-ocr page 1-
hr, q
Touw, touw en nog eens touw (1)
door W.T. Bunnik, Utrecht
CA. van Duuren, Lopik
A.H. Goes, IJsselstein
Ch. W. Vink, IJsselstein
Verantwoording.
Waarom een artikel over de touwbaan ?
Allereerst vragen wij ons af hoe IJsselstein aan de straatnaam Touwlaan komt.
Heeft deze naam te maken met het oude ambacht of is deze keus toevallig
gemaakt ? Verder is onze belangstelling gewekt door advertenties in oude
dagbladen, over het bestaan van een IJsselsteinse touwbaan, die scheepstrossen
vervaardigt.
Als je dan probeert,daar wat meer over aan de weet te komen, zit je al snel met een
grote stapel boeken voor je in de leeszaal van een of andere bibliotheek. Het
resultaat van ons onderzoek is een artikel geworden voor ons tijdschrift. De
schrijvers hopen, dat u net zoveel plezier zult hebben aan het lezen.als zij hebben
gehad bij het speurwerk in diverse boeken en documenten.
Tenslotte bedanken wij iedereen, die ons heeft geholpen bij het verzamelen en
verwerken van alle gegevens. In het bijzonder de familie Van der Neut uit
IJsselstein, die ons informatie verstrekte omtrent de plaatselijke geschiedenis.
INLEIDING
Binnen het kader van dit tijdschrift zal het te ver voeren om alles over touw en het
vervaardigen ervan door de eeuwen heen te behandelen. Toch duiken we in de
geschiedenis en we vertellen u over de verschillende soorten touw, hoe men ze
maakt en waar ze voor gebruikt worden.
Natuurlijk treft u ook gegevens aan over IJsselstein zelf, zoals de plaats van de
touwbanen en de produkten die in IJsselstein gemaakt zijn.
GESCHIEDENIS
Reeds bij de meest primitieve volken is het gebruik van touw bekend. Touw is
nodig om te kunnen vissen of om dieren mee te vangen. De gebruikte materialen
zijn: dierlijk haar of plantaardige vezels.
De werkwijze bestaat uit het in elkaar draaien van de vezels tussen duim en
vingers, of tussen de beide handpalmen. Omdat zo'n draad de neiging heeft uit
zichzelf weer terug te draaien, is het noodzakelijk om de draad dubbel te nemen en
dan in tegengestelde draairichting. Veel kinderen maken ook nu nog op deze
manier een sleutelkoord.
Een koord zoals hierboven beschreven, is gevonden als versiering om een
aardewerk pot (±2500 jaar voor Chr.)
Doordat men steeds vaardiger wordt in het maken van touw, vindt het ook zijn
-ocr page 2-
toepassing in de scheepvaart. Daar wordt touw gebruikt om de masten te stagen, de
zeilen te hijsen, maar ook om te ankeren of bij het afmeren (trossen).
Door de goede klimatologische omstandigheden is in Egypte touw bewaard
gebleven uit de prédynastische periode.
Dit touw bestaat uit twee rechtshandig gedraaide garens, die linksom in elkaar
gedraaid zijn. Hieruit zal blijken, dat de fundamentele techniek door de eeuwen
heen hetzelfde gebleven is.
Als grondstoffen worden in het oude Egypte genoemd, de bladvezels van de
dadelpalm, maar ook de vezels van de papyrusplant, terwijl touwvondsten uit de
18e dynastie (1552 - 1306 v. Chr.) uit vlas blijken te bestaan.
Afbeelding van Egyptenaren
die touw aan het maken zijn.
In dit geval worden de tou-
wen vervaardigd uit dunne
repen leer (zie b.), welke uit
een huid gesneden worden.
De repen worden in elkaar
gedraaid door de man met de
riem om het middel.
Deze laat het gewicht aan de
riem rondslingeren waar-
door de 4 repen ineendraai-
en, zijn helper zorgt ervoor
dat dit gelijkmatig gebeurt
(zie c).
