro-
ze aardewerk (H. 249 en 253) met goed
afgedraaide standring gevonden. Deze
bodem dateert uit de tweede helft van de
eerste eeuw. 'Een datering (van periode
I) in het begin der 2e eeuw lijkt (Jong-
kees) het minst onaannemelijk'.
Brandsporen
In sleuf G vertegenwoordigen een woon-
laag met in de zuidelijke helft brandspo-
ren, op circa 1 m -(-NAP (afb. 13, II) de II-
de periode. Aan deze periode kunnen
eveneens enkele standgreppels in sleuf C
worden toegeschreven. Zij werden op
0,90 m -I-NAP (afb. 14, b) aangetroffen en
vertegenwoordigen blijkbaar een jonge-
re fase van het reeds onder I genoemde
houten gebouwtje.
Tot perioden III en IV behoren woonla-
gen tussen 1,10 en 1,50 m -l-NAP in sleuf
G (afb. 13, III en IV). Een brandlaag met
huttenleem, op circa 1,10 tot 1,25 m -l-
NAP in sleuf C (afb. 13, IV), wordt door
Jongkees ook tot periode IV gerekend.
Beide perioden zijn ondateerbaar.
Tot periode V behoort in sleuf H (afb. 13,
V) een circa 25 cm dikke brandlaag met
brokken huttenleem tussen 1,45 en 1,80
m -f-NAP. Enkele standgreppels van een
houten gebouw hebben dezelfde oriën-
tering als die in de hogere lagen. In de
standgreppels van dit gebouw zijn twee
perioden (V en VI) te onderscheiden.
Tot de Vide periode rekent Jongkees
ook een standgreppel met rechthoekige
paalsporen van een gebouw in sleuf G
7. De Meern 1940. De fundering in proefput b, van noord naar zuid. In het midden en aan het eind
(waar wordt gegraven) de beide zijmuren van het uitspringende vertrek aan de westzijde van de
hoofdmuur. Foto E. M. Fraenkel-Nieuwstraten.
(afb. 12, VI) Al deze perioden en ook de
daarop volgende Vilde periode, zijn on-
dateerbaar. Tot periode VIII behoort een
uitgebroken Oost-West lopende stenen
muur (afb. 12, VIII en afb. 13, VIII) die
volgens Jongkees de omheining vormde
van het in 1940 ontdekte badgebouw, dat
ven en bevonden zich slechts circa 20 cm
(de westelijke op 1,40, de oostelijke op
1,75 m -I-NAP) onder de oppervlakte. In
de oostelijke fundering werden drie of
vier dakpanstempels gevonden van de
Cohors I Classica Pia Fidelis Domitiana,
(een legerafdeling van de vloot), die blij-
-ocr page 63-
december 1982
64
kens de toevoeging Domitiana, tussen 89
en 96, in de tijd van keizer Domitianus
gedateerd kunnen worden. Jongkees
schrijft dat de funderingen de laatste an-
tieke periode (IX) vertegenwoordigen,
en dat deze periode zeker van na 260 zal
dateren.
16 Sleuven in 1960
In augustus 1960 deed zich een nieuwe
mogelijkheid voor om het onderzoek op
de Hoge Woerd voort te zetten op een
terrein ten zuiden van de grote boom-
gaard. Aanleiding hiertoe vormde de
aanleg van de Casteliumlaan en de bouw
van bungalows in het huidige Castellum-
park. Jongkees en Isings hebben langs de
noordzijde van het terrein 16 sleuven
laten graven met een breedte van 1,50 m
en een gezamenlijke lengte van circa
90 m (afb. 15 en 16). Verspreid over het
terrein werden sleufjes van 5 m lengte en
1,50 m breedte gegraven.
In sleuven A tot en met F en in Q, R en S
werden brandplekken aangetroffen.
Deze waren ongeveer rond of min of
meer langwerpig met een doorsnede va-
riërend van 2 tot 4 m. Er konden drie ty-
pen worden onderscheiden:
a.  Vlakke brandplekken. Deze kwamen
het meest voor. Het vuur was op het
maaiveld aangelegd, de houtskool was
rondom de vuurhaard verspreid geraakt.
b.  Rechtwandige brandkuilen (afb. 19).
Van dit type, dat tot de vroegste brand-
8. De Meern 1940. De noordwesthoek van de fundering met de twee grote 'veldkeien' op de hoek, in
proefput b. Zittend op de fundering mej. A. Roes. Foto E. M. Fraenkel-Nieuwstraten.
zameld bleken echter niet te determine-
ren.
dens het onderzoek van 1960 niet aan
het licht (afb. 23).
Waarnemingen in 1963 ")
In april 1963 werden bij enkele recent ge-
bouwde bungalows in het Casteliumpark
rechthoekige kuilen gegraven, bestemd
voor olietanks. De kuilen bij bungalows
Al en A2 bevonden zich in het terrein
van de door Jongkees en Isings onder-
zochte brandplekken. Het daarbij gevon-
den schervenmateriaal dateert uit de pe-
riode Claudius/Nero (41-68) tot in de
Flavische tijd (69-96). Een kuil vlak voor
de garage van bungalow A4 (afb. 24) be-
'^ Waarnemingen door de schrijver en J. J. Ka-
lee.
In sleuven G tot en met M tekenden zich
in de profielen over een lengte van circa
38 m een twaalftal opeenvolgende oe-
vers af van een riviertak, die zich west-
waarts heeft verlegd (afb. 22). In sleuf O
werd de laatste bedding van de rivier
aangetroffen. Meer naar het zuiden werd
in sleuf U een oever gevonden, in de
sleuven T en V werd weer de bedding
aangetroffen. De oevers worden door
Jongkees in het midden van de 1ste eeuw
(oevers I en II) tot in de eerste helft
van de 3de eeuw (oevers X-XII) geda-
teerd. Sporen van gebouwen kwamen tij-
Datering
Waterpeil
Oever
9. De Meern 1940. Zykant van de fundering in
proefput b. Foto E. M. Fraenkel-Nieuwstraten.
I
midden Ie eeuw
9
II
id.
±NAP
III
?
± 0,20 -NAP
IV
Flavisch
± 0,25 -NAP
V
Flavisch
± 0,25 -NAP
VI
2e eeuw
9
VII
id.
± 0,20 -NAP
VIII
eerste kwart 3e
eeuw
± 0,40 -NAP
IX
id.
± 0,40 -NAP
X
eerste helft 3e
eeuw
± 0,30 -NAP
XI
id.
7
XII
id.
7
plekken behoort, werden er slechts twee
aangetroffen.
c. Komvormige brandkuil. Hiervan werd
één kuil aangetroffen in sleuf D (afb. 20-
21).
De plekken kunnen op grond van het
schervenmateriaal dat er bij werd gevon-
den in de tweede helft van de 1ste eeuw
worden gedateerd. Jongkees vermoedt
dat de brandplekken krematieplaatsen
voor lijken zijn geweest. De schilfers bot
die uit enkele brandplekken werden ver-
Zo ook in sleuf U
23. De Meern 196Ü. De datering van de oevers. Naar Jongkees en Isings, p. 51.
-ocr page 64-
december 1982
65
Vondsten vertellen
Tijdens de opgravingen van 1940,1957,1960 en 1973 en de waarneming van 1963zijn tal-
rijke voorwerpen verzameld, voor het merendeel bestaande uit scherven.
Het aardewerk in de Romeinse tijd, zoals dat in ons land voorkomt, en ook in De Meern
werd en wordt gevonden, bestaat o.a. uit:
1.  Terra sigillata, (mat)glanzend rood tot oranje aardewerk, dat o.a. werd vervaardigd in
Frankrijk (Gallië) en Duitsland (zie afb. 25, 35 en 36). Men onderscheidt o.a. Zuid-, Mid-
den- en Oostgallische terra sigillata. Zie noot 45).
