-ocr page 1-
februari 1983
Van het bestuur
iHilcieel orgaan van de Histtirische Verent*;;
;|pg Vleuten, De Meern, Haar/uilens.
lè jaargang nr. l. februari l?83.
Ver SC h ijn t 4 x pe r j a a r^ ^$§::§§m$:MÊÊÊÊÊê
llgeschreven in hel verenigingsfegistcr vai^
IIK.v.K. Utrecht e.o, onder nr. V, 479630.^
Het achter ons liggende jaar 1982 heeft
in het teken gestaan van talrijke aktivi-
teiten van Uw vereniging. Naast de met
grote regelmaat vertoonde dorpsjour-
naals van Vleuten en De Meern konden
wij een boeiende lezing en tweemaal een
grote tentoonstelling organiseren. De
vereniging nam deel aan de in De Meern
en Vleuten georganiseerde braderieën.
Eind oktober 1982 startten wij samen
met het Archeologisch Instituut van de
Rijksuniversiteit in Utrecht een om-
vangrijke opgraving naar resten van een
Romeinse nederzetting op de Hoge
Woerd aan de Castellumlaan in De
Meern. Deze opgraving duurt nog
voort.
Het ledental van de vereniging nam in
1982 een geweldige vlucht. Begin 1982
telde onze vereniging net iets meer dan
100 leden, aan het einde van het jaar is
dit aantal gestegen tot ca. 450! Voor
het bestuur een reden om aan te nemen,
dat nog veel meer dorpsgenoten het
""graven" in de geschiedenis van "ons
dorp" een tot de verbeelding sprekende
bezigheid vinden.
Van onze aktiviteiten werd U en zult U
verder op de hoogte worden gehouden
in ons 4x per jaar verschijnende ver-
enigingsblad. De redaktie en het be-
stuur hebben zich veel moeite getroost
er een goed leesbaar, overzichtelijk en
fraai uitgevoerd blad van te maken.
Dat dit wel het een en ander kost zult U
begrijpen. Wij prijzen ons dan ook ge-
lukkig U te kunnen mededelen, dat wij
in het afgelopen jaar financieel precies
zijn uitgekomen. Het blijft echter een
noodzaak ons ledental verder uit te
breiden. Het bestuur kan dat niet alleen.
Wij roepen daarbij ook Uw hulp in.
Voor een relatief laag bedrag van f. 25,—
contributie (f. 35,— voor postabonne-
menten) bent U lid. Daarvoor krijgt U
4x per jaar ons mooie blad en verder
Dagelijks bes^luur:
,]. Sc il UI t e. vtni r / kt e r '■'iMWW'fWV'tmifM
iandwcg 138. 3454 HA De'Meern "'
ii. 0?4(>6-32!6
W,il. Denekamp, sekretaris
üte!>harastraat 5. 3451 BR Vleuten ^-
tel. 03407 - 1948
P.CJ. de Roóïj, penningmeester ^WMiM
't Zand 1. 3451 CiP Vleuten
U'l 03407 - 1483
A.J. van Zoeren, vice-vcxtrziuer
iStalioni^straaf 34. 3451 BZ Vleuten '
lil 03407 - 1263
H.F.J. van F.ssen. eoörd. werkgroepen
Mau Dl slaan 17, 3454 XP De Meern......ïs
il. 03406 - 2992
Overzicht van de wel bijzonder gewaardeerde,
fraaie inzending voor de in november 1982
gehouden tentoonstellingen "Oude Ambach-
ten" van de fam. W. van Engelen uit De
Meern. Op de afbeeldingen: de opstelling van
het ambacht schoenmaker (zie volgende pagi-
na) en die van leerbewerking met paardentuig
en aanverwant gereedschap, (boven)
irelW:
;||w, l. \im lUisen-Wibbeke. Vleuten
ipaktie-adr«s:
:;||ét-in van l;sch. iündersieintaan 7
fel 1;V Vleuten
tel. 03407^ 2871
Lcdenad m in i,*trat ii';
Opgeven \an nieuwe leden en nnitatics
bij Mw. P.,!. de Rooij-Cioes
•t'Zand 1.3451 GP Vleuten
ld. 03407 .. 1483
belangrijke korting op onze regelmatige
aktiviteiten. Daarnaast organiseren wij
regelmatig aktiviteiten die alleen voor
leden toegankelijk zijn.
;;jjtöiitributie:
;fc laarhjkse koniributie bedraagt voor 1983
iiiiininiaat f 25.-;
|;||^)stabonnenienten f 35.— per jaar. 5*i|||i|
ï^Onateurs:
liHiiuimaal f 12.50 per jaar.
Lid worden...
Meer leden betekent: meer aktiviteiten.
Help ons daarbij! Maak Uw kennissen.
Uw buren. Uw familie ook lid. Spreek er
eens over en laat ons verenigingsblad
zien. De contributie mag o.i. geen be-
zwaar zijn. Een belletje naar Mw. de
Rooij (03407- 1483,s.v.p. na 17.00 uur)
is voldoende. Reageren bij een van onze
bestuursleden mag ook. Wij rekenen op
Uw medewerking, en zeggen onze leden
daarvoor al bij voorbaat dank.
i|||||i(iiiiiiii|ina heelt rekeningen bij de \ci\-
;piii;|PÉilingen:..................................
ïjü^'BiN ^ l,.)e Meern 55.66.3Siiilillliil^lliiii
Ma fiO - VleU:tE;ö::a6,75. 1 JlW'-WÊÊIÊÊÊi
iloSTC i i R<||||||i|iö
■i|iiiiillii|||iïi||i|ïi||i
i||||||;lv'De Méern lliiiilliiliiiiilliiiiiiiilii^
llllllllil^fïPr D, W/Bravent^eëtriSênlIl
ii?lilii;i;:|K:5:Jan Bei, Léon vaft f^seh, Paul tiê;;
'Ni|iili||ii;|i|;lia]ee
In dit nummer
pag.
81
83
84
91
93
93
93
94
101
-  Van het bestuur
- Van de redaktie
-  De geschiedenis van onze gemeentegrens sinds 1800
-  Overzicht Vleutens tuindersgebied in de 20-er jaren
-  Nieuwe leden
-  Oude uitdrukkingen
-  Publikaties
-  Bekende dorpsgenoten: M. L. (Thijs) van Bommel
-  Opgraving op de Hoge Woerd (deel 2)
-  Bijlage: Oproep aan onze leden
ï;;:|j;eiii|iiii|i|liii|i||i||ip
iil|i|||il||||li|i||pl|i|i|||p^^
liliiiiillllt
piiliiiilli|iilll(iiiiiii:'l???l?^
iiOiii::NMMME.iS,i,|J|„
-ocr page 2-
februari 1983
82
MWM
II
1 ^^' ^^^^^^^^^^Sl
1 ^^.,
i '1
A
J ,■« i*
1' ^^^H ^^Hr mr^TÊ -S
k1
' ,^B
,^H
^■i^
■-'_ J# all
Ik* i-v•*'«■;
_^.fc»- ^B
f
1
*
Donateurschap...
Wij hebben er echter ook begrip voor
als dorpsgenoten wel belangstellend
zijn, maar zich niet direkt aan onze ver-
eniging willen binden. Wij wijzen er
daarom nog eens op, dat onze vereni-
ging ook het donateurschap kent. Voor
het jaar 1983 is het minimumbedrag
voor donateurs bepaald op f. 12,50. U
krijgt dan niet ons blad, maar U wordt
wel van aktiviteiten op de hoogte ge-
houden.
Enquête...
Wij maken U opmerkzaam op het in-
legvel bij deze uitgave. Zoals in ons vo-
rige blad al werd aangekondigd, treft U
hierbij dan de enquête aan. Zonder U
"het hemd van het lijf' te vragen zou-
den wij het op prijs stellen indien U ons
wat nadere gegevens wilt verschaffen.
De toelichting spreekt o.i. voor zichzelf.
Wij verwijzen U dan ook daarnaar. U
helpt ons geweldig indien U dit formu-
lier wilt invullen. Van de verstrekte ge-
gevens maken wij-uiteraard-een be-
scheiden en voorzichtig gebruik. De
formulieren kunt Uin Vleuten inleveren
bij: P. de Rooij, 't Zand 1
Ad van Zoeren, Stationsstraat 34
en in De Meern bij:
Ad van Zoeren. Meerndijk 10
.1. Schutte, Zandweg 138.
Werkgroepen
Zoals uit de toelichting bij de enquête
blijkt zouden wij de werkgroepen be-
hoorlijk willen uitbreiden. Wij zijn er-
van overtuigd, dat onze vereniging le-
den (m/v) telt die zich best voor een of
andere aktiviteit willen inzetten. Denkt
U vooral niet dat U dan al Uw vrije tijd
kwijt bent. Een paar uurtjes per maand.
niet meer en U helpt ons, d.w.z. de di-
verse werkgroepen, al op een geweldige
manier. Het houdt tevens in. dat er
meer zaken onderzocht en meer aktivi-
teiten ontplooid kunnen worden. _U
doet toch ook mec?7 Met name denken
wij aan uitbreiding van onze redaktie.
de werkgroepen "Ridderhofsteden",
"Oude handschriften en Archiefonder-
zoek", "Foto-en film" en "Verhalen/
Geluidsarchief'. Leden met enige ken-
nis op het gebied van genoemde werk-
groepen of redaktionele/grafische erva-
ring verzoeken wij kontakt met ons op
te nemen.
Tot de taken die in onze vereniging ver-
richt moeten worden, behoort ook de
bezorgdienst. Om te voorkomen, dat
een te kleine groep (bestuurs)leden elke
keer weer de hele ronde door het dorp
moet maken, vragen wij of er leden zijn
die zich beschikbaar willen stellen ons
daarmee te helpen. Hoe groter die groep
is, hoe kleiner de inspanning. Ook een
rouleringsschema behoort dan tot de
mogelijkheden, zodat wij dan in dat ge-
val maar een enkele keer per jaar een
beroep op U behoeven te doen. Uwaan-
melding kunt U of aantekenen op het
enquêteformulier of U kunt even bellen
naar Mevr. de Rooij. 03407 - 1483 •
Algemene Ledenvergadering
In principe zal op dinsdag 29 maart a.s.
de Algemene Ledenvergadering worden
gehouden. Plaats van aktie: "De
Brouwerij", Odenveltlaan 2 te Vleuten
om 19.30 uur. Naast eenaantal bestuur-
lijke zaken zullen wij weer een interes-
sante lezing voor onze leden organise-
ren. Houdt U deze avond vrij?
Het ambacht: "de barbier" in beeld gebracht
Wij maken on/e leden op het \'olgende
attent:
De agenda voor de Algemene Leden-
vergadering zullen wij publiceren in
"De Brug" van 15 maart a.s. Aangezien
het bestuurthansuit 8 personen bestaat,
dient er één vacature opgevuld te wor-
den. U kunt hiertoe met ons meeden-
ken, dan wel kandidaten stellen voor
een bestuursfunktie. Namen \an de
kandidaten dienen uiterlijk VRI.IDAG
11 MAART a.s. bij de sekretaris binnen
te zijn. Deze kandidaatstelling(en) dien
(t)(en) ter ondersteuning vergezeld te
zijn van tenminste 10 handtekeningen
van leden van onze vereniging. De kan-
didaat dient de kandidaatsstellingslijst
mede te ondertekenen, ten blijke dat
hij/zij bij verkiezing de bestuursfunktie
zal aanvaarden. Namen van evt. door
het bestuur voor te dragen kandidaten
zullen worden gepubliceerd met de
agenda in "De Brug" op 15 maart a.s.
Het jaarverslag en de financiële verant-
woording liggen vanaf 11 maart a.s. ter
inzage bij de leden van het Dagelijks
Bestuur, en verder in de zaal op 29
maart 1983. Onze postabonnees ont-
vangen een exemplaar per post.
Rest mij nog in dit voorwoord van de
gelegenheid gebruik te maken al diege-
nen die zich in het afgelopen jaar op
welke wijze dan ook met enthousiasme
hebben ingezet om onze vereniging ver-
der uit te bouwen voor hun inzet en
vriendschap hartelijk dank te zeggen.
J.Schutte, voorzitter.
-ocr page 3-
83
-■bruari 1983
Van de redaktie
Dit is alweer het tweede nummer waarbij de lay-out een paar kleine veranderingen
heeft ondergaan; een voorpagina met foto . de tekst met een iets grotere letteren een
betere weergave van foto's en illustraties.
Dat wij iedere keer aan kwaliteit en uitvoering meer aandacht kunnen schenken is
mede te danken aan de adverteerders, vvanteeht./onder hun medewerking zou het
niet mogelijk zijn dit blad op deze w'iy/.c uit te geven.
De adverteerders "een weluemeende dank".
Programma 1983
Voor 1983 zijn er weer diverse akti\'itei-
ten in voorbereiding.
Achter de rug hebben wij een filma\(ind
in Haarzuilens. en het bezoek aan
kasteel de Haar.
Op dit moment wordt er nog hard ge-
werkt in het "gat" op de Hoge Woerd
en is de werkgroep "de Brouwerij" druk
het onderzoek te starten naar de historie
van wat nu is het café de Brouwerij met
de aansluitende percelen.
Ook de andere werkgroepen zitten
zeker niet stil, voor informatie kunt u
kontakt opnemen met Hugo van Essen
03406 - 2992.
Om alle aktiviteiten b.v. de werkgroe-
pen. fott)/film. genealogie, paleologie
of nieuwe groepen meer armslag te ge-
ven kunnen wij nog wat meer mensen
gebruiken, uiteraard alles mag. niets
moet.
Ingesloten \iiult u een eiU]uetefornui-
lier. op deze wijze willen wij erachter
komen wat tic letlen e\t. willen of kun-
nen.
Op het programma van 1983 staan ver-
der nog lezingen, de vervaardiging van
een diaserie die de Historie van onze ge-
meente, voor zo ver bekend, in beeld
gaat brengen.
Twee of drie filma\(inden staan op het
programma, van nog niet vertoonde
beelden. Dit jaar ook een expositie; u
leest er meer over op pagina 91 en 92.
Een programma dat in de loop van het
jaar zeker nog uitgebreid zal worden.
Verzamelmappen
Door diverse leder is de vraag gesteld
een verzamelmap uit te geven.
De map is er, althans bijna: medio april
kunnen wij ze aanbieden, 1 map, waar
2 jaargangen in kunnen, kost u f. 15,00.
Wilt u direkt een tweede, dan kosten zij
samen f. 25,00.
Het doet ons genoegen, dat de prijs uit-
eindelijk belangrijk lager kan zijn, dan
oorspronkelijk werd vermeld.
Nieuwe bestellingen gaarne bij Fam.
de Rooij, 't Zantf 1 te Vleuten 03407 -
1483.
Schenkingen
Vanaf de oprichting heeft de vereniging
al van diverse leden historisch materiaal
ontvangen.
Materiaal dal een beeld geelt van eigen-
domsrechten en bewaring v an delen van
de gemeente, veislag doet van histo-
lische gebeurtenissen, kortom een beeld
geeft van wonen, werken, rijk en arm
enz.
In vorige uitgaven hebben wij de diverse
schenkingen al genoemd, kort geleden
is er een grote verzameling oud gereed-
schap bij gekomen van de heer P. Grif-
fioen uit Vleuten. Veel van het gereed-
schap heeft u kunnen zien op de exposi-
tie "Oude Ambachten".
Start Streekmuseum
Al dit materiaal en wat wij in de toe-
komst er nog bij zullen krijgen, evt. in
bruikleen, zal zodra er ruimte beschik-
baar is. permanent tentoongesteld wor-
den,
l:en streekmuseum dat onze historie in
beeld brengt.
Kopij
Vt)or de redaktie is het bijzonder leuk
om ook van de leden regelmatig kopij te
ontvangen. Met name genoemd de he-
Schinkiiif; R. Micidcikodp, De Mccrn
Aan de verenignif; jjeschonken middeleeuwse
vaas
ren van Maurik en Rijker, die respek-
tievelijk een vertaling van een zeer oud
schrijven "Op themat" van het Regu-
licrenklooster te Utrecht en een levens-
verhaal toezonden. De twee artikelen
zullen zodra wij ook, of een inleiding
of illustraties bij gemaakt c.q. gevonden
hebben, geplaatst worden.
De kopij voor de volgende nummers
moet ingeleverd zijn:
3e jaargang no 2 voor 1 mei
3e jaargang no 3 voor 1 september
3e jaargang no 4 voor 1 november
Wij wachten op uw reaktic.
LvE
-ocr page 4-
84
februari 198.1
De geschiedenis van onze
gemeentegrens sinds ca. 1800
inleiding
Aan de gedogen studie van Perks o\er
de grenswijzigingen gedurende de laat-
ste anderhalve eeuw in de provincie
Utrecht ontlenen wij het volgende:
"Toen lic Duitse keizers nachlten hun
positie te luinilluiveti tegenover de Duitse
vorsten, verkleinen zij de hulp van de
i^eeste/ijke heren o.a. door de Kerk rijke-
lijk van i^rondl)ezit te voorzien. Na de
i^rondschcnkini^en uit de Frankische lijd.
verkreci^ de bisschop van Utrecht uiltje-
strekte i^chieden. naardoor hij in het Ne-
derstichi"
( in de middeleeuwen de
naam voor de huidige provincie Utrecht
tegenover het Oversticht dat een deel
van de provincie Overijssel omvatte )
"wereldlijk heerser werd".
"De bisschoppen .schonken delen van hun
i^ehied aan de kapittels der kerken om in
hun uiii^avcn te voorzien. Ook aan edelen
werden {gebieden, veelal als belonini^. in
leen i^ci^even. In de 12e eeuw kwam veel
woeste grond tol ontginning. De leiders
der ontginningen kregen bepaalde be-
voegdheden om als overheid op ie treden,
waaruil gerechten gegroeid zijn". Hier
kunnen met name de "coopen" genoemd
worden, die in onze omgeving veel voor-
komen, zoals bv. (ierwerscoop
= (ier-
vercop, Reijerscoop ~ Reijerscop, lleij-
cop, (taiccop.
"hl de tijd na de tachtigjarige oorlog wer-
den door de Provinciale Staten ook wel
gerechten vervreemd: in 1714 en 1715
werd nog een dertigtal gerechten in het
openbaar verkocht.
De gerechten hadden dus tweeerlei oor-
sprong, nl. belening en koop. Na de revo-
lutie van 179? werden de eerste zonder
meer vervallen verklaard, voor de andere
zocht men naar een vergoedingsregeling.
Dit waren de particuliere gerechten in te-
genstelling tot de zg. Statengerechien.
Deze laatste waren na de secularisaiie
van het Sticht aan de vorst gekomen en na
de afzwering van Philips II, op 26 Juli
I5HI, aan de Staten der provincie".
Onder "secularisatie" moeten we ver-
staan de verwereldlijking van het gezag.
Bisschop Hendrik II (van Beijeren) was
namelijk niet in staat gebleken zijn we-
reldlijke macht te handhaven te midden
van de buitenlandse verdeeldheden, de
onwil der geestelijken om in 's lands
lasten naar vermosien bij te drasjen en de
heilloze twisten tussen Kampen en
Zwolle over de bisschopstol. Hij was
een weifelend heerser en zat bovendien
voortdurend in geldnood. Ten einde
raad zag hij zich gedwongen de bij-
stand in troepen en geld aan te nemen
van keizer Karel V, in de wetenschap
dat hij hiervoor zijn wereldlijk gezag
over het Sticht ten offer zou moeten
brengen. Dit leidde er tenslotte toe dat
op 20 october 1528 de plechtige over-
dracht plaatsvond van het wereldlijk ge-
zag aan keizer Karel V, die. op zijn
beurt, zijn stadhouder van Holland en
transporten, het overstaan bij hypothe-
ken enz.
Tegenover de lage rechtspraak stond de
hoge rechtspraak, die uitspraak i}i:cd in
halsmisdrijven. Deze hoge rechtspraak
was aan sommige heerlijkheden, de ho-
ge heerlijkheden, toegekend". Overi-
gens kan hier reeds worden vermeld, dat
deze hoge rechtspraak niet was toege-
kend aan de gerechten, die later ile ge-
meente Vleuten-De Meern zouden vor-
men en we behoeven dus niet te zoeken
naar een plaats waar eventueel vroeger
een galg zou kunnen hebben gestaan.
"De schout was meestal tevens gader-
meester (ontvanger). Ook het secretaris-
ambt was vaak in handen van de schout.
Aan de ambachtsheer kwam in ieder ge-
val het recht toe zekere ambten naar
verkiezing óf zéll uit te oefenen öf ande-
ren daarmede te bekleden. In principe
kwam het ambt aan de ambachtsheer
toe; hij verving bijna volledig de souve-
rein.
De ambten werden veelal verkocht, d.w.
z. dat de te benoemen ambtenaar een
som ineens aan de ambachtsheer betaal-
de en daarvoor het recht verkreeg zijn
leven lang, zonder recognitie (vergoe-
ding) te betalen, het ambt uit te oei'enen;
door de emolumenten, die de ambtsbe-
kleder ontving, kocht hij zich als het wa-
re een soort lijfrente. In de Staten-ge-
rechten kwam het vaak voor dat een
ambt werd verpacht voor een termijn
v'an driejaar. In de particuliere gerech-
ten kwam verpachting voor bij publieke
inschrijving.
In 1714 verkochten de Staten van
Utrecht een dertigtal ambachtsheerlijk-
heden "met alle de preëminentiën, ge-
rechtigheden ende emolumenten, die
daartoe behoren, als het stellen van
Schouten, Gadermeesters, Secretaris-
sen, Schepenen, Costers, Doodgravers,
Gerechtsboden, Mitsgaders, Schippers,
daar zulks plaats heeft, en alle hetgeen
daar verder aan zou mogen depende-
ren", Themaat Statengerecht bracht
f. 1.900.- op.
Een gerecht had met een tegenwoordige
gemeente gemeen, dat het een eigen
huishouding, een eigen leven had. Het
verschil is echter zeer belangrijk. De te-
genwoordige gemeente lost zich op in de
eenheid van de Staat, zij leeft slechts in
en door het algemeen staatsieven. Fict
door
Dr D.W. Gravendeel
Zeeland ook het bewind van Utrecht liet
aanvaarden. Deze stadhouder was de
graaf van Hooghstraten, verderop in dit
artikel wederom ter sprake komende.
Uit het bovenstaande blijkt dat op zeer
verschillende manieren gerechten tot
stand zijn gekomen. De oudste gegevens
over het ontstaan van gerechten zijn
zeer schaars. De begrippen "gerecht" of
(ambachts-)"heerlijkheid" betekenen
ongeveer hetzelfde en zij worden hier
door elkaar gebruikt.
"Het gewest Utrecht omvatte tegen het
einde van de 18e eeuw een vijftal steden,
nl. Utrecht, Amersfoort, Rhenen, Wijk
bij Duurstede en Montfoort en ca. 140
gerechten. IJsselstein was een zelfstan-
dige baronie; het behoorde noch tot
Utrecht, noch tot Holland".
"Een gerecht kon één of meer dorpen
omvatten; de gerechten waren zeer ver-
schillend van omvang".
"Aan het hoofd van ieder gerecht stond
het college van schout en schepenen, ge-
assisteerd door een secretaris. De
schout was in de eerste plaats uitvoerder
van de bevelen der Staten. Voorts was
hij voorzitter van de schepenbank en,
wat wij zouden noemen, hulpofficier
van justitie. Schepenen waren de vaste
leden van de schepenrechtbank. De
schepenbank oefende de boetstraffelij-
ke (lage) rechtspraak uit en had de bur-
gerlijke jurisdictie, nl. het verlijden van
-ocr page 5-
februari 1983
85
platteland van vóór 1795 werd vertegen-
woordigd door de riddersehap: de dor-
pen hadden generlei staatsieehtelijke
be\()egtlheid"'.
De grenzen van de gerechten
De gren/en \an een gerecht waren niet
altijd duidelijk in geschrifte vastgelegd:
Acket geeft ons een xerhaaltje door over
de wijze, waarop men de grenzen van
Vrijheden en Heerlijkheden aan 't nage-
slacht overleverde, vóór men de kunst
machtig was t)m de/e exact in een kaart
vast te leggen:
"//) p/cc/ili'^c optocht voerde tucii de
Jcui^d /ani;.s c/ie i^reiizei! en op punten waar
hel bijzonder op aankwam krei;cn ze een
oorvijg! Een toepassing dus van associa-
tic-psveho/ogie in zeer oude ti/den".
In ge\allen \an grens\erschillen was het
in die oude tijden dan ook zeer gebrui-
kelijk tiat oude en betrouwbare mannen
werden opgeroepen om "met opgehe-
ven vingeren" te komen getuigen hoe
"sinds mensenheugenis" die grens gelo-
pen had: /ij deden dat dan v ermoedelijk
met die "oorvijg" in gedachten,
lïen fraai voorbeeld van dit laatste is het
geschil tussen bovengenoemde graaf
van Hooghstraten en de stad Utrecht in
15.'?9 over de gren/en van het stadsrecht.
Acket beschrijft hoe "livert van Seayck
.lanssoen. scilder"
van de stad Utrecht
opdracht krijgt "dat hy noch liv goeder
ordiiuintie een ehairte op een tafelt in
olyverwee sciUleren eiule nniken soude.
oinnie die op deserstadi ravthuvse tot een
memorie te hangen".
Het is een paneel
geworden van 150 x 142 cm. met als on-
derschrift: "Item al dal binnen die lyniy-
ten ini groen staet is in die vrvhevt. I'.nde
dal int witte vcidi aen ghetekend siaet is
buyten die vryheyt": het is te zien in het
Centraal Museum te Utrecht.
Van Seayck heeft daarvoor enige excur-
sies naar de grens moeten maken: met
een aantal anderen is hij "gereden ende
gegaen omme ende bynnen der vryheyt
van Utrecht, aldaer hy dese stadt op seke-
re benoemde plaetsen ettclicke personen
geboden ende verdaechl waren, omniege-
tuychnisse te doen van 't gesceyt ende ge-
legenheydt de.ser vryheyt van de stadt van
Utrecht".
De grenzen, die in 15.39 bevestigd wer-
den door de landvoogdes Maria van
Hongarije, waren natuurlijk het resul-
taat van een lange ontwikkeling, waar-
van het begin zich verliest in "de nacht
der tijden", maar het is aardig er even
bij stil te staan omdat een deel van die
gren/en lange tijd "het gesceyt" heeft
gevormd tussen de gerechten waar later
on/e gemeente Vleutcn-De Meern uit
/OU ontstaan en "de grote huurman"
Utrecht.
De omschrijving uit de "decisie" van de
landvoogdes, voor/over voor ons van
belang, luidt als volgt: "daer 't water
van den Rhyn deur den Rhyndyk loopt,
cndc komt in den sloot en watergang,
scheydende 't gerecht van 't Lynpad ende
Westraven Gerecht ende Papendorp, ge-
legen buyten die Stadsvrijheyt, tot in de
Oude Rhynsche Wateringe toe. streeken-
de voorts tot aen die Ilooghhrugge. voor-
bij 't Ihiys te Voern, gelegen buyten de
Vryheyt, tot aen den Driesprongh daer
den Achterdyck begint, ende daer voorts
Westwacrts op. voorbij ende oimne de
Grauwers Hofstede, buyten de Vryheyt
gelegen, en soe voorts streckende voorbij
de Hofstede genaemt die Moet. tot aen de
steene-brugge, ende soe voorts die stads
wateringe langs tot in den Proesten wate-
ringe".
Het is niet de bedoeling van dit opstel
dieper in te gaan op de tegenwoordige
herkenbaarheid van de genoemde gren-
/en op de kaart of in het landschap: dat
deed Acket. aan wie overigens bovenge-
noemde gegevens grotendeels zijn ont-
leend, reeds uitgebreid. Wèl kan opge-
merkt worden dat er. sinds Acket's op-
stellen het licht zagen, inmiddels zó veel
jaren verstreken zijn en er zó veel in het
landschap is veranderd, dat een herbe-
zinning op bedoelde herkenbaarheid
wellicht tóch. maar dan in een ander ka-
der, op zijn plaats /ou kunnen /ijn.
Volstaan kan worden met vast te stellen
dat het bovenbedoelde "drielanden-
pimt" tussen de gerechten Papendorp.
I.ijnpad en Westraven tegenwoordig ge-
/ocht moet worden in de buurt van het
sportpark Welgelegen te Utrecht. Het
andere einde van de gemeenschappelij-
ke grens met de "Vrijheid" van Utrecht
is nu bedolven onder de rijksweg naar
Amsterdam, daar waar de Kantonna-
le weg er op doodlot)pt.
Tot /over iets over de oude gren/en van
de gerechten, waarvan die met de tegen-
woordige gemeente Utrecht iets verder
aan "de nacht der tijden" konden wor-
den ontrukt dan de andere, maar wie zal
/eggen v\'at nadere archiefstudie nog op
kan leveren.
Het ontstaan der gemeente
Vleuten-De Meern
Wij volgen Perks weer op de voet. Hij
geeft ons in een serie kaartjes overzich-
ten van de steeds wisselende combinatie
van gerechten, of voorstellen daartoe,
die voorafgingen aan de definitieve vor-
ming van de gemeenten /t)als wij die nu
kennen.
Bepalen we ons tot de gemeente Vleu-
ten-De Meern. dan kunnen we /eggen
dat tlie is gegroeid uit een tlo/ijn gerech.-
ten. nl. De Haar. Themaat. Ihemaat op
de ling. De Hegge op Themaat. Vleu-
ten. Rosweidc. Reijerscop-Kreuningen.
Reijerscop-Meerloo. Galecop. Papen-
dorp en Oudenrijn-Heikop. De toe-
stand, zoals die was in 1795. is weerge-
ueven in KAART 1.
Samenvoeging van gemeenten
toestand in 1795 waarvan uitgegaan is
86 De Haar
96 Themaat
99    Themaat op de Eng
100  De Hegge op Themaat
101  Vleuten
104  Veldhuizen
105  Roswcide
106   Reijerscop Kreuningen
107  Reijerscop Mierioo
131   Galecop
132  Papendorp
133  Oudenrijn en Heikop
Kaart 1
Was de verdeling van het platteland ge-
durende de Republiek der Verenigde
Nederlanden, op enkele uitzonderingen
na, constant gebleven, in de revolutie-
tijd hadden vele wijzigingen plaats.
Overigens kan nu reeds worden opge-
merkt dat in de nieuwe gemeentegren-
zen soms grote delen van oudegerechts-
grenzen lange tijd herkenbaar zijn ge-
bleven, al is dat door latere wijzigingen
wel steeds minder het geval.
De gerechten kregen de bevoegdheid -
de "volken" der gerechten bezaten toen
immers "souvereiniteit" - zich met an-
dere gerechten te combineren of zich in
delen te splitsen. Zo combineerden zich
tijdens de Bataafse Republiek (18.Janu-
ari 1795 - 5 .luni 1806) al in de eerste pe-
riode (1795 - 1798) Reijerscop-Meerlo
en Reijerscop-Kreuningen. Dikwijls
-ocr page 6-
86
februari 198.'^
was vereniging \'oordelig omdat liet tot
vereenvoudiging der administiatie en
dus tot bezuiniging leidde. Ook kon
door vereniging de moeili|kheid \an
grensseheiding \andoorelkaar liggeiule
gerechten opgelost worden.
De staatsregeling van 1798
In 1798 kwam een nieuv\ e staatsregeling
tot stand, waaruit voort\loeide dal de
Agenten van het Intermediair Admini-
stratief Bestuur (d.i. het Gewestelijk Be-
stuur) tot combinaties van gerechten
overgingen. Hel aantal gerechten, dat
vóór 1795. zoals we gezien hebben, ca
140 bedroeg, werd teruggebracht op 69.
'Deze vermindering werd \oornamelijk
bereikt door het vormen van grotere
eenheden in het westelijk deel \an
Utrecht. Deze nieuwe toestand is te zien
in KAART 2; het grondgebied van de
latere gemeente Vleuten-De Meern is
verdeeld over de gemeenten Harmeien.
Thcmaat. Vleuten en Oudenrijn.
Kaart 2
De inlijving bij Frankrijk
In 1812. tijdens de inlij\ing bij Frank-
rijk (9 Juli 1810 - 17 November 181.^)
\(ind weer een nieuwe coinbinalie
plaats, nu in nóg grotere eenheden. Ons
groiulgebied werd \erdeekl o\er de ge-
meenten Harmelen. N'leulen en .liil-
phaas (KAART }).
Samenvoeging van gemeenten tijdens de in-
lijving hij het Franse Keizerrijk 1812
4.1 Harmelen
44    Vleuten
45    .lutphaas
Samenvoeging van gemeenten na herstel der
onat1ianl\elijkheid. Indeling der provincie in-
gevolge Kon. Besluit van 1-1I-I815
59    llaar/uilens
60    Meuten
61     Neldhui/en
62    Oudenrijn                                      ,. , ,
'                                        Kaart 4
Hierbij kan worden aangetekeiul dat
aanvankelijk I laarzuilens en de 1'hema-
ten als zelfstandige gemeenten wertlen
voorgesteld: zij werden echter bij hel
K. B. verenigd tot de gemeente Haarzui-
icns. Zo ook werd voorgesteld van Ga-
lekop en Papendorp een gemeente Gale-
kop te vormen; Bij het K. B. wertlen /ij
gecombineerd met Oudenrijn.
Bij deze gelegenheid worden door Perks
nog eens de van 1 larmelen afgescheiden
gebieden genoemd, die de gemeente
Veldhuizen gingen vormen: Veklhui-
zen. bestaande uil Veldluii/en. Bijle-
veld. Roswijde en Rei|erseop-l,iglen-
berg en levens Reijerseop-Kreuningen.
beslaande uil Reijerscop-Meerloo en
Reijerseop-Kreuningen.
Koninklijk Besluit van 1822
Na het herstel van de ambachtsheren in
een deel van hun v roegere positie en de
noodzakelijk gebleken terugkeer lot het
vertrouwde besluurstype voor hel plat-
teland van v(ïór de revolutie van 1795.
werd toch wel gevoeld dat er bezwaren
bestonden tegen kleine bestuurseenhe-
den. De Koning wenste door vereniging
van kleine gemeenten de administratie
vereenvoudigen en de lasten der ingeze-
tenen te verminderen. Ook zou het mo-
gelijk zijn verbetering in de onderlinge
grenzen te verkrijgen. Een verbetering
was reeds in 1822 verkregen van de
grens tussen Harmelen en Veldhuizen.
Bij onderling goedvinden van de am-
bachtsheren en het bestuurdiergemeen-
len werd de westelijke uilloper van
Veldhuizen (westelijk van de Kerkwegs-
brug aan de Achtermolenvliet) lot In-
dijk (Harmelen) gerekend. Dit werd
uoedückeurd bij K^. B. van 4 Juli 1822.
Kaart .1
Herstel van de
onafhankelijkheid
Hn toen kwam het herstel \'an de onaf-
hankelijkheid op 17 november 181.1 De
bevolking zag met verlangen terug naar
de tijd van vóór de revolutie van 1795.
Het gemeentewezen was geheel gedesor-
ganiseerd. Toch kon van een algehele
terugkeer naar de oude toestanden geen
sprake meer zijn.
Bij besluit van de Souvereine Vorst van
26 Maart 1814 werden provinsionele be-
palingen gegeven voor de uitoefening
der voormalige heerlijke rechten. Hen
commissie uit de Staten der Provincie
Utrecht kwam bij de minister met voor-
stellen voor een nieuwe indeling der
provincie.
Koninklijk Besluit van 1815
Bij Koninklijk Besluit van 1 November
1815 werd het voorstel goedgekeurd
waarbij de provincie in gemeenten was
verdeeld of nader verdeeld zou worden.
Op 1 Januari 1818 was de nieuwe inde-
lingeen feit KAART4. Onze huidige ge-
meente is dan terug te vinden in de ge-
meenten Haarzuiicns. Vleuten. Veld-
huizen en Oudenrijn.
42    Harmelen
43    Themaat
44    Vleuten
45    Oudenrijn
SamenvocRing van gemeenten tot stand ge-
bracht door de agenten van het Intermediair
Administratief Bestuur 1798
De staatsregeling van 1801
Bij de staatsregeling van 1801 herkregen
niet alleen de plaatselijke besturen hun
onaniankelijkheid van bestuur en eigen
wetgeving, maar zij werden daarbij van
alle toezicht en hogere goedkeuring vrij-
gesteld, voor zover het de beschikking
betrof over eigen huishouding. De oude
gerechten werden dus weer zelfstandig.
Deze toestand bleef ook voortbestaan
tijdens het Koninkrijk Holland (5 .luni
1806-9 Juli 1810).
-ocr page 7-
87
februari 1983
Samenvoefjln;; van gemeenten,Voorstel door
Gedeputeerde Staten aan de minister 1829
44    llarmelen
45    Vleuten
46    Oudenrijn
^                                    Kaart 5
Veranderingen aan de
Utrechtse kant
Nu moet ook nog iets worden gemeld
over de veranderingen die er bij de "gro-
te buurman" Utrecht plaatsvonden.
Binnen de stadsvrijheid - en nu praten
we weer even over de toestand \'an vóór
1795 - lagen enkele ambachtshecrlijkhe-
den. De/e waren in 1815 tol een viertal
gemeenten samcnge\oegd. Zij werden,
bij besluit van de Minister \an Binnen-
landse Zaken \an 30 mei 1823. met de
stad verenigd, met uitzondering van
Oost- en West-Ra\en. die bij .lutphaas
werden ge\()egd.
Hadden er dus v(iór die tumultueuze
tijd rond 1800 slechts gerechten aan el-
kaar gegrensd (Papendorp. Vleuten en
Themaat <ip de I:ng enerzijds en Buiten
Catharijne. IJjnpad. Hoge- en Lage-
Weide en de Ondieptens anderzijds),
pas sinds 1823 is er sprake van een ge-
meenschappelijke gemeentegrens.
Wie nu denkt dat daarmee de zaken
voor eens en voor al geregeld waren,
heeft het mis ! Tot 1857 vlogen - in
ambtelijk tempo wel te verstaan - de \'er-
zoeken om voorstellen van mogelijke
combinaties en de voorstellen daartoe
heen en weer tussen de gemeenten, de
gouverneur. Gedeputeerde Staten en de
Minister. De voorstellen van 1829.
1848, 1851 en 1853 zijn te zien op de
KAARTEN 5. 6. 7 en 8.
Samenvoeging van gemeenten
Voorstel van de (iouverneur aan Gedeputeer-
de Staten 1848
21    Harmelen
22   Vleuten
Kaart 6
rijn. Wel was nu inbegrepen de grond-
afstand in 1822 van Veldhuizen aan
Harmelen (KAART 9). De tijd was ken-
nelijk nog niet rijp voor een nauwere
combinatie.
Samenvoeging van gemeenten
Voorstel van Gedeputeerde Staten aan de
gemeenten 1851
13   Harmelen
14   Vleuten
Kaart 7
20sten Maart 1896. tot verandering van
de grens tusschen de gemeente Utrecht
eenerzijds en de gemeente de Bilt, Jut-
phaas en Oudenrijn anderzijds. "De
grens tusschen de gemeenten Utrecht en
Oudenrijn wordt gewijzigd als volgt: van
het punt in het westelijk boord van het
Merwedekanaal, waar de grens der ge-
meente Utrecht die der gemeente Ouden-
rijn ontmoet, volgt de grens in noordwes-
telijke richting het westelijk boord van
dit kanaal tot het noordelijk hoofd der
damsluis in den westelijken kanaaldijk,
gaat van daar in zuidelijke richting door
het midden van den Leidschen Rijn en
sluit bij "Oog in Al" aan de bestaande
grens".
Deze grenswijziging was een ge-
volg van de aanleg, tussen 1881 en 1895,
van het Merwedekanaal. De Rijks Munt
te Utrecht staat op terrein, eertijds toe-
behoord hebbende aan de gemeente
Oudenrijn.
Samenvoeging van gemeenten
Voorstel door Gedeputeerde Staten aan de
minister 14-10-1853
10    Vleuten
11     Harmelen
Kaart 8
Rond 1865 werden door J. Knijper
fraaie, betrouwbare en gedetailleerde
kaarten getekend van de Nederlandse
gemeenten; deze kunnen, na aanpassing
van de soms verschillende schalen, heel
goed worden samengevoegd tot één ge-
heel, waardoor men een goed overzicht
krijgt van de toestand van vlak na 1857
(KAART 10) (zie blz. 88)
De wet van 1857
Bij de wet van 13 juni 1857 werden nog
diverse samenvoegingen tot stand ge-
bracht doch, voor zover het onze ge-
meente betreft, werd de toestand van
1815 bekrachtigd, d.w.z. er bleven vier
afzonderlijke gemeenten bestaan: Haar-
zuilens, Vleuten, Veldhuizen en Ouden-
De wet van 1896
Er volgen dan bijna 40 jaren van betrek-
kelijke rust op het herindclingsfront. tot
de allcondiging van de Wet van den
Samenvoeging van gemeenten
Totstandkoming volgens de wet van 13-6-1857
11 Harmelen
Kaart 9
-ocr page 8-
Icbruari 1983
88
door de Theniaterkade, de Westdijk en
de Rijnwetering (vanaf "de Boni" tot
aan het gemaal van het waterschap
Haarrijn) van Kockengen naar Vleuten-
De Meern,
b. Correctie van de "wig" die het grond-
gebied van de gemeente Kockengen
N'ormt tussen het gebied van Harmelen
en Vleuten-De Meern. Het gebied van
Vleuten-De Meern. ten noordwesten
van de spoorlijn, gaat naar Kockengen
en de lange, smalle strook Kockengen's
gebied ten zuidoosten van die spoorlijn
gaat naar Vleuten-De Meern (KAART
Waren de gren/en tLissen de \roegere
gerechten en latere gemeenten veelal be-
paald door duidelijk in het landschap
herkenbare natuurlijke (ri\ieren) of
door de mens (wegen, sloten) aangeleg-
de objecten, dan betekende dat natuur-
lijk vvèl dat. indien de herkenbaarheid
verdween, öf naar andere kentekenen
moest worden gezocht öi de grenzen
moesten worden verlegd. Rivieren kon-
^den in de loop der jaren him loop \erleg-
'gen. maar het was \ ooral de mens. die in
llaterc tijden diepgaand ingreep in het
A
naar
VLKUTKN
li
naar
KOC KKNGKN
C
naar
VLKLJIKN
Kaart 10
(zie bIz. 87)
uiterlijk van het aardoppervlak. Zo was
één van de belangrijkste redenen voor
de grenswijziging van 1953/1954 de uit-
breiding van de stad Utrecht op het Ka-
naleneiland, waarbij overigens niet al-
leen de aardrijkskundige herkenbaar-
heid van de grens verloren zou gaan,
maar waarbij vooral natuurlijk ook
bestuurlijke motieven in het geding
waren.
De wet van 1963
Het is vooral dit menselijk ingrijpen dat
in recentere jaren tot nieuwe grenscor-
recties leidde en dit ook in de toekomst
vermoedelijk nog wel vaker zal doen. In
dit verband kunnen genoemd worden:
de achter ons liggende uitgebreide ruil-
verkaveling, de verbetering en verbre-
ding van wegen en de reorganisatie van
waterschappen.
De wet van 20 november 1963 tot ge-
meentelijke herindeling van de Vecht-
streek en wijziging van de grenzen van
enkele nabij deze streek gelegen ge-
meenten, is daar een voorbeeld van.
De grens met de gemeente KOCKEN-
GEN werd als volgt gewijzigd:
a. Overdracht van de noordwestelijke
hoek van de polder Haarrijn, begrensd
De wet van 1953
En dan komt, na weer bijna 60 jaar. de
voor onze gemeente voorlopig meest in-
grijpende verandering als de wet van 8
October 1953 tot wijziging van de gren-
zen van de gemeente Utrecht en randge-
meenten, wordt afgekondigd. De ge-
meenten Utrecht en Jutphaas worden
verrijkt met gedeelten van de gemeente
Oudenrijn en de gemeente Harmelen
krijgt stukken van de gemeentenVeld-
huizen en Vleuten.
Bij dezelfde wet wordt besloten tot vere-
niging van "de gemeente Haaizuilens en
de gemeente Vleuten, uitgezonderd het
gedeelte dat naar Harmelen overgaat,
met de overblijvende gedeelten der ge-
meente Vleuten-De Meern".
Aan deze
gebeurtenis herinnert de naam van een
laan in "De Meern": Laan 1954 (dit is
het jaar waarin de herindeling een feit
werd).
De omschrijving van de loop van de
nieuwe grenzen, zoals de Wet die geeft,
is te lang en te ingewikkeld - vooral door
het gebruik van kadastrale nummers -
om die hier weer te geven; het is over-
zichtelijker de veranderingen in een
kaart te laten zien (KAARtI l)(blz. 89)
Kaart 12
De grens met de gemeente HARME-
LEN werd als volgt gewijzigd:
Op grond van de verlegging, verbreding
en verbetering van de Dorpeldijk komt
de grens langs deze "nieuwe" dijk te
lopen; de oude liep ongeveer te zell'der
plaatse, maar dan niet zo mooi recht
(KAART 13).
De grens met de gemeente MAARS-
SEN werd als volgt gecorrigeerd:
Een smalle strook grond van de ge-
meente Maarssen, gelegen tussen de
Ouwenaar (Oudenaars kade) en Rijks-
weg 2 (Utrecht-Amsterdam) wordt bij
Vlcuten-De Meern gevoegd (KAART
14).(zie blz. 89)
-ocr page 9-
89
februari 19X3
Tenslotte volgde de aanpassing van de
grens met de gemeente UTRECTTF:
De/e grens was vanouds een typisch
"natuurlijke" en werd in hoofdzaak
door de loop van de Rijn bepaald, als-
mede, ten noorden van de spoorlijn,
door de Vleutensc wetering (de oude
"stadswateringe" van de decisie van
1539). In het kader van de ruilverkave-
ling werden sloten gedempt en ook de
Vleutense Wetering verdween, andere
sloten werden gegraven en vrijwel geen
enkele instantie (ook het kadaster niet)
zou in staat zijn de oude grens nauw-
keurig aan te geven.
De nieuwe grens loopt, ten noorden van
de spoorlijn, langs de Hof' ter Weyde-
weg, en ten zuiden ervan worden enkele
nieuwe hoofdwatergangen als grens
aan genomen. Ook de buurtschap de
Driesprong wordt van Utrecht "over-
genomen" en behoort voortaan bij
Vleuten- De Meern (KAART 15).
Hof ter Weide
Kaart 11
(zie bIz. 88)
oude grens
nieuwe grens
Groene Dijk
Kaart 15
De wet van 1968
De voorlopig laatste grenswijziging
wordt ons aangereikt door de Wet van
15 Mei 1968 tot wijziging van de grenzen
tussen de gemeente Utrecht en de ge-
meenten Jutphaas en Vleuten- De
Meern nabij het verkeersplein Ouden-
rijn. Bij de Wet van 8 October 1953 wa-
ren de grenzen van de gemeente Utrecht
zodanig gelegd dat de rotonde Ouden-
rijn geheel op het grondgebied van die
gemeente kwam te liggen. Door de ver-
groting van de rotonde (klaverblad-
structuur) dreigde deze regeling door-
oude grens
nieuwe grens
Kaart 14
(zie bIz. 88)
-ocr page 10-
90
rebruan 1983
daarvan sterk af te wijken en pas aan de
Groenedijk weer samen te vallen met
zijn historische voorgangeren dan weer
met uitzondering van het gedeelte bij de
Driesprong.
Tenslotte \'inden we het laatste restje
terug langs de sloot (rest van de Oude
Rijn), die achterom het park Voorn
loopt en die tegenover Park Rheyn-
gacrde in de Leidse Rijn uitmondt.
kruist te worden en dat was reden tot waarschijnlijk, maar ze zijn er nog wei
aanpassing van de gemeentegrens degelijk (KAART 17).
(KAART Vi).
Haarzuilens
oude grens
nieuwe grens
Kaart 16
Vleuten
Slotbeschouwing
In het bovenstaande is een overzicht ge-
geven van het ontstaan van de tegen-
woordige gemeentegrens van Vleuten-
De Meern. Hoewel dit misschien niet
erg "wetenschappelijk" aandoet, is
voorbijgegaan aan een minutieuze om-
schrijving van de precieze loop \an die
grens, d.w.z. er is in het midden gelaten
of die grens nu links of rechts van een
bepaalde weg ot' sloot, of in het hart
daarvan ligt. of dat hij nog nét om een
bepaald punt heenbuigt. Diegenen, die
de exacte loop willen weten, kunnen de
bovengenoemde wetten erop nalezen.
Overigens moet er voor worden gewaar-
.schuwd dat dat nog niet zó eenvoudig is
als het lijkt omdat de in de oudere wet-
ten genoemde landmerken en kadastra-
le nummers verdwenen of veranderd
kunnen zijn.
Ook is niet diep ingegaan op de argu-
menten "pro" of "contra" de verschil-
lende opeenvolgende wijzigingen. Ze
lagen meestal, bestuurlijk gezien, wel
voor de hand en erg veel weerstand van
de zijde van de bevolking was er niet.
Wél is duidelijk geworden dat de vroe-
ger "heilige" en "ten eeuwigen dage
geldige" grenzen tegenwoordig met heel
wat minder eerbied worden behandeld
dan in de dagen \an weleer toen ook het
particuliere eigendom in hoge mate on-
aantastbaar was. maar dat past in een
tijd waarin het algemeen belang (lees:
het belang van een grotere eenheid)
steeds meer boven dat van het individu
(lees: het belang van een kleinere een-
heid) wordt gesteld.
Stukken van oude gerechts-
grenzen
Rest ons nog, na te gaan of er in onze
tegenwoordige gemeentegrens stukken
zijn terug te vinden van de oude gerechts
grenzen. Het voorgaande in aanmer-
king nemende, lijkt dat wellicht on-
De Meern
dudi' grens
nieuvM' grens
Kaart 17
Om te beginnen is er in het zuiden nog
de Ringkade, de zuidgrens van de vroe-
gere heerlijkheden Oudenrijn en Veld-
huizen.
Met de wijzers van de klok meegaand,
volgt er dan een heel stuk "nieuwe
grens", Pas langs de Bijleveld zijn we
weer op historisch terrein; er is. in aan-
sluiting daarop, nog een klein stukje dat
de Rijndijk kruist, maar vervolgens be-
rust de grens langs het Kortjaksepad
weer op nieuwlichterij.
Oud zijn weer de loop langs de Laag
Nieuwkoopse Buurtweg tot aan de Bom
en vervolgens verderop vanaf het
gemaal aan het eind van de Themater-
kade tot op enige afstand van Rijksweg
2.
We pikken de oude grens weer op bij
Rijksweg 2, aan het eind van de Kanton-
naleweg, en volgen hem langs de Engh
tot op enjge afstand van de spoorlijn,
waar nu de Hof ter Weideweg op
Utrechtse grond ligt.
Ten zuiden van de spoorlijn, bij de
Hoed. volgt de grens nog even een stuk-
je van de oude Rijnloop. om vervolgens
Verantwoording
W.A.Cj. Pciks. Cjcschiedenis \an de
gemeentegrenzen in
de provincie Utrecht
\'an 1795 tot 1940.
Provinciale Almanak
Utrecht 1962.
Drs M.N. Acket. Ligging en grcn/cn
\an Utrecht,
.laarboekje \an
"Oud-Utrecht" \95()
Drs M.N. Acket. 1-en merkwaardige
kaart \an Utrecht en
omge\'ing. .laarboek-
je van "()Lid-Utrecht'
19.31
Bibliotheek Prcninciaal Bestuur
Utrecht, de heer P..I. de Bree Gemeente-
archief Vleuten-De Meern. de heer
P.L.A. \an der Zandt. .1. Kuijper. Cie-
meenteatlas \an Nederland.
Uitgave Hugo Surin-
gar te Leeuw artlen.
ca 1870.
-ocr page 11-
Kom in de kas.
Zoals elk jaar wordt er ook dit jaar een open dag georganiseerd bij
enkele tuinders en op de veiling. Ter gelegenheid van deze dag zal
de vereniging een expostie inrichten, w/elke een beeld geeft van de
gereedschappen en transportmiddelen, dus de werkwijze van de
tuinders, vanaf het moment dat deze zich hier vestigden.
Vooraf aan de expositie een beeld van de tuinderijen uit 1928. Foto:
KLM Aerocarto N.V., Schiphol, en een korte historie over de komst
van de tuinders.
De eerste kas.
Voor 1905 beoefende de z.g. 'hoveniers' binnen de stad Utrecht en
in de onmiddelijke nabijheid daarvan de groenteteelt. Hun produkten
verkochten ze zelf aan huis of gingen er mee naar de markt. Een
enkele commissionair deed opkopen op de tuin. Voornamelijk waren
de teelten vollegrondcultures. Het eerste platte glas bestond uit grote
ramen met kleine ruiten.
Door voortdurende stadsuitbreiding moesten verscheidene hoveniers
hun grond afstaan en de wijk naar elders nemen. Zij vestigden zich
te Bunnink, Zuilen, Maarssen, Maarsseveen en ook te Vleuten en
Harmeien.
Belangrijk hierbij is de bodemgesteidtieid. In het Nederlandse
systeem van bodemclassificatie worden de gronden van Vleuten e.o.
tot het rivierkleigebied gerekend. Door het afvletten van de klei, voor
de dakpannen- en steenfabrieken, ontstond een lichtere boven grond,
die uiterst geschikt is voor de tuinbouw.
Te Vleuten verrees in 1904 de eerste kas (voor perziken) op Ida
Maria State. Dit bedrijf was 25ha groot en in exploitatie genomen
door Dhr. van Dugteren uit Rotterdam. Er werd fruit aangeplant met
ondercultures van aardbeien, bessen, rabarber en andere
groentegewassen. Als chef fungeerde hier B. Boers, initiatiefnemer in
1905 van de Vereniging Groenten- en Vruchtenveiling U en O, uit
's-Gravensande.
Om verschillende redenen zag hij zich genoodzaakt ontslag te
nemen, hij kocht 2,5 ha grond, voor f 5300,- en teelde daar op
rabarber, aardbeien asperges en tulpen. Langzamerhand verschenen
er druiven- en perzikenkassen.
Na Boers vestigden zich te Vleuten H.J. Visch en H. Both. Naast de
groententeelt en de fruitteelt (beide zowel in de vollegrond als onder
glas) werd in Vleuten de chrysantenteelt van betekenis.
Er verstigden zich zelfs een speciaal chrysantenbedrijf. Ook ontstond
er een potplantenbedrijf van de eerste rang.
De bloemenveiling werd in 1912 opgericht.
LvE.
Literatuur:
Ontwikkeling van Vleutens tuinbouw van dhr Jac. de Bruyn.
-ocr page 12-
februari 1983
93
Nieuwe Leden
De vereniging groeit: lang/aam stijgen
we naar de 500 leden.
Een aantal dat de finaneiële positie van
de vereniging sterker maakt, zodat nog
meer aktiviteiten gestart kunnen wor-
den. Echter.....aktiviteiten kosten geld.
bv. kosten voor foto's uit Rijks-, ge-
meente en kerkelijke archieven en te
maken kosten voor de diaserie, lezin-
gen, exposities enz.
Maak uw vereniging sterk.
Geef u ook op als lid.
Oude
uitdrukkingen
Na een keer overgeslagen te hebben
gaan wij in dit eerste nummer in 1983
verder met een aantal streekeigen uit-
drukkingen. Op dit moment zijn wij
bijna door ons voorraadje heen. De
redaktie denkt echter, dat er nog wel
typische streekgebonden en/of in de
vergetelheid geraakte uitdrukkingen
moeten zijn. Met uw hulp kunnen we die
weer boven water halen. U kimt reage-
ren, liefst schriftelijk, bij J. Schutte,
Zandwesz 138, 3454 WA De Meern.
Nieuwe leden na 5 oktober 1982.
holderdebolder.
gehaast
meegenomen
straks
schouder
"hol over bol"
'iets met genomen"
"de met" ook wel:
"de mee'"
"schoer""
ABN Bank
Aughuet, Ch.
Baars-Mulder, Mw. M.T.
Baas, A.
Berg, A.C. de
Bijl, M. van der
Bok, Nico
Bonekamp, A.L.M.
Bosch, C. van den
Bosch, C.P. van den
Bouwman-van Rooijen, Mw. A.
Bovenkamp, A.p. v.d.
Brink, Th. van de
Broekhuijse, C.F.
Bruggen, J.H. van der
Cornellsse, D.
Dam, W.H.A. van
Duiser, J.
Eelkema, W.
Floor, C.
Fokker, P.
Gemeente Vleuten De Meern
Gisbergen-Boel jen,Mw.C.E.van
Gravendeel-Oosterbeek, Mw. M.
Griffioen, CA. (Kees Luit)
Groot, H.J. de
Hallie, A.M.
Ham, W.
Hoogstraten, Joop
Kok, J.L.J.
Koning, L.
Kool j man-Mus ch, .Mw.J.M.
Kretz, A.C.H.
Lam, Fam.
Leewis, W.B.
Lent, F.J. van
Maas, J.H.
Meer, G.G. van der
Miltenburg, A.G.J.
Moll, J.H.
Monden, J.C.J.M.
Mook, A.
Mulder, A.
Qkhuijsen, R.J.
Pouw, R.
Ridder, Mw. W.M.G. de
Robertz, H.N.M.A.
Rooijen, H.M. van
Rooijen, H.S. van
Sangers, G.
Schenk, Fred
Schok, B.IJ.
Seckel, C.
Speller, Mw. Y.