De „touwen" kunnen dan
weer dubbel genomen en
ineengedraaid worden (zie
a.).
De gebruiks mogelijkheden voor touw zijn eigenlijk onbeperkt. Uit deze vroege
periode noemen we: touw gebruikt voor de visvangst, bij het jagen, maar ook als
trek- of hijstouw voor het bouwen van de reusachtige pyramiden. Bovendien blijkt
uit de bij belverhalen, dat er vanaf schepen met netten wordt gevist. Alles bij elkaar
dus al een ruim gebruik van touw.
In die geschiedenis maken we een sprong naar de 13e en 14e eeuw na Chr.
Het beroep van touwslager is dan in Engeland algemeen verbreid en er bestaan al
touwslagersgildes, dit zijn een soort vakverenigingen van touwslagers, terwijl
sommige mensen ,,Touwslager" als achternaam gaan voeren. Als grondstof wordt
-ocr page 3-
hennep genoemd en de hennep wordt beschouwd als: ,,Het beste tot dan toe
gebruikt".
Dit is een touwbaan in een
Engels dorpje. De huisjes aan
weerszijden zijn bewoond.
De baan waarop gelopen
wordt is hier bestraat. In de
deur opening is het wiel te
zien, daarboven staat de
schoorsteen van de oven voor
het teren van touw.
In de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie met zijn uitgebreide handel
en scheepvaart ontstaat er in Nederland een grote vraag naar scheepstouw, zodat in
de verschillende havensteden heel wat touwbanen opgericht worden. We kunnen
deze periode beschouwen als de bloeitijd in het bestaan van de touwslagers.
Op dit plaatje uit de 17e eeuw ziet u een en al bedrijvigheid. Op de achtergrond ligt
een touwbaan.
Onder het afdakje staat iemand aan het baanderswiel te draaien, terwijl de
spinners langzaam achteruit lopen.
-ocr page 4-
Michiel Adriaanszoon de Ruyter.
Welke Nederlander kent het lied niet van het jongetje in een blauw geruite kiel ?
We zingen dan over Michiel Adriaanszoon de Ruyter. Hij was een jongen uit een
gezm van 14 kinderen en werd geboren op 24 maart 1607 te Vlissingen. Vanwege
zijn vele streken wordt Michiel van school gestuurd en daarna te werk gesteld, bij
de rijke reders en koophedenLampsens, op de lijnbaan. Zijn verdiensten bedragen
6 stuivers per week. Het hart van Michiel trekt echter meer naar de zee en op
11-jarige leeftijd meldt hij zich als bootsmansjongen en voor de latere admiraal is
het werk in de touwbaan gebeurd.
Geschilderd door Ferdinand Bol, een van de leerlingen van Rembrandt.
-ocr page 5-
18. Een draaiersjongen. *)
Ant. L. de Rod.
Richard Hol.
P
Jo
/f!
é
j ^^ ^ p ir P
1. In een bl«nw-^ - mi - ton kiel         Draai - de hjj aantgroo-te wiel Dea
Z. Als ma - troos - Je ring en net          Heeft hiy voet aan boord ge - iet, Dat
3. Daar rtaat Hol - land* Ad - mi • raal, Na «en man yan vnur en staal, D»
^S
^
p J .h
¥
^
Ê^
^-^T=^
^m
^
-wrr
lehea dag; Haar Hl - ehiel - ^es Jen - gens - hart         Leed on •
• de 100. Naar Ooit - In - Je, naar de West,         Jon • gena,
der lee. 't Ia oen Rol - tor naar den aard; Oio - rie -
1. gan -
2. hoor •
8. schrik.
^^
r:^-^,.
J i't tl Ir ^'jtTr * J<"iT JTf jiT|^^
A • aoU » • aeh! * • aeU • • adü
Ho - Jo,        bo - Jo, ho • Jo, ho - Jo!
koa • aee, koe- lee, koe - lee!
1. dra • ge - lU • ke «mart,
2.dat gaatop - pw-beat!
