-ocr page 1-
Trekhond......
een hondenbaan!
De geschiedenis van de trel<hond in IJsselstein
door L. Murk en K. Peeters
De wolven die in de vroege Midden-Steentijd woest en vraatzuchtig tekeer gin-
gen, zullen niet vermoed hebben dat één van hun nakomelingen lo.ooo jaar
later de kar van een IJsselsteinse melkventer zou trekken. Hoe weinig serieus
de voorgaande zin ook mag klinken, toch zit er een kern van waarheid in. De
hond stamt af van een meng-ras van hondachtigen en de wolfis een belangrij-
ke voorvader.
Natuurlijk weet geen mens met zekerheid te zeggen hoe het proces van wilde
wolf tot gewillige melkboerenhond zich precies heeft voltrokken. Een aanne-
melijke theorie is dat rond 8000 v. Chr. ergens in Noord-Europa de domestice-
nng van hond-achtigen moet zijn begonnen. De wolven die zich in de omge-
ving van een nederzetting van mensen ophielden, werden door deze laatsten
getolereerd, zolang ze maar niet al te agressief waren. Doordat de mensen uit
het Mesolithicum van de rondzwervende wolven de wildste exemplaren uit
zelfbescherming doodden, ontwikkelde zich in de loop van duizenden jaren
een half-wild, half-tam wolfachtig dier, dat het woongebied van de mens ging
beschouwen als het eigen territorium en dat tegen indringers verdedigde.
De prehistorische mens, op zijn beurt, onderkende het voordeel van de onge-
vraagde bescherming door zo'n wolfshond en het dier hechtte zich langzamer-
hand aan zijn nieuwe roedelleider: de mens. Later, toen men het fokken van
deze hondachtige dieren onder de knie kreeg, werd er geselecteerd uit oogpunt
van praktisch nut. De hond moest gezond en sterk zijn en niet agressief voor
de bewoners van het territorium. Door selectief fokken ontstonden hondenras-
sen die geschikt waren voor de assistentie tijdens de jacht en rassen die hun
dienst konden bewijzen als waakhond. De Canis familiaris verwierf triomfante-
lijk zijn plaats in de woning van de mens en bleef er vervolgens voorgoed
wonen. Zeer oude rassen, waarvan de afkomst tot duizenden jaren terug te vol-
gen is, zijn bijvoorbeeld de saluki (Perzische windhond), de Engelse dog (mas-
^
-ocr page 2-
■•lI Trekhond.........een hondenbaan!
tiff) en de cardigan Welsh corgi (kortbenige herdershond).
In Nederland zijn door archeologen bij Swifterbant (Flevoland) sporen gevon-
den van een menselijke nederzetting. In de restanten van dit kamp trof men
het gebeente aan van een hond. Dit is een bewijs dat ongeveer 6000 jaar gele-
den de hond op onze bodem al de status van 'huisdier' had.
In de omgeving van het tegenwoordige IJsselstein klonk zeker al rond het jaar
200 na Chr. vrolijk hondengeblaf. In "Archeologie van de Lopikerwaard"
maakt R.J.Ooyevaar melding van:
'Een schedel van een kleine hond gevonden hij de opgegraven boerderij in Batau-
Noord. Deze hond deed dienst als waakhond, ving ratten en werd gebruikt bij de
jacht op klein wild. Het is een echt "boerderij-keffertje".'
Van oudsher was de hond de onmisbare hulp van de mens bij de jacht, bij het
verdedigen van hof en haard en bij het trekken van sleden. Zelfs bij het trekken
van een niet te grote kar kon een hond goede diensten bewijzen. In het 19e-
eeuwse Nederland beschouwden de keuterboer en de kleine middenstander de
hond als een goedkoop alternatief voor een trekpaard. Het zal duidelijk zijn dat
alleen forse, gespierde honden daarvoor enigszins geschikt waren. In alle
opzichten moest zo'n 'karhond', oftewel trekhond, werken als een paard. Men
deed daar verder niet moeilijk over: de hond genoot nog geen bescherming van
overheid of particuliere organisaties. In Nederland bestond de
Dierenbescherming vanaf 1864, in Engeland was een dergelijke vereniging er
al veertig jaar eerder.
Een mitrailleur-
kar met honden-
tractie.
Waarschijnlijk is
de foto in 1914
genomen.
-ocr page 3-
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden in het Nederlandse leger trekhonden
ingezet om de verrijdbare mitrailleurs te verplaatsen. De legerleiding kwam
daar echter spoedig op terug, omdat het geblaf en gejank van deze 'soldaten-
honden' bepaald niet bevorderlijk was voor een succesvolle, onverwachte aanval
01 een geslaagde, geheime verdediging.
HET REGLEMENT VAN 1853
i ot ver in de negentiende eeuw was er in ons land niets wettelijk geregeld wat
Detreft het gebruik van de hond als trekhond. ledere gemeente bepaalde zelf
Wat wenselijk was. Dat gaf natuurlijk problemen voor bijvoorbeeld rondreizen-
de kooplieden, ketellappers en uurwerkmakers, die immers met hun honden-
Kar allerlei steden, dorpen en buurtschappen bezochten. Deze neringdoenden
Kregen dan vaak te maken met afwijkende bepalingen in de diverse gemeen-
en. Omdat dit in de praktijk tot onhoudbare situaties leidde, ontwierpen de
'jedeputeerde Staten van elke provincie een aantal voorschriften waaraan iede-
re geleider van een hondenkar die zich op het grondgebied van die provincie
evond, zich moest houden. Dat was al een hele verbetering.
Zodoende verscheen op i december 1853 in het 'Provinciaal Blad' een regle-
nient op het rijden met een hondenwagen binnen de provincie Utrecht. De die-
renliefhebbers onder de lezers zullen als vanzelfsprekend aannemen dat dit
eglement onder meer was geschreven om de trekhonden te beschermen tegen
e zware werkomstandigheden of dierenmishandeling. Niets is minder waar!
TT..                                                           C5                                                                                                            O
et reglement noemde praktisch uitsluitend voorschriften over zaken als:
- hoe te handelen als een rijtuig met paarden naderde,
- Welke wegen toegestaan waren voor een hondenkar,
■ welk visum nodig was om met een hondenkar meerdere gemeentes
binnen de provincie te kunnen bezoeken,
- welke geldboetes (variërend van ƒ3,- tot ƒ25,-) konden worden opgelegd bij
overtredingen.
XJ
vergunning (consent of visum genoemd) moest door de eigenaar van de
ondenkar worden aangevraagd bij de burgemeester van zijn woonplaats.
Artikel 4 van het reglement vermeldt dan:
^^ burgemeester is bevoegd dit verzoek te weigeren:
a-Bijaldien de verzoeker, ten aanzien van zijn gedrag, ongunstig bekend staat,
b-Bijaldien het blijkt, dat de voorschrijien van dit reglement niet behoorlijk door
nem zijn nageleefd gedurende een vroeger tijdvak, ofschoon ook geene regtsver-
mlging heeft plaats gehad ofwel vrijspraak is gevolgd.'
e enige bepaling uit het reglement van 1853 die in het leven van de trekhond
wat verlichting bracht, was artikel nr. 16.