Steenbeek, J.P.
Stoffer-Goudkamp, Mw. J.
Storm-Baars, C.G.
Swler, R.
Uittenbogaard, W.
Verheul, M.J.
Vulto, Th.J.
Vuuren, J.H, van
Wardt, A.A.J. v.d.
Wel, Th.G. v.d.
Wens, C. van der
Weterman, Mw. P.
Wttewaall, Mw. M.E.
Mereveldplein 1                          3454
Ten Veldestraat 62                   3454
Dr. Ariënslaan 6 ,             3454
Stoelenmakerslaan 70              3454
Adm. Helfrichstraat 4            3454
Kennedylaan 4                               3451
Woerdlaan 22                                 3454
Marelaan 28                                   3454
Multatulistraat 97                    3451
Weth. de Greeflaan 6               3455
Multatulistraat 85                   3451
Eindenhoutstraat 51                 2012
Flerainglaan 2                               3451
Ockhuizerweg 37                          3455
Alendorperwêg 51                        3451
Castellumpark 2                          3454
Meentweg 15                                   3454
Zeilmakerslaan 51                      3454
Rijksstraatweg 7                        3454
Abr. Kuijperweg 33                   3732
Faustdreef 375                            3561
Dorpsstraat 9                               3451
Krugerstraat 60                          3531
't Zand 35                                      3451
Zijlstraat 24-30                        2011
Alendorperwêg 6                          3451
Robert Kochlaan 4                      3451
Johanniterweg 17                        3451
Brinkstraat 1                               3455
Glazenierslaan 18                      3454
Gruttersdljk 3                            3514
Odenveltlaan 9                             3451
Prof.Bronkhorstlaan 4            3451
Thematerweg 5                               3455
Groenedljk 41                               3454
Meentweg 142                                 3454
Leidsekade 102/b                        3531
Thematerweg 16                            3455
Multatulistraat 79                   3451
Utrechtseweg 33                          3451
Mandenmakerslaan 146               3454
Pred.van Eedenstraat 10 3451
Nassaustraat 6                            3451
Van Zuylenstraat 17                 3454
Alb.Schweitzerlaan 16            3451
Ten Veldestraat 15                   3454
Dorpsstraat 84                            2441
Brink 3                                             3455
Europasingel 11                          3411
Zandweg 46                                      3454
Rosweydelaan 46                          3454
Broederschaplaan 33                 3451
Meerndljk 90 b                            3454
Ten Veldestraat 95                   3454
Stoelenmakerslaan 28              3454
Alendorperwêg 14                        3451
Van Zuylenstraat 11                 3434
Mereveldlaan 165                        3454
Prof.T.Brandsmalaan 17 3451
Zandweg 69                                      3454
Past. Ohllaan 19                        3451
Zandweg 191                                    3454
Herra.Heijermanstraat 59 3451
Ven Nijenrodelaan 4                 3454
Veldhuizenlaan 18                      3454
Laan 1954 30                                 3454
't Zand 10                                      3451
CJ De Meern
EU^i De Meern
XD De Meern
De Meern
XB De Meern
ZG Vleuten
VK De Meern
GC De Meern
AS Vleuten
SC Haarzuilens
AS Vleuten
MK Haarlem
EM Vleuten
RV Haarzuilens
GL Vleuten
VD De Meern
AN De Meern
DK De Meern
JA De Meern
BL De Bilt
LM Utrecht
BH Vleuten
AS Utrecht
GP Vleuten
TN Haarlem
GM Vleuten
EH Vleuten
GT Vleuten
SK Haarzuilens
GR De Meern
BG Utrecht
ZL Vleuten
ES Vleuten
SM Vleuten
PB De Meern
AX De Meern
HC Utrecht
SN Haarzuilens
AR Vleuten
GB Vleuten
DH De Meern
AZ Vleuten
CR Vleuten
ET De Meern
EC Vleuten
EH De Meern
CJ Nieuwveen ZH
SE Haarzuilens
BL Lopik
JV De Meern
BP De Meern
ZA Vleuten
HT De Meern
EK De Meern
De Meern
GM Vleuten
ET De Meern
CE De Meern
ZX Vleuten
JW De Meern
CB Vleuten
HD De Meern
AL Vleuten
EE De Meern
ED De Meern
CR De Meern
GR Vleuten
Publikaties
■'•:-•■■ ''"'" hu,             *■'""'<.„ ^ ''^f /■" "'t
""' ■■' .t,             " "■' ■■ ' " ^'U)n .
(ii'aag w illcii w ij on/e Ic/crs op do hoog-
te biciigen van publikaties van derden,
die ons iii/iens imei'cssani zijii.
Als eeisie een publikatie van hel l'..I.
Meei leiis-lnslituut voor Dialectokigie,
\olksknnde en Naamkuntle. liet is (.leel
3 uil de leeks ""De oude Netierlandse
malen en gewichten"".
De prijs bcdiiiagl f. 18.50. bestellingen
bij de ied:iklie.
31 januari 1983.
-ocr page 13-
94
februari 1983
Iedereen die de heer M. L. (Thijs) van Bommel kent zal onmiddellijk toegeven dat we hier met
een op en top Meernaar hebben te maken. Toch heeft hij nooit in de gemeente De Meern
gewoond. Niemand trouwens, want als gemeente heeft De Meern nooit bestaan.
De betreffende omgeving bestond vroeger wel uit de gemeenten Vleuten (het gebied ten
noorden van de Oude Rijn), Veldhuizen (ten westen van het riviertje Achtkantenmolenvliet, nu
een sloot achter de woningen aan de Mereveldlaan) en Oudenrijn (de streek ten oosten van het
riviertje). Deze drie ontmoetten elkaar bij de Oude Rijn, daar waar zich de brug bij de hoek
Meerndijk/Rijksstraatweg bevindt en die omgeving werd van oudsher al aangeduid met de
naam De Meern.
De vader van de heer Van Bommel bezat een wagenmakerij even achter de huidige apotheek.
De stichter van de bekende radiozaak is bijgevolg dus Vleutenaar van geboorte, al is het wel-
licht verstandig dit feit in zijn direkte omgeving slechts fluisterend uitte spreken. Hij voelt zich
immers een rasechte Meernaar. Bij zijn huwelijk in 1941 verhuisde hij naar de Meerndijk
(Veldhuizen) en in november 1953 opende hij zijn radiozaak aan de Rijksstraatweg (Ouden-
rijn). Twee maanden later werden de drie gemeenten samengevoegd tot één nieuwe, Vleuten-
De Meern. Het lijdt vrijwel geen twijfel dat Thijs van Bommel de enige inwoner van Vleuten-
De Meern is die kan zeggen dat hij in 4 verschillende gemeenten heeft gewoond terwijl zijn
verhuizingen beperkt zijn gebleven tot een straal van 200 meter.
Een man dus wiens blik duidelijk verder reikte dan de eerste de beste grens. Ook in het sociale
leven kende hij wat dat betreft weinig terughoudendheid. Hij meent bij zijn trouwen lid te zijn
geweest van ongeveer 28 verenigingen ("Ik dacht dat ze dat zo'n beetje allemaal waren in De
Meern") en gezien de verplichtingen die hieraan waren verbonden moet hij in die tijd overeen
onverwoestbare gezondheid hebben beschikt. Het uitgaansleven van zulke mensen kan
namelijk moeilijk als sober worden omschreven. Ook gedurende de ruim 40 jaar die sindsdien
zijn verstreken heeft Thijs van Bommel niet stilgezeten en het lidmaatschap van vele andere
verenigingen volgde. In de rubriek 'Bekende Dorpsgenoten' mag hij dus als een goede repre-
sentant worden gezien.
"Vroeger bestond De Meern uit 10 boeren en 100 varkens"
Van Bommel woonde in straal
van 200 meter in 4 gemeenten
De heer M.I.. \an Boniniel wertl op 21
november * geboren. Hen weinig speur-
vveri< brengt al snel de volgende akti\'i-
teiten aan het licht: mede-oprichter van
de toneelvereniging Alovsius. sinds
1934 bestuurslid van de Oranjevereni-
ging, lid van de muziekvereniging De
Bazuin, in 1954 mede-oprichter van de
Mcernse Zakenvcreniging waarvan hij
een aantal jaren voorzitter was en 17
jaar vice-voorzitter. aktief in het bejaar-
dcnwcrk, mede-oprichter van de schiet-
vereniging, al 49 jaar lid van de
E. H. B. O. Vanwege zijn verdiensten
voor de rooms-katholiekc kerk mocht
hij de Pauselijke onderscheiding Pro
Ecclesia et Pontifice ontvangen. * 1913
Flet is slechts een vluchtig overzicht, een
snelle vogelvlucht. Kompleet is anders,
maar wie zulke mensen vraagt even een
vt)lledige opsomming te geven ziet hen
in zwaar gepeins verzinken. Het zweet
verschijnt op het gelaat en met hulp van
de vrouw komen zij tot een verre van
volledig lijstje, terwijl bekenden van
hem LI verzekeren dat het véél meer is ge-
weest. Niet alleen bij de heer Van Eiom-
mel kon ik dat konstateren: de Vleute-
naar Sprong had er bijvoorbeeld even-
zeer moeite mee en de lange opsomming
die bij het artikel over diens persoon
kon worden afgedrukt was te danken
aan de hulp van derden. Ik denk dat dat
komt doordat dergelijke aktieve men-
sen nauwelijks stilstaan bij wat is ge-
weest. Het leven gaat door en iedere dag
brengt iets nietivvs; zij doen veel en zien
niet om.
Zulke figuren hebben ook een bijzonde-
re funktie in een gemeenschap. Zonder
hen zou het leven daar er heel anders
uitzien. Ze wippen eens hier binnen,
ontwikkelen aktiviteiten in een klub.
spreken met en passant op straat snel
even een paar dingen af. regelen bij Piet
nog gauw even dit en bij Klaas dat etc.
etc. Van oudsher gebeurt dat zonder
anenda. Het ueheuuen is té zeer ge-
traind om werkelijk dingen te kunnen
vergeten. Iedereen die bijeen vereniging
zit kent hen. want dat men bijvoorbeeld
kan sporten is te danken aan de tomelo-
ze inzet van één of een paar mensen.
Degenen die hem goed kennen om-
schrijven Thijs van Bommel als een
echte dorpsfiguur. Hen geweldige orga-
nisator, die de dingen niet alleen be-
denkt, maar daarnaast niet te beroerd is
ze ook zelf aan te pakken en uit te voe-
ren. Lovende woorden zijn te horen
over zijn bereidheid altijd klaar te staan
voor anderen.
De heer Van Bommel staat alom be-
kend als een vlotte en gezellige prater en
ik heb het genoegen gehad deze eigen-
schap bevestigd te zien. Hij had me laten
weten voor het gesprek wel een uurtje
vrij te kunnen maken, maar pas rond
middernacht aanvaardde ik. duizelend
van de verhalen, de terugreis. Daar is
niet tegenop te pennen als die man een-
maal praat en ik was blij dat het gesprek
-ocr page 14-
februari I9S3
95
interessant, hè. lir v\'as eens iets op hel
dorp dat er nog nooit was geweest en
daar wilden /e wel aan meewerken. Dat
deden /e met genoegen. Alleen was het
probleem dat je iemand moest /Jen te
vinden die /o hoog dorst te klimmen om
'm boven aan de toren vast te maken.
Dat heeft Wim Hansen toen gedaan, dat
was de vader van die Hansen die nu in
die hobby/aak /il.
Uw vader was dus wel een ;j.rote radiolief-
hehher. maar op de kerktoren klimmen
deed hij toch maar niet?
Nee. als je dat niet gev\end bent kijk je
op de band was opgenomen.
De voormalige ratliohandelaar is een
forse man die nog immer o\er een giote
dosis energie beschikt.
Be/oekers woitlen ilaii ook gekoiifron-
leerd met hel krachtig o|ienrLikken \an
de voordeur, een lerme hantldruk en een
blik in de ogen die beduidt:'"ik ben blij
dat je er bent. want nu kunnen we ten-
minste iets sjaan dóen."
iVas er dan een aparte studie of kursus
voor'.'
Nou. ik heb eerst gestudeerd bij Rens
in Hilversum. Daar ging ik iedere week
naar toe. Dat was dan iemand dic er toe-
vallig veel van wist en daar les in gaf,
want echt gespecialiseerde kursussen
waren er toen nog niet. Er stond wel
keurig netjes 'school' bij de ingang,
maar hij deed het maar heel alleen. Hij
had dan groepjes van 2. 3 of 4 mensen.
Dat waren de eerste pioniers.
En dan had je op een gegeven moment
voldoende kennis om het vak uit te oefe-
Meneer Van Bonvnel. u hem in deze i^e-
nieenle naluurlijk vooral hekend als de
man van de radiozaak. Hoe hem u er
Bekende
dorpsgenoten
door Gerrit Jan Bel
nen. Het nadeel was alleen dat die tech-
niek zo hard vooruit ging dat je moest
blijven studeren. Ik heb mijn hele leven
moeten leren om bij te blijven. En later
kreeg je daar ook nog de techniek van de
televisie bij die ook weer gauw met
sprongen vooruit ging. Hou op, ik heb
wat afgeleerd.
Nu wordt het weer makkelijker. Je meet
door waar de fout zit en hop. een heel
blok er uit en een nieuw er in. Da's veel
makkelijker en goedkoper. Nee. er is op
dat gebied in de loop der jaren veel ver-
anderd. In het begin hadden de radio's
een kristal waar ze op werkten, later
werden dal lampen en daarna transis-
tors. En dat werkt allemaal verschil-
lend.
Toen u pas begon was het natuur/ijk nog
niet de grote broodwinning, want liet
moest er nog een beetje in raken. Deedu
toen de wagenmakerij er nog bij?
In het begin wel. ja. Later kreeg je een
betere boterham met die handel. Als je
een radio had verkocht kwam je name-
lijk toch een paar maal per maand bij je
klanten over de vloer, want die radio's
werkten toen op accu'r. en die moesten
regelmatig worden bijgeladen. En om-
dat 'n heleboel mensen geen elektriciteit
hadden verkocht je ook anodebatterij-
en. Die hadden 120 of 150 volt en gin-
gen, als je heel zuinig was. maar 3 maan-
den mee. Bij die klanten kwam ik dus
ook dikwijls. De nazorg en van een
radio en de verkoop van batterijen gaf al
een bevredigende broodwinning. Het
was wel krap, maar je was toen met wei-
nig tevreden. En je zat op het platteland,
dus je verbouwde toch je eigen groenten
en aardappels. Dat scheelde ook alle-
maal.
indertijd toe i^ekomen om radio's re ver-
kopen.'
rZen van de \ele hobbv "s van mijn vader
was het bouwen van radio's. Daar had
hij een grote interesse voor. Eerst bouw-
de hij alleen voor /ich/elf. maar later
verkocht hij er ook wel eens eentje. En
omdat hij een wagenmakerij had kon hij
er ook een mooi kastje om maken.
Iemand die indertijd een radio had moest
detik ik wel f.;oed kunnen opschieten met
zijn huren, wam vroei;er had Je van die
hele i^rote antennes die van dak tot dak
liepen.
Ja. zoveel te hoger en te langer de anten-
ne was. zoveel te beter de ontvangst
dacht men toen. Wij hadden er eentje
die van de toren van de Hervormde
Kerk af naar ons iiuis liep.
Dic toestemming kregen we omdat
mensen van de kerk ook wel eens kwa-
men luisteren. Ze vcindcn het uev\'eldiK
wel uit. Maar Hansen was een schilder,
dus voor hem was het gesneden koek.
In ieder geval, het is toen geleidelijk aan
gegroeid. Dan eens een radiotoestelletje
voor die en dan voor die. Maar de wa-
genmakerij bleef toch de hoofdzaak. Hij
maakte bedrijfswagens, zoals een boc-
renvvagcn en een kaasbrik en dergelijke.
En kruiwagens natuurlijk, die waren
toen van hout. Je maakte alles zelf. al-
leen de hoepel om het wiel niet. dat deed
de smid.Die zat vlak naast ons. waar nu
de apotheek staat.
Je kan het je nu natuurlijk niet meer in-
denken, maar vroeger werden er veel
wagens en rijtuigen gemaakt. We had-
den hier op hel dorp drie wagenmakers
toendertijd.
Later bent u ook in de zaak van uw vader
gekomen, maar u specialiseerde zich al
snel in radio's, is het niet'.'
Ja. die wagenmakerij was toch een atlo-
pendc zaak. Ik had ook al geleerd voor
die radio's.
-ocr page 15-
96
februari 1983
Maar niet iedereen kon het bevatten,
want er waren mensen genoeg bij die wel
radiotoestellen verkochten, maar die
helemaal niet wisten hoe zoiets werkte.
Ze waren bijvoorbeeld na de lagere
school meteen fietsenmaker geworden
en toen de radio populair werd zagen ze
er wel wat in om die te verkopen. Maar
dat was dan ook het enige wat ze deden.
Aan reparaties begonnen ze niet.
Heel veel van die mensen uit de omtrek
kreeg ik hier als klant en ik repareerde
dan voor hen. Ik heb wat gerepareerd in
mijn leven, want eigenlijk was mijn
technische kant mijn kracht. Ik was niet
zo'n verkoper, maar de verkoop ging
vanzelf Dan zeiden de mensen: ga daar
maar naar toe. want die repareert zo
\iot. En iedereen die met een kapot toe-
stel zit wil het snel gemaakt hebben.
U was dus de enige radioreparateur in de
omgeving?
Ja, een tijdlang wel.
De televisie kwam na de oorlog. U had al
een toestel toen Philips nog experimente-
le uitzendingen verzorgde?
Ja, Philips had z'n eigen zender. Eerst
zetten ze de televisietoestellen uit bij
hun eigen werknemers, dus in de omge-
ving van Eindhoven. Maar later nam
dat grotere vormen aan en toen kon
iedere radiohandelaar zo'n apparaat
kopen.
Dat deden wij ook. Maar we zaten net
op de grens van het bereik hè. Als alles
nou mee zat dan had je een aardig plaat-
je, maar zat het tegen dan had je niets
als sneeuw. Maar het idee was aardig en
toch steeds kijken, hè.
In 1953 begon het officieel, maar het
ging nog langzaam hoor. De grote
vlucht is gekomen rond 1960. Voor die
tijd verkocht je heel sporadisch een tv.
En wie kochten er nu een televisie?
Je zou denken dat de notabelen van het
dorp er het eerst een hadden, maar dat
was niet zo hoor. M'n eerste televisie
verkocht ik aan Arie Oostrom. Die had
het café Rustoord in Harmeien. Dat was
gewoon een attraktie voor de mensen.
Die gingen 's avonds naar het café toe
om televisie te kijken. M'n tweede klant
was Jaap Mijderwijk. Die had De Brug
dus hij moest ook tv kijken. Dan kon hij
naderhand weerartikelen schrijven over
de uitzendingen.
U had zeker ook regelmatig mensen die
televisie bij u kwamen kijken?
O ja, m'n hele huis zat vol. Dan moesten
ze in de tuin gaan staan en zo naar bin-
nen kijken. Toen we in 1953 naar de
De heer Van Bommel voor zijn oude woning aan de Meerndijk.
Och, het ging geleidelijk aan beter en er
kwamen steeds meer elektrische appa-
raten. In het begin was er geen een en nu
is alles elektrisch.
Wanneer zijn de huishoudelijke appara-
ten gekomen?
Veel later pas. Ja, stofzuigers had je al
snel. voor de oorlog al. En net zoals je
nu voor een halve dag een tapijtreiniger
huurt, kon je toen als je grote schoon-
maak hield een stofzuiger huren voor
een dag. Later is dat allemaal verdwe-
nen. Op het gebied van de huishoude-
lijke apparatuur kwam op een gegeven
moment veel meer keus. Toen de eerste
Philishave kwam, nou, dat was een om-
wenteling op dat gebied. Hij had nog
maar één scheerkopje dus je stond er
mee te hannesen, dat was niet mooi
meer. Maar ja, met de eerste loopfiets
schootje ook niks op, moetje maarden-
ken.
Radiotocstellen verhuurden we inder-
tijd ook, want heleboel mensen hadden
er niet het geld voor om een toestel te
kopen. We kenden toen nog niet het af-
betalingssysteem. Als je iets kocht be-
taalde je gewoon in één keer. Dus de-
genen die het geld niet meteen hadden
konden een radio huren voor een jaar.
Het was een goeie bussiness. En iedere
week of maand ging je je geld ophalen.
En in de oorlog? Wani na een bepaalde
tijd was het natuurlijk afgelopen met de
radio's.
Ja, op het laatst moesten alle radio's in-
geleverd zijn en toen handelde ik alleen
nog maar wat in batterijen. Ik had ge-
lukkig een goede kennis op de batterij-
enfabriek van Herberhold in Utrecht.
dus zo kon ik er nog wel aan komen.
Er was ook een stelletje mensen die hun
radio klandestien hielden (zelf heb ik
nog een heleboel radio's bij boeren in de
hooiberg verstopt) en als die kapot wa-
ren moest je hem dus ook klandestien
maken.
Ik zag dat toch wel als m'n plicht, al
zette het geen zoden aan de dijk. Een re-
paratie kostte toen namelijk heel wat
meer tijd dan daarvoor. Je moest eerst
op je fietsje naar de klant toe en dan
moest je met wat meetapparatuur die je
bij de hand had kijken wat eraan man-
keerde. Want je dorst met die radio na-
tuurlijk niet over straat, dus die moest
bij de mensen thuis gerepareerd wor-
den. Dan ging je weer terug om de on-
derdelen weer op te halen en dan weer
naar de klant. Je had dus eigenlijk een
dagtaak aan een reparatie.
In januari '41 ben ik getrouwd en toen
woonde ik op de Meerndijk. In het
woonhuis tegenover bakker Sturken-
boom. Spruit zit er nu in. Beneden had
ik vooraan in het erkertje zo'n klein
beetje een étalage gemaakt en boven op
een slaapkamer was m'n werkplaats.
Toen er in de oorlog voor ons niets meer
te doen was werden er door de bond van
radiohandclaren door het hele land kur-
sussen georganiseerd. Daar werd de
hele techniek nog eens doorlopen. Ik
ging er iedere woensdag heen, het was
een hele dag. En aan het eind was je op
en top bij hoor, want alles kwam aan
bod.
-ocr page 16-
97
februari 19X3
eigen smoking - en daar kon ik het altijd
mee doen.
Hebt u lang dansles gegeven?
Zo'n jaar of 4. 5. Eerst dus in De Meern.
het jaar daarop ook in .lutphaas en later
in Montfoort. we hebben de hele omge-
ving toch wel gehad. Onderlussen had
m'n broer z'n dansdiploma gehaald en
hij is een dansschool in Hilversum be-
gonnen en ik hield me bij m'n radio's.
Dat was meer dan genoeg. En ik had een
leuke jeugd gehad met leuke verdiensten.
Als je bedenkt dat een tuindersknecht er
de hele week voor moest zwoegen en ik
verdiende dat op één avond met een
leuk meisje in m'n armen, dat is toch wel
wat. De keus was niet moeilijk.
Later, in de oorlog, heb ik ook nog wel
eens dansles gegeven op de boerderij
van Oostveen, naast het waterleiding-
bedrijf. Dat was hardstikke gezellig. We
waren al getrouwd en dan ging Leo (m'n
oudste zoon) mee in de stofzuigerdoos.
.Ia hoor. echt gezellig, want ook de fa-
milies De Groot en Gresnigt kwamen
dan.
Het laatst heb ik het twee jaar terug in
Harmeien gedaan bij de bejaarden. Wel
leuk. maar ook vermoeiend. Kijk. je
bent een stuk ouder. hé. .Ie denkt nog
wel. maar het toerental wordt minder.
En ik moest weer ieder dansje meedoen,
want er waren natuurlijk veel te weinig
heren. Da's altijd.
Bij de Oranjevereniging bent u al 48 jaar
bestuurslid. Wat lokte u daar zo aan.
Bent u soms zo gek op feestjes dat u er
graag van nabij op toeziet dat ze ook re-
gelmatig en goed worden georganiseerd?
Mijn vader was indertijd bestuurslid
van de Oranjevereniging, want die be-
staat al heel wat jaren. Hoe lang weet ik
niet. In 1981 was Pieter van VoUenho-
ven tijdens het Oranjefeest aanwezig en
omdat we toch een beetje cachet aan de
zaak moesten geven hebben we toen
maar gezegd dat het 60-jarig bestaan
werd gevierd. .Ie moet toch wat. niet-
waar? Het kan ook zijn dat we al 75 jaar
bestaan of nog langer, maar wat maakt
het uit? Er is geen mens die het weet,
want de boeken van de Oranjevereni-
ging zijn in de oorlog vernietigd. Om
veiligheidsredenen.
Het was makkelijk dat mijn vader een
wagcnmakerij had. Hij kon dus bepaal-
de taken voor z'n rekening nemen, net
als we nu Brandhof hebben die een
vrachtwagen heeft en daarom de mate-
rialen verzorgt. Maar m'n vader had
erge last van rheuma en er waren tijden
dat hij niet hot of her meer kon, dus
Zeegers in Utrecht en nu vind ik wel dat
eigen roem stinkt, maar ik moet /eggen
dal ik goed kon meedraaien. Bij wed-
strijden was ik in de regel toch wel bij de
eerste drie. M'n /uster en ik waren wat
dat betreft een sterk paar. Op het laatst
tianste ik wel 5. 6 avonden in de week bij
Zeegers. want /e kwamen altijd heren
tekort en dan werden de beste leerlingen
gevraagd gratis op /o"n lesavond te ko-
men om de /aak te kompleteren. Ik had
alle avonden vrije toegang.
I/et was dus uw grote hohhy. kunnen wc
wel zeggen.
,Ia. als ik maar enigzins kon dan ging
ik. want ik vond het hardstikke leuk en
ik deed het graag. En toen ben ik een
keer zo brutaal geweest om in de winter
samen met m'n zuster zelf dansles te ge-
ven. Dat deden we bij café Huigen op de
hoek van de Meerndijk en de Rijks-
straatweg. De dansles werd gegeven in
een oude stal die er naast stond. Die was
groot genoeg, want vroeger werden
daar de paarden van de bezoekers of de
mensen die naar de kerk gingen uitge-
spannen.
Ik was toen 19 jaar en we vroegen 35
cent per avond. Dat was niet zo veel,
maar we hadden toch zeker 50 leerlin-
gen en dat was toch f. 17,50. Daar ging
een rijksdaalder zaalhuur van af en een
rijksdaalder voor de akkordeonist, dus
hielden we samen zo'n f. 15,00 over. En
dat was toendertijd een weekloon voor
een tuindersknecht die op veilingdagen
"s morgens om 4 uur begon en die tot
's avonds laat moest werken.
.'V(/ zei u wel dat u geen handelsman was.
nuiar als ik dit zo hoor
.....
.Ia, het liep lekker. Ik weet nog goed dat
we voor het eerst een soiree gaven en
veel van de leerlingen van Zeegers zei-
den toen al tegen me: nou Thijs, ik kom
hoor. Dat vonden ze leuk om eens te
kijken. Ik vroeg twee kwartjes, maar de
eerste avond had ik toch al 200 man bin-
nen hoor. We beurden 100 gulden. Als
orkestje hadden we een triootje (het
moest nu natuurlijk een beetje aange-
kleed zijn) en dat kostte 12 gulden. Dat
was dus leuk verdienen. De enige e.xtra
kosten die we maakten was de kleding.
M'n zuster droeg de eerste keer een witte
japon, ik weet het nog goed. Die had ze
zelfgemaakt van 4 gulden stof. Maar bij
de tweede soiree zei ze: ik kan niet met
dezelfde aankomen. Dus toen kocht ze
weer voor 4 gulden stof en maakte een
andere. Dat viel dus wel mee. En ik
kocht bij Peek en Cloppenburg een
smoking - moet je je indenken, zo'n
snotneus van een boerendorp met z'n
Rijksstraatweg verhuisden hadden we
een garage en daarin had ik een tv neer-
ge/et. lin als dan /aterdagsmiddags het
kinderprogramma er was /at de hele ga-
rage tjok- en tjokvol. Alle kinderen die
er in konden /aten naar de televisie te
kijken. \in als het dan w iiitertlag was en
/e /aten helemaal ingepakt en de deuren
/aten dicht, nou dan kon je het niet har-
den van de lucht als je ging kijken, want
het /at er opgepropt. En de deur open
zetten kon ook niet. want dan was het
weer veel te koud. Die garage was na-
tuurlijk niet \erwarmd.
(' vcrkochl dus we/ radio's en Iv's en wal
huishoudelijke apparaieu. maar was-
maehines en zo had u niet?
Nee. dat heb ik altijd tegengehcniden
omdat ik /o ont/aglijk druk was toen
die radio en tv /o'n vlucht namen, ik
had geen tijd meer om er nog wat anders
bij te doen. En dan kwamen die verte-
genwoordigers wel en die /eidcn: Van
Bommel, neem toch koelkasten, man.
Dat \erkoopt lekker op de /omerdag.
Maar ik /ei: moet je eens goed luisteren.
Ik werk "s winters dag en nacht en die
periode dat het dan iets rustiger is in de
/aak heb ik hard nodig om op adem te
komen.
Weet je wat het ook was? Ik wilde niet
dal het me uit de hand groeide. Het per-
soonlijk kontakt met tie klant vcinti ik
altijd het belangrijkste en iedere klant
die wat kocht hielp ik helemaal /elf.
Daar maakte ik /elfde antenne \ooren
alles. Al die tijd heb ik eigenlijk maar
met één hulpje gewerkt om de doodeen-
voudige reden dat je hulp notlig hebt bij
hel plaatsen van antennes.
Maar als de kinderen groter worden en
ook wat in de /aak willen moet je uit-
breiden. Toen had je wat meer armslag
en konden er ook wasmachines en koel-
kasten worden verkocht. Dat wilden /e
ook /elf. Maar ik heb /e wel altijd voor-
gehouden: "Alsje er eenmaal aan begint
moet je het ook goed doen. Ik heb mijn
klanten altijd meteen willen helpen als
hun radiotoestel stuk was en gerepa-
reerd moest worden en dat moet je ook
kunnen waarmaken als je koelkasten
verkoopt, denk daar wel aan."
Service xeiienen is altijd heel belang-
rijk \()or mij geweest en ik hoop dat
ook na mijn vertrek /o is gebleven.
Uit de verhalen die over u worden verteld
kan worden opgemaakt dat u nogal van
gezelligheid houdt. Zo legt u graag een
kaartje en houdt u van dansen. U heeft
daar vroeger satuen met uw zuster ook les
in gegeven.
Nou. ik was vroeger op dansles bij
-ocr page 17-
februari 19X3
98
vieren. Iedereen vond het natiuirlijk wel
gek. maar het werd toch weer rond 31
augustirs. Dat ging een hele tijd goed.
Totdat er mensen kwamen die zeiden:
het is toch wel gek. Op koninginnedag
doen jullie nooit wal. Al was het maai'
een lanipionnenoptocht voor de kinde-
ren. Toen hebben we het toch weer ge-
probeerd. En gek. in die jaren scheen
toch weer regelmatig het zonnetje, dus
zo is de echte koninginnedag weer ge-
vierd.
Maar de kermis bleef rond dezelfde dag.
Ook omdat je ze op 30 april nauwelijks
kon krijgen, want dan was er zo veel
vraag naar kermissen dat je er gekl op
moest toegeven. Dus nu hebben we tv\'ee
keer per jaar wat: op koninginnedag en
de kermis.
Ik hoorde dat u een groot malorliejheb-
ber bent. Iloe is dat ontslaan?
Ik had altijd klanten in VleiUen en
I laarzuilens en Montfoort en zo. Dus ik
fietste als een wielrenner. Ik keek echt
niet tegen 100 kilometer op, maar ik
kwam in tijdnood, ik kon het niet meer
af. Dus toen voor de oorlog de eerste
brommers kwamen kocht ik er eentje en
later een motor, liet radiotoestel deed
ik in een deken en net als een ransel ging
die op m'n rug.
lir waren meer mensen die een motoi'
hadden en dan krijg je een klubje. .Ie
deed puzzelritjes en zo. Eater kwamen
er ook auto's bij. Ik ben er jaren lid van
geweest en ik vond het hardstikke leuk
om te doen. lien puzzelrit op de weg is
nu niet verantwoord meer met al dat
verkeer. .Ie krijgt ook geen toestenmiing
meer.
Hen aiulere hobby van u was de muziek?
.Ia. ik ben lid geweest van De Bazuin. Bij
ons thuis deden we veel aan muziek en
op een gegeven moment was de t rom-
slager van De Bazuin ziek. De hele ver-
eniging was in rep en roer, want ze kon-
den niet een. twee, drie een vervanger
krijgen en de zaterdag daarop moesten
ze naar een concours. Toen zei iemand:
laten we Thijs van Bommel vragen. Nu
kon ik wel geen trom slaan, maar omdat
ik viool speelde en wel muziek kon lezen
dachten ze dat dat na wat oefening wel
zou lukken. Er was toch geen andere
uitweg en ach, misschien dachten ze wel:
beter een half ei dan een lege dop.
Nou, ik was een jonge jongen en ik vond
alles leuk. Dus ik naar de repetitie en
daar kreeg ik de muziek onder m'n neus.
In het begin ging het natuurlijk ver-
krampt, maar later beter. Ik was 4 of 5
dagen lid en toen al naar het concours.
Dat ging erg goed, ik dacht dat we een
eerste prijs hadden.
met een vlotte bablwl.
,Ia, dat zeggen ze. Ach, misschien blijf
ik het werk in de Oranjevereniging wel
tot m"n dood toe doen. Ik weet niet hoe
lang ik nog mee ga. Weet je, er is geen
enkele reden om de vereniging op te hef-
fen. maarv\'e krijgen geen jonge aanwas
meer. En degenen die je zou willen heb-
ben zitten al in tien, twaalf andere ver-
enigingen waar ze druk mee zijn. Vroe-
ger was dat anders, toen was er verder
eigenlijk niks.
En ach, omdat veel dingen zoals volks-
spelen zijn verdwenen hoeven we er ook
niet zo veel meer aan te doen. dtis het is
voor ons makkelijker bij te houden. Er
staat nu alleen nog maar een kermis, al
noemen we het dan wel 'vermakelijkhe-
den'. Alleen het afgelopen jaar hebben
we het voor het eerst limapark ge-
noemd. Want het woord kermis valt bij
een bepaalde groep mensen om geloofs-
redenen wat in het verkeerde keelgat.
Dus we hebben altijd op het programma
'vermakelijkheden' gezet en geen "ker-
mis'.
Dat was een randgeval waarbij men
dacht: nou ja. vooruit dan maar?
We hebben het al eens over een mecha-
nische speeltuin gehad.....
Toe maar. .Ie wordt wel inventief op die
manier.
Het was zelfs zo dat als we een vergade-
ring hadden en je gebrinkte per ongeluk
het woord kermis, dan kostte je dat een
rondje. Maar we hebben het nu maar
limapark genoemd, want het woord ver-
makelijkheden, ja..... je weet het niet
meer. Daar verstaan ze tegenwoordig
alles onder, ook seksclubs. Dus je moet
voorzichtig zijn. Er zijn zo veel soorten
vermakelijkheden en vermaakcentra.
Dus het afgelopen jaar maar v(K)r het
eerst lunapark, want we willen toch
naar het woord kermis toe.
Maar de kennis is toch niet op koningin-
nedag?
Nee, dat klopt. Bij koningin Wilhelmina
waren we gewend op of rondom 31 au-
gustus feest te vieren. Maar toen kwam
koningin Juliana en die was op 30 april
jarig. Dus wij de eerste keer alles voor
30 april georganiseerd. Maar op die dag
regende het pijpestelen. Er kwam geen
mens. spel na spel moest worden afge-
last, 's Middags vlogen de sneeuwvlok-
ken je om de oren. eerlijk hoor, ik ver-
geet het nooit. Toen zeiden we: dat doen
we nooit meer. Geen mens heeft er wat
aan gehad.
We hebben toen besloten om in het ver-
volg toch maar in hartje zomer feest te
zoontjelief werd er ingeschoven want
het werk moest toch gebeiuen. Op 'n
gegeven moment stapte hij er uit en
kwam ik er in. Indertijd was ik het jong-
ste lid. Nu ben ik v\el niet de oudste,
maar ik ben wel het langste lid.
Het bestuiu' van de Oranjevereniging is
een hele vriendenkring geworden, ter-
wijl je toch niet veel bij mekaar komt.
Als je nu een schaakklub hebt zie je el-
kaar toch iedere week, maar vroeger
was er maar één keer in het jaarfeest, op
31 augustus of daaromtrent. Verder had
je niets te doen.
Dan was er kennis?
Nou ja, kermis.....Er waren hooguit een
zweefmolen en een draaimolen voor de
kinderen. Die dingen werden door een
paard getrokken.
Dan zul je wel niet het hakje van ck' zweef-
molen zijn uitgevlogen...
Nee,boven de huizen kwam je niet hoor.
Het feest was wel uitgebreider, had ik be-
grepen. Twee dagen.
Ja. Dan was er niemand die werkte.
Iedereen hielp mee aan het Oranjefeest
en iedereen zong de hele dag Oranje-
liederen. En ieder kind had een oranje
.sjerp om en de volwassenen droegen al-
lemaal oranje rozetjes en rood, wit,
blauw. Zo"n heel dorp was oranje, alles
vlagde. Dat kun je je nu niet meer voor-
stellen.
Het was ook altijd leuk in de café's.
Gezellig drinken, geen zuippartij, nee
hoor. Een leuk stukje muziek van een
akkordeonist. Dan had je het al erg ge-
zellig, want men was in die tijd niet veel
amusement gewend. Als je ni'i een krui-
wagenrace zou houden is er geen mens
die meedoet. Tóen liep het hele dorp er
voor leeg.
Maar geleidelijk aan is dat zo allemaal
veranderd. En je zit er eenmaal bij, je
blijft er bij. Waarom ook niet? Ik hati er
leuke kontakten en het vergde bij me-
kaar weinig tijd. want je Vv'as helemaal
op mekaar ingespeeld.
U was bij alle gelegenheden ook de man
achter de mikrofoou.
Dat is automatisch gegroeid, hé. In het
begin had je bij de Oranjefeesten geen
geluidsinstallaties. Dus toen de eerste in
de handel kwam gebruikte ik er ook een
bij de Oranjevereniging. En otndat ik
wist hoe je dat spul moest bedienen deed
ik het omroepen. Dat hoorde er eigen-
lijk bij. Ik ben het ook altijd blijven
doen.
U bent daarnaast ook nog eens gezegend
-ocr page 18-
februari 1983
99
Daarna wilden ze me toch wel houden
en er werden een paar pauken van zol-
der gehaald waar anders toch nooit op
werd gespeeld. Ik heb er nog jaren met
plezier gespeeld, maar op een bepaald
moment moet je athaken. Het wordt te
veel.
Maar het was wel in zoverre hijzonder dat
II het eerste katholieke lid van De Bazuin
was.
Ja, het was een christelijke vereniging.
Toen ik eenmaal mee deed is er nooit
kommentaar op gegeven. Later is het
verwaterd en nu is dat 'christelijke' uit
de naam. Het is gewoon de muziek\er-
eniging De Bazuin. Iedereen kan er nu
ook terecht.
Bij de roams-katholieke kerk hebt u ook
een aantal funkties vervuld.
Ik heb jaren in de parochieraad gezeten
en in de P.C.I. (Parochiële Charitas In-
stelling). .Ie had vroeger behalve een
kerkbestuur ook een armenbestuur, dat
voor hulp aan de armen zorgde. Dat
werd op een gegeven moment eigenlijk
overbodig omdat de bijstandswet er
kwam, dus de kerk hoefde niet meer bij
te springen. Nu heet het P.C.I. Als er
ergens problemen zijn kunnen we altijd
nog hulp verlenen.
De parochieraad is een orgaan dat be-
staat uit vertegenwoordigers van allerlei
groeperingen, zoals de bejaarden en de
jeugd. Hen gevarieerd gezelschap, zeg
maar een afgietsel van de bevolking.
Bent u door de kerk met hel bejaarden-
werk in aanraking gekomen?
Daar zat ik al een beetje in. In De Meern
kwam het bejaardencomplex De Zon-
newijzer en toen is de Stichting Bejaar-
denwerk van de grond gekomen. Die is
nu 8 jaar oud. Maar eerst was er 2 jaar
lang voorbereidend werk verricht en
daar heb ik aan meegedaan. Toen kwam
ook De Roef tot stand en daar ben ik
nog 4 jaar penningmeester geweest. Ik
heb er dus zeg maar 6 jaar bij gezeten.
Ach. je krijgt deleeftijddat je vanzelf bij
het bejaardenwerk terecht komt. De
Schalm staat er nu ook 9 jaar. Toen die
er kwam wilden ze vanuit de parochie
wat aktiviteiten voor de bejaarden orga-
niseren en toen hebben we de bejaarden-
soos opgericht. Die ging in februari '74
van start. Daar zit ik nog steeds bij. En
ik mag wel zeggen dat we een bloeiende
bejaardensoos hebben. Het lijkt vreemd
een pluim te steken op je eigen muts,
maar dit is niet mijn muts, maar die van
het bestuur. Het is toch maar gegroeid
van een groep van zo'n 30, 40 mensen
naar 350 nu.
We zijn oorspronkelijk begonnen als
een r.k. bejaardensoos. maar vanaf de
eerste dag heeft hij open gestaan \(K)r
iedereen. Toen ik lol xoor/itterweril ge-
kozen heb ik gezegd; "Ik heb mijn le\cn
lang ook iedereen als klant gehatl en dan
ga ik natuurlijk die mensen niet buiten
de deur zetten. We staan \'oor iedereen
open."
Thomas van Engelen, die goed een
meisjesstem kon nadoen en dat was al
5{)7( van het sukses. De laatste jaren dat
Aloysius draaide was hij open voor
iedereen. Je kon toch geen toneelstuk-
ken meer krijgen voor mannen alleen.
We hebben jaren gespeeld in het zaaltje
naast de kerk en de pastorie aan de
Stadsdam totdat dat werd afgebroken.
Dat was nog voor de oorlog.
Ja, gewoonlijk werd alles streng ge-
scheiden gehouden. Bij een uitvoering
zaten de mannen aan de ene kant en de
vrouwen aan de andere kant van de
zaal. Zo was het in de kerk ook.
Uitvoeringen werden alleen maar bij
volle maan gehouden. Je moet ook niet
vergeten dat er geen verlichting was op
de Stadsdam, Dus als er geen maan
scheen was het hardstikke donker. Mis-
schien zat er nog wel meer achter, voor
als die jongelui in het donker naar huis
toe gingen...... Ja, je moest nu eenmaal
altijd voorkomen dat ook maar de ge-
ringste gelegenheid werd gegeven.
//) het Meernse zakenleven hebt u altijd
een groot aandeel gehad. Zo bent u een
van de opriehters van de Meernse Zaken-
vereniging. Was er een bepaalde dringen-
de reden om die in het leven te roepen, of
zagen de leden hierin een goede aanlei-
ding om regelmatig een gezellige avond
met elkaar door te brengen?
Indertijd werden er in allerlei plaatsen
beurzen gehouden waar winkeliers met
een stand stonden. Dat wilden wij ook
een keer doen en dat is in de herfst \'an
1953 gebeurd. Alle winkeliers hadden
toen een standje en het sloeg goed aan.
Naderhand zeiden we: we moeten eens
wat meer dingen organiseren. Toen
werd begin '54 de Meernse Zakenver-
eniging opgericht.
Bij het Meerns feest in de zomer (de
oude koninginnedag) hielden we bij-
voorbeeld een etalagewedstrijd en ieder-
een kwam kijken. Toen hadden alle win-
keliers nog een echte etalage. Tegen-
woordig heb je een supermarkt en daar
zijn de ruiten dichtgeplakt met de aan-
biedingen van de week. Met Sinterklaas
waren er ook bepaalde akties voor de
kinderen. Eerst ging het allemaal wat
bescheiden, maar het groeide.
Voor de M. Z. hebt u. naar het schijnt,
erg veel georganiseerd. Bekend zijn de
Mallorca-reizen die u persoonlijk hele-
maal voorbereidde. Dat moet gezellig zijn
geweest.
Hardstikke gezellig. We hadden na een
tijdje een zegelaktie ingevoerd. Voor
een volle kaart kon je geld krijgen, maar ^
als de mensen hem bewaarden konden
Dat is dus vanaf de eerste dag gebeurd.
Er stond wel r.k. voor, maar daar moest
je verder niet op letten. Dat had, eerlijk
gezegd, ook een praktische reden. Kijk,
we wilden wel beginnen, maar we had-
den geen geld. En toen zorgde de P. C. I.
voor een startkapitaal. Dat kon omdat
het officieel iets rooms-katholieks was.
Anders had ik van alles moeten aflopen
voor subsidie. Maar de naam is inmid-
dels ook veranderd. Het is nu gewoon
Bejaardenvereniging De Schalm. Bo-
vendien, als er r.k. voor staat is dat voor
veel mensen misschien toch ook een
drempel om te komen en dat wilden we
niet.
Je bent er verder wel druk mee. Laatst
gingen we ook een dagje uit, dat was
weer 4 bussen vol. Het moet toch alle-
maal maar georganiseerd worden en per
jaar gaan we toch 7 of 8 keer op stap.
Naar de Floriade, de midgetgolfbaan
e.d. De mensen gaan graag. Als ze het
horen staan ze in rijen om zich op te ge-
ven.
U hebt ook bij een toneelvereniging ge-
zeten?
De toneelvereniging Aloysius, ja. Dat
ging vroeger van de kerk uit en hij was
alleen voor ongehuwde jongens. De
ouderen hadden ook een eigen vereni-
ging. Maar het was moeilijk om toneel-
stukken alleen voor jongens te krijgen.
Op het laatst waren ze zo schaars... Dan
had je wel eens een leuk stuk waar een
meisje in mee moest spelen, maar dat
mocht niet. Dan hadden we er een bij.
-ocr page 19-
100
lebruari 1983
den en die gingen weer weg. Die zeiden:
"Ik kan hier niet leven hoor. Ik ga weer
naar Utrecht. Daar heb je winkels en
hier niet. En 's avonds is het hier /o
dood als een pier."
Daarom is bijvooibeeld de dameskon-
taktgroep onstaan. 1-igenlijk om ile
nieuwe bewoners met elkaar in kontakt
te brengen. I.ater kwamen er meer ver-
enigingen; toen ging het allemaal wat
makkelijker.
Maar er was een tijd dat ik ietler kind
kende. Er waren er toen ook maar 200
en die zag ik bij de kiiulerspelen op
koninginnedag. Later waren er 1600
kinderen en nu is het niet meer bij te
houden.
De eerste nieuwe woningen in De Meern
kwamen na tie oorlog, dat was het w ijk-
je bij de Kerkstraat. Daar kwam toen
iedereen die ging trouwen .Dus die w ijk
werd binnen de kortste tijd Het Ooie-
vaarsnest genoeiiKl. wam daar werden
allemaal kinderen geboren. Nu is het
iiiulerhaiKl een bejaarileiiw ijk.
I 'roeger was De Meern niet groot, het be-
stond hoofdzakelijk uil wal lini/>ebou-
wing. I:r is ook niet ee/it. wat je luienu.
een dorpskern aanwezig, /.o komt het al-
thans op mij over. maar ik ben import.
Toen ik hiei' werd geboren bestoiui het
dorp alleen uit tien boeren en honderd
varkens, zeg ik allijtl. 1-r waren alleen
wat boertlerijen langs de Rijn en een
echte dorpskern hailden we dus inder-
tlaad niet. Het centrum was de Meern-
brug, tiat was ook het ontmoetingscen-
trum.
We hebben er w el eens voor gepleit om
een leuk ilorpsplein te krijgen met een
w inkelgalerii tlaar omheen, maar we
/e meedoen aan attrakties. Op een volle
kaart gingen we biJNciorbeeld een dagje
naar de keukenhof toe en dan kregen /e
onderweg ook nog een dineetje. We
hebben veel \an die dagtochten ge-
maakt.
Op het laatst hadden wcook rei/en naar
het buitenland. De eerste vsas naar Tor-
remolinos en daarna naar Mallorca. De
mensen die een kaart inleverden kregen
hun geld en deden mee aan de verloting
van de rei/en. Dat was een groot stikses.
Maar daar was ook aan gewerkt. Want
Hans Boncnkamp had de zaak vantevo-
ren ter plaatse verkend en het hotel uit-
gezocht. We wilden het goed organise-
ren. Daarna ben ik nog een keer met
m'n vrouw nog een weeg geweest en in
die tijd hebben we alle excursies mee-
gemaakt die er waren.
Dan ga je wel op je weiikhrauwen leriii^.
lijkt me. Want in Spanje ori^ani.seren ze
die clini^en ieder uur.
Dat deden we ook zo"n beetje, maar we
konden toen goed selekteren. Het moest
goed zijn, hè. En later toen we met de
mensen gingen was het een grandioze
week. We konden natuurlijk maar een
paar reizen uitloten, maar heleboel
mensen boekten die reis gelijkertijd op
eigen kosten. Nu is het een beetje dood-
gebloed. Het kan ook haast niet anders
meer. want de reizen werden steeds
duurder. En het aantal winkeliers
kromp in. Nti is er één winkeliersvereni-
ging en die doet het anders. Ze hebben
nu een braderie.
il bent op vele terreinen aklief i^ewee.st
of nog aktief. Wat trekt u daar zo in aan.'
Van een zakenvereniging kan ik me nog
voorstellen dal het puur eigen belang is.
maar u hebt zoveel meer gedaan.
Het waren dingen die ik altijd hardstik-
ke leuk vond. anders deed ik het niet.
Voor mij sneed het mes bovendien aan
twee kanten. Aan de ene kant was het
mijn ontspanning en aan de andere kant
kwam ik weer in kontakt met veel men-
sen en daardoor kreeg ik weer klanten.
Dat is ook belangrijk. Het was voor mij
dus een ideale kombinatie.
U hebt De Meern in de loop der jaren
sterk zien veranderen. Hel gunstige zake-
lijke aspekt dat een sterke bevolkingstoe-
name met zich meebrengt even buiten be-
schouwing gelaten, hoe hebt u dit alles
ervaren?
Vroeger kende iedereen iedereen in het
dorp. maar nu is dat niet meer zo. .Ie
hebt nu ook veel mensen die 's morgens
naar hun werk vertrekken en 's avonds
thuiskomen. Die hebben weinig kon-
takt. Veel mensen konden ook niet aar-
Stamreeks Van Bommel
Jan van Bommel
1;geboren 1733
|: overleden 4-4-1813 te Vleuten
is gehuwd met
Co r nel ia de Wit
V     Leonardus van Bommel, vvagenma*
kcr, radiohandelaar
geboren I5-I-1883 te Vleuten
overleden l-6-l%0 te Montfoort
gehuwd 14-1-19J0 te Olidenrijn
met
Aaltje Baas
geboren 25-5-1879 te Oudenrijd
overleden 23-12-1949 te Vleuten
dochter van Mathijs Baas en Mar-
griefa Vcfhas.selt
VI   Matthcits l,eoiiardus van Boinmel,
radiohandelaar
geb<M-cn 21-11-1913 te Vleuten ;
gehuwd 8-1-1941 te Utrecht niet
G ij s he rt h a N i e itw en h ii i zen
geboren .5-4-1917 te Utrecht
dociiter van Willem Nieuw'cnhuir-
zen en Catherina Anthonia Mil-
tenburg
VII  1 Leonardus Willem
geboren 28-1 2-1942 te Veldhuizen
;: 2 Wilhelmus Mattheu.s
geboren i0-4-1944 Ic VcidhiiizeiV
||i|:;: 3 M at t heus Ca spar
geboren 6~ 1-1946 te Veldhuizen
overleden 22-12-1968
iy;; 4 I-'ranciseus Alexander
geboren I 3-9-1948 te Veldhuizen
i:S;g' 5 .lohanncs Maria
lli;: geboren 15-8-1951 te Veldhuizen
Wjf'f) Catharina Maria
geboren 18-7-1953 te Veldhuizen
7 Alida Maria
lil geboren 12-9-1954 te Vleutett-De
Meern
Adres: Mattheus Leonardus v. Bommel;
Ma relaa n 78
:v.:ï: Vléu ten-De:, Meern;.;.: msMfmMimm
IJ Adrianus (.Janus) van Bommel,
wagenmaker
lllp; geh()ren 1763 (niet te Vleuten)
i|ii|.:overleden 6-9-1837 te Vleuten
|iP gehuwd 26-11-1793 te Vleuten
|f . met
Slcvenlje Zegveld
geboren 1774 fc Vleuten
gg-j^^^^^^^^                        2-5-1854 te Vleuten
|;;:;;Sii:i;: d<>chtei' van Jacobus Zegveld en
|;:;;|:|;iMaria van Dijk .
pJ Eeenderl v^aii Bommel.
geboren 18-5-1802 te Oudenrijn 1
overleden 19-11-1888 te Vleuten
gehuwd 17-8-1836 ie Veldhuizen
met
Aiida (Aaltje) (vïin) Oostrom
geboren 22-11-1815 te Vleuten M
overleden 6-9-1849 te Vleuten il
dochter van Cornelis (van)
Oostrom eti Adriana v an MunstC:!;
IV Leenden van l^ommel,
wagenmaker
geboren 2-9-1849 te Vleiiten ' ■-^
overleden 22-6-1912 te Vleuten |
gehuw^d 22-11-IS8I te Montibort
met
Gerdina f>oesburg
geboren 24-10-1847 te Montfoort
overleden 10-11-1925 te Vleuten
dochter van Mattheus Doesburg
.......ert ,1 oiii\naa iiuJenes ,,
-ocr page 20-
februari 1983
101
Opgravingen op de
hebben hel nooit \'oor elkaar kunnen
krijgen. Het \'iel niet in goede aarde bij
tie gemeente en dan doe je niets. Hn wat
/e nii het hart van het dorp noemen is
rontlom hel winkelcentrum. Het is wel
een leuk vsinkelcentrum. maar op hel
plein kim je niks doen. want daar is het
weer te klein voor. [:n hel is een tocht-
gat. Dat is jammei', maar hel tocht ge-
weldig. Niet iim het winkelcentrum te
kraken, maar in de winterdag waai je
weg. je barst van de kou. Een ge/ellig-
heidsplein hebben we niet. want op het
plein \an de w inkels gaal nooit lemanti
zitten.
.Ie krijgt er ook geen binding, geen kon-
takt. Op Vleuten hebben /e het ook ver-
keerd aangelegd. Kijk. het Vredenburg.
dal was vroeger een plein. Rondom ho-
tels en winkels. I:r was van alles te dt)en.
Dan een circus en dan een veemarkt,
afijn, dal plein hatl een funklie. Daar
ging je /itlen. Als je hier gaal /illen kom
je ziek thuis. Da"s jammer.
Vleuten. Harmeien en Viontfoort heb-
ben veel meer een centrum. Herlijk. ik
ben altijd iiots geweest op De Meern.
maar tial missen we toch wel. ,\ls ik
naar die omliggentle plaatsen kijk heb-
ben ze ook allemaal een \ cel helere w in-
kelbesland. Dal komi mik oimlal hier
geen uitbreiding van winkels mag ko-
men. Toen plan Nijevell werd g.-boiiwd
kwam er een bepaling dat daar noiiit
winkels mogen woixlen gevestigd, want
de winkeliers op hel plein hadden hun
klanten hard nodig. Ir zijn v erscheitle-
ne pogingen geweest, maar het is alle-
maal afgewezen, lai er is toch haitl be-
hoefte aan. Maar het gekke is dat de
parkeerplaats tegenover het winkel-
centrum zo langzamerhand dicht groeit
met allemaal kramen. Op sommige da-
gen kun je er je auto niet meer kwijl.
Ik proef hier de iiiiing van enkele stille
grieven. Maar over her ali;enieen hem u
loch een tevreden mens.
Erg tevreden. Ik had een leuke jeugd
omdat mijn vader zoveel hobby's had en
dat was erg afwisselend. Ik ben lid ge-
weest van veel verenigingen waar ik ont-
zaglijk veel plezier heb gehad en ik heb
een erg goeie vrouw.
Na de oorlog, zeg maar vanaf m"n ,^2ste.
heb ik alleen maar welvaart meege-
maakt. In '45 was ik. zeg maar. straat-
arm, maar 8 jaar later kon ik toch m'n
eigen zaak neerzetten. M'n enige tegen-
slag is geweest dat een zoon van mij op
z'n 22ste is gestorven, maai' verder......
Ik kan wel zeggen dat het nie ni"ii hele
leven voor de wind is gegaan. Ik heb een
fantastisch leuk leven gehad en nu nog,
ik zou het niet anders over willen doen.
HogeWoerd
(2de deel)
door CA. Kalee
Een vervolg "nee", een paar korrekties
en aanvullingen op het artikel uit ons
vorige nunimer.
p.65. linkerkolom: "zie bijgaand bij-
gaand kader". Het was de bedoe-
ling dat er ook twee illustraties
rnet afteeldingen van Romeins
aardevv erk afgedrukt zouden wor-
den, maar hiervoor was helaas
geen plaats.
p.67. atb. 13. Bij de drie profielen zijn
de aanduidingen weggevallen,
lees van boven naar beneden:
profiel G. C en H.
p.73. afb, 29 en 30. De onderschriften
slaan op de gt)ede plaats maar de
albeeldingen dienen verwisseld te
worden.
p.74. afb. 32. Albeelding omdraaien.
p.73. Natuursteen i.p.v. naluurleen.
p.76. alb. 35. De naamstenipels6. 7. 16-
18 zijn schaal 1:1 afgedrukt.
p.77. alb. 36 is schaal 1:1 afgedrukt.
