-ocr page 1-
TENTOONSTELLING
OUDE KAARTEN
&
GLOBES
uit het bezit van de Universiteitsbibliotheek,
het Universiteitsmuseum en
het Geografisch Instituut
der Rijksuniversiteit te Utrecht
17 DECEMBER 1964 -14 JANUARI 19 65
IN HET
UNIVERSITEITSMUSEUM
TRANS 8 - UTRECHT
-ocr page 2-
Inleiding
Het leek ons doelmatig, in de7.e tentoonstelling enkele van de belangrijkste (of zeldzaamste,
kostbaarste, zoals een auctionair zeggen zou) objecten uit de kartografische collecties van de
Universiteitsbibliotheek, het Universiteitsmuseum en het Geografisch Instituut uit te stallen.
Er was trouwens geen alternatief voor een ander beleid, want bedoelde collecties zijn niet
zó groot, dat er een expositie die één thema volledig zou illustreren uit geformeerd zou
kunnen worden.
Het door de expositieruimte beperkte aantal atlassen, kaarten en globes wil een indruk
geven van de aard van het materiaal, dat de liistorisch-kartograaf in bovengenoemde instituten
kan bestuderen. Om deze aard goed te kunnen begrijpen is het lezen van de hier volgende ge-
schiedenis van de collectie-vorming noodzakelijk.
Omdat de ruimte een belangrijke factor bij het selectieprincipe was, is er in de eerste plaats
voor gezorgd, dat de 'beste' stukken uit de collecties op de tentoonstelling kwamen, en dat
in de tweede plaats de tentoonstelling representatief was voor de diversiteit van de rest van de
collecties. Daaruit mag U niet afleiden dat die 'rest' niet belangrijk zou zijn! De tentoon-
stellingsruimte liet zelfs niet toe alle 'top'nummers te etaleren.
Een kaarten verzameling zonder gedrukte catalogus blijft aan de meeste onderzoekers onbe-
kend. Zo'n situatie is een ergernis, zowel voor de beheerder der verzameling als voor de be-
oefenaren der wetenschap.
Er zijn in Nederland ca. 150 grotere of kleinere bibliotheken, musea, archieven, waarin
oude kaarten en atlassen bewaard worden. Ongeveer 15 daarvan hebben vroeger of in recente
tijd hun atlassen- en kaartenbezit d.m.v. een gedrukte inventaris openbaar gemaakt. De
Utrechtse universiteit is daar (nog) niet bij. Het vooruitzicht bestaat echter, dat onze univer-
siteit, althans wat de collecties MoU en Ackersdijck betreft, binnenkort over een gedrukte
catalogus zal kunnen beschikken, samengesteld door drs J. Harms.
Door de uitvoering van deze tentoonstellingscatalogus en door de ruime verspreiding ervan
in binnen- en buitenland, wordt a.h.w. een voorschouw gegeven van wat later onthuld zal
worden.
De Utrechtse universiteit bezit een aantal kartografische documenten van internationale
belangrijkheid, waarvan het bestaan nauwelijks bekend is. Hun opname in deze catalogus
en de reproducties van enkele kaarten of kaartfragmenten en van een globe, moet als een
primeur beschouwd worden, hetgeen bijdraagt tot de waarde van de catalogus. De beoefe-
naren van de geschiedenis der kartografie (een internationaal gezelschap uiteraard) zullen zich
dankbaar gestemd voelen jegens de organisatoren van deze tentoonstelling, vanwege de
goede pubhciteit die hiermee aan de oude kartografie uit Utrechts Universiteitsbezit gegeven is.
-ocr page 3-
Herkomst van de globes
In de eerste in boekvorm verschenen catalogus der Universiteitsbibliotheek, in 1608, wordt
in de appendix vermeld de 'Globus Coelestis & Terrestris lod. Hondii, 1600.' In de catalogus
van 1670 echter komen deze globes niet meer voor, zodat aangenomen moet worden, dat zij
óf geen bibUotheekbezit waren óf van de hand gedaan zijn.
Wat de globes verder betreft gaat ook de belangstelling van de sterrenkunde reeds van ouds-
her hiernaar uit, getuige de vermelding op de Series van 1656:
'Hora Secunda: D. lohannes de Bruyn, L. A. M. Physicae et Matheseos Professor, diebus
Lunae et Martis Physicam; Jovis vero & Veneris Guilielmi Blaeu institutionem astrono-
micam de usu Globorum explicabit'.
Er is dus college gegeven in het gebruik van de globe van Blaeu; dit college kan aan de
hand van een globe geweest zijn en niet alleen zuiver theoretisch. De betreffende hoogleraar,
J. de Bruyn, was een bekend Carthesiaan, de eerste van die richting in dit vak aan de Utrechtse
Universiteit. Zijn er toen één of twee globes van Blaeu geweest?? Over een aankoop was
in de Vroedschapsresolutiën noch in de rekeningen van de Cameraar iets te vinden.
De bovengenoemde is de enige Utrechtse Series uit de 17e eeuw, welke bewaard is gebleven,
dus men kan niet besluiten sinds wanneer dit onderwijs gegeven werd. Wel weet men dat
Joh. de Bruyn hoogleraar was tot 1675 toe.
De eerstvolgende aantekeningen betreffende globes vindt men in de hjst van instrumenten,
die Petrus van Miisschenbroek (hoogleraar in natuur- en sterrekunde te Utrecht van 1723-1740)
vraagt na zijn komst alhier. Deze lijst staat vermeld in de 'Resolutiën van de Vroedschap van
Utrecht^): Maendagh den VIden December 1723 Instrumenten, die vereischt worden op den
Turris Astronomica'; onder no. 11 vindt men 'Twee nieuwe globi, geschatte prijs 80.-.-.'
De vroedschap besluit dan dat o.m. deze aangeschaft mogen worden.
Daarna vindt men een vermelding in de notulen van 3 November 1732 waar men weer een
hjst van noodzakehjk geachte instrumenten aantreft, nu voor het Theatrum Physicum, waar-
onder weer 'Twee nieuwe globi op den Toorn 50.-.-', welke instrumenten in de loop van drie
of meer jaren aangeschaft mogen worden (benevens 'een kas, waerin dezelve bewaert zullen
worden, ook een inventaris van voorsz, instrumenta te doen formeren en bij de leverantie
van de instrumenta dezelve door heer Musschenbroek te doen tekenen'). Op 6 December 1733
worden besluiten genomen betreffende de door prof. van Musschenbroek opgestelde inven-
taris. In deze hjst nu^), getiteld 'Inventaris van de instrumenten Astronomica, gekogt voor het
Observatorium Astronomicum der Stadt Utrecht door den Heer Professor Petrus van
Musschenbroek; 1733, vindt men o.a.: ... Twee oude Globi van Blauw, Twee nieuwe Globi
van Valk....
Dezelfde globes vindt men vermeld bij de inventarissen van 11 jan. 1740 (opgemaakt bij
^) Gemeente Archief: Archief der Stad Utrecht II, 121; zie ook J. A. Wijnne en L. Miedenia: Resolutiën van de
Vroedschap van Utrecht betreffende de Academie, 1900, p. 207 resp. 239.
') Gemeente Archief no. 1030; zie ook Wijnne en Miedema Lep. 263-268 en G. W. Kerukamp: Acta et Decreta
Senatus 1938 II, p. 604 en 620.
-ocr page 4-
het vertrek van prof. van Musschenbroek) en 25 febr. 1753 instrumenten, overhandigd aan
prof. J. Castillon).
Echter op de inventaris van 11 dec. 1758 (gemaakt door prof. J. D. Hahn), die van 22 febr.
1764 (instrumentarium, overhandigd aan prof. J. F. Hennert) en van 26 febr. 1787 (door prof.
Hennert ingeleverde instrumenten) staan alleen genoemd: ... Een globus coelestis en terrestris
van Valck...
Zijn die van Blaeu nu weg ? We zullen zien dat er later w^eer twee Blaeu-globes opduiken.
Dan zijn er nog de inventarissen van 1788 en van 5 juh 1805 (van door prof. Hennert weer
ontvangen resp. weer ingeleverd instrumentarium), luidende: ... 'In een kist twee globen,
zijnde een Hemel en een Aardkloot....' (ditmaal zonder aanduiding van maker dus).
In 1777 is te Utrecht onder auspiciën van prof. J. T. Rossijn opgericht het 'Gezelschap ter
Beoeffening en Bevordering van de Proef-ondervindehjke Natuurkunde', welk gezelschap
vele instrumenten kocht en beheerde.^)
In 1809 was prof. Rossijn nog voorzitter van dit Gezelschap; in 1811 moesten op order
van Napoleon alle eigendommen van de Hogeschool naar Parijs overgebracht worden.
Het staat vast dat het instrumentarium van het Gezelschap toen in veiligheid gebracht is ten
huize van Rossijn.
Na de Franse tijd is een tweede Natuurkundig Gezelschap opgericht (1813), dat echter
in 1816 samensmolt met het eerste gezelschap en bij die gelegenheid is een catalogus opge-
maakt van het (gezamenhjke) instrumentenbezit van het gezelschap; het instrumentarium
schijnt wel voor het overgrote deel van het oude gezelschap afkomstig te zijn.
In die catalogus van 1816 vindt men nu o.a.:
Een hemel en aard globe van Blaauw, 2 voet diameter, met hunne kleedjes.
Een hemel en aardglobe van Adams, 18 duim diameter, met hunne compassen.
Een hemel en aardglobe, 12 duim diameter, op hunnen voetstukken en met kleedjes.
Nieuw zijn hier dus de globes van Adams, die dus zeker uit het bezit van één der gezel-
schappen stamt; bovendien vindt men hier voor het eerst afmetingen genoemd en weet men
dus met zekerheid welke der thans nog aanwezige globes bedoeld zijn.
De volgende catalogisering is van 1837*), waarin men zowel de instrumenten van het
Fysisch Laboratorium als die van het Natuurkundig Gezelschap vermeld vindt met opgave
van de eigenaar. Hierin komen voor:
no. 1094 Een hemel- en aardglobe van Blaauw, 2 voet diam., met hunnen kleedjes (als
'maker' Valk genoemd, welke naam later doorgestreept is). Eigenaar Nat. Gez.
no. 1095 Een hemel- en aardglobe van 18 Eng. duim diameter, met haar compassen. Ver-
vaardigd door Adams. Eigendom van Nat. Gezelschap.
no. 1102 Een hemel- en aardglobe 12 duim diam. met kleedjes. Vervaardigd door Valk
en eigendom van het Nat. Gezelschap.
') P. H. van Cittert: Geschiedenis van de Verzameling antieke instrumenten van het natuurkundig laboratorium der
Rijks Universiteit en van het Natuurkundig Gezelschap, Jrb. van Oud Utrecht 1929, p. 150 e.v.
*) De catalogus 1816 van het Natuurkundig Gezelschap en die van 1837 en volgende jaren van het Natuurkundig
Laboratorium bevinden zich in het Universiteitsmuseum.
-ocr page 5-
Deze laatstgenoemde catalogus is verder bijgehouden tot in 1905, en er komen geen aan-
kopen van globes meer in voor.
Daarentegen blijken in december 1931 twee globes in het bezit van de bibhotheek te zijn.
De weduwe van Prof. d'Aulnis de Bourouill verzoekt dan deze globes over te dragen aan het
Geografisch Instituut. De bibliothecaris heeft daarover contact met Curatoren opgenomen
en deze hebben bHjkbaar om nadere inlichtingen verzocht. De gevraagde informaties heeft
de bibliothecaris maar gedeeltelijk kunnen verstrekken; hij moest zich beroepen op de herin-
nering van de oudste leden van het personeel, volgens wie de globes kort voor de opening
van het nieuwe gebouw in 1909 gekomen waren. En hij vermoedt dan, dat Mevrouw d'Aulnis
de Bourouill ze in 1908, tegehjk met de bibliotheek van haar grootvader Y. D. C. Suermondt,
geschonken heeft. Eind december beslissen Curatoren, dat de globes op het Geografisch
instituut geplaatst zullen worden. Dit zijn de later te noemen globes van J. en W. Cary.