!->£ geleiders der door honden getrokken wordende voertuigen zullen nimmer op
die voertuigen zich mogen verplaatsen, doch naast dezelve moeten gaan.'
-ocr page 4-
tór
Trekhond.........een hondenbaan!
Maar zelfs dit artikel, inhoudende dat de geleider tijdens de rit niet op de kar
mocht zitten, had meer met de verkeersveiligheid te maken dan met de
bezorgdheid voor het welzijn van de hond.
De naleving van het voornoemde reglement werd streng gecontroleerd. Ieder
jaar kregen de gemeentebesturen in de provincie Utrecht een lijst toegezonden
met de namen van alle geleiders van hondenkarren die in het voorafgaande
jaar waren geverbaHseerd. In 1879 werden in de provincie Utrecht 139 perso-
nen veroordeeld wegens overtreding van
het reglement op het rijden met hondenwa-
gens. Het pleit voor het ontwikkelde gevoel
voor rechtsorde van de IJsselsteiners dat er
in dat jaar geen enkele IJsselsteinse hon-
denkargeleider beboet werd. Of zou de con-
EEMEEITE
trole in de provincie Utrecht' niet overal
even scherp zijn geweest?
Het ligt voor de hand te veronderstellen dat
in de tweede helft van de 19e eeuw het sys-
teem van hondenpenningen werd inge-
voerd, hoewel daar met geen woord over
gerept wordt in het reglement van 1853.
Zeker is in elk geval dat de gemeente
IJsselstein in 1902 175 geelkoperen en 90
roodkoperen hondenpenningen bestelde bij
Rencker & Zonen te Utrecht. Er was een
bedrag van f 15,90 mee gemoeid. Via mon-
delinge overlevering hebben we vernomen
dat eigenaren van "bedrijfshonden", te
weten trekhonden, waakhonden en honden
van schaapherders, waren vrijgesteld van
belastingen. Deze honden, die bij de brood-
winning van venters, boeren en herders
onmisbaar waren, kregen een roodkoperen
hondenpenning.
/ZiT
BKVELSIJIIRIFT VAN BEïAfiffiG:
IJm-lnUm zal bei
^■ii^^^^^l^^X^S-^
'■'■KI- //iG
,«.-r
dn, <W £!r^i
Betalingsopdracht
aan Rencker en
Zonen te Utrecht
voor
265 hondenpe-
ningen
DE TREKHONDEN>VET VAN I91O
Op 14 juli 1910 verscheen in het Staatsblad (nr.203) de zogeheten
Trekhondenwet. Het meest opvallende is het feit dat de bepalingen van die wet
de situatie van de hond als uitgangspunt nemen. Dit in tegenstelling tot het
reglement van 1853. Voor het eerst werd niet uitsluitend de nadruk gelegd op de
nodige vergunningen en registratieformaliteiten. De Trekhondenwet van 1910
noemt als belangrijkste voorwaarde voor het gebruik van een hondenkar: de
lichamelijke geschiktheid van de hond en de maatregelen die de eigenaar/bege-
leider moet nemen om voor de trekhond acceptabele leef- en werkomstandig-
heden te garanderen. We noemen als voorbeeld de volgende citaten.
-ocr page 5-
Eischen voor den hond
De honden die gebruikt worden, moeten gezond zijn en In staat te trekken.
Daarom Is het verboden kreupele, aan huidziekte lijdende, gewonde, zichtbaar
drachtige ofzoogende honden te gebruiken. De honden moeten volwassen zijn.
Keuring van de kar
Indien de hond onder de kar gespannen Is, moet hij, te rekenen naar de schouder-
hoogte, rechtop onder de kar (eventueel ook onder de as van de kar) kunnen
Enkele tekenin-
gen uit:
"Aanwijzigingen
voor houders en
geleiders van
hondekarren en
voor de met het
toezicht daarop
belaste ambte-
naren",
(n.a.v. de
Trekhondenwet
uit 1910)
staan. Hij moet dus over de geheele lengte van rug en kop tot deze hoogte rechtop
unnen staan, en dit moet het geval zijn, zoowel wanneer de hond in rustende
nouding, met slap hangende strengen staat, als wanneer hij In trekkende houding,
*net gespannen strengen staat. Veelal zal In verband hiermede in de as van de kar
een boog moeten worden gemaakt. De aanspanning moet zoodanig zijn, dat de
ond tijdens het rijden in ongedwongen houding kan hopen en daarbij den kop
ongehinderd niet alleen opwaarts tot de schouderhoogte, maar ook neerwaarts tot
den grond kan bewegen; dit is noodig, omdat de hond, naarmate hij meer kracht
zet, den kop omlaag brengt, en belemmering van den hond om in zijn natuurlijke
houdmg te loopen kwellend moet worden geacht.
net gewicht (zonder lading) en de bouw van de kar moeten zoodanig zijn, dat
net trekken kenlljk geen bovenmatige Inspanning van den hond verelscht. Of dit
net geval is, kan uit de houding en bewegingen van den hond blijken; trekt hij met
taag wegzakkende achterband of maakt hij beurtelings naar links en rechts bewe-
gingen, dan Is zijn inspanning zeker meer dan matig.
-ocr page 6-
mU Trekhond.........een hondenbaan!
De lading, de persoon die op de kar zit meegerekend, moet in evenwicht zijn; zij
mag niet aan den eenen kant zwaarder drukken dan aan den anderen kant.
Indien vergunning is gevraagd om op de kar te zitten, moet de hondforsch zijn.
Eischen voor geleider hondekar
Voor de kar mogen ten hoogste 3 honden gespannen worden. Onder de kar mogen
ten hoogste 2 honden gespannen worden.
De geleider mag met de kar niet harder rijden dan een paard in matigen draf.
Weigering inschrijving
Burgemeester en "Wethouders weigeren de inschrijving, wanneer de houder binnen
één jaar 2 maal hij een vonnis veroordeeld is voor dierenmishandeling, of omdat
hij dieren arbeid deed verrichten, welke kenlijk hun krachten te boven ging, dieren
noodeloos arbeid deed verrichten op pijnlijke of kwellende wijze, of omdat hij de
bepalingen van de Trekhondenwet overtreden heeft en er sinds dat oogenhlik nog
geen 2 jaar verhopen zijn.
Tot zover de citaten uit de Trekhondenwet van 1910. Het is duidelijk dat de
belangen van de hond als uitgangspunt werden genomen.
UIT HET REGISTER VAN DE GEMEENTE IJSSELSTEIN
Het aantal IJsselsteiners met een hondenkar varieerde in de periode tussen
1910 en 1929 waarschijnlijk jaarlijks van 50 tot 80. Toen de Trekhondenwet in
1910 werd uitgevaardigd, moest iedere hondenkarhouder worden ingeschreven
in een gemeentelijk register. In IJsselstein werd met de inschrijving begonnen
op 30 augustus 1911. De onderstaande tabel geeft een indruk van het aantal
houders van hondenkarren in IJsselstein in de genoemde periode.