8.rlJk lit h4 - te paanG
H
Na 1800 zien we een sterke dahng van het aantal touwbanen in ons land. Dit komt
voornamelijk door de beperking van onze vrijheid op zee door Napoleon. Er is nog
wel werk op de zogenaamde fijngarenbanen. De banen waar uitsluitend
scheepstouw gemaakt wordt verdwijnen echter.
-ocr page 6-
In Engeland worden vlak voor 1800 enige uitvindingen gedaan, welke een
omwenteling betekenen op het gebied van touwmaken. In deze periode worden
door verschillende mensen machines ontwikkeld, waarmee draden in elkaar
gedraaid kunnen worden. Dat is wel noodzakelijk geworden, omdat de schepen
steeds langere en zwaardere trossen nodig hebben. In de loop van de tijd worden
Op de foto's hieronder is duidelijk te zien wat voor machines hiervoor nodig zijn.
Reeds in 1866 worden in Engeland staalkabels gebruikt voor de constructie van
zogenaamde ,,hangbruggen".
De verschillende staaldraden worden op de machine ineengedraaid tot een kabel.
De verschillende kabels worden ineengedraaid tot dikke trossen.
-ocr page 7-
die machines vervolmaakt, zodat tenslotte volledig geautomatiseerde garen-
spinnerijen ontstaan.
Met het in gebruik nemen van machines komt de mogelijkheid om staaldraden te
gaan vervaardigen. Net als bij touw worden de verschillende staaldraden om
elkaar gedraaid tot een dikke kabel. Door meerdere kabels ineen te draaien onstaan
weer trossen.
Ter vergelijking laten we ook twee afbeeldingen zien van een touwslager rond 1885.
Al spinnend loopt de touwslager achteruit, de reeds gesponnen draad hangt hij op
aan de ,,krukken" zodat deze niet vuil kan worden. Aan de linkerzijde hangen
visnetten. Daarom nemen we aan met een havenplaats te maken te hebben.
-ocr page 8-
De spinner heeft de hennep rond het middel gebonden en al spinnend voegt hij
steeds nieuw materiaal toe. Op de achtergrond is een kind te zien, dat aan het wiel
moet draaien.
Hoewel staaldraden sterker zijn dan touwen, kan men niet overal staaldraad voor
gebruiken. Een nadeel van staaldraad is bijvoorbeeld dat het niet mag knikken
omdat anders op die plaats een breuk kan ontstaan.
Verder bestaat de kans op roestvorming waardoor de levensduur verkort wordt.
De laatste ontwikkeling, die we u noemen, is die van de opkomst van kunstvezels.
Kort na de tweede wereldoorlog wordt in Engeland polytheen ontwikkeld en in
zeer korte tijd is men in staat van verschillende kunstvezels touw te maken. Ieder
kent de ,,nylon"-sleepkabel voor de auto. Gemakshalve noemen we alle
kunststoffen maar nylon; er zijn echter zeer vele soorten. Om er enkele te noemen:
polyamide, polyester, polyetheen, polypropeen, aramide enz.
Deze kunstvezels vinden een ruime toepassing in onder andere de zeilsport.
-ocr page 9-
Hij vergaarde voorspoed al achteruitgaande.
Deze misschien wat merkwaardige titel laat zich gemakkelijk verklaren. Om touw
te kunnen spinnen moet de touwslager steeds achteruitlopen tot aan het einde van
de baan. Door nu de hele dag achteruit te lopen, verkrijgt hij een hoeveelheid touw
en van de opbrengst daarvan moet hij leven. Vandaar het woord: voorspoed; dit
woord is ons inziens niet helemaal goed gekozen, want voorspoed geeft een
bepaalde welstand aan en dat de touwslagers rijke mensen waren, kunnen we
beslist niet beamen.
Nadat we in het eerste deel de geschiedenis van het touwmaken in het algemeen
besproken hebben, richten we nu onze aandacht op de IJsselsteinse geschiedenis.