En welke globes bezit de Universiteit thans ? £n wat is iiet verband met de bovengenoemde
opgaven ? Men vindt uit dit bezit op deze tentoonstelling:
1.  Aardglobe van Blaeu uit 1628, d.i. degene, die in cat. 1816 vermeld is en in cat. 1837 onder
no. 1094. Ook gehjk aan die van de series van 1656 óf door van Musschenbroek in 1723
aangekocht?
2.  Hemelglobe van Blacu uit 1640, in 1963 door de universiteit antiquarisch aangekocht.
3.  Hemelglobe van Valk, genoemd in cat. 1816 en onder no. 1094 hi cat. 1837. Heeft men
toen en misschien ook reeds vroeger de vergissing begaan, mede ook door het bijna gelijke
formaat, en niet gezien dat de aardglobe van Blaeu en de hemelglobe van Valk was ? De
eerste ondergetekende acht het mogehjk dat de globes onder i en 3 genoemd het paar
vormen, dat van Musschenbroek in 1723 aanschafte. Echter blijft de mogelijklieid bestaan
dat de globe onder i genoemd de helft van dat paar is en die onder no. 3 de helft van de
aankoop uit 1732.
4.  Hemelglobe van G. Valk en
5.  Aardglobe van G. en L. Valk. Deze globes zijn identiek met het stel in cat. 1816 genoemd
en in cat. 1837 onder no. 1102. Het lijkt mij waarschijnhjk dat dit paar de globes zijn, door
van Musschenbroek in 1732 gevraagd. Zo echter globe no. i gezien moet worden als de
helft van de aankoop in 1723 en no. 3 als de helft uit 1732 dan zouden deze beide globes
dus uit het bezit van het eerste Nat. Gezelschap stammen.
6.  Aardglobe op voet, van G. Adams, gedateerd 1789. Deze komt voor op inv. 1816 van
het Natuurkundig Gezelschap en is dezelfde als onder no. 1095 in cat. 1837.
7.  Hemelglobe van G. Adams, behorend bij no. 6, eveneens voorkomend in inv. i8ió en
die van 1837 onder no. 1095.
8.  Aard- in hemelglobe van G. en L. Valk, samen in etui, in 1936 ter gelegenheid van het
derde eeuwfeest onzer Universiteit geschonken aan de Universiteit.
9.  Aardglobe van J. enW. Cary uit 1815.
10. Hemelglobe van J, en W. Cary uit 1799.
Deze beide zijn degenen, afkomstig van Mevrouw d'Aulnis de Bourouill.
-ocr page 6-
Herkomst van de kaarten en atlassen.
Aangaande de aardrijkskundige kaarten valt de collectie aan de Utrechtse universiteit
grotendeels uiteen in die der Universiteitsbibliotheek en die van het Geografisch Instituut.
De wijze, waarop de collectie kaarten en atlassen van de bibliotheek ontstaan is, hangt
nauw samen met de geschiedenis van de bibliotheek: deze is opgericht in 1584, dus 50 jaar
voor de stichting van de lUustre School (in 1636 tot Universiteit verheven). Tot 1817 was
de bibliotheek gevestigd in het koor van de Janskerk, maar daarna is zij overgebracht naar
de gebouwen, die deel hadden uitgemaakt van het paleis van Koning Lodewijk Napoleon
aan de Wittevrouwenstraat, waar zij thans nóg is gevestigd en waar in 1909 een nieuwe
vleugel is bijgebouwd. Uit deze enkele gegevens moge blijken dat pas in de 19e eeuw serieuze
aandacht is gewijd aan de uitbouw van de bibliotheek, hetgeen zijn weerslag vindt in de
collectie kaarten en atlassen.
Het gaat hierbij om 38 atlassen, uitgegeven in Nederland vóór 1800, en om ongeveer 3000
kaarten. Over de herkomst van de kaarten verkeren we niet in het onzekere, omdat ze groten-
deels afkomstig zijn van een legaat en een schenking, die in het 2e en 3e kwart van de 19e eeuw
ontvangen zijn. Niet zo eenvoudig ligt de situatie met betrekking tot de atlassen: voor deze
moet stuk voor stuk de herkomst worden nagegaan. Dat is voor de belangrijkste, die ongeveer
de helft van het totaal vormen, gedaan en dit onderzoek heeft ook resultaten gehad, doch
niet zo, dat van elk van de betrokken atlassen zeer nauwkeurige gegevens kunnen worden
geboden. Met de oudste atlas is dat gelukkig wel het geval: het is de Latijnse vertaling van
Ptolemaeus, uitgegeven te Mainz in 1513, die achter de tekst en de kaarten van Ptolemaeus
20 kaarten heeft, die als een atlas te beschouwen zijn. Dit boek is afkomstig van Evert van de
Poll, anders gezegd PoUio, de raadpensionaris van Utrecht, die aan de Drift heeft gewoond
en wiens bibliotheek na zijn overhjden in 1602 aan de stadsbibliotheek gekomen is. Over
andere aanwinsten uit de 17e eeuw licht de catalogus van de bibliotheek, in 1760 verschenen, ons
in. Er blijkt uit, dat de bibliotheek twee edities van Ortelius' Theatrum verworven heeft, een
Latijnse van 1592, een Franse van 1598. Voorts de atlas van Mercator-Hondius van 1607, de
'Tabulageographica' van Bertius van 1616 en een atlas van Hondius en Janssonius van i633/'38.
Of deze kaartwerken gekocht dan wel geschonken zijn, kan men niet zeggen. Een ogenblik
is gedacht, dat ze afkomstig zouden zijn uit de bibliotheek van de Utrechtse historicus Arnoldus
Buchelius, welke in 1642 geveild is en waaruit voor de stadsbibliotheek een aantal werken
gekocht is. In de veilingcatalogus van Buchelius zijn de titels echter niet aangetroffen, zodat
deze hypothese niet te bewijzen is. Overigens moet in het voorbijgaan opgemerkt worden,
dat de toenmahge bibliothecaris Cornelis Booth (1605-1678) niet geheel onverschillig tegen-
over de kartografie gestaan kan hebben; hij stelde nl. een korte beschrijving van de stad
Utrecht samen, bij de kaart van die stad van Herman Saftleven, 1648.
Na het overlijden van Booth in 1678 heeft het de bibliotheek lange jaren aan een goede
verzorging ontbroken en het is eerst in het begin van de 19e eeuw, dat er aanwinsten van
meer belang te boeken zijn.
In 1826 zijn verworven de delen 2 en 3 van de 'Nieuwe Groote Lichtende Zeefakkel' van
Claas Jansz. Voogt, in het licht gebracht door Johannes van Keiden; in 1827 volgden de
-ocr page 7-
grote atlas van Blaeu en diens Stedeboeken van de beide Nederlanden, van Italië en van
Savoye, in Nederlandse vertaling. Waarschijnlijk omstreeks deze tijd, wijl vermeld in de
catalogus van 1835, zijn ook het eerste deel van Waghenaers 'Spieghel der Zecvaerdt' van 1584
en de 2e editie van het Caertthresoor van Corn. Claesz, in het bezit van de bibliotheek ge-
komen. Kan men over de herkomst van deze werken geen nadere gegevens verschaffen,
anders is het met de Zee-atlas van Pieter Goos, van 1676, die in 1837 in de bibliotheek is
opgenomen. Hij is afkomstig van Jacob Maurits Carel Baron van Utenhove van Heemstede,
een man, die in zijn tijd een zekere vermaardheid als wis- en natuurkundige gehad heeft en
een tijdlang de leider van de Utrechtse Sterrenwacht is geweest. Hij heeft zich o.m. moeite
gegeven voor de juiste plaatsbepaling van de stad Utrecht, waarbij liij samengewerkt heeft
met pater Franciscus de Paula Triesnecker S. J. Zijn boeken, waaronder de genoemde Zee-
atlas, heeft hij aan de Utrechtse U. B. vermaakt. Eenjaar nadat deze ontvangen waren, kwam
het legaat van Gerard MoU de bibliotheek verrijken. MoU, sedert 1812 hoogleraar te Utrecht,
heeft zich op velerlei gebied bewogen en zijn legaat toont daarvan de bewijzen. Reeds in 1806
heeft hij medegewerkt aan een nauwkeurige bepaling van het meridiaanverschil tussen Am-
sterdam en Utrecht door middel van vuurseinen op de toren te Loenen ontstoken. Te Utrecht
was hij o.m. de directeur van de Sterrenwacht. In 1825 publiceerde hij een verhandeling over
de vroegere zeetochten der Nederlanders; in 1826 was hij lid van de commissie ter verbetering
van de zeekaarten.
Moll heeft zich bijzonder toegelegd op het verzamelen van kaarten, zodat bij zijn over-
lijden in 1838 zijn collectie een omvang had van 1300 stuks. Het is een bonte verzameling
van kaarten, ook in handschrift, en tekeningen van allerlei aard. Men vindt er behalve kaarten
en plattegronden in eigenlijke zin, 70 scheepsbouwkundige tekeningen uit de 17e en i8c eeuw;
voorts militaire kaarten, astronomische kaarten enz. Het meest curieuze stuk van deze collectie
is een kaart in handschrift, gedateerd: Batavia, 8 september en getekend: Abel Tasman. Zij
vormt 'een grondig onderwijs, hoe men alderbekwaamst zal kruisen op het zilverschip,
komende uit Nova Hispania naar Manilla' en wijst de weg o.a. door 'Abel Tasmans passagie
langs de kust van Nieuw Guinea'. Een ander opschrift dan het genoemde waarschuwt 'niet
te dicht onder de kust van de Philippijnen te zeilen!' Deze kaart is wel het meest belangwekken-
de stuk van de verzameling (zie no. 43).
Een inventaris in handschrift is gemaakt door de lector in de sterrenkunde A. S. Rueb,
in 1848, waarvan L. A. Reuvens een uittreksel heeft gepubUceerd, betrekking hebbende op de
Nederlandse kaarten, in de Verhandelingen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs van
1850. Later is de indeling herzien en een nieuwe inventaris gemaakt.
De verzameling atlassen van de bibliotheek werd uit het legaat-MoU verrijkt met het 6e deel
van de 'Grote Lichtende Zee-fakkel' van Van Keulen van 1753. In 1864 kwam een schenking
het aantal kaarten aanzienlijk vermeerderen, terwijl ook het aantal atlassen ermee uitgebreid
werd. In 1861 was nl. de hoogleraar in de economie en statistiek aan de Utrechtse Universiteit,
Jan Ackersdijck, overleden en driejaar na zijn dood schonk zijn weduwe dozen met adversaria
en 1500 kaarten aan de bibliotheek. De atlassen zullen in dank aanvaard zijn. Waghenaers
'Spieghel der Zeevaerdt' van i584/'85, de Atlas vanjanssonius van i6$oj's2 met de zee-atlas en
een ongekleurd exemplaar van Blaeu's beide Stedeboeken - dat van de Verenigde Neder-
-ocr page 8-
landen enigszins defect - en het 'Brandende Veen' van Roggeveen van 1675 vormden een
welkome verrijking van de ver7ameling der bibliotheek.
Van de kaarten weten wij, uit een brief van de toenmalige bibliothecaris Dr. Vermeulen
aan Curatoren, dat Ackersdijck ze voor een groot deel op zijn menigvuldige reizen gekocht
heeft. Ze dateren dan ook voornamelijk uit de eerste helft van de 19e eeuw.
Men krijgt de indruk, dat de collectie als geheel maar matig op prijs gesteld is en de grond
daarvoor zal dan gezocht moeten worden in de omstandigheid, dat zij voornamelijk con-
temporaine kartografie omvatte. Aan haar inventarisatie is lange jaren weinig gedaan. In de
systematische catalogus van de U. B. kan men echter naast kaarten uit de verzameling-MoU
ook die uit de coUectie-Ackersdijk vinden. Een nieuwe beschrijving van beide is in bewerking.