2.  Rood, bruin of zwart geverniste bekers (afb. 10 en 37,1), kannen en schotels.
3.  Gladwandige witte kruiken (afb. 37, 2-3) en andere vormen.
4.  Terra nigra schaaltjes (afb. 38,2), dekseltjes (afb. 38,1), schotels en bekers. Terra nigra
is (vrij) gladwandig aardewerk, dat door het toelaten van rook in de oven zwart geworden
('gesmoord') is.
5.  Ruwwandige kookpotten, schotels, deksels en kannen (afb. 39). Het aardewerk is
(sterk) verschraald met zand.
6.  Dikwandig aardewerk. Hiertoe behoren o.a. amforen (voor vervoer van o.a. wijnen en
vissausen) en wrijfschalen.
Tot de overige vondsten, die men in Romeinse legerplaatsen en burgerlijke nederzettingen
kan aantreffen, behoren benen (afb. 40) en hoornen voorwerpen, munten, glas, terra cot-
ta-beeldjes, toneelmaskers (afb. 41) en dakpannen en vloertegels van baksteen.
Bestudering hiervan verschaft inzicht in de technische vaardigheden van de makers en
vergelijking met elders gevonden produkten geeft een indruk van de handelsbetrekkingen
in dit deel van het Romeinse Rijk. Tevens is het vondstenmateriaal onmisbaar voor de da-
tering van de lagen waaruit het stamt.
Van belang is verder dat bepaalde voorwerpen iets kunnen mededelen over de aard van de
nederzetting (bijv. militaire of burgerlijke nederzetting, haven?).
10. üe Meern 1940. Zwart geverniste beker uit
het afvoerlianaaj van de fundering. Foto R. F.
van Berlo, Archeologisch Instituut, Utrecht.
vond zich in de bedding van de in
1960 ontdekte riviertak. Op een diepte
van 1,80 tot 2,20 m werden circa 600 gro-
tendeels aaneenpassende fragmenten
van Romeins aardewerk aangetroffen.
Het talrijkst vertegenwoordigd zijn scho-
tels van terra sigillata (zie bijgaand ka-
der), typen Dragendorff 31 en 32 (met
fragmenten van minstens 22, resp. 20
exemplaren; zie litteratuurlijst) en be-
kers van glanzend donkergrijs tot zwart
gevernist aardewerk (fragmenten van
minstens 20 exemplaren). Bekers van dit
type zijn o.a. gevonden in de Romeinse
legerplaats Niederbieber in Duitsland.
De bekers uit De Meern komen overeen
met de door Oelmann (zie litteratuur-
lijst) op plaat II, onder type 33a en c afge-
beelde exemplaren. De in De Meern ge-
vonden bekers zijn vervaardigd van zeer
dunwandig hardgebakken aardewerk
(Oelmann, pag, 35, techniek d). Het kun-
nen zowel hogere als lagere exemplaren
zijn.
Minder veelvuldig aanwezig zijn frag-
menten van de volgende terra sigillata-
typen: de versierde kom Dragendorff 37
(5 ex. zie afb. 25), de beker Drag. 33 (5
ex.), het kommetje Drag. 27 (1 ex.),
de wrijfschaal Drag. 45 (1 ex.) en Drag. 43
of 45 (3 ex.). Een aantal andere aarde-
werksoorten is met fragmenten van één
of enkele exemplaren vertegenwoor-
digd. Tot de overige vondsten behoren
vele aaneenpassende scherven van een
groen glazen vaasje van een zeldzame
vorm''')en enkele dierenbeenderen.
Het gehele vondstcomplex dateert uit de
eerste helft van de 3de eeuw en is waar-
schijnlijk in één keer in de rivier
beland'5).
Het onderzoek van 1973 O
Een verbreding van de Castellumlaan en
't Zand, in oktober 1973, werd aangegre-
pen om het onderzoek op de Hoge
Woerd voort te zetten. De opgraving, die
van 23 oktober tot en met 6 december
1973 plaats vond, werd uitgevoerd door
het Archeologisch Instituut van de Rijks-
'■* Het best vergelijkbaar in vorm zijn twee vaas-
jes uit Remagen in Bonner Jahrbücher 122, Taf.
XXII, 6 (met hogere hals), in een graf van na
160; Taf. XXIII, 13 (bol vaasje waarvan de hals
iets meer trechtervormig verloopt), in een graf
uit het eind van de 2de of het begin van de 3de
eeuw (determinering mevr. C. Isings, Archeolo-
gisch Instituut, Utrecht).
" Een enkel stuk is vroeger, o.a. de Drag. 27, uit
omstreeks 150 na Chr.
■•5 Zuidgallische terra sigillata is o.a. geprodu-
ceerd in Montans (ten noordoosten van Toulou-
se), in La Graufesenque (bij Millau) en in Ba-
nassac en Le Rozier (ten noorden van Millau).
Middengatlische produktiecentra zijn o.a. Le-
zoux en Martres-de-Veyre (ten westen van
Lyon). Van de talrijke zogenaamde Oostgalli-
sche centra in Noordoost-Frankrijk en het min
of meer aangrenzende Duitse gebied noemen wij
slechts de centra die voor ons land van belang
zijn geweest: Blickweiler, Chémery-Faulque-
mont, Lavoye, La Madeleine, Mittetbronn,
Rhemzabern, Sinzig en Trier.
O 2 4 6 e 10                20                30m.
K O
Groer^ediik
11. De Meern 1957. De sleuven. Naar Jongkees en Isings, p. 7, afb. 1. Met enkele aanvullingen.
-ocr page 65-
66
december 1982
Opgraving van igs7
12. De Meern 1957. Naar Jongkees en Isings, plaat I. N.B.: de ingetekende sporen zgn op verschillende diepten gevonden! Aangegeven zyn de perio-
den VI, VIII en IX.
vlak 0.70^ N.A.P
universiteit Utrecht en stond onder lei-
ding van mevrouw C. Isings en C. A. Ka-
lee. Medewerking verleenden de studen-
ten Els Clowting, Barbara Heldring, H.
Groenendijk, B. Oudekotte, G. Rom-
bach en D. Yntema en de amateurar-
cheologen R. Bok, D. Dijs en H. W.
Scherpenhuyzen.
In twee NNO-ZZW georiënteerde werk-
putten (afb. 26,1 en 2) werd het uitgegra-
ven deel van de te verbreden Castellum-
laan onderzocht (= vlak 1; zie bijgaand
kader). Tevens kon in werkput 1 een deel
van de berm, tussen het aan te leggen rij-
wielpad en de Castellumlaan, bij het on-
derzoek worden betrokken. Juist onder
deze berm en in het aansluitende ooste-
lijk deel van de werkput werden enkele
interessante resten uit de Romeinse kei-
'' Zie voor eerderepublikaties: Isings en Kalee;
Kaiee en Isings. Aan het onderzoek van 1973
wordt wat ruimer aandacht besteed omdat hier
voor het eerst in De Meern een aantal boven el-
kaar liggende vlakken met gebouwsporen en an-
dere resten konden worden onderzocht. Boven-
dien zal het onderzoek van 1982 in de nabijheid
van de opgravingsputten van 1973 plaatsvin-
den.
a
vlak 0.90^ N.A.P
^ b
1
O
3
5m.
14. De Meern 1957. De gebouwsporen in sleuf C. Naar Jongkees en Isings, p. 14, afb. 2.
-ocr page 66-
december 1982
67
Vlakken
graven
Door middel van opgravingen probeert
de archeoloog te weten te komen welke
bewoningssporen, (bijv. plattegronden
van huizen en materiële resten, zoals
aardewerkscherven, glas en munten) er
in de bodem zijn verborgen. Opgra-
ven betekent echter vernielen, want al
dieper gravend worden de hoger liggende
sporen vernietigd.
Bewoningssporen kunnen op verschil-
lende diepten aanwezig zijn. Daarom
graaft men tijdens de werkzaamheden
het horizontale vlak (de bodem van de
opgravingsput) steeds dieper weg. Na het
(ruwere) graafwerk wordt het aldus ver-
kregen horizontale loopvlak van de op-
gravingsput met de schep 'geschaafd',
zodat alle sporen zo duidelijk mogelijk
zichtbaar worden.