I9II:
51 inschrijvingen
1916:
9 insc
hrijvingen
I9I2:
21
1917
3
I9I3:
4
1918
3
I9I4:
9
1919
0
I9I5:
4
1920
■ 4
t(
In de periode van 1911 t/m 1920 werden er dus volgens het Register van hou-
ders van hondenkarren totaal 108 inschrijvingen gedaan c.q. vergunningen ver-
leend.Hieruit kunnen we concluderen dat de Trekhondenwet van 1910 haar
vruchten had afgeworpen. De bovenstaande tabel geeft echter alleen de
inschrijvingen. In theorie is het heel goed mogelijk dat er bijvoorbeeld in 1913
totaal 76 (5H-21-1-4) hondenkarren in IJsselstein en omgeving rondreden. Het
juiste aantal is niet bekend, omdat er ieder jaar ook een (onbekend) aantal eige-
naars van hondenkarren werd uitgeschreven. Er werden aanvankelijk drie ver-
schillende formulieren gebruikt voor inschrijving, uitschrijving en keuring van
-ocr page 7-
de trekhonden. Later werden deze
gegevens gecombineerd op één
formulier: de vragenlijst betreffen-
de de keuring van trekhonden.
Het staat in ieder geval vast dat
IJsselstein in 1929 nog 50 houders
van hondenkarren telde. Dit wordt
vermeld op een door burgemeester
Abbink Spaink ondertekend keu-
rmgsverslag. Bovendien wordt op
dit formulier (van 7 april 1930) ver-
meld dat er in het voorafgaande
jaar drie inschrijvingen waren door-
gehaald "wegens afschaffing hond".
Getallen zijn op zich wel interessant, maar de cijfermatige gegevens komen pas     Deze groentenboer
echt tot leven als er herkenbare namen en beroepen aan toegevoegd worden,     heeft een honden-
e noemen daarom de namen en adressen van de eerste 25 IJsselsteinse     kar die door twee
honden wordt
getrokken.
(foto uit Loosdrecht)
inschrijvers van hondenkarren
m 1911.
Daniël Koch,
Joh. Tersteeg,
Joh. Jansen,
Gerrit de Ruyter,
Jac. Teunissen,
Jochem Floor,
Gerrit Verwey,
Pieter Vermeulen,
Gerrit Lekkerkerk er,
Jan Lokhorst,
Gerrit van der Haar,
Theo Mulder,
Theo de Bruin,
Gerrit Fokker,
Teunis Kasteleijn,
Jan van Lunteren,
Gerrit van Lunteren,
lan van den Akker,
Jan Oskam,
Gerardus Le Noble,
Jacob Ploeg,
Jan Balk,
Cornelis Straver,
Martinus van Dijk,
Eimert van Lint,
bakker
groenteboer
schoenhersteller
klokkenmaker
veehouder
kolen en turf
transport
veehouder
veehouder
manufacturen
veehouder/melkboer
koopman
veehouder
melkboer
Voorstraat 377
Voorstraat 380
Utrechts(ch)estraat 216
Utrechtsestraat 126
Utrechtsestraat 115
Achtersloot C 95
Eiteren
Eiteren
Achtersloot
Achtersloot
Hoogeland A 85b
Kerkstraat 187
Benschopperstraat 273
Weidstraat 247
Achtersloot C 14
Weidstraat 246
Weidstraat 246
IJsseldijk D 62
Poortdij k 15
IJsselstraat 350
Benschopperstraat 278
IJsseldijk 73
Hoogendijk 106
Hoogebiezen 6
Havenstraat 474
melkboer
veehouder/melkboer
veekoopman
herenboer
-ocr page 8-
(iè
Trekhond.........een hondenbaan!
Juwelier/klok-
kenmaker Jan
Teunissen
bezocht lopend
met zijn honden-
kar boeren in
IJsselstein,
Benschop,
Jutphaas,
Vreeswijk,
Montfoort en
Lopik. In
IJsselstein woon-
de hij het laatst
in de
Utrechtsestraat
38. De foto is
rond 1910 geno-
men.
Tot de bezitters van hondenkarren behoorde ook Mie Scheer, ter plaatse beter
bekend als "Mie de Nip". Dit stokoude vrouwtje woonde in de Koningstraat. Ze
probeerde aan de kost te komen door langs de deur te gaan met petroleum,
borstels, bezems, touw en dergelijke artikelen. Grote populariteit verwierf ze
door als eerste neringdoende van IJsselstein bananen te importeren. Ééns per
week trok ze met haar hondenkar naar Utrecht en bracht dan "op bestelling" de
voor die tijd exclusieve tropische vruchten mee. Branchevervaging (bananen tus-
sen schoonmaakmaterialen) kwam kennelijk negentig jaar geleden ook al voor.
DE KEURING VAN TREKHONDEN
Het vaststellen van de geschiktheid van een hond om een kar te trekken liet
men uiteraard niet aan de eigenaar van het dier over. De keuring werd uitge-
voerd door beambten van de gemeente- of rijkspolitie, of door andere deskun-
digen. In IJsselstein werd in de dertiger jaren de keuring verzorgd door rijks-
veearts Neomagus, de man die tijdens de Tweede Wereldoorlog de
IJsselsteiners vaak aan extra vlees hielp door frequent toestemming te geven tot
noodslachting van kreupel vee.
In 1927 adviseerde de minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw om de
(her)keuring elk jaar te laten plaatsvinden, bij voorkeur in de maanden maart
of april. Zo waren in 1929 van de 53 gekeurde honden in het jaar daarvóór al
48 gekeurd.
-ocr page 9-
1
Melkkar van
boer de Jong uit
de Achtersloot,
voor boerderij
'de Lange
Velden'.
(1920)
genen die met de keuring van trekhonden waren belast, letten bij hun
beoordeling op de volgende zaken:
■ korte, brede, zware nek; krachtige hals
- rechte, brede, gespierde rug; korte brede lendenen
- brede schoft (deel van de rug tussen de schouderbladen)
■ breed, gespierd kruis; smalle, gevulde flanken
- brede voorborst
- gewelfde, diepe borst; gespierde, vastliggende schouder
- krachtig gebouwde, rechte voorbenen
- korte, ronde klauwen; niet-gespreide tenen met ronde, niet te weke
zoolkussens
- goed gebroekt; lange flink gespierde dij en schenkel; spronggewrichten
laag bij de grond bij goede stand van de achterbenen
■ krachtige gewrichten
m de keuring zo objectief mogelijk te laten verlopen, werd er gebruik
gemaakt van een berekening met punten. De diverse onderdelen konden maxi-
^ aa loo punten opleveren. Een hond die volgens de hieronder genoemde
de X ^° ^°^ '^^^'^' punten kreeg toegekend, was goedgekeurd voor de hon-
enkar: De punten achter elk te beoordelen onderdeel vormen telkens het
maximum te geven punten.