Uit het voorgaande zal duidehjk zijn, dat het toevallige element bij de collectievorming een
grote rol heeft gespeeld en dat van een actieve aankooppolitiek weinig blijkt. Zekerheid, dat
een aantal aanwinsten uit 1881 en 1882 op het initiatief van de bibliothecaris terug gaan, is er
niet, doch het vermoeden ligt voor de hand dit aanwezig te achten.
Van 1879 tot 1889 is bibliothecaris van de universiteit geweest de bekende P. A. Tiele.
Dat deze zijn belangstelling voor geografie en reizen te Utrecht niet verloochend heeft, valt
niet moeilijk aan te tonen Wanneer we nu zien, dat in 1881 de Utrechtse Provinciale Biblio-
theek (dat zal wel zijn de bibliotheek van de Griffie) de atlas van Pieter Goos van 1650 aan de
U. B. cadeau doet en in 1882 het Gemeente-archief het 'Toneel des Aardrijks' van Blaeu (1642-
1646) en de uitgave-1650 van diens 'Zeespiegel' in bruikleen schenkt, zullen we mogen aan-
nemen, dat Tielc de beide instellingen daartoe heeft weten te bewegen. Daarna houden de
aanwinsten op kartografisch gebied goeddeels op, afgezien van moderne kaarten, die na de
oprichting van het Geografisch hastituut aan deze instelling in depot zijn gegeven. Men kan
alleen nog vermelden, dat in 1918 de plaatselijke rechtbank een exemplaar van de Zee-atlas
van J. van Loon van 1661 aan de bibliotheek heeft afgestaan.
Dit overzicht van de wijze, waarop de U. B. in het bezit gekomen is van haar belangrijkste
atlassen en haar kaarten, geeft een globale indruk van de aard en omvang van haar verzame-
ling.
Aangaande de collectie van het Geografisch histituut kan het volgende worden meegedeeld:
In de eerste maanden van het jaar 1912 ontvingen verschillende personen in Nederland een
circulaire, ondertekend door de hoogleraren Muller, Niermeyer en Oestreich, allen verbonden
aan het Geografisch Instituut der Rijks Universiteit te Utrecht, van de navolgende inhoud:
L.S.
Ondergeteekenden komen uwen steun verzoeken in een zaak van nationaal en
wetenschappehjk belang.
In de voor kort verschenen catalogus Geographie, Voyages der firma Frederik
Muller & Cie komen een aantal atlassen en kaarten voor, die monumenten zijn voor
de vaderlandsche kartograpliie der 17e en i8e eeuw en die tevens hoogst zeldzaam
zijn, voor een deel zelfs unica.
-ocr page 9-
Er dreigt gevaar dat vele dezer kaartwerken voorden opgekocht door buiten
landers, vooral Amerikanen. Ondergeteekenden willen daarom beproeven de be-
langrijkste uitgaven voor ons land te behouden. Het nieuwe Geographisch Instituut
onzer Universiteit zal zich moeten bezighouden met de studie der Nederlandsche
Kartographie, waarvan de geschiedenis nog bijna geheel moet worden opgeschreven.
Maar die arbeid zal niet kunnen worden verricht wanneer kaartwerken, die hier te
lande niet in openbare verzamelingen aanwezig zijn, overgaan in handen van Ameri-
kaansche verzamelaars.
Nadat reeds eenige bijdragen zijn ingekomen, zal alsnog een som benoodigd zijn
van ongeveer drie duizend gulden. Ondergeteekenden komen tot U met het verzoek
hun streven te willen steunen door ook uwerzijds eene bijdrage toe te zeggen. Zij
verklaren zich gaarne tot mondelinge toelichting bereid, indien U die mocht ver-
langen.
J. J. A. Muller
Hoogleeraar in de Geodesie en Kartographie
K. Oestreich
Hoogleeraar in de Physische Geographie
J, F. Niermeyer
Hoogleeraar in de Politieke Geographie
De opsteller van deze tekst is ongetwijfeld Prof. J. F. Niermeyer geweest, wiens kennis
van de geschiedenis van de kartografie we reeds kenden uit zijn in 1893 verschenen artikel:
'Zur Geschichte der Kartographie Hollands in den drei vorigen Jahrhunderten'. (Progr.
Er asm. Gymnasium R'dam). Het Geografisch Instituut, gesticht in 1908, kocht echter in 1909
reeds de belangrijkste stukken uit de Geographie-Voyages voor een bedrag van f. 3700,—.
Het kocht - vreemde gewoonte voor die tijd - op krediet. In 1912 was de rekening bij de
fa. F. Muller & Co nog niet geheel voldaan en Prof. Niermeyer moest een bedelactie onder-
nemen om zijn tekort te dekken. Hij slaagde daarin door:
1. een bijdrage van het Oud-studenten-fonds te vragen
2.  geld met de bovengenoemde circulaire in te zamelen
3.  een in 1909 voor f. 500,— gekochte West-Indische Paskaart van W. Blaeu weer te
verkopen voor f. 1000,— aan de heer Phelp Stokes te New York
Men stelle zich eens voor wat anno 1912 een bedrag van bijna f. 4000,— betekende! Het is
waarhjk geen wonder dat de financiering toen moeilijk was.
Nederland, en in het bijzonder het Geografisch Instituut, mag Niermeyer wel zeer dankbaar
zijn voor zijn stoutmoedige onderneming. Vele van de beste stukken uit de beroemde catalo-
gus 'Geographie-Voyages' van 1910 bleven daardoor in Nederlands bezit.
-ocr page 10-
OUDE EN NIEU"WE BOEKHANDEL
VAN
•J. L. BEIJERS — NEUDE 21. (teuef. interc. 958.)
Geleverd aan
.......................:,rr:M^AA
:..<e^.
MAGAZIJN
OUDE EN NIEUWE BOEKEN
DIRECTE HANDEL
WcC.
__ pTRECHT,
...191 J2^.
,2??:É^-<^<2^,'i
.'.r-r^^*
^'^Z^
AMERIKA, DUIT5CHLAND, FRANKRIJK,
ENGELAND EN BELGIË
.............^.^r't<:Z^-^f rt^-*rrrff^...............-Z^^^^
'9
.............7'T:^.-Xj^<7^.....
................/h^-t^ «!-/^W. Jr-rw A^-~trrr./^fr^F^....^-rr^..... Jit.'^ ïfn
...................jpy:j^^A:-:^^......<»«.^..,r.................................................................
HOEK- en KUN'STVEÜKOOPIMGEX
HOOFDAGENTSCHAP
van;
HET NIEUWS VAN DEN DAG
DE NIEUWE ROTTERDAMSCHE
COURANT
HET ALGEMEEN HANDELSBLAD
HET VADERLAND
— DE AMSTERDAMMER —
Weekblad
en andere l'ag- en Weekbladen-
ADVERTENTIE-BUREAU.
/fxZ
^/^a
^ci^............At^/:^.^...............zyrs^S
^/,
Ir:ÜT. . er^*r^ *rrïrliry..,.,<r,.3'
V^^A
......................... lZ3Pr^^'^ /...................
Prijzen uit igi2
Hieronder volgen enkele titels, geselecteerd uit de acht atlassen en de twintig kaarten die
verworven werden:
Willem Barendtsz: Atlas van de Middellandse Zee, Franse editie, uit 1626 (de kaarten alleen).
P. van Alphen: Nieuwe Zeeatlas uit 1660.
Johannes Janssonius: Atlas van Frankrijk uit 1631.
Willem Blaeu: Paskaart, gedrukt op perkament, van de kusten van West Europa, uit ca.
1610.
Gastaldi's wereldkaart uit 1546, in een editie, bezorgd door Gerard de Jode, Antwerpen,
1555-
Duitse editie van dezelfde wereldkaart, ca. 1560.
Lafreri's uitgave van Mercator's wereldkaart in dubbel-hartvormige projectie.
H. Brouwer's ms. kaarten van de kusten van Chih en Brazilië, 1640.
-ocr page 11-
Niet alleen door aankopen bij Fred. Muller & Co, maar ook uit de catalogi van Martinus
NijhofFwerden belangrijke stukken verworven: zo bijvoorbeeld de Makassaarse zeekaart van
de Oost Indische Archipel.
Bovendien werden op aucties van de fa. Beyers te Utrecht de eerste uitgave van Janssonius'
'Atlas Novus' uit 1638 en een 'Theatrum' van Ortelius uit 1579 gekocht.
Dit materiaal vormt het 'pièce de milieu' van de verzameling van het Instituut. Langzamer-
hand breidde de omvang zich uit tot een dertigtal oude atlassen en 750 dito kaarten.
Deze bijzonderheden van de geschiedenis van de kaartenverzameling zijn typerend voor
de jaren omstreeks 1910, de jaren waarin Dr. F. C. Wieder, bij het antiquariaat Fred. Muller
& Co, de grote man achter de schermen voor de oude kartografie was. Het was niet alleen
het Geografisch Instituut dat tot collectievorming overging. Ook het Kon. Ncd. Aardrijks-
kundig Genootschap deed belangrijke aankopen bij Fred .Muller & Co. En de bestuurders
van dit Genootschap in die jaren waren zelfs van mening dat het niet te pas kwam dat 'de
eigengereide heren van nieuwbakken instituten' zich in het privilege van het Genootschap
mengden door ook de studie van de oude kartografie te entameren. (Zo staat het althans be-
schreven in de correspondentie uit de jaren 1911 van het K.N.A.G. bestuur).
De jaren van Wieder's activiteit bij het antiquariaat zijn zeer belangrijk geweest voor de
collectievorming in Nederland. Na die tijd is er geen periode meer geweest waarin zoveel
atlassen, globes, kaarten en oude reisbeschrijvingen in korte tijd verhandeld werden.
Het Geografisch Instituut heeft in het jaar 1916 nog een merkwaardige transactie met Dr.
Wieder gedaan. Een handelstransactie, die achteraf betreurd kan worden. Het Instituut kocht
nl. in 1912, op een veiling bij Fred. Muller & Co een luxe exemplaar van het zesde deel van de
'Nieuwe Groote Lichtende Zeefakkel' door Joh. van Keulen, uitgegeven in 175 3, voor f. 200,—.
Ook de Utrechtse Universiteitsbibliotheek bezat een dergelijk exemplaar, hoewel in meer
beknopte uitvoering. Aan Wieder was dit niet ontgaan en in 1916 deed hij het voorstel dat
het Instituut zijn exemplaar aan hem zou verkopen voor eenzelfde bedrag (f. 200,—) als
waarvoor het indertijd op de veiling gekocht was. Het Instituut was zo naief op dit aanbod
in te gaan en mist daarom nu een prachtig stuk maritieme kartografie.
Na deze min of meer anecdotische bijzonderheden willen we even stilstaan bij het tegen-
woordige karakter van de kaartenverzameling van het Geografisch Instituut. Men kan zich
afvragen welk nut de in 1909 door Niermeyer aangekochte oude zeeatlassen en andere zcld-
zaamheden op het gebied van de maritieme kartografie wel voor het tegenwoordige hoger
onderwijs in de geografie bezitten. Het is echter niet helemaal eerhjk om die aankoop uit 1909
nu te bekritiseren, want ten tijde van de aanschaffing was de keuze zeker gerechtvaardigd omdat
in die tijd de studie van de Nederlandse koloniale expansie en van de Nederlandse ontdekkings-
reizen een actueel en belangrijk onderwerp vormden in de opleiding van geografen. De
functie, welke de oude zeeatlassen van Goos, Doncker en van Alphen en de i6e en 17e eeuwse
wereldkaarten in onze tijd voor het onderwijs te Utrecht bezitten, ligt grotendeels in hun
betekenis voor de algemene geschiedenis van de kartografie. Het zijn documenten van de Neder-
landse beschavingsgeschiedenis en eigenlijk zou geen student in de Geografie het Instituut
mogen verlaten zonder er kennis van te hebben genomen.
