-ocr page 1-
Gt '■■: 'OO :pL,
.steeds meer nieuwe
behoeften'
Vernieuwingen binnen de cultuurhistorische identiteit
door Bart Rietveld
"Zal IJsselstein in de toekomst bij machte zijn zich te blijven vernieuwen, zoals nodig
zal zijn in een maatschappij, die steeds meer nieuwe behoeften schept?"
Bovenstaande uitspraak is één van de bespiegelingen waarmee burgemeester
Abbink Spaink zijn boek "IJsselstein verleden en heden" in 1962 afsluit. Dit
werk is sinds de verschijning veelvuldig geraadpleegd bij IJsselsteins cultuur-
historisch onderzoek.
Van 1929 tot 1962 leidde Abbink Spaink het gemeentebestuur. Vanuit de don-
kere tijden van de grote economische recessie in de dertiger jaren en de daarop
volgende periode van de Tweede Wereldoorlog vraagt hij zich af -vanuit de dan
min of meer afgeronde periode van wederopbouw- hoe IJsselstein zich zal ont-
wikkelen. Als hij schrijft over een maatschappij die steeds nieuwe behoeften
schept zal hij nauwelijks hebben kunnen vermoeden dat de behoefte aan
woningen, automobiliteit en consumptiegoederen die expansie zou krijgen
zoals zich die in de afgelopen decennia heeft voorgedaan.
Het is duidelijk dat IJsselstein tot nu toe in staat is geweest zelfstandig de ver-
nieuwingen het hoofd te bieden. De stad heeft vanaf de 50-er jaren een groei
doorgemaakt die de hele voorafgaande periode van meer dan 700 jaar overtreft.
Grootschalige nieuwbouw en het scheppen van ruimte voor de automobiliteit
lopen als rode draad door de maatschappelijke ontwikkelingen vanaf het tijd-
perk 'Abbink Spaink'. Parallel daaraan is de behoefte aan cultuur-historische
identiteit meegegroeid. In dit spanningsveld verdient de 'IJsselsteinse identi-
teit' een versterkte positie. Op de volgende pagina's laten we iets zien van hoe
de verschillende processen zich hebben ontwikkeld en gevormd. Bestaande
situaties uit de winter van 2000-2001 zijn geplaatst naast de situaties uit het
(recente) verleden. Kennisneming hiervan zal ons in de toekomst helpen "bij
machte te blijven"
vernieuwingen verantwoord te plaatsen binnen de
IJsselsteinse cultuur-historische identiteit.
-ocr page 2-
&■
. steeds meer nieuwe behoeften'
Utrechtsestraat
54, met de naam
'in't
Moriaanshooft',
zoals gefotogra-
feerd in 1974 en
hiernaastboven
in de afgelopen
winter. Het
woon-winkel-
huis dateert van
1639 en huisvest
op de begane
grond een pizza-
ria. Daarvoor
was het een
bakkerswinkel
met bakkerij en
woonhuis en
daarvoor een
logement.
Let op het ont-
breken van
straatmeubilair
en de
symetrische
straat/stoepver-
houding waar-
door het pand
versterkte
solitaire monu-
mentale waarde
lijkt te krijgen.
Deze waarde is
nu meer onder-
geschikt gewor-
den aan de rom-
meligheid van
het straatbeeld.
-ocr page 3-
In de afgelopen jaren is de voorgevel opnieuw gepleis-
terd waarbij de gevelsteen in de trapgevel, met hierop
een morriaanshoofd, is gerestaureerd en voorzien van
de oorspronkelijke kleuren. Let op het sieranker boven
de steen.
Ter contrastering hieronder de onttakelde ovens van de
in 1985 gesloopte steenfabriek 'Overwaard' waarnaar
de huidige woonwijk is genoemd. De sloop markeerde
de teloorgang van de streekgebonden industrie zoals
we die vanaf de tweede helft 19e eeuw kenden in de
vorm van de teen- meubel- en steenovencultuur.
1—
V,. , *-t.*.
IBi." ^
-J
puMTi' --^mg
-ocr page 4-
. steeds meer nieuwe behoeften'
Benschopperweg
gezien vanaf de
binnenstad In
1965.
Op de plaats van
de ING bank de
kleuterschool
Mariënhofke met
daarachter het
'gymnastiekge-
bouw'.