*
-ocr page 10-
it
Trekhond.........een hondenbaan!
J^
Melkboer Gerard
»
1
^
Oskam in 1931.
^v
, 1
i
Als hij de melk
^^^^^^ ^^H<s<$«f»i^^^H H
w^^^
'
goedkoper bij
^^KSSSSl^^^Ptlw jBkg_|||. ' ^t'^ . ,
'•»^
V >«
L
een afgelegen
M^^^-*Éi|g^ ^^ ^BWi '
fm .
r
boerderij kon
inkopen, stond
1^ i
L
^IkÉ^&i^i^
■J
hij desnoods 's
/
^ 1
morgens om half
*--«,
vier op.
i
Kop en hals
5
Borst, ribben en schouders
9
Rug en lendenen
14
Kruis
8
Voorbenen (voeten inbegrepen)
lO
Achterbenen
14
Stand, gang en sterkte
10
Borstbreedte
15
Algemeen aanzien
15
lOO
De beoordeling van de borstbreedte vormde een belangrijk onderdeel van de
keuring, waarbij een relatief hoog maximum aantal punten te geven was.
Hierbij moest nauwkeurig de afstand gemeten worden tussen de middenpun-
ten der boegen. Voor een borstbreedte van minder dan 14 cm werden geen
punten toegekend. Was de breedte meer dan 14 cm, maar minder dan 15 cm
dan leverde dat 5 punten op. Voor een borstbreedte tussen 15 en 16 cm werden
10 punten gegeven. Honden met een borstbreedte van 16 cm of meer kregen
voor dat onderdeel 15 punten.
De keurmeesters gebruikten hun meetlint ook bij het meten van de hoogte van
de hond. Als de hond vóór een kar werd gespannen, dan moest de schofthoog-
te minstens 60 cm zijn. Werd de hond onder de kar gespannen, dan gold een
minimale schofthoogte van 50 cm. (Vele jaren later, op 27 oktober 1938, werd
10
-ocr page 11-
Een opname die
gemaakt is ter
gelegenheid van
de
'Fotowedstrijd
IJsselstein' in
1934. De uitbla-
zende hond ligt
in de berm van
de Achtersloot.
De melkbus met
teems is inmid-
dels ook historie
geworden.
in een Koninklijk Besluit bepaald dat de schofthoogte en borstbreedte van de
voortaan moesten worden bepaald met een rechte schuifmaat).
I e keuring werd ook de kar betrokken. Deze verplichte periodieke keuring -
n soort APK avant la lettre - werd in IJsselstein uitgevoerd door wagenma-
r/raadslid/hekeldichter Jan van der Roest. (Hij was de auteur van o.a. de
penluiders-sage). Bij deze keuring van de kar was hondvriendelijkheid de
norm. We citeren artikel 7 uit de Trekhondenwet van 1910:
Verdere eischen voor de kar.
e kar moet voorzien zijn van 1 of meer doelmatige ligplanken voor den hond
oj de honden en van een steeds bruikbaren, zindelijken drinkbak, en voorts
zoodanig zijn ingericht, dat de hond tijdens den rit in ongedwongen houding
kan loopen en tijdens het stilstaan van de kar in ongedwongen houding kan lig-
gen, zitten en staan.
anneer de kar in rust is, mag haar gewicht niet op den daarvoor gespannen
ond drukken. Daarom moeten er aan de kar steunsels zijn, die voorkomen, dat
de kar op den hond drukt, wanneer de hond zit, ligt of staat.
I
H
j         °-----■""i.c.i cn.iu|iiL ci-m gcueuru te zijn. In IJsselstein werd de hon-
erikar van petroleumventer Keesje Langerak onderweg gecontroleerd. De
W \^^^^^ ^^" politie constateerde dat een drinkbak voor de hond ontbrak,
oer Langerak, die hierop werd aangesproken, reageerde verontwaardigd.
11
-ocr page 12-
ié-
Trekhond.........een hondenbaan!
Olieboer Kees(je)
Langerak met
zijn kar, getrok-
ken door zijn
trouwe hond
Bello. Langerak
was één van de
vele petroleum-
venters die
IJsselstein eer-
tijds telde.
trok één van zijn klompen uit, goot daarin water uit zijn veldfles en liet zijn
hond uit deze 'drinkbak' drinken. Hoe de politieman op deze slimme zet
Vergunningsaan- reageerde, is ons niet bekend. Het lijkt ons dat er van een 'zindelijken drink-
vraag om op de bak' geen sprake was. Bovendien mag de kans groot geacht worden dat de
hondenkar te hond een flinke slok jenever naar binnen kreeg, want welke koopman had er
mogen zitten. water in zijn veldfles?...
In de Trekhondenwet van 1910 stond verder
uitdrukkelijk vermeld dat tijdens de rit zich
niemand op de kar mocht bevinden. De bur-
gemeester kon echter aan personen 'die zich
niet dan gebrekkig kunnen bewegen of wegens
hun leeftijd minder geschikt zijn om naast de
kar te loopen'
toestemming geven tijdens de
rit op de hondenkar te zitten. Deze vergun-
ning werd echter slechts sporadisch gegeven.
Enigszins merkwaardig doet het aan dat
IJsselstein kennelijk veel moeilijk lopende
hondenkargeleiders telde. Op 29 maart 1928
verleende de burgemeester aan maar liefst
acht melk- en groenteventers vergunning om
op de kar te zitten. Onder hen bevonden zich
VergunnIngsaanvriMg voor één persoon op ean hondakar.
OndergBteeketifIe {naam en vuoiieHersj r-fV^A-^td-^^-^K.         . ^
wonende te i,-^.^iM(—                  islnat of wyk) '/■^-f'-^»-^ -
•^A'fc-*'                           no. "i^ , verzoek! U vergunning tot het zich
bevinden op zyn hondekar. tydeoB den rit, door één persoon.
Reden voor het verzoek: >fci*^ «.C— -^^A^u^ ^y '*-^" -^«^^
19*^.
'<^-
A*.,-^-*^
' /
löndeiieeheninff)
Aiin
den heer HUKÜKMEESTEH
(jliiM i^'h'
^-
12
-ocr page 13-
J.Mastwijk en G.Oskam, twee melkboeren die hun melk van ver moesten halen
(aan de Achtersloot ver voorbij café de Vischkorf).
lijkbaar werd dit hoge aantal slecht ter been zijnde IJsselsteinse venters de
Commissaris van de Koningin in Utrecht toch wat te gortig. Nauwelijks een
jaar later, in 1929, mocht er namelijk van de vijftig IJsselsteinse hondenkar-
ouders helemaal niemand meer op de kar zitten tijdens de rit. Van de
Jsselsteinse venters Izaak Hoogendoorn, Adrianus Mulder en Gerrit van den
ijngaard werd de toestemming om zittend op de kar mee te rijden ingetrok-
"■ omdat hun hond 'niet voldoende forsch' was.
nkele IJsselsteiners wrongen zich in allerlei bochten om een vergunning te
emachtigen om tijdens de rit op de kar te mogen zitten. Een treffend voor-
meld is het schriftelijk verzoek van de heer J.Vlastuin Bos.
