-ocr page 1-
177
april 1984
Van het bestuur
Grote overzichtsexpositie
Bij het verschijnen van de eerste uitgave
van de -alweer- 4e jaargang van uw ver-
enigingsblad staan wij vlak voor een
grootse gebeurtenis:
De "Historische Vereniging Vleuten,
De Meern, Haarzuilens" organiseert in
samenwerking met het Archeologisch
Instituut van de Rijksuniversiteit
Utrecht (o.l.v. Mw. Prof. DrC.Isingsen
de heer C. A. Kalee) en de Algemene
Bank Nederland N.V. van zaterdag 12
mei t/m zondag 3 juni 1984
een grote
overzichts-tentoonstelling met als motto:
150 jaar graven naar een Ro-
meins castellum in De Meern.
Officieel orgaan van de Historische Vereni-
ging Vleutcn-l)c Mtern-Haar/uilem.
4e jaargang nr. I, april 1984
         O I9g4
Verschijnt 4.x per jaar
Inge.schreven in het verenigingsregister van
de K.v.K, Utrecht c o. onder nr. V. 479.'^60.
Dajjehjks bi'sluur-
I S, liuiu- '.■•.i!/iHi r
lel UUUf. Clf>
:Vv',H rVnckainp, sekrctarfs l-Slisiilliiiliil
|:!tcnhan)s!ra«i 5. 3451 BR \1{^utén^^^'^'"Ö^^
iel. 0340'' - 194N
                              ..,:..^:iÊÊ.
■P.G, de Rooi). ptMintnütiiecstcr iiilliiii
;'l 7;ind 1. :^451 CJP Vleuten : ;5|i;iiiiili||
lel, 03407 - 14x3                     ■■^iiiiiiiiiii
::A..I. van Z<KTcn, vice-vooryjtttr ■iiilllii
iStaOoDsstraai 34. 3451 Bv? VleulciV^^^"*^^^^^^^^^^^
tel, fi34()7 - 1263
;H.F..r van Essen, coord. werkgiocipcn    ;ai; ~ ' \ ' .
Miutnisbuin 17. 3454 XP De Mecrn      11 Zoals uit deze titel blykt zal een over-
iet ()34f«! - 2992                                              zicht worden geboden wat er gedurende
i-__________________________              "/^'■'' dit tijdvak (te rekenen vanaf 1830) aan
Vj,                                                                        archeologisch materiaal opgegraven is
ïZ'i van Hosen-Wibbckc, Vinrtcn      1 bij de diverse onderzoeken naar het Ro-
^■[ ,________                                        ...-iS:' meins verleden van Vleuten-De Meern.
Redaktic-adres:                                                 Deze tentoonstelling zal, en daar wijzen
i;iéon Nan Pscli. ilimtcrsteinlaan 7 ip^^^^^          wij niet alleen onze leden op, maar te-
$451 1:V Vleuten                                             vens alle dorpsgenoten en geïnteresseer-
;N 03407 - 2X71                                               ^g^ jj, l^ej Romeins verleden, éénmalig
f ■■■ ~" ~ ^"^ ■              zijn en alleen daarom al volstrekt uniek.
|<;denadminislratie/inlbnnatie:                         ^^^ U in de loop der jaren stukje bij
ïOpiicven van nieuwe leden, muiaticscn .:- i ..• i            i        » i-. tt • j *
:. V, ,1          1                                              beetie kon volgen treft U in deze ten-
iCtKObcstcllniwcn bi[:                                                              •■ ,,.             ="...,                     . ,.
m^. P,I. de~R<»u,, - Ooe.. \ Zand 1, Il toonstelling, waar wu U een wandeling
;;345l (>P Vleuten, lel, 03407 ^ 14>!3
                 door de tijd laten maken, aan. Naast ge-
i«------.......................■ i................. ............. ,.,-.S bruikelijk Romeins opgravingsmateri-
Ikoniribuiie:                                                      aal worden ook, voor deze kontreien
Legioensoldaat uit de Ie eeuw na Christus,
(uit :Warefare in the classical world).
zeer bijzondere, archeologische vond-
sten en bijzonderheden tentoongesteld.
Aan het educatieve doel, ook voor de
schoolgaande jeugd, zal bijzondere aan-
dacht worden geschonken. U ziet, er is
voor elk wat wils!.
De toegangsprijs bedraagt voor leden
en 1 introducé, f 1,50 per persoon.
Al onze leden ontvangen met deze uit-
gave twee entree-biljetten, op vertoon
waarvan U deze unieke tentoonstelling
:pe jaarlijkse kontributic bedraagt voor 1984
ïijnniïmaal f 25,--;
;;;jJostab()nnenienten t 35.-- per (aar.
Plaats en openingstijden:
Verenigingsgebouw, Zandweg 148, De Meern - tel. 03406 - 3701
za. 12 mei t/m zo. 3 juni
dinsdag t/m zaterdag van
donderdag- en vrijdagavond
's zondags van
's maandags gereserveerd voor scholen.
isDonateurs:
llilinimaal 1' 12,30 per Jiiarig
10.00 tot 17.00 uur
17.00 tot 21.00 uur
13.00 tot 17.00 uur
De i^-ereniging hücft reken ingea btj tte voi-
gentJe jastelün^n;
ABM * Dc'Mcern 55.66.33.040
RABO - VImeft 36.7m.5t4
POS'KiIRO 2.68^,200
omslag: Peter de Vrj«s, De AlBern.
IlIii*.ttaties/f<Mo's;
Léo» ¥an Bs<;ft, Jao Fokkci
eoiicetie.s vae DijJc fcal^* Ovcfirteeft,
ri......nu i iiniiiiiimii ■niiiimimn |[niiiiiiiiiiii'«tifww***wiiiiiii mm
♦ Gehete of gedeeltelijke oir«r»a«>* va» ar-
tikelen aft dit veremiliigsor^iaa» is ^echis
löêgesiaa» na scferiftejtjlü;* toesiemniift$ van
de redaktie.
In dit nummer
-Van het bestuur - tentoonstelling 1984                    177
-Rudolf v.d. Sandt - verloting 1984
pag.
179
179
-De archeologische opgraving op De Hoge Woerd
in De Meern                                                                 180 - 183
-Willibrordkerk in Vleuten 100 jaar                                       183
-Oude dorpsbewoners vertellen                                   184
- Hoe autochtoon bent U ?                                            188
-Nogmaals Fam. Van Dijk                                             194
- De oude kerk te Vleuten
-Wapengekletter.......                                                     195
-Wie wat bewaart, die geeft wat
-Ledenlijst - agenda -
187
194
195
195
201
201
202
vsAtweirk 4at aan
ktDn worden,
van lurdew^rk.
tOSSE NUMMERS f 7.S0
-ocr page 2-
april 1984
178
UITNODIGING
Algemene Ledenvergadering
Bij deze nodigt het bestuur U uit voor de op woensdag 2 mei 1984 te houden algeme-
ne ledenvergadering in "De Schalm", Oranjelaan te De Meern.
Aanvang; 20.00 uur precies.
AGENDA
1.    Opening
2.    Notulen vergadering 29 maart 1983
3.    Mededelingen
4.    Jaarverslag secretaris
5.    Jaarverslag penningmeester over 1983 en de begroting 1984;
6.    Verslag kascommissie;
7.    Benoeming kascommissie;
8.    Vaststelling kontributie 1984;
(Het bestuur stelt voor de kontributie ongewijzigd te laten)
9.    Bestuursverkiezing;
Het bestuur deelt U mede, dat ons bestuurslid de heer L. van Esch zijn bestuurs-
zetel per 1 januari j.1. ter beschikking heeft gesteld. Hij blijft hoofdredakteur
van ons verenigingsorgaan. Voor het vele werk, dat Leon van Esch als bestuurs-
lid heeft verzet zijn wij hem zeer erkentelijk.
In onze vorige ledenvergadering deelden wij U reeds mede 1 vakature in het be-
stuur te hebben. Dat zijn er nu dus twee. Om het bestuur weer op volle sterkte te
brengen stelt het bestuur twee nieuwe bestuursleden voor, t.w.
Mevrouw P. J. de Rooij - Goes uit Vleuten (verzorgt thans reeds onze ledenadmi-
nistratie, en fungeert als algemeen kontaktpersoon voor onze vereniging)
Mevrouw Drs. I. Meeldijk - Roos uit Harmeien.
Beide leden verklaarden zich reeds bereid in het bestuur zitting te willen nemen;
aan de statutaire voorwaarden is voldaan.
Leden kunnen tot uiterlijk 3 dagen vóór de algemene ledenvergadering ook
kandidaten voordragen voor vermelde twee vakatures. Dergelijke voordrach-
ten dienen gesteund te worden door tenminste tien leden.
10.  Vaststelling en bezetting werkgroepen;
11.  Rondvraag;
12.  Sluiting.
De notulen van de ledenvergadering van 29 maart 1983 alsmede het financieel over-
zicht 1983 en deontwerp-begroting 1984 liggen lOdagen voorafgaande aan de alge-
mene ledenvergadering ter inzage bij alle bestuursleden (zie colofon, blz. 177) en
zijn beschikbaar op de ledenvergadering zelf.
PAUZE
Na de pauze zal onze bekende dorpsgenoot de heer Jac. de Bruijn (uit De Meern)
voor onze leden een lezing houden. De lezing heeft als titel; Een en ander over de ge-
schiedenis van Vleuten-De Meern. Het bestuur rekent op een grote opkomst!
U komt toch ook!
met 50% reduktie kunt bezoeken, want
alle overige bezoekers betalen f 3,—.
In alle toegangsprijzen is een gratis con-
sumptie begrepen. Evt. meerdere con-
sumptiebonnen zijn aan de kassa ver-
krijgbaar. Vraag ook naar de speciale
tentoonstellingsbrochure/katalogus!
Met uw belangstelling
Wij rekenen op de komst van onze leden
en onze dorpsgenoten om zo van deze
unieke en éénmalige tentoonstelling een
groot succes te maken. Let op de diverse
publikaties en mededelingen via de
media.
U komt toch allen.....?
Verzamelbanden
In ons vorige blad deelden wij U mede
enige problemen te hebben met de ver-
zamelbanden. Deze problemen zijn in-
middels opgelost. Diegenen die reeds
verzamelbanden ontvingen kunnen de-
ze bij ons kontaktadres('t Zand 1, Vleu-
ten) tegen de nieuwe omwisselen. Nog
even ter herinnering; één verzamelband
kost f 15,--; twee stuks f 25,--!!
Aktivitelten:
In de afgelopen periode hebben wij weer
met enorm veel succes oude dorpsjour-
naals vertoond in Haarzuilens en in De
Meern. De opkomst was weer geweldig.
Hetzelfde kan gezegd worden van de
sfeer. Na afloop krijgen wij iedere keer
weer heel leuke reakties en wordt er ge-
vraagd.... "wanneer draaien jullie ze
weer?., dan komen we weer, hoor!!" En
dat vinden we fijn!! Wat betreft films
van onze dorpen heeft het bestuur of
liever gezegd de werkgroep films een
verzoek aan onze medebewoners: wij
vermoeden en weten, dat heel wat
dorpsgenoten in de afgelopen 40 jaar
films of stukjes film gemaakt hebben
van de drie dorpen. De Historische Ver-
eniging zou het bijzonder op prijs stellen
indien zij, via de werkgroep film, kopje-
en zou mogen maken van deze films.
Uw films, al zijn ze maar kort, vertegen-
woordigen immers een kostbaar stukje
historie. U heeft ze misschien in de kast
liggen, maar ze zijn wel een schakeltje in
de dorpsgeschiedenis. De dorpsgeschie-
denis die uw vereniging bezig is te schrij-
ven. Schroomt U niet hierover even
kontakt op te nemen met Jan Fokker,
Schoolstraat 70, Vleuten, tel.03407 -
1251, de voorzitter van de werkgroep
film van de Historische Vereniging
(sommige mensen spreken hardnekkig
van Historische Kring.)
Naar dergelijk soort schakeltjes zijn wij
dringend op zoek. Helpt U ons?
Werkgroep dorpsjournaals
Wij vragen verder uw aandacht voor het
volgende;
wij graag "onder de mensen"zijn, graag
gehoor geven. U zult ons in dit jaar dan
ook weer bij diverse evenementen aan-
treffen. Dan kunnen wij U op de hoogte
brengen van onze vele aktiviteiten of U,
lezer, zo U nog geen lid mocht zijn, lid
maken van de, ongetwijfeld, snelst
groeiende vereniging binnen de gemeen-
tegrenzen van Vleuten-De Meern! Van
de grote tentoonstelling weet U na le-
zing van dit artikel alles op papier, nu
verwachten wij U op de tentoonstelling!
Op het programma staan verder een le-
zing over "Oudenrijn" en nogmaals de
lezing "Mode door de eeuwen heen" in
oktober a.s. in De Meern. Houdt dat
ook in gedachten! Voorts zullen wij nog
enkele oude films uit de series vertonen.
Voor de komende tentoonstelling doen
Om een goede kontinuïteit te krijgen in
het maken van dorpsjournaals (vastleg-
gen op film of video van dorpsgebeurte-
nissen) wil de betreffende werkgroep
graag een beroep doen op leden die over
(behoorlijk veel) vrije tijd beschikken
en/of verstand hebben van filmen. De
gebeurtenissen van nu zijn over 25 jaar
of zo al lang en breed geschiedenis en dè
aanleiding om dan een geweldige avond
te beleven als U uzelf terugziet in b.v.
1984! Wie helpt ons in Vleuten (bel Jan
Fokker, 1251); of in De Meern: Peter de
Vries, 4217 of Theo v.d. Berg, 3490.
Tenslotte
Wij zijn benaderd om mee te werken
aan een aktiviteitenmarkt in Vleuten en
in De Meern. Hieraan zullen wij, omdat
-ocr page 3-
april 1984
179
wij een beroep op alle leden die tijd en
aardigheid erin hebben om ons met al-
lerlei noodzakelijke karweitjes te hel-
pen. Dat kan zijn om entreebewijzen te
verkopen of om aanwezig te zijn om een
oogje in 't zeil te houden, e.d. Bel even
met Mevr. de Rooij (03407 - 1483). Zij
maakt een rooster. Ook een beschik-
baar uurtje is ons bijzonder welkom.
Met uw hulp maakt de vereniging er een
geslaagd festijn van !!!!
J. Schutte, voorzitter.
'<:>^
Rudolf van der Sandt
Op Dinsdag 14 Februari j.1. hebben wij
afscheid genomen van de beheerder van
kasteel "De Haar"; wij hebben Rudolf
begraven op de R.K. begraafplaats ach-
ter de Willibrordkerk te Vleuten.
Zijn plotselinge dood bracht verslagen-
heid, vooral bij diegenen die hem wat
beter kenden. Dat laatste was nog niet
zo eenvoudig; hij liet zich niet zo mak-
kelijk kennen.
Velen van ons waren bij zijn rondleidin-
gen door het kasteel waar hij, op de hem
eigen wijze - soms met dichtgeknepen
ogen als hij zich inspande om tot de juis-
te formulering te geraken - ons dingen
toonde die hem voor ons interessant le-
ken maar die hij ook zélf de moeite
waard vond.
Hij sprak met gepast ontzag over zijn
werkgever, de baron, maar van onder-
danigheid was geen sprake.
Hij was een uitermate veelzijdig man en
tot veel meer bekwaam dan alleen het
bestieren van de dagelijkse dingen op
het kasteel. Hij had een klassieke oplei-
ding genoten, was historisch, kunsthi-
storisch en archeologisch onderlegd, li-
terair ter zake kundig en ook zélf op dit
laatste terrein niet onbegaafd.
Hij beschouwde zijn werk als zijn leven
en kwam dus immer tijd tekort. In die
enkele jaren dat hij aan het kasteel ver-
bonden was heeft hij bergen werk verzet
en plannen voor de toekomst waren er
te over.
Ten behoeve van onze Vereniging zou
hij de behulpzame hand bieden aan de
werkgroep Riddcrhofsteden en daartoe
voor ingewijden het archief van het ka-
steel openstellen.
Achter zijn leven en onze gezamenlijke
plannen is een meedogenloze punt ge-
zet.
Wij zullen hem erg missen!
D. W. G.
Afb: Jan Fokker.
De hoofdprijs in de verloting.
Verloting 1984
Het organiseren van een zo groot evene-
ment als de a.s. overzichtstentoonstel-
ling blijft, hoe je het ook wendt en keert,
een kostbare aangelegenheid. Om de
kosten wat te drukken organiseert uw
vereniging in 1984 een verloting. Wij
hebben onze plaatgenote mevrouw Riet
van de Wens bereid gevonden twee pop-
pen voor ons te maken. Deze unieke
poppen, -handwerk uit Vleuten-De
Meern anno 1984 - stelt de vereniging
als hoofdprijs beschikbaar! Riet van de
Wens is al jaren een begrip op het gebied
van poppen en wandkleden. Zij won
tweemaal de "publieksprijs" en de
hoofdprijs van hït vakmaandblad
"Handwerken". De Gemeente Vleuten-
De Meern kocht onlangs nog twee
wandkleden van haar.
Wij zijn blij U als zeer bijzondere prijs
deze produkten van het talent van Riet
van de Wens te kunnen aanbieden.
een schitterend droogboeket;
4 zgn. Vleutense kruiken (4 prijzen);
2 verzamelbanden van uw vereniging
(2 prijzen);
De prijzen worden in mei a.s. in Vleuten
aan U getoond in de etalage van Mode-
huis Piet van Zijl, en in De Meern in de
etalage van Hobbyhuis Hansen.
Wij vertrouwen erop, dat al onze leden
en dorpsgenoten één of meerdere loten
zullen kopen. Ze kosten maar f 1,- per
stuk.
De trekking vindt plaats op dins-
dag 12 juni 1984 door de heer A.F. Bou-
ten, notaris te Harmeien. Trekking al-
daar om 20.00 uur. Bij deze loterij wor-
den vijfduizend loten in omloop ge-
bracht. Aan deze verloting hebben
B&W van Vleuten-De Meern op 12
maart 1984 hun goedkeuring verleend.
De uitslag van de trekking kunt U toe-
gezonden krijgen als U één gulden over-
maakt vóór 11 september op een van
onze rekeningen onder vermelding van
"verloting 1984". Voor inlichtingen en
de uitslag van de trekking kunt U ook
bellen met ons kontaktadres (03407 -
1483). De trekking zal ook via de regio-
nale pers bekend worden gemaakt.
Het prijzenpakket ziet er als volgt uit:
hoofdprijs:
- 2 originele poppen van mw. Riet v.d.
Wens uit Vleuten; (één prijs)
- een fraaie reproduktie van de oude
molen van Oude Wansink in De
Meern; voorzien van een bijpassende
lijst door:
Hobby huis Hansen uit De Meern, Zand-
weg 139,
is dit een sieraad aan uw wand!;
- Een genummerde ets van de Meern-
brug anno 1752 beschikbaar gesteld
door:
Hobbyhuis Hansen, De Meern;
De penningmeester.
-ocr page 4-
180
april 1984
De archeologische opgraving
op de Hoge Woerd in De Meern
in 1982 - 1983
In aansluiting op deze omvangrijke archeologische opgraving in De Meern, organiseert de His-
torische Vereniging Vleuten-De Meern-Haarzuilens, in samenwerking met het Archeologisch
Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht en de ABN, van Zaterdag 12 mei t/m Zondag
3 juni 1984 een unieke overzichtstentoonstelling.
Deze tentoonstelling wordt gehouden in het Verenigingsgebouw, Zandweg 148 in De Meern,
en is dagelijks geopend van 10.00 - 17.00 uur ('s-Maandags gesloten) en 's-Zondags van
13.00 - 17.00 uur.
Donderdag en vrijdagavond geopend van 17.00 - 21.00 uur.
Deze tentoonstelling, die weer iets meer licht werpt op de geschiedenis van de Limes (noorde-
lijke grens van het Romeinse Rijk), is zeer zeker uw belangstelling en dus een bezoek waard.
1.Maalsteen van ZZW naar NNO. Opn.: A. van Geffen.
In de honderdvijftig jaar, dat er op de
Hoge Woerd in De Meern opgravingen
zijn gedaan en vondsten verzameld,
kwamen er verscheiden interessante ge-
gevens aan het licht over de Romeinse
bezetting op deze plaats: (vermoedelijk)
een castellum (Romeins legerkamp voor
een kleine troepenafdeling, een of meer
eenhedenvan 500 a 600 man), behorend
bij de reeks grensvestingen langs de
Limes (1). De Limes was een militaire
weg waarlangs versterkte steden, legi-
oenskampen of castella lagen; hij diende
in onze streken ter bescherming van het
Romeinse rijk tegen invallen van Ger-
maanse stammen.
De opgravingen waren noodgedwongen
kleinschalig en de informatie, die zij ga-
ven, bleef beperkt; vele vragen bleven -
en blijven ook nu nog - onbeantwoord
(2).
In 1982 bood zich een nieuwe gelegen-
heid om aan archeologisch onderzoek
te doen, toen ontheffing van de monu-
mentenbescherming werd verleend aan
de heer J. Kurver te De Meern, ten be-
hoeve van de bouw van een woning. De-
ze ontheffing werd gegeven op voor-
waarde, dat er eerst archeologisch on-
derzoek zou plaatsvinden.
Evenals de vorige opgravingen werd
ook deze weer uitgevoerd door het Ar-
cheologisch Instituut van de Rijksuni-
versiteit te Utrecht, onder leiding van
een groep doctoraal-studenten en van
leden van de Historische Vereniging
Vleuten-De Meern-Haarzuilens. Het
bleek dat dit een bijzonder plezierig en
vruchtbaar samenwerkingsverband
was, waarbij, ondanks winterse weers-
omstandigheden - er werd tussen 1 no-
vember en eind maart 1983 gegraven -
de stemming uitstekend bleef.
-ocr page 5-
april 1984
181
graszoden bestond (afb. 3).
Daar, waar de zoden op geel zand had-
den gelegen, tekenden zij zich nog dui-
delijk af.
In deze weg kunnen wij vermoedelijk de
via praetoria herkennen, een der hoofd-
wegen binnen een vesting.
In de Westelijke helft van de put werden
standgreppels en paalsporen aangetrof-
fen, die behoorden bij houten gebouwen
uit de tweede helft van de eerste eeuw.
Onder standgreppels worden verstaan
gegraven sleuven waarin rijen palen
werden geplaatst, waarna de sleuven
weer werden dichtgegooid en de grond
werd aangestampt. Bij het "afschaven"
van een vlak (ongeveer horizontale
doorsnede van de grond bij een archeo-
logische opgraving) kunnen die grep-
In een latere bouwperiode was in de
Westelijke goot een funderingsmuurtje
("stoeprand") gelegd, bestaande uit
puin en keien. Van de zuilbases, die bij
deze bouwperiode behoorden, restte
nog alleen de onderste funderingslaag,
die uit keien bestond. In de verbouwing
waren de zuilen verplaatst naardeinter-
columnia (de ruimten tussen de zuilen)
van de vorige periode.
Hoewel duidelijk was, dat de weg gedu-
rende de gehele bewoningsperiode op
dezelfde plaats had gelegen, met slechts
een geringe verschuiving naar het Wes-
ten, kon niet meer worden vastgesteld
hoe deze geplaveid was geweest vóórdat
hij met puin werd bestraat. Alleen van
de eerste periode was nog een deel van
een verstevigingslaag bewaard, die uit
Inmiddels is de uitwerking van het ge-
vondene in volle gang; de eerste presen-
tatie ervan zal een tentoonstelling wor-
den, daarna wordt het geheel verder uit-
gewerkt in een publicatie, waaraan
hoofdvakstudenten meewerken.
Om niet vooruit te grijpen op deze pu-
blikatie kan het hierna volgende slechts
een algemene inleiding zijn op de resul-
taten van onze opgraving.
De toekomstige bouwput van het te
bouwen huis was gelegen in dat deel van
de boomgaard , dat direct aansloot bij
het deel van de Castellumlaan, waar wij
in 1973 hadden gegraven.
Evenals bij de vorige opgravingen bleek
ook nu, dat bewoningssporen uit later
tijd dan het begin van de tweede eeuw
door
mevrouw Prof. Dr C. Isings en C. A. Kalee.
2.Funderingsresten van de porticus, van ZZW naar NNO. Opn.: C. A. Kalee.
door afgraving waren verdwenen. Op
één verschijnsel na: de rest van een met
een bestrating van dakpanpuin gebouw-
de weg, die in de Oostelijke puthelft van
NNO naar ZZW verliep. De bovenste
laaghiervan bevond zich juist onder de
geroerde bovengrond, het oorspronke-
lijk oppervlak moet veel hoger hebben
gelegen en dit was, samen met de bijbe-
horende bewoningssporen, verdwenen.
De weg was onderheid met op onregel-
matige afstanden ingeslagen palen, die
van ongelijkte dikte waren; de puinlaag
was aangebracht op een egalisatielaag
van geel zand.
In het Zuidelijk deel van de weg lag on-
der de puinlaag een in twee stukken ge-
broken maalsteen (afb. 1).
De onder de weg en het zand gevonden
munten van Trajanus (Romems keizer
van.98 tot 117) dateren hem in of na de-
ze periode. Dakpanstempels uit de
tweede eeuw kunnen ook in dit verband
wordengenoemd; de jongste vondst, een
scherf terra sigillata, vervaardigd te
Rheinzabern (aan de linker Rijnoever
ongeveer ter hoogte van het tegenwoor-
dige Karlsruhe), dateert de aanleg van
de weg in de laatste periode van de be-
zetting: het begin van de derde eeuw.
Het was echter wel duidelijk dat de
puin-weg meer dan één bouwperiode
had gekend, al bleek het niet mogelijk
om deze afzonderlijk te dateren.
In eerste opzet was de weg aan weerszij-
den voorzien van een afvoergoot. Langs
de Westelijke goot werden de funderin-
gen aangetroffen van zuilen, behorend
bij een porticus (overdekt trottoir) langs
de weg. Deze waren opgebouwd op een
laag verkoold organisch materiaal, met
daarop een laag pannegruis en enige la-
gen van keurig aaneengevoegde tegula
(dakpan)-fragmenten (afb. 2 ).
-ocr page 6-
april 1984
182
verwerkt. De vondst is afkomstig uit het
profiel, uit de bewoningslaag van de
eerste periode, die rond het jaar 47, of
iets vroeger, kan worden gedateerd.
Een preciese parallel kan niet genoemd
worden; alle bekende eerste-eeuwse
oogbeschermers zijn onderling verschil-
lend. Het klimopblaadje is als motief ge-
bruikt bij een oogbescherming uit Dalj
(Joegoslavië) (3), die ook zilverinleg
heeft. De algemene vorm ervan verschilt
echter.
Er wordt aangenomen, dat deze oogbe-
schermingen alleen werden gebruikt bij
ruiterspelen, die door de ruiterij van de
auxilia (hulptroepen) werden opge-
voerd (4), de Hippica Gymnasia, Inder-
daad komen ze niet voor op de afbeel-
dingen van veldslagen op de zuil van
Trajanus te Rome. Deze zuil werd in 114
na Chr. opgericht toen keizer Trajanus
met succes zijn veldtochten tegen de
Daciërs had afgesloten. De voorstellin-
gen op de zuil vormen een spiraalsge-
wijs omhooglopende band van 1 m
breed en 244 m lang; zij tonen het ver-
haal van de veldtochten. Oogbescher-
mingen komen ook niet voor op ruiter-
grafstenen.
Men kan zich afvragen of er een afdeling
ruiterij in De Meern heeft gelegen, die
over de uitrusting voor ruiterspelen be-
schikte, maar één enkel stuk lijkt voor-
alsnog te weinig om er een dergelijke
conclusie aan te verbinden (5).
Er blijven ook nu nog onbeantwoorde
vragen over. Eén ervan is, dat nog altijd
geen wal of gracht is gevonden en dat
ook nog steeds onbekend is, of het
muurwerk, dat in 1940 werd gevonden,
is van een gebouw binnen of buiten het
castellum.
Een andere vraag is. waar de grote hoe-
veelheid puin vandaan kwam, die nodig
was om de wegen binnen dit - en ook an-
dere - castella mee te bestraten.
Bij vroegere opgravingen, en ook nu,
werden misbaksels gevonden; is wel-
licht afvalmateriaal van de pannebak-
kerijen op de Holdeurn (Berg en Dal)
verscheept voor secundair gebruik in de
castella, samen met eventueel uit af-
braak afkomstige dakpannen? Is er mis-
schien ook sprake van locale productie
naast het materiaal dat men uit de grote
pannebakkerijen betrok (6)?
3.Verstevigingsiaag van plaggen van de oudste weg. Opn.: A. van GefTen.
werden teruggevonden. De stukken
toonden aan de "binnenzijde" de af-
drukken van de voor het vlechtwerk ge-
bruikte takken, aan de gladde "buiten-
zijde" soms een eenvoudige versiering
van groeven.
pels worden teruggevonden doordat de
greppelvulling zich in kleurnuance on-
derscheidt van de omliggende grond.
Op dezelfde wijze zijn de sporen te vin-
den van in de grond geslagen of daarin
ingegraven houten palen, nadat die pa-
len zélf allang zijn vergaan. De ruimte,
oorspronkelijk door de paal ingeno-
men, is dan gevuld met iets anders ge-
kleurde grond.
De bedoelde houten gebouwen hebben
niet in alle perioden dezelfde platte-
grond gehad en zij beantwoorden ook
niet aan het vaste schema, dat ten
grondslag ligt aan de bouw van een ka-
zerne. Waarschijnlijk waren het werk-
plaatsen; één ervan, nl. die van vóór het
jaar 69, was vrij zwaar van constructie,
met dubbele palenrijen. Daarvóór, in de
eerste periode en ook daarna, had er een
groot gebouw in vakwerk-constructie
gestaan; in beide gevallen werden er ver-
kleuringen aangetroffen die wezen op
stookplaatsen.
Tot de oudste periode dienen ook
zand- en kleibanen, gescheiden door
(zeer bijzondere) vlechtwandjes, gere-
kend te worden. Deze constructie
diende waarschijnlijk om het te be-
bouwen oppervlak, dat aanvankelijk
vrij vochtig geweest zal zijn, te verbe-
teren. De zandbanen bevorderen een
betere afvloeiing van het water.
Ook nu werd in profielen (de wanden
van de opgravingsput, de verticale
doorsneden door de grond) de brand-
laag van het jaar 69, de opstand van de
Bataven, waargenomen, soms als een
pikzwarte, meer dan 10 cm dikke, laag
van volledig verkoold materiaal.
De wanden van de eenvoudiger gebou-
wen waren opgetrokken uit palen, met
daartussen vlechtwerk (van wilgetenen
e.d.) dat bestreken was met leem. Bij de
bedoelde grote brand werd deleem min
of meer hard gebakken; grote hoeveel-
heden van die "verbrande huttenleem"
Er werden verscheidenen afvalplekken
en afvalkuilen gevonden, waaronder
een zeer grote kuil met veel aardewerk
en brandresten. Hierin viel vooral het
Gallo-Belgische vaatwerk op; interes-
sant waren ook een fragment van een
benen spoeltje, behorend bij een spin-
rokken, een stenen paletje om zalf op te
wrijven en een loden lampje. Het paletje
kan zowel bij de medische verzorging
een rol hebben gespeeld, als ook ge-
diend hebben bij de bereiding van cos-
metica.
Onder de vondsten, gedaan tijdens de
opgraving, kunnen ook de munten wor-
den genoemd. De meeste zijn de gewone
bronzen exemplaren, de asses en sester-
tii; vaak zijn zij nogal gecorrodeerd. Er
werden ook enige denarii aangetroffen;
hieronder waren er die uit de Republi-
keinse tijd (vóór 27 v. Chr.) dateerden
en dus lang in gebruik waren gebleven.
Deze munten werden destijds als waar-
devast beschouwd. Eén ervan toont een
voorstelling uit de mytische geschiede-
nis van Rome: Aeneas, die met zijn va-
der Anchises en zijn zoontje Ascanius
Troje ontvlucht.
Een unieke vondst was een complete
oogbescherming van een paardenpant-
ser. Deze bestaat uit drie delen: twee
rechthoekige plaatjes brons, met een
ovaal verhoogd en doorbroken midden-
stuk; deze waren met riempjes verbon-
den met een kleiner bronzen plaatje, dat
op de neus lag. Het brons was met zilver
inlegwerk versierd; in het doorbroken
deel was een motief met klimopblaadjes
^
1.  J. E. Bogaers en C. B. Rüger, Der
Niedergermanische Limes, Keulen
1974, p. 55
2.  Zie voor een uitvoerig verslag van de
opgravingen: C. A. Kalee,
Opgravingen op de Hoge Woerd in
De Meern, 1830- 1973,
Officieel Orgaan van de Historische
Vereniging Vleuten-De Meern-Haar-
zuilens, jrg. 2, 1982, pp. 59 e.v.
-ocr page 7-
april 1984
183
ologie te Utrecht. Promoveerde in 1957
op proefschrift "Roman Glass from
Dated Finds". Is, na van 1950-1951 bij
de R.O.B, te hebben gewerkt sinds 1951
verbonden aan het Archeologisch Insti-
tuur te Utrecht, thans in de rang van
hoogleraar A.
Zij is tevens conservator van de archeo-
logische verzameling van het PUG: het
Provinciaal Oudheidkundig Genoot-
schap. Samen met prof. Dr J. H. Jong-
kees heeft zij opgravingen verricht te
Utrecht en De Meern. Naast de provin-
ciaal-Romeinse archeologie in het alge-
meen houdt zij zich bezig met het glas
uit Nederlandse vondsten, zoals de be-
werking van het Romeinse glas uit de
opgravingen te Nijmegen en het vroeg-
Middeleeuwse glas uit Wijk bij Duur-
stede als ook met de catalogus van Ro-
meins glas uit Nederlandse vindplaatsen
in het Rijksmuseum van Oudheden.
Cor A. Kalee
Is werkzaam bij het Archeologisch In-
stituut in Utrecht. Hij houdt zich sinds
1967 bezig met het inventariseren van
Romeinse vondsten in de Provincie
Utrecht. Vooral vondsten, gedaan in en
bij de castella van De Meern en Vech-
ten, die zich in particuliere verzamelin-
gen bevinden, hebben zijn aandacht. Sa-
men met Mevrouw C. Isings heeft hij
opgravingen verricht in De Meern
(1973, 1982/1983) en in 1974 medewer-
king verleend bij een onderzoek in Ostia
(bij Rome).
3.  J. Garbsch, Römische Paraderüstun-
gen, München 1978, pp. 86-87, pi. 47
nrS 10
4.  Garbsch, p 13
5.  Zo ook: Garbsch, p. 34
6.  Dit wordt b.v. vermoed voor het ca-
stellum te Valkenburg bij Katwijk.
H. Brunsting in: A. E. van Giffen, De
Romeinse Castella in den dorpsheu-
vel te Valkenburg aan den Rijn (Z.
H.) (Praetorium Agrippinae) -1 - De
Opgravingen in 1941, Jaarverslag
van de Vereniging voor Terpenon-
derzoek 25 - 28, 1940 - 1944, p. 200
ISINGS, Clasina
Studeerde Kunstgeschiedenis en Arche-
Willibrord-kerk
Vleuten 100 jaar!
Ook hiervoor is uw hulp nodig en van
harte welkom!
In Juni 1985 zal het 100-jarig bestaan
van de Willibrord-kerk te Vleuten wor-
den gevierd. Uit de parochie is de
"Stuurgroep 100 jaar Kerk" opgericht,
die de bedoeling heeft bij gelegenheid
van dit jubileum een tentoonstelling in
te richten.
Om deze expositie zo uitgebreid moge-
lijk te kunnen maken heeft die stuur-
groep uw hulp nodig. Het is goed denk-
baar dat U in het bezit bent van bv. com-
munieprenten (aannemingsplaten), ge-
dachtenisplaatjes, oude foto's en voor-
werpen, die voor de tentoonstelling een
waardevolle aanvulling kunnen zijn.
Indien U bereid bent deze voorwerpen
voor dit doel in bruikleen af te staan,
wilt, U dan bijgaand formulier invullen?
U wordt verzocht het voorwerp zo
nauwkeurig mogelijk te omschrijven,
liefst met jaartal, en het formulier af te
geven op één van de onderstaande
adressen. Het is niet de bedoeling reeds
nü de voorwerpen in te leveren; deze
zullen t.z.t. bij U worden opgehaald.
Laat U alstublieft ook weten of U op an-
dere wijze in staat en bereid bent hulp te
bieden, bv. met verhalen, herinnerin-
gen, anecdotes, oude acten, etc.
De Willibrord-parochie zal in 1985 véél
langer bestaan dan 100 jaar. Onze His-
torische Vereniging stelt zich voor, in
het kader van bovenbedoeld jubileum,
een bijdrage te leveren door zoveel mo-
gelijk wetenswaardigs bijeen te brengen
betreffende de twee voorafgaande "be-
huizingen" van die parochie, te weten
de vroegere kerk op 't Hoog en de oude
kerk in het dorpscentrum van Vleuten.
Mevr. B. C. van Hameren-Hogeboom
(namens de Stuurgroep 100 jaar kerk)
Burg. van der Heidelaan 53, 3451 ZS
Vleuten, tel. 03407 - 2147.
Mevr. P. de Rooij-Goes (namens de
Historische Vereniging) 't Zand 1, 3451
GP Vleuten, tel. 03407 - 1483.
R. K. Pastorie, Past. Ohllaan 36, 3451
CC Vleuten, tel. 03407 - 1231.
<#
\I."TEN
.#<^-
-ocr page 8-
april 1984
184
Oude dorpsbewoners vertellen
Op een gure woensdagavond In februari brachten wij een be-
zoek aan de Lage Haarsedijk nr. 11 te Haarzullens, gelegen
naast de plaats waar vroeger de Haarmolen, ook wel de
"plank" genoemd, heeft gestaan. Wij belden aan bij de familie
Van Zuijlen - Vulto. Wachtend op het opendoen, ontdekten
wij in de voortuin nog de oude maalsteen van genoemde mo-
len. Wij werden hartelijk ontvangen en onder het genot van
een kop koffie vertelde ons de familie Van Zuijlen hun levens-
verhaal.
uit van de gemeenten Kockengen en
Vleuten-De Meern. Op dit moment is zij
de oudste bewoonster van de Lage Haar
die daar geboren en getogen is. Haar ge-
boortehuis staat er overigens nog steeds
en wordt thans bewoond door de fami-
lie Vernooij.
Stephanus W. van Zuijlen werd geboren
op 24 maart 1895 te Papekop. Het gezin
telde vier zoons en twee dochters.
Cornelia H. Vulto werd geboren op 2
september 1897 te Haarzuilens en
maakte deel uit van een gezin van negen
kinderen (zes meisjes en drie jongens).
Hun beide ouders waren kleine boeren.
Toendertijd was het gebruikelijk dat
men in de zelfde "stand" trouwde en al-
dus geschiedde ook bij hen in 1923. Zij
kregen na 6 jaar hun eerste dochter. Er
volgden nog drie dochters en een zoon.
De heer en mevrouw Van Zuijlen gin-
gen, zoals de meeste kinderen van kleine
boeren, direkt na de lagere school aan
het werk. De jongens als boerenknecht
en de meisjes als boerenmeid. In de
volksmond werden deze meisjes van ge-
middeld 11 jaar, vaatdoekenslikkers ge-
noemd.
De heer en mevrouw Van Zuijlen leer-
den elkaar op 18- resp. 16-jarige leeftijd
kennen bij boer Mans van Rooijen te
Vleuten, waar zij beiden werkten.
Vorig jaar hebben zij hun zestig-jarige
bruiloft gevierd. Hun levensavond
brengen zij nu door in een prachtig
landhuis, voorzien van alle gemakken
van deze tijd. Dat hebben zij kunnen be-
reiken met hard werken en zuinig leven.
Zij zijn dan ook nooit op vakantie ge-
weest. Een paspoort voor een reis naar
het buitenland was derhalve niet nodig.
Als mevrouw Van Zuijlen zich echter
eens moet legitimeren, gebruikt ze
daarvoor haar persoonsbewijs uit de
Tweede Wereldoorlog.
Vaatdoekenslikker
Mevrouw Van Zuijlen werd als vaatdoe-
kenslikker op 11-jarige leeftijd uitbe-
steed aan mevrouw Berkensteijn, (de
moeder van haar vriendinnetje Dina),
die eveneens aan de Lage Haar woonde.
Zij kreeg 1 kwartje per week en het sala-
ris werd eens per jaar, achteraf uitbe-
taald. Haar werk bestond o.a. uit afwas-
sen, klompen en ketels schuren, lampen
en koper poetsen, vloeren vegen, met de
hand de was doen en koeien melken.
Leuk detail is, dat 's morgens bij haar
bazin de ijzeren ketel boven het vuur
door
Monique van Essen
In 1946 kocht de familie Van Zuijlen het
om de restanten van de molen gelegen
land en het daarbij behorende woonhuis
van de familie Berkensteijn. Aangezien
het woonhuis nog verhuurd was, heb-
ben zij 10 jaar moeten wachten alvorens
het zelf te kunnen gaan bewonen.
Oudste bewoner
Ondanks het feit dat mevrouw Van
Zuijlen haar hele leven lang heeft ge-
woond aan de Lagehaarsedijk (ook wel
de Lage Haar genoemd), heeft zij toch
in twee verschillende gemeenten ge-
woond. De Lage Haar maakte ooit deel
De Haarmolen
In de gezellig ingerichte huiskamer,
hangt van de hand van Gert van Spanje,
een prachtig schilderij van de Haarmo-
len, toen deze nog in volle glorie zijn
wieken door de wind ploegde. Deze ko-
renmolen, die qua bouwstijl overigens
leek op een watermolen, dateert uit de
eerste helft van de 19e eeuw en was gele-
gen bij de watergangen de "Heycop" en
de "Bijleveld". De aan- en afvoer van
het te vermalen produkt geschiedde dan
ook veelal per schip. De boeren lieten er
o.a. hun gerst tot varkensvoer verma-
len. Rond 1907 werd de Haarmolen
door blikseminslag onherstelbaar ver-
nield en is sinds die tijd langzaam in ver-
val geraakt.
De heer en mevrouw Van Zuijlen-Vulto bij hun 60-jarig huwelijksjubileum.
-ocr page 9-
185
april 1984
werd gebruikt en na het middagmaal,
als het woonvertrek was opgeruimd
werd voor de sier de gepoetste koperen
ketel opgehangen.
85 luiers
Het was heel normaal in die tijd dat er
iedere 10 maanden een kind werd gebo-
ren en je kon dus wel luiers blijven was-
sen. Eens nam zij zich voor die dag eens
te zorgen dat alle luiers, maar liefst 85
stuks, die avond schoon in de kast
moesten liggen. En met flink doorwer-
ken is het haar gelukt. Een hele presta-
tie, als u bedenkt dat de luiers eerst in
het wasfornuis werden gewassen, ver-
volgens in de "stoepsloot" uitgespoeld
en daarna te drogen gehangen. Ook
blonk zij uit in het melken van koeien,
hetgeen door de boeren nogal eens extra
werd beloond. Op een dag, gedurende
het melken, viel er een koe om op haar
been, waardoor dat brak. Uitzonderlijk
voor die tijd, mocht zij toch op de boer-
derij blijven en verrichtte het werk
waartoe zij met een gebroken been wèl
in staat was, zoals sokken stoppen, ver-
stelwerk, aardappelen schillen, etc.
Geen ziekteverlof dus, het werk ging ge-
woon door.
Dit was overigens niet de enige keer in
haar leven dat zij met ziekte te maken
had. Het is mevrouw Van Zuijlen niet
aan te zien dat zij in vroeger jaren maar
liefst drie keer een maagbloeding heeft
gehad. De eerste keer op 18-jarige leef-
tijd en vervolgens toen zij 38 en 43 jaar
oud was.
In die tijd waren de medici ervan over-
tuigd dat men ter genezing daarvan
langdurige bedrust moest houden, zo-
dat zij op 38-jarige leeftijd (met vier klei-
ne kinderen) maar liefst 16 weken in bed
heeft gelegen. In die ziekteperiode wa-
ren er geen inkomsten. Het was in een
tijd dat men in dit soort gevallen nog
afhankelijk was van liefdadigheid. In
hun geval ontvingen zij f2,50 steun per
week van B&W, op voorspraak van de
dorpsdokter.
Ook kwamen zij in die tijd in aanmer-
king voor de van kerkwege ingestelde
nieuwjaarsbedeling. Na het kerkbezoek
moesten de huisvaders zich dan melden
bij de "armenmeester" in het Oude
Raadhuis, om daar een stuk vet spek en
rijst in ontvangst te nemen. Zoals vele
anderen, schaamde Van Zuijlen zich
om bij de armenmeester langs te moe-
ten. Zijn vrouw loste dit probleem op
door de kinderen naar de kerk te sturen
met een briefje, waarin ze verzocht om
het eten aan de kinderen mee te geven,
omdat hun vader zelf niet kon komen.
Ondanks het feit dat ze het niet al te
breed hadden, hebben ze het jaar daar-
Qe^ïoht bij heS Kasteel ri-
.. F'ura n ki 1.) >!,l.ii»|-, \^-n,bv
op de armenmeester laten weten niet
meer voor deze nieuwjaarsbedeling in
aanmerking te willen komen.
Boerenzuinigheid
De familie vertelt over de in onze ogen
soms overdreven zuinigheid van de boe-
ren, waarmee zij in hun jonge jaren ken-
nismaakte. Wij zullen u enige voorbeel-
den geven.
Mevrouw Van Zuijlen moest van haar
bazin de afwas doen in hetzelfde water
waarin zij zojuist de groente gewassen
had. In de tijd dat Van Zuijlen in de
kost was, bakte de boerin 's morgens
voor haar man een flink stuk spek. De
knechten kregen dan stukjes droog
brood, waarmee'ze de spekrestjes uit de
pan mochten eten. De boterhammen,
die belegd werden met bijv. zelfgemaak-
te bieten- of perenstroop, werden dan
extra dik gesneden, om beleg uit te spa-
ren. Hetzelfde gold natuurlijk ook voor
de boter. Zijn bazin smeerde de boter
met krachtige hand zo dun, dat de kor-
rels uit het brood tegen het plafond
sprongen. Dit grove donkere brood
werd door de boeren zelf gebakken en
was goed voedzaam. U kunt zich voor-
stellen dat mevrouw Van Zuijlen na
haar maagbloeding op 18-jarige leeftijd,
van de dokter dan ook wit brood voor-
geschreven kreeg. Aangezien dit des-
tijds luxe brood was en bij de bakker in
het dorp gekocht moest worden, was
haar bazin met dit doktersrecept nu niet
bepaald ingenomen en ze wist het zo te
spelen dat de patiënt uit zichzelf te ken-
nen gaf dan maar gewoon het donkere
brood te zullen eten.
Burgemeester Haarzuilens
De vader van mevrouw Van Zuijlen, Jo-
hannes Vulto, heeft jarenlang in de ge-
meenteraad van Haarzuilens gezeten,
toen dit nog een zelfstandige gemeente
De Haarmolen omstreeks 1900.
was. Zelfs is hij nog enige tijd waarne-
mend-burgemeester geweest. Haar va-
der heeft in die tijd o.a. menig Haar-
zuilens paar in de echt verbonden.
Bij de voorbereidingen daarvoor werd
ook haar moeder ingeschakeld. Zij
moest namelijk de aan haar man uitge-
reikte papieren overschrijven, omdat
hij "vreemde" handschriften niet kon
lezen.
L. Zusje Hubertha en R. Comelia (mw. Van
Zuijlen-Vulto) op 5-jarige leeftijd.
-ocr page 10-
april 1984
186
Naamgenoot Baron
Op een goede dag groette Van Zuijlen
bij de ingang van het kasteelpark de
koetsier, die baron Etienne naar het
kasteel bracht. De koetsier maakte de
baron erop attent dat hier een naamge-
noot van hem stond. De baron liet halt
houden en maakte een praatje met Van
Zuijlen. De oude baron sprak, vanwege
zijn Franse achtergrond, slechts gebrek-
kig Nederlands, maar hij begreep zijn
naamgenoot heel goed, toen deze hem
erop wees dat de naam dan wel hetzelfde
was, maar de inhoud van de portemon-
nee zeker niet. Spontaan gaf de baron
hem daarop f 10,— en sindsdien stopte
hij hem bij volgende ontmoetingen ook
steeds een kleinigheid toe.
Keihard werken
Hiervoor hebt u al kunnen lezen dat me-
vrouw Van Zuijlen van jongs af aan
hard heeft moeten werken.
Ook haar man is direkt na de lagere
school bij een boer gaan werken. Uit
zijn verhaal blijkt wel dat het harde wer-
ken op het land voor zo'n kleine jongen
erg zwaar was. Hij merkte nog op, dat
als alle mensen vandaag de dag net zo
hard moesten werken als hij toen, de
werkloosheid nu, nog vele malen groter
zou zijn. Om u een indruk te geven:
's Zomers stond hij al om 3 uur 's nachts
op als het gras gemaaid moest worden.
De boerin gaf hem dan voor hij koeien
ging melken een snee brood om de maag
nog even zoet te houden. Na het melken
werd er pas uitgebreider ontbeten. Ver-
volgens werd het werk op het land
voortgezet, met een onderbreking voor
het middagmaal. Het kwam voor dat er
tot 's avonds 8 uur doorgewerkt werd.
U kunt zich voorstellen dat als hij na het
avondeten de rozenkrans moest bidden,
gezeten op zijn knieën voor een stoel, na
het eerste "tientje" meestal inslaap viel.
Daarna rond 9 uur ging men direkt het
bed in om van een welverdiende nacht-
rust te genieten.
Werkgelegenheid
Het boerenbedrijf bestond in die tijd in
het algemeen uit gemengde bedrijven
(landbouw en veeteelt).
Doordat het werk allemaal door hand-
kracht werd gedaan, bood dit op de klei-
ne boerderijen werkgelegenheid voor
een voorman of bovenknecht, een
knecht, een meid en een daggelder. Ter
vergelijking: tegenwoordig wordt een
bedrijf van 125 koeien door 2 man ge-
rund.
Voor dit harde werken werd hij beloond
met f 40,-- per jaar. Ook zijn loon werd
eens per jaar achteraf uitbetaald. Daar-
van werd dan nog wel f 10,— ingehouden
voor "lappen" (verstelwerk aan zijn kle-
ding).
Zoon bracht geluk
In 1939 werd hun zoon Adrianus gebo-
ren. Naar hun eigen zeggen bracht deze
zoon voor de familie "het geluk in de
wereld". In datzelfde jaar namelijk
volgde Van Zuijlen de heer Schepers op
als kantonnier van het waterschap
"Heycop en Langevliet". Voor die tijd
hadden ze geen luxe gekend. De kinde-
ren kregen bijvoorbeeld nooit een héél,
maar een half biskwietje, en ze wisten
niet beter. Zo kon het gebeuren dat me-
vrouw Van Zuijlen het schaamrood
naar de kaken steeg toen zij met haar
dochtertje biskwietjes ging kopen. De
bakker had wel biskwie, maar vele wa-
ren gebroken. In haar onschuld zei het
dochtertje: "O, dat geeft niks, mamma
breekt ze toch altijd door"!
De aanstelling tot kantonnier bracht
een ommekeer in hun karig bestaan.