10
-ocr page 12-
Het zijn bovendien kartografische producten die bij uitstek geschikt zijn om de belang-
stelling van de studenten voor de oude kaart als bron voor hun studies te wekken.
En in de derde plaats vervult het Instituut een functie in internationaal verband door docu-
mentatie over deze unieke of zeldzame kostbaarheden te verschaffen.
Welk type oude kaarten acht men dan thans van belang voor de studie van de geografie ?
Dat zijn in de eerste plaats de detailkaarten van Nederland. Kaarten op grote schaal, die een
zo volledig mogelijk beeld van de topografische gesteldheid geven. Voor Nederland zijn dit
dus, behalve de ms. kaarten, de M^aterschapskaarten, de waterstaatskaarten, de militaire kaar-
ten en de eerste edities van onze topografische kaarten. Met uitzondering van de ms. kaarten
die men immers in de overheidsarchieven moet zoeken, zijn deze categorieën in de verzame-
ling van het Geografisch Instituut goed vertegenwoordigd.
Behalve de naam van Prof. Niermeyer is er nog een naam die in het verband van deze
tentoonstelling met dankbaarheid vermeld moet worden. Het is die van de klassicus Dr. H. J.
Lulofs, die zijn bibliotheek van werken op het gebied der antieke geografie en aanverwante
vakken aan het Geografisch Instituut naliet. Een scheiding tussen geografie en kartografic
was in vroeger eeuwen nauwelijks aanwijsbaar. Het lijkt daarom gerechtvaardigd om de
collectie Lulofs in deze catalogus te vermelden, al was het alleen maar wegens de 8 verschillen-
de uitgaven van Ptolemacus' 'Gcographia' die zich daarin bevinden.
Een gedrukte catalogus van Lulofs' bibliotheek werd in 1943 uitgegeven.
J. G. van Cittert-Eymers
D. Grosheide
C. Koeman
Utrecht, december 1964.
II
-ocr page 13-
-ocr page 14-
Beschrijving der glohes
1  Aardglobe van Blaeu
Signering: Amstelredami. Excusum, in aedibus Auctoris. Cautum est Illustr. D. D. Ordinum
Hollandiae, Westfrisiaeq. privilegio, ne quis intra decem annos ab editione proximos, globum
hunc Orbis terrae, augustiori quam hactenus forma delineatum citra consensum et voluntatem
Guiljelmi Blaeuw aut aeri incidere aut alibi incisum in easdem Regiones venalem importare
audeat, sub poenis in originali diplomate latius expressis.
Namen der landen enz. zijn in het Latijn.
De rand draagt een kalenderindeling, tekens van de dierenriem, namen der windstreken, enz.
Afmetingen: diameter globe ca. 66 cm; hoogte der houten voet 6i^ cm.
Datering: laatste jaartal op de globe voorkomend is 1628.
Het kleedje, genoemd in de cat. 1816 en 1837 ontbreekt.
Univ. Mus. A. 28
2  Hemelglobe van Blaeu
Signering: CoeH formam, syderumq. in eo positum, quanta fieri potuit diligentia, hic expressi-
mus: in quorum locis consignandis secua sumus abacos viri celeberrimi et vere nobiHs Tycho-
nis Brahe nostri quondam praeceptoris, cui ob indcfcssum laborem summamq., industriam
non hoc seculum solum, sed omnes quotquot tot retro secuhs sydera ad norman expangere
ausi fuere, hac in parte palman non inviti concedant. Ad quem numerum e nostris observa-
tionibus haud poenitendus cumulus insuper accessit. Circa antarctitum vero et occultum nobis
polum plus quam 300 stellas adjecimus. Harum autem distantias a fixis istis quarum loca Tycho
jam certo consignaverat Fredericus Houtmannus nostro ductu dimensus, in novos asterismos
digessit quorum omnium loca ad epocham anni 1640 hic reduximus Guilielmus Blaeuw.
(erboven een portret van Tycho Brahe).
Namen van sterrenbeelden en sterren zijn alle in het Latijn, een groot aantal ook in het Grieks
en Arabisch.
Kleuren zijn fraai gerestaureerd.
Afmetingen: diameter globe 64 cm; hoogte der houten voet 6j\ cm, de rand hiervan is geheel
als die der aardglobe.
Datering: 1640.
Geogr. Inst.
13
-ocr page 15-
3  Hetnelglobe van G. en L, Valk
Signering: Uranographia. Syderum et Stellarum in singulis Syderibus conspicuarum, cx-
hibens Delincationem accuratissimam qua ex observationibus Astrononii planc Singularis
lohannes Hevelii usque ad finem anni MD CC emendata est. Nova praeterea mcthodo additus
est ex mente Lotharii Zumbach M. D. et Mathem. Claris. Horizon ad Meridianum Amstelae-
daniensem accurate per annos plures quam ducentos, Lunae Syzygias indicans, praeter annos
communes et bissextiles; Opera et Studio Gerhardi et Leonhardi Valk, Amstelaedamensium
1728, cum privilegio.
Namen van sterrenbeelden en sterren zijn in het Latijn.
Kleuren zijn bijna geheel verbleekt.
Afmetingen: diameter globe 62 cm; hoogte der vernieuwde houten voet 6i-| cm.
Datering: 1728.
Univ. Mus. A 30
Geheel analoge signering voor een Valk-globe vindt men opgegeven bij E. L. Stcvenson: Terrestrial&
Celcstial Globes, 1921, deel II p. 145/146 en bij E. Zinner: Astronomiscqe Instrumenten des 11-18 Jalir-
hunderts, 1956, p. 569, nu met het jaartal 1715.
4  Hemelglobe van G. Valk
Signering: Uranographia, coelum omne hic completens, illa pro ut aucta, et ad annum 1700
completum, magno ab Hevelio correcta est; ita, ejus ex prototypis, sua noviter haec Ectypa
veris astronomiac cultoribus exhibet et consecrat Gerardus Valk Anistclacdamcnsis cum privi-
legio.
Tweede signering: Monitum novis liisce sphaeris Novissimus Ex praescripto Lotharii Zum-
Bach Med. Doet. Unus et alter additus Horizon: Quorum is, qui huic Coelesti, praeter
communes atq. Bissextilem, Ut exactior, Luminarium indigetur Locus ad Meridianum
Amstelodamens. Plus, quam per Ducentos Annos, Suis Mensium Diebus Appositas Lunae
Syzygias, Medio Tempore Medias, Ingeniosa Methodó et eruit, et exhibet.
Namen van sterrenbeelden en sterren zijn in het Latijn vermeld.
Kleuren bijna geheel verbleekt.
Afmetingen: diameter globe 31 cm; hoogte der vernieuwde houten voet 29 cm.
Datering: 1700.
Het kleedje, genoemd in de cat. 1816 en 1837, ontbreekt.
Univ. Mus. A 29
zie Zinner p. 569 en Stevenson II p. 149, daar Oer. et Leon. Valk en jaartal 1750.
Zie Stevenson II p. 149.
5  Aardglobe van G. en L. Valk
Signering: Cosmotheore, Coelesti nostro globo, par, et plané Novvts, hic terrestris ut existeret:
certo facias: Errore veterum sublato, non tantum Utriusque Orbis Longitudines ac Latitudines,
per reiteratas Neotericorum Observationes, hicce esse restitutas: sed et nullum typis Emenda-
tiorem prodiisse, hoc igitur Novissimó tam diu fruere, donec, sub Majoriforma, meo aere
Alios ecudemus Ger. et Leon. Valk, Calcographi Amstelaedami Ao. 1700 Cum privilegio..
14
-ocr page 16-
■, ^
Hemelglobe van G. en L. Valk. 1728.
Univ. Mus. A 30
-ocr page 17-
Afmetingen: diameter globe 31 cm; hoogte der houten voet 29 cm.
Op de rand dier voet zijn aangebracht een kalenderindehng, dierenriemtekens, zondagsletters
voor verschillende jaren, enz.
Datering: 1700.
Univ. Mus. A 27
zie Stevcnson II p. 148, daar jaartal 1750.
Het feit, dat de globes van Valk, in tegenstelling met die van Blaeu, uit verschillende jaren, op het jaartal
na, vaak dezelfde signering dragen, geeft al meer een fabriekmatig idee.
Aardglobe van G. Adams
Signering: Brittanniorum Regi Augustissimo Georgio Tertio Scientarum cultori pariter et
Praesidio, globum hunc Terrestrum, Omnes hactenus exploratus terrarum tractus, ad Obser-
valiones Navigantium Itercrantium et Astronomorum recentiores accuratissimc dcscriptos
exhibentem, Grati animi et pietatis monumentum, D. D. Q. Omni culti et ofFicio devinctissi-
mus G. Adams. Made by D. Adams, Globe Manufacturer et Mathcmatical Instrument Maker,
Charing Cross, London, 1789.
Namen der landen enz. zijn in het Engels.
Kustlijnen en rivieren zijn groen gekleurd.
Afmetingen: diameter globe 41 cm, hoogte der houten drievoet 56 cm; compas in de voet
ingebouwd.
Datering: 1789.
Er zijn enkele rcsiroutes op de globe aangegeven.
Univ. Mus. A 5
7  Hetnelglobe van G. Adams
Signering: Brittanniarum Regi Augustissimo Georgio Tertio Astronomium Patrono
Munificentissimo Celeberrino, Globum himc Coelestem Novam et Emendatiorem Coeli
Imaginem, Sydera apud Africae Promotorium Australe nuperrime observator Atq. Stellas
Catalogi Flemstediani Univcrsas, vere exprimentum, Grati animi et pietatis monumentum,
D. D. Q. Omni culti et officio devinctissimus G. Adams, Londoni, apud G. Adams, artificeni
Regium Fleetstreet.
Namen der sterrenbeelden en der sterren steeds in Latijn en Engels, sommige bovendien met
hun Griekse en Arabische benaming.
Kleuren: zeer gedeeltelijk zijn de oude kleuren bewaard gebleven.
Afmetingen: diameter der globe 46 cm; hoogte der vernieuwde voet 40 cm.
Univ. Mus. A 6
8  Aard- in hetnelglobe van G. en L. Valk
Signering: aardglobe: Novus Globus Terristris. Auct. et Editor Gerh. et Leon. Valk, Am-
stelodami. hcmelglobc: Novus Globus Coelestis, Auct. et Edit. Gerh. et Leon. Valk, Amsteloda-
mj.
De aan de binnenzijde van het etui geplakte hemelglobe is eigenhjk bestemd om buiten op een
15
-ocr page 18-
bol geplakt te worden. Het gevolg is dat bij de sterrenbeelden rechts en links verwisseld is.
Namen zowel van landen enz. als van sterrenbeelden en sterren zijn in het Latijn.
Kleuren zijn prachtig bewaard gebleven, omdat het etui meestal gesloten is.
Afmetingen: de diameter der aardglobe is ca. 7,6 cm; de hemelglobe = etui, sluit er juist
omheen.
Datering: ca. 1700.
Univ. Mus. UM 319
Analoge aardglobe, zelfde afmeting en zelfde signering, zit op een tellurium van P. Eysenbroek te Haar-
lem, datering van ca. 1750.
9  Aardglobe van Cary
Signering: Cary's new terrestrial globe exhibiting the tracks and discoveries made by Captain
Cook: Also those of Captain Vancouver on the NorthWest Coast of America; and M. de la
Perouse, on the Coast of Tartary. Together with every other improvement coUected from
various navigators to the present time. London. Made and sold by J. en W. Cary, Strand
March i st 1815.
Namen van landen enz. zijn in het Engels; er zijn ook enkele routes van beroemde reizen op
aangegeven.
Gekleurd.