Verzoekschrift
van de heer
Vlastuin Bos om
op de hondenkar
te mogen zitten.
Het mocht niet
baten.
T L
...... ^.^...... \
^/^„, /J V^- JJ
/C^,y^^
■._________^
</*^ I
' -/y/c*
'«»■.' <^A
13
-ocr page 14-
i^
Trekhond.........een hondenbaan!
Zijn verzoek werd enkele weken later afgewezen met de motivatie "niet nood-
zakelijk". Ruim drie jaar later waagt dezelfde heer een nieuwe poging. Onzeker
is het of hij in de tussenliggende tijd toch een vergunning om op de kar te zit-
ten heeft weten te bemachtigen of dat hij blufpoker speelt door te doen alsof hij
de gevraagde toestemming bij zijn vorige hond al had. Zijn grootste troef is
echter zijn leeftijd: eind vijftig!
Ijsselstein 12 Oct. '}6
Edele Achtbaren Heer Abbink Spaink,
Ondergetekende J.Vlastuln Bos, Veehouder Poortdijk 179 D te Ijsselstein,
verzoek u beleefd om Vergunning te mogen ontvangen om op de hondekar te
mogen zitten tijdens de rit om te gaan melken van huis N.IJsseldijk en
't Zomerwegje terug naar huis, aangezien ik van 't voorjaar wegens verandering
van een hond een nieuw rijbewijs heeft ontvangen en daar niet op vermeld staat
aangezien 't wel op 't voorigen rijbewijs was vermeld dat tijdens de rit een persoon
op de kar moogt bevinden, welk u Agent Volwerk bekend is daar die 't rijbewijs al
eens gelezen heeft.
Daar ik al tegen de Zestig jaren bind is 't mij al een beetje moeilijk om te loopen
achter de hondekar. De hond behoefd niet meer te loopen dan 2 Kilometer met 'n
tusschenrust van 3 kwartier.
Hopende van u een Gunstig antwoord te mogen ontvangen
Hoogachtend
J.Vlastuin Bos
Veldwachter
Piet Valk op zijn
diendersfiets aan
de gracht bij de
Benschopper-
poort.
Ook deze aanvraag werd door B en W niet gehono-
reerd. Een ambtenaar op het gemeentehuis had op
de betreffende briefde notitie geschreven: 'Mede in
verband met doofheid niet verantwoord indien vergun-
ning verleend zou worden.'
In 1927 verschenen aanvullingen op de Trekhon-
denwet van 1910. De - minimaal 14-jarige- geleider
van de hondenkar moest nu voortaan een num-
merbewijs op zak hebben. Dit was een document
met alle mogelijke informatie over kar, hond en
manier van bespannen. Op de kar moest verder
een kentekenplaat zijn bevestigd: een wit bord
waarop met zwarte letters de naam en woonplaats
van de houder met het nummer van inschrijving
was geschilderd.
Hoe serieus dat in zijn werk ging toont het verslag
aan, geschreven door veldwachter Valk in 1930.
14
-ocr page 15-
Rapport
Ondergetekende heeft de eer U Edelachtbare het navolgende te rapporteeren.
Op Donderdag 24 April 1930 en Vrijdag 2^ April iq}0, telkens des voormiddags
^n
7 1/2 uur, heeft op het Plantsoen alhier een herkeuring van honden, karren en
Mg plaats gehad met den deskundigen W.C.Neomagus rijksveearts te IJsselstein.
(Afschillende op- en aanmerkingen werden gemaakt op honden, karren en tuig
van onderscheidende houders van hondenkarren; o.a. dat de hond te mager was,
naam en woonplaats niet duidelijk leesbaar voorkwam op de kar, geen drinkbak
anwezig en enkele houders moesten hun tuig laten repareeren, waaraan door
'en zal worden voldaan. Bij een houder van een hondenkar kwam het voor, dat
zijn nummerbewijs gedeeltelijk was afgescheurd, 't welk ten name stond van
H.Kool, wonende Lagendijk alhier.
P donderdag 24 April 1930 werden 2 (twee) honden van houders afgekeurd,
wetke m een gebrekkigen toestand verkeerden, namelijk van A.J.Kruijf, melkven-
cf, wonende Havenstraat en van G.Lekkerkerker, veehouder, wonende Noord
Jsseldijk, beiden te Ijsselstein. Op Vrijdag 25 April
1930 werd 1 (een) hond afge-
eura van H. van Montfoort, wonende Havenstraat alhier, zijnde te smal van
''S gemeten tusschen de boegen. Voorts werden nog honden gekeurd, waarvan
andermg op het nummerbewijs moest plaats hebben. Verschillende houders
nondenkarren zijn niet opgekomen wegens dat zij niet meer in het bezit
^aren van een hond, namelijk:
H. de Haan                 Ijsselstraat           ^5
G. Ie Noble                  Ijsselstraat           30
G. van Schalk              Panoven              yo
G. Le Noble                  Hooge Biezen       13a
^Hoogendoorn            Hooge Biezen       22
^■J-Hoedeman             Hooge Biezen       24a
r.A.B. Tersteeg             Voorstraat            14
^■^°^^                        Utrstraat            34
''apport op afgelegden ambtseede opgemaakt, geteekend en op 26 April 1930
de Veldwachter, P. Valk
den ^' 8'^^'^" «ioet het bizar aan dat de Nederlandse overheid zich 11 maan-
diver^"^'^ * uitbreken van de Tweede Wereldoorlog rustig bezig hield met
Wi^h^^ ^^"^^"'''"8^" ^" wijzigingen van de Trekhondenwet. Namens koningin
19^8
             gaf minister Van Boeyen (Binnenlandse Zaken) op 27 oktober
voorb^^y^^"^*^' gedetailleerde richtlijnen voor houders van hondenkarren. Een
et gebruik van andere halsbanden dan banden van leder of banden van door
nzen Mmister van Binnenlandsche Zaken aangegeven textielproducten is ver-
-ocr page 16-
i*
Tiekhond.........een hondenbaan!
Na de oorlogsjaren is de hondenkar langzamer-
hand uit het (IJsselsteinse) straatbeeld verdwe-
nen. De 'Katholieke Encyclopedie' wist in de uit-
gave van 1952 te vermelden dat in dat jaar in
Nederland en België nog steeds honden als trek-
dier werden gebruikt. Er werd zelfs een vereni-
ging opgericht om te bereiken dat de hondenkar
uitgebannen werd: de Anti-Trekhondenbond.
Mede door de inspanningen van deze bond
kwam er tenslotte in 1961 een officieel verbod
op het gebruiken van de hond als trekdier.