Hierdoor kregen zij een vast inkomen
van f 28,— per maand. De werkzaamhe-
den hieraan verbonden, bestonden uit
het kontroleren en herstellen van water-
kanten, het dichten van door mollen
ontstane lekken in de dijken, het ver-
zwaren van de kaden en 's zomers het
teren van kantwerk en brugdekken. De
kosten van de reparaties kreeg hij ver-
goed.
Naast zijn werk als kantonnier, was
daar ook nog het werk op zijn eigen
boerderij. Als de heer Van Zuijlen het te
druk had met zijn kantonnierschap,
kwam dat werk grotendeels op de
schouders van zijn vrouw terecht. Zij
De molensteen uit de voormalige molen.
molk dan de koeien, mestte de stal uit en
had de zorg voor haar kinderen. De eer-
ste zes jaar van hun huwelijk toen er nog
geen kinderen waren, zorgde zij er ook
nog voor dat haar man, die elders in de
omgeving aan het werk was, van een
maaltijd werd voorzien. Het middag-
maal werd hem in kranten verpakt per
fiets bezorgd. Veel aandacht kon er dan
ook aan de kinderen niet besteed wor-
den, maar bidden leren was iets dat toch
wel moest gebeuren, bijvoorbeeld tij-
dens het melken van de koeien of het
bedden opmaken.
Sloot schieten
Veelvuldig kwam het voor, dat zij op het
land doorwerkten tot 's avonds in de
maneschijn. Dit gebeurde o.a. bij het
sloot schieten. De sloten die om de wei-
landen lagen werden met een zoge-
naamde boezemschop uitgebaggerd. De
bagger werd dan met kruiwagens over
het land verdeeld en 's avonds nadat de
bagger had kunnen drogen, trokken zij
samen een zware spoorbiel over het land
om het te egaliseren.
Geslachte koe
Uit de oorlog '40 - '45 vertelde Van
Zuijlen nog een leuke anekdote. In de
laatste oorlogswinter vroor het zo hard
dat de buitenkraan bevroren was. Ze
stuurden een "tijding" (bericht) naar
Ries van Dijk. Deze zond zijn knecht
Kees Mandjes om de kraan te repareren.
Diezelfde dag had Van Zuijlen een koe
geslacht (huisslachten was ook toen
streng verboden). Het vlees kon in ver-
band met zoutschaarste niet allemaal
-ocr page 11-
april 1984
187
bewaard worden. Hij gaf dan ook aan
Mandjes een stuk vlees mee en drukte
hem op het hart het niemand te vertel-
len. Prompt kwam nog diezelfde avond
baas Van Dijk ook om een stuk vlees
vragen en diens schoonvader Dirk Ver-
kleef de volgende dag. Zo ging dat in de-
ze kleine gemeenschap.
Schooljaren
Tegenwoordig lopen we meer, omdat
het gezond voor ons is, maar vroeger
moest men wel, want een fiets was er
niet, laat staan een auto. Zo was men
zondags van Haarzuilens naar Vleuten
3 kwartier onderweg om naar de kerk te
gaan. Gelukkig voor de kinderen van de
Lage Haar was er een lagere school in
Haarzuilens. De 20 minuten durende
tocht daarheen liep mevrouw Van Zuij-
len op klompjes, samen met de andere
kinderen van de Lage Haar: haar vrien-
dinnetje Dina Berkensteijn, Toontje
Glissenaar, de jongens van Kleinwee en
van Van Galen. Naast deze kinderen en
hun familie woonden begin deze eeuw
tevens aan de Lage Haar de families
Speelman, Van Schalk, Strik, Baten-
burg, Vulto, (Piet) Versteeg, (Wessel)
van de Bos en (Gijs) van Es.
Vanwege het geringe aantal kinderen
dat in Haarzuilens naar school ging, wa-
ren er dubbele klassen, met zowel jon-
gens als meisjes. ledere leerkracht had
de zorg voor ongeveer 20 kinderen. De
eerste vijf schooljaren zat mevrouw Van
Zuijlen naast haar vriendinnetje Dina
Berkensteijn en zij waren beurtelings de
beste van de klas. Na de vijfde klas ech-
ter ging Dina in Utrecht naar school en
kwam zij naast een ander meisje te zit-
ten. Vanaf dat moment werd er meer ge-
kletst dan opgelet. Meester Theunissen
heeft haar vaak met 300 strafregels, "ik
mag niet praten", naar huis gestuurd.
Op een goede dag, of liever gezegd een
kwade, maakte zij het zo bont, dat zij
maar liefst 3 x 300 strafregels te pakken
had. Tot overmaat van ramp zorgde Jos
van Dijk er voor, dat de hele klas nog
eens 100 strafregels kreeg, toen hij luid-
keels voordeed welk geluid de rode auto
van de baron maakte. Die 1000 strafre-
gels kwamen mevrouw Van Zuijlen juist
die dag heel slecht uit, omdat zij na
schooltijd samen met een zusje bij een
tante wafels mocht komen eten en dat
wilde zij natuurlijk niet graag missen.
De meester had daar gelukkig begrip
voor. Ze mocht gaan, maar als ze de vol-
gende dag ook maar één keer haar
mond open zou doen, lagen er alsnog
1000 strafregels voor haar klaar.
Meester Theunissen had de dag daarop
geen kind aan haar.
Mevrouw Van Zuijlen 18 jaar - de heer Van Zuijlen 20 jaar.
Strijkers
Tegenwoordig is er een hernieuwde be-
langstelling voor de vaak eeuwenoude
alternatieve geneeswijzen. Wij zijn zo
vrij de zogenaamde strijkers, waarover
de familie Van Zuijlen ons vertelde, tot
deze alternatieve genezers te rekenen.
Voor allerlei klachten en kwalen klopte
men bij deze strijkers aan. Ze vertelde
ons van Hannes Oostrom, die woonde
bij "Kortjak" (gelegen langs de weg van
Haarzuilens naar Harmeien). Mevrouw
Van Zuijlen heeft eens, overigens tegen
de wil van haar man. Hannes Oostrom
gehaald, omdat haar man zo'n pijn in
zijn rug had, dat hij het bed niet uit kon
komen. Hannes deed zijn werk en gaf,
zoals aan al zijn "patiënten", de op-
dracht te bidden om genezing te bespoe-
digen. Het resultaat was verbluffend,
's middags kon hij weer aan het werk.
Dan was er ook nog Willem van Geelen.
Deze woonde in het poortgebouw van
kasteel De Haar. Hij streek met eieren,
die gelegd waren op Witte Donderdag.
Alleen daarvan ging een speciale kracht
uit. Deze eieren worden namelijk niet
"gier" (bederven niet). Volgens de fami-
lie Van Zuijlen drogen ze als het ware in
en breken ook niet gewoon, maar klap-
pen uit elkaar. Ze hebben eens een be-
roep op hem gedaan toen één van hun
kinderen een navelbreukje had. Op het
consultatiebureau stond men versteld
van het resultaat. Sindsdien bewaarde
de familie Van Zuijlen de door hun kip-
pen op Witte Donderdag gelegde eieren
voor Willem van Geelen.
Zij merkten nog op, dat zij nooit getest
hebben of inderdaad alleen déze eieren
vanzelf indrogen.
Het bereikte resultaat was voldoende.
q^
Het was al over elven en er was nog veel
te vertellen. We besloten nog een keer
terug te komen om het verhaal af te ron-
den en wat foto's uit te zoeken die als il-
lustratie konden dienen.
Vanaf deze plaats willen wij de heer en
mevrouw Van Zuijlen hartelijk bedan-
ken voor de gezellige uurtjes en hun
gastvrije ontvangst.
-ocr page 12-
april 1984
Hoe autochtoon bent U ?
't Hommeltje bij Utrecht, kopergravure, ca 1750. Collectie Carl Siegert te Harmeien.
door
Dr D. W. Gravendeel
Pand met zomerhuis en opstallen en 28
ha land waren eigendom van het ge-
slacht de Joncheere te Harmeien; na
1930 was de familie van Oostveen eige-
naar en bewoner.
De boerderij "De Halve Maan" stond
waar thans het Militair Hospitaal is ge-
vestigd. Ter hoogte van de uitspanning
"Den Hommel" lag, iets westelijk van
de tegenwoordige "Hommelbrug",
over de Leidsche Rijn een stenen boog-
brug met witte houten leuningen, die
toegang verschafte tot het erf van de
boerderij. Deze brug zal zeker in onder-
houd zijn geweest bij eigenaar of pach-
ter van "De Halve Maan", zoals de
Gooise- of Goossenbrug in onderhoud
was bij "Beefland".
"De Halve Maan" stond in Utrecht
maar de woonstede van de familie Ha-
moen werd in de volksmond aangeduid
als "den Hommel", die toch duidelijk
onder Oudenrijn was gelegen. Ter illu-
stratie diene een ondertrouwkaart van
een broer van de bruid en een zuster van
de bruidegom.
De beide "jonkers" en Jan Pieter Os-
kam (no's 1, 3 en 6) waren onafscheide-
lijk; ze waren kind aan huis op "De Hal-
ve Maan" en ontbraken zelden op fami-
liefeesten. Naar verluidt waren ze geen
van drieën geheelonthouder. Jan Pieter
woonde op de boerderij "Strijland",
achter het huis Voorn.
Een nieuwe benadering van die vraag
werd mij aangereikt door de heer en me-
vrouw Overkleeft - Doornenbal, Rijks-
straatweg 34 De Meern. Zij toonden mij
een trouwfoto uit 1903 en wisten mij
ook nog de namen te noemen van alle
geportretteerden.
Wij zien een familiegroep, ter gelegen-
heid van het huwelijk van Thijmen Ha-
moen , van de boerderij "De Halve
Maan", met Adriana Marijgje Oskam,
van de boerderij "Beefland", op 30
April 1903 te Oudenrijn.
De foto is genomen vóór het ouderlijk
huis van de bruid; de familie Oskam
woonde op "Beefland" sinds 6 Mei
1872, toen vader Teunis Oskam zich,
komende uit Harmeien, daar vestigde.
-ocr page 13-
april
april
190
189
R ^
{20)<22) ^
f)
(^
-ocr page 14-
april 1984
191
-■Cl.
De boerderij Beefland omstreeks 1930.
1.    .Ihr Hendrik .Jan Mari Barchman
Wuytiers.
Hij was geboren 4-2-1875 op hui/e
l-jkenrode te Loosdreeht als zoon
van Jlir Jan Willem Antoni Barch-
man Wuytiers en Jkvr. Susanne
Amelia Martens. vrouwe van Voorn
Op deze foto was hij nog vrijgezel.
De familie Barchman Wuytiers was.
behalve van huize Voorn met toebe-
horen, ook eigenaar van de boerde-
rij "De Halve Maan" en de boerde-
rij "Strijland" (op het tegenwoordi-
ge sportcomplex achter huize
Voorn).
2.     Neeltje van Vliet, de vrouw van Ger-
rit Hamoen.
3.    Jhr van Heeckeren.
4.     Gerrit Hamoen, broer van Thijmen;
hij was geboren 9-12-1865 te
Utrecht.
5.     Cornelia Hamoen - van Stam, moe-
der van Thijmen. Zij werd geboren
20-1-1834 te Vleuten als dochter van
Gerrit van Stam en Grietje Ha-
moen; zij overleed 18-2-1916 te
Veldhuizen, Zij huwde 10-11-1862
te Vleuten met Florus Hamoen.
6. Jan Pieter Oskam. Hij was geboren
19-11-1862 te IJsselstein als zoon
van Jan Oskam en Margrietje
Bosch. Hoewel hij slechts 14 jaar
ouder was dan de bruid, scheelden
zij toch een generatie, want zijn
over-grootouders waren de betover-
grootouders van Adriana Marijgje.
7. Cornelia de Heer - Hamoen, zuster
van 'i'hijmen; zij was geboren 14-6-
1872 te Utrecht.
De (ioossen-, Goosch-, Gooise- of ook wel Tjepmabrug, gezien van Oost naar West.
lm ^wMil
-ocr page 15-
192
april 1984
19.  Jannetje Oskam - Hamoen, zus-
ter van Thijmen. Zij werd geboren
3-9-1864 te Utrecht en overleed 9-
10-1943 teOudenrijn. Zij huwde 21-
4-1898 te Oudenrijn met Johannes
Oskam.
20.  Johannes Oskam, broer van Adri-
ana Marijgje. Hij werd geboren 25-
2-1865 te Harmeien en overleed 26-
5-1938 te Oudenrijn.
21.  Teunis Oskam, vader van Adriana
Marijgje. Hij werd geboren 10-2-
1838 te Harmelen als zoon van Jan
Oskam en Maria Huisman en over-
leed 27-2-1909 te Oudenrijn.
22.  Cornelis Jan Oskam, broer van
Adriana Marijgje. Hij was predi-
kant. Hij werd geboren 24-5-1874 te
Oudenrijn en overleed 9-2-1939 te
12.  Adriana Marijgje Oskam,(de bruid).
Zij werd geboren 15-2-1876 te Ou
Zij werd geboren 15-2-1876 te Ou-
denrijn op "Beefland" en overleed
1-8-1964 te Nieuwerbrug.
13.  Brechtje Oskam - van Eyk, vrouw
van Adriaan Oskam, schoonzuster
van de bruid.
14.  Thijmen Hamoen (de bruidegom).
Hij werd geboren 16-8-1867 te
Utrecht op "De Halve Maan" en
overleed 5-8-1932 te Utrecht.
15.  Adriaan Oskam, broer van Adriana
Marijgje. Hij werd geboren 24-5-
1871 te Harmeien.
Maria Versloot - Oskam, zuster van
Adriana Marijgje. Zij werd geboren
22-6-1866 te Harmeien.
16.
Grietje die niet op de trouwfoto wilde.
8.    Flora Lam - Hamoen, zuster van
Thijmen; zij was geboren 16-3-1875
te Utrecht.
9.    Florus Hamoen, vader van Thijmen.
Hij werd geboren 24-10-1833 te
Utrecht als zoon van Thijmen Ha-
moen en Jannetje Oskam; hij over-
leed 24-9-1910 te Utrecht.
10.  Jan de Heer, man van Cornelia Ha-
moen, zwager van Thijmen. Hij
heette eigenlijk Jan Adrianus en hij
werd geboren 1-4-1871 te Veldhui-
zen als zoon van Gerrit de Heer en
Teuntje Blom.
t. Mi*_iiX*f»>iSw«AKy;^^;S!3E^^
11. Teunis Lam, man van Flora Ha-
moen, zwager van Thijmen.
De situatie in 1900. Beefland is te zien in de hoek, gevormd door Rijksstraatweg en Strijkviertel.
De Halve Maan is het zwarte blokje rechts van de laatste e van Leidsche. Van de Galecopsche-
dijk komende kon men niet direct rechtdoor het water over; men moest daarvoor eerst linksaf en
langs Den Hommel. Over de brug rechts en dan weer links was een verbindingspad met de Groe-
nendijk.
Amsterdam. Hij was in 1903 nog
ongetrouwd. Hij huwde in 1905 met
Reyntje Elisabeth Straatsma, gebo-
ren 6-9-1880 te Ferwerd en overle-
den 9-2-1956 te Utrecht.
23. Jan Oskam, broer van Adriana Ma-
rijgje. Hij woonde tot 1930 op
"Beefland". Hij werd geboren 6-3-
1869 te Harmelen en overleed 31-
12-1953 te Oudenrijn. Hij was in
1903 nog ongetrouwd maar huwde
16-1-1908 te Oudenrijn met Jacoba
de Kruijf, die te Amersfoort was ge-
boren als dochter van Teunis de
17.  Jan Willem Versloot, man van Ma-
ria Oskam, zwager van Adriana
Marijgje.
18.  Trijntje Oskam - van Santen,
moeder van Adriana Marijgje. Zij .
werd geboren 11-8-1842 te Harme-
ien als dochter van Johannes van
Santen en Adriana Rietveld. Zij
overleed 8-1-1917 te Oudenrijn. Zij
huwde 22-4-1864 te Harmelen met
Teunis Oskam.
Ondertrouwkaart van een broer van de bruid
en een zuster van de bruidegom.
Omjertroüwds
am
kinncife ^X~)amoen
l TRKcllTi'IcK ilimmitl), »       '
-ocr page 16-
april 1984
193
De boerderij De Halve Maan naar een schilderij van H. Beese, olieverf op board.
Kriiijf en Antonia van Drie. Zij
overleed 24-3-1961 te Vleuten.
Thijmen en Adriana met hun gezin vóór "De Halve Maan", ca 1918. De kinderen van links naar
rechts: Floris (geboren 21-7-1909 te Utrecht, overleden 22-3-1980 aldaar), Cornelia (geboren
29-11-1904 te Utrecht, overleden 2-4-1940 aldaar). Trijntje (geboren 22-11-1905 te Utrecht) en
Teunis (geboren 22-10-1914 te Utrecht).
24.  Trijntje Oskam, zuster van Adriana
Marijgje. Zij werd geboren 26-3-
1877 te Oudenrijn en overleed 25-
11-1967 te Vleuten. Zij was in 1903
nog ongetrouwd maar huwde 12-
10-1905 te Oudenrijn met Pieter
Doornenbal, die was geboren 5-2-
1871 te Vinkeveen en Waverveen als
zoon van Jan Doornenbal en Teun-
tje Oskam. Hij overleed 23-6-1952
te Vleuten.
25.  Teunis Oskam, broer van Adriana
Marijgje. Hij werd geboren 31-3-
1883 te Oudenrijn en heette eigen-
lijk Teunis Pieter. Hij was nog onge-
huwd in 1903; op de foto staat hij
met zijn vriendin Gerritje Gerssen.
Hij trouwde 9-1-1908 te Oudenrijn
met Anna Christina van Bemmel,
die 24-6-1885 geboren was te IJssel-
stein.
-ocr page 17-
april 1984
194
26. Gerritje Gerssen, vriendin van Teu-
nis Oskam.
Thijmen Hamoen had nog een zuster
Grietje, die niet op de foto wilde. Griet-
je was geboren 25-4-1863 te Utrecht; zij
overleed 23-4-1943 te Oudenrijn.
Oafé ,,D«n Hommel" ti^ Utrecht.
Den Hommel en de brug naar De Halve Maan.
Nogmaals:Een autochtone familie van Dijk.
Door een misverstand is het artikel onder dit hoofd in het vorige nummer ongecor-
rigeerd ter perse gegaan, waardoor er een aantal onvolkomenheden in voorkomen,
die ik graag wil rectificeren.
In de stamboom nr 1 op blz. 173 is bij
Pieter van Dijk en Marrigje Kraaijkamp
als jaar van huwelijk 1722 vermeld.
Dit moet zijn 1729.
Als hun derde kind, geboren in 1733,
staat Joanna. Dit moet Joannes zijn.
Bij Cornelia van Schalkwijk zijn haar
doop- en overlijdensdatum niet ver-
meld. Dit zijn resp. 13-3-1781 en 24-8-
1834.
Op blz. 174 in stamboom nr 2 moet bij
de echtgenoot van Cornelia Anna van
Dijk diens achternaam Versteeg tussen-
gevoegd worden.
In stamboom nr 3 staat als huwelijksda-
tum van Everardus Johannes van Dijk
en Margaretha Wilhelmina Spollu 11-5-
1883. Dit moet zijn 11-5-1888.
Onderaan in die stamboom staat als hu-
welijksdatum van Theodora Cornelia
30-6-1898. Dit moet zijn 30-6-1926.
Het café Het oude Raadhuis rond het jaar 1920 toen de Wed. G. M. van Dijk daarcaféhoudster
was.
met er voor drie van de dochters van E.
J. van Dijk.
Op blz. 173 werd een verkeerde foto ge-
plaatst. Deze toonde weliswaar de oude
Dorpsstraat van Vleuten, maar het
vroegere café Het Oude Raadhuis is
daarop niet te zien. Daarom is een foto
daarvan van omstreeks 1920 alsnog af-
gedrukt.
Een andere afbeelding van het pand
waarin vóór 1898 de kasteleinsfamilie
woonde werd opgenomen op blz. 175 bij
het artikel over Het Oude Raadhuis van
de heer Jac. de Bruijn.
Bij de foto op blz. 170 had als onder-
schrift vermeld moeten worden:
"Het huis van de bakkersfamilie, zoals
het er na een aantal verbouwingen te-
genwoordig uitziet."
Bij de twee familiefoto's op blz. 171 zijn
de namen van de daarop voorkomende
pesonen niet opgenomen. Om dit gemis
te herstellen zijn beide foto's hiernaast
nog eens afgedrukt, nu met de namen
erbij.
Bij de foto op blz. 172 had vermeld moe-
ten worden: "Het eeuwen-oude huis van
de wagenmakersfamilie omstreeks 1910
Tenslotte kan nog vermeld worden dat
nadat het artikel werd geschreven twee
van de oudste van Dijken, die daarin be-
schreven zijn als nog wonend in Vleuten
en die vermeld zijn in de stamboom nr 3,
inmiddels zijn overleden. Dit zijn Hu-
bertus Adrianus (geb.1909) op 22-12-
1983 en Theodorus Gerardus (geb.
1903) op 4-2-1984.
J. W. Schoonderwoerd.
-ocr page 18-
april 1984
195
0)
(^
0) (^
Houthandelaar-wagenmaker Everard van Dijk (1) in 1913 met zijn
vrouw Greet Spollu (2) en hun kinderen Eef (3), Ko (4), Geert (5), Alie
(6), Marie (7), Jan (8), Mien (9), Door (10), Jo (11), Cor (12), Theo
(13) en Thijs (14).
Bakker-veehouder Hannes van Dijk (1) in 1935 met zijn vrouw Coba
van Nes (2). Iiun kinderen Piel (3), Pietje (5), Cor (6), Grad (7), Kees
(8), Lien (9) en Eef (10) en schoondochter Alie Middelkoop (4).
De oude kerk te Vleuten
aanvulling en correctie op ar-
tikel in jaargang 3 nummer 4
op te sporen; hij had zelfs de negatieven
nog in zijn bezit. De hierbij opnieuw af-
gedrukte foto (afb. 3) toont de klok, na-
dat hij uit de toren getakeld was, staan-
de op de grond vóór de torendeur. He-
laas is de kwaliteit van de opname (hij
werd gemaakt met het in die dagen alom
bekende box-je) van dien aard dat ook
een optimale vergroting en afdruk ons
niet in staat stelt details op het opper-
vlak van de klok waar te nemen. Dat er
iets op de klok heeft gestaan lijkt, gezien
de getuigeverklaringen, aannemelijk,
maar welke tekst dat precies is geweest,
blijft een raadsel.
Ik moet de "geheym-schryver" vrij
Afb. 1 Huize Alenvelt te Vleuten.
Als reactie op mijn betoog dat de in
1821 in de toren van Vleuten gehangen
klok géén schenking van burgemeester
van Bijlevelt is geweest, hebben mij en-
kele oudere inwoners van Vleuten ge-
meld dat zij als jongelui wel degelijk iets
op de klok hebben zien staan, waaron-
der de woorden "schout van Bijlevelt".
In het, helaas niet meer verschijnende,
contactorgaan tussen overheid en inwo-
ners "Onze Gemeente" van April 1969,
5de jaargang nr 3, staan een paar foto's
afgedrukt, genomen tijdens de verwijde-
ring van de klok uit de toren in 1943.
Het is ons gelukt de maker van die foto's
(de Heer C. J. Koetsier te Veenendaal)
pleiten van een smet die ik wierp op zijn
naam op bladzijde 155. Hij bracht nl. St
In de eerste plaats mijn verontschuldi-
ging voor het feit dat de op bladzijde 155
door mij als "op dezelfde schaal gete-
kende" plattegronden niet op dezelfde
schaal werden afgedrukt. Daardoor is
de schaalmaat (! : 100) onbruikbaar en
zijn ook de tekeningen onderling niet
meer vergelijkbaar.
Het op bladzijde 157 vermelde, door
van Bijlevelt in 1822 gekochte kleine
klokje, is teruggevonden. Het had vroe-
ger een plaats op het dak van huize
Alenvelt (afb. 1) en bevindt zich nu aan
de achtergevel van het klooster Spes
Nostra aan de Hindersteinlaan (afb. 2).
Er is geen opschrift op te vinden.
- Antonius in het geheel niet ter sprake en
deze heilige heeft met de kerk van Vleu-
ten ook niets te maken. Verder was de
"capelle van den Ham" identiek met de
"capelle van Onse L. Vrouwe", te vin-
den in het zuidelijk nevenkoor, maar tot
deze laatste zekerheid kwam ik pas na
de publicatie van mijn artikel.
Tenslotte zal het een ieder duidelijk zijn
geweest dat pastoor van Bijlevelt niet in
1975 maar in 1795 overleed (bladzijde
161).
D. W. G.
-ocr page 19-
april 1984
196
door
Dr D. W. Gravendeel
In het jaar 1619 overleed Cornelis Cor-
nelisz., die 33 jaren het kosterambt te
Vleuten had bediend. Hij had altijd over
de doden geluid, de graven geopend en
begraven, zonder de minste tegenspraak
van iemand, en hij had daar altijd zijn
loon voor genoten, althans volgens een
verklaring die zijn kinderen op 3 Juni
1620 aflegden ten verzoeke van Johan
Wanroy Utenham.
Er waren er ook die anders getuigden,
maar hun verklaringen werden afgelegd
op verzoek van de Heren van Oude-
munster: Cornelis Gijsbertsz.. wonende
op Themaat, en Henrick Goyertsz.. Jan
Jansz. van Cothen, Cornelis Cornelisz.
(43 jaar) en Lambert Jansz., wonende te
Vleuten, waren van mening dat het lui-
den over de doden en het openen van de
graven in de kerk te Vleuten niet be-
hoorden aan de kosterij maar aan de ge-
mene buren, die daartoe diegene kon-
den verzoeken die ze maar wilden.
Steven Sweersz. van Rossum, de kerk-
meester Jan Aertsz. Vereem (70 jaar) en
Gijsbert Cornelisz. (80 jaar) - de beide
Johan van Wanroy Utenham
De wind woei uit een geheel andere
hoek. Het was Jonker Johan van Wan-
roy Utenham die zijn kans schoon zag
zich nu eens openlijk te bemoeien met
iets waar hij al lang recht op meende te
hebben.
In een 19de eeuwse inventaris van het
archief van het huis den Ham wordt ge-
sproken van "kleine aanteekeningen
om te bewijzen dat 't huis den Ham toe-
komt de Kerk van Vleuten, met al de
collatiën, appendentiën en dependen-
tiën van dien. Dit zou vooreerst moeten
blijken uit de zerken en grafstenen in 't
Koor en de grafsteden tusschen het al-
taar en het Heilig Sacramentshuis, om
dat daar al de bezitters van den Ham be-
graven liggen; ook uit de glazen in 't
koor, waar al de possesseurs met hunne
wapenen, kwartieren en alliantiën tot
het jaar 1607 in gestaan hebben. Verder
heeft aan de twaalf pilaren beneden in
de kerk geschilderd gestaan de twaalf
apostelen, hebbende onder hunne voe-
ten de schilden of wapenen van den
Ham en hunne geallieerde vrienden en
magen. Die van den Ham hebben ge-
fondeerd de vicarie van St Nicolaas; op-
gerigt een vicarie en broederschap te
Afb. 2 De "kleine klok" aan de achtergevel van Spes Nostra.
Alb. 3 De "grote klok".
-ocr page 20-
april 1984
197
Wapengekletter in de kerk van
Vleuten
buyren", die zeker lang zullen hebben
vast gehouden aan oude gebruiken.
De dood van Cornelis Cornelisz. even-
wel, was aanleiding tot het in de open-
baarheid komen van een reeds langer
sluimerend conflict, m.a.w. er ontstond
een "fikse rel".
Voor een goed begrip van het nu volgen-
de is het van belang enkele zaken goed
op een rijtje te zetten. De kerk te Vleu-
ten was het geestelijk centrum van het
kerspel (— parochie) Vleuten en ressor-
teerde als zodanig onder het Kapittel
van St Salvator (het Kapittel van Oude-
munster) te Utrecht.
Wereldlijk gezien omvatte het kerspel
drie Gerechten of Ambachtsheerlijkhe-
den, te weten het Gerecht Vleuten waar-
van de Ambachtsheren waren Deken en
Kapittel van Oudemunster, het Gerecht
Themaat waarvan de Ambachtsheren
waren de Staten van Utrecht, en het Ge-
recht de Haer waarvan Ambachtsheer
was Johan van Zuylen van der Haer.
Aan Ambachtsheren waren zekere rech-
ten voorbehouden, zoals het recht tot
laatsten wonende op Themaat - waren
in hun verklaringen iels genuanceerder:
"de gerechticheyt van te stellen een
dootgraver ende luyder in den kerspele
van Vloten staet aen de Ambachtsheren
neffens de gemeente ofte mit der ge-
meente advys".
Ik kan niet met zekerheid zeggen of on-
ze koster Cornelis Cornelisz. tijdens die
33 jaren ook de schooldienst heeft waar-
genomen. In ieder geval vond ik twee
verklaringen, één van Claes Pauwelsz.,
wonende in Gerverscop, en één van de
gerechtsbode Cornelis Cornelisz., wo-
nende te Vleuten, dat zij twee halve ja-
ren (de eerste in 1605 en 1606, de tweede
in 1607 en 1608) 's-winters - 's-zomers
moesten de kinderen in het boerenbe-
drijf werken - hadden school gehouden
te Vleuten "sonderymants tegenseggen,
oock sonder enige last ofte commissie".
Ik denk dat ik niet te ver ga als ik stel dat
in die dagen de kwestie van de compe-
tentie (hier in de betekenis van: gerech-
tigd zijn tot) nog niet zo'n grote rol
speelde, althans niet bij de gewone "ge-
het benoemen van schout en schepenen,
secretaris en bode, het recht op het ge-
not van diverse belastingen, het recht
van molendwang, het visrecht en het
recht van zwaandrift. Bovendien had-
den zij bij de benoeming van de predi-
kant (pastoor) het collatierecht (= recht
van opdracht); dit laatste gold ook inza-
ke de benoeming van de koster-voor-
zanger-doodgraver-schoolmeester,
waar toch die verschillende ambten
meestentijds in één en dezelfde persoon
waren verenigd.
U zult nu wellicht denken dat U "the
plot of the story" in de gaten begint te
krijgen: drie Ambachtsheerlijkheden
binnen één kerspel, de koster is dood,
er moet een nieuwe koster benoemd
worden, de anderen zullen ook wel een
duit in het zakje willen doen. Mis! Er
kwam geen onvertogen woord over de
lippen van de Heren van de Staten van
Utrecht of van de Heer van de Haer; zij
gaven hun consent en bemoeiden zich
verder niet met de kwestie.
Den Ham ca 1600. Gewassen tekening in zwart krijt, O. I. inkt en sepia. Anoniem. Rijksarcliief Utrecht.
-ocr page 21-
198
april 1984
Ambachtsheerlickheyts van den Heeren
Deecken ende Capittele van Oudmun-
ster binnen Utrecht,
hoe dat nopende de collatie van 't cos-
terampt aldaer questie is tusschen de
voorsz. haerluyder Ambachtsheeren en-
de Jonker Johan Wtenham, sustineren-
de (= bewerende) elcx daertoe gerech-
ticht te wesen,
ende dat ter oorsaecke vandien nu by
d' een dan by d' ander tot mainetenne
(= maintien = handhaving) van haer-
luyder recht zoo zy zeggen, de sloten
van de kcrcke verscheydelick off ende
aen worden geslagen, waerdoor de
slachklock oock stille staet,
streckende tot groot ongerieff van den
dorpe voorseyt, behalve dat zulcx grote
ontrusteninge van de kerckcnorden en-
de mitsdien schade van de kcrck cau-
seert (= veroorzaakt),
dat voorts zulcx is dat de voorsz. Heeren
Ambachtsheeren, als mede patronen
der kercke van Vlooten tot het voorsz.
costerampt mit believen van de ridder-
matige edele ende principale geërffden,
ten deele onder den kerspell ende de
kerck van Vlooten woonachtich ende
gegoet zynde, gecommitteert hebben
Peter Jansz. van Driebergen, mede om
aldaer schoolmeyster te weesen, die de-
selve riddermatige edele ende principale
geërffden mitsgaders oock den Gerech-
te ende gemeene buyren van Vloten
daertoe is aengenaem,
ende wandt vermits de voorsz. questie
de gemeente ende kerck van Vlooten
nyet en behoort ongedient te blyven van
een schoolmeester ende coster, deselve
hoochnodich synde, 't welck daerdoor
zoude geschieden,
Syn sy supplianten (= verzoekers) ge-
nootsaeckt 't geene voorsz. is, U Ed.
Mog. by desen te remonstreren (= beto-
gen), versouckende daerby dat U Ed.
Mog. hierinne believen te voorsien,
etc".
Het Kapittel benoemt
Inmiddels had het Kapittel de procedu-
re in gang gezet om tot de benoeming
van een nieuwe koster-schoolmeester te
geraken. Op 13 Juni 1619 "nae 't horen
ende sluyten der kerckereeckeninge, de
gemene buyren in de kerck aldaer verga-
dert wesende", hadden hun gecommit-
teerden "totte bedieninge des school-
meysterampts genomineert Peter Jansz.
van Driebergen, dewelcke by de selve
gemene buyren daertoe voor aenge-
naem gehouden is geworden".
Op 7 Juli d.a.v. werd publicatie gedaan
dat op Zondag 11 Juli alle "buyren ende
ingesetenen" werden verwacht om te
houden "een buyrspraecke nopende een
coster by de voorsz. Heeren Ambachts-
huwde op 6 Februari 1602 met Marga-
retha de Brouxelles (overluid te Utrecht
28 Mei 1643), dochter van Caspar de
Brouxelles en Christine Monix. Het
echtpaar had een zoon Caspar, die ten
tijde van de hieronder beschreven ge-
beurtenissen dus niet veel ouder dan een
jaar of zeventien kan zijn geweest.
Weliswaar werd Johan op 24 April 1589
door de Staten van Holland slechts be-
leend met in totaal 19 morgen land,
maar het bezit van het huis den Ham
omvatte meer dan 200 ha grond, ver-
spreid over talloze gerechten: Kocken-
gen, Vleuten, Themaat, Bodegraven,
Kamerik, Gerverscop, Jutphaas, Mont-
foort. Portengen, Reijerscop, Spengen,
Harmeien, Linschoten, Rosweide en
Oostveen.
Een groot deel van dat bezit werd door
de Heer van den Ham in leen uitgege-
ven, zodat hij ook als leenheer optrad.
Het is aardig te vermelden dat daartoe
ook behoorde "de brouwerij te Vleuten
met al haar toebehoren, daaronder be-
grepen de grond van 't schipperhuis".
Het "heergewaad" (= uitkering door de
leenman aan de leenheer gedaan, tel-
kens wanneer een nieuwe leenvolger op-
treedt) hiervoor was 1 paar witte hand-
schoenen. De "ridderhofstad Botte-
steyn met syn gerechticheyt" behoorde
er evenzeer toe; het heergewaad hier-
voor was "een rooden sperwer". Een
voorvader van Johan, Frederick Uten-
ham, beleende op 3 September 1469 zijn
oom Jan Utenham met Bottesteyn (zie
ook de gelijknamige historische roman
van Bep Pysan, pseudoniem van Kees
Valkenstein).
Het is duidelijk, Johan van Wanroy
Utenham was in het toenmalige Vleuten
een man van betekenis: hij was van adel,
had uitgebreide bezittingen en zijn
voorgeslacht had de kerk veel goed ge-
daan. Toch kon dit alles, vond het Ka-
pittel van Oudmunster, hem niet het
recht verschaffen zich met kerkelijke
zaken te bemoeien; hij had immers niet
eens Ambachtsheerlijke rechten binnen
het kerspel. Met deze laatste gedachte
vergisten de heren zich pijnlijk, zoals
in de loop van ons verhaal zal blijken;
laat ons echter niet op de ontknoping
vooruitlopen.
Brief aan de Staten
In Juli van het jaar 1619 richtten Schout
en Gerecht van Vleuten zich met een re-
quest, geschreven door hun secretaris
Henrick van Coesfelt, tot de Staten van
Utrecht:
"Geven mit alle eerbiedinge te kennen
Schoudt ende Gerechte van Vloten,
Vleuten ter eere van Maria en hebben
die helpen begiftigen. Voorts hebben de
Heeren van den Ham de pastoors aan-
gesteld, de rekening der kerk gesloten,
koster, schoolmeester, enz. aangesteld,
enz., enz.".
Het klinkt allemaal zeer indrukwek-
kend en overtuigend, maar we mogen
ons gerust afvragen of, zo de gegevens
in de laatste zin op waarheid berusten,
de Heren van het Kapittel van Oude
munster in voorgaande tijden zich niet
al te gemakkelijk (of gemakzuchtig?)
hun oude rechten hebben laten ontfut-
selen. Vreemd hieraan zal zeker niet zijn
geweest het feit dat de Heren van den
Ham in macht, aanzien en rijkdom
groeiden en van die laatste zeker de kerk
mee zullen hebben laten profiteren.
Wie was nu Johan van Wanroy Uten-
ham ? Op 20 Januari 1550 werd Frede-
rick Utenham, na de dood van zijn va-
der, beleend met het huis den Ham. Hij
was een zoon van Frederick Utenham
en Gerarda van Zuylen tot Zevender.
Toen hij in 1553 overleed, ging het goed
over op zijn zuster Elisabeth Utenham,
geboren in 1497, die zich had laten scha-
ken door haar vaders "knecht" Johan
van Wanroy; de laatste was reeds in
1531 overleden, maar uit hun huwelijk
was wèl een zoon geboren.
Toen Elisabeth stierf, werd die zoon als
Johan van Wanroy Utenham op 10
Februari 1567 met het huis den Ham be-
leend. Johan huwde met Cornelia Ha-
negreef, dochter van Reynier Hanegreef
en Johanna Utenham.
Na de dood van Johan, in 1588, kwam
op 24 April 1589 de man voor het voet-
licht, die in ons verhaal zo'n belangrijke
rol speelt:
"Die Ridderschap, Edelen ende Steeden
van HoUandt ende Westfrieslandt, re-
presenterende die Staeten van den zel-
ven Lande, doen condt allen luyden, dat
wy (behouden ons ende een yegelick
zyns rechts) verlyt ende verleent heb-
ben, verlyen ende verleenen mits dezen,
onsen brieve Johan Vuytenham, ende
hem aengecomen ende bestorven is by
doode ende overlyden van Joncker Jo-
han Vuytenham, zyn vader, dat huys ten
Ham mit zeven mergen lants daer 't
huys op staet, in den ban van Vlueten
gelegen in des Prousts gerechte van
Oudmunster, ende noch twaelff mergen
lants gelegen op Bylevelt in den am-
bochte van Heer Jacob van Lichten-
berch was".
Deze Johan van Wanroy Utenham was
Heer van den Ham, Leeck, Nieuwcoop,
Portengen, Vijfhoeven, enz.. Hij stond
in 1594 op de lijst van riddermatigen die
jagen mochten. Hij overleed in 1632. Hij
-ocr page 22-
april 1984
199
set" tegen een salaris van f 60,- "boven
't schoolgelt" (wat méér was dan Peter
Jansz. van Driebergen was beloofd!).
Die plaats vóór het "kerckerooster"
was de "gewoonlicke plaetse van publi-
catie te publiceren", immers dat rooster
lag daar niet alleen om het vee van het
kerkhof te weren, maar duidde tevens
de grens aan tussen het geestelijk en we-
reldlijk gezag.
Johan stuurde zijn zoon Caspar naar
het huis van de gerechtsbode om daar de
sleutel van de leegstaande predikants-
woning te halen, waarop de nieuwbak-
ken schoolmeester aldaar werd geïnstal-
leerd.
wezig Jan Aertsz. Vereem (70 jaar), wo-
nende onder Themaat, en Sebastiaen
van Zijll (40 jaar), wonende onder Vleu-
ten.
Vervolgens begaf Johan zich op 10 No-
vember, volgens getuigenissen van
Goort Jansz. (60 jaar) en de gerechtsbo-
de Cornelis Cornelisz. (42jaar), naarde
kerk en liet daar de klok "deppen". Dat
laatste betekende immer dat er een offi-
ciële afkondiging te wachten was en dus
spoedde een ieder die niets beters te
doen had zich derwaarts.
Vóór het "kerckerooster" deed Johan
persoonlijk publicatie dat Abraham
Adriaensz. "tot schoolmeester was ge-
heeren totte kerckc van Vlootcn ge-
stelt".
Op die Zondag verschenen er drie ge-
committeerden van het Kapittel die aan
alle aanwezigen vroegen of zij Peter
Jansz. van Driebergen "nyet voor aen-
genaem hielden". Niemand deed een
mond open en ook de gerechtsbode
Cornelis Cornelisz., die mondeling ver-
scheidene buurlieden van de ophanden
zijnde buursprake had verwittigd, meld-
de het "hemluyden evenwell te wesen
wie tot coster werd gestelt als het well
waere".
De volgende stap werd gezet op 8 No-
vember 1619. Schout Ale.xander van
Huesden kreeg opdracht van het Kapit-
tel Peter Jansz. in de bediening van zijn
schoolmeesterambt te stellen: daarbij
werd advies gevraagd aan hel Gerecht
in een "bequame plaets te doen ver-
sien".
Toen pas, op 11 November, "hebben die
van den Gerechte van Vloten mitsga-
ders die gebuyren van Themaat ende die
Haer. op het goct- ende welbehagen van
de E. haerl. elcx rcspective Ambachts-
hceren. Peter .lansz. van Driebergen tot
schoolmeester in den kerspel van Vloten
aengenomen". Peter zou tot 1 Mei 1620
schoolhouden in de leegstaande predi-
kantswoning (ds Dirck Raphaelsz.
Camphuyscn had Vleuten immers kort
tevoren verlaten!).
Hij zou hebben "tot een gagie (= sala-
ris)" f42,-, te betalen door "die van Vlo-
ten, Themaet ende die Haer. elcx nae
haer quote (= aandeel)". Bovendien
zou hij hebben "van elcke kynt te leren
lesen cleyne boexkens ter maent drie
stuyvers, van brieven te leren lesen vier
stuyvers ende van mede te leren schry-
ven vyff stuyvers", zoals de school-
meester in Harmeien ook had.
Er ontbrak nog één ding, en dat was de
approbatie (= goedkeuring) door de
Classis van Utrecht, die tenslotte op 18
November werd verleend; d.w.z. dat de
gehele gang van zaken zo'n 5 maanden
had geduurd, maar één ding moet ge-
zegd: aan "inspraak" had het niet ont-
broken.
Johan Utenham benoemt
Dan had Johan Utenham er heel wat
minder tijd voor nodig. Hij liet door ene
Laurens Rutten een aantal "gebueren"
van Vleuten en Themaat bijeenroepen
om op 1 November te vergaderen ten
huize van de overleden koster "ten fine
(= teneinde) eene persoon genaempt
Abraham Adriaensz. tot schoolmeester
voor te draegen ende dat op 't goet be-
haegen ende consent van de drie rcspec-
tive Gerechten, alse Vlooten. Themaet
ende de Haer". Daarbij waren o.a. aan-
De kerk te Vleuten in 1624. Detail van een tekening van de landmeter Henrick Verstralen. Rijks-
archief Utrecht, Inventaris van het Kapittel van Oudmunster no. 933. Zoals op de tekening is te
zien had de kerk aan de Zuidzijde een deur; een dergelijke deur was er ook aan de Noordzijde en
bij één van deze deuren zal de bedreiging met het "bloot geweer" wel hebben plaats gevonden.
-ocr page 23-
200
april 1984
ter wel degelijk de modern aandoende
"inspraakprocedure" al had men dan
nog nooit van een "profielschets" ge-
hoord. De buren konden hun zegje
doen. Ambachtsheren, schout en sche-
penen gaven hun consent. Johan Uten-
ham had, als ingezetene, evenveel recht
als iedere andere gewone buur in der-
gelijke kwesties zijn stem uit te brengen
en dat recht werd hem door het Kapittel
ook niet betwist.
Waar men over viel, was dat hij het al-
leenrecht voor zich opeiste en, laten we
wel wezen, die eis steunde niet op deug-
delijke documenten. Zoals boven reeds
aangestipt, kunnen we als vrijwel zeker
aannemen dat, de Heren van het Kapit-
tel en de Heren van den Ham van het-
zelfde geloof zijnde en hetzelfde belang
dienende, de eersten de laatsten allengs
meer de vrije hand hadden gelaten in de
behartiging van hun rechten in de kerk
van Vleuten. Die behartiging zal zeker
in goede handen zijn geweest en de kerk
voer er wèl bij; er is echter toch wel dui-
delijk van niet méér sprake geweest dan
van een gewoonterecht.
Met de reformatie veranderden vele ver-
houdingen en ook dat zal de Heren van
den Ham dwars hebben gezeten. Zij ble-
ven immers katholiek; in 1631 stelde bij-
voorbeeld onze Johan Utenham grond
op 't Hoog, eigendom van den Ham, be-
schikbaar aan pastoor Joannes van
Aelst om daar een statie te vestigen.
Tóch, en dat was ook voor de Heren van
het Kapittel een verrassing, had Johan
méér recht van spreken dan een "ge-
wone" ingezetene. Het Kapittel had
hem het recht ontzegd zich "Heer van
den Ham" te noemen en het had boven-
dien beweerd dat Johan geen Am-
bachtsheerlijke rechten bezat.
Wat die titel betreft zaten ze fout, want
daarmee waren de Heren van den Ham
in het verleden "geïntituleert" door "sy-
ne Conincklycke Majesteyt, door de
Heeren van den Lande van Utrecht,
door de Prince van Orangiën en door de
Proost van Oudemunster zélf'.
Ook wat de Ambachtsheerlijkheid aan-
gaat, klopte er iets niet, maar dat was
voor het Kapittel nog iets pijnlijker,
want ziet:
"Op Maandag na St Odulfs dag 1366
heeft Otte van Omeren, kanonik van
Oudemunster, verlyt van wegen den
Proost van Oudemunster, Frederik
Utenham en Peter Utenham, zyn zoon,
gezamenderhand, met
4 mergen land, geheeten Duiven-
kamp,-
met 10 mergen, met 6 mergen, met 2
mergen, met 8 mergen, met 13 mer-
gen, met geregt, tins en tienden.
"geassisteert mit syn soon ende knecht
tsamen geweer hebbende (= gewapend
zijnde)". Hij informeerde op hoge toon
of er aan het slot van de kerkdeur iets
was veranderd om vervolgens, toen men
deze vraag wel bevestigend moest be-
antwoorden, zijn zoon weg te sturen om
de smid te halen, die het slot weer zou
moeten "offslaen".
De smid, die genoeg had van het gezeur
en er wellicht ook zélf liever buiten wil-
de blijven, stuurde zijn knecht, waarop
bovengenoemde "geweerdragers"
trachtten Johan van Straten van de
kerkdeur weg te trekken. De laatste ech-
ter verklaarde "van de Ambachtsheeren
belastinge te hebben dat slot te bewaren
(= beschermen, verdedigen)".
Daarop had "de soon van Wtenham
(Gaspar, 17 jaar!) syn rappier wtgetogen
ende de scheyde door de kerck gesme-
ten, gaende alsoo mit bloot geweer op
de voorn. Mr Johan van Straten, die
geen geweer en hadde(= ongewapend
was), schynende hem te willen doorgri-
ven, dewelck hy oock apparentelick {=
waarschijnlijk) soude hebben gedaen,
indien syn vader, sich naerder bedenc-
kende, niet en hadde geseyt dat hy de
saeck soude laten berusten".
Dat wilde niet zeggen dat Johan Uten-
ham zich bij de zaak neerlegde, integen-
deel. Hij smeet zijn hoed op de grond,
schreeuwde "op het syn (= zijn eigen-
dom) te staen in de kercke ende dat hy
daer wilde blyven" om vervolgens de
vertegenwoordigers van het Kapittel
uit te dagen "ad duellum" van twee te-
gen twee of drie tegen drie en "alsdan
daermede raet te weten".
Bovendien dreigde hij "de clock te wil-
len trecken tot hulp ende om de huys-
luyden op de been te brengen".
De ongewapende gecommitteerden zul-
len wel gemaakt hebben dat ze wegkwa-
men maar de Heren van het Kapittel
waren in alle staten. Zij spraken, tegen-
over het Hof van Utrecht, over "atroce
iniuriën (— afgrijselijke beledigingen)
hun, als Ambachtsheren, in feite aange-
daan door hun onderdanen en zij ver-
zochten het Hof Johan Utenham of zijn
familie op straffe van "twehondert dub-
bele goude ryders" te verbieden zoiets
nog eens te doen.
Het Hof van Utrecht
De rest van de geschiedenis speelde zich
af voor het Hof van Utrecht; er worden
ons tenminste verder geen pesterijen of
gewelddadigheden meer gemeld. Dat
wil echter niet zeggen dat er geen sprake
meer zou zijn van verrassingen.
Zoals we gezien hebben was er bij de be-
noeming van onze schoolmeester-kos-
Ruzie
En toen had je de poppen aan het dan-
sen. Het Kapittel van Oudemunster was
furieus en wendde zich tot het Hof van
Utrecht. Men sprak van "usurpatie (=
wederrechtelijke inbezitneming) van
een anders iurisdictie (= rechterlijke be-
voegdheid) die ten hoochsten na rechten
verboden ende consequentelick mit ho-
ge poenale interdictie (= strafrechtelijk
verbod) géinhibeerd (— verhinderd) be-
hoort te worden. Men ging nog verder
en stelde meteen maar dat Johan "was
volgens syn eygen leenbrieven van 't
huys ten Ham mit geen iurisdictie ofte
heerlicheyt noch oock enich toebehoor
ter werelt en verleyt", waaraan het ver-
zoek werd verbonden hem te verbieden
"enige acten van iurisdictie binnen
Vleuten te usurperen" en "oock de na-
me van Heere ten Ham syn selven te at-
sciberen (= zich Heer van den Ham te
noemen").
Johan Utenham gaf de strijd niet op. Hij
liet het Hof te Utrecht weten dat zijn
voorzaten "vuyt crachte van deuchde-
lycke titule (= bewijsstukken) geweest
waren "inne die possessie van die coste-
rije tot Vleuten te confereren (= het
recht hadden gehad de koster te benoe-
men) en dreigde Peter Jansz. van Drie-
bergen "een sloth aen de kerckdeure te
willen doen maecken".
Ook schout Alexander van Huesden en
secretaris Henrick Coesfelt verklaarden
op 29 Mei 1620 "vuyt vele ende ver-
scheyden personen verstaen te hebben,
ende anderdeels wel te weten, dat Jon-
ker Johan Wtenham mit alle middelen
soeckt ende poocht Peter Jansz. van
Driebergen te beletten in 't bedienen
van 't officie (= ambt) van luyder ende
dootgraver der kercke tot Vloten".
Confrontatie
Op Dinsdag 30 Mei 1620 kwam het tot
een regelrechte botsing. Johan had het
niet bij dreigementen gelaten; hij had
inderdaad een slot op de kerkdeur doen
aanbrengen. Het Kapittel, dit vernomen
hebbende, vaardigde Mr Johan van
Straten, vergezeld door de "slotmaec-
ker" Gerrit Joostensz., af om dat slot
"tot conservatie (= behoud) van hun
possessie (= bezit) ende gerechticheyt
te doen affslaen ende voorts een ander
in plaetse vandien te surrogeren (= ver-
vangen)".
