-ocr page 1-
i
OUDHEDEN eh GESTICHTEN
VA Í
 I S
VAN
DO Ì
HET
D E V E Í Ô ER,
OF
Beknopte Befchry ving van de fteden, dorpen, en
burgten , onder dat Bisdom gelegen ·, mitsga-
ders van de Kerken , Abdyen , Kloofters,
en Godshuizen , die daar van tyd tot tyd
zyn gefticht, met de naamen dei Paftoo-
ren , Abten 5 Klooftervoogden en
KlooftervoogdeiTen , die her be-
wind over die Kerken en Kloo-
fters gevoert hebben.
Uit het Latyn vertaalt,
En met AANTEKENINGEN opgeheldert,
Door H. V. R.
I. Deel,
\ li -I
; \ m I
""Ai
TE LEIDEN,
By S, LUCHTMANS, en D, HAAK, 'ijxf
mdhtsicrfsch
-ocr page 2-
V Ο Ο R RED E Ν
VAN DEN VERTAALDER.
«Indelyk hebben wy onze groote reis
** afgedaan; en alle de fteden, dorpen,-
klooftèrs, kerken, en gafthuizen, en
wat 'er vorder bezienswaardig was,
_________van ons vereenigt Nederland bezig-'
tigt: en ik zegge den Liefhebberen dank, dien her
weï geluft heeft j ons zoo lang gezelichapte houden.
Of dat reizen hun vermakelyk genoeg gevallen zy,
en of zy den tyd dien ze daaraan gehangen hebben1
wel befteédt achten,'dat moet de tyd keren. Dit doet
my echter op eenen goeden uitflag hoopen; dat<ïfc
verfcheide luiden van veritand en oordeel· en ook
van een hooger rang kenne, die zich vergenoegt
en voldaan getoont hebben. Of iemand hier övdr
klaagen mogt dat we zoo menige dorpen, ja eenige
Heden zelf, flechts ter loops doorreizen ? zonder
4acr om zoo te ipreeken, eerts te pleifteren; öf iet
merkwaardigs aan te toonen > dien zal 't believen
te denken dat het met deze reis gelegen isgelykmet
andere reizen, die uit nieuwsgierigheit ondernomen
worden. Al is een landfchap, dat men bezigtigtf^
noch zo vermaaklyk en frhoon;al heeft menichki:
hondertoogen van noode om de fteden en paleizen
en al wat 'er heerlyk is te befchouwen; 't is echter
overal nieteven net en bekoorlyk. Men moet'er
fomtyds over dorre heiden of bergen of langs poe-
je" Ρ nioeraflèn ryden , die het oog niet zeer ver-
luftigen of ftreelen. Zo is het op onze reis bok ge»
gaan: ik wil zeggen· wy hebben ook verfcheide
piaatzen ontmoet, daar niet veel te bezien of aan,té
toonen was; en daar ik zoo weinig van te zeggen
4}                   .ï/d *&S.                     ■"■' ^
-ocr page 3-
VOORRED M(
had als de Schryver der Oudheden zelf; Maar Wat
zouw men daar tegen doen? die plaatzen waren er;
en wy koften ze niet voorbyflappen.' Evenwel
heb ik , om zulken JLeezer die akyd wat nieuws en
raars hebben wil, de maat toch vol temeeten, als
5er van de plaatzen zelf niet veel te zeggen viel j
doorgaans op alle gelcgendhedén gepaft om de
fchraalheit der ftoflè door de vermakelykheit van
apdere Aantekeningen te vergoeden,, Ja, verman
lseiyke Aantekeningen durve ik in 't algemeen Zeg|
gen; hoewel ik ook bekenne dat 'er yeelerhandö
Jmaakèn zyn ; en 't geen den eenen vermakelyjc
valt . eenen ander dikwils niet eens aandoen zal.
Doch op dat 'er de Leezer als met eenen opflag
yan, oordeelen moge, en dewyl wy toch met deze
Qwihfden van Deventer ons affeheid van de Li^f··
hebberen ftaan te,neemen , zal het met ondienftig
Zjyn , hier een beknopte lylt van de.merkwaardig-
iterAantekeningen op te geeven. Vart Batavia Sa·
cm zd
ik nu niet fpreekcn; hebbende reeds in de
doorreden op de Züithollandfche Quth'd η eenelyft
ppgegeeyen van de voornaamfte zaken, die ik in de
Aantekeningen op die O ttbeden te pas gebragthad.
Zoo, is 'er dan in de a Aantekeningen op trecht
tegen Men o. Jlting ,- Buchelius , en meer anderen
fceweezen dat Utrecht ten tyde van Kavl Martel·,
Pip zyn, Kar el denGrooten,
enz al eene voornaame
, ftad is ge weeft en clat de naam* Caflrum^ die aan
de geinelde pLatze dikwils gegeeven wierd, verre
van óns gevoeleii te benadeelen v het zelve op 't
krachtig: ié (ftyft enbeveftitrt Daar is ook het
vérfchilr, wie de Stichter van Oudmunfter of Sak
*vatorsi
-kerk zy-geween:; op een b nieuwe wyze veiv
cfièntiL -deilechte lofi .dien M. D.uffeldorp'sm aan ee-
iiigen der nieuwe Biflchoppën geeft,, opgegeven;
i3e oplcomften van de tytels Katolvke Komn:., Al·-
hrchrifielykfie Koning
, aangeweezen Men zal
i Eerfte deel. p, 64, 6j, h 71. 7*. c 73. 74.
J
-ocr page 4-
VOO R R Ë D É Ν..
*ef d beweezen vinden, dat de geloofspreekers en
eerfte Kannonikken van Utrecht waarfchynë*,
lyk geen Monnikken maar Reguliere Kannonikken
zyn geweeft: en. hoe yverig dat de kriitenen waren
om de lichaamen of Reiiquicn van Heiligen te e
bekoomen: ja hoe die y ver fcmwylen zo verre ging
dat geheele gemeenten en fteden over het bezit van
zulke lichaamen over hoop en aan 't vechten raak-
ten; en fomtyds gcene zwarigheit wierd gemaakt
van malkanders Reliquiën te fteelen. Het leven
van den H. Georgius, zoo als het inde gemeeneLc-'
genden befchreeven ftaat, word >er zoo wel als zy-
ne Reliquiën f afgekeurt; de reden van het over-
tollig vermenigvuldigen der Reliquiën van eenen,
en den zelfden Heilig aangetoont, en de overgroo-
te menigte van zo veele ftukjes van 't H, Kruisten
befte uytgelegt. Van O. L. Vrouws klederen,
trouwring, en hair, die men op verfcheide plaat-
zenals Rehquien bewaart, kan het ifz.en if 2.
zydtie nagezien worden : doch op het ifS. en de
Τ uuC Zydt^es word beweezen dat de levens van
ue HH. Catharina en Margareta van leugens en
abelen aan malkander aan hangen. Sommige Pro-*
teltantcn om 'er dit tuflehen beiden te voegen, zuï,;
en miflchien zeggen/ wat legt ons aan die ganfehq
Π?m r an
.R*ta* en Santen öf Santinnen gelegen?
ten I Qqmen ZynJ°ih °mc Sadir,g niet; en de San-
jen en bantmnen hebben al lang by ons uVt cehad
Maardle zouden het z.lfde JkLkc^ffi
San^n c y· p ^0 weimg van als van de
t™^^mmei\Uandere Proteftanten!
™cen ^?' zullen m* eene taal wegen,
Re quS Π *doofteren niefuitflaan. En wa? Sc
reliquiën en Santen of Santinnen belangt; ver-,
d Pag τι-» *                                         ; fchei-
PSI13* eW. 133, enz. fpng. 138.
# ζ
-ocr page 5-
VOORREDE N.
icheide Proteftanten zullen daar mede gedierït
zyn, dat ze de onaardige en platte fabels van ibm-
mige levens der Heiligen uyt den mond van eeri
Roomskatolyken Schryver verftaan ;en gaarne wee-
ten hoe dat de Katholyken zich op dit ftuk kon-
nen redden. En in allen gevalle· die met dit ge-
recht niet gedient zyn, hoeven daai4 geen mond aan
te zetten,zy zullen keur genoeg van andere gerech-
ten vinden. Maar wy keeren weder tot onze lyft.
S Mauritius Martelaar , die van zeker Schryver
óp de lyft der Heiligen en Martelaren uitgemonftert
was, word daar weder ε op geftelt, en de beichry-
ving van zyn leven verdedigt. Maar 't geen van
S Lazarus vertelt word, dat hy met zyne züfte-
ren Maria en Martha na de dood van Chrtfius in
Vrankryk zoude gekomen zyn , en daar het Bifc
ichopdóm van Marièlje allereerft bekleedt heb-
ben , word 'er h ganich afgekeurt : het getal
der onnozele Kinderen, dat fommi^en wonderlyk
vergrootcn, aan de 'l reden getoetft: de gemeens
vertelling van S. Urfula en haar gezeldfchap tegen-
geiproken; Dan word 'er l onderzocht of de ze-
gels in de twaalfde eeuwe noch in geen gebruik wa-
ren by de geeftelyke overfteiï; beweezen °* dat de
cyferletters in Europa zeer laat opgekomen zyn :
en vorders getoont n hoe dat 'er tuflchen kloofters
en kloofters, kerken en kerken, ja tuflchen kloo-
fters en by zondere peribonen, zekere broederfchap-
pen of broederlyke vereenjgingen aangegaan zyn,
én waar in dat die broederfchappen beftonden. Op
de 23$, 2.34, 23 f, bladzyden, word van de aan-
geplakte en hangende zegelen en van hunne out-
heit gefproken: mitsgaders van de af beeldzelen die
op die zegels geftempelt wierden; en van het gebruik
van
, g Ibid. pag. 161. 161. h IbicL \6$-ι66. i pag. 171, en 759»
k i7z, 173. enz. 1 pag. 196, m pag. 199,
n pag, 103,104.
-ocr page 6-
VOORREDE N.;
van goude, zilvere, en loode zegels. Dan ° word
'er onderzocht in wat maand dat het nieuwe jaar by
de Duytfchers, Franflèn, Italiaanen , plagt in te
pan; hoe lang dat de Pauzen en Biflchoppcn het
jaar der Keizerlyke regeeringe voor een ρ datum plag-
ten te gebruiken; hoe en waarom dat het zelve ge-
bruik te niet gegaan zy \ dat men op het ontdek-
ken van de hoofden, m de Latynfche kerk, zoo
zeer niet plagt te letten als nu. Ik fpreek q 'er wyd-
loopig van de drie Hoornen, die de Domkerke van
Utrecht toebehoorden, en daar als een groote fchat
bewaart wierden; en toone uyt 5Γ&. BarthoUnus dat
Zulke Eenhorens zoo zeldzaam niet waren als men
zich inbeeldde. Dan * ipreek ik van het gebruik
van rood, wit, geel,en groen waich, om de brie-
ven te bezegelen : van het Landkommandeurichap
5 van de Duitfche Order te Utrecht, en van de by-
zondere Kommandeurichappen, die onder dat Lant-
kommandeurfchap Honden : van de * zangnoo-
ten, en haar oud gebruik. Daar omtrent word
getoont wanneer de gemeene zangnooten opgeko-
men zyn; dat men evenwel te voore al zangnooten
had: en hoe dat Karel de Groote en de Franflèn
door de Italiaanfche Zangmeefters lelyk uitgeftree-
ken wierden. Dan zal 3e Leezer vinden hoe dat
S.u JIexius,dk zooeene voornaame plaats onderde
Heiligen bekleedde groot gevaar loopt van uitge-
monitert te worden; hoe dat iommige geeftelyke broe-
derfchappen het volk door valiche voorrechten ver-
lokken, en voorgeeven dat men door het dagelyks
leezen van eenige gebeden verzekert is van een za-
lige dood; en zooveele zielen uyt het vagevuur kan
verloilèn als mm wil: hoe dat het leven van deH.
w Barbara^ zoo als het gemeenlyk befchreeveji
word
^tSf,*37" P' paS< 241· ï Pa2-4S· r Paê VWfi'
w o« 341" enz* r pa389» 390. enz. u pag. 418.
W«P& 49C. 491,
α ζ
-ocr page 7-
VOOR REDE Ν.
word, niet meer is dan een wel opgetoide Roman.
Noch zal 'er de * Leezer vinden hoe dat Adrianm
VI, om het arlchafïèn van eenige misbruiken , als
van de indulten ,en het vefminderer van de Ref eren-
darijfen,
in den haat der Kardinalen en Hovelin-
gen vervallen is: hoe dat zeker Kardinaal, door
eenen Paus zonder de toeftemminge der Kardina-
len tot het Kardinaalfchap benoemd , voor geencn
Kardinaal aangenomen wierd ; hoe dat de voor-
noemde Paus Adrianus Vi. naar allen ichyn van
vergift geftorven is. Men y toont 'er wat ongemee-
ne achting dat men voor de PeHegrimmen, die naer
JtR Land reisden, plagt te hebben ; men fpreekt
'er van delerfche Druïden, Waarzeggeren, Barden,
én Poeeten: en in 't byzonder van 't zoo beroem-
de vagevuur van S. Patritius. Ik fpreck 'er van
de Advokaaten,Kafteleincn,en Burggraven vanU-
trechtj en toone dat hunne bediening metter tyd
'genoegzaam in een blooten tytel verandert is. Ik
wys 'er aan op wat wy ze dat de Benediktyner Mon-
nikken zoo een kracht van rykdom gekreegen 'heb-
foen, en dat verfcheide dorpen en iteden hunne op-
komfte aan die Order verichuldigt zyn. Ik breng 'tr
a wonderlyke voorbeelden by van het verdichtenen
vervalfchen van Pauflèlyke brieven. Ik b verhaal
'er waarom dat de Utrechtenaars Μ'aartensmannen
" genoemt worden; hoe dat de Lovenaars aan den
'naam van Ρ et er mannen gekomen zyn, enz. En c ik
' ' haal 'er de knevelaryen en geweldplegingen aan, die
de Officialen der Biifchoppen en de Aartsdiakenen
in 't werk plagtente ilellen om den menfehen geld
af te perilen. Ik 3 fpreek ^'er van den onmatigen
yver van ibmmige menfehen; dewelken al hun geld
; aan 't ftichten van kerken of Kapitcelen verdeeden,
en ■
x. pag. sig. 530. enz. y. pug. 557. % pag. 617.
•a pag. 636. 637. b pag. 744, 745. enz.
C dag. 749, 750-· enz.
d pag. 751, 753, 754, zie ook Rhynl. Outb, pag. 263.
            i
η
-ocr page 8-
VOO R R-E-.D EN.
en de armen voorby gingen, of hunne naafte
vrienden in ellende en armoede, lieten zitten.
In de Aantekeningen op het tweede deel der U-:
trechtiè Outheden word wydloopig van de voor-
rechten en voortreflèlyk heden der Amersf orders β
geipr^ken, het verfchil of Amcrsfo rt eenc ftem
op de lantdagen gehad hebbe met de wederzydfche
redenen voorgeftelt, het gebruik-d t de Billchop
op zyne blydc inkomftc uytgébanne, uytgeweeke-
ne, of gekerkerde burgers:in vryheit ftelde, uit-;
gelegt; getoont dat de boeren, ja de landeryen,
doorgaans in koeyen en ibmtyds in paarden en muil-
ezelen betaalt wierden; verhaalt hoé dat het den ..ée-
ièelyken fomtyds verboden is geweciï tfe ζ weeren; hoe
dat men fomwylen den zelfden eed voor1 vericheide
outaaren moft vernieuwen : f nz. ι enz. f. Da r ι wor-
den vericheide aanmerkingen omrrent de kerkelyke
vryheden f gemaakt: een miflèfyk gebruik omtrent
dezelve vryheden , dat in Engeland onderhouden
wierd, aangetoont: de klasten over de al ie groot-
te vrydommen der Geeftelykèn en hunne uitfpoorige
magt uit vericheide Schryveren opgdgeeven; de
klagten van heilige mannen, ja'var& Monnikkeft
zelf, tegen de prachtige kloolters en kerken der
Monniken s voorgeftelt; eenige opmerkingen op
het doopen der klokken ** gemaakt. Daar word
aangemerkt hoe ellendig dat de leenmannen en an-
dere onderdaanen op fommige plaatzen met aller-
hande Ί rechtdasren geplaagt wierden: hoE dat. ide-
zelve leenmannen, ja op veele plaatzen ah ilaven
zelfs en onderdaanen, k gehouden waren hei leger
van hunne Heeren te volgen: hoe dat* alle deb?oed-
verwanten gehouden waren, deel te nemen in de
-oorlogen der iamilien, wilden zy hun blóedver-
want-
c Tweede deel van Utrechtpag. <5i.'6z. ent.          m
ï £ï' q' 8i' em" δ PaS' 86' 87- en88· h pag, 97i
J paD. U8, u9. fc pag, ua y pag ^ ,^
4
-ocr page 9-
VOO R R E D EN.
Wantfchap niet verzaaken; hoe dat m Eembrugge f
Baarne, Bunfchoten, van ouds ftads rechten gehad
hebben. Het leven van S Chrifiophorus word daar
"onderzocht, en eenige bygeloovigheden, die om-
trent dien Heilig gepleegt worden , afgekeuit: de
verkeerde inzigten in het oprechten van eenige broe-
derfchappen ° aangeweezen: getoont ñ dat de zoo-
genaamde MimfteriaUs of Dienfimannen doorgaans
van adel, en van flegte leenmannen onderfcheiden wa-
ren ; en dat de Heeren van Viane 's BiiTchops dienil-
mannen maar niet leenmannen zy ç geweeft: onder-
zocht q wie van beiden, de Biflchop van Utrecht
of de Graaf van Holland, de erf heer van YiTelftein
zy geweeft. Men zal 'er * een noodig bericht van
't Boeren latyn der Franflèn en van 't verval der
Latynfche tale vinden: maar, 't geen voornament-
lyk opgemerkt dient, ik heb 'er goedbefcheid we-
gens de eerfte afkomfte der Heeren van Mont-
foort gegeeven; en daar by een deel oude en auten-
tyke
brieven voor den dag gebragt, daar veele en
awaarwigtige gefchillen tuflehen de BiiTchoppen
van Utrecht en de Heeren van Montfoort aange-
fcaalt worden. Men ziet daar hoe dat de Heeren
"Van Montfoort dien tytel van Heeren van Montfoort
cenigen tyd niet gevoert, en 'er afftand van gedaan
hebben : en hoe dat ze wederom in 't bezit van de
hooge heerlykheit van Montfoort zyn geraakt. En
ter gelegendhcit, dat'er van teftamenten of uyterfte
willen gefproken word, zoo word wydloopig ge-
toont dat de Geeftelykheit een groot gedeelte vande
teftamenten plagt te trekken > dat het voor een
groote misdaad, ondeugentheit, ja zelfsmoord ge-
houden wierd, geene teftamenten te maaken. Öp
het f 61, zydtjezal de Leezer de afkomfte der Hee-
ren
m pag. 149,150, i ç pag. 182. o pag. 229, 230.
? Pa238· ò Tweede deel pag. 551.
r pag. 268,. spag. 271, 271, enz.
-ocr page 10-
vool R e;ï>-Ý-ç!
ren van Kuilenburg met hunne voornaamfte daa-
den en zeer aanmerkelyke omftandigheden van hun
leven vinden ; welke Jfkomfle noit gedrukt was
feweeft. Het vuil leven der Geeftelykheit van
kuilenburg l word 'er ook te p>as gebragt, en de
ongelukkige aanflag vertelt, die door den Prooft
Jan van Buren op Kuilenburg ondernomen was.
Men ziet 'er u hoe dat klooilers en abdyen aan we-
reldfche Heeren te leen gegeeven wierden, en de Ko-
ningen en Vorften zelf den tytel van Abt fom-
wylen voerden.
In het derde deel van de Utrechtfche Outheden
word w Wydloopig getoont hoe dat de Geeilelyken
fomtyds de vryheit gehad hebben van hunne goe-
deren, die ze uit hunne bedieningen getrokken had-
den, weg te geeven, of by uyterften wille weg
temaken, fomtyds niet: hoe dat de Biiïchoppen?
op \ fommige plaatzen , de goderen der geitorve-
ne Geeilelyken plagten te eygenen: en hoe de
Pauzen ditnagevolgt hebben, en, om zulke goede-
ren op te gaderen , naar alle geweilen inzamelaars
uitzonden: hoe vroeg dat de klooilerlyke tucht
by veele Monnikken * vervallen is : voor welke
eene misdaad dat het eertyds y gerekent wierd, in-
dien eenige Monnikken wyn of vleefch durfden
gebruiken · en wat uytvluchten de Monnikken
op dit iftuk verzonnen hoé dat andere Monnikken
ËÀ-ç zelfs het koude water vooral te groote lekkerny
üieWen. Daar word wydloopig gefproken van 't
uytfchryven van boeken, 't welk in de klooftercn
' zeer gemeen is geweeft- voorts van debequaamheit
ï?fi* der uytfchryveren, van de on-
oplettendheid van fommige Monnikken, die
CT net opzigt OVer hadden ; en van de groote op-
% let-
x pa?68 V*g- Ø · w Pa2m enz.
-ocr page 11-
V OORREDE R
lettendheit van anderen. Wyders ook «van het
gebruik dat Mans-en vrouwspcrloonen, ja Konin-
gen en Koninginnen zelf, kappen plagten te dragen;
en niet alleen kappen » maar ook kaproenen, van
den tytel, b dienaar van ^ods dienaar en ; die niet,
alleen van Pauzen, maar ook van Koningen, Bit-
fchoppen , ja Monnikken, gebruikt is geweeft.
De Pauzen, gelyk in't zelfde c deel aangeweezen
word, fehreeven zich deze magt toe , dat de Ko-
ningen en Vorften op hun enkel wenken gehouden
waren de wapenen tegen de vyanden der Kerke
aan te fchieten ·7 en zonder hun verlof geen vrede
mogten maaken: welk voorgeeven een groot itut-
Zei gevonden heeft in de kroonmge en zaivmgc der
Koningen en Keizeren Of de Betuwe dus genoemt
zy naar de Batavieren , dan of de Batavieren naar
de Betuwe genoemt zy, is d niet volkomen zeker.
Dan word onder zocht, waar cjat de piaatzen e (Jarvo
Mamarïacum
, in de. JR.eiskaart yzn/lntoninus ver-
meid, geftaan hebben:. ,het yerfc^il, of het ftudee-
ren den Monnikken paft, f wydlpopig voorgeftelt
en opgeheldert; getoont ε hoe, zeer[, dat S. Fran*
üjcus
tegen het ftüdeeren : deiY^onnikken was;
waar dat de zoo,, genaamde legerplaats yan aercuki
k {Caflra rknum) geftaan, nebbe %/ en bewet ',en
dat zerGcrtyds eene vermaarde; ftad is, geweeft, en
van ('terc mes opgebouwt. ΐ jDe Aantekeningen op de
outheit en het veelvuldig gebruik yan ISiaamvlech-»
-tingen, Mononrammata , op.de manier k van de
brieven met eenJCruys te. ondertekenen , (op ver-
fcheide Jj foorten van,laften en ichattmgcn, zullen.
mecnig Leezer ook niet oniinakelyk yoorkoomen*
't Geen m ik van 't hervormen der kloofteren, van
- a pag. 214.
b pag. 22,8. c pag. 229, 230. d ibid. pag. 244,, 24$.
e ig\ 249--251. f p'ag. ff\, 272.-enz, g pag. 278.
h pag. 3*6. i pag. 3^1. ;t ikH. pag. 353. 1 pag. 4-5··'
111 pag, 48a, 483, cm.
-ocr page 12-
VOORREDEN.
de onbefcheide hervormingen, van de verkeerde
inzigten van iommige hervormers , aangetekent
hebbe,meene ik dat weinigen Liefhebberen mishaa-
gen zal. 't Geen 'er η aangetekent itaat hoe en
•wanneer dat men de Filofofy te hulp geroepen
heeft om de geheimen des geloofs uyt te leggen,
hoe dat 'er door de Filoibfy van Ariftoteks dui-
zend en duizend onnoodige en netelige verïchil-
punten, en de allerduifterfte en diepzinnigfte ipits-
vinnigheden van de Redekunft on Övernatuurkun-
de, met ccne menigte van onverftaanbaare en bar-
baarfche woorden, in de Schooien der Godgeleer-
den ingevoert zyn; voorts hoe dat die wyze van
de Godlcunde behandelen, die door Petrus Lom-
bardus
uyt de Scholen gebannen was, weder bin-
nen korten tyd op de baan gekomen zy, meen ik
dat den Leezer ruim zoo vermakelyk vallen zal.
In de aantekeningen op de ZuithoUandfche Out-
heden word het zeggen van -f Oudenhoven onder-
zocht; te weeten , dat Zuidholland voor deczen
niet anders geweeft zy als een' baare zee, een barre
wildernis, onbebouwd, onbeplant onbewoond.
Ook * word 'er het fchryven van Menfo Alting
onderzocht; namentlyk dat Holland noit van Wil-
ten bewoont zy geweeft: de r naamreden Van Dor-
drecht overwogen; en de opkomfte der bena-
minge van de Dortfche s' Maagd aangeweezen.
De Lombaarden , krygén 't'er' £ ook*: eene
beurt; vooral de Italiaanfchê woekeraars; die dik-
wils om hunne woekeryen uyt verfcheide landen
verdreeven zyn : en het bekende gefchil, of het
land van Voorn onder Holland of Zeeland plagt
gerekent te worden, word f 'er met de wederzyd-
fche
-ocr page 13-
VOORREDEN.
icne" bewyzen voorgeftelt. Dat de mond van dea
°R.hyn,Heiws of de Helle genaamd, by den Briel »
gelegen was, word 'er tegen eenige Schry vers bewee-
zen; en reden gegeeven waarom dat fommige zon-r
daars volgens het huidendaagfeh gebruik van den
Paus alleen ontflagen konnen worden: daar dan,
ook van de bekende Bulla coen^ Domlni geiproken
word. Op het 5 f ï . zydtje word getoont dat Bom-
mené vereenigt is geweeft met het land van Voorn,
en op wat wyze dat het onder Zeeland gekomen is;
en voorgeilagen of Borniflè, 't welk van ouds de
eene fcheidpaal van Zeeland was, niet genomen
moet worden voor Bruniflè op het eyland Schou-
wen. Dan worden 'er zeer waarichynelyke rede-
nen opgegeeven dat de verdronke Stad by 't eyland
xGoerêe, de oude weere-ld genaamd, dezelfde plaats
is' met oud Vlaardinge. Hoe duur dat het geld
plagt te zyn > en hoe verre dat men met een kleintje
konde koomen,word y 'er door verfcheide ftaaltjes
aangeweezen; en veele oude ftukken raakende de
heerlykheit Dirkslant z opgegeeven. Dat het le-
ven van de H. H. Cofmas en Damianus, zo als het
in de gemeene Legenden gevonden word, zoodanig
met fabelen opgeimukt is, dat het niet te pas koomt,
word a 'er omilandig beweezen. Dan word b 'er
getoont hoe dat de Monnikken metter tyd meer en
meer deel gekreegen hebben in de kerkharderlyke
bedieningen; hoe zeer dat de BiiTchoppen en Pa-
ftoors daar over geklaagt hebben : hoe dat dezelve
Monnikken, hoewel van veele Pauzen beteugeld,
echter alles door behulp van 't Roomfche Hof ge-
noegzaam te boven gekomen zyn. Daar word c on-
derzocht waarom dat onze Graaf Dhderyk IV. van
eenige Schry veren Markys of Markgraaf word ge-
noemt ,
u pag. 336. w pag. 339. xpag, 354. y pag. 356, 357,
2 pag- 363> 364· a 484. k PaS· 487* 488, 48*. en^.
c pag. 514. ena.
-ocr page 14-
VOORREDE N.
noemt; gétoont dat hy een rechte Graaf was.; ja
dat de eertytel van Markgraaf ibmtyds voor aan-
zienlyker wierd gehouden dan de tytel van Graaf. De
onnoozele voorzeggingen van eene Hillegardis, die
den naam aan Hillegartsberge gegeeven zoude heb-
ben, en die van'Zalige fryntje, worden 'er d naaf
verdienften te pronk gezet.
JSfln de Outheden van Rhynland zal de Leezer vee-
Ie aanmerkelyke ftukken wegens de outheden dei-
kerken en Abdyen van Rhynland, en daar het te pas
komt, verfcheide Aanmerkingen vinden, die ik
hoopen durf dat het leezen niet verdrietig zullen
maaken. In de Voorreden van Rhynland, ftaan ee-
tiige aanmerkelyke omftandighedcn, wegens deou-
de Burggraven van Leiden, die men elders zoo ligt
niet vinden zal. Ook ftaat 'er een verbeterde en
vermeerderde lyft van dezelve Burggraven; en daar-
enboven een wydloopige lyft van de Schouten, Bur-
getneefters, en Schepenen der Stad Leiden. In de
c Aantekeningen word onderzocht, of de helft van
de Stad Leiden op den Vrieflchen bodem gelegen
zy: de verandering van Cauchi in Auchi tegenge-
fproken ; de Stichter van den Burg nageipeurt.
Daar word getoont hoe dat de krooning der Ko-
ningen, door Pauilèlyke handen gedaan, in verfchei-
de koninkryken zeer hoog geacht is geweeft: en dat
fommige Koningen de kroon niet duifden op het
hoofd zetten zonder Pauflelyk verlof: en men zal
'er door verfcheide voorbeelden s beveiligt vinden
dat de Pauzen den tytel van Koning, Hartog,enz,
dikwyls gegeeven hebben. De h pellegrimmaad-
jen plakten fterk in zwang te gaan , en uyt ver-
keerde inzigten te geichieden. Hoe veel dat men
2uch aan het recht van de kerkampten te vergee-
ven
J P'S- 540,541. e Rhynl. OutKeden pag. 6,7. 357.
h w il: s6~era- £pag·"·
-ocr page 15-
ViOOMED E R
ven gelegen liet zyn, wat proceflèn dat 'er dik-
wyls over dat reent ontftonden, wat misbruiken
dat 'er in zwang gingen, word 'erdoor * verfcheide
voorbeelden aangetoont. Men ziet k 'er hoe dat de
Monnikken van het rechtsgebied der Biflchoppen
zochten ontflagen te worden, en ontilagen wierden,
en waarom: wanneer * dat de Pauzen begonnen heb-
ben fchatting van de Geeftelykheit af te vorderen;
hoe dat ze daar in dik wils tegenftand ontmoet heb-
ben ,/en dik wils niet: hoe dat de Koningen hen
dikwils holpen om den buit te deelen. Voorts wat
een m werk dat onze voorouders van 't beiludeeren
der kerkelyke Rechten plagten te maaken; hoe dat
de Proteftantfchc Vorften zelf net Kerkelyk Rechte
boek niet verworpen hebben. Dan word 'er
onderzocht waarom dat S. Michiel met een weeg-
fchaale m de hand uitgefchildert word, en of de
goede en quaade werken na dit leven in eene fcha-
le opgewogen worden : daar dan eenige kluchtige
vertellingen van zulk op weegen te pas kpomen.
Ik had 'er wel mogen by voegen dat in * diergely-
Ice gevallen, te weeten als een overledene veel goeds
en quaads had gedaan, de goede en quaade Engelen
noch al meer volgens dat üag van Schryyers over
den eigendom van deszelfs ziel gekrakeelt en ge-
kampt hebben. De Duivels, indien men 't geloo-
ven mfi9 kollen naer dat weegen niet wachten; maar
deeden doorgaans hun befte , om vliegens met de
prooy te gaan ftryken. Keizer Lotharis I, die in
een goeden ouderdom ftorf, had yry wat op zy-
nen kerfftok ftaan. Daar tegen was hy op 'tlaat-
fte van zyn leven Monnik geworden ; en had boe-
te " voor zyne zonden gedaan. AL· hy, gefiorven
i pag. 68, 69. enz. k pag. 143, 149.
1 pag. ijr-, 153,. m pag. 171, 2,73. enz.
η pag, xjja; 293.
* MoMchus EïtplismsTxfis apud Baluz., in Setv. Ityitm pag. 395.
-ocr page 16-
VOORR E D E NV
*waSy7£gt zeker Sehry ver ,* zagen de Monnikken dat
de goede en qtiade Engelen om zyne ziel krakeelden. De
goede. Engelen zeiden : de Heer heeft ons niet gezon*
den om den Keizer
, maar om den Monnik te haaien:
neemt gy den Keizer voor
r;wy zullen met· den
Monnik henen gaan. Zoo gingen de Engelen dan met
de ziele henen: maar de Duivels vielen op het lichaam^
Ç welk zy in
V gezigt van alle de Monnikken be-
goflen uyt het huys te jleepen. Maar als de Monnik-
ken aan
V bidden gingen , hebben ze de vlmt genomen^
en zyn verdweenen.
Dan onderzoeke ik,waar dat het
6 Pretorium Agrippinoe geftaian hebbe; en Ñ of S.
Vrfula met haar gezelfchap niet buiten Leiden ge-
martelt zy.De kerkers<l der Monikken ,de naamre-
denrvan Alfen, de drie s foorten der Pauflelyke
Legaaten, en hun groote magt·, worden 'er ook te;
pas gebragt,en getoont hoe hoog datt de Legaaten-
Kardinalen, Legdti á latere genoemd, zich boven
de Bifichoppeh verheflên. De Leezer zal 'er eeni-
ge bedenkingen over de naamreden van Wdjfe~
naars
vinden, en hoe dat den Veldoverften Johan
Waflenaar
een vervaarlyk fpoök in Vriesland vèr-
icheênen is. Voorts worden 'er eenige omftandig-
Tïederi omtrent de oudfte Parochiekerken van ¹ïý
land a opgeheldert,en getoont, hoe breed fommige
Kanoniften de > vrydommen derGeeftelykeri'uyt-
meeten, en hen fchier van het draagenvan allerhan-
de latten trachten te bevryden. Op het foo. zydtjc
komen de Katti wederom te voorfchyn , daar'vee-
fe omftandigheeden omtrent hunne aankomfte
onderzocht worden; by voorbeeld of ze al Ba-
tavieren nietten, toen ze uyt het land der Katten
weeken^ of zfe hunnen naam, aan 't eiland der-Ba-
tavieren gegeeven hebben j of de Katti aldus gc-
Apud "Baluz. in Serv. tupam^p^g. 305.
&Zlg'?$' Ñ PaS-298. qpag,3ox. r pag. 339.
* pa&* 300. t pag. 369. u pag. 466, W pag. 470.
-ocr page 17-
V OOJIRE^ëW
hobmt zyn naar het bekende huisdier Kat enz. Dari
«volgt 'er het bekende verfchil over den Stichter *
der Abdye van Rhynsburg; 't welk in't breed voor-
geftelt word: gelyk 'er ook beweezen word, dat dé
Nonnen van Rhynsburg geene klooftergeloften <
deeden, en vervolgens met alle eere mogten trou-
wen, Het recht dat de Abten van Ephternach op
eenige parochikerken van Holland meenden te heb-
ben, word 'er l, aangeraakt en hoe dat zy het zelve
by verdrag weder overgegeeven hebben aangeewe-
zen. Ook worden 'er eenige zwarigheden of bedenv
kingen omtrend Lokhorft, of oud Teilingen, over
het uytfterven van de erfgenaamen, het wederom
geeven van de heerlykheit enz. z voorgeftelt; eeutt
onderzocht welke Saflên den naam aan Saflem ge-
geeven hebben; die, door Kar el den Groot en in ons
vaderland overgebragt zyn; ot de oude Saflèn, die
dit land den tydt van Keizer Juliaan overheericht
en geweldiger hand ingenomen hebben. Noch
word 'er b onderzocht waar dat de Vriezen op de
aanrading van S. fRembertus de alverwoeftende
Noormannen aangetaft en geflagen hebben, te Noorte
wyk in Rhynland,of te Noorden iri Ooftvriesland.
Hetsfchryven van J. Beka en W. Heda , dat de*
Noormannen in 't jaar 8 f 6. Holland afgeloopen en
'er ongehoorde moordery gcpleegt hebben, word
'er e tegen Arn. Buchelius wydlooipig verdedigt, en
getoont dat de Noormannen in 't gemelde jaar 8 ^6\
en eenige jaaren vroeger en kater, hier immers geJ
ftroopt en de beeft gefpeelt hebben: en daarby 4
verhaalt hoe dé Noormannen onder geen een hoofii
ilonden ; maar dat de eene party der Noormannen^
ïoor geld omgekocht, de wapenen ibmtyds tegen
<j eubk ýíþ1-¿ß>''ß¿
         iü^ïi''flsy33 ....eeji
r pag. 548. y pag. 469.
% PaS· 575· ajag. 581, 58i, b pag. 6éç*,6é%. .-, *
c pag. 617, <5i8. cl pag, 621,
e pag. 6iz. 613. "^ ,f.:                                         ,
t
-ocr page 18-
U '4 (Χ.Ί "■· 5LGLQS?
VOORRFDER
tó andere party' aanfchoot. Word ook getoorit dat,
een ander'zéggen van i?<?/b, dat'er teDuurftedej^
parochikerken geftaan zouden hebben, zoo onge-
rymd of onmogelyk niet is als zeker Schry ver doet
geiden: en J beweezen dat de Nonnen van Xeeu-
wenhorft van geen minder adel waren dan die yan -
ïthynsburg. Qpha6z$. en de volgende zydtjes!
Word van de kommenden gehandelt, het misbruik
en' de fchadelykheit der zei ven aangeweezen , * en
getóont wat inzigten daar onder ipeelden. Op het,
700. zydtje zal de Leezer eene beichryving van dat
vermaarde Vagevuur van S. Patricius vinden; en
uyt ecne aarimerkenswaardige geichiedefllilè lecren
dat alles niet anders was dan louter bedrog. .....
Dus koomen wy tot de Outhcden van Delflant,.
daar ik in de InJeiclinge over de eerfte opkomfte vaa..
Delft vericheide opmerkingen maake,toone dat het
Hoogheemritadichap van Delfland veel ouder is
dan S. van Leeuwen zich ingebeeldt heeft, verichei-
de bmilandigheden raakende deHoöge Heemraaden,
Van Delfland aanhale; en gewiiiê blyken bybren-/
ge dat Simon van Leeuwen het Heemraatfchap van-
Schieland insgelyks vry jonger maakt dan het in-
derdaad is. Het Baljuwichap van Delfland is ook
vry ouder dan dezelve Schryver gemeent heeft. Dc?
miflag van verfcheidc Schryvers omtrent de Hoeks-
en Kabeljauws-gezindeii word 'er ook ten toon ge-
ileltj de voorrechten der Stad Delft opgeheldert.,
Daar word getoont wat al krakeel dat 'er tuilclien
de geleerden óver de Banken van Jeeningen is φ- \
weeft °, en van dèn Boeren Adel wydloopig "φαη
delt; met bewys dat de zoogenaamde Wclgeboore
rie mannen teri platten lande naar allen fchyri van
;oeden. adel en vande oudfte adelyke huizen af·
omilig waren. Voorts word 'er in de ε Aanteke-
f pag. 64L       f h \                        -' ;r: . . , E .„-\ '
g OuihcdcG Fgfi Delflant pag. 47"..'
b       %          ' :
-ocr page 19-
VÖÖ&kEDEtf.
ïiiiigen van Korbyloos graft geforoken 5 onclerzpcjtt
of de toren van de Oude ICerk met voordagt zoo
icheef opgehaalt is: de koitelyke h inboedel van Si
ffippoUtus kerk befchreeven j en veele byzonderhe^
den omtrent het Begynhof, die nergens gevonden
worden, uyt ongedrukte brieven opgegeeven.
Voorts ziet men » daar hóe dat de Delvenaars wel
eer over de inhalendheid der klooftërlingen geklaagt
hebben ·, en hoe dat de k Nederlanders dikwils, ook
Om tydelyke zaken j buitens lands gedagvaert en op
veelerhande Wyzen gedrukt wierden. Vorders
•word l beweezen dat 'er op Konirtgsvelt ook een
Manskloofter heeft geftaan » en eenige zwarighe*
den, die noch met aangemerkt zyn, en eene groote
Verwarring omtrent het ftichten van die Abdy \ομ-
ïjengeeven* opgeworpen en zoo veel dóenl^ ^
©pgeheldert» Men vindt & *er vericheuie opmejf
kingen over eenige plaatzen van Delfland i de^et
leen den naam, dien ze thans hebben, al gedragen
hebben in 't jaar p8p. Qr) het 31Κ ι jo, ι $ j j, en.
ι 3J2.zydtjc, worden wederom ecpigebemerkingen,
op verfcheide plaatzen van Delfttand gemaakt 4 dV
Welken men elders te vergeefs zoeken"zouw. Van.
*t Hof van 's Grayezandé, en van \ Gravezand?
zelf, valt noch n veel meer te tmg$k ι van de,
Graven, van Maasland, die daar mus ζρμφη ge*(
houden hebben, gefproken; en uit ouib en?echte
brievqn beweezen,;dat 'sGravezandeeene aanzienlv-,
Ite rtad is geweeÜ:. Noch word 'er ° aangemerkt
hoe dat de Koninginnen, die zelf 'm zonder man,,
regeerden, zich föinwylen Rex of'Koning;> in de;
flaatze van Regina of Koningin, lieten noemen: en
dat: het bekende Sacrum teöï Heilig Bofcb
Van 'Tacitüs niet zonder groote waar&l}yneïykrieit
,              van
4 h pas· 58- i pag* ijl- & pag. i|4·
1 pag. 290, 291, ni pag. 306. η pag. 338,                       I
o pafi. 341. Ρ pag- 41}» 4^
-ocr page 20-
V ÖOR RÈ DEN.
Van de meefte Schryveren by den Haag wórd ge-
plaatft : voorts α onderzocht of F/öw V. een Rid-
der-order van S. Jakob opgerecht hebbé. Dan
\vord 'er * verklaart in wat zin dat de kerken ter
eefe of gedagteniüe van Heiligen gebouwt ert inge-
wydt worden: en de hiftöries van $6f. kinderen,
in eeiie dragt ter weereld .gebragt, Word 'er oblï
afgékeürt; maar getooht dat eénige Zwarigheden,
die men daar tegen doet gelden, ligtcr \veegeh, dart
ze ten cerften aarifëhyri fchynen te Weegeri. DeYyf
wonden van S. Geèrtruid vah Οφϋ Wórden 'ei*'
ook op het* tapyt gebragt, en % dïë gélëgcntÜeit
vaii S. Francifius yyf Wöndéii gebroken. DaÜ
volgt 'er hoe dat fommige * Kruisvaarders, om de
menfehen wat dies të maaken, of uyt ydele glorie;
het teken vart 't H. Kruys op htm vlecich wiilen té'
drukken óf te fchroeyett. Voorts Van w de wondcrfyfce
en kluchtige leyehsbêfchryvingen van forrimi-
ge Heiligen · van Φ fabelachtige Sermoenen van
eenige Predikers, ya^Ziélverrukkingen, gcZkteii,
veropenbaringen;. Ifeê dat de veropenbarirtffcn, acn
bantinnen gedaan, * fömtyds tegen malkander
ïtryden i en hóe die ftrydighedèrt door fommi^c
5chryvei-s noch' ten befte geduide wórden: zM
worden die τ openbaringen door eeltige Katoïvke
Schryvers verworpen.
                         b            7
b??p ^^tf^asda , in den beruchte»
SS Jfew ^ewyk t recht voor ha
<^ hoe d7 S* fef F» *ord 5 ^»
ten him °nZe βί het Md W Waas bezee»
de^Ten:.€n"di4t ZeeM van ouds met Vlaan-
zocl T?^ SS N°ch' heb~ik * b ondér^
«m , or de Zeeuwen van ouds bekend zyn ge-
q pae. i}n «                                                  weeft
* Pfi 5f ao> g' 4!* W Pag· *88' Φ
r α· ». 5. Z, ö jJJ1^i n_ x>
-ocr page 21-
VOORREDEtf.
weeft onder den naam van Suevi; of c Hercules enr
de Grieken uit het landfchap Dons in Zeeland huis-.
gehouden hebben ; of d Zeeland voor de oude
woonplaatze der Toxanders gehouden mag wor-
den : of de Zeeuwen van oüds Arhorichi zyn ge-
weeft j daar dan by getoont word hoe dat dezelve
Arboricbi door de Franken niet koften verwonnen
worden. Dan word 'er van het verplaatzen der
* Zeeuwen, dat ten tyde van Kar el dm Gr ooien ge-
ichiedt is, in 't e breed gefpröken ; en getoont,
hoe dat Holland, Zeeland, en de aangrenzende lan-
den, daar door zeer volluyk geworden zyn. Daar
op volgt dan hoe dat een goed getal f Zeeuwen s
Hollanders, Vlamingen, op.het verzoek van Hen-
drik de Leeuw
Hartog van Saxen, en noch eens
op het aanhouden van Urfo Hartog van Branden-
burg j en voor eene derde reize op de uytnoodi-
ging van Adolf Hartog van Holftein , zich naar
de landen der gemelde Vorften metter woon be-
geeven hebben. Of de Hunnen en Wandaalen iii .
Zeeland en de omleggende landen ook huys ge-
houden hebben, is een ander verichil; en Jby die
felegendheid word 'er van eenandere foort van
ïunnen sefproken, die hier miflehïen gewoont
konnen hebben. In de X Afdeelinge der gemelde
ïnleidinge word van de taks die in deeze eilanden
van ouds gebruikelyk is geweeft, gefprooken :
getoont dat onze taal voor een goed gedeelte
iiyt de Griekfche en Latynfche gerproten is 4 eii
onderzocht hoe dat 'er zoo veele Griekfche woor-
den in de Nederlandfche taal ingeflopen zyn. Dan
word ^er getoont dat de Latynfche taal hier ook
gciproken en verftaail is geweeft ; en getoont dat
we zeer veele woorden aan de Latynfche tale fchul-
dig zyn. De oude Hoogduitfchc taal word 5er
ook
e inid. §.4. d ibid. §. 5.
£ ibid, §.7. f ibid, §.7.
-ocr page 22-
VOORREDEN.
©ok aangehaalt ■> en beweezen dat onze Nederland-,
fche taal al van ouds vry zachter en min hortend en
ftoótcnd was dan de Hoogduitfche j verfcheide
Haaltjes van 't oude Franfch en 't oude Duytfch
ppgegeeven. Ook word 'er van de zeeden en ge-
woonten der oude Zeeuwen s gefproken, en ge-
toont dat ze de vellen van beeftcn niet uyt armoe-,
de droegen. In de ι z. en 13. afdeelinge word zeer
omftandig van de afgoden der Zeeuwen en der
Duytiche volkeren in 't algemeen gefproken : het
zeggen van Tac'itus, dat Mercurius van de Duyt-
fchers met eene byzondere eere, zelfs met het of-
feren van menfehen, geviert is geweeft tegen Bu-
cbèlitts
en Boxhomius verdedigt j en verhaalt hoe
dat de Noordfche volkeren zich van eenige bedrie-
gers en goochelaars , die zich voor goden uytga·*
yen, lieten verleiden : hoe dat die goden malkan-
der om eenige vuile (lukken of guiteryen voor
eenigen tyd, plagten af te zetten. By die gelegend-
heit worden noch verfcheide merkelyke gebruiken
te pas gebragt: by voorbeeld hpe dat de Puyt-.
fchers, zoo wel als andere heidenen,de zwymende
maandoor een naer en vervaarlyk gefchreeuw te
hulp wilden koomen j \ de Noordfche volkeren x
als de Gotten en Zwceden, wanneer het donderde
met hunne pylen naar den hemel ichooten wat ze
fchietcn mogten , om hunne Goden , die dan be-.
oorlogt wierden,, te helpen. Over den beruchtcn
afgod' frmenfeul k valt ook veel te zeggen; gelyfc
ook over alle 1 de* HerkuieJJm y die van fommigen
onder malkander gemengt en voor eenen en den-
'zelfden held gehouden worden., Dan word 'er in
de 14. Afdeelinge van de gemelde Inleiding onder-
zocht of de Zeeuwen , Batavieren 5 Vriezen, met
g ibid. §. 11.
i Inleid, op de Zeeuwfche Outh. pag. 149, 150,
b l
-ocr page 23-
V Ï OELRED Å -Í.
IJen^ifim en Horfus naar Britanje zyn gezeik ; en
oojk onder de veroveraars van dat eyknd gerekent
moffen worden. In de Aantekeningen op de Ötft-
hcden word eene lyif. der Burggraven van Zeeland
m °pgcgeeven; en getoont wanneer en by wat, ge?
Icgendheit dat hun gezag gekrakt en eindelyk te
niet gegaan is. Achter die lyft volgt een lyft der
leenmannen van Zeeland , met aanwyzinge wat
c%n%i3 dat ze den Graave fchuldig waren :
cri wat ç laager w-orden de verfchillende gevoelens
over de gezontheit of ongezontheit van de Zeeuw-
fcjie lucht voorgeftelt. Voorts word 'er van üâ
iteenen die by Domburg gevonden zyn , van den
tempel die daar geftaan heeft, va ç de afgodinneJVé-
h^kpm enz. wydloopig geiproken.
In de Inleiding? op het tweede deel van de Zeeuw-r
fchc Outheden word van de menigvuldige oorloi
een tuilchen de Vlamingen en Hollanders over tiet
bezit van Zeeland Ñ gefproken , en de eerite oor-
fprong van 'tverfchjl aangeweezen. Daar word
onderzocht 9 of Zeeland voor onzen Graaf Floris
lil. aïtyd onder den Vlaming geftaan hebbe: vee-..
Ie en groote %warigheit omtrent den oorlog tuf-
fch.en Philips Graaf van Vlaanderen, en onzen
Graaf Fiom ÏIJ, VQpigeftelt: op de verwinning^
die Willem^ op de Vlamingen bevocht,verfchei-s
de bemerkingen 5 gemaakt, verhaalt» hoe dat de
Zceuwfche Edellmden, met veelen van dm Hol-?
Jandlchcn ^\del, Graaf Floris V, die van den
Vlaming beoorlogt wierd, in den nood lieten zit-
ten: boet dat dé Adel den gemclden Graaf vol-
gens ecnige Schryvers als bqven 't hoofd zocht te
wailèn. Hefc fchryven " vari W. Procurator, dj{§
zeer qualyk van Floris V. fpreekt, w^rd 'er opge«
m pag 183» *%4' ç pag. 198, 199. enz.
o pag. 1Ó7, i6S. enz. ñ pag: 1. enz.
q pag. 3, 4, 5. enz. r pag. 14,- zj. enz.
* 3°* P.r 11- t pag. 35, 16. n pag, jj5, 37, 3%..■
-ocr page 24-
VOORREDEN,
wogen; en de vordere oorlogen tuflcben den Graaf
van Vlaanderen en de Zeeuwen befchreeven ; hét
* leenrecht, dat de Graven van Vlaanderen zich
op de Zeeuwfche eilanden aanmatigden , onder-
zocht. In de x Aantekeningen op deOuthedèn zelf
zal nien verfcheide aanmerkingen over de riaan>
reden en den ouden ftand van Zirixzee vin-
den.
Dus koomen wy tot de Öüdtbèden van Kenne-
ftterlandy Amfieland
, JVefivriefland , enz. Daar"
y ik het gemeen zeggen, dat Damiate meeft door
de dapperheit van de Haarlemmers verovert is,
tegen S, van Leeuwen noch eens verdedige; toohe
dat Jrlindis, Graaf Aarnouts züftêr, de eerfte Ab-
dis van Bertnebroek , niet van Rhynsburg, is gc-
weeft; van a Graaf Aamoüts geboorte , van Di-
&ryk
II. Dideryk III. Dideryk V. wydloopig
ipreeke; en de oude woonplaats der Meriapiers
aanwyze; over het toïrnoyfpel daar, Dideryk IV. 's
Biflchops Broeder zoude doodgeftoken heribën%
verfcheide bedenkingen, opgéeve: en het fchry ven,
van onze Kronyken, dat Flófis I. zyrie vyanden,
boven Dordrecht verflagen heeft, ftaande houde.
In de b Aantekeningen zélf word Zeer wydloopig
van de rechte woonplaatzë (fer oiide Kanine&ten
gehandelt, en tegen Möhfo Aliïng$n Cluverius be-
weert dat ze de nazaatea van de &ennemers zyn.
De naamrede van Haarlem Word 'er« onderzocht:
de achting a, <üe mei% Voor eenige pellegrimniaack
jen. had aangewezen ; getoóiit hoe dat fomrhigc
Kanoniften; i met het veiarideiéti vM de beloften
ipee-·.'
y. In de Voorreden, ί fbid.
\ iLtC Voorreden en pag. 478, b pag. 2, 3. cu&'
\ Pa8· 4*»tti ent.
ά pag· 49. 50. «& 57.
*4 λ
-ocr page 25-
VOORI E-DE. NC'
,riJ en f beweezen , dat S. LUKAS noir
bchilder is geweeft. Het Roomfchc Hof, s trelyk
daar bëweezcn word, heeft 'er van over lang op.
toegeleit, om zich volkomen mceiler vande kerk-
ampten te maaken; ten welken einde de 'indulten*
verwachtbrieyen , kommenden, vereeniginffen en
meer diergelyke middelen, in 't werk geftelt z'yn:
daar dan op gevolgt is dat 'er zoo veele kerkamp-
fenm Duytsland, Engeland, enz. aan vremdelin-
gen , meeft Kardinaalen , vergeeven wierden,
par word reden gegeeven waarom dat Keizer
» Kar el IV, naer Parys reizende, in geen cene ftad
vanVrankrykmct luidende klokken ingehaalt is se-
weeft: getoont i hoe dat het fchrikkeljaar voor on-
gelukkig plagt gehouden te worden { en voor al de
zoo genoemde Egrptifche dagen naar 't Wrip van
't gcmeene volk zeer ongelukkig waren. De k uyt-
fpoonge aanmatigingen van fommige Monnikken
yerdicnen' ook eene byzondere opmerking · en
daar het van den cenen kant zeker is, dat 'er waar-
lyk bezetene mertfehen gevonden worden, word
van 'Atn anderen kant getoont wat itreeken en be-
dricgeryen dat. daar dik wils 'onder loopen. 't Is
nauwelyks te "gelópvcii , gelyk daar \ bewcezen
word, wat al valfchc voorrechten , privileyen, ont-
heffingen, enz. dat eenig Geeitelyken en Religieu-
zen van tyd tot tyd verdicht,ja fomwylen den Pau-
ff^Sfö** de handen gedouwt hebben. 'Daar
dan'oök verklaart word wat dat. ze daar in beoog-
den; en hoe zulks tot nadeel van de wettige O*
verften ftrekte. Voorts zal de Xeezer daar ver-
fchcide'redenen -m vinden, die fommige initelders
vanklooilers fchynen bewogen te hebben om hun-
ne Religieuzen tot een uyterite armoede, en tot
het bedelen, te■ verpligten: en de ongemakken die
f pag/j4, 55. g'pag. 88. h pag. ß$ß f éÀ               æ
é pag. 138. k pag. 177, i78. 1 paglTpi, W;
-ocr page 26-
VOOR R ETD'E N.
uyt zulke een armoede volgden; Op het 204, zyd-
tje word vethaalt hoe dat dé Karmelyten, volgens
eenige van hunne fchryvers , op den berg Karmel
eene kerk van O. IL.. Vrouw gefticht zouden heb-
ben ten tyde van Chrifius: en by deze gelegcnd-
heit onderzocht of de Keizer Vefpafianus op den
gcmelden berg by het orakel van den waarenGodt
te raade gegaan zy. Op het 207. zydtje zal men
vinden hoe dat onze Graaven ook uit de Troojaa-
nen zouden geiprooten zyn; 't welk volgens eenige
Schry vers ook, plaats zoude hebben omtrent de
Hart ogen van Brabant, de Koningen van Vrank-
ryk enz. De inhaalendheit van veele Monnikken,
zoo op het ftuk van de kerkelyke begraafFeniilên
als in andere zaken, " word 'er niet yerzweegén.
Het geen 'er <> van de eerfte opkomfte der Bredè-
rodens,
van hun eerfte en oudfte ftamhuys, gezeitv
word, zal men ook over al zoo niet vinden. De
ρ vertellingen van de Witte-vrouw en, en voorts
yandeKaboutermannctjes, Bergmannetjes, Berc-
d.uiveltjes, en al dat gefpuys, zal den iecsluft der
liefhebberen waarfchynelyk ook niet verminde-
deren Men zal 'er van verfcheide dorpen, als
Jnp, Graft, deRyp, en meer anderen, omftandio;-
Men vinden. die het Leezen ook niet verdriet^
jonnen maaken. Op het 4n. en de volgende
zydtjes worden verfcheide outheden, die Egmoilt
ïaato, wegens de naamreden en de oude haven
van. JLgmont, wegens den Rhyn , die daar in zee
geoopen zoude hebben, enz. opgeheldert: daar
ook verfcheide gnTmgen, dat de Rhyn zynen loop
derwaarts genomen heeft, opgegeeven worden: en
net beleende verfchil < of Karet de Kaak den eer-
nu* Piraat aan ons land gegeeven' hebbe naerder
oyer-
PpP"!']of'nK °PaS-3^.3^· enz.
r bal" Τλ* Ψ' 3 PaS· 401, 410. enz.
* WB· 459, 460, 461. enz. s pag. 48ó, 487.
h f
-ocr page 27-
VOORREDEN.
overwogen. Veele andere zwarigheden omtrent
Dideryk I. Dideryk II. Graaf Aarmut, heb ik 'er
voorgeftelt, en zoo ik beft konde ontwart: en hoc
verre dat onze oudfte Schryvers omtrent Lutgardws,
Graaf Aarmuts vrouw > gelyk of ongelyk hebben
aangeweezen: daar de reeden ook bygebragt word
die dezelve Schryvers misleidt zal hebben. Dat tGo·
vertmét den Balt
waarfchynelyk niette Antwerpen,
gelyk de meefte Schryvers beweeren, maar te Delft
doodgeftoken zy word 'er omftandig aangetoond
Dan volgt 'er eerie volkome lyft der Abten van,.
Etgmond, met eene korte beichryvinge van hun
leven; de brief van Dideryk V 5 daar Buchel'ms en,
Ant. Matthtfusvzc] tegen te zeggen hebben, word
'er v- verdedigt: by welke gelegendheit ook getoont
word w dat de woorden , goeder gedagteniJJ'e , ook
ibmtyds aan levende menfchen töege|aÜ: is ge weeft.
By een andere gelegendheit word hét verhaal vaa;
fommige fcliryvers ,xdat Johaiïnes α T'emporibm 360.
jaaren geleeft zoude hebben, te pas gebragt en on-
derzocht. De krakeelen tüiïchen den Abt van Eg-
mond en de Advokaatea der Abdjre ,difc naderhand
Heeren van Egmont genoemt wieden, worden
'er op verfcheide plaatzen y aangehüalr.: de geweld-,
plcegingen der Heeren, van ËgmofKi z beichitevèn;,
wanneer dat de van EgMondën in 't Bezit a vart dte
heerlykhcit gekomen zyn , en Wat veranderingen
daarop gcvolgt zyn, aangetoörtt; en verhaalt hoe
dat 'er Dy b gclegenthëit van die hëerlykheit éeh
foort van een vyandfchap tüiTchén dèn Graaf
IFillem VI. en dèn Heer van Egmont is ontftaan.
De goederen, die de Abdy door dë uytfprake der-
goede mannen by die gelegendheit rerloörèrt
heeft*
t pag. 492.. cm. u pag. 496. w pag. 500, jqr.
χ p|g- 503· y ρφ s°5> 506,501517. m.
? PaS· 515· Si0> S"> 5"* * Pa& S*7> 5*$
-ocr page 28-
VOORREDEN.
heeft, c worden 'er uytgedrukt ; en de rechte re-
den van 't hervormen der Abdye d voor den dag
gebragt. De gewaande outheit van Alkmaar en
Vroone word 'er tegengeiproken. Daar c word te-
gen N. beweezen dat 'er een vliet Kinhem is ge-
weeft ; en f onderzocht of de Kimbren in deze
landen gewoont hebben. Teffel is voor dezen
g volgens Menfo Jitlng in drie Graaffchappen ver-
deelt gewecftj by welke gelcgentheit de brief van
Otto IJl, die TeiTel aan Uideryk II, vereerde, uit-
gclegt wordt. Heer Altings zeggen van die drie
Graaffchappen word 'er onderzocht j en de naam-
reden van Marsdiep, met de oude woonfteedeMcr
Mariaaten, h opgefpeurt. Het gevoelen van H.
Pontanus en ecmgc anderen, dat de oude Mena-
piers omtrent Amfterdam of ten rninfte aen de
monden van den Rhyn gewoont hebben , fchynt
zoo»onhebbelyk niet als fommigen mecnen. Hoe-
wel Amfterdam niet vermeldt word voor het jaar
1503, word echter de naam van Aimftel of Am-
ftelle k veel vroeger gevonden. Dan word 'er
van Gysbrecht van Amjïell gefproken -onderzocht
waar dat hy, na dat de andere eedverwanten die
Graaf Fhris om 't leven gebragt hadden gerecht
of gevlucht waren, gebleeven zy; en het gemeen
zeggen, dat hy naar Pruiilèn geweeken is, en al-
daar het ftedeke Holland opgebouwt heeft , door
eemge waarichynelyke giflingen bekrachtigt. By
gelegendheitvan de goude kroon, die de ftadAnW
iterdam door eene vergunning van Keizer Maxi-
mthaan
in haer wapen voert, word de outheit van
aat m gebruik, ik meen van een kroon in zyn wa^
SCnieiT0creili ^getoont ', en verhaalt wat de
Qneoubbelde kroon van den Paus volgens eenige
e vkI"n?> &/■enz· d pag· m* s^· h*·
g paTn7o"?,andK» W tweede Ì »3». f m &
k pae ð',7I; h PaS· 77- é pag. xoj, 106. enz.
*?«$·. m. 1 pag. USiU6,em, jn p3g. I48. j45r, ,
-ocr page 29-
VOORREDEN.
Schryvers betekent. De outheit van 't gemelde ge-
bruik, te weeten van eene kroon in zyn wapen te
voeren, word wederom in de Aantekeningen op
de voorberichten van Vriefland aangeweezen. Het
miflêlyk gedrag van den berugten Pater Brugman
word 'er ri ook niet voorbygegaan , en reden ge-
geeven waarom dat bet graauw te Amfterdam het
alleen op de Minnebroeders en Kartuizers geladen
had , en de andere kloofters ongemoeid liet.
Dan word 'er verhaalt ° wat 'er voor en tegen de
oorzaak van S. Brunoos bekeering te zeggea valt;
ik wil zeggen voor en tegen het bekende verhaal
wegens dien Hoogleerraar , die onder het zingen
van zyne zielgetyden zyne verdoemenis met eene
naere flëmme aan alle de omftanders bekend maak-
te. Dé gemeene vertelling, dat 'erin de Zuider-,
zee by Edam een Mïïitmin gevangen is, word te-,
gen eenige twyft laars Ρ verdeedigt, en beweezen
dat 'er zekerlyk zeemannen en zeevrou-wen, of'
Tritons en Meereminnen, in de weereld zyn. In
de 9 Aantekeningen op het Dekenfchap van Weft-
vrieiland itaat wederom een ftaaltje van den over-
laft, dien de gemeenten van de Dekens te lyden
hadden ; daar dan ook van den onmatigen vry-
dom en Het misbruik van de kerkhoven gefproken
word. Dat 'er by Enk huizen een boich heeft ge-
ftaan, 't Kreiler Bofch genaamd, word * beweeZen,
en getoont dat Holland van ouds zeer bofchachtig
is geweeft. 't Is niet onwaarlchynelyk gelykdaar
ook s getoont word dat Raabodus zyn hof te Me-
denblik gehouden hebbe ; dat hy zynen voet uyt de
doopvont te rug getrokken heeft, Word 'er tegen
N. uyt onze befte Hiftorifchryvers beweezenv
Voorts word 'er onderzocht of hy den derden dag,
ν (.,: na
η pag. ió8. ent. o pag. 204. enz. ρ pag, 29Ó, 297.;
q ibid. pag. 331, 332. r pag. 395, 39é·. r
s pag. 40Ó, 4Q7», m
-ocr page 30-
VOOR REDE Í.
na dat voorval, geftorven zy; en of hy zoo eert
wredaart ware , en alle menichelykheit als uytge-
ichudt hadde, zoo als de meefte Hiftorifchryvers te
kennen geeven. Ook word 'er wederom f van
den vermaarden Pr ie fier-J cm gefproken, die het
Kcizerrykvan Paap jan in Ooftindie gefticht zou-
de hebben ; en die vertelling op de lylt van de £i-
belcn gezet. Wydloopig word 'er van 't beroemde
Vroone « gefpro'ken, en getoont dat het naar aU
len fchyn noit een ftad, veel min een vermaarde
en magtige koopftad , of de hoofftad van Weft-
vridland , is geweeft. Geen minder verichil'is 'er
over Dionyfius den Areopagiter , te wecten of hy
dezelfde zy c|ie het geloof in Vrankryk gepredikt
heeft > en Biflchop van Parys is geweeft ; mitsga*
ders of hy het bekende, werk Hierarchia Coelefiis
gefchreeven hebbe - welke gefchilien hier ook met
de wederzydfehc bewyzen w voorgeftelt worden.
Dan word 'er getoont dat door het cyfergetal 33$,
't welk op de kerk van Weftwoude te leezen ftaat,
verftaan moet worden het jaar 13$? ; en dat het
voor deezen zeer gebmikelyk is geweeft, als men
het jaar na Chrifius geboorte wilde uytdrukken,
dat het jaar duizend, of drie-vier-vyf-hóndert, enz<
achtergelaten wierd.
Het bezigtigen van Vriesland heeft ons ook veel-
vuldige ftoftè tot het maaken van Aantekeningen
geucevcn. V00r cerft meene * ik dat P//W#.r,daar
1 yri c Cn dc elIenden der Kauchen of Canchi
befchryft, zoo wat op zyn redenaars en vergroo-
tender wyze fpreekt; eny toone hoe het zeggen van
den bchryver verftaan moet worden dat de Vrie-
zen dikwils onder den naam der Kauchen, Fran-
sen, enz. gefcholen hebben. Daar word ook on-
der-
÷ Zit t?'n \íØ 4^' Al6·enz/ w Pa§· 443. 444· enz.
y ñ - lo , hcden van Vneü^t ^ & as».
-ocr page 31-
VOORREDEN.
derzocht of de Kauchén en Vriezen eigenllyk on-
derfeheide volkeren zyn geweeftv Over de naam-
reden van Vriezen, en over hunne afkomfte, valt
zeer veel tetwiften: de verfcheidène gevoelens wor-
den hier z opgegeeven ; en onderzocht of ze van
de Hyperboriflche volkeren, van de Jooden, van
dè Franken, van de Phrygen- of Troojaanen, van
• zekere Indiaanen ,afkomltig zyn. By deze gele-
gendheit word 'ervan Fri/b, dtn gewaanden
ilamvader der Vriezen , van zyne zoo genoemde
broederen Saxo en -Bruna, vani?^/«;ftaale kroon,
vAtt'don rooden tfandert, wydloopig gefprooken.
De zoonen en zoonszoonen van Frifo, de oudfte
Hartogen, Koningen,-ja Heideniche Pauzen, met'
de gefchriften derzelve Koningen en Pauzen,
worden 'er opgetelt; de beiehry vingen van hun-
ne daaden onderzocht : maar voor al a getoont
dat de Hiftorifchryvers, daar dat allee uyt getrok-
ken ïs, op verre nae geen gezags genoeg hebben
om op hun woord gelooft te wordert; Dè oude
Vrielïche rymeii, en de Rymers daar Suffridüi
Beiru
zoodanig op pocht., b Zyn noch van mindere
achtbaarheit, en niet geloofwaardiger dan zooveêli
Rymers, Poëeten* en Roinansfèhryvers van
Vrankryk en andere landen Daar Worden open-*
bare;eirtaitelyke valsheden in die oude Vrieifehc
fchryversé aangeweezen : de brief op marmer gé-
fneedeny en de daaden*der Vriezen verhaalende ,
die te Rome in S. Mkhiels kerke plagt*te hangen,
d word als een verdichte brief verworpen: en, om
dathöt zoo te pas quam^e vertélt hoe gemeen datdè
vervloeki ngen of vermakdydingen pkgten te zyn j ■
en dik wils fdiïikkelyke uytwerkingen haddéïk
Word ook getoont dat» de dagvaardigingen voor
den
% P3&43» 44· a pag· 5h S1» 53· CR7S·
b pag. s<5, 57. e pag.. 64, 65. d pag. 67 s 68;
c pag. 72> 73-
-ocr page 32-
VOORRED EN.
den Rechterftqel van Chriflus^ 4*e fccnwylenook
ia zwang gingen ? eene ibort van zulke vennale-·
dydingen waren. De open brief van ÏCarel den
Groot en,
waar in veele vrydommen aan de Vrie-
zen verleept worden, word 'er f ook ter toets gc-
bragt en afgekeurt \ maar niet de vrydommen zelf,
die den Vriezen zekerlyk gegeeven zyn geweeft.
Verfcheide onwaarheden en valfche vertellingen ,
die de gemelde brief behelft, worden *er van ftuk
tot ftuk aangeweezen: als onder anderen dat 'er al
Keurvorften zouden geweeft zyn ten tyde van
Karel den Gropten. By die gelegendheit wordom-
ftandig g onderzocht wanneer dat de Keurvorften in-
geftelt zyn? en af11 de Vriezen als een groot voor-
recht van Karel den Grooten verkreegen hebben
dat ze hun l$ic tot deooren toe raogten korten.
Om dat te wederleggen worden de oude gewoon-
ten omtrent het korten , fcheeren* wailcn van het
hair opgehaalt: f getoont dat de Franfche Konin-
gen, en hunne zoonen enz. het hair lieten waflèm;
t% dat de hairfcheering iemand tot de regeeringon-
bcquaam maakte. De Keizers k kroon , die de
Vrieflcoe Ridders volgens den. zei ven brief in hun
wapen moeften voeren , dient ook tot bewys dat
her niet anders is dan een verdichte of vervalfelite
Di'kf ;.*t welk f. gelegendheit geefE om de outhdt van
d« Keizerskroon op te zoeken i en van het kruysdat
op de Keizers kroon gezet word;, van het dubbeld
kruys der Griejcfche Kekeren,. van den weereld-
kioot,, en den dubbelden Arend-te fpreeken. Daar
word onderzocht of Konfimtyn d&. Grmte al een
tweehoofdigen Arent in zyn waf>en ge voert hebbs ^
eïl Tul S^voelcps over de outheit van den enkelen
êQ dubbelen Arent aangehaalc Het onderfcheid
tuf-
■ h S S77· ^7- g pag·8i»8i'enZi
t me' S& 9J' Ύ' \ 94' 95' enz» >
-ocr page 33-
V ΟΌ R~R E DEN;
tuilchen de tytels Auguflus,Imperator, CèfafX
word 'er m ook opgeheïdert: getoont dat de naani"
Rex^
of Koning, dikwils genomen is voor den
naam van Keizer, 't Zelfde word van ba β leus, dat
in 't Grieks een Koning te zeggen is , beWeezen:
gelyk ook dat veele Koningen n zich deri naam
van Imperator of Keizer plagteii aan te matigen;
daar° eenige Koningen van Vrankryk den naam of
eertytel van Jugufiusbygzvozgthebben. Het leezen Ρ
vandenBybel in de moederlyke tale heeft tot de tyV
den der Reformaatzi toe, geene tegenfpraak geleden.
Sedert de Reformaatzi begöften iommige Leeraars in;
de Godtgeleertheit over dat leezen te vallen. Het ver-
bod tegen dat leezen na het eindigen der Trentif- '■
fche vergaderinge uytgekomen is door die vergade-
ring niet gedrang maar door de 'bekende Congrega-
tio Indicis.
enz. Van de lyften <l der verbddene
boeken word ook wydloopig gefproken; m veelé
omitandighedert en zeldzaamheden raakende die Ή*-:
ften vermeldt : reden gegeeven r waarom dat ae
Lovenfche lyft zoo ftfeng en nauwgezet is, en
verfcheide Haaltjes van die ftrengheit opgegeeven^
De betichting, als s of de Oudvaders door de Ka-
tölyken verminkt of verandert waren , tegeiige-
fproken. 't Geen 'er van de eerfte opkomfte der
Inquifitiet verhaalt word, het liegt onthaal dat
de eerfte Kettermeefters doorgaans ontmoet heb-
ben, en wat vorder tot die kraam behoort, zaldèri
leesluft der Liefhebberen naar allen fchyn niet ver- .
dooven. Ik heb daar ook de al te gröote ftrarBg-
heit van fommige Kettermeefters verhaalt; maer ik ^
had 'er, tot bewys van die ftraffigheit, wel mogen:
- byvoegen met wat eeneoiibezuisde en grouwelyké
Ι',·:;..,..,'.,·:,,:.-. i*,*:r| i&iül^MÏL' : 2fR*il> i'f'A'J^ 'dól'*"'
m pag. 105. enï. h pag.'ir o, iin "opag. ιύ, πίν'·
Ρ pag-13^. J33» cnï-- 4 PaU^W- enï· ' ' 2.
r pag. 143, itf, enz, β pag. r^i, t pag. 151,153. cïiz.
-ocr page 34-
vöoIrede ν.
dolligheit dat zeker Predikheer * in het beoeffènen
Van dat ampt, te werk plagt te gaan. Ik zal deze
gelegendheit waarneemen om den beeftachtigen
handel van dien Opperkettermeefter hier te vernaa-
ien \ zonder dat ik de andere Kettermeefters daar*
om van een diergelyke onbefchoftheit befchuldigen
of verdacht maaken wil. Die maakten 't dikwils
ook grof genoeg } ik beken het: maar zoo eenen
dolkop zal men in geene hiftorien vinden: en men
zal hier zien dat 'er zelfs Preekheeren zyn ge weeft,
die by den Paus over zyn beeftachtig gedrag ge-
klaagt hebben. Ik zal het met de woorden van
GodefriduSy u Monnik van S. Pantaleons kerk, en
van w Trithemius, verhaaleïi: want die vertellen de
zaak op dezelfde wyze, en genoegzaam met de ei-
gene en zelfste woorden. „ Veele Edelen, On-
„ edelen, Klerken , Monnikken, opgeflote doch-
„ ters, Burgers, Boeren, wierden op deezen tyd
„ van eenen Broeder van Marpurg (van de or-
>, der' der Predik heeren) in verfcheide geweften
„ van Duytsland door een al te haaftig vonnis^
„ indien men het zeggen mag, tot het vuur ver-
„ weezen. Want op den zelfden dag, als iemand
„ het zy gerechtig of ongerechtig beichuldigt was,
), wierd hy, zonder dat enig apél of eenige ver-
„ weering baeten mogt, wreedelykin het vuur ge~
„ worpen. Het zelfie word ook verhaalt in de
Kronyk van den Monnik x Alberkus\ in welke
Kronyk een brief ftaat, dien de Aartsbiilchop van
Ments, benevens eenen Preekheer met name Broe-
der Bemardus, over dien grouwelyken handel ge-
fchreeven heeft aan Paus Gregorius IX. Onder an-
deren ftaat 'er dit volgende te leezen. Die befchul*
digingen begofien van de boeren over te gaan tot aan*
mem·
« Apud C. α Marca in Concordia &c. lib. $,
w In Chron. Hift. pag. mihi i}$„
x Apud Pttr, α Marca ihid.
r
-ocr page 35-
VOORREDEN.
zienelyke burgers en borgersvrouwen; voorts tot Ka-
flekinen en Edelluidên
5 eindelyk tot Graven, zoo in
de buurfchap als verre van die plaat zen woonende*
Dan zeggen de fchryvers van den brief noch vor-
der dat niemand der beichuldigden van den voor-
noemden Monnik , Conradus van Mar purg, ver-
lof konde krygen om zich te verdedigen, ja zelfs
friet om zyne biecht aan zyn eigen Biechtvader te
fjpreeken. 'Die befchuldigt was, zoo gaan ze voort,
moefl belyden dat hy een ketter was j en dat hy de
padde
, de kat 5 den bleeken man 9 en diergelyke ver·'
vloekte monfiers
, met een kus van vrede had gegroet.
Door die padde$ dien bleeken man,, zal hy den Dui-
vel veritaan hebben, die zich onder zulke eene ge-
daante vertoont zoude hebben. Dan volgt 'er:
Eenige Katolyke menfchen, dus ten vuere gedoemt,
hebben liever verbrandt willen wórden
, en hunne
zaligheit bekoomen
; dan zich zelven van een grou*
welyke misdaad befehuldigen $ daar ze onfihuldig aan
*maren.
De ónbefchöfte iCëttërmeeifer, als óf hy
?'t daar mede goed wilde rM&ken, zeide flechts tot
jiunrie vertrooriiiig dat ze (indien ze onnóöZel wa-
ren) de triartelkróört verdienen ioüdën. Maar Zyn
verdiende loon is 'hém eindelyk 't huis gekomen.
Hy was met eeh yrygeleide van *s KeizérsZöon en
van dën Aaitsbiöchop Sifridus van Ments vërtfok-
Iten, om weder naër Marpurg te fteerên. Maar
eenige Edèlluiden, dieöp hem pallen, hebben hem
y óni zyne wreethêit dicht by Marpurg doodgéfla-
gen, ï)aar op, 2egt eén ahaer z Schryver, is die
onfiubnïge vervolgifigsopgehouden
; en de aïïerhaehe»
•fykfle t'ydén, welker weergae niemand
V zedertdeda·
gm van den Kétterfchen Keizer
Coriftantius en den
yipofiaat
Julianus beleeft had, begoften nu eene aan'
genamer en genadiger gedaante te vertoonen :
Maiiï
.
                                                  ik
y Trhhcmhts ibicj.                    > ■■
·£ Gcüa Trcberor, ψ.ύ Ρ. a Maqa; ijt Supra,
-ocr page 36-
VOO RREDE Ν.
& keere weder naar de Outheden van Vriefland :
daar a getoont word hoe dat het muzyk en 5t ipee-
len op den orgel van eenige deftige mannen, voor
al door Monnikken die op de eenvoudigheit {ton-
den, afgekeurt is geweeft. 't Is niette zeggen,
gely k daar ook b aangetoont word, wat al moeite
dat de Pauzen gehad hebben om de byzitten, of
fomtyds getrouwde vrouwen der Priefteren, af te
ichafièn: hoe dat de Vorften ook in 'tfpel moeiten
koomen; hoe dat Gregorius VII. op dit ftuk door
Hendrik!^ Koning van Engeland, verichalkt is
geweeft: wat al onlüften , ja rooven, branden,
doodfinyten, dat 'er by die gelegcntheit omgegaan
zyn,enz. Aanmerkelyk c is het met wateene ftreng-
heit dat de Monnikken , die eens uyt het kloofter
weggeloopen öf om hun quaad gedrag weg gejaagt
waren, weder aangenomen worden. Noch d aan-
merkelyker is het hoe dat het Geeftelyk recht op
veele plaatzen, zelfs in weereldfche zaken, nauwe-
lyks eenige paaien had : uyt wat hoofden dat die
weereldiche zaaken voor de geeftelyke Rechtbank
betrokken wierden: hoe dat echter de weereldfche
Rechtbank in Vrankryk fchier niets te zeggen had:
hoe dat ook de Dekens en Provifirs den menfchea
dikwils groot geld afper ften. Dan kome ik weder tot
de vertellingen van de oude Vrieflche fchryvers■■$
hoe « dat de plaats, daar Leeuwaarde ftaat, ai voor
de tyden van Chrifius bekend zy geweeft onderden
naam van Aula hei of Gods Hof; en de woon-
plaatswas van den Vrieilchen Paus, dat is,'t Opper-
hoofd der Heidenfehe Priefteren. Die PaufTen en
hunne gefchriften, zoo alsi ze van dezelve fchry-
vers opgegeeven zyn, worden'er opgetelt. De f
Vrieflche Koningen zelf zouden zoo wel in de ge-
leert-
* P3g· 190. b pag. 196,197. enz. c pas. %oi<
« Pag· 254- enz. e pag. 183. ena.
■N
t 2.
-ocr page 37-
VOORREDER
Icertheit uitgemunt en boeken gefchreeven hebben J<
als de Heideniche Pauzen ; en men vindt hunne
ichriften zoo wel opgetelt als die van de Pauzen:
Doch al die ophef, van de geleertheiten geichriften
der Vrieilche Pauzeri en Koningen, fteunt op zyn
zachtfte g gefproken op een loflèn grond. Dan
geef h ik 'er reden waarom dat het houden van
Synoden thans zoo veronachtzaamt word; en too-
ne wat beletzelen dat die Synoden dik wils ont-
moeten. Dat de Diakenen ook in fömmige tyden
biecht gehoort hebben j dat de leeken fomtyds aan
leeken plagten te biechten; dat de Abdiilèn zich de
magt aanmatigden van de biecht der Nonnen 5 ja van
manluiden zelf, tehooren,word5er wydloopig i be-
weezen. Ook zal men daar vinden dat de biecht fom-
tyds aan verfcheide Prieileren gelyk geiproken
wierdt. Het verdient zyne opmerking ook waarom dat
de eerfte Kruinfcheenng, prima Tonfura, volgens het
voorlchrift der Kerkvergaderinge van Trente, zoo
ligt aan ieder een niet moet gegeeven worden: hoe
dat k zulke luiden van de weereldfche Rechtbank
ontheven zyn, en van veele kften vry: hoe dat
het ilraflèn van allerlei goddeloosheit daar door
plagt geftremt te worden enz. *t Is l ichier on-
geloóffelyk hoe gemeen dat de Smony9 of de kooping
en verkooping van Geeftelyke ampten, is geweeft,
jafomwylen voor geene zonde aengezienwierd. By
die gelegendheit word getoont wat de vleyers van
't Roomfche Hof verzonnen hebben, om den Paus
op dit ituk van zonde vry te fpreeken. Dan komt
m *er weder te pas hoe dat de Monnikken tegjen
malkander oorlogden, malkanders kerken afbrand-
den : hoe n dat de lekebroeders en konverfen in
Vriesland niet minder dan op zyn religieus leefden,
en
g pag. 187. h pag. 3tj. enz.
ί pag. 324, 315. pag. 3z8, 329. \ pag., 336, 337;
m pag. 383. η pag. 401, 401,
-ocr page 38-
V OORREDEN.
en hunne luften den vryen toom gaaven. By ge-
legendheit van eene grafftede van S, Bomfacius
word ° getoont dat 'er wel grafileden of tomben
ter eere van groote of heilige mannen opgerecht
wierden, zonder dat ze daar begraven waren. De
Leezer zal 'er ook Ñ vinden op wat wyze datdelan-
deryen van Vrieiland meelt, aan den Adel gekomen
zyn, teweetendoor de onderlinge vyantichappen
en partyfchappen der boeren: en hoe dat de Edeilui»
den, nu meefter van alles geworden , even eens in
partyfchappen begoften verdeelt te worden en on-
derlinge vyandfchap te pleegen. By welke gele-
gendheit befchreeven word met wat een woede dat
de Schieringers en Verkoopers tegen malkander
aangingen: en hoe dat die vyandfchappen de ge-
legentheit gegeeven hebben tot het bouwen van
zoo veele zoo genaamde StiniTen,dat is fterkten en
kafteelen, die in Vriesland gevonden wierden, 't
Geen 'er van de eerite ftrengheit en eenvoudighcit
der Ciilerci-Monnikken ,en by watgeiegendheit die
eenvoudigheit vervallen is aangemerkt é ftaat, is
ook over al niet te vinden. Ook is het qualyk te
gelooven hoe zeer dat 'er over de oudfte kleur van
3e kleding der Benediktyner Monnikken geftree-.
den word 3 en hoe onzeker dat die zaak na het in-
brengen van de wederzydfehe bewyzen blyft. Het
verdient ook wel geweeten te worden % 't geen 'er
m de Aantekeningens te pas gebragt word, dat al-
le Leeraars of Doktors onder de Edelluiden plagten
gerekent te worden, ja op fommige plaatzen den
tytel van Graaf en Paltsgraaf voerden,. Wat l laa-
ger word onderzocht wanneer· dat b£t fteeken en
ftooken van turf uitgevonden zy : en in de Aan-
tekeningen * op Rawert getoont, wat liftigheden
de Borgonjers, ten tyde van Karel den Stouten^ in
't werk
? S?' ?' p paS- 417· 4l8· 4 Pa4V-W- enz,
u n£ Ø: 4V' s pas* 4S°' * PaS' 456· 457- $fe
á PaS· 459* Öï.
-ocr page 39-
V^> O R R E D E N.V
*t werk geftelt hebben om den Vriezen het net o-
ver 't hoofd té haaien, en Vriesland magtig te wor-
den. Doch in de ». Aantekeningen op Staveren
koomen de oude Vrieflè kramers wederom met een
mars van grollen en fabelen te voorfchyn: daar dan
hunne vertellingen wegens Frifi, Bruno , Saxo,
voorts wegens den afgod Stavo , Stavoos tempel,
het Roode en vuiirbrakende Klif, de fcherm-
fcholen door de Vrieilche Vorften opgerecht, het
koftelyk paleis van Richoldus Offo, vermeldt wor-
den. Van de Graaven van de Kuinder, dewyl 'er
veele Leezers waarfchynelyk niet veel van gehoort
hebben, word vry omftandig gefproken ; hunne
oude magt * aangetoönt, en de reden van 't ver-
minderen der zelve magt gegeeven. Dan y volgt
-er hoe dat veele geleerden daar op toeleiden om in
drie of vieroffomtyds feven byzondere wetenfchap-
pen uit te munten; en by die gelegendheit worden de
ipreekwyzen, tonfummatus in trmw of'in quadri-
vw\
uitgeleit. Ieder een zal waarfchynelyk ook
niet weeten, 't geen 'er ook z beweezen word, dat
miles voor eenen Ridder genomen , en eques aura-
tus,
niet onderfcheiden zyn. Daar dan met een
getoont word'dat alle de Ridders, als zy voor Rid-
deren aangenomen wierden,recht kreegen om gou-
de halsbanden Μ degens te draagen, en gouden
"paardentuïg te gebruiken : en dat de goude fpoo-
ren den Ridderen ook eigen waren. Maar over
eene zaak , die de Ridders aangaat, valt meer te
twiften j te weeten of iemand, die niet edel is, mag
Ridder geilagen worden ; en of zoo een onedel
perfoon , die Ridder geilagen is, daar door edel
WOrd ; dan of %y onedel blyft: en worden voor
'fceide de gevoelens" «enige exempels bygebragt.
ICluch-
w pag. 484,4èf. ·» .·: ,                       2M 0
χ pag. 490, 491. y pag. 493, 49^
ïPa§ S°5»5Q&                            . .Va
-ocr page 40-
V OOR RED Ε Ν,
Kluchtig en belaclielyk is a het, 't geen zeker
Schryver van onzen tyd wegens ^outheit derGaft-
huysridderen, dat is van de puytiche^ Malteeflehe,
en andere Ridders , weet te veiteljen ; te weeten
dat die orders lang voor Chrlfiust, ja-fen tyde van den
Aartsvader Abraham , zouden ingeiielt zyn: en de
redenen, die van hem bygebriigt Jworden, zyn aj
zoo kluchtig als het gevoelen zelf: De Vneflche
b Ridder-order, die door Karel dm Grooten zoude
ingeftclt zyn , fchoon dat 'er verfchei,dene Schry-
vers veel van weeten te vertellen, ÏChynt mapreen
verdichtzel te zyn van laatere Schryvers, en alleen*
lyk te fteunen op de vervalfchte bulle van Karel
den Grooten·
Het is belachelyk c dat de naam van.
lift in Vriesland afkomftig zoude zyn van llium:m.
zoo zouw men duizenden van naamredenen konnen
verzinnen, daer niemand eens n,aar denken zouw.
Voorts worden 'er d versheide byzonderheden van
de bekende drie Koningen verhaalt, en getoonthoc
dat de fabeldichters zicfh ook bemoeit hebben met
hun leven op de wyze van een Roman op te febik-
ken. Ik vleye my zelven dat de meeite jLeezers
ook zin zullen hebben in de^ ^aptekeningen opde
Vrieilche voornaamenen tqenaamen: ;by voorbeeld
waarom dat de Vrièflehe toenagmen doorgaans in
een α uytgaan: waarom dat 'er zoo mifiëlykêvqöj>
naamen, en van een ^anfeh anderen trant i£ls fl-
ders, by de Vrieffën gevonden worden. De ver*
maarde Priefler-Jan^iom^^ wederom te pas; daar
word getoont dat de Koningen* die den.geraelden
naam voerden.,- noit in AbüÜnie gewoont en gere-
geert hebben; en hoe dat de ïieizer van Abirhnie
of Hoog Ethiopië aan die benaming gekomen is.
De daaden tYan Jen bemcbten Graotm Pier\ worden
'er
a Vrhjffke OMthtfen. -tweede .deel. fag. $9,».6o:
l S Q ' tb™* c faS· 75» Ψ' d PaS· 77, 78;
?■ PV «o, g|, eaz. f pag. 84, 85. ggag. 104, loft
Q 4
-ocr page 41-
VOORREDEN.
*er ook vry 8 omftandig befchreeven ; en getoont
hoe dat hy van een verarmden boer een groot
krygsman en Veltheer geworden is. Veel valt 'er
te zeggen h over den oorlog , dien Beroaldus Ko-
ning der Vriezen tegen de Franiche Koningen
Klotaris en Dagvbertus gevoert zoude hebben ; en
naar allen fchyn is hy geen Koning der Vriezen
maar der Saflèn geweeft. 't Zal menig * Leezer
waarichynelyk vreemd voorkoomen dat 'er langen
tyd, ja tot de elfde eeuwe toe, geen onderfcheid*
van kloofterlyke Orders is geweeft. Maar noch
vreemder zal 't hem fchynen dat 'er omtrent de ge-
melde eeuwe fchier ontelbaere iborten van allerhan-
de Ordres begoften op te koomen; zoodanig dat de
Pauzen, jade algemeene Kerkvergaderingen zelf,
nauwelyks raad wiften om dat vermenigvuldigen
te fluiten: daar dan k getoont word wat ongemak-
ken dat 'er uyt de al te groote verfcheidendheit van
religieuze Orders gewoon zyn te volgen. Vor-
ders zal men 'er l vinden hoe dat het Itichten van
Akademiën of Hooge Scholen volgens voornaame
Schryvers onder de rechten van de Oppermagt ge-
rekent word ; en of de Paufièlyke toeftemming
tot zoodaanige een oprechting noodig geacht word
of niet. 't Geen onder m Lundigakerke van de
mirakelen aangetekent ftaat, verdient ook opger
merkt te worden : by voorbeeld hoe dat eenige
Heiligen na hunne dood al te veel mirakelen dee-
den ; hoe dateenige bedriegers heefe fteden en ge-
weften door het doen van valfche mirakelen begoo-
chelden. Dan koomt het weder te pas, dat 'er van
den rooden ftandert en de ftaale kroone der Vrie-
zen geiproken word ; daar ik de zaak noch wyd-
Joopiger n verhandele dan ik te vooren gedaan had:
dg,
ï
pag. Ï04, loy. h pag. in, m. i pag. 114, 1,15*
pag, 117. 1 pag. ïic>. enz. m pag.134,135,
ψ pag. 148, *49k * \l· - %
-ocr page 42-
c
VOORREDEN.
de voornaamfte en meer als wonderbaare krachten,1
die aan dien ftandert toegefchreeven wierden, ° op-
telle; het gezag der oude Vrieflche Schry veren we-
derom onderzoeke^en door het voorbeeld van Anto-
mus Fiterbienfis
,toone hoe dat de grootfte verdich-
ters dikwils het geluk hebben van hunne leugen-
kraam , zelfs aan de geleerd fte luiden, voor goede
waar te verkoopen. Onder ρ Sexberum word ze-
kere penning , die daar gevonden was, en eenig
licht inde Vrieiïche Hiftorie zouw konnen geeven,
op eene zedige wyze onderzocht; en tegen N. ge-
toont dat Jdgillus II. en Gondobaldus immers in de
weereld zyn géweeit, enz. Wydloopig ι word 'er
van de eerfte tucht der Premonftreitheeren, en van
de opfprakedie ze geleden hebben, gefproken: en
reden gegeeven waarom dat het in iommige kloo-
fteren de gewoonte geworden is van de kloofter-
voogden,die voor deezen voor hun geheel leven
aangeftelt wierden, niet langer dan drie jaaren in die
bedieninge te laaten, 't Plagt zeer gemeen te zyn,
gelyk in de Aantekeningen op Lidlum * getoont
word, dat de Monnikken hunne kloofters verlieten
om zich in een ander kloofter te begeeven > waar
uytdan zwaare klagten en onluften volgden. Dier-
halve s word 5er onderzocht of het altyd onprys-
baar zy tot een ander kloofter en Order over te
gaan: over welke ftoffc zeer krachtige ipreukenvan
deftige mannen bygebragt worden. Veele l defti-
ge Overften hebben 't voor een ongerymde en on-
geoorlofdezake aangezien, dat de Monnikken op het
inneemen van geneesmiddelen en apteekers* dranken
zouden denken. De tt ftrafïigheden, die ibmmige
klooftervoogden over de Monnikken pleegden ,
gingen buiten de fchreef: daar dan getoont word
dat
o pag. 151. ρ pag. 158. i5p. q p2g. iog, no.-cnz,
r pag. 215, ll6. s pag. 217,218. t pag. 23^ ti*,
u P*S- pag. iz8, %v). eja»
.......                                                                                                                                                                                                                               ■ ■ ■ ■                                                                                                                 ..................
-ocr page 43-
V OOR RE D E N,
dat al te groote ftrengigheit grooter nadeel deed
dan al te groote zagtigheit. Ook w worden 'er de
voornaamite redenen opgegeeven die de tucht en 5t
goet leven in de kloofteren doet vervallen; en ge-
toont dat de tucht niét alleen door grooten rykdom,
maar al te groote armoede,vervallen kan,en fomwylen
vervallen is. De ftuursheit, grimmigheit, en on-
befcheidendheid der Klooftervoogden x zyn voor al
te mispryzen, en helpen de Monnikken op de hol.
Van zich zelven in 't meervoudig getal te Ipree-
ken is een y oud gebruik , zelfs onder Geeftelyke
Overften : waar omtrent verfcheide byzonderheden
aangeraakt worden. Maar miilèlyker fchynt het
te ftaaii, dat men zich zelven in brieven of open-
baare akten pryft; van welk gebruik nochtans ver-,
fcheidene voorbeelden z bygebragt worden. De
tytel van Majefteit, zoo als daar a volgt, is fom-
wylen ook aan Pauzen geseeven: en de voorbarig-
heit van iömmige Geeftelyke Overilen, in het vellen
van banvonnifièn , heeft veeltyds groot quaad gedaan;
en is daarom van deftige luiden tegengefproken. In
eene c Aantekeninge op Mariiim word eene fraaye
plaats uit P. Vivtfus tot verdediging der oude Ro-
meinfche Schrv veren bygebragt; en getoont dat ze
de naamen der Gallen en Germaanen, om ze op
zyn Latynfch u-yt te drukken,niet zeer of verdraait
of onkenbaar gemaakt hebben. Om dat 'er van een
verichil over den voorrang in 't ofïèren geiproken
word; word van d het gebruik van ten offer te gaan,
en ofFergiften aan 't outaar te ofïèren, omftandig
geiproken; en verhaalt hoe dat de gierigheit daar
onder begon te Ipeelen; en het ten ofïêr ,gaan daar
door buiten gebruik is geraakt. Op c Ameland en
der Schelling worden verlcheide outhgitskundige ge-
Tchik
w pag. 230.131. χ pag. 239, 240. y pag. 246.
ζ pag. 248, 249. a pag., 250. b pag. 250, 251.
pag. 2,54. c pag. 275, 276. d pag. 287, 28S, 289. ènsu
-ocr page 44-
VOORREDEN.
■fchillen over de gemelde eylanden opgeheldert; ea
uvt de getuigenine der Vrieflche ichryveren be-
weezen dat der Schelling, Ameland, Schieraionk-
ooe,aan Vrieslarid gehecht zyn geweeft. Teflelwas
by laag water aan Vlielant vaft, en Vlieland aan der
Schelling: daar dan bygevoegt word by wat gelegent-
heit datze van malkander gefcheiden zyn. By dezelve
gclegendheitword'er ook van de Zuiderzee gefpro-
ken; getoont op wat wyze dat ze tot zoo groote
een plas aangewaflèn is; en beweezen dat de Kam-
wingaas
al voor het jaar 87.8. in 't bezit van Ame-
land zyn geweeft. Dan volgt 'er wederom eene
Aantekening op de Vrieflche naamen; in dewelke
getoont word dat het veranderen van zulke naa-
men, als men die in naamen van Heiligen veran-
deren wil, niet altyd gelegen komt, en dat daar in
veele misflagen begaan worden. Maar daar valt
veel meer te krakeelen over 't oudeFoftiland j en f
word met zeer waarfchynelyke redenen beweezen
dat Ameland miiTchien niet onderfcheiden is van 't
oude Foiiiland; hoewel het katfte miiTchien by
Foswert gezocht moet worden. Het onderfcheid
tuflehen Eremita en Anachonta , Kluizenaar m
Wüudbroeder
, word 'er ε aangetoont, en daar om-
trent eenige byzonderheden aangetekent. Hoe dat
het riddcrilaan'Zoo buiten gebruik geraakt zy, is
niet zeer bekend.; maar 't ftaat te gelooven, zoo als
in zeekere h Aantekeninge beweezen word, dat het
door 't opkoomen van de Ridderlyke Orders al-
lenoskens te niet gegaan is. Echter heeft.het ge-
bruik van iemand Ridder te flaan nog langen tyd
na het opkomen van die Orders ftand gehouden.
Maar daar word getoont dat de Ridderlyke Orders,
by fommigen geen groote achting hadden.
Van het Nabericht, dat achter Vrieslands Out-
• '■';,- <-,'<!               .. Jat»
C pag. 1X6, f pag. 2,99, 30O. ,.
§ pag. 313, m, *h pag. 3Z9, 330;
-ocr page 45-
VOORREDEN.
heden volgt, zal ik nu maar zeggen dat het eene
beknopte Hiftone van Vriesland behelft · dat ^r de
Vneflche Koningen en Vorften, die van de ge-
meene Kronykfchryvers opgegeeven worden, zelfs
die we niet hooger dan verdichte naamen fchatten
niet overgeflagen worden: dat men der alle de ge-
den kwaardigite gefchiedeniflèn, die in zoo groote
boeken befchreeven zyn, beknopteïyk verhaalt zal
vinden: en dat 'er doorgaans bygevoegt word hoe
verre dat men op het verhaal der gemeene Kro-
nykfchry veren wegens de daaden der oude Vorften
Hartogen, Koningen, en Poteftaaten ftaat kan
maaken.
Om tot de Outhedén van Groninge te koomem
het zoude my wederom uyt myne giffin» gaan
indien de meeften niet dienden om de graagheitva»
den Leezer op te wekken. Om dat ik in de Aan-
tekeningen op het werk zelf van de Deenen,
tweeden, Gotten en Noorweegers, en van hun-
ne Koningen en daaden, veel te zeggen had, heb
ik het dienfhg geacht, op dat de Leezer een netter
begrip van hunne outhedén hebben zouw nochee-
nige byzonderheden noopens dezelve volkeren in
de Voorreden op te haaien. Daar word van de
Zeden, de kleedinge, en 't vorder gedrag, der ou-
de Noordfche volkeren gefproken ; en getoont dat
ze doorgaans zoo woeft, onbefchaafd , en bar-
baarfch met zyn geweeft als ze by de Hiftorifchrv-
vers afgebeeldt worden Ook heb ik in de Aante-
nmgenophet werk, gelyk beneden blyken zal
den handel van Bonifacius VIII. om dat het zoo te'
pas quam befchreeven'; en getoont dat ik zyne ge-
breken wel duifde vermelden. Maar om dat hv
van fommige Franilën als de olykfte boef van de
weereld befchreeven word , en van guitenftukken
befchuldigt, die alle waarfchynelykheit te boven
gaan, en op het oordeel fchynen af te fluiten, heb ik
den befchdden Leezer de onwaarfchynelykfceit Van
die
-ocr page 46-
N "'"'                       '. · . ^ 7
VOORREDEN.
Bie betichtingen in de Verreden voorgeftelt;en den
[Leezer te bedenken gegéeven of de Franflèn, door
Jwraakluft aangezegde paaien der waarheit, ja van alle
waarfchynelykheit, met zullen overgeftapt hebben.
In de Aantekeningen op Groninge a word wyd-
ioopig onderzocht of de Biflchoppen van Utrecht
rechte en wettige Heeren van Groninge zyn ge-
weeft of niet;en de redenen,zoo voor de Biflchop-
pen als voor de vryheit der Groningers, opgegee-
ven. Word beweezen w dat het gebied der Bik
fchoppen, of liever der Kerke van Utrecht over
Groninge, ganfch niet onbepaald is geweeft, en
de vryheit der ftedelingen niet krenkte. Daar volgt
dan op langs welke trappen de magt der BiiTchop-
pen al hooger en hooger gereezen is : hoe dat het
inkomen, dat de Domheeren van Utrecht te Gro-
ninge te ontvangen hadden , zeer gering was; en
'er de BiiTchoppen ibmtyds beft van voeren. De
naamredenen, die de Schry vers * van Groninge gee-
ven, worden 'er onderzocht; en een nieuwe, die
niet onbillyk is, opgegeeven. 't Geen ik op de
orgels^enderzelver outheit,opdeverfcheide foorten
en het wonderlyk maakzel van eenige orgels ν aan-
getekent heb, dunkt my dat ook wel geleezen mag
worden. Hoe' dat het gezag en de voorrechten der
Bedelmonnikken veele Bilfchoppen in 't oog ge-
loopen hebben , ja die Monnikken zelfs van Ko-
ningen en Vorften ontzien moefteii worden, mogt
ook wel in eene z Aantekeninge te pas gebragt wor-
den. De al te groote gulhartigheit vmSixtus IV, en
zyne al te uytfpQorige ruftigheit in alles tebelooven,
en dikwilsook te geeven, dewyl 'er ook in 't werk
van gefprooken word, was al te aanmerkelyk om
zonder »wyder uytleg overgeflagen te worden, 't Is
een groot verfchil of de tiende eeuw voor eene
ver·
u Pag- 36> 37· enz. w pag. 41.
*  Fg. 72.» 73· y pag. 74, 75.
*  pag. 104. a pag, ,34j J3f;
-ocr page 47-
!PW"""^^epii»fP"ilP»PPPI
VOORREDEN.
verlichte of duiftere en ongeleerd' eeuwe gehou-
den moet worden: maar in de b Aantekeningen
word uit jfrithemius getoont dat de Benediktyner \
Monnikken het goed leven, en de geleertheit en erva- \
rendheit in allerhande wetenfchappen, noit meer be-;
tracht hebben dan in de gemelde eeuwe. Maar
voor al, dewyl in het Werk van den gelauwerden
Poëet Gr uterus geiproken wierd , moeit ik op die
gelegendheit paflëri om den Leezer eenig bericht we-*
gensde gelauwerde Poëeten te geeven. Zootoonecik
dan hoe dat de Poëeten met een lauwerkrans plag-
ten gekroont te worden; hoe dat Keizer Maximiliaan
ï. hun ibmtyds den lauwerkrans met eige handen
op het hoofd zette; hoe dat hy zekere Meeilers
magtigde om de Poëeten, die het verdienden > op zoo
eene wyze te bekraniïèn. Ik zal'er nu noch by-
voegen dat de Lauwerkrans der Poëeten noch tot
het jaar 1600, 1623, 165.0, en langer, fterk in
zwang gegaan heeft; 't v/elk onder anderen blykt ,
uyt de Latynfche lofdichten, die op de Aanteke-
ningen vznStephanus Stephanius over de Hiflorie van
Sax o Grammaticus
, en op de Latynfche Reisbe-
fchryving van Chriflophorus Furèr, gemaakt zyn
geweeft , en by beide die fchryvers te^leezen ftaan.
Men ziet uyt die gedichten, 't geen men uyt de
gedichten van alle de gelauwerde Poëeten ziet, hoe
dat zymet den Lauwerkrans pronkten; en miflehien
geen een gedicht maakten r 't welk niet onder-
tekent was , Petrus , of Joannes , of Paulus N.
Poet α laureatüs. Nicolaus Mameranus,, een Luxen-
burger van geboorte, en geen onbillyk Hiitori-
fchryver en Poëet, wierd ook met een Lauwer-
krans gekroont. Daar was hy zoo prat en moedig
op; dat hy, zullende eene oraatzie te Loven doen,
met den Lauwerkrans op het hoofd in 't openbaar
verfclieen, en zyne oraatzi deed. Maar hy was
, zoa-
h PaS- X3J> 13^-en^ c pag. 139, r.-jo. enz. · '_'.'*·.
-ocr page 48-
VOORREDEN.
zoodanig op zyne lauwerkroon verliefd , dat ze
hem geduurig in 't hoofd maalde, en zyne heriïè-
nen ganfch onthutfte. Hy iprak 'er altyd van ;
verfcheen nok op de itraat, en ging nergens naer
toe, als gekranft; en zeide dat hy de mam of borft van
Mar o was : zoodanig dat hy, die om zyne aardige
korswyligheithet vermaak van 't Hof was geweeit,
nu voor 't gekje van de hovelingen liep.
Het gebruik, dat de Poëeten van 's Keizerswege
met een Lauwerkrans gekroont wierden , moet
noch in zwang gegaan hebben omtrent het begin
der ièventiende eeuwe : want toen was het als een
mode dat zulke Poëeten niet alleen met den naam
van Poeta laureatus pronkten , maar 'er noch een
ftaart byvoegden , en Poeta laureatus Cafareus *
fchreeven. Daar waren 'er ook , "f die beter zin in
den tytel van coronatus als laureatus hadden, en
Po'éta coronatus Cafareus, of Poeta coronatus,
met achterlatinge van Ctefareus , begoften te ichry-
ven. Maar voor anderen was de tytel van Poeta
laureatus defareus
noch te kort: want Bernh. Pr<e-
twius
gaf zich den tytel van P. L. C. P. Maar
wat de lefte P. daar zeggen wil, kan ik niet gif-
fen. Het fchynt dat de Koningen van Vrankryk
den PoeetiiTchen Lauwerkrans fomwylen ook ge-
ven hebben. Althans vinde ik dat P. Faufius An-
drelinus,
die te Parys Meefter in de Redekunde en
dichtkunde was, in eenige *# veerzen die hy ter
eere van Rob.Gaguims gemaakt heeft, zich zclven
den naam geeft van Po'éta laureatus ac Regius. ad lin.
Of Bonifacms VIII. den Paus Cékflinus door liii
be-
Vide poema Erici Ericii apud stephan. stephanium 'm
V°'ogemenis ad Saxon. Gramm. item poëm, Jani Schroderï
in laudem Chr. Fureri retro hinerarium Fureri: item poema
?~Ψ PrAtorü & Joh. Fraxinei ibid. &C.
t job, Meyerus apud Steph. Stephanium in Prolog. 8te. Joh,
ïraxweus in ithierario Fureri.
**
Achter Reb. Gaguinns de Rebus geilis Francorum.
/
-ocr page 49-
VOO RR EDEN.
bedrog bewogen heeft om van het Pausdom af te
ftappen,is een groot krakeel, 't welk d met allede
redenen en tegenredenen voorgeftelt word. Meer
andere zaken, die denzelven Paus betreffen, wor-
den 'er aangehaalt en overwogen: en verklaart in
wat zin dat hy de inftelder en eerfte uytvinder
der Aflaaten zy geweeft. By dezelfde gelegendheit
worden 'er verfcheide misbruiken in het verkenen
der Aflaaten opgetelt, de kunftjes , die c Bonifa-
om door de aflaaten ryk te worden te werk
ftelde, uyt cenen Schryver van dien tyd verhaak;
en het fchrokken van de ingaarders der Aflaatpen-
ningen befchreeven. Dat de vloed Unfing al aan ºá-
citus
bekend is geweeft» en dat de naam Fifargis 9
in zekere plaatze van dien Schryver, verandert moet
worden in Un/ïngis, f word uyt Men/b Alting voor
cenc zeer waarfchynelykegiffinge opgegeeven. Ook
word 'er het ongeregelt leven der Monnikken van
g Vriesland uyt eene bulle van Gregorius XII. aan-
geweezen. Dan word wederom getoont, 't geen
elders al beweezen is, dat 'er onder het reformee*
ren
of hervormen der Monnikkert dikwils h andere
inzigten ipeelden ; van 't welke; een aanmerkelyk
voorbeelt bygebragt word. Dan koomt hier te
pas dat 'er van de geftalte van Weftvriesland i ge-
Jproken word; en tegen zeker Schryver getoont dat
het aityd zoo ongelyk en als met bergen en daa-
len niet gelegen heeft als daar nae. Daar word
ook van eenen ongelukkigen tocht gefproken,
dien de Weftvnezen naer Zweeden gedaan hebben
om Canutus op den throon te helpen: en 't geen de
fchryvers van den Deenfchen Koning Frotho I.
verhaalen onderzocht ; te weeten dat hy 't gebied
over f o. Koningen had, en noch 170. andere Ko-
ningen
d pag. 143, 144. enz, e pag. 151, Ô53·
f rag. 167. g pag. 176, h pag. 181,183.
i p.ig. zo<5, %o].
-ocr page 50-
VOORREDEN,
riingen t' onder gebragt zoude hebben. MiiTchieia
is het al zoo wonderlyk, en zekerlyk ruim zoo fa-
belachtig ,*t geen zeker Predikheer wegens de Pre-
dik heeren kloofters van Ethiopië k fchryft, en van
konventen die uyt negen duizend , 7000 , f 000,
Monnikken of Nonnen zouden beftaan. *t Geen
'er van eenen Duivel verhaalt word, die alle die
kloófters in 't gewaad van eeneen knecht moeit die-
nen, zal het ganfche verhaal by de meefte Leezers
niet veel gelooffelyker maken Daar nae komt 1
het wederom te pas hos dat het hervormen of ver*
jaagen der Monnikken, en het afzetten van Prie*
fters en RhTchoppen, niet altyd uyt een zuiver
inzigt is gefchiedt: waar omtrent eenige zeer mer*
kenswaardige voorbeelden by gebragt worden, 't
Geen een oud en onbekend fchryver vanGodefridus
of Gotrkus Koning van Denemarken , en van zy-
ne ellendige dood verhaalt, word krachtig ™ we*
derleit, en getoont dat Koning Regnerus zoo een
droevig einde heeft gehad. By die gelegendheit
worden der voornaamfte levensdaaden van Regne-
rus
met zeer korte woorden vertelt; en verhaalt
hoe dat de onmenfehelyke dood van Regnerus door
zyne twee zoonen op eene onmenfehelyke wyze
gewroken is. Dan word 'er wederom van de
flaaffèlyke fchattinge gefproken , die den Vriezen
door den voornoemden Godefridus opgeleit was ;
en tegen twee Franfche Schryvers beweezen dat
Regnerus, Godofridus of Gotrkus, en meer andere
Koningen, zekerlyk op de lyft der Dcenfche Ko-
ningen moeten ftaan,en ten onrecht van Valhmont
en anderen overgeflagen worden. Maar de uitipoo-
rigeoutheit, die de Zweeden , Deenen, Gotten,
en Noorwegers hunne naatzie toefchryven , en de
op*
k pag. 115, zi6. 1 pag. 114, ii$. cnz^
m pag. z4ó. η pag. 148.
β pag. i$.
-ocr page 51-
DOORREDEN,
opvolging van hunne Koningen, die daar van Ja»
fhets
tyden af geheerfcht zouden hebben , Worden
op de ly ft der fabelen ñ gezet. Hier koomen de
oude Rymers en Poëeten , die by de Zweeden en
jDeenen, Sclialders genoemt worden, weder op <1 de
baan; én word wederom van hunne Edda en Seal·
, .da,
of onderwyzingen in de fabelkunde, gefpro-
ken. Ook word 'er onderzocht * wanneer dat de
ZiWeedfche en Deenfche hiilori begint zeker te
worden. In de Aantekeninge op s JLlkrius, Abt
van Adewerti word iet wonders van twee of drie
luiden en daar onder van den ouden Didymm vex*
tolt; dewelken blind gebooren , of van jongs
/              af blind geworden, in geleertheit uitgemunt heb-
ben, En om dat in de levens der gemelde Abten
verhaalt word hoe dat zeker Abt de kapel der Ab-
dye met de fèhilderyen der Sibillen opgefchikt heeft;
worden'er å de krakeelen der geleerden over. het
getal en de Godfpraken der Sibillen voorgeftelt;
jen alles , wat 'er wederzydfeh daar op paft, op-
gegeeven. En daar. word 'getoont dat 'er voor de
Sibillen, hoe laag dat haar gezag t' hans gezakt
zy, noch vry wat ingebragt kan worden. Hoé
é             dat zeker u Legaat, die de ontuchtigheit der Prie-
Üeren in Engeland uitroeien zouw , en met een
groote ftraffigheii te werk ging, zelf op ontuchtig-
heit betrapt * wierd , dient ook ter ftoffe í an eene
,
         Aantekening. De geldzucht van ?t Roomfche
Hof j en van de, Italiaanfche Gee'ftelykheit, word
?er ook uyt geloofwaardige Schryveren w bewee-
Jzen: en de aardige beichryving, die jtbeodorktiï
ruanNiem
van' de .gierigheid, der gemelde Geefte-
lykheit geeft, is des te geloofwaardiger om dat hy \
itelf eene aanzieneiyk ampt aan 't Roomfche Hof
bt':
ñ pag. 249, 25è„255, 256. q pag. .252,253., ■ r? il
r r pag. 155. ent. s pag. 276. t pag. 290, 291. enti Yb
u pag. 3iS. w pag. 330, 331,                     ,?ì .g t\ ý
º
-ocr page 52-
Doorreden.
bekleedde. *t Is ieder een ook niet bekend, 't geen
In eene andere> Aantekenirigé beweezen word, dat
dé Vriezen zich ibmwyïen ook mét Zeeröyerye
beholpen hebben. ©Voorn word het zeggen van
zeker' Schryver', dat Rooménburg buiten Lei-
den die benaming van 't roode dak gekreegen
zoude hebbén, eh zo veel te zeggen zoucte zyn, als
Roodenburg;, 'wydloopig r wederleit; én by die
f legendheit νάη zekere Seenen gefproken die op
ömenburg gevonden zyn. Om dat 'er in het
werk verhaalt word hoe 'dat RüMpbüs Agricola met
den béroefflrden Yheodortis Gaka tiyèr" de Filoibfyé
geredeneert heeft,L* word dé lóFVan den gemel*
den Gaza; opgéhkalt, :en Van zyn droevig nootlot
geiproken. Hoe dat de ménfelicnΧ φ hun uiter-
ite leggende, dikwils de Mbnrtiks kap plagtcn aari
ïe trekken , en dat aaiitrekkeri Voor een tweede
Boopzel gehouden wierd, was elders al verhaalt,
én word hier Vfederom a te pas gebrast. Daar dan
ook getoont wfbrd hoe dat die menichen, indien ze
van de ziekte opquamen , hunne overige dagen in
een klooftër moeiten flyten.en het voor eene gunft
gérekent \Vierd , zoo een Monnikskap te bekóo-
men. 't Geeh-'er vahz'ëkcr Korting verhaalt word
hoe dat hy dfe' MoThniksïtiip' pp zöö een wyze aan-
trok, én ten dien einde afliand van het Kóning-
ryk deed,maai' echter van geen nazaat mogthooien
ipreeken, dient tot btwys dat zulke menfehen d?
weereld noch: niet geheel en al kÖiien vergeeten.
Onze Schryver zegt ook in zyrï werk dat RudoU
phus Agricola
wegens den %1 2-yner öraatziën
door Efasmm éi^érïs Vergeleken word by Angelus
PoUtianus:
en by die gelegcndheit word b getoont
noe hoog dat Poiitianüs by de geleerdfte mannen
altyd
λ:
Ι Ε? \t U^ * Pa* 34δ, 34*I ·
? Pag- 3pt, a pag 364.
-ocr page 53-
VOORREDE»,
altyd te boek heeft geftaan; en tegen N. en N. bc*
weezen dar hy geen zin in nieuwe maar in ouwer-
wetfche woorden had: by welke gelegendheit zyn
verichil met Barth Scala over,zoodanige woorden,
en Scahas viezigheit over de hardigheid van de let-
ter R, aangehaalt wórden. Yffèlyk is het 't geen in
eenc andere Aantekeninge wegens de ongebondendr
heden, ondeugentheden, fchelmeryen, en onmen-
fchelyke wreetheden van de Kruisvaardes verhaalt
en beweezen word. Daar word ook getoont hoe
dat de landfehaappen door alle die kmisvaarten
tiitgeput wierden \ en hoe hoog dat het genomen
ja voor een grouwel en onvergeefïelyke misdaad ge-
rekent wierd, indien iemant het hert hadde van die
ICruisvaarten tegen te ipreeken. Om dat 'er zoo
dikwils van de Dekens en Prooften van Vriesland
fefproken word, heb ik in de Aantekeninge op d
Jfquert een omftandige befchryving van hunne
bediening en magt in geeftelyke zaaken gegeeven.
In de Aantekeninge op « Emetha of Wefteremde
word het gefchil over de Emder guldens , de out-
heit van Embden in Ooftvriesland, en wat daar
verder toe behoort, beknoptelyk voorgeftelt, en
de reden voor beide de gevoelens bpgegeeven. Het
\vuft gedrag, de wispelturige aert, en de heerich-
%ucht van eenmMenco, die eene/ibdy te Werum
heeft gefticht, dient f tot een bewys van 't geen
elders al opgemerkt is, te weeten dat het niet al-
tyd heiligheit is i 't geen zich ten eerften aanzien
als heiligheit opdoet. Üyt een δ akkoord tuflehen
den Prooft Jakob Seyer en de gemeente van Lop-
persheim getroffen, blykt wederom hoe verre dat
de magt der Prooften en Dekens ft rekte; en waar
tri dat zy te zéggen hadden. Maar in een andere
-
                                    *· - Aan-
c pag. 370, 371. enz. d pag. 377, 378.
e pag. 383, 384. f pag, 4C0, 491; enz.. ηs .U
gpa^. 418,419.                     , ; 1 s _Λ,
. " ■ ■ .t . #» w
-ocr page 54-
"ψζί OR RE DE N.
b Aantekeninge word getoont hoe dat ze het
volk om opgeraapte redenen onmatige geldboeten
afperften; daar dan dikwils droevige en doodely-
ke ónluften op volgden. Het beruchte verfchil of*
O. L. Vrouw in erfzonde ontvangen zy of niet,
en de inftelling van het fecftder onbevlekte ent-
vangenife,
hebben groote Jkrakeelen in de Kerke
verwekt. Die krakeelen en deüitfpoorige drift van
veele Leeraars worden benevens eengroot getal
van zeer aanmerkelyke omftandigheden wydloo-
pig verhaalt. En om dat, die inftelling op ee-
ne gewaande Veropenbaringe, fteunde , word
het gevoelen van den k geleerden Gerfon over de
veropenbaringen, nachtgezigten, en mirakelen op-
gegeeven j ien gctoont wat al bedrogs daar onder
ipeelen kart.' De vervolgingen,die de bekende-Preek-
hcer Joh ah de MontefonoMm het tegenfprceken
van de onbevlekte ontvangenis geleden l heeft, zyn
zeer aanmerkclyk, en ieder een niet bekend. Noch
aanmerkelyker is het hoe dat de Predikheeren, om
dat ze de leer van de Onbevlekte Ontvangenis niet
aanneemen wilden, uytdeFakulteit gefloten wier-
den, niet preeken en geen Biecht hooren mogten,
en veele fmaatheden van het volk te lyden hadden.
Even aanmerkelyk zyn de ónluften > m die over de
zelve zaken tuiïchen de Doktooren of Sorbonifteii
en de Jefuiten van Parys voorgevallen zyn. Op
Ooftwold η zal de Leezer aangetekend vinden, hoe
ellendig dat de Vriezen in 't jaar 12,71, door den
hongersnood gedrukt zyn geweeft ; te meer om
<3at de Biiïehop van Munfter , om hunne onge-
hoorzaamheit tg ftranen, de jaarmarkten aldaar
verboden had, enz, By gelegendheit dat een zeke-
re Occo een kloofter gefticht en begiftigt had ,
word getoont dat zulk. een f&chten geen volko-
" r::' /\!.: ! men
j1 Pa§- 438, 439· i pag. 441» 44K k Pa§- 444· J .
1 Paê- 447, 448. m Zie pig. JwSL*
Λ**
S pog. «óz, 4Ó3.
4 \
-ocr page 55-
V.OQRREDl^
men bewys van heiiigheit is. Daarop word Qtc.cps.-,
vuil gedrag beicïireven · gclyk ook^het vuil, ge-
drag van Klodoi^us Koning vaïi Vrartkryk , dj&'-
oolc zeer ruftig in Λ begiftigen vail kerkenj5K
klooftèrs was. Het gedrag van' [Éwentïboldm ^
hoewel hy onder zoodanige ftichters pf begiftiV ,
gersookgerekent wórd , was niet veel beter dan dat
van Kiodovtfus. J&ym Foelke , O'ccoos gémalinfie,
hoewel zy ook deel· aan 't gemelde fticHten had %
mag men Ρ zeggen cm. het een monitó vaiihoó.vaar-
digïeit en wreétheit was.