Afmetingen: diameter der globe 50 cm, hoogte der houten drievoet, welke op wieltjes staat,
91 cm; in de voet is een compas ingebouwd. De rand draagt een kalenderindeling, tekens der
dierenriem, windstreken enz.
Datering: 1815.
Geogr. Inst.
10  Hemelglobe van Cary
Signering: Cary's new and improved celestial globe, on which is carefully laid down the
whole of the stars and nebulae contained in the Astronomical Catalogue of the Revd. Mr,
WoUaston F.R.S. Compiled from the authorities of Flamsteed, de la Caille, Hevelius, Mayer.
Bradley, Herschel, Maskeline etc. With an extensive number from the works of Miss Herschel.
The whole adapted to the year 1800 and the limits of each constellation determined by a
boundery hne. London. Made and sold by J. en W. Cary. No. 181 Strand, Mar. 1799.
Namen der sterrenbeelden enz. zijn in het Latijn; de sterren zijn in hun verschillende grootten
aangegeven.
Kleuren: vrij zachte kleuren.
Afmetingen: diameter der globe 50 cm, hoogte der houten drievoet, welke evenals die der
aardglobe, op wieltjes staat, 91 cm; in de voet is een compas ingebouwd. De rand is geheel
gelijk aan die der aardglobe.
Datering: 1799.
Geogr. Inst
16
-ocr page 19-
Beschrijving der atlassen en zeemansgidsen
II Ptoletnaeus, Claudius
Geographiae opus novissima traductione e Graecorum archetypis castigatissime pressum
ceteris ante lucubratorum multo praestantius. Argentinae, 1513.
U.B./T fol. I (rariora)
Kaarten in houtsnede.
Deze editie van Cl. Ptolemaeus' Geographia wordt als de belangrijkste in de reeks van her-uitgaven be-
schouwd. Er zijn niet minder dan 20 'Tabulae Novae' aan toe gevoegd door de geograaf Martin Waldsee-
müUer, welke tevens een nieuwe redactie van de tekst verzorgde. Onder deze 'moderne' kaarten be-
vinden zich de eerste atlaskaart, speciaal aan de Nieuwe "Wereld gewijd en de vroegste proef van kleuren-
druk in atlaskaarten: de kaart van Lotharingen, geboortestreek vanWaldseemüUer.
12 Ptoletnaeus, Claudius
Geographiae libri VIII partini a Bilibaldo Pirckheimero translati ac commentario illustrati,
partim. .. coUatione emendati atquc. .. restituti. His accesserunt scholia..., indices. . . Con-
radi Lycosthenis opera adjecti... epistula... de utilitate tabularum.. ., tabulae novae per
Sebastianum Munsterum, geographicae descriptionis compendium. Basileae, 1552.
U.B./P fol. 1512 (rariora)
Deze editie van Cl. Ptolemaeus' Geographia is een herdruk van de uitgave van 1545, welke eveneens te
Bazel bij Henricus Petri verschenen is en welke weer een uitgebreide her-uitgave van de in 1540 ver-
schenen eerste editie van het door Sebastiaan Munster geredigeerde werk is. De beroemde geograaf
Seb. Munster was de eerste die de herkomst van de 'moderne' kaarten in de Geographia vermeldde.
13 Ptolemaeus, Claudius
Geographiae libri VIII Graeco-latini. Latine primum recogniti et emendati cum tabulis
geographicis ad mentem auctoris restitutis per Gerardum Mercatorem; jam vero ad Graeca et
Latina exemplaria a Petro Montano iterum recogniti et pluribus locis castigati. Adjecta insuper
ab eodem nomina recentia et aequipollentia ex variis auctoribus veteribus et recentiorib.
magna cura coUecta in gratiam et usum geographiae studiosorum. Amsterodami, 1605.
U.B./T. fol. 161
Ook de beroemde kartograaf Gerard Mercator heeft een her-uitgave van de Geographia geredigeerd.
De eerste editie daarvan verscheen te Duisburg in 1578. De koperplaten van de gegraveerde kaarten
werden na de dood van Mercator door de in Amsterdam werkzame kartograaf Jodocus Hondius ge-
kocht. Deze gaf ze in 1605 weer uit, nu voor de eerste maal voorzien van de Latijnse en Griekse teskt,
naast elkaar. Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met de drukker - uitgever Cornelis Claesz.,
eveneens werkzaam te Amsterdam.
17
-ocr page 20-
14  Ortelius, Abraham
Theatrum Orbis Terrarum.
Antverpiae, apud Christophorum Plantinum, 1579.
I band, 93 kaarten.                                                                        Georg. Inst. VIII, A.a.8
's Werelds eerste in oplage gedrukte wereldatlas, waarvan de eerste editie in 1570 te Antwerpen ver-
scheen. Deze uitgave uit 1579 werd door Chr. Plantijn gedrukt. Andere edities verschenen met Neder-
landse, Franse, Duitse, Spaanse, Italiaanse, en Engelse tekst.
15  Mercator, G. - Hondius, J.
Gerardi Mercatoris atlas sive cosmographicae meditationes de fabrica mundi ... a Judoco
Hondio.
Amsterodami 1607 excusum in aedibus J. Hondii.
I b., 148 k.                                                                                                U.B./T. fol. 8.
De koperplaten van de Atlas van Gerard Mercator gingen in 1604 in het bezit van Jodocus Hondius over.
Daarop volgde in 1606 de eerste Amsterdamse her-uitgave van Mercator's atlas en in 1607 deze tweede
Amsterdamse editie.
16  Claesz, Comelis
Caert-Thresoor, inhoudende de tafelen des gantsche werelts landen, met beschrijvinghen
verlucht.
Amsterdam, Comelis Claesz, 1599.
I b., 165 k.                                                                                            U.B./P. oct. 397.
Naar het voorbeeld van de zakuitgave van Ortelius' Theatrum verscheen in 1598 te Middelburg bij de
drukker Barend Langenes, een oorspronkelijk Nederlands kaartenboekje in zakformaat, waarvan dit
exemplaar tot de tweede druk behoort.
17  Mercator, G.
Atlas Minor Gerardi Mercatoris a I. Hondio plurimis aeneis tabulis auctus atque illustratus.
Amsterodami Excusum in aedibus lodoci Hondij, veneunt etiam apud Cornelium Nicolai. item
apud loannem lanssonium Arnhemi. (1607).
I b., 152 k.
                                                                                           U.B./T. qu. 333a.
Ook Gerard Mercator's Atlas werd in zakformaat uitgegeven, voor hen die zich niet de kostbare folio
editie veroorloven konden. Dit exemplaar behoort tot de eerste editie, in 1607 bij Jodocus Hondius te
Amsterdam uitgegeven.
18  Mercator, G. - Hondius, J. - Janssonius, J.
Gerardi Mercatoris et J. Hondii Atlas Novus, sive Descriptio geographica Totius Orbis
Terrarum Tabulis aeneis luculentissimis & accuratissimis exornata, Tribus tomis distinctus.
Amstelodami Apud Joannem lanssonium & Henricum Hondium. 1638.
3 b.                                                                                                                                  U.B./T. fol. 2.-
Een van de vele uitgaven van de succesvolle Mercator-Atlas, aangevuld en uitgebreid door de uitgevers
combinatie Hondius-Janssonius.
18
-ocr page 21-
Titelblad van Petrus Kaerius' atlas: Germania Inferior,
uitgegeven te Amsterdam, 1617.
Geogr. Inst. VIII E.i.2
21
-ocr page 22-
19 Janssonius, Joh.
Nieuwen Atlas Ofte Werelt-beschrijvinge, Vertonende De voornaamste Rijcken ende Landen
des glieheelen Aerdt-bodcnis. Vermeerdert Met veele schoone Lant-kaerten nieuwelycs uyt-
ghegheven en vervat In 5 Deelen.
Amstelodami, Apud loannem lanssonium. Anno 1652.
5 b.                                                                                                                  U.B./T. fol. [79
Omstreeks 1641 neemt de uitgever Johannes Janssonius de zaak van de familie Hondius definitief over.
Het is Janssonius die de door Hondius begonnen wereldatlas voortzet en de uitgave tot een zesdelig
reuze-werk weet uit te breiden. Dit exemplaar is van Nederlandse tekst voorzien. Ook Latijnse, Franse,
en Duitse tekst komt voor.
20 Janssonius, Joh.
Theatrum Universae Galliae, Continens Exactissimam Ducatuum, Comitatuum, Principa-
tuum, & Provinciarum descriptionem Geographicam.. Amstelodami, Sumptibus & typsi
aencis loannis lanzouii. 1631.
I b., 50 k.
                                                                                              Geogr. Inst. VIII, E.j.2
Een experimentele uitgave. Enig exemplaar in Nederland. Vijf exemplaren in de wereld bekend.
21  Kaerius, Petrus
Petri Kaerii Germania Inferior id est, XVII provinciarum ejus novae et exactae Tabulae
Geographicae, cum Luculcntis Singularum dcscriptionibus additis, a Petro Montano. Amstelo-
odami impensis Pet. Kaerii. 1617.
1  b., 23 k.                                                                                             Geogr. Inst. VIII, E.i.2.
Eerste editie. Een tweede editie van de atlas der Nederlandse provinciën verscheen in 1622.
22  Braun, G. & Hogenberg, F.
Civitates orbis Terrarum.
Colon Agr. 1572-1618.
2  b.                                                                                                                 U.B./T. fol. 212.
Met tussenpozen werd van 1572 tot 1618 een deel toegevoegd aan het prachtige werk over de grote
steden in de gehele wereld. De redactie werd aanvankelijk gevoerd door de geleerde kanunnik Georg
Braun, de platen zijn voor een groot gedeelte gegraveerd door Frans Hogenberg. De zes delen zijn hier
tot twee banden samengevoegd.
23  Blaeu, Joan.
Toonnecl der steden van 's Konings Nederlanden; met hare beschrijvingen. - Toonneel der
steden van de Vereenighde Nederlanden; met hare beschrijvingen.
(Amsterdam), Joan Blaeu, (1649).
2 b., 202 pi.                                                                                                                U.B./AC. 62-63.
De grote rivaal van Johamies Janssonius: Joan Blaeu, die eveneens een zes delige wereldatlas in ver-
schillende talen uitgaf en in 1649 een beroemd geworden atlas van de Nederlandse steden op de markt
bracht. Het eerste deel bevat de steden in de Spaanse Nederlanden, het tweede de steden in de Republiek
der Zeven Provinciën.
19
-ocr page 23-
irs
u-\
l/^
T—1
d"
u
?§ G
O <
0 jX
<
-^
1—> o
!=;
^ ^-^
^
o (u
o T^
•^
<--;
'-a__,
ë
-o
*-H
-^ t-i
b rt
C
c^ Ui
ti<
al (U
C>
2
G
"ÖJ C
i-! rt
Ui
-a
rt
u>
w
6
-ocr page 24-
24  Blaeu,Joan.
Grooten atlas; oft, Wereltbeschrijving; in welcke 't aerdryck, de zee, en hemel wort vertoont
en beschreven.
Amsterdam, Joan Blaeu, 1648-1665.
9 b.                                                                                                       U.B./AC. 64-72.
Joan Blaeu's Atlas Major wordt beschouwd als de top-prestatie van alle tijden op het gebied van atlas-
kartografie en typografie. Het Utrechtse exemplaar heeft Nederlandse tekst, is gebonden in negen banden
en bevat ruim zes honderd kaarten en prenten.
25 Waghenaer, Lucas Janszoon
T'eerste Deel vande Spieghel der zecvaerdt, vande navigatie der Westersche Zee, innehouden-
de alle de custen van Vranckrijck, Spaignen ende 't principaelste deel van Engelandt, in
diversche zee caerten begrepen..
Leyden, Chrf. Plantijn, 1584.
I b., 23 k. Ex libris Prins Willem van Oranje.                                           U.B./P. fol. iii.