Gerrit Joostensz. bovengenoemd, Claes
Jacobsz. van Baelen, Jan Petersz., Be-
rent Sweersz. van Utrecht en Matthijs
Jansz. verhalen ons wat er vervolgens
gebeurde:
Johan Utenham, die lucht had gekregen
van de expeditie, verscheen in de kerk
-ocr page 24-
201
april 1984
met 1 mergen, alles gelegen op Wiel-
derveld,-
te Vleuten met een hofstede, met het
geregt en tienden van de hofstede,
gelegen op beide zijden van den
dijk.-
te Wiel met 4 hofsteden, met het ge-
regt, tins en tienden.-
Bij overlijden van Peter Utenham zullen
die goederen komen op zijn regten wet-
tigen leenvolger".
De voorvaderen van Johan Utenham
waren derhalve door de voorgangers
van zijn huidige tegenstanders zélf be-
leend met heerlijke rechten binnen hun
Ambachtsheerlijkheid.
Accoord
De Heeren van het Kapittel spartelden
nog wat tegen maar beseften toch dat ze
hun huiswerk niet goed gemaakt had-
den c.q. hun eigen archief niet naar be-
horen kenden. Toch duurden de juridi-
sche achterhoedegevechten nog tot 17
October 1625, toen men tot een verzoe-
ning kwam:
"Op conditiën ende in maenieren nae
bescreven, soe ist dat tusschen de E.
Heeren Deecken ende Capittele van
Oudemunster binnen Utrecht, Am-
bachtsheeren van den dorpe ende ge-
rechte van Vleuten, ter eenre, ende
Joncker Johan van Wanroy Wyten-
hamme, Heere van den Hamme, Am-
bachtsheere van twee hoeven lants op
de lege Haere (= de Lage Haar) in
den voorsz. gerechte gelegen, ter an-
dere zijden, geaccordeert is in dese
naevolgende poincten.
In den eersten, belangende die kercke-
lijcke bedieninge van Vleuten als colla-
tie van de pastorije ende die costerije,
schoolmeesters- ende dootgraversamp-
ten, is versproocken als hier volcht, te
weeten dat die Heeren van de Capittele
sullen blijven bij haer gerechticheijt van
een pastoor te setten.
Dan belangende die costers-, school-
meysters- ende dootgraversampten sul-
len die selvige blijven gecombineert en-
de vergeeven worden alternis vicibus (=
beurtelings) ende voor eerst effect sorte-
ren ende naegecomen worden aen de
persoon van Peter Jansz. van Drieber-
gen, bij het Capittel van Oudemunster
genomineert, geduerende tot zijn over-
lijden ofte affganck, waer nae die nomi-
natie in voegen voorsz., comen ende de-
volveren sall aen Joncker Wytenhamme
ofte zijne naecomelingen leenvolgers in-
dertijt van den huijse ende ridderhofste-
de ten Hamme, en daer nae wedercom-
de ten Hamme, en daer nae wederomme
aen de Heeren Ambachtsheeren voorsz.
ende voorts successive bij beurten.
Belangende voorts het voorsitten ofte
Wie wat bewaart, die
geeft wat!
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze bibliotheek en onze verzame-
ling, de volgende schenkingen aanvaard
van:
voorplaetse in de kercke van Vleuten ce-
deert die selvige int minnelijck aen den
Heere Deecken ende Capittele voorsz.,
reserverende voorts nyettemin sijn pre-
ëminentie (— voorrang) van 't voorsit-
ten voorsz. ten regarde van alle andere
weerlicke (= wereldlijke) personen on-
der den gerechte van Vleuten resideren-
de, en dit alles onvermindert sijn gerech-
ticheijt in seeckere capelle (de kapel van
den Ham in de kerk van Vleuten) ende
verscheijden graffsteeden soe in de
kercke als op 't coor van Vleuten gele-
gen, bij sijn voorouders vóór ende zijn
E. nae altoos beseten.
Ende toucherende (= betreffende) de
bevrijdinge van exemptie van de con-
sumptie ende quotisatie (= vrijstelling
van zekere belastingen) ende andere
personele lasten, sullen de Heeren van
de Capittele geen beletsel geven indien
die van den Gerechte van Vleuten die
possesseurs van de huyse ten Hamme in
eeniger maenieren diensaengaende wil-
len favoriseren {— begunstigen, ofte dat
zijluyden die gemene bueren daertoe
conden disponeren (= het met de geme-
ne buren konden regelen) dat zijn E. die
geheele consumptie- ofte quotisatiegel-
den worden geremitteert (= kwijtge-
scholden).
Ende hiermede sullen cesseren alle
alsulcke procedueren als ter wedersij-
den nopen de voorsz. poincten sijn aen-
gegeven ende met malckanderen voor-
taen in goede naebuerschap leven.-".
En zo geschiedde het. Toen de Heren
van den Ham aan de beurt waren "con-
fereerde" Frederik Utenham, als oom
en voogd van Johan Utenham (klein-
zoon van ónze Johan), op 27 September
1649 gratis het koster-schoolmeester-
doodgravers- en luidersambt aan Abra-
ham Coelmans, op de baten en emolu-
menten daartoe staande, vacant gewor-
den door het overlijden van Peter Jansz.
van Driebergen.
Wat betreft de "goede naebuerschap"
zal het verder wel gelukt zijn, maar toch
werd de verhouding niet bepaald harte-
lijk. Het Kapittel was gewaarschuwd en
bleef op z'n qui vive. Toen in 1761 de
kerkmeesters vergunning vroegen een
nieuwe wijzer op het uurwerk te mogen
maken, werd die verleend, maar op de
uitdrukkelijke voorwaarde dat daarop
dan de figuur van St Salvator of de We-
reit moest worden aangebracht, maar in
géén geval het wapen van Utenham.
Verantwoording
Rijksarchief Utrecht,
Inventaris Kapittel van
Oudmunster nr 614.
Inventaris van het archief
van het huis Den Ham nr 4
J. de Bruijn, Rijksstraatweg 84
De Meern
W. van der Pas, Tussen Vecht en
Oude Rijn, 1952
J. F. K. Kits Nieuwenkamp, Hof ter
Weydeweg 9a Vleuten
2 gipsmaskers, gemaakt door
Kees Valkenstein
Mevr. G. F. van ^eukelen, 't Zand 39
Vleuten
een ploeg
een bietenmolen
baggerbeugels .
een zicht + haak
een bankschroef
en nog wat kleiner boerengereed-
schap
Mevr. A. G. Vernooy, 't Zand 24 Vleuten
een kaaspers
een karnton
J. Schutte, Zandweg 138 De Meern
Robert Payne, Het goud van Tro-
je, 1960
Evert Zandstra, Shell Boerderij-
engids, 1964
Dr W. J. Formsma, Gids voorde
Nederlandse Archieven, 1967
H. W. M. J. Kits - Nieuwenkamp,
Encyclopedie van de Heraldiek,
1961
Drs J. A. de Boo, Heraldiek,
1967
J. G. M. Boon, IJsselstein uw
woonstede, 1971
Mevr. J. .1. Broekhuizen, Huize Nijevelt
De Meern
Persoonsbewijs, stamkaarten,
bonkaart uit de tweede wereld-
oorlog
J. A. de Bruin, Woerdlaan 10 De Meern
3 plakboeken met kranteknipsels
+ losse knipsels De Meern 11-11-
1963 tot 1978
Mevr. de Vries, Huize Nijevelt De
Meern
Prentbriefkaart De Meern, Huize
Overvliet ca 1940
F. G. Oskam, Dorpsstraat 68 Vleuten
3 oude prentbriefkaarten van
Vleuten
z. o. z.
-ocr page 25-
202
april 1984
Schenkingen
Ledenlijst
Nieuwe leden na 1 december 1983.
Ambachtsheerelaan 1
3481
GJ
Harmeien
Hamlaan 3
3451
RG
Vleuten
Multatulistraat 2
3451
AT
Vleuten
Hogeweide 1
3541
BC
Utrecht
Secr.Versteeglaan 59
3451
XH
Vleuten
van '''anroystraat 14
3451
BP
Vleuten
Talmastraat 7
3401
XB
Maarssen
Koppelllaan 11
3721
PD
Bllthoven
Oudenrijnsingel 17
3454
BH
De Meern
Mamuchetweg 1
3732
AK
De Meern
Past.Ohllaan 36
3451
CC
Vleuten
Veldhuizenlaan 27
3454
EB
De Meern
Spechtenkamp 174
3607
KJ
Maarssenbroek
Alendorperweg 12
3451
GM
Vleuten
Rijksstraatweg 60
3454
JD
De Meern
ten Veldestraat 49
3454
EJ
De Meern
Castellurapark 4
3454
VD
De Meern
Nijeveltstraat 29
3454
EW
De Meern
Odenveltlaan 24
3451
ZN
Vleuten
Hoge Woerd 7
3454
De Meern
de Vlist 8
Woerden
Nicolaasweg 127
3581
VG
Utrecht
Zandweg 86
3454
JX
De Meern
Ambachtsheerelaan 20
3481
GL
Harmelen
van zuylenstraat 35
3454
ET
De Meern
Dorpsstraat 34
3451
BL
Vleuten
van Zuylenstraat 7
3454
ET
De Meern
Past.Boelenslaan 10
3454
AB
De Meern
van Heemskerklaan 2
3454
EP
De Meern
Titus Brandsmalaan 10
3451
ZW
Vleuten
Mereveldplein 41
3454
CL
De Meern
H.Heijermanstraat 10
3451
AM
Vleuten
Mozartlaan 14
3533
GA
Utrecht
Bis.Lindanusstraat 17
5914
SE
Venlo
Wilhelminalaan 19
3451
HJ
Vleuten
Regentesselaan 58
3571
CB
Utrecht
Mandenmakerslaan 11
3454
DA
De Meern
Veldhuizenlaan 2
3454
ED
De Meern
van Woerdenstraat 8
3451
BS
Vleuten
Mereveldplein 34
3454
CG
De Meern
Lagehaarsedijk 9 b.
3455
RN
Haarzuilens
Bader, J.C.
Bewoners Hamtoren (Bas Hoppel)
Bovenkamp, J.A. van de
Brink, De Heer van de
Brink, W. van de
Buitink, G.W.
Dijk, E.A. van
Dijk, J. van
Esveld, L.A.M, van
Feikema, O.
Gils, Zr. E. van
Glas, Mw. M.E.A.
Greuter, Maris
Gun-Mastwijk, Mw. S.C.J. v.d.
Hamoen Jr., T.
Hendriks, J.
Hoogh, B. de
Hullegien-van de Berg, Mw. G.
Hulst, Fam. J.
Koedam,G.J.
Koense, H.
Miltenburg, W.C.M, van
Nieuwhoff. Faro.
Poll-Goes, Mw. H.G. van de
Ravenhorst, K.
Rooijen, Nel van
Schalk, J.M. van
School Past.van Luenen
School Paus Johannes
Slop, M.
Soesbergen, Lucie
Steenbrink-Peek, Mw. G.
Storm van Leeuwen, Ir. J.A.
Teunissen, Mr. J.C.T.
Vulto, H.
Weiden, Th.J. van der
Werff, D. v.d.
Wijk, J.H. van
Wiss, H.
Zinimerman Brillen
Zuijlen, A.J. van
1 maart 1984.
Maandag 16 april:
20.00 uur, 't Zand 1, Vleuten
Algemene, kontaktavond werkgroepen
o.m. genealogie, oude handschriften,
etc. tevens informatie-avond.
Maandag 30 april:
Braderie Vleuten
Woensdag 2 mei:
20.00 uur, "De Schalm", De Meern
-  Algemene ledenvergadering.
-  Lezing Jac. de Bruin over de geschie-
denis van De Meern.
Zaterdag 12 mei t/m zondag 3 juni:
Verenigingsgebouw, Zandweg 148,
De Meern.
Overzichtstentoonstelling "150 jaar
graven naar een Romeins castellum in
De Meern".
toegang voor leden f. 1,50 p.p.
toegang voor niet leden f. 3,00 p.p.
Openingstijden: zie blz. 177 e.v.
-ocr page 26-
203
juni 1984
Officieel orgaan van de Historische Vereni-
ging Vleuten-Dc Meern-Haarzuilens,
4e jaargang nr. 2, juni 1984
            © 1984
Verschijnt 4x per jaar.
Ingeschreven in het verenigingsregister van '
de K.v.K. Utrecht e.o. onder nr. V. 479360
Dagelijks bestuur:
J Schutte, voorzitter
Zandweg 138. 3454 HA De Meern
tel. 03406-3216
W. H. Denekamp. sekretaris
Utenhamstraat 5. 3451 BR Vleuten
tel. 03407 - 1948
P, G. de Rooij, penningmeester
•iZand 1. .3451 GP Vleuten
tel. 03407 - 1483
A. J. van Zoeren, vice-voorzitter
Slalions.slraat 34. 3451 BZ Vleuten
tel. 03407- 1263
H. E. J. van Essen, coörd. werkgroepen
Mauritslaan 17. 3454 XP De Meern
tel. 03406 - 2992
Erelid:
Mw. F. van Husen-Wibbeke, Vleuten
Rcdaktte-adres:
Léon van E.sch, Hindersteinlaan 7
M5ï E\' Vleuten
tel. 03407 - 2871
Ledenadministratie/informatie:
Opgeven van nieuwe leden, mutaties en
(na)beslellingen bij:
Mw, P. J. de Rooij-Goes, 't Zand 1
3451 GP Vleuten, tel. 03407 - 1483
Kontributie:
De jaarlijkse kontributie bedraagt voor
1984 minimaal f 25,~:
postabonnement f 35,- per Jaar
Donateurs:
Minimaal f 12,50 per jaar.
De vereniging heeft rekeningen bij de vol-
gende instellingen:
ABN - De Meern 55.66.33.040
RABO-Vleuten .36.75.17.574
POSTGIRO 2.689.200
Illustratleis/foto's:
Léon van Esch, Dr D. Gravendeel
Chris Schut, Jan Verheul
Klaa.s Nanning, e.a.
- Gehele of gedeeltelijke overname van ar-
tikelen uit dit vcrenigingsorgaan is slechts
toegestaan na schriftelijke toestemming van
de redaktie.
Illustratie voorpagina:
Maquette van het
Romeins castellum te De Meern
gemaakt door Peter de Vries.
LOSSE NUMMERS f 7,5«
Van het bestuur
stelling "150 jaar graven naar een Ro-
meins castellum in De Meern". De nu
achter de rug zijnde, geslaagde, ten-
toonstelling in het Verenigingsgebouw
aan de Zandweg in De Meern, waar wij
meer dan 3100 bezoekers mochten ver-
welkomen! Uw voorzitter maakt van
deze beginregels alvast gebruik, om
Vlak voor de zomervakantie 1984 rolt
het tweede blad van uw vereniging in
dit jaar door uw brievenbus. En daar-
mee is het tevens een afsluiting van een
bijzonder geslaagde, maar ook enerve-
rende periode. Een halfjaar waarin de
voorbereidende aktiviteiten werden ver-
richt voor de grote overzichtstentoon-
In dit nummer
pag.
Van het bestuur                                                          203 - 205
Algemene ledenvergadering                                      204 - 205
Bedankt                                                                                  205
Uitslag loterij 1984                                                     206 - 207
Wie wat bewaart, die geeft wat                                          207
Aanvullende ledenlijst                                                208 - 209
Brief van een liefhebbende vader aan zijn zoon      210 - 211
Themaat                                                                      212-216
Legende van kasteel "De Haar"                                216-219
Een boekje open over de Strijkviertel                       219 - 224
-ocr page 27-
juni 1984
204
//■
<;»WtJ^ .i^W '♦iiïV. Ts^üH! -s.J^Ss',45 .t^M
''mmtmtmt'^fi^witii^ ^ ■**-------' - - -
é-^i^ «ts^t ^ï^j,,.
SSWEca g
bestuursleden van Léon van Esch en
Paul Wieman, die wij beiden bedanken
voor hun inzet en inbreng en die zich
beiden, buiten het bestuur, blijven inzet-
ten voor de vereniging,verwelkomden
wij met algemene instemming van de le-
denvergadering de dames Nel de Rooij-
Goes en Ineke Meeldijk-Roos. Wij wen-
sen hen in het bestuur een werkzame, in-
teressante en vooral plezierige tijd toe.
De ledenvergadering stemde in met het
handhaven van de kontributie op f. 25,-
per jaar voor z.g. bezorgleden en f. 35,—
voor postabonnementen. Hiermede
houden wij in deze dure tijden de kos-
ten voor U beperkt.
Aan de orde waren voorts onze finan-
ciën; het verenigingsjaar 1983 was be-
paald geen slecht jaar. Bij een batig sal-
do van f. 3.165,45 en een balanstotaal
van f. 32.407,05 mochten onze leden
vaststellen, dat er een uitstekend finan-
cieel beheer wordt gevoerd. Dit beheer
werd dan ook van harte goedgekeurd.
Ten aanzien van een goed begrip van de
cijfers 1983 zij nog opgemerkt, dat de
kontributies 1983 ten dele in 1982 wer-
den geïnd. Hierdoor lijkt het bedrag aan
kontributies op de balans 1983
(f. 8.967,50) aan de lage kant.
Een financieel overzicht 1983 en de be-
groting 1984 (t.b.v. f. 27.050,-) zijn
overigens U te melden, dat het ledenbe-
stand nu, bij het schrijven van dit arti-
kel (eind mei 1984) alweer gestegen is tot
650!! Een béétje hulp, dat kleine zetje
van onze leden en we halen 750 leden.
En dat mag dan in deze kontreien bij-
zonder genoemd worden!
Op deze markt lieten wij de bezoekers
raden naar een mysterieus voorwerp. Er
waren er velen die dè juiste oplossing
vermoedden, maar er uiteindelijk toch
naast bleken te zitten. Het was géén in-
jektiespuit, geen K.I.-instrument, geen
drukmeter, noch een flitspuit, laat staan
een Vleutens Vluitje (let op de allitera-
tie!) Het was en het is een VISDEEG-
SPUITJE, hetgeen geraden werd door
de volgende gelukkigen: Peter Ashou-
wer. Witte de Withstraat 10, De Meern
en R.A. van de Berg, Kennedylaan 22
Vleuten, die van ons dan ook, voor zo-
veel knapheid, prompt een gratis lid-
maatschap voor 1984 aangeboden kre-
gen. Proficiat!!!
Algemene Ledenvergadering
Op 2 mei j.1. hielden wij de jaarlijkse le-
denvergadering, ditmaal in De Schalm
in De Meern. Aan de orde waren als
voornaamste agendapunten: de be-
stuursverkiezing en het verslag van de
penningmeester. Na het vertrekken als
iedereen die op welke wijze dan ook bij-
gedragen heeft tot het welslagen van de-
ze tentoonstelling, te bedanken. Verder-
op volgt een nadere specifikatie.
Koninginnedag in Vleuten
Welhaast traditiegetrouw inmiddels
staat de historische vereniging op Ko-
ninginnedag op de braderie die in onze
gemeente wordt georganiseerd. Dit jaar
stonden wij op een heel mooie plaats en
onder fraaie weersomstandigheden in
Vleuten, in een schitterend aangeklede
stand. Het mooie weer bracht met zich
mee, dat de markt door zeer veel belang-
stellenden werd bezocht. Dit leidde er
zeker toe dat uw vereniging zich over
zo veel belangstelling mocht verheugen.
Op deze dag passeerde ons ledental de
600. Zo kort na ons 500e lid een geweldi-
ge sprong vooruit. Het bestuur hoopt
't van harte, dat deze trend zich voort-
zet. Met uw hulp moet dat toch lukken!
Spreek over onze vereniging met uw bu-
ren, kennissen, familie, bedrijf! Voor
slechts f. 25,— per jaar zijn zij óók lid
van onze bloeiende historische vereni-
ging. Als U hen onze fraai verzorgde
uitgave laat zien zijn ook zij "over de
brug". Als dorpsgenoten en/of geïnte-
resseerden horen zij er per slot van reke-
ning toch ook bij! Het verheugt ons
J
-ocr page 28-
juni 1984
205
7l-
At.....-. ■7-
1 ï ■'"
4l
*fc. ^„„„^^..... j||,j,r
■5              2fS            S<>
verkrijgbaar bij het dagelijks bestuur
van de vereniging.
De kaskommissie. bestaande uit de he-
ren de Vries en Gravendeel, brachten
een positief advies uit na hun kascon-
troles. Beiden werden bedankt voor hun
inzet.
Als nieuwe kaskommissie werden
door de vergadering gekozen de heren
H. J. Klomp en D. W. Gravendeel,
uit De Meern.
De heer van Zoeren, mede-oprichter
van de vereniging, nam tenslotte het
woord om aan de voorzitter ter gelegen-
heid van èn de jaarvergadering en meer
in het bijzonder het behalen van de mijl-
paal van op dat moment 600 leden een
ingelijste foto van burgemeester Verder
in ambtskostuum aan te bieden. De heer
Verder was burgemeester van Vleuten -
Haarzuilens gedurende een bijzonder
lange periode vóór de 40-er jaren. Wij
komen hier t.z.t. nog uitgebreid op te-
rug. De voorzitter aanvaardde dit ge-
schenk, namens en voor de vereniging,
in dank.
Na de pauze hield onze bekende dorps-
genoot Jac. de Bruijn een boeiende le-
zing met dia-beelden over de geschiede-
nis van Vleuten-De Meern. De lezing
werd door de aanwezige leden met grote
belangstelling en waardering gevolgd.
De heer en mevrouw J.P. Kurver, De
Meern;
De heer A.N. van Amerongen voor de
Hervormde Gemeente De Meern;
De heer en mevrouw A. Versloot, be-
heerdersechtpaar van het Verenigings-
gebouw De Meern;
Offsetdrukkerij, kantoorboekhandel
Niek van Kooten, de Meern;
Gemeente Vleuten-De Meern, Vleuten;
Bloemisterij Wesseling, De Meern;
Peter de Vries, De Meern;
Aannemingsbedrijf Gebr. van Vliet,
De Meern;
Schildersbedrijf Hoogstraten, Haar-
zuilens;
Autobedrijf E VAM, Audi, V.W., Vleu-
ten;
van Zijl Mode, Vleuten;
Kaashandel van Vuuren, Vleuten;
de heren H.J. Klomp en T.M. Bakker
Arkema, De Meern;
Bedankt!!!
Het organiseren van een grote over-
zichtstentoonstelling vergt niet alleen
veel energie, maar is uiteindelijk slechts
mogelijk als een groot aantal bedrijven,
instanties en vriendelijke mensen daar-
mee willen helpen en een welwillende
handreiking willen doen. Dit brengt ons
tot een welgemeend dankwoord aan al
diegenen die op welke wijze dan ook ste-
nen of steentjes bijdroegen aan de tot-
standkoming van de tentoonstelling
"150 jaar graven naar een Romeins ca-
stellum in De Meern", gehouden van 12
mei t/m 3 juni 1984 in het Verenigings-
gebouw, Zandweg 148 in De Meern, (in
redelijk willekeurige volgorde, want el-
ke bijdrage was fantastisch).
Rijksuniversiteit Utrecht,
Archeologisch Instituut.
Algemene Bank Nederland N.V.,in
Amsterdam, Utrecht en De Meern; en
vele kantoren in het land
P.H. Bonenkamp B.V./Bonenkamp
Security, De Meern;
Hobbyhuis Hansen, De Meern;
-ocr page 29-
1984
juni
206
Wt#*ft^!»^P!»B*W»S»S»«W<'
l'mii, l>l ra ,i- tMffi^m
Radio van Bommel, De Meern;
Redaktie Weekblad "De Brug", Vleu-
ten;
Léon van Esch, Vleuten;
Loterij 1984
Ter bestrijding van de kosten verbon-
den aan de grote overzichtstentoonstel-
ling in De Meern in mei j.1. organiseerde
uw vereniging een verloting. Uiteinde-
lijk werden er 4687 loten verkocht van
de oplage van 5000 stuks.
Op 12 juni j.1. werden door notaris A. F.
Bouten te Harmeien de volgende win-
nende nummers getrokken:
de hoofdprijs,
t.w. twee handgemaakte poppen met
stoeltjes gemaakt door mevr. Riet v.d.
Wens uit Vleuten viel op nummer:
4613
de tweede prijs:
t.w. één genummerde gravure van de
Meernhoek in 1752 viel op nummer
1409
de derde prijs:
t.w. één ingelijste foto van de molen van
Oude Wansink in De Meern viel op
nummer
                                         2895
de vierde prijs:
t.w. één fraai droogboeket gemaakt
door Riet Kool viel op nummer 4870
de vijfde t/m achtste prijs:
t.w. vier Vleutense kruiken vielen op de
nummers
                                       4359
3948
715
1266
de negende en tiende prijs:
t.w. twee verzamelbanden van de ver-
eniging vielen op de nummers 907
1112
Rijkspolitie, Vleuten-De Meern.
Bij het bedanken mag ik zeker niet over-
slaan alle leden die de afgelopen weken
onze kassa bemand hebben of de nodige
uren suppoost zijn geweest. Ditzelfde
geldt voor de grandioze inzet van vele
studenten van het Archeologisch Insti-
tuut van de Rijksuniversiteit van
Utrecht. Bij dit instituut beland, spre-
ken wij, last but not least, onze dank en
waardering uit over de wijze van mee-
werken, inzetten, met grote regelmaat
aan de schoolkinderen rondleidingen
geven, door de grote motor achter de
Provinciale Romeinse Archeologie in
Utrecht, mevrouw Professor Dr Ina
Isings en haar zéér deskundige rechter-
hand Cor Kalee. Mede door de onder-
vonden vriendschap en het daardoor
ontstane goede samenwerkingsverband
is onze tentoonstelling een doorslaand
succes geworden.
J. Schutte, voorzitter.
-ocr page 30-
juni 1984
207
HISKl^tSCHE
ff \\m\
HWR/Ulf.NS
( ^^Ib.
de elfde t/m de tweeëntwintigste prijs:
t.w. 12 flessen wijn "Chateau De Haar"
vielen op de nummers:
3110 2571 2875 2608 3729
2643
         604 2078 1681 3075
1413 3674
U kunt uw prijzen onder overlegging
van het winnende nummer ophalen bij
Mevr. de Rooij-Goes, 't Zand 1, Vleu-
ten. De winnende nummers worden ook
in de regionale pers bekend gemaakt.
G. C. Swart, Groenedijk 38 De Meern
Pomphart van Douglas hand-zwen-
gelpomp (60 jaar oud)
M. Verder-Liesker, Bottensteinweg 1
Vleuten
Het ambtsgewaad, met steek en de-
gen, van haar op 8 - 2 - 1975 overle-
den echtgenoot. J. A. Verder was
burgemeester van Vleuten en Haar-
zuilens van 1915 tot 1946
A. Goudappel, Julianalaan 20bis Vleu-
ten
Reproducties van oude foto's
M. H. Graafland-Stobbe, Utrechtseweg
39 Vleuten
Oude foto
C. J. F. de Rooij, Dorpsstraat 15 Vleu-
ten
3 oude prentbriefkaarten
C. H. Jongerius-Janssens, Alendorper-
weg 13 Vleuten
Persoonsbewijs, stamkaart, 3 pok-
kenbriefjes, knopenhaakje
Kerkbestuur van de Rooms Katholieke
Kerk te De Meern
Het toegangshek tot de vroegere be-
graafplaats achter de oude R. K. kerk
aan de Rijksstraatweg
Wie wat bewaart, die
geeft wat!
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze verzameling, de volgende
schenkingen aanvaard van:
H. Westerhout, Adm. Helfrichstraat 6
De Meern
Een sabel, rond 1900 door Gijsbert
van Eek opgebaggerd uit de gracht
achter in het bos bij Huize Voorn.
R. Middelkoop, Zandweg 87 De Meern
Oude eigendomsbewijzen
-ocr page 31-
juni 1984
208
Ledenlijst
Nieuve leden na 1 maart IQS-^
Ashouwer, Peter
Eenders, P.J.
Berg, R.A. van de
Brenninkmeijer, A.
Coo, Mw. P.W. de
Cramer, A.W.
Dijk, E.J.F, van
Dijk-Ekelschot, Mw. A. van
Drimmelen, D.E. van
Ekelschot,Aannemingsbedrijf
Graafland-Stobbe, Mw. M.H.
Griffioen-Rodenburg, Mw. L
Groot, J.M, de
Gulik, J.H. van
Hamoen, F.T.
Heus, A.A. de
Jacobse, H.
Jansen, C.C.
Jansen, J.P.
Jongerius, J.A.
Jongerius, Jacqueline
Kerkvlie^, C.
3454
XK
De Meern |
3451
AS
Vleuten
3451
ZG
Vleuten
3454
3451
GK
De Meern
Vleuten
3451
EJ
Vleuten
4114
Hofstetten Schweiz |
3451
BM
ER
Vleuten |
3451
Vleuten
3461
BP
Linschoten
3451
GB
Vleuten
3451
CS
Vleuten
3451
AC
Vleuten j
3193
GE
Hoogvliet
3454
HK
De Meern
3521
XV
Utrecht
3451
ZG
Vleuten
3451
HG
Vleuten
3455
RW
Haarzuilens
3454
JW
De Meern
3454
GJ
De Meern
3455
RN
Haarzuilens j
3454
AS
De Mee rn |
3451
ZD
Vleuten '
3451
CH
Vleuten
3451
CW
Vleuten
3451
ZV
Vleuten !
3451
AA
Vleuten '
3701
EV
Zeist
3454
EJ
De Meern
3454
XA
De Meern
3454
VB
De Meern
3454
AG
De Meern
3454
JS
De Meern
3454
JB
De Meern
Witte de Wlthstraat 10
Multatulistraat 111
J.F.Kennedylaan 2 2
Wolweverslaan 25
Stationsstraat 10
L.Pasteurlaan 16
Hollenweg 17
Den Hamstraat 17
Bronkhorstlaan 21
BV Mastwijkerdijk 13-
Utrechtseweg 39
Bottensteinweg 7
Schoolstraat 95
Lavasweg 108
Rijksstraatweg 127
Tesselschadestraat
J.F.Kennedylaan 28
Europaweg 12
Ockhuizerweg 22
Zandweg 165
Houtsnijderslaan 2
Lagehaarsedijk 2/a
Meentweg 2
J.F.Kennedylaan 23
Alenveltpark 26
Julianalaan 31
Koot, Mw. W
Mandersloot
Addy
Mandjes, Mw
H.G.
Massop, J.
Meeldijk, D
Meer, A.G. va:i de
Mees, A.W.
Mélotte-Bos,
Mw. I
Molenaar, P
P.
Mulder, H.
Neplenbroek,
Mw. \
Oostrom, A.
van
Overkleeft.
B.
Burg.v.d.Heidelaan
70
Schoolstraat 21
P.v.WieIdrechtlaan
22
Ten Veldestraat 71
Adm.Helfrichstraat 15
Castellumlaan 14
Zonstraat 2
Zandweg 17
Rijksstraatweg 34
W.E.
-ocr page 32-
I
juni 1984
345^
BW
VI ei-.ten
3454.
GA
De Meern
3454
PR
De Meern
3451
ZP
Vleuten
3454
AJ
De Meern
3607
BB
Maarssen
3533
EN
Utrecht
3451
EW
Vleuten
3451
RJ
Vleuten
3451
AH
Vleuten
3451
AE
Vleuten
3454
GK
De Meern
3^51
AP
Vleuten
3455
SG
Haarzuilens
3451
AX
Vleuten
3451
GE
Vleuten
3513
SB
Utrecht
3455
RP
Haarzuilens
3455
RP
Haarzuilens
3455
RP
Haarzuilens
3454
XK
De Meern
3451
BX
Vleuten
3531
HB
Utrecht
3451
AR
Vleuten
3451
AA
Vleuten
3451
BL
Vleuten
3451
BR
Vleuten
3451
ST
Vleuten
Stationsstraat 43
Marelaan 13
Heicopperkade 2
Odenveltlaan 46
Pr.Irenelaan 7
Duivenkamp 353
Chopinstraat 42
Hinders^einlaan 57
Parkweg 26
Nieuwe Vaart 13
Schoolstraat 50
Wolweverslaan 59
Multatulistraat 19
Brink 13 b
Fred.v.Eedenstraat 7
Utrechtseweg 109 J
Boorstraat 31
Eikslaan 4
Eikslaan 4
Eikslaan 4
Witte de Wlthstraat 12
Stationsstraat 6
Leidsekade 88 bis
Multatulistraat 67
Schoolstraat 29
Dorpsstraat 60
Utenhamstraat 2
Hof ter Weydeweg 17
Pavoordt, A.F. v.d.
Potman, G.H.
Rijker, J.H.P.
Poefs, H.A.J.
Rooij, de Hr.
en Mw. J. de
Roos, J.C.
Schu^, Chr.
Schuurs/Lekkerkerker, Fam.
Selm, J. van
Sijes, M. ■\'an
Snel, A.W.
Svan, Th. \an der
Vendrlg, G.A.
Verheul, A.H.
Verleun, L.A.
Vernooij, CA.
Versluis, Mw. c.
Versteeg, C.M.M.
Versteeg, J.
Versteeg, W.H.C.
Voorn, G.T.
Vlsscher, C.
Vuuren, J.A. van
Wetering, K.H. van de
Wieman, J.
Wlngelaar-Tollenaar, Mw. J
Zee-Hornstra, Mw. A. de
Zuijlen, J.C. van
1 juni 1T84.
-ocr page 33-
juni 1984
210
Brief van een liefhebbende
vader aan zijn zoon
Uit het archief van het huis Voorn door Dr D.W. Gravendeel
Leijden, Sept. 1838
Mijn hartelijk geliejde zoon Daniël!
Zoo mogt ik, als Uw teder liefhebbende vader, het groot genoe-
gen smaken U herwaards te geleiden met het doel om Uweaan-
vankelijke vorming van Verstand en Hart, Uwe vorming tot
een nuttig lid der Maatschappij, op Leijdensch Hooge School
voort te zetten, ter bevordering van Uw tijdelijk en eeuwig ge-
geluk.
De beste gelegenheid om dat doel met lof te bereiken wordt U
hier overvloedig aangeboden, de academische lessen staan
voor U geopend, het hangt van Uwzelven geheel af daarvan een
getrouw gebruik te maken, dezelve in de eenzaamheid op Uwen
kamer vlijtig te bestuderen en het zal tevens van Uwzelven af-
hangen, den tijd die gij tot uitspanning en ter bevordering der
gezondheid billijk kunt en moet besteden zodanig door te bren-
gen, dat Uwe academische loopbaan den toets aan Godsdienst
en goede zeden zal kunnen doorstaan.
Doch het jeugdig hart, geliefde Daniél, loopt zoo ligt gevaar
om van dien regten weg tot geluk af te dwalen en bevindt zich
niet zelden reeds op het dwaalspoor zonder de minste bewust-
heid daarvan met zich te dragen, zonder dat het geweten, die
onpartijdige regter, wordt geraadpleegt, enhoe ongelukkig is
dan niet hij te achten die, op zijne eigene wieken drijvende, den
goede raadgever mist om hem zijne dwaling onder het oog te
brengen.
Zoolang het mij werdt vergund U als kind en als jongeling in
het ouderlijk huis van nabij gade te slaan heb ik steeds ge-
tracht U, na mijn vermogen, den besten weg tot het geluk aan
te wijzen, om soms met liefderijken vermaningen Uw jeugdig
hart te leiden, en gij hebt met regt kinderlijke liefde dien raad
steeds ontvangen en mijn genoegen daardoor niet weinig ver-
meerdert.
Doch nu, beste Daniël, is het oogenblik daar dat Uw handel
en wandel niet meer door Uwen hartelijk liefhebbende vader
zal kunnen worden gade geslagen.
Nu is het oogenblik daar dat gij op Uwen jeugdige leeftijd van
nog geen 18 jaren aan Uwzelven wordt overgelaten. Bij het
aandoenlijk oogenblik, waarin ik U staa te verlaten en U den
Hemels beste Zegen toewenschen zal dat gij moogt staan en
niet vallen, zal het niet mogelijk zijn Uden vaderlijken raad tot
Uw welzijn te herhalen. Ontvang dezelve dan nog schriftelijk
op dit blad.
Heele strikken tot verleiding zullen ook voor U worden ge-
spannen op het gladde pad dat gij zijt ingetreden en denzelve
heb ik steeds als de gevaarlijkste beschouwd; de goede Voor-
zienigheid geve dat gij de eene zowel als de andere kunt weer-
staan.
éénmaal genoten, meer en meer uitlokt doch al ras de jeugdige
krachten uitput, den blos der jeugd wegveegt, het ligchaam
loom en vadzig en den geest tot het goede en schoone onge-
schikt maakt, en voor den rijperen leeftijd de wrange vruchten
van een knagend berouw en vroegen ouderdom na zich sleept.
2. De Vergiftige Drank
die niet minder hoogst schadelijk voor geest en ligchaam is te
achten, waarvan het misbruik eene prikkel aan het physiek ge-
stel geeft, die meer en meer versterkt en behoefte tot meerder
gebruik veroorzaakt naarmate van het misbruik, en die alras
het jeugdig ligchaam verhit en tot alle buitensporigheid in staat
steld, terwijl het verstandelijke vermogen verstomd, losban-
digheid der vrije teugel wordt gevierd, de studies verwaarloosd,
de achting van weidenkenden doet verliezen en van het toeko-
mend leven alle goede vooruitzichten door krenking van geest
en ligchaam worden tegengewerkt.
En, ik mag het niet ontveinzen, ik ben als een liefhebbende va-
der U, mijn geliefde zoon, verschuldigd U tegen dien klip des
levens vooral te waarschuwen, daar mij de ondervinding reeds
leerde hoe ligt gij, in verzoeking gebracht. U zoude laten mede
slepen om daarop schipbreuk te lijden. Beproef dit, bid ik U,
Uwzelven Daniël, en dan duidt gij het Uwen vader. Uwen bes-
ten raadsman, gewis niet ten kwade U vooral voor dien valstrik
ernstig te waarschuwen.
Ik bid het U voor Uw geluk, slaa dezen raad niet in de wind, ge-
denk dezelve vooral bij de eerste buitensporigheid, die gij onge-
lukkig in dit kwaad mogt begaan, en wacht U voor de tweede
om staande te blijven.
3. Het Spel
De derde wenk die gij gewis ook met liefde zult ontvangen, is
mijne waarschuwing tegen het spel, waar er ook zoovelen eenig
heil zoeken doch het verderf vinden; eenmaal daartoe verleid,
wordt de zucht tot winst meer en meer aangevuurd en onweer-
staanbaar. De verliezende tracht het fortuin opnieuw te be-
proeven doch, hoe zeer het hem ook voor een oogenblik toe-
lacht, hij eindigt altijd met het verlies van geld, van den korten
tijd, van zijn rustig geweten en van zijn geluk.
Ziedaar de drie hoofdstukken die den jongeling, die vooral den
studenten, die ook U gespannen worden.
Wapen U tegen alle door de beginzelen van Godsdienst en
deugd die Uwe ouders U, zooveel in hun was, steeds getracht
hebben in te prenten en verliest gij die niet uit het oog, ikblijfer
U gerust borg voor, bij eigene ondervinding, dan blijft gij zeker
staande. Volg slechts het voorbeeld van die brave jongelingen
welke hier aan het edel doel hunner bestemming weten te be-
antwoorden.
1. De Hoogst Gevaarlijke Slechte Vrouwen
die den jongeling bij de ontwikkeling zijner driften zoo ligtelijk
verleiden en hen een streelend zinnelijk genot aanbieden dat.
-ocr page 34-
1984
211
juni
Wees, om dat voorbeeld te volgen, al dadelijk op Uwe hoede in
het kiezen van vrienden, houd vooreerst allen op zodanige af-
standdat het U geen moeite kost U van hen, die zich aan U op-
dringen, te ontdoen, want de ondervinding zal U ongetwijfeld
al ras leren dat zij, die U hunne vriendschap trachten op te drin-
gen, den toets der ware vriendschap niet kunnen doorstaan,
slechts vrienden zijn in schijn, die U veeleer den kostelijken
tijd ontsteelen en tot buitensporigheden trachten te verleiden
dan Uw geluk bevorderen. En wordt gij wellicht door Uwe wei-
gering, om hunne schoon schijnende uitlokkingen gehoor te ge-
ven, bespot, wees dan vooral, Daniël, op Uwe hoede en laat U
dan toch niet in dat gevaarlijk oogenblik door eene valsche am-
bitie medesiepen en verleiden, doch raadpleeg dan Uw gewee-
ten, raadpleeg dan de beginzelen van Godsdienst en deugd,
onttrekt U dan aan de verleiding en al ras smaakt gij daarvan
de beste zelfvoldoening, terwijl gij ongelukkig op het dwaal-
spoor weggesleept en allengs voor Uzelven, voor Uwe hartelijk
liefhebbende ouders en voor de Maatschappij verloren, met een
knagend berouw doch dan te laat, U welligt deze mijne ernstige
doch niet minder liefderijke raad zult herinneren en dan treu-
rende op Uzelven zult moeten toepassen.
De goede Voorzienigheid beware U voor dat beklagenswaardig
lot, dit bid Uw liefhebbende vader voor U. Zend ook gij zelve,
geliefde zoon, die gebeden tot den Hemelschen vader op. Ver-
zuim de openbare Godsdienst niet. Hij toch, van Wien alleen
Uw lot geheel afhangd, die U reeds zooveel zegen doet onder-
vinden, is die Hulde, is Uwe dankzegging boven alles waardig
en wacht U vooral en in alle omstandigheden met dat liefderijk
Opperwezen te spotten.
Ziedaar, geliefde zoon, lees en herlees deze vaderlijke raadge-
vingen, inderhaast, doch hartelijk welmenend, alles uit liefde
en uit zucht tot Uw geluk hier neergesteld.
Twijfelt gij niet aan de oprechtheid van dit schrift. Kunt gij
daarin de taal van het vaderhart ontdekken, dan bid ik U, deze
mijne wenken niet in de wind te slaan, doch dezelve zooveel
mogelijk in Uw hart in te prenten en daartoe dezelve wel een
plaatsje in Uw secretaire te zullen gunnen en nu en dan wel eens
eene herlezing waardig te achten.
Keur de nevensgaande liefderijke raad van Uwe beste brave
zuster, die ik haar beloofde bij ons afscheid U te overhandigen,
niets minderwaardig te bewaren, te lezen en te herlezen; wel-
ligt kan die geUefde zuster nog eenmaal Uw goeden raad en
steun behoeven, wanneer zij hare ouders missen zal. O dan,
beste Daniël, dan zult gij haar, dan zult gij Uwen jongeren
broeder Uwen mannelijke raad des te verstandiger kunnen ge-
ven, wanneer gij op Uwen tegenwoordigen loopbaan hare lief-
derijke zusterlijke raadgeveingen gehoor zult hebben verleent.
Moedig dan die loopbaan bewandelt, om, nu zaayende, al rap
de rijpste vruchten in te oogsten, tot Uw geluk en ter bevorde-
ring van het geluk Uwer ouders,
van Uw liefhebbende vader
H. F. van Meurs
Tekening van Johan Braakensiek in Klikspaan: Studententypen,
1840. Universiteitsmuseum Utrecht. Foto: Jac. P. Stolp.
Naschift
Vooropgesteld moet worden dat van enige relatie van de
familie van Meurs met het huis Voorn tot nu toe niets is ge-
bleken. Het is dus niet duidelijk hoe de bovenbeschreven
brief in het huisarchief terecht is gekomen. Het gaat overi-
gens niet om het oorspronkelijke handschrift, maar om een
vee! latere, getypte copie.
Het "Album Studiosorum" van de Leidse Universiteit lever-
de de inschrijving op van Daniël van Meurs op 19 September
1838 in de faculteit van de Rechtsgeleerdheid. Hij was toen
17 jaar, afkomstig van Harderwijk.
Verdere inlichtingen over de familie van Meurs werden bij-
eengezocht op het Rijksarchief te Arnhem, waar de registers
van de Burgelijke Stand van Harderwijk kosteloos kunnen
worden ingezien.
Daniël werd op 26 Januari 1821 te Harderwijk geboren, zijn
beste brave zuster Antonia Elisabeth was negen jaar ouder
en werd op 24 Januari 1812, eveneens te Harderwijk, gebo-
ren. De jongere broeder heette Peter en hij zag het levens-
licht in dezelfde plaats op 9 Januari 1822.
De teder liefhebbende vader van dit stel was Hendrik Frans
van Meurs en zijn beroep laat zich reeds raden uit de zinnen
waarin hij, bij tijd en wijle, zelf bijna verstrikt raakt. Juist,
hij was notaris. In het jaar van Daniël 's inschrijving als stu-
dent was hij 56 jaar oud.
De moeder, die in het stuk, naar goed gebruik in die tijd,
slechts zeer zijdelings ter sprake komt, maar waarvan we
mogen aannemen dat zij evenzeer teder liefhebbend was,
heette Johanna Sophia Lucia de Jongh.
^
^
-ocr page 35-
juni 1984
212
Themaat
Themaat! Een vreemde naam voor iemand die hem voor het eerst hoort. Een naam ook, die
nieuwsgierigheid opwekt naar de betekenis en de herkomst. En hoe spreek je hem uit; met de
klemtoon op de eerste of op de tweede lettergreep? Vrijblijvende antwoorden kunnen met de
nodige fantasie op deze vragen gemakkelijk gegeven worden, maar het stemt toch tot meer
voldoening langs wat serieuzer weg te trachten tot de oplossing te geraken. Daarvoor zullen
dan de geschiedkundige, de aardrijkskundige en de taalkundige kant van de zaak bekeken
moeten worden.
door
Dr D. W. Gravendeel
De geschiedkundige kant
Hoe oud is Themaat?
Om een antwoord op die vraag te kun-
nen geven moeten we ons vrij ver in de
historie terugverplaatsen en dan nóg
kan een rechtstreeks antwoord niet an-
ders dan achterwege blijven.
In de 4de tot de 6de eeuw na Christus
kreeg Europa te maken met de zg.
Volksverhuizing; hiermee wordt be-
doeld de trek van vooral Germaanse,
maar ook andere volken, naar het zui-
den en westen van Europa, die de onder-
gang van het Westromeinse Rijk tot ge-
volg had.
Eén van die Germaanse volken - ik be-
doel de Saksen - is voor ons verhaal van
groot belang. De Saksen nestelden zich
in wat naderhand Overijssel en de graaf-
schap Zutphen heten zou en dreven la-
ter de Friezen nog een eind naar het
noorden. De Veluwe was een twistappel
tussen de Saksen en hun andere buren,
de Franken. Bovendien waren er, zodra
het Romeinse Rijk zijn weerkracht be-
gon te verliezen, aanzienlijke groepen
Saksen langs de Rijn tot aan de zeekust
in het tegenwoordige Holland doorge-
drongen en zij breidden zich vermoede-
lijk over het gehele uitmondingsgebied
der grote rievieren uit.
De grootste militaire macht en de meest
hechte staatkundige organisatie berust-
ten echter bij een ander Germaans volk,
de Franken, die vooral onder Karel de
Grote (742 - 814) hun buren, de Friezen
en Saksen, aan zich onderwierpen.
Die onderwerping bracht tevens de ker-
stening met zich mee, want verovering
door de Franken stond gelijk met ker-
stening. De zendelingen, gesteund door
de Frankische machthebbers, waren de
voorboden van hun legers. Die macht-
hebbers hadden het Christendom nog
van de Romeinen "geërfd"!
ontstaan; de bisschoppen waren niet an-
ders dan ambtenaren des konings of
werden althans zo beschouwd. Pas bij
het concordaat van Worms van 1122
werd bepaald dat de nieuwverkozen bis-
schoppen door de paus zouden bekleed
worden met het geestelijk gezag en door
de keizer met het wereldlijk. Een bis-
schop had in de ogen van de Frankische
vorsten een groot voordeel boven de an-
dere ambtenaren: hij kon geen dynastie
vormen en zo een bedreiging worden
voor hun macht.
Wij moeten dit alles zien in het licht van
het toen heersende leenstelsel. In een zo
uitgestrekt gebied, hoofdzakelijk be-
volkt door analfabeten en landbouwers,
de steden en de middenstand nog uiter-
mate zwak, kon het centraal gezag,
welks rijkdom uitsluitend uit domeinen
bestond, bewezen diensten niet anders
belonen dan met schenkingen (in leen
geven) van land, en kon het ook de gere-
gelde administratie niet voeren dan met
de hulp van de grootgrondbezitters, als
graven, bisschoppen, en abten, hoofden
van honderdschappen en schepenen.
Deze inleiding - hoe vergezocht ook
schijnend en daarom kort gehouden -
was nodig om enig inzicht te krijgen in
twéé dingen: het taalkundig aspect van
ons onderwerp (waarover later) en het
ontstaan van het Sticht als wereldlijke
staat.
Om met het laatste nu eerst te vervol-
gen: als vertegenwoordiger van zijn
kerk, beheerde de bisschop de aan zijn
stift ten deel gevallen goederen, zoals
die door de Frankische of Duitse vorst-
en, door hun bloedverwanten of wel
door andere groten waren weggeschon-
ken. De overdracht vond plaats naar de
beginselen van het leenstelsel en uit dien
hoofde waren de bisschoppen leenman-
nen van het opperhoofd van het Rijk.
Zij kwamen zodoende in het bezit van
een wereldlijke macht en die macht
breidde zich allengs uit.
Lang deelden de bisschoppen deze we-
reldlijke heerschappij in de streken die
het Sticht Utrecht vormden, met de
door de Frankische of Duitse monarch-
en aangestelde graven. De kern van het
tegenwoordige Utrecht was de gouw
Niftarlake, die zich langs de Neder-Rijn
en de Vecht uitstrekte. Naar het schijnt,
was oorspronkelijk de burg van Trecht
(het middengedeelte der tegenwoordige
stad Utrecht) de residentie van de Nif-
tarlaakse graven.
Met iedere landstreek, met iedere hoeve
aan de kerk van St Maarten geschon-
ken, werd een deel van Niftarlake of van
de naburige gouwen aan het beheer der
graven onttrokken. De gouwgraven ko-
zen de wijste partij en stelden zich in
dienst van de kerk van St Maarten; op
die manier wisten zij zich bij voortdu-
ring het behoud te verzekeren van de
talrijke dienst- en leengoederen aan hun
betrekking verbonden. De grafelijke
rechten over de gouw Niftarlake kwa-
men na verloop van tijd aan de Heren
van Cuyk, tot Albert van Cuyk die in
1224 aan bisschop Otto van Lippe (1216
- 1227), als hoofd van de kerk van St
Maarten, overdroeg. Maar dan zijn we
alweer een heel eind verder.
Naar het schijnt is de oudste gift, waar-
mee deze omwenteling een aanvang
nam, die van 1 Januari 723, toen Karel
Martel (ca 689 - 741) aan Willibrord's
klooster van St Maarten het kasteel van
Utrecht en dat te Vechten afstond, met
al wat daarin en om lag.
De lijst van goederen (opgemaakt tus-
sen 777 en 866) toebehorende aan de St
Maartenskerk te Trecht, is al heel lang
en enkele, ons bekend in de oren klin-
kende namen komen er op voor: Mars-
na (Maarssen), Amuthon (Muiden),
Feht (Vecht) en de wateren in Niftarlaca
Onder de bescherming ook van de
Franken kon het Utrechtse bisdom
-ocr page 36-
213
juni 1984
Utrechtse kerk in leen hield. Tot schade-
loosstelling droeg Bernard 20 morgen
land te "Themaet" op aan de bisschop
en de Utrechtse kerk en ontving die van
hen weer in leen. Die grond lag temid-
den van andere goederen van Bernard
bij zijn huis Ten Engh, in zijn gerecht
Themaet, tussen de Themater wetering
en de Themater weg, zich uitstrekkend
van de Proostwetering in de richting
van Themaet ("iacentium inter cetera
bona sua prope domum suam in Enge,
in lurisdictione sua de Themaet, inter
aqueductum de Themaet et Themaeter-
wech, et incipiunt in aqueductu preposi-
ti et extendunt se versus Themaet").