Eindélyk fcoomeu"wy tot het land ;van Dreni'^.
daar b'vöoï' eer ft over de naamreden van de Dren-
tenaars, en voorts over hunne óüde ^yópnftede,'*
en af komfte, veel té, onderzoeken valt:. ' Voor af >
hét* gevoelen van %' Pikart, dat de oude prcn-i
tenaars Reuzen waren, wydloopig wedèrléit ;.,erij
bv die gelegendheit de fteenhoopen , die daiu* IriJ
eèneeroote menigte gevonden worden, befcnree-
ven. Dan word'er tegen denzelven Schryver gé»,
toont dat groote GraMedenen fteenhódpërï geen vafif
hewfè geeven dat ;daar lïchaamen van reuzen be-
graven leggen, ' Hier kbomen de * graffteden ook
té pas, die in zufice een menigte by de l^oórd·*
lche volkeren pïagteii gevonden te ^öi^èn :/ajiji
ook de rotzen daar de oude gefchiédemiIèri[yarj.'diQ:
vol k eren met Ruriiffchc letteren op *' eéfiieeden
itaan. : Dan word 'er wederom * pèM/éezen dat o&
ι·
            Zweedeii,X)eenen,, én Noorwegers, doorgaans geene,
rcuzeriwdren. Maar wat een volk dat de voornoem-
de gra'Ff!eden. in het land van Drent opgerecht heb?
pe, dat i$ zodligt u, niét uit te wyzen : en 't is;
niet*' waar, 't geen iómmigehpe^eeren, dat alle
,. o Jienter dt Outneden van Gron. pag, 501. eiuu
ï 'pag. 504. enz. s pag.. 508, 509.
t pag. 511·,: 5:13·. !uipag7!5i6, 511, eBVr'> '°P: \
-ocr page 56-
VOORREDE N, /
de oude begraafplaatzen , die ίη^Λ een óVer-
vloed door ganfch Europa ^MftdM^
de .Romeinen opgerecht zyn. Op Knevelden
^S omftandige lyft 'der .Burggraven
Koeverden met een beknopt verhaal van hunne:
levensdaaden opgegeeven. Dat verhaal van hunne
daaden is eefchakeert met vcekathehdt gefchieaenii<i
fen en voorvallen, die den Lcezer allen klagte o-
ver de droogheit der ftofTe waarfchynelyk beneem
men zullen. Onder anderen zal hy daar rvinto
hoe dat de Bifchoppen van Utrecht, door al hun-
oorlogen, het Stift'dikwils uitgeput hebben: maar
voor al zich zelven, om hunne beveftiginge te be-
koomen, ganfch arm gemaakt , en tot de ooren-
toe jn fchuiden geftoken. Het zeggen van eenige
Schryvers dat de Soldaaten, die m eenen veldüag
voor de.Geeftelykheit of de Chriftenheit dood bly-
ven, martelaars fterven en van moftd ten hemel
vaaren, * kan uit pnkuöde zyn gezeik: maar t is
fomtydsookeen kunflje geweeftyom den Soldaaten
moed in te fcherpen. Dan word ook by zekere
gelegendheit onderzocht wanneer dat de zooge-
naamde Egiptenaars o£ Heidenen eerit m deze
landen aangekomen zyn; hunne ouÉheit encerite
opkomfte nagefpeurt,; en verfcheide byzonderhe-
den van dat geboefte vermeldt. Dat een hoeve, m
't bafterd latyn man/us, zo groot was als 18. merv
gens Rhynlandfche maat, b was over al geen vat-
te weta maar tuflehen hoeve en hoeve was dik*
wils groot onderfcheid.; Dan * werden de naamen
vm mannen y dienfimemnen hafhoorigen^Madman-
mn, keurmedigeny enz.
uitgeleit.. By die gelegend-
heit word 'er van rechte flaaven, en van een? halt
flag.viuiflaaven , geforokeni en getoont wat voor
w )-■                                 dienit-
Zie pag. J59·
x pag. 5i8. enz.
a Pag> 544, 54?·
c pag, 5 66. enz.
y pag» 534. 53V· enz·
enz.· b pi®! 564· 56
è 4
-ocr page 57-
V O ORRE D ER1
'- I _ „           zulk flag van halve flaaven
aan hunne Heeren fchuldig was. De vryheit, die
aan de ilaaven gegeeven wierd , was d dooféaans-
zeer onvolmaakt ij ja zoo een vrygemaakte ilaaf
moeft dikwils meer dienften doen dan te voore want
de Heeren en Vorften, die hunne ilaaven vrymaak-
fen, deeden dat doorgaans om eigen voordeel: De
belacheiyke <= ^facfa van ^en Noordfckn Velt-
ovêrfte Mollo,dk de voeten van Karel den Eenvou-
Mh
küiTen zouw, mogt myns oordeels, nadien
het zoo te pafte quam, ook wel in eene Aantekening
.Vermeldt worden. Wyders word >cr van het misbrmk
der Huiskapellen en Huispriefteren gefproken: f
welke huiskapellen van de groote Heeren en ryke
luiden maar opgerecht wierden om van de paröchi-
Iterken en kerkdienften bevrydt te blyven. De
Huispriefters zelf, doorgaans hetilechtfte flas van
Pnefters dat 'er uyt koft koomen j wierden van
die Heeren doorgaans maar gebruikt om de gering-,
ite dienften en flaaffclyke werken te doen Dan
word 'er getoont g dat de draag-outers omtrent zoo
veel quaads deeden als de huiskapellen : 't Welk,
van de hofkapellen der Vorften ook beweezeri word.
Dat de Biflchoppen en Aartsdiakenen, als ze de
ronde door het Bisdom doen , of den Haat van 't
Bisdom opneemen, en hunne kudde vifiteeren ee-
rechtigt zyn om van de geloovigen cenig onder-
houd te genreten, is eene bekende zaak. Maar in
de Aantekemnge * op Loon word getoont hoe dat
de giengheit daar dikwils onder ipeelde; de Bif-
lchoppen, om een deel geld by malkander te fchraa-
pen, Ichier altyd op de been waren om te viMee-
re».
De Pauilelyke Lcgaaten moeiten op hunne
reis en wedcrreis ook, onthaalt en gehuiftveft wor-
d'pag· 56& e pag. 578:
l P^· 58S» j8<5.. enz. g pag, 587.
I pag. 590,591,59z. -
                .,» .
-ocr page 58-
ØÏ Ï R.R ED ÅÍ.
en: die daar op de menfchen fchier overal be-
oftcn te fchatten,en koffers met geld in te gaaren.
e Leezer zal hier verfcheide ftaaltjes van hunne
begeerlykheit, en zeer zwaare klagten van deftige
luiden over hunne inhalendheit, vinden. Over
hunne quiftachtigheit viel al zoo wel te klaagen als
over hunne begeerlykheit. Doch dat prachen moet
niet op de rekening van alle Paullëlyke Lega-
ten gezet worden. Daar zyn 'er ook k geweeft
die geene handen aan gften geilagen zouden heb-
ben. In de Aantckeningc op Zuitlare 1 fpreek ik
omftandig van de heuvelen Br bergjes die in 't land
van Prent, en daar om ftreeks, m zulke menigte
gevonden worden. Het was by de Noordfche
volkeren zeer gewoonelyk , hunne dooden onder
heuveltjes te begraaven; maar andere volkeren, en
de Romeinen zelf, deeden dat ook. Dan word
'er ook van de gewoonte gciproken, van de graf-
fteden rondom met ftcencn te omringen, enz. Maar
of de Weftfalingen al ten tyde van Karet den Groo^
ten
, en vroeger, onder den naam der Saflèii be-
greepen zyn geweeft, ja voor de Stamvaderen der
Saffen gehouden moeten worden, daar over valt
vry wat meer te kakelen: en Sujfrïdus Petri, die
zyne Indiaanfehe afkomfte ftaande wil houden,
fchermt wat hy fchermen mag om dar gevoelen o-
vér hoop te firiyten.
Om tot de Aantekeningen op de Outheden des
Bisdoms van Deventer te koomen ■ daar zal de Lee-
zer voor cerft n vinden dat de naam van Ñ r biceps >
om eene zekere waardigheit, even als de naamen
£>»*, Comes , te betekenen , eerft in. Italië door
Aruhh of JragifusHartog van Benevento uitge-
vonden is. Daar dan bygevoegt word hoe dat de-
zelve
j Pag· 598. k pag. 600. enz.                     ... * r
V pag· 608, 609. enz. m pag, Cn. enz.
$ Qiuh^den van Devent, pag. 32., 33.
d f
-ocr page 59-
í ï ï aa å D åí?
zelve tytel naderhand door ganfc^ wvpa ver-:,
fbreidt is geworden: en alle de Biflchoppen van
Duitsland, ja zelfs eenige Abten \ dien tytel voe-r
ren. 't Is qualyk te raadcn waarom dat de bemch- j
te Hartog ,van Alba de ilad Rome., hoewel dat ·
hem zulks door den Koning geboden was , niet °
durfde belegeren. Het ichynt ook eene wondere
zaak dat Paulus IV, die veele goede gaven had, de
burgerye yeel goeds had gedaan , zeer miidadig
was, de gerechtigheit handhaafde , echter E door·*
gaans onbemind was, en na zyne dood op 'talder-
imadelykire in zyn ftandbeeld gehandelt wierd.
Hoe dat hy op het ftuk van de hoogdravende magt
der Pauzen al zoo ingenomen was als de andere.
Pauzen, <i en onder anderen ook daar op ftonddat
de Pauzen alleen gerechtigt zyn om een landfehap
tot een koninkryk op te rechten ; vorders waarom,
dat hy FerJ.wmd I. voor geenen. Keizer wilde ken-,
ncn, en Êlizabet voor Koninginne; dat alles, zeg
ik, word daar ook uitgeleit. Of de Paus eenen
Monnik, die zyne plegtige geloften gedaan, heeft,
magt of difyenfaatzi kan geeven om te trouwen,
is voor deezen een zwaar géfchil geweeft. Maar |
hter worden eenige voorbeelden van z^lke, een dif-
fcnfdatzi
bygehragt. 't Is een wonder wat al moei-
te elar. fer in de Kerkvergaderinge van Trerten ge-
daan is pra het misbruik van het niet r.efideeren der
BirTchoppen ^af te fchafien; en die s het niet weeten,
zullen 't niep. raaden wat daar achter zat. Daarn^
worden i<3| woorden Refervaatzien, * Bevelbrie-
veil ïú,ÌáçöáÀá , verwaehtgunilen of Expeüati-^
<va.
, béknpptelyk verklaart; en gctoont welke Paus
dat aUereerit het recht van de ordinarifle Begeevei's
door zyne é bedelbrieven belemmert heefLj Jboe en
run' '"*'"
           *a" ..^" , * ;" ,          langs
o pag. 34. pag. 35, 36. q. pag. 37, 38. ..; %:é? ,
i'Pag-38>39* s Zie pag. 40, 41.            , Ë .4..\
t pag. 43, 44.                                         .if ^ ^. w
v -ï Vu
-ocr page 60-
VOO..RRE.prfNv
. ,ψτ 3 vj ν.ι +ί >ι ν* * · ·
langs welke trappen dat de-leuzen, ger^egzaarft
meefter van de bégeevingen wierden enz. paar
by word getoont hóe dat 'er fchier over al Italiaa-
rieri, eniomtyds Kardinalen, in voornaarne kerk-
ampteri ingekroden wierden·, de .Koningen eft
Pauzen malkander den bal tpekaatften; het refer-.
veeren van Bifdommen , Abdyen, en Prioryen ,
door fnnocenttus IV. ingetrokken is-, enz.,.
In eene andere u Aantekeninge word uit Menfo
Jlting
getoont dat de Saliers eigentlyk Franken
zyn geweeft, en dus genoemt wierden om dat ze,
aan de Sala of den Yifel woonden, Die SaliiTche
Franken zyn de ftamvaders der Franken; maai-
met
de Franken , die dieper in Duitsland
woonden. Dan * word de naamrede vin
TweM onderzocht; getoont *, (Jat de tytel van
Merheiligfle Vader; van oudsaan alle Biilchop^
r>en gegeeven wkrjd, en die van,uwe Heiliglmt *m
alle Priefters. De Keizers van I^oriftantinopel iie-
tén Aich'ook heijig noemen : daar de Keizer Bf#»
der φ wel te deeg op fmualde., jfe· χ klagten,, die.
eenige BiiTchoppén in de· KerXyergaderinge, yaj^
Trcnte over al 'het preekên en- de veelvuldig^ pjjjj-3
vilegien der Monnjkkjen gedaan'hebben ? zyn waaiH
di'g om. geleezen té" worden: by welke gelegend-
heit de üitfpoorigë en domme predikaatzien van
Comijiige Monnikken, van fommigen zeg ik, ten
toon géftelt worden LM verhaalt hoedanig dat Lo-
dewy^Xll,
Koning van Vrankryk* van zulke
predikaatzien 'en'^dikers walgde. YDewyl 'er
van de kerkers en gèrcehtsdieriaajen, ,der Biffchöp-
pen gefprokenwaSj word 'er ^onderzocht hoe ver-
re dat'de BiiTchoppén in het opleggen der ftrafièn
mogeng^an; de geeflèlingenen ftokflagen,vaneenige
Pauzen en BiiTchoppén afgekeurd, zyn van ande-
ren
u Pag. 60> 61. w pag. 61, 6\<
x Pag. 80. y pag, 81.
8a,
Q Pa§· 83» 84, 85. enï.
-ocr page 61-
VOOlREDEN.
rcri goedgekeürt fen in 't werk geftelt: en hoe
verè zulk een goedkeuren en afkeuren verilaan moet
worden. Iemand tot een openbaare geeflèling ver*
wyzen, is den Geeftelykeii Rech teren verboden.
É)e Pauzen zelf plagtcn tot geene doodvonhiflèn
te koomen. 't Is a niet waar , 't geen fommigen
fchryven, dat' Bomfacius VIII. allereerit.de kav
kers der Gecftely ken uitgevonden heeft; by welke
gelegendheit de wreetheden vmUrbanus VI. be-
ichreeven worden. Dan volgt 'er in een andere.'
b Aantekëninge op wat wyze dat het beveiligen der
Biilchoppen aan de Pauzen gekomen zy: hoe dat
-%t fqmtyds geene beveiliging wilden geeven, maar
ée'n anderen Biflchöjy kooren. Doch dit aanilellen.
van een anderen Biflchop is hun dik wils mislukt;
én de Koningen' hebben het dikwils voor de. ver-
liezers opgenomen. Dan κ oomt het zoo te pas,
dat'er van de bekeeringe van l^yfland c geiproken
woxd: \ welk eenige Biilchoppen meer door déh.
degen als door preelungen gedaan hebben. Toen
is è$ eene menigte r van Haitogen , Graven^ Bj£
fËÏ&ppen,. en krygsgezclfcn , ter kruisvaart opge-
t/ólken , ert eeti nieuwe , Ridderorder inge-
ftek. Dan word getoont d'dat de LyfTanders
by hunne békéefing, naer de wjej'ejd geipioken ,
niet veel opgedaan hebben: maar van hunne Chri-
freiie Hceren en Overften gedrukt wierden dat het,
een grouw el w as. Zoo zy η meer andere volk eren
dqlc gevaaren y, en cèêigcn ■ om, al dat pei;llèn van,
'rgeloove afgevallen. Daar op word c voorgefteli
óf de ongeloövigen om huiine ©ngcloovigheit mo-
gen beoorlogt en uyt hun goed gezet worden: en
verhaak hoe dat de Duitfche Ridders, onder den
2
a pag. 87. h pag. 178. erm.         "■ ·
c pag. 184,185. d pag, 185, ι4&.
e pag. 187. enz.
-ocr page 62-
VOORREDEN.
fchyn van de Pruiflèn door de wapenen te bekce-
ren, de landen van de Praiflcn, Poolen, en Li-
thouwers, te vuur en zwaerd verdelgden, zonder
de Chriftenen zelf te fpaaren. 't Is nauwelyks te
gelooven hoe dat de Hooge Schole van Praag voor
deezen gebloeit heeft, en wat een getal van ituden-
ten dat 'er te Schole ging: maar men zal in de J
Aantekeningen vinden by wat toeval de grootfte
hoop verloopen is. Hoe dat de vergadering dei-
Broederen van 't gemeene leven van veele Monnik-
ken met geen goede oogen aangezien wierd ;hoe
dat de Preekheer Grabo hen door een gefchrift by
den Paus trachte hatelyk te maken; maar gedwon-
gen wierd eene plegtige herroeping te doen, de-
wyl het zoo te paflè quam, ε mogt ook niet over-
geflagen worden. ,,..
                                    ^-
Ook zal 'er de Leezer omftandiger als in vee-
lt
Hiftorièn befchreeven vinden dat de twee
Pauzen GregoHm XII. en Benediktus XIII. malr
kander verftonden; en, hoe gereed dat ze ichccncn
om afftand te doen, de zaak echter geenszins
meenden. Maar hoe dat \ Eugenms IV. met het
Concilie van Bazel over hoop gelegen heeft, afge-
zet is geweeft, maar alles weder te boven quam ^
word *er noch wydloopiger verhaalt, 't Is wat
zeldzaams, 't geen op een andere k plaats verhaalt
word, te-weeten dat S. Brigitta drie maal gekam-
nizeert
is geweeft; en de redenen van die drievou-
dige kanonizaatzi zyn even zeldzaam. By watlge-
legendhcit dat de order der Humïliaten opgekomen
fc, hoe ellendig dat ze verviel, en om wat redert
dat ze uitgeroeit wierd , verdient ook geleezen te
worden. Het gemeen zeggen, dat Paus Akxan~
der
VI. van vergift eeftorven zy, word van eeni-
ge
J Pa§» *34» 136. g pag. 138,139. enz.
η pag. i68,169. i pag." 171,173. eju» r
k
pafi. 178,1Y9.; Ipag. »82.
-ocr page 63-
^ ÖORR E D E N.
fc ichryveren niet aangenomen ; welker redenea
ierm onderzocht worden: en vertelt hoe holbol -
"lig dat het in zyiie lykilaatzië'n en begraaifèniilc
toegegaan is. Voorts n word 'ervan den naam In-
fant
geiproken ; getoont dat hy niet alleen aan de
kinderen der Koningen van Spanje en Portegaal
gegeëven is geweeft; en beweezen dat die. bena-
ming niet allereerit uitgevonden is door Ferdinan·
dus
II. Veele Lee/ers zullen wtel iets hooren zeg-
gen hébben van de ldooiternaamen , ik meene van
de nieuwe naamen , die fommige Monnik ken en
Nonnen in 't kloofier krygen:' maar ° hier zalmen
zien hoe dat twee bekende; Schryvers veel tégen
^ulke naamen te zeggen hebberi: gelyk ook tégen
de vrouwelyke naamen Michaeïa , Philippna, Ja~
coba^
enz: Maar wonder, en meter als. wonder is
het, 't geen men varii het örigémëéri en overvlie-
gend verftand, de onbegrypelyke geleeïdthëit', en
andere fchiei* ongelooffelyke gaveri van eeneri Fer~
dinandus de Korduba
Ρ gefchreeveri vindt. 0att
komt een 9 van de voornoemde twee Schry Vers
weder op eenige naamen imaalêh : en wil de naa-
men van Sophta, Salvdtor., Ekvnanüel, Natatïs'',
ïïOjfwiïïus, enz. aan de'kinderen* in den doop niét
gegeëven hebben. Over het gëeveri vari vèële l
naamen aan een en 't zelfde kind , eri over de naa-
men uyt het oude Teftament, eti heideniche riaa-
meri} hebben ionimigen v'ry wat té zeggen. In
eene s Aantekeninge op Raalte zal dte' Leézer een
omftandig bericht van S. Pïetm'peÏÏmng vinden ;
4at is van éen ftuk gelds dat ieder huis den PauS
jaarlyks opbrengen moeit. Van Engeland is 't één
bekende zaak : maar hier word het ook van vër-
m pag. 283, 184.s η gag. 285, ι%ι.£ΑτΨ m $
o pag, 2S8, 289. ρ Zier pag. 290, ipi.jeiiz '.;:
q pag· 335» 3?ó.cnz.· r pag. 3js, 336·"·'Λ V :c"""-c i
s PaS· 343· enz· l PaS- 37*· e
È
-ocr page 64-
VOORREDEN.
fcheide andere landen btweezen. Op r Öldenzeel
word reden gegeeven waarom dat S. Sifoettn al-
lereeril met een Pauflèlyke Muts (tiara) gefchil-
dert ilaat: getoont hoe dat fommige Schryvers, ja
Pauzen zelf, de Pauflèlyke Kroon en den Myter,
voor 't zelfde hoofdcieraad nemen , anderen een
groot onderfcheid tuflchen die hoofdcieraaden ftellen:
en voorts verklaart waaf in dat onderfcheid beftaan
zoude. Het zeggen van andere Schryvers en Pau-
zen, dat ^Kgnflantyn de Groote'den raus Silvefier
éen driedubbele kroon gefchonken zoude hebben,
» word 'er vérworpen : en onderzocht door wat
Paus zoo eene kroon eerft uitgevonden zy. Daar
na['" wor^het gefchil over de Vertaling van de
fi. Overzetters, en over de Hiftone van drifleasi
met de" w^derzydfche bewyzen , den Leczcr be-
knoptelyk voorgeftelt: en de tfwaarwigtigheitvan
dat gefchil aangeweezen. De beruchte lyft van
de leenmannen der Utrechtfche Kerke, die den Bil-
fchop. Adelboldus toegefchreeven word, en elders
ar verworpen is, word hier wederom op hét tapyt
gebragt en afgekeurt. By i gelegentheit van het
naamwoord vipicopium worden 'er verfcheidenc
ftaaltjes van- het keukenlatyn der middelfte eeuwen
opgegeeven, die meer na een barbaarfche als %»%
tynfche taal gelyken. In de Aantekeningen op
Zutfeetv word van den Paus Jiilius II. gefprokén ,
en geroont hoe. dat hy van fommigen hemelhoog
gepreezen, van anderen zóo: veel te laager gezet
wbrd. Daar zal/men eenige vóornaarrie omilandig-·
heden van zy π leven aangehaalt vinden; als onder
anderen, hoe]dat hy den Kardinaal d* Amboifi^ék,
°P
'.!!°>δ··374.37^:ΐ0 '                                        ":^} et
w Pag- 379. 380. enz.             ,
x pag· 398.
7 Pag $07
1 pag'Sti, 513. en»,                ?yf >ju- o:
-ocr page 65-
VOORRED EN.
op het tipje ftond van Paus te worden, verfchalk
en van die opper waardigheit verfteeken heeft.
Dewyl men nog met het drukken van dit deel
bezig is , kan ik den vorderen inhoud nu niet ver*
melden.:
-.·;.                                                    ■/,< ,
Ik wil hier ook eenige brieven iaaten , volgen,
die ik niet weet dat oit in Duytfche boeken uit-
gegeeven zyn, en tot vordere opheldering
van deze O ut beden konnen dienen, 't Is waar
dat de lantbrief , die door de Biflchoppen
van Utrecht plagt bezworen te worden , en eeni-»
ge andere brieven, in een * werk van den beroem-*
den Ant. Matthmis te leezen ftaan : en om die re-
den had ik dien brief, daar hy te pas quam, niet
opgegeeven ; maar den Leezer naar Anton. MaU
thtfits
geweezen. Doch dewyl de brief zeer aan^
merkelyk is,, en van alle Biilchoppen moeft be*
zworen worden j en vermits het gemelde werk van
Arit. Matthaus by veele Lief hebbers niet te vinden
en in 't Latyn befchreeven is, ben ik te raade ge-
worden den voornoemden hier ook eene plaats te
gunnen.
                                                            'J*
„ WY ARENT VAN HOERN, BY DER
„ ghenaden Goeds Biflchop van Utrecht maken
s, cont allen luiden, dat wy lyen ende bekennen >
„ dat alfulke bede als ons onfe Ecclefy, Ridde-
is ren, Knechten ende Steden van onfên Ge-
Λ ftichte van Utrecht gegeven hebben tot defertyt,
„ om rechter gonfte willen gegeven hebben, .on-
,, fer Kercken Slote ende Ambochte aen defe fyde
s, der Yfele mede te loiènen, mer van ghenen rech-
„ te, ende geloven in goeder trouwe onfèr Eccle-
„ fy, Ridderen, Knechten, Steden, ende den
j, Geitichte van Utrecht voor ons ende voer an-
„ fert
a De Nobüirate pag. 735.              £M ..n; ^:-· .^i-it
mbm
-ocr page 66-
Voorreden,
w fen nacomelingen Biflcoppen t' Utrecht ghene
r, mergengelt, huysgelt, noch geenrehande ghc-
„ meine fcattinge meer te verghen. Voert zo heb-
„, ben wy ghelooft voer ons ende voer oniè naco-
„ melinghe Biflcoppen t' Utrecht voorfz. die Slo-
„ ten ende fAmbochten onfer Kercken van Utrecht
„ aen defe zide der Yfclen nummermeer te bezwa-
„ ren, noch te belaften, noch van den Geftichte
„ te ontferren in gheenre tyd. Ende wanneer wy
„ of oniè nacomelinghen Biilcoppen t' Utrecht
„ voorfz. aflivich of des Geftichts quyt wierden,
„ zo zelmen die Slote ende xAmbochte vry endeon-
„ becommert overleveren den anderen Biflcop aliè
„ hys begeert, ende hi ontfaen aliè recht is, be-
„ houdelyc dat hi eerft conhrmieren, zekeren,
„ fweeren, ende loven zei die Slote ende Amboch-
„ te niet te befwaren, te belaften , noch te ontfer-
„ ren van den Geftichte voorfz. in gheenre tyt, en-
„ de dair op fine opene brieven geven* Voert ίο en
„ iel wi of oniè nacomelingen BilTcoppen t'Utrecht
„ vooriz. niemant borehiate fetten in enich vanon-
„ fer Kerken Slote, noch Ambochte, noch hem
„ die bevelen, hi en zi een welgeboren man, ende
» wel ghegoedet in den Geftichte ende geboren uyt
„ den Geftichte, alib datmen hem des geloven
„ mach. Voert ίο feilen die borchiaten en Am-
„ bochtsluide, diewi iètten zeilen in onfer Kerken
» Slote ende Ambochte, eerft loven, lekeren, en*
« de zweeren in den Capittel voor die Ecclefy ,
» voer Ridderen , Knapen , Stad ende Steden des
„ Geftichts van Utrecht, tot behoefF des gemeyns
»j Geftichts van Utrecht voorfz, ende daer op hoer
j> brieve gheven, die voorfz. Slote ende Ambohte
„ niet te befwaren ,noch te belatten meer dan voor
„ een jaar benoemder penfi, die, redelic is. Voert
j, fc en fel die borchfate of die ambochtsman, die
ï, nu in der tyt is, ende altoes voert die ilote ende
» ambochte niet rumen noch overleveren, eer die
9                              »ari*
-ocr page 67-
VOORREDEN.
„ ander die op dat flot of in finen ambochtendathke I
„ bewaren heeft,wefen zei, eerft geloeft,gezekert, I
,, ghefworen, ende fyn open brieve gegeven heeft 1
'J, alfè yoorfz. is. Ende wi Biilcop of onfè naco-1
,r jpeljngen BiiTcoppen voorfz. mogen die borchfa-1
<* te encle ambochtslude verletten alil ons genoecht, I
„ behoudelic dat deiè voerwaerde voorfz. bliven j
II zeilen in alle hoerre machte. Voert waertdatdie I
„ Stoei van Utrecht ionder Heer waer, of dat die |
,,. Biiïcpp in der tyt niet ontfaen en waer,alfèrecht I
„ is, ίο ièlmen die voorfz. lofte doen in den Capit-1
f. tel in tegenwoordicheyt der Ecclefii, Ridderen, I
5? Knapen, ende Stat van Utrecht, alfo voorfz. is, I
„ tot behoef des Biflcops, die toekomende is in der I
,", tyd, ende hem die Slote vry ende commerloes I
,, en de Ambochte overgeven, alfè hi ontfaen is,;;
l\ ende deiè voorfz. punten eerft gheloeft, gheze· I
„ kert, ende gefworen heeft, ende zyn openebrie-1
« ven daer op gegeven heeft. Voort zeilen wi en-1
j: de onfenacomelingenBiflcoppen voorfz. alleman \
„ iantrecht doen, alfë in onfeh geftichte gelegen
", is, 1)ehoudelvc dat die Ecclefy ende elc gheftelic
5 perfbon na finen fta'at daer te rechte fta, daer hi \
„ vim gewoonten fcul'dig is te recht te ftaen, ende \
', nyemant vangen noch zyn ghoet nemen tegens j
,, lantrechte, ten waer dat hi mit rechte ende "mit {
"2 oordeele eerft verwonnen waer. Ende waert dat!
enighe welgeboren luden rechts voor ons te doen |
,', hadden, die oordeel en zei wi niemant vraghen |
„ dan welgeboren luden, ende die oordeel die men:
„ voor ons wifen zei, die en zei nyemant worden
,', beroepen vander partyen weghen , dan die par-
2 tye cliënt oordeel tegen gaat. Voert iö en faf va
55
of onfè nacomelinghen voorfz. geenrehan.de oer-
,, loghe aennemen, wi en haddent eerft vervolget
j bi onzer Ecclefien , Ridderen ί Knapen, ende
1 Steden van Utrecht, alfè van outs recht is, ende
„ geweeft heeft. Ende alle deiè vooriz. punten heb*
befl
-ocr page 68-
VOORREDEN.··
„ ben WI AERNT VAN HOERN Biflcop
„ t5 Utrecht voerfz geloeft, ghezekert, ende
„ gefworen wittclick , ende wel te houden ende
„ niet te breken in gheenre manieren i endewiDe-
5, kene ende Capittele der Ecclefy, Ridderen,
„ Knechten, Stat endeghemene Steden des Stichts
„ van Utrecht te famen gewilcoert, ende malcan-
„ dren gheloeft in goeden tiOuwen alle die punten
„ die in defen brief tefchreven ftaen vaft ende fta-
5, de te houden ende te houden doen. Ende waert
„ fake dat wi AERND BiiTcop Voeriz of oniè
„ nacomelinghen enich van deièn voeriz punten
„ verbraken, of nyet en hielden i ib kenne wi,
„ dat nyemant voer ons noch voer oniè ambochts-
„ luden iculdig is te rechte te ftaen,noch tendien-i
„ fte te comen i noch ons hoeriamich te weien ter
s, tyt toe, dat wi alle deiè voerfzi punten vol ende
„ al gehouden hadden. Ende waert dat enich borch-
„ iate of ambochtsman die in der tyt waer enich
„ van deièn voerfz. punten verbraken, of nyet en
„ hielden ■> dat dien die deiè punten brake, wiBiA
,, icop off oniè ambochtsluyden in der tyt henghe-
,, ne recht doen en zeilen , en dat hem nyemant te
,, rechteftaen en zei, ende ghene oordeel over nye-
,» mant en zei hi mogen gheven of helpen gheven,
,, endedaer zei wi Biilcop, Ridderen, Knapen,
s, Sat, ende Steden voeriz teghen vallen ter tyt toe,
„, dat hi alle deiè voerfz punten gehouden had-
,ï de * ende men des zeker ende wiflè waar. En-
„ de alle defc voeriz. fier vorwaerden zeilen ftaen
„ fonder enigerhande argehft. Ende op dat alle
„ deiè voerfz punten valt ende ftade bliven ende
„ onverbroken , zo hebben wi Aernt van Hoern
,j BiiTcop, Dekene ende Capittele derKerckenvan          «
„ den Doem, van Oudemunfter, van Santé Peter,
„ vaniante Johan, van fante Marien t' Utrecht,
it Gifelbrecht Heer van Abcoude ende van Duer-
« fteden, Zueder van Abcoude Heer van Putten
-ocr page 69-
VOORREDEN.
„ ende van Strienen, Iohan Heer van Culenboreli
„ ende vander Leek e, Giiêlbrecht Heer van Via-
„ nen ende van den Goye, Zueder Borchgrave van
„ Montfoerde, Heynric die Rover van Montfoer-
„ de, Zweder van Vyanen, Iohan van RynefTe,
„ Ghiièlbrecht van Sterckenborch, Vrederic uten
„ Hamme, Gheryd van Polanen , Dirc van Zu-
„ len, Peter uten Hamme, Iohan van Heerlaer,
5, Zweder van Bloemenfteyne , Ghiièlbrecht van
„ Herdenbroec, Otto van Scocnouwen, Beernt
„ utenEnghe, Steven van Zulen Ridders, Splin-
„ ter van Loenreiloet, Alfaer van der Horft,Hen-
„ ric van Haerlem, Vrederic Zoude van den Ryn,
„ Iohan Zulen , Iohan van Amerongen, Willam
ft. Zuermont van Hynderfteyn, Vrederic van Zu-
,, len, Bokel van der Haer, Dirc van Houdaen,
„ Willam van Vloeten, Willam van Vronefteyn,
„ Iacob vonder Α, Gheryt vander A, Ghiièlbrecht
„ die Wolf, Philips van Werdeniteyn, Aerndvan
„ Lunenborch, Iohan over de Vecht Knapen,
j, ;Ende wi ftat van Utrecht ende Steden des Gc-
,, ftichts van Utrecht voorfz, aliè Amersfoerde ende
„ Renen, oniè zeghelle aen defen brief gehanghen tot
,, eenen oirconde. Ende alwaar dat zake dat aen
„ ^deièn brief een zeghel of meer gebrake, noch-
„ tans ibude deiè brieff bliven in alle zinren machte
„ gelikerwys of hi vol ende al beiègelt waer. En-
„ de defen brieve is meer alleens fprekende. Ghe-
„ gheven int jaar ons Heeren Duiènt drie hondert
j, vyf ende tfeventig des donredaghes na funteSer-
„ vaes dach t'Utrecht. ■·.·.
Ik zal hier by voegen, dat die zed3m<k.tKarelV.
Heer en meefter van Utrecht geworden was , mer-
kelyk verandert is. Dat is in de~Voorberichten op c
Batavia Sacraal aangeroert: maar my dunkt datee-
ne zaak van zulke een aangelegendheit, en die zoq
■wezentlyk tot deeze Outheden en de Hiitorie der U-
trecht-
c pag, CV, CVI. CVII. CVIII.
-ocr page 70-
*                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                     ■'■-.·                                                                                                                                                                                                  <
4
VOORREDE N.
trechtfche Biflchoppen behoort, wel verdient wat
wydloopiger verhandelt te worden. En hier toe
worde ik wederom door dezelfde reden aangeport,
die my tot het uitgeeven van den Lantbrief aange-
port heeft, te weeten dat het Boek van Ant. Mat-
ihms,
daar hetuit uitgetrokken is, niet overal gevon-
den word. Om tot de zaak te koomen; wanneer
Keizer Karel Heer van Utrecht geworden was,
hebben de Biflchop en de Keizer, of naderhand de
Koning van Spanje, een byzonderen eed gedaan :
de Biflchop aan de Geeftelykheit; de Keizer, en na-
derhand de Koning , ook aan de Staaten. By
Pontusc Heuterus ftaat het formulier van den eed,
die door Philips, Keizer Kar els zoon, en Prins van
Spanje, aan de Staaten is gedaan : welk formulier
wy goedgevonden hebben ten dienfte van de Lief-
hebbers in het Duitfch over te zetten. Ik Philips,
Prins van Spanje, .... bëloove en zweereby deeze
heilige Gods Evangeliën dat ik den B(ffchoprde Pre-
laaien
, en de Kapittelen der Utrecht fche Kerke, met
den ganfchen kerkelyken β and, en de H. Katolyke en
Roomfche Kerke
, mitsgaders de Edelen , de, Steden,
en burgten,en alle de ingezetenen der gemelde Provin-
cie, gelyk ook hunne goederen en haven, tegen alle ge»
weid, verdrukking en aantaflingzalbeféermen^en
hunne gerechtigheden, voorrechten, vrydommen, en
kofluimen zal bewaar en en tegen ieder een verdedigen;
voorts dat ik doqr het ganfche Stift op een bittykewy-
ze recht zal doen
j en eindelyk alle de pligten van een
goeden en vroomen Forfi volbrengen. Zoo helpe my
Godt, en alle de Heiligen.
Maar over den eed , die door den Biflchop ge-
daan zoude worden, is vry wat te doen geweeft. De
fBiflchoppen plagten te zweeren dat zede gerechtig-
' ■■ *                                                                                          heden
4 De Nobilitate
, e Ub. L Rer. Auftr. cap. ultimo.
ι Zie Am, Matth. de Nobil. pag. 743·
-ocr page 71-
V ¼ Ï R R E D Å Í,
heden van hunne Kerk in haar geheel zouden bewaa-
ren, en de vryheit der verkiezinge en ontheffinge^ die
men in het Stift van Utrecht zoo lang genooten en on-
derhouden had
\noit zouden verbreeken of laaten ver»
breeken,
enz. Doch de Keizer, nu volkomen mee-
iter geworden, fchrapte die woorden der verkiezin-
ge
uit: 't welk, zoo als de Geeftelyken het begree-
pen, zoo veel was$ als de kroon van haar hoofd
genomen. Zy deeden ook alles wat hun mogelyk
was, om 't oude voorrecht te behouden: maar Á á»
rel
V. verftond het zoo: en by degrootenis het
recht doorgaans aan de zyde van de grootlle magt.
Dewyl de Geeftlykheit op haar iiuk bleef ilaan ;
quam het tot geweld; zoo als in het volgende ver-
bal aangetekend ftaat.
                   ;;
jPoleanck by de Domdeeckenen en andere de Key»
ferlicke Majefieyt overgegeven van wegen de
vyf Godshuyfen &c. met dappoinclementen
door bevel van defelve Majefleyt daer op gege»
f en 4nn.xyc
^xxi.
Alfoo de Keyferl, Maj, hy /'
fchryven van den Heer e
van
Borchival by relatie
van den eerfien Raedt en»
de anders geadverteert is
,
dat die Domdeecken totdi»
verfche fiohdengefommeert
fynde om fyn Majefieyts
beliefte te volkomen deson-
viiMch geweefi is
, heeft
men jegens hem van defe
executie moeten uferen
,
niettemin en is die meenin»
g& van de Keyferl. Maj.
niet idat gemelte exem,tien:
Dat de Stadhouder denfe»
ventienden Aprilis
, ende
daer na den vierentwin»
tichflen Majileflleden,den
Provoofi met Hellebar»,
diers ende Cluyvers in het
huys van den Domdeeken
gefonden heeft
, die feyden
lafi te bebben daer te bly»
ven9 tot dat antwoort by
den Domdeeken ende
Kercke gegeven foude ive»
jèft pf het regifirmn van
-ocr page 72-
m
VOORREDEN.
geufeert fullen worden je- t den eedt van den Bijfchop
gens die Geefielikheyt in
I (lstV.
alle andere faacken, ende
meent ook wel, dat fy lui'
den in toekomende tyden ,
daar toe geen occafieenful-
len willen geven, ·%
|
. Ex eodem Memoriali.
Op den dach van huiden heeft Wilhelmus. van
Maftriclit Èotaris van de Domker^e f Utrecht in,
pre f ent ie van myn Heer en van den Raede bekent 9\d0t
by d? articulen roerende den Eedt van den Bijfchop
uyt bevel van de vyff Godshuyfen geregifireert hadde,
endefoude defelve myne Heeren van dein Raede ach-
tervolgende hét bevel van de Keyferlkke M,ajefieyi(
ende fyn voorgaende belofte daer van,-overgebracht^
hebben
, ende fulcx hadde by die gifierên gecopieert
ende géauÜentifeert om defen Hove over té leveren
,
ende geléyt voor de Heeren int Cafittel\maer dievani
Capittel waren op gifierên van een ander finnegewor-
den
, belaflende hem in gefchrift te fetten het geéne
hier na volcht9 ende '{felve in den avont te,brengen
ten huyfe van M*.
Jafper van Hööchlandt. eerfie
Raedt
, het welck hy gedaen heeft, Aclum f Utrecht
opden viermfwintfchften Maji Ann.
xvc ende dèr-.
tich. .                ' ... ΛΛ ■                  rjo'j                         ν L
In het jaar % io\v. den
z$. Mey tegen het uur,
der.
& 't Latyn hfAni. Uaiih&us flaat anm mïllefimo trecen-
tefimopririo; maar dat isièkèrlykeen drukfout , ëajttóet'
tngtfimo primo zyn: en uyt bet gevolg "blykt dat het' akkoord tc
.J welk kort daar na getroffen wiérd, doorgegaan en getekent.
's den 2,7, Mey ij?i. Hét μζϊ vyf henderd,aal 'er uitgelaten"
?yni 't welk, gelyk elders "getöont'is,eentoörïvafi"een^é^;
is
geween
w                    °
e 4
-ocr page 73-
VOORREDEN,
ier fefperen, als het Kappittel by een geroepen was
hebben de eerw. Hoeren 9 de Prelaaten
, Dekens 9 en
ieder Kapittelheer in 9i byzonder
, Kapittelsgewys
Vergadert zynde, na een ryp overleg befloten dat zy
uyt kracht van den eed, dien de Btjfch oppen Gode en
de Kerke plagten te doen
, en van rechtswege, hunne
toe flemmïng niet konnen geeven om de artykelen van
den Bijfchoppelyken eed in zoodanige' form
, als ze on-
langs uit het hof van zyne Keizerlyke Majefleit
o-
vergezonden zyn, te boekte zetten. tVas ondertekent*
Willem enz.
Kort daar na is het akkoord getroffen; zoo als
ter zelve plaatze met (Jeeze zelve woorden aangete-
kend ftaat^
'-«;£ Allb op de veranderinge van den Eedt des Bi£.
r„ fchops van Utrecht langh queftie is geweeft, op
„ de welckeby die Keyierlicke Majefteyt alsert-
„ heer 5s Lants van Utrecht, na in fyn fècreten
„ Raede gefien is geweeft, 't gunt van wegen de
„ vyf Godshuiièn binnen Utrecht daer op gefchre-
9, ven was, geordineert is feecker form met reftri-
„ éfcie ertde immutatie, als by de Stadhouder ende
„ Raedt van Utrecht, die d' executie gecommit-
„ teert was de Gedeputeerden van de vyf Gods-
„ huizen in geichrifte overgelevert was. Waar op
„ defelve gedeputeerpen noch iwaricheyt gemaeckt
£ hebben, ende eyndelyck naer deliberatie in hare
,, Capittelendaerop gehadt, hebben, ophuyden by
„ defelve hare Gedeputeerden voor Stadhouder ende
n Raedt vooriz doen verklaren, dat om af te doen alle
w de queftien vallende op d' alteratie van de rarticulie*
„ rcarticulen van den vooriz eedt'fy tevreden waren,
n dat die Biilchoppen van Utrecht in toekomende
5> tydèn geen ander eedt doen en fouden dan den
„ generalen eedt, vervolgens die form van wegen,
n die Keyfèrlyke Majefteyt den felven vyf Gods-
-ocr page 74-
VOORREDE N.
„ huyfen binnen 's jaers overgefonden hier na gein-
„corporeert, Jura ecclefttf me£ confiwabo illibata
i§c. Prorfus ut fupra. & mox: Begeerende dat
„ myn Heer den Stadhouder ende Raedt daer me-
„ de fouden willen te vreden fijn.* Waer op by
„ myn Heere den Stadhouder ende Raeden voorfz
„ defelve Gedeputeerden ter antwoort gegeven is,
„ dat alfo by de Kcyferlycke Majefteyt Ordonnan-
„ tie gemaeckt is op den voorgaanden eedt als
„ voorfz is, hemlieden niet mogelyck en was die
„ ordinantie te infringeren, of altereren, nochtans
„ fo veel in hem is hebben met de voorgaende pre-
„ fentatie van de voorfz vyf Godshuyiën te vreden
„ geweeft, fo verre die felve vyf Godtshuyièn Ca-
pitulariter deden verklaren , dat fy nu noch in
,, toekomende tyden de Biifchoppen van Utrecht
?, geen van de particuliere articulen van den eed>
„ die fy ièggen de voor Biifchoppen gedaen teheb-
„ ben, die nae Biifchoppen die in toekomende ty-
„ den weien fullen, voorleggen, nochte van hem
„ begeeren en fullen, maar iullen te vrede fyn al-
„ leen met den generalen eedt, ende 't felfde in
„ haer regiftre doen regiftreren , ende dit al onder
„ corre£he ende die goede geliefte der Keyfèrlicke
„ Majefteyt. Aófcum t' Utrecht den zj, May. Ann.
„ 1 f 31. Ende was ondertekent,lo. Slachcck Prse-
,j pofitus. Iohannes de Forfi fub beneplacito domi-
„ norurn meorum, Simili modo ego ίο. Ingewin*
kei Priepoiïtus S. lohannis Traje&eniïs. Pari-
„ formiter ego G, de Swgerode Decanus fan&i Sal-
„ vatoris. Niekercken Decanus ian&i lohannis,
,, Hermanus Decanus beatse Marige. Ita eft: ίο. de
Winfem. Ende geichiede in prefentie des Stadt-
n houders, eerfte, ende andere Raeden, van den
£ Keyièr in den Hove Provinciael van Utrecht,
Daar
-ocr page 75-
VOORREDE N.
Daar tegen heeft de Keizer zich zei ven tot het on-
derhouden en handhaven van de vordere gerechtig-
heden der Geeftelykheit verbonden.
£opye.
J Die Keyièr ial die Kercken ,. geeftelycke per-
„ foonenende hare goeden houden ui haer rechten,
„ privilegiën, ende'.vry heiden, dacr af zy deuch-
„ delicken geuiêert ende gebruyckt hebben, ende
„ iuïcx fullen blyven in hare privilegiën van de
„ exemptien, collatien, inititutien, immuniteyten,
„ gebeurte , ende tour van te confereren in haar
„ maanden, Wel vörilaende dat fy luyd'en geen
3, Biilchop dan by nominatie vari*den Keyièr ofte
3, Dekenen kieien en iulièn dan den genen, die de
„ Keyzerl. MajeWyt, ende fynen nacomclingen
„ als Hertogen van Brabant ende Graven^yan'Hol-·
„ lantj Heeren ende Vrou\ven van den Lande vari
is Utrecht accept erïdè beqüaem fullen wefen, en-
„ de iüllen heure goeden mit geene contributie be-
„ laft ofte beiwaert worden, dan na alle redelic-
„ heyt ende gelegeritheyt van den' faecken behoren
„ iall, Onderilont, Qeextraheert uyt een Kegifter
„ ruftende in de Charteren der Kercke van den
„ Doem t' Utrecht foK xxi .endë is bevonden daer-
„ mede concorderende by my, en was onderte-
,, kent, Bommel Notaiv \ . ,
'                                                                 . .                            ■■;·.',■                         '.· TW H >■'■                                                 ■_■■ ■ .
J "·"-     '     ', '- : '!     "--"                           ~      Ö      ' .     V        k) 02»^ \'.'r'--..'' SI . ».
?, Gecolladoneert jegens icker ex*
„traét authentycq gefchreven in
„ pampier,ende onderteeckent als
„ boven, ende is bevonden daer
„ mede te accorderen by my on-
„ dergeïchreven Notaris publycq
„ byden Hove van Utrecht ter
„ exercitie vant Notarifchap ge-
„ admitteert §cc.
Uit.
-ocr page 76-
VOORREDEN.
ec Uit dat akkoord fchynt te blyken dat de vyf
M Godshuizen de vrye verkiezing van eenen Bii*
*t fchop zoo verre behielden dat ze iemand moften
iS kiezen die den Keizer en zynen nazaeten aangenaam
ware: maar de grooten zyn gewoon hunne· raagt
meer en meer uit te rekken : de Keizer hield na-
derhand niemant voor aangenaam, of hy moeit hem?.
zelf benoemt hebben.
                                 ß< Ï
In de Voorberichten op Batavia ä Sacra^ cn^
elders, is ter loops van de macht der BilTchoppen
geiproken, en getoont dat ze vry bepaald eri aan
zekere wetten gebonden was. En dewyl die zaak.
wederom zeer wezentlyk tot deze Hiftorie behoort;
acht ik het niet ondienftig , den Leezer een ora«
Handiger bericht dien aangaande te geeven. -
't Is waar dat de Biffchoppen den tytel van Hee·
ren van Utrecht
plagten te voeren, en Genadige
Forflen
genoemt te worden : maar, zoo als Ant*?
Matthteus
het verftaat en wel bewyft , moeten die|
tytels voor vergrootende fpreekwyzen genomen
worden. De Biilchop had het beftier overdeKerk*,
en kerkelyke goederen; maar de eigendom dergoe-.
deren quam de Kerke toe. Men heeft de giften
der Vorften by Beka en Heda., doch voornament%
lyk by den laatften, maar na te zien r en men zat.
aanftonds merken dat de goederen den Biflchop-
voor zyn eigen perfoon niet gegeeven zyn, maar dei
Kerke. Hy mogt geene Kafteelen , fteden, of
goederen weggeeven, verkoopen, of eenigerwyzef
van'tBifdom vervreemden; zelfs niet de goederen '
of inkomften tot zyne tafel behorende. Niet alleeiï,
was hy onbevoegd om de gemelde goederente veiv·
koopen; hy mogt ze ook op eigen gezag niet koo- ·
pen. De adem der Kapittelen moeft 'er overgaan:
die moeften den koop goedkeuren, onderteJ^r§e%t
bezegelen enz* Zoo heeft de BuTchop Johm van-
Diefi,
g $. i«. k Be itfebl. 12.fc. éøß \ ~ è
-ocr page 77-
VOORREDEN.
JDieft, volgens het fchryven van den zei ven Ant.
Matth<eus\
het Graaffchap van Dalem en de heer-
lykheit van Diepenhem met de toeilemminge der
Kapittelen gekocht in het jaar 15 31. Ik zegge vol-
gens het ichryven van Ant. Matthceus: want Be-
ka
en Heda, die van 't koopen van Diepenhem
fpreeken, maaken geen gewag van 't Graaffchap
van Dalem, 't Is ook met hunne toeilemminge
gefchiedt, dat hy de heerlykheit en goederen van
Maarfchalkerwaert verkogt heeft in 't jaar 1530.
Tot het koopen van het Graaffchap de Kuinder ,.
de heerlykheit en de goederen van de Koppel, en
die van de kleine Koppel, 't welk door andere
BiiTchoppen gedaan is, hebben de gemelde Kapit-
telen van gelyken hunne toeftemming gegeeven,
Zoo ftaat'er ineenongedrukten brief van't jaar 1407.
In 't jaar 1407, 2,3. September, confèntet-rden die
vyf Collegien Biffcop
Frederick van Blankenheim dat
hy befwaren mogt fyn tafelgoeden met___, die hy in V
beleg van Everfteyn verfchoten hadt. In een anderen
brief* van 't jaar ι f i f. ftaat het volgende te leezen.
Anno ifif. den 10. Augufl. gaf Bifjcop Frederick
van Baden Hillebrant Zuderman zyn leven langh
dat Schoutampt tot Rienen en van der Marfch
, mit
dat fchryf ampt ende bode ampt binnen Rienen, by
confent ende onder die zegelen der vyf' Godshuyfen t'
Utrecht.
Zelfs toen Johan van Dieft het huis te Diepen-,
hem gekocht had, heeft hy , gelyk in een ander
handfehrift ftaat, by een bezegelden brief belooft
dat hy daar geen Kaftelein zetten of afzetten zoude,
zonder de toeilemminge van de vyf Godshuv
zen.
Al het bovenftaandc, zoo als Ant. Matthceus bè- „
tuigt, wierd zoo ftnkt onderhouden dat de Biflchop-
pen, zelfs niet in een hoogen nood, gerechtigt wa-
ren om zonder de toeftemminge der Prelaaten
febatringen uit te ichryven , of goederen te verzet-
ten..
-ocr page 78-
VOORREDEN,
ten. Hy moeft 'er zyn eigen goed toe geeven; en
geld zien te krygen, of ergens opneemen. Moeft
hy ten dien einde iets verpanden, dat moeft hy van
zyn eigen erfgoed doen. Zoo dat niet verre genoeg
ftfekte , moeft hy de goederen van zyne tafel en
't geen tot zyn onderhoud diende eerft en voor al
aanipreeken: en daar toe moeft hy noch de toe-
ftemming der Kappittelcn hebben. Dit kan weder-
om door verfcheide brieven beweezen worden:
doch wy zullen'er flechts een of\twee,dietevooren
noit uytgegeeven waren, uit Ant. Matthaus laaten
volgen. De eerfte,te weeten vxn Flor entius van We-
velichovm
, is in de Latynfche tale gefchreeven;
dien we hier ten dienfte van den Leezer vertaa-
ien:
Florentius, by de genade van Gods-en den A-
„ poftolifchenftoel Biilchop van Utrecht, doen kond
„ en bekennen door deezen brief dat, nademaal de
„ Prelaaten van den Dom , en van S. Salvators 4
„ S. Pietefs, S. Jans, en S. Mariaas kerke te U-
„ trecht, op ons verzoek en bede, en om ons in
„ het wederomkrygen der gerechtigheden, het
„ rechtsgebied, en de inkomften van onze Kerk
„ van Utrecht te hulp te koomen, ons gunftelyk
„ toegedaan hebben dat WY DE INKOM-
i STEN, RENTEN, EN VERVALLEN
» VAN ONZE BISSCHOPPELYKE TA-
„ FEL, WAAR DAT ZE OOK GELEGEN
„ZYN, MOGEN EN KONNEN VER-
„ PANDEN ter fommc van tien duizent oude
5, goude fchjlden, Franlche munt, zoo bekennen
„ en belyden wy dat de goederen van de voornoemde
s, Prelaaten en Kapittelen, of die van byzondere
,s perfoonen der zelve Kapittelen, uit krachte van
,j de gemelde vergunning geenszins zullen verbon-
„ den zyn aan ons, nochte aan de genen, aan de-
» welken wy onze voorn, renten, inkomften , en
» vervallen zullen verpanden, en dat zy {aan de*
-ocr page 79-
VOORREDEN.
Φ-welken wy die goederen verpanden zullen) zich Zel-
?? ven geen recht op de goederen ( der Prelaa-
p.<:?Ψ
» Kapittelen , enz.) zullen konnen aanma-
n .tigen; Ja wy begeeren dat de gemelde perfoo-
99 nen en hunne goederen van alle ontruftingen,
W ftooringen, en belemmeringen , ganfch vry en
j* onbelaft zullen blyven : en WY GEEVEN
» ONS WOORD DAT WY DE( VOOR-
?, GEMELDE VERPANDINGEN GEENS-
9, ZINS ZONDER KENNISSE VAN DE
9» VOORN. PRELAATEN ZULLEN
59 DOEN. Daar by beloven wy dat wy den ge-
?j nen, dien wy onze gemelde renten , inkomften,
9» en vervallen zullen verpanden, in het inmaanen,
9» heffen, en ontvangen van dezelve renten, inkom-
» ftefi,en vervallen, nochte door ons zelven nochte
|> door andere perfoonen, eenig beletzel zullen
?» doen, of hinderlyk zyn :, ter tyd toe dat hun
9> volkome voldoening gegeeven zy , van 't gene
99 zy volgens den inhoud van de Vergunning,
»» die ons door dé gemelde Heeren wegens de tien
9» duizend oude fëhilden gegeeven is, verfchoten
?5 hebben of verfchieten zullen* alle lift en bedrog
?» omtrent het bovenftaande buiten gefloten. En
99 zal deze onze brief, die met ons zegel bezegelt
«» is, ter getuigeniflè der waarheit dienen. Gegee-
·» ven te Utrecht in 't jaar des Heere 1386, den 7
is dag van Oktober. .·.-..■
IJ>e tweede briefis van Frederïk van Blankenheim,
en was in de Nederduitiche tale opgeftelt:
„ FREDERIC BI DER GHENADEN
„ GOEDS Biffchop t' Utrecht maken kont allen lu-
„ den,diedefèn brief feilen fien of horen lefen, ende
„ bekennen openbaer voer ons en voer onfe naco-
„ melingheBiilcoppet' Utrecht, dat wy ontfangen
„ hebben van Eerfamen Heren onièn Prelaten ende
* ■.                                                                                                  ,, e»!
-ocr page 80-
VOORREDEN.
55 Capitteïen der vyf Kercken van Utrecht, enen
55 Confentbrief mit ièghelen harer Cappittelen be-
» fegelt, merende van twalef dufent alden feilden,
5i fprekende van woerde te woerde als hier na be-
55 fcreyen ftaat, Wy Prelaten , en Capittelen van
55 den Doem, Oudemunfter, t' finte Peters, t' finte
55 Johans, en t' finte Marien kerken t' Utrecht,
»» doen kont allen luden mit deièn brieve , dat die
»5 Eerweerdige Vader in Gode, ende Here, Her
55 Frederick van Blanckenhem bider genaden Goeds
55 ende des Stoels van Romen Biffcop t' Utrecht,
5? oniè lieve ghenadige here, bi ons geweeft ende
55 ons getoent heeft, hoe dat hi tot veele fleden fijn
55 gerechten geeftelicke ende wereltlicke overmits
ν macht ende gewelt van werentlicke lieden be-
ψ commert, ende van fvjnre Kercken vervreemt
55 heeft gevonden , ghelic il noch fijn , in groten
55 hynder en achterdeel fynre Kercken, en des ghe-
55 menen Geftichts van Utrecht voorfz, Ende ion-
sa derlinghe dat ghewelt dat hem Reynald van Koe-
5> ver den, ende finvreende doen aen den hufè tot
5» Koeverden mit finen toebehoren, endemenigher-
55 hande ghewelt die den Lande van Drenthe daer
?5 yan geiehiet fyn, alio hem dat ièlve Lant hadde
55 doen aenbrengen ende clagen, daer hi een fwaer
η oerioghc om acngenomen heeft, als om dat
's voorfz, huys van Koeverden mit finen toebeho-
5s ren, dat langhe uytgeftaen, en van den Geftich-
5ï te vervreemt/ heefc geweeft aen fynre Kercke en
55 Geftichte van Utrecht voerfz. na alreiy nre macht te
"> brengen, ende den lande van Utrecht die ghe welde
$ of te doen,ende dat bet te ruften te ietten,daer groten
5? koftom gedaen is, en noch veele koft toebenoort,
35 dien hi mit fyns geftkhts goede, dat tot fynre ta-
% fekn hoert, alleen niet volbrengen noch verval-
55 len en kan fonder hulpe van finen vrienden, ende
55 daerom heeft ons oniè ghenadige Heere voorge-
*> noemt gebeden onfe confente daer toe te gheven,
„ dat
-ocr page 81-
VOORREDEN.
55 dat hi zytte taeffelgoede*, rentferi, tinfe, thiendett,"
5» tolle, vervalle, opcominghe eride ampfen, ghee-
5> ftelike, ende werentlike, hoe en waar die ghe-
5» legen iyn aen deiè iyde der Yièlen veffetten mo-
55 ghe in fynre vreendè hande, uytghenofnen Sloe-
5» te, die hihier mede niet veriètten enial in eeniger
55 wys tot eenrefommen toe van ghelde, als twalef
55 duiènt Vrancricfche fchilde, of die weerde daar
55 voor, binnen twalef jaren naeftcomende te beta-
55 len, Dats te verftaen, dat die ghene, die detaef-
55 felgoede, Renten , Tienden, Tiniè, Tolle, Ver-
55 valle, Opcorninghen,cnde Ampten gheefteliken
55 of werentliken hebben feilen, aliè voeriz. is, teri
55 minden elcs t' sjaarsvanden twalef jaaren voerfz.
55 ofcorten feilen en inhouden dufent oude Vran-
55 cricfche feilde, Ende wanneer defe twalef jaren
55 voorfz. omghecomen fyn, ib ial deiè brief claar-
55 Hken doot en machteloos wefen, Behoudelick
55 ooc in allen punten vooriz. zulke brieve, aliè die
55 Stat van Utrecht ende anders ymant van onièn
55 Here van Utrecht ende fine Voorvaders BiiTcope
55 t' Utrecht hebben bi confenteder Ecclefie vanU-
55 trecht, in hare macht te bliven, ende mede be-
5» houdelike enen igelkken fynre penfie, die himit
55 rechte heeft uyt den voorfz. Renten, ende voert
»5 meer behoudelicken dat overmits des tegenwoor-
j» digen Confents onièr Capittele goede, ende iin-
55 gularen perfonen van den Cappittelen, onièn Hee-
55 re van Utrecht of den ghenen, dien hi fijn ren-
55 ten voerfz. verbinden fel, mit defen coniènte niet
55 verbonden en feilen weien s noch dat onfe Heer
55 voerfz. noch die ghene, dien hi beveel doen fel
55 aliè voeriz. k, daer gheen aental op hebbenen
55 feilen, Ende want onfe lieve Heer van Utrecht
»5 yoergenoemt fterflic is , en hi fijn vreende, die'
55 hem in finen en fijns Geftichts nootfaken voerfz.
55 biftaen, en hoer goed verleggen ièllen , en ver-
55 leghen hebben , meent te beiorgen als hi befte
„ can,
-ocr page 82-
VÖORR Εί) Ë N,
;, cah, foe dat fi bi hém niet verderflic en werden
„ aen horen goede, des hi niet wel ghedöen encan
j, fonder onfe confente , op fuïke voerwaerden, al-
„ fo voerfz. lijn , Ert Want dee Eerweerdige u*
i, Gode onfe lieve Heere van Utrecht voerfz. dele
» voerfz. faken beftaen en aengenomen heeft om
„ oorbaer en nuttichcyt der Kerken en des Ge-
rt ftichts van Utrecht, daerom fo hebben wy Pre-
laten en Capiitelen voorgenoèmt aenfiende die vli-
j, ticheyt,die onfe lieve Heer voerfz. bewyft fynre
„ Keirken recht te vorderen en te vervolghen, on-
i, fe confente daar toeghegheven, en geven mitde-
j. ièn brieve, alfe dat hi fijn taeffèlgoede, Renten,
i, Tinfe, Thienden, Tolle, Vervalle, Opcómin-
„ ghe, ende Ampten, gheeftelike ende werentlike
Si aen defe zide der Yfelen, foe waer ende hoe die
„ gelegen fijn, uirgefet des Geftichts Slote^ verfet-
„ ten mach aen fijnre vreende hande, die hi daer
„ an wyft mit finen brieven tot eenre fömmen van
„ twalef dufent ouden feilden van Vrancrike ,
„ ofpayèment daer voer, te betalen binnen twalef
„ jaren naeftcomende, Dats te verftaen , dat die
* ghene die die taeftelgoede ■, Renten, Tienden,
$, Tinfe ^ Tolle , Vervalle j Opcominghe j ende
» Ampten, geeftelicke ende werentlicke hebben
», feilen, alfo voerfz. is , ten minfteh elcs t' sjaars
y> van den twalef jaren voerfz, ofcorten feilen ende
s, inhouden dufent oude Vrancricfche feilde, alfo
» dat elc jaer hem felven quite van enen twalef-
n ften deel van der fommen voerfz. Ende wan-
» neer defe twalef jaren voerfz. ömghekomen fijn,
i, fo fel defe brieff claerliken doet ende machteloes
» wefen, behoudeliken ook in allen punten voerfz;
»> fulke brieven, alfe die Stat van Ucrecht endean-
ft ders ymant van onfen Here van Utrecht enfinen
„ Voervaders BiiRope t' Utrecht hebben by onfen
μ confente, in hore macht te bliven, ende mede be-
» houdelic eenen yegheliken fijnre penfien die hy
ƒ                »™t
-ocr page 83-
VOORREDEN.
£ mit rechte heeft uyt den voerlz. Renten, Ende f
„ voert meer behoüdeliken ons dat overmits des te*
„ genwoerdichs Conlènte onlèr Capittele goede en- \
n
de linghulaeren perlbnen van den Capittelen on- l
„ len Here van Utrecht, of den ghenen, die hi;
„ fijn Renten voeriz. verbinden lel, mit delen;
„ Conlènte niet verbonden en lellen welen , noch
„ datonlê Here voeilz. noch den ghenen, diehi
„ beveel doen lel, alle voeriz.is, daergheen aental
„ ophebben en lellen, Voert meer behoüdeliken!
„ waert fake, dat onlèn Here van Utrecht voerfz.
„ morghengelt of huysgelt bi conlènte der Eccle-
„ fien, Ridderen, ende Knapen, Stat ende Ste-
w den binnen delen twalefjaren voerfz. ghegheven
„ worde, ίο ioude onlè Here van Utrecht voorfz.
„ ofcorten iès dulènt oude Vrancriclche Icilde van
„ der ibmme voeriz. allo verre allé dat morghengelt
5f of huysgelt allo veel beliep ter goeder rekenin-
„ ghe, boven dat wy daer voer op confirmeert heb-
„ ben, allo voeriz. is, Alle dinc fonder arghelift.
„ ïnoirconde des briefs belègelt mit onlèr Capittele
„ zegelen van den Doem, Oudemunfter t' linte Pe-
„ ters 9 't linte Johans, en linte Marien Kerken
„ t' Utrecht voerfz. Ghegheven in 't jaer ons Hee·
„ ren Dufent drie hondert vyf en t' negentich, des
„ les en twintigften daghes in Meye , Welken
„ brief voerfz. wy gheloven voer ons en onlèn na-
„ comelingen Biilcope t' Utrecht voeriz. weder o
5, verte gheven den Prelaten ende Capittelen voerfz.
9, 't jerfte, dat dele twalefjaren naeltcomende na
„ inhoutdes Confentsbrieff voerghenoemt omgjhe·
w comen fijn ibnder enich wederleggen. In oircon·
„ de des briefs belègelt mit onlèn ièghel, geghe-
„ ven in 't jaar ons Heren Dulènt drie hondert vyff
„ en t' negentich des ièven en twintichften daghes
„ in Meye.
.
-ocr page 84-
VOORREDE ïsf.
Dat de Biiichop zonder de toeftemminge der
| Prelaaten geene fchattingen uitfchryven mogt,
| blykt uit den lantbrief, door den Biiichop Aarnout
Ι van Hoorn ondertekent > welke brief boven opge*
I geeven is. ' -
Ook mogt hy geenen óoilog begiiinert, noch
I vrede maaken, zonder de toeftemminge der Staa*
| ten, en voornamentlyk der Prelaaten en vordere
f Geeftelykheit. Dit itaat uitdrukkelyk in den eed,
| dien hy gehouden was by zyne inhuldiging te doen.
Ik zal geene oorlogen beginnen zonder den uitdrukkely-
l ken raad *υαη de Prelaaten en de Geefielykheit.
Ook
#aat het in de volgende bulle van Johan <oan Ar*
tkel.
I„ WIJOHAN BIDER GHENADE GOODS
„ Bilïcop ι' Utrecht maken kenlik allen lüden,dat
|„ wy ghefekert ende geloeft hebben, zekeren ,en-
15, de gheioven onfer ghemeinre eqclefien van U*
jj trecht vaft ende ftade te houden, ende vol te
.» doen mit goeden trouwen alle die punten ende
f 5, zaken, die hier na beicreven ftaen. 'In den eer-
|„ ften, dat wi geenrehande orloghe noch grote ia-
|), ken daer ghehene is orloghe of te comen in hin-
I>, derniflè der voerièider eccleiien of ons lants van
„ Utrecht beghinnen of aennemen en feilen, Ende
5, gheviel ons enigherhande orloghe, dat God ver-
„ji hueden moet , daer en iel wibiftant, vrede,
Ι», noch zoene of gheven, noch gheenrehande tra*
|„ éfcaet daer of hebben noch houden, tcnfibiwil-
I» Ie , confent, ende goetdunken oniêr eccleiien
| „ voorfeyt, of der gheenre die ft daer toe fettcn
I>, ende vuegen feilen, Voert dat wi onfe Eccle-
„ fien, ende die perfonen van den eccleiien , en
„ de Papen ende Clercken onièr Stat ende ons
f „ geftichts van Utrecht in haren rechte ende vry-
j, heit houden ende befcermen feilen, ende hem ,
j, ende Ridderen ende Knapen , ende al onfen lu-
5ï den arme ende ryke ons Geftichts lantrecht doen
ƒ i                  » fel-
-ocr page 85-
VOORREDEN.
„ feilen tot alre tyt,aliè wys veriocht werden, zon*
;, der enich ydel of onnutte vertrec boven Lant-
;W recht. Voert fo bekennen wi, dat alfulke hul-
„ pe, aliè die ecclefien voorièit ons gedaen hebben
5, aen gelde, dit hebben β ons gedaen van gracicn,
„ende van genen rechte,' ende dat wi hem alfulke
„ hulpe van ghenen rechte eyfchen en ièllen, noch
„ en moghen, ende alle voerfcrevene punten ibn-
„ der argelift, ende onièn eet dien wi gedaen heb»
M ben voer oniêr ecclefien inonfè eerfte comen,bli-
„ vende in fynre macht. In oerconde defèr dinghe
„ hebben wi deièn brief doen beièghelen mit onfen
„ groten zeghel, ende deièr brieve fyn vive, Ghe·
„ ghevcn t' Utrecht int jaer ons Heren duient drie
„ghondert vyf ende vyftich op den twaelftendach
.„ van der maent November.
Op beide die plaatzen word alleenelyk van de
Prelaaten en Geeftelykheit geiproken, en gezeit dat
die van de Biflchoppen in 't aangaan van gewigtige
zaken gekent moeiten worden. Doch naderhand,
om grooter klem en zekerheit aan zulke zaken te
geeven, heeft men den raad der Staten ook inge-
nomen, en hunne toeftemming verzocht. Dit is
a^hans het zeggen van den meergemelden Jnt. Mal·
th<ms\
die ook, om zulks te bewyzen , de vol-
gende woorden uit een ongedrukten brief bybrengt:
jlnno MCCCCF^den χχνι. Μαβ,heeft Bijfcop Fn-
derickvan Blanckenhem Bifcop f Utrecht, by confcrt
der drien Staten in erfieen gegeven Zueder Borchgr&4
van Montfoert dat
, Dyckgraeffchap van Lopickeï'
weert, ende van wegen de Ridderen ende Knapêfi
{want onfer vele is) hebhen wy Heer Willem van
Jl·
coude, Heer Jan van Renejfé, Heer Jan vanZukh
Heer Melis utenSng Ridders
, ende Heer Jahb^
Zulen Knape
5 defen brief befegelt &c.
is
-ocr page 86-
VOORR EDEN.
In het leven van den Biflchop » Herihertus is gc-
| toont hoe dat het recht van een nieuwen Biflchop
I te verkiezen door den Keizer Koenraad III. gegee-
jven is aan de Kapittelen van den porn en Oudmun-
|fter. Daar is in de Aantekeningen ook met korte
I woorden getoont hoe dat deBiflchoppen al te voo-
jrcn door de Geeftelykheit verkooren wierden , en
kene uitlegging van's Keizers vergunning gegee-
| ven. De zaak is eenigszins duifter, en verdient wat
|wydloopiger uitgehaalt te; worden. Koenraad,Ml.
'jzcgt in zynen openbrief dat hy het recht van eenen
iBiftcho^ der Utrechtfche Kerke te verkiezen
, 9t welk
\dm Roomfchen Koningen en Keizer en toebehoort
, en
fuan de Koningen en Keizermop zynen tyd was'ge*
Jdaalt, aan den Ñ rooft, Deken, en '/ Kapittel der
\Utrechtfche Kerke·', dat is der Domkerke, en aan
É dm Ñ rooft, Deken, en Ç Kappittel van S. Salvators
Kerk, tot een eeuwige gif te vergunt.
Maar dat is
1 zoo niet te verftaan dat de voorgaande Bifchoppen
jjaltyd of doorgaans door de Keizers of Koningen
faangeftelt zyn geweeft; of dat 'er dezelve Keizers
■en Koningen alleen in te zeggen hadden. De mee-
lilé voorzaaten van Herïbertus zyn doer verkiezing
■ tot die waardigheit gekomen: zoo als men iri't lee-
izen van Beka en Heda bevinden zal. Na de dood
jjvan Bijfchop Fredericus I. waren de leeken onder
I ^alkander verdeeld, en de Geeftelykheit ook :
eindclyk wierd Jlfricus met het goedvinden van
alle de Geeftelykheit op den BiiTchóppelvken ftoel
geplaatft, Zoóis Egilboldus, volgens het fchryven
van Heda y met eenparige ftemmen Biflchop ge-
Worden^ en by gevolg niet op't enkel goedvinden
^fl den Keizer aangeftelt. Na de dood van Adeh
voldus
was de verdeeltheit onder de Geeftelykheit
^.chyeel grooter : en, hoe zeer dat. Keizer Koen-
raad
\ In liet tweede deel van 't Duitfche ÂöíßÜ $acr*.J
-ocr page 87-
VOORREDEN.
f αψά het Kapittel tot eendragt trachtte te brengen,
de Kanónnikken waren al te oneertig, om naar 's j
Keizers vermaningen te luifteren. Als het verfchil
al nöoger en hopger liep, en 'er geen andere uit- ]
kómfte was, wiften zé* geen beterj raad, dan de zaak j
aan *s Keizers goedvinden te veïblyven. Dit is een l
zefeér teken dat die Keizer zich het volkomen ge- ;
zag over 4e verkiezing niet aangematigt heeft; ι
anders, behoefde hy het recht, om den Biflchop j
aantéitellen , van hen niet te krygen.
'De verkiezing van S. Fr e der kus , Mfricus broe*
der en voorzaat, geeft ons het rechte befcheid hoe \
vérfë def Keizers gezag in de verkiezinge ftrekte.
Èédq verhaalt dat die H'. Biflchop pp het verzoek [
y2cti,Lodewyk den Goeden verkoren wierd: doch,vok I
gens de uitdrukking vart Beka, zoude de Keizer de
Cjéèftelykheit geboden hebben dien H, Man te ver·»
kiezen, Dat moet zekerlyk zoo verftaan worden
dat zyhe woorden uiteflyk in een enkel verzoek be« I
iïor|den i maar dat het verzoek van eenen Keizer
of i^öfiing, gelyk doorgaans gefchiedt > zoo veel
tpldt afa eén bevel; om dat niemand het hartfrad*
e^ van het tégen te ftreeven, Op dezelfde wyz£
xÉRdibqdus, op het aandringen van den Franfcnen
KoAihs ^mulfus, tot Biflchop gekooren. Hack
4enjJelteizers óf j£oningen het recht van verkie-
zing gehad; zouden %t niet verzocht of gebeden,
©fömdcf verkiezing van zeker peribon aangehou-
den ftêbbèn : zy Hadden maat de benoeming #
doen.. Men kan pok iliet zeggen dat de Keizers
Zoo een j&cht hadden , als Kar el V. zich in laatere
tyden aangematigt heeft; te wèeten dat het reehï
van verkiezing by de Kanónnikken was ; maar de
ïteizér géréchtigt was om iemand aan de verkiezers
vpöHélteUeh: dan zouw 'ér over de verkiezing
van Mjrïcus en dert nazaat vati jidelboldui, 2QQ v^"
|iiet tfe krakeelen gevallen hebben.
Ρίε$μ1γεη koenen, ςϋς voorgemelde woorcl^
«*$»> -"r- laasfc
            ι **                   van.
-ocr page 88-
VOORREDEN.
van Keizer Koenraads brief, om een goeden en
waarachtigen zin te hebben, niet anders verftaan
worden, dan dat de Keizers daar veel in te zeggen
hadden, en gekent moeften worden; en dat de ver-
kiezing zonder hunne toeftemminge niet doorge-
gaan zoude hebben. Of ze van rechts wege zoo
veel te zeggen hadden, en de rechten der Geefte-
lykheit niet verkortten, dat is een.ander gefebil ,
daar we nu niet aan tarnen zullen. Zoo heeft dan
Koewaad III. aan de twee gemelde Kapittelen het
recht van eene vrye verkiezing gegeeven: welke
gifte, hoe wel dat ze te voore ten minfte en groot
deel aan de verkiezinge hadden , Voor geen geringe
zake moet aangezien worden. Nu hadden ze,voor
zoo veel de verkiezing aangaat, naar geen Keizer
om te zien; nu wierd hun niemand opgedrongen:'
doch 't voornaamfte was, dat de andere Geeftely-
ken,en de leeken, nu in het verkiezen niets te*zeg-
gen hadden.
Naderhand hebben de 3 andere Kapittelen ook
deel aan de verkiezinge gekregen : maar wanneef,
en by wat gelegendheit, dat zy daar aangekomen
fcyn, is onbekend; en Anth. *Mattbam weet W'
ook geen antwoord op te geeven, Alleenelyk heeft
hy 'er dit op te antwoorden dat dit gefchiedt zal'
tyn wanneer alle de Kanonnikken der vyf Kerke»
^oodaanig verecnigt en onder malkander verbonden
£yn,dat ze altemaal voor broederen en zoonen deff
BiiTchops gerekent wierden, van welke vereeni··
ginge wyaanftondseenen brief zullen hooren ipree-
ken. In't jaar 1371. wierd1 Amoldus van Hoorn
door de meette Prelaaten en Kanonnikken der f
Utrechtfche Kerken gekooren. Zoo is Gysbert van
Brederode
door de Kanonnikken der zelve vyf
Kerken ooit tot Bifichop gekooren in het jaar i4ff·
Dochj
*  t>e NobiL lib. 2. cap. 4^,                   ; ,æ,ß.                 gf'
*  Appendix ad Btkam.
/4
-ocr page 89-
V OOR RE DEN.
poch, dewyl het eene bekende zaak is,, behoef-ik
ze door geene vordere bewysredenen te beveiligen.
Maar een geruimen tyd voor de twee laatfigenoem^
Üò. verkiezingen, te weeten in het jaar 1317, is 'er-
over een andere zaak tuilchen het Domkapittel aan,
den eenen kant, en de 4 andere Kapittels aan den
anderen, kant, veel te doen geweeil. De Stoel van
Utrecht was door de dood van Biflchop Guido o-.
pen gevallen; en daar moeft een*Regeerder en een
Vikaris in Geeftelyke zaken over het Bisdom aan-
geftelt worden. D^ pomheeren, waanende dat de
andere Kapittels daar in niets te zeggen hadden,,
maakten toeftel om den Regent en Vicaris onder
malkander te benoemen, zonder de andere Kapit-;.
tels in dat aanftellen te kennen. Maar die zagen
dat yoor eene verkrachtiginge van hunne rechten
^an, en namen de zaak zoo hoog op, dat ze zich
't zamen verbonden om hunne zaak gerechtelyk te
, verdedigen j en acht Kanönnikken by een11?, open,
brief tot gemagtigden verkooreiijom alles, wat 'er
in *t yoorftaan van hunne gerechtigheit te doen
yjQLS l waai' te neemen. In dien brief zeggenze dat
zy en hunne Kerken altyd medeledemaaten en een
lichaam met de S. Maartens kerke zyn geweeft,
öçé het hoofd der Utrechtiche Kerke aan te ftellen.
Pat zy het recht, om òåçåç piflehop., te verkiezen,
epj or^ertuilciien de zaken, die ö Kerk, de Stad,.
en het Stift van Utrecht aangaan, te befchikkenen
te behandelen,, in 't gemeen bezaten, met de Dom-
Jjerke,enz. Maar 't geen zy hier van medeledemaa'.
ten
en van een lichaam zeggen* kan ik niet zien dat ee-,
uige ppening geeven kan,wanneer dat de drie Ka-,
pittels, opk by de verkiezing van een nieuwen Bif·
ichop geroepen zyn. Indien ik hunne meening wA
tevatte,. wiilea zy daar henen , dat de Kanon*,
njltken der vyf Kerken van natuurswege medelit-
m Zie Am. Mqtth, þ mhil iW'.
ï
-ocr page 90-
V OOR REDEN.
inaaten van 't zel&le lichaam waren , en altyd wa-
ren geweeft: zoo dat het recht van eenen Biflchop·
te verkiezen , hoe wel door Keizer Koenraad aan
" de Kanonnikken van den Dom en Oudmunfter
gegeeven , hun van rechtswege zo wel toegeko-
men zoude hebben , als den Kanonnikken van den
J}om en Oudmunfter. Ook voegen zy 'er by dat
zy zpq'wel van rechtswegen , als uit krachte van
eene oude en loffelyke gewoonte, deel hadden aan
de rechten der Domheeren. Doch dit moeten de
Domheeren altyd zoo niet verftaan hebben; want
in. een oud handfchrift, dat onder den Eerw. Heer
N.Br. beruft, en de Inzettingen der Utrechtiche -
K,erke bevat, ftaat uitdruk kelyk aangetekent: Hoe*
wel dat de verkiezing van eer} Utrechtjcb'en BïJJchop
het Kapittel van onze Katedraale Kerk volgens het
gemeene recht toekoomt ;gelyk ook het vervolg der ver-
kiezingen en alles wat daar toe behoort: om dat ''er
echter geene Aartsdiakenen piogen of komen genomen
worden dan uit het Kapittel der Katedraale Kerke
;
zoo pleegen, de Aartsdiakenen der Stede en des
S.tifts van, Utrecht^ hoe wel dal ze uit ons Kapittel
niet genomen zy% , om de gewoonte die in deze zake
de overhand genomen heeft, de gemelde verkiezing by
tewoonen, en *er toe geroepen te worden. Ook plee-
gen de Prelaaten en Kapitulaire Kanonnikken van
S.
Salvators , fint Pieters , fint Jans, en S. Mariaas
Kerke, als Kapitulaire Kanonnikken der zelve Kerken,
tna'ar niet als een Kapittel, de verkiezing bytewoo-
nen en %er ook te fiemmen. Maar de Deken met
ons:Kapittel is gehouden den dag en. de plaats der ver-
kiezinge te beraamen,en, de Aartsdiakenen van Aam-
hem, Deventer % Emmerik en Aldenzeel, by hunne
yaamen naar hunne kerken te ontbieden, met bekeni-
wakwge van den dag en de plaat ze. Hy is Jlechts
verpligtom de Kanonnikken,maar geene anderen, en
daar by de Prelaaten en Aartsdiakenen der Utrecht-
fche kerken,in'talgemeen tot de verkiezing te ber&e-
f S                          pen,
-ocr page 91-
VOORREDEN.
pen f met aanzegginge van den dag en depïaatze der
verkiezinge. Doch onze Deken en Kapittel behoeven
de andere
voornoemde (Prelaaten en Kanonnikken)
die dus geroepen moeten worden, niet te ondervraagen
over het beraamen van den dag en de plaatze, nochtt
over het vervolg der verkiezinge.
Het is eene bekende zaak, en in't Batavia Sacra
wydloopig verhaalt, dat het Stift van Utrecht den
Keizer Karel V. en des zelfs nazaaten , als Harto-
gen van Brabant en Graaven van Holland, in ei-
fendom opgedragen is. Hier op ziet het dat de
rroetfchap van Utrecht in een Raadbefluit n van
den 4. Juny 15*42. te kennen geeft dat het Stift
van Utrecht met het Hartogdom van Brabant en 't
Graaffchap van Holland vereenigt was; Alfo alfins
't Sticht van Utrecht geunieert is aen
V Hertogdom
van Brabant en
V Qraeffchap van Holïant. Maar ,
zegt de hooggeleerde Ant. Matthxus daar op , die
vereeniging is eigentlyk met de Hollanders ge-
fchjedti en in geen anderen zin met de Brabanders,
dan voor zoo veel als Karel V, die de vereeniging
gedaan had, ook Hartog van Brabant was. Om.
alle twyfeling op dit ftnk weg te neemen, wil ik
den brief der vereeniginge hier laaten volgen : te
meer om dat 'er meer aanmerkelyke omftandighe-
den vermeldt worden \ en getoont hoe verre die ver-
eeniging ftrekte ; waar in dat ze eigentlyk gelegen
wasj en om wat reden dat ag gefchiedt is.
„ KAERLE, BI DER GRACIENGOIDS
„ Roemfch Keiièr, Koninck van Germanien, van
„ Caftilien, van Leon, van Granaden, van Arra-
n gon, van Navarre, van Naples* van Sicillien,
„ van Majorke, van Sardyne, van de Eylanden
9> van Indien, ende vaften ïanden vander ZeeOcea-
„ ne, EertshertogevanOoiftenryck, Hartogévan
5, Bour-
,. % Zie 4nt. Matih. ds Xtbik pag, 697.
-ocr page 92-
VOORREDEN.
„ Bourgoignien, van Lotrick, van Braband, van
„ Lembourch, van Lutièmbourch, ende van Geldre,
„ Grave van Vlaenderen,van Artois,van Bourgoigne,
„ ende Palsgrave van Henegouwen, van Holland,
„ van Zeland,vanPhiert,vanHagenault, van Na-
„ men ende van Zutphen , Prince van Swaben ,
„ Marckgrave des Heylichs Rycks, Heere van
„ Vrieflaiid, van Salins, van Mechelen, ende Do-
„ mmateur in Afien ende Afiricken. Doen te we-
„ tene allen tegenwoordigen ende toecomenden ,
„ foo wy in den Jare xvc. acht ende twintigh leii-
„ leden by overgifte van den Eerweerdigen in Go-
„ de, doorluchtigen, hooggeboren Furften, Henric
„ Coadjutor tot Worms, Palsgrave by Rhyn, en-
„ de Hertoge in Beyeren onfen lieven Ohem, doen
„ ter tyd mitter Kercke van Utrecht by gewoon-
„ lycker elec"tie, ende oock by confirmatie vanden
„ Heyligen iloel van Romen geprovideert, ende
„ defelve daer over in temporaliteyt ende fpintua-
„ liteyt adminiftrerende , de vooriz. temporaliteyt
„ ende die Stad, Steden ende Landen van Utrecht
„ mitten ganfehen inwonende van deen uit goeder
„ titule, ende overmits deuchdelycke gefondeerde
„ rcdene, by confent vanden vyf Godshuyzent'U-
„ trecht, ende confirmatie vande voirfz. ftoel van
M Romen daar nae gevolgt, voor ons ende onièn
„ erven ende nacomelingen als Hertogen endeHcr-
„ toginnen van Brabant ende Graven ende Gra-
„ vinnen van Holland geworven, ende van den
„voornoemden Inwonende onièr Stadt, Steden,
„ ende Landen van Utrecht, onièn nyen onderia-
„ ten inmlckerqualiteyt gebuerlycke huldinge ont-
„ fangen hebben, als de brieven reipectivc daer op
„ geexpedieert dat clairlyck inhouden ende begry*
» Pen , dat wy confidererende die groote fwarc
s, laften? fcaden, ende oppreiïien, die oniê onder-
„ fatenvan Hollant ende van Utrecht vooriz. duer
β menigvuldige verleden oorlogen ende tochten van
■■:..,·                                                                                                    » ruy-
-ocr page 93-
VOORREDEN. .
,; ruyteren ende knechten hebben geleden,endedat
,, uytter diftinófcie ende verfcheydinge van Landen
j, ende Luyden over deièlve fomwylen by claren
„ exernplen veel molérlicn ende verdriets gefproten
„is, Coniidererende oockdat onlèn onderlaten van
s? Utrecht geeftelyk ende weerlyck in onièn Lan-
den van Holland merckeïyck geerft ende gegoed
„ iyn, ende van gelycken oniè Onderiaten van
„ Holland in den Lande van Utrecht, ende wil-
,, lende de vooriz. Inconvenienten ende opprefficn
„ vooTt meer verhoeden, ende alle iaecken voir die
?, toecómende tyd dirigeren tot ruft, vrede, een-,
„ drachticheid ; ende goede intelligentie beyder
„ Landen ende Onderiaten by goeddunken van on·^
„ ièr vriendelyeker liver vrouendciuiterVrouMa-
„ rie Coningmne Douagiere van Hongrien ende
„ van Bohémien, Ertshertoginpe van Ooftenryek,
j, voor ons Regerite in deiè onfe Nederlanden, van*
sj' den Ridderen van onièr Ordéne, ende vanden
„Hoofden, Prefident ende Luyden van onièn. fc*
j, Creten Rade ende financiën, mit i*ype deliberatie,
„ ende uyt onièr. rechter wetenfehap, autoriteyt,
n ende volkomen macht onfe voorfz. Land ende
„ Graaffchap van Holland, ende onfe Stadt, Ste-
w den, ende Land van Utrecht an defe fyde derliè-
„ len met allen heuren toebehoirten,, mitten vyff
„ Goodshiiyfèn'en.de Kercken' % Ridderfcap et*de
„ Borgcren der felver Steden ende Landen , /oor
,, ons ende onièn erven ende nacomeïingen Graven
,i Gravinnen van Hollant, ende Heeren en Vrou-
„ wen van Utrecht geunieert, geannexeerd, ende
„ vereenigt hebben, unieren, annexeren, endever- ·
„ ecnigcn mit deièn, ioe dat fy van nu voirtan van
„ onièr nacomeïingen wegen, Graven ende Gra-
„ vinnen van Holland , ende Heeren ende Vrou-
„ wen van Utrecht' by eenen Gouverneur ende
„ Stadhouder geregiert fullen werden, te weten by
,, den gcenen,die nu es óf namaels wefenfal Stadt>
-ocr page 94-
VOORREDEN.
„ houder oniès Lands van Holland, die oic Stad-
„ holder fal fyn oniès lands van Utrecht , .optie fel-
5, ve gaigen i die een Stadhouder oniès vooriz.
j, Landes van Holland gewoonlyk is te hebben,
„ fonder eenige augmentatie , ende fal deièlve on-
T, fe Stadhouder in dier qualiteyt hebben op onièn
„ Slote van Vredenburg binnen Utrecht , onfen
„ Huyièn te Duerftede endc ter Eem , ende voirts
„ op alle andere fterkten, die in onfen Lande van
„ Utrecht begrepen fyn, of namaels begrepen moch-
„ ten werden, alfulcke Capiteynen en Beveelsluy-
„ den te ftellen, daar hy hem op betrouwen ende
j, ons mede verantwoorden magh, tot iulcken gai-
„ gien, als den fel ven toegevoegt fyn ofte iiillen
„ worden. Ordinerende dat die Staten en Steden
„ onièr Landen van Holland ende van Utrecht van
„ nu voortaan gelyekelyck befcreven, ende gero-
„ pen ende fchuldigh fullen worden te comentot
5, allen daghvaerden , vergaderingen, ende plaet-
„ fen, die hunlieden van onièr ende. onièr nacome-
„ lingen wegen Graven ende Gravinnen van Hol-
„ land ende Heercn ende Vrouwen van Utrecht
„ angeteykent iiillen werden,om defcnfi ende pre-
„ fervatie der felver onièr landen, om als eenreley
„ luyden endc onder een regiment ftaende mitten
„ anderen ten beften daar inne te handelen ende te
„ raden· dat oic oniè Sadthouder inder tyd ofte iyne
,, Gecommitteerden voortan jaerlyx verftaen fullen
„ te vernyen vanden Wetten ende Raden onièr fte: -
s, den beyder landen tot iulcken dagen ende aliöo dat
μ gewoonlyck ende van noden fyn ial, Ordineren-
j, de voirts dat die iêntentien van bannen , die van
j, nu voortaen by elc van onièn Raden foo inHolr
„ land als t' Utrecht gepronuncieert ten beyden fy-
5ï den ftadgrypcn ende onderhouden fullen wor-
j, den, ibnder dat die geen, die in een van beyden
» Landen gedelinqueert nebben , ofte gebannen
„ fullen worden , vluchtende in 't ander, aldaer
-ocr page 95-
VOORREDEN.
£ vryicheid ende geleide gebrüycken, ofte byeeïii*
„ gen van onièn vafallen geiüftenteert follen mogeri
„ worden, dan andere fententien in civile iaecken ge-
„ pronuncieert inden Rade van Holland, en ial-
3, men inden lande van Utrecht, ende die geene
5, die inden Rade t' Utrecht gepronuncieert lullen
,, werden, inden Lande van Holland,niet terexe-
„ cutie mogen leggen iönder requiiitoir ende attaché
„ Item dat alle die beleninge ende inveftituren van-
„ den Lenen, die voortyts vander Kercken van U-
„ trecht gehouden plegen te weien, voirtaen ge-
„ ichien lullen met iulcker fubftanciale woorden,
,, dat iè die proprietariilèn inder tyd houden fullen
„ van ons ende onièn erven ende nacomelingen,
^Graven ende Gravinnen van Holland ende Hee-
^, ren ende Vrouwen 's Landts van Utrecht, Bly-
„ vende anders de natuyre vandevoorfz. Lenen foo
i3 die te vooren te weien plagen, verbiedende tot
„ meerder verièkertheyt defer onfèr unie, annexie,
„ ende vereninge voir ons ende onièn erven ende
„ nacomelingen allen onièn vaföllen , officieren i
,j dienaren, ende onderiatcn, van wat ftate ende
„ conditie dat fy fyn, tegens ende in prejudicie der
„ ièlver unie te doen direcTxlyck nochte indireófce-
„ lyk,op pcenevan onièr indignatie ende van hon-
9, dert marek iilver, by den geen ende elx van
„ hun, die daer tegens doen fullen t'elcker reyiè
„ te verbueren, ende t' appliceren die drie delen
Λ dair afftot onièr behoeff ende 't vierdedeel tot
„ proufyte vanden aenbrenger ende denunciateur.
„ Ende gelovende ende fubmitterende ons voorts
„ met onfen vryen wille ende uyt onièr voller au-
„ thoriteyt ende abiblute macht voor ons ende on-
s, ièn erven ende nacomelingen Graven ende Gra*
„ vinnen van Holland Hecren ende Vrouwen van
„ Utrecht, dat wy om meerder vorderinge ende
^ verièkcitheid beyder onièr landen vooriz. als Hol·*
iy land ende Utrecht, defelve tot geenen tydenvan*
η den
-ocr page 96-
V Ο Ο RRE D Ε Ν.
,, den anderen" fcheyden noch laten icheyden off iè-
j, pareren rullen, bi ons erven ende nacomelingen
„ voorfz, by teitamente , codicille , donatie , ce£
» iïe, wiflèlinge, vercopinge , tra&aten van pey-
„ ie, van huwelyk , noch om geen anderen oor-
3> iaecken, hoe dat gebeuren mogte , dan defè te-
as genwoordige unie , annexie, ende vereeniginge
55 te onderhouden ende doen onderhouwden ten
» eeuwigen dagen, deièlve oniè erven ende naco-
v melingen, Graven ende Gravinnen van Holland
3j ende Heeren en Vrouwen s' Landts van Utrecht,
» tot dien eynde nu alsdan ende dan als nu verbin-
5» dende ende obligerende , dat fy t' heurer ierften
» aencompile en receptie tot der heerlykheyd ende
» receptie en poflèifie onièr voorfz. Landen van
λ Holland ende van Utrecht, den Staten vanden
5j ièlven onièn Landen ende eiken van hun beibn-
» deren fweeren fullen, defe oniè unie ende veree-
a> ninge voorfz. gelycker mate te onderhouden, lön->
» der tot eeniger tyd daer jegens te doene noch te
» laten geichien, wat oiriaecke dat hun oick daar
w toemochteovercomen, daer afFoniè erven en-
» ende nacomelingen t' huerlieder receptie tot der
» Dominye onfer Landen van Holland ende van
μ Utrecht iculdig fyn fullen den Staten vanden ièl-
» ven oniè Landen haire opene brieven te geven in
" behoorlycke forme, dair dees jegenwoordige ge-
» infereeit fullen fyn, Ende oft geboerde datter
9» namaels yet ter contrarien geattenteert worde by
» ons ofte onfen erfven ende nacomelingen, 't iet
*> ve hebben wy voor ons ende den felven onièn
» erven uyt onièr rechter wetenheyd ende volko-
» men macht en authoriteyt wederroepen ende te
niete gedaen, wederroepen ende doen te niete by
·» defen. Ontbieden daaromme ende bevelen deji
» voorfz. Ridderen van onfer Orden, Hoofden-,
*  1 refident ende luyden van onfen fecreten Rade
*  en de financje, Prefident ende luyden van onfen
gro-
-ocr page 97-
VOORRED EN.
„ groten Rade, Cancelier eride luiden van onfen
Rade in Braband » Prefident ende luyden van
33

35
55
3?
33
33
55
5'
'3
55
53
onfen Rade in Vlaenderen, Stadhouder eerile
Raed ende luyden onfer Gamere van den Rade
in Holland , Prefident ende luyden van onfer
reeckeningh, te Ryilèl, tcBruflel, ende inden
Hape, Stadhouder, eerile Raed ende luyden on-
fer Gamere vanden Rade f Utrecht, ende allen
anderen onfen Rechteren , Jufticiren ende Offi-
eiren dien dit aangiien fal mogen, dat fy defc
oniè jegenwoordige unie r annexie , vereninge^
Ordmancie, decreet, ende declaracie publiceren
ende regiftrereii , ofte doen publiceren ende re-
giftreren, elx inden regimente van fynen beve-
len, ende defelve unie, annexie , verenmge, oi-
dinancie, decreet, ende declaratie, met al den in-
:" houd van defen, obferveren ende onderhouden t
Λ ende doen obferveren en' onderhouden onver*
" breeckelyck-, fonder tot eeniger tydt daer jegens
" te'doen noch te laten gefchien dire&elyck nochte
" indiredelyk in wat maniren dattet fy , procede-
rende, ende doende procederen jegens den over-
treders by executie vanden penen daer toe geftelt»
? met allen rigcur ende fonder gracien of dif-
" fimülatie andereten exemple , met tegenftaende
" oppofitie ofte appellatie, noch andere rechten,
53
31
35
35
wetten, privilegiën, conftitutien, tradatenende
gewoonten ter contrarien , Dewelke indien der.
eeniee waren, wy uyt onfer rechter wetenheid en-
de volcomen macht sederogueert hebben ende
5 derogerenmitsdefen, blyvende nochtans onfelan-
2 den van Holland ende van Utrecht ende die Sre-
'* den ende Inwoonderen van dien aangaande d'ad-
5 miniilreren vander Juftitie in fulcken ftate als ly
nu fyn , Defe onfe unie niet tegenftaende , ter
" tvd bv ons anders daer van geordineert fy, Bly-
" vende ook defelve onfe Landen ende Steden ;
2 ende elcken van hun, anderfints by hou' prwle-
-ocr page 98-
VOORBEDEN.
*, gïen , obfervancien ende gewoenten, die iy<k»
» gelyx gebruycken, ende wy hun eiken van huil
>, geftedigt ende geconfirmeeit hebben, endewanC
,, men defe jegcnwoordigc in diverfe plaetfert te
„ doen mocht hebben , foo hebben wy geordon*
>, ncert dat den vidïmus van dien onder fegel au-
„ thcnticq, of copye gecollationeert ende geteyc-
„ kent by eenen van onfen SeCretarifen, yolcomen
„ gelove gegeven werde, die defeii principale, En*
» de ten eynde dat dit vaft ende geftadig blyve teil
„ eeuwigen dage, hebben wy defe tegenwoordige
„ geteyekent ende ons fcgel hier an doen hangen,
„ Behouden, in andere dingen onfen rechten ende
„ eenen icgelyk den 'fynen, Gegeven in onferStadt
„ van Tolledo inde maand van April naer Paef-
>, fchen int Jaar van gracien duyfcnd vyf hondert
„ vier ende dertigh, ende van onfen ryeken te we-
„ ten des Heiligen Ryx den viertienftcn, ende van
i, Spangien, ende den twee Cicilien ende andere
„ den negentienden, Onderteykent Charles,Optie
„ plycke ftond gefchreven by den Keyfer ende
„ Koninck, onderftont A. Perreum , Ende was
„ aldus ondergefchreven, gecopieert ende geex-
„ traheert uytten tweden Memorieboeck ruftende
„ inde grefne's Hoofs van Utrecht, ende bevonden
ν daermede accorderende by myonderteyekent^
» cobi, Onderftond, Gecollationeert tegens die
» copieauthenticq, ende is bevonden daermede ac*
», corderende,
By my, ende was onderteyekent,
Falentinus Secntaris.
„ Gecollationeert met fekere geatithentifeerdeco-
η pye ftaende in een boeck gebonden in folio, ge-
» intituleert regifter van placcaten, oótroyen, ende
-ocr page 99-
il
VOORREDEN,
4, andere die Stadt van Utrecht uyt den Hoogen
Hovegefpnden, ende ter Stadt Clocken gcpu-
bl.iceert, nae dat die iladt van Utrecht ende Ne-
5?
derfticht in handen ende proteétic van de Key-
5? ferlycke Majerleit gecomen is geweeft, by refi-
3J
gnatie van den Hoogweerdigen Doorluchtigen
Hoiggeboren ende vermogenden Forft ende Hee-
re Henrik van Goids genaden Eled- endeConfir-
meert t'Utrecht, Paligrave by Rhyn , Hertoge
„ in Beyeren &c. Doe wefende (by inne nemen
„ mit Ruyteren ende Knechten) een geweldig Heer
„ ende Vorft van de Stad van' Utrecüt, ende ac-
n cordeert daermede,
5>
By my ouder fc-hreven Notaris binnen Utrecht
%voonachti^h_ dejn f. 'JuJy i<$8l9 ouden
foh
55
H. van Hees.
. In een ongedrukten brief, onder my beruftende,
Word zeker verfchü tufichen de broeders Lodcwi
en Willem van Montfwrt bygelegt; en daar in ee·
eenige aanmerkelyke omftandigheden vermeldt die
de Heeren van Montfoort betreffen, en tot ophel.de-
iintj van hun geilagtifegirler konncn, dienen. D-ier-
halven zal het niet ondiienrbg ζνη,,4ςη zelven bpf
hier ook eene plaats te geeven. '
„ Condt ende kenlick zy allen luden hoe datwy
,, Lodewyk van Montfoirdé Ridder Heer van Ha-
Λ, Jerfoudc, Z<weder- die baftairt van Montfoirdé,
5J Wouter Evertsf. van den Pol, Twyn GysberU-
/oen ende Jan van Nerden, gunfteïyke dcdingf
m gededinét hebben tuilchen den eerbaeren Heere13
„ Johan Heer van, Montfoirdé, van Purmereynde>
14..van iinfeoten, ende van Hekendorp., onfen ψ
„ miö'
-ocr page 100-
VOORREDEN.
■y, minden Heer ende brueder, aen dk eeri
η?
de, ende Heer Willem van Montfoirde, Heer
?·>
tot Lathem, onfen breuder ende Hcere aen
:■?
die ander zyde, in manieren als bier nae befcre-
55
ven ftaet. ln den eerfte alzo Heer Willem voirn.
Η
zyn enige dochter O-ede vm MontMrt bair felve
5)
buten rade en confent hairs vaders endè anderen
»>
hairre naeire mage ende vriende tot twee f tonden
5?
gehiheht heeft, eerft aen Heer Dirck van Bair
, Miger gedagtcn , ende nae aen Jan van der A.
3?
, (.leiytfz. zo \kt wail gezien is by veel redene
„ dair toe dienende wairt dat Heer Willem roirü
„ oHivtg worde dat zyn goede mifFefie varen zouJ
„ den ende van der hofitede van Montfoirde'ver*
„ vremt zouden werden. Om dat te verhueden
„ ioo zal Heer Willem fulke goede, als hy op φ&
fc tyt hout van der Graemcheit vaft ■" Hollant. ende
„ is te verftaan fflë tienden alzb jgfê& ende alzo
» clan als by die leggende heeft aan· die Linfcoce
" υ H^kcndorP <&* m den Werd' omdragen der
„ Gradncheyt voirf. ende die Heer Van Montfr.
»i voirn. ial ze wederom ontfacn van der Graeffio-
» neit voirf. in alre manieren als Heer Willem &e
» nu van dei- Graeflfehcit hout. Des zo zal die-Heer
η van Montfcirde dan teritont die tiendem met at
5J ien hairen toebebopren Heei^-n Wi-Hem zyrioti
?, brueder wederom verliden, te houden van fcm
\Tüy^htenIeenv%r' ift ^manieren
» g Heer flFftmf die van der Graeffieheit te v«*·
" w1 > ouden Pkch' Item * M: '&e Heer tan
» Montfr. Heeren Willem zynen brueder brieven
» geven inhoudende dat Heer APftfa» of zyn j|$£
* Liee?VOlger defê tieïl^n tot geöê dagen teeeas
μ neirfof zyn réebte .leenvolger verfuimén en fok
5 *» mogen , mer zo wanneer gebrce is aen den
» neer5 of aen den man, zo dattér ecnicb affivk
h worde zo fil-Hfeer Willem of zynrechte leen?
» volger defe tienden binnen jaer ende daeh als dat
| *                      3#ige»
-ocr page 101-
VOORREDEN
M gewoenlic is comcn verfucken zynen leenheerc,
„ ende dien hulde ende eedt doen als dat behoirt, m
„ Ende wairt dat Heer Willem of zyn rechte leen-
„ volger hoiren Heer niet en vcrfochten binnen jaer
„ ende dage, zo lan.q;e tyt als 't dan ftonde zonder ver-
„ zuec, zolange ty t dair nae mach die Heer van Mont-
„ foirde of zyn rechte leenvolger die tienden engoc- \
„ de gebruyken tot zynre nutfeop ende protyt ot
„ hy wil, ende dair en teynde zo lal Heer Willem
5, of zyn rechte leenvolger hair goede weder aentas-
„ten cnde gebruyken, ende want Heeren Willems
v
voirf. uterfte meyninge ende wil is dat deze tien-
„ den ende goede voirf. alzo zy van der hofltede
, van Montfoirde gecomenzyn nimmermeer dair of
„ gefcheyden en wil hebben, zoo zal die Heer van
„ Mointfoirde geloven voir hem cnde zyn rechte
_,, leenvolgers tot genen dagen dair over te ftaen,
,, noch confent, hant, noch mont dair toe doen in
„ eniger wys, hoe men dat verfieren mochte, dair
„ deze goede mede vervremt mochten werden van
„ den gcflachte,^ name , ende wapenen van Mont-
„foirde , ten waire by goetdunken der zo-
„ nen des Heeren van Montfoirde of Heeren Zc;
3, dewyks voirff. die zy nu hebben of namaels kri-
„ gen mogen, ende hair erven mangeboirt van der
„ wapen van Montfoirde, zy en fullent eendragte-
„j, bc believen ende confentieren , eer zy ofte hair
.„ leenvolgers endc erve dair over lullen ftaen ot
„confent dair toe mogen geven, in eniger wyle.
h Item tot wat tyden die Heer van MontfT defc goc-
„ de van der Graeflicheyt ontfangen heeft, endc
„Heeren Willem zynen brueder wederomme ver*
„ liet heeft, gelyc voirfz. ftaet, wairt dat hy dan
^ defe goede verfuumde tegensderGraeflicheitvoin.
;3, zo dat zy hem mit den. leenrecht ofgewoiinen
«3 worden, leede Heer Wilkm voorn, of zyn erve
„ dan dair fcade by in zyn voirf. leen, die fcade»
wfai die Heer van Montf. ende zyn leenvolger Wf.
1
-ocr page 102-
VOORREDEN.
'fy Willem ende zyn leenvolgers verrichten. Item
„ wairt zake dat Heer Willem tot enigen tyd 2:0 ge-
„ zint worde dathy deiê goede in een deel of alge-
„ ven woude enich van de zone des Heere van
„ Moiitf. of Heeren Lodewyks zyns brueders , dat ,
„ fal die Heer van Montf. of zyn leenvolger belie-
„ ven, ende dair confcnt toe geven zonder enich
„ wederzeggen, ende die zullen dan die voirn.goe-
„ de houden van der hofikde van Montfr. in alrc
„ manieren als Heer Willem die houden fal ende
„ voirf. ftaet, Hier mede zal alle wederzien af we-
„ zen, dat die Heer van Montf. op Heeren Wil-
km zinen brueder tot dezen dage toe gehat mach
„ hebben, ende van dcfen dage voirt dair niet meer
„ na te denken in geenre wys, ende fal Heer Wil~
km voirf. raden ende daden in dat' hy te doen
„ heeft of noch te doen krigen mach, gclike een                        j
}> brueder* den anderen fculdigis te doen in allen ia-
„ ken, Ende want wy Lodewyck "jan Monfr. Rid-
„ der voirf. Zweder die baftairt van Montfr., Wouter
Evertfz. van der Pul, Tivyn Gysbertfz, ende Jan
van Nerden , alle punten voiriz. gunftclic ende
„ minlic verdedinct hebben by hairre beyder wille,
„ zo hebben wy onfe fegellcn hier aan gehangen
» tot eene getuige, Endc want wy Jvhan Heer van
,, Montfr. voiri. alle defe voim. punten voir ons
„ ende onfen rechten leenvolger vaft ende ge-
>, ftade houden , ende gehouden willen hebben,
„ ende onfe utcrite meynmge ende wil is, zo heb-
„ ben wy om meerrc vaftigheyt alrc punten voirf.
» onfen lègei aan defen brief doen hangen, Ende
» wy Heynric outfte zone ons liefs Heeren ende
« Vaders des Heercn van Montfr. voirf, om dat
» alle defe, voirn. punten 'veftigheyt hebben endc
η geftade büvcn fullen , zo hebben wy alle defe
j, voirfeyde punten mede gelooft ende geloven voir
» ons ende onfen leenvolger vaft ende geftade te
ν houden te» ewigen dagen, ende ons fegel mede
-ocr page 103-
VOORREDEN.
^, Lier aan doen hangen , Ende want by my Wil·
hm van Montfr. Ridder voirf alle deiè voirf
„ punten minlic ende gunftelic verdedincl zyn, zo
„ hebbc ie mynen iegel mede hier aan gehangen,
„ Deze brieven zyn twee alleens fprekende, dair
„ den eenen af heeft die Heer van Montfr. ende den
5, anderen Heer Willem van Montfr. voirf. Gegc-
„ ven tot Montfr. int jaer ons Heeren M. Illk
„ twe en veertien op den xxv. dach in Junio. En-
„ de was befegelt mit twee roden ende zes groenen
5, uthangende zegellen.
Het geen op Yflèlftein, ° Kuilenburg, en Woer-
den aangetekent is, moet aldus vebetert worden.
Gyshcrt van Amflel, een magtig Heer , had het
Hot Vredeland van den Utrechtfchen Biffchop Jo-
han van Najfou
tot een pand voor een ibmme gelds
ontvangen.
Als hy naderhand door de muitende Vriezen en
Kennemers, die den den Adel van alle kanten ver-
volgden, gedwongen was om het gebied over dien
woeften en toomeloozen hoop aanteneemen , en de
meeite burgery van Utrecht op zyne hand gekree-
gen had, heeft hy den Eiflchop zelf en den Adel
uit de ilad gedreeven. ρ Daar mede niet vergenoegd,
begoft hy de koopluiden en koopmanfchappen van
Utrecht met nieuwe tollen te" bezwaaren , en het
Stift van Utrecht meer overlafr, te doen. De Biilchop
Jphan van 7Jrik, de nazaat vin Johan van NaJ-
Joazv,
op zyne eige magt niet betrouwende, riep Floris
"F. ψ
hiilpe j te meer om dat Harmen van IVoerde,
en■ Aarnoat Gysberts broeder den voorn, Gysberi
met allé magt byiprongen j en, zoo als de Schry-
yèi*s althans vernaaien , in het Stift met rooyen,
branden, moorden, huis hielden dat niemands ha-
ve»
'rIn het % deel der Utrechtfche Oudheden.
φ.Ί^6 Mskiti Hta&z enx.
-ocr page 104-
VOORREDEN.
ve, huis, óf eigeii perfoon, by dag nochte nacht
veilig was. Graaf Floris doet den Heere Gyshert
den oorlog aanzeggen , eri het ilot Vredelahd be-
rennen. Gysèêrt, dié het trachtte te ontzetten ,
word geilagen en gevangen geiiomeil: en Aamout
•om Am ft el
genootzaakt de poorten vanl Vredeland-
voor Graaf Floris open te zetten. Harmcn van
IFoerden,
die zich volgens Ant. q Mattheus binnen
Montfoort opgefloten had, Word cindelyk ook ge-
dwongen om het flot en zyft eigen perfoon overte-
geevcn. Ik zegge, volgens Jni. Matthem:want
volgens andere Schryvers, als J. Beka, de gemeene
Kronyk , enz. durfde hy zynen perfoon binnen
Montfoort niet waagen , maar hield zich buiten
liet bereik van Floris handen. Eindelyk word 'er-
een zoen op de volgende voorwaarden getroffen.
Fan Woerden en van Amftel zouden den Graave
trouwe zweeren en manichap doen; en daar bybe-
looven dat ze nochte tegen den Graaf nochte tegen
den Biilchop oit zouden opftaan, Zoo zy het ten
eenigen tyde deeden ; dan zouden alle hunne ka-
ftcelen en heerlykheden , die zy van den Biilchop
te leen hielden, verbeurt en aaii de Grave verval-
len zyn : welverilaande nochtans dat de Graaf Ee-
nouden zoude blyven den Biilchop voor de Êi£
iehoppelyke leenên manfehap te doen, Eenigen
yd daar na, gelyk ider weet, is Graaf Floris door
e-c vloekverwanten , onder dewclken Gysbert van
■M&jttl
en Flarmen van tVoerden van de voornaam-
, Kopftükkeh waren , gevangen genomen, en
doof den beruchten Gerrit van Pelzen doodgeilo-
licn. Hier mede is Woerden , uit krachte van ?t
gemaakte verdrag, aan de Graven vervallen: Muiden
en andere plaateen ook. Ma, r, dewyl de Graven die
plaateen volgens het zelve verdrag van den Biflchop
e leen zouden houden, ontftaat 'er eene zwarighcit
hoe
i. Os Kob'fl in praéfat. Hb. 3.
g 4
■■*
-ocr page 105-
VOORREDEN.
hoq dat ze die naderhand als niet leenroerig bezee-
ten hebben, dnt. Matthceus houd het daar voor
dat de Graven mettertyt naer geene leenverheffing
of leenheer omkeeken, en den Biflchop achter aan
lieten loopen ; even eens ; zegt hy, gelyk de Burg*
graven van Kuileuburg en Vianegedaan hebben: want
die plaatzen hebben eertyds ook. ook onder het Stift
behoort.
Daar zyn r Hiftorifchryvers, die den Bif-
fchop zelf, hoewel door Graaf Floris zoo heerlyk
gered, op het ftuk van 't gemelde vloekverwant-.
fchap verdagt houden. Anderen , op dat zeggen
fteunende, beweeren dat de Biflchop, om daar over
niet meer aanfpreckelyk te zyn , van het leenrecht
over de gemelde plaatzen afgeftapt zy: en ik be«
kenne dat ik dit gevoelen ergens als niet onwaar-,
fchynelyk opgegeeven hebbe. Maar de zaak nader
overwogen hebbende, kan ik niet zien dat dit ge-
voelen itaande te houden zy. Behalven dat het een en-
kele giffing en loflè achterdogt is dat Johan, van &'-
rik zich met de meergemelde 't zamenzweeringe ge-
moeit zoude hebben j behalven ook dat men zoo
cenen afftand nergens befchreeven vindt; zoo is
hy in *t zelfde jaar , als Graaf Floris zoo deerlyk
ömgebragt was^ en alles in Holland nog overhoop
lag, Biflchop van Toul geworden. De Hollans
ders hadden genoeg met hunne binnelanoTche be-
roerten te {tellen,zonder dat de Biflchop noch voor
hunne wrake te vreezen had. Maar 't geen de zaak
fchynt uit te wyzen , en alle verièhil op dit ftuk
te beflechtcn, toen Jqhan van Arkel, de fevende
nazaat van Johan von Zirich y van Willem IV. Gra*
ve van Holland beoorlo&t wierd . en cenootzaakt
was voQrilagen van vrede te doen, is onder anae*
yen deze voorwaerde in het fluiten van de vrede
4e bedongen: de· Graaf zoude gehouden zyn de kenen
χ R. Sxoy, Haemrode. eriTS.
\ Zie Muchtl. ad Btkaw., in vita $otvw.. iy\
-ocr page 106-
VOORREDEN.
der heerlykheden van Amftele en Woerden uit V Bïf-
fchops handen te ontvangen ', en denzelven volgens
kenmans recht manfchap te doen over Kuyk en alles
wat
'i Graven voorzaaten van het Bisdom op zoo
eene wyze te leen plagten te houden.
De BifTchop,
gelyk Beha en Heda vernaaien , was anders moe-
dig genoeg, en daar by in 't oorlogen gelukkig :
maar op dierj tyd was hy in grootcn nood, en ge-
nootzaakt den Graef in eigen periöon over eene he-
ftend ige vrede aante fprecken. Indien de Graaf in
't minile aan 's Biilchops recht getwyfck hadde ;
zoude hy,die de magt in handen had, den Bifichop
zekerlyk zoo veel voogdye niet toegeftaan hebben.
Dierhalve zal de vrage, hoe dat de Graavcn de
voornoemde plactzen naderhand als onlcenroerig
bezeeten hebben, noch voor eerft voor onopgeloit
moeten gehouden worden.
Men zegge niet dat ik my zei ven op dit ituk te-
genfpreeke, als hebbende x elders het leenrecht der
Bifichoppen over deGraaven glad en al verworpen.
Ik heb daar Hechts beweert dat deGraaven, alsGraa-
ven van Holland, de Biiïchoppen voor geene lcen^
heeren erkent hebben, of erkennen moeiten: waar
over de gemelde Aantekeningen konnen nagezien
worden.
Voorts om dat het voorgemelde verdrag, tuflehen
Floris V. en Har men van PFoerden gefloten , zoo
aanmerkenswaardig is, en wederom naar myne bef-
te kennis nergens dan by Ant. Matthaus (de No~
bilitate)
gevonden word % zal ik het hier ook laaten
volgen.
», lek Herman Heere van Woerden, make conds
» allen den gecnen die deefe letteren fullen fien ofte
» liooren.. Dat ik eenen twift hadde met mynen
„ hee·*
t In de Aantekeningen op de Voêrhmchun van JBatavia Sa,-
£ Τ
-ocr page 107-
VOO R R EDEN.
lyhotYCjanm gecorefi Biiichop van Utrecht, tttdt
„ met eenen Edelen man mynen Hecre, Heercn
Fkrmfi'Gtayft van HolLindt > waer by ick uyte
„ mynen goede verwifet wart, ende uyte mine Heer-'
„ ichap van Woerden, ende üyten Lande, welc-
„ ken twift bi minen goeden wille, ende bi rade
„ mire magen, ende mire vrienden nedergeleget is
„ ende verfoent, wittelicke ende trouwelike, na
„ dierre twee Heeren Ordonnantien , ende mire
„ vrienden in deièr manieren, alfe hier naergefcre-
„ ven ftaet. Dat eerfte point van deferzoene is,
„ dat ik dat verwillecoert hebbe voor my en-
„ de voor myne nacomelingen , mynre bul»
„ pers, mynre maghen, ende mynre vrienden; die
„ my in dcfen oerloge by geftaen hebben, van dien
„ twifte die gelchiet is tuifcheiïdcn Grave van Hol-
„ lant mynen Hecre, ende den Hecre van Amftel-
„ Ie ende fyne broeders die myne magen fyn , en-
„ de ick hare helpere ge weeft hebbe, dat ik nochte
„ niemant van mire vrienden by niynen gehete,
„ by mynen rade, ofte by mynen wille maiivhe-
„ ten βιί van 's Graven vrienden ende zire hulpere
„ van binnen de Stat van Utrecht,ofte van buyten,
„ van binnen lants van Utrecht, ofte van buyten ,
„ zeden die male, dat die voorgenoemde Grave
„ van Holiant ane t' Stilte van Utrecht quam, ende
„ t' oorloghe begonde tuflehen hem ende myne
„ magen van Amftelle, diere helpere ik was, Waer
„ dat faecke, dat ick daer jegens yet dade,ende die
„Grave ofte fyne nacomelingen dat geprouven
„ mochten mit wittachtigeri luden ter goeder wacr-
„ heyt van dien twifte, die hier te voren gefcreven
,* is, dat ick alle myne goet, dat ick hebbe binnerT
„ den Stifte van Utrecht verboert hadde, herfche-
„ lick goet ende erve, jegens den Grave ofte fyne
„ nacomelingen, ende dat leengoet fal die Grave
u, houden van tfcn Süifte van Utrecht te lene, als
-ocr page 108-
VOORREDEN.
„ hy doet anders fyn goet, en daer aiFial hy doen
„ alfulcken dienft den Billcop , ende den Stifte, als
„ ten goede ftaet. Voert ib heb ick dat verièeckeit
„ op al myn goet, ende op al myn heerfchap voor
„ minen Heere den Biicop, ende voer die Ecclefie
5, geraeenlicke van Utrecht, ende mede opten ban-
„ ne bcyde des Biilcops ende des Pawes van Romen,
„ dat ik noch nc-seene mire nacomelinger nemmer-
„ meer voort waert meer ons verheften ne loeien je-
„ gens den Grave vanHollant, nocli jegens geene
„ fyne nacomelingen , noch negenen man , noch
„ negenen lansheere ne follen helpen oerlogensnoch
;, dienen jegens den Grave van Hollant of fyne na-
?, comclingen,Endeof ik dus,dat Godtverrenmoe-
„ te, myn Hericap van Woerden, en anders myn
3, goet verbeurde, fo foude die Grave ende fyne
„ nacommelingen dit goet houden ende defe Hecr-
5, fcap te leene van den Stifte van Utrecht met an-
5, ders fijnen thiendcn, all mync Hecrfchap, ende
j, mijn lant geheel ickc, ende die Grave die fal doen
51 daer aft alfulcken dienft, alfmen daer aft is fcul-
„ dichtedocne, den Stifte, ende betalen alfulcken
» pacht als daer op ftaet; Hier en boven ib hebbe
„ ick Herman van Woerden al myn cygen ervecn-
53 de landt, fo waer dat leghet binnen de Heerfcap
η van Woerden, of daer buyten , mynen Heere
5. den Grave van Hollandt opgegeven te rechten
5) eigen in becoemcle fticken , ende hebt van hem
j, ontfangen te rechten Lcne, omme die vrienticap
» te geftadiger te blyven, Voert foo heb ick dat ge-.
3) looft op dele voorgenoemde peene, dat alle die
»> van der Stat, ende buyten der Stadt, ende alle die
5i vrienden die de Grave hevet, waer foe fy woo-.
5) pen, die hem gedient hebben in fijne oorloge,
» J£gens mijn cnjc mijnc mage, den Heere van
» Amftelle, ende fijne broeders, zcdert'datdatoor-
jj loge ierfte was begonnen, claerlick felen iijnver-
» ioent mit witte ende trouwe fonder alle ilachte
-ocr page 109-
VOORREDEN.
