maart 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||
277
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Van het bestuur
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Ofriciec! orgaan van de HiMorischc Vereni-
ging Vleuten-fJe Mecrn-Haarïuilens. SejaargaBg nr. 1, maart 1985 © 19«S Verschijnt 4x pfr jaar. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Bestuurswisseling
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Ingeschreven in het vcrcnigingsrcgistcr van
de K.v.K. Utreiht e.o. onder nr. V, 4793(i(> Tengevolge van de bepalingen, vastge-
.............. . ........ legd in het Huishoudelijk Reglement van
Dagelijks bestuur: onze vereniging, treedt in het voorjaar
J Schutte, voorzitter 1985 in de Algemene Ledenvergadering
Zandweg 138 3454 1!A De Meern de voorzitter van de vereniging af. De
tel. 03406 - 3216 j^ggj. schutte heeft te kennen gegeven
„, ,, ^ , , zich niet herkiesbaar te stellen, zodat
W, H. Denekamp. sekretans , , ■■, ,
Utenhamstra.t 5, .^45! BR Vteuicn °"^^ vereniging voor een belangrijke be-
tel 03407 - 1948 stuurswisseling staat. Hoewel statutair
tenminste zeven bestuursleden vereist
P. G. de Rooij, penningmeester zijn geeft het bestuur de voorkeur aan
't Zand 1. 34.'5l CiP Vleuten een getal van negen bestuurderen. Met
lei. 03407 - 14S3 het aanstaande vertrek van de voorzitter
kent het bestuur dan twee vacatures. In
A. J, van Z(XMen. vice-voor/itter de personen van de heren Dr D. W. Gra-
feTtS'^TlS' '^'*^' ^^' ^''''""" ^'"'^'^'=' "'' °' '^'''"" '" ^- ö- Nanning
uit Vleuten meent het bestuur twee erva-
H. E. J. van Essen, word. werkgroepen '"^" bestuurders gevonden te hebben die
Mauritslaan 17. 3454 XP De Meern ^::IÊÊÊ *^^ '^^^ °P^" plaatsen kunnen bezetten.
teL 034Q6 ♦ 2992 Deze bestuursvoordracht dient in de Al-
_________ ,,,,,,...................... .._______^__ gemene Ledenvergadering van 26 maart
Erelid: a.s. door de leden bekrachtigd te worden.
Mw. F. van Hitscn-Wibbeke, Vleuten ■''^'f'M Overigens wijzen wij U erop, dat tot 23
——__—«--.«-__-„_,-------,-------.--------------;. maart de mogelijkheid bestaat tot het
Redaetie-sekretariaat: stellen van kandidaten. Kortheidshalve
Monique van E^^m^lmü^neini&mitSÊ verwijzen wij naar de agenda van de le-
3451 EV Vleuten, :":m:-ïïmiSMmMsmÊÊM denvergadering. Mag het bestuurbij een,
tel, 03407 - 3611 "■5§*:g¥|W:||;|;;;|:s;i||;|;s^ voor onze vereniging te nemen besluit
*~~~~**~------------------~-----------...........................' van zo groot belang, rekenen op een gro-
LcilenadminisÉraHe/infortttatie: te opkomst van de leden?
Opgeven van nieuwe leden, mutaties en
|
|||||||||||||||||||||||||||||
gesteund door enthousiaste medewer-
kers die het mogelijk maken doelstellin- gen van de vereniging niet alleen te steu- nen, maar ook binnen korte tijd waar te maken. Het bestuur, dat uw vereniging vertegenwoordigt heeft de afgelopen ja- ren bepaald niet stil gezeten. Op tal van |
|||||||||||||||||||||||||||||
(iia)besteilingen bij;
|
4 jaar Historische Vereniging
|
plaatsen en bij talrijke evenementen
|
|||||||||||||||||||||||||||
Mw. P. J. de Rooij-Goes, 't Zand ! P
3451 GP Vleuten, tel 03407 - 14S3
|
kwam U de naam van de Historische
|
||||||||||||||||||||||||||||
Toen in februari 1981 een groepje men- Vereniging tegen. Ons streven de inwo-
sen uit onze dorpen bijeen kwam om te ners van de drie dorpskernen, en waar Kontributic: peilen of er belangstelling zou bestaan mogelijk ook Harmeien, te betrekken bij De jaarlijkse kontributie bedraagt vvqt voor een historische vereniging in de ge- de geschiedenis van onze omgeving kon-
1985 minimaal f 25,-: meente Vleuten-De Meern konden maar den wij niet beter realiseren dan door
postabonnement f 35,- per jaar^^ 1^^^^^^^^^^ weinigen bevroeden, dat er 4 jaar later naar U toe te komen bij braderieën,
________,„.„„,,..,______________."'";.::JJ;:||ii een solide vereniging met meer dan 700 markten, koninginnedagen etc. U komt
Donateurs- leden zou bestaan. Een grote vereniging ons geregeld tegen bij filmavonden, le-
Minimaal f 12,50 per jaar. ==========================================================—===^^=^
De vereniging heeft rekeninsien bij de vo!*: I W^k ^1 I T 1^ I I i^^ n^ ^^ 1^
gendc instellingen; : III Vi I ^ II Vi I I I I I I W I ABN - De Meern 55.66.33.040
|
|||||||||||||||||||||||||||||
RABO-Vkuten 36.75.17.574 S^iii^lisï:!!!
PosTGiRo 2.6B9.200 -......I . Van het bestuur
- Gehele of gedeeltelijke overname van ari - Agenda Algemene Ledcnvergaderlngl 985
tikckn uit d»t vercmgingsorgaan i.s *iechts; . pg honqerwinter
toegestaan tia schriftelijke toestemming van ^
de redaktie. - Ledenlijst, oplossing rebus
Wijkverpleegster Zr. T. Brouwer
|
pag.
277 - 278
278 279 - 284
284 285 285 - 291
292 - 302
302 302 |
||||||||||||||||||||||||||||
Itlustratie midiienpagina:
Trouwfoto van den Brink - Glissenaar;
eigendom H. J. van der Weiden * van den Brink te Utrecht :,ï5;;;sh;ss |
|||||||||||||||||||||||||||||
Hoe autochtoon bent U?
Andries van Batenburg en de Pauselijke Zouaven
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Speciaal nummer n.a.v. 100 jaar Willibrord
Agenda
|
|||||||||||||||||||||||||||||
LOSSE NUMMERS f 7,50
|
|||||||||||||||||||||||||||||
maart 1985
|
||||||||||||||||
278
|
||||||||||||||||
Uitnodiging
|
||||||||||||||||
zingen en kleinere en grote tentoonstel-
lingen, zoals in 1984 in De Meern over het archeologisch verleden van deze om- geving. Ook voor het lopende jaar heeft de vereniging weer een aantal evenemen- ten op stapel staan. In juni a.s. organi- seert de R.K. parochie St Willibrord te Vleuten een overzichtstentoonstelling ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Willibrordkerk; daarbij zal onze vereniging behulpzaam zijn. Het 600-ja- rig bestaan van de Leidsche Rijn tussen Heldam en Stadsdam komt uitgebreid aan bod. Verder staan natuurlijk de haast traditionele filmavonden met oude dorpsjournaals op het programma. Wij hopen ook binnen niet al te lange tijd nieuw werk van onze filmgroep te kun- nen laten zien. |
||||||||||||||||
Algemene Ledenvergadering
Bij deze nod igt het bestuur U uit voor de op Dinsdag 26 Maart 1985 te houden Alge-
mene Ledenvergadering in "De Brouwerij", Odenveltlaan 2 te Vleuten. Aanvang: 20.00 uur precies. |
||||||||||||||||
Agenda
1. Opening
2. Notulen vergadering 2 Mei 1984
3. Ingekomen stukken en mededelingen
4. Jaarverslag secretaris
5. Jaarverslag penningmeester over 1984 en begroting 1985.
De hierop betrekking hebbende stukken liggen een halfuur voor het begin der
vergadering reeds ter inzage 6. Verslag kascommissie
7. Verkiezing kascommissie
8. VaststeUing contributie 1985 en 1986
9. Benoeming erelid. Het bestuur stelt voor Mevrouw Prof Dr C. Isings te benoe-
men tot erelid, wegens haar bijzondere verdiensten voor onze vereniging 10. Voorstel tot wijziging van de artikelen 2 en 3 van het Huishoudelijk Regle-
ment. Toelichting: het bestuur bestaat uit 9 leden. Het rooster van aftreden der bestuursleden wordt zodanig gewijzigd dat voortaan per jaar 3 bestuursleden aftreden. Hierbij is altijd één lid van het Dagelijks Bestuur. 11. Benoeming stemcommissie
12. Bestuursverkiezing
Volgens het nieuwe rooster treden af de voorzitter J. Schutte en de Heren H. E.
J. van Essen en J. Fokker. De eerste stelt zich niet herkiesbaar, de beide anderen wèl. Sinds de ledenvergadering van 29 Maart 1983 is er een vacature in het be- stuur, zodat er nu in twee open plaatsen moet worden voorzien. Het bestuur stelt hiervoor candidaat de Heren Dr D. W. Gravendeel en K. B. Nanning. De Heren van Essen, Fokker, Gravendeel en Nanning verklaarden zich bereid (weer) een bestuursfunctie op zich te nemen. Namen van eventuele tegencandi- daten kunnen (ondersteund door tenminste tien leden) tot uiterlijk drie dagen voor de verkiezing bij het zittende bestuur worden bekend gemaakt 13. Verkiezing voorzitter
De voorzitter dient door de Algemene Ledenvergadering uit de gekozen be-
stuursleden te worden benoemd. Het bestuur draagt uit zijn midden voor deze functie voor de Heer Dr D. W.
Gravendeel, die zich bereid heeft verklaard een eventuele benoeming te aan- vaarden 14. Herbenoeming vaste commissies
15. Rondvraag
16. Sluiting
|
||||||||||||||||
Van de voorzitter
Van deze kolom wil ik graag gebruik
maken diegenen die, onverhoopt, niet in de gelegenheid zijn de ledenvergade- ring in de Brouwerij in Vleuten op 26 maart 1985 bij te wonen voor hun steun, belangstelling en vriendschap dank te zeggen. Een voorzitter staat niet alleen; slechts met de medewerking van velen is het mogelijk een goed resultaat te boeken. Uit de bloeiende staat waarin uw vereniging verkeert zowel naar le- dental als gemeten aan de financiën mag U, lezer, afleiden, dat bestuur en mede- werkers een hechte vriendenkring vor- men. Ik spreek het vertrouwen uit, dat U de nieuwe bestuurders net zoveel vertrouwen en vriendschap zult geven als ik ervaren mocht. Dan zal het door U gekozen bestuur met uw hulp in staat zijn onze vereniging verder uit te bou- wen. Wellicht is een ledental van 1000 binnen niet al te lange tijd realiseerbaar. Mag ik, nogmaals, een beroep op U doen hieraan uw medewerking te geven. Als veel leden hun buren ook lid maken van onze vereniging dan moet dat getal snel haalbaar zijn. Per slot betekenen veel leden, dat er ook veel aktiviteiten kunnen plaatsvinden, en met een streek- museum in het verschiet blijft het be- langrijk, dat uw vereniging zich ge- steund weet door een groot aantal dorpsgenoten. Ik wens het bestuur alle succes met de
verdere uitbouw van onze vereniging en bij de ontwikkeling van een groot aantal aktiviteiten, gericht op het meer bekend maken in onze dorpen van onze interessante geschiedenis. J. Schutte, voorzitter.
|
||||||||||||||||
Pauze
|
||||||||||||||||
Na de pauze zal onze dorpsgenoot, de Heer J. F. K. Kits Nieuwenkamp, een lezing
houden voor leden en belangstellenden. Onze gast zal iets vertellen over de historie van de Hamtoren en hij zal tevens zijn best doen uw belangstelling te wekken voor de kleine cultuur-historische elementen in onze omgeving. |
||||||||||||||||
maart 1985
|
||||||||||||||||||||
285
|
||||||||||||||||||||
Herinneringen aan 1940 -1945
Wijkverpleegster Zuster T. Brouwer: een heldin
|
||||||||||||||||||||
sprak, dat zijn dochter het op het plat-
teland zo slecht had, niet wetende dat ze voor vele monden de kost moest op- scharrelen. Nog een persoonlijke herinnering:
Het was toendertijd de gewoonte dat ik als penningmeester aan het eind van de maand het salaris bij de zuster thuis kwam brengen. Opmerkelijk was datje zolang voor de deur moest staan alvo- rens er open werd gedaan (er moest eerst verstoppertje gespeeld). Éénmaal "overviel" ik haar blijkbaar en was binnen voor men de zaak ge- ruimd had. Ik zag in het magazijn tal van verzetslieden met koptelefoon, etc. gewapend. Op weg naar huis kwam Zuster Brouwer mij achterop en zei: Mijnheer de Bruijn zwijg tegenover een ieder, inclusief de Voorzitter van de Vereniging, over wat u heeft gezien. Ik stelde haar volkomen gerust. Na de oorlog is Zuster Brouwer in het Verenigingsgebouw aan de Zandweg door velen als een heldin gehuldigd. Kort daarop vertrok ze naar Joka- Nieuw- Guinea, waar ze haar man, de Heer van der Stoep, schoolbeheerder aldaar, leerde kennen. Jac. de Bruijn.
|
||||||||||||||||||||
Simons overleden was, heeft dokter
Lambers persoonlijk de overlijdens- verklaring naar het Gemeentehuis in Vleuten gebracht. De Heer F. Migo, die toen ambtenaar van de Burgerlijke Stand was had snel een en ander door. De vrouw is toen in De Meern begraven en later naar Rijswijk overgebracht. |
||||||||||||||||||||
In het Groene Kruisgebouw, dat nog
gevestigd was in een pand ten Westen van de Ned. Herv. Kerk werden door de toen dienstdoende Wijkverpleegster Zuster T. Brouwer, verscheidene Joden verborgen. Er was o.a. een oude Heer Spanjaard
(geb. 1854) met zijn 17 jarige dochter Ko. Toen de Hr. Spanjaard ernstig ziek werd (slokdarmkanker) heeft Zr. Brou- wer dokter E. Lambers in vertrouwen genomen. Deze heeft toen, wetende dat hier een
Jood aanwezig was, hem tot zijn dood behandeld en gezwegen. Zr. Brouwer heeft de dode man in een jute zak genaaid, op haar fiets gelegd en aan het einde van de Meerndijk (bij de nieuwe weg) 's nachts-alleen-begra- ven, nadat ze daar eerst met een spa was geweest. Na de oorlog heeft er een herbegraving plaatsgevonden. Een oude dame, Caroline Simons, geb. Den Haag 1880, tweelingzuster , had niet zo'n Joods uiterlijk, kwam niette- min nooit te voorschijn, alhoewel ze over een vals persoonsbewijs beschikte. Toen ik eens een lijkwagen voor het Groene Kruis Gebouw zag staan infor- meerde ik over de overledene en kreeg van Zuster Brouwer antwoord, dat haar tante, zuster van haar overleden moe- der, uit Den Haag, niet terug kunnende keren, vanwege de spoorwegstaking, al- hier was overleden. Tegenover dokter Lambers had ze ook
aanvankelijk dit verzonnen verhaal verteld. Dokter Lambers behandelde haar voor gordelroos. Toen Caroline |
||||||||||||||||||||
Alleen de inwonende familie Van Bem-
mel, consierge van het Groene Kruis, wist wat er huisde en boer J.D. Wesse- ling, die er naast woonde, zorgde voor wat extra eten en drinken. Niettemin was het mondjesmaat met de voedselvoorziening, zodat de toenma- lige predikant Ds. D.J. Peterse, van Tinies vader. Dr. Brouwer, Zendings- director te Oegstgeest, wel eens een brief kreeg, waarin hij zijn bevreemding uit- |
||||||||||||||||||||
P.S. Mevr. T. v.d. Stoep-Brouwer woont
thans te Utrecht en verdient m.i. alsnog een (hoge) Koninklijke onder- scheiding. |
||||||||||||||||||||
de Br.
|
||||||||||||||||||||
Hoe autochtoon bent U?
|
||||||||||||||||||||
Door Mevrouw H. J. van der Weiden - van den Brink werd de trouwfoto beschikbaar gesteld van Johannes van den Brink en
Theodora Glissenaar (afgekort Glis). Het paar trouwde op 8 Juni 1915 te Haarzuilens en zou gaan wonen op De Meern in het pand dat later het hulppostkantoor en sigarenzaak van Hansen zou worden en waar nu van Kooten is gevestigd (zie ook ons blad van Juni 1984, blz. 220). Maar eerst moest er feest worden gevierd en dat gebeurde wellicht in café van Straten of in de feestzaal van van Bommel.
Bij die gelegenheid werd de foto gemaakt, in de boomgaard van Bonenkamp, met als achtergrond het koetshuis en de stal van Wesseling. Achter die stal is op de oorspronkelijke foto de, in 1913 gereed gekomen, nieuwe hervormde kerk te zien. De foto werd in ongeveer oostelijke richting genomen. |
||||||||||||||||||||
286
|
maart 1985
|
|||||||||||||||||||||||
boren en overleed 11
De Meern. |
||||||||||||||||||||||||
1. Toon van de Bos (woonde bij de
Haarmolen). 2. Hendricus van den Brink (vader van
de bruidegom). Hij werd 04 - 02 -1861 te Oudenrijn
geboren als zoon van Johannes van den Brink en Christina Smorenburg en hij overleed in Augustus 1940 te Montfoort. Hij was gehuwd met 3. Cornelia (Kee) van de Berg (moeder
van de bruidegom) Zij werd 08 - 02 - 1862 te Maartens-
dijk geboren als dochter van Johan- nes van de Berg en Adriana Duis en zij overleed 30- 12 - 1931 te Vleuten (aan de Groenedijk). 4. Johannes van den Brink (de bruide-
gom). Hij werd 30 - 01 -1888 te Vleuten ge-
boren en overleed 26-01 - 1975 te Vinkeveen. Hij huwde dus 08 - 06 - 1915 te
Haarzuilens met |
Hij werd 12 - 11 - 1850 te Haarzui-
lens geboren als zoon van Piet Glis- senaar en Cornelia Broere en hij overleed 11 - 11 - 1925 te Haarzui- lens. Hij was gehuwd met Gerrigje Middelweerd (moeder van
de bruid). Zij werd 14-08-1856 te Kamerik ge
boren als dochter van Gerardus Middelweerd en Dirkje Knijff en zij overleed 14 - 07 - 1940 te Veldhui- zen. Cornelia Arnolda (Kee) van Dort.
Zij werd 17-09- 1883 te Houten ge- boren als dochter van Hendrik van Dort en Elizabeth Maria van Leeu- wen en zij overleed 10 - 12 - 1960 te Haarzuilens. Zij huwde 19 - 02 - 1909 te Haarzui-
lens met Gerardus (Gert) Glissenaar (broer
van de bruid).
Hij werd 11 - 07 - 1881 te Haarzui-
|
|||||||||||||||||||||||
07-1961 te
|
||||||||||||||||||||||||
11. Johannes (Hannes) Glissenaar
(broer van de bruid). Hij werd 08 - 02 - 1895 te Haarzui-
lens geboren en overleed 13-11 1963 te Harmeien. Hij was van 1927 - 1955 machinist op de "waterma- chine" (gemaal) in 't Wild te Har- melen; eerst met stoom en vanaf 1949 electrisch. Hij huwde met Cornelia Maria
(Kee) van Dalen, die 21 - 10- 1897 te Zeist was geboren en 21 - 12 - 1978 overleed te De Meern. 12. Emma Bos, in 1915 vriendin van Jo-
hannes Glissenaar (11). 13. Petrus (Piet) Glissenaar (broer van
de bruid). Hij werd 11 - 09 - 1888 te Haarzui-
lens geboren en overleed 06 - 04 - 1966 te Montfoort. Hij huwde met Anna Minten, die |
||||||||||||||||||||||||
9.
|
||||||||||||||||||||||||
Cornelia van den Brink - van de Berg (no. 3) met haar dochter Chris-
tine Wolswijk - van den Brink (no. 14); de foto dateert van ca 1922. Bruikleen van M. van Es te De Meern. |
||||||||||||||||||||||||
Theodora Glissenaar (de bruid) op 18-jarige leeftijd. Zij was o.a. in
betrekking bij Mevr. Doorman, familie van "Karel Doorman". Foto in bruikleen van H. J. van der Weiden - van den Brink te Utrecht. |
||||||||||||||||||||||||
12- 10-1895 te Willescop was gebo-
ren en 18-03-1968 te Montfoort overleed. 14. Christine (Stien) van den Brink (zus-
ter van de bruidegom). |
||||||||||||||||||||||||
5. Theodora Glissenaar (de bruid).
Zij werd 26 - 07 - 1884 te Haarzui- lens (aan de Lage Haar) geboren en overleed 10 - 09 -1968 te Vinkeveen. 6. Jan Glissenaar (vader van de bruid).
|
||||||||||||||||||||||||
lens geboren en overleed daar 04 -
05 - 1940. 10. Everhard van Dijk (buurman uit de
Lage Haar). Hij werd 21-11 1875 te Vleuten ge- |
||||||||||||||||||||||||
maart 1985
|
||||||||||
287
|
||||||||||
Zij werd 01 - 03 - 1896 te Vleuten ge-
boren en overleed 14 - 05 - 1975 te De Meern. Zij huwde 28 - 07 - 1922 te Vleuten
met Gerardus Caesar Wolswijk die 05 - 05 - 1894 te Vleuten was gebo- ren en 31 - 07 - 1960 te De Meern overleed. 15. Christiaan Ram
Hij was gehuwd met
16. Pietje van de Berg (tante van de brui-
degom). Zij woonden te Montfoort.
17. Antoon Middelweerd (oom van de
bruid). Hij was gehuwd met
18. Fie van Dijk
Zij woonden te Harmeien
19. Johannes Gerardus (Jan) Glissenaar
(jongste broer van de bruid). Hij werd 13 - 06 -1900 te Haarzui-
lens geboren en overleed 15 - 08 - 1968 te Harmeien. Hij huwde 23 - 10 - 1929 met Adria- na Broeke, die 20 - 09 - 1900 te Utrecht werd geboren. |
||||||||||
De "watermachine" in 't Wild onder Harmeien, waar Johannes Glissenaar op zat.
Foto in bruikleen van G. H. M. Glissenaar te Harmeien. |
||||||||||
In het achterste gedeelte van dit huis woonde Jan Glissenaar (de vader van de bruid) met zijn gezin. De drie rechtse figuren op de foto zijn de bewo-
ners van het voorste gedeelte: Cornelis van Kleinwee (met geit), zoon Marinus en vrouw Anna Geertruida van den Bosch. In 1954 is Kerkvliet daar komen wonen, die er in 1961 een nieuw huis naast zette. Foto in bruikleen van P. J. van Kleinwee te Utrecht. |
||||||||||
288
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
^^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
In het smalle gedeelte woonde eerst de Vleutense oud-zouaaf Andries van Batenburg, daarna de timmerman Gert Glissenaar (broer van de bruid).
Het voorste stuk van het brede huis werd eerst bewoond door de familie van Dijk, doch dit stuk werd bij het huis van Glissenaar getrokken. Daar achter, dus in het midden, woonde de familie Jansen, en achteraan huisde de familie Strik en later de familie van Galen. Het geheel werd in de SO-er jaren afgebroken. De vrouw links op de foto is Gerarda Strik, geboren 25 - 01 -1866 te Odijk en overleden 08 - 04 -1929 te Vleuten, gehuwd met Johannes van Galen. De vrouw rechts is Cornelia van Dort (no. 8) met haar dochter Gerarda Maria Glissenaar en een buurjongen, Dorusje Schol- man. Foto in bruikleen van M. Goes te De Meern. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
1951 te Utrecht.
Zij huwde in 1918 te Utrecht met Ja-
cobus (Kobus) Klaarenbeek die 02 - 11 - 1879 te Westbroek was geboren en in Augustus 1963 te Utecht over- leed. Frans........(verloofde van Gerarda
Glissenaar, nr. 22).
Hij overleed ca 1916. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
20. Antonia Cornelia Glissenaar (zuster
van de bruid). Zij werd 11 - 06 - 1897 te Haarzui-
lens geboren en overleed 28 - 09 - 1972 te Amersfoort. Zij huwde 30 - 12 -1926 te Haarzui- lens met Hermanus Johannes van de Hoven, die 01 - 02 - 1894 te Vleu- ten was geboren en 05 - 03 -1983 te Amersfoort overleed. 21. Onbekend.
22. Gerarda Glissenaar (zuster van de
bruid). Zij werd 23 - 08 - 1890 te Haarzui-
lens geboren en overleed 28 - 12 - |
|||||||||||||||||||||||||||||||
25. Johan van den Brink (broer van de
bruidegom). Hij werd 14-01 -1894 te Vleuten ge-
boren (aan de Groenedijk) en over- leed 07 - 06 - 1978 te Utrecht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
23.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Niet op de foto staat:
Cornelia (Kee) Glissenaar (oudste
zuster van de bruid).
Zij werd 16 - 11 - 1879 te Haarzui-
lens geboren en overleed 02 - 11 -
1922 te Utrecht.
Zij was gehuwd met Theodorus
(Dirk) Klaarenbeek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
24. Margaretha van der Ende
Zij werd 17-11 -1893 te Naaldwijk
geboren en overleed 27 - 03 -1958 te Utrecht. Zij huwde 28 - 08 - 1918 te Naald-
wijk met |
|||||||||||||||||||||||||||||||
li
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Voor het plaatsen van dakkapellen, dakramen, keukens, badkamers en wanden van glazen
bouwstenen, stijldeuren, aluminium en houten kozijnen. Tevens plaatsen wij tegen inbraak beveiligd hang- en sluitwerk. Kunststof ramen en deuren op maat en in verschillende kleuren Wilt u meer weten, bel dan.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
#K^^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
;i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AANNEMERSBEDRIJF
3454 VK DE MEERN |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Woerdlaan 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Telefoon 03406 - 13 15
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19) (20)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f22) (23)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ï^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(;;) (;i) Q (?^ p ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Q
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(^ P| 0 0 C?)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maart 1985
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
291
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Glissenaar
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Brink
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes van den Brink
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendricus van den Brink
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christina Smorenburg
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Piet Glissenaar
Cornelia Broere |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Glissenaar
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geboren 04 - 02 - 1861 te Oudenrijn
overleden .... - 08 - 1940 te Montfoort gehuwd met |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geboren 12 - 11 - 1850 te Haarzuilens
overleden 11 - 11 - 1925 te Haarzuilens gehuwd met |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes van de Berg
Adriana Duis |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia van de Berg
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerardus Middelweerd
Dirkje Knijff |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrigje Middelweerd
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geboren 08 - 02 - 1862 te Maartendijk
overleden 30 - 12 - 1931 te Vleuten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geboren 14 - 08 - 1856 te Kamerik
overleden 14 - 07 - 1940 te Veldhuizen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geboren te Vleuten:
Johannes
Johannes
Adriana
Adriana
Johannes
levenloos kind
Christina
Johanna
Adrianus
Adrianus
Adrianus Hendrikus
levenloos kind
Adrianus Hendrikus
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30- 01
26-03 23-07 13-06 14-01 |
1888
1889 1890 1891 1894 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-h 06- 11 - 1889
+ 22-08- 1890 + 08 - 10 - 1907 + 17-03- 1895
+ 10 - 02 - 1898
+ 10 - 02 - 1898 + 19-07- 1899 + 28 - 05 - 1901 + 09 - 06 - 1901 + 01 - 06 - 1903 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geboren te Haarzuilens:
Cornelia 16- 11 - 1879
Gerardus 11-07- 1881
Theodora 11-07- 1882
Theodora 26 - 07 - 1884
levenloos kind
Pieter 28 - 10 - 1885
Petrus 11-09-1888
Gerarda 23 - 08 - 1890
levenloos kind
Johannes 08 - 02 - 1895
Antonia Cornelia II - 06 - 1897
Johannes Gerardus 13 - 06 - 1900
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
+ 25-02- 1884
+ 01 -08 - 1886
+ 09-02- 1886 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
01 - 03 - 1896
29 - 09 - 1897 29 - 09 - 1897 25 - 12 - 1898 19 - 05 - 1900 21 - 07 - 1902
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
+ 11 -01 - 1893
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
noodzaakt veel kinderen te krijgen, wil-
de men "de soort in stand kunnen hou- den". D. W. Gravendeel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het gezin Glissenaar - Middelweerd
lag het accent wat meer aan de vrouws- kant. Nadat de grootmoeder van va- derszijde (Cornelia Broere) was ver- noemd, kwamen achtereenvolgens de grootouders van moederszijde aan de beurt, waarbij de naam Dirkje werd ver- vangen door het "katholieke" Theodo- ra. Als de "verplichte" vernoemingen wa-
ren geschied, was men vrij voor de ande- re kinderen namen te kiezen naar goed- dunken. De kindersterfte
In het gezin van den Brink - van de Berg
stierven van de 11 levend geboren kin- deren er 8 jong, waarvan 7 in de zuige- lingenleeftijd. In het gezin Glissenaar - Middelweerd
waren dat er 2 van de 10 levend gebore- nen. Bovendien werden er in beide gezinnen
2 kinderen levenloos geboren. Het was zo'n 100 jaar geleden maar droef gesteld met de prae- en postnatale zorg (= zorg tijdens en na de zwanger- schap) en men was, ongeacht politieke of godsdienstige overtuiging, wel ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vernoeming
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik heb hierboven de beide ouderparen,
met de kinderen die zij kregen, compleet weergegeven, met de bedoeling daar aan eens de ijzeren wetten te demonstreren, die werden gehanteerd bij de vernoe- ming van de kinderen. Het eerste kind werd vernoemd naar één der grootou- ders, van vaderszijde, bij voorkeur naar de grootvader, waarbij het er niets toe deed of het een jongetje of een meisje was want elke jongensnaam had wel een vrouwelijke pendant (Cornelis - Corne- lia, Johannes - Johanna). Bij het tweede kind waren de grootouders van moe- derszijde aan de beurt, waarbij ook weer de grootvader de voorrang had. Er kon- den op die manier in één gezin kinderen met dezelfde voornaam zijn; een mooi voorbeeld is het gezin van den Brink - van de Berg: het tweede kind werd Jo- hannes genoemd (naar de grootvader van moederszijde), hoewel het eerste ook al zo heette (naar de grootvader van vaderszijde). Weliswaar stierf de tweede Johannes reeds spoedig, maar het vijfde kind kreeg dezelfde naam en bleef wèl in leven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lezing A.M.de Reuver
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(zie agenda)
Nederland herdenkt dit jaar dat het 40
jaar geleden werd bevrijd van de Duitse bezetting. Wij plaatsen in dit nummer enkele bijdragen die herinneringen op- roepen aan die oorlogstijd. Uw bestuur vond in de Heer A. M. de Reuver iemand die beschikt over een uitgebreide verzameling dia's en aan de hand daarvan een boeiend verhaal weet te vertellen over crisistijd, mobilisatie, Meidagen 1940, bezettingstijd, capitu- latie en bevrijding. De lezing zal worden gehouden op Don-
derdag 23 Mei 20.00 uur in De Schalm te De Meern. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maart 1985
|
||||||||||||||||||||
292
|
||||||||||||||||||||
Andries van Batenburg en de
Pauselijke Zouaven |
||||||||||||||||||||
mÈm van Baienhurg
W.i'uwnftur van
QeertradU Nlermeier
OuiUZouaaf von 7..H. Pmis Piu.^ !X.
öebof-rn Ie, Cp(h.!i' 30 Mei JR44
jtn ovcrIeJcn k Vleiifm. n« tlikwij!» grsferkf (e zijn door de Gronde- 'm'ddfk-n der H. Kerk. 4 Mei 1927 ril .VK^rd 7 V^ei d.a.v. begreven «p bet R.K. Kerkhof aldaar. Zijn rwm was h<'! sjf-sfr^den (e
hebben voor Paus en Kerk. Voor- «eker kon hij nu met Pnulus isegj^en: „Ik heb den goeden strijd gestreden. mijn loopbaftii •»oltrokkeR, hel geloof behouden, thetts i« mij de kroon d«-r gerechtigheid ioe^zegd. 2 Tim.? fi. De hooge jaren t^n een cert-
kroon, die öp dt i*egen d«r gerech* ligheid zal gevonden worden. Prov. ia 27,
Mijn .Jeïus barmhartigheid.
Hij t«s(« in vrede,
R.Kv Koster, Vleuten.
|
||||||||||||||||||||
door
|
||||||||||||||||||||
Albert Lemmens Jr.
|
||||||||||||||||||||
"De Zaak des Pausen is de zaak van God: kom trekt ten strijde en bescherm het
pauselijk erfgoed". Met dat idee voor ogen zijn zo'n 3000 Nederlanders, waaronder mijn overgrootvader Andries van Batenburg, in de jaren 60 van de vorige eeuw, de toenmalige paus Pius IX te hulp geschoten als vrijwilliger in het pauselijk zouaven- leger. Deze hulp was nodig omdat de paus diens grondgebied: de Kerkelijke Staat wilde beschermen tegen m.n. Koning Victor Emanuel II van de koninkrijken Na- pels en Sicilië, die het pauselijk grondgebied bij dat van hem wilde inlijven. Het zal op Andries zeker indruk gemaakt hebben toen pastoor F. J. Romijnders van de R.K. Parochie Petrus en Paulus te Cothen op een zondagochtend de pauselijke oproep aan zijn gehoor kenbaar maakte. We zitten dan al midden in een conflict dat bekend staat als "de Romeinse Kwes-
tie", de treurige geschiedenis van het verval en de uiteindelijke ondergang van de Kerkelijke Staat, die pas vele tientallen jaren later tot een oplossing zou komen bij het z.g. Verdrag van Lateranen in 1929. Om echter een goed begrip te krijgen van de staatkundige en politieke verhoudin-
gen in het Italië van de vorige eeuw en van de mate waarin de Nederlandse Pause- lijke Zouaven daarin een rol hebben gespeeld geef ik eerst een stukje voorgeschie- denis. |
||||||||||||||||||||
hersteld. Het huidige Italië is dan een
verbrokkeld gebied met verschillende machtssferen. Dit waren enerzijds ge- biedsdelen die afhankelijk waren van Oostenrijk, anderzijds heerschappijen die hun identiteit en nationaal gevoel ten toon wilden spreiden. De Kerkelijke Staat grensde in het noorden voor een groot gedeelte aan eerstgenoemde ge- biedsdelen en voelde zich dus veilig in de Oostenrijkse invloedssfeer. In deze be- trekkelijke veiligheid verviel de Kerke- lijke Staat na enige tientallen jaren tij- dens het pontificaat van paus Gregorius XVI (1831 - 1846) tot een politieke cha- os vanwege met name diens starre on- verzettelijkheid in staatszaken. Gedu- rende deze jaren had het Italiaanse vrij- heids- en eenheidsstreven postgevat en was het bestaan van een Kerkelijke Staat vele nationalisten in de gebieden die tot het huidige Italië behoorden een doorn in het oog. Dan treedt de opvolger van Gregorius |
||||||||||||||||||||
aan, paus Pius IX, de man om wie het al-
lemaal gaat draaien, en die het langste pontificaat zal hebben dat ooit door een paus is bekleed, nl. van 1846 tot 1878. Tijdens het begin van diens regeringspe- riode ondergaat de Kerkelijke Staat een economische opleving als nooit te vo- ren. De nationalisten wilden hiervan wel een graantje meepikken en boden hun diensten aan o.a. was daarbij ene Guiseppe Garibaldi, leider van een Ita- liaans vrijheidslegioen. Wanneer echter Oostenrijk het noorden binnenvalt eisen de nationalisten van de paus dat hij hen steunt in de strijd. Deze is echter zeer terughoudend daar Oostenrijk in het verleden de paus juist gesteund had. Bovendien wilde hij eigenlijk geen partij kiezen tussen twee katholieke naties. Omdat de paus zich toen niet inzette vóór de Italiaanse eenheidsbeweging gold hij als ontrouw aan zijn eigen volk en vanaf die tijd voerden de nationalis- ten uit Piemont en Sardinië met tussen- |
||||||||||||||||||||
Inleiding
|
||||||||||||||||||||
De Franse Revolutie heeft een geleide-
lijke ommekeer teweeggebracht in de verhoudingen tussen kerk en staat. Trad vóór die tijd de staat veeleer op als beschermer en begunstiger van kerken en kloosters, na die periode van geweld- dadige conflicten zag zij de kerk niet meer als goddelijke instelling, maar als organisatie waarin burgers zich vast- hielden aan bepaalde nieuw verworven vrijheden. De Kerkelijke Staat werd zodoende veel
meer als staat dan als kerk gezien. Aan- vankelijk leek het er in het Italië van 1815 na het einde van de Franse Revolu- tie gunstig uit te zien voor het machtsge- bied van de toenmalige paus. Bij de Staatkundige verdeling van Europa tij- dens het Congres van Wenen (18 sept. 1814 - 9 juni 1915) werd zoveel mogelijk de situatie van vóór de Franse Revolutie |
||||||||||||||||||||
293
|
|||||||||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||||||||
pozen een verbitterde strijd om hem zijn
grondgebied te ontnemen. Buitenlandse Zouaven
Vanwege de militaire hulp die Frankrijk
aan de Kerkelijke Staat reeds gegeven had, probeerde Pius IX de verdediging van zijn domein via de Franse Generaal Graaf Christophe de Lamoricière te or- ganiseren. Deze vormde rond 1860 een leger van hoofdzakelijk Franse en Belgi- sche vrijwilligers de z.g. Tirailleurs Franco-belges (tirailleur =scherpschut- ter) uit welk keurkorps de latere pause- lijke zouaven zijn ontstaan. De oorsprong van de benaming Zoua- ven stamt eigenlijk uit een gebied waar- van men het eigenlijk niet zou verwach- ten, nl. Algerije in Noord-Afrika. Bij de keuze van een eigen uniform voor de pauselijke vrijheidsstrijders had lui- tenant-kolonel Graaf de Becdelièvre, een van de mede-organisatoren, zich la- ten inspireren door het uiterlijk van het guerilla-costuum van vroegere tegen- standers nl. de Noordafrikaanse Kaby- lenstammen, een berbervolk uit het uiterst noordelijke bergland van Alge- rije. Het woord Zouaaf komt nl. van het Arabische Zouaoua, dat de naam is van een van die berberstammen. Bij het ont- staan van het eerste zouavenbataljon op 20 april 1860 onder graaf de Becde- lièvre speelden Nederlanders nog nau- welijks een rol. Het telde na een aantal weken zo'n vierhonderd man waarvan de meesten de Franse en Belgische nati- onaliteit hadden. Opmerkelijk was het feit dat de Franse zouaven veelal van adellijke afkomst waren terwijl hun Belgische en veel later hun Nederlandse wapenbroeders eenvoudige jongelingen waren vooral afkomstig uit millieus van het platteland, alsmede uit handel en nijverheid. Dit is dan ook de reden dat onder de Nederlandsche Zouaven maar vier bevelvoerende officieren zijn ge- weest. Eerste grote Zouavenslag:
Castel - Fidardo Keren wij terug naar de ontstaansgrond
van het eerste zouavenbataljon. Juist in 1860 was deze bittere noodzaak gewor- den daar de "roodhemden" van Gari- baldi, de nationalistenleider, tesamen met eenheden van het in Noord-Italië gelegen koninkrijk Piemont de pausen- staat wederom trachtten binnen te val- len vanuit het zuiden. Zouavenleider De Becdelièvre met zijn manschappen aan- gevuld met legereenheden uit Oosten- |
|||||||||||||||||
rijk en Frankrijk, tesamen zo'n 6000
man, leverden op 18 september 1860 slag bij Castel-Fidardo (zie kaartje) te- gen zo'n 30.000 man troepen uit Pie- mont, die vanuit het noorden optrok- ken en daarom door de Kerkelijke Staat heen "moesten". Het stond eigenlijk al vast dat het een zeer ongelijke strijd zou worden maar toch is toen de reputatie van de pauselijke zouaven voor de eer- ste keer gevestigd. Het gevolg voor Pius IX is echter dat hij de landstreken Um- brië en de Marken aan Piemont moest afstaan zodat hij nog slechts 20% van hetgeen hij voor 1859 in bezit had, tot |
|||||||||||||||||
zijn grondgebied mocht rekenen, kort-
om de stad Rome met omgeving, hetzg. Patrimonium Petri (Het Erfgoed van Petrus). Na deze eerste beproeving werd graaf De Becdelièvre als zouavenbevel- hebber opgevolgd door kolonel Ailet, een Zwitser, die spoedig de reputatie zou verwerven van "vader der Zoua- ven". Zijn rechterhand echter, luite- nant-kolonel Baron Athanase de Cha- rette, gaat, zo zullen wij in het vervolg lezen, de zouavengeschiedenis in als een ijzervreter die het strijdvuur bij de Ne- derlandse Zouaven behoorlijk zou aan- wakkeren. |
|||||||||||||||||
2WITSERUND
|
|||||||||||||||||
OOSTENRUK
|
|||||||||||||||||
^^^vj^^
|
|||||||||||||||||
Itiilië van 1859 tot 1870
|
|||||||||||||||||
294
|
maart 1985
|
||||||||||||
Op het moment dat hij eraan dacht zich
bij het pauselijk leger aan te sluiten had hij als soldaat geen enkele ervaring. Voor de Nederlandse dienst was hem nl. blijkens het inschrijvingsregister der ge- meente Langbroek (Langbroek en Co- then hadden van 1863 - 1867 een ge- meenschappelijk militieregister), voor de lichting van het jaar 1864 bij loting het (misschien voorhem) ongeluksnum- mer 13 ten deel gevallen, hetgeen bete- kende dat hij was uitgeloot voor dienst. Het aanwezig zijn van het bewijs van de Nationale Militie was bovendien voor- waarde om in aanmerking te komen voor inlijving in het pauselijk leger. Toch moet de motivatie bij hem zeer groot zijn geweest want (zo heette dat destijds) met zijn deelneming aan de strijd "kocht hij zich vrij van zonden tot in de derde generatie" (zijn kleinkin- deren). Deze zg. aflaat werd aan hem verleend tijdens een van de vele algeme- ne audiënties van de paus die praktisch iedere zouaaf wel heeft bijgewoond. In de vorige eeuw had dit gegeven nl. bij de meeste Rooms-Katholieke jongeren een totaal andere gevoelswaarde dan bij die van vandaag-de-dag. In de RK parochie Cothen was hij overi- gens de eerste van de uiteindelijk 3 jon- geren die de stap naar Rome waagden. De andere twee komen we in de loop van dit verhaal ook tegen; een ervan blijkt zijn oudere broer te zijn. Voordat Andries begin 1867 naar Rome vertrok heeft hij zich in Oudenbosch ge- meld alwaar een behoorlijke "papier- winkel" in orde moest worden gemaakt. Daaronder bevonden zich met name een doktersverklaring, dat de aspirant- zouaaf voor kerngezond kon doorgaan; een zg. akte van indiensttreding (feuille d'enrólement) die hem pas na de keu- ring in Brussel werd verstrekt alsmede een bewijs van goed gedrag aangereikt door de pastoor van Cothen. Nadat hij bij broeder Bernardinus van Aert, de or- ganisator van dat alles te Oudenbosch zich verzekerd had van een plaats in het zouavenleger en nadat hij met toekom- stige mede-strijders een dag van de gast- vrijheid had genoten van pastoor Helle- mons, de grote stimulator en werver, aanvaardde hij de voor die tijd moeilijke reis naar Rome die ca 10 dagen in beslag zou nemen. Hij vertrok in de eerste week van januari 1867 als zouaaf nr. 3466, maar was pas de 749e Nederlan- der die ten strijde trok. Ter vergelijking: Er zijn van 1 januari 1861 tot aan 29 september 1870 in to- taal 11036 zouaven geweest, waarvan Nederland het grootste aandeel had nl. 3150. De rest was verdeeld over zo'n 20 landen. Niet minder dan 258 Nederlan- |
|||||||||||||
Nederlandse Zouaven
Na de slag van Castel-Fidardo in 1860
begon het enthousiasme van de zouaven danig te tanen. Koning Victor Emanuel II evenals de schurk Garibaldi onderna- men nl. in eerste instantie geen serieuze pogingen meer hun grondgebied met het restant van de Kerkelijke Staat te vergroten. Er was dus niet veel actie. Langzamerhand zag Charette zijn zoua- venleger teruglopen tot minder dan 300 man. Het tij keerde echter met enige po- litieke afspraken die tijdens de zg. Sep- temberconventie van 1864 tussen Napo- leon III van Frankrijk en Victor Ema- nuel II van Italië werden gemaakt. Deze hielden o.a. in dat de Franse troepen, die mede de beschermers van de Kerke- lijke Staat vormden, zich binnen afzien- bare tijd (2 jaar) uit 's Pausen domein zouden terugtrekken. Victor Emanuel van zijn kant beloofde plechtig de paus met zijn grondgebied met rust te laten. Iedereen kon haast wel vermoeden dat deze belofte zou worden geschonden. Aldus zag de paus zich genoodzaakt zijn eigen leger te la- ten versterken met, het kan haast niet anders, buitenlandse troepen. Nu pas drong het in Nederland door dat wan- neer nu niet massaal gereageerd werd, de Kerkelijke Staat waarschijnlijk ten- onder zou gaan. Op grote schaal werd dan ook door de
pastoors van vele Rooms Katholieke parochies in Nederland 's zondags een beroep gedaan op alle aanwezige katho- lieke jongeren zich te melden als strijder in het pauselijke zouavenleger. |
|||||||||||||
ders zijn er geweest die twee maal de
(standaard) diensttijd van 2 jaar in Ro- me doorbrachten; elf gingen driemaal en één zelfs viermaal. De reis vangt aan in Oudenbosch per stoomtrein en gaat via Brussel, alwaar een medische keuring plaatsvindt, naar Parijs en vervolgens naar Marseille. Verder komt men per trein niet want dan zou men in Noord-Italië op vijandig (Piemontees) grondgebied komen. Van- uit Marseille ging men dus per schip naar Civita-Vecchia aan de kust van de Kerkelijke Staat en vervolgens per trein naar Rome. De kennismaking met de zoveel beschreven Sint Pieter zal voor Andries ongetwijfeld een openbaring zijn geweest daar men in die tijd nog niet over de media film en televisie be- schikte. Tijd om ervan te genieten was er in ieder geval niet. Er moest worden ingekwartierd en vrij snel alle facilitei- ten vervuld worden om maar snel ge- reed te kunnen zijn ten strijde te trekken want Garibaldi's roodhemden wachtten niet! Tweede grote zouavenslag:
Monte - Libretti Men zou verwachten dat bij de tweede
grote slag , we schrijven nu oktober 1867, veel meer Nederlandse Zouaven zijn betrokken dan bij de eerste in Cas- tel-Fidardo in 1860. Monte-Libretti zal de geschiedenis ingaan als een slag die door de zouaven is gewonnen maar evenzeer als een die eruit springt door het feit dat 86 Zouaven ca 1200 Garibal- disten te slim af waren geweest. Met de benaming Monte-Libretti worden ei- genlijk in één adem een aantal aangren- zende dorpen bedoeld. Dat feitelijk aan de naam van juist dit dorp grote be- kendheid is gegeven komt doordat bij de bestorming van de poort de meest be- kende Nederlandse zouaaf, de reus Pie- ter Jong uit Lutjebroek is gesneuveld, nadat hij 14 garibaldisten met zijn zwaaiende geweerkolf had neerge- maaid. Overigens is Andries van Baten- burg niet bij de desbetreffende 86 zoua- ven ingedeeld geweest. Hij nam op dat moment deel aan minder spectaculaire gevechten in de onmiddelijke nabijheid. Hij komt, zo zullen we in het vervolg le- zen, nog ruimschoots aan bod in Menta- na. Derde grote zouavenslag:
Mentana Paus Pius IX is zeer in zijn sas met de
jongste overwinning van zijn gezwore- nen. Terstond laat hij een overwinnings- medaille slaan als uiting van hun held- |
|||||||||||||
Andries: het begin
Het ligt kennelijk in de vaderlandse
aard wanneer men ergens voor op de bres moet springen, de kat nog even uit de boom te kijken. Dit blijkt wanneer Andries van Batenburg geruime tijd na de herderlijke oproep vastbesloten is, naar Rome te gaan. Op dat moment wa- ren hem pas zo'n 700 van de ruim 3000 jongeren voorgegaan, die uiteindelijk als zouaaf ten strijdtonele zijn versche- nen. Andries werd in 1844 in Cothen geboren
als zesde kind van het gezin van vader Andries van Batenburg Sr., van beroep schoenlapper/slachter, en van Wilhel- mina Bier, uit Doesburg afkomstig en van gereformeerde huize, die voor haar huwelijk met Andries Sr. Rooms Ka- tholiek was geworden. Het gezin telde in totaal negen kinderen waarvan twee zeer jong overleden, die allen Rooms- Katholiek zijn opgevoed. |
|||||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||
295
|
|||||||||||
haftig optreden, dit in schril contrast
met, hoe vreemd het ook klinkt, een ne- derlaag-medaille die de zouaven des- tijds kregen voor hun verlies in de slag van Castel-Fidardo in 1860. De situatie in Rome is nu zeer gespan- nen. De schurk Garibaldi wordt in het geheel niet gehinderd opnieuw ten strijdtonele te verschijnen. De Italiaan- se regering legde hem namelijk geen strobreed in de weg omdat zij, als zij zelfde Kerkelijke Staat zouden aanval- len, de Franse troepen op hun dak zou- den krijgen. Dat vindt z'n oorzaak in het feit dat bij de reeds eerder ter sprake gebrachte Septemberconventie van 1864 Frankrijk zich verplichtte zijn troepen in te zetten wanneer de Kerke- lijke Staat door het Koninkrijk Italië werd aangevallen. Andries zal van al die politieke intriges
wel geen weet hebben gehad. Er waren van de duizend Nederlandse Zouaven maar enkele bevelvoerende officieren die dit waarschijnlijk maar ten dele aan hun achterban van eenvoudige boeren- jongens hebben doorverteld. Wat zij wèl deden, en in deze aangespoord door hun opperbevelhebber generaal Baron de Charette, was een strijdgeest tegen Garibaldi kweken die z'n weerga niet kende. Vanaf het begin uiterst gemotiveerd om
zich voor deze strijd in te zetten schreef Andries net als vele anderen waarschijn- lijk een aantal malen enkele brieven naar huis om zijn ouders op de hoogte te houden van hetgeen hij daar heeft mee- gemaakt. Zijn oudere broer Willem (ge- |
|||||||||||
boren 1837), op dat moment bijna 30
jaar en nog ongehuwd, werd kennelijk ook door het strijdvuur getroffen en be- sloot zijn broer achterna te reizen. Vast staat dat Willem in zijn enthousiasme nog een inwoner van Cothen zover heeft gekregen met hem mee te gaan. Dat was Hubertus de Jong geb. 24 augustus 1844 te Maastricht. Door de organisatie van dat alles, namelijk inschrijvingsfacili- teiten en de reis van 10 dagen, zouden zij voor de in dit stuk in het verschiet liggende slag van Mentana helaas enige dagen te laat komen! Ze worden als zouaaf met matriculenummer 4811 en 4812 ingeschreven en vertrokken als respectievelijk 1143e en 1144e Neder- lander begin november 1867 naar Ro- me. (matricule=inschrijvingsregister). Reeds in de laatste weken van oktober 1867 probeerde Garibaldi in datzelfde Rome een terroristische opstand te doen uitbreken. Allerlei gebouwen in de directe nabij-
heid van de St. Pieter werden opgebla- zen of in brand gestoken. Tijdig konden echter de Zouaven en pauselijke garden tegenstand bieden en de wankele troon van de paus behouden. Dit waren echter schermutselingen in vergelijking met wat op 3 november zou gaan komen. Die dag begon vrij onheilspellend met enorme slagregens die de Zouaven 's ochtends vroeg rond 3 uur danig par- ten speelden bij het opmarcheren naar hun verzamelplaats. De zouaven maak- ten overigens deel uit van een heel com- plex legers bij elkaar. Zo waren er onge- veer tweeduizend Fransen en het eigen- |
|||||||||||
lijke zouavenleger, nu onder algehele
aanvoering van de Duitse generaal Kanzler, bestond uit een kleine duizend Nederlanders, ruim achthonderd Fran- sen en ca vijfhonderdvijftig Belgische zouaven. Tegenover deze pauselijke troepen stonden ongeveer tweemaal zo- veel Garibaldisten. Aldus marcheerden zij, de Nederlandse pauselijke zouaven voorop, met als directe aanvoerder De Charette, richting Mentana. In het nachtelijk duister leken ze wel met hun fel brandende fakkels op een processie van boetelingen die optrokken naar de plaats des onheils. Met Mentana in zicht sprong De Charette op zijn paard en brulde al sabelzwaaiend naar de zou- aven tot de aanval over te gaan. De Ga- ribaldisten deinsden dan ook bij deze eerste vuurstoot terug voor zoveel pau- selijk machtsvertoon. Maar dit was slechts bij een voorpost. Het gaf de Zou- aven echter veel vertrouwen. Diverse andere posten worden genomen en langzamerhand naderden de zouaven de directe omgeving van Mentana. Op een gegeven moment krijgen zowel Ga- ribaldi als de zouaven vrijwel tegelijker- tijd steuntroepen aangeleverd. Garibal- di maakt dan een strategische fout zijn reserves ten oosten van Mentana te stu- ren alwaar op dat moment de 2000 Fransen staan opgesteld. Verpletterend is dan ook de nederlaag van de Garibal- disten daar de Fransen als strijdeenhe- den veel beter bewapend waren. Er bleef de roodhemden dan ook niets anders over dan naar het centrum van Mentana zelf te vluchten alwaar ze aan de rand |
|||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||||||||||||
296
|
|||||||||||||||||||||
soort conferentie van paus en bisschop-
pen) die Pius IX op dat moment zeer goed van pas kwam. De onfeilbaarheid van de kerkvorst werd er aan de orde ge- steld en dit sterkte hem in het streven zijn macht ten opzichte van de tegen hem rebellerende partijen te vergroten. Saillant gegeven is evenwel dat precies één dag na de afkondiging van het dog- ma van onfeilbaarheid op 19 juli 1870 de Frans-Duitse oorlog uitbrak. Dit laatste kwam de paus zeer slecht uit. De consequentie voor hem was dat alle Franse troepen die hem steunden hun kampen opbraken en naar Frankrijk te- rugkeerden om hun vaderland tegen Duitsland te beschermen. Op 5 augus- tus 1870 verlieten de laatste troepen het domein van de paus. Toen zag Victor Emanuel zijn kans schoon Pius een voorstel te doen diens grondgebied te betreden met het doel de Kerkelijke Staat te bezetten en in Rome de orde te handhaven. Het zat er dik in dat de paus dit zou weigeren. Het pauselijk leger van generaal Kanzler, achtduizend in getal, waarvan zo'n 4500 zouaven, was echter geen parij voor de ca 50.000 man van Victor Emanuel die manschappen had opgenomen van de inmiddels ge- vangenzittende Garibaldi. Deze ongelij- ke strijd escaleerde op 20 september 1870 bij de "Porta Pia" in Rome. Bij het slaan van een wijde bres in de muur naast deze poort gaf Pius IX het sein aan generaal Kanzler de strijd te staken, dit tot zeer grote teleurstelling van vele zou- aven. |
|||||||||||||||||||||
opgewacht werden door de pas aange-
treden zouavenreservisten. Op dat mo- ment was alleen de citadel nog in han- den van de roodhemden van Garibaldi. Na de omsingeling zou bij de dageraad van de 4e november vanzelf de capitu- latie van Garibaldi en de zijnen volgen en is de slag van Mentana in het voor- deel van de pauselijke zouaven beslist. Men kan zich voorstellen dat deze over-
winning voor Pius IX een bevestiging was van het diepe geloof dat vooral veel Katholieke Nederlandse jongeren ten toon hebben gespreid. Als waarde- ring voor hun heldendaden liet hij ter- stond een overwinningsmedaille slaan, het Mentana Kruis, dat vergezeld ging van een erbijbehorende oorkonde. Ook Andries werd onderscheiden met deze zilveren medaille die hij ook op latere leeftijd zoals een der foto's laat zien met trots zou dragen. De onderscheiding heeft de vorm van een grieks kruis met aan de ene zijde in het middelpunt een schild met de Tiaar (pauselijke kroon) en de sleutels. Aan weerszijden staat vermeld: Fidei et
Virtuti hetgeen betekent: Voor 't geloof en de moed, of ook wel genoemd: Aan trouw en dapperheid. Aan de andere zij- de zien we een Latijns kruis onder twee palmtakken met het opschrift: Hinc Victoria, hetgeen betekent: Van hier de Overwinning. Op de takken bevindt zich de naam van Pius IX. Het erbij be- horende lint is wit met blauw omzoomd. |
Aldus werd de paus de gevangene van
het Vaticaan; de "Vermolmde stoel van Petrus" zakte in elkaar. De volgende dag 21 september 1870 ver- schenen alle aanwezige zouaven voor de laatste maal op het St. Pietersplein om nog eenmaal de paus te zien alvorens naar huis terug te keren. Hiermede ein- digt dan hun actieve deel aan de strijd tot het behoud van de Kerkelijke Staat. Andries: na de strijd
De laatse dagen van de zouavenstrijd
heeft Andries vanwege zijn afzwaaien op 15 januari 1869 niet meegemaakt. Teruggekeerd in zijn woonplaats Co- then zal hij net als vele van zijn wapen- broeders tot de ontdekking komen dat het na een verblijf van twee jaar in een land met totaal andere gewoonten be- paald niet makkelijk is om weer in een normaal leef- en werkpatroon te ko- men. Als dan blijkt dat hij in Cothen geen werk kon krijgen verhuist hij op 18 maart 1869 naar Bunnik alwaar hij "werkman" is zoalsde bronnen melden. De plaats Bunnik was voor hem overi- gens geen onbekend terrein want zijn oudste zuster Hendrika Johanna woon- de er al sinds 1865. In die tijd leert hij de Harmelense boerendochter Geertruida Nieremeijer kennen. Het was wellicht liefde op 't eerste gezicht want ze trou- wen al op 25 november 1870 in haar woonplaats Harmeien. Nu doet het mis- schien wat vreemd aan dat ze juist de plaats Vleuten als hun woonstee kiezen. |
||||||||||||||||||||
De val van Rome
|
|||||||||||||||||||||
Na de slag van Mentana breekt er voor
Andries een betrekkelijk rustige tijd aan. Hij is op dat moment bijna op de helft van zijn diensttijd van 2 jaar en tot aan zijn afzwaaien op 15 januari 1869 gebeuren er geen spectaculaire dingen. Dat geldt tevens in de meest letterlijke zin des woords voor zijn broer Willem die kort na de Mentana-overwinning in Rome aankomt. Juist in deze tijd is de toevloed van vrijwilligers het grootst. Men kan zich voorstellen dat Rome in de jaren 1868 en 1869 een ware vesting geworden was. Meer dan vierduizend zouaven waaronder bijna zeventien- honderd Nederlanders zijn op dat mo- ment in Rome maar in vergelijking met vorige veldslagen hebben ze niet veel te doen. Het is eigenlijk een beetje sneu voor broer Willem dat hij aan geen en- kel treffen van betekenis heeft meege- daan tot aan zijn afzwaaien op 11 no- vember 1869. Dan volgt op 8 december 1869 de ope-
ning van het Vaticaanse concilie (een |
|||||||||||||||||||||
$ER¥U!0 HIUrARE *
|
|||||||||||||||||||||
kjTi:
|
|||||||||||||||||||||
<r> !>«« «>f t»! it»l
|
|||||||||||||||||||||
Ontslagbewijs van Andries van Batenburg (cartella di congedo.)