In IJsselstein hebben al eeuwen geleden touwslagers gewerkt en gewoond. Zo
lezen we in de ,,Resoluten" van 3 november 1778 het volgende:
,,Geven met alle eerbied te kennen. Goris 't Hoen, Pieter Jacob van der Meulen en
Dirk van den Bosch, dat sij supploten reeds sedert seven maanden begonnen
hebben binnen deze stadt IJsselstein ene fabrijk op te rigten, tot het bereiden,
spinnen en weeven van hennep en vlas, aan welke fabrijk thans reeds
verscheidene in- en opgeseetenen deser stadt en Baronie, geheel of gedeeltelijk
hun bestaan hebben en seer waarschijnlijk in vervolg van tijd nog merkelijk
andere hunne kostwinning vinden sullen.
Dat sij supploten tot verdere uitbreidinge en in standhouding dese nette
onderneming, reeds sedert enige maanden sijn bepaald geweest tot het oprichten
van ene touwspinnerij of lijnbaan en ten dien einde sig reeds tot vrij hogen prijs
voorzien houden van een kundig man, om over dit werk en het onderwijs der
leerlingen het opzigt te hebben, enz." aldus de geciteerde brief.
In 1778 wordt dus reeds gesproken over het oprichten van een touwbaan. In 1839
lezen we het volgende in de burgerlijke stand: ,,ene Teunis de Lange van beroep
baander, oud 23 jaar, gaat trouwen met Janna de Kruyf, dienstmeid, oud 20 jaar. Bij
dit huwelijk waren getuigen: Jacobus Murk, timmerman, Hermanus de Kruif,
baander, Hermanus Eliza Hoogendoorn, baander en Hendrik Krayesteins,
baander". De naam baander komt natuurlijk van: touwbaan.
De namen van de getuigen klinken voor IJsselsteiners beslist niet vreemd.
Andere gegevens treffen we aan in het kadaster. Zo lezen we op 12 september 1865
het volgende:
,,De lijnbaan genaamd ,,De Zon en Riviervaart" bestaande uit fabriek, woonhuis,
schuur, hennepmagazijn, zes woningen, tuin en tuinland, alles naast elkander
gelegen te IJsselstein nabij de stad in het waterschap Neder Oudland strekkende
van de Achterslootsche dij k tot over de Eiterschen dij k, belend aan den ene zij de de
stadswandeling en aan de andere kant den eigendom van den Heer Immink, enz."
Dit alles wordt door Mr. Arnoldus Grube verkocht voor de som van ƒ 12.500,—. Voor
de IJsselsteiners zal al duidelijk zijn dat we hier spreken over de Touwlaan.
De Touwbaan lag dus tussen de Achtersloot en Eiteren. Het begin van de baan.
-ocr page 10-
waar het wiel zich bevond, was gesitueerd aan de kant van de Achtersloot.
Van lang niet alle touwbanen is te achterhalen waar ze geweest zijn of wanneer een
bepaalde lijnbaan is opgericht of wanneer men er gestopt is met het werk.
Dankzij de familie Van der Neut hebben we meer gegevens kunnen krijgen over de
lijnbaan aan de Touwlaan. Deze baan bestond reeds in 1848 en was eigendom van de
heer W. de Gruyter. De heer E. van der Neut is knecht bij de Gruyter en nadat de
laatste naar Vlaardingen verhuist, begint Van der Neut een touwslagerij aan de
Paardenlaan. Het wiel staat in een schuur, op de plaats waar nu de
padvindersboerderij staat, en het uitlopen van de draad gebeurt langs de bomen in
de richting van het Ewoudsgasthuis. Na de Paardenlaan komt de touwbaan op de
Groenedijk terecht, dat moet ongeveer 1920 geweest zijn. Daarna wordt er in
IJsselstein geen touw meer vervaardigd. Verder kunnen we nog vermelden, dat
Doris Leeuwenstein bij Van der Neut in dienst is als ,,rad- of wieldraaier".