'^ arghede , zeder dat dat di Grave herft quam afle
„ die Stadt van Utrecht, ende dat oirloge eerftbe-
„ gonne, Voort fo heb ick gelooft minen Heere
9, van Hollant mit goeder trouwen,dat ik verwer-
„ ven ial letteren des Graven van Gelre , des Gra-
j, ven van C leve, des Hertogen van Brabant, cn-
„ de des Biicops van Utrecht, dat fy nemmermeer
„ ftereken ne ièlien my, noch myne magen , noch
„ myne naecomelingen te oir'iogcn den Grave van
„ Hollant, ofte fyn nacomelingen, Ende want ick
„ des begeere ende wille, datdeiê dinck vatte ende
„ geiiaede blyve cuwclyck fonder alrehande arge-
„ lilt, foo heb ick defe dinck, die hier to vooren
„ gebroken is, verfeeckert by gegevenne trouwe,
„ by gefwooren eede, by gyièlen , ende by bor-
„ gen , die ik hier nomen ial , Ende dit fyn
„ die ick den Grave gefeth hebbe uytten Bifdom
„ van Utrecht, Haer Gysbrccbt die Heer van J-
mefielle, Haer Jcrnout fynen broedere , Haer
„ Gysbrecht uytten Goye, Haer Hubrecht van E-
„ verdingen , Haer Hubrecht fynen foone , Har
Gyfebrecht van Scalcwyk,Har Henrick vanStóu-
„ tenberch, Har Didericb van Suylen, Gifibrecht
„ uten Goye, Hubrecht van Wulven, Woutre
?, van Langeraeck , Antej:is van Mynden, Gyfe-
# brecht
van den Boilche , ende Gerard van der
„ Vliete; uytHollandt, Har Hart beren van Haeit-
„ recht, Har Iakob van den Woude, Har Gyfe·
brecht Bot vander Eme , Gyfebrecht Bokel fyn
„ broedere, Diderick Haren Simons fone van Te-
„ lingen, ende Croners van Moerdrecht, Ende \vy
voorgenoemde borghen al gcmeenlicke,ende elck
„ vafcKH» fonderlinge , gelien des met deeièn je*
„ gemvoordige letteren, dat wy defe borchtocht
,. voor Hermanne van Worden op alle dier ponte,
„ die hier vooren gefproocken fyn, ende voort 1»
„ in defênbrieve gevoorwaert fyn, gedacn hebben,,
M ende verièeckeit den voorfz. Grave van Hollant
„ende
-ocr page 110-
VOORREDEN.
„ ende fyne nacomclingen, voor ons ende oniêna-
„ comehngen, mit gemcenre trouwen, by gefwo-
„ ren ecde, ende op all onfcgoct, leen, ende ey-
„ gen, in diere manieren, of geviele, datdeièvoer-
„ genoemde Grave ilorve, ende hy eenen onmon-
,, digen fone Hete, dat fyns foons Mombaere van ai
„ delen dingen, die hier voren gefproken fyn, niet
„ wandelen ial mogen , des Graven ibne en fy
„ twintig jacr out, noch omme bede, noch omme
„ dfenft, noch omme coop, Quacme oock die
., Hccricapvan Hollandt op fyne dochter by aven-
„ tueren, ende fy eenen man name,die man nochte
„ fy iel ven die en foudenniet in defen dingen doen,
„ eer {y te hoope hadden geweeft fes jaren, Voert
5J fo heb ik Herman van Worden mynen Heereden
„ Grave van Hollandt belooft, dat ik myne doch-
„ ter niet te manne negheven en ia.ll, dan by fynen
„ raidc, dair 't hem duncket wordelick ende hcr-
„ lick,Voorn Co hebbe ick hem £>helovet mit goe-
„ der trouwen,dar ikdatSteenhuys dat hy te Wor-
„ den heeft doen maCcken, hem ghelden ial teniy-
5, nen wille, ende dat van hem te houden altoos te
„ blyvene fyn ledige huys, op ende affte rydene
r hem ende de finen te iire wille, jegens elcker
,, manne die levet, Voert ib gelooff ik deièn voer-
« genomeden Graven minenHeere, dat ik mydaer
» toe iètten ièil mit goeder trouwen, mit alle dien,
„ dat ick vermach, ende als ick emmermeer derftc
„ mach, dat ick hem timmeren ende maecken feil
„ eene ilercke Borch, ende eene vafte, daer ofte op
„ eene andere Stede, daer hy te raedc wordet, en-
» de die Borch van hem te leene houden, ende van
» fyne nacomclingen,ick ende mynenacomehngen,
» ende altoos dat fyn ledighehuys te blyven, alft
s> hier te vooren gefproocken is, Gheviele oock dat
» niyn Heere den Biiïcöp van Utrecht oorlogen
·* Wiye op des Graven lant vaa Hollant, ofte daer
Λ Of
-ocr page 111-
■;
V Ο Ο RRED Ε Ν.
„ op fchade doen ,ίο foude ick met dien Huyfe mi-
„ nen Heere den Grave dienen jegens den Biflcop.,
5, fchoedet alfo dat ick mit witte ende met eeredocn
M mochte, ende fcoedet alfo niet, fo'foud de hem
opgeven fyn ledige Huys, fyne oirbare daer me-
^ de te doene, ende dat doen te befetcne, metwien
„ dat hy wilde, alfo lange alfe dat oerloge onver-
v foent ware, endealft verfoent ware, fo fou die
„ weder vaeren op dat huys in dier manieren, alft
„ bier vooren gefproocken is, Ende wacr dat iaec-
„ ke dat Herman vm Wordm dcie vocrwasrden,
a ende deiè geloften , die hier te voren geicrevcn
fyn, in eemgerhande manieren barak©, dat fcyn-
„ hek waere oechiient, ende kennelik goeden luy-
„ den, foo hebben wy voergenoemde borgen Rid-
ders ende Knapen,die binnen der Graefichap van
Hollant woenen, ende hier te voren gefcreven
55
55
ftacn, all onfe goei verboert, herfchehek goet„
„ leen, ende eygen , jegens onfen Heere den Gra-
„ ve van Hollant-, ende hy fynen Booden dacriniie
vryelicken leggen mach ofte fetten, daennne
% vryehek te blyvene ende te befettene, fonder on-
„ fe en anders ymants wederfeggen, ende wy boiv
*„ een wten Bifdomme, Ridders, ende Knapen ,
„ die hier voren gefcreven fyn, willecoeren datmo
', de , waer dat iaeefce, dat defe Her-man van W«*f
dm die ponte van defèr voerfcrevene vocrwaeiv
i, den niet en hielde, dat wy gelyckerwys all·onie
„ gpetverboert hadden, leen ende eygen, tenGra*
„ venbehoeffvanHoUaiidt, ende willecoeren dat
voor ons ende onfe mecomelinge-·, dat onfe P*f
2 re die BifiTcop van Utrecht all onfe gott vryehek
, leveren mach den Grave van Hollant hem ètïf
\ Ep& noqomelingeh vryelick te bditteiïè, Voert?
w fo hebben wy vQorgenamde borgen beydenutei?
„ Bifdomme van Utrecht ende uyt Hollant, Rw
ders §nd§ Knapen, gemeenelikc, ende, eick* Ion?
„ dejlinge, datghelovetdcn Grave van Hollant,cn-
-ocr page 112-
VOORREDEN.
„ de verièeckert, waer dat defe Herman vattï¥or-
den ofte fyne nacomelingen dtfe voergeicrevene
53 zoene ofte voerwaerden in eenige ponten braec-
„ ken, dat Godt verbieden moete, ib fullqn wy.
„ Borgen allegaeder die hier voren gcfcrevcn ftaen,
„ dienen den Grave van Hollant ofte fyne nacome-
„ lingen, jegens dien Herman van Woerden, ende
w fynen nacomelingen, elck van ons op fyns ièlfs
„ coft te pacrde of te fchepe naer des Graven wille,
„ alfo lange als dat oorloge duret, Voort omme de-
v iè dinck noch vafter te maken, ib hebbe ickHer-
v man van Woerden
mynen Heere den Grave van
„ Hollant gefet meer borgen in deler manieren, al§
„ hier na geicreven flaet, Dat is, waer dat iaeeke
» waer, dat ik ofte myne nacomelingen defenvocriz,
v foene ofte voerwaerden in eenigen ponten ver-
„ braecken, dat God verbieden moete, ib fiallen
„ defc borgen, die ^ï naer gcferevcn ftaen, die-
5, nen den Grave van Hollant ofte fynen nacomq-
„ lingen, elck op iines felves coft te pierde ofte te
„ fchepe naer des Graven wille, alfo hnge als dat
„ oorloge gedueit, mit alfo menigen manne. alsmen
„ hier na noemen lal, okt is, H&er Jan die Heere
» van Kuke mk twyntich mannen, Har Willem
■.·>
die Heer van £ioome,maQ van Altena mittwyn*
„ tig mvmmyHar Hmrik die Heere van der Lècke
» rnittvvyntig.m&nmen, üm Jandie Heere van
5> Htefden mitvyfiion mannen, Har Arnoults'die
5> Heere van hkrJaere mit thien mannen,Har Wilf
5. /?w die Irüeere, van Strenm mit thien mannen,
5) Har Jan die Heere vander Lede mit thien mannen,
μ Har Arnowtwftè&v: Sluyfe mit vyff mannen, επ-
ί» de Willem van Unfcotm mit thien mannen. En-
$ de wy Jam Heere vanKuke, Wilkm Heere van
» Hoorne , ende van Altena, Hmrick Heere van
a der Lccke, Jan Heere van Hoefden , Arnsudt
ν
Heere van Helaere, Willem Heere van Strene^
4j lm Heere γ%\χ des Leede* Ajrwffdt Hee*& van.·»
#»der
' ι .'                                  / ·..'■■ '.. . '.
-ocr page 113-
VOORREDEN.
„' der Sluyfe , ende Willem Heere van Lïnfcoten
,, borgen, die hier vooren genomct fyn , geloven
„ den Grave van Hollant, ende iynen nacomelin-
v gen mit gegevenne trouwe , ende mit gefwoere-
„ ne eede te dienen trouwelieke op ons ielfs coft,
5, ende elck met alfo menigen manne in alre ma-
j, nieren, als hier vooren gefcreven itaet, jegens
5, deièn tlerman van Woerden , ofte fyne nacome-
5, lingen , waer dat faecke, dat hy ofte fyne naco-
5, melmgen defe zoene ofte defe voerwaerden braeo»
5, ken, die hier te voren gefcreven fyn, Voert fo
M eyil gefproken, dat ick Herman van Worden,
£ noch gene mire nacomelingen onthouden riemach
banlinge van der Graeffchap van Hollant in die
y Heerfcap van Woei-den, ten fy by oorlofFende
5» by wille myns Heeren van Hollant des Graven.
Orame dat dit eywelicke vaft ende geftade blyve
9, fonder alrehan.de argelift, fo'heb ik Herman vair
9) Woerden, ende wy Borgen allegader, die hier
n voren genoempt fyn, defe letteren befegelt mit
n onièn fegelen, ende bidden onfen Heere, Haren
lanne geroepen Bifcop van Utrecht, ende diere
„ gemeene Eccleiie van Utrecht, dat fy deiè lette-
55 ren mede willen befegelen, die Bifcop mit fyne
jj fegele, ende die Eccieiie mit horen'fègelen van
„ horen Capittelen, In oercönde van deler zoene,
,s ende van allen defen voerwaerden, die hier voo-
„ ren gefcreven fijn, Gegeven in ons Heeren jaere,
éf alimen fehrecff Dufent twe hondert feven ende
^ tachtich opten Sonnendach van Palmen.
~ή Om tot Yflèlftein te koomen : als Gyshert van
jimfiele^
gelyk boven verhaalt is, door Graaf Flo-
ris
in 't gevecht gevangen was; en zyn Broeder,
jiarnout van Jmfiele, het flot Vredeland den Gra-
ve na een kngduurig beleg overgegeeven had; ging
dezelve Aarnout op zyn landgoed by Enteren aan
den Yflel woonen. Hy had daar een huys ftaan,
-ocr page 114-
VOORREbEN.
daar hy een kafteel van maakte; waar over hy den
BhTchop, naar het zeggen i van Ant. Mattbaus^,
voor leenheer erkende. Daar op volgde die 't za-
menzweering tegen Graaf Flms\ de veroordeeling
der vloekverwanten, en de aanilaging van hunne
goederen. Yilèlftein wierd door Graaf Jan I. in-
genomen, en aan IVolfett van Borfelen gefehon-t
ken; die twee jaaren daarna te Delft door de bur-
gery omgebragt wierd. Ik heb gezeit dat Aarnout
van Amflel
den Biflchop', naar het zeggen van Ant.
Matthaus,
voor leenheer van Yilèlftein aangenomen
heeft: maar uyt eenen brief van Graaf Willem III.
van 't jaar 1308. blykt onwederfpreeklyk dat eeni-
ge andere Heeren van Yflèlftein die plaats van den
Grave te leen gehouden hebben; Ik wil den brief^
om de zaak te Ibewyzen, uit Ant. u Matthaus op*
geeven.
WyïWïlVèm Grave 6cc. Maken coüdt 6cc. Dat
„ oniè lieve ende getrouwe Ridder Heer Giièbrecht
„ Heere van Yfelfteyn ende Haer Arènt van Yièl-
„ fteyn fyn ibone erie briefF van óns hebben beiè-
„ geit met onièri ouden grooten fegel van den huy-
„ fe van Yièlfteyii, ende van allen goede dat daer toe-
„ behoort, ende dat van ons rdert, fprekende van
η wöorde te woorde als hier na beichreveh ftaet,
„ Wy Willem Grave van Henegouwen &c. maken
» condt &c. datwy om bede eens Eerfamen Vaders
η ons liefs Heeren ende Gems* Heeren Güys by
» derghenaden Göids Biflchop van Utrecht, en-
s) de om bede ende veribec goeder lude óniè
» vriende i Giièbrecht van Yfelftein zulke gratie
4) gedaen hebben, dat wi hem verliet hebben, en·
» "e gegeven hebben, endegheven van ons tehbu-
s) den te liene t' huys te Yfelfteyn, ende al dat goei
i> dat Har Arnd van Amftel zyfl vader van onfen
» ouders Graven van Hplknt wilen helt te liené ;
«nde
* £# ΜΗ, ut %ra,                                 hL· ifi .
-ocr page 115-
VOORRED EN.
33
ende dat dien Giièbrecht van finen vadei* voorin
,, ane comen is, in zulcker manieren dat wi Arnou-
33
33
33
35
de finen ibne met dien Gifebrecht finen vader
voornoemt die geiaemde hant van dien huyfè en-
de van dien goede voirfz, verliet, ende gegeven
hebben van ons ende varf onièn nacomelingen te
i, houden in der forme, die hier na volget,Dat waet
3?
33
33
33
dat fake dat die Arnoud fturve eer Gifebrecht fyn
vader voeriz, dat die kinderen , die hi liet, ende
gewonnen hadde by Ioncfrou Maryen &c. onie
nichte finen wive, dat fi dat vooriz. huys en-
,, de goet van ons ende van onfen nacomelingen
33
V
33
rullen houden, ten rechten liene, ende om dat
wi hem willen houden vaft ende ftade al dat
hier voeriz, Toe hebben, wi hem deiè letteren ge- j
5, geven beiègelt mit onièn fegel, Gegeven tot A-
33
en opten dertienden dach int jaer ons Heeren
„ MGCC. ende acht. Ende want lan van Egmon- j
„de bi ons te wive genomen heeft Ioncvrouwe I
,, Guyoten Heeren Aernds dochter' van Iièlftein I
,, oiifer Nichte jfoe beloven wi hem, waar dat fake
5, dat Hair Arnt vanlièlftein ftu rve ibnder ibne te heb'
i, ben van Vrou Marien onfer nichten finen wive,
„ dat wi Ioncvrouwen Guyoten , ende hore kift·
„ deren, die fi hadde by Ianne van Egmonde hou-
ig: den fouden in den huiè tot Iièlftein,ende in allen
5, goede, datter toebehoort, ende dat van ons roert
„ m allen manieren alib oniè opene brief h out voeriz.
33
53
33
r>
33
Behouden des dat men uten goede Vrou Marien
onfer nichten andere kinderen, die fi bi Heeren
Arnd hadde daer uyt goeden fouden by ons ende
bi anders den maghen aliè redelicken ware , ifl
oirconde &e. Gegheven tot Woudrichem Son-
nendaechs voor Pinxteren int jaar ons Heereö
4, MCCXXX,                                         !
„ Geextraheert in de Regifter Camer van'Ho*·
53
lant uyt het Regifter opgeteyekent EL. 11 . ftaeo*
„ de aldaer fol. ζ ζ. verfo. Ende is dit extract n*e
C                                                         
33
COi'
-ocr page 116-
VOORREDEN.
„ collatie daermede bevonden t' accorderen den 4.
„ lun 163f. By my Griffier van de Leenen des
„ Graeffelykheyts van Hollant.
Hier uit hebben wy dan dat Gysbert van Tffeï-
flein
of van Amfiel, niet de vyand van Graaf Fh-
ris
, maar de zoon van den voornoemden Aarnout,:
en de jonge Aarnout van Tf'felflein , de zoon van
den laaftgenoemden Gysbert, het Huys te YiTelftein
van Willem III. te leen ontvangen hebben. Ech-
ter kan ik Ant. Matthaus daarom niet tegenipree--
ken: de zaak verdient naerder onderzocht te wor-
den. De BilTchop Guido was de broeder- van Jan
dm Henegouwer
; die Jan I, Graaf Floris zoon , in*
't Graafichap van Holland opgevolgt was. Jan de
Henegouwer,
't zy uit liefde voor zynen broeder of
uit zucht tot de gerechtighcit, w heeft de Kerke
van Utrecht, zoo als W.Heda fchryft, alle de goe-
deren der van Woerdens en van Amftelen wederom
gegeeven, die het Bifdom ter gelegendheit vari de
voorgemelde 't zamenzweeringe afgenomen waren.
Uit dit verhaal blykt dat het Bifdom by de gemel-
de gelegendheit eenige goederen en rechten quyt
geraakt was : Doch het leenrecht op YiTel-
ftein moet onder die goederen niet gerekent worden
die de Kerke van Utrecht door Jan II, of den He-
negouwer. wederom gegeeven zyn : want de Bif-
Ichop Guido, gelyk in den leften brief te leezen
ftaat, heeft de beleening van 't Huis YiTelitein aan
Armt van Amfiel niet gegeeven ; maar by Willem
III. voor den zei ven Arent gefproken.
Voorts zal de leezer in de Aantekeningen op Yf-
ielftein vinden, op wat bewysredenen dat de Bif-
fchoppen van Utrecht en de Graven van Holland
fteunden, om zich het opperrecht over Yilèlftein
aantematigen. '
Dezelfde reden die my bewogen heeft om
dea
vr Zie W. H«&, in!'t leven van Bifl". Guido.,
b %
-ocr page 117-
VOORREDEN.
den zoen tuflchen Graaf Floris en Hamen van,
Woerden
hier in te voegen, dient ook om den zoen
tuflchen, den zei ven Graaf en de vmAmflels hier te
iaaten volgen;
. »Wy Willem hrotaex\hiXznGifebrechts des Hee-
„ ren van Amftelle, ende Proveft van fint lans van
» IJtrecht, ende w* Gifebrecht Heere van Ameftel-
p Ie, ende wy Amoua broeders van Ameitelle,
w maken condt allen den genen, die defe letteren
„ feilen fien ofte hooren, dat wy eenen twift had-
p, den met onfen Heere den Bifiéop Ianne van IX-
li trecht, ende met enen Edelen manne onfen Hee-
& re Florenfe Grave van Hollandt, waar by dat wy
ñ 'm vangeniffe quamen der voergenoemder tweer
ñ Heeren, wekken twift by onicn confente, ende
ñ by onfen goeden wille, ende onièr vrienden en-
5, de magen nedergeleget is ende verfoent, wittelie-
,, ke ende trouwelicke te houden^ na der ordon-
„ nantie der twier Heeren, ende der onier in defer
^manieren, dat hiep na gefcreven ftaet, Van eer-,
je flen ift dat wy Gifebrecht Heere van Ameftelle
ñ by onfen goeden wille voor ons ende onfe naco-
„ melingen vertien Nardingerlant mit alle fine toe-.
, ö behoorte, die wy daer aen hadden, dat oniè Hee-
,, re van Holland gecocht hevet met zynre pennin-
„ gen jegens die Abdiife van Elten, dat nummer*
,3 meer aen te taelen, nochwy, noch.onièr nacp-
p melingen negeen , Dat ander pont is , dat wj
ij voor onièn Heere den Biilcop ende voor die ge-
ñ meene Êccleiie van Utrecht vertogen hebben
ñ voor ons ende onfe nacomelingen Muyden ende
ñ Muyder poort, ende al dat daar tocbehoert ,t' on-
$> fès Heeren des Graven behouff van Hollant,
„ Daer toe Xo vertien wi voer ons ende onfe naco-
p melinge ecuwelicke Vindelmerebroecke x ende dat
ñ buiTche, daer die Reigers ïnne broeden, ende
4 alle dien rechte, datdaar toe behoert, te ?s Graven
5> behouff van Hollant, ende dit goet fal die Gr*·
V V
-ocr page 118-
VOORREDEN.
„ vc houden van den Biilchop ende van den Go
„ ftichte van Utrecht te leene , als hy doet ander
„ goet, ende daer afF doen den Bifcop alfulcken
„ dienft, als ten goede ftaet, ende hier by fo flaet
„ ons afF die Grave van Holland twee duyfent
„ pont Hollands van die vier duyfent ponden Hol-
„ lants, die de BiiTcop gegeven hadde, hem opt
,, lant van Ameftelle vore die ecclefle van Utrecht,
„ na dien male dat ons dat lant van Ameftelle ont-
» wifet was, altemale van des StifFtes mannen van
5, Utrecht,metvonniilè ende oerdele voor den Bi£
j, fcop van Utrecht met vollen gevolge, Voort fo
ν hebben wydat gelooft defen voorgenomden Gra-
s, ve van Hollant, dat wy noch negeen onfer ma-
·» gen veile maecken ne folen tuflehen de Stad van
5, Utrecht ende die Graaffchap van Hollant, noch
jj nergent in onfen Lande, noch in den Bifdomme,
j, noch wy, noch onfe nacomelingen , het en fy
j> by des Graven wille , ofte fyne nacomelingen.
j> Voert fo hebben wy gevoerwaert ende gelooft
?s beyde voor ons ende oniè vrienden, dat wy alle
κ vethen nederleggen folen, ende foenen, endc afl&
» doen mit alcker foene van allen dingen, die ge«-
« fchieden inden volckwige te Lonnen, Voert foe
» hebben wy dat verwillekoert voer ons ende onlè
» nacomelingen vanden twifte die gefchiet is tuk
»i fchen den Grave van Hollant ende ons, federt
y die maele dat die voerghenoemde Grave aan 't
»» Stifte van Urrecht quam, dat wy hem, ofF fyne
»5 helpers, off fyne vrienden , waer fo fy woon-
« achtich fyn, ift binnen der Stadt van Utrecht
» oft buyten der Stat, Dat wy daer jegens deden,
μ ende die Grave ofte fyne nacomelingen dat ge-
» proeven mochten mit witachtigen luden ter goe-
» der waerheyt van dien twifte, die hier te voren
5> gefcreven is, dat wy defe foene braecken, dat
» wyalle onfe goet, 'dat wy hebben binnen den
» Stifte van Utrecht verboert hadden jegens de»
hi           „ Gra·.
-ocr page 119-
VOORREDEN.
„ Grave ofte fyne naeomelingen , ende dit goet fal
w den Grave houden voor den Biflcop ende daer afF
v fel hy doen alfulcken dienft den BiiTchop ende
„ den Stifte, als ten goede ftaat, Voert ίο hebben
wy verft eckert, ende Har Arnout onfen broe-
w der, op all oniè goet ende op all oniè lant, end
35 op all onfe Heericap voore onfen Heere den Bif-,
cop ende voer die ecclefie ghemeenelick van U-
trecht, ende mede opten banne heededes Bifcops
ende des Paus van Romen, dat wy noch ne-
eheen onièr nacomelineen nemmermeer voer-
1 waertons verheffen ne folen jegens den Grave van
fj Hollant, noch jegens geenre fire naeomelingen,
9, noch neghene man, noch negheen Lantsheere ne
„ fullen helpen oorlogen, noch te dienen jegens.
den Grave van Hojlant, off fyne naeomelingen,
w ende off wy des,, dat Godt verren moete, onfe
goet verboerden, fp, fpude die Grave ende fyne
r naeomelingen dit goet houden te leene van den
59 Stifte van Utrecht, met anders fynen thienden,
;J al oniê Landt, ende al oniè Heericap geheelicke,
Λ ende die Grave die ial doen daer aff alfulcken
dienft, als men daer affichuldieh is te doeneden
3) ftifte, eude betalen alfulcken pacht als daer op
,5 ftaet. Hier boven ίο hebben wy Heere van Am^
.„■ ftelle,ende Arnoud onfen broeder all oniè eygen
9> onfen Heere den Grave van Hollandt opgege-
' ven. in benomeden fticken, ende hebbent van
, hem oiitfaen ten rechten lecne, otmne. die vrient*
95 fcap geftader te blyvene. Voert fo hebben wy
, dat gelooft op de{è voerghenomede peene, dat al-
9J Ie die yan der Stacjt» ende alk die de Grave hevet,
waer fy woonen, die hem gedient hebben in A7'
£ nen oorloge jegens ons, ieder dat dat oorloge
ζ ierft was begonnen claerlicke iblen fyn verfoei
£ mi,t witte ende mit trouwen ionder alle flachte ar-
»» ghede, federt dat die Grave eerft quam aen
dit Sticht
„ van Utrecht, ende dat oprlose eerft hegoró»
-ocr page 120-
VOORREDEN.
„Voert ίο hebben wy gelooft onlèn Heerevas
„ Hollant mit goeder trouwen, dat wy verwerven
„ foelen letteren des Graven van Gelre, des Gra-
„ ven van Cleve, des Hertogen van Brabant, ende
„ des Bifcops van Utrecht, dat fy nemmerhieer
„ ftereken ne iöelen ons noch oniè maege, noch on-
„ iè nacomelingen te oerlogene den Grave van Hol-
„ landt of fyne nacomelingen, Voert fo hebben wy
„ dat gelooft mit goeder trouwen, dat die gifte van
„ Amftelredamme , die gegeven was Haren Ianne
Parfyne, ende al dat daer rocbehoert als van ver->-
„ boerde goede geftade folen houden voer ons ende
„ onfe nacomelingen,. Ende want wy des begeeren
„ ende willen, dat defe dinck vaft ende geftade
„ hlyvceuwelick fonder alrehandc argcliit, i'o heb-
„ ben wy defe duik; die hier te varen gefproken is,
„ verfeeckert, wy drie voerfz. broeders van Ame-
„ ftelle, by gegevenre trouwe, by gefworen cede,
» Dy ghifeleri, ende by borgen, die wy hier nomen
„ folen. Ende dat fyn de borgen, die wy den Gra-
n ve gefettet hebben · uyt Hollant, Har lakob van,
ÏVoude, Har Ghijebrecht Bokel, ende Haf Qtfi^
h-echt de Bus vander Eme Ridders , Wouter en-
„ de Willem Haren Symons broedere van Haerlem,
Jan des Meeren foone 'van Teylingen ,Diderick Haer
Simons foone van Teylingen, Willem van Oesgeefi,
Florens 'Florens fine der Wort, Gifebrecht Haer
„Gi/èh-echts Bokehfione, Croners van Moenlrecht,
ende lan ToUnfen Knapen ; uyten Bifdomme zyn
ν onfe horgen Haer Wouter van Jmersfoerde^Hae-E
^Henrick
iyn fone, Haer Gifebrecht uyt den Goye,
„Haer Hubrecht van Ever'dingen , Haer Hybrecht
• ». jyn foone, Haer Gifebrecht van Scalcwyck, ende
„ Haer Diderick van Zulen Ridders, Hubrecht Fa-
„kwlimmen, Wouter van Langeracke, Jmelis van
» Muyden, ende Gifebrecht van Bulke Knapen, En-
" Λ Vi voer£enomcde borgen alle gemeenlike,en-
» ae. elck onfer fonderlinge gelyen des ma dele j©-
» gen.
~\
-ocr page 121-
VOORREDE NV
i5genwoordige Letteren, dat wy deiè borchtbchte
5, voor den Heere van Ameftelle ende fyne broede»
„ ren gedaen hebben den Grave van Hollant endc
„ fyne nacomelingen voer ons ende onfè nacome-
„lingèn, mit geiwoeren trouwen, by gefwoeren
„eede, ende op all oniê goet leen ende eygen m
,,. derre manieren, oft gèviele, dat defè vorghe-
„ nomede Grave ftorve,, en hy eenen onmondigen
?, ibne hete, dat fyns ibons Mombaere van alle de-
„ièn dingen, die hier vooren gefproken fyn, niet
„ wandelen fal mogen des Graven ibne en fy twin-
„ tich jaer out, noch omme dienft, noch omme
„ coop, Quame oock die Heerfcap van Holland op
n fire dochtere by avonture, ende fy eenen man na-i
„ me, die man nochte fy iêlven die en ibuden niet
„ te deièn dingen doen, eer fy te hoope hadden ge-
„ weeft fes jaer, ende ware oock dat iake, dat die
„ Heere van Ameftelle off fyne broedere defe voor-
„ waerden , ende defe geloften, die hier te voren
„ gefcreven fyn, in enigerhande manieren braken,
„ dat fcienlicke waren oochfien ende kennelicke
„ goeden luyden , dat wy borgen, Ridders ende
„ Knapen, die binnen der Graeffcap van Hollant
„ woenen, ende die hier te voren gefcreven ftaen,
„ alle onfe goet verbeurt hebben, heerlicke goet,
%, leen, ende eygen, jegens onfen Heere den Grave
„ van Hollant,ende hy fyne Boeden daerinne vrye-
„ lick leggen mach ofte fitten, daerinne vryelick te
„ blyvene , ende te befittene, fonder ons ende y-
Ά mants anders wederfeggen, Ende wy borgen uy-
3P ten BifdommeRidders ende Knapen, die hiervo-
„ ren genoempt fyn , willecoeren dat mede, wave
„dat faceke, dat die Heere van Ameiielle, ende
„fyn Broeders die ponte van defer voergefcrevener
„ voerwaerden niet en hielden, dat wy gclycker-
„ wys al oniè goet verbeurt hadden, leen ende ey*
„ gen, te 's Graven behouff van Hollant, ende
„ verwillekeuren dat voir ons ende voir onfe naco*
-ocr page 122-
VOORREDEN.
, melingen dat oniè Heere die BiiTcop van Utrecht
,, al ons goet vryelicke leveren mach den Grave
„ van Hollant hem ofte fyne nacomelingen vrye-
„ licke te beiittene, Voort omme defe dinck noch
„ vaftre te maecken, fo hebben wy drie voorge-
„ noemde Broeders van Amftelle onfen Heere den
„ Grave van Hollant gefettet meer borgen in deièr
„ manieren , als hier na gefcreven ftaet, Dat is,
„ waer dat faecjce waere, dat wy ofte onfenacome-
„ lingen deiènvoergefcrevene ibene ofte voerwaer-
„ den in eenigen pointen braecken, dat God ver-
„ bieden moete, ■ ib iullen deiè borgen, die hier
„ naer gefcreven ftaen, dienen den Grave van Hol-
„ lant ofr fynen nacomelingen jegens ons ende on-
„ fen nacomelingen, elck op fines felves coft te
„ paerde ofte te fchepe naer des Graven wille, aliö
„ lange als dat oorloge geduert, met alfo menigen
„ manne , alsmen hier na noemen lal, dat is, Har
„ Heinrick Heer van der Lecke mit vyff en twin-
„ tich mannen, Har Willem die Heere van der
„ Striene mit twyntich mannen, Har Herbaren
„ van der Leede mit twyntig mannen, Har Jan
„ die Heere van der Leede mit vyftien mannen,
„ Har Diederick die Heere van WaiTenaer mit
„ thien mannen, Har Henrick die Burggrave vant
„ Leyden mit thien mannen , ende Gerard van
„ Velièn mit twyntig mannen, Ende wy Henrick
„ Heere van der Lecke, Willem Heere van Strie-
» ne, Herbaren van der Leede , Heere van der
·>, Leede, Diderick Heere van WaiTenaer, Hein-
i, riek Burggrave van Leyden, ende Gerard van
» Velièn borgen, die hier voren genoempt zyn,ge-
„ loven den Grave van Hollandt ende fynen na-
„ comelingen mit gegevene trouwen, ende mit ge-
« fworen eede te dienene trouwelicke ende wette-
sj licke op oniès felves coft, ende mit alfo menigen
ι» mannen, in ake manieren, ^ls hier voren gefcre-
*ven.
-ocr page 123-
V Ο Ο R R Ε D Ε U.
J veft ftaet, jegens deiè drie Broeders van Ameftel-
?, lè, ofte hore nacomelingen, waere dat iaecke,
„ dat zy deiè zoene off deiè voorwaerden braecken,
?) die hier voren gefereven fyn, Omme dat dit eu-
5, welicke vaft ende geftade blyve fonder alrehande
„ argelift, iöo hebben wy drie Broedere van Ame-
„ ilelle, ende wy Borgen, die hier voren genoempt
„ fyn, deiè letteren beiègeit met onfen iègelen,
„ ende bidden onfèn Heere, Haren Ianne gecoren
„ ten BiiTcop van Utrecht, ende der gemeenre Eo
7, cleiien van Utrecht, dat fy deiènbiïeff medewil-
„ len befegelen, die BiiTcop mit fynen iègelen,
„ ende die Ecclefie mit horen fegelen van horen
„ Capetelen, In oerconden van dcièr zoene, en?
^, de van alle defer voerwaerden, die hier voren
„ gefereven fyn. Deiè letteren waeren afgegeven
„ in ons Heeren jaere Duiènt twe hondert ende
„ vyff en tachtich, in iinte Simons ende luden
„ avonde.
Voor het laatfte heb ik dit op den goedgunftigen
Leezer te verzoeken dat het hem believe de veelvul-
dige drukfouten, die in het werk gefloopen zyn,
over het hoofd te zien ofte verfchoonen. Ik moet
bekennen dat ik het werk overleezende over de me·»
nigte der drukfouten veriteld heb geilaan ; en my
zefven, gelyk men Zeit, gekruift en gezeeent heb-
be. Maar voor eerft dewyl de Drukker te Leiden
woonde, en ik te Delft, heb ik het met eene proef
moeten afzien. En, om alles op den Drukker niet
te fchuiven ; kan het nu en dan door myn' eige
onpaflèlykheit en geweldige pynen, van 't graveel
bygekomen zyn. En die wat infehikken kan, en
infehikken wil, zal wel merken dat de meefte druk-
fouten niet aan de onkunde moeten geweeten wor-
den. Men zal, omflechts een voorbeeld by te brefr
ecfti
-ocr page 124-
VOORREDEN.
gen, de letter ç in 't meervouwig getal ibmtyds
achtergelaten vinden j en iomwylen ook in de by-
voejrgelyke naamwoorden van 't mannelyk geilagt
in 't eenvouwig getal. Maar als de Leezer daer op
let dat 'er de ç doorgaans en fchier altyd bygevoegt
word, en de befcheidendheit en rechtmatigheit in
't oordeelen eenige plaats wil geeven , zal hy aan-
ftons konnen bemerken dat die achterlating by on-
geluk bygekomen is. Op dezelfde wyze zal een
goedgunftig Leezer van meer andere drukfouten,
die de geflagten, naamvallen enz. raaken, konnen
oordeelen.
-ocr page 125-
yïü                     "■.,',:·'.' : Pag. ··«
HISTORI of BESCriRYVING
VA Ν 'T .                  , ..·.-■
Bis ö b μ
' V. V Α Κ         Ζ
DEVENTER.
Oprecht mg van het Bisdom van
^Deventer.
&, 3$fébbm ban 3Nbtntw/ Ut
toy gaan öefc&pen/ ψ bm$
fjet toeöoen ban Philips II»
Honing ban Spanje en üeere
ban öe J^eöedanben / opge#
mijt in ijet jaae ι r 5-91 al$ *ec
meer anoece föfë&einmèn ίϋ De $tüeüaiibeii
opgereefjt #jn "<P?toiji öê 17 * ^obuicien/
300 op0fp^opt ban bolH a\§ 5e tóaeen/ niet
neÖooiüjEi in't<ü5?efïeïpe ^ofien Befïiett too^
öcnöoo? -bKr^ifjeBoppen / Wni g?ooter £oa$
Sun, getal ife/ fjeeft öe honing öefïaten öafc
getal te benn^bercri. 3Jft Öebinöe aat Phi-
ï'ps, Ifartaa; ba'n 23o)0onjt en (O ^iin^ ban
öe#eöerlanöen / öie öe ïliböee- ojDer ban 't
<βιιίαε Blie^ ingefleit Beeft / ρ geïsajtert
öbep 't bmneeüöecen ban be ^e&edaudfeöe
^iffeïjoppen aï gaö ïaaten qmïi: en bat fjg/
öp 39« öooööföae leggenöe/ sijnen 30011e Ka*
* Stradatle belle Bcig. Dcc x. HS», r.
Λ
ra
-ocr page 126-
f*m«iB>B~~H-»i é éé é ■■ ç in é P·^»^^-·!! .é, in».... éééé,é.é é iiiewowii! ,.u» .ç.,.. 11 .. é ,.éé,.. u 11, .é lljj ñéñá| ja.wipn.ui é õ éé u.. ,é.é. - ... w""■■■,',,u-",,,--■"';- »-,-"»"l^i"ii Vï»»»^1»' jUJ'. Wy>~-> '· ■;■.'■*, é» ■»*^ì-*,..,-!.Ìö* ·■■ ■ - w""*^H^*HqH
il Oudheden en Gestichten
rel Jjefe untboeren ban bat toern $eer ertifMM
aanöebole» Sab* .paar Karel, om get gcJ
butirig öeganbelen bet toapenen be Strijdbaare I
bggenaamb/ en een $eer öoogmoebig $o$/|
toierb öa0i3tjne 3Ucgtboo2 be toapenen rotan* I
oeregebagtenberboeit, Philips, bte ugt Mam 1
Karels tmiQftt bocgter/ en Maximiliaan, Wl
5ei% Frederiks 3oone/ gebooren toag/ gab'eci
geen beter tgb toe al^Karel gab gegab: toaut|
betoi)! Ü ngt ïiracgt tjan sijn gutoelp mctj
johanna, öie be erfgenaam ban öcnSatoIjpi
Iten Üoning Ferdinandus ÚÌ$./- ß« get &$
ban eenige Itonfn&rpen toa$ getreeben/ ñ
S& öe ganben bol toera^ ge&recgen. <£n goe*
tod bat be 300ç ban ben ïaatfïgenoemben Pin·
lips, te toeeten Karel V, ook eetie feragtigf
begeerte tot bat bermeerbcren ber $?$bom<
men gab/ en reeb$ eenigen toefïei om toté
te Beginnen gab gemaaKt* 300 toierb €öç
, get toern in be eerfïe beroerten ban 3tjne w
gcering boo^ be opnoomenbe oojïogen mw
maaien gefïrenit <£n be nieutoe oorlogen/
bie maïisanber 300 in tüfrica a\§ in iBimp
fïag op fïag boïgben/ geöben gein be nptboi'
ring ban 513» oogmecn/ goe $eer batgg bp#
boo^neemfii üïeef/ onmogeip gemaa&t: ten
35 bat gg'er foat rraager toe toare getoojben/
om get recijt^geöieb ban 3tjiien oom Georgië
ban ööçíúâ/ f&iffcfyop ban Xugfe/ booJ
get opreegten öer nienfoe 25$bommen niet te
berhïeinen en enger te maa&en, ^at gp Ö
ter in be ïaatfïe bermaningen / oie gn $0
3oone geeft nagelaaten/ gein met$ 300 pl
en 300 gertclp a\§ get boofóerten ban del
toern aan&eboien geeft/ geb is 3eïf qcW®
in
f enen tyief / bic be gemelbe Philips &#
tfoffs
-ocr page 127-
van Deventer.             3
ttoeefccn gfanttarn r^i. aan jtjne jufïer be
tobboogöefffc met eigen ïjanbe fyttft ge*
fcj^eeben. 3fn öe^cn ó^ief berfiïaart gn bat
{$ boomameotfp öoo? Me redenen aongeset
ίαφ/ om ïpt getal DeïHerhfjarberen in bee>
3e»trjb te bernrcerberen: r. ^atjj£eaerïana
oageiijf$ meer en meer fïeöen en balpen ftreeg:
2.<S?atbe fcetter$fnöagelïjh$ n^ebe tiabnurige
landen met memgre qiïamen ingrfyongen:
$ίφ&%$ gebunrigopoeii raaoen'rbebél bon
3ijnen ©aberbagt; oie gem ingeboe5emt Sab-
bat bit gec eenigffe miboei toa$ / om mi <&&§*
Oienfi in be J&berlanben te "ganbgaben.
^00 gaaft ban al# be Honing/ boo^ 't eiit*
btgen ban ben O0|ïog/ be ganben iaat ieeger
gab; geeft gn Franc. Sonnius naar föome ge;
30iiben j om gijn boo;tietnen / beneben^ Fran-
cais Vargas ψ&0ϊίίΐ$$Φ£$Μ&?. aaiï ben $CIU$
PaulusIV mty te fiiüen ©ee$e Sonniui toa^
eeu3obenfeg'<$tobgeIeerbe/ en een googge*
ïeeeb man; bie niet tang geleben te 3ljto;ni£/
op Öet bebeï banHciser-Ferdinand, tegen Mc-
lanchton, iliyricus, en meer anberen / obet;
öe gefoof&anen gebifëuteert gab. &l§ be
5aaft eenige maanben/ m eene oneennomfie
ban 3ebenHarbinaaIen/ berganbeit en onber*
poeiit taa-9i gemerfï; geeft be Honing ai mat
D» toenfefjte berftreegen: baant be 3&au£ toa0
°3k 3tfr genegen om be netteroen smt te roei*
Κ η ί en miibe bc geiegrnbgeit niet laaten ontfïui*
Pfn om ben Honing Philips, Die onïangji met
P*Sj fz; ber^oent hw$/ bienfï te boen. ^aac
QJiccben beertien jjleaerïanöfege fïeben nutge*
«ooren / om 'er irieufioe 93f£&emiinen bonen
g* getal ban be bier onbeή op te recgtert.
^e mmm 'et gefrijtlit/ om ben ben tntol
Α χ                           en
-ocr page 128-
4? Oudheden en Gestichten
en't ö0Q?mï)t ban SBartpö$bomen te Brt>
een : tt fcoeeten Itamecp / Itteecgt / en
Wfielen l&ecgelen baierb onbei-be anbeee
fteben ban^abantoa '^ltomng^ behoeft ge*
feooren: om bat ïfê bee3e fiab/ a$ ro't Bf ψ
ban ^aïjanb ieggenbe/ en 300 b*öt ög
S&jnffel en berbolgeng Dn ben $o?fï 3«t 9^ïe>
geil/ Antoni Perenoc de Granvelle toegebaoj:
|ab. 5©ee3ett Perenot toiibe gn baaeom ngt
hetb^bom ban %m$ bernlaatsen ·, om bat
te booj 't gemeene öefïe btenffig fcöeen bat
309 een man niet berte ban 't ?|of tooonbe.
goo öeeft ban be ψm§ mm WM
naai*'tboa?gemeIbe ontmerp ongefteït uw
lijnen NunciusSalvator $&ffcgop ban C9IUJ
si/ en Francis Sonnius boojnoemb/ ter ftana
ijefidt; belneïïien baai· op be ee$ naar be##
bedanben aangenomen geböen* omaHe^/300
Mm öeraamb en öefïoten foa$/ in 't toerft te
fïéUen. 31« be anbere jaanen/ bie be naaien
ban 't reefjt^geöteb en be inliomfïen bee W
bommen Öeteeffcen / 30Uben 3η naai; ïjunne f
ge boo^iatigïjeit te toedt mogen gaan s en 300
een öeftti&t neèmen/ al$ met bè omfïanoiglj*'
ben öer 3aï«n befl ober een 30110e nootnen.
Philips, albitó beriof berneeegen geböcnDe
fïoeg be r)an&tn~b?peii£ aan't ineen ν en/ tt
bat Sg een iHMto&curig onbeken gebsati ίΐβο<
benoembe ïjp snifte mannen tot be nienbj^ J»i?
mmjt bie alteniaal bopj get fcfj#jen banjtf
üen m neijaalt Ijabben } en in be Heehbe
«aberinge 'ban Drente oïpen ban JpP|
öengb aegeeben. Jtëant gn 5ocgt n*aftP[
ise mannen/ bie be ©au$ met öïijofeijap Jg
Keclijarbcri 50Utn mogen aanzeilen ·, «M*
get boïh/ sonbet' 31CÖ beg te fcgaamen/ »™
-ocr page 129-
van Deventer. ■          |
3uïfte ï|arbci$ 3outo (tonnen aanneemen. ^ocg
naöten öe honing stjne re$ naar Spanje niet
langer oegeeröe ugt te fïellen ·, geeft ijp öe 30& /
om ieöee nieuto 2$i$jbom 3tjne paaien en in?
ftamfïen aan te toijsea / oen boojnoemöen
Granvclle en Franc. Sonnius aanöeboien; toant
De Nuncius 3ottbe met oen Koning naar Spanje
trennen. Φη$ berre Strada, fcg$benöe ober
getiaarif^.
3jft ïaatöe SMïe (ban Paulus IV) gier niet
bolgen, om bat 3e ban * iViir^us opgegeeben
tóojö: öat iïf 3e teet$ onöer 't ffiart$b$öom
ban Utrecht ugt een onö ïjanöfeïjnft opgegee*
ben geu-, Dat 30 o«.Rairfius m öe Intrede ban
5jjlie Belgica Chriitiana fïaat j eiilöelp/ OM
öat Piu$ IV, na öat 'er m booj öe S^uiö*
fcgat öer ^iflcgoppen ge3ojgt toa$ / en öe
paaien öer 2S$öommen bafigefMt toaren /
alle$/ baat get 2$i$oom ban ^ebenter aan*
gaat / in 3gne ^nïïe ingeboegt geeft. $Eaae
Dü3e Smalle ban Pius 3nllen, ftm ifcen %tc$tt
gier meöeöeelen*.
p/w., Biflchop, de D ienaar van Gods Die*·
naaren, ter eeuwiger gedagcenifle der zaa-
Ite. Nademaal wy door de fchikking desHeere
aan't beftier der algemecne kerke zitten 5 zo®
l& het dat wy, volgens den pligt van het Har-
ders-ampt dat ons opgcleit is, onze aandagtige
bemerking daar hene ilrekken om den ftand
v*nalle kerken, voor*al die van nieuws opge-
jecht zijn, mitsgaders den ftand der genen die
t beftiej. over die kerken hebben, of den godt
aejjjkcn aienft,d[aar waarneemen, ten goede te
beltiercn: en da,t wy onze zorgvuldigheit gaar-
1 ■·'■■'■■
Α 3                            ue
-ocr page 130-
$ Oudheden en Gestichten
ne te werk (lellen voor zulke znaken, dewelke
dienen om de begiftiging, luifter, en glansdcr
gemelde kerken, mitsgaders den weliiand en
*t noodig onderhoud van haare Prelaaten, Ka-
pittels, en rordere perfeonen dieGodt daar ge·
duung looven ^rtot vermeerdering van den
goddelyken dienit en voor-de zaligheit van de
zielen der geloovige Chriftenen, te bevorde·
ren.. Daarom is het ook dat wy in die zaaken,
die onze Voorzaaten hoewel met goed overleg
gedaan hebben,eenige dingen fehikken te ver-
anderen ; zoo verre als de hoedanigheit der
plaatzen , tijden , en perfoonen , zulks ver-
ciichti het nut der kerke ons raadt; eri wy het
in den Heere oorbaar vinden. Wy hebben dan
verftaan hoe dat onze Voorzaat Paulus /F, ge-
lukkiger gedagtenifle, gelijk een voorzigtigen
Kerkharder beraamde, overweegendc dat'er in
dat gedeelte van Nederduytsland, h welk on«
zen liefften zoone Philips, den Katolijken Ko-
ning van Spanje, by recht van erfenis onder-
worpen isj naar't getal van Zoo vcelc zeer ver*
maarde Meden en de menigte van volkeren, zoo
weinige katedraale kerken gevonden wierden j
dat derzelven BiiTchoppen zoo eene menigte
van zielen niet naar behooren beilieren koften;
en dat zulks fommigen van die BiiTchoppen des
te moeyelijkcr was, om dat hunne onderhoo-
rige geloovigcn in hunne moederlijke tale eö
Jandgcbruyken onder malkander verfcheelden*
en eenigen van hen zoodanige voorrechten
jhadden dat ze naar den BiiTchoppelijken Stoel
niet mogten gedaagt werelen ,· waar door het
gefchieddc dat de voorn. BiiTchoppen dat volK
»in de gezonde leere des Katolijken Gelooft)
en in de manier om wel te keven, niet ^el
ofl*
f
-J
-ocr page 131-
"V ,                                                              '■.'/.'
í;Áúß Deventer*          ø
onderrechten koften, noch de overtreedcrs be-
hoorlijk ftrafFenj ja dat het geloof en de zalig-
heit der zielen aldaar, om de opkoomende lisr
ten en verderfelijke leeringen der ketteren cp
fcheurmakeren, die dat ganfche land fchier van
alle kanten omringen , in een uyterfte gevaar
waren. Door deezc en meer andere gewigtil-
ge redenen bewogen, en daar by genegen om
het verzoek en de godvruchtige begeerte van
den voorn. Koning Philips, die zulks met alle
nedrigheitop hem verzocht, opdit ttuk te vol-
doen i na dat hy, gelijk het gewigt van zoo
gróotc een zaak vereyfehte, met zijne Broede-
ren van welker getal wy toen ook-waren alles
rijpelijk overwogen had; heeft hy mee hunnen
raad, en volgens de volhcit der Apoftoliflche
magt, de Biftcboppelijke ftad en het Stift van
Utrecht afgezondert van het Aartsftift van Keu-
len, onder't welke hec voornoemde Stift in
Aartsbiflchoppelijkc zaaken behoorde : gelijk
hy ook de ftad Deventer van 'r/Stift van Utrecht,
en verfcheide andere voortreffelijke fteden des
geredden landfehaps, die toen by haare naa-
menuyrgedruktzijn , met alle haare grenspaa-
len, rechtsbannen, Geeftelijke Standen, vol-
keren, perföonen, kloofteren, kerkelijke amp-
ten, met of zonder zorg der zielen, zoo wee-
reldlijkc als reguliere , tot wat Order dat ze
hehooren mogten, en de verdere godvruchtige
plaatzen, van haar Stift en Aartsftift door brie-
ven met lood bezegeld afgezondert en gefchei-
«en heeft; daar by heeft hy de ftad Deventer,
en de andere dus afgezonderde en afgefcheide
fteden, tot Biftchoppelijke fteden, en den
Stoel van Utrecht die toen BiiTchoppelijk was
l0* een Aartsbiflcikoppelijken Stoel, atngeftelt.
Á 4               ' Noch
;
____
-ocr page 132-
8 Oudheden en Gestichte*
fcTqch heeft hy de kollegialè kerk van S. Lebui-
■nus
te Deventer, en eenige andere kerken der
fteden die tot BiiTchoppelijke ftedert öpgerecht
waren, tot kafedraale kerken aangeftelt, voor
even zoo veèlé BiiTchoppen die noch aange-
Helt mèeftén worden, en ieder't opzigt over
hunne keiken zouden hebben. Vorders heeft
hy aan de kerk en BiiTchoppelijke ftad van De-
venter, en de andere voorgemelde kerken en
BiiTchoppelijke fteden \ zekere borden voor
haare Stiften toegeleit} dewelken door zijnen
Nuntius, dien hy"derwaart;s noLeli zenden zouw,
Zouden bepaalt worden. Dan heeft hy nock
de kerk en het Stift van Deventer» en eenige
andere kerken en Stiften die toen met naarat l
üytgedrukt zijn, aan de kerk van Utrecht als
haar Aartsftift onderworpen, D&arby heeft hj'
de BiiTchoppelijke tafel der Katcdraalc kerk
van Deventer , en de BiiTchoppelijke tafe-
len der andere dus opgerechte Katedraale ker-
ken , toegeweezen' een jaarlijkfche inkomftc
Van 3000 dukaatén kamergoud'·, dewelke zou-
den genomen worden uyt kekeïé 'kerkelijke
tienden» goederen> vruchten,!renten, irikoöi-
* iften 'y die rdöor den voornoemde Nuntius in 't
byzonder zouden aangeweezen en verdeelt wor-
den ; van teen af, gelijk naderhand 1 als die in*
komften in*t byzonder aangeweezen en vér-
deelt zouden zijn; en naderhand als toen. E"
ondertuflehen ter tijd toe dat die byzondere aan-
wijzing erï verdeeling gedaan zoude zijn ®
haare uytwerkingzouden hebben, maar langer
niet, heeft hy de voornoemde Tafelen vöof
haare Bruydfchat noch toegeleit -eene andert
jaarlijkfche inkomfte van iföo· diergelijke du*
iaaten § die dooï* aw %oniugi Bbilips uyt &
kt Ά '\
                λ Α ·\                     rente0.
ir^-^MTlf
-ocr page 133-
VAN BE7ENTER.                 9
renten en inkomften , die hy uyt die landen
trok, aan den nieuw-aangeftelden BiiTchop van
Deventer, en de vorderc nieuw - aangeiteldc
Biflchoppen, die het dan zijn zullen , jaarlijks,
ter tijd toe dat de voornoemde aanwijzing en
verdecling zullen gedaan zijn, en voor dat ge-
deelte alleen 't welk zijne volkomene. nytwer-
king niet hebben mogt, en vorder niet, vol-
komentlijkennaar geraede betaalt zouden wor-
den. Wijders had hy aan den voorn. Koning
Philips en aan defzelfs nazaaten, die by tijd en
wijle in het tijdelijke de Heeren van dat Land
zouden zijn , het recht gegeeven om aan den
Paus van Rome bequaame perfoonen, en die
devordere hoedanigheden zoo als toen verklaart
was zouden hebben, voor de kerk van Deven-
ter en de vorderedus opgerechte kerken te be-
noemen ; die dan door den Roomfchen Paus,
op zoo eene benoeming beveiligt zullen wor-
den j \ welk niet alken in de eeruVoprechtin?
■ge, maar zoo dikwils als die kerken by tijd en
wijle zullen open vallen, plaats zal hebben,
paar nae heeft hy dóór een anderen brief, by
wijze van een brevet, bevel gegeeven aan on-
zen Eerw. Broeder, die toen zijn broeder was,
te weeten Sahator BiiTchop van Chiuzi , dat
hy van zijnent wege bequaame perfoonen zou-
de aanftellen , om de gemelde AartsiHften ca
Stiften te onderfcheiden en te bepaalenj en de
Bruidfchat, die aan de kerken moeft toegewee-
zen worden , van de klopfters, en Prooirdyen
©iiderdezelven ftaandeaf te fcheiden j metmagt
om alles te apen wat in dezez,ake nootzakelijk
was. Daar op hebben Antomui^ Priefter-Kar-
dinaal der H, Roomfche kerk , toen Biflchop
øç Atrccht,en noch vier andere zeer geleerde
Á, j\                             ejj
-ocr page 134-
ίο Oudheden en Gestichten
envroome mannen, die de voorn. Biifchop&z/·
vator, als onze voorzaat ondertuflehen over-
leden was, op een naarder bevel en katere brie-
ven ten dien einde in zijne plaats aangeftelt had
(fchoon of fommigen van die perfoonen mis-
-icbien niet volgens de geéftelijke wetten koften
ondergemagtigt worden) zoo hebben, zeg ik,
de gemelde Kardinaal en vier andere perfoonen
uae een zeer naarflig onderzoek en rijp over-
leg bemerkt dat het dienftiger zoude weezen
eenige kloofters van die geweften met hunne
Prooftdyen te vernietigen , en de vruchten)
renten , en inkomiten , van de vernietigde
Jkloofters en Prooftdyen aan de BitTchoppelijke
tafel van Deventer, en eenige andere BiiTchop-
pelijke tafelen, voor haare Bruydfchat toe te
voegen: en hebben geoordeclt dat de aanwijzin-
gen en bepalingen der Aartsftiften en Stiften,
mitsgaders de onderfchcidingen en verdeclin-
gen der ileden en rechtbanncn, op eene ge-
makkelijker wijze koften beraamt worden als
tö den cerften brief gedaan was : als mede dat
omtrent het getal der perfoonen en waardig-
heden, en omtrent den ftaat en form der pre-
benden , kerkelijke amptem , en bedieningen
in de voornoemde kerken, ook door zooda-
nige vernietigingen, toevoegingen, en vordc*
re middelen , een bequaamcr overleg konde
genomen worden. Daarenboven hebben zy de
kerke van Deventer, en den Biflchop der zel-
ve ftad die het dan zijn zoude, voor hun
Stift de volgende fteden, kaftcclen, dorpen,
burgten, en plaatzen, met alle derzelver oor-
den en rechtsbannen toegeweezen.
Dnvtfc
', ;J
-ocr page 135-
van Deventer.          il
Deventer, Zutfeen, Zwol, Kampen, Harder-
rVijk, Elburgb, Hattem, Druisburg , 's Heeren-
beUh, Dotechem, Haplt, Goor, Locbeim,Die-
penkim, Bredefort, Ftllenhove, Hardenbergb
,
Jmeloo, Enfchede, tingen, Steenwijk,Otmaer*
(en, Üroli Delden, Oldenzeel
, Ommen, Bath-
'men, Arkenfiein, Gruterink, Op den Dijk
, Wil*
lep, Hengvorden, We fep , Holten ^Markeloe,
Rijfen, Diepenveen, Boxbergen[, Olfl, Ver f en,
Whye , Forcbten , Swanenburg , Windesheim
,
Helderen, Berghkloefier, Heinde, Raelte, Wen*
gele, Βorgel
, Op de Maat, Wijtmen, Rechteren,
Wierden, Sonnenberg, Geelmuy den, Camper veen ,
Ofierwolde, Puttenfiein, De ff rum, Oldenbrouck,
Putten, Doernfpijk* Apperloe > Scotenbrouck, Mil-
ïïnghen
, Nuenfpeedt, Gortel, Bi f el, Hoop~huy-
[en , Fierholten , Hierden , Hulsborfi
, S. Joris
Spitael, Staverden, Elfpcedt
, Nierfen, 's Hee-
ranke, Er melen
, Nekrbolt, Op dfie Bergen, Hoogbe
Soaren, Handorp
, Openfolt, Garderen, Cootwijk,
Sallick, Bockhorfi, Coten, Eerfl, Sachennerbolt
f
C/arewaeter, Hulsbergen t Hom, Eep, Foerfl, Oyen,
NiebrenckyWoelde, tVillef^welle, Heerden, Suiek,
Eede, Oen, Tongeren
, Welfum , Kannenburgb,
Vaefen, Niebrouck , Weiden Fecnen, Wifen,
Lammer, fwelloe, Holthuys, Fryenherg, Loe,
Apeldoorn, Ί Neer Feen
, EngeUrholt, Lier velt f
Nienbeeck9 Beekbergen, Fotrfi, Zunderen, Ho·
wrheyde, Hor β
, Öfbeeck, Loenen, Terleth, Dit-
ftfpen, Middachten
, Ellekom,Dieren,Spankeren,
Spankerfcbefoorn, Op Rees, Koldenboeve
, Hal,
BrUmmen
5 Fondenbergb, Eertbeeck, Feken, Fefi,
Gor/i/, Dorterhoeck , Honnep, Dorth, Jlmen,
Utrffen
, Ferwoelde, Aemfen, Laer, Henep, Gees-
teen , Neede, Kluys
, Ruerloe» Hekeren, Schuylen*
vijntktl ,Forden, QaliUm^ Warnsvelt
, Wtlden*
hurgb%
-ocr page 136-
ι? OiïWHEpEN en Gestichten
jtyggki Lathem, Angelree 9 Wijnberghen, Zemna^
Keppelj Hummel 9 Inghuyfen , Karvel, Drempx
Oldekeppel, Hengel, Oldebwen, Steender, Bronck-
horfi , Sculenburgh , Anhdt , /i^eri , Toldijck,
Baeck y Hackfort , Wijchwoet , Z/'ö» , Bilheiin,
V Zelheim, Anfockerweerth,, Slangenhurgh ^Brum-
feit) delten, Schaer , Marvejt, Cyber gen, //«>,
w/£, Lichtenvoorde ï Vr'ageren, fflefterfoort xLuy,n-
hor ft , Zo?/ , /fe , iWearj r JSkiaé , Unthot-β,
Treiterden, Swanenburgb , Gendcringen, J4/rerder-
h'ouck* UI β, Lengel% Aefw'ijn,, Xeddum, Pak·
foort, Berber , Ajdam, Hazenbergen , Ulrebeek ,
Es , Twijfel', Marckejoe, Halten-, Gelmuydm.,
Sonneberg, fPilfum, MafiebrGuck^.JansCamp-i
Toutenburgh., Clarcnbwgh, Swavte Slvys , ƒ%»"
MperveeMy Gietrhoom, B''ockzyel% Baerle, Swartt
Wmter, j&alffen, Hcimis, Ham-, S.ypkeloe, Fri'
fenveen , Laeghe, Tuhbergen, Albergen, JVeerft-
Ipe, Lojfer, Β ome, Hengeke, Heuxbergen , Q/A»
delingen, Bamnckel, Lengerick , Xhuynen, Freren,
Schalde, Schaepen , BeeHen, Plantlunne, BraW>;
fike^Backurn, Sundmn-, Mettingen, Recke ^Brochtcr-
}teeck^,'Steenwijkerwolt,Scherwolde, Paefloe, 01·
d&marckt, Tfeïham, Blanckenbam,, Slifkenburgb,·,
P'eenbuyfeiï) Kuynder..
Eindelijk hebben zy over 't grootftc gedeelte
van het bovenftaande, als alle dingen in order
gëbragt waren, gerechtelijke akten laaten op-
bellen i zoaalsjn die akten zelf. endaar by in
de voornoemde brieven , en in meer andere
Tchriften die daar over gemaakt zijn, breeder
üytgedrukt ftaat. Zoo is het dan dat wy, die
altijd begeert hebben dat in de vereenigingen
^ekere Gemagtigden naar de plaats zelf zoude°
afgezonden worden; en dat mende gen?n5 φ?
,
-ocr page 137-
V Λ Ν DE VENtER.             IJ
'er beland aan hebbert, cerft ontbieden Zöuw 5
ook overwogen hebben, by aldien yoorhene,
wanneer de volkeren van die gcweften begoften
te vermenigvuldigen, het getal der katedraale
kerken daar ook vermeerdert ware geweeir., en
die kerken.by tijds goede en katoüjke Kerk-
overilen gekreegen hadden, dat zoo veele ver*-;
derfelijke en ketterfche leeringen» waar door
de Chridene Godsdienit daar om fireeks ellen-
dig; verfcheurt word , de overhand zoo niet
zouden genomen hebben. Dewijl het wijders
fchijnt dat'er gecne bequaamer middelen als de
voorgemelde hebben konnen te werk geftelt
worden, om de voornoemde quaade leeringen ,
die daar over eenigen tijd door de befmetting
der nabuuren ingeilopen zijn, uyt te roeyen5
en de voorgemelde volkeren in de eenigheit des
geloofs te bcwaaren ; zoo is het dat wy dezel-
ven, op dat ze volgens de begeerte onzes herte
fpoedige en gelukkige uytkomiïen mogen heb-
ben, volgens den pligt van ons ampt wel be-
hulpzaam willen zijn: den inhoud, der verdee-
linge en befchikkingé , door.de gemelde On-
dergemagtigden, gemaakt, zoo verre als zulks de
kerk, de BiiTchqppelijke iladj en het Stift van,
Deventer betreft, na dat ze met vöorzigtig-
Heit onderzocht en met eendragtige ftemmeri
fchriftelijk in order geftelt zijn, ook noopens
de grenspaalen van het. Stift van Deventer, ert
alle en iedere lieden $ kafteelen, dorpen, rti ►
«ndere plaatzen daar onder begreepen ·, mitsga-
ders den inhoud van de gemakkelijker befchik^
kingder gemelde Oridergemagtigden, en voe-
ders den inhoud van de voornoemde brieven,
en van de andere fchriften daar over gemaakt»,
en daar by de rechte jaarlijkfcke waardy <\cï
yruch-7'
!' "' .                           »
-ocr page 138-
ï4 Oudheden en Gestichten
vruchten, renten » en inkomftcn van de Ka·
nonntksdyen en Prebenden der gemelde kerke
van S. Lebuinus, voor alhier uytgedrula hou-
den : en dat wy dat alles , en ieder in 't byzon-
der, met al het andere dat noopens het bo-
venftaande in de voorn, brieven en fchriften
begreepen en daar uyt gevolgt is , door ons
Apoftolifch gezag uyt zekere kennifle beveili-
gen en goedkeuren'^ voor altijd bekrachtigen,
alle en iedere gebreken, 't zy dat ze in't rech-
ten of feiten beilaan, indien 'er eenigen mog-
ten ingeflopen zijn, vergoeden, en ons zelven
ten voile op dit ituk aan dezelven gedraagen:
vorder oen brief van onzen voorzaat, raakertde
het bovenftaande en 't gene hier onder noch
volgen zal, veranderen} zoo nochtans dat -wy
zijn godvruchtig en loffelijk voorneemen wil-
len bevorderen. Weshalven wy, begeerende
ten dien einde eene bequaame Bruydlchat aan
de tafel van het Deventerfche Bisdom te bezor-
gen, uyt eige beweeginge en zekere kennifle,
en volgens de volheit der gemelde magt, om-
trent de Prooildy vanS.Lebumus kerk, die nu
een karedmle kerk geworden is; mitsgaders
omtrent de Prooildy der kerke van Zutfeen,
daar' de BiiTchop van Deventer, die het dan
weezen zal , zijn BiiTchoppelijk Hof voor 't
Graaffchap van Zutfeen en voor een gedeelte
des Hartogdoms van Gelderland houden zal,
en vorders omtrent de Prooildy der kerke van
Oldenzeel, daar de BiiTchop om de Heerlijk-
heit van Lingen die daar omtrent gelegen is
2jch dikwils zal moeten Uaten vinden , .wel-
ke Prooildyen daar mifichien de voornaamile
waardigheden zijn, tie volgende befcfiikkini Mtë0
ken'
en, dewijl onze beminde zoonen, de Ka*
non-
-ocr page 139-
van Deventer.          i5"
nonnikken aldaar,.om den onverdraaggclijkera
overlaft, dien ze daar van de Onkatolijkcn^
van de brandftiebters, en van andere ftruyk-
roovers te lijden hebben, zulks op ons verzoe-
ken i zoo mdaken wy ook een diergeüjke hefchikking
omtrent het kloofter van S. Jgnes berg, van
de Order der Reguliere Kanonnikken; 't welk
voor deezen onder't Bisdom van Utrecht itond,
maar nu tot dat van Deventer behoort: omtrent
deProoltdyenen het kloofter voornoemd,wel-
ker vruchten , renden,-en inkomftcn met de
vruchten en inkomften der plaatzen en goede-
ren tot dezelven .behoorende, zoo als wy vcr-
llaan hebben gczamcntlijk naar de gemeenc
waardy jaarlijks niet meer opbrengen als 300a
dukaaten kamergoud, zooras als ze doorover-
gave , zelfs uyt^hoofde van verwhTeling, of
door de dood, of door een andere wijze van
aflrand, of door de verbeuring van de tegen-
woordige Prooiten der gemelde Prooftdycn,en
van den regenwoordigen Abt of Kommendata-
ris, of op wat andere wijze dat het zy , ook
by den voornoemden Stoel zullen openvallen,
al waar het ook dat ze metter daad open fton-
den, en zoo lang open geftaan hadden dat de
bcgeeving der Prooftdycn en den klooften voor-
noemd , volgens de keuren der Kcrkvcrgadc-
ringe van Lateranen of andere kerkelijke wer-,
ten,aan den voornoemden Stoel wettiglijk ver-
vallen ware·, en dat de zelve Prooftdycn in 't
byzonder of algemeen voor den Apoftoliflcben
Stoel gereferveert waren j of dat het de gewoon-
te ware de nieuwe Prooften by verkiezing aan
te ftellen 5 of dat 'er aan dezelve Prooftdyen
^elzorg gehecht ware , al ware het ook met
2-eker rechtsgebied*, of dat'er over de gemelde
Prooftdyen of het voornoemde kloofter een
pro-
-ocr page 140-
ιό Oudheden en Gestichten
proces tuflchen partyen was hangende, of dat
'er eenige moeyelijkheit over de bezittinge wa?
re , die noch onafgedaan mogt zijn (welker
ftaat, gelijk ook de waarachtige ër> laatfte ma-
nier op dewelke zy open gevallen zijn, al waar
't dat daar uyt een algémeenc referbaatzi, die
zelfs in't Recht uytgedrukt ilaat, volgen molt,
wy als hier uytgedrukt gehouden willen heb-
ben ) of dat de begeeving van dat klooller, uyt
byzonderen of algemeenen hoofde, den voorn,
Stoel toebehoorde, en dat het ineen konfiftori
plagt of behoorde vergeven te worden 5 daai;
omtrent , zeggen wy \ tnaaken wy deeze be*
fchikking dat wy voor eerft het kloofter, en
daar by,den naam, deri tijtel, ende benaaming
van Abt, mitsgaders de order» de afhankelijk'
heit, en den ganfchen Religieuzen ftaat, doof
ons gezag voornoemd , voor altoos vernietigen
en aflchafien i en deszelfc vruchten, renten* |
inkomfteh > vervallen, profyten, voordeden^
en alle vordere goederen, met hunne hooge
waardigheden, voorrechten, gezagvoeringen,
rechtsmagten j bedieningen, rechten, en vor-
der toebehoorch, aan dé voorn, Biflch°PPe^',i
ke Tafel van Deventer voor altijd toevoegen eri
toe-eigenen : gelijk wy ook de voorgemelde
Prooftdyen* met haare gerechtigheden en vor-
der toebehoorén, voor altijd met dezelfde TafH
vereehigen , aan de zelve hechten, en vaft tii0
ken: zoodanig dat, als het voornoemde open-
itaan zal voorvallen, de BiiTèhop» van Deven-,
tCr die het dan zijn zal de magt zal hebben om
de.gemelde Prooftdyen met haar toebehoorén?
mitsgaders de vruchten, renten 9 iokomften,
rechten, vervallen, profyten, en vordere goe*
deren des gemelden klooiiers, door zich zelvèn
-ocr page 141-
van Deventer*            if
éf door iemand .anders of meer anderen,, op ei-
k'n gezag in bezit te. ncem.en en te houden ι en
dat alles voor zijn eigen gcbruyk en profyceq
voor 't gebruyk en profyt van de voorn. Tafel
te'bcftce'dcn: zoo nochtans dat.'er een .bcho.orr
lijk gedeelte van de vruchten, Tenten., en pro-
fytèn'j3es gemelden klooiters zal afgetrokken
v/orden voor eenen Regent van de kerk des zel-
venkiooiters, die miifchicn eene Parochikerl^
isj welke Regent de zielzorg over onze bemin-
de zoonen de Parochiaanen zal hebben, en hun
de Paftbreeie Sakramenten peSienen :, roitsga?
ders (dateer zoo een gedeelte zal afgetrokken wor-
fan)
voor een ander Prieiter , te weeten den
Kapdlaan, die den Paftoor helpen zal: en oolc
(een gedeelte) voor de aalmiflen , die daar ge-
weeft zijn om jaarlijks nytgedeelt te worden*
Dat hy vórders de rnagt zal hebben om, alle en
iedere Prioryen, Prooitdyen, Kanonniksdyen
enPrebenden, Waardigheden, Perfonaatfehap-
pen, Bedieningen , en vordcie. Kerkaiopcen,
met of zonder zielzorge, zoo weerekiliike als
reguliere van wat Order dat het zy, die ter
üegeevihge, voorftellinge, inflellingc, verkie-
iinge, beveiliginge,of verdere fchikkinge van
öc Proolteh en den Abt voornoemd, die het
op zooeenen tijd zijn, in7r gemeen of byzon-
uer, ceniger wijze mogen flaan, aan bcquaa-
^e perfooneh te begeeven ^ en van de gcmcl*
«c aiïipten te fchikken; en om zoodanige per-
sonen tot dezelve voor te (lellen ,of te verkies
ïen ι de vöorgeitelde of verkoorc perfoonen
^'c bezit'te itcllen en te beveiligen; ,en om
a' wat vorders tot hec bovenstaande mag
^oodig of dienftig zijn, 't welk de Abt des ge-
elden kloofters en de Prooften derPrpoftdyen,
iQt noch toe gedaan en verricht hebben, even
Β                          eens
-ocr page 142-
ï8         OUDHÉDENT EfcT GeSÏICHÏEN
eens te doen en te verrichten; zonder iemands
verlof daar toe te verzoeken. Door't zelve ge-
zag vergunnen wy den zelvenBiflchop van De·
venter, die het dan weegen zal, en verkenen
hem de magt om de kerk van *t voorn, kloos-
ter, indien het noodig is, tot eene Paróchi·
kerk op te rechten ; en 'er eene altijdduurende
kerkelijke inkomfte voor den gemeiderl Kapel» I
kan te ftichten; vorders om voor den Paftoor I
en Kapellaan, als mede voor de aalmiifen die 1
daar moeten uytgereikt worden, een behoor· I
lijk gedeelte van de vruchten, renten, en in·
komften voornoemd, af te neemen.
En op dat de voorn» kerk van Deventer met
eenige waardigheden of kerkelijke ampten ver·
ciert mag worden l zoo rechten wy daar voor
altijd een Aarts-diakenfchap op , ten behoeve
van eenen Aartsdiaken \ dewelke na de dood ;
óf afftandvan den tegenwoordigen Aartsdiaken
of tegenwoordige Aartsdiakens der Utrechtlche j
kerke, die in dat Stifteenig rechtsgebied had-
den, hec zelve Aartsdiakens-rechtsgebied in (|
Stift van Deventer zal hebben; 't welk de W I
dere Aartsdiakens der Katedraale kerken van I
die geweiten* van rechtswege of üyt hoofde
van de gewoonte, hebben en moeten hebben·
Nog rechten wy daar voor altijd een Aarts-pries· j
terfchap op, 't welk het Stads-Aartspriefter· I
fchap genoemt zal worden, ten behoeve vatil
eenen Aartsprieiler , die den naam zal voeren j
van Stads-Aartspriefter: en, benevens den Aarts*
diaken voornoemd , een byzonder opzigtZ!l!!
hebben op de Paftoors of Regenten der PA'
rochien, en op de Preekers van Gods Woord*
in de zelve ftad. Eindelijk rechten wy een Pe'
nitenciafhTchap op voor eenen algemeenen W'
nitcif
-ocr page 143-
ι
VAN D E VEN Τ ER.           19
hirenciaris der zelve kerke: wiens ampt en be-
diening zal zijn, 't opzigt te hebben op de ge-
wifTcn der ingezetenen van 't ganfche Bisdomö
Noch verklaaren wy dat Üe voornoemde ver-
nietiging, affchaifing, toevoeging* toe-eige-
ning, vcreeniging , hechting, vaftmaaking,
en al het bovengaande, onder geene herroe-
pingen, opfchortingerf, noch intrekkingen vari
diergclijke of andere vernietigingen, affchaf-
fingen,' toevoegingen, toe-eigeningen, veree«>
nigingen , hednigingen, vaibraaakingen of in-
lijvingen , die door ons of den voornoemden
Stoel, mee wat bewoordingen, rechtsgebruy-
ken, uytdrukkingen en dekreeten dat het zy, ge-
maakt mogen zijn, eenigcrwijze begreepenwor·»
den j maar daar van altijd uytgezonderd blijven:
ja, by zoo verre dat ze mogteh opgefchort,
herroepen, of ingetrokken worden, dat zedan
iedere reizc op nieuw verleent en in haareerften
ftaat herftelt zijn : en op dat ze toch onderdkr«
gelijke herroepingen, opfehortingen, en in-
trekkingen j geenszins Zouden bègreef en zijn 5
zoo verklaaren wy dat ze van nu af waarlijk en
?.onderveinzingc haare volle uytwerkingen heb-
ben: dat de vêreeniging, hechting, inlijving,
vernietiging, a-ffchairing , toevoeging en toe-
eigening voornoemd , niet gefchiedt zijn om-
trent de Proölrdyeri én het kloofter voornoemd
als zullende openvallen, maar als reeds open-
gaande : zoodanig dat de^ Btiïchoppelijke Ta-
fel en de Biflchop van Deventer * op dien tijd
zijnde , uyt krachte der gemelde vereenigin-
ge» enz. recht gekreegen heeft in de zaakieri
dat de opfehortingen , herroepingen, intrek-
kingen van den tegenwoordigen brief, en wan
Öaar tegen gemaakt mag worden, voor nieuwe
Β i                     vér-
-ocr page 144-
2'o Oudheden en Gestichten
verleeningen en herftelliugen van den Zclveii
brief moeten gehouden en aangezien worden.
Vorders alle en iedere Kanonnikken en andere
perfoonen des zei ven kloofters, die tot de voor-
noemde kerk van Deventer of tot andere wee^
reldlijke kerken zullen willen overgaan , die
ontflaan en ontheffen wy, door't zelfde gezag
en inhoud als boven, van de kloofterlijke in-
zettingen hunnerOrder, van het onderhouden
der zelve inzettingen , van het draagen def
kloofterlijke kleedinge, en van de belofte der
( 3) armoede: wy brengen hen over tot den
ftaat der weereldlijke Klerken, en wy maaken
ze volkomentlijk weereldlijk: zoodanig dat ze
zullen vermogen zich zelven in alles en alle·*
zins als weereldlijke Klerken te gedraagen, en
alle en iedere voorrechten, ontheffingen, vry-
dommen, gemeenfehappen, vergunningen, in·
duiten, die de gemelde Klerken eenigerwijze
genieten , even eens te genieten en te gebru}^
ken ï zelfs zoo verre dat ze allerhande weereld·
lijke Kerkampten konneti bekoomen 5 tot het
bekleeden van die ampten en tot de kerkelijke
goederen volkomentlijk bequaam zijn ; en.de
vryheit hebben om over alle roerende of vafte
goederen, die hun op wat wijze dat het zy toe-
behooren , by uyrerften willen te fchikken j zon-
der echter hunne maaien omtrent de erfeniflen
te verkorten. Nu ieder van de genen, die tot
de kerk van Deventer zullen overgaan».leggen
wy door het gezag en inhoud als boven eene
prebende toe: maar aan ieder van de anderen»
die liever tot andere kerken willen overgaan»
leggen wy voor hun gedeelte 100 Rhynfchfi
goudguldens toe ·, ter tijd toe dat ze van eefle
diergelijke kerkelijke inkomfte op een wett$
-ocr page 145-
vaèt Deventer.             21
wijze voorzien zullen zijn. Doch aan de ove-
rigen, die liever tot andere reguliere plaatzen
zullen willen overgaan» leggen wy hoofd voor
hoofd, zoo lang als ze leeven, voor hun ge-
deelte vyftig dukaaten toe; dewelke aan ieder
van hen door den Bifïchop, die'er dan weezen
zal, uyt de vruchten , renten , en inkomften
des gemelden kloofters zullen betaalt worden.
Wijders, aan de Kano.nnikken, die dus door
den tegenwoordige!} brief 'tot den weereldlij-
ken ftaat overgebragc zijn, verleenen wy door
eene byzondere gunif. verlof en difpenfkatzi dat
zy allerhande kerkelijke ampten, die van wee-
reldlijke Klerken plag.ten bezeeten te worden,
hoe veele in getal en hoedanig dat die zijn,
het zy met of zonder ziclzorge , indien ze
nochtans gepaart konncn worden , en zy ze
op eene wettige wijze bekoomen konnen ,
mogen aanneemen en behouden , en ook al-
lerhande tijdelijke goederen bezitten. Wes-
halve wy onze beminde zoonen, de Kapitte-
len van S. Lebuinm kerk, en, van de kerken; te
Zutfccn en te Oldenzeel , en vorders aan 't
Konvent van 't-gemelde kloofter, op de deugd
der heilige gehoorzaamheit) en op ftraffe van
den grooten ban op heecer daad verbindende»
mitsgaders op de verbeurte van alle hunne
^aardigheden,kerkelijke bedieningen eaamp-
tcn, hoedanig dat zy ze bekoomen hebben,
en vorders op de ftraffe van onbequaam. tot
dezelve en andere kerkelijke ampten te wor-
^11 i in welke ftraffen zy op heetcr daad
vcrvalien zullen., wel fcherpelijk verbieden,
dat zy tot het verkiezen of eyflehen van, de
Prooiten der gemelde kerken » of van den
Abt des gemelden J^looitcrs, wanneer die amp-
B 3                           ten
-ocr page 146-
r
%% Oudheden en Gestichten
ten zullen openvallen , al is het ook dat W
reeds gelijk gezeit is openftaan, niet.zul·
len hebben voort te treeden r of zich zei-,
ven met bet zelve of iets van 't zelve te bc .
moeyen: en wy verklaaren dat alle dierge.hjkc j
verkiezingen en eyiTchen , met de beveltigm» j
gen en aanneemingen der zeeven, en vorders
alle beaccyingen , of verleeningen by wiflfl
van kommende, of allerhande vordere fchit
kinden'omtrent de Prooftdyen en de AMjl
voornoemd , dewelken in 't toekomende van
deezen tijd af te'rekenen, zelfs dpordenRooro-1
fchen Stoel, gedaan mogen worden * meug en
van geene kracht of waarde gullen zijn.
Van gelijken; op dat dezelve Biflchop cene
kerk mag hebben dewelke, gelijk een dekig
Katedraale kerk betaamt, wel voorzien zy van
geleerde mannen, die de behoorlijke bequaam-
heit hebben om het rechtsgebied daar te oeif*.
nen, en de vordere kerkelijke bedieningen te
verrichten s zoo ordonecren wy voor aji<Wj
en maaken het tot een va.ft Dekreet, dat
van alle de Kanonmksdyen en Prebenden í
S.Lebuinus kerk, zijnde twintig in getal, é
Kanonniksdyen en even veele Prebenden ( «_
welken allereerft , na dat die kerk op e
wettige wijze van een BiiTcbop voorzien «
weezen, door den afitand (zelfs by wijze v»
verwifTcJing) of de dood, of door verbeurte'
van tien Kanonoikken der zelve kerke, ot r
eenandere w*?ze, zullen open vallen ; ot o
indien ze'metterdaad op wat wijze dat het J
reeds open ftonden, en zoo lang open. geit ^
hadden dat de begeeving der zelven op
voorgemelde wijze aan ons zoude vervallen zij j
of dat dezelve Kanonniksdyen enPrebenden,
F; ·
                                                       een*ö
-ocr page 147-
van Deventer.             a$
eenigen dcrzelven, in'c byzonder of algemeen
voor de Pauifelijke fchikking gereferveert waren,
of dat ze by wijze van verkiezing vergeven wier-
den : alwaar het vorder dat 'er over een of meer
van dezelven tuüchen partyen een proces ware
hangende (wiens inhoud wy alhier voor uytge-
drukt willen gehouden hebben;) dat 'er , zeg*
gen wy, een van die Kanonniksdyen en eene van
die Prebenden altijd zal moeten toegeleit en
gegeeven worden aan den Biflchop - uyt hoof-
de van welke Kanonniksdy en Prebende hy
Kapittelheer zal zijn; en eene plaats in *t Ka-
pittel , en daar by eene item boven den Deken
en de andere Kanonnikken der zelve kerke, zal
hebben: dat 'er drie andere Kanonniksdyen of
Prebenden zullen gegeeven worden aan drie
Meeilers of Licentziaaten in de Godtheit: noch
drie andere aan drie Doktoorea of Licentziaaten
in de geeftelijke Rechten-: en de overige drie
aan drie Edelluiden, van't zelfde Bisdom, die
ook in de Rechten ©f Godgeleerdhek, in eene
vermaarde Hooge Schole, ten minfle Licenw
liaaten nae een fcherp onderzoek geworden
üju: dat tot de zes eerite (Kanonniksdyen en
?rebenden) zoo Edelen als Onedelen, doch op
de· gezeide wijze gepromoveerd; maar tot de
örie anderen, die'er van de negen Kanonniks-
dyen en Prebenden noch overfchieten, geene
aderen als Edelluiden,die dus gepromoveert zijn,
^ogen aangenomen worden; zonder echter den
Adel van de zes eerfte Kanonniksdyen en Pre-*
oenden uyt te fluiten. Doch van de drie eer-
™ dus gepromoveerde Kanonnikken moet de
eene» door des BuTchops aanftcllinge, Aarts-
"'aken zijn; de tweede Stads-Aartspriefter, de
erde Penitenciaris, Eindelijk zullen de twee·
Β 4 ^           oudften
3
-ocr page 148-
E
24 Oudheden en Gestichten
oüdften van de andere DolaorenofLicentziatetv |
•waar van de eene een Godtgeleerde de andere
een Rechtsgeleerde zy, de magc hebben en be-
houden om hét ganfche Bisdom van Deventer,
ïoq wanneer eh zoo dikwiis als Hun BiiTchop
zulks op hen verzoeken zal, uyfc naame van den
zelven BiiTchop te bezoeken ; denwelken de
andere dus gepromoveerde Kanonmkken , des ver-
zocht zijnde , gehouden zullen zijn daar in te
helpen. Doch de Aartsdiaken, en noch drie
anderen van dè dus 'gepromoveerde of gradueels
Kanonnikken , te weetèn twee Godtgelecrden
en een Rechtsgeleerde, zullen by malkander,
de magt hebben en behouden om de Geéftelij·
ken tot de kerkelijke Wijdzels te bevorderen}'
en om de Regenten derParochien, die tot Pas-
toors of altijd blijvende Vikarifien door wat
gezag dat het zy aangeftelt zijn, tot de beoef-
fening van 't Hardersampt tod te haten: zoo
nochtans dat ze geene anderen zullen mogcfi
aannecmen, dan die ten volle daar tóe bequaam
2:ijn , en uytdrukkelijk gezworen hebbeïi dat
zy, om de zielbeftiering waar te neemen, in
eigen perfoön zullen (4) refukeren* Ook zul-
len d'er in 't voornoemde Bisdom zoo veele
Aartspriefters of Landdekens aangeftelt wor·
den, als 'er aullen behöoren te zijn: zoodanig
dat de geencn , die het nu zijn» in hunne bedis-
öingemet hunne gewoonelijkeprofytert behou-
dens des Biffchops befclieidenh'eit gullen Ml'
Ven. Wijders zullen de Aartsdiaken, de Aarts-1
prieflers, de Penitenciai is, mitsgaders dé anöe"
re zes KLandnnikken ,; ■ uyt hoofde van hüi-ne I
Prebenden voornoemd gehouden zijn in de zaa"
ken van de kerk en 't Geloof, en in de andete
Moeyelij kneden die van tijd tot tijd opkoome^·
V, u.M :                                         > Λ ■                                       d.cf·
-ocr page 149-
ν
VAN DeVëNTER.;            2f
den BiiTchop, zoo wanneer en zoo dikwils als
hy zulks op hen verzoeken zal, met raad en
daad zoo'.-in 't algemeen als in 't byzonder ge-
trouweljjk by te Haan. En op dat'er te beter
gezorgt worde om ter ftichting van Gods kerk
mannen van een bekeade deugd en vroomig-
hcit te bekooraen, zoo ordoneeren wy darde
voornoemde negen Kanonniksdyen en negea
Prebenden , daar de voornoemde voorwaarden
aan gehecht zijn, deeze eerfte reize zullen ver-
gcevën worden door den BiiTchop alleen; die
dezelve by beurten aan Doktooren of Licentziaa-
fen, en aan Edelluiden , begeeven zal: maar
dat ze daar na ten eeuwigen tijde, zoo menig-
maal als ze open zullen vallen, door den BiiTchop
en de andere gradueels Kanonnikken , die in 't
leven zijn , by verkiezing zullen vergeeven
worden: zoodanig te weeten dat in dusdanige
verkiezinge de item van den BiiTchop geen
grooter kracht hebben of meer gelden zal daa
de ilem van ieder gradueel Kanonnik: ten ware
dat de ftemmen itonden: in welken gevalle de
BiiTchop noch eens zal itemmenj om de ge-
lijkheit der ftemrnen te beflechten. Noch ai
vorder ordoneeren wy dat de gemelde tien eer-
fte Kanonniksdyen en Prebenden onder geene
algemeene of by zondere Refervaatzien ^ ook die
met de gedagte gefchieden, noch voorkomin-
gen4 zelfs die in het Lichaam der Rechten op-
gefloten zijn , noch onder eenige (5·) Verwacht-
oneven', Koadjutorfchappen , Bevelbrieven ,
MagtbrieveM, Indulten om kerkampten te ver-
geeven of in kommende te gceven, eerfte Be-
den , of andere voorkoomende guniten , die
1 door ons, of andere Pauzen die 'er toen waren
of door den voornoemden R. Stoel, of des-
B S                        zelfs
-ocr page 150-
*4 OUDHEDEN EN ÜESTICHTEN
zelfs Legaaien , zelfs ten gevalle of op Jbet
verzoek vaiv Keizers , Koningen , Koningin-
Ben * Hartogen-, of wat andere Princeo dat
het zy, al? de Kardinaalen des H. Roomichen
Stoels, al· waar 't pna, noch zoo een dringen-
den nood,; mogten gedaan of vergunt weezen}
$at die Kanonniksdyen, zeggen wy, daar on-,
4cr niet zullen begreepen zijn: dat ze ook niet»
gis by den gemekkn Stoel openiUande, noch
<?m eenige andere reden , in't algemeen of by-t
ponder zullen, konnen gmferveert wordün :
noch ook als ze door afiiand, zelfs uyt hoof-
de van verwiileling, al waar het ook by den
R. Stoel, by tijd, en wijle zullen openvallen ,
éöor den Paus of den voorn.· Stoel zullen ver-
geeven of eenige· ichikking,omtrent de zelven
gemaakt mogen worden. En vermits het om.
4e goddelooze pbogingen der nieuwgezinden
en de boosheid der tijden niet oorbaar is dat de
geleerde mannen langen tijd van hunne kerken
ahveezig zijn; zoo.ordoneeren wy dat de gra^
ilwele
Kano'nni'kken. indien ze twee maanden
van hunne kerken afweczig blijven, ten ware
fai'm door den Biflchop of het Kapittel er-
gens gezonden waren, de geheele inkomiteft
litinner Prebende van dat jaar zullen miflcnj
en dat dezelven aan *t Kapittel zullen vervak
Jen. Voortsordoneerenwydopr/t gezagenden
inhoud als boven, dat de inkomftcn in twee ge-;,
lijkedeekn zullen verdeejt worden: van welke
cleelen het eene voor. dagelijkfche uytdeelingen,
alleenlijk aan de zoodanigen zal gegeeven wor-
den; die de goddelijke dien iten in -het koor waar-
genomen hebben, en aldaar van't begin tot het
emdetoe,behalvenin gevalle van noodzakelijk»,.
iek, gullen gebleeven fcijn: en dat niemand uyt
>-.,                                                                         hoofde
-ocr page 151-
VAN DeVENTEIW r          %7
hoofde van ecnige Paufleiijke difpenfrfzi of
vergunning, om wat reden dat die verkreegen
of ecaeeven mag zijn, zich zelven van zooda-
nig een refideere» zal konnen bevrijden: ten
welken opzigte wy al het recht van de tien
voorgemelde en bepaalde Kanonniksdyen en
Erebenden te vergeeven, of om er anderen toe
te verkiezen of te benoemen, tegen, dat de eer-
fte Biflchop van Deventer zal aangeitelt zijn,
den Biflchop, den Prooft,en het Kapittel van
S Lcbuitms kevk, endevordere perfoonen die
daar iets in te zeggen hadden, door den inhoud
deczes voor altijd ontneemen en afhandig maa-
ken i het zelve in zoo eene wijze van verkiezing,
als boven gezeit is veranderen; en op den Bis-
fchop en de Kanonnikken voornoemd overbren-
gen. En op dat de negen Prebenden, die ge-
lijk gezeit is aan negen gradueele Kanonnikken
moeten gegeeven worden , wat meer mogen
opbrengen, en de geleerde luiden des te beter
opgewekt worden om dezelvenaan te neemen*
zoo geeven wy , door 't gezag en den inhoud
ais boven, volkoome magc en verlof aan den
voorn. BuTchop om eene 't zy weereldhjke ofc
reguliere Prooftdy, van wat Order datzezy, aL·
quamze binnentievoornoemde maanden open te
vallen, al waar het fchoon eene konventueele
ProoÜdy, al moeit ze by verkiezing vergeeven
worden , en al waar d!'cr zielzorg zelfs mee
rechtsgebied aangehecht , ja al waar. ze in 't
algemeen of byzonder gereferveert, en al wierd
'er over gepleyt; om, zeggen wy, zoo eene
Prooftdy, met verlof van Koning Philips en
van den Aarubiftchop. voornoemd, aan de
voorn, negen gradueele Kanonniksdyen en Pre-
benden of aan haare gemsene inkomften te
heen·?
ι
-ocr page 152-
.;■;■■'-■■£. . .                  „ ; , ... .:,.-                                     .·. '. .. -                                                                                                  , \ .
%% Oudheden en Gestichten
hechten ^ en 'er in te lijven. Daarenboven
verklaaren wy dat aldus in al het bovenflaaa·
de, en ieder van't zelve in 't byzonder, door
alle zoo eigene alsgemagtigde Rechters, zelfs
door die van't Pauflelijk Paleys, en de Kardi-
naalendes H<Roomfehen Stoels, in alle pleitza-
ken en rechtvervolgingen moet gevonnift wor-
den ; en wy beneemen hun {dm gemelde Rechte-
ren en Èardmaakn)
en ieder van hen in ?t byzon?
der de magt om een ander vonnis te ft rijken of
uytleg te gceven: zoodanig dat wy alles nietig
en krachteloos verklaaren, wat iemand, van
wat ge&ag dat hy zy, tegen 't bovenftaande
weetend -of onweetend zouw mogen beitaan.
Weshalve wy onzen tegenwoordigen Broede-
ren, den Aartsbiflchop van Mechelen, en den
Biilchoppen van At recht en Fekri, door dit
Pauflelijk ^geichriftuyt eene diergelijke b.ewee-
ginge beveelen dat zy , &{■ anders twee of een
van hen, door zich zelvcn of door iemand an*.
ders of rneer anderen , den tegenwoordigen
brief en alles wat *er in vervat is , waar en
wanneer het noodig weezen mag, en zoo dik·
wils als zy of iemand van hen van wege dc^
Biiïchop van Deventer of van wege de Kanon-
nikken voornoemd, of van wege andere per-
foonen, die daar belang in hebben of oit zul'
len hebben, daar toe verzocht zullen worden.,
openbaarlijk zullen afkundigen; hun en ieder
van hen in het bovenftaande krachtige hulp
bieden j en aldus te weeg brengen dat de BH-
ichop van Deventer en de andere perfooncn
voornoemd , uyt krach te van ons gezag , -4ê
voornoemde beveiliging, goedkeuring, bf"
voeging, vergoeding , vernietiging, affchaf*
fiag, toevoeging, vereenigingy hechting.» io"
. ',/r\
                       ·.                            lij ving,
-ocr page 153-
; van De τ E'Ntb r.               ïo
living» ontflaging j overbrenging, difpenfaatzi s
dekreet, ordonantzi, en al het bövenftaandej
pelijk ook den tegenwoordigen brief, en al
wat'er in begreepen is, geruftelijk genieten
en gebiuyken: en daar by, dacde tegenwoor-
dige brief, en alles wat 'er in vervar. is, on-
verbrekelijk onderhouden worde; zonder te -
dulden dat de BifFchop, de Kanonnikken, en
de andere perfoonen voornoemd, daar over on-
behoorlijk, door wat luiden dat het zvj orit-
ruft of belemmert worden. Ten welken ein-
de zy alle tegenfpreekers , wederfpannigen ,
en die hun in 't bovengaande tegenftand
bieden, naar waarde zullen ftrafFen, zelfs met
den ban op hecter daad verbindende; met het
afneeroen van hmiae kerkelijke inkomften eri
bedieningen; en met hen tot dezelve bedie-
ningen, en tot het verkrijgen van andere, on-
bequaam te verklaarenj en, wel zoodanig dat
zulke inkomften en bedieningen, als door zoo-
danige ontneeming wettiglijk en volgens de
kerkelijke rechten openftaande > door, andere
luiden verkreegen en door de OfdinariiTen dei·
plaatzen zullen tnogen vergeeven worden: en
zy zullen hen noch vorder bedwingen door an-
dere vonnifien , en zoo wel kerkelijke ftraffen
als geldboeten , die zy naar hun welgevallen
Zullen opleggen, matigen, en toepaflen; zelfs
zoodanig dat zulke perfoonen op heeter daad
daar in vervallen : en dat zy (de voornoemde
BiiTchoppèn) zodaanige vonniflen en ftrafFen,
roet het onderhouden nochtans van het wettig
fcchtsgebruyk, Tneermaals zullen korinen ver*
zwaaren; ja zelfs de weereldlij ke ,,magt , in-
d'en het noodig js, te hulp roepen. Alles,
«iet tegenftaande onzen voorreen wille,.;en
wat
\
-ocr page 154-
jfc ÖüDHEbEN EN GESTXCHTÈtt
wat vorder boven ftaat: niet tegen ftaande ook
bnze zoo algemeene als byzondere Dekreeteii
en Ordonantzien, van de waardy in Hec ver-
krijgen van eenigë gunften , zelfs die uyt eenc
diergelijke beweeginge gefchiedt zijn, uyt re
drukken } van een verkreegen recht niet af té
neemen *, en van geene brieven wegens het aan·
behouden van eenig jaargeld te verleehen, als
met de toeftemminge des genen die het betaa·
len móet: vörders riiet tegenftaande ook het
Dekreet en de Ördonantzie der laatfte Kerk-
vergaderinge van Lateranenj waar in verboden
word geene altijdduurende vereenigingen te
inaaken dan in zulke gevallen die door het
k.echt tdegelaaten worden: niet tegehftaandc
ook de Ordönantite van onzen Voorzaat ge-
lukkiger gediigtenüïe r Bonifacius VIII, we-
gens eene dagreize , en die van de algemeene
Kerkvergadering van twee dagreizen j weiver-
ftaande nochtans dat niemand uyt krachte van
deezen brief vorder als drie dagen reizéns ge-
dagvaart mag worden: niet tegenftaande ook
alle andere Pauflelijké zoo byzöridere als alge-
meene Ordonantzien » zelfs die eenige reftrf
vaatzi
doen, of in't lichaam der Rechten be-
grepen ι of in provinciaale Synoden uytgegeéven
zijn: niet tegenftaande de Regelen derPauGelij*
ke Karitzelerye, eri de herroep-Brieven > met cle i
vernieuwingen der herroep-brieven: niet te-
genftaande de brieven , die ten voordeele gr
op andere tijden ten nadeelë der ÖrdinariiTen
oit uytgegeéven zijn, of zullen uytgegeevert
worden : niet tegenftaande de irizettingen en
gewoonten van het kloofter;en van deProoft·
d^en,Orders, Kerkelijke perfoönen, en plaat·'
zen voornoemd % fchoorï of te met eede, door
-ocr page 155-
van Deventer..            ^ t
ftiufleïijke beveitiging, of anderzins bekrach-
tigt waren: niet tegengaande de Verdragpun-
ten tuflchen den voornoemden Stoel en de
Duytfche Naatzi voor deezen gemaakt : ein-
delijk, niet tegengaande alle byzondere en at-
wemeene refervaaizien j ook met de gedagten
gedaan \ en daar by alle verwacht-brieven\
en vordere gunftenl ook aanftëlltngen tot Ka-
nonnikfcen , anders ook altijdduurende veree-
higingen zonderde tbefte'möii.ngeri van de #Mé-
dehclpers , magtigingen j benoemingen , bei
veelen, brieven, vergunningen; die aan eeni-
ge perfoorien, van wat waardigheit, ftaat, aan-
zien, en bediening dat ze zijn, al bekleedcri
zy de waardigheit van KardinaalèH » al waren
't ook onze oude en opgefehreève huysgenoo«
ten, geduurige difchgenooten , en huys-pre-
laatenj öf afnptenaaren van *t eerwaardig Hof,
zelfs die hun ampt werkelijk bedienen j al
"waar*t uyt nóch zoo een inzigt, én ten geval-
le, óf believen van Keizers, Koningen, Har-
tögén, en andere Vorften , met wat voorrang
en voorrechten dat het zy, en alwaar het mee
herroepende Dekreeten , en met bewoordin-
gen dié de herroepingen wederom herroepen^
ja den tegcriwoordigert Zelf intrekken, en al
ware het uyt eene dicrgelijke -wetenfehap en
bcweeginge, öf..op wat andere wijze dat het
Zy, mogen gedaan zijn; welke vergunningen
^y, even als of hun inhoud iri deezen brief
van woord tot woord u.yrgedrukc ftdnd* voor
genoegzaam alhierüyrgedrukt houden? en alle
haare kracht en üytwerking omtrent het bo-
vetiftaande volkomentlijkopfchorten, met ver*
kUsringe dat ze in het bovenftaande geenê
Göadjutortl»
uyt-
-ocr page 156-
$z Oudheden en Gestichte»
iiytwerking noch plaats konnen of mogen heb»
ben. Eindelijk niet tegenfiaande de gemelde
en alle andere PauiTelijke vergunningen, indul^
ten, en brieven: door wat voor Pauzen onze
Voorzaaten, al waar het door ons zelf en acn
voornoemden R Stoel, en al waart, by'.wijze
van eene algemeene wet en altijdduurehd be-
vel, of van een kontrakt of als korkrakt we-
derzijds aangegaan en beveiligt , of met wat
voor bewoordingen én uytdrukkingeri , al wsar
*t met de herroepingen der voorgaande her-
roepingen, of met andere noch kraniger, ja
de allerkrachtigfte enongewqónelijkltc ja her-
roepende uytdrukkingen , of andere Dekree-
ten, éh al waar het uyt aanmerkinge , icn ge-
valle, en óp het verzoek der voorgemelde of
andere perfoonën , of uyt eige bewecgingej
met zekere keiiniffe. en volgens de voïheitder
magt als boven, ja by wijze van een kqnfift'orti
of hoedanig , op wat wijze, en Hoe dikwils
het zyj n\et tegenitaandê, zeggen wy^ de be-
veelen, brieven, en vergunningen die aan zul-
ke luiden op zulke wijze mogen gedaan, be-
veiligt, en naeermaalen vernieuwt zijn, of ge-
daan en vernieuwt mogten worden. Al het
welke, enz» gelijk doorgaans in de Bullen der a%«
dere Bisdommen βααί.
Aantëkèhingeh,
I. Prins enk. Ik zal hier uyt den vermaarden Z?*
Cange aantekenen dat de naam van PYmcefs, in dé
ÜUytfche taie Prins, voor zoo veel die eene hoog*
waardigheit, ofVorilelijk leen, even als de naamea
Hartog, Graaf, Markgraaf, enz. betekent j eerft in
Italië uytgevonden is. Zoo fchrijft JLeo λ OJiieffi
* Lib.io. c4'. io.                           isj Mi:          ',
-ocr page 157-
(JtSSCHRtVINC VAN OjEVENTEft.            *j
dAt drecbis% Hartog van Bencvcnto, dieti b St'g&Hitti,
δοο ik my niet vergiiFc, Artgfjas noemt, e ζ uk al*
Itreerfl Prinsv&n B'enevento h.eft laatem noemen
; daal·
'zijne voerzauten
, die *t gebied ever Uwevento hadden,
den tpel tan Hartog
( Dux ) gevoert hadden. Hy iiet
zich «ok van de Bijjchappen zalven
, z<:tte een kroon op
Ztjn hoofd
; en deed op 't einde van zijne brieven de^zè
woorden zetten ; gejehrjeven ia- ons geheiligde Ptdeys.
Ol dit Prinsdom ?an Beneveuto, zoo als β η Cangè
vorder bewijft , zijn negentig jaaréh daar, nae dé
Prinsdommen van Sakrno en Kapcia voortgekomen.
Niet lang daar na , te .weeren onder Rog'erins Kö-
ning van Sicilië, quameh dé Prinsdommen van Ba-f
ri en Tarente op .Waar- omtrent, aan te ïnerkcrj
(iaat dat d,e gemelde Koning hef laat.fte Prinsdom aam
zijnenbailerdzoon&'>###gefehónkeh had: maarl-filT
helmus, Regering,
zoon, na zijn vaders ddod Koning;
geworden, heeft da.t Prinsdom zijnen baiterd-bro-der
afgenomen· Hy 7-eide dat „ de d Hartogdommeti
i, Un ApuliC en Tarente, en het Prinsdom van'Ka-
,· pua, tHeanèlijk 'aan wettige zoonen mogten ge-
t) geeveti, worden.: maar .dat het niet onbillijk wasf
„ dat de natuurlijke zooncri tot , Graaffchappeu , of
ν andere waardigheden des Rijkstgevordert wierden.,.
Hier uyt blijkt dat de.tytel van prins, althans in dié
tijden, veel aaiizienciijker was al$ de tytel van
Graaf., t. - £ ,. (' , ' h. .
                 .·. , '
' Noch fl^at b^ den zei ν en Öh cange be Weezen dat
ae tyteï van Prins uyt italie naar Jerufalem, toen
het onder de magt.der Chnlienen v/as, en ook Waf
Konlta.ptinopolt' overgegaan is.,
, · Op het zelfde voorbeeld χ ij η 'er naderhand , hoe-
wel wat laater, <n Vrarikr-ijk eri de Nederlanden
PHnsdommeri opgerechL /Soois het 'rVihsdom van
^hima?, oifi nu maar van de i)iederlatiden te fpree-
|en.» opgeiech.t inr't jaar,i48&: het Prinsdom varv
kfpinoy in't jaar 15*4.1: dat van Gavere in'cjaar '5S3·
oat van Bar.hanfon iri't jaar i6r4.
                             Λ
öaFde oudilc zöoncn des Konings, in vérfchtide'
*   Hiitor. f*.il. in Rege UdMcrifv
*  In tic acht (ie ecu we·
^Nc^iOljft, stcih pas. fff*
•öiiCat^ &c. -
C.
tifkruï
-ocr page 158-
II           Aantekeningen öi> öe
rijken, als in Engeland, Schotland, Portegaal,
Spanie enz. den naam van Prins voeren, is eene
bekende zaak. Maar in Duytsland plügten allede
AartsbiiTchoppeiv, Biflchoppen, en fommige Abten,
den tytel van Prins te voeren. „ Alle de AartsbiV
fchoppen , BiiTchoppen , en fommigen van de
" voortretTelijkÜe onder de zwarte Abten , zegt Al·
■' Berieus in zijn ƒ ongedrukte Kronijk , en daar by
" alle Hartogcu , eenige Markgraaven , de Land>
*" iiraafvanThuringe, en de Paltsgraaf aan denRhijn,
" worden altemaal Princen genoemt. Alle de an-
deren zijn Graven , Kafteleinen , anders Burg-
graven of Edeiluiden.
           ^ #             · \'·
Maar de naam of tytel van Prins, zoo als dezel-
ve Du Canae bemerkt , word fomwijlen door de
Schriivers of by zekere gelegendheden ook aan Gra-
ven , ia aan mindere Rijksheeren ;; gegeeven.
t 'PaulnslV was met den Koning van Vranknjk.
Hendrik 11, in een verbond tegen Karel V. en Philips II
gctreedcn en was om verfcheide redenen op de
Spaniaards gebeetcn. Ten eerfte om dat Rome on-
der KarelV ingenomen was; en de PauHelijke acht-
baarheit daar door vertreeden fcheen Ten tweede
om dat de Spanjaard* , zoo als s Platina Ichrijft,
Italië door hunne overmagt genoegzaam onder het
juk hielden.' Ten derde om dat hy voor zijn PauS.
dom te Madrit aan het Hof zijnde, beledigt was:
Want'veker Kantzeligrs-ampt, 't welk hem volgens
't oude gebruyk zoude roegekomen hebben , wierdaati
eenen Spanjaard opgedragen. Ir.het voeren van dien
oorlog toonde hy dezelfde ihndvattigheit, die hy m
alle eelegendheden deed blijken, en die hem aange-
booren was. Maar't geluk diende de Franfche f%
penen niet; en de Pau* wierd eindelijk genootzaalU
ïiin verdrag , zoo wél als Hendrik II, te maakeru
't Was zijn geluk noch dat de vermaarde Hartogvan
>#«*,'die aan 't hoofd van een goed leger , en «naar
een dag reizens van Rome was, de ftad mee duride
beleeercn. De gemelde Hartog had 'er bevel toe;
maar wierd door eene reden tegen gehouden , die
niemand ligt raaden zouw. Hy vreesde, zoo als nf
tegen zijne vertrouwelingen zeide, dat de Keizer,
fApudduCangc
         gin Paulo IV.                     
-ocr page 159-
BjfS.GHK.ïVING VAM DEvENTIR.             3?
dïegodvruchtig en .hekrompen van gemped (of fcbrfr
vulL·)
geworden was, zijne bevelen naderhand intSr
'ziakcn mogu.En 't bleek uyt het-gevplg dat zijne vrees
niet ydel was ge weeft \ want 7.00 ras als als de w$
de getroffen was ,mpeft de Hartog evenwel op s Kti-
im bevel by den Paus gaan ; en de ontbinding vaa
al 2sijn bedrijf verzoeken.. Ik zal hier by. voegen
dat Paalxs IV y die van natuurs wege aan de ltra..e
kant was, veéle goede gaven had, en met heu en
ziele voor de gerechtigheit en bet verbeteren van de
misbruyken,-en ongebondendheden was , ja de. bar-
getye van Rome veel goeds had gedaan, echter de
eeneiiendheit der Romeinen, niet heeft kóoneri. be-
houden. Ik zeg dat hy■ de· Roomfcixe burgerye^veel,
goeds had gedaan : hy had alle hunne voorrechten,
dieze ooit va,ri;eenig Paus >gekreegen hadden ,, bc-,
vejb'gt en verqieerdcrt; dertig; duizend kroonen op
't yeiligengeeils-gaithiiys gezet ; om van de renterv
koren voorde arme luiden te koopen : in een groo-
ts dierte yeel koien tot een hooge prijs gekocht»
*t welk hj'vdoor zijne arriptenaareri tot veel laagec
prijs deed verkoopen: waar door hy wel vijftig duy·?
zend kroonen verloor. Hy heeft zijne drie neevea
of broeders zooiien , die de hoogfte ampten be.kjee.d-
den, om dat ze v.eele uytfpoorigheden bedreèven; had-
den , ttrengeiijk gcflraft, uyt hunne ampten .gezet ,
en doorgezonden. Daar by heefr hy de fchattingen,
$$ ze buiten zijhwëetcn ingeypert hadden , vernie-
tigt; en was ganfeh niet met gierig,heit;bezet. Daar-
enboven deed 'hy.alle de Monnikken,, die buiten hun-
ne kloofiers zwierden , naar hunne k.Iooüers keeren ,
tonder naar eeni'ge verfchooning te Imiteren : ά\·
niet vaardig genoeg, waren om zulks te doen, wierr,
den in kerkers gevet * ja fommigen pp. de gakyeri
gebannen, Hy ftelde z«er, gropte ftraffen tegen de
genen, die door kiiyperyen naar den Mytet zouden
ftaan : gaf zorgvuldig acht op bet oeffênen van dejge-?
fechtigheit: deed al wat hy,kolt, om de Bifïch,opDen
by hunne kerken te doen blijven, op dat ze op het
hoeden hunner kudde zouden paflen. Evenwel was
hy doorgaans niet bemint:, al wat hy deed, hoe detV
t.lg.en loffelijk dat het ware, wïerd van veele tjfis-
«tafdt. Had men op het uyterlük werk uiets te .zeg-
•G % , ■                   g*ö,
-ocr page 160-
...                                                                       ..■■■■ "                                                                                                                                                                              - ι. ■..? *
$6             AANTEKENINGEN Oi' DÉ
geh , men fmaalde op zijne'meening. De tijden wai
reto d'er niet nae, om de misbruyken zonder opfpra-
ke,te verbeteren: en ■ zijne ftraifigheit, hoewel dat zes
miiTchien of zonder miiTchien noodïg was ; maakte:
hem by het volk onbemind. Hy was noch niet tê
deeg overleden , of het volk liep als uytgelaaten door-
de fiad: haalden den nieuwen kerker der lnquifitie
onder de voet. De kerk der Predikheeren, die de
Kettermeefters waren, zoude ook Aangehouden heb-
ben s maar wierd met groote moeite verbeden. Dat
Was geen fchielijke drift, die met eens te klateren
öf uyt te berilen overgaat. Het volk» al meer en
meer aan't hollen flaande , liep met eene dolle drif-
tigheit naar 't Kapitool; ilèeg het hoofd en dè rech-
ter hand van het FauiTelijk itandbeeld af; en rolde
hét hoofd drie dagen achter malkander over ftadswe*
gen en ftraaten: tot dat het zelfde hoofd , alsjju at
dolligheir des volks eenigzins begoit te koelen, door
de barmhertigheit van eenige meufchen IndeiiTyber
geworpen wicfd. Het bleef'er noch niet by: daar
wierd een plakkaat óp den naam der Roomfche bur*
gery afgekundigt, dat de geflagtwapens van de Ka*
raffads',
waar uyt Paulus IV gefproten was uyt de
ftad zouden gefmeeten worden: indien iemand daar
tegen deed, dien zouw men voor een verrader hou-
den.- Zoo gezeit, zoo gedaan: men zag'er nader*
hand geene wapens der Karaffaas meer.
Dit is echter die Paus wien zoo groote ldf doof
Onuphrim gegeeven word; die naar zijn zeggen we-
gens, zijne mildadigheit, en yver voor 'r befchefinen
en haijolhaaven van den Godsdierift, met de belle
Pauzen te vergelijken was:'onder wien men aller*
eerfr begonnen heeft de bedorve zeeden der meu-
fchen, voornatrtentlijk dcf Geellelijken , door goede
en heilzaamc wetten te beteugelen : die de eerltejs
geweeft om de kerkelijke tucht, die in zijhen tijd
wonderlijk vervallen was', weder op te beuren , eti
in haar eerften ftand te brengen. Maar't is evenwel
waar dat zijne ftraffigheit fomtijds buiten de fchreet
ging, en dat hy zijnen ftreng in verfcheide voorvallen
veel te fterk getrokken heeft.
% Zie du Pin , Hift. du Coiicilf de Trewe. Itcra Oöu-
ffius, κ*.
                                                                 ,.
-ocr page 161-
I3ESCHRYVIN? VAM, PeVENTER.             j7
Ik moet ook zeggen dat hy op het ftuk van de
hoogdraavende magt , tdie de Pauzen zich in, het
tijdelijke aanmatigen, al zoo ingenomen was, en
ïijne ft re η g al zoo fterk trok , als dc; andere Pauzen.
Onder anderen ftond hy daar op dat de Pauzen al-
leen de magt hadden, om een landfchap iot een,Ko-
ninkrijk op te rechten, Maria, Koningin van Enge-
land, had haare Gezanten naar Rome gezonden om
den Paus van haare gehoorzaarnheit te verzekeren:
en die Gezanten waren zeer welkom. Doch eene
7.aak was den paus indenwege, dat zy den tijtel van
Koningin van Ierland voerde;.om dat Ierland door
haar Vader Hendrik Vlll tot een Koninkrijk op-
gerecht was : en dat haar Vader, zoo wel, als haar
broeder Ëde&art, dien tijtel geyqert hadden, t^ier s
was goede raad voor hem dier. Gaf hy haare Gezan-
ten gehoor : zoo fcheen hy de oprechting , door
Hendrik Vlll gedaan, te erkennen en goed te keu-
ren. Dat ware zi]n eigen gezag te. kort gedaan. Zoo
hy ze geen gehopr wilde geeven ; ft and het te vree-
zen dat Maria zich daar over, zoude beigen , en blij-
ken van haar gevoelen geeven. Om'er met eere. uyt
te koomen; deed r^y eene Vergadering der Kardinaa-
leu beroepen: en gelier zich als of 't hem onbekend
ware dat letland door Hendrik Vlll tot een Konink-
rijk opgerecht was. Zoo heeft hydat landfchap dan,,
in de gemelde Vergaderinge, zelf tot een Koninkf
rijk opgerecht: en dus zouw het (taan als of'Maria
dien tijtel uyt krachte van de PauflTelijke, vergunning
aangenomen had.
In een ander geval,, te. weeten als F^dinand 1%
door afitandf van zijnen broede,f KarelV, Keizer ger
Worden was ;. deed Pa/tlus IV zijne magt met de-
zelfde hoogdravendheit gelden. Gelijk het beveftir
gen van den Keizer, zeide hy, den Paus van Rome
ioekoomt; zoo moet de afftand van't Keizerdom
insgelijks in de handen van den Paus. gedaan worr
#n; en in zulken gevalle kan de Paus tot Keizer
Mezen dien hy wil. Zijne reden was dat de Keur-
v>oriïen alleenlijk van den Paus gemagtigt zijn om
een nieuwen,Keizer te kiezen als de voorgaande over-
een is: maar niet als hy afftand doet. In gevalle
v*n afftand , zoo als hy 't wilde verftaan hebben,
* ;'*'■ W# .?** »« O's ■ ■"-- ' ;ihad-
1
-ocr page 162-
§2            Á ÁÍÔÅÊÉÉßßÍâÇÍ ÏÉ» J>E
hadden zy niets te zeggen; dan had de Paus de hui-
den vry om alles naar zijnen wille te doen* Hy ver-
ftond'het dan zoo, dat de afftand van KarelVnietig
was; dat hét recht, omeenen nalaat te verkiezen\
gahfch en geheel aan den Kóomfèhen Stoel was ver-
vallen· en dat Ferdinand nok véor Keizer erkent
aoude gorden. Hy was ook: niet te verzetten : en
de dood van Karel■/^;: dié niet lang daar nae voor>
tiel, deed hem van voorneemen niet veranderen,
! ^tWas dezelfde Paus, die den -Gezant van Konin-
•gin Eliz'abetb met Zoo een raeuw antwoord voor het
hoofd (Tiet: als hy zijne Heiligheit van ElizabetswQ-
ge bekend quam maaken-dat zy den throon van En-
geland beklommen had. V Rijk van Engeland, zeidi
hy, was een leen van den H. Stoel. Êiiz&beth , þ
unecht zijnde
, hnde dat rijk niet erven: zy was wei
roekeloos en fioui geweefl dat zy
, zonder zijne toejlem-
miuge
, den tijtel van Koningm en Landtvoogdes Üáâ·
éenomtn had.
Hy zeide noch vorder dat zy verdient
Kad geen gehoor ie krijgen
; maar dat hy met eew
vaderlijke göedheit vftldt,'handelen
, dat hy alles %ouU
doen ,
'/ geene hy zonder de %jaardi0«it van den ƒ/.
&toel te verkorten zo^w konnen* doen : 4och zy ntoép
alvoorens van á Ut haar-e gewaande techtèná/âáññÝç
jW
haar e belangen goeds moeds in zijne handen•■ftelhtt. Maar
hy had mit cene Elizabet te doen; die gahfch niet
gezind was óm zoo geringeloort:-en voor 't hoofd
geflagen te worden: en ieder wéét hoe dier dar dit
antwoord onzen Godsdienft heeft geftaan.'
3. De Paus ontflaardie Monnikken van de belof-
te der armoede. Waar omtrent -aan'té'snerken fiaal
dat het wei-eer een zwaar gefchil is gevreeit j 't welk
Koch van fommigen verhandelt Word, 'of de Paos
de magt heeftom eenen Monnik van de ptegttge be-
lofte der onthóudinge ie ontflaan. S. * Thomas zei'
eeneen; en hield zoo eene difpénfaatzi voor nie-
tig en krachteloos. Véele Rechtsgeleerden zeiden $,
indien het dien (tig voor 't Gern#enebelr ware. Mt$
vindt Ook , dat de Pauzen zulke dhpenfaarzi» of ver*
lof om te trouwen , fomwijlen gtgeéven hebben.
Atfonjtf* ^, Koning van Arragonie 3 was in den oor-
* *i 2,. q. 8?. art, 11«
Ê Hieron, Blanca jn coaasient. Rer. Ariag. Martana I. o
-ocr page 163-
15ESCHRÏVING VAN DEVENTER.
a1 Ë/iMnrpn sefneuvelt; en had ceneri broe-
,og tegen de Moo^elncá
                    PirieftcrwM.
fS^SSSSSSSi door die van.Arragonie tot
{FinWvMkooren.en liet zich Koning en Pr.efter
KShv deed ook van den Paus verlof verioe-
à ^m'eene vrouw te trouwen: 't welk hem met
kSdwSde gewonnen hebben, weder naar zijç kloos-
t?.ouw moeten keeren. Qm te toonen dat hy ujn
kloofter E vergeeten wilde , en de voorwaarde
OSoudèn 55 droeg hy alnjc een Momnk*
kap onder de Koninklijke kleeding. Hy kreeg rtan
eenedochter, die hy aan Raimunans van Baredone
S huwelijk af: enW weder £^«£
ter· niet allten om zijn woord te houden , maar
óok'om da hy, tot geen regeeien bequaam, befpot
en belTchen wierd. ^Hy wilde echter d,i»«
Konii e houden; en bedong weluytdrukkeUjkdat hy,
wa e'er "hem'believen mogt, weder uyt het kloos-
ter zoude mogen koomen, en de regeermg by der
handvatten. Zoo bezwaarlijk kon hy het regeeren
ganfeh en geheel eyt zijn hoofdwetttn
                 .
eék&m* ™>on «nW« ofÌêöáö IKomng
van Polen, was na zi,n Vaders dood -in t kloofter van
Kluny Monnik geworden, en had er Ñ egtelijK zj-
ne geloften gedaan. De Poolen die hem «rit om
L Se regeering van zijnen Vader verworpen had-
Lq en nu^nde" Koning zaten, zonden een pleg-
tk Gelantfchap naar de Abdy Kluny, om hem tot
rft aXardel van de heerfchaPFy te noo^e
De l Abt van Kluny, die 't zeggen over C*vm™
had , wees. deGezanten naar den Paus. ^"b*K
die toen die opperwaardigheit bekleedde ontfloeg
öie toen cie uvj- é
           »                 verlof om eene
hem van zijne gelotte , e.i S*1 "           datalle'Poo-
-vrouw te neemen: dochuftffdi-beding ^'leKoo
ÏSïioddeqdA-gen.· Zoodamge difpenft»n.en *,J0
/. Cromctus Hift ñ·1ïç;»»«>ê.éï4<>.
                      ook
-ocr page 164-
ψ           Aantekinjngen op ϊ>£
ook in Vrankrijk erkent en goedgekeurt gewceil;
en M. m Roujfei gewaagt van een Arrell, door 't Par*
lement van Parijs uytgegeeven; waar in zoo eene
difpenfaatzi voor goed word gehouden \ en 't apél,
dat'er tegen gedaan was , als nietig en krachteloos
verworpen.