Nadat het "verschijnsel" is blootgelegd (in dit
geval de funderingsresten van wat eens ver-
moedelijk een porticus of zuilengang was)
wordt het meetlint gespannen. Vervolgens
worden t.o.v. dit lint alle details genieten en op
milimeterpapier in kaart gebracht. Verschil-
lende kleuren geven aan met welke diverse ma-
terialen men te maken heeft.
Drie geverniste bekers Oeimann typen 33a en
c. Van dergelijke bekers zijn in 1963 vele
scherven gevonden, (zie p. 65) (Schaal 1:4)
-ocr page 21-
f^,
ionb '^
februari 1983
102
V^
V
^^S^,
\5.
1^ ^j|
t^
1^
1'
^^^P
/ __
J^gS^SiSS^^^i \ *\
«^ j
1963                   ^'^                                                1973
(zie p. 65)                                                           (zie p. 69 e.v.)
(>VC.
Terra sigillata-kommen, bekers, borden en schalen, afkomstig van verschillende plaatsen in
Engeland, Nederland en Duitsland. Op de Hoge Woerd in De Meern zijn in 1963 en in 1973 tal-
rijke terra sigillata-scherven gevonden van de hier afgebeelde typen, genummerd volgens de
typologie van Dragendorff (zie literatuur).
Linkerkolom en rechts beneden: Midden- en Oostgallisch fabrikaat, 2de en eerste helft 3de
eeuw; rechterkolom, boven (Drag. 30, 37 en 18 klein en groot): Zuidgallisch fabrikaat, circa
60-80 na Chr.
V,./
Rechts: opgegraven kookpot van ruwwandig
aardewerk, tweede helft Ie eeuw en linksonder
een gevonden olielampje, eind Ie eeuw. (Op-
graving 1982- 1983).
Alle vondsten bij een archeologische opgra-
ving worden nauwkeurig in beeld gebracht op
grote vellen milimeterpapier, zoals neven-
staande foto toont. Dit gebeurt bij ieder ge-
schaafd vlak opnieuw. Door alle tekeningen
naderhand met elkaar te vergelijken krijgen de
archeologen een exact beeld van hetgeen zich
vroeger op deze plek bevond.
-ocr page 22-
103
juni 1983
Van het bestuur
;||fliLi(fei orgaan van de Hisiorischc Vt;rcni-
;|ïng Vleuten. De Meern, Haar/uilen<i.
P jaargang nr. 2, juni 1983.
          © t9K3.
^i*en>chijnt 4x pet jaar.
ingeschre»ven in het vertnigingsregisler van
de K.v.K, Utrecht e.o. onder nr. V. 479630.
Het voorjaar 1983 heeft in het teken ge-
staan van een aantal, naar wij in de drie
dorpen gehoord hebben, erg door u ge-
waardeerde aktiviteiten. Met name het
bezoek aan Kasteel De Haar, daar waar
u anders geen toegang hebt, werd door
onze leden als een boeiende, leerzame
excursie ervaren. Vanaf deze plaats nog-
maals een woord van dank aan de
kasteelbeheerder, de heer J. van der
Sandt, die op voortreffelijke wijze al de-
ze rondleidingen verzorgde.
Inmiddels heeft uw vereniging ook in
Haarzuilens acte de présence gegeven.
In het gezellige "Wapen van Haarzui-
lens" vertoonden wij onder grote be-
langstelling de oude dorpsjournaals.
Op koninginnedag stonden wij èn in
Vleuten èn in De Meern op de resp.bra-
derieën. Hier kon u weer eens even bij-
praten met het bestuur en kennis nemen
van onze aktiviteiten. Het mooie weer
werkte zeker mee aan het feit, dat uw
vereniging nu een 490 leden telt! U helpt
toch ook mee dit aantal ver over de 500
te tillen ? Inmiddels zijn wij gestart met
een wervingsaktie onder alle bedrijven
in ons dorp. Wij zullen u van de resulta-
ten op de hoogte houden. Behoudens bij
een aantal aktiviteiten, waar wij u wel-
licht nog treffen, wenst het bestuur u een
goede zonnige vakantie toe.
Dagelijks bestuur:
j. Schutte, xoor/ifter
Zandweti t3X. 3454 HA Öb: Meern.ïM
tel. omt - 3216 [^MiÊÊMiÊÊÊÊÊÊi
W.H. Dent-kanip, sekrefaris
::|Jlenhanistraai 5, 345 LBR, Vieüten;: ||i
lil. 03407 - 1948--;::;;;s;;;i|i:;:i||;^
P.G. cic Ró(')ij, penningnieesiér:-:i;j|s;;i|S;;:;*;;
*t Zand 1. 3451 CiP Vtetiten !;:ililil
tet. 03407 - \^ii3:%:s§mM§f^^
M.J- \an Zoercn. viee-voorziiter
Étölionsstraat 34, 3451 BZ Vleuten Ifs
lel. 03407 - 126iig:::§igmm
■M.Ï-.J. \an Essen, eoai't:!. wèi'kgH)épen
sliauruslaan 17, 3454 XP De Meern
tel. 03406- 2^92
irelid:
pw. r. van Husen-Wibbeke. Vleuten
Éedaktie-adres:
^;:I,con van lisch, riJndeTste;i.n!aart 7 ,::i:|:::;
3451 1' V Vleuten
:tel. «3407 - 2K71
llsede nadmin Jst rat iv:
lijpgeven van nieuwe leden, mutaties en ;
||na)bcstellingen bij:
WsAw, P..I. de Rotiij - Goes, 't Zand !,
||45l GP Vleuten, tel. ()34<)7 ~ 14S3
iRontrJbutJc;
iJDe jaailijkse kontrihutic bedraagt voor 1983
Itöinnnaal f 25.--;
Ijjostiibonnementen f'35,- per jaar.
lOonateiirs:
||v1intma:il I" 12,50 per jaar.
|Éss:¥g:8s|ipi|:::heeti tekentnucn htj de v«:|-
ipiiiiiliiiiie n:
iiii'-'Bf'Wcrn 55,66.33.040
i;;lAUO - Vleuten 36.75.!~.574 WÊÊM
IIdSTGIRO 2,689.200
liilllSa; l'etcr de Vttes.
w&ÊÊ&iéMfM0M.........iisiisiiiiiJiiiiiiiiiiiiiiB^^^^^^
llllllllllllli^
i|||||||||||liÊiii^:^liiJ^^
»^|i|||i||iaj" ge d ec j té|i|iii|i|iia,ni e V;a n a r-
illilllliiË,
ilpoui voorpaiiina:Kt:es Valkenstcin.
WÊÊMÉmm^mM: ^^- Co rei. Den riaag;!!;::::;:;:;:;:;:
illiiliiiiiiiiii:? eigendom van dlrï!;|s||ï|ï||
sP'-
             .........r. Sprong. VlcuteitP "'^^^^^
Algemene Ledenvergadering
gehouden 29 maart 1983.
Zoals inmiddels in onze vereniging ge-
bruik is geworden was Vleuten dit jaar
aan de beurt als plaats van handeling
voor wat betreft de Algemene Leden-
Koud, maar zeer interessant bezoek aan
Kasteel De Haar.
vergadering. In de goed gevulde, gezel-
lige bovenzaal van Café De Brouwerij
deed het bestuur verslag van onze finan-
ciën en de vele aktiviteiten in 1982.
In dit nummer
-  Van het bestuur
-  Ledenvergadering
-  Schenkingen, Aktie bedrijven
-  Waterschapsbestel
-  Kwam u ook in de kas ?
-  Ledenlijst
-  Een dorp verandert
-  Kees Valkenstein
-  Op themaat
-  Publikaties
-  Schoolmeester in 1792
-  Opgravingen Hoge Woerd
-  Hagepreker (vervolg 1)
-  Agenda
pag.
103
103/104
104
105
106
107
107/115/116
108
117
119
120
120
123
128
-ocr page 23-
juni 1983
104
Bestuur:
Het bestuur telt statutair minimaal 7 le-
den. Sinds de oprichting waren het er
echter 9. Thans is er een vacature. De
vergadering machtigde het bestuur, in
alle rust te zoeken naar een nieuw be-
stuurslid. Achteraf zal hierover dan ver-
antwoording worden afgelegd. Men
sprak wel uit, dat de voorkeur gegeven
moet worden aan een bestuurslid uit een
van onze drie dorpen.
Werkgroepen:
De vergadering stelde de werkgroepen
vast conform de reeds bestaande sa-
menstelling onder toevoeging van een
aantal bij het bestuur en ter vergadering
opgegeven belangstellenden.
De coördinator van de werkgroepen zal
op korte termijn aktie ondernemen om
tot goede afspraken te komen.
Kascommissie:
Benoemd tot leden van de kascommis-
sie werden de heren Dr D. W. Graven-
deel en P. G. de Vries.
De voorzitter stelde vast, dat de vereni-
ging een gezonde groei doormaakt. Zij
is wel een van de snelst groeiende vereni-
gingen in onze gemeente, waarmee zij
inmiddels een hoog percentage van onze
inwoners vertegenwoordigt. Namens
het bestuur bedankte hij alle leden, do-
nateurs, adverteerders en belangstellen-
den voor hun bijdrage, op welke wijze
dan ook. bij de opbouw van de vereni-
ging en sprak de verwachting uit. dat
met de hulp van onze leden de vereni-
ging in snel tempo kan blijven groeien.
Na de pauze verzorgde de heer A. P.
Zwartkruis, gemeente-secretaris een
boeiende lezing o\er het "Watcischaps-
bestel".
Financiën
Met betrekking tot de financiën kon de
penningmeester verheugd vaststellen,
dat bij een totaal inkomstenplaatje van
f 16.181,07 het jaar 1982 afgesloten kon
worden met een, weliswaar klein, over-
schot van f405,33. Bij een ledenbestand
van 450 aan het einde van het vorige ver-
enigingsjaar kan opgemerkt worden,
dat de groei er nog steeds flink in zit.
Leden
Dit is met het oog op onze financiën ook
een "must". Bij een ledental vanaf 500
heeft onze vereniging een economisch
bestaansrecht.
Begroting:
De vergadering ging akkoord met het
door het bestuur gevoerde beleid. Aan
penningmeester en bestuur werd dé-
charge verleend. De ontwerpbegroting
van het lopende vereniging.sjaar werd
goedgekeurd, na toelichting op de pos-
ten "reservering voor "Leidsche Rijn
1985" (600-jarig bestaan Leidsche Rijn
tussen Stadsdam en Harmeien) en
"Boek Huize Voorn".
Advertenties:
Goeg verzorgde lunch is natuurlijk goed verzorgde lunch
- Café Petit restaurant De Tol -
Voor de behartiging van uw verzekeringsbelagen is
Voor de behartiging van uw verzekeringsbelangen
- Assurantiekantoor EVERS BV. -
Schenkingen
G. G. van der Meer. Thematerweg 16,
Vleuten
3 spinklosjes, 1 scherf vetvanger, I Jaco-
ba kannetje (gedeelte)
J. P. Kurver, Zandweg 192, De Meern
1 bascule, 1 baggerbeugel, 1 bietengriep,
I houten eg met ijzeren punten
P. Tersteeg, Heemskerklaan 27,
De Meern
1  kapzaag, 1 zaagzetter, 1 beitel, 1 bank-
schroef (3 generaties oud)
W. Denekamp, Utenhamstraat 5,
Vleuten
2  kantoorkasten, 1 ladenkast
Mevr. A. Migo - Kruiswijk, Stations-
straat 48, Vleuten
3  prentbrieflcaarten Vleuten
A. P. Zwartkruis, Hindersteinlaan 89,
Vleuten
Waterschap Vleutense Wetering (boek)
1 poster Nederland Waterland
K. B. Nanning, Utenhamstraat 15.
Vleuten
1 luchtfoto Vleuten. 10 bijna compl.
jaarg. Kon. Ned. Oudheidkundige
Bond (1973 - 1982)
A. Hoogstraten, Dorpsstraat 5, Vleuten
1 foto Oostrom fruithandel School-
straat Vleuten
P. G. de Rooij, 't Zand I, Vleuten
1 boek 200 jaar arbeidsmarkt in Utrecht
Drs. Paul van den Boorn.
Kasteel De Haar
een regelmatig bezoek waard !
Aktie bedrijven:
De volgende bedrijven zijn in het kader
van onze aktie lid geworden en/of heb-
ben ons met een donatie gesteund.
Hartelijk dank !
-  ABN-Bank                         De Meern
-  Harshaw Chemie B.V.        De Meern
-  M. V. B. Beheer B.V.         De Meern
-  Aldipress B.V.                    De Meern
-  Spaapen Handelsmij.B.V.   De Meern
dagelijl<s rondleidingen;
kaartjes bij het Poortgebouw
-ocr page 24-
105
juni 1983
Waterschapsbestel
"Hoe komt iemand die gemeentesecretaris is ertoe, wanneer hem wordt gevraagd
een lezing voor de historische vereniging te houden, daarvoor als onderwerp - het
Waterschapsbestel - te kiezen".
Dit waren de openingswoorden van dhr. A. P. Zwartkruis die op onze ledenverga-
dering, de eerste lezing van dit jaar hield. In dit artikel enkele citaten uit de bijzon-
der interessante lezing. De komplete tekst berust bij de redaktie. Het Waterschaps-
bestel, historie en toekomst.
Kaden
Naast de grote zeewater- en rivierwater-
keringen zijn er in het lage deel van ons
land ook nog eens duizenden kilometers
kaden. Kleine, onopvallende waterke-
ringen, maar even onmisbaar als de gro-
te. De kaden vormen een essentieel on-
derdeel van de polders die in het lage
land van Holland, Utrecht en Friesland
veel voorkomen.
Een polder is een door een waterkering
omringd stuk land waarbinnen het mo-
gelijk is de waterstand te regelen.
Er zijn, verschillende soorten polders.
De eerste polders ontstonden als gevolg
van inpoldering in de achtste eeuw in de
zeekleigebieden van Friesland, Gronin-
gen, Zeeland en Holland. Droogvallen-
de stukken werden omdijkt. Er kwamen
in de loop der eeuwen hele complexen
van aaneengesloten polders, die onder-
ling gescheiden waren door voormalige
zeedijken. De afwatering die eerst langs
natuurlijke weg via sluisjes bij eb plaats
kon vinden, moest nadat het polderland
door inklinking ten opzichte van de zee
daalde, kunstmatig plaatsvinden.
Een tweede soort polder is te vinden in
de lage gebieden in Holland en Utrecht.
In deze gebieden - die eeuwen geleden
betrekkelijk hoog moeten hebben gele-
gen - is als gevolg van een continue ont-
watering het land zo sterk gedaald (in-
klinking) dat het onmogelijk werd dat
het te veel aan water afvloeide naar
open water. Noodgedwongen moesten
kaden aangelegd worden om het water
buiten te houden, terwijl kunstwerken
noodzakelijk werden om het overtollige
water te lozen. De aanleg van kaden da-
teert al van voor 1300. Er ontstonden
grote aantallen laag gelegen polders,
die hun overtollige water door middel
van gemalen maalden op de zogenaam-
de boezem. De boezem is een stelsel van
riviertjes dat dient om overtollig water
uit de aanliggende gebieden (polders) af
te voeren bijvoorbeeld naar de zee. Die
afvoer vindt meestal kunstmatig door
middel van gemalen plaats.
door
A. P. Zwartkruis
18 november 1421
Als we het over de zee hebben dan kan
ik er niet omheen te vermelden dat de
geschiedenis van Nederland ook een ge-
schiedenis is van rampen die met water
te maken hebben. Vrijwel iedereen weet
wel vanuit de geschiedenislessen van de
St. Elisabethsvloed, die in de nacht van
18 november 1421 65 dorpen verzwolg
en 10.000 doden kostte.
De Biesbosch en de Dollard zijn het nu
nog zichtbare resultaat van deze ramp,
die volgens de overlevering mede ver-
oorzaakt werd doordat de dijken als ge-
volg van de Hoekse- en Kabeljauwse
twisten niet voldoende werden onder-
houden.
Floris V
Naast het keren van het zeewater is ook
de rivierwaterkering een belangrijke
taakstelling voor het waterschap.
Rivierwater wordt gekeerd middels dij-
ken.
Het kwam ook wel voordat de overheid
- in Holland de graven, in Utrecht de
bisschoppen en in Gelre de hertogen - de
bewoners, dwong om de zorg voor de
dijken op zich te nemen. Floris V bij-
voorbeeld verscherpte het toezicht op
de waterstaatswerken. Hij stelde mid-
den 1200 een College van Dijkgraaf en
Heemraden voor de Zuiderzeedijken in.
Deze dijkbesturen zijn voorlopers van
de waterschappen. De zorg voorde wa-
terkering kan beschouwd worden als de
oudste taak van het waterschap.
Karel de Grote
Het onderzoek naar het ontstaan van de
waterschappen is boeiend. Het laatste
woord erover zal vermoedelijk wel nim-
mer gesproken worden. Het onderzoek
ernaar is ook moeilijk, omdat de gege-
vens van de vroegste tijd zo schaars zijn.
Op verschillende gronden mag worden
aangenomen, dat er tot de tijd van Karel
de Grote (8e, 9e eeuw na Chr.) geen be-
paalde waterstaatszorg in ons land was.
Aan de bescheiden behoefte van de ge-
ringe bevolking kon nog worden vol-
daan zonder kunstmatige waterkering
en waterlozing; men volstond toen met
het ontwerpen van woon- of vluchtheu-
vels.
Eerst tegen het jaar 1000 verandert dit.
Toen werden in het deel van Nederland,
dat onder de zeespiegel ligt stukken land
omgeven door dijken, waarna ook
kunstmatige waterlozing nodig werd.
Voor zover bekend, waren er ter verzor-
ging van deze werken geen afzonderlijke
instellingen in het leven geroepen: deze
zorg werd uitgeoefend door de plaatse-
lijke gerechten en door de landsheren
(hertogen, graven of bisschoppen) zelf.
Een volgende stap was het, dat er ter
verzorging van werken, die grote land-
streken aangingen, besturen in het leven
werden geroepen. Dit werden dus de
eerste waterschappen in engere zin.
De grote waterschappen op de Zeeuwse
eilanden en enkele in de provincie
Utrecht gaan waarschijnlijk terug tot de
12e eeuw.
De grote waterschappen in Holland
kunnen meest alle op de dertiende eeuw
worden gedateerd.
500 y.Chr.
-ocr page 25-
106
juni 1983
Kwam u ook in de kas ?
Hoe het was !
Gereedschappen en transportmiddelen
fiets, boot en auto. Een beeld van 80jaar
tuinderijen rondom Vleuten-Dc Meern.
De expositie door onze vereniging ver-
zorgd tijdens "Kom in de kas", de open
dag van de tuinderijen.
Ruim 11.000 mensen bezochten de vei-
ling, tuinderijen en de expositie.
-ocr page 26-
107
juni 1983
Een dorp verandert
Op de foto die rond 1900 gemaakt werd
op de Brink in Haarzuiiens en waarvoor
wij namen zochten, is nog geen reaktie
gekomen.
Daarom plaatsen we de foto van de
Brink nogmaals. Helpt u mee '.'
Deze keer de veranderingen zichtbaar
uit de lucht, op deze foto van KLM
Aero carto N.V. Schiphol, Vleuten in
1964. (zie middenpagina )
Het Haarpad met bebouwing, de nog
met gerestaureerde kerk. Veel is er te
vertellen en dus op te schrijven over die
bebouwing en de bewoners. Maak een
artikel over de veranderingen in het
dorp Vleuten.
Uw reakties ziet de redaktie gaarne tege-
moet.
Aanvullende
ledenlijst
Nog een klein aantal leden ver-
zuimde tot op heden de contribu-
tie 1983 over te maken. Mogen
wij erop rekenen, dat u die over-
boeking binnenkort alsnog ver-
richt?
Bij voorbaat dank !
De penningmeester.
Knippers, C.H.A.
Laag Nieuwk.buurtweg 1
3455
RT
Haarzuilenl
Kok, E.
Trompstraat 11
3454
XJ
De Meern
Koren, Jaap
Fabrieksstraat la bis
3551
SH
Utrecht
Kragten, A.
Vleuterweideweg 3 3
3451
RA
Vleuten
Leest, J.S. van der
Woerdlaan 13
3454
VK
De Meern
Lieshout, G.J.M.
Meentweg 92
3454
AV
De Meern
Lindeman, M.H.
Vleutenseweg 402
3532
HW
Utrecht
Mourik, W. van
't Zand 28
3451
GS
Vleuten
Oskam, W.E.
't Zand 46
3451
GS
Vleuten
Rijker, Co
Karel Doormanstraat ^
3454
XG
De Meern
Rodenburg, J.
Dorpsstraat 62
3451
BL
Vleuten
Roodenburg, C.
Westlandsetuin 10
3451
GV
Vleuten
Rooij, H.P. de
Westlandsetuin 1
3451
GV
Vleuten
Rossenberg, J.C.
Marelaan 1
3454
GA
De Meern
Sande-Mandjes, Mw. To v.d.
Willebrordstraat 10
2025
BR
Haarlem
Schaaf, F. van der
Dammolen 112
3481
AP
Harmeien
Schaik-Staal, Mw. M. van
Vleutenseweg 373
3532
HH
Utrecht
Selders, H.
Camphuijsenstraat 43
3451
BC
Vleuten
Smorenburg, W.C.
Utrechtseweg 7
3451
GA
Vleuten
Spaapen Handelmaatschappij BV
Rijksstraatweg 70
3454
JE
De Meern
Stolker, P.J.M.
Groenedijk 15 a
3454
PA
De Meern
Swart, G.C.
Groenedijk 38
3454
PS
De Meern
Tilstra-Graafland, Mw. G.
Utrecht^eweg 73
3451
GD
Vleuten
Veenhoven, R.
Gerverscop 31
3481
LV
Harmeien
Verheul, J.
Utrechtseweg 81
3451
GD
Vleuten
Verheul, J.A.
Oudenrijnsingel 32
34 54
BJ
De Meern
Verhoef, L.J.P.
Tigrisdreef 159
3564
GK
Utrecht
Winkelaar, O.P.A.
Van Wanroystraat 1
3451
BP
Vleuten
Zijl, P.W. van
Past. Ohllaan 25
3451
CB
Vleuten
1 mei 1983,
Nieuwe leden na 31 januari 1983.
Baars, m.J.
Hindersteinlaan 49
3451
EW
Vleuten
Bibliotheek der Rijksuniversiteit
Wittevrouwenstraat 9-11
3500
DA
Utrecht
Bibliotheek, "Stichting
Openbare
Hindersteinlaan 23
3451
EV
Vleuten
Bomiriel, j.M. van
Beatrixstraat 41
3945
CN
Cothen
Bonzel, Mr. H. van
Burg.v.d.Heidel aan 35
3451
ZS
Vleuten
Breukelen, A.J. van
Fr.van Eedenstraat 27
3451
AX
Vleuten
Brugeman, j.
Van Woerdenstraat 3
3451
BS
Vleuten
Denekamp-van Mondfrans
Hw. R.
Utenhamstraat 5
3451
BR
Vleuten
Derksen, Hw, A.
Schoolstraat 90
3451
AG
Vleuten
Dijk, H. van
Prins Hendrikweg 62
3451
KP
Vleuten
Evers BV
Schoolstraat 15
3451
AA
Vleuten
Fokker, Jan
Dorpsstraat 32
3451
BL
Vleuten
Gierveld, Hans
Kennedylaan 2 5
3451
ZD
Vleuten
Goes, A.
Utrechtseweg 35
3451
GB
Vleuten
C-oes, A.C.P.
Schoolstraat 8
3451
AD
Vleuten
Goes, M.A.
De Ruyterstraat 14
3454
XL
De Meern
Graaff, w.A. de
Tinnegieterlaan 2
3454
DZ
De Meern
Gresnigt, A.M.
Alendorperweg 79
3451
GL
Vleuten
Gresnigt, J.M.
Utrechtseweg 105
3451
GE
Vleuten
Groot, A.J.N, de
Utrechtseweg 4
3451
GG
Vleuten
Gun, A.C. van der
Utenhamstraat 10
3451
BR
Vleuten
Harteveld, de Heer en
Mevr.
p/a Strijkviertel 60
3454
PP
De Meern
Jacobs, G.M.
Adm.Helfrichstraat 31
3454
XA
De Meern
Jager, H.B.
Parkweg 18
3451
RJ
Vleuten
Jansen, t.
Van Heernskerklaan 12
3454
EP
De Meern
Janssen, G.J.
Westlandsetuin 4 a
3451
GV
Vleuten
Jongerius, N.
Stoelenmakerslaan 74
3454
DV
De Meern
Kerkhof, g.
Laan 1954 28
3454
CR
De Meern
Klok, B.J.
Rijksstraatweg 37
3454
JC
De Meern
-ocr page 27-
108
juni 1983
In de rubriek 'Bekende Dorpsgenoten' wordt dit keer aandacht geschonken aan Kees Valken-
stem (1862 -1952). Een veelzijdig kunstenaar en markant man, die in de tijden dat hij in Vleu-
ten woonde (hij vestigde zich in totaal driemaal in deze gemeente) door zijn leefwijze een der-
mate indruk maakte, dat hij dorpsgenoten die hem indertijd ook maar enigszins hebben mee-
gemaakt nog immer levendig voor de geest staat. Ook de hedendaagse jeugd van Vleuten
klinkt zijn naam niet onbekend in de oren, want de openbare basisschool aan de Pastoor Ohl-
laan draagt zijn naam.
Kees Valkenstein, een
veelzijdig kunstenaar.
Bekende
dorpsgenoten
door Gerri't Jan Bel
Onderwijzer
Kees Valkenstein werd op 2 oktober
1862 als Cornelis Johannes Valkestijn
in Utrecht geboren. Op 10 september
1884 solliciteerde hij naar een vrijgeko-
men betrekking als onderwijzer bij de
openbare school in Vleuten. De tekst
van de brief, waarin hij zijn persoon on-
der de aandacht brengt, is kort en
krachtig:
"Aan den EdelAchtb. Heer Burgemees-
ter der gem: Vleuten. Ondergetekende
neemt bij deze de vrijheid, zich bij U
EdelAchtbare aan te melden, ter vervul-
ling der in Uwe gemeente opengevallen
betrekking van onderwijzer aan de
Openbare School, Zich beleefd bij U
EdelAchtbare aanbevelende, heeft hij
de eer te zijn van U EdelAchtbare de
Onderdanige Dienaar Corn. J. Valken-
stijn".
Afgezien van de hoeveelheid beleefd-
heidsfrases geen schrijven dat uitblinkt
door overtollige informatie. Vandaag
de dag is dat wel even anders als iemand
aan de slag wil komen, maar toenderijd
werd een kennisgeving van de levende
interesse waarschijnlijk als voldoende
gezien. Nadere informatie verkreeg de
gemeente bij de Arrondissements
Schoolopzieners (tegenwoordig zou dat
de Inspecteur va- het Onderwijs zijn)
die kennelijk beviedigende inlichtingen
verschafte, want na diens voordracht
besloot de gemeenteraad Kees Valken-
stein tot onderwijzer te benoemen.
Kees Valkenstein met een aantal door hem gemaakte poppen. De foto dateert uit 1947
(Gemeente-arcief Vleuten-De Meern).
                                          /
Dit gebeurde op 19 september, dus 9 (!)
dagen nadat de sollicitatiebrief was ge-
schreven. De heden ten dage veelge-
hoorde uitlatingen op het gemeentehuis
dat "de behandeling van deze zaak z'n
tijd nodig heeft" en dat het daarom
-ocr page 28-
109
juni 1983
"nog wel enkele maanden kan duren
voordat we u onze beslissing kunnen
meedelen" moet voortaan dus met een
flinke korrel zout worden genomen. Het
kan wel sneller, als we maar willen. Het
overduidelijke bewijs is net aangedra-
gen.
Op 18 december 1884 vestigde de
nieuwe onderwijzer zich in Vleuten. Hij
ging in de kost bij de hoefsmit Johannes
Staal en diens vrouw Wijntje Milten-
burg, die in de Dorpsstraat woonden.
Opvallende persoonlijkheid
Wat voor iemand was Kees Valken-
stein? Uit de beschikbare gegevens
wordt duidelijk dat hij zeker geen door-
snee burger was. maar een markante
persoonlijkheid die zijn eigen gang ging.
Daarbij schuwde hij geenszins er een
eigen mening op na te houden en deze,
al dan niet desgevraagd, duidelijk ken-
baar te maken. De termen waarmee hij
wordt omschreven variëren van 'een
aardige man met veel gevoel voor hu-
mor' tot 'buitenissig' en 'eigenzinnig'
toe. Zijn aard kent ook duidelijk ro-
mantische kanten. Dat blijkt bijvoor-
beeld uit brieven die hij schreef en be-
schrijvingen van mensen die hem heb-
ben gekend. Verder was hij iemand die
veel van kinderen hield. Dit uitte zich
o.a. door het vertellen van zelf verzon-
nen verhalen in de klas_die hij later op
schrift zette en waar hij tekeningen bij
maakte.
Kees had het ongeluk met een bochel
door het leven te moeten. Voeg daarbij
dat hij nog wel eens de gewoonte ver-
toonde met een kat op zijn schouder een
stukje te gaan fietsen en het zal duidelijk
zijn dat zijn verschijning niet opgemerkt
bleef in het dorp.
De voormalige openbare school (nu gebouw De Schakel) waar Kees Valkenstein les gaf.
kenstein ingeschreven en komt die
naam op de officiële stukken in deze ge-
meente voor. Daar bleef het niet bij.
Cees werd Kees en Valkenstijn Valken-
stein. Wanneer hij dit doorvoerde is
niet bekend, maar in 1904 ondertekende
hij in ieder geval brieven met deze naam.
Kees had geen broers of zusters en met
zijn familie was hij gebrouilleerd. De
oorzaak van de wrijving lag op het god-
dienstige vlak, want de andere Valke-
stijns beleden het katholicisme op een
nogal orthodoxe wijze. Zij stoorden
zich duidelijk aan zijn vrijzinnige ideeën
en het kontakt tussen hen en Kees (die in
de ogen van de familie toch altijd al een
excentriekeling was geweest) werd daar-
om tot nul gereduceerd.
De informatie die uit die hoek over zijn
persoon komt is dan ook vrijwel nihil.
Men meent te weten dat hij tijdens de
Russisch-Japanse oorlog (1912) als kor-
respondent van een krant in het verre
oosten verkeerde en dat hij de Balkan
heeft bezocht. Verder gaat het verhaal
dat hij op zijn verjaardag de school-
jeugd op poffertjes trakteerde en dat
zijn bureau onder andere werd opge-
fleurd door een echt doodshoofd dat
diende als asbak voor zijn sigaren. Veel
van zijn gasten lieten blijken dat zij
meenden het problem van overtollige as
bij hen thuis op een fijnere wijze te heb-
ben opgelost.
Geruchtmakend bezoek
In de loop der jaren had zich inde Vleu-
tense onderwijzer ook de kunstenaar
ontpopt. Zo schreef hij vele kinderver-
halen, tekende, schilderde en verhaalde
hij in het Algemeen Handelsblad (waar-
Nog geen driehonderd jaar eerder zou
zo iemand subiet zijn gedwongen een
brandstapel te beklimmen.
Van huis uit was Kees Valkenstein
rooms-katholiek, maar al snel deed hij
hier weinig of niets meer aan. Iemand
die in die tijd openlijk zijn desinteresse
voor het geloof ten toon spreidde en er
tevens krachtig voor uit kwam dat de
ideeën van de dorpsnotabelen niet
immer de zijne waren viel op in een plat-
telandsgemeente. Hij werd daarom
door velen omschreven als een 'rooie',
een term die toen was gereserveerd om
hiermee mensen met socialistische ge-
dachten aan te duiden. Zelf schreef hij
in 1905 in eep van zijn brieven tegen alle
politiek te zijn; de roomse, de christe-
lijke, de liberale en de socialistische. De
eerste twee verafschuwde hij het meest,
omdat deze volgens hem de beginselen
van Christus misbruikten en verknoei-
den.
Eigen naam
Een duidelijk voorbeeld van het leven
naar eigen idee kan worden genoemd
de wijze waarop hij met zijn naam om-
ging. Het zal misschien zijn opgevallen
dat aan het begin van dit artikel is te
lezen dat hij als Cornelis Johannes Val-
kestijn (dus niet Valkenstein) werd ge-
boren. Valkestijn is dan ook zijn wer-
kelijke naam en voor zover bekend zijn
alle in Nederland wonende Valkestijns
familie van elkaar.
Kennelijk was Kees dit nog te magertjes.
Zijn sollicitatiebrief toont namelijk de
ondertekening Valkenstein. Toen al had
hij de 'n' aan zijn naam toegevoegd en
dankzij dit kleine bedrog is hij als Val-
Kees Valkenstein in de tuin achter Huize 'De
Kikker'. Op zijn schouder de kat die hem ken-
nelijk ook op zijn fietstochten vergezelde.
(Foto: gemeente-archief Vleuten-De Meem).
-ocr page 29-
juni 1983
10
van hij korrespondent was) regelmatig
op satirische wijze van de gebeurtenis-
sen in het dorp Vleuten. Vooral de nota-
belen moesten het daarbij nogal eens
ontgelden.
Van burgemeester Hondelink is bekend
dat hij zo z'n bedenkingen had tegen
deze vorm van verslaggeving. Die me-
ning stak hij niet onder stoelen of ban-
ken en Kees was er dan weer niet de man
naar aktie achterwege te laten wanneer
hij gelegenheid zou krijgen de ander van
repliek te dienen.
Een ongemeen fraaie gelegenheid deed
zich voor toen de heer Hondelink op een
dag meende zich ongemerkt naar de
Krochtdijk te kunnen begeven teneinde
daar, zoals hij wel vaker deed, de tedere
gevoelens die hij koesterde voor een der
Vleutense inwoonsters om te zetten in
daden. Hij werd evenwel gezien door
Kees, die begreep dat de kans die hem
nu werd aangeboden uniek was. Hij gaf
de kinderen op school meteen die mid-
dag vrij en nestelde zich met schilders-
ezel, doek en palet tegenover de deur
van de dame in kwestie.
De bugervader, die begreep dat hij hier
meer achter moest zoeken dan een plot-
selinge opwelling van kreatieve inspi-
ratie, zat binnenshuis knarssetandend
toe te kijken, wensend dat de onder-
wijzer zou verdwijnen zodat hij onge-
stoord de woning kon verlaten. Maar
het scheppen van een meesterwerk
vraagt zijn tijd en Valkenstein was van
plan die ook uitgebreid te nemen. Ten
lange leste werd Vleutens hoogste amb-
tenaar wel gedwongen het pand weer te
verlaten en de minzame groeten van de
schilder in ontvangst te nemen. Deze
petite historie raasde natuurlijk door
het dorp en aangezien dergelijke kon-
frontaties niet op zich stonden is rede-
lijkerwijze aan te nemen dat de beide
heren slechts een koele waardering voor
elkanders persoon konden opbrengen.
Ontslag als onderwijzer
Kees Valkenstein begon zijn loopbaan
als onderwijzer bij de openbare school
op het plein van de toren van de her-
vormde kerk aan de Groenweg (nu
Schoolstraat). Rond de eeuwwisseling
kwam er een nieuwe school (het tegen-
woordig gebouw De Schakel). Toen in
1906 de School met de Bijbel in het leven
werd geroepen daalde het leerlingen-
aantal omdat veel kinderen van christe-
lijke huize naar deze nieuwe school gin-
gen. Het gevolg hiervan was dat een der
leerkrachten zou moeten worden ont-
slagen. Het valt te begrijpen dat Hon-
delink (en hij niet alleen) mogelijkheden
tot het vereffenen van enkele rekenin-
gen vermoedde en het verbaasde dan
NO. 363.          Geïllustreerd Weekblad voor de Jeugd.
8* Jaar.
Op den gtkteifm tHkcmd vmm At Witkbimd
^ löepoMtltjlt rfe AntnmiH, koorfof nm^ntk
9 verboden.
Iiriii: IKEIEEIr 1111(111111
AbonsaoMRtspnJB / O.ÖO p)>r Hrip
frtinco p^p poff* — AfEiwit^rlijkp
..N. Z. Voorburgwal,
geld stroomde het huia binnen. De mulder
verkocht het meel bij nrtidden dag in
dag uit. Overal kwamen de menachen
vandaan om bij hem meel te koopen
Hij hoefde het hun niet eeni meer
thuis t« brengen, zooala vroeger. Dat
kon hij ook met meer. Hij had maHr
twee paarden, twee karren en maar één
lichaam. En daar kan je niet dag in
dag uit mee aan 't sjouwen blijven.
Dat de menschen nu hèm naliepen om
meel, dat kwam omdat Janjons het
goedkooper verkocht dan alle nndere
molenaars uren in den omtrek Hij
moest het wel goedkoop geven, want
anderi had bij in twee dagen niet meer
geweten wat ie met al dat meel moest
beginnen, dat Imttientil lederen nacht
maalde Die 7at nimmer stil. Al het
koren dat Janjoris op z'n zolder" had.
De inhalige molenaar.
Kees Valhanstain.
(Slot.)
Het loek er w«l op, d&b <1« mok-
nnar gelijk had. Er werd gewerkt in
den molen iederen nacht, dat de Bpaan-
dera er af vlogen, rooals de menachen
wel eens zeggen. De vrouw was aan
dat nachtelijk rumoer nogal gauw ge-
woon geraakt en ie had haar nieuws-
gierigheid in bedwang weten te hou-
den Ze was niet meer uit bed ge-
komen om t« gaan kijken hoe die ge-
heimzinnige knecht er uitzag. Maar
ie wist dat hij Immerstil heette, dat
had de mulder haar geisegd.
,,Iinmer8tin'
stil!" '
,.Ne©, datb^oel ik niet, vrouw. Hij
heet Immerstil."
,,M»Br hij is nooit stil!''
..Moet iemand dan altijd zijn zooali
z'n naam aanduidt^ Dat komt h«el
dikwijl» niet uit. Voordat jij mole-
naarsvrouw wftR heette jij Engeltje
Sokkel. Ben' jij nou 'n
engeltje ?"
„Neen, Janjoris, ik
ben geen engel-
tje mair geen
was in veertien dagen gemalen en de
molenaar was begonnen nog maar
.meer graan te knopen. De molen moest
toch malen, zei hij.
Tegen het «ind van de maJind wreef
Janioris vergenoegd in z'n handen.
ALs Immeratil kwam-om af te rekenen';
moeet hij hem vier maal fce» gulden
betalen. Vierenti*intig gulden ! Voor
twea:kabouter9l'Hij geloofde tenminste
waarop .Innji'-
I ris het h^id noergelegii, en K^i:
I ,,Ik lal het je wel voorlewn, vroim
I Eiigelije. Hpt is 'u rekening van .{■■n
knecht. Luister maat eens:
,,Rpk.'ning van Immerfiül nji.i
'l
            .Iniijorid deirmulder. Twee Ii.m.
I             derd kabouters '?, drie gulden yr
I             we«k, gedurende vier wek<^i
I             4 x3x200-2400 gulden."
,,l>aar begrijp ik nik» van', zei l-'.ii
I geitje,
I       ,lk wol" 7>ni lmm^r*il la.:li-i-l
I ,,Twoeiiondprd kabouters heblwii "
I heele maand voor Janjoris gowerkl ■ "
\ hard ook, voor drie gulden in de «■.-k
, Ik heb 7iei{ al dien tijd voor ojiiichler
g*»peeld om toe te zien <lat bo nicl
luierden. En dat hebben ie niet, d.il
verzeker ik jullie. Voor meself reken
ik niemendal. Ik heb het voor in n
plezier gedaan. Maar m"ii kilboul'MJ
werken niet voor niemendal. Die iii'"^
ten hun loon hebben,"
.,Ik betaal het nrw>it vnn rne leven
riep Janjoris opeens.
,,Moct jij weten", rr-i ImnifTitil.
,.lk hoef het niet t- l-^hil-'n Ik I -l.
niet met jou afgePiiroknii .Ini rr ' ■■ i ■
hondTrl kabouU-ri zoii-lrn U.m.'ii 1
Precieo op de minuut af verscheen
IiT'merstü. De molenaar zat meit £u-
g«!tje aan het avondeten en daar stoind
CÏh kleine Immerstil opeena naast de
tafel.
„Hè', deed Eng«iltje geochrokken,
J!;0fu legd<
tóHal" )
^iQ«>knechl
'Iv^fikens z'
'(lat'fjs Döii
den paplepel in haar bord.
iöp Janjoria, ,,daar heb je
> ImmersÜl!" En hij le-gde
n-lepel in de pap. ,,Vrouw,
ImmerstU,.. Neem 'n stoel,
dat ie met Immersti] afgesprolten had
N
'•,1 ".        datertwee kaboatersioudedij
komen vóórdrlagulden.tjeflj
kabotiter in.dfefleek. Maal*!
mJjTOhieu ..iiad ImtnerRÜL
'-A^-r-t-ir ^n.sn^wt-Knu,. Wil j- 'n
bord papt... Dat kan je ook krijgen...
Voor ïoo'n ijverigen knecht moet je
wat ovwhebbeii."
,,Janjoria", zei Itrunerstil, ,,ik kom
hier niet om pap be eten. Ik kom om
m'n loon."
,,Kan je krijgen, man. 'n Arl>eid6r
is z'rt loon waardig. Hoeveel i» het?"
,,Ik heb het op 'n briefje geechre.
ven", lei Immerstii lachend. ,,Hier
heb je bet."
De mulder bekeek het briefje met 'n
' lachend geiicht. Maar toen hij het
rekeningetjp las, heel langzaam, want
Janjorifl was p*ri beste lez^r, betrok
z'n giTKicht langzamerhand en eindelijk
stond het zoo beteuterd, <latr Engeltje
Het blad Onze Kinderen uit 1914 met een verhaal en tekeningen van Kees Valkenstein.
gen op het schrijven en dit nog wel met
een maandelijkse toelage van zijn
vroegere broodheren. Hij heeft zich dan
ook niet zonder welbehagen in zijn ont-
slag geschikt.
Als schrijver manifesteerde hij zich op
drie gebieden: als auteur van een groot
aantal (hoofdzakelijk kinder-)verhalen,
waarvan er vele in boekvorm versche-
nen; als korrespondent van het Alge-
meen Handelsblad en als tekstschrijver
van de Henri ter Hall-revue. Onbekend
is wanneer hij met schrijven is begonnen
en wat hij het eerst deed; het optekenen
van zijn kinderverhalen, of het korres-
pondentschap van de krant. Wellicht
ging het een met het ander samen.
Kinderboeken
De eerste duidelijke aanwijzingen om-
trent zijn schrijverschap dateren uit
januari 1905, wanneer hij in een brief
laat weten dat hij al een hele tijd voor
een krant (dit moet het Algemeen Han-
delsblad zijn geweest) werkt waar hij
Vertelseltjes' voor schrijft. Een maand
later deelt hij mee dat er binnenkort een
ook niemand dat de naam Valkenstein
viel toen er voor het eerst over een af-
vloeiingsregeling werd gesproken.
Tijdens de raadsvergadering van 16 ja-
nuari 1906 werd het voorstel om Kees
Valkenstein op wachtgeld (f 360,-- per
jaar) te zetten besproken. Een der raads-
leden, mr. Rasch, bood felle tegenstand
en liet duidelijk doorschemeren wel te
weten uit welke hoek de wind waaide.
Hij zei openlijk dat het hier ging om een
man waarvan men niets ten nadele kon
zeggen of het moest zijn dat hij bij bur-
gemeester en wethouders niet geliefd is
omdat hij zo nu en dan zijn mening zegt.
Daarna viel Rasch het voorstel nog uit-
gebreid op procedurele gronden aan,
maar - hoewel het mede-raadslid Van
Santen het aanvankelijk ook te kras
vond om Valkenstein te ontslaan - uit-
eindelijk werd het voorstel toch met 4
tegen 1 aangenomen.
Lachende derde
Hoewel dit nimmer de bedoeling van de
gemeente kan zijn geweest was Kees
Valkenstein uiteindelijk de lachende
derde. Hij kon zich nu helemaal toeleg-
-ocr page 30-
juni 1983
boek met zijn kinderverhaaitjcs /al ver-
schijnen.
Sprookjes/kinderverhalen schrijven
heeft Kees Valkcnstein veelvuldig ge-
daan. In het archief van de gemeente
bevinden zich enkele exemplaren van
het jeugdweekblad Onze Kinderen, een
uitgave van het Algemeen Handelsblad,
uit de jaren 1913 en 1914 waaraan Kees
veel bijdragen heeft geleverd die hij te-
vens van silhouctachtige prentjes voor-
zag. Ook schreef hij voor het Zondags-
blad van diezelfde krant.
Tekenen en schilderen was Valken-
stein's tweede artistieke talent en de vele
kinderboeken die hij het licht deed zien
illustreerde hij zelf. Hij schreef onder
meer; De aeroplane van m'nheer Vlie-
genthert, Wat zou het zijn ? Weer wat
nieuws. Altijd wat anders. Wat een ver-
rassing, In de Naftabus, Kabouters in
het bosch. Met de padvinders op avon-
tuur. Het bivak van de ratelslang. Ver-
telsels, Nieuwe Vertelsels, Nog meer
Vertelsels, De verdwijnmachine, Tom
Tiddelium, Keessie Oranje. De Alge-
bra-Club en Peter. Dit wat de titels be-
treft die waren te achterhalen. Voor zo-
ver bekend zijn alle boeken in eerste in-
stantie verschenen bij uitgeverij W. de
Haan in Utrecht. Een groot aantal ver-
halen speelde zich af in de Vlcutense
omgeving waarbij vele dorpelingen zich
konden herkennen in de Illustraties.
Als schrijver van kinderverhalen is Kees
Valkenstein in vroeger jaren zeker geen
school voorgelezen. Als kinderboeken-
schrijver heeft hij zijn sporen verdiend
en nog in 1972 bracht G. B. van Goor
Zonen opnieuw (het was daarmee de
5de druk) 'De aeroplane van m'nheer
Vliegendhert' uit.
S. Abramsz, specialist op het gebied van
kinderlektuur. schreef in die dagen in
het Schoolblad het volgende over Kees'
werk:
"Een benijdenswaardige kunst zijn
eigen verhalen te kunnen verluchten - en
die verhalen zelf- zijn een aanwinst voor
onze kinderlektuur: fris, jolig, humo-
ristisch, aardig van vinding, vlot ge-
schreven en met een uitmuntende dia-
loog geven zij al wat het kinderhart be-
geert. We bevelen Valkenstein's vertel-
sels met warmte aan; zij behoren tot het
beste op het gebied van kinderlektuur".
Het was evenwel niet alleen kinderlek-
tuur waar Kees zich mee bezig hield.
Onder de schuilnaam Bep Pysan schreef
hij de historische roman 'Jan Utenham'
(over de ridderhofstad De Ham), die
werd bekroond. 'In en om Stamboel'
was een boek waarin het leven in de
Turkse hoofdstad Konstantinopel werd
beschreven. Dit naar aanleiding van een
van zijn vele buitenlandse reizen.
Journalistiek werk
Ook zijn werk bij de krant kende meer
die vanuit het Vleutense berichtte.
Daarbij verzorgde hij regelmatig een
rubriekje dat vaak de titel 'Uit den Vleu-
tenschen Gemeenteraad' of 'Uit den
Vleutenschen Polder' droeg. Hierin be-
schreef hij op satirische en enigszins ba-
dinerende wijze het plattelandsleven
van Vleuten.
Zoals hiervoor al duidelijk is geworden
moet burgemeester Hondelink indertijd
een ander beleid omtrent de public rela-
tions van zijn dorp voor ogen hebben
gestaan dan door Kees Valkenstein
werd uitgedragen. Als we het vriendelijk
houden kunnen we zeggen dat de bur-
gervader 'not amused' was. Enigszins
begrijpelijk, want Kees was er de man
niet naar om takt te laten zegevieren
over zijn neiging onverbloemd zijn me-
ning te verkondigen en de vooraan-
staanden van het dorp konden er dan
ook op rekenen dat hun handelingen
frekwent werden belicht in het Alge-
meen Handelsblad. Voor henzelf was
dit niet altijd even aangenaam, maar de
buitenstaander genoot.
Van deze geruchtmakende stukjes is een
aantal bewaard gebleven. De knipsels
vormen een onderdeel van de nalaten-
schap van Kees Valkenstein en bevin-
den zich in het archief van de gemeente.
Wie ze doorleest kan niet anders dan tot
de konklusie komen dat ze een heerlijk
brokje geschiedschrijving van het Vleu-
tense leven uit de jaren 1906 - 1909 vor-
men. Dit is niet in de laatste plaats te
danken aan de schrijfstijl van Kees, die
- blijkens het geschrevene - de scherpte
van zijn pen niet alleen benutte om
slechts fijne letters te kunnen produce-
ren.
In Turkije
In het gemeente-archief bevinden zich
ook kranteknipsels waarin Kees zijn
belevenissen in Turkije beschrijft. Op
een van zijn reizen is hij nauwelijks ge-
arriveerd in Konstantinopel of hij heeft
het geluk waar iedere journalist stilletjes
van droomt; direkt ooggetuige te mogen
zijn tijdens het ontstaan van Groot
Nieuws.
Onder de ogen van de Vleutenaar breekt
namelijk een revolutie uit waarbij de ti-
• ranniek regerende sultan Abdül Hamid
II wordt afgezet. Ook de hoofdredaktie
van de krant wrijft zich in de handen.
Men heeft nu in één klap een korrespon-
dent (een groot voorrecht in die tijd) in
het hartje van het vuur zitten, want Kees
kan vrijwel vanaf zijn hotelbalkon het
neersabelen van de paleiswacht waarne-
men. Werd hij in zijn eerste stukjes (als
hij nog onderweg is naar Turkije) door
de dienstdoende bureauredakteur bij de
Enkele van de jeugdboeken die door Kees Valkenstein werden geschreven en geïllustreerd.
onbekende geweest in ons land, iets wat dan één facet. Niet alleen schreef hij
de lengte van de zojuist hiervoor opge-
somde lijst al doet vermoeden. Zijn pen-
nevruchten (of delen daarvan) werden
voor het Algemeen Handelsblad kin-
derverhalen, hij deed ook verslag van
zijn verre reizen. Maar bovenal was hij
in schoolleesboekjes opgenomen of op natuurlijk jarenlang de korrespondent
-ocr page 31-
112
juni 1983
lezers ingeleid als 'onze ex-Vleutense
korrespondent', in de volgende afleve-
ringen staat op de pagina met het bui-
tenlandse nieuws onder de forse kop
'Turkije' duidelijk vermeld: 'Van onze
tijdelijke korrespondent'.
Kees heeft Turkije in ieder geval twee
keer bezocht. Beide keren was hij tevens
de reisgenoot van Mevrouw Van Bijle-
velt waarmee hij jarenlang een goede
vriendschap onderhield. Voor Kees
wierpen de reizen duidelijk (penne)
vruchten af, maar ook zijn gezellin keer-
de niet met lege handen huiswaarts. De
eerste keer leerde zij in Turkije haar
eerste echtgenoot kennen (die bij een la-
ter bezoek aan zijn vaderland om poli-
tieke redenen werd vermoord) en de
tweede keer ontmoette zij er de Albaniër
Thasine waarmee zij in het huwelijk
trad. Het toeval wilde dat juist deze
man (en niet mevrouw Bijlevelt's eerste
echtgenoot) door de Vleutense bevol-
king De Turk werd genoemd.
Henri ter Hall-revue's
Het derde gebied waarop Kees zich als
schrijver bewoog was dat van de klein-
kunst. Jarenlang was hij tekstschrijver
voor de revue's van Henri ter Hall, die
ook Buziau tot zijn artistenstal mocht
rekenen. Voor zover bekend heeft Kees
meegewerkt aan maar liefst 22 revue's
van Henri ter Hall en schreef hij daar-
naast ook nog een revue (sommigen
spreken van 3 revue's) voor het Medisch
Genootschap.
PRIJS.20 CENT.
Wie de programmaboekjes uit die tijd
doorbladert komt nergens zijn naam
tegen. Dat zegt op zich niets, want het
was niet direkt de gewoonte de namen
van tekstschrijvers te vermelden. Wel is
er een foto die rond 1927 werd gemaakt
en waar Kees Valkenstein samen met
het hele revuegezelschap op staat. Ook
tekende hij de voorpagina's (waar-
schijnlijk identiek aan de toen versprei-
de affiches) van de programmaboekjes
van Henri ter Hall's 'Halt! Hierblijven!'
(1916),' 'k Zal 't nooit weer doen!'
(1919) en 'Nou! Nou!' (1923?).
Hoewel het tekstschrijverschap van een
dergelijke revue toch zeker niet iets was
om je voor te schamen genoot dit onder-
deel van Kees' werkzaamheden vooral
in het begin geen algemene bekendheid
in het dorp. Kennelijk was hij er de man
niet naar zoiets rond te vertellen.
Geen vuilnisman
Zijn ontslag als onderwijzer betekende
nog niet dat hiermee ook de laatste
strubbelingen tussen hem en de gemeen-
te waren voorgevallen. De stukjes in de
krant sloegen geenszins om in mild ge-
babbel en een jaar later wreekte zich dit
toen er, in verband met het overlijden
van de heer D. J. van Kuik, een nieuwe
ophaler voor as en vuilnis moest worden
benoemd.
Uitgaande van het idee dat de gemeente
gerechtigd was oud-ambtenaren die op
wachtgeld stonden allerhande werk-
zaamheden te laten doen vulden 2 van
de 5 raadsleden op hun stembriefje de
naam van Kees Valkenstein in. Omdat
de andere drie de vrijgekomen funktie
aan de heer A. van Husen wensten toe
te vertrouwen (tegen een vergoeding
van f 25,- 's jaars) bleef Vleuten een
knallende rel bespaard.Maar het was
wel duidelijk geworden dat sommigen
geen gelegenheid voorbij zouden laten
gaan hun gram te halen op de ex-onder-
wijzer. Zij grepen dus naar alle hun ten
dienste staande middelen. Kees ook. In
een pittig stukje (waarbij op generlei
wijze duidelijk werd dat de beschreven
ex-onderwijzer de schrijver zelf was)
ging de gemeente tot genoegen en erger-
nis van velen voor schut.
Verhuizingen
In 1908 verhuisde Kees Valkenstein
naar Hilversum en naar het schijnt is hij
zich vooral vanaf die tijd gaan toeleggen
op het schrijven van kinderboeken. Ne-
gen jaar later, in juni 1917, vestigt hij
zich, komend uit Maarssen, opnieuw in
Vleuten. Zijn beroep is dan officieel
auteur en hij behoort inmiddels niet
meer tot een kerkgenootschap.
lAIAJAIAIAJA'A'A'A'A'A'AIAAiAiAiA'AA'A'.PT'
HENRI TER HALL'S
Nieuwste revue
^HALT!
HIER BLIJVEN!
(Foto: gemeente-archief Vleuten-De Meem).
Hij koopt in de Stationsstraat (nu Bot-
tensteinweg 2) een stuk grond van de fa-
milie Van Bijlevelt en laat daar een wo-
Miv:
Wie weet meer ?
Als samensteller van dit artikel heb Ik
geprobeerd zo veel mogelijk gege-
vens aan de weet te komen over Kees
Valkenstein. Het beeld is natuurlijk
verre van volledig, vandaar dat ik
mensen die mij nog meer gegevens
over hem kunnen verstrekken ver-
zoek kontakt met mij op te nemen:
Gerrit Jan Bel, Rosweydelaan 5,
3454 BL De Meern, tel.: 03406 -
3396. Ook zoe ik graag het huidige
adres willen weten van de heer J. H.
Flint, die tot september 1952 kape-
laan in Vleuten was en toen verhuisde
naar Ulft.
De voorkant van het programmaboekje van de
Henri ter Hall-revue uit 1916. De tekening
werd door Kees Valkenstein gemaakt.
-ocr page 32-
juni 1983
113
jaar oud. Kees woont dan nog enige tijd
in het huis aan de Stationsstraat. Helaas
hebben zijn geestelijke vermogens de
tand des tijds niet ongeschonden door-
staan en hij wordt voor zijn omgeving
een onhandelbaar man die bijzonder
grillig kan reageren. Hij krijgt een ka-
mer in de woning van de familie Ver-
steeg, maar zijn huisgenoten houden het
maar een week uit met de man die bij-
kans helemaal tot een driftig reagerende
zonderling is verworden.
Daarop ontfermt mevrouw Van Zijl, die
over een karakter met ongekende sou-
plesse beschikt, zich over hem en de
laatste maanden van zijn leven brengt
hij bij haar en haar man in Haarzuilens
door. Hij overlijdt tijdens de Haarse
kermis op 20 september 1952, 2 weken
voor zijn 90-ste verjaardag. Ondanks
dat hij zich had afgekeerd van het
rooms-katholieke geloof werd hij op
zijn sterfbed bediend door de pastoor.
Dit op verzoek van mevrouw Van Zijl,
die vindt dat dit toch past.
Kees Valkensteinschool
In 1969 werd op voorstel van de heer P.
Vogelaar de openbare basisschool aan
de Pastoor Ohllaan naar Kees Valken-
stein (geschreven op de door hem gelief-
ning bouwen. Hij geeft hieraan de naam
Huize De Kikker, naar verluidt vanwe-
ge de kikkers die in grote getale waren
te vinden in de wetering achter zijn huis.