|
|||||||||||||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||
297
|
|||||||||||||||||||||||||||||
De reden moet gezocht worden in het
feit dat een jongere zuster van Andries genaamd Wilhelmina al op 15 januari van dat jaar in Vleuten in dienstbetrek- king is gegaan. Kennelijk heeft zij An- dries en zijn toekomstige echtgenote overgehaald eveneens hun geluk in Vleuten te beproeven. Ongetwijfeld zal ook het vinden van werk een rol ge- speeld hebben. De geschiedenis leert ons dat Wilhelmina van Batenburg op 10 november 1873 zou gaan trouwen met ene Theodorus van Husen en een van hun kinderen: Theodorus Jr. is de latere echtgenoot van het enige erelid van onze vereniging Francisca Alida van Husen - Wibbeke. Andries' broer Willem keerde vanwege
zijn latere indiensttreding pas op 11 no- vember 1869 naar Cothen terug. Voor hem helaas geen medaille omdat het in de afgelopen twee jaar betrekkelijk rus- tig was in Rome. Daar ook hij geen werk kon vinden ver-
huist hij op 3 augustus 1871 naar Utrecht. Wat voor soort werk hij daar deed, hij was arbeider, vermelden de an- nalen niet. Enige jaren later huwt hij met Adriana Henrica Rijsen, die na 3 ja- ren al komt te overlijden. Ruim eenjaar later treedt hij voor de tweede maal in het huwelijk met Petronella Abels maar beide huwelijken blijven kinderloos. Tenslotte overlijdt Willem op 27 juli 1892 en zijn weduwe bleef voorlopig wonen in hun huis aan de Krommerijn- straat nr. 16c te Utrecht. Het huwelijksleven, zo blijkt uit hun
gezinsoverzicht, zou voor Andries en zijn Geertruida een zware beproeving worden. Waren de meeste mensen in de vorige eeuw wel gewend in hun grote ge- zin enige kinderen vroegtijdig door overlijden te moeten missen, voor An- dries en Geertruida was het een ware ontgoocheling. Van de twaalf kinderen bereikten alleen mijn grootvader Wil- helmus {1881 - 1962) en zijn oudere zus- ter Geertruida Wilhelmina (1877-1960) de volwassen leeftijd. De overige tien leefden slechts enige maanden en één zoon bereikte de 9-jarige leeftijd. Gedu- rende deze zware jaren tot ca 1890 over- kwam de vader van Andries trouwens een ongeluk dat hem het leven kostte. Op 17 april 1888 werd 's morgens om half zes het lichaam van Andries Senior opgehaald uit het water nabij de Tol- steegbarrière in Utrecht. Hij was net als zijn zoon Willem reeds op 17 april 1880 naar Utrecht verhuisd en woonde al- daar aan de Groenelaan nr. 76c. De vroegere Groenelaan lag destijds ter hoogte van de huidige Orionstraat in de Utrechtse Sterrenwijk. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Herdenking Mentana 1892
Nadedood van de zoua venpaus Pius IX
in 1878 werd deze opgevolgd door Leo XIII die tot 1903 als balling in zijn eigen Kerkelijke Staat "aan de macht bleef'. Als bisschop had deze Leo XIII inder- tijd de heldendaden van de zouaven goed kunnen volgen en besloot aan de vooravond van de herdenking van Men- tana de strijdmakkers van zijn illustere voorganger te eren met een zg. Bene- Merenti-medaille (Bene-Merenti=goe- de verdienste). De hierbij gevolgde pro- cedure week begrijpelijkerwijs af van de toekenning der voorgaande medailles. |
|||||||||||||||||||||||||||||
De oud-opperbevelhebber van het Zou-
avenregiment, (dat overigens nooit door de paus is ontbonden), de Franse generaal Baron de Charette de la Con- trie had nl. van paus Leo XIII deze bij- zondere gunst ontvangen ten behoeve van zijn vroegere strijdmakkers. D.m.v. een speciale met sierletter uitgegeven z.g. Dagorder, gedateerd 27 juni 1891 (in familie-bezit) maakt hij nogmaals gewag van de heldendaden der zouaven en stuurt hen dit document op vergezeld van de medaille vanuit zijn tot comman- derij voor Franse oud-zouaven omge- bouwde landgoed Basse-Motte in Bre- tagne. De Bene-Merenti-medaille (de |
|||||||||||||||||||||||||||||
^m.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
/'.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
'^^^ A SANTITA Dl NOSTRO SIGNOBE ...
|
|||||||||||||||||||||||||||||
/a ' /^y^,/,' z^-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
4,/ /
|
|||||||||||||||||||||||||||||
/--/-' '/'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
,,/ -',.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
/f / / y/r
|
|||||||||||||||||||||||||||||
•i"i,.,.,i„t^ff. nu.„.-t..,,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Oorkonde behorende bij het Mentana-kruis, uitgereikt aan Andries van Batenburg.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||||
298
|
|||||||||||||
2. Gerardus Andreas, geb. 18 februari
1907: overl. 14 september 1970, die op 7 mei 1930 huwt met Johanna Ma- ria van der Louw, geb. 2 mei 1905. Enige jaren later huwt de enig overge- bleven zoon van Andries, genaamd Wil- lem (mijn grootvader) op 5 mei 1905 voor de eerste keer met Geertruida Ali- da Wibbeke. Deze Geertruida was een oudere zuster van de reeds eerder ge- noemde hoogbejaarde Francisca Alida van Husen - Wibbeke. Willem en Geer- truida krijgen twee kinderen: 1. Andre- as Adam Josephus en 2. Wilhelmina Geertruida Clasina (zie overzicht). Inmiddels zijn we aangeland in 1909 en
dan doet zich voor Andries en de zijnen een gunstige gelegenheid voor wederom de woonstede te verplaatsen en wel te- rug naar Vleuten. Zijn huis in Haarzui- lens wordt overigens direct bij zijn ver- trek betrokken door telgen van de fami- lie Glissenaar die in een ander artikel van dit blad uitgebreid in het voetlicht geplaats worden. Andries had alle reden te vertrekken daar hem in Vleuten de functie van huisbewaarder van de wedu- we S. P. H. van Bijlevelt - Ie Brun werd aangeboden. Omdat de Van Bijlevelts in Vleuten in hoog aanzien stonden greep Andries deze kans en betrok het gele huisje naast het koetshuis dat rechts van huize Alevelt was gelegen. De vraag waarom mevr. de weduwe van Bijlevelt juist Andries voor deze functie had ge- vraagd moet ongetwijfeld gezocht wor- den in het feit dat een telg van haar fami- lie nl. Johannes Hendrikus Josephus van Bijlevelt, geb. 1 september 1837 eveneens zouaaf is geweest en wel van I december 1867 tot 19 december 1869. De functie van Andries bleek voor ve-
lerlei uitleg vatbaar want uit zowel au- thentieke akten als uit de overlevering blijkt dat hij landarbeider, tuinman en huisbewaarder zou zijn geweest en dat zijn vrouw Trui de scepter zwaaide in de keuken. Na verloop van enige jaren kon zij dat werk niet meer aan en bleef An- dries met een baan zitten waarmee hij zonder hulp in de keuken eigenlijk niet meer uit de voeten kon. Mede als gevolg van zijn leeftijd; hij was inmiddels de zeventig gepasseerd; besloot hij te stop- pen en moest als gevolg daarvan het gele huisje naast het koetshuis ontruimen voor zijn opvolger. Hun afhankelijk- heid speelde hen waarschijnlijk parten zodat zij tenslotte een woning betrok- ken vlakbij hun zoon Willem die op het Haarpad A 48 woonde en een winkel had in de meest uiteenlopende huishou- delijke artikelen. Het huisje van Andries was gelegen precies tegenover de Open- |
|||||||||||||
Links: Insigne van de zouavenbroederschap
Midden: Bene Merenti medaille (paus Leo XIII) Rechts: Mentana kruis |
|||||||||||||
gel uit te gooien. Als oud-zouaaf dacht
hij op een gegeven moment misschien het privilege te hebben te gaan vissen in water dat eigendom was van de Maat- schappij tot Exploitatie van Staats- spoorwegen waarvan de visrechten ge- pacht waren door ene mevrouw de we- duwe S. P. H. van Bijlevelt, geboren Ie Brun te Vleuten. Ik denk dat het met een sisser is afgelopen want veel meer dan een aankondiging van een proces-ver- baal in deze, op 6 april 1898 "contra An- dries van Batenburg en zijn mede-visser Frans Edelbroek" is het niet gekomen. Het toeval wil dat een kleinzoon van de- ze Frans nl. Gerardus Henricus Goes zo'n 30 jaar later zou gaan trouwen met een kleindochter van Andries nl. Wil- helmina Geertruida Clasina van Baten- burg....... Korte tijd later houdt Andries het in
Vleuten voor gezien en verhuist met vrouw en 2 kinderen op 2 mei 1899 naar de Lage Haar te Haarzuilens alwaar ze zo'n tien jaar zouden blijven wonen tus- sen met name de families Speelman, Van Schaik, Strik, Vulto, Versteeg, v.d. Bos en v. Es. (Zie: "Oude dorpsbewo- ners vertellen", nr. 1, april 1984, p 187). Dan vindt er op 9 augustus 1901 een heuglijke gebeurtenis plaats in huize Van Batenburg. Hun enige dochter Trui trouwt dan met Lambertus van der Bilt (zie overzicht). Ze krijgen 2 kinderen: 1. Margaretha, geb. 23 juni 1902, dieop 17 november 1926 huwt met de in Vleuten bekende rijwielhandelaar Hendrikus Gijsbertus van Oyen, geb. 9 december 1902: overl. 29 april 1972. |
|||||||||||||
middelste op de foto) is van brons met
op de voorzijde de benaming Bene-Me- renti en op de achterzijde de beeldenaar van paus Leo XIII. Zij behoort op de linkerborst gedragen te worden, beves- tigd aan een zijden lint met blauwe en witte strepen. Ik prijs mij overigens ge- lukkig met het feit dat zowel Andries als zijn zoon Willem de medailles en alle hierbij afgedrukte documenten al die jaren hebben bewaard. Momenteel zijn ze in bezit van mijn oom: Wim van Ba- tenburg. Men kan zich voorstellen dat menig zouaaf bij het aanschouwen de- zes het oude strijdvuur weer in zich voel- de oplaaien omdat de Romeinse Kwes- tie op dat moment nog niet was opge- lost. Bij de grote herdenking van de roemrij-
ke slag van Mentana van 25 jaar tevoren waren als blijk van waardering wel ruim zeshonderdvijftig oud-zouaven naar Utrecht getogen om dit gedenkwaardige feit te vieren. Hoogtepunten vormden op 13 november 1892 o.a. de H. Mis in de Kathedraal van Utrecht aan de Lan- ge Nieuwstraat en het gezamenlijk uit- wisselen van herinneringen in de tuin van het voormalige Tivoli aan de Kruis- straat te Utrecht. Zijn broer Willem heeft dit alles echter
niet meer mee kunnen maken want hij stierf enige maanden tevoren. Na 1892 breekt er voor Andries en zijn
echtgenote een rustiger episode aan in hun leven. Hij pakt allerlei baantjes aan en heeft zowaar gelegenheid om in zijn spaarzame vrije tijd af en toe de vishen- |
|||||||||||||
maart 1985
|
|||||||||||||
299
|
|||||||||||||
wel bekend. Deze was reeds vanaf 1903
als pastoor in Vleuten werkzaam maar kende de familie Van Batenburg nog uit de tijd die hij kort na zijn priesterwij- ding in 1879 in Cothen als assistent doorbracht nl. van november 1881 tot 3 mei 1882 bij de aan het begin van dit artikel genoemde pastoor Romijnders. (Cothen had per 31 - 12 - 1881 slechts 814 inwoners). Het zat er dus dik in dat Andries als hulpbehoevende, zoals de bronnen melden, een uitkering zou krij- gen. Deze hulpbehoevendheid ging hem de laatste jaren van zijn leven zodanig parten spelen dat hij zijn intrek nam bij zijn zoon Willem die na het overlijden van diens vrouw in 1920 met de Harme- lense Wilhelmina van Koten was ge- trouwd. Zijn huisje aan de Groeneweg werd kort
na de ontruiming afgebroken. In het huis van zijn zoon had hij een kamertje vlak naast de winkel met aangrenzende bedstee. Lastig voor hem was zeker het feit dat de enige doorgang van de huis- |
|||||||||||||
Andries van Batenburg en Geertruida Nieremeijer.
Foto ca 1910 |
|||||||||||||
rigens al ras op een lopen moest zetten
want Andries kwam ze met de stok achterna.......
Nadat zij enige jaren in het huisje had-
den gewoond is Geertruida, de vrouw van Andries, op 8 december 1917 over- leden. Dat het leven van omstreeks 1920 voor
een man alleen zoals Andries geen vet- pot was vanwege het ontbreken van de nu zo gewoon zijnde sociale voorzie- ningen, deed hem grijpen naar een alter- natieve bron van inkomsten. Van de we- duwe Van Bijlevelt zal hij ongetwijfeld een bijdrage hebben gekregen voor de oude dag maar dit was kennelijk niet toereikend voor de meest elementaire levensbehoeften. De bron die hij zou aan boren lag eigenlijk best voor de hand. Als rechtgeaard zouaaf was hij al vanaf de oprichting lid van de zouaven- broederschap Fideï et Virtuti te Utrecht (Een herinnering hieraan is een gekalli- grafeerd ingelijst document van forse afmetingen, met de vermelding van de namen van alle leden, ook die van An- dries, dat heden ten dage nog in het Zouavenmuseum te Oudenbosch te be- zichtigen is). Door bemiddeling van deze broeder-
schap kreeg Andries uit het zg.Onder- steuningsfonds vanaf 1922 tot aan zijn dood in 1927 ieder jaar een uitkering. In totaal heeft hij f 125,— ontvangen. Om hiervoor in aanmerking te komen moest hij een bewijs van goed gedrag laten opmaken door de toenmalige pa- stoor Henricus Stephanus Ohl (1854 - 1944), bij oudere inwoners van Vleuten |
|||||||||||||
bare Lagere School, die in 1922 werd
omgezet in de R.K. Lagere School (Nu de Schakel) aan de vroegere Groeneweg nr. A 111 (nu Schoolstraat). Het huisje stond, met de zijgevel naar voren, vlak naast een groepje van drie-onder-een- kap, die bewoond werden door de fami- lies Selders, De Gier en Van Husen. Het onderkomen van laatstgenoemde fami- lie is overigens later verbouwd tot een opslagplaats voor de melkhandel van Dirk Fokker. Juist het huisje van An- dries was kleiner dan genoemde drie maar had wel een gescheiden boven- en ondervoordeur. Dit was makkelijk want dan liep de hond niet weg met wie Andries vaak een wandeling ging ma- ken. Erachter lag een behoorlijk stuk grond dat Andries voornamelijk als moestuin in gebruik had. Ik denk overigens dat de oudere inwo- ners van Vleuten zich hem zullen herin- neren vanwege zijn uiterlijk. Dat ijdel- heid de mens siert gold zeker voor An- dries want hij had een grote afkeer van zijn kaalhoofdigheid. Op de foto waar- op hij met zijn vrouw staat afgebeeld is duidelijk te zien dat hij een pruik droeg hetgeen zeker voor die tijd niet gebrui- kelijk was. Vanwege zijn bijnaam "De pruik van
Alenvelt" was hij dan ook bij de jeugd van die tijd vaak het onderwerp van lachwekkende situaties. Een inwoonster kan zich nog herinneren dat hij tijdens een fietstochtje op de hobbelige Groe- neweg van zijn fiets tuimelde en daarbij zijn pruik verloor. Groot was toen de hilariteit bij de schooljeugd die het ove- |
|||||||||||||
Andries van Batenburg. Foto ca 1920
|
|||||||||||||
Maria van Beest
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andries van Batenbur
|
9
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X 20 maart I8OQ Wijk bij Duurstede
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wl 11em ^gii.ggtenburg
* 31 augustus 1766 Culemborg
+ 19 april 1835 Cothen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia KIInk
* 26 juni 1777 Wijk bij Duurstede
+ 15 juni iS^ig Cothen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X 29 december 1835 Cothen
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andries van gjte
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WlIhelmina Bier
« 2'^ september 1809 Doesburg
+ 27 februari I88O Utrecht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
« 30 juni 1812 Cothen
+ 17 april 1888 Utrecht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X 29 maart I876 Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X 25 november I87O Harmeien
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
broers
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wl1 hel mus van Batenburg
• 30 oktober 1837 Cothen
+ 27 juli 1892 Utrecht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ie Adriana Henrica Rijsen
« 15 juli 1846 De BiIt
+ 29 mei 1879 Utrecht |
Andries van Batenbu£q
« 30 mei 184'» Cothen
+ 't mei 1927 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X Geertruida Nieremeijer
« 29 oktober 18'(5 Tekkop
+ 8 december 1917 Vleuten 5 mei 1905 Vleuten
X Ie Geertruida Alida W|bbeke
* 12 juli 1880 Vleuten
+ 29 augustus 1920 Vleuten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wilhelmus van Batenburg
* 21 februari I88I Vleuten
+ 17 januari 1962 Vleuten Kinderen Ie huwelijk:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X 2 juni 1880 Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2e Petroneila Abels
« 31 december I856 Utrecht
+ 30 september 1911 Utrecht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Andreas Adam Josephus van^Batenburq
« 16 oktober 1909 Vleuten
+ 3 november 1909 Vleuten 7 februari 1936 Vleuten
2. Wilhelmina Geertruida Clasina van Batenburg X Gerardus Henricus Goes
« 3 november 1910 Vleuten • 22 maart 1911 Vleuten
+ 4 januari 1965 Utrecht + 29 juli 1957 Utrecht
2'4 augustus 1922 Harmeien
X 2e Wilhelmina van Koten
* 20 oktober I89O Harmeien
+ 3 mei 1972 Vinkeveen Kinderen 2e huwelijk:
15 februari 1947 Vleuten
1. Geertruida Johanna van Batenburg X j;jiiibe£t_us_Lemmen|^Sr^
« 17 januari 1921» Vleuten » 12 oktober 1922 Tilburg
7 september 19'*9 Vleuten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit beide huwelijken van Wilhelmus (« 1837) geen kinderen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lambertus van Schaik
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Johanna Gee-rtruida van Batenburg X
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
* 2't maart 1916 Vinkeveen
5 juli 1957 Vleuten
3. Wilhelmus Johannes van_Batgnburg X Catharina Johanna Kerkhof * 8 februari 1932 Vleuten « 1 januari 1935 Vleuten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
00
IJl
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 december 1835 Cothen
- Andries van Batenburg X WiIhelmina Bier
« 30 juni 1812 Cothen « 24 september l809 Doesburg
+ 17 april 1888 Utrecht + 27 februari 1880 Utrecht
Kinderen:
17 novefuber 1865 Werkhoven
1. Hendrika Johanna van Batenburg X Pi rk de Klein
* 20 februari 1833 Utrecht (Erkend) « 16 maart 1840 Werkhoven
+ 1 maart 1871 Bunnik + na 1902 2. Wilhelmus van Batenburg
« 22 juli 1836 Cothen
+ 23 juli 1836 Cothen (Zouaaf) 29 maart 1876 Utrecht
3. Wilhelmus van Batenburg «r^^--------- X Ie Adriana Henrica Rijsen
« 30 oktober 1837 Cothen \ « I5 juli 1846 De Bilt
+ 27 juli 1892 Utrecht \ + 29 mei 1879 Utrecht
2 Juni 1880 Utrecht
X 2e Petronella AbeU
• 31 december I856 Utrecht
+ 30 september 1911 Utrecht 28 oktober 1870 Cothen
4. Arnoldus van Batgnburg ^----------- X Ie Antje Spuvius
* 22 maart 1840 Cothen \ « 7 februari 1844 Heteren
+ 18 maart 1913 Cothen \ + I3 mei I890 Cothen 23 juni 1893 Cothen
X 2e Geertrulda Maria Smit
* 19 juli 1854 Wijk bij Duurstede
+ na 1916 Amsterdam 5. Levenloos kind • + 21 februari 1843 Cothen.
(Zouaaf) 25 november 1870 Harmeien
6. Andries van Batenburg X Geertrulda Nieremeijer
* 30 mei 1844 Cothen • 29 oktober 1845 Tekkop
+ 4 mei 1927 Vleuten + 8 december 1917 Vleuten 8 november 1872 Vleuten
7. Henrica van Batenburg X Anthoni de Jong
» 17 september 1847 Cothen « 29 juni 1844 Soest
+ 26 augustus I918 Vleuten + 23 september 1903 Vleuten
10 november 1873 Vleuten
8. Wilhelmina van Batenburg X Theodorus van Husen
* 1 september I85O Cothen ut 6 oktober 1841 Vleuten
+ 13 november 1902 Vleuten + 3 februari I910 Vleuten 9 juli 1879 Utrecht
9. Joannes van Batenburg X Barbara Sturkenboom
« 28 maart 1854 Cothen » 2 januari 1855 Cothen
+ 4 januari 1927 Cothen + 16 augustus 1927 Cothen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
25 november 1870 Harmeien
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
- Andries van ggtenburg
• 30 mei 1844 Cothen
+ 4 mei 1927 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertrulda Nieremeiier
* 29 oktober 1845 Tekkop
+ 8 december 1917 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
X
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Kinderen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Gerardus Johannes van Batenburg
« 27 januari 1873 Vleuten
+ 28 mei 1873 Vleuten 2. Gerardus Johannes van Batenburg
» 21 februari 1874 Vleuten
+ 27 juni 1877 Vleuten 3. Johannes van Batenburg
« 9 augustus 1875 Vleuten
+ 6 oktober 1875 Vleuten 4. Johannes van Batenburg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
• 26 oktober 1876 Vleuten
+ 19 maart 1886 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
9 augustus 1901 Vleuten
Geertrulda Wilhelmina van Batenburg X Lambertus van de£_BJ2t |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
« 8 november 1877 Vleuten
+ 10 april 1960 Vleuten 6. Gerardus van Batenburg
» 22 januari 1879 Vleuten
+ 14 nriaart 1879 Vleuten 7. Andries van Batenburg
« 7 februari I88O Vleuten
+ 21 april 1880 Vleuten |
« 21 november 1876 Vleuten
+ 21 januari 1941 Vleuten |
||||||||||||||||||||||||||||||||
5 me! 1905 Vleuten
X Ie Geertrulda Alida Wibbeke
« 12 juli 1880 Vleuten
+ 29 augustus 1920 Vleuten
2A augustus 1922 Harmeien
X 2e Wilhelmina van Koten
• 20 oktober 1890 Harmeien
+ 3 mei 1972 Vinkeveen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Wilhelmus van Batenburg
* 21 februari I88I Vleuten
+ 17 januari 1962 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
9. Andries van Batenburg
* 16 Juni 1884 Vleuten
+ 13 augustus 1884 Vleuten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
11. Johanna van Batenburg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
10. Geertrulda yan_Batenburg
* 11 Juli 1885 Vleuten
+ 18 Juli 1885 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
« 15 mei 18£
+ 23 juli 18 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Vleuten
8 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna van Batenburg
« 2 maart 1890 Vleuten
+ 2 Juli 1890 Vleuten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
302
|
maart 1985
|
||||||||||||||||||
Citta del Vaticano (Vaticaanstad) als
onafhankelijk en soevereine staat werd erkend. Deze regeling wordt het verdrag van Lateranen genoemd, naarde plaats van ondertekening: het Lateraanpaleis. De oplossing van de Romeinse Kwestie zal de ca honderd overgebleven zouaven zeker de voldoening hebben gegeven dat hun strijd niet voor niets is geweest. Ze waren echter té hoogbejaard om daar- van nog met elkaar getuige te mogen zijn. Uiteindelijk sterft de allerlaatste zouaaf op 27 september 1946 op de leef- tijd van 95 jaar. Met de opheffing, korte tijd later, van de
Algemene Nederlandse Zouavenbond gevolgd door de oprichting in 1947 van het Nederlands Zouavenmuseum te Oudenbosch werden de pauselijke zou- aven in de vergankelijkheid der gebeur- tenissen vereeuwigd. Naschrift
De auteur zou graag in contact willen
treden met mensen die Andries Van Ba- tenburg en zijn echtgenote persoonlijk |
hebben gekend en iets over hen kunnen
vertellen. Als men bovendien in het be- zit zou zijn van foto's waarop zij zijn af- gebeeld zou de auteur daar bijzonder graag kennis van nemen. De optekening van de zouavengeschie-
denis in dit artikel beoogt geenszins vol- ledig te zijn. Het is meer een contekst waarin de figuur van Andries Van Ba- tenburg en de zijnen tot leven wordt ge- bracht. Naast de genoemde strijders heeft Vleu-
ten nog twee zouaven als inwoner ge- had. 1. Arie Hoveling, geb. te Vleuten 12
november 1846, matricule-nummer 6180; zouaaf geweest vanaf 11 de- cember 1867; vervolgens overge- plaatst naar de artillerie (geen zou- aven-onderdeel) op 21 september 1868. 2. Cornelis (van) Baars, geb. te Utrecht
17 november 1838, matricule-num- mer 6620; zouaaf geweest van 29 de- cember 1867 tot 11 juni 1869. |
||||||||||||||||||
kamer van zijn zoon naarde winkel juist
langs zijn bedstee was. Vanwege zijn bedlegerigheid was hij met name niet meer in staat zichzelf te scheren. Voor deze gelegenheid kwam Mans de Lange, die de vreemde beroepencombi- natie had van barbier, slachter en schoenlapper, regelmatig naar huize Van Batenburg om Andries van diens stoppelbaard te verlossen. De overleve- ring leert ons dat mijn moeder Geer- truida Johanna van dit ceremonieel steeds getuige wilde zijn en bij deze ge- legenheid door Mans getooid werd met een lik van de scheerkwast, ajjj......
Dan komt het einde van Andries op 3
mei 1927 's avonds om half elf toch niet zo onverwachts en hij wordt op 7 mei op het kerkhof achter de R.K. kerk be- graven. Bij zijn verscheiden zou het nog twee ja-
ren duren voordat de Romeinse Kwestie zou worden opgelost. Op 11 februari 1929 werd er een defini- tieve regeling getroffen met de toenma- lige paus Pius XI waarbij met name de |
|||||||||||||||||||
Agenda
Dinsdag 26 Maart
20.00 uur, de Brouwerij, Vleuten
Algemene Ledenvergadering Lezing J. F. K. Kits Nieuwenkamp Dinsdag 2 April
20.00 uur, 't Zand 1, Vleuten
Algemene contactavond Donderdag 25 April
20.00 uur, in 't Wapen van Haar-
zuilens, Haarzuilens
Lezing Dr D. W. Gravendeel
Dinsdag 30 April
Koninginnedag
Onze kraam staat in Vleuten
Maandag 13 Mei
20.00 uur, 't Zand 1, Vleuten
Algemene contactavond Donderdag 23 Mei
20.00 uur. De Schalm, De Meern
Lezing A. M. de Reuver Zaterdag 1 t/m Woensdag 5 Juni
Tentoonstelling 100-jarig bestaan
Willibrordkerk in dépendance Wil- librordschool J. F. Kennedylaan 3 te Vleuten Zondag 9 Juni
Boerendag 1985
Ringkade 5a De Meern, bij H. M.
H. van Rooijen
|
|||||||||||||||||||
Speciaal
nummer |
|||||||||||||||||||
In een vijftal hoofdstukken bieden de
verschillende auteurs de lezer een uit- bundige hoeveelheid informatie, die be- paald niet alleen interessant is voor onze katholieke leden. Het parochie-archief is uitgespit en hulpbronnen zijn aange- boord om zoveel mogelijk wetenswaar- digs bijeen te brengen van de voorge- schiedenis van het jubilerende kerkge- bouw, een voorgeschiedenis die terug- gaat tot omstreeks het jaar 1000. De menselijke noot is niet vergeten en daarom worden veel namen genoemd van personen die op enigerlei wijze iets met die geschiedenis te maken hebben gehad. Misschien was uw voorvader wel kerkmeester van de oude kerk of tim- merde hij aan de ramen van de pastorie op 't Hoog? Het boekje zal officieel ten doop wor-
den gehouden bij de opening van de tentoonstelling, maar U kunt het nu reeds bestellen bij Mevrouw P de Rooij- Goes, 't Zand 1, 3451 GP Vleuten, tel. 03407 - 1483. Het kost f I5,~, exclusief eventuele verzendkosten. |
|||||||||||||||||||
Zoals wij reeds aankondigden in ons
Aprilnummer van 1984 zal in Juni 1985 het 100-jarig bestaan van de Willibrord- kerk te Vleuten worden gevierd (zie ook onze agenda in dit nummer). We stelden tevens in het vooruitzicht dat er iets zou worden gedaan aan de ge- schiedschrijving, vooral ook van de pe- riode dat de parochie "zich schuilhield" op 't Hoog en de tijd daarvoor dat onze oude dorpskerk de parochiekerk van Vleuten was. De hechte samenwerking van de Stuur-
groep 100 jaar kerk (uit de parochie) en onze Historische Vereniging heeft het mogelijk gemaakt iets van blijvende waarde toe te voegen aan de tentoon- stelling die van 1 Juni t/m 5 Juni a.s. ge- houden zal worden in de dépendance van de Willibrordschool, J. F. Kenne- dylaan 3 te Vleuten. Wij zijn er in geslaagd een rijk geïllu- streerd boekje samen te stellen van het formaat van ons verenigingsblad en met een omvang van ca 50 pagina's. |
|||||||||||||||||||
303
|
||||||||||||||||||||||||||
1985
|
||||||||||||||||||||||||||
juni
|
||||||||||||||||||||||||||
Van het bestuur
|
||||||||||||||||||||||||||
Officieel orgaan van de Historische Verent-
gmg Vleuten-Dc Meem-Haarzuilens. 9e Jftargang nr, 2 jimi IfNtS © l9iS VerscWjnt 4x per jaar
|
||||||||||||||||||||||||||
Ingeschreven tn het verenigingsregister van
de K.v.K. L'trecht co. onder nr, V. 479366 |
||||||||||||||||||||||||||
"Bezetenheid"
|
||||||||||||||||||||||||||
Toen op de Algemene Ledenvergade-
Daeeiijks bestuur: ring van 26 maart j.1. Jan Schutte aftrad
Dr D. W. Gravendeel, voorzitter als voorzitter en ik hem in die functie
't Zand 35, 3451 GP Vleuten opvolgde, heb ik hem geprezen om de
tet 03406 - 1793 wijze waarop hij zijn taak had vervuld.
Hij wist uitstekend contacten te leggen
W. H. Denekamp. sekretaris ^^ ^^^^- ^^ ^^^^ ^^ ^j: ^^^ ^^^^ ^g.
Utcnham.iraa. 5. 3451 BR Vleuten . ^ordig; hij leefde in het wel en wee
tel. 03407 - 1948 ° • ■ ti . j i
van onze vereniging. Het was dan ook
P, G. de Rooij, penningmeester alleen ten behoeve van zijn studie dat hij
't Zand 1. 3451 GP Vleuten zich niet voor een bestuursfunctie her- tel. 03407 - 1483 kiesbaar stelde; eigenlijk had hij nog —-—'
A. J, van Zoeren. vjce-voor/.ittcr ik zei bij die gelegenheid tevens dat men
Stationsstraat 34. 345! BZ Vleuten ^^^^ h^t aanvaarden van een bestuurs-
tel. ü-4()7- 126. functie van welke vereniging dan ook
,, ,. , ,. ■■ j 1 „ eigenlijk "een tikkeltje geschift" be-
H. t. .). van lussen, coord. werkgroepen , , t , j . j
Mauritslaan 17. 3454 XP De Meern boorde te zijn. Inderdaad doet men er
tel. 03406 - 2992 "^i- god aan iemand, die voor een
--------------------------------------------------~-— dergelijke functie gepolst wordt en dan
Erelid: slechts weet te vragen: "zit er veel werk
Mevr. Prof. Dr C. Isings, Soest aan vast?", niet als candidaat voor te
___________________------------—-—.——— dragen.
Redaktie-sekretarlaat: Een zekere mate van "gezonde
Monique van lissen, Hindersteinlaan 1 bezetenheid" mag zeker bij bestuurs-
3451 FV Vleuten, leden worden verondersteld,
tel. 03407 - 3611 Het werk dat er te doen is binnen een
--------------------------------------—--------—— grote vereniging (en dat zijn we!) is
Letknadmlnlstratie/informatit': echter zó veelomvattend, dat er nood-
Opgcu-n van nieuwe leden, mutaties en zakelijkerwijs een ongewenste en kwets-
{na>bestellingen bij: ^^^^ situatie ontstaat als tè weinigen tè
^ti rJ vf ^'^'^'^'^i^J-^'lJ^Km veel taken te vervullen krijgen. Het is
3451 GP Meuten, lel. 03407 - 1483 . , , , ,\ .
^______________________^_____„__ "'^t goed als te veel sleutelposities
„ .. ,, worden ineenomen door één en dezelfde
De ,a»rli,k.c k<,nt,.butie bedraagt voor 11 P^""^""" ^" ^et is evenmin gunstig als
1985 ininmiuHl f ?5 --■ bepaalde deskundigheden slechts bij
postabonnement '\ 35.- per jaar '9 enkelen aanwezig zijn.
_____^___________________ ______ De oplossing ligt voor de hand.
~ . Diezelfde "gezonde bezetenheid", die ik
M!nMVl2.50pcrtaar. liiiilM^^ bij de bestuursleden veronderstelde.
|
||||||||||||||||||||||||||
Dr D. W. Gravendeel
mag toch geacht worden aanwezig te
zijn bij alle leden? Immers, wat is zij anders dan in "activiteit" omgezette "interesse"? Onze culturele taak
Er zijn nu meer dan 700 leden (en dat is
veel!) en die moeten natuurlijk met hun gezamenlijke interesse een ontzaglijke hoeveelheid activiteit kunnen opbren- gen. Die activiteit behoeft volstrekt niet uitsluitend "geschiedkundig" gericht te zijn; ook in voetbalclubs zijn er mensen die zich het vuur uit de sloffen lopen voor hun vereniging zonder ooit een voetbal aan te raken. Het is echter noodzakelijk dat de leden het bestuur de helpende hand bieden |
||||||||||||||||||||||||||
De \creniging heelt rekeningen bij de vol-
gende mstellingen: ABN - De Meern 55.h6.33.040 RABO- Vleuten 36.^5,17.574 PDSTGIRO 2.689.200 • Gehele of gedeeltelijke overname van ar-
tikelen uit dit verenigingsorgaan is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de redaktte |
||||||||||||||||||||||||||
In dit nummer
|
||||||||||||||||||||||||||
pag.
303
304 305 310 317 322 323 324 |
||||||||||||||||||||||||||
Van het bestuur
Schenkingen
Dagboek tijdens de oorlog
Koster Rijker: 50 jaar een zevendaagse werkweek
Het ontstaan van de Vleutense tuinbouw
'Hof ter Wey'
Specials van de Historische Vereniging
Een bladwijzer
|
||||||||||||||||||||||||||
LOSSE NUMMERS f 7,50
|
||||||||||||||||||||||||||
304
|
|||||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||||
door deeltaken op zich te nemen, want
alleen dan kan er iets terechtkomen van de grootse plannen die wij hebben. Voor zover het onze hobby betreft - en dan bedoel ik het vrijblijvend belang- stellend bezig zijn met dingen en gebeur- tenissen uit het verleden - hebben wij geen subsidie nodig. Onze vereniging is financieel gezond. Wij zijn in staat een goede periodieke uitgave te verzorgen en af en toe een interessante tentoonstel- ling. En daar zou het bij kunnen blijven, ware
het niet dat wij van mening zijn dat wij daar onze taak niet ten volle mee ten uitvoer brengen. Wij behoren het locale en regionale ver-
leden in een voor iedereen permanent waarneembare vorm vast te leggen en wij zijn ervan overtuigd dat wij daarmee een gemeenschapsbelang dienen. Die- zelfde gemeenschap zal moeten tonen dat zij niet slechts hecht aan fraai ge- outilleerde sportterreinen maar ook iets over heeft voor het bewaren van haar eigen geestelijk erfgoed. U weet dat het gemeentebestuur ons vorig jaar een gedeelte van de voormali- ge boerderij van Van Dijk aan de Thematerweg te Vleuten tijdelijk ter be- schikking stelde als opslagruimte. Wij hebben daar inwendig het een en ander aan verbouwd en wij hopen U binnen- kort uit te kunnen nodigen onze, weliswaar nog bescheiden verzameling te komen bekijken. Wij willen er nog eens met nadruk op
wijzen dat wij natuurlijk heel blij zijn met voorwerpen die U ons door schenking verstrekt, maar dat vanzelf- sprekend ook in bruikleen gegeven objecten van harte welkom zijn. "Specials"
Wij streven ernaar, naast ons vereni-
gingsblad, min of meer geregeld te ko- men met een speciale uitgave. Zo verscheen als eerste "special", in samen- werking met de Willibrordparochie, "100 Jaar Willibrordkerk Vleuten" waarin overigens veel meer wordt verteld dan de titel doet vermoeden. U begrijpt dat wij de financiering hiervan niet alléén aankunnen en wij trachten die uitgaven dan ook in een "co-produc- tie" tot stand te brengen. Een tweede special, "Van Oude Rijn tot Leidse Rijn" staat op stapel; met medewerking van het Waterschap Leidse Rijn zal de uitgave in de loop van dit jaar een feit zijn. Ereleden
Op de laatste ledenvergadering werd tot
ere-lid benoemd mevrouw Prof. Dr C. |
|||||||||||||||||
Prof. Dr C. Isings
Isings, die zich tijdens de tentoonstel-
ling " 150 Jaar graven naar een Romeins Castellum in De Meern" in 1984 buiten- gewoon verdienstelijk had gemaakt door de rondleidingen voor de scholen alle persoonlijk te verzorgen. Zij liep daarmee dus eigenlijk vooruit op een toekomstige taak van ons streekmu- seum in het onderwijs. Want zó moet het worden: de geschiedenisles zal ge- deeltelijk in en door ons museum moeten worden gegeven. Historisch besef is van onschatbare waarde en de |
|||||||||||||||||
Mevr. F. A. van Husen - Wibbeke
belangstelling voor "de grote historie"
begint bij de plaatselijke geschiedenis. Rest mij nog het overlijden te gedenken van ons ere-lid, mevrouw F. A. van Husen-Wibbeke. Zij werd als zodanig benoemd tijdens onze eerste tentoon- stelling in 1981; zij was toen de oudste in Vleuten geboren inwoonster. Haar hoge leeftijd belette haar in de vereni- ging actief te zijn; zij was echter wèl steeds vol belangstelling. D. W. Gravendeel, voorzitter
|
|||||||||||||||||
Wie wat bewaart die geeft wat
|
|||||||||||||||||
G. van der Kley, den Hamstraat 11 Vleu-
ten hooischudder, hooihark |
|||||||||||||||||
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze bibliotheek en onze verzame- ling, de volgende schenkingen of bruik- lenen aanvaard van: A. C. M. Vernooij, Utrechtseweg 111
Vleuten wanmolen A. J. van Zoeten, Stationsstraat 34
Vleuten kist met turven Mevrouw A. van Tongeren, Castellum-
laan 15 De Meern verzameling scherven van Romeins aardewerk C. Kerkvliet, Lagehaarsedijk 2a Haar-
zuilens foto Lage Haar G. J. van Schaik, Veldhuizenlaan 5 De
Meern oorshout M. v.d. Brandhof, Rijksstraatweg 10 De
Meern bij graafwerkzaamheden gevonden
aardewerkscherven |
|||||||||||||||||
Mevrouw H. Th. M. v. Miltenburg - Oor,
Vleuterweideweg 3 Vleuten
persoonlijke stukken van haar man J. Schutte, Zandweg 138 De Meern
verzameling betreffende het Ko- ninklijk huis H. F. Kleyn van Willigen, Johanniter-
weg 8 Vleuten 2 houten burries, 1 houten kruiwa-
gen, 1 tuindersgieter Willibrordparochie Vleuten,
natuurstenen St Joseph beeld uit
1885 Hans de Vries, Aalsloot 10 Houten
bajonet P. W. Voskuilen, Reyerscop 23 De
Meern zaaimachine, schoffelmachine, gier-
pomp, diverse stuks ijzerwerk |
|||||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
305
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dagboek tijdens de oorlog
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een verhaal over de bevrijding in 1945 kan natuurlijk niet wor-
den geschreven, zonder eerst nog eens stil te staan bij de oor- log. Daarom eerst wat grepen uit mijn dagboeken 1939 - 1945. ,.„üA
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pa werkte bij tuinders in Vleuten en ver-
diende ± negen gulden per week. Ons gezin - Pa, Moe en zeven kinderen - moest daarvan leven. Ons huis op de oude Meernhoek, huur- den wij van vrouw De Lange. 's Zaterdags tussen 3 en 5 uur moesten we altijd de huur, f 3.- per week, bren- gen. Als het er om 5 uur niet was, kwam ze zelf wel even langs. Mobilisatie
29 Augustus 1939.
Afkondiging van de mobilisatie. Er zijn
veel militairen op de fiets in De Meern. Voor ons jongens was dit natuurlijk in- teressant en al gauw hadden we zelf ook een leger. Eerst ontstond er dan een gevecht; wie
zou de "generaal" van dit leger zijn. Uit- eindelijk werden er 3 generaals gekozen, Bertus Vermeent, Arie van Wijk en ik. Er werden houten geweren en kanonnen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l , A -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\ ».i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\V ^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I^'^'''
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"^
|
y>ï-d
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• ""-^int,,.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'^''''^■mnrn
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'*'-"fs-o/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
""^Hir
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■^S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^Th
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ov
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
> te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"J^tn
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■^BBt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25 Augustus 1939.
Op deze dag werd de voormobilisatie
afgekondigd. Volgens ons was dit over- bodig want waarom zouden wij in oorlog komen? Ons land was toch steeds neutraal geble-
ven. Zo hoorden wij het tenminste van oudere mensen. Er werd vrolijk gezon- gen en niemand dacht aan een echte oorlog. Wel kreeg ik overal te horen: 't is crisis.
Als wij naar school gingen, mochten we bij opoe v.d. Berg een zwarte bal komen halen; maar wat later beet ze hem in tweeën. Jan (mijn broer) en ik kregen ieder de helft met de mededeling: 't is crisis! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
''■ï<^ .'li
|
''^'C/,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*'Cf-'f)
|
e?</ei,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'"«c/,t.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'gSich
|
«"rrf
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^OOf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
' * 'Oftf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'■■'^"c,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*^«nfey
|
*^-"»<„
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'"■(!«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/ste^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ö'^Cfe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"^an
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'^'Iks ,. .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
''"■'butk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fcasrf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
26
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
''""ti
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e/!,
|
nrt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ks,,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«*raa
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
306
|
|||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||
avonds branden de lampen nog maar
half. 1941
Steeds meer maatregelen van de Duit-
sers. We moeten luisterbijdrage gaan betalen. Alle Joden worden geregis- treerd. Nederlandse beroepsofficieren moeten zich melden. Er worden overal bordjes geplaatst "Voor Joden Verbo- den". De padvinderij wordt verboden. Melk gaat nu ook op de bon. Alle na- men en beeltenissen van 't Koninklijk Huis worden verboden. Op 18 Juni 1941 wordt bekend dat alle
koperen en tinnen voorwerpen moeten worden ingeleverd. Uit angst brengt Moe een paar koperen schilderijlijsten weg. 22 Juni 1941.