:-:4; Jn eigen perfoon refidéeren, Dat is dat zy hug
yaft verblijf altijd moeten houden in die plaatzen·,
daar zy kerkelijke ampten bezitten. En geen won-
der: want die ampten zijn hun g^geeven, om ze te
bedienen ; en hoeizullen ze die bedienen, als ze hun
verblijf elders houdend Maar hoc zal men 't met die
p.erfqoneii dan Hellen, die verfcheide zulke ampten
in hyzo.ndere öeden ja landen bezitten?, Die konneö
in alle die plaatzen niet refideccen, 't Staat dan te
weeten dat'er van tijd tot tijd zwaars klagten over
het niet refideiren zijn gedaan : en oo,k verfcheide wet-
ten daar tegen gemaakt. De zwaarile klagten vielen
over het niet refidéeren van de Biiïchoppen; omdat
"hun refidéeren noodigit van allen wierd geacht > en
dat men zoo veelt BtlTchoppen zag , die. naar kerk
noch kudde omzagen ; en dageen dat alles wel ■ge.·
noeg ging, als'huri.de'irikomften ten behoorlijken
tijde toegezonden wierden. De Kerkvergaderingen
van Koni.ïaiHs en Bazel, om anderen daar te laaten,
hebben d'er haar werk van gemaakt, om de Biiïchop-
pen door fcherpe wetten en bedreigingen tot het/*·
fideeren te verpügten. Maar het quaad wal te diep
ingewortelt; en men had allerhande voor.weqdzels
om van't refidéeren verfchoqnt te ζijiii :ond?èr ande-
ren zag men maar eeij'e PauiTelijke diffenfdatzi te
krijgen; dan meende men dat",*r, niet op te zeggen
Vtól                                                        ...
Zoo hebben dan de Vaders der Kervergadering.e
van Trente die zaak wederom, op het tapijt gebr.agt.
Zy waren-toebby, malkander ;gekomen , om de op-
komende Sekten zoo veel als 't mogelijk was te
ftetiiten, en de ■.zwaarile misbruyken omtrent deze·
den te verbeeteren : ε,η het: niet refidéeren der I3if
fchoppen wierd van de yverigfte Vaders als; eeff
der zwaarile misbruyken aangezien, 't is qualijk
jjyr. te d.rukken wat al moeite dat de geleerditeep
• jo Hiftor, i'ontif. Jurisdiöionis, iiij. x, fagrff
t 'Λ .            "' ι, .:                            det
/,
-ocr page 165-
8escmk.y*in€ van Deventer.             4t
deftigfte Bliïchoppen gedaan hebben, om dat tl iet
fcjuktren op eene krachtdadige wijze te beletten.
Maar 't is even qualijk uyt te drukken wat al tegenv
ftand dat ze ontmoet hebben; en veele luiden, zelf
van eenige geleerdheit, zouden 't niet l.igteBjk raa-
den waarom dat hun zoo eene k.ra,gtige tegenfeand
geboden is ; en wat voor inzigten dat daar onder
gefpeelt hebben. De yverigfte eh belte Biflchop-
pen ftonden daar krachtig op, dat ieder Biflchop
uyt krachte van't goddelijk recht tot het refideencit
gehouden was: ei wilden dat door eene uytfpraak
der Kerkvergaderinge; vaftgeftelt hebber». Had dat
doorgegaan, dan had de Paus niemand, door zijne
difpenfaatzi , van het refidecre* kohnen bevrijden:
dan ware alle verfchooning weggenomen geweeft.
«Maar dat zocht men te Rome niet: co de Paus, ver*
ftaan hebbende dat'er pp zoo eene verklaring gedron-
gen wierd, liet zijne Legaaten wenen dat ze het
vorder onderzoek van dat verfchil moeften beletten;
tü de Kerkvergadennge voordraagen dat men flechts
de Billchoppen , die op het reu'deeren niet paften,
daar toe door zwaare (trafren had te dwingen ; zon-
der cc onderzoeken of ze tot het reiideeren uyt krachte
fan't goddeli.k recht gehouden waren Hy vermaan-
de hen vorder dat ze niet gedoogen moeiten dat de
Kardinaalen , die Bisdommen bezaten; eri niet reii-
deerden, onder de Itraffen die tegen de niet reiïdee-
deerende BiiTchoppen beraamt zouden worden, begree-
pm wierden Evenwel wierd die zaak door de yve-
riefte Vaders van tijd. tot tijd weder op het tapijt ge-
ktagt; en 't groot (Ie getal wilde verklaart hebben , en
fiond gereed om teverklaaren , dat de BiiTchoppen
Uyt krachte van't goddelijke recht tot het reiïdeeren
gehouden waren. Dat gaf weder nieuwe belemme*
ring te Rome : en de Paus zag die zaak voor zoo
fcewigtig aan dat hy dé Kardinaalen tot vijf .reizen
toe in den tijd van drie dagen bv malkander riep.
De Kardinalen Honden akoo verlegen als de Paus:
*n zagen zoo eene verklaring voor eenen ilag aan,
die den Paus en'r Hot'van Rome een uytérfte nadeel
ïoude veroorzaaken; en de magt der BiiTchoppen al
tt hoog doen rijzen; Maar ho«: zouw men en hoe
9 Zk du 1% Hift. du Concile të Trentc»
C s, '               koü
-ocr page 166-
4*           Á 4 í ô å ê E ju n s å ì ï 4» He
koft men zoo, eene verklaaring beletten? Men had
de Vergaderinge eene volkome vryheit1 belooft ; en
fcoo eehe vryheit te beletten, dat zoude de monden
Van Katolijken en OnkatoHjken geopent hebben;
en ware de weg om de gaufche. Kerkvergadering op
de holte helpenden onverrichter zake te doenfchei·
den. Ja de Vergaderde Vaders, hadden op dat (luk
hemeHioog geklaagt dat men hun geen genoegzaame
vryheit liet: en, zoo men die verklaaring nochvon
der beletten wilde, Hond het gezien dat ganfch het
Kriiknrijk van hunne klagten waagen zouw. Echter
"wierd den Legaaten, die te Trenre het opzigt op't
Concili haddeu, bevel gezonden om zoo eene ver·
klaaring op1* aJlerb.ehendjgile te beletten zoo noch-
tans dat ze de vryheit in geenen deeTe te kott
fcbeenen te doen. De Legaaten deeden alles wat
zy; beft konden ; en de verklaaring wierd voor
eerft verfchoven. Maar daar door wierd de yver
der welmeenendlle Biiïchoppen noch meer ontvonkt:
de AmbaiTadeUrs der Vorfieh. moeiden zich ook met
de zaak; en begeerden dat roek over die zaake uyt·
fpraak zoude doen. Het fcheen zoo te ftaaaidai die
Verklaaring in 't Koncili door zoude gaan i: rmar
cenige Biffchoppen , ziende dat die zaak te Rome zoo
fooog genomen wierd , flauwden in hunne vierigheit.
De zaak quam eindelijk daar toe dat'er eene. uyt-
ipraak wierd gedaan , dewelke de verbintenis tot het
refideeren op bet krachtiglte vertoont ; en uyt de-
welke genoegzaam * volgt dat ieder Biiïchop , uyt
krachte van 't goddelijke Recht, daar toe gehoudes
is: hoewel dat 'er het gemelde verfchil niet. uytdruk*
kelijk uytgeweeien word.
4 ñ Van zulke verwacht^brieven , of verwacht·
guniten í bevel-brieven , Refervaatzicn , enz. heb ft
elders al 'gefptoken : daar ik nu noch 't een 't atir
ider by te voegen heb. 'Gomefius van die f ftofte
fpreekende, hoewel dat h.y de hoogdraavetide Op"
;f?ermagt der Paaien in veele dingen begunftigt, P'
bruykt deeze woorden: ,, Eindelijk begoftmeni'W
it ongewoone naameji van Bevelen, Refervaatiic-H
* Vide Dom. Van Efpen in jus Gom. f art, i. tic. i6# c»
ñ Expeltativa:.
f' De gratiis cxpe&« n, 7·           ;;              ß "■'■■■ '
»*■
-ocr page 167-
JJÊSCHRYVfNG VAN DEVENTIK.,             43
tnVMWacht-Kunften aan't Hof van Rome té haa-
ren· èn veel we'rfcs van die zaaken 'te maakcn:
;; want men bevond dat'er . ..tijdeli,k voordeel
Tan quam. En als de Romemfche Rechtsgeleer-
? den befpeurt hadden dat daar grooter wintt vari
? ouamals van iet anders; zoo hebben ze die Hotte
met teel grooter naarltigheit gaan beltudeeren als
" deftoffevan de boétpleegmgen j enz. £n daarom
" geeft het my geen wonder dat de Milaneezen ge-
5 xcït hebben dat het gantche kerkelijke Recht om
M die A'erwacht-gunften vernietigt is.,,
" Om dit te verltaan dient men te weeten wat de
woorden Rtfervaatziën , Bevel-brieven., en Ver-
Wacht - go-nitén te'zeggen zijn. Refervaafzt wierd
genoemt, als de Paus het vergeeven van zeker ker-
kelijk ampt, tegen dat het open zoude vallen, aan
iiclrzelven hield } en de magt van den Biiïchop ot
't Kapittel voor die reize opfehorte. Pauifelijke
bevel brieven of bevelen wierden genoemt de bevé-
Un van den Paus, om zekere kerkelijke ampten aan
zekere perfoonen te begeeven. Indien dat op zulke
ampten ziig , die noch open moeiten vallen , dan
wierden dezelve Exptélótiva of verwacht gunflen ge-
noemt Daar waren ook mentale refervaatz./en, van
dewelkenin deze Bulle ook gewag word gemaakt.
Dat was; als, de Paus het begeeven van een kerkelijk
ampt, tegen dat het open zoude vallen , aan zich iel-
ven'hield: zonder nochtans den perfoon te noemen,
ttien hydat ampt begeeven wilde. Dien perfoon
Hield hy als in zijne gedagte beflooten"; en daarom
"^'ierd het eene mentale rejervaatzt; genoemt.
*' Alexander Ι Π η word voor den eerften gehouden,
«He zulke bevelhrieven in 't werk geftelt ; en het
recht der Ordinariflèn daar door verkort en belem-
mert heeft En ," om dat de Begeevers over het ver-
krachten" van hunne rechren klaagden , en dikwils
aaar geene PauiTeliike beveibrieven luiÜerden, heeft'
fiy zich ook van verfcheide dwangmiddelen bedient.
teleftiiiuj U\ , lnr.acéntim\\\ , Gre£orius 1 X, en.
♦oor al Bomfhcius V II.1 , volgden 't voorbeeld van
AUxmier \\ \. De weg was toch gebaant : eil in-
7-Michatl Rotiflêl H'ftor. Pónoficae Turifdiö;. lib, %, c. 11.
Φ* Hetr vau EfycM in jus Cao. ot lupr*.
V»' . ; *'          ·                - ·'                      dien
-ocr page 168-
44           Á Á » Ô ÅÊ Å úß ú Í G ÅÍ Ï, Ñ É)Å
dien 't al op êene plaats mislukte; op andere plaat.
£en ging het dobtu En toen de kar aan't #aau vvas,
wift men te Rome wel raad om ze aan 't gaaf* te
^ houdenv
                                   ,
Op dat deeze njeuwigheit minder flooten zou\p,
en de üegeeverS; minder reden van klaagen zouden
Ichijnen te hebben; begofl r men eertt zulke Begee-
vers te bezwaaren, die in 'f vergeeven van de kef·
kelijke ampten op geen deugd, en geleerdheit zagen;
maar- zich de handen lieteh vullen, en flegte onge-
leerde luiden, of hunne bedienden en bekenden,
voorthielpen. Dat had noch eenjgeii fchijn gehad';
en zotjw minder opjpraak bj den gemeenen mat)
gehad hebben; hadden ',t de Romeinen op dat üai
beter gemaakt als de lèiijchoppen: maar die maakr
ten't ruim zoo Hecht, gelijk aanftonds blijken zal.
Ten tweede deed men in 't eerde gelden «dat die bet
velbrieven maar dienden om behoeftige Qeeitelijken,
die goede gaven en de vereifchte geleerdheit had-
den , maar van geene pajroonen gedraagcn of
voortgeholpen wierden, aaneen kerkelijk ampt te
ttelpen. D;itwas wederom 7.00 hatelijk niet: maar het
ked niet lang, of,de Pauzen zochten de Kardina-
len zelf, of andere Italiaanen die evenwel beftaan
korten , door zoodanige bevelbrieven in voornaame
iterkampteil in te kruyen. Of ze waren op eigen
voordeel uyt: want, gelijk, f Rebuffm getuigt , die
bevel brieven wierden niet lang aan arme G,eerte(ltj-
Jcen gegeeven'\ maar aan rijke, die'goud cp zilvet
te geeven hadden.
Ten vierde gingen de Pauzen, eerft met groote gé-j
mattgtheit te werk; en ze wilden '-niet dat dezelfde
Bege ever met meer als eenen bevelbrtef bezwaart,
tonde: word.en. Maar dat was wel haart vergeeten;
toea de: poort eens voor die b^velvrieven, Openge-
gaan was, was 'er langer geen houden aari. In de
f dertiende eeuwe was een PauiTelijk verbod aan alle
Begeevers in Vrank rijk gekomen , van geene kerki
' «mpten te vergeeven; voor dat 'er vijf ItaJiaan.enJA
r Mich Roüflel ibiil.
ƒ Tic. de refciipt, jn rorrna paupcrimi pro graJual,
.* CJap, ö , V9 , (ie Kïftiipt.                        ·
í Macth. Paiis adau% n$t,, ii4»t iï^i. iij$«,¥l5%·
iedere
· . ,                            . .                      .
-ocr page 169-
'■BEscHftYviNö-^V-AN Deventer-           41>
icetere kerk een geelieiijk 'ampt zouden gekreegen
hebben: en dat ampt mogt*jaariijks niet minder op-
brengen als honderd ponden. Was een Biifchoj»
zoo koen , van dat vt-iibo'd ongemerkt voor by te
Aappen, en geen vijf Ita^iaanen in't bezit van zoo-
daanig een ampt te (tellen, die wierd wel haait doof·,
j aanneuen blikzeins tot gehoorzaamheit gedwongen:
| of was ten minde gehouden den Italiaan , dien hy
Voorby gegaan had , uyt zijrie eige inkornften een
jaargeld te betaalen. De Franfche Biflchoppen nwg-
ten daar een groot geweld over■ maaken , en luids-
keels tegen 't Hof van Rome fchreeuwm: de Pau-
zen zagen mettertijd de Koningen in Vrankrijk op
hunne zijde, te krijgen. Ja zeker Fraufch Schrij-
ver houdt het niet voor onwaarfchijneljjk dat dé
Koningen van Vrankrijk de voornaamfte oorzaak
! zijn geweeft dat de Refervaatzien en Verwagtgun-
Itcri iu het Kriitendom zoo veel ingang gevonden
hebben. Onze Koningen , zegt hy , ware% in hun-
nen fchik , en zagen 't voor eene vermeerdcringe
van hunne Maelleit aan, dat ze de Pauzen binnen
hun Rijk, te weeten' te Avenjoii , gelokt hadden,;
en ze Helden alles te werk om hen iu het Rij Ie,, te
houden^ en geene reden van misnoegen te .geeveti.
üiaroin durfden zy deeze nieuwigheit niet.tegeni
ftaan; te meer toen de Pauzen hun een gedeelte van
den buit begolten tegeeven. Dit deedeo ze iu 't eerïie
wederom met groöte gematigdheït, en als tot een
teken van vreugde, A)s'fohafi ^ Koning van Vrank-
tijk , C/emexs VI te Avenjon uyt vn'endfchap en
eerbiedigheit was gaan bezoeken; lïond de Paus hem
aiseen groöte gifte toe dat hy verwagtbrieven louw
toogen verleenehjdoch niet langer als voor den tijd
'in drie dagen. Maar het bleef wederom by die:
Rcmatiggfcheit niet. De Pauzen en de Koningen -
ïegt dezelfde Schrijver, begoiten fmaak in de be-
levingen der Kerkampten te krijgen, en 'er voor-
al in te zien. De Koningen wierden van.de Pau*
*en tot het begeeven de kerkampten gemagtigt · op
«at ze den Pauzen, als ze eens beluft wierden örn
eeni(ie zoodanige ampten te vergeeven , den voet
n*et dwars zouden zetten. Daar Itonden ze beidegaar
. » Mich, Roö&l ibid.
wei
-ocr page 170-
4&        A&»ïÏkir!ïik«E& o> ét
•wel by ;en konden malkander den bal altijd toe kaat*
ften. Zoo heeit(inmcent'ms V l , de nazaat van C/e.
mc«j V I i den gemelden Koning jfoban gemagtigt oii
over de $o prebenden , zoo in.AartisbtiFchoppelijkeals
BifTchoppelijkeen kollegialc kerken, te vergéeven.
Clemens'V II, die in defcbeuringe tegen Urk&*sHï^[
ZttygafKareldetfVl
volkome magt om twee pre-
benden ïn ieder Kapittel te vergëeven. Maar hy
heeft zich zelven ook niet vergeeten of misgedeqlt:
want hy gaf eetie ordonantzi uyt dat een groot ge·
tal kerkampten, als ze zouden openvallen, niet als
aan Kardinaalen en andere luiden van magt en aan-
zien zouden vergëeven worden; 't welk de lUideit-
ten van Parijs met ganfehe benden deed verioopeii,
Eenigen tijd te voore had χ Ctemens VI alle de pre-
benden', die eerft zouden openvallen, dé Bisdommen
nochtans en Abdyen uytgezonderd , aan de Kardi-
naalen begëeven. De Koning en de Adel van En-
geland , ziende dat hün land daar door zoude ujt·
geput worden , en al het geld van die prebenden
koomende naar Rome gaan, dcederi de Gemagtifi
den van die Kardinaalen liet iari.d. ruymen;. Zelfs
klaagde de Koning by den Paus dat Engeland doot
de PaufTeiijke fchattingen en vergeevingen der ker
kelijke ampteri uytgeput wierd. Dit Paus gaf hem tot
antwoord: hy had eencdiergelijke gunitobk aan
diere Kardinaalen in verfcheide Jandfchappen toe.·
geftaaii |: maar de Etigelfchen alleen waren hem on·
gehoorzaam geweeft.
                         ; '..·■- \xv <;
Een vijfde middel, om de hatelijkhe'it v.ari die ψ
■fervaatziett
weg te neemeh, was bequaam om röce-
doogende gemoederen te treffen, 't Was waar»
itide {-IoK9ftus y III , dat het R. Hof van tijd tot
tijd fchattingen eifchte; en dat de menfch?n redèa
zouden bebSen om'er over te klaagen. Maar daar
toe wierd de kerk van Rome door haare ftrmo^e
gedwongen, 't Was immers billijk , liet hy dwif
zijnen Legaat, zéggen, dat de Moeder van alle r#
ken in haare armoede door de onderhoonge kerken
geholpen wierd. Dierhalve verzocht hy dat ft$
hem in alle de Biffchoppelijke kerken van Vrafik'
sf Thom. Walfiflgha*i is Etluardo ίί Ι.
y Mattïi, l*atis»
0
-ocr page 171-
; BESCHRIJVING VAN DliVÉNÏ.Eft.,            47
rijk en Engeland twee prebenden vergunnen 'zouw.:
de eene die den Biiïchop toequam ; de tweede uyt
het getal van 's Kapittels prebenden. Maar hy deed
voor die reize niet op: de· tijd was'er noch niet toe
gebooren. Ook zag het verzoek daar niet op dat dé
Paus twee Kanonuiksdycn vergeeven zotiw ; maar
dat hy de inkomften zelf zoude genieten.
Eene zaak heeft de Pauzen in het doordringen vatl
de Refex-vaatzSen merkelijk, geholpen; Alle die be-
veibrieven, tot noch toe vermeld, waren maar be-
zwaarniiTen van de gceilelijke Begeevers: dat is; de?
weereldfche of leeken:, die het p&troonfchap , of
recht van benoeming, o,ver eenlge kerkümpten had-
den, wierden in hun recht niet verkort. Maar die
zulke bevelbneven van de Pauzen verkreegeu had-
den, zochten't daar hene te draayen, dat ze uyt
kfachte'Van zoo een Pauffelijk bevel ook tot het
aanvaarden van zulke kerkampten gerechtigt waren,
die ter benoeminge van leeken. ftouden. Daar zou-
den zy wel by gedaan hebben : Want voor eerft kon*
de zoo een kerkampt eerder openvallen, als een an-
der daar de Biiïchop 't zeggen over had:.en hoef-
den zy naar geen ander te wachten. Ten tweede
kon het ampt v daar een weereldfch Heer de benoe-
ming over had , veel Vetter en aanzienelijker zijn
dan de andere. Daarenboven zoude het Hof van
Rome daar by gewonnen hebben: want dan koft
het een groóter getal van kerkelijke auipten refer-
veeren,)
Dit gaf dan een groot gemor onder de Ba-
ronnen van Engeland: die ook niet verzuimden zeer-
krachtig by den Paus over zoodanig eene voortree-
ding van hunne gerechtigheden te klaagen. Grego-
r/«* IX ± die toen op den Pauiïelijken Stoel gezee-
^n w*s, liet hun dif antwoord toekoorrien dat het
*ijne meening noit was geweeft, en noch niet was»
dat hy zulke kcrkatfipten oit vergeeven zouw, daar
ce'iige leeken het recht van patroonfehap over had-
$0- En deeze inbinding der ïtefervaatzien en ver-
^achtbrieven heeft'tzedert over al Itand gehouden »
cr» houdt noch over al ftand: zoo dat de leeken iii
h«n recht van voorfielling onverhindert blijven/
™ï fcheen tot nadeel van den Paus uyt te vallen:
"ïaar 't heeft hem s naar het djdelijk géij>iqken ,
groot
-ocr page 172-
2$            ÁÁÍÔÅ*ÉÍÉÍâÅúß ÏÉ' Ï>É
groot goed gedaan ; en de Refervmatzien en vetwagt?
brieven des te gemakkelijker doen doorgaan. E)q
Edellutden en Vorilen, ziende dat zy 'er niet by te
lijden hadden , liortden zulke Re[ervaatz,ien en beT
' yelbrieven niet langer tegen. Of'er de Biflchoppes
en andere Geeltehjken door leeden, dat raakte hui-
ne koude kleederen niet. ja zy zetten die Referva*?·
kien
noch kragtiger door: en hielden dik wils byden
Paus zeer krachtig aan, om zulk of zulk een ampt
aan huiine gtinileliirfcen re begeef en. Daar wonnen
de Vorllen èn weereldfche by , en de Paus ook;
want het rcferveeren wierd des te rrieer in trein gCT
bragc : hy had deti Vorllen ikchts fomwijlen een
flag te voegen; ..-é■■ ·v;; é
Maar, gelijk gezeit is, dat referveeren en verlee-
ten Van bevelbrieven, ging zoo grof toe, dat 'er de
Vorften en Weereldfche Heercn zelf zich aan ilietei,
Het bleef by geene Kanonniksdyen en diergelijke
Waardigheden meer Aartsbisdommen , Bisdom-t
men, Abdyen en Prioryen, quamen .ook op dert
rang, en wierden op haare beurt door den Paus
begeevèn. Dus/bleeven de noodzakelijkUe kefk·
ampten open of ledig liaan: want de Italiaancnj
zulke ampten gekreegeu hebbende; zagen naar Ka·
nonniksdyen no6h Bisdommen om,; en bemoeiden
zich maar met de inkomfteti op te ileeken. Het
geld wierd uyt het land gevoert: de kerken vervie-
len om dat'er de hand niet, aan gehouden yHe,rd. Ds
zielbeïtiering ,de kerkdienflen „het preek en van Gods
Woord, ftondènopveete plaatzen ftil. lnnjcentiuiV\
als hem daar over groote klagtcn gedaan wierden, erj
hy de zaak niet ontkennen of verbloemen koft,heeft
het referveereh van Aartsbisdommen, Bisdommen*
Abdyen , en Prioryen, ingetrokken. Hy voegt'et
by, en bekent, dat. zulk referveeren door de boos*
heit der tijden injieilopen was? en dat het ïaftigen,
onhebbelijk .'aanhouden, van fommige luiden hem
zoodanige beveibrieven., om Aartsbisdommen, Bis-
dommen, Abdyen- én Prioryen, tevergeevcn, aft
geperlt had. Ja alle die beveibrieven trekt hy ïn *
hy vernietigt ze í en wil dat. die ampten doof
de eige liegeevers zullen svergeeve,n worden. P^
kakte de Bisdommen en Abdyen ; maar omtrent hrf-
.....r*ftf*
-ocr page 173-
ι '          ,         '
' ;<: - '■                                                                                                                           , · · .,·..;                                       .: \> : ".'. --.
!                                                                                         "                                                '(
BESCHRYVlftG VAK D.EVENtEft*           49              t<
pjèrveere* van Konqnnikidyen, Dekenfchappenyenx»
gitïg men den ouden gang. Dit keert, zoo lang ge-
buurt tot dat men in de Kerkvergaderinge van Bazel:
'en naderhand in die van Trente, daar omtrent eert
groote verandering.heeftgemaakt: waar over de Ka*
npniften konnen.nagezien worden. Ilc zei hier maar
zeggen dat de vervvagtgunttëw, en de bedelbrieven om
zekere kerkampteh.te vergceven, in die Vergadering^
genoegzaam vernietigt zijn : maar dat de Pau S; in 'i
bezit van zulke refenvaaiziehen begcevingen van ker-
kelijke ampteh gcbleevqn .is, die genoegzaam aaa
den R, Stoel vervallen en eigen geworden waren.
ipt ijst öabenfïaanöe öirjöt batonaee ïjefc
j&igüoni ban ^ebentee öaofcij<éba*-gffel be*
j&eepcii i|ïi get ïanb ban &;ent/ bat ono'eg
\tt ïéipbmn ban <i3;onuige ff aat / aüeen npt*?
ö^Möcrt, a^bec-gpffel/ 3e§ in / 't bjeïn Die
fonaaming ban be fltrecijtenaaren getae*
Jjcn jjeeft,; ;€m bat ijet booj ben bïoeb #flfel/
toaac tii be iiijftn $eöert ijet fcfjieten ban Orur
lus jjraft reri gebeekebah 3tjnc toatercn loofi/
ban be aaaere .plaatsen gefc|)eiben tóerb/ bic
naaröer aait öeflab gelegen toamt/ en bei?
mW$M$W toeöejjoojöcM* «fenberbeese plaat*
gen/ Die ben Spsffeljop taeüejjoo&cu / om bit
ui h imity §aan re seggen / plagt be ©elu#
Ine ooit gerenene too?bcn: maar bie $ na*
torïjanb aan öen^toee^manafgefïaan. ^itt
yföl)e«,ban ouö^be (0 ^aïrer^ ijnmte tojjatii»
piaat^ geijaa; gelp ooli be iCenhteif/ tï)an£
fi),©#Htei# genaamDu en baareubpben be
Cabante. η / bie tm fötomitwo$$ genoemt toa^
N» ©peg fommigeti sijtn ban bat beejïanb/
|atbaoa (3,.) (ébieiu en ©#nt be tioeebe eq
wrbe gren£fc{jeibui$ öete^ent too^bi 300 bat
^.tacnt te seggensaabe 31)11 ijet tweedeend»
f« ©;ent Jet derde c»d |th ban 5onbe $abf
D                            faiiQi
-ocr page 174-
£o OuDHEpEN en Gestichten
ianb fjefc ectftc end of eeejïe g?en$feïji&iu$
jfjn. 3©ant Mfs - gffel too?b in biic %anö<
fegappen berbeeït: bat naafï bengfléï legt/
biaagt ben eaam fcatt J£aUanb: bat obet öe
#ecfjt gelegen ψ geeft t'gan| ben naam ban
<&3ent: maat't geen aan lèefïfafen ^aait/
teo^b ïjet ïanb ban Ctoent genoemr. %et
geeft ngt nratfite ber Ueisetlpe giften tot
Jet faar lyxS, toe onbec be 2$iffego9peit ban
lltttföt gefiaan. j^taac betoijl get booj W*
lattbfcge en ngttabfcöe ooiïogen betnielt en
ëebo;bentoferb/ en be^iffcfjöpgen in geeuen
ffeat toaren om bie oorlogen te toeeten / geeft
let in't genielbe jaat ip.8-, onöet Hendrik
vm Beycrèn ben L V ï Π *5ί$φ$/ Karel V
a!$ Igattog ban ^aöant en ^aaf ban μ
ïanb onbec * sehere boo^toaasben booi ép
pepeer aangenomen. %et ïanb ψ 'et seer
tytitjjtbaar / 300 in aï!er|anbe getoa^ / il
teel boomanientlp in noren-, en be^epïa«>
ben 3jjn 'er oon 3eer goeö. benige oojtott
nocgtan^ $tjn b$ moeca^ïg / en met jc|p
ïe fjeiben beset ·, boö?namemïp in't ïanb ban
Cteent, %$t ^tanöen Defïaan 'et tmt ttoce
Icé&ett': te toeeten ngt be poffen met ben PW
en tigt öe fteöen, <De fïaat bet <£öelÏHïöe«
too$ öoo? btjf SanbrecBtet^ beröceibt / bie$
^ofien noemen : tyit ban bie ©jofïen/1*
toeeten bie ban ^allanb /ban Ctoent/en Ρ
^olïenïjobe/ 3jjn ban googet ge3ag ban &J
ttuee anöetcn j te toeeten be 3^o|i ban Ijaaftë
Dergen/ en bie ban jgffelmuibe. <£n ïjociw
be ïaatfïe ttoee <Djofien ïjunne af5onbe#f
I
* De brieyen raakende den af/tand van deze Provincie > in£t j.
den briefde-r aanneeminge , en de beveiliging^ van den P«Bt' I
iijn in het tweede deel van Batavia Sacra opgegecven.
           I
u .                    tëecpl
-ocr page 175-
jjj       VAN Du VENTERE            ft
sSccB^&amieii geböen ; 300 δα» jfjer ©joffr
fcijaö ban Hf aabgiberge geboeggeip begrepen
hKubm
onöer bat ban Ctoent en Bet ®;ojfr
fegan ban gfTelmmöe onöer öat ban £>aUanfr·
gier ög noornen öe anöere ^deiiutöeit ba»
&ïööedpen fïanö; Die bolgen^ eene oube of
nieutoe gebjoonte gereeïjtigt 3yn / om op öe
lanööagen re #emmen, ©aar 3t)n maar 3 moott
fïeöen / te bjeeten ^ebenfee / üampen / eii
giuoï; baellter j&agifïraat/m ben naame ban
öe gemeenten/ ομ öe ^taatgbergaöeringeit
ÏJefefjjeebrn fcua$en. <ên in be$t fieöen aüeen
h)O?0 öe jaarlpfcfje Sanöoag oer ganfcjjje
l^obincre bg beurten geijouöen. ^?5c ^taa*
ten jjeböen m IjnmieJ^obincte öe3efföe opper*
magt/ öie öe ^taaten in öe anöere j^obin*
tien fje&öem 500 öat 3e oberöe5eiföe 3aaKen/
al§ öe^rnaten öer anöere ^abuieien/ on*
öer maiftauocr raaö pleegen / en o;&aitanf
jieti maa&en ,· 3onöer ban tent anöere ψ}&
bincie af te gangen.
23g ^bre-gffd $ naüerïjanö ï)et <0jaaf*
felfjap ban Sutfern geboegt: na bat Ijer
ftecJjtjSgeuieo öe| 23iffcI)op$ ban l&unfter/ '<
't törlis ober öe plaatsen öiefjt iDeflfaien
gelegen tfrcïtte / op öen m'eutueti ïèiffcljop
ban ©ebenter ebergcö^agt toa$. 't Éelbf
- e,?aaffeijap/ 't bjeïa nu öe öeror .pïaat$ oïf*
öer öe mrr qtiartieren ban <$eIoerfanD hz*
hleeöt / b)a<? ober τ 00 jaaren öao| een naubj
beröonö met get ^arrogöam ban <0eiÖereii
btreenigt ·, en fejo^ö tegentoaoiöig mtëev öe
i| j&eberlau&fcge^obinctcn gerenent. ^mv
5Ün nacö 4 Htim öemuurbe fïeöen /öic leöcr ee*
«e flcniop öeïïanöbergaöering Rebben: ®ae^«i
m$ 1 ï^entchoni / Itocöem / en <0;ol I|et
j*
-ocr page 176-
£2 OïDHEoetf Efc Gestichten
«anbaeWetrtoojfr ί» W« quattieren en thiti
t>edc 9Ö«on»en berbeelt ψ**$Ψ*»
ren mi ftet ^ofïamgt en't ^c&outfcïjap ban
tütfccu öet^ecöte^ampt^an^bueg;
til ïitt ^ofïaunjt ban tfjetiefbjt. ©e uw
Wonnen 3ίίη / bie hm »ege/ ^?onftïjo?|t/
SS7S aafc ff e? «W&SB
ban »a*Mo cntfinöoït/ hit ut bit qnarttcr
■■ïKÏeaen 3tin / baar onöer moeten gerenent
Cm/m nocij in gefep. ®$ bat ban
v»o*elo/ ïjoetoel be ulaat3enbaar onber ïjoo<
X in be PMM& JBulIe bermdbt:W
ben / ïjeBben öe *Wc&°PP"- ban Wcnw
«eene recetoeffening onbetnomem maar gig
Ben bat^ofïfcijap gefjeel en flRdaatcnaan
ben gBiffcljop ban i&miflEec* öetodhejbetom
S bat p een leen en Itbt ban mm**®
■tó. mn bat ban ünïjoït / om bat öeton
'er be ^anjaacb geen {jet mmfïe tecip o»
fiaö/ ïjeeft men ben iBifTc&op de Mome geene
ItvmAnm toegefïaan: 'ttoelft ber^olg |
een liftt ban 't H^nnflerfeöe fftfftom / s«ÜH
het te boorc toag/ geöleeben if:
; ■ ©e rfjonö ban beese f jotoinci e i$ $m vmw
• baat fAitö op eensge ^laatjtti 1*"^S
tejaar ban $e ooft/ boigeng ceinge W§$®**k
Haaren naam ge toegen ljeeft:bocijbaar Wf
&t
gocb en toeebg gra£. mim0tl en-
ι ^mmm «**»«*«« *>aaiei1 fröl5 ®Ö
qahfche a&elutoe} te toeeten aan öeöoj;1
-fsfTeldo^t/■ JMp/ «03enöaal/ aMfB*f'i
lerijam / <em I hanteren / pWfSL
peutunerfee/ en Stuïïtefïem ·, SÖ^öe b*gg
nr enépaalcn ban 't lltrecötfcöe 91 art$&|? *£?:
^et gaootfïe gebeeïte ban be $eïutoe «W
Ν
-ocr page 177-
van Deventer.          f$
imt fraaie en 3anöige ïanöernen/ enon&e*
bou^jöc geubeïen: maar aan bc oeber^/ Die ban
Den iP en öen-$gi)ti befpoeltTooien/ geeft
5e5eee gjoote en gi*a3ige ' tnegfaiibeii* éoeg
gier Ö9 get <Ü%aaffcga$ ban Eingeii s 't Issetiï
booj gefc ïanb ban fêtntfytm/; ban Cfcuent ert
be j^eöetrïanöen afgefegetoen toö^ö. ^ie
€tfaaffcgap geeft Karel V ben <$jabe batt
CeWenuurg / ök ooft een ïiöt ban 't <§ma!*
ïmlöiffcgel&tDQnötoa^/ in't jaar ι<Τ4<>. ugt
goofae ban gefegonöen ïeenpïigt ontnomen*;
Φοί! i$ get aan 't geefïeïp iföecgt^geöieö ban
om SBüffcgop ban ^naö^ugge/ onöei· tosen
gette boorejfïohö/ öoo| be^ansen PaulusIV5
en Pius IV ontcoïffieii; baar öe boomaemöe
SSiffcgopenöe^eïf^ na3aaten tebergeef^ obeu
Maagden* ^ej|.ï§**Bonifacius/Zwubert:us,
Plechelmus, Wërenfridue, Willebrordüs, Wc-
renFridus, Marcellinus, en Lebuinus, Uao^bflt
a$ öe Sipofieïen bee3cc ïanbeii gn*oemt ·, öitf
öe€bang^ïiffcgetoaargeit/ omtrent §ttm?
öe öcr 3egöe en in öe boïgenöc eeutoe / ob*£
öeafgoöecneöeeöen 3ege$aaïeu :en ouöee bjel*
ftcir aanleiöiuge be ingesetcnen get ioangeloof
berlaaten en get geloof tnChriilus aangeno*
mni ïjebben. Wit Ut geiuge mannen bwren
te €ngeïanö geöoocen ; «iaat ugt i^ieffcge
tn &a$ffcge affconiffe gef^ooten: öebjelfcen
becboïgen^/ naar get feg^pen ban j.Beka,
öc ®ugtfcge taai becfïonöen/ Arnóidus ïViccr-
^an, in $ïjn Tooneel van de bekeeringe aller
volgeren der geheele weere!d r getltggt bat '$$
uP.t gun. ^aöerïanb gebhtgt en in öee3e ian*
Hub leve» heèkeri yj in 't eeiiie decj van Bar. Sacra a«
gciooiwaardïge Schrijrefi. en ik toe» gekeft kebkea, op-
D 5                       ben
-ocr page 178-
54 OUDHIDBN EN GESTICHTEN
ben aangenomen 3p; urn Dat be paffen $$p
tanje bertöoefïen / en e-ene fc^nnelpe ïomfr
geit tegen be tyifleuen aïeegöen: oogt Ijeugt
mg niet bat ih bit eiber$ geleeden ijth -, ni
Eeda, in jijne ^ifïotie ban <&ygelanb/ ge*
fnaagt 'er geen ennelb Inoo^ ban.
jpfèaaif Iaat;011$ hjeöee tot be gauffeïpe
$5uïïe neeren: npt betoeiae ook öïpt öat ijet
Moofiee bec ftegulicre 3üanonniui*en Kan §,
Agnesberg, onbee öet kapittel ban $&mlx§t
fjem öeöoorenbe/ bm 2£5ifffcöop booi $m
fynnbfcj)at toegeieit toa£.
$$t iiapittel ban ^ebenter/ be ftebecfeu
bee ï^artogmne ban Parma niet bnjbenöe tv
gentiaan / 3egt J. * Revius, geeft öen 9#
fcljop in ö^t öc3it bee J^eofibge ban Φεϋειν
ter crefïeït
#e i§taaten ban <®bee gffeï / ten nnteife
baat ob?r gebelgö/ jcbuenben 30 jjüaaet 1 ?66
f ene 3&ergabering teSPebentecgefjonben: en/
na bat 5e ben feiten en ïjet ïtapittel ttiet
fïraffe fcö00L?ben boojgefjaaït gabben / onet
bit saahe aan be getnelbe ^aitogame en aan
ben #artog ban ilremberg gefciMeeben ©f
fyief aan be $attogfnne toa$ ban ben WÏ*
genben issfjöitb.
*
TjOorluchtigfte, VoorrrefTclijkite, Genadig-
fte Vrouw; Wy konnen voor uwc Genade
Hiet zwijgen hoc dat wy in de voorlede
Kiaand Ó&ober den Edelen en Hoogebooren j
Hèere, Jobatt de Ligny, Gravc van drembtffa \
onzen genadigften ïleere enLandoverften, ttr
ncn brief gefchreèven hebben: en datwy zulk*
gedaan hebben op het verzoek van den Defc0
* Jac. Rcviu» in Hik, Dav^ntr, lik' h
-ocr page 179-
■■Ñû^^â^^^
é
van Devinïer.        Sf
en 'å Kapittel van $* Uhmnta kerk te Deven-
ter 5 dewelke daar over klaagden dat de goe-
deren der Prooftdve vw Deventer * tegen het *
Landrccht van Over-YiFcl, op een bevét van
uwe Genade in bewaarender-hand geflels wa-
ren: welke (Hartog van Aremkrg) der verzogte?
omflaging der gemelde goederen tegengehou-
den heeft 5 om dat. zijne Hciligheit alle de tij-»
delijke goederen der gemelde Preo&dye den
nieuwen Biffchop van Deventer, die noch aan-
geftelt zonde worden, door zijne Bulie· foeg€-
weezen had : en om dat zijne Koninklijke Ma·*
jefteit, onze Allergenadigfte Heer , van mee*
ninge was zorg te draagen dat de gemelde Bullc
in 't wcr% geftek wierd % en dus begeerde dat
hier te lande, tegen de oude gewoonte, een
ongehoord Bisdom zoude opgerecht worden.
Daar by (konnen wy niet verzwijgen) hoe dat
wy op den gemelden (Bartog van Jrmhtrg}
verzocht hebben, dat hy zich toch· zoude gér-
waardigen het aanftellen van een nieuwen Bis-
fehop by uwe Doorïuchtigfte Genade te vear^
bidden : op dat wy aldus onze oude Overheit*
200 weereldlijke al» gecftelijke \ mogten be«-
houden, en onderhaare gehoorzaamheit verblij-
ven: zoo als in*t gemelde fchrift breeder uyE-
gedrukt ftaat. Hier op hebben wy de mee*
"ing , het beiluyt, en het antwoord , ewet?
Genade verwacht, maar tot noch toe niet be-
komen. En alhoewel dat de Deken en het Ka- .
pitte! voornoemd de gemelde in bewaarendefc
handitelling by den Vryheer van Sxlland, Rif* -,
perda , afgefchaft, en zich op het Landrccht
van Over-Yflel beroepen hebben; zoo zijn we
echter verwittigt dat de Heer Landtvoogd, op .w
W bevel eis uyt den naame van uwe DoorLi
D 4                 Ge-
-ocr page 180-
$$ Oudheden ew Gestichten            1
Genade den Heere van Salland fchriftelijk bc*
volen heeft dat hy de gemelde goederen in be-"
waarender-hand zoude houden; niet tegenftaan-
de het herhaalde verzoek van den Deken en'ε
Kapittel dat de in bewaarender-hand-ftelling
mogt weggenomen, en de zaak volgens het Land-
f echt uytgewcezen worden: 't welk hem door
«len gcmelden Vryheer, tegen het Landreck
stari, geweigert is. Nu is't eene bekende zaak
«lat zoo eene zaak groötc en zwaarc gevolgen f
heeft: nadien iedere volgens het Over-yflel·
fche Landrccht, in zijfi 'bezit moet beveiligt
en gehandhaaft worden; ter tijd toe dat hy.'er'
gerechtelijk uytgezet worde. Uyt al het wel*
ie wy ook met een bekommerd en bedrukt ge»
jflaoed befpeuren dat het zijne Koninklijke Ma·
jefteiis meening alt noch ii.v een nieuwen en
tot noch toe onbekenden Biflchop in dit land
ie doen invoeren en aanbellen: 't welk deezen
lande ten tiytcrfltcn laltig zal zijn $ cii ook ten
jhöogfte itrijdig tegen de oude gewoonte, en Het
jtofTelijk verdrag , tuflehen zijne Keizerlijke
Majefteit hoogcr gedagienifle, onzen eertten
Genadigften Erfhccr , en deze landen geflo-
ten^ *t welk ook van zijne Koninklijke Maje·
üeit, onzen Genadigilen Erf heer, ten gevalle
van *c zelve land beveiligt ï$% * In dat verdrag,
fhat onder anderen dat zijne Keizerlijke, H&'
jefteit, en de'szelfs erfgenaam en en nazaatcn*
üeRidderfchap, deileden, en'tganfche land, j'
*lle hunne gerechtigheden, voorrechten, bc*;
iittingen , en gewoonten , zonder daar bet
minfte tegen te doen, zuilen laaten behouden.
E>ïerhalve bidden zy, en fmeeken op'i alleroot-
moedigfteen betcefdfte, dat hetuwe Doorluch-
ligfte Genade believe by zijne Koninklijk
* Φ                   .;. $                         Ste
-ocr page 181-
van Deventer.            571
Majefteit voor ons te fpreeken , dat Het ons
gcoorlofd zy onzeoudeen gewoonlijke Overig?
heit, zoo wcereldlijke als geeftelijkc, en onze
qude recht-oeffenirig en gewoonte» te behoud-
den; en van van den nieuwen BjlTchop bevrijdt
te blijven* 't Welk wy vertrouwen dat zijne.
Koninklijke Majefteit toeftaan zal -, hoppende
dat het land van Over- yfVel met zoo eene lafti-
ge nieuwighcit, tegen den inhqud van 'tver«,
drag, door zijne Majeitcit niet bezwaart zal
Worden. Des %e meer, om dat wy on« tot nu
toe als getrouwe, dienftvaardige, en gehoor-
zaame onderdaanen van zijne Majefteit gedraa»
gen hebbenj en overbodig zijn om zijne Ma-
jefteit en uwe Dood. Genade ook in't toekoo-
mendc alle getrouwigheit vgehoorzaamheit,ea
djenftvaardigheit, zoo met onze lichaamen: als
goederen, te bewijzen. Daarenboven verzqe·
ken wy dat den Officieren enRechteren in deze
landen niet meer toegelaaten worde iemand te-
gen den inhoud van het landrecht overlaft *e
doenj maar dat ieder een, zoo als bjllijk isTf
recht gedaan worde, enz Op al het welke:
wy een gunftig en trooftelijk antwoord van,
uwe DooHuchtigeHooghek verzoeken en ver-
dachten: waar voor wy j volgens de gering-»
heit onzer magt* en zoo ais't betaamt, uwe
Doorl, Genade dankbaar zullen zjjn.
Daar toe neemen wy den goeden en Grooten,
Godt tot getuige} die uwe Doorl. Genade in
4ie hooge regecringe alle voorfpoed en een
Jang leven verleene. Gegeev^n onder het zegel
der ftedc vari Deventer: van het welke wy ons
ook deezc reize voor de tegenwoordige zaakeA
Mienen: dee 50 Maan» iq't jaar ij*66,
í        Df              De
-ocr page 182-
5& OüDBEDEN EN GsSTICBTEM
JUekriefam dmHarto-g van Jrsmhsrg luide alius:
TT Dek-en Hooggeboorea Heer , Genadigfte
Landvoogd f wy bieden uwe Genade .onze
dienften met een vaardig eo dienftwillig ge-
snoed aan : Genadsgfte Heer» uyi uwen brief
van den-25* December taatftieden hebben wy
verftaan dat uwe Genade op den zelven dag
behandigt is een brief van de Doorluehtigfte
cïï Voortreïijke Vorflin, onze Genadige Vrou-
we » welke brief tot antwoord diende op ons
Sraeekfchrtft; 'm het welke het verzoek van
den Deken en het Kapittel van Deventer , en
©ns verzoek ook, wegen»de bezwaarnilfe van
«en nieuwen Biflchop begreepen was. Ver-
ders (hebben wy verdaan) dat 4η dien brief
fvan haare Genade) te kennen wierd gegeeve»
das onze klagte door den -ganfehen Raad van
ftaare Doorl* Genade geleezen is: en dat die
Raad goedgevonden heeft het raadbeftuyt, dat
daar overgenomen zoude worden, uyt te ft el-
len $ tot dat men met onze Gemagtigden, die
daar op dten tijd verwacht wierden , breeder
©ver die Zaake zoude gefproken hebben.: zoo
als alles in gemelden brief wijdloopiger word
verhaalt. Derhalve hebben wy, drie fteden,
Koodig geacht uwc Genade bekend r,e maaken
dat *er by ons geen befluyt was genomen van
een Gezantfchap naar haare Doorl. Genade af
té vaardigen j en dierhalve dat wy gchoopE
feadden dat we al over lang een gunftig befluye
en antwoord op onze klagten van haare Doorl,,
Genade zouden ontvangen hebben. Onder-
tuffchen ontilaat by ons een gerucht dat uwe
Genade, op een bevel van haare Doorluehtigfte
Ge-
-ocr page 183-
vak Deventer..              5$
Genade, aan den Lantdroftvan Salland weder-
om bevolen heeit, de goederen der Pi ooftdye in
bewaarcndci-hand te houdenj onaangezien het
beroep , dat door den Deken en 't Kapittel op't
Landrecht is gedaan: en dat de Lantdeoft van
Salland hun recht gewcigerc heeft Weikedaad
voorwaar,zoo akblijkr, vaneen grooren n.ifleep
is j en by vorder gevolgeen merkehjkefchade,
en de verbreeking van onze rechten , zoude
konnen veroorzaaken. Gemerkt dat wy, Ge«
nadigfte Heer, op onzen voorigen brief geen
trooitcHjk antwoord bekomen hebben,· en ge-
noeg voorzien dat de nieuwe Biffchoppen in
het bezit geftelt * en wy boven mate bezwaart
zullen worden -, zoo worden wy door eene on-
vermijdelijke nootzakelijkheit gedrongen om
haare Hoogheit, onze Genadige Vrouw, we-
gens onze ellende fchriftelijk te onderrechten;
zoo als uwe óenade uyt de flhrifren , die hier
bygevoegt zijn, zal verftaan. En wy verzoe-
ken ernftelijk dat uwc Genade, als onze Ge-
nadigfle Landt-overfte , ziclff gewaard ige by
onze Genadigftc Vrouw zoodanig vèor ons te
fprerkm, dar wy van deezen nieuwen en on-
gehoordenBiffchopt^cnemeal bevrijdt blijvenj
tn onze oude zoo geeitelijke al« weereldlijke
Overigheit,rechtoefFening, en gewoonte mo-
gen behbAideü: 't welk, by zoo verre de voor-
noemde Bifibhop aangenomen word, geenzins
gefehieden kan* Wy hoopen ook dat zijne
Koninklijke Majcftcit om met den gemeldeo
nieuwen Biflchop, tegen de oude en loffelijke
gewoonte, en tegjn het voornoemde verdrag,
tier zal belaften ; zoo als wy uwe Genade voor
«teez η ook met alle onderdanigheit gefchree*
?»n hebben, e*». Hier op verzoeken wy van
uwe
-ocr page 184-
■■'
φ            Α Α KfT EKEN Ι SS Ε Ν ΟΙ', £>,Ε
uwe Genade een fchriftelijky en gunilig ant-
woord : waar voor wy , naar ons gering ver-
mogen, altijd van herte dankbaar zullen zijn.
De goede en grapte Godt wille uwe Genadedie,
■Jiooge en heilzame regeering langen tijd met
gezondheit laaten bekleedcn. Gegeeven. on-,
der het tegel der .ftede van Deventer j 't welk
wy op deexen tijd ook gebruyken. Den 39,
. ,^it sijn bc H^oojtögtm .bet. Uplïfgiaï^ te
èen/ öiè öeii ^iffcl|op° roegdeit 3yn; Die ban,
^. Lebuinus tel! te ®£benteg /. met Mttt
fiatiomtfli^dpc: toelk tolt/, pm bat Dc23i&
fcgop^ j^toel ööats cccplaatfï i$ / eene iiatc*
iple tófc getiga£i>cnri£: bo^üer^'de JÊtyaoflöfii
©au &. Plechelmus forti te^ïbcnserU m Ut
fyan ψ*
Walburgs tolt tz Müthcm.
ffilïËtivjfa Öïpt fyitt i/gt bar I)ct ijsbont..
ban ©ebentec onöer öcolf art£lnflfcfjo|j ban
fltrccgt / aï$ bc^seïfp Jfóftrogulitaau / 0e*
$oo?ti en onber, öc.anbm föj£bamuien / öie
pnöèt't 5clbc ffiart-^öi^öom fïaan / öc tujeeDe»
$}iaat$ bèMeebp. 't toetn ooh ugr be.2&iiUm
ban Paulus IV εη Sjxtus i V ,* in bctufiöc
Utrecht tot een? Üait^DificöoppflijUe #αδ
aangefieit I»q$ / on&e&érfp^efolijk ötfcstfc*
AANTEKENINGEN.
I, De Saliërs'., dj* aan eo "omtrent den YiTél ge"
woont hebhen, ïijri *Teen gedeelte Van de oude
Franken geweeft ; ja dit land word voor het oor.'
fpronkelijk vaderland der Franken gehouden. IN*
js het geen byiortder volk geWeeft,;: maar $aliefSi)
ΐ Λ ZieMenio Altiiis part* i.l· ;V *
-ocr page 185-
BeSCHRYVING VAN DEVENTER.           
zegt de Heer Alt'wg, is niet anders te zeggen als d®
Saliflche Franken : of' de Franken, die in hun eer-
ste Vaderland aan den Yiïel en den Oceaan woonden.
Dat onderfcheid was daarom noodig , om dat ecu
groot gedeelte der Franken Hoogduytsland dieper
ingetrokken waren. Hy voegt'er by dat men tot
nu toe van een ander gevoelen is geweeit; te wee-
ten dat de Salier* voor een byionder volk, 't welk
van de Franken ondertcheiden was , gehouden i*
geweeft. Daar heb ik niet veel tegen : alt dat
B. b Rbtnaaus al gemerkt heeft dat Clattdianus, daai*
hy van de rSaliers fpieekt, daardoor de Franken vér-
Itaat. En Ammiansts Marcclliaus heeft het ook gewee-
ten, en geeft het duidelijke te kennen , dat deSaliers
een gedeelte van de Franken waren: Deszt dingen
vervaardigt hebbende
, legt hy , i$ hy de eerfle van alten
iegen de Franken opgetrakfos
; te wetten , die volgens
de gewoonte
Saliers genoemi worden : en zicb voor dee-
Ztn mrt tene groote vermetclbeil verfioat bebben hunne
wcwpldatxen te vtfligen op den iipmemfeben bodem
,
diiht-byYaffandetlend.;,..-.
        ; ,! *
Deeze Saliers , zoo als de Heer Alt'wg vaiïelijk
gelooft ,?.ijn zoo genaamd naar den vloed den YiTel>
vanouds in 't Latijn Saia genoemd ; of, dat hy noch
eer gclooven zouw, hebben die btnaatning vanZ/W,
dat Is vergaderingen , gekreegen.
Dat de Saliiicbe Franken niet gefproten lijn.
Uyt de Franken, dieper in Duytslftnd ea in. de na-
butiffchap van de Katten woonende; maar dat de
laaiïte uyt de SslilFche Franken afkomitig lijn ,
fhat by den gcmelden Heer Alting vaüer als vaft:
'f welk ik niet tegen fpreeken zal. Ik zal 'er maar
byvoegen dat door de Franken, die van öuds meeuï-
gen inval in het land der Batavieren gedaan hebben ,
«ti'er in 't eerlle door de Keizers ibmtijds uytgedree-
*en r.ijn, waarfchijneliik deSaliers doorgaans veriraau
moeten worden. Die waren'er naaft aan gelegen;
en hadden d'er. de befte gelege'ntheit toe. Zoo itaat
fir in d Lofrede, ter eere van den Grooten ΚοηβάΗ,*
b Rcr. Gcrmao lib, in Francis.
c V)c laüdib, Stilieonis . . . Rhcnumquc minacfm cor-
nsous infraftis adcö ïnitciccrc cegis, ui Saiius jam ruri co»
iat» flexofqrie Sicambri iu falcem curyent giadiös.
,f ^ Psiicgyricuï fcd Gönfrauun,
tijn
-ocr page 186-
ƒ
6%           Aanteken ing e op i>e ,
tijtt gedaan , dat zijn vaier Conjiantiut de Franken, I
die in Batavie en de omleggende landen aah deeze zijde f
•van den Rmjn gevallen waren , geaoodt, of verdree- 1
•vin , of gevankeujk weggevoert heeft. Een andere f
Redenaar·, ook eene Lofrede den Greoten Kon/tan*
tyn
ter eere opzeggende , zegt het zelve van Confia*.
fins. β lis' heft het land der Batavieren
, zoo luiden
fcïjne woorden , 't welk verfcheide Naatzien detFran·
- ken ingenomen hadden, van allerley vyanden gezttivert,
Daar mede niet vergenoegd
, beeft hy htn onder de Re-
tneirifche Naatzien oHergehragt \ op dat ze niet alleen
de wapenen
, mmr ook hunne fonheit, afleggen zouden,
Op eene andere plaats fchijnt de gemelde Redenaar
den lof, van Batavie aldus gtzuivert en van alle
vyanden ver lolt cè hebben , den Kéict TMaximisan
toe te fchrijven , die van Diokletiaan voor rijksge-
noot aangenomen was, want hy fpreekt M*xim'taan
met deeze woo; den aan : Dat land ^t welk gy o Casi'ar
door uwe goddelijke krijgstogten nerlofl tn gezttivert
hebt, daar de Schelde met kromme bogten doorloopt
, ett
't welk de f{kyn door zijne van , . . eenfcheiding om-
vangt
!, bynae geen land en ts.
Ik moet hier byvoeden dat Joh. ïfaac'tus Pontttnut
ons gevoelen, te weeten dat de Saliers aan den Yütl
gewoont hebben, met krachtige f en bondige rede»
nen bewijli ; die wy hier kortheirs - halve zullen
overflaan.
α. Dat de Drentere of Trentenaars dezelfde zou-
den zijn met de Oude Tenkters is het zeggen vaa
J.P'tkart ook: maar ik heb dat gevoelen in de Aan-
tekeningen op het iand van Drent tegengefprokenj
en beweczen dat de Tenkter6 hunne woonllede om·
trent dè Ubiers dicht aar» den Rhyn piagtcn te heb-
ben.
3. 't ïs de Heer % Alting^ die deeze naamrede vaa
Τ went en Drent voor eene gcwiiTe zaak opgeeft Ik
wil het wederom niet krachtig tegenfpreeken; hoe-
wel ik altijd van dat gevoelen· ben geweeft, en het
noch voor't befte houde', dat Twent afkomitig Ν
van 't oude woord Tubantcs; of, indien ft iemand
is Alter Pan egyr, ad Confhntin·
f Origenes franc, cap 8.
g Farte 2t in Trcutia , itenj in Tucntïa*
liever
-ocr page 187-
.I5esch.rtvi#g van Ïå?åíôå8.,' jj$|
liever zoo hebben wil , dat Tubantes af komüïg is
van Ô went. De Heer Aiting bewijft het zelf op meer
als h eene plaats dat de i» vanouds dik wils veraadeit
wierd in de u of te; en de » of w in de |j Zoo a's
Frifiabmes volgens hem niet ander? te zeggen als,de
Vrieflche Ë vtawers,, dat is die rondom als ia't wa-
ter woonen, Amfibariioï'Anfibarii is volgens hern het
zelfde volk met Amfivarü of Attfivarii, enz. Voorts
hebben de oude Tubanten , in 't Latijn Tubantes ,
dien naam volgens de giiïïflg van den zelven Heer
gekreegen , om dat ze overal als omzworven. Zoo
dat Tubanten zoo veel te zeggen zoude zijn als Tb·
Boeide,
of Bande; want Bende of Bande, zegthy, i$
in onze tale een volk te zeggen dat over al omzwerfc*
Dewijl hy't fiechts voor een giffinge opgeeft, be-
hoeven wy het niet hooger aan te neemen. De zelf-
de Heer voegt 'er by, en bewijft-het- ook, dat 'er
nauwelijks een volk is, 't welk zoo meenigmaai
van woonplaatze verandert heeft als de Tubanten,
Het land» van.Twent heeft van ouds uyt verfchei-
de Graaffcbappen beft aan: de voornaamfte onder al-
le dieGraaven was de Graaf van Goor of Ghore, die
inde oede' lijft van de Leenmannen der Utrechtfchc
kerke een vry Leenman en de Vendrig der gemelde
kerke word genoemt. Van die lijft js elders gefpro-
keii; en getoont dat ze,'hoewel een verdichtwerk,
echter zeer oüd if , en by oude Schrijvers-.gevondeii
word.
-4. Daar is in dit werk al dikwils van den H. Ba-
nifaems
gefproken: maar ik weet niet of'er wel aan-
getekent fs hoe lang dat hy in deze landen huys ge-
houden heeft, Staat dan te weeten dat hy velgens
S,Lttdgerm,die zijn leven befchreeven heeft, f^jaa-
ren in Vriesland {Frifinia) heeft gepreekt. Ondec
Vriesland word hier Holland en NoordhoJland be-
greepen : want volgens den zelven Ludgerm heeft hy
7 jaaren te IVyrdc aan den oever van den Rhyn gc-
woonr. Wyrde zal daar Woerden zijn: zoo als Va-
der \ jf(iH»in%vf, een der Bollandiften, het ook ver-
gaat. Dan heeft hy drie jaaren aan de Vecht te At-
I In 7ocibu$ Amimrii, Fiifiabonct, &c.
- ·» Zie Ì Á hing.
k ïa A&is SS. acl vitam S. Botiifacii,
tin-
-ocr page 188-
64 OüDHEDEÏff EN GEStlCHTËN
tingohem overgebrigt : dat zal volgens den ïelveii
Jann'mgm in het Goy iijn geweeft. Eindelijk heeft
hy te Felife , dat is Velzen in Noordholland, drie
jaaren huys gehouden. Daar hebben w,e de 13 jaa-
ren , die hy in Vriesland , of liever in Holland,' dat
toen onder Vriesland gerekerit wierd, gefleetcn heeft.
, JBijJchoppen van Devenur.
'h JOHANNES MAHUSIUS*
J.Mahufiüs, ban N. * G onzaga becReei*!)^
lp Madufii genaamb)\$ boo^öen nx$t\\%\$i
frïjojj han ben nieutern &totl ban ©ebenter
aangenomen ·. en ijeeft tipt öien ffooföe De
eeEfïe^obniciaïe^ghobe/öie in't jaar if 6f«
te lütrecljt geöouben bJierö/ ö^gctöooot;
fcïeï&.e J»i?nobe De ©eteeten ber fto&ueega*
öeringe ban (Cuente op sene pfegtige tmj3e f
aangenomen en afgeannöigt toierönL ^
toa§
te <$>nbenaaröe gebooren \ üw bew$
een J&nineb^otbee ^m öen ^egel beu <Bhftv
banten^een goeb <$oötgeïerroe / en een $j#
fïeebeno' ^ebt&ant, jjfeaar öebnjl §ρ Ml
onöeröom afgemat tuagi / be bjater3iïc|)t gela>
ben ïjao; en beeboïgen^ onbequaatn b>a$ om
300 een jtoaaren Iafï te Dragen ï ^cefc jjn a$
fïanb ban jijne teaarbsg|cit .jjeöaau/ en ben
jjBytee. afgeieit, 5&aniieep naöedjanb sjjKi
geboo^cfïnb ben .51 #etobec 1571 boo? i>ct
ttnjg$boift bet 25onbgeuooten ugegepiuubeet
* Τη Οι iginib Serapliicis pAtt» i.
f "Zie Bibliotheca Vat, Anire**, & Zweertii ,
AthenaS Belgicas , Sedul.it Corollarium Minorida,-
rum a Geuljis interfe&oru'm n. i. Haveftfu fpeculum
crudelitatis hsèretica? c. 3. Raifii Béigicam GhriiHa*
nam, inDaventr.Cathedrt, 0.1 hi>
■■Ί
iius waar
gcbooïcn,
iux.
-ocr page 189-
,          "* Van DeVenïèr. 4* β)
blerö j $ W tosti 't Sdüt *>m wif^mhüt ut*
teeefï. )feant S£ ióierö öan oe folimaten oj>
berfcfiei&e plaat5en getoonbt/ geïafïert/ ügt*
oefcïjolöen; en met baeten getrapt: Ut \ym\
einoeip a$ een rot en beraeöjteip lp iie*
ttn leggen. $®aar einöeïp/ te ioeeten öen
rolden 1577, Ö^eft ög een gerufïer enioe
fceftao; en\i$ in j)èt nooj 3i)tier^iöeöerén;öe*
öjaabeti} öaar ög pet genlann bön Un ïmt*
jleii öasngn berióacöt.
ΐί. iEGÏDIÜS DE MONfE. "
iEgidius de Monte,'tlié &OOJ Dell i&Mlitt®Mgidms
Ban Spanje in oep!aat5e ban Mahufiu? tot^'Montc
S5iffcj)op aangefMt fcoierö/ en ïtenip^eto*?™5" se~
for i57o.ringetDijbt i$ / tua^ te f ertoeig 0*4μΪ 5i-
booreni 't hfclli ècne b^ïjeit in ipaïfcö-ö^fchop.wK.
fiaut $ ·, pn oen tjjfèï ban 3$a?u!tng Draagt.
ïty toa$ ooit een jfeinnebjoeöer / geïp 3p
$oo#aat ftja$ géhjseefï> eii/ na oat £0 Ijeü
anipt ban <gfa?Diaan of #berflé fiï i)£$ JH-m*
neu^oeöer^ fionbeni teSobni ijaïJ befcleeDt;
roierö ïjg.tót .J&otfiiifiaal ober ^eöcröugt^
imiE»aang"c|ïdt Ml§ ïfè Daar ép&lffclpp mii
ψ
ebenter geioó^en toa|·, fjjjj ijein ften. i| iaec
Öcnwloc maand jjet boigenae.bDO^jifr/ ont
fón3$j£bpm b&mtié, ijet seibe té regeeren/t$'
buffel öocfe öen Slaiitëgi baiï ftM ter jjanfe'
Sofïcït.
"! :.i
.Ten eerfie za.l den B'iftchop een Gelöofiw
brief van zijne Koninklijke Majeftcic ter hand.'
geitel c worden 5 om den zei ven re yertoónenV
cn in bewaaringe weg ie leggen , daar mm
,Jks dienfti
'S
oordcelen z-ri. -               · &n
É                   Ook'
-ocr page 190-
Oudheden en Gestichte**
Ook zullen d'er toegezegelde brieven aan
den Aartsbiflchop van Utrecht en den Biflchop
van Munfter gezonden worden·, om hun ken-
nis te geeven vande ordonantzic, meeningej
en wille zijner Hcilighcit, en van de Bulle
die de grensfeheidingen van dit Bisdom aan-
Wijft: ten einde de voorn. BiiTchoppen mo-
gen weeten wat dat hunne Bisdommen ont-
trokken , en het nieuwe Bisdom van Deventer
ingelijft en toegewezen is. En tot beter ondef-
rechtingvan gemelde BiiTchoppen, zal deHaN
tog zelf hun de gemelde brieven toezenden;
en 'er zijnen brief, met de aanwijzinge der
grensfeheidingen, byvoegen.
Eer dat hy in eigen perfoon naar zijnen Eis-
fchoppelijken Stoel gaat > zal hy een .Geraag·
tieden voor uyt zenden ; om het Bisdom , esi
de gerechtigheden aan't zelve gehecht, in be-
zit te neemen. Tot hulp van dien Gcmagng-
de, en op dat hy zijnen lair des te gemakke-
lijker mag uytvoeren, zal de Hartog aan den
Landvoogd van Over-Yflel fchrijven; en hem
beveelen de gemelde in-bczit-neeming, indien
hy daar omtrent is , in eigen perfoon by re
woonen; of anders iemand inz.jne plaatzedaar
toe te mastigen. Ook zal hy aan den Kantzc:
lier en den Raad van Over-Yflel fchrijven 5 dat
Zy ?er twee uyt hun genootfehap by zenden.
Dan zal hy noch aan de vier Overften oer be-
zettingen , en van gelijken aan deré Schout,■
Buigemeefteren , Schepenen, en Raad der
gemelde Stede fchrijven, dat ze de in-bezit-
neeming, en de vordere plegtigheden daar toe
behoorende , in eigen perfoon hebben byte
woonen. Die in bezit-neeming zal in de rU-
teéralc kerk van S. Ltbuinus te Deventer met
-ocr page 191-
■ ,y α ν DeyenTeRó : , #p
de behoorlijke en gewoonlijke plegtigHedenert
ceremoniën verricht worden j inde tegenwoor-
di^heit van den Deken en het Kapittel der zei,
ve kerke, en van de vordere Geeftelijkheit;:
die de Deken en het Kapittel voornoemd, ach-
tervolgen* het voorfehrift van zijne Excellentie;
ontbieden zullen, >Daar na zal de gemelde Ge-
magtigde.aich zelven uyt den name en van we-
geden Biilchop van Deventer in' het txezit (tei-
len van de Deventerfche Prooftdy » ch van het
Hof daar toebehoorende· en hy zal ten dien ein-
de daar binnen treeden: vermits dezelve Proolt-
dj door de Pauflelijke Rulle in't Bisdom van De-
venter ingelijft en daar.mede vereenigt is.
En op dat de Bruidfchat f die den Biilchop
volgens den inhoud der Pauflelijke Bulle toe-
gewezen is, des te gemakkelijker gevonden en
bewaart mag worden; beeft Zijne Excellentie,
om den, weg te baanen, den Grave van Megen,
Landvoogd van Qver-Yffel, bevolen naar dé
goederen, latten , en profyten van het Regu-
lieren konvent van S. Égnès te verneemen , en
de vervreemding der zelven re beletten: en zal
deszelfs antwoord , met de kopye van zijnen
brief, hier by gevoegt worden. Indien nu de
Bifrchop by zijne aankomile in't gemelde kon-
vent eentje Religieuzen vindt, die hunne kloos-
ter-geloften daar niet gedaan hebben.; zal hy
hen naar de plaats, daar Zy dezelven gedaan
hebben, eerlijk wederom zenden: de anderen
zal hyvan alles verzorgen volgens het verdrag,
dat hy met hen gefloten heeft: maar wat de
genen belangt met dewelken hy noch niet over
«η gekomen is; die zal hy onder zijn beftier
in alle onderdanigheit en zedigheit doen lee-,
^n/ ter tijd roe dat hy met hen Zal overeen
E a                    g^ko-
-ocr page 192-
é8 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
gekomen zijn, of naar den inhoud der Büllc
gèhandek hebben,
Daar na zal hy door de Prelaaten, Dekens *
Paftoors, en de vordere Geeftelijkhejt zoo van
de ftad als van het Bisdom , mitsgaders door
den Steevoogd, den Kantzelier, en den Raad
die ten deele uyt Gelderfchen ten deele uyc
Over-Yflelaars beftaan zal, mgehaalt worden;
en zijne intrede op het fpoedigfte in de voor·
Hoenlde ftad van Deventer doen. De proceiTi,
die de Stee voogd» de Gemagrigden derRaads-
heeren, de Schout, de Burgermeefters,Sche-
penen , en Raad der Stede » mitsgaders de
Schouten en Gemagtigden van Zutfeen Kam-
pen , en Zwol , en vorder de Droft van Lin-
gen, en de vordere Amptenaars dewelken ten
dien einde uyt Gelderland en Over-Yflel ont-
boden zullen worden j met hunne tegenwoor-
digheit zullen vereeren, zal aan de Stads-poort
ih order geftelt worden, van waar dezelve met
het ganfehe gezelfchap zal geleidt worden naar
de Katedrale kerk» Hy zal den Grave van
Megen^ Landvoogd van Over-Yflel, mitsga-
ders den Kantzellier en Raad van Over-Yflel
en Gelderland , by tijds kennis geeven van den
dag,dien hy tot zijne intrede vailgellelt heeft;
op dat zy de Prelaaten, Dekens, en Gcelte"
lijkheit, mitsgaders de fteden, de Amptenaa·
ren van zijne Majefteit, en daar by de voor·
naamften van den nabuurigen Adel, by tijds
mogen ontbieden ·, ten einde hy van de zelven
vergezel fchapt, en als hun Kerkoverfte, met
behoorlijke eerbiedigheit aangenomen » ingc-
haalt, en erkent mag worden.
Daaraan gekomen zijnde zal hy deKatédrsk
kerke, en de vordere Geefteliikheit, den eed
-ocr page 193-
VAN PeVENTER,            69
plegtelijk doen, volgens het voórfchrift, dac
de andere BuTchoppen van de Nederlanden ge-
volge hebben·, en't welit hem ook zal ter hand
geitelt worden. Dun zal de Deken der voornoem-
de kerke met het Kapittel en deGeeftelijkheit,
die daar tegenwoordig zal zijn, hem insgelijks
voor hunnen Bifichop aanneemen en erkennen,
met hem voortaan aile behoorlijke gehoorzaam-
heit te bewijzen. En ingevalle fommigen, on-
der voorwendzel da,t ze'den AartsbirTchop van
Utrecht gehoorzaamheit fchuidig zijn , zich
daar omtrent wat ftribbelig mogten toonen j
zal hy het autentijk affchrift van deszelfs toe-
ftemming , met de Bullen van zijne (1) Hei-
ligheit en de brieven van zijne Koninklijke
Majefteit, vertoonen. Wat de Bisdommen van
Munfter en Osnabrugge belangt; daar in zal
hy zich gedraagen aan het Dekreet en den
wille van zijne Heiligheic, en van zijne Ko-
ninklijke Majefteit omtrent de oprechcing van
deeze Bisdommen,
Zoo ras als hy bezit zal genomen hebben.}
zal hy het volk door zijne predikaatzjen be-
ginnen te leeren en te onderwijzen. Eer ft zal hy
de kerken derfteden bezoeken; daar na die van
zijn geheel Bisdom; zoo inOv.er-Yflel enLin-
gen , als in Gelderland en't land van Zutfeen.
Hy zal nauwkeurig onderzoek doen naar den
kerkendienit der Paftooren; of ze vaa genoeg-
zame gcleerdheit en van een godvruchtig en
deugdzaam leven zijn; en zich als eerlijke lui-
den en goede Katolijken gedraagen. En die
hy bevinden zal dat door hun gedrag fchade
doen, en ontftichting geeven, ketters of van
fcctterye verdagt zijn; die zal hy in de boete
&»an, beftraffen, ja cok afzetten,
υ                       E 3         * ]\ Ook
-ocr page 194-
no Oudheden %$l Gesti£htïn
-Ook z*l 'hy baar de predikaatzien der (2)
Bedelende en andere Monnikken verneemen;
en zorg draagen dat het volk in de Katolijkc
leeringe en geloof onderrecht» geveftigt, en
bewaart wofd,<?. 't Welk ook omtrent de ande-
re Kerkelijke perfoonen , Kerkmeefters, en
|£pfters, zal Waargenomen worden.
De misbruyken en ergérniflen, in wat ker-
ken dat hy die vinden mag , zal hy wegnee-
men en verbannen. Hy zal zeer vlijtig toe-
zien dat de openftaande kerken vroome Har-
ders krijgen. Die'Harders, als ψ hem door
de Patroonen die daar recht toe hebben zullen
voorgeftelt ^ijn, zal hy in dat ampt bevelh-
gen en inwijden: te weeten als hy na behoor-
ijk onderzoek van hun geloof, geleerdheir,
godvruchtig,en eerlijk gedrag en leven, Ml
verzekert fcijrt, :<; . ■":            ,,,,··
Ook zal'hy naar de fcholen van geheel *ijn
Bisdom verneemen ; en hoe dat het met>de
Meefters en hunne leere gelegen is: welke
Meefters voortaan zijn voorfchrjft zullen vol-
een. Hy zal qok> *oo ras als mogelijk is, met
eenige Paftooren en Majeftraats perfoonen ïfjric
maatregels neemen om een Semmari volgens
het voorfchrjft der Kerkvèrgaderinge van Tren-
tc op te rechten, ten koften van de genen, die
daar toe gehouden zijn. Dan zal hy ook acht
eeeven op'de Boekdrukkers en Boekverkoc-
pers's te weeren hoedanig dat ze zich tot noch
toe in hunne neeringe gedraagen hebben:
waar omtrent hy den regel van zijne Majefteit
z^l volgen·, die in de willekeuren, dewelke des-
tvegen uytgekomen zijn of nociï uytkomen zul-
len , voorgeffhreeven is of zal yoorgefchree-
Daar-
-ocr page 195-
van Deventer.            7\
Daarenboven zal hy by de eerfte gelegend"
heit de Kerkvergadering van Trente, daar hec
noodig zal zijn, door de Paftoors, Predikers >
en andere Geeftelijken, van nieuws doen ver-
kundigen en afleezen: ten rninfte omtrent zul-
ke zaken die dienftig zijn om geweeten te
worden·, en die leerftoffen , die met het be-
grip en de bevattinge des volks beft overeen
komen.
Noch zal dezelve Biflchop zorg draagen dat
die van de Geeftelijkheit de willekeur^n en
plakkaaten van zijns Majefteit op het lt.uk
van den Godsdienft onderhouden. Daarom zal
hy de geenen , die dezelve in het waarneemen
van hun ampt of in hun levensgedrag over-
treeden, behoorlijk beftraften en kailijden.
Ten dien einde zal hy ook, volgens het ge-
bruyk van andere BifTchoppen , gerechtsdie-
naars en kerkers hebben (4),
Indien hy merkt dat de Amptenaars of Ma-
jeftraaten in 't nakoomen van het bovenftaan-
de nalaatig zijn; zal hy, na voorgaande waar-
fchouwing , daar kennis van geeven aan den
Landvoogd en den Raad van Over-Yflel of
Gelderland·, daar het behooren zal. En, in-
dien dezelven ook, uyt traagheit of achteloos·
neit, geenen raad daartegen fchafrenj zal hy
den Hove, of daar het noodig zal zijn, daar
bericht van geeven.
De Abdyen , klooilers , en godvruchtig
ge plaatzen , zoo van mans- als vrouwsper-
sonen , die onmiddelijk onder den Biiïchop
"aan, zal hy om dezelven te hervormen be-
keken uyt krachte van zijn ordinaris recht.
*f e anderen, die van 's Biffchops magt ontheven
^hs zal hy volgens hec voorfchrift derTren-
£ 4                     tiffche
-ocr page 196-
J2 Oudheden en Gestichten
tiiïche Kerkvërgaderirige bezoeken , als daar
toe gemagtigt van den Pauflelijken Stoel. De
kerken of kloofters, die door quade regeering
vervallen of bedorven zijn , zal hy weder in
Haat helpen brengen. ■ »-.S
En om dat alles en ieder yan 't zelve uyt te
Voeren f znl den BiiTchop'opzijn verzoek, en
naarde nóotïakelijkheitder zake,débehulpzaa-
ïpe hand geboden worden door den Landvoogd
èn den Raad j mitsgaders door de andere Land-
drofteri,"'" Schouten, Amptenaars, Burgermees-
ters, eri Schepenen: by dewelken op zijn ver-
zoek, en des noödig zijnde, ook eenige Rom-
miiTanflen van wegens zijne Majcfteit zullen
gevoeet worden. ^            l «' ί μ
Wijders £al hy achtervolgens fijnen pligt
onderzoek doen naar de genen'die Hmet kettc»
terye -befmet of van ketterye verdagt zijn»
en tegen hen naar de form der rechten te
Werk gaan. Hy zal maaken eene grondige en
volkome kennis van zijne fchaapen te krijgen}
óp dat hy in' dé veranderinge van de Overig*
heden of Amptenaaren, als de Landvoogd hem
naar zijn oordeel vraagt ,ofom raadaanfpreckt,
in ftaat'zy om een goed oordeel en raad te gee-
ven: ten einde dezelve Landvoogd géene zoo-
danigen tot eenige'ampten of tot'het bedie-
nen van het Recht mag aanneemen ; dewel-
ken anders uyt hoofde van nieuwgetindheit}
óf kettery , of om andere redenen , zouden
moeten afgeweegen worden. :
^Eindelijk zal 'de Bi Mc hop in alles wat zijn
ampt betreft, betrachrenèn voor oogen heb"
feen de handhaving van den oudenr.en Katolij*
ken Godsdienft; en 'de ruil: en vrede der on-
derdaaneü : 't welk zjjne Majefteit hem vol·
ttfó'+ii                     ' '■'" 4. :k ■ ■;· ·: ' korneni;e
-ocr page 197-
■■■■■■■■■■«ΡΜΜΗΜΙΙ Ι
VAM pErVENTE^.             71
komentlijk toebetrouwt, en bevolen laat, En
iiademaal onder anderen de Prooftdyen van De-
venter, Zutfcen, en Oldenzeel, in de Bruid-
jfchat van 't Bisdom begreepen zijn ·, zal hy
voor cerft de Pr'ooftdy van Deventer, gelijk
gezeit is , in bezit necmen. Doch hy zoq
verre Bornel, Kanonnik te Luyk, zich mee
deze xake bemoeit, of daar tegen aankant , zal
de Biffchop inbrengen dat de Bulle van de op-
rechting zijns Bisdoms , en van de vereeni-
ging'en inlijving der gemelde Prooitdye ,
ouder is dan "de brief (waar by de Prooftdy
van'Deventer hem gegeëven is:) en vet vol-
gens dat die begteving by onderkruiping ver-
kreegen is, en de plegtige oprechting van
4it Bisdom niet benadeelen kan. En indien
hy iets uyt hoofde van cene "belofte der Har-
toginne van Parma te eiflehen heeft ; zal de
Biiïchop hem naar den Hartog van Atba wij-
den ; die de handhaver der gerechtigheit \%
Doch irigevalle de gemelde Bornel noch vor-
dere hinderpiralen in't werk ftelt, die de Bis-
fchop alleen niet wegneerhen kan; za) hy den
Landvoogd, den Kantzelier» en den Raad van
Över-Yifel, daar kennis van geeven; en ook ,
indien het noodig is, ten Hove bekend maa-
ien j op dat 'er volgens biliijkheir. tegen ge«
i'oVg'è mag worden. V'
Wat dè Prooftdy van Oldenzeel belangt;
dewelke de tegenwoordige AartsbiiTchop van
I Utrecht lange jaaren voor dat hy Aartsbis-
fèhop wierd bezeetcn heeft; nadien het recht#
dat hy op die Proöftdy te vooren had , door
fcijne verheffing tot!dé waardigheit van Aarts-
biftchop vernietigt is ·, en dat hy de inkom-
&en, volgens dè yereenigirig in de PauïTelijke
L· $                       brie*
-ocr page 198-
74 Oudheden v.:-i Ges^icht^n
brieven voorgefchreeven, aan dcnBiflchop van.
Deventer door zijden afftand overgedaan heeft;
aal de Biffchop van Deventer zich zelven uyc
krachte der gemelde brieven in het bezit der
Frooftdye doen ftellen: ten welken einjde hem
voor den Deken en het Kapittel aldaar brie-
yen zullen ter hand gefteit worden. Doch
indien 'er van wegen den Aartsbifichop van
Utrecht, of van iemand anders, eenige. zwa-
righeit gemaakt rpag worden ; zal hy den,
Landvoogd, Kantzelier, en Raad van Óver-
Yijel, op hulp aanfpreeken j op dat ze hem
in het gemelde be^it heipen ftellen: 't welk
hun ook uyt name van zijne Excellentie be-
kend gemaakt en bevolen zal worden.
Aangaande de Prooftdy van Deventer · de
Biflchop zal verneemen wanneer dat de tegen-
woordige Prooft die w^ardigheit bekomen
heeft. Indien nu zijne aanitelhng tot prooft
ouder is dan de dagtekening der Bulle; zal de
BuTchop, indien, hy met den Prooft tot geen
Verdrag kan koomen, naar het openvallen van
1 4e Prooftdy wachten. Te Antwerpen den ij
petober 15-70. en was d,e brief ondertekent
door den Hartog van jilb* en Berty.
3Nt bootftfyift gerft öe Sftfftljtop Ufti&P
ïp opgebolat. m$ nu öe $|artO0 ban Aiba
ïjeHkapittei ban ©ebenter op oen 3dffieiiöa0
booj eenen fykf hmüjt pao gea/eeben bat öe
éBiffcöop spen <0emasti0öe öerbjaart$ &w
ben 50UtD; en fjet 3eïbe bermaant ftaö Dat
get bsen «ö^maöttgbe met öe beijoo^ïpe pW
tisïjeben m ceremoniën in ïjet be5tt ban ψ
*$$bom en be ^oofïöge sonoe pellen; ig '#
He gemetoe ©otówstigoe binnen toeinige öa<
0eu
-ocr page 199-
IMP.........                             ------------------------
van Deventer.           7^
gen «ae toe geteo&ften, ψ ®ebentec aan*
öeïtomen/ bonö 8g öat Set kapittel/ om ee*
mge bedelachtige rebenen / sicö tot fjet m
't öe5itfïelïen ongenegen tootiöe: H^aaral^
be 2&ίίφ» B«n &*» boïgenben ojief toege*
^onticii gati/1| 8? einbep aangenomen;
Zeer Eerwaardige Heeren: ik heb den brief
van uwe Eerwaardigheden den 6 van Novem-
ber ontvangen; die my eene zeer groote ver*
wondering veroorzaakt heeft: dewijl ik niet
diergelijks van ui. verwacht had; maar in te-
gendeel gehoopt had dat gyl« my in al dien
lailigen arbeid, die my opgeleit is, kloeke*
lijk zoud helpen ; en benevens my in het
bearbeiden van Gods Wijngaard getrouwelijk
werken. Maar ziet; ik verneem al in 't eer-
ile begin dat men my zoodanige belemmerin-
gen en moeyelijkheden zoekt aan te doen; als
geen andere Kapittels, zelfs niet de allerver-
maardfte , hunne nieuwe Biffchoppen aange-
daan; hebben. Doch by aldien gy rijpelijk by
u zelven overwogen had van wat een gewigt
deze zaak is; en hoe hoog dat ze by Godt den
Heer, by zijne Hcilighet den Paus die Gods Ste-
dehouder op aarde is, en by het ganfche Ge-
noütfchap der Doorluchtigfte Kardinaalen,
ial genomen worden -, en vorder boe zeer dat
zijne Geheiligde , Koninklijke, en Katolijkc
Majefteit deeze zaak ter herte néémt; ik hou-
de my verzekerd dat gy hunne begeerte zon-
der ecnige zwarighéit gehoorzaamt zoud heb-
ben. Echter hebben wy eea vaft befluyt ge-
nomen van uwe goederen niet te zoeken ,
«laar ulieden zelf; en verder, van over geene
'echten·, vrydommen» of bezittingen te kra-
keelen -
-ocr page 200-
7$ Oudheden en Gestichten
keelen; maar met al ons verftand te arbeiden
voor de zaligheit der zielen, ën de hervormin-
ge dér kerke ; van dewelke gy in uwe be-
zwaarniilen en moeyelijkheden geen cnkeld
woord gewaagt. Om uwe zwarigheden dan
met weinige woorden te voldoen; zoo wil ik
ui. bekend manken dat ik mijne klagten niet
heb willen brengen voor den Hartog (van
Aiba'r) die ik verzekerd, was dat zich ten
koogfle gebelgd zoude houden; en geene mid-
delen onbezocht zoude karen om ui de be-
fïeerre van den Apoft'oliflchen Seoel, en van zij-
Se Koninklijke Majefteic te'doen gehoorzaam
men, Vorders (wil ik ui. bekend maaken) dat
ik my van't volkomen recht, 't welk ons door
de Pauflelijke Rulle gegeeven is, niet heb wiU
kn bedienen i welke Bulle , met lood beze-
gelt , onder ons beruft. Van dat recht, zeg
ik, i welk ons de. magt geert om de genen,
die ons op dirftuk met gehoorzaamen, met
oef) ban te ihan. Maar het gene tot vrede
en ffcehring ftrekt betrachtende, vermaanen.
wy.ii 'in den Heere dat gy onzen wettigen Gc-
roagtigde met behoorlijke eerbiedigheit wilt
ontvangen , en bezit laat neemen i«zoo niet
eenvoudig en ronden bepaling?; ten minfte on-
der een ptotefi: ; zoodanig teweetendat het
recht der beide partyen in zijn geheel en on-
vermindert zal blijven: 't welk van ui. zonder
uw minfte nadeel 'gedaan kan worden. Onder·»,
tuffchen durf ik ui belopven dat ik ui gaarne
alles toeftaan zal, wat ik met een goed gewis-
fe, en behoudens de Dekreeten der Kerkverga-
deringe van Trenten, toeilaan kan: want wat die
Dekreeten belangt.; ik ben reeds door eede ver-
ttliRt om dezelven te onderhouden, en naat
f <>                                                                   mijn
-ocr page 201-
VAN D E V E Ν Τ F, Ü;                fj
ïflijn vermogen in't werk te. docii flellett. Dit
zal ik ook» indien het noodig is, met eede
beveiligen; en ik zal zoodanig met ui. hande-
len , dat ik niemand rechtmatige redenen van
klagte zal geeven. Wat de goederen der
Prooftdye belangt ; daar wil ik my niét meer
van toe-eigenen, als'er deProoft tot noch toe
van getrokken heeft· Noopende het aanbel-
len van ecnen beftierder der goederen $ wil ik
gaarne uw gevoelen volgen : gelijk ook om-
trent het fchadeloos houden van't Kapittel; in-
gevalle de Heer Bornel, die de Prooftdy tot nu
toe bezeeten heeft ,.uluideneenige moeite moge
aandoen. Doch dit alles moet gyl. mijnen Gojyjt
magtigden niet afvorderen: maar my zelf, wan-
neer ik daar tegenwoordig zal zijn. Dierhalvë
vermaane ik uU noehmaals van geene zwarig-
heit te maaken van mijnen Gemagcigde , ten
rainfte onder een Prötejl, aan te neemen : ilaan-
dc te vreezen» indien hy genootzaakt word om
^aadelijker wijze in het bezit te treeden,
't geen ik hoop dat niet gebeuren zal , dac
Zulks uluiden tot groote fchande en fchade ver-
trekken zal; 't welk my van hertc leed zoude
zijn: want ik wil veel liever de ingewanden
van een vaderlijke liefde vertoonen, als my van
ftraffighèit bedienen. Ik meene dat onze Vol-
magtigde uluiden volkornentlijk voldoen zal
op de zwarigheden, die gy tegen zijne vol-
magt inbrengt. . Vaart wel zeer Eerwaardige
Heeren in dèn Heere , en miine beminde
Broeders in Cbriflus. Te Antwerpen den 7 No*
vctïibei.. η ;,>;« γ. .n*-. :
' ■ iiRïf                                Uw Meddroeder „ I4
....
MGWIVS de MONTÈ.
*
-ocr page 202-
?8 Oudheden en Gestichten (
zijne in- ©aar op Bg ben jo (bersdbe maanb) fcj
huiiiog. öc toCiiïea bie&t onber be fïab ïeggenbe / en
booabe toanbehng bel©o#igenaamb/ boöj
ben <*&aaf ban *egen en be «fcemagtigben
ftHitrr ïionmnlpe j^ajefieit bertoelïe bomt,
Inöefïab éetreben/ toierb fin ban beseibm
ttaar het $imnefyoeöer£ bonbentgeleiöt Stip
hn baar 3tjn ^ΜΡΡ getoaaö aange*
baan &ab» ¥ Bi? / b<^ be geefMpBeit bflgett
mm/ tn eene pïegttge p^ocegfie naar be ïia*
teöjaale bern gereeöen: baat 1)0 / na bat be,
Ü>eWi be <f»ffec&anoe M&imtotmt$m
tiaïttn Oogwagen fiab / ben SSiffcBoppelpen
, teen aan 't boin gegeeben Beeft, ©aar op
ü£5£ ?Sfc teöe Öb/ban «tonyd in fe#
L0oi<Lienomen iWU op Bet nïoofïec ban
zeel ia
si r.
»«- *k ^ancs berg« met ben iafï nocljtattf ban
hier blif ftegiiïiew ^iefferi B«« *^*11 la"a
Hv be- te onberöouben. ^at geöaan tfnbe ging Ij»
xMkcujn «m 25iébottt boo^ öe e^£fïemaal besoeaeiu
Êudom: ?f* toC|K ηή in't jaar 1s7f: boo^ be ttoeebemaai
beeb ; fie&benbe aibooren^ / te toeeten ben
U ifebmartf ban 't gemeloe jaar if7f» g*
feerhebme ^terfcBaar in be fïati opgcrec|t $.
en ben f afïooren bebeï gegeeben om be Φ0
fcreetenber &erbbergaberinge banCrente»
bolbe on jelwe bagen in be moebcrhjRc taif
SÏÏS te ï^« ** «Ut te leggen. JJW 't ς*
«$. fteeft Be ben eecjïen ftoföiaben ba
«ttn^tóboA benoemt; te toeeten 3nnen bol
fcmonnift enltitentsiaat: bieiiι ft? «ft Wf
^ien<Ê*magtigöe gebmn&t B^b bm Bet^
bom tn 't be3it te neemen; en m 't tMWgg
«aai tot mmm V>an <Pebenteü βοη«ζ*
. fiab, iÏbebalbat6«ö«^berflrm^
-ocr page 203-
van Deventer.           79
fcereii / ban 't tóïite öeneöen 3a! pf&ökm
ftJO^Den/ bOOj't Seminari öefi 2$$Ö0ttl£ 50UÖe
gefyunnt tooien.
€erfa# ϋρ ou$ be3ig foa$ met öe rampeti
ban't 4&emeene-befï / öe iuonöen tier ftetöey
en öe guaaöaaebige Koortsen oer 4&eefïeiijlf#
geit/ a$ een geefïeïp Sfirt^ te genee^en, $
gn öooj eene 5toaat?e stefetc iw't beo gejjoipen 't
'in
fieéft 3ijncn pïtgen jgeefï öen z<s jfëeg
jf7f>, op't öoogtijö ban pnrteren/omtrent
6 uuren natniööag^/ te ^hjol / in öe ganöeii
3jjt$ ^cjjepper^ obergegeeben. ^aaroj»
§ρ te ^ebenter in be iiateöjaïe Üerït boo^ 't
outaar ban 't φ. lmin$ / recöt ober öe ij. £é?
«rament$ fcagel/ ter aaröe befïeït- ^et * lijft
foierö niet aïleen öooj srjue bjienöen / maac
öaarenöoben öoo^ berfcpeiöei&aaö$jeeren/ en
een gjoot getal burgeren ter beg^aaffeuiflie ge*»
icibt <6en itan ö£fónnoimiftEten (ban ^ebenter)
feeeftt aïöu£ ban öee3en ^iffcjjop in 3ijne b&
5onöere aantenenmgen.iEgidiusde Monte,onze
Biflchop, van de Order der Minnebroederen, was
in verfcheide plaatzen van Brabant Leermeefter
in de Godkunde geweeft: maar heefc te Loven
het ampt van Gardiaan bekleedt. Ik heb hem
dikwils met een groote bevalligheit hooreri
preeken : Warit hy had een fchoone ftem en
een fraay gebaar. Op zijn leven viel ook niet
tc zeggen » had hy maar zijne genegendheié
(voor zijne vrienden) wat meer ingebonden, eri
Zijnen neef beter tegengegaan. Daar by had
hy juyft'met ecnen Deken te doen, die hen*
aWjd den voet dwers zette, eri in *t pleiten
leefde, Hy was een man van een rechtzinnig
en vreedzaam gemoed,en zeermildadïg. Doch
* Hefius ia ésfcriiit. t>areatr*
als
-ocr page 204-
fb           Aantekeningen op i>é
als de nieuwe gezindheit over al de overhang
nam ; is hy de droeviger beroerten, die'er
itonden te volgen, te Zwol door een zalige
éood onttrokken. Ik heb hem tweemaal met
eeen kleine itaatzie naar zijne Katedrale kerk
tien geleiden: eerft om'er bezit van deProoft-
dy te neemen j en noch eens om 'er Begravea
ie worden»
AANTEKENINGEN. '
ι 't Is ieder een bekend, èii wy hebben 't hou'*
derdmaal in dit werk gezien, dat de tijtel Zjjm Ha-
Ihbeit
, of Alkrhèiltgfi» den Paus van Rome eigen
cf worden is: Ik zal hier maar zeggen dat de. tijtel
Jan /} Her heilig fle of νm Allerbeste /^ryaiioud
aan alle. Billchoppen, gegeven wierd. Zoo κ het ook
met den tijtel yan.^i of Zy« Hethghett: t welk
bv Du. b Ca»™, en elders , beweezen- ftaat. Ja de
tilel van uwe Heiligbeit wierd föm wijlen ook aait
terneene Prieflers gegeeven; Wy btdden uwe Hctltg-
heit
zegt c Titovtbcut aan den Pneiter Faftor, ei».
Ik x'arer noch byvoegen dat deKonftantinopolitaan-
fche Keiicrs zich zelven dok den naam van Heilig-
heit
aanmatigden; en van de Patriarchen enL«H*
pen zelfs Heilig lieten noemen. Dat de. oude Kei-
iers die zoo magtig waren , zich zelven Heiligen
noemden , en rondom hun hoofd , alsof ie-Goden
waren, meteen blinkeuden kring «ytgefchildert
wierden, dat is hun noch eeniger .wijζ e toe te gec-
ven zeit Du d Cange : maar, dat de laatere Griek,-
fche' Keizers, de verwaandilp onder alle de men-
ichen en tot de oore'n toe in allerhande oudeugencl·
heden'gedompcld, toen ze fchier alle hunne land-
fchappen verlooren.hadden, en binnen den omkring
van Konftantinopole en eenige weinige, nabuungc
fteedies opgefloten zaten, zich zelven den tijtel yau
Heiligbeit aanmatigden , en aldus Van de Patriarchen
« Zie Juftin, Novell. 8·. 40. 42. 6?. U. Item .Concd·
Chalcedon, aft. 10. } In voceS.anftimonia, c Ibiil.
d Dijfettae. de Nummis ByiaoÉ-
                             ^
i!
-ocr page 205-
.Beschryving van Deventei4.           8k
gn andere BiiTchoppen wilden genoemt worden; dat is
volgens hem niet in tefchikken. Dat ie die verwaand-
heit hadden, en zich heilig lieten noemen , blijkt uyt
verfcheide plaatzcnvan * Pachymeres, Alexius fCom-
nenuf, ewgCodinus. Konflantyn de Groote had
op dit
ftuk grooter zedighek en beicheidcndhert getoönt;
en den naam van Heilig U verworpen. En de Kei-
zer Frederik I had volgens Du Cmge groot gelijk
dit hy den Griekfchen Keizer Ifaacws Angelus ont
die laatdutikendheit .laakte, en zijne Gezanten dus
toefprak : Uw Heer noemt z'tsh zalven Heilig; yt is
eene wondere 'heiligheit ^ 'dewelke heilige i eerlijke ek
godidietiftige mannen, en getrouwe boden
...m welker
mond geen logeniaai'· n'och. ondeugd gevonden is, gewoon
is fcbielijk in den kerker iOp te fluiten, en met naakt-
heit en honger tot fiervens toe af te matten: Godt be-
waarff ons voor zulke een heiligheit.
»< \ * ■·>/_ ! .
Ik vinde.ook dat Johannes Sarisherienfis den naam
van Uwe Heiligheit aan den Koning van Engeland
geeft. Dit zijn zijne woorden : Ondeugende· me nfchen\
gelijk wy ver (laan hebben en betreuren
, hebben hun
be(Ie gedaan om uwe heiligheit te bedriegen*,
             v
i. Ik z.al by deeze gelegendheit, maar niet anders
als hiilorifcher wijze, verhaalen hoe dat fomniige
iWïchoppen in de Kerkvcrgadcringe van Trente
£eer gcklaagt hebben over de vryheit der Monnik-
en in het preeken.., De Billehoppen van i Fiefolï,
P«n aaderen voor ,by,.t!é gaan» klaagde hemelhoog
dat de Monnikken over al preekten , tonder Vaiï
den BilTchop verlof tot het preeken gekreegea of
K^raagt .te'hebben. Hy zeide dat men zo'oda-
n,g een quaad niet langer dulden mogt, noch duK
den koft y zonder : de fehaapüal voor de wolven
Open te zetten% om de fëhaapen té veifcheó'ren. Hy
tyilde j\jy(t niet zeggen dat ze wolven waren ; maar
jj*t. 'er fomtijds een $mMt onder dè kap fchuyleri
soft, die dan dbonden Biflchop niet zoude konnen
pw^ert worden*' En als'er van't refideeren der I3is-;
ichoppen gefproken wierd , zeide Jacobus Cortèz,
' Lib. 6, gap. ^i. lib; xb. c*p» n. 29« ?a» &c. ,
' l e"S VjrPiiCaiigeibiiL,,.
             .· , y
* v'w Juvcnc. Jibro 4« Hift. Evanj*. circa ixBcm.
Bpift. il. i Zie Du Pin ti8l. du Cencilc de Trein»*·
F                              Bis-
-ocr page 206-
Si           Aanïekeningïk öi' i>k
Bifïchöp van Vaifon, dat het refidéeren der Biflchóp-
pc» voor deeten goed en heilzaam was geweeil \
maar tegenwoordig geen vrucht konde doen De
onheilen der kerken, zeidehy waren den Bis-
fchoppcn niet te wijten die niet rejideerden. Dewijl
%y met al hun réfideeren niets koüen uytrechte.ii, om
de goede leere in hunne Bisdommen re handhaven.
De reden was dat de Monnikken en de tolgaarders
der aflaatspenningen over al preekten, zonder naar
Biitchop of Aartsbifichop te vraagen. t Is niemand
onbewuft,zeide hy .dat de nieuwigheden van Duyts-
land uyt de predikaatzien van $ιφα* Tekel en Maar-
ten Lmher
gefproten zijn ; en dat die van den Mon-
nik Samfan van Milam ganfeh Zwitzerland op de
been geholpen hebben Wat zouden de refideerenit
Biffchoppen, zegt hy, tegen al dat volk gedaan heb-
ben 't welk met zoo veele prtvdijrten en ontheffin-
gen'gewapent is? Veele andere Biffchoppen lpraKett
eveneens: maar de Monnikken hadden t Hof van
Rome op hunne hand Om de Bishoppen met
ganfeh en al over boord te werpen; wierd een mid-
del wef» ingeilagen, dat ze de magt niet zouden heb-
ben om buiten hunne kerken te preeken zonder ver-
lof van den BiiTchöp : maar in hunne eige kerken
mogten zy't ten allen tijde doen , zonder den bis-
fchop om verlof aan te fpreeken.
Ik heb'er elders al over geklaagt dat fomnW
Monnikken (fommige zeg ik, en zeg het noch eens
om geen ondank te behaalen , en op de goeden m«
te fmaalen) geen groote üichting door hunne pre*-
kaauien gceven. Wat zou men van hunne Scrmoe
nen over de .Portiu»c*!at den Roozekrans , f>. WJ*
tifeus koorde . Schaf ulier, en meer andere dingenff"
nen vertellen? Maar 't is de HiHorien bekeud da tv
al over hm öp dit ftuk tot uytfpoongheden jfW»
fpatzijn. Wat hebben ze voor he.neopden Preekte
een geweld over de Onbevlekte Ontvangende JT
maakt? Hoe hebben ze tegen fommige Keizers. a>
niet wel by 't Hof van Rome flonden , onder het pre
ken gedonderden het volk meer tot oproerigheid
godvruchtigheit opgewekt? Wat hebben de GelJ
vigen al van de volkome armoede van/>r'
- moeten hooren ! ïk zal nu maar .zeggen dat V*
-ocr page 207-
Bescmbltvin® van Piv£*ïtibl.           3j
Preekers fomtijds door het verhandelen van Jjooge
en diepzinnige verfchillen groote eer meenen in te
leggen, niaar zich zelven by goede kenders befpot-
telijk maaken. Een Franciskaner Monnik, die op
het ftuk van preeken een grooten naam gekreegen
had, zoude eene fe, predikaatzi voor Lodewijk XII,
doen,, Uyt het Evangeli of de H. H. Vaderen t£
preeken, dar was voor zoo eenen Overvlieger al ,te
gemeen. De vermaaning tot een goed leren, het
voïirdraagen van de eeuwige gelukzalighelt, en van
döilraff'en der, hel Ie, zoude ook niet uytgetiiunt heb-
ben ; dat deeden de andere Preekers alle dagen, Ofïi
wat byzonders te hebben , en zijne^fpits.vinnigheit in
h redeneeren ten toon te ftelleiv, deed hy eene pre-
dikaatzi van de verfchijniuge der Duyvelen; en on-
derzocht met veele redenen en tegenredenen , indien
de Duyvel onder de gedaante van O. L. Heer aan
een deugdzaam . menfch verfcheen ; of zoo een
wenfch , die den Dayvel voor Godt aanzag , afgo-
dery zoude pleegen met hem gpddelijke eer te be«
wijzen. Men kan wel denken dat hy 2ijn ν e riland
zal uytgcput hebben om alles op het Icherpzinniglte
uyt te piuyzen ; en zijn gevoelen te doen boven
drijven: en dat hy daar by dé grootfte toejuyehing
van de weereld verwacht zal hebben. Maar Lade-
ibijkXJIt
n*e dat hy alles met een uyterfte geduld
aangehoort had , veiklaarde dat hy noit grooter geje
had gezien. Dat de Preekers, indien ie zoo voort-
gingen, en hunne gefchi.ll en niet onder malkander
afdeeden, maaken zouden datty tiaar; geene predj-
kaatzien meer zoude omzien. Waren alle menfchen
zoo wijs; daar zouden .veele ongerijmtheden,fcheld-
woorden, verdichtzels, ja goddeloosheden , van den
preekftoel b'ljven; die nu van onkundige menichen
niet gaapende monden aangehoort worden. . .·;
__ 4. Dat is nu de gewoonte geworden dat de Bis·*
fchoppen ook Gerechtsdienaars en kerkers hebben:
maar hoe verre dat de BiiTchoppen in het opleg-
gen Van lichamelijke Orarien gaan mogen, daar
zoode vry. wat over te zeggen vallen. Gregorim de
Groote
nam l het zeer euvel dat deDiflchop van Kort-
Κ Fer.qn He rebus geftis Gal lor. 'm Luil. XI ί·
F %                           "an*
0
*
-ocr page 208-
84             Aantekeningen op »é
ftannnopole eenen Monnik , die ook Priefter waS,
In de kerk iiokihgen had laaten geeven. Uwe Broe-
derfchap weet wel,
legt hy , wat de kerkelijke Ke^ls
van zulke Bijfchoppen zeggen
die zich dmr het je e ven
•ϋ,,η {lagen ontzctchelijk willen maaken: wy xtpfiFw
■'uori-uf thrfiers geworden
, geen flagers . ... dat ts
etne nieuwe en ongehoorde manier va» preeken \ ie*
mand door fiagen Μ het geloof te dwingen.
Ook heeft
hy eeiien Andreus·; BiïTchop van Tarente, voorden
tijd van twee maanden in zijne 'bedieninge m.opge·
fchort, bm dat hy zeker vrouwsperfoon wreedelijK
met (tokken had laaten ilaan. Onder andere valicne
betichtingen wierd dit den H. « Athanaxms ook te
lade geleit, dat hy den Biflchop Gallwh'm door ec-
Hig krijgsvolk had laaten geeilelen.
Doch andere „ meenen dat zulks van eene harde
geefiVlinge, of ilaginge, verftaan moet worden; te
weef en als men iemand tot bloedens toe zouw laa-
ten liaan of geelden. Gennadius , Patriarch ρ
Kotiftantinopole, deed Chèrifius, die een kerkelijk
perfoon was, maar naar geene vermamnge huiler·
de, op een matige wijze geeffeFert.
De Η η Aügujlihus zelf ■ na dat hy de gecJlelirfg
die de in wereldlijke vierfthaar Rcfchi-dt goëdgekeiut
had , voegt 'er i»y dat ze ook door de Biflchoppen tn
hunne rechtsplegingen dikwils te werk gejkjt
w.ierd Gregorius de r Groote /elf, die deil Biiichop
Amfreas om dk reden in zijnen dienft opgefchort
had , vermaant den ' Biflchop B«ftbafi*t dat hy de»
Onderdiaken HiUrius niet alleen zijne bediening ont-
neemen zouw ; maar dat hy hem ook in't openbaar
tonde doen geeilelen, en dan in ballingfchap zen-
den In de Synode van Mafcon wierd een Jje-
kreet/gemaakt dat een geeftelijk perfoon , die ee»
ander geeitelijk perfoon voor den weerddlctien
Rechter'dagvaarden mogt , negen en dertig iUgei
met de roede zoude ontvangen. En JobantPecb**,
Aartsbiflchop van Kantelberg, vermaande den uro
tn Èp. ï?· lib, 2. ind τι. . « AtH. Ep. 182.
e-,M Rouflèl Hift l'ont. fuMidiftiwis life. 4· $*tk[*
f
Nlc^li üb. If C3|>.'2?.
         η Ep-sd Marccllw.
r Apui'M. Rouflcl.           /On. 8 0,4.
f Ntcol Harpsvelt rn Hift. Anglie, &i fcc. rj. c*p. %v ^
-ocr page 209-
BeSCHRYVING VAN DEVENTER. $f
I oiaal van zekeren Biflchop wel crniielijk, en beval
hem , dat hy voor openbaare miïdaaden , daar hy
volkomen bericht van had, geen geldboeten zoude
invorderen : maar de misdadigers met flokflageti,
of lange en moeyelijke peHegrim.ma.adjen , of
diergclijke itraifen , moeit kaltijden. Ja Alexander
lil
zelf gaf den Aartsbiifcho f van Palmno rot
antwoord dat hy de geelfoling tegen de quaadduen-
ders te werk mogt (tellen, maar ntet tot bloedens
toe.,
                                          . . ï'u v~ é é :]rb?$i
Maar de ôï Kanoniften merken aan dat de gemel·-
de geeifelingen, het geeven van itokflagen, en dier--
gelijke (traffen, voor zulke kajbjdmgen moeten aan^
gezien worden , gelijk van de ouders tegen hunne
kinderen, en de fchoolmeclters tegen de icholieren-j,·
;, gebruykt worden. Daarenboven is dat Haan den
Biflchop in eigen perfoon ÷ verboden : vond hy goed
üokilageu of geeiieling tegen fommige quaaddoen-
ders te gebruyken ; dat moeit hy door anderen uyt-
voeren : hoewel het den Al>t toegedaan wierd, zijne
onderhoorige Monnikken met eigen hande te kas-
tijden.
En om dat de openbaare geeiklingen , die op het
fchavot gefchieden, onder de bJoedOraffen gerekent
worden, zijn ze by de geeftelijke Vierfchaar buiten
't gebruyk geraakt. De Officiaal van den Biifchop
van Parijs had ienaand in 't jaar i^öz. tot eene open-
baare geeiieling verweezen: maar 't Parlement ver-
klaarde dat hy daar toe niet gereehtigt was ; en deedt
verbod aan alle Officiaalen en Geetrelijke Rechters'
van diergelijke urafvonnifTen uyt te fpreeken.
Ik heb zoo even gezeit dat S, Gregorius den Onder-
diaken liilarius in ballingfchap wilde gezonden heb·'
tan : doch volgens de ã Kanonillen is zulks van.
%tm recht ballingfchap te verftaan. 't Wierd groott ■
ïondaaren wel meer opgeleit, buiten het gezigt van
nunne vrienden en bekenden, ja buiteu hun Vader-
end zelf,eenigen tijd boetetegaan pleegen ,om door
net dagelijks zien. van bunne goede bekende» en
í ApuflM RouiTcl.                                          >j é
vtfc Domioum van Efpen :a jus Cao.  part. j, tic. il»
{1Ñ· õ. * .Vide ibiil.
T- De ^cer vau £fj»en als beven,
                                k
F 3                      magen
-ocr page 210-
86 * AANTEKENINGEN OP DE
magen iri het pleegen van boetvaaftfigheit niet belet
geworden. Van 200 een biillingfchap ver ft aan if
de woorden van Gregorins ook: want, zeggen-ïy,
iemand buiten zijn vaderland te bannen , koomt de
wereldfche, Oppermagt toe. In Vrankrijk voor al,
ïegt ^GmlelmusBeKedidiy ton men nittvcÏÜa^n u°b·
bén dat de Geeftelijke Rechters iemand het vader-
land ontzeiden. En « Chopp'mus verzekert dar net
dik wils gerechtelijk uytgeweezen is, dat de Geeftelijke
Rechters tot dat verbannen niet gerechtigt ■ zijn.
Zelfs leeren zy dat een Monnik, hoewel dat hy üyt
krach te van d.e gehoorzaamheit daar hy belofte van
gedaan heeft naar een ander kloofkr. mag gezonden'
worden; echterdoor zijnen O'verlt-c zoo niet verzon-
den mag worden hy wijze van ftrafFe of verbanniiJg.
De Generaal der Preekheeren had een van zijne on-
derhoorige Monnikken f, die zich leelijk te buiten
gegaan had , naar het klooltcr van Klerrnont ver-
bonden , met verbod van oit wederom te koomen,
h Maar het Parlement van Parijs verklaarde dat be-
vel nietig; om dat een Geeftelijk Övérfte niet ge·
magtigd was om iemand in ballinglchap te zenden.
I)e Pauzen zelf plagten niet tot doodvonniifen
te koomen. De dood, zei de Alexander c ƒ / /, en è
•uermhidèring der ledemaat et?
, moet voor de Kofiinklijke
magt
(of de weereldiijke Oppermagt) bewaart viet-
den.
't Wierd: Leo III als een zwaare misdaad op-
gedrongen dathy eenige perfoon'e.n"j die tegen zijn
léven't zamen gefpannen waren, ter dood verwec-
ken had: en Lodewijk de Goede nam het zeer eu*el
dat de OppefbiiTehop zulke een ftrengheit had
gepleegt. Leo lil zéide niet dat hy't gedaan had,
ën 'er toe geregtigd 'waar ; maar d bewees dat hy
'er zuiver van was; en £een doodvonnis over hea
gefproken had; Eenigen tijd daar nae liep 'er een
gerucht dat de Paus Pafchalh I twee Romeinfche
Heeren , na dat hun eerft de opgen uytftoken wa-
ren, had laaten onthalien. De e Keizer, daarover
•^ Αρικί ö. van Efpen , ibia.
α
De Saera Poür. Kb. 2. c.ip- j»
,b Apud M. Rouffèi, ibi d
t
Ibict.
          d Vita Ludovict Pit 3 Pifhhee edita.,
* Sigoniusderegnc Itaiiseada», 7ij* Platina, eni.
-ocr page 211-
BfiSCHRYviNG van Deventer.            87
gebelgd , wilde de zaak door zyne Gezanten doen
onderzoeken. Maar de Paus trr.chte dien blaam op>,
alk manieren van zijnen hals re* fchuiven : hy ver- ,
klaarde dat ze de dood verdient hadden , en fchuldig
waren aan gequetfte üppermagt ; doch wilde den
naam niet hebben dat r/e op zijn bevel ter dood ge-
hragt waren. Volgens eenige Schri|*ers zoude Bq~
jtifacius
V 111 de G.ee!teli)ke perfoonen allereer ft pp-,
een wreede wij/e mishandelt hebben : Bomfacius,
Zegt P. F LangiHS, om dat hy meer naar eenen tyraa
Jan tenen Paus. geleek
, yjierd de fcbrik (of wonder)
van de weereld genoemt: want 't is hy , dewelke de
kerkers voor de Geefleliiken, die zich te buiten gingen
,
heeffuytgevonden, geit1, kook de manier v&nhen te ontwij-
den Hy heeft twee Kardiwaalen
, u\t het geftegt va/s
de Kolumnaas
, van alle hunne waardigheden en goe-
deren kereêft
; en mt Rome gejaapt. Maar of het ge-
vangen zetten en't ontwijden van Geeftelijken, die
het verdienden, voor zoo eene wreedheit moet ge-
houden worden , daar zoude ik ten minfte fterk
aan twijffelen." Ook is het niet waar dat Bonif&~
r'ms
VIII zulke kerkers voor de Geeftelijken, die
het verdienden , allereerft uytgevonden heeft. In.
den Regel der Kanonnikken, die in 't jaar 816. op-
geitelt is, word bevolen dat men voor de genen , die
door geen geei&ling te verbeteren zijn, eene plaats
of twee binnen 't kloofter moet gereed tnaaken,
om 'er a\e gaften voor eenigen tijd op te fluiten.
Zulke plaatzen , daar die perfoonen opgefloten wier-
den, zijn zekerlijk gevangeniiTen; en daar ftaat wel
duidelijk by, dat'er diergelijke plaatzen inverfchei-
de kloofters gevonden wierden. En honderd jaaren
voor B-onifacins VIII had Innocentius III al g ver*
klaart dat de BifTchop zulke Geeftelijken, die zich
leclijk vergreepen hadden, en niet veilig genoeg in
een kloofter koften opgefloten worden , in eene
nauwe gevangeniiTe moft bewaaren. Ook fchrijft;
de?.elfde h Paus aan den Biflchop van Parijs dat hy
eenen Geeftelijke, die een vervalfcher was, in eene
eeuwige gevangeniiTe om 'er boete te pleegen moft
opfltiiten.
'■· I ■ ■ ''■ 'ι,-.'·;                         . ■· :■.;,, ...../J' ■?.■,*-; -1 ■'■t-, '■:■ , -u- · .·-
In Chrooice Cyticenfi. j&Q,; j extra de Sent. Exconi,
β Gap. 47, % 1. mu de Vft
F 4                    Johani
-ocr page 212-
U               Α ANTEKEN ING E ΟΙ' DE
Johannes Χ Χ 1Ι, zoo als de k Schrijvers verha-
len , heeft Hugo BilTchop van Cahours ,. om dat hy
tegen lijnen perfoon in een vloekverwantfchap ge*
treeden was, laaten ontwijden. Daar op wierd hy
de Weereldfehe Vicrfchaare overgelevert, en ter
dood gebragt. *
Maar geen Paus heeft op dat Huk grooter itreng-
heit gebruykt als Urbanus V l., Hy \ deed 7 Kardi-
naalen op de pijnbank leggen ; daar ze wreedelijk
gefoltert wierden. Vijf van dezelven wierden op
zijn bevel ter dood gebragt ^ en hunne Uchaamea
onder levende kalk gcdompelt en aldus verbrand;:.
Zelfs liep'er een gerucht dat ze leevend ijl de 2e:
geworpen waren. De reden .var* deeze wreedheit
was, dat ze naar den Kardinaal van Reate geluyftert
hadd'en; dewelke hun eene >vrage voorgeitelt had of
men tenen Paus , die alles in't. wild liet loopen,
of tot regeering der 'kerke; geene bequaanaheid had,
of in alles naar zijn eigen kop te wejk ging , zon-
der naar den raad der Kardinaalen ^e ]uifteren, geen
bequaamen voogd zouw mogen geeven. Tkeodoriw
deNiem,
die dit verbaalt en op'den zelven tijd leef-
de, voegt'er deeze woorden ,by: Of de Paus iemand
km la eten ter dood brengen, en'cr bevelfe^eeven*
Zonder irregulier te 'worden, daar weet. ik niet data
Z#n geleezen heb.
Van dat irregulier worden Zal ik
aanftoiKls breeder fpreeken : maar 'Sixtus I V zag
daar niet op; als hy den Protonotaris Lmrenpuh
die te Rome oproer ftpokte , deed i onthoofden.
Zoo deed Leo mX den Kardinaal van Sene, om dat
hy een toeleg, op zijn leven gefmeedt zoude hebben,
door beuls. handen fterveu. Ook deed Pms » IV de
Karaffaas gevangen zetten ; en heeft zelfs het dood-
vonnis over hen geftreeken. Dewijl de Pau-
zen ook weereldfehe üveröen zijn, en de fche.m-
iiukken niet ongeltraft mogen blijven , is net wel.
te begrijpen dat ze weereldfehe Rechters konnen,
aanllellen om vonnilTen over dê misdadigers te ipree-
ken. Maar hoe dan, a's de Pauzen zelf zulke von-
ïMm firijken;.zouden'ze daar door irjeguher woi-,
i Platina'. Aüualcs Sterösis ad an, I316.
h Theöd. de Niem.        / GnupïiF in-Xy*i 1V. . *.<\
m OntipUr. invica Leeais Χ. η UkwipVii» W K/^
-ocr page 213-
ÜESCHRYVING VAN DEVENTER..             SjS
den ? Dat onderzoek is vèor my te hoog ; en ik laat
het den Godt- en Rechtsgeleerden over. Ik 7.al even-
wel zeggen dat 'er de Kanoniiten of Geeltelijke
Rechtsgeleerden, volgens M. o Rouffel, ditantwoord
op geeven dat de Paus niet irregulier word met iemand
der dood fchuldig te verklaaren; maar wel met het
vonnis ter uytvoeringe te brengen. Als evenwei
Ρ Joannes XX Lil bevel had gegeeven om zeker
perfoon te onthdlzen; en de misdadiger riep dat de
Paus door dat bevel irregulier geworden was ; heeft
de Paus, ziende dat hy van het volk om dat zeggen
voor irregulier zoude gehouden worden, den misda-
diger op vrye voeten gefielt. Zeker Pauflelijk Legaat
had ook q het doodvonnis over iemand uitgefproken·:
maar als de misdadiger ook overluid zeide dat veele
perfoonen daardoor irregulier zouden worden, en
reeds geworden waren ·, antwoorde de Legaat: Ver*»
vloekt moet hy zijn,die u dat ingegeevcn heeft, Hf
deed hem weder in de gevangenis brengen; en liet
hem kort daar nae loopen.
                                      *
t Ut fupra.         ρ 5c q Ibid»
Fikarijffen des Kapittels*
BERN AR DUS HERIJK.
%l§ be ton ban OMbe^eel ïjaaeen 2W#t
fcïjop bedooren §ab/ fjeeft Betiiapitteï get
öetumb terbnji be «gtoei $oube openffaan op*
gebogen* aan Bemafdus Herink, öle een ïib
ban 't 3dbe ï&apitteï foa$.
„paar a!£ ijy 5ag bat be üatebjaïe &erftB««-He-
tot ttoee rei3cn toe öoo^ '4Um%S$ ö^cttthg '™**W
ttntgepuwbert ma§; b* fcab ©ebenter / met kar«.
bc anbere frebcn tjc§ $&$β$α$$/. onber be
^esöaftige tuapenen bcr èanbgenooten ïjab
moeten buigen ·, be liatoJpe «e^bienfï
genoegzaam uitgebannen ioa^j fieeftfeben
Ia|t/ bien Bgreeb^tineejaaeen gebogen tjab/
F f                   toebee
φ "'v .;■                                                                                                                                                                                                                                         *
%                                                                                                                                                                                                    -                                                    *.
-ocr page 214-
$>o Oudheden en Gestïcpteï^
hjcöer opoe fcg'oubereft ban't .kapittel ge*
Uit.
benige afften ban öf^eti 3Mar$ fjtaan %
Jakob Kevius in fêm ïiiftovH * ban ^eben*
ut bermelb.
II. <4!gémeene Vikarh.
jKeiJius- iEgidius de Monte, öe $5mÜÏV§ 500η bat*
«ιΓμοπκ, bCH ttDCCben 2$ifTtfjCp jÊgrmuS oe Monte,'
ES* ÖÊ ^obtijeit/ bic ooi! ban oen gèinelöeu^i^
fcijop tem .&anoii.nin$ög in or iierh ba» <&t*
hmttt
behomen |aö / f£ ban beftanomufthcti/'
öfe iiaar^iae^ëéTgetDeeneu'toaren/ tot W
harig
aangeffcit in Sc p!aat5e ban Bei nardus
H.-rlnk, iDanueer ïse jffao hu te'Dfi' aan öc
^panjaatfog ingerugmt h?a$ i i$ ijg oen 6 üu*
gufii »f86 niet 55e eenparige fïenunen bari
alk bc fóanotinibheii in 3tjne bebiruinge bes
bcfïigt jSlaar ben ι tBuguJti ι f Β 8. ί§ ijg met
S;oöte opfcïjubbmgen e»onïnfïe» ngt $ijn
anïpt gestt / en naar SD^abaue gebjeehcη γ
baai* 6g betten* ban Kier gefto^bên \§ï
He ndricus Vordenus, iU?|etUCCD Wm&t\$ bal!