Heeringa vermoedde dat de ontginning
van Maarssenbroek zeer vroeg had
plaats gehad. Van der Linden bevestigt
dat door zijn bevinding dat het veel
westelijker en dus aanzienlijk jongere
Kockengen ten laatste uit de 12de eeuw
kan stammen.
Het is dus niet zo onaannemelijk dat
reeds vrij snel na de schenking van Otto
1 (953) een aanvang is gemaakt met de
ontginning van de Hogematen en de
Hoewel de Hoogtekaart van Nederland
(1967) natuurlijk de toestand weergeeft
na inpoldering, inklinking en verlaging
van de grondwaterstand (waarna weer
verdere inklinking), kan men daar toch
zeker conclusies uit trekken betreffende
de situatie in het verleden. De Hoge
Weide ligt royaal boven N.A.P., de La-
ge Weide zakt daaronder en wanneer
men, in de vork tussen Vecht en Oude
Rijn, zich verder begeeft in noord-
westelijke richting, zakt men tenslotte
tot 80 cm onder N.A.P.. De polders van
Maarssenbroek en Themaat moeten, ze-
ker in het noord-westen, in vroeger tij-
den inderdaad ontoegankelijke moeras-
sen zijn geweest.
Wanneer duikt de naam Themaat voor
het eerst op in de historische bronnen?
Wij kennen een oorkonde van Augustus
1259, waarbij bisschop Hendrik 1 van
Vianden (1250 - 1267) de verkoop be-
krachtigt door Bernard van den Ham,
ridder, aan deken en kapittel van St
Marie te Utrecht, van goederen bij Ko-
velwade (in de buurt van de Galgen-
waard) welke hij van de bisschop en de
(Niftarlake). We zoeken echter vergeefs
naar Themaat of Vleuten.
Intussen moest nóg een periode van on-
rust en rechteloosheid worden doorge-
maakt, waarin alle staatsorde verviel.
Omstreeks 830 begonnen in ernst de in-
vallen van de Noormannen, waartegen
de toen zwakke Frankische vorsten niet
opgewassen waren, 't Hielp de graven
weinig meer om zich bij de uitoefening
van hun ambt op hen te beroepen en zij
moesten ieder voor zich en voor hun
omgeving zorgen zo goed ze konden.
Ook de macht van de kerk, door de
mildheid der gelovigen in een paar
eeuwen zo snel gegroeid, was in die tijd
geheel gebroken.
Een eeuw later keerde de rust weer en
toen pas kon echt worden begonnen met
de ontginning van de veen-wildernissen,
gelegen tussen de al vanouds bewoonde
stroomruggen, zoals die van de Vecht
en de Oude Rijn. Maar we zitten dicht
tegen het jaar 1000 aan als de rechtsorde
hersteld is en er weer voldoende ver-
trouwen in de toekomst bestaat om gro-
te ondernemingen aan te vangen.
Juist in die tijd, op 21 April 953 schonk
koning Otto I (Duits koning van 936 tot
962 en keizer tot 973) aan de Utrechtse
kerk van St Maarten o.a. de domeingoe-
deren langs de Vecht, waartoe bovenge-
noemde "wildernissen" behoorden
("omni integritate transfundimus, ter-
ris, silvis, aquis aquarumque decursi-
bus, piscationibus et stagna et lacus que
ex eodem flumine Feht derivantur").
De octrooien (= machtigingen) voor
een ontginning werden door de over-
heid uitgegeven. Men begon het werk
vanuit de hoger gelegen gronden (de
ontginningsbases); elke ontginning
werd aan de achterzijde beschermd
door een "achterkade" en aan beide
zijden door een "zijdewende" of "bin-
nenkade".
Zo werden, ten westen van Maarssen,
aan de linker oever van de Vecht de pol-
ders Hogematen en Neermaten aange-
legd, gevolgd door de polder Maarssen-
broek, waarvan de ontginningsbasis
werd gevormd door de achterkade van
zijn voorgangers (de Maarssenbroekse-
dijk).
Vanuit het hoge land aan de Oude Rijn
trok men noordwaarts. De ontginnings-
basis was daar de Thematerweg en de al-
dus ontstane Themaatse polder had zijn
achterdijk gemeen met zijn voorganger
(de Oudenaarskade). Zie afbeelding 1.
De volgorde van aanleg was zoals boven
beschreven, want de Themaatse polder
was eigenlijk een restant-ontginning,
wat af te leiden is uit de ongelijke diepte
der kavels.
Met de arcering is het gebied aangegeven dat op de lioogtekaart van 1967 boven N.A.P. ligt. De
pijlen geven de richting aan waarin de ontginning plaatsvond.
-ocr page 37-
juni 1984
214
Elk o geeft de plaats aan van een "made" of "maat".
-ocr page 38-
juni 1984
215
melnaam voor onderling soms sterk uit-
eenlopende dialecten die tussen ca 1200
en 1500 in de Zuidelijke en Noordelijke
Nederlanden gesproken en geschreven
werden.
Men vindt de woorden terug in maad-
land, madebeemt (maeybempt), made-
mersch (maet-, maed-, maeymersch) en
madevelt (mat-, maed-, maetfelt), die
eveneens weiland of hooiland beteke-
nen en made-sloot (maesloot) voor een
sloot tussen weilanden.
In het algemeen wordt er land mee be-
doeld dat is bestemd om gemaaid, niet
om beweid te worden; in de Saksische
gewesten wordt er echter ook wel wei-
land mee aangeduid. Dit laatste kan
echter ook een latere uitbreiding van de
betekenis zijn, doordat oorspronkelijk
te laag gelegen land door betere ontwa-
tering ook voor beweiding geschikt
werd.
Een mad of matis een maaierterm; het
is de strook grond die achtereenvolgens
door de zwaai van een zeis wordt ge-
maaid, het afgemaaide gedeelte tussen
twee zwaden.
Onder een dagmaat (dammaat, dam-
mat, dammet, dagmad) wordt verstaan
zóveel hooiland als door één man (de
mader of meder = maaier) in één dag
(de maddach) kan gemaaid worden. De
"meet" als landmaat vindt hierin ook
zeker zijn oorsprong.
Ik hoop met het bovenstaande te heb-
ben aangetoond dat ik met reden de
"made"-namen bij mijn onderzoek heb
betrokken; ik had met evenveel recht
ook nog de "ma"-, "mede"- en "meet"-
namen eraan kunnen toevoegen.
M. i. heb ik nu voldoende materiaal bij-
eengebracht om iets zinnigs te kunnen
zeggen over de ons intrigerende naam:
Themaat. Het lijkt verantwoord de
naam op te delen in "the" en "maat".
Wat het laatste betreft, komt het land in
de Themaatse polder in alle opzichten
overeen met de boven beschreven lan-
den, het is "groenland" en het is dat ze-
ker van oudsher geweest.
Etymologisch (etymologie = woordaf-
leidkunde) zijn mad, made, maet, mede
en meet west-germaanse woorden en in
dit verband is het frappant dat de op on-
ze kaart aangetekende "made"- en
"maat"-namen zich zo overduidelijk
concentreren in het gebied dat tijdens de
volksverhuizing door de Saksen werd
bezet; zelfs de uitlopers naar het westen
ontbreken niet (vergelijk ook het Engel-
se "mead" =, dreeO-
"The" of "te" komt overeen met ons
lidwoord "de", dat in zijn onbetoonde
Neermaten, waarna Maarssenbroek
spoedig zal zijn gevolgd. De ontginning
van deze laatste polder was kennelijk
een op zichzelf staande zaak, men hield
geen rekening met andere plannen in het
nog onontgonnen gebied. De kavels zijn
alle even diep, ontginningsbasis en ach-
terkade lopen keurig evenwijdig.
Toch zal, in de algemene ontginnings-
woede het werk aan de Themater polder
niet lang op zich hebben laten wachten
en ik meen dan ook, ruwweg geschat,
het "geboortejaar" daarvan op rond
1050 te mogen stellen.
De aardrijkskundige kant
Het voorkomen van de benamingen
"Hogematen" en "Neermaten" onder
Maarssen deed mij veronderstellen dat
in het verleden wellicht met de naam
"maat" een stuk grond met een bepaal-
de karakteristiek werd aangeduid. Ik
zocht in de "Lijst der Aardrijkskundige
Namen van Nederland" alle "maat"-
namen op en betrok daar ook - op later
te verklaren gronden - de "made"-na-
men bij. De lijst is zeker niet volledig,
ondanks het feit dat er meer dan 40.000
aardrijkskundige namen in zijn opgeno-
men. Het materiaal is echter groot ge-
noeg om er conclusies uit te mogen trek-
ken.
Kalsdonkse Maden, bij Wouw de Zure
Maden, bij Zundert het Langematen-
ven, bij Hoeven de Maatpolder en de
Suikermansmaden, en bij Made, behal-
ve de plaatsnaam zélf, de Korte Maten,
de Lange Maten en de Plukmade.
Opvallend is dat, ook in die gevallen
waar de aard van de gronden niet nader
was omschreven en zelfs als er van hei en
bos sprake was, op de kaart het overgro-
te deel der locaties zich in de buurt van
water bleek te bevinden. Vooral in
Drente en Overijssel zijn het de beken
waar langs de oevers de "maten" en
"maden" te vinden zijn.
In het materiaal was er 157 maal sprake
van "maat" en 72 maal van "made".
In veel gevallen is de naam afgeleid van
de dichtstbijliggende plaats: Appelsgase
Maden, Bussumermaat, Naardermaat;
soms bepaalt het water de naam: Ram-
melbeekmaten, Vechtmaten (bij Om-
men).
Een enkele keer is er een nadere aandui-
ding betreffende ontstaanswijze, ge-
bruik^ of bodemgesteldheid: Bekaaide
Maat, Brinkmaden, Broekmaten, Hooi-
made, Kloostermade.
Veelal wordt volstaan met een nadere
aanduiding van plaats, grootte, vorm
e.d.: Achtermaat, Voorste Maten,
Dwarsmaat, Grote Made, Kleine Ma-
ten, Hoge Made, Lage Made, Lange
Ik vond 229 "maat" - en "made"-namen, als volgt over de provincies verdeeld:
Groningen                                                                                                            7
Friesland                                                                                                              5
Drente                                                                                                                81
Overijssel                                                                                                            98
Gelderland                                                                                                         12
Utrecht                                                                                                                 6
Noord Holland                                                                                                    5
Zuid Holland                                                                                                       4
Noord Brabant                                                                                                   1i
De aard van de gronden werd in de lijst omschreven:
Groenland, grasland, weiland, hooiland
Polder
Broeklanden
Bouwland
Hei en bos
Niet nader omschreven
119
10
6
I
12
81
Vervolgens werden alle gevonden loca-
ties op een kaart zie afbeelding 2 ingete-
kend, behalve die in Zuid Holland en
Noord Brabant (15 stuks), omdat die
ook wel in woorden omschreven kun-
nen worden. Zo vond ik in Zuid Hol-
land Alkemade en Hoogmade tussen
Leiden en Aalsmeer, de Oostermade-
polder bij Loosduinen en de polder
Westmade bij Monster. In Noord Bra-
bant waren dat bij Gilze de Hoge Made
en de Lage Made, bij Roozendaal de
Maten, Nieuwe- en Oude Maden, Noor-
der-, Ooster-, Wester- en Zuidermaden.
De namen "made", "maat" en "ma-
ten", zonder toevoeging, komen toch
ook nog 17 maal voor.
De taalkundige kant
Volgens Verdam zijn made, mate, maet,
mede en meet middelnederlandse woor-
den voor weiland, grasland, hooiland en
beemd. Middelnederlands is de verza-
-ocr page 39-
juni 1984
216
Verantwoording
J. Verdam, Middelnederlandsch Hand-
woordenboek, 1932
Van Dale, Groot Woordenboek der Ne-
derlandse Taal, 1961
Lijst der Aardrijkskundige Namen van
Nederland,
uitgegeven door het Koninklijk Ne-
derlandsch Aardrijkskundig Genoot-
schap, 1936
Franck, Etymologisch Woordenboek
der Nederlandsche Taal, 1949
P. Geyl, Geschiedenis van de Neder-
landse Stam, 1930
H. van der Linden, De Cope, 1980
P. H. Witkamp, Geschiedenis der Ze-
ventien Nederlanden, 1873
Sticlitse Oorkonden
K. Heeringa, Bijdragen tot de geschiede-
nis der ontginning van het Neder-
sticht, in
Bijdragen voor Vaderlandsche Ge-
schiedenis en Oudheidkunde, 6e reeks
8ste deel, 1929
Woordenboek der Nederlandsche Taal,
deel IX, 1913
Hoogtekaart van Nederland, Schaal 1 :
10.000, 1967
C. G. Kaakebeen en R. Verdeyen, Esmo-
reit, 12de druk, 1933
vorm dezelfde afleiding heeft als het
voornaamwoord "die". In het middel-
nederlands werd het nu als aanwijzend
bekend staande voornaamwoord "die"
ais lidwoord gebruikt (zie het abel spel
"Esmoreit" uit de 14de eeuw:"Ic en sal
tierst den vader kinnen, die mi wan,ende
oec die moeder, die mi droech"; verge-
lijk ook het Duitse lidwoord "die" voor
vrouwelijke zelfstandige naamwoor-
den).
Beide, dus het onbetoonde "de" en het
betoonde "die" gaan terug op een Ger-
maanse grondvorm. M.i. is "the" en
oud-Saksische tussentrap (vergelijk ook
het Engelse 'the").
Samenvatting
Op geschiedkundige, aardrijkskundige
en taalkundige gronden lijkt het aanne-
melijk dat de naam "Themaat" (De
Maat) zijn oorsprong heeft in een ver
verleden, althans in een tijd dat het Sak-
sische element in de bevolking nog flink
meetelde. Vermoedelijk werd, lang vóór
de inpoldering, met die naam de grond
aangeduid die weliswaar door zijn dras-
heid niet voor beweiding geschikt was,
maar waar wèl van tijd tot tijd gehooid
kon worden.
De naam is na de ontginning "blijven
hangen" en merkwaardigerwijs mèt zijn
lidwoord in oude vorm. Ik heb daarvan
helaas geen andere voorbeelden kunnen
vinden.
-^
Legende van kasteel "De Haar"
Openluchtspel in drie bedrijven
"De minstrelen komen op en zingen een paar drinkliederen, waarbij de heren steeds
vrolijker worden. Gijsbert is al lichtelijk beschonken. Midden onder het laatste
drinklied, als de ridders het refrein meezingen, behalve Gijsbert die lodderig in zijn
beker staart, komt ANSELMUS op".
Regie-instruktie in de tekst van vrouwe ELSEBÉE (To Wieman- Versteeg)
5, 6, 7 augustus 1948
Gisbert:i (dubbelslaande tong) Wat doe jij hier schelm?
Anselmus: Ik ben, heer.....
Gisbert: Een bedelaar, ja ik zie 't, die ongevraagd op mijn erf komt en om aalmoe-
zen vraagt, of misschien wel mijn kippen steelt of erger nog als wij er niet
zijn
......
Tekst uit de legende van kasteel De Haar, een openluchtspel opgevoerd in 1948.
Twee jaar daarvoor werd het openluchtspel "De legende van den Ham" opgevoerd.
Met foto's en delen uit de programmaboekjes geven wij een beeld van beide spelen.
Een beeld dat wij nog completer willen maken met uw foto', knipsels en de teksten van
de spelen; reakties Léon van Esch, Hindersteinlaan 7, Vleuten, telefoon 03407 - 2871.
Q9d
ótn
U bent ome gait vanavond,
Bn ihl
>~tv//cn we op pajs!
{./ix' aantvf^ziffheid beschoittve-n
We ah duidelijk bewijs
Dat ons sterven Uw amardering.
Met Uw volle steun geniet,
Bn we kopen dat U detarvan
Goede resnitaten ziet.
Il bent welkont in ons midden.
En we ivensen bot'endien
Dat U strakie,<i kunt getuigen:
'k Heb een prachtig spd gezien.
Wif heuelen de omgening
Die ons hier
wcrrf afgefi'aan.
VüOr vetnïivond in ïlw hoede
En Uw goede zorgen aan.
Wie als gast zich heeft gedragen,
.Meemt de dank van Me tnee.
Die U hier begroeten als bet
Openhicht-spel-Comitë!
-ocr page 40-
juni 1984
217
<( Van links naar reclits:
Vrouwe Elsebée = To Wieman - Versteeg.
Heer Gijsbert van de Haar = Kees Wieman.
Dirk van Zuyien van Harmeien = Wim Verder.
Willem van Vleuten = Ties Ver steeg.
Op de achtergrond: Heer Gijsbert = Kees Wieman.
Knielend: Wemer, zijn zoon = Jos v. Dijk en
Vrouwe Elsebée = To Wieman-Versteeg.
Liggend: Broeder Anselmus = Cor Niessen. »
wanneer ik ean tnieiding ga schrtiven voor het sp«i, éai lf!«ns vei-toot
wordf, moeJ ik tefug gaan tot 1946, (oen in Vleuten, aan 4s voet vi
de ourfe Mstortïchiï Hamioren, de legende van ée Hamforen werd gt
sptfifié. Dit sptff, geschreven en a^regiieerd door én H»6r C- A. ScfiÜ)
is een gröot succes geworden, waardoor het eoïhousissrne ésr speJej
r'skelijk w«rd beloond, N/et aüeen 'm de Kring der spelers, döcb oo
daarbuiten k'cfde de wem. disl het niet bij de opvoering vsn diï open
fuchispei zou blt;v«n. £n hel duurde niet !»ng oi de r«eds bij meerderei
levende gedacbte werd geuit: y^sar xou «en tweede spe! beter smpevk
(cunnerj worden dan in de nabijheid v^n het kasteel „de H««r" ie Haar
*ui(ens, een spei van ridde-rs en jontcvrouwen; uH de oude en fijite
geschiedenis van deze ridderveste, met als decor het Kasteei reW.
Kef vorige jaar kon om «flerfei redenen vsn dit pian niets komen,
maar de idee werd niet losö«faten en dit i*»r werden bijtijds voor-
bere/d*rigen geirofftfr*.
De tcasteefheer. Egmonl Baron van Zuijfen vin Nijeveit van de Haar,
op de hoogte gebracht ven de piannen, stelde enibousEasI het terreift
ter beschfMting,
Het inmidd»ïs opgerichte opefifuchlspeicomitè „V(eoten-M«3Fxuilefïs'*
ondervond de grootste medewerking.
Toen financ/eeï eRD beroep werd s&óesn op de inwoo«rs van Haor^
xaii&ns
en Vfeuk-n bleef ook dit niet onbeantwoord.
lil Heer Cysbert's tijd . .,
M« KOU hij zk'K oiigf^twijfeM ecu uitslekend uurwetlt
Wij hehhtm Pt^jQ enormt} sortermg in
Horloges, Wekkers, 'B^lokken (ook eleclr-)
voorts in Brillen, Goud, Zilver en Hellgicnse
arikelen, - Speeialiteil in Trouw- en Ver-
Alï«ea Ie kwaliteit — Het laagfst geprijetï!
'lid Je /.is^'-'""
/"^•f! iostcn can ih'fi'<T<ikon. iiin wanten en noof(hn véin
'{Ih^mnHt.
en feu zuuivn van GidticMiorp en t^ijkoop.
hcvft
fïU'n de He^dijkhciii De H«af, groot tivee honderd
X'idiicri. die di':elvc van 't Q&stigt van Utrecht, houdt.
y.V'.U-n iKiii K'tp'Cid, Uccr van V/kkevoi<feh hier metie
bch'cnd.
f tct gemeen gcs-oc/en h. dat dit Ihtii,, omivi'nt hH ^aar
U62.
of Itb'y. gchoüU'd. of fcn minste b^ivoond h ye-
worden, door Godschalk, «en broeder van Herman.
Ihcr
catt Woerden ....
Men vondt, hh^r. in 'f ('aar 17i. vkr en tunntig hiiiten.
Het Hii'fi di' Haar legt in een' langi^n Vei-ngtcnd. ivt^lke
i)i-'in de kk'il&ndQn paalt, 't Is
eer! zwimr. ouéenvetsch
gehomv, ïvaar in.iwaate kekhr<i gevonden worden, die,
in den jaare 1672 en 1673. tot gei^Qngtnis.'^cn gebrwkt
iverden.
Men houdt het voor eene der gtoots.t^ ï^idder-
Hofsteden van deeze Provincie
......
XX?J. Dec] 7'c 'Amstert^am by df Wed. U&ak
^ - 203 - 203
Taxiff
fkaar !
». 75
l
V. A. K, B.
VELTKAMP
DE MEEBN, TELEFOON 205
Voor elke gelegenheid
Vhcsch>kken over een or,g^
rjelc <""
k
,.„mn;ms «bet 't '
g„edber,|mde tekst. Brug.
-('eirfooii
Oe Mcf-m -
SIER-S MEED WERK i».«ki nier i!
i. C. VAN mm in VLEllTEiV .loet 't! - TEtEFj
1, W««nia«hiiie«! etc. - Ajiilejj van «'niraie vij
VOOR GOED SCHOEISEL
naar
G. H. y. i. BEHG - VXEUTES
IJk /)<-«/),irfrt TIJ O W! ^ffS
Rechts: Heer Gijsbert van de Haar = Kees Wieman. ♦
Links: Broeder Anselmus = Cor Niessen.
-ocr page 41-
juni 1984 /:
218
Zo is het mogeiijk gswortiert, dat cJit sf>e! kan wotdeff opgeroerd
♦en der schoonste {stekjes san de voet van het vprmaaide kastfeet.
op
D« Benvankeiijke opxet werd gevoiyd; een episode uit de geschiedenis
ven hel küsteei, Kistori© w«ar de Segende van h^\ k»ste«t doorheen spcett
De Heer Kees Vaikenstijsn te Vleiilen, vfeficouwd sis geen andef m»t
d« historie van dcïe omgeving, werd bereid y«vond*n de opzet verder
te ontwikketen en tot eèn „scenario" uit te bouwen, waarop door den
Heer C. A, Schiip in eigen geest werd voortgewerkt.
Zo ontstond „Heer Gy^bert's boete", fsgende van ht't Kaste??! de Hasr,
Hei bteek ai spoedig, dat het fentbousiasnie van de spelers vart de
,,Leger>de van de Hamtoren" r^og geenszins was gedooH, De meeste
Spefers van toen sleider^ rich, na eerste oproep, ook nu weer beschikbaar
fen de«c kern kon geïukkig met een «antai anderen, niet minder enthousiesl.
voorden aangevuld.
Het kostte niet veei rrioeite het Koninklijk Utrechts Mannenkoor
„Eüterpe", weike goede relaties met Het Kastee! en de K«stfteihee<r onder-
houdl, over te halen om dit spel op te luisteren mfet rang.
Mevrouw Sterk te Haariuüens werd bereid gevonden de leiding t«
(lernen bij het instudererj vsn boercndansen.
Tenslotte mag ik niet venuimen de medewerking te t«!everen van
de KBsteeSruiters, die in 1946 Eo'n beiangrijk sandee! namen 'm het geheel.
Wat (och xou een openluchtspel ïijn TOnder ruiters, zonder paarden.
Moge dit openluchtspel, voor de opvoering waarvan de organisatortn,
speters on medewerkers geen rnoeite hebben gespaard, vcor nWen, die
li«t xien, een genot «ijn voor oog en oor.
j. H. VAN DER HEIDE,
Burgemeester v»n Vleuten en HaarïuHens,
Voorritter van bet Openluchlspetcomité.
..StkhtBche Postzegelhandel"
cJnnóud oan her CZJpd
De kern t^r. dÜ ïpc!,- geboren uit ssfï>(?nwi?rk;ng en overleg, besti)at
ui' eert o;.ids iei^ende, vo-'gen; wsik^ e^rt kasteefheer m\ de 15** eeuw,
GysbeH van de V{fxnr, op tü^s wijjte een oüób bedefmonnik vsn xijn erf
io«g. Toen deze ev<r.- bier dood .hei küstee! werd binnengedragen, groeïde
irt Gysbert angst tsn wroeging, en pen boetedoening was het gevolg.
Om voor de modsrne toeschotiwef wroeging, ,^ngst en schuWgevoe)
aannemelijker te mak^r>, fs, ook jfe dood van Gysbert's stooft, de kteJne
Werner, in vcrbsrd gebrsr:ht mstt ce eersfe tissé.
Zo is het begrijp e lijk, dat Gysbf rt ienslotte huis en (amilie verlaat, om
'in oet! k:oor,ter, v;.: in het Zuidon. rust en vrede te vinden. Na maanden
ïterfi hij.
Het leven op hei kasteel ;s inmiddels voo.'tgegasn en, mogen de eerste
twee bedftjven «.'ÏSeraard «on wat sombere trek vertoner», in het ïaatste
bedni?, waar een bruiloft gevierd wordt, overheerst de vreugde, zij het,
dat hist verh«ai éer mmstrefen ook hier oen rekere schaduw werpt.
EERSTE BEDRIJF
klooster in Brabant. Hij kan ïelïs niet belogen in elk geval terug te
keren, En lo laat hij zijn vrouw en dochter achter, onder de hoede
van zijn broer Jan van de Haar,
DERDE BEDRIJF
Hui derde bedrij, geruime ttid iatpr, geeH de bruÜott weer tan Josin»,
dochter 'ian Gysbert en EUebè van de Haar. met Dirk van Zuyten ^an
Harmeien, AMe ridderlijke vrienden maken het leest mee en de bewoners
van het dorp komen gelukwensen, m«>t aan het hoofd Barnier van W«l,
boer en schout van het dorp. vergezeld fsn xijn vrouw, rap genoeg van
tong, ondanks de aanwezigheid van het Hoge geR^lschap,
Een paar minstreets luisteren het ïeest op. Oan doet een van de gasten
het verhaal van de dood van Gisbert, maar eert snder heft de weemoed,
hierdoor ontstaan, weer op door een proletie omtrent het kasteel xell.
óai, olschoon jarenlang ruins, xich uil yijn staat van vervfl! in volle glorie
weer verhetlen xaï, het nageslacht ven trotse getuigenis biedend >ist\
oud» riddergroolbeid,
We lijn er ons zeer wei van bewust, dat op de hisloriscb** stijl in meer
6ar\ één geval aanmerking is t« maken. Natuurlijk is ons streven geweest
>n deze richting zuiverheid ïov^eï mogelijk te benaderen, maar allerlei
omstandigheden a-ijn oorzaak, dat wij hierin niet ten voüe lijn geslaagd.
Dit geldt voor bepaalde elementen in het stuk; het geldt evenzeer de
zang, die aan het stwk vooraf gaat. De welwillende beoordelaar moge
het voor lief nemen, dat wij hier in overleg met de Dirigent nummers
hebben uitgekozen, die. hoewel xij niet uit die tijd stammen, toch de
stemming en sUer zo dicht mogelijk nabij komen,
C, A. SCHilP,
CU
i'9-
In het eerste bed-ij?, ingeleid door zang van „Euterpe", maakt men
A
kennis met de bewon
— ..~.-™^. k:>' mei ae oude bedelmt
cndscbap voor Werner, Gysbert'i enige xoüty.
van d» ^UJ.~'^------'
nnik
,, ,.
mak;
Wij
i»chtJen themde st
in het drinkgelag van de ridders mes, lo.-uggekeerd '^3n de woïven-
:, Als de wijnkan wat te o/srvtocdig rond gegaan
op is gestegen, verschijnt Ansclmuj weer. nu om do:
niet herken!, van bet erJ te worden gejaagd, Even
„„ ..^,...,<ing in de grootste verslagenheide de bedefmonfiik wordt dood
binnengedragen door enige dorpers, dfe hem vonden naaït de weg, met
het hoofd in het water. Als alle ander«n weg rijn, biijft Gysbert achter,
overgelaten aan wroeging en berouw.
TWEEDE BEDRIJF
In bet tweede bedriji verwacht men het bezoek <^an de Domproost van
Utrecht, een oud vriend van het kasteel. Het blijkt, dat ook Werner een
gewelddadige dood is gestorven, waaraan Gysbert rich eveneens, *ï| b«t
xijdeHngs, schuldig voelt, In zfjn eenzaamheid is hij ten prooi aan kwellende
visioenen. Niemand kan hem afbrengen, ook de Domproost niet, v«n xijn
v<>ornemen, om een bedevaart te ondernemen naar een Franciscaner
Voor al Uw reizen
De Haas'
Touringcars
ritlen in binnen en buil«nland '.
A^S - Koekeng.n, Tel. 2 - Vk«.te«. Tei 244
Meel Nederland                   ,
is er voor D óók een Auto-
i de «.a«fe «f *'»'*^'"*''
laat
\?1^>ntPl
Links: Jan van de Haar = Jan van der Meer.
Rechts: Vrouwe Elsebée = To Wieman-
Versteeg
-ocr page 42-
219
juni 1984
Boete
Heer Gyshert
Dit jpet werd georganiseerd door het
Openluchtspel comité VLEUTEN-HAARZUILENS; dal als
volgt 1% samengesteld:
MEOBPELEHOEN:
Ce's Wieman.
Xq W;em«n-VersUeg.
van Oiabergsn.
jö^ var) Diïk,
Gar, van Maaoen.
jan TeunWsen.
Cyr Ntessen.
Cs«s van Gisbergen.
. W.m Ver<Ser,
iïn van der Meer.
. Martien Vfirsteey,
Henk WstavfSiill.
Reijer vari Wou^Jenberg.
RIa SterV-v. d. L"snd«ïï.
Ntc. Bocijen,
At^ne V. d. Meer.
Stiena v. d. Beek.
EHv v(»n de Heerik.
Ri» Sterk-v, d. Linden,
Cor Niossef»,
. Ad Verboel.
Nic. van Dommelen.
Piel Versteeg.
Jan van Breukelen.
Ad van de Pol.
Jo V/ieman.
Zangers van „Etjterpe".
Dansgroep o.Lv. Mevr,
HEER GYSBERT VAN DE HAAR
VROUWE EISESÊE
lOSSNE VAN DE HAAR
WERNER .......
MAJOR DOMUS......
ROGIER           ........
ANSELMUS               ......
DOMPROOST VAH UTRECHJ.....
DIRK, VAN 2UYLEN VAN HARMELEN .
iAN VAN DE HAAR........
WILLEM VAN VLEUTEN.......
MELIS UTENENGH.........
ABT VAN HET FRANCISCANERKLOOSTE
FANTOOM ,           ..........
SCHOUT VAN HET DORP.....
VROUW VAN DE SCHOUT.....
MARGARETHA VAN ZUYLEN , , . .
ELISABETH VAN UTENENGH , . , .
ADELHEIO VAN VLEUTEN.....
1^ MINSTREEL.........
2e MINSTREEL..........
Knechten        ...........
ZOONS VAN DE SCHOUT . . . .DORPER                                                     . .
RtODERS OP DE JACHT......
MONNIKEN..........
E. BARON VAN 2UULEN VAN NIJEVELT
VAN DE HAAR. Ere-Voot.ltter.
J. H. VAN DER HEIDE, Voorritter,
Burgemeester van Vleuten en Haarzuileni.
J J, TH. SPRONG, Secretaris, Vleuten.
W. J. W. VAN GISBERGEN, Penningmeester,
uiiens
Haar
H. DE GREEF. Haariuilens,
Or. P. J. M. FIZAAN, Vleuten.
A. M. A. SCHUURS, Vleuien,
J, G VERSTEEG, Haariuilens.
Msj. A. DE GREEF. Haariuilens.
W. J. ROYAARDS, Vleuten
L. C BROEKHUIJSE, Hsaf.gllens,
D. LOENEN, Vleuten,
TH. STERK, Haariuilens.
DOCHTERS VAN DE SCHOUT EN
BOERENZOONS......
VENDELZWAAIERS .
rn<;TUMES EN GRt"t ^
J. W, VAN DOMMELEN • Haarzuilens
BROOD-, KOEK- EN BANKETSAKKERIJ
Specialiteit in gevulde koeken en gebak !
Een boekje open over de
Strijkviertel.
De schuit met Keulse potten in de Leidsche Rijn.
Uit zijn herinnering voor dit verhaal speciaal getekend door Chris Schut.
door
H. J. van der Weiden - van den Brink
-ocr page 43-
220
juni 1984
Wie nu als bezoeker of passant over de brede, geasfalteerde en goed verlichte Strijkviertel
rijdt, zal zich niet of nauwelijks de situatie van ruim 50 jaar geleden kunnen voorstellen of her-
inneren, die zoveel verschilt van de tegenwoordige toestand.
Aangezien ik er in 1928 ben geboren en er, tot ik in 1952 trouwde - dus bijna een kwart eeuw -
onafgebroken heb gewoond, ben ik in mijn herinnering gaan graven en heb wat boven kwam,
op papier gezet.
Nadat mijn ouders, Johannes van den
Brink en Theodora Glissenaar, na hun
huwelijk in 1915, eerst enige tijd op De
Meern in de sigarenwinkel aan de Zand-
weg (later G. Hansen en postkantoor)
en een aantal jaren in de Groenendijk
hadden gewoond, kocht mijn vader in
1926 een "perceel weiland te Oudenrijn
aan den Strijkviertel, kadastraal bekend
Gemeente Oudenrijn Sectie A nommer
134, ter grootte van een hectare, zestien
aren, tachtig centiaren" en liet daarop
een dubbel woonhuis met stenen schuur
bouwen.
Het fruit werd op de veilingdagen opge-
haald door de firma Jo van Dijk uit
Harmeien. Mijn vader hing dan op 'n af-
gesproken plaats een veilingkist of een
jute zak op een paal langs de Rijks-
straatweg en de transporteur wist dat hij
even op de Strijkviertel aan moest om de
oogst op te halen voor de veiling.
Als buren herinner ik mij nog vaag de
familie A. Kooiman en heel duidelijk de
familie C. Schwarze. Eerder waren dat
de families van Maurik, van Dijk en
Meerveld.
Waterleiding en electriciteit waren in de
allereerste periode niet voorhanden om-
dat ons huis te ver (ca 500 meter) van de
andere bebouwing afstond en de aan-
leg daardoor te kostbaar was voor de
gemeente. Geen nood, met een petro-
leumlamp was het ook heel erg gezellig
en de pomp gaf- meestal - prima water;
er werd ook lang op petroleumstellen
gekookt. De was werd in de sloot ge-
spoeld, maar omdat het water nogal
ijzerhoudend was, werden de lakens en
de slopen wel eens wat gelig; dan kwa-
men het zakje Reckitt's blauw en het
bleekveld er aan te pas en werd alles
weer hagelwit. Later kregen we wèl wa-
terleiding en electrisch licht (ik vermoed
rond 1934) toen er voor de familie Th.
Jongerius - Hilhorst een huis werd ge-
bouwd tussen "Tjepma" en ons in. Ook
begon Dorus Jongerius daar 'n fruit- en
groentekwekerij.
Rustig was 't er natuurlijk wèl en héél
mooi, vooral in het voorjaar als er grote
bossen dotterbloemen en gele lissen
langs de slootkanten stonden, de boter-
bloem, pinksterbloem en het speen-
kruid bloeiden en de rosé en witte mei-
doorn in volle pracht stonden. Het wa-
ter was toen trouwens heel helder en je
kon alle planten en diertjes op de bodem
zien. Zo o.a. ook het kikkerdril, dat in
grote plakkaten tegen de oppervlakte
dreef; één van mijn zussen ging er stee-
vast elk voorjaar met een schepnet en
een grote glazen fles op uit om daarvan
wat te bemachtigen en thuis de ontwik-
keling te kunnen zien van eicel naar dik-
kop en via kikkervisje naar kikker. Dat
was altijd heel fascinerend.
De sloten werden om de zóveel tijd
grondig uitgediept en dat was destijds
een heel zwaar karwei. Mannen met
Luchtfoto van ca 1952.
De linkerhelft van het dubbel woonhuis werd bewoond door de familie Joh. van den Brink, de
rechterhelft door de familie C. Schwarze. Geheel rechts het in 1946 gebouwde houten huis, be-
woond door de familie W. Vermeent.
Het postkantoor op De Meern, annex sigaren-
winkel, eind 50-er jaren. Foto Jan Verheul.
Op dat moment was dat aan de rechter-
kant van de weg - behalve "Tjepma" -
het enige huis, terwijl aan de linkerkant
alleen de boerderij "Beefland", gelegen
aan de Rijksstraatweg en bewoond door
Jan Oskam en later door de familie C.
Oostveen, en helemaal achteraan de
boerderij van Willem van Veen, ston-
den.
Aanvankelijk bleef de grond rondom
het huis als weiland in gebruik en liepen
er enkele koeien en schapen; later plant-
te mijn vader er vruchtbomen - appels,
peren en pruimen -, met nóg later aard-
beien als onderbeplanting.
-ocr page 44-
221
juni 1984
klomplaarzen aan waren daar dagen,
soms weken mee bezig; zij zetten een
stuk sloot af met planken, hoosden met
een houten schop het water eruit en
konden dan beginnen met baggeren.
Was een stuk klaar, dan werden er ca 25
meter verderop planken in de sloot ge-
zet en dan pas de eerste weggehaald; het
water liep vanzelf in het uitgediepte ge-
deelte en er hoefde dan niet of nauwe-
lijks gehoosd te worden. Heel zwaar
werk dus en de blauw-emaille kruikjes
met koffie kwamen vaak tevoorschijn
om de keel te smeren.
Net als nü was de Strijkviertel een lange,
rechte weg, maar dat is dan ook de énige
gelijkenis, want hij was maar half zo
breed als nu, met aan beide zijden een
brede grasberm en sloot en hoge popu-
lieren.
Bovendien was de bovenlaag een meng-
sel van zand, kolenas en sintels, met veel
kuilen erin, die bij regenweer in kleine
oceanen veranderden, waardoor je met
hink-stap sprongen moest proberen met
droge voeten thuis te komen. In de zo-
mer was de weg kurkdroog en lag er een
dikke laag grijs stof op, die bij elk pas-
serend voertuig - in die tijd meestal
paard en wagen - hoog opwolkte, zodat
kantonnier en hij dempte de grootste
gaten af en toe met wat puin of grind;
veel andere middelen stonden hem niet
ten dienste om de weg normaal begaan-
baar te houden.
Moest je in de avond thuiskomen, dan
kon je helemaal niet zien waar je liep,
want de verlichting bestond uit 3 lan-
tarens, te weten één helemaal vooraan,
één ter hoogte van "Tjepma" en één
schuin tegenover ons huis en dan verder
geen enkele meer, zodat het tot aan de
Heycopperkade aardedonker was.
Daar (aan de Heycopperkade) woon-
den de families David en Kees van Veen
en Dorus en Toon Huiden. Van deze
twee arriveerde de familie Huiden als
eerste op Heycop, want in 1897 liet Ger-
rit Huiden een boerderij bouwen, 'n
paar honderd meter ten oosten van de
Strijkviertel; tot dan woonde hij met
zijn gezin aan de Zandweg in het huis
waar later de wagenmakerij - nu carros-
seriebedrijf - van Jan van Doorn was
(is).
Toen Gerrit Huiden in 1937 overleed,
bleef Toon met zijn moeder in het
ouderlijk huis wonen, waar hij in 1899
geboren was.
je geen hand voor ogen kon zien en het
fiuitekruid in de berm van wit in grijs
veranderde.
Vooral in de hooitijd was het er een
drukte van belang als de boeren hun
hoog opgetaste wagens op tijd binnen
wilden halen. Daar reden dan de wagens
van C. Oostveen, J. Oostrom, P. Ver-
hoef, G. van Soest, C. van Beek, A.
Oostveen, G. Miltenbrug en D. Broek-
huizen; zij hadden allen land op Hey-
cop.
Ook gingen er verschillenden naar Hey-
cop om te melken en naast de boerenwa-
gen zag je dan ook vaak de driewielige
kar met bussen erop voorbij komen, de
voerman op de bok, de helper(s) meest
op de achterkant met bengelende benen.
In de winter - na de vorstperiode - ver-
anderde de weg in een modderige brij,
waardoor je soms genoodzaakt was
klompen of laarzen aan te doen tot aan
de Rijksstraatweg en die daar te verwis-
selen voor schoenen, wilde je met enigs-
zins toonbare voeten in de "bewoonde
wereld" komen.
Willem Nieuwhoff was in die tijd de
Kijkje vanaf de Zandweg, over de Gooisebrug, de Strijkvier-
tel in. Links de boerderij Beefland.
Hooioogst. De wagen komt het erf van C. van Beek oprijden.
1
r
Henny van den Brink, de schrijfster van dit verhaal, op 6-jarige
leeftijd, toen de Strijkviertel nog weiland was.
De driewielige melkkar. Op deze foto, uit 1949, zijn v.l.n.r.
te zien Frans Kunneman, Gert Miltenburg en zijn vrouw en
nog een evacué uit Brunssum.
-ocr page 45-
juni 1984
222
dan inclusief het "snoepje toe", 'n punt-
zakje met tum-tum, schuimpjes of iets
dergelijks.
Wat later had ook Albert Hein vanuit
Utrecht al de weg naar de Strijkviertel
gevonden en ook dat was: éénmaal ho-
ren en éénmaal bezorgen, alles op de
fiets en rustig: tijd kostte toen nog niet
zoveel geld!.
Bakker Oskam had zijn bakkerij aan de
Zandweg, ongeveer halverwege de
Gooise brug en de Stadsdam, en ook hij
bediende zijn klanten prima per trans-
portfiets.
Voor kruidenierswaren kon je trouwens
ook altijd terecht bij Geert Stitselaar
aan de Zandweg, ongeveer 200 meter
vanaf de Gooise brug, richting De
Meern.
Bij Arie Baas, die naast P. Verhoef
woonde, tussen de Gooise brug en de
Stadsdam kon je je schoenen laten repa-
reren.
De in 1897 door Gerrit Huiden gebouwde boerderij aan de Heycopperkade; afgebroken in 1974
Dorus Huiden bouwde een huis ca 50
meter ten westen van de Strijkviertel;
zijn vrouw en één van zijn kinderen met
gezin wonen daar nog steeds op hetzelf-
de erf.
Nadat in 1944 ook de weduwe van Ger-
rit Huiden (Hendrika Pouw) overleed,
kwam Riek Huiden om haar oom Toon
te helpen in huishouding en bedrijf.
In 1962 kwam er 'n derde persoon bij;
dat was Simon Rijker, die op 17 januari
met Riek trouwde.
De boerderij uit 1897 is 10 jaar geleden
afgebroken en een nieuw huis, met
weids uitzicht over de polder, is er naast
gezet.
Dat er daar ook nog 'n paar percelen
griend waren, weet ik nog, maar dat er
ook een eendenkooi was, heb ik alleen
"van horen zeggen".
In 1910 kwam de familie Jan van Veen
Sr, vanuit de Waterstraat in Wijk C te
Utrecht, wonen in de boerderij aan de
Strijkviertel, die in 1875 door de heer
Vonk was gebouwd.
Bij zijn overlijden in 1925 werd de inde-
ling van het huis wat veranderd en een
serre aangebouwd, waar zijn vrouw en
zijn dochter Neeltje bleven wonen, ter-
wijl zijn zoon Willem van Veen, gehuwd
met Willemijntje van Oosterom, de an-
dere helft van het huis bewoonde en het
bedrijf voerde. Twee andere zoons, t.w.
David en Kees, vestigden zich als boe-
ren op de Heycopperkade in 1926 en
hun bedrijven worden tot op heden nog
steeds gerund door hun kinderen en/of
kleinkinderen.
Ook op de Strijkviertel kwam een vol-
gende generatie, want na het overlijden
van resp. de grootmoeder en tante Neel-
tje, ging in 1944 het pasgehuwde paar
Jan van Veen - de melkboer - en Marie
Nieuwhoff er wonen, waar zij bleven tot
1953. Nóg woont er - en afsinds bijna
60 jaren dus - de vrouw van Willem van
Veen, nu samen met haar dochter.
Op de plaats waar nu de rijksweg loopt,
stond vroeger nog een witte boerderij,
bewoond door de familie Westerhout;
deze werd rond 1936 afgebroken omdat
daar precies het viaduct over de Strijk-
viertel was gepland.
Ook al woonden we tamelijk afgelegen,
we hoefden nergens gebrek aan te heb-
ben, want de leveranciers van alle le-
vensmiddelen kwamen dagelijks of we-
kelijks aan de deur.
Allereerst was daar Jan van Veen, die el-
ke dag van Heycop kwam met zijn
blauw en wit geschilderde wagen met
paard ervoor en de verse melk uitventte.
Jong en vriendelijk en met de mondhar-
minica op zak, waarop hij nog wel eens
een deuntje wilde spelen als dat zo uit-
kwam.
Verder noem ik de firma Erné, waarvan
eerst Aart en later Jo elke dag met de
bakfiets brood kwam bezorgen; ook "in
de polder", zoals de Heycopperkade
wel genoemd werd, hadden zij klanten.
Ook de heer Rijksen staat mij nog dui-
delijk voor de geest, zoals hij met zijn
transportfiets met grote mand erop over
de Strijkviertel fietste. In de zomer ge-
kleed in korte donkergrijze of khaki-
kleurige kruideniersjas en in de winter
in leren jekker (geloof ik), maar altijd
met leren beenkappen aan, kwam hij
twee keer per week: éénmaal " horen",
éénmaal bezorgen. Dat bezorgen was
Toon Huiden haalt schillen op in de Meern-
dijk (ca 1956). De foto is genomen ter hoogte
van Kobus de Graaf; het oude huis van Klaas
Steenders is nog net te zien.
Als "pakmof' (waar komt die naam
vandaan?) kwam Piet van der Louw aan
de deur met lappen stof: flanel voor
hemden, blauwe katoen voor kielen,
witte voor lakens en slopen, en wat er
verder nodig was.
'n Bijzondere figuur ook was Adriaan(?)
van Ingen, die met zijn bakfiets, volge-
laden met potten en pannen, aardewerk,
petroleumstellen, ijzerwaren en wat al
niet meer "de boer op ging". Hij intro-
duceerde zichzelf dan meestal met de
zin: "hier staat van Ingen weer voor de
deur te springen". Soms rammelde hij
-ocr page 46-
juni 1984
223
Het poortgebouw van Tjepma, gezien vanuit een hoge populier aan de Strijkviertel. Foto Chris Schut.
eens Hink bij ons aan het theeblad zodat
de kopjes rinkelden en zei dan: "gaan
die dingen bij jullie nooit kapot?"
Op gezette tijden voer er door de Leid-
sche Rijn een schuit, volgeladen met o.a.
Keulse potten; deze vonden gretig af-
trek ten behoeve van de inmaak.
Ook de post werd ons keurig thuisbe-
zorgd en het is jarenlang Thé Bauhaus
geweest, die de brieven en ansichten te
bestemder plaatse bracht.
Met de voorbereidingen voor de aanleg
van Rijksweg 12 Utrecht - Den Haag,
die op 25 - 11 -'39 geopend werd, kwam
er een grote bedrijvigheid op de Strijk-
viertel. De firma J. Broekhoven was de
aannemer en startte rond 1937 met de
werkzaamheden; deze had veel eigen
mensen die met elk karwei meetrokken
en ik herinner mij nog wel 'n paar men-
sen uit Drente. Voor 'n paar gezinnen,
te weten de families Kloeck en Dan-
kaert, werden er, dicht bij W. van Veen,
tijdelijke (houten) huizen gezet, die uit-
neembaar waren en dus steeds weer op
'n andere plaats dienst konden doen.
Allereerst werd 'n aarden wal opgewor-
pen op een stuk grond dat voorheen
weiland van C. Oostveen was, waarna er
zand uit de grond opgezogen en op een
groot terrein binnen de wal gespoten
werd. Later werd dit, na droging, met
grote vrachtauto's afgevoerd naar "de
Behalve vissen had mijn vader nóg een
"hobby" van de Batavieren overgeno-
men, nl. jagen. Natuurlijk ging het er in
eerste instantie om een haasje in de pan
te krijgen, maar 't was bovendien een
sport om dat te doen zonder door de
nieuwe weg .
Toen de weg in 1939 klaar was, bleef de
Strijkviertel Plas over als erfenis; heel
diep en ideaal viswater; mijn vader heeft
er vele uren doorgebracht en er menige
snoek en karper gevangen.
De Strijkviertel in 1966, toen de industrialisatie al een flink eind op gang was.
Luchtfoto Klaas Nanning.
-ocr page 47-
juni 1984
224
veldwachter of gemeente-politie ge-
snapt te worden. En dat viel niet mee,
als je al als "verdacht" te boek stond.
Allerlei foefjes werden er bedacht, zoals
doodstil met 'n laken om in de sneeuw
zitten, wachtend op 'n nietsvermoedend
passerend haas en onzichtbaar voor de
dienstdoende veldwachter.
Vooral met Toon Recourt en Dixhoorn
had mijn vader 't nogal eens aan de stok;
hij had n.1. wèl een vergunning voor een
buks, omdat hij elk jaar een kersen-
boomgaard pachtte en daarmee dan de
hordes spreeuwen probeerde te verja-
gen, maar 't was niet geoorloofd om
daar hazen mee te schieten. Met van
Bekkum (gemeente-politie) had hij min-
der moeite, die was, geloof ik, wat min-
der fanatiek. Toch liep hij natuurlijk een
keer tegen de lamp op den duur en kon
hij kiezen: boete betalen of "zitten".
Mijn vader koos voor "zitten" en vol-
gens zijn verhaal was dat nog niet eens
ongezellig, want er was altijd wel 'n
ploegje om mee te kaarten en bovendien
leerde je van elkaar weer wat manieren
om de "tuuten" te vlug af te zijn.
«te
^ •
JU
«■>c^9i>^
Aart Erné, de bakker, in 1942/1943.
Déze banden waren nog met lucht gevuld; de volgende fase was: houten banden, i.v.m. de oorlog.
ruimte. Alleen twee oude vruchtbomen
- links van nr 27 - kunnen mij nog de
plaats wijzen waar vroeger onze buren,
de familie Co Schwarze, woonden; ver-
der is er geen enkel herkenningspunt
meer.
Dat in 1963 ook het poortgebouw van
"Tjepma" werd afgebroken, heb ik al-
tijd erg jammer gevonden; in mijn herin-
nering was dat een heel mooi plekje en
een oase van rust waar altijd de zon
scheen en de heer L. Schut, met een
strooien hoed op, bezig was in de tuin of
boomgaard. In 't voorjaar waren de bo-
men grote boeketten van witte en rosé
bloesems en in 't najaar leken de appels
lekkerder dan die van thuis, speciaal de
grote gele James Grieve. Ik weet nog
wel dat er een deel van de gracht werd
gedempt, alleen niet wanneer prcies,
vermoedelijk rond 1936 of 1938. De he-
le oppervlakte van"Tjepma" was fond-
om met elzenhout afgezet en een groot
ijzeren hek vormde de toegang tot de
oprijlaan die recht op de poort aanliep.
Van dit alles is nu niets meer te vinden;
het stond ongeveer op de plaats waar nu
het bedrijf van Bas Jongerius is.
den Crommeakker(?), die er maar kort
heeft gewoond; daarna woonden Wim
en Truus Vermeent - Mandjes er. Het
huis werd in 1964 weer afgebroken.