's Werelds eerste gedrukte zee atlas, samengesteld door een Enkhuizer stuurman omstreeks 1580 en op
een fraaie wijze uitgegeven door Chr. Plantijn te Leiden. Het werk is opgedragen aan PrinsWillem I,
die het inderdaad nog vóór zijn dood ontvangen heeft, bUjkens een passage uit het voorwoord van het
tweede deel van dit werk (zie no. 26). Uit de goud stempeling op de band kan men afleiden dat dit het
presentatie exemplaar geweest moet zijn.
26 Waghenaer, Lucas Jansz.
Spieghel der zeevaerdt.
Leyden, Christoffel Plantijn, i584-'85.
I b., 2 dln.
Dl. I. Vande navigatie der westersche zee. 23 .k.
Dl. 2. Inhoudende de gheheele noordtsche ende oostersche schipvaert. 20. k.
U.B./T. fol. 165.
Een tweede deel van de Spieghel der Zeevaerdt verscheen in 1585. Tezamen met het eerste deel vormt dit
boek de eerste editie van de volledige zeeatlas. Meerdere uitgaven, in verschillende talen, zijn hierop
gevolgd. Na de dood van de auteur volgde de bckcndeWillems Jansz. Blaeu het voorbeeld van Lucas
Jansz. Waghenaer's zeemansgidseu na en vestigde het wereldmonopolie voor de commerciële maritieme
Kartografie te Amsterdam (zie no. 27).
27  BlaeUjWillem Jansz.
Eerste deel der Seespiegel, inhoudende een korte onderwysinghe in de Konst der Zeevaert.
- Tweede deel... inhoudende ecne beschryvinghe der Seecusten van de Oostersche ende
Noordsche Schipvaert. - Derde deel... inhoudende eene beschryvinghe der Seecusten van de
Westersche Schipvaert. Door W. J. Blaeuw.
Amsterdam, 1623-1627.
I b., 3 dln.                                                                                              U.B./P. fol. 223.
"Willem Jansz. Blaeu begon zijn zeevaartgidsen productie in 1608 met zijn Licht der Zeevaert, dat vele
uitgaven beleefde. Een vergrote editie, met een sterker accent op de zeekaarten, en geïnspireerd op de
prachtige editie van Waghenaer's Spieghel der Zeevaerdt, de Zeespiegel, verscheen voor de eerste maal in
1623. Dit exemplaar is een herdruk uit 1627, waarvan slechts twee exemplaren in Nederland bekend zijn.
20
-ocr page 25-
28 Doncker, Hendrik
De Nieuwe Groote Vermeerderde Zee-atlas ofte Water-werelt, Vertoonende alle de
Zee-kusten des Aerdtrycks, seer dienstigh voor Schippers, Stuurlieden en Liefhebbers der
groote Zee-vaert. t'Amsterdam, By Hendrick Doncker, Boekverkooper en Graadboogh-
maeker, in de Nicuwe-brugh-steegh, in 't Stuurmans-gereedschap, het derde Huys van
de Nieuwe-brugh in de Straet, 1697
I b., 33 k.
                                                                                   Georg. Inst. VIII, M.a.1
29 Goos, Pieter
De zee-atlas ofte water-wereld; waer in vertoont werden alle de zee-kusten van het bekende
des aerd-bodems (enz.).
Amsteldam, Wed. Pieter Goos, in de Zeespiegel, 1676.
I b., 44 k.                                                                      U.B./BibUoth. Utenhove Fol. 88.
Pieter Goos, sedert 1650 een der grootste producenten van zeemansgidsen en zeeatlassen te Amsterdam,
wiens bedrijf na zijn dood iiog enige tijd door zijn weduwe voortgezet werd. Uit die tijd dateert deze
atlas, welke verkocht werd in de wiiokel van de beroemde boekbinder Albert Magnus, en welke uitblinkt
door een zeer fraaie illuminering.
30  Roggeveen, Arent
Het eerste deel van het Brandende Veen, verlichtende alle de vaste kusten ende eylanden van
geheel West-Indien...
Amsterdam, P. Goos, 1675.
I b., 33 k.                                                                                              U.B./T. fol. 164.
Eveneens bij Pieter Goos uitgegeven is deze buitengewoon fraai uitgevoerde zeeatlas van de West-
Indische wateren: Hd Brandende Veen, een zinnebeeldige titel, geïnspireerd op de eigennaam van de
auteur Arent Roggeveen.
31  Keulen, Joannes van
De nieuwe groote lichtende zee-fakkel. Het sesde deel, vertoonende de zee-kusten, eylanden
en havens van Oost-Indien....
Amsterdam, Joannes van Keulen, 1753.
I b.                                                                                                            U.B./AC 129
Na 1680 werd de Amsterdamse zccvaart-kartografie geconcentreerd in het bedrijf van de Van Keulens,
hetwelk tot c. 1880 bleef bestaan. De grootste zeeatlassen uit de 17e eeuw zijn bij deze furma verschenen,
waaronder de grote foliouitgaven in zes banden van de Nieuwe Groote Lichtende Zeefakkel. Het zesde deel,
de Oostindische Archipel omvattende, kon pas in 1753 verschijnen omdat de V.O.C, de details van de
Nederlandse gegevens omtrent die streken geheim wenste te houden.
32  Alphen, Pieter van
Nieuwe Zee-Atlas of Water-Werelt, Verthoonende al de bekende Zee-kusten van de gant-
sche Wereld, Gelegt op hare Lengte en Breedte, volgens de ronde Globe. Nooyt voor desen
21
-ocr page 26-
bij yemand gemaakt. Uyt ondervindinge... te gebruyken. t'Samen gesteld door Pieter van
Alphen.
Tot Rotterdam: Bij Pieter van Alphen, Boeckverkooper bij de Roo-brug, in de Vierige
Colom. Anno 1660.
I b., 12 k.                                                                                    Geogr. Inst. VIII, A.a.7.
De eiiige Rotterdamse uitgever die in de 17e eeuw een zeeatlas uitbracht was Pieter van Alphen. Het
was echter wel een uitstekende atlas, daar alle kaarten op de doelmatige Mercator-projectie gebaseerd
waren. Er zijn van deze uitgave uit 1660 slechts drie exemplaren in Nederland bekend.
33  Doncker, H.
Nieuw^ Groot Stuurmans Zeespiegel, inhoudende de zeekusten van de Noordsche, Oostersche
en Westersche schipvaert, alsmede de ghelegentlieyt van de Noordelijke gelegen landen, als van
Yslandt, de Straet Davids, Jan Mayen-Eylandt, Beeren-Eylandt, Oudt-Groenlandt, Spits-
bergen, en Nova Zembla. Met noch een instructie in de konst der zeevaert, en een Almanach
door D. Rz. van Nierop.
Amsterdam, H. Doncker, 1676.
I b., 59 k.
                                                                                    Geogr. hist. VIII, M.b.2
Sedert 1659 gaf Hendrik Doncker te Amsterdam zijn zeemansgidsen en zceatlassen uit. In 1712 werd de
zaak in het huis Van Keulen opgenomen. Het hier getoonde exemplaar van zijn Stuurmans Zeespiegel
is een fraai voorbeeld van de traditionele 17e eeuwse zeemansgids.
34  Loon, Joannes van
Klaer hchtende noort-ster ofte zee-atlas; w^aer in vertoont wordt de gelegentheydt van alle
de zeekusten des geheclen aerdtbodems.
Amsterdam, Joannes van Loon ofte Gilles van Loon, 1661.
I b., 35 k.                                                                                                  U.B./AB 378.
Een van de zeldzaamste en een van de meest omvattende zeeatlassen uit de 17e eeuw. Twee exemplaren
in Nederland bekend.
22
-ocr page 27-
o
r^
ir\
r—1
<J
öb
Ö
^"3
^"^
<
rt G
s
ë Ëp
^
^ o
<
-T3 O
SS
^ 44
^ G
^
ü
"^ C
(U (U
^ g^
t>0
6
-ocr page 28-
Beschrijving der kaarten
35  Wereldkaart van J. Gastaldi
Universalis exactissima atque non recens modo, verum et recentioribus nominibus totius orbis
insignita descriptio: quo nomine studiosis omnibus non tam utilis quam maxime necessaria,
per Jacobum Castaldum Pedemont. Cosmogr. aput Venetos. Veneunt Antverpiae Gerardo
Judeo 1555.
Formaat kaart zonder titel 79,5 X 47,3 cm.
                                      Geogr. Inst. VIII A.a.5
In de literatuur (T. A. G. 1912: p. 7; Petermaruis Mitteiluugen, Erganzungsheft nr. 199, 1928, p. 76;
Denucé, Nederl. Kaartmakcrs, I, p. 172) wordt deze kaart ten onrechte als een uitgave van Gerard de
Jode genoemd. Het is een Italiaanse uitgave vau Jac. Gastaldi's wereldkaart uit 154Ö, op de markt ge-
bracht door Ger. de Jode te Antwerpen in 1555, zoals uit de aangehechte strook boven aan de kaart bhjkt.
Als zodanig waarschijnUjk uniek.
36  Wereldkaart van J. Gastaldi
G. Gastaldi. La description universelle ou la Globe terrestre mise en plant ou platte forme par
Jaobe Castalde, cosmographe de Venise. Beschribung der gantzen Welt... Nova totius orbis
descriptio.
(Duitsland - eind i6e eeuw - 2 bladen aaneengeplakt).
Formaat als bij no. 35.                                                                   Gcogr. Inst. VIII A.a.3.
De koperplaat van Gastaldi's wereldkaart werd (vermoedelijk in Duitsland) zeer ingrijpend gecorrigeerd
en aangevuld. Aldus ontstond deze kaart, die dus van dezelfde plaat als no. 35 gedrukt is, maar waarop
vele veranderingen en aanvullingen voorkomen.Waarschijnlijk uniek exemplaar.
37  Wereldkaart in dubbele Bonne-projectie, van Ger. Mercator
'Mappamonde, doublé cordiforme' (dubbel-hartvormige wereldkaart) van G. Mercator.
Gepubliceerd te Rome door Ant. Lafreri tussen 1560 en 1572. Kopergravure, ongekleurd.
Formaat 53 X 35 cm.
                                                                     Geogr. Inst. VIII A.a.4
Gerard Mercator gaf in 1538 een wereldkaart uit in een zgn. dubbel-hartvormige projectie, welke in
Italië nagegraveerd werd en door Antonio Lafreri uit Rome omstreeks 1560 op de markt gebracht.
38  Europa-kaart, misschien ontworpen door Petrus Plancius.
B.a Doetichem, Europam ab Asia et Africa, etc. 1594.
(Europa met Nova Zembla, Groenland, Str. Davis enz., met aankondiging van de eerste reis
naar het noorden o.l.v. Corn. Nay).
Formaat 39 X 54 cm.                                                                     Geogr. Inst. VIII E.a.i
Vermoedelijk ontworpen door Petrus Plancius. In een toegevoegd detailkaartje wordt het Sir WiUoughby
23
-ocr page 29-
---mr*
-ocr page 30-
land (in de buurt van- of identiek aan Nova Zembla) gegeven, benevens de mededeling dat in 1594 een
vloot onder leiding van Heemskerk en de Rijp ter verkenning van de zeeweg naar China langs deze
streken zal varen.
39 Pascarte van Willem Jansz. [Blaeu]
In dese pascaarte hebdy alle de Zeecusten van geheel Europa, seer perf... lijck afget.. kent
door Cornelis Doedsz. van Edam, op hare rechte streckingen ende w^are hoochten, uytge-
nomen alleenlijck de Middelantsche Zee...
Ghedruckt 't Amsterdam bij Willem Janssoon op 't Waeter inde Sonnewijser. Ca. 1610.
Formaat 58 X 74 cm.
                                                                   Geogr. Inst. VIII, N.d.2
Gedrukt op perkament. De gaten in de rand duiden op de bevestiging met spijkers op de kaartentafel in
de stuurhut van een 17de eeuws schip.