Philippus Rövenius, \}ttft bjJ bt ψβΚΜ Ι33Π
J^ebtrïanb jtnaate folagtcn ober bee$e» de
Μ nre gebaan ; toelhe ftlagten onoei' mg b#
rufïeu.
Derde digemeenc Vikarh.
/'bert vaa <^Pben 5dfbet1 bag/aï€ ^Egidius de Monte
Tii, derde jan pijn ^eïirtifcöap afgebet biierö; Beeft ïjet
Vikaris, kapittel oie tttaarötgijcit opgeöjagen aan Ai-
benus van Til. ïget 3elbe kapittel / 't bjeïft
-ocr page 215-
van Deventer.            91
ftem een eerip man noemt/ en t>êm ög Φ
tuigt Dat ϊβί öipen ban 3ίίη tyoomigijeit
pb/ fieeft ï)em Oen 10 ban j§eptem&ee tn öte
toaarbigöeit Öebefïigt. 3^e$e Aalbat van Til
tói$ Daarenboven föanonnin en ^cflatineefïeg
bei* ^utfeenfeïje neilte.
                               
.              ; III Βψώορ,
GISBERTUS KOEVERïNKS,
Gisbenus Koeverinks , $£iceiït3taat in ÖÊoyjbert:
<0obtaiöe / Wt sebert ï>et jaai* 15-7«« ïta
naniftö en Éaet^oiauen / en 't sebert jjet jaae πη|ίί™«
if8y. beften ban & Jansten te'£ ^arto^.^™;
genbofcö fcua^ getoeefï/ toieeö in't jaar ι ?8
öoo2 ben Honing ban Spanje benoemt om öe
Derbe SSiflcBop ban ^ebentec te sijn. fC^oacnl»
8ρ Den ïafï tueigeeöe te aanbaaröen ; imat
$ijue betfcjjooniug / öoetoeï met alten eenfï
!bp02gefïelö / niet aangenomen toierb ; ïjeeft
ÖJ3 öe benoeming onbee 5efteee booimaaroen/
bie ögbenï|aitog ban Parma bèoigcfïeït ïjaa/
öcü xo J&aart >5Po. aangenomen, ^Βηψ
boojtoaarbenfïaan in ben boigenben Ö2ief aan
be éanonumlien ban ©ebentee bermelbt; öie
m\ anth3002bt oj) ïjnimm ojief ban gelnli*
hmifcïjmg.
7 Eer Eerwaardige en uytmunten'de Heeren,en
onze zeer beminde Broeders in Chriflus.
Als ik van 's Harto^enbofch naar hec Hof zou-
de vertrekken , te weetcn den eerften Maart,
heb ik uwen brief van gelukwenfchinge ont-
vangen die den 5 February uyc Deventer ge-
fchreeven was. Die brief moeft ray zekerlijk
ten hoogfte aangenaam zijn : dewijl hy die .
grootc genegendheit vau de hoofdgeeftelijk-
heit
-ocr page 216-
<>2 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
heit voor den genen , dien ze tot haaren B's*.
fchop hoopt te krijgen, zoo duidelijk met aan-
biedinge van allerhande dienit te kermen geeft.
Dit heeft my ook geen kleine ho.öp gegceven
4at de kerk van Deventer, die my tot een
Bruyd toegeleit is, my eene zeer groote lief-
de bewijzen zal: en dar gyl alremaal, in het
beftiercn van zoo een laiiig Bisdom , mijne
zeer getrouwe medewerkers zult zijn : want
zonder uwe hulpe zal het Bisdom niet behoor*,
lijk beftiert konnen worden. Ik verhoop dat
de. weereldfche Överigheit my insgelijks gene-
gen zal zijn : uyt wiens naam de Sekreians en
Kommiflaris van Deventer my ook veel geluks
hcefr gewenfehr J 't welk my zeer aangenaam
is geweeft. En wat onze oprechte liefde voor
uluiden en voor uwe kerk en Gemeene- befte
belangt; om daar oordeel over te ftrijken, ver-
zoek ik dat gy op mijne toekoomende werken
]et i indien, ik het aangeboden ampt koome
aan te neemen. Ondertuflchen verzeker ik
uluiden , mitsgaders de Majcftraat en al het
volk, dat ik met Gods genade niets zal onder-
neemen , 't welk met de reden en biUijkheit
niet over een zal koomen,
■·*' Wijders, Zalik tot het aanneemen van dee-
ze bediening niet konnen aangezet worden
door de voordeelen van't Bisdom \ want, zoo
als wy verftaan, zijn die zeer gering : noch
ook door de zucht tot de ledigheit; dewelke
van de Nederlarjdfche BiiTchoppen, indien zy
Kunne zielen willen zalig maaken, in deeze al-
gemeene beroerte van alle dingen niet kan ge-.
Zocht worden. Ook kan» ik'er niet toe aange-,
port worden door de eere ; dewelke ik van,
ketteren, en die Gode, enden Katojijken fCo-
-ocr page 217-
■ :Van Deventer.           93»
ping wèderfpannig zijn , niet te verwachten
heb: hoewel ik my verzekerd houde dat de
goede menfchen hunnen pligt niet zullen ver-
zuimen. Daar by, wat eene genegendheit dat
de Geeftel ijk heit en de burgery van 's Harto*
genbofch tot nu toe voor my hebben, blijkt
volkomentlijk uyt die groote begeerte die zy
toonen om my te behouden: daar by ontbree-
ken hier de middelen niet om te beiiaan. Ja,
als ik acht gaf op de groot heit van den laifc
die my opgeleit word $ en op de verhevend-
heit der Biflchoppelijke bedieninge, dewelke
zelfs voorde fchouderender Engelen vrcellèlijk
isi zoo heb ik by den Doorluchtigften Heer,
den Hartog van Parma , onzen Landvoogd»
die my den 2,8 january door eenen brief ont-
boden had, ernltelijk , van herte, en met veel
aanhoüdens , meer als eens mijn beile gedaa-n
om van dat ampt verfchoont te worden i en
heb zeer krachtige redenen voor mijne ver-
fchoonwnge- bygebragt. Maar dewijl mijne
p©oging vergeeffch was , en mijne verfchoo-
ning niet aangenoornen wierd; heb ik alvoo-
rens drie zaaken, eeril mondeling en daar nac
fchriftelijk , voorgeftelt , om van zijne Ko-
ninklijke Majcfteit gedaan te worden,. Voor
eerft dat men my , die geringe middelen heb *
Uyt 'sKonings kafle zoude wedergeeven 't geen
£al moeten uyrgekeert worden voor hec af-
vaardigen der Bullen ; en voor al het andere
't welk ik, tot dat ik in het bezit van 't Bisdom
ben , zal moeten opfehieten : welverrtaandc
nochtans, indien ik reeds zooveel uyt de in-
komften cles Bisdoms niet zal getrokken heb-
oen* Ten tweede dat men my, om op een
eerlijke of ten minite op een lijdelijke wijze te
be-
*
-ocr page 218-
94 Oudheden e ν Gestichten
beilaan, uyt de zelve kaiTe zoo veel toelegge,
als/er aan de inkomften desBisdoms, die meeft
onderden vyand «.gelegen zijn, te kort zal koo
toen. Eindelijk dat de perfoonen en goederen
der Geellelijken, die zeer klein in getal zijn,
Volgens de Ordbnantzie der kerkelijke Rege-
len onb' lait mogen blijven j σρ dat ze niet
Wnootzaakt worden van woonplaatze te veran*
deren Noch heb ik op den Harsog verzocht
dat de ftad Deventer , daar de Stoel des Bis-
fchops* is, en die ai te veel overladen is van 's Kg*
pin^-s. krijgsvolk , ten gevalle van den nieu?
wen Biflchop wat ontlaft mag worden; en ee-
hige verlichting naar zijne Hoogheits belchei-
deudheit genieten. Indien ftijne Koninklijke
Majefteit, of zijne Döorluchtigfte Hoogheit,
dn alles te weeg brengt, en de gemelde zwa-
righeden weg neemt; heb ik voorgenomen de
kerke en het Stift van Deventer naar mijn ver-
mogen dienit te doen: want ik zie toch dat
mijne verfchooning geen ingang vindt; en J
heb dit vertrouwen van Gods goedenierend-
heit en barmhertigheit dat hy die het hert des
Ronings bewogen heeft om my , als ik ?cc
minft-nae tïagt, en daar een groote afkeer van
had, tot die waardiglieit te benoemen ; my
óok de genade verleenen zal om het Bisdom
wel te betkieren: want de planter is niets, en
debefproeyer is niets 5 maar't is Godt die den
wasdom geeft. Ik hoop ook dat hy zich ge-
waardigen zal in de herten der Geeftelijke en
Weereldiijke Överigheit een heiligen yver tp
ilorten om de kerk, die bynae daar hene valt
en in grooten nood is, hulp te bieden. Indien
iÜoifes en Jaron 't zaaien fpannen ; zullen ƒ/
't Kuys van Ifraël weder konnen ïn goe^'n^
-ocr page 219-
van Deventer.           £ƒ
fóft brengen; 't welk anders in gevaar is van
in te ftorten. De ' zeer heilige man Lebuimis,
die de patroon van de Deventerfche kerken Bis-
dom is, zal ons ook door zijne voorfpraak hel-
pen : en gelijk hy, ais hy hier in zijn iterfelijk
lichaam verkeerde, Gods Woord met alle naar-
ftigheit gezaait en den akker des Heere bear-
beidt heeft 'y zoo zal hy nu ook door zijne ge-
beden verkrijgen dat 'er geen gebrek zy van
kerkelijke bedienaarenj maar dat ze door deri
barmhertigen Godt in zijnen Wijngaard gc»
zonden worden. Wat rny belangt, ik zal mei:
Gods hulpe alies doen wat my mogelijk zal
zijn; hoopende dat gyl. van gelijken de zaak
der kerke met naaritigheit en voorzigtigheit
behenigen zult.
Nadien ik groöteonkoftenzil moeten doen;
zal het den Hove en my aangenaam zijn dat gy
my ren fpoedigite een net en nauwkeurig bericht
zendt, hoe dat het met de Biflchoppelijke in-
komften 't zedert de dood van den BiiTchop
JEgtdius de Monte ftaat; en of'er iets voor den
toekomenden Bifichop overgehouden is. Voegt
'er ook een woord of twee by van de beitie-
ringe des Bisdoms *, en aan welke perfoonen
dezelve opgedragen is. Ik hoop dat die van
öidenzeel enZutfeen, daar de Prooftdyen zijn
gelegen die door Pauflelijk gezag met het Bis-
dom vereenigt zijn, gaerne zullen opbrengen
't geen men van dien kant te verwachten heeft.
Uwe Eerwaardighedcn zullen hun over die za-
ke dienen te fchrijven, en om antwoord aan-
houden; De Heer der barmhertigheden wille
uluiden, Eerwaardige en uytmuntende Heeren *
langen tijd voor zifne kerke en voor my in 'c
teven bewaarcn. Verders beveel ik my zeer
erniie-
-ocr page 220-
$6 Oudheden en Gestichten
ernilelijk in de gunft en gebeden van de gari=
fche Geeftelijkheit der ftad en Bisdom van Dc^
venter · en ik verzoek dat de groetenis van
mijnent wege na alle belcefdheït gedaan wor-
de aan den rocmruchtigen en Hooggebooreri
Heer , Mijnheer» den Landvoogd ; mitsgaders
aan den Hoogachtbaaien Raad van Deventer.
Met haaft; te Bruiïel$ den 13 Maart, 15-^0.
Zeer Eerwaardige en uytmunten.it
Heer en ι uwszeer toegenegen Broe·
.der
, en tot allerhande dienften
in Qhriftui ten uperfie bereyd^
GISBERTUS KOEVERINX.
Prieiler, Deken der kerke van 's Harto-
genbofch , en benoemde Biflchop van
Deventer.
Biiidichip j 't 3$ berhjonbemié-bjaarbig rjjat eem ï)oop
•vu aijnc gn bïijbfcSap bat $m berniesing bg aile hiew
vakitzin. ^n} beroe#aafet geeft » om bat 5e rceb$ be*
*' bonben. bat g@ get 3$i£oom boo^ één 3ojgbufc
öi'öcn $abei* goubc besffreftnen ·, en een $m
getroiibrë- boo?fp?aau joöae $ijn bg be ièo^fïeii.
<©£ .ftanonnilihen ban üwtfecn ïjebben baat
ober ben 1.1 fïï^il ben boïgenben b^tef aan 't
Üajpittcl ban «Debeutec gefciipeben ί Ν u be-
ginnen \vy een vaite hoop te krijgen dat dé
zeer .goede en groote Godt, na de uytfpoori-
ge ellenden en rampen , die* onze Provincie
uytgeftaan en geleden heeft j eindelijk den
voorn. HoogwaardigftenHeer als een tweeden
Mpïfes zal zenden en opwekken om zijn volk,
,dat in deeze ellendige en ongelukkige Pfovinei^
.n,                                                                          tot
-ocr page 221-
VA1T DfYENTER.          5/
tot nu op een ongelooffelijke wijze gedrukt ii
ge weeft, door de bediening en verkiezing varf
zoo groot eenen man eenigzins te verligcen en
te verquikken."'·. ■            . < > ■/■'■. ï. \?. < '
De deftige gaven; van zijn gemoed (zoo
fchrijven de Kanonnikken van Oldenzeel in
hunnen brief vanden 16April) zijne geleerd*
heit mpt ;godvruchtigheit gepaard , en zijn
deftig gedrag, waar door hy denlof van gaafch
Nederland, verkecegen heeft „..doen. ons: Ééöï*
ãïç dat het $isdom vanDeventerondec deezen
Biflchop in alles gelukkig zal zijn»,, Öm wel-
ke reden het Kapittel wenfcht, dat hy ingf ô
wijde worde ; en zulks van den geheimen Raad
te BrulTel op het krachtigfte verzoekt.
Zeeredele, beroemde, en voorzigtige Hee- Dit h de
ren, .Naderhaal wy niemand in deze landen brit f v.in'
l
hebben, die onze Jkerk in haare moeyelijldieden^a^iad^
liever willen of beterkonnen helpen, ab gy>tveraandcm
luiden-, zoo is het voorwaar onïe:pligt, jflgehetmctt
wy worden d'er door Ygewigc der zaaken toekaad.
genootzaakt, ,onze gedagtenen begeerten,voor
ulieden open,te leggen:,'t welk. wy door de
ingewanden van Je/u.s Chriflus bidden dat uj.
niet verveelen pi lairig vallen ^nag. Wy -hefcf-
hen over eenigen tijd, met een ongeloorTelijIce %
blijdfehap veritaan dajt de zeer.. Hoogac'htbaare
en Hoogwaardige Heer Ghberius Cwverinxy
Aartsdiaken te 's HartogCHopfch > dopf zijne
Katolijke Majefteit tpt BiÖchop' over onze
Qpenftaande kerk.aangeftelt is: welke tnan, in*
den Schoot der kerke opgevoedt zijnde» be-?
quaarn is om dé vervalle zeden op den ouderc
voet te herftellen, en de burgt van Sïon weder Q|>
*f houwen; op dat wy die bloemen en fcböpn^
«B$ weder eens moe;en aanfehouwen; dieoazp/
B G                          Va·
-ocr page 222-
Oudheden en Gestichten
Vaders, en wy zelf, befchouwt hebben. Doch
op dat d'eeze zaak, dewelke wel begonnen is, tor
een gelukkig einde raag komen; zoo dunkt ons,
veel als wy'er van oordeelen konnen, dat men
' dit werk fpoedig dient af te doen: en wy wil-
Jen de redenen van ons oordeel wel roet beknopte
woorden uytleggen. Deze zeer zwaare oor-
j met denWelken wy't zeden zoo veele jaa*
ren gedrukt worden, is voor 't geloove en otn
Godsdienft begonnen : waar omtrent zijne Ma-
jefteit zeer wel geoordeelt heeft dat 'er, on-
den zelven Godsdienft te bewaaren, te hefcher
trien , en voort te zetten, geen bequaamcr mid-
del bedagt kan worden als dat 'er over iedere
groote kerk en Provincie een Biflchop aange-
ftelt worde. Want 't is zoo gelegen dat de
kerk gemakkelijker en zekerder van een hoofd
geregeert word: wanteen gezag , 't welk in
ëenen perfoon by malkander vergadert is, is
orooterda'n't geene onder veele perfoonen ver-
deelt fe Nu, indien men ten-ailen tijde nacr
de teeenwoordigheit van zoodanig een hoow
verlangen moeU uyc vreeze dat anders üc
fchaapen, niet genoeg op haare hoede zijnde,
mogten aangerandt worden van den wolr, g
als een brieflehende Leeuw omzerft, en om-
zoekt om iemand te verflindenj wie zal n*
moeten bekennen dat het nu de rechte tijd ζ
om de zaligheit der zielen door alle goddehjK-
en menfchelijkc middelen «ibetrachten. Wa«
indien de kerkelijke staaken, die t hans by ons
ellendig aan't dobberen zijn, eens m behoude
haven mogen koomenj dan zal de weereldlche
Republijk haaren ouden luifter wel haaft wc
derom krijgen f dien ze om de tegenwoordige
beroerten der Andersgezmdcn verlooren WJ
ν
-ocr page 223-
VAN De VENT KR.             $9
En die andersgezinden zelf, als ze zoo eenen
man zullen zien, die door de maere van zijn
voorgaande leven, door de vroomheit van zijn
gedrag, en daar by door zijn hoog gezag, toe
zoo een aanzien gekomen is; zullen eindelijk!
tot kennis koomen, en weder naar de fchaaps-
ftal keeren y 't zy door de leere en wijze ver*
toogen overtuigd, 't zy door magt en dwang-
middelen gepraamd.
Maar om het niet al te lang te maken j zul*
ke haogverlichte en doorgeleerde mannen (al$
gyl. zijt) konnen de redenen, 't gewigt, en de
gevolgen van deeze zaaken ligtelijk bevroeden.
Twee dingen zijn'er volkomentlijk noodigom
dat gene, 't welk gyl. benevens ons noodza-
kelijk oordeelt, gedaan te krijgen : nament-
lijk men moet de (i) beveiliging aan't Room*
fche Hof verzoeken 5 en daar moet bezit ge-
nomen worden; 't welk geen van beiden zon-
der gereed geld gefchieden kan. Wy hadden wel
gehoopt, dat 'er by den opperften Ontvanger
des Bisdoms iets in bewaaringe zoude leggen-: ß
maar, na dat wc alle mogelijk vlijt aangewendt
hridden, hebben wy eindelijk bevonden dat 9(k
niets, of zeer weinig , van hem te verwach-
ten is: 't welk wy ook, zoo als 't ons toe*
fchijnt,uyt de om Handigheden der zaaken niet
duifterlijk konnen bevroeden': Want de zeker-
de inkomften van de BifTchoppe-lijke BruraS
fthat, en onze kerken zelf, zijn onder de magt
der Andersgezinden. Om de zaak met korte
'Woorden te zeggen; wy zijn beducht dat onze
tark , ja 't Gemeene-beft zelf, niet lang in
ftand zullen blijven ; ten zy dat men onze zaa-
^en , die in zoo flechtcn ftaac zijn * door dis;
middel te hulpe koome.' Wv eiflehen op dit
■■</\ > ■ - ■.,' *■■.,; ' ,4 ;                                               'v: .                                               ; ;ë :'
-ocr page 224-
ßóï Oudheden ì Gestichten
ftuk niets het romfte voor ons zei ven · maar
dit alleen verzoeken wy dat zijne Majefteit,
die in deeze geweftcn ter befcherminge van 't
Geloof zoo veel krijgsvolk met ongeloorTclijkG
koften onderhoudt, de goedheit wille hebben
van ons, onze kerk , en ons Bisdom, uyt dee-
ze moeyeli;kbeden te redden i 't welk op ver*
re na zoo veel niet koften zal. indien, zijne
Majefteit dit goed vindt ; zal'er een middel
moetn beraamt worden v dewijl de'B.iflchop-
pelijke Bruidfchat onder 's vyands geweld is^
öm den gemelden Biflchop door een behoorlijk
onderftand uyt de kafle van zijne Majefteit een
eerlijk onderhoud te bezorgen$ welk onder*
houd, voor dat de geheeleProvinci volkoment-
lijk herfteit zy * geenzins van de voornoemde
Bruidlchat kan koomen, Wy houden öns ver-
zekerd dat wy niet breedcr behoeven te ver·
toonen dat de Koning, volgens zijne aangeboq;
re goedertierendheit, en zijnen vyver voor'å
Katolijke Geloof, 't welk op hem alleen als o|
eenen zeer vaften muur ruftende is , niets zoo
zeer behertigt alsdat deoeffening van het oude
Geloof, zelfs met de grootfte koften, in deeze
landfehappen herfteit worde: ^waar op des te
meer gelet moet worden; om dat wy, indien
men deeze zaak die tot redding van onze nood·
- Zakelijkheden zoo dienftig is noch langer flee-
pendc houdt, in een groot ja uyterfte gevaar-
Zouden vallen ', 't welk Godt volgens zijne
barmhertigheit verhoede»
| Dezelve Godt is onze getuige dat alles, $f£
*wy fchrijven, volkomentÜjk waarachtig 'ý*Ì
dat wy geenen raad weeten te verzinnen'; dien
wy voor 't Katolijke Geloof» voor de regec
ringe van zijne Majefteit 5 en voor ons Vader-
- "
          . \ . ,/                       land)
-ocr page 225-
van Deventer.           ioi
land , dienftiger zouden oordeèlen. Wy wen-
fchen den voorzien tigen Raad van onzert Hoog-
mogendenKoning Gods eeuwige genade toe:
en wy blijven y
Zeer Beroemde en Höogachtbaare
He er en
, uwe zeer dienfiimllige
Dienaars de Deken en
'/ Ka-
pittel van S. Lebüinus kerk é
Deventer, ψ S"
'>
ïn uwe flad Deventer,                  i ~! ! -
den ι ν O&ober 15"οο«
• v                   - jut s ι - .■.■ϊν.^οΠ , : ■ ■'
2fc$ nu bolgen^ öe begeerte beu genieï*
oe ftanoitniftlteii / aïïe naoaige toefïei ge*
maaftt toiera om oe öebefïiging te öeiiootnerit
ijÈ oe fïatr / eeé flet nooinge te Home aange*
bomen \&$$ / bjeöee onoee magt Öee Jitaaten
sefyagt; en De heelt a!Cm# ioeouhie geüjeeben*
®t boojgemelae ïfcuiomitö / ban j&cfjerprn?
fieuüeï tfjng^ getoien/ geeft De3e ïoffeipe
setutgenié aan onsen Gisbeaus Coevennx,
öic iïeseibe fteêne booj ^niöegpro toegefejjint
toa|t: Ik zag hem aan voor een man naar mijn
lierte; dien ikwenfch dat ónze kerk voor haa-
ren Biflchop mag krijgen, zonder dat ik het
aurtdé hoppen, t Was een man van een rus-
tig en openhartig gemoed · neerilig en oplet-
tend} in *t kerkelijke Recht ten hoogfte erva-
ren; die niets in zijne Aantekeningeaopföhreef,
ponder het wel te weeten. Hyhad eene uyt-
«cekende geheügènis 5 en de gave om met ee-
ne zekere bevnlligheit onder het fprèeken op-
eningen 'te doen, In 't midden van zijne
Menigvuldige bezigheden was hy' tiédrig en
godvruchtig. Hy is weinige jaaren daar na ge-
-ocr page 226-
τοβ Oudheden en Gestichten
Horven
· en (ze 's Hartogenbofch) in een nedrig
eraf recht over'c H. Sakrament beneffens zijne
moeder begraaven. ^et OOjbeel ban fetyü
feanonniit tofiö* öoebgeftentt ban * Havenüus
tn t RaiiTius. :
DeezeCoeverinx, 3egt RaiiTius, was zeker-
lijk een zeer degelijk en beleefd Heer? en daar
bv zeer beleezen en doorgeleerd. S^olgen^ ÖCI1
Jïben RaiiTius ïjeeft ffe Ö^t <€rafttaat ban öc
öDrecïltuiöe bec meutoe 2S$botnmen öefcifecc*
ben: 'ttoeïft/ 300 ώ§ Μ *W*™ mV öooj
Am. Havenfius in 't liegt gegeeben i$.
©etmittg Coeverinx geeneu m$&at gcütcci
oen fteeft; sullen tog nu be plaatsen ban ijet
|>iébom gaan befeö?tjben; en op WW W
toe botmaan
; öie öe ^#6ορ (de Monte)
mi$ in öet tafereel ban bat ^bom aangc
toee3en fieeft.
                                   
*f*i De novis Epifcopat. Hl», i. cap. 12.
4 lia Belgka Chrift. de Catk· Ecclel. Daventr. r*. $.
ï Dekenschap
"J*I"'                   -VAN
DEVENTER.
Raelte*
IVilpe.
TweUe,-
Terwoelde.
Mieukoek.
^Deventer.
f Bathmen.
Olfi.
Bolten*
ρ EVEN-
-ocr page 227-
y£*r Deventer:        ioJ
DEVENTER.
n<£b«tt<>n£ OU f OOfÖfiab balt #beCgP; Deventer
©c fïab befte* ben recïjter oeber ban torn
Mei; ié moot en wgm in ijaat begrip \ peft
Pil butgcrtpe a!| tot öet gemeene
anö bè&obenbe ÉffWW^ iiffJSÊiiS
« 5e niet munten / teren*/ een bnböelöe
mft/ en öoltoerben omrftt#; 300 bat pas
nfctf ontfetttt ban 't geene doo? 0*3«*Φ
öaaafcne hriiró - boutobunbe ugtgebonöen 1$.
gnfefft eenraunti en fjet reefit » fg*
7-tt geïöfïnfcnen te (ton. Mg*
3e onoer DfV fcpflïeWn/ en berbolgeng
onöer oe ^an#eoen/ gereftent·, en op een
3cer lullige Iantgbouto* gelegen* Die ten öeele
ugt fcDcpïanöen/ ten beele ugt aüerïen *>m&
lauden befïaat. %t\*i jaar 1 f78, ben ι ρ #o-
bemöer / té 5e na eene beleegermg ban öjte
maanden aan ben £taat obergegaan:: maat
al$ 3e ben iefien aanuacn 15-87- bieder aan
ten Lning ban Spanje boo» ben €ngeï|*
man Willem Stanlei obergeïebert toa£; i$jt
5c oen 1 §unn if$J> bwJp?in$ Mauns toe*
öerom booj mi gtaat beroberc.
Kerken te Deventer.
Snot m 30»ö?ic nertsen. &*$*&%££&.
op ben naam ban <a ft. ©?outo en ba» £-^ε,ϋβ
Lebumus, haaren eerfïen ^ricïjter en ΜρΦ
tel ban#ber-gffel/ fngenjgtt* Set leben ban
Q α                     0**3***
-ocr page 228-
-ocr page 229-
104 Oudheden en Gestichte»
keepen üetïig flaat in De'^ebierest bai|%.
$möt/ % Surius Die ijet ugt Hucbaidus? ge-
troffen üeeft/ en bo?Dee bg Bek*, * Meia-
nus, t Brouwerus en meer anberen |εμφ»
«μ ligt ïjunne Santeaeningen / öemcilie
hm' a$ i» ieber^ jjanben 3tjnDe Wir met 3«M
ïen uptfcg^en/ moet be ütoaaïtng towt o»
^cfeperg betöeteetfcpoioen/ öeujêlöf ^ Lt-
vinus en on^en Lebuinus boo^öeü 3eïfoen peiv
foon IjouDen, <®nm k>f>ÏHe &φ\β&$ W
23iffcj)op ban !©ebenter / de Momc , ooit
moetgeeenentinoaDen; Demeule ^.Lcbumus,·
itfé een ^tficSop sefticeö/ on get öoofö ban
3ijnen mt4m W öeeb |è'A; Jöaar *g
moeten sencrlp onbetfeïjacen toojoen: toanr
^.Livinus ma£ een ^cDoti £Lebumus een
^ngelsmtan: De eerjïe m$ ai tw®t garen
fSait^biffcgon gèfoeefï: eer Dat fin WSWR
tel-antnt öebienbe: De tfoeebetoa^ met mm
al$ φ$ίφν,;
De eerfïe J$ met 3fjné PfflE
ge3elieii FpiUanus , Elias ,,.en , Kihanus, m
iWanberen aangekomen : Daar U W% f;
Floribertus, HOt ban Qet «ftiltffcÖ* δ,00Μ;
ontbangen toierö; öe Uueeöe ig te Utrecht og
Μ Gregorins , Die £· fcomfcciu* Jttjaat ΙΠ t
$$öom ban Utricfit .tooi / eerfï WOTgg
men. ^e ee^e^eeft öel^bangeïi nt mm
Deren gepleit j De m&c in W^-jfflEj-ï
De nabiuirige 'ïanöen: Öe eerfïe $ fW
_ **n öojö in ©laanöeren / met *?**** &°S
geöoobt/ en Martelaar gefïojben: öe rroe^
öe/ Die »!ijüer fïorf/ tf te ^ebentteV ω«
ttOltonpil/ riffiföf Bek*b$W|50«JPS
fenent/ $άη Den §eère u|| B^ JjJW #?aeMl
* In Natalib. SS· Belgii.
t.Brouwcïii Siilera Gcri^ani^e» ie S. Lebiutio*
£ InS. Gregorio.                                        ' ι           "™
-ocr page 230-
VAN DeVENTS W*
io$
om beo* 3tjnen aröeiö Mount te toojbea:' öe
eerfïe Reeft in 't jaai' 633, of bolgen^ foimtii*
mt reftening 634, #1 Sfipofid anipt «egon»
iten: öettoeeöe Beeft ban Ijn jaar-ρ, bw
itme jaaeen onbegrepen / a$ $. Gr<gonus
öag ^ifcijo^ ptoo^en toaf/ tot get jaar
785- toe fiêt'^.bangriie bermüiöigt: manneee
m/ op ben tfoqaiföen ban # obemuer/ 39»
ïrtsen en aröesa ge-einöigt geeft,
mt öient ooli tot i$eoedeggiog öer genen-,
fctoeïïien fcfoijben Dat een ban öeiöeii öereig*
ban '&: Wiilebrofdus 'i§ gctueeff: toant
WillebrordTs f» öese landen / om 'er öe.
feeiöcnen te öefcecïen/ niet aangekomen booi
ftet jaae ^92-: toanneer Lebuinus noéi) onge*
öooren/ en Livinus al obet? eenigen ftjö naat
ócn ^emeï beettoWiert foa&. teoft ig gct niet
iïOObig 'met Boflcbacrrs tSdOCe Lebui nullen te
fielïen; toaaebanöe eerfïemet^, Willebrof-
dus, öe tioeeöe onöee öen f. ^iffcïjopGre-
gorius, m öee$e lanöen 30iiöe aange&ometi
3p. 3$ant/ öie in öe lifïone aj£ öe ge3efc
ïen ban ^ Wiliebrordus betmelöt fïaan /
motten niet 300 yee boo^ 5öne re$ a$ a^
ueiöfgeseïien aange3icn tooien -f * öaar mert
é met foaarfjeit hm ïjouöen dan; fegoon of;
iivii|U9 tïÉ^iiii&ii v?."* ■"" ι ΤC Vi ? *»" t,;.
mis, en get »neoihtmier f jj^aanöeegifier /
* De Schrijver wil &%eift al vorjdt men eenen
Lebumus als gezel van 'S Wttitbrwdm in de HiftonV
vermeld; dat zoude noch niet te zeggen zijn-dat hy
met Wiliebrordus overgekomen ware; maar dat hy,
even als S. Wiliebrordus , ki het preeken yan: 't Evaa-
geli hier gearbeidt heeft. Vertaaider.
%A Memlozwtn Bineaïttiwto.
V                      -G F                     ober
-ocr page 231-
ιοβ Oudheden en Gestichtew
ober ben i% j^obemöer / nag^sen iwaen.
gS öen §>tln&wv ban öat j^aanöregifïee
pat mg öit aüeenlp tegen öat fjg Lebuimis,
Marcelimus, Radbodus, en meer anöeren/
gonoer eenig onöetfcöeiö onöer öe $$eiiebiatg*
nee jÊoiimiihen teït-, al£ fjaööe öengö tffo
gtni an&cr$/ öan binnen öe niuuren en of*
fSujtinge» öcr Mooflerai/Bonnen untfcïjgneni
en al$ of een pug ïeeben aan't uïooflerJpe
ïeeben gebonöen fcoare
Egt öeselbe £cte9ber# Ijeböen ing öoe öat
^ Lebui nu* nerlt t&eemaaï afge&anot if
titvft
m 't ïeben ban ^ Lcbuinus jelf ·, öie
Sseselbe ioeöer opgetimmert üeeft: boa^ öe
Êtoeeöe rei5e nae 3une öooö : toanneer ψ %m
mt\\\s4
opgebontot $ §m&· Ludgerus} ψ&,ρ
tooa oer 5eibe tane/ öié. naöeröanö öe eccfïe
25ifcÖop ban JJ&nnfïer getoojfceu ί§. $étiw
ben ban öee3en 'Ludgerus 301 öe Sec3er %
φ Brouweriis , Surius, Lippelo, Vlolainis, en
in't *&}tMtt bet |feunfierfclje fcer&e befciiiee*
ben binöen. Bernuiphu*, öe X X ïBifftïpp
ban ïltreeijt/ ï)eeft öe nern/ öoo^ Ludgerus
gebonbJö/ afgebeten ; en een anöere ban
ntéiito£ opgetimmert
't d&taat te toeeten öat öecje eento/ in bc*
fcjeïtte Bernulpnus op öen ^tocl ban %lmcijt
gat/ al$ öooi een foo# ban een goöbincljtiae
goobaaröigijett ?eer aangeset tmerö om nienfcae
ierhen op te boutoen, daarom öet öat
Bcrnulphus, a$ öooc? een öctïtgc ja!our$)ctt
geöjeeben / niet ïpen mogt öat ®mt\ttt
niet 300 toeï een nieutoe nerft 3onö£ Rebben
aï£ öe anöere plaateen ban 't ganfefje €ïjW'
tenöom; en βφ ütrecöt 3eïf; öaarsijnboo^
i In Sideribüs Germaei*.
+ *                                                   3aat
ν               ν
-ocr page 232-
vak Deventer, 107
«aat Adelboldus een nieumen ®om opgeurjutot
fiab* 3Mt bernieutoen öer fiertien toojö ban
Rudolphus *Glaber met öe böÏ0ellbe toOO^betl
ÖefC^eebeii: Omtrent het jaar 1005. is het
gebeurt dat de kerken door de ganfche wce-
reld , maar voor al in Italië en Vrankrijk ^
fchier altemaal vernieuwt wierden; hoewel dac
ze meeit altemaal in behoorlijken itaar. waren j
en· zulks geenzius van noode hadden. De
Chriftene naatzien ftrccdcn tegen malkander
om prijs , om de fraayfte kerk te hebben,
't Was eveneens als of de weereld haar zelve
uytfchudde ·, en den ouderdom de zak gaf,*
om de kerken in 't wit te kleeden. Eindelijk
toen hebben de geloovigen bynae alle de ker-
ken der Biflchoppclijkc lieden, mitsgaders de
kloofters van verfcheideHeiligen, en de klein-
dere dorpkerken, in betere (leerken en kloos-
ters) verandert (2). ^ll^berreGlaber.
éo$tv$ i$ be fterft ban β. Lebuinus toe*
öerom öooj be bïammen beeteert omtrent Bet
jaar 1240, φη a$ 3e nocö nautoelpg unt
ïjaare aflfcgen/ op be ftofïeu ber Hanonnt^
fan I opgeïjaaït toa£ , 3e toeberom afge*
[Bjaubt in't jaar 1334: toaar omtrent të jjet
boïgenbe aangerenent binbe: In't jaar 1334,
op den dag van den H. Martelaar jipottinaris^
te weeten 's daags na S, Maria MagdalemΛ is
'er te Deventer, omtrent zes uuren, een groo-
te brand ontdaan. En tuflehen zes uuren en
de Kompleeten lag de Parocbikerk van S.Le*
Ihuihus en O. L·, Vrouw» met omtrent twee ge?
deel ten van de Stad, al aan kooien. Daatzijn
°rntrent v|jf of zes menfehen verbrandt, en Jffe Ie
door den brand geqüetft. JjlaberïjaBb/te loee*
* Hift. lib. j.eap. 4.            T, j
-ocr page 233-
io8 Oudheden en Gestichten
ten nkfiet jaar 14.16, $ 3e toröer inning
Ütj0 bpgetimmert:taaar ban nocf) tegentoooji
big eett»ac ritenen πι öe iicrii geüonöen too^
ben Ca in be &tftö£ pampieren tao;deh
«oeïj tegentütöö^öin; b^'ebeii ban 't Haptttel'm
ben tfïaaö bctoaart ·, in öetoeifte bedel %t%w
%m
èxiö^ö om be beeft fteugogetoij^te bantoetn
Set boer/ om meee ïicijt te fcljcjipcn/ op ψ
bere plaatsen openingen te "gecben en ïjoe gp
nientooutaar aefjtee §rt Boer gemaabt niaec
fooien: toelnc bjieben in *t grmeloe jaat» 1416,
^öaag^iia^Murgaréca, getefteftt^ijii* €n
3Ï3OQ1 Fredenk van Blankenheim', ^iflfcijop'
toan tttroi)t/<al in't jaae 1414. een plein bait
't^ifleïjop^lof/öat öicljtaan öe beeb ftotéf
tot jjet opreeijten ban èene boeneen gegeeben
|ab/ baellie öoenern noei)tai$ bgiutmtt $w
H& atiöcre öoeben aïsi Ütanon.ifïen en Uitleg*
ger$ öei%^cl);nftunre gïfloffeert φ geeoeefh
300 beeft öe üeea einöeip öat maalsel §v
teegen/ 'tuieih 5η tegen&aojöig beetoontï
mbüt banGuïcaardijn, in 5j)ne 2$efel)$binge
ban öe $eöerfanöen/ eï£ een fcaan etiöeftiff
bjern too^b geroentt.
Heilige. Reliqui^n,
^e boïgenöe ftebguien pïagten tot cieeaaö,
ban $> Lebuinus heen te biemn; een Cent ban^
0, Margareta: een ÜiafJe bail £,Laurenrius:'.
eén MiiQtt, ban 'β* Andries: een Caiiö ban
^. Magdaièna: eert «£rm met öe beenöeren
ban ^, Juftina: De fteliobien ban §>. viildra-
da; ban öetoelbe bn ben <£epbJ, τ Beda, ög.
'S*-.. ,i                                    ,>                        Ύ . Jirf»> .«*.;- '- : Ί ι ·
f Hjft· Angüc. lib. a. eap. 3I.. v «> ,^e?
■■,'*■.."'                                                                                                                                                                                                                                                                                                 ■                                                                 „
"" ,,. '■                                                                                                                                                                                             ■                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                               .                                                                                                                                        »
/.,'■:■'...■'■.,''
-ocr page 234-
V α ï? Deventer, ; 109
* KJemens Reineri, en til't t Monafticon An*
geioag b)jL?ö geniaaht: bo.&ee tz*
mgc fadiqmm ban^. Bubara, ban ^> Odi-
lia, ba» % Sebaft.aan, ban J *kob den Meer-
demi, ifen fïu& öan Aarons toöe viti§ ban
φ. & JMutotf feeeberen en ï|emöe: ren
fiuftje ban 't f im?/$ aan 't toein öe |Ά
ïanb bfr tbrerciö gehangen fjeeft, i|et iaatfïe
toa$ met gonö befïagen: aüe öe anöere u)iet>
ben m 3tiycrè tóigiit Haffen beoiaart* φορ
benban öenxeer|leti H$Qftd \saiu&btt gffeï/
^Lebuinus; get 2éoea uer^uangeHen/ met
Lchuinus eige ïfauö geff^eeben / 300 a$
Slichccnbo! it $tif m pnè ^üïane ban <0eiöer*
ïanb netnigt* #it«2 atigcli boen plagt in öe
iuöïiïDingebeulttrecötfcIje saifïtfjoppen/en in
ben eeu bien 5e ö?eOen/ aefyunlfi te tobben.
®# ï)et 5eïne ö^efr bt «È^aaf ban Mtemberg/
met öe ^taiiöen ban «Poer gffW./ m 't jaac
τ?6. öeneeö geöaait; toanneec Philips, öie
t^berö be 2&iffcfjop#en ban ittcccgt öe tfoee*
begeer ban O^bec gffel ijj gehjeefï/ öe opbok
gei* ban 3tjnen baber Kirei V gebK^Öen bja^
©it 35oeit fjeb is een| ge5ien: ijet $ iii blaösi
Slootte met een 3iibere plaat béliieebt: op
tóeïue plaat/ bic met berfcijezöe «p#eï$&e ip
fïeenten en öe siiineucelben öec 4 «èbangeli^
ten berciert Μ ooft Ijet af öeelöseï ban £.
xMartinus gefnéeöen (iaat* ©oc& in Öeö S^en
enftclben tuttel gegicii/ ooft niet inöe anöere
gebenïifcgnften bef 3cïbe hei'fte / Die ijet ge*
nfelbe ^oen-aan ^. Lebuinus toefc[j;i)fn baac
öie teit iioc$tan£ 300 eene #ernigeni| niet
3oube gfbjtigect fiebben aan t gemeiöe^acn;
*■ Apoitr>ktü$ Bmedi&ihus in Anglia. j
tin Cieuobüs O» diuii S, ΰ«ϊβ<ί* Pag-*J*
R                  ί Οίε
«>
-ocr page 235-
ι ίο Oudheden tn Gestichten
m w aan fl£ Lebuinus Mn/ öie met goufc
ftcfiaoin.tti Ηοφ in toefen ff toel Jeeft tol*
lengeêben*
                  '               
iMtörtjS ftet ïicöaam ban oen φ. Marcello
nus-·, ftan'toiert öet fioomfc!) iHattelaar^
fcèéft? Milieus, Molanus, en meeE anderen/
totolooöigefr ffeeeten. f et iicfjaam ban #
™odus; oen ΧΙ ν ^ifcijoy ban attecip >
toicns moeoer tot «aberg^ootüaber fieeft gp
ftaö bm Bjieffcljen ttótfhB Radbodus* öie m
ffii
boet ugt De ©oopbotit te {liggf troft-j om
bat ÖP lictocf met Set g^ootfle getal/ en niet
Wu^auiseren/ inbe ïjeïïe toiïbe ψ; ψ
We mm
toeiniscCfJiifienen in DetHJemel.
©c «emeloe d?ie HcF)aamen sftn noes) fc|«
tooo^fg in toeiuge bctoaringe: maar.Deii 18
mU ï f78.3ün öe 3iibcre iBteltqui-üaffeii/ niet
Bn Weeren teboeöd Der nerne/ om flat 'et
«cenc betaling ban ben liontng miani/ boo?
be Mii# öQCttintf gejrfuuoert. ^aar op
becnen *e ban ïjet mm*& bierftante gel*
fïuWicii maafeéiii met bit omfcfciffc/öatroiite
om ben Umu of Jet toapen ban ©eoentic
tëoilb* Urgente neceflitate: Öat tf/ door den
nood sedrongen, <$ö bie eerfle pumberwfl
té öeti 19 &obem5cr eene ttoeebe geboiat: en
act tóiiwilae/ te Sfi&Pö€!1 \9 IS
bembee/ tó pe# ï*omnö£ öesetting / WW
fiAettblrl, untoejlan berbjeeben-, ebcn
Êê of be heiligen 61e roober^ en ontrouw
fietoaaroer? ban ïjunne ftettmifen met ïan*
ger mogten ïjjöen.
Het Kapittel.
Bet Bapictei ban ©ebentec fiegant botf
"\
-ocr page 236-
van Deventer, ι τ ι
totcng tear^btafcenfcfsap ober galïanb/ %\iU
fem
f en be iiatoitivige ^elufoe 't opstgt %ΦΡ >
en bo?ber unt io manonnst^dgen met ij/yte*
ftenben/ en ι f minbere p^oeben. <©it kapittel/
gfê men gefc&eében binbt / soube booj ben
^ïfTcftOÜ Bcruulphus UÖt J6» SaI%tÖr| herfte tC
fttiecftt obergebjagt 3tjn in be goofbfcerÊi ban
Q^ebeitter. Te Deventer, 3egt Heda öie Bcka
tot boojganger öecfe / heeft hy Ubuim* kerk
vernieuwt ; in dewelke hy ook een gedeelte
der'Kanonnikkcn uyt S. Mariaas kerk,t'han$
Salvators kerk genaamd, overgebragt heeftj
en heeft hun een gedeelte van de goederen der
gemelde kerke, dewelke zeer rijk was, toegc-
leit, om Gode aldaar op die goederen altijd te
dienen. "®otf} ban dit obertyengen ber Sta*
noniu'linen mp in be perftemente fyiebendec
^omfterfee/ en ön de Ifcanoniiiftfien ban $.
Salvators itccïi te fttreefjt / geen ïjtt mmfit
Setoag gebonden Φ^ öooad baar geen open-
b^ief ban ben 23ifFc&op Bemulphus gebonden;
öeïjaiben bicn ojief / tt> bentoclfteii Ö£ öe nerft
ban ^tnoï / op öet bei'soeïi ban mi ^oofï
baa^euenler/ aan beüanonnm&en tëait wl*
bentee obergeeft €n in be b?ie onbfie dood*
öoeta öet-'^ebentecfcöe feecHe/ die tft met
een opletteuö oog boo^geïeesen ïjeb / too^d
Bemulphus noit al^tieijtee of berplaat5ec
benneïbt: maar toei a$ be geeuee bet gemei*
be fccrite ban gtooi. ^oo binbc in baar aan-
BCteitenb: Den 19 Auguiti , op den dag van
den Ercmyt Jrfenius, is Bernoldus Biflchop
uer Utrcchtfche kerke overleden; die de kerk
van Zwol aan onze kerk gefchonken heetr. 3^3
&<·ipijber ban ϊβί 3Nodboe& 5oato get mtjag
febuufcitfil uiet fee^tueegen Ö^ööen * sub en
Ber-
-ocr page 237-
in Oudheden en Gestichten
Be ι nul Ph us be$e üanonnialeo allamft nnt Μ
Jftaaittriban^SaWaiors telt lpttoaavt§ fifi
eebjagt. ^crijaïbe geloofinbatbegemeloebet*
makym tfm % %\;mulphus berfteerbelp toe
mkmtmn tooib /; en ben Jjji Radbodus, bie in 't
Jaar 9 17 naar ·ί sepfliajö&fe ieiügen berreifï
të / maet tocgerc&iccbcii toojben. 3®ant't $
fekrttb öat fe/ na Öat'llttcccgt booj be <Dte^
neu bccttiöfft'ttiai / pe met 3!Jne <&eejïeP'
fieit mm eeftouöen fjceft; en öat Jg.'er. £&
ber&angeti en ïofrebenen ter eere Dan ben f·
L--unnüS öeeft gebicijt, goo 50Ubc fit m
üMsn bat ö& öcscitanotimhhcfl^g.be^If?
ftrifauien gepfaatfc 3a! ö^&eii;.Daar gg $ff
doft/ aï# BI te i^tmaifum be toet ber natuur
re bolbain ijab / bolgengï 3pe begeerte be >
o5abe.ii Λ * of men maft Radbodus naasaas/
?ε toeeten ben S&fflW Baldericus 1 oneer
fcoifii be iigtlanöigc &auomiiMten fcüeöer naat'
ïïtreeht #1 getest / booj ben toer$aat#f
ttóllc»1 öouDcn; gemanb öab ong/ tot on*
taftctfiuiiï Danon#.fleboeicM/ ttoeeAnnto·
naaien tlPt be liQOJ OOClttll ban £. Lebuinus
fcern bertoont s, in betoelfecn ïjet bolgcnüc
aanaeteitenb flftnb:
                       3 · ,
In het jaar desHeerenM XVIII heeft*
Eerwaardige. Heer Johan Qke(, de oudlte ψ
nonnik van S Letew kerk te Peventcr,. |Bf
laatcn aantekenen; en aan dezelve kerk, voor
het oebruykder Hecren,twee Aniifonaalenge-
fchonken.i te wreten een zomer-cn een win-
terftuk. En dit Amijfonaal is een van die. twee>
mm tnbien be boojnoembe ^eer m t m
1018 alfeanomiifc en beoubjfcftanomiifc»*»
&. Lebuinus fttrh toa^icn betorji Bernulpiv»
mm m't Jan* 10X7 i of jeip anberen o
V
-ocr page 238-
van Deventer. > fi|
toeetren iox8 , SSiffcfjop Qtm$m $; gafe
Iten gg öe cetfle 3ijn getoeefï/ Me jjet Hante»
tel ban ^ebcntcr ugt eemge fóanonniHliett
ban ^§. Saivacor opgerekt geeftf $llaae na*
Men De bOO^loemöe Job. Okel Ög Willebror-
dus Bonriigerhof ι in De Regifters dër ï*röoft>            5
dye, a$ öe onöfïe Hanonnift betmeïö ftmt
op Bet jaar if 18$ en De ktw: Der jjemelöe
par&emente Antifonaalen ganfcjj niet οιιοίΐφ
tig i^; 300 wan men ligt batten Dat fee lette»
J)i McJjet jaar btjffjonDeet: öeteïtent / Doo^
öe (?) onoölettenöijeit Dè$ Jkfeijtoerg/ βφ
tergeïaten i$. 'Maat tint Öan boïgt Dat Dit
fïeui^eï booj mijne getneïöe si^fïnge / öoo?
Bet ontöefeBen en berbeteren ban öe5e feö$f*
fout / teenemaaï berbaït <^e jaai'&oe&e»
alleen / toaae ban in Dit boljenöe sefciift
getoag üjojö gemaant / tnöien 3e hoef in toe*
5enbjaüen/3ouöen alle ttoöfeiingtoegneémett
Wy Proofteii > Dekeris 4 eri Kajlittelé Van
S'Sahatörs kerk te Utrecht en van, de kerk
T.e Deventer,- onder het Stift* van Utrecht bè^
«oorende , wenfchen alien den geenen άϊξ
den tegen woord igen brief zullen zien » de
eeuwige zaïigheit in den Zaligmaker aller
jnenfchen. Volgens het gene wy in onze Jaar*·
boeken vinden , en uyt het verhaal van önzè
oudite (Kanonnikken) verftaafi hebben , zijn
ψ voornoemde kerken van S. Sahator en De*
yeiuer eene kerk: geweeft. Maar naderhand
h de kerk van Deventer ui/t Sahators lièrkb
°Pgerecht, en haare goederen verdeelt ï zot»
^°chtans dat de Broederfcha^ in haar geheet
P'CefV Dierhalve , nadémaai het eene goede
cn aangenaarnè zaak is dat dé Broeders dödr
Η                    ft
-ocr page 239-
f.f4' OlJiiHUDEW feN GfeSTJCfrTEfi
-<3# zucht van een wederzij dfeh e „begeer te $ erl
met een oprechte genegendheit des herte,
t'zamen woonen ? heeft het ons behaagt dë
oude Broederfchap, als eene nutte, geoorloP-
de en eerlijke fcaak, die onze oude en eerwaard
dige Voorzaaten in hunnen tijd ingeftelt en
onderhouden hebben f hy deezen tijd te ver.
njeuwen. ;En alhoewel wy » 't gene wy met
droefhek zeggen.-f de rechte kennis van de-
zelve Broederfchap in onze tijden noch niet ge-
lireegen hebben; zoo is echter het geheugen
<3aar van, niet geheel te niet gegaan. Wes-
lialvewy » na dat alvoorens de vrede, eer>
:dragt j én vreedzamigheit volgens den regel
der liefde onder ons vaftgeftelc is, den inhoud
der oude brieven, zoo als wy uyt de gctuyge·
niffen en verklaringen der ouder Kanonnikkcn
verftaan hebben, voor af laaten gaan. Want
Wy hebben geoordeelt dat het naar de gc^ei*
teniiien des tijds diehilig was, en onzen na·
zaaten in 't gevolg zoude konnen te ftade
köomen, dat wede verwaarloosde zaken we-
derom op den volgenden voet in ftaat brag-
-ten. ;■;..... :. Ã/-ß, ÷ 'hnim&r
Gemerkt dan dat de zorg der zielen noot*
zakelijk den voorrang moet hebben voor de
zorg der lichaamenj zoo maakenwy voor eeru
deze wet dat men de dood der Broederen Ka-
nonnikken, volgens't oude gebruyk, malkan*
der over en weef bekend ial maaken$ en eenc
maand lang de uytvaart zal houden, met de
zielgetijden en zielmiflentc Ieezen, en de î***
ven te bezoeken i zoo als onze ,KanonnikkeIj
van weerszijde doen. En ieder Kanonnik £a'
gehouden zijn het Halm boek voor den.ovec-
-leden Kanonnik, binnen de eer (Ie maand o»dc
*3                                                           bC*
-ocr page 240-
τ At* Deventer* π?
bekendmaking van fcijneidood, eens uyt te lee-
zen, of te Jaatenüytleeten. Daarenboven zal
nien in't toekomende altoos, op de tijdenen
uuren die daar tóe ftaan, onderde andere koU
lekten
ook de volgende Mlekte leezen. OGodt^
die de Geever van genade zijt
'.; en de zalig»
heit der menfSen .bemint ^wy bidden uwe ande*
hoze goederHerendheit dat gy de Broeden en Zus-
ters onter Vergaderinge^
enz. Ook zal men
alle jaaren , den iö July,-eene plegtige gedag»
tenis van alle Broedqren houden; met zielgeè
tijden, zielmifTei ejihejt verzoek van't gebed5
behalven dat zulkiöbk·gedaan thoet worden
op Allerzielen da||.><
Voorts tot iöridèrhouciing vari wederzi jdfche
kennis, en tot een aangenaame vertroofting,
hebben wy goedgevonden den leevenden Broe-
deren te beveejen j als 'ei: eefiKanonnik van
S. Saivafori kèrjc: te; Deventer tnogt koömen j
dat hy zich aldaar in zijn Ranonnikskleedinge
ten koqrezal vertooneri;, en op dc,n zelfften
dag, ajs hy zieH aldus, vertoont ,zal hebbenf
2al hem tot erkentehifle van de Öroèderfchap
gegecyen Worden ëen wittebrood,jj met een
tarweribroo;d,;en aehc denieren voor den wijn.
insgelijks zoo dijtwils als een: Kanonriik» van
Deventer it\S. SulüMors kerk,te Utrecht koomt |
zai hy zicli insgelijks in zijpfCanonnikskleed
vertoonen: en op den Zelfden ^3ag, ak hy zich
aldus vertoont zal hebben, galmen hem moe*
ten gcevenen ook inderdaad geeven een wit«
tebrobd, eèri tarwenbrood, vier ftoopèrï bier,
!Jet vier denieren voor den wijn. . Dan de
yopftcn en Dekens moeten alhet bovenftaande
oubbeld hebben. Ook zullen de dageiijWèhe
Hl                * kou*
-ocr page 241-
i\6 OuoHEDÉNi ftw Gestichten
* koergelden, indien ze op den zelfden dag eri
uure worden uytgedeelt, wederzijds aan de ge-,
melde Kanonnikken en Prelaaten, indien ze in
het koer tegenwoordig zijn , toegedeelt wor-
den. En aangezien deze dingen uyt geene gie-
righeit , maar enkelijk ter onderhoudirige van
de wederzijdfche genegendheit , voorgeichree-
ven worden , en van onze voorzaaten onder-
houden zijn geweeft ■: zoo moet 'er niemand zich
over fchaamen , of het verdrietig achten, dat
hy zich op de gemelde wijze in onze voornoem-
de kerken vertoont,.
            .           ,
:.} Wyders $ indien eene van beide de voorn,
kerken , of eenige byzonderé perioonen van
haare Kanonnikken, door den nood gepraamd,
den raad óf hulp van de andere mogt van noo-
de hebben; zal die andere kerk, daar over aan-
gefproken zijnde , haar in tijd van nood by-
ikan j en met raad en daad behulpzaam zijn, ,
I > Noch ordoneeren wy $ al waar 't dat ie-
mand der Deventerfche Kanonnikken zich te
Ütreeht voor de al genteene kerk vertoonde, dat
hy zulke Kanonniksklccderen moet aan hebbeo
als wy. ·, . V,- ^m fy* ioj . ■
Dit alles, en ieder van't zelve in't byzöndcr,
hebben wyeenpaarig onder eede (die door de
Kanonnikken onzer kerken in hunne aannee-
minge gedaan is, en door de volgende Kanon-
nonnikken gedaan zal worden) voor ons enon^e
nazaaten belooft, en wy beloovert't mits dee'en,
dat wy altijd, z0o als het eeqe Broederfchap be·
* Pnefimix, 't Welk ik hier koergelden noeme·
fcijn zekere uytdeeüngen die dagegelijks aan ψ}Ρ
Kanonnikken tgedaati worden, die het koer of koor
en de getijden bywoonen: 't welk gefchiedt om hen
tot het bywoöneh van de getijden te verpligtÈn'
Vert aalder*
-ocr page 242-
van Deventer.          iV*
raamt, onderhouden zullen: behoudens dat wy
en onze nazaaten altijd de volkome magt zullen
hebben, om in 't bovenftaande zoodanige ver-
andering, vermindering, verbëetering, en ver-
meerdering te ma,aken.; als de gefchapendheit
der tijden zal Ichijnen te vereificheri. Tot oir-
konde van dit alles hebben wy· den fegenwoor-
digen brief met de eenparige toeftemminge en
begeerte van de voornoemde Frooilen , De-
kens, en Kapittelen doen opilellen. en met de
zegelen onzer voornoemde kerken bekrachti-
gen. Gedaan en gegêeve in 't jaar des Heere
fylCGXGY :, 's daags voor O. L. Vyouws
LichtmiiFe.
3(ft Iaat tijg booifiaan oat i'it öe^ %tt$w$
gjoofïcn laacttoi0en/tö0Ïfteciiaamen tot tny?
m fcenn$ genomen 5ijn: te toeeten
ïn't jaar THEODORICUS; op Ö3i«l^ tim Pr0»ft va»
1040. 50eft Bernulphus 00 «erft ba» 0OOÏ Dtventer.,
aan't fóapiml gégeeben geeft.
107T. LAMBERTUS 5 tetoeme met oen
25iflTeöoi> Conradus in't üafïeel ban
JJflTelmonoe öooj Dideryk <S^aaf ban
^oiïanö belegert $ gebjeefi; en bok
£en$ ïjet fcfeijben ban Befca een ban
öe boomaamfie ^tetm taa§/ ote ban
öe$ 25iffci)op^ 3tjae fnenbeïöen.
nöp. LOTHARius toien$ behoeft
öe ^iffegog Godefridus öe ttenöen
ber meniorbebonoe lanöen ban &al·
Jana aan't kapittel gefcgon&en geeft,
* 170. GERARDCJS.
M?s. ARNOLDUa, <0^aaf ban gfen>
Η 3                     öttrg*
-ocr page 243-
χι δ Oudheden εν Gestichten
cniipf. iwrgi ban toien tnen in lenen 6#f
ban ï?en i^etStfcöen SStffcSo» Bal·
èui«uë, ban ben aft gulp'-i rp.f, aatti
gèteftenïrbinöt bat ög öen ®*^
in Set üapittèl bèffeotten en gegw
ten ■ jpejflt eene tienise te SSu^eni
; 't toei& rai >e Wmfebem fcójD ge*
beunt. '.Sfti ö£ naöerïjant» tót $p
fcgop ban mmtyt bei-fcooren mm
1 .?■'            getopt toag; $ Ög te &o**»e 8*
betïin'tja&r uy8.            τ
itiö. THEODORJCÜS Vander LïPPE,
cnii4P. öe 25jeeöer ban Otto II SfyffcW.
ban Utrecht.
                          r
iz.. ÊNGELBE&TUS.
1260. EVÉRARDUS,                   ^ :
M6. GOSWINUS van KUlÈiRE: ban
\ " toten in φ moot&oth dm SW
ttvfttyMtU) let boieenöe aangete^
Spilt Saat t Den i£ January, in [
jaar 130$, is overleden de Heer &«·
w/'»»iV PiOoft van Deventer » dewel-
ke de kerk van Deventer verfcheide
goederen gefehonken heeft, In 't by-
zonder heeft hy den Deken % den Ka-
ftonmkken , en' den Vikariflen, dfi
tienden van Weftcrwijk te Wezepe,
en de grooteer! kleine tiende van Du*
mifchotenteÖlft, gegeévén. Endaar
by de huizen Qrotcnfiuize en Over*
dvktc Wezepe.'
                       v „«
.-4304. HENRICUS, ^aafban^aïenif»
; ^iejjenöeim / ψénningmeejïer w*
mm ban genten, % i# &TP1
den tartoeen bcele nurttëen
-ocr page 244-
V $ rif É> Å í å í ô å R»          ç ñ
be napelle ber fjöoftbge naselaa*
ten*
m*. GERARDUS HEYNGf ban i»!«|
Op S. Laurens dag» in 't jaar 13$%,
is hy (GerardusHeyngJ aan*t Room-
fche Hof overleden. En tóen is de
Prooftdy van Deventer aart dat Hof,
tot het jaar 140e toe, (4) onder de
Kardimalen geblecven.
iur· HANNïBAlyi Har&inaaï*
i#4. NICOLAÜS de KAPUTTIS , tm
ftomeinfcij 4Btömm/ 25ifTcIjopban
fra^ati / en ^iefïee-ïtarbtnaaï
Dec f$öomfcöe tefte/ ott^er öen t#»
tel ban â, Vitalis:
^pz. JOHANNES GRUWEL :ttiaac
DiC fcöieüb bOOJ ben |&ç$ Bonifacius
afgebjeesen: en in 3$ne jtótse öooj
ben jelben $au$ rot $mft aange*
$eït
^395-. PRANCISCUS. pjtefïer-ltarbinaaï
ber aoomfcSe nerïte/ onbee ben ö
tel ban^.Sufanna. fgbja^tejpoi
- ë çïñïúß gebooren/ en 23iffcfjop ban
^abina*
1406.'HERMANNUS DWERG,&<â&
fo?b gebooren / Seeraat in be Sup
teips ti&ttym s en Auditor aan 't
1431. CONRADUS van DIEPHOLT*
^iffegop ban ^nafengge/$ ben
3 l&aart 14*1. fjoofï getoo^ben^.
toelbe bjaarbigSeit j)g booi 3$jne baoö
bedaten beeft m't jaar »4^·
H*3. GERARDUS van RITBERG,^^
Ç 4               ßöñ
«
É
/
-ºè'ß3,1·:
4»ttÉ*
-ocr page 245-
lïö Oudheden ek Gestichten
fcgop ban «Sénaöjuggc / ben ttue^
inen fCugufïi in get Besit bei* gjoofiöge
getrecben;na bat ï)g Niklaas/f^oafl
ban Haenïjem / ngt get oe3it geb^e*
ben ftab.
S?oi. ANDREAS de VENRAEDT,
Sleeraae in bc «gfófidpe'föccgteiu
betoeïne ugt get ïebcn sefcQeiöeii
ben 2.7 decente 1 r^o.
25-21. JOHANNES INGENWINC-
KEL, $;aoff ban kanten/ ban$.
Severinus aaö Φ. %/®;CMfcüS &raj>i
pen te Beulen; en ban ^. Jans Uerit
te lifteeïjt.
HERMANNUS SLAGH-HEKKE.
' tfW. JOHANNES HANNËTON.
Kj-tfy. JOHAN VOORTHUYZE.
[ARNOLDUS POJRS, Haitomiili
ban &. Lebu'yns taït *» en öe IBiïw
t\§ 1300 in 't "geefielpe a!$ tbecrclD*
Ipe/ ban ben laarfUnf&joofï/Diein
:           st' jaar, ι ψ r■ abedeben toa£ / toiei'ö
f*           baoj ben <®zMi en 't Hanitteï ban
^. Lebuinus ten gemagtigt om 38»
1           atnpt te öiijben bebienen ■ Uyi de
Γ            akten der Prooiidyen.]
35-66, GABRÏEL BORNEL, ©Ottlïjert
te intreedt/ <# ben.! 0 «antoöee (1 ^6)
in 't öe3it ban be J^ooftbg getceebcn.
J&aar ί)η bjiet'b genoot3aaiitaff!anjl
te boeil; en^EgidiuèdeiVlonce, 2pj?'
feïjop ban ©ebentet / $ in 5*Jnf
jtfaatg tot p^oofi aangéfïeït.
ariertfc v
15578. J O Η Α Ν Ν ES van W1Τ Τ Ε Ν-
«tcfor.                    HORST.
«"l2i. „ w6 THEODORUS vao GENT tol*»
-ocr page 246-
van Deventer.       ι at
ben 16 $ebmav% boo? be J^obincie
met be J^oojïbne begiftigt.
iöic. <©en 13 jpaatt 161? toierb BER-
NARDUS van BENTIN Κ bOO^ be
feerttieging en goebgnnfïigfjeit Uoiiöe
iliöberfcfjap / en De fieben Hampen
en gtool/ totj^oofï aangefïdt. <^e
«ISeniagtigben ber ftab ban ©eben*
ut i bie baar tegen p^otefïeerben /
jjeööen bei* üm 19 Sfanuarg 1616
ïjunne toejïemming ooh otiber jeftece
boojfcpaarben toe gegeeben gfiröe.
ïaatfïe berbeelinge bet' fterheigue
goeberen/ beujclhe gefcfjieöt i^ ben
19 j^obemte 1ötf ?, ί$ beese ^jooffc
ö« be b,«e fïeben ban <$ber pffel roe*
genden. g[n be hapeüe ban 't
§^oofïen Bof/ bie ben 3§ Bonifecius
toegebnjbt ig/ toa$ eene $iftargi ban
^. jakob / fïaanbé tec betgeeuinge
ban ben J^ooffc.
Ma de Brooften laat ik de Dekens volgen.        j
1140, GERBOLDUS : onbet* toten Hart-
bertus, S^iffcöop ban Uitteert/ ben
ütofïer ban ©ebenfcec met be heen te
Xucijere öegiftigbe. &t open fyief/
bie be$e gifte bermeïbt/ 3a! aan*
fïonbö opgegeeben tooien,
π70, LUDOLPHUS.
1170. LUTBERTUS: onbec fcüien Gode-
fridus, SöiffcÖop ban lltrerijt/ be
fcerne (ban ^ebenter) eenige tienben
bereerbe: 31e be ktttv ι u
U.o£ HENRICUSvanBRËDA:Optuien^
Η jr                      ber*
-ocr page 247-
Ït2 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
bcrsoeli öe S5t(fcgop Theodoricus fee
tietiöen baa berfc§aöe nieuto ■ hv
bontere ïanöen (aan öeselbc tteefte)
gcffIjonficn geeft. ^e gifte - ö|ief
paat öeneöen öd 't cgfergetaJ. 4
1235. ANTONIUS: öE^e Antonms, jegi:
&? d^cöaabct ban öet ^ooöboeft ,'
heert ons eene Manie ie Borgeioe ge-
gccven. ^iet t\tunp fee Qiftz - b|ief
öten tog ugt get origineel Qggeetyh.
Af/e, by Gods Genade BilFcb opvan Utrecht,
allen den genen enz,. Het zy een ieder
bekend dat A. Deken te Deventer, in onze te-
genwoordigheit gefield , zeker Ituk lands te
Burgerloe , 't welk by veele iaaren by erfe-
nifle geruitelijk bezeeten had,on{{]agcn heeft;
en de kerke van Deventer, met alle des zelfs
inkomften voor de zaligheit van zijne eige en.
fijner ouderen ziele gegeeven. Daarom is hei
ciat wy, die de gemelde gifte goedkeuren,, al.
is het fchoon dat wy gehouden zijn de goe-
deren van alle kerken te befchermen» het voor-
genoemde nochtans byzonderlijk onder onze
befcherming neemen j en zelfs op den ban ver-
bieden dat niemand na deezen zich hebbe ie
verftouten de kerk van Deventer in de voor-
gemelde goederen te omruilen. En op dat de-
ze onze befcherming , en de beveiliging der
gemelde gifte, onwrikbaar blijve; hebben wy
ter volle bekrachting ons zegel op den tegen-
woordigen brief laaten drukken. Gedaan te
Deventer ; in 't jaar van 's Hceren Menfch-
wording Μ CCXXI, den 10 Juny j in'tvi
jaar van onze BiiTchoppelijke regeering , ten
overftaan vaö de volgende Getuigen 5 tm.
-ocr page 248-
VAM Deventer. ι 23
ιι*4· THEODORIGÜSi bit ta'tfm.tzóG
0J3 jfr. Margaretaas abotlö OÖedeÖeil i$.
,304. STEPHANUS deBAEK, «aar öe 3a*
ïige eeutoigöeit bemOïi&en in'tjaar 13..
qo7. BERNARDUS van VOLLENHO-
VE, öe $>t\ü$tt ban ï&ttkljnn te
fgbjoL
1216. JOHANNES DÜDEMAN.
130.1. MGIDIÜS deBAEK. '
2335-. JOHANNES de WYA , een jeeu.
.jKOot ujeïöQenöer: oti5ec tefte/ öie öen
% ^obentbeï 1338, oberleöen i£. ütgt
Sjeeft 3jjne goeöeren Ög ugjterfien toiUe'
oageïaaten om ïjet Bier /op den ttjö
öaattoe fïaanöe/ gelpcïp nut teoee*
ïen, en om op öe feefïöagen eenige ®e*
nieren tigt te ml\m. Uyc hec Dood-
boek,
1548. JOHANNES de PRINSLAVIA.
1371. JOHANNES de NIUWENAAR.
1382. FOLKERÜS ISEREN
3398, LUDOLPHUSi dewelke ons, $egt %tt
©pOÖboeK/ de goederen Ten Walle,
in Realte, gegeeven heeft,
Ι4Τ·7· REMBERTUS van LYST,
14*7. THEODORICUS KRANEN-
BORG.
1431. JOHANNES van WITMEN.
345-8. EVERARDUS LAKEPREN , %W
vmv in öe üecneïpe leegte».
14.77. DETARDUS SLETER.
Hvr GlERARDÜS DREESES.
iyii. HfeRMANNUS UYTERWYFC.
ifif. JOHANNES SCACHEK ; öie 00Ü
©joofï m$ foan β, Mariaas heeft te
-ocr page 249-
ï24 Oudheden en Gestichten
ïc48. HILLEBRANDUS WiNEN.
1771, GERLACUS DOYZ.
1*07. LUCAS van TONGERE.
i(5i§ HENRICUS VORDENUS , %ittW
Staat in oe <$>ööRuniie/ en té üNi$en geboot
ceti*. Jacobus }ansbnius, onöer toten 9ί? tc3to?
iaën gefïuoeert jjao/ fiaö ïjent oen ïjoogbjaac-
iiigfien ïfeeee Sasboidus aangen^eesen / aig een
man öie 0?ooten boo^töangm Öe ftnöte fjao
&eoaan. Φη ïjet aanraaöenban oen selben
||ooo1eeraar (Janibnïusj $ fjn te Beulen 3£i*
reiit3iaat in, öe <É50ögekeröi}ett eetoojöen;;
ïmaü ïjo ooh ïfoogleeraar en J^eftöent ban't
Henïfcge Scminaii toierb, Hg fcoa^ ooh lia#
ttontrift ban ^. Lebuinus fterïf te <©ebentet/
en ban β, Picchelmus Jtei& te<@iöen3eeli
öaau on ScholaiHcus ban De, eeefïgenoemöe
feern; en naöerjjano ©ehen ban öeibe öie
fiernen. £®ant ai$ fhil, Rovenins ηανφψ
fcöon ban #ijtlinpên en ilt^etgt getoo^öen
toa^·, Öy Ö*nt i" Öet '^e&enfdjag ban <2M*
#eu3eeï ojja,eboïgt} etiöoïi $qnM&m$/ in
geefïeïpesaaRen/ ober jf)etS&$öom ban ©P
benter getöojöen* ^e^eibe Rovenius geeft
gem ook öen ip fdugufït'\6iz. tot J^oofLet*
Mörtgotanen ban ^.Saivators nerit teïtteecïjt
aangefïelk
^anneee öe gemeïöe tot^oiflelfjoa / o«*
öe 3aan oee <0eefïeipijéit te öefcïjecnién/
naar föome toa$ gcrcifl -, geeft |j> ban Daar
bede en getotQttge fyieben obee öiê3aneraa»
Vordenus gefcï)?eeben * öetoeinen onöer 01150
betoatfnae berufïen* ϊ|ρ i$ te <®ïöen3eel on*
öec Set $iugen ban <0óö$ ibf geffo^ben oen
31 ©ecembec ΐ(5^9.
          · ,
#n't etnöe ban $tjn ïeben geeft |n Phii.
ai                                            Rovc
-ocr page 250-
VAM DEVENTER.          lij
kövenius tot erfgenaam en boogfc ban $n
tetfament aangefïeït, ®>t §>φίΡ™ $m* m
©ooöuoen oer ^ebenterfcije nerne bereerfe
#ie geoagten$ met öese tojfelpe getuige*
niffe: s ■ ïw*y ; - · · '
; ■■'■■, }"v
De Hoogachtbaare Heer fli»ww rerdenus,
Licentziaat in de Godgeleerdheit, de tweede
Prefident van 't Keulfche kollegie , 4ic ΠΚ(τ
derd 'het jaar 1604. de getrouwe helper van
twee ApoftoHflche Vikariflen, Salbatöus enRo-
veniusr
was geweeft, Deken te Deventer en
OldenzeeU heeft den geeft gegeeven op den
leften dag van December 5 als hy de woorden
Tecum principium opgeheven had, ^ >·: » , ■
E* Öe ÖOOD bail Vordenus \$ tOt 3Mfean$Uyt bet
ober het 2$$&am tm ^ebentec aangefïeu:^13^
Volciuerus Herkinge, ^a|Ï08| ban gbJOli ban
la Torre,
taien onoer ^tooï 3a* gefitfa&en tooien»
25o Vordenus boeg tö Ludolphus Brunefius
^Tdó^LUDÖLPHÜS BRUNESIUS,»
eenttfaat in öe €>ob&ett/ ugt een ΜΜφ*
fïagt ban ©ebentrr gef&ooten/ ^berfie ban
$. Agnes Kïoofïet te «gmmtcifi / en baat; bg
oe enoec biftar$ ban Jac»b de la Torre ober
oefiao €mmerin/ en öe naafïgelege oojöeti
ban Mttf / i$ ooit feiten ban $. Lcbumus
§
ttevft te ^ebenter gefcoceji.                          . t
*  Hy was om zijne veelvuldige3geleerdheit,
en om de meenigte van zijne uytfteekende ga-
ven j meer als eens tot den Myter voorgedra-
gen; en is in't voornoemde kloofter te Em-
merik, na ecne twintigjarige en zeer loffelijke
regeering, overleden in't jaar 16(5ƒ. Hy is
een uytneemenU weldoender van dat kloofter.
*  WaÜerab, Embric Hb, j , pig* ***»
**»*■ wi f ■■ e                                                                                                                                                                                                  cv
-ocr page 251-
stè ÖüDHÉbisN k& Gestichten
gewcefti 't welk hy met oir gelen en een uyt-
puntend mufcijk» door de Nonnen aelf opge»
ïttld , heeft verciert: maar heeft voor al tot
een groot cieraad verftrekt door de deftige
voorbeelden van zijne godvruehtigheit en ze-
üicnCit
l^atl Gerardus Brunefius , $t$5tif$ nttf f
*aï onbér bc geleerbfc mannen ban 3£ebehtec
ffifvjéMi tooien                     'JSLl L«l!2
êermit^ be ^iffcöojppen tiön Utttcgt öè
boojnaamfïe pïaatf onber 8e toeïöoenöer^ bart
bitüapittel be&ïeeben·, $ai m ö«^ /
telt gg
baïïe ban ben nieuiöggierigèn%ee3er / eemgen
ban jjurnie opene ö^ebeh ïaaten bolgen. 9ift
ïjeöonbermpeen gjoot parftementen boèïu <«
ftettaelfte *eer beêle fyieöenfïaan/ beöelsenöe
be giften / öie be 23ificöojipen ban lltreröt aait
fee gemeibe «eraèn gebaan ïjebben
} öenebetig
be bebefïigmgen / met öumie naamte&enen
m regelen behrac&tigb / tik $£ baar op f'
ttèebcti geböeni boctjbié noomemneefi.alte>
maai ober een met be opéne bjiebeh; bie bat?
óns eibcr£ opgegeeben sjjn « óf ban Linde-
bom bier opgegeeben tböaben.
                   . .
®e tmeebe ban be boigertbè bjieben ftaflj
ï jjan tóOOjb tot É000# b# t -Lindebom.: maai
in be plaatse ban Gerhardi Praspofiti fïaat 'et
in 't gemeibe ongebjunte boen Lotham Prsep
<0oh tfadn er anbere getnigeri onbér \ J&
bebagen/ bie'er önfiaan/ φoofi; bedelfö«
niet; Φ* bierbe en bijföe fïaan oöh bn* Ρφ-
deborn.
■j Pag. 7*."           ί Pag. 7* & 71 ·
:,?;;
:-
Allee"
' :·^
-ocr page 252-
V Α Ü Ο Ε V Ε Ν 't 1 "Κ.           12/
ϊ. si ■ . η ■
■■;■■
Allen den geeneii» die godvruchtig in Cér/j- Giften der
jr«i willen leeven* zoo tegenwoordige als toe- Utrcchc-
koorhende , zy kundig dat ik ^*^rtus^ by {^o^\
Gods barmh'ertigheit Biflchop van Utrecht,,de n
kerk te Luchere gegecven heb aan S. Lekuimis
te Deventer : zoodanig dat ze den Kofter, zoo
lang als Maarten leeft, op het fee ft van S. fbó-
mas
betaalen zal elf ponden, om 'er oli voor te
koopen: en, als ze van Maarten zal ontihgen
Zijn, geheel ten dienftevandeniCofter zal zijn, ·
omwafch en oli te koopen» En opdat dit bè~
ftendig en onwrikbaar blijvej heb ik bevel ge-
geeven om dezen brief op te ftéllen, en 'er mijn
zegel op te drukken. Doch indien het iemand
luiïen m'o'gt deeze dingen,die zoo heilzamelijk
vaftgeftelt zijn, te verbreeken; die moet den
Vloek der Goddelijke wrake, en ook den vloek
die door's menfcheii mond uytgefproken word,
onderworpen zijn. Dit zijn de getuigen, in
welker tegenwoordigheit deze zaken verricht
iijn; Adeïhardus Ï*roo(t van S. Jam kerk, Meefter
JVaUerus, Èver&rdus (Kanonnikken) vart S. Jam
kerk: Meefter Bruningus , Tbeodoricus: Mecs-
ter■ Rudólphus (Kanonnikken) van S. Jam kerk:
Qummarus
Koiler van S. Maartens kerk : eïi
vorder, Henricus , Sigmus , Gerbóldm D>eken,
Werenboldus de Scholaflkus, Bertoldus; Henricus,
Alteius, KijirolUS) Luidttlfus, Engelbertus, JobaH»
nes
, Landfridus , Laurentius, Lefbar dus : de
Schout fVerenboldus, en zijn broeder Èchbertm,
Conradus de lVye% en deszelfs zoonen } Conra·
das van Vier akker en τ Gritnoldus, Odwinus
, Ri*
•cbardttS) Beringerus.
$&aar toaat bat XtlCJprC
QCifc»
-ocr page 253-
**8 Oüöhbden en Gestichten
aeïeaen toare/ fteö të niet fconnen beweeme#
l^it Ben të ccfttcc te toeeten gehoornen öat;
aciiter het feafïeel €bei$&eu0 / tuffcöcn Offert
en Moeren/ een öuutt sebonoen toojo/ öte
alonö too?b senoemt. ©aat.fêoo&eÉn.to*
terölaé·, oiioeröetoeifte/ 300 öe ouöe mem
fcgliften ntelöen/ eene taft toeeoaon&en legt.
■!' ;.;'"\;;ν'^:;';\;::: ;■,£;. ;;', 1*1Ρ^α·
-κ!ι ύ
~«Κ il
De gifteh In den naame der R en: onverdeelde Drie-
^r U- vuldieheit: Gvdefridus, hoewel des onwaardig,
lrÏfche bv Gods seduld BiiTchop van Utrecht , doe
Sn
           kond aan alle Chriftenen, zoo tegenwoordige
pen
als toekomende dat ik, boopende dat ik door
«ene regelmatige beftiering der tijdelijke goe-
deren den ioor?, der. eeuwige zahgheit bekoo-
men zal, den Broederen van Peventer
i jfcft-4*
den kanonnikken van S.SJ« tnE-bumuss
meteen groote genegendheit om altijd-te be-
zitten gegeeven heb, zoo als ik ook met mijn
eieen handfehrift tot oirkonde heb getekent,
de eanfche nieuwe tiende in het landJchapSal-
iant· te weeten alles wat tuflehen den dijk, van
de nieuwe graft, en tuifchen dé .broekachtjr
ge plaatzen, doorgaans Fvrfierbruk genaamd,
fal kennen voortkomen: 't welk ik hun m*
vry en vdlkomentlijk gegeeven heb, dat nie-
mand van mijne nazaaten, geen Biflchop, ot
Prooftj of wat perfoon dat het zy, de handen
op de semelde 'tienden zal mogen leggen, ot
'er eenig recht of vorderen of hebben, dan al-
leen de dagelijkfche Broeders * dat is die m«
voorn, kwke dagelijks in eig.ri perfoonen den
dienft doen; ten zy dat 7,e met ziekte geque^
worden,, of van hunnen BiiTchop, otlroou^
-ocr page 254-
1 VAN DE VENT Eü;          tl$-
tijdgebonden zijn ·, of voor.de gemeene zake
der Broederen van huys zijn gegaan: die zul-
len alle de vruchten van deze tiende, zoo zy
beft konneri , tol; hun eigen, gebruyk beftee-
den: ook zullen ze my , en mijne ouders, in
hunne gebeden gedagtlg zijn 5 en geduurig
bidden voor de ziele van den Prooir. Gerbar-
dus\
door Wiens vöorfpïake de Broeders deze
gifte van my bekomen hebberi. En by zoo
verre iemand door een roekelooze vermetélheii
beftaan mogt de .drdohamzievan toa eene god«
vruchtige genegendheit en vrye gifte te.ver-
anderen ; óf In 1 rtadeele der gemelde Broede-
ren te verbrèeken: die zy vervloekt, worde
uyc het boek der Je venden gefchrapt : en
met de rechtvaardigen niet opgefchreecven.
Die alles is gedaan ten overftaan van bequaame
getuigen , ■ als de volgende Geeiielijkcn: Gc*>
tardm
de Prooftr\ en°deszelfs. broeder Hugo%
Domdeken te Keulen ; Hildebrctndus Abt van
S. Pciuhis klooftcr, ArnoUut Domdeken te U-
trecht , Gofelirm . Sekretarjs van't Kapitteli
Epro, Hugo, twBrunOy
Kapcllaanen , Mees^
ter fFalierus (Kanonnik) van»S. Ja.nl kerk, £»*
dolpbus Dekert van de gemelde kerk. te Dcvcn-
te!"» niet alle de Broederen der zelve kerke y
Lotharim,
en Meelter^r/slè;, Kanonnikken
der kerke van Bcfn. Dit waren de Leeken, die
'er als getuigen over itonden ■·. 'ihcudoricus Bu°°
tburfl,
en asijn broeder- fffcremboldus r:Ruderi*.
*«*, Herimannus 4 Ingelbertus de Ranta^ Bal*
&/M de R'offe
,' Everbardus van Almelo ,, A+:
hrdui van Gaveltbar
t Bertramus van Stappen^
*n 't jaar van *s Heeren Menfchwording
NCLXX, in (Je tweede indiktie,..onder; de-
^geeringe van den Roomfchen Keizer Fredet,
t                       riem;
-ocr page 255-
ι ;β Oudheden en Gestichten
rieus^ in XIX jaar van zijn Koningdom* en
het XVII van jzijn Keizerdom ; doch ih't
XIV jaar van mijne Biflchoppelijke regee-
ring. Gedaan te Deventer, in Gods naamCj
tot geluk»
nV
Gifte van In den naamé der H. en onverdeelde Drie·
Biilckop vuldigheit: Ik Godefridus, Biflchop van U-
GodefrU trecht, heb op den Heere betrouwt » indien
ik iets tot zijnen lof en glorie befchikte ontrent
de tijdelijke zaken,dat ik daar vooreen overvloei
digen loon zoude verkrijgen in den Heinel,
Dierhalve, als ik niet alleen door dit betrou-
wen aangemoedigt wierd ; maar daarenbo-
. ven noch aangezet door de vermaningen van
vroome mannen , dien het onbetamelijk en
fchandig fcheen dat de Klokluider der Deven*
terfche kerke zijnen dieniï. omtrent het heilig
outaar in een verfleeten of vuyl kleed verrich-
te ; zoo heb ik mijn werk gemaakt van de armoe·
de der gemelde kerke te hulpe te koomenj en
den fmaad derzelve kerke op drt ftuk weg te
neemen. Zoo heb ik dan de tienden, die van
het Ambacht Ilburg onder de Parochi vanLu-
tchere gelegen konnen koomen, aan de kerke
van Deventer om ze altoos te bezitten overgc-
geeven , met deeze begeerte en dit bevel dat
de Klokluider der gemelde kerke de voorn
tienden ten volle voor zijne bedieninge zal ont-
vangen; en tot het cieraad van Gods huys den
■".- '. wijn, die in 't bedienen van de Sakrarnenten
gebruykt word , uyt zijne inkotipften bezor-
gen. Dierhalve ,. op dat de geloovJge Chris-
tenen dit mogen leczen en weeren; heb ik een
' afichriit van de tegenwoordige akte laaten ma"
ken*»
-ocr page 256-
van Deventer; { ijl
,, kehj en opdat ze by de nakomelingen in ftand
mag blijven ; heb ik ze mee aanzegginge
van den ban (tegen de overtreeders) beveiligt*
Gcgeeven te Deventer, in't jaar na 's tïeeren
Mcnfchwording MCLXXVI, in de IX In-
diktie; in de tegenwoordigheit van de volgen»
de getuigen: Luthertus de Deken ; Lefhardus
de Kofter;" EngeIbert van Ramela\ Otto de Kel-
dérbewaardér; Rothericus van Deventer \ ..Ilbeè-
(kritm van Lothere
, enz.
'-■"■■
IV.
. In den mame der H« en onverdeelde Drie- Glfte van
vuldigheit. Theohrkus, Bifichop van Utrecht, fSS
wenicht aan.alle' Chriilene Geloovigen de za-CMS.
ligheit in den Heere, Om" de zwakheis derge-
heugeniflè hebben de nakomelingen doorgaans
gecne kennis van de -daalden hunner voorzaaten.
daarom is het noodig zulke dingen tebcfehnj-
vcn,.vdewelke by fcrlodp van tijden zouden
korifien vergeeten worden.' Qverzulks dient -
dit tegenwoordig gefchrift orp allen menfehen s
zoo tegenwoordige als toekomende, .bekend te
róaaken dat wy. óp het verzoek, van Uenricus on*
2en Deken van Deventer, en onze vorderc Ka*·
^nikken van dezelve ;tkd, welker goedgun-
}t!ge en aanvallige genegendheit iwy jneenig-
^?erf beproeft hebben, onder de Parochie van.
ifAVoi, tuffchen de paaien van Zwol , ,vari
withmen , en van Itterfeni{ en daar het var-v
Pet bekend is d'a| ze eertijds eenige tiendep
I. °9r de gifte. onzer voorzaaten bezeeten heb'·?
I eiï» aan S; Libxiuus kerke voor altoos- gegee*
|vcn hebben de tienden der nieuw-beBouwd^-
anderyen, zooveel e als/er, buiten gefehil zijn$?
• ' t %                           en» . *
-ocr page 257-
ι$2 Oudheden en Gestichten
én daar zullen konnen voortkoomen. En aan-
gezien wy het cieraad van Gods Huys bemin-
nen i zoö beveelèn wy dat ze voortaan op de
voornaam ile hoogtijden , naar dat de hoeda-
nigheit van het feeir. zulks vereyflehen zal,
in hun koor gróoter kaar (Ten zullen maaken
te hebben -, op dat de vertooning van die kaars-
fen voortaan tot éene geheuggenis en getuige-
nis van onze gifte ver (trekken mag* En op
dat onze tegenwoQrdige gifte onveranderd en
ongefchonden blijve, en altijd haare volle
kraeht behoude; hebben wy deczen brief des-
wegen doen opftellen ; en'er ons zegel, ter
. beveftiginge , aangehangen» En hy zy Ver-
vloekt, die zig na deezen verftduten mogt*
het zelve te verbreekén. Gedaan in 't jaar
van 's Heeren Menfchwording Μ CC VII,
in de 7 Indiktie, en zo Epakte die op het ne-
gende jaar van ont Bisdom viel: ten overftaan
van de getuigen , welker naamen hier onder
gefchreeven zijn: ReitnholdusVrao&lau $.Ma-
riaas
kerk te Utrecht, Otto Prooft van Tiel,
HenricmDeken van S.Mariaas kerk teUtrechr,
*fheod<>ricu$ van den Broeke Kanonnik van 5.
Sahaiors kerk te Utrecht, Johannes Kanonnik
van S, Pteters kerk , Gerardus Notaris, en Ka-
nonnik van £. Jans kerk te Utrecht, Geraréiu
Graaf van Are ; Otto deszelfs zoon p de Spijs-
draager Gerardus van fVeJierwoert, de Scheti-
* ker Godtfridus Heinten^ de Maarfchalk Gos-wi-
nus van Pannardar
, de Schout Geswinus f*9
Gemere
, Ecbsrtus ten Houven, Otto van Ermeb,
en Everhardm ι Ingaarders van de tienden der |
nieuw-bebvmwde landen , en zeer vcele aff*
deren,
U
-ocr page 258-
van Deventer. ïjj
                / ' v. .,' !*£■ ·,
In den naame des Heeren Amen : \^y Qtto, Gifte van
byGods genade verkoren^iffchöp van Utrecht,^» Bis-
willen dat aan alle Chriftene Geloovigen, zoo^10? 0t'
tegenwoordige als toekomende, kundig zy dat
wy gezien hebbende de behoeftigheit en be-
drukten ftaat van den Deken en het Kapittel
te Deventer \ en om de ellendige fchade en
brand der kerke , mitsgaders her nadeel der
perfoonen zelf» door eene vaderlijk meedoo-
gendheit getroffen; op dat het zelve Kapittel
met meerder vryhejt de behulpzaaeie hand zou-
de bieden , en de noodige moeite doen, tot
het herftellen van de kerk ; en eenige ver-1
gelding zoude genieten voor de meenigvuldigc
onkoften , die het uyt zijne eige bezoldingcn
tot dat werk gedaan heelt ; dat wy, zeggen
wy, met den raad van onze Prclaaten en Üienftr
luiden voor 't gebruyk van den Deken en het
Kapittel, tot een hulpmiddel voor onze ziele
en onzer vrienden zielen, aan de kerke van
Deventer in eigendom gegeeven hebben alle
4e tienden der nieuw-bebouwde landen yan
Randerziele rwar beneden toe door alle die
landpaaien, en het ganfche Rechtsgebied van
Z-alland ; en vorders in alle de plaatzcn aan
% Vecht langs de Parochien van Ommen ,
Heimis, en Nieuwilede, die t'zedert den tijd
onzer verkiezinge opgekomen en bebouwt
n ; en by onze tijden , en voortaan, ten
eeuwigen dage , zullen konnen opkomen en
bebouwt worden 5 in de boffchaadjen , veen-
enden > broeklanden, weylanden , en in alje
ve vorderc plaatzen , binnen de voorfchreeve;
I 3                         iand-
-ocr page 259-
ï34 Oudheden en Gestichten
landpaalen gelegen: zoodanig dat eenderde ge-
deelte van die tienden der landcryen» die dus be-
bouwt zijn-, of bebouwt zullen worden, den De-
ken, om'de geringheit van zijne inkorhftcn,
•zullen toekoomen : maar de twee andere gedeel-
ten .gelijkelijk onder de andere Kanonnikken
gedeelt zullen worden» om 'er den Broederen
witte brooden voor te bezorgen. H'öcfr ordb-
neeren wy dat 'er uyt de voornoemde tiende,
op ons jaargetijde zo fchellingcn, op het jaar»
getijde'van onzen Oom en Voorzaat HeerO/tt,
verkooren Biflchöp yan Utrecht , f fchellin-
gen, en op het jaargetijde van zijnen Broeder,.
Lo'dewyK* Domprooft van Utrecht, vijf fchej-
lingen» aan de Kanonnikken die het jaargetij-
de bywoonen zullen uytgekeert worden. En
op dat'dit 0s beftendig zy, en altijd in zijne
voile kracht "blijve-, hebben.wy deezen brief
met ons zegel bekrachtigt, en door de zegels
der Utrectitfche kerkefr doen bekrachtigen.
Gedaan te Deventer, \n% jaar 1*4,0, opp.L.
Vrouws Lichtmis. De getuigen waren Tbeodc*
f kus
Prooft, -Benrkus van Breda Deken , Lu*
dovicus
Domprooft (te Utrecht,) N. Prooit
van S. Sahators kerk , Rèïm*rm Prooit van SJ
Pietets kerk, Goiwinus, Plooit van S. Jans kerk
(te Utrecht:) Wulfranus Deken van S. Saha-
tors
kerk , Everardus Deken van S.» Pieten
kerk,. Gifelhntui Deken van S^jans kerk, al-
terViaal te Utrecht; voorts Stephanus de Schen-
ker , Zwederm en Henrhus 'vander F*rft, Ge
rtrdus van Ewete
Schout , Hugo van Floten,
Johannes van'Koévorde, Pelgrimus van Putten,
Walterus Rading, Siedecus Haringh
, en StepH*
nus
deszelfs Broeder, beide Ridders, en veel?
anderen. ■'". ;
■-■-■■%
-ocr page 260-
van Deventer ij£
^e feief ber -öebefifeinee/- öte ï$ baar 0a
berlemt fieèft/ | getefcent in %iü® m% m
bozere Φρηη tyizUü suïien b*a acfiteir faa*
ten: bjant tog mogten ban al te gféöï£i»p?
ioopigJEjeit öefcQuIöijgt m$m j öaae toe ηοφ .
tan| be be£iiiot>t&eit öetvaeljten,
V Ι Κ Α R Υ Ε Ν,
■■■                                       ,.. '■:■■"                          .'■',-'                                                                          ·. . . ,                                                                        ,                                                                            ',.»,... ■                                             ■, j.tse                              *..
"'■ ''"j^'l, ■'"                                                                                                                                                                   ' ' ..                                                    ,-1."■■,                                               '■.'■',                ^ .                                                                              ƒ ■                                                   -.""d
Boojt^ 5ί)ίΐ ben JtaaoMffleÖ tim©ito!g* yifanffca.
fen tOCpböegt; Οίε 3e Öe Ouden of öe Veeme
ïioembetn ®ese ïjaböen gemeene jnRomfïen /
öoci) geene ^eöenöen, %^ Jjaööen oaït öun*
«e ögsonbeiT iosettingeii / en beifcSetöe boo^
itcflteii} öetorilic.Urbanus VI. ben &8 l^?ü/
in 't btjfbe jaac ban 3911 |&mi$öom/ goeöge*
ftctirt fjeeft·
1. Wt eerfïe ©iïtarg./ te fotttm bie ftaa<$*
Michiei, toagUnbe ^oftoiibee Set Iioer:
toaae toe Öe J^iefier * Thricus van Ver-
fevekie, bte in 't jaae 1x93. oberfeben i| l
eene mfcoinfie ban ij gujöcn$ gegceberi
Ööb*                                          *              ; r . .:,
1. ^e^ïtogban^Pieterj tmetig-inïumi*
|ïe öOO| Sibertus Vander Moer, öie öeje
Mlm% örsat/ öcn ! ifeaert x ** 4<*· bet*
meerbeet i$; met ben lafï noeötan^ ban
aïïe bjpöagcn een Jitii te leesen*
3, ®e®ttoü ban be^ H;Laurentius en Bar-
tholomacui,
<®it ban $. Margareta.
4 ^ie ban ^ Maareen: ban öebjeï&e in get
^ooööoen (ber ©ebenterfeöe fcefte) Set bok
-ocr page 261-
s$6 Oudheden en Gestichten
Qtxtit aangeteBenb fïaat': Oen ι juny
iigi is overleden Gvswimts R#elandizoori\
Kanonnik te Deventer? die S. Maartms
Vikary uyt zijn erfgoed geilichr heeft.
Wm berden $obemo£r'ban ?t 5dbe jaar
i£ ftaar jaarlp^ innomen bermeerbert
bOOf Willem-de Waljcn en Jutta |vioiier»
marrê. ■;" .-*'·". ** . ·
6. *®Z $iiiarn ban &, Jan den Dooper.
f. ψ€ éiftarja ban j&.Pau ïusrbehMÏne boïgc%5
ïjet 3dbfê ^oooftoen aüereerfi gefïicijt $
ooo? Ecbertus JJ^iefier te $3anncn, A>
bertus van Hare, Ötè tOCtt &e Ö^ttteröCt!
j&iftarne taa#/ geeït'cr ben 11 i%niarg
f363. "ih'enfrrc mfromfÏen aangemaakt;
't tpdïf bOO? Öeil S5lffcöop fohanne'S'Van
Verneburg Μ t jaar 1364, Op ÖÊll JOH'
öajLiEtare, goegeaeurt ie;
$. 3?e1&i&arn ban^. Th omas? imeiië ouraarA
,"''£ tüeÜVÖclnwtis van de'h Rerkhove (de
Ccemitef io) een bnrgee ban l^benter iu
Ïjaar 1314, bpgerecfjt Ïjab / boo? ϋφ
%t\f§ 5Ο0Π Heniekinus in 't jaar 13^ HlCf.
«tuomfïen begiftigt i$. l&eifïcr Gerar-
düs Bruyns , ÉailOMnÏÏ tt <®cWltCt /
fyctft er in 't jaar iry©£ nietiUse infiom*
fïenaan gepeben böc§met οέηlajïbfli»·
ttseenelp$ iiöcö ö;k''jjöiffeirti Ïer5cn >
teeer j!e '$ömg0öag$ ban be füff erg Φ$'
bnïbigïjett: bFthjeebe '$ b?nbag$;enötë
ttiocfï eene 3idmi^ 3tjn : öe öerbe moc|t
öe$ 3aterbag£ ter geöagteinfje· ban öe f<
jiSaagb Maria 0èïee3én tóoiöënl
9, W $inarg bm bê 3|. f, Nièolaus en Ag-
- nes5 DrMft? in 't Jaar 1336. gefi«#in
Mn inftonifïcii bqo&ien i^booa-jo^nnes
-ocr page 262-
van Petenter,          13-7.
Wya, feiten ban btt$t nern *, en öpoj
hm ^iffcgop ban ïltreeijt öegeeben
fioierö. 3£e ^eeftfjeer'en- ban gutfeeit
plagten aan 't ontaar ban be3e Mtarg
eeni in öe toeeft eene jj&$ te ke&n.
\o.
Pie ban £>. Scephanus,.· aan tóeï&eigté1
iiatsg Thricusvan Vcrfevclde, öïi öe^el'^
be öesat / tot beemeeröering ban jjaare
innonafïen/ öe ï>aibe tienise ban oe goei*
beren te ffllfaröing inBarenöeïo ge0ee'
ben jjeeft.
Naderhand zijn'er de volgende Vikaryen
bygekorneii,
1. 3Ne bail m* Chriilophorus.           ,
2,  vP'ic ban te^1§*00 üoningen/ en ban Andere ,
öei| ^.Fabianus, SebaüVianus, en Lam- Vikaryen»
bertus; aan foien^ tmtaar bjeeiteïp^ie
«piffenmoeten geienen tooien*'$maan*
öag£/ '$tooenöa0é/ en'^göag^ <Pe*
3e Marg i# iti't jaar 1370. gefiiejjt en
ban iuBomften booten ooo^ Odo Rei-
nkrsz. een ïmrojeé ban ©ebenter ; ett öe
fïïci>titi0 in 't jaar T303, 'f öonöer&a0$
na %■ Agatha, 0oeögeftenrt ÖÖ03 Johaa^-
nes ^iffcöop ban tltrecïjt.
3.  3Ne ban ben ^. 3|: Klemens en iio©o>
jj&aagöeri/ bebjeïne in 't jaar i$ro. ge^
fiicgt 3|jntie/ in 't jaar i^fi. 3eftere in*
fcomfïen genreegen ïjéeft ban Johan Vry-
feei[e , een burger ban ïDebenter ι öie
5UÏï$ ugt be 0oeoeren ban 3gne obeele*
bene ijliy^onto/ Machteld van Naiïbu-
we, boïgen$ gaare begeerte geeft 0e> γ
■ baan, :<,'·'- ' - '' ' · ê
-ocr page 263-
χ3$ Oudheden en Gestichten
4* f$l iMtA ^eonardus ; öeioeliie öftt u
Jfeaact 15fp. geflicjjfc i$ ÖOO^Selekinus
ι ■ van Weftervoort {^ieffóp; en in't jaar
' 1377» oiMateröag m Φ. %. &joiib#
<0eboo#e met niftoinficn begiftigt öooj
,::;^: $^eeftetGeraard de Groot,                        f
.ƒ; ^ie ban f. $. Fhilippus, Jacobus, en Ma- |
riaMagdalena.        -                                    f
0, me ban öe biet €bameiifim en öe j|. f,
EuitaehHis , Gregorius 4 en Apoltania j' j
3ï)nöem'tjaat' 1 ;r3 gcfïicgiöoo^Dideryk
Reiniersz. een öarger ban ^Pebentec.
'7* ®e ^tog ban ^. Moeus.
                      i
8. 3Ne ban Meningen; fceujeïïie in'tjaac f
135-0. ingefïeït üpO£ Henricus Verwoei-     ξ
de.;                                        ·■ ij"                                                        f
9. &e mhüt% batl Öe φ $. Andreas, Catha-     I
rina, en Α gries,                                          j
!©♦ 3Pe ^inarn ban öc <@nnop5efe Hinöercn/
en Öe ï|, $· Dyonifius en Ba» bara; fcüien^
inftomfïen in 't jaar μ 64. beroetert 31)11
ÖOO^ Johan van Arnhem, een Öni'gCK Uflll
ii. ^ie ban öe 3|. % Bartholomicus en Wik
libiordus.
iï, ^>se ban ^· Mauritius i fajien^ ittitomffru/
al$ niet o$oot genoeg syntie om öen φι*
fearfê té onöerfjouöen / Den χ 3[anuarg
1447. bemteeröert 3tjn öao^ Geertruyd
ten Bouwhuys, te^ebentec bjoonenöe»
13.  ^ie ban öen l|. Antonius.
14.  ®t ©iharn ban öe. iv 'ittt^enö J^arte* |
ïaaren.
ir. 2We ban öen jg. tSpojïel Jacobus, en &
Servatius: öie öen t ^ecem&ec 143^*
giootes? tnnomjïen Qe%w$tn öeeft öooj
)
-ocr page 264-
van Deventer. 139
U ttlflOflÜiggeit. ban Didèryk^Willemfz*
Irorgee ban ©ebenter*
ï6. #iebanoe^ ^Anna, '$%eeren Befny-
denifle,Thomas van Aquine,eit Pancratius:
öefcjeïfte niet tien ïafi ban tyte tottMylv
fcfje 'ΜΦη bO0| Agidius Witappel e»
3gne gemalin Margareta üi 't jaau 1468.
ingefïeït $nnet Dit beeoing bat gët reegc
ban boo^elling aan öe naafïe erfgenaam
mei! $Ou6e Öïpetl/ David van Borgonje,
SBiffcgog ban ïittwïjt / geeft #jne öe*
bejïigfoig aan öe fïicijttng gegeeben oen
iS^amiarn· hóp. gn'ijaae 1491, geeft
LutgardisÈverts bt ilrïtomfÏen bergjOOti'
-en'ecuen ïafi ban ttaeeanoe're toeeaeip*
fcïJC|êiffen Öggeboegt. HeiTels Α verenk,
i éucgetiiieéfïerlian^ebentei;/ irieöe®i>
ïiarg iejï bergeeben flati/ geeft geteecgt
omse te bérgeeben oen lefïengnnn 15-18.
aan get Haptteï obeegeöaan.
17, 3£>e $tten ban öe bier geneoötiae |&ar*
teïaaren.
                                    ! '
i'S. ^le ban ,<§>. Auguftinu?.
i!9 -3Ne ban j$, Bonifacius.
zo. ^ie fran £. Radbodus.
Andere Godvruchtige Stichtingen,
!♦ €en Iterftbienfl (of benefici) ban ^ Lebui-
rws; öetoeïne boo? 't benneeröeren ban
't getaï öer üoeaalen ben α 7 Jobembec
15-62.. gefltegt i$ OOOJ Dideryk Huls; bit
get recgt ban öegeebing aan 't üanitteï
fcgohft; ©e bebefiignig ban David ,
^iffcïjöH banlltreeöt/ $'er oen r $&
betnbee in 't $elbe jaar o# geboet*
-ocr page 265-
I4@ Oudheden en Ctbstighten
■ ·». ïpj'e ban be % ï|, Marceliinus &Ï£bet7
. Mildrada |&aagb / öe bier gekroonde
Martelaarén, 't Lyden des Heere, til Öe
ftllieeöem'gfïc j^laagb Maria ;betoielfteboo;
Johan vanBuïderen, &ihati$tt <2^ebeilt£l7
ben i8,3fi!itg 1483. met bit Beding fo£#
gefïeït $ dat de bèjtttec der j>vjoebe mojï
J&iefïei· 3fln/rcfidccrcn, tyip sniffen tèn
fcöee&e ïeesen 3 UMwtm $ miaanbag^ ee-
119 3ielm$; '£banöerdag^ eene J^p tjan
't hoogte ^aftrament i en de$ 3ateröag$
eene J&$ ban Φ ■% pottin ■: en ïrnac
Bg mogt gn geen'ander ner&anmt ö^it^
ten.. <Z^e3e fïiefltmg i$ ben löjfeBjiiatgi
1486. dOO£ David van feorgonje QQetytt
' ïieurt; en de $$edejbgagep ban &. Le-
buinus Bern d w fiet ffaptiteï tot begeer
bee aangefïeït.
^ ^teban jlyCathanna: befcuetfie 'gdaagg.
booj ^. Jans g&ntgoofbing 1505:· tooty
Hendrik I^riger Btirgee ban ^ebentet/
en be^fiS guü^onm Ά leidis, gefïicfjt
en niet iniionifïen Begiftigt ί& mfApitë
be fïicljtfng moet de Be3ittec bjeeaeip$
tbee jÈtflenboen: *js maanbag^ een 31^
m$; en be£ 3aterbag$ eene $|p$ ban öc
% lUaagb Maria.
φ. ^ieban^»Anna: detoe{&em'fcjaatM4P^
met be goei^eunnge ban ben S&ffcjjoj!!
David van Borgonje., gefïicjjt en begiftigt
i$ bOO| Aleidis Dideryks dr, d,e Bangen,
tuCÖULuC; Koenraad Bangen , 'fóanoiintö
ban β. Lebuinus RerK: Goswinus/ Rei-
nerus , en Άndreas Bangen , B^Oebee^*
Koenraad een Duine en Geraard ter Brug-
ge. <^e dieHjï $aat iet; bergeef?rnge
. "
                                    ban
-ocr page 266-
VAN De VEN TE it.        .14*
ban get kapittel j enberpïigtöen^esit*
ter om tfcueemaaï ter toeefte get amptba»
φχ l^iefierfcgap te beoefenen. {<®f
04
te ïeesen;
). ®ieban g;Auguftinus: öebjeme 0003 Qet
^oeöerfejjap ban f& Auguftinus öen 18
3(ηηρ ifo8. itigefielt i$ booj eenen in*
boo^tng ban ©ebenter; en öen 21 ban
öeseïföe maant» öoo$ öen ^iffcïpp/ Fre-
dcrik van Baden 4 goeögefienrt. gigi
fïaat ter öegeebinaeban ijet ïtapittel; eis
berplsgt öen gieter em fjet ftooj b&tt
tooonen/en bier giffen (ter teeefie) naar
't öoeöbmöen ban öe leöen öe£ ^oeöer*
fegap$ te ïeesen.
6, QMj $oo#anger$ p^oebe ♦, of anöer^ öie ban
Öe %♦%. Andreas, Agnes, en Catharina,
met öen ïafi ban in 't ïfooj boo; te 3tt*
ten 5 en ioeefteïp^ ttoee giffen te öoen.
O&t$t p^oebe i$ in 't jaar ηφχ ingefieft
en ban inftomjien boo^ien ugt öe goeöe*
ren ban Hendtik Aneze fóanonnift / en
Dideryk ter Brugge j&iftari$ ban |£. Le-
buïnus fceeïi; en too^ö öooj get Hapittel
begeeben.
S(n 't jaar 15-02, öaag$ boo^ get feefï öer
<£>ntfangcmffe ban Φ. %. ^onto / geeft Hen-
drik Spiegel, met 5jjne <0emaïiiine Eva, een
iaaripfcg inkomen geffregtomöegroote hMï
te fialf 5effen öjiemaaï te Meppen ter geöagte*
Rtffe ban öe Boodfchap des Heercn.
't geiföe geeft jfÉeefieejohan Witappcl ge*
öaan om öe gemelöe ϊίϊοδ onöer öel^oogmiffe
tegen 't Sanftus, en 't opgeffen öerf ,|afïiê/
te itleppen. ®t b|ief öe$ fcapittrtei $ gete*
hmt
-ocr page 267-
Ï42 OUDHÈDEtt EN GESTICHTEfcT
ïientben 2^|taatti4Pi. let ïanbbotóeF*
tooïbmft/ inU buurt $£eteringe onberöega*
roefjie ban bcn-iteg ; en οίε ban lytt Ijaïbe tanö*
Soeö |iuïie$gem/onöer be^arocöie ban#tl.
3^oubj gelegen/ gijn geöjoon tst$^ateröagg/
bom ψφ&*& -pnbag/ jjalmen am {ptfta?
pitteï te brengen. $a f et beroepen ban m\
üatoïprn <0ob$bienfï en <0e£fïelpï|e!t 3p I
be itmomfïen tai 't éap'ttei/ en fcaii-aUc öc
fteenelpe ampten / be fmU§-Mf(t toegebo? gr,
<ën tft meene: bat be e^rfïe .opftomfte bei
fïab ^ebeiiter/ iaat bat anberen inkomt
migetee ^afte mogen fcfepen / aan oee$
Hoofbieehe moet toegefcf^eeöen bsó$c$
éaar ög meene in bat öe naam ban De flaa
afftamfïigA$ ban een ftafïeeï*D.ivons flat 8$
naamb; -'ttoeUt gier omtrent geflaan 5a! l)t&
ben: maar t'eesiemaal bergaan en berualtó
i$. Wmt nabemaai be eerfïe €f#ifttnm/ om
be ftttWtnftm dg» te toooneu/ giwrtó poow.
fïeben Isicgt bg be fietsen ftoo5tu 5 300 51311 Ut
guiten/ gelp te ^mmérilr/ te Süeef/ te
jj&unfïee iiiH^efifakn/eneïb'er^!^ geffjüifbt/
oofe alï)kt tot een flab aangrfoaffen. iWlti
geboden ooit ïjier boo^ Bebeffigt üiojD" bar '0Λ
Huris;erus ^iffcijop ban ïtteer&t f 11 $nt<&etét j
teïpljeft/-aïg ïltreeljt boo^ öe-Reenen afp:. f
ftianbt b?a|/ gevfixiaar tj$ getöeeöen jijn, gbo3ijn j
ïj&r toen "al fcgaitffen en. öoftweracn geUïfrff I
mn urn bpnb te fceeeren; en guiseti / om in
tetooouen* ,toi 3$ men lieber fcoflöe jeggen
* De Hr. McpjO Alt'mg (Notit, Germ. hf.parte 2.)
geeft e«ic andere naamredea op: want hy meent dat |
Deventer ïoo veel te zeggen is, al de Entcrflad; om I
dat Deventej de Hoofdihid is van 't eerfte of t M>#- §
#<r gedeelte van't Boven'fliftv
                               . : 1
5 ·                                                                  tNiff
-ocr page 268-
ι
van Deventer       145
batalïej fcijielp eo.-metter baart opgefoor-
üen/ en ^ebentec/ cerfï een ba^p/ boo^ ben
groten toeloop Het* be^eebelingen eene fïab
gitoojbtn »♦ »[U; tó^
©e beften en 't itapttteï ban ö^e teïi
poen ban ttjb tot tjjb betfcfieiöe insettingeii
gemaakt/ om boo^ be Hanomiiftiteti ban^e*
fccnter; enftteaan'tïtaptttel betöoijben foa*
ren/ onbeelijoubeate iwben. f&fte.tasettiit'
gen fieeft Johannes ^ΦΜ$ ban Utvtcljt op
DafcSeiöe ttjben/ naee bat 3e gemaa&t fcia*
ren/ goebgefcenet en öebefïigt; a$ in 't iaat:
i^4], op oen eerfïen tuoen^aag na g§. Maar-
rens feefï in om bjintei*: in 't jaac 134^.
'ibaagg booj Φ. %. ^onto^ geöoo?te: tn
einoelp 1361, op ,§. Nicolaas abonb. 3®g
jjcb&en een öoeft onbec 0115e öetoaemge$ in 't
toele be öemeïbe insetttngen gefcï^eeben
fiaan i met OitOpfeBiift: Boek van de inzettin-
gen van S, Lebumus kerke te Deventer.
3fn bt't öoeft fïaan ooïtbe eetienj bie booj
oen f^oofï / ben beften / be fóanonnift ft en; en
koo^èbooj be bozere iManffeii en*Sneeft*
öe&ienaarg/ mofïen gebaan tooiben* <pp ör
öii&ere 3ijbe ban flet tijteïöïab fïaat get regi^
ter bati 't geen in 't nbeft Öegreepen $♦
$algen$ een bet?b«?ag/ met be Staaren ban
®uec-pffel aangegaan / jfjab pet gemeïbe üa*
iittel omtcent om $üf ben tg& f na be inboet '
ring ber fteftymaatsfe) eene inftonifïe ban
2f°oguïben^; betoeïïsejaarfp£op^.Maar-
tens öag moefïcn betaalt tooien, ^it bec*
W/ 't toeliimöenlfaagbeft H^nngiö^,
k in 't Latijn Hebdrmadarios ; dat is die hunne
Jjcek waarneeraen ; om de kerkdienften te doeif.,
^rtaaleier,
aan*
-ocr page 269-
144 OüÖHEBÈN EN GËSTICHtEW
aangegaan foa$ / $ op ben ïanbbag Bante)
pen ben 19 J&aiart 1628. öebefïigt.
5^e penningen Brierben boo? ben Kiact^öi^
fcfjop Rovenius, acïjtecboïgen^ eene o^bonantjj
Ban ben Hiact^artög Ban ben 17 ^eö^uarg
3624, B^ provifie ugtgebeeit J®aaraÏ5oo
Be betaaiing ber gemeibe penningen in 't jaat
1633. Begon op te gouben j gebbenbeteion*
nianen/ bie be saafc aanging / ftet itoigenbe
fmeeïtfcöiift bg bej^aaten Ban<$>ber gffci i\v
geïebert:
Wel Edele Mogende Heerên Staten van Over-yffil
. Verfoucken met behoorlicke reverentie dié
geintereifeerde Geeftelicke Heeren fo teOlden*
zeel ende elders refiderende U W el Ed, Mog.
gelieve te ordonneeren ende belaften, dat ét
•2.5ΌΡ. gulden op Martini lcftleden 1633, ver4
fchenen betaelt moegen worden, nae l.uyt van
h accaordt in'sGravenhaghfr Anno 1^25. den
αφ Juny ingegaan ende opgericht ïpick nader*
hant Anno 162.8. deriip. Martii op den Lan-
dach binnen Gampen geapprobeert: fyndeeen
appendix vande generale Surchèancie der Con-
fifcatien geconditioneert ende geclaufuleert ia
die brieven vande Sereniflïroe Infante s die eeril"
mofte geiiquidept fyn , eer die generale Stir-
cheancie kofte geconfirmeerc worden, Wek*
ke Gonditier» ende Claufulen waren iiaende op
die pretenfien die vele Geeftelicke Perioriern0
te Oldenzeel Fo elders refiderende, hadden op
de Geeftelicke goederen , niet te1 .Oldenzeel
maar in geheel O.veryflel liggende (doen 1°
wel als nu } onder die regieringe van U Wel E*
Moe. &c. 't Welcke accoort om alle>oorva>\
ö
                                     "                  lende
-ocr page 270-
van Deventer. 14?
lende inconvenienten te vermyden (die ai noch
door elders refiderende Canonnbken konnen er-
ryfen) gemaket ende geaggreeert is geduirende
ègenerale furebeancie der Confifcatie
(verba fqr-
malia contra&us funt) fonder enige exceptie ^ can
geenfincs te nicte gedaan worden, of men zou-
de notelick de generale Surcheancie per con-
fifcatie mede moeten invalideren ende breken
ende fulks Supplianten niet en betrouwen die
wille van U Wel Ed. Mog. te fyn, maar ver-
wachten op defen order en bevel, dat die aiïï-
gnatie ende bctalinge tntre folite van 't verlo-
pen jaar 1653. fonder langer dilay afgegeven
ende gedaen fal worden,
Dit doende, &c.
$ocï)tan£ $ Qct behoeft met öeese eigene
töOO^H afgcfïagetl: Riddcrfehap ende ileden
kunnen niet verftaen dat de Suppliant, by de
tegenwoordige conititutie, hier inne fy gefun-
deerc. A&um Campen den 13 Marcii 1634»
©ttltapitteltoag boo^ öe^doofë&eeoetrtctt
Sanfcj) ba-ballen : en ue Ulart^üiffcjjop Sas-
boldus, oen 10 $0an 1608. uat Heulen aan
to* Ψauffeïpen Nunciüs fcfeijbenae/ geeft
ton ffanD ban bit Üapittel met öcse tooojöen
t^Kenuen: Van de Kanonnikken derKatedrale
Kerke van Deventer, die door de Nieuwge»
&nden in bezit genomen is, zijn'er noch twee*
die daar refideeren , en doen wat zy konnen.
yeze krijgen van de Nicuwgezinden zelf, die
d? goederen der kerke aangeflagen hebben, een
'°ocre inkomfte. Behalven die twee is'er noch.
een van de oude Kanonnikkcn over* dewelke
ZlQh aan de andere Kanonnikkcn, die te De-
Κ                       venter
-ocr page 271-
i4# Oudheden en Gestichten
venter zijn, niet laat gelegen zijn ; cnverfchefc
de Kanonnikken naar zijn welgevallen en voor
zijn profyt heeft gemaakt* En daar niemand
van hen allen oit de handen aan*t bedienen van
onze kerk geilagen heeft ·, trachten zy noch·
tans de inkomften, die wy den Mieuwgefcin-s
den hebben konnen ontdonkeren, in hun ge-
weld te krijgen. En alzoó zy ook het gedeelte
van deRhTchoppelijke Bruydfchat, dat riiy van
'tHof toegewezen is, begoften op te ftéeken-j
en my niet anders overlieten als den blooten
arbeid j heb ik niet alleen die weinige guldcnsdci
Biflchoppelijke Tafel wederom ge-eifcht; maar
ook de handen op de vordere inkom fïen van
't Kapittel geleit. En ik ontbood ze, om terg-
fideeretty
en deel inden arbeid te neemen, indien
zy van de goederen wilden declcn: maar nie-*
mand is'er te voorfchijn gekomen^
Üfg gaöcben U bOOte %t$tïti Waar over ik
den laatftlcden zomer breeder aan den AartsheH
tog gefchreeven heb; wiens gezag zy deeden
gelden, ®an telUoïgt g»aïtHt$: Ik vrage zoo-
veel naer die penningen en inkomften niet, als
ik bezorgd ben voor het gezag, de behoudenis-
fe, en de onderileuningevandie kerken. Doch
in alles zal ik, zonder veel tegenfpreekens, uw
oordeel volgen , hoc dat het uytvallen mag*
en, ik zal mijnen arbeid ook naar mijn ver-
mogen en krachten voegen.
                     .
Wat den voortgang van den Grodsdienft in (jw
geweften belangt; de naarftigheit derPriefterea
ii van dieuytwerking geweeft» dat het volk op
fret laatfte feeft boven verwachting gekomen
is om te biechten, en de Sakramenten te ont-
vangen: daar het te voore door de oogluyking
der Overften, en by geiegendheit van het bc*
ftandj
-ocr page 272-
, .. van Deventer.       t^f
jlahd, al begouY te verflappen. Het heeft ge-
duurige aanporring van noode,öm niet te berr
vallen] 't is rouw. en hard van aart:, daarom
heeft het deftige én kloeke Overften van noo-
de5 enz. ,
                      ·· ■,. ·;                      -; ;
Rovcnius, Sasbouts na3dat / %ttft UU XUtUt
tof Itanoniii&hctt gemaakt; en Ijrt kapittel/
Ut beröaïleri Lua3 / alöu£
hjcDccom op öe
been aeïjulpen. %n 't jaai' \6%%. fcfeeef Μ
m $t\ht
üaiHttet èe bolgen toetten Μομ
Λ':
Philippus» by de geriade van Godt en van den Wetten aais
Apoitoliflchen Stoel* Aartsbiffchop van ^fc^^f
?//>ƒ>£» , r Pauflelijke .Vikaris door het Stift van ièhrefycn.