Op de achter-
grond de gebou-
wen van
'Mariënstein'.
Anno 2001 links
de zijkant van
het stadhuis.
-ocr page 5-
Havenstraat bij
de molen in
1930.
De woningen
aan de toenmali-
ge Koningsstraat
(op de foto het
achteraanzicht)
waar nu de
auto's staan zijn
verdwenen hal-
verwege de
jaren '50. De
haven is ver-
smald in plaats
van gedempt.
-ocr page 6-
<tfr
. steeds meer nieuwe behoeften'
Gezicht vanaf de
hoek stadsgracht
bij de Basiliek
richting kasteel-
toren in 1915.
De kasteeltoren
staat in een leeg
landschap tesa-
men met een tij-
delijke houten
noodkerk van de
Hervormde
gemeente.
-ocr page 7-
Benschopperstraat
bij de
Benschopperpoort
rond 1880.
Het uit 1595 date-
rende fraaie pand
op nr. 3 is in 1888
gesloopt en later
vervangen (de hui-
dige brillenwinkel).
Ook nr. 5 is ver-
dwenen en ver-
vangen (slagerij)
Nr. 1 op de hoek
(groentenwinkel)
heeft zijn karakter
behouden.
-ocr page 8-
. steeds meer nieuwe behoeften'
Touwlaan in 1915.
We zien we hier
de Touwlaan in
een prachtig trans-
parant perspectief,
hetgeen versterkt
wordt door de
lage hagen.
Rechts in de door-
kijk de kasteelto-
ren met op de ach-
tergrond de spits-
loze toren van de
afgebrande NH-
kerk.
^
-ocr page 9-
Benschopper-
straat 38 en 34
rond 1973 .
Links de voor-
malige smederij
van Leo
Benschop die
daar tot halver-
wege jaren '60
was gevestigd.
Het pand rechts
behoort tot de
oudste panden
van IJsselstein
en is nu een
Rijksmonument.
-ocr page 10-
É%.
. steeds meer nieuwe behoeften'
>
Schuttersgracht
begin jaren '70.
Koningsstraat
tot dat in de
jaren '50 de hui-
zen gesloopt
werden (nu par-
keervakken).
Ook dit huizen-
rijtje Is dan
gedoemd te ver-
dwijnen. Op de
witte bordjes
boven de deur
staat 'onbe-
woonbaar ver-
klaarde woning'.
10
-ocr page 11-
De molen eind
jaren '20.
Let op de dan
nog 'hoge' stads-
muur rechts die
dateert uit de
late middeleeu-
wen en waaraan
nog duidelijk de
verdedigings-
functie is te zien.
11
-ocr page 12-
. steeds meer nieuwe behoeften
'Drieluik' aan de
hoek Groenedljk-
Achtersloot. Tot
1954 stond hier
een 18e eeuws
woonboerderij-
tje.
Het werd het ge-
sloopt voor de
bouw van de
'R.K.
Huishoudschool'
(onder) die 40
jaar later alweer
plaats moest
maken voor de
huidige bebou-
wing waarmee
het gebied een
definitief stede-
lijk karakter
kreeg.
13
12
-ocr page 13-
m'........
. steeds meer nieuwe behoeften'
Panoven in 1935.
Een schilderach-
tige plaat maar
de woonomstan-
digheden waren
bijzonder slecht.
Op de achter-
grond de 'pijp'
van de in 1982
gesloopte meu-
belfabriek 'Van
Rooijen'.
14
-ocr page 14-
".....toch heb ik dat ding gemaakt"
Een fascinerend onderzoek met een merkwaardige afloop
door Ries van Rooijen
Voorjaar 2000. Twee jonge mensen kopen in de oude binnenstad van
IJsselstein een woning aan de Kapellestraat. Er wordt flink weggebroken,
omdat het huis een geheel andere indeling zal krijgen. Ook het dakbeschot
wordt verwijderd.
NETJES GEVIJLD EN GESCHUURD___
Groot is de verbazing als bij het verwijderen van de planken onder de dak-
pannen plots pistoolmunitie, enkele geweerhulzen, kogels en zelfs een pis-
tool naar beneden vallen.