Zie Cat. Géographie-Voyages, 1910 van de fa. Fred. Muller & Cie, Amsterdam, no. 136.
40  Ms. Paskaart op perkament van de Java-Zee
Door Isaac de GraafF, 1718.
Formaat 70 x 100 cm.                                                                 Geogr. Inst. VIII, N.C.3
De auteur, Isaac de Graaff, was de 'chef hydrografie' van de V. O. C. gedurende de periode I705-I7i4(?).
Hij volgde de kleinzoon (Joan) van Willem Jansz. Blaeu als zodanig op en werd na zijn dood opgevolgd
door Gerard van Keulen.
Kaarten als deze zijn in honderdtallen vervaardigd en in haast even grote aantallen vernietigd, wanneer
ze als verouderd beschouwd werden.
41  Ms. paskaart op perkament van de Oost-Indische Aripel, uitgevoerd in Makassaars
schrift, ca. 1820.
Formaat 73 x 100 cm.                                                                   Geogr. Inst. VIII, C.ai
In een tijd dat de westerse mogendheden reeds hun hydrografische kaarten in kopergravure uitvoerden
en d.m.v. de drukpers vermenigvuldigden, moeten de inheemse zeevaarders uit de Indonesische archipel
hun zeekaarten nog op de oude wijze, als in de i8e eeuw, vervaardigd hebben. Deze, uit het begin van de
19e eeuw daterende zeekaart is, voor zover bekend, als uniek in zijn categorie te beschouwen (aange-
kocht van de firma N. Nijhoff in 1911, tezamen met een tweede ms. kaart van Borneo uit ca. 1825 in de
Arabische taal beschreven).
42  Ms. kaart, vervaardigd op de zeereizen van Hendrik Brouwer langs de kust van
Zuid-Amerika.
ca. 1640.
Formaat 30 x 45 cm.                                                                    Geogr. Inst. VIII, K.a.i
Aangekocht uit de catalogus 'Geographie-voyages' van Fred. Muller in 1910 (no. 1537). Van de vijf ms.
kaarten is dit exemplaar als typerend voorbeeld gekozen.
43  Kaart van Abel Tasman
Kaart van de Oostkust der Philippijnen, Gilolo, de noordkust van Nieuw-Guinea en de
Ladronen, bevattende 'een grondigh onderwijs hocmcn alderbequaemst sal cruijssen op het
silverschip comende uijt Nova Hispania naer d'Manilha, onse schoon (lees: schepen) dese
voijagie aennemende van hier over Tarnaten ende uijt Tarnaten de reys aenvangend in
Februarij.......' 'Actum Batavia Ady 8 September an 1644, was onderteyckent: Abel
Tasman'. Ms. kaart op Japans rijstpapier.
Formaat 75 x 100 cm.                                      U. B. Coll. MoU, Portef. XIV, Sect. XI, 2
Zie ook: Alg. Rijksarchief, Inventaris Leupe, Supplement, no. 137.
24
-ocr page 31-
K.
u
^ (NI
lU 00
6
tN
V5
■u S   "^
^^   3
> I  1
ë I  -2
^
L
H.-S
*« '
S-'S
o w
•M o
rt 1)
_M -ü
^■3
CL,
v5
*f
^
K
i
mm
A «i
1
-ocr page 32-
r^-<^'«^ff?»^»^f*-h^ '
o
o
ó^-:^
L ^
O-
O-
t
S N
c
>
Oh
C/D
c
lU
<u
OJ
TS
^
■4-J
c
v:
c
rt
o
OJ
CTi
O
Oh
Oh
C
c
OJ
(U
ja
4_1
4-)
V5
cn
c
ai
Ui
-T3
o"
<U
c
• -H
O
o
O
^
OJ
J3
o
OJ
-o
c
S
o
1
3
c s
s
i
-a
Oh
o
t-H
o!
H
<
O;
^
^
V: ■■^
'£, ^'a
i.''^-^
r T<.'
X,..*.
-ocr page 33-
44  Paskaart van de Indische Oceaan
Kaart van de Indische Oceaan met de kusten van O. Afrika, Azië en Australië. Ca. i :20.ooo.ooo.,
gekleurd. Ms. kaart. c. 1620.
Formaat 49I x 72 cm. Z.p.                             U. B. CoU. Moll, Portef. XIV, Sect. X, no. i
45  Ms. kaart van de rivier van Siam
DE MEN AM (THAILAND). De revier van Siam (de Menam met de stad Ajoethia en de
Hollandse logie aldaar), ca. i : 165.000. Z.pl. ca. 1650.
Formaat 124 X 27^ cm. Gekleurd.                                          U. B. Coll. Ackersdijck 10 ab.
46  AfFconterfeijtinge van principaele Coop en hooft Stat des Rijcks Goa.
door lan Huijgc van Linschoten Ani595. Baptista a Doetechum sculpt.
Formaat 56I X 73^ cm; kopergravure.
Portugese titel: A ilha e cidade de Goa Metropolitana da India e partes orientais queesta en
15 graos da Banda do Norte.
Opdracht: Sereniss. Principi Alberto ab Austria.. loanncs Hvgonius a Lynscoten hvmillime
dedic... Het noorden onder.                                                U. B. Collectie Ackersdijck lo-c
47  Ms. kaarten, behorende bij een rapport over de verdediging van Ciu:a9ao
Zonder titel. Het eiland Cura9ao met baaien en lagunes, enz. en een aantekening betreffende
de müitaire situatie van Cura^ao en de watervoorziening van het garnizoen in Willemstad.
Ca. I : 185.000. Amsterdam, 1739.
Formaat 36 X 50^ cm. Ms., met 8 detailkaarten in ms.:
No. 8: Plan van Caracques Bay met het fort Bekenburgh. Ca. i : 2300. Formaat 37!^ X 531
cm, het noorden onder.
No. 9: Piscaderis Baay. Ca. i : 2300. Formaat 26| X 37-| cm, het noorden links onder.
No. 10: St. Mighiel Bay gepeylt den 9 July 1737. Ca. i : 2300. Formaat 262 X 372 cm. Het
noorden links boven.
No. II: De BuUe Baiy gepeylt op den 9 July 173(7). Ca. i : 3250. Het noorden links boven.
No. 12: Porto Maria, gepeylt 9 July 1737. Ca. i : 4600. Formaat 26| X 37jcm. Het noorden
links.
No. 13: St. Cruys Baye. Ca. i : 6000. Formaat 262 X 37! cm. Het noorden links.
No. 14: Zonder titel. De Fuyk Haaven. Ca. i : 7250. Formaat 25,8 X 37 cm.
No. 15: Zonder titel: De 'Piscaderis Baay' met een verankerd schip en beschrijving van de
ankergrond. Ca. i : 1150. Formaat 751 X 54 cm.
U. B. Coll. Moll, Portef XIV, Sect. IX, 7-15.
De geschiedenis van de kartografie van Cura9ao is nog niet geschreven. Oude kaarten van dit eiland zijn
veel geringer in aantal dan die van bijv. de Oostindische eilanden. De hier getoonde stukken behoren bij
een rapport over de verdediging van Cura9ao, geschreven d.d. 17 november 1739. De collectie Moll bevat
uog meer kaarten van dit eiland, bijv. kaarten van de militaire operaties en landingen uit de jaren 1738-
1740. (Portef. XVI)
25
-ocr page 34-
o
r-j
V5
r-l
ni
~
U
^
C
!5
55
><
OJ
o
>*
o
«
^
t/3
><
^
S"
c
.^*
^H
i.
^
«J
Wh
-o
c
-^
=>
>
^
t;
=2
Cj
C/5
03
Cl, cq
"-t
;^
H
,^
CJ
K--^
G
O
c
<
-ocr page 35-
sii
^TI
fM£i
pnr
;iiS
^J4
1*
^^1^!
11! il
ii
isl
■ 1 1
(L)
u
op «
O -ö <
c y 'S
w 6 .
o t
-- iji^
> o §
4^
u
p c
U
u
w
c
C
Mijijaaig
o
-ocr page 36-
48  Plan van Willem Stadt en het Fort Amsterdam op het Eiland Cura9ao
Plan van de Willem Stadt en het Fort Amsterdam op het Eiland Cura9ao met de Nieuwe
geprojecteerde Werken... door de Dir. Gencr. C. F. Hertell, 1738, gecopieerd en voorzien
van enige geconcipieerde werken, o.a. een 'Mouillie' door C. Schryver. Actum in Amsterdam
den 25 oct. 1740. Ms., gekleurd.
Formaat 69i X 50^ cm.
                        U. B. Coll. Moll. P. XVI, Sect. III, Par. 10, no. 178.
49  Tekening van de stad en haven van Nangasaki
Grond Tekening van de Stad en de Haven van Nangasaki. J. v. Schley direx. Zonder plaatsen,
z. j., kopergravure. Schaal i : 15.000. Formaat ipg X 231 cm. Noorden links onder, titel ook
in 't frans.
Blijkens een bijgeplakte aantekening in h.s. van Willem Ackersdijck Junior, 's Hertogenbosch
1776, is deze plattegrond 'denklijk genoomen uit .. . l'Abrcgé de l'Histoirc des Etablissements
Hollandais aux Indes Orientales par I. P. I. du Bois a la Haye, 1763 (bl. 132).'
U. B. Coll. Ackersdijck 10 z
Ontleend aan J. P. I. du Bois: Vies des Gouverneurs Généraux, avec Fabrcgc de l'histoire des etablisse-
ments HoUandois aux Indes orientales, den Haag 1763, tegenover p. 133.
50  Kaart van Holland door Wilem Jansz. [Blaeu]
Comitatus Hollandia. - 't Graafschap HoUandt: van nieuw verbetert endc vermeerdert door
W. Janszoon (Blaeu). Amsterdam 1608.
Schaal i : 400.000. Formaat 50 X 40 cm.                                             Geogr. Inst. VIII B.b.2
Gegraveerd door Josua van den Ende. Met in de randen afbeeldingen van Hollandse klederdrachten, van
zeilwagcns en van de steden van Holland. (Drie exemplaren in Nederland bekend. In facsimile uitgegeven
door de Historische Vereniging voor Zuid-Holland 'Vigilatc Deo Confidentio').
51  Kaart van Leeuwarden
Leeuwerden de hooftstadt van Frislant. Joannes Sems Geometr. Fris. Pet. Bastius Fecit.
Schaal ca. i : 5.000. Exstat venalis apud loannem Lamrinck Ord. fris. Typogr., 1603. Gravure.
Formaat 40 x 49 cm.
                                    U. B. Coll. Moll. Port, X, Sect. I, Par. 2, no. 8
52  Kaart van Bergen op Zoom en omgeving
Plan des Environs de la Ville et des Forts de Berg-op-Zoom, avec les Villagcs de Wouuc et
d'Halteren. Leve Géométriquement par M., 1747. Schaal ca. i : 14.200. A Paris Chés Ie Sieur
Jaillot, 1748. Gravure.
Formaat 56! X 81 cm.
                         U. B. Coll. Moll, Port. XVI, Sect. III, Par. 3, no. 87.
Een typerend voorbeeld van topografische terreintekening, vervaardigd door de militaire ingenieurs
van de Franse school. Deze stijl werd in Nederland o.a. door de Hattinga's nagevolgd.
53  Kaart van Zeist-Driebergen
Carte du Camp d'Utrecht, commandc par Ie Général en Chef Marmont.
Dessiné par Ie Lt. Col. Ing. Ie Fèvre de Montigny. Gravée et dirigée par C. v. Baarsel. Zonder
pi., zonder jaartal. Gravure. Schaal ca. i : 12.000.
Formaat 56I X 69,3 cm.                      U. B. Coll. Moll, Port. XVI, Sect. III, Par. 3, no. 36.
26
-ocr page 37-
54  Kaart van Rotterdam
Nieuwe Platte Grond der Stad Rotterdam. Volgens Resol. v. Wethouders en Raaden.