Jan van Veen op de melkwagen waarmee hij vele jaren de melk ventte; de foto werd in 1937 geno-
men in de Groenedijk. De witte hit heeft hem 11 jaar trouw gediend. Jan was toen 23 jaar; naast
hem zijn broer Jaap, die 10 jaar jonger was.
Omdat ik na mijn huwelijk met Theo
van der Weiden, in 1952, een aantal ja-
ren op verschillende plaatsen, maar al-
tijd 50 tot 70 kilometer van De Meern,
heb gewoond, weet ik niet precies wan-
neer de industrialisatie van de Strijk-
viertel is begonnen, maar ik weet wèl dat
het in een zeer snel tempo is gegaan.
Mijn vader heeft eerst (1961) een groot
deel van zijn land verkocht, waar nu Al-
dipress (nr 31) staat, en later (1970) het
woonhuis, dat op den duur ook plaats
moest maken voor kantoor- of bedrijfs-
Ook heeft mijn vader, volkomen legaal,
honderden mollen gevangen, de huidjes
gespannen en gedroogd voor de bont-
verwerking. Enkele jaren ging dat goed,
tot men constateerde dat het mollebont
snel vaal werd onder invloed van het
daglicht en de mollebontjassen niet
meer in trek waren.
In 1946 was er nóg een woning bijgeko-
men, n.1. een houten huis op het land
van Bertus Kuus, tussen Jongerius en
Schwarze, gebouwd voor de familie van
Alleen het huis waar de familie Dorus
Jongerius woonde en - zoals gezegd -
twee oude vruchtbomen, hebben zich
nog kunnen handhaven tussen de ver-
schillende bedrijven.
-ocr page 48-
r
september 1984
225
OfTicit'cl Orgaan van de Historische Vereni-
ging VIcuten-De Mecrn-Haarzuilens.
4e jaargang nr. 3, september 1984 C) 1984
Verschijnt 4x per jaar.
Ingeschreven in het verenigingstegistcr van
de K.v.K. Utrecht co. onder nr. V. 479360
Dagelijks besta ur:
.1 Schutte, voorzitter
Zandweg 138. 3454 HA De Meern
tel. 034()6- 3216
W. M. Denekamp, sekretaris
Uienhamstraat 5. 3451 BR Vleuten
tct. 03407 - 1948
P, G. de Roojj, penningmeester
'i Zand I. 3451 GP Vleuten
lel, 03407 - 1483
A. .T. van Zoeren, vice-voorzitter
Stationsstraat 34. 3451 BZ Vleuten
tel. 0.3407 ^ 1263
H. E. J, van Essen, coörd. werkgroepen
Maiiriislaan 17. 3454 XP De Meern
tel. 03406 - 2992
Erelid:
Mw. l. van Husen-Wibbeke, Vleuten
Van het bestuur
VLEUTEN-DE MEERN-HAARZUILENS
krijgt een streekmuseum!!
Wie wat bewaart die geeft wat!
Onder het kopje "wie wat bewaart die      ten. Als trouwe lezer(es) van ons blad
geeft wat" vraagt het bestuur van uw
      weet U natuurlijk, dat de vereniging al
vereniging ditmaal uw bijzondere aan-
      een heleboel zaken ten geschenke heeft
dacht voor een heuglijk feit. Sinds juli
      gekregen. Die zijn nu over een groot-
j.1. beschikt de historische vereniging
      aantal adressen opgeslagen, wat natuur-
over een ruim gedeelte van de voormali-
      lijk niet de bedoeling is. We kunnen nu
ge boerderij van Van Dijk aan de The-
     alles onder één dak brengen. Tegelijker-
materweg nr. 17 in Vleuten. Hiermee
      tijd verkeert de vereniging in de comfor-
gaat, althans voorlopig, een lang ge-
      tabele positie om met het hebben van
koesterde wens in vervulling om in onze
      zo'n mooie ruimte (beschikbaar gesteld
gemeente een streekmuseum op te zet-
     door de gemeente als een mooi voor-
Icon van t-.sch. Hindcrstcinlaan 7
U'il IV Vleuten
tel. !).i4()' - ZK ' 1
Ledenadraiois.tratic/informatie:
Opgeven van nietiwe leden, mutaties en
(na)besicllingefl bij:
Mw. P. ,1. de RtKiij-Goes, 't Zand 1
3451 GP Vleuten, tel, 03407 - !483 ;
Kontributie:
De liiiirlijkse kontributie bedraagt vofir
19X4 minimaal f 25,-:
p<istabonnemefH f 35,— per jaar :?iii|l:
In dit nummer
Donateurs:
Minim;i;it f 12,50 per jaar.
De vereniging heeft rekeningen bij de vol-i
geiule instellingen:
ABN - De Meern 55.66.33.040
RABO- Vleuten 36.75.17.574
POSlGlRO 2.689.200
- Cjchcle of gcdeeiteiijkc overname van ar-
tikelen uit dii vercnigingsorgaan is slechts
toegestaan na schriftelijke toestemming van
de redaktie.
illustratie voorpagina:
Hoekje uit onï^é- tëtiiSiSti^^tètlifig
"Oude Ambachten" 1982,
LOSSE NUMMERS f 73Ö
pag.
225 - 229
229
in Harmeien
230 - 233
233 - 236
239 - 240
240
242 - 245
246 - 250
250
-  Van het bestuur
-  Historische l<alender
-  Kerkelijk geregistreerde buitenlanders
en De Meern
-  De legende van den Ham
-  De Strijkviertel
-  Wie wat bewaart, die geeft wat
-  Bekende dorpsgenoten (Jac. de Bruijn)
-  Een telefoon voor hofstede Terwelde
-  Willibrordkerk Herinnering
-ocr page 49-
226
september 1984
beeld van: wie wat bewaart die (g)heeft
wat) op U, leden en belangstellenden,
een beroep te kunnen doen mèt ons een
mooi en interessant museum in te rich-
ten. Een museum "tot leerlinghe ende
vermaeck". Een museum waar het
streekeigene in de loop van de geschie-
denis tot uitdrukking gebracht kan wor-
den. Met dat begrip "geschiedenis" is
iets bijzonders aan de hand. Een enke-
ling spreekt over zijn levens-ervaringen,
een groep of volk spreekt over zijn ge-
schiedenis. De eerste kan slechts uit zijn
persoonlijke geheugen putten en is dus
door de tijd beperkt, in het tweede geval
is er sprake van een koUektief en over de
grenzen van de tijd reikend ervaringen-
bezit. Uw historische vereniging moet
beide bronnen benutten. De interviews
met bekende dorpsbewoners, die gere-
geld in het blad van de vereniging ver-
schijnen, zijn een voorbeeld van vastleg-
ging van recente geschiedenis, opgete-
kend uit de mond van een dorpsgenoot.
Zij hebben de voordelen en kenmerken
van het "levende woord" en behoeven
door het direkt herkennen van de opge-
roepen beelden, relatief slechts weinig
illustraties. Het wordt echter anders
naarmate we verder teruggaan in de tijd.
Het levende woord verstomt en de illu-
straties krijgen een veel belangrijker
taak. Zij dienen als kapstok om het ver-
haal van bijv. een gemeente aan op te
hangen. Bovendien moet dat verhaal
dan worden verteld door mensen die die
tijd niet zelf hebben meegemaakt. On-
der "illustraties" dienen vanzelfspre-
kend niet alleen foto's, films, prenten of
andere afbeeldingen te worden verstaan
maar ook en vooral de tastbare herinne-
ringen aan het verleden. Foto's van die
tastbare herinneringen plaatsten wij in
praktisch alle voorgaande nummers van
dit blad. Het zijn de schenkingen die de
historische vereniging in de afgelopen
drie jaar mocht ontvangen.
Kritisch
Natuurlijk moet de vereniging zich hoe-
den voor een blindelings eren van een
ieder die hen voorging, maar men kan
ook niet ontkennen, dat de verworven-
heden van onze hedendaagse maat-
schappij aan onze voorgangers zijn te
danken. Een kritische terugblik stelt
ons echter in staat onderscheid te ma-
ken tussen juiste en onjuiste beslissingen
in het verleden en dat is het nu juist wat
de geschiedenis als wetenschap zo boei-
end maakt. Een volk, dat zijn geschiede-
nis niet kent, of niet wilt kennen, laat
willens en wetens een geweldig brok ge-
meenschappelijke levenservaring onbe-
nut liggen. De "leerlinghe" kan de funk-
tie hebben van behoeden voor in het
verleden gemaakte fouten; bovendien
zullen velen zich geregeld afvragen "hoe
alles toch zo is gekomen".
Bij het "vermaeck" denke men niet in de
eerste plaats, onder meewarig gegniffel,
aan de onbeholpenheid van onze voor-
vaderen. Die mensen werkten hard en
verrichtten wonderen met de hun ten
dienste staande kennis en middelen.
Men doet er daarom goed aan het
woord vermaak te lezen in zijn oude be-
tekenis van "ontspannend genoegen",
maar dat is eigenlijk een overbodige
raad voor een ieder die al eens een
streekmuseum bezocht.
Kapstok
Uitgaande van de twee basisgegevens,
het "verhaal" en de "kapstok", ont-
kwam uw historische vereniging er niet
aan te streven naar het totstand komen
van een centrum waar die twee tezamen
kunnen worden gebracht, opdat ieder
die een warme belangstelling voelt voor
het nabije of verre verleden, daar tot zijn
genoegen het antwoord kan vinden op
zijn vragen.
der worden opgeborgen. Tèch behoeft
een omvangrijk materieel bezit nog geen
recht te verschaffen op een eigen perma-
nente expositieruimte; daar is meer voor
nodig!
Dat méér is zeker aanwezig in het eigene
van de streek waarin uw vereniging ak-
tief is! Het gebied tussen de stad Utrecht
en de grens van de provincie Zuid-Hol-
land (de oude Hollandse grens) was
vanouds het toneel waarop menig poli-
tiek meningsverschil met de wapens
werd uitgevochten. Het was het "nie-
mandsland" tussen enerzijds de Hol-
landse steden Woerden en Oudewater,
en anderzijds Utrecht, de Stichtse stad
bij uitnemendheid. Een scherpe grens
was in de vroege Middeleeuwen tussen
Holland en 't Sticht niet te trekken en
bewoning was vóór ca. 1200 slechts mo-
gelijk op de voor het water veilige
stroomruggen van Rijn en IJssel. Pas na
de ontginning van de tussen die stroom-
ruggen gelegen veengebieden en de wa-
terkundige bescherming daarvan, werd
het land voor uitgebreidere bewoning
en definitieve vestiging geschikt. De ex-
plosieve bevolkingstoename van deze
Streekmuseum!
Het bestaansrecht van de Historische
Vereniging Vleuten, De Meern, Haar-
zuilens is, door de stormachtige groei
van het ledental, - op dit moment bijna
700(1) - wel bewezen en daarmee is de
door ons eerder gestelde vraag of onze
gemeente een streekmuseum zal krijgen,
reeds gedeeltelijk beantwoord. Er zijn,
door schenkingen, voortdurend meer
bezittingen verworven door uw vereni-
ging, waarvan het vanzelfsprekend niet
de bedoeling kan zijn dat ze ergens, voor
bijna iedereen onzichtbaar, op een zol-
streken, vooral na de tweede wereldoor-
log, stelde het platteland voor nieuwe
problemen waarop het nauwelijks di-
rekt een passend antwoord had.
Afvletten
De ontwikkelingen die zich op vele
fronten hier hebben voorgedaan, zijn
de moeite waard om nader te worden
bestudeerd en te worden vastgelegd.
Boeiende hoofdstukken zouden ge-
schreven kunnen worden over de ge-
schiedenis van de akkerbouw, de vee-
-ocr page 50-
227
september 1984
Mensen? Mensen!
Ziehier enkele van de vele onderwerpen
die, in het kader van deze streek be-
schouwd, een gedegen studie verdienen.
Maar met studie alleen zijn deze zaken
niet afgerond! Uw vereniging streeft ten
behoeve van de bedoelde studies naar
een goed gedokumenteerde verzameling
schriftelijke gegevens en voorwerpen uit
voorbije tijden, maar er zou iets zeer es-
sentieels ontbreken als niet tevens de
volle aandacht wordt gericht op de men-
sen die, in hun handel en wandel, die tijd
meemaakten. Wat waren het voor men-
sen en hoe leefden zij, de grondbezitters,
de (pacht)boeren, vletters, handwerks-
lieden, tuinders, hoveniers, kooikers,
boerenknechts-en meiden.
Het is opvallend te zien hoeveel dichter
teelt, de t'ruittcclt en de invloed daarop
van het in vroeger eeuwen veelvuldig
plaats gevonden hebbende afgraven (af-
vletten) van de klei. De stad Utrecht
rukte ontstuitbaar naar het westen op;
de rijksweg naar Amsterdam (A2) lijkt
tot nu toe een onneembare barrière,
waarachter het veilig toeven is, maar de
geschiedenis van het nu volgebouwde
terrein tussen die weg en de oude stad
(Lage Weide, Oog in Al, Kanaleneiland
(v/h gem. Jutphaas!) moet noggeschre-
ven worden.
Romeinen
De mens pleegt zich vanouds langs we-
gen en water te verplaatsen. De verbin-
dingen tussen oost en west zijn in onze
ogen lange tijd primitief geweest. Wat
heeft het in het verleden niet een moeite
gekost de vaarweg in die richting open
te houden toen de Rijn (en vele andere
wateren) allengs meer verzandde. Wij
kunnen ons nu niet meer goed voorstel-
len, dat de Romeinen destijds die Rijn
ook in onze streek als een goed verde-
digbare grens beschouwden van hun
rijk en ten bewijze daarvan ook onder
De Meem een castellum, als een schakel
in hun grensverdediging, bouwden. De
geschiedenis van die land- en waterwe-
gen verdient onze belangstelling, maar
vooral is het zaak er voor te zorgen, dat
er ruimte beschikbaar komt voor een
permanente expositie van het Romeins
verleden van deze streek. Voorwerpen
die anders zouden worden bewaard in
de depots van archeologische instituten,
musea en provincie kunnen bij ons in
het streekmuseum tentoongesteld wor-
den!
Platteland?
Ook geologisch is ons gebied bijzonder
interessant en "plat" is het allerminst!
Ondanks eeuwenlang ingrijpen van de
mens zijn hoogteverschillen meetbaar
gebleven in de orde van twee a drie me-
ter. De ontstaanswijze daarvan is echter
zeer verschillend met die van de
Utrechtse Heuvelrug (ijstijd-stuwwal).
De streek hier kende in het verleden et-
telijke kastelen (of beter gezegd ridder-
hofsteden), maar waarom zijn die allen
in verval geraakt? Dat was anders ten
oosten van de stad Utrecht waar ze, toen
het kasteelkarakter niet meer in de tijd
paste, werden verbouwd tot buiten-
plaats. De geschiedenis van ónze kaste-
len moet nodig op schrift worden ge-
steld, maar dan wel op een andere ma-
nier dan tot nu toe gebruikelijk was.
Achter de eindeloze opsommingen van
eigenaren en bewoners bleven de bouw-
werken zélf doorgaans bleke schimmen.
handen maken immers licht werk!
Wij kunnen ons voorstellen, dat ook U
zaken die verband houden met de ge-
schiedenis van onze gemeente niet graag
verloren ziet gaan. Wij ook niet. Wij
doen daarom steeds een beroep op onze
leden en dorpsbewoners zaken die daar-
voor in aanmerking komen (denk a.u.b.
niet te snel, dat het "toch maar oude
rommel" is-overleg anders even met
ons) nu of in de toekomst bij ons onder
te brengen. Kijkt U eens op zolder? En
gooit U zeker geen oude foto's c.q. foto-
albums weg! Daarmee gooit U dan ook
een waarschijnlijk uniek brokje geschie-
denis weg.
U kunt, behalve lid worden voor slechts
f 25,— per jaar, bij ons kontaktadres
mw. Nel de Rooij, 't Zand 1, Vleuten
tel. 03407 -1483, alle inlichtingen krij-
Wij vragen uw bijzondere aandacht voor Mathilde Dijker-Papavoine, die nogmaals,
en nu op dinsdagavond 23 oktober a.s. in de Schalm in De Meem om 20.00 uur voor
onze leden en belangstellenden haar zeer interessante causerie over kleding door alle
eeuwen heen komt houden. Aan de hand van door haar zelf gemaakte poppen ver-
telt zij in een avondvullend programma hoe vanaf de middeleeuwen de ontwikke-
ling van de kleding is geweest. Wij zijn blij haar een tweede keer te hebben kunnen
uitnodigen, want overal in het land waar Mathilde "optreedt" is men zeer enthousi-
ast over deze lezing. Anders gezegd: U mag het deze keer niet missen. U noteert het
toch even op uw kalender, en ook dat het niet alleen een lezing voor dames is?
Ook heren zijn van harte welkom, sterker nog, voor hen is het ook erg leerzaam. Wij
zien U dus graag 23 oktober a.s. De toegangsprijs bedraagt voor leden en 1 intro-
f 2,50 en voor niet-leden f 5,00.
een verzameling tot de beschouwer
komt, als eenvoudige voorwerpen uit
het dagelijks leven van de gewone mens
er deel van uitmaken. Laat niemand
zich dus misleiden met de gedachte dat
ons woongebied geen streekeigene ge-
schiedenis zou hebben.
Met uw steun
De Historische Vereniging Vleuten-De
Meern-Haarzuilens is bijzonder geluk-
kig met de warme belangstellingvan de
Gemeente en de Provincie en met de
ruime hulp en medewerking die van die
zijde steeds, en nu ook weer in het bij-
zonder met ons onderkomen, worden
verleend.
Maar zonder de daadwerkelijke steun
van onze leden kunnen wij, zeker met
dit projekt, ook niet.
U steunt ons niet alleen door voorwer-
pen in eigendom of bruikleen aan ons af
te staan ten behoeve van ons museum(...
dat er tenslotte voor iedereen zal zijn!),
maar ook door ons geregeld te helpen
door zo nu en dan "de handen uit de
mouwen te steken". In principe willen
wij een vaste avond in de week reserve-
ren, waarop iedereen welkom is. Vele
gen over ons museum in oprichting en
schenkingen aan onze vereniging in de
meest ruime zin van het woord.
Cultuur en Welzijn
Op 1 en 2 september en op 9 september
j.1. namen wij deel aan de verenigings-
markten in resp. de Schalm in De Meern
en de Schakel in Vleuten. Het waren erg
gezellige markten, waar de goede ver-
standhouding die onze vereniging met
andere verenigingen en instellingen
heeft nog eens werd bevestigd. Een pri-
ma initiatief.
Interviews
Wie van onze leden heeft overdag tijd
voor het ondermeer met behulp van een
bandrecorder, maken van interviews
met bekende dorpsgenoten, het opspo-
ren van oude foto's en met name het uit-
zoeken van personen die op die foto's
staan? Uw reakties gaarne aan dhr.
Gravendeel, tel. 03406 - 1793.
Verzamelbanden
De vereniging heeft nog verzamelban-
den in voorraad, misschien een leuk idee
voor Sinterklaas(!) Ze kosten f 15,00 per
-ocr page 51-
september 1984
228
"X'^nzi^ ■}
■*^\-
« ^^•«■■»*^*t.<igW» <»ê*-*4-
^»>S*te * ï *
Vleuten. Gezicht op het dorp.
Tekening in 0.1. ini(t door D. van der Burg.
1756
JANUAR I
dwdvzzmdwdvzzmdwdvzzmdwdvzzwdwd
'2345678 910111213141516171819202122232425262728293031
F E B RU AR I
V z zm d w d v z zm d w d v z zm d w d v z zm d w d
'2345678 910111213141516171819202122232425262728
1985
HISTORISCHE
4
VERENIGING
-'1 VLEUTEN
jj,¥ .] DEMEERN
' '-^^4, 4^\^ HAARZUILENS
-."■ 'is
^ . ' X r
-ocr page 52-
september 1984
229
stuk of twee voor f 25,00. Bestellen kunt
U ze bij mw. de Rooij.
Tenslotte
Het voorwoord bij deze uitgave is iets
langer uitgevallen dan anders gebruike-
lijk. Aangezien wij nu echterde beschik-
king hebben over een ruim onderko-
men, behoefde dit ruime toelichting.
Nu is het woord aan U, leden van onze
vereniging of belangstellenden! Help
ons nu daadwerkelijk met de oprich-
ting, totstandkoming en instandhou-
ding van het streekmuseum door óf zelf
een stukje van uw tijd ter beschikking
te stellen van uw vereniging óf door za-
ken die een relatie hebben met de ge-
schiedenis van onze gemeente in de
meest ruime zin van het woord aan ons
te schenken dan wel in bruikleen af te
staan. Uw reakties zien wij gaarne tege-
moet bij de in dit artikel genoemde per-
sonen. Bij voorbaat onze welgemeende
dank.
J. Schutte, voorzitter.
Kinderspeelgoed anno 1930
Historische Kalender
De activiteiten van uw vereniging kos-
ten geld. Het gaat daarbij niet om het
aantal arbeidsuren van het kader dat
telkens maar weer klaar staat om de
meest uiteenlopende karweien te klaren,
want dan zouden al uw contributies bij
elkaar bij lange na niet voldoende zijn
om, zelfs op minimum-loon-basis, de
kosten te dekken.
Ons verenigingsblad, waar we terecht
trots op zijn, neemt een behoorlijke som
voor zijn rekening, maar wij nemen met
een "minder" visitekaartje geen genoe-
gen.
ten, Haarzuilens, Oudenrijn, Veldhui-
zen en Harmeien. De hiertoe benodigde
foto's werden door ons lid, de fotograaf
Léon van Esch, gemaakt van de origine-
le prenten in de verzamelingen van het
Rijksarchief te Utrecht en de Heer Carl
Siegert te Harmeien. De kalender is ge-
drukt op een zeer goede kwaliteit pa-
pier, passend bij de historische afbeel-
dmgen die U er in vindt. Het formaat
is 30 X 40 cm. De prijs bedraagt f9,75.
De opbrengst zal in het bijzonder wor-
den bestemd voor opbouw en inrichting
van het museum.
bouwd........, en zo kunnen we nog wel
even doorgaan.
Het grote project dat ons voor ogen
staat, de stichting van een streekmu-
seum,
zal ongetwijfeld nog veel meer
vergen en dat noodzaakt ons andere
bronnen van inkomsten te benutten.
Nu zijn wij geen verkoopkantoor, waar-
bij het er niet toe doet, wat er wordt ver-
kocht, als er maar wordt verkocht en
liefst véél.
Wij willen onze beginselen niet verloo-
chenen en zoveel mogelijk proberen,
-u\-
'''>%*4>«'^Miïl»»o^
ook in "neven-activiteiten", de relatie
met de historie te handhaven.
Daarom hebben wij besloten tot de uit-
gave van een Historische Kalender voor
het jaar 1985. Die kalender bestaat uit
zes bladen, met op elk blad een zorg-
vuldig uitgevoerde reproductie van een
niet algemeen bekende prent van een ty-
pisch plekje in de oude gemeenten Vleu-
Foto-materiaal is duur, maareen goede
en uitgebreide fotodocumentatie is voor
een historische vereniging simpele
noodzaak; en wat zoudt U als lezer zeg-
gen van een artikel zonder illustraties?
Archieven zijn in het algemeen koste-
loos toegankelijk, maar de copieerkos-
ten zijn hoog.
Een bibliotheek moet worden opge-
Wij verzoeken u wèl vóór 20 oktober
a.s. uw bestelling te plaatsen.
U kunt één of meer kalenders bestellen
met de in dit nummer ingevoegde kaart
of door een telefoontje naar Mevrouw
P. J. de Rooij - Goes, 't Zand 1 te Vleu-
ten; tel. 03407 - 1483.
-ocr page 53-
september 1984
230
Kerkelijk geregistreerde buitenlanders
in Harmeien en De Meern
door
Jac. de Bruijn
Opvallend is dat in de periode van ca 1700 tot ca 1830 zovele personen van Duitse en enkele
van Zwitserse komaf in de Trouwboeken van Harmeien en De Meern voorkomen. Ook zijn er
- speciaal in De Meern - verscheidene militairen van Engelse origine genoteerd.
We hebben nogal vaak vreemd krijgsvolk over de vloer gehad: huurlingen o.a. uit Hessen-Kas-
sel, een graafschap dat rijke inkomsten verwierf door het verkopen van huurlingen aan vreem-
de mogendheden. En wie weet niet dat Zwitsers voor veel geld als militair dienst deden?
Raakte men op een of andere wijze uit de krijgsdienst, dan bleef men vaak, o.a. door een huwe-
lijk, hier in de lage landen wonen. Of was er geen geld om terug te keren?
Familie Sentner
Zo onderzocht ik voor een kennis de
herkomst van de familie Sentner. In de
overlijdensacte van Oswald Zentner
wordt als beroep van de overledene op-
gegeven: gepensioneerde, geboren in het
kanton Glarus. Mijn vermoeden ging
toen in de richting van Zwitserse solda-
ten en ja hoor, hij had als soldaat dienst
gedaan in het gelicentieerde Regiment
Zwitsers van Stockar(d) de Neuform,
dat gelegerd was te Oudewater. In de
campagne van 1793 had hij een kwets-
uur aan zijn onderbeen opgelopen en
was daardoor buiten staat om den lande
te kunnen dienen. Een musketkogel had
het onderste gedeelte van zijn been ver-
brijzeld. Na heel wat geschrijf werd hij
op 20 - 1 - 1796 gepensioneerd en op 31 -
1 - 1798 kreeg hij een gage van f 91,— per
jaar uitgekeerd.
Correspondentie met de Landesbiblio-
thek Glarus leverde een hele stamboom
op, waaruit bleek dat de familie afkom-
stig was uit het bergdorpje Elm bij Gla-
rus, waar, bij een bezoek ter plaatse,
bleek dat de voorouders deel uitmaak-
ten van de magistraat aldaar. Een fami-
lie-wapen in de dorpskerk herinnerde
hier nog aan.
De eerste nazaten van Oswald Zentner
oefenden in Oudewater het beroep uit
van baander. Dit was een betrekking in
een lijnbaan of touwslagerij.
Intussen verhollandste de schrijfwijze
Zentner tot Sentner.
Op 10 december 1697 trouwden te Har-
melen (door Ds G. Cocq, predikant al-
daar van 1693- 1726) de Heer Abraham
Chiernar, van Bern in Zwitserland, Ca-
piteyn van een Compagnie Zwitsers on-
der 't regiment van de kolonel Murald,
garnizoen houdende binnen 's-Herto-
genbosch, en juffrouw Helena Tulleken,
Jonge Dochter van den Bosch.
Was de volgende huwelijkskandidaat
een uitgediende? Ds R. van Oosterhout
(predikant te Harmeien van 1786-1797)
trouwt op 20 december 1789 Johannes
Landert, J. M., geboortig van Rorbas in
het kanton Zürich, thans wonende te
Woerden, en Hanna Ockhuysen, meer-
derjarige J. D., geboren en wonende te
Woerden, nadat behoorlijk bewijs was
geleverd dat hunne drie huwelijkse
voorstellingen onverhinderd te Woer-
den waren gegaan.
Johan Gaspar Fluck
Ook in het Trouwboek van De Meern
komt een dergelijk geval voor. In de vol-
gende notitie voelt men reeds iets aan
van de Franse geest en de nadering van
de invoering van de Burgerlijke Stand.
De kerk heeft het niet meer alleen te zeg-
gen. Ds A. A. van Dijk (predikant te
De Meern van 1769-1813) trouwt op 20
augustus 1797 Johan Caspar Fluck, J.
M., geboren in het kanton Zürich in
Zwitserland, met Johanna Schouten,
weduwe van Jacob van Rossum, na ver-
toning van attestatie dat hunne drie hu-
welijkse proclamatiën te Utrecht van
den Stadhuijze zijn afgekondigd, zon-
der enige verhindering gehad te hebben,
dat hunne drie uitroepingen in de ker-
ken der Stad Utrecht geen verhindering
gehad hebben, zijn alhier in de huwelij-
ke Staat bevestigd en is van deze inzege-
ning in geschrifte kennis gegeven aan de
Municipaliteit van Utrecht.
Waarom Ds I. ter Bruggen (predikant
te Harmeien van 1746 - 1776) het vol-
gende in het Trouwboek schrijft is niet
duidelijk. Op 20 november 1746 staat:
D'Heer Thomas Pieter Bolwerse, Rit-
meester onder het regiment van den
Prins en Landgrave van Hessen - Phi-
lipsdel (d.i. het noordelijk gedeelte van
Hessen), met Juffrouw Clasina Keppel,
J. D., zijn alhier met attestatie van Ber-
gen op ten Zoom, daar de ondertrouw
geschied was, en van Utrecht, getrouwd
den . . . (vermoedelijk 20 november).
Met het krijgsvolk kwamen ook andere
avonturiers mee. In tijden van werke-
loosheid probeerde men vaak elders
werk te vinden. Zo zien we de zg. Han-
nekemaaiers - seizoenarbeiders - uit
Westfalen met regelmaat telkenjare te-
rugkomen. Enkelen slagen er in zich
hier blijvend te vestigen.
Ik vond in Harmeien een vijftal huwelij-
ken, waarvan de bruidegom uit Lienen
(soms foutief Lienne of Liennen ge-
schreven), een plaatsje gelegen in Nord-
heim - Westfalen aan de zuidkant van
het Teutoburgerwoud, afkomstig was.
Evert Jacob Willem Burger
Ds F. van de Nieburg (predikant te Har-
melen van 1782- 1786) schrijft op 31 oc-
tober 1784 in het Trouwboek: Evert Ja-
-ocr page 54-
231
september 1984
cob Willem Burger, meerderjarige J.M.,
geboren te Lienen in het graafschap
Tecklenburg, laatst gewoond hebbende
te Linschoten, thans te Harmeien, en
Elizabeth Sweerink, meerderjarige J.
D., geboren te Varseveld, laatst ge-
woond hebbende te Linschoten, thans
te Utrecht, zijn alhier in wettigen onder-
trouw opgenomen den 15den october
1784. En is aan hun belast dat de drie
gewone huwelijkse voorstellingen ook
in de kerk te Linschoten en in alle de
kerken te Utrecht moeten geschieden en
daarvan behoorlijk bewijs op zijn tijd
moet worden gebragt, hetwelk geschied
zijnde, zijn voornoemde personen ge-
trout hier in onze kerke den 31sten octo-
ber 1784.
Dit lijkt mij een duidelijk geval: hij boe-
renknecht, zij boerenmeid, die daarna ■
een dienstje in de stad vond.
Ds W. Moilives (predikant te Harmeien
van 1798 - 1810) trouwt op 2 october
1808 Jan Utlaat, J. M., geboren te Lie-
nen in Teclenburg, met Marrigje Zaal,
J. D. aan De Meern.
Op 21 april 1809 neemt Ds Moilives Jo-
hannes Willem Burger, J. M., geboren
te Lienen (was hij familie van Evert Ja-
cob Willem Burger?) in Tecklenburg, en
Teuntje van Zuylen, J. D., geboren te
Vianen, in ondertrouw op, zijnde beide
thans woonachtig in Harmeien. Waar
de trouw heeft plaats gehad wordt niet
vermeld.
Of Ds J. H. Dumans (predikant te Har-
melen van 1826- 1831) geen Aardrijks-
kundig Woordenboek of Atlas kon
raadplegen om te zien hoe hij "Lienen"
moest schrijven, zal wel nooit achter-
haald kunnen worden. De ene keer
schrijft hij "Lienne", de andere keer
"Liennen".
Dat het Burgerlijk Huwelijk kracht
heeft gekregen blijkt wel uit zijn boekin-
gen:
D.d. 6 mei 1827 zijn alhier getrouwd Jo-
han Rudolphs Otte, van Lienne, en Ma-
ria Christina Kok, van Buren, beide wo-
nende alhier, op vertoon van de trouw-
acte van de Burgemeester van Harme-
ien.
D.d. 31 augustus 1828 zijn alhier ge-
trouwd Aermann Heinrich Landwehr,
van Liennen, en Wendelina van der Hei-
den, van Harmeien, op vertoon van de
trouwacte van de Burgemeester van
Harmeien.
Jan van der Wal
Ook uit het grensgebied - Wezel-Emme-
rik-Osnabrück-Essen-Elberfeld - tref-
fen we immigranten aan.
Zo trouwt Ds G. Cocq op 27 - 8 - 1708
Hannekemaaiers onderweg, Friesland 1896.
Deze drie mannen zijn waarschijnlijk Oost-
friese grasmaaiers ("mieren"), onderweg voor
hun werk in Friesland.________C. W. Allers
het deftige stelletje, de Heer Jan van der
Wal, J. M. van Wezel, met Jonkvrouw
Elizabeth van Noortwijk. Niet zoals ge-
woonlijk in een Zondagse dienst, maar
op maandag-voormiddag met een ex-
tra-ordinaire predikatie.
De trouwpartij van Willem Prast op eer-
ste Kerstdag 1781 wordt door Ds H. van
den BijUaardt (predikant te Harmeien
van 1779 - 1782) als volgt aangetekend:
Willem Prast, meerderjarig J. M. te Al-
pen bij Wezel, thans wonende alhier, en
Aagje Versteeg, minderjarige J. D. en
wonende alhier, zijn de 7de december in
wettige ondertrouw opgenomen met be-
lasting dat de drie gewone huwelijkse
voorstellingen ook te Kamerijk, waar de
Bruidegom laatst gewoond heeft, en te
Leiden, waar de bruid kort tevoren ge-
woond had, geschieden zou, en daarvan
behoorlijk in te leveren blijk - hetwelk
geschied is - en zijn daarop in den Echt
verbonden den 25sten december 1781.
Zes huwelijken
De volgende zes huwelijken werden
eveneens te Harmeien gesloten:
1.  Uit Emmerik was Diederik Helle-
vaart afkomstig, die op 4 october 1789
door Ds R. van Oosterhout wordt ge-
trouwd met Raamtje Engelina van Grol
geboren en wonende te Harmeien.
2.  Ds L ter Bruggen schrijft op 21 - 2 -
1772 in het Trouwboek: Gerrit op ter
Heyde, J. M. van Bramsche in Hoost-
Osnabrug, en Elisabet Bijsterveld, J. D.
van den Indijk, zijn alhier in wettige on-
dertrouw opgenomen (Bramsche ligt ca
15 km van Osnabrück). Waar ze ge-
trouwd zijn wordt niet vermeld.
3.  Catharina van Otterop, J. D. van Es-
sen, dienende in het Gasthuis buiten de
Waard (m.i. waarschijnlijk Woerden)
liet zich te Harmeien door Ds G. Cocq
op 30 juli 1699 in ondertrouw opnemen
met Jan van den Hengel, weduwnaar
van Deliana van Overhaar, en trouwde
op 13 augustus 1699 in de namiddag.
4.  Comelia Goetvolk, weduwe van Pie-
ter Hartsuyker, liet zich door Ds G.
Cocq op 25 november 1708 opnieuw in
-ocr page 55-
september 1984
232
melen kon beroepen). De verdere le-
vensloop van Kaatje is me onbekend.
Kornelis Blokland
Te De Meern trouwt Ds J. P. van Cou-
wenberg(h)(predikant te De Meern van
1755 - 1768) een Jonge dochter afkom-
stig uit Holstein (Noord-Duitsland). In
het Trouwboek staat onder 8 - 8 - 1765:
Kornelis Blokland, weduwnaar van Pie-
tertje Barends Ossenberg, laatst ge-
woond hebbende onder de Gemeente
van de Meern en geboortig onder Woer-
den, en Trijntje Berends, J. D., geboren
te . . . (onleesbaar) in Holstein, van de
Luthersche Religie, als dienstmaagd ge-
woond hebbende in de Stadt Utrecht,
zijn bij ons in wettige ondertrouw aan-
genomen en, na hunne drie huwelijkse
uitroepingen in de kerke van deze plaats
en volgens getoonde attestatie in de ker-
ke van Utrecht onverhinderd gehad te
hebben, alhier in de Huwelijke Staat in-
gezegend en bevestigd de 25ste augus-
tus 1765.
de echt verbinden met een andere Pieter,
nl. Pieter Thijse Hülfe, J. M. van Her-
berveh (ik neem aan dat dit een klank-
verwisseling is met Elberfeld, thans
Wuppertal geheten).
De volgende huwelijkscandidaten ko-
men uit midden Duitsland.
5.  Ds G. Cocq neemt op 7 augustus
1698 in ondertrouw op Jan Godtfried
Dulenborgh, J. M. van Hal in Saxen,
met Willempje Dirks Verburch, J. D.
van Buurmalsen. Hun drie geboden
gaan te Harmeien, maar dan komt de
ontnuchterende mededeling; hebben
haar attestatie niet gehaald (is de trouw
om een of andere reden niet doorge-
gaan?).
6.  Dezelfde dominee maakte ook nog
het volgende familiedrama mee.
Kaatje Steenvoorde was eerst getrouwd
met Meester Jesse (Jessa), chirurgijn te
Harmeien. Uit dit huwelijk werden één
jongetje en drie meisjes gedoopt. Wedu-
we geworden, leert ze de Duitser Willem
Aroon Lang kennen. Hij staat te boek
als J. M. van Stukkart (= Stuttgart) in
het land van Wurtenberg (= Württem-
berg). Hoe kwam deze ongetrouwde
jongeman verzeild te Harmeien? Was
hij soms eerst bediende bij Meester Jes-
se? Hij wordt ook chirurgijn genoemd
en dit trok wellicht Kaatje aan. Na drie
achtereenvolgende huwelijkse voorstel-
lingen trouwen ze op 14 october 1725.
Uit hun huwelijk wordt op 27 - 9 - 1726
een zoon, genaamd Aaron gedoopt.
Dit huwelijk liep op een of andere wijze
stuk, want op 11 april 1727 komt Kaatje
Steenvoorde, huisvrouw van den chi-
rurgijn in de kerkeraadsvergadering
klagen dat haar man haar hadde verla-
ten en zij deswege niet in staat was om
de kost voor haar en hare vijf kinderen
te verdienen; dat zij daarenboven tegen
mei moest verhuizen en geen huis wist
te huren, verzoekende derhalve dat de
vergadering haar de behulpzame hand
mocht bieden. Voor haar wordt, met
medewerking van het Algemeen Arm-
bestuur, een huis gehuurd en haar wordt
daarenboven éne gulden per week toe-
gelegd.
Voorjaar 1728 - op 2 - 2 - 1728 - komt
Kaatje weer ter vergadering en klaagt
dat zij niet in staat was hier iets te kun-
nen winnen: van de wekelijkse bedeling
kon zij met haar kinderen niet leven en
zij is daarom van plan in Utrecht te gaan
wonen, waar wellicht werk voor haar is
te vinden. Ze krijgt voorlopig 8 stuivers
per week méér en op haar verzoek krijgt
ze voor Utrecht een Acte van Indemni-
teit mee (dit was een soort garantiever-
klaring voor de diaconie van Utrecht,
die in voorkomend geval zich op Har-
Het volgende huwelijk, gesloten door
Ds J. van Loon (predikant te De Meern
van 1708 - 1730), roept enige vragen op.
Was er sprake van een familie-relatie of
was de bruidegom legerpredikant? Dit
laatste zou wellicht via de standplaats
van de bruidegom te achterhalen zijn.
In het Trouwboek staat: op 16 augustus
1710 zijn, na vertoon van behoorlijke
dimissorialen (= volmachten) soo van
Cleef als van Hulschede en Luden-
scheyt, de Heer Petrus Domminger,
Predikant tot Hulschede en Luden-
scheyt, en Juffr. Cornelia Francina Wa-
chendorff, woonachtig tot Cleef, alhier
van mij in den houwelijken staat ingeze-
gend en bevestigd (Ludenscheid ligt in
het Sauerland; Hulschede , nu Hül-
scheid ligt er ten noorden van).
Lodewijk Arskijne
Dan nu nog de lieden van Engelse af-
komst.
In De Meern wordt op 5 november 1654
gedoopt het kind van de Heer Lodewijk
Rondtrekkende ketellapper die voor een huis ergens in Holland aan het werk is, eerste helft ne-
gentiende eeuw.
Met zijn linkervoet bedient hij een blaasbalg en op een aambeeld bewerkt hij een ketel, terwijl een
vrouw hem een kapotte snuiter aanbiedt. Achter hem staat een mars met ketels. Waarschijnlijk is
hier een "teut" uit het Brabants-Limburgse grensgebied afgebeeld.
Anonieme ets. (Atlas van Stolk, Rotterdam 5660III)
-ocr page 56-
september 1984
233
gelse Regiment van Prins George van
Denemarken, en Juffrouw Jacoba Vic-
toria Bartolotti van den Heuvel tot
Buchlin, na behoorlijke attestatie van
Tiel (N.B. Prins George van Denemar-
ken, geboren Kopenhagen 1653 en over-
leden Kensington 1708, was de jongste
zoon van koning Frederik van Dene-
marken. In 1683 trouwde hij prinses
Anna Stuart, de dochter van Jacobus II
en tevens kroonprinses van Groot Brit-
tannië. Tijdens de revolutie van 1688
koos hij partij voor Willem III. Bij de
troonopvolging van Anna in 1702 werd
hij tot Groot Admiraal benoemd).
Teilde, op 31 juli 1692, heel wat meer,
nl. voor de armen vijftig gulden.
Op 7 januari 1677 trouwt Ds van Sijpe-
steijn Joncker Mac Gillyenddij, capi-
teijn in dienst deser landen, J. M., met
Joffrouw Lucretia Daafslaer, J. D., na
vertoning dat hare drie geboden tot Wa-
geningen zonder verhindering waren ge-
gaan.
Een bizonder leuke notitie is die van 8
september 1677. Dan worden door Ds
van Sijpesteijn in de huwelijke staat be-
vestigd Leonard van Hesta, trompetter
onder de lijfgarde van prins Maurits, J.
M., en Agnes Southsy, J. D., na verto-
ning dat haar drie huwelijkse geboden te
Utrecht zonder verhindering gegaan
waren (N.B. Deze prins Maurits moet
wel Johan Maurits (1604- 1679) zijn ge-
weest, de bouwer van het Mauritshuis te
Den Haag ; in 1672 was hij bevelhebber
van het Staatse leger in het noorden.
Ook was hij nog enige tijd gouverneur
van Utrecht).
Aan Ds J. Leusden (predikant te De
Meern van 1705 - 1708) viel de eer te
beurt op 16 mei 1706 te mogen trouwen
Mattheus Eaton, kapitein onder het En-
Arskijne, "Cappetijn vuer een compag-
nie te voet"; de moeder is Joffrou w Wil-
helmina Edmondt. Het kind is genaamd
Lowijs en de getuigen zijn Jonkheer
Wilhelmus Edmondt en Joffrouw Mag-
dalena Bettens.
Dominee A. van Sijpesteijn (predikant
te De Meern van 1653 - 1704) wisselt
nogal eens van schrijfwijze. Hier is het
Lodewijk Arskijne, bij de doop van zijn
neef Thomas (20 - 8 - 1654) staat Asch-
kin, bij die van zij neef Petrus Wilhel-
mus (3 - 2 - 1656) staat As.scine. Zijn
zwager Wilhelmus Edtmondt, die luite-
nant bij hem is, wordt Jonker genoemd;
hij was gehuwd met Levina Tijsse. Ook
deze namen worden bij herhaling ver-
schillend gespeld.
Een familielid - Juffrouw Elisabeth Ma-
ria Askijn - trouwt op de morgen van 6
september 1687 met mijnheer Antonie
Metrael, luitenant van de garde van
zijne Hoogheid. Speciaal wordt in deze
dienst gecollecteerd voor de armen op
Veldhuizen. De opbrengst zal wel tegen
zijn gevallen, want die bedroeg f 3.8.0
(zegge drie gulden en acht stuivers)!
Dan was die bij het huwelijk van de
Heer Majoor Willem Booth en Agnes
Bronnen
Kerkelijk archief Harmeien
Kerkelijk archief De Meern
Illustraties uitJan Lucassen, Naar de
kusten van de Noordzee
(Trekarbeid in Europees
perspektief, 1600 - 1900)
1984
De legende van den Ham
Openluchtspel VLEUTEN 1946
Toonden wij in het vorige nummer het programmaboekje van het openluchtspel in Haarzui-
lens. In dit nummer foto's en tekst van het eerste spel "Een speelse historische herinnering".
Tekst is het 1 ste bedrijf
Tooneel in het donker. Als het licht wordt twee minstreelen,
die bij de luit een oud Nederlandsch weemoedig lied zingen.
Als de burchtvrouw langzaam en statig opkomt, in zichzelf
gekeerd, beëindigen zij hun zang.
De burchtvrouw Elisabeth:
Ga voort, ga voort. Muziek is balsem
Voor 't afgepijnde hart,
Dat bange voorgevoelens voedt
En door verlangen wordt verteerd.
Eerste Minstreel:
Gij wilt gewis, o vrouwe een vrolijk lied
Dat som'bre klacht verdrijven doet.
Elisabeth:
Neen, neen, mijn goede vrienden.
Vervolg den zang, die gij hebt ingezet.
Een lied, dat leed en smart vertolkt
Is zoete troost juist voor ' t gekweld gemoed.
-ocr page 57-
234
september 1984
De minstreelen voltooien de ballade waaraan zij bezig waren.
Tijdens het zingen komen de zoon en de dochter van de burcht-
vrouw binnen Margriet en Wouter. Als het lied ten einde is
verdwijnen de minstreelen.
Margriet (tot haar moeder):
Nog geen bericht van Vader?
Elisabeth:
Nog niet. Al dagen duurt het wachten.
O, deze onheilzwangere tijd!
Zij togen zoo blijmoedig uit de mannen
"Hebt heusch geen zorg, wij keeren spoedig weer"
Dat was Uws vaders laatste groet
Toen hij de slotbrug over, bij de poort.
Zich wendend in het zaal ten afscheid wenlcte.....
Ja, spoedig.....
Wouter:
Waar ging het heen?
Elisabeth:
Naar Vreeland, om de ruiters af te straffen.
Die van de Domstad uitgetrokken
Zich quasi wrekend op de Hoekschen
Het land onveilig maken overal.
Geen burcht, geen hoeve niets is onveilig
Voor dit onzalige gespuis
Van Kabeljouwsche plunderbenden
Ja, zelfs een klooster van de vroomste orde
Is voor die schennershand gewilde buit.
Uw vader vreesde, dat oom Frederik........
Wouter:
Hij woont toch in een sterk kasteel
Het slot in Vreeland, dat door ieder wordt gevreesd....
Wat vreest oom Frederik?
Elisabeth:
De Ruiters waren sterk gewapend
En bovendien, ge weet: ook boeren trekken rond.
Margriet:
Ge meent de Broeders van de groene tent?
Mochten zij elkander vinden.
De ruiters en de stroopers van beroep
Dan kon wel eens......
Wouter:
Ik wilde dat ik oud genoeg was om
met vader mee ten strijde te trekken
Ik zou........
Elisabeth:
Doldriftig kind, betoom 't opstandig hart
De oorlog is - gij kunt dat weten -
iets anders nog dan een opwindend steekspel.
Wouter:
Maar moeder, oorlog is het handwerk van den man
Die als een vrije is geboren
En die door God en de natuur geroepen is
Het zijne te verdedigen en beschermen.
Elisabeth:
Ach moet het eeuwig blijven zoo?
Zal deze bitter-bitterschoone wereld
Dan immerweer zichzelf verteren?
Is vrede nooit meer dan een hersenschim
Door ijdele fantasten nagejaagd?
Margriet:
Wat zwart zijt gij gestemd.
De laatste dagen wist gij steeds een woord
te vinden dat ons opbeurt en verkwikt.
Maar thans......
Elisabeth:
Let niet op mij. Ik had een droom
Vannacht........
Margriet:
Een droom?
Elisabeth:
Die van het ontwaken af mijn hart
met bangen kommer houdt vervult.
Wouter:
Wat, moeder, ook al bijgeloovig?
Elisabeth:
Ach, bijgeloovig niet, maar toch.........
Ik moest een wandeling makend in een bergland,
En overvallen door een zwaren storm,
een schuilplaats zoekend in een droge grot
Waar ik al dolend door de naakte gangen
En aangetrokken door een vreemd geluid
Steeds verder van den ingang kwam verwijderd
Zoodat ten lest het spoor ik bijster raakte.
Daar stond ik plotsling voor een grimmig beest
Een wolf? een hond? ik kon niet onderscheiden
Maar 't blies zijn heeten adem naar mij uit
Ik wilde vluchten, maar wist niet waarheen.
Ik wilde roepen, maar mijn keel bleef stom
Toen kwam het dier dofgrommend op mij af.
Ik voelde reeds zijn adem op mijn hand.
Toen plots de wanhoop opstond tot een daad:
Ik greep en had hetzelfde oogenblik
Het woedend beest reeds bij den strot
Een felle worsteling ontstond
Maar ach, van krachten al te ongelijk.-
De spanning, die mijn hand droeg
werd na een poosje reeds verlamd
Toen dan het dier zich los wrong uit mijn greep,
vervulde een rauw gebrul de lucht
Ik wist, dit zou het einde zijn.
Ik boog het hoofd en bad tot God,
en zie-ik was ontwaakt en lag te baden in mijn zweet.
Nu weet gij hoe mijn somberheid ontstond.-
Mijn arme man-ik vrees........
De Kok Anselmus: (groot en zwaar)
Ik zie, ik stoor.
Elisabeth:
Welnee, je komt op tijd Anselmus
Wat is er uit de keuken wel voor nieuws?
Anselmus:
Mevrouw het maal is klaar.
Elisabeth:
-ocr page 58-
september 1984
235
Eerste rij van links naar rechts:
Elly van de Heerik, Kees Wieman, To Versteeg, Ria Sterk
Tweede rij van links naar rechts:
Tiny van der Wel, Stien van de Beek, Herman van den Tempel, Adriaan Pos, Hannes van der Bilt, Cor Niessen, Wil Witmer, Jannie Sterk, Wim
Hoogstraten, Wijntje Makking, Kees van Gisbergen
En toch - in deed het wel,
maar arme hart - het had dan heel wat te verduren.
Ik geloof al zijn leven dat
ik daar nog een kleine hartzwakte aan te danken heb.
Margriet:
Hoe kon je vader zoo'n goedhartig mensch als jij bent zoo
mishandelen?
Anseimus:
Hij was een slecht menschenkenner mejonkvrouw.
Margriet:
Hij wist zeker ook niet, dat je kok zou worden?
Anseimus:
Hij wist alleen , dat ik graag uit de pot snoepte.
Wouter:
En doe je dat nog?
Anseimus:
Alleen van de gerechten jonker, die een ander heeft klaarge-
maakt. Van mijn eigen proeven proef ik niet meer.
Elisabeth:
Vertrouw je die dan zoo slecht?
Anseimus:
Ik vertrouw ze te goed mevrouw. Of liever: Ik weet er te veel
van, en dan is de lust verdwenen, 't Is net als met mijn vrouw.
Nu het onbekende bekend is, zeg ik: ik pas.
Margriet:
Wat schaft de pot?
Anseimus:
Wij eten hart vandaag.
Elisabeth:
Een hart, waarvan?
Anseimus:
Van Uwen trouwen dienaar.
Elisabeth:
Wat, van Uzelf?
Anseimus:
Mevrouw, ik legde heel mijn hart
in d'eedle kook- en braadkunst.
Elisabeth:
Je maakt ons dus tot menscheneters
Anseimus:
Als U het zoo bezien wilt ja
Maar kan een kok zich beter wenschen
dan dat hij dient om eedle vrouwen
een hart te steken onder den riem?