Ook al werd de hondenkar niet meer door ven-
ters gebruikt, toch was er in ons taalgebruik
nog jarenlang een herinnering aan de verdwe-
nen trekhond, want in de vijftiger en zestiger
jaren werd door veel bakkers en zuivelhandela-
ren een driewielige, gemotoriseerde kar
gebruikt, die in de volksmond de 'ijzeren
hond' genoemd werd. Maar goed dat die wol-
ven uit het Mesolithicum daar geen weet van
gehad hebben!
^Wt'^
Groentenboer
Gert van Zanten.
Op het witte
bord is zijn hon-
denkarnummer
geschilderd (63)
met naam en
adres (Utr.straat
11).
Jan Westerhout
had aan de
Kampendiji( een
volkstuin. Tijdens
de crisisjaren van
1930-1940 tracht-
te hij de gekweek-
te groenten met
zijn hondenkar op
straat te verko-
pen.
16
-ocr page 17-
n dan, op het moment dat we dachten de hondenkar alleen nog op oude foto's
unnen bekijken, komt dit verdwenen vervoermiddel opeens via de zijdeur
ons land weer binnen. Alsof er in 1961 niet een officieel verbod op het gebruik
n e hond als trekdier is uitgevaardigd, worden er openlijk in de handel weer
ondenkarren te koop aangeboden. Het Utrechts Nieuwsblad wijdde er op 11
maart 1998 een artikel aan:
'HONDENKAR IS MISHANDELING'
GPD Den Haag
ringen van hondenliejhehhers is grote onrust ontstaan over de import van de
^cco, een hondenwagentje dat wervend wordt beschreven in het blad Dieren ^
ensenmanieren van 'hondengoeroe' Martin Gaus. De Bond tot Bescherming
"■Honden is laaiend op het blad en de importeurs. Die is bang dat de hond
f herontdekt als trekkracht. "Pure dierenmishandeling," zegt een woordvoer-
ond tot Bescherming van Honden schuwt ferme taal niet. De vereniging
zich terug in het begin van deze eeuw, toen de oprichters van deze vereni-
&ng m actie kwamen om het gebruik van honden als trekkracht af te schaffen. In
b °i^r ^^^'^^'^ zuchtten honden bijvoorbeeld onder de last van een met schillen
en kar. De gezondheids- en welzijnswet voor dieren verbood deze praktijken.
acco betekent volgens de dierenbeschermers een terugkeer van deze kwellin-
s "• e kar kan worden beladen met een gewicht van 1^0 kilo. Naar believen
lokk
^" ^^" °f'-^ee honden worden ingespannen. "De inporteurs en het tijdschrift
en uit tot misdrijven," zegt de woordvoerder van de hondenbescherming. "Het
gebruik van een hond als trekkracht is verboden."
J eigenaar van hondenkennel Van den Bothof noemt de kar een 'hartstikke leuk
g • Je kunt er twee honden voor spannen, maar ook een Shetlander of een
dant ^^^
"^'^^" ^^^ ^^ ^^'^ '^ ontspanning voor de hond. Als de hond niet wil,
re t hij niet. De Sacco is verder een aardig vervoermiddel voor gehandicapten.
"
vand ^T ^■•^""^^'^" ^^^ Enschede is zich van geen kwaad bewust. De leverancier
afb U'
'"^'^° ''*^°^^^" ^900 gulden voor een eenvoudige uitvoering) erkent dat de
herd
          op de folder een in Nederland verboden tafereel toont. "De foto met de
SeW^h"' ''f^''^"'"'^ ^°"^^ "'' Noorwegen. In dat land is het heel normaal dat der-
een
*■
              "'' ^'^''^^^'' '"°"^^^ gebruikt. Voor Nederland maken we binnenkort
der
"^""'y''''^'^''- ^" ^^ vertellen klanten er eerlijk bij dat het verboden is om
ziil^"7]f'^
"'' "'''^'""' ^^ gebruiken. In Nederland moeten dat sledehonden
ie D A ^P'^'^^ J'^^^s^n graag een ruwharige hollandse herder voor haar karret-
hond
„r^'""^"""^^ rashond ciemok is volgens haar ook zeergeschikt als trek-
ove h -Ta ^°'^^ ^^^^^ '"^^ ^^^'^^ ^^° ^^^°- ^^^ ^^ jammer dat de Nederlandse
rheid dat niet erkent. Ze ontnemen mensen hun hobby."
17
-ocr page 18-
■"LI Trekhond.........een hondenbaan!
Het ministerie van Landbouw, belast met dierenbescherming, bekijkt de komst van
de kar met argusogen. "Het is bij wet verboden om honden als trekkracht te gebrui-
ken,
" aldus een woordvoerster. "Er bestaat alleen een ontheffing voor de sledesport,
onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de honden geen pijn lijden.
"
Geraadpleegde bronnen en literatuur
1. R.J.Ooyevaar, Archeologie van de
Lopikerwaard, Alphen aan den Rijn,
1990 (citaat pag. 33)
7.   Het Staatsblad van 14 juli 1910
8.    Koninklijk Besluit van 27 oktober 1938
2.   Judith Hancock, Uw hond uw vriend,
Kosmos, 1988
3.    William Lindsay, Prehistorisch leven.
Standaard Uitgeverij, Utrecht/Antwer-
pen, 1994
4.   J.H.F.BIoemers e.a., Verleden land,
Meulenhoff, Amsterdam, 1981
5.    L.Murk, IJsselstein te kijk, Usselstein,
1980
9.    Diverse teksten (circulaires, registers,
brieven, verslagen, namenlijsten e.d)
afkomstig uit het gemeentelijk archief
van IJsselstein, onder nr. SAIJ 282
10.  Gegevens en foto's uit het privé-archief
van de heer L.Murk
11.  Katholieke Encyclopedie, 1952
12.  Utrechts Nieuwsblad, 11 maart 1998
6. Provinciaal Blad van Utrecht, december
1853
18
-ocr page 19-
Behoud van de cutaele erfenis M
en het "eigene van I|sselstein"
Afscheid van Bep Murk als voorzitter
vandeHKIJ
door Th. Daams; bestuurslid HKIJ
IT . .
IS vrijdag 29 januari 1999, kwart voor drie 's middags. Zenuwachtig heen
weer geloop in Huize Murk. Bep en Corrie zullen thuis opgehaald worden
or het officiële afscheid van Bep als Voorzitter van de Historische Kring
selstein. Ze weten dat ze opgehaald worden, maar nog niet waarmee. Ze
n ook, dat ze om drie uur in de Burgerzaal verwacht worden.
et drie uur is, zegt Bep: "Laten we maar gaan, want we kunnen die mensen
niet laten wachten". Maar zoals dat gewoonlijk dan gaat, komt juist op dat
ent de arreslee voorrijden en kan de tocht naar het mooie oude stadhuis
oegmnen.