Van al de IJsselsteinse touwbanen is vrijwel niets meer terug te vinden. Met
uitzondering dan van de Touwlaan. Op de plaats waar vroeger het wiel zich
bevond, staat nu nog onderstaand huis, met het bord: ,,De Oude Touwbaan". Lopen
we dan verder in de richting van Eiteren, dan komen we langs het huis met de
naam: ,,de Lammeroen". De naam lammeroen is ook afkomstig uit de touw-
slagerij.* Op de onderstaande nieuwe foto's geven we iets weer van de oude
situatie.
■ •'.^^ïfcï**"
De Oude Touwbaan
* in het volgende deel van dit artikel wordt verklaard wat een lammeroen is.
10
-ocr page 11-
BBWM^"^M™»*P§*g"»»™*Pgf j
^^^^^^^F^^^!Z.^^^^iS^^^2m!.^^ ^y^ ^fSSmSSlS^^^^^^^^^^BÏ^^^^^^^^m
jgpiiisji^
W^^^^^^éM^^MmiMiiêiiA
\*^..m^.. .....^^i**rfw*«faa^;^ * .-.^.^
De Oude Touwbaan
?-■■,¥ R-r
de Lammeroen
De meeste touwbanen vinden we buiten de stad, dit in verband met de lengte van
de banen. Soms zie je een touwbaan net binnen de stadswallen. In de binnenstad
van IJsselstein treffen we in 1832 ook een touwbaan aan en wel tussen de Hofstraat
en de Kloosterstraat, nu is daar het parkeerterrein tegenover het Fulcotheater.
Eigenaar is de heer H. Koetsteen.
Voor wat statistische gegevens hebben we gebruik gemaakt van de Gemeente-
verslagen. Zo worden in 1852 als eigenaars van een touwbaan genoemd: de heer
J.P. Strick van Linschoten en de heer J. van Oosterwijk van Baak.
11
-ocr page 12-
Het onderstaande overzichtje laat zien hoeveel mensen er werken in de
touwbanen en wat hun verdiensten zijn.
Jaar
aantal
volw.
kind.
loon per week
touwbanen
volw.
kind.
1854
1
22
6
ƒ6,-
ƒ 1.50
1855
1
20
6
ƒ6,-
ƒ1.50
1856
1
20
4
ƒ7.50
ƒ1.90
1857
1
20
4
ƒ7.41
ƒ1.94
1861
1
29
3
ƒ6.50
ƒ1.30
ƒ3.60
1862
1
29
3
ƒ6.50
ƒ 1-30
ƒ3.60
1863
1
20
6
ƒ6.50
ƒ1.30
ƒ3.60
1864
1
25
6
ƒ6.50
ƒ2.20
1865
1
25
6
ƒ6.50
ƒ2.20
1866
2
48
13
ƒ6.50
ƒ2.20
1871
1
21
10
ƒ6.60
ƒ2.20
De eigenaars van de banen in 1866 zijn: A. Greebe en W. de Gruyter. In 1869
verenigen de handwerkslieden zich en wel in de Vereeniging voor fabriek en
handwerknijverheid. Het aantal leden bedraagt 31 man.
In dat jaar is er nog maar 1 touwslager (W. de Gruyter). Tenslotte de periode 1886 tot
1896: gedurende deze jaren oefenen drie bekende personen het beroep van
touwslager uit: W. de Gruyter, N. de Kruif en E. van der Neut.
Een andere bron van informatie vormen oude kranten.
Zo schrijft de Utrechtsche Courant van 23 april 1838 het volgende:
„Hoezeer een gedeelte der lijnhaan van de ondergetekenden, genaamd „de
Drie Vrienden", gelegen te IJselstein, op den 12 dezer maand is afgebrant,
hebben zij dienstig geoordeeld door deze kennelijk te maken, dat, evenwel in
bestellingen van alle soorten van benodigd Touwwerk, dadelijk kan blijven
worden voorzien."
Hoest, Graafland en Strick.
12
-ocr page 13-
Op 5 september 1854 lezen we echter dat de lijnbaan „de Drie Vrienden" openbaar
verkocht zal worden in het logement de Moriaan.