Al snel is duidelijk dat het om Duitse pistoolmunitie gaat "gefertigt am: 14 XI
1940" volgens de opdruk op de kartonnen munitiedoosjes en de ingeslagen
tekst op de hulzen. Het pistool is duidelijk door een handige knutselaar ver-
vaardigd. De handgreep is van bruin hout en netjes gevijld en geschuurd. Dit
geldt ook voor het metalen gedeelte. De loop ontbreekt; er is een schroef-
draad in het metalen gedeelte waar een loop vast gedraaid kan worden. Er
wordt ook een vergeeld papier gevonden met daarop met potlood geschreven
de namen van de hoofdsteden van Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië met
daaronder die van nog een aantal grote steden uit dezelfde landen.
Hebben deze voorwerpen te maken met het verzet in de Tweede
Wereldoorlog? Was de pistoolmunitie gevonden, of gestolen van de Duitse
bezetter.' Was men bij het ontbreken van een geschikt wapen er een gaan
maken.' Wie had het pistool met zoveel zorg gemaakt? Is deze persoon nog te
traceren of anders zijn nakomelingen? Hoe is daar achter te komen; wie
waren de bewoners van dit huis ten tijde van de Tweede Wereldoorlog?
15
-ocr page 15-
iè-........
. toch heb ik dat ding gemaakt'
Kapellestraat 2
na de
verbouwing.
"^
, 1 r
•  j> f
•  -i »
Al hetgene wat
van achter het
dakbeschot
tevoorschijn
kwam.
16
-ocr page 16-
Zijaanzicht van
het pistool.
Rechts het
bovenaanzicht
van het pistool
en links het
onderaanzicht.
17
-ocr page 17-
i Ml'........
. toch heb ik dat ding gemaakt"
2 4
Pisfolenpafronen 9,T,mM22(t)
41)
Patronendoosje.
Gedeelte van de
Duitse 9 mm
munitie.
18
-ocr page 18-
KAPPER KARELSE
De vorige bewoonster kon niet helpen. Een aantal oudere inwoners van
IJsselstein werd bezocht met de vraag of zij de bewoners van de Kapellestraat
uit die tijd kenden. Een aantal namen werd verschillende malen genoemd,
maar 'Van Woerden' het meest. Er werd een beroep gedaan op het geheugen
van kapper Karelse senior, die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog op de
hoek Kapellestraat-Kronenburglantsoen zijn zaak had. Hij herinnerde zich
Barend van Woerden als bewoner. En ook Piet Pekaar, de directeur van het
Gewestelijk Arbeids Bureau, die daar als jongeman kostganger in huis was.
Dit was interessant want Piet was actief geweest in het verzet.
GEMEENTEARCHIEF
Om zekerheid te krijgen wie de werkelijke bewoners waren geweest werd
een bezoek gebracht aan het archief van de gemeente IJsselstein. Daar werd
de persoonskaart van de gezochte bewoner gevonden: Maria Margrieta
Schouten gehuwd geweest met Barend van Woerden en wonende in de
Kapellestraat 2 te IJsselstein. Zij woonde daar met haar kinderen: Barend jr.,
dochter Truus en zoon Ries. Ook stonden er drie namen van 'kostgan-
gers'op deze persoonskaart. Dit waren Abel César Labouchere, een 22 jarige
ambtenaar op het IJsselsteinse gemeentehuis, Pieter Jacobus Pekaar, direc-
teur Gewestelijk Arbeids Bureau, 27 jaar oud, en Bernardus Franciscus van
Bronkhorst afkomstig uit Amsterdam, 21 jaar oud.
Van Piet Pekaar is niet alleen bekend dat hij in de oorlog verzetswerk deed,
maar ook dat hij wars was van wapengebruik. Daardoor was het onwaar-
schijnlijk dat hij iets te maken had met de gevonden zaken.
Veelzeggend echter was het beroep van Van Bronkhorst: instrumentmaker.
Maar als hij de maker van het pistool was, waarom had hij het dan na de oor-
log niet tevoorschijn gehaald? Zo'n moeilijk te maken instrument zal je niet
vergeten of zo maar laten zitten.
DRAMATISCH 0^fGEVAL
De heren Pekaar en Labouchere hebben respectievelijk in september en
oktober 1943 het adres Kapellestraat 2 verlaten en zijn naar elders verhuisd.
Het lijkt niet waarschijnlijk dat zij maker en eigenaar van het pistool en de
munitie waren, dan hadden zij deze spullen zeker meegenomen.