1 uels hebben de genodigden in de Burgerzaal wat met elkaar kunnen pra-
e staan nu voor de ramen om het echtpaar te zien aankomen. Temidden
veel marktbezoekers zien we Bep en Corrie, terwijl ze zich waarschijnlijk
Pgelaten voelen, uit de arreslee stappen en via de trap het stadhuis bin-
gaan. Daar worden ze met applaus ontvangen.
üe ceremoniemeester de aanwezigen en in 't bijzonder het echtpaar
r welkom geheten heeft, geeft hij het woord aan de Burgemeester van
I)sselstein,deheerWijte.
urgemeester memoreerde hoe de heer Murk in een moeilijke tijd zijn
zelf" ] , "'^'^^g^"- Hoe hij naast drukke werkzaamheden toch tijd vond zich-
' a luisterend naar anderen, te ontwikkelen op het gebied van historie en
"De^h"^^"*^"^' '^°''*°'^ ^^^ Culturele erfgoed van IJsselstein.
pla ^^'- ^^^^ ^^^^ ""^ ^^'^^ weten te overtuigen, dat hij alle ontwikkelingen die
s vinden en nog zullen plaats vinden, de historie van de stad IJsselstein, voorop
^oet staan."
                                                                            J           '         f
19
-ocr page 20-
É'iu Behoud van de culturele erfenis en het "eigene van I|sselstein"
Op weg van het
'Hemeltje' naar
de Burgerzaal
per arreslee.
V.l.n.r.:
burgemeester
mr. drs. T.H.M.
WIjte,
dhr. E. van
Brederode (direc-
teur NCM en dhr.
B. Rietveld
(namens de HKIJ)
De laatste offi-
ciële handeling
als voorzitter
van de HKIJ.
De 1000e dona-
teur, C. Gresnigt
uit IJsselstein,
wordt verwel-
komt en ont-
vangt de hele
HKIJ reeks.
20
-ocr page 21-
Verder vertelde de heer Wijte, dat het hem
een eer was geweest, om als dank van de
stad, aan de heer Murk in 1996 een
Koninklijke Onderscheiding uit te reiken.
Ook waardeerde hij bijzonder zijn inzet
voor het plaatsen van het nieuwe
Herdenkingsmonument en het organise-
ren van een ontmoetings-bijeenkomst voor
allen, die op een of andere wijze bij welke
oorlog dan ook, betrokken waren. Tenslotte
wenste hij de Heer en Mevrouw Murk een
goede tijd en gezondheid toe en hoopte hij
de heer Murk toch weer spoedig te ontmoe-
ten in de "straatnaamgevings commissie".
Hierna werd het woord gegeven aan de heer E.van Brederode, directeur van het
•^•C.M. (Nationaal Contact Monumenten). Hij prees de Historische Kring
'Jsselstein en in het bijzonder de heer Murk voor het vele werk dat zij doen op
t^et gebied van historisch onderzoek, publicaties, tentoonstellingen en monu-
nienten. Ook hoe zij bepaalde zaken, die dreigen te verdwijnen, proberen te
oehouden. En dat alles op vrijwillige basis.
"^ benadrukte het belang van particuliere organisaties in ons land. Bij deze
o^'ganisaties zijn naar schatting zo'n 35.000 vrijwilligers betrokken. Al die par-
iculiere organisaties vormen het draagvlak voor het beleid van de overheid, om
goed om te springen met de monumenten. Zonder inzet van vrijwilligers zou-
en de monumenten niet in stand te houden zijn. Hij pleitte ervoor het belang
an vrijwilligers niet teveel te professionaliseren en te verambtelijken. Een
onument heeft met emoties te maken en emoties breng je niet over met
ambtelijke stukken.
e heer van Brederode richt zich dan wat meer persoonlijk tot Bep. Hij vindt
em bij uitstek iemand, die zich belangeloos en enthousiast inzet voor de his-
rie van de stad. Hij herinnerde zich het lo-jarig bestaan in 1985, waarbij o.a.
n mooie tentoonstelling over restauratie-ambachten werd georganiseerd.
J\J was altijd bij alle vergaderingen van de N.C.M, aanwezig. Ik herinner me een
gadenng in Gouda, waar je samen met je vrouw op de fiets naar toe kwam. Ik
"■ net opvallend, dat jij bij allerlei dingen die we organiseerden, er altijd bij was.
p, voor alle leuke contacten, die we hebben gehad en voor alle leuke ideeën die we
. ^ ^" kunnen uitwisselen, zeg ik je hartelijk dank. Ik hoop datje de HKIJ nog vele
jaren m goede gezondheid geinteresseerd kunt blijven volgen."
e volgende spreker Bart Rietveld (van ons tijdschrift), zou liefst met een sym-
posium beginnen.
juiste mensen, de juiste plaats en even bij Bep langs voor een onderwerp en we
nen weer terugzien op 'n geslaagde activiteit. Bep weet als geen ander de mensen
Nieuwe voorzit-
ter van de HKIJ,
dhr. J. Klomp,
overhandigt een
persoonlijke
attentie aan de
scheidende voor-
zitter in een
bomvolle
Burgerzaal.
21
-ocr page 22-
ÈH-i Behoud van de culturele erfenis en het "eigene van Ijsselstein"
om zich heen te inspireren. In de bijna 20 jaar dat ik met Bep heb mogen samenwer-
ken, heb ik grote bewondering gekregen voor zijn creativiteit- en organisatie-vermo-
gen. In die tijd zijn vnij, naast hetgeen ons bindt in onze plaatselijke geschiedenis, ook
persoonlijke vrienden geworden. Zo heb ik ook Corrie en hel gezin Murk goed leren
kennen".
Bart constateerde, dat de artikelen in diverse kranten en de opkomst deze mid-
dag illustreert hoe Bep Murk in onze IJsselsteinse gemeenschap staat.
Een generatie lang, zo sprak Bart verder, bepaalde hij het gezicht van de Kring.
Hij hielp, zo schreef nog kort geleden het Utrechts Nieuwblad, Ijsselstein aan
historisch besef. De spreker herinnerde zich in dit verband 'n voorval uit 1988.
De toenmalige minister van WVC, de heer Elco Brinkman, presenteerde in de
Pieterskerk in Leiden de nieuwe Monumentenwet. De Gemeenten zouden de
beslissende rol spelen bij de aanwijzing van zowel de Rijks- als Gemeentelijke
monumenten. Direct na de toespraak van de Minister wandelde Bep naar het
podium en vroeg hoe de Minister dacht om te gaan met Gemeenten, waar nau-
welijks sprake was van monumentenbeleid.^'
Het is allemaal goed gekomen. I/sselstein heeft nu een duidelijk monumenten-
beleid en de Gemeente stuurt ook ieder jaar een delegatie naar de Nationale
Monumentendag. Tenslotte het volgende:
Ir. Nusselder van het Bureau Rijksbouwmeester van de Rijksgebouwendienst,
heeft Bep leren kennen tijdens de perikelen rond de geplande bebouwing van
de hoek Touwlaan-Kasteellaan.