VERKOCPiNG VAN DE LIJNBAAN
DE DRIE VRIENDEN^
*♦* ^P \\ oetwJii^ (li'ii i üi-too.'r 1354, des
ruiddiigs ten 12 ure, zal Ie Ysselstein in het Logement
[/.' Moriaan in liet oi)Ciiba:ir wordiTi vurkocht:
l)t' van oudsher Ejt'ixMiomineerde en in volli; w«rkini;
/ijndij TOLiW.'SLAGl'lUIJ voor d^ trrooCe rJcheup-
vaait, S'-""""i<J ^-'- ÜRIE F/UE\j)k\V, met de
iLiaitoe belioorfmde in aiiuo 1S38 nieuw hL'rhouwdiï
Fabnek. ;\iaga/,ijiieii, ^Vo()IdluiziIl.t;, Aibeijcrawonm-
•j^m , ^cliureri, Loot^eii, [rme on va.sci; (rfM-eed<!Rliap-
pi-ti, bretdu Baan, lanp; \:iU iH\d. K'A., hL'plant. niei
2 I'S stuks znare Icpenboomen, en ccii stuk Bouw-
land, allf^ aan eücand:-!' crele'rcn r.'; Yj*"!stcin. nabij
(II: SUid, vaii uacu' dagfÜjk.i i;v.l.!i;.'nhk-iu inslaat, o:n
het t'abricaat naar elders te vervo-,!r'jn.
. Nadere iufoniiatien zijn tj Ijikoaien to'i Kantore
van den Notaris 11. ü. (i. \. LM.MLVivte Yisei^cein ,
le.-\vijl de bezi^'ti^iiig kan i;c3chieileu np .Maandag
en Dingsdag van elki; week vóór ileu verkoop ,
voorzien van oen toeganjjbUlet bij voornoemiien >io-
taria verkrijgbaar.
Dat de lijnbaan niet voor lang in handen van dezelfde eigenaar blijft, wordt wel
duidelijk als we de volgende stukjes uit het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk
Dagblad lezen. In 1863 is de heer A. Greebe de nieuwe eigenaar van de Drie
Vrienden, maar reeds in 1865 is dezelfde baan weer te koop.
UJIVBAAIV
DS DRIB VRIJBNDEN
▼nn bovrnfcfimplée LrmbMn. beveelt zich aan tol
het IfTerea ^an vtE<fiB ■o*r««a ran "rnnw
werk , Kgrn i^ijk. ji^estetdR fv^sen. Op rraiico
aanvrage worden aan belanghebbenden prijscou-
ranten lo<>gfzonden.
IJssfIslt'in             " •              . i'Dpirur
j I              •• jo/^T                                     A- 1'nr.iCiDti.
1 Januar^ 1803.
Utrechtsche Provinciale en Stads-Courant, 5 jan. 1863.
13
-ocr page 14-
6. Jung 1805, d«s mitl-
dags len 12 ure, »tl te
IJi«eUteiQ, ia het Lo-
>" - _t_
__^^^          ■ gemeot genaamd: IIRT
WM'Eiy VAN USSELflEIi\, in hel openbaar
worden veritoclit:
De van oudsher gerenommeerde en in volle
wejrkiiijj; jiipul*: VU)At|P<«A^, )t»ur de groole
Scüe<:pvaarl, gpnaaoid: Q K D H 1 K
vniKMDKlV, Staande en gelcj^en te
Us8el»teiB bij de stad, beslaande )n een hecht
fn sterk WOOMJUIS met KOETSHUIS en
STALUNG en ^eer «root FABRItKGEB/JUW.
daarachter staande SCHUUR, griwd ilCNMP-
MAGAZIJK, twee ARDElUËKSWÜiMINGEN,
zeer brcede en 4tK) Neë. Ellen lange tAAN
«n eiudelqfc een stuk BUOMGAARD en UUSCii-
LANB, allflB aan eikander geiegen, (jfroot 1
Ut.iider, 36 Roedes. 2S EHen en in bgaouder
g»(den «aal vMk onderhoud, aeer i-aime reve-
il uön afwarpende «w alieeo door toevallige
omstandiitbMiBo ie koop.