Margriet:
Heb je dan een moedig hart Anseimus?
Anseimus
Mijn vader zei altijd, dat
Ik niet het hart moest hebben
om dit of dat te doen.
-ocr page 59-
september 1984
236
Uw heer, mevrouw maakte zich op
met al zijn ridders huiswaarts weer te keeren
In trotsch besef van goedvolbrachte taak
Toen eensklaps die uit Utrecht,
De ruiters uit het Kabeljauwsche nest.
Zich weer vertoonden aan den horizon.
Maar nu verdubbeld en versterkt
in wapens en getal.
De broeders van de groene tent.....
Margriet:
Die bruten en rabauwen!
Bode:
Zij hadden bij de ruiters zich gevoegd;
met ongelijken oorlog tot gevolg.
Uw heer besloot den strijd te staken en
nog voor er van verzliezen sprake was
zich op zijn slot terug te trekken.
Hij is op weg hierheen.
Elisabeth:
Ontruim de tafels. Als er verder wordt gegeten
Is het boven in de kemenade.
De ridders kunnen in de voorzaal
Zich laven aan wat spijs en drank.
Zie toe Anselmus, geen te groote kroezen!
Gij minnezangers, hoe het mij ook spijt
- Gij weet hoezeer ik Uwe kunst bemin -
Gij zijt thans vrij, zet Uwe reizen voort
Of zoo ge blijft, bereid U voor op zwaren tijd
Een tijd wellicht van honger en gebrek.
(de minstreelen buigend aQ
Anselmus:
O, wee mijn arme maag.
(de tafels worden afgeruimd)
Margriet:
En Diederik mijn vriend. Zal 'k ooit U weerzien?
Hij zou deez' zomer nog van Woerden komen
Zijn laatste letter ken ik woord voor woord
Heb liefste nog een korte tijd geduld
Al valt die korte tijd ook zwaar
Dan zal ons beider vuur'ge droom
toch zonder twijfel in vervulling gaan.
Ik reken vast op U -
Reken op mij.
Wouter:
De oorlog heeft zijn kwade kansen en zijn goede.
Mijn zusjelief, hou goede hoop
Wij zullen dit verwaten Utrechtsch tuig
Een toontje lager leeren zingen.
De Bisschop heeft hen niet meer in de hand. Welnu -
(de heraut blaast)
Maar ginds komt vader, ik ga hem tegemoet.
(na veel gerucht van Ridders, paarden etc. komt de Burcht-
heer binnen en omhelst zijn vrouw, die hem teeder tegemoet
gaat)
Einde Ie bedrijf.
Ik hoop maar niet dat elke man zoo redeneert.
Anselmus:
Wij koks mejonkvrouw, zijn alevel rare snuiters, of wij groo-
te messen dragen of niet.
Elisabeth:
Je moest een poosje gaan varen Anselmus,dan werd het be-
kende weer wat onbekend.
Anselmus:
U zult wel gelijk hebben, mevrouw. Maar ik mag de dames
niet het verdriet aandoen de keuken in handen te laten van
de hartelooze suffers en nietsnutten, die zich mijn koks-
maats noemen en die ik de eer heb thans voor U op te roe-
pen, (hij klapt in de handen)
(de drie kokmaats verschijnen met groot opgemaakte scho-
tels en voeren een dwaas ballet uit. Als zij tenslotte de ge-
rechten op tafel plaatsen en de bekers worden gevuld, blaast
de heraut van den toren en kondigt de komst van een bode
aan.)
Elisabeth: (tot den bode)
Brengt gij nieuws van mijn man en heer? Goed nieuws?
spreek!
Bode:
Goed nieuws mevrouw.
Uw man en onze Heer laat U en de Uwen groeten. Na een
kleine schermutseling was de strijd ten einde, de Utrechtsche
ruiters zijn met bebloede koppen afgedeind.
Elisabeth:
Spreekt ge de waarheid?
Bode:
Zoo waarachtig mevrouw als ik voor U sta en mijn eigen
vrouw liefhebt.
Elisabeth:
Dat is goede taal. Neem daar een voorbeeld aan Anselmus.
Anselmus:
Iedereen heeft zijn eigen kruis te dragen mevrouw. En
van navolging houd ik niet. Maar ik wensche U van harte ge-
luk en ook mezelf, want mijn gerechten zullen het gezelschap
nu dubbel goed smaken. Zal ik de Minstreelen roepen?
Margriet:
Ja, laat ze komen.
(de minstreelen komen en zingen een vrolijk lied. Midden
in dit lied blaast weer de heraut. Een nieuwe bode is versche-
nen. Elisabeth grijpt naar haar hart.)
(tot den bode:
O, bonzend voorgevoel zwijgt stil
(tot den bode;) Wat weet gij van den strijd?
Hoe is het met mijn man.
Bode:
De kansen kunnen keeren. Wie eerst te winnen scheen deinst
achteruit. En wie terug trok maakt zich driest opnieuw.
Elisabeth:
Niet te wijdloopig alsjeblieft, vertel nauwkeurig watje weet.
Geen woord teveel, noch ook te weinig.
Wij zijn op alles voorbereid.
Bode:
-ocr page 60-
-ocr page 61-
239
september 1984
De Strijkviertel
In aansluiting aan het verhaal over de
Strijkviertel in onsjuni-nummer van dit
jaar, van de hand van H. J. van der
Weyden - van den Brink, plaatsen wij nu
op de middenpagina's een afbeelding
van de weg, zoals die in 1926door Chris
Schut met vetkrijt in een tekening werd
vastgelegd (prentenverzameling Topo-
grafische Atlas van het Rijksarchief te
Utrecht).
Fraai zijn de rijen populieren te zien
langs het landelijk smalle pad.
Een reaktie op genoemd artikel kwam
van mevrouw P. van Oosterom - van
Veen te Baarn, een dochter van David
van Veen. Zij nam vanuit het raam van
de bovenverdieping van haar ouderlijk
huis aan de Heicopperkade (toen no. 3,
nu no. 7) foto's van de aanleg van Rijks-
weg 12 in de jaren vóór de tweede we-
reldoorlog. Die foto' drukken wij hier-
bij gaarne af.
Een tweede reactie kwam van de heer J. J. E. Westerhout te De Meern. Hij en zijn
vrouw leverden een foto van de witte boerderij die eens stond op de plaats waar in
Rijksweg 12 het viaduct over de Strijkviertel kwam.
Vóór het huis ziet U de veehouder Jacob (Job) Westerhout, zijn vrouw Jannigje
(jansje) Kuus en hun dochter Anna.
Jacob werd op 20 - 3 - 1869 te Schalkwijk geboren als zoon van Jan Adrianus Wes-
terhout en Anna de Graaff en hij overleed op 27 - 5 - 1946 te Vleuten.
Jannigje werd op 27 - 3 - 1878 te Vleuten geboren als dochter van Hendrik Kuusen
Dirkje van Leersum en zij overleed op 27 - 9 - 1948 te Vleuten.
Hun dochter Anna Adriana werd op 6 - 4 - 1923 te Oudenrijn geboren; zij overleed
op 15 - 6 - 1955 te Zeist.
De zandzuiginstallatie op de plaats van de latere Strijkviertel-plas
De baggermolen die tussen twee dijken het cunet uitbaggerde, waar
later het zandlichaam
van de weg in zou komen
Een sleepboot die de met uitgebaggerd veen geladen onderlossers
naar hun bestemming moest brengen. Deze boot voer dus met zijn
sleep in het cunet. Op de voorgrond is de Heicopperkade te zien en op
de achtergrond de bomenrij van de Rijksstraatweg. De foto is geno-
men van zuid naar noord
Daar de verbinding van de Strijkviertel met de Heicopperkade was
verbroken, lag deze pont in het cunet.
-ocr page 62-
240
september 1984
Léon van Esch, Hindersteinlaan 7 Vleu-
ten
Een ingelijste kleurenfoto van kasteel
de Haar te Haarzuilens.
C. J. Agterberg, van Heemskerklaan 3
De Meern
Een houten tuinrol.
A. H. Verheul, Brink 13b Haarzuilens
Enkele oude munten.
Mevr. C. Versluis, Boorstraat 31
Utrecht
Fraai versierd gedicht van Paulina
Petronella Johanna Odilia van Bijle-
velt t.g.v. het 12'/2 jarig huwelijks-
feest op 5 - 6- 1881 van haar ouders
Simon Petrus Wilhelmus Henricus
van Bijlevelt en Elisabeth Bernardina
Ie Brun.
Uit de nalatenschap van Th. van Engelen
Zandweg 117 De Meern
Een kist met Romeinse aardewerk-
fragmenten.
J. S. van der Leest, Woerdlaan 18 De
Meern
Stukken Romeins aardewerk, in 1980
gevonden tijdens graafwerkzaamhe-
den bij het zg. gashuisje aan het eind
van de Woerdlaan.
C. Seckel, Meerndijk 90b De Meern
Door Prof. C. Isings gedetermineer-
de Romeinse vondsten, in 1976 ge-
daan bij de aanleg van een gasleiding
langs de Castellumlaan.
N. N.
Een zg. Jacobakan, enigszins bescha-
digd maar inmiddels fraai gerestau-
reerd door Eric Graafstal.
N.
f 25,~
N.
Bidprentjes.
N
N
N
N.
Kerkboekjes en bidprentjes.
Het is weer een hele lijst, waarvan wel-
licht speciaal de eerste twee nummers U
kunnen aansporen óók eens op uw zol-
der te kijken of daar niet misschien lang
vergeten spullen liggen waarmee uw
museum dolgelukkig zou zijn.
Heicopperkade 7
Wie wat bewaart, die geeft wat.
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze verzameling, de volgende
schenkingen aanvaard van:
V
Gebrs. Bonenkamp, Castellumlaan 4
De Meern
Een zg. dommekracht. Deze werd in
1976 gevonden op de zolder van een
oude schuur aan de Zandweg, die
door de gebrs. Bonenkamp was aan-
gekocht van de familie Schipperhein.
C. H. Jongerius - Janssens, Alendorper-
weg 13 Vleuten
Een beddekruik en een bakkerszeef.
Familie Spoelstra, P.van Vianenstraat 5
Utrecht
Een zg. gaper. Deze werd rond 1920
bij
sloopwerkzaamheden gevonden
op de zolder van het huis van een
kapper in een zijstraat van de Brink
te Haarzuilens.
Dr D. W. Gravendeel, 't Zand 35
Vleuten (tel. 03406 -1793), vraagt,
ten behoeve van een studie over
"De Katholieke Illustratie", afle-
veringen te leen van dit vroeger
veel gelezen weekblad.
-ocr page 63-
september 1984
241
EEN SPROOKJE VAN ANDERSEN.
„Gisteren," zoo vertelde mij de maan, „sloeg ik een blik
in-een kleinen tuin, rondom door huizen ingesloten. Daar
lag eene klokhen met elf kuikentjes; een aardig klein
meisje huppelde rondom de dier'jes; de hen klokte en
spreidde verschrikt hare vleugels over de kuikentjes uit. Toen
kwam de vader van het meisje; hij beknorde haar, en ik ging
voorbij, zonder er verder aan te denken.
„Heden avond echter, het is slechts weinige minuten geleden, wierp ik weer een
blik in denzelfden tuin.
„Alles was stil; spoedig echter zag ik het kleine mei»je zachtkens naar het hoender-
hok sluipen, den grendel terugschuiven en naar de hen en kuikentjes gaan; deze
schreeuwden luid en fladderden rond; de kleine Hep ze achterna: dat zag ik duidelijk,
want ik gluurde door een gaatje in den muur. Ik maakte mij boos over het stoute
kind en was blijde, toen de vader kwam, nog harder dan gisteren knorde en haar
bij den arm nam; zij boog het hoofdje, de blauwe oogjes waren met groote tranen
gevuld. „Wat doet gij hier?" vroeg hij. Zij antwoordde weenende:
„Ik wilde de hen kussen om haar wegens het plagen van gisteren vergiffenis te vra-
gen, maar dat durfde ik u niet te zeggen."
„En de vader kuste de lieve onschuld op het voorhoofd, ik kuste haar echter de
oogen en het mondje."
Uit: "De Katholieke Illustratie 1874/75"
-ocr page 64-
september 1984
242
Oud-schoolhoofd Jac. de Bruijn:
"Eigenlijk weet ik nu nog niet
hoe ik mijn naam moet schrijven"
"Als ik praat hoeft een ander niks te zeggen," laat hij weten. Een zin waar gevoelsmatig ver-
schillende betekenissen aan kunnen worden toegekend. De woorden krijgen een enigszins
strenge klank wanneer verband wordt gelegd met het vroegere beroep van de spreker: leraar.
En inderdaad, de heer Jac. de Bruijn uit De Meern wekt niet de indruk dat hij een persoon is die
er vrede mee kan hebben zijn kennis over te dragen temidden van een klas met babbelende toe-
hoorders. Hij zal ongetwijfeld stilte en aandacht hebben afgedwongen.
Anders is het als wordt gedacht aan de lezingen die de heer De Bruijn in de loop der jaren hon-
derden malen heeft gegeven. Inderdaad hoeft er dan niks te worden gezegd, want de oud le-
raar laat geen ruimte voor het vermoeden dat hij de hem toebemeten tijd niet zou weten te
vullen. Ondanks dat hij vorig jaar met een ernstige keelaandoening te kampen had is het hem
zeer wel mogelijk zijn causerie zonder geluidsversterkende middelen ten gehore te brengen.
Dat was duidelijk te merken tijdens de jaarvergadering van onze vereniging. Een beetje zielig
eigenlijk voor onze voorzitter, die voor die gelegenheid net zo'n aardige geluidsinstallatie had
aangelegd. We nodigen een 78-jarige uit, zal Jan wel hebben gedacht, dus we moeten daar
meteen maar wat voorzieningen voor treffen. Maar de gast wees de microfoon resoluut af en
wist zijn gehoor uitstekend te bereiken.
-ocr page 65-
september 1984
243
Jacob de Bruijn werd op 16 september
heette dat toen. Ja, waarover ? Over
1905 geboren in Breukelen Nijenrode.
"Vroeger had je twee Breukelens," zegt
hij. "Breukelen Nijenrode en Breukelen
Sint Pieter. Dus wie aan genealogie
(= het natrekken van de stamboom)
doet moet wel weten in welke gemeente
hij is geboren, want als je in Breukelen
gaat zoeken vind je het nooit. Die plaats
is pas later ontstaan uit een samenvoe-
ging-
Bekende
dorpsgenoten
door Gerrit Jan Bel
kaasgebreken of stoppelgewassen en die
dingen. Later in de oorlog was ik ook
nog rijksveevoederadviseur van ik weet
niet hoeveel gemeenten. Idioot, ik zou
er geen lor meer van weten."
Sollicitatiegesprek
Het gewone onderwijs bleek De Bruijn
uiteindelijk niet zo te trekken en hij wil-
de daar ook best vanaf. Maar in de cri-
sistijd lagen de banen niet zomaar voor
het opscheppen en vervolgens kwam de
oorlog er ook nog tussen. Toen die
voorbij was hoorde hij dat er een vaca-
ture was aan de rijkstuinbouwschool in
Vleuten. Wie heeft gelezen hoe in 1884
de sollicitatieprocedure van Kees Val-
kenstijn was verlopen om een aanstel-
ling bij het openbaar onderwijs in Vleu-
ten te krijgen weet dat zulke zaken toen
zonder veel omhaal snel tot een goed
einde kon worden gebracht. Wat dat be-
treft bleek er 60 jaar later nog niet veel
te zijn veranderd.
"Ik moest bij de inspecteur voor tuin-
bouwonderwijs in Den Haag komen. Ik
kom binnen en hij zegt: u bent meneer
De Bruijn ?
Ik zeg: ja.
Hij zegt: dan kent u m'n tante in Har-
melen.
Ik zeg: wie is uw tante ?
Hij zegt: mevrouw Viveen.
Ik zeg: ja, die ken ik wel.
Hij zegt: daar heb ik wel eens gevist.
Ik zeg: nou, dat is aardig.
Hij zegt: heeft u nog wat te vragen ?
Ik zeg: nee meneer de inspecteur.
Ik kon gaan. Wat een onderhoud hè ?
Nou, veertien dagen later had ik een
aangetekende brief. Ik was benoemd tot
hoofd van de rijkstuinbouwschool in
Vleuten.?
Landbouwonderwijs
Dat was in 1946. Eindelijk was het De
Bruijn dan gelukt om bij het land- en
tuinbouwonderwijs te komen, maar al
op zeer korte termijn ontwikkelde de
gang van zaken zich anders dan hij aan-
vankelijk had gedacht. In de oorlogstijd
waren alle tuinbouwscholen die uitgin-
Tiendaa^se Veldtocht klinkt door
Op J H. IH.U komt er i'cn schrijven
van df Mtnisict van Staat: ZifmMa"
IcMcti verordent dat Zonéag 14
aui(u.\m\ aliiemeeii Bededag Züi zijn
. op het oi;enh/ik da! het zwaard ge-
voerd moei
i( orden
hendaavH' w/diorht 2 - 12 aug.
ISJI).
()\ er LHJ.^ komt in de kerketekening
ven po\t voor' oorlof^slasien
/ 2,26.
(Vit: De Hervormde iiemeettte De
Meern)
Midda^collecte elf centen
Op IH 3 1920 deelt een der brm^n
mede. dat hijeens undei Ds. E, ificen
midtiagdicn\t elf eenten coUectterée,
Dit ontlokte aan zi/n mede-ou^rfm-
gen de opmerkt»t;. dal de broeders
toen zelve ook niet ai te Wéii
gegeven.
{uit: De Hervormde Gemeente De
Meern)
gen van een standsorganisatie - zoals de
ABTB (de Algemene Boeren- en Tuin-
dersbond) - allemaal rijkstuinbouw-
school geworden om uit handen te blij-
ven van de Landstand, een afdeling van
de NSB. Maar na de oorlog eisten al die
organisaties hun scholen weer op. Ook
in de provincie Utrecht moesten ze wor-
den verdeeld.
"Nou, ik dacht dat de CBTB (Christelij-
ke Boeren en Tuinders Bond) recht had
op de school in Vleuten, maar ja, de
ABTB (de katholieke tegenhanger) trok
aan het langste eind. Toen zaten ze dus
met een protestants hoofd aan een
rooms-katholieke tuinbouwschool. Ik
kon er tot de dag van m'n dood blijven,
maar ik zei: als ik de kans krijg ga ik
toch weg.
Nou, ik moet zeggen dat ze een ontzet-
tend vertrouwen in me hebben gehad,
want ik kon doen en laten wat ik wou.
Toch zocht ik wat anders, maar hetgeen
ik kon krijgen vond ik allemaal veel te
ver weg.
Toen bood de rijkstuinbouwconsulent
me aan om leraar in algemene dienst te
worden. Ik zeg: wat is dat ? Dat weet ik
eigenlijk ook niet, zei hij, maar ik heb
een schoolmeester nodig die brieven
kan schrijven en ik wil je belasten met
het onderwijs aan tuinbouwscholen
voor zover als we ze hebben. Nou, dat
waren dan de bloementeeltvakschool in
Baarn en een opleidingscursus voor de
tuinbouwakte.
Ik heb er nooit spijt van gehad, want ik
kon doen en laten wat ik wou. In die
functie ben ik mede-oprichter geweest
van de eerste tuinbouwschool voor
bloemsierkunst in ons land. Daar wer-
den de mensen opgeleid tot vakbekwam
bloemist. Dat vond ik heel leuk werk en
ik kon goed opschieten met de bloemis-
ten in m'n ambtsgebied. Ik organiseerde
ook excursies. Eerst binnenlandse,
daarna ook buitenlandse. Later hebben
we ook nog een tuinbouwvakschool
voor hoveniers opgericht.
Ik heb dat werk tot m'n zestigste ge-
daan. Toen kwam er op een avond ie-
mand bij me die me aanbood om direc-
teur te worden van de Stichting Cen-
trum Tuinbouwonderwijs Utrecht. Dat
was de lagere tuinbouwschool van Zui-
len die naar Utrecht verhuisde. Dat
Jarenlang ben ik kennelijk geen zoon
van m'n vader geweest, want die schreef
altijd Hendrik de Bruin met een i. Toen
ik op de kweekschool kwam had ik een
uittreksel van het geboorteregister bij
me en daar stond De Bruijn met een ij
op. Maar op mijn pokkenbriefje stond
De Bruin weer met een i. Ik werd van
school gestuurd, ik moest eerst maar
eens onderzoeken hoe mijn naam ge-
schreven werd . Maar hoe het nu werke-
lijk moet weet ik eerlijk gezegd nog niet,
want later ontdekte ik dat in een offici-
ële huwelijksakte van 1867 onze naam
op drie verschillende manieren werd ge-
speld, dus zo erg is het heus niet."
Avondcursussen
Nadat hij onderwijzer was geworden
zwierf de heer De Bruijn eerst wat rond,
zoals hij het zelf noemt. In 1933 kwam
hij in De Meern wonen. Eerst op de
Zandweg en anderhalf jaar later, in
1934, in het huis aan de Rijksstraatweg
waar hij nu nog steeds woont. Hij werk-
te in Harmeien, waar hij les gaf.
"Ik had inmiddels interesse gekregen in
landbouw. Dat is misschien gekomen
door mijn oom in Friesland die een van
de oudste land- en tuinbouwonderwij-
zers in Nederland was. Als we daar lo-
geerden moest ome Manus altijd dit en
dat laten zien of de een of andere proef
nemen.
Ik ben hier in De Meern landbouwcur-
sussen gaan geven voor boerenjongens.
Die lessen waren 's avonds en dat is ook
- buiten dat ik in Harmeien geen huis
kon vinden -de reden geweest dat ik hier
ben komen wonen. Dan hoefde ik op die
avonden niet heen en weer te fietsen. Ja-
renlang heb ik dat gedaan. Ik leerde de
mensen wat op het gebied van veeteelt,
akkerbouw, zuivelbereiding, planten-
ziekten, natuurkunde en zo. In die tijd
heb ik ook nog radiovoordrachten ge-
houden; in het Landbouwhalfuurtje
-ocr page 66-
september 1984
244
Foto links:
Een foto uit de jaren vijftig toen de heer De
Bruijn ook bibliothecaris was. Rechts de se-
cretaris van het Rijkstuinbouwconsulent-
schap, de heer C.de Haan.
Foto onder:
Op 17 januari 1968 werd het Tuinbouwonder-
wijscentrum in Utrecht geopend. In de kas
geeft directeur De Bruijn uitleg aan enkele
bezoekers, waaronder de commissaris van de
Koningin Mr. C. Th. E.Graaf van Lynden van
Sandenburg (rechts) en de inspecteur ir. J.
Riemersma (midden met bril).
werd een stadstuinbouwschool en in die
stichting zouden ook de vakscholen
worden ondergebracht.
In het begin was het niks hoor. Ik heb
die school nog moeten bouwen. Maar in
die vijfjaar tot aan m'n pensionering is
het behoorlijk uitgegroeid. Het bestuur
vroeg me nog een jaar te blijven, maar
ik heb er toen radicaal een streep onder
gezet.
Maar die centrale onderwijscommissies
hebben me nooit losgelaten. Tot verle-
den jaar heb ik nog altijd het examen-
werk nomenclatuur (= het schrijven
van wetenschappelijke plantennamen)
nagekeken van de Centrale Commissie
Bloemschikken en -binden. En met die
hoveniers was het precies hetzelfde.
Maar dit jaar doe ik het niet meer."
Meningsverschil
Bij zijn pensionering werd de heer De
Bruijn benoemd tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau. Hij kreeg de bijbe-
horende versierselen uitgereikt van bur-
gemeester v.d. Heide. Met hem had het
schoolhoofd al eens een felle discussie
gevoerd over de vraag waarom er bij-
voorbeeld wel een Pastoor Ohllaan en
een Pastoor Boelenslaan in de gemeente
zijn, maar het naambordje van de
Camphuysenstraat niet het woord do-
minee vermeldde. De burgemeester gaf
te kennen dat dit kwam omdat Camp-
huysen een dichter was, waar De Bruijn
tegenover stelde dat dit wel waar kon
zijn, maar dat de betrokkene indertijd
naat Vleuten was gekomen om vanaf de
kansel te preken en niet om gedichten
voor te dragen. De Bruijn zette zijn
woorden naderhand nog eens kracht bij
middels een fel stuk in De Brug. De bur-
gervader bleek geen wrokkige inborst
te hebben, want bij het opspelden van de
onderzoek was in Woudrichem. Bepaal-
de boeken die ik wou inzien waren al
eens door een ander zwaar beschadigd,
maar mij werd gezegd dat ik wel eerlijk
was.
"Hoe komt u daar nu bij?" vroeg ik.
"Nou, anders had de koningin je geen
lintje gegeven," zei die man. Dat had
'ie op mijn jas zien zitten."
Vechtstreek
De Bruijn's grote hobby is de historie
van de Vechtstreek. Daar weet hij dan
ook uitputtend veel van.
"Ik ben begonnen met wat dia's te ma-
ken en toen zei een van m'n chefs: je
moet er eens een verhaaltje bij houden.
Dat is uiteindelijk een causerie gewor-
den van tweemaal drie kwartier met
dia's: "Het leven op de buitenplaatsen
Reglement van uitverkoop
(24. 4. 1824)
Wie wettig verkozen is tot een kerke-
lijk ambt en geen voldoende reden
heeft üm te weigeren, moei hetakn
(Utredit f 50,--: Amersfoort f 30,-:
Rhenen, Wijk bij Duurstede. IJs.sel-
stein en Montfoorï f 25,~ en alle
overige plaatsen f 10,-).
(Uit: De Hervormde (icmeerue De
Meern)
ridderorde prikte hij niet door.
"Ik vond die onderscheiding bijzonder
aardig. Ik loop heus niet buiten m'n
schoenen, maar ik vond het vooral leuk
omdat het van m'n personeel is uitge-
gaan. Maar je krijgt er verder niks voor
hoor. Ja, ik heb er één keer een plezier-
tje van gehad toen ik op genealogisch
-ocr page 67-
september 1984
245
Meern hebben gediend sinds deze plaats
in 1645 als afzonderlijke kerkelijke ge-
meente werd erkend uitvoerig aan bod;
ook hetgeen zich gedurende die tijd op
kerkelijk gebied allemaal afspeelde.
Daarnaast zijn er uitgebreide lijsten met
ouderlingen, kerkvoogden en notabelen
opgenomen, maar wordt er ook ruim-
schoots aandacht geschonken aan het
onderwijs (sinds 1593) in De Meern.
Het geheel is niet zonder persoonlijke
kanttekeningen van de schrijver geble-
ven. Verbaasde uitroepen als Waarom ?
Wat jammer! Wat had men hiermee te
maken ?
en Waar halen ze die vandaan!
treffen we regelmatig aan in de tekst.
Dit alles maakt van het geschrevene
meer dan een dor geschiedkundig ver-
slag. Het boek is daarom een aanrader
van de eerste orde. Dat het hier eigen-
lijk om de kerkelijke geschiedenis van
de hervormde gemeente gaat hoeft de-
genen die niet in geloofszaken zijn geïn-
teresseerd geenszins af te schrikken. In
de eerste plaats wordt hier een belang-
rijk deel van de Meernse geschiede-
nis beschreven en het werk van De
Bruijn bevat voor iedereen die daarvan
Geen voetbal op zondag
Opis i. 1920 wordi het voeihatlen
op zonddf^ besproken. Men besluit
aan Je heer V an V.. op wiens lerf^is
dn plaaLivindt, een schrijven ttrléh»
ten om aan deze zondagsontheitiging
een einde re maken
(Uit: De Hervormde üemeeHte Pt
Meern)
meer wil weten meer dan voldoende le-
vendige informatie. De prijs is veertig
gulden. Dat lijkt een fors bedrag, maar
zolang er ook enkele tientjes moeten
worden neergeteld voor een boekje met
oude foto's uit De Meern valt dat in ver-
houding nog erg mee. Voor wie interes-
se heeft: "De Hervormde Gemeente De
Meern" is verkrijgbaar bij de heer De
Bruijn, Rijksstraatweg 84 in De Meern.
Interesse in personen
Welk facet van de geschiedenis trekt de
oud-leraar het meest aan ?
"De personen, ook in die kerkelijke ge-
schiedenis. Neem nou die Henricus
Suijck. Op het bord hier staat dat 'ie is
gedeporteerd {— afgezet) en dan denk
ik altijd: wat zou 'ie nou hebben gedaan
die Hendrik Suijck ? Hier in de kerke-
lijke notulenboeken vind je er niks over
hè, maar als je dan het classicale archief
gaat nakijken zeg je: hé, ja. Jij was een
zuiplap, jij dronk teveel vader. Dan lees
je dat hij vraagt of hij uitgezonden mag
worden naar Indië om voor vrouw en
kind een eerlijk stuk brood te verdienen.
Het antwoord heb ik niet gevonden.
Dat vind ik jammer.
Bij de geschiedenis van de buitenplaat-
sen heeft mij natuurlijk ook de beplan-
ting geïnteresseerd. Zo staat er op
De Radio
Op 9. 3. 1927 heshiit men jaarlijks
f 10,— te geven aan h^t ffervarmd
Comité voor Hadio-uiizettdÏHgm van
kerkdiensten.
Op 22 9. 1P27 wardt nog meege-
deeld, dat door de vriendelijke en be-
langeloze hulp van de hei
mei donderdag S sept.JL dei
Federatie van Dlact>tti(^ gehouden
Radio-avond alhier M het attechem-
tielokaal
h erd beMiterd
{(.'ir: De Hervormde (Jemeente De
Meern)
Queekhoven een kastanjeboom, ik denk
de oudste van Europa. Er zijn op die
buitenplaatsen vaak zeldzame bomen,
zoals bijvoorbeeld tulpenbomen."
Buiten deze (tijdrovende) hobby's was
de heer De Bruijn ook nog jarenlang re-
dacteur van de kerkbode, notabel, kerk-
voogd, bibliothecaris van het Neder-
lands Bijbelgenootschap Vleuten-De
Meern en 30 jaar lang penningmeester
van het Groene Kruis. Daarnaast heeft
hij bij elkaar honderden lezingen gehou-
den. Niet alleen over de buitenplaatsen
aan de Vecht, maar ook over de geschie-
denis uit onze direkte omgeving.
Met deze activiteiten is hij inmiddels
gestopt. Hij schrijft zo nu en dan alleen
nog een bijdrage voor het blad van de
Nederlandse Bond van Gepensioneer-
den. Het onderwerp is daarbij (natuur-
lijk) bloemen en planten.
Toch is in hem ook de schoolmeester
van vroeger gebleven. Een man die van
orde in de klas hield en er zo zijn eigen
methoden voor had om de zaak onder
fmfvm
Op 29, $. l$M heskit men empmr
duizemd tur^m &p te dóen, bestemd
^m deze in de ei.s. winret mn de etr*-
men uit te rttkm,
(ViU De Bérwrméi Gemeente Be
Meern)
de duim te houden. Een leerling die on-
der de les veterdrop zat te eten mocht
het snoepgoed behouden. Wel mat
meester De Bruijn eerst even de lengte
op. Na afloop van de les moest de jon-
gen weer naar voren komen waarop de
handeling werd herhaald. Op die ma-
nier vergewiste De Bruijn zich ervan dat
hij niet werd bedonderd.
aan de Vecht, voorheen en thans." M'n
vrouw zegt: word je het nooit eens zat ?
Ik zeg: nee, want het is altijd weer een
ander publiek.
Het gevolg van zo'n lezing was vaak dat
ik nog een excursie organiseerde voor
die mensen. Zo ging ik vaak naar de bui-
tenplaats Queekhoven. Daar mochten
de mensen in de villa koffie drinken, bo-
ven in de kamers kijken en door de tuin
wandelen. Vaak ook kasteel Sypesteyn
in Nieuw Loosdrecht en soms bezoch-
ten we tot besluit een grote bloemiste-
rij."
Kerkelijke historie
Door zijn vak heeft de heer De Bruijn
verschillende leerboeken geschreven en
momenteel is hij weer bezig met de
voorbereidingen van een herdruk. Toch
is hij in de directe omgeving eerder be-
kend als schrijver van de kerkelijke
historie.
"Ik was eens met een genealogisch on-
derzoek bezig en toen moest ik ook in
het kerkelijk archief van de Hervormde
Kerk in Harmeien zijn. Toen zei die do-
minee: voel je er wat voor dat archief te
bewerken ? Dat heb ik gedaan en er een
boek van gemaakt. Dat was allemaal
stencilwerk, een paar honderd pagina's.
Er stond geen foto in, maar er was wel
een enorme vraag naar, want ik kwam
er 80 tekort. Nu ben ik bezig met een
herdruk waarin ook foto's zullen ko-
men.
Maar ja, toen kreeg ik hier naar m'n
hoofd geslingerd: maar jongen, je
woont toch in De Meern. Dus toen ben
ik aan de hervormde gemeente van De
Meern begonnen. Daar heb ik ander-
halfjaar aan gewerkt. Ik ben niet alleen
met het kerkelijk archief hier bezig ge-
weest, maar heb ook alle archivalia in
Utrecht nagevorst die betrekking op De
Meern hebben.
Ik heb het boek voor eigen risico laten
drukken. Vandaar dat het op voorin-
schrijving ging, want ik moest er wel
genoeg van kunnen verkopen. Ik had er
500 en heb er nu nog een 70. Persoon-
lijk had ik een grotere afzet in De Meern
verwacht, maar dat is wat tegengeval-
len. Ik had gedacht dat de kerk hier wel
het eerst zou toehappen, maar Thijs van
Bommel heeft het eerste exemplaar ge-
kocht en het tweede ging ook naar een
katholiek."
Goed verzorgd boek
"De Hervormde Gemeente De Meern"
is een fraai verzorgde uitgave van ruim
400 pagina's geworden. Wie zich in de
inhoud verdiept bemerkt dat de heer De
Bruijn zich er geenszins met een Jantje
van Leiden vanaf heeft gemaakt. Niet
alleen worden de dominees die De
-ocr page 68-
september 1984
246
Een telefoon voor Hofstede
f #
Terweide"
Uit het archief van Ridderhofstad "Voorn" is de korte briefwisseling te voorschijn gel<omen,
die de plaatsing van de palen regelt voor de telefoonleiding naar Hofstede "Terweide". Palen
die geplaatst moesten worden door de Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij uit
Amsterdam.
Amsterdam, 21 Juli 1906.
Den Heere Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers van Vliet
Burgemeester,
Amersfoort.
Hoogwelgeboren Heer,
Ten einde uitvoering te kunnen geven aan eene bij ons ingekomen aanvrage tot aansluiting van de Hofstede "Terweide" aan ons te-
lephoonnet te Utrecht, behoeven wij de vergunning voor het plaatsen van 17palen, op onderlinge afstanden van
± 50 M, langs den
particulieren weg van den Schutsluis in de Leidschevaart tot aan den Groenen Dijk in de gemeente Vleuten, zooals is voorgesteldop
bijgaande schetsteekening.
Wij komen U daarom beleefdelijk uitnoodigen ons daartoe wel Uwe vergunning te willen geven en in het vertrouwen op eene gunsti-
ge beschikking op ons vezoek zouden wij dan tevens gaarne van U vernemen met wie wij namens Ute dezer zake in overleg kunnen
treden.
Hoogachtend
Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij
Particulieren handen
Rond 1877 druppelde ook in Nederland
het nieuws binnen van de uitvinding die
de Amerikaan Alexander Graham Bell
had gedaan. Hij had een apparaat ont-
wikkeld waarmee de trillingen van de
menselijke stem elektrisch konden wor-
den overgebracht. Op die manier kon-
den twee personen via een draad met el-
kaar spreken. In de zomervakantie van
1879 kreeg dhr. H. F. R. Hubrechts van
de International Bell Telephon Com-
pany toestemming om in Nederland van
start te gaan met de Bell-telephoon.
Amsterdam
In 1880 verzoeken zowel Hubrechts
als de International Bell Telephon
Company de gemeente Amsterdam om
de concessie te krijgen voor de exploi-
tatie van een telefoonnet. De bruikbaar-
heid van deze nieuwe vinding werd ge-
toond door tussen twee lokaliteiten in
Artis een telefoonverbinding tot stand
te brengen. Een initiatief van de Inter-
national Telephon Company.
Deze proef werd een groot succes. Een
ieder was zeer tevreden. Ook de ge-
meente Amsterdam. Deze verleende de
concessie aan de inmiddels opgerichte
N. V. Nederlandsche Bell Telephoon
Maatschappij.
Direkteur werd de man die toen als
grootste telefoon deskundige kon wor-
den beschouwd; de heer Hubrechts. In
Holstede 'lerweide"
over het hele land uit.
De exploitatie van de telefoon in de be-
ginjaren was vrijwel overal een zaak van
particulieren ondernemingen.
Magische machine
Dat de telefoon in zijn beginjaren be-
schouwd werd als een magische machi-
ne blijkt wel uit de tekst in een adverten-
tie van omstreeks 1880 (advertentie van
Peck en Co Nieuwendijk 74 Amster-
dam).
1880 wordt met de aanleg van het Am-
sterdamse telefoonnet begonnen. De
eerste lijst van telefoonabonnees had
een lengte van 175 namen.
In 1888 werden de eerste interlokale
verbindingen, met Haarlem en Zaan-
dam, tot stand gebracht en spoedig
volgden de concessie uitbreidingen met
de verbindingen Amsterdam-Rotter-
dam en Amsterdam-'s-Gravenhage.
Verbindigen tussen plaatselijke conces-
sies, de maatschappij slaat zijn vleugels
-ocr page 69-
247
september 1984
maar het was er. Hoe voorzichtig over-
heid en toenmalige bevolking ook was,
die moderne toepassingen van o.a. elek-
triciteit waren niet te stoppen.
Telefoniste
In de beginjaren zat in elke telefoon een
batterij, met dit systeem kon men door
middel van een slinger aan het appa-
raat de telefoniste oproepen. Vanaf
1905 deed echter het centraal batterijen-
systeem zijn intrede en hoefde de abon-
nee slechts de hoorn van de haak te ne-
men om verbinding met de centrale te
krijgen. De telefoniste bracht de verbin-
ding met de gewenste abonnee tot stand.
Geleidelijk werd dit systeem verder uit-
de opstijgpunten en vandaar naar de
abonnees.
Voor het bevestigen van steunpunten,
isolatietoren en palen op of bij particu-
liere woningen of gebouwen was toe-
stemming nodig.
Begin jaren '30 werd begonnen het sy-
steem van luchtleidingen te veranderen
in een systeem met zwaar gepanserde
kabels onder de grond.
Telefonie rond 1880, één van de vele
handige dingetjes die uitgevonden wer-
den en die vaak pas veel later hun nut
zouden bewijzen.
De auto, de schrijfmachine, de gloei-
lamp, de elektrische tram allemaal za-
ken die soms jaren in de luiers zaten
De briefwisseling tussen de Nederland-
sche Bell Telephoon Maatschappij en
dhr Barchman Wuyters van Vliet toont
ook dat de telefonie in Utecht en om-
streken in die jaren nog een particuliere
aangelegenheid was. Een situatie die
eind vorige en begin deze eeuw lang-
zaam ging veranderen. De gemeenten
nemen de concessies in eigen hand.
In de randstad herdenken vele plaatsen
het 100-jarig bestaan van de telefonie,
zoals dit jaar bv. Utrecht.
Palen
In die tijd liepen de telefoondraden nog
bovengronds. De route voerde vanaf de
centrale naar, indien nodig, zogenaam-
-ocr page 70-
september 1984
248
gebouwd naar een volautomatisch sy-
steem.
Een systeem dat vanaf 1922 ingevoerd
wordt.
Kosten tellen
Pas in november 1930 was er appara-
tuur ontwikkeld die betrouwbaar ge-
noeg was om een nauwkeurige registra-
tie voor gesprekken te waarborgen.
Amsterdam was er het eerste bij het ge-
sprekstarief in te voeren.
In centrales werden permanent afgeslo-
ten tellerkamers ingericht, zodat het pu-
bliek niet hoefde te vrezen dat iedereen
zomaar bij de tellers kon komen. Regel-
matig werden de tellerstanden fotogra-
fisch vastgelegd en aan de hand daar-
van werd de abonnee belast voor de kos-
ten, in die jaren werd er ook intensief
gewerkt aan verdere toepassing van te-
lefonie bv.
*  Openbare telefooncel
*   Brandalarmsysteem
*   Verkeerslicht regulering
*  Taxipalen
enz.
Telefonie een communicatiemiddel wat
in de techniek zijn eindpunt nog lang
niet bereikt heeft.
Hofstede Terweide
Terug naar de aanvraag, waar de brief-
wisseling uiteindelijk over gaat.
Teneinde gehoor te kunnen geven aan
deze aanvraag moest de Nederlandsche
Bell Telephoon Maatschappij wel toe-
stemming vragen voor de plaatsing van
de palen. De palen gingen immers, het
was de kortste weg, over het land en
particulieren weg, van Ridderhofstad
"Voorn". Plaatsing van de telefoon
vond plaats in 1907.
Bronnen
Een eeuw telefonie in Amsterdam
E. Hattum en R. Suselbeek.
DE TELEPHON (VERTE-SPREKER).
Ziehier een zaak van nieuwe vinding:
Een wonderbaarlijke verbinding,
Men kan daarmede heel ver spreken
(Pas op, men mag zich niet verspreken).
Niet noodig meer telegrapheeren.
Men kan direct nu redeneeren.
Al wat men wil TELEPHONEEREN
Zoo ver men wil; derhalve Heeren!
Schaft u toch aan zulke Machinen,
Ze zullen u uitmuntend dienen.
Mocht ge ook aan 't eind van 't land soms wonen.
Door middel van de Telephonen
Kunt, rustig in uw Huis gezeten,
Ge aan MATADOR direct doen weten
Al wat er is van uw begeeren,
En keus van Warme WINTERKLEEREN,
Uw orders zal hij steeds vereeren,
Prompt en Solied excuteeren;
Hij mag gerust recommandeeren.
/,,«/,„/..«, f/ ^^ ■; ,v^ ^.
t . (MM %■ . lËlEPHOOS
/
/x *-^ Jf ^ ^''* . . ^ ' ~         ^ '^ ^
/■',--•-
Ü^.X^
-ocr page 71-
249
september 1984
(briefin klad op achterzijde brief van Nederlandsche Bell-Te-
lephoon aan Wuytiers)
25 Juli 1906.
In antwoord op uw schrijven van 21 Julij. l. heb ik de eer Urne-
de te delen, dat ik bereid ben vergunning te verlenen tot het
plaatsen van 17 palen op onderlinge afstand van ±50 m langs
den weg genaamd Kerklaan, behoorende tot de Ridderhofstad
Voorn onder de volgende voorwaarden.
Ie dat de vergunning wordt verleend tot wederopzegging, in
welk geval de palen binnen 4 weken moeten verwijderd zijn.
2e dat de palen worden geplaatst aan de westzijde van de weg,
alsmede vanaf het tolhuis tot aan de Groenendijk in de rich-
ting van het Merwedekanaal mede aan de westzijde.
3e dat ter voorkoming van belemmering in de beplanting van
het gedeelte Zandweg vanaf bovenbedoelde weg tot de brug
over Rijn, de palen worden geplaatst aan de zuidzijde van
den weg.
4e dat langs de Kerklaan en langs het onder punt 3 bedoelt ge-
deelte Zandweg, ijzeren palen worden geplaatst (vervangen
door wit of licht grijs geverfde houten palen)
5e dat de passage geen belemmering ondervindt
- .«i-«-'
u,
^
l
\
A^'
^ . . , .;.. ^
^ ^ -^ < t-^ < if^ f (If       ,"^*'rï
^          /
<^*''ï y^W" ^'^f'K-ï kr^i-^^^t..        f*-ï.»< <t*-%r* ./'<•' 'ï'^^.^^^i
^ /
-''v'**.y*^- *, ,,' -<: //f*'r,ï          4.'/ .-i.y ^^-r.y ^"'«^ ^.^i, -JC^
U * ^<^-:vy*..-«t^
"<% ( .*<■*
rr J - A*J^B^•^^-. (--*■**(
^r -^ -'
t -^e /*^, -^ '
*.re <-* ^i
tuf 1 , /tofij»- , t'S ^'
(, Tt- ■*-, -eif^
?--Vo«r''^■Y^* »-■*> i
. ^., ^,
t/^ ft waKiw » *-^ £-
-'■
«r vi* ^ 1-^. ^
-^-t»^ •, (•v-f
^<         -^M^ ^>f>.<^ '^«■'"»*'»-*'''t*^*r**if i*^* **>*■*• ^ ' .4' ^tt^>t:^
. /
M/ .' ..- .„, *<-;ƒ,
A^ f " <v /< ï'-ï.
^M*-t tjfö«,^it, :, , i**.*^^^"
-ocr page 72-
september 1984
250
Amsterdam, 5 October 1906.
Den Heer Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers van Vliet
te
Amersfoort.
Hoogwelgeb. Heer.
Wij kwamen tzt. in het bezit van Uwe missive dd. 25 Juli j.l.
waarin U ons de voorwaarden mededeelt waaronder U bereid
zijt ons de gevraagde vergunning tot het plaatsen van palen op
U in eigendom toebehoorenden grond te verlenen.
Behalve de door U sub. 4 genoemde bepaling, ontmoeten de
door U gestelde voorwaarden onzerzijds geen bezwaar en zul-
len wij, wanneer U aan onze na te noemen bezwaren wilt tege-
moetkomen, t.z.t. gaarne van de vergunning gebruik maken.
Sub. 4 schrijft U voor het plaatsen van ijzeren palen op de daar-
bij aangegeven gedeelten van den weg. Nu is niet alleen het
stellen van ijzeren palen zeer kostbaar en worden daardoor de
kosten van de te bouwen lijn voor ons te bezwarend, maar het is
ons uit plaatselijke opneming gebleken, dat het niet mogelijk
is om den hoekpaal Zandpad, Kerkpad die gesteund zal moe-
ten worden indien hij van ijzer is vervaardigd, te stagen: ter-
wijl, wanneer aldaar een houten paal wordt gesteld de paal
zoodanig kan worden geplaatst en van zulke sterkte kan zijn,
dat stagen niet nodig is.
De reden waarom een ijzeren paal daar niet kan worden ge-
staagd bestaat daarin dat langs de waterzijde een looppad
moet worden vrijgehouden, waardoor voor een stagpaal geen
ruimte is. Door het plaatsen van een houten paal wordt dit be-
zwaar dus opgeheven.
Het is evenwel in het belang van een goeden aanleg dat op den
weg, waarlangs de telephoongeleiding is ontworpen, uitslui-
tend houten palen worden geplaatst. Deze kunnen gemakkelij-
ker in de grond worden bevestigd dan ijzeren en de geheele ge-
leiding wordt daardoor steviger, terwijl indien U dit wenscht
wij bereid zouden zijn om het uiterlijk der palen door ze te
schilderen, zoo goed mogelijk te doen zijn.
Het zal ons aangenaam zijn van U te mogen vernemen, dat U in
onze bezwaren aanleiding vindt ons toe te staan de palen van
hout te doen zijn.
Hoogachtend
Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij
Voorwaarden waaronder vergunning is verleend tot het plaat-
sen van 17 palen voor telephoon op onderlinge afstanden van
± 50 meter langs den weg genaamd de Kerklaan behoorende
tot de Ridderhofstad Voorn
Ie dat de vergunning wordt verleend tot wederopzegging, in
welk geval de palen binnen 4 weken moeten verwijderd zijn
2e dat de palen worden geplaatst aan de westzijde van den weg
vanaf het tolhuis tot aan den Groenendijk in de richting
van het Merwedekanaal mede aan de Westzijde
3e dat ter voorkoming van belemmering in de beplanting van
het gedeelte Zandweg van af de Kerklaan tot de brug over
den Rijn (Stadsdam) de palen worden geplaatst aan de zuid-
zijde van dien weg
4e dat langs de Kerklaan en langs het onder punt 3 bedoelt ge-
deelte Zandweg, ijzeren palen worden geplaatst.
(Na een ontvangen schrijven van 5 October 1906 is voor-
waarde 4 ingetrokken en goedgevonden dat wit of lichtgrijs
geverfde houten palen worden gebruikt)
5e dat de passage geen belemmering ondervindt
October 1906
Herinnering
In ons april-nummer van deze jaargang
riepen wij onze leden en belangstellen-
den op hun medewerking te verlenen
aan de viering van het 100-jarig bestaan
van de Willibrord-kerk te Vleuten in
Juni 1985.
Voorwerpen in bruikleen, foto's, herin-
neringen, alles is zeer welkom.
Hebt U overigens al eens gedacht aan de
films die ter gelegenheid van uw bruiloft
werden gemaakt?
Wij vragen al diegenen, die de zaak tot
nu toe nog wat hebben laten rusten, zich
te wenden tot één der onderstaande
adressen:
Mevr. B. C. van Hameren-Hogeboom
Burg. van der Heidelaan 53,
3451 ZS Vleuten-tel. 03407 - 2147
Mevr. P. J. de Rooij - Goes,
't Zand 1, 3451 GP Vleuten
tel. 03407 - 1483
R. K. Pastorie,
Pastoor Ohllaan 36,3451 CC Vleuten
tel. 03407 - 1231
-ocr page 73-
251
december 1984
Offteieet orgaan van de Hwtorischt Vereni-
ging Vlcuicti-De Mecrn-Hiiar/.uilcns.
4e jaargang nr. 4, december 1984 © i9S4
Verschijnt 4x per jaar.
Van het bestuur
1984
Ingeschreven in het verenigingiregisrcr van
de K.v.K. Utrecht e.o. onder nr. V, 479360
Dagelijks bestuur:
J Schutte, voorzitter
Zandweg 138. 3454 HA Df Meern
tel. 03406 - 32J6
W. H. Denelcamp, sekrctaris
Utenhamstraat 5. 3451 BR Vicufen
tel, U3407 - 1948
P. G, de Rooij, pcflningmcc^tei
't Zand !, 3451 GP Vleufen
tel, 03407 - 1483
A. J, van Zoeren. vicc-voor/uter
Stationsstraat 34. M5\ BZ Vleuten
tei. 03407 - 1263
H. E. J, van lissen, coörd. werkgroepen
Mauritslaan 17. 3454 XP De Meern
tel. 03406 - 2992
Eretidt
Mw, F. van Husen-Wibbelte, VletJten
Redaktie'sdres:
Léon van Esch, Hinder>.ieinlaan 7
3451 EV Vleuten
tel, 03407-2871
en ander uit de geschiedenis van Vleu-
ten - De Meern) en mevrouw M. Dijker -
Papavoine op 23 oktober (Over de ge-
schiedenis van de kleding).
Ledental
Bijzonder verheugend is het dat het le-
dental dit jaar, drie jaar na oprichting
van uw vereniging, de 700 passeerde. Er
zijn soortgelijke clubs waarvoor een
dergelijk ledental een "fata morgana"
is en blijft. Het grote succes van onze
vereniging betekent voor uw bestuur
een grote verantwoordelijkheid. Wij
zullen er voor moeten blijven zorgen
dat onze leden "waar krijgen voor hun
geld" en dat betekent dat er steeds
"voor elk wat wils" moet zijn. Serieuze
historische artikelen zullen moeten wor-
den afgewisseld met gemakkelijker aan-
sprekende "licht kost" en tussen beide
zal moeten worden gestreefd naar een
aanvaardbaar evenwicht.