Bernard van Bronkhorst was niet verhuisd maar hij bleek op 7 augustus
1943, 22 jaar oud, te Lopik te zijn overleden. Was hij plotseling overleden en
heeft hij daardoor geen kans gehad om het wapen en de munitie weg te
halen?
Voordat Bernard van Bronkhorst 'in de kost ging' bij mevrouw van Woerden-
Schouten was hij (volgens de persoonskaart) vanaf januari tot juni 1943
woonachtig in de Bertha van Heukelomstraat 59 te IJsselstein. De Van
Heukelomstraat lag in de Julianawijk, de woonwijk die is afgebroken in de
jaren zeventig van de vorige eeuw. De straat heette voor en na de oorlog
I
19
-ocr page 19-
ié-........
. toch heb ik dat ding gemaakt'
'Koningin Wilhelminastraat', maar de Duitse bezetter was niet zo gechar-
meerd van namen van leden van het koninklijk huis en gaven die straten dan
vaak namen van bekende historische personen. In een artikel gepubliceerd in
uitgave nr. 81/82 van de Historische Kring IJsselstein wordt de ontstaansge-
schiedenis van de Julianawijk uitvoerig beschreven met daarin een platte-
grond van straten, huizen en huisnummers zodat nummer 59, waar Bernard
van Bronkhorst in de kost was gemakkelijk te vinden was. Het was hierdoor
dus niet moeilijk om, uit navraag, erachter te komen dat ten tijde van de
Tweede Wereldoorlog een familie Van Lexmond op dit adres woonde.
De grote vraag was nu: konden er nog gezinsleden uit die familie gevonden
worden die zich Bernard van Bronkhorst konden herinneren. Daar kwam vrij
snel klaarheid in. Een dochter van de familie Van Lexmond bleek te wonen
aan de Hogebiezen. Mevrouw Peek-van Lexmond herinnerde zich Bernard
van Bronkhorst nog goed. Hij was volgens haar een rustige, bedeesde, wat
verlegen jongeman, lang en slank van postuur. Er heeft zelfs jarenlang een
foto van hem in de huiskamer gestaan. Ook kon zij de oorzaak van zijn vroe-
ge overlijden vertellen: hij was werkzaam bij de radiozenders in Lopikerkapel
en is daar ongelukkigerwijze in aanraking gekomen met een zeer hoge elek-
trische spanning en tengevolge daarvan direct overleden. Dit kan verklaren
waarom de spullen achter het dakbeschot zijn blijven liggen. Dankzij de
namen van zijn ouders, die op zijn persoonskaart vermeld stonden, was via
het Centraal Bureau voor Genealogie in den Haag te achterhalen of Bernard
van Bronkhorst nog broers of zussen had. Hieruit bleek dat Bernard een
broer had: Dirk, die in 1957 getrouwd was.
Het zenderge-
bouw van de
'Binnenlandse
Omroep' op de
grens van Lopik
en IJsselstein
rond 1940.
OUD COLLEGA VERTELT
Bovenstaande gegevens maken het bijna zeker
dat Van Bronkhorst de man was bij wie de zoek-
tocht zou eindigen, hoewel dat niet met honderd
procent zekerheid te bewijzen zou zijn.