Het Duitse leger begint een veldtocht in
Rusland en zingt nog steeds "Und wir fahren gegen Engeland". December 1941.
De N. S. B. viert haar 10-jarig bestaan
in Utrecht. Veel leden gaan er op de fiets
heen, wij hebben overal kopspijkertjes
gestrooid en 't resultaat is, veel lekke
banden.
1942
De Radio omroep is geheel Duits ge-
worden, 's Avonds horen we echt nieuws via Radio Oranje. Echte koffie is bijna niet meer te koop en de surro- gaat-koffie gaat op 13 Maart op de bon, daarna volgen op 10 April tabak en snoep. Pa verkoopt af en toe een tabaksbon; voor dat geld kunnen we bij de zwarte handel weer wat goed eten ko- pen. Voor ons blijft 't crisis. Duitse sol- daten beginnen ook fietsen te vorderen; al gauw zijn we er een paar kwijt. Een paar goeie fietsen wordt verstopt achter in de tuin. Ook de kerkklokken wor- den nu weggehaald. Het luiden van de klokken van onze kerk is opgenomen op grammofoonplaten. 1943
We krijgen minder melk en vlees, we
gaan maar wat meer konijnen fokken. Keesie Baars in de Meerndijk heeft steeds een goede ram, wij moeten tel- kens een konijn daar brengen, die gaat bij de ram in 't hok, maar wij mogen niet zien wat ze doen. Zo wordt ons vleesrantsoen aangevuld met konijne- vlees. 13 Maart 1943.
De bankbiljetten vart 1000 en 500 gul-
|
|||||||||||
Februari 1940.
We moeten pleisters op de ramen plak-
ken, zodat bij een eventuele explosie het glas niet alle kanten op vliegt! Moe is jarig, maar 't wordt erg sober ge- houden, want 't is crisis. Ome Jo v.d. Berg snijdt zijn sigaretten door en rookt alleen nog maar halve sigaretten........'t
is crisis.
Maart 1940.
Nederlandse militairen zoeken 's a-
vonds met zoeklichten naar vliegtuigen. Ook de luchtbescherming is paraat. 6 Mei 1940.
Pastoor Boelens is gestorven en zal op
10 Mei worden begraven.
10 Mei 1940.
De Duitsers vallen 's morgens vroeg ons
land binnen en voor ons is de oorlog be- gonnen. We gaan naar de kerk voor de begrafenis van de pastoor. Tijdens de mis wordt de kerk beschoten en we mo- gen niet naar het kerkhof. Die dag staan we ook te kijken naar een luchtgevecht, een Duits toestel wordt neergeschoten; op de Meernbrug neemt iedereen z'n hoed af, en men begint spontaan 't Wil- helmus te zingen. 14 Mei 1940.
Boven De Meern dwarrelt allemaal ver-
brand papier; Rotterdam is zwaar ge- bombadeerd. 15 Mei 1940.
Het Nederlandse leger capituleert; we
zien huilende Nederlandse militairen. Al heel spoedig maken we niet alleen kennis met Duitse soldaten, die gewel- dig mooi konden zingen, maar ook met hun maatregelen. Op 76 A/e/wordt de Duitse zomertijd in-
gevoerd. / Juni 1940.
Vandaag ben ik jarig maar Moe zegt: 't
is nu nog meer crisis; en toch, omdat 't visseizoen geopend wordt, krijg ik een vishengel. Thee en koffie gaan vandaag op de bon. Op 75 Juni volgen dan brood en bloem
in Juli margarine. 28 Juli 1940
We luisteren naar de radio en horen
voor de eerste keer Radio Oranje uit
Londen.
Augustus 1940.
Nog meer bonnen nodig voor o.a. zeep,
textiel en vlees.
75 December 1940.
Gas en licht worden gerantsoeneerd, 's
|
|||||||||||
gemaakt en natuurlijk moest er een ka-
zerne gebouwd worden. Bij 't stoomge- maal van Vermeent ontwierp Bertus een "echte" kazerne. Deze moest bomvrij zijn en onzichtbaar vanuit de lucht. Daarom werd er flink wat grond opge- gooid en daarna graszoden. Bij een be- spreking van de 3 generaals leunde "ge- neraal" v. Wijk tegen een wand en de kazerne stortte als een kaartenhuis in elkaar! Maar onze oorlog moest door- gaan, want we hadden al een vijand uit- gekozen. Er werd flink gevochten tegen de Pro-
testante school. De leider daarvan was Akkie Zeeman uit 't Weer. Het ging er zo hard aan toe dat enkele ouders de strijd hebben moeten beëindigen. De echte oorlogsdreiging ging echter ook door. Ons land bleef in mobilisatie- stemming. Er waren waterlinies e.d. ge- maakt en er was overal veel prikkel- draad. Zo ontstond dan ook gauw 't liedje van blonde Mientje. Blonde Mientje heeft een hart van
prikkeldraad Van soldaat tot sergeant Adjudant, luitenant Allemaal zijn ze smoorverliefd op Blonde
Mientje 't Is een blom, 't is een pracht
En ze flirt, en ze lacht Maar niet eentje heeft 't tot een kus ge- bracht. Refrein: Blonde Mientje heeft een hart van prik-
keldraad Blijf maar thuis.......prikkeldraad
En die vesting overwint niet een soldaat
't Is en blijft........prikkeldraad
Alle jongens maken haar 't hof om strijd
Maar zij lacht en voor de rest neutraliteit Blonde Mientje heeft een hart van prik- keldraad De sergeant vroeg haar hand
En de luit wou mee uit En de kapitein stuurt haar vergeet mij nietjes De majoor die is smoor
Maar aldoor was 't mis 't Is en blijft een stelling die onneembaar is Refrein. 7 November 1939
We krijgen allemaal een distributie-
stamkaart en een bonkaart. Januari 1940.
Er ontstond een enorme hamsterwoede;
ook wij hebben een blikkenvoorraad en
vooral koffie en thee.
Het duo Snip en Snap zingt het liedje:
Holder de bolder we hebben een koe op
zolder, enz. |
|||||||||||
307
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
den worden ongeldig verklaard, maar
die hebben wij toch niet! Op 6 Mei 1943 wordt bekend dat alle mannen tussen 18 en 35 jaar zich moeten melden bij 't Arbeidsbureau. Pa krijgt een Ausweis omdat hij voor de voedselvoorziening werkt. Op 13 April 1943 komt er een bevel, dat alle radiotoestellen moeten worden in- geleverd. De radio van Ome Jo wordt in een zinken kist gedaan en in de tuin be- graven. Het luisteren naar Radio Oranje gaat
door via een kristalontvanger of een achtergehouden radio. Ook groente en fruit gaan op de bon. Het wordt een hele puzzel en veel knippen van bonnen, 's Avonds ga ik bij Ot v.d. Bosch (onze buurman die een kruidenierswinkel heeft) helpen met bonnen plakken. 29 September 1943.
Jan is vandaag jarig; hij moet ook
gekeurd worden voor de Arbeidsdienst, maar omdat hij 's morgens niet had ge- geten en lopend naar Utrecht ging, was hij een kilo te licht, dus afgekeurd. Van- daag zijn in Amsterdam 10.000 joden opgepakt. 1944
Veel Duitse propaganda en Duitsland
wint, volgens de kranten en films, nog op alle fronten. Op 6 Juni 1944 is dan eindelijk de inva-
sie in Normandië; we krijgen weer hoop. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
ALGHMEEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
J% J%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
BONKAART
ALGEMEEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
RA DÏV{,
StJi^M fi-f'FM R.ÉSÏ*Vfc SES*¥& Wi?tM m^'iA
r^-^ sT^^ jw-^itf ■n^"^-^' «-.""""^o 4* _J|S^_^«r*"# ^■-
* ^SUS (K-WM i&LUtM Rr.■=U<^'P >'i^«VF $ï^^'^<^ \ . ■. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
I T\ TÖf '*'**"^ BRAIWOSTOrP
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
tLUfeW «!<->! >■!
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
:^l^^ m-OtM
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
m m & ^ ^ S
»^*\t Wm-M »ii«v KgSFR-T '■t«fr«v^ HU«--« Hfli-V *v<.-
4444 44 44««£«
JLS ALGEMEEN ««i»» «a»»» w,otK »,«,«
................ ■*! <*i 21 fi li ('■•"l (."""^if 4l"^l -i' S'
^.'(-s*^ «.««;} ïitPï,W fetSlE^I !■. <^^
40 39 Sd 39 39
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
MOfMKN ^l',fV»»N AfAFfctystf
ng gi ia
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
vindt iedereen het zonde van zo'n groot
stuk vlees onder de grond. Het paard wordt opgegraven, in stukken gesneden en bij Ome Janus v.d. Hoven in 't was- fornuis gekookt; we kauwden een week paardevlees zonder te hinneken. Overal worden bomen gerooid, alles wat kan branden wordt opgestookt. Pa en ik maken 5 hongertochten (zie Hist. Verg. 1985 nr 1). Onze W.C. was buiten, achter de schuur, het was in de nacht bij hoge nood echter te ver weg en te gevaarlijk om naar buiten te gaan. Door al 't dunne voedsel werd er 's nachts heel wat afgeplast. Alles moest in 't donker gebeuren, dus moest je voor je op de po ging eerst met je vingers voelen of hij nog niet vol was. Al gauw werden de po's vervangen door emmers omdat er toch te veel overstro- mingen waren. 1945
De eerste schepen met levenmiddelen
kwamen in Delfzijl aan, spoedig daarna kregen we Zweeds wittebrood, maar dat was heel even lekker en verder maar weer hongerlijden. We gingen 's avonds heel vroeg naar bed. Soms al om 7 uur, dan bleef je een beetje warm. De avon- den dat we wat langer opbleven stond er een fiets op z'n kop in huis en moesten we om beurten draaien om wat licht te hebben. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Op 12 Juni 1944 krijgen we de 2e Dis-
tributie stamkaart. 5 September 1944.
Dolle Dinsdag. Alle N. S. B.-ers zoeken
een veilig heenkomen, ook in De Meern gaan ze weg; de oorlog kan toch echt niet lang meer duren. Op 12 September 1944 komen Ameri-
kaanse troepen ons land binnen in zuid- Limburg. Veel evacués uit die streek zijn naar De Meern gekomen. 17 September 1944.
Veel luchtlandingen bij Arnhem; de re-
gering in Londen gelast de spoorwegsta- king. 7 November 1944.
In Rotterdam worden 50.000 mannen
weggevoerd. Veel van hen komen in grote colonnes lopend over de snelweg. We geven nog wat eten en sigaretten weg. Toch was dit een droevig gezicht. December 1944.
Honger, kou en ellende. Door de spoorwegstaking wordt er niets meer aangevoerd. Ome Arie v.d. Marel die op de Kerklaan woont (thans Burg. Verderlaan) begint zijn paardestal en de zolder van z'n huis op te stoken, daarna volgen deuren, vloeren en kozijnen. Z'n paard gaat dood van de honger en moet in de tuin begraven worden. Na 1' /j dag |
|||||||||||||||||||||||||||||||
■ Luchtaanval op kerk te
Oudcnrijn Een tinot annlal kerkïaiiï'^i-s was pistc-j
roiimorj;^'!! in de IlnniiiscU Kollmlieke V.ir\\ Viiii Oiiili.'Mn.in bij'i'U loiinind!' ricn uit; vaaiii^ir.cii.'-t hij ic w onrn \»n e<'n bcticii'» ït'iiir'rutMli.l. N.i'iw e'.i.il<s «r* de inii\vdii'n« .^ bp.uonii.-n df builen ucerkkml^ bet n\vj^\. , wckKeml geiuitl \an lu(:.lilaf«i'pr!?pscluii. Ken arnila;" Diiiix.he, tH>niineinvf.r|ici;H \fr\ «'■heen boven (Jud.'nri.in en 1\m\ bel kcniie-i lijti pcnunil ()|i de l<ei-k \\;iiii-;n (b> ge'.onvij M'W bijeen Wiiien Hel l.-i.u.n.'ii w.is on.zei ' ti'iid. In .ie iierk oiil-l.nd een jiiiniek, vroii \M-n wililrn iiiinr' builen ln.iiii'ii, innai- dit Weid belet. Een I'ulcr luliloni b'eu den Kan- sel eu in;i.-nide (b' sebiirc lot kalmte aun/ l>e paiee /....ide, il:il nieii aliijd bc'.er in de kelk onder de veiüse boedc Ciuds '-v.ui tUj^ ven, dan zieb buiten bloot Mtcl'.un aan 'liC', iiioo-e.li.'iid vuui- van nülraillcuis. 'j Ininiddol^' was onzo afwp<.H- zeer ticticf oi?
sbin;..,ileu onze sobliit<'>,"'ccn der DuituclH.i locsleKen neer Ie üchiclcn. Tweio der drie inziitendcn nioC'Sten deze aanval op (l<jl kerk van Oudonrijn met den dood bckoov l>en. Do derde inzittende kwam ongodeeri naar beneden, d<ich werd torslond gcvaii-( {jen senornen. ' ] Na oenigen tijd keerde de rust in Oudcn-|
rijn weer. Do plecbtlgu roun-dicns^t werd. hierna, zij hot in verkorten vorm, voort»,"-- 2et. liet uui "CU ontroe.rendo niorgcndicnöt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
308
|
|||||||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||||||
tuleerd hadden. Dat werd een dolle
boel. Reeds lang voor deze dag had ik thuiswerk van de fa. Koot; ik maakte oranje speldjes. Hier en daar werden al wat vlaggen uitgestoken. De Meernbrug stond al gauw vol mensen. Jaap Mijder- wijk kwam ook al gauw 't nieuws ver- tellen. Daar hadden we meer vertrou- wen in, want hij was de man van 't echte nieuws en redacteur van 't illegale blaadje "De laatste loodjes". Inmiddels was 't donker geworden en een grote menigte mensen ging onder 't zingen van Oranje Boven, richting Utrecht. Al gauw werden we terugge- stuurd door de moffen, ze dreigden zelfs nog te schieten. Lang hebben we 's avonds bij 't allerlaatste stukje kaars nog zitten praten en van slapen kwam niet veel. 7 Mei 1945.
Nog steeds een dolle boel, we zingen 't
Wilhelmus en Oranje Boven steeds maar weer. Dan weer het bericht, dat er op de Dam in Amsterdam nog door Duitsers is geschoten. Ook in Montfoort is 't niet helemaal veilig, 't Is trouwens wel rustig met N. S. B.-ers. In De Meern zijn ze tenminste niet meer te zien. 8 Mei 1945.
Eindelijk begonnen de bevrijders een
beetje te komen. In De Meern was ter hoogte van de Meentweg een ere- poort gebouwd met Welcome. We hebben toen ook de eerste biskwie ge- proefd; voor ons huishouden kregen we een heel blik en we mochten er veel van eten. Ook kregen we blikjes pork. Maar Tinus v.d. Bosch vertelde: "dat wordt echt op een Amerikaanse manier gemaakt. Er worden levende koeien in een fabriek gejaagd en direct fijngema- len met huid en haar. Als de man die de machines bedient een hand verliest, dan gaat die ook in de machine"! Dat was dus Pork, maar 't smaakte geweldig. De radio van ome Jo hebben we weer opgegraven, hij speelde nog prima en spoedig luisterden we weer naar radio Herrijzend Nederland. 10 Mei 1945.
Feesten, dansen en zingen. We zijn nog
steeds door het dolle heen; vandaag is het precies 5 jaar geleden dat de moffen hier kwamen. Maar eigenlijk zijn we 10 Mei 1940 wel een beetje vergeten. We maken al snel kennis met echte Engelsen en Amerikanen. Als ze dan eindelijk door De Meern rijden is iedereen gek van vreugde. Vooral hun auto's en jeeps zijn wel iets bijzonders. Vóórop hun auto's zit een witte driehoek waar op staat "anti freeze". Natuurlijk: om de Duitsers te weerstaan moest je geen vrees hebben! Later wisten wij, dat de |
|||||||||||||||||||
2 April 1945.
Er zijn besprekingen over een capitula-
tie, nou 't kan ook niet lang meer zo door gaan. Iedereen heeft honger. Degenen met veel geld kunnen nog wel wat kopen bij de zwarte handel. 29 en 30 April 1945.
Er zijn nu voedseldroppings, we zien de
vliegtuigen komen en klimmen met 't hele gezin op 't dak; als we zien dat 't voedsel op de Lage Weide wordt uitgeworpen, zingen we huilend het Wilhelmus. Toch zou 't nog wel wat da- gen duren eer we konden genieten van de heerlijke biskwie, chocolade en pork. 30 April 1945.
Het bericht wordt bekend dat Hitler
zelfmoord heeft gepleegd. Als dat waar is zijn we daar wel blij om. Maar in de eerste plaats twijfelen we aan de juist- |
heid van het bericht en in de tweede
plaats denken we: misschien komt er wel een nieuwe Führer die nog slechter is. 2 Mei 1945.
Canadese vrachtauto's met levensmid-
delen zijn in Rhenen aangekomen. Hoe zou echt eten smaken, en hoe zou 't ein- de van de oorlog zijn? Pa en Moe zeggen dat we erg voorzichtig moeten zijn, want er zal wel flink gevochten worden. 4 Mei 1945.
Weer een gewone dag, weinig te bele-
ven, we slenteren wat over De Meern. 's Avonds staan we nog wat met elkaar te praten op de hoek van de Meerndijk. Toen plotseling kwam Has Willemse naar de Meernbrug hollen. Hij was door 't dolle heen, want hij had via de Engelse zender gehoord, dat de Duitsers gecapi- |
||||||||||||||||||
ütlg. ÏÏ.V, Uiegcv«f»-Mij. "ffeerlandia
ICr. N. Gmcht 64 - Utrecht - K 2382 Wnd. hooWred. C, f. v. d. Pol, Utrecht Oondedag 3 Mei 1945 iitiiaWtïjartiiii
|
|||||||||||||||||||
Utr. Courant
|
|||||||||||||||||||
wij bijeen om en vuoi Dui'schland, vooi
onze moede»», vrouwen en Kifideren, Liever den dood op het slagveld dan ala slaven in 9maadvolle gevangenschap". IN DE PLAATS VAN
JOACHIM VON RIBBENTROP Groot-Admiraal Döitite heelt, «aar vat»
officieele Duitsehe Kijdo woidt gemeld, Eljkantinister Graai Schweriü vou Kro- sijfk benoemd tot Biiksrainister van buiieiilandsobc xakoti. (De nieuwt? ftinc- tioiiarts bebeetde tot nu toe de porte- feuille van fitiauciêii. Hij neemt thans de taak van Rijksinini.stervoti Eibbeutrop over (Red. Ü.C.) RUST IN HOLLAND
Blijkens een Duilsch fiontovejzicht bliif» t"-'
in h»t viidi. !iftinR«i>;fuied van Holland nog steeds tU3iï(i Alleen in Nootd-NedeJand hield de geallieerde druk legen het Duit- sche bruggehoofd van Delfzijl aan. De Brit- ten vallen daar coneentnsch aan, doch Tij blï}Ven verbeten tegenstand ontmoeten. IN DE BOMMELERWAARD
Vati Knjrej che -/i,d(' «'ortlt goin-ld, 4su
de l)i?itfc«'lH' l'iirniRtiCH tn de Bottnndfi- •waard tu-^'-ehcii Ma^i i>ii Waal wei" atitU't Zijti (^tnvdrtieit. De Br iteti /^uudc, daarom htm 'i.iar aevestiart bruj^f^f htutb' hebbeti yntniiriui 'D.N.B,'. IN HET KORT
— In Weeiieti is efii 1 '
ot>(!er leidiiij; van «ifti tischetj leider Dr. Kotuiuftt. im-mi i» >i ju.
- In Bolog'imitiee!! eoMittitmiist bptioetti ' tot btirgetneestPr. - 1!it Biu<»},el woKit, imw „Wacht \m
Wftsteii" datjj 1 .Mei via Geneve vertteejit, gemeld, dat het den koiiïti]? van België ft,et zai Hotdpn tofge»faan naar Kijn lait'! terug te kepii»n, De communistea hfibben den koning: als ,,ongew«n8cht" geken- sehetst. |
|||||||||||||||||||
DE DOOD VAN ADOLF HITLER
LiiHeie o <sn voor het sneuvelen van Adolf
Hitler lts Berlijn wetd dato l Met door het opperbevel van de Duitsche weeiroacht uit het ho'^fdkvs'artiet van den Führer gemeld, dat if dappere bezeriing zich, om den Föhrer gessthaaid, ir> de «tadskein van Ber- lijn op hef beperktütc gebied verdedigde tegen de bolsjewistische overmacht. Onder het zwaa'ste vijandelijke artilleiie vuur en onder sae) opeenvolgende tuch»aanvatlen duurde de hetdhaf.tate worsteling voort, fen Z. van de RijkalioofHstad hadden de Duit- aehe formaties van het negende leger aan- sluifirjg veikiegen met de hoold«iiijdkrachten en stonden met hen op de IJjn Niemegh- Beehtx-Weider in harden afweer tegen den onophoudelijfc aanvallenden vijand. REACTIES
Me' beril,h! ovet d<!n heidendood van de>i
Führer w<ïrd m rie ondeükotnen.» van de, soldaten en in de gevechtsposten bij ■weatJ' rnacht en marme roet het'ige aandoening onH'aagen, too meldt 'fn Dtiitsche oorlogs- versiaggev»!. Wij Wijten, 3.0a ^ et volgt hij, dal de Fühier
zijn gartsclie pejscon in dienst van het Doit- •xiif volk en liet ItaitscJie Rijk stelde en bereid was <!e ^toofs'e gevaien N trrtsfcren. Desnietienim heeft hrt bericht van xijn het- den^loofl i**dei^en du^p gesehokt, Bein mrldde, dat aü*- Jödiojttations in neu- tiair landen, diiect na de bekendmaking ^»n Htslei'a dood, han uitzendingen onderbraken '•n de belangrijkste passages uit de Duvtsche uitzending herhaalden, Jn de vijandelijke ofaten werd hel nieaw», naar van Duitsche /i}de wordt g«cons*'iteerd, op onwraardige wijjLe omgeroepen. DAGORDERS
De weeTtïiac'h'ehevelhebbej!» van Nederland
en Noorwegen gaven dagorders uit. 'ieneral Obetst Blaakowitz zeide tot de sol- daten van de vesting Holland o.m : „Sluit da geiedeteö nauw aaneen in de vesting. In ougebrokan wil «m veidei te «tnjdt»» *Ui»b |
|||||||||||||||||||
De laatste Utrechtse Courant die verscheen, hier op ware grootte afgebeeld. De papierschaar-
ste had duidelijk toegeslagen. |
|||||||||||||||||||
309
|
|||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||
radiatoren van deze auto's gevuld
waren met anti-vries. ;/ Mei 1945.
We leren al wat Engels en als we elkaar
ontmoeten zeggen we "oké"! Tijdens de oorlog betekende dit "Oranje Komt Eerdaags". We leren ook de Hoki - Poki dansen, dat gaat in hele grote groepen. Jonge meisjes zijn helemaal gek van al die mooie uniformen en leren al gauw Wat een zoentje is. Onze bevrijders strooien met sigaretten
en chocolade. Vooral de Players sigaret- ten zijn erg gewild; op 't pakje staat ook Navie Cut. Maar Moe wil dat Engelse woord niet horen. Ook onze bevrijders zijn door het dolle heen en roken hun sigaretten maar half op. De grote peuken die ze weggooien gaan wij verzamelen en maken daar weer heerlij- ke sigaretten van. Omdat je met peukjes zoeken veel moest bukken, heette dit al gauw "Buk Shag". Tijdens 't peukjes zoeken vinden we ook steeds een eigen- aardig soort ballonnen. Ik had er wat mee naar huis genomen maar Pa en Moe wilden niet zeggen wat 't was, maar 't was wel vies! Later wisten we dat 't iets te maken had met "Trees heeft een Canadees". Juni 1945.
Ik ben nu 16 jaar en ik mag mijn nieuwe
pak aan, dit hebben we in de oorlog ge- kocht; het is gemaakt van papier-touw, maar wel stoer, met een plus four. Alleen bij regenweer zou het snel ver- dwenen zijn. Dit pak was gekocht bij C. en A. op de bonnen in de laatste oor- logsjaren. Met m'n broer Jan gingen we met bonnen en geld naar C en A.; toen 't pak gekocht was, was er geen papier om 't in te pakken. Buiten gekomen stond een N. S. B.-er met "Volk en Va- derland". Jan heeft er één gekocht en spreide 't uit op het trottoir. Daarin werd het pak gerold. We moesten hard weg lopen want die N. S. B.-er was pis- nijdig op ons. 't Feesten ging maar steeds door, maar
er moest toch wel wat gewerkt worden. Graag had ik nog naar school gegaan om wat te leren. Maar Pa en Moe zei- den: "Je kunt beter een vak gaan leren". Dorus Jongerius van de Strijkviertel kwam veel bij ons en bezorgde mij op 1 Juni 1945 een baantje als leerling-mon- teur in 't bedrijf van Jan Jongerius. Op een fiets (zonder banden) ben ik gaan werken in de Nachtegaalstraat in Utrecht. We kregen nog eten van de gaarkeukens en om wat aan te sterken, aten we de hele dag biskwie. We haal- den auto's uit hooibergen en schuren en maakten 't voertuigenpark weer rijd- baar, ledere avond was er wel ergens feest, |
|||||||||||||
Met groote vreugde gevea wij U kennis van het zoo
vurig verlangde afsterven van |'s werelds grootste oor- logsmisdadiger ADOLF HITLER
Oud schilder
Ridder in de order van het haken en oogenkruis met bloem- bollen en suikerbieten, drager van de Leugenmedaille. Overleden aan een langdurige slepende Blitzkriegepe-
demie, welke gepaard ging met hevige Itiva^ekoortsen De mis zal worden gecelel^eerd door een troep J»I.S.B.ers
enLandwachters onder pe^aoon^ke leidirtg van »3[-koning^ Antoon de 1 e der Nederlanden, welke zijn Buitenland- sche baas spoedig zal volgen. De grandiooze blijde uitvaart zal defileeren cöor geheel
UTRBCHT en geschouwd worden door onzeonderduikers De begrafenis-plechtigheid zal plaats vinden op de vuil-
verbranding aan de overzijde van het IJ. Max de mooiprater, ronselaar voor het Oostfront en te-
vens minister van. Nazi-propaganda, zal om de feeststem- ming te verhoogen, daarvoor de in Nederland gestolen klokken en radio's ter beschikking stellen. Op verzoek van den overledenen geen bommen.
Hot- en Swingmuziek toegestaan. Lachen verplicht
Namens de Familie
de Hogere SS und Polizei, Gruppcführer RAUTER t Deze 'advertentie' werd tijdens de laatste oorlogsdagen nog gemaakt door studenten.
|
|||||||||||||
vooral veel buurtfeesten, en wat mij op-
viel: de Meernse meisjes werden steeds mooier. Bijna alles was nog op de bon, maar 't leven werd toch wel beter. Nog 3 bladzijden waren leeg van m'n dagboek over oorlog en hongerwinter. Deze schreef ik nog vol en daarna ging ik op beter papier verder. In mijn dagboek schreef ik nog een liedje, door mijzelf gemaakt: We leefden in een rare tijd
Maar nu zijn we die rotmof kwijt Zet de zorgen nu maar aan de kant En zing hoera voor Nederland. De N. S. B. is bijna de klos
Al lopen er nog heel wat los
Maar wat maakt 't uit zeg ik
In Amsterdam zijn er 20.000 niet ge-
pik(t).
|
|||||||||||||
Ze maken zich geen zorgen, o nee
Maar laten ze oppassen, o wee Want dadelijk nemen we ze allen mee Ja, daarvoor zorgt de P. O. D. (Politieke Opsporings Dienst). Zo was mijn dagboek over de oorlog
vol, het bleef een tijd van veel feesten. Langzamerhand kwam het normale leven weer op gang. Verenigingen werden weer opgericht, er moest hard gewerkt worden. In m'n nieuwe dagboek staat veel van de
wederopbouw en de periode 1945 -1950 waarover ik nog eens hoop te schrijven. Tot zover enkele grepen uit m'n dag- boek dat, nu bijna onleesbaar, mij in staat heeft gesteld, dit verhaal te schrij- ven. |
|||||||||||||
310
|
||||||||||||||||
juni 1985
|
||||||||||||||||
Een dorpsbewoner vertelt
Koster Rijker: 50 jaar een
zevendaagse werkweek |
||||||||||||||||
In de Zonstraat, gelegen in de schaduw van de robuuste RK-
kerkln DeMeern, zochten wij de heer Herman W.J. Rijker op, voormalig koster van deze kerk. |
||||||||||||||||
door Monique van Essen
|
||||||||||||||||
Begin 1931 kwam Cornelis van Beek,
pleegvader van de koster, naar de toenmalige gemeente Oudenrijn vanwe- ge een boelhuis (= verkoping van inboe- del en vee), voornemens zijn bescheiden veestapel uit te breiden met een paard. Deze werd gehouden bij koster Verhas- selt die besloten had zijn ambt neer te leggen. Van Beek vernam van pastoor Wezenberg dat er voor Verhasselt nog geen opvolger was. De pastoor zag wel iets in het gezin van Van Beek met 4 zoons en 2 dochters en kwam al gauw met hem overeen, dat hij de kerkboerde- rij zou pachten en zijn zoon Herman koster zou worden. Van Beek was daarmee uit de proble-
men want zijn boerderij aan de Heren- weg in Utrecht (toen nog platteland), was onteigend in verband met de aanleg van het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal. De overige leden van het gezin konden zich, naast de werkzaamheden op de boerderij, verdienstelijk maken bij o.a. het schoonhouden van kerk en tuin. De pastoor zag juist in Herman een goed toekomstig koster, omdat deze vanwege zijn vervulde militaire dienstplicht, ge- diciplineerd was en goed kon corveeën. In dienst was hij oppasser van de foerier. Hier doet zich een aardige his- torische gelijkenis voor, die wij u niet willen onthouden. Pruisische deserteur
Hermans overgrootvader was in de
vorige eeuw in het Pruisische leger ook oppasser van de foerier en tevens be- waarder van de geldkist. Om bijna vol- ledig in diens voetsporen te treden werd Herman koster (afgeleid van custos), kerkbewaarder. Genoemde overgroot- vader, Rijken geheten, deserteerde begin vorige eeuw uit het Pruisische le- ger met medeneming van huifkar, twee paarden en geldkist. Na een moeizame tocht, waarbij een paard was bezweken, belandde hij ten- |
||||||||||||||||
slotte in Culemborg. Aangezein hij de
sleutels van de geldkist niet in zijn bezit had, liet hij de sloten van de zwaar be- slagen kist door een plaatselijke smid |
doorbranden. De teleurstelling moet
groot geweest zijn, toen bleek dat de geldkist leeg was. Tegen zijn verwach- ting in was Rijken dus niet rijker gewor- |
|||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||
311
|
|||||||||||||||
op klompen naar school. Dit was een
doorn in het oog van vele ouders, die zich bij het schoolhoofd kwamen bekla- gen. Zij wilden namelijk niet dat hun kinderen bij "arme klompenkinderen" in de klas zaten. Hij moest de school dan ook verlaten en verhuisde naar de twee- de verdieping van het gebouw, waar de arme kinderen waren ondergebracht. De ingang van deze school lag aan de achterzijde van het gebouw. Dit heeft niet lang geduurd, want kort daarna is hij naar de nieuwe school gegaan aan de Bosboom Toussaintstraat. Hoewel hij nu 10 minuten verder moest lopen en bij elkaar zo'n drie kwartier onderweg was, heeft hij het op deze school wèl naar zijn zin gehad. Na de lagere school had hij graag tim-
merman willen worden, maar dat was er niet bij. "Vaklieden lopen maar langs de straat......Je leert maar werken", sprak
zijn stiefvader, die hem hard nodig had
op de boerderij. Om 4 uur stond hij op om de koeien te melken, want om 6 uur moest de melk afgeleverd zijn bij de fa- milie Van Lint aan het oude Merwede- kanaal. Op 18-jarige leeftijd werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Hij moest opkomen in Amersfoort, maar zijn ouders konden hem moeilijk mis- sen op de boerderij. Nu wisten zij dat er op de Hoge Woerd een sergeant-majoor woonde. Zijn vader nam een zelfge- maakte kaas en ging naar de Hoge Woerd, met het verzoek zijn zoon zo mogelijk dichter bij huis te plaatsen. Dat werkte, want zijn standplaats werd gewijzigd in Utrecht, waar hij in de Kromhoutkazerne kwam. Eenmaal uit dienst, zo hebt u al kunnen |
|||||||||||||||
Boerderij aan de Herenweg te Utrecht. V.I.n.r. de Pruis Rijken, zus Greetje, moeder, broer
Simon, vader Rijker en broer Gerrit. De foto dateert uit 1908. |
|||||||||||||||
lijden van grootvader Gerardus in 1904.
Jacobus werd toen boer. Hiermede kwam er een eind aan het rondtrekken met de kudde gedurende de zomer- maanden, langs graskanten van wegen en de Leusderheide. Afhankelijk van de goedwillendheid van de boeren overnachtten deze her- ders, op hun soms maandenlange toch- ten bij boeren op de til (hooizolder). Niet alleen de wol van de schapen was
een bron van inkomsten (werd verhan- deld in Veenendaal), maar ook de mest. Deze werd in de schaapskooi verzameld en vervolgens verkocht aan de destijds in en om Amerongen gevestigde tabaks- bouwers. De mest werd opgehaald met een platte praam en via de Vleutense Wetering, Leidse Rijn en de Kromme Rijn, via Bunnik vervoerd richting Arnhem. Zo'n tocht nam 3 tot 4 dagen in beslag. Onze koster, Herman Rijker werd op 30
maart 1910 geboren, als vierde kind in het gezin dat woonde aan de Herenweg te Utrecht. Hij heeft zijn eigen vader nauwelijks gekend, want deze overleed aan een longontsteking toen Herman 3 jaar oud was. Zijn moeder Gerarda van der Louw hertrouwde enige jaren later met Cornelis van Beek, geboren te Ben- schop. Uit dit huwelijk werd nog een zesde kind, een dochtertje geboren. |
|||||||||||||||
der. Dat werd later wèl zijn zoon Gerd,
geboren uit zijn huwelijk met de Culemborgse Margaretha Stokman. Hij werd namelijk door de ambtenaar van de burgerlijke stand ingeschreven als Gerardus Rijker. Na zijn huwelijk werd Gerd schaapher-
der aan de Herenweg in Utrecht (thans Everhard Meysterlaan). De Herenweg werd in de volksmond ook wel de Mod- derdijk genoemd. De veldartillerie, ge- legerd in de Hojelkazerne, hield er dikwijls oefeningen met paarden en ma- terieel. Door het hoefgetrappel veran- derde het wegdek in een modderpoel. Gerd en zijn vrouw kregen een zoon Ja- cobus en een dochter Elisabeth. Jaco- bus, vader van de koster, volgde zijn vader als schaapherder op en trad op 10 november 1901 in het huwelijk met Ge- rarda van der Louw. Zij is, zoals men in deze streek zegt, 'jong geweest' (geboren en getogen) in Café De Halve Kous, ook wel De Sok genoemd (nu wegrestaurant De Afrit). Haar broer Simon Petrus van der Louw, bekend als Ome Piet, ging "met de pak" langs de huizen en boerderijen. "Met de pak gaan" hield in dat hij voor- en achterop de fiets in stukken zeildoek verpakt, kleding ver- voerde die hij in de omgeving aan de man bracht. (Wij hebben niet kunnen achterhalen
wat de herkomst is van de naam De Halve Kous/De Sok. Informatie hier- over is van harte welkom bij de redak- tie). Vader Jacobus had zijn zware bestaan
als herder graag eerder opgegeven, maar durfde de kudde van ± 100 scha- pen pas van de hand te doen na het over- |
|||||||||||||||
Arme klompenkinderen
Herman ging naar de lagere school in de
Utrechtse Malakkastraat. Omdat hij
' aan de "Modderdijk" woonde, ging hij
|
|||||||||||||||
Herman tijdens zijn diensttijd.
|
|||||||||||||||
312
|
juni 1985
|
||||||||||||||
Zo lazen wij in de 'Geschiedenis van de
Parochie Oudenrijn', door pastoor L. J. v.d. Heiden: "Wel tragisch waren de omstandigheden, waaronder zijn uit- vaart plaatshad en zijn lichaam aan de schoot der aarde werd toevertrouwd. Het was op den dag dat Nederland in oorlog geraakte. Nauwelijks was een aanvang gemaakt met het bidden der Lauden, of plotseling werd zwaar mo- torgeronk van vliegtuigen gehoord, zeer dicht in de nabijheid van het kerkge- bouw. Onmiddelijk kwam het afweerge- schut in actie en mengden zich de ont- ploffingen van neergeworpen bommen met het geknetter van geschut- en mi- trailleurvuur. In het kerkgebouw ont- stond begrijpelijkerwijze een grote con- sternatie: vrouwen en kinderen liepen ontsteld rond en trachtten het kerkge- bouw te verlaten, hetgeen echter belet werd, omdat er dan zeker een groot aan- tal slachtoffers zoude zijn gevallen. Pater Edmond, Passionist, die geduren- de de ziekte van de pastoor assistent in de parochie was, beklom de preekstoel en maande de opgewonden menigte tot kalmte aan, daarbij opmerkend, dat men veiliger onder Gods hoede in het kerkgebouw kon blijven,dan zich bui- ten aan het moorddadig vuur bloot te stellen. Verder deelde hij mede, dat de uitvaartdienst zoude bekort worden tot een gelezen H. Mis, onder welke vanden preekstoel de rozenkrans zoude gebe- den worden. Na het luchtgevecht, waaronder een der toestellen was neer- gestort, had in alle stilte in tegenwoor- digheid van slechts zeer weinigen de be- grafenis van het stoffelijk overschot op het kerkhof plaats". De koster wist ons te vertellen dat het
Duitse vliegtuig werd neergehaald door het luchtafweergeschut, dat op de alu- miniumfabriek (bij verkeersplein Hoog- gelegen) was opgesteld. Het stortte neer op het land van boer Buijs aan de Rijks- straatweg nr. 12. 's Middags werd pa- stoor Boelens in alle stilte begraven. Die begrafenis was overigens slechts tijde- lijk, want zijn definitieve rustplaats vond hij later, evenals pastoor Wezen- berg, op de begraafplaats bij de nieuwe kerk. Nieuwe kerk
Pastoor Boelens is de bouwpastoor
geweest van de huidige RK-kerk in De Meern. De bouw hiervan werd noodza- kelijk doordat de oude kerk te klein bleek. Men besloot het nieuwe Gods- huis op een meer centrale plaats te bou- wen, in de geplande nieuwbouw van De Meern. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was men tot aan de kap. |
|||||||||||||||
ven tegen koude voeten in de onver-
warmde kerk. |
|||||||||||||||
lezen, werd Herman koster. Hij was
toen 21 jaar. Zijn moeder zei hem:"Jon- gen, je krijgt een zware en verantwoor- delijke taak. Drie dingen moet je je hele leven goud onthouden: "Horen, zien en zwijgen". Dat het hem ook zijn hele le- ven is bijgebleven, blijkt wel uit zijn zorgvuldige uitingen, zich voortdurend afvragend of wat hij vertelt niet nadelig zou kunnen zijn voor andere dorpsge- noten. Veel werkzaamheden
De koster begon zijn loopbaan in mei
1931 toen de familie verhuisde naar de kerk boerderij, gelegen ten westen van de toenmalige Rooms-Katholieke kerk aan de Rijksstraatweg, (dit gebouw, nu Metak-fabriek, dateert van ± 1860). In |
|||||||||||||||
Armenbrood
In de crisisjaren stonden iedere vrijdag
om beurten de bakkers Verkerk en Van Engelen om, namens het armebestuur het armenbrood uit te delen. Afhanke- lijk van de grootte van het gezin kreeg men een drie- of een zesponder. Een extra brood werd aan de armen bedeeld bij het overlijden van een rijke boer of boerin. Zo'n begravenis werd aange- kondigd door de luidende kerkklokken. Er werd namelijk onderscheid gemaakt in eerste, tweede en derde klasse. Bij een derde klas begrafenis werd 5 minuten geluid, bij een tweede klasse een kwartier en bij een eerste klasse een half |
|||||||||||||||
Het interieur van de oude r.k. kerk.
een deel van de boerderij was een café
gehuisvest, waar de boeren na de missen elkaar wekelijks ontmoetten. Zijn taak bestond uit genoemd kosterschap, onderhoud van kerk, moestuin, boom- gaard en kerkhof, alsmede het grafdel- ven, beheer uitspanderij voor de paar- den, koetsen en fietsenstalling. Hierbij werd hij overigens geassisteerd door de overige leden van de familie. Van zijn inkomen, f 520,- per jaar, zag hij zelf niets, want dit werd één keer per jaar door de pastoor en zijn stiefvader verre- kend met de pacht van de boerderij. Het is begrijpelijk dat de familie op al- lerlei manieren probeerde een eigen zak- centje te vergaren. Zo kreeg men fooien van de boeren voor het uitspannen en stallen van de paarden. Aan de fietsen- stalling verdienden zij 10 cent per fiets per week, of bij abonnementen f5,- per jaar. En gedurende de koude winter- maanden verhuurden ze houtskoolsto- |
|||||||||||||||
uur. Dit laatste luiden was voor de ar-
men het sein om tussen 9.00 en 10.00 uur een extra brood af te halen. Dat bij overlijden zelfs nog onderscheid in klassen werd gemaakt, was de koster een doorn in het oog. Niet alleen bij het luiden der klokken werd onderscheid gemaakt, er waren ook drie soorten kleden, die tijdens de requiemmis over de kist werden gelegd. Bij verhuizing naar de nieuwe kerk heeft de pastoor gezegd, hoewel van inspraak in die tijd nog nauwelijks sprake was, dat hij alleen bereid was de klokken te luiden als dat voor iedereen één kwartier zou worden. En zo geschiedde. Ook werden de drie kleden vervangen door één nieuw. Kogels vlogen door de kerk
Tijdens de requiemmis voor pastoor
Boelens, op de eerste oorlogsdag, 10 mei 1940, ontstond grote consternatie. |
|||||||||||||||
1
|
|||||||||||||
313
|
juni 1985
|
||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||
ome Piet v.d. Louw (koopman met de pak en broer van moeder van Beek), Hannes v.d. Hove (een vriend van vader Rijker) en Kee de Wit -Beving.
Zittend v.l.n.r. Simon Rijker, Adriaan Rijker, stiefvader en bruidegom Cornelus van Beek, Greet van Jaarsveld - Rijker, de bruid moeder Gerarda van Beek - v.d. Louw met voor zich Herman Rijker en Gerrit Rijker. |
|||||||||||||
Foto genomen bij het tweede huwelijk van moeder Rijker. Staand v.l.n.r. buurman Gerd de Wit, zwager Bemard Overgoor, diens tweede vrouw
Overgoor - de Groot, buurman Andries Oskam, tante Betje Beyer - Rijker, de vrouw van Andries Oskam, Stien v.d. Brink (huisnaaister en hulp op de trouwdag). Jan Beyer (man van tante Betje), Hanna v.d. Hove, |
|||||||||||||
J
|
|||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||
315
|
|||||||||||
derd zouden worden, begroef de koster
de oude klok, want alleen de nieuwe stonden officieel geregistreerd. De Duitsers kwamen, zagen dat in de toren nog plaats was voor een derde klok en vroegen de pastoor waar die derde gebleven was. Hij op zijn beurt, "onwetend" van de "begrafenis", vroeg aan de koster waar die derde klok zich bevond. Quasi verontwaardigd antwoordde de
koster: "Hoe moet ik nu weten waar die is, u hebt hem destijds toch zelf aan die handelaar verkocht". Na de oorlog is de klok weer opgegraven om opnieuw dienst te gaan doen in een kerk op Ameland. De koster getrouwd
Op 20 november 1940 vond in de nieuwe
kerk de eerste huwelijksplechtigheid plaats en wel tussen Hermanus W. J. Rijker, geboren 30. 3. 1910 en Christina G. Sturkenboom, geboren 21. 5. 1911. Het pasgetrouwde paar vestigde zich aan de Meentweg nr. 2 en in de loop der jaren werd het gezin uitgebreid met drie zoons. Zijn taken als koster in de nieuwe kerk
bleven ongewijzigd. De beloning be- droeg f 18,- per week, de huur van hun huis f 7,- per week. Herman Rijker heeft zijn vrouw leren
kennen toen hij nog bij zijn ouders |
woonde in de boerderij bij de oude kerk.
Christina werkte vanaf haar 13e jaar, gedurende T'/j jaar als keukenmeisje bij het gezin van de uit Utrecht afkomstige edelsmid Brom, die destijds Huize Voorn huurde van de familie Barchman Wuytiers. Regelmatig bezocht zij de kerkboerderij om melk te kopen. Pastoor Boelens had al snel in de gaten dat het hier niet alleen een koper-verko- per-relatie betrof. Hij vond het zelfs no- dig om bij de familie Brom te informe- ren "of die twee soms iets hadden". Christina werd geboren in de toenmali- ge gemeente Oudenrijn. Haar moeder was Hendrika van Vliet, geboren te Lopik en haar vader was Gerardus Stur- kenboom, geboren te Houten. Hij werkte destijds als koetsier bij de S. O. L., Stichtse Olie- en Lijnkoekenfabriek in Oog in Al, Utrecht. Het gezin telde 3 zoons en 2 dochters en woonde aan de Galecopperdijk, naast Hotel Den Hom- mel. Zij ging naar school in de Jan Pie- tersz. Coenstraat te Utrecht, totdat het gezin verhuisde naar de Meerndijk te De Meern. Er was in De Meern nog geen katholieke school, dus moest ze naar de openbare school, eveneens gelegen aan de Meerndijk. Gevolg was wel dat ze samen met
andere kinderen iedere dag naar de kerk aan de Rijksstraatweg moest lopen om daar de mis bij te wonen èn natuurlijk voor de nodige cathechismuslessen. |
||||||||||
Op de 14e november werd de nieuwe
kerk geconsacreerd. In de namiddag werd op plechtige wijze het H. Sacra- ment door pastoor Koelman van de oude naar de nieuwe kerk overgebracht. De oude kerk werd in 1940 verkocht, waarna de torentjes, aan beide zijden van het gebouw, werden gesloopt. Mevrouw Rijker mocht van pastoor Koelman, opvolger van pastoor Boe- lens, een aandenken uit de oude kerk uitzoeken. Ze koos voor een deel uit een gebrandschilderd raam, voorstellende: Maria, Koningin der Engelen. Door bemiddeling van ene pastoor Rijk de Wiesman, tijdens de Tweede Wereld- oorlog in De Meern woonachtig, vonden de gebrandschilderde ramen een nieuwe bestemming in Noorwegen. De kerk aldaar, waar De Wiesman als pastoor werkzaam was, had zware schade opgelopen bij een bombarde- ment. De beelden, waaronder enkele houten exemplaren, alsmede de kruis- wegstaties zijn naar Middelaar (Noord Limburg) verhuisd, naar een eveneens door een bombardement getroffen kerk. Kerkklok begraven
De oude luidklok ging mee naar de
nieuwe kerk en er kwamen twee nieuwe klokken bij. Zodra bekend werd dat alle kerkklokken door de Duitsers gevor- |
|||||||||||
316
|
|||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||
Na haar huwelijk met de koster kreeg zij
niet alleen de zorg voor haar eigen ge- zin, maar ook assisteerde zij waar mogelijk haar man bij zijn werk. Eigen zaak
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog
uitbrak begon de koster aan de studie voor het middenstandsdiploma. IJverig als hij was had hij zelfs de studieboeken bij zich tijdens de mobilisatie. Hij en zijn makkers waren ondergebracht in een leerfabriek te Oisterwijk. Bij aankomst van de Duitse troepen, werd iedereen gesommeerd direct de fabriek te verla- ten. Ook de koster ging, maar vergat in de haast zijn studieboeken mee te nemen. De fabriek werd vervolgens in brand gestoken, waarbij alle paperassen werden vernietigd. Natuurlijk werd het diploma toch
gehaald en wel in 1942. Doel hiervan was aan huis een winkeltje in religieuze artikelen te beginnen. Dat kwam er in 1944 en is er nog steeds. Hij verkocht kruisbeelden, wijwaterbakjes, rozen- kransen, kerstgroepen en liet bidprent- jes drukken. Hoewel de afgelopen twintig jaar met het dalende kerkbezoek ook de omvang van de verkopen is ge- daald, is er de laatste jaren toch weer een opleving te bespeuren. En niet alleen verkoopt hij aan oudere katholieken, ook aan jongere en zelfs aan niet-katho- lieken. Gedurende de 50 jaar dat Herman
Rijker koster is geweest werkten hij en zijn vrouw zeven dagen per week, maar altijd met plezier. Als hij eens een vrije dag had ging het echtpaar graag naar tentoonstellingen etc, die georgani- seerd werden door verenigingen van bloemkwekers. Rijker maakte dan foto's van de daar opgestelde bloem- stukken, om aan de hand daarvan ware kunststukken te maken. In de loop der jaren heeft hij hiermee naam gemaakt. Door de aard van de functie van koster, waren de werktijden ongeregeld. Om toch enige regelmaat in het gezinsleven te behouden, werd zoveel mogelijk om 10.30 uur koffie gedronken, om 12.30 uur geluncht en om 17.30 uur de warme maaltijd gebruikt. 40 jaar getrouwd
In november 1980 waren de heer en
mevrouw Rijker 40 jaar getrouwd. Tijdens de ter gelegenheid daarvan ge- houden H. Mis, ontving mevrouw Rijker voor haar jarenlange belangeloze inzet, geheel tot haar verrassing, de pau- selijke onderscheiding 'Bene Merenti' (een door paus Pius IX ingestelde onderscheiding voor hen, die zich zeer |
|||||||||||
verdienstelijk hebben gemaakt voor de
kerk). Gedurende onze gesprekken ten behoe-
van van dit interview, heeft mevrouw Rijker zich doen kennen als een warme en bescheiden persoonlijkheid, die voor het werk van haar man als een toegewijd secretaresse een enorme steun is ge- weest. Groot was dan ook de verslagen- heid in De Meern, toen bekend werd dat mevrouw Rijker na een kortstondig ziekbed was overleden. Bij onze ver- volggesprekken merkte de koster her- haaldelijk op dat hij zijn 'secretaresse' zo miste, vooral als wij vroegen naar namen en data. Onderscheidingen
Ook de koster werd onderscheiden voor
zijn jarenlange trouwe dienst. Bij zijn 25-jarig ambtsjubileum ontving ook hij 'Bene Merenti' en vervolgens bij zijn 40- jarig jubileum 'Pro Eglesia et Pontifice' (letterlijk: voor kerk en paus), een ere- kruis, ingesteld door paus Leo XIII voor bewezen trouw en goede diensten jegens kerk en paus. En tenslotte bij zijn afscheid en tevens 50-jarig jubileum ontving hij de eremedaille in zilver ver- bonden aan de Orde van Oranje Nassau (ter onderscheiding van hen, die zich je- gens maatschappij op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt). Bij dit afscheid, kreeg het echtpaar namens de parochianen, een reis naar Rome aange- boden. Dit is, volgens hun eigen zeggen, de reis van hun leven geweest. Koster 'blust' bruid
Tot slot van dit interview vroegen wij de
koster naar leuke anekdotes. Twee daarvan, waaruit nogmaals blijkt dat hij |
|||||||||||
Burgemeester Middelweerd spelt koster Rijker
zilveren eremedaille van de Orde van Oranje
Nassau op. van alle markten thuis moest zijn, willen
wij u niet onthouden. Een bruidspaar, waarschijnlijk toch al wat nerveus voor wat komen ging, kwam aan bij de kerk, de bruid gekleed in een prachtige japon met sluier. Een van de bruiloftsgasten trapte bij het betreden van de kerk op de sluier, waartegen deze niet bestand bleek te zijn en scheurde. Met een doosje naai- gerei ging hij als een volleerd kleerma- ker aan het werk. Hielp hij zo figuurlijk een bruidje uit de brand. Een andere bruid moest hij letterlijk uit de brand helpen. Het was gebruikelijk dat een bruid aan
het eind van de huwelijksmis een kaars, die op het altaar werd aangestoken, bij het Maria-altaar bracht. Tot schrik van de aanwezigen vatte de sluier van een onfortuinlijke bruid vlam. Dat vereiste van de koster snel handelen; met één flinke mep 'bluste' hij de bruid en sindsdien werd de kaars pas bij het Maria-altaar ontstoken. Vanaf deze plaats danken wij onze beminnelijke koster voor de gezellige uurtjes, die wij in zijn knusse huiska- mer aan de Zonstraat mochten door- brengen. Ook zijn wij dank verschuldigd aan me-
vrouw C. Goes-Van Beek, alsmede aan mevrouw M. van Jaarsveld-Rijker, die bij het eindgesprek nog wat puntjes op de i hebben gezet. |
|||||||||||
juni 1985
|
317
|
|||||||||||||||||
Het onstaan van de
Vleutense tuinbouw |
||||||||||||||||||
Begin deze eeuw is de Vleutense tuinbouw ontstaan. Een
grote stimulans hiervoor was de Westlandse Tuin van dokter Van Dugteren. Deze modeltuin werd een begrip in Vleuten en omstreken. In diezelfde tijd werd ook het initiatief genomen voor de oprichting van de groenten- en fruitveiling in Utrecht en ook hiervoor stond het Westland model. Over beide onder- werpen kan de heer Jac. de Bruijn, o.a. oud-directeur van de Rijks Tuinbouwschool in Vleuten, als geen ander vertellen. Hij doet dat in het bijgaande artikel. |
||||||||||||||||||
door
Jac. de Bruijn
|
||||||||||||||||||
volgens mevrouw Graafland - Stobbe
zeker 10.000 zwarte bessenstruiken. Omdat er ook nog een aardbeienveld was, was het niet verwonderlijk dat tij- dens de pluktijd krachten van elders moesten komen. De heer Stobbe reed dan met de I. M. S. (Ida Maria State) ge- merkte wagen naar Utrecht om daar plukgegadigden (vooral jongens en meisjes) op te halen en 's avonds weer te- rug te brengen. In totaal konden er zo'n 50 kinderen op de wagen. Al het fruit (druiven, perziken, bessen) werd met deze grote wagen naar de vei- ling op het Paardenveld (waar nu het hoofdbureau van politie staat) in Utrecht gebracht. De lading kon wor- den afgedekt met een wit zeil, waarop de letters I. M. S. waren aangebracht. Groenten, zoals rabarber en asperges, werden per schuit vervoerd. Deze ging via de Vleutense Wetering naar het Mer- wedekanaal om ter hoogte van de Rijks- munt over te steken naar de Leidse Rijn en zo naar het Paardenveld te varen.......