Activiteiten naar buiten
In dit verband is het wel goed een enkel
woord te besteden aan onze "activitei-
ten naar buiten". Wij stonden op 30
april met onze kraam op de braderie te
Vleuten en namen op 1, 2 en 9 septem-
ber deel aan de verenigingsmarkten in
de Schalm en de Schakel, georganiseerd
door de Kulturele Kring.
Het duo Gravendeel - de Rooij hield Ie-
Overzichts-tentoonstelling
Zonder enige twijfel was de "topper"
van ditjaar de grote overzichts-tentoon-
stelling, onder het motto "150 jaar gra-
ven naar een Romeins castellum in De
Meern". Deze tentoonstelling, georga-
niseerd door onze Historische Vereni-
ging en het Archeologisch Instituut van
de Rijksuniversiteit te Utrecht, werd
mede mogelijk gemaakt door de zeer
royale en gewaardeerde medewerking
van de ABN-Bank. Bij ons, in het Ver-
enigingsgebouw, bezochten ruim 3100
mensen de expositie; bij de voortzetting
in het Archeologisch Instituut waren
er dat nog eens 2000, wat niet in de laat-
ste plaats te danken was aan de ruime
belangstelling van zowel regionale- en
landelijke pers, als van radio en T.V.
Filmavonden
Wij gingen door met onze filmavonden;
de oude dorpsfilms vinden nog steeds
gretig aftrek. Onze filmploeg is druk be-
zig met het vastleggen van gebeurtenis-
sen die over enige tijd weer historie zul-
len zijn. Wij hopen dat ook die films te
zijner tijd bij U in de smaak zullen val-
len.
Lezingen
Lezingen werden gehouden door de
heer Jac. de Bruijn op 2 mei (Over een
Ledenadministratie/mfonnat je:
Opgeven van nieuwe leden, tnutaties ert
(na)bcste)lingen bij:
Mw. P. ,r. de Rootj-Goes, 't Zand I
3451 GP Vleuten, tel. 03407 - 1483 i
Kontri batie:
De jaariijkive kontributic bedraagt voor
1985 tninimaal f 25,--:
postabonnement f 35,- per jaar ■ ■?* ïïïïï
In dit nummer
Donateurs:
Minniiaal 1
12,50 per jaar.
De vereniging heeft rckentngca bij sfe VOl»
gend e insteJiitigiti:;.,....
ABN - öiiliiiii^6.53.Q4e
RABo-fiiitif"li:f517,^74
POSTGjRO 2.68<).20()
- Gehele of gedeeltelijke o\criiame van ar-
tikelen uit di|i|||||i||ittgs0rgaan «Itchts
toegeistaan na:iii||||iigkf; toestetnuiiaji^^a
de rcdaktie.
        ' ::iii
pag.
252 en 270
253 - 256
257 - 266
267 - 270
270
271 - 274
275
-  Van het bestuur                                           251 •
-  Bekende dorpsgenoten; J. A. Tomberg
-  De Katholieke Illustratie
-  De Meentweg
-  Agenda
-  Het Haarse kasteelleven
-  Nieuwe leden. Wie wat bewaart die geeft wat
Illustratie tnorpaginat
Van de Burg. Verderlaan af g^Zten,
\an de Driesprong, stond vroeger dit bocr-
(.lerijtje van de fatn Tonen ap het begir» vao
wat men heel \ roegcr d« Voórns(( St^^
noemde (K.I. 1929).
LOSiSE NUMMJERS f 7,50
-ocr page 74-
december 1984
252
Algemene contact-avond
Wat begon als een bijeenkomst van de
genealogische werkgroep, is uitgegroeid
tot een algemene contact-avond ten hui-
ze van de familie de Rooij, 't Zand 1 te
Vleuten. Op deze avonden is een ieder
welkom, die belang stelt in de historie
van onze gemeente, daarover iets te vra-
gen of te melden heeft, of zelf met een
bepaald interesse-gebied bezig is; hier
worden vaak ideeën geboren voor arti-
kelen in ons blad. De genealogie komt
natuurlijk nog steeds ter sprake, maar
ook alle andere facetten van ons werk
kunnen ter tafel worden gebracht.
Het zijn eigenlijk déze avonden waar de
doelstellingen van onze vereniging het
meest actief worden beleefd en het lijkt
een goede gedachte ze uit te bouwen tot
geregelder en veelvuldiger samenkom-
sten. Mocht huize de Rooij daarbij te-
kort gaan schieten qua capaciteit, dan
vinden we daar wel weer wat op.
Jubilea
In het komend jaar zullen enkele jubilea
worden gevierd.
In de eerste plaats herdenkt in juni 1985
de parochie Vleuten het 100-jarig be-
staan van de Willibrordkerk. De Stuur-
groep 100 jaar kerk uit die parochie wil
dat jubileum vieren en een tentoonstel-
ling inrichten. Onze vereniging zal daar-
bij helpen en ook is het de bedoeling ge-
zamenlijk te komen met een boekje
waarin het een en ander wordt verteld
over het wel en wee van de St Willibrord
parochie. Dat boekje zal niet worden
opgenomen in de reeks van ons Vereni-
gingsblad; het zal apart te koop zijn.
Op 7 december 1985 is het 600 jaar gele-
den dat het Waterschap "Heycop" ge-
naamd "de Lange Vliet" werd opgericht
en ook dat mag een geldige reden wor-
den genoemd voor weerklank in onze
gelederen. Het Waterschap Leidse Rijn
staat positief tegenover enige activiteit
in de richting van een herdenking, zodat
we mogen hopen dat ook op dit front
een vruchtbare samenwerking tot stand
zal komen.
Vervolg pag. 270
zingen voor de plaatselijke afdelingen
van het Landbouwkundig Genoot-
schap, de Boeren- en Tuindersbond, de
Lions Club (hartelijk dank voor al uw
hulp en steun!) en de Rotary.
Het is goed dat we op allerlei plaatsen en
manieren ons gezicht laten zien, want
nog steeds geldt "onbekend maakt on-
bemind"; bovendien kan een nadere uit-
leg van de doelstellingen van onze ver-
eniging vaak heel verhelderend werken.
Wij overlegden in 1984 dus met vele in-
stanties, instellingen, officieel en offici-
eus om onze doelen naderbij te bren-
gen of te bereiken.
Kalender 1985 - actie
Helaas is onze kalender-actie wat laat
van start gegaan zodat wij op het eind
van het jaar midden in het grote aanbod
van andere kalenders terecht kwamen.
Gelukkig is ons product zeer fraai ge-
worden en, al heeft Sinterklaas het dan
niet kunnen schenken, U kunt het in
ieder geval met Nieuwjaar aan de muur
hangen. Er zijn nog enkele exemplaren
a f 9,50 verkrijgbaar bij fam. de Rooij,
't Zand 1, Vleuten. Wie het eerst komt,
het eerst maalt!
Opslagruimte
Het tweede grote item in 1984 was een
meer permanente opslag- annex ten-
toonstellingsruimte!
Toen de bovengenoemde tentoonstel-
ling was afgelopen, zaten wij werkelijk
met de handen in het haar omdat we niet
meer wisten waar we moesten blijven
met alle, inmiddels verzamelde spullen.
Veel was opgeslagen in de huizen en
schuren of op de zolders van uw be-
stuursleden; ook konden verschillende
schenkingen, wegens plaatsgebrek, niet
bij de gulle gevers afgehaald worden.
Bij de behandeling van de gemeente-be-
groting 1984 meldde de pers: "Het in-
stellen van een historisch archief of het
oprichten van een streekmuseum jui-
chen B en W toe. De aktiviteiten in die
richting door het partikulier initiatief,
in dit geval de Historische Vereniging
Vleuten - De Meern - Haarzuilens zul-
len door burgemeester en wethouders
voorzover in hun vermogen ligt, worden
bevorderd".
Nu weten wij ook wel dat, zeker in deze
tijd, dat "vermogen" beperkt is, maar
het gemeentebestuur heeft ons niet in de
kou laten staan. Wij kregen de tijdelijke
beschikking over een gedeelte van de
voormalige boerderij van Van Dijk aan
de Thematerweg te Vleuten en er wordt
hard aan gewerkt om deze gelegenheid
niet alleen voor onze opslag geschikt te
maken, maar er ook een voorlopige ex-
positieruimte te creëren, waar wij in de
loop van het volgend jaar U reeds iets
van onze verzamelingen kunnen laten
zien.
1985
Bij een vereniging die in beweging is, is
de grens tussen terugblik en toekomst-
visie niet scherp te trekken. Zo ook hier.
Ik wil er, in aansluiting op het boven-
staande, nog eens op wijzen dat er toch,
nu het ledental zo sterk stijgt, verhou-
dingsgewijs weinig leden zich melden
om de handen uit de mouwen te steken
bij de werkzaamheden aan de boerderij.
Het ligt voor de hand dat interesse in de
historie niet gepaard hoeft te gaan met
grote drang tot het doen van archief-on-
derzoek. Maar U kunt langs indirecte
weg veel nuttigs voor uw vereniging ver-
richten en daarmee bedoel ik dan dat U
op velerlei wijzen kunt meehelpen aan
het scheppen van "gunstige arbeidsom-
standigheden" voor diegenen die het
eigenlijke historische onderzoekwerk
moeten doen. Van de resultaten van dat
laatste bent U dan de eerste die profi-
teert.
Het moet m.i. mogelijk zijn naast de be-
staande vaste kern enkele tientallen ac-
tieve knutselaars bijeen te brengen, die
graag hun handen laten wapperen. Zij
kunnen zich te allen tijde opgeven bij
de heer P. G. de Rooij, 't Zand 1 te Vleu-
ten, èn.......U wordt met open armen
ontvangen.
Programma
Wij zullen proberen dat programma tij-
dig vast te leggen; let U dus vooral op
onze agenda en de aankondigingen in de
pers.
Voor het plaatsen van dakkapellen, dakramen, keukens, badkamers en wanden van glazen
bouwstenen, stijldeuren, aluminium en houten kozijnen. Tevens plaatsen wij tegen inbraak
beveiligd hang- en sluitwerk. Kunststof ramen en deuren op maat en in verschillende kleuren.
Wilt u meer weten, bel dan.
#K%^
AANNEMERSBEDRIJF
3454 VK DE MEERN
Woerdlaan 2
Telefoon 03406 - 13 15
-ocr page 75-
december 1984
253
'Als het echt menens werd haalden ze mij erbij"
Bekende
dorpsgenoten
door Gerrit Hans Lambers
"Vroeger dan hadden ze maar te luisteren. Ik waarschuwde
altijd één keer, soms bij uitzondering twee keer, maar dan vie-
len er klappen". Aan het woord is oud-wachtmeester Eerste
Klas J. A. Tomberg (Jan) die in de periode van 1951 tot aan
zijn pensionering in 1976 van het politie-apparaat in Vleuten-
De Meern deel heeft uitgemaakt.
Thuis aan de Rosweydelaan in De Meern ontpopt de thans 69-
jarige Tomberg zich als een gezellige prater, die er weinig
moeite mee heeft om een reeks belevenissen uit zijn carrière
kleurrijk op te dissen. Ook mevrouw Tomberg volgt alle verha-
len nauwlettend en vult nu en dan aan als een detail soms wat
onderbelicht dreigt te blijven.
Zo intensief gaat Tomberg in zijn verhalen op, dat twee siga-
ren in een uur zeker zes keer opnieuw moeten worden aange-
stoken......
"Wil je als politieman goed kontakt
met de mensen, dan moet je niet boven
^e gaan staan", zegt Tomberg terwijl hij
door het (dichte) gordijn kijkt. "Je moet
naast ze gaan staan, maar wel laten voe-
len dat ze hebben te luisteren. Je bent nu
eenmaal politieman om het gezag te
handhaven. Dus ze moeten luisteren.
Maar ook moet je iedereen goudeerlijk
behandelen".
Dat laatste illustreert hij door te vertel-
len dat hij eens op zijn fiets stapte om
een 'verdachte' persoonlijk mee te gaan
delen dat die de week ervoor onterecht
enkele uren was vastgehouden voor on-
dervraging. Het was overigens wel een
persoon met een aardig strafblad, maar
daar had Tomberg geen boodschap
aan.... Ook hoorde hij eens iemand in
een café over hem roddelen. Een per-
soon met de rug naar hem toe zei: "Die
'dikke secreet uit De Meern' heeft mij en
mijn broers allemaal wel eens een pak
slaag toegediend; maar je kan van 'm
opaan. Hij is eerlijk! Ik heb liever met
hem te doen dan met die andere slijm-
ballen". 't Is geen kompliment voor
mijn kollega's, maar dat zei die vent
dus.
In hetzelfde verband haalt Tomberg de
opmerking aan die 'Ouwe Jan' van Seu-
meren maakte bij zijn afscheid van het
korps in 1976. "Weetje wat ik het mooi-
ste van Tomberg vond? Die zei eenvou-
dig: wat wil je? Een klap voor je kop of
een bekeuring. Mijn jongens kozen dan
voor de goedkoopste weg en dan kregen
ze er ook een". Nou kan dat niet meer
op die manier, want dan heb je meteen
de poppen aan het dansen, aldus Tom-
berg met het oog voor de realiteit.
"Ik voelde me vroeger voor 50 pet. poli-
tieman en voor 50 pet. sociaal werker".
Deze opmerking onderstreept hij met te
vertellen dat vroeger aan de Woerdlaan
vaak mensen aan de deur kwamen, die
begonnen met: Ja, het is niet voor een
aangifte of een proces verbaal, maar
moetje eens luisteren.....En dan kwam
het probleem voor de dag -moeilijkhe-
den in het gezin, of met de buurt, etc.-.
Ook mevrouw Tomberg probeerde dan
waar mogelijk een steentje ter oplossing
bij te drager. Zelfs op de fiets (er zijn er
wat versleten op die hobbelige 'Krogt-
dijk', thans de Europaweg hield men je
aan als er problemen van die aard wa-
ren. Later, toen de surveillanten 'gemo-
toriseerd' werden zeiden de mensen
"Tomberg, we zien je niet meer; wat
jammer dat jullie in auto's gaan rijden".
-Ja het kontakt ging weg....
Ondanks alle lastige klussen waar Tom-
berg onveranderlijk bij geroepen werd
als er 'handelend' moest worden opge-
treden, ziet hij zichzelf toch niet als 'de
man met de gummiknuppel uitgespro-
ken losjes in de broekband'. "Ik was in-
derdaad sterk, dat kwam ook door het
werk in mijn jeugd. Mijn vader had een
Tomberg aangetreden bij een commandants-
wisseling.
Tomberg huldigde het prin-
cipe:
wie niet horen wil moet maar
voelen
-ocr page 76-
december 1984
254
timmerbedrijf, later een aannemersbe-
drijf'. Als bijvoorbeeld kinderen hem
aan zagen komen, dan 'hielden ze hem
aan' voor een pepermuntje. "Ze wisten
dat ik die altijd bij me had. omdat ik
toen niet rookte".
Aangrijpende herinneringen heeft Tom-
berg ook overgehouden. Het diepst in
dit verband zit de treinramp bij Harme-
ien in 1962. Hij kreeg toen de opdracht
er voor te zorgen dat het hulpverlenende
verkeer onbelemmerd naar en van de
plaats van het ongeluk kon stromen.
Ook het gewone verkeer eiste vroeger al
veel slachtoffers. Vooral in de tijd toen
de snelwegen nog niet met vangrails en
de auto's nog niet met gordels waren
uitgerust. Tijdens een busstaking was
het op de rijksweg eens zo'n chaos dat
hij op één avond 56 botsingen kreeg te
verwerken. "De gegevens heb ik toen
noodgedwongen in telegramstijl geno-
teerd". Meestal noteerde ik de p.v.'s in
steno op de onder- en bovenkant van
een lucifersdoosje. Op het bureau werk-
te ik ze wel uit".
De loopbaan van Tomberg begon in
1939 bij de politie in Den Haag. In 1940
volgde plaatsing bij de "Rijksveld-
wacht" en Waterpolitie te Loenen a/d
Vecht. Toen kwam men er ook achter
dat agent Tomberg nooit in dienst ge-
weest was en moest hij een marechaus-
see-opleiding volgen. Dat gebeurde in
Apeldoorn. Daarna terug naar Loenen
en vervolgens overplaatsing naar de ver-
keersgroep van de RP te Amsterdam en
later naar enkele kleinere plaatsen. In
die tijd onderhield Tomberg goede con-
necties met de Illigaliteit en enkele keren
heeft het weinig gescheeld of de Duitsers
hadden hem gearresteerd. Aan de perio-
de '46 - '51 bij de RP in Vreeland be-
waart Tomberg mooie herinneringen.
de lucht schieten, zegt Tomberg, en niet
met losse flodders. Mijn achtervolger
herkende mij intussen en riep: Tom,
geef je over! en ik: kom me maar halen,
ik schiet je voor je raap!
De burgemeester intussen wist uiter-
aard wie de boeven waren en ook wie de
reservisten waren, allen vakmensen, dus
die was niet bang voor rondvliegende
kogels. Omdat hij wist dat in de lucht
gericht werd. Met zijn chauffeur Jos
Verhoef was dat anders. Die wist niet
dat het een oefening was. De burge-
meester zei tegen hem slechts: rij even
daar en daar naar toe, daar is iets aan de
hand. Verhoef kreeg dan ook de schrik
van zijn leven. Die vluchtte weer de auto
in en bleef op zijn buik liggen in de hoop
dat die blikken portieren van de auto de
kogels wel zouden tegenhouden, lacht
Tomberg. Dat vertelde Verhoef althans
later aan diens zwager Jaap Sprong.
Nou, die heeft zich een aap gelachen.
Maar die wist uiteraard dat het om een
oefening ging.
Maar om op de arrestatie terug te ko-
men, die veroorzaakte spoedig een op-
loop op de anders redelijk rustige
Utrechtseweg. Een jongeman uit de
buurt, die sergeant-majoor in het leger
was, -met zo'n mooi uniform aan- voel-
de zich gedrongen om bij de arrestatie te
helpen. Hij was militair en de politie
was in nood, nietwaar? Nou, ik had een
oud kloffie aan, zegt Tomberg, en zowel
dit sergeantje als de jachtopziener had-
den me stevig vast toen ik afgevoerd
werd. Ik tluisterde tegen mijn reserve-
koUega: laat me een beetje los. Hij: wat
wil je dan? Ik zeg: met hem en dat mooie
uniform de sloot in! Hij: Ja.... en ik voor
schut staan. Want hij wist dat ik het ge-
daan zou hebben. Ze hielden me stevig
vast!
En die andere jachtopziener kwaad zeg,
en een zwarte kop! Maar hij had gauw in
de gaten dat het schoensmeer was.
Nadat de arrestanten waren opgebracht
deed de volgende dag in de buurt het
praatje de ronde dat ze 'die buurman'
hadden gearresteerd. Die had ongeveer
mijn postuur, zegt Tomberg, en ik had
toevallig eenzelfde gabardine jas aan als
deze man gewoonlijk droeg.
Dat zou een boek apart kunnen worden.
"De burgemeester van Vreeland wilde
me ook graag houden, maar ja, na zes
jaar moest je overgeplaatst worden. Zo
waren toen de richtlijnen. Anders raak-
te je misschien te familiair met de inwo-
ners......".
Zo kwam het echtpaar Tomberg in 1951
in het toenmalige Vleuten terecht, aan
de Woerdlaan. Twee jaar later, na de
samenvoeging van Vleuten. De Meern
en Haarzuilens, woonde het echtpaar,
zonder te hoeven verhuizen, in De
Meern en dat is sindsdien hun woon-
plaats gebleven.
Uit de vertelsels van Tomberg hierna-
volgend een beknopte selektie.
R eservistenoef ening
Vroeger werden geregeld reservisten-
oefeningen gehouden. De reserve-poli-
tie moest dan in aktie om boeven te ar-
resteren. Zulks gebeurde een keer op de
Utrechtseweg te Vleuten, in het bijzijn
van burgemeester Van der Heide en een
waarnemer van Gedeputeerde Staten.
Voor 'boef speelden koUega Koops en
Tomberg. Bij de reservisten zaten jacht-
opzieners en burgers. Deze kregen te
horen: er moeten twee verdachten gear-
resteerd worden. Een van de twee heeft
een alpinopetje op en de andere is een
nogal stevige kerel.
Koops had zijn alpinopetje prachtig
zwart gemaakt met schoensmeer. Die
zei: degene die mij pakt daar maak ik
'Zwarte Piet' van. Verder hadden de
'boeven' ter plekke een plank over een
sloot klaargelegd aan de onderkant half
ingezaagd. Er was afgesproken dat
Koops de boomgaard in zou vluchten
en Tomberg het weiland in ter hoogte
van de plank.
Wachten langs de Utrechtseweg, op het
arrestatieteam, onderwijl kettingro-
kend want men had wat rotjes klaar om
alles echter te doen lijken en die moes-
ten afgestoken kunnen worden. Dan
een DKW-motor, dus dat moesten ze
zijn. Een welgemikt rotje precies voorop
de motor en toen konden ze aan de ver-
wensingen meteen horen wie er aan
kwamen: twee ervaren jachtopzieners.
Het boevenduo ging volgens draaiboek
op de vlucht en van de reservisten ging,
zoals verwacht, de ene achter Koops en
de andere achter Tomberg aan. "Niet
over de plank, daar was mijn achtervol-
ger -zijn naam zal ik niet noemen- te
slim voor". De sprong over de sloot le-
verde wel een paar natte voeten op, het-
geen de stemming nog wat grimmiger
maakte. Ook werd bij dat alles in de
lucht geschoten en flink geroepen in de
trant van "Sta, of ik schiet". Wij ook in
Kippendief
Bij een andere reservistenoefening was
een kippendiefstal in scène gezet op een
boerenerf in De Meern. Bij de aanhou-
ding van de dief zouden Spruit (koUega
uit De Meern) en Tomberg toezicht
houden. Enfin, de reservisten bespeuren
onraad op het bewuste erf en ja hoor.
Op de afscheidsreceptie in 1976 in het ge-
meentehuis te Vleuten.
-ocr page 77-
december 1984
255
daar stond een knul aan het slot van het
kippenhok te morrelen. Hij was er nog
niet in. Moest ook niet. Een nogal rauw
figuur.
De dief wordt in zijn kraag gegrepen,
maar toen kwam de boer er bij: Wat is
dat hier?! "Ja, hij wou je kippen stelen".
WAT.....! en die geeft onze 'arrestant'
toch een klap voor zijn hersenen.... Die
reservisten tegen die boer: hé, dat mag
niet!, maar daar werd de goede man niet
veel rustiger van. Dus Tomberg springt
er tussen, maar die boer nog steeds ra-
zend: "Schiet hem dood. Schiet hem
dood"!
Daarop kreeg Tomberg ongevraagd as-
sistentie want de zogenaamde dief gaf
toen de verontwaardigde boer met
zijn zaklantaarn een flinke klap voor
zijn hoofd. En ja....."dat mag helemaal
niet!". Maar goed, Tomberg om de boer
te sussen: "Laat hem maar aan ons over,
we hebben hem". Maar die weer: Schiet
hem kapot, schiet hem kapot! "Ik ge-
loof dat hij het nog meende ook. Hij
wou maar meteen hebben dat we 'm 'ka-
pot schoten'.
Later zijn dat dingen waar je om kunt
lachen. Maar op het moment niet......".
Verkeerde deur
Met Buizerd samen houdt Tomberg een
wakend oogje in het zeil op een Vleu-
tense kermis, als ze op een jongeman
stuiten die vervelend doet. "Had een
slokje op, hè; dat zegje dan wel vaker".
En ja.....als de moeder van die jongen
nu maar in de buurt was dan ging het
nog wel, maar die was er toen niet.
Tegenover het kermisterrein stonden
twee huisjes met naast elkaar de twee
voordeuren en achter een van die twee
woonde de lastige klant. Dus die jongen
gesommeerd: Ga naar huis! Wou niet.
Ik: Als je nou niet gaat, dan slingeren
we je even naar binnen. Buizerd vroeg
nog welke deur, links of rechts? Ik
meende zeker te weten links. De amok-
maker beetgepakt en richting linker-
deur. En hij krijsen: Geeveedee dit en
dat, daar wil ik niet in! Daar wil ik niet
in! Ik zeg: wat.....ook nog praats hebben
en tegen Buizerd, kom, we 'lellen' hem
dat huis in.
Zo gezegd, zo gedaan. Echter, nog geen
drie tellen later vliegt die deur weer open
en die jongen met dezelfde snelheid de
straat op. Daar lag 'ie, met handen en
voeten plat op de grond. Bleek 'ie bij
zijn buurman naar binnen te zijn ge-
werkt en die stond niet op vriendschap-
pelijke voet met hem. Die kerel schel-
den.... Ik zeg: meneer, neem me niet
kwalijk. Ik dacht dat 'ie bij jou thuis-
hoorde, maar ik heb de verkeerde deur.
Hij: "ohjada's goed meneer Tomberg".
Toen zag 'ie wat er aan de had was.
Ja het was niet zo'n groot kereltje, maar
kort van stof was 'ie ook, want in een
oogwenk lag dat jong weer op straat.
'Hoogste tijd'
Er moest wel eens een trucje worden uit-
gehaald om de café's leeg te krijgen als
het sluitingstijd was. Vroeger bij tante
Sjaan, vertelt Tomberg, (Café School-
zicht a/d Meerndijk) wilden de laatblij-
vers nog wel eens lijntrekken, ook als
Buizerd en hij binnen kwamen om te
'bezemen', als het klokje van twaalf ge-
slagen had.
We hebben het eens voor elkaar gekre-
gen om de zaak in een vlot tempo leeg te
krijgen door aan de kop van een polo-
naise de deur uit te hossen en toen de
laatste er uit was: de deur op slot. De
Cafébezoekers moesten hun jassen en
dergelijke (afrekenen?) dan maar de vol-
gende dag ophalen.
Ach.... het papier bij tante Sjaan was ge-
duldig.
Klingelateur
Een man komt haastig het bureau aan
de Burg. Taets van Amerongenlaan bin-
nengerend en zegt tegen mij "Meneer,
ze hebben op de Meernhoek me klinge-
lateur er af geslagen". (Bedoeld is hier
de uitsteekbare richtingaanwijzer van
een auto, oftewel de 'clignoteur'.) Ik
verbaasd: hoe kan dat dan? Dan moet u
hem toch eerst uitzetten? De man: "Ja,
maar ik gaf ook richting aan. Ik kwam
van de Meerndijk en draaide rechtsaf de
Rijksstraatweg op. Op de hoek stonden
-ocr page 78-
256
december 1984
vier jongelui en een van hen slaat zo dat
ding er af. Ik hoorde dat jong ook nog
zeggen: hhhou je rooie lul bbinnen".
Ik tegen die man: gauw in de auto en er
naartoe. Je kende je pappenheimers wel
zo'n beetje en vermoedde waar de dader
moest worden gezocht. Bij de hoek nie-
mand meer natuurlijk. Maar dat waste
verwachten. Ze hadden de ontklingela-
teurde naar het bureau zien rijden en ge-
dacht: als 'Tom' komt, dan zit het fout
hè. Mijn cliënt toen: " Ik vrees dat ik die
klingelateur zelf zal moeten betalen".
Ik zeg: rij de brug maar eens over en ver-
tel nog eens precies hoe de dader praat-
te. Hij: ik heb hem maar even gehoord,
maar ik heb een vermoeden dat 'ie iets
hakkelt. Ik zeg: nou, rij maar eens daar
en daar naartoe. Die man verbaasd:
waar wilt u dan naartoe? Ik: rij nou
maar; u hebt toch aan mij het onderzoek
gevraagd.
Bij het huis aangekomen dat ik op het
oog had herkende de man de 'delin-
quent'door het raam,dus wij bellen. De
vrouw des huizes: heren, wat is er aan de
hand. Ik: moeder. Piet (ik zeg maar even
een naam want de echte zal ik maar niet
noemen) Piet is een beetje ondeugend
geweest. -Zo, wat heeft 'ie weer uitge-
haald? Ik: Piet, we hoeven niet verder
te praten hè? -"GoGoGoffedomme,
hek ddan effe gauw pech", zegt 'ie.
"Wat moet dat rrode lul koste"?
Dat was toen geloof ik vijftien gulden,
niet eens weinig. Ik zei nog: Piet, als je
dat nog een keer flikt, krijg je er ook nog
een bon bij voor vernieling. Ik kan me
niet herinneren dat 'ie daarna iets derge-
lijks ooit nog gedaan heeft.
Geen kraamhulp
Het politievak leverde soms merkwaar-
dige toevalligheden op. Zo zat mevrouw
Tomberg eens zonder kraamhulp ter-
wijl de tijd ernstig begon te dringen. Dat
kwam omdat de kraamverpleegster, die
vanuit IJsselstein zou komen, zei: Tom-
berg! daar ga ik niet naartoe; die heeft
op mijn broer geschoten!
Tomberg lachend: dat klopte nog ook.
Een aaltal weken daarvoor zag ik er
's avonds eens drie naast elkaar fietsen
zonder achterlichten en de meest linkse
helemaal zonder licht. Ik zeg: afstappen
julUe! Maar die drie denken: die dikke
kan toch niet rijden. En weg. Ik erach-
ter aan en inhalen was er uiteraard niet
bij. Dus nam ik mijn pistool en liet dat
even in de lucht knallen. Die jongen
dacht toen dat ik op hem schoot en in
volle vaart rijdend sprong hij van zijn
fiets af. Ik schrok echt want ik dacht die
valt half te pletter. Maargoed, ik had 'm
en zei: de volgende keer als je zoiets weer
flikt schiet ik direkt raak. Maar ik zal
zelf toch ook een beetje geschrokken
zijn geweest want ik zei ook: je kunt
voor deze keer zonder bekeuring door-
gaan.
Maar goed, toen de zuster van deze jon-
ge man hoorde dat ze naar mevrouw
Tomberg moest, omdat die op het punt
van bevallen was, zei ze: "Nee daar ga ik
niet heen, want die Tomberg dat vind ik
zo'n enge kerel; die heeft op mijn broer
geschoten. Daar ga ik niet heen". Ze
kwam echt niet.
Uitgekleed
In het dorp had je zo je vaste klanten en
eentje had voor niemand anders ontzag
dan voor mij. Dit persoon gedroeg zich
in café's niet altijd even hoffelijk en op
een keer was het weer deut en werd de
politie ter assistentie ingeroepen. De
verdachte na dat telefoontje vragen: wie
komt er? "Tomberg". Ja dat hadden
ze niet moeten zeggen. Toen ik kwam
had die vent geen draad meer aan zijn
lijf. Want, zo redeneerde die: dan heb-
ben ze minder houvast als ze me willen
pakken.....
De arrestatie ging inderdaad niet soepel
herinnert Tomberg zich. "Toen ik hem
vasthad sloeg hij nog een flinke partij
glaswerk aan diggelen". Tenslotte kreeg
ik hem zover dat hij met toch zijn broek
aan naar huis ging. Ik zei: naar huis! en
anders ga je het hok in! Ik praat morgen
wel verder met je. Hij was op dat mo-
ment toch niet zo aanspreekbaar.
De volgende dag zeg ik er ligt hier nog
kleding van je. Er zit zo'n mooi wit ka-
toenen overhemd bij. Hij zegt: "barst er
maar mee". Een beetje ruwe konversa-
tie dus, maar daar was ik wel aan ge-
wend. Ik zeg: je kan het vandaag meene-
men, en zo niet 'morgen komt de vuil-
nisman'. Hij: je doet maar! De dag erna
zeg ik tegen de vuilnisman: let op, hier
zit nog wat goede kleding tussen het af-
val. Later zei die man me eens: nog be-
dankt voor de tip. Dat hemd paste me
uitstekend.....
Poteling
Tomberg had, zoals in het begin al aan-
geduid, een wijdverbreide faam als
'mannetjesputter' van het politiekorps.
Als bijvoorbeeld in Harmeien enkele
zeer gevaarlijk geachte figuren ergens
binnengedrongen waren, dan belde de
burgemeester naar Vleuten-De Meern
om Tomberg. Want 'die sloeg ze er wel
uit'. Tomberg herinnert zich in dit ver-
band een verhaal dat ook de toenmalige
Harmelense huisarts nooit vergeten zal
zijn.
Het ging om een 'loswerkman', een
evenzeer potige als ontoerekenbare fi-
guur, die bij een boer naar binnen was
gedrongen omdat hij het oog had op een
der dochteren. Het was niet met instem-
ming van de familie dat de man naar
binnen was gegaan. Dat kon je ook zien
aan de deur, aldus Tomberg die er toen
bij geroepen was, want die lag kompleet
uit het kozijn. En een van de zoons van
die boer had er al een 'luchtreisje' opzit-
ten.
Toen ik er bij kwam zeiden ze: ga maar
niet naar binnen, want hij slaat je met
die stoel in elkaar. Ik zei: dat zullen we
nog wel eens zien. Even later nog enkele
boeren uit de nabije omgeving erbij, de
dokter erbij en een overmeesteringsplan
beraamd. Ik zeg tegen die buren, als jul-
lie op zijn benen gaan zitten dan pak ik
hem bij zijn kop. Als we hem dan in be-
dwang hebben kan de dokter hem een
kalmerende injectie toedienen.
Nou, een klein boertje dat toen iets te
enthousiast naar binnen ging zat meteen
al tegen het plafond. "Wist je dat zo
iemand, als 'ie over zijn zenuwen is ge-
raakt, nog veel sterker is dan hij al is?"
Toch de operatie doorgezet: ik kreeg
zijn kop te pakken en draaide 'm dwars,
maar toen maakte de dokter een grote
fout door zo maar vierkant voor die
man te gaan staan. Die schudde een
been vrij en gaf toch een schop recht van
voren bij die arme man...... Het heeft
een heel tijdje geduurd voor die einde-
lijk een spuit kon geven en kon praten.
Later heb ik hem nog eens op het hart
gedrukt: "Dokter leer van mij nou, als
je ooit weer in een vechtpartij betrokken
raakt, ga nooit recht voor iemand
staan!" Maar dat had deze inmiddels
dus al praktijkondervindelijk geleerd.
De indringer, die uiteindelijk toch zijn
verdovende injectie toegediend kreeg,
was alleen rustig zolang die spuit werk-
te. Daarna begon het feest weer op-
nieuw. En een derde spuitje durfde de
dokter uiteindelijk niet te geven, want
'dan zou de patiënt misschien wel hele-
maal nooit meer bijkomen'. Het lukte
tenslotte om de zieke man, op een bran-
card gesnoerd en begeleid door diverse
sterke mannen, met een ambulance naar
een inrichting te transporteren. Maar
daar was eerst nog heel wat spierkracht
aan te pas gekomen.
^
-ocr page 79-
257
december 1984
Ailmliiistratie m ie Eatltolieke IllDstratle.
aSNAI UOQAKRTS i-IUiiTOaiiHooscH — AMiTKjiniif
HOOFDREDACTEUR,
H. A. BANNING.
£ir7JlTaii8p3il[|,rol.ko3t8ieclits7Ceuts.
Men tflc^eat in Toar e«n geheelen jaargang.
door
Dr D. W. Gravendeel
toch nog steeds katholiek gebleven.
Volgens een officieel rapport maakten
de Gereformeerden in Holland in 1587
nog niet het tiende deel der bevolking
uit. Uit de verhandelingen van de Cal-
vinistische synode, te Utrecht in 1606
gehouden, blijkt dat in het midden des
lands de hervorming nauwelijks voet
aan de grond gekregen had. Oldenbar-
nevelt verklaarde in 1618 dat de katho-
lieken "nog het rijkste en deftigste deel
der Natie uitmaakten", maar de kans op
medezeggenschap in het landsbestuur
was hun totaal ontnomen.
In de bisdommen welke onder het aarts-
bisdom Utrecht stonden, is de hiërar-
chie sedert ongeveer 1580 te gronde ge-
gaan. De katholieken vormden een kud-
de zonder herders; het aantal priesters,
dat in de laatste decenniën der 16de
eeuw onder groot gevaar en met gewel-
dige opofferingen rondtrok om de ka-
tholieken in het geheim te helpen, was
slechts gering en bovendien misten zij
een bisschoppelijk bestuur, dat aan hun
werk leiding kon geven en hen kon ster-
ken in de zware arbeid.
De toekomst zag er in ons vaderland
voor de katholieken zeer somber uit. Se-
dert de eerste helft van de 17de eeuw was
weliswaar de toepassing der plakkaten
iets soepeler geworden en konden de ka-
tholieken, tegen betaling van soms hoge
boete- en recognitiegelden, zich een
beetje vrijheid kopen, doch de plakka-
ten bleven bestaan. Men hing af van de
omkoopbaarheid van de ambtenaren.
Tot 1795 bleef de uitoefening van de ka-
tholieke godsdienst verboden.
Toen kwamen de Fransen en in 1795
moest de oude republiek plaats maken
voor de nieuwe Bataafsche Republiek.
Door de nationale vergadering werd in
1796 bepaald dat er in ons land geen
heersende godsdienst meer zou zijn.
Hiermee had de Gereformeerde Kerk
opgehouden staatskerk te zijn; de ka-
thoheken hadden nu de wettelijke vrij-
heid van godsdienst verworven, maar
feitelijke gelijkheid zou nog jaren op
zich laten wachten.
In de tweede helft van de 16de eeuw
heerste er in onze gewesten grote onrust
op politiek, economisch en kerkelijk
terrein, welke, voorzover althans het
laatste aspect betreffende, tenslotte uit-
mondde in de Reformatie. Het gods-
dienstig element begon in het verzet te-
gen Spanje een rol te spelen en het resul-
taat was dat een goed-georganiseerde
calvinistische minderheid de boventoon
ging voeren, terwijl het overgrote deel
der bevolking nog katholiek maar toch
ook wel tegen de overheersing gekant
was.
De kerken werden geplunderd, kloos-
terlingen en zielzorgers verjaagd en er
vielen martelaren. De Staten van Hol-
land verboden in 1573 de publieke uit-
oefening van de Katholieke godsdienst
en sedert 1581 gold dit verbod overal
waar de Staten van de verschillende ge-
westen meester waren.
Ook het houden van godsdienstoefenin-
gen in particuliere huizen was, evenals
het geven van godsdienstonderricht,
verboden. Een hele stroom van plakka-
ten in deze trant werd in de loop der ja-
ren uitgevaardigd; op overtreding ston-
den straffen van geldboete, gevangenis
of verbanning.
De meerderheid van de bevolking was
Pas de grondwetswijziging van 1848,
waarvan J. R. Thorbecke de grote man
was, bracht de godsdienstvrijheid in de
ruimste zin; het vrije verkeer met Rome
en de uitbouw der kerkorganisatie wer-
den door niets meer verhinderd. Op 4
Maart 1853 herstelde de Paus de kerke-
lijke hiërarchie in Nederland.
-ocr page 80-
258
december 1984
Opkomst en bloei van de Katholieke Illustratie
De katholieken zetten zich er toe de ach-
terstand in de halen, die zij in maat-
schappelijk en cultureel opzicht hadden
opgelopen, aanvankelijk wat stroef en
bedeesd, maar allengs met bruisender
vaart. Het is dit streven dat zijn rappor-
teur vond in de Katholieke Illustratie en
het is ook daarom dat het doorbladeren
van de 100 jaargangen van het blad zo
uitermate boeiend is.
In het begin van de 19de eeuw ontstond
de behoefte aan een katholiek perswe-
zen. J. G. Ie Sage ten Broek stichtte in
1818 het maandblad "De Godsdienst-
vriend", dat tot 1869 verscheen. In 1842
volgde het maandblad "De Katholiek",
opgericht door de latere bisschop van
Haarlem, Jacobus Franciscus van Vree.
"De Tijd", een "godsdienstig-staatkun-
dig dagblad" zag het levenslicht in 1845,
onder leiding van de Waalwijkse kape-
laan Judocus Smits.
De "Katholieke Illustratie" was de
schepping van een jong en hoogst ener-
giek uitgever, Henri Bogaerts (1842 -
1902), die zich met eerdere uitgaven een
lezerskring had geschapen, op welke hij
in 1866 dit blad kon grondvesten. De re-
dactionele aanpak en rijk geïllustreerde
uitvoering waren nieuw. Aanbevolen
door de geestelijkheid en in zichzelf al-
leszins aanbevelenswaardig wat inhoud
en platen betreft, maakte het weekblad
een voor ons land voorbeeldeloze op-
gang.
Henricus Adrianus Banning (K. I. 1909)
7de jaargang (1874): "Tegen vroeger is
het waarlijk een hartverheffend en be-
moedigend schouwspel, dat de Katho-
lieken in hun maatschappeljk en geeste-
lijk leven ons bieden. Niet langer wil die
naam in ons land zeggen paria, maar hij
dingt thans met den besten en grootsten
om den voorrang. Sedert de wet ons
heeft vrijgemaakt, is er een nieuw leven
over ons opgegaan: de groote geesten
zijn er gekomen, die voor ons het pad
gebroken en den pioniersarbeid verricht
hebben, zoodat ons niets anders te doen
over blijft dat het gestelde voorbeeld te
volgen en op de gelegde fundamenten
verder voort te bouwen. En wij zijn geen
ondankbaren; de laatste vijf en twintig
jaren hebben het getoond, dat wij
slechts op de gelegenheid wachtten om
onze vleugels uit te slaan en der wereld
te toonen dat het Katholicisme de beste
staatsburgers voortbrengt".
Uit deze woorden, en metterdaad uit
een sterkere oriëntatie op nationale aan-
gelegenheden, blijkt het geloof in de
roeping van het katholieke volksdeel en
van het blad zelf als zijn orgaan. Een
dergelijk geloof had nooit voordien de
redacties van de familiebladen kunnen
inspireren en zij hadden ook nooit een
zo groot publiek achter zich kunnen
scharen.
Redacteur J. R. van der Lans (1856 -
1928) schreef bij het begin van de 25ste
jaargang (1891): "Voor het eigenlijke
volk in den ruimsten zin was er nage-
noeg geen katholieke lectuur. Daarin
heeft de Katholieke Illustratie een vol-
slagen omwenteling teweeggebracht.
Wat als de grootste lofspraak onder het
standbeeld van Hendrik Conscience ge-
griffeld staat - "Hij leerde zijn volk le-
zen" -, dat mag met volle recht op haar
worden toegepast. Zij bracht het Katho-
lieke volk van Nederland aan het lezen
en leerde het platen zien, deed het oog
en hart krijgen voor wat belangwek-
kend en schoon is".
Spoedig na het verschijnen had de Ka-
tholieke Illustratie een oplage van
15.000 exemplaren, in 1868 meer dan
20.000.
Bogaerts was dan ook zeer vindingrijk;
zo waren zijn rubrieken met praktische
wenken en zijn rebusprijsvragen nieuwe
elementen in de uitgeverij van familie-
bladen. Al kan men stellen dat hij een
nauwelijks bewerkt volksdeel, wegens
gebrek aan concurrentie, bijna als één
geheel in de wacht kon slepen en dat zijn
werk niet op het hoogste culturele peil
stond, toch geven zijn visie, zijn pio-
nierswerk en het bereikte kwaliteitsni-
veau hem recht op een plaats in de rij
van de grote uitgevers.
Hoofdredacteur H. A. Banning han-
teerde de Katholieke Illustratie in de
eerste plaats ter opvoeding van het
volksdeel dat hem was toevertrouwd en
dat hem eveneens vertrouwde, maar het
blad werd ook een strijdorgaan van een
tot dan toe verdrukte minderheid, welke
nu ging tonen waartoe zij in staat was.
Dat gaf er een bijzonder elan aan.
In de eerste jaargangen blijkt nog geen
nationaal bewustzijn; van het Oranje-
huis en de eigen regering wordt prak-
tisch niet gerept. De oriëntatie is uitslui-
tend op Rome en de Kerk; de "vorde-
ringen van het Katholicismus" worden
gerapporteerd en vooraanstaande ka-
tholieken afgebeeld.
Doch dan, wanneer het welslagen van
de onderneming bij alle niet-katholie-
ken ontzag heeft gewekt, komt ook de
trots tot uiting dat men eindelijk als ka-
tholieken in staat is een gelijkwaardige
prestatie te leveren en bezig is in de Ne-
derlandse samenleving zijn plaats te ver-
overen. Zo heet het aan het eind van de
i
-ocr page 81-
259
december 1984
Een goed deel van het blad was inge-
ruimd voor romans (in afleveringen),
novellen, korte verhalen e.d., geschre-
ven door de redacteuren of losse mede-
werkers. Gedurende de eerste 50 jaren
waren dat o.a.: Mies van Amstel (Rein
Geluk), H. A. Banning, al of niet onder
zijn pseudoniem "de oude Valentijn"
(Uitstapjes in Nedeland, De Suikertan-
te, De oude Voorzanger), P. van Bavo
o.f.m. (Onneembare Burchten), Bernar-
dine (Roeping), Maria van Friesland
(Leed, Ontgoocheld), Agatha de Haan
(Op en om de Vlierhof, Zijn Lievelings-
rol. Om wat Levenslust), de redacteur
van "De Tijd" F. A. van de Heuvel
onder zijn novellistische schuilnaam
Ravo (Hereend), Jan van der Horst
(Kamerbewoner), C. Kops o.f.m. (De
tanden van Juffrouw Snip), Mevr. J. R.
van der Lans (Mij is de wrake, Moeder
en Zoon, Fransch Bloed), Mathilde (De
Tjierda's, De Kroon van Alviara, Een
Visitekaartje), de priester G. van Neu-
bourg (Het Offer aanvaard), H. B. van
der Sande (De "Rooie", Levensdurf, De
Klove) en Ferd. van Welie (Geholpen).
De titels van de pennevruchten zeggen
voldoende omtrent stijl en inhoud van
het geschrevene; men timmerde niet
hoog, maar gaf de lezer waar hij om
vroeg en wat dat betreft is er geen enkel
verschil met onze moderne week- en
maandbladen. De vergankelijkheid van
de schrijversroem in dit genre wordt
treffend geïllustreerd door een zinsnede
in het in memoriam voor de in 1928
overleden oud-redecteur J. R. van der
Lans: "...... en zelfs toen de geest van
den nieuwen tijd, die zich ook sterk in
literatuur en lectuur openbaarde, zijn
glans als romancier, novellist en dichter
verbleeken deed......".
Ook de poëzie kwam aan haar trekken.
Als dichters moeten genoemd worden
Peerke den Belg, Courage, Chr. Kops
o.f.m., H. J. C. Obdeijn, O. van Meerlo
en H. H. Meeuwisz, maar bovenal de re-
dacteur pater Bernard van Meurs (1835
- 1915), die uit zijn gedichtenbundels
(o.a. "De Germania's") geregeld publi-
ceerde (Avondlandschap, Wiegeliedje,
Het doove Moedertje).
En dan waren daar (1914) frater Martia-
lis Vreeswijk o.f.m. en priester Adr. P.
Hamers, die zowaar met een echt strijd-
lied voor de dag kwamen: "Ons Room-
sche Strijdlied", compleet met tekst en
muziek.
Kwistig was men met ietwat school-
meesterachtige en moralistische stukjes
over wetenschap, techniek en kunst, de
laatste veelal "opgehangen" aan repro-
ducties van bekende prenten en schilde-
rijen; het blad voerde immers niet voor
niets "Illustratie" in zijn naam.
Strijdlied (K. l. 1914)
Ons Roomsche Strijdlied.
Woorden van fr. MART. VREESWIJK, O. F. M.
Muziek van ADR P. HAMERS, Pr.
Met breeden zwier.
>, b vv
m
g ^ J\ j j I ^ r I r'=J
m^^r
i
(i|i ! en vR'i't ile Uo(iiii-i(.lie vaiin en       het' - ten we aan    het lied      der Roomsclie bra- ven, en
wc - ix'ld viert haar lioojj-ge • tij en      zou - den wij,       de 'kind'   ren der vic - to - ne, be
vre - de niet, maar wel het zwaard is       ons be - waard     liet hei -   hg zwaard des Hee-ren;   '1 moet
oji ! de Roomsehe vaan ontplooid! en      dat wij nooit     voor val -  sche go - den knie-len,    maar
Staiit
J)e
De
Stiutt
^ n j ^
#S^
Pi
^
==*
^----0-
f
f lini mdrcnlij
COii fiKirji
f
P#f
ai=EE
£
r
breed
teil
^
^
r rir r
:E^
V
bate en buit       om d'ouden roem te sla-ven om d'ou - den roem te         sta- ven.
hunk'ren naar     des Meesters strijd en glo-rie'.'       des Mee- sters strijd en        glo- rie?
on - ze vree     voor eeu-svig tri - om-fee-ren!      voor eeu - wig tri - om        tee- ren!
Ktp." - vend staan   voor God en 't heil \(Jer zie-len.      voor God en 't heil der       zie- len.
trekken
liaald op
uit de
strij-den
we uit
haar,
schee,
gaan.
op
niet
wil
en
mm
^^
*^
^V é
^S^r-^
ffJ
resoluto moUo.
KJir
^5^:
Bm
^^
ii '
-ocr page 82-
260
december 1984
Ken KEiziGEK, die vuu eeueu boer een ouleesbareu brief kad uutvuu-
gen, gaf den brief aan den boer terug en vei'zocht liem eens te beproe-
ven of hij 7elf wel uit het geschrevene kon wijs worden. „Wel" hernam
de boer, „daar heb ik niet op gerekend, want ik schreef den brief niet
opdat ik zelf hem zon lezen maar opdat gig het zondt doen."
Aakoetrouwd.^ Onlangs had een boer het lijk zijner huisvrouw ter
narde bestekl. Toen hij te huis gekomen en met zijne broeders en
zusters aan den disch gezeten was, zeide hij: „zie zoo, nu zijn wij weder
onder ons eitjen, want de vroum was toch altijd maar aangetroiiwd."
Anekdotes (K. I. 1870)
Niet vergeten werd het ontspannings-
hoekje waarin in den beginne de rebus
vooropstond, met als prijzen bijvoor-
beeld "een jaargang van De Katholieke
Illustratie, gebonden in prachtband" of
"De provinciale Atlas van het Konink-
rijk der Nederlanden".
De beschaafde mop (toen nog "anekdo-
te" genaamd) ontbrak niet.
Er was een onoverzienbaar gebrek aan
kerkgebouwen, zonder welke zeker de
katholieke godsdienst niet kon bloeien.
Het was - de ook bij ons welbekende
(Kasteel de Haar!) - Dr Petrus Josephus
Hubertus Cuypers (1827 - 1921), die
veel nieuwe katholieke kerkgebouwen
op zijn naam stelde. De vordering van
die kerkbouw werd nauwgezet door de
Katholieke Illustratie gerapporteerd.
Gretig meldde men benoemingen, jubi-
lea en overlijdensberichten van leden
van de pauselijke en bisschoppelijke cu-
rie, maar evenzeer kwamen kosters,
oud-zouaven, St Josephs-gezellen,pas-
toors, staatlieden, nonnen en de De-
kanale Bond van R. K. Drankbestrij-
ders in aanmerking om met een plaatje
en een praatje vereeuwigd te worden.
Het gezin werd niet vergeten en men
schroomde niet de goedroomse kinder-
rijkdom en het stimuleren van "de roe-
ping" ten voorbeeld te stellen.
Aan het einde van de 49ste jaargang,
dus in 1915, werd een verjongingskuur
aangekondigd: "Het nieuwste, fraaiste
en edelste dat de drukkerskunst, meer
speciaal de kunst van illustraties te
drukken, in de allerlaatste tijden ge-
bracht heeft, zal op de Katholieke Illu-
stratie toegepast gaan worden". Overi-
gens bleef men, wat de verhalen aan-
gaat, op dezelfde lijn: Mathilde (haar
"nieuwste" roman Toch Een), Agatha
de Haan (het "prachtwerk" Wester-
veld), J. B. Vesters (een "zeer mooie"
novelle Afgestreden) en J. van Merle ('n
"allergevoeligste verhalende bijdrage"
Liefdegaven). Bovendien werden de ge-
dichten van de inmiddels overleden pa-
ter van Meurs nog eens van stal gehaald.