De gevelsteen toont daarom een afbeel-
ding van dit dier. Mede door de bochel
die hij had wordt de bewoner zelf ai snel
Kees de Kikker genoemd, een naam die
hem zijn hele leven zal vergezellen.
In mei 1929 verhuist de inmiddels 66-ja-
rige schrijver naar Den Haag waar hij
twee maanden later in het huwelijk
treedt met de onderwijzeres Johanna
van Wageningen.
Vleuten blijft klaarblijkelijk toch trek-
ken en in januari 1944 vestigt het echt-
paar zich in de Wilhelminalaan C 30 (nu
no. 11). Eind mei verhuizen de Valken-
steins naar huize Alenvelt van mevrouw
Van Bijlevelt en haar Albanese echtge-
noot op de Utrechtseweg (nu Hinder-
steinlaan 32). Het huidige adres Stati-
onsstraat 21 wordt in april 1947 het vol-
gende onderkomen.
In die jaren schrijft Kees nog steeds
veelvuldig. Verder boetseert en schildert
hij en maakt de veelzijdige man fraaie
beeldjes van papier-maché, waarvan
een aantal Vleutense dorpsfiguren voor-
stelt. Enkele van deze poppetjes zijn
De gevelsteen \an Huize "De Kikker'.
momenteel in het bezit van Ton Sprong
en Dirk Schevers.
In augustus 1948 wordt bij het kasteel
De Haar het openluchtspel 'Heer Gys-
bert's boete' (een legende van het kas-
teel De Haar ) opgevoerd. Vanwege zijn
historische kennis van deze omgeving
wordt Kees Valkenstein verzocht de op-
zet van het geheel uit te werken tot een
scenario, dat weer verder wordt bewerkt
door de heer C. A. Schilp (kunstrecen-
cent bij het Utrechts Dagblad) die de re-
gie voert. Kees is het niet eens met
Schilp's voorstelling van de middel-
eeuv\se historie en geeft hier blijk van
door de voorstellingen niet bij te wonen.
In januari 1952 overlijdt zijn vrouw. 65
Huize 'De Kikker' aan de Bottensteinweg dat Kees Valkenstein in 1917 liet bouwen.
-ocr page 33-
114
juni 1983
de wijze) genoemd. Een posthume
triomf voor de man die 63 jaar eerder
werd gedwongen zijn beroep als onder-
wijzer op te geven. Zijn opponent uit die
dagen, burgemeester Hondelink, is een
dergelijke eer nog niet ten beurt geval-
len. Op het ogenblik woont er nog fami-
lie van Kees in Vleuten. Het is de heer
.1. H. N. Valkestijn in de Camphuysen-
straat 21.
Met dank aan.........
gedaan op het geheugen, maar ook op het
geduld, want ik blijf aankloppen als ik er-
gens een vruchtbare bron vermoedt. Mijn
dank gaat daarom uit naar:
J. A. Donker, G. van Doorn, gemeente
Vleuien-De Meern (met name de heer P.
F. A. van der Zandt), dr D. W. Graven-
deel, T. Hermans, het Nederlands Thea-
ter Instituut, Th. W. M. Schevers. C. A.
Schilp, dokter A. M. A. Schuurs, mevr.
Sprong - Versteeg, A. M. Sprong,./. J. Th.
Sprong, fam. Valkestijn, mevr. M. C.
Versteeg - van Bijlevell, A. Viruly. P. Vo-
gelaar, mevr. G. Voortman - de Bruyn,
W. A. G. Witmer, mevr. C. van Zijl - van
Evk.
Dit artikel kon uiteraard slechts tot stand
komen dankzij de bereidwillige medewer-
king van vele personen en instanties. Niet
zelden werd daarbij niet alleen een beroep
De Dorpstuut. Een potloodtekening van Kees
Valkensiein die naar alle waarschijnlijkheid
de heer J. Jansen voorstelt die in de tijd dat bij-
gaand verhaal werd geschreven veldwachter
was in de gemeenten Vleuten en Haarzuilens.
(Gemeente-archief Vleuten-De Meern).
netjes zijn als de veldwachter niet altijd
met 'n mond vol tanden behoefde te
staan, wanneer hij soms eens 'n bood-
schap op 't kasteel had. Dan kon-ie met
de heer zelf spreken en was niet zo af-
hankelijk van 'n tolk, die je bovendien
in de polder maar niet zo voor 't opra-
pen hebt.
De gemeenteraad vond 't goed, de twee
Frans sprekende leden, de eentalige le-
den en ook de eenlettergrepige leden. Ze
voelden blijkbaar allen, dat je in 't klein
moet beginnen om wat groots tot stand
te brengen. Amsterdam is 'n wereldstad
en was toch eens een gehucht van vis-
sers. Waarom zou onze polder ook niet
een wereldpolder kunnen worden, met
'n garde-champêtre als wegwijzer naar
't ideaal ? Stel je eens voor: hij zou 't
schoolgeld al vast in 't Frans kunnen
ophalen en de polderbewoners, die nu
tegen de veldwachter zeggen "daag" of
"mooi weertie" zouden tegen hem, de
garde-champêtre, wel moeten zeggen
"bezoer meseu". Sommigen kunnen dat
nu al zeggen, doch er ontbreekt nog 'n
kleinigheid aan de uitspraak.
Helaas, 't wereldpolder-ideaal zal moei-
lijk te bereiken zijn. De garde-champê-
tre is voorlopig ten minste al weer van
de baan. 'n Tweetalige veldwachter was
duur en er was geen huis om 'm in te la-
ten wonen. B. en w. namen toen 't hele
veldwachtervoorstel maar weer terug.
Helemaal geen veldwachter dus. Er wa-
ren er echter in de Haarzuilense ge-
meenteraad, die 't wat mal vonden eerst
te besluiten 'n garde-champêtre aan te
stellen, om dan eindelijk niet eens 'n
veldwachter te benoemen. Misschien
komt er nu toch nog wel wat van, als er
maar eerst eens 'n huis gebouwd wordt.
Voorlopig gaat de Vleutense politieman
weer op aandelen.
'n Garde-champêtre in de Vleutense polder
Een beschrijving over hel leven en hel werk van Kees Valkensiein kan het hesl worden
geïllustreerd door hel weergeven van een van zijn pennevruchien. Het hierbij afgedruk-
te stukje werd onder de lilel " 'n Garde-Champêtre in de
Vleuten.se polder" gepubli-
ceerd in hel Algemeen Handelsblad van 14 februari 1907.
grootscheepse neigingen in de polder.
We kunnen nog wel niet ieder 'n eigen
burgemeester hebben, doch in iedere ge-
meente 'n eigen veldwachter, dat is in de
twintigste eeuw al mee 't minste, wat je
kunt doen. B. en W. van Haarzuilens
begonnen er dus over te denken 'n eigen
veldwachter aan te stellen. Vleuten zou
zijn Hermandad vijftig gulden meer ge-
ven, want die man kon er toch niet het
loodje bij leggen, en Haarzuilens zou
eens diep in de zak tasten voor 'n eigen
mannetje.
Doodeenvoudige zaak. Maar zó een-
voudig was 't niet. 'n Gewone veldwach-
ter, zoals de onze, nu ja, die was makke-
lijk genoeg te krijgen, doch 't moest iets
aparts zijn. Iets moderns. Haarzuilens
heeft in 't seizoen - we hebben óók 'our
season', wat dacht ge ? - 'n zeer mon-
daine, zeer cosmopoliete en dus zeer po-
lygotte bevolking. In de zomeravonden
is 't Huis ter Haar bewoond, en die men-
sen spreken alle talen met hun gasten,
die van alle oorden der aarde komen.
Wij polderbewoners zijn van nature
eentalig. Er zijn in de polder mensen, die
de moderne talen machtig zijn, zelfs
hebben we raadsleden die Frans spre-
ken, doch dat zijn uitzonderingen. Voor
de polder in 't algemeen is dus 'n gewone
eentalige veldwachter voldoende.
Maar b. en w. van Haarzuilens oordeel-
den dat de nieuwe veldwachter Frans
moest spreken, met 't oog op ' t kasteel.
Niet dat die kasteelmensen de gewoonte
hebben om de andere dag in handen van
de veldwachter te vallen! Helemaal niet.
't Zijn óók brave mensen, 't Zou echter
In deze polder leven we rustig. Er zijn
geen moordenaars, geen oplichters,
geen kabaalmakende dronkaards langs
de kant van de weg en geen voorbijgan-
gers molesterende straatjongens. We
gooien eikaars ruiten niet in, we eerbie-
digen het erf van onze buurman, we ma-
ken geen ruzie, want we hebben elkan-
der lief. Onze enige politieman is een
man des vredes. In groot tenue is hij 'n
gewapend symbool des vredes. Maar je
ziet 'm weinig met sabel en helm - waar-
voor ook ? - en hij haalt 't schoolgeld op.
Hij draagt ook de peilstok, als 't ding
niet anders heet, wanneer er schouw is
op de wetering en bij gelegenheid sluit ie
'n dakloze landloper in de toren en
brengt hem nog koffie en 'n boterham
bovendien. Ook verricht hij nu en dan
nog andere werkzaamheden.
Onze veldwachter kan zeggen, dat-ie 'n
prins is in Arcadië. Zelf is die ene veld-
wachter nog te veel voor onze gemeente
en daarom delen we 'm broederlijk met
't naburige Haarzuilens. Haarzuilens en
Vleuten staan onder één burgemeester
en worden bewaakt door één veldwach-
ter. Delen doen we'm eigenlijk niet. On-
ze veldwachter is een en onverdeeld, 't Is
juister te zeggen, dat de gemeente Haar-
zuilens aandelen in onze veldwachter
heeft en daarvoor het recht heeft op 'n
gedeelte der werkzaamheden van onze
hele veldwachter. Met kermis bijvoor-
beeld en bij nog enige andere gelegenhe-
den begeeft ie zich daarheen. Dat is vol-
doende, want de Haarzuilenaars zijn net
als wij ordentelijke mensen.
We krijgen echter langzamerhand
-ocr page 34-
Schrijf uw stuk over de verschillen tussen nu en 1964.
-ocr page 35-
117
juni 1983
Een grondverkoop op Themaat
in 1481
door G. C. A. van Mourik
Toen enige tijd geleden het N. V.-Huis te Utrecht toegewezen werd aan jongeren, kwam de ge-
dachte op om een expositie voor te bereiden over de geschiedenis van dit stukje Utrecht.
Vroeger was daar het Regulieren-klooster dat nu nagenoeg verdwenen is, zo ook de kapel.
Als lid van een werkgroep heb ik toen vele bladzijden uit het archief van dit klooster getrans-
scribeerd, d.w.z. deze in leesbaar modern schrift "vertaald".
Het betrof acten over aankoop of schenkingen van stukken land, o. a. teVleuten en omgeving.
Het hierbij gaande stuk betreft Themaat en het leek mij aardig deze acte te publiceren en er
enig commentaar aan te verbinden.
langs) aen de een zide ende die prior en-
de convent voirgenoemt allanges an die
ander zyde naest gheleghen syn (= het
dichts bij).
Ende wy scelden dair omme die voirge-
noemde prior ende convent ende hoir
nacomeling voir ons ende voir onse na-
comelingen van deser laen voirsegt
clairlike quyt ende dancken hem dair of
goede betalinge, den lesten penninc mil-
ten eersten.
Ende wi hebben dair omme gheiooft (=
beloofd) ende geloven voir ons ende
voir onse nacomeling mit ghesamender
hant ende elx voir al (= gezamenlijk en
ieder voor het geheel), den voirgenoem •
de prior ende convent ende hoir naco-
meling dese voirscreven laen ende den
vryen eygendom dair of (= daarvan) tot
alre tyt te vryen ende te waren ende alle
voircommer (= last die reeds op het ver-
kochte rustte) of te doen.
Ende waert sake (= mocht het gebeu-
ren) dat die prior ende convent voirge-
noemd of hoir nacomeling tot enigher
tyt an dese voirscreven laen, ofte om der
lane wille, aensprake, krot (= last), hyn-
der, letsel ofte moeynisse mitten recht of
anders ghedaen worde, dat gheloven wi
den prior ende convent ter stont mede of
te doen ende dat te vryen op onsen coste
buten des priors ende convents ende
hoir nacomeling horen coste, hynder
ende scade, sonder argelist.
In kennisse der wairheit so heb ie Jan
Frederix'z als scout voirscreven myn
segel an desen brief ghedaen van der
gherechtswegen over mi selven ende
mede over die ghemeen buer voirscre-
ven om hore beden wille (= op hun ver-
zoek).
Ende want wi buere voirgenoemd lyen
ende kennen dat wi dese laen den prior
ende convent voirgenoemd aldus ver-
coft hebben ghelyck voirscreven staet,
so kennen ende lyen wi dat onder des
voirscreven scouten segel ende hebben
hem ghebeden desen brieff mede over
ons te beseghelen mit sinen seghel, want
wi op dese tyt selve gheen segelen en
hebben.
Ende ie Frederic Utenhamme, als maer-
schalck van der Nedersticht van
Utrecht, lye ende kenne dat ie als
marscalc van myns liefs genadichs heren
wegen van Utrecht al tgheen dat voir-
screven staet bi minen wille, rade ende
consent ghescyet is ende dat belieft heb-
be (= goedgevonden heb) ende belyene
mit desen brieff.
So heb ie thes oirconde minen segel als
marscalc van myns genadichs heren we-
gen boven an desen brieff ghehanghen.
Ghegheven int jair ons heren dusent
vierhondert een ende tachtich op ten
vyftienden dach in Aprille.
Akte van 4 mei 1481
Het boven beschreven stuk is gedateerd
15 April 1481 en dat moet dus volgens
de Juliaanse kalender zijn, want de Gre-
goriaanse tijdrekening werd in de Ne-
derlanden pas in 1583 ingevoerd op be-
vel van Paus Gregorius XIII bij zijn bul
"Intergravissimus" van 24 Februari
1582. Volgens onze tijdrekening zou de
datum 4 Mei 1481 moeten luiden.
De acte leert ons dat Themaat in die tijd
lag in het gerecht Utrecht. Landsheer
van het Bisdom Utrecht was toen (1456 -
1496) de bekende bisschop David van
Bourgondië. Zijn bewind was, vooral in
het Neder-sticht, gekenmerkt door gro-
te onrust. Als men de geschiedenisboe-
ken er op naslaat, lijkt het wel of ieder-
een met iedereen ruzie had; het was ook
Op themat
Wij, Jan Frederix'z scout, Ghysbert
Hugens'z, Dirc van der Weyde, Gheryt
van Wel, Egbert Utenham, Dirc van der
Mye, Jacob Weerners'z, Heyn de Ban-
ce, Ghysbert Huge Jacobsz'z, Henric de
Bance, Egbert Weerners'z, Aernt
Jans'z, Dirc Jans'z, Jan Willems'z ende
Wouter Jans'z buere, ende voirt die ghe-
meen buere (= de gezamenlijke inwo-
ners) van Themat in ons liefs heren ghe-
recht van Utrecht,
maken kondt allen luden aiso die kerke
van Vlueten, dat onse prochiekerke is,
op dese tyt grotelike te afteren is (= in
zeer benarde omstandigheden verkeert)
vermits (= omdat) dat die kerke nyewe
vertymmert is (= verbouwd is).
So ist dat wy dair omme belyen ende
kennen (= erkennen en verklaren) dat
wi vercoft hebben den eersamen prior
ende ghemeen convent van der regulien
bynnen Utrecht (= prior en convent van
het klooster der Regulieren te Utrecht),
om een seker somme van gelde die si bi
onse consent (= met onze goedkeuring)
voirt betaelt hebben den kercmeysters
der kerken voirscreven, ende voirt ghe-
keert syn in der (= besteed zijn aan)
sculden die de kerke van der tymmerin-
ge voirscreven sculdich syn, so wi die
gelden die voirscreven kerck ghegunt
ende ghegheven hebben,
een laen also die gheleghen is mit horen
toebehoren op Themat in der gherechte
voirscreven,
ende is streckende van der naten camp
(nate of naet = nat; camp akker; dus
drassige akker ?) voirt op aen Ockhuy-
senre laen toe,
dair den sloet int ghesceyt (= de sloot op
de grens) van 't Hairvelt allanges (=
-ocr page 36-
118                                                                                                                                                                                              juni 1983
V<r?i(ji\m ducviindtvifrc-1iiw6^vcciiicreif}i:pnScBiincc^ufBcvt^i^ uX£p6eii
ta )i\nei biia'Ccn\Kntt%c ^inca\ Biinc Khi f^a^uWjn ono (kf^ (icii^f^^
MiXiivtxcdfjtimxfiax P^oi\%:ixCfa\
6i3ai atfo StofiCcPzc ^ulvCiicta) ^at- onfcpw •
(Cjicf^(t:tzCl6Cp'^CMit^VttCi(kctCi\fklXtli6V(^^^
-ci^nuxt IS fo iftSiXtwy%ut onxoScC^'cn en ^auic5tit\vi vctcoff (JcB$ai Scn ca>'
fiinicnpuo: ai ^attccii wiicnt wm^ ix^tCiai Of nat vtvcc^tctn cai fcficvfan
f;cnvoiv0cTx^vcncV^chcct4> fifnmS, fmCSai Stc^T^cvpiCvati^ iyuiam^vciv
0 füit^c^ fifn fom eu^Cdaie>icvctr0PxrtPi ^c^int ai^c^cuat §cB$cn
€ai Ciicit af)roSicjt^cO:^ai te iiu('(}c:cu w<^^:ai op x^anatux^ d^aciijtc
votr/?^ dx iS fhxcncn^iHXiiSttuXitu mmp wicfopixat otfifyuffcuvcCaax tvc%xiir
3c/iifoctuxf^cfxyeviUi^iXivucCt'afTiUx^f aat^caxyi^ cii3icp:io:cn^-
wnvaxtrcmifix(ran^Gim^u:'atiSaj}^iïac/t^cG:4^ CftMyfx^cn
l'
^. .' ome 3ic vmv^/pziot ctx {vnvoitcn ^oxc4til(üiitcfiii^,<wncQti6cnvoiconf:
niX(ïHnctux^(\HXxx ^fctCixaxvoitfc^ cüxicdfkqiufécft $ancf:ai^cm'^iicef^é^
6cciiCitxc;c ^tx Ccfkxx (pautxc ntxiHctx cafkxx eCiwx ^cBSax ^uc oiiio^Coc/^ax!^
ffttouaxvou:(hx0crxvoitcnfc'ixncvitxctui^/itxu^^cfinxx^x$^ (Jaxtt^cIi cCx-votccU
6cn (voxt^d^uoz cn a>ix\xixt cfx ^oicinxcvitxctitt^ ^fovoicf^CiXai crx^x<v^ycn
cy^xxSotxxéiUvcftiH^aCu-üft'teviyataxtt^xMcaxalixCCcAHntwmevoftc^oox

Cn wixevc fafccSixt ^ie/p:io: en wixuaxtvotc^of $otc txiiwixxcCwjr'wt'eni^cV'
Hjt ax:Scfcwttfc^Ccieti cfk^oindcrCiittc^viCCeixaxfpuificficct'^tin^ctCccfcCofk^ '^
nicr/iiii/c4xxittox tcc^t^ of iitxSas ^eOiXax \vc:$c^w^eCoiieiXKvt^x^:io:ctv
ayxxbatt'tctfhttt^ntdcofk^^ocnai ^it^te^vwaxopónfexx wfk BukxxSc^pucn^
en ccHxvcnt^dxi^etcixatomcl4ng^§o:ax w/fcffxfixSct eix faxScfoi
t9) iir^ff"jfx fio<
iii/Tc ^ec waxv^af fo ^e$ ccjaix fttdcvv:^ iiCf fwixtv<Hefê<xmm fe^eC axxécfax Snef
^eSaenvan^ ^etce^teixve^x ouctitu fcdxax cïï/nxc$c^Ciiet'^c^aüeetx^a
vctr0cnx ^oicöcécix ivtde^ €fx
ivtut^ \\h BucvcwHt^ fyax dxfiauiax ^aVwi ^fo
(aax iaxtpzicrv(ncotx»au^\Kneé at^xefvctwff ^eSêax ^eCifcf^ (WHtfctatZfUiet
fo fketuxZ ca^m
wi$ui^oixd>€cetpcncfd fmifax fc^cfx ^eB6ax ^an^cBeSc ^ '
fc- BzLcff 'wieieouccotxe tc^Scfc^efai ixxit fiixax.fc4^cC\vaixü\xn op ^cdfC feCuc-
ö^;^ax fe^tCcix ax ^c$Oax.€rx wfxxScrxr^xHax ^luc aCe maetfaUcf^ iViXtx$> ixcdet4hi^f
V^i vtcu^tfyccfx ^utc^uc waCsmxavfaiG^va^xniixe Cicfe cjaxi^u^e ^cccn
ivc^i ViUx vttcc§6 iiCt^cax Satvotzfaaicfhieti Bx mitxcixuCCcui^ al wtxfaxV
^cf{^eti0cnSi\tSeücfi:JcB$c^al 6cfyaxcix\itdcfen Szicf fo M up t^ce ottayn^
iniixaxfc^af^4xxacfaiCc(ViUxiniftt€^ui$u£e§di<^xK^
^^an^axGRegijcamjtxeiiXuoiie^vSufaxCfSHctSovS^
UnxfoufhaxSaxiat^iiiapzifft
de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse     niet veilig. Voor de burgerbevolking     en voor verdediging geschikt stenen
twisten en menige ridderhofstad in onze     konden ze nog wel eens enige schuil-     bouwsel - verschansten; dat leert ons de
streken wisselde van bezetting of werd     plaats bieden omdat de aanwezigheid     geschiedenis van Jan van Schaffelaar,
verwoest.                                                   van "de allerhoogste" zelfs bij het ruwe     een bisschoppelijk krijgsoverste, die op
Ook de kerken, en met name de kerkto-     krijgsvolk nog wel ontzag afdwong.      16 juli 1482 dacht zich in de kerktoren
rens, waren voor het immer opnieuw     Anders werd dat als militairen zich in de     van Barneveld in veiligheid te kunnen
heen en weer golvend oorlogsgeweld     kerktoren - toch meestal een robuust     stellen.
-ocr page 37-
119
juni 1983
was, kreeg Frederik junior (inmiddels
ook Maarschalk van het Nedersticht)
verlof de stad te betreden om zijn ge-
schillen met de heren van Oud Munster
en Sint Marie bij te leggen. Als gevolg
hiervan werd in 1471 zijn verbanning
opgeheven. De bisschop verzocht hem
toen op de vergadering van de Staten te
komen. Zijn gedrag bleef echter slecht
en er kwamen steeds klachten binnen,
met het gevolg dat hij in 1479 weer ge-
vangen werd gezet, blootshoofds dé
Raad van Utrecht om vergiffenis moest
vragen en plechtig beloven zijn leven te
zullen beteren.
Dit laatste geschiedde echter niet, met
het gevolg dat zijn huis Den Ham door
de Utrechters werd ingenomen. Hijzelf
werd te Breukelen gevangen genomen
en op 16 April 1482 te Utrecht ont-
hoofd.
Er zijn geen harde bewijzen dat onze
Frederik zijn "consent" ook duur heeft
laten betalen door de "buere van The-
mat" maar gezien het bovenverhaalde
lijkt dat niet geheel onmogelijk.
Verantwoording:
Gemeente-archief Utrecht:Inventaris
Regulierenklooster no's 870, 871.
Kastelenboek Utrecht: Den Ham.
Jhr Mr E. B. F. F. Wittert van Hoog-
land: Bijdragen tot de Geschiedenis der
Utrechtsche Ridderhofsteden en
Heerlijkheden: Den Ham.
Boekbespreking
"Dirkje" boerenmeid
Fragmenten en notities van Elisabeth
Boerhave - Cramer vrijmoedig uitge-
werkt door Mr. Jan Veenhoven,
Uitgave van de Stichting ter bevorde-
ring van het opsporen, uitgeven en ver-
spreiden van de geschriften van Elisa-
beth Boerhave - Cramer.
Het interessante van dit allerdroevigst
verhaal is, dat het zich afspeelt in de 2e
helft van de vorige eeuw in onze woon-
streek. De twee deeltjes zijn verkrijg-
baar in het museumwinkeltje van de
Stichting, Hoogt 6, te Utrecht ad f. 6,90
per deel.
Het beschrijft de wederwaardigheden
van Dirkje Kooy alias Veldhuizen, van-
af haar geboorte in 1853, wat al een ge-
deeltelijk "doofpot"-gebeuren was......,
haar armelijke jeugdjaren, haar werk-
huizen vanaf haar 12e jaar als boeren-
meid, hetgeen haar nootlottig werd op
haar 16e levensjaar. Haar arrestatie
door de menselijke veldwachter Hen-
drik van Veen na brandstichting op de
boerderij van boer van Vliet op de Wa-
gendijk te Kockengen, het proces en
haar uiteindelijke straf.
Na een rusteloos bewind van negenen-
dertigjaren overleed bisschop David op
16 April 1496 op zijn slot te Wijk bij
Duurstede. Hij had zijn tegenstanders,
de Hoeksen, hardnekkig geweerd en
vervolgd en niet altoos die vergevensge-
zindheid aan de dag gelegd, welke een
vroom Christen betaamt. Men kan daar
tegenover stellen dat zijn hof te Wijk bij
Duurstede een centrum was van weten-
schap en kunst, maar daar had de plat-
telandsbevolking geen boodschap aan.
Het platteland was, na al die oorlogsja-
ren en de ermee gepaard gaande plun-
deringen en brandschattingen, uitgeput
en verarmd.
Arme parochie
Parochies zijn overal en altijd arm ge-
weest maar we kunnen, het bovenstaan-
de in aanmerking nemende, gerust er op
vertrouwen dat "de buere van Themat"
in 1481 niet overdreven toen ze stelden
dat hun kerk "grotelike te afteren" was.
En of er nu sprake was van herstel van
oorlogsschade of van "achterstallig on-
dehoud", de "tymmeringe" moet niet
worden opgevat als een grootscheepse
verbouwing, vernieuwing of uitbrei-
ding.
De verkopers zijn de gezamenlijke in-
woners van Themaat waarvan er, behal-
ve scout Jan Frederix'z, een 14-tal met
name wordt genoemd. Het is niet duide-
lijk hoe zij gezamenlijk eigenaar van de
in het geding zijnde "laen" konden
zijn, hoewel zij zich hoofdelijk garant
stellen voor het "vrijen en waren".
De kopers waren de prior en het con-
vent van het Regulierenklooster te
Utrecht, dat volgens de acte reeds enig
land onder Themaat in bezit had. Dat
klopt wel, want op St Jacobsdag (20
juli) in de zomer van 1419 verkoopt het
St Pietersgasthuis te Arnhem aan ons
klooster 5 morgen {— ca 4,2 ha) land te
Themaat, boven naast geland (= be-
grensd door) ridder Frederik van Zulen
en beneden naast geland die zytwyn (=
zidewinde = binnendijk of kade langs
een stuk land) die den gerechte van The-
maat toebehoort. Op 10 Februari 1480
wordt het bezit uitgebreid door aan-
koop van Willem Foeyte's weduwe en
haar zoon Lambert Foeyt van de helft
van 7 hondt (= ca 1 ha) land op The-
maat, waarvan de andere helft toebe-
hoort aan Egghert Spiericksz. en diens
vrouw, boven naast geland de Oecken-
husener laan en beneden de Regulieren.
Het waren in die tijd en met name in het
Sticht vooral de kerkelijke instellingen
die de grond in eigendom hadden en die
er ook bij voortduring op uit waren dat
bezit uit te breiden.
Weiland verkocht
Verkocht wordt een "laen". Gewoon-
lijk verstaan we onder een "laan" een
weg, aan beide zijden met een of meer
rijen bomen beplant. Onze onvolprezen
van Dale geeft nóg een betekenis, nl.:
een lange smalle weide of grasvlakte.
Deze laatste verklaring is het aantrekke-
lijkst want wat zou "den eersamen prior
ende ghemeen convent" kunnen hebben
bewogen een wèg te kopen ?
Op gelijke voet moet dan "Ockhuysen-
re laen" worden vertaald met: lang smal
Ockhuizener weiland. Ten overvloede
zij opgemerkt dat hier slechts in naam
een relatie bestaat met de van de Brink
naar de Polderweg lopende Ockhuizer-
weg te Haarzuilens.
Het land, verkocht door de godvruchti-
ge lieden van Themaat om hun kerk er
bovenop te helpen, moet hebben gele-
gen in het gebied dat rond de eeuwwisse-
ling door Copijn werd omgetoverd tot
kasteelpark.
De geografische aanknopingspunten
om het gebied nader te localiseren zijn
uit het hedendaagse kaartbeeld groten-
deels verdwenen. Op de Topografische
kaart van 1900 (verkend in 1887) staat
nog het Hareveld aangegeven, begrensd
door Haarlaan, Heikop en Lagehaarse-
dijk. De boerderij Ockhuizen (Ockhui-
zerweg 20) bestaat nog steeds, al is het
gebouw van nu 18e eeuws.
Slecht gedrag Utenham
Van Frederic Utenhamme, "marscalc
van myns liefs genadichs heren wegen",
is ook nog een spannend verhaal te ver-
tellen. In 1325 droeg Frederik Utenham
(uit het Huis van Woerden) het huis
Den Ham op aan de graaf van Holland
en ontving het van hem in leen terug.
Op St Pietersavond in 1347 verbond de-
ze Frederik met zijn zoon Peter zich bij
verdrag, om vanuit het huis Den Ham
geen kwaad te doen aan de bisschop of
de stad Utrecht. Diens achterkleinzoon,
in 1442 met Den Ham beleend, hield
zich hier echter niet aan. Deze Frederik
Utenham was maarschalk van het Ne-
derkv^artier van het Sticht (= bisschop-
pelijk ambtenaar die op het platteland
van het Sticht de hoge jurisdictie uit-
oefende) en maakte zich met zijn zoon
Frederik schuldig aan afpersingen,
waarvan speciaal het Kapittel van Oud
Munster te lijden had. Dit Kapittel liet
hen in 1465 gevangen zetten, maar in
1466 waren zij door de hulp van drie an-
deren uit het gevang ontkomen. Zij wer-
den voor eeuwig uit de stad Utrecht ver-
bannen.
In 1468, toen Frederik senior gestorven
-ocr page 38-
juni \W3
120
Schoolmeester in 1792 . Jac. de Bruiin
Hoe Cornelis ter Wogt in 1792 schoolmeester te De Meern werd.
Op maandag 22 nktober 1792 uarcn in
tic .lacobikcrk te Utreclit I2candidatcn
opuckonicn om cxanicn at' te leggen
\(Kir de \aeatiiie \an schoolmeester te
De Meern.
De examencomniissie bestond uit 6 He-
ien. \\ .o. de predikanten \an De Meern.
Harmeleii en X'leuten.
Om het examen /o onpartijdig mogeli|k
te doen \erlopen werd geloot om de
\<)lgordc der candidaten.
Het onder/oek om\atte de \akken
schiijven. rekenen en /ingen.
Alleieeist moesten alle nummers schrij-
ven PS 34. Toen moesten de Heren 8
sommen maken, \\aar\an ik er een
doorgeef.
Hierna moest men voor de lessenaar
komen om te Ie/en en te /ingen.
Cornelis 'Ier Wogt. schoolmeester aan
't Wcoshms te Schiedam, nr. 9 v\erd de
gelukkige.
De/c moest toen nog bij de 3 predikan-
ten een religieus-examen van 3/4 uur af-
leggen en kon eindelijk met zijn benoe-
ming, die als volgt luidde naar huis: Wij
ondersehrevcnc Predikanten van De
Meern en Consulenten, verklaren, dat
Cornelis Ter Wogt ingevolge het eerste
artikel \an de gcrenoreerdc schoolordc
door ons geëxamineerd is omtrent zijn
kennis in de Chr. religie en /o\eele blij-
ken \an kennis in deese gegeven heelt,
dat lot schoolmeester ol' koster kan
worden aangenomen, waarvoor wij <.kn
Güddelijcken zegen wenschen.
Een jongennin moeiende een Jonge Dogier. in haar sehoot liebbende veel wehuvkende
Roo.sjes: O Sehone. die met U.E. gun.\!e. zo een roosje van de lOOdie gij daar hehi mogt
genieten: zij aiuwoordch'. ik heb er geen 100. maar dat ik ze didihe/eerde. endes getuls
1/3 daartoe voegik'n. en bij het komeiule daarvan zijn
.?/<V /;;/// 10 bij telden, zo konde
ik
L'n hooft tot L u versehonen met een krans van 100 Rozen vereieren. De vrage is. hoe
veel Roosjes de Dogter in haar sehoot hadde.
i ;
(iravure door .1. Droochslool. I)c .lacohikerk Ic l triehl in 1625.
OpgravingenopdeHogeWoerd
Scherven, gereconstrueerd tot vaas. ge-
wichten, een dakpan met stempel, een
stuk van een wrijt'schaal. een haard-
plaats, en stukken van amphora's.
De archeologische opgraving '82/'83 is
inmiddels afgesloten. Een boeiende, ar-
beidsintensieve en leerzame periode ligt
achter ons. Een periode oc^k. waarin wij
alle medewerkers van het Archeolo-
gisch Instituut als goede vrienden heb-
ben leren kennen.
-ocr page 39-
121
umi 19N3
■■■1>
M/^"^
-ocr page 40-
122
juni 1983
-ocr page 41-
juni 1983
123
p
w
gg^^^Hj^^B
ï
i^A%*
'^''f%
•^B ^-^^Ê
»
1
\
M ê-
f
wk-
^%---^
ess;'-a«A
p, Iksx Ut^fitOc WÊÊÊ
EEN HAGE-PREKER
156 6.
->>5:»:>- ^ f^t^«ï<-------
(De eerste aflevering van de Hagepreker pu-
bliceerden wij in onze 3e uitgave 1982 (sep-
tember-nummer).
't Sloeg vier uren in de nacht. Een vuur was
onder den breeden schoorsteen aangelegd , waar een
paar zetels werden bijgeschoven, om den heer van
Brederode en meester Dirck te ontvangen.
Barend voelde zich regt gelukkig toen hij de heeren
zijne woning zag binnentreden, vreeselijker nacht
had hij , warme vriend der vrijheid en trouw kal-
vinist, nimmer doorgebragt, want meer dan
iemand kende hij 't gewigt der bijeenkomst, welke
ten zijnent zou plaats hebben, meer dan iemand
wist hij wat de gemeente in broeder Dirck verlie-
zen zou, en hoeveel de goede zaak op Brederode
rekende en op Datheen, de geleerde Datheen, maar
tevens, hoe de Spanjaarden alles in het werk
stelden, om zich van deze mannen, door list,
geweld, ja door verraad meester te maken.
—    Is nog geen der vrienden hier ? vroeg
Breêroo.
—  Niemand, edele heer, antwoordde Barend eer-
biedig, ik wacht ze iets later.
—  Wij zijn hier zeker niet waar? hervatte meester
Dirck, — tegen verraad beveiligd!
—  Op mijne eer, viel Barend in, koester geen vree-
ze , op mijne huisgenooten kunt gij rekenen. Even
als uw vader, vervolgde de man, zich tot Willem
keerende, heb ik slechts mijne zoons in het werk,
en op mijne kinderen kan ik even veilig vertrou-
wen als Gerrit Dircksz , wiens zonen dit maal de
wacht hielden. Doch , Willem, waar is uw broe-
der? Vergezelde hij u niet?
—   Hij verliet ons aan 't kreupelhout, om vader
de goede tijding te brengen ...
—  Mijn God, welk eene onvoorzigtigheid , fluis-
terde Barend, hoe ligt kan hij in handen vallen van
een der spaansche ruiters; — alleen en op dit uur ...
—  Kom , hervatte de heer van Brederode, die in-
middels den linnen bierkroes vulde, welke Barend
op tafel geplaatst had, een enkele dronk op onze
goede aankomst! Wel aan, meester Dirck, klink eens
met uwen dartelen reisgenoot, als gij me aanstonds
noemdet; kom, kom, de zorgen een weinig aan kant.
Deze luchtige woorden werd tot den leeraar
gerigt, die steeds met Barend in gesprek bleef
over de veiligheid der hoeve, over de schuilhoe-
ken in geval van nood, de uitgangen, de zijpa-
den en wat al meer.
—  Broeder, duwde hij den landman toe, morgen
iuUen de wakkerste mannen onzer partij in uwe
hoeve vereenigd zijn, hel lot der goede zaak zal
weiligt afhangen van de zamenkomst onder uw dak,
—   Maar drink dan, hernam Brederode, en
zet zorgen op zij: de Heer heeft ons tot hier ge-
leid , en zal ons verder wel beschermen.
—  Vergeef mij, edele heer, doch de Hemel ver-
l)Ood ons niet, voorzichtig te wezen, integendeel.
Maar die eigenschap is de uwe niel, en ik oefen
ze voor ons beiden. Laat mij slechts begaan en
de zaken zoo regelen, dat er geen mogelijk zij
om ons te verrassen, ten ware er een verrader
schuilt onder onze vrienden.
—     Altijd dezelfde, sprak Brederode, altijd
wantrouwend, altijd vreest ge verraders, altijd
ducht gij verspieders, overal ziel gij de zwart-
ste zijde. Op mijne eer, meester Dirck, ik dank
den hemel, dat hij me niet zulk een wantrou-
wend hart geschonken heeft.
                   ; , v,;
—  Gij dwaalt, edele heer, en zult op mijne jaren
wel anders spreken. Zie als 't heil der kerk, de
hoop des vaderlands op enkele hoofden rust,
dan is het pligl, om zulke dierbare mannen
tegen verraad te beveiligen. Gij zijt een wakker
krijgsman, mijnheer, doch eenmaal buiten het strijd-
-ocr page 42-
juni 198.1
124
begon, voegde hij Brederode toe.
—   Geloof mij, edele heer, neem een paar
uren rust, wie weet of de gelegenheid zich mor-
gen aanbiedt.
— Verstandig gesproken, zei Brederode; en een paar
oogenblikken later, wierp de edelman zich op eenige
bosschen stroo voor den haard, terwijl ook Willem
zich op raad van den grijsaard ter ruste lag; maar
hoe vermoeid, hij kon de oogen niet sluiten, de
woorden des leeraars woelden hem door hel hoofd
en naar lang aarzelen besloot hij broeder Dirck
eene verklaring te vragen van zijn laatste woorden,
waarin hij een wantrouwen dacht te ontdekken
omtrent Geert, den edelen Geert.
Terwijl de grootste stilte in het vertrek heerschte
en meester Dirck in de lecture der schrift verdiept
is, zullen wij een vlugtigen blik werpen op dien
man en een paar bijzonderheden meèdeelen uit zijn
vroeger leven.
Meester Dirck van Abcoude scheen een man ruim
zestig jaren oud, wiens kalm en ernstig gelaat
de sporen droeg van innig lijden, van lang door-
stane smart, van ernstig gepeins ; hij was een-
voudig gekleed, en droeg 't gewaad der burger-
lieden van zijn tijd, want in die dagen zocht de
leeraar de ernst zijner bediening nog door geen
uitstekende kleeding te loonen , en de gemeente
geloofde evenmin dat de heiligheid zijner laak,
van een bef of mantel afhankelijk was, of dat
de regtzinnigheid zijner leer in 't minste verband
stond met den min of meer opgetoomden rand
van zijn hoed. Dirck van Abcoude was leeraar bij
de gemeente Christi onder het kruis, en toch : er lag
over 't geheele wezen des mans , een zeker waas, een
))'k en weel niet wat," verspreid, 't geen duidelijk
verried, dat de leeraar eenmaal lot de roomsche
geestelijkheid behoorde, al ware dit niet te zien
geweest aan de overblijfselen zijner lonsure. En in
de daad, meester Dirck behoorde lot de eerste
geestelijken in het Slicht wier oogen door hel licht
des Evangelies geopend werden. Hij was in die
dagen pastoor der Sint Geerle Kerk binnen Utrecht,
om zijne lieftalligheid ongemeen bemind. Meester
Dirck schaarde zich aanvankelijk, indien men 't zoo
noemen kan, onder de scholieren van Erasmus;
■want hij zag de misbruiken in hel kerkelijke, —
begreep dat die aanleiding moesten geven lot spot-
perk, weet ge uw leven niet te beveiligen , een leven
dat ge niet nutteloos in de weegschaal moogt
stellen, omdat het heil der kerk daaraan verbon-
den is.
—  Dat verwijt is onverdiend, zei Brederode,
evenmin als gij , wilde ik gaarne in een hinderlaag
vallen, den Spanjool in handen, ze zouden mij
leelijk inrekenen op dat akelig Vredenburg. Doch
hier hebben wij niets te vreezen. Barend is een
vertrouwd man, wie duivel zou ons hier toeken ?
—  Wie weet, zei de leeraar, het voorhoofd in
zijne handen verbergende.
Er volgde een oogenblik stilte. Meester Dirck
scheen in gedachten verdiept. Eensklaps vloog hij
op, en als 't ware door eene boven natuurlijke
ingeving getroffen, trad hij Willem te gemoet, die
hem verbaasd aanstaarde.
—  Jongeling, riep hij uit, en in zijn oog gloeide
een hevig vuur, zijne hand beefde, en zijne
knieën knikten, Jonkman, hernam hij, gij waart
straks niet alleen, die ander ....
—  Was mijn broeder, mijnheer, 't was Geert!
—  Uw broeder, herhaalde de leeraar, is dat geen
losbol?
—  Geert is vrolijk, soms wat loszinnig, een
vriend van 't vermaak, doch eerlijk en braaf.
—  Heeft uw vader hem ook verhaald, dat Pe-
trus Dalhenus hier zou komen ?
—  Neen, mijnheer, dat groot geheim kent hij niet.
—  En waarom niet?
—  Omdat wij vreesden, dat mijn broeder 't in zijn
vervoering aan eenige vrienden zou mededeelen.
—   Heer Dirck, riep Brederode, waartoe dat
verhoor, kom lang den knaap veeleer een beker
bier. Hij en zijn broer hebben wakker dienst ge-
daan. Waartoe die nuttelooze vragen?
—  Zoo ik den jongeling vraag, 't geschiedt in
•nller belang, stoor mij dus niet, vervolgde meester
Dirck, en zich tot Willem wendende, hernam hij:
uw broeder keerde dus tot uwe ouders weder? ,
—  Ongetwijfeld, antwoorde Willem, en de he-
mel geve dat hij behouden t' huis kome.
Meester Dirck mompelde eenige onverstaanbare
woorden en keerde zich weder tot Barend om nieuwe
maatregelen van voorzorg te beramen, eindelijk
plaatste zij zich bij den schoorsteen met zijne
voeten op de vuurplaat en opende een klein tes-
tament, doch, voor hij met de lezing daarvan
-ocr page 43-
125
juni 1983
lernij en ergernis, hij lachtte even goed met bede-
vaart, aflaat en zielmissen, en ofschoon hij 't al
niet luide verkondigde, ook hem hinderde de weelde
en overdaad der hooge geestelijken, ook hij twijfelde
aan schier alle leerslukken der kerk. Even als
bisschop Philips van Bourgondie, was hij van de
noodzakelijkheid eener hervorming overtuigd, en
een krachtig belijder van hel vrij onderzoek; maar
hierom beoogde hij nog geen afscheuring van Ro-
me — hij wilde slechts een herstel der grove ge-
breken, en dacht vooral aan geen nieuwe gemeente.
Dirck predikte dus min of meer in den geest
der nieuwe leer of liever in den geest van zijn
tijd, en kreeg derhalve veel toeloop, hoewel niet
zoo groot als pater Herman, de vice-cureyt van
St. Jacob, die, zegt een tijdgenoot »dc gek heel
uit den mouw Hel kijken en heel ketters preekte,
zoo dat hij al H beloop kreeg ook van geleerde
mannen."
— Dat preken vond spoedig af keuring bij
de overheid, zoodat beide geestelijken voor de ket-
termeesters gedaagd werden. Herman Duifhuis
scheen voor 't onderzoek bevreesd en trok spoedig
heen , doch meester Dirck verscheen inhetkapittelhuis
waar hij ontboden was , van geen kwaad bewust, en
trachtte zicii te verantwoorden, maar hij had schoon
praten bij de kettermeesters, dat was onmogelijk;
en daartoe hielp hera niet eens de hulp zijner tal-
rijke vrienden : immers wat hij geleerd had riekte
stellig naar ketterij, en daarom werd hij gevankelijk
naar Vredenburg geleid, en neergeworpen in een
donkeren kelder. Hier lag de ongelukkige twaalf
maanden lang, tot zich eindelijk de deuren zijner
gevangenis openden, en hij naar den Dom ge-
voerd werd : niet om hem de vrijheid weer te
schenken, maar om den man een vonnis voor
te lezen, dat hem veroordeelde tot den dood.
Doch nu riep aller stem om genade, en zoo
luide, dat men meester Dirck ten laatste de
keus gaf tusschen den dood en eene plegtige afzwe-
ring zijner ketterijen. — De arme priester koos
het laatste, want verzwakt als hij was naar lig-
chaam en geest, bezat hij den moed niet om
de martelaarskroon te kiezen — en waarom zullen
wij 't verbergen, —daartoe rustte zijn geloof nog
op te onzekere grondslagen, 't was nog te veel
een dobberen tusschen de kerk, waarin hij was
groot gebragt, en die zich met al hare gebreken
nog fier verhief, en een leer, een beginsel waarvan
hij nog geen duidelijke conceptie verkregen had,
waarvoor hij een nutteloos offer zou geweest
zijn. De priester onderwierp zich dus leidzaam en
dat was de feil waarvan de oude Gerrit zoo vaak
sprak, de zwakheid die hij Icgenstelde aan den
mannclijken marteldood zijns broeders. Meester
Dirck betaalde dus alle kosten van 't proces en ver-
nederde zich, om als een wereldlijk man gekleed den
stoel der waarheid beklimmen, en daar ten aanhore
der gandsche gemeente zijner ketterijen te herroepen
en haar te bidden, hem vooral te vergeven, dat
hij ze kwalijk geleerd en onderwezen had; vervol-
gens moest hij plegtig beloven, om, een halfjaar
lang, eiken vrijdag te vasten op water en brood, en
gedurende al dien tijd geen mis te lezen, om nimmer-
meer de biecht te hooren en eindelijk het bisdom voor
altijd te verlaten ; terwijl hy aannam zich in Loencn te
vestigen; met verbod om aan niemand eenige brie-
ven te schrijven, alles op straffe des doods.
De priester boog het hoofd en gehoorzaamde,
maar toen hij eenzaam en verlaten te Loenen ge-
vestigd was, waar de menigte hem schier als een
misdadiger beschouwde, toen hij zich in zijne verne-
dering en schande meer en meer toelegde op eene
aandachtige lezing des Bijbels, toen hem de schrif-
ten van Luther in handen kwamen, toen eerst zag
hij het weldadig licht der hervorming in deszelfs
vollen luister , toen gevoelde hij dat het niet om
een paar veranderingen te doen, — dat eene her-
vorming in do kerk onmogelijk was, en het
christendom tot deszelts oorspronkelijke zuiverheid
moest worden terug gebragt, ontdaan van de
christelijke mythologie der R. C. Kerk; — nu
schaamde hij zich zijner vroeger zwakheid en ver-
blinding ; en van dit oogenblik behoorde meester
Dirck onder de warmste vrienden der reformatie
en was een der eersten, die den moed hadden , om ,
in spijt van plakaten en brandstapels, op te tre-
den als leeraren der gemeenten onder het kruis.
Dit was de voormalige pastoor der Sint Geerte Kerk
in Utrecht. Toen lachtte hij wat om de ketter-
meesters' in den Dom, en trotseerde hij alles voor
de goede zaak, — en thans — anno 1566 —
bijna twintig jaren na de droeve afzweering, zou
hij blijmoedig en met een vast vertrouwen den
brandstapel zijn opgetreden, zou geen zwaard of
vuur hem tot afval gebragt hebben; maar nu was
hij ook tot bewustzijn gekomen, nu was zijn geloof
-ocr page 44-
juni 1983
126
—  Ga, zei de leeraar, de Hemel gaf uw dat
voorstel in, loop spoedig en keer nog haastiger
terug en geve God dat ge uw broeder vinden moogt,
in het huis uws vaders, te midden van uw gezin!
—  Ik weet het zeker, antwoordde Willem, wiens
gelaat van verontwaardiging gloeide, bij de ge-
dachte, dat men zijn broeder van zoo'n gruwel-
daad kon verdenken, en dat zonder eenige reden,
zonder eenigen grond. Binnen twee uren breng 'k
mijn broeder, riep de jongeling, binnen twee
uren is hij in zijne eer hersteld.
Willem vertrok.
—  Kan ik dien jongman vertrouwen? mompelde
de leer aar.
—  Zou hij me ook om eene andere reden willen
verwijderen? vroeg Willem, en ijlde voort, waarop
de leeraar, hoewel door allerlei gedachten beroerd,
weer rustig met de lecture van zijn nieuw testa-
ment voortging, zoodra de deur achter Willem
toeviel.
Brederode sluimerde als lag hij op hel beste leger
tegen elk gevaar beveiligd.
de vrucht van ernslig onderzoek, iets anders dan
een verward gevoel, een onbestemd verlangen.
Vraag niet hoe veel gevaren dien man had on-
dergaan , sedert den dag, waarop hij 't masker
neer wierp, en Loenen verliet, om de nieuwe
leer te verkondigen, sedert een bloedprijs op zijn
hoofd gesteld werd, sedert hij overal hage-preken
hield, tot op den nacht, toen wij hem achter-
lieten in de hut van Barend, lezende in zijn nieuw
testament, wakende over de veiligheid zijner vrienden.
Eindelijk waagde Willem 't om den leeraar toe
te spreken en hem rekenschap te verzoeken van
zijne vragen omtrent Geert, vragen die zeker wan-
trouwen schenen te verraden.
—  Mijn jongman, zei de leeraar zacht, 'k ben
verre van het denkbeeld , dat uw broeder een ver-
rader is. De hemel beware mij, een sterveling,
zonder bewijs, te veroordeelen, maar op mij,
op ons allen , rust eene vreeselijke verantwoorde-
lijkheid. Binnen weinige uren zullen de voor-
naamste hoofden onzer partij, de wakkerste leeraars
onder het kruis , hier vereenigd wezen; zij be-
geven zich naar deze hoeve om een plan te bera-
men van welks volvoering de vrijheid van gods-
dienstoefening, de rust dezer landen misschien
zal afhangen, en indien deze zamenkorast mis-
lukte, zoo Brederode, die op mijne voorzigtig-
heid bouwde en zich hier heen spoede, zoo de een
of de andere dien wij wachten en zich zonder
geleide op weg begaf, ten gevolge van eenig
verraad in een hinderlaag viel, zeg mij, hoc
zou ik vcrandwoord wezen van mijne zorgeloosheid?
zou de kerk , de goede zaak ons niet rekenschap
vragen indien wij door onvoorzigtigheid de oorzaak
werden van zulk onheil? want een verrader vindt
men helaas te dikwerf, en mijne droeve ondervin-
ding doet mij altijd vreezen, waar priesters en span-
jolen in het spel zijn.
—  Doch mijn broeder is tot zoo'n laagheid on-
bekwaam ; gij gelooft....
—  Ik geloof niet, mompelde de leeraar, ik stel
alleen de mogelijkheid....
—  Dat mijn broeder een verrader zijn zou?Neen,
mijnheer, Geert is tot onze ouders weergekeerd , ge-
lijk hij vader beloofde, . . . doch wij kunnen ons
verzekeren____indien u mij veroorloofde om naar
mijns vaders huis te vliegen, snel ben ik weder.
IV.
EEN VOORGEVOEL.
Willem liep zoo hard hij kon, ten einde zijns
vaders woning spoedig te bereiken. Even , als vroe-
ger koos hij geen voetpad, nwar trok dwars over
het bouwland, haastig en gejaagd; — heggen,
sloten, greppels niets stuitte hem in zijne vaart,
want tot eiken prijs wilde hij zijn onzekerheid
doen ophouden, allen twijfel wegnemen aan de
trouw zijns broeders, —■ hij wilde meester Dirck on-
verwijld met een gerusstellend antwoord beschamen ,
de onschuld bewijzen van zijnen broeder, van Geert,
den loszinnigen knaap, doch eerlijk en trouw, tot
verraad onbekwaam. Hij liep dus voort, als door
eene bovcnmenschelijke magt meegevoerd, toen hij op
verwijderden afstand eenige dwalende lichten dacht
te ontwaren; — zijn geoefend oog bedroog hem niet.
Willem koos aanstond? partij; veranderde zijn
weg, naderde het licht, dat zich in de rigting
van Barends, hoeve bewoog , en weldra was hij
op eenige schreden van hen die het licht droe-
gen. Het waren spaansche soldaten , ongeveer dertig
-ocr page 45-
127
juni 19;^,^
nood; wij behoeven hem slechts te vergezellen.
\u volgden allen, door den wil des leeraars als
bcheerscht, den ouden Barend door eene staldeur
naar een smal en afgelegen pad, kruipende meer
dan gaande langs een zwaren heg; Willem snikkende
als een kind, half dood van ziele-leed en smart,
de anderen zeer stil en voor het minst geritsel
bevreesd.
Zoo sloopen zij voort, — een uur lang — en de
dag begon reeds aan te breken, toen zij eene af-
gelegen hut bereikten.
—  Broeders, zei de leeraar, terwijl hij zich in
de armen van Barend wierp, looft den Heer, Hij
heeft wondervolle dingen met ons gedaan.
Allen zonken op hunne knieën, slechts Willem
stond, te midden van dit roerend tooneel, bleek
en ter neergeslagen , in gepeins verzonken.
—  Jonkman, geef mij de hand, zei Brcderode,
op hem toetredende. Uw broeder was een lafaard
een verrader, maar gij hebt moed en zelfopoffering
getoond voor beiden; gij hebt ons gered en uw naam
bewaard voor de gruwelijkste aller misdaden. Met
vreugde lang ik u de hand. Moed, mijn jongen,
treur niet, maar wee uw broeder als hij ooit in
mijne handen valt; zeg hem vrij dat zijn rekening
gemaakt is,— in Nederland duldt men geen verraders,
die lui hooren bij de Spanjolen en papauwen t'huis,
niet hier, en wordt er in de landen van herwaarts
over al eens van dat gespuis gevonden, dan rust
op ons de pligt om 't vlug een koord om den
hals te werpen, en 't neer te hangen aan den eersten
boom den beste. Zie, ik heb den prins van Oranje
hartelijk lief, hij strekte mij tot vriend en raadsman,
welnu, zoo hij zich immer in 't geval bevond,
waarin uw broeder verkeert, bij God en mijn
degen , hij zelf zou geen genade vinden : hij stierf
door mijn staal.
—  Edele heer, zei Willem — en hij veegde een
traan weg , die langs zijne wangen rolde — ik zal 't
mijn broeder zeggen. Bij mijne eer, ik zal 't hem
zeggen. Geert een verrader, de zoon van Gerrit
Dircks een handlanger der Spanjolen. — God!
wees mijn armen vader genadig!
—  Meester Dirck, hervatte Brcderode, wij zijn
gered, dat is wel, en 'kzal den Spanjaard later ton-
nen, dat ik geen lafaard ben, maar hiermede is onze
taak niet vervuld, want de vrienden en leeraars,
die zich hier bij ons moesten voegen, zullen stellig
in getal, die, om beter koers te houden en't regie
pad niet te verliezen, eenige lantaarnen met zich
droegen, wier licht ze verraden had. Willems hart
klopte van angst en bezorgdheid. De arme jonge
beefde, als waren de vermoedens van meester Dirck
bewaarheid, als verkreeg hij daarvan reeds de droeve
zekerheid.
De soldaten rukten voorwaarts zonder hem te be-
merken. Zij schenen niets te vreezen, en trokken
langs Willem heen, die zich bij een sloot ver-
borg; doch men oordeele over zijne ontsteltenis,
toen hij in den landman, waardoor de Spanjolen
vergezeld werden, zijn broeder Geert herkende,
Geert met het psalmboek in den zak van zijn
wambuis, Geert als een vrijman, met ongeboeide
armen, die daar heen stapte fier en tevreden, het
hoofd omhoog, — Geert de gids en leidsman der
papauwen!
Nu behoefde Willem niet te vragen waar de Span-
jaarden heen trokken, welke mannen hun schan-
delijk waren verkocht en weldra in de strikken
zouden vallen der boosaardigste vijanden. Hij brulde
van wanhoop en woede, doch nieuwe krachten put-
tende uil de wonde zijner ziel, bedacht hij zich niet,
maar vloog pijlsnel voort naar de hoeve van Barend,
en ademloos, badende in het zweet, zonk hij aan
de voeten van meester Dirck.
—  Red u , red u! riep hij uit, redden edelen heer
van Brcderode! mijn broer is een verrader!
—  Het voorgevoel bedroog mij dus niet, zei
meester Dirck bedaard. Mijn heer van Brcderode,
ontwaak, vervolgde hij met een donderende stem :
te vyapen! wij zijn verraden!
Bij die woorden vloog Brcderode overeind en
greep naar den degen.
—  Waar zijn ze, waar zijn ze? riep hij uit.
—  De Spanjolen zijn nog verwijderd, hernam
Willem, het oog vol tranen, doch zij zullen wel-
dra hier wezen, met alle moeite kon ik ze slechts
eenige minuten voor zijn. Vlugt, vlugt!
—  Hebben wij dan geen wapenen? vroeg Brc-
derode.
—  En wat zouden wij tegen dertig man?