Het aldus verkregen vlak, zoals de op-
graver het noemt, wordt vervolgens gete-
kend en gefotografeerd. Daarna graaft
men, op de hiervoor beschreven manier,
weer een nieuw vlak. Dit wordt herhaald
tot de vaste, ongeroerde, grond is be-
reikt.
15. De Meern 1960. De sleuven op het terrein van het Castellumpark. Naar Jongkees en Isings, p.
34, afb. 6.
V ■" V';4XX^7
-12
n
-   I
2 N A.R
W
O
5vv\\?v>\-<.>v<.;'c^v-';
H
'.'-rÉfi:?^*-^
V:):
^-----^
3Z33Z
2 NAP
^^m^mmmmmmMmmmm''^
■:~~--~-*^mSiéia^,!)^.k;:r^fS^
IM
13. De Meern 1957. Naar Jongkees en Isings, plaat II. Aangegeven zyn de perioden 1 tot en met V, VIII en een sleuf van de opgraving van 1830.
-ocr page 67-
«■'«#,-
december 1982
68
zertijd aangetroffen, zodat men besloot
hier ook de diepere niveaus te onderzoe-
ken (vlakken 2 tot en met 5). Een groter
oppervlak kon niet worden onderzocht,
omdat de werkzaamheden voor de aan-
leg van het rijwielpad en de verbreding
van de Castellumlaan dit niet toe-
lieten").
In vlak 1 (gemiddeld op 2,35 m +NAP)
werden vele afvalplekken aangetroffen
(zie afb. 27, afvalplekken 66, 104, 105,
109 en 132)'*) met scherven van Romeins
aardewerk (o.a. terra sigillata vervaar-
digd in Frankrijk en Duitsland), bak-
16. De Meern 1960. Enkele van de 16 sleuven langs de noordkant van het terrein, van oost naar
west. Opname 19-8-1960.
Vijf haardplaatsen
Belangrijk was de ontdekking van vijf
bakstenen haardplaatsen (A, B, D-F, zie
" De vele regenbuien in november en de vorst en
sneeuw in de tweede helft van november-begin
december hebben het onderzoek zeer bemoei-
lijkt en vertraagd. Vlakken 4 en 5 en het oost-
profiel werden door de vorst gedeeltelijk ver-
nield.
"* Verkorte vondstnummers DM. 1973-66, DM.
1973-104 enz. (DM.
= De Meern).
" VondstnummerDM. 1973-154.Zievoorenke-
le vondsten afb. 35, 4 en afb. 37.
steenfragmenten, stukjes muurbepleis-
tering met witte deklaag, dierenbeende-
ren en mosselschelpen. Van deze afval-
plekken waren alleen de diepere delen
bewaard gebleven. In werkput lA-zuid
(afb. 26, A-z.) werd op een diepte van on-
geveer 2.00-2.25 m -l-NAP een koncen-
tratie van Romeins aardewerk en wat
baksteenmateriaal aangetroffen. Deze
koUektie'") is bewerkt door de heer H.
Groenendijk. Het aardewerk is in het
tweede kwart van de 2de eeuw in de
grond geraakt.
SLEUF
O.
17. De Meern 1960. J. H. Jongkees schaaft een
proHel. Opname 18-8-1960.
f.
iNfP
-)—<—mm-
0                                    1                                                                          3m
19. De Meern 1960. Rechtwandige brandkuil in sleuf F. Naar Jongkees en Isings, p. 36, afb. 7.
SLEur - D
o 2m NAP
18. De Meern 1960. Het tekenen van een pro-
fiel. Links: mevr. C. Isings, rechts: H. A. van
Dijk. Opname 18-8-1960.
20. De Meern 1960. Komvormige brandkuil in sleuf D. Naar Jongkees en Isings, p. 37, all). 8.
-ocr page 68-
69
december 1982
schijn van een vrijwel komplete ruwwan-
dige Romeinse kan (afb. 39). Ten zuiden
van haardplaats D werd een fragment
van een benen voorwerp aangetroffen
(afb. 40). Vergelijkbare voorwerpen zijn
onder meer in het castellum van Valken-
burg (Z.H.)-dorp en in de legioensves-
ting Vindonissa-Windisch (Zwitserland)
gevonden. Tot de vondsten die op dit ni-
veau zijn geborgen, behoren verder frag-
menten van terra sigillata-schotels met
stempels LENTVLI (afb. 35, 16) en
REGINVS-F"), scherven van een terra
sigillata-kommetje met stempel
SACER-FÈ (afb. 35, 17), een klein deel
van een toneelmasker (afb. 41), een frag-
ment van een platte Romeinse dakpan
(tegula) met afdruk van een bespijkerde
zool (afb. 44) en een tegulafragment met
stempel VEX EXGF").
^" Van haardplaats A is elk baksteenfragment
genummerd en meegenomen, in de hoop dat de-
ze haardplaats te zijner tijd nog eens opnieuw
zal kunnen worden gebouwd. Van elk stadium
van de afbraak zijn foto 's gemaakt.
^' Soortgelijke haardplaatsen zijn o.a. bekend
uit Augst (Zwitserland) en Niederbieber (Duits-
land). Zie Laur-Belart en ORL.
" Vondstnummer DM. 1973-144.
21. De Meern 1960. Komvormige brandkuil in sleuf D. Opname 18-8-1960.
Op de grondtegels en tussen baksteen-
fragmenten van haardplaats B (afb. 27,
29 en 30) kwamen vele scherven te voor-
afb. 27-32). Vier van deze haardplaatsen
waren paarsgewijs met de boog van de
stookplaats naar elkaar toe aangelegd.
De grondplaat bestond uit één grote te-
gel en één kleinere tegel (haardplaats A)
of uit meerdere kleinere tegels (haard-
plaatsen B, D en F)'"). De boog van de
stookplaats was opgebouwd uit gedeelte-
lijk aaneenpassende fragmenten van ter
plaatse stukgeslagen dakpannen en
vloertegels^')-
Haardplaats E had een vrij smalle lang-
gerekte vorm; de boog van de stook-
plaats bestond voornamelijk uit klei. De-
ze kleiboog was door het vuur in de
haardplaats oranje gebakken. Hierin
waren slechts enkele baksteenfragmen-
ten verwerkt. In de haardplaats werd
geen grondtegel aangetroffen. Tegen de
oostzijde van de boog van de stookplaats
lagen talrijke fragmenten van Romeinse
dakpannen. Tussen deze dakpanfrag-
menten werden vele aaneenpassende
scherven van een terra sigillata-beker
Dragendorff 33 met naamstempel van de
pottenbakker Meddicus: NfÊDDIC FE
(FE = fecit, dit betekent: is gemaakt
door) gevonden (afb. 35, 18).
De grote grondtegel van haardplaats A
(afb. 28) is gestempeld VEX-EXF, in
rechthoekig kader (afb. 43,1). De grond-
tegels van de overige haardplaatsen be-
vatten geen stempels.
Van de vertrekken, waarin men deze
haardplaatsen had aangelegd, was op dit
niveau vrijwel niets bewaard gebleven.
De dieper (vlakken 4 en 5) aangetroffen
paalsporen van houten gebouwen kun-
nen niet met de haardplaatsen in ver-
band worden gebracht, aangezien deze
palen, wanneer men ze vertikaal tot bo-
ven vlak 1 zou doortrekken, de haard-
plaatsen zouden doorboren.
24. De Meern 1963. Deel van het Castellumpark. De nummers zijn niet de tegenwoordige huis-
nummers! Voor de garage van bungalow A4 is de kuil voor de olietank ingetekend.
-ocr page 69-
Oost
Opgraving igóo.