Utrecht, en vrorder door Holland» Zeeland^
en de yordere Provinciën van Nederland smet de
voorgemeiden ψ 't verbond ftaande, als ook door
deveroverde ijrovincien vanOveryflel, wenfehc
aan de zee/ eerwaardige en in Chrilius beminde
Heeren, den Deken en het Kapittel der ICate-
drale kerke van S\ Lebuinas, de eeuwige zalig*
heit in den Heere. Alzoo wy, wanneer wy
de laatfte reize.de ronde door QyeryiTcl dee-
den, begonnen hebben ons werk temaakeh.
van de goede order in de Katedrale kerk én *c
Kapittel vin Deventer te herftellenj en 'er ee«?
nige verbetering te maakeo j op hoöpe dat ein*
deiijk de oeffening vafs den Katolijken Gods-
#enft in de ftad en het Stift van Deventer door
Oods barmhertigheit weder ftand zoude .grij-
pen; en'er die reize geene gelegeridhctt is ge?
^eeftom in de gemelde ftad een Kapittel aan té
«ellen; zoo hebben wygeoordeelt dat hét voor
«en welftarid en't nut der gemelde kerke dien-
«!g zoude zijn, den tegen woord igen toeitand
*Γ fcaken in acht genomen, het volgende by-
Κ %                      vrïftê
-ocr page 273-
λ
χφ Oudheden en Gestichte*!
wijze van provifie te ordoneeren eri vaft té
ftellen: hetWelke wy vervolgens, uyt krachté
van't Apoftolifch en ons eigen gezag, ordo-
ileejen en vaft ftelien.
Voor eerft $ gemerkt datief in de kerke van
S.Leiïuinüs twintig Kanonniksdyen en Preben-
-den zijn 5 vafi dewelken eene door denBiflchop
bezeeten word i en twee door den Deken; en
negen onvry genoemt worden; om dat ze aan
zekere perfoonen , die in de Godkunde of de
Geeftelijke Rechten, gepromoveert zijn,moe-
ten gegeeven worden: zoo verklaaren wy dar.
drie van de onvrye Prebenden aan Godtgeleer-
den moeten begeeven worden: te weeten die nu
bezeeten worden van Heer Gerardus Fogel, Lm
centziaat in de Godtgeleerdheit en Paftoor van
Lingen ; Heer Leonardus Marius , Leeraar in
de Godkunde i en Heer jEgidius Hafakker, Li-
centziaat in de Godkunde: voorts dat 'erdrie
(van die onvrye) aan Rechtsgeleerden moeren
gegeven worden } waarvan de eene t'hans beze^
ten word van Heer Pavid Manden, Licentziaat
in beide de Rechten j de tweede van Heer Mo*
deftusStephanius
, Rechtsgeleerde, en Leeraar
in de Godkunde ,* en de derde van den Heer
Officiaal; te weeten Heer Henricus vantFoteWi
Leeraar in beide de Rechten. Noch vorder
(verklaaren wy) dat de drie anderen moeten be-
geeven worden aan gepromoveerde Edelluidenj
dewelken t'hans bezeeten worden van Heer
Gerardus Brumfius\ Heer Ludolphus Bruttefw>
en Heer Éverbardus Vander Mark,
De anderen , gelijk bekend is , zijn vrye
Prebenden 5 dat is, aan geene Akademi»c"e
* eer trappen gebonden. Een van dezelven
* Graiibusy                                                           .
-ocr page 274-
van Deventer.          149
moet den Paftoor van S. Lebuinus kerk gegee-
ven worden : die in zijne eerfte intrede ge*
houden zal worden voor den zeftienden Ka-
nonnik} maar geen lid van/'t Kapittel is: hoe-
wel dat hy , als de Biflchop of Deken zulks
goed vindt, tot het Kapittel beroepen kan
worden,
                 .
Noch verkiaaren wy dat het de gewoonte is
dat 'er uyt de Prooftdye van Deventer jaarlijks
xeftien gedeelten uytgereikt worden aan de 16
oudfte Kanonnikken: welke gedeelten genoemt
worden Supplementen) *t welk als kenen zijn,
die zy van de Prooftdye moeten trekken; en
die omtrent een derde of vierde deel van de in-
kom ften eener Prebende bedraagen.
Deeze gedeelten zullen de vier jongfte Kar
nonnikken , die Prebenden hebben, niet trek-
ken; voor dat ze hoöger geklommen zijn; dat
is onder de zeftien oud ften gerekent worden.
Voorts ordoneeren wy dat de order der Ka-
nonnikken, die 'er tegenwoordig zijn,naarden
ftyl'moet gerekent worden vanden tijd af, dat
hun de Prebendc gegeeven is: maar voortaan
zal gerekent worden van den tijd af, da t ze in 't
bezit getreeden zijn; en den eed voor den De-
ken en het Kapittel zullen afgelegt hebben.
Doch als'er weer vryheit zal zijn om inde itad
van Deventer zelf te refidesren; zullende or-
donantzien en gewoonten des Kapittels omtrent
diergelijke zaaken ondier houden worden,
Zoo lang als Deventer niet weder zal ge-
oragt zijn tot den Katolijken Godsdienft ; zul-
len de onvrye Prebenden door den BiiTchop oi:
PauiTelijken Vikaris, gezamentlijk met den Vi-
caris van *t Bifdom , en de gradueele Kanon-
^kken die te Oldcnzeel refideeren, begeeven
Ê 3                        wor-»
í
-ocr page 275-
?/o Oudheden en Gestichten
worden : rènty de Biflchop in 't byzonder, of
deszelfs Vikaris, dienftig mogt oordeelen 4t
de ftemnicn van dé andere gradueele Kanon-
Hikken , die hun' verblijf in het Bifdom hou·
den, ook gehoort wierden: % welk aan hun
oordeel gelaten word.
" Dé yr^e of niet verbonde Prebenden, dieSn
de maanden van 't Kapittel openvallen Λ zullen
gezamentlijk doer den Deken en het Kapittel
feegeeven worden ; te wéeten door die Kapk·
telheercn , die hun verblijf te Oldenzeel· hou-
den. Echter zal de Biflchop % of de Vikaris
des Bisdoms , naar *f oordeel van die Kanon-
nikken mogen vérneemen· dewelken hun ver-
blijf in het Bisdom houden, en daar vooi■ Gods
kerke arbeiden; even als boven. :
< Voortaan zal niemand voor een Kapittelhcer
gehouden worden; ten zy dat hy dé hoedanig" (
heden Hebbe; die de Dekreeterr der Kerkver·
gaderrngé van Trenten en dë Qjdonantzien van
Bet DeVenférfché' Kapittel; veféyflchen $ en oat
hy tot het Kapittèl/aangenömeri zy. En voor
deezen tijd zll het Kapittel aangeilelt worden
door den Deken en de Kapiiulaire Kanonnik·
ken, die hun verblijf te Oldenzeel houden,
Maar ingëvaile Oldenzeel, 9t geen Godt ver»
hoede, nióft verlaaten wórden; zal het Kap!i"
,tél aangeilelt Worden in het Bisdom, of in ®'
rié nabuurigé pïaatze .· daar het dë Biflchop ot
Pauflelijkè Vikaris,' na dat hy den raad vanden
jDckeri of déri Vikaris dés Bisdoms ingenomen
heeft, goed zal vinden.
De Kapiftelheërén, die ter gemelde plaats
als gézegt is hun verblijf houden, en de t$®.
dés Kmitreis mét den Biflchop en 'Jen Deken
bchWelrn 3 zullen een dubbeld gedeelte m
iw
-ocr page 276-
van Deventer. ifi
ïnkomften) genieten invergclijkingevande an-
dere Kanonnikken, die hun verblijf in hetBis-
dom houden, en, aldaar met de zorg der zielen
waar te neemcn voor de kerke arbeiden: zoo.
nochtans dat de Deken, indien hy refidecrt,
uyt hoofde van. zijne dubbelde Prebende in alle
inkomtien en vervallen altijd cendubbeld ge-r
deelte zal trekken.
                                   ;
Die afwezig zijn, of hun verblijf buiten t
Bisdom houden, of binnen het Bisdom voor
de zaligheit der zielen niet arbeiden , zullen
niets genieten : ten zy miflchien de Biflchop.
of de Pauselijke Vikaris , gezamentlijk mee
den Deken of den Vikaris des Bisdoms, om
zekere reden oordeelendat men dezen of genen,
in't byzonder iets uyt enkclde gunfte behoort:
toe te leggen uyt hoofde van eenigen dienft*
of byzonder voordeel 9 dat hy aai),'t Kapittel
gedaan mogt hebben*
Niemand zal tot eenig genot van de vruchr
ten zijner Prebende toegelaten worden ; voor
dat hy in eigen perfoon of door eenen Ge-i
magtigde den eed , dien de Kanonnikken ge-
"woon zijn te doen , in de handen van den
Deken zal afgelegt hebben 5 ea daarenboven,
zijne Geloofsbelijdenis volgens het Dekreet der
Kerkvergaderinge van Trenten en de Ordonant-
?ien des Kapittels gedaan hebbe.
En vermits het de gewoonte is, als iemand
tot het bezit vaa zijne Kanonniksdy aangeno-
men word, van eenige rechten te eyflehen die
*« te hoog leppen, en de rechten der Statut-,,
te»
genoemt worden i zoo verminderen wy de*,
welven tot vijftig daalders, van 30 ftuivers het
fluk; dewelken men voor de nootwendigheden
<fcr Kerke en des Kapittels hefteden zal: maar
Ô                Ê 4                       die
-ocr page 277-
{ft Oudheden en Gestichten
die geenszins onder de Kapittelheeren uytge-
deelt of tot gaftrnaalen befteedt zullen wor-
den,
          "
Evenwel zal ieder, die in't bezit van zijne
Kanonniksdy en Prebende treeden zal» voor
een verzetje , of zijne blijde inkomfte, den
Deken en't Kapittel, ook indeczen tijd, doen
toe tellen een derde gedeelte van de voorge-
melde renten: zullende 't overige betaaleri; als
hy de vryheit zal hebben van (ter plaatze van
fcijne Kanonniksdy/ te rcfideeren.
Van gelijken als de vier jongften voortaan
tot de zcftiende plaats zullen opklimmen, en
onder den rang der ouden koomeni en als ze
het Supplement zullen trekken , in 't welke zy
meteenen brief zullen beveiligt worden: daa
zullen zy de oude rechten aan de handen van
den Biflchop, of van den Vikaris des Bisdoms,
betaalen: dat is» in 't eerfte de helft: daar nae,
als ze ter plaatze refideeren zullen, de andere
helft: 't welk op den rugge van dea brief zal
aangetekent worden. .
VoorRentmecfter van't Kapittel zal iemand
uyt het lichaam derKapitteiheeren, of eenan-
der Ontvanger, mogen aangenomen worden j
200 als de Deken en 't Kapittel het verilaan
Zullen. Hy zal voor zijnen loon, tot naarder
order, den twintigften penning trekken. Ook
Zulleji de Beamptfchrijver en de Bedienaar des
Kapittels hunne wedden en vervallen hebben»
zoo als ze hun door den Deken en het Ka-
pittel zullen toegeleit worden.
Dit zijn de Qrdonantzien , die wy geoor-
deelt hebben dat we naar den tegenwoordigen
toeiland der Deventerfche kerke moeiten
inaaken: en ingevalle daar omtrent, in't toe*
-ocr page 278-
van Deventer.;           i?Ï
koomende, iets by ge voegt, afgedaan , of veran-
dert moft worden; zoo verklaaren wy dat zulks -
niet anders ais met onze toeftemminge, of met
die van den Ordinaris , die het dan zijn tzal,
door den Deken en het Kapittel zal mogen
gedaan worden.
                                         . f
Voorts vermaanen wy ieder Kanonnik in t
byzond'er, en de vordere ledematen der De-
venterfche kerke, dat zy , zoo lang als ze
hun verblijf in de gemelde kerke niet zullen
konnen houden , echter de Goddelijke diens-
ten, én vordere godvruchtige werken, in 't >
byzonder of openbaar, ter plaatze daar ze dan
woonen verrichten; voor den Biffehop en hun-
ne Medebroederen, en voor de herftellinge
van den Katolijken Godsdienft door het gan-
fche Bisdom, ernitelijk bidden ; en de hervor-
ming der kerken den Heere van ganfeher herte
aanbeveelen. Tot oirkonde van hetbovcn-
fiaande hebben wy dit Dekreet met eigen, han-
de ondertekent , en 'er ons gewoone.lijk zegel
op gedrukt. Gedaan te Voorft by Bruffel den
iSjuly, in 't jaar ïófo.
PHIL1PPUS,
Aartsbiflchop, en PauiTelijke Vikeris.
Op het bevel ven den voorn, Aartsbijfchop , Go-
defridus van Moek , bekleedende de plaats
van Sekretaris,
De tweede Kerk.
Φε ttottttë fcerft/ bit nm garocgfeff cns. Manaas
te%*$&aagö Maria toegeimjöt t§/ fïaat ön# keik*
aan be toefi^ijöe ban β. Lebuinus fteeft. Ban
hmt
opfcomfié ïjtWm fog sanfcÖ 0^en öe*
Kf                 fc]jeft*
-ocr page 279-
i£4 Oudheden en Gestichten
fegetö j a\§ ixat Henricus, $3iffcïjö# ban ft*
ttctyi/ in't iaat izrr ot)g>.Thomas abonö/
ben 3N&en en Jet Üapjtteï ban jg. Lebuinus
magt gegeeben geeft om ugt gun getal tfoee
öequaame φ$ίβ|ϊα# tot <®naerpfloo$ aan
tt fieUen obee Φ, ï,tontöp nerft te ®eben*
tetr/ en ^/Michiels ten tr^tooL ^e
tnagt omtrent Mariaas fietït geeft * N, oen «
^eptembec r|f*» met öe goeöKeueinge ban
Cieniens Vil en Paulus 111 obetgegeeben aan
öe fiaö^beriggeit; en $ öe ojief öe3ee ober* /
geebinge getenent oen 5 ^pbemöefc 1*34·'
^ocö oe3e boojtaaaröe toierb'ee öngeboegt
öat öe pecfooh/ öie ön$ tpt öe> gar^$pe öe*
bieningen bebotert 3onöetao^öett/ ten ntfnfie
Hicent3iaat of boinomen 2&aeeliei? moet φα
in öe<éoötïjetti of tn eene bfemaaröej|ooge
^egole/ nae een fïreng onöerjoeft / gepro-
m o veert tot Eeeraar of ^icent^iaajt rn een
ban beiöe öeföecgteni en baat* % öat f&
een öeftig J^eener moefï 39η; jfeaar öe*
imjl 300 een peefoon / om öe fcpjaalïjeit öee
gjrafïoreetó innomfïen/ öestoaarïp te be^oo?
men bja$ * geeft Pius IV öe gemelöe uifsom*
fien ïöJÜuig i?£o. berbetect/ met'ee eene
toanonnin^ög en j^ebenöe ban ψ- Lebuinus
feeën b% te boegen, ©ese ^auffeipe fep* |
«ing öeh 7 december i.f%. öooj Philips.
Üontng ban «Spanje/ goeögeneurt en öebe$*
tigt. 31^at ïafien öat öe ©afïooj te öjaagen
ïjaö; Öïjpt ugt öen bolgenöen eeö/ tot Ö|%
ibelften §g beebonöen fcoieeö.
* In't Latijn is de perfoon ook achtergelaten 3
die de gemelde magt aan de Stads Qyerheit overge-
geev en heeft, Vertaalder.
Ik
-ocr page 280-
van Deventer.        i$$
Ik N» Paftoor van O. L. Vrouws kerk of£aftenec<S
kapelle te Deventer, ζ weere by deze Heilige van den
Gods Evangeliën , die ik met mijne handp^00^
lichamelijk aanraké, dat ik van deze uure af,
getrouw zal zijn aan deze kerk van Deventer^
en dat ik den Deken en ICanonnikken , die
daar zijn, en hunne yordere Prelaaten, in alles
gehoorzaamheit en eere bewijzen zal; ten wa-
re dat Godt my tot hooger bedieningen be-
riep: de voorrechten, gewoonten, en inzet-
tingen der gemelde kerke zal ik getrouwelijk
onderhouden. Ook zal'ik geene krakeelen ,
twiftcryen , of t'zamenfpanningen , tegen de,
kerkj den Deken , de Kanonnikken van De-
venter , of tegen eenig ander perfoon der zelvet
kerke, verwekken of opvatten j noch den ge-
nen , die ze verwekken of opvatten mogt »
hulp bieden i; maar ik'zal &em naar mijn beft'
vermogen en weeten tegenftaan. £00 nelpe,
my Qodt, en deze Heilige Gtods Evangeliën,
Daar by 'beJijde en erkenne ik dat ik en mijne
mzaaten uluidèn, Mijnlieeren den Deken én't
ICapittel van S. Lebumus kerk te Deventer, in de
voorn, kerke of kapelle vanO. L. V. verpligt en
verbonden zijn. Voor eer ft dat ik en mijne na,-
iaatén, die by tj j,d en wijle de Paftoors der voorn.1
kerke of kapelle van O. L. Vrouw zullen zijn,
volgens der gewoonte van de gemelde S. Ls·
buinus
kerk, die tot nu toe onderhouden is,
en t'zedert ongeheuggelijke tijden ftand ge-
houdenheeft , van rechtswege gehouden en
verpligt zijn,by't openftaan van ÖfL. Vrouws
kerk of kapelle voornoemd , de zorg der
zielen , de bewaring der Reliquien , de aan-
neeming (tot het Hardersampt) en de beveili-
ging in dePaftory van de voorn* O, L. Vrouws
Ύ '                                        tok
-ocr page 281-
\ô$6 Oudheden en Gestichten
jkerk met de behoorlijkeen gewoonelijke pteg-
tigheden van den Deken van S. Lebuinus kerk
voornoemd, die het dan zijn zal , te ontvan»
gen $ en daar by aan den Deken en het Ka-
pittel van S, Lebuinus kerk voornoemd den eed
van gehoorzaam heit, getrouwigheit, eere en
eerbiedigheit, te doen ; welken eed ik ului-
den, Mijnheeren den Deken en het Kapittel
voornoemd, tegenwoordig doe en by uluiden
aflegge. Daarenboven (dat ik gehouden ben)
my in alles en allenthalve aan uluider rechtsge-
bied en beftraffinge, als aan dat van mijne Or-
dinariireri » te onderwerpen : waar toe ik my
zei ven ook vrywilligen ongedwongen aanbieden
en hetzelve door mijnen eed, dien ik uluiden nu
over die zake gedaan heb , zonder eenige te-
genfprake of uytzonderinge beloove; zoo als
ook de andere Vikariflen van S, Lebuinus kerk
gewoon zijn te doen en op te volgen. Noch
bekenne ik dat ik en mijne nazaaten, mitsga-
ders mijne Kapellaanen, moeten en gehouden
%\\Þ de kerkelijke Sakramenten aan het volk
der Parochie te bedienen, en hunne biechtte
liooren; gelijk voor dezen tot nu toe gedaan is
ge weeft ; behoudens nochtans dat de andere
gewoonten en rechten onzer kerke , omtrent
het bovenftaande , in hun geheel zullen blij-
ven. Voorts bekenne ik voor my en mijne
nazaaten dat noch ik noch mijne Kapellaanen
vermogen noch de macht hebben om de uyt-
vaart van eenige lijken, of van wat perfoonen
dat het zy die binnen deze Stad of Parochie
üerven, in O. L. Vrouws kerke re doen, ten zy
dat die lijkdieniten alvoorens aan't hoofdou*
taar der groote kerke gedaan zijnj zoo als tot
nu toe omtrent de genen, die buiten de Stad
                fter-
-ocr page 282-
van Deventer. 157
fterven * onderhouden is gcweeft. Doch de
! oytvaart der Parochianen , die buiten 't land
fterven * en der kinderen die beneden hun
twaalfde jaar yan hier fcheiden, zullen gedaan
worden gelijk tot nu toe gebruikelijk is ge^
weeit j alle lift en bedrog omtrent het boven*
ftaande buiten gefloten. Wijders bekenne ik
dat ik en mijne nazaaten gehouden zijn de
Vefpers en Miffen op alle hooge en dubbelde
feeftdagen zoo vroeg in de voornoemde S. Ma-
riaas
kerke te doen en te zingen* zoo als onze
voorzaaten ook onderhouden hebben·, dat ik
en mijne nazaaten, met mijne Kapellaanen of
ten minfte eencn Kapellaan, als 'er nochtans
geene lijkdienften of inhalingen van bruids m
bruidegoms voorvallen, in het koor der Hoofd-
kerke konnen verfchijnen , om met het volk
te zingen en den feeftdag te vieren; ten zy dat
de Deken en het Kapittel? der Hoofdkerke my
of mijne nazaaten , om eenige wettige belet-
zeis, voor een zekeren tijdof geheel en al, yan
die verbintenifle gunftelijk wilden ontdaan.
Ook bekenne ik dat ik en mijne nazaaten, of
Kapellaanen , gehouden zijn op de hooge
feeften, Zondagen, Kruysdagen , en op alle
andere tijden, zoo dikwiis als het Kapittel ee-
nen ommegang of procefïie houdt, of gewoon
is te houden, de proceflie te gemoet te gaan»
en met wywater te befprengen. Ook zullen
wy* te weeten ik en mijne nazaaten, onzen
pligt waarneemen , met onze Miflen in de
Hoofdkerke aan 't autaar van 't H. Kruys, op
de Zondagen , Heiligdagen * Vrydagen , en
andere dagen, als zulks voorvallen zal, voor
de overledenen te zingen of te leezen; gelijk
ook omtrent het luiden van de klok in de
Hoofd-
'■■■'.'                                                                                                                                                                                                                                                                  "*
$
-ocr page 283-
ÏJS OUDHEDEN EN GESTICHTEN ,
Hoofdkerke; en om alle Zondagen, op de b%°t '
hoorlijke, gewoonelijke, en daar toe gefielde
buren, het Geloofsbegrip der Apoftelen deri
volke der Parochie van de itellaadje der Hoofd-
kerke voor te leezen: én wy zullen ons naar
den Deken en het Kapittel der gemelde kerke
voegen. Paar Üy iullen wy den dienaareni
die op 't getimmer dbr Hoofdkerke paflen 9 als Zy
Gods Woord voorttèllen j geen heletzel doen;
Noch bekenne ik dat ik en mijne nazaaten,
die by tijd eh wijle Paftoors zullen zijn, de
Hoogmifle van Chriflusï, die iri de voornoemde
S. Mariaas kerk op Kersnacht gedaan word,
niet moeten noch mogen beginnen voor het
* OfFerdeel der Hoogmifle van Chriflm (ge-
boorte) die in de Hoofdkerk gezongen; word ί
doch als het OfFerdeel van Chriflus MiiTe in de,
Hoofdkerke geeindigt is ï dan zullen, wy de
MifTe in Mariaas kerke beginnen, maar vroe7
ger niet; gelijk gebruykelijk is; En omtrent
het luiden der klokken , het beginnen van de
Metten, en 't zingen van de MifTe, zal ik my
zoodanig gedraagen, en mijne nazaaten ook) dat
de Hoofdkerk, of de Deken en 't Kapitrel, inde
Öffergiften, of de vordere kerkdienften, daar
door geen fchade of nadeel lijden. Ook zal'er
óp de Kersdagen , Paafchdagen , en Pinxter*
dagen, in de Hoofdkerke , maar niet in Mf
Haas
kerke, plegtelijkvoor het yolk gepreekt,
worden; gelijk tot nu toe gebruykelijk en on-
derhouden is geweeft. En op wat andere tij-,
den dat'er in de Hoofdkerke gepreekt zal wor-
den , als de Deken en het Kapittel zulks goed
zullen vinden; zullen.wy , te weeten , Λ en
mijne nazaaten, zoodanig preeken niet te-
* Offertoriüttf»                                    ' ' xJ
ge™
-ocr page 284-
vak Deventer.         'ι$φ
gen ïpreeken \ noch hen , 't zy diukt of indr
rekt
, door ons zei ven óf door iemand anders
of meer anderen, daar in het minfte beletzel
doen. Ook zal ik en^mijne nazaaten, mitsga-
ders onze Kapellaanen, die^ het dan zijn Zullen,
alleen iederegebruyken,loffelijke gewoonten*
en ordonamzien,die tot noch toe in de Hoofd-i
kerke onderhouden zijn geweeir, onderhouden*
Voor al zullen wy omtrent het bekend maaken
Van de kerkelijke ftrafvonniifen, als 'er eenige
moeten onderhouden worden i en vorder in dé
interdikten, die men houden moet, aan dert
Prior van S- Niklaas-bzrg en de Minnebroede·^
ren door onzen Koiter te laaten weeten; en in,
alle andere zaaken, die tot nu toe loffelijk on-
derhouden zijn geweeft, ons zelven naar 't ou-
de gebruyk voegen j alle lift en bedrog, om-
trent het bovenitaande> buiten gefloten. Noch
bekenne ik dat ik en mijne nazaaten gehou*
den zijn de twee of drie Kapellaanen, die wy
neémen mogen, aan den Deken en't Kapittel,
óf by afweezendheit van den Deken aan dert
óudften Kanonnik en het Kapittel , voor te
ftellen : welke Kapellaanen , als ze aangeno-
men zijn, gehouden en verpligc zijn om, de
handen op hunne borft leggende, aan den
Deken en het Kapittel getrouwigheit, ee-
re» en eerbiedigheit te beloovénj zullende teni
dien einde licliartielijke rrianfchap doen. Noch
beloové ik dat ik', of mijne Kapellaanen en
nazaaten, niet mogen noch moeten preeken
of leeren dat de kerk of Kapel van O. L.
Vrouw voornoemd de Moederkerk is van de
tegenwoordige ftad Deventer; maar dat S. Le~
Minus
kerk de waare moederkerk is: zoodanig
«at de andere gewoonten , rechten , en vry.
dom*
/
-ocr page 285-
i6*o. Oudheden en Gestichten
dommen van S.Lebuinus kerk in alles en allcnt-
halve altijd ongekrenkt zullen blijven. Wes-
halve ik, op mijn eigen naam en op den naam
van mijne nazaaten, my zelven vrywillig en
uyt eige beweeginge tot al het bovenftaande
en ieder van 't zelve in 't byzonder verbindej
en bekenne dat aileartijkelen, bovenvermeld,
waarachtig zijn: dies ik ter goeder trouwe, en
op den eed dien ik gedaan heb, beloove dat
ik al het bovenftaande, en ieder van 't zelve
in't byzonder, ten opzigt van S.Lehuinus kerk
te Deventer metier daad zal volbrengen j noch
, het zelve oit, by wat gelegendheit dat het zy,
overtreeden; of'er met woorden of werken,
door my zelven of door iemand anders of meer
anderen, direkt of indirekt, onder wat fchijnre-
den dat het zy, in feiten of rechten beftaande,
het minde tegen doen. En dewijl het recht
om eenen Paftoor tot de Parochikerk van de
H* Maagd Maria voornoemd voor te ftellen door
een Pauifelijken brief van het jaar 15Ã34, fa
my voorgelcezen en verklaart is, aan de Bur-
germeefters en Schepenen van Deventer is toe-
leftaan : maar het recht van de Paftory te
vergeeven, en de beveiliging te geeven , aan
den Deken en het Kapittel van Deventer ver*
gunt is 5 zoo is het dat ik , om dezelven te
voldoen , eenen eed doe dat ik de Chriftene
kudde, die mijne zorge en trouwe toever-
trouwt en aanbevolen is, dooreen ftichtelijk
en deugdzaam leven zal voorgaan ; en door het
preeken van Gods Woord, volgens het voor-
fchrift der Pauzen en de Dekreeten der Bis-
fchoppen, tot eere en lof van den Almagtigen
Godt, en tot bevordering van de zaligheitder
zielen , oprechtelijk en getrouwelijk zal on-
-ocr page 286-
ν α tt Deventer. ι e> ï
herwijzen; en al wat  vorder in de gemelde
brieven itaat zonder   ophouden behertigen.
Xoo helpe my Godc ,   en deze zijne Heilige
Evangeliën.
23ρ dit öoüenfïaandc ïjeeft gct ftaiJitteï /
ttiit$gadw0 de ftaad οίε get doo^ gemagtig*
Den deed/ op^.Jakobs dag '5704 de ijoïgende
ffirtpeleu geöoegt: i. liePaitoor(ua»^ ï.
iDjoufcüfÊ teït} zal zijn verblijf houden in't
buys dat de Paftorye toebehoort, z, Hy zal
in eigen perfoon preekeri , en de Saki amenten
aan wat perfóonen dat het zy bedienen: zulke
luiden nochtans, die befrnettelijke ziekten heb-
Iben, uyrgezondert: want die zal hy naar zij-
ne Kapellaanen mogen wijzen. 3, De 'taften,
die aan de kerke en Paitorye gehecht zijn, zal
hy vlijtig waarneemen. 4. Hy tal de goede-
ren der kerke in geenerley wijze vervreemden %
maar zijn beft doen om de genen , die ver-
vreemdt zijn, wederom te krijgen. 5*. Hy zal
geleerde, vróomci:, en y ve-rige perfóonen toe
Kapellaanen kiezen. 6. Hy zal. de Paftory j
noch de Kanonnikdy die daar aan gehecht
Js, zonderde toeitetnmingë van het Kapit-
telen den Raad niet aan een ander overdoen,
of verwiiTelen ; en de kerkampten , die aam
&em op zijne beurt vervallen , zonder zoo-
danige toeftemminge niet vergecven. 7. Hy
Zal het Kapittel en dén Raad, als zijne Pa*
troonen, alle gctröuwigheit bewijzen, t. In-
dien hy hier tegen zondigt: zal hét Kapittel,
na ecne drievoudige vermaning, zijne inkomt
»cn inhouden. $ Na zijne dood zullen zij-
ne crfgenaamen geen andere inkomften trek-
en} als die hy by zijn leven hebben moeil.
De vordcre inkomften zullen fot onderhoud
L              ^           van
-ocr page 287-
ι6ι Oudheden en Gestichten
van't huys der Paftorye, ctx van de Kapellaa*
nen» befteedt worden.
Vikaryen.
ύ ©e $inarg ban J>, Anna, Die boo^'t &&
gitteïfoan^Lebuinus nes» beegeeben too&
i. ©ie ban £. }akob: fïaanöe tec begeefón*
ge ban ben J&afïoo?·
Dan zijn'er de volgende kcrkdienllen.
i. ©ie ban j5« Catbarina: toien$ bebie*
nam; bc eetfïe JEiffe $ tooen$öag$ mrni
2* ©ie ban <$, Barbara: tnaae bie bia$ aï
te niet gegaan in't jaat i$$m taalmeer U
$5iffcjjüp de Monte 003e ten besigtigoea
3. ©ie ban't ïloogto^aturanient: beb#
fce in't jaar ι fj%> tee beegeebtnge fïonb ban
Rudolphus van Twikkelo.
4* ©ie ban 't ^oeberfeïjap bè$ ïj^ato
ment$ i tofeng öe3itter beepugt toa$ bageïp$
|&$ te boen.
5-. ©ieban't^ocberfcfjap ban &et Mede-
lijden der H. Maagd Maria; toien^ Ifeeöietiaai
aUe ^atecbagen een gïegtige ïgüügm$ öeeö*
6. ©ie ban be % ^. Anna eil Maria Mag-
dal én a.
löan be^e teb toa$ eene ftapéï geBecfitbaü
'tïtoogtoaaröig^aftrament·, bie'ec nu ba»
gefêfieiben en tot ttoee bgsonbere j)U!3en toe*
gemaant i§* 3Üan 't autaat be5cc tëapeile toag
mb een tafteïpe bienji gefrjcjjt; met W?
ïafï ban ttoee J&iffcn tee toeene te boen <*^c
fïicöting toa$ in 't jaac 1447. gebaan öooj
Hendrik Bruyns, niet beöing bat 3tjue roa0fl1
-ocr page 288-
jfe&ÉE DeVeNTER. Γ ;$ÉJ
tó éccfit éan bergeebinge 3onöen geböen» 3£>e
goebiieuerng $ 'er m 't j^iföe jaae öoo^ ï»en
^iflfcho» Radolphus öj> gegeebeu. ■ . /
<&mt tóag noe{) een ttoeeöe Kernötenfi;
tóen^eöienaaebjeefteip^ b|ie Jfeiffeit nwtft
\mm
·, te bieeten eenè γ oing^uag^ ban öe
mitïk ^tebniöigïjeit; tm* 3ielm$^b$*
bagëj en eene #ff ban #. %. I^outo öe£
*ater&ag^ 3£e3e nerftöïenff foa$ tn 't jaac
jfoz, geffoegfc en ban inftomflen toeten öo^
Geraard Bruyns.                   -^
<®t boïgenöe ö$f ban ^iffcQo^ Wfflebran*
dus,raaftt öe Degifttgtng ban eene Lam»
berts ïtaïieïïe : en / öetogl ift geen antseee
jjïaaté beginnen ftanöaaröie napel gefïaan
m ÖeDöeh / aï^ jet ï§of ber ntcec&tfcüe
^iffeöoppen/ 't tóeïn öicöt aan öe.Marms
fcet&e plagt § fiaan j 300 fjeb β gaeo gebons
ben fcen gemetëm bjséf aï&ier f è laten balgen s
W. by Gods ...genade ÖiOchöp van Utrecht
wenfehtdengeenen, diedit fchfift zullen zien,
de zaligheit in den Heere. Op dat de dingen*
die in den tijd gefchicden, by verloop van tij-
Ben niet mogen te niet gaan, maar eene be-
hendige kracht behouden; zoo nioeten ze door
de geiieugeniflen der menfchen en de getui-
geniflen der brieven eeuwigduurend gemaakt
^yorden : derhalve bcgeeren wy dat. het «11e
inenfehen , zoo tegenwoordige als toekomen**
^ï kundig zydat wyj genegenèijnde orhaan
S. Lantkens kapelle te Deventer, zekere inkom^
ften te befchikken, aan de xelve kapelle» om'
dat ze geene inkomften had, onze tiende te
^ezepe, ter eere van S. Lambert, tot éeri/
^öivere aalmis ge|ecvqn feebben , ofn van de·
h %                      Fries-
-ocr page 289-
i<?4 Oudheden en Gestichten
Priefteren der ïelve kapelle ten eeuwigen da-
ge bezeeten te worden* Want als wy op S.
Lamkrts dag met ons leger by Anen tegen de
Drenters Monden ; is bet dorp en de voorftad
van de burgt Koevorden op den zelfden dag door
ons volk afgebrandt: om welke overwinning wy
eene gelofte gedaan hebben, dat wy den H4 Lam*
hertus
eeren zouden: 't welk wy voorgenomen
hebben in de reeds genoemde kapelle te volbren-
gen, met haarde voorgemelde tiende te veree-
ren. En op dat deze dingen in hunne kracht
mogenblij ven ·, hebben wy dit gefchrift aan Hm-
riem
, den Priefter der gemelde kapelle, en aan
deszelfs nazaten , tot eene verzekering gegeven.
Gedaan te Deventer \ in 't jaar 1150. den 14.
July. Hier over hebben als getuigen geftaan;
jintonius Deken te Deventer , en het Kapittel
aldaar·, Ecbertus, Burggraaf te Groninge,#f?r-
mannus en Bernardus de Rode , Broeders, Pel"
legrim van Putten
, Burchardus van ... GoS'
isüinus
en Johannes Broeders, Les , Harthrtus
de Drenter, onZe Dienftluiden te Deventer)
en zeer vecle andere Geellelijken en Leeken,
^u$ berre ugt {jet origineel: 't melfc om
berïio2tiU0cn oer tooo?oen / en om bat δε \w
ttv§ fcfym
bergaan maren/ moegeïp urn tt
Ut&n
ma$
^et fcöijnt bat öe gemeloe kapel in tien
ïaatfïen b^anb ban ©ebentee afgeöjanöt t\\
onber gaar gimn begiaben getoeefi
Derde Kerk,
Der Je <©e öerbe fterfc / bie op ben rugge ban etnw
kerk, <iic berg gebouiut $/ban bore met een öubbeïöen
iarochf' tomi ^aöït f m m fiaar ïtó&aawtm WUP
kuk&S tuer^ bertoont/ té ben fê, Nicolaus toe^
-ocr page 290-
van Deventer.           165*
fcnöt/ en De ttaeeöe f arocpedt kg if w*
iticht
omtrent öe 12 eeume/ of eben te booee*
toatmeer ooft uot Bet ftïoofïer $aede / ög
üoesfoelö sdeaen / $o$ertrjnec Hanomiifo
Ren ontBoöen 3ijn / om öe pafïorg ban öe$e
ftedt te BeMeeöem Wt boo^oaaröen / op öe*
toelfte öefGöt ban$aede öie naöerjjanö een
f joofï setoojöen φ en Bet kapittel / na beei
itra&eelen$ ober een fleftomen 3tjn/ paan in
öen boigenöen ojief ngtgeöjuftt:
In den name der H* en onverdeelde Drievuldig^
heit, Amen. Als de beraming van een oud op-
Iitel of verdrag , *t welk om dat de partyen
wederzijds overhoop lagen afgebroken was ge-
weeft, om de vrede te herftellen door de vlijti-
ge zorgvuldigheit van bcfcheidene mannen ver-
andert wordi dan is het noodig dat men de
oude brieven, 't zy vanRoomfche Pauzen of van
andere Biflchoppen , te niet doet ; en alles
wegwerpt 't welk bequaam is om de geheuge-
nis der voorgaande tweedragt te vernieuwen 5
om aldus een nieuw verdrag te beraamen, en
door de getuigenis van een gefchrift te be-
krachtigen, 't Is dan gefchiedt dat de Kanon-
nikken van de konventueele kerk te Deventer
over zekere kapelle, op den berg binnen hun-
ne Parochie gelegen, grootelijks gekrakeek,
en langen tijd met wederzijdlche fchade ge-/
pleit hadden tegen de Broeders van Verlare,
die wei-eer tot het bedienen van die kapelle
ontboden waren geweeft : maar als eindelijk
de ontftekenis der beide partyen door verloop
va» eenigen tijd eénigerwijze vermindert was, i
«ebben de Deken en, Kanonnikken der voorn,
konventueele kerke met de« Abt van Verlare
U χ                          ca
■f
-ocr page 291-
τ66 Oudheden en Gestichten
èn eenigen van zijne Broeders in 't Kapittel
van Deventer in der minne over die zake ge-
handelt; en na dat ze de zaak aan goede man-
tien geftelt hadden, en wederzijds van 't voor-
gaande pleidooy afgeftapt waren ; hebben ze
de form, doofde goede rdannen beraamd en
vooreefteld, met eenparige ftemmen aangenó-
men; Zoo, is'er dan beiloten dat de brieven
daar die van Vérlare op fteundén verbrandt,en
de volgende form ten allen tijde onderhouden
zoude worden : de konven^ueele kerk als van
den beginne gehad hebbende het rechten
den eigendom van eene volilage ?arochie, en.
het zelve behoudende over al het gene aan de
zuydzyde van de merkt, die men doorgaans
de Brink noemt, gelegen is} heeft het vorder
gedeelte van de itad , met de dorpen buiten
de itads muuren van Efven af aan de zuydzyde
van de Venen gelegen , op deze voorwaarde
aan de kapelle die op den Berg gelegen is toe-
geftaan ι dat de Bergpriefter , indien hy van
eenigen begeert en geroepen word, zoo in bet
bezoeken der zieden, als in het begraayen der
dooden, en, als de ouders.zulk* verzoeken,m
het doopen der kinderen, alleenelijk binnen f
gemelde paaien, en niet vorder, zijne bedie-
ning zal doen,: want aan allen, die daar woo-
nen, isde vrye keur gelaatenor ze van de kon-
ventueelen of hunnen Plebaan,· dan of ze van.
den Bergpriefter gillen bezocht en begraven
worden: doch van deze harderlijke bedienin-
ge blijft uytgezondert het offergeld der vrou-
wen · dewelke , om dat ze haalt kraamerι zui-
len, zich t'huys moeten houden; gelijk ook ne
inhaalen der kraamvrouwen na haare zurv
ring; en het inhaalen der Bruyde^ommen c
<·>
'i 8
I
-ocr page 292-
VAN DeTeNTER,            »67
Dit alles houdt de moederkerk aan
Bruiden. Dit aM» najkt moec zy geme-
zich zelve·, en ù          moederkerke, .«dier,
ten. Ja de Plebaan á                    wo ^
hy van eenigen daar io                 voorfchree-
volkomevryheit MW«?^ die „ö
ve plaateen te ff^««^ waar dat
benn" begaven worden. Doch de Berg-
je willen beSMV<MJ !L„ te mijden, als of de
priefter om allef "^^L™'aaden of afraa-
konventueele kerktor z,jn gelegendheit van
den benadeelt w.erd,zalterg g
           ^
Ë,- 7ifken te bezoeken, ot ae B"'I            ,
: biedenen te zingen, ^ ^î
geftelde P^WgsSSS bemoeyen'
deuytvaart derKanonpik . ·
          waar
Doch indien .etnand van de ge » g ;
dat hy woont, tot een b*ffl'
           **j
ziele/hem fc^*****? ^verzulks',
dat mag hy m vrede ontvan e„
'^"Öee** verdeetg van hunne Pa-
nikken door deeze ve
          & ^
rochie Uiden , zal ae rric ,                kej.e
over de Kapelle heeft , alle jaarenø
tüden feftig /hellingen, „^ydenis $
eerden Zondag na 's «g|2na Pm,
fchellingen , op den eerden £on g
fehen al fchellingen, en op den «J· £
dagna de geboorte vanS^J^*»^· f
         Q
tigfchellingen, aandeKanonmlcK y          de
endat op deze ^.^^me'bet altz.lheb-
Prieder op de geftelde tijden mei u
■ben, ondeï>t interdikt zal leggen;ter ß!^°?«
t?SS? íïþ'"ç den leften ftuiver
betaalt zal hebben.
                                       Op
-ocr page 293-
ï6S Öudheokn en Gestichten
Op dat de fchikking dan van dit verdrag ten
eeuwigen dage krachtig en onwrikbaar blijvc^
hebben wy goedgevonden dat het verdrag op
twee pampieren zal gefchreeven worden? dat
het eene pampier , met het zegel van Mijn-
heer den Biflchop van Utrecht daarop gedrukt,
en met de zegelen van den Deken en het Ka-
pittel van Deventer daar aan hangende, weg-
eeleit zal worden in het kloofter van-Var-
lare: en dat het andere pampier, met hetze-
gel van Mijnheer den BifTchop van Munfteren
den zegelring van den Abt en de kerke van
Varlaré gefterkt » gelaaten zal worden in de
kerke van Deventer. Gedaan in't Kapittel van
' Deventer, in *c jaar van *s Heeren Menfchwor-
ding MGGVï, inde negende indiktie, en ne-
gende epakte, in 't negende jaar der regeerin-
ge van Heer Yheodoticus Biilchop van Utrecht,
in de tegenwoordigheit der getuigen, welker
naamen hier onder gefchreeven ftaan: Jlbertm
(5·) BiiTchop van Lyfland, die de kapel op den
Berg ingewijdt heeft : Jthannes Abt te Ver*
lare -> met zijne Broederen, den Prior Henricus\
en Waldericus : de volgande Kanonnikken van
JDeventer: Henricus de Deken, Jobannes,H^-
mannus, Wolterm , Lefordus, Antonïus de No-
taris van don tegenwoordjgen brief, Qtto,Gtf'
ïacus
, Rotgerus , Petrus', Theodortcus-, mitsga-
ders de Leeken Jrmldus van Epfc, Lambêrtus
yanJFotte
, Vïto vanZutfeen, Ludolfus de zoon
van JlverUus, Ludolfus Nikltas; zoon, Gerebol·
dus, Hartwicus
, Chrtftianus , ffrernerus, Joban*
' nes van jndi'é, IJenricus van Hervefim} en veele
imderen,
m
' .         "■■Η-*'
-ocr page 294-
van Deventer. 169
® ie öet bcfïiec obec beje feit ïjab/ boertie oen
tijtel ban f^drl becncj)te ijst J^iefïei$anipt
op be feeflbagen i en j^cefcte <0ob$ l^oojb
op bc biecboo3naamiïei|oogtijbenban5t jaas:
maacbooj bc rcfï ban ben ttjb/ bebjijï Βρ
bjic ïtapeUaanen onbecïjielb / liet gp 8*t <£ban*
geli en ben #?ee!t{loei bic Uapellaanen aanbe*
boïen,
                ^ ,
&W W™ / oie 00& ÏNfooj toa#/ toa$
getooon ben ©etten en bc föanonni&hen ban
^. Lebuinus toft ecnen eebboen; maar üm
$en eeb/ bebsiji 00 3cec geitjft toa$ aan tsm
ceb ban ben anberen ^.afïoo? / baac bobcn
ban geffeobcn i§/ snllen big flccjjt^ acjjteci?
laatcn.
Vikaryen in S. Niklaas kerk.
1. $itog ban bc 3*ben mtèw ber leilige Verrchdic
Jit^aagb Maria*                                                Vikaryca.
2. ^ie ban §♦ Jan den Dooper : tuicil^
fcebienaac ii^te J&ifien tec bjeeiic moefï ïecsen.
5. 3Nc ban §>. Niklaas.
4. ©ie ban bC $«'$. Maria Magdalena en
Martinus: bctoeiftc gefïicjjt l'$ bOOJ Lubber-
Tus Wenithof ^afioo? ban ^eïben i bic ooft
bc boojnaamfïe begiftigec gebjeefï $ geb*
öenöe jaarlpg 36 malbcccn tartoe aan bc Bs*
ttacgC gemaaftt, Pellegrim ter Brugge, Evert
Dirks, Hendrik Puys, en Dirk Hoyer, Üet'ft;
Imeejïerg / fjebben 3c bojbec niet jjec obec*
icg en Jjulpe ban be boo^naanifïen bec J&a*
cocgie begiftigt: bjeïfte boo^naamfïcü ooh bc
öcgeebing ïjebbcn: boei) 3oobanig bat 3c aan
cen &anonroh/ maac niet aan bm ^ffficiaal
ban $arlaee / moet begeeben toojben, 2$g
$cfyeft ban 300 cenen liunomitö mag 'tv it?
-ocr page 295-
ï7o Oudheden en Gestichten
inanb upt be JBeerelbïpe <0eefïeIpBetè toe
eefuuweri tooien, fee be^tte* ban be pttag
té aeftouben om tegentooo^big in Bet rooi te
|in/ en (toeefceïpg) biec juffen te ee3en,
V mt ban JL Catharina i: 'fttfytl&e ferA
jaar 142.1, o» ben bag ban be jJ.^Vidor
e» Gereon , bOO| )ohan van Okkenbroek tU
Hciiels Α verenk gepicöt if ngt be goeberen
bnn Wendela, be tpebutoe ban Johan Spren-
cers burgen uw ©ebenter. ©e bergeebing
miam ben©?ootf ban^adace toe* bocBsoo*
öanig bat 3e aan een $o#et?tr>nec ^anonmft
ban ©ecïare moefï begeeben fnqjttoi. Wtw
*ittet (bet ^ifcarge) toag geBouöen te mm
ren; §tt boer bg te bjopnen s en 4 «paip
ter bjeeft te ïeesen.
6.  ©ie ban'ti|,Kruys. 7 Alle drie met
7.  ©ïe ban 4$'; Anna. > den lait van £
8.   ©ie ban 49« Antonius. y weekelijkfche
MiiTen.
9- ©ie ban £. Georgius: toien$ be5ittes
beraïigt i$ om ttoeemaaï (ter foeebe) <0oöe
öe onöioebige #fferBanbe on te bjaagen.
10. ©e ©te» ban 't ifdogbjaarbig g>w
j ι. ©ie ban betl & Jan Evangelift.
ix, ©ie ban ben l|. Sebaftianus : bie boo?
ben 3£nor bergeeben toterb ; en ben U$itt®
berpiigte om bageïp^ jpp te ïeesetn
13. ©ie ban be % Barbara: tmm§ bestttes
ooit be ^geïfneeïbetbja£.
©oïgen^een Banbfcïjnft ban bm S3iffc&o?
jifigidius a Monte $n 'er b|ie WfotbWfdM'
pm in bee$e nerfte getaeefï: ban & Anto-
nius s ban % % Kruys ï en ban be $. jj&aa^
Maria.                                                       ■#
-ocr page 296-
yAN Deventer 171
Wv fieööen öoeö0ebontieuöefafïoo^^e»;
JgS/ 300 bede aV. te»'* *»·*
poen / ac&tel &e faeocpei'&en te ïaatei*
^Philips Boeftius, Bggenaamil Van Heipont
um ttófiPte&ttaumt gebooten m§/ %itmu
en be martf ban öen »«φ» ten Wtenter/
té * in 'fr iaat: 1*7* fafiooiban ***«««
Msetoeejï. <^^ψ^?*?ΜΆ
keviul 5eïf becfiaaït/ öeeft Βρ m t ΙιΦ m
^Chrffteliike gebeden , om, 't Geloof, de
Hoop, en de Christelijke Liefde te verkrijgen.
Sn Öe oatwt berrneïöt ÖÖ ^n "eer cn
Meefter Johan Rorïnk , zeer ervaren Genees-
heer , dewelke met een aanzienelijkc wedde
van de Stad vereerd, de geneeskunde met een
zeldzaame voorfpoedighcit en grooten lof al,
hier oefiènde/3» & mom^\tonm%m
ttit fin bat fip <^obe en <0obg Üer&e nu bet*
cm berfcfietöe plaatsen / *\$ tcSoben / tt
ixmtmml
te JEecijelen/ te munm/ en
3eèc onlang tefgutfeen en te tonden te#||
&Ué: DiëGodt met profyt zal bidden, die
moet vooral Gode gelooven : hy rnoet Gods
leevend, volmaakt, en volkomen Woord ge-
ïooven. Dat gelooven de Nieuwgezinden-
geenzins - hoe zeer dat ze van Gods Woord
rammelen: daarom zijn ze waardig, wrwijle
dat ze van Gods vervalfchte en halve Woord
* ¥y t eeii handicbrift van ^gidius de Mpnte,
t !***■-                                                      als
-ocr page 297-
ifi Oudheden en Gestichten
als tot berftens toe fpreeken, dat'ze4. midden
door herCten; zoo dat alle hunne rotte ingewan-
den uytgeftort worden, gelijk Matth. zj, en
Handel. 1. van den Verrader Judas geleezen
wórd. Maar de zoodanigen gelooven Gods
leevend en volkomen Woord; die hunveribnd
ten dienfte van €hri(l-u.s gevangen geevende,
met een Katolijk geluove alles aanneemen, wat 1
aan de Katolijke kerke van Gods wege vero-
penbaart isj te weeten in dien zelfden zin, als
de Katolijke kerk, door den H+Geeft verlicht,
het zelve verftaat. In welke zake, die van/ε
allergrootfte gewigt is, de Andersgezinden
tweemaal zondigen: ten eerlte dat Gods Woord
by hen beftaat in de enkele letter der Schrif-
tuurej dewelke dood en doodelijk is; en zich
werwaaits men wil laat trekken, rukken, ea
fcheuren , even als een dood lichaam, Oer-
zulks is Gods Woord, dat de Andersgezinden ·
hebben, niet leevend : maar dood en doode-
lijk: ook zal het niet in der eeuwigheit blij-
ven i maar door het vuur verbrandt worden in
het verbranden van de weereld, enz.
<£a tljat ïaa0CC : Laat dan een Katolijk
menfeh inditgeloove bidden ; maar niet in het
geloof of liever de ongeloovigheit der Nieuw-
gezinden. Weg, weg met een byzondcr ge-^
loof, gelijk zy dat noemen; 't welk alle Kat
tolijken als eene aïlerfnoodfte peil ten uyterite
vervloeken ; en door het welke Luiber ten
fchromelijke Satans leere in het Kriftendom
+ Dit vertaale ik zoo als ik het vinde, zonder de
vinnige uytdrükkingen eenigerwijze goed te keuren·"
En de Eetw. Schrijver heeft het ook flegts uytgc*
fchreeven, zonder zulke yerwenfehingen te began-
ftigen. Vertaalder.,
ingc*
-ocr page 298-
van Deventer.           17B
increvöert heeft. Die allerydelfte en ga-nich
duivelfche inbeelding , door dewelke iemand
als een zekere zaak vaftftelt dat hy vergiffenis
(6) van zijne zonden bekomen heeft, en ze-
kerlijk door Cbriflui zalig zal worden * moet
verre af zijn van het gemoed des bidders»
^ieraeüjne fcinsen N$ 8& ooft in JÖ^/er-
handelinge van het rechtzinnig en Katolijk ge-
loof, öetoel&e Sö in 3ijnioecnje ban Bet * ïmö*
Ben inseboest Beeft. 4£n in 50« Q&& *ot
öen ή <0eefï / f&eeftt Ög aïöu#: Laat ons
ook, zoo lang als wy leeven, zeer verre at-
wijken vanden geeft der laatdunkendheit en
des ydele betrouwens: door welk ydel betrou-
wen allerhande ketters opgeblazen, opgezwol-
len * en opgezet, de rechtvaardigheit van
Chrifius met hunbyzonder geloof aangrypen»
en zonder te laaten glyen vafthouden5 en dti£
ten hemel klimmen, om aan de rechterhand
des Vaders te zitten. Dat is een zeer verder-
felijke geeft van roekelooze laatdunkendheit en
ydel betrouwen. Hy is de Behemoth van wien
Job aan 't 41 hoofdftuk aldus fpreekt ♦ . ♦ Hy
is de Lucifer, de zoon des dageraatsvy wien de
Profeet Ëfatas met eene. propheetiilche fchers·
fmge aldus toeXpreekt* Hoezyt gy gevallen, enz.
Godt Heilige Geeft j is het met klaar dat die
een uytzinnig geloof is; 't welk de menfehen^
van dwaas uytzinnig maakt ? Het roept zelf
dat het geen Chriften geloof, maar waarlijk
een Lucifers geloof is, enz. <^e$e tl\ ÏUUt
anöere dingen itoonien getmurig tti 't gemeiDe
öoeftje boo^ ·, öetoeï&en man$ aarü te fcen*
uen geeben j en toonen öat ïjp tm ö;ifti'8
boojfïanbec ban öentöoom^üaroïpen <&3ö$*
bienfi fcja$. 't leeft Jjem 00& öeiieft een φ
-ocr page 299-
tj4 ÖUDHEDE# EN CjÉSTXCHÏÉH
beelte ban be fBanteneningen in |rjn2$oeïtjt
in te ïaffen; bie Hier. Savanarola in 3tjne gé*
bangeniffe ober ben go^faïni geeft geraaaïtt;
<Pe 2&tYcga$ï ban ï^ebenter geeft be bolgen*
be goeo&enring aan 't ^oenjegegeeben: Die
boekje behelit niets dat tegen't Katolijk ge-
loof ïtrijdig of ergerlijk zy : rriaar bevat god-
vruchtige gebeden; iEgidius de Morite, Bis-
Fchop van Deventer. <©an bolgt'en Gedrukt
te Deventer, in den gouden Bybel. Op de kos-
ten van den maakër: ert ik getuige dat ik, die
gemagtigt ben dm de boeken» die gedrukt zul-
len wordeil» te ondertekenen , dit Gebeden-
boekje opgeftelt heb, Philippus Boefïius.
5^it $eïbe béefcje ίηο$ ban Valerius * An-
dreas aï$ een biertje ban eene ojoote <$ο&
fyncgttggeit ge^eesen. $M$ 3Nbenter met
get Spfëbom öooj öe 2$ottögenooten berouert
toaéj fajterö gg genootsaafit be fïab en sijri
ampt te berlaaten ; en geeft 3gne oberige
bagen in 3gne geöoo^tepïaatse obergefyagn
baar gn ger boïft met tooo^en en tueröen
ónberrecgte.
®t ïaatfïe ©afïoo? ban β. Mariaas fterit rf
gètoeefï Henrfcus Fokking; oiebaar na get jaar
*f8j. geeft gefïaan; en te booreöe ^afiorg
ban ^ Michieis nern te gtooü gab benleröt,
©oïgen^ get 3eïbe ganöfcgjift i$ Herman-,
nus KioiTert, ban berber öerjpo#ert£neii/
in 't jaar 15-71. $>nor (en J&tfïooj) ban Jp« Ni-
klaas nerfi getöèefï.
0a get f jaar 1606 $ Johan Frederikz;.
tm fóenïfcg <0obtgeIeerbe/ ^afioojban W>\
benter getoeefi ·, betoelne ten tiyDe bön öen
* In Bifeloth, Belg. aie ook Sweertii Athenae Belg.
f Necrolog-Ecclef. Bat,               * .                        , .
-ocr page 300-
. Van Deventer.           17$·
featOÏpen <H5ob$9ienfï in &> Lebuinus k&cUC
boojüapeiïaan f»ab gefïaan* m in get*Poob*
boen bee $oIianbfc|}e nerne al§ een ultmw
motto
aebeibec ge^ee^en iaojö. % ί$ té
^ebentet gefïojben ttt 't jaac i<5$6\
$a 3öne booü 30« bë fóatolpen ban ©e*
bentec eenigen tp bebient geiöeefï boo^ Lu-
doiphus Brunefius, ban hjien toe öoben ge*
fp;oftcn gebben.
Brunefius fcöiêrö in fijnen arbeib opgeboïgt
booj Johan Zwaefke, te ï^ebenter ge&oo?
ren.
fóojt baai nae fó naar3Nbentee ΰοοφφ
tOO£ ge30n&Ên Ludolphus van Heumc, te ïl*
trecgt gebooren / en 3£icent3iaat in be (&&&
setebfieit. jEaac j$ toierö tigt De fïab ge*
bannen/ en nreeg totopbolgeu
Theodorus van Wijk, tltëgelp£ tCliltrecgÉ
Sebooren/ Stcêtitstaat in bé<0obtgeïeerbïjeit/
en&anonntë ber liateb^aïe beefce ban^eben*
itec. <^e3e Van Wijk, bie in'c rnibben bec
öaaren ban get onflutmtg ftecittempeeft een
öetroutoeStierman i$ getocefl/ ψ te <2^eben*
tecban be pefï gejïojben ben 2 <0^toöer i*j-6.
|n fjab tot tygtouligen ïjtlptv Hendrik Don*
man; öebjclfceboigen$ijct ^aoböoefc bee%ol*
tonöfcjjc fene jpeffoo? ban <Pebentei* i§ g&
toen ben 16 öMttoöer 1 <s6o.
johan Hage, bie bengemeïöett Theodorus van
Wijk in be %oof b pafïorpe banïPebentec tot
opboïgec gegeben toiecb / i$ nabcefjanb gajiooi
W ^oejt buiten Unmpfaa^t getoajben.
Otto Huberti (Hubertfe) ^afïOOJ ban ®fc=
«entec/ en be na5aat ban Johan Hage, toa£
fe Siarngera gebooeen. <&etoijl fin ί«β|ί «Pt
Set leben fcïjeibe/ αϊ| -3K0$iiter booj ben
-ocr page 301-
Ί
ÏJ6 ÖUÖHEfcÈN fcN ΟΕϋΤΚίΗΤΕ^
Bo^ft en ^iffcgop ban j^nnfïec tngenooniéii
toa^ i toierd jijn ïp met eene $tev deftige
fïaat3ie naat de tóatl^ale neen gebjagt/ en
aïdaas nt ïjet «003 begjaben
"ΦΖ ψ€ΐ ■■· * . < Overpelt , te ^Utffetl l'tl
Hïeef$and gebooren /·■ fötótf doo^ den te
fcfjop ban jfeunfïep in de plaatje ban Hu-
beui tot ©afïoai aangefieit j&aat? toen öe
jfenj|erfE|en ujat öe fïad tronnen / toierd |p
oon génootjaant te bertrenuen/en i$ te^m$
fen gefïojbem
%&αφ de 25ijTcgop ban ifcafïorie gab (in Öe
p!aat3c ban Huberu) tot ψ&$οο$ aangefïelt
Adrianus ter Lüuw ; die naderhand J^aftooj
hm ffffdfïém iöfetd; en daarobededen ïf öe»
17 jjüaart ï<5p6.
#aac op ij Johan de Groot, ren uitreed
tenaat / doo^ ben ^iffcijon ban ^tafïoric
tot öe jelbe ^afïorjö benoemt, J&aar om
de obénnagt ban ben ,$&nnff etfcgen 23ί|Τφί>
toaren beide öe^e ψφιο$ geooöf3aaht een
&tjie tijd^boo^ gcmelisenbverpck te topen.
v^ocF) a!# ^ebentfr in 'tjaae 1674. ooo? öe
jfêlumfefcljen beilaaten/ en Over pek niet öc
ï^eiteïmgen ugtgeti'onnen toa$ ; gebben U
ttnee ïaatff ε ^afiao^ Ijuiinc ^afïorg eenden
tp gewfïeïp bedient
% η de pïaat^ ban De Groot, die in öe$M$
nebeen befcoepen foietd/ $ genomen Phii'P-
jfös Menfink; die eerfï %tfivgt en daar nee
fgtefioo? bon <©tmarfnm toa$ genjeefï ΨΨ
too^ ban ^ebenter 3pde/ fyuft ön becï ba»
be 3ünöer|0e3inöen te lijden geïjad. 18$ 3i1
gem eindeïp gebannen toildert neemen; §
gn*t doo^ ï)tt dan ontblngt: en dooj den^
fcijöp ban ^aftoiie tot jpaflooj te fSmfietdam
aangefïelt.
                                       sinaoQ
-ocr page 302-
ν kfc Deventer.         ι}γ
Sim on Arnoldi, tt tfhtmtlrift geOOOUem/ ttt
U booten pafïooi te jengelen / üjterb Ui
Menfinks plaatse tot öe eeefïe ©aflocjo ba»
<®tbmttv beroepen, $a bat |g% 2. f jaateii
gcat'Beidt ga6 5 bwerb gg/ om bat 8ρ eenigé
bebeelen ban 00 $$ebtettben ht§ ixoomfcljeii
%of§ onöoo^igtïgïp u^tgeboert |aö / tipt ïtè
ftab gebannen ] en ig öaar nae jpafcoo? bati
'$ gerenberg gefcoo^oen* 3[n 3ijne glaat^/
öooj de aanjïelltrig ban bm ^oogióaafbigeii
i$m Damen, i$ genomen , f
N. Periaans, een ^tooïienaaé eti5.
®t$berre ban be eerfïe of^oofa-ïtaflorjoe i-
foaut ©dieriter / gelp baben aangetoe3en i$/
ïjuft
meer a$ eene p'a&cp%évi gegab. "®z
tixmbt
J&afiorg i£ ni^gelp^ aï ober lange
jaaiien aan genere ,3|aröei*$ / met boiftomen
faffoo^reefjt/ opn.eb?agen. éoo # Regne- .
rusKreipcrs, te 3&ebenter geboaren/ en %U
tüitsiaat in δε 4frii>ftttnbc / tm tgbe bait
Theodorus van Wyk , 30α een ttoeeöe ψαρ
toör getoecfl. %$ geeft tot opbo!ger$ ge*
Wojterus Wigger? , te ^&^ttimU nVt
faiï& ban (Cfoent gebooreu; hit öe gemeföe
©afïorp beMeebbe ten tijbebanOitoHuberri *
tn ta*£ jaar 1673,. geiïo^ben i§. $
Wilhelmus Haflink , te &WÜétl geööO*
ten/ en3.
D· Voorn 5 bie baar ttae 000;? ben Sfo'ffcgop
*?aa j&nnfïec tot J&afïooj ban belten/ bgt
«ebeïaar/ aangeftdt toierb.
Kornelis Groenendyk ,' nabcrgailb t£ ftöti*
Saterhjonbe berplaafft                               .
Wilhelmus van Metelen j!j etll fSmfietbam^
gjp naberBanb ψφη te ^aïfse rn$joefó
-ocr page 303-
1)8 Aantekeningen op öe
ώι'5^1/ Buiten ^tooi} baau ijjg oberieben ff
ben 50 $&aart 1695-,
Jöhan Meyer, U£t be gaïtl in $O0gil!gt$
ïantï ·, bebieï&e buiten be fïab gegaan spöe om
He paafcpommtmie aan 3911e fctaapeii öaa
Holttifcgate te öebienen/ omtrent öen nacjjt
tn *t jaat 1684. boo? eenige guaabfmtftgen
fcgeebelp om |aï^ f| geb^agt. ^aar Ojp i|
fig/ met oojiof mn be ffaöp ODériggeit/ 3éer
ffateip in be ïgooföteft begjaben,
Chrittophorus Verheye , té ^llimenl φ .
Sooren: naberganb ^afioo^ in be#mïanöem
Johan Schonebcek , te föotterbam geïioo'
réni bie nabeéganb tn't ïanb ban te-$0e$
|eeft gefïaan/ en tegenbjooibig ©afloop $ te
3Smfierbam. . '»'
Johannes Chriilophorus Sourhuis, te <éflt*
merin gebooren/ tegenfooo^biij ^afïooj te
iClnmaar.
                                             f
i^egenhjoo^big fïaat be3e$)afiorn opem öev
töjjïbe fïab^ #beripgeit geen tioeeben f φ
tooj booj be fïab bil geboögen. ®t $e$*
torn ban Hoïmfcöate / buiten be fïab / Die
öooj ben tbK0benpa|ïoo^ ban ^ebentecjjföot
bebient te tuo$*n/ i| in get jaar itfp$. Be*
geétféll aan johan Staal, !U géfc &0£U 3MP
gebooren.
3N gaflooj ban apebenteé geeft ban oti&?.
get recgt om ttoee beugen in get ftoliegie Dec
3£aurent5taanen / te fóeulen / te bergecuen:
onber brt bebing bat be inboorlingen ban ®#
benter ben boo^rang moeten gébben.
Α Α Ν TÉ Κ È Ν ï Ν G E Ν.
■ ■ *
τ. Ik a&l' hier voor den Leexer, <ïie in onze ψ\
ken niet genoeg bedreven is, met korte woor
-ocr page 304-
|',.; ι',, '■ BeSCHRYVI^G. .V^N ÖEVENTEi:           ify
«β icekenen dat het recht van een verkooren Bis-
fchop te beveiligen den Metropolitaan of Aartsbis-
fchop plagt toe te koomen. In 't eerfte « hadden
d'er de andere Biflchoppen, onder het zelfde Bisdoni
béhoorende, ook iri te zeggen: maar'het volkomeri
recht is wel haait aan de Metröpolitaanen alleen ver-
vallen,- dis omtrent de tsoojaaren in 't bezit geblee-
ven zijti. En volgens den Heer van Effen is het dè
leering van alle Kanoniften dat een verkooren Bis-
fchop, volgens het gemeene recht,van zijnen Aar'w-
buTchöp moet beveiligt worden. Nuisdevrage, hoe
dat de Aarts biflchoppen uyt het bezit van dat recht
als geilooten zijn; en de Pauzen in't bezit gekomen
van alle Biflchoppente beveiligen. % b Ekkws
die zoo vermaard is door zijne gefchriften tegen M.
Luthsr;
flaat 'er verwonderd over ; en weet de rei-
den niet te verzinnen, hoe dat het mag bygekomeri
ï'jn dat alle dê Biflchoppen i-voor al die van'Duits^
iand' hunne heveftiging te Rome haaien. Miflchién
is dit de reden , zegt hy, dat groote, magtige, cil
Hooggéboorene mannen , tot Biflchoppen gekqoferi
2i|nde te groots waren om hunne Mêtropolitaa-
jen, die fomtijds van flechter afköirifte v/aren, om
«e beveiliging aan te fprceken, Dk kan aan fommige
üiilchoppenrde gelegendheit gegeeven hebben, om
nunnenMetropolitaan voor by te gaan \ en hunne
nevettiging van Rome te haaien : doch dit c gaat vas*
lm' gel'^k aIS de verSeeWngen der kerkelijke
«nptfh, en de berioemingert tot de zelven, in de
veertiende éeuwe door de Pauflelijke fcefervattzien9
«ie toen hasre volle kracht begoiïen te. krijgen, ge-
noegzaamaan den R, ^toel vervallen waren?, en de
weg-voor.de Kantmjke verkiezingen -gefloten was;
acf zeg ik, het recht van de Biflchoppen te beves-
«gerijden Metröpolitaanen toen cok op zoo eené
hebben0"!0?60 ''* ,H,et/cheen 00^ënigen glimp te
«af »r
                  ' a,s r hemz0° Stegen quam,ver-
fchon *!? °e '* *nder B{sdom : ïoude ïoo een Bis-
bul' · d00r den 'Pacs-iclf aangeilelt.-was', ge-
. ZIJn geweeft, de beveiliging van zijneii
ί LibiieC[ Van.'Eii,cn in Jus Can. paït. i. tic,, cap, u '.
Ma                   Métro-
ι
-ocr page 305-
ito          ÁÁÍÃÅÊÅÍúÍâÅúß 6 f DE
Metropolitaan te verzoeken? Daar door zoude de
PaufTelijkeachtbaarheit, zoo als het uyterlijkfcheen,
gehoónt lijn geweeft, ïk lal hier noch byvocgen
dat de ïtoomfche Pauzen altijd niet gereed ftotiden*
öröde beveiligingen te geeven j en zich fomtijdsaan
de verkiezingen der Kapittelen niet weinig kreun-
den. Ik heb er elders al van gefproken: maar zal
het nu noch naarder bewijzen, De Domheerenrfvan
Gmfna hadden in 't jaar nSr eenen AartsbuTchop
verkooren : maar de Paus Martinusll wees denver*
liooreu AartsbiiTchop af, en gaf die hooge waardig*
Heit aan eeneli 'Jacobm Stawca,
De Aartsbiflchop van Ments, die in 't jaar é$45·
door het e Domkapittel van Ments verkooren was*
en by CUmensVl om de beveiliging quam, koftgee-
ne beveiliging bekoomen ; of hy motft de verkiezing
van 't Kapittel verzaakeii, en van zijn recht afifcaan.
Toen wierd hem die waardigheit, als of hy 't min*
fte recht niet gehad had , door den Paus op nieuw
gegeeven. Daar won de Paus dit by, dat dit weder
tot een voorbeeld van ïïjne magtin het begeevenvan
alle kerkampten verftrekte: maar de Biftori-fchnjver
voegt'er by dat de voornoemde BhTchopom die reden
by zijn volk ongeacht bleef en geene kleine ftribbe*
lingen uytgeitaan heeft. Het Bisdom van WratUla-
vie, in Polen, was omtrent het jaat 1376. open ge*
vallen; en daar was ook al een keur van een nieui
Wen Biffchop gedaan. De beveiliging moeil alleene·
lijk noch gegeeVen worden: maar die wierd 7volle
jaaren door Gregtr'ms XI opgehouden. De reden,
die van dat ophouden f gegeeven word, maakt ø
zaak noch erger: want de Pauffelijke Legaat zoude
alle jaaren, tot dat 'er een nieuwe Biffchop aange-
flelt was, 8o©o dnk-aaten bedongen hebben.
Omtrent het jaar 1377. was het Bisdom van L-u-
bek open gevallen, en reeds een nieuwe IW§ö2R
door het Kapittel verkooren. Maar Gregoriui %M
liet den verkooren Biffchop ioopen , en begar ý^
Waardigheit aau een Monnik, die ook in hei be*!
d Crotwerus ad faunc arin.
« Munftcroe lft>. *♦ Gofmtgr.
f Cromer. Hiftoré Polen, ad ann. iyfmk
g Abbi Krantzws in Wandalia , lib, 5.
F
-ocr page 306-
Bescbryving van Deventer^ ι Bi
gebleeven is. Wat zoude de eerftegedaan hebben?
't Was genoegzaam eene wei geworden dat de Bis-
fchoppen, eer ze iets beginneo koften, ja de minite
liiffcho^pelijke magt hadden, door den Paus moften
beveiligt worden.
Maar de Monnik , in zijn Bisdom gekomen,
wierd 'er zoo wel van het volk als van de-Geeöe-
lijkheit met fcheele oogen aangezien; en kon de ge-
negendheit der menfchen niet winnen. Als hy daar
by bevond dat de Biffchop over het tijdelijke van
de flad niet te zeggen had, 't welk hem anders wijs-
gemaakt was, pakte hy zijn bagaadje; en zag het
Üisdom van Mehen te krijgen. Zoo heeft NicolausV
h
het Bisdom van Trieft, en naderhand dat van Se-
ae, aan 2E,ne*s Syh'ms opgedragen, fchoon dat 'er
al een ander op beide de plaatzèn door de Kanon-
niken verkoren was: en beide de laatftenvdoor de
Kapittels verkooren, mollen ook achter liaan.
Maar 't is den Pauzen altijd niet gelukt, de ver-
koorene Biiïchoppen van hunne waardigheit te ver-
fteeken. Het Kapittel van i Krakouw had een nieu-
wen BiiTchop verkooren., en de Paus, had een an-
der benoemt: na, veel hafpelens, en door het toe.
doen van 's Konings voogd, dreef de eerfte boven.
Zoo ging het te k Wurtsburg ook; daar het Kapit- *
pittel ook eenen BiiTchop verkooren had, en de Paus
«en ander in't bezit meende te ftellen. Te Eifted,
daat het zelfde /voorval was, köft men zoo ligt tot
geen einde koomen: ieder party üond op haar ftuk ;
en had haare voorftanders. Dus quam men tot een
verdrag : BerthUus\ die door den Paus aangeftelt
Jfas, zoude het beftier over het geeftelijke en tijde-
hjke hebben. Albertm, door het Kapittel verkoo*
ren, zonde den tijtel.van Biiïchop voeren. :■■·?.■
Pim ti, londer; najde verkiezing te wachten j had
het Bisdom van Verona aan eenen Annuiim begee-
venm: maar.de Venetïaanen hebben hem van de
hand geweezen. Ook had by eenen Bemardm Boscus^
? Gobeilin hb, r,......
' Ciomerus ux fupra.
f ^Khrgcmiamüs ie Chronic*.
«eor· Reb^offin Chimito*
m
^etr, Juftinj^n, liU. 13. de Rcb, Ve«ett
Μ *                           uiê
-ocr page 307-
iSi Aantekeningen op de
die een deftig Rechtsgeleerde was, het Bisdom vat
Gergenti in Sicile begeeven n% maar de Koning liet
hem in't be7.it niet komen.
Sedert dat de Fauiièlijke beveiliging den Biiïchop»
pen als noodig is geworden $ is de gewoonte hoe
langer hoe meer opgekomen dat de Biffchoppen
hunne opene brieven aldus beginnen : ik N\ by
de genade van Godt en van de Apofioliffchen Stoel Bis-
fshop van zoo eene plaats
, enz. Die dat tegenwoor^
dig zoude weigeren te doen, zegt zeker « Schrijver,
ïoude gevaar loopen van afgezet te worden; als ot
hy den Paus voor zijn hoofd niet wilde erkennen.
Naderhand is de vryheit der Pauzen', om de ver-
koorene Biffchoppen te veritooten, door wederzijd-
fche verdragpunten beteugelt enz. Waar over, be-
halven meer anderen , de Heer Van Efpen ter ge-
melde plaatze kan nagezien worden.
%. Van deczen drift om de oude kerken , hoe
fraay dat ze waren , af te breeken, en nieuwe op te
bouwen, heb ik elders ook gefproken.
3,  De Schrijver van die Aantekening behoeft hier
van geene onoplettendheid befchuldigt te worden:
Ik heb ρ elders getoont dat het voor dezen de ge-
woonte of een ioort van een mode was, het getal
van duizend , of van honderd, of fomtijds van bei"
degaar, in de jaartekeriïngen achter te laaten, By
voorbeeld , in de plaatze van 1433. fchreef men
133 , of 4j3; en fomtijds 33, Dan mort de JLeezer
naar de achtergelaate cyfergetallen giffen: en, ótti
*er uyt te komen, de omfttndigheden te hulpe Dee-
rnen.
4.  Dat de Prooftdy na de dood vmGeraard Hei»l
door den Paus vergeeven wierd , had zijne reden.
Hy was te Rome geftorven ; «n daar legt eene wet,
door f Clement ï V gemaakt , dat alle Bisdommen,
waardigheden, perfonaatfebappen , en alle kerkampteti,
hy den Apoftoliflchen Stoel *pen vallende, voortaan don
niemand anders zouden mogen of kennen vergeeven nsjor-
Φη als door den Paus.
Deze Refervaatzi word veer
e lbid,
• Miclu RoniTel Hift» Pontif. Juris Jib. 2. capf
f Zie Ou»Jbe«Un van NeordfaeUaetl.
f Oonu van Efpen part» 3.. ut. 33, cap. 3»                     ,
-ocr page 308-
BeSCHRYVJNG VAN DEVENTER»'           l8j
foachtiger en fterker gehouden , als eenige Jtefer-
vaatzi:
om dat , 200 als fommigen dat uytleggen,
de ccrbiedigheit der plaatze, daar de Apoftolifiche
Stoel geveftigt is, zulks vereifcht. Dit is de reden
ook dat deze Refervaatzi in de Kerkvergaderinge
van Bazel , en in het bekende Verdrag tuflcheti
Leo X en Franpu I , in haar geheel gelaaten is j
daar andere E^efervaatzien afgefchaft en vernietigt,
zijn. Paar. zijn evenwel voorbeelden van Spaan-
fche Koningen, die den Paus, over zulke ampten,
geen voogd begeerden te laaten. Henrkus, Ko-
Jiing van Kaiiilje en Leon „ had den Biffchop van
Leon voor Gezant naar Rome gezonden. De Bis-
fchop itorf Jer.; en Pius II, op het gemelde rechc
ileuncnde , begaf het Bisdom aan een Spaanfchen
Kardinaal Joannes genaamd. De Koning, r die zijn
recht van. benoeminge geene paaien gefielt wilde
hebben , " was niet te beweegen om den Kardinaal
bezit te laaten neemen ; 't welk groote onluilen
Juffchen den Pausen den Koning veroorzaakt heeft.
Ik zal hier noch byvoegen , 't geen echter bo-
ven beter te pas zoude gekomen zijn , dat j'Stx-
tus
IV ïn'*t jaar 148*. het openftaande Bisdom vaa
Cuenca aan zijnen Neef opgedragen had, Ferdinandtts
en ijtbella , die zulke een aanftelling voor onge-
rijmd hielden, fielden d'er zich met alle kracht tegen ;
en deederfvertoog op vertoog. De Paus ging met de
^ake voort: zonder meer «a 't eene vertoog als 't
andere te JuiQeren. Ferdinandus zond bevel aan
a"e Spanjaarden , die te Rome waren , van het
Pauffelijk gebied te verlaaten 5 en dreigde den Paus
pw een Kerkvergaderinge ; deed den Pauffelij-
K.en Legaat gevangen zetten. De Paus, met andere
moeyelijkheden bezet , molt het werk laaten iiee-
Kcn; en van zijn recht, zoo goed of quaad als her
v'oor die reize was, affiand doen.
S' Albertus , Btifihtp -van Lijfland enz. Iemand
7r ni'ifchien denken dat deeze Alhertm flechts een
t,jte!voerende Biffchop·* van Lijftand, zal zijn ; te
mtCT om dat hy te Deventer, zoo verre van Lijfland
a') als getuige over den tegenwoordigen brief heef^
* pobcllin. lil». 4. Coniroentar. Pii 1 I.
Mich. küufic! iib. 2. cap. C,
Μ
ge.
-ocr page 309-
V :'                                                                                 ·■ ''÷
,Àö Aamtekenincin op, âå
geftaan ; en dat Lijfl&nd, op dien tijd, voor't gro.otr
Üe gedeelte noch, Heidenich was. Maar ik vinde by
Aib: t Krantzim dat Lijfiand omtrent dezen tijd in*
derdaad eenen Biffchop heeft gehad, die den naam
van Albertus voerde. Staat dan te weeten dat ganfch
Lijflatid, volgens, heffchrijven .van. Krant&ius, om-
trent het jaar é ióo nochHeidenf^h wes.Hiet lang voor
't gemelde jaar iioo, zoo als deze}v e Krantzius ver-
haalt, is Meinardus, een'godvruchtig Prierter, in't
gezelfchap van eenige koopluideu naar Lijfland ge-
vaaren. Maar uyt Am. í Lubecenfis en de Kronijk
w der Duyifche ürder'bjijkt klaaclijk dat-hy al om-
trent het jaar 1160. derwaarts getrokken is. InLijf·
land aangekomen heeft hy'ereen hutje opgeworpen,
en bleef 'er met eenen knecht woonen. Na dat hy
de landtaal met groote moeite geleerd had', begolt
Jiy het volk in den Ê rillen Godsdienft te onderwij-
zen. Godt zegende zijnen arbeid; hy kreeg by-v.ee-
len gehoor; en had 'er metter haaa een kerkje ge-
bouwt. Hy wierd door den Aartsbiffchop van Breme
tot Biffchop van Lijfland ingewijdt ;en deed al groo-
teren grooter voortgang. Amoldus van Lnbeek%t&
het ook dat hy door den Aartsbiffchop vaifBreme
tot Biffchop ingewijdt is: maar volgens anderen zon-
de Paus/» ocentms'i I hem Biffchop gewijdt hebben.
Hy veftigxl'e den Biffchops Stoel ter plaatze daar de
ftad Riga naderhand: is gedicht; of lieverpm daar
door aiiengskens tot eene Had. begon aan te wallen.
Als Metnkrdus 'm 't jaar 119?. .overjeden was ; »
Bertbolaus, een Bernard.y.ner/Monnik , in zijne plaat'
ze Biffchop geworden, BwthuMm, door wat geelt,
gedrevenweel ik niet, ismet.eén.'grpoten hoopKruys-
vaarders, die, door 't ophouden van de Jeruzalem-
fchekruystógten overal als op avonteur liepen, te*
een de ohgeloovigeLijflanders-.gewapend opgetrok-
ken. Maar hy ging op een ongetemd paard zitten,
'iwelk h,em midden onder de: vyan.den bragt; aa«
hy vliegend doodgeilokènwrerd.
                           ..
Toen is stlbertui, daar wy nu van fpreeken.» á
"'0 Wandal, lib 6· cap. 9'. & ió..."                     :|9,
„ Arnold, Lebec, in Cjuon. SlhVor.                  .
w ÉÊøõÁ Dwisburg ia ChroA^tuif F§*«1 f·    Vlüc
ieech ad Duisb. pag- 115.                                   - ã0^
-ocr page 310-
BEfCinYViNe van Deventer.          if|
ie voore Kanonnik van Breme was , en,over den,
«melden brief als getuige heeft gedaan, door Paus
Mexandtr lil en den Aartsbifichop van Breme tot
Biffchop v^n Lijfland aangettelt. ^lbertns, waar-
fchiineiijk meer van den degen, als de predikaat-
zien verwachtende, volgde zijn voorzaats yoetüap-
pen * ja bragt het * zoo verre dat 'er door den Paus
een kruysvaart met een vollen aflaat tegen de onge-
lovige Lijflanders afgekundigt wierd. Flux zag
men Aartshartogen,Graven, Biffchoppen,Ridders,
ontallijke krijgsgatten, ja koopluid<?n, en allerhan-
de (lag van volk, de wapenen aanfcjv.eten, en ter
kruysvaart optrekken, 't Wierd voor een ipeelreisje
aangezien: en men had noch vollen aflaat toe. Een
fpeelreisje, ïeg ik : want te voore, om zoo eenen,
aflaat te winnen/, rooft men over de zee naar't H,
Land vaaren; en langen tijd van huys blijven. Lijf-
land was veel dichter by ; en de aflaat in den tijd van
een jaar gewonnen. Want .^Ibertus, op .dat de,
menfchen dat oorlogen niet moe zouden worden»
onderhield dit gebruyk als een vafte wet : die een.
jaar geooriogt had, wierd weder naar huys gezon-
den: daar quamen toch andeten genpeg in, de plaatsj
t)ie dus naar huys gekeert waren ; kofteu hun wa-
gentje wederom vol laaden: ik meen, hun gemped,
door 't opvolgen van hunne luiten , bezwaaren»
Dan koften zy wederom een tochtje doen, endoor
het winnen van den aflaat, alle vuyligheden van hun.
gemoed veegen. Alkrtus heeft de Biiïchpppelijke
waardigheit den tijd van ^ojaaxen bekleedt; en het
gemelde gebruyk ook 30 jaaren onderhouden: waas-
door, zoo als dezelfde Schrijver getuigt, deKritte-
ne Godsdienft in Lijfland zeer voortgezet is.
Daar waren'er ook genoeg, die op't eindevan hun
jaar niet weder naar huys lieerden. Ja veelen van
die Chriftenen, dpor zucht voor 't geloove gedree-
ven, hebben eene Ridderlijke maatfchappy of ge-
nootfehap,' onder den naam van y Zwaartbroeders,
opgerecht \\ en zich zelven verbonden om altijd te-
gen de ongeloovigen van die geweften t,e oorlogen.
* Krant2,ius ibid.
9 in 't Latijn Milites enuFeti.
\ Zie Kraatz. ibid. Arnold. Lubcc, % 7. ca?.. 1.
Μ 5               .            All-
-ocr page 311-
l|0 - Α Α Ν Τ E Κ E NI Ν Ο Ε Ν Ο, Ι» · Β Ε
Anderen * beweeren dat die Riddèr-örder door,
Mexander 11 i opgerécht, en den Biflchop Albertus.
voor een foort van hulpbende toegeyoegt zy. Deze*
Order, om 'er dit by te voegen, heeft maar twee
Öpperkommandeurs gehad, V'inno en Ifülqmnus. Na,
de dood van l/olquinus hebben de Zwaar tbfoeders of
Zwaardridders, om dat zy het veld tegen de vyan-
den niet houden korten , zich zelven pp het fterk
aandringen van den Biflchop Albertus 'met de Duyt-
fche Sudderen vanPiuyiTen vereenigt: daar Folquinus
m
tij η leven al over gearbeiöf had," V'
Voorts heeft de Bfffchóp Albertus de ftad Riga
allèVeerft bemuurt, en *er ook eene kerk gebouwt»
Wat de Lijflanders belangt; die hebben met hunne
bekeeringê, haar het tijdelijk gèfprokei| s hièt veel
opgedaan. Te voore waren zë woeit » dom, en
onbedreeven ; maar vry/ Chriften gèvyor*iêö, of al-
thans eenigen tijd daar na, wierden zèvajtï hunne
Chriftenè Üverften en Heeren gedrukt en gëperftdat.
het een gruwel om te hooren is. De MusltÖvyters,
200 als als Krantziusb op een andere plaats ver-
haalt, hadden een groöten flroop inLijfland gedaan,
en eene meenigte van'menfchen weggevoerd, om
by hen in eene ellendige'en uyterfte ilavernye te lee-
ven. Maar zegt hy vorder > zy badden '* met veel|
fretcr in bun eigen Vaderland : want daar wierden ze
*o| als bonden gehandelt; en mogteni nauwelijkshunne
hefomfle aan zemelen hrood' eeten. Zoo ferjfën ben
hunne Q verft en het zweetten Ucha&m' uyt
, zolder te
denken dat het menfehen zijn. Onze b&hden hebben 't ge·
makkelijker als bet hoeren -volk van dat landfehap.
Hy had « te vore al verhaalt hoe dat de Eftlanders,
die onder Lijfland hooren, om die zelfde reden tot;
cetien opftand gekomen waren. 't Was al eenigen
tijd geleden dat ze door de Duytfche Ridders ge-'
éwongen waren om het Kriften geloo£ aan te nee-
snen ·, en met eene, 't welk miffchien het voornaar»-
fte ïnzigt van de Ridders was, onder hun gebied te
Haan. Zy hadden onder die Ridders zpp eene el-
lendige en bedroefde flaverny uyt te ftaan, dat^te
■y                                                                               ■ ..                    ■■■'-. r · Ί                                 f*·
1 λ Vade Hardkeoch ibid.
b
Wandalisclib. ij.cap. 21,
wandal, lib. 8. op 28=
ge-
-ocr page 312-
Beschryving vak Deventer 187
genoegzaam tot den opftand gedwongen .wierden,
gy fpannen dan 't zamen: fmijtenaUe Duytfchers,
die geruft onder hen leefden , dood : verwöeilen
fteden en floten s en iteékén 'er den brand in. Doch
iy maakterj eene roede, waar mede zy zelf gegees-
felt zouden worden. Zooras als de poelen en moé-
raiTen door een barden vorft toegevroren en hunne
fchuilplaatzen genaakbaar waren/ zijn ze van de
Duytfche Ridderen bezocht. Hoe dat die bezoeking
afliep , behoef ik niet te zeggen. Krantzius zegt
wederom : Onze honden hebben beter eeten als die
pienfcbcn'; in zoo eene ellendige flavefnye Ie even ze d;
Zoo is het met de Wandaden ook gegaan
, zégt hy;
dewelke zëo dtkwili niet zouden opgeflaan zijn; had men .
ze niet gedwongen om meer laflen'op te brengen als ze #p°>
brengen koflen.
Op andereplaatzeii verhaalt hy ook hoe
dat de Wandaaléni uyt vreeze Voorde fchattingen,
een afkeer van 't Kriften geloof hadden. De Rriftene
Vorften doeden hun befte om hen door de wapenen
tot het Krifténdom te dwingen: maar als zy 't zoo
verre meefter geworden 'Waren/ dan moften de
fchattingen ook volgen. Op het jaar Μ58. zegt hjr
dat de Wandaalen het geloof fomwijlen al aange*
nomen hadden: maar men deed hén geduurig zoo
veele fchattingen betaalen , dat zé het geloof vaa
baloorigheit weder lieten vaaren. De Kriftene Vor-
ften, rondom de Wandaalen woonende,dèeden hun
geduurig den oorlog aan, om zé geweldigerhand te
bekeeren. Maar, als't op een Verdragmaakert zou-
de aan koomen , was geld de boodfchap. Als ze;
om vrede te hebken, 't, geloof aangenomen hadden 5
had de Vorft, die hen zoo verre gedwongen had ,
altijd geld van noodé·
Maar hier zoude de vrage te pas koomen wat
recht dat de Pauzen of Keizers hebben om de onge-
lovigen, alleen om hunne ongeloovighéit, te doen
beoorlogen; en hunne landen wég te geeven. Daar5
hebben anderen over gefchréeven; en ik wil in dat
onderzoek nu niet treeden. AlleeneHjk zal ik his-
ïorifchër wijze vérhaalen wat dat de Koning van Po-
ten , Ladiflaus- Jageütn , de Kerkvergaderinge van
Koivftans door zijne Gezanten over die zake-heeft
■ Lib. |. Wandaliic , cap. iS· en cap, te, lil». 4. cap. 24.
laatea
-ocr page 313-
iJ% Aantekening en ..o-p mi
Iaaten voordellen. De e Poolen hadden, in de de»«,
tiend» e^uwe veel van de ongeloovige Pruiffen te
lijden : en, om in beter ftaat van tegenweer Ke zijn,
4e Ridders van de Dnytfche Order te hulp geroe-
pen. Om h,unne vriendfchap te winnen, .hadden iy
den Ridderen eenige landeryen op de, j^en'ien van
Pruifiengefchonken:-met al het land dat z,y in Pruis-
fcn zelf zouden, vejoreren, Die giftewiérd door den
Keizer brederik \\ en de Pauzen Honorws Ï.U en
Gregorius IX goedgekeurt. Al hei land, dat zy op
de ongeloovige PruüTen veroveren zouden, dat zou,-
de hun gerechtelijk toekoornen i, en. niemand zouxv;
'er over te zeggeij hebben als zy. Daar. op èegon*
nen f de Ridders j onder den fchijn y.a,n de PruiiTei,
te bekeeren, niet alleen in Pruii|en , maar ook in.
Littouwen, en daar om ftreeks,»' alles iri vuur en
vlam te zetten, zondei ie Poolen zelf te fpaaren.
Wrat aj oorlogen dat. daar ujc. ontftaan æ^ç,, kan by,
4e Hiliorifchrijvers nagezien wordeiv "
De Ridders, hoewel verfcheide maaien geöajen,,
hadden metter haait weder een leger op de been»
wordende door de Duytfqhe Vor.ften onder de hand,,
ja opentlijk geftijft,. En, of fchoon de vrede dikwils,
gemaakt en 'er een beftand getroffen ware ;_zoo ras als
zjï volks genoeg hadden, moften de Poolen en Lit-
touwers weder aanhouden: Hun voprgeeven was,,
zoo als Ladiflaus Koning van Polen en ËÉò÷*çÁ&
øÇïÉÜÌ
Gröot-bartog van I^ittoawen aan de gemel-
de Vergaderjnge deeden voordraagen, dat de Kris-
ten Godsdienfr, federt dat Ladiflam en Witholdus,
het geloof aangenomen hadden, geenen voortgang
had gedaan. Daar op zeggendie Vorften dat iemand,
dié van deeze zaken oordeelen wil, fleqhts; naarLit*
touwen had te gaan. Daar zonde hy bevinden, en
met eigen oogen zien , hoe dat 'er het Kriftendom
t^zedert hunrte regeering opgeloken was* Wat al
Bisdommen, kerken., kloofters, dat zy'er opgerecht
en begiftigt hadden. Maar, om tot de zaak;te
ioomen, de gemelde gifte, aan de jDuytfche Rid-
deren gedaan, (leunde f daar op favMe Rechtsmagt,
t * Dlugofl. Hift. Pol» Jib. 6.
! f- Zieden HeetrEnfaat Hift. daConc. CoöfkBs, p. éß>*"
Var'
-ocr page 314-
ilElCMRYfïN» VAN DeTENTER.            l'SÉ
f/ir Ren dam ,wa*rd'tgbeit, en gebied, *t te der $ de kom-
fie va*
Jezus Chriilus van de Heidenen wss.everge-
fêart op de Chriftenen; en dat de Chriftenen altijd ge-
mbtigt zijn *i* de ongelo&vigen 3 dit onder het Room-
fcbe Rijk dat is de R. Kerke niet wille* buiden
y ger
wtpevderband aan te taften eu te beoorlogen.
Daar
tegen had PmIms Voladimirus;y een van de Poolfcbe
Gezanten , èeji Traktaat gemaakt ·, 't. welke hyder
Vergadertnge van Konitatis ter hande ftelde. In dat
Traktaat zegt hy voor eerft dat de gemelde Ridders;;
óp de voornoemde glfte (leunende, eene wet gemaakt
hadden j èn zich in hun gemoed verpligt hielden >
om tweemaal in't jaar met groote legers op de on-
geloovigen te vallen: daar zy dan al het land tot
een bloedbak maakten, en alles wat hun voorquam
neerfabelden , zonder de vrouwluiden of de kinde-
ren in de wieg te fpaaren. Maar in dat werk tracht
hy twee dingen te bewijzen; eerftelijk dat zoo een
handel en leerc regelrecht tegen de natuurlijke bil-
lijkheit en de Goddelijke Wet ftrijden: ten tweede *
dat ze noch door de giften der Keizeren, noch door
de Bullen der Pauzen» konnen goedgemaakt wor-
den. Zijne bewijzen loopen daar op; dat ongeloo-
vigen, hoewel dat ze tot de fchaapftal van Cbriflxi'
hiet behooren \ echter behooren tot de kudde van
J> Chrifius: en by gevolg dat de nazaat van Jezat
Chrifius
gehouden is hen niet alleen te hoeden \
maar ook voor te ftaan en te verdecdigen \ zoo lang
als ze zich als goede burgers dragen. De Paus,
^cl£ hy> mag ze wel nootzaaken om Geloofspree»
kers aaii te neemen: maar niet dwingen om 't Evan-
geli te gelooven ; Want de bekeering, zegt hy, is
het werk des Heere. En volgens de kerkelijke
Rechten zelf, zegt hy vorder, h yt èen b tngekêordv
• menier-van preeken
, dat men iemand bet geloof door h
gewald van fiagen opvordert.
Daar na toont hy dat deChrjitene Vorflen,vna^«:
de goederen voor 't nut van 't menfchelijk gezei-
fehap gedeelt zijn geweeft, de bezitters van die goe-
deren t fchoon of het Jooden of Heidenen mogen '
zijn, uyt het bezit niet konnen itooten ; zonder de
h Novaatqucieautiitaeft prxilicatio , qux nMem verberi-
biis exigit, Decret. cuft. 4 f ·χ Gregoriok
ha-
-ocr page 315-
ιρ» Aantekeningen ιρ se
natuurlijke eillijkheit, het recht der volkeren éa hei
Goddelijk Geloof te fchenden en te verkrachten. Dat
het vervolgens zonder eene openbaare on gerij mdheit
en goa^eloosheit niet gezeit kan worden, 't geen forn-
migen evenwel zeggen , dat de öngeloovigen t'zer
dert de komfte van Chriflus onbe(|uaani zijn om
Rechtsgebied te hebben f of goederen' te bezitten,
Dat men zoo eene leere onder de Ghriftenen niet
behoort te gedoogen; die de Chrifienen magtigt om
ftraffeloos te rooven en te moorden: waar toe hy
eene zeer fchoone plaats uyt Thomas * Aquinas by-
brengt. Eindelijk beflnyt hy dat de, brieven der Pau-
zen en Keizeren , waai in de landen der öngeloovi-
gen op de gemelde wijze weggegeeven worden,
nietig zijn., als behelzende ëen kettery^ ,
, Wat.de Chriftene Vorfteh belangt \ hy toont dat
ze geene magt over de landen, der öngeloovigen
hebben; en vervolgens niemand verlof konnen gee··
yen om die landen te eigenen ofte veroveren. Zoo
befluyt; hy dan de Efuytfche. Ridders gemoedshalve
gehouden zijn alles wederom te gceven, wat zyop
* het voorgeven van PamTeltjke Bullen of Keizerlijke
giften verovert hebben, enz.
6. Hier omtrent dient aangemerkt dat iemand vol-
gens de Katolijkcn zélf eene ibort van zekerhêit
omtrent de Vergeeviag van zijne zonden, en zijne
rechtvaardigmaking, hebben kan. Daar is een twee-
derhande zekerhêit : een zekerhêit des geloofs, dié
op de Goddelijke veropenbaring fteunt: éfn een mo-
rele
zekerhêit, die menfchefijker'wijze vafï gaat; en
die men uyt de gèjftclte.nitfeh en beweegingen van
zijn hert hebben moet. ,,.
Hetvètfchilmetdejfth^ersgezinden beftaat eigent"
Jijk 1^ hier in, of eenmenfeh, zonder eene byzondereven·
■ fenbaringe
, eene onfeilbaare zekerhêit des Gehofs heb-
ben moet of hebben kan
, dat zijne zonden hem vergee-
•ven zijn.
Die zekerhêit des geloofs (orhtrent de ver-r
geeving van zijne zonden) word by de Katolijken
afgekeurt; en is in de Kerkvergadéringe vanTrente
verworpen. Maar dat iemand eene morale zekere
heit omtrent de vergeeving van zijne zonden hebben
\ ι a i&n, qu. p. art. ι S, '"i ;
£ Bcllarm. de juftif. lib· a. cap· ?·                           ">; ïff ·
kan <j
-ocr page 316-
Bf-Schrtvïns van Deventer.          ïpt
Wti, word van de veritahdigfte / Katolijken niet te-
'gengefproken. ,
Voorts om op dit ftuk op zijn Katolijks te fpree-
ken en te gevoelen, is het genoeg dat men geene
Zekerheit van geloof omtrent de vcrgeeving van zijne
zonden viftfteUeh: want, zoo als Beiarmintts we-
derom getuigt, daar ontbreeketi geen Katolijke
Leeraars ; dewelke zoo eene Zekerheit van geioof
(in de voornoemde zake) verwerpende, evenwel be*
weeren dat het mogelijk, ja doorgaans met de recht-
vaardigen maar voor al met de volmaakte merifchcit
zoo gelegen is, dat ze tot zoodanige een zekerhei*:
koomen, dat ze geene vreeze omtrent hunne réelitr
vaardigniaking hebben: eveneens gelijk wy zeker-
lijk, en zonder vreeze van bedrogen te worden, ge-
looven dat J,C<efar 't gebied heeft gevoert in Ita-
lië' , Alexemder de Groote in Griekenland : dat 'er
in Thraciê" eene ftad is, Konftantinopole genaamd^
enz. Dit heb ik met een woord willet* aanteke-
nen , om dat fommigen het onderfchéid tuiTcheii
de Katolijken en Andergezinden óp dit ftuk grod-
ter (lellen, als het inderdaad is; en de verzekering
omtrent de vergeeving der zonden al te verre weg-
werpen. Ook heeft de Kerkvergadering van Trenrc
het gevoelen van stmbrifias mCatharinxs niet willen
veroordeel en; dewelke in de gemelde Vergaderin-
ge beweerde dat men eene zekerheit, die niet mis-
fen kan , van de vergeevinge zijner zonden kari
hebben; verfcheide aanhangers had ; en naderhand
v,o0r dat gevoelen altijd met groote kracht geitre-
den heeft.
f Bellami. tód. cap» ίο. AmJiuW dcfenfe de Μ TraduiHoii
N. T. de Mons pare, 4. paflage *U
m
Zie da Vin Hift. da Co»dte iz TrénÉc, pag· 86 en u8.
Gafthuyzen.
<®t tóójnoiarafïe söfïju^tt 3911 ·,
®at ban öen %* <&ztft: iöien£ toir bier
Miari(fen gab. %n öeselbe ïierft moefim Da>
3eïp$ ttoee giffen geleesen im&tii Oe eer*
(Ie
-ocr page 317-
'i&% Oudheden en Gestichten
ftt te 3ebeh uuren/ 8e ti&wbt te tien uuren.
jèaar m öatöit gaföjugg in 't<&mke$hloofr
ter beranbert i$/ i$ be fcerfc afgebjohen. %n
Mt
gaflijugi gabben be armen/ bie ban fiuii
ten Quanten / tyie Dagen gug^befftng. ^e
gionö jp met ..be geaoutoen betïtocgt / baar
nu fergerpBugien fêaaw. ·
g.Geertruids0aflgug#/ met eeue fapm
baar aan/ toa^ boo? Die bc pejï Ijaböen g^
öoutöt
'tS&fi§u$$ tien. Vander Voorft, niet eene
feapdïe / en eenen IMte$. ■.
')& Elizabcts gafï!)tm$/ tttefc eene ïiapeUe
baar aan/ toojb bom een boïgug^ gefyugftt·
't 45afïBuS$ ban 't ||. ^auramenr·
gjfi be Jmrenuurgerfïraat ilagt een btftóf
frug^ tefïaan: maar na fjet beroepen ban öe
jonnen Jet berpIaatjïDaar Bet tegenbW'
ing fïaat·
Cben ötiiten Dcfïab ρίαφ ooft een ie#oos>>
jurog te flaaa: 't ibeW ben.π Sfwïg li7l'
boo? fjet nrgg^lboift Dn- ^onSgeneoten /
bat te ^otfeen in Mtyttmw lag/. afge*
ö^anbt $: en baar men tegenmoojbtg niet aw
t$ê$ bandiet &M öe bloote uiüurcnöee fia*
pile. J?n pat Bet in be fïab/ naafï W$&?
zabets ga#Böf#·
:g£e anDcre 4£uMMmm / Die een gjoot ge*
tal ugtniaauen/ saï.ilf Öier niet ogbDegen:
't i$ genoeg bat sh jeggej iii 't i$ üiberbaap
be toaarBeit / bat De tamljatigïjeït o»3ee
^ooj0iibeceii m jet bergni^en en gelperï. Ö$
armen genoegsaam oberDaitfg iggeweeffc·
Mans-
-ocr page 318-
VAN DeVENTERi         Ip|
..■"' . ...:..;. . .
Mansklooilers*
fóe tytbtnttt ïjeööen bietr nmn$8Ioofifer$
gefïaan: 't eeefïe/ 't bieïït J>, Niklaas tat$c
tmjöt ioa$/- fcoieeo banfëpnwnftteim&&ηοη*
mhfeeti of $o$eitünen onaee |et öefïiee batt
$mm$Mt btfoooiiti intïhe ;§5jio$ gun toe*
gc30iiöeti imeeö öoo^ oen Jp^ooff ban ©aeeiei
|trr ban .f&leftt * Scangefolius met 0005e
ftjooiöen t In 'c jaar 11 %%.' heeft GodefritMm Graaf
van Koppenberg , met de toeftemminge var*
zijnen broeder Οί/β en zijne huys vrouwe die
een dochter van Frederik G'rgaf.van Arensbërg
was, zijn Graaffchap en kafteel van Koppend
berg, en daarby Ivo ft.ir en Varlare, ter eere
en dïênite van Godt betleedt j met aldaar drie
heerlijke, klooiters van de Prernonftreit-order
op te rechten ν en zeer rijkelijk te begiftigen*
®ml} m\$z φμοη*/ ban ödwelfre Mirausj'n
3jjue H^onp imi De j^mooflreit-o^te geen
O^ioas maaat / i$ opgeitomen üi 't ïaatfïe öe$
eïföe eeufcoe, φρ Mn $üfoen Ujtt i§ öe l^aroep*
fterft ban <§. Niklaas mei bt$z J^iorge beree?
iH0t $an 0030 #|%$y oie ugt get iiloofiee
-bah&aerfe of a^eriare gcsotiöe» toleroen/ biip
te
ïh öe boi0eniJ2 bermeïü:
Theodoricu.s, til't jaat i^f?.
Albertns Cüer, in't }óaü 139^.
Johan de Graes ,/dltoeifte 3tjü J^i0tfcjja$
afgefïaan ïjebuen&e / bao^ öe tbjeeöe rcise
$mt $ getoo?oeu oen 6 .fö&btmbet 1423 ·, ert
sefïo^bfnöen 17 jEaart 15·©^.; ..
. Gelmerus Bekicum, benx7 j&aart in't^tff?
«e jaae totj&ioj aanse}Mö/!^ iigtfctoee*
W ueefjunft ben 7 jjEeg 15- if I
* InÖirèMloWéftpbal.                                         · Γ ν
• Μ                · Johan·-'
-ocr page 319-
194 Oudheden Erf Gestichten
Jobannes van Remen , ÖOOJ ÖC geft Ugt §n
letten gérnitt ben ^o december ι ƒ2.1.
Gerardus van Rernen.
Johannes Enkelfem , in 't jaat 15^7.
Hermannus van den Klooiter, Otalebetl btti
i8 füugnflt 157P.
Wol ter us van den Heuvel, ilie naberïjattÖ
fee f&afior» neergeïeit ge «ft*
Henricus vander Kappellenj b& in$geip$/
In 't eerfïe jaar ban 3pe bebienuig / afianb
geeft geöaan.
Everardus Vos, Die get geft gefloten geeft
Tweede %# tfoeebe/ st foelït een rnnm en tugö erf
manskieo^ö^fïoeg / toa$ een geerïp geboufco: ban 't
ter* ioeïne t'gan^ niet$ oberig i$ öegalben be Her»/
en toeinige finnen. Eleonora, bocgter ba»
Eduardus Honing ban Cngelanö / en gt#
bjonfco ban Reinoid II <0^aaf ban <0elöc<
ren / geeft get omtrent get jaar i3$f· boo|
ïie iionbenttieeïe jj&tnnefyocDeren oygctmi'
inert/ en <€er geuren genoentt: toant in 't
gemeïbe jaar 133)-. toa$ ^ebenter/ wft
ganfeg #ber-gffeï / in ganben ban öen ge-
meïben Reinoid j tuien ïjet boo? ben SSiffcW
ban fltrecgt tot een pano gegeeben foa$. ®e
boo^noembe ^oeöer^ geböen bat Mooier in'
gegonben tot get jaar 15-69: fcoant in 't $v
welbe jaar/ baog^ boo^ be $. ïj|Johannei
en Paulus, toierö gun be tor gegeeben ban
3icg tot eene firenger onbergoubing ban gun'
«en fóegel te befbmben / of te bertrenW-
noo^en get iaatfle: toant a$ 3g/ t#j
togl bat 3e öe^e$oer$ in get noer 3ongeti/
bertoittigt toierben bat Sloeber Angulus van
Averfa» b0O| Pius IV tot gauPpW $JOttt'
mijfan^ aangefïeiö/ aangekomen fmg» wj*
-ocr page 320-
VAk De V E ure Ao        ii#
im ïi Μ frerftelpen bttnfy tornt Qtimm t
m φ reöer 5%n$ fciéegg fcöeggeblngt <$e
mfttbtmtm/ Qetnefï naar fjtmnen foenfeft
öt$ lebig btnöenöe/ 3#n 'er ingetroft&rn* ril
j 300 lang geöleeben j tot bat 3e ÖJ De laatflé
<£doo$berattöertttg ooft tteröjeeben φν* Η
fterft Dient t'!)an| üdo^ öé ocgtenbpjeefctt.
$tt (faOe/ öatboo^ aan in W J>uf#§8ff#
gecgcaet ödepn tfeig/ en 000? tóieftf affytt'
Ιηπ0 be Qu^seii naaft aan öe nienbie jj&arfci
gelegen gjootee ruimte geüreegen gebeft /
! toierö ban €ulthpcv$ öetooont i toelto be*
: roep $ be <£fj#elpe ïicf ttaöigjjeit: te Öeoef*
ff tien; m υσοι ai 'm tftfttn/ tn eïïenöige' pet*
(bonen/ op te paffen. JÖaat femnttcet/ en
ί otówr iDat goof&rn / bat öege balftpïanffitg
I jfej aUjf et nêergêftogm (jeböe j Beö&n tof
I nergens aangetenent getwmSetr. ,
fyttttttbc fm$ §tt $ctt tfflutiéttit &m*
f bent/ en 't oojfïfêmifeclpe fjug$/ be? 'Bm*
\
tai of ïltïerifen ban't genieene lebeti. <&it
I1 Ö«MStotcëö naee ben eeeffen Regent/ 't Wtin
|cec Floris # getoeeft/ i|eer Floris βιφ# gev
noemt: toant be gemelde jujustiétf of MieW
[b<n fieööcn 3icQ alkvtecft/ op ben ranb tof
Ι ben <êcrhj» ïfëeefïec Geraard de Gfaor» ifi''f
WVban $>eer Floris, tieesrimelt, |Baar arrt
; jMött ï)u^ geijecÖt ttiafaan j0. Pao las φί>
..^rp tn be jjoöfate&e ban $. Lebninu?·,. m
lat 3P 'er bcrboïgeii$ ria be öodib bari leef
FJoris 3otiticn moeten u^trrciiïtrn ·, 300 fjeefc
infrouto van Runen, üie bee tocerriS ö*
W gegeêben Ijaü / en te SPiepebceiï Ha>
^iHiiHftcffe getoojOeti tóag / ftt 't jaar t
'^oeberen gaar ö«ö£ gefeömt&ein't we*
w %ang $0 in totfttaat Μ Pontrtcgde
-ocr page 321-
ι§6 Oudheden en Gestichten
genaamb: aïtoaaröe jjoo^t ban 't lya^§ nocïj
tegintooajuis Ög JtammenMoofïee too^ö to
tornt* #aac bao^ öe2$?oeoei$ gaat; ttnmw
loei* jjugi/ 't ioeïb fjtiu ongemaHfieïp foag/
in öe Êngeftraac gegeeoen (jeoöen. haaren
boben fleeft 3$ Öe Jfeajefïcaat / öie tegen dat
geeteii'ioa^/ einöeip 0003 ijaaue eige öïaeö*
biieuöen betogen om De gifte te üebefïtaen.
git 3a! §w oe aitte oet bertoiffeïinge/ of \it>
beu 0ifte / ngt öe parnemente fyteben tor.
plaatse opgeeben,
«
ïn den naamc des Heeren, Amen. ïn't jaar
na 's Heeren geboorte MCCCXCVI, in de
4indiktie, den 17 van November, omtrent de
uure der Vefperen , in 't 8 jaar des Pausdoms
vanden Allerh. Vader in Chriftm, SomfaciusïX,
zijn voor rriy, openbaar Notaris, en voorde
ondergefchreeve getuigen in eigen perfoon ver*
fcheenen de befeheidene mannen , Meeiters,
en Heeren j Floris Radewynfz, en Johan Brini-
bering
> Prieiters, en de eerzame Vrouw Zwc
iera,
weduwe van wijle den eerzamen man,
Heer Johan in zijn leven Heer van Runen» en
Ridder: dewelke genegen waren om ter eeu-
wige gedagtenifle der zake, en uyt eene voor-
zienige oplettendheic, terwijle dat ze noch m
3c leven waren, over zekere ruylinge die tus-
fchen Floris en Johan voornoemd, en wijle den
Heer Johan de gronde aan den eenen kant, en
de voornoemde Mevrouw Zwedera aan den an-
deren kant, aangegaan is over hunne huizen,
waar van't eene in de Pontftegeleitraat, 'c aI]*
dere in de Enge ft raat, te Deventer onder ·
Bisdom van Utrecht gelegen is, eeneopenbaa-
re en publijke bekendmaking op te geeve11»
-ocr page 322-
van Deventer.         i$j
en den brief der ruylinge voor een gedeelte te
verklaaren: om dat, als zy den weg van alle
vlcefch zouden ingetreeden zijn, zulks by hunne
nakomelingen zoude konnen in twijfel getrok-
ken worden: daar het nochtans te vreezen ftond
datdeonkundevan zoo eene zaak tot een. groot
nadeel van den Goddelijken dienft zoude ver-
trekken. Dies hebben zy erkent, verklaart»
en opentlijk betuigt, dat deze verruyling der
gemelde huyzen tuflehen de voornoemde Hee-
ren en Mevrouw op die forme , wijze , en
met dat inzigt 9 als hier onder volgt, wettig-
lijk is gefchiedt , en tot nu toe onder hen
voor wel gedaan gehouden; zoo als ze dezel-
ve tegenwoordig voor welgedaan houden, en
tegen 't toekomende voor welgedaan willen ge-
houden hebben; fchoon dat zulks in den voor-»
naamften brief, die daar over eerft uytgegee-
ven is, niet al te duidelijk , of gelijk zy ver·
klaart hebben , op eene al te verwarde of wijd-
lopige wijze uytgedrukt (laat: te weeten dat
net voornoemde huys, in de Pontftegele ge-
legen , 't welk uyt krachte der gemelde ver-
rtiylinge'den voornoemden Heeren Meefter Fk-
r,s
en Johan Brinkhering met hunne makkers
tegenwoordig toebehoort, geduurig moet be-
woont worden van vier of meer Priefteren ,
roet acht of meer Geeftelijke perfoonen, eri
£en,ge huisgenooten} dewelken, dooreenige
oeletzelcn verhinderd , niet bequaam zijn om,
ln een kloofter te gaan: of die een andere be-
geerte (van den Heere) ontvangen hebben, en
n,et genegen zijn om 't kloofterlijk leven aan
'c neem en , maar in. 9c gemelde huys willea
JJ'jven; enaldaarten einde toe in den dienft des
Weete volharden y om in alle nedrigheit, küp-
N 3                     byt9
-ocr page 323-
jg% Oudheden en <j.es.tichte>n
heit i en de vordere deugden te leeven j ei) d»
vpornpemde Mevroüwe Zwedera gedagtig
pijnde, den Heere behoorlijk te dienen; ein-
delijk om 9er in 't gemeen met malkander Iec-
yende, en malkanders laften draagende, zich
zpjven volgens 4e bevelen van Ghrifius en de
J-j, Kerk door bet betrachten van allerhande
cfcugden en door goedf werken in den dienft
des Heere te oeffenen. Welke Priefters en
Cyeeifelijke perfoonen, ia dat huys woonende,
gehouden zullen zijn om ook andere godvruch-
tige en welmeenende menfehen , die by hen
om'er eenigen tijd te blijven huysvefting zoe»
|en, 200 lang en op ee-ne zoo behoorlijke en
betamelijke wijze te huisveften» als die Pries-
ters en Geeilelijken oordeelen zullen dat voor
Gods grooter glorie , en tot het volbrengen
yan "zijn welbehagen » dienftigit is. Voor al
gullen zy eenige Geeftelijken zoeken te trek·
Jen en aantelokken om by hen eenigen tijd in
te woonenj dewelken geeegen zijnde om te
Windesriern* of in andere kloorters onder
Windeshem iiaande of met het zelve vereenigd >
tet kloofterlijk leven aan ie neemen , in 'j;
voorn, huys wel eenigen tijd willen verblijven:
op dat de volilaodigbeit van hun voorneeraen
daar beproeft worde > en zy daar op, indien
$e naar ziel en lichaam bequaarja bevonden
worden , in de gemelde klooftere' voor nicu*
Welingen mogen aangenomen worden. Dewijl
het anders te duchten ftaat, als ze zoo fch'C"
lijk uyt de weereld koomen, en zoo ligc ia
tenig kloofter voor nieuwelingen aangenomen
Worden* dat zy daar na de$ te fchandelijke'
lullen weggezonden worden: oC, 'twelknoch
<sï£$x i$% dw %f oader een Monnikskleed «β°
-ocr page 324-
vam Deventer.          «5*9»
weereldCch ,ongeduurig, en ongenadig gemoed,
Mllen behouden; en aldus m het kloofter
tot groot gevaar en verargerms vsn veelen zul-
teblijven Over dit alles, en ieder van t zel-
vc in't byzonder, hebben Meeftcr ftr» en
Heer foban Brmkhtrmg, mitsgaders Mevrouw
ZweJera , verzocht dat ik , Openbaar Nota-
ris onderfchreeven , een openbaar gelchriic
Je maaken. Gedaan in de ftad Deventer
voornoemd , in 'c gemelde huys van Meefter
FUris, in 't jaar, en vorder , als boven : m
de tegenwoordigheit van de befche.dene man-
nen
ïheodoricus ictrede, en G.febems Uunbrve,
Klerken onder't Bisdom van Utrecht
} die
tot getuigen by het bovenftaande °?ζ°°™
verzocht en ontboden waren En tk Gerardut
Séo,»over ,
Klerk van 't Utrecbtfche Bis-
dom, enz.
biSan de Vos , f00| Μ S**»»/
Daar op eegecben ï|ecft.
In den mme des Heere» , Amen. In 'tjaar
na 's Heeren geboorte MCCCXCVI , in de
vierde indiktic, den XXIV November, enz.
zijnvoormy.OpenbaarNotarisonderfehreevco,
en de ondergefchrceve getuigen, in eigen per-
foon verfchtencn de religieuze en eemamc
mannen, Br.