—  Doch waarheen? vervolgde Brcderode.
—  Mijne voorzorgen zijn genomen, hernam de
leeraar met eene onbeschrijfelijke koelbloedigheid.
Terwijl gij laagt te slapen heb ik alles voorbereid.
Barend zorgde voor eene schuilplaats in tijd van
-ocr page 46-
juni 1983
128
Barend zonk zielloos neder op de puinhoopen zijner
hoeve, op de lijken zijner zoons. De Spanjolen
verlieten toen hunne hinderlaag.
— De ketter heeft zijn loon, zei de hopman ,
en zoo wij er niet in slaagden, om Brederode in
den val te krijgen en dien weggeloopen paap (hij
bedoelde meester Dirck) in 't net te vangen , wij
hebben toch onzen pligt gedaan. En gij. Geert,
gij hebt u goed gedragen, gij hebt uw heer en
koning dienst bewezen , thans kunt ge huiswaarts
keeren, — wij rekenen steeds op u. Denk goed
aan 't geen ge ons beloofd hebt; aan geld zal
't u nooit falen.
Vrolijk trok men voort.
(wordt vervolgd)
A. W. N.
in den afgrond storten, waaraan wij zoo gelukkig
ontkwamen: zij loopen blindeling in hun verderf.
Hoe zullen wij ze redden ? . . .
— Bedaard, edele heer, sprak de leeraar, de
vrienden loopen niet hef minste gevaar. De beide
zoons van onzen trouwen Barend, — en 'kben over-
tuigd dat hetgeen verraders zijn, — gingen hen te
geraoet, met een brief, dien ik schreef terwijl gij
hebt gesluime'rd en Willem zijn broeder opzocht.
Mijne vermoedens waren sterker dan mijn geduld;
want er lag iets in de blikken van Geert wat mij,
man van lange ondervinding, trof, wat u ont-
snapte, — ik kon Willems terugkomst niet afwach-
ten, en thans zegen ik mijne bezorgdheid.
Brederode en Dirck van Abcoude verscholen zich
daarop zoo goed zij konden in de armoedige hut,
en praatten verder over 't geen hun te doen stond,
terwijl Willem en Barend de vrienden vaarwel zeiden,
elk den weg naar zijne woning inslaande, daar
hunne tegenwoordigheid verder nutteloos was. Wil-
lem altijd somber, altijd onder den invloed eener
vrceselijke gedachte, Barend bevende voor de on-
heilen, die konden voortvloeijen uit de onder-
steuning , welke hij aan Brederode en meester
Dirck verleend had, ofschoon hij die beschouwde
als een heiligen pligt, welke de ijverige sectaris
niet mogt verzaken. Aan zijne hoeve genaderd,
vond hij geen huis — slechts een puinhoop. De
te leurgestelde Spanjaard had in weinige uren
lijds zijne have en goed vernield. Het vuur ver-
slond den jongsten oogst, en het vee in de stal
lag neergeveld. De Spanjolen waren in het huis
gedrongen, hopende Brederode en Dirck van Ab-
coude te overvallen, maar hierin bedrogen, kende
hunne woede geen palen, en hadden zij zich aldus
gewroken. Door dit schouwspel — hoewel in die
dagen niet ongewoon — hevig getroffen, had de
landman nog moeds genoeg om zijne kinderen te
roepen, welke naar zijne gissing reeds moesten zijn
weergekeerd. Deze wilde hij om zich vereenigen
als ecnc laatste troost, eene laatste hoop. Arme
man: geen stem antwoordde op zijn geroep! Ein-
lijk hoort hij uit eene kleine schuur, die tot nog
toe gespaard bleef^ een menschelijk gerucht; maar
o God, wat ontwaart hij bij de deur dier schuur?
de lijken zijner beide kinderen , met kogels door-
boord, en zoodra hij op die lijken wilde toeschieten ?
volgde de losbranding van een aantal vuurroeren. —
Dezer dagen begroetten wij als lid van onze vereniging, de
Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, regio
Utrecht e.o. Deze (landelijke) vereniging van amateur-
archeologen doet bijzonder goed werk en beschikt over
uitgesproken deskundigheid op het gebied van opgravingen
naar de oudere en oudste geschiedenis. De A.W.N. houdt
regelmatig lezingen en excursies, waarvan wij u in de toe-
komst gaarne op de hoogte zullen houden. Inlichtingen
over de A.W.N., lidmaatschap en dergelijke, kunt u ver-
krijgen bij onze ledenadministratie.
AGENDA
Film
- Op donderdag 23 juni a.s. in De Schalm te De Meern, 20.00
uur vertoont de vereniging de unieke dorpsfilm uit het begin
van de 50-er jaren. (In bezit van "De Bazuin"). Zo mogelijk
zullen wij ook nog een later jaartal vertonen.
In verband met de verwachte grote belangstelling verzoe-
ken wij u vooraf telefonische te reserveren:03407 - 1483
(svp niet tussen 13.00 en 17.00 uur). Toegang leden + 1 in-
troducé f. 2,50; en niet leden f. 5,00.
Braderie
- Op zaterdag 27 augustus a.s. staat de Historische Vereni-
ging ook op de dan te houden grote braderie in Vleuten.
Tentoonstelling
- In het museum Het Oude Gemeentehuis te Woerden,
wordt vanaf 4 juni 1983 gedurende 4 weken een tentoon-
stelling gehouden over de archeologische opgraving rond-
om de kerk in Woerden. De tentoonstelling is 's middags
geopend van 2-5 uur en 's zaterdags de gehele dag.
-ocr page 47-
september 1983
129
Van het bestuur
öfTicietl ort;aan van tk- Histonsclsf Vcrents
ging Vleuten. De .Meern. Ha;n/tnls;ns.
;3e jaargang nr. 3, sept. 1983. <g> 19«3,
Wrschtjnt 4\ per jaar.
ii3geschrt.'vfn in hei vx-rfniging.srcgiMtr van
•ejtTK.v.K. Utrecht e.o. onder lir. V. 479«0.
;öaKt'lijks t)ts<uur;
\}, .Sehmie. vrnir/ittcr
BuKiweg 138. 3454 HA De Mwrn >
lei. ()34()6 - 32i6
W-i^. Dcnckamp. sekrcfaris
ï?tenhamstraat 5. 3451 BR Vleütcniii
tei. ()34{)7- i948
^Xt. de Rooij, ix;nningnicester ytimÊMm
't Zand 1. 3451 GP Vleuten
iii\. (i34f(7 - !48J                       '::iiiiiiii
;?^L..I. \iin Zoercn, vice-voorritter :i|;|i
Stat Km SM raat 54. 3451 BZ Vfciitenili
U1. 03407 - 1263, ■^mÊÊêllÊÊiÊmÊêÊÊÊ
H.[-.,(. van Fssen, coörd, werkgroepen
Manrit.slaan 17. .3454 XP De Meern
te l. 03406 - 2 W2 MMiÊÊ^ÊÊMÊÊiêÊmi
Erelid;
Mvv, F. van tlusen-Wibbekt. Vleuten
SedakJie-ttdrcs:
téon van Ksch. Hindersieinlaan 7
3451 KV Vleuten
tel. 03407 -2S7i
L«dvnad ministr al ie/inforraa t ie:
Opgeven van nieuwe leden, mutaties en
|naU>estellingen bip
Mw. P,.l. de Rooij - Goes. "t Zand I.
3451 GP Vleuten, tel. 0.M07 - 1483
500 leden
De maand augustus 1983 ontpopte zich
voor uw vereniging als een feestmaand !
Hoewel het bestuur al enige tijd ver-
wachtte, dat ons ledental binnen niet al
te lange tijd een opmerkelijke mijlpaal
zou bereiken ging het uiteindelijk toch
bijzonder snel. Op 18 augustus j.1 kon-
den wij de vlag uitsteken. Uw vereniging
had op die dag 500 leden. Zoals U al in
"De Brug" kon lezen, was de heer
J. Gondelach, Europaweg 18, Vleuten
de gelukkige, en een bestuursdelegatie
was erbij om de heer en mevrouw Gon-
delach met dit feit geluk te wensen.
Naast een fraaie oorkonde werden zij
verblijd met een rondvlucht boven onze
gemeente en omstreken.
Het bestuur is met de snelle groei van
ons ledental erg ingenomen. Het bete-
Voorzitter J. Schutte overhandigt het echt-
paar Gondelach een fraai gekalligrafeerde
oorkonde.
kent immers, dat onze aktiviteiten bij
onze dorpsgenoten in goede aarde val-
len en dat steeds meer mensen het be-
lang inzien van het behoud van monu-
menten en een serieuze uitdieping van
de dorps- c.q. streekgeschiedenis. Met
ons ledental bereikt de historische vere-
niging thans een in verhouding opmer-
kelijk groot aantal inwoners. Uw vere-
niging heeft zich daarmee geschaard on-
der de grootste verenigingen in Vleu-
ten/De Meern. En de groei blijft erin.
Dankzij de zeer geslaagde braderie op
zaterdag 27 augustus j.1. in Vleuten,
waar wij met een informatieve stand
aanwezig waren, telt de vereniging in-
middels alweer 535 leden. In "De Brug"
Kofltrtbutle:
lipt? jaarlijkse kontributie bedraagt voor 1983
llpinimaal f 25,--;
|;|iöstabonnenienten f' 35.— per )aar.
iïjonatéurs:
'l^inJmaa! f' 12,50 per jaar!
De \eii.nignig heelt lekennigeti t-M! ^le xnl-
genile uisielhrigeti
ABN - IH Meem 55.66,33,040
RAlU) \leuten 36.75.17,574
POS 1 GIRO 2.68ft.3»0
iMU'^lae Petei de \ nes.
De .Mcern
Jthi>liatij'..-'loi,i\
Gerrit-Ja» B«i, Peter de Vries
l.eon van fe<;h. Dr D, Graven4eel
....................t..............I...........MIIIIIIMIIIIIIHMimtt................*
- Cjehele o( gècjÈeltelijke ovcntatne van ar-
tikeien uit dit verenJgjogsorgaan ts siechts.
toegcsta^ft na >;chrifielijke t<ie>itcniming van
<i« rö<iaktie.
In dit nummer
pag.
129
130
130
131/137
137
138
138/140
141
141
142/145
146/149
150
- Van het bestuur
-  Poppen tonen mode door de jaren heen
-  Diverse oproepen
-  Een pachtcontract uit 1585
- Vleutense Meesters
-  Knipselarchief
-  Gezicht op kasteel "de Haar"
-  Schenkingen/Aktie bedrijven
-  Ledenlijst
-  Herinneringen van Piet de Vries
-  Hagepreker (slot)
-  Agenda
Hltistratie voorpngm,.
't Hujs'te Voorn
ara vu re
tOSSK NUMMKKS f 7,50
-ocr page 48-
september 1983
130
werd al verondersteld: "op naar 1000 le-
den ?" Dat vraagteken haalt het be-
stuur weg, want met uw hulp zijn wij er-
van overtuigd, dat dat haalbaar is. Als
gezegd wordt "met uw hulp", dan be-
doelen wij daarmee: laat ons fraaie blad
eens in uw kennissenkring en aan buren
lezen; praat eens over de vereniging! De
weg naar de Historische Vereniging is
eenvoudig; een telefoontje naar mevr.
de Rooij is voldoende, de rest wordt dan
snel voor U geregeld. In bedrijven, in
wachtkamers kan ons blad bijv. op de
leesplank liggen. Zo zijn er legio moge-
lijkheden om uw vereniging meer be-
kendheid te geven.
Verzamelmappen
Onlangs zijn de verzamelmappen ge-
reed gekomen. Het heeft even geduurd,
maar het resultaat mag er zijn. In deze
mappen kunt U twee jaargangen opber-
gen, zodat de uitgaven van de vereni-
ging nu netjes geordend als een sierraad
voor het oog in uw kast kunnen staan.
Ook de in onze beginperiode uitgegeven
nummers met ringband kunnen hierin
opgeborgen worden. Diegenen die reeds
één of meerdere mappen bij ons hadden
besteld krijgen binnenkort bericht.
Meende U besteld te hebben, maar
hoort U niets, bel dan even met ons kon-
taktnummer: 03407 - 1483.
De fraaie verzamelmappen kunnen wij,
dankzij de gewaardeerde medewerking
van Industrial Plastics Europe BV,
Montageweg 34, Nieuwegein, voor een
scherpe prijs verkopen. Eén map kost U
f. 15,--. Twee exemplaren krijgt U voor
slechts f. 25,—. Wellicht een leuk idee als
Sinterklaascadeautje (daar zijn we dan
in ieder geval op tijd mee !)
Bestellingen graag telefonisch bij ons
kontaktadres. Ze zijn eveneens verkrijg-
baar bij Boekhandel Niek van Kooten,
Zandweg 137, De Meern.
Aittiviteiten
Wij noemden U reeds de geslaagde bra-
derie in Vleuten. Als deze regels U berei-
ken dan heeft inmiddels de voor onze le-
den georganiseerde rondvlucht boven
onze gemeente en wijde omgeving
plaatsgevonden. Deze rondvlucht orga-
niseerden wij speciaal ter gelegenheid
van het bereiken van het 500e lidmaat-
schap van onze vereniging. Een uitge-
breidere verslaggeving van deze speciale
vlucht per Fokker Friendship-Cityhop-
per zult U aantreffen in ons december-
nummer.
Ook dit najaar zullen wij weer een aan-
tal malen oude dorpsfilms vertonen in
De Meern en Haarzuilens. Speciale aan-
dacht vragen wij U voor dinsdag 4 okto-
ber a.s., wanneer wij deze films in het
kader van de feestelijke heropening van
"De Schalm" aldaar zullen vertonen.
Houdt U die avond vrij! Wij rekenen op
een grote opkomst.
In een speciaal kader wordt uw aan-
dacht gevraagd voor een in principe op
dinsdag 1 november a.s. te houden le-
zing over poppen in historisch kostuum,
door mevr. M. L. Dijker - Vapavoine
uit Leusden. Noteert U ook die avond ?
Het belooft een zeer boeiende en inte-
ressante avond te worden. Van alle akti-
viteiten zullen wij U ook via "De Brug"
en evt. d.m.v. raambiljetten op de hoog-
te houden.
Ten slotte zijn wij een lezing aan het
voorbereiden over "Oudenrijn".
Op dit moment kon nog geen definitieve
datum worden vastgesteld. Die datum
zullen wij in de pers doen publiceren.
Let U nog even op onze oproep elders in
dit blad.               i c u ..
J. Schutte, voorzitter.
Harmeien
In die bekendheid willen wij ook graag
Harmeien betrekken. Geschiedkundig
behoort die gemeente immers ook tot
ons werkingsgebied. Wij zouden het fijn
vinden als enthousiaste mensen uit Har-
melen ons willen helpen ook die plaatse-
lijke geschiedenis in relatie tot het
streekgebeuren te onderzoeken, en de
vereniging ook in Harmeien mee willen
helpen opzetten.
Poppen tonen mode
door de jaren heen
C)p dinsdagavond I novcniber a.s. om 20.00 uiii in Het Oude Raadhuis te Vleuten^
z;U mevrouw- M. Dijker- Papavoine een lezing houden voor ()n?e leden (nor de ont"
wikkcliniz \ an het kostuuni tn de iuop der eeuwcn. De/e causerie wordt verleven-
digd door hel "showen" van ee« groOt aantal poppen, die stuk voor StUk hoogte-
puntert venegeim'oordtgen uit dege$Cllkdenis van het kostuum geduretide bet tijd-
vak vanat het begitï van Ott2<i |»8rt«i3lU«]| tOt het jaar 1930.
U mag deze intiïrcssaftte kzia$ tiht «akseji, Wij rekenen op ecö grote opkomst.
Komt ü op tijd ?
Oproep
Is er onder onze leden iemand die, be-
roepsmatig of als hobby, de kunst van
het boekbinden beheerst en ons wil hel-
pen ?
Zijn medewerking wordt dringend inge-
roepen, ten behoeve van onze groeiende
bibliotheek.
Uw reaktie gaarne bij ons kontaktadres
(03407 - 1483).
Film-foto werkgroep
Voorts stellen wij het op prijs indien on-
ze leden c.q. verenigingen en (officiële)
instanties ons willen helpen aan ons te
melden wanneer er zich plaatselijke ge-
beurtenissen voordoen, die van ge-
schiekundige aard kunnen zijn, zoals
bijv. jubilia, zoveel jarig bestaan, etc.
Reakties s.v.p. aan Jan Fokker, School-
straat 70, Vleuten. Tel. 03407 - 1251;
Peter de vries, Maandenmakerslaan
142, De Meern. Tel 03406 - 4217.
Genealogische avond
Hoe autochtoon ben ik ?
Komt mijn familie uit deze streek of
zelfs uit één van onze drie dorpen ?
Wilt U dat weten ? Bent U het al aan het
navorsen, en wilt U de werkgroep gene-
alogie helpen ? Of bent U geinteresseerd
in genealogie ? Dan bent U, na telefoni-
sche aanmelding, van harte welkom, op
onze eerste contact-avond, te houden
op, maandagavond 17 oktober a.s. om
20.00 uur bij Nel de Rooij, 't Zand 1,
3451 GP Vleuten. Tel. 03407 - 1483.
Japon omstreeks 1450
-ocr page 49-
september 1983
131
Uit het archief van het huis Voorn
Een pachtcontract uit 1585
Het Huis te Voorn bij Utrecht in het midden
van de 17e eeuw geschilderd door een onbe-
kende Nederlandse Meester.
(Copyright Centraal Museum Utrecht)
Zijn erfgename en leenvolgster was zijn
zuster Hillegond Taets van Voorn, die
reeds op 11 Februari 1497 als zodanig
door het kapittel werd erkend. Zij was
eerst getrouwd met Johan Utenham, die
in 1497 overleed; dit huwelijk bleef kin-
derloos. Uit haar tweede huwelijk, met
Zweder van Zuylen, werden wèl kinde-
ren geboren.
door
Dr D. W. Gravendeel
In een latere acte, van 23 Januari 1537,
werd bepaald dat na de dood van Hille-
gond, het goed moest komen aan de fa-
milie de Wael van Vronesteijn en wel
aan Willem, zoon van Lubbert de Wael
van Vronesteijn en Marij van Raep-
horst, Lubbert, zoon van Adriaen van
Zuijdoert en Alijdt de Wael van Vrone-
steijn en Janna, dochter van Willem de
Wael van Vronesteijn; de laatste moest
Enige tijd geleden kreeg de werkgroep Ridderhofsteden van onze vereniging van de
tegenwoordige eigenaar en bewoner van het huis Voorn, de heer J. A. F. van Seu-
meren, welwillend te leen het gehele huisarchief, ter inzage en bestudering. Dit ar-
chiefomvat enkele honderden stukken, die tesamen een periode bestrijken van 1499
tot in de recente tijd.
Het spreekt vanzelf dat een gedegen studie van dit materiaal veel tijd zal vergen. Het
is namelijk de bedoeling over het huis Voorn een zo uitgebreid mogelijke verhande-
ling samen te stellen en wel omdat juist deze ridderhofstad zich daartoe zo bij uit-
stek leent: er zijn nog zichtbare resten, er zijn vrij veel afbeeldingen van het kasteel
in welstand, er is in het recente verleden archeologisch onderzoek gedaan en ten-
slotte is er dan het uitgebreide huisarchief.
Het huis Voorn was een leen van het Kapittel van Oudmunster te Utrecht en boven-
genoemd archief bevat vele acten van leenverheffing. Steeds als een bezitter was
overleden of anderszins van zijn bezit afstand deed, moest het goed worden "opge-
dragen" aan het kapittel, waarop de proost en diens leenmannen het wederom aan
erfgenaam of opvolger tegen "huldinge ende eedt" in leen teruggaven.
Het is niet de bedoeling hier een uiteenzetting te geven over het leenstelsel en even-
min om vooruit te lopen op de boven aangekondigde "gedegen studie" van het
huisarchief. Wèl lijkt het aardig één van de eerste acten er alvast uit te lichten en die
als een voorproefje hier wat nader te beschouwen.
Inleiding
Ter nadere oriëntatie eerst het volgende.
Op 22 December 1456 werd met het huis
Voorn beleend Zweder Taets van
Voorn, na het kinderloos overlijden van
zijn broer Gerrit. Deze Zweder was - in
tweede echt - gehuwd met Hadewig van
der Mye; uit dit huwelijk sproten drie
kinderen: Gerrit, Hillegond en Elisa-
beth. De laatste werd abdis in het kloos-
ter Mariëndaal.
Toen Zweder in 1475 overleed werd
zijn, toen nog onmondige, zoon Gerrit
zijn leenvolger. De laatste bleef Heer
van Voorn tot hij in 1497 overleed.
-ocr page 50-
september 1983
132
worden uitgekocht en de beide anderen
moesten tot overeenstemming komen
"tot dien eynde dat die alinge goederen
{—
het geheel) voersz. zullen op een van
dese twee voersz. personen ofte hoeren
erven comen ende bliven als een geheel en
ongesplit leen".
Hillegond, die in 1547 overleed, stelde
nog tijdens haar leven zélf orde op za-
ken want op 8 Juni 1546 verscheen voor
Michael van Enckevoirt "proest (proest
= proost, van het latijnse propositus =
voorzitter van een kapittel van kanunni-
ken) van Oudmunster t'Utrecht" en zijn
leenmannen "juffrouw Hildegundt
Zwedersdochter van Voorn".
Zij droeg hen op "mit hoeren vrijen
moetwille, die hoffstede mitter huysinge,
duyffhuys, boemgaerden, molen ende
manscap
(= manschap = leenplicht of
ook wel betaling door de leenman aan
de leenheer) te Voern, mit allen hoeren
toebehoeren, ende mit eenre halve hoeve
(1 hoeve = 16 morgen; 1 Stichtse mor-
gen is 0,85 ha, zodat het hier gaat om 6,8
ha) lants, zoe die van outs daerby gelegen
is, mitten dagelicxen gerechte
(= rechter-
lijk gezag), thijns (= pacht) ende thiende
(= tiende deel van de opbrengst) zoe die
gelegen is by der stadt Utrecht, endejof-
frou Hillegundt die hier voertyts aange-
comen ende bestorven zyn by dode
Gherits van Voorn Zwederszoon, hoeren
brueder zaliger gedachten.
Ende mede zoe droech zy op ende gaff
over alle alsulcke recht als zy heeft aen
vier margen
(= 3,4 ha) lants geheten die
Nesse, 't gerecht, thyns ende thiende, ge-
legen in den kerspel
(= parochie) van
Vleuten".
Vervolgens beleenden de proost en zijn
leenmannen Lubbert Adriaenszoon van
Zuydoert met de bovengenoemde goe-
deren. Deze Lubbert was nog "onmun-
dich",
weshalve voor hem "manscap,
huldt ende eedt"
werd gedaaan door zijn
vader Adriaen van Zuydoert. In een ac-
te van 12 Juni 1581 is sprake van "Jonc-
heer Lubbert van Parys van Sudoort,bor-
gemeyster der stadt Utrecht",
wat op het
punt van zijn "mondigheid" op dèt tijd-
stip als onze twijfels zeker wegneemt.
Het pachtcontract
Wij weten nu hoe Lubbert aan zijn bezit
kwam en we willen ook wel eens zien
wat hij ermee deed. Het antwoord daar-
op wordt ten dele gegeven door het bo-
ven aangekondigde "voorproefje".
Dat voorproefje is een stuk perkament
waarin zelfs een niet al te mager persoon
zich nog decent zou kunnen kleden; het
meet 69 x 67 cm en het is vol beschreven.
De acte is gedateerd "den twee ende
twyntichsten Septembris Anno XV hon-
'^■^
^■i
^^si-^^^^f:
•-«gs
I
H-
ver gebruycke ende bewoene".
B "Die profyten van den Voornschen
Dam voorsz.".
De pachtsom per jaar voor A en B tesa-
men bestond uit: "vierendetwyntich key-
ser karolus gulden van twyntich stuvers
brabants 't stuck, drie volffertige
(= vol-
vette ) goede pachtcapoenen ( door de
pachter opgebrachte capoenen; een ka-
poen is een gecastreerde haan, bestemd
om vetgemest te worden) off sess stuvers
voor elcken capoen tot kuer
(= naar keu-
ze) van den voorsz. grontheer, sesspondt
meyssche botter, een ton
( = ca 2,4 hl)
peeren, sess mengelen ( = 2 pinten = ca
1,2 liter) zoetemelck ende twee ende dar-
tich henneneyeren".
Ook de wijze van betaling werd precies
voorgeschreven: "die een helft van den
gelde mit alle die capoenen voorsz. 't Sun-
te Maertens dage in den wynter
( = 11
November) ende dander helft 't Sunte
Peters dage ad cathedram
( = 22 Febru-
ari), die botter in den Mey, die eyeren te
Paeschen, die peeren ende zoetemelck tot
gelegender tyt".
C "Alle dat hogelandt toebehorende aen
der huysinge ende hofstadt tot Voorn,
alsoe groot ende cleyn alse dat selve
landt aldaer vanouts gelegen is".
dert vyff ende tachtich stilo antiquo".
Men rekende in dit geval dus nog vol-
gens de oude Juliaanse kalender hoewel
de Nederlanden in 1583 op de nieuwe
Gregoriaanse kalender waren overge-
gaan. Volgens de nieuwe - tevens onze -
tijdrekening zou genoemde datum 2
October moeten zijn.
Het stuk is een pachtcontract; de pacht
zal ingaan op "Sunte Peters dage adca-
thedram
( = 22 Februari) anno XV hon-
dert seven ende tachtich naestcomende"
en het is dus opgemaakt ruimschoots op
tijd vóór de ingang van de volgende
pachtperiode van negen jaar.
De pachters zijn "Jan Petersz., woenen-
de op ten Voornschen Dam gelegen by den
huyse ende goet tot Voorn, principaell,
ende Gherridt Henricxz., woenende aen
den Ouden Ryn, als borch voor Jan Peters
gelyck myn selffs saecke ende schuit ende
mede principael ende een voor al".
Zij "belyen ende bekennen mits desen
voor ons ende onsen erffgenamen in pacht
ende huerweren
(= huurrecht) on/van^e/i
te hebben van den Edelen erentsesten (=
gestrenge) ende vromen Joncheer Lubbert
van Parys van Suydoort ende zynen erff-
genamen"
de volgende objecten:
A "Die huysinge ende hofstede gelegen
bij den huyse van Voorn voorsz. ende
ick. Jan Petersz. voorsz., nu ter tyt sel-
-ocr page 51-
133
september 1983
aen zynen erffgenamen, omme haerl. vry-
en wille daer mede te doen, onbecroont
( = onverhinderd) van yemant ende son-
der ons Jan Petersz. ende Gherridt Hen-
ricxz. alsdan enygelanger voorhuer, nae-
huer, bruyckweer, vaechbeterschap-
rechts off toeseggens meer daeraen te
mogen pretenderen te hebben in enyger-
wys".
Er was dus nog geen sprake van
pachtbescherming.
Wanneer de verplichtingen niet zouden
worden nagekomen zou de zaak in het
uiterste geval worden voorgelegd aan
"den Hove provinciael te Utrecht".
Verplichtingen
Er was voorts nog een 10-tal verplichtin-
gen,
waaraan de pachters zich dienden
te onderwerpen, waarvan vooral de
laatste menig grondbezitter-verpachter
het water in de mond zal doen komen:
1  De pachters "zeilen gehouden zyn alle
dat hogelandt ofte boulandt te gebruy-
cken ende bauwen tot des lank eerbaer,
gelyck men al zulcken landt behoort te
gebruycken ende te bauwen ende 't selffde
landt mede haenenen mit granen, mes-
schen {—
mesten) ende zomervagen (=
braak laten liggen) als dat behoort".
De pachters zullen gehouden weesen
alle dat hout 't welck op die hofstadt van
Voorn ende in die boomgaerden, behoren-
de aen den huyse van Voorn, omgehouden
( omgehakt) zal worden ende van de
wynt omwayen zal mogen, den voorsz.
onsen grontheer, dese voorsz. jaeren
lanck gedurende, mit die wagen tot zynen
huyse te brengen, ende oock het dorre
hout uut te houden
( = uit te hakken) en-
de anderehant te hanteren
( = klein te
maken) ende te doven".
Hiervoor bestond de pachtsom per jaar
uit: "hondert ende veertich karolus gul-
den paeyements
(= betaling), twe mud
goede hoochlantse haeneren
(zie noot),
eenen goeden vetten weer ( = ram) ofte
hamel
( = gecastreerd mannelijk
schaap) off vier gulden daervoor, noch
een goet vet lam off derhalve
( = derde-
halve = twee en een halve) gulden daer-
voor, sesthien goede pachtcapoenen off
sess stuvers voor elcken capoen al tot
kuer van den grontheer voorsz., tweehon-
dert goede henneneyeren".
D "Die weyde van den essboemgaerdt
mitsgaders noch een campken ( = ak-
kertje) weylants gelegen theynden ( =
aan het eind) aen den voorsz. essboom-
gaerdt, mede toebehorende aen der
hofstadt ende goet tot Voorn, welcke
voorsz. perchelen van landen ende goe-
deren ick Jan Petersz. ende Cornelis
Gerritsz. laetste in pacht gehadt heb-
ben".
De pachtsom per jaar voor "het bewey-
den ende gebruyck van den essboom-
gaerdt mitsgaders voor het beweyden van
't voorsz. campken weylants"
was: thien
karolus gulden mit noch twe goede pacht-
capoenen off sess stuvers voor 't stuck tot
optie ende kuer
(= tot voorkeur en keus)
alsvoren, noch twaelff pont goede meys-
sche botter ende sess mengelen schape-
wrongeir.
De betaling der pachtsommen voor C
en D diende te geschieden: "die een helft
van den gelde mit alle die capoenen ende
haener voorsz. 't Sunte Maertens dage in
den wynter ende dander helft 't Sunte Pe-
ters dage ad cathedram, het lam ende
eyeren the Paeschen, die botter in den
Mey, den vetten weer ofte hamel in den
herfst, die schapewrongel 't Sunt Jans-
misse te midsomer
( = 20 Juni).
E "Sess mergen ( = 5,1 ha) hoochlants
alse die gelegen zyn aen den Ouden
Ryn onder den gerechte van Vlueten,
strecken uut Heycoper Vliet tot die
Steech van Voorn, eertyts toebehoort
hebbende den convente van 't Sunte
Sophia van Constantinopolen Carthu-
sers ordens, ende Cornelis Gerritsz.
laetste gebruyct heeft".
Per jaar was de pachtsom: "veertich ka-
rolus gulden, sess goede volffertigepacht-
capoenen off sess stuvers voor elcke ca-
poen tot optie ende kuer alsvoren, een
mud goede hoochlantsche haeneren ende
een kan goede vette room, te betalen die
een helft van den gelde mit alle die capoe-
nen ende haner voorsz. 't Sunte Maertens
dage in den wynter ende dander helft van
den gelde 't Sunte Peters dage ad cathe-
dram, die vette room in de Mey".
De grondheer behield aan zich "het
principaele huys ende hofstadt van Voorn
mit allen zynen toebehoren, mitsgaders
die weyde van den duyffhuysboomgaer-
den leggende ende behorende aen de hof-
stadt ende huys tot Voorn, ende daertoe
noch die Voornsche Stege van voren tot
achteren, mede behorende aen 't huys en-
de goet tot Voorn".
Ook "zei die voorsz. grontheer tot zynen
believen mogen bepoten mit opgaende bo-
men ende hout ende knootwilligen aen de
slootcanten, gelegen ende behorende aen
alle het hogelandt, baulandt ende boom-
gaerden, behorende aen den huyse ende
goet van Voorn voorsz.".
Behalve het aan de pachters toegedach-
te rijshout was de grondheer tevens "aen
hem selven behoudende alle dat gewasch
van alle die ander bepotinge ende opgaen-
de wasschende houdt, staende om 't huys
ende hofstadt tot Voorn ende om alle
boomgaerden voorsz. ende op 't voorsey-
de landt".
Het contante gedeelte van de pachtsom
moest in "vry geit" ( = geld waarop
niets gekort wordt) worden voldaan;
van korting kon slechts sprake zijn inge-
val van "oerloch, wayen ende inbreek van
dycken".
De pachters betaalden "alle
den oncost, ongelde ende onrade
( = on-
kosten, schaden) ende mede den thins uu-
ten voorsz. landen gaende".
Indien de
pachters de grond niet naar behoren
zouden bewerken, dan moesten zij hun
grondheer "verstoringe ( = vergoeding)
daervoor doen".
Aan het einde van de pachttermijn "soe
compt dese voorsz. huysinge, hofstede,
landt, boomgaerdt, bepotinge daerop
staende, ende mit alle betuyninge ende
beheyninge
( = omheiningen) ende mit
allen haeren toebehoren wederomme vry
ende losse aen den voorn, grontheer ofte
"CKt
|i«4>ettM.^»» )»"«« »»
o
5
iO
,xs?
^OCjCfv*'.
^
k-VJ, ^<W:»«>SL
i£^~fr-^P^tó. nV>^%.JÏf>^-;t |!L2t7^^t, i.-.«^vj
o*
n.
"2.               >
f—~^^f*>^j
,é ^- -^
■'WcC-iT» i~
■>*.»»
V "k ! J -r ^C -fi^en W*^ <, -«tli
-ocr page 52-
september 1983
134
zyne woenstede te commen halen ende op-
ten voorsz. huyse te brengen, ende alsdan
zeilen wy hem opten zelffden dach tot on-
sen coste geven grove spyse
(een stevig
maal), te weten runtvleysch, gerooct-
vleysch ende een ham, voorts mede een
goede tonne biers, botter, kaes, broot,
vette room ende schapewrongel, tot wes
tyde van den jaere de voorsz. grontheer
gelieve zal uutgehaelt te zyn".
De"Uuthael"
Het is niet waarschijnlijk dat Lubbert,
die in de jaren 1577 tot 1586 afwisselend
schepen en burgemeester van Utrecht
was, het gehele jaar door op Voorn
woonde. Met "zyne woenstede" zal wel
zijn huis in de stad zijn bedoeld. Deze
veronderstelling wordt des te waar-
schijnlijker door de wetenschap dat op
23 December 1603 notaris Joannis
Antony Wtenwael het testament op-
Naar het dagje van de "uuthaeP' werd
door elk van de gezinsleden ieder op zijn
eigen wijze uitgezien. Lubbert vlaste op
zijn "goede tonne biers" en Margriet kon
zich weer eens echt als kasteelvrouwe la-
ten verwennen, maar ook zoon Johan
had zo zijn bijzondere reden om met
graagte het goed Voorn te bezoeken.
Daarvoor kwam hij met genoegen over
uit Leiden waar hij zich op 31 Mei 1583
had laten inschrijven als student in de
Letteren aan de nog jonge Universiteit.
Johan's reden heette Margriete, zij was
de dochter van zijn vader's pachter op
Voorn en het ging niet om een vluchtige
romance want Johan trouwde, tegen de
wil zijner ouders, zijn geliefde; hij was
toen nog student.
De route van huis naar bui-
tengoed
Nummer 10 van de lijst van verplichtin-
3  De pachters "zeilen gehouden weesen
alle die binnen ende buyten sloten, gele-
gen aen alle het baulandt ende hogelandt
behorende aen den huyse ende hofstadt
tot Voorn, mitsgaders die slote ofte grafte
van het campken weylants gaende verby
den essboomgaert tot in den Oude Ryn
toe, mede behorende aen het goet ende
den huyse van Voorn, ende oock mede die
slote gelegen aen die Steege van Voorn
gaende ende streckende nae Vluetenre-
wech toe totten zande toe
( = tot op het
zand) uut te doen graven in zulcker wyte,
breete ende lengte als die selve sloten van
outs gegraven zyn geweest".
4  De pachters "zeilen oock gehouden
weesen die endtsen
( = jonge bomen),
staende in den esboomgaert, mitsgaders
het baulandt ende hofstede, te betuynen
ende te beheynden".
5  De pachters "zeilen gehouden weesen
den Ouden Ryn uut alle schade van ban-
werck
( = verplichte arbeid waartoe de
schout de ingezetenen bant of oproept,
werk aan dijken e.d. dat gerechtelijk ge-
schouwd wordt) te houden alsoe lange
ende verre als die huysinge, hofstede ende
landt voorsz. streckende is".
6  De pachters "zeilen nyet meer dan die
helfte van die ryse
( = rijshout) hebben
die daer wasschende is optie knootwilli-
gen staende in het campken weylants"
en
er mag pas geknot worden als het rijs-
hout drie jaar oud is.
7  De pachters mogen het gehuurde niet
aan iemand anders "brengen noch voort-
verhueren dan by des voorsz. joncheer
Lubberts expresse belieffenisse, wil ende
consent"
en zij moeten "de huysinge on-
derhouden, want gaeff, dackdicht, veyn-
sterdicht ende glaesdicht"
en voor hun
kosten zijn ook "allen anderen repara-
tiën, uutgesondert nyeuwe wercken".
8  De pachters "zeilen oock gehouden
zyn alle die bomen, staende op de voorsz.
hofstede, alle twejaeren eens off te leggen
( = af te leggen) ende wederomme vers-
sche eerde daeraen te brengen".
9  De pachters "zeilen gehouden zyn 't
voorsz. landt ende goet altyt te verbeteren
ende nyet verargeren, gelyck goede huer-
luyden schuldich zyn ende behoren te
doen, ende 't baulandt ten eynde der huer-
jaeren voorsz. op te leveren in al zulcker
voege als nae baumans recht bevonden zal
worden te behoren".
10 "Noch mede zeilen ickJan Petersz. en-
de Gherridt Henricxz. voorsz. gehouden
weesen den voorsz. onsen grontheer eens
desjaers, de se voorsz. negen jaeren lanck
geduerende, tot onsen coste mit twe wa-
gens volcx
(= met twee wagens volk) van
*-ti %k^
n *•■
■V. //^^
Getekend bij Gheridt Hendricksz.
gen was niet alleen bedoeld om nog een
extra voordeeltje in de wacht te slepen.
We moeten het veeleer zien als een jaar-
lijkse "hulde" aan de grondheer ter be-
vestiging van zijn "heerlijke" rechten,
en dat mocht ook de buitenwereld best
weten; vandaar dat het gezelschap, in-
clusief de twee wagens met volk, de stad
Utrecht zeker niet langs een onopvallen-
de weg en via een achterpoortje zal heb-
ben verlaten.
Binnen de stad voerde de route van de
Plompetorengracht, via Witte vrouwen-
straat. Voorstraat, Potterstraat, Lange
Viestraat, langs het kasteel Vredenburg,
naar de Catharijnepoort.
Buiten die poort liet men de Daalseweg
(de oude weg naar Amsterdam) rechts
liggen. Vervolgens kon men kiezen tus-
maakt van Lubbert van Parys van Zu-
doert en zijn vrouw Margriet van Ave-
zaet te Utrecht "ten huyse der testateu-
ren staende aen de nyeuw Graft by den
Plompentoren".
Een pikante bijzonderheid is dat in het
testament weliswaar wordt gesproken
van joncheer Lubbert en Jonkvrauw
Margriet, maar dat Booth ons weet te
melden dat Lubbert trouwde met zijn
"dienstmaecht" Margriete van Avezaet,
vulgo ( = gewoonlijk genaamd) "de
swarte Griet" \
Zeker in de zomer vertoefde de familie
op het kasteel, maar ook in het jachtsei-
zoen zal Lubbert er vaak te vinden zijn
geweest want hij wordt vermeld op de
lijst van riddermatigen die in Utrecht
jagen mochten; bij die laatste bezigheid
zullen zijn pachters en hun knechts hem
wel als drijver behulpzaam zijn geweest.
-ocr page 53-
135
september 1983
licht beter gezegd vermoedelijke situe-
ring van de verschillende genoemde
aardrijkskundige namen. Om die nader
te kunnen plaatsen kan een kaartje van
dienst zijn, eveneens behorende tot het
in de aanvang genoemde huisarchief.
Het is gedateerd 9 Juni 1554 en het geeft
dus de toestand weereen dertigtal jaren
vóór de opstelling van ons pachtcon-
tract. (kaart 2). Qua papiersoort en
handschrift stamt de kaart zélf niet uit
1554; er moet dus sprake zijn van een
copie of wellicht van een reconstructie
van een eertijdse toestand. De hier en
daar opgegeven maten, in roeden, klop-
pen met de werkelijkheid. Peter Baers
was, althans in 1581, de pachter van de
Heren van Sint Marie, maar ""Jan Jam
op de Wijck""
moet toch een verschrij-
ving zijn; de man werd genoemd ""Jan
Janz op die WielF",
naar de Wiel-boom-
gaard die daar lag langs de Rijn. Het
lijkt dus verstandig de kaart met enige
reserve te hanteren.
""Steege van Voorn"",
In de eerste plaats dan de ""Steege van
Voorn"",
ook wel genaamd ""Voornsche
Steghe""
of ""Voornsche Wech"". Deze
liep, noordelijk van de Rijn, door of
langs de Wiel-boomgaard, langs het
huis Voorn en kwam bij de Driesprong
uit op de zogenaamde ""Achterweg""
naar Vleuten (nu Groenedijk - Hoge-
weide).
De weg was eigendom van de heren van
Voorn (zij waren er tenminste ""altyt ge-
bruiker ende possesser""
van) en dit leid-
de in het verleden meermalen tot ge-
schillen met de heren van het kapittel
van Sint Marie, wier eigendommen (de
~> «.AV»^
\
sen de Vleutenseweg langs de Vleutense-
vaart en de oude weg die min of meer
langs de Oude Rijn liep (de Leidsche
Rijn tussen oog in Al en de Smakelaars-
brug werd pas in 1665 gegraven). De
eerste zou een omweg hebben betekend
en men nam daarom de laatste, die zich
splitste op het punt waar het in 1545 ge-
graven verbindingskanaal (ook al weer
Oude Rijn geheten en nu lopende langs
de Billitonkade) tussen Vleutensevaart
en Oude Rijn in de laatste uitmondde.
Vandaar (dus bij het tegenwoordige
Oog in Al) liep een weg rechtdoor, onge-
veer in de richting van de nu bestaande
Everard Meijsterlaan. Dit was de Hee-
reweg, ook wel genoemd Groenendijk
of Achterweg; hij kwam uit op de Hoge-
Getekend bij Jan Petersz.
weidseweg (nu Hogeweide). Linksaf, en
bij de Driesprong weer linksaf gaande,
kwam men bij de Voornse Steeg.
Bij de bovengenoemde splitsing kon
men echter ook de Rijn verder volgen
waardoor men eveneens op de Voorse
Steeg uitkwam.
Op kaart 1 is getracht de loop van wate-
ren en wegen weer te geven zoals die in
1585 ongeveer moet zijn geweest.
De situering van de verschil-
lende objecten
Misschien bestaat er bij de lezer enige
nieuwsgierigheid naar de juiste, of wel-
-ocr page 54-
september 1983
136
. tft,f^»t
w
^NJ.
N.
/i -■//;•
/ - M-
'^\
^ h
j., ^/
-N >
^ II
J//yi!
''' V ,
/
't
"
«^
^'^
»
i
1
K^
.i
.'' J'l
Ir
,,p^; »** /
r*^\
>'
%:
tv
,.^ y
**
■*
<•/<■(. 1*'
,/-'•'
■■a^-
:0^''
"'i»
fA-^y
, wt^
van 1546 genoemde "Nesse". Het zou
dan op de kaart begrensd worden ten
noorden door de "oude" Oude Rijn en
ten zuiden door de Leidsche Rijn (op de
kaart "den ouden Rijn") en zodoende
een uitstekende, driehoekige punt vor-
men (nesse = landtong, landneus; verg.
het Franse: nez = neus).
" essboomgaert" campken weylants"
De "essboomgaert" en het "campken
wylants"
(D), waarvan de "slote ofte
grafte"
tot "in den Ouden Ryn toe"
loopt, vinden we in de uiterste rechter
punt. De esboomgaard ligt nu onder de
rijksweg.
"hoochlant"
Het "hoochlant" (E), dat eertijds aan de
Karthuizers behoorde, zullen we moe-
ten zien in de strook links op de kaart,
met onderin het kleine huisje; dat laatste
kan van Gerrit Hendriks zijn geweest.
Wèl moeten we dan de Heycoper Vliet
identiek stellen met de Leidsche Rijn,
maar dat lijkt niet geheel verboden.
Overigens was dit "hoochlant" geen
leengoed maar "vry eigen goed".
landen en de boerderij Strijland) er ten
noorden van lagen.
" Voornsche Dam"
De "Voornsche Dam" (B) moet niet ver-
ward worden met de in 1546 door keizer
Maximiliaan bij ordonnantie in het
vooruitzicht gestelde en in 1564 aange-
legde dam (de Stadsdam) in de Leidsche
Rijn. Over de laatste had de heer van
Voorn niets te zeggen; hij was in eigen-
dom en onderhoud bij de stad Utrecht.
Onze dam lag niet ten zuiden maar ten
noorden van het huis Voorn en vormde
de toegangsweg van de Voornsche Steeg
naar het slot, eerst als dam of brug over
de "echte" Oude Rijn en vervolgens als -
vermoedelijk met notebomen beplantte
- oprit.
De profijten waar Jan Peters en Gerrit
Hendriks op uit waren, zullen die noten
zijn geweest. Ook "woende" Jan dus
niet letterlijk "op" maar "bij" de Dam.
"hogelandt"
Het "Hogelandt (C) toebehorende aen
der huysinge ende hofstadt tot Voorn"
is
wellicht identiek aan de in de leenacte
Het werd, in het testament van 1603,
niet aan Johan vermaakt maar aan
diens dochter Maria, als late straf voor
zijn eigenzinnige huwelijk en wel op spe-
ciale aandrang van "swarte Griet" nota-
bene.
Tenslotte wordt het stuk natuurlijk
plechtig ondertekend en wel letterlijk,
want "sonder arch ( = te goeder trouw)
des 't oerconde hebben wy Jan Petersz.
ende Gherridt Hendricxz. voorsz. dit elck
onderteyckent mit ons sellfs hant, ende
tot meerder seeckerheyt hebben wy gebe-
den Marten Jansz. Uutenrewaell desen
brie f f over ons te besegelen mit synen se-
gel, want wy op dese tyt selver geen segel
en hebben, 't welck ick Marten Jansz.
voorsz., ter bede als boven, geern gedaen
heb".
geteykent by Jan Petersz. voorsz.
geteykent by Gheridt Hendricksz.
voorsz.
my present M Jans Uute.
De beide pachters verloochenen hun
stiel niet en tekenen beiden met een
-ocr page 55-
september 1983
137
ver" moet betekenen. Hanenhaver (ha-
vercoren, hanencoren, hanecoren,
haencorn) is voeder voor haan en kip-
pen, maar gold vroeger ook als een heel
gewoon betaalmiddel bij het pachten
van heerlijke landerijen. Ook heeft het
woord "mud" of "mudde" op zichzelf,
behalve de betekenis van een inhouds-
maat (vooral van graan) ook die van
grondrente (in graan te voldoen) en ten-
slotte is een mud ook een landmaat: zo-
veel land als met een mud zaad bezaaid
kan worden, 40 aren.
Al met al lijkt het veilig "haeneren" te
vertalen met graan en "haenenen" met
"bezaaien".
soort mestvork. Zij konden blijkbaar
beter "bauwen" en "messchen" dan
schrijven.
Het zegel dat aan de acte gehangen
heeft, is helaas verloren gegaan.
Noot: Zoals boven beloofd moet nog
even ingegaan worden op de betekenis
van "twe mud goede hoochlantse haene-
ren"
en het "haenenen" van het land
"mit granen". De woorden komen niet
voor in het Middel-Nederlandsch
Handwoordenboek van Veradm, maar
H. Prudon, om raad gevraagd, achtte
het wel duidelijk dat we te maken moe-
ten hebben met een vorm die "hanenha-
Verantwoording:
Het archief yan het huis Voorn in het
bezit van J. A. F. van Seumeren.
Jhr Mr E.B.F.F. Wittert van Hoogland:
Bijdragen tot de Geschiedenis
der Utrechtsche Ridderhofsteden
en Heerlijkheden: Voorn 1909.
Gemeentearchief Utrecht:
Notarieel Archief U 006 b 002.
Rijksarchief Utrecht:
Collectie Booth, deell O blz. 1071.
Drs M. N. Acket:
Een merkwaardige kaart van
Utrecht en omgeving. Jaarboekje
van "Oud-Utrecht" 1931.
H. Prudon s. j.:
Opbouwende kritiek en goede
raad.
Universiteit Leiden:
Album Studiosorum.
##
''Vleutense Meesters
Eén van de bekenste 'Vleutense mees-
ters' is ongetwijfeld Jac. Graafland,
op vele plaatsen in het dorp kom je de
schilderijen tegen van de mooie plek-
jes uit het oude dorp. Hij is zeker de
enige niet, ook bijvoorbeeld J. Hoogen-
doorn heeft leuke schilderijen of teke-
ningen gemaakt. Zeker is dat er meer
geschilderd en getekend is. Zeker is dat
dat ook in de Meern en Haarzuilens op
doek en papier veel vereeuwigd is.
Zeker is dat ook op andere wijze veel is
vastgelegd uit de historie van de ge-
meente. Een nieuwe rubriek in dit blad,
de redaktie wacht op uw reaktie.
I
-ocr page 56-
138
september 1983
KNIPSELARCHIEF
Geregeld verschijnen er in de krant en
tijdschrift artikelen die direkt of indi-
rekt wat met onze gemeente te maken
hebben. Direkt is duidelijk, meestal zijn
het gebeurtenissen die beschreven wor-
den, indirekt zijn het b.v. artikelen over
oude munten, Romeinen in Nederland
enz. Belangrijk om te bewaren. Artike-
len over Vleuten, De Meern en Haarzui-
lens verschijnen er al jarenlang. Voor
het schrijven van stukken in dit blad,
voor het streekmuseum voor het onder-
zoek van de werkgroepen willen wij
zoveel mogelijk knipsels in één archief
onderbrengen.
U heeft knipsels, U heeft vragen hierover,
bel Paul Wieman of de redaktie, 03406 -
1878 of 03407 - 2871.
KASTEEL .i')E
"-m:
3^
Gezicht op kasteel De Haar
Op de middenpagina's treft u een luchtfoto aan van het kasteel De Haar. Rechts naast de foto staat het gedicht 'De Echo' afge-
drukt, maar allereerst een "Historische Aanteekening".
HISTORISCHE AANTEEKENING.
De schilderachtige ruïne of bouwvallen van
het aloude huis of de ridder-hofstad de Haer
zijn te zien in het westelijk gedeelte der pro-
vincie Utrecht, ten noorden van het gehucht
de Haar-Zuilens, op '/j uur afstand van het
dorp Vleuten, en 1 uur van het dorp Kocken-
gen. (I) De meeste oudheidkundige schrijvers
zeggen, dat het kasteel de Haer gebouwd werd
in 1162 of daar omstreeks. Als zijn stichter
wordt genoemd Godschalk, broeder van
den, in de geschiedenis van graaf F L O RI S V
bekenden Herman, heer van Woerden,
wiens naam en bedrijf ook in V o n d e 1 s treur-
spel Gijsbrecht van Aemstel ,gelijk in
het treffelijk werkje: Gijsbrecht van
Aemstel, enz. van J. t e r Gouw, Amst.
1861, vermeld zijn. Het slot en zijne omgeving
verbleef in dat geslacht tot in de eerste helft
der I5de eeuw, en kwam toen aan andere ei-
genaars. In 1542 behoorde het, volgens den
geschiedschrijver M a 11 h e u s, aan Dirk van
Z u ij 1 e n, en werd toen door den stadhouder
van Holland, Jozef Lalaing, belegerd en
verbrand,uit weêrwraak voor het vermeeste-
ren van Vianen door de Utrechtschen, onder
hunnen bisschop D a v i d van B o u r g o n-
d i e, die met de Hollanders in oorlog was,
naar de wonderlijke zeden van dien goeden
ouden tijd,toen geestelijke heeren zoowel het
zwaard hanteerden als die andere kleine dwin-
gelanden, tegen wie zij gestadig in het harnas
stonden. - In 1672 en 1673 werd het kasteel
door de Franschen onder LodewijkXIVen
zijn maarschalk Luxemburg verwoest.
Toen werden de groote bekiuisde kelders van
het slot tot gevangenis gebruikt. Zooals de
ruïne 't nog doen zien, was dit slot voorheen
een wijdluftig en zwaar gebouw, prijkende
met 2 ronde en 2 vierkante torens. Het bleef
sedert in eigendom van het geslacht van Z u ij-
1 e n van N ij e v e 11, en wel van den roomsch
katholieken tak dier familie, waarvan thans
nog afstammelingen te Brugge wonen. In de
eerste helft der vorige eeuw kwam het kasteel
allengs meer in verval; geraakte onbewoond,
en verviel langzamerhand tot den staat, waar-
in de overblijfselen tegenwoordig worden ge-
zien. Van de bouwvallen of ruïne der voorma-
lige ridder-hofstad de Haer bestaan verschei-
dene afbeeldingen, zoo in plaat als op paneel;
en nog menigwerf houdt deze ruïne - welke
eene der fraaiste in onze gewesten is - ook om
het landschap waarin zij is gelegen, het tee-
kenstift beminnaars van dit genre van teeken-
studien en van natuurschoon bezig. Of de
merkwaardige echo, die, eenige jaren geleden,
door den schrijver van dit opstel, aan den
noordkant der ruïne werd gehoord,daar te-
genwoordig (1861) nog aanwezig is, kan hij
niet verzekeren. Ten slotte zij vermeld, dat zij
hem aanleiding gaf tot het vervaardigen der
vorenstaande versregelen. Het behoeft dus
niet gezegd, dat zoowel hetgeen daarin voor-
komt van de overlevering naar een oud volks-
verhaal, als de fabel van den boozen ridder,
wiens persoon vast nooit bestaan heeft, be-
hoort tot de romantische verdichting; en al-
leen gediend heeft, om hetgeen de fantazie
nopens die echo ontwierp, in zeker cadre te
zetten.
-ocr page 57-
imi
ilj
.h
^^ifC^M
*5f€0
^*
'--^X^rS^
\S2tJ\
'i-jn:**-
■4,\-----
~1
^*' 'W
^-
'^.if
-ocr page 58-
■m
DE ECHO VAN HET HUIS TER HAAR.
naar eene sage uit den tijd der
kruistogten.
Een graauwe mist had bosch en veld
Gehuld in neev'lig donker;
Naauw wist men, langs welk pad men toog.
Maar eindlijk - daór ontdekt zijn oog
Een scheem'rig licht-geflonker.
Dit was het licht op Koenraads slot;
Waar hem de burgtvrouw beidde;
En van geregten, eèl en fijn.
Van keur van wildbraad, ooft en wijn,
Den maaltijd hem bereidde.
Nu hoort men straks, door bosch en dal
Der jaag'ren horens schallen.
De burgtwacht, die dit sein dra hoort,
Ontgrendelt deur en buitenpoort;
En doet de slotbrug vallen.
Reeds nadert men de breede gracht;
En ziet, op trans en toren,
't Ontstoken fakkellicht der wacht.
Op eens - daar doet een bange klagt
Zich, van den landweg, hooren.
„Ach! edel ridder," - luidt de stem:
,.Verleen mij uw beschermen!
,Een schamel pelgrim, ziek en zwak,
.Smeekt, voor deez' nacht, een gastvrij dak.
„Wil mijner u ontfermen!"
, ,,Wie zijt gij die daar spreekt?" - vraagt Koen.
,,,,Wat durft gij schaamt'loos hopen!
, ,,Voor knaap en ridder staat mijn slot.
, ,,Maar voor geen zwervend bedeirot,
,,,,Ten schuil en wijkplaats open.""
,lk ben" - dus luidt des grijsaards woord; -
,,Een dorper, hier geboren.
.Thans keere ik van mijn pelgrimstogt,
.Nadat ik 't Heilig' Land bezocht.
..Wil toch mijn beê verhooren!"
.Gedenk, heer. ik ben mensch. als gij!
,.lk toog straks huiswaarts henen;
,En kwam tot hier, doch kon niet meer;
,Want krank en magt'loos zeeg ik neer.
„Ai! wil me uw hulp verleenen!"
Koen voelt zijn trots op 't diepst gekrenkt
En 't hart van wrevel zwellen -
,, ,,Hoe...!" - barst hij uit, op schamp'ren toon:
,,,.Gij. dorper! durft u. mij ten hoon,
,, ,,Met mij gelijk te stellen ...?!""
„ „'k Verleer u, keerie, dra dien trots;
„,.En doe van hier u jagen.
..„Geboefte als gij, gemeen van aard,
,,„ls naauw eens ridders aandacht waard;
„ „En heeft geen regt tot klagen." "
De wreedaard laat den armen man
Vergeefs om bijstand zuchten.
Hij baauwt, met grijnzend spotgelach.
Zijn smeektoon na en droef geklag;
En toont, geen straf te duchten.
Op eenmaal - hoor! ... wat wild gedruisch
Wordt in de gracht vernomen? -
Het plompt en plast, en spoelt en spat,
En stuwt met drift het bruischend nat
Naar oeverkant en zoomen.
Wat raauwe gil...! - 't Is Koenraads stem. -
Daar rijst zijn noodkreet weder! -
Vast reed hij, bij de duisternis.
Van 't glooijend pad, de valbrug mis.
En in de slotgracht neder.
Als roerloos staan én knaap én knecht.
De schrik om 't hart geslagen;
Want ruw en donker is de nacht;
En peilloos diep de breede gracht. -
Wie zou ter hulp zich wagen!