De eerste wereldoorlog was uitgebro-
ken en onder de kop "Hoe Nederland
zich mengt in den strijd", schreef de re-
dactie: "Ons vaderland is. God zij dank,
onzijdig in den onzaligen, verschrikke-
lijken strijd die over geheel Europa
woedt. Wij houden ons met pijnlijke
zorg " buiten de partijen", en de sympa-
thieën, die wij hebben mochten voor de-
ze of gene der oorlogvoerenden, blijven
gedekt en worden in het openbaar niet 's
kenbaar. Vooral de pers, die in dezen
zulk een groote rol spelen kan, is voor-
zichtig , en alle zorg wordt eraan be-
steed, dat Nederland zich in geen enkel
opzicht mengt in den strijd. En toch: op
1918 een oproep van P. Hopmans, bis-
schopvan Breda: "Dringend durven wij
"De Katholieke Illustratie" aan onze
diocesanen ter lezing aanbevelen. Mo-
gen onze katholieken, ook op het gebied
van geïllustreerde lectuur hun plicht
kennen en vervullen, alle zogenaamde
neutrale geïllustreerde bladen uit hun
huiskamer weren en slechts aan katho-
lieke toegang verlenen".
De redactie wilde de kwaliteit van het
gebodene wel verhogen en het werk van
nieuwe auteurs werd opgenomen; dit
viel niet altijd in goede aarde. In 1920
sprak H. B. van der Sande de "ontevre-
den mopperaars" toe, naar aanleiding
van reacties op de in afleveringen ver-
schijnende roman van Marie Gijsen
"Op Akkermans Hoeve": "Wij waren
zoo gelukkig aan ons publiek 'n roman
te kunnen aanbieden, die in artistiek op-
zicht hoog uitsteekt boven verhalen als
"Leola's Erfenis", "Levensdurf (het
laatste nota bene een schrijfsel van van
der Sande zélf) en vele andere, waarmee
onze lezers zich voldaan verklaarden"...
"En wanneer 't hun totaal onmogelijk is
een werk als dit naar waarde te schatten,
laten zij dan wèl begrijpen dat anderen,
grooter in aantal en hooger staand dan
zij, behoefte hebben aan wezenlijke
kunst. Ons Roomsche volk gaat snel
vooruit in ontwikkeling en bechaving.
Daarom moeten de achterblijvers niet
mopperen, maar zich 'n weinig inspan-
ning getroosten om bij te blijven. Het
loon voor hun moeite zal groot zijn ".
In 1927/28 waren E. H.Uylings en H.B.
van der Sande redacteuren. Kort tevo-
ren hadden zij beiden hun lecturale bij-
dragen nog geleverd, de eerste met o.a.
"Het Geheim van de Schrijfmachine",
"Het Vrouwtje uit Amerika" en "Om-
wenteling", de laatste met "Moedertje-
twee" en "Het gouden Licht". Het as-
sortiment van het gebodene was inmid-
dels echter aanmerkelijk verruimd: mo-
de, film, theater, sport, meubelkunst,
techniek (luchtvaart, radio!), e.d. had-
den hun intrede gedaan. In de dertiger
jaren kwamen de advertenties.
Was het blad vroeger slechts "kerkelijk
goedgekeurd", voortaan kon ook in de
kop met trots worden vermeld: "Ver-
eerd met de inteekening van het Ko-
Dr Cuypers op 70-jarige leeftijd (K. 1. 1921)
één manier toont Nederland zich niet
"onzijdig", en het strekt de hand uit
naar de slagvelden en treedt tusschen de
strijdende legers onvervaard op! Dat is:
op het gebied der Charitas......".
Die redactie werd inmiddels gevoerd
door F. H. M. van de Griendt en F. X.
M. Schiphorst en de heren beijverden
zich hun lezers vele "fraaie kiekjes van
het oorlogsgeweld" voor te zetten. Wat
die "kiekjes" aangaat, de Katholieke
Illustratie gebruikte, wat het binnen-
land betrof, uitsluitend foto's van haar
eigen (rondreizende of plaatselijke) fo-
tografen, niet van fotobureaux of foto-
persbureaux. Die oorlogsfoto's moes-
ten dus wel in hoofdzaak van derden ko-
men en anders waren daar nog altijd de
tekenaars om bepaalde gebeurtenissen
in hun "impressies" vast te leggen.
De concurrentie kwam echter op en de
katholieken werden gaandeweg mondi-
ger, wat leiden kon tot aansporing van
kerkelijke zijde zich toch vooral te hou-
den aan "gepaste" lectuur. Zo ver-
scheen in het nummer van 2 November
-ocr page 83-
december 1984
261
Momenten uit heiligenlevens en bijbelse
voorstellingen werden veelvuldig uitge-
beeld, maar vooral voorvallen uit het
kerkelijk leven, waarbij zowel paus en
priester (vaak) als koster en koorzanger
(wat minder vaak) aan bod kwamen.
Rond de zeventiger jaren van de vorige
eeuw was er een intense belangstelling
voor de lotgevallen van de pauselijke
zouaven in hun veldslagen tegen Gari-
baldi; nog lang daarna hebben deze
"helden" katholieke feesten en congres-
sen met hun tegenwoordigheid opge-
luisterd. De Katholieke Illustratie her-
dacht hen trouw met een foto bij hun
80ste of 90ste verjaardag of overlijden,
met het onderschrift: " de dapperen
sterven uit".
Werkelijk op alle fronten werd het "rij-
ke roomse leven" uitbundig geëtaleerd;
het was alsof het katholieke volksdeel er
behoefte aan had als het ware exhibiti-
onistisch te getuigen van de rijkdom die
het katholieke geloof de mens brengen
kon. Daar werd geen rijkdom aan geld
mee bedoeld, maar veeleer de maat-
schappelijke en geestelijke geborgen-
heid, zekerheid en bescherming, die de
ninklijk Huisarchief' en "Vereerd met
de inteekening van de Vaticaanse Bibli-
otheek".
Het nummer van 28 mei 1936 geeft ons
niet alleen een impressie van New York
(compleet met "band") en de melding
dat het Utrechtse Triton het hoofdnum-
mer "oude vier" heeft gewonnen, maar
verkondigt evenzeer met innig geloof:
" 't Mooiste is: ter processie gaan", bij
de beschrijving van "de schoone omme-
gang met Ons Heer door de straten van
de stad Weenen".
katholieken in hun geloof, en vooral
ook in hun kerkelijke organisatie, von-
den.
De voorletters "r.k." verschenen in elk
dorp en elke stad voor de naam van al-
lerlei verenigingen op het gebied van
volksontwikkeling, sport en vakorgani-
satie. Een boek kopen bij de niet-katho-
lieke boekhandel was gelijk te stellen
met het verzaken van een heilig begin-
sel. Wie zijn kinderen naar de openbare
school stuurde, terwijl er een katholieke
school in de buurt was, werd daarop
aangekeken.
Die instelling van het zich afsluiten voor
of afschermen tegen de buitenwereld,
had natuurlijk behoefte aan een bevesti-
ging van "het eigen gelijk". Die beves-
tiging werd o.a. gevonden in het over-
vloedig tonen van foto's waarop iets te
zien was wat "in het geloof was vol-
bracht". Toen er rond 1930 inderdaad
indrukwekkende jubilea konden wor-
den gevierd, ontstond de rubriek "Uit
het Rijke Roomsche Leven" waarin de
desbetreffende foto's werden bijeenge-
bracht. Zij hadden werkelijk iets "tri-
omferends".
Het Rijke Roomse Leven
Meer nog dan in de tekst, en vooral ook
voor iedereen directer zichtbaar, kwa-
men het katholieke geloof en de roomse
instelling tot uiting in de illustraties.
Oorspronkelijk waren dat gravures in
Doré-achtige stijl, vaak naar bestaande
schilderijen of prenten en altijd met een
levensbeschouwelijke ondertoon, die in
het commentaar "bij de platen" nader
werd uitgewerkt.
"Een wolf van St Franciscus". Voor de installatie vraagt de jonge
wolf den zegen van den Aalmoezenier (K. I. 1937: De priester en het
verkennen).
De zegening der auto's, welke den eersten Zondag der maand plaats
vindt (K. I. 1936). De "goed-katholiek" automobilist placht op zijn
dashboard een beeltenis aan te brengen van St Christoffel, de patroon
voor het veilig verkeer.
-ocr page 84-
262
december 1984
t
Twee kardinalen, prinsen der Kerk, met op hun gelaat een afstraling
der Roomsche blijdschap (K. I. 1927)
De heer C. v.d. Scheer te Kwintsheul heeft een echt Roomsch gezin.
Het bestaat uit zestien gezonde kinderen (K. I. 1928)
Uit het Rijke Roomsche Leven
Voorzoover de plaatsruimte het veroorlooft, ver-
melden wij hier belangrijke gebeurtenissen op
kerkelijk gebied, voorname jubilea enz. Nooit
kan melding worden gemaakt van minder dan
50-jarige persoonlijke jubilea, — eersten steen-
leggingen, — dilettantentooneel, — kindsheids-
optochten — gouden bruiloften.
Wat een aardig Hguurtje niet-
waar! 't Is Willy A. te Boxtel,
een aanstaande zoon van St
Franciscus, die reeds nu - welis-
waar alleen in een toneelstuk -
den grooten heilige moest voor-
stellen! (K. I. 1913)
Zes kloosterlingen: een vader
met zijn twee zoons en drie
dochters. De vader ging in het
klooster toen zijn vrouw was
overleden (K. 1.1936)
De oud-president van de Zoua-
ven Broederschap, de heer
H. F. A. Bal te Heemstede,
viert zijn 80ste verjaardag
(K. I. 1931)
De zes gebroeders Wam mes te
Culemborg, die alle misdienaars
zijn (K. I. 1927)
T
^^
>^
-ocr page 85-
Landschap aan den Ouden Rijn. Gravure in
de Katholieke Illustratie van 1886, naar een
schilderij van Edmond de Schampheleer, ge-
boren 21 - 7 - 1824 te Brussel en aldaar over-
leden 12 - 3 - 1899.
LANDSCHAP AAN DEN OUDEN lUj-
NAAR E. DE SCI 1AMI Et EER.
-ocr page 86-
december 1984
265
De kleine lezeres (K. I. 1875)
De twee zusters (K. I. 1874)
Moederliefde (K. I. 1914)
^41
De tevredene (K. I. 1874)
-ocr page 87-
december 1984
266
De Neergang
Had de Katholieke Illustratie geduren-
de de eerste wereldoorlog haar lezers
zonder beperking op de hoogte kunnen
houden van het wereldgebeuren, tijdens
de tweede wereldoorlog was dat niet
mogelijk daar de Duitse bezetter met in-
gang van April 1942 de uitgave van het
weekblad verbood. Door papier-en ma-
teriaalschaarste verscheen het eerste na-
oorlogse nummer pas op 6 Juni 1946.
Hoofdredacteur was toen C. P. M. Lau-
tenslager. Het blad werd, evenals voor-
heen, gedrukt bij drukkerij "De Spaar-
nestad" te Haarlem.
In de tijd na de tweede wereldoorlog
kon de benaming "Katholiek" de eerste
jaren nog een duidelijke bindkracht uit-
oefenen. Na 1950 verminderde die
kracht zienderogen. Hierbij dient be-
dacht te worden dat de radio, die om-
streeks 1935, en de televisie, die om-
streeks 1950 vrijwel iedere huiskamer
binnendrongen, een geheel nieuwe ont-
vankelijkheid hadden geschapen. Voor-
dien beschermde de Kerk de katholiek
voor onheilzaam geachte invloeden van
buitenaf en de laatste was ook geneigd
zichzelf af te schermen; de Kerk had vrij
effectieve middelen ter beschikking om
die neiging erin te houden. Enerzijds
schoten die middelen op den duur toch
tekort of ze werden niet meer met de no-
dige innerlijke overtuiging aangewend,
anderzijds waren degenen voor wie ze
bestemd waren, er niet meer van ge-
diend.
Eerlijk gezegd, wekte het Katholicisme
tot een de tweede wereldoorlog wel eens
de indruk dat het, na de nederlaag ten
tijde van de Reformatie en de wederop-
bloei na 1853, opnieuw uit was op de al-
leenheerschappij als "enig ware gods-
dienst".
Het klimaat was voor iets dergelijks ge-
lukkig niet gunstig meer. De mens was
uit zijn locale isolement geraakt en we-
zenlijk tot wereldburger geworden; dat
gold voor de katholieken, maar ook
voor de "andersdenkenden". De intole-
rantie, die vroeger op kerkelijk gebied
partijen tot onverzoenlijke vijanden had
gemaakt, was verdwenen en daarmee te-
vens de noodzaak de mensen in te delen
in kerkelijk gesigneerde hokjes.
Ik herinner mij nog levendig een ge-
sprek dat ik tijdens de laatste oorlog had
met een kennis. Hij was katholiek en
had een meisje dat een andere gods-
dienst was toegedaan. Ik vroeg hem of
hij haar ook zou trouwen en hoe het dan
moest met die verschillende geloven. De
vanzelfsprekendheid die doorklonk in
zijn woorden, toen hij mij verzekerde
dat hij inderdaad trouwplannen had en
dat zij natuurlijk katholiek moest wor-
den, verbijsterde mij. Mijn opmerking,
dat de katholieken, door bij elkaar te
kruipen en zich zo af te sluiten van de
anderen, zich wel eens geestelijk en li-
chamelijk zouden kunnen ontwikkelen
tot een apart ras binnen de Nederlandse
samenleving, amuseerde hem slechts.
Op 10 December 1966 verscheen, ter ge-
legenheid van het 100-jarig bestaan, een
jubileumnummer van de Katholieke Il-
lustratie, ingeleid door hoofdredacteur
Albert Welling. Hij schreef o.a.: "Het
begint stiller te worden in het wereldje
van bladen die zich uitdrukkelijk katho-
liek noemen. Het schijnt dat dit predi-
kaat nauwelijks meer aanspreekt. Som-
migen voelen het zelfs als een last en dus
wordt het - openlijk of tersluiks - weg-
gelaten. De Katholieke Illustratie zal dit
voorbeeld niet volgen".
Kardinaal Alfrink betitelde bij die gele-
genheid de sfeer als "minder klerikaal,
minder triomfalistisch"; Godfried Bo-
mans, Anton van Duinkerken en Fons
Janssen verwoordden, fijn aanvoelend,
die verandering van sfeer op meesterlij-
ke wijze.
Céleste Herberichs, in "Honderd jaar
Vrouwenleven", voerde de lezers langs
de emancipatie van de vrouw: gedu-
rende de eerste halve eeuw van de Ka-
tholieke Illustratie waren dejonge meis-
jes "onschuldig", de moeders "geluk-
kig" en de oude vrouwtjes "tevreden".
Dit dwangmatige beeld behoorde de
wereld van hen te hebben en zij behoor-
den er ook en vooral met betrekking tot
zichzelf in te geloven.
Nauwelijks twee jaar later viel de klap.
"Katholieke" was reeds uit de naam
verdwenen, "De Spaarnestad" ver-
kocht het blad (inclusief abonnees en
hoofdredacteur) aan "De Geïllustreer-
de Pers"; voortzetting zou plaats vinden
in de "Nieuwe Revu".
De reactie van de lezers was uiteenlo-
pend. Sommigen spraken er schande
van, anderen schreven een dankwoord.
De meest neutrale, maar ook de meest
tekenende reactie was wel die van ie-
mand uit Vleuten: "Ik betreur het zeer
dat de Illustratie na honderd jaar be-
staan te hebben gaat verdwijnen. Ik heb
het altijd een interessant weekblad ge-
vonden, vooral met die grote puzzel, die
er iedere week in stond; dat is mijn
grootste liefhebberij. Wanneer in de
Nieuwe Revu ook zo'n grote en mooie
puzzel komt met wat aantrekkelijke
prijzen, dan word ik zeker abonnee van
dit nieuwe weekblad".
Hem werden "zelfs drie puzzels" be-
loofd!
De rebus
Tot slot een rebus uit "De Katholieke Illustratie" van 1874/75, waaraan als prijs was verbonden: "Leven van den H.Vincen-
tius-a-Paulo, door Mgr. Lodewijk Abelly, Bisschop van Rodez. Uit het Fransch vertaald door N. A. Jansen, priester. Drie de-
len in een lederen band".
Ik nodig de lezers van ons blad uit hier hun krachten op te beproeven en hun oplossingen in te zenden aan Mevrouw P.J. de
Rooij-Goes, 't Zand 1, 3451 GP Vleuten. Onder de inzenders van de goede oplossing zal een exemplaar van onze fraaie His-
torische Kalender 1985 verloot worden.
Dank aan al diegenen die mij uit hun bezit, of weer geleend van anderen, losse nummers en al ofniet complete jaargangen van
de Katholieke Illustratie, ter beschikking hebben gesteld.
-ocr page 88-
267
december 1984
In 1929 kwam ons gezin uit Vianen naar
het toen nog geheten Oudenrijn. We
woonden op de Ehmhoeve, Rijksstraat-
weg 97, later 119, vlak naast het ge-
meentehuis. De boerderij stond langs de
straatweg en het land lag langs de
Meentweg tot aan Heicop. De Meent-
weg noemden wij het Zwarte weggetje
of de Kaai. Een prachtig weggetje, met
hoge populieren aan de ene kant en de
Vliet aan de andere.
In de laatste oorlogswinter van '44/'45
verdwenen 's-nachts bijna alle bomen.
Daarna werden ze toegewezen aan be-
woners van De Meern. Ze werden zo on-
kundig gerooid, dat ze kris-kras over de
weg lagen.
Vroeger heette de Vliet de Rode Molen-
vliet, naar de rode molen die er stond.
Dat was echter voor mijn tijd.
Het weggetje was vaak bestrooid met
kolengruis; vandaar de naam Zwarte
weggetje. In de zomer een stofwolk als
er een paard en wagen over reed en
's-winters haast onbegaanbaar door
modder en kuilen.
Ruim halverwege stonden links twee
huisjes. In het ene, met een soort sluisje
in de Vliet, woonde de fam. Bouwhorst
met hun kinderen Bertus en Marie.
Daarnaast de klompenmaker Kees
Dissel. Hij had twee zonen: Rinus en
Adriaan. Op die hoogte staan nu nog
twee oudere dubbele huizen, waar nu
Daaf van Veen zijn melkhandel heeft.
Waarschijnlijk op het huidige nummer
146 woonde genoemde klompenmaker.
Als kind mocht ik zelf mijn klompen
gaan kopen. Als Dissel ze dan niet in
voorraad had, maakte hij ze waar je bij
mocht blijven, wat heel interessant was.
F 0,30 - f 0,50 kostten een paar peppelen
of populieren klompen f 0,60 - f 0,75
een paar wilgen.
Naast onze boerderij was tot de Meent-
weg een boomgaard. Vader's land was
verdeeld in 6 stukken. Eerst de grote
boomgaard, eindigend ongeveer waar
nu de Christinastraat ligt. Dan nog 5
stukken tot Heicop, waarvan de laatste
2 stukken hooiland waren, zodat het
hooi wel een heel eind naar huis moest
worden gereden. Dat gebeurde met een
hooiwagen met ijzeren banden. Als je,
als kind, dan achterop mee mocht rij-
den, op een schommeltje, knisperde dat
kolengruis zo mooi. Dat herinner ik me
nog heel goed.
Het eerste stuk land naast de Elimhoeve
tot de Meentweg werd verkocht aan de
familie de Pavert, die er een dubbel
woonhuis op liet bouwen. De ene helft
ervan werd een sigarenfabriekje. Nu is
het één huis, waar de familie Spaapen
woont.
De Meentweg
door
Tiny Niessen - Verhoef
Deze kaart van ca 1940 toont duidelijk de verdeling van het land van vader Verhoef in 6 stukken.
In de hoek Rijksstraatweg - Meent is de grote boomgaard te zien. Het dubbele woonhuis aan de
Rijksstraatweg en de eerste huizen aan de Meentweg (de oneven nummers 1 t/m 13) zijn reeds
gebouwd. Verderop, aan de andere kant van de weg, de huizen waar de families Bouwhorst en
Dissel woonden. De Rijksweg is reeds aangelegd.
-ocr page 89-
december 1984
268
Luchtfoto van de Meentweg.
Rechts achter schuren en hooiberg van de Elimhoeve. Op het braakliggend
stuk land loopt nu de Zonstraat.
De Vliet op de voorgrond is duidelijk zichtbaar.
Voor de nieuwe weg bij Heicop moest
vader aan Rijkswaterstaat een stuk land
afstaan, dat in 1936 (?) werd klaarge-
maakt. Vooraan de Meentweg werden
in die tijd ook huizen gebouwd. Vader
verkocht in de malaise-tijd steeds een
stukje land. Eerst, waar nu op nr. 1 de
familie Fronik woont, bouwde de heer
Le Noble, ambtenaar op de Secretarie,
een villa, later bewoond door Maarten
de Jong. Daarnaast heeft lange tijd een
stuk grond braak gelegen met een
bouwverbod. Veel later bleek dat dit
stuk betrokken werd in het uitbreidings-
plan Zonstraat.
De nummers 3 en 5 werden bewoond;
door de politieman van Rossum en de
familie Snel, die er nu nog woont.
De nummers 7, 9, 11 en 13 volgden
daarna in 1937. Op nummer 7 hebben
later mijn ouders gewoond. Nu woont
er nog mijn broer Ad Verhoef, op eigen
grond dus.
Op nummer 13 kwam de familie de Boer
te wonen. Hun zoon Harry woont er nu
nog. In ruim lOjaar werden er 22 kinde-
ren in die huizen geboren, want het wa-
ren allemaal jonge gezinnen.
De eerste villa met het braakliggend stuk land ernaast.
-ocr page 90-
269
december 1984
Het land aan de Vliet behoorde aan de
weduwe de Wit - van de Brink. Ze had
nog twee dochters thuis en een zoon
Leen, die de boerderij op zeer jonge leef-
tijd beheerde. Nu woont Jan de Wit er
nog. Later liet buurvrouw de Wit een
dubbel woonhuis bouwen op hun land,
de nummers 2 en 4. Mevrouw Zomer -
de Wit heeft er tot voor een half jaar
steeds in gewoond.
Deze situatie is lange tijd ongewijzigd
gebleven. Het eerste gedeelte van de
Meentweg was nu wat breder; de sloten
voor de oneven nummers werden dicht-
gegooid. Bij Zomer was een brug over
de Vliet voor het huis. De Vliet had ver-
binding met de Oude Rijn met een klei-
ne lage brug onder de Rijksstraatweg,
waar je alleen met een kano onderdoor
kon varen.
Achter op het land van Leen de Wit had
de korfbalclub "Quick" nog een paar
jaar een stuk land gehuurd.
De eerste kinderen van de Meentweg: 3 van Zomer, 4 van Goof van Rooyen, 2 van Frans van
Rooyen, 3 van Snel en Jet van Rossum (midden).
Mieke de Jong met kano in de Vliet.
Mevr. van Rooyen - van de Berg, wandelend op de Meentweg. Rechts
achter de bruggetjes voor de huizen.
In 1958 (?)kwam helgrote uitbreidings-
plan. Op een dag rooiden ze de hele,
juist in bloei staande boomgaard. Onze
boerderij was intussen (in de slechte
tijd) verkocht aan de heer Witteveen,
sigarenfabrikant uit Utrecht. Op de
Elimhoeve kwam in 1949 de familie
Bijsterbos wonen. Mijn ouders gingen
stil leven. Intussen verkocht ook Leen
de Wit zijn grond langs de Vliet. De
woningen met de even nummers werden
regelmatig tot aan de nieuwe weg uitge-
breid. De Vliet werd gedempt. De huis-
jes van Bouwhorst en de klompenmake-
rij van Dissel waren toen al afgebroken.
Ook ons land werd volgebouwd met zij-
straten tot aan de nieuwe weg.
't Landelijke wegje ademde een rust,
zodat menig verliefd paartje er vaak te
zien was. Men wandelde van de Meent-
weg de Strijkviertel of de Meerndijk
rond.
De Elimhoeve, zoals hij was tot ± 1950.
-ocr page 91-
270
december 1984
De Meentweg vanaf de Straatweg tijdens de uitvoering van liet uit-
breidingsplan.
Op de Meentweg met het gezicht op de Straatweg.
gingsjaar aan. Mogen wij weer op uw
spoedige betaling rekenen? Bij voor-
baat dank.
Voorspoedig 1985
Aan het einde van het turbulent vereni-
gingsjaar 1984 wil ik al onze leden, me-
dewerkers, adverteerders, sponsors, be-
gunstigers, sympathisanten en mede-be-
stuursleden, hun gezinsleden en al die-
genen die ons in het afgelopen jaar op
welke wijze dan ook geholpen hebben
een voorspoedig, gezegend en gezond
1985 toewensen.
"Stemt U in 1985 ook weer af' op uw
vereniging?
J. Schutte, voorzitter
Donderdag 25 april:
20.00 uur, in 't Wapen van Haarzui-
lens Haarzuilens
Lezing Dr D. W. Gravendeel
Maandag 13 mei:
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten
Algemene contactavond
De Meentweg was eigendom van het
Waterschap. Het onderhoud werd ver-
zorgd door Herman Sangers; later door
Leen van Leeuwen. Daarna is de Meent-
weg overgegaan naar de gemeente. Nu
is deze weg niet meer zoals vóór 1940.
De romantiek heeft plaats gemaakt
voor veel huizen. Wanneer ik nu al zig-
zaggend, vanwege de obstakels, mijn
oude weggetje uitrijd, vind ik er weinig
of niets meer van terug. Maar de herin-
nering blijft gelukkig nog.
Oproep
Autobussen
Wie kan mij helpen aan foto's van en/of
informatie over autobussen in het gebied
rond De Meern van vóór 1950?
Ik ben met een boek bezig over het
autobusbedrijf van de ATO, destijds
een dochteronderneming van de spoor-
wegen en zusteronderneming van van
Gend en Loos.
In 1942 begon deze onderneming in het
gebied tussen Utrecht, Gouda en Leiden
diensten te exploiteren, aanvankelijk
onder de naam Rapiditas, later onder de
naam de Rijnstreek.
In het bijzonder zoek ik foto's van
Ford-bussen van dit bedrijf, waarmee
men in de oorlogsjaren de dienst
Utrecht-Harmeien reed. Deze bussen
waren voorzien van kolossale gascylin-
ders op het dak!
Ook in foto's van bussen van de bedrij-
ven die hier tot 1942 reden, ben ik zeer
geïnteresseerd, zoals Peters (Harmeien)
en van Rossum (Montfoort).
Ik heb de mogelijkheid zelf reproducties
van oude foto's te maken.
Jan Erik Grunveld
p/a Mevr. P. J. de Rooij - Goes
't Zand 1-3451 GP Vleuten
tel. 03407 - 1483
-^
Rectificatie: In ons vorige nummer werd
de tekening op de middenpagina toege-
schreven aan Chris Schut. Dit was een
vergissing; de tekenaar was zijn broer,
Lo Schut.
Agenda
Vervolg pag. 252
Wie wat bewaart die geeft
wat
U hebt kunnen lezen dat wij voorlopig
door ons gemeentebestuur uit de brand
zijn geholpen met het beschikbaar stel-
len van opslagruimte. Beschaam uw be-
stuurderen niet en zorg er voor dat bin-
nen de kortste keren het pand uitpuilt
van uw goede gaven.
Contributie
De contributie zal in het verenigings-
jaar 1985 niet worden verhoogd. Deze
blijft f 25,— en behoeft dus geen belem-
mering te zijn om, als U lezer, dat nog
niet was, lid te worden van onze bloeien-
de en gezellige vereniging. U treft bij-
gaand de acceptgiro voor de contribu-
tiebetaling voor het komend vereni-
Dinsdag 8 januari:
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten
Algemene contactavond (zie "van
het bestuur" vóórin dit boekje)
Maandag 18 februari:
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten
Algemene contactavond
Donderdag 28 februari:
20.00 uur, de Schalm, De Meern
Dorpsfilm De Meern
Dinsdag 26 maart:
20.00 uur, de Brouwerij, Vleuten
Algemene ledenvergadering
Lezing J. F. K. Kits Nieuwenkamp
Dinsdag 2 april:
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten
Algemene contactavond
-ocr page 92-
december 1984
271
In januari had ik een gesprek met de heer J. R. van der Sandt, beheerder van De Haar. Onder-
werp was een blik achter de schermen van het Haarzuilense kasteelleven. Het artikel dat ik
hierover wilde maken zouden wij enkele weken later bespreken, maar daar is het niet meer van
gekomen. Een auto-ongeluk maakte een abrupt einde aan het leven van Van der Sandt. Het ar-
tikel bleef liggen. Enerzijds omdat het te uitgebreid was geworden voor het aanvankelijk doel
(publicatie in De Brug op de pagina die onze vereniging regelmatig ter beschikking wordt ge-
steld), anderzijds omdat er niet direct plaats was in dit blad dat slechts enkele keren per jaar
verschijnt. Niettemin hoeft uitstel geen afstel te betekenen. Vandaar dat we het alsnog af-
drukken.
Het Haarse kasteelleven
door Gerrit Jan Bei
Begin vorig jaar werden, op initiatief
van de historische vereniging, enkele
rondleidingen georganiseerd op kasteel
De Haar. Dit was mogelijk dank zij de
meer dan bereidwillige medewerking
van de heer Van der Sandt. Persoonlijk
leidde deze de geïnteresseerden rond en
dat heeft hij geweten. Aanvankelijk ging
men er van uit dat er - verdeeld over drie
zaterdagen - zo'n 125 deelnemers zou-
den zijn. Het werden er ruim 300 en het
aantal excursies moest tot vijf worden
uitgebreid. De overgrote belangstelling
vond zonder twijfel haar oorzaak in het
speciale karakter van de rondleidingen.
Voor deze ene keer kreeg men nu eens
niet te zien wat iedere andere toerist die
het kasteel bezoekt gewoonlijk wordt
voorgeschoteld, maar werden de gebou-
wen van onder tot boven beklommen,
van keuken tot slaapkamer.
Een unieke gebeurtenis dus. Ook voor
de heer Van der Sandt, want geen der
vijf keren maakte hij dezelfde rondgang.
Nu was dat niet zo moeilijk voor hem,
want het kasteel kent in totaal 233 ver-
trekken. Wie ze allemaal wil bezoeken
heeft daar meer dan een dagtaak aan en
dan moet er nog niet worden gelum-
meld.
Er was dus keus genoeg en de beheerder
ging de bezoekers immer opgewekt met
knikkende knieën (hij droeg namelijk de
sleutels van alle deuren bij zich)voor.
Bitter koud
De eerste groep enthousiastelingen
heeft zonder meer baanbrekend pio-
nierswerk verricht. Er heerste in die pe-
riode een snijdende kou en op zulke mo-
menten is het verschil tussen uw eenge-
zinswoning en een kasteel duidelijk
merkbaar. De - soms metersdikke - mu-
ren straalden een bizarre kou uit die me-
De heer Van der Sandt tijdens de rondleiding. Een bezield verteller die met dichtgeknepen ogen
tot de juiste formulering probeerde te komen.
nigeen die gewend is zich in gewone win-
terkleding en een auto voort te bewegen
onaangenaam overviel.
Nu heeft het kasteel centrale verwar-
ming. De gedachte dat het toch een klei-
ne moeite moet zijn de radiatoren even
lekker open te draaien dringt zich dan
op. Helaas: afhankelijk van het weer-
type kost het opwarmen van dit gebouw
2 tot 5 dagen. En als het eenmaal goed
vriest kan datzo'n 1000 liter olie per dag
vergen. Gezien de toch zeer billijke prijs
van de rondleiding mocht dit dus niet
worden verlangd. Het geeft zelfs aan
dat ook de baron het vantevoren even
moet laten weten als hij van plan is in de
winterdag aan te wippen, anders moet
hij binnenshuis zijn jas aanhouden.
Desondanks wordt er in een stooksei-
-ocr page 93-
december 1984
272
5
E
o
e
V
BC
Ol
V
*-
^
J<
«rf
<u
f
c
n
>
01
E
«
B
^
•■■
3
h
A
a>
^1/
.E-
«
o
Q
s
-ocr page 94-
december 1984
273
zoen ongeveer 30.000 liter olie ver-
bruikt.
Hoeveel personeel
Een van de eerste vragen die bij de men-
sen die De Haar bezichtigen opkomt is:
hoeveel personeel is er nu voor nodig
om de spullen hier een beetje redelijk
bij te houden?
Wel, buiten de beheerder zijn dat de
rentmeester, 2 (in drukke tijden 3) man
die als gids optreden en zich bezighou-
den met alle vormen van onderhoud
(van huishoudelijke werkzaamheden
tot reparaties), een part-timer voor het
linnengoed, in het toeristenseizoen een
part-timer voor de kaartverkoop, 2
tuinlieden en (eveneens part-time) een
jachtopziener.
Dit voor zover het de dagelijkse gang
van zaken betreft. Wanneer de familie
Van Zuylen-van Nyevelt op het kasteel
verblijft (gewoonlijk in september en
met de kerstdagen) wordt dit aantal fors
uitgebreid, hoofdzakelijk met het perso-
neel dat dan ook uit Frankrijk over-
komt. Op dat moment wordt de bezet-
ting versterkt met zo'n 12 dames die
zich bezighouden met de schoonmaak-
werkzaamheden, 6 kamermeisjes, 1
maltre d'hotel die leiding geeft aan een
Frans/Hollandse bezetting van 5 tot 6
obers, een chauffeur en een fleuriste die
er voor zorgt dat er iedere dag verse
bloemen en planten zijn.
Het keukenpersoneel bestaat uit onge-
veer 9 personen, waaronder leerling-
koks, een patissier (banketbakker) en de
chef de la cuisine die de leiding over het
geheel heeft. Het betreft hier de heer
Pierre Amory, zeker niet de eerste de
beste, want in Frankrijk geldt hij als een
beroemdheid op zijn vakgebied. Dit
heeft hem het voorzitterschap opgele-
verd van Les Chefs Cuisiners de Paris,
zeg maar de ambachtslieden op kookge-
bied. Pierre Amory verzorgde dan ook
maaltijden voor vele prominenten,
waaronder bijvoorbeeld president Rea-
gan. Je hoeft je daardoor natuurlijk niet
te laten imponeren, maar toch, als zo'n
man een blik doperwtjes open draait
komt er toch iets feestelijkers op tafel
dan u zelf van huis uit gewend bent.
Een enigszins aparte plaats onder het
keukenpersoneel wordt ingenomen
door de casserolier. Dat is degene die
zich uitsluitend bezighoudt met het -
door middel van zand - schoonschuren
van de pannen die worden gebruikt. U
voelt aan dat het hier dan niet om Tefal-
pannetjes gaat. Dat klopt, want men be-
schikt over een zeer uitgebreide koperen
pannenset. ledere pan draagt een merk-
je van kasteel de Haar. Of dit is gedaan
om eventuele verwisseling te voorko-
De oude keuken met de koperen pannenset.
men is niet zeker, maar het lijkt overbo-
dig. Een dergelijke set is in Nederland
namelijk alleen maar in het koninklijk
paleis op de Dam in Amsterdam te vin-
den.
Zeldzame zaken
Er mag daarom gerust in termen van
zeldzaamheid worden gesproken. Wat
dat betreft kan - vooral op kunst-histo-
risch gebied - in het Haarzuilense ka-
steel het hart danig worden opgehaald.
Zo is er een aantal bijzonder fraaie
wandtapijten (tapissirieën) te bewonde-
ren, alle van beroemde Vlaamse ateliers.
Ongeveer drie stuks daarvan zijn zonder
meer uniek; daarvan is er geen tweede
in de wereld. Uniek voor Nederland is
een hemelbed uit het midden van de 16e
eeuw. Alleen in het buitenland zijn en-
kele soortgelijke bedden te vinden,
maar dan nog betreft het een zeldzaam-
heid.
De bezoeker heeft zulke zaken niet al-
tijd in de gaten. Tijdens de rondleiding
belandde onze groep in een kamer die
best wel aardig was ingericht, op een
wat vervallen kastje na. Juist dit meu-
belstuk bracht de heer Van der Sandt in
een zodanige graad van vervoering dat
de grens der extase werd overschreden.
Hij had, zo vertelde de beheerder, voor-
heen in een museum gewerkt waar het
na jarenlange inspanning was gelukt,
om één paneel van zo'n kastje in het
bezit te krijgen. Als een kind zo blij wa-
ren ze geweest toen het uiteindelijk luk-
te en nog kon het personeel daar op
avondjes met vrienden en verwanten
sterke verhalen over vertellen. Toen hij
hier kwam had de beheerder her en der
in het kasteel 5 héle kastjes aangetroffen
en hij sloot niet uit dat hij nog een ka-
mertje over het hoofd had gezien.
Kijk, zoiets doet je toch de betrekkelijk-
heid der dingen beseffen. En het gekke
is: zo'n kastje wordt meteen een stuk
mooier. Bovendien leun je er ook niet
meer op.
Een bezield verteller
Op zich is het vak geschiedenis vrij dor.
Het bestaat hoofdzakelijk uit feiten en
jaartallen die - zeker als men hiervoor in
vroeger jaren een goed cijfer wilde ha-
len - domweg uit het hoofd moeten wor-
den geleerd. Het is aan degene die het
vak 'geeft' hier wat van te maken en zij
die er een levendige interesse voor heb-
ben overgehouden zullen over het alge-
meen toegeven dat ze vroeger een leraar
hadden die z'n verhalen boeiend en niet
zelden zonder overdrijving wist te bren-
gen.
Hoewel hij als een introvert type over
kwam was Van der Sandt een verteller.
Van stemverheffingen maakte hij geen
gebruik. Hij ging er van uit dat hetgeen
hij te vertellen had de moeite van het be-
luisteren waard was en veronderstelde
bij de ander de beleefdheid hem rustig
uit te laten spreken, een houding die mij
juist voorkomt. Toch maakt alleen dit
alles iemand nog niet beluisterenswaar-
dig. Bij hem was het vooral zijn liefde
voor het onderwerp waarmee hij zijn ge-
hoor wist te boeien.
De beheerder sprak daarbij met knippe-
rend dichtgeknepen ogen, onderwijl po-
gend zijn zinnen in een zo goed mogelij-
ke formulering te gieten. Op dat mo-
ment had het onderwerp hem in de ban
en de lichte betovering die hiervan uit-
-ocr page 95-
december 1984
274
ging wist hij op de anderen over te bren-
gen.
Dit werd ondermeer duidelijk toen hij
bij het betreden van een wat kleinere ka-
mer zei: "O, kijk, hier heb ik wat bijzon-
ders voor u". Vervolgens toonde hij een
krukje met een - naar het leek - rieten
zitting. "Weet u waarvan dit is ge-
maakt"? vroeg hij. "Ik moet u verzoe-
ken er niet aan te komen, want we zijn er
erg zuinig op. Nee, mevrouw, ook u
niet. Ik mag het gewoon niet toestaan.
Stel dat het beschadigd wordt. Ik moet
er niet aan denken".
We stonder er wat bedremmeld omheen
en door deze woorden gingen ieders
handen jeuken. Zouden we het niet
even.....? Maar nee. Van der Sandt hield
het krukje bijna beschermend in zijn ar-
men, als ware het een kind. "Niemand
weet het?" zei hij, de kring rondkijkend.
"Deze zitting is van stro gemaakt".
Het lijkt wellicht wat flauw als u dit
leest, maar dat was het zeker niet. Hij
had ons allemaal in de ban van het kruk-
je gebracht, ons allemaal doen beseffen
dat het echts iets bijzonders was. Zoiets
is alleen met een oprechte bezieling te
bereiken. Een buitenstaander kan de
wijze waarop hij dit stukje meubilair
beschermde tegen de aanraking van on-
bevoegde handen overdreven vinden,
maar niemand van ons ervoer dat zo.
Van der Sandt droeg op dat moment op
een ongekunstelde wijze zijn liefde voor
het kasteel en zijn bezittingen uit en
daarom was hij zo'n goede verteller.
Goed publiek
Omdat De Haar vol staat met bijzonde-
re dingen was de rondgang ook voor
hem een echt uitje. Nu is het zo dat u tij-
dens de normale rondleiding alleen de
grotere zaken zult kunnen bezichtigen.
De kleinere gebruiksvoorwerpen wor-
den buiten het bereik van het publiek
gehouden, want in het verleden werd er
nog wel eens wat vermist. Overigens is
men van mening dat het publiek zich
goed gedraagt, alleen aan de tuin wordt
zo nu en dan wat schade toegebracht.
Kinderen hebben nog wel eens de nei-
ging over en door de heggen te springen
en dat is niet leuk als er 30 jaar lang alle
moeite is gedaan die heggen juist zó te
knippen.
Het onderhoud van zo'n gebouw moet
een gigantische klus zijn en het lijkt een
redelijke veronderstelhng dat hiermee
heel wat mensen in de weer zijn. In wer-
kelijkheid valt dat wel mee. Weliswaar
wordt er jaarlijks groot onderhoud ge-
pleegd door specialisten als leidekker,
schilder en aannemer, maar men tracht
zoveel mogelijk zelf te doen. Zo zet het
personeel alles regelmatig in de lak of de
terwijl het voor de baron een aardige ge-
dachte is dat er niemand op de divan
hoeft te slapen.
Moderne inrichting
Hoewel met het bouwen van een kasteel
voor een zeer klassieke woonvorm werd
gekozen kon de inrichting erg modern
worden genoemd. De Haar was de eer-
ste Nederlandse woning met elektriciteit
en ook kwam er een lift in die hydrau-
lisch werkte. De hiervoor vereiste
krachten werden ontleend aan het wa-
terreservoir dat meteen in de waterdis-
tributie van het kasteel moest voorzien
en werd gevuld met opgepomp grond-
water. Helaas is er indertijd iets mis ge-
gaan tijdens de berekeningen, want de
luxe om per lift naar boven geheveld te
worden kostte de gehele inhoud van dit
reservoir. Zo'n truc liet je je gasten dus
maar één keer zien want daarna stond
het toilet voor de rest van de dag droog.
Van de lift is dan ook eigenlijk geen ge-
bruik gemaakt tot in de jaren dertig.
Toen werd de bediening elektrisch.
Een aardig snufje vormde indertijd ook
de centrale verwarming, want die was
toen zeker nog geen gemeengoed. Wat
het gebruik hiervan kost laat zich bere-
kenen aan de hand van de eerder ver-
melde gegevens, maar dat alles valt nog
in het niet bij het bedrag dat op tafel
moet komen als de hele boel moet wor-
den vernieuwd, want dat wordt een mil-
joenenzaak.
Daarbij moet duidelijk voor ogen staan
dat de leidingen onder dikke marmeren
vloeren lopen en door muren die zeker
niet halfsteens zijn. Vaktechnisch mo-
gen zulke werkzaamheden een uitda-
ging betekenen, maar dat houdt niet te-
gen dat degeen die hieraan begint zich
al snel gelukkig prijst met de gedachte
dat de tijden dat er nog zo solide werd
gebouwd nu voorbij zijn.
Alles moet worden opengebroken en
dat houdt in dat het kasteel zeker een
jaar gesloten zal zijn voor het publiek.
De heer Van der Sandt vertrouwde mij
toe hiervan wel eens te dromen. Dat wa-
ren geen prettige nachten. Hij leefde na-
melijk met het besef dat in 1957 het
grootste gedeelte van de elektrische be-
drading is vernieuwd en dat dit een dus-
danig zenuwslopende periode is geweest
dat zij de voormalige rentmeesteres, me-
vrouw De Greef, een ziekenhuisopname
heeft gekost.
Een fraai gebeeldhouwd bed.
verf en hoeft er ook geen glazenwasser
langs te komen.
Onderhoud
Nu weet iedereen die zelf een huisje
heeft bij te houden dat dit het een an an-
der kost, vooral als de tand des tijds
eisen gaat stellen. Als u vanwege de kos-
ten opziet tegen het vernieuwen van uw
dakgoot bedenk dan dat we mogen aan-
nemen dat men in Haarzuilens voor zul-
ke zaken jaarlijks honderdduizenden
guldens kwijt is.
De gedachte dat de baron elke keer met
een zorgelijk gezicht de poort doorrijdt
om te zien hoeveel rekeningen er nu
weer op z'n secretaire liggen is niet hele-
maal juist. Het beleid is er namelijk op
gericht om zoveel mogelijk selfsuppor-
ting te zijn. Dat wil zeggen dat het on-
derhoud moet worden bekostigd uit de
inkomsten die het kasteel kent: entree,
pacht van de boerderijen en woningen
etc.
Nu kost een kaartje voor een wandeling
in het park al jarenlang maar twee
kwartjes. Da's niet veel. Je kunt je zelfs
afvragen of dat wel de moeite van het af-
scheuren loont. De kasteelbeheerder
dacht daar anders over. "Als je hon-
derdduizend bezoekers in een jaar hebt
is het tóch aardig wat," zegt hij. Er is
geen rekenmachientje voor nodig om in
te zien dat in die uitspraak veels waars
steekt.
Door het jaar heen is het kasteel natuur-
lijk voor het grootste gedeelte onbe-
woond, maar hoeveel kamers zijn er in
gebruik als de familie (zoals de baron en
zijn gezinsleden worden aangeduid) er
is? "Allemaal," zei de heer Van der
Sandt beslist.
Je kunt dat natuurlijk niets bijzonders
vinden. Per slot van rekening gebruiken
de meeste mensen alle kamers in hun
huis. Maar als wij een feestje hebben ge-
had en de gasten blijven overnachten
wordt het toch een beetje inschikken.
-ocr page 96-
275
december 1984
Ledenlijst
nieuwe leder, na 1 juni 1984.
Groenedijk 44
3454
PD
De Meern
Meentweg 49
3454
AP
De Meern
Pr.Christinalaan 27
3454
AL
De Meern
Weth.Gerssenlaan 1
3454
BA
De Meern
Schoolstraat 25
3451
AA
Vleuten
Kalverstraat 1
3454
AC
De Meern
Prof.Bronkhorstlaan 2 5
3451
ER
Vleuten
Meentweg 3
3454
AN
De Meern
Lichtenberglaan 35
3454
CW
De Meern
Zandweg 47
3454
JV
De Meern
Kalverstraat 13
3454
HC
De Meern
Rijksstraatweg 95
3454
JH
De Meern
Rijksstraatweg 85
3454
JG
De Meern
Rijksstraatweg 52
34 54
JD
De Meern
Pr.Irenelaan 4
3454
AJ
De Meern
Adm.Helfrichstraat 24
3454
XA
De Meern
Julianaweg 44
3525
VH
Utrecht
Rosweydelaan 35
3454
BM
I;e Meern
Meentweg 11
3454
AN
De Meern
Jan Steenlaan,14
1412
JV
Naarden
Marelaan 51
3454
GB
De Meern
Mauritslaan 59
Royaards v/d Hamkade 5
3454
XR
De Meern
3512
NN
Utrecht
Bijleveldweg 13
3451
RL
Vleuten
Parkweg 2a
3451
RJ
Vleuten
Broederschaplaan 45
3451
ZC
Vleuten
Spijcklaan 1
3481
GZ
Harmeien
Zandweg 191
3454
HD
De Meern
Thematerweg 8
3455
SN
Haarzuilens
Den Hamstraat 30
3451
BN
Vleuten
Prof.Bronkhorstlaan 12
3451
ES
Vleuten
Marie Gijsenstraat 5
5252
GB
Vught
Rosweydelaan 20
3454
BN
De Mefern
Zandweg 70
3454
JW
De Meern
Leidsestraatweg 57
3481
EW
Harmeien
G.Noodtstraat 2
3515
vx
Utrecht
Odenveltlaan 19
3451
ZL
Vleuten
Bijleveldweg 14
3451
RL
Vleuten
Prof.T.Brandsmalaan 21
3451
ZX
Vleuten
Strijkviertel 32
3454
PM
De Meern
Lagehaarsedijk 5
3455
RN
Haarzuilens
Ridderhoflaan 43
3451
XC
Vleuten
Rijksstraatweg 50
3454
JD
De Meern
Rosweydelaan 126
3454
BS
De Meern
van Wanroystraat 12
3451
BP
Vleuten
Meerndijk 35
3454
HS
De Meern
W.de Withstraat 11
3454
XK
De Mee rn
Schoolstraat 33
3451
AB
Vleuten
Huissensestraat 52
5833
JB
Arnhem-Zuid
v.d.
van den
.G.M. van
.A. van
Jac. v.d.
Berg, J.Th.
Berkhof, G
Berne, P.A
Beurden, G
Bilt, Fam,
Bosch, G.
Brandenburg, A.iM.
Breukelen, A.C. van
Daas-Daminers, Mevr. ^
Dissel, H.
Es, C.J. van
Giessen-van Atten,Me"
Glissenaar, Anton
Gresnigt, J.
Gruters, H.
Gruters, K.
Kleinwee, P.J. van
den
.-r.N.B.
Th.
Klerkx-Huigen, Mevr.
Konijnendijk, D.H.
Lambers, Mr. E.C.
Lely, V. van der
Machielsen, J.A.
Maurik-van der Weiden,Mevr.H.M.
Meer, A. van der
Miltenburg, G.M.
Oerle, Th.P.M. van
Oostveen, P.A.
Rijksen, Mevr. J.
Rossum, Thea van
Scheepens, F.J.
Scheeper, H.H.J.
Slingerland, W.A.
Tomberg, J.A.
Tonen, G.M.
Vaneveld-van Eijk, Mevr. A.
Versteeg, C.J.M.
VictorsEon, S.E.0.
Viveen, J.
Voogdt, H.J. de
Vreeze, W. de
Vulto, J.A.
Wal, S.H. van der
Weijden, G.P. van der
Wijsman, L.C.
Winkel-van Ham, A.M.C.
Wolswijk-van den Brink,Mevr. C.
Zijl C zn., C.W. van
Zuijlen, Mevr. J.C. van
Zuijlen, Mevr. M.
1 december 1984.
Wie wat bewaart die
geeft wat
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze bibliotheek en onze verzame-
ling, de volgende schenkingen aanvaard
van:
J. Rodenburg, Schoolstraat 52 Vleuten
houten kruiwagen, vorentrekker-
aanaarder
D. v.d. Gugten, Zandweg 174 De Meern
oud fototoestel
J. Fokker, Schoolstraat 70 Vleuten
houten stellingen
J. Schutte, Zandweg 138 De Meern
2 leesboekjes 3de en 5de klas, 6
kerkboeken, diverse foto's, kaarten,
knipsels, copieën
G. C. v.d. Valk, Meentweg 29 De Meern
oude prentbriefkaarten
A. Goudappel, Julianalaan 20bis Vleuten
oude foto's
Hans Feijth, Dr Oolderslaan 4 Vleuten
ets Hamtoren
D. W. Gravendeel, 't Zand 35 Vleuten
schoenmakersleest
A. J. van Zoeren, Stationsstraat 34
Vleuten
zolderopruiming
P. 't Hart, Naaldwijkseweg 360
's-Gravenzande
druiventrap, gebruikt bij het drui-
ven krenten
Pentekeningen omgeving Meernbrug 1958 door Chris Schut
-ocr page 97-
276
december 1984 i