Op Ida Maria State moeten werkzaam
zijn geweest vader De Gier, de heer Goes, Jan Mandjes, Janus Prins (die in een pand op Koop X woonde), Arie Verklei (deze woonde in een pand op Koop XIX) en Paul van den Bos. Het einde van de tuin
Het is onbekend om welke redenen dok-
ter Van Dugteren in 1920 zijn bezit af- stootte. Volgens sommigen had de tuin als voorbeeldbedrijf moeten dienen voor joden die naar het toenmalige Palestina wilden emigreren (zionisme), maar helaas schijnt dit een fiasco te zijn geworden. Waarschijnlijk omdat joden van huis uit geen agrariërs, maar eerder kooplui zijn. Wel is bekend dat ook op andere bedrijven in de omgeving, onder andere op de 'Veldhoen' (naast 'De Hoed'), tijdelijk buitenlandse joden hebben gewerkt. Hoogstwaarschijnlijk was Van Dugte- |
||||||||||||||||||
Ida Maria State
De Westlandse Tuin werd onder de
naam Ida Maria State (de herkomst hiervan is onduidelijk) hoogstwaar- schijnlijk in het begin van deze eeuw ge- sticht door dokter van Dugteren, een huidspecialist uit Rotterdam. Het was een tuinbouwbedrijf dat naar West- lands model moest functioneren. Hier- mee kreeg Vleuten haar eerste druiven- en perzikenkas. In 1904 werd Benjamin Boers, die was afgestudeerd aan de Rijks Tuinbouwwinterschool te Naald- wijk, bedrijfschef. Tussen dokter Van Dugteren en Boers
boterde het ondertussen niet erg, zodat de bedrijfschef al snel ontslag nam en voor zichzelf begon. |
||||||||||||||||||
Stieltjes, Stobbe, Bonthuis
Wie hem opvolgde is niet bekend. Wel
weten we dat eind november 1909 Cornelis Stieltjes naar Vleuten kwam en chef werd. Daar hij ongehuwd was woonde hij enige tijd als pensiongast in bij de familie Stobbe die zich in 1910 in Vleuten vestigde en waarvan Jan Stobbe koetsier/tuinbaas werd bij dok- ter Van Dugteren. Zij bewoonden de woning die in Koop XIII wordt aange- duid (Kaartje van 1920). Uit het huwe- lijk van Jan Stobbe en Grietje Kaai werd onder andere op 24 juli 1902 Mar- rige geboren. Later trouwde zij met de bekende Vleutense schilder Jac. Graaf- land van wie nog een aantal schitterende werkstukken op het gemeentehuis hangt. Hun zoon is de kassenspecialist Chris Graafland die op de Utrechtseweg 37 woont. Na het vertrek van Stieltjes in juni 1911 |
||||||||||||||||||
Jan Stobbe.
naar Zwijndrecht werd de Groninger A.
D. O. Bonthuis bedrijfsleider. Deze had zijn opleiding genoten aan de Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool in Frederiksoord. Hij trok in de woning van de familie
Stobbe die naar achteren verhuisde. Zij betrokken nu het zogenaamde koets- huis met bovenwoning (zie het in Koop XIV aangeduide pand). Ontving de familie Stobbe bezoek, dan mocht vader Jan dit 's avonds met een vierpersoons wagentje, dat eigendom was van de heer Van Dugteren, naar de trein brengen, want busverkeer was er toen nog niet. Op diverse percelen (Koop VIII, IX, XI, XIII. XVI t/m XIX) stonden vruchtbo- men, gedeeltelijk met onderbeplanting van kruisbessen, witte en rode bessen en |
||||||||||||||||||
00
|
|||||||||
Gemeente Vleuten.
Skctie A
|
|||||||||
c
3
|
|||||||||
oo
|
|||||||||
^
|
|||||||||
319
|
|||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||
Bessenpluk op de Westlandse tuin. De mannen links zijn Verkley (met pet) en Bonthuis (met
hoed). Links vooraan vrouw Verkley met 3 kinderen. Rechts Vermeulen en Mijntje van Gog. Rechts achteraan Martje Stobbe. (Foto: Mevr. M. Graafland - Stobbe). |
|||||||||||||
ren zelf ook een jood. Deze gedachte
wordt versterkt door het feit dat een van de riante huizen die als vakantiewoning voor de familie was ingericht in 1920 over een badkamer beschikte. Ik vermoed dat deze ook werd gebruikt voor de rituele baden die de Israëlische godsdienst voorschrijft. De 'Westlandse Tuin Ida Maria' wordt eind mei 1920 door notaris Th. O. M. J. Baron van Wijnbergen geveild in het notarishuis Achter Sint Pieter in Utrecht. In de omschrijving wordt de suggestie gedaan dat het complex zeer geschikt is voor een gesticht, een tuin- bouwschool of een andere inrichting. De rechten van uitweg en doorvaart van de verschillende percelen worden uit- voerig opgesomd, terwijl de verdere condities de grond- en waterschapslas- ten behelsden. De gezamenlijke opper- vlakte bedroeg ha 28.08.70. Twee percelen hadden andere eigena- ren, namelijk Koop III (groot ha 1.70, uitmuntend weiland) was eigendom van H. Plomp in Breukelen en Koop XII (groot ha 1.42.80, tuingrond waarvan een gedeelte bezet met rabarber, een grote betonnen gierput en enige rijen vruchtbomen) was het eigendom van mej. de wed. J. van der Meer uit Breuke- len. Vijf woonhuizen
Behalve boomgaarden, fruittuinen.
|
|||||||||||||
Marie, was gehuwd met Rickert P.
Bonthuis, ambtenaar op het Ministerie van Landbouw, broer van de bedrijfs- chef Bonthuis. De totale opbrengst van de verkoop be-
droeg ca. f 140.000,-. Bonthuis was na de verkoop eerst nog in betrekking bij mevrouw Kröller om zich daarna, ca. in 1922, op Alendorp te vestigen als kweker. Intussen was hij - slechts kort - gehuwd met Anna Dijkman. Zijn bedrijf werd later aangekocht om als Vleutens Proeftuin te fungeren. De fa- milie Stobbe verhuisde naar Vleuten. De groenten- en fruitveiling
De grote drijvende kracht achter de
groenten- en fruitveiling in Utrecht was Benjamin Boers, die op 11 mei 1887 in 's-Gravensande werd geboren en op 4 februari 1944 in Vleuten overleed. Op de tuinbouwschool interesseerde hij zich in het bijzonder voor scheikunde. Dit zou hem later bij het nemen van be- mestingsproeven bij druiven goed van pas komen. Boers was een verwoed le- zer en het kon wel eens drie uur worden voordat hij ging slapen. Zijn voorkeur ging uit naar boeken over de Germaan- se godenleer, geologische wordingsge- schiedenis van de wereld en naar de vele opvattingen op godsdienstig gebied en |
|||||||||||||
tuingronden en weilanden stonden er
vijf kopen met woonhuis in de aanbie- ding, namelijk: Koop I, groot a 26.80, een perceel
weiland met huis etc. (vroeger café Het Zwaantje) met schuur en stalling,, bewoond door A. van Rooijen. Koop X, groot ha 2.10, uitmuntend tuin- land en woonhuis met achterhuis, grote druivenkas, gemetselde koestal met stalling voor 15 stuks hoornvee en drie gemetselde varkensstallen. Koop XIII, groot ha 1.34.70, zeer gerie- felijk woonhuis met kelders, serre, drie kamers en keuken, benevens boven nog vier kamers en beschoten zolder, alsmede houten schuur, druivenkas, siertuin, fruittuin en boomgaard. Koop XIV, groot ha 2.16.70, perceel tuinland, koetshuis met bovenwoning, paardenstal met hooizolder, schuurtje, vierroedige hooiberg en afdak voor wagens. Koop XV, groot ha 1.51.40, woonhuis
bevattende beneden drie kamers, bad- kamer, keuken en kelder en boven vier kamers met open waranda aan de voorkant en gesloten waranda aan de achterzijde alsmede vliering, benevens perceel tuinland. Bij de verkoop van de tuin moet ook
nog een zekere heer Velder betrokken zijn geweest. Een dochter van hem, |
|||||||||||||
320
|
|||||||||||||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||||||||||||
aanvankelijk rabarber, aardbeien, as-
perges, komkommers, meloenen en tulpen kweekte. De druiven- en perzi- kenkassen kwamen in een later stadium. Ontstaan veiling
Toen 's-Gravenhage zich richting West-
land ging uitbreiden moesten tal van kwekers hun toevlucht elders zoeken. Aangemoedigd door Boers - die uit deze streek kwam - kwamen er velen naar Vleuten, waar ze tegen redelijke prijzen grond konden kopen. Zij richtten hun bedrijven op Westlandse wijze in en dat betekende onder meer perziken- en druiventeelt onder glas en de teelt van tomaten, sla, snijbonen e.d. Daarnaast deden de meesten ook nog wat aan bloe- menteelt, voornamelijk chrysanten en fresia's. Al spoedig kwamen ook warmoezeniers
(groentenkwekers en/of -verkopers) uit de agglomeratie Utrecht naar Vleuten. Vooral zij waren gewend geweest hun produkten zelf te verkopen op markten of met een eigen wagen langs de huizen te venten. Maar Boers en anderen zoch- ten naar een beter afzetsysteem en zij kwamen tot de conclusie dat het veiling- systeem, dat reeds in het Westland in zwang was, ook naar Utrecht moest ko- men. |
|||||||||||||||||||||||||
Op initiatief van Boers werd, met mede-
werking van C. van Breenen, H. Jonge- rius Bzn., J. C. de Haan, J. Witteveen, J. A. Kors en P. J. v.d. Wurff, de "Ver- eniging Groenten- en Vruchtenveiling U en O." opgericht. Bij aanvang waren er 22 leden. De veiling was gevestigd op het Paar-
denveld in Utrecht en de officiële opening vond plaats op 28 juni 1905 door de heer K. Wiersma, oud-leer- meester van Boers, uit Naaldwijk. Aanvankelijk ondervond men veel te- genwerking, vooral van de warmoeze- niers. Hoewel voor de nieuwe wijze van verkoop een lans werd gebroken (o.a. door pater Weijers uit Utrecht) waren er nog heel wat kinderziektes te overwin- nen. Zo waren de kwantums die werden aangevoerd klein en was de verschei- denheid van de produkten groot. Daar- bij kwam dat de leden zelf ook weinig aanvoerden en de algemene vergaderin- gen slecht werden bezocht. De kooplie- den beschouwden de veiling als concur- rent en in hetzelfde jaar als de opening wilde men haar al weer opheffen. Er werd zelfs een spotdicht gemaakt waar- van het laatste couplet luidde: "Wij willen er maar niet méér van zeg- gen Maar het bijltje er maar bij neerleggen.
Want het is zeker en gewis Dat hier geen Veiling nodig is." Volhouden
Ondanks alle tegenslagen en tegenwer-
king bleef Boers volhouden. Hij was het die - wanneer anderen plotseling weg- bleven met hun produkten - vanuit het Westland groenten en fruit liet aanruk- ken om de enkele goedwillende kopers toch gelegenheid te geven zaken te doen. In 1912 werd deze strijder voor de vei- lingbelangen voorzitter. Makkelijk heeft hij het daarna niet altijd gehad. Zo kon onder kooplieden op de veiling nog wel eens ruzie ontstaan. Eens was er weer zo'n herrie dat Boers de mensen niet meer de baas kon. Daarom belde hij het politiebureau en vroeg om assisten- tie. De commissaris vroeg hoeveel 'wil- den' eruit moesten. "Tien," zei Boers, waarop er tien mannetjesputters kwa- |
|||||||||||||||||||||||||
Luchtfoto uit april 1961 van het Vleutense
tuinbouwgebied. Op de voorgrond 't Zand, rechts bovenin de spoorbaan Utrecht - Vleu- ten. het heidens bijgeloof. Ook nam hij
kennis van Tagore (Rabindranath Tha- joek, Indisch schrijver en wijsgeer, 1861 - 1941). Zoals eerder vermeld aanvaardde hij in 1904 een betrekking als chef-groente-
teelt op Ida Maria State in Vleuten. Om- dat het tussen hem en zijn werkgever niet zo erg boterde nam hij na twee jaar ontslag. Boers wilde naar Californië emigreren,
maar de gezondheidstoestand van zijn vrouw Jo Lazonder, dochter van een Schoonhovense zilversmid en medeleer- ling van de tuinbouwschool in Naald- wijk, weerhield hem hiervan. Uiteinde- lijk overleed zij na een jarenlange slo- pende ziekte. Na haar dood hertrouwde Boers met
Helena Mulder, een domineesdochter uit het Friese Oldeberkoop, maar dit huwelijk was slechts van korte duur, want zij overleed in het kraambed. Zijn derde huwelijk was wat dat betreft gelukkiger. Op 6 maart 1927 huwde hij in Harmeien Anna Emilie Amanda Augusta Buys Ballot die op 24 augustus 1905 in Breda was geboren. Zij was de
kleindochter van de beroemde Neder- landse weerkundige Christophorus - Hendrik Didericus Buys Ballot (1817 - 1890). Anna overleefde uiteindelijk Boers en hertrouwde met J. C. Bode die vorig jaar op 26 augustus overleed. Nadat hij bij Ida Maria State was ver- trokken kocht Boers voor een bedrag van f 5300,- T-fj ha grond waarop hij |
|||||||||||||||||||||||||
Benjamin Boers.
|
|||||||||||||||||||||||||
Voor het plaatsen van dakkapellen, dakramen, keukens, badkamers en wanden van glazen
bouwstenen, stijldeuren, aluminium en houten kozijnen. Tevens plaatsen wij tegen inbraak beveiligd hang- en sluitwerk. Kunststof ramen en deuren op maat en in verschillende kleuren \Nilt u meer weten, bet dan.
|
|||||||||||||||||||||||||
#K^^if
|
|||||||||||||||||||||||||
7m/
|
|||||||||||||||||||||||||
AANNEMERSBEDRIJF
|
|||||||||||||||||||||||||
Woerdlaan 2
|
|||||||||||||||||||||||||
Telefoon 03406 - 13 15
|
|||||||||||||||||||||||||
3454 VK DE MEERN
|
|||||||||||||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||
321
|
|||||||||||
verde, een kijkje gunden in het aldaar
aanwezige archief. Het kaartje uit 1920 is afkomstig van de
heer R. Steenbeek uit De Meern. Nog tal van vragen blijven echter onbe- antwoord en mogelijk kunnen lezers van dit artikel mij alsnog nader inlichten, waardoor het beeld van de Westlandse Tuin helderder wordt. Bij voorbaat hartelijk dank. |
|||||||||||
Boers benoemd tot Ridder in de Orde van
Oranje Nassau. men die elk een koopman beetpakten en
op die manier in een mum van tijd schoon schip maakten. Het resultaat was wel dat het daarna maandenlang rustig bleef op de veiling. Een gloriedag voor Boers was dat hem de eer te beurt viel koningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar bezoek aan Utrecht te mogen inlichten over de veiling en de tuinbouw in het algemeen. Ook met de majesteiten Emma en Juliana maakte Boers persoonlijk ken- nis. In 1928 opende minister Kan de nieuwe
marktterreinen aan de Croeselaan en op 3 oktober van dat jaar volgde een grote bloemen-, planten-, groenten- en fruit- tentoonstelling, gecombineerd met de Nationale Vee- en Slagerstentoonstel- ling. In dat jaar bestond het bestuur uit de volgende personen: B. Boers (Vleu- ten, voorzitter), C. R. Jansen (Vleuten, vice-voorzitter), P. v.d. Vlist (Vleuten, Ie secretaris, H.J.Visch (Vleuten, 2ese- cretaris), H. G. Holl (Utrecht, penning- meester), A. P. Pattist (Bilthoven, direc- teur), J. Jansen (Bunnik, lid), B. Jonge- rius (Utrecht, lid), C. Spijker (Harme- ien, lid) en J. Koot (Utrecht, lid). |
|||||||||||
Grondlegger
Met recht maar Boers de grondlegger
van Vleutens tuinbouw worden ge- noemd. Makkelijk heeft hij het hiermee dus niet op alle fronten gehad, maar een beloning ontving hij in de vorm van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau in 1931. Op 21 januari 1937 vierde hij onder grote belangstel- ling zijn zilveren jubileum als voorzitter van de veiling. Ook in de politiek was hij nog actief,
want in De Nieuwe Plattelander, Orgaan der Nationale Boeren- en Tuin- ders- en Middenstandspartij, las ik dat B. Boers kandidaat no. 9 was. Dank
In het verloop van een aantal weken heb
ik met een groot aantal mensen kunnen spreken over hun betrokkenheid met de Westlandse Tuin en de veiling. Dank aan alle medewerkers, waarvan ik hier alleen noem mevr. M. Graafland - Stobbe en de heer B. L. A. Boers, bei- den te Vleuten, die bereid waren fotomateriaal beschikbaar te stellen. Verder mag niet onvermeld blijven dat enkele ambtenaren van het gemeente- huis mij, hoewel dat helaas niets ople- |
|||||||||||
322
|
||||||||||||||
juni 1985
|
||||||||||||||
Hof ter Wey
|
||||||||||||||
Nevenstaande foto van 1895
toont het zilveren bruidspaar Jan Doornenbai en Teuntje Oskam; zij waren op 14 april 1870 te Linschoten ge- trouwd. Na hun huwelijk woonden zij eerst ca. 6 jaar in Vinkeveen, daarna tot 1884 in Linschoten en vervolgens 45 jaar op "Hof ter Wey". Jan (geboren 13 september 1843 te
Harmeien en overleden 7 oktober 1937 te Linschoten) was een zoon van Pieter Doornenbai en Adriana van den Bosch, die op 17 februari 1840 in Laag Nieuw- koop waren gehuwd. Pieter werd geboren op 6 november 1813 te Breuke- len en overleed op 2 juni 1900 in Harme- ien; Adriana werd geboren op 28 okto- ber 1820 te Portengen en overleed op 17 november 1898 te Harmeien. Teuntje (geboren 23 maart 1844 in Lin- schoten en overleden 17 februari 1900 in Vleuten) was een dochter van Teunis Oskam en Comelia Verwey, die op 21 november 1841 te Tuil en 't Waal waren gehuwd. Teunis werd geboren op 14 oktober 1819 te Linschoten en overleed op 26 april 1906 in dezelfde plaats; Cor- nelia werd geboren op 18 november 1813 te Tuil en 't Waal en overleed op 22 april 1880 te Linschoten. Op de foto zitten Jan en Teuntje op hun zilveren feest 14 april 1895 voor hun huis met op de tafel de Statenbijbel. Jan's vader had, ter gelegenheid van zijn 50-jarig huwelijk op 17 februari 1890, aan al zijn kinderen zo'n bijbel als geschenk gegeven (11 stuks!). Behalve dat dit gebaar toch wel als een teken van zijn godsvrucht moet worden be- schouwd, betekende het toch ook finan- cieel een royale gift; deze boekwerken waren ook in die tijd prijzig. Vader Doornenbal kon het blijkbaar "nog al doen". Moeder Jaantje (Adria- na) van den Bosch had wellicht zo het een en ander meegekregen; zij stamde uit een gegoede Utrechtse familie met veel bezit in de stad. Het verhaal gaat dat de vader van Jaantje, Gerrit van den |
||||||||||||||
Het zilveren bruidspaar Jan Doornenbal
(Foto uit het bezit van B. Overkleeft). |
Teuntje Oskam met de statenbijbel voor hun huis.
|
|||||||||||||
Ook de voormalige boerderij "Groot
Zand" (heeft iemand nog een afbeelding van dit prachtige huis?) en een groot gedeelte van de Westlandse Tuin hoor- den daar destijds bij. Het huis van "Groot Zand" was ambtswoning van Vleutens burgemeester Van Bijlevelt. De naam Johanniterweg vindt zijn oorsprong in de relatie van dit gebied met het Catharijne Convent. "Hof ter Wey" en de vroegere boerde- rij "Groot Zand" waren eigendom van Jonkheer J. H. van Haersma de With die op "Salentein" te Nijkerk woonde. Het Zand is in 1917 verkocht; de Hof ter Wey is eigendom gebleven. Als regel begon een boer met een klein bedrijfje om, wanneer hij althans geen |
||||||||||||||
Bosch, toen hij zijn boerderij in
Harmeien had gekocht, deze met de kaasbrik vol zakken zilvergeld ging be- talen. De boerderij "Hof ter Wey" besloeg 5
eeuwen geleden 145 morgen (120 hectare). Het was toen verzorgingsge- bied van het Catharijne Convent te Utrecht (Johanniterorde; zorg voor zieken en armen) en een respectabel be- drijf met uitgebreide veestapel, vele akkers met graan, koolzaad (voor de olie), enz. In de muur van de grote kamer was een nis uitgespaard met daarin een groot Maltezer kruis. De overlevering zegt dat het op een onzalig ogenblik met de oud-ijzerman is meege- geven. |
||||||||||||||
juni 1985
|
|||||||||||||||||||
323
|
|||||||||||||||||||
Specials
|
|||||||||||||||||||
Op 1 juni j.l. verscheen onze eerste spe-
ciale uitgave, gewijd aan het 100-jarig bestaan van de Willibrordkerk te Vleu- ten. Het boek kwam tot stand in samen- werking met de Willibrordparochie. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de omvang 50 pagina's zou bedragen en daarop was ook onze prijs gebaseerd. Het boek is echter, al schrij- vend en materiaal verzamelend, uitge- groeid tot 72 pagina's en daarmee stegen ook de drukkosten. Wij menen echter dat wij, daartoe in staat gesteld door de extra financiële steun van velen, onze aanvankelijke prijs van f 15,-- moeten handhaven. U krijgt voor dat geld een serie boeiende hoofdstukken over de geschiedenis van de oude dorps- kerk in Vleuten, de katholieke kerk op 't Hoog en de huidige Willibrordkerk. Het is voor het eerst dat zóveel nog niet eerder gepubliceerd materiaal uit de bronnen werd bijeengebracht en tot een samenhangend geheel gemaakt. Onze tweede speciale uitgave staat reeds
op stapel. Ir J. A. Storm van Leeuwen, nauw betrokken geweest bij de ruilver- kaveling Vleuten, schreef een studie "Van Oude Rijn tot Leidse Rijn". Hij behandelt daarin de afwatering van het gebied in en rondom Vleuten - De Meern in de loop der tijden. Op 7 de- cember 1385 werd door bisschop Floris van Wevelickhoven het waterschap "Heycop" genaamd "De lange Vliet" opgericht. De bisschop gaf toestem- ming "eenen watergang te maken ende te doen graven", die de Heycop zou gaan heten en later voor een deel Leidse Rijn. Het zal binnenkort 600 jaar gele- den zijn dat deze historische gebeurtenis plaatsvond. Het waterschap "Heycop" ging op in een groter verband, maar het bestuur van het tegenwoordige water- schap "Leidse Rijn" was met ons van mening dat een gepaste herdenking van dit feit op haar plaats is. Het is dan ook in samenwerking met dit waterschap dat wij het boek van de heer Storm van Leeuwen zullen uitgeven. De omvang zal ca 70 pagina's bedragen; de prijs wordt (onder enig voorbehoud) f 20,-. U kunt het boek nu reeds bestellen bij mevrouw P. de Rooij-Goes, 't Zand 1, 3451 GP Vleuten, tel. 03407 - 1483. |
|||||||||||||||||||
3*
|
|||||||||||||||||||
Met de stier achter 'Hof ter Wey'. V.l.n.r. opa Jan Doornenbal, Marietje, een buurmeisje. Jan
Oskam, Kee Doornenbal, Teuntje Doornenbal, Berendje Minne, de huishoudster van opa Door- nenbai, Teunis, Doornenbal, Gerrit Doornenbal, Floor Doornenbal en Jan Doornenbal. (Foto uit het bezit van G. Doornenbal te Harmeien). |
|||||||||||||||||||
tegenspoed kende, later uitgebreider te
gaan boeren. Voor Jan Doornenbal zal wel hebben meegeteld dat hij, dingende naar "Hof ter Wey" (40 hectare), reeds 2 zoons had die de leerplicht achter de rug hadden en zodoende een groter be- drijf konden runnen, 't Was sober leven en hard werken. En dat deden ze blijkbaar, want van de fa- milie is bekend dat ze telkens van de landheer een Friese stier cadeau kregen voor de fokkerij. Daags tevoren met de trein naar Leeuwarden (de 2 oudste zoons met mijnheer de With), overnach- ten in het Oranjehotel en na de vee- markt met de stier (met de trein!) naar huis. Nadat Jan Doornenbal in 1925 de boer-
derij had verlaten, waren er 200 gega- digden, waaruit een drietal was geko- zen. Dat de heer C. van Vuuren de uit- verkorene werd, vond zijn oorzaak in het feit dat zijn vrouw "een Doornenbal was". Op zijn vraag "What is in a na- me?" had Shakespeare hier dus het ant- woord kunnen vinden. De oorspronkelijke toegang tot de boerderij was aan de kant van de Vleu- tense wetering, die er toen nog ten noor- den van liep. Het ijzeren hek met de naam van het huis, dat stond op de ste- nen brug, is nog in de schuur aanwezig. Sinds 1963 behoort de Hof ter Wey bij de gemeente Utrecht. Uit oude correspondentie blijkt een dui- delijk respect landheer-pachter weder- zijds. Bij het 25-jarig huwelijk kregen de Doornenbals een antiek kabinet (klein- dochter Janna zorgt er nu goed voor) en |
|||||||||||||||||||
toen freule A. van Haersma de With ten
huwelijk ging met jonkheer Schimmel- penninck, stuurden de bewoners van "Hof ter Wey" een theeservies. |
|||||||||||||||||||
Agenda
|
|||||||||||||||||||
M.i.v. 1 augustus a.s. elke maandag van-
af 19.00 uur werkavond (o.a. schoon- maken en restauratie van voorwerpen) in de boerderij Thematerweg 17. Dinsdag 20 augustus
20.00 uur, 't Zand 1, Vleuten
Algemene contactavond Zaterdag 24 augustus
Onze kraam staat op de braderie in
Vleuten. Vrijdag 30 augustus
Wij doen mee aan de markt op de
Zandweg in De Meern. Maandag 16 september
20.00 uur, 't Zand 1, Vleuten
Algemene contactavond. |
|||||||||||||||||||
324
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
juni 1985
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een bladwijzer
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij het doorbladeren van een boek kunnen er soms hee
komen dan de informatie waar men naar op zoek is. Zo op een gedicht, gemaakt door Ds Welter op H. M. de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 Mei 1940
Neen, 't was geen vlucht, die U dien
weg deed gaan,
maar volgen, waar God riep.
Wij vragen niet, wat in U is doorstaan,
een strijd, hoe bang en diep.
Wij knielen naast en met U neer,
de blik omhoog, tot God de hand. Geef Neerland aan Oranje weer. Oranje aan Nederland. En kome dan, wat komen mag,
w'aanbidden, wachten stil. Hoe zwart de nacht, hoe bang de dag, geschiede slechts Gods wil. Omdat het al weer 45 jaar geleden is dat
deze regels geschreven werden kan het geen kwaad er enige toelichting op te ge- ven, een toelichting die overigens vrij gemakkelijk bijeen te brengen was uit de Grote Winkler Prins en het Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme. Koningin Wilhelmina
Sinds Hitlers opgang leefde zij in de
overtuiging dat een nieuwe wereldoor- log onvermijdelijk was en dat Neder- land daarin betrokken zou worden. Zij ergerde zich aan wat zij aanzag voor blindheid voor de tekenen aan de wand bij de achtereenvolgende kabinetten. Buiten de ministers om liet zij zich door militaire attachés bij de Nederlandse ambassades op de hoogte houden van Hitlers oorlogstoebereidselen en door conferenties met vlag- en opperofficie- ren deed zij een kennis van de staat van het defensieapparaat op, die zij hanteer- de als een geducht wapen in het overleg met de ministers. In 1938 - 1939 verloor zij allengs alle vertrouwen in haar raads- lieden èn in luitenant-generaal Reyn- ders, chef van de generale staf, later op- perbevelhebber. Na de Duitse inval op 10 mei 1940 verliet zij op maandag 13 mei 1940 op advies van de opperbevel- hebber generaal Winkelman het land. Ds Welter
Willem Leonard Welter werd op 1 Sep-
tember 1849 te St Petersburg geboren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"-^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-^Wc
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij was een zoon van de predikant
Willem Leonard Welter en Thalia Her- manna Bonifacia Preuyt. Hij studeerde theologie te Utrecht (1868) en was ach- tereenvolgens hervormd predikant te Bunnik (1874), Dedemsvaart (1880), Heemstede (1883), Zwolle (1885), Arn- hem (1888) en 's-Gravenhage (1894). Hij ging in 1928 met emeritaat. Hij huwde te Nijmegen in 1874 met Rudol- phine Bernardina Wagner (1850 -1911). Welter was Rus van geboorte; door een maatregel van koning Willem III had hij echter de Nederlandse nationaliteit ver- kregen en hij voelde zich ook op en top Nederlander. Hoewel hij zich nimmer bij een partij of
richting wilde aansluiten, werd hij gere- kend te behoren tot de ethische theolo- gen. Hij beschouwde P. D. Chantepie de la Saussaye als zijn geestelijke leidsman. Herhaaldelijk sprak Welter in zijn gedichten en preken over de grote om- mekeer in zijn leven teweeggebracht doordat hij Christus had leren kennen. Reeds in zijn eerste gemeente trok hij toehoorders uit wijde omtrek, waaron- der begaafde kanselredenaars als Hase- broek en Ten Kate; de hoogleraar W. J. Brill wandelde graag van Utrecht naar Bunnik om Welter te horen. Zijn preken waren weldoordacht en zeer bevattelijk. Met zijn sonore, doch warme stem sprak hij meer het hart dan het verstand aan. Te Arnhem werd hij herhaaldelijk uitgenodigd om de dienst in de hofkapel |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van het Loo te leiden; desgewenst preek-
te hij dan in het Duits. In 1919 benoemde de koningin hem tot hofprediker. Als zodanig had Welter o.a. de taak om aan prinses Juliana ca- techetisch onderwijs te geven; hij leidde ook haar bevestigingsdienst tot lidmaat van de Hervormde Gemeente en wel in de Julianakerk, waaraan de prinses bij de eerste steenlegging haar naam had gegeven. Als oud- hofprediker zegende hij in een
door zijn opvolger geleide dienst in 1937 haar huwelijk met prins Bernhard in en doopte hij in 1938 prinses Beatrix. De laatste dienst, die hij het koninklijk huis bewees en waarmee hij ook vele koningsgezinde Nederlanders een hart onderde riem stak, was dat hij, toen het vertrek van koningin Wilhelmina naar Engeland bij de Duitse invasie van mei 1940 door sommigen als een vlucht werd gelaakt, het hierboven afgedrukte, door hem zelf gemaakte, gedicht liet verspreiden. Welter overleed te 's-Gravenhage op 30
Juli 1940. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D. W. Gravendeel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
325
|
||||||||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||||||||
Van het bestuur
|
||||||||||||||||||
Otfkieel orgaan van de Hisioristhe Vereni-
ging VIcutcn-De Meern-Uaarzuilens. 5e jaargang nr. 3 oktd>er 1^5 © i^^ Verschijnt 4x per jaar Ingeschreven in het vereniging!.reg!\ter van
de K.v K. Utrecht e.o. onder nr V. 479360 Dagelijks bt'stuur:
Dr D. W, Gravendeel, vooryitter
't Zand 35,3451 GP Vleuten td. 0340f^- 61793 W. H Oenekamp, sekretaris
l'tcniiani'.iraai 5. 3451 BR Vleuten Ici. 03407 - 1948 P. G. de RtHni. penningmeester
't Zand t 3451 CiP Vleuten tel, 03407 - 14H3 A. .J. van Zocren, vicc-voor/ittcr
Stationsstraat 34 3451 BZ Vleuten tel. 03407- 1263 H. h, ,1. van Essen, coörd. werkgroepen
Maurifsiaan 17. 3454 XP De Mcem tel. 03406 - 62992 Ereüd:
Mevr. Prof'. Dr C. Isjngs, Soest
|
||||||||||||||||||
Het kan van voordeel zijn, als men
ergens binnenkomt, zich voor de een of andere nietigheid te verontschuldigen. De gastheer zal genegen zijn tot verge- vingsgezindheid en wellicht in die stemming op Uw verdere verzoeken wat gemakkelijker positief reageren. Nu is dit eigenlijk een flauw smoesje als ik ermee zou willen proberen goed te praten dat nummer 3 van ons blad dit jaar te laat verschijnt. Dat is namelijk geen nietigheid maar een ernstige zaak en wij zullen er echt alles aan proberen te doen om dat niet weer te laten gebeu- ren. Er zijn natuurlijk wel redenen voor en
die zijn niet gelegen in de luiheid of gemakzucht van degenen die voor het tot stand komen van ons blad verant- woordelijk zijn. De belangrijkste reden noemde ik reeds
in mijn inleiding in het vorige nummer: er ontstond een ongewenste en kwetsba- re situatie omdat tè weinigen tè veel taken te vervullen kregen. Museum
Het gedeelte van de boerderij aan de
Thematerweg 17 te Haarzuilens, ons door de gemeente als opslagruimte ter beschikking gesteld, werd door ons in de wintermaanden aangepast en als voorlopige expositieruimte ingericht. De schenkingen die met steeds groter regelmaat binnenkwamen, werden op de vaste Maandag-werkavond opge- knapt en voorlopig geschikt gemaakt voor een tentoonstelling. Van de mensen die zich met dit voorbe- reidende werk verdienstelijk hebben ge- maakt, wil ik toch wel een paar namen noemen: A. van den Berg, Th. van den Berg, J. W. Mandjes, A. G. van der Meer, J. Tukker, H. van Vliet en J. H. van Vuuren. |
||||||||||||||||||
Het resultaat was dat wij op Vrijdag 20
September 's avonds aan een groep ge- nodigden een indruk konden presente- ren van hoe een streekmuseum er uit zou moeten zien. Die groep was met opzet gekozen uit de politieke sfeer, het onderwijs, het bedrijfsleven, de midden- stand, de agrarische sector, enz. Zaterdag 21 September hielden wij open dag; het bezoek was overweldigend en wij zijn er meer dan ooit van overtuigd dat wij op een zeer goede koers zitten. Een gelukkige samenloop van omstan- digheden was ook dat Gedo Voorn uit De Meern juist gereed was gekomen met zijn maquette van de ridderhofstad Den Ham. Deze vond een plaats in het „museum" en oogstte de bewondering van alle bezoekers. Er waren er ook die speciaal daarvoor waren gekomen. Dat wij onze bezoekers gastvrij konden onthalen was mede te danken aan de be- reidwillige medewerking van D. W. Da- men van café-restaurant De Tol, Hin- dersteinlaan 38 te Vleuten. Diegenen die op die Zaterdag verhin- derd waren of de berichten in de media hebben gemist, kunnen hun nieuwsgie- righeid alsnog bevredigen als zij de moeite nemen een afspraak te maken via ons contactadres: Mevr. P. J. de Rooij - Goes, 't Zand 1, 3451 GP Vleuten, tel. 03407 - 1483. Eenvoudiger is natuurlijk eens langs te komen in de boerderij op een Maandagavond als daar toch door een groep nijvere lieden gearbeid wordt. Er wordt inmiddels, samen met de
gemeente, intensief gezocht naar een blijvende oplossing van ons behuizings- probleem. Wij hopen U spoedig te kunnen melden dat er, na overleg met alle betrokkenen, een voor alle partijen aanvaardbare en aantrekkelijke vorm is gevonden om tot de stichting van een permanent streekmuseum te komen. |
||||||||||||||||||
Hedaktie-sekretariaat:
Monique \an l-!ssen. HmdeiMcinlaan 1
3451 l.V Vleuten, tel, 03407 - Vil 1 Lt'denadminisJrat ie/informatie:
OpgeVL-n van nieuwe leden, mutaties en
(na)bc,stcllingen bii Mw P. J, de Kooii-Cloes, 'l Zand 1 3451 C;p Vleuten, tel 034(r - 14S3 Kontrihutie:
De j.iaililksc konlllbutie bedtaagt vtxir
1985 minimaal I 25.--, po'ïtabuniiemciu 1" 35.- pet laai Donateurs:
Minimaal t IZ.'^O pei laai
r)e veienigujg heelt lekenuieen bi) de vol-
gende msteJIingSfli: ABN - De Meern 55,<»o,.%3,M() RAHO- Vleuten 36,75.17.574 POSKdRO 2.m.M) ' Gehete of gedwHtlijic^ övematne van ar-
t»ït«kö «jt djt vcrenigïnggorgaan is slechts toege&taan. na scfeHfteHïkc toestemming \art |
||||||||||||||||||
In dit nummer
- Van het bestuur
- Wie wat bewaart die geeft wat; ledenlijst
- 10.000 baby's
- De gemeentesecretarie van Vleuten sinds 1900
- De hervormde gemeente De Meern (!)
- Een pensioen in 1838
- Onze uitgaven
- Wie raadt wat dit is? Agenda
|
||||||||||||||||||
pag.
325 326 327 334 341 346 348 350 |
||||||||||||||||||
likistiaiic voorpagiaa:
Boetdcnt Rijksstraatweg 105 te De Meern,
Een plek die behouden kan bliiven! (I'olü K.H Nanniiig<)-.<;-l%9) |
||||||||||||||||||
tOSSF. NLEMMERS f 7,50
|
||||||||||||||||||
326
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wie wat bewaart
die geeft wat
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze bibliotheek en onze verzame- ling, de volgende schenkingen of bruik- lenen aanvaard van: J. Th. van Dijk, F. van Eedenstraat 9
Vleuten PTT uniform A. van Eek, Rijksstraatweg 141 De
Meern ploeg J. A. van Ommen, Lichtenberglaan 49
De Meern enkele jaargangen en jaarverslagen
van ,,Onze Gemeente" Th. N. Voskuilen, Reyerscop 23a De
Meern aan- en afvoerslangen van gierpomp G. H. van Munster, Pastoor Ohllaan 37
Vleuten banketbakkersvitrine T. van Meersbergen, Laan 1954 no. 24
De Meern slijpsteen, Beierse vlaskam G. J. Bos-Boksebeld, Kalverstraat 1
De Meern oude schoolboeken W. Leewis, Koriandergaarde 7 Nieuwe-
gein twee melkcontainers, een kelderwind
(dommekracht) C. H. van Zoeren, Dorpsweg 64 Maar-
tensdijk een grote houten schep, een bagger-
beugel, een klimijzer, een melkstoel- tje, een spanzaag, een hooibinder A. C. M. Vernooij, Utrechtseweg 111
Vleuten kaaskuip + onderstel, mangel Aan de schenking van A. C. M.
Vernooij zit een kleine geschiedenis vast. Vernooij bewaart thuis (op de Hoed) zorgvuldig een penning, die zijn vader Adrianus Johannes (geboren 25- 8-1901) in 1948 behaalde bij de Provin- ciale Kaaskeuring Utrecht. De afbeel- ding op die penning was „naar het le- ven" gemaakt en stelde de kaasmakerij op de Hoed voor. We zien in het midden de bewuste kaaskuip met daarbij een tante van de schenker, Hendrika Agatha Vernooij (geboren 15-09-1902). Op de achtergrond, bij de kaaspers, staat zijn grootmoeder Hendrika Peter- se (geboren 08-01-1864), vrouw van Cornelis Vernooij (geboren 15-10- 1862). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe leden.
Ammerlaan, P,
Baauw, H.C, Barten, N. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hindersteinlaan 53
Mauritslaan 26 Stoelenmakerslaan 8 Pos'buE 74 Eikstraat 8 Nijeveltstraat 4 Zandweg 186 Kalverstraat 6 Odenveltlaan 3 Meerndijk 74 Zandweg 5 Rijksstraatweg 73 A
Thematerweg 14 Groenedijk 10 Mabeliastraat 13 Enghlaan 11 Kerkstraat 1 H. Dunantlaan 16 Rijksstraatweg 16 Touwslagerslaan ,101 J. Westerweelstraat 1 Ernmalaan 3 Alendorperweg 5C Couperusstraat 10 Brinkstraat 6 Zandweg 3 3 de Ruyterstraat 18 Berkelstraat 108 J.F. Kennedylaan 38 Lagehaarsedijk 1 Meentweg 136 van Zuylenstraat 20 Johanniterweg 13 H. Heijormanstraat 38 't Zand 11 Laan 1954 10 Nassaustraat 16 Alexandralaan 2 Hof ter Weijdeweg 18 Curielaan 7 Ridderhoflaan 37 Utrechtsestraatweg 32 Leidsestraatwej 31 Veldhuizenlaan 9 Thematerweg 3 Columbuslaan 405 Thematerweg 11 Alendorperweg 1 Lichtenberglaan 58 Hoge Woerd 14 Reijerscop 23 Utrechtseweg 11 Zeilmakerslaan 83 Strijkviertel 72 Weth. de Greeflaan 11 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koninklijke
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliotheek,Depo
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Borst, MW. A.
Brants, B.A.G. Broekhuizen, C. Brouwer, B. Dijk, J. van Dis, P.A. van Ederzeel, J.G. Eijgenraam, A. Goeij, J.A.M, de Goe s, Mw. H.B. Gondelach, Mw. Goudkamp, H. Hartskamp, G. van Hoog, H.E.J. van 't Hoogendoorn, H.A. Jaarsveld, H. van Jaarsveld-Rijker, Mw. Jong, H.W. de Jongerius-van Kraaij, Kinnegin, B. Kleinwee, Th. van Kuipers, G. Leeuwen, J. van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M.A.Th.
MW. J. ^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leewis-Kromwijk, Mw.
Meijer-Welsing, Mw. |
A.
E.C.M. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Molenbeek, A.C.J.
Oord, Drs. J.G. van Oostrom, P.G.J. van Overkleeft, D.B. Pos, A.J. Rhebergen, A.M.K. Riesthuis, G.J.A. Rijnsoever, Mw. M. \ Rood, J.W.C.P. Rooij, Patric de Sar, F. van der Schaper, C. Smienk, J.F. Snel, E.L.M. Tonen-Glissenaar, Mv Valk, M.J. Vergeer, R.J. Verheul, C.J. Vernooij, J. Vervaart, A.J. vleugel, F.A. Voskuilen, P.W. Vulpen, G.W. van Wissel, B.A. de Wit, Mw. A.M. de Wolswijk, J.A. 30 september 1985.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||||
327
|
||||||||||||||
10.000
baby's |
||||||||||||||
De barones in de woonwagen
Op een warme zomervoormiddag was
ik op consult geweest in een dorp ten westen van de stad. Bij mijn terug- keer de oprit naar het kasteel de Haar- Zuylens passerende, wilde ik een ogen- blik pauseren om een pijp te roken. Ik zette de motor tegen een boom en vlijde me neer op de brede grasvlakte langs de weg. Een eindje verder stond een kleine woonwagen; enige kinderen rolden in het gras; de hit stond rustig te grazen; de baas van het geval drensde heen en weer. Mij in het oog krijgend kwam hij op me
afgestevend. Ik dacht natuurlijk aan be- delarij in een of andere vorm. Maar neen, heel beleefd groette hij en vroeg of ik bijgeval naar Utrecht ging. Op mijn bevestigend antwoord vertelde hij, dat zijn vrouw heel erg ziek was geworden, dat ze elke dag een kleine verwachtte en hoge koorts had. Of ik niet zo vriende- lijk zou willen zijn in het gindse dorp — hij bedoelde het vlakbije Vleuten — een dokter te vragen bij zijn vrouw te komen. Ik vertelde hem zelf dokter te zijn en
bood aan even te komen kijken. Het aanbod werd natuurlijk aanvaard en wij gingen naar de wagen. Het was maar een klein voertuig in zijn soort en van binnen zo vol, dat men er zich nauwe- |
||||||||||||||
Dr A. W. Ausems op zijn motor.
Foto in bruikleen van Margreet Ausems te Houten.
|
||||||||||||||
Met deze titel kwam in Mei 1944 bij Het Spectrum te Utrecht de vijfde druk uit van
„herinneringen en overpeinzingen" van Dr A. W. Ausems.
Ausems was in 1871 geboren en wilde zich eigenlijk na zijn medische studie als
plattelandsarts vestigen in Noord Brabant. Hij besefte echter dat zijn verloskundige
ervaring daarvoor toch eigenlijk tekort schoot en besloot zich op dat terrein verder te
bekwamen bij professor Kouwer. Het eind van het liedje was dat hij niet als huisarts
op het platteland terecht kwam maar als vrouwenarts in de stad Utrecht.
In en rond die stad bouwde hij een uitgebreide consultatieve praktijk op, d.w.z. dat
hij in moeilijke gevallen door huisartsen en vroedvrouwen te hulp werd geroepen;
hij placht zich dan derwaarts te spoeden op de motorfiets.
De schrijver is op z'n best als hij anekdotisch wordt en gelukkig is het boekje op dit
punt rijkelijk gevuld. Ik zocht wat verhalen bijeen over gebeurtenissen die zich
binnen onze huidige gemeente afspeelden.
|
||||||||||||||
L
|
||||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||||||||||
328
|
||||||||||||||||||||
De huisjes aan de Wel te Haarzuilens in 1938.
Foto door J. Rodenburg van een scliilderij van Jac. Graafland (gemeenteeigendom).
Hier ergens maakte Ausems liennis met de barones in de woonwagen.
|
||||||||||||||||||||
,,U zult zorgen dat alles in orde is?