9 m Vereenvoudigd en aangevuld profiel van de Zuidwanden van de sleuven F lot P, bevattende de
oevers I tot XII
O
22. De Meern 1960. De rivieroevers en beddingen in sleuven F tot en met P. Naar Jongliees en Isings, plaat III.
-ocr page 70-
december 1982
71
vanaf een hoger niveau, waren gevuld
met grijze klei, stukken natuursteen,
fragmenten van Romeinse dakpannen
en een stuk tufsteen. In één kuil werd
een fragment van een Romeinse kruik-
hals gevonden").
De in vlak 2 waargenomen standgreppels
en tussenwandgreppel waren in vlak 3
(1,60 m -I- NAP) veel duidelijker bewaard
" Vondstnummer DM. 1973-117.
" Vondstnummers DM. 1973-145, 70, 76 en
196.
" Vondstnummer DM. 1973-163c.
^<' Vondstnummer DM. 1973-163d.
^' Greppel 5 was plaatselijk wat breder.
28 jy^igg van dergelijke greppels werden in 1957
eveneens als zoeksleuven van de opgraving van
1830 verklaard (Jongkees en Isingsp. 7, in sleuf
B; p. 17, in sleuf G). Zie hier afb. 13, sleuf G.
" Vondstnummer DM. 1973-216 (type Stuart
109).
25. De Meern 1963. Terra sigillata-kom Dragendorff 37 met naamstempel van de pottenbakker
Afer: AFE|R|FECIT, in spiegelschrift. Vervaardigd in Trier, eerste helft van de 3de eeuw. Te-
kening J. J. Kalee. Schaal 1:2.
Vermeldenswaard zijn verder vier min
of meer rond bekapte tufstenen kogels
met een gewicht van 280,540,610 en 760
gram") een beschadigde hardstenen ko-
gel van 380 gram") en een stukje groen
vensterglas ^'').
Verspreid over het gehele vlak werden
veel stukjes muurbepleistering met witte
deklaag, kalkgruis (soms in O-W en N-Z
georiënteerde banen) en talrijke dakpan-
fragmenten gevonden, waaronder enke-
le komplete platte dakpannen (tegulae)
en een halfronde dakpan (imbrex) zon-
der stempels.
Greppels
Alle Romeinse sporen in vlak 1 werden
doorsneden door tien O-W georiënteer-
de greppels (afb. 27, greppels 3-5), in
breedte variërend van 0,60 tot 1,50 m").
De vulling bestond uit bruine klei, ver-
mengd met Romeinse scherven en stuk-
jes baksteen, en enkele 17de-19de-eeuw-
se geglazuurde bruine aardewerkfrag-
menten. Mogelijk zijn deze greppels
zoeksleuven van de Commissie tot op-
sporing van Romeinsche oudheden, die
in 1830 op de Hoge Woerd naar Romein-
se resten heeft laten zoeken; het kunnen
echter ook draineringssleuven zijn ge-
weest^*).
Opvallend was, dat de greppels parallel
liepen aan de bomenrijen van de boom-
gaard aan de westkant van de werkput.
Dit wijst er ook op dat de sleuven van vrij
recente datum moeten zijn.
In vlakken 2 tot en met 5 bevonden zich
standgreppels en tussenwandgreppels
van delen van houten gebouwen uit de
Romeinse keizertijd.
In vlak 2 (gemiddeld op 1,80 m -f-NAP)
tekenden zich flauw twee N-Z gerichte
standgreppels en een O-W tussenwand-
greppel af Van een kleine bakstenen
haardplaats (G) was een roodoranje ver-
brande afdruk bewaard gebleven (op
1,80 m -i-NAP). Twee kuilen, ingegraven
DE MEERN
HOGE WOERD
o 10
SOM
OPGRAVINGSPUTTEN
OKT._DEC.1973
26. De Meern 1973. Opgravingsputten 1 en 2. A-n= werkput 1 A-noord, A-z= werkput 1 A-zuid. Te-
kening F. Derksen-Janssens. Naar Kalee en Isings, afb. 2.
-ocr page 71-
"**
december 1982
72
27. De Meern 1973. Vlak I (ge-
middeld op 2,35 m +N AP) tus-
sen 100 en 114 m. Aangegeven
zijn o.a. haardplaatsen A en B en
afvalplekken DM. 1973-66, 104,
105, 109 en 132. De vondsten die
niet in afvalplekken werden ge-
vonden zijn aangegeven met een
sterretje en een verkort vondst-
nummer. Naar Kalee en Isings,
afb. 3.
Zie voor vondstnr.
10: afb. 38, nr. 2
92: afb. 39a-b
109: afb. 41
132: afb. 35, nrs. 2 en 15
102m
llOm
106 m
gebleven. Een derde N-Z- greppel werd
nu ook zichtbaar. In dit vlak kwamen de-
len van drie haardplaatsen (H, K en L)'")
te voorschijn. Van H was slechts een ver-
brande afdruk bewaard gebleven (op
1,60 m -I-NAP). De haardplaats zelf heeft
dus iets hoger gelegen. De boog van de
vuurhaard was naar het westen gericht.
Van L was alleen een halfronde ring
van verbrande klei in het vlak terug te
vinden. Haardplaats K was rond en opge-
bouwd uit stukken natuursteen, grote
brokken verbrande klei met duidelijke
afdrukken van takken ('huttenleem')^')
en een deel van een maalsteen. De
haardplaatsen waren aangelegd in een
egalisatielaag en iets boven een brand-
laag. Deze, ook aangetroffen in het oost-
profiel (afb. 34), laag m), liep in een groot
deel van werkput IB/C onder vlak 3
door.
Tot de vondsten in vlak 3 behoren vier
aaneenpassende fragmenten van een ter-
ra sigillata-bord Dragendorff 18 met deel
van een pottenbakkersstempel (OF
GERM, afb. 35,6, datering: 65-75). Bij el-
Om vergissingen te voorkomen zijn de letters l
en J niet gebruikt.
^' Deze stukken verbrande klei zijn afkomstig
van de wanden van een gebouw. Deze wanden
bestonden uit zware staande palen met daartus-
sen dunnere palen en takken. De openingen tus-
sen de takken werden dichtgesmeerd met klei/
leem. Wanneer het gebouw in vlammen opging
werden delen van de met klei dichtgesmeerde
wand door de hitte van het vuur gebakken.
0»cC
lOOcm
HAARDPLAATS F
31. De Meern 1973. Haardplaats F in vlak 1. De pijl geeft het noorden aan. Naar Kalee en Isings,
afb. 5.
-ocr page 72-
december 1982
73
kaar lagen o.a. een lipfragment van een
gladwandige kruik Stuart 112, vele aa-
neenpassende fragmenten van zes ruw-
wandige kookpotten Stuart 201A en een
fragment van een pot Stuart 213A"). Bij
haardplaats K werden enkele fragmen-
ten van een inheemse pot aangetrof-
fen").
Paalsporen
Onder bijzonder slechte weersomstan-
digheden werden vervolgens vlakken 4
en 5 onderzocht. Omdat het rijwielpad
over de westkant van de werkput moest
worden aangelegd, diende dit deel van
de werkput (= vlak 4) eerst te worden on-
derzocht. Hierin (gemiddeld op 1,45 m -l-
NAP) tekenden zich scherp twee N-
Z standgreppels en een O-W tussen-
wandgreppel af. In de vrijwel schone
geelgrijze kleivulling waren rechthoeki-
ge paalsporen bewaard gebleven (afme-
tingen o.a. 10x7,5 en 16x10 cm). Deze
reikten tot 1,20-1,25 m -hNAP.
Het oostelijk deel van het vlak was he-
laas grotendeels door vorst en sneeuw
vernield, zodat dit vlak op iets dieper ni-
veau (= vlak 5, gemiddeld op 1,35 m +
NAP, afb. 33) moest worden getekend.
Aangetroffen werden twee N-Z stand-
greppels (afb. 33, A en B) en twee O-W
tussenwandgreppels (afb. 33, C en D).