Nog eens laat 's drenk'lings noodgeschrei
Zich uit de diepte hooren.
Maar allengs zwijmt het dof gerucht,
En gaat met Koenraads jongste zucht,
In 't windgeloei verloren.
Men komt van 't slot, met fakkellicht. -
Te laat, voor 's ridders leven! -
Al brengt men ladder aan en lijn;
Men weet niet, waar de plek mag zijn.
Daar Koenraad is gebleven.
Wel ziet men 't vlak des strooms beroerd,
En 't borlend schuim der golven;
Doch, waar men zoekt, met toorts en tros.
Verdwenen zijn èn man èn ros;
En in den vloed bedolven.
Men luistert... roept... doch - hoort niets meer,
Dan 't eenzaam stroomgeklater.
Weer stuwt de wind de golfjes voort.
Die kabb'len tegen kant en boord;
Maar stilte heerscht op 't water.
Men zegt, dat, sinds den veegen stond,
Waarin de ridder sneefde.
Nog vaak, des nachts, een vurig ros,
Waarop een man in wapendos.
Langs gracht en slotwal zweefde.
Dan klonk er, van den oeverkant,
Een droef en angstig klagen.
Waarvan de weerklank, woord tot woord.
Van uit de diepte werd gehoord.
Tot de ochtend weer kwam dagen.
Nog doet, in d'omtrek van den grond.
Waar, eeuwen lang te voren.
De aloude burgt verviel tot stof.
Zich, over 't vlak van veld en hof,
Die wondere echo hooren.
Dót zou de stem van Koenraad zijn,
Wiens schim daór sinds bleef dwalen;
En - naar 't verhaal zegt - ied'ren kreet.
Gelijk hij 't eens dien pelgrim deed,
Al baauwend moet herhalen.
In 't Sticht, nabij 't gehuctit de Haar,
In land'lijk schoone dreven,
Vertiief weleer, voor 's wand'laars oog.
Een statig slot zijn tinne omhoog,
Van gaarde en bosch omgeven.
Daór leefde in pracht en overdaad.
Veel honderd jaar geleden.
Een ridder, Koenraad Wolf genaamd.
En om zijn trotschheid slecht befaamd;
Zoo ruw van aard als zeden.
Hij was de schrik van heel dat oord;
En deed den nabuur beven.
Al wie zijn hoogmoed kwam te na.
Dien deed hij 't rouwen, vroeg of spa.
En kostte 't goed of leven.
Geen ridder, mijlen ver in 't rond.
Die niet den woest'ling duchtte.
Want kwaad bedrijf was hem een spel.
Hij grijnsde boos; en 't was hem wél,
Als wees en weduw zuchtte.
De zwakke, die, ontbloot van magt.
Geen toevlugt had of wreker.
En niet voor Koenraad slaafs zich boog.
Of need'rig naar zijn wenken vloog.
Was van zijn gramschap zeker.
Slechts wie in magt hem meest'ren kon
En fier hem 't hoofd dorst bieden.
Dien maakte hij geveinsd zijn hof;
Voor groot'ren kroop hij laag in 't stof;
Den sterken bleef hij vlieden.
Een hoofdtrek van zijn wreev'len aard
Was hardheid tegen armen.
Wie ook den schaam'len bijstand bood.
Voor hen was, in gebrek of nood.
Bij Koenraad geen erbarmen.
Kwam ooit, in leed of ongeval,
Een lijder bij hem klagen.
Dien deed hij, wreed bij 't grievendst lot.
Vaak onder hoongelach en spot.
Straks van zijn erf verjagen.
Eens - 't was in 't najaar, 's avonds laat;
En ruw, onstuimig weder;
De rukvlaag gierde wild door 't woud;
De regen viel, als ijs zoo koud.
Op stulp en slotdak neder.
Wolf had zich, naar gewoont', dien dag,
In 't woud ter jagt bevonden;
Dadr velde hij een boschzwijn neer.
Thans trok hij, moede, slotwaarts weer.
Met stoet van knechts en honden.
-ocr page 59-
^^ï
september 1983
141
Schenkingen
Aktie bedrijven
De volgende bedrijven zijn in het kader
van onze aktie lid
geworden en/of heb-
ben ons met een donatie gesteund
!
Sovedi Nederland BV, De Meern
Lean BV, De Meern
donaties
Tevens ontvingen wij een donatie van:
Mevr. Staal - de Goey, Vleuten
J. Verheul, Vleuten
Hartelijk dank !
Onderlinge Brandwaarborg Mij Vleuten-
Haarzuilens
e.o. W.A. te Vleuten
Delfs blauw bord, uitgegeven ter
gelegenheid van het 75 jarig be-
staan van voornoemde Mij
Dorpsgezicht Vleuten 1908.
Broederschapshuisjes en ge-
meente toren.
H. J. Goes en Zonen BV, Schoolstraat 10
Vleuten
Eikenhouten zeven korven-
praam
J. Feiix, Broederschaplaan 1 Vleuten
Gedeelte van het doophek (koor-
hek) uit Vleuten' oude dorpskerk
J. de Bruijn, Rijksstraatweg 84
De Meern
Romeise bronzen munt van Ves-
pasianus (69 - 79 na Chr.), gevon-
den op De Woerd te De Meern
De op kaartjes gezette doop- en
trouwboeken van Harmeien 1675
-  1900 (N.H.)
De op kaartjes gezette doop- en
trouwboeken van De Meern 1645
-  1900 (N.H.)
Alle verschenen nummers van
Onze Gemeente
P. Tersteeg, Heemskerklaan 27, De
Meern
(Antieke) soldeerbout
Past. J. L. de Wit, Nieuw Wehlseweg 16,
Nieuw Wehl
Beeldje van papier-maché, ge-
maakt door Kees Valkenstein,
voorstellende Mans de Langen,
voorheen schoenmaker en bar-
bier (slager ?) te Vleuten, nu
Dorpsstraat 15
G. Lodder, Utrechtseweg 21, Vleuten
Extra lange handkar.
Mevr. A. Migo - Kruiswijk, Stations-
straat 48, Vleuten
Prentbriefkaart kasteel "De
Haar", verzonden door een Ne-
derlandse militair 2 mei 1940
J. Mulder, Prins Hendrikweg 40, Vleu-
ten
Olietrechter
Mollenklem
J. Rodenburg, Dorpsstraat 62, Vleuten
Verslag van eene proefgraving op
de Hooge Woerd bij De Meern,
door C. W. Vollgraff en G. van
Hoorn 1941
Gids door de verzameling van
Nederlandsche en Romeinsche
oudheden van het Provinciaal
Utrechtsch Genootschap door.
Dr. G. van Hoorn 1936
Gedenkschrift samengesteld bij
gelegenheid van de overdracht en
plechtige ingebruikneming van
de Gerestaureerde Nederlands
Hervormde Kerk en Toren te
Kockengen, op woensdag 12 no-
vember 1958
Ledenlijst
Nieuve leden na 1 mei 1Q83.
Aieioress (E.A.Verhoeven)
Strijkviertel 31
3454
PJ
De Meern
A.W.N. afd.Utr.e.o. Secr.Tj.Pot
Tolsteegplantsoen 35
3523
AL
Utrecht
Bakker-Mandjes, Mw. G.M.
Claijlaan 12
3431
EA
Nieuwegein
Beek, M. v.d.
Glazenierslaan 90
3454
GS
De Meern
Berg, J.T.J. v.d.
schrijnwerkerslaan 20
3454
S
De Meern
Berg, Th. van den
Glazenierslaan 21
3454
GP
De Meern
Boeijen, N.J.
Fr.van Eedenstraat 1
3451
AX
Vleuten
Boeijen, P.N.
past. Ohllaan, 2
3451
CC
Vleuten
Brink-Lambers, Mw. E.H. van den
Bakkersweg 51
3781
GN
Voorthuizen
Broekhuijse, W.J.
zandweg 217
De Meern
Brugman, C.A.M.
Henri Dunantlaan 34
3451
EP
Vleuten
Eijk-van Kleef, Mw. M.C. van
Stationsstraat 17
3451
BV
Vleuten
Felix, J.
Broederschaplaan 1
3451
ZH
Vleuten
Fokker, R.
Prins Hendrikweg 13
3451
CK
Vleuten
Geelen, C.
Stalplein 4
3455
RS
Haarzuilens
Goes-van Beek, Mw. C.
Alendorperweg 101
3451
GL
Vleuten
GondelachL zn., J. (500)
Europaweg 18
3451
HG
Vleuten
Gresnigt, J.A.M.
Ambachtsheerelaan 43
3481
GK
Harmeien
Groot, Mw. G.W.M, de
van Wanroystraat 10
3451
BP
Vleuten
Hameren-Kogeboora, Mw. I.
Burg.v.d.Heidelaan 53
3451
ZS
Vleuten
Hengstum, M.J. van
Trumanlaan 301
3527
BJ
Utrecht
Hoes, J.M.G.
Mauritslaan 11
3454
XP
De Meern
Jong, CA. de
Jacob Catsstraat 2
3451
BA
Vleuten
Kieft, Mw. J. v.d.
Mereveldlaan 55
3454
CB
De Meern
Kleyn van Wiligen, Mw.
't Zand 18
3451
GR
Vleuten
Kroese, Huisartsenpraktijk H.
Puntenburg 1
3451
CD
Vleuten
Lean BV
Postbus 60
3454
ZH
De Meern
Leemans, W.
Robert Kochlaan 1
3451
EG
Vleuten
Lindeman, G.
Curielaan 14
3451
EK
Vleuten
Mantel, J.J.
Odenveltlaan 22
3451
ZN
Vleuten
Meersbergen, T. van
Laan 1954 24
3454
CR
De Meern
Mik, T.
Trompstraat 4
3454
XJ
De Meer 1
MVB BEHEER BV (M.J.B.de Bruin)
Zandweg 82
3454
JX
De Meern
Oskam, F.G.
Dorpsstraat 68
3451
BL
Vleuten
Overhagen, A. van
Adr.Dortmanplein 5
1411
RC
Naarden
Purmer, D.
Multatulistraat 53
3451
AR
Vleuten
Robbers, G.J.
Meentweg 150
3454
AZ
De Meern
Uijterlinde, J.
Utenhamstraat 9
3451
BR
Vleuten
Veenhof, P.R.
Stoelenmakerslaan 14
3454
DT
De Meern
Veltman-Haagen, Mw. D.D.
Broederschaplaan 22
3451
ZB
Vleuten
Vercauteren, J.
Ockhuizerweg 24
3455
RW
Haarzuilensr
Vliet, C.T. van
de Ruyterstraat 2
3454
XL
De Meern
Wagter, H.
Schrijnwerkerslaan 16
3454
DS
De Meern
Wibbeke, Gebr.
schoolstraat 1
3451
AA
Vleuten
Witmer, W.A.G.
Marelaan 65
3454
GB
De Meern
Zuijlen, H. van
ockhuizerweg 2
3455
RW
Haarzuilens
1 september 1"?83.
-ocr page 60-
september 1983
142
Hieronder treft u de herinneringen aan van de heer P.C. (Piet) de Vries. Hij werd op 1 april 1912 in De
Meern (eigenlijk gemeente Veldhuizen) geboren. Wanneer je met een rubriek als deze bezig bent steekt
regelmatig de gedachte 'Wanneer is iemand nu een bekend dorpsgenoot?' de kop op. Die vraag is snel
genoeg beantwoord wanneer je van die persoon foto's maakt op de Meernbrug (zoals bij de heer De
Vries het geval was) en in de tijd dat je bezig bent slechts één van de lopende of fietsende passanten
zonder groet voorbij gaat omdat hij de betreffende persoon kennelijk niet kent.
Herinneringen van Piet de Vries
'Als meester Corg|en z'n haren waren
geknipt was 'ie niet te genieten'
<^i.!K^-mWtf^^*^*W^'*'ï'v'«^ •'^^'>^V*«^wy^«ft¥%*^s^. ^^^^.'V^^Jv•^J:,..f. w^v^''*i ""iU vv^a'vwa- ■
Bekende
dorpsgenoten
door Gerrit Jan Bel
Het geboortehuis van de heer De Vries
was Meerndijk 5. Op dit adres was te-
vens een postagentschap onderge-
bracht waar De Vries senior chef van
was. De foto op de volgende pagina
toont het PTT-personeel uit die dagen.
Wie goed kijkt bespeurt bij Theunis Lig-
terink (rechts) de meest zonnige blik.
En niet zonder reden, zo blijkt uit de
verhalen van de heer De Vries.
'Theunis hield wel van een borreltje. Die
was altijd in de lorum. Maar het was een
doodgoed kereltje. Een lekker gezellig
ouderwets postmannetje.
Vroeger gingen ze altijd in november
slachten. Dat gebeurde 's morgens hard-
stikke vroeg. En dan waren ze bijvoor-
beeld op Galekop, wat nou de Groene-
woudsedijk is, bij een boer wezen slachten
en dan pikten ze om een uur of vier, half
vijf Theunis Ligterink op. Die was dan de
post wezen halen in Utrecht, maar op de
terugweg was 'ie al zo beneveld dat ze
maar op de kar laadden, zo ging dat toen.
Die post haalde hij lopend, ja. Vroeger
liepen ze veel Want als je nou nagaat dat
Klaas Steenders ging bladharken op
Vechten, Amelisweerd. Dan ging hij
's morgens vroeg te voet en dan was hij
om half acht op Amelisweerd. En dan
werkte hij de hele dag goed en dan liep
hij 's avonds weer terug.'
De sfeer op het postkantoor was best
vrolijk. Dat kwam niet in de laatste
plaats door Theunis Ligterink die de
door hem begeerde gemoedstoestand
het liefst de gehele dag volhield. Zo kon
het gebeuren dat hij in het kantoor zijn
in die tijd 's avonds nog niet eens de
deur op slot.
'Met oud en nieuw en met kerstmis moch-
ten wij
(de kinderen van de Vries sr.) in
het postkantoor komen. Anders nooit.
Maar dan stond er een grote tafel en die
lag boordevol met ansichtkaarten. Ik
snap nog niet waar al die kaarten van-
daan kwamen voor zo'n dorp als hier.
En wij mochten dan helpen sorteren.'
LokomotJefas
Op de hoek van de Meerndijk/Rijks-
straatweg woonde het gezin Huigen.
Degene die vroeger een auto wilde be-
sturen deed dat
zonder aan de hard-
vochtige verplichting te hebben voldaan
een rijbewijs te halen. We waren toen
nog een vrij land dat ook nog zonder
welstands- en andere kommissies kon
leven. Deze ruime zienswijze vroeg zo
nu en dan haar tol die er op de kruising
Meerndijk/Rijksstraatweg uit bestond
dat met zekere regelmaat een stukje
best deed de post te sorteren, terwijl
buiten op dat ogenblik hoofdonder-
wijzer Corsten passeerde. Hannes Bau-
haus tikte toen tegen het raam en dook
daarop meteen weg onder de lokettafel.
De hoofdonderwijzer, die meende dat
Ligterink hem had geroepen, kwam
daarop binnen en ontmoette de wazige,
nietbegrijpende blik van een wankelen-
de Theunis die zich slechts met de groot-
ste moeite sorterend wist te houden.
' Vader was de ernstigste van het stel, die
was heel serieus. Hij dronk niks. Maar
Hannes zei nog wel eens: 'Nou, geef mij
maar een pittertie (bittertje). Of nee,
geef me eerst maar een piertje (biertje)'.
Ja, die praatte zo gebroken, zo houterig.'
Op een nacht werd uit het postkantoor
de brandkast gestolen en later leeg te-
ruggevonden in de greppel langs de
Meerndijk. Een krimineel voorval dat
als een wereldgebeuren werd ervaren op
het dorp, want daar gebeurden zulke
dingen nooit. De meeste mensen deden
-ocr page 61-
r^
143
september 1983
van het hoekhuis werd afgereden. De
heer Huigen werd dit zat en plaatste
vlak voor zijn gevel rechtop een loko-
motiefas in beton. Hij heeft daarna het
genoegen mogen smaken nog regelma-
tig de gevolgen van een stuurfout te heb-
ben gehoord, in de wetenschap dat dit
niet ten koste ging van het pleisterwerk
van zijn huis.
'Als het regende stonden we als jongen
vaak in de stal bij Huigen en dan hoorden
we een auto aankomen op de Rijksstraat-
weg en een vanaf de Meerndijk. Dan rie-
pen we: 'Jongens, kijk uit! 'En dan ging
je kijken hoe ze op mekaar vlogen. Als
er geen bomen hadden gestaan hadden
ze konstant in het huis bij vrouw De
Lange gezeten, die in het hoekhuis tegen-
over Huigen woonde.'
Het café van Jan van Straaten dat aan
de andere kant van de Meernbrug aan
de Zandweg stond had ook nog wel eens
te lijden van onverwachte bezoekers. De
brug had in die tijd een enigzins hoge
bolle vorm, dus met een stijle op- en af-
rit. Zo gebeurde het regelmatig dat de-
gene die met een wagen vol hooi naar
beneden ging te veel vaart had en de
scherpe bocht te kort nam, waardoor
de kar omviel en de bezoekers op het
terras bedolven werden onder een
vracht hooi.
'In '48 was er één (ik zal maar geen na-
men noemen) die met z'n auto zo recht het
café in reed, zo tot aan het biljart. Hij
stapte uit en zei tegen Door van Straaten:
'Geef me gauw een cognacje voor de
schrik.' Zo konden ze niet meer ruiken
of 'ie er nu één op had of vijf.'
'Bij de Meernbrug stonden ze op zater-
dagavond op de hoeken aan de kant van
de Meernbrug altijd te praten. En dat wa-
ren dan de vaste figuren: Henk Senne,
Klaas Steenders, Jantje van der Berg,
Gert van Engelen en Kees Huigen. De
brug was het centrum van De Meern, hé.
Daar werden de nieuwtjes uitgewisseld.
Daar werden ook een hoop leugens ver-
teld, maar dat was natuurlijk om het ge-
sprek gaande te houden. Het waren wel
de ouderen die daar stonden, want de
jeugd was helemaal niet op straat. Je
moest toen al vroeg binnen zijn.'
Veldwachter Dixhoorn
' Veldwachter Dixhoorn kwam uit Zeeuws
Vlaanderen en hij kon de g niet zeggen.
Hij had een zoon die Gerrit heette en als
die last van wormen had, want dat kwam
vroeger nog wel eens voor, dan zei hij:
'Herrit kan niet op school komme, want
hij heeft een pier aan het hat hangen'. Op
zo'n dorp ging dat natuurlijk goed rond.'
Voor de mannen was een van de zon-
dagse tijdverdrijven het zogenaamde
centen steken. Dit spel werd beoefend
op het pad dat nu tussen de apotheek en
rijwielhandelaar Van 't Hoog aan de
Zandweg doorloopt naar het magazijn
van Bonenkamp. Er werd dan in het
sintelpad een streep getrokken waarop
men een vakje tekende. De mannen
gooiden op een speciale manier centen
in de richting van het hokje en degene
wiens cent het dichtst bij het hokje of de
streep kwam mocht zich winnaar van
die ronde noemen. Zijn uiteindelijke
winst werd bepaald door een keer kruis
of munt te gooien. Kwam bijvoorbeeld
munt boven te liggen dan waren alle ge-
speelde centen waarvan de muntzijde
boven lag het eigendom van de winnaar.
Helaas had de wetgever dergelijke spel-
Het personeel van het hulppostkantoor aan de Meerndijk 5. Van links naar rechts: Cees de Vries,
Theunis van Weverwijk, Hannes Bauhaus, Jan de Vries, Henk van Engelen en Theunis Ligterink
-ocr page 62-
144
september 1983
len verboden, dus het bleef uitkijken ot
veldwachter Dixhoorn niet in de buurt
kwam. Was dit wel het geval, dan werd
het zaak benen te maken. Dixhoorn
zette wel steeds fervent de achtervolging
in, maar gehinderd door een lange
knuppel die hij als een soort teken van
gezag met zich meevoerde, gelukte het
hem nimmer als overwinnaar uit deze
strijd terug te keren.
Meester Corsten
'Meester Corsten was de hoofdonderwij-
zer van de school. Hij was zo'n verschrik-
kelijke driftkikker, dat, als z'n haar ge-
knipt was (ja, je zal wel lachen, maar z'n
zoon weet het nog), nou dan was die man
niet te genieten. Dan moest 'ie zich uit-
leven. Tegenwoordig mag dat niet meer,
maar dan sloeg hij er op, hoor, op een
vreselijke manier. Ieder schoolkind wist
dat als meester Corsten z'n haren waren
geknipt 'ie niet was te genieten. En z'n
eigen zoon kreeg er het meeste van te
pakken. Tjongejonge nou, wat ging die
tekeer.
Hij zat ook wel eens 's middags voor de
klas te slapen. En dan zei hij tegelijker-
tijd: 'Ik hoor
.....Ik hoor.....'En onder-
tussen liepen de kinderen gewoon de klas
uit, naar de wc of zo. Nou, dat was vroe-
ger wat, als je dat zomaar deed.'
'Als meester Meerwaldt jarig was had hij
een zak snoep die hij voor zich op tafel
zette en dan zat hij de hele tijd te eten.
En dan zei hij: 'Ik eet voor u allen'. Dan
zat de hele klas te kijken, want je moet
nagaan dat je toen nooit wat kreeg.
Toen hij wegging kreeg iedereen zóó'n
klein stukje kokosnoot. Hij had één
kokosnoot in zestigen gesneden geloof ik.
Ook de kinderen uit Achthoven die de
school bezochten kwamen allemaal te
voet. 's Winters was dat vaak door weer
en wind. Ze kwamen dan drijfnat aan,
want speciale regenjassen hadden ze
toen niet. In de klas was er een grote
kachel die flink werd opgestookt met
kolen. Om de kachel stond een scherm
waar alle natte jassen overheen werden
gehangen, want 's middags om vier uur,
als de kinderen weer naar huis gingen,
moest alles droog zijn. De lucht die hier-
bij vrij kwam, staat, getuige de verhalen
van vroegere schoolbezoekers, borg
voor een penetrante herinnering.
'Je had toch al lang dood moeten zijn.
Want meester Corsten kwam uit een
tbc-gezin. En dan stond 'ie te hoesten en
te rochelen. 'Als je 'm los hebt geef'm dan
aan mijn' zeiden ze wel. En dan spoog hij
die rochel zo op de vloer en dan ging 'ie
er even met z'n schoen door heen. Ja, zo
ging dat toen. Je moet er nou niet aan
laveloos bij Kobus hangen. Met z'n kop
opzij op de bar, ze hadden er allemaal
glaasjes zo ondersteboven opgezet.'
' We moesten ook wel eens een serenade
brengen bij Barchman Waytiers. Die
woonde op Huize Voorn. Dan kreeg je één
of twee konsumpties, daar ging het al om,
en nog eens twee tientjes of zo voor de
kas. Dus het gebeurde na afloop nog wel
eens dat je het Jaagpad uitfietste zonder
dat je overal goed erg in had.'
' Vroeger had Modderman een auto en die
reed de jongens van de voetbalklub ODS
naar de uitwedstrijden. Voorin ging er
een stel en dan had 'ie nog een grote kof-
ferruimte, waar er ook een stuk of zeven
in gingen. En dan zocht je op het voetbal-
veld een klein droog stukje - of wat daar-
voor door moest gaan - op en daar moest
je je verkleden. Dan kon je je goeie pak,
als je dat had, neerleggen en je voetbal-
schoenen aantrekken en zo moest je voet-
ballen.
Modderman was de grote sponsor. Als er
ergens anders goeie voetballers waren
dan versierde hij met wat geld dat ze hier
kwamen. Dan werd de kontributie voor ze
betaald en zo. Maar het heeft niet zo veel
geholpen, want ze hebben nooit wat be-
reikt, hoor.'
Jan Vianen
'Jan Vianen was barbier en schoenmaker.
Hij heette eigenlijk Kees, maar hij was
eerst slagersknecht geweest en waar hij
werkte was nog een Kees. Nou, dat kon
dus niet en dus werd hij maar Jan ge-
noemd. En dat is het altijd gebleven. Za-
terdags ging alles wat een baard had daar
naar toe om zich te laten scheren. Dat
kostte vijf centen. De ouwe dokter Lam-
bers heeft nog wel eens tegen me gezegd
dat als het erg goedkoop moest hij een
beetje spuugde inplaats van je in te zepen
en dan kostte het twee centen.'
'De haat van vroeger tussen Vleuten en
De Meern was erg. Nou is het wel minder
geworden natuurlijk, maar ik heb nog een
goede kennis die zegt: 'Ik zou er niet be-
graven willen worden.' Maar toen was het
heel erg. Indertijd hadden ze beter Mont-
foort of Harmeien kunnen samendoen
met De Meern, dan Vleuten. Maar ik
dacht dat het geloof daar ook wel een rol
in speelde. In Vleuten waren ze hoofdza-
kelijk katholiek en hier is het meer ge-
mengd. Maar op de Haarse kermis merk-
te je daar weer niks van, daar ging ieder-
een naar toe, want dat had zó'n naam.'
Bruidssuikers
'Als er een bruidspaar met wat geld in
ondertrouw was gingen ze bij hun beken-
den langs. Dan had je de gelegenheid om
ze te feliciteren en eventueel wat te geven
denken, maar tóen vond je het de gewoon-
ste zaak van de wereld.'
Varkensvlees
' Vroeger als er mond- en klauwzeer was
moesten de varkens worden geslacht en
naar Utrecht worden gebracht. Dan gin-
gen ze bij ons in het café om de hoek wat
drinken. Eén bleef er wel bij de wagens
om op te passen en dan schoof mijn moe-
der het raam open en zei: 'Hé joh, moetje
een kop koffie?' Nou, dat wou 'ie wel en
dan kreeg hij een kop. Even later vroeg
m'n moeder dan : 'Is er nog wat voor mij
bij?' En dan ging er gauw een stuk var-
kensvlees door het raam. Die mond- en
klauwzeer zal wel nooit zo erg zijn ge-
weest, want wij zijn er nooit ziek van
geworden.'
'Als de kerk uit ging kwamen verschil-
lende vrouwen bij m 'n moeder koffie drin-
ken. En omdat ze kruidenierswaren ver-
kocht haalden ze gelijk bij haar een zak-
kie Blauw, soda en zeeppoeder, want er
moest de volgende dag gewassen worden,
hè. En toen mijn vader later het postkan-
toor had was het: 'Hé Jan, wil jij dat for-
mulier even voor me invullen en me wat
postzegels geven?' Dat was normaal.
M'n vader deed het niet graag, want hij
was nogal gelovig en dan moest hij niks
hebben van dat werk op zondag. Maar
ja, omwille van de smeer likt de kat de
kandeleer, nietwaar?
Ja. vader was verschrikkelijk vroom,
maar moeder geloofde het wel. Die was
meer het type van hupfaldera.'
De pottenschipper
In de herfst werd De Meern ieder jaar
bezocht door Kelderman, de potten-
schipper, die met zijn boot de Rijn af-
zakte. Hij verkocht allerhande bloem-
potten, borden, glazen en ook Keulse
potten. Zijn schuit was een komplete
winkel en werd druk bezocht, want in
de herfst was het de inmaaktijd, dus veel
mensen hadden potten nodig.
'Hij woonde met zijn hele gezin op de
boot. En het waren nette mensen, hoor,
want je keek er als jeugd echt wel tegen-
op. Ik mocht nooit mee van m'n moeder,
want je liep op klompen en dan kwam je
de boot niet op. En als 'ie kwam regende
het altijd, dat weet iedereen die hem heeft
gekend nog wel.'
Muziek
'Ik ben aan de muziek gekomen toen ik
een jaar of tien was. Dan ging je eens
naar een concours of je bracht een sere-
nade, maar het ging hoofdzakelijk hier-
om
(wippende handbeweging voor de
mond). De dirigent was Rietschell, een
Duitser. Nou, ik zie hem nog zo helemaal
-ocr page 63-
september 1983
145
en dan kreeg je een zakje van mooicrêpe-
papier en daar zat een ons bruidssuikers
in. En als ze trouwden zaten ze voorop de
tilbury en dan strooiden ze bruidssuikers
op straat.
Bij een begrafenis verdiende je wat bij
door op de paarden te passen van de be-
zoekers. Dan kreeg je misschien een vier-
duiienstuk. Maar soms stond je een hele
tijd, want dat begraven ging niet zo vlug,
en dan kreeg je maar een cent. En dan was
je inmiddels te laat voor school en dan
kreeg je van meester Corsten nog eens
2 cent toe.'
'Je had ook een heel sterk standsverschil
tussen de boeren en de gewone dorpelin-
gen. Als er een meisje verkering had met
een boerenzoon dan zeiden ze.'O, dat
wordt niks, want ze stinkt niet genoeg
naar de koeienstront'. Alles wat boer was
was apart. Die zaten in de kerk ook in van
die luifelbanken. En die boerenvrouwen...
net pauwen met van die prachtige mooie
witte mutsen op. En dan hadden ze hier
(wijst op borsthoogte), ik weet niet of
dat echt was, maar het was net of ze ze ge-
slepen hadden.'
'Ik weet nog dat m'n zusters voor het
eerst bruine kousen kregen. Nou, dat was
haast echtscheiding bij ons thuis, want
dat moest zwart zijn vond vader.'
Bart van der Bosch was de fruitman van
De Meern. Als hij had geoogst zette hij
manden met allerlei fruit dat aangesto-
ken of niet zo goed meer was aan de
weg. Voedsel voor zwermen wespen,
maar ook voor de kinderen, want als de
school uitging waren de manden in een
mum van tijd leeg.
Koningin Wilhelmina
'Willemien is ook nog op De Meern ge-
weest. Ik zal het nooit vergeten, ik liep op
dat moment op de Rijksstraatweg bij
Cromwijk. Die had een boerderij die
Buurwijk heette. Dat stander met die hele
grote gouden letters op. En toen zag ik
daar opeens koningin Wilhelmina aan
komen lopen, met nog vier of vijf lakeien
bij d'r. Helemaal in uniform met gouden
tressen en witte kousen. Ze liep tot aan de
Meernbrug en toen stapte ze in de auto en
is richting Utrecht gegaan. Hoe ze hier
kwam weet ik niet. Waarschijnlijk moest
ze ergens in de buurt zijn, of zo.'
Jan de Pak
'Jan de Pak uit Harmeien was een Belg
die eigenlijk Louis Keune heette. Z'n va-
der was burgemeester van Hamond in
België. Jan was in Harmeien een manifac-
turenzaak begonnen. Hij kwam op de
fiets langs de deur met zo'n pakket met
allemaal lappen en theedoeken en dat zat
in zwart zeildoek. En bij iedereen ging dat
Gezicht vanuit de Meerndijk op de Meernbrug. In het midden (dus aan de andere kant van de
brug) het café van Jan van Straaten. Hoewel onherkenbaar staat Piet de Vries ook nog op deze
foto die in september 1915 werd genomen. Hij is het kleine jongetje midden op de straat.
los en dan werd het op tafel uitgestald.
Daar maakte m'n moeder kleren van.'
Jan Stolker
'Jan Stolker was een bode uit Montfoort
en die had een besteldienst. Dan reed hij
met de hondenkar met twee honden over
De Meern naar Utrecht. Als m'n moeder
ook wel eens een bestelling had zette ze de
bezem op de heg. Dan kwam 'ie 's mor-
gens
om 6 uur achterom en dan stond de
koffie al klaar. 'Jan Stolker' riep 'ie dan
hard. Bij ons gaf hij
ook pakjes af voor de
mensen uit de omgeving. Die moesten wij
dan wegbrengen met de kruiwagen. Daar
kreeg je een appel voor of zo.'
Treintje uit Achthoven
'Het treintje uit Achthoven was een zand-
treintje dat werd gebruikt toen de Meern-
dijk
werd aangelegd. Dat was in de twin-
tigerjaren. Richting Montfoort had je een
hoge waterkering van de Lek en daar-
naast
lag de rijbaan van de Meerndijk die
moest worden verbreed. Maar dan moest
hij wel even hoog worden als die water-
kering en daarvoor gebruikten ze het
zand uit de zandwinning die hierachter
was, waar nu Nijevelt is. Voor het vervoer
was een speciaal treinbaantje aangelegd.
En wij speelden natuurlijk in dat zand en
met
die treintjes. Gauw achterop sprin-
gen, dan kon je meerijden naar Acht-
hoven. En met het volgende treintje terug.
Toen heette het eigenlijk Maredijk, maar
nu is het de Meerndijk en zo heet 'ie
ge-
loof ik tot Oudewater.'
'Vroeger had je in de Achtkantenmolen-
vliet echte zwemplaatsen en daar zat je
altijd, hoewel niemand kon zwemmen. Op
een keer waren we daar aan het zwemmen
en we hadden onze kleren op de wal ge-
legd van het land van Hein van der Vaart.
Toen was die boer stilletjes dichterbij ge-
komen en wij schrokken zo van 'em dat
we er vandoor renden, spierkenaakt naar
huis terug. Je schaamde je rot, maar je
deed het toch, uit angst. Gert
van Engelen
en Stef Maarseveen waren er ook bij. Ja,
de boeren hadden er
de pest aan als je bij
hun land in het water bezig was, want je
kalfde de kant zo af.'
'Jaap van Esse, de beurtschipper, kwam
wel eens door de vaart en dan had 'ie al-
lemaal tomaten aan het dek staan. Maar
die kende
je helemaal niet, tomaten. En
dan zei je: 'Van Esse, geef mij eens een
appeltje', want je dacht dat het appels wa-
ren. Nou, dan kreeg je er wel een, maar je
lustte ze helemaal niet. We hadden
ook
een paar mensen in de kost die op een
kwekerij werkten en die brachten
ook wel
eens een tomaat mee. Maar
die werd niet
aangekeken. Niemand moest die hebben.'
Katholiek of protestant
'Nee, De Meern was vroeger niet groot.
^U gingen met 45 kinderen op de bijzon-
dere school, de school met de
bijbel. Je
had ook nog wel een openbare school,
maar daar zaten alleen katholieken op.
Je was óf katholiek, óf protestant.'
'Henk van Soest woonde in de Kerk-
straat. Dat was een arm gezin. Een paar
van die knapen hadden
eens een twijg
door een gat van een plank gestoken en
dan konden ze zo in de bedstee komen. En
dan met die twijg bij Driek zo'n beetje
aan dr billen kriebelen. En dan zei ze:
'Henk, schei nou uit, joh.' En dan hielden
ze even op. Maar even later: 'Henk, schei
nou uit!' En Henk wist van niks.'
-ocr page 64-
september 1983
146
—   Neen! vader, want hij was niet geoordeeld;
maar de heer van Brederode duwde mij toe, dat
indien de prins van Oranje, zijn vriend en wel-
doener, dien hij lief heeft als God en den koning,
zich — wat wel onmooglijk is — aan zulk eene
misdaad schuldig maakte, aan zoo'n laagheid, hij
heer van Brederode niet rusten zou, voor hij den
booswicht mei eigen hand hadt geveld. Vader, die
woorden bevatten het vonnis van mijnen broeder,
en ojpdat hij onzen naam, tol heden onbekend,
maar rein en vlekkeloos, niet verder zou bezoe-
delen, rust de pligt op mij om dat vonnis te vol-
voeren en dat zal ik doen; doch — voor ik dit
huis verlaat; breng ik u vader en u mijne arme
moeder misschien den laatsten kus.
De oude lieden zonken in een, zóó trof ze die
ijzingwekkende mededeeling, — hun oog had geen
tranen, hunne mond geen woorden meer. Zij waren
stom van schrik, van ontzetting, tegenover dien
zoon, welk hen een gruwelstuk bekend maakte,
die bleek en ontdaan als zij, regt vroeg, regt over
het hoofd van een ander kind, 't welk zij even
vurig hadden bemind.
Eene akelige stilte volgde op de woorden van
Willem, niets brak die af, dan het gejammer der
oude moeder.
—  Vrouw, zei Gerrit Dircksz. ten laatste, heden
is 't geen dag van zuchten en geween. De Hecre
heeft gegeven, de heere heeft genomen, de naam
des Heeren zij geloofd ! God schonk ons eenmaal
twee zoons; hij ontnam ons den jongsten op eene
vreeselijke wijze. Zijn naam zij geloofd ... en dan-
ken wij dat Willem gespaard bleef.
—  Maar, ongelukkige, wat wilt gij beginnen"?
riep de moeder in een vlaag van liefde, welke
de natuur zoo ligtelijk verklaart.
—  Wat ik begin 't geen Abraham , naar Gods
bevel op den berg wilde ondernemen, toen hij den
brandstapel oprigtte, voor Ismael, onschuldig slagt-
offer, dat zijn geloof niet verzaakt had, — walde
graaf van Brederode zou doen, indien de prins van
Oranje verraad pleegde als mijn zoon. Vrouwe,
ween over uw zoon, indien gij daartoe moed
hebt; ik bidde God, dat hij mij krachten schenken
moge, om mijn pligt te vervullen.
Als door een hooger magt getroffen, zonken
%ader, zoon en moeder biddend op hunne knieën.
Op denzelfden oogenblik werd de deur geopend,
KEN HAGE-PREKER
156 6.
• V.
HET BEROUW.
Het was zeven uren in den morgen. Willem
zat door de vreeselijksle gedachten vervuld en in ge-
gepeins, verdiept aan den ouderlijken haard, ter-
wijl zijne goede moeder het vuur zorgvuldig on-
derhield. Hoewel hij reeds geruimen tijd te huis
was, had de jonkman geen woord gesproken, —
nog wierp hij geen liefdevollen blik op zijne dier-
bare ouders; nog bragt hij zijne moeder geen
morgenkus, nog reikte hij zijn vader geen wel-
meenenden handdruk, en veelminder beantwoordde
hij de vragen des grijsaards, die zich verwonderde
over het afzijn van Geert, en berigt vroeg omtrent
de nachtelijke reize.
Eindelijk door zijns vaders bede overwonnen,
getroffen door de voorkomenheid, waarmee hij be-
handeld werd, door de liefderijke zorg, waarmee
men hem lafenis schenken wilde, rijst hij op, loopt
met verhaaste schreden door het vertrek, slaat
zich tegen het voorhoofd, rukt zich de haren uit
het hoofd en toen een wanhopenden blik werpende
op zijn ontstelde ouders, naderde hij ze met eene
zenuwachtige zamentrekking der hand:
—   Vader! zeide hij, dezen nacht heeft een
man uit deze streek — uit ons dorp— uit dit huis,
den heer van Brederode, meester Dirck , al de leer-
aars en vrienden, die op de hoeve van Barend
zouden bij een komen, aan de papauwen verkocht.
Maar die misdadiger, o neen, 't is mijn broeder
niet, 't was nooit uw zoon.... Verkoclit.. .. en
thans is de woning van Barend in een puinhoop
veranderd, hij en zijne beide zoons werden door't
spaansche vuur geveld — hun rookend bloed
schreeuwt om wraak bij den Heer. — Ik was getuige
van die misdaad.
—  En gy hebt den ellendeling gedood? riep de
grijsaard.
-ocr page 65-
---^'
147
september 1983
gelooft!
— Moeder, antwoordde Willem, hij verkocht zijne
ziel aan de papauwen, onze vrienden aan de Span-
jolen. Ik zag hoe hij hunne schreden riglte. Ja,
hij heeft het bloedgeld ontvangen ; want toen hij bin-
nentrad, waggelde zijn voet, zijn adem riekte naar
wijn. Wat hij heden begon kan hij morgen her-
halen , 't is een verrader....
—  Doch zoo een valsch vermoeden u bedroog?
indien hij slechts schuldig was aan eene onvoor-
zichtigheid, — dan zoudt gij uw kind dooden,—
gij, uw broeder !
—    Welaan, hernam de oude Dircksz , Geert
sluimert, wij zullen spoedig weten of hij een ver-
rader is, laat ons zijne kleederen doorzoeken, gewis
bevatten zij 't bewijs zijner schuld.
Moeder, vader en zoon beklommen zachlkensden
ladder, die naar den zolder voerde, waar Geert
sliep. Zij spraken geen woord!... .
De schuldige sluimerde; althans zoo scheen bet,
«
want toen zijne ouders op den zolder kwamen,
verroerde hij zich niet. De grijsaard greep onmid-
delijk naar zijne kousen, zijn wambuis, en wat
verder naast hem lag. Een handvol goud-
stukken rolde over den grond. De oude vrouw
verbleekte, haar hart kromp in een, als ware dat
goud reeds een ontegensprekelijk bewijs van schuld.
Zonder een woord te spreken, zonder door een
enkel teeken de foltering te verraden, waardoor
zijne ziel gemarteld werd, vervolgde de oude Dircksz.
het onderzoek; hij stak zijn hand in de zakken
van het wambuis, doorzocht alles, toen hij er een
papier uithaalde en plotseling een kreet om genade
uit het leger oprees. Geert lag terzelfder stond,
bleek, ontdaan, met doodzweet op hel voor-
hoofd, aan de voelen zijns vaders, omvatte zijne
knieën, en baadde ze in zijne tranen.
— Vader, sprak hij, op hart verscheurenden toon ,
om 's hemels wil, vader, lees dat papier niet,
het is een doodvonnis.
—   Tegen wien? riep Willem, tegen een braaf
leeraar of tegen den een of andere spion? spreek,
want ook voor u heeft het uur des oordeels geslagen !
Verpletterd onder de blikken zjjns broeders, waar
verontwaardiging en woede uit sprak, stond de
verrader sprakeloos — als verstomd.
—  Geert, hernam Willem, wiens kleurlooze lip-
pen eene hevige woede verrieden, dit papier kan
(jcert trad binnen, met een vrolijk gelaat, met
oogen glinsterend van genoegen, maar zijn tred
was waggelend, ongewis, zijne slem verried misbruik
van den drank en losbandig gezelschap. Hij zette
zich neder en sloeg woest op de tafel.
—   Moeder, bromde hij, mij dorst, geef mij
drinken, straks kunt gij bidden.
—  Wij bidden den Heer om vergiffenis voor een
misdadiger, antwoordde Willem, en wij beweenen
lien, die dezen morgen op de hoeve van Barend
door de Spanjolen zijn vermoord.
De woorden hergaven Geert weer -t gebruik zij-
ner rede, de herinnering aan den rol, dien hij in
dit schrikkelijk drama vervulde, trad voor zijnen
geest; hij'sidderde, want hij stond daar tegenover
een broeder, welke al zijne bewegingen volgde, wiens
blikken als tot het binnenste zijner ziel trachtten
door te dringen, en, zoo dacht hem, ligt iets kon «er-
moeden. Geert begreep zijne tegenwoordigheid van geest
niet te mogen verliezen, en met een instinct 't welk
zijn droeven toestand hem ingaf, antwoordde hij:
—  Gij waart toch niet verontrust over mijn afzijn?
i— Ik kwam voor een uur ie huis, antwoordde
Willem, — 'k heb den heer van Brederode vergezeld,
maar gij , waar hebt ge u opgehouden ? Waarom bragl
ge vader de lijding niet van de aankomst der vrien-
den? Waartoe hebt ge ons van nacht dan verlaten ?
Geert verbleekte, zijne lippen trilden, en hij trachtte
een antwoord te stamelen, doch begrijpende dat
zijn angst of zijne verwarring hem eene dwaasheid
konden doen zeggen en in het verderf storten,
beproefde hij eerst om zijne stem eene kalmte en
zekerheid te geven, die zij verre was van uit te
drukken en begon hij langzaam een verhaal, 't welk
hij vooraf had opgemaakt.
—  't Is wel, 't is wel, zei de oude, altijd ge-
knield, en die, radeloos en zonder zich te bewegen
bet verhaal van zijn zoon had aangehoord, 't is
wel. Deze nacht viel ons allen bitter zwaar, wij
hebben rust noodig, daarna zullen wij zien wat
ons te doen staat.
Gelukkig aldus van de verdere navragen zijner
familie verlost te zijn, ging Geert naar boven.
Zijne moeder rees op en verliet de plek van tranen
nat, en haar man en Willem naderende, die
elkander met vorschende blikken aanstaarden, zeide
zij op smeekenden loon:
—  Misschien is Geert niet zoo misdadig als gij
-ocr page 66-
148
september 1983
ons niets leeren, want het is in 't spaansch ge-
schreven, maar zeg mij, wie heeft Brederode en
en meester Dirck verraden? Wie heeft hun leven
verkocht? wie den Spanjolen den weg gewezen naar
de hoeve van Barend? — Onder de papauwen bevond
zich een zoon Gerrit van Dircksz., — hij was de ver-
rader en hier staan wij beiden tegen elkander over.
Wie is nu de schuldige? Wie moet de straffe on-
dergaan?
Geert zweeg.
—   Van waar het goud , dat voor onze voeten
ligt? vervolgde Willem, wij die naar een jaar wer-
kens niet de helft zouden verdienen? Wie heeft
ons huis met dat schandgeld bezoedeld? van welke
^gruweldaad is dat het loon? Maar, antwoord mij
dan, ongelukkige, reinig u van het bloed 't welk uwe
handen bedekt, het bloed, dat u naar het hoofd
stijgt, het bloed dat uwe slem versmoort.
Geert zweeg voortdurend.
Eenige verschrikkelijke oogenblikken, somber en
stil, volgden op dat ijzingwekkend verhoor. Op
een gebiedend teeken van haar echtgenoot verliet
de oude vrouw den zolder, zij verborg het gelaat
in beur voorschoot, weende en bad. Toen zij aan
de onderste sport der leer genaderd was, trad de
grijsaard den'jongeling te gemoet, wiens zaamge-
vouwen handen rilden en beefden, terwijl hij den
moed niet had om de verwilderde blikken tot zijn
vader of tot zijn broeder op te slaan.
—  Er was in ons geslacht, zeide Gerrit Dircksz ,
nooit een verrader, nooit een spion, en zoo lang
ik leef zal 't zoo wezen ! Geert, gij kent uwe mis-
daad , uwe straf. Bidt God dat hij u de misdaad
vergeve, bidt! want binnen weinige oogenblikken zult
ge voor den eeuwigen regier rekenschap moeten geven
van uw schandelijk gedrag.
En nu, met de majesteit van eenen reg-
ier, wiens mond in naam der maatschappij het
doodvonnis over de misdadiger uitspreekt,'stond de
grijsaard daar, de handen over de borst geslagen,
met kalm gelaat, met rustigen blik, als werd zijn
binnenste niet beroerd, als heerschle geen strijd ,
geen twijfel in zijne ziel. Willem wiens hand steeds
gewapend was, maar die tot op dat oogenblik de
legenstrijdigste gevoelens in zijn hart wist te be-
teugelen , hoe hevig zij ook woelden, naderde ein-
delijk zijn broeder op wiens bleek en haveloos
gelaat berouw en schrik te lezen waren.
—   Broeder, zeide hij, beveel uwe ziel den Heer,
vraag hem berouwvol om vergiffenis van uwe mis-
daden, en daar gij niet leven kunt als braaf en
eerlijk man , sterf voor 't minst als Christen,
—  Ja, vader, zóó zal ik sterven, sprak Geert,
wiens tanden klapperden, ik ben wel schuldig, ik
heb uw naam bezoedeld , onze broeders verraden,
onze geloofsgenooten verkocht, uw vertrouwen mis-
dadig geschonden ; op mij kleeft het bloed van
Barend en zijne beide zonen, en nog is dal niet
alles. Ik ben misdadiger dan gij waant, doch
schenk mij geen genade, neen geen genade , want
ik gevoel dat ik weer struikelen zou, dat ik voor
goud en wulpsche vermaken mijne ziel andermaal,
zou verkoopen , ó ik ben wel misdadig....
—   Terug, Willem, sprak de oude, laat hem
eenige oogenblikken, om den Heer te bidden.
—   Ik ben stervens gereed, lieve vader, zei de
veroordeelde, terwijl hij 't hoofd ernstig ophief,
ik verdien den dood, laat mij sterven.
Op denzelfden oogenblik ratelde een musket-
schot over den zolder.
— Hij stierf als man en christen, riep de grijsaard.
Willem laat ons naar beneden gaan en uwc moeder
troosten.
Nullelooze zorg. Aan den voet van den ladder
vonden zij slechts een lijk; de smart ontnam Gerril
oeneteedere vrouw, — Willem eene liefderijke moeder.
De oude Dircksz. zonk snikkend aan de borst van
zijnen eenigen zoon, zijne laatste hoop, zijn laatste
troost.
—  De Heere 'heeft gegeven , de Heere heeft ge-
nomen, de naam des Heere zij geloofd!
VJ.
EEN HAGEPREEK BIJ UTRECHT.
Twee dagen later waren een paar honderd secta-
rissen vergaderd op een ruim veld , nabij Harme-
ien, 't Stond er vol wagens en paarden , waarmee
het landvolk en een aantal stedelingen hier heen
gevoerd werden. Wat moest er plaats hebben op
dit afgelegen veld? Op eenigen afstand stonden
gewapende mannen, hier en daar verspreid als
't ware op schildwacht, of liever op den uitkijk en
dat ook het zamengevloeide landvolk iels anders
wachtte dan eene vreedzame bijeenkomst hiervoor
getuigde het brandende lont bij ieder geweer.
-ocr page 67-
149
september 1983
En toch waren zij zamengekomen met vrouwen
en kinderen en zuigelingen, en zette men zich kalm
en bedaard in een ruimen kring om een der wagens
henen en plaatste het ander voertuig om dien
breeden kring als 't ware tot eene verschansing.
Nu kwamen de psalmboeken voor den dag en een
treffend lofgezang klonk onder den vrijen hemel.
Gode ter eer. Een man betrad den wagen, het
was de leeraar, 't was broeder Dirck van Abcoude,
die, naauwelijks aan 't gevaar bij Barend ontkomen,
de eerste gelegenheid de beste waarnam, om het
woord te voeren tot de gemeente onder het kruis,
een woord van opbeuring en troost, van bemoe-
diging en hoop.
De vergaderingen, die wij dus bijwonen, was
eene hagepreek en werd ook door den ouden Dircksz.
en zijn zoon Willem bezocht.
— Mijn heer van Brederode, zei "Willem, toen
hij den edelman onder de toehoorders ontwaarde,
wij hebben den man, die u en meester Dirck ver-
raden had, den dood gegeven , gelijk gij zeidet, dat
hij verdiend heeft ; wij hebben hem gedood even
als gij in een dergelijk geval uw besten vriend
zoudt gedood hebben. De ellendige was voor ons
echter iels meer dan een vriend, want ziedaar zijn
vader, en aan uwe voeten ligt zijn broeder. Bij
eenige goudstukken , de vrucht van zijn verraad,
vonden we in zijn wambuis nog dit papier, in
het spaansch geschreven , 't welk u misschien kan
nuttig zijn.
Brederode nam het papier, en streek met de
breede hand over het oog om zijne tranen te ver-
bergen. Toen ontplooide hij dat stuk. Maar naau-
welijks had hij 't gelezen of de edelman rees op.
— Broeders, zeide hij, looft en prijs den Heere , want
wonderbare dingen heeft hij met ons gedaan. Zoo
even ontvang ik van deze brave mannen een pa-
pier, zij hebben daardoor een aantal onzer vrien-
den gered, 't was een brief voor den spaanschen
bevelhebber op Vredenburg, indien dat papier zijne
beslemming bereikt had, zoude heden nacht een
vijftigtal onzer broeders heimelijk van hunne bedden
geligd , en aan de kettermeesters worden overge-
leverd.
Op eenmaal gaf de man , die op den uitkijk
stond, een teeken. In een oogwenk waren alle
weerbare mannen op den voet, want heel in de
verte naderde eene spaansche bende , stellig uitge-
zonden om de hagepreek te verstoren en den leeraar
zoo het kon op te knoopen aan den naasten boom.
De seclarissen waren echter geen mannen om
lafhartig te vlugten; — er volgde een hardnek-
kig gevecht,'t welk menig Spanjaard het leven kostte ,
en waarbij de sectarissen zich zoo dapper weerden
dat het krygsvolk den wijk nam.
Zoodra de Spanjolen verjaagd waren, sprak
Dirck nog een enkel woord, nog eenmaal klonk
het psalmgezang over de vlakte , en de vergade-
ring ging uiteen.
En toen men langzaam huiswaarts toog, voerde
men op een wagen niet slechts de gekwetsten en ■
gewonden, maar ook de lijken van den ouden
Dircksz. en zyn eenigen zoon; want stoutmoediger
dan eenig ander badden zij den Spanjaard een eind-
weg vervolgd en strijdende den dood gevonden, —
maar niet voor zy menig papauw hadden neerge-
veld en hun zieleleed op den Spanjaard gewroken.
9 Januari 1852.
HEER GYSBERT'S BOETE
Op 5,6 en 7 augustus 1948 werd in het park van kasteel "De Haar" te Haar-
zuilens een openluchtspel in 3 bedrijven opgevoerd, van de hand van Kees
Valkenstijn en CA. Schilp.
Het programma dat destijds werd uitgegeven vonden wij zó aardig, dat wij
het in twee of drie keer zullen gaan publiceren. Vanaf het december (4e)
nummer van 1983 zullen de "Legende van kasteel de Haar", de acteurs de
adverteerders van toen de revue passeren.
■ci^
(' \
i i
B(
-ocr page 68-
150
scptcmbci" 1983
AGENDA
v.a. 23 september               : Foto-expositie m.m.v. Historische Vereniging van
"De Schalm", Vleuten         panden met historische betekenis in onze gemeente.
4 oktober (20.00 uur)
"De Schalm", De Meern
12 oktober (20.00 uur)
Pieterskerk, Utrecht
17 oktober (20.00 uur)
't Zand 1, Vleuten
24 oktober - 15 jan.'84
Oude dorpsfilms van De Meern in "De Schalm" in ka-
der van feestelijke heropening.
Lezing door A. W. N.* Tj. Pot, M. van leperen; Recen-
te opgravingen in Zuid Italië (Satricum).
Genealogische avond.
Archeologische tentoonstelling: "Urnen delven"
Rijksmuseum, G. M. Kam, Museum Kamstraat 45,
Nijmegen.
Lezing door Mevr. M. Dijker - Papavoine: "Poppen
vertellen de mode".
Lezing door A. W. N.* Drs. W. J. van Tent (provinci-
aal archeoloog) "Merovingisch grafveld in Eist gem.
Rhenen".
Oude dorpsfilms uit Vleuten.
Het volgende nummer
o.a.
*  Ouds bekende kaartje van
Vleuten
*  Vleutens bier.
"de geschiedenis van nu
Herberg de Brouwerij"
1ste deel.
*  De familie van Dijk
*  De Hervormde Kerk te
Vleuten. De kerk en een stuk
van zijn geschiedenis.
*  Luchtfoto van een beroemd
stuk De Meern.
1 november (20.00 uur)
Het Oude Raadhuis,
Vleuten.
9 november (20.00 uur)
Pieterskerk, Utrecht
22 november (20.00 uur)
Het Wapen van Haarzui-
lens te Haarzuilens
14 december (20.00 uur)
Pieterskerk, Utrecht
Lezing door A. W. N.* Mevr. Drs. W. H. de Vries -
Metz. "Luchtfoto - archeologie in Nederland" recen-
te toepassingen.
-  Lezing over "Oudenrijn".
-  Filmavond in De Meern.
Te publiceren in "De brug" en d.m.v. raambiljetten.
Op nader te bepalen data
♦Toegankelijk voor AWN-leden.
-ocr page 69-
december 1983
151
Van het bestuur
OHicit'«l orüiian \an d<; Hisionschc Vtrcnt-
iiiiiu Vlciiti-n. De Mt'trn. ([iuir/uik'iis.
3e jaargang nr. 4, dec. 1983.
         © 19Sl,
Vcrsohijtlt 4\ per |aar.
Ingeschreven in hei vcreniginföfL-aister van
<lc Ka.K l'trycht f.o, ontk'r nr. V. 47%3().
Dagt'lijks heMuur:
J. Schutte, \tH»)7Utcr
Ziindttt-y 138. }4H HA D<.> Meern
td. fiMOfi - 32Ï6 .-fMmMmMmmMmi
W'. H. I,ie n e k a m p. se kfëtiii^i ^ ■ ■ ":
thcnhamsirüat 5. 345i BR Vleuten
tei. 03407 - W48
P.G. <ic Rooij. penningmeester
't ZantJ !, 3451 <iP Vleuteii
tel. {«3407 - 1483
A..r van Zocrcn, viee-soór/ïtter
Slituonsstraat 34. 3451 8Z Meuten 1
tel. 03407 - !2f>3
HJ:'.J, van Essen, cóörd. wcrkgroepeti;;
Maiiriislaan 17, 3454 XP De Meern l
iel. 03406 ' 29')2
M*. F. viJii Huscrt-Wibbeke, Vleuten
Terugblik op 1983
Aan het einde van het verenigingsjaar
1983 kan het bestuur van uw Histori-
sche Vereniging terugblikken op een ak-
tierijk en, wat het ledenbestand betreft,
groeizaam jaar. Veel eerder dan ver-
wacht konden wij immers ons 500e lid
binnenhalen! Een grandioos aantal. En
inmiddels is dat aantal alweer gegroeid
tot 550!!
Het belangrijkste is en blijft echter, dat
het een fijne vereniging is met behulp-
zame, aardige mensen en een groot aan-
tal dorpsgenoten eromheen die de vere-
niging een warm hart toedragen. Terug-
blikkend op het jaar 1983 kan gesteld
worden, dat dit het jaar is geweest van
de grote archeologische opgraving op
de Hoge Woerd in De Meern. Samen
met het Archeologisch Instituut van de
universiteit van Utrecht konden wij het
op het terrein van de heer J. P. Kurver,
aan wie wij veel dank zijn verschuldigd,
een werkelijk grote opgraving naar het
voormalig Romeins Castellum verrich-
ten en op die plek afronden.