Jobar.de Vos, Prior van het.k oos-
ter teWindeshem, Broeder ArmUm Katkar,
Onderprior, Broeder Geswmmfyap»en Broe-
der Hemcm ***** > ^fTj^ït
ken van 't zelve kloofter, onder't Bisdom van
Utrecht gelegen: hebbende de begeerte om
met een iodvruchtige en godsdienftige gene-
-ocr page 325-
20o Oudheden en Gestichten
gendheit en voorzienige 'zorgvuldigheJt eene
liefdadige zorg naar hun vermogen Ie draagén
voor de Priefteren en Geeitélijken, die teue-
venter in een gezel fchap van liefde by malkan-
der woonen , en hun verblijf houden in zeker
huys» 't welk "de eerzame Mevroiiw Zweeiera,
voorhene Vrouw van Runen , hun voor een
ander huys gegeeven heeft j en voor ai voor
hunne nazaacen of nakomelingen re zorgen; ten
einde de voornoemde Priefters én Geeftelijken i
en voor al hunne nazaaten, die by tijd en wijle
in 't voorfchreeven huys zullen woonen, niet
ligt die werken van godvruchrigheit mogten
verlaaten, en van die godtvruehtige oeffenin-
gen afwijken ^ om welke werken en oeffenin·
|*en, op dat ze daar gepreegt zouden worden;
't huys zelf oorfpronfcelijk gerticht en gegee-
ven is; en welke werken en oeiteningen aldaar
tot nu toe pleegen gedaan te worden. En dit
Zoude waarfcliijnelijk te vreezen ftaan; by'al-
dien de genen, die. in dat huys woonen, in't
toekoomende het e'erfte begin van dat huys,
of van deszelfs itichtinge, niet willen; en de
gangen , levenswijze , en gebrüyken hunner
Voorzaaten by hen in vergeeting raakten. Hier*
om is het dat de voorn, religieuze mannen ,
Jobannes de Prior, Jmoldus , Gêswinus , en
Henrkus, dien het begin van dat huys niet on-
bekend is : maar die de oorzaak van deszelfs
opkomile en ftichting ren volle weeten ; en
begeerden dat ik, Openbaar Notaris/ deswe-
gen tot oirkonde voor de nakomelingen een
openbaar gefchrift zoude maaken, verzekerden
en opentlijk getuigden dat alles en ieder in 't
byzonder op die wijze en die fprm toegegaan
^as , als hier bygevoegt word. Als de'eeii-
? 'έ                            \                                        waar*
-ocr page 326-
van DetentIr.          ïoï
waardige mannen , de Heerèft'Johèn Gronde
zalr. gedagteniife, Meefter Fl§ris, Meefter iri,
de vryePCunften en voor zijn leven Vikaris van
S. Lebuinus kerk te Deventer, en Johan Brink"
bering,
onder 't Bisdom van Utrecht behoo-
rende, eenigeri tijd geleden bemerkten dat het
getal der godvruchtige Klerken, die een levert
van de wereld afgezonderd wilden leiden, door
de goddelijke goedheit vermeenigvuldigt wasj
en beducht waren dat eenigeh van hen, indien
ze langer in de weereld bleeven, dewijl het
daar vol prykelen is, als in de orkaianen van
een wijde zee , gevaar zouden Joopen j zoo
waren ze begeerig om Woonplaatzen voor hen
te vinden; daar zeden watervloed deezer wee-
reld mogten ontvlugten % en zy waren ten dien
einde in de weer, om voor hen hüyzen te tim-
meren en op te rechten. Als zy nu, met eeni-
gc anderen die zich by hen gevoégt hadden,
het kloofter te Windes hem hadden opgebouwt,
om van de genen bewoont te worden, die on-
der de voornoemde of andere Klerken op dien
tijd of in 't toekomende het kloofterlijk le-
ven zouden aanneemen; en ook den gepen, die
in de weereld zouden blijven, tot eene wijk-
plaats en toegang te dienen. En als daar reeds
eenige Klerken aangenomen en geveftigt wa-
fen ï zijn 'er noch zeer veelen in de weereld
gebleeven ·, die door eenige gebreken des
hchaamsofder ziele belet, niet bequaam wa-
ren om in een kloofter te gaan, of althans een
andervoorneemen of goddelijke ingeeving heb-
bende, dewijl de gaven en beroepingen ver-
sheiden zijn, écn wil noch de genegendheit
niet hadden om in een kloofter te gaart. Om
Welke reden de. voorfchreev©. Heeren, Johan
Ν f                            de
-ocr page 327-
%ύ% Oudheden en Gestichten
4e Gronde9 Floris, znjohan, daar op uyt wa*
yen om voor de Klerken , die in de weereld
fcleeven en blijven zouden, op dat ze door on-
derlinge bewaring te veiliger en Merker be-
(chermd zouden blijven, een huys in de ftad
Deventer op te bouwen, daar ze by malkan-
der zouden woo.nene En dewijl ze toen een
fcleyn huyske badden , \ welk tot de t'za-
Cïenwooning van die Klerken was gegeeven,
hoewel dat het om deszelfs engte daar toe niet
Jteer dienitig ja ganfch onbequaam was* zoo
hebben ze dat huyske aan de gemelde Mevrou-
we Zwedera overgelaaten l en daar voor een
ander huys, 't welk als breeder zijnde en op
een bcquaamer plaat ze ft aande, voorde t'zamen-
wooninge van die Klerken dienftiger was, niet
zoo zeer by verwiflèling als tot een gifte of ge-
fehenk gekreegen. Dewijl 'er nu eene onge-
lijkheit, en de waardy aan den eenen kant veel
grooter was, hebben zy (dat grooter huys) met
200 eene gefteltenifle, meeninge , en voor-
waarde ontvangen; en Mevrouw Zwedera heeft
het ook met zoo eene geilekenifle, meeninge,
en voorwaarde gegeeven; dat de gemelde Hee«
ren, Jehtn , Ëloris, en Joban, het gegeeven
huys zouden afbreeken; en een ander huys-
dat voor die Priefteren en Klerken beter pallen
zouw en betamelijker zoude zijn, op een bc-
quaamer plaats oprechten zouden. In welk
huys, dus van nieuws opgerecht en behoorlijk
toegefteld, vier of meer Pi iefters met acht of
meer Klerken (of mindere Geeftelijken) zou-
den woonen: dewelken de voorn. Mevrouwe
Zwedera in hunne gebeden en godsdienftige
werken gedagtig zijnde, denHeere Cbriflus al*
daar in vrede en eendrachtigheic buiten l*c
kloof:
-ocr page 328-
van Deventer.          2,03
fciooiterlijk leven gezamentlijk zouden dienen:
en daarby andere Geeftelijken en ïeeken door
hunne vermaningen en raadgeevingen tot heï
verfmaaden yan de weereld zouden aanzetten y
en tot bet verlaaten van de weereM en 't aan-
neemen van \ kloofterlijk leven beweegen;
rnaar vooral fommigen tot hun gezelfchap zou-
den aanlokken, en voor eenigen tijd huysves-
ting geeven 5 indien ze, dus aangehaalt zijnde ^
die begeerte hadden, om dezelven te beproef
ven: op dat zulke perfooncn» na dat de vol-
itandigheit van hunvoorneemen beproeft was,
en zy naar ziel en lichaam bequaam bevonden
waren, in het klootter van Windeshem, of
van Maryfhrm buiten Aarnhem, of in een an-
der met dat van W indeshem in de reguliere be-
zoekinge vereenigd , voor beproevclingen mo-
gen aangenomen worden: met dit inzigt ook,
dat de vereeniging en liefde tuflehen het ge-
melde huys der Klerken, en de voornoemde
kloofters, deste beter ftandhoude; en het cer-
fte inzigt, met hetwelkedie kloofters geiriebt
zijn^ gelijk gezeit is-> ook des te beter en lan«
ger in itaat blijve. Gedaan binnen het kloos-
ter van Windeshem vpórnoemd·, ten overftaan
van de befcheidene mannen Henricus Walvis,
Wilhelmus Fornken, en Jehan Schut ken, Kler-
ken van het Bisdom van Utrecht; die by hei
bovenftaande als getuigen byzonderljjk geroe*
pen en verzocht waren
En ik, Willem Hendriksz, enz«
^uo geeft öan %m Floris uot jjet etfgotb
%m*è}(xti£Ï Lubbertus ten BuiTche, 't toelft
%Ibe m öe trooö ban φω t&ato/ öre
Stipom tan Stool getoeefi/ aan öe fco*>
■. - -                                                                                                                      : -. . ■
-ocr page 329-
204 Oudheden ïn-<5estk:hten
ten ban 3jf eer Fioris (tot tent gifte) -néergeïeit
' Sab/ Ijct gemeï&e jjug^ böo) get geb<iugb öec
■ S^ocbereti gered* gemaakt. S# gébbên ooit
pet ipjg^ban^. Pauius $Mfiarn/ bat ober δε
j^teüiaeft raat fïqnb/ boa? £joot 'geïb geSocijt/
en aan,'t eerfïë' gujJé ijtteobbe.n ; JJebüentie
éenegenbgeft bobj be plaatse?' baar 3e· een
leüiger' jeben begonnen'gaböen. 'te 3e nu
-crfëgenörg gabbeit5 fièööen 3e be oube ge?
fombién afgebjofifn/en nteiiipe opgetttiimert::
a!€ ifi 't jaar ''441 ♦ bc fooonpiaarf ber 33»
beren: fit 't jaar 1487. pt%of; be fieutten»
jet bertreb bööj be gaflen} en beeöe be pooi*
ren: aïtemaaï fïtjbe en- treffeipe gèboiitoeni
bic noeij in im$tn $ijn/ tn Mn èntbanger
ban -f&. Lebmnus" ftcrtt booj een b)oonp!aat3e
bteneif. ^e Eier^ (0 tegetibjao^big be boeïterp
ber boojïucljtigeSefjofe: nrhjelhe fterfi een toijie
tp# befcuaart i# getoéefï gi. Odilia'as erim bic
toOOl Henricus vkn Nim wegen, 0tÜt£iïia Öet*
%ii|i0&;oeDeren/ aan be ftcrtt-gefcöbnfteii toa$ >
eit boorGodefridüs van Thom, ben bier&eii
<pber$e ban bit gugg / tn 51'Ibèe beflagen j om
bat öé 3ijne gesonööeit (boo;'t aanroepenban
g.O*diiia) niet ^onber'mirabel toeijergeiiree*
gen fiab. H^att beesen erm maaften ooit $v
feta0 * Baneliüs, f Crorrrbachius,' UlCt Petrus
van Utrecht til Gerardus de Bafco , beibe
^oeber^ ban bit ïjn^/ in't iebeni ban be»
Gerits Johan van Hat tem.; il^el&ê Vari'Hat-:
tem beirgemelbrn ernt/ tuetöe gebeenten ban
be ïf, ïf. lm ma en Jutia, ugt (jet btoofïer tier
Ünig^oeberen ban φιιρ/ en bat ban ben
^erbx Beda ban Sugït/ mebegefoagt jjeefc
Deeze Reliqüien heeft hy, hoewel een uyc-
.f- In Ttanfias, S· ÜdÜKCs» .. -*■· lo Viniüciie OtMw* -'
-ocr page 330-
V Α W -/Ε) Ε V Ε Ν' Τ Ε R. ; / ' Ifcf
iander., des, te ligter verkreegen , 3eggCU OS
55cfcfi(?P^bari3ÖnÏ£t)Cn·, onvdat hy daar
een zeer groot getal van Monnikken ja zelfs
van Oerften vond,. die door hem, of dooi; on-
ze Broeders tot het religieus leven bewogen
waren\ en derwaarts gezonden, om. zoo een.
leven aan te neemen. w
              ,..             . ·. ■ : ;-
%\\ öit geefïelijft §νφ$ Sebben be boissabe»
mannen ïjtt antp ban eberfle öeMeeöt:
I. ©e If. Floris Radewijns , Ceil,3leeröaitl*.
rriee ban geboomte, fe toaS te (ι) j^aög jöee^"
ter in öeB^e ïuuifien beritfaart, en öab na*
öerbanö te litrccgt/ in^Pieters fccrfc/ t£>
ne fcanonmb£b@ bebomen. $&aac aï300 Ge-,
raard de Groot ®ll§ JjkbCiianÖ Hl Öejttl tp
boos be mare ban sijoe geleerbïjeit en ï)tüm
ïcben beritcgte; en de gemoederen / bic in 't fïgït
bei· meereiD gcöoiiigeiö lagen/ öao^ Ö* feraefii
en beöeiïbigijeit ban 3ijne bermamngen tot
Jet beoeffenen ban De gobb^uct)tigï)eit en tot
Öemeifcye begeerten optoehte j geeft ïfettt
Floris, üïis ίο pooler gemee^aamijeit met
ïjem te leeben / 5$ne Mteeeijtfhje Stanomiibj»
bgbeeïaateu·, en $f©ibar$ in Js. Lebuinus
bcVae gemogen. |ρ $ / benebemj bén ge^
mclbcn G. raard de Groot, De bmiicnfrer en
ecu gbsng ngtbreiöcc ban 't geraeene iebea
setpccfl ':"cn <^/ met öea naameban geüig^
ficit/ naar ύιι ïjtinü ba'ttob&en ben 24
Jüaart 1400 *.
II. JE,railius van Aflchcn , tt 2$Uet£U !ïï
<5dberlanb gcöooren / ban eenè abelijbe af
homfiei en baar bg/'t geen een beter jabebe^
!)cmcl£ ifi baneene g|bote jjeilig&eit... %*
* yy Jan Revins (Hifi. Daventr, llb. i·) en in Batavia ,Sa-
«!* 5 M'oid wijdloopigcr van dèczcüriieci Floris geïpröRèn,
iöierb
-ocr page 331-
4                                      i
%o6 OübHEDÈN ütt Gestichten
föicrö Bg öen b^eebsamigen Saiomon tieigelè*
Rem geipï|eer Fioris Βρ öen 5eeg!jaftigen
Darid bergeïefcen b*a£ gcbaeefi jj|g ip ban öe
ïeeringe gefloten in 't jaar 1494.
III. Johan van Haarlem; bie in 't 3e$be jaac
ban 3tjn Betoinö tot be Befïiecingban öe séo^
ter$ te^ooï Beroepen tbierb; en Bg Ifjaar ge*
fiolen i^ in'tjaac 143Γ-
Ι V. GodcfridusThoorri , tt 0tUt§ gcööfl'
ren; töierö Boben be 70 jaaren oub / en i$
atftofim
tn'rjaar ht.o.
V. Egbert van Beek, in §Ct Ö0)p 3$ye Ugfc
ebeïe ouöerp geöooren/ onbertoien get ?)u#3
niet aïïeen nieubje geboutoen maai· oaft boo^
recgten gefcreegen ψφ/ίφ untbit &ιιρ^ naat;
get 8no$ brr eeutóigljeit bertroMien in 't jaaï
1483,
VI- Theodoricijs van Mazeik, ren &ttift#
«aar/ $ int eerfïe jaar fijner regeecfnge/o£
^. jakobs bag / ban 3P leben en lafï ontfïagcn.
g^e ïebensbaalïen ban aiïe bese #berfïett/ tn
öie ban fyimm mebefeoeberg/ 3rfn öoo^ öe an*
öere 25?oeöer$ 3eer n&ttoEteurig opgete&ent.*
tuant beelen ottöer bleiben 3t)it 't bid öt#
öeïb bjaaröig/ öat gunne geöagten$ opent?
ïp in öe nernc geïjouöen töo^be ·, baar 35/
boigen^ be fraage geipeiii^ban * Chryfoiio-
mus en t Theodorecus, bjii be raenfcöen toa>
ren a$ eene paade in &aae feöüp öpgeft^
ten. J&aar inöten men aïïe jjunne baabrff
3onto bsfïien uprfcfcpeii j tóare Bet naobig
ganfeïje BoeEsen te maaiien.
Vit Gafpar van Marburg, tenfy^'/ <» *
jaar iroi.
• Homil. 7, ia, Epift. ad Cq1ö££
t Scrm. t* de P™*"*»                                         V11 t
-ocr page 332-
van Deventer. %of
V ï ΙΓ. Geraard van HafTelt, in't {aap 1foS*
ÏX. Geraard de Bufco: (miffcptl Vandea
BoflcheJ
X.  Johan Kader , m t jaar ifio.
XI.  Theodoricus van Zutfeen , t'U 't jaö£
^1'/·                  ,            rT1J , .
XII.  Laurentius van Hildesheim.
XIII.  Petrus Borken,
XIV.   Siraon van Doesburg5 Öie fcl 'tjéiït
irói.afgesetbnesö*              '
XV.   Arnoldus Heutem , Oie Ög fee β#»
fcgeti ban sgjtte $joeta# bggeset $ in't joa^
XVI. Andreas N, 01'e in't eerfïe jaar $*
net regeermge/ om 3Qne bergingen/ «ge
3ijn amyt en ïjet genootfejjag &*& 23joeöa?e«
0e3ctbaierï3; en tot ogboïgeï fcmg
XVII.  Hendrik van Wachtendonk.
XVIII.  Anconis Bengevoen.
XIX.   Godefridus Heuflen , onÖCE toïCrt
bit genootfc&ap teniet gegaan $; en Set erf*
0oeö oer ^oeaeren aan öe ^fcafc^ tiafft bst$
ballen.
9(ft tneene bat §tt ben meub^gierigen^ee*
$ec «iet berbeeien 3a!/ bat të {jet 3e£bonöige
af5ct3clban ïïeesen Ieben$1aat ö*er bgbaege,
UFZETZEL IN DE
NEDERLANDEN.
Afxcticls
Yan die Ie*
Vcnswijae r
in de Ne-
deriaBtlca*
en roor
Te Deventer,
®ittflf5tt5eï/ 't toe!!* jaarïp£ met öf an*ccrft lc
öere Uftügtigtm t^amenf^afte/ öat#ce*DcvCDt"e
ne atgemeene bggciïBomfie ntoefï fjoiiben /
ipeft booi eerff een Itonbent geöa& te ®e<
-ocr page 333-
2ó8 Oudheden en Gestichten
UMtty -t toelff tn 't jaai* 1376. frm$,Grc.
gorius tae0ege.flt0t i$; en &.et eerfle ban a!(c
öe lionbeutén U%tt Φ$& i$ getoeefi.
Te Hoorn.
3|et Üonbent ban ^ooin / 't foeli öen %,
Hieronyraus tOefcötjÖt toa^ /1$ UI ÏJZt jaar 138).
fcoo^ öe ïjuip ban öen f^iefïec Wille m van
Putte, te ï|oom op0e&omen. üi'ti ïjtt jaar 14071
itsierö 'et; een goute ftapéS aan geusiimcct;
maau in 't jaar ^9. toierö ïjet fóonbeot niet:
ben ganfcjjén inöoröeï met^Cacciiiaas ftfoogk
ter/ öat 'er öicijt bg flonö/ bereenigt ©c
eeöen toa$ öat öe ^oeoer^ ugt Set üonbene
gebjeefcen toaren: Ijoetoeï öat Veüus, öseuït
in 3i)ne ^onpt ban I^oorn beiljaaït/ öe ooj>
5aali ban gun bertreft niet berraeiöt
Te Zwol.
Pan fjet tóontient te ^tooï/ 't toeïit in 't
jaar 1393· op öen naam ban &. Gregorius
opgececöti^/ $al öeneöen gefp^oüeu bio^öen-
By Schoonhoven.
^t Micniels .Ijccg / öoo£ öe bianöcling >n
; -den Hem genaomö/ $ Qtftic^t in ïjtt jaac
1396- &it Honbent geeft tn ijet jaac h^·
bett öeeöeo ilegeï ban &. Francifcus aaua^
nomen: maar i§m\ jaar 14-15-. tot De^^
öcr föe0UÏiere ïtanomiiWien ober gegaan 3»
't jaar 117*» öeu <s %u\$J ia fjet 300 ixsel αφ
öe ilatalpe <0oö#öie«fl ugt0eroeit*
-ocr page 334-
V Ά Ν Ό ε Τ Ε Ν Τ Ε           *θ£
feit ^lfscfc^l/ 't^&eïft Öett ||;Joanries tóê*
getopt bja$/ jjeeft ban oen öeojnhe/te tóee*
ten feöect Set i&ar 1998, een Honbent öeïjafc
aeötcf Set nienhje m$fyu$$ ƒ ten ï)Uï3e ban
ttoee f^iefiet^. f&ent ^eet Floris en ae bo^
&cre23ioeaei#/ öie om Ïbaoeöen ban &e .pefï
ugt ©ebentet* gedeelten toaren / en bg öfc p*
mel&e ttoee ®#efiet$ gü£$befïm0 öeïrceegen
IjaD&ni/öaöbcii oatjpg^ tot eenmonbentbee;»
Hoorett. ^aöeröaitö ï^.gct oneer jjet geïejöebart
Öetl^bCl'fïe Godefridus van Megen itt jl> Jans
hnprHe op getHamp b^pïaatfï, vDtt b30^b in
(jet v^oooboeft ban Hulsberge a!on$ beefjaaltί
ïn't jaar 14.5-^ , den tweeden dag na S, Bern*
dikfttS)
is overleden de.Prieiter Godefridus Me*
&»·>
die zeer treffelijk koit preeken , een goc*
tie Klerk, ganfeh liefdadig en godvruchtig;
die met den raad der Vaderen aaneertelt is tot
vJvcrite over de Vergadcringc van het huysdef
Klerken te Amersfoort. Deze Klerken , die
langen tijd achter het nieuwe gafthuysgewóönt
liadden, heeft hy eindelijk verplaatft daar zijl·
teger»woordig woonen S te'weéte'n in S. Janf
kapelle op het Kamp. Hier heeft hy voor eeril
c^n groot huys eetimrnert voor de eetzale der
broederen ξ en meer andere gemakken , zoo
Vcr|e als tijn vermogen ftrekte. Hy.wierd in
S. Jam kerke Begraaven j dewelke4 in Υ jaar
Hyö» den derden Maart , door ?ms Galixtm
tQt een kollegiale kerk opgereeht is.
Tc Delft.
®lt lonbcilt / &. Hieronymus Stal %ti
fiamntj/ \f m 't jaar hpj, op fce ficfïen b*m
o                         U
-ocr page 335-
iï© Oudheden en Ges τι^ηϊεν
beH^et booj eenige 2&£oeberen gefiicgt / bic
ban 3Nbenter ontboden bjaren. #abeiijaiib
geeft Bet 31CÖ onber ben berben fóege! ban&
Franciscus oegceben: maar in't jaar 14.33,'
^, Auguftinus boojgatroon enïeib^mange*
gooren. Deze Regulieren, 300 fiaafet? m öe
ffiancefttmingen ber ^oeberen/ hebben't ge-
waagt; en't geluk heeft hen geholpen. Dewijl
hunne hoop dan aanwakkerde, en zy zich selven
noch grootere zaken beloofden, zoo begoiïenze
te vreezen dat de plaats hunmetterrijd tenaauw
zoude worden. Dies hebben zy geraadzaamer
gevonden, een bequaameren ruimer plaats bui»
ten de itad te neemen j daar ze naar hun wel-
gevallen meer perfoonen zouden kennen laaten,
én grooter ruimte hebben. Zoo hebben zy dan
met de toeftemmingevanden Ordinaris al hun-
nen inboedel, outaaren, en't geen 'er van hun-
ne Broederen ovcrgebleeven was , medegeno-
men; en zijn buiten de ftad getrokken naar ecu
plaats, die zeden berg van Sion genoernt heb-
ben: en dus is de ledige plaats weder onder on-
ze Broeders gekomen, ^èn I^beSC pïaat$ ban
be gemeïbe toebeten betooont; tut bat je
booi ïjet beranberen ban nm openbaars
4D»ob£bfenf£ ber&eeben $ijn.
3fb moet ben %cc$w ijitv öericifjten/ 't S^1
flt niet binbe bat iemanb imï) sebaan ϊβΦ1
bat unt bit üoubent / onber be fiab ©eift φ
legen / get algemeen fóanitteJ ber fteguiieie
ïianonnmnen ban & Auguftinus bno^tBtlw
men $. ®it algemeen kapittel (of&mf
bering) ban 't taelbe m be 03^oote fójoHijn
ban* Jebedaub getoag ίχοβ gemaant/toifrt
fiet fóapittei ban ^ion genoernt om bat fyt
# Dift. jo. cap. 85-. Dift, 31. cap, 77,
-ocr page 336-
vak Deventer.. zu
0$ ^ioii epgtbomen/ en^ion Bet foofö oer
tytvqabmnut &a$* ïPe Itjfï ban ïst üonben*
ten öec tëeguiiemt/ onoer Dit Üapitteï fïaan*
öc/ 50a aï$ 3e giet? üoïgen / geb ïU getronRetj
ugt öe pemjtóeren ban öen üatt^Diffcöojp Sas»
boldus.
Kloofters van Reguliere Kanonnikken* tot hec
Kapittel van Sion behooretide.
'tiiftm*! 1*0« Maria, 'peeren J^oefcee/ 0$
jiïion.
©af ban ^§ Michicl πι oen ï|em/ ög
i&rijoonljcben: ban tóien^ ctrfïe "oplioraftó
bühm Qtfptobm i§
©at ban ## Gregorius in Craan|/ ta;
<0OUöe.
©at banJS, Anmnius tr^aai'ïcm 1$ geflicijt
in 't jaar 1414: maar in 't jaar 1484. $ {jee
ban oit kapittel $efcïjeiöcn > en geeft 31'eö on*
bee oe gjeraanfireit ó^acr bcgceben*
't ^Ollbent lian bc $. Maria Magdalena it
'# ^abcjah&e: bJaar omtrent te Bemeriteti
fïnat öat De <0;abin ban ï^oiianö eertyög te
$ <£^abc3tiiiöe een gaftfjuggi opgececfje en bat»
fnftomjtrn böo^ién Jjaöben.
ffitéav ÖelBijI 'ce öc armen/ üoo} 't guaali
Bejïicr ban öe oj»3igter£/ gpen genot of baat
t»an ijaööen; geeftjie ll^et (ban '$ «^abe^an*
bc; ïjrt eif / niet aiïe£ Daar tóe begöorenDe /
j>en ïleöuiieren ban #eïft aangeboaen / om
'et een lionbent of ïju$$ boaj öe S^oeöeeen
t Hier vo'gttn 't Latijn de lijft van de Priors van de
Hem: maar dewijl die lijft onder Schoonhove zon-
**c,r ^eiV'ge verandering fraat, acht ik het niet noo-
"!g» dezelve alhier weder te verlaaten, fcrtaalder. ,
O 3-                       Ofótër*
-ocr page 337-
%ι% Oudheden en Gestichten
iUtoben bast't gemcene Ieben) te boutoett
3^0 5eïf Öe 3©et geeft ban Jacoba van Beyeren,
ben 4 ÏSugufïi 142,7, öe bebefïiging ban be$e
gaare gifte be^ocgt; betoelbe baac op ge*
bolgt ben 7 jpgfyitargi 143^ Φοκ geeft'et*
Philips van Borgonje, ïSumaarb ban lollana/
öcn t4 ?dp2iï 1437» $ijne toefïemmmg toe ge·*
geeben, ©lig berre «gt be onoe parnemente
b?teben.
<Pat ban <g>. Maarten op be 1»011U *, 't Üjeïft
be plaatjS 1$ / öaaC Erasmus van Rotterdam
5gne feloojietgeïoften geeft gebaan.
Nonnekloofters, met het Kapittel van
Sion vereenigt.
I|et gmj*?ban Maria, '$ ^tctm J^oeber/
in be $qü bg Meloen; 't bjelu boïgen^ * Or.
krs, boo? get opruimen ban aï git puin/ m
a^eglanb beranbert i§.
©at balt $>. Margareta ttÏ <0OUbJ.
'Φαί ban j§. Dionyfms, in bc %t\i/ttl&m>
fïeebam-
|§èt guggban Maria, Igecifen jfl&oebw/
op be <6»autoe te <$B>ouöa.
«Dat ban Maria, ïjeeren l^oeber / op
be %vj\ te Haarlem.
<Pat ban be %. Maria Magdale-na, op gft
jSpuftfteu te fSmflerbam : 't toem/ 30a aig
tft in be pamptefen ban 't 3elbe fyxqf geboii'
ben geb/ stjn begin geeft genomen in't jaac
1432..
^at ban J>, Agncs, ooft te SDmficrbam/
't toelu nu be pïaat^ t£ bec VBoo^. &φ\$*
* üefchriiving; van LciJca»
1 S                                                      ΝΟΩ'
-ocr page 338-
van Deventer.           %t$
Nonnekloofters , ftaande onder de bezoekrngc
van het Kapittel van Sion.
£>, Annaas gl!ö£ te <®tlft.
't $U£$ Nazareth te ÏÜ^fcDgïf.
't ïüonbent ban be ©$ie jtoningen te Zmp
3ce,
g>. Elizabets j)üB^ te ^cgoonjjobe.
Klooiters van bekeerde Vrouwluiden, ftaande
onder de bezoekinge van het Kapittel
van Sion.
^. Maria Magdalenaas gu^gi te <0QUba.
£. Agnes ÏJUJ$/ ooft te <βθΙΐοδ.
©it ί$ δη hwjje ban een untfcueibing ge$egt 5
etl 3aï ftonnen Dienen Om öe Drievoudige His-
torie der Reguliere Kanonnikken van Gabriel
Pennot te benneerbemi. $n gaan toe öe
itonbenten bec ^oeoeeen (ban't genieene W
km) toeöei* öejigtigen.
By Otmarfen in 't land van Τ went.
't ^onbent ban &, Antonius te fdlöcegen j
&ien£ ecrfïe gjonbfcoet'ft geïegt in 't jaac
1406. tn toaat; ban öeneben jal gefj^ofoen
toojben,
By Hattem in de Velawe,
^ït Honbent / 't toeïft & Hieronymus Deug
te^uï^öecge toierb genoemt/ $ geöontot tn
t jaar 1407.
Te Gouda.
®ttfoa£ ben ü. ffyofïel Paulus toegeitójbt/
fit bawom fauerben Die 23aoebe^ Pauiiten ge*
o 3                 noemt.
-ocr page 339-
3x4 Oudheden ek Oestichten
noemt. Ctoee ban btgütot &totizc$ / ttfam
fen Johan Ristei <®berfïe ban't Éoinjent/
in Adr. Textorius De'i)iuj£oe5o&er/ sijnoooj
Set ntijg^boln ban Den <ö^aaf ban Lumey,
ten tijbe Dat De pat tegen Den onDen φο&?'«
Dienfl Begon aan tt ioafttoen en De Mk
fcrtjg in 5ijne boile uracijt b5a$ / fcOKcöeujii
om öaï^geö^agt* ©it uloebig trencfjjdfïaat
ÖJ) Éftius , in 3ijlie Hiilorie der'Mru'Eeia^ren
vanGorkum, omjïanbig befcft?eejben; geip
OOÏt bö * Haveniius en i-aur. f Surïus, ÖIC jJÊt
ngt Eüihs getrohft$n fjeuoen ; en bojDec ön
Ρ. φ Opmeer, Arncrtdus 4- Raiiïius, en t'tl jiC
«jfèyvoegzel op de Geboortedagen der 'Ncdei-
Ëndiche Heiligen van Mplanus.
Te 's Hercogenbpfch.
$et lüonbent ban ^eitogenbpfcïj tui$
§tn 3§. Gregorius toege-etgent DOOJ GeraarÜ
Kalkar; Die 'ei* De eeiiïe #öerfic (of Pater)
getoeefï / en ban WmtA gecbJaact^ gesoHöcn
ljoa£.< %et i$ Dooi De rjoDtynCptige niilDaöig'
geit ban Den iSaaa begonnen in 't jaar Φν
ïliet Dit OJlfcfeift/ Dat IK Ugt Fr, * Zweriius
^etconhen fjeb.
In't jaar 14x5*. wierd ik in dese Stad
onder'de befcherminge
van oen H. Paus Gregorius, ton een
Konvent van Broederen opgereeht.
De armen heb ik voor niet geleert ή
die*t betaalen koilen voor geld,
ö InSpecuIö cap· 28.          f In comment. 6cc
f Hift. Martyrurn- Batav. Decath I. Jib, 7*
I 1« Hierogazephylacio Belg.
* in Infctipi, & «aenisKjcnns Êrab* p^g. 34!·
DU
-ocr page 340-
VAN DeVeMTE*.          "f
,r „r tciit + Gramaye ia 7Ë\ç ïaxan-
Dit hTeen 'gebo- van eene uytfteeken
'""
            ßç daar bv een (Latiinfche) Schole
'Jerrte^0fch Nederland berucht was; met
d'e,ÜT ifmiddelcn voor de Studenten, die.ç
rale hulpmidaeien
               van rijken, mid.
int benden verdeelt waren,^ ^.^ ^
aelraatigen , en arme .
                          2oo_
,tm DexeSchole heeft ^,s          gë,
tanlg gfWoeit, <w             J kan getogen
IC„ getelt wierden . en                        Scho_
iat deM Studenten boven |ev ^^ ^
II" "IirCnötnt öen Jojfertine Kanon,
te ie i)it ftoap'w ^"fS/gfoeeijen; maat
te «)Ö.^ * *ߣà toanneei; öe £taÖ
jet tte3it ge3«t*
Xe Doesburg.
©at ban ®oc*nrs S«fl Jw «»»*»■
Te Harderwijk·
afgatroonerftent*
Het Konyent van Gent.
Geraard van Gent, (^^ te£5SJffi ffi
* SandeiHs) 00 300Ð W Sigerus Miei*"* WH
' Pp. 8.         t fccr. <%^ lib. «. ca?· 3· ^^
O 4
-ocr page 341-
$i6 Oudheden en Gestichten
Gent, en de broeder van den Kaftelein Hu$py
die volgens *f Lindanm van fommigen voor den
welven gehouden word die den bynaam had van
De Moor, en ook den naam van den (z) Duï<
yel
aangenomen had , had te Gent een huys
Haan aan de Schelde: welk ook van \. Meye-
rus
het ileene huys van (3) Geraard den Duivel
word genoetnt. Dit zelve huys is omtrent het
jaar 1419. verandert in eene Schole van Hïcro-
nymus Broeders
·, en is wei-eer zeer bloeyend
geweer};. Dus hebben de Hieronymus Broeden
over de honderd jaar in dit huys gewoont·, en
*er de gefe.haafde wetenfehappen tot groot nut
van de Vaderlandfche jeugd voorgeleezen. On-
der, de Hieronynüaanen van Gent worden twee
^Egidiujm (.of Jilliffen) geroemt-; dewelkeo
omtrent het jaar 1480. het beilier over du
Fraterhuys van (Sent, gevoen hebben; en in
de kerk der voorn, Schole begraven leggen.
In de plaats der Hieronymiaanen zijn nader-
hand andere Schoolmeefters gekomen ; maat
als die metter tijd bevel kreegen om te zwij-
gen; is 'er onlangs door denBiflchop van Gent
in de p^atze van die Scl\ole eene Theologis-
fche Lefle aangeltelt.
Doch de genen, die op de inkomften van
die LeiTeiludeeren, worden tegenwoordig met
geen quaad overleg ten deele naar Douay ten
«jeele na.ar Loven gezonden; daar ze in* de God-
kunde onderweezen worden» om dit Bisdom;,
aan 't welke zy verbonden zijn, zoo ras als ze
debequaambeit rot het hardersampL zullen heb»
ben, te helpen. l®l\$ htttC Sanderus, &00$§
fyttft bit Utoiibent / 't toeïft ϊβϊ Content öec
ttomllflpoföto. gietfce/ &m jpau#-Eug«-·
-ocr page 342-
vak DeventeI 2ï?
•ius l V fti't jaar 1444·» *» ton f an$ Pi"s II
m't iaat'14^1 berfcFjeibe gunflen mtoy
utym gefcreegem befodften ban Aub. * Mi-
txut opgegeeben too?öen/
Te Antwerpen,
j&m ben «erfïen #berfïe ban φ. Salvators,
üonbenf te Bnttoerpen / 't toeUi naar ben
έ>ύφη Pots pg$ toierb genoemt / binöt
men Dit öericöt in Set ©oööboefc ban $ul$<
S«ee:: In 't jaar 1444» op S. Lambertus dag,
is overleden, onze beminde Broeder Andries va»
Elborgh;,
Priefter en Overfte van de niéuwe Ver-i
gaderinge van 't Huys der Klerken , in Bra-
bant, binnen de ftad Antwerpen4, welke Verga-
dering gedicht was door den fchatrijken man
Petrus Pots, te Antwerpen uyt een Adelijk en
Burgermeeft'erlijk geflagt gebooren ; en van
Philips Hartog van Borgonje Ridder geflagen.
Hy heeft zulks gedaan met de toeitemminge
van zijne 6 kinderen, die hy noch in 't leven,
had , en by Maria Terrebroots had gewonnen:
onder welke. 6 kinderen ook getelt word Jo~
han
, Heer van Kauweftein en Hoogerheide.
Ook heeft hy veele goederen en renten aan
het Konvent gefchonken ; om ten eeuwigen
dage voor aalraiflen aan de armen uytgereiktte
worden. Maar na de dood van onzen Broeder
jfndries is die Vergadering verplaatft , en een
kloofter van izCifterci-monnikken op de zelf-
de pkiats getimmert. 1>θΐ0*η0 tyt fc{)$ben
ban Auguftinust Wichmans $\ft öie ix|®tm*
nmm ban iPfïein ottboöen: öie'ee ηοφ
* InReg. ik €ooftit. cap. lo.
i Brabanüse MariaHïe lü». }♦ cap- ii,
o f               w
-ocr page 343-
|i8. OvDHiBEN ^n Gestichten
lipt V Scribanius ÖgtJOCgt bat fytt gemd&fi
moftw al p&ontotsouöe $11 tot jaac 145?,
«Êaar Gramayus geruigfc öat beoube pöeofe
ifmften omtrent öe eerfïe oporafïc ban ö?t
Ëiooffer onber malnanbet tserfcötOcn Henn-
auez t t)crfcötüft be opöoutosng tot Bet pat
1447 i sonbee bat B0 / baac m toertaonuerb
fier ben ƒ- eenig setoag ban be S&oebewn
siaaht*
           _ ^ .
Tc Gronmge.-
met Honbent ban φοηίιΐβί / bat ben $·
GMdrius tot ©atroon ïjeeft / « «WJS
toriU ban Dideryk van Herxen^betJ
tal 'liet gtoolfcje- fconbent/ eerfl; opgereeïjt
Ifcn 1 Jfcaart/ in 't jaar 1464> Beeft Djjid
«nBorgonjc be «ί»«8 .aoeöeeftenrt/ «n cc
tefcijeiöe bootten Bg geboet; na bat De
<&oeter$ al cenisen tg* te boore / te toetten
Ol Hendrik Grelle , f jiefecf / «I Willem
Baerïe, Niklaas Heemskerken , en Hendrik
w»Zomeren, ^eefïeipen/ öie ^5^*
rsuntooonbe^bet· PÏf^etoaten/be «mw«j
mm bee goebereii toafl gefielt/ en öfPöteit
Ken/ B*t öemeenc ïeben albaar alt* te
Sfionben. %Ü if ooit pbaan tot ï>tt
!^f toe: maat aïf er in bat jaac boojgaa^
& *£L» * &* *eberlanben opöj.
Sttoierben; en^ommjejöhanlvny^ öie
Sï en laatfïe ^iffcfiou » ***£/
ra ittttoog* «eteeeeen fjaö.;. towrö> P»
4 I» A«wcrpia.
gH^B.'a^:-rj:-; "
-ocr page 344-
van Deventer,.           a ι 9
anöett: 't feieï& / naar öet fefeijben %m * Kem-
-ius, iigttocnbtg een praeljtig geöouto toa$i
en ban binnen met feoninMij&e bertreltnen
Doopten, j^aöerïianö -ίφ bit $fof be tEöoiu
plaat^ ban Öcn Hanbboogb getoojiten / baa«
Ijet boïgen^ Ubbof Emmius nocf) tegentooo^
big booj gebjngfet tapjö. Φεη öaicf Sier $ίφ
tingc / öeimji txt*>übè onbec koningen ogge*
gegeeben i| / fcetjoeben teg §ier niet bg te
boegen.
                                               .
Te Loven.
©it manbent/ 9t toelit ben I|0 Martinus toe*
togbt bja$/ 1$ begonnen &003 Henricus Wel-
lens, ïjï^eïlaan ban iM*»^^^ fcec& 3N5e
Wellens,Doo^ eengoöbanegtigen gbec geöjee?
ton/ en aanzet boa? be betraaaröï)eit ban
öe fcïjoiieeen ban <&ebentee/ (toant be Mm
ben in't genteen leebenöe bitecben toen ftïfi*
lieren genoemt) ï)eefteemge2l^oebet$banbat
Beroep ban ©ebentee ontboben. «èetjl gat
ïjn tn Ïie ^p^oïiheïmaanö 1433, öoefoeï bat
ί Vcmulxw 3uïlt^ tot Qet jaae 1443. ber*
fcjuift/ bg ngterfïenbjtïïc beboïen öat'ee 30a
een taibent tèr eece ban β. Martinus 5onbe
öejlicijt tooien. €n gelp jjp 3tjne jaami ƒ
%3Ö» ïeben/ met Qet onberbj^en ban öe
jonnöeit obergeöjagt ïjab ; 300 begeeebe jjg
ooft bat 3ljn erfgoeb na 3ijne aflijbigfjeit tot
ten biecgeïp gebeft btftttüt sonöe taojften:
toant be gemelbe ^oebet^ oeffenben 3iéïj 3el·-
ben in't onbertmjsen en feF)$ben. <®t @jfo?$
fom «B^oenenbale7 ftapöenöaïe/ en öe öjte
fonteinen / toierben aange|ïelt om ben ugte*5
• Fri'fiae lib. %,              f De uihe €re»inga &c*
flen
-ocr page 345-
%2θ Oudheden en Gestichten
#enfa)il ban beu onden engodtb^icötigen mau
tint te boeren, 3^aar op 31)11 'er suiEie töefr
gieken baii ^ebenter ontboden; en daat otp
öer iËgidius Walrams, die bandeeeifïenlrja^·,
en gefc bjern ban de^e nieuwe quee&ei'D met
cene ugterfïe naarftigljcit ten einde gefeagt
geeft: geboende de boö^na^tnfïe geboutoen
getimtnert/ dté'er tegenbjoo^&igjÏaan; en'cc
gene napéï aan gsöoufcut / die w Ö^t feejl
ban £L Martinus ttigetotybt i§. benige jaa*
ren daar na gebben De^oeder^/ na dat 3c
übec de 5aïie niet 3eer geteerde en gobbjucï)5
tige mannen raad gepïeegt ïjadden/ Ump
ger geoojdeeit ban leben^toiBe te berandetea
^00 8eeffe:'Öatl:"'^Sg'dius Walrams niet 3JjtlC
goederen/ na dat 3e 'g Spiffcöojpg berlof al·
booten^ berïtreegenjjadden / onder den^ioï
ban SSetleBem gelofte gedaan ban naar ö«i
üegelbau &. Auguftinus te 3Ulïen leebenitn
$ daar op ban Regent / b$ becbiejinge /
jj^ioj gebwden. $a de dood ban Mg\dim,
onder Henricus de Ponte, ié dit Moofiee bofc
gen$ Bet fcB$ben. ban *· Gramaye met öet
filoofïer, ban.3@inb*$em beeeeuigt, $oo?tg
blpt Bet unt öet opfcöjift ban't bloojïec/
't bjelb bn t Zwerrius te leejen fïaat / dat
jjet dOO£ den UOO^gemeïdcn Henricus Wellens
begonnen in 't jaar 1433 (4);
Te. Geraartsbergen,
Johan van Waasberge , 211 de, 4:2fofcï)v2pin0É
ban Geraartsbergen , fpjeebt aïdn^ ban dit
*.Gramayc Lovanium , pag. f8, J9·
t Swettiimonument, pag.'zzr.
-ocr page 346-
vam Deventer.           *»i
,t^nr « Oichc hy den Dender zijn noch
m&\* in w'zen van het huys der Hie*>;
Λ*Χ: welke Broeder, hier certijd·
rLti^fche Scholc gehad hebben ; die ve-
ins Jacobns Mmhanms een vermaarde Schok
Is en goede vruchten voortgebragt heeft.
5 ftond op eene plaats, die om de getem-
perdheit van de lucht en om dat men daar om-
toverden Dender kolt trekken uytftee-
k nd wel gelegen was. Ook zijn 'er mannen
ν η daan gekomen , over welker geleerdheit
Ώ^verwonderd zal Haan. De inkom-
L V η vereenigt met de BiObhoppehjke
Queekfchole van Gent, onder eea ander Stite
piepen ; 't Welk ongetwijrelt tegen de mee-
Svan den Stichter ïs; en tot groot nadeel
van de ftad (Gemartskrgen) verftrekc.
Te Bruèel.
ietfconbent of tfraterjup* ban^nP/
fchap dei H. Maagd Maria geiiaamb/.!? Ö00|
betl Wlmatl Philip* Heetveld jM
wat 1460. grfüc&t omtrent De f^f^
ban £. GaugeVieu», Bp oen 0uet oe «enne.
&d hceft'er eene fcijole Og getimmert; aetoeï*
he du&a ben naam Dan De Queekfter der Re-
ligieuzenvecbermaaro i$ setoeejL· oaatGr*.
mayc, in «ine uefcïjjpmge bau S&nflTel/ 00a
ban octbaaot. Cijani tooonen ö er totlv
fcaniaanfene of rpe Ulariffen: toclfte β*η*
ron booi jdhan Hunchin, «^$ο#.6<Φ ban
iaccöelin/upt <Dpö|uffeI in &C5C jïaö 30" beo
Vlaatjï.
-ocr page 347-
2%i Oudheden en Gestichten
Te Mechelen.
miet fïonb 300 een fóonbent aan te Mtt
ben 3M: oaar aeene^oeöer^ meet: ge&oont
jjenöen t'seöert ïjtt jaar ir8f.
Te Emmerik.
fee eet5nilie man Dideryk vünder Wiel h\af
biel·eer töaaö$ïjeer te €mmenli en Stegen
tncefier te ^cbenter getoeeft: nianr hmiiité
Ijp Op 3yne ÖUpéb-ïOUU) Belia van Dorilen
pene ïunoeren nreeo. / ïjtefi fjg Egbert ter
Beek, 3ijne tooub$ öloeabertomit/ boe.a 39*
hen 30011e aangenomen. H$ nu öc3e Egber-
tus naoerijanö onöer oe 2&joeöerg ban ®cm'
ter aangenomen toa|i geeft gemeioe Dide-yk,
01e baar öoo? fin beseibe 3$;deb?i'£ begon te
berneeren / iigt Dunnen ommegang .geleert/
öe toeereio te berfmaaüen. Wanneer nu yy
ne bjouta obcrlcöcn töaö·, Beeft fj£ 3tcf}/ om
flïleen ten ïnenfïe ban<6oot te ïeebcn/ in grt
S£ernat'ogner aioofuT mhchtlQ begerben: baat
ftp het hoer ban <©. E. ©jout» op 3ijnc hc?
ten getimmert öeeft> en aftu£ onoer oe ton?
Öoenoerg ban bat utoofler een bdojnaamc
nlaaté beeinent. Wmij bod; Dien öar öf ü*
nen/ aseu ög ïjet Öebiinb ober 3jjne goeöcrrn
oöeebjaaen tjab / m 3^en oen eigeuDorti
ban öie goeöeren aanmatigden* ÖP torDar
naar ^mmerift geneert ^aar geeft ö^-m t
iaar 1467. een föonbent booj fólernen (ban f
gemeene ïeben) of f raterfiupi geödutot; f»
fieeft eenige 2fywbei# ban ®ebenter ontw
ben om &et te oetöoone». $g fieeft 31* 3C
-ocr page 348-
ψ ah Deventer*       tij
ben ook onöer Sun φ&ΐφρ htQCthm; m
ftct ïtonbent tot erfgenaam ban 5tjn gioot
nocp aangefleït. 3&ff flfojf oen ïefien jEaart
T47;i en toieto m De telt/ oie 9g jeïf ojpge*
öoutot ïjao / boo^ ijet Saoft outaar öegjabeo,
#|i 3ijn öeeltenifie / Daat ö? afê booj een
Rcug^öceïa ïeggenöe beetoont too# / fiaan
öe5e ttoce ^atgnfcöe beei^en te leesen/ öie i&
geloof oatbooi jfln fljeffc6?ift 0eÖient öeöom
En habitumTheodoriei habes,infigniavultutn:
Taüserat fimpleX, nobjiis, atque pius.
^ai! fïotlt'ei; ttöcïj tyl De eerzaame tbe§-
dorkus Fander PFiele , die dit huys geihcht
heeft, is overleden in't jaar 1475. Zijne ziel
rufte in vrede.
©ie ïjtt ïeben ban Egbert ter Beek, öesi
btjf oen iSegent ban 't ^ebenterfege JfrateD»
rji^s/ öefcij:eeben öeeft/ behaalt get
teil ban öit Imf °P °* Οο*0*η&* ^95^* HJ
heeft het huys van Emmerik doorzijnen bloed-
verwant Theodoricus van Wiet met veel moeite
en groote benauwdheden gcitichc ; daar hy
's winters, wanneer hy geenrytuig kondc krij-
gen, te voet na toe reisde. Als hyeens, van
't reizeri vermoeid , over een hegge moeit
klimmen; glipten zijne voeten onder uyt, en
hy kreeg een zwaare breuk; die hem tot zij-
ne dood toe zeer laftig is gevallen. Daarom
plagt hy zich zdven dikwils toe te paffen
st geen Gtnef, 35-* verhaalt word hoe dat Ra- ,
tbel, haaren zoon baarende, en in doods nood
fittende, hem den naam van Benwni gaf; dat
te zeggen is de zoon mijner fmerte: maar dat de
Vader hem Benjamin noemde j dat is de zoon
fijner rechterhand,
                                      Wt
HBBHHHMflHBHHHHHBNNHBHH
-ocr page 349-
2.^4 Oudheden en Gestichten
<®it §u$§ i$ nocö in toejen % 3Ö»öe Set tv
ttigjïe bat öe 3$?oeber£ (ijier omtrent) öejpu*
ben geb&en. ^e fterl* i$ ben 3£utjjetaanen
öoof Den Honing ban Jpmiffen Jjepebett/ om
'er jjunne ötenfleti te boen.
TeKulm,
eene ftad van'c Koninklijk Pruiflen.
&sa\ bit ïtonbent fïaat ïjet boïgenöe in bc
ffiantefteningen öee goederen telenen, ^r
%eee F.gbenus ter Beek, <&httftt te ©eben>
tér/ ïjfiö eén$ P. Aibcrtus, <&ber~fïe te^tool/
tuet aïle sjjne 25|öeöeren / tegen öonöeitmg
binnen 't oUtaaf ban purteren / tot een b^ien*
öeip monögef&eft en beföaöige niaaïtp ge*
nooöigt op 3ÏJH lanögoeö j&tboeien; Dat ï$
tuffeï/en éebenter en gjtooï !)aö leggen, <®it
öeeö ï}j? / om öe ouiie bieöersfjöfeije liefde te
bebefïigen: en öe ^oeoer^ ban bèiöe öe ïjuu*
3en ijaboeo baar % malbanöcr een biolpcn
Öag. Éï| 3C na be maaïttjö onöer ben biau?
ttïen ïjemei 3aten; i$ 'er iemanb/ roet naame
Balrhazar, uyt J&juiffett genomen; öie bjei eet*
cnöcr't op5i0t bcr^ocbercti fe^irjöoPtfei)oGi
ï)ab gegaan %>υ biel booten aüegaöer Op $ijnt
innen ; en baö öe Baörr^ ^eer ernffeip öac
5P 't met malltanöec obedeggen en befïifiten
Möen/öat 'er eenige^ioeöerj met jjeni naar
griffen 30Uöen gaan-, om aioaar/ in oe ftaö
itulm/ een «icntoe ^ei'gaöermg te fïicrjteH*
i§g beloofde Dat Ijn ïjen ttoutoelp 3onöe fjeï*
pen i en bertponöe toat bmeijten bat 3e te ber*
ijpacfjten jjaböcn; baar be oo£fï 300 g^ootioa^/
en öe fterftïuiben luttel/ ia oogelooffelp tot*
tel/ in getale, Φίί teerft geeft öe Heer Ai-
bertus,
-ocr page 350-
van Deventer. %.z§,
bertus , Op get bloeit ban ïfeee Egbertu*,
m niet de toefïemtnmge oer andere S^joédei
ren/ ög oer gants genomen: ioaat Jjg jjad ttfe*
nigmaal te nemien geseefaen Dat gn geene ge*
negendijeit gad om meer Vergaderingen in
3ijn land op te rechten / daar eene menigte
Man htoofïerg toa$: maar dat ög Öet iiebec
trilde doen in een b^eemd eo tooeft gefcoeffe 5
daar ijei de$ te noodiger toa#/ ïjoe Mt'tt
minder godb.nicötigijeit gebonden too$ ; en
daar berboïgen^ de tyucïjten de^ te aangeita*
mcr en menigbuïdigee 50'uden φι, Soo jjeeft
l$ dan/ nlg 'er eene öeguaame getegendïjetè
toa?/ in,tge3e»fdjap ban den boo^n* BaUhazar
Iderioaart^ jonden goeder Johan Wefter-
woid, niet noeïj thjee SÊjaedeeen ofïtïerheiï
ban 't gemeene feben·, en ijtm eem'g geld/ en
luat 'er bolder naodtg toa$ / medegegeebem
titeHtuIm aangenomen/öeö&en 3g 'er een aent
m ugtgepiunderd bolit / en eene berbjoefïê
ftad gebonden. cZg neigen 'er een plaatsje
out te tooouen; en tuierden ban fommigeti
ounftig otitbangeii; terlngie dat anderen moj*
den/ en 3eideu/bjat 3|ja oat baoi fflrnfcijenl
lenigen 3eiden/ 't naaren goede luiden: au*
öere ïjieïdeu 3e boo^ quaad* Sn 3eiden $eif ί
tog 5ijn geiiomea üooj 't iadiaeeseti ban iitojê
Uaidereii; om ijen in de deujden en iBmn*
fetjappen te ondertonen: gehjii m öeJDejtó
fefje landen gefcyieöt. Wang Rebben 3» in
Umtt
armoede beeie fniaadi)i-ben iigtgctlaanj
bo3jnamemiij& uau een deel omsujerbende en
°%r joymde jj&onailuieü. 3l£ant flet ïand/
ban deugden oubootfien/ toaa in een jautc
poel berandert dooj de ooo^ijeit der inteaou^
öfren; 300 dat 'er tociuige to&cm / die d?
-ocr page 351-
%t6 OUDHEDEN EN ^STICHTEN
ioaar|)eit aannemen / of bc nienfejjen bat
rechten hseg aantoeejen. ©aac boo? i§ tyt
gefe&icbt bat eenige battbe^oeber$/Mem*
§artig getöO$en / en be βοορ hm kt§ goeöf
te boen opgeebenbe / na bat %$ baat* tture
jaaren boo$geb?agt Ijabbcn / niet ben föegent;
ber fcftoïitren toeber. naar WmA sfjn gefteect.
«E*ocö be ïj§eer]ohan Wefterwoid, goctoelöat
gg ban aï!e fianten in öenanbsbïjeit sat / i|
ebeniwï lioljüanbtg gebïeeben i fooonenbe in
öe guï^e be$ Itfeljoogff en 5 en met Iicgaam
en 31'εΐε Bolien sgne nraeijten arbeibenbe, Φοβ
geeft ijg-na berieop ban eenige jaren aan öie
ban ëtool gefcfeeeben bat be saaft toe! op
nam; en bat 'er g?oote b^uefjten te betbjarjj'
ten toaren -, tnbien men ï?em met eenige jjuig
tsnberfïennbe. goo fieböen ban be S&3oeDfl#
ban^teoi/ en eenige anoere bergabcrinoen/
eenig $üÏi gefeïjofen, <$ctë 3t|n ,ÈC berfcfjeioc
9£jocöer$ ban glxml / met eenige jongtnatrê
ban goeben Mik/ naar tocgesonben, Mm$
t$
bat ïjiig-j (te Utilm) aangf toaffen; en brengt
tot ben gnibfgen öag toe b^ugten boo^t.
3N£lierrc tigt 5eher ganbfeij^tft: Slft bocö
*er efiuiï fe^sef bg/ in öe tyieben-lujf ban 't
gtooïfeije 3f?atn$ug£ gebonden; bie in'tjaw
ifjp, ngt gtool aan ben Regent ban öetlfjö'
tering? te ïtniin gefc^eeuen i§.
Wy wenfehen u de zaligheit in den genen,
door wiens wille alle dingen beilaan. Indien al-
les door Gods genadigen hyitand, eerwaardige
Heer Johanncs, naar wenfeh by uluidcn gaat, dat
ft ons van hertc lief. Dat uw medebroeder//^*
mannus noch niet tot ui, wedergekeert zy, is hier
door bygekomen : hy is by ons gekomen in ί
-ocr page 352-
van Detente R.           227
jaar 57, omtrent het fee ft van S. Micbieli en gaf
ons uwen brief met den brief van uwen Hoogw.
BifTchop over. Als wy die brieven geleezen
en begreepen hadden; hebben wy hem 3 om
dut de winter op hande was, niet willen we*
derom zenden : maar wy verzochten van hem
dat hy zijne reis tot ons aanftaande Kapittel of
byeenkomiie zoude uytftellcn: want wy wil-
den alvoorens raad pleegen met de Vaderen van
ons Kapittel \ van dewelken wy nochtans, na
dat wy hen om raad aangenfproken hadden s
gecnc of eene zeer geringe hoop gek reegen
hebben. Want zy deedcn allemaal hunne klag-
icn over de tegenwoordige tijden : dewijl het
Religieus leven i'hans iri groot gevaar is: en
niet alleen onze Order of ievensftaat, maar
Ichier alle Religieuzen hier te lande, qualijk
menfehen weeren te vinden , óic de weerefd
willen verlaaten , en zich onder hun gezel-
fchap of levenswijze begeeven. Daarenboven
zijn wy zeer weinig in getal 5 en konnen nauwe-
lijks een zesgetal üvtmaaken. Derhalve zijn
we ganich radeloos, en weeten niet wat raad
dat wy in deeze zake necmen moeten. Daar
by heeft de Hoogw. Biflcbop van Kulm onze
vreeze in zijnen brief noch grooter gemaakt:
want in dien brief gebiedt hy ons, vijf of Zes
dcugdzaame , ervaare, en geleerde mannen over
te zenden; dewelken de bequaamheit hebbed
om het bewind over uw huys en fcholc te voe-
ren, en alles wat dienftig is verrichten : in-
dien zulks niet gefchiedt, zegt hy, mogt hy
Jvel genootzaakt worden , om omtrent ons
huys van Kulm een befluyt te necmen, dat ons
J'et aangenaam zoude zijn. War zullen wyuyt
zeggcn anders giffen als ah , indien wy
-ocr page 353-
' >Ö0$ ÖUBHEDEN EN GESTICHTEN
zulke luiden niet en zenden, dat hy al het ar*
beiden, en zweeten » en alle onze pnkoften »
miiTehien eigenen zal, of tot andere gebruy*
ken beftceden: hoewel wy Godt bidden , en
willeja hoopen , dat zulks noit door den ge-
pelden BiiTchop , of iemand anders, zal in
't werk geftek worden. Maar dit moet uwe
JLiefdadigheit weeten y indien de dingen en
goederen van dat huys» 't geen Godt verhoc-
, de, oit mogten weggegeeven of onder vreem-
delingen uytgedeelt worden; dat; niemand
grooter recht op het huys heeft als wy : want
liet kan nauwelijks gezegt worden hoe dier
dat het ons flaat. Wy vinden ip onz£ dagre»
gifters dat u\v huys ons verre boven de dui-
zend dukaaten heeft gekofi; zonder noch een
groot getal van onze liefde Broeders te reke-
nen ·, dewelken , met veelerhanden inboedel
beladen , door onze Vaders op verfchcide tij-
den derwaarts zijn gezonden : zoo dat ze
ons, huys als uytge.plundert hebben y om het
uwe rijk of ten minite. redelijk welvaarend te
jxiaaken. Overzulksj indien de goederen van
uw huys moeten vervreemdt worden j 't welK
de Heer echter verhoede ·> zoo bidden wy oot-
moedig dat ons een goed gedeelte mag toe-
gelegt worden j dewijl wy alhier door de zeer
vinnige oorlogen, en andere ongevallen, tot
. cene groote armoede vervallen: 'c welk uw5
ja onze Medebroeder Hermannus, uluiden -beft
zal weeten te zeggen ; als hy to&komenden
zomer, met Gods gunlt en byltand, in volle
gezondheit by ül. zal aangekomen zij tij enz,
iéat tinbt bat bic'Su^ / ·Ý.ß»âúâ-Ééåç 1·
Gregprius toegcfttgUt tffl$? $öú& W0 W[
I
-ocr page 354-
' ! ν?                 .                 :" ■'                                 '                          "
λ                                ■ '                                                                                                          ,
VAN DeVeNïER»         22^
fien; geb |β ner^en^ gefeg?eeben of mngetp
ücnt gebonben.
Te Utrecht,
Juffrouw catharim Zaliger gedagtenifle, we-
duwe vznjtban van Zevmair, heeft denPries-
teren en Klerken van S. Hieronymus-du té Delft
een huys met een erve by uyterften wille be-
fproken; om te Utrechteen nieuwe Vergadering
van Prieiïers en Klerken op te rechten, naarde
wijze én levensftaat, in dewelken zy den Hee-
re dienden. :$|et 5tjt1 be fclOO^ben bailbeit tt&
fm fïicgting-fyief; ioeïne fïicgting sefcgieöt
($ in't jaar 1474: &ant in ixat jaar $ Petrus
Van 's Gravezande , mtt tetitn <&l\ttttbmUm /
unt get gemelbe Η ierony mus-bal gebonben /
om uc5e nieutüe pïantaabje aïiereerfï te bear*
tem. jjlaar öle jiïantaabje / goefoe! Dat
Johan Hei uiers, üanpmiifï ban x^ubmnnfïer I
tot licentiaat in be <0obtRunbe / endoog*
taar in be <&tmt§Mübt gepromoveerd ,
οίε ben 9 |&ep 1471· oberleben $/ aan gefc
pun$ bat nocg gebotiiot woefl tooien eenige
in&mnfïen gaö gemaakt/ liep gebaar ban bg
ge&réït ban noobigonbergoub te bergaatij tett
toare bat 3e boo^ get fcg^anber oberïeg batt
öca t&eebon föegent of ^berfïe/ Komelis van
Jen Briei, in 't leben gegouben mare getoeefï.
*®ant onber b£3en Van den Briel geeft get
tëeutoc gug$ niet aïïeen eene ïtern en fcgoïe/
jtnaac ook ruimte batt Ieben£nribbtfeii / ert
öaac ög beifegeiöe geboutoen geteegen; m
fti
Soóbanig Dat get met be anbere gngseti
fc*^oeberen om ben $i$ niogtfïrpen. J|et
9 8<&B in toefen» m mo$ ban ben Rcktor
p 3                       bei
-ocr page 355-
%$ö Oudheden en Gestichten
Ifcr fcïjoïe befooont j toeïSe fcgoïe noeïj tot {jet
^eïföc 0f^upB bfent él§ bootene | öe itvlm
ïpe inöoeöeï teo^ö in #«3L&;otii»£ Me öe;
foaatt. SN'&&$$§ $$$%** ötn Φ. Hiero,
nymus tioo^ ben patroon ban 't ïftonbent bciv
ftCOreii : tn {jet tUO^tS ΠΟφ $« Hieronymus
t|ig§' genoemt.
Te Nimwegen.
mit afoaterjjupg/ 't tocEi naai» ÏBL Grega-
rius toa£ nenoerwt / $ ugt fo f^tfrfiu^
ban '^artosenöofcïj boo^tgefpjoif u- I&w
«eer 'Kat el , toen. J|arto0 ban S&o&onje/
j^mitoegen bdegeröe / &βί öl i&ööer Rei-
nout, J§gfE Van Qy, tot ben: geinelD.cn Km el
obergegaan. ®aat? op öaööen öe ötirge#/
fcooj öat afbaïicn bcröitterb,/ öe ben#ei$ ban
3jjn öu^opgefeöfeH/ en gct sanff&c jjugg
ugtöfpiuiioert. <ên öebjijï 8« S& gupS n*
Dergaub niet berOeteren bjiïöe; ö^^ Remie[
van Os, Hanomnl ban & Stevens fietft/ &P
$eïbe ban Sein utlmfyt/ om 'et· Jöjocoerg (of
Stfaften ban 't gemeene ïeben) te plaatjen:
toelfte Van Os, öe eerfïe ^ticDter en be&tp
9ee ban ött öu«$/ in 't jaar iroo. op ©jk-
. S^oninöenöaftSÊfïo^ben^. <$ftgtoJifttnt5flv.
ooft een Eadjnftjjje fcöofe;onöer bjicn^ Rektors
ÖeieerBartholomicus Ek, rtpWW
cen'toffcïpen naam nageïaatcn fjeeft: &απε
in öe ^aarboelten ban öit jjuD$/ op Set joac
14.98, too& aloug ban pagepoften: Bar-
tholomseus fek , een oorlogsman, na dat ny
den fcrijg by de Franflen, Britten, en op an-
dere plaatzen, zeven jaaren had giëvolgt ·, hee^
ét Broeders door ziio nederig bidden ver·
-ocr page 356-
van Deventer. 23.1
murwt i en is voor een Broeder aangenomen.
Broeder zijnde heeft hy zich zelven "met zoo-
danige een ftrcngheit gekaftijdt, en ieder een
onderworpen; dat'er de Broeders verfteld en
verbaafd over ftonden. Eenigen tijd daar na
wierd hem het opzigt over de Studenten ge-
Reeven j die hy met grooten lof» naeritigheit,
en eodvruchtigheit geregeert heeft : tot dat
de heilige man in't jaar ι f 16. geftorven , en
in het kerkje begraven is. Hy word bene.
vens zijnen vollen broeder Joba», die hierin
*£ jaar '14.jp. voor Broeder 'aangenomen wierd,
ooder de voornaame weldoenders van dit huys
«rekent. Pieter van Os, Wt fiet $®WÏJU!$
ban γ ^artogenbofcö / ψ ö* eee|ïe mwM
fom bit ïionbent getoeeff.
- Te Kempe»
mi fconbent toa§ mt bat ban jNmtoegttt
boojtgeffeoten/ en $φφ boo? eenen Maar-
ten Hertoigs, buraet* ban mempe. *aac
bmntté ftp in 't sebenbe jaas na öejitcjpig /
te betten Vt jaat; 1 ?o9, met berfeöeibe an*
beteu öoo* öepefinpt Set leben geljaaïttoagi
ψφ öe be^oebe!ui0 / ttie alleen ban tgm
W ïüonbent obergeuïeben m§/ P| ftoW
ban 't fiugg aan be l^ajefïeaat ter Banö ge*
feit; en i§*tt nat geteofc&em Φιι£ i£ Set
ftonbent öeljeel en ai te niet gesaan.
Tc Luyk.
éit üonbent/ 't toeïtt get i|Wg de
Penna inierb nenoemt / m aan be $&aag 09
^ne seec beemaltdpe giaatg gelegen foag /
P 4                     *#
-ocr page 357-
; Μ$ι Oudheden en Gestichten
i$ ban öe ^oeöeren Mn 'g j^^jM
pökij^ötiém/'t.todS pfegieöt $ tentjjtu»
ban Johan <H5jaaf ban ïfocip / ben L111 ψφ
ϊφϋρ
ban Migls * ψε tot fjet iaat? 15-05-. ge*
ïeeft en oj) öèi ^ifefjoppelpen ^toeï wffi*
UU geeft: By zijnen tijd', $C£t Merflaeüs *
Pratepolius, hebben de Obfervanten eene
woonplaats te Luyk gekreegen : toen is ook
het genootfehap der Broederen , die S. Hiero*
yymus
Broeders genoemt worden, en de jeugd
onderwijzen, in dé itad ingelaaren, 'jjffity
tien 10Jpobeniöer 15-81, 300 al§ f Chapea-
yille Ober [jet jaar aantetót/ zijn de Vaders
^er Maatfehappye van Jefus ^ die in 't jaar ï f 66.
onder den Kerkvoogd Gerardüs van Grqesfaekte
Luyk gekomen waren, en 'er veele bedienirt*
gen van eene Kriftelijkc godvruchtighcit ver-
richt hadden, door het gezag van den BiiTchop
J^rneRus ψ het bezit van het Konvent aerHitr
ronymas^roederft)
geilelt. Jftlaar ban öe ect>
ft oplibmfïe ban öit ïtünbenr maant Ö£ m*
$m$
ijet roinfïe getoag.
Te Kameryk,
φθ.02. ïjtt toe&oeil böll Johan Standonk 3
Keeraar in -öe '^hmnu/ i§ öit HonbeM in
*tjaar 15-65-. öeoonnen/ mtm öeeïeban iw
ftomftCÜ böO^tcn/ Ö00£ lacobus ■ cfc KroyV
mfftyop ban liamergii!:öaar nae/ tt
ioeeten in 't jaar 15-09; öe eerfïe gartojj ban
liamergn öoo^öen Hei^er Maximiliaan 0^
\nml\u grt öit selbe jaar geeft öe gemelDe
^iffegop, Ghriftianus (?) "Maflaeui s &&''*«}
'.* In Ariiial. Epifc. tcod. pag. 584«, *.'l ; * . '
> ïn Hi#· LcotU tem, j, cap, 2.' *
' ' ;" ■                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                        ''                                                                                                                                   ' ■'                                                            ï                                                  I
ί ' ' '                                                                                                                      ' '"                                                                                        /",■!./'".,                   1
_
-ocr page 358-
van Deventer..-· 23'f
Trithcmius en VaJ. Andreas 3eer gejj^eti
h>o$/ en te<0ent Jet op3igt obet? öe fcgoïe
bet koeboren.gaö/naatfóamergö ontöoben/
oni ï)et öetoinb aïbaar ober be fcöoïe te gefr
Ben <Pit'ij be ïaatfïe boïttyïantnig ber^oe^
öercn gefcoeefï; 't toelïf berbolgen$ regeïrecïjt
tegen be boo^egging ban Jodoeus lèmm, n\
yt lenen ban Thomas a Kempis,.ngtgebalïen
Mj 9[n be befttj$binge baai bat ieben/be*
aelite Ö|> be biernen ban gemelöén Thomas a
Kempis geb^niit i§ I fctoft be boo^noemjie
Badius bat be ^oeber^ &ρfijnen tijb al tot
taneruft toe beboïftingen «ptgesonben gab*
^en. Hier hebben zv , fjet jjjti * be bioo^ben
ban ^t\\ gemelben &tlj$btt/ door Het coe~
cioen en iiaarftig bedrijf van den geleerden en
deügdzaamen Meefter Jthan Standank Godtge-
kerde derParyflche Schok, eene aanzienelijke
Akademi begonnen : en zullen wel haaft, in-i
dien ik in mijne giffinge niet miije» doorganich
Vrankrijk getrouwe werkluiden zenden , om
in den wijngaard des Heere te arbeiden. iige#
pnbjoo^big fcoo^i get ttonbènt boof jonnen
ban g>t Auguftinus <&$ct bebsoont.
5|n be garftemente b^ieben ber «Pebencer*
fcje ^oeberen binbe ik aangeteftenb bat 'tt
?TOhi ofiionbenten ïjebben gefïaan te j&ab*
Öenöojg / $mecï)t|ïeben / en ^£gèr$bjoibe /
betneïbe tot bit ^eberïanbfege %\t of Éerga*
bering beïjoo^ben: maar/naar bat ïjet fcljijnt/;
3ïjn & fïraï$ na tjjnnne geboomte bergaan» of
ffl't aanftomen ban tjunne jonnfjeit onber eeti
fyeembe magt berbaïïen; bebj|jï tjiinne geïjeii*
%ini§ bg bf ^oeb^ ίς niet gegaan #.
-j 3« gab get ïeben ban tm mto. j&eefïe^
Peraajd «lc Groot, oie öeje Itogabering in-
-ocr page 359-
HHBM
s.34, Aantekeningeη A*V -jd-e
gefMt geeft/ al öefcïfeeeben: aï^oöS&ê Re-
gels en inzettingen , naat? Detoe&e öe 2&#ie*
fe$ geregeert interben ? be Verdedigfchnften $
iti betoeïta $u tegen f)aaee Cr) befierfber^ bet*
trebigt !$ getoeeji: noojt^ be goebnenringeit
ber googfïe üeefcboogben/ ber l^tógSfi
nnge'ban ifcottfIst$/ en oerBiffeOojipm ban
ittrecgt/ bie aan be selbe ©eegaberinge g^
gebeil 5gii: baar b|> bevoorrechten en vrydom-
men aan be seïbe &wgaberinge berïeenb/ be
gefchriften e» loffelijke daaden bet 23«iöebe*
i*en; be ώί fooien ban Maagden jjugsen /
éte otte *t gebieb; bee ^ergabènnge gefïaatt
Rebben; en eiiibeïp öaaren ondergang , ett
bet'baïïe Konventen. " &$Bt OebJïjï 3Ul6#
een Boen ban eene öegnaame grootte 50ssbe
ttjötiiiaanetii jjeoben tog ong fo&nopt bergaaf.
iriet 500 gjoot lift Ögboegse! met; fcoilien ber*
Α A; ÏJ:TEKEN.IN: G E H.
i, ï)e Hooge Schole van Praag was in 't jaar
J347. gefticht door Kei2er K*rel' IF'; en'had-in kor-
ten tijd grooten opgang gemaakt. Dit blijkt ttyt het
groot getal der Hpogduytfche Stadenten, die omtrent;
het jaar 1409] om zeker krakeel verliepen, De zaak.
<ïte aanmerkelijk is, en overal niet gevonden word,
verdient met korte woorden verhaalt te worden.
De λ Keizer had de gemelde Hooge Schole in;vier
Naatzien verdeelt: die van Bohemen ; daar die van
Bóngarye, Moravie, en Slavonié, onder gerekent
wierden: en vorders in die van Beyeren, Polen, en
Saxen; die onder een en den zelfden naam van e1®
"Éoogduytfche naatzi begrecpen waren. Volgens
fret eerfte'ontwerp; moeiten de inlanders; in alle Aka-
«kmiffche.beraadflagingen, drie fremmen hebben; de
uytlanders een. Maar de Duytfchers, als veel üer-
: # De Heer l'Eafant. Hift» du Coi*. *3c Coaft, pag, Wti
%■*
-ocr page 360-
BeSchryving van Deventer.          235-
ker in getal , hadden zich ketter tijd meefler van
trie ftemmen gemaakt; en genooten daar door
alle d* voordeden' van de Akaderni. De bekende
-Joha» Hus, Hieronvmus van Praag, en f ohm \wt~
hvilks ί
zagen die voorrechten van de Hoogduyt-
fchersmet Reenegoede oogen aan; enbragten dezaalc
ónder denKoning Wénceflam voor het Hof; daar ze
ven weerskanten met een grooten Stift bepleti
wierd. foban Hus , dje wel ten Hove ftond , en
de ganft'van de Koningin had, verkreeg in 't jaar
1409..eene Koninklijke verklaring dat de Bohemer?
het recht van dr.ie ftemmen wederom motten heb«
ben. De Duytfchere, over het verliezen van het ge-
ding en van hunne voorrechten mismoedig, verlie-
pen met duizenden. Mneas Syh'ius fpreekt van vijf
duizend; trithtmius en Cacblaus van 1000. Dtibra-
mus
begroot het getal op 24-000 ; een ander op 40000;
Lupacius op 44000 Maar volgens LauL·, die op
den zelfden tijd leefde, zijn'er 36000 weggeloopen.
De Heer ÏEnf*nt zegt daar op dat het getal zeker-
liik zeer groot 'M geweeft, dewijl 't overfchot van
die verloope Studenten gedient heeft om de Akade-
mie van Leipzig op te rechten « en die van Er fort,
i.ngoldad; Roftoch, en Krakouw , merkelijk te ver-
meerderen. Niemand moet over dat groot, getal ver-
wonderd ftaan ί want't is zeker dat de Hooge Schole
van b Oxfort in't . '. . 360ΦΟ Studenten had. ^ Men
kan daar twee redenen van geeven. Eeiftelijk dat
'er toen zoo groot een getal van Akademien niet is
geweeft: want't is bekend dat'er t'zedert dien tijd
v«rfcheidc Akademien opgekomen zljrtV Ten twee-
de, was het toen de gewoonte langer in de Hooge
Scholen te blijven als nu: en die in de eene AKade-4
mie lang genoeg geftudeert had, ging dikwils noch
een merkelijken tijd in de vermaardfte Akademien
flïjten : zóo als ?. W(fel> Joaeh. Hopperus, fögltus,
én meer anderen gedaan hebben, johan c, Hartog
v»nMeke1enbnrg, de zoon van Hartog Heudrila\$
m't jaar ι118. overleden is, had; 'm zijne jonkheit
twintig jaaren te Parijs geftudeert, en was 'er Dok-
tor in de Godkunde geworden » ionder, naar den
^eeflelijken ftaat te denken. Krantzim 3 die dit
* e Krantzü WarulaU lib. ,7; cap· I6·
var-
-ocr page 361-
}ï6 Aantekeningen, qp be
verhaalt, voegt'er by dat 'er een groot getal Edel,
luiden in die Hooge Sehole ftudeerde; 'die ?t waar*
fchijneltjk voor een gedeelte zoo lang zullen uyrge-
hardt ;hebbenals een Hartogs zoon. Én op den kant
Haat aangctekent dat de Edelluideii, zelfs diemetter
tijd eeae vrouwe meenden te neemen , op de God-
kunde itudeerden. ^flbertus,, de oudfie; zoon van
Keizer Rudelphus, heeft d o©k menige jaren" in de ftudie
gefleeten. JEerft had h.y langen tijd te Konilans ge-
ftudeert ; tot zöo verre dat hy 'er in de Kilofofye
zeer gevordert was. Daarna ftudeerde hy menige jaa-
ren te Parijs; tot dat hy bequaam wierd om'er ook de
Rechten uyr te leggen ; gelijk hy vooreen groot ge-
ur van toehoorders deed; na dat hy'er Licentziaatin
de GeeftelijkeRechten gewofden was. Lipfms roemt
«ergens dat Loven , toen hy een jongeling was,
Sooc Studenten had. Dat komt by geen dertig of
veertig duizend te pas ; ik beken 't: maar, indien
het getal nu opgenomen vvierd, hoe merkelijk zouw
bet fcbeeleiv?
                                      · '
7, David f L'mdanus weet niei, hoe dat hy aan deu
bynaam van den Duivel gekomen zy: maar de ge-
melde Geraard was met dien bynaam gedient^ verre
van'er zich gebelgd over te toonen. Ja in de o)>enbaare
akten , die hy tekenen moft, was hy zelf gewoon
den bynaam van den Duivel te gebruyken : en Lin-
danns
zelf heeft veele akten, die dus ondertekent
Waren, gezien en geleezen,
.Aan dat huys ftond een toren; die'volgens
eene oude overlevering door den Duivel opgebouwt;
Was, Dat is wel te verdaan , zegt de voornoemde
Undanns s want Gemard de Duivel, zoo. even ver*
meld, zal hem opgebouwt hebben, MjiTchieu was·
die Geraard zeer zwart van gedaante; en heeftxtiaar-
om den bynaam van den Moor en den Duivel gekree-
gen· '-                                                                  '■ ■·''■·-,                         ' ·. ■ "
,4. Onderde voornaamiïe weldoenders van dit
klppQer' moet niet -verzweegen worden; Karel Man-
neken ,
op zijn Latïjnfeh Carolus Vtrtdus. Op zijn
graffchr;ft, by de S,Maartens Heeren te Loven,
"d Êbrötiicon. AlbertlArgetwin, pag« 164,
* LipfiiLevaniumlib. i.cap-i.
ƒ De Teoeramundalib* 3? caj. j.
-ocr page 362-
Beschryving van Deventer.          237
fiaat te"leezen.dat hy dat kloofter al in zijn leven veel
goeds gedaan en voorgeftaan heeft. Ook heeft h^
het opbouwen van het koer der kerke , naar het
zeggen van Val. gAndreas, fchier alleen bekoftigt.
Daar by had hy het koilcgi van de Leli op zijne kos-
ten gefticht, en is 'er den tijd van 5e jaarep Prefi-
dent ge weert. Hy heeft een boekje h uytgegeeven |
daar de manier voorgeicbreeven word om allerhan-
de brieven in de Latij niche tale te fchrijven : 't welk
xeer dikwils gedrukt is geweert. Maar hoe-dikwils
dat het gedrukt zy, en hoe greetig dat het geleezen
wierd , ValerMs Andreas en ι Erasmus ίpreeken
d'er met zeer geringen lof van; en trekken d'er eeti
bewijs uyt dat de kennis en zuiverheit der Latijn-
fche tale toen noch verre te zoeken was. LudovL·
cm KVives
, die ook- van hem gewaagt, en meer op
zijne göedaardigheit als geleerdhett roemt, voegt'er
evenwel by dat het hem aan geen verftand of naar-
ftigheit ontbroken heeft; maar dat het de fchuld van·
die tijden was. Dewijl hy de Overfte van 't gemelde
kollegi was, had hy een grooten aanloop van aller-
hande flag van menfchen ; die de Studenten, hunne
kinderen of nabeftaanden , quamen bezoeken. Met
dje luiden molt hy kouten; en ze, gelijk de ma-
nier was, aan zijne tafel noodigen. Eenige uuren
voor de maaltijd veraam hy heimelijk waar in dat
?oo een perfoon , dien hy te gaft genood igt had ,-
beft bedreeven was. De eene was een fchipperC de
tweede een krijgsman, de derde een boer, een tim-
merman j> een finit, een kleermaker, een bakker:
ibmttjds ook een Raadsheer, een Advokaar, enz,
Ondertuifchen ging hy over zoo een beroep of am-
bacht iets leezen, om'er eenige bedenkingen over
{e maak en» Dus quam hy bereid aan de tafel; fprak
met zijnen galt van zaken die de gait veriiond; en
hoorde hem , onder het drinken van een glaasje,
omtrent de geheimen van zijne kunft of beroep uyt.
Op die wijze , zegt Vivts·.., leerde hy meer in een
^°rten tijd, als hy in-veele jaaren gedaan zoude,
«ebben.
j? InBtbl, Belgïc. !
b Formula: Epiftolarum, in otnni genere fertbendi»;
' Lib de Confcrib. Èpift.
                                    , , :
h Lib, 4. de Tradernl. Difcipi*                           <*, C$ri$~
-ocr page 363-
23f ··■ ÁÁ'ÇÚÉÊÅßÀÀ'.ÚÉâú» OP DE
Ckrifiianus Ìö** , ta Warnetön in Viaan-
dere gebooreu, is niet alleen in de befchaafde we-
tenfehappen, maar ook in de Hiitorien, zeer ge-
leerd geweelt Behalven meer andere werkenleen
hy eene tfronijk van 't begin der weereld af uytge-
Kceveiii die hem , zoo als hy zelf betuigt, .meerals
% jaaren Itudeerens heeft gekort. Daar onder zul-
len Uit® 4 Maandwijzers, te weeten de fcgiptiflchc,
de Hebreenwfche , de Macedonische, en de Ro-
mein fche, naar allen fchijç begreepen zijn; als ziìé-
deby de gemelde Kronijk gedrukt.
                .
6i Hier omtrent dient geweeten dat deze Maat-
fchappy of Vergadering door Geraard de Groot op»
gerecht, *oo ras als ze opgekomen was, by veele
Monnikken in 't oog begon te loopen. /De Broe-
ders droegen zich zeer (lichtelijk * leefden in t ge-
meen om geen gebrek te lijden j én bemoeiden ztch
met het onderwijzen van de jeugd, om niet>éç ee-
ne luye en laffe ledigheit te leeven. Dewijl ze dan
dealgemeene goedkeuring hadden, en ieder een
even yverig was om hen door godvruchtige milda-
digheden te doen beftaan, begoten veele Monnik.
ken te«en die Broeders uyt te vallen. Zy zeiden, dat
die Broeders-of Klerken van't gerrieene leven, door
het oprechten van, zulke genootschappen, het ø%
van den Paus re kort deeden , die alleen de magt had.,
i,m relieieuze Vergaderingen op te rechten, Z-y ø
SS een8inlte»,?ng tot een volkomen W
Tn-e
flrekte van de klooiler-orders , door de kerfc
ïoedgekeurt; én den ondergang van de Kon venten
te weeg zoude brengen. Onder anderen was er eei
Domtalkanec Monnik uyt Saxen , Mattb.m Grg
genaamd, die allelzijne geleerdhe t te werk Helde
hmdeiè nieuwe infteliing by den Paus en al de wee-
Ôý hltcm te maaken. Hy bood den Paus een ge-
ïïhrift ian · in 't welke hy trachte te bewijzen dat
Ine religkuz Vergaderingen , die haare goederen
by maTkLdcr brengen om in't gemeen te lg
onwettelijke en krimineete Vergaderingen, waren.
|te gevoelens waren in 25 üeHingeu begretj
pen: er? dewijl 'er uyt blijkt met wat een haat dat
/ Zie Spond. ad 0*) 1384· l'Eafairt Hift· Jc C°n' **
Ceaftens.
                                                              foJÉ,
-ocr page 364-
BESCÉRYVÏNC! VAN DEVENTER',            £$
fommlge Monnikken tegen de*e nieuwe Vcrgade-
ring ingenomen waren, en tot wat uytfpoorighedea
It ze zich vervoeren lieten ; zal ik die ftel mgen
hier uytfchrijven. „ 'i. De eigendom der tijdelijke
soederen iswezentlijk aan den weereldlijkenι ftaat
!' gehecht, x. Niemand kan zonder zonde afftand
" doen van 't gene hem noodig is , om behoorlijk
Ι! naar zijnen ftaat te leeven. 3. Zy wndigen alcc-
' maai , die alle hunne goederen ter liefde va*
Cbriflut tot eene aal mis weg geeven, 4. Die la
''geene waarachtige kloofter-order is , dar is,1*1
een kloofter-order die door den Apoftoliflchen
" Stoei fs goedgekeürt, kan van alle zijne goede-
" ren ter liefde van Jezus Chrifius gecnen afftand
doen, zonder doodelijk te zondigen, f. De Paus
kan aan geene wereldfche m menfchen by wijze van
5 difpeafaatzi verlof geeven , en zich zelven van alle
hunne goederen te'ontblooten. ó. Indien de Paus
ii zoo een verlof konde geeven, zoude hy ook kon-
„ nen toelaaten de onttrekking der noodzakelijke
i, levensmiddelen; 't welk zoude ftnjden tegenzet
η "ebod· gy zult niet doodflaan. 7. ten Religieus
„kan zonder doodzonde den wille niet verzaak en
i, vati goederen in 't gemeen te hebben, als hy er
„waarlijk geene heeft/ 8. Het ftrijdt tegen mal-
>, kander dat iemand gewilliglijk arm zoude zijn ter
t, liefde van Jefus Chrifius , als hy in den weereld-
„ lijken ftaat blijft , zonder iets in t byzonder te
„ bezitten, of zelfs den wille te hebben van eemge
h goederen in eigendom te bezitten. % Niemand
„ kan den raad van armoede met verdienfte onder-
h houden ; ten zy dat hy zy in den ftaat van eenc
», geeftelijke volmaaktheit; of in eene waarachtige
» kloofter-order ; dat is die door den Pauflelijken
» Stoel goedgekeürt is, 10. Zy zondigen doode-
„ lijk · dewelken in den weereldlijken ftaat blij-
ή vende, nochtans meenen dat ze wel doen met de
» armoede te omhelzen ·, die een raad is van Jef»s
η Chtifiüs,
τι. Van alle zijne goederen, zelfs ter
» liefde van Jefus Chrifius , afftand te doen, ïon-
w Door weereMfche worden hier en op meeraederc plaat-
aei1 veiftaau, die in geéii kleofter. order zijiu die van den
^ösgQctigekeun is,
                                                      .;
• · ■ *                                                                                         „der
>
-ocr page 365-
*4°         Á× Í Ô Å Ê 'Å Í É Í G Å Í ã â 1» if E
ú, der in eene goedgekeurde Order te treeden; dit
i, is zjch zelven en den zijnen het leven benee-
,, men; en verfcheide doodflagen op eenen tijd be-
„ gaan. f*. Die door een zoodanigeji afftand (van
',j hnnne goederen) het eeuwig leven meene» teverr
,, dienen ; meen en het eeuwig leven te ^verdienen
„ met doodeli,k te zondigen.,, De 13 en 14 ftej-
lïog verfcheelen weinig van de elfde en twaalfde:
met dit onderfcheid j dat hy in de 15 sen 14 voor
këttërye uytmaakt, 't welk hy te voore als eeu doo-
delijke zonde befchuldigt had. ,, 15·. Niemand kali
„ met verdieiifte en volgens Godt de raaden van ge-
„ hoorzaamheit , armoede, en kuysheit buiten de
i, goedgekeurde kloalter-orders onderhouden. 16. JDtf
„drie raaden des Zaligmakers zijn zoodanig aan
é, malkander gelchakelt > dat alwaar eene verdieii-
„ ftige armoede gevonden word, voor zoo veel als
„ het een raad van Jefus Cbrifius is ; aldaar ook de
3} twee andere raaden moeten gevonden worden, te
„ weeten de gehoorzaamheit en de kuysheit; dewe.l-
j, ken van den raad van armbede onaffcheideliik
„zijn. 17. De Juffrouwen of vrouwluiden» als da
„ Beguten of Begyuen , die 'm 't gemeen :leeyen;
h al waar't dat ze geene dwaling hielden> eu v;m
„ geene ke^teiye verdagt waren ; zijn dochters der
i} eeuwige verdoemenifTe; en. haar ftaat is verboden
„ en verdoemt, „ De ÷8 ftelling luidt omtrent even
„ eens. 19. Het is den Prieiteren en Geeitelijkeu
y, op doodzonde verboden in 't gemeen te ieeven;
3, ten zy dat ze in qene goedgekeurde.klooiter order
„ zijn.,, Volgens de drie volgende .Hellingen0ju.
ïe allemaal in den ban vervallen ten verdiemt.., „die cc-
», nïge Vergaderingen buiten de goedgekeurde kloos-
■■$ ter-orders byiiand doen óf begunftigen. ivAli*
„die buiten de goedgekeurde klooikr-orders in het
„ gemeen leevèn , zijn valfche Profeetën ; dewd·
„ ken volgens de vermaning van JShrifïUs gemijot
,i moeten worden. >4·;;ÉÁ| wie iets tegen de regels
,,, van't kerkelijke Wetboek doet , zondigt doöde-
,, lijk. 2?. Geen menfeh die wel-te pas , en m
„ geene goedgekeurde klooiler-order is, kan zon-
„ der zonde eetiige aalmiiïen van dè geloovigen ge-
1 nieten·, ten ware dat z«lks gefchte'dde ■ vóór 't ge*
' „meen*
-ocr page 366-
γ Α Ν Decent ε       t$
>, nieerie befte, en Ιβ geyaJie van noodzakelijk-
,;:heit.,r'                      "..,„ .; > „ '               :*v," -,.
Het onderzoek van deze ftellingen wierd doof den
Paus aan twee deftige mannen opgedragen; Petrus
d'Alliaco,
Kardinaal,, en Biflcrjop vanKamer ijk 3 ei
Johannes Gerfon, Het oordeel van den Kardinaal
quam daar op uyt, dat de leerevan Grabo ttrijdig wap
tegen de reden, de zedelijke öodkünde, en betge-
bruyk der eerfté kerfce. Dat het gefchrift van Grabo.
verfcheide aanitootelijke, ligtvaardige, en uytfpoo-
rige ftellingen behelsde : dat hy 'er* ook eene open-
baare valshei't en kettery itaande hield, enz, Gerfoüt
verklaarde dat hy ,van ]t zelfde gevoelen was, als
de Kardinaal d''Ailiaco; en voegt 'er noch verfcheide
bewijzen en gevolgen by, die we hier zullen over-
ilaan. Eindelijk beiluyt hy dat de leère van Grabö
niet alleen uytfpoorig, maar ook ketterfch en gods-
Merlijk is: dat de Paus, de Kardinaalen , en d6
Prelaatèn, gehouden zijn het voortloopen van die?
Icere ten fpoedigtte en krachtigtk te ituvten : dac
Otah, indien hy· zich Halsirerrigtoont,en zijnen Pre?
Jaateq en anderen Over (ten niet gehoor zaamen wil^
in verzekering;nioec genomen worden. Maar Grabo
liet het zoo verre niet. kqorjien } en deed eene vol-
kome en plegtige herroeping.,
TWEEDE AFZETZEÉ,
te weeten door Hoogduytsland.
jBit öf5rt3d mocfi jaadp^/ ·ρ öen bt&
ucti 3011003 na *| ^tcven mtt^m\§ / te #&uw
m tm gefi^eö of ögeennomfie öoniien.
Te Muniter in Weftfalen*
Μ't jaae 1401. Tjeeft flendrik Ahuys
mmfttv/ binnen ΦΜ. 3&outo£ §avodjii/
Μ Imibtnt Mn
goederen gefiicöt onM
°w naam Dan ^fagMii, &t gemtlbt
Ahuys, u mw mfcm$iti ktmtttyau Utk
-ocr page 367-
14* Oudheden ISe Gèsïichten
fee/ p* ^cg in 't jaae 140©. onöes be tttcgt
ban JLmylius, ben ttoeeben Regent ban pt
%&mninfttj mattt§u$$/ uegeeben. 3fn 't
boïgenbe iaae iöierii fjjo teo^ ben gemeifren
/Emylius bjebernaaè jjêunffó: gejonben j baat'
g| b$ ftotffönt é# ^ijn lanbgöeb jeep: ge#
fftcgt/, én 'ee jfêöoÏe ini#iiiffen aan gegeeben.
3tó ï^onbaif l'ceft gn ^elf tot J|et jaar 1439.
aï§f^tafï£ befïiert 2 en $ toen. in bm ow
beeboin ban 70 jaacen o&èrlébeh: geWeniië
38 ne Φ$& niet aïféen ba$oee boo^tgéset»
maat* oon iri be ïletlibergabeeinge ban Ion*
fïanf niet siöoten lof berbebigt. Wê ftitiy
tiiig en öegfftigiiig ban 'tüonbent i§iïm f Ép
nuaeg 14H· öooj Mart-hms V tfoebgeïieutt:
boeg in-'t jaar 14315, ben if OMtoöee/ geeft
Eügenius IV bedof gegeebén om 'ee eene
Hein te timmeren.: befcoeifte öen 1.8 Μρβ i+jp.
tut be maarbig§ett ban een noïïegiaïé Ueüt
beegeben i$/ m noeij tegenfeöojisig ban ifê
S^oeberen öeseeten toogfr
fn'é tiraaffchap van Teklcnburg.
<&mt foa$ een Honbent/ «^ofiei^erg ge*
naamb; 't fcöelft bolgènjl seïtere # ftjonp
eet'fi boo^ be ^oebeep ban ?t genieene ||
ben öebjoont || gebieef?» mmv ηαΗφι®
boo^ ben boo^ooeni&en Ahuys in een litti^
ö^oeöer^ nloofïec bèranbeet ψ, Wk i$ bol*
gengi t RuiiTeiius gefegiebt tit {jet jaai' 14«·
* Chron, Nemoits B. N$. Virg· i*Vr?ntIcsvegen, part· h
esp. i2.
             v
•f' ia CJiroin Ortli S. Crucis,
Te
-ocr page 368-
vak DhewfiWTv*.         *4$
Te Osnabfug*
S(» be gettf elfce i^oiip ban * ^enöe^foege
ftaat aangetenenti bat öe boo^n. Ahuys teOs-
nabrug langen tijd een Huys van Klerken ge-
houden heefc. Haai* bjie ftat nabeugauè be
öe$ittei$ ban bit φηη$ gebjo$en |jÈf/ btnbe
ifrniet aangete&enö/ ;.
Te Keulen.
$, Miehiei* itqnbtnt / aan een· tefjtett\
bïittge&0£j$/ ttfbafóOttl Zu Widenbach ge*
imamft/ $ gelegen o&ee öe -fBbbgi ban |p
Pamakon. ;§er# een boïf^tautuig'ban fee»
meergemelben Ahuys; en öoo? ben seïben te»
φο Ut? ^ctiJbergaberinge han fóonffatt^/'
te foeeten in't jaap 1417, ban J&iinffer ïjei4*
toaart$ Oberge^agt Over dit Konvent, 500
$aat 'ee in 3p lebeo/ heeft hy tot överfte
aangeitelt den eerw. man Nkolaus Dens» zijnen
Difcipel ; dien- hy van jongs af in de weten*
fchap van Godt opgevoede had: en die door
de heilighek van zijnen ommegang, de eer*
baarhei t van zijne zeden, en zijne vrcedza·*·
migheit, groot voordeel aan Ahnys gedaan
heeft, zoo in goederen als perfoonen, tot ver-
meerdering van den goddelijken dienft/ %fè
wfotn öe p\mt§ om §ηη %n$3 te Boubien/
boïgen^ get fef^pen ban f Geienius, berlnw
5*Π batï Herman etï johan deCaffcino , en L'o-
oewijk van Olmesheim, MUttt ban ^.Panta-
lon ; öaae Eugemas'IV sgne toeffemmmg
°8ft toe gegeeben jjab· &c muit ban &e3«f
lait, i, parCi ^2
t Sjcrarii Colonisi Ub,"3. ^ntagai. ?>.
Q 2                    $aw£
-ocr page 369-
$44 OüDHIDEN 'm GESTICHTEN
5pn$ in 't jaar 1440· ter ngtboertnge ge*
Ö^aSt ÖOO? Öen IfOOgïeeraar Chriftiaan van
Erpcl, ^oofi ban Φ. %. I^outo aan öe €eaj^
pen i öie baar toe bgsonöedp gemaft
ina§. 3Nn 14 Jlaart-1445»· geeft Johannes,
&aröinaaï ban $< Angelus, en gauffelpe
Èegaat Ö003 l|óógbttgt$fanii/ ψ- gnnfïen en
fcpöjreCÖten Öebefïigt ; Öie Theodorus van
Meurs, towtffiifftffaQ ban beulen/ aan p
Seibe éup# gegeeben öaö. gn 't jaar 1.47*:,
a\§ öe belegering banjlng$ opgebioaen en
fcebjeöe met Karei denStouten gefloten iaa^;
i$ üeiset- Frederik te üenïen genomen < en
fieeft jijn ber&hjfober ^Pamakons ipg
tiaajï öe gemeïöe koeberg te ^ioenoael} se=*
nomen. fU£ &g baar De goö^nepgöeit en
*t goeö geö^ag oer S^oeöeren 335 ·, geeft BB
gen eenörige Haneïïaanen öer $*ei3ecen bet*
&|aark 't Ü ooft niet lang geleden öat forn^
tntgen öat $ug$ socöten magtig te toojJJ?»
nriffepn om er een «aneenfcgoo! ban tgp
bom op te recgten; maar om 3uïft$ te öefetj
ten / Rebben öe §$;oeber$ ban Alexander ν 1ι
ben 9 jfeb^uarn 1*57. ^ ^uïie WWföfcfflW
ioaar in ïjnnne #Iaat$ en !eben#aat beb$'
tigt toieröen.
Te Wezclv
gfit bit tenbent / 't beïït öen %. Μφ
nus toegetoijöt toa£ / 3Ö» &e »joeDct? «l
't jaar 143 f. gepïaatfï ÖOOJ Johan van Koll^»
te ïtfeef geöooren : öie öaar toe 3911 Wfëw
öat ög ban $rie 3nfïer ge-erft jjaö/ tot*„
ftonbent pö opgerecöt ^n toa$ eerjt *J
unfïec1 m ifêefïfaïen / 30a f Teifcmaker
φ lo hanxU Cliv. part. % , pag. 180.
(Φ0Ι
-ocr page 370-
van Deventer.          245
fcjtoijft/ Hanonntït get&ojben tn %tt «ioofïec
öe ^tng^on. 5©it üonbent fó noeB tó'Jw
3cn / en bjojb geénfïeïp ban ίιε S^oeberen
öctuoont: tnelte 0lw$t ooit öe^afioi'!? bet*
plasje öenïeebt.
Tc Herford , Roftoch , > Kaflel ■ Wolf, Ko«
ninkftein, Boitsbach, Marburg, Ouraad a
Kortinge, Wolfer, Gritinge, Mers-
burg, Heerhenge.
g|t geööen ooft tn be boïgenbe gïaatsen
lionbenten geBab :- te ileeffyb / een fïebe&e
otte Ijet23i$bom bangateebo^n: toelfttot*
bent boïgen^* Buflchius bermaaeb ψ geteeefï
ooojgetnaarfiig onöerSouöen ban be ulimmkt
tucjjt.
^$oo#£ teföofïocB/ onber Bet^&om ban
perta/ te Gaffel tn ί effen/ onber IctlCart^
Jwm ban|feent£: te ^oïf/onber Betuig»
oom ban <€riei% ^e gebontoen ban bit Hort*
w/ 't foelR aan be $&oe3eI fïaat/ ^n noc Β in
to^en ·, maar get toö^b ban geene Sfeoeberen
«tooont. ®an Babben 3η een ïüonlient te Ho*
«jnfefleto/ een flebefte onbec %it ^bomban
wn\t§x maat bit föonbent Üo|BÏpM| ban
«apuc^nen betooont m$tt te ^oit^bacB /
onbec Ijtt 2S$bom banjïlênt^ï te J&arbnrg
11 ^jjpee-beffen/ onbee B«* $arr£b$bom
PI !&en$: te <®ntaab en Kortinge/ onber
jW Sigdom ban &onfïan$ ï te IPoïfee on*
oec Bet 2$#bom ban <€vier: te'gritinge on*
^mMgbam bantonfïan^: tejpee^bueg
JJwr &et&$bomban|fêergburg: tekeer*
™W/ onbec jet 2$$bom ban %on|fcro&
Q-3                       T«
-ocr page 371-
24.6 Oudheden en Gestichten
Te Hildesheini.
tBit Honbent / t tófö mtfam tgb gein
bafïepïaat^gab/ maat* boo,? be fïaö ai$ om*
3fcD0^f/ geeft einbelp een ba#e$!aatgtnLu-
mius Hof getoegen. <Pe eet'fïe apMmftt/ oe
betfcgeibe plaatsen baat* fjpet omgestoten
geeft /en be geboiibjenban bitlonbent/ ffaan
in 't Ö^eeb bg * Buflchius icfegieeben, j&aac
a!$oo be^oebet^naöecöanöiigtfï^lien/ 3p
'et* üapuegnen tn gun iionbesit gepïaatfi: D#
foelnen / 300 &1φίϊ\ <berfiaei/ %m bede ganö*
fcgltffcen onbee gnnne ijebjaringe geMJem Üe
tie infïeïïing enben bo^bet*en aanbja#bsE Sftw
beren betref ea
Te Mariendale.
^ gabben ooft -«en Honbent te Jfcargw
Me/ ouber #et SSart#ïft ban Jfó*nt#,
lég göiiben tet on§e boïboening / tn tot
Imlboening ban èen ntewb$gset*tgen %t€$wl
meet; öefcgesb^ Taaftenbe be iionbenteu ö«
$^oebet*en«geb8iiben gebben* ten bjare tint tic
ftateneningen bei* ^eïbe SSgoebeeen te 0$®
fat
in JJ^efifalen / a$ m be 3®ebet*booïjet|
benbaagÈfpeelben/ toeggeraaiittoaren, Φ™
^oiiÊöbaac toe beeï gegoipen gebben / ftiöien
be ^oeöer^ ban mi\\mm$m Dunne gw
pisten toegang gcgeeben gabbén: 't toeïft ög
monbeling / en 3eer gartelp / tip :gen ^30$'
tm.
                          ;                              .
«Pe&egeï^/ SMïen/ en jrêaagbeniju^n/
tet bittefijetseï begoocenbe/ gaan fc$ ο»ίΡ
tneïb boo^ bg ·, am bat tog botgei$ 0113? ^
ïofte be fto^tgeit bJilïeit B^ï?a€Öt^i*
• Lib» u iUfcr», esp. 54, -tl ^                    3»flAE
-ocr page 372-
van DjbveJNSex. «47
©aas # fomt#t$ raoefte sebaan om be
ïtooabnetfcge PW $*# be ^beeianb'
fcjje te ijercenigen. In het geiprek bat jtfte
οή( «eöouoen ioterö / 500 paat'eu iii ma
gaHöfc&iifc o# let jaai; 1 's* 1 · -aangeteïtenb /
zijn tegenwoordig geweeft de VadersyanMun-
iler. Wezel, en Marburg. Daar wierd ge-
handelt om eene Ver'eeniging .tuflehen onze
Vaders en hen te weeg te brengen; ren min-
fte zoo verre dat wy in de wezentlijke zaken
zouden overeenkomen, en malkander over en
weer helpen, ^aai* bOÖ| bat tilt huO$mt'
mm in ben ioo$ $m^m 3» / *É$ #
niet. €tïjttt binbe ift bat be<@bev$e (toe
^öeaecen) ban ^Bt^u^Btt^atmmm^m^-
Söoout leeft/ bic in't jaau if<5i, tt <êmmmïi
gegouuen Smei'b: en bat be <Pberfïe ban <©^
toutec/ in '* onneemen ban be ^enuneti bep
taibenten/ ben #berfïe ban jémifïer fo»*»
i$ö$ gejjQÏfsen jjeeft, ftmm$m& 39« ^
(uan oe ^m0mtft%t PfëeM#3 .niet mm
■sfmt
al$ §w üonbenten i bat ban Mmlmï
bat ban n^eïy en bat ban |βμη(&& i^p?
bgiierè fcmbenten ïjeboen anöeee peeren ge*
tegen ï of 3ijh booi be ïaatfle geSoof^be^
anueemgo» eene ptigeïwïnlige toös^ean pn
eöile genomen.
"; lij AF Ζ Ε Τ I E. .i,
in Italië.
;;                                                                                                    ■"■-'■'»                                                                                                                   .-■...                                                                                                                                                                                                                                                             ■ ■ ;;■. '"■.■,'                                            . ■ . .
>Aötonius Coi^-wius een ^eneetsi aanfeïi <6b#
$10» / enGabuelCondulmerius, Ugtbetofttgffe
:öurgerén-l-ban»neet5!e' gefloten / φι ίη&
im 1400. öe eei'fïe qmfowg ban bit Mf$e&
** Ο^Φ                    ban
·, '■■'■-.. ■■'-„ ■'" . '':                                                  ■" '"'*:> ■·*                                                  ■ ; . ' "* ', ·';'-·<
-ocr page 373-
%4% Oudheden en Gestichten
tóti'C i) Gregorius XII, be tbjeebe Spe 3UjïCt$
300η: en 3e jijn ooïs beibegaar dooi ben gè*
meïbeng>au£ tot get JHir^ee bergeben. gelfjS
t$ be tfoeebe nabeeganb $m$ getoojben/ on^
bee ben naam ban (2) Eiigenius ï V. <^e$e
^ergabertng geeft gaare benaming beftotnen
ban be eerfie plaatse baar 3e een bafïe ujöoij*
fïebe genoegen gab. ' * - K
Te Veneetzitj*-
Wt gemeïbe pïaatf / bie out ben e?ooten
toebïoeb ban seemofeij 0t Georgius feonbrnt
te * Aiga b)ierb genoentt/ toa^ eerfl.&oo?2&e*
iïebibtnnen en naberganb boo? fSiiguflnnee
jïtonniKlten betooont"-getotefi·" Haar Lod-e-
wijk Barbus, bie be Ptórn ban bat blooftee
aüedaatft in nommenöe öeseeten geeft/ geeft
be #ïaat$ in't jaar 14-04. met be toéfïemnringe
ban Bonifacius ï X aön be 0|éWy (Of Fra^
ters) in eigenbom gegeeben ©aar booj 1?
bie pïaat^ get goofb ber ganfege (iJtattaani
fege) ©ergabermge gefoo^ben: toaar oiftw öe
öoïgenbe üonbenten/ aï$ ïeben/ begooren»
^r^W-W, ü*t4 m ■■■■■,. , :>- *:;'
Te Padiia.
<$it msmMéd 't m\h naar ft Jans gg
hoofding genoemt i$ I toa$ eerfi **£**?
bintpee nïoofïer genjeefi/bjanneer get &·)*[
ben Cbangeisfï toegegesïigt/ en onber be fiaö£
ban gelegen toa& |ίη 't jaar flfbdJ t$ get aan
be ^oeberen te betooonen gegeeben: beton'
fcen Gregorius X11, in't beebe jaar ban w
Jftugtorat/ in 't Öe$ie ban 'r 3eïbe fcfooftei?
Aiga iizee-m^ off wier C|ocggca. *r*rwt<i/rf«tf -,;
-ocr page 374-
VAN D.EVeNTeR.           24.^
^eiJüfïi0t fyttft. jtóaai: in 't jaae ι $Μ> ψ Ö*t
booj öe beiligljeit ban öe fïaö / en op öat 'ei;
öe bpanö niet nefïeïen ^onto / op get öebel
ban öe (Bbtvltfit afgeöioftett: hjanneec Se
$ergaöen'ng öer f^oeöereh binnen öe befïett
gepïaatfï bjierö·, en met öe jjlenaanfcïje^ae*
öettn/ ban öetoeïHen öeneöen 3a! geffeolten
toojöen/bereenigt. EugeniusIX Jjaö öej^iorji
ban <§. Margare'ta de Pulveraria, öie öe φ@$.
guiteue ïtanonniPen 30a ïang öeseeten gao*
öen / in 't jaar 1438. met get jelbe Uonbent
bercenigt. ":
Xe Vicenze.
®it Itonbent ina$ öen jg£ Auguftyn toege*
toijöt/ en tbjee öni^ènö fc&ieeöen ban öe fïa?i
gelegen. *®z $>ïaat$ beere ban 't getooel
Der ntenfcljen afsésönöert/ en ronöom üan
foateren otnringö / öie u$t öe öggelegê fjenbe*
ïeït in gjoote menigte afbïieten, ψε ïanöe*
q?en 3ön 'ec bjïicjjtöaac / en öe tofltijtonnen
3eec toeèïig, %t i$ ban 't Begin öec öertienöe
eeutoe af öetooont géfcoeefi ban gjlugitfïgncr
^anonninnén/ öie'ec §u$$ ge^ouöen ïjeööen tot
Jet jaar 1407: toanneee öe^oeöer^/öoojöe
gifte ban Gabriel Condulmerjus, öie öe J^iorg
in nommenöe besat / öaae in getconuen 3ijn;
. . Te Lonigo.
®it Üonbent/ 't foeln öen $/$. Firmus en
Ruftinus toégetoööt ih onöee't geöieöbaniM*
«n5e gelegen ffl fiaat op öen ton ban eeneh
pubel m%t öoben öe boo^noembe SBnrgt.
&ê'gfaat0 -φ bermafcelp om öe ge3onööeijt
ban öe Iniéjjt/ eiï om öat 3e éonöom {jet «£**
-ocr page 375-
2jQ OUDHEDEN EN GëSTICHTEM
Sigt ïjuft ober öe felajtfie bsïben. ©it i^
bent #ïajt ooft ban .^etieöiltgner |&onntfc
Seti beiuoqrrtte tooien: tnaarfë.300 fcuejia$
jjet booggaaube / ra ααδ m 't gclföjc jaar /
tiöö^IJCO geilldöen Condu.lmeri.us,aail bC^Oii
fcercii te Britten gegeebiti. Gregorius geeft
jte gtfte in 't mzfie jaar -ban 59» 3$au?Dom
iöebefligt.
Te Verone,
<^at ttótt W:trmit i$ mat β. Angelus gc>'
noemt/ en fïaatbobcti op tmm ï}tuM/tnp
fcljeii get ïiafïeel ban ^-Kelix, en bat ban
bei! ^, Petrus, Martinus V Jjaö JJCÉ Op ÖC11
17 jjlobember 1418. Mn BarSiuaal Antonius
Corrarius .0efepIliie!l.j .öle-Qet«Ö£il if%fflWf
rn 14.10. aan bc .23joeocceorte blaten gaf.
■Waac
% fieeft Eugcnius. I vjjet S'iiait^pe^
tesfêjag Urn .$♦ Pieters ntrS te ©erque/ in
't,laar .1441, mn ^atiMonbmt,&φφ: %m
$lê
Alexander V I |et Éait^tcflerfcgap ban
^.Joannes Bonamicus, t'U''t ^croilOt^/ öaai
cfu batt be 2$joeöei# Jet ^arta^MtnjJt öe>
lïeeöt/ in 't jaar 15:01. tuet §mi M^bmt
ümmiBt
Beeft·
Te Bolonjc.
<®it tea^ &en ï|* Gregorius toegchnjiit/ en
buiten §♦ V kal is jtoo^t onöer 't gebieö ban
kolonie gelegen ; sijnbe ban ο«ο$ ban £e*
guïiere (3) HanomuiUten bebjoortf geiueeff-
jDaarjii 't jaar .141P. Jeeft flet be $&ο&ηί
tot betooonj&er^ getogen» Mt Uom (4) N»;
coiaus ^iffcljqjj ban %>ïonie/ op Jjet bebei
ba» Maitinusy, baar 4« gtfoityt &&£**
-ocr page 376-
van Deventer.          251
©ocg öe 28>?0ébtf$ geööen naberganb / te
toeeten iiït jaar 1 <r^3 » S^i* itonbent Dat öni*
tcri De fïab fïonö berlaaten ; m een anbec
itonbent/ met eene p^aegtige ïuvïi baar aan/
in't mibben ban De ffab geboaiöt, ^aar op
geeft 'Eugenius ι V gun be J^iorg ban J^Cy-
rus, baii^JBenedikrus o^ber/ niet be 31'eï*
3o^ge bic baar aan gegecgt töa$/ in't laar
14^7. boo^ altgb opgeb^agen, en geeft baai*
norQ öggeboegc be iernen ban De 3g. Maria
van Ariela j ban be 3|. Maria van Granaroloj
ban tsen IJ. Marcus van Turriccllc,cn ban ben
%. Biafius in't 2$iIgenöofeg,
By de Burg Monfelice.
©it Möofïec güb ben <s Sluip r^2" oen
naam gebreegen ban^Jakobs itfooffer, op
toelften bag be binger ban ben φ# Jakob gier
ooft geö,?agt gebjeefi. ^et eerfï een
^oiiiietïloofïec getoeefï; baar ten gaflgug$
tenen aan fïonb: 'tbjeïïi be f$öbs$ Fu fc* in
't jaar 1170. gegeeben fyttft aan ben ï|eer
Guido ban 3ferrare. ^e jonnen 3011 in 't
Ö03it ban 't nïoofïer geöïeeben tot get jaar
1410 ; toanneer be 3anen ber ourgerge ban
ψtitma een anderen b^aap genomen geÖÖem
«Deiuijï be itrijéitnecgten be beef? op get plat*
te ïanb fpeeiberi/ en 'er tegen gttnne moetinil*
Ï^Beit liietjS beiïig ioa^; ïjttft Petrus Marcel-
fos, ^iffcBopban^abiia/ be!U5b$ Maphaea
onber spe befegernüng genomen,· tn be ge*
meïbc piaat^/ met be umomfïen/ be $erga*
otringe ber ^oeberen in eigenbom opgeb^a*
sen, gjn't jaar 1458. geeft Eugenius IV get
Wdfttt bm &. Maria Hifpida, 't fc»eï& foeï-
eer
-ocr page 377-
Ζ$λ Oudheden εν Gestichten
ttt ban 3$£twbilit$nti; 0aimm Mmmiï m$
gemeefi / met flet getnelDe üonbent beeee*
nigr.
Brixeii.
©it lonbent/ 't toeïft De ecu gaö ban ben
^Petrus roege eigent re gijn/ ώα^ gelegen
op ben ^bjaenen-peubd / niet berre ban ijet
bermaarDe iiafïeel ban ^i>en
; en jjaö jynen
naam ban bc olnföoomen/ Die ïjiet $m wtf
liQ
pïagten tebiaflen, §et buiten 't ge*
tooel Der iiienfcfjen geiegeu: maai? Ijet fian
De gatifcejc fïab met eenen opfïag 3ien, 't 9$
een gemeen jcflöén Dat De %. Bu-nabas pr
De eerfïe ïifrïiiiieHfieii ^ouDe gebaan gebbcn.
|>et t$ altereer fi een atoafïer ban 2$encDïbt^
tm |&onnfó&en Qti&ttft -> Detodlieu Mm 01-
darieus, 23tffcgo# ban ^ijcen / met $m
Öjöote muomfien begiftigt baren; metée be*
mftiging De Üei^ce Hen'ricus in 't iaat* 105-3.
&002 een open fyttf benragtrgt fjceft. J-Baar
a$ gctDooj berfefieiöe toiffelbaïïigBeberi/ en
Doo^ De Djoébige oojïogen Die in Jj'taüe ge*
toert 3ijn/ tot De unterfïe eü'enDe berballen
toa§ / m 300 bjei mnomffen αίβ geboutoeft
fcerïooren jjaö/ Ijeeft Eugénius iv jjc't sciibe
aan De ^oebergS (of itlerben) ban 't gemeene
ïeben gegeeben:. Die {jet jijnc ouDe en p^atly
tige geDaante tpeDergegeeben Rebben, jla De*
je gifte ban Eogenius IV Rebben 3$ in't jaar,
1446. uorfj geïutegen De 23enebmtgnee 3ÊbÖg
&an ^, Pieter op Den berg i en in 't jaar
1408 (iet nïoofler ban & Eufebius, onöer De
fïab gelegen, %n't jaar 15-32. i$ guit Doo;
Den <&mf en leer ban Anguiiara, ngt fiet
gefïagt Der Urfyncn, De ICbDö ban fa(i)&fc
gida te %t$ttm QtQtttim, '"' '            Te
-ocr page 378-
V Α Ν D Ε VΕ Ν Τ Ê R.          Χ53
Te Veronci
ï®t$t JJÏöat^/^Georgius HönbetttlO Brai-
<ia gcnaamb/ en op ben oeber ban ben bïoeö
Athefis of be Adig'? gelegen / iua$ in 't Jaar
io4f. boo^ w-aiterusSJiffcJoji ban Beeone $e*
neeben aan Cadalus SMflcfjop banjtemaibien
Dc^iffcöojipen banEomoarbne/ boa? (6) toe*
boen ban beo te'ser Henricus, tor|)ati| ber*
liooccn gaöben, ©aar geeft ï$ / na bat ijrt
ban De ]$auffelpe teaarbiojjeit affïanb fjaS
oebaan/ een nlooffer niet eene ner£$ getint
«iciti en unt jysie erfgoeberen / bie 3eer gjoot
toacen / rpeip begiftigt, ©ar "ïtïoofïer /
niet be Bern/ 't tüeïTï fjn ben SSenebintnnet
J&onnin&en nagelaten ijab / naberfjanb
ban ïiloofïeraonnen be3céten geiueefi <êm
öelp na beele hjiffeïbaïligöeben/ en na bar
l)tt berfeljeibe peeren, gab seftab/ 3tjn *er be
S&oc&er$ in't jaac 144^, boo,? öe Qiftt ban
gans Eugcnius IV, &t$ittw$ ban geboden.
9n 't jaar 15-05-. geeft Julius J ι be nern ban
ÖCO $|, Johannes de Sablono , toigCilg» gaare
obergioatc niltomfccn bermaarb/ aan 't seibe
senootfeïjap gefejjonnem
Te Padua.
||ier ijeS&cn 3e nocij een Honbent / 't toeïft
bootene een ibenebintgner nïoofïer $ 0e*
tefï. Het 10 gelegen in 't bermaheïpfïe
scbcelte ban be fïab ? en fïonb ban ono£
w}jt aan öe fïa&is beften, 't t^ebert bat Sse
«effen / ooi racer be3ctttnö te nonnen lm*
t«n / uytgeset 3p ; i£ ijce ml\ berpiaatfï.
-ocr page 379-
254 Oudheden en Gestichten
%&e pïaat$ bertoont aan 't oog aïie be aange*
ttaainïjeben öet belben/ en be bermaneïpfjei
oen bet eensaamöeit j goobanig bat Set be^
maan en be goettgyeit bet plaatje de ï^anggo*
triniteit en Paiks $tlf fcögnen betioaatti te
noobtgen: 't taeïlt ooft be teben öat χψνηυ
öelingen/ bie Jjier quanten flubeeten / aan be*
5cn goen ban bc fïaö ban onb$ ben bnnaam
San be f tiofof» gegeeben geüben. <©e plaat£
toa§i booi Eugcnius öen toebeten al toege^
toesen in 't jaar 1445" ■' maar ter oo&a&e ban
tofclKiiöc ptberniffen jyn 3e cttft m 't jaac
i4f8, onber {jet j&eugoagti ban Piusil, tn
't öestt genomen. '
Te Venectzie,
$oc8 Baböen^ een I&cnbcnt tc&mttt$ül
bOO£ be toanbekng β* Maria dall' Horto ge*
naamb ·, 't bieüt ter eere ban &. Kriftoffel w
getopt fcja$; toi«$ eene feiieenpiju baat 00&
in betoarsnge gejjöiiöeo toojö. #it biooflec
toap toe!-eer öebjoont getoerd boo^ be $föcw
ntftöcn/ bie ben naam ban (7) ^unriliaaten
boerbea jDaar al3öo öie jEotiniftfcen gei bet*
ïaaten Ijaöben? Ijeb&en öe 25$oeber£ ban't 0^
meene ïeben getgeïbe boo^ bergmtningban ben
ba02luc!)tsgcu iHaab (ban Mtïmt$k) m 't jaat
14Ó1. in öcstt genomen. ©aar op geööcn 35
be ptaot^/ Die bunae berbatten lag/ boo^ Ö^
aantmmieren ban mmioe gcöoutoen tut &&
gebaante gebjagt; betoeilte fegenfcoooiöig &
ber$ 003 boo; Ijaare fraaugett bsrïo&k 31°
't jaar 1477. jjeift Sixtu* i ν be J^iorg ban
^, Michiei de Mirano , ban g>, Auguiünus
φ$€ν/ onber 't gefiieb bangabua/ aanö#
-ocr page 380-
VAK D ΕΥ % Ν TER.           2 ff
*0i teöefit jpfeööiiïfcn: tn toelïte J^iorg-
De $$ttitv§ jun bcröïijf tegetuuoojbig gan>
Den.
Xe Rome.
^>, SalvatorsXfölibetlt/&gg£iiaam& in Lauro,
$ in Jet jaar 1408. ojpg<cecgt / begiftigt/ en
oi^en ^feoeöeeen te fe$tttei* gegeeuen/ baai
öên föaCÖinaai Latinus ürfinus. ^1 gafgUft
ooit 00 fegatrpe tflöbn baisjl. Pa-uhis 111 ν ai-
de Ponte * betoeïfee jenen bni^enb frg|eeben
ban be fïab jpmtfia tuffegen öe beniiafieipe
öergen ban bat geiaefï op een geabel g*te*
gen $♦ ©03e ξβϊίίιρ / befcueifte ben 18 jj&g#
1100. ingetogbt tttog / plugt boo£ bekene*
öi&tjiiiec jfóoutifttiieii ban Ma0m bebiaatit
tt tooien; en gaft onöec gaat ge&ieb eene
]3arocgifteriibanjH^refego. Baptiita Urfinus,
Üanonnih ban j$. Pi eters teft te ïiome/ bie
nabetganti kardinaal getoojben #/ geeft aan
'f 3eföe föonberit öe telt ban ^ Reihmu ba
!)Ct fteöefte Moiue-Ritondo gegecbtil. <$ltt
Itniuber toa$ De nii&abiggdt ban Cosmus de
Urfinis de Bafl'aneJio; bte aan't gemelbe ϋοη?
bent ÖC #üög ba» & Bcncdiktt» te Hlfififlc
fcecèeebe. 2|n 't iaat* 1480. geep; Neapohon
Oiiinue (Urtinus) #, IC. ©L?OUfcö# teil batt
Montc-Dominico met get fóonbent bereenigt:
520 aï$ Alexaader (8) Vi lil't jaar ijoi ^>.
Antonius fora in Parigano, buiten b.e befïen
ban be fiaö U^Mi/ itiet get jeibe toereemgt
pft. ©C3e gifsx geeft gg in 't jaae iyoa.
öfcmeeröett/ niet gaai &. PauJus fSóbg tet#*
we te fcgenïten: toeihe Ifi&bgi be ej&tmm*
T*v
jj&oimift&sn 300 lang öeseeten gaböeis*
^Jfe jaaren baar na geeft Joh. Jacobus Ortï-
*-
-ocr page 381-
ι$6 Oudheden en Gestichten
nus baat bggebóegt be fe.erïs ban! Φ. %. $jottta
ög Monte-Gencili, onbet'tgefiieb ban De ötttg
'Lamcritanoi
Te Viccnze.
I
©at üontbent i£ ög be3e geïegenböeit op>
gebotifcot Wanneer een g^ih^aame pcfï in't
jaar 148$-. böo? ganfcïj ^tahc foöëbbe i fjceffc
öe burger^ ban Mten$t / om tie goböripe
grainfcüap te öefyebigen / mi 11 J&eg eenc
gelofte gebaan ban eene lierït ^. R
ochus tCt'
ave op te bantoen. iWg bit p,?acBtig toerft
öpgebottfot fcoa g / en be burger^ beraaliflaag*
ben om ïjet aan eene fóütQimst ^ergaDidwjc
in eigenöom obei* te geeben, b)a| Öe achting
boo^ öe 23?aeöerat 300 .j&oot bat be Burgcrg
enSiapiteüien ban§Dteen3e aïiebe onöer lüwp
ter$-o?öer$ boou? bg gingen * en bè gemelbe
fterfc in 't jaar 14.86. met eenparige fïenmien/
en met be toefïemminge ban ben gBclpnt An-
tonius Bet nardus, aan be 3$jo?berrti in eisene
genoom opgetogen fytbbm*
Tc Rimini.
©C3e pïaat^/ hit ben %. Julianus töèjjehnjöi
toa$ / en booi be l&annfóftcu ban liasftuo
öetoöont toa$ getoccfï / ïjeeft !angen φ öcn
waam ban een fHbög geboeit; tueïfte ITO
jpoöte mltomfïen jjab/ en 300 herbdijbe p.#Ci
tien be$ar. ©e Beeft i$ p^ejjtigi en tot bcc5.
roeeröering ban Jjaaren iuifrer Öient Öe mar*
inere tombe ban £. Juiiaan, οίε in be berfte
fïaat: toeifte^Jaliaan, 300 a\§ 3ebn,teIIen/
ui 't jaar 1161. op öe baaren ban be 3ce
ü00i
een goööeUje mieaM aan be$e ftnfïcn ae«ö?
>
Mi________
-ocr page 382-
I                  van Deventer. xsj,
b|eöt?ti i& let liiooflec/ bat miar be tajjse
ban öie tijben en boa? 't gemaft bet' mannin*
lif η opgcboulöt taa$ / $ in de aïgenteene mm*
yen
(eiï oojlogen) ban 3jralie beebalïen; 30a
bat fjet in
kpinin.cnJe tiecgecben tatert*. «Sh'n*
briijfe 5ija be ^atbèr$ m 't jaar 1-496, booj
öe
Uirgiiniting ban Aiexarujcr-Vf, ui'tb^tt
b;m 't 3fibe genomen ·, Ucmclkm aik§ met
mie g^aie so&buibiggeit, ijerfidt ca opge?