Zou er in IJsselstein of elders nog iemand
wonen die in de Tweede Wereldoorlog bij de
radiozenders werkzaam was geweest, en daar-
door meer over het dodelijke ongeval van
Bernard van Bronkhorst kon vertellen? Na enig
speurwerk bleek inderdaad nog een, inmiddels
tachtig jarige, oud medewerker van de radiozen-
ders in IJsselstein te wonen. De heer Vermeer
kon zich Bernard van Bronkhorst nog zeer goed
herinneren en was zelfs bij het dodelijke ongeval
aanwezig geweest. Het vond plaats op zaterdag 7
augustus 1943 rond elf uur in de avond. Door
het gebruik van een verkeerde sleutel, hem aan-
gereikt door een Duits militair die daar aanwezig
was ter bewaking, opende hij een verkeerde
20
-ocr page 20-
hoogspanningskast. Daardoor kwam hij
in aanraking met spanning van tiendui-
zend volt en overleed hij op slag. Voor
de medewerkers aldaar was uiteraard
het noodlot dat hun collega had getrof-
fen alles overheersend. Maar voor de
Duitse toezichthouders/bewakers was
de totale kortsluiting en de daardoor
ontstane technische storingen het
grootste probleem. Er werd door hen in
eerste instantie zelfs aan sabotage en
opzet gedacht. Een aantal dagen na zijn
tragische ongeluk is Bernard van
Bronkhorst in zijn geboorteplaats
Amsterdam, in het bijzijn van een aan-
tal collega's, begraven. Als een soort
eerbetoon heeft er jarenlang een por-
tretfoto van hem in de hal van het zen-
dergebouw gestaan. De heer Vermeer
bleek zelf ook over een afdruk van deze
foto te beschikken, zodat we eindelijk
'oog in oog' kwamen te staan met de persoon waarvan we alleen maar per-
soonlijke getuigenissen en schriftelijke gegevens hadden. Overigens kon de
heer Vermeer zich niet voorstellen dat Bernard van Bronkhorst in de Tweede
Wereldoorlog in het verzet actief zou zijn geweest omdat dat volgens hem
niet in zijn aard lag, maar hij kon het ook niet uitsluiten. Alle informatie
leek steeds meer te wijzen in de richting van Van Bronkhorst.
Bernard van
Bronkhorst;
overleden op 7
augustus 1943.
TOEVAL OF NIET...
Op een zondagmiddag in augustus 2000. De toekomstige bewoners inspec-
teren de vorderingen van de verbouw van hun huis in de Kapellestraat en
zien dat er een wat oudere man geïnteresseerd door het vensterraam naar
binnen staat te kijken. Vanwege de interesse voor het huis wordt er een
praatje met hem gemaakt. Hij vertelt dat hij daar in zijn jeugd heeft
gewoond.
In 1950 is hij naar Canada geëmigreerd en tijdens één van de keren dat hij
weer terug is in zijn geboorteland, brengt hij een bezoek aan zijn oude woon-
plaats IJsselstein en uiteraard ook aan zijn geboortehuis in de Kapellestraat.
Vandaar zijn toevallige aanwezigheid en belangstelling voor dit pand. Hij
stelt zich voor als de vijfenzeventig jarige Ries van Woerden, de zoon uit het
gezin Van Woerden dat daar tijdens de oorlog woonde. Al snel wordt hem
van de ontdekking van het pistool en de munitie verteld, en tot stomme ver-
bazing van de toehoorders zegt hij dat hij de maker daarvan is. "Dat kan niet"
wordt er gestameld "want die is overleden". "En toch heb ik dat ding
gemaakt" is zijn antwoord.
21
-ocr page 21-
tó"-........
. toch heb ik dat ding gemaakt'
DE OVERVAL OP HET STAD-
HUIS
Op 13 maart 1944 stopt er rond het
middaguur een personenauto net
buiten de Benschopperpoort. Twee
mannen lopen door de
Benschopperstraat en gaan het
Stadhuis (waar ook de 23 jarige zus
van Ries van Woerden en de eerder
genoemde kostganger Abel Cesar
Labouchere werkzaam waren) bin-
nen. Na enige tijd komen zij weer
naar buiten en lopen terug in de rich-
ting van hun geparkeerde auto. Zij
hebben het Stadhuis zojuist overval-
len en daarbij een hoeveelheid stam-
kaarten, persoonsbewijzen en blanco
persoonskaarten buitgemaakt. Als zij
te voet het toenmahge politiebureau,
gevestigd in het oude Waaggebouw,
gepasseerd zijn, komen daar een
politieman en een lid van de land-
Boven:
het stadhuis ten
tijde van de
Tweede
Wereldoorlog.
Plaats van het
schietincident bij
de Benschopper-
poort.
Foto van eind
jaren '40.
22
-ocr page 22-
macht naar buiten. Verderop bij de Benschopperpoort komt het tot een scho-
tenwisseling tussen de twee overvallers en de politieagent, waarbij de kogels
over de nabij gelegen speelplaats van de R.K. jongensschool vliegen. De op
het schoolplein aanwezige leerlingen moeten dekking zoeken achter de lage
muurtjes van het plein. De agent wordt door een kogel getroffen, en laat zijn
pistool vallen. Hij wordt per brancard afgevoerd naar het ziekenhuis en over-
leeft het schietincident. De beide overvallers kunnen ontkomen. De vijftienja-
rige Ries van Woerden, ook werkzaam bij de radiozenders in Lopik, was op
de fiets onderweg naar huis en getuige van de schietpartij. Hij raapt het pis-
tool bliksemsnel op, stopt het onder zijn jas en neemt het mee.