De kleivulling van deze greppels was
vermengd met houtskoolresten en bro-
kjes verbrande klei. Deze verontreinigde
vulling wijst er op, dat men de greppels
door een brandlaag heeft gegraven. Deze
was bewaard gebleven in het hierna te
bespreken oostprofiel (afb. 34, laag m).
Tot het gebouw waarvan greppels A tot
en met D deel hebben uitgemaakt, be-
hoorde ook de met houtskoolresten en
stukjes verbrande klei verontreinigde
greppel p in het oostprofiel.
In de greppels A tot en met D bevonden
zich rechthoekige paalsporen (afmetin-
28. De Meern 1973. Haardplaats A in vlak 1. In de grote tegel het stempel VEXEXF, in rechthoe-
kig kader. Zie voor het stempel afb. 43, nr. 1.
gen o.a. 10x7, 13x9 en 19x10 cm). Deze
waren moeilijk in de met brandresten
vermengde vulling te onderscheiden. De
greppels vormden een vertrekje van on-
" Vondstnummer DM. 1973-226.
" Vondstnummer DM. 1973-225.
^^^i^nHKL^rfP^^'
30. De Meern 1973. Haardplaats B. De bovenste laag baksteenfragmen-
ten van de boog is verwijderd.
29. De Meern 1973. Haardplaats B in vlak 1. Naar Kalee en Isings, afb. 4.
-ocr page 73-
'^^
december 1982
74
geveer 3,20x3,60 m.
Ten noorden van greppel D waren in het
vlak zeer flauw drie rechthoekige paal-
sporen in een nogal vuile greppelvulling
zichtbaar (aïb. 33, E).
De slechte weersomstandigheden (re-
gen- en sneeuwbuien) lieten een nauw-
keurig onderzoek helaas niet toe. De
paalsporen in deze greppel waren, eve-
nals de rechthoekige paalsporen in vlak
4, tot een diepte van 1,20-1,25 m -l-NAP
in de greppel geplaatst.
Parallel aan en ongeveer midden tussen
de N-Z standgreppels A en B bevonden
zich sporen van vijf houten palen met
een diameter van 8 tot 12 cm. Ten oosten
van deze palenrij werd nog een dergelijk
paalspoor gevonden. Deze zes paalspo-
ren zijn waarschijnlijk afkomstig van een
oudere periode. In vlak 3 (1,60 m -t-NAP)
kwamen deze paalsporen nog niet voor.
Verspreid over het gehele vlak werden
talrijke ronde vrij dunne paaltjes (dia-
meter veelal tussen 5 en 8 cm) aangetrof-
fen. Van enkele paaltjes was de schors-
rand nog bewaard gebleven. Ten noord-
en van greppel E vormden vijf paaltjes
een min of meer O-W lopende rij; in de
hoek, gevormd door greppels B en C, wa-
ren vier paaltjes in een rechthoek van
60x70 cm geplaatst. Waarvoor deze
rechthoek kan hebben gediend is onze-
ker.
Vlak 5 leverde nauwelijks dateerbare
vondsten op. In een plekje met houts-
koolresten werden fragmenten van een
ruwwandige Romeinse schotel Stuart
215/216'") gevonden.
Verbrande huttenleem
In het oostprofiel, langs de westkant van
de Castellumlaan (afb. 34), was de reeds
genoemde van noord naar zuid iets aflo-
pende brandlaag (m) met veel houts-
32. De Meern 1973. Haardplaats F. Van zuid naar noord.
kool, hard verbrande huttenleem en klei
(tussen 1,48 en 1,72 , -f-NAP) fraai be-
waard gebleven. Deze brandlaag werd op
enkele plaatsen onderbroken door
standgreppels (p, t en u) van latere hou-
ten gebouwen.
Onder en boven deze brandlaag waren
nog verscheidene niveaus te onderschei-
den. Het oudste, op 0,90 m -i-NAP, be-
stond uit een dun venig laagje (b). Hierin
werden geen scherven aangetroffen. In
een venig laagje (d) en een grijze met
houtskoolresten vermengde laag (e)
daarboven (tussen 0,96 en 1,05 m -l-NAP)
werden enkele niet nauwkeurig te date-
ren inheemse en Romeinse scherven ge-
vonden"). Boven e werd een door men-
senhanden opgebrachte 0,40-0,50 m dik-
ke kleilaag (g) aangetroffen. Dit kleipak-
ket werd afgedekt door een laag (k) met
houtskoolresten (iets golvend tussen
1,37 en 1,53 m -i-NAP). In deze laag werd
één splinter van terra sigillata "•) gevon-
den, die uit ongeveer 45-55 na Chr.
stamt"). Boven een dunne egalisatielaag
" Vondstnummer DM. 1973-240.
" Vond.stnummer DM. 1973-253. Dit nummer
omvat: vijf aaneenpassende wandfragmenten
van een vrij gladwandige inheemse pol, een
wandfragmentje van een dergelijice pol, acht
wandfragmenten, waarvan zes aaneenpassen,
van een Romeinse kruik, vijf aaneenpassende
schouder/wandfragmentjes van een grijs ge-
smoorde Romeinse kookpot (Stuart 201 ?), een
schouderfragmentje van een dergelijke pot en
twee botfragmentjes, waarvan één verbrand.
"• Vondstnummer DM. 1973-254.
" Eén scherf is ons inziens een te 'wankele ba-
sis' om de laag met zekerheid in de Claudische
tijd te dateren.
88
VLAK5
(A<-.1
33. De Meern 1973. Vlak 5 (gemiddeld op. 1,35 m +NAP). Naar Kalee en Isings, afb. 6.
-ocr page 74-
december 1982
75
34. De Meern 1973. Het oost-
profiel onder de westkant van
de Castellumlaan in werkput IC.
Naar Kalee en Isings, afb. 7.
1.  Baksteenmateriaal
2. Resten van muurbepleistering
en kalkgruis
3.  Stukken houtskool
4.  Brokken verbrande klei-
huttenleem
5.  Houtskoolresten
6.  Zandlens
7.  Natuurteen
8.  Vondst. De nummers hebben
betrekking op het inventaris-
nummer (DM. 1973-254 bijv.
9.  Klei of zandige klei
Romeinse vondsten in het oost-
profiel:
246. Negen aaneenpassende ter-
ra sigillata-splinters van een
bord Dragendorff 18 (?). Zuid-
gallisch fabrikaat, circa 55-65 na
Chr.
253.  Zie noot 35.
254.     Terra sigillat'a-splinter.
Zuidgallisch fabrikaat, circa 45-
55.
255.    Rand-wandfragment van
een wrijfschaal Stuart 149 met
vrij kleine rand.
258. IJzeren spijker.
'^ 1
,-.-- 2
1% 4
£5 C3L 7
^i>-
Diepste en hoogste punt
van de betreffende lagen
Periode in het oostprofiel
lagen
het
oostp
in
rofiel Opmerkingen
(1) lag de reeds besproken brandlaag m.
Hierboven bevonden zich nog vier
(woon)niveaus. Het eerste niveau (n)
was direkt op brandlaag m gelegen. Bij
deze laag behoren de haardplaatsen H, K
en L in vlak 3. Het tweede niveau was in
het profiel tussen 1,79 en 1,91 m -fNAP
zichtbaar als een 4 tot 6 cm dikke grijze
iets golvende laag (q) met houtskool-
snippers. Hieruit kwamen geen dateer-
bare scherven. In vlak 2 was op deze
hoogte (1,80 +NAP) een verbrande plek
van een verdwenen bakstenen haard-
plaats (G) bewaard gebleven (zie boven).