Goed, zuster, dank u wel. Tot straks". Ongeveer twee uur later komt voor de hoofdingang van het Antonius-gasthuis een schamele woonwagen gereden, door een magere hit getrokken. Een paar groezelige kinderkopjes kijken met gro- te ogen naar buiten! De man, op klom- pen, belt aan. Een zuster doet open. De man vertoont mijn kaartje en zegt dat die dokter hem gestuurd heeft om zijn vrouw te laten opnemen. De zuster, een andere dan met wie ik straks telefoneer- de, roept zuster Landerica van de poli- kliniek. Deze komt, kijkt, luistert, denkt even
na, zegt niets, maar neemt haar rokken bij elkaar en kruipt in de wagen. De zie- ke vrouw ziende en van den man een en ander horende begrijpt zij, dat formali- teiten voorlopig uit den boze zijn. Zij or- donneert een brancard en begint de wa- gen uit te pakken. Eerst het eenjarige kind, toen het 2 a 3 jarige, toen al de vol- gende, daarna de patiënte. Onderwijl komt toevallig de directeur het zieken- huis binnen, die de uitpakkerij aanziet en aan zuster Landerica vraagt hoeveel kinderen nog uit die wagen zullen ko- men en haar gelast met die verhuizing op te houden. ,,Ik ben precies klaar, directeur", zegt
zuster Landerica voldaan. Na een goed kwartier ligt de zieke vrouw gereinigd, |
||||||||||||||||||||
lijks in bewegen kon. Heel achterin lag
— het was terstond te zien — een zwaar zieke vrouw, die in de laatste dagen van haar zwangerschap verkeerde. Verder lag er een kindje van ongeveer een jaar oud en nog een van twee a driejaar. De overigen vermaakten zich buiten in het gras. Ik moest even overleggen wat hier het
beste kon gedaan worden. De man ver- telde, dat hij onderweg was naar Meppel voor de kermis en daarvandaan weer naar het zuiden zou terugkeren. Ik vroeg hoeveel tijd hij daarvoor nodig had? „Zowat een maand, dokter", meende hij. Toen had ik mijn plan klaar en zei: ,,Vriend, rij naar Utrecht, daar ben je hier twee uur vandaan en ga naar het St. Antonius-gasthuis. Hier is mijn kaartje. Ik zal gedaan zien te krijgen, dat je vrouw en het jongste kind daar opgenomen worden en als jij dan van Meppel terugkomt hoop ik, dat je je vrouw weer gezond kunt komen opha- len. Vind je dat zo goed"? Man en vrouw vonden het prachtig en ik beloof- de onmiddellijk verder te rijden en alles in orde te maken. Ik besteeg mijn motor en toog huiswaarts. Daar had ik het vol- gende telefonisch gesprek met de por- tierster van het ziekenhuis.,,Hallo, zus- ter, met Ausems. Luister eens zuster, ik |
||||||||||||||||||||
zit hier aan de weg vlak bij het kasteel
de Haar, u weet wel, dat mooie kasteel van graaf van Zuijlen. Daar staat een grote reiswagen, waarvan de mevrouw plotseling heel erg ziek is geworden en dadelijk in het ziekenhuis moet opgeno- men worden. Zij is onderweg naar u toe". |
||||||||||||||||||||
,,Wat zegt u, zuster, of ze familie is van
het kasteel? Ja, ik geloof het wel, de wa- gen was tenminste op weg daarheen". |
||||||||||||||||||||
„Een eerste klas kamer op de afdeling
van zuster Hendrina? Ja, zuster, dat zal ze allicht wel wensen en denk er aan, het jongste kind van een jaar komt ook mee". |
||||||||||||||||||||
,,0f het lang zal duren, zuster? Ja, ik heb
de patiënte gezegd, dat ze wel een paar weken zal moeten blijven, misschien drie of vier". |
||||||||||||||||||||
,,Wanneer ze komt? Ik denk over een
paar uur, zuster. Want ik heb den chauf- feur gezegd dat hij zachtjes moet rij- den". |
||||||||||||||||||||
„Ja, zuster, als de patiënte er is, wilt u
me dan direct telefoneren, dan kom ik ogenblikkelijk". |
||||||||||||||||||||
329
|
|||||||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||||||
gewassen, verschoond, heerlijk te bed,
het eenjarige en het twee a driejarige kind dito dito en is pa met het resterende van zijn gezin op weg naar Meppel. ,,Tot over vier weken en beterschap, moeder", zei hij. Even later. Telefoon. „Hallo, met Ausems". |
|||||||||||||||||
van en ik kreeg geen kans ze tegen te
spreken". |
derheden te weten te komen, maar de
man was niet tot enige samenhangende mededelingen in staat. Ik kleedde me dus vlug, greep m'n instrumenten, kroop de bontjas in en vloog de straat op. Maar zag geen auto dan een vracht- wagen aan de overkant naast het trot- toir.Al rondkijkende bespeurde ik hoe zich uit de cabine van die wagen een man losmaakte, die op mij toe kwam hollen. Het was mijn overspannen boodschapper, die over zijn zenuwen heen was. „Dokter, stap u maar gauw in; 't is wel geen luxe-wagen, maar daar mot u nou maar niet naar kijken". Neen, het was inderdaad geen luxe-wa- gen, doch een gore, oude vrachtford, waarmee de groenten naar de veiling werden gereden, en de cabine was on- smakelijk en verre van comfortabel. Overdag zou ik werkelijk bezwaar heb- ben gehad mij van zulk een vervoermid- del te bedienen, doch thans, in het holle van de nacht en vooral waar wellicht een leven in gevaar was, viel er niet te aar- zelen en met een ,,vooruit maar" vloog de wagen weg. Vliegen is hier wel het juiste woord, want het was verwonder- lijk welk een vaart dat rammelende ve- hikel binnen een oogwenk wist te ont- wikkelen. Denderend raasde de wagen door de koude lege straten, zwierde van het ene trottoir naar het andere, zodat ik mij stevig aan de harde zitbank moest vastklampen. De snelheid werd steeds groter; een achterwiel hotste over de |
||||||||||||||||
„Dat dacht ik wel. Moeder, dat u het
wel goed zou vinden het arme vrouwtje op te nemen. Ik kom subiet". Vier weken later verscheen de woonwa- gen weer aan de poort van het zieken- huis. Het vrouwtje, gezond en wel, kroop dankbaar gestemd met haar zui- geling en haar beide andere spruiten weer in haar „reisauto". Dodenrit
In een winternacht — het vroor hard —
ging de bel lang en schel. Zo hevig, dat het wel iets ernstigs moest zijn, zodat ik in een ogenblik beneden was. Het ont- sluiten van de voordeur liet, behalve een ijskoude wind, een totaal ontredder- den buitenman binnen. Ongeacht de nachtelijke stilte vervulde hij met een luidruchtig gejammer het ganse huis. ,,Dokter, kom asjeblief toch gauw mee, m'n vrouw gaat dood, als ze tenminste al niet dood is. Ik kon d'r geen woord meer uit krijgen toen ik van huis ging. O God, dokter, help me toch. Ik weet geen raad as ze dood gaat. Zeven stum- perds van kinderen. Heb ie niet 'n glaas- sie water voor me? Ik ken 't niet uitbou- wen. De huisdokter zei dat er heel erge haast bij was — of u direct mee wou gaan. De wagen staat voor de deur, dok- ter." Tevergeefs trachtte ik wat bijzon- |
|||||||||||||||||
„Is u daar. Moeder Overste? Zo, is die
mevrouw van het kasteel de Haar er nog niet? Wel een soort zigeuner op klom- pen, zegt u, met een woonwagen en een zieke vrouw met acht kinderen? Ja, dat klopt, die heb ik gestuurd. U hebt de patiënte en twee kinderen opgenomen? Prachtig, Moeder, dank u, ik geloof dat het erg nodig was. Ik kom dadelijk even kijken". |
|||||||||||||||||
,,Neen, Moeder, ik kan het heus niet
zeggen. Me dunkt, ze zal toch wel gauw komen. Heeft zuster Hendrina een eer- ste klas kamer met serre in orde ge- maakt? Mooi. Maar zou ze misschien ook per abuis naar een ander ziekenhuis kunnen zijn gegaan? Dat zou toch wel kunnen". |
|||||||||||||||||
,,Wat zegt u. Moeder, dat die mevrouw
wel niet meer komen zal en dat die reis- auto en die woonwagen wel een en de- zelfde zullen zijn? Ja, maar ik heb toch niet van een reisauto gesproken en ook niet om een eerste klas kamer gevraagd. Daar sprak de zuster-portierster zelf |
|||||||||||||||||
Het St Antonius gasthuis in 1910. Dit ziekenhuis was toen pas gebouwd.
Foto J. A. Moesman; gemeente-archief Utrecht, Zk 5.3. |
|||||||||||||||||
330
|
|||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||
heb ik nimmer meer uit mijn geheugen
kunnen verdrijven. Honorarium in natura
De oorlogsjaren brachten vele verande-
ringen, te veel om op te noemen. En vooral toen de oorlog zo lang duurde en op alle gebied een zo grote schaarste in- getreden was. Ook de waardering van de verloskundige hulp werd een andere, beter gezegd, werd anders uitgedrukt. Iedereen had tenslotte gebrek aan alles en zo geschiedde het, dat zelfs het ver- loskundig honorarium geheel of gedeel- telijk in natura, in de vorm van levens- middelen werd voldaan. De echtgenote van een kruidenier stopte je een paar malen een onsje thee — voor mevrouw — in je zak. Een patiënte uit de provin- cie stuurde enige keren een heerlijk, groot krentenbrood. Wat een weelde was dat! Een ander zond, na een clande- stiene slachting, enige malse karbona- den. Soms kreeg men onder in een mandje groenten een kleine voorraad meel of een fles slaolie toegezonden. Sommige patiënten met smalle beurs leggen tijdens de zwangerschap af en toe een kleinigheid weg, om te voorzien in de medische onkosten, die nu eenmaal aan een bevalling onvermijdelijk vast zitten. De echtgenoot van juffrouw Pieterse deed het in de oorlogsjaren anders. Pieterse hield konijnen. Op een vunzig
binnenplaatsje in de oude stad. Dit binnenplaatsje, zowat drie bij drie me- ter, stond vol konijnenhokken naast en boven elkaar. Het rook er hoogst onfris, hetgeen euphemitisch uitgedrukt bete- kende, dat het er geweldig stonk. Op een keer was ik bij Pieterse zijn vrouw. „Kom eens even mee, dokter", zei Pie- terse, „dan zal ik je eens wat laten zien". En we gingen naar buiten op het plaats- je. „Kijk eens, dokter, zie je die knaap"? en
hij wees op een dik mormel van een ko- nijn in een klein hokje, waarin het zich nauwelijks roeren kon. „Die ben ik aan het vetmesten voor u, dokter. Tegen Kerstmis, als mijn vrouw een kleine ver- wacht, is ie net goed en dan hebt u met mevrouw en de kinderen een fijn kerst- maal. U hebt het met de onkosten voor de bevalling zo schappelijk gemaakt, dat ik er nou aardigheid in heb u en me- vrouw ook eens een pleziertje te doen". Ja, wat moetje daar nu op zeggen, voor- al als je helemaal niet van konijn houdt. Als je er zelfs een afkeer van hebt! Enfin, ik deed verrast en stribbelde wat tegen. Mijn vrouw was ook het tegendeel van enthousiast, maar wist wel een gezin, waar het beest stellig welkom zou zijn. |
|||||||||||||
Met een dergelijke Ford maakte Ausems zijn "dodenrit".
|
|||||||||||||
rand van een vluchtheuvel rakelings
langs een verkeerszuil. Geen bezwaar. Aldoor maar sneller. Het werd mij waarlijk wat al te gortig. Maar mijn zenuwachtige chauffeur wist van geen temperen. Op het Vreeburg plotseling een hevige
schok, zodat ik tegen de deur van de cabine botste. De wagen echter stoof verder, maar een achterspatbord had thans in werkelijkheid kennis gemaakt met een verkeerszuil; het was half losge- stoten en het gerammel van dit losse spatbord vermengde zich met het helse geraas van de ongeladen wagen. We sto- ven door de tunnel met een lawaai als een goederentrein. Het werd mij angstig om het hart en ik begon mij af te vragen, wie er eigenlijk wel in groter gevaar ver- keerde: de kraamvrouw daarginder in de polder of wij in onze razende Ford. Maar het zou nog erger worden. Buiten de stad op de smalle Leidse straatweg kwamen wij op terrein, hetwelk den chauffeur-kraamheer door zijn dage- lijkse ritten bekend was. Toen werd alle snelheid uit de arme Ford gehaald, die de motor maar met mogelijkheid geven kon. Het was een duivelse rit. Bij iedere draai in de weg slierde de wagen rake- lings langs de bomen of vreesde ik regel- recht de Leidse Rijn in te vliegen. On- derwijl rammelde het losgeslagen spat- bord op oorverscheurende wijze. Bij bruggen of uithollingen in de weg veer- de ik van mijn zitplaats omhoog met het hoofd tegen het dak. Eindelijk gingen we van de straatweg af de polder in. Met onverminderde snelheid raasde de wagen over de smalle grintweg en bij elke haakse draai voelde ik het ogen- blik gekomen dat wij over de kop zou- |
|||||||||||||
den slaan, de sloot in. In ijzige berusting
wachtte ik dit ogenblik af, want het stond bij mij vast dat deze rit het eind van mijn verloskundige loopbaan zou betekenen. Het hinderde mij alleen dat men over één, twee uur met onze ge- kraakte, heel of half dode lichamen het ziekenhuis op stelten zou gaan zetten en in het nachtelijk uur de slaap van mijn vriend de chirurg en van de zusters zou gaan verstoren. Maar neen, het stond niet aldus beschre-
ven. Plotseling snerpte een onverdrage- lijk remmengeknars en de wagen stond stil voor de hovenierswoning waar hij thuis hoorde. In de kraamkamer aange- komen, werd ik door den dokter en de wijkverpleegster ontvangen met ogen als theeschoteltjes zo groot van enkel schrik. „Mijn hemel, ben je daar nou al"? voeg-
de mijn collega mij in de alleruiterste verbazing toe. „Hoe hard heeft die Ford in 's hemelsnaam gereden? De man is nauwelijks weg of jullie bent alweer hier"! Ik heb hem geantwoord, dat volgens
mijn gevoel en bescheiden schatting de wagen zonder twijfel een Europees re- cord moest gemaakt hebben, althans stellig wel'n 100 a 125 km moest hebben gelopen. En de kraamvrouw? Ja, wat de kraam-
vrouw betreft hadden we best met een maximum-snelheid van een 40 km kun- nen volstaan, want de angst en de schrik over een voorbijgaande flauwte hadden den echtgenoot parten gespeeld. En nog waagde hij het te snoeven, dat hij best wat harder had kunnen rijden. De terugtocht werd natuurlijk in rusti- ger tempo volbracht; maar die dodenrit |
|||||||||||||
331
|
|||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||
weet was deze overweg dikwijls gesloten
wegens het aldaar overdrukke treinver- keer. Meestal was daar in de omgeving een surveillerende agent. Het was dus een gokje voor den chauffeur of die overweg open zou zijn. Natuurlijk gin- gen de bomen omlaag, juist vóór de auto ter plaatse was. Handig draaide de chauffeur een beetje opzij van de weg, uit het licht van de electrische lantaren en spiedde rond naar een eventuelen agent. En ja, wat een pech, handen op de rug drentelde op een afstand een politie- man heen en weer. Kreeg de auto in zicht. Kwam langzaam in de richting ge- scharreld. ,,Navond chauffeur", en hij loerde in het duistere binnenste van de wagen. „Navond agent", — „'n Zieke, chauffeur"? — „Zoals je ziet, agent; moet naar het ziekenhuis; dubbele long- onsteking met pleuris; — 't moet heel erg met hem zijn. — Als die beroerde bomen nou maar niet zolang gesloten bleven". Gelukkig, ze gingen omhoog. „Voorzichtig, chauffeur, het hobbelt hier erg", zei de bezorgde agent. ,,Komt in orde, agent", en de chauffeur reed door, de singel af, negeerde het zieken- huis en reed naar zijn garage, waar een afgesloten box tot sectielokaal was inge- richt en de lijkschouwing benevens de ontleding van de patiënt werd verricht. De Utrechtse hoveniers
Gedurende mijn verloskundige werk-
zaamheid heb ik opmerkelijk dikwijls verkeerd in de hoveniersgezinnen van mijn woonplaats. De hoveniers maken in Utrecht een heel apart, op zich zelf staand deel van de bevolking uit. Over verschillende uithoeken van de stad ver- |
spreid, vormen de hoveniers van Pijls-
weert, van Abstede, Kranenburg, Soes- bergen en Rotsoord een onmiskenbaar geheel; laat het zijn dat zij door kleine nuanceringen van stand, — die zij zelf heel precies aanvoelen, — onderling lichtelijk verschillen. Het is een trouw- hartig volk, eenvoudig, rustig, gemoe- delijk, nooit opgewonden, eerlijk, werk- zaam, taai, gezond, alcoholvrij. De mannen zowel als de vrouwen zijn als regel van een duidelijk pycnisch type. De gezinnen zijn dus rijk aan kinderen. Aan nieuw-malthusianisme of periodie- ke onthouding wordt niet gedaan, zelfs niet gedacht. Zij zijn voor het grote me- rendeel katholiek, met een kleine encla- ve van Oud-katholieke religie buiten de Weerd. Pycnisch als ze zijn, trekken de vrouwen
zich van een zwangerschap en bevalling niet zo bijster veel aan. Zij reageren er nauwelijks op. Ondanks de zwanger- schap en ettelijke jonge kinderen, ver- zorgt menige hoveniersvrouw des och- tends nog de ,,spinaat" op het land. Op wat regen en natte knieën bij het krui- pen over de akker wordt daarbij niet ge- let. De verzorging van het middagmaal kost niet veel hoofdbrekens een voorbe- reiding; desondanks is de middagpot in al zijn eenvoud krachtig en overvloe- dig en het is een lust het gezin 's middags aan tafel te zien. De kinderen, door- gaans goed gebouwd, hebben geen En- gelse ziekte, doch wangen als ronde ro- de appeltjes en heldere kijkers. Ze zijn niet onzindelijk, want evengoed als de bossen andijvie en worteltjes royaal worden afgespoeld vóór ze op de wagen komen, worden de kinderen des Zater- dags in 'n warm sopje grondig ontdaan |
||||||||||||
Ik heb het konijn bij zijn leven nog een
keer gezien. Het was toen zo dik, dat ik Pieterse vroeg of hij niet bang was, dat hij het dier tegen Kerstmis zou moeten uitzagen. Misschien is dit ook wel ge- beurd, want toen het ondier daags vóór Kerstmis thuis kwam en in de keuken werd geëtaleerd met een wortel in zijn bek — zoals de slagers doen bij hun kalfs- en varkenskoppen met Pasen — leek het wel een halfwas varken. Het ko- nijn werd in dankbaarheid aanvaard en met Kerstmis geconsumeerd; maar niet door ons! Niet steeds was het in die oor- logsjaren zo gemakkelijk je honorari- um-in-natura te ,,toucheren". Tran- sport van levensmiddelen bleef steeds gevaarlijk vanwege de voortdurende controle door de politie bij de toegan- gen tot de stad. Een boer in de Vleutense polder vroeg
mij of hij een deel van zijn nota mocht voldoen met een kwart varken. Een van die dagen zou hij een varken laten slach- ten; hij wist er in de stad zijn afnemers voor. Ik kon natuurlijk niet anders dan toestemmen en heb mijn portie op zeke- re dag via den groenteboer thuis gekre- gen. Hoe dat varken in de stad getran- sporteerd werd? Ik zal het u vertellen. Op een avond reed een auto het boeren- erf op. Daarin nam op de achterbank de zoon van den boer plaats. Naast hem, in de andere hoek, werd . . . het geslachte varken rechtop gezet met een jas en een broek aan; om de hals een dikke bouf- fante, die tot over de snuit reikte; een uilenbril op en z'n hoofd omhuld met een wollen doek. Voorin de chauffeur- eigenaar van de wagen. Zo bereikte het vrachtje veilig de oude spoorweg-over- gang aan de Vleutense weg. Zoals men |
|||||||||||||
Links de spoorwegovergang in de Vleutenseweg ca 1910, gezien in de richting van de stad.
Prentbriefkaart gemeente-archief Utrecht; neg. nr. C 25.454. Rechts dezelfde overgang in 1935, gezien in tegenovergestelde richting. De situatie was nauwelijks gewijzigd.
Foto A. van de Pol; gemeente-archief Utrecht, Vleutenseweg 1935 (2). |
|||||||||||||
332
|
|||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||
in Nederland. Waar, zeg ik niet.
Soortgelijke dingen liggen trouwens al- le meer of minder in de sfeer van de naief gelovige hoveniersters. In het begin van deze eeuw vond een Belgische slimmerik, een koopman, bij de hoveniers grote aftrek van een cellu- loid crucifix op gedoft wit satijn, omge- |
|||||||||||||
van de aankleefsels, die de transpiratie
en het contact met de goede moeder aar- de gedurende een ganse week op de li- chaampjes vormt. Vele hoveniersvrouwen trekken met
hun man dagelijks op de groentewagen de stad in en houden dit niet zelden vol tot daags vóór de bevalling. Dit mag haar niet als een afkeurenswaardige on- verschilligheid of domheid worden aan- gerekend. Het is eenvoudig een gevolg van het feit, dat zij zwangerschap en be- valling rekenen tot de heel gewone ge- beurlijkheden van het huwelijksbe- staan. Want mocht er iets bijzonders aan de hand zijn waarvoor medische be- moeienis nodig is, dan onderwerpen zij zich zonder tegenpruttelen aan de gege- ven voorschriften; men heeft er geen patiënt aan. De bevalling verloopt overeenkomstig
hun pycnische constitutie, d.w.z. als re- gel voorspoedig. Maar de hoveniers- vrouw is zeer gevoelig en dankbaar voor de hulp, die de verloskundige haar daar- bij biedt. Zij waardeert dit des te meer, omdat haar eigen natuur op geven is in- gesteld. Ook zal zij, godsdienstig als ze is, met groot vertrouwen de bijstand van de hemel afbidden, doch ook op kinder- lijk gelovige wijze alle heiligen tegelijk om hulp smeken. „Antonius, help me toch". En wat later: ,,Als jij het niet doen wilt, Antonius, help jij me dan Be- nedictus". Water van Lourdes, Ignati- uswater, reliquieën en andere sacramen- talia komen in de moeilijke uren der be- nauwenis op het tapijt. Voor menige barende met niet al te ont- wikkeld onderscheidingsvermogen, schuilt hier een gevaar voor profanatie. Een hoveniersmoeder meende bijvoor- beeld dat de goede afloop niet zozeer aan de hulp van den verloskundige had gelegen dan wel veel eerder aan het ,,ei van Witte Donderdag", dat ze bij de ge- boorte van het kind verzwolg. Het heet, dat zo'n ei niet bederft en een heel bij- zondere kracht heeft. Toen de bevalling plaats vond was het inmiddels zeven maanden geleden sedert het ei de kip verlaten had en het stonk dus verschik- kelijk. Hoe ze er in slaagde het in te slik- ken, was mij een raadsel. Ook het vrouwtje dat „zand uit de melk- grot" op haar borst strooide om de klei- ne tot zuigen te bewegen, zocht haar hulp in de verkeerde richting. Dit „zand uit de melkgrot" stamt nl. uit een grot, waarin Sint Joseph, Maria en het kindje Jesus overnachtten op de vlucht naar Egypte. Toen Maria haar Kind voedde, vielen er enige druppels melk op het zand van de bodem der grot. Dit zand zou door monniken uit een klooster daar in de buurt verzameld zijn en schijnt nog steeds verkrijgbaar ergens |
|||||||||||||
ters breed en hoog, te midden waarvan
een kleine plaat, die Peerke Donders voorstelde. Peerke Donders, de heilige Tilburgse missionaris uit onze West, was daar vlak in de buurt geboren en ge- noot begrijpelijkerwijs in de omgeving grote verering. Toen de patiënte gehol- pen was zei mijn schoonzoon:,,Nou, moedertje, je mag wel blij zijn dat die dokter uit Utrecht toevallig nog hier was. Als die mist een poosje later was gekomen, dan was hij net weg geweest en dan had ik je naar Tilburg, naar het ziekenhuis moeten brengen". ,,Zo, dokter", zei het vrouwtje lang- zaam en peinzend, ,,maar ik wiest wel, da Peerke veur alles zurgen zou. Zo ... zo .. . Peerke het dieje mist gestuurd om oe vaoder hier vast te houe ... Dank je, Peerke, dank je . .. En gij ook, mijnheer den dokter uit Utrecht, zijt wel be- dankt". Een paar dagen later bezorgde de post
mij een dikke, vette haas. Hij had de strik nog om zijn nek! Ik denk echter niet, dat Peerke ook aan het succes van die hazestrik debet zal geweest zijn. De hoveniersmoeder houdt van haar kindje. In de zeer typische hovenierstaai noemt zij het haar ,,lief sallemaandert- sie", haar ,,lekker donderstraoltsie", haar ,,sodemeraokeltsie". Deze zonder- linge liefkozingswoorden doen je wel vreemd aan; maar ze zijn oprecht ge- meend. Tussen haakjes, men wete dat de verkleiningsuitgang ,,je" door de hove- niers veelal gewijzigd wordt tot ,,tsie". Zij spreken niet van een kwartje, doch van een ,,kwaartsie". De hovenierster is een goede zoogster. Zij speelt het soms klaar 's morgens met haar groentewagen, alleen of met haar man, door de stad te trekken en in de loop van de voormiddag — als een poes naar haar jongen — even terug te keren ter wille van de voeding. Anders wordt een voeding overgeslagen en door een flesmaaltijd vervangen, toegediend door een eventuele grootmoeder, tante of dienstmeisje. De Utrechtse hoveniers blijven hun be-
roep trouw; zij kiezen geen ander. Van- daar dat ettelijke familienamen onder hen karakteristiek zijn. In denk aan de namen Jongerius, de Groot, Verheul, Miltenburg, Gresnicht en nog enkele andere minder veelvuldige. Niet zo zel- den dragen man en vrouw dezelfde naam, zonder dat zij familie van elkaar waren. De moeilijkheden vanwege ge- lijkluidende namen worden dan dikwijls ondervangen door een bijnaam. Toch blijft het voor den buitenstaander, in casu den verloskundige, dikwijls een grote moeilijkheid zijn patiënten te in- dentificeren, waar de gezinnen zo groot en de families zo uitgebreid en gelijkna- |
|||||||||||||
De hovenier Nicolaas Cornelis van Kraaij,
geboren 12-04-1886 te Utrecht. ven door een brede lijst. In die lijst zat
een speeldoosje; als je op een knopje drukte begon het ding de Wacht am Rhein of zo iets te spelen! Het geheel was iets afgrijselijks. Er bestaan nog vele exemplaren van. Als afschrikwek- kenk curiosum zouden ze misschien voor het Aartsbisschoppelijk museum enige betekenis kunnen hebben. Een staaltje van diep overtuigd ver- trouwen op de hulp van boven beleefde ik jaren geleden niet hier in Utrecht, doch in een Brabants heidorp. Een van mijn schoonzoons, dokter aldaar, had mij nodig voor een consult. Toen ik 's avonds naar Utrecht terug wilde rij- den was er plotseling — het was in Octo- ber — zulk een ondoordringbare mist komen opzetten, dat ik mijn vertrek voorlopig moest uitstellen. Een uurtje later werd mijn schoonzoon naar een kraamvrouw ontboden. Heel spoedig kwam hij terug. Hij was zeer blij dat ik niet had kunnen vertrekken, want er was een heel ernstige complicatie. „Komt u maar gauw mee". We kwa- men midden op de hei aan een kleine boerenwoning. Door het achterhuis binnentredend trof mij daar een bouw- sel van kunstbloemen, papieren versier- sels en brandende kaarsen, een paar me- |
|||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||||
333
|
||||||||||||||
eigenaardige, ik zou haast zeggen, ge-
moedelijke gemoedelijkheid over zich; vooral als de kennismaking reeds enige of vele jaren oud is. Zij gaan er zeer ge- makkelijk toe over hun dokter te tutoy- eren; daarbij is het een bewijs van grote- re vertrouwelijkheid, als men niet langer dokter X. genoemd wordt, doch mijn- heer X. Er zijn er zelfs, die in het per- soonlijke onderhoud dit mijnheer ge- makshalve ook maar weglaten. En, ik moet zeggen, zonder ook maar in het minst tekort te doen aan het respect voor persoon of waardigheid. Ook tijdens de baring verloochent zich die gemoedelijkheid niet. ,,Ik ken toch nog wel effe naar den barbier gaan, dok- ter? Want 't zei zeker nog wel 'n hortsie duren, niet"? Een andere pa zat in de kraamkamer
rustig achter de kachel te slapen, toen het geschrei van de pasgeborene hem wakker maakte. Op een keer zat ik naast het bed. Bij elke
wee klaagde de barende: ,,Och, Piet, kom toch eens bij me, help me toch". Maar Pa ijsbeerde zo'n beetje heen en weer tussen kamer en keuken en kwam niet. De baker was doende aan de luier- mand en de wieg. Tenslotte zei ik met nadruk: „Piet, jongen, kom toch eens hier bij je vrouw". Waarop hij: „Dok- ter, ze bedoelt mijn niet, ze bedoelt de baakster, die hiet Piet; ik hiet geen Piet, ik hiet Dorus". En Dorus bleef ijsberen als tevoren .... |
||||||||||||||
plaats kwam halen. Ter plaatse aange-
komen bleek de aanstaande vader afwe- zig. Hij was even in de schuur zijn var- kens gaan voeren. Ook de baker was „effies" weggegaan; ze was haar eigen kleine thuis gaan helpen in afwachting van de terugkeer van den dokter. Ook de schoonmoeder had de woning verla- ten; ze kon nog wel even naar huis „naar het eten kijken" en zou dadelijk terug- komen. Wij vonden dus, behalve de kraamvrouw, niemand in het huis dan de geit en wat kippen. De collega en ik maakten van de nood een deugd en hiel- pen samen de kraamvrouw. Daarna druppelde de belangstelling van de fa- milie, in de vorm van den man, de baker en de schoonmoeder geleidelijk weer de kraamkamer binnen. Toestand van moeder en kind bevredigend. Gemoeds- rust van de overigen gelijk aan die van de geit en de kippen. Collega en ik in uitbundige transpiratie, half vanwege het werk en half vanwege de zomerse hitte. Het was geen gemoedelijkheid meer
doch domheid, die ik ondervond bij een kraam„heer", die op latere leeftijd met een oudere vrouw was getrouwd. De eerste baring duurde zeer lang en zeurde erg. Totdat de man mij op zekere mo- ment voorstelde mijnheer Pieterse er eens bij te halen. „Pieterse, Pieterse", vroeg ik, ,,je be-
doelt . . . toch . . . niet ... de veearts, denk ik"? ,,Precies, dokter, die bedoel ik. Ik heb
met meneer Pieterse zo dukkels achter de koei gezeten om het kalf te halen! Die speult 't hier met de vrouw ook wel klaar". Nu, ik speelde het zelf wel klaar, ook
zonder veeartsenijkundige assistentie. Maar ik had die middag een schone ge- legenheid mij te oefenen in de deugd der zelfbeheersing. Geruime tijd later ver- telde ik op het achterbalkon van de tram het geval aan den ouden heer Pieterse, die het verhaal zeer vermakelijk vond en zich, geloof ik, een beetje gestreeld voel- de. D. W. Gravendeel.
|
||||||||||||||
mig zijn.
Want het verschaft je niet veel licht
als een patiënte je, ter verduidelijking, meedeelt dat zij, „u weet wel, mijn- heer", de dochter is van Kee van Door van HeineMeu. En als die dochter zich dan komt beklagen, dat zij in de laatste tijd zo ,,vloeibaor" is, maar tegen het nodig geachte onderzoek bezwaar maakt omdat ze zo ,,schuwbaorend schaomteloos" is, dan moet men met de gebruikelijke hoveniersterminologie al ordentelijk op de hoogte zijn om zich spoedig te kunnen oriënteren. Eenmaal was ik in afwachting van het 100e kleinkind van een achtenswaardige oude hovenierster. En zie, — de natuur houdt ook wel eens van een grapje, — het was een tweeling. Sindsdien is het aantal nog vermeerderd. Als je een do- zijn getrouwde zoons en dochters hebt, allemaal met veel kinderen, dan is zo iets zeer goed mogelijk. Het grote kindertal is bij de hoveniers geen beletsel voor de harmonie van het huwelijk. Integendeel, de hoveniershu- welijken zijn gelukkig. Geen enkele maal maakte ik kennis met een ongeluk- kig huwelijk. Ongetwijfeld hangt dit voor een groot deel samen met hun pyc- nische natuur en overigens met hun ho- ge opvatting van het huwelijk als sacra- ment. Echte vroomheid, grote arbeid- zaamheid, matigheid, een iewat stugge maar toch hartelijke liefde voor de kinderen, maken, dat conflicten achter- wege blijven en stempelen de huwelijken tot ideale verbintenissen. Zelden of nooit heb ik gelegenheid gehad een ern- stig verschil van mening waar te nemen. Kleinere, nu ja, die komen in de beste huwelijken voor. Op een keer vroeg ik, hoe de nieuwe
wereldburger heten moest. ,,Jan", zei moeder, ,,maar mijn man wil hem Piet laten noemen". De man zei niet veel; maar ik voelde dat er onraad broeide. Het kind kwam van de doop terug als Jan. Maar de volgende ochtend liet de vader het kind bij de aangifte op het stadhuis inschrijven als Piet. Doch dit viel bij de kraamvrouw niet in goede aarde. De man werd onmiddellijk naar het stadhuis teruggezonden om het te laten veranderen. Maar wie denkt dat dit zo gemakkelijk geschiedt, kent onze ambtenarij niet. Wat eenmaal in de re- gisters van de burgerlijke stand staat opgetekend, blijft er in en alleen een ge- rechtelijk vonnis kan dit veranderen. Dat kost geld en niet weinig! Het kind bleef dus Piet genaamd. De pastoor echter was coulanter en veranderde in zijn doopboek Jan in Piet. Vader had zijn zin, doch moeder bleef een tijdlang zeer boos. De hoveniers hebben in de omgang een |
||||||||||||||
De hovenierster Maria Kersten, geboren 17-
01-1867. Zij was de echtgenote van Johannes Verheul. Een gemoedelijkheid die te ver gedreven
was, beleefde ik, toen een collega mij voor een patiënte aan de buitenkant van de stad op een afgelegen hoveniers- |
||||||||||||||
D
|
||||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||
334
|
|||||||||||||
Niet alleen onze gemeente, maar ook het personeelsbestand van de gemeentese-
cretarie heeft de laatste decennia een enorme groei gekend. In dit artikel wordt— in vogelvlucht — een overzicht van het ambtenarenkorps dat sinds begin deze eeuw in Vleuten werkzaam is geweest. De informatie werd verstrekt door de heren J. J. Th. Sprong (oud-ambtenaar) en J. P. M. Versteeg (hoofd Algemene Zaken). De gemeentesecretarie
van Vleuten sinds 1900 |
|||||||||||||
Sinds de Vleutense en Haarse burge-
meester jhr. Barchmann Wuytiers rond 1900 de scepter zwaaide is er heel wat veranderd in beide gemeenten. Alles ging in de eerste helft van deze eeuw heel geleidelijk en dat kwam uiteraard ook in uiting in het aantal ambtenaren dat op het gemeentehuis werkte. Lange tijd bestond de gehele bezetting van de secretarie van Vleuten en Haarzuilens namelijk maar uit enkele personen. Toen Barchmann Wuytiers naar Amersfoort vertrok zag secretaris Hondelink zijn carière beloond met het burgemeesterschap dat hij — tot aan zijn overlijden in 1915 — ruim 13 jaar bekleedde. Buiten de burgemeester bestond het ambtenarenkorps in die periode uit twee personen, de heren Edelbroek en Van Zoeren. De laatste werd de nieuwe secretaris van Vleuten |
|||||||||||||
Een kijkje in het interieur van iiet gemeente-
huis in 1920. De secretarie met doorkijk naar de burgemeesterskamer. Links zitten de heren Huisman en W. van Woudenberg en rechts staat de heer Hooft Graafland. |
|||||||||||||
en Haarzuilens. In zijn werk werd hij
vele jaren bijgestaan door W. van Woudenberg, de latere secretaris (be- noemd in 1923) van Oudenrijn. Burgemeester en secretaris
Na het overlijden van Van Zoeren
werden zijn werkzaamheden in 1923 overgenomen door de in 1915 benoem- de burgemeester J. A. Verder. Natuurlijk moest er wel een waarne- mend secretaris komen en dat werd Jo Versteeg die inmiddels - evenals Antoon Migo - de personeelsbezetting op de se- De in 1929 ten gemeentehuize werkzame amb-
tenaren, gefotografeerd in de tuin van het ge- meentehuis. Zittend v.I.n.r. H. Rikkers en J. Boere. Staand: Antoon Migo, Jhr. Van Doorn en Jo Versteeg. |
|||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||
335
|
||||||||||||
nooit te lopen, want kantoor hield hij
aan huis. Dit deed hij tot 1939. Toen vertrok de heer Hendriks. Datzelfde jaar kwam de heer J. Linschoten het ambtenarenkorps ver- sterken en al spoedig werd hij de leider van het inmiddels gevormde distributie- kantoor dat - eveneens - aan huis werd gevestigd. Een van de eerste ambtena- ren op dit kantoor werd de volontair Antoon Schouten uit Utrecht. Het bureau Sociale Zaken werd nu gevestigd ten huize van de familie Stekelenburg in de Dorpsstraat en Harry Verder, eerder volontair op de secretarie - de gemeente spaarde in die jaren heel wat uit - werd belast met de werkzaamheden. Gemeente-ontvangers
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn
dat men op het gemeentehuis met een ernstig gebrek aan ruimte kampte. Om die reden was ook het kantoor van de Vleutense gemeente-ontvanger daar niet ondergebracht. De functie was vele jaren in handen van de familie Van Dijk. De houthandelaar Everardus van Dijk droeg het werk in 1932 over aan zijn zoon Theo, die daarop ruim 30 jaar lang de financiën van de gemeente beheerde. Ook de gemeente-ontvanger van Haar-
zuilens kon niet terecht in het gemeen- tehuis. Tot aan zijn benoeming - in 1946 - als secretaris van Vleuten (en later ook De Meern) vervulde Jo Versteeg deze functie. Hij werd opgevolgd door Jaap Sprong die in 1954 als gevolg van de |
||||||||||||
Het gereedmaken van de distributiestamkaarten in de raadzaal van Haarzuilens in 1939. Op de
foto Antoon Schouten, Antoon Migo, Pim de Neree van Babberich en Jaap Sprong. |
||||||||||||
cretarie was komen versterken. In die
tijd werkten ook de heren Hooft Graaf- land en Huisman enkele jaren op het gemeentehuis. Waterleiding
Door de activiteiten van de gemeentebe-
sturen van Vleuten en Haarzuilens namen de werkzaamheden toe. Zo kregen de gemeenten een elektriciteits- voorziening en een waterleidingnet ( Stichting Drinkwaterleiding West- Utrecht), terwijl er ook meer zorg werd besteed aan het net van grind- en zand- wegen. De heer C. A. van Beusekom uit Maarssen werd gemeente-opzichter (later werd dit gemeente-architect ge- noemd) die deze functie tegelijkertijd ook uitoefende voor de gemeenten Maarssen, Houten en Harmeien. Voor de uitoefening van zijn werkzaamheden kreeg hij de beschikking over een fiets, zodat de baan ook z'n gezonde kanten kende. Ook de heer H. Rikkers kwam (in 1925)
het ambtenarenkorps versterken. Hij was een stokdove ambtenaar die tot 1939 zijn werk als schrijver en bevol- kingsambtenaar verrichtte. Volontairs
Toen de crisis in de dertiger jaren steeds
sneller om zich heen greep moester er extra voorzieningen worden getroffen. Er kwam (paradoxaal genoeg in de crisistijd) meer werk en dientengevolge meer personeel. Financieel reikte de polsstok toen natuurlijk niet ver en daarom trokken veel gemeentebesturen zogenaamde volontairs (vrijwilligers) aan. Ook in onze omgeving kwam op |
||||||||||||
die manier de een na de ander op het
gemeentehuis werken. Uit de eigen omgeving waren onder meer enige jaren 'vrijwilliger' Thijs van Dijk, Jhr. Van Doorn, Clemens Jute uit Maarssen, Pim de Neree van Babberich uit Utrecht, Theo van Dijk uit Harmeien, Gerard van Herden uit Utrecht, Jaap Sprongen Jan Tennissen. In 1935 kwam er een aparte afdeling
Sociale Zaken. De uit Nederlands Indië gerepatrieerde veearts H. Hendriks - die in huize Nieuwlust aan de Parkweg in Vleuten woonde - werd ambtenaar voor sociale aangelegenheden. Ver hoefde hij |
||||||||||||
In 1942 waren ook ter secretarie werkzaam de heren v.l.n.r. Harry Verder, Antoon Migo en Ge-
rard van Herden. |
||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||
336
|
||||||||||
annexatie van de gemeente op wacht-
geld kwam. Eerste vrouw
Na het vertrek van burgemeester Verder
in 1945 was zijn ambtgenoot van Har- melen en Veldhuizen, de heer Konings- bruggen, de waarnemend hoogste ambtenaar in Vleuten en Haarzuilens. De na-oorlogse op- en uitbouw begon. De eerste vrouwelijke ambtenaar (in die tijd een ware doorbraak!) was Lien Miltenburg die van 1947 tot 1952 ook haar bijdrage leverde aan de door burgemeester Van der Heide (in decem- ber 1946 gekomen) ingezette onstuimige groei leverde. Toen steeds duidelijker werd dat de
plannen om Vleuten, Haarzuilens, Oudenrijn en Veldhuizen samen te voegen in de nieuwe gemeente Vleuten- De Meern zouden doorgaan, werd in snel tempo aan de uitbreiding van het personeelsbestand gewerkt. De annex- atie zou immers veel werk betekenen en de vele grote wijzigingen op allerlei terreinen zouden de nodige spoed eisen. Door dit alles bood het gemeentehuis in 1954 onderdak aan zo'n 20 ambtenaren. Voor de huisvesting moest wel steeds weer opnieuw ruimte worden geschapen zodat in de daarop volgende jaren ook |
||||||||||
Antoon Mook (met Fiets) temidden van het overige gemeentepersoneel (1947).
|
||||||||||
In 1948 was Antoon Migo 25 jaar in gemeentedienst en ter gelegenheid daarvan werden zijn vrouw en hij gehuldigd, v.l.n.r. Jaap Sprong,
burgemeester v.d. Heide, Lien Miltenburg, mevrouw v.d. Heide, Jo Versteeg, A. Kastelein ( bedrijfsleider D.W.U., Drinkwaterleiding West- Utrecht), rijksveldwachter A. Koenhein, Jaap Mijderwijk, Rien Klink, Drikus de Jong (boekhouder D.W.U.), gemeente-ontvanger Theo van Dijk, Han Tennissen ( toen leerling ambtenaar, nu wethouder in Venlo) en gemeentebode Nico Boeijen. Op de voorgrond de heer en mevrouw Migo. |
||||||||||
'^(WB!**TO««tj^»«p^fr«M*«'^A* ^'^mmm»
|
|||||||||||
^^^■i^^"'
|
|||||||||||
Tijdens de opnamen waren de volgende personen niet aanwezig: J.P.M. Versteeg (Algemene Zaken hfd. afd.), A. ten Boden (Algemene Zaken),
mw. C.C. Stravers-van Barneveld (Algemene Zaken), J.G.A. van Dartel (Financieel Beleid), W. Hermsen (Comptabiliteit en Bedrijven hfd. afd.), J.W.N. Jansen (Comptabiliteit en Bedrijven), mw. E. de Wilde-Derksen. (Comptabiliteit en Bedrijven), H.J. Schoenmakers (Comptabiliteit en Bedrijven), mw. K.S. Bok (Comptabiliteit en Bedrijven), H. Sadhoeram (Comptabiliteit en Bedrijven), A. Vanhijfte (Burgerzaken, hfd. afd.), mw. G.F.M, van Klaveren (Burgerzaken), mw. M.G.C, van Rooijen-Gram (Burgerzaken), mw. I. Pouli (Burgerzaken), mw. M. Boeijen- Uijtewaal (Burgerzaken), A. de Heer (Gem. ontwikkeling), mw. C.M. Zwier-van Dam (Gem. ontwikkeling), mw. M.de Lucht-Thijs (Welzijn), H.L. de Vries (Onderwijs), P.F.A. van der Zandt (Interne Zaken hfd. afd.) H.J. Schalkwijk (Sociale Zaken/Huisvesting hfd. afd.), mw. A.G. Spaans-Veenbrink (Sociale Zaken/Huisvesting), Mw. W. van der Meijs-Dijkers (Sociale Zaken/Huisvesting), F. Krijgsman. (Sociale Zaken/Huisvesting), A.W.M. Goes (Sociale Zaken/Huisvesting), mw. H.D. Geluk (Sociale Zaken/Huisvestbig), mw. C.G.M. Dries-van Doom. (Sociale Zaken/Huisvesting), J.N. de Wolf (Personeelszaken), mw. B.I.M. Knopper-Kroon (Personeelszaken), P.L. Kranenburg (Per- soneelszaken hfd. afd.), A. Auée (Bouwkunde), A. H. Boot (Bouwkunde), Ing. J. Moltmaker (Weg- en Waterbouw hfd. afd.), Ing. J.P. Steen- beek (Weg-en Waterbouw), Th. Baars (Weg-en Waterbouw). |
|||||||||||
Op 11 september 1985 werd deze foto van het gemeentepersoneel genomen. Gehurkt ziet u op de voorste rij v.l.n.r.; M.J.M. Knijfr(Gem.
ontwikkeling), A.D.H. Punt (Gem. ontwikkeling), mw. E.M.A. van de Berg-Koot (Interne Zaken), P.H.M, van den Bosch (Welzijn, bureau Onderwijs), mw. J. Stil (Welzijn), H. Slagter (Bouwkunde), mw. J.T. van Wijnbergen-Nijholt (Comptabiliteit en Bedrijven), mw. M.G. van Assem- (Financieel Beleid), mw. C.J. van de Brink-Sukking (Comptabiliteit en Bedrijven), mw. M.E. de Reuver (Interne Zaken), mw. J.C.M, la Fontaine-van de Lit (Gem. Ontwikkeling). Staand v.l.n.r.: C.M. Vendrik (Welzijn hfd.afd.), R. Koster (Interne Zaken), W.J.J. Daalhuizen (Bouwkunde), Drs. J.J.L. Hufner (Welzijn),
M. Schenk. (Weg- en Waterbouw), mw. C.C.M, van Zuilen-Jongerius^ (Huishoudelijke dienst), Ing. D.A. de Haan. (Bouwkunde hfd. afd.), D. Veldhuis, (Bouwkunde), H.H.W. van den Bosch (Gemeentebode), Ing. R.D.G.W. de Jong Jhr. J.S. de Ranitz (Algemene Zaken), A.P. Zwart- kruis (Gemeentesecretaris), H.G.M. Pouw (Welzijn), mw. W.J.M. Beumer-Versteeg (Interne Zaken), mw. J. van Eijk (Interne Zaken), J.W. Schoonderwoerd (Finacieel Beleid hfd. afd.), L. Elzinga (Financieel Beleid), mw. C.P. Gerwig (Sociale Zaken/Huisvesting), J.W. Frauendorf (Sociale Zaken/Huisvesting), C.Smit (Financieel Beleid), C.J. van Neutegem (Welzijn), J.C. van Vperen (Comptabiliteit en Bedrijven), P.J.N. Booij (Gem. ontwikkeling hfd. afd.). |
|||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||
339
|
|||||||||
i5^?l«i^
|
^^msm'A'.