Een overzichtje zou niet compleet zijn
als ook niet het succesvolle bezoek aan
Kasteel De Haar werd vermeld. Ook het
Kom in de Kas-gebeuren hebben wij als
een plezierige en geslaagde happening
ervaren, waardoor wij vele vrienden er-
bij hebben gekregen. Uit de reeks van
aktiviteiten wil ik er graag nog eens een
tweetal lichten. Onlangs hadden wij
mevrouw Dijker - Papavoine op bezoek
met een lezing over mode door de eeuw-
en heen. Dit was een dermate geslaagde
avond en zo'n mooi verhaal, dat alle
aanwezigen het gevoel hadden dit best
Redaktto-adres:
Léan van Fsch. Hindersteinlaan *?
3451 I.; V VIeiit e n -MMMiÊMÊ^mm
tel. 03407 - IHTl.'WimliMMSS
Lede nadministrat ie/informati* t
Opgeven van nteuwt leden, mutaties; en
(na)besiellmgen bij;
Mw, P..1. de R(uiï| - Goes. *t Zand l.lillp
3451 C.P Vleuten, tel. 03407 - 1483 "■"
Kontributit;
De jaarlijkse kontribtriie bedraagt voor 1984;
ntmiiriaal f 25,--:
postabonnementen 1 35,-- per jaar,
DoRal en rs:
Mmiinaa! f 12.50 per ïMêïmÊMÊêÊÊBBMÊ
De Vereniging hcet'i rekeningen bij de voïs;
cende instellingen;
ABN- [)e Meern %$M.ii.Ö4i)^ ^9ÊêMiS§
RABG- vieiiiilii|iiiiliii;:iïiiiii^i^^^^^^^^^^^^^^^^^
POSdX.} 1 RO::||il||||||||||||^
iillli|lillllllplll|illllP^^^^^^^
tsiiastTjii|ii||ïiir
Léoi;i;||||i|||i||||||||^i^
- C3|i|j||||||||i||||||||||||||||^^^^
iik||||||||i||i|l||ï||li|pip
toc||i|iiii||:iiiiiÉii|i|i|iö^^
i||ii|||||||||p^^^
.......amiwiöfiiiiM                     ......-----------:---------->««i
!1histrsi||||||||||ii||i;;
■s^i|;i||iiiiij|^|||;fBEnt van een van dé:
■;;:;;;||||iÉii;i|iiii|ian Vtetttei:
(zie pliïiiiii;Jiigiiii;verklaring|;
In dit nummer
pag.
151 - 152
152
-  Van het bestuur
-  Ledenlijst
-  De oude kerk te Vleuten
-  Kaart van Vleuten
-  Een luchtfoto van een hoekje De Meern
-  Persbericht (boekbespreking)
-  Schenkingen/Agenda
-  Dokter Schuurs ruim 33 jaar arts te Vleuten
-  Een autochtone familie Van Dijk
-  Het Oude Raadhuis te Vleuten
-  Een oude schoolfoto uit Vleuten
153
162
162
164
165
165
169
174
175
176
163
166
170
-ocr page 70-
152
december 1983
nog eens te willen meemaken. Boven-
dien had het bestuur het gevoel dat dit
voor velen uit en om ons ledenbestand,
die helaas verhinderd waren, zeer de
moeite waard zou zijn de gelegenheid te
hebben deze avond óók mee te maken.
Meemaken is eigenlijk een zwakke uit-
drukking, het is een belevenis!! Wij heb-
ben mevrouw Dijker daarom gevraagd
in de loop van 1984 nogmaals voor ons
op te treden. De planning is in oktober
a.s. Wij houden U op de hoogte.
Rondvlucht
Ter gelegenheid van het behalen van de
mijlpaal van ons 500e lid organiseerden
wij voor onze leden een rondvlucht per
NLM-Cityhopper. Nu, we hébben ge-
vlogen en dat hebben we geweten ook.
We hadden nog net mooi weer; vele dor-
pelingen hebben ons daarom over zien
vliegen. Dat was het buitengebeuren.
Binnenin het, tot de laatste plaats bezet-
te, toestel zag het er wat anders uit. Het
merkwaardige was, dat een behoorlijk
aantal mede-vluchtgenoten gezeten aan
de linkerzijde van het toestel luchtziek
werd. Aan de rechterzijde mankeerde
men niets. En dat gaf naast enig meele-
ven hier en daar ook wel aanleiding tot
hilariteit, zeker toen een van de jeugdige
"luchtdopelingen" op de grond terug-
gekeerd meteen informeerde of we met-
een maar koffie met gebak gingen nut-
tigen......! Ondanks deze hindernissen
hebben wij een behoorlijk stuk van
West-Nederland gezien en een aantal
keren onze huizen van boven bekeken.
Via steile bochten over Utrecht rich-
ting Vechtstreek scherend, met een wij
de boog over het IJsselmeer en Noord-
Holland vliegend zijn we na een uur
weer op Schiphol geland, een ervaring
èn een aktiviteit rijker!.
Ledenlijst
Nieuwe leden na 1 september 1983.
toegangsprijs. Wij rekenen op een heel
grote interesse. Noteert U het vast ?,
want wij rekenen ook op uw komst! Er
zal overigens via de media nog ruime
aandacht aan worden besteed.
Contributie 1984
Hoewel de tijden erg duur aan het wor-
den zijn heeft het bestuur gemeend de
kontributie voor het jaar 1984 op het-
zelfde peil te moeten houden als dat van
1983. Geen verhogingen dus ! Het be-
stuur is van mening, dat een bedrag van
f 25,-- per jaar kontributie (daarvoor
ontvangt U dan ook ons fraaie kwar-
taalblad en aanzienlijke kortingen op
onze aktiviteiten) nog steeds geen belet-
sel behoeft te zijn om uw vereniging ook
in 1984 weer flink te laten groeien. Het
meest zijn wij wat dat betreft gebaat bij
uw mond tot mond reclame. Praat eens
over onze vereniging. Dat maakt de weg
naar onze vereniging al een stuk een-
voudiger. Wij rekenen, zoals gebruike-
lijk, op uw medewerking !!
In deze uitgave treft u de acceptgiro-
kaart aan voor de kontributie 1984.
Mogen wij v.w.b. uw spoedige betaling
op uw medewerking rekenen ? Bij voor-
baat onze dank !
Verzamelbanden
Zoals u wellicht al bemerkt heeft heb-
ben wij nogal pech met de fabrikage van
de verzamelbanden. Wij hebben velen
van U dus voorlopig voor niets blij ge-
maakt. Gezien een fabrikagefout heb-
ben wij ze teruggestuurd naar de leve-
rancier, die er een "mouw aan gaat pas-
sen". Als ze voorradig zijn, zullen wij U
berichten.
Tot slot van deze inleiding wil ik al onze
leden, adverteerders, medewerkers, me-
debestuursleden, hun gezinsleden en al
diegenen die ons in het jaar 1983 op wel-
ke wijze dan ook verder geholpen heb-
ben een gezond, voorspoedig en geze-
gend 1984 toewensen.
J. Schutte, voorzitter.
1984
Naast de gebruikelijke voortzetting van
onze filmavonden (er zijn vele films die
wij nog niet vertoonden en een enkele
herhaling van films waarom nog steeds
veel gevraagd wordt, organiseren wij
in 1984 enkele lezingen. Voor zover die
niet in ons blad worden aangekondigd,
gebeurt dit in de plaatselijke en regiona-
le pers en, zoals gebruikelijk, via alom
te verspreiden raambiljetten.
Tentoonstelling mei a.s.
Wij kondigen U nu reeds aan, dat wij in
samenwerking met het Archeologisch
Instituut en ABN-bank in mei 1984 (12
mei t/m 3 juni) in het Verenigingsge-
bouw aan de Zandweg te De Meern een
overzichtstentoonstelling over de op-
gravingen op de Hoge Woerd vanaf
1830 zullen organiseren waaraan lande-
lijk bekendheid zal worden gegeven. Al
onze leden krijgen 50% korting op de
Boes, G.
Dorpsstraat 2 33
3481
EH
Harmeien
Bogaard, P.H.
Bosuillaan 111
3722
XH
Bllthoven
Engelen-Peek, Mevr.J.van
Zonstraat 39
3451
GJ
Vleuten
Gondelach Sr., L.
Utrechtseweg 15
3451
GB
Vleuten
Gresnigt, W .
Utrechtseweg
3451
GB
Vleuten
Groot-Hansen, Mevr. L.de
Beatrixlaan 35
3481
CD
Harmeien
Hulsinga, L.J.
Ockhuizerweg 20
3455
RW
Haarzuilens
Jacobs, J.M.
van Wanroystraat 5
3451
BP
Vleuten
Jongerius, Th.
Alendorperweg 13
3451
GJ
Vleuten
Jongh, M.L.de
Eikstraat 11
3455
SJ
Haarzuilens
Klein, J.P.M.de
Castellumlaan 1
3454
VA
De Meern
Kok-Caspari, Mevr.E.
Lord Kelvinstraat 17
1098
SG
Amsterdam
Optiek de Baat
Stationsstraat 9
3451
BV
Vleuten
Reinarts, Mevr.F.J.H.
't Zand 7
3451
GP
Vleuten
Vermeent, H.J.
Mauritslaan 24
3454
XS
De Meern
Vernooij, A.
Rijksstraatweg 126
3454
HK
De Meern
Wleman, C.
Utemhamstraat 8
3451
BR
Vleuten
1 december 1983.
-ocr page 71-
153
december 1983
De oude kerk te Vleuten
Het Kerkgebouw
Een trede (tred, tree, schrede of pas) is
2'/2 voet, wat ongeveer overeen komt
met een el (— ca 70 cm). De lengte van
het gebouw was dus 32.20 meter. Het
koor was 5,60 meter breed en 9,10 me-
ter lang; het schip was 14 meter breed en
23,10 meter lang. De enige door ons
controleerbare afmeting - de breedte
van het schip (het koor werd immers in
1831 afgebroken) - klopt met de afstand
tussen de nog bestaande oude zijmuren
van de kerk. Het lijkt geoorloofd ook de
andere opgegeven maten als juist aan te
nemen.
De muren werden gesteund door 18
dommers (steunberen) en het dak rust-
te, behalve op de muren, nog op 12 pila-
ren.
Op het kaartje van 1624, van landmeter
Henrick Verstraeten (elders in dit num-
mer), is te zien dat het koor toen half-
rond aan de achterzijde van de kerk was
uitgebouwd. Dit was nog het geval in
1831, vóór de verbouwing, zoals blijkt
uit een plattegrond van de kerk uit het
archief van de familie van Bijlevelt, ge-
tekend door J. F. Dolmans (afb. 1).
Van een oud Orgel, gemaakt in het Jaar
1599, ziet men nog eenig overblyfzel van
de Kas, maar zonder de minste Pyp daar
in.
De Predikstoel, en die van de Kerken-
raad, zyn zeer net gemaakt en in den
Jaare 1614 nam men daar van het eerste
gebruyk; dog van het Jaar 1672 ver-
toont men in de Predikstoel nog eenige
gaten, door de Franschen ingeschoten,
toen den Predicant daar op stond te Pre-
diken.
Voorts ziet men het Gestoelte voor de
Gemeente, die niet zeer talryk is,
gantsch wel gereguleert.
Aan deese Kerk is een Consistorie, 't
geen wy alhier aantekenen, om dat dee-
se by alle Kerken niet gevonden wor-
den".
Hoewel de geschiedenis van de oude
kerk te Vleuten nog geschreven moet
worden (wie voelt zich geroepen ?), lijkt
het toch wel op zijn plaats enkele we-
tenswaardigheden betreffende kerk en
toren alvast eens bijeen te brengen.
Ik heb mij daarbij laten leiden door
iemand, die zeer wel wist hoe hij zijn ge-
schriften aan de man moest brengen; hij
noemde zich "geheym-schryver" (de
letterlijke vertaling van "secretaris") en
hij beloofde zijn lezers te zullen openba-
ren "veele lang verswegen en nooit ge-
hoorde Wereldlijke en Kerkelijke Za-
ken", daarmee suggererende dat zij
wonderwat te horen zouden krijgen aan
schandalen en blosverwekkende verha-
len. In werkelijkheid viel dat wel mee
(of tegen ?) en waren zijn beschrijvingen
gidsen met wetenswaardigheden van de
verschillende dorpen in de "Vereenigde
Nederlanden" in het jaar 1760. Ik laat
mij niet uit over de betrouwbaarheid
van 's mans meldingen; de schrijvers
van dergelijke boeken kregen hun gege-
vens vaak toegeleverd door zg. corres-
pondenten.
Onze vriend schreef aldus:
"Laat ons nu komen tot de beschryving
der Kerke. Zy is in het geheel lang 46 tre-
den, omzet met 18 Dommers, welke de
Muuren vast houden. Acht treden is
haar Choor breed, en 13 lang. Deese 13
van de 46 afgenomen, blyft 33 voor de
lengte van den Buyk der Kerke, die 20
treden breed is, en haar Kapwerk onder-
steunt word door 12 Pylaaren.
Men ziet daar aan veel Duyf- of Tras-
steen, waar door gelooflyk schynt, dat
zy al zeer oud is.
De Tooren, die tot den top der Haan
102 voeten hoog is, staat geheel binnen-
waarts de Kerk; hy had voor het Jaar
1674 een zeer hooge spits, dog is in het
sware Onweer van dat gemelde Jaar,
toen de Domkerk te Utrecht instortede,
op dezelve tyd omver gewaait. In dezel-
ve hangt eene Klok, en heeft van buyten
tegen 't Zuyden een Uurwyser en een
Zonnewyser.
Wat nu betreft de Kerk van binnen.
Schilderstukken in de Glasen ziet men
daar in niet, maar 19 Wapenborden ver-
deren de Muur in 't Choor, die wy mee-
nen alle van Adelyke Geslachten te zyn,
en twee groote Grafkelders, dog beyde
zonder eenig Opschrift werden daar in
gevonden.
door
W. Gravendeel
Dr D.
Verder: "Om alhier ook van eenige by-
zonderheden te melden, staat te weten,
dat in den Jaare 1471, in de Capelle van
den Ham, in de Kerk van Onse L. Vrou-
we te Vleuten, een Broederschap is op-
gerecht" en voorts: "Tot de Kerk van
Vleuten, hebben ook wel eer behoort
twee Vicaryen, als eene in de Capelle
van Onse L. Vrouwe en de andere in de
Capelle van St. Nicolaas".
Tot zover onze zegsman, voor zover van
belang voor de nu volgende beschou-
wingen. In de loop daarvan zal tevens
blijken dat hij hier en daar toch niet ge-
heel en al achter de geheimen was.
Bij de beschouwing van de tekening van
Dolmans valt op dat de pilaren op de
dwarse doorsnede niet in hetzelfde vlak
staan als de steunberen. Dit is bouw-
kundig gezien vreemd en men kan zich
afvragen wat dit te betekenen heeft. Is
het een onnauwkeurigheid van de teke-
naar of zijn er wellicht gevolgtrekkingen
uit te maken met betrekking tot een
vroegere bouwfase van het gebouw ?
■-■'•
%
'l^
1
f
i
1
js..
'' ,^ j
^
9 i
• ■ .....m
Plattegrond van de kerk uit het familiearchief
van van Bijlevelt (1831).
~tr"
(afb. 1)
-ocr page 72-
december 1983
154
Het is jammer dat er nóch uit 1831 nóch
uit 1971 berichten zijn van oudheidkun-
dig bodemonderzoek, waaruit zou kun-
nen blijken hoe oude funderingen even-
tueel hebben gelegen.
Hetzelfde geldt voor het koor dat in
1831 werd afgebroken en waarin zich,
volgens de "geheym-schryver", twee
grote grafkelders bevonden.
De oudste schriftelijke vermelding van
een kerk te Vleuten dateert van 1 Febru-
ari 1224. Toen deden scheidsrechters
een uitspraak in het geschil tussen de
proost van Oudmunster en het kapittel,
over het genot der inkomsten van het
aartsdiakonaat en het beheer der pre-
benden (= rente uit kerkelijke goederen
aan een geestelijke als vergoeding voor
een door hem te verrichten geestelijke
bediening).
De nog bestaande toren is vroeg-go-
tisch; als bouwjaar wordt ca 1300 aan-
genomen.
De dateerbare resten van het oude kerk-
gebouw - en dus ook van de tegen de to-
ren aangebouwde westelijke traveeën
van de zijbeuken ervan - zijn laat-go-
tisch.
Dat betekent dat er op die manier al drie
bouwfasen kunnen worden onderschei-
den, te weten:
1.   De kerk die in 1224 bestond. Schuts-
patroon was St. Willibrord. De paro-
chie behoorde onder het kapittel van
Oudmunster te Utrecht. Willibrord was
de eerste bisschop van Utrecht, daartoe
in 695 door paus Sergius benoemd. Hij
stierf in 739 en werd binnen 50 jaar na
zijn dood reeds als heilige vereerd. Er
lijkt voldoende reden aanwezig om aan
te nemen dat er in 1224 in Vleuten al en-
kele honderden jaren een kerk bestond.
2.  De toren (en kerk ?) die ca 1300 werd
gebouwd, nadat zich in de 13e eeuw de
baksteen-architectuur vanuit zuid
Europa naar het noorden had verbreid.
3.   Het kerkgebouw dat in laat-gotische
tijd werd opgetrokken d.w.z. in de laat-
ste helft van de 15e eeuw. In dit verband
wil ik wijzen op het artikel van G. C. A.
van Mourik in ons blad over een grond-
verkoop op Themaat in 1481. Er is daar
sprake van dat de parochiekerk te Vleu-
ten "grotelike te afteren is vermits dat
die kerke nyewe vertymmert_ is''. Ik wil
er iets liefs onder verwedden dat deze
dingen alles met elkaar te maken heb-
ben en dat wij dus zelfs in staat zijn die
laat-gotische bouw exact te dateren.
Vóór de samenvoeging van toren en
kerk in 1971, waren aan de achterzijde
van de toren duidelijk twee "moeten"
te zien van dakaanzetten, wat dus zou
kunnen wijzen op een te eniger tijd
plaats gehad hebbende vergroting cq
verkleining van het kerkgebouw
(afb. 2).
Foto van de achterzijde van de kerktoren tij-
dens de restauratie van 1971.
(afb. 2)
De bovenste "moet", waarvan de nok
reikte tot boven de galmgaten, komt
overeen met de hoogte van het dak zo-
als dat te zien is op een prent van D. van
den Burg (tekening in O. I. inkt, ca
1745) (afb. 3).
Kerk te Vleuten op een tekening in O.I. inkt
door D. van den Burg (ca. 1745).
R.A. Utrecht, Top. Atlas no. 982.
(afb. 3)
u.
'9m-. '^*.,
-ocr page 73-
155
december 1983
De onderste "moet", waarvan de nok
reikte tot ongeveer de onderzijde van de
galmgaten, zou dan kunnen wijzen op
de dakhoogte van de ca 1300 gebouwde
kerk.
Op dezelfde prent is duidelijk te zien dat
het dak van het koor in die jaren lager
was dan dat van het schip. Wellicht is
dus ca 1481 wèl het schip vergroot maar
niet het koor.
Dit is het moment om te bekennen dat
het mij nog bij lange na niet is gelukt
voldoende materiaal bijeen te brengen
om meer zinnigs te zeggen over de
bouwgeschiedenis. Ik wil daarom nu
overgaan tot het bespreken van een vier-
tal door mij op dezelfde schaal geteken-
de plattegronden (afb. 4).
A.   De toestand zoals die vóór de refor-
matie geweest zou kunnen zijn. In het
koor bevond zich de grafkelder van den
Ham en in de nevenkoren waren de alta-
ren opgesteld van resp. O. L. Vrouwe en
St Antonius. Op het eerste werd in 1471
de O. L. Vrouwe Broederschap opge-
richt. Het hoofdaltaar stond vanzelf-
sprekend in het hoofdkoor. Als de "ge-
heym-schryver" van de "Capelle van
Onse L. Vrouwe" en de "Capelle van
St Nicolaas" spreekt, bedoelt hij zeker
de nevenkoren, waarin wellicht die ka-
pellen waren ingericht. Of het hoofd-
koor ook fungeerde als "capelle van den
Ham" zou ik niet durven zeggen. Zeker
is dat hij geheel dwaalt als hij spreekt
van de "Kerk van Onse L. Vrouwe"; de
kerk was immers toegewijd aan St Willi-
brord. Bovendien verwart hij St Antoni-
us met St Nicolaas.
B.   De toestand zoals die althans vóór
1831 bestond. Koor en nevenkoren wa-
ren afgesloten en de preekstoel was op-
gesteld met de rug naar het koor. Aan
(afb. 4)
4 plattegronden: A. de toestand vóór de refor-
matie
B.  de toestand na de refor-
matie tot 1831
C.  de toestand tussen 1831
en 1971
D. de toestand na 1971
legenda: 1- koor
2.  nevenl(oor
3.  nevenkoor
4.  concistorie
5.  knekelhuis
6.  gevangenis
7.  brandspuithuis
8.  dienstengebouw
9.  liturgisch centrum
10. graven van de familie van Bijle-
velt
11. graf van van Hoogenheim
-ocr page 74-
156
december 1983
het koor waren aangebouwd een "kon-
sistorie" en een "knekelhuis".
In het linker zij-gedeelte van de toren
bevond zich wellicht reeds sinds de
Franse tijd een gevangenis.
C.   De toestand zoals die in 1831 werd.
Tussen toren en schip werden twee tra-
veeën weggebroken. De nieuwe ingang
kwam in het midden van een nieuw op-
getrokken westelijke afsluitingsmuur.
De preekstoel kreeg een plaats tegen de
zuidelijke muur. De oostelijke eindmu-
ren van de nevenkoren werden verbon-
den en het koor werd opgeofferd.
Binnen de aldus ontstane ruimte werden
twee bergruimten en een consistorie af-
gescheiden; tegen de muur van de laat-
ste vond het in 1866 aangeschafte orgel
een plaats.
D.   De toestand sinds 1971. In massief
zwart zijn aangegeven de gedeelten die
nog uit oude tijden dateren. De verbin-
ding tussen toren en schip der kerk werd
hersteld en de consistorie vond een
plaats in één der zijvertrekken van de
toren.
Op de plaats van het vroegere koor
kwam een dienstengebouw, waarin in
oostelijke richting het zg. liturgisch cen-
trum uitsteekt.
In de vloer van dit centrum zijn in een
mozaiek diverse grafzerken bijeenge-
bracht.
De preekstoel werd geplaatst op de
hoek van genoemd centrum en het orgel
aan de torenzijde boven de ingang.
De Toren
De toren had "tot den top der Haan",
een hoogte van 102 voet, dat is dus ca 27
meter en dat is voor een toren inderdaad
niet zeer hoog.
Op het kaartje van eerder genoemde
landmeter staat de "zeer hooge spits"
afgebeeld van vóór de storm van Ï674.
Het is waarschijnlijk dat deze hoge spits
stamt uit 1481, het jaar van de "moder-
nisering"; de toren zélf is met zijn
zwaarte en dikte nog duidelijk romaans.
Met "duyf- of trassteen" (duif- of tuf-
steen) worden bedoeld de blokken vul-
kanisch gesteente die vroeger bij het op-
trekken van monumentale bouwwerken
veel werden gebruikt. Merkwaardig is
dat in het metselwerk van de toren geen
tufsteen is gebruikt, terwijl deze bij het
optrekken van het kerkgebouw wèl
werd toegepast.
Het baksteenformaat van de toren is 27
X 12 X 6 cm en dat van het kerkgebouw
29 X 13 X 6 cm. We hebben dus te maken
met de zg. "gewone mop" (klooster-
moppen waren groter maar vooral veel
dikker!), die hoofdzakelijk in de goti-
sche bouwperiode werd toegepast.
Mogelijk werd ca 1300 wèl een nieuwe
toren opgetrokken, maar bleef het oude
(tufstenen?) kerkgebouw staan. Het
laatste kan dan in 1481 zijn afgebroken
en opnieuw in baksteen opgetrokken,
waarbij de vrijgekomen tufsteen werd
gebruikt om, consequent doorlopend
over muurvlakken en steunberen, om de
drie lagen baksteen een laag tufsteen
aan te brengen.
Eigenlijk is de toren geen "kerk"-toren
meer maar een "gemeente"-toren, want
hij was door het gouvernement der Ba-
taafsche Republiek naar Frans voor-
beeld in 1798 tot eigendom der pas ge-
boren burgerlijke gemeente verklaard.
De kerk behield het recht van doorgang
tegen een jaarlijkse recognitie (= ver-
goeding), en dat alles op grond van "het
6e articul der additioneele articulen van
de acte van staatsregeling relatief de
kerkgebouwen en pastorie-huizen der
voormaals heerschende kerk, mitsga-
ders de toorens aan de kerkgebouwen
gehecht".
De verbouwing - en in zijn ogen vermin-
king - van de kerk in 1831 zat burge-
meester van Bijlevelt hoog en hij schreef
in zijn brievenboek: "dat het kerkbe-
stuur bij het herstellen der Kerk dezelve
van den Toren heeft weggenomen,
waardoor deze geheel op zich zelve is
blijven staan en bijgevolg zoodanig is
verzwakt, dat ik met grond vrees dat de
toren binnen weinige jaren in eene
bouwvalligen staat zal verkeren".
Bouwvallig of niet, ingrijpen (afbraak
of herstel) was blijkbaar niet urgent,
want restauratie vond eerst plaats in
1935.
Toen de toren in gemeente-eigendom
overging is er waarschijnlijk al vrij spoe-
dig een arrestantenlokaal in gemaakt,
waarin de veldwachter vagebonden en
dronkelappen kon opsluiten. Bij de re-
stauratie van de toren in 1935 werd ook
dit lokaal opgeknapt en, gezien de zwa-
re dubbele deuren en overdaad aan
smeedijzeren grendels, geschikt ge-
maakt voor de zwaarste criminelen,
(afb. 5).
Tevens werd in het andere zijvertrek een
gelegenheid geschapen voor de stalling
van de brandspuit.
De vensternissen in de noord-en zuidge-
vel, benevens die in de westgevel boven
de ingang, die in het verleden waren
dichtgezet, werden opengemaakt, ter-
wijl aan de achterzijde - dus aan de zijde
van het kerkgebouw - nieuwe galmgaten
en een vensternis werden aangebracht.
De laatste vervielen weer bij de restau-
ratie van 1971.
De gevangenis
(aft. 5)
-ocr page 75-
157
december 1983
meestersfamilie van Bijlevelt, hetgeen
als randschrift op de klok is vermeld".
Dit laatste nu is iets wat ik niet bevestigd
heb kunnen vinden in de geraadpleegde
bronnen; de klok werd immers besteld
èn betaald door het gemeentebestuur.
Wèl is er later, en wel op 28 Maart 1822,
opnieuw contactgeweest tussen de firma
Petit en Fritsen en burgemeester van
Bijlevelt. De firma schreef toen: "Wij
hebben voor Ued. aan de heer Schaaps
te Utrecht een klokje gezonden dat van
uytnemende goede klank is, dog ingeval
het te groot of zwaar na Uw zin mogt
wesen mag Ued. het gerust laten, dan zal
men Ued. bij gelegentheid wel eens een
klijnder en ligter klaar maken" en ver-
der "ofschoon het meerder moest kos-
ten hebben wij dit maar met de ordinai-
re zwaare klokken gelijkgesteld".
Ik laat het graag aan de lezer over zich
een beeld te vormen van de betekenis
van het laatste gedeelte van bovenaan-
gehaalde brief. Zeker is dat van Bijle-
velt een klokje ontving van 31 pond,
met bijbehorende klepel, en daarvoor
aan Schaaps te Utrecht f 35,- betaalde
op 18 September 1822. Wat er van dit
klokje is terecht gekomen, weet ik niet.
Toe na de oorlog, het gemeentebestuur
er van overtuigd was dat de bedoelde
klok verloren was gegaan, werd uitge-
breid geinformeerd naar de mogelijkhe-
den om aan een nieuwe klok te komen.
Advies werd ingewonnen bij de Rijks-
commissie van Advies voor Klokken en
Klokkenspelen en bij de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg. Dat laatste
was nodig omdat in 1935 de gemeente-
toren met medewerking van die dienst
was gerestaureerd en men nu een klok
wilde aanschaffen die enkele malen
zwaarder was dan de oude.
Ook nu weer was "approbatie" vereist
van Gedeputeerde Staten op de uitgaaf
die was begroot op f 7.600,--; bedoelde
toestemming werd op 13 Juli 1948 ver-
kregen.
Wie nu denkt dat toen onbekommerd
tot bestelling kon worden overgegaan,
vergist zich; er heerste in en vlak na de
oorlog grote schaarste aan materialen
en dus moest een toewijzing worden
aangevraagd van 1.485 kg brons bij het
Rijksbureau voor Metalen.
Het rijk verleende een bijdrage van rond
f 1.300,— via het Bureau Financiering
Wederopbouw van het Ministerie van
Financiën.
De nieuwe bronzen klok werd gegoten
door de firma van Bergen te Heiligerlee.
Het keuringsrapport van de "Rijkscom-
missie van advies voor oude- en nieuwe
luid- en slagklokken en klokkenspelen"
(sic!) vermeldt een diameter van 129 cm
en een gewicht van 1475 kg; hij is afge-
stemd op dis. Dat laatste had een bij-
dezer gemeente over het jaar 1819";
mocht men nog tekort komen, dan kon
worden geput uit het fonds voor on-
voorziene uitgaven en uit het te ver-
wachten "voordelig slot van 1820".
De raad ging met het voorstel accoord
en nog diezelfde dag ging een verslag
van de deliberatie naar Gedeputeerde
Staten voor de benodigde "approbatie"
{— goedkeuring). De ambtelijke molens
konden in die tijd soms nog verkwik-
kend snel werken want de goedkeuring
kwam reeds op 30 September 1820 bin-
nen.
Op de begroting voor 1821 werd vervol-
gens een bedrag van f 300,- gereser-
veerd.
Op 28 Februari 1821 werd door het ge-
meentebestuur van Vleuten en De
Meern een overeenkomst gesloten met
de firma Petit en Fritsen betreffende
de levering van "twee nieuwe klokken in
de thoorens van Vleuten en de Meern".
Gegoten zouden worden één klok van
circa 1200 pond en één van circa 200
pond.
Op 19 Juni 1821 berichtte de firma dat
de klokken per schip waren afgezonden
naar de heer Schaaps te Utrecht, waar
ze per schuit of op een kar konden wor-
den opgehaald.
De nota voor de gemeente vermeldde
een totaal bedrag van f 1.620.14.--(zes-
tienhonderd en twintig gulden en veer-
tien stuivers), maar daar ging af de
waarde van het ingeleverde metaal, zo-
dat uiteindelijk te betalen bleef f 273.14
(tweehonderd drieenzeventig gulden en
veertien stuivers). Men was dus keurig
binnen de begroting gebleven.
Op 13 Juli 1821 werd "aan de Meern"
de nieuwe klok "in den toorn gehan-
gen"; hij woog 178 pond (gewogen op
de waag aan de Meern.) De oude klok
woog 179 pond.
Te Vleuten vond de ceremonie plaats op
1 Augustus 1821; de nieuwe klok woog
1159 pond, was van brons, had een dia-
meter van 98 cm en was afgestemd op
gis.
Op 17 Februari 1943 werd de klok, op
last van de Duitse bezetter, uit de toren
gehaald; hij vond een roemloos einde in
de smeltkroes van een wapenfabriek in
Duitsland.
Voor luchtbeschermingsdoeleinden
kreeg Vleuten toegewezen een klokje
met een diameter van 45 cm, wegende
60 kg, toebehorende aan het pensionaat
St Louis te Amersfoort.
Na de oorlog deed het gemeentebestuur
van Vleuten moeite de afgevoerde klok
te achterhalen en schreef daarbij aan de
Rijksinspectie Kunstbescherming o.a.:
"De klok is omstreeks 1825 aan de ge-
meente geschonken door de in de anna-
len dezer gemeente bekende burge-
De Uurwijzer en de
zonnewijzer
De benaming "uurwijzer" zou er op
kunnen duiden dat het torenuurwerk
destijds slechts één wijzer had. Op een
dergelijke klok kon men niet exact op de
minuut de tijd aflezen; dat werd pas la-
ter mogelijk toen de uurwerken er een
minutenwijzer bij kregen.
Ik weet niet of het oude smeedijzeren
uurwerk in 1935 nog in de toren zat; in
ieder geval werd toen een nieuw uur-
werk aangebracht door de firma Th.
Hogen te Duivendrecht.
In het dossier betreffende de restauratie
staat vermeld: "Was de toren niet her-
steld, dan zou het oude uurwerk behou-
den zijn gebleven. Het moest nu verwij-
derd worden en kon wegens de veran-
derde inrichting niet weder worden op-
gesteld".
Ook de zonnewijzer, die in 1935 al niet
meer op de toren zat, werd toen ver-
nieuwd, waarbij geen "uurlijnen" op
het bord werden aangebracht.
Wijzerplaat van de klok en zonnewijzer-
bord werden in rood uitgevoerd met
vergulde cijfers; het jaar van de restau-
ratie (1935) is er op te zien.
De Klok
In 1760 hing er in de toren een klok,
maar van de geschiedenis van die klok
weten wij niets. Bij de vervanging, in
1821, werd hij gewogen (op de Waag te
Vleuten); hij woog 2184 pond.
In 1820 bleken de klokken in de ge-
meentetorens te Vleuten en De Meern in
een slechte toestand te verkeren, wat
voor burgemeester J. H. J. van Bijlevelt
reden was zijn licht eens op te steken bij
de klokkengieters Petit en Fritsen te
Aarle-rixtel. Dezen haastten zich een
begroting te offreren betreffende het
vernieuwen of vergieten der beide defec-
te klokken. De heren waren blijkbaar
nogal op de klandizie gebrand want ze
schreven: "wat de betaling aangaat be-
hoeft men geen uytstel, men kan dit met
ons reguleeren, zoo het best en gemak-
kelijkste met de gemeentenskasse con-
venieert".
De burgemeester had de zaak dus voor-
lopig geregeld, maar toen moest de ge-
meenteraad er nog zijn zegje over zeg-
gen. Dat gebeurde op 13 September
1820; er vond een "deliberatie" plaats
waarin "schout" van Bijlevelt de raad
vertelde dat bovengenoemde firma be-
reid was "op een jaar proef' te leveren
twee klokken voor 22 stuivers per pond
en de oude klokken over te nemen voor
12 stuivers per pond. De kosten zouden
kunnen worden bestreden uit het "voor-
delig slot der financieele administratie
-ocr page 76-
158
december 1983
zondere reden. In de toren van de
Rooms Katholieke kerk, waaruit ook de
klokken waren weggehaald, zouden
drie nieuwe klokken worden gehangen
met een toonhoogte van resp. fis, gis en
ais, en men wilde toch tot elke prijs
voorkomen dat er disharmonie zou ont-
staan binnen de in die dagen juist ont-
luikende oecumene.
Het opschrift op de nieuwe klok luidt:
"Geweld haalde mij weg - Vrijheid
bracht mij terug - Kerstmis 1948".
En wat werd er van het geleende klokje
van St Louis in Amersfoort ? Ook hierin
ging het gemeentebestuur van Vleuten
niet over één nacht ijs, getuige een frag-
ment uit de brief aan het bestuur St
Louis: "Intussen zijn wij in het bezit ge-
komen van een nieuwe klok, waarom
wij in overleg met de Rijkscommissie
van advies voor klokken en klokkenspe-
len Uw eigendom voor Uw rekening
hebben teruggezonden aan Uw adres.
Wij zeggen U dank voor de bewezen
diensten". Ik geef hier maar geen com-
mentaar op.
Het Meubilair
Het "gantsch wel gereguleerde Gestoel-
te voor de Gemeente" werd bij de
restauratie van 1971 verwijderd. Een en-
kele kerkbank werd door ons terugge-
vonden, onder berusting van de familie
de Kanter te Vleuten. De heer Felix
stond ons een deel van het oude doop-
hek (afb. 6), een stoof en een eiken leze-
naar af, door hem van de sloop gered en
jarenlang zuinig bewaard in zijn garage.
Het wapen van den Engh
In de consistorie hangt een schilderij
van Jac. Graafland, vervaardigd in No-
vember 1970, voorstellende het inte-
rieur van de kerk vlak vóór de restaura-
tie. Hierop kan men, gerekend vanaf de
ingang, links achterin een zg. herenbank
zien. Dit was de dubbele bank van de
ridderhofstad den Engh, waarbij van-
ouds behoorden de kleding, gordijnen
en vier kwarto statenbijbels. De laatste
bezitter van de bank was Herman van
Rossum van de boerderij den Engh, ge-
legen op het terrein van de voomalige
hofstad van die naam. Het wapen dat de
bank sierde, toonde een kasteel met
inwonende leeuw in rood op een veld
van goud. Dit is een zg. "sprekend" wa-
pen en kan dus zoveel betekenen als
"Leeuwenburg". Bij de restauratie van
1971 kon de herenbank niet gehand-
haafd blijven en de familie nam het wa-
pen mee naar huis.(afb. 7)
Deel van het doophek
(afb. 6)
(afl). 9)
De armenbus
De diaconiekist
(afb. 8)
Tot de inventaris behoort voorts een
eikenhouten kist (96 cm lang, 45 cm
breed en 47 cm diep), staande op een bij-
behorend onderstel van 32 cm hoogte,
met het opschrift: "De deakonykist tot
Vleuten". De kist is voorzien van drie
sloten, zodat hij slechts geopend kon
worden in het bijzijn van drie verschil-
lende kerkelijke ambtsdragers, die elk
één sleutel onder hun berusting hadden.
Honni soit qui mal y pense! (afb. 8).
Oók oud, en zeker al in gebruik in de
tijd van onze "geheym-schryver", is een
zg. "armenbos", een eikenhouten col-
lectebus, voorzien van smeedijzeren
hengsel en slot. (afb.9).
-ocr page 77-
159
december 1983
De Predikstoel
De predikant, die aan zijn preek bezig
was toen de Fransenin 1672 op zijn
"houten broek" schoten, moet Ds Bar-
tholdus van Hattem zijn geweest. Hij
werd beroepen in Maart 1671 en beves-
tigd op 25 Juni 1671. Hij overleed op 20
Oktober 1711.
Preekstoelen waren al bekend in de 15e
eeuw, maar werden pas algemeen in de
16e en 17e eeuw tengevolge van het
voorschrift van het Concilie van Trente
(1545 - 1563) dat aan de preken meer
aandacht diende te worden besteed.
In de 16e eeuw bestond de preekstoel uit
drie delen; de voet of makelaar, de kuip
en het klankbord. In de 17e eeuw werd
de voet vervangen door figuren, bv. vier
engelen, evangelisten, enz.. Later ver-
smolten de drie elementen waaruit de
preekstoel is opgebouwd en werden
overwoekerd door loofwerk.
Onze preekstoel (afb. 10), die volgens de
"geheym-schryver" in 1614 in gebruik
werd genomen, stamt inderdaad uit die
tijd op grond van stijlkenmerken. De
kuip is gebeeldhouwd in eiken en ver-
sierd met renaissance-motieven: half-
zuilen met cannelures, bekroond door
kapitelen met voluten. De bogen op de
panelen verraden Utrechtse invloed. Op
de schildhouders op de hoeken zijn ver-
moedelijk vroeger de wapens geschil-
derd geweest van de schenkers; enig ar-
chivalisch bewijs ontbreekt echter tot
nu toe. Getuige de hier en daar aanwezi-
ge verfresten is het meubel zeker ooit ge-
of beschilderd geweest.
De leuning van de trap is vermoedelijk
eind 17e eeuws op grond van de barokke
balusters. De treden zijn van recente
tijd.
De kansel is voorzien van een geelkope-
ren lezenaar, terwijl tegen de trap een
geelkoperen houder voor een doopbek-
ken zit geschroefd. Beide zijn 17e eeuws.
Een tweede, identieke lezenaar,oor-
spronkelijk ten dienste van de voorle-
zer, kreeg een moderne voet en vond een
plaats op de tafel in het liturgisch cen-
trum.
Van enige beschadiging, door de "ge-
heym-schryver" aan de "Franschen"
toegeschreven, kon ik geen spoor ont-
dekken.
Het Orgel
Onze "geheym-schryver" meldt de
aanwezigheid van een restant van een
oud orgel uit 1599. Het is nauwelijks
denkbaar dat in dat jaar in de Vleutense
kerk een orgel kan zijn aangeschaft;
daarvoor waren de tijden toen te woelig.
Evenals elders in het Nedersticht kwam
de reformatie in Vleuten moeizaam op
gang. De katholieke pastoor Hendrik
Willems van Segvelt, in 1565 door het
kapittel van Oudmunster aangesteld,
bleef tot in 1611 in Vleuten werkzaam,
zich daarbij gesteund wetend door de
katholiek gebleven kasteelheren in de
omgeving.
Op St Marcusdag van het jaar 1567
werd de kerk gebeeldstormd door de
(afb. 11)
Het orgel
soldaten van Brederode, die echter naar
het schijnt meer uit waren op kostbaar-
heden (vanwege hun achterstallige sol-
dij) dan dat zij het op de uiterlijke teke-
nen van het katholicisme hadden voor-
zien. In 1593 was de kerk althans nog
vol "geschilderde beelden en outaeren"
en de pastoor was nog in het volle genot
van de pastoriegoederen.
Het ging in het Sticht tijdens de refor-
matie ook anders toe dan in het westen
van ons tegenwoordige Nederland. Zo
werd bij de Unie van Utrecht van 23 Ja-
nuari 1579 aangaande de religie bepaald
dat in Holland en Zeeland slechts de ge-
reformeerde godsdienstoefening werd
toegelaten en de andere gewesten vrij
waren zich al of niet aan de religievrede
te houden, mits niemand om zijn geloof
werd vervolgd.
Er worden uit die eerste jaren wel predi-
kanten vermeld: Lichtenbergh 1583,
Goosen Picard 1588, Jan van Doesburg
1589, Tilman Jansz. 1590, Dick Tho-
masz. van den Goude 1598, Rombert
Feonius 1603 en Floris Gerritsz. van
Ens die in 1607 van Houten kwam. Zij
hadden het moeilijk en het aantal lidma-
ten was niet groot; Het bewoog zich in
de tweede helft van 17e eeuw tussen de
De preekstoel
(afb. 10)
-ocr page 78-
160
december 1983
Het grafbord is in hout uitgevoerd en is
1,95 m hoog en 1,50 m breed. Het toont
een gebeeldhouwd wapen, gehouden
door twee hazewinden en gedekt door
helmteken en helmdoek. Het gehele wa-
penschild is geflankeerd door twee pi-
lasters en gedekt door een tympaan.
Het eigenlijke wapen bestaat uit een
gouden veld waarop in de ene helft 3 ro-
de ruiten en een blauwe barensteel (den
Ham) en in de andere helft 3 blauwe le-
lies en een rode balk (Hacfort).
Vermeld moet worden dat het wapen
van den Ham bestaat uit 3 rode ruiten
en een blauwe barensteel op een zilveren
veld.
Op een wapenkaart van 1769, hangende
in de hal van het Rijksarchief te Utrecht,
staat het wapen van Hacfort afgebeeld:
3 blauwe lelies en een rode balk op een
zilveren veld.
Ik moet dus welhaast aannemen dat de
vervaardiger van het rouwbord een ver-
gissing heeft gemaakt.
40 en 60, in de eerste decennia van de
18e eeuw liep dit aantal sterk terug om
gedurende de rest van de eeuw rond de
30 te blijven schommelen.
De aanschaf van een orgel is een kostba-
re zaak en ik kan mij ook niet goed
voorstellen dat de zo lang klein gebleven
hervormde gemeente die zich heeft kun-
nen veroorloven. Misschien kreeg Dirck
Thomasz. van den Goude, die in 1598
door de Staten van Utrecht tot predi-
kant werd aangesteld, er extra geld voor
ter beschikking ? Zeker is wel dat men in
het onderhoud schromelijk tekort is ge-
schoten.
Het is niet bekend hoe de psalmen en ge-
zangen der Vleutense gemeente toen
verder muzikaal werden begeleid. Zeker
had men in de 17e en 18e en ook tot ver
in de 19e eeuw het ambt van "voorzan-
ger", dat in den beginne werd vervuld
door de koster, die tevens schoolmees-
ter en doodgraver was.
Het is heel goed mogelijk dat er in de
drie eeuwen na de reformatie in de kerk
van Vleuten geen orgelmuziek heeft ge-
klonken.
In 1866 kocht de Hervormde Gemeente
van Vleuten voor f 600,-- een orgel van
de Remonstrantse Gemeente te Utrecht.
Dit orgel, in neo-barokke stijl, werd in
1809 gebouwd door de Utrechtse orgel-
bouwer Jonathan Batz (1787 - 1849).
(afb. 11).
Het instrument was tussen 1866 en
1971, dus in de "verkleinde" kerk, op-
gesteld tegenover de ingang tegen de
muur van de consistorie. Het kreeg bij
de restauratie van 1971 een plaats tegen
de kerkzijde van de toren, boven de in-
gang.
Ter gelegenheid van de restauratie van
de kerk kreeg ook het orgel een grondi-
ge opknapbeurt en het werd op 17
Maart 1972, onder grote belangstelling
van vele orgelliefhebbers, opnieuw in
gebruik genomen.
Het is hier niet de plaats en ik gevoel mij
ook niet bevoegd om in technische de-
tails te treden; op 22 Maart 1972 schreef
Hans Schaaf over het orgel een uitste-
kend en goed gedocumenteerd artikel in
de Brug.
De Wapenborden
Van de 19 wapenborden, die "de muur
in 't Choor vercierden", is er niet één
meer over.
Tóch kunnen we ons een indruk vormen
van hoe ze er uit hebben gezien. In het
Centraal Museum te Utrecht wordt be-
waard een "grafbord met het gebeeld-
houwde wapen van Hacfort", vermoe-
delijk afkomstig uit de kerk te Vleuten,
(afb. 12). Het bedoelde bord kan in 1760
nog niet in de kerk hebben gehangen,
want de man die er mee werd herdacht
was toen nog in de bloei van zijn leven.
Een graf-, rouw- of begrafenisbord was
een rechthoekig of vierkant paneel
waarop het geslachtswapen van een
overledene was geschilderd, bestemd
om in de kerk te worden opgehangen. In
de kerkinterieurs van de architectuur-
schilders der 17e eeuw wordt het begra-
fenisbord vaak afgebeeld.
Gerard Hendrik Baron van Hacfort, die
op 27 Januari 1792 overleed, was gebo-
ren op 22 Mei 1717. Hij huwde op zeer
rijpe leeftijd - hij was toen 59 jaar - met
de 38 jaar jongere Maria Petronella
Geertruyda van Lamsweerde van Eer-
beek.
Gerard Hendrik bracht het tot Luite-
nant Kolonel der Cavalerie. Hij werd
met den Ham beleend op 14 Januari
1761, na de dood van zijn broer Alard
Wijnand.
Het goed den Ham was in de familie ge-
komen via hun moeder Maria Corneiia
van der Borch, die in 1711 trouwde met
Olivier Hacfort.
Het grafbord van baron Hacfort
(afb.n)
-ocr page 79-
december 1983
161
2. Elisabet Loenius, huysvrouw van
Hendrik van Bijlevelt, brouwer tot
Vleuten,
overleeden den 26 Julij 1731.
De zerk is versierd met een wapen
met op het schild een tak met 5 mis-
pelbloemen; helmteken 2 mispelbloe-
men.
N. B. Elisabet was weduwe van Bar-
nardus van Woudenburgh, toen zij in
1708 trouwde met Hendrik van Bijle-
velt, die zelf weduwnaar was van
Cornelia van Aelst.
De reden waarom alle wapenborden uit
de kerk verdwenen, kan wellicht ge-
zocht worden in de Franse tijd, toen im-
mers "vrijheid, gelijkheid en broeder-
schap" in de mode waren. Het zou wel
eens kunnen zijn dat het boven beschre-
ven bord het laatste is geweest dat de
kerk van binnen heeft gezien. Het kwam
na onnaspeurbare omzwervingen, te-
recht bij de "Utrechtsche Taxi-Auto
Maatschappij", die het in het verleden
in bruikleen schonk aan het Centraal
Museum te Utrecht.
Hofman vermeldt dat "op 3 Februari
1792 wijlen Baron van Hacfort, heer
van den Ham, gezet is in een kelder
specteerende aan gemelde huyzinge den
Ham, gelegen in de kerk op 't choor, van
de zuydzijde gerekend no. 1".
De Grafzerken en Grafkelders
Zoals gezegd zijn in de tegenwoordige
kerk in het liturgisch centrum enkele
grafstenen in een mozaiek bijeenge-
bracht. De twee oudste en fraaiste ver-
dienen een aparte en uitvoerige bespre-
king, die een plaats zal vinden in een van
de volgende nummers van ons blad.
Daarin zal ook de nodige aandacht
worden besteed aan de graven en graf-
kelders op het voormalige koor.
Verder vinden we zerken van:
1. Den WelEdelgeboren Heer Wolfert
Simon Van Hoogenheim, oud Collo-
nel der infanterie Ten dienst der ver-
eenigde Nederlanden en oud Gouver-
neur generaal Der colonie de Berbi-
cie,
overleeden den 28 Maart A° 1794.
gezet Paulus van Bijlevelt, overleden op
20 Mei 1975; hij was van 1768 tot 1795
pastoor te Vleuten.
Op no. 10a vond zijn laatste rustplaats
pastoor Adolphus Teilegen, die op 6
April 1818 overleed en op diezelfde da-
tum werd begraven; hij was pastoor van
Vleuten van 1795 tot 1818. Van deze pa-
stoors zijn geen grafzerken bewaard ge-
bleven.
Wolfert Simon van Hoogenheim werd
begraven op no. 11.
3. Een simpele steen met het cijfer 2. VerantWOOrdinq
4.  Peter Hendricksoon Stock, Anno
1651 (afb. 13).
5.  M C V ?, Anno 1677.
Hierop een kruisboog met driepunti-
ge pijl (afb. 13).
6.  De Heer Willem Hendrik van Bijle-
velt,
obiit (= overleden) 23 December
1799.
7.  Mejufvrouw Alijda Odilia van Riet-
velt, weduwe van wijlen den Heer W.
H. van Bijlevelt,
obiit 2 November 1801.
Rijksarchief Utrecht:
Stichtse Oorkonden.
Inventaris hervormde gemeente
Vleuten.
Topografische Atlas.
Centraal Museum:
Grafbord van Hacfort.
L. J. van der Heyden:
Parochie van de H. Willibrordus te
Vleuten: Jaarboekje van het Oud-
heidkundig Genootschap Niftarla-
ke, 1941.
J. H. Hofman:
O. L. Vrouwen Broederschap te
Vleuten.
Archief voor de Geschiedenis van
het Aartsbisdom Utrecht, XXV,
1898.
Dr H. J. Kok:
De patrocinia van St Willibrord in
het middeleeuwse Bisdom Utrecht,
Archief voor de Geschiedenis van
de Katholieke Kerk in Nederland, I,
1959.
Van enkele van de beschreven zerken
kunnen we de oorspronkelijke plaats in
de kerkvloer nog aanwijzen (afb.4B, 10
en II).
De no's 10 waren graven, in het bezit
van de familie van Bijlevelt; op no. 10c
werd Alijda Odilia van Rietvelt begra-
ven op 6 November 1801. Op 27 Decem-
ber 1799 werd Willem Hendrik van Bij-
levelt op no. 10b begraven, terwijl in
datzelfde graf op 25 Mei 1795 werd bij-
Twee grafzerken
(ailj. 13)
STÓtivrll^Nö
-ocr page 80-
december 1983
162
Kaart van Vleuten
Geheym-schryver van Staat en Kerke
der Vereenigde Nederlanden, 1760.
Gemeentearchief Vleuten.
Archief architect Baron van Asbeck te
Langbroek.
Archief architect Zuiderhoek te Baarn.
G. C. A. van Mourik:
Officieel Orgaan van de Historische
Vereniging Vleuten, de Meern en
Haarzuilens, III 117.
Nationaal Beiaardmuseum te Asten.
Gemeentelijke Archiefdienst te Hel-
mond:
Archief Petit en Fritsen.
De Brug: Woensdag 22 Maart 1972.
1 morgen              = mogelijk zoveel land als men met een span ossen in een "mor-
gen" ploegen kon.
1 Stichtse morgen = 600 vierkante roeden.
1 hond                  = afkorting van "honderd" = 100 vierkante roeden.
1 Stichtse roede = 3,76 meter; 1 vierkante roede = 14,13 vierkante meter.
1 voet                   = één tiende roede; 1 vierkante voet = 0,14 vierkante meter.
Het eerste stuk is dus 2769 x 14,13 + 6 x 0,14 = 39.126,81 vierkante meter.
Het tweede stuk is 4333x14,13 + 2x0,14 = 61.225,57 vierkante meter.
Het derde stuk is         5865 x 14,13 + 1 x 0,14 = 82.872,59 vierkante meter.
Bovenste kader:
Opten 11 Septembri Ao 1624 hebbe ick
dit stuck boulant, getekent met ABC,
dat tegewoordich gebruyckt wort bij
Aert Goijertzoon,
halver wateringe
heele dijck, in toto
roeden 6 voeten.
groot bevonden ter
ende slooten ende
4 morgen 3 hond 69
Opten zelven dito gemeten dit stuck
boulant dat mede bij Aert Goijertzoon
gebruyckt wort, getekent met D E, de
halve wateringe ende halve slooten ende
den heele dijck daer aen gemeten, ende
in toto groot bevonden 7 morgen 1 hond
33 roeden 2 voeten.
Onderste kader:
Opten 14 Septembri Ao 1624 hebbe ick
onderschreven dit parseell lants geme-
ten mette Stichtse roede, ute Vluetense
wateringe tot de halve sloot van Temet
toe, die erffpacht hoffste daer buyten
gelaten die voor aen den dijck leijt ende
bij schout Hans van de E Capittell in
erffpacht gebruyckt, en alles groot be-
vonden, de halve water aen drie zijden
ende Vlueter dijck, in toto 9 morgen 4
hond 65 roeden 1 voet, welcke nutertijt
gebruyckt worden bij Willem Jansz. op
Temet, 't samen boulant.
Bij mij Henrick Verstraeten.
Verder worden genoemd:
Joncheer Utenham
De kijnderen van Wouter Janszoon
De Vlueter dijck
De Vlueter wateringe ofte niewe grift
De Noobel
Aert Goijerszoon
Schout Hans
Dat Zant pat na de Haer
De kerckwech nae Temet
Op Temet
-ocr page 81-
'Een vergeten hoekje van onze gemeente: de Burgemeester Verderlaan, uitgeverij 'Het
Spectrum', een deel van park 'Voorn' en helemaal bovenaan nog nèt de
Rhyngaerdeflat.'
-ocr page 82-
165
december 1983
Persbericht
Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen
14de eeuw.
Juist in het Kromme Rijngebied ont-
moeten twee soorten van middeleeuwse
ontginningen elkaar: enerzijds de groot-
scheepse ontginningen die in West-Ne-
derland plaats vonden op de klei- en
veengebieden onder gezag van de bis-
schop van Utrecht, anderzijds de klein-
schalige ontginningen die in het oosten
op de zandgronden plaats vonden.
Dekker: "Het Kromme Rijngebied is
een overgangsgebied. Dat maakt het
historische en geografisch tot zo'n aan-
trekkelijke streek".
De 10de eeuw is het uitgangspunt van
het boek. Het oude Dorestad is al ver-
dwenen door de invallen van de Noor-
mannen. De bisschop van Utrecht be-
gint meer en meer een wereldlijk gezag
te verwerven. Maar Dorestad komt uit-
gebreid in het boek aan de orde. Met op-
vattingen die voor de archeologen in
Wijk bij Duurstede hoogst interessant
zullen zijn.
Het boek loopt tot de staatkundige en
godsdienstige veranderingen die plaats
vinden aan het begin van de Tachtigja-
rige Oorlog. Ook het Kromme Rijnge-
bied hebben deze roerige tijden niet on-
beroerd gelaten.
Naast de stichting van alle nederzettin-
gen wordt besproken hoe deze alle in
cultuur werden gebracht en hoe ze zich
uitbreidden. Ook wordt uitgebreid aan-
dacht geschonken aan de bestuursstruc-
turen die op kerkelijk, wereldlijk en wa-
terstaatkundig terrein werden inge-
voerd. Deze structuren zijn in de loop
der tijden wel gewijzigd maar tot op de
dag van vandaag zijn opzet en uitwer-
king van de middeleeuwen nog te her-
kennen.
Met de publicatie van dit boek heeft de
Stichting Stichtse Historische Reeks
haar negende boek het licht doen zien.
De stichting startte haar activiteiten in
1975. Zij stelt zich ten doel. grote publi-
caties te laten verschijnen over de ge-
schiedenis van de provincie Utrecht.
Dat doel begint steeds meer gestalte te
krijgen want de stichting is er tot op he-
den in geslaagd ieder jaar een histori-
sche studie te laten uitkomen.
De titels van deze negen boeken laten
zien hoe gevarieerd dit aanbod gewor-
den is. In 1975 verscheen bij gelegen-
heid van het 600-jarig bestaan van de
Staten van Utrecht het werk "Van Stan-
den tot Staten".
Twee delen uit de reeks handelen over
het onderwijs in de dorpen en steden
van de provincie Utrecht. Er is een mo-
nografie over De Bilt en een rechtshisto-
risch werk over Mijdrecht en omgeving.