Bij laag q behoren de met brandresten
gevulde greppel p in het oostprofiel en
de eveneens met brandresten gevulde
greppels A tot en met D in vlak 5. Boven
een dunne egalisatielaag (r) bevonden
zich tussen 1,87 en 2,00 m -I-NAP resten
van een grijze laag (s). Hierbij behoren
de greppel t^*). Het jongste duidelijk
waarneembare niveau (w) werd (vooral
in het vlak) tussen 2,30 en 2,40 m -l-NAP
gekonstateerd. Op deze hoogte (gemid-
deld 2,35 -I-NAP) werden in vlak 1 de
haardplaatsen A-B en D-F gevonden.
Periodisering en datering
Op grond van de in vlakken 1 tot en n;iet
5 en in het oostprofiel aangetroffen oud-
'* Een van deze greppels (afb. 34, tussen 97 en 98
m) laat een interessant 'bouwkundig' detail
zien. In de te brede greppel heeft men de punt
van de paal op zijn plaats gehouden door enkele
stukken steen tegen depaalpunt te plaatsen, al-
vorens men de greppel dichtgooide.
6            tussen ± 2,05 en 2,36 m +NAP
5            tussen ± 2,00 en 2,40 m +NAP
                   Afvalplekken in vlak I.
Datering: 2de eeuw.
V en w           Ophogingslaag (v) en
woonlaag (w)
met bakstenen haard-
plaatsen A-B, D-F.
Datering: tweede kwart van
de 2de eeuw.
r en s            Resten van een egalisatielaag
(r) en woonlaag (s).
Hierbij behoren standgreppels
t.
0  en q           Ophogingsiaag (o) en
woonlaag (q).
Hierbij behoort
greppel p. Tot deze
periode behoort eveneens
haardplaats G in vlak 2 op
1,80 m -I- NAP. Datering:
70/71?
n
                   Egalisatielaag/werklaag (n).
Hierbij behoren haard
plaatsen H, K en L in vlak 3.
Datering: 70?
1  en m           Ophogingslaag (1) en
brandlaag (m) van 69 na Chr.
(?). In de greppels met schone
vulling en rechthoekige
paalsporen (zie vlak 4) hebben
waarschijnlijk de wanden
gestaan van het houten
gebouw dat door deze brand
verwoest werd.
g en k           Ophogingslaag (g) en
woonlaag (k), mogelijk uit de
tijd van Claudius (41-54 na
Chr.).
d en e           Werklaag voor periode 1 (b)
(of woonlaag (e)?) direkt
op het natuurlijk oppervlak
(d) gelegen.
tussen 1,87 en 2,00 m -l-NAP
3 (b) tussen 1,70 en 1,91 m -l-NAP
3 (a) tussen 1,65 en 1,76 m -hNAP
tussen 1,40 en 1,72 m +NAP
1 (b) tussen 1,00 en 1,53 m +NAP
1 (a) tussen 0,97 en 1,05 m -l-NAP
-ocr page 75-
«"^.
76
december 1982
35. De Meern 1973. Terra sigillata. Scherven van een beker (1) en kommen met reliëfversiering (2-5,8-14). Naamstempels op borden en schotels (6,7
en 16), op een kommetje (17) en een beker (18). Graffito AMABIL |IS1 op een schotel (15). Schaal 1:2. Naar Kalee en Isings, afb. 8.
Beknopte beschrijving:
Vervaardigd in Zuid-Gallië *')
Nr. op
afb. 35
1
Type
Drag.
30
Datering Bi
60-75
2
37
80-95
3
37
75-90
4
37
95-110
Vondstomstandigheden
Werkput IB, losse
vondst
IB, vlak 1, in a
afvalplek
IC, iets boven
vlak 3
lA-zuid. 154: tussen
vlak 1 en 2 in
plek mei zeer veel
Romeinse scherven;
176: onder vlak
2, tussen Romeins
baksteenmateriaal en scherven
IC, vlak 3, iets
boven brandlaag
1 A-noord, tussen
vlak 1 en 2
4 en 5
5 37
95-110
6 18 (klein)
65-75
7 18 (groot)
75-90
Vervaardigd in Midden-Gallië
8 37
100-130
9 37
±125-150
10 37
±140-180
Naamstempel: OF GERM.
Germanus
Naamstempel: OFPAVLI,
Paulus.
IC, vlak 1
1 A-noord, vlak
1, in afvalplek
IB, vlak 1, bij
haardplaats E
Pottenbakker X-3=
Drusus I
± 2 fragm. v. dezelfde
Drag. 37 (niet afgeb.)
Vervaardigd in Oosi-Gallië
11
                          37
±100-140
idem
±120-170?
±150-170
2e eeuw
Fabrikaat van Satto-
Saturninus
idem
Vervaardigd in La Voye,
Vervaardigd in Trier
Met graffitoy\MABIL
IB en C, vlak 1
lA-zuid, vlak 1
IB, iets boven
vlak 1
IB, losse vondst
IB, vlak 1, in
afvalplek
12
13
14
15
37
37
37
18/31 ol 31
-ocr page 76-
december 1982
77
Nr. op
Type
Datering
Bijzonderheden
Vondstomstandigheden
16
18/31
±100-140
Naamstempel: LENTVLI,
Lentulus van La Made-
leine (bij Nancy) ^
IB, vlak 1
IB, vlak 1
17
27
±100-140
Naamstempel: S^•CER•FE
Sacer van La
Madeleine ^^
18
33
±100-140
Naamstempel: MEBBIC FE,
Meddicus van
Faulquemont
IB, vlak 1, tussen
baksteenfragmenten
tegen de boog van
de stookplaats
van haardplaats
E
Zie voor een uitvoeriger beschrijving: Kalee en Isings, p. 14-18 (N.B. Met andere nummering!).
heidkundige verschijnselen kunnen
minstens zes perioden worden onder-
scheiden (zie kader op pag. 75).
De datering van deze perioden biedt gro-
te moeilijkheden omdat slechts in enke-
le gevallen dateerbare scherven in de la-
gen werden gevonden. De inheemse en
Romeinse scherven die in d en e (zie afb.
34) lagen") kunnen op bewoning (perio-
de la) wijzen, maar het is ook mogelijk
dat ze tijdens het 'bouwrijp' maken van
het terrein (afbranden van het gewas,
egaliseren) verloren zijn geraakt.
Ophogingslaag g en woonlaag k kunnen
tijdens de regering van keizer Claudius
(41-54) na Chr.) zijn ontstaan. Het is ver-
leidelijk deze lagen in verband te bren-
gen met de konsolidatie van de Rijn-
grens in of omstreeks 47 na Chr., maar
dateerbare vondsten om deze hypothese
te steunen zijn nauwelijks gedaan. In k
werd slechts één splinter van terra sigil-
lata gevonden"") (datering circa 45-55).
Brandlaag m, iets golvend tussen 1,48 en
1,72 m +NAP, is waarschijnlijk in 69 na
Chr. ontstaan. In dat jaar werden tijdens
de opstand van de Bataven talrijke leger-
plaatsen langs de Rijn verwoest. Ook de
houten gebouwen in De Meern, waartoe
waarschijnlijk de greppels met schone
vulling in vlak 4 hebben behoord, zijn
blijkens de dikke brandlaag in vlammen
opgegaan. In de legerplaatsen van Val-
kenburg (Z.H.)-dorp, Zwammerdam,
Utrecht en Vechten heeft men eveneens
een dergelijke brandlaag gevonden en
deze in verband gebracht met de gebeur-
tenissen van het jaar 69 na Chr.*')-
Kort(?) na de verwoesting van de houten
gebouwen in De Meern werden iets bo-
ven de brandlaag de haardplaatsen H, K
en L (in vlak 3) aangelegd. Dit is moge-
lijk gebeurd door kwartiermakers, die
het terrein 'bouwrijp' moesten maken.
De standgreppels A tot en met D in vlak
5 en greppel p en woonlaag q in het oost-
profiel (afb. 34) behoren tot de herbouw
van circa 70/71 na Chr. De restanten van
egalisatielaag r en woonlaag s en de daar-
bij behorende standgreppels t dateren
mogelijk uit het eerste kwart van de 2de
" Vondstnummer DM. 1973-253. Zie noot 35.