|
||||||||
Uitstapje van het gemeentepersoneel in 1950 naar Elten. v.I.n.r. Jaap Sprong, Jo Versteeg, burgemeester v.d. Heide, Rien Klink, Vic. van Kempen,
Antoon Migo, Antoon Mook, Jan Kemme, Lien Miltenburg en Nico Boeijen. de nodige verbouwingen werden ge-
pleegd. Tot 1974 heeft burgemeester Van der
Heide leiding gegeven aan de groei van de gemeente. Daarbij kreeg hij de steun van een uitgebreid ambtenarenkorps dat van 1946 tot aan zijn overlijden in 1966 werd 'aangevoerd' door gemeen-
tesecretaris Jo Versteeg. Het was een periode waarin - vooral door de gemeentelijke herindeling van 1954 - veel werk moest worden verzet. De functie van Versteeg werd per 1 januari 1967 overgenomen door Albert Zwart-
kruis, tot die tijd hoofd van de afdeling Gemeentelijke Ontwikkeling van de secretarie en als sinds 1951 werkzaam in Vleuten (-De Meern). Nieuwe samenvoeging
Toen burgemeester Van der Heide in
1974 om gezondheidsredenen zijn werk- zaamheden moest beëindigen, werd hij - na een interimperiode waarin wethou- der Kool het burgemeesterschap ver- vulde-per Ijuli 1974 opgevolgd door de toenmalige burgemeester van Mont- foort en Willeskop mr. H.A.C. Middel- weerd. Deze burgemeester had eigenlijk per 1 september 1985 zijn functie wegens pensionering moeten neerleggen Inde tuin bij het gemeentehuis (1958). V.I.n.r. Rien Klink, Jaap Sprong, Menno Visser, Piet van maar is waarnemend burgemeester der Zandt, Ans Michies en Jan Kemme. geworden in verband met de eventueel |
|||||||||
oktober 1985
|
||||||||||
340
|
||||||||||
In 1961 werd deze foto gemaakt tijdens het
uitstapje van liet personeel. Op de voorgrond zit Hans Versteeg, daaracliter staan v.l.n.r. Emmy van der Belt, Joke Goes en Jannie van Eijk. Op de 2e rij: Jan Schoonderwoerd, Piet van der Zandt, Dirk Sclievers, Jo Versteeg en Theo van Dijk. 3e rij: Jos de Reuver, Albert Zwartkruis, Jaap Sprong, Jan Kemme en Rien Klink. komende gemeentelijke herindeling,
waarbij Harmeien en Vleuten - De Meern worden samengevoegd. In verband met de veelheid en de
veelzijdigheid van de werkzaamheden werd van de ambtenaren steeds meer specialisatie gevraagd. Dit bracht met zich mee, dat ter secretarie meer afdelingen gevormd werden, zoals Interne Zaken, Sociale Zaken, Compta- biliteit en Bedrijven, Personeelszaken en Welzijnszaken. In 1985 is de situatie zo, dat de secretarie negen afdelingen kent, terwijl de dienst gemeentewerken in twee secties is verdeeld, namelijk de Bouwkunde en Weg- en Waterbouw, waaronder de buitendienst resorteert. Aangezien ter secretarie thans 57 en bij de binnendienst van gemeentewerken Il functionarissen werkzaam zijn, zou het noemen van namen nu een droge opsomming worden. Rest nog te vermelden, dat gemeente-
secretaris Albert Zwartkruis met ingang van 1 november 1985 wegens het bereiken van de VUT-gerechtigde leef- Het elftal van het secretariepersoneel, zoals
dat in de jaren zestig menige wedstrijd in com- petitieverband speelde. Zittend v.l.n.r. Joop Leygraaff, Joost Kits Nieuwenkamp, Herman Hellema, Dirk Schevers, Chris Faas. Staand: Albert Zwartkruis, Nico Boeijen, Kees van der Plas, Ton van de Berg, A.H. Boot, Gerard van der Heide en Piet van der Zandt. |
||||||||||
tijd de gemeentedienst zal verlaten. Zijn
(in verband met de op handen zijnde gemeentelijke herindeling) tijdelijke op- volger wordt het huidige hoofd van de secretarie-afdeling Gemeentelijke Ont- wikkeling, Piet Booij. |
||||||||||
D
|
||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||||||
341
|
|||||||||||||||||
De h^vormde gemeente
De Meern (1) |
|||||||||||||||||
In 1977 verscheen van de hand van de heer Jac.de Bruijn uit De Meer neen boek waarin hij de ge-
schiedenis van de Hervormde Kerk in zijn woonplaats beschreef. Geheel nieuw was deze materie niet voor hem, want al eerder had hij een studie naar het verleden van de Hervormde Gemeente Harmeien afgerond en op papier gezet. Het boek dat de heer De Bruijn over het (hervormd) kerkel ijk wel en wee i n De Meern schreef geeft
een zo volledig mogelijk beeld over hetgeen zich in deze plaats in de voorgaande jaren allemaal heeft afgespeeld. Vrijwel geen gegeven dat boven water kon worden gebracht blijft daarin onvermeld. Het resultaat telt dan ook zo'n 450 pagina's. Daarbij is een groot deel van de tekst in het oud-Nederlands omdat deze integraal werd overgenomen uit akten en brieven die DeBruijn in verschillende archieven aantrof. Daarom is een en ander niet altijd voor iedereen even makkelijk leesbaar. Toch is de geschiedenis
van de Hervormde Gemeente De Meern interessant genoeg om nog eens onder de aandacht te brengen. Vandaar dat Jac. de Bruijn en Gerrit Jan Bel besloten die nogmaals op papier te zetten, zij het nu in een wat leesbaarder en luchtiger vorm. Daarbij werd afgezien van veel 'ballast' die wetenschappelijk bezien zeker verantwoord is, maar om die reden eerder thuishoort in een in boekvorm verschenen studie dan in dit blad. Het resultaat is een aantal artikelen waarvan u in dit nummer de eerste aflevering aantreft. |
|||||||||||||||||
beschouwde de Utrechtse overheid
zich daarom als eigenaresse van de kerkelijke bezittingen. Op 26 augustus 1581 verscheen het 'Plakkaat van de Staten van Utrecht' waarin het roomse geloof nog eens uitdrukkelijk werd verboden. De pas- toors werd te verstaan gegeven dat in het vervolg alleen nog maar uit het Oude en Nieuwe testament mocht wor- den gepreekt. Nu worden maatregelen over het alge-
meen makkelijker uitgevaardigd dan opgevolgd en zeker op het platteland gevoelde men vaak niet sterk de behoef- te de hervormingen van de ene op de andere dag door te voeren. Niet zelden gingen de pastoors op de oude voet door met hun werkzaamheden, zodoende als 'staatsvijanden nummer één' de over- heid tartend. Dat kon natuurlijk niet goed gaan en net zo adequaat als de gemeente handelt wanneer aan de Prins Hendrikweg in Vleuten een erf moet worden ontruimd, zo kloek trad men ook toen op. Al na zes jaar, namelijk in juli 1587, werden de pastoors die wei- gerden met de nieuwe leer mee te gaan afgezet en benoemden de Staten in hun plaats hervormde predikanten. Harde woorden, maar ook nu werd dit alles op het platteland vaak nog niet al te serieus genomen. De Utrechtse kerkeraad zag dit proces met lede ogen |
|||||||||||||||||
Vanaf 1400
De eerst bekende kapel in De Meern da-
teert uit het jaar 1400 en was waar- schijnlijk van nog ouder datum. Hij stond op dezelfde plaats waar zich nu de Hervormde Kerk bevindt en diende voor de verspreiding van het katholieke geloof. Wat dat betreft kon er toen wor- den gesproken van een rustige tijd, want de christelijke godsdienst kende toen nog slechts één richting. Dat veranderde in de zestiende eeuw toen het protestantisme zich ontwikkel- de. Een van de uitingen tegen de (over) heersende katholieke zienswijze was de beeldenstorm die in ons land in 1566 plaatsvond. De bevolking gaf toen duchtig uiting aan haar gevoelens wat tot gevolg had dat vrijwel geen kerk of beeld bleef gespaard. De verhoudingen werden er in de jaren die volgden niet beter op, want de Ne- derlanden probeerden toen onder de Spaanse overheersing uit te komen. Omdat kerk en staat als één gezien moesten worden trof de wrevel en wrok van onze voorvaderen ook vurig het ka- tholicisme. Katholieke geloof verboden
Zo verbood het gemeentebestuur van de
stad Utrecht op 18 juni 1580 de uitoefe- |
|||||||||||||||||
door
Jac. de Bruijn en
Gerrit Jan Bel |
|||||||||||||||||
ning van het roomse geloof. In decem-
ber volgde ook een verbod voor het bijwonen van de samenkomsten die de roomsen in het geheim hielden. De Sta- ten van de provincie Utrecht deden dat jaar ook een duit in het zakje. De voor- naamste maatregel was het verbieden van de roomse eredienst en wat werd genoemd het roomse bijgeloof en afgo- derij die, zoals men zei, niet kon worden geduld in christelijke kerkgebouwen. Daarnaast gebood men dat de Christe- lijke dienst op gereformeerde (= her- vormde) wijze zou moeten worden ge- houden. Vooruitlopend op een gang van zaken
die zelfs vandaag de dag nog steeds niet heeft plaatsgevonden verklaarden de Staten meteen dat de roomse kerk had opgehouden te bestaan. De paus en zijn aanhang werden beschouwd als de grootste vijanden van de staat en dit bracht ook met zich mee dat er geen sprake meer kon zijn van 'bona eccle- siae'; goederen die aan de kerk toebe- horen. Evenals in de andere provincies |
|||||||||||||||||
342
|
oktober 1985
|
||||||||||||||||||||||||||||
f-^
|
|||||||||||||||||||||||||||||
yfgi.\hnji?> 0'3/t^?^<^5 ^^<v^»»^ .x^'^/-^^^M, IC c).Q^*u. i4.^.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I '' (■ ,-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
f
'~^ c ■
|
|||||||||||||||||||||||||||||
hun toverkracht te ontnemen. Daarbij
gevoegd dat men hem eerder als paap (= pausgezinde) dan als een hervormde predikant kon zien deed men het dringende advies hem te verwijderen uit De Meern. Dat gebeurde, waarop de omstreden
verbreider van het geloof richting Tienhoven vertrok. Of hij daar met gejuich werd binnengehaald valt te betwijfelen, want toen de commissie later in die plaats kwam kreeg ze te horen dat daar enkele maanden een paap uit De Meern werkzaam was geweest die uiteindelijk doordeTienho- venaren was verjaagd omdat hij een slecht leven leed en door iedereen werd gehaat. Wie op zulk een wijze wordt verzocht de gemeentegrenzen achter zich te laten moet het toch wel bont hebben gemaakt en het is daarom niet ondenkbaar dat men in De Meern uiteindelijk niet zo ongelukkig is geweest met het bezoek en advies van de commissie. |
|||||||||||||||||||||||||||||
De brief die ds. Costerus in 1646 aan het kapittel van Oud Munster schreef.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ken had verboden. Nieuwsgierig gewor-
den voelde de commissie hem eens na- der aan de tand ten aanzien van zijn religieuze gevoelens en deze bleken toen eerder rooms dan hervormd. Arnoldus had ook een vrouw en acht kinderen. Hij liet weten haar voor getuigen te hebben getrouwd, maar niet voor de kerk en verklaarde dat laatste ook geenzins van plan te zijn. De eerst bekende 'hervormde' predikant in De Meern kan wellicht met enig recht als een kneusje op zijn vakgebied wor- den gezien, maar nu we er wat afstan- delijker tegenover staan zal moeten worden toegegeven dat voor f 50,- 'sjaars ook geen wonderen mochten worden verwacht. De commissie dacht er toch enigszins
anders over. Ze kreeg er lucht van dat Arnoldus in de omgeving ook bekend stond als een duivelbezweerder en iemand die de kunst verstond heksen |
|||||||||||||||||||||||||||||
aan en ruim vijfeneenhalf jaar later, in
maart 1593, was men het wachten zo moe dat de Staten werd verzocht nu eens orde op zaken te stellen. Het gevolg was dat er een commissie werd gevormd die zich op de hoogte zou stellen van de toestand in de verschillende dorps- gemeenten. Bezoek aan De Meern
In de tweede helft van dat jaar werd
ook De Meern bezocht. Men consta- teerde een 'arm en vervallen kapelleken' dat echter zodanig was opgeknapt dat hierin ook school kon worden gehou- den. De functie van schoolmeester-pre- dikant werd vervuld door Arnoldus Steenlant van Hulst die hiervoor 50 gulden per jaar ontving. Hij deelde de commissie mee slechts twee of drie diensten te hebben gedaan, waarna ondermaarschalk Novelt hem het predi- |
|||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||||||||
343
|
|||||||||||||||||||
een bezoek bracht aan De Meern
hoewel de gemeente toch tussen de 70 en 80 personen telde. 1. Johannes Costerus
|
|||||||||||||||||||
ven met de verwachting dat er een gun-
stig antwoord zou komen zodat snel met het reparatiewerk kon worden be- gonnen. Het mag duidelijk zijn dat de dominee
over het vermogen beschikte in klare taal uiteen te zetten waar de schoen wrong. Of het kapittel hierop ook actie heeft ondernomen is niet bekend. Wel zeker is dat Costerus zijn langste tijd in De Meern had gehad. In december 1647 vertrok hij namelijk voor de kamer van Zeeland van de Oost-Indische Compag- nie naar Oost-Indië. Tijdens de reis overleed hij na de derde maart 1648. Tijdens de periode dat De Meern z'n eerste dominee had werden er zeven paren in de echt verbonden en vond er tweemaal een doop plaats. 2.Abraham(us) van Roden-
burg 1647 - 1648 Ook de tweede dominee die in De
Meern stond kon geen blijvertje worden genoemd. Omdat er nog geen kerkeraad was werd de Utrechtenaar Abraham(us) van Rodenburg op 7 november 1647 door de classis beroepen, de 8ste geëxa- mineerd en de 24ste (volgens andere bronnen de 25ste) van die maand bevestigd. Al in augustus van het jaar daarop
vertrok hij naar Heeze en Leende (ten zuid-oosten van Eindhoven), werd in augustus 1651 te Zegveld beroepen, was in 1678 veldprediker, legde het ambt neer in 1694 en ging toen in Kamerik wonen waar hij op 16 mei (andere bronnen: 6 mei) 1702 overleed. 3. Petrus Ab Eykhout
1649 - 1653
Petrus Ab Eykhout (Eikhout) was een
Utrechtenaar. Als proponent werd hij in 1649 beroepen, geëxamineerd en beves- tigd op de 25ste juni. Hij stierfin mei of juni 1653. 4. Adrianus van Sijpesteijn
1653 - 1704
Na in acht jaar tijd doorgang te hebben
geboden aan drie dominees kreeg De Meern eind augustus 1653 een predi- |
|||||||||||||||||||
Combinatie met Vleuten
Wat er in de daarop volgende jaren met
de Meernse kapel is gebeurd is niet geheel duidelijk. Het kan zijn dat ze werd gesloten, maar omdat de commis- sie die De Meern had bezocht een combinatie met Vleuten voorstelde is het ook heel goed mogelijk dat de predikant van Vleuten zich bezighield met de zielzorg. Bekend is wel dat in juni 1626 de bevolking verzocht predikanten uit Harmeien en Vleuten bij toerbeurt zo nu en dan diensten te laten verzorgen. In oktober 1627 stonden gedeputeerde
staten toe dat — ter bevordering van de godsdienst — de kapel van De Meern wordt gecombineerd met de kerk van Vleuten. Een jaar later verzocht Vleuten vereniging met De Meern. Dat werd toegestaan en voortaan zou dominee Thomas Sloosius, die van 1620 tot 1670 in Vleuten stond, om de drie weken zondagsochtends preken. Daarmee verdiende hij f 60,- per jaar. Eén kerkdienst in de drie weken is niet veel. Zo dachten ook de gelovigen in De Meern er over en in 1643 werd hun verzoek ingewilligd om op alle zondag- ochtenden een dienst te laten houden. Dit zou gebeuren door proponenten (kandidaten-predikanten) die hun ker- kelijk examen nog moeten afleggen). Degene die daar evenwel wat bedenkin- gen tegen had was Ds. Sloosius, al moe- ten zijn motieven eerder in de materiële sfeer worden gezocht. Hij zag immers zijn extra verdiensten in gevaar komen en pas nadat de classis (onderafdeling van een provinciaal kerkbestuur) de toezegging deed dat hij zijn tractement zou mogen behouden bleken zijn be- zwaren al snel van overkomelijke aard te zijn. Helemaal tevreden met het reilen en
zeilen zoals dit Sloosius voor ogen stond waren de gemeenteleden naderhand nog niet, want een jaar later gaven zij opnieuw uiting aan enig ongenoegen. De inkomsten van de collectes die tijdens de diensten van de proponenten werden gehouden kwamen, tot veler tevredenheid, onder het beheer van Jan Gijsbertssen. Wanneer dominee Sloo- sius echter zijn predikaties hield ging deze er kennelijk van uit dat de afstand die de kerkbezoekers van hun pennin- gen deden volledig moest zijn en verdween hij na afloop met de op- brengst richting Vleuten zonder over de besteding hiervan naderhand ooit ver- antwoording af te leggen. Een andere klacht was dat de Vleutense predikant dikwijls niet eens in de drie, maar niet zelden eens in de zes weken |
|||||||||||||||||||
1645
|
1647
|
||||||||||||||||||
Vanaf 1645 staat De Meern als een af-
zonderlijke kerkelijke gemeente ver- meld. De grens tegen Vleuten werd gevormd door de Alendorperwetering en het gebied omvatte de heerlijkheden (een heerlijkheid is het gebied van een heer) Veldhuizen, Reierscop, Rosweide, Lichtenberg (vroeger Kerspel Harme- ien), Oudenrijn, Heicop, Papendorp en Galecop. De laatste drie hadden tevoren tot de Utrechtse parochies behoord. Een diaken (degene die met de zorg voor
de armen is belast) was al aanwezig, maar er moest nog een predikant worden beroepen. Omdat er nog geen volledige kerkeraad was werd het beroep door de classis uitgebracht. Gegadigde was de proponent Johannes Costerus Dan. Fil. (zoon van Daniël). Hij was een zoon van de Houtense predikant Daniël Costerus en Barbara Jans van de Burch. Nadat hij op 6 juni 1645 zijn examen had afgelegd werd hij op 24 juni bevestigd. In de ruim twee jaar dat Costerus predikant in De Meern was doopte hij tweemaal en bevestigde hij zeven huwelijken. Soms ging dat onder het motto: beter laat dan nooit. Zoals bij de weduwnaar Jan Leenaertsen uit Jut- phaas en Janneke Aerts uit Reierscop. Nadat hun voornemen om te trouwen driemaal in de kerk was afgeroepen (ais er drie huwelijkse geboden, proclama- ties, in een of andere kerk waren gedaan, kon men met een bewijs daar- van elders trouwen) werden zij in de echt verbonden. Haast hadden zij daar- bij niet getoond, want het bewijs dat de drie verplichte proclamaties waren gehouden dateerde van 25 juni 1639, maar toen zij voor dominee Costerus verschenen was het 28 april 1647. Vandaar dat de plechtigheid ook werd bijgewoond door hun kinderen, want de tussenliggende periode hadden ze geenszins afzonderlijk doorgebracht. De omstandigheden waaronder domi- nee Costerus moest preken waren niet al te best. Dat leidde er toe dat hij in 1646 naar het kapittel* van Oudmunster schreef. Hij liet weten dat de kapel erg vervallen was en een nieuwe preekstoel, een afscheiding van het koor, banken, een portaaltje bij de ingang om de kou te weren, vernieuwing van de oude versle- ten vloer, verbetering van het dak en een tafel ten behoeve van het H. Avond- maal nodig had. Hij eindigde zijn schrij- |
|||||||||||||||||||
* Een kapittel was een college van kanun-
niken of domheren, dat de bisschop bij- stond in zijn bestuur. Als stichters van kerken bezaten zij het zogenaamdepa- tronaats- of collatierecht. Dit is het benoemingsrecht van pastoors en pre- dikanten. De kapittels waren vrij rijk omdat zij landerijen e.d. bezaten. Bij een Grondwetswijziging in 1922 wer- den zij pas officieel afgeschaft. |
|||||||||||||||||||
344 oktober 1985
|
||||||||||
^--Jf^y^ -c.
|
||||||||||
De brief waarin dominee Van Sijpesteijn de ambachtsheren vraagt te bemiddelen in het geschil rond het kerkplein.
|
||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||
345
|
|||||||||||
kant die zich wel de tijd gunde de tuin
rond zijn pastorie enkele malen tot bloei te zien komen, Uiteindelijk bleek hij zelfs niet weg te branden, want bijna 51 jaar lang bezette Adrianus van Sijpe- steijn de preekstoel. Een record waar- van zonder meer kan worden gezegd dat dit niet meer zal worden gebroken. Adrianus werd als 26-jarige op 30 augustus 1653 bevestigd en overleed toen hij 77jaarwasop 20 augustus 1704 als Deputatus Classis (= een afgevaar- digde van de classis die o.a. kerkvisitatie deed). Hij was gehuwd met Cornelia van Dijck Verhoef en het echtpaar kreeg vijf dochters en drie zonen. Een van die zonen, Hendricus, werd eveneens domi- nee en stond van 1664 tot 1686 in Doorn, daarna in Thamen (Uithoorn) en werd eind juni 1709 bevestigd in Montfoort. Na de Montfoortse gemeen- te maar liefst 32 jaar lang te hebben gediend (de appel valt niet ver van de boom) ging hij op 16 maart 1741 met emeritaat. Hij overleed twee dagen later. Reparatie glaswerk
Op 26 juli 1669 schreven inwoners van
De Meern een brief aan het kapittel van Oudmunster waarin ze zich beklaagden over de slechte toestand van de kerk. Het glaswerk was zeer oud en niet overal meer aanwezig, maar omdat de gemeente zelf niet over de financiële middelen beschikte om een reparatie te laten uitvoeren vroeg men het kapittel om steun. Het verzoek werd gehono- reerd en de reparatie werd opgedragen aan de Meernse smid Bartholomeus Vermuel. Onenigheid
Helaas is het niet altijd pais en vree rond
de kerk geweest. Het tegen het school- huis aangebouwde toilet (dat toen nog een plee was, maar dat zeg je tegenwoordig niet meer) viel op een kwade dag ten prooi aan de vlammen. Het onontbeerlijke hokje werd door de kerk weer opgebouwd, maar dit kon kennelijk geen goedkeuring vinden in de ogen van een der omwonenden. Wel- licht was de plaats van wederopbouw een andere dan voorheen en te dicht bij de woningen van de bezwaarde. Of dit iemand van weinig woorden was is niet bekend, wèl dat hij het optrekje weer tot de grond toe afbrak. De geschiedschrij- ving vermeldt zelfs dat er met geweld is afgebroken. Wat mogen wij ons daarbij voorstellen?
Kreeg afbreker het tijdens zijn werk- zaamheden aan de stok met een inzittende? Met zekerheid weten doen |
|||||||||||
omdat de vader van Geertie het afkon-
digen van de geboden (het driemaal kenbaar maken van het huwelijksvoor- nemen) tegenhield. In de voor- en naoorlogse jaren (rond
1672) trouwden en doopten veel mensen uit Harmeien in De Meern, waarschijn- lijk omdat de kerk in Harmeien door de Fransen was verwoest. Om die reden trouwden op 27 februari 1676 ook de schoolmeester Reinier van der Doos en Marie Pieters van Dijck hier. Of het een echt blijde dag voor Reinier was valt enigszins te betwijfelen, want op 12 februari (één dag voor zijn ondertrouw) was hij namelijk door de kerkeraad geschorst ten aanzien van het voorlezen en zingen. Reden was het feit dat zijn bruid hoogzwanger was. Op 23 april werd het kind gedoopt. Het gevolg van veel huwelijken was dat de dominee ook regelmatig kon dopen. Hij deed dit bij 110 kinderen (53 jon- gens, 56 meisjes, eenmaal geslacht onbekend), waarvan 6 onechte. Na vrijwel 51 jaar in De Meern actief te zijn geweest overleed Adrianus van Sijpesteijn op 20 augustus 1704. Waar- schijnlijk had men niet meer gerekend op een plotseling verscheiden van deze taaie doorbijter, want het duurde nog geruime tijd (tot 12 juli 1705) voordat zijn opvolger werd bevestigd. Vleutense predikanten en
ouderlingen Daar er meermalen een Vleutense predi-
kant als consulent (= predikant die een vacante gemeente tot raadsman dient) in De Meern dienst heeft gedaan worden degenen die in de hierboven beschreven periode op de predikanten- lijst van Vleuten stonden hieronder vermeld. 1588-1589 : Gosuinus Picardus (ver-
trokken naar Wijk bij Duurstede) 1593 : Gerardus Stratenus 1612 : Florus Gerritse van Ens
(overleden 1617)
1617-1619 : Dirk Raphaëlsz. Camp- huysen (afgezet om zijn Re-
monstrantse gevoelens) 1620-1670 : Thomas G. Sloosius (over- leden te Purmerend eind 1672) 1671-1711 : Bartholdus van Hattem (overleden 1711) |
|||||||||||
wij het niet, maar logisch lijkt het ons in
zo'n geval wel. Bovendien zullen de ook van nature meer gemoedelijke geesten onder u begrijpen dat je naderhand toch niet meer zo lekker zit. Er ontstond dus een Geschil. Temeer daar de rancuneuze gevoelens van de buurman zich tevens richtten op enig hekwerk van de kerk dat hij óók met de grond gelijk maakte. Namens de kerke- raad wendde dominee Van Sijpesteijn zich daarom tot het kapittel met het ver- zoek te bemiddelen. De afloop van deze geschiedenis is helaas niet b)ekend. Interieur vernield
Het rampjaar 1672 (toen we oorlog
voerden met Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Munster en Keulen) ging zeker niet ongemerkt voorbij aan De Meern. Deze gemeenschap lag namelijk in de treklinie van de Franse soldaten en bekend is dat plundering toen tot de bron van inkomsten van een huursoldaat behoorde. Ook de kerk kwam er niet ongeschonden van af. Vandaar dat Adrianus van Sijpesteijn naderhand het kapittel om steun verzocht. De vijandelijke militie had het interieur van de kerk en het schoolhuis volledig vernield, zo schreef hij. Kerk- diensten houden en het schoolhuis bewonen was dientengevolge niet meer mogelijk. Een timmerman had een raming gemaakt van de kosten die het herstel zou vergen, maar helaas had men geen andere inkomsten dan de armenpenningen uit de collectezak en deze waren juist bestemd voor het onderhoud van de schoolmeester en de armen. Er schoot dus niet veel over. In het verleden hadden de ingezetenen van De Meern wel gecollecteerd voor het onderhoud van de kerk in Vleuten, zo liet Van Sijpesteijn weten, maar van die kant hoorden ze nu ook helemaal niets meer. Huwelijken en dopen
Tijdens zijn ambtsperiode schreef domi-
nee Van Sijpesteijn 116 huwelijken in. Ook de oud-burgemeester van Utrecht, Nicolaas Hamel, werd in de registers vermeld nadat hij zich op 29 mei 1660 in de echt had laten verbinden met Helena Rucen. Een plezierige dag voor vele partijen, want de collecte voor de armen leverde het zeker niet onaanzienlijke bedrag van vijfenvijftig gulden en zeven stuivers op. Niet alles verliep even soepel wanneer
twee gelieven meenden elkaar te hebben gevonden. Zo ging het huwelijk tussen de Meernse Geertie Jans en Hendrick Gijsbertse uit Culemborg niet door |
|||||||||||
D
|
|||||||||||
346
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een pensioen in 1838
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vleuten op den huize den Ham, -
willende vergelden de diensten door Marcelis Kok aan onzen vader, den WelEdelGestrengen Heer Joseph Ley- del in deszelfs verzorging bewezen, - verklaren hierbij aan denzelven toe te kennen, en ons te verbinden aan hem zijn leven lang gedurende uit te keeren, eene somma van vier gulden per week, welke gerekend zal worden aanvang genomen te hebben met den eersten de- zer maand. - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"Wijondergeteekenden, VrouweEver-
dina Josepha Leydel, echtgenoot van en ten dezen geadsisteerd en geautoriseerd door den mede ondergeteekenden, den WelEdelGestrengen Heer Cornelis van Dam, grondeigenaar, wonende binnen Utrecht aan de Kromme Nieuwe Gracht, - en vrouwe Jacoba Maria Ley- del, echtgenoot van en ten dezen gead- sisteerd en geautoriseerd door den me- de ondergeteekenden, den WelEdelGe- boren Heer Hymen Bart van Zijll van den Ham, grondeigenaar, wonende te |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door
Dr D. W. Gravendeel |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geteekend te Utrecht, den tienden
November 1800 acht en dertig E. J. van Dam geboren Leydel
C. van Dam J. M. van Zijll van den Ham gebo-
ren Leydel van Zijll van den Ham" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 s- ' > * ' ■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f' ■, 11 ->''
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
' ,- l' '' ' • '*
> ^, • ) y ' •■ / . >• '
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, f-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Parochie-archief
Deze akte kwam te voorschijn in het
archief van de Willibrordparochie te Vleuten, zonder dat mij enig verband met dat archief duidelijk werd. Wat was de rol van Marcelis Kok temidden van dat illustere gezelschap van WelEdel- Gestrenge en WelEdelGeboren Heren en Vrouwen? Op 20 Juni 1820 kocht Joseph Leydel,
Heer van Veldhuizen, Oudenrijn en Heicop, het huis den Ham van Paulus Marinus van Bijlevelt. Joseph was toen 60 jaar oud en had een carrière achter de rug als luitenant-kolonel en Commissa- ris van Oorlog in Indië. Zijn wieg stond in Pruissen, waar hij op 19 September 1760 te Erlingen werd geboren als zoon van Joseph Leydel en Maria Kaiser. Hij was gehuwd met Everdina van Hall, die ca 1771 te Dieren was geboren. Het echtpaar had zich gevestigd op huize Welgelegen te Oudenrijn. Ik weet niet hoeveel kinderen zij hadden, maar er waren in ieder geval twee dochters, waarvan Jacoba Maria ca 1806 te Batavia was geboren; de andere heette Everdina Josepha. Jacoba Maria trouwde al jong (18 jaar!), op 10 Februari 1824 te Ouden- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r' V<
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,• y, , I ^ y, (. ' ' ' ^"
tv. , -• "^^ 4 ^. e, '<•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
y f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r' r ^ r e / « '
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, I ft. f H' ' '
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/; ,)<•('. '
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n f-
|
/
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, v>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De acte van pensioen-verlening.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
347
|
|||||||||||||
Gezicht op het huis Welgelegen, nu Leidseweg 132.
Foto E. A. van Blitz en Zn. ca 1925. Gemeente-archief Utrecht neg. nr. C 9.984.
|
||||||||||||||
rijn, met Hijman Bart van Zijll, die ca
1791 te Haastrecht was geboren als zoon van Egbert van Zijll en Maria van der Storm. Papa had voor een woning gezorgd en het paar nam zijn intrek op het huis den Ham. Everdina van Hall stierf op 14 Maart
1837 te Oudenrijn; haar overlijden werd aangegeven door de kasteleins Gerrit van Peer en Ferdinand Arnink. Het be- roep van de aangevers zal wel verband houden met de nabijheid van den Hom- mel. Joseph Leydel volgde haar op 22
Augustus 1838; hij stierf eveneens op Welgelegen. De aangevers van zijn overlijden waren de grondeigenaar Ber- nardus Jacobus Trompert en, weder- om, de kastelein Ferdinand Arnink. Toen de boedel geredderd was, beseften de dochters kennelijk dat zij toch iets moesten doen voor de man die hun oude vader (hij was 78 jaar geworden!) zijn laatste, eenzame jaar had doorgehol- pen. Zij beloonden hem met een weekgeld van f 4,- en dat "zijn leven lang gedurende". We moeten daar niet min over denken; het betekende een jaarin- komen van f 208,- en dat was meer dan een half pastoorstractement in die tijd. |
||||||||||||||
Marcelis Kok
Wie was nu Marcelis Kok?
Hij werd op 21 September 1799 geboren op de buitenplaats Heemsmade, als zoon van Bernardus Kok en Gijsje Wessels, en op diezelfde datum in de ka- tholieke kerk op 't Hoog gedoopt door pastoor Adolf Teilegen. Bernardus was waarschijnlijk boeren- knecht op Heemsmade en ook Marcelis staat in de boeken vermeld als "arbei- der" of "werkman". Hij was dus ca 38 jaar toen hij zijn verzorgende taak ver- vulde. Het bevolkingsregister wordt in Vleu-
ten bijgehouden sinds 1850. Tussen dat jaar en 1865 woonde hij, ongehuwd, op het adres Wijk A no. 176(tegenwoordig Schoolstraat 15), samen met zijn moeder Gijsberta Wessels, die weduwe was. Waar en wanneer zijn vader overleed heb ik niet kunnen vinden. Zijn moeder overleed op 8 Mei 1852 op 90-jarige leeftijd te Vleuten. Zij was ge- boortig van Maarsseveen, een dochter van Thomas Wessels en Maria van Rossum. Vermoedelijk is Marcelis ook omstreeks die tijd verhuisd naar Wijk A no. 93 (tegenwoordig Dorpsstraat 32). |
||||||||||||||
Er staat aangetekend dat hij op 8 Mei
1883 vertrok naar Utrecht, maar daar heb ik hem niet terug kunnen vinden. Intussen waren Jacoba Maria Leydel en haar man Hijman Bart van Zijl al lang overleden, de eerste op 5 Augustus 1857 te Velp en de laatste op 18 Juni 1864 te 's-Gravenhage. Aannemende dat de uitbetaling van het
weekgeld gewoon door is gegaan, dan moet Marcelis daar minstens 45 jaar lang profijt van hebben gehad; hij incas- seerde dan in totaal f 9.360,-. |
||||||||||||||
m
|
||||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
348
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onze speciale uitgave 1-1985
Bekend als het „Willibrordboek" en
ook geschreven als directe aanleiding het 100-jarig bestaan van de Willibrord- kerk in Vleuten, reikt toch de behandel- de kerkgeschiedenis veel verder terug dan die laatste honderd jaar. Te begin- nen bij de kerstening van deze streken rond 700 na Christus en vervolgens voorzichtig veronderstellende dat om- streeks het jaar 1000 toch wel een eerste kerkgebouw te Vleuten zou kunnen zijn opgetrokken, belanden de schrijvers bij de oude kerk in Vleuten waarvan toch wel dingen worden gezegd die niet eer- der bekend waren. Aan de hand van waarnemingen, berekeningen en rede- nering worden in dertien bladzijden plattegronden en silhouetten geschetst van de mogelijke toestand vóór 1200, vóór 1300, vóór 1500 en in 1600. Wist U bv. dat er in de huidige hervorm- de kerk in Vleuten, in de vloer van het liturgisch centrum, nog twee prachtige grafstenen te zien zijn? Eén stamt er uit 1507 en was van Adam van derHaer, de andere is laat 16de eeuws en behoorde aan de gezusters Philippota en Mechteld Utenham. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onze uitgaven
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uit 1507 daterende grafzerk van Adam van
der Haer in de Hervormde kerk te Vleuten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overigens hebben de katholieken na de
reformatie nog ruim twee eeuwen lang hun doden begraven in en rond de her- vormde (gereformeerde) kerk, tot zij in 1828 hun eigen begraafplaats kregen op 't Hoog waar sinds 1714 hun „schuil- kerk" stond. De geschiedenis van dat laatste, sinds de eeuwwisseling geheel verdwenen, godsdienstig centrum, be- slaat in het boek twintig pagina's die het lezen ten volle waard zijn. De statie op 't Hoog verzorgde immers in het verleden het gebied van Vleuten, Harmeien, Spengen, Kockengen en De Meern. Menigeen zal ook niet weten dat het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^u.' Historische Vereniging
Vleuten [ie Meern Hatirzuih'ra
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lions Club
Vleuten ■ De Meern
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kalender 1986
Het bestuur van onze vereniging besloot
ook dit jaar, in samenwerking met de Lions Club, een historische kalender uit te geven. De opbrengst zal, zoals vorig jaar reeds werd bekend gemaakt, in het bijzonder worden besteed voor opbouw en inrichting van ons streekmuseum. Uit onze reeds vrij omvangrijke foto- verzameling van prenten in het Rijksar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
chief te Utrecht kozen wij een zestal,
voornamelijk landschappelijke voor- stellingen uit de laatste helft van de 18de en het begin van de 19de eeuw. Het ditmaal gebruikte papier doet de prenten nog beter uitkomen terwijl het kalendarium wat traditioneler is. De prijs bedraagt f 9,50 exclusief ver- zendkosten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
||||||||||||||||||||||
349
|
||||||||||||||||||||||
de aanleg van het Amsterdam - Rijnka-
naal geleid tot belangrijke aanpassings- werken en ingrijpende veranderingen. Het spreekt vanzelf dat deze activiteiten hun stempel hebben gedrukt op de to- pografie van de streek. De bewoners er- van moesten voortdurend maatregelen nemen om hun hoofd letterlijk en fi- guurlijk boven water te houden. De voornaamste gebeurtenissen van water- staatkundige aard in het gebied, dat — behoudens de oostelijke en de zuidelijke begrenzingen — ongeveer overeenkomt met dat van het huidige waterschap |
||||||||||||||||||||||
Op 7 December aanstaande zal het zes
eeuwen geleden zijn dat de toenmalige landsheer van Utrecht, bisschop Floris van Wevelickhoven, bij open brief ver- gunning gaf aan „onsen goeden luden {= personen die in het bezit waren van grond en/of bepaalde rechten) van der Ecciesien (= kerken), Cloosteren, Rid- deren ende Knapen van der stat Utregt, ende van den lande (= de provincie Utrecht) die gheërvet zijn tot (= te) Jut- faes beneden den Rijn (= de Vaartse Rijn, dus het Nedereind van Jutphaas), in Galencoop, in Heyencoop, op Raven, in de Rosweyde, ende tot Papendorp" een uitwatering te graven langs Kocken- gen naar de Vecht bij Breukelen. Deze watergang ging later de Heycop heten. Ruim een kwart eeuw later, namelijk op 1 October 1413, verkregen de ,,goede luyden, die gelant sin op Reynerscoop ende op Bylevelt, tusschen den Meeren- dyck ende Haenwyker kae (= de latere Hollandse kade)" bij handvest van Wil- lem van Beieren, graaf van Holland, het recht een uitwatering te maken vanuit de Oude Rijn bij Harmeien naar het IJ. Deze watergang zou eveneens langs Kockengen lopen, maar van daaraf noordwaarts door de Ronde Venen naar de Amstel worden aangelegd. De nieuwe waterlossing zou de naam Bijle- veld krijgen. |
||||||||||||||||||||||
Grafzerk van de gezusters Philippota en
Mechteld Utenham in de Hervormde kerk te Vleuten. Laat 16de eeuws. rond 1800 maar een haar heeft ge-
scheeld of de katholieken zouden tij- dens het pastoraat van pastoor Tellegen (1795 - 1818) weer in het bezit zijn geko- men van „hun eigen" oude kerkgebouw in het dorp. De laatste hoofdstukken gaan over de
huidige Willibrordkerk. Daar is veel fotomateriaal van en dat wordt vanzelf- sprekend kwistig gebruikt om de ge- schiedenis van de laatste honderd jaar te illustreren. Het boek (72 pagina's) is nog verkrijg-
baar. De prijs bedraagf f 15,— exclusief ver-
zendkosten. Onze speciale uitgave il-1985
Ir J. A. Storm van Leeuwen schreef
„Van Oude Rijn tot Leidse Rijn", een boek van ca 76 pagina's dat gezamenlijk
met het waterschap Leidse Rijn door ons wordt uitgegeven. De schrijver was destijds nauw betrokken bij de ruilver- kavelingswerkzaamheden en hij weet dus waar hij over spreekt. |
||||||||||||||||||||||
Bord vervaardigd ter gelegenheid van de
ophefflng van het waterschap Heycop 1-1- 1980. Leidse Rijn, zijn door Storm van
Leeuwen te boek gesteld. De tekst is toe- gelicht met een groot aantal kaarten, prenten en foto's. Om de ontwikkelin- gen gedurende de vele eeuwen overzich- telijker te maken is de stof verdeeld in vier hoofdstukken, die elk weer zijn on- derverdeeld in paragrafen (dertig in to- taal). De technische aspecten zijn be- perkt tot die, welke niet gemist konden worden om de samenhang van de feiten te kunnen begrijpen. De prijs bedraagt f 20,-- exclusief ver- zendkosten. |
||||||||||||||||||||||
Watermolen in de polder Vleuterweide, 1954.
Deze voor die tijd grote waterstaatkun-
dige werken hadden at een lange voor- geschiedenis en zouden tot aan de tegen- woordige tijd worden gevolgd door een |
||||||||||||||||||||||
reeks van andere werken. Ook andere
waterschappen moesten om verschillen- de redenen vaak wijzigingen aanbren- gen in hun afwateringssystemen. Aan |
Bestellingen van de bovengenoemde
uitgaven kunnen worden opgegeven bij ons contactadres: Mevr. P. J. de Rooij- Goes, 't Zand 1, 3451 GP Vleuten, tel. |
|||||||||||||||||||||
De „oorsprong" van de Oude Rijn bij park
Voorn, gezien vanaf de Rijksstraatweg. |
||||||||||||||||||||||
het slot van deze ontwikkelingen heeft 03407 - 1483.
|
||||||||||||||||||||||
■"■ '■^■^'^■i-!'- '
|
||||||||||||||||||||||
350
|
|||||||||||||||||||||||||||||
oktober 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Wie raadt
|
Agenda
Elke Maandag vanaf 19.00 uur werk-
avond (o.a. schoonmaken en restau- ratie van voorwerpen) in de boerderij Thematerweg 17 te Vleuten. |
||||||||||||||||||||||||||||
Op Dinsdag 30 April j.1. waren wij op
Koninginnedag in Vleuten met een voor- werp dat door niemand kon worden thuisgebracht. Sommigen kwamen in de buurt door te veronderstellen dat het bij het wecken gebruikt zou zijn, maar de meesten waren het spoor bijster, getuige de van wilde fantasie sprekende oplos- singen; hulpstuk bij 't maken van rieten zittingen, mollenklem, een apparaat, telefoondraadspanner, onderdeel van een potkacheltje. Het voorwerp was echter een ,,pandek-
selklem". Met enige goede wil kan het worden beschouwd als de voorloper van de pressure cooker, hoewel het deksel wel èrg goed op de pan moest sluiten om tot enige drukontwikkeling in de pan te komen. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Dinsdag 15 October
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten.
Algemene contactavond. Iedereen met vragen, plannen of ideeën is wel- kom. Dinsdag 22 October
20.00 uur, café-restaurant De Tol,
Hindersteinlaan 38 Vleuten. Onze voorzitter Dr D. W. Graven- deel laat U aan de hand van dia's zien waar een historische vereniging zich zoal voor interesseert. Op onze leden wordt gerekend, andere belangstel- lenden zijn eveneens van harte wel- kom. Zaterdag 2© October en Zondag 27 Oc-
tober 13.00 - 16.00 uur, boerderij Thema-
terweg 17 Vleuten. Ons museum is op deze twee dagen voor alle belangstellenden geopend tijdens de genoemde uren. Degenen die tot nu toe niet in de gelegenheid waren, moeten nu echt niet verzui- men een kijkje te komen nemen want het is beslist de moeite waard. Dinsdag 12 November
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten.
Algemene contactavond. Iedereen met vragen, plannen of ideeën is wel- kom. Bovendien is het er ook altijd erg gezellig. Presentatie special „Van Oude Rijn tot
Leidse Rijn". Dit boek zal waarschijnlijk in de laat-
ste week van November verschijnen. De juiste datum kan nog niet worden opgegeven omdat er over de wijze van presentatie nog moet worden overlegd. Let dus op de aankondi- ging in de media! |
|||||||||||||||||||||||||||||
wat
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Op Vrijdag 30 Augustus j.1. toonden wij
op de markt in De Meern een „pezen- trekker"; dat is een hulpmiddel om bij werkzaamheden aan de carrosserie sier- strips (pezen) aan te brengen. De prijs hiervoor werd gewonnen door R. Fokker, Prins Hendrikweg 13, 3451 CK Vleuten. Er werd ook gedacht aan een gasaansteker, soldeerapparaat, draad- spanner, flesopener, handvat van een compressor, rietbastafstroper, tand- artsinstrument (!). |
|||||||||||||||||||||||||||||
Op Zaterdag 24 Augustus j.1. stonden
wij met onze kraam op de braderie in Vleuten met een „oplegijzer voor buitenbanden". Van de goede raders komt, na loting, in aanmerking voor de prijs: W. Polak, F. Koolhovenstraat 32, 3555 VJ Utrecht. Ook hier kende de fantasie geen grenzen: bandenlichter, hoefijzerverwijderaar, tang om hete pijpen uit het vuur te halen, waterpomp- tang, hakkensloper, trommelspanner, flessenopener, tang om koppelingen los te draaien, kuipersgereedschap. |
|||||||||||||||||||||||||||||
De prijswinnaars krijgen de door de
Historische Vereniging en de Lions Club gezamenlijk uitgegeven kalender 1986. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Voor het plaatsen van dakkapellen, dakramen, keukens, badkamers en wanden van glazen
bouwstenen, stijldeuren, aluminium en houten kozijnen. Tevens plaatsen wij tegen inbraak beveiligd hang- en sluitwerk. Kunststof ramen en deuren op maat en in verschillende kleuren. Wilt u meer weten, bel dan.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Êifm^^n
|
|||||||||||||||||||||||||||||
7M
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AANNEMERSBEDRIJF
3454 VK DE MEERN |
|||||||||||||||||||||||||||||
Woerdlaan 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Telefoon 03406 - 13 15
|
|||||||||||||||||||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||||||||||||||||||
351
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Omcieel orgaan van de Historische Vereni-
ging Vlcuien-De Meeni-Haarziiilen'.. 5* jaargang nr. 4 december 19*5 O 1985 Verschijirt 4x per jau- IngcM-hreven in bei verenigingsregjster van
de K,v.iC, Utrecht e,o. ösder m, V. 479^360 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Van het bestuur
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Dagelijks bestuur:
Dr D. W Gravendeel, voorzitter 't Zand 35, 345! GP Vleuten tel. 034()f<-61793 W, H Denckjunp, sekretaris
Utcnhamstraat 5. 3451 BR Vleuten tel 034fl7 . 1948 P. C>. cie Rooij. penningmeester
'«Zand I. 3451 GP Vleuten t«l, 0M>7- 14X3 A. .1. van Zoercn, vicc-vo<ir7itter
Stdltonsstraat 34 3451 BZ Vleuten tel, Ü3407- 1263 tJ. f' J. van Lsscn, coord. werkgroepen
Mauntslaan 17, 3454 XP De Mcern tel 034üf) - 62992 Erelid;
Mevr, f*rof. Dr C. Isings, Soest
Bedaktie-sekretariaat:
Monique van Lssen, Hindersteinlaan 1
3451 LV Vleuten, tel. 03407 - 3611 LcdpRadmini^tratte/ittfurmatie:
Opgeven, van nieuwe leden, mutaties en
(oa)b^tBUJngen btj Mvt. P .T de Hüoij-OoEs. 't Zand ! 3451 (iP Vleuten, tel, n.M07 - 1483 Kontrihutie:
De laaihik'ie kontnbutjfe ibedJHiagl voot
1985 minimaal f 25.-: postabonnement f 35.— per jaar Donateurs^
Minimaal f 12,50 jpwjaiar..
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Zo af en toe, en naar we zullen hopen in
de toekomst meer af dan toe, lopen je toch nog wel eens de kriebels over de historische rug. Ironisch, sarcastisch, badinerend of gewoon gekscherend be- doeld, het komt toch wel aan, zo'n op- merking overeen mogelijke afbraak van de Broederschapshuisjes in Vleuten, ten behoeve van het verkeer. Hoe je 't ook bekijkt, het betekent dat we op onze hoede moeten blijven voor de zogenaamde lineaal-denkers, de lieden die, achter een bureau gezeten, een rechte streep trekken waar een weg moet komen en dan vervolgens alles weggummen wat die streep belemmert. De ware planoloog sloopt zo min mo- gelijk, maar past zorgvuldig bestaande objecten in in nieuwe plannen. Hier- door hoeft men ook minder bevreesd te zijn voor het teloorgaan van de leef- baarheid en men zal ook geen moeite hebben een wijk "een hart" te bezorgen. Onze vereniging beleefde zaterdag 30
november j.1. een feestdag. Voor 't front van een grote schare genodigden had ik de eer het eerste exemplaar van het boek "Van Oude Rijn tot Leidse Rijn" te mogen aanbieden aan onze burgemees- ter. Zoals u weet, werd het boek geschreven door Ir. J. A. Storm van Leeuwen en het verscheen als nummer II in onze serie van speciale uitgaven. Wij hebben daarmee een traditie bevestigd, die bij nummer I nog slechts in de bedoeling kon liggen. |
In aansluiting aan bovengenoemde pre-
sentatie was 's middags ons museum voor alle belangstellenden geopend. Ondanks het slechte weer was de be- langstelling enorm, wat toch wel een be- wijs is dat zo'n ontmoetingsplaats er moet zijn. Wij zijn daarom van plan het museum voortaan elke laatste zaterdag en zondag van de maand open te stellen, 's middags van 13 tot 16 uur. Let ook op onze agenda en op de doorloopagenda's in de media. Daartoe is het wel nodig dat het
museum op die dagen "bemand" is. Om niet steeds weer een beroep te moeten doen op altijd maar weer dezelfde per- sonen — die zich overigens geen mo- ment beklagen — roep ik u op u voor deze taak beschikbaar te stellen. U treft in dit nummer van ons blad een
acceptgirokaart aan, waarmee u uw contributie voor 1986 kunt voldoen; ik beveel deze warm aan in uw aandacht. Ik wil graag alle medewerkers, leden,
belangstellenden, onze adverteerders, kortom allen die ons een goed hart toe- dragen, danken voor hun steun in het afgelopen jaar en ik besluit met u en onze vereniging alle goeds toe te wen- sen voor 1986. |
||||||||||||||||||||||||||||
D. W. Gravendeel
voorzitter |
|||||||||||||||||||||||||||||
''' I |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
De vetcniging heeft rekcsiit^n bij de vol-
gende instcltmgen ABN - De Mecrn 55.66 33.040 RABO - Vleuten .36 75.1~,';74 POSruiRO 2,689.200 |
|||||||||||||||||||||||||||||
In dit nummer
|
|||||||||||||||||||||||||||||
pag.
351 352 356 362 362 365 376 376 |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Van het bestuur
Van Oude Rijn tot Leidse Rijn
Een dorpsbewoner vertelt.....
Een dorp verandert.....
Het centrum van Vleuten in de zomer van 1967
Het grondbezit van de Heren van Voorn Wie wat bewaart die geeft wat Agenda |
|||||||||||||||||||||||||||||
- Gehele ol gcdeelteiijktt overname van ar-
tikelen uit dit verenigingsorgaan is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de redaktie. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Ulu.stratie voorpagina;
Eiland met twee torentjes, 17de eeuw,
overblijfsels van de voortnaügc riddcr- hofsiad Voorn. Foto F. C. J. van Baaien, 1975 |
|||||||||||||||||||||||||||||
LOSSE NUMMERS f 7^0
|
|||||||||||||||||||||||||||||
352
|
||||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||||
Van Oude Rijn tot Leidse Rijn
|
||||||||||||||
door
Ir. J. A. Storm van Leeuwen |
||||||||||||||
Velen onder U zullen weten, dat bij de
uitvoering van waterschapswerken meestal geen rekening kan worden ge- houden met gemeentelijke grenzen. Dat was — hoewel in iets mindere mate — ook in het verleden het geval. Werken van meer dan plaatselijke betekenis, zo- als de aanleg van hoofdwaterkeringen en uitwateringsvlieten of de bouw van gemeenschappelijke sluizen en molens, strekten zich toen al uit over verschil- lende gerechten. Gerechten waren de voorlopers van de tegenwoordige ge- meenten en waterschappen. Het gebied, dat in de speciale uitgave
van de historische vereniging*) wordt besproken, bezit eveneens zo'n water- staatkundige samenhang. Het is daar- om veel omvangrijker dan het werkge- bied van deze vereniging. De begrenzing is globaal als volgt bepaald. In het oosten beginnen wij bij Breukelen en gaan zuidwaarts langs de Vecht, de westelijke stadsbuitengracht, de Vaart- se Rijn en de Doorslag tot aan de Hol- landse IJssel; van dat punt af wordt deze rivier naar het westen gevolgd tot nabij Montfoort; de westelijke grens loopt vanaf de IJssel over Harmeien tot aan Kockengen; in het noorden is de grens gelegd langs de Grote Heycop en de Kleine Heycop tussen Kockengen en Breukelen. De bewoners van het grootste deel van
deze gronden hebben eeuwenlang grote afwateringsproblemen gekend. Zij voerden het overtollige water aanvan- kelijk door de Oude Rijn af naar het la- ger gelegen westen, maar door verschil- lende oorzaken kwam daar een eind aan. De Stichtenaren moesten andere wegen zoeken om hun hoofd letterlijk en figuurlijk boven water te houden. Om deze reden is de geschiedenis van de waterstaatszorg aan weerszijden van de Leidse Rijn tussen Utrecht en Harmeien heel boeiend voor degenen, die zich daarin verdiepen. In de Algemene Inleiding van het boek
heb ik erop gewezen, dat veel feiten reeds door anderen zijn verzameld en |
beschreven. Die gegevens zijn zoveel
mogelijk aangevuld en daarna samenge- bracht in deze kroniek. Daarbij is een geografische verdeling van het gebied gemaakt langs de Leidse Rijn. Dat is niet alleen gedaan ter wille van de over- zichtelijkheid, maar vooral omdat de waterstaatkundige ontwikkelingen be- noorden en bezuiden de Leidse Rijn ieder een eigen richting hebben gevolgd. De Harmelerwaard moet daarbij tot de zuidelijke groep worden gerekend. Pas in de jaren vijftig van deze eeuw is dat onderscheid tussen noord en zuid ver- vallen. Het is niet mijn bedoeling hier een sa-
menvatting te geven van de kroniek. Ik zal alleen enkele hoofdpunten ervan aangeven aan de hand van vier in het oog vallende feiten. Middeleeuwse ontginningen
Het uitgangspunt van mijn verhaal is de
periode van de middeleeuwse ontgin- ningen. De hoger gelegen rivierklei- gronden, zoals in Vleuten, waren het eerst bewoond en in cultuur gebracht, maar deze nemen in ons gebied maar een kleine oppervlakte in. Het is vooral de openlegging geweest van het Utrechts-Hollandse veengebied — men sprak destijds van de ,,wildernis" — die de grondslag heeft gelegd voor de latere waterstaatkundige ontwikkelingen. Dat wordt weleens over het hoofd gezien. De ontginners waren namelijk al dadelijk verplicht het teveel aan water op een doelmatige manier af te voeren,wilden zij de grond voorde land- bouw kunnen gebruiken. En zij hebben dat met veel inzicht en voortreffelijk gedaan door het graven van vlieten, weteringen en kavelsloten. De topogra- fie van het polderland is toen al bepaald, zoals de opvallende rechtlijnigheid en de ligging van evenwijdig lopende wegen, kaden, waterlopen en kavels. Zelfs de polderwetering, waar later een deel van de Heycop en ook de Leidse Rijn zouden komen, is uit die tijd af- komstig Dat zullen veel mensen hier niet zomaar willen aannemen, maar als U het boek leest zult U er misschien anders over denken. Er komen trou- |
|||||||||||||
wens wel meer meningen in voor die af-
wijken van de gangbare. Soms heb ik daar zelf een vraagteken bij geplaatst. Uitwatering Stichtse landen
Het tweede hoofdpunt van deze geschie-
denis wordt gevormd door de vroegere uitwatering van de Stichtse landen door de Oude Rijn op Holland. Ik heb daar zopas al even op gedoeld. Het Sticht van Utrecht strekte zich in de twaalfde eeuw uit tot aan het tegenwoordige Zwam- merdam. Daar lag toen de staatkundi- ge grens. Op die cruciale plaats brach- ten de Hollanders omstreeks 1160 een dam in de Oude Rijn aan omdat zij grote wateroverlast ondervonden van het sneller toestromende water uit de Utrechtse veenontginningen. Dit euvel werd versterkt door de verzanding en uiteindelijke verstopping van de mon- ding van de Oude Rijn bij Katwijk. Toen de dam was gelegd, was om zo te zeggen niet Leiden meer in last, maar Utrecht. Deze afsluiting, de bekende Swadenburgerdam, werd in 1165 op last van het toenmalige hoogste gezag in dit deel van de Nederlanden, de Duitse keizer Barbarossa, weer geopend, maar de oude situatie is nadien nooit meer volledig hersteld. Dat blijkt uit het ver- volg van mijn verhaal. In 1220 en 1226 sloot de bisschop van Utrecht — die toen ook de wereldlijke macht over het bisdom bezat — met de graaf van Holland een overeenkomst, die van doorslaggevende betekenis is ge- weest voor de waterschapsgeschiedenis van deze streek. Naar alle waarschijn- lijkheid werd toen al beslist welke Utrechtse gronden op Holland mochten blijven afwateren en welke niet. Ik denk dat ook de aanleg van de Meerndijk in verband moet worden gebracht met deze overeenkomst. Afdamming Hollanse IJssel
De derde belangrijke gebeurtenis vond
plaats omstreeks 1285. Toen werd de bovenmond van de Hollandse IJssel af- gedamd. Ook daarmee waren Holland- se belangen gemoeid. Het is daarom niet verwonderlijk, dat graaf Floris de Vijfde zich voor de totstandkoming van |
||||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||||
353
|
|||||||||||||||
^^mi'mHi.^.t^^yu^^i^ ^
|
|||||||||||||||
strooms van de kerk. Deze toestand
bleef lang bestendigd, ook toen de door de Heycop uitwaterende polders geza- menlijk werden bemalen. De Heycop fungeerde daarna als boezemwater. Landen bewesten de Meerndijk
Nog geen dertig jaren later, namelijk in
1413, kregen de eigenaren van de westelijk van de Meerndijk gelegen gronden tegen betaling van een som gelds aan de graaf van Holland het recht een uitwatering te maken en te houden op de Amstel. Vanaf Harmeien volgden zij de benedenloop van de Vleutense Oude Rijn tot aan de dam bij De Wel (dus stroomopwaarts) en groeven van- daar af een waterlossing, die langs Kockengen en door de Ronde Venen naar de Amstel benoorden Uithoorn liep. Het gedeelte in de Ronde Venen werd omstreeks 1677 vervangen door de tegenwoordige Geer en de Heinooms- vaart tot aan de Kromme Mijdrecht. De gehele waterlossing tussen Harmeien en de Amstel kreeg de naam Bijleveld. Omdat de Harmelerwaard niet meer als
vanouds op de Oude Rijn kon afwateren moesten de grondgebruikers daarvan eveneens gebruik gaan maken van de Bijleveld. Met uitzondering van de Har- melerwaard gingen ook de Bijleveldse polders over tot een gemeenschappelij- ke bemaling. De aanleg van de Heycop en die van de
Bijleveld zijn voor die tijd geen geringe prestaties geweest. Zoals ik al zei, waren zij nodig om het teveel aan water in het gebied ten zuiden van de latere Leidse Rijn af te voeren naar de Vecht en de Amstel. De benoorden de Leidse Rijn gelegen gronden hebben ook wel moei- lijkheden met hun afwateringen gekend, maar niet zulke grote als de vorige groep. Het kan bijna niet anders zijn dan dat de
Vleutense landen kort na de overeen- komst van 1220/1226 hun overtollige water op de Vecht gingen lozen door de Proostwetering. Deze wetering voerde ook het wateroverschot van de Hooge Weide af. De gronden in Haarzuilens maakten gebruik van de Haarrijn, ter- wijl de meer noordelijk en oostelijk ge- legen polders oorspronkelijk eigen uit- wateringsvlieten naar de Aa of naar de Vecht bezaten. Een deel van deze vlieten werd later vervangen door de Lange Vliet. Ook hier paste men op den duur bemaling toe. Alleen de hoge Vleutense landen zijn tot op heden op natuurlijke wijze blijven afwateren, echter niet meer door de Proostwetering. |
|||||||||||||||
Gezicht vanuit liet oosten op de brug over de Oude Rijn te Zwammerdam in mei 1968. De brug
werd een jaar later opgeheven. Hier liet de Hollandse graaf Floris III kort voor 1165 de Swaden- burgerdam in de Rijn leggen, waardoor het uit het oosten afstromende water werd tegengehou- den en niet Leiden, maar Utrecht in last kwam. De dam werd in 1165 op last van de Duitse kei- zer Barbarossa opengemaakt en later vervangen door een brug. De gebeurtenissen op deze plaats hebben voor de geschiedenis van de waterstaatkundige toestand in West-Utrecht verstrek- kende gevolgen gehad. Foto J. A. Storm van Leeuwen, Utrecht, 8 mei 1968. |
|||||||||||||||
dat werk sterk heeft beijverd. Door de-
ze afsluiting bij de Lek traden lagere ebstanden op in de IJssel en konden de meeste polders bezuiden de huidige Leidse Rijn en de Oude Rijn tot aan Gouda toe zuidwaarts op de IJssel gaan af wateren. Deze toestand heeft niet lang geduurd.