RIES VAN WOERDEN VERTELT
Hiermee is het mysterie geenszins opgelost, want waarom zou Ries zoveel
moeite doen om, in het bezit van een professioneel wapen, er zelf een te
maken? Was hij ondanks zijn jeugdige leeftijd bezig zijn steentje bij te dra-
gen aan 'de goede zaak'? "Niets van dat al!", vertelt Ries anno 2000. Hij had
een startpistool voor atletiekwedstrijden dat hij voor de oorlog in Utrecht voor
zes gulden vijftig had gekocht. En omdat hij erg handig was en graag knut-
selde en dingen uit probeerde, is hij aan dat startpistool gaan vijlen, zagen en
schuren. Hij wilde met het
gevonden pistool als voor-
beeld van het startpistool
een echt werkend wapen
maken, wat hem ten dele
ook gelukt was. Waar de
Duitse munitie vandaan
kwam kon hij zich ook
weer herinneren. In het
andere deel van hun huis,
waar de gezusters Treffers
woonden, waren twee
Duitse officieren inge-
kwartierd die later het een
en ander gemist zullen
hebben. Dus helemaal
geen spannende onder-
grondse activiteiten van
een jonge gedreven ver-
zetsman in samenwerking
met de wat schuchtere
Bernard van Bronkhorst.
De gevonden voorwerpen
hebben dus niets te
maken met verzet of
ondergrondse activiteiten.
Ries van
Woerden met
'zijn pistool' in
de hand in zijn
geboortehuis in
de Kapellestraat.
23
-ocr page 23-
ifr-.......
. toch heb ik dat ding gemaakt"
Wel had Ries ondanks zijn jeugdige leeftijd goed door dat het verstandig was
om dit soort spullen te verstoppen. Het gevonden/ontvreemde politiepistool
werd aan de achterzijde van het dak onder het beschot verstopt en moet bij
een eerdere verbouwing al gevonden zijn. Kennelijk is het om problemen te
voorkomen weggegooid. Dus wat bij het begin van dit verhaal erg onwaar-
schijnlijk leek, blijkt toch zo te zijn: de maker van het pistool was werkelijk
pistool en bergplaats vergeten en zorgde er daardoor voor dat ruim een halve
eeuw nadien dit bijzondere verhaal geschreven kon worden. Zo eindigt
abrupt en in een soort anticlimax dit merkwaardige verhaal. Wat echter over-
blijft is het verhaal uit een bizarre periode van de vorige eeuw dat het vertel-
len waard is.
Redactie:
B. Rietveld
Meerenburgerhorn 10
3401 CD IJsselstein
tel: (030) 688 74 74
email: bariet@knoware.nl
Libertas Grafische
Communicatie, Bunnik
1384,704X
Stichting
Historische Kring
IJsselstein
Drulc
Uitgave:
Voorzitter:
Secretariaat:
nr. 93, maart 2001
J.C.M. Klomp
tel: (030) 688 28 52
M.E.J. Winkelaar-Wulfert
ISSN:
Donateurs ontvangen het periodiek (4 uitgaven
per jaar) en worden op de hoogte gehouden
van de activiteiten. Nieuwe donateurs kunnen
zich aanmelden bij de penningmeester waar
tevens mutaties kunnen worden doorgegeven.
Voor inwoners van IJsselstein is de bijdrage
minimaal f 20,- (voor bedrijven f30,-). Voor hen
die buiten IJsselstein wonen is de bijdrage resp.
f 29,50 en f 39,50. Losse nummers, voor zover
voorradig zijn a f 7,50 verkrijgbaar via het secre-
tariaat. Voor dubbelnummers is de prijs f 10,-
Herteveld 2,
3401 HL IJsselstein,
tel: (030) 688 40 80
Penningmeester: W.J. van Vliet
J.W. Frisolaan 7,
3401 AX IJsselstein,
tel: (030)688 16 60
Bank:
Postbank, nr.: 4074718
24