'"' Vondstnummer DM. 1973-254. Zie noot 36.
'" Zie o.a. Bogaers en Rüger, p. 40-43, 49-52, 58-
65 en de daar geciteerde literatuur.
36. De Meern 1973.
Fragment van een
terra sigillata-kom
Dragendorff 37.
Vervaardigd
         in
Trier, circa 150-170
naChr. (DM. 1973-
127, werltput lA-
zuid, in en onder
vlak 1, in plek met
veel
         Romeinse
scherven). Schaal
1:2. Naar Kalee en
Isings, afb. 9.
-ocr page 77-
-é.
78
december 1982
eeuw. Ophogingslaag v is de laatste ver-
hoging die het profiel laat zien. De bo-
venkant van deze laag lag op 2,35-2,40 m
-(-NAP. Op dit niveau (w) bevonden zich
de haardplaatsen in vlak 1 (periode 5).
De vele dakpanfragmenten en enkele
komplete exemplaren, die nabij de
haardplaatsen werden gevonden, tonen
aan dat de daken van de gebouwen in de-
ze tijd met pannen waren gedekt. De
Romeinse vondsten die in en nabij de
haardplaatsen A, B en D-F werden ge-
daan, wijzen er op dat de haardplaatsen
in de eerste helft van de 2de eeuw zijn
aangelegd ^^).
De talrijke afvalplekken in vlak 1 stam-
men uit de 2de eeuw. Bewoningssporen
è
DM 154- -56
DM IS4- -57
37. De Meern 1973. 1. Fragmenten van een geverniste beker (Stuart IB),
2-3. Twee kruikfragmenten (Stuart 109A en IIOA). (DM. 1973-154, werkput lA-zuid, onder vlak
1). Tekening H. Groenendijk, schaal 1:2.
39a-b. De Meern 1973. Vele aaneenpassende
fragmenten van een ruwwandige kan met iets
ingeknepen schenktuit en tweedelig oor. Hoog:
26,5 cm. Geelwit aardewerk, aan buitenzijde
plaatselijk geeloranje. Datering: eerste helft
van de 2de eeuw? (DM. 1973-92 en 97, werkput
IB, gevonden op de grondtegels en tussen bak-
steenfragmenten van haardplaats B in vlak 1).
Naar Kalee en Isings, afb. 12 en 13.
C««.
38. De Meern 1973. Schaal 1:2. Naar Kalee en Isings, afb. 11.
1. Drie aaneenpassende fragmenten van een dekseltje van terra nigra. Diam. 9,9 cm. Lichtbruin
aardewerk, dofzwart gesmoord. Zeldzame vorm! (DM. 1973-162, werkput IB, vlak 1, bij baard-
plaats E).
2. Vele aaneenpassende fragmenten van een schaaltje van terra nigra. Hoog: circa 9 cm, diam.: 20
cm. Lichtgrijs aardewerk, zwart mat-glanzend gesmoord. (DM. 1973-10, werkput lA-noord,
vlak 1).
b
-ocr page 78-
79
december 1982
.'♦'■- m
rt:-^
•fl^:.^
iiljliil
iiiii!iiiiiiiiiiiniiiiiii
41. De Meern 1973. Deel van een toneelmasker van geelwit aardewerk. Bewaard gebleven zijn het
rechterdeel van het voorhoofd met wenkbrauw en ooglid, een klein deel van de neusboog en een
restje van een haarlok. (DM. 1973-109, werkput IC, vlak 1, in afvalplek met Romeinse scherven en
dierenbeenderen). Foto R. F. van Berlo, Archeologisch Instituut, Utrecht.
kees"*) schrijft over de datering van pe-
riode V:
'Ondanks de dikte van de brandlaag, voor-
al in sleuf H, kwamen slechts enkele
scherfjes te voorschijn, waarvan een da-
teerbaar (H. 169: laatste derde deel der 2e
een verslag van een bezoek aan de Hoge
Woerd in, of kort voor 1824. De onder-
zoekingen hebben aangetoond dat op de
Hoge Woerd een nederzetting heeft ge-
legen, die blijkens het schervenmateriaal
kan worden gedateerd in de eerste eeu-
wen van onze jaartelling.
Tijdens het onderzoek van 1973 konden
op de plaats van de opgravingsputten
minstens 6 perioden worden onderschei-
den, datering: circa 50-125/150. Jong-
kees"'') onderscheidt op een terrein dat
ongeveer 75 m noordelijker ligt, 9 perio-
den, lopend van eind 1ste eeuw tot 'zeker
na 260'. Het is moeilijk om bepaalde pe-
rioden van het onderzoek van 1957 te
verbinden met die van het onderzoek
van 1973. Er is, menen wij, één uitzonde-
ring, namelijk de dikke brandlaag van pe-
riode V, die Jongkees en Isings in 1957
aantroffen in sleuf H (afb. 13) en de
brandlaag, periode 2, die in 1973 onder
de Castellumlaan werd vastgesteld (afb.
34). De N AP-hoogten op beide punten in
het terrein stemmen met elkaar overeen,
namelijk tussen 1,40 en 1,80 m -l- NAP.")
De datering is echter verschillend. Jong-
lllnilllllllllMllinllllllllHlllll
"^ O.a. fragmenten van een terra sigillata-beker
Dragendorff 33 met stempel MEBBIC FE. date-
ring circa 110-140 na Chr. (zie voor het naam-
stempel afb. 35, 18): het stempel VEXEXF. in
degrondtegelvan haardplaats A (zie afb. 43. 1).
Het laatste stempel kan reeds uit de tijd van kei-
zer Hadrianus (117-138) dateren (mededelingJ.
E. Bogaers. dd. 24-12-1976).
"^ Jongkees en Isings, TRIER: o.a. p. 58-59. pi.
12, H. 604 en pi. 13, H. 1415 (fabrikaat van Du-
bitus, tweede kwart van de 3de eeuw): RHEIN-
ZABERN: p. 59-60. pi. 15, H. 1101, 1234, 1237
en pi. 16. H. 1285 (tweede helft van de 2de- en
eerste helft van de 3de eeuw).
"" Jongkees en Isings, p. 52, pi. 8, H. 1140 en H.
1141.
"'' Jongkees en Isings. p. 13-18.
"' Jongkees en Isings. p. 15: 1,45 tot 1,80 m +
NAP: Kalee en Isings, p. 13: lussen 1.48 en 1,72
m +NAP.
"* Jongkees en Isings, p. 16.
40. De Meern 1973. Fragment van een benen
voorwerp. Nog lang: 14,5 cm. Dergelijke voor-
werpen worden als einden van een handboog
verklaard. Zie o.a. Rausing, fig. 25, 28 en 29;
Glasbergen en Groenman-Van Waateringe,
p.38, nr. 7, p. 42, nr. 2 en pi. 15, nr. 2. (DM.
1973-75, werkput IC, gevonden tijdens het
schaven van vlak 1, ten zuiden van haardplaats
D). Naar Kalee en Isings, afb. 14.
uit de eerste helft van de 3de eeuw wer-
den tijdens het onderzoek van 1973 niet
aangetroffen. Dat er echter in die tijd op
de Woerd bewoning is geweest, bewijzen
o.a. fragmenten van terra sigillata-kom-
men van het type Dragendorff 37, die in
de tweede helft van de 2de eeuw en in de
eerste helft van de 3de eeuw in Trier en
Rheinzabern zijn vervaardigd^')- Ook
dakpannen met stempels LEG.I.M.AN-
TO wijzen op een vest(ig)ing in de eerste
helft van de 3de eeuW").
Nederzetting aangetoond
In het bovenstaande is een overzicht ge-
geven van de opgravingen van 1940,
1957, 1960 en 1973, voorafgegaan door
42. De Meern 1973. Fragment van een platte dakpan (tegula) met stempel van hel 30ste legioen:
LEG XXX [VVl. Vergelijk Jongkees en Isings, pi. 8, H. 1678, p. 52. (DM. 1973-71, werkput lA-
noord, in oostprofiel, op 2,30-2,40 m H- NAP). Naar Kalee en Isings, afb. 16.