De IJssel begon dicht te slibben omdat er geen doorstroming meer in plaats had. De waterstanden waren niet laag genoeg om het polderwater — dat toen nog zonder bemaling moest worden geloosd op het buiten water—af te laten lopen. De grondgebruikers ten zuiden van de Leidse Rijn dienden naar andere mogelijkheden om te zien om het teveel aan water kwijt te raken. Naar de Oude Rijn terugkeren was niet mogelijk. De landen ten oosten van de Meerndijk konden volgens mij niet meer op Hollands gebied uitwateren vanwege de overeenkomst van 1220/1226, die overi- gens iets later van kracht kan zijn geworden. De landen ten westen van de Meerndijk tot aan Harmeien — waar aan het eind van de dertiende eeuw de grens tussen het Sticht en Holland was |
komen te liggen — hadden zich in 1363
uitgekocht van de uitwatering door het Land van Woerden en door Rijnland. Om deze redenen zijn de Heycop en de Bijleveld aangelegd. Landen beoosten de Meerndijk
De eigenaren van de landen beoosten de
Meerndijk kregen in 1385 toestemming van de bisschop van Utrecht om een waterlossing te graven naar de Vecht bij Breukelen. Zij maakten zoveel mogelijk gebruik van bestaande watergangen, zoals het gedeelte van de oude wetering ter plaatse van de tegenwoordige Leidse Rijn tussen De Meern en de Heldam. Het kanaal liep vanaf de Heldam in de richting van Den Ham en volgde daarna een kort stuk van de Oude Rijnarm, die oudtijds van Vleuten naar Harmeien had gestroomd. Bij De Wel lag toen vermoedelijk al een dam. Het water ging vervolgens in noordelijke richting naar Koeken gen. Iets voorbij dat dorp, bij de toen nog niet bestaande Joostendam, groef men de watergang weer oost- waarts naar Breukelen. Daar mondde de terecht zo genoemde Lange Vliet of de Heycop uit in de Vecht, beneden- |
||||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||
354
|
|||||||||||||
De vereenvoudigingen en verbeteringen
waren echter niet alleen van technische aard, er waren ook maatregelen van be- stuurlijke en administratieve aard no- dig. De begrenzingen en indelingen van de waterschappen moesten telkens worden aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. Deze regelingen mondden in 1980 uit in de oprichting van het waterschap Leidse Rijn. De be- grenzing van het gebied daarvan komt grotendeels overeen met die van de streek, welke in het boek is behandeld. Dat is niet toevallig. Verreweg de meeste van deze gronden hebben sinds de aanleg van de Heycop en de Bijleveld doorlopend met elkaar te maken gehad. Ik ben blij, dat het bestuur van de Leid- se Rijn daarin aanleiding heeft gevon- den mee te werken aan deze uitgave. U zult wel begrijpen, dat zoveel gebeur-
tenissen gedurende zo'n lange periode in het boek niet anders dan vrij opper- vlakkig konden worden beschreven. Ik heb mij soms moeten beperken tot al of niet technische feiten en jaartallen. Het verhaal is daardoor, ondanks het vochtige onderwerp, hier en daar wat droogachtig geworden, om in termen van de streek te spreken. Gelukkig konden dankzij het royale formaat en het grote aantal bladzijden van deze uitgave veel afbeeldingen en kaarten |
|||||||||||||
De Heldamsluis in de Leidse Rijn ten oosten van Harmelen vormde vroeger de scheiding tussen
het water van deHeycop(rechts van de schutsluis) en dat van de Bijleveld (op de voorgrond). Ge- heel vooraan de houten brug met stenen landhoofden. Links de brug in de Zandweg over de Heycop, waar deze laatste naar het noorden afbuigt. De sluis stond onder normale omstandig- heden open, omdat er na het opruimen van de Stadsdamsluis en het uitdiepen van de Leidse Rijn in 1951/1953 geen peilverschil meer bestond tussen beide boezemwateren. Deze foto werd vanuit het westen gemaakt, twee jaren voordat de sluis, de brug en de woning rechts werden afgebroken. Foto J. A. Storm van Leeuwen, Utrecht; mei 1958. Het Amsterdam-Rijnkanaal
De vierde mijlpaal langs onze weg door
de tijd en de ruimte wordt gevormd door de aanleg van het Amsterdam - Rijnkanaal in de jaren dertig van deze eeuw. Het graven van dit belangrijke vaarwater heeft sedert de totstandko- ming van de Heycop en de Bijleveld de meest ingrijpende gevolgen voor ons ge- bied gehad en uiteindelijk geleid tot de tegenwoordige waterstaatkundige toe- stand. De provincie Utrecht stelde plannen op,
die een verandering van de afwateringen van de Leidse Rijn, de Heycop en de Bij- leveld beoogden, terwijl in Vleuten - De Meern, Harmelen en Kockengen ruilverkavelingen tot uitvoering kwa- men, die ten dele samenhingen met die plannen. De Leidse Rijn werd in open verbinding gebracht met het Amster- |
|||||||||||||
Gezicht vanuit het oosten op de plaats te Harmelen, waar de Bijleveld (rechts voorlangs de bo-
men van de Joncheerelaan stromende) zich afsplitste van de Leidse Rijn (rechts op de voorgrond en links verdwijnend tussen de gebouwen). De foto is genomen toen de Bijleveld nog in open verbinding stond met de Leidse Rijn. Aan het eind van de jaren zestig is de bovenmond afgesloten met een houten damwand, waarin een afsluitbare opening is gemaakt voor het inlaten van water uit de Leidse Rijn. Oorspronkelijk maakte de Bijleveld deel uit van de Vleutense Oude Rijn; het water stroomde toen naar Harmelen toe, dus in de omgekeerde richting. Links het bewaard gebleven gedeelte van het Leidse Jaagpad achter de huizen van de Dorpsstraat. Op de achtergrond de Bavokerk. Prentbriefkaart collectie C. A. Siegert, Harmelen. |
|||||||||||||
dan-Rijnkanaal, waardoor de Heycop
en de Bijleveld tot aan Kockengen hun functies als afwaterings- en scheep- vaartkanalen verloren. Ook het gebied van de Vleutense wetering onderging grote veranderingen. Daar kwam een nieuw systeem voor de afwatering en de watervoorziening met een groot aantal peilregelende kunstwerken. |
|||||||||||||
355
|
|||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||
Gezicht vanuit het zuidoosten op de Kantonnaleweg tussen de Welbrug en de Kortjakse brug in Haarzuilens. Links de Bijleveld en rechts de
Heycop, die gezamenlijk, maar met verschillende peilen, in de richting van Kockengen stroomden. De Kortjakse brug lag over de Bijleveld en is tussen de populieren langs de weg nog net te zien. De Kantonnaleweg, indertijd een zandweg, liep in de vorige eeuw van Zuilen door Vleuten en over de Breudijk naar de straatweg bij de Kleinjanbrug (Harmeien). Foto Landinrichtingsdienst, Utrecht; juli 1958. |
|||||||||||||
nog op tijd te kunnen completeren. Alle
drie de waterschappen gingen tezamen met Kortrijk, Oudegein, Portengen en een klein gedeelte van het waterschap Kromme Rijn op 1 januari 1980 het nieuwe waterschap Leidse Rijn vormen. Zo kwamen er drie bijzondere afbeel- dingen in een bijzondere uitgave te staan. Ik dank iedereen, die mij met ge- gevens en illustraties heeft geholpen deze kroniek te schrijven. |
|||||||||||||
worden opgenomen. De eerstgenoemde
zijn gemaakt van prenten, foto's en voorwerpen uit overheidsarchieven, van de Landinrichtingsdienst, van musea, van gemeenten, van waterschap- pen, van particulieren en van mijzelf. Bijna teveel om op te noemen. Voor het kaartmateriaal mocht ik in ruime mate gebruik maken van exemplaren uit het archief van de provinciale griffie. Daar- mee kon ik veel wetenswaardigheden uit de centrale bibliotheek van de provincie toelichten. Hoe je onverwacht aan aardig illustra-
tiemateriaal kunt komen, toont het vol- gende voorbeeld. Het boek bevat de af- beeldingen van drie herinneringsborden van Delfts blauw, die uit dezelfde tijd stammen, namelijk eind 1979. Het bestaan ervan was nagenoeg alleen aan de bezitters bekend. Het eerste bord, dat is vervaardigd ter gelegenheid van de opheffing van het waterschap Heycop, werd al vroeg ter beschikking gesteld door de heer Voskuilen in Reyerscop. Een half jaar later kwam het tweede tevoorschijn uit een kast van het water- schapshuis in Vleuten. Het herinnert aan de opheffing van het waterschap Bijleveld. Op het derde bord is de |
|||||||||||||
"* Ir. J. A. Storm van Leeuwen, Van
Oude Rijn tot Leidse Rijn. Een speciale en gezamenlijke uitgave van de Histori- sche Vereniging Vleuten-De Meern- Haarzuilens en het Waterschap Leidse Rijn, 1985. Te bestellen bij mevrouw P. J. de Rooij-
Goes, 't Zand 1, 3451 GP Vleuten, tel. 03407 - 1483. Prijs f20,-, exclusief ver- zendkosten. |
|||||||||||||
Kaartje van het waterschap Leidse Rijn,
waarop de ligging en de grens van het water- schap zijn aangegeven. Naar een in 1983 uit- gegeven kaartje bij de toelichting op de aan- slag van de waterschapslasten in 1984. opheffing van het waterschap Vleutense
wetering vastgelegd. Daarmee kwam de heer Zwartkruis aandragen om de serie |
|||||||||||||
356
|
||||||||||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||||||||||
11
|
||||||||||||||||||||
11
|
Een dorpsbewoner vertelt
|
|||||||||||||||||||
Op zoek naar een dorpsgenoot als hoofdpersoon voor onze rubriek 'Een
dorpsbewoner vertelt', werd ons van diverse zijden ingefluisterd, dat het huidige Vleutens Nieuwsblad een wandelende voorganger had in de persoon van Arend J. van Zoeren. Dit werd ons bevestigd door de reeks aardige anekdotes, die wij uit zijn mond mochten optekenen. Arend Johannes van Zoeren werd op 30 december 1906 geboren te Vleuten, als
eerste en enig kind van Johanna Helena Snapper en Martinus Reinardus van Zoe- ren, secretaris van de gemeenten Vleuten, Haarzuilens en Oudenrijn. Op 5 augustus 1920, Arend was toen 13 jaar oud, overleed zijn moeder. Driejaar later kwam ook zijn vader te overlijden en Arend bleef achter met zijn stiefmoeder Louise Emilie Manche, met wie zijn vader was hertrouwd. Arend doorliep de christelijke lagere school te Vleuten en de mulo te Utrecht. Na zijn diensttijd bracht hij korte tijd door buiten Vleuten en keerde in 1934 naar zijn geboortedorp terug om er een slagerij te beginnen. Drie jaar later trouwde hij met Hermine Kragt uit Nijkerk en uit dit hu- welijk werden vijf zoons geboren. Vele inwoners zullen hem uit zijn slagerstijd nog kennen. |
||||||||||||||||||||
door
Monique van Essen |
||||||||||||||||||||
Vleutense kermis
Terug naar de jeugdjaren van Arend.
Zijn wieg heeft gestaan in het pand aan de Pastoor Ohllaan, waarin thans siga- renmagazijn De Bouter gevestigd is. De gelukkige vader deed, uit hoofde van zijn functie als gemeentesecretaris, bij zichzelf aangifte van de geboorte. In 1912 betrok de familie een huis aan de Stationsweg, thans Stationsstraat, direkt naast de woning van de toenmali- ge burgemeester Hondelink. Na het overlijden van zijn ouders bleef hij ach- ter met zijn stiefmoeder. De relatie tus- sen beiden was enigszins gespannen en verliep in die jaren niet altijd even soe- pel, wat blijkt uit het volgende. Tijdens een Vleutense kermis moest Arend, die in Utrecht op de mulo zat, nog voor één vak overgangsexamen doen. Tussen de verschillende lesuren door was hij enige uren vrij, maar zijn stiefmoeder had hem nadrukkelijk ver- boden die uren op de kermis door te brengen. Maar Arend, verzot op een verzetje, wilde toch naar Vleuten. Om- dat hij maar één treinretourtje had, be- sloot hij liftend te proberen zijn doel te bereiken. Ter hoogte van de brug over het Merwedekanaal hield hij een bestel- auto aan die ijs vervoerde, bestemd voor de Vleutense kermis. Amper ter bestem- ming gearriveerd, kwam hij buur- vrouw Verder tegen, die hem verbaasd vroeg: "Je mocht toch pas na je examen naar de kermis van je moeder?". Me- vrouw Verder, op de hoogte van de moeilijke verhouding tussen Arend en zijn stiefmoeder, voorzag moeilijkhe- den en stopte hem een gulden toe voor de draaimolen, daaraan toevoegend: "En je laat je thuis niet zien hoor!" Blij nam hij plaats in de draaimolen en bleef |
||||||||||||||||||||
'^V *^
|
||||||||||||||||||||
ji Vader Martinus Reinardus van Zoeren. de kleine Arend en zijn moeder Johanna Helena
I Snapper. |
||||||||||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||||||
357
|
||||||||||||||||
/ ««■^^.iV'SiaflB' ,-wfj
|
||||||||||||||||
keurig zitten tot de gulden op was.
Kotsmisselijk kwam hij uiteindelijk uit de draaimolen. Begrijpelijk, want elk ritje kostte slechts drie cent! Wit weg- getrokken ging hij terug naar Utrecht, om zijn laatste examen te doen. Tot overmaat van ramp kwam hij onderweg een onderwijzeres van zijn school tegen, die regelmatig bij zijn stiefmoeder op de thee kwam. Daar zwaaide wat als hij uit school zou komen. Inderdaad werd hij bij thuiskomst direct naar zijn kamer gestuurd. Een overbuurvrouw, even- eens van de situatie op de hoogte, had hem al gezegd: "Waarschuw me maar als je vanavond niet naar de kermis mag, dan zal ik wel met je moeder gaan praten". Vanuit zijn slaapkamerraam liet hij dus luidkeels horen dat hij 'huis- arrest' had. Zijn stiefmoeder hoorde het geschreeuw, stormde naar boven en bracht Arend enige kermiskleuren toe. Bont en blauw, vooral door de ring om haar vinger, vluchtte hij langs haar rok- ken de slaapkamer uit. Het logeetje, zijn kleine nichtje Liesje, die het drama van nabij wilde meema- ken, was boven aan de trap gaan zitten. Arend maakte één grote sprong, over Liesje heen en kwam zonder één trede te raken beneden aan de trap terecht, waarna hij naar buiten rende. Daar liep hij mevrouw Verder weer tegen het lijf, die hem geschrokken vroeg hoe hij zo toegetakeld kwam. Arend deed zijn relaas. Mevrouw Verder adviseerde hem om later op de avond, als zijn stief- moeder wat 'afgekoeld' zou zijn, terug te gaan naar huis en haar aan te bieden op kleine Liesje te passen, zodat zij naar het vuurwerk kon gaan kijken. Zijn stiefmoeder maakte echter geen gebruik van Arends aanbod, wat hij niet zo jammer vond want nu kon hij zelfde af- sluiting van het dorpsfeest bijwonen. In de loop der jaren verbeterde de relatie met zijn stiefmoeder en later was de ver- standhouding zelfs goed te noemen. Naar tuchtschool?
Voor de bouw van de woonwijk 'over
het spoor' liep tussen de spoorlijn en het Harddraverspad (nu Prins Hendrik- laan) een ondiep slootje, begroeid met riet. Arend ging daar op een dag kwakboUen (spreek uit kwaakbollen) vangen (kikkervisjes). Hij zette zijn klompen aan de kant en stapte barre- voets het water in. Nog nauwelijks iets gevangen, werd hij verraden en zijn moeder, die haar enig kind al zag ver- drinken, vroeg veldwachter J. Paul er op af te gaan. De veldwachter, bij Arend aangekomen, vroeg hem of hij wel kwakbollen mocht vangen van zijn moeder. "Nee, Paul", antwoordde |
||||||||||||||||
De boerderij Ken U Zelf op de hoek van de Dorpsstraat en de Schoolstraat.
Foto K. B. Nanning, Vleuten, 1961. |
||||||||||||||||
Arend. "Nou", sprak de veldwachter,
"dan zit er niets anders op dan dat je naar de tuchtschool gaat". Paul vatte Arend in de kraag en nam hem mee naar het station, waar ze op een bankje gin- gen zitten, wachtend op de trein naarde tuchtschool. Na een halfuurtje (zo vee! treinen reden er toen nog niet), vroeg de veldwachter hem: "Zeg, heb je eigen- lijk al afscheid genomen van je moe- der?". "Nog niet, Paul", antwoordde Arend. "Dan ga je dat eerst nog even doen, maar wel binnen vijf minuten terug zijn, anders missen we de trein". U begrijpt het al. Arend moet nu nog terugkomen. |
||||||||||||||||
Veldwachter Paul was overigens de
kwaadste niet. Boer Jan Lenssinck (in de wandel Jan Lens genoemd), destijds wonende in een boerderij op de hoek Schoolstraat/begin Haarpad (nu dorps- plein), zou een groot familiefeest geven. De feesttaarten stonden al klaar in de kaaskelder, maar o, hoe dom, het raam stond open. De schooljeugd, slim als altijd, trok met een bonestaak, voorzien van een spijker, een verrukkelijke taart naar zich toe en binnen een mum van tijd was deze verorberd. Boer Jan Lens- sinck deed zijn beklag bij de veldwach- ter en hoewel hij in dit geval de jeugd best begreep, kon hij de klacht van de boer niet negeren. De volgende dag begaf hij zich dan ook naar het school- plein. "En", vroeg hij aan de smulpa- pen, "hoe smaakten de taarten van Jan Lens?" In koor antwoordden zij: "Lek- ker, Paul, lekker". Dossier gesloten. Anders was het gesteld met de opvolger
van Paul, Sprong. Deze bezorgde Arend ooit enige angstige ogenblikken. Aan weerszijden van het toegangshek tot de vroegere begraafplaats bij de Hervorm- de kerk, stond een beukeboom. Arend had wel trek in een paar beukenootjes en uiteraard lagen er in zijn ogen méér en smakelijker nootjes aan de andere kant van het toegangshek. Over het hek geklommen, zat hij rustig van de nootjes te genieten, toen hij betrapt werd door Sprong, die onmiddellijk tot 'arrestatie' van de kwajongen overging. Hij voerde hem af naar de plaatselijke politiecel onder de kerktoren en sloot hem daar op (met de deur op een kier), om zijn misdaad te overdenken. Na geruime tijd |
||||||||||||||||
De Broederschapshuisjes met de dorpspomp.
|
||||||||||||||||
358
|
||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||
luid gillend 'gevangen' te hebben geze-
ten, werd Arend weer op vrije voeten gesteld. Sindsdien ging hij bij dergelijke ondernemingen voorzichtiger te werk. 'Verzilverde' cent
In één van de Broederschapshuisjes had
de moeder van Henk Ram een kruide- nierswinkeltje. Als Arend en zijn vriendjes bij haar snoepgoed gingen kopen, maakten zij op grove wijze mis- bruik van mevrouw Rams gebrekkige gezichtsvermogen. Zij omwikkelden een cent met zilverpapier, die er daardoor uitzag als een kwartje en kozen voor de waarde van één cent iets lekkers uit. Ze betaalden met het 'kwartje' en kregen het wisselgeld terug. En met een 'winst' van 24 cent in het achterhoofd, smaakte het snoepgoed natuurlijk nog lekkerder! Smerige Drielc
Eveneens in de Broederschapshuisjes,
woonde Hendrika van de Heuvel. Zij leefde samen met een stel katten, die vrijelijk toegang hadden tot haar huis- je via een gat in de muur. Doordat zij — zelden of nooit door een schoonmaak- woede overvallen — haar woning ten prooi gaf aan vervuiling, verwierf zij de bijnaam smerige Driek. Zelf vrijgezel en |
||||||||||||
hoe enige kinderen met de pomp aan het
spelen waren, toen smerige Driek met een bezem in de hand naar buiten stormde. Iedereen stoof weg. Ook Arend, die in zijn angst zijn fiets voor Drieks deur had laten vallen. Hij zat op de leuning van de brug over de Wetering (naast De Brouwerij) en probeerde een plan te bedenken de fiets ongezien terug te halen, toen boer Van Rijnsoever hem vroeg, waarom hij daar zo sip zat te kij- ken. Na het hele verhaal te hebben aan- gehoord, heeft Van Rijnsoever (voor de duvel niet bang!) samen met Arend de fiets teruggehaald. Een andere bewoner van de Broeder-
schapshuisjes, was Henk van Husen. Een paar keer per week haalde hij huis- vuil op met een diepe kar op twee wie- len. Deze Vleutense vuilnisman kwam op tragische wijze om het leven. Zijn kleding vatte vlam door een steekvlam, die ontstond doordat hij olie op het nog smeulende vuur in de kachel gooi- de. "Water", moet hij gedacht hebben, want brandend als een fakkel rende hij naar buiten, stak de Dorpsstraat over en via een toenmalig steegje tussen de hui- zen door bereikte hij de Wetering. Het heeft niet meer mogen baten. Enige dagen daarna overleed hij aan de opge- lopen derdegraads brandwonden. |
||||||||||||
"Smerige Driek" voor haar huisje.
kinderloos, verdroeg ze het niet als de
lieve jeugd kattekwaad uithaalde. Gelo- vig als ze was, uitte zij haar woede dan met een prachtzin: "Ik zal voor je bid- den dat je gauw doodgaat, kreng!" Tot de vernieuwing van het kruispunt Odenveltlaan-Hindersteinlaan stond voor haar huisje de dorpspomp. Arend stond eens met zijn fietsje toe te kijken |
||||||||||||
De stoombrandspuit bij de Wilhelminaboom in 1917.
Van links naar rechts: Huib van Koten, Kees van Koten, tweede machinist Bertus Wibbeke, machinist Giel Staal, brandmeester Jan Lenssinck,
burgemeester Verder, (met wandelstok), Dirk van Kleef, Tinus Versteeg en veldwachter Sprong.
|
||||||||||||
359
|
|||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||
en bondig: "het is gewoon beter van
niet!" Als 'goed herder' hield Ohl zijn schaap-
jes nauwlettend in de gaten. In die tijd was het gebruikelijk, dat men z'n dage- lijkse boodschappen zoveel mogelijk bij geloofsgenoten deed. Eén van de katho- lieke klanten van slager Van Zoeren, vertelde eens dat de pastoor liever niet meer zag dat zij bij hem kwam kopen. Arend, lichtelijk geïriteerd, zou in z'n beste pak wel eens bij meneer pastoor gaan informeren naar het waarom. De geschrokken klant wist niet hoe snel ze de slager moest vertellen dat ze toch wel bij hem klant zou blijven. Ze is nog twee keer geweest........(Een en ander dient u,
lezer, natuurlijk wèl in die tijd te be-
zien). |
|||||||||||||
(woonachtig aan 't Zand) tegen, daar
eveneens als adjudant werkzaam. Beide heren gingen aan het werk met als resul- taat dat de nieuwe soldaat werd overgeplaats naar de verbindingsafde- ling van de vestingkazeme aan de Croeselaan te Utrecht. Bovendien kreeg hij de beschikking over een dienstfiets, dus lopen hoefde Arend niet meer. In die tijd beklom hij regelmatig de Ham- toren om met een speciale lamp morse- seinen over te brengen naar de Dom in Utrecht. Het beklimmen van die Ham- toren was al een onderneming op zich. De trappen naar boven waren zo gammel, dat je iedere stap zeer behoed- zaam moest nemen om niet naar beneden te storten. Vooral bij slecht weer was dat voor de dienstplichtigen geen pretje. Op een van die gure avon- den stelde Arend zijn kornuiten voor om aan pastoor Ohl te vragen of er vanuit de kerktoren geseind mocht wor- den, de pastoor kende hem immers al van kleins af aan! Maar Ohl, volgens Arend toch al niet een van de soepel- sten, gaf géén toestemming, want ze zouden vast vergaten alle deuren te slui- ten. Teleurgesteld dacht Arend toen in stilte: "ik wou dat ik je niet zo trouw altijd dat wild van mijn vader had gebracht". Hieruit bleek ons dat Arend niet zoveel op had met deze herder. We vroegen hem om nadere uitleg. Pastoor Ohl
Van Zoeren sr. was, zoals eerder
beschreven, o.a. secretaris van de ge- meente Oudenrijn. Oudenrijn en Jut- phaas hadden één burgemeester, de heer Erzey. Deze ging graag op jacht en gaf aan zijn secretaris vaak een haas of fazant. Bij thuiskomst kreeg Arend stee- vast de opdracht het geschoten wild bij 'meneer pastoor' af te geven, "en denk erom", zei vader dan, "niets aannemen hoor". Maar de pastoor stopte altijd stiekum een dubbeltje in de jaszak van Arend, die dan net deed of hij het niet in de gaten had. Voor de goede orde, de familie Van
Zoeren was en is van protestantse huize. Merkwaardig was het dan ook dat als de pastoor iets onder de aandacht van de burgemeester wilde brengen, hij zich al- tijd tot de secretaris wendde. Dit was temeer merkwaardig, omdat Ohl altijd fanatiek trachtte de diverse kerkelijke richtingen strikt gescheiden te houden. Arend herinnerde zich dat hij als 12-jarige onschuld eens met een evenoud, maar katholiek meisje had staan praten. Pastoor Ohl ging daar- over zijn beklag doen bij vader, waarop laatstgenoemde vroeg, wat daar dan verkeerd aan was. Ohls repliek was kort |
|||||||||||||
De vuilnisman Henk van Husen.
Wilhelminaboom
Op het kruispunt bij het huidige
sigarenmagazijn 't Hoekje, stond jaren- lang een Wilhelminaboom. Ter gelegen- heid van Koninginnedag werd de boom altijd versierd, met oranje slingers etc. Ook andere feestelijkheden vonden plaats rondom deze boom. Eén van die gelegenheden was de jaarlijks terugke- rende inspectie van de stoombrand- spuit. Binnen het bereik van de brand- spuit, waren sinaasappels langs de weg gelegd. De kinderen moesten proberen deze appeltjes van Oranje te pakken te krijgen, uiteraard zonder nat te worden. Het werd een prachtig waterballet. Militaire dienst
Na de mulo was Arend van plan slager
te worden, maar zijn stiefmoeder stond hem niet toe te gaan werken in 'die vette troep'. Éénmaal van school, besloot hij te wachten tot hij de militaire dienst achter de rug had om dan alsnog zijn wens in vervulling te laten gaan. In 1926 werd hij, 19 jaar oud, opgeroe- pen voor militaire dienst. Hij was inge- deeld bij de infanterie te Harderwijk. Maar als Arend ergens een hekel aan had, dan was het wel aan lopen en bovendien zat hij liever wat dichter bij huis. Nu had hij een vriend. Piet Visser, wiens vader als adjudant in de Knoop- kazerne in Utrecht op kantoor werk- zaam was. Arend besloot hem een be- zoekje te brengen, in de hoop dat adju- dant Visser iets gunstigers voor hem kon regelen. Ter plekke aangekomen kwam hij zijn dorpsgenoot De Jager |
|||||||||||||
Arends stiefmoeder Louise Emilie Manche.
Grond is voor mollen
Na zijn militaire dienst ging Arend, die
vanwege zijn stiefmoeder nog steeds geen slager durfde te worden, in de kost bij zijn oom (tevens voogd) in Nijkerk, die een tuinderij had. Maar wat viel dat zware werk hem tegen! Vreselijk vond hij het; de grond is voor de mollen, zei hij altijd. Hij durfde het echter niet rechtstreeks tegen zijn oom te zeggen, dus bracht hij met 'ernstige rugklach- ten' een bezoekje aan de huisarts, met het verzoek zijn oom mede te delen, dat de patiënt gezien de klachten niet ge- schikt was voor dit werk. En aldus ge- schiedde. Maar wat nu? Een neef van hem had in Nijkerk een manufacturenzaak. Daar kon hij als volontair terecht. Ondanks dat hij f 3,- per week moest betalen om het vak te mogen leren, begon hij vol goede moed. Op een dag kwam er een boer binnen, die zich een nieuwe broek wilde aan- |
|||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||
360
|
|||||||||||||
schaffen. De boer paste een exemplaar
aan en vroeg de nieuwbakken verkoper hoe het stond. Eerlijk antwoordde hij: "o, hij zit veel te wijd, daar kan je je hele familie wel in meenemen", niet wetende dat de boer recent weduwnaar gewor- den was. Een collega lichtte over dit voorval de neef in en een berisping volgde. De lol was er voor Arend nu wel vanaf en hij besloot naar iets anders uit te kijken. Kort daarna stond er in de krant een advertentie waarin een sla- gersknecht werd gevraagd. De slagerij bleek van één van zijn andere neven te zijn en hij werd aangenomen, deze keer niet als volontair. Zijn weekloon be- droeg f 3,- dus per saldo ging hij er maar liefst f6,- op vooruit! Na de eerste kneepjes van het slagersvak
van zijn neef geleerd te hebben, werkte Arend in de daarop volgende jaren nog bij diverse slagerijen in Amersfoort, Ede en Utrecht. Terug naar Vleuten
In 1934, toen Arend 27 jaar oud was,
keerde hij terug naar Vleuten om er een slagerij te beginnen. Ondanks de vele waarschuwingen, dat het moeilijk zou zijn om als protestant voldoende klan- ten in Vleuten te krijgen, dat immers voor 70% uit katholieken bestond, was hij er van overtuigd dat het hem toch wèl zou lukken. Hij was er tenslotte geboren en getogen, iedereen kende hem. Het pand aan de Stationsstraat, waar nu
de kapsalon van zijn zoon Ad gevestigd is, stond te koop. Dankzij een klein erfenisje van zijn vader èn dankzij de crisisjaren kocht hij het pand voor f 6.000,-. De vorige eigenaar, tandarts |
|||||||||||||
Arend als slagersknecht in Utrecht ca 1930.
Pluim Mentz had er maar liefst
f 13.000,- voor betaald. Voor nog eens f 1000,- werd het omgebouwd tot een moderne slagerij en Arend kon op klan- tenjacht. Gezien het geringe aantal ge- loofsgenoten in Vleuten toog hij ook naar De Meern, waar uitsluitend katholieke slagers waren gevestigd. Bin- nen korte tijd behoorden vele niet-ka- tholieken tot zijn klantenkring. Dage- lijks, weer of geen weer, bezorgde hij de bestellingen per transportfiets huis aan huis. Later in zijn loopbaan bestelde hij per transportfiets met motortje, brom- mer en tenslotte per auto. |
|||||||||||||
Bruiloft
Als kind logeerde Arend vaak met zijn
ouders bij familie in Nijkerk. Hun buur- man, onderwijzer Kragt, had een dochter. Hermine genaamd. Op 6-jarige leeftijd, voor het eerst buiten na een zware griep, nam vader Van Zoeren haar eens mee uit wandelen, niet wetende dat zij later, na zijn dood, zijn schoondochter zou worden! Want het duurde uiteraard nog vele jaren voor Arend haar ten huwelijk zou vragen. Tot hun huwelijk in 1937 werkte zij op kantoor bij een houthandel in Nijkerk en later jarenlang met veel plezier als secretaresse van de econoom Dr Oude- mans, die in Putten een prachtig pinetum had (tuin met vele soorten naaldbomen). Na drie jaar hard werken draaide de
door Arend begonnen slagerij zodanig dat hij in het huwelijk kon treden met Hermine, op voorwaarde dat zij de werkzaamheden van het slagersknecht- je zou overnemen (dat spaarde weer een salaris van f 3,- uit) en zeer, zéér zuinig met het huishoudgeld zou omspringen. Ze maakten lange dagen: 's morgens ging de winkel om 8.00 uur open en de sluitingstijd was 's winters 20.00 uur en 's zomers 21.00 uur. Op zaterdag waren de sluitingstijden resp. 22.00 en 23.00 uur. Dienstmeisje liep op alle dag
In het laatste oorlogsjaar werd het vlees
erg schaars, doch Arend wist in Nijkerk nog wat op de kop te tikken en bedacht |
|||||||||||||
De slagerij aan de Stationsstraat.
|
|||||||||||||
december 1985
|
361
|
||||||||||||||
hiervoor 'n list. Het was verboden vlees
te vervoeren en het zou bij ontdekking door de Duitsers in beslag worden genomen. De controle hierop was erg zwaar, want ook bij de Duitse Wehr- macht was voedselschaarste. Arend toog met het dienstmeisje naar Nijkerk, over zijn arm de dienstgedane positie- mantel van zijn vrouw. U begrijpt het al........ een kussensloop, gevuld met
vlees, gerangschikt op de juiste plaats,
werd met veiligheidsspelden om de nek van het dienstmeisje gehangen en met de mantel bedekt. Op weg naar het station van Nijkerk, leek het erop dat ons dienstmeisje plots moest bevallen! Enkele veiligheidsspelden raakten in het ongerede, waardoor de inhoud van de kussensloop begon te schuiven. Het meisje, eerder wit van schrik dan van barensweeën, wist haar spel te spelen en zeeg net op tijd neer op 'n wachtbank ter plekke. Uit het zicht van de vijand, die overal op de loer lag, werd het zaakje weer op de juiste plaats gebracht en de thuisreis kon worden voortgezet. On- derweg naar Utrecht bleek nogmaals hoe overtuigend het dienstmeisje haar rol speelde, want in de overvolle trein werd haastig een plaatsje voor haar vrij- gemaakt; de slager kon blijven staan. Kroepoek van schone pens
Van Zoeren, als altijd met alle nieuwtjes
op de hoogte, had vernomen dat een Indisch gezin naar Vleuten zou verhui- zen. Op de dag van aankomst trok hij zijn nette slagerstenue aan en in de krui- denierswinkel van Steenbeek, 'over het spoor', wachtte hij hun komst af. Het |
was een snikhete dag. "Daar zijn ze",
dacht hij en zorgde ervoor dat hij ze quasi toevallig passeerde, om 'spon- taan' zijn hulp aan te kunnen bieden bij het dragen van de bagage. Kennelijk heeft hij daarbij een goede indruk gemaakt, want de familie is trouw klant gebleven tot aan de opheffing van de slagerij in 1970. Overigens had hij speci- aal op hun verzoek altijd schone pens in voorraad, die ze gebruikten om kroe- poek van te maken. Vleuten breidde steeds verder uit en om- streeks 1965 was Arends wijk in De Meern geen strikte noodzaak meer. Na een barre winter hakte hij de knoop door en beëindigde de huis-aan-huis-be- zorging na 30 jaar. Vijfjaar later, hij was toen 64 jaar, pensioneerde hij zichzelf en verhuisde later naar een pand in de Sta- tionsstraat, tegenover Café-Restaurant Vallen. Zijn zoon Ad kocht de oude slagerij en verbouwde een en ander tot de huidige kapsalon. De 'dode' herrees
De nu volgende anekdote, door Van
Zoeren op de meest smakelijke wijze verteld, leek ons een mooie afsluiting van dit artikel. De doodgraver van de Hervormde kerk,
had op een koude winterdag een begrafenis en omdat het delven van een graf, in bevroren grond, zwaar werk was, hadden twee van zijn vrienden hem daarbij geassisteerd en ze zouden hem ook komen helpen bij het dichten van het graf. Na de begrafenis had de dood- graver als gebruikelijk met de collecte- zak bij het hek van de begraafplaats ge- |
||||||||||||||
Huwelijksfoto van het echtpaar van Zoeren-
Kragt in 1937. staan. De doodgraver nam de collecte-
zak (!) en besloot zich voor het dichten van het graf nog even 'grondig' te gaan warmen in het tegenovergelegen café (nu de Brouwerij). Na een paar glaasjes [ begaf hij zich weer naar het kerkhof. Zijn vrienden waren er nog niet. 'Diep in de put', vanwege de kou, zocht hij de beschutting van het lijkenhuisje op, waar hij zich, lichtelijk daar de alcohol beneveld, te ruste legde op de baar. Het lijkkleed voor over de doodkisten, trok hij behaaglijk over zich heen en al spoedig was hij in diepe slaap. De twee vrienden, bij de begraafplaats aangeko- men, verbaasden zich over zijn afwezig- heid. Ze besloten alvast met het karwei te beginnen, dan kregen ze het tenmin- ste niet koud. Ze openden nietsvermoe- dend de piepende deur van het lijkenhuisje, waar het gereedschap werd bewaard, en de doodgraver ontwaakte. Beiden schrokken zo verschrikkelijk bij het aanschouwen van deze 'herrijzende dode', dat ze het op een lopen zetten. De doodgraver spoedde zich achter hen aan, maar hoe harder hij ze terugriep, des te harder renden zij weg. De bange- rikken werden tot hun ergernis nog vaak, op spottende wijze, aan dit voor- val herinnerd. |
|||||||||||||||
Vanaf deze plaats onze hartelijke dank
aan het echtpaar Van Zoeren en hun zoon Ad, voor hun enthousiaste mede- werking aan de totstandkoming van dit artikel. |
|||||||||||||||
Interieur slagerij 196S.
Van links naar rechts: mevrouw van Zoeren, de slager, hun zoon Kees, die ook slager is
geworden.
|
|||||||||||||||
362
|
||||||||
december 1985
|
||||||||
Een dorp verandert
|
||||||||
Ooit heb ik ergens in De Meem bijgaande foto gemaakt. Wie weet nog wat de planken op de voorgrond tot resultaat hebben gehad en waar dat is
geweest?
De redactie is benieuwd naar uw antwoord. KBN.
|
||||||||
Het centrum van Vleuten in de zomer van 1 967
Luchtfoto middenpagina
Het dorpscentrum van Vleuten vertoonde in de zomer van 1967 een chaotische aanblik. Tientallen oude huizen waren al gesloopt en vele andere
stonden leeg en onttakeld op sloop te wachten. Maar de nieuwe Hindersteinlaan was al aangelegd dwars door een gebied dat enkele jaren daarvoor .nog weiland was. Voor echte oude Vleutenaren is deze foto allesbehalve oud, maar voor de overwegend "nieuwe" bewoners van de wijken Hinder- stein, Nieuwe Vaart en Odenvelt is het misschien best leuk om eens te zien hoe bijna twintig jaar geleden het hele centrum een verwarrende menge- ling was van oud en nieuw. Laten we de foto eens rustig bekijken. Links onder zien we de Herman Heyermansstraat waarvan de eerste huizen net bewoond zijn. Die bewoners moesten wel een hele gekke slinger
maken om het dorpscentrum te bereiken want de Nieuwe Vaart (we bedoelen nu de straat van die naam) liep nog niet door tot de Schoolstraat. Over een tijdelijk straatje kregen ze aansluiting op het aloude Haarpad dat wèl op de Schoolstraat uitkwam. Het Gemeentehuis aan de Dorps- straat was zojuist uitgebreid met de lage vleugels waar nu (nog) Gemeentewerken is gehuisvest. Waar nu de Rabobank annex Muziekschool staat wachten enkele woningen op de sloop. Wat nu gebouw "De Schakel" heet was op de foto nog St Willibrordusschool en deze zag er nog precies zo uit als onze roemruchte Vleutenaar Kees Valkenstein haar had gekend. Aan de Hindersteinlaan staan kaal en eenzaam tegenover elkaar het Medisch Centrum en de bungalow van (oud) gemeentesecretaris Zwartkruis.
Anecdote: Toen hij er pas woonde en de beplanting van zijn tuin slechts zo'n anderhalve meter hoog was, schijnt een vriendelijke relatie, bij hem op bezoek en geïmponeerd door de riante behuizing, uitkijkende op het nog zeer zichtbare kerkhof achter zijn woonkamer, opgemerkt te hebben: "Noem je nu je huis villa Zerkzicht?" We laten het hierbij. Over de foto is natuurlijk nog veel meer te vertellen al was het alleen maar over de bebouwing rondom de oude dorpskerk. In
een volgend verhaal, ook weer met foto's, kom ik daar nader op terug. Klaas B. Nanning.
|
||||||||
december 1985
|
365
|
||||||||||||||||||
Het grondbezit van de Heren van Voorn
|
|||||||||||||||||||
De Heren van Voorn hebben in de loop der tijd aardig wat landerijen in eigendom
verkregen. Bestudering van het archief van het Huis Voorn (in bezit van de tegen- woordige eigenaar en bewoner J. A. F. van Seumeren) geeft een goed beeld van het hele proces van koop, vererving, verkoop en terugkoop tot ongeveer het midden van de vorige eeuw. Een kadastrale kaart van 7 juli 1846 toont de toestand in volle glorie, toen er nog geen sprake was van Merwedekanaal, Utrechtse stadsuitbrei- ding, Amsterdam-Rijnkanaal en Rijksweg 2. Ik zal het ontstaan van deze toestand schetsen en vervolgens nagaan wat er daarna gebeurde. Maar eerst moeten een paar essentiële begrippen worden toegelicht. |
|||||||||||||||||||
door
Dr D. W. Gravendeel |
|||||||||||||||||||
vorst hem land "in leen", waaruit hij
die inkomsten trekken kon. De vazal (leenman) moest zijn vorst (leenheer) "hulde" of "manschap" doen, vervol- gens moest hij hem trouw zweren, waar- op hij door hem beleend werd met een stuk grond, een ambt, tolrechten, e.d. Aanvankelijk kon de leenman niet eigenmachtig over zijn leen beschik- ken, noch was het vanzelfsprekend dat zijn nakomelingen dezelfde rechten als hij zouden hebben. Naarmate echter de basis van het leenstelsel (raad en daad) zijn praktische waarde verloor, traden |
|||||||||||||||||||
er voor de vorst andere personen en in-
stanties in de plaats, de erfelijkheid deed haar intrede en tenslotte mocht de leen- man zijn leen zelfs vervreemden door verkoop of schenking. Het leenstelsel werd in Nederland afge- schaft bij art. 25 van de Burgerlijke en Staatkundige Grondregels van de Staatsregeling van 1798. Tot dat jaar moest bij elke mutatie in het leenman- schap nog "eed, hulde en manschap" worden gedaan aan de leenheer, waarop een nieuwe leenbrief werd uitgegeven. |
|||||||||||||||||||
Feodale eigendom
In vroeger tijden kon een vorst zijn ge-
zag slechts handhaven als hij rekenen kon op de "raad en daad" van een aan- tal getrouwe vazallen. De raad bestond in het adviseren in moeilijke kwesties, de daad in het te paard opkomen voor de krijgsdienst indien zulks nodig was. Omgekeerd moest de vorst zijn vazal be- scherming verlenen, maar hem vooral in staat stellen zijn verplichtingen na te ko- men. Dat laatste kon slechts door hem inkomsten te verschaffen en dus gaf de |
|||||||||||||||||||
r"
|
|||||||||||||||||||
8i W
|
|||||||||||||||||||
i 5.
|
|||||||||||||||||||
Huize Voorn, gebouwd in 1871 nadat in 1850 het kasteel gesloopt was. Links achter het huis is een klein stukje van het koetshuis te zien; er
tegenover staat de sluiswachterswoning. In de berm tussen straatweg en Leidse Rijn loopt het jaagpad aan de zuidzijde van het water, om zich vervolgens over de brug aan de noordzijde ervan voort te zetten. Foto A. van Groeneveld, ca 1910; Rijksarchief Utrecht, Top. Atlas. |
|||||||||||||||||||
366
|
december 1985
|
|||||||||||||||||||
De achtereenvolgende bezitters van de ridderhofstad Voorn
|
||||||||||||||||||||
1160 Willem van Voorne
Gerard van Voorne (zoon van Willem)
Gerard van Voorne (zoon van Gerard) 1242 Gerard Taetse van Voorne (zoon van Ge-
rard) Willem van Voorne (zoon van Gerard)
Gerard van Voorne (zoon van Willem) Willem Taetse van Voorne (zoon van Ge- rard) Gerard van Voorne (zoon van Willem)
Albert van Voorne (zoon van Gerard) Gerard van Voorne (zoon van Albert) |
2 - 12 - 1690 Francois d'Hemony (zoon van Francois)
+ 1726 20 - 12 - 1726 Bernard Joseph van Kuyck + 1730
27 - 7 - 1730 Theodora Bernardina van Kuyck (dochter
van Bernard)
20 - 12 - 1731 Pieter Theodoor van Herzeele -I- 1743
24 - 1-1735 Jan Sadelijn + 1739
2 - 5 - 1740 Jan Jacob Sadelijn (zoon van Jan) 14 - 10 - 1743 Diderik van Lockhorst + 1755
28 - 10 - 1756 Johanna Maria van Lockhorst (dochter van
Diderik)
-f- 1783
11 - 2 - 1765 Petrus van der Hage 31 - 3 - 1797 Petronella Sibilla Sadelijn (weduwe van Pe- trus) -I- 1819
|
|||||||||||||||||||
22 - 12 - 1456 Zweder van Voorn (broer van Gerard)
+ 1475
25 - 5 - 1473 Gheret van Voorn (zoon van Zweder) -I- 1497
11 - 2 - 1497 Hillegond van Voorn (zuster van Gheret)
+ 1547
8 - 6 - 1546 Lubbert van Parijs van Zuydoort + 1607 1607 Johan van Parijs van Zuydoort (zoon van Lubbert) 13 - 4 - 1609 Tyman van Parijs van Zuydoort (zoon van Johan + 1632
12 - 4 - 1612 Cornelis van Rosandt
3 - 10 - 1616 Cornelia de Malapert, vrouw van Jacob
Godin
+ 1634
18 - 7 - 1635 Maria Godin (dochter van Cornelia), vrouw
van Pieter van Panhuys
+ 1663
3-10- 1640 Bartholomeus van Panhuys (zoon van Maria
Godin)
+ 1676
4 - 10 - 1647 Johan Lodewijk van Panhuys
12 - 3 - 1683 Francois d'Hemony + 1690
|
||||||||||||||||||||
17- 2-1818 de jonkvrouwen
Jacqueline Cornelia van der Dussen
Charlotte Ulrica van der Dussen Lucretia Elisabeth van der Dussen 30 - 9-1819 Anthonie Mangelaar Meertens 2- 7- 1829 Johanna Hendrica Catharina Slengarve (weduwe van Anthonie) 27 - 10 - 1831 Henri George Ferdinand Meertens (zoon van Anthonie) -I- 1868
16 - 9 - 1868 Henri Willem Meertens (zoon van Henri Ge- orge Ferdinand) + 1902 20 - 12 - 1902 Suzette Amelia Marlens (nicht van Henri Willem)
18 - 5 - 1922 Jan Willem Antoni Barchman Wuytiers (kleinzoon van Suzette)
12-10- 1951 Johannes AnthoniusFranciscusvanSeume- ren |
||||||||||||||||||||
De Heren van Voorn
Hoewel er van Voorne's bekend zijn
sinds het midden van de 12de eeuw, da- teert de vroegst bekende beleningsbrief van 22 december 1456; toen werd Zwe- der van Voern met het goed beleend. Het is ook deze Zweder die in alle latere beleningsacten wordt genoemd. De le- zer gelieve daarom de eerste tien namen van de in dit artikel opgenomen lijst van bezitters met reserve te bezien; ik nam ze volledigheidshalve op. Zoals boven beschreven werd het leen- stelsel in 1798 afgeschaft, waarmee ook in feite het verschil tussen feodale en al- lodiaie eigendom kwam te vervallen. Werd er vroeger in het algemeen nog angstvallig voor gewaakt dat bij over- dracht het leen intact bleef, nadien was |
||||||||||||||||||||
Allodiaie eigendom
Deze eigendom was niet "leenroerig".