Bieeder bq biUeUMi en nader ooderrigt te
bekomen ten lUotore van den Notaris U. D.
G. A. iMUi.NE te Usielsieia.
Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad, 26 mei 1865.
• • De Lgnbaan DK llRIE VltlKNOEty
te lJ«sel8(ein is nit de Haiail v«rl(ooht en
zal mlladien de openbare veiling, ||«>eil
Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad, 31 mei 1865.
Hoewel men in IJsselstein wel boerentouw maar geen scheepstouw zal
verwachten, lezen we toch over de fabricage van zware kabeltrossen bestemd voor
's Rijks Marine. Deze artikeltjes komen uit de Utrechtsche Provinciale en Stads-
Courant van 1860 en 1861.
14
-ocr page 15-
*— Dit ljssfl«tein scfinjU in<^n ons :
Van goedfrhand virnemen wij met veel gjenofjen .
d»t bij de aanbesteding van touwwi>rk vuor 's Hijks
Mwiae te Amsterdam op gisteren unze lijni)aan dt;
dm Vrienden alhier nit-t vergeten is geworden,
maar dat de wakkere eigenaar gelukkig );enot'rr is
feweest, weder 50,000 Ned. ponden k.ibels, die
innen weinige maanden geleverd moeten wonl.'ii.
aan tp nemen.
Al> inwoners van IJsselstein vcrheusfii wij er itns
over, daar hel welligl aan een viif en (winlip; t;il
hnisj;t'ziiinen lej^i-n den naiJerenden winf''i' vnl
gued zal iluen, nu tiog een ruim :«ltik br>io(l te
Kunnen verdienen.
10 aug. 1861.
•— Uit Ysselstein sclirijtl men ons:
Nadat sedert de maand Jnlij eene buitengewone
bedrijvigheid gelieirsciit liad aan de lijnbaan de
drie Vrienden
alhier, tocbehoorende aan den heer
Meelboom ie. Utrecht, zagen wij heden voor de
tweede maal sedert dien lijd voor onze stad een
vaartuig laden met een .uiiilal ZNvare kalteltrossen,
naar men zeide, wegfiide meer dan 53,000 Ned.
ponden, l>eslemd voor 's Hijks Marine. Wij bren-
gen gaarne Imidf aan drn wakkeren man, die. ge-
steund door zijn vermD^'en en kreilicl, kmclil
en lust gevoelt, om door ondernemingsgeest en
werkzaamheid aan meer dan dertig huisgezinnen
bier een ruim middel van beslaan Ie l)ezorgen.
7 nov. 1860.
15
-ocr page 16-
Jaarverslag over 1980
door W.J.A. van Wijk.
tekeningen N.A. Peeters.
26 februari:
In samenwerking met de plaatselijke fotoclub ,,EF-ELF" wordt een dia-avond
gehouden over het IJsselstein-van-nu. Ruim 400 kleurendia's worden er vertoond
in overvloeiprojectie.
Na de pauze is er een quiz, waarbij de aanwezigen worden getest op hun kennis van
onze plaats.
1 maart:
Een goed verzorgd boekje, onder de titel „IJSSELSTEIN te KIJK", verschijnt.
Ruim 100 foto's en ansichtkaarten met uitgebreide toelichting geven een duidelijk
beeld hoe het vroeger was. Deze uitgave is mogelijk gemaakt met medewerking
van de plaatselijke Rabo-bank.
maart:
Het veertiende tijdschrift komt uit. Het bevat artikelen over: het St.
Katrijnmelken, het huis 's Heerendijk en zijn bewoners en een Engelse
bommenwerper, die in 1942 in neergestort bij het Broekse Dijkje.
16
-ocr page 17-
30 april:
Openstelling van de kasteeltoren.