-ocr page 79-
(^-d
^^v
80
december 1982
ren steeds duidelijk van elkaar geschei-
den door egalisatie en/of ophogingsla-
gen. Een dergelijke opbouw is over het
algemeen kenmerkend voor een Ro-
meinse militaire vestiging. Dit geldt ook
voor de zorgvuldig gegraven greppels en
de daarin geplaatste rechthoekig bekapte
houten palen. Op het militaire karakter
van de nederzetting op de Hoge Woerd
wijzen trouwens ook de dakpannen met
militaire stempels en andere militaire
zaken, zoals speerpunten, werp- en slin-
gerkogels en een fragmentje van een Ro-
meinse gezichtshelm'"), die gedeeltelijk
bij vroegere onderzoekingen en waarne-
mingen voor de dag zijn gekomen.
Hoewel allerlei verschijnselen en vond-
sten dus op een militaire vestiging wij-
zen dient er wel op te worden gewezen
dat er tot nu toe geen sporen van grach-
ten en omwalling van een legerplaats
te voorschijn zijn gekomen. Een leger-
plaats die door vele onderzoekers reeds
lang op de Hoge Woerd wordt ver-
moed"), maar waarvan het bestaan nog
niet met volstrekte zekerheid is aan-
getoond.
43. De Meern 1973. Schaal 1:2. Naar Kalee en
Isings, afb. 17.
1.  Grondtegel van haardplaais A, gedeeltelijk
verbrand. Stempel: VEXEXF, reliëHetters.
Van een afdeling hulptroepen van het leger van
Beneden-Germanië. (DM. 1973-81a, werkput
IB-C).
2. Fragment van een platte dakpan (tegula) met
stempel van het leger van Beneden-Germanië:
EXGERINF, in spiegelschrift, slordige relief-
letters. Een identiek stempel is afgebeeld bij
Holwerda en Braat, pi. XXIX, 42. (DM. 1973-
264, werkput 1, losse vondst).
'" Vollgrajfen Van Hoorn, p. 188 (18).
'" Kalee, afb. I en 2.
'' O.a. Botfaers en Rüger p. 55.
Literatuur
eeuw). Hoe karig ook het dateringsmate-
riaal, het stemt met het voorgaande en vol-
gende hierin overeen, dat alle lagen, behal-
ve wellicht laag I, in de2e eeuw en laterval-
len'.
De brandlaag die tijdens het onderzoek
van 1973 in het oostprofiel (afb. 34) en in
vlak 3 werd aangetroffen, is waarschijn-
lijk in 69 na Chr. tijdens de Batavenop-
stand ontstaan. Enkele Iste-eeuwse ter-
ra sigillata-scherven lijken deze datering
te bevestigen. Indien beide brandlagen
dezelfde zijn (en er is weinig aanleiding
om daaraan te twijfelen) dan ziet het er
naar uit dat Jongkees zijn perioden I en II
te laat heeft gedateerd.
Opbouw van de lagen
Ten slotte nog enkele woorden over de
opbouw van de lagen op de Hoge Woerd.
VoUgraff en Van Hoorn-''') konden nog,
in navolging van de toen heersende op-
vatting, drie perioden onderscheiden.
Inmiddels is in 1973, en ook reeds in
1957, gebleken dat de stratigrafie (leer
der aardlagen) heel wat ingewikkelder is.
De lagen in het oostprofiel onder de Cas-
tellumlaan en de korresponderende la-
gen in de vlakken konden in 1973 goed
worden bestudeerd. De woonlagen wa-
Bogaers, J. E., C. E. Rüger. Der Niedergermanische Limes. Materialien zu seiner Geschichte.
Keulen, 1974. Kunst und Altertum am Rhein. 50.
Dragendorff, H. Terra Sigillata. In: Bonner Jahrbücher 96, 1895, 18-155.
Dragendorff heeft in dit artikel de in zijn tijd bekende terra sigillata-vormen een nummer gege-
ven: typen Dragendorff 1 tot en met 55.
Glasbergen, W, W. Groenman-Van Waateringe. The Pre-Flavian Garrisons of Valkenburg Z.H.
Fabriculae and bipartite barracks. Amsterdam, 1974. Verhandelingen der Koninklijke Akademie
van Wetenschappen, afd. Letterkunde,
N.R., 85.
Holwerda, J. H., W. C. Braat. De Holdeurn bij Berg en Dal. Centrum van pannenbakkerij en aar-
dewerkindustrie in den Romeinschen tijd. Leiden, 1946. Oudheidkundige Mededeelingen uit het \
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, supplement op N.R.XXVL
                                            "•
Isings,C,CA.Kalee. De Meern (gem. Vleuten-De Meern). In: Bulletin van de Koninklijke Ne-
derlandse Oudheidkundige Bond,
1975, ad. 1, 53-54.
Jongkees, J. H. De oudheidkundige commissies van de provincie Utrecht. In: Jaarboekje 'Oud-
Utrechf, 1963, 121-138.
Jongkees, J. H., C. Isings. Opgravingen op de Hoge Woerd bij De Meern (1957,1960). Gronin-
gen, 1963. Archaeologica Traiectina, V.
Kalee. C. A. Een fragmentje van een Romeinse gezichtshelm uit De Meern (Utr.). In: Wester-
heem
XXX, 1981, 66-69.
Kalee, C. A., C. Isings. Beknopt verslag van een opgraving in De Meern. In: Jaarboek Oud-Ut-
recht,
1980, 5-25.
Laur-Belart, R. Internationales Studentenlager in Augst. In: Ur-Schweiz, XII, 1948, 41-48.
Nahuys, M.
Overblijfsels van Romeinsche bezetting- of legerplaatsen in de provincie Utrecht.
In: Utrechtsche Volks-Almanak voor het jaar 1869. Utrecht, 1868, 137-158.
Oelmann, F. Die Keramik des Kastells Niederbieber. Frankfurt am Main, 1914. Materialien zur
römisch-germanischen Keramik,
Heft I. (herdruk Bonn, 1968).
ORL — Der Obergermanisch-Raetische Limes des Römerreiches. Lieferung LV, B, Band I, Nr.
la: Das Kastell Nieder-Bieber. Berlijn, 1937.
Rausing, G. The bow. Some notes on its origin and development. Lund, 1967. Acta Archaeologi-
ca Lundensia,
series in 8°, no. 6.
Scheltema, J. Iets over den tegenwoordige staat der twee Romeinsche burgen, of legerplaatsen,
in de nabijheid van Utrecht. In: Almanak voor de studenten aan de Akademie te Utrecht voor
het jaar 1824.
Utrecht 99-108.
Stavenga, T. Rapport inzake een geo-elektrisch onderzoek naar een Romeinse nederzetting op
de Hoge Woerd te De Meern (II). Delft, 1974. Dienst grondwaterverkenning TNO, rapport 88.
Stuart, P. Gewoon aardewerk uit de Romeinse legerplaats en de bijbehorende grafvelden te
Nijmegen. Leiden, 1962. Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te
Leiden, supplement op XLIII.
Vermeulen, P. J., Catalogus der archeologische verzameling van het Provinciaal: Utrechtsch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Utrecht, 1868.
Vollgraff, C. W., G. van Hoorn. Verslag van eene proefgraving op de Hooge Woerd bij De
Meern. Amsterdam, 1941. Mededeelingen der Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, afd.
Letterkunde, N.R., deel 4, no. 6.
Walter, F. Resultaten van een geo-elektrische verkenning naar een Romeinse nederzetting op
de Hoge Woerd te De Meern. Delft, 1970. Dienst grondwaterverkenning TNO, rapport 60.
44. De Meern 1973. Fragment van een platte
dakpan (tegula) met afdruk van een bespijkerde
zool. Naar Kalee en Isings, afb. 18.