Vorig jaar verschenen vanwege het
eeuwfeest dat de Provinciale Waterstaat
vierde, een boek over het honderdjarig
bestaan.
Een heel deel is gewijd aan de klokken-
kunst van de Utrechtse klokkengieters
tot 1700. De bestseller van de reeks,
"Misdaad in de Middeleeuwen", wordt
dit najaar herdrukt.
Nadere informatie bij:
-  De Walburg Pers, 05750 - 10522
-  Stichtse Historische Reeks, de heer
C. H. Staal, 030-313835
Standaardwerk verschenen
in de Stichtse Historische
Reeks.
"Het Kromme Rijngebied in de Middel-
eeuwen" is de titel van het negende deel
van de Stichtse Historische Reeks, ge-
schreven door de rijksarchivaris in de
provincie Utrecht, prof. dr. C. Dekker.
Het boek, uitgegeven door de Walburg
Pers te Zutphen, werd op vrijdag 4 no-
vember door mr. P. van Dijke, commis-
saris van de koningin in de provincie
Utrecht en voorzitter van de Stichting
Stichtse Historische Reeks, gepresen-
teerd. De presentatie van het boek vond
plaats in het Gemeentehuis van Houten,
waar loco-burgemeester Jonkers gast-
heer was.
Boek
Met dit lijvige werk van maar liefst 672
pagina's heeft prof. Dekker een belang-
rijk stuk geschiedenis van het gebied
tussen de stad Utrecht en de Rijn voor
het eerst in zijn totaliteit behandeld. De
studie gaat over het ontstaan en de mid-
deleeuwse structuren van de nederzet-
tingen Amerongen, Leersum, Doorn,
Driebergen, Zeist, Oostbroek, Over-
langbroek, Nederlangbroek, Bunnik,
Vechten, Odijk, Werkhoven, Cothen,
Wijk bij Duurstede, Houten, 't Goy,
Schalkwijk, Tuil, 't Waal, Vreeswijk en
Jutphaas.
Het boek legt verband tussen de geogra-
fische gesteldheid en de vroeg middel-
eeuwse kerkelijke domeinen en schenkt
daarbij grote aandacht aan de ontgin-
ningsaktiviteiten tussen de 10de en de
Schenkingen
Agenda
Maandag 6 februari 1984:
Genealogische avond
't Zand 1 te Vleuten
Aanvang: 19.30 uur
(voor iedereen die belangstelling heeft
voor familie-onderzoek en evt. hieraan
wil meewerken).
Zaterdag 12 mei t/m Zondag 3 juni 1984
Grote overzichtstentoonstelling in het
Verenigingsgebouw, Zandweg, De Meern
over: opgravongen in De Meern vanaf
1830 naar een Romeins Castellum.
C. Verlaan, Alendorperweg 44, Vleuten
Knipsel Torenplein.
J. Schoonderwoerd, Meerndijk 62, De
Meern
De Familie van Dijk 3 eeuwen in
Vleuten.
A. Goudappel, Julianalaan 20 bis, Vleu-
ten
Kopie van een akte. Verkoop erf-
pacht Zuilen veld. 6 mei 1844.
Kopie Familie van Bijleveld.
Mevr. W. Kager - Harbers, Diependaal
selaan 329, Hilversum
Diverse kopieën betreffende de fa-
milie van Bijleveld.
J. Fokker, Schoolstraat 70, Vleuten
Geldkistje.
Mevr. A. Migo - Kruiswijk, Stations-
straat 48, Vleuten
De week in beeld. 28 oktober 1950.
Heer Gysbert's boete. Legende van
kasteel "De Haar" door Kees Val-
kenstijn en C. A, Schilp.
J. Rodenburg, Dorpsstraat 62, Vleuten
Geïlustreerde gids. De Vechtstreek
van Utrecht tot Muiden samenge-
steld door H. Uden Masman.
Zeven eeuwen Tienhovense geschie-
denis in vogelvlucht uitgegeven in
1946 door het herdenkeingscomité
700 jaar Tienhoven Oud-Utrecht.
Stadsschoon en Monumenten door
Ir. Daan Jansen 1926.
-ocr page 83-
166
december 1983
De heer A.M.A. Schuurs werd op 23 oktober 1909 in Rotterdam geboren. Hij deed zijn artsen-
studie in Leiden, hetgeen nog immer merkbaar is. Niet alleen omdat tijdens het gesprek regel-
matig duidelijk wordt dat deze studentenplaats een speciale plek inneemt in het hart van de
dokter, maar het is ook aan de spraak van de heer Schuurs te horen. Een jarenlange vestiging
in Vleuten heeft hier kennelijk niet veel aan kunnen veranderen. Zoals iedere rechtgeaarde
Leidse student spreekt hij niet van Leiden, maar heeft hij het over Leien.
Dokter Schuurs:
ruim 33 jaar arts in Vleuten
voor het centrum van de Apotheek-
Commissie;
-de eerste jaren na de oorlog bestuurs-
lid van de afdeling De Mecrn-Vlcuten
van het Roode Kruis;
- medisch adviseur van het Groene
Kruis in Vleuten gedurende de gehele
tijd dat hij praktijk uitoefende;
- vele jaren na de oorlog bestuurslid van
de Oranjevereniging en lid van het Co-
mité Ouden van Dagen;
-Commandant Mobiel Geneeskundig
Team B. B. Utrecht-West.
Naast dit alles leidde de heer Schuurs
gedurende de eerste 15 jaar dat hij in
Vleuten woonde vele E. H. B. O.-kur-
sussen en vervulde hij ook nog een groot
aantal andere funkties.
stcntpiaatscn en ais je vader niet veel
relaties had - hoogleraar of /o - dan
kwam je er niet tussen. Dus dat lukte
niet zo, maar ik heb toch nog twee assi-
stentschappen gedaan, in Maastricht
en in Nijmegen. Eén belachelijk laag,
voor f 25,— in de maand. Het andere
was voor die tijd normaal: f 150,— uit-
wonend in de maand.
Ik heb dus wat interne opleiding gehad
en dat is me altijd goed van pas geko-
men. Tegenwoordig moet iemand die
voor arts studeert eerst nog een jaar
meedraaien in een huisartsenoplei-
ding, maar toen was dat niet. Ik voelde
die tekortkoming wel. .Te had dan wel
je studie gedaan, maar je wist prak-
tisch nog geen barst en door die assi-
stentschappen heb ik me wat veilig ge-
steld. Nu wist ik bijvoorbeeld goed wat
voor geneesmiddelen ik moest geven,
maar als student leerde je daar prak-
tisch niets van.
In 1939 kwam u naar Vleuten. Hoe
kwam u daartoe ?
Dat liep via de Maatschappij ter Be-
vordering van de Geneeskunde. Daar
had je een bureau voor waarneming en
opvolging, dus vestiging. Daar was je
bij ingeschreven en dan kreeg je toege-
stuurd onder letter of cijfer aanbiedin-
gen van praktijken die vrij kwamen.
De beschrijvingen waren zéér opper-
vlakkig, maar wel juist.
Waarom gebeurde dat onder kode en
werd er geen plaatsnaam vermeld ?
- Omdat geen arts bekend wilde maken
dat hij weg ging, want dan had hij kans
dat iemand zich in zijn omgeving vrij
zou vestigen en zat te wachten totdat
hij weg ging. Het was ter bescherming
van zo'n praktijk. Het was toen ge-
Bekende
dorpsgenoten
door Gerrit Jan Bel
Bij mensen die hem van nabij hebben
meegemaakt staat de heer Schuurs be-
kend als een vriendelijke man die altijd
klaar stond en niet te beroerd was om bij
de minste klacht te komen kijken. Hij
nam de tijd voor zijn patiënten en kon
met iedereen goed opschieten, maar ook
(en dat werd door velen als bijzonder
prettig ervaren) goed luisteren. Verder
houdt hij van gezelligheid en is altijd in
voor een feestje.
Dokter Schuurs begon zijn huisartsen-
praktijk in Vleuten op 1 juni 1939 en be-
ëindigde deze ruim 33'A jaar later op 1
januari 1973. Een aantal funkties die hij
vervulde hadden hoofdzakelijk met zijn
professie te maken. Zo was hij
-van 1951 tot eind 1969 lid (later sekre-
taris en ten slotte voorzitter) van de
huisartsenvereniging Peripherie
Utrecht;
-van 1951 tot het beëindigen van zijn
praktijk lid van de Commissie van
Toezicht op de Utrechtse Ziekenfond-
sen;
-van 1957 tot en met 1969 bestuurslid
van het Algemene Provinciale Zieken-
fonds, Voorzorg bij hulp en Ziekte;
-van 1959 tot 1967 bestuurslid van de
afdeling Utrecht van de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij tot Bevor-
dering der Geneeskunst;
- van 1963 tot 1967 lid van de Provincia-
le Commissie voor Gebiedsaanwij-
zing;
-van 1962 tot 1967 lid en kommissaris
-Meneer Schuurs, wat hebt u gedaan
voordat u in Vleuten kwam ?
- In 1935 ben ik afgestudeerd in Leiden.
Daarna heb ik eerst een maand of 2, 3
in het havenziekenhuis in Rotterdam
gewerkt omdat ik als scheepsarts een
reis naar Indië ging maken.
Dat kon ik gedaan krijgen omdat mijn
vader in de scheepvaartbranche zat. Ik
bleef 3 maanden in Indië en gedurende
die tijd heb ik er een flink stuk van ge-
zien. De laatste maand heb ik in een
ziekenhuis in Batavia gewerkt.
Toen kwam ik terug, want ik wou assi-
stent interne geneeskunde worden om-
dat ik uiteindelijk voor internist wilde
studeren. Dat was toen erg moeilijk
om er tussen te komen, want iedereen
vroeg 'Wat heb je gedaan ?' en als ik
zei Tk ben naar Indië geweest' zeiden
ze 'Ja, dat is een mooie reis, maar wat
heb je medisch gedaan ?' En dan kon ik
alleen zeggen dat ik de laatste maand
in dat ziekenhuis in Batavia had ge-
werkt,
want er waren toen haast geen assi-
-ocr page 84-
167
december 1983
wel geen slecht katholiek, maar iets
ruimer denkend.
Maar Ohl was dat een doorn in het
oog. Die zag toch graag dat iedereen
bij de katholieke arts bleef. Een voor-
beeld. Bij het kasteel De Haar is een
kapelletje en als de familie er was dan
mocht pastoor Ohl daar, ik geloof
voor honderd gulden, een keer de mis
lezen en dan mochten de inwoners van
Haarzuilens er ook bij zijn. Maar dat
was niet genoeg. Dan moesten ze daar-
na ook hier bij de hoogmis zijn. De
mensen werden onder dwang gezet.
■ Tot wanneer is dat grote verschil ge-
weest, of kwam dat vooral door de heer
Ohl?
■ Het regiem van Ohl en vooral ook
doordat men in de oorlogstijd meer
oecumenisch is gaan denken. En om-
dat we hier toendertijd een zoon van
een burgemeester en een wagenmaker
hadden die enorm met elkaar bevriend
waren. De zoon van de burgemeester
was katholiek en de wagenmaker vrij-
zinnig protestant, remonstrant zelfs.
Ze waren gezworen kameraden en de-
den ondergronds alles samen. En ze
kwamen ook hier over de vloer. Hier
was het zo'n beetje het poststation
voor het verzet. Onder de bank vóór
zaten allerlei brieven verstopt. Dus
door de oorlogsjaren is dat allemaal
vervaagd, maar het gekke is dat drie
dagen na de oorlog kwam ik een van
dit tweetal tegen en ik zeg: 'Hoe is het
met de ander ?' Zegt hij: 'Nou, ik heb
niks meer van hem gehoord.' De be-
langstelling was ineens weer weg.
Het gezamenlijk motief was zeker ver-
dwenen. Is dit een oorspronkelijk dok-
tershuis ?
■ Nee, geen oorspronkelijk doktershuis,
maar er heeft hiervoor wel een andere
dokter gezeten. Dit huis is gebouwd
door een huis- en dekoratieschilder die
ging rentenieren.
Hiervoor zat Van Westendorp hier.
Voor hem heeft dokter De Boer er in
gezeten, maar dat was maar even. Het
oorspronkelijke doktershuis was in de
Stationsstraat, daar waar nu het ac-
countantskantoor zit, maar toen De
Boer hier kwam kreeg hij te horen dat
hij niet de dorpsdokter zou worden.
Dat huis was dus van de gemeente en
die had een ander tot gemeente-arts
benoemd. Toen ik hier kwam kreeg die
gemeente-arts per jaar f 750,—. En
ieder jaar was de huur voor het dok-
tershuis hetzelfde als de vergoeding; de
gemeente-arts kreeg de armen te be-
handelen en karweitjes op te knappen
bruik dat een praktijk werd overgeno-
men. En als het kleinere praktijken wa-
ren had je er vaak de apotheek bij en
dan waren er kleinere gemeenten, zo-
als hier, waar geen vroedvrouw zat,
dus je had er de volledige verloskunde
bij. Een heleboel werk.
Waarom hebt u gekozen voor een prak-
tijk in een platteiandsdorp ?
Nou, ik zag dat het in het centrum van
het land was en in de buurt van een
grotere stad, dus ik had wel in de gaten
dat het hier ergens in dit rayon moest
zijn. En ach, waarom niet ? Het enige
was misschien dat ik in Leiden heb ge-
studeerd en ik ben een Leienaar, dus
in de buurt van Utrecht was - vanwege
de faculteit hier - nou niet zo......maar
dat is wel goed gegaan.
Was u, toen u hier kwam, de enige arts ?
Nee, de andere dokter was Fizaan.
Toen was er nog een duidelijke schei-
ding. Hij had een katholieke praktijk
en ik de protestantse praktijk. Fizaan
werd hier erg naar voren geschoven en
het heet dat hij zich hier indertijd heeft
gevestigd met steun van pastoor Ohl.
Er gebeurden ook wel nare dingen on-
der pastoor Ohl. Als er mensen bij hem
kwamen die hun ziekenfondspremie
niet konden betalen zei hij: Tk wil je
premie wel betalen, maar dan moetje
naar Fizaan.' Dat soort streken, daar
hebben we veel narigheid van gehad.
Het was heel vervelend. Je zou kunnen
zeggen dat je dan allebei je klanten-
kring had, maar er is hier ook altijd een
grote familietrouw geweest.
Als iemand ging trouwen bleef hij bij
je, ook al was hij katholiek. Dan was je
-ocr page 85-
december 1983
168
voor de gemeente. Dus op 2 januari
werden er twee kwitanties gewisseld.
Van Westendorp heeft hier 15 jaar ge-
zeten en hij is op een gegeven moment
gaan verbouwen. Hij wou daarom het
huisje hiernaast (rechts) kopen, maar
dat huisje was eigendom geworden van
pastoor Ohl. Een kinderloos oud boe-
renechtpaar had dat aan de pastoor
nagelaten en Van Westendorp, als pro-
testant, kreeg dat huis niet van hem.
Dus heeft hij naar de andere kant uit-
gebreid. En toen Ohl hoorde wat Van
Westendorp aan zijn aannemer be-
taalde kwam de pastoor aanzetten of
hij niet alsnog......Maarja, toen waren
ze al bezig.
doe toch de gordijntjes maar een beetje
dicht.'
Mijn vrouw heeft vanaf de eerste dag
dat ze hier was buiten in de tuin gelo-
pen in een lange broek als ze daar zin
in had en met een sigaret. En dat heb-
ben de mensen genomen, hoewel som-
migen zich daar misschien wel eens
aan hebben gestoord.
Maar ze lag wel goed bij de mensen,
want hier in het dorp heette het dat als
ze mijn vrouw maar hadden gespro-
ken, desnoods per telefoon, dan zat het
wel goed. En inderdaad, ik moet zeg-
gen, dan kreeg ik bijvoorbeeld te ho-
ren 'Die en die heeft gevraagd of je
komt. Ik denk dat het longontsteking
is dus ga er maar gauw heen.' En dat
kwam ook uit, ze kreeg er kijk op.
- Hoe hebt u de oorlogsjaren ervaren ?
-Aan de oorlogsjaren hebben wij vrij
positieve herinneringen omdat ieder-
een zo goed met elkaar overweg kon.
Ik werd ook ingeschakeld om Joodse
onderduikers te behandelen. Er waren
er bij die er op stonden partikulier ta-
rief te betalen, omdat ze dat thuis ook
deden en er waren er die in zak en as
zaten en die kregen uiteraard geen re-
kening. Er zijn er waar ik nu nog kon-
takt mee heb.
Er was er onlangs een die me het Ver-
zetskruis wilde bezorgen. Toen kreeg
ik een lijst om in te vullen, maar daar
heb ik toen voor bedankt. Dan komt
het er zo'n beetje op neer of je jezelf
aanbiedt en dat doe ik niet.
Ik was in die tijd ook vertrouwensarts.
Als er iemand van de ondergrondse ge-
wond was ging ik daar naartoe.
Als er een razzia kwam werden we al-
tijd tijdig telefonisch gewaarschuwd.
Dan konden de onderduikers, die ook
bij ons in huis zaten, het weiland in-
vluchten.
Toen we weigerden voor de Artsenka-
mer (een door de Duitsers in het leven
geroepen instelling waar alle artsen
verplicht lid van moesten worden
G. J. B.) hebben we een periode gehad
dat er een heleboel kollega's zijn opge-
pikt en daar moesten wij dan weer het
geld voor op halen, want die gezinnen
moesten ook voortbestaan en, nou ja,
toen heb ik een week of twee, drie lang
iedere nacht ergens anders geslapen.
Zelf ben ik gelukkig nooit opgepakt.
le Weg heette. In de oorlog ging ik zelfs
naar de Huppeldijk, want de artsen uit
de stad wilden daar niet meer komen.
Dat vonden ze te ver. In aantallen pa-
tiënten was het rond 2000.
U behoorde vroeger tot de notabelen van
het dorp. Merkte u daar veel van ?
-Nou, tot op zekere hoogte. Het was
vanzelfsprekend dat je wat beleefder
behandeld werd. Maar ik was van huis
uit altijd amicaal.
                        ____
Hoe hebt u die positie ervaren ?
- Als heel gewoon omdat we altijd heel
normaal met de mensen omgingen.
Mijn vrouw was stomverbaasd dat er
dames bij waren van ver in de 40 die
wilden dat ze bij de voornaam ge-
noemd werden, terwijl zij 22 was toen
ze hier kwam wonen. Daar had ze toen
nog een beetje moeite mee. Nu zit ze
zelf in die positie, want ze is lid van de
toneelklub waar ze elkaar bij de voor-
naam noemen. Nu vindt zij het van-
zelfsprekend en zijn er leden die daar
in het begin moeite mee hebben.
Hoe vond u Vleuten toen u zich hier ves-
tigde ?
Het was een erg leuk landelijk dorp.
Hiervoor buiten mijn hekje had je een
grindpaadje van anderhalve meter
breed - dat stond een beetje rond - en
daarlangs liep dus een open goot zul-
len we maar zeggen en via een gat on-
der de klinkerweg door kwam die goot
met een buis uit in de sloot aan de an-
dere kant. En met een rijtje wilgjes was
het allemaal afgezet en aan de over-
kant was er boomgaard. In het huis
waar nu Jan Goes woont was vroeger
de bodedienst van Goes, oude vader
Goes zat daar dus en die wilgjes aan de
voorkant waren allemaal een beetje
naar de zijkanten uitgereden als gevolg
van het rangeren met de vrachtwagens.
Dat heeft allemaal zo bestaan tot vlak
na de oorlog.
Hoe was de gezondheidszorg in die tijd?
Was redelijk. Er waren hier twee pro-
testantse artsen in het gebied. Dokter
Lambers had zich een jaar of twee, drie
voor ik hier kwam op goed geluk vrij
in De Meern gevestigd. Mijn voorgan-
ger zag dat als konkurrentie dus die
verhouding was niet goed.
Hoe groot was uw praktijk ?
De grenzen zijn altijd zo'n beetje het-
zelfde gebleven. Het liep vanaf de
Hommel over De Meern naar net over
de overweg van de Putkop in Harme-
ien, dat viel al onder de gemeente
Woerden eigenlijk. Daar zat mijn ver-
ste patiënt. En dan de hele Breudijk en
de Rijndijk langs de Lage Haar in hele-
maal tot de Bom en daar nog even een
paar huizen Lage Nieuwkoopse Buurt-
weg op en tot de onbewaakte overweg
Gieltjesdorp en dan verder langs The-
maat hier naartoe en dan helemaal het
land in tot wat toen nog de Kantonna-
Werden er toch bepaalde dingen ver-
wacht van de notabelen ?
Ja, ze verwachtten van je datje van alle
verenigingen donateur werd, dus ik
ben van ik weet niet hoeveel verenigin-
gen donateur geweest.
Toen we hier kwamen kennismaken
met mijn voorganger zaten we in de
voorkamer. Ik presenterde een sigaret
aan mijn vrouw die ze opstak en toen
vroeg ze aan de vrouw van dokter Van
Westendorp: 'Of mag dat hier niet ?'
Nou ja, die zei: 'Dat mag wel, maar
-Bracht de hongerwinter nog problemen
voor u mee ?
Ik viel een fors aantal kilo's af, van 90
naar 70 kilo.
-ocr page 86-
169
december 1983
altijd voldoening gegeven en ik heb het
altijd met graagte gedaan. Na een aan-
tal jaren ontekte ik dat ik zo'n vier we-
ken vakantie moest hebben: de eerste
week om helemaal niets te doen en tot
rust te komen, de tweede week om er
langzaam in te komen, de derde week
om te genieten en de vierde week dan
baalde je en wou je terug. Drie weken
was net te kort.
Maar ik ben innig blij dat ik elf jaar ge-
leden heb afgenokt, want zoals het te-
genwoordig moet met al die verplichte
nascholingskursussen en zo meer, dat
hoeft voor mij niet. Je kreeg er ook
nogal wat gezwam bij, want toen gin-
gen zich er agogen en zo mee bemoei-
en.
U hebt altijd apotheek aan huis gehad ?
Tot begin 1968. Toen werd die overge-
nomen door de plaatselijke apotheek.
De beide organisaties (voor pharma-
cie en geneeskunde) hadden daar af-
spraken over gemaakt. Soms vestigde
zich een apotheker zo maar zonder
wat van je over te nemen en dan zat hij
te wachten op klanten, of tot de arts er
mee ophield. Maar als hij netjes was
ging hij met de arts praten over over-
name. Je kon wel nee zeggen, maar dat
was niet verstandig, want bij een arts
houden de inkomsten op als hij niet
meer werkt, maar een apotheker kon
met z'n assistenten tot z'n dood toe
apotheker blijven. Desnoods kon 'ie er
een provisor in zetten.
Omdat u gedurende die 33 jaar van uw
praktijk alle bevallingen zelf deed hebt
u natuurlijk een half dorp geboren zien
worden.
Ja, en dat was ook een van mijn plezie-
rigste taken. Ik had daar niet de extra
opleiding voor gehad, maar ik moest
er hier gewoon aan geloven. Men heeft
het wel eens geschat en ik schijn hier
zo'n 1500 bevallingen te hebben ge-
daan.Ik heb ook een idioot aantal
tweelingen gehad, ik geloof zoiets van
20. Krankzinnig, anders zie je er niet
zo veel, maar hier kwam het erg veel
voor.
Bij zo'n aantal bevallingen is het zeker
ook voorgekomen dat u ook de geboorte
van de kinderen van de kinderen die u al
eens op de wereld had geholpen mee-
maakte ?
Jazeker, regelmatig. Zo heb ik bijvoor-
beeld niet alleen mijn derde dochter op
de wereld geholpen, maar ook haar
man en hun twee kinderen. Dergelijke
'familiekwesties' heb ik wel vaker mee-
gemaakt.
Ervoer u dat als prettig, of was die nood-
zaak nu niet meteen aanwezig ?
-Aan de ene kant wel, maar toch ook
niet helemaal, want je was de hele dag
in touw. We wisten vaak niet wat we
zouden eten, maar er was uiteindelijk
toch altijd wat. Het was wel een moei-
lijke tijd, maar lang niet zo moeilijk als
in de stad.
■ Hoe was het in die jaren gesteld met de
medicijnen ?
•Slecht, ronduit slecht. Maar ik heb er
gelukkig geen patiënten aan dood zien
gaan. Wel zijn er een heleboel doodge-
gaan aan difterie, want er was geen se-
rum. Dat kwam doordat een stel kin-
deren van NSB-ers door de Moffen
naar Oostenrijk was gestuurd en daar
kregen ze flink te eten. Maar daar heer-
ste een allergemeenste difterie en daar
kwamen ze dan mee terug en toen is
hier de difterie uitgebroken.
Aan de andere kant was die karigheid
wel goed voor de suikerpatiënten. Ik
had er 8 met insuline toen de oorlog
begon en aan het eind had ik er nog
maar één. Ze kregen in ieder geval geen
koolhydraten. Voordat er insuline was
werden er ook hongerdagen gevolgd
om de mensen weer wat suikervrij te
krijgen, dus dat gebeurde in de oorlog
vanzelf.
-Als patiënten 's avonds langs kwamen
konden ze u nog wel eens achter de piano
aantreffen, heb ik gehoord.
Het was een hobby van me. Ik heb wel
les gehad, maar een hoog niveau heb
ik er nooit in bereikt. Vooral Engelse
en Amerikaanse ontspanningsmuziek
die ik - klandestien - op de radio hoor-
de.
U werd ook nog wel eens benaderd om
tanden en kiezen te trekken ?
Ik heb er hier tientallen uit moeten ha-
len, want de tandartsen die hier twee
keer in de week zitting hielden durfden
in de oorlogstijd niet meer te komen,
dus dan moest het wel. Ik rekende f2,-
als ik een verdoving gaf en f 1,50 zon-
der verdoving.
■ Percentsgewijs is er wel een flink ver-
schil, maar tegenwoordig zou je zeggen
dat je het voor die twee kwartjes niet
hoefde te laten.
■ Je had toen nog een heleboel mensen
die wilden geen verdoving, dat was de
angst. Dat was nog de ouderwetse op-
vatting van: 'Het is voor je weggelegd.
dus dan moet je die pijn ook maar heb-
ben.' Nou ja, goed. Toen er eindelijk
een vaste tandartsenbezetting kwam
waren we daar tenminste vanaf. Het is
m'n vak niet. Het was wel alleen maar
ruïneus werk, want ik trok alleen
maar. Vullen kon natuurlijk niet.
Heb u hobby's ?
Cryptogrammen, daar ben ik verslin-
gerd aan. En muziek luisteren en be-
oefenen. Ik heb ook veelgelezen. Post-
zegels heb ik tot m'n 12e, 13e jaar ver-
zameld. Grote dozen vol. In de oorlog
heb ik die allemaal zitten afweken en
ben ik ze gaan inventariseren, toen had
ik daar de gelegenheid voor. Maar ja,
nu hebben m'n kinderen ze natuurlijk
ingepikt. Ik had er de animo niet meer
voor.
üfunktioneerde ook wel eens zo'n beet-
je als een biechtvader voor uw patiënten.
Ja, de katholieken hebben natuurlijk
de pastoor waar ze naar toe konden,
maar de protestanten hebben niemand
en daarom komen ze zeker bij de dok-
ter.
U had dus een ruime vertrouwensposi-
tie ?
Jazeker. Dat heeft nog wel geduurd tot
enkele jaren terug. Dat ze het nog niet
aandurfden met mijn opvolger. En dan
kwamen ze toch met een smoesje hier
aan de deur eens even een bloementje
brengen. Het heeft wel niks met het
vak te maken, maar het was toch vere-
rend.
Hoe hebt u het werk gevonden ?
Ik heb nooit spijt gehad, het heeft me
-ocr page 87-
170
december 1983
Een autochtone familie Van Dijk
Er zijn in Vleuten en omgeving verscheidene families die de
naam van Dijk dragen. Waar Nederland een land van dijken is,
zal deze naam wel op verschillende plaatsen ontstaan zijn.
Eén van die families, waarvan de voorvaderen al enkele
eeuwen geleden in Vleuten of in de buurt daarvan woonden,
wordt in dit artikel wat nader belicht.
Van deze familie wonen er nu van tenminste 3 takken nog
leden in Vleuten, Haarzuilens, De Meern en Harmeien.
Dat zijn familieleden van de bakkers van Dijk, van de vroegere
houthandel van Dijk en van de Harmelense tak, het expeditie-
en het garagebedrijf van Dijk. Verder behoort tot deze familie
nog de (als van Dijk) uitgestorven tak van het vroegere café
Het Oude Raadhuis.
door
De 4 oudste generaties                  , \a, r^ ,            _i                  -i
(z/e stamboom 1} J- W. Schoonderwoerd
De stamvader van deze familie was
Teunis van Dijk, die omstreeks 1670
werd geboren. Waar Teunis woonde is
nog niet achterhaald, maar zijn zoon
Pieter, die op 29 november 1729 in Vleu-
ten trouwde met Marrigje Kraaijkamp,
woonde in de Breudijk, naar men zegt
op een van de eerste boerderijen vanaf
Vleuten gezien.
Pieter van Dijk had 10 kinderen. Van 3
van zijn zoons zijn nakomelingen be-
kend, waarvan 1 in Vleuten.
Zijn zoon Jan, in 1742 in de Breudijk ge-
boren, trouwde in 1774 met Jannigje
van Vulpen uit de Lage Haar, dochter
van Evert van Vulpen en Cornelia Ver-
meent. Van deze Jan is verder niets be-
kend.
Zijn zoon Evert, geboren in 1774 in de
Breudijk, trouwde in 1804 met Cornelia
van Schalkwijk uit Vleuten, een dochter
van Thijs (van) Schalkwijk en Marie
Hoveling.
ding van zijn boedel was hij een tamelijk
vermogend man, die naast de bakkerij
met aanhorigheden in de loop der jaren
ook nog eigendommen verwierf door
koop van landerijen op Themaat, aan
de Zandweg en in Vleuterweide. Jan
was ook lid van de eerste gekozen ge-
meenteraad in 1851 en werd daarna nog
vier keer voor 6 jaar herkozen, zodat hij
tot zijn dood raadslid was.Van Evert's
kinderen vinden we Maria (geb. 1806)
en Matthijs (geb. 1809) hierna nog terug
bij de kasteleins, terwijl met zoon Evert
(geb. 1813) de wagenmakersfamilie be-
gint.
Bakker Piet van Dijk,hiervoor al ge-
noemd, werd tussen zijn 60e en 68e jaar
vader van 5 kinderen.
Zijn oudste zoon Everard (Everardus
Leonardus, geb. 1875), die in 1904
trouwde met Cornelia Geertruida Lens-
sinck uit Vleuten, werd veehouder op
een boerderij in de Lage Haar. In Vleu-
ten was hij ook bekend als bestuurslid
van de Raiffeisenbank.
Everard had 5 kinderen. Zijn zoon Piet
(Petrus Cornelis, geb. 1905) volgde hem
op op de boerderij, doch hij overleed al
in 1958. Hij was getrouwd met Johanna
Catharina de Graaff (geb. 1918), die nu
nog aan de Lagehaarsedijk woont,
evenals haar dochter Cornelia Gijsber-
ta Maria (geb. 1950), die getrouwd is
met Gerardus Jozefus Petrus Vernooij.
Everard's ongehuwde zoons Gijs (geb.
1910) en Kees (geb. 1915) wonen ook
nog in Haarzuilens aan de Thematerka-
de.
Bakker Piet's tweede zoon Hannes (Pe-
trus Johannes, geb. 1880), volgde zijn
Evert vestigde zich toen in Vleuten als
bakker in het huis nummer 96 in het
midden van het dorp, op dezelfde plaats
waar ook nu nog de bakkerij van Dijk
staat.
In de registers van de burgerlijke stand
wordt als zijn beroep vermeld "Mr. bak-
ker". Blijkens een akte van 15 oktober
1814 werd door hem ten overstaan van
de burgemeester een eed afgelegd van
trouw aan de koning en de constitutie en
"meer bijzonder mij zoo te gedragen, als
de ordonnantie op het gemaal mij ge-
bied of in het vervolg zal gebieden". Er
werden dus in die tijd al behoorlijke
eisen gesteld aan de bakker en zijn pro-
dukten.
Evert en Cornelia kregen wel 15 kinde-
ren, doch slechts 2 zoons trouwden en
kregen nakomelingen, waardoor deze
stam in stand werd gehouden.
De bakkersfamilie
(zie stamboom 2)
Evert's oudste zoon Jan (geb. 1805)
volgde zijn vader op in de bakkerij. Hij
woonde daar samen met zijn broers
Geert (geb. 1812)en Piet (geb. 1814), die
ook bakker waren, en Leen (geb. 1817),
die eerst timmerman was maar later ook
bakker, en zijn zuster Antje (geb. 1818),
wier beroep winkelierster was.
Allen waren ongetrouwd, tot na het
overlijden van Jan in oktober 1873
broer Piet de baas werd en in april 1874
op 59-jarige leeftijd trouwde met hun
dienstbode of huishoudster Cornelia
Glissenaar, die in 1844 in Haarzuilens
werd geboren en die toen dus 29 jaar
was.
Jan van Dijk ging het blijkbaar goed in
de zaak, want blijkens de akte van schei-
-ocr page 88-
171
december 1983
vader op in de bakkerij en was tevens
veehouder. In 1905 trouwde hij met Ja-
coba van Nes (geb. 1881). Zij kregen 3
zoons en 4 dochters. Zijn zoon Kees
(Cornelis Everardus, geb. 1914), die in
1946 trouwde met Johanna Wilhelmina
Vermeij (geb. 1917), kwam na zijn vader
in de bakkerij, aanvankelijk met broer
Evert (geb. 1921), die echter later het
veehoudersbedrijf overnam en nu een
boerderij heeft op de Vleuterweideweg.
Kees overleed in 1979 en nu voorzien
zijn zoons Hans (geb. 1948) en Ben (geb.
1949) het dorp van brood en gebak.
De wagenmakers/
houthandelaren
(zie stamboom 3)
De middelste van de 15 kinderen van
Evert van Dijk en Cornelia van Schalk-
wijk heette ook Evert (Everrardus, geb.
1813).
In 1845 kocht hij een pand aan de toen-
malige Utrechtseweg, later Dorpsstraat
genoemd, recht tegenover de latere
Schoolstraat, waar hij een wagenmake-
rij begon. Dit pand, waarvan hierbij een
foto is opgenomen, was daarvoor de
bakkerij van Jan Hoedemaker terwijl
het in het begin van de 18e eeuw een her-
berg was, genaamd "De Frisse Roe-
mer". In 1971 werd het afgebroken om
plaats te maken voor enkele nieuwe
winkelpanden.
Evert trouwde eerst met Maria Steen-
man (geb. 1809) uit Muiden, die kinder-
loos bleef en in 1860overleed, en daarna
in 1861 met Maria van Wijk uit Mont-
foort (geb. 1835). Uit dit huwelijk kreeg
Evert 8 kinderen, waarvan er 3 in hun
eerste levensjaar overleden.
Van de overblijvende 5 kinderen bleven
er 4 in de buurt, t.w. 3 in Vleuten en 1 in
Harmeien, terwijl de vijfde zich in
Amersfoort vestigde.
De genoemde vier zijn: zoon Evert (geb.
1862), waarover hierna meer, zoon
Geert (Gerardus Mathias, geb. 1863),
die hierna bij de kasteleins ter sprake
komt, zoon Bertus (Hubertus, geb.
1866), waarover hierna meer bij de ex-
pediteurs, en dochter Kee (Anna Corne-
lia, geb. 1877), die in Vleuten trouwde
met Johannes Baars (geb. 1856) en later
met Theodorus van Kleef (geb. 1880).
Oudste zoon Everard (geb. 1862) volgde
zijn vader op als wagenmaker en was
ook houthandelaar. Hij trouwde in
1883 met Greet SpoUu (Margaretha
Wilhelmina, geb. 1861) uit Alfen (het
latere Alphen aan de Rijn).
In 1892 kocht hij een stuk land aan de
toenmalige Kantonnale weg, later Park-
weg genoemd, dat hij gebruikte als
houtopslag en waarop hij in 1893 een
'loutloods en in 1913 een houtzagerij
Utrecht vervoerd en vandaar in vlotten
door de Vleutense wetering naar de
houtzagerij in Vleuten getransporteerd.
Zoon Jo (Johannes Franciscus, geb.
1900) werkte ook in het Vleutense be-
drijf als houthandelaar en bedrijfsleider
van de houtzagerij. Hij trouwde in 1931
met Jo van Gent (Johanna Maria, geb.
1908) en zij wonen nu nog steeds aan de
Stationssstraat nr. 16.
Zoon Theo (Theodorus Gerardus (geb.
1903) was de boekhouder van de hout-
handel. Hij volgde in 1930 zijn vader op
als gemeente-ontvanger van Vleuten,
welk ambt hij ook bekleedde in de nieu-
we gemeente Vleuten-De Meern tot
1966.
Naast deze twee functies heeft Theo nog
vele functies gehad in het Vleutense
maatschappelijk leven, waardoor hij
bouwde.
Op 16 december 1901 werd Everard
benoemd tot gemeente-ontvanger van
Vleuten, waarvoor hij toen een jaarwed-
de ontving van f 250,--. Maar dat ambt
was toen nog een nevenbetrekking en
zijn kantoor had hij aan huis. Hij bleef
gemeente-ontvanger tot hem op 1 juli
1930 eervol ontslag werd verleend.
Daarnaast was hij ook jarenlang procu-
rator van de R. K. Broederschap van
Vleuten.
Everard was vader van 12 kinderen.
Zijn oudste zoon Eef (Everardus Hu-
bertus, geb. 1889) werd na zijn vaders
dood in 1932 directeur van de Houthan-
del E. J. van Dijk N.V.. Als houtkoper
maakte hij verschillende reizen naar het
buitenland om daar bomen te kopen.
Die bomen werden per schip naar
-ocr page 89-
172
december 1983
van Dijk (geb. 1809) in dit huis, als"ka-
stelijnes" en Matthijs als landbouwer en
later ook als kastelein. Beiden waren ■
niet getrouwd. Voorzover nagegaan
kan worden is dit huis het pand dat be-
stond uit een café annex boerderij, later
"Het Oude Raadhuis" genoemd.
Op 1 december 1852 werd Matthijs beë-
digd als gemeente-ontvanger van Vleu-
ten. Hij bekleedde dat ambt tot hem per
1 januari 1882 eervol ontslag werd ver-
leend. Na het overlijden van Matthijs in
1888 wordt zijn neef Geert van Dijk
(Gerardus Mathias, geb. 1863), de zoon
van de wagenmaker Evert van Dijk, zijn
opvolger als landbouwer/kastelein.
Geert trouwde drie keer. Uit zijn eerste
huwelijk had hij vier dochters en uit zijn
tweede huwelijk een zoon en een doch-
ter, maar die zoon overleed enkele da-
gen na de geboorte. Met Geert houdt
deze tak van de familie van Dijk op,
want Geert overleed na nog geen drie
maanden getrouwd te zijn met zijn der-
de vrouw Hanna Nieuhoff (Johanna
Engelina, geb. 1863). Geert was van
1895 tot zijn dood in 1906 ook lid van de
gemeenteraad. Hanna blijft zo'n 40 jaar
als de Wed G.M. van Dijk caféhoudster
van Het Oude Raadhuis. Haar onge-
trouwde broer Hannes Nieuhoff woont
bij haar in en verzorgt de boerderij. Een
jaar voor tante Hanna's dood in 1947
komt haar nicht Bets de Veen (geb.
1916), dochter van Geert's oudste doch-
ter Pietje (Petronella Maria Theodora,
getrouwd met Johannes de Veen in
Houten) bij haar in het café, dat zij na
Hanna's dood voortzet, vanaf 1950 met
haar man Kees (Cornelis Petrus) van
Berkel. In 1969 worden het oude café en
de boerderij afgebroken, waarmee dit
stuk Vleutense historie wordt afgesloten
een alom bekend persoon was. Hij was
dagelijks bestuurslid van het R. K.
Kerkbestuur, van de Bouwvereniging
St. Joseph, van de Bejaardenstichting
Sint Jozefzorg, van het Waterschap
Vleuten, van de Kath. Stichting voor
Maatschappelijk werk, was na zijn va-
der procurator van de R. K. Broeder-
schap en bestuurder van de Stichting
Fundatie Erven van Dueren en was fi-
nancieel adviseur van vele particulieren.
Nu woont hij in het Bejaardencentrum
Sint Jozefzorg.
Zoon Ko (Nicolaas Hermanus, geb.
1890) was boekhouder bij een Utrechtse
fabriek. Hij was niet getrouwd en over-
leed al in 1932.
Zoon Geert (Gerardus Theodorus, geb.
1892) vestigde in 1926 een houthandel in
Arnhem en trouwde in 1928 met Geer-
trui Middelkoop uit Vleuten.
Zoon Jan (Johannes Hubertus, geb.
1895) begint in 1926 een wagenmakers-
bedrijfin een pand aan de Schoolstraat,
later aan de Stationsstraat. Hij trouwt
in dat jaar met Marie (Maria, geb. 1901)
van Lent uit Vleuten. In 1932 wordt zijn
bedrijf om gezondheidsredenen beëin-
digd.
Jongste zoon Thijs (Mathias Theodorus
geb. 1907) was ambtenaar in verschil-
lende gemeenten en laatstelijk gemeen-
tesecretaris van Lisse.
Van de 5 dochters van Everard bleven
erdrie(alie, geb. 1892, Marie, geb. 1894
en Mien geb. 1896) ongehuwd met hun
broers Eef en Theo samenwonen.
Dochter Door (Theodora Cornelia,geb.
1898) trouwde in 1926 met Jo Schoon-
derwoerd, die een boerderij had aan de
Utrechtseweg, "Halfweg" genaamd. Zij
wonen daar nu nog.
Dochter Cor (Cornelia Antonia, geb.
1901) was jarenlang onderwijzeres aan
de katholieke school in Vleuten, tot zij
in 1938 trouwde met Willem Schoon-
derwoerd uit Breukelen. Zij is sinds kort
weduwe en woont nog in Breukelen.
De hoiithandel verkreeg in 1954 een fili-
aal in Rotterdam. In 1973 werd het
Vleutense bedrijf opgeheven en onder-
gebracht in dat in Rotterdam, waar Jo's
zoon Jan (geb. 1931) thans directeur is.
De kasteleins
(zie stamboom 1 en 3)
In 1829 komt Gerrit van Schalkwijk
(geb. 1774), ongetrouwde broer van
Cornelia van Schalkwijk, die getrouwd
was met Evert van Dijk (geb. 1774),
reeds in de registers van de burgerlijke
stand voor met als beroep kastelein. Hij
woonde in het huis nummer 97.
Na zijn overlijden in 1844 vinden we
Maria van Dijk (geb. 1806) en Matthijs
De expediteurs
(zie stamboom 3)
Wagenmaker Evert van Dijk's vierde
'zoon Bertus (Hubertus, geb. 1866) ves-
tigde zich in 1892 als beurtschipper in
Harmeien. In dat jaar was hij getrouwd
met Maria van Kleef (geb. 1868) uit
Lopik. Zij hadden elf kinderen, zes
zoons en vijf dochters. Van deze laat-
sten overleed er één op jeugdige leef-
tijd en bleven de andere vier alle onge-
trouwd.
Oudste zoon Eef (Everardus Johannes,
geb. 1895) trouwde in 1920 met Adriana
Maria Miltenburg (geb. 1891) en ging
toen bij zijn vrouw thuis in Vleuten wo-
nen. Hij was ook schipper en vestigde
een bedrijf in Utrecht, waar hij in 1927
ging wonen op het bekende adres
Weerdsingel WZ 56. Zijn bedrijf groei-
de uit tot het grote internationale expe-
ditiebedrijf E.J. van Dijk Utrecht. In
1957 werd dit bedrijf op de Strijkviertel
in De Meern gevestigd. Zijn zoon Her-
man (Hermanus, geb. 1925) en Marius
(geb. 1927), maken deel uit van de direc-
tie van het bedrijf en wonen ook in De
Meern. Zoon Ries (Marinus Gerardus,
geb. 1894) vertrok in 1923 naar Utrecht,
waar ook hij een expeditiebedrijf vestig-
de. Zoon Jo (Johannes Andries, geb.
1896) bleef in Harmeien, eerst als beurt-
schipper, later als expediteur. Hij was
getrouwd met Henrika Helena Milten-
burg uit Vleuten. Zijn bedrijf werd
voortgezet door zijn zoon Cor (Cornelis
Hubertus, geb. 1936).
Zoon Jan (Johannes, geb. 1897) werd
wagenmaker en later carosseriebouwer
in Harmeien. Zijn zaak is niet door een
familielid voortgezet.
Zoon Bep (Hubertus Adrianus, geb.
1909) begon in Harmeien een garagebe-
-ocr page 90-
173
december 1983
drijf, nu Autobedrijf H. van Dijk. Zelf dochters in het bedrijf in Harmeien tesecretaris van Harmeien. Hij was ge-
woont hij tegenwoordig in Vleuten en werkzaam. Dejongste zoon Thé (Theo- trouwd met Johanna Christina Stelling
met hem zijn nog een zoon en twee dorusJosephus, geb. 1911) was gemeen- (geb. 1913), die nu nog in Harmeien
woont.
,^N », V»^
" J^^^^^^N ^">»
,*^»"">*NX .s , "
.«.^ ^^.^^
s ^ -
SIAHBOOK FAKILIE VU» DIJK
Teunis van Dijk
(. lü/U ,' )
• - yi:buüi IcJjluri
m
1
(v66r 1811 doopdatun)
1
♦ ■ overl ij densdat
UK
Pieten
(. 1700 - ? )
X 1722
Marrigje
Kraaijkanp
(. 1700 - ? )
X - huwelijksdatum
1
Antonius
1
Geertrudis
1
Joanna
Corne1 ia
1^ 1
Maria Joanna
1 1
Joannes Gijsber
1 1
a Gijsbertus Gijsbertrus
(U30- ? )
(1732- ?
(1733-
? )
(1736- ?
(1738- ? ) (W40-
7
)
(1742- ? ) (1744-
? ) (1746
? ) (1747-1816)
X 175B
X 1752
X 1758
x 1761
X 1774
X 1776
Nilleiijn
Pieten
Dirk
Jacobus
Jannigje
E B m i g j e
van Heelde
Velthuijsen
van Dort
Vel thuijsen
van Vulpen
(1746- ? )
1
Verkerk
Evert
1
Petr
us Pe
1 1
rus Maria
1 1
Maria Cornelis
1
fldrianus
*29-
3-1774
•3-7
-1775 «24
-12-1777 •9-10-1780
•2
-8
-1782 *4-4-1784
•5-9-1786
.13-
x30-
3-1839
10-1804
. ?
+ 1
*
9
. 7
» 7
Corneli a
van
Schalkui
1 ,
k
1 1 1 ..
Joannes Karia Matthijs
1
Milheinina
1
Matthij
s
1
Johanna
. 1 1
Geerrardus Everrardus
~1
Pie
te
1
Leendert Leer
1 1
dert Antje Korrelia
1
^ornelis
1
•30-8-1805 «2?.9-1806 *10-9-1807
• 4-11-1808
•22-11
-1809
•13-2-1811
•23-3-1S12 •23-6-1813
•29
-8
1814 •17-6-1816 •IS-
11-1817 *23-
11-1818 *i*~l-\820
•15-10-1821
•1823
.4-10-1873 .12-2-1892 .?-10-ie07
,27-12-1844
xlO-10-1843
Joannes
.8-12-
1888
.8-5-1836
.5-10-1854 .2-10-1881
X ?
Maria
♦ 9-
x30
Cor
12
-4
ne
1892 ,29-6-1816 .2-3
18 74
ia
-188i. +19-
10-1873 tll-3-1820
.3-12-1821
.1823
Jacobus
Steenman
Glissenaar
fientinck
•13-4-1802
.23-4-1886
•7-?-ie09
.13-3-1860
X21-5-1861
Maria
van Mijk
•.?-?-1835
.24-2-1874
•10
.4-
2
-9
10
1844
1926
m
Zie JU
-ocr page 91-
174
december 1983
Pieter van Dijk
m
Cornelia Glissenaar
Cornelia
Anna
•6-?-1879
,27-2-1913
«19-10-1905
Mart inus
Christianus
•3-'.-18?a
,12-12-1957
Everardus
Leonardus
♦21-11-1875
♦11-7-1961
x21-^-l904
Cornelia
Geertruida
Lenssinck
*26-7-1876
♦9-6-196B
Bartha
Cornelia
•zs-uie?;
♦3-12-1952
X7-5-1903
Everhardus
8oere
* - -1875
Petrus
Johannes
•12-9-1880
♦4-10-1957
«11-5-1905
Jacoba
van Nes
•8-10-1881
,13-5-1972
Anna
Maria
•25-9-1882
,19-2-1883
1
Geertruida
1
Petrus
1
Cornelia
1
Gijsbertus
1
Cornelis
Gijsberta
Cornelis
Huberta
Bernardus
Hart inus
*10-2-1905
•10-2-1905
♦11-8-1958
*3-2-1907
*H-9-1910
•11-2-1915
«18-9-1930
x28-5-19'.9
xK-5-19t7
Eiierikus
Johanna
Nicolaas
Naria
Catharina
Johannes
van Kippers
uis de Graaff
Langeslag
•U-1-1899
Ml-5-1913
• - -1907
♦21-5-1982
Petrus
Pet
ronella
Corne
ia
Gerarda
Cornelis
Pau
ina
E»ert
Everardus
Pau
ina
Hubertina
Cl asina
E verardus
Cor
el ia
•13-7-1921
•9-6-1906
•26
-1-1908
•18-3
1909
•28-7-1910
•13-10-1914
.23-10-1979
•23
3-1917
«28-5-1958
«22-8-1935
«29-7-1936
«25-9-1946
Maria
Alida
Johannes
Johanna
HiIheliina
Geertrui da
de Groot
Ni theInina
Johanna
Middelkoop
•10-6-1910
V e r ■ e ij
Versteeg
•27-12-1906
,14-10-196'.
•12-11-1917
•22-10-1934
,28-12-1937
«10-7-191.6
Antonia
Mar i a
de Bruin
•6-5-1910
LH
Dijk
Haria van Wijk
Ever
andus
1
Gerardus
1
Joannes
Hubertus
1
Anna
1
Matthias
Ma
1
thias
Anna
Johannes
Mathias
•20-4-
1865
•29-4-1866
Corne
Ha
•7-
12-1868
Gerardus
Cornelia
•27-2-1862
•20-7-1863
,27-12
-1941
,28-2-1945
•12-8
-1867
.20
-12-1868 ^9
-3-1870
•20-4-1871
,29-9-1932
,11-3-1906
«
«22-4-1892
.2-1-
1968
,2
-5-1870
,8-10-1956
«11-5-1883
«25-4-1889
Johanna
Anna
Maria
Haria
van Kleef
1
Hargaretha
1
1
Milheliina
Theodora
Geertr
uida
•29-10-1868
«2-2-1893
«4-10-1906
Spollu
van Oostroi
Meeuwsen
,20-11-1938
Johannes
Iheodorus
•27-5-1861
•19-11-1863
•26-7-
1863
Franci scus
van Kleef
,22-12-1931
,4-12-1897
,11-6-
1933
Josephus
•28-9-1880
«7-11-1899
Dorothea
Johanna
Schiaiel
•28-5-1863
,14-2-1904
«23-11-1905
Johanna
Baars
•25-5-1856
,24-11-1903
,16-5-1958
Engelina
Nieuhoff
•19-11-1863
,5-4-1947
1 1
Everardus Ann
a Mar
inus
1
Johan
1
nes Johannes
1
Alida
1
Corne!
ia
1
Aqatha
1
Gerarda
1
Hubertus
1
Iheodorus
Johannes Maria Gerardus
Andries *14-5
-1897
Anthon
ia
Anna
Adriana
Johanna
Adrianus
Josephus
•31-1-1895 •29
-12-1893 «21
-12-1894
•25-3
-1896 ,31-12-1967
•4-9-1898
•28-7-
1900
•3-7-1904
•20-6-1907
•6-9-1909
•23-3-1911
♦ 13
-6-1969 ,
,14-6
-1978 «20-5
-1936
,27-11
-1945
,27-5-
1954
,16-8-1914
,12-1-1974
,17-10-1978
X24-12-1920
X
«2-6-
927 Wilhe
mina
x2U7-19'.2
«1-6-1943
Adriana
Johanna
Hendr
ka Johanna
Margaretha
Johanna
flaria
Cor
elia
Helena Maria
Maria
Chri stina
Mi Itenburg
v.d
Meijden
Miltenburg van N
ekerk
Antonia
Stelling
•28-2-1891
•28
3-1899
•27-2
1901 «9-2-
902
van E ijk
•27-4-1913
,
,7-12
1974
,
1982
•22-10-1915
verardus
Nicolaas
Gerardus
Ali
da
Haria
Johannes
Kilh
el
nina
Iheodora
Johannes
Cornelia
Iheot
orus
Mathias
ubcrtus
HerianuS
Theoaorus
Cornel
la
Anna
Hubertus
•22-
12
-1896
Cornelia
Franciscus
Antonia
Gerar
dus
Iheodorus
23-7-1689
•24-12-1890
•1-1- 1892
•22
-12
-1892
•9-2-
1894
•29-4-1895
,30-
11
-1973
•1-2-1898
•29-6-1900
•19-11-1901
•16-7
-1903
•31-3-1907
26-3-1959
,10-1-1932
.8-11-1965
«23-4-1928
Geertruida
Alida
Middelkoop
•26-9-1904
,24
-11
-1982
♦ 17-7
-1982
,14-8-1965
«14-4-1926
Maria
van Lent
•24-11-1901
,29-4-1983
«30-6-1898
Johannes
Maria
Antonius
SchoonderHoer
•13-10-1901
«11-2-1931
Johanna
Maria
van Gent
d«3-ll-1908
«29-8-1938
WiUea
Cornelis
Schoonderwoer
•5-8-1897
,20-2-1983
d
,25-9-1977
«25-10-1933
Adriana
Haria
Gertrudis
Goemans
"11-1-1906
-ocr page 92-
175
december 1983
'Het Oude Raadhuis' |
te Vleuten
Het Gemeentelijk Bestuur was omstreeks 1730 gehuisvest in het 'Regthuis' (oude
spelling), gelegen in het midden van het dorp. Vóór het gebouw zag men twee korte
muurtjes met vier pilasters op de uiteinden, waarop vier leeuwen zaten, die met hun
klauwen het wapen van het Kapittel van Oud-Munster vasthielden.
Want het was dit Kapittel dat van ouds het recht bezat o.a. schout en schepenen
(burgemeester en gemeenteraad) te benoemen.
De schout werd bijgestaan door vier schepenen uit Vleuten en twee uit De Meern.
Verder was er een secretaris en een bode tot hun dienst.
Omstreeks 1872 vertrok men naar de plaats waar het huidige Gemeentehuis staat.
(Zie o.a. hiervan een foto in: 'Vleuten-De Meern van verleden naar heden;'van
J. J. Th. Sprong, pag. 9).
Het Gemeentehuis was aanvankelijk tevens de ambtswoning van de burgemeester.
De stichtingskosten bedroegen Fl. 4500,-.
Later volgden veel verbouwingen.
Het oude 'Regthuis' werd verkocht en vond zijn bestemming als boerderij en café
(familie Gerard van Dijk).
Toen in 1898 in Vleuten een hevige brand woedde viel het ten offer aan de vlammen.
Het werd weder opgebouwd en als Café 'Het Oude Raadhuis' is het voor vele Vleu-
tenaren een begrip geweest.
In 1969 moest het voor de planalogie van Vleuten wijken en het werd afgebroken
om op enkele tientallen meters oostwaarts in nieuwe stijl te worden herbouwd, nu
mede als hotel.
Toen van 'Het Oude Raadhuis' nog slechts de muren overeind stonden heb ik van
de aanwezige muurschilderingen - naar Mevrouw Van Berkel mij persoonlijk mede-
deelde, geschilderd door de bekende Vleutenaar Kees Valkenstein - enkele dia's ge-
maakt, (die muurschilderingen waren overigens in de 50-er jaren nog eens "bij"-ge-
schilderd door een zekere Koos Hak).
Ik vermoed dat weinigen in het bezit van deze afbeeldingen zijn, waarom ik ze gaar-
ne voor publicatie in ons blad ter beschikking stel.
Jac. de Bruijn.
-ocr page 93-
176
december 1983
Een oude schoolfoto uit Vleuten
coll.: Mevrouw P.J. de Rooij-Goes
nr. 1 Kees Valkenstein
nr. 30 Allda Tonia Wibbeke
geb. 22-2-1891 te Vleuten
6-2-1969 te Vleuten
gehuwd op 17-11-1916 te Vleuten
met: Hermanus Jacobus Goes
geb. 22-7-1890 te Vleuten
31-5-1961 te Vleuten
Vooruitlopend op de publicatie van een vervolgartikel over Kees Valkenstein druk-
ken wij hier een oude Vleutense schoolfoto af van omstreeks de eeuwwisseling.
Bekend zijn de hieronder vermelde personen. Wie helpt ons aan de namen en verde-
re personalia van de genummerde personen? En indien mogelijk bijzonderheden
(als jaartal, ouders etc).
Uw gewaardeerde reakties zien wij graag tegemoet bij Mevr. de Rooij, 't Zand 1 te
Vleuten, tel. 03407 - 1483 (tel. gaarne vóór 13.00 of na 17.00 uur).