I February 1796 en 1797. C. v. Baarsel sculp. Schaal ca. i : 1.475. Amsterdam. By Mortier
Covens en Zoon, Boek en Landkaart verkoopers, 1800. 4 bldn., elk 631 X 83 cm. Gravure,
gekleurd.
                                              U. B. CoU. Moll, Port. X, Sect. I, Par. 2. no. 39 a-d.
55  Kaart van Londen
New embossed plan of London. Door G. Bauerkeller, 1841. Schaal ca. i : 11.500. Published
by Ackermann & Co, London & Paris. Reliëf-druk in kleuren. Met een aparte 'Index to
Bauerkcller's New embossed Plan of London.'
Formaat 66^ X ii3|- cm.
                                                              U. B. CoU. Ackcrsdijck Lo.
Een bijzonder drukprocedé, gebruik makende van een in metaal uitgefraisd reliëf vau de stadsbebouwing,
dat in vochtig gemaakt papier een 'en creux' afdruk maakte, geeft een bijzonder karakter aan, deze kaart
van London.
56  Kaart van St. Petersburg
Plan van St. Petersburg, samengesteld op grond van de kaart van Schubert van 1828, laatste
verkenningen van het Topografisch Depot van Oorlog, 1858 en de hydrografische kaart van
de Newarivicr, en verkenningen van 1867 en 1868 door de Redacteur van het Centraal
Statistisch Comité, M. L Moesnitsky. Vervaardigd in het Kartografisch Instituut van A. Iljin,
St. Petersburg, 1868. Schaal ca. i : 12.500. Chromolithografic, op linnen geplakt. Oor-
spronkelijke tekst in het Russisch.
Formaat 112 x 107 cm.
                                                           U. B. Coll. Ackcrsdijck 13-ax.
Deze, voor een Nederlandse verzameling ongewone, stadskaart moet, afgaande op de datering, na de
legatering van de collectie, er aan zijn toegevoegd.
57 Teatre de la Guerre en Amérique telle qu'elle est a present Possedée par les Espagnols,
Anglois, Francois et Hollandois &c. Schaal ca. i : 5.000.000.
A Amsterdam, Nouvellement mis au Jour par Covens & Mortier, Geographes, zonder jaartal.
Formaat 57! X 100 cm; kopergravure, met gekleurde omtrekken.
U. B. Collectie Ackcrsdijck 12 al.
58  Geologische kaart van Nederland
Proef eener geologische Kaart van de Nederlanden, door W. C. H. Staring. Schaal ca.
I : 650.000. Tc Groningen, bij J. Oomkens J. Zoon, 1844. Lithografie (door J. Jaeger),
gekleurd. Formaat 57 X 49 cm.
                                          U. B. Collectie Ackcrsdijck 18 c£
De voorloper van de geologische kartering in Nederland.
59  Kaart van de provincie Groningen
Kaart van de provincie Groningen met aanduiding van de Grondsgesteldheid en den Water-
staat en vele, voor de Geschiedenis van haren bodem belangrijke bijzonderheden; opgemaakt
naar de bestaande kaarten en volgens nadere opnemingen en inlichtingen met behulp der
Commissie van Onderwijs aldaar. .. Onder toezigt van G. Acker Stratingh, Med. Doet.
27
-ocr page 38-
door D. Vcelwaard en Zoon. Schaal ca. i : iio.ooo. Kopergravure, gekleurd.
Formaat 69 x 94 cm.
Gedrukt ter Kunstplaatdrukkerij van de Wed. Koning en Brugman.
Bodemkaart van de Prov. Groningen.                                U. B. Collectie Ackersdijck i-p
Een der eerste kaarten van Nederland met aanduiding van bodemclassificatie.
60  Kaart van Etiropa
Neue Carte von Europa, welche die merkwürdigsten Producte und vornehmsten Handels-
platze nebst dem Flachen-Inhalt aller Europaisclien Lander in deutschen Quadrat-Meilcn ent-
halt. Von A. F. W. Crome. F. A. Pingeling sculpsit, Hamburg. Schaal ca. i : 10.800.000.
Dessau, 1782. Formaat 54 X 70! cm. Kopergravure met gekleurde grenzen. Binnenkader
432 X 5^ '''^-
                                                                  U. B. Collectie Ackersdijck 7-at.
Dit wordt beschouwd als 's werelds eerste economisch-thematische kaart (zie o.a. M. Eckert, Die Karten-
u'isseiischaft,
II, p. 524). De collectie Ackersdijck bevat nog meer zeldzame voorlopers van de thematische
kartografie.
61  Carte Figurative de 1'Instruction Populaire des Pays Bas
Met een 'Tableau de l'Etat de l'Instruction dans les difFérentes provinces du Royaume des
Pays Bas, d'après Ic rapport ofFiciel fait aux Etats-Généraux, en 1827.' Somcrhausen invt.;
Lith. de Johard frères. Schaal ca. i : 1.600.000. Zonder plaatsen, zonder jaartal. Formaat
35 X 30 cm; lithografie.
                                                U. B. Collectie Ackersdijck i8-ch.
Eén der eerste sociaal-geografische thematische kaarten.
62 Wijsgeerige en Staatkundige Waereldkaart, waar op de reizen van Cook en La Perouse
geteekend zijn. Door L. Brion den vader Aardrijks en Krijgsbouwkundigen. C. van Baarsel,
sculp. Schaal ca. i : 62.000.000. Te Amsterdam, bij J. Allart, 1802. Formaat 51 X 73^. Koper-
gravure, gekleurd. Met aanmerkingen, Verwijzingen en 'Tafels van het Vermoedlijk aantal
der Bewooners van de Aarde'.
                                          U. B. Collectie Ackersdijck 8-g.
Deze kaart weerspiegelt een der vroege uitingen van een vorm der sociale geografie: regeringssystemen
als karakteristiek van de beschavingstoestand. Een navolging van een Franse kaart, welke eveneens in de
collectie Ackersdijck bewaard wordt (7 as).
63  Afbeelding van gebergten
Vergleichende Gemalde der bedeutendstcn Höhen der Erde.. verfertigt und lithographirt
von C. Desjardins. Gedruckt und im Verlag in der literarisch-artistischen Anstalt in Mün-
chen, 1831. Lithografie, gekleurd. Formaat 65 X 74| cm.
U. B. Collectie Ackersdijck 8-b
Een illustratie van de vergelijkende hypsometrie, waarvoor Alexander von Humboldt de grondslagen
gelegd heefl: en welke een grote populariteit in Duitsland genoot gedurende de eerste helft van de 19e eeuw.
64  Kaart van Europa
GeneraUcarte von Europa, Worinnen die Gestalt dieses Erdtheiles zu ersehen ist, wie selbe nach
28
-ocr page 39-
l'ABTJ', ïIürHATIVK DE L'ÏNSTRl ('TIO.N POITLAIUK 1)KS 1'AYS-BAS.
TiBLEAV deTétatde rinstruction dans les dilTérenles proyinces du Rojaumc des Pays-Bas, d'après Ie rapport officiel fait aux États Gënéraux, en 1827,
Mombre d'élèïes sur i
b«bitiiDs des villei et t
rounei d'u De population
BiDg dei
profinces.
i-Mptti II
pto^ottion
Total d« éiè.
dinilrièti
CD finènl.
PopulatioD
d^JDitriidi.
Populatil
Populatkoi,
proportiOD
luDDïA.
77.80
56.38
65.81
gi.60
58.90
84.58
94.69
597,536
3a4,368
354,366
537,556
689,108
671,054
546,3*5
405,939
44o,66a
l33,53I
199,483
519,365
133,595
300,654
i57,i58
157,973
56,979
391,759
100.51
74.88
66.5«
98.03
68.43
59;43
73 .a3
100.55
138.53
94.65
91.13
111.36
81.00
90.17
i. Brabsnt seplenlrional , S.
3. Brabaot méridional . .M'
3.  Limbourg.......M.
4.  Gueldre........S.
55,159
38,170
33,386
5i,i34
aa,S55
47,8*9
58,858
53,915
38,898
40,698
13,773
31,704
27,719
936
1,353
107.41
i
i
80.68
66.10
111.85
64.10
61.37
59.74
95.30
98.93
89-75
100.17
105.73
96.06
103.13
130.64
i53.58
i35.8i
147.55
ii8.)5
507,733
455,316
517,098
383,593
398,570
5i7,433
577,390
339,300
377,830
i58,o56
345,610
383,393
137,617
360,753
539,961
305,o59
3a5,853
16,307
64,008
33,754
S3,i55
33,533
55,873
07,133
60,437
48,048
5o,i^
i4,ao5
33,978
3i,4oi
ï 5,666
36,933
35,873
31,588
8,899
34,904
109.49
. *M.
5.  Ué,
i
Flandre oriëntale .
7.  Flandre occidentale
8.  Hainaut.......^M.
9.  Hollande septentrionale S.
.0. Hollande meridionale . S.
1.  Zèlaaóe........5.
2.  NamuT........*M.
3.  Anyers.........M.
4.  Utrecht........S.
5.  FriBC..........S.
6.  OïeryMel........S.
7.  Grouingue.......S.
8.  Drenthe........S.
9.  LuiembooTg. . . , . *M.
6,559
50,689
487
6,3o3
1,988
34,o56
316
9S.83
93.35
96.53
108.56
86.Bi
97-39
124.30
i53.i6.
i34.56
i54.6o
371
6,495
973
3,535
1,346
5,o34
7,356
97
759
87.4a
107.35
ii5.i8
98.55
557
66.67
9o.4o
IQ9-80
l36!65
i56.i8
178.07
113.69
54,744
9,738
S17
,157,386
557,311
635,859 —
103.94
4o,o33
76,648
141,593
6,107,351
TOTAÜX . .
Nombres moyens .
3,958
101.75 99.39
90.49
NoTE. VoirJ pour les Conclusions h faire sur !e plus ou moins de lumières dans unc prtie du Itoyaume que dans Tautrc, les judicieuses Oliservations
de M. Ie Profesaeur Quetelet, dans ses Recherches sur la population, etc. Bruxelles, page G5 et suivante*.
Thematische kaart uit 1827
waarop het aantal schoolgaande kinderen
in de provincies van de Noordelijke
en de Zuidelijke Nederlanden is voorgesteld.
Univ. Bibl. Coll. Ackersdgck, 18-ch.
61
-ocr page 40-
seinem Höhensisteme und Wasserzuge angeordnet ist.. entworfen von Freyherrn v. Sorriot..
gestochen v. I. List. Schaal ca. i : 9.500.0CX). Wien, 1818. Kopergravure met gekleurde water-
scheidingen.
Formaat 54J X 67 cm.
                                                      U. B. Collectie Ackersdijck 8-c
Hoewel primitief in kartografisch opzicht, is deze kaart waardevol als een vroege poging tot synthese
van de toen beschikbare kennis van de morfologie van Europa.
65 Le Monde ou Panorama Géographique du Globe Terrestre, représentant les terres
et les mcrs du globe, ses accidents physiques, les phénomènes, les règnes de la nature.. Rédigé
d'après Mr. De Humbold et les savans les plus distingués par E. Hocquart. Sur la projection de
Mercator. . Schaal ca. i : 177.600.000. Zonder plaats, zonder jaartal.
Formaat 45J X 76} cm; kopergravure, gekleurd.
                U. B. Collectie Ackersdijck 8-f
Karakteristieke uiting van de opvatting omtrent het wezen van de geografie in de eerste decennia van de
19e eeuw. Aan het nut van dergelijke vereenvoudigde weergaven werd toen nog niet getwijfeld.
29
-ocr page 41-
^m
pllEf^
c
.^ G -^
al -O ;».
-t-J Q-> ^
■ü Ja
.S '3 "^
g 2 C
2 S cq
lU O)
^1
tl
Si
t
e
m
o
1
14