6 juni:
De opening van het stadsmuseum.
juni:
Aflevering 2 van het huis 's Heerendijk, een verhaal over Koning Lodewijk in
IJsselstein en in de serie „straatnaamgeving" wordt nu aandacht besteed aan
Mr. Abbink Spaink. Dit zijn de onderwerpen van het juni-nummer van ons
tijdschrift.
9 september:
De Kring verleent haar medewerking aan een contactavond met de leerkrachten
en oudercommissies der scholen, die zijn aangesloten bij de Vereniging voor
Protestants Chr. Kleuter- en Basisonderwijs.
2 oktober:
De heer A. Smaal van de Rijksdienst voor Monumentenzorg verzorgt een lezing
met filmvertoning over monumenten.
17
-ocr page 18-
4 oktober:
Ruim 60 personen hebben deelgenomen aan de excursie naar Leerdam, welke wij
hebben georganiseerd.
20 oktober:
Meer dan 300 kinderen hebben in de herfstvakantie een prent met een tafereel voor
het stadhuis anno 1900 ingekleurd.
7 november:
De vijfde verjaardag van de Kring.
7 november:
Een fraaie verzamelband verschijnt. Deze is bestemd voor hen die de boekjes van
de Kring bewaren en handig willen opbergen.
12 november:
Een volledig nieuwe serie dia's over Oud-IJsselstein wordt vertoond in het
Fulco-theater. Tevens wordt even stil gestaan bij het eerste lustrum.
Q ^
^ a
18
-ocr page 19-
12 november:
De bewoners van Haanderik en Dissel ontvangen een korte uiteenzetting van een
haanderik en dissel in hun brievenbus.
20 november:
Wegens grote belangstelling wordt de dia-serie, welke op 12 november is vertoond,
herhaald.
20 november:
In de bibliotheek houden wij een expositie m.b.t. de aktiviteiten van de Kring. De
nadruk ligt op een non-stop diavertoning van oud en nieuw IJsselstein.
30 november:
Het ,,Ghselscap Goet ende Fijn" brengt een programma met Nederlandse en
Vlaamse liederen uit de Middeleeuwen in het koffieconcert dat wij in
samenwerking met de Stichting Kulturele Aktiviteiten IJsselstein hebben
georganiseerd.
december:
Het zestiende tijdschrift bevat artikelen over ,,De Amstels van IJsselstein",
Jan van Goyen en het stadswapen van IJsselstein.
31 december:
De Kring heeft thans 651 leden.
«
19
-ocr page 20-
BESTUUR:
Voorzitter: L. Murk, IJsselstraat 24, IJsselstein.
Secretaris: W.J.A. van Wijk, Kloosterstraat 11, IJsselstein.
telefoon 03408 - 3941,
Penningmeester: W.G.M, van Schalk, Mr. Hobbemalaan 11,
IJsselstein.
Leden: Mevr. A.T. Edelschaap-van Capelle en
mevr. G.C.A. Pompe-Scholman.
Bonk; AMRO-bank IJsselstein, rek.nr. 218400217, gironr. bank 2900.
Redactie:
Mevr. F.A.G.T. Mesman-Reijntjes, Paulus Potterlaan 23, IJsselstein, tel. 03408 - 1872.
W.J. van Impelen, Kasteellaan 151, IJsselstein, tel. 03408 - 1968.
Donateurs ontvangen het tijdschrift gratis (3 of 4 nummers per jaar) en worden op de hoogte
gehouden van alle aktiviteiten.
Nieuwe donateurs kunnen zich opgeven bij de heer W.G.M, van Schalk, M. Hobbemalaan 11,
3401 NA IJsselstein, tel. 03408 - 1873.
Voor inwoners van IJsselstein bedraagt de contributie minimaal ƒ 17,50 per kalenderjaar.
Zij die buiten IJsselstein wonen, worden verzocht ƒ 5,— extra over te maken in verband met
de verzendkosten van het tijdschrift.
Inhoud:
Touw, touw en nog eens touw (I) ............................................ 1
Hij vergaarde voorspoed al achteruitgaande..................................9
Jaarverslag over 1980....................................................... 16
/
20