De eigenaar kon er dus vrij over be- schikken. Dat wil echter niet zeggen dat er, aan onder deze vorm van eigendom vallende landerijen geen zg. beperkt za- kelijke rechten zouden kunnen kleven. Men kende ook vroeger al de erfpacht, het recht van overpad, het tiendrecht, de hypotheek, e.d. Vaak was de oppervlakte van de in leen
verkregen grond niet bepaald groot; bij Voorn in engere zin hoorde bv. slechts "een halve hoeve lands", d.i. ongeveer 6,8 ha. Het is dus geen wonder dat de leenman zijn bezit trachtte te vergro- ten door meer leengoederen te verwer- ven of door grond onder zijn persoon- lijke eigendom te brengen. |
dat niet meer het geval.
Van een "geslacht" van Heren van Voorn is in de verste verte geen sprake; bij vele overdrachten kwam geen fami- lierelatie te pas. Naast de eerdergenoemde lijst geef ik
een apart overzicht van de na Henri Willem Meertens komende bezittersfa- milie Barchman Wuytiers ca.; in deze familie werd het bezit door vererving verdeeld om tenslotte geheel vervreemd te geraken. De kern van Voorn (het leengoed)
De ridderhofstad Voorn met zijn directe
omgeving behoorde vanouds aan het kapittel van Oudmunster te Utrecht en het was de proost van dit kapittel die de elkander opvolgende leenmannen of |
|||||||||||||||||||
a
ft o
n>
3
o- CD
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Henri Willem Meertens
+ 18-11-1902 Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
00
1^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Suzette Amelia Martens
geb. 05-01-1851 Zeist
-I- 14-11-1920 Utrecht
X 07-05-1874 Utrecht
Jan Willem Antonie Barchman Wuytiers burgemeester Vleuten-Haarzuilens 1879
geb. 13-02-1847 Harderwijk
+ 03-06-1926 De Meern
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1901
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacqueline Caroline Barchman Wuytiers
geb. 30-11-1879 De Meern
+ 14-03-1881 De Meern |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Francoise Henriette Barchman Wuytiers
geb. 23-05-1876 Arnhem
+ 28-11-1961 Hierden
X 25-04-1901 Vleuten
Hugo van Beresteijn geb. 08-11-1864 Mr Cornelis (N.O.I.)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrik Jan Marie Barchman Wuytiers
geb. 04-02-1875 Loosdrecht
X 06-04-1905 Cothen Johanna Maria Bernardine van Beeck Calkscs geb. 16-09-1878 Cothen |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Christiaan Johannes
van Beresteijn
geb. 28-01-1909
X
Johanna Susanna van Essen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Willem Antonie
Barchman Wuytiers
geb. 03-05-1912 Lopik
X 03-05-1939 Hoevelaken Louise Jeanne Anna van Eijs geb. 03-08-1911 de Bilt |
Suzette Amelia Henriette
van Beresteijn geb. 25-10-1902 Naarden
X
Jacob Andreas Vaillant
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Sara Johanna Bernardine
Barchman Wuytiers geb. 26-07-1909 Lopik X 05-06-1930 Vleuten Oscar Carel Taets van Amerongen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrik Cornelis Johannes
Barchman Wuytiers geb. 26-02-1907 Lopik
X
H. D ielessen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Francoise Henriette
Vaillant geb. 28-02-1925
X
Catharinus Marius de Bruin
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Floris Abraham VaillaBi
geb. 10-01-1931 X
Odelia Clemence Alexap^ra
de Vries |
||||||||||||||||||||||||||||||||
De familie Barchman Wuytiers c.s.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
^1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
368
|
||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||
Het linker kaartje (schaal 1 : 25.000) is een fragment van de Topograflsche Kaart van 1879 (herdruk). De percelen die eigendom waren van de
Heren van Voorn zijn gerasterd; de gegevens daarvoor zijn ontleend aan de in de inleiding genoemde kadastrale kaart. Het eigenlijke leengoed
Voorn is voor de duidelijkheid wit gelaten.
Het rechter kaartje, op dezelfde schaal, is een fragment van de recente Topografische Kaart.
Beide kaartjes beslaan exact hetzelfde gebied en het is dus niet moeilijk een vergelijking te maken.
|
||||||||||||
-vrouwen steeds van een nieuwe leen-
brief voorzag. Het is opmerkelijk dat de omschrijving van het leen in de laat- ste leenbrief (17 december 1796) woor- delijk gelijk is aan die in de vroegste in het huisarchief voorkomende (23 ja- nuari 1537 en 31 juli 1537). Beleend werd met "de hofstede en huizinge, duif- huis, molen en manschap te Voorn, met al zijn toebehoren en met een halve hoeve lands, zo die vanouds daarbij gelegen is, daar boven wijlen Zweder van Voorn met landen die hij van de voornoemde proosdij te leen te houden placht en daar beneden Hendrik van Gent naast geland zijn. Met |
||||||||||||
hoek met als basis de Leidse Rijn. De
noordoostelijke begrenzing was de sloot achter het park Voorn en de noord- westelijke de sloot naast de tegenwoor- dige oprijlaan naar de ruïne van het kasteel. De bovengenoemde Zweder van Voorn
was een eerdere (de eerste?) leenman van zowel de ridderhofstad Voorn als van de Nesse en hij wordt dus tweemaal als belender vermeld. "Boven" betekent bovenstrooms of stroomopwaarts en "beneden" benedenstrooms of stroom- afwaarts; de termen kunnen dus in dit geval vertaald worden met oost en west. |
||||||||||||
het dagelijks gerecht, tins en tienden, zo
die gelegen is bij de stad Utrecht. En nog 4 morgen land, geheten de Nesse, 't ge- recht, tins en tienden, gelegen in het kerspel van Vleuten, daar bovennaast ge- land zijn de Heren van St Marie te Utrecht, met de Oudenrijnsedijk beslo- ten, en beneden de voornoemde Zweder van Voorn met landen die hij te leen hield van de voornoemde proosdij van Oud- munster". Het ging hier dus om in totaal 12 mor-
gen feodaal bezit (1 hoeve = 16 mor- gen); in onze maat omgerekend is dat ca 10,2 ha. Het gebied vormde een drie- |
||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||
369
|
||||||||||||
NV, waarna het goed op 24 maart 1956
tot diens privé-bezit werd. De grond ten westen van Voorn was al eerder in andere handen overgegaan. De grond ten westen van Voorn
In een vorig artikel vertelde ik reeds dat
een zekere Jan Petersz. op 22 september 1585 een pachtcontract afsloot met de toenmalige Heer van Voorn, Lubbert Adriaensz. van Zuydoert. Hij pachtte toen o.a. 6 morgen land, gelegen aan de Oude Rijn onder het gerecht van Vleu- ten, "strekkende uit de Heycoper Vliet tot de Steech van Voorn, zo daar Lubbert van Zuydoert zelf boven en Steven van Rossum beneden geland zijn". Dit land had vroeger toebehoord aan de Cart- huizers; wij moeten het situeren weste- lijk langs de tegenwoordige oprijlaan. Volgens een koopcontract van 23 maart 1616 blijkt de Heer van Voorn dan óók in het bezit te zijn van 2 morgen vrij land "met een huizinge wesende vanouds een herberge" staande aan de Stadsdam. Het archief van Voorn geeft geen uit- sluitsel omtrent het tijdstip waarop deze eigendommen verkregen zijn. Het terrein werd begrensd door de op- rijlaan naar het kasteel, de Voornse Steeg, de Burgemeester Verderlaan en de Zandweg. In het kader van woningbouwplannen
langs de Burgemeester Verderlaan, ver- kocht Jan Willem Antonie Barchman Wuytiers in 1944 een strook grond van 28 meter diep langs die laan. De grond |
||||||||||||
De rivier waar men zich hier vanouds
naar richtte, was de Oude Rijn, waarvan de sloot achter park Voorn als een wa- terhoudende restgeul moet worden be- schouwd. Met de Heren van St Marie worden be-
doeld proost en deken van het kapittel van St Marie te Utrecht, dat eigenaar was van het Strijland, gelegen ten noordoosten van Voorn. Aan dit leengoed werd door de Heren en Vrouwen van Voorn eigen of allodi- aal goed toegevoegd, maar daarover la- ter. Het eigenlijke leengoed werd door Hen-
ri Willem Meertens vermaakt aan zijn nicht Suzette Amelia Martens, de vrouw van Jan Willem Antonie Barchman Wuytiers. Bij de scheiding van de nalatenschap
van Suzette, op 18 mei 1922, werd het toebedeeld aan haar kleinzoon Jan Wil- lem Antonie Barchman Wuytiers: "het adelijk landgoed en de ridderhofstad het huis te Voorn, met koetshuis, stalling, boerenwoning, duiventoren, weiland, wa- ter, bosch, boomgaard, moestuin en we- gen, staande en liggende te Vleuten aan den Leidschen Rijn bijden Stadsdam, met twee huizen aan den Kerkweg en de Krommelaan". De totale oppervlakte van het legaat bedroeg 18 ha 29 a 55 ca; de landen ten westen van Voorn waren er onder begrepen. Op 20 juni 1947 verkocht Jan Willem
aan de gebroeders Rijksen o.a. het uiterste oostelijke puntje van de buiten- plaats Voorn, terwijl dat bij een aan- vullende verkoop op 29 december nog werd vergroot. Vervolgens verkocht hij, eveneens aan
de gebroeders Rijksen , o.a. de Voornse Steeg, die in de koopacte staat omschre- ven als "houtwal", maar die vroeger ook wel bekend stond als de "kromme laan". Deze steeg of weg was niets anders dan de "Oudenrijnsedijk" die "de Nesse" besloot en de grens vormde met het land van de Heren van St Marie. Jan Willem zal zich niet gerealiseerd hebben dat zijn voorzaten een zware en langdurige juridische strijd hadden ge- voerd om het bezit van die Voornse Steeg; in een volgend artikel hoop ik daarop dieper in te gaan. De verkoop van die houtwal en de bo- vengenoemde oostelijke punten bete- kende wèl dat er gedeelten van het oude leengoed werden vervreemd. Jan Willem verkocht tenslotte op 12 oc- tober 1951 de buitenplaats Huize Voorn, die toen nog 7 ha 93 a 70 ca groot was, aan Johannes Anthonius Franciscus van Seumeren, directeur van de Verenigde Utrechtse IJzerhandel |
was in percelen verdeeld en er waren
mensen die meer dan één perceel koch- ten. Er werd kennelijk in "belegd". Op het aan Barend Hartsuiker verkoch- te stuk grond, dat lag op de hoek van de Burgemeester Verderlaan en de Groe- nendijk, stond het oude tolhuis. Dit huis werd op 8 mei 1947 door de gemeente- raad van Vleuten onbewoonbaar ver- klaard. Jan Willem ging door met uitverkopen
en op 31 december 1948 droeg hij aan de gebroeders Rijksen de eigendom over van alle resterende grond tussen het Strijland en de Zandweg, inclusief de Voornse Steeg (zie boven). De op de grond staande "tuinmanswo- ning met stalling" was eveneens in de koop begrepen, maar de verkoper be- hield daarvan het vruchtgebruik zolang het huis bewoond werd door de kweker Jacobus Gerssen. Dit vruchtgebruik werd op 12 april 1949 aan Gerssen zelf overgedragen. Deze Jacobus Gerssen (geboren 3 fe-
bruari 1894 te Vleuten) was getrouwd met Margaretha Andrina Oskam (gebo- ren 1 januari 1906 te Utrecht). Hij was een zoon van Gerrit Gerssen (geboren 2 mei 1855 te Vleuten) en Jenneke den Oudsten (geboren 14 maart 1859 te Lin- schoten). Gerrit was tuinbaas op Voorn. In het huis naast het herenhuis, het
vroegere koetshuis daarvan, woonde een broer van Gerrit, Willem Gerssen (geboren 8 juli 1857 te Vleuten), ge- trouwd met Teuntje Schaap (geboren 20 februari 1864 te Zeist). Een dochter van |
|||||||||||
Het huis van Willem Gerssen. Het is als koetshuis gebouwd bij het herenhuis in 1871. Nadien
maakte het diverse verbouwingen door. Op de foto is de plaats nog te zien van de grote deuren in de westgevel; daar werd later een kleinere deur met bovenlicht ingezet. Het raampje ernaast is van een opkamertje. Foto uit ca 1920; eigendom W. Stoof, De Meern. |
||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||
370
|
|||||||||||||
dit echtpaar. Geertje (geboren 9 april
1902 te Vleuten), was dienstbode bij de "baron". Zij trouwde met Johannes Stoof (geboren 31 juli 1898 te Kamerik). Op 9 april 1953 verkocht Jan Willem het huis aan de zoon van deze mensen, Cor- nelis Willem Stoof, getrouwd met Adriana Quartel. De beide laatsten wonen er nu nog. Waarschijnlijk staat het zoeven ge-
noemde huis op de plaats van de in het koopcontract van 1616 genoemde "her- berge". Niet in de koop begrepen was het huisje
dat, niet ver van de Groenendijk, op de Voornse Steeg stond en dat op 25 juli 1945 door Jan Willem was verkocht aan Theodorus Tonen, melkhandelaar te De Meern. Theodorus was op 24 maart 1891 te Vleuten geboren; hij was ge- trouwd met Janna Martina Wilhelmina Kooper (geboren 31 augustus 1894 te Utrecht). Tonen verkocht het huis op 3 juni 1957
aan de melkslijter Mattheus Anthonius van Wijk (geboren 22 januari 1899 te Utrecht), getrouwd met Maria Claes- sens. De Burgemeester Verderlaan kreeg deze
naam in een raadsvergadering van 29 juni 1938 en wel op verzoek van de be- woners van de Groenendijk. Op 26 februari 1937 had de gemeente reeds het |
Tussen Leidse Rijn en Groenendijk
Ten noordoosten van het goed Voorn
lag een gebied, dat in het westen en noorden werd begrensd door de Groe- nendijk en in het zuiden door de Leidse Rijn. In het oosten werd de grens ge- vormd door het verlengde van de Gale- copperdijk (ter hoogte van den Hom- mel). Loodrecht op de Leidse Rijn liep daar "zeker dijkje" het land in, waaruit na 350 meter een weg zich afsplitste, die innoordelijke richting aansloot op de Groenendijk. De oppervlakte van het gebied was ca 54
ha en het zou in de loop der tijd geheel in handen komen van de Heren van Voorn. Verlengt men in gedachten de Taatsen-
dijk tot deze de Groenendijk zou bereiken, dan is daarmee een onderver- deling tot stand gekomen. De gronden ten westen van die lijn ston- den bekend als het Strijland; zij waren eigendom van het kapittel van St. Marie te Utrecht. Het zuidelijkste, aan de Leidse Rijn grenzende perceel daarvan had de naam Wielboomgaard. Op 26 augustus 1738 verkocht het kapittel van St Marie aan Jan Sadelijn, Heer van Voorn, "de hoffstede, huysinge off boerewooninge met agterhuijs, drie bergen, een schaapschuur, wagenschuur, bakhuijs en draffkuijl, mitsgaders de be- potinge van een boomgaart, met 30 mor- gen 321 roeden thiendvrij land, gelegen op Strijland onder het gerecht van Ca- tharijne en het Lijnpad, achter het huis Voorn, laatst gebruikt en bewoond door Cornelis Backer". De Wielboomgaard was onder die koop
niet begrepen. Die werd pas op 30 octo- ber 1821 door de toenmalige Heer van Voorn, Antonie Mangelaar Meertens, op een verkoping van 's Lands Domei- nen aangekocht: "een perceel boom- gaard en bouwland, gelegen ten noorden van de rivier de Rijn, op het Strijland, groot 4 morgen 550 roeden, herkomstig van het voormalig rentambt St Marie, verhuurd aan Aart Uiterwaal. Op dit per- ceel staat een bouwhuis en twee schuren, zijnde het eigendom der pachter". Op 12 januari 1856 verpachtte Henri George Ferdinand Meertens aan Jan Oskam, landbouwer, wonende op de na te melden hofstede "eene hofstede ge- naamd Het Strijland, bestaande in woon- huis met stalling, schuur, berg en bak- huis, met bouw-, wei-, boomgaard- en boschland, te zamen groot 51 bunders 1 roede 10 ellen". Oskam pachtte, behalve bijna het gehele Strijland, ook de gron- den onder Jaffa en Oudenrijn (zie verder). De verbinding tussen zijn boer- derij en de Oudenrijnse grond liep via de |
||||||||||||
onderhoud van de oorspronkelijk parti-
culiere weg zijnde Kerkweg overgeno- men van Jan Willem Antonie Barch- man Wuytiers, bij welke gelegenheid ook de tol was opgeheven. Het eeuwenlang bestaan hebbende particuliere karakter van de weg is te verklaren uit het feit dat de weg oorspronkelijk een "overpad" is ge- weest ten behoeve van eigenaar en huurder van de hofstede Het Strijland. Zij konden daarmee komen "van den Achterdijck tot op 't Zandt pad t aan den Rijn". In 1956 liet de uitgever Petrus Hubertus
Bogaard het oog vallen op de grond tussen Groenendijk en Zandweg, ten westen van de oprijlaan naar de ruïne. Hij stond voor de taak de versnipperde eigendom weer in één hand te brengen, wat hem werd vergemakkelijkt omdat de woningbouwplannen niet doorgin- gen. In juni van dit jaar kocht hij de percelen langs de Burgemeester Verder- laan van de diverse eigenaren en op 29 november de grond van de heren Rijksen. Bogaard verkocht de grond op 6 maart
1957 aan Uitgeverij Het Spectrum NV, maar behield voor zich een stuk van on- geveer 4,4 ha dat zich vanaf de Groe- nendijk over ca 300 meter uitstrekte langs de Burgemeester Verderlaan en ca 145 meter breed was. Het Spectrum verwierf op 7 mei 1958 de eigendom van het huisje van van Wijk, dat vervolgens gesloopt werd. Op het aan de Zandweg grenzende gedeelte van de grond verrees het ge- bouw van Het Spectrum, terwijl op het noordoostelijkste perceel een bungalow werd gebouwd; deze bungalow werd door Bogaard op 18 april 1967 van Het Spectrum gekocht, met inbegrip van de houtwal, het huis van Gerssen en de grond tussen het door hem in 1957 be- houden perceel en het eigenlijke terrein van Voorn. Bogaard verkocht op 2 september 1976
zijn gehele privé-bezit van ca 6 ha aan de Gebroeders de Gier, Bouw- en Aanne- mingsmaatschappij BV, die het noorde- lijke gedeelte op 23 augustus 1983 over- deden aan Cornelis Johan Aandewiel. In de bungalow en de oude boerderij van Gerssen is nu de ATC (Aandewiel Trading Company) gevestigd, terwijl op de grond eromheen een golfterrein is aangelegd. Op het door de Gier behouden
zuidelijke gedeelte vindt op het ogenblik doorhem nieuwbouwplaats; daar komt het kantoor van de VNU-verkoopgroep (VNU = Verenigde Nederlandse Uitge- versbedrijven), tot nu toe gehuisvest aan het Strijkviertel. |
|||||||||||||
Het huisje van Theodorus Tonen op de
Voornse Steeg of Kromme Laan. De jongen met de kar staat op de Steeg of "Oudenrijn- sedijk". Links achter het huis loopt de sloot die een restgeul is van de Oude Rijn. Het water rechts is een sloot die óók langs de dijk loopt en die in verbinding staat met de gracht rond de ruïne van het kasteel. Foto van 1929 uit de Katholieke Illustratie van
dat jaar. Eerder gepubliceerd op de titelpagina van ons
blad, jaargang 4 nummer 4. |
|||||||||||||
371
|
||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||
Kerkweg (de latere Burgemeester Ver-
derlaan) en de brug bij de Stadsdam. Ten oosten van de bovenbedoelde denk- beeldige lijn Taatsendijk-Groenendijk lag een ander met name bekend stuk grond, nl. de Guldenhoeve. Op 19 no- vember 1821 kocht Antony Mangelaar Meertens van Cornelis Maria van Hengst (de oorspronkelijke eigenaar was het kapittel van Oudmunster) "7J bunders 62 roeden 50 ellen (16 morgen oude maat) bouwland, onder de gemeente Utrecht in de Hooge Weide, genoemd de Guldenhoeve, strekkende vóór uit den Rijn tot achter aan den Groenendijk". Deze Guldenhoeve was dus niet alleen kennelijk goed bouwland maar ook letterlijk een hoeve (1 hoeve = 16 mor- gen!). De resterende grond binnen het voor
ons van belang zijnde gebied werd door twee, elkander opvolgende Heren van Voorn aangekocht. Op 30 october 1821 kocht Antonie
Mangelaar Meertens op meervermelde verkoping van 's Lands Domeinen "een perceel bouwland, groot 6 morgen, gelegen aan de noordzijde van de rivier de Rijn, onder het Lijnpad of Hoogeweide, herkomstig van het voormalig rentambt St Marie, belend ten noorden den Groenen- of Achterdijk, verhuurd aan Aart Uiterwaal". Vervolgens kocht Henry George Ferdi-
nand Meertens op 16 december 1830 van Herman Otto Geerlings "eene hof- stede (later genaamd De Halve Maan), bestaande in een huis, een achterhuis, een schuur, een berg en een schaaphok, nevens 5 bunders 96 roeden boomgaard en weijland, gelegen onder de Hoogeweij- de, in de gemeente Utrecht, wijk L, de huizinge gemerkt numero 107, strekken- de uit de Leijdsche Vaart tot aan andere eigendommen van de kooper" (zie hier- boven). Nog net voor het einde van 1830 waren
de Heren van Voorn dus eigenaar van alle grond binnen het bovenbeschreven gebied. Op 12 januari 1856 verpachtte Henri
George Ferdinand Meertens aan Tij- men Hamoen, landbouwer, wonende op de na te melden hofstede "eene hof- stede genaamd De Halve Maan, bestaan- de in woonhuis met stalling, schuur, berg, bakhuis en verdere aanhoorigheden, be- nevens bouw-, wei-, tuin- en boomgaard- land, tezamen groot 45 bunders 44 roe- den". Hamoen pachtte de gehele Guldenhoeve, met het land daar onmiddelijk oostelijk van gelegen en nog enkele percelen ten noorden van de Wielboomgaard. Bovendien kreeg hij in pacht alle grond onder Galecop (zie verder); die grond lag wel op enige |
||||||||||||
Boerderij Het Strijland vóór de vrij recente verbouwing. Het gebouw was met zijn grote schuur
typisch bedoeld voor een gemengd bedrijf. Foto uit 1971 (Foto Dienst Gemeente Utrecht); eigendom van de huidige bewoner A. C. D. van
der Linden, Utrecht. |
||||||||||||
maakte nog iets goed door in 1871 het
tegenwoordige herenhuis te laten bou- wen bij de ingang van de oprijlaan. Die zoon werd geboren uit het huwelijk van Henri George Ferdinand met Susanne Amelia Testas, weduwe van Jan Hen- drik Martijn Martens. De eigendom van de percelen ten oosten
van de vroeger genoemde denkbeeldige lijn in het verlengde van de Taatsendijk viel op 17 september 1928 bij legaat toe aan Hendrik Cornelis Johannes Barch- man Wuytiers. Diens vertegenwoordi- ger verkocht op 9 mei 1933 het terrein aan de gemeente Utrecht. Op deze grond ontstond de bebouwing tussen Victor Hugoplantsoen, Joseph Haydn- laan en Leidse Rijn, terwijl een westelij- ke strook in beslag werd genomen door het Amsterdam-Rijnkanaal. Het Mili- tair Hospitaal kwam ongeveer op de plaats van de boerderij De Halve Maan. Zoals gezegd, waren in 1862 pachters op de boerderij De Halve Maan Tijmen Hamoen (geboren 18 januari 1802 te Harmeien) en zijn vrouw Jannetje Oskam (geboren 15 december 1805 te Linschoten). Tijmen werd opgevolgd door zijn zoon Florus (geboren 24 oc- tober 1833 te Utrecht), getrouwd met Cornelia van Stam (geboren 20 januari 1834 te Vleuten). De volgende pachter was Thijmen Hamoen (geboren 16 augustus 1867 te Utrecht) met zijn vrouw Adriana Marijgje Oskam (gebo- ren 15 februari 1876 te Oudenrijn). Hun zoon Teunis (geboren 22 october 1914 te Utrecht), getrouwd met Trijntje |
||||||||||||
afstand van zijn boerderij, maar er was
een goede verbinding via de Galecop- perdijk en de Hommelbrug. Op 22 november 1862 stond Henry George Ferdinand Meertens in erfpacht af aan Tijmen Hamoen en zijn vrouw Jannetje Oskam, bouwlieden, wonende onder de Hooge Weide, gemeente Utrecht, "2 roeden 80 ellen grond, gele- gen onder de Hooge Weide, gemeente Ca- tharijne, nabij de Leidsche Vaart aan den weg naar de buitenplaats Oog in Al, uit- makende een gedeelte van het kadastraal bekende perceel Sectie C no. 148 als boomgaard". De belangrijkste voor- waarde, aan deze erfpacht verbonden, was "dat de erfpachtnemers den voor- melden grond zullen bezigen tot aan- bouw van een huis tot eigen gebruik en be- woning, zonder hetzelve te mogen verhu- ren of aan anderen ten gebruike of ter be- woning afstaan en zonder daarop andere gebouwen te mogen plaatsen dan tot eigen gebruik". Jan Willem AdolfDiemont,particulier,
kreeg op 27 november 1878 van Henry Willem Meertens in erfpacht "een stuk grond groot 24 are 70 ca, gelegen in den polder de Hooge Weide onder Catharij- ne, gemeente Utrecht, aan den Groenen- weg, uitmakende een noordoostelijk ge- deelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Catharijne Sectie C no. 433". Terwijl Henri George Ferdinand Meer- tens enerzijds de "afronder" van het familiebezit is geweest, moet hem toch anderzijds ernstig worden verweten dat hij in 1850 het kasteel Voorn liet slopen. Zijn zoon, Henri Willem Meertens, |
||||||||||||
372
|
december 1985
|
|||||||||||
te Utrecht) en zijn vrouw Geertruida
Hendrika Dijkshoorn (geboren 27 juli 1917 te Hillegersberg). Toen de grond van het Strijland een
andere bestemming kreeg ging ook de boerderij in de Wielboomgaard verlo- ren. Daar woonden vroeger Jacob van Manen en zijn vrouw Wilhelmina van Eek; hun dochtertje Steventje, eerst ge- trouwd met van Hierden, huwde later met Willem Westerhout. De hofstede had uiteraard recht van overpad om over land, via de omringen- de landerijen de Groenendijk of Mod- derdijk (later de Everhard Meysterlaan) te bereiken, maar de komende en gaande man werd per overzetschuitje vanaf het jaagpad langs de Rijksstraat- weg gehaald en gebracht. Ingewijden weten nog, dat wanneer de bezoeker "over" riep, vrouw Weslerhout de kof- fiepot al in gereedheid bracht. Vóór het vierde kopje werd niet gevraagd of je nog een keer ingeschonken wilde worden. Er was, ondanks lange werk- dagen, toch ruim de tijd om gastvrij te zijn. Omdat de ontruiming in october 1936
toch nog onverwacht aan de orde kwam, moest de familie Westerhout op stel en sprong opbreken. Zij kreeg ge- lukkig onderdak op "Papendorp", de boerderij van de familie van Vulpen. Dat bedrijf raakte vanwege het nieuwe kanaal eveneens fiink wat land kwijt en had zodoende stalruimte genoeg. Have en goed waren daardoor, dank zij vrien- den- en burenhulp, voorlopig geborgen. |
||||||||||||
Boerderij De Halve Maan, zoals hij wasvoorde ontruiming rond 1935. Op deze plaats werd het
Militair Hospitaal gebouwd. De bomen aan de overzijde van het water staan er nog. Olieverfschilderij van H. Beese; eigendom van T. Hamoen, De Meern. Eerder afgedrukt in ons blad, jaargang 4 nummer 1, bladzijde 193. |
||||||||||||
boerderij Het Strijland. Hij was eerst
getrouwd met Teuntje van Doorn en vervolgens met Gerrigje Beukhof. Zijn zoon Jan Andries (geboren 7 juli 1860 te Utrecht, uit het tweede huwelijk) volgde hem op; deze was getrouwd met Adriana van Eijk (geboren in 1861 te Woerden). De laatste bewoners waren Arie Adri-
aan Oskam (geboren 6 september 1900 |
||||||||||||
Doornenbal (geboren 13 november
1915 te Vleuten), heeft nooit zélf op de Halve Maan geboerd omdat zijn moeder daar nog boerin was toen hij vertrok naar Oudenrijn om zich op Naamrijk te vestigen. De eigendom van de percelen ten westen van meergenoemde denkbeeldige lijn viel toe aan Jan Willem Antonie Barch- man Wuytiers. Op 26 april 1935 droeg hij, ten behoeve van de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal, een oostelijke strook van het Strijland over aan het Rijk. Op 6 juni 1935 verkocht hij het uiterste
noordoostelijke puntje van het Strijland aan de gemeente Utrecht; dit stukje grond was door het geprojecteerde kanaal van het Strijland afgesneden geraakt. We moeten het zoeken op de Johan Wagenaarkade ter hoogte van het Victor Hugoplantsoen. De rest van Strijland, inclusief de boerderij, werd door Jan Willem op 20 juni 1947 verkocht aan de gebroeders Rijksen, die de grond op 16 juni 1955 aan de gemeente Utrecht overdeden. Ten westen van het Amsterdam-Rijnka- naal kwam rijksweg 2 te lopen en de ge- meente Utrecht legde op Strijland sportvelden aan. De boerderij Strijland werd door de
gemeente Utrecht opgeknapt; het huis wordt nu bewoond door de familie A. C. D. van der Linden. In 1862 was Jan Oskam (geboren 23 april 1815 te Linschoten) pachter van de |
||||||||||||
De boerderij in de Wielboomgaard, aan de overzijde van de Leidse Rijn. Het huis stond ongeveer
op de plaats waar nu tussen Rijksweg 2 en het Amsterdam-Rijnkanaal het gebouwtje van Rijks- waterstaat is te vinden. Er vóór ligt het bootje waarmee de verbinding met de Rijksstraatweg werd onderhouden. Foto uit ca 1930; eigendom B. Overkleeft, De Meern. |
||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||
373
|
||||||||||||
De grond onder Oudenrijn
Reeds Johan Lodewijck van Panhuijs,
Heer van Voorn, was in 1683 in het be- zit van "9 morgen weijlandt achter mal- canderen gelegen onder den gerechte van den Oudenrhijn", maar hij raakte die grond kwijt wegens schulden. Op 20 februari 1736 kocht Jan Sadelijn, Heer van Voorn, van Hendrik Spoor "9 morgen weij- en hoijlanden, gelegen in den geregte van den Oudenrijn, strec- kende 't selve landuijt den Rijn tot aan 't land van de Heer Jan Schutter". Het perceel reikte dus nog niet tot aan de Heycopperkade; dat was pas het geval toen op 10 juni 1825 Antonie Mangelaar Meertens, Heer van Voorn, van de erfgenamen van Hendrik van Gennip kocht "2 bunders 55 roeden 47 ellen bouw- en weijland, gelegen in de gemeente van den Oudenrijn, strekkende van het land van den heer kooper (zie boven) tot aan den Heikopperdijk toe, hebbende eenen vrijen uitweg over het land van den heer kooper". De totale oppervlakte van de grond onder Oudenrijn bedroeg 9 ha 71 a 70 ca. Deze, inmiddels "hofstede Overvoorn"
genoemde grond werd geërfd door Johanna Francoise Henriette Barch- man Wuytiers, getrouwd met Hugo van Beresteijn. Ook hier klopte het Rijk aan om grond
en op 14 september 1962 werd door haar kinderen Suzette Amelia Henriette en Christiaan Johannes een deel van het zuidelijkste perceel afgestaan ten behoe- van van de aanleg van Rijksweg 12. Suzette droeg op 18 maart 1964 haar deel van het bezit over aan haar broer Christiaan Johannes van Beresteijn en aan haar kinderen Johanna Francoise Henriette en Floris Abraham Vaillant. Op 5 november 1976 verkocht de familie de boerderij aan Pieter van Dijk, getrouwd met Maria Johanna Geertrui- da van Eek. Pieter deed op 29 april 1982 het huis over aan Hermanus Abraham Hoogendoorn, getrouwd met Henny Westeneng, die op dezelfde datum van de familie het achter het huis gelegen perceel weiland erbij kocht. Tenslotte werden op 2 mei 1983 de resterende percelen verkocht aan Ger- rit Cornelis van Eek, getrouwd met Adriana Anna Koppert. In 1856 diende Henri George Ferdinand Meertens een verzoekschrift in bij bur- gemeester en wethouders van Utrecht "strekkende om ten gerieve zijner huizinge in de gemeente Oudenrijn op een afstand van ongeveer 60 el aan deze zijde van Stadsdam een steiger te mogen ma- |
||||||||||||
Hei huisje dat aan de Rijksstraatweg stond op de grond van Overvoorn. Het werd afgebroken in
1954.
Schilderij door A. A. Oskam; eigendom B. Brouwer, De Meern.
|
||||||||||||
ken aan den Rijn". De el, die van ouds-
her ca 70 cm mat, werd na 1820 in ons metriek stelsel gelijkgesteld met 1 me- ter. Henri kreeg de vergunning op voorwaarde dat het jaagpad, dat daar ten zuiden van de Leidse Rijn liep, niet versmald zou worden. De boer van Strijland, die ook de grond onder Oudenrijn in pacht had, beschikte nu, behalve over een verbinding over land (de Kerkweg), ook over een verbinding te water. De tegenwoordige boerderij "Over-
voorn" staat daar pas sinds ca 1875; voordien stond er, tegen de Rijksstraat- weg aan, een veel kleiner en ouder huisje, bewoond door een dochter van de pachter van Het Strijland, Aaltje Oskam (geboren 4 september 1838 te Utrecht) en haar man Floor Oskam (ge- boren 9 mei 1835 te Bunnik). Dit echt- paar vertrok in 1879 naar Polsbroek, waarna Overvoorn werd gepacht en bewoond door Hendrik Kuus (geboren 19 februari 1833 te Maartensdijk) en zijn vrouw Dirkje van Leersum (gebo- ren 26 juni 1841 te Vleuten). Van 1919 tot 1939 waren pachters op Overvoorn Pieter Doornenbal (gebo- ren 5 februari 1871 te Vinkeveen) en zijn vrouw Trijntje Oskam (geboren 26 maart 1877 te Oudenrijn), daarna hun dochter Teuntje Doornenbal (geboren 19 september 1906 te Vleuten) en haar |
tweede man Pieter Roelof van Dijk (ge-
boren 6 april 1908 te Harmeien) en ten- slotte Pieter van Dijk en zijn vrouw Maria Johanna Geertruida van Eek. Rond de eeuwwisseling werd het bij de hofstede behorende weidegebied uitge- breid door de zuidelijkste percelen in cultuur te brengen; dat was eerst griendland. Door betere bemaling (stoomgemaal) konden waterhuishou- ding en -peil beter in de hand worden gehouden. Ook de boomgaard op de plaats waar nu Het Spectrum staat en het vlakke stuk tussen de bebossing van het herenhuis en het vroegere "reiger- bos" werden bij de boerderij gevoegd. Het reigerbos is rond 1920 ontruimd, vanwege de overlast die overvliegende reigers het verkeer op de Rijksstraatweg berokkenden. De grond onder Jaffa
Deze percelen waren gelegen tussen de
Groenendijk en de Vleutenseweg. Op 2 februari 1739 kocht Jan Sadelijn, Heer van Voorn, van Henrick Pothuij- sen "7 morgen weijlands, gelegen onder het gerechte van Hogeweijde, voorbij Jaf- fa, daar westwaarts de hofstede Knotsen- burg naast geland is". In eerdere koop- contracten betreffende deze grond wordt de noordgrens ook aangegeven als "Kouwehornschen dijck, Cauhorn- |
|||||||||||
374
|
||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||
sche- of Vleutense weteringe en Vleuten-
se Vaart". Jaquelina Cornelia de Geer, Vrouwe
van Voorn, weduwe van Jan Sadelijn, kocht op 7 december 1739 van Johan Hendrick van Ewijck "16 morgen weij- en bouwlanden, gelegen onder de Hoge- weijde buyten de stad Utrecht, streckende uijt de Vleutense Vaert totaandenAgter- dijk", westwaarts belend door het hier- boven beschreven perceel. In eerdere koopcontracten betreffende dezelfde grond wordt de zuidgrens ook genoemd "Achterwegh" of "dijk daer men na de Meern toe rijd". In 1739 werden de Heren van Voorn
aldus eigenaar van 23 morgen of ca 19,5 ha grond onder Jaffa. Op 30 april 1887 verkocht Henri Willem
Meertens een gedeelte van deze grond aan het Rijk ten behoeve van de aanleg van het kanaal van Amsterdam naar de Merwede. Het kanaal zou dwars door het bedoelde land gaan lopen, wat later consequenties had bij de vererving. Toen er een tweede schutsluis moest worden gebouwd, werd er op 31 januari 1903 wederom enige grond overgedra- gen aan het Rijk, ditmaal door Henri's nichtjes en erfgenamen Suzette Amelia Martens en Johanna Henriette Antonia Martens. Bij de scheiding van de nalatenschap
van Suzette Amelia op 18 mei 1922 werd de grond ten noorden van het Merwede- kanaal toebedeeld aan Johanna Maria |
Bernardine van Beeck Calkoen, wedu-
we van Hendrik Jan Marie Barchman Wuytiers en voogdes over haar drie kinderen. Zij verkocht die grond op 6 juli 1928 in openbare veiling aan de gemeente Utrecht. In de daarop volgen- de jaren werd het terrein volgebouwd: Weltevredenstraat, Priokstraat, Cura- caostraat, Minahassastraat, enz. De grond ten zuiden van het kanaal was toegescheiden aan Johanna Francoise Henriette Barchman Wuytiers. Deze verkocht op 1 september 1936 het terrein aan de heren Rijksen, waarna ook hier de woningbouw een aanvang nam en o.a. de Racinelaan, de Moliere- laan en de Corneillelaan ontstonden in Oog in Al. De sluiswachterswoning
Op 4 december 1769 kocht Petrus van
der Hage, Heer van Voorn, van de exe- cuteurs van het testament van Berendi- na de Wit, in leven weduwe van Paulus van Leersum "zekeren opstal of getim- merte, zijnde thans de sluiswachterswo- ning, staande en gelegen onder den gerechte van Vleuten, aan den eersten dam, bij gemelde Berendina de Wit be- woond en gebruikt geweest". Bij het op- stellen van deze verkoopacte was één der getuigen zekere Frederik Reisen- bagh. Petrus van der Hage droeg de woning
op 25 augustus 1770 over aan bovenge- noemde Frederik Reisenbach; "de woo- |
|||||||||||
Portretfoto van Jan Willem Antonie Barch-
man Wuytiers toen hij burgemeester was van Amersfoort. Daarvóór was hij burgemeester van Vleuten en Haarzuilens van 1879 tot 1901. Hij was nooit "Heer van Voorn", daar zijn vrouw Suzette Amelia Martens het goed had geërfd. Zij vermaakte het aan haar kleinzoon Jan Willem Antonie. Foto uit ca 1915; eigendom B. Overkleeft, De
Meern. ning bij hem bewoont en gebruijkt wor-
dende". Bij deze laatste overdracht werd gecon-
ditioneerd "dat zoo meenigmaal als deze wooning na desen verkogt zoude mogen worden, de verkopers en kopers zullen verpligt weezen aan de Heeren of Vrou- wen van Voorn in der tijd, binnen veer- tien dagen na de verkoop aan te presen- teeren of deselve soude willen het verkogte voor de prijs waarvoor het ver- kogt zoude mogen wesen, na zig nemen, wanneer 't deselve vrijstaan sal 't na zig te nemen of aan den koper in der tijd te la- ten, en dat dus de Heeren en Vrouwen van Voorn het recht van naasting op deselve wooning zullen hebben en behouden zoo meenigmaal dezelve verkogt zal wor- den". Bij acte van scheiding en verdeling van
de nalatenschap van Jacobus Bernardus Ligtrink van 1 april 1869 werd "de op- stal van de sluiswachterswoning aan den Stadsdam onder Vleuten, op den per- ceelsgewijze kadastrale legger der ge- meente bekend in Sectie A no. 332" toebedeeld aan Gerof Jacobus Ligtrink. Jacobus Bernardus Ligtrink (geboren in 1806 te Vleuten) was tapper en sluiswachter; hij was getrouwd met Theodora Hamoen (geboren in 1802 te |
||||||||||||
Johanna Maria Bernardine van Beeck Calkoen met haar drie kinderen: links jonker Wim (Jan
Willem Antonie) naast freule Hannie (Sara Johanna Bernardine), rechts jonker Joost (Hendrik Cornelis Johannes). De opname werd gemaakt op de Zandweg, vóór huize Voorn. Aan de overkant van de Leidse Rijn is rechts boven het oude huisje op Overvoorn te zien. Foto uit ca 1925; eigendom B. Overkleeft, De Meern. |
||||||||||||
december 1985
|
|||||||||||||||||
375
|
|||||||||||||||||
Te huur te Vleuten. No. 2727.
in de onmiddell^ke omgeTlng
Tan utrecht. De fraaie ridderhofstad „de
Voorn" bestaande uit park met hoog opgaand geboomte, lanen, waterpartijen en moestuin, be nevens stal, geschikt voor garage. Het geheel groot ± 17 H.A.
waarvan de weilandenen boom- gaard verpacht zijn. Vrije wandeling voor den huurder. Het heerenhuis bevat be- neden: entree, breede marmeren gang, gro^te eetkamer, twee groote kamers en suite met serre, keuken, bijkeuken, dessertkamer, knechtskamertje, W. C. Verder groote pro- visie- wijn- en kolenkelders. Boven : vijf groote slaapkamers, 1 kleine slaapkamer, badkamer en provisiekamer, W.C. Op de zolderverdieping twee dienstbodenkamers. Het geheel is voorzien van electr. licht en eigen waterleiding. Huurprijs f 1500 per jaar. Aanvaarding 1 September 1926. Inlichtingen bij het Hoofdkantoor te Zeist en bykantoor te Utrecht. Evenmin als het kasteel vroeger, werd het herenhuis later altijd door de eigenaar zélf bewoond. Hierboven een advertentie uit het jaar 1926,
waarbij de bezitting te huur werd aangeboden. Dat moet dus zijn geweest toen de oud-burgemeester Jan Willem Antonie Barchman Wuytiers overleden was. In juli 1902 namen de kantonrechter Bernard Johan Rasch en zijn vrouw Adriana Maria Enschedé hun intrek in het huis. Bernard overleed op 20 mei 1908 en zijn vrouw vertrok in juli 1918. In datzelfde jaar kwamen de oud-burgemeester en zijn vrouw, SuzetteAmelia Marlens, terug uit Amersfoort. De hierboven aangeboden verhuur ging waarschijnlijk niet door, want in januari 1927 kwam Johanna Maria Bemardine van Beeck Calkoen met haar drie kinderen op Voorn wonen. Van juni 1933 tot mei 1937 waren de bewoners de goudsmid Johannes Gerardus Eligius Brom en zijn vrouw Hildegard Maria Margarete Fischer. Krantenknipsel eigendom K. B. Nanning, Vleuten. |
|||||||||||||||||
Veldhuizen).
De sluiswachterswoning was enige tijd
in het bezit van de familie Ligt(e)rink. Gerrit erfde het huis op 24 october 1798, zijn zoon Jacobus Bernardus op 23 fe- bruari 1866 en diens zoon Gerof Jaco- bus op 1 april 1869. De laatste verkocht het pand op 31 de- cember 1906 aan de gemeente Utrecht, die het op 21 juni 1951 overdeed aan de Provincie; kort daarna werd het afge- broken. De grond onder Galecop
Op 19 november 1821 kocht Antonie
Mangelaar Meertens, Heer van Voorn, van Cornelis Maria van Hengst "6 bun- ders 81 roeden 25 ellen (8 morgen oude maat) wei- en hooiland, gelegen onder Galekop, gemeente Oudenrijn, strekken- de voor van den Galekopper- tot aan den Heijkopperdijk". In een eerder koop- contract betreffende dezelfde grond staat de Zandvliet vermeld als noorde- lijke begrenzing. Het grondbezit onder Galecop werd op
17 november 1830 aangevuld door Henry George Ferdinand Meertens, die van Aernout van Steenwijk kocht "8 bunders (deze 8 is vermoedelijk een schrijffout en zal een 7 moeten zijn) "50 roeden 90 ellen weiland, gelegen op Gale- cop, strekkende van de Galecopperdijk |
tot deMolenvliet"; de laatste lag langs de
Taatsendijk. De totale oppervlakte van de grqnd
onder Galecop was 14 ha 19 a 20 ca. De grond onder Galecop werd bij de scheiding van 18 mei 1922 toebedeeld aan Johanna Francoise Henriette Barchman Wuytiers, gehuwd met Hugo van Beresteijn. Zij verkocht de zuidelijke percelen op 26
juli 1924 in openbare veiling aan de landbouwer Arie Rokus Eskes, wonen- de te Galecop. Van de noordelijke percelen verkocht
zij op 15 september 1934 aan het Rijk een oostelijk gedeelte ten behoeve van de aanleg van het Amsterdam-Rijnka- naal en op 7 november 1972 droegen haar kinderen Suzette en Christiaan de rest over aan de gemeente Utrecht. |
||||||||||||||||
1825), de grond onder Jaffa (1739). de
sluiswachterswoning (1769) en de gronci onder Galecop (1821, 1830). Daar in 1798 het verschil tussen leen- goed en eigen goed definitief was verval- len, waren zij alzo sinds 1830 in het vrije bezit van ca 140 ha land. Dat bleef zo tot aan de verdeling van de erfenis van Suzette Amelia Martens in 1922. Het was een echt grootgrondbezit geworden en de boerderijen erop droe- gen alle op hun luiken de kleuren van hun Heer: een rood paneel met groene rand, gescheiden door een witte bies (nog te zien op Overvoorn). In de volgende jaren ging het bezit snel teloor, vooral door de landhonger van het Rijk en van de gemeente Utrecht. |
|||||||||||||||||
Nabeschouwing
Zoals we gezien hebben, werden de
Heren van Voorn sinds 1456 met het huis Voorn en de Nesse beleend. Boven- dien verwierven zij in eigen bezit respec- tievelijk de grond ten westen van Voorn (vóór 1585), de grond tussen Leidse Rijn en Groenendijk (het Strijland 1738, de Wielboomgaard 1821, de Guldenhoeve 1821 en de overige grond 1821 en 1830), de grond onder Oudenrijn (1683 -1736 - |
|||||||||||||||||
Bronnen
Archief huis Voorn (J.A.F, van Seu-
meren) Officieel Orgaan Historische Ver-
eniging Vleuten-De Meern-Haarzui- lens jaargang 3 nr 3 blz. 131 Idem jaargang 4 nr 1 blz. 193
Idem jaargang 4 titelpagina
Kadaster en Openbare Registers
|
|||||||||||||||||
376
|
||||||||||||||||||||||||
december 1985
|
||||||||||||||||||||||||
Agenda
|
||||||||||||||||||||||||
Wie wat bewaart
|
||||||||||||||||||||||||
die geeft wat
|
||||||||||||||||||||||||
Elke Maandag vanaf 19.00 uur werk-
avond (o.a. schoonmaken en restauratie van voorwerpen) in het museum, Thematerweg 17 te Vleuten. Dinsdag 21 januari
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten.
Algemene contactavond. Iedereen met vragen, plannen of ideeën is wel- kom. Zaterdag 25 en Zondag 26 januari
13.00 - 16.00 uur opendag in het
museum, Thematerweg 17 te Vleu- ten. Dinsdag 18 februari
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten.
Algemene contactavond. Zie boven. Zaterdag 22 en Zondag 23 februari
13.00 - 16.00 uur open dag in het
museum, Thematerweg 17 te Vleu- ten. Dinsdag 18 maart
20.00 uur, 't Zand 1 Vleuten.
Algemene contactavond. Zie boven. Zaterdag 29 maart (niet op Zondag 30
maart, want dan is het Pasen!) 13.00 - 16.00 uur open dag in het museum, Thematerweg 17 te Vleu- ten. Woensdag 16 april
20.00 uur in het museum Themater-
weg te Vleuten Algemene ledenvergadering. Dinsdag 22 april
20.00 uur in het museum Themater-
weg 17 te Vleuten. Algemene contactavond. Zie boven. Zaterdag 26 en Zondag 27 april
1,3.00 - 16.00 uur open dag in het
museum, Thematerweg 17 te Vleu- ten. Hebt u wensen betreffende onze agenda
of ons programma, laat het ons dan weten! |
||||||||||||||||||||||||
Door ons werden in dank, ten behoeve
van onze bibliotheek en onze verzame- ling, de volgende schenkingen of bruik- lenen aanvaard van: |
||||||||||||||||||||||||
G. C. A. van Mourik, Prins Hendrikweg
18 Vleuten Jaargangen Heemschut 1971 -1985,
duivenklok H. Pak, Zandweg 116 De Meern
Bandenwals, kaarslantaarn C. Seckel, Meerndijk 90b De Meern
Jaargangen Westerheem 1974 -1977 F. C. J. van Baaren, J. F. Kennedylaan
20 Vleuten . Collectie foto's van 29 monumenten
in Vleuten - De Meern A. C. M. Vernooij, Utrechtseweg 111
Vleuten Zicht G. van der Kleij, Den Hamstraat 11
Vleuten Twee armenbanken uit de Willi-
brordkerk Th. van den Berg, Glazenierslaan 21
De Meern Zinken wasketel, werkplaatsramen A. Goudappel, Julianalaan 20bis Vleu-
ten Foto Ned. Herv. kerk te Vleuten F. C. G. M. Besouw, Schoolstraat 55
Vleuten Topografische kaarten, copieën van
oude platen, statieportret van Ko- ningin Juliana en Prins Bernhard |
||||||||||||||||||||||||
C. M. Jongerius, Castellumlaan 3
De Meern Jacquet
H. J. J. den Rooijen, van Nijenrodelaan
20 De Meern 10 Oude jaargangen van De Brug N. Barten, Stoelenmakerslaan 8
De Meern Kookkacheltje, griendmes, gewicht M. G. van den Bosch-Goes,Hinderstein-
laan 16 Vleuten Wafelijzer, H. Hartbeeld, kook-
boekje plattelandsvrouwen H. J. C. van den Bosch, Stalplein 6 Haar-
zuilens Rietdekkersgereedschap G. Tilstra-Graafland, Utrechtseweg 73
Vleuten Gymjurkje D. van Maanen, Utrechtseweg 47 Vleu-
ten IJzeren schuit
E. J. Mélotte-Bos, ten Veldestraat 71
De Meern Geëmailleerde waskan
K. B. Nanning, Utenhamstraat 15 Vleu-
ten Jaargangen Bulletin Koninklijke
Nederlandse Oudheidkundige Bond 1973 - 1985 |
||||||||||||||||||||||||
Voor het plaatsen van dakkapellen, dakramen, keukens, badkamers en wanden van glazen
bouwstenen, stijldeuren, aluminium en houten kozijnen. Tevens plaatsen wij tegen inbraak beveiligd hang- en sluitwerk. Kunststof ramen en deuren op maat en in verschillende kleuren |
||||||||||||||||||||||||
Wilt u meer weten, bel dan.
|
||||||||||||||||||||||||
#K^ira?
|
||||||||||||||||||||||||
7m£
|
||||||||||||||||||||||||
AANNEMERSBEDRIJF
3454 VK DE MEERN |
||||||||||||||||||||||||
Woerdlaan 2 - Telefoon 03406 - 13 15
|
||||||||||||||||||||||||