Omdat hij niet aanwezig kan zijn schreef hij Bep een brief waarin o.a.:
"Het was de geplande bebouwing welke als gelegenheid ons samenbracht en die voor
mij duidelijk maakte, dat wij in U een volwaardig partner hadden in het streven
naar kwaliteit van Architectuur en Monumentenzorg. Het leerde mij, dat hier door
een goed onderlegde voorzitter met zijn club gestreden wordt voor een alleszins loffe-
lijk doel: verantwoord behoud van de culturele erfenis en het "eigene van Ijsselstein".
De brief eindigt met:
"Ik denk dat U ondanks uw vertrek toch betrokken zult blijven bij het wel en wee van
Ijsselstein, bloed kruipt immers waar het niet gaan kan!"
Bart Rietveld eindigde met:
"En zo is het. Bep, namens Bestuur en Werkgroepleden, bedankt!"
                   ^
Na de koffie krijgt de scheidende Voorzitter het woord. Hij begint met het
bekend maken van de loooste donateur. Dat blijkt de heer Chris Gresnigt uit
Ijsselstein te zijn.
"Duizend mensen die de Historische Kring een warm hart toedragen, duizend mensen
die bereid zijn ons te steunen, zowel financieel als moreel. We zijn daar zo blij mee,
dat we U het mooiste geschenk willen geven dat er in de ogen van de HKIJ bestaat en
dat zijn al onze tijdschrifien. Drieduizend pagina's IJsselsteinse geschiedenis".
De heer Murk vertelde verder hoe hij als 13 - 14 jarige jongen krantenknipsels
verzamelde, die betrekking hadden op de geschiedenis van Ijsselstein. Hoe hij
zich steeds meer voor historie in het algemeen en vooral voor de plaatselijke
I
22
-ocr page 23-
Receptie in het
Fuico met, hoe
kan het
anders.een dia-
voorstelling over
oud-IJsselstein
op de achter-
grond.
geschiedenis ging interesseren hetgeen uiteindelijk geleid heeft tot de oprichting
van de HKIJ. Hij is daar altijd zo bij betrokken geweest, vervolge hij, dat z'n
vrouw en kinderen zich wel eens afvroegen, wat is nou belangrijker, de HKIJ of
het gezin?
Bep bedankte de sprekers van deze middag en vooral ook al degenen, die mee
gewerkt hebben om de HKIJ te maken, tot wat ze nu is. Een stichting, die het
cultureel erfgoed van IJsselstein, zeer hoog in het vaandel draagt. Tot slot richt
hij zich tot de nieuwe voorzitter Jan Klomp.
Jcin, ik heb het volste vertrouwen in jou, als geboren en getogen IJsselsteiner. Ik hoop
dat jij nu de kar gaat duwen, die ik meer dan 24 jaar getrokken heb. Ik blijf nog wel
actiefin de Kring en vraag daarom toestemming om nu óp de kar te mogen zitten".
Het officiële gedeelte van dit afscheid van de heer Murk als voorzitter van de
HKIJ, werd besloten door de nieuwe voorzitter de heer Jan Klomp.
In zijn toespraak bekende hij toch wel wat geschrokken te zijn van het vele
Werk dat hem te wachten staat en dat hem vanmiddag pas duidelijk werd, uit
de speeches van de verschillende sprekers.
Ik acht mezelf niet in staat dat te evenaren en heb voor m'n benoeming als opvolger
Van Bep in de HKIJ dan ook gevraagd niet hetzelfde verwachtingspatroon te hebhen".
Niettemin bleek de heer Klomp zich al aardig verdiept te hebben in de eventu-
ele problemen die zich in de toekomst zullen voor doen. Hij noemde de histori-
sche, sociale en fysieke structuren, die in stand gehouden en beschermd moe-
ten worden. Voorbeelden hiervan te IJsselstein zijn o.a. de stadsmuur, de
niolen, de kerken en andere monumenten.
Onder sociale structuren verstaat hij het bekend maken van de IJsselsteiners
en vooral ook van de nieuwe inwoners, met al het moois dat IJsselstein te bie-
23
-ocr page 24-
ÈhA Behoud van de culturele erfenis en het "eigene van Ijsselstein"
den heeft op het gebied van historie en architec-
tuur. En bij de fysieke structuur denkt hij aan de
inrichting van de binnenstad en de aanzet die
daartoe is gegeven in het rapport van de
Gemeente Ijsselstein "De nieuwe alhantie".
"We zullen daarop moeten anticiperen vóór de
besluitvorming 'n feit is. Dat is vruchtbaarder en
minder frustrerend, dan achteraf te moeten reageren.
Ik denk, dat we vanuit deze achtergrond, de structuur
en de participatie, een grote bijdrage kunnen leveren
aan het welzijn, de groei en de eigenheid van
Ijsselstein. Ik reken op Uw aller medewerking".
Tenslotte bood hij Bep een oorkonde aan waarop
de benoeming van de heer L.Murk tot Erevoorzit-
ter van de Stichting Historische Kring Ijsselstein.
Hierna volgde een druk bezochte en zeer gezelli-
ge receptie in het Fulco-theater.
In de geest van Bep werd de dag besloten met een
eenvoudige maar smakelijke maaltijd met familie,
werkgroepleden en bestuur in Hotel Restaurant
"De Mallemolen" van de familie Epping.
Bep, alle goeds en we zien je graag weer terug op de
donderdagavonden, de werkavonden van de HKIJ.
dhrl.lBepIMurk
11(1 \'(i(iu/rrit i(
Redactie:
B. Rietveld
Meerenburgerhorn 10
3401 CD Ijsselstein
tel: (030) 688 74 74
email: bariet@knoware.nl
Libertas, Bunnik
1384.704X
Stichting
Historische Kring
Ijsselstein
i
Drult:
nr. 87, maart 1999
Uitgave:
ISSN:
Voorzitter:            J.C.M. Klomp,
tel: (030) 688 28 52
Donateurs ontvangen het periodiek (4 uitga-
ven per jaar) en worden op de hoogte gehou-
den van de activiteiten. Nieuwe donateurs
kunnen zich aanmelden bij de penningmees-
ter waar tevens mutaties kunnen worden
doorgegeven. Voor inwoners van Ijsselstein is
de bijdrage minimaal f 20,- (voor bedrijven
f30,-). Voor hen die buiten Ijsselstein wonen
is de bijdrage resp. f 29,50 en f 39,50. Losse
nummers, voor zover voorradig zijn a f 7,50
verkrijgbaar via het secretariaat. Voor dubbel-
nummers is de prijs f 10,-
C.J.H, van Dijk-Westerhout,
Omloop West 42,
3402 XP Ijsselstein,
tel: (030) 688 36 99
Secretariaat:
Penningmeester: W.J. van Vliet
J.W. Frisolaan 7,
3401 AX Ijsselstein,
tel: (030) 688 16 60
Postbank, nr.: 4074718
Bank:
24