(rljilit ïjebbcn. <©u# begaf! jjet nlaofin?/ bat
iaiigrn ü|3. ais onöee bc baet {ja") Qde^tn/
ögo?
ijiu;ne 3i\?0 tocbei* o# te (ujncn: en baai
op
ijfcfc Juiiiis i 1 in 't iaae 15-07. bc j&Jiarg
ban :Backn»3d ..met ijun ftonbeut bereeiiigt.
©e^c i^tau'aanfctje)
IDergabering i$ aan
felooftergeiafteu geaanben: ijeöbeiibe Pius V
iiic gefofcen ju't jaac ifóp
ingeboekt» óf/
om beter te
fp^rc.licn / ïicn genocgjaam tegen
ïjumien oanli öaat roe gébtoaiigen* JÖant aï$
§tuuie#berfïen/ hit te
föome bergabert taa*
reu/ oie geloften ben χ 9 ^tobci*
beebeti;
benharben 5e g^aumitlp ca unt cenen
mpnb bat 3e $n\l\$ aüeeneïp mtt be taootbeti
gedongen /. maar
niet b&toiUig en mztttt
ftrrte/ beebiii,
Φίϊ getuigVThomafinus, eeii
ft^örlfcljnjlia· ban
"(jiimie 4&;bec ·, bic toet
fttideijjfi tegen ïjen nutbaït bat 3c öaa? tbtee*
&W ucröeeiö I m m Ijuutie pligtcn taeung
Icttcnbe / öe gemeine Wgfjcit boa; &umie a*
Xt g?oatc gcbacg5!ia.m^eic onbee be bact ge?
(meeren ijeööru.
^abedjatib/ te toeeten on<?
öer
Grrgorms Χ ί 1 i, i$i 'ec cenï0C maeite ge*
wa om öe
oiibe b?n!jeit tóëram te bnjgen:
toyac «{500 bc 3aali 'niet 3eee begbert niicrb/
JP'cp gecne beranbenng gebolgt." 3a/ Detoijl
öc ieejlcn a$ toboafa
tuaroi / cii niemanDt
-ocr page 383-
Ι———WIMMMPW.........ΚΙ......II..................Ι..................................Μ...................................................1ΙΙΙΙΡ——ΙΙΙΙΙΜΜ.............■■■«■ΙΙΙΙΙι
2$8 Oudheden en Gestichten
feïjter in öe 3aan ttteer toetste; jjeeft be|>at$
gun in 't jaar 15-81 .ernjÏeïp öebolenüe h\mp
tergeïoften te öocn.
^ese fèergaöering fyttft een booten roent
befjaalt öooi öc gelectögcit en leihgijeit ban
Laurentius Juitinianus , ttïl !töt batl Ö!t ge*
nootfeijap/ öie in't jaar 1433. ^n pméEu-
genius IV aangcfïeït toierö tot 23iffel)öp ban
ÉafWïo; in 't jaar Hf 1, öoo^ öe aanfïe!ïni0
van Nicoiaus V, öe eerfïef^atriarcl) ban $c*
mtï$\t i§ getoojöen: en in't jaar 1^4. Doo?
Clemens VII op öe ïijp feer ï|eiïigen opgci
fcjjjeeben ijf
Cinbelp 3ijh 'er berfcïjei&e öeftige man*
nen in öc3e JNrgaÖeringe getueefï ; öetoeinen
öen ^iffcöoppeïiiften $Hgtee geö^agen Ijefr
ben; of in öe%ooge ^cïjoïen ban ^oïonje en
Jpaöna tot öe ijoorrfle eertrappen oer geleerd
rjtit ge\3Q$ert 5tjn aEniöeïijh geeft Cle-
irens IX ÖC3C Bërgaöersng/ metöie hmite
3iefuaten en $t2up$Ü?oetor$/ in't jam 1668.
&fQtfti}aft en bernietigt» om öe i^eneet3tnQ'
«en/ öie bom öen oojïog banïianöia afgemat
en uitgepit toaren / öoo^ öe iniiomftcti ban
öc gcmeiöe ^ber^ te beriigteu en te onbetf
fïeunen.
IV AFZETZEL IN PORTEGAAL.
^e eerfle qneenet^ ban bitWfêetsel 3Ön 5C;
ilierfl Johannes Vincentius en Alfonfus No-
gueyra. ©e eerfïe fcoa$ <0enec$ieer m ^003'
ïeeraar in öe befeïjaaföe ^etenfcfjappni te
3UgBon; öie ooh S5ï|Tcïjop ban Samego/ en
naöerpnö ban Vifeo gebjo$en i$. ©e tloeci
öe/ lint een fpogcöeï gcflagt gefloten/ tó«v
-ocr page 384-
VAN D E V E.N t E ft.»' _        %fg
mft tot get 2$fëbom ban üomntbre/ en nfo
öerflana tot |ët fSart^bisbom ban %i$bon/
bct'ftcben getoeeff ♦ 3N3e i^ergabenng / bie itf
't jaar i^r tm begin genomen Ijab/ geeft:
jjaar eerfle Üonfcent gefeegeu ónier ïjet fie*
M\c ï&axtdo§ l in bc S^Gbtncie tnffcfjen Η
©üero en be jjEingo; te fcöceteu In
S. Salvarors klooiter, teVillar deFrades.
®it hlöoftët/ 't fcöeïii tot ïjet iaat 142^.
ban 25enebilitgnet l&onmftRen öefajoont toa$
gctoerfl/ igui 't getneiöe jaar booj Ferdinan-
dus $ar$bsffc|jop ban 2$rague£ aan be $$£oe?
Üerg gegeebcn. 3fa Eugcnius IV geeft bit
3?ïföe liioofler bao^ ïjet fjoofa oei: ganfcljfé
®crgaöeeüige / en oen 3etel Dan ben Φρρε^
ftfn fögent / bernïaart. ©e ten / bte mei
rcnebcriüOiiöeren^toaarötge ïttüifïfn met ber*
fcjjeiöc berrtéi^fen opgebonbit $/ té tent
§mtljiïmli i
baar be opsigta' ber ^afcrtffng
l)ft ïfaroerampt öeWeetb. ^et itloofïer i£
Jfw g?oot; m b30iö ban bsjftig Sfyocberen
öeöjoonti onber tueite op3?gt be flnoie bet*
f ifofofge booL? a! befiectigt biojb. J&et öit
«onbent 3yn be boïgenae taeemgt.
By Lisbon*
$aar fionbèn b'er bjfe buiten &$Bon: géé
fctfie/ binren oe ftab^ beflen fïaanDe/ gaö
l:ibeila, be Gemalin ban Aipbonfus V, op
pare itoften geöonbot ter eere ban £. )an
kvangeiiit} naar toten be pïaat^ fgan^ ge*
«oemt üjc;b ; m baar be #ppcrf?e Regent /
°jj yet bri'3oen öer getnelbe iüonftigüwe/ ft-
w iet jaar 1461.31)11 berbïijf jjoufcfo
R 2.                     #ee
-ocr page 385-
%6Ö OUDtlEtiEN EN ÖESTICHTEN
3§et ttoeeöe Ig>. Eligiusfóonbent genaamo /
toa| mêleer een Reeft en gafïfju^ ban oen^,
n#QftÜ Paulüs, OCH ï|, ^attClaacClemens,
Öen φ. 25eïgöee Eligius gctottfï: aan toclft
ga?ϧim3 Ifardus, aWffcïjop ban &$öon/ bee*
fcljeiae inftomfien ïjaö gemaaftt / en aïie $ijm
goederen Dn erfïatinge ober oe öanö nagela*
ten ; met bit ÖeOing : als 'er eenige vroome
mannen zullen gekomen en verfcheenen zijn,
welker voorbeeld en levensilaar. loffelijk , en
aan 't Gemeene-beft aangenaam en voordeelig
£y* indien ze daar by in*t gemeen leeven, die
moeren deze ganfche erfenis bezirten. Ul§ fj^
öefio^ben m$; geeft Petrus. (p)2nfanteban
§to?tegaal / ïgartog ban ItoniHiore/ en Φψ
peröetoUioijeöbee ban 't ft(jn / &w* 't gefliii
leben oer ^oeoeren betóogen/ öoo^ $ί)π #'
gag te meeg gebjagtöat 3η/ imt ftracöte ban
't gemeloe tejtament/ in't begit ban or erfe*
mj gefïelt wierïien. Cot nieeroer ^ümïpt
ïmft ij®
ban Eugenius IV, in 't jaar H4f»
öe öebefïigïng ban 't baomoeniöe tefïamenr
bei'5oeöt en beriu'eegen. ©st ïtonbent ί§ ψ
legert op 't jjoogfïe gebeeïte ban oe fïaö/ &S
get nafïeeï: en uu ïjet ïtonbent fiaat eene
geer ruime ftern;öie groten toeloop öeeft fea»
öe boomaamfïe peeren: toant't $ Mm/®,
ücroiaüelpe plaat f: maar ban men öe flau
Jet omïcegenbe ianö / en toste/ iu^tvtm
ge belemmerinse befeööuborn Mn. WW*
anöeren $ 't een ïufl / öie gjoote pw»
te 3ien; Mc 500 bermaaro i£ oooj't gjoot |f
eaï ban feijepeo/ oie öaar ban alle getoejtf"
feomen ianben. ^iermoonenböftig^oeW·
öie ten bede op öe «©oöïmnöe ten öeele op 0*
Wijsbegeerte fïttbeereu. 3a 35 39» to^c ;f
-ocr page 386-
van Deventer.          z$l
jjttnng ïmmiffc en boo^tgijett 300 bmnaarb>
Dat öe #berfie/ ofieinanb ban &e'$$$atbw$/
bihtioilg
b^be geöemie raabpieepingen ban ben
peniii0/banbeangmfïtie/en ban benlCart^
bificijop / geroepen too^b.
ietbecbe^onbent/ te toeeten ban^. Bene-
dikcus van Xobregas, $ Ottltrent rooo ftfaeebttl
ban öe fïab aan (jet fïrant geïegen; joobanjg bat
öebloeö en be ebbe ban be3ee tegen be pookten
öanijet&onbent aaneen, üettoo^bin g?oo=
te acjtinge geSonöen/ en fytft aïle b^bagcn
een 3eer giooten aanïoop; boo^ aï ban be
€öeliu!ben / bit op be ongelegene fioffïcben
toaoneit. ψε fu^flen ban po^tegaaï/be éaiv
togen ban ^aganee/ bit ban fbegro/ en
meer anberen / pïagtcn Jjier fjniine ïufïfjm^eo
te IjcDBen. iCegentooojbig too^b ïjtt ban beer*
tig Sfeoeberen betooont j en men fjeeft 'er unt
öe ijooatenö eenfcijoon üPt5tgt op be 3ee, <©e
procfiifeerft ban jjet fïebefce Atongnia, met
W Bihanffeöap ber «erite / i$ aan bit ^on*
fiit gerjeeöt: 't toeft ooft te 3*03?« geeft ober
öe lm bail Groot fyo«                  " , « «
Te Lamego.
, |et &Ottbettt ban §>. Georgius de Reciam,
ttocUt ttoee tnijïen ban be ffab gelegen $/
Piagt eerfï ban jonnen betopont te tooien*
jïlaar Johannes Vincencius $&ïffcljup ban %at
Pfio/ 3ienbe bat 'er be nïoojïertncöt beebaï*
lea toa?7 Be^ft Bet ben S3joeberen te öjgitten
scgecben. 3jirteerfïen tooonbén b'crittomtig
f wöer^i Mr boöj 't gjootfïe gebeelteop be
jnorofla fïnbeerben : toant be3e toetenfeljap
I öaar met een gjooten toeïoop ban <0eefte*
mm *n beften opentlp boojgeleesen tot
R 3                        "gttf
-ocr page 387-
'*6i OuüHEDEN EN GESTICHTEN
ïjetjaae if96 gjnöat iaat' i^ bit bernmite
lp ïlonbeiit in ccnc ftapeUe beranöert ·, en
sgtiöe fotoöomtibe 2!$30ébei$ üooj.'t s^agbau
Oemens V11-I oberrjegaatt tüt get nieutoe.
ïtónbetit ban't ï|. $ttfi&$: b#ïn Houbcnt Uu-
reniius Mourao, Meeraar in Öeièe befterfjten/
$aeb$Qcro ban ^ fóoningg? Ifof en ban Phi-
lips I * nonius ban go^tegaal / in öit j#
be jaar op een googte binten be fïab geer $mty
tig en naar be befïe tegeï^ban be öonüiluinöe
ban ben «&onb öpgetiinmeeÉ ijab. 23«mcft öc
^ffluitinsen ban bit fóotibent ?ict men bede
tDtjnflotóeii en boogaarbeo i en 3eer toaternji
ïtebgber$en 'fonteinen, ^e ineefïe '28>?orbfl$
ntaaften gun toeilt ban 't &etöcn en öiecjt
gooren.
Te Evoraï By het kafteel Arayolos; Tê
Portecalcj Te Feyra.
(Ce Cbora fïaafc een Hónbent ·, 't iöelfi «aac
-e*. Jan $ genoemt/ en öooj ïjet gefW
Fereira in 't nsibben ban be fïab op#tml)t-
dertig 2^oeber$ Rebben 'er ïjn^tftm m
Öe noft
3(n getlonbent δρ fjet ïtafïeeï ban Arrayo-
los , 't ioefe böOJ Johan Garces op ben il&lltt
ban Mariaas |)emeibaart opgeboutot i$/ ίχισο*
mn tfoftitijj $%oeber$, Wanneer J^o^tesaal
onber ben üonins ban Haftiije fïoub; ïjaWn
be i&oore peeren jjtet ïjn^htpïiQ/ bie öas^
ïpj naar Jjfêabrit rebben. <Pie p?r ijetampt
ban ^berfte beftteebt / geeft oob ugt name tiw
* Te -wcefeiï Philips II, Koning van Spanje, i"a^ "£
eerfte Koning van PorttgaaJ, die de μ naam vaa pliilips nee
gevoert. Vtn&kldtY.
                                                     
-ocr page 388-
van Deventer.          26$
ton I|artog ban «Bragance ïjtt opsigtober öet
OCH Η Eligius en O. L. Vrouwe van vertroos-
ting toegeiöijöt ί$/ toojö banu ^ocöecen
fctooont* Sommigen ban öie Sfcoe&atf maa*
ben fjun foerft ban 't pjeeften; fomtmgen ban
ttójt fiooren; anbeeenban'tmusp. ©aar
tt een gjoote toeloop ban ^incen en g^oote
êtmn ' bie be$e fcloofïerlingen / om ijet 50^
btilöig onöerïjouben ban ïjet reïigieu^ ïeben/
ainjö in g?oote toaarbe gegonben ïjeöfren.
|et ftonbent ban 't f, ïtrugi te Feira,
*ttoelftöe koeberg op Ö«nne ftofïen geöontot
fieöben/ flaat op een plaat^ öie toegcn^ öe
üoogaaröen/ fonteinen/ enbgber^/ aeerfoeï
gelegen i& ®e tierft tf eene gaeoeïjitafc j en
geeft öe bfï aan acQt tenonniltften of ^oe*
öeren.
Te Konimbre.
|ier fiaat ijet Honbent ban &. Jan Evan-
geliit; 't tOClft öe l|eec Antonius de Conceyzam
ton sjjne oberg?oote erfgoederen op be öejï*
oclegc pïaat^ ban be ganfeöe ftaö 3eee pjacö*
tig en ftunfïig geeft ïaaten oprechten, ©e
SSjoeberjS/ öie fiier fïnbeeren/ tooien onöer*
Ijonben opöe fcofïen ban öe&onbenten/ bie
Öen jjteu om te fïnbeeren 3enöen, ijer
ficeft men #eefïee£ / öie in öe frfttaafbe
toetenfehanpen/ en booj al in be taaien/ ten
Soogjïe öeöjeeben 3ijn: öaar bg Heeraar£ in
öe ίlïofofn / Beiöe be ïïecöten / en be <0oö*
fcuntic; uot öetoel&en mannen boo^ge&omeii
Sn./ öie Ö002 Mime ugtjieeftenbe geleerööeit
fe luite en't cieraaö ban bit flp 30" S^
R 4                   toeefï*
-ocr page 389-
mmmmumag^
%64 Oudheden en Ges tic e ten
fcueefi O^tiber öe^elben moet bob? ai gcreïirm
(OO^tlcn tlC %OO0lcrraai* Vincmtiusa (ro)Re-
furréétionc ; immp ttaatii boo^ De rranfcijc
fcieereib bermaarb $■, ra οίε gemreimjir öe
(n)Salomon bms ψΰ^ΐ^ύιύ \®ρβ gflioemt
^e$e fóattoniifóftcti (De ^öeöers ban φο#
tfgaaï) Rebben b.erfeöeiöc uoojrrcjfHpfjr&cni.
... i^oo^ eerfï geoöen $g booj bc jen frijier qile De
0afï|ug5en ban J^otfegaai/· met een gjöotcn
■naam ban optccijti^ïjeir/ oiibcr pn Bfhjfiiö
gfï>ib: maat* mjt itefbe tor De boeftorfffriig
geöÖrti 3P öini jtoaarrit iafï / baar De mfd
litannen ban 't öp met groten b^ft na ge/ '
flaan jjabben/ gebii!%' aan anöeren overga
laten; pn boonieemeu'%&§/ ijet öeflirrban
alle gaftp^eo te ïaateïr baaien ; maai· öe j
peeren ban ^aga;ncé 313η De$e ©crgabcriH0c .
tfïrtjö 300 genegen gclsjrefh bafbrSWöerg/ ;
gun ten gebaiïe/ get opjisjt ober be gaflfjiifc1
jen ban 3ërranoIO£$ en gorttgaal aan 3:1 f) 0^
gouben jjeböen. 0ok {jeoben öeli^nmgenüan
f^regaaï aïrijb 300 een gocö' geboden bs»
jjunne; Itefbabjgïjeit en mtyigfjcit ^cijaD / Dat
ge böfftomcntip begeert Rebben uat ös gtftë j
jpt$en nan Das Caldas" en Stommere onDer
jptxne öeflieringe 30tiben bltjbcu. gooDat'cr\
ïteee 2$;oeber£ m beibe bfe gafïp^en lun
beröliif puben: en bic ijet ampt ban 23etoinö};
ge&to (Provifor) beüleetit/oefent 3p mfyP \
gebieb ban '$ üoningg feege,
Cen ttoerbe 3p Ö»w έ^ηε geïoften in %v
ïpp: maar boIge.n£ be eei'fïc inffcliing/ Die
|SO0^ * Gcegorius XI Π ril Clemens f v * **
goebpiieurt $/ Mjft tit$t $ergabering w
leenïp &0O2 ben öanb bah eene brgjjatti05
; « Den ï Jtmy 1575.          f Dce ii Dcccinb. ï $#;. ._
1                . γ'                                                                                                                                      lti*f ΠΕ
-ocr page 390-
V α ν Deventer.           %$^
U bcrecnsgt ·, en ias^b ban ίυείηί^^ Ijaarei:
Icöcn bedaaten ; 300 al$ * Thomafinus en
I Suarez, 0etUi0Cil.
Cr 11 öeröc stjn'ei: onbee öen $eer beeïeman-
ufii' ban ecne iigtfïeeïienbc öoöb^iicpi^gcic
sctoeefï/ bit ganfcl) j^tegaat doo^ ben g!an$
biin gumte gelliggeit en imvahtlm befcfjeenen
IjtÜKn -y ia bit boo^ aïie andere <&eefïeïpen
tor in<&offtnbie/ SSftafïIie/ liongo/ en be af?
Odepnfte ptpejïcn ban <6ti)iopie / tot een
ii|jrerfïen ïof en roem banöe^e^ergabennge/
ingedrongen 3ijn; en öe duifïerniffen öec
SSarbaaren öooj't ^ban^eli banChriibs ber*
Mjtljtftöm.
V AFZETZEL IN SICILIË.
©*# Itegabering/ die in't jaar 1453.0001
tenen Refter ban galertno/ te toeeten Heri-
ricus Simeon , begonnen if / geeft boo^ eerfï
ccn&onbent
Te Palermo.
©it ïtonbent/ ïjet moonfïe en trpfïe onbee
alle be ïtonbenteft bandene j^ttgaberirig/ m
lctljtt^ ban $. Jacob de Mazara genaamd/
$ foei-eer eeneliomnnïpe hapél Qctottft 5die
feonmg Αlphonfus ben 2,1 «Woöcr 1436 aan
OM boo^noembett Henricus Simcoh lipt foute*
η mildabigïjeit gefc|jon6en geeft. €tQtn bit
ïUoofïee fïaat éèn ïiern * bit bennaard i$ boai
Set afbeeïb3eï ban denier!), j&aagd; 'tfoelft
&aat betoaart hjo^/en ban den f. Lucas (12)
acfcDiïbert $.
"* Ad afin. 143'j.           f Tom* 4. de Rel. rr, 9,1, χ. c. a.''
R r                  Bui;
-ocr page 391-
ζ 66 Oudheden en Gestichten
Buiten de flad Nara.
^kt fïaat een üonbent -, 't \ut\l\ ttv tm
tol^Calogerus, gatrOOIJ bttfttbt/ OJHJC·
Êouiut $; aïtoaau jjet $mf ban ben gemelae»
üem'g / onber een $at& ïeggenöe / met ecu
gjooten toeloop ban iïoliï laojb gebiert.
Onder't gebied van Ravanofa.
ïjfet beebe Honbent / onber 't gereeïjt ban
Ravanofa op een ïanbgoebbiui ben<e?aaf ban
j^ontaï gelegen/ $ be Slïferpefligfïi jifcaagb
Maria toegetopt. wgt 6n bitltonbent fïaat
een 3eee toatemjite frjon; hit <£5obt op Ïjtt
gebteb ban ben (13) ^aaf Rugierus baar ïjeeffc
ïaaten opfpiingen ; toanneer bie <^aaf ecu
legee ban 50 bui3enb foïbaaten ^eleiötie; btè
ban gjqoten bo^fï berfl.mjnbe*
In de ftad Gprgo.
ïfier $aat ooft 30obauig een 3ftonbent/ 't toeïff
get ïionbent ban Φ. %. ^ouhj ban $&onfecrat
tooab genoemt/ en bermaarb booten q}q&
ten toeloopban aïlerjjanbe boïii. <®c 2 ïaatfïc
Hionbenten öefïaan boo^ een g^oot gebeelte ban
De gobfyneïjtige giften bet geïoobigen: en in't
jaar \6-l6 befïonb bese ganfeïje ©ergabering
ligt z6 toebeten. Ulê Eugenius IV int jaar
1437. 3jjne goebiteniing aan be ^ergaoeriuge
bee toebeten gaf; beralaarbe gg bat 3e naat'
*tbooaöeeïbenbe!eben^toij3eban ben ^.Petrus
in't gemeen leef ben, ®e3e 2^oeoei$ gonben
gemeenfeljap en 3önbereemgtmetöie&att$^
neet3te*
-ocr page 392-
VAH Deventer. 267
VI AFZETZEL-, TE WEETEN
DAT VAN GENUA.
<®t$e fëergabering bit is$t tyit üonbenten
fiffïaat / en aï in 't jaau 143V· öan Euge-
nius ï V öebefligt iaa£ / i$ boo^ ben $cl\}cn
pu$ in 't jaar Η4Φ- niet öc ©eneetsiaanfeïje
êergabernige bcreenigt Jl&et öie ©ergabe*
vinge $ 5e in eene g?oote eenbjacöti'aüeit &«*
cenigt geulecben tot öet jaac 14*1: foanneee
5c op Set goebbinben fcan Nicoiaus V» om bc
oneeoigljeit bte 'cc tuffegen bc ^encetjiaanen
en <öSfiiucc3cn fcoa^ / en om meet anbere tt*
oenen / ban bc gemelbe ©ergaöeringe afge*
jonbeit $. üet boomaamfle ïionbent ban be
$emieefc£e éergabering / hit tiocg in gaar
cerfïen en öfoegenffen fïaat i$ j tp op ben
naam ban <a 1, $*outo$ 2Spobfc8ap inge--
totjbt
Dicht by Genua,"
®it Honbent aïbu£ opgeltomen: Domi-
nicus Verruca en Petrus Hicherius, tïütt^itp
terg / jjabben ïjunne ïterïteïpe ampten bet*
ïaateii / om <0obe be$ te b$ee te bienen.
®aat op Rebben & / met beclof ban ben pat$
en ben latt^biffcgop ban <0enua/ iit armoe*
öe en jjet gemeene ïeben omÉelfli en gingen
ïjun beröïnf neemen op eene plaat^/ bieïjt bg
€enua geïegen / bit ban ben nabumngeu
bïocb ben naam ban £turle genrecgen Bab*
$abeeïjanb $η 'ec anbere gobtyucgtige man*
nen bogeïtomen; bie ten beele met gnn eigea
5dö/ ten bede met bc ïniipe ban anbere men*»
fcfieö/ binnen..ftojteti φ cenc «een gebontat
jjefr
-ocr page 393-
»65, Aanteken ι Να ε ν qv de
ïjeööen/ oie op oen iréam ban Φ. %t maitixik
^ooöfcöap sngetopt bjiero.
ü|et ttoeeoe ïtonbent/ ooft öicijt bg öe sdlJê
fïaö gelegen/ tóo^ïi {jet isoobent bah $,jan
de Pavarano genaemt, .
3|ef ïaatfïe/ fc^ien^ isaam é niet igr^i3o«öeii
Jjeb/ fgontoc fieï; S||M||ï #an«a gc^
gem
jjfeaacaï ïang genoeg Han o* gemeloe %«*.
èeten ofïtfetr&en fymft gemeen? Jeurn öefpj*
Ken: 't ioeui in rcijtcr {joope fcat hen %tt&
niet betbeelfc of begoten geeft. <&ot§ / op
ftatljet jjem einbdijluiiet bérbeeien mag* 5af
é toeaet tot ^efcij^bing ban 00 fiaa ©ebc«>
terfteeren·
               λ
Α Α, Ν Τ Ε Κ Ε Ν ΙΜ Q Ε Ν;
ί. Ik zaï den Leezer hier Hechts waarfchouwen
davGtegorius Xlt, hoewel doorgaans onder de rech-
te Pauzen gerekend, echter niet van alle, Chriܣ:
nen erkent is geweeft. Wajit hy.bekleedde die waar-
digheit ten tijde van die ongelukkige fcheuring, a'ie
in de veertiende eeuwe onder Urbanus ^£een be-
gin genomen had; en had een Tegendinger, te wee-
tén Benediktus XI II, die zijn Hof te Avinjon ee-
iifgeri tijd gehouden heeft. Ook hsGregorius niet,
lang Paus gebleeven ; maar wierdjiH veel tegen-
ftribbelens gedwongen om afiland v/an 2ijne;Ópper-
waardigheit te doen. Men, viiidr, de ganfcrie zaak
by veele Hifrorifchrijvers "befchreèven: maar 't luft
ieder een niet de Hiftorifchrijvers op te flaan; eti;
men vindt de voornaamite omitandigheden by ieder
van de Hiftprifchrijvers niet vermeld. Daarom wil,
ik het einde van beide de Pauzen , ten dientte van
dèn I^ee^er ", met korte woorden hier vernaaien.
Na α de dood van Innocentïus VII , die te Rorne
gëzeeteii had, zijn de Kardinaalen van die party te:
Rome by malkander gekomen ; om, tot de verkjé?
V Zie Platina ,'Qnuphjius, fcc*
■'(·:.                                                                                                   zing.
-ocr page 394-
BfcscHKYviNG van Deventer.          z6$
ïhÉ Van een nieuwen Paus te treeden. Maar die
Paus zoude wederom 'm Vrankrijk, en eenige an*
dere plaatzen, niet 'aangenomen worden. Benedïk-
tm
XII zat te Avinjoti, en had noch merkelijken
aanhang. De Kardiiiaalen te Rome vergaderd , om
een einde van de Kerkichèuriog te maaken, deeden
ieder een dierbaaren eed dat zy , indien ze tot die
poft verkooren Wierden, aanltonds van de Pauiiè-
lijke waardigheit afftand zouden doen; indien Bene-
diktus^lW
ook daar toe te beweegen waar. En
(laat te weeten dat Bènedikt'us, op het tlerk aanhou-
den der grootlre Heeren van Vrankrijk, het zelfde
pas te vóore had belooft. Als beide de Pauzen dus
afftand gedaan zouden hebben , zoude de PaulTelijkc
Stoel zekerlijk open ftaan 5 en dan zouden alle de
Kardiiiaalen vati beide de partyen gezamentlijk een
nieuwen Paus verkiezen. Doch volgens eenige
b Schrijvers zouden de gemelde Franfche Heeren
BeneJiktus niet zoo zeer uyt liefde tot de vrede, als
op het aanhouden der Franfche Kardinaalen, totdie
belofte genootzaakt hebben. Die Franfche Kardi-
naalen , die zich te Avinjon ophielden , zouden Bene,
Mtits som
dat hy geen Fransman maar een Spanjaard
was, die opper waardigheit benijdt hebben. Zy had-
den hem, zoo als ze vorder vernaaien, genoegzaam
door dwang gekooren 9 om dat ze na veel twiftèns
en fukkelens over de verkiezinge niét eens koften
worden. Zy voegen'er by dat Benediktm een degelijk
nian was > en voor't Gemeene befte van 't Ghrifténrijk:
ten uyterfte genegen: dat hy, tot Paus verkooren,
hen dikwils vermaande om eerlijk en heiliglijk té
leeven , en zich voor deiimony of het koopenen ver-
knopen van geeftelijke ampten te wachten : óf dat
"V hen anders op het itrengfte ftraffen zouW. Hier
door zoude de haat oiiverzoenelijk zijn geworden;
er> souden zy de Franfche Heeren al meer en meer
legen Benediktus opgemaakt hebben. Maar ik vree-
zé dat die Schrijvers meer uyt zucht voor Benediktus,
^ls naar de waarheir, gefchreeven hebben. Hy had
belooft ja gezworen dat hy , indien de vrede der
kerke niet anders te bekoomen waar, van Zijne
waardigheit zoude afftappen; met dit beding noch-
* Zie Platina in G;egor. X I U
*                                .                           tans
f
-ocr page 395-
2j?e Aantekeningen *p öe
tans dat zijn Tegenparty het zelfde zoude doetj.
Maar toen de gelegendheit gekomen was, had nie-
mand minder lüft tot het afftaan als Benediktus-;
't welk, als tegen zijne belofte , tegen zijnen eed*
tegen't algemeene welweeZen ftrijdende, een flecht
bewijs van zijne'heiligheït fchijnt te-zijn. Maar om
weder tot de Romeinfche Kardinaalen te koomen}
'Angelus Coratiusjaie voor een oprecht, eenvoudig,
en heilig man aangezien wierd, en t'zedert langen
tijd aangezien was geweeft, en daar by eene grootè
geleerdheit had, wierd tot Paus gekooren. Leonar·
dus c Aretinus,,
die dat alles bygewoont heeft, eii
geen grootè partyzucht toont, verklaart dat hy het
gedrag van Gregorius XII in alles prijft en goed*
keurt , behalven op het ftuk van de vereenigiag *
een teken dat 'er op het leven van dien Paus, tot
noch toe, niet het mïnfte re zeggen was. Zooras
als hy gekooren was , deed hy den eed noch eens;
dien hy voor zi^ne verkiezing had gedaan;en fchreef
aan Benediktus XIII om hem ook tot afftand te
beweegen. Hy zoude hem, zoo als hy fchreef, ten
eerfte zijne Legaaten zenden; om over de plaatie,
daar ze. die gewigtige zaak behandelen zouden, eens
te worden. Het zelfde fchreef Gregorius aan het ge-
heel Chriftendómj eii Benediktus was alzoo vaardig
in dezelfde beloften te doen als Gregorius* De Laat-
fte hield zoo verre zijn woord, dat hy "zijne Legaa-
ten aan Benediktus zond: en Benediktus , uy.terlijk
even wél gezind, quam met die Gezanten over een
dat Savona de plaats zoude zijn, daar hy en Grego-
rius
malkander zouden fpreeken, én afftand doeni
Maar toen 't 'er op aanquam, was Gregorius ganfcH.
verandert: want door de gebeden van zyne vrien-
den vermurwt, en door Ladifims Koning van Na-
pels aangemoedïgt, zocht hy nu niet anders als uyt-
vlugten. Te voorehad hy verklaart, en het zoo all
hetfcheen ook gemeent,dat hy liever te voeten mei
een ftok in de hand naar de beftemde plaats zoude
gaan, als'er van daan blyven. Maar nu begoft het
dan hier dan daaraan tefchorten: en hy deed zonder
ophouden d gelden dat 'er te Savöne geeti veiligheit
c Rerum Italic. pag, iy2.
d Du Vm JhHft, düScifmc*                                   , ,
/                              #e-
*           m
-ocr page 396-
Beschryving van Deventer*           271
genoeg was , dat 'er de Koning van Vrankryk alles
vermogt, enz. Benediktus, loozer als hy, toonde
zich des te vueriger om ter beftemde plaatze te ver-
fchynen, hoe dat Gregorius meer achter uyi weéki
Zy fchreeven over en weer brieven op brieven , ea
zouden malkander den eenen Gezant voor, den an-
deren na; als of ze het oprechtelyk meenden: maar
anders quam'er niet af. Dit deed de oogen der men-
fchen open gaan. Vrankryk viel Benediktm af ,< die
naar Spanje vlugte: Gregorius wierd van 't grootfte
gedeelte van Duytsland, Hongarye, Polen, en En-
geland verlaaten: en ging zich verfchuÜen by Karel
Malatefia
Heer van Rimini. Men beriep eene Sy-
node te Pife , daar Benediktm en Gregorius afgezet
wierden; zwAlexander Vtot Paus verkooren. Doch
de Kerkfcheuring was daar door niet geheelt, maar
grooter gemaakt. Ik had twee mannen of bruidegoms,
zegt de kerk by zeker Schrijver : zy hebben gemaakt
datik'er Me hebbe. Benediktm
en Gregorius wilden
niet afgezet zijn : en ze hielden elk noch eenigeti
aanhang. Eindelijk is het daar toe gekomen dat alle
drie de Pauzen, te weetea Gregorius XII, Benedik-
ftf X t II, en Joannes XXIII, Alexanders nazaat j
'n de Kerkvergaderinge van Konftans afgezet wier- >
den,
1. Dit is "dié zelfde Paus, dewelke zoo overhoop
heeft gelegen met de Kerkvergaderinge van Bazel;
en eindelijk door de zelfde Vergadering afgezet
wierd. De zaak , die zoo veel geruchts heeft ge-
maakt, en waar van het rechte befehetd overal niet.
Rcvonden word, ver-dïent wel in 't kort befchreeven
£e worden. De Kerkvergadering van Konftants had
een Dekreet gemaakt dat 'er binnen vijf jaaren we-
derom een algemeene Kerkvergadering moft gehou-
den worden. Die Vergadering wierd op haaren tijd
door c Martinfts Fuytgefchreeven; en de ftad Bazel
v°or de plaatze gekooren , daar't algemeen KonciÜ
Joude gehouden worden. De Paus zond 'er den Kar-
dinaal Juüanm voor zijnen Legaat na toe, om'et
f*Ö zijnent wege voor te zitten: maar dewijl hy
Kort daar op het leven verliet, quam Eugenius IV
« ZicHiftdcsConcilesGenev. Edm. Ricberii Hift, Con-
in
-ocr page 397-
é,çé          Aantekeningen ï í ê %
in zijne plaats-, die de uytfchrijving der Kerkvergi-
deringe van Bazel beveiligde; en den Kaïdinaal Ju*
lianus
op nieuw benoemde, om 'er voor te zitten.
Een van de inzigten, om dewelke de Kerkvergade?
ting by een gekomen was, endaar ze voomamentT
lijk op doelde, was het hervormen van de kerk : zoo
\vel in haar hoofd ais ledematen. Dit hervormens
voornamentlijk in't Hoofd, zoude groote zwarig-
heden ontmoeten; dewijl het Hof van Rome dat al-
tijd met alle kracht zoekt te ïlremmen. De a)ler-
grootlle zwarigheit, om: 'er dit tuJlcheo te voegen;
beilond daar in , kdat de Italiaanfcl.e Biiïchoppen die
van de andere Naatzien in getal verre overtreffen:
en die italiaanfche Biifchoppen, die dikwils de groot.
ften inkomfren niet hebben, en opeen Kardinaals m.aji
hoopen, voegen zich doorgaans aan den kant v/n7t
Roomfche Hof. Onder de andere Biilchoppeu word-
den 'er altijd ook gevonden : dewelken , 't zy dat ze de
zaak zoo bevatten , 't zy uyt byzondere inzigten.,
niet tegen't Hof van Rome zullen ftemmeii. Over-
zulks indien dezaaken naar de meerderheit der ftem-
men moefteh afgedaan worden, gelijk in alle -Kers:
vergaderingen «ebruykelijk was geweeft , was de
Paus genoegzaam verzekerd dat 'er niets; tegen zij-
nen wil zoude doorgaan. Maar de Vaders van ba·
%et,'om daar voor te weezen, volgden het voor-
beeld der Kerkvergaderinge van Konilaiits : dat is]
f men verdeelde de Vaders in Naatzien': en men tel-
de de (temmen niet, maar de Naatzien. Ieder Naam,
te weeten de Italiaanfche , de-Hoogduytfche , de
Franfche, de Spaanfche, deEngelfche, hield naare
byzondere Vergaderingen : daar iedef voorltelde;
't geen hy noodig achte. . Zy deelden malkander
hunne belluiten mede , of 'er de anderen wat tegen
niogten he-bben : men fprak'er malkander,ovt-r: tot
dat Alles ge effent wierd. Dan wierd zoo of zoo eert
punt in eene byeenkomfte vaij de Gemagtigden der
Naatzien getekent , bezegelt , en voor de ganiche.
Vergadering gebragt , om 'er goedgekeurt te wor-
. den Zoo dat het ÊïçáÀß,.ßç eene openbare &M
tinge vergaderd 3
niet anders deed als de befluiten
,! f Zie den Heer l'Enhht Hift. du Gönciie it Cöaft. Uvr. 1·
■ > ■. «omUt, 74«
                                                                        Lm
-ocr page 398-
IteSGHRYVlNG VA-N DEVENTER,         ajj
en Dekreeten der Naatzien beveiligen: en Of een>e
'Üuii'i tienmaal meer Biifchoppen mogt hebben ais
eene an.dere, ja als alle de Naatzien t'zamenj dac
kolt haar , om zoo te ifpreeken, niet helpen; Dat
voorbeeld, om 'er dit ook by te voegen, zoudeii
de yveriglte g Biifchoppen naderhand in deKerkverr
gaderinge van JTreqte iiagevplgt hebben: niaar wat
moeite dat'er gedaan wierd , .de. Paus Was 'er niet
toe te beweegen.',, ., .
         . ' ( .f .. v\'
Als nu de Vaders, te Bazel vergaderd, het hervor-
men v^n de kerk,, en vervolgens ook van't Room-
fcheHof, met ernft gingen verhandelen,en de han-
den aan't werk floegen ; begoit de Paus Engemus te
deinzen; en deed aljes wat. hy kolt om de Kerkver-
gadering af te breeken. Hy zond, den Legaat Jn~
lianiis
bevel ,om de. Vaders, zoo als.hy belt koride,
te doen fcheiden : en hoewel de Legaat, die de ge-
volgen beter voorzag dan de Paus, zich daar tegen
(lelde; Engemus bewoeg hemel en aarde om de Ver-
gadering ten iriïntre te verplaarzen. Maar de Va-
ders van Bazel verre van daar door in hunnen yv§r
te flauwen , of naar fcheiden te denken, tlelden deii
Paus eenen .tijd om 't Koncili ongemoeid te laa-
ien. De Paus. bleef even onbeweeggelijk : de Kei-
zer S'igijmundus bemoeit zich met het werk \ en
fineektden Pausop't alierkrachtigite om?t Koncili té
oeguniligen: en 't geen hy'ertegen gedaan had in td
jrekken; £)e Paus luiftert nergens na , taft de Va-
ders met kerkyonniireu'1 aan; ja geeft twee Bullen
Μ om het Koncili te doen fcheiden, en al wat'er
verhandelt was nietig te verklaaren. Maar ziende
dat hy 't niet langer houden kon, en voor erger he-
«licht j verklaart zich eindelijk na 23 maanden te«
RenlUiobelens voor het Kpncilie. Hy verklaarde in
^J'ie nieuwe Biillen.dat het Koncili wettiglijk ver*
gadert was , en vergadert bleef, en wettiglijk ver*
gadert mo'il blijven ; dat hy 't voor een wettig Kon·
ψ1 hield, als of het niet ontbonden ware geweeiï·
at hy alles, wat in de voorgaande 16 Zittingen (ge-
aan was , goedkeurt en beyeitigt : en ook alles
fi°edkeurt wat 'er in de volgende Zittingen voor de:
ü5itroeyinge der ketteryen , de vereeniginge der Chris-
l.2»s tlh Ha Hift. du Concile de Tr ette*                  | .'.
-ocr page 399-
2^4           Aantekeningen ov de
tene Vorften, en de hervorminge der kerke , Zoo In
't Hoofd alsde ledemaaten, gedaan zal worden. Maar
't ftaat te letten dat hetzelve Koncili ·, in de twee-
de, derde, twaalfde,en zeftiendeZittingen, deDe-
kreeten der Rerkvergaderinge van Konftans aange- \
nomen had, waar in 't gezag van een algemeen Kor- I
c'Hi boven den Paus vailgeüelt word. Dit is de re. f
den dat de Voorftanders der Koneilien, ik meen die \
't gezag der Koneilien boven dat van den Paus ver* ;;
heffen, deeze goedkeuring van Eugenius ten hoog* f
iïe doen gelden. En het itaat by alle Katolijkciï f
valt dat de uyripraken der algemeene 'Kerkvergade- |
ringen in geloofzaken, als 'er de PauflTelijke beves-
tiging bygekomen is , voor onfeilbaar moeten ge-
houden worden.
Dit is de reden dat b Platina , voor 't Hof van
Rome 'ingenomen , op den Paus Eugenius om die
goedkeuring geweldig imaalt. Anderen » zeggen dat
Eugenius% als hy de voornoemde Bulle verleende,
ziek te bedde lag: maar dat zouden Platina, Om-
phr'ms
, Bellarminus, en meer anderen nierverzwee-
gen hebben. Zy voegen d'er by dat hy door eenige
Kardinaalcn, en voor, al door den Gezant van Ve-
neetzie, vervaard was gemaakt; als zoude hy, in*
dien hy zich niet voor 't Koncilie verklaarde, van
alde weereld verlaten worden. Daar zal ik nu maar
op zeggen dat 'er geen behoorlijk bewijs van dat
zeggen bygebragt Word. Hoe verre die ziekte en
vreeze , inden ze wel beweezeu waren , de zaak
veranderen zouden, dat onderzoek zal ik nu een ander
over'.aateu.
JDe, Paus feheen nu met de Kerkvergaderinge vqr-
eenigd, en eenen 'lijn met de Vaderen te trekken·
Maar de Vaders gingen al voort met de kerk in }
Hoofd en ledematen te hervormen; de Annaaten,
Refervsatzien, en wat 'er van dien aard is j af te ffhrf·
fen: en de Paus zocht maar gelegendheit om zich
van al dat hervormen te ontlaften. OndertuiTchen
koomt de Keizer Sigismunaus, de grootiie fleunen
handhaver van 't Koncili , te fterven. Toen gtn?
-de hemel voor Eugenius open. Fluks bevel aan c
Koncili gezonden, om te fcheiden : en te Ferrare
k InEugeniei V. * Zie Hifi. des Condjcs Gencw»
-ocr page 400-
ikSCMftYVlftG VAN DevENTËK..           fc^$
Vy een tq koora&n; De Kardinaal Julianusr die met -;                 -
zoo cene kloekheic voor het Konciiie geitreedeu en ;
de banvonnWren veracht had, viel het zelve tegen.
                       .
De, Veneetziaaneu ook- Het Koncili hield evenvvël ■·■'',
iland; en daagde den Paus om voor de Vergaderiu-
ge in eigen perioon te verfchijneri ; verklaart zijri
bevel, om de Vergadering te Ferra're te houden j
nietig en onbe/tendïg: veroordeelt den Paus zelf
;i!$, hardnekkig i en (chort zijne magt op, zoo in
'tjgeelieiijke alü .tijdelijke. Daar had men twee
Koncüien , 't eene te Bazel, 't andere te Ferrare.
Elk bad zijne yoorilanders en verdedigersj en daar
Onder zeer ^eleerae mannen, 't Moed buigen of
b'erireri; 't KoKcilï tjuam zoo verre dat ,k Èug?nw$
als, hardnekkig .ν .^e kerke ongehporzaafn, in zijne,
Wderipannigheir volhardende;, Hoorder van de ker*
keiijke ruilen v-rede,· ontilichtet der algemeens ker-
ke, ja als een , ver.kopper vin geeijtelijké ampten s
een, meineedige v onverbeterlijke .fcheuringmakerψ
(spoibat, ketter) verquiiter van de rechten en goe-
deren der keHic, onnutte'en fchadclijke bedienaar i
van't Roomfche Pausdom, afgezet wierd. Zy gin*
gen noch vorder, en kooien Jmadews van Savoyö
tot Paus t, die zich, Felix Vliet noemen. Maar ver*
                      , .',
icheide BirTchoppen , ypornamentlijk van de Fran«*
Wie kerk , ziende dat men tot zoo een afzetting
koomen zoude, waren by djds uvt het Konciiie ge-
weeken, en naar huys gejeeert. Zy voorzagen dat;
dit afzetten ee^e fcheuriug haaren zouw;. en de Paus
wgenius ,had zijne vrjenden aan't Hpf van Vrank-
tyh Toen de afzetting en het verkiezen van een Λ
nieuwen Paus doorgegaan was; quam *t 'er op aaU;
m^Eugeniks van de Vorikn teddert verlaaten. Maar
                  'f
iiaarbe^on^het werk te haperen. De nieuwe Pani
|Wd.zijne, Legaaten naar Vrankrijk ,. Eugenhs ook*
■öc Koning deed;W' rnet alle tekenen van eere out-
                 γ
*'^en : en zijn antwoord aan die van Engemus quarri ,
'jaar op uyt dai hy bereidwillig was om de kerke,
™tt ze wettig vergadert was , gehdorzaamheit të
U2wij7.en: dat hy het KonCili Van Bazel altijd voojr
                    -:
een wtttïg Konciiie gehouden en dat van Fer-
!are noit goedgekeutt had; maar wat de afzetting
' hiScflioisi; Hf
Si                           tarÉ
-ocr page 401-
178           Aantekeningen öSp lik
van Eugemus en de verkiezing van Felix belangde 3 daê
hy niet verzekerd ware of alles in de behoorlijkefor-
metoegegaan was; en of het Koncili van Bazel op dien
tijd genoegzaam de geheele kerk verbeelde, om tot
luikeen werk voort te treeden: dat hyk 2,00 lang hy
geen grooter licht in die zake zag, Eugenim voor
Paus zoude erkennen, enz. Alles begoft; ten bede
voor den Paus Eugemus te draayen: de Dotfyn van
Vrankrijk , naderhand Lodewijk XI geworden,
trok l met een leger naar den kant van Bazel , om
de Kerkvergadering uyt Bazel te verdrijven. De
Vaders, die daar niet gekomen waren om te vech-
ten /moeiten wijken: de meefte Vorften wierden.
het krakeelen moe, Albertus , die Keizer was ge.
worden, was op dat ftuk geen Sigismundus: de Ko-
ningen van Vrankrijk, Engeland, Sicilië, en meeft
alle de Vorften, fpanden t'zamen om Felix Ftotaf-
ftand te beweegen, Hy deed het ook : Eugemus bleef
Paus^ en Felix, om minder gevoelen van zijn ver-
lies te hebben ; wierd Deken der Kardinaalen eti
PauiTelijke Legaat over Duytsland verklaart. J
Ik heb 'er noch by te voegen a&t< Eugemus , wat
iijn vorder gedrag belangt % van de Hiitorifchrijvers
teer geprezen word : behalven dat hy,, voor eeneii
Paus, ai te veel van't oorlogen gehouden heeft.
- 5;! Dat kloofter der Reguliere Kanonnikken zal met-
tertijd bynae uytgeiiorven zijn ; om dat Balthazafè
Cojfa,
die de ftad als PauiTelijke Legaat regeerde,
en naderhand onder den naam van « 'Johanne
XXI II Paus geworden is-V dé goederen van't
kloofler verkocht en het geld in zijne zak gefbken
had. C. η Sigomüs, \iï zijne Hiitörie der Biflchop-
' pen van Bolonje, befchrtjft de zaak op de volgende
wi^e. AnUnius Corrarius Was door zijnen oom ,
•Gregorius Xll , tot het Purper verheven , en Bis-
fchop van -Bolonje gemaakt. Maar dewijl de ftad
ïich zelve de gehoorzaamheu van Gregwius onttrok-
ken had ; koft Corrarius in het bezit niet koorneii:
'fen de goederen des Bisdoms wierden onderiuilchen
door opzichters befltert. Balthazar de Cojfa, die'ct
. I Platina , enz,
rn Platina πο.ώ nern _f oliarinbs X X I V.
η Lib, 3. in Epifcopo'Ant, Cotrario*■··:-■                  . .
-ocr page 402-
Besciiryving tan DEvïnxir.            277
door Bomfacius 1 X. tot Legaat aangefle.lt wasi« en
dat Legaatfchap noch bleef behouden, ïag de gele-
gentheit fchoon , om 'er voordeel uyt te trekken. Hy
had 'er lang op toegeleit, om tot vermeerdering van
^ijne magt groot geld te verzamelen „ Met dat
„ inzigt heeft hy de kerken en kerkelijke goederen
,, vervreemdt; de goederen des Bisdoms't zoek ge^
,, maakt; het hout, de fleenen, en al het geld, dat
„tot het opbouwen van S. Petronim kerk by een
,, gebragt was, tot zijn gebruyk gekecrt; de goede-
„ ren van ^tGregor'ttis kollegie verkocht; en het aan
„ zakdraagende Monnikken te bewoonen gegeeven.
„ Maar jom dexe en meer andere zaken, die hem
j, naderhand in de Kerkvergaderinge van Konflants
„ verweeten wierden , is hy daar van zijne Pauife-
„ lijke waardigheit afgezet.,, :
Hier uyt heeft men ook dat hei gemelde kloofter
den H.' Gregpr'ms al voor Patroon verkooren had,
eer dat het aan de Broeders van 't gemeene leven
gegeeven wierd. ./
          .'■...
4- Dè Reguliere Kanonnikken moeten 'er na het
vertrek van Bahhazar de CoJJa weder ingekomen
zijn: want Sigonius, die dit ook 0 verhaalt, zegt dat
de Broeders in de plaats der Reguliere Kanonnikken
gekomen zijn: en hy voegt 'er deze reden by, dat
'ergeehe Reguliere Kanonnikken overgebleven wa-
nen, behalven den Prior met eenen Lekebroeder.
De BiiTchop Nkolkus , van wien hier gefproken
word, was een man die een BilTqhop hieten mogt/ <
Hy was eer ft, Prior van de Karthuizers geweeft; en
uien had zeerigroote moeite gehad om hem tot het
aanneemen van die waardigheit te beweegen. Bis-
fchop geworden, veranderde hy zijne oude manier
van eeten en drinken niet; en hield altijd een Kart-
huizers tafel. Dan hield hy zoo veel meer van zijne;
Wkomften over; 't welk hyaltemaal den armen toe-
deelde · of tot het uythuwelijken van huwbaarc
dochters befteede. De geleerde luiden, of die er-
gens in uytflaken, wierden van hem gekoeftert en
voortgeholpen. De Kardinaals hoed, dien hy met
alle kracht afgeweezen had, wierd hem dootMarti·.
nus F
tegen zijn wil en dank op het hoofd gezet.
0 Ibid. Ub. 4, ia Nic.olao AlbergatOi
"S'V-                   Hy.
\ ■ --,,.
-ocr page 403-
372            Ë Á Í Ô E k'E Í: I Í 6 û'·Í ' ¼ 1' É)Ç
Hy is verfcheidemaal voor Patiiil'Üjfcen Legaat Þøô
de Hoven der Votüen gezonden ;; voor al , ais w
over het byleggen•vafn-iulttndfchevya>ndfehappen eb
bet maaken van vrede' te hancteknwa»}. Zijne vor-
dere daaden worden van Sigon'ms b-eeder betchrec·
ven: en, zoo men Frmafim -ì |'fatelpbut 0h$ï
mag geeven j is hy na* zijne dood 'aan1 zijnen qtfee-
keling Thomas van Sarkano vericheénen ; 'en hèeit
hem verzekert dat hy noch de ttyperblffchtip van,
't Chnilendom worden zouw ; étot ook Paus ge-
worden is, esn den naam van NicofomW -gedragen
lieert ■ * '"' ·'' -; ^'
5. Dit is geweer! de H< #ri?'**3i in Zweden ge-
booren ; en, zoo als fomïntgen fenfijvew, üy.t het bloed
der Zweedfche Koningen gefprooten. Dit º8 althans
keker dat haar vader $*/0- genaamd., van hooien
adel was. 2y wi^d'ïft haare ÌÖÖúø+Ø^Ôî
tegen haareti dank, ten huwelijk gegeven aan^-
va* Wlpbado ,, Prins van Neritië; by wieu « acht
kinderen gekreegen heeft. Na 'dat ze veete jaaren
tezamen gewoont hadden ; ïijn ze met wederzijdse
toeftemminge gefcheiden, om hun werk aileeneliJK
vandegodvruchtigheit te maaken. Wlpho wierd et»
Bernardyner Monnik; en zy (lichte een f$™&
Sdhafiors
kiooikf genaamd. Zy beileedde een gom
gedeelte van haare overige jaaten in godvrucnu^
pèHegrimmaadjenrij reisde naar Pa'leliijne , en *»
daar naar ■ Rome y daar zy ook gcJfpr/en is. w
word ook tot haaren iof geduidt At ïy/er rMe* wei
• *ig toe geholpen*heeft, dat Gtègdnai Al , die na.aj
't voorbeeld van : eenigen zijner; vooTiaatcn »JJ
öof te Avcnjotï hield , zich liet. -hè Weeg en om
voifc daar op te breeken , en Rome voor W ·
wooriplaatze te honden. Maar eëhe zaak jwwj
fiaare iemisbefchrijving aanmerkelijk : andere Pj
ligen worden eens gekanomzjert-, of op de é J
dei Heiligen geftelt : maar dat U Haaf driemaal ge'
beurt. Zy wiér'd. eerftelijk in 't jaar tm, acht'c"
jaaren na haare dood, in 't getal dér Heiligen °Pg£
fchreeven door Bdtiifacms \ X. Maar Bokifacmj 1 ë
aat op den PituiTelijken Stoel ten tijde van die rje-
ruchte kerkfeheuritjg, die otidétUrèadus V I begon
î In Orat.adXyöusïPóflrif. ^ Mf/er, enz.
-ocr page 404-
Beschryving van-Devenï-kk.. *, 2^9
nen was : en daarom vreefden de Zweeden dat die ,
Kanonizaatzi geene algemeene goedkeuring zoude
hebben; en ZA hadden zoo verre gelijk dat de party
sm aenediktus XIII, of Petrus Μ Luna, na eene/
Kanonizaatzi door Bonifacim IX gedaan niet veel,.
mraagt zoude hebben. Om dat r kanonizeeren
dan buiten alle tegenfpraak te ftelkn s hebben, de
Zweeden en Deenên den tijd waargenomen dat de
kerk in't Koncilie van Konitauts vergadert was; en-,
riagten, niet zonder reden , indien ze Brigttta doot
eene algemeene Kerkvergadering gekanonizeerd kos-
ten krijgen, dat'er dan niet tegen-te kakelen zoude
vallen. Dm zijn 'er gezanten van drie Koninkrij-
ken, Zweden, Denemarken en Noorwegen , met,
eenïge Gemagtigden der Geeiielijkheit , voor het,
Koncilie verfcheenen , om de gemelde Kanonizaatzi
te verzoeken. Om die te verkrijgen , deeden ze de
geboorte, heiligheit, pellegrimmaadjen, openbarin-
gen, en veelvuldige mirakelen van Brigttta gelden*
Als\r naar bewijs van hun zeggen gevraagt wierd j
verfcheen 'er een overgroot getal van Zweedlche
Hoogleeraars en Licentziaaten . die alles met plegti-
gen eede beveiligden. Daar οψ wierd eenpanglijK
voor het kanonizeeren geftemt , en Brigttta heilig
verklaart. De plegtigheit wierd te Konftants door
Jrnunes XXIII verricht,, die van de Kerkvergade-
ringe voor den waren .Paus erkent en gehouden,
wierd· maar op het tipje ftond van. afgezet te wok
den. Echter waren de Zweeden noch nietten volle
geruft; en wilden't noch zekerder hebben. Toen
■fowHiwXXIIIdie plegtigheit:verrichte , hoeweh
hy doorgaans voor den rechten Paus gehouden wierd,
had hy evenwel noch twee mededingers of Tegen-
pauzen; en die hadden hunnen aanhang ook: dm
mogt noch eenige belemmering of twijfeling ge-
baart hebben. Zoo fpraken ze dan Martmus V aan,
en verzochten de beveiliging van de gemelde Kanor
nizaatzi, Martmus V gaf de beveiliging in volkome,
ferm, en verklaarde Brigttta, noch eens heilig. Ik
# Zie den Heer l'Etifaöt Hift. du Goncile de Conftaas % die
all« uyt de origincelc ftnkkcn van Vandei Hardt getrokken,,
iecfu
                                     
-ocr page 405-
i$o Aantekeningen op ï>e
ïal'er noch hyvoegen f dat Henritus ab Ηαβα, eea
goed Katolijk Leeraar, ter gelegendheit van het ka-
nönizeeren van S. Brigitte , zijne klagten deed dat
ïhende Santen en Santinnen veel te veel vermeenig-
vuldigêe.
" Ik moet*er ook hyvoegen dat de Zweeden ,7.00 ras
als net gemelde kanonizeeren/in de Kerkvérgadèrin-'
ge van Konftants doorgegaan was , by ^oannn
XXl II om het kanöniieeren van drie andere Twee-
den aangehouden ■hebben..' ï)e eerde was'' NUohus t
1 Biifchop van Linkopïn ; die ïn *t'jaar not. in de
genre van heiligheit geftorven is. De tweede was
Ërynolfus BiiTchon van Scara; die 47 jaaren vroeger
overleden was. De derde was Nigris genaamd, en
een Angullyner Monnik geWeeft, De brief, dien
ïè daar over fchreeven, wierd den gemelden Joan·1
nes
X XIII niet ter hand gettelt, om dat 7ijne za-
ken opeen fceëf vlechten voet begoften,te Maan ί maar
"wierd de Kerkvergaderinge zelf Jbehandigt.' Die
Vergadering (Velde Gemagtlgden aan om herleven
en de wondertekenen der opgegeevene Heiligen te
onderzoeken , en te overweegen of het niet dien-
ftiger ware het getal der Heiligen te verminderen
als te vermeerderen. Daar op heeft J> ('crfon* een
Van die "Gemagtigden , zijn werkje van de onder-
fcheidihge der Geêiten gemaakt: daar hy vele nrnV
ilagen omtrent de véropenbaringen en nachrge/igtcri
aanwijfL Dat werkjes was v^n dit gevolg dat de
; gemelde drie Heiligen toen geen be'irre'k reegen ;
en de Zweeden naar den toekomenden Paus gewee?'.
zen wierden, om hem van alles nauwkeuriger be-
wijs te geevqn. Ik weet van die Heiligen niet veel
te vertellen als dat NicoUus liiffchop van Linkopin,!
die den toenaam vari de 'Kevwg voerde, treffelijk
oorlogen koft: want als t Chrifliémus Koning van
Denemarken met een magtig legér in Zweden ge'
vallen was; heeft de BiiTchop, die flechts zijne ei-
gen huysboden en een deel opgeraapte landzaatenen
boeren by malkander gekreegen had , deDeenen uit
eene hinderlage zoo vinnig en heldhaftig aangetaft
dat *er meenigen verflagen wierden ; het ganfche
f Zie Rmcler ad aan. 141 f,
i» * Zie Joh, Magtw Hiii Getfaer. & Sucoft, lib. % j, o «."
*'                         &              ·: l                   ■>*&■ ' ' leger
-ocr page 406-
Beschryving van Deventer.          28V
leger aan't loopen teeg; en de Koning telf.bynae
gevangen wierd.
6. Deze zaak was aldus toegegaan : Na de dood
van Nholam 11 was '«r te Rome veel te doen over
het verkiezen vaneenen Paus; om dat'er twee mag-
tïge partyen waren , die ieder het meefte befchtk in
de verkiezinge wilden hebben.*/ De eerfte party was
die van den Kardinaal Hildehrandus: de tweede 4?«
van de Graaven van Freskan en Galere, en van de
meeite Romeiniche Heeren, De Keizers hadden
toen veel in de verkiezingen d;er Pauzen te zeggen,-'
zoo dat men tot zoo eene verkiezing, zonder des
Keizers toeflemrn?nge,niet voorttreeden most. Zoo
Mierden dan beide de Partyen hunne Gemagtigden
naar't Hof, om's Keizers gunft te verzoeken. Ge-
mard
Graaf van Galere, door de Romeinfehe Hee-'
réfi afgevaardigt, bragt den Keizer een goude kroon.;
etibood hem de waardigheit van Roomfchen Patri*
ciiis
aan. De Keizer te weeten Hendrik I V die noch
minderjarig was, door die gefchenken en dè rede-
nen van Graaf Geraard gewonnen., begeerde den
Kardinaal Stephanm, die door Hildebrandus afgezon-
den was , geen gehoor te geeven ; die dus onver-
richter zake , ia met fchanmte en fchande, weder!
naar huys moeft keeren. De Kardinaalen , hoewel·
aldus voor't hoofd geftooten , traden tot de verkie-
zing, en verkoorèn AnfAmm BiiTch'op van ï^uca;
die ze dagten dat den Keizer aangenaam zoude zijn.
Doch die Verkiezing wierd tenHove opgenomen als
eene verbreeking van de Keizerlijke wetten: en daar
φ bev'el gegeeven om toteene nieuwe verkiezing te
treeden. De keur viel op Cddehus Biifchopvan Parma.
Öadelout, die den 'naam van HonortusW aangeno-
men had ■ quam tot twee reizen toe met een talrijk
leger voor Rome! maar wierd tot twee reizen toe
tê rug gedreeven. Hy ontqnam het zelf ter nau-
wer nood . en vlugte op een kafteel. Daar wierd
hy zoodanig belegert , dat hy de belegeraars met
groot geld omkoopen móell; en ter fmuik uyt het
kafteel gelaten wierd. Diïs bleef■ Me χ ander II voor
een wijle tijds in de gerufte bezittinge van zijne
opperwaardigheit. Maar eenigen tijd daar nae is
Annon Aartsbiiïchóp van- Keulen, die na. het ver-
S
                                       S f                          , treJc
-ocr page 407-
i8ι          Aaniekininge» ©»£ ï?s
trek der Keizerinne Anna het yoornaamlte belUesv
van 't Keizerrijk in handen had , re Rome aange-
komen ; en hield daar itaande dat de verkiexing van
Akxwder IL geen ftand mogt noch konde houden;
ten eerfte om dat ie gêfchiedt was zonder des Kei- ,
iets toeitemmUige i, ten tweede om dat hy , τοο
als hem nagegeeven wierd < d»or kracht""van geld
Paus was geworden.. Men béfloot over die zake
eene Kerkvergadering te Mainjna uyt, te fcbrijven;
daar Alcxander, zijne zaak iég* krachtig bepleitte;
en Cadelüus^.dïe nauwelijks zijnen mond tot zijne
verdediging durfde open doen, genoegzaam ter
flaip naar huys keerde. Akxander zuiverde zich ook
by eede va% de aangerichte fimony. Anmm^ en de
Biiïcnoppeiiv van ^ombardye , vielen Alexandet.
toe: maar daar tegen moert Atexa&der Cadelam zij-..
ne vergr-ijpiug quijticheldiiii ;·en Quibertus, een mag-,
tig Heer van Parma, 's Keizers. KantZelier» Aarts-
biiTchpp van Ravfcone maakeji. 'Üpk wjerd^er voop
*s Keiztts rechten tegen het toekomende $ezorgt h
en al ie krakeel aid us belli ft.
Bnmilïaten is zoo veel zeggen, als Verneder-
den; Welke benaming , gelijk ook de Order zelf■>■
volgens fommige. ν Schrijvers by deze geiegénd-*
heid opgekomen is. De Keker tredcrik..ÈarbarjfjA
had de ftad Milane geheel en al verwoeii,.ep den
ganilphen Adel verbannen. Eenigen van die verban-,
ne Edelluiden', dit zich in Ouytsland 'bevonden-*,
kleedden zich in't. wit, deeden eenen voetval voor
den Keizer ; en vermurwden hem zoo, verre., dat
hy ze wederom verlof gaf om naar hun land te
lïeeren. Daar gekomen, bleeven zy het witte kleed
draagen ; in't welke, zy. hunne nyheid verkreegetL
hadden : begoiten eenigen tijd daar naè eene Ver-
gadering op te rechten j en namen de benaming
■tfati Bum'Saten pf Vernederden aan. Zy ichik«\
fchikten zich naarden Regel van S.BenediktuS) ver-'
menigvulden zeer; en bezaten véele rijke kloofters
in't Milanees. Anderen w fpreeken van die ver-
nederinge voor Keizer Frederik niet,; envertPlkrt
^ Zie Scftonèbeek Ceeilelijké Orders*;
ή Bf Ttirfellinü* inCööratlö Salieé» Zie de f raföfcht Aa6*
tekeningen op Tttiflèlliaes, in fytöut<0'<&s&ttói&·
         
"v
-ocr page 408-
Beschjiyvinc van Deventer.          28$
de zaak aldus: dat eenige EdeUüiden vail Milane,
door Keizer KoenraadïX 'm ballingfchap gezonden,
van Hendnk verlof gekreegen hebben óm weder
naar hun Vaderland te keeren $ en toen eene Reli-
gieuze Vergadering, onder den naam van HumtUa-
%n
begolten op te rechten. 'Anderen χ wederom
verhaalen dat ze door Koenraad 1 1, of Frederik Bar*
y«roifa,
uyt hun Vaderland gejaagt zijnde, van Hen*:
drïkVÏ
verlof gékreegen hebben, om t'huys te ko-
men MeiV kan met grooter zekerheit van de uyt-
röeyin^e dezer Order Ipreeken- Zy was , naar het
ichitfjven van Turfetiwm, tot groóte ongeregeldhe*
den vervallen j en de Overften leefden in eene uyter-
fte ongebondendheit. 't Verval was zoo groot dat
ïe voor negentig klooflers , die ze bezaten , met
meer als 170 Monnikken hadden : dat ïs,geen twee
voor ieder Konvent; De Kardinaal Cafolm Borro-
mans,
die een ongemeenen yver voor de Kerk-en
Zede-iücht had, deed zijn belt om'ér de hervorming
in te voeren. De Overften der Order, die van ge*
drag niet begeerden te veranderen, wilden ook geè,
ne hervorming hebben 's en werkten d er met al hun
vermogen tegen. Maar Carolus Borrom<?us, als hf
wat goeds voor/had, was geen man om voor eenige
zwarigheden te blijven ftaan., Daar by was hy een
Kardinaal, by den Paus wel gezien, en neef van den
voorgaanden Paus: zoo dat ze de hervorming , het
groorfte quaad dat'er naar hun begrip op de weereld
\vas, niet zagen te weeren of te beletten. Drie van
die Overften, die het korte wat het koftedè hervor-
ming buiten hunne kloptters wilden houden, fpart-
nent'zamen om den Kardinaal het levett té bettee»
men, en koopen een moordenaar om,.die een vuur-
roer op den H; Man lotte. Daar op heeft Ptus V ,
ziende dat'er geen zalf aan zulk een volk te ftrijken
was, de.ganfcheOrder.in't jaar 1570. vernietigt,
8. Ik wil hier het leven en gedrag van AUx<indgr VI;
niet ophaalen : het is maar al te zeer bekend; en het
kan niet zeer dienen om groote m'chting tegééven. Ik
kan evenwel niet ongemerkt voor by laaten gaan hoe
dat eenige Schrijvers, als de geleerde /Bollandiften,
die den Hiftorifchrijver. Od. Rqynaldns tot htm voor*
' * ZfeaeFranfcheAantekeowgeB', c&«»
Ji^ïopylaoMaü, &c.
                                     gaa-
-ocr page 409-
1                  '                                                                    "· ' .
^jJWi ÁÁÍÔÅÊÅÍÉÍáÅÍ OF ÑÅ
eanger hebben, dezen Paus omtrent het laatfle bcr
drijf van zijn leven zoeken te ontfchuldigen. De
Hiftorifchrijvers verhaalen doorgaans dat Cajar Ror-
via Alexanders
zoon, met zijn Vaders weeten, of de
Vader zelf", eenige fleflen uytikekenden wijn had
laaien vergiftigen ; om een rijken Kardinaal,by wien
ze te eeten zouden gaan, $ vergeeven ; en aldus
aan zijne fchatten te koomen. Maar als ze over ta-
fel zaten; moert de Schenker, die van den toeleg
lyift, een noodige boodfchapdoen : wanneer een a%
dere knecht, nergens van weelende , den Paus en
zijnen 7èïç zoo wel als den Kardinaal, van dien
vergiftigden wijn te drinken gaf. Zy voegen d. er
by dat de Paus, tweeen zeventig jaren oud, en. ver-
volgens te zwak om de kracht van't vergif tewcder-
itaan, het den eigenden dag..beltorf:. maar dat de
zoon in zijne volle kracht zijnde, door bequaame
middelen geholpen wierd. Dit zal men omtrent op
develve wijze, niet alleen by uytlandiche maar ook
Italiaanfche Schrijvers, befchreeven.vinden ; en ft
zulke Italiaanfche Schrijvers,, die t altijd met de
Pauzen en 't Hof van $ome gehouden nehben :/als
R.I/olam^nusrP.BembHS, Ovttpkms, enz. Daar
koomt deze pmiiandigheit noch by, dat, Ujar *«*
ria, en de Kardinaal Hadrtams , die aan Gezeilde
tafel met den Paus.gegeeten hadden ook op den ze -
ven tijd' ziek geworden zijn. Maar Cder Raynaldus,
by de BollandiOen bygebragt,. ontkent het vlak uyt
dat de Paus door vergift'zoude gellorven zjjn^pt
dat hy, ofCafar Borgia, of\de andeje gallen, ver-
giftigden wijn zouden, gedmnken hebbeu. Indien de
Paus van geen vergift, gellorven is, en noch hy noch.
iemand anders vergiftigden wijn gedronken heef ,.
dan vervalt hét. algemeen zeggen dat Alkander V l
den semeiden Kardinaal had wijlen verbeven , en
van zijn eigen vergift gekorven ø Maar om een
algemeen zeggen dat op.zoo veele waarfch.jnelijk-
hèden fteunt van valsheit te overtuigen, en allé His-
t'orifchrijvers als uyt te dagen , dient men met goede
en krachtige redenen gewapend te zijn, Mgj
die de gemelde ziekte eene befmettecn ÌøÌ'$
lucht tóefchrijft, fteunt daar op dat de Vatikaanfche
Rcgifters niet' diergelïjks te kennen geeven* î
t
-ocr page 410-
pppB^^w-· ■■
BESCHRyviNG νΆΝ DEVENTER.           18?
Yohdnnes Brocardi ,'die alles gezien en bygewoont
beeft , daar hy het openftaan van den Roomfchen
Stoel befcbrijft , in zijn verhaal met die Regifters
volkomeutlijk overeenkóeimt. Dit verhaal , voor
zoo verre het de dood van Alexander V I befchrijft* '-
beitaat daar in dat de Paus den 12 Auguili J^.on-r
paffelijk wierd: dat'er den vijftienden, na dat hy
gelaten was, een anderendaagiche koorts by quam:
die hem tot het laat ft e toe by gebleeven is; dat by
den zeventienden eenige geneesmiddelen innam; en ,
den achtien.den zijne biecht fprak aan den Bilïchop
van N. dat hy , na het hooren van de Miiïè, dë
Kommuni en het laatfteOlyzel o η fin g >endaaropuyt
het leven fcheidde. Daar word van geen vergift gè-
fproken; 't is waar. Maar een ander zal zeggen dat
het verzwijgen van een hatelijke omilandigheit geen
vaft bewijs geeft dat die 'omilandigheit niet voorge-
vallen zy : en dat de gemelde Schrijver die tot heit
Hof behoorde, zoo wel als de opilelder van't Re-
gifter , iti die omftandigheden van tijden en zaken
zijne redenen kan gehad hebben om zoo eene zaak
niet te vermelden, Doch ik zal die zaak liever daar
laten; en uyt den zelven χ Schrijver verhaalen hoe
Hecht dat hy na zijne dood gehandelt is. „ Als de Paus
„ dond was, zegt hy, heeft de Hartog van Valence
,, (dat is Cafar Borgin ) den Heer Mtchacl met een.
„ groot gevolg gezonden omde deuren te fluiten , die
,, naar de Pauifeiijke kamer en woonftede leidden.
„ Een van dat gevolg, vindendeden Kardinaal de
i, Cafa-nova, dreigde hem den hals te draayen, en
3, uyt het veniter te werpen ; zoo hy hem de fleutels
}J van 't Pauifeüjk geld niet ter hand Melde. De -
.,, Kardinaal , daar door verfchrikt, gaf hem de.fleu-
■U %d$. Toen drongen ze by hoopen en met een
„ groot geweld in de binnenkamer; en roofden ai
„ het geld dat ze in twee kaffen vonden; beÜaande
„ ongevair uyt tien duizend dukaaten.;» Dan ver-
haalt hy hoe dat hy de weereldlijke en Reguliere
Geellelijclheit liet aanzeggen dat ze 's anderendaags
in't Pale.ys moeiten verfchijnen, om 't lichaam van
den Paus naar'S, Pieters kerk te geleiden ; en-hoe
dat hy ten dien einde 300 witte toortzen deed ge-
\ Zie bet Propyljfura Maii , &c,
reed
*
?*
-ocr page 411-
%%6          AA Ν TEKEN ί N.G E Ν Ó Ρ 1) fc
reed maaken. .Het lichaam wierd's anderen daagg
Onder 't gelelde van de Geeftelijkhèit naaf S, Piat¥s
Herk gebragt : maar als het in de kerk neergezet
was, en men de.lij.kdienfieil beginnen zouw,w3s'er
geenewéereldlijkeGeertelijkheirte vinden. Eindelijk
begoit men.Litora. me Uom'tw te zingen: maar ter-
wijle dat het gedongen wierd ; waren d'er eenigé
krijgsknechten, die voor't Paleys wacht .moeden
bonden, maar de beeii in de kerk (peelden, en de
toortzen uyt de handen van eehige Geetfelijken ruk,
'ten. De andere Geellelijken, dien ze de toprfzen
Ook ontweldigen wilden, fielden zich met die toort-
sen te weer. Maar de iüldaateiï itieten met hunne
degens: zoo dat alle de Geellelijken van vervaardigt
naar de Saknfty Hepen , en de Paus alleen uelaarcü
wierd, Toen wierd het lik door den Schri,ver zdl·,
en eenige anderen , voor 't outaar gebragt. „ Ter-
wijle de Paus voor het outaar itond, begotthy
% ι wart te worden, en 'er ieclijk uyt te zien ; zoo
ï dat hy omtrent %\ uuren zoo zwart was als't nl-
% lerzwartfre laken. Zijn aangezigt was donker éö
^leelijk, zijn neus vol flank, zijn mond ftoiwS öp-
" gefpalkt; en zi)ne tong was zoodanig gezwollen,
dat ze de geheele lippen (dat is de wijdte tuiïcheri
de lippen) vervulde; 't geen fchrlkkelijk was om
»
ν
tezien, 's Avonds te 24 uuren wierd hv naarde
Kaaêlle gedragen door zes dragers en tvvee dm--
.merrnans ; die by het lichaam geuren aanrecht-,
den en lachten. En dewijl de doodkift al ie
klein was gemaakt; douwden zy het lichaam, en
dampten d'er met de voeten op, om. het geheel
in de kift te kriigen ; na dat zy het alvorens*^
den thy'ter en de 'lakens berooft, en in een oud en
zeer vnyl tapyt gewonden hadden.,, Die lelij-
ke afgrijselijke gedaante zal het vermoeden van t
vergift zekerlijk niet verminderen,
9 Ider weet dat de haam van Infant aan de kin-
deren der Koningen van Spanje en Portegaal gegee-
ven word. Ik *al 'er dit byvoegen dat die naam
dikwils aan ά Hceren kinderen plagt gegeeven te
worden, die om hunne minderjarigheit in herbezit
van hunne vaderlijke lcèncn niet koQeii koomen;
■4 Zie Gioif. da Cange,
zo®
-ocr page 412-
BESCHRYVmG VAN DEVEtfTER»            I87
xoodajdie Jeenen van voogden bedient moeden wor-
den. Daarenboven wrerd trederik II, noch minderja-
rig zijnde, PEnfam b de Pouljetn Infamc Apulia ge-
noemt. Ook vindt men de Infanten van dEngeland *
van e Kampanje;, Van f /Öohemen·, van g Henegou-
wen, in den zelfden zin vermeld. In dieft zelfiïeA
zin fpreekt h Movfirelet van den Infant van Warwijk,
en i Borry van den Infant van Kleef; die van Mon-
firelet Ie Demoifel de Cleves
word genoemt.
Ja zy wierden fornfijds ook Pueri en infantes ge-
noemt; als ze reeds in't bezit van hunne vaderlijke
goederen getreden waren, of voor de bezitters ge-
houden wierden. Zoo Maat 'er by\ Bedit AU %'t
Hartogdom, van dquitawie $jez.eeten vJierd van den
ƒ»-
fant Gujlelmus, Graaf van Poiitiert, .En by Ughet*
lus l
ftaat; Ik Fredérik het kind {Frederisus puér) ah
zoon van Conradris zaÜgef gedagtenïflè ondertekene
cjezen brief 3* enz.
Maar, gelijk geiegt is, die heeft vooïnamentlijk
plaats omtrent de Konings kinderen in Spanje „Dé
,, kinderen der Koningen , zegt Fitalis Biifchop van
j, Htiefcaiï, als ze noch in hunne kindsheit en joïi-
,, ge jaaren zijn, voornameiulijk in Spanje , zijn
?, niet gewoon Koningen maar Infanten genoemt te
,, worden. Daar door gefchiedt hét dat iemand ,
,,,'djfc^tyt een Koning gebooren is, en tot zoo ee-
i b fit C'iuori. Adrer>ïï»ap. Du Cmge,
e Apud Guüelfti, Éfittpipem \ib* 4 2. VhütypHo*·
d Car l'Enfét d'^&nglettrm efioit
Sm om , & ia croi* pris «x/sJi. Phil. Meiifkc
e '.£.' Enfant de Champagne avoet
Etmzjnt franc bacilenr Uttec          idem»
f Apud Monach, Peg.iv. pa o·, g,
g Vn jour li prent Γ Enfant λ dire
Sgtti de f on dtmigt at grand ire.
'Het zijn de wnnrJen vztiGml. Öm*r$ j fprceketkle van ifcii
zóone van den Henegou wer j en wat laaf er :
Li φ II Enfet 4e FÏenaüt ,
O grtnt Gent, &u
h Voluni. z.
i In 't leven van K^rtf Πι.
\
In EpifcopisPiiitV·
Toia 2 , p.ig. J72.
» ne
-ocr page 413-
,a88 Aantekeningen op de
j, nen ftaat (van Koning) niet koomen kan, die be-
„ naming (van Infant) blijft behouden,die hy iiïzij-
„ ne kindsheit gekreegen heeft, hoe oud dat hy ook
,, geworden zy. Dus gebeurt het datPrincen,diehet
Jri rijkuyt hoofde van hunne geboorte zouden behooreri
„ te hebben , maar het zelve niet konnen bekoo-
j, men, altijd den naam van Infanten draagen,enz»
• Sommigen m fchrijven dat Ferdwandusl i, Koning
van Kaliilje en Leon , eerllvan allen die benaming
aan zijnen oudften zoon Sancïus zoiide gegeeven
hebben. Zy voegen'et by dat hy die benaming van
de Engelfchen had geleert; als getrouwt zijnde met
Leonord, de dochter van Edudfdus. Maar daar zijn
zekere blijken dat de benaming Van Infant en Infan-
tiffe
by deSpanjaards veel ouder is. Men vindt ze by
Pelögius , liiilchop van Oviedo, die ßç 't jaar iicö
leefde, ç Fercmundus II , zoo ftakt 'er By hem té
leezen, heeft twee edele huysvruitiven gehad, Hy de
eene: heeft hy de Infantiffe
Donna Geloira gewonen.
Be
Infant Ordoiriiis heeft hy ■F.ronildis , ^eia^ius
dochter , veele zoonen gewonnen, In 't jaar il 18.
heeft de o Infant Jiamire æ, Koning Garfiaszoim, defi
brief van Alphonfiis VI, Koning van Kaliilje, onder-
tekent. Men zal noch vorder bewijs.by f Surita en
elders vinden , dat de naam van infant veel oudet
zy als Ferdinandus il.
10. Dit is een naam,die hem in 'tklobtter gegeeven
is*, want daar pleegt men de naamen der aankomen*
de Religieuzen te veranderen; en hun zulk flag van
naamen te geeven. Onderde Nonnen heeft men zulke
naamen ook : als Moeder van 'i l/lecfchgewordsn
Woord: Moeder van den H/Geeft , Ti&ftcr uan
</«"#
H. Geeft. Moeder van 's Meeren Lijden. Moeder of
Zufter van de Affumtie,of'Hemelvaart\ van de An-,
nunciatte
of Roodfchap: Moeder van S. lienediktits,
Jofefr en/. Ik wil hier omtrent maar aantekenen-
dat de vermaarde Jefuyt Theopbilm Raynaudm ., die
zoo veelè boeken gefchreeven heeft ,en van aart aan
de berifpende en iteekende kant was, ganfeb geen
»i Zie Du Cange.
ç Ih Vèixmun-to %,
o Apud Anc. ikYcpez. fn Chron, ord. S Ben*^
ñ In indice > Iib. é«÷çßï6;, 1064.
, , ■■                                        ■*'■                                                   ii»
-
-ocr page 414-
BkSCHRYVÏNG VAN DEVENTER.'          ζίρ
ï\n in zulke naamen had» Zulke Nonnen > zegt g hyi
hebben haar bynaam van't Ρleefchgewor-den Woerd*&.
leent
; e» daarom zouden ze gaarne Moeder van 'f
Vleefchgewarden Woord gememt worden
, en worden
hvk aldus gen'otmt.
. Maar van my zullen ze nimmer
alzoo zenoemt worden. Ik ken maar eene een'tge Moe*
der van
V Vlcefchgeworden Woord, te weeten de H»
Mêria. Eene Nonne word de Moeder van den H. Geefi
gememt: en op dat de maagdom die Aller heijigfte Maagd
en Moeder 'tot geene fehande zoude gerekent worden
;
heeft men haar ook eene dichter gegeeven 5 te weeten de
2uikt van den H. Gee/h ; . . Hy wil zeggen dat
'er ook Nonnen zijn ; die zoo eetienv naam, Zu/hr
van den H. Geeft,
in het kloofter krijgen, en b(lij*
vendraageri. Dan gaat hy voort; Indien iemand daar
sp dringen zohvj dat de tl. Geejt volgens ons geloof geenè,
Moeder of Zjt/ter heeft; daar mogen, zy voor zorgen,
die zulke dingen uyt, liefde tol· de nieuwigheit aanbon-
den e.n voortzetten.
Ik verhaale nW hoe ingenomeii
dat kaynahdüs tegen zulke naamen was s zondp dat
ik zijn zeggen quaad- of .goedkeure. De bekende
Joh. JBapitfla τ ThierS , die ook veel gefchreeveti
heeft , en zoo wel een vitter was alè Kaynaudus ,
fpreekt van die klooiternameu op noch hodgertooa
als hy. „Men kan omtrent het zelfde , hei: zijrt
>, zijne woorden ,· van zulke Nonnen zeggen die dö
ύ naamen van Meeder of Zu/ler van 's Heer en Lijden %
» Af van Moeder af Ζitfler van Mariaas Hemelvaart r
» Ontvenkeniffe
, of boódfchap aa.nneemen, of dié
j) Zich j Moeder of Zufler van 't H. Sakrament, vaa
» 3, Jofef, van S.Üenediktus , van S. Francifcus^
3) vanS. Tberefa, van.$, Urfnla laaten noemen. Dac
μ ïi)ti nieiiwe naamen, die men zónder een foort.,
» van eene leugen niet uytfprceken kan ; 7t welk
η nochtans gemaakkelijk gemijdt kaVwórden me£
j. de naamen te behouden, die men in den Doorj
^ ontvangen heeft: welke naamen eeriigerwijze
" P'egtig geworden en gewijdt zijnde , niet Zon*
jv tier groore reden behodren verandert te worden,,,
Hy heeft noch meer tegen het veranderen van zijneti
? Heteraclit. Spir. §c anomal. pietat.-Icft, 5. p»Ü& 8* $*»'
* Des fdpéïftftiöns'■", torn.*..cha», tó#
                     ,* . '
-ocr page 415-
190         Aantekeningen óp de
eigen liaan**©neggen;h welk ik, als wat verre ge-
zocht, zal overflaan : en ik zegge noch eens dat ik
het gevoelen van die Schrijvers flechts verhaak, zon-
der daar voor in te ftaan.
                              ,
By deze gelegendhrit moet I ik noch iets van de
naamen aanteeken ; te meer om dat de gemelde
Thiers eenige opmerkingen daar over maakt , die
waarfchijnelijk by veele Lee2*rs niet zullen door-
gaan. Voor eerft is hy daar zeer tegen dat men de
dochters Michiehjt', GahrïHth , Raphaêhïe, Jako-
myntje
, Thomas ja , Paulyntje , Pbilippyntje doopt.
Indien men denken zoiiw, zegt hy, dat 'er in de
Engelen, of Apoflelen , ook onderfcheid van kun-
nen zy , dan zoude zulks een bygeloovigheit zijn:
maar dat souden zeer plompe menfehen zijn : uk ,
zouden overal domme misilagen konnen begaan ,
daarom wil ik daar niet breeder van fpreeken. Maar
hy ftaatdaar voornamentlijk opdat men aan de jonge
kinderen de naamen van Santen en Santinnen moet
geeven; op dat ze de naamen van die Heiligen draa-
gende, daar door zouden opgewekt worden om hun-
ne deugden na te volgen: en ten tweede, op dat ze
hen tot voorfpreekers by Godt zouden hebben. Ok
alles bewijft hy uyt verfcheide Ritueelen; en vraagt
eindelijk hoe dat zulke dochters de deugden konnen
navolgen, nf de voorfprake genieten , van Santin-
nen aiQ noit in de weereld zijn geweeft. Daar op
Word gezeit dat de dochters , die den naam van
Mhhaela, Philippma, Georgia voeren , den H. mi*
chael,
den H. Philippus 5 den Η. Georgius, voor haare
Patroonen konnen neemen. Daar tegen heeft hy dit
antwoord geteed; dat ze dan geene naamen voeren
die aan't vrouwelijk geilagt eigen zijn; 't welk noch-
tans in verfcheide ƒ Ritueelen voorgefchreevtn
Wórd. Ivlaar of deze zaak van zulk een belang ii,
om'er mtt zoo eene ftraffigheit tegen uyt te vallen,
daar zoude ik vry aan twijfelen,
11. De tytel is groot: hoe verre dat hy op Vince%'
titts
a Refurreêhne pafte laat ik daar. *t Geen van»
zijne gröote vermaardheit gezeit word, zal veele ge*
leerdefi vreemd voorkomen, die hem nok hebben
f In&ituali Rhemeoii, Beliouceaii , Andcgavenfi, W
tuirict &c,
hoO-
-ocr page 416-
Beschryving van Deventer,          a^j
hooren noemen. Dit is echter geen zeker bewijs dat
hy niet een overvlieger zy ge weeft. De meefte Lee-
zers hebben Ferdinandus -van fkorduba waarfchijnelijk
noit hooreo noemen , of veel van hem geleezen; de*
welke nochtans in zijnen tijd, en niet zonder reden,
foor een wonder van geleerdheit gehouden wierd;
en daarenboven in andere kunften zijns gelijk niet
had. De zaak verdient breeder verhaalt te worden.
„ In 't jaar 144?, zegt Jtb,-* Lamoy, is hier in 't
„ kollegie van Navarre een jongman gekomen, die
„.in alle befchaafde wetenfehappen by uytileekead-
,| heit ervaren was: zoo als de geleerdiïe Meefters
„ der Akademie verklaarden. Hy fpeelde meefterlijk
„ op de veel ;en overtrof ze allemaal in kennifievan
„de noten, in de bevalligheitder llemme, in't hou-'
., den van de maat, in de zangkunde. Hy koft fraayer
„ fchilderen, en de kleuren aan de fchilderyen gee-
,, ven, als iemand anders. Hy was in deknjgsknnde
>j ten hoogfte bedréeven : en zwaaide den degen met
» beide de handen zoo wel en zoo fterk, dat niemand
» tegen hem durfde vechten. Zoo ras als hy zijnen.:
,> vyand zag, fprong hy hem op hetllijf,al itond hy
5, 'er io of is voeten van daan. Hy was Meeiler in
» de vrye Kunften , in de Geneeskunde, beide de
ν Rechten, en de GodtKeleerdheir. Hy heeft tegen
i. ons in de Schol* vau Navarre gedifputeert;fchoon
>, dat wemeer als vijftig in getal waren, altemaal zeer
«volmaakte Meeiiers. Ik fpreek van de anderen niet 5
»i dewelken ten getale van drie duizend,en daar bo-
»1 ven, het difpuit by woonden. Hy antwoorde zoo
j> net op alle vragen dat het alle geloof te boven
'> £aat; zoo niet van de toehoorders, ten mïnfte
j) van die het niet bygewoont hebben. Hy fprak het
„ Latijn, Griek fch , HebreeuwTch, Arabifch , en
ij meer andere taaien , zoo cierlijk als iemand fpree-
>> ken kan- Ja , al waart dat iemand honderd jaaren
μ leefde, e*n zonder te eeten» tecinnken, ofte fla-
|,        V
pee, dagen nacht Itudeerdeï die zoude zijne we-
rf tenfehappcu noit onderhaalen. En waarlijk, hy
>» heeft ons een groote vreeie aangejaagt: want hy
f Hift. löymnafii Navar, pag. 1 f7· Hy heefc het ujk P*'-
°Η,π Kfacrchis, gg* en p'pfuitr bai hm «Vt «ciiSchiij-
mA
'w Achccgtiieocft bygcwooftt had.
Τ i                   „ wit
-ocr page 417-
2Q^          AANTEKENIN6EN OP DÉ
, wlft meer , als de menichelïjke natuur draageti
,' kan. -Hy heeft'de vier Leeraars der Kerke (van doo-
,'ltnge) overtuigt; men zag klaar dat niemand in
,* vyijsheit by hem te vergelijken was. Hy wierd
' voor den Ant'uhrifl gehouden.,, \ :
Ik wil V, tot beveiliging, de getuigenis van Job.
trithemius
by voegen; dewelke de delfde zaak met
deeze woorden verhaalt. .
,, 5 Maar terwijle dat we van die zake fchnjven,
„ koomt ons Ferrandus van Rordüba in de geheug-
''genis ; dewelke een jongman van twintig jaar
'", zijnde, reeds een Ridder met gulde fpooreiuen
,', daar by Doktor inde vrye Kuntfen, Geneeskuii·.
' de, en Godtheit was. In't jaar 144-5- qaam hy met
• achtbaarden uyt Spanje in Vrankrijk: en deed de
' ganfehe Schole van Parijs over zijne wonderlijke
" geleerdheit verbaafd en opgetrokken ftaan. Want
" hy was in allerhande wetenfehappen ten höogfteer*
" varen ; ten uyterfte eerbaar van leven en gedrag: niet
1 verwaand en hoogvaardrg, gelijk die , van wien
'we zooeven géfpröken hebben ; maar zeer riedrig
'* en vol van eerbiedigheit. Den ganfehen Bybel j
\ iticolaus de Lyra, de fchriften van Thomas Αψ-
\ nas
'", van Alexand<r de Hales, vin Johannss Sco-
' " tus, van Qonaventura ^\λ van meer andere Godt-
l geleerden, wift hy van buiten : gelijk ook hetDe-
„ kreet; alle de boeken van beide de Rechten,vert
" voorts, in de Geneeskunde, Avicenna ,Galenus, Htf~
Pocrates, Ariftoteles, en Albettus, met alle de boeken
,. van de Natuurkunde en Overnatuurkutide. b\i\-
,; delijk kofr hy het Latijn, Griekfch, Hebreeufch*
Arabifch,Chaldeeüwfch,voImaaktelijk leekenen
' verftaan; en heeft ook in die talen gefchreeveu.
^ Hy was door den Koning van Kaitilie voor Am*
,, bailadeur naar Rome gezonden: op de reis hecir
,, hy in alle de Hooge Scholen van Italië en VranJc-
l'ëjk gédïfputeert , en ze aliegader overwonnen»
i} zonder dat hy van iemand overwonnen wierü.
3i De gevoelens der Doktoren van. Parijs wegens
s, zijnen perfoön waren vérfchillig: want fommigen
„ zeiden; hf was een rooveraar, en had den duive
h geladen: ander flreeden daar tegen.' Daar waren
,, d'er, die hem voor den Antichrifi hielden, enz-
■'"                                                              . ·                                                                                                           JJ>t
•y In Chren. Sponbeim.
• V
-ocr page 418-
BeSCHRYVING VAN DEVENTfR.           293
, Dit verhaal ik , zegt Lattnoy, en ik ftae van ver-
wondering ganfeh opgetogen ; niet weetende hoe
verre dat de krachten yan't ménfchelijk verftand rei-
ken koiinen» Ik weet 'er ook niet anders op te zeg-
gen; doch voeg'er dit noch by dat'er by honderden
en duizenden zouden getelt kannen worden ,, die we-
gens bun veritand en geleerdheit een gooten naam
gekreegen hebben, en van ieder een geroemt en ge-
preezen worden: daar ze nochtans mifichien hethon-
derdftèlkel niet geweeten hebben van 't gene Ferdi·
tmndus van Korduba
geweeten heeft; en hun verftand,
tegen het zijne in de fchale gelegt, miiïchien negen
oneen op een pond te ligt zoude weegen. Echter
pronken ze met luiiter op de lijft der geleerden ï en
zy verdienen 't ook: maar van Ferdinandus de Korduba,
die't honderdmaal beter verdiende, word niet ge-
fproken. Doet uw befte dan , en flöof u dag en ·
nacht uyt, om een grooten naam door de geleerd^
heit te krijgen,- Het geluk moet'er by zijn, of gy
?ul{ met alle uwe geleerdheit achter leggen.
ti., Wy hebben w elders al van $. Lucas gefpró?
ken; en getoont dat 'er op het gemeene zeggen , als
of hy een fchilder ware geweeft, geen itaat gemaakt
kan worden. .·
                                            -
IV Door den Graaf, die hier Rugierus vermeldt
word * moet zekerlijk een Graaf Rogerius verftaan
worden: 't welk niemand , die de Hiftorie van Si-
cilië -eenigzins weer , tegenfpreeken zal. Maaj:
daar zijn twee Rogeruijfen ge weeft , die 't gebied
over Sicilië gevoert hebben ; RogeriusI, en Roge-
*"'«/11, de zoon van Rogerius I; welke Rogerius \\
naderhand den tijtel van Koning aangenomen beefc;
Dus zoude het te bedenken ftaan wie van beiden zoa
een mirakel gedaan zoude hebben. Van Rogerius II,
die zijnen eigen neef, terwijledat hy uytlandig was,
donder 't minfte recht of reden van alle zijne ftaa-
ten beroofde ; 't zelfde aan Robertm Prins van Ka-
poa klaarde ; en nergens gropte Wijken van hei-
jjgteit gegeeven heeft, zal. men zoo ligt geen mira-
kelen vertellen. Maar het paft beter op Rogerius \
Qf de» Bultenaar:
die Sicilië op de,Sarazyneo bemag-
tigt heeft , en 'er volkomen meefter van bleef, Ik
I* Oudliedeo van Kcnnemerl- 1. deel»                              -
ï;*&                                   Τ Μ                             Weet
-ocr page 419-
2c)4 Oudheden en Gestichten
weet niet dat de Hiftoriichrijvers zoo veel quaads
van hem vernaaien: hy wierd, om zijne goede re-
eeerine, van de Siciliaanen op de handen gedragen :
en't paft beter dat zoo een wonderdaad ten zijnen
gevalle in eeneti oorlog tegen de Sarazijnen zy ge-
fchiedt Tot'naarder beveiliging dient dat de Hemd
ook ïn'aadere gelegendheden op eene wonderdadige
manier voor hem gezorgt zoude hebben: want de
Η Bruno zoude hem, zoo als de Schrijvers verhaa-
len, in zijnen ilaap verfcheenen zijn , en gewaar-
fchouwt hebben dat 'er een toeleg tegen zijn leven
was gemaakt.
Nonnekloofters.
let tttftc / 't toeïit omtrent een öaïf uue
hüitm öèflaö féaö/ m ten naam ban j£
tïmMt boeröe / ioa$ tem ttiojlucgtiige mw
Dan Cifïerci» nonnen. &r0t »ρ ψ$ *" *
mm '*6> ÖGö| Ermgardis , öe ÖOCÏjter m
Otto <0:aaf ban <0riöeren/ en De semalumc
ban Dideryk C^aaf ban fóïeef/ öieftt ög ψ
O&aaffcljap gutffcen ηΦΦ booj aöelpe
maaien / Ut UÏQm$ Öet Γ$#£« m
Slichtcnhorft onbec Üleefêïanö of «eelöerfanD
moefftn gefiooren 5ifn. ^eïföe Ermgar-
dis ïieeft 3e ooft met tien yatijtijoeben Begif'
tiatj *ie in öe paroc&ie ban Jeöe onöee w
fieetïppt bon&ojödo gelegen 3tjn/enrioci)
tcsentooo^ie ban öe l&öye öejeeten m*
hm. %m\§ ψ
öait öooi öc boojn* ?«gg!K
Μβφ/ Ciinietö3Ö^ Henncus den XXVI»·
MiVsus $. 3Mt i£ ebeiitoeï öe toaargeit Dat
Öe S5iffcÖ0p Henricus bOÏge}$ Hcda eeil&OW
naam toelöoenöer ban öie jonnen $ öebW.
a\§ jjcöSenöe nfetaHttti öc telt öertCööge JJ
getugöt: maar ooft Deefe fcoojrecöten in 1^
-ocr page 420-
VAN DbVeNTe*.          29?
noeberiu aan oe Stbbge berleent. 25j?nae alle
Kuuren/ ooft bie ban be fterlt/ (taan nocfi
ober eno; en bertoonen nocft tegentooojMg/
f." na öetafftjanbenber plaatje/beoube Deer*
Sen tó eben booj be Belegering ban ft>
bentteeefeftleM/ en booj een blinbcman ber<
Spl'tt» fteüBoHnesten ftrt nop
«ft tont ter lianb geftelt Babben. ©e go»
S cTinftomflen 3>jn booj Bet to*"«ft
niet aangeffagen: maar «"««««*"
ban Ijoogen abel / en ban »™l*rtHWftm
<0obgbien1ï/ bie baar in be ptaató bee #m>
nenbeftleeben/ BeBBenb'ecffiang!&*£*
ban. ©e plaats/ aan eenen bMngmn
en onberbe lommer bereiften geleeen/ \f 3fee
becmaftelijfi / en ten boogfte Beguaam tot
liet beoefenen ban be gobbjucïjtigöeit. Mot
bW asobee/ 500 olg * Hopperus op Bet jeg*
sen ban f Cratepolius getuigt/ S£*f #»£
ncn boojrgeftomen/ betoelften treft m t Irniö
ban f urftenberg getooont Öabben: maar |aat
Wooflcr nu te «Santen Bebben. 3©ant ai| be
loop/ baar ton bau beften/ afe^mbt
taai; hebben eenige Jionneu niet bt toefiem*
mtttge ban <©jaaf Dideryk, jmfffclnen ben ne*
Benben ban bien naam/ bie de GoJvc.™£e
bogcnaamb toasï/ en in't jaar 1 347^oberle*
ben të/ be gemelbe WSOig ban ^urftenberg ni
üe5it genouïen: na bat 'er be 2Senebifttffuec
Aontiiaftai / bie Set toebeet Bet jaar ■ · ■»·
bejeeren Babben/ Mj^totetett «"^JW
nebeng be naamen ber »]?^^ffi/
We Set Betoinb ober öeje SSÖ&bo ban ^ounep
* Hiflor. Cliv. αρ. ».
» Ot^folii C«uJ, Epifcop»;                               φ
■to
-ocr page 421-
zgó Oudheden en Gestichten
30Cboert Seböenj b&acthfi&at ftstfjaactyw*.
fcoegt ïjtb,
Elizabet van Bronkhorft.      Sfll't jaat 1340
Hermanna van Whye.
                          1575*
Mechtildis van Bvlant."
                         ï.59,0
Elizahcrh van Whye.
                           142.1
Henrica van Oenden,
                            14 o
Agnes van Ooornink.
                           1437
Beata van Dorth,
                                 1449
Clara van Arkmayen,
                           ΗΓ4
Bertha van Hakforr.
                            J.460
Margareta van KeppeJ.
                         \4 · ·
Bertha van Keppel.
                              H<?4
Margareta Praeltink , by genaamd van-Ge-
niën. ■'
                                    15"°3
Johanna van Rhede.
                             ift6
Chriftitiavan Praeltink, bygenaamt van Ge-
men,
                                                 i5"i0
Agnes van Keppel.
                                 154-9
Johanna van Voorit.                             iy^4
Francifca van RoiTum.
                          ι f0
Anna van Linrelo.
                                1608
Johanna van Keppel.
                            \^17
M;iria van Voorit.
                                 465-0
Agnes Miirgareta van Hekeren»
             i6f°
Mechtildis Vander Mark.
*ian fyt 5df oe blietje/ t'ijati^ oe fictytfteto
genaamö/ oat boo#g öe Mbty ban #omiey
ïoopt f op êen fluit ïanö$ öat raet eifteu W
irtant $/ geeft «" Itepiï ban & Awomus
geffoan s trie eerttjo^ fcooj öe roeeuigte üer
fieebaoroea aï$ af0Cloopen toiecir. Φρύ)
geljf uw mé ban öe3e ftapeï té feïjiet sefleeï en
5l begaan/ m met öe ftapefte 5eïf «βία^ϊ^^
-ocr page 422-
van Deventer.           397
%q foa$ geflikt boo? Eduardus, 3|artog ba»
<0clöerïanb ·, bic be toefïemming ban &. Le-
buinus ïlaoitteï/ en bie ban benj^jioj ofi£a<&
tooj öjj ben 23eeg/ baar toe berhreegen jjaö.
©e£ moefï be napel jfHttt jaarlp^ 24 fcfieimti
gen öetaaïen* en Die't op5igt ober be liapdte
3oube ijeböen booj ben ï|artog aan't Siapittd
boo^efïdt tooien, <Z^e fytef ober öie gan*
fcije 3abe $ nocj) in foesen -, en getenent in
't jaar 1566 , binnen 't octaaf ban <&. %.
B,20iib$ geboomte.
^tt ttoeebe ƒ oooj be foanbeïing 't <^ïbeHct€wee
ïionbent genaamb/ foierb betooont ban gto#*de Kou-
teren/ bie naar ben berben föegeï ban ^.Fran- vent.
ei leus leef ben; en om be faïien/ bie 5e b^oe*
gen / be fali3iifier^ genoemt toierben. ^n
fïonöcn onber be regeeringe ban be ïtonben*
ttteeïe j^inneb^oeber^ ·, en Ijabben ijier in 't
Begin ber bertienbe eenfoe/ onber G
uido bei!
XL Π ^iffcöop ban ïttrecjjt/ eène ftioonfïe*
be gebreegen. <®ttoï)\ in be geïegenbïjeit niet
ï)eb gejab om ben oojf&onbeïpen flieïjttng*
fykf iim ·, 3aï ift jicr eenige in3etttngen
ïaaten boïgen/ bie ben 3£ee3er een bolbomen
fiefeïjeib ban bi| #laat$ 3ulïen geebeii
j\Lfoe die Eerwerdige in Gode Vader endein2ettia_
Here, Heer GUIDO by der genadenaenvan
Godes RiiTchop t'Utrecht zeliger gedechten,^ Kon-
vent.
die ftichtinge en fundatie der Suileren ofte"
Baghinen des Convents in Deventer confïr-
wiert ende befegelt heft, fo die ftichtinge
ende funcjatie dat begreepen hefc: ende want
^i. Sufteren ofte Baghinen des Convents voir-
fchreven eendrechtelick overdencken nuttig-
st bnfer alre wefende > ende nakomende
Τ f                          te
-ocr page 423-
298 Oudheden IvN Gestichten
teverhuden gebreke ende fufpicien, fo hebben
wi totter ftichtingeende fundatien voirfchreven
mede ingefet. Dat gene Sufter der ander lafter-
licke woorde noch fchelcwoorde geven fal. Oeck
en fal geen Sufter by nachte wt den Convente
flapen, ten weer in nootfaken der Vrende in
kranckheden, en dan fal fi verlof bidden der
Meifterfchen. Oeck des Sonnedaghes, des Ma-
nendaghes en des Dinxedaghes tot Vaft-avont
fo en fal niemant uyt den Gonvente eten, noch
op ter ftraeten wefen , dan ßÀ fullen teKerckcn
gaan en weder in 't Convent. Oeck en fal nie-
mant in den Conventeonnutte matfcap of key-
linge maken mit mans - perfoenen van binnen
Deventer ofte van buyten, geftelicfeof werlic,
Oeck fullen ßÀ geen mans-perfoenen bi nacht in
den Gonvente blijven laten. Item niemandc en
lal in den Corwente iemant ora geldt holden of
omvrentfehap, ten weer dat die fcepen enni-
cher perfoen een ftede gegeven hadden: mer fi
mogen oere vrende Kinder wal leren in den Gon-
vente uyt en ir* te gane fonder oere koft. Oeck
en fal niemant meer kopen ofte burghen dan hi
betalen kan, opdattetGonvente daar geen lalt
of fchande en krighe, Item^ als de Getide in-
der Kercken uyt fyn, of alfe die Sufteren uyter
Kercken willen gaan, foen fal niemant vanden
Sufteren heimelijkefpraeke hebben in der Kerc-
ken noch nergent met mannen geeftlick of wer-
lic, om quade fufpitien te verhueden. Item,
niemant fal des avonts langher uit denConven-
te wefen fonder oorlof dan die Jve Maria Kloe-
ke geluyt is in onfer Vrouwen Kerckc. Item,
weert fake dat enige Sufter in ennichen pun-
tten voirfchreven ongehoirfaem weerendejjcli
daer inne ontgenghe, dat fal die Meiftfncfc.e
-ocr page 424-
VAtt Deventer.           290
mie ten anderen Sufteren des Convem, die fi
daer to nirnt, corrigeren nae iaholt der broec-
ke inBiflchopsGwY/ö voirfchreven confirmatien
begreepen. Item, weert fake dac die Meifter-
fche die bruecke niet en corrigierde ende fi daer
toe vermaent worde van eenigerSuiler, fofol-
den die ander Sufteren der Meifterfchen corri-
geren. //«?w,alle bewechlic goet, alfodieSus-
leren in den huife hebben, als fie ftcrven, dat
lal in den huife bliven totden gemeinenorber»
ende al ander goet, rente of erve dat mogen
erven op oer erfgenamen of latent daer fy wil-
len* Itetïi) worde jemant in der correxien we-
derfpennich » dat faldieMeiilerfche of Suiteren
voirf. brengen au oeren Proviforen» die fullen
hen dat dan helpen uytrichten. Item, fo fullen
de Proviforen des huys voirfchreven enen eerbe-
ren Bruder kielen ende nemen uyt der Minre-
brueder Orden van Deventer, of ander waec
hen dat bclievet, die fy kleden Gü, ende des
jaerfseens geeftelike vifitieren, jm inholt der
Regulen en eerlicker gewoonten-des huyfes:
fonder argeliil. Ende op dat defTe voirfchreven
punóten mede ftede en vaft bliven,! hebbenwi
gebeden die weerden gevettigetmitSegeleeer-
iaems in Gode Vader endeHere, HereRodolfs
van Diepholt by der genaden Godes Biilchops
t'ütrecht. En wy Rodolf by der genaden Go-
des Biflchop t'Ucrecht hebben onfen fegel hier
aa doen hangen in tuychniiTc der voirichreven
dingen. Gegeven in't jacr 1441. dos Maenda-
ghes na den Sonnendach als men fïngt inder Hie-
iigcr Kercken Mifericordia Dtmiw.
ïtyt ficfc baï0enbe pteMmt saï Bïp«t op
toat tocutoaetfcn bat be fcoojnoembe j^aag*
ton
-ocr page 425-
30© Oudheden ew Gestichten
hm ban Webtntev öcdof gefcmgen §Mm
om5icf) ïrtmien öe jlaö «^ ie 3etteH} Daar
ïiaar oois regcï^ booajefcöaeeben tooien/ om
ornaat* ttittbnx.
WYBorgemeyfleren, Schepenen, endeRaedt
der Stad van Deventer bekennen mit defen
opene brieve voirons ende voironfe nacomelin-.
gen, Alfo in voortiden die ÈerweerdigeinGo-
dc Vader ende Heere, Her Guido Biflchop t'U-
trecht feliger gedachten, miffy-ncn befegelden
brieve geconfirmeert heeft dat Huys in ónfer
Stadt van Deventer, geheten dat olde Convent,
snit een deel perfönenGaede daer in te dienen,
mie fommige punften ende regimente, alfo die
vooriz. brief dat inneholt, van welckcn huyfe
voorfz.wybe^elinge hebben. Ende want wy dit
felve huys ook geerne in eren Tolden holden,
i'oconfirmeren wy oickdit felve huys mit defen
onfen brieve, mit BiiTchop Guïden voirO,,brieve,
ende mit allen den punöen, alfe die felve brief
inneholt , ende oock mit den Regulen , die fy
fculdich fyn te holden, ende om orber ende nut-
ticheit des huyfes voorfè, ende om vrede ende
cendrachticheyt der Sufteren des huyfes te be-
holden, fo ordineren wy daar to , dat ghene
Sufter den andei> lafterlicke of fcbelt woorden ge-
ven en fal, of liegen heten. Wie dat dede,die
fal die Meefterfche mit den anderen Sufteren
corrigeren naer inholc BiiTchop Guiden brief
voorfz. Ook fo. ordineren wy dat niemant
van den Sufteren en fal gaan keylen voor kra-
men of to bruyloften, of to kermiiTe. Oock
en fal geen Sufter by nacht uyt den Convente
ilapen , ten waer in nootfaken, der vrende in
kranckheden, ende dan fd fy oorlof hebben,
van, der Meyfterfche.
                                &m
-ocr page 426-
van Deventer.          3©i
Item des Sonnendages, des Maendages, en-
de des Dixendages to Vaftellavonc, tb en fal
nieraant uit den Convente eten, noch opter lira-
ten wefen > dan fy fullen te kerke gaen ende we-
der in. Öock en Tal niemant van den Sufleren
ter vunten ftaen.
Item bidden die vrende ymant van den Sufte-
ren, te gafte, die fullen fy halen laten, ende
! brengen fy na der maeltyt weder in.
Item niemant en fal in den Convente onnutte
raaetfehapof keylinge maken,mit mans-perfo»
nen van binnen of van buyten,geeftlicof weer-
licj noch geen mans-perfoon en fal in den Con-
vente by nachte bliveri.
Item niemant fal in den Convente ymant om
gek houden, ofte om vrentfehap, tenwaerdac
die Scepenen enigen perfoon een ftede gegeven
hadden, rrier fy mogen óere vrende kinder wal
leren in den Convente uytende in te gaen.fon-
dér argelift,
Item niemant en fal meer copen ende borgen,
dan hy betalen mach , op dattet huys daer van
geen laft oft fchan.de en iide.
Item als die getiden in der kereken uyt fyn ?
ofte alfe die Sufteren uyt der kereke willen gnen*
foo en fal niemant van oen Sufteren heymelic
fprake hebbett in der kereken ofte in den om-
megange mit mannen geeftelic oft weerlic ,
°m quade fufpicie te verhueden.
Item ofte die Meyilerfche die broeke niet en
corrigeerde alfet behoorde, ende haer daer op
cenige Sulier vermaningedede, ende fy dan niec
°π corrigeerde, fo Tolden die Sufteren fie cor-
rigeren , g< lyck die Meyfterfche dat behoorc
nadde te doene mit den anderen Sufteren den
gene», die gebroket hadde.
Item
-ocr page 427-
3©& Oudheden en Gestichten
Item al beweechlic goet, alfe die Sufteren in
den huyfe hebben, als iie fterven, dat fal in den
huyfe bliventotden gemenen orber, ende al an-
der goet, rente, of erve, dat'mogen fi erven
of oer erfgenamen, of latent daar fie willen.
Item niemanc en fal des avonts langer uyt den
huyfe wefen fonder oorlof, dan die JveMarh
kloeke geluydec is in onfer Vrouwen kereke.
Ende waert fake dat ymant in defler ordinantic
veilich worde, of hem ontginge, die falmen
corrigeren, gelyck voorfz is. Ende worde ymant
in der correctie wederfparinich, dat fa! die Mey-
fterfche felfs brengen an oer Proviforen , die
fullen hem dat dan helpen uytrichten.
Item fo wat perfonen die Scepenen een ftede
gaven, die fullen mede brengen hondert fwair
ponde, of vyf fwair ponde des jaers, binnen
eenre maent in der Sceperi hant, die fullen daer
mede copen renten tot des huyfes behoefF ge-
meyne, fonder argelift. Ende want wyBur-
gemey iteren, Scepenen, ende Rait der Stadt van
Deventer, ende defe voorfz. punten om nut-
tigheicder voorfz. Suftercn wefende ende naco-
mende, ende des voorfz. hutyfcs, cónfirmcert
hebben ende confirmeren alsvébrfz. is, fo heb-
ben wy onfer Stadts fecreet vöórotis ettdèvoor
onfe nacomelingen aan defen brief doen han-
gen. Gegheven in 't jaar ons Heeren- cis.
cccc. xxu. des Dinxdages na dertienden
dach,]
D«d« m btvbt tóa£ in 't i, <&ttfi$ &$%ψ$ϊ
kiooftcr. fïi'cht tjooi ι % 3franc$fcanct: jonnen s w 3*0
hom mxt Cpfïdpe Keföe ten bienfïeJton
nm aUtmvfi toermelü op l)tt jaar ι H6: ^
-ocr page 428-
van Deventer. 30 j
WCC Gelmerus Stökke, 0ta?$ ban β. Lebui-
nus ten/op 3ïjn ugterfÏeïeggenöe/öaar sfjne
^niïbaöigöeit betoonde.
§et iJieroe laag ^ Jan Evangelift en de % Het vier-
Ciccilia toege-eigent/ en int jaat 1357. öoo^c; m«»-'
Geraard de Groot lil 't 8«£$ &&SC fe ge&00*gr(^m
ren iua£ geflicïji öoo? <fèee#e!pe liaagöen i <^amj.
die onder 't op$igt der meergemelde S*joede;
β
ren ugt enfteide iiefde / en jondcr de&edto
reniffe fcan iitoofïer geloften / % raaïfeandee
in 't gemeen souden ïeebeo* Φτη dat Geraard
de Groot ïjet tonnent gefïicöt fjad.; toierd
§et Meefter Geertsklooiter getïoemtï Öefcuelite
5eif ooft/ tot sgnen Iaatffcn ^effent.'toe/ ö$
|aar ingefcooont ö^eft. &an de3e Jl&aagden
fpjeeïtt Joh. * BuMchius met de fcolgende ujoo^
ben: Decze godvruchtige Jcvenswijze der
Broederen van *t gemeene leven, die met het
Apoftoliflche leven gelijkformig is, en dezm
yver der hedendaagfche godvruchtigheit, vol-
gen de Z'jfters van Mr, Geertskloofier naar haar
vermogen na j en zy zijn ook zonder ophou-
den bezig om met de werJceri haarer handen t
dat is met fpinnen , naayeri, én weeven, de
noodige levensmiddelen en de koft voor zich
zeiven en voor anderen te winnen : want zy
vcr(trekken alle de Begynen en godvruchtige
ouderen van de weereld tot een voorbeeld van
fene diepe ootmoedigheu , eige verfterving t
laniSe godvruchtigheit » en oprechte heiiig-
hcit: tot zoo verre dat alle de Vergaderingen
van godvruchtige Zufters, dewelken in die
Provincie gevonden worden; daar by de Non-
ncn van Diepenvenen Bronop, Jeruzalem, en
öethanie ·, en de vo.rdere kloofters der Regu»
Cftrerj. Wiudcifi· Hb« e. cap> 2,
lierc
mmuM
-ocr page 429-
3β4 Oudheden en Gestichten
liere Maagden, het eerfte begin van een hei»
]iee levenswijze ,. tucht , en viengheit , van
haar ontleent hebben Want zy zijn met ge-
Woon de vüerigheit des Geefts^ en haare god-
vruchtige oeffeningen, onder het werken ach^-
trr te laaten: en't is noch op huiden haar ge-
bruyk, terwijle dat ze by malkander werken,
de Getijden van O.F Frouv, van den H,Geefo
van de eeuwig* mjsheit de zeven Pfalmen, de
Zielgeujden,
en diergel· ke gebeden, inde moe
derliike tale, volgens de overzetting van Mr.
Gemard de Groot , g«,men,di]k te l^zen, en
zonder onnoödige praat godvruchnghjktc bid-
den ©u£ berrc Builchms; oie ïpt met eigfit
ten ttenfte ban öe munt gc&wfit oetaeffj
S& öient nu booi oe €tfoen om *
tr * mm Oeffter ober &et ftioofïctr 0cl)aö
geö&em
13S9
1407
1434
144P
Ι4Γ-
1466
15-06
Agncs Feiix , tot ÏJCÉ jaat?
Saiome Stikken.
Berta rer Klokken.
Berta Wynkcns.
Mechtilclis Havcroort.
Êlizabeth Gofcns.
Berta ten Zande.
Ilentrudis van Mekeren.
Wendelina Sgreven*
**
-ocr page 430-
r VAN ÖEVENfÉlti'         30;
,)et bijfoey 't Êoeïn'g', Caccïiia rot J$atro*Hctvijtèe,
nejfe jjaö / imerb ooit öefcooont bén ^ujierai/J;atn"lcn
öie onber't Befte w -jtfiMRè S^oebeeen mk,ddlter\ .
't gemeen ïeefbem ®ft feorttónï/ 't toeltf
aan be oo^goe t)mi öet^atecljtt^ ffonb/en
cnw oeffenfcïjoïe bee gob^ucgtigfjeit fcoa£ ƒ
tyieeb naar Lamberta van Dieze 'tSaninien?
Itioofïrr genoemt. <&*$$ Lamberta ïjab !« 'f
afgaan bee bertienbe eetitoe 'jjjétl'érfie erf tot
ïjci fftcljren ban 't uioaftee gegeebett ψ m
Ijccfr ooft / 0111 bat erf ruimer te maalten / tüjee
\β$$α\ Die 'er neffei$ fÏonben 'géltarijt j 't ee*
iir ban'rjieodörus Bmnc: t anbere ban Ge-
raard Sdvedemaker. ©e Ιίύύρ / 300 a!$ Og
ben fieopö^ef flaat/ ijff 0efci)ïcbt in't jaar
1390, '£ a'&ag£..böoj Φ. #ftöip ïjemel*
bnatt. Α «nes, HendrikΖwaéfkerts bOClJter/
en sufïee ύαιι bitfóonbent/ peft pt erf nocft
bsrg?oot; met ijaar babee$ ψ$ψ/ bat Sjèral
bjoebeein ïjetfcfjaöen ban fjaar baber^öodïd
Ijaai* afgcfïaan fjab/ aan fjet lianbent te ber>
reren, ©it jjceft 3£ gebaan m 't jaar 14ΡΓ,
op ötngsbag ƒ ita bm sonbag invocavk. ?&t
toüacnbcj&oeber^ of kloofterboogbeffen ïjeo*
öen 't beftiee ober bit ïionbent geijab:
Lutgardts. ·.                                                ''Klooft*'
Gertrudis ten Veen , bit fyt Uéfoï'nb 47 jaa* j^g^*
ren lang ijeeftgeboert/rotöet jaar 14^ cn*
Euphemia Z-ewmge.
Andrea ί Teren tOt jjet jaar                     I fcS,
Maria van EiTen.                                     1967
Sibilia Everwyns,■/* ,                              j ƒ84
®t nnberen 31J11 rot 0113ε Ftèim$ niét öeto
toWi. g[n bit gnflerfjun^ $ be boo^inefttige
V                  " j&rgell
-ocr page 431-
$0$ OüD^BfcN BN ÖESÏÏCHtEM
Hct.M<- 1H 5«β*ί / WW <W&* te WtöfWftwe ban
kens en
Brandcs
klooftcr
voortge-
komen.
' Aürtüia iwav iot. ^w5ritafkKt
W AflOTW &%°« *K te Npl ïaotfloe*
liftte. ^^^,Φίίίί Ö^3&gbenus ter Beek,
ite bïifte <$>ber#e ber^oeberew/ m't jaaÈ
1470. b$n tb#e WoptfrW0fl#a&^/ baaeïfê
<&berfïet^ toa£/ ejlbie neffenj mal&ati&ec
fOïïbCSt; tè ëaeeieil Kerilkens Idoofter, ü%
randes klooiter. i^eil öifll ejttte öceö 1$
mM'¥ Wtë&W ** tte Bfoo#ec# ffcnb.
<$oii fjeèft ÖS '«? 3flo te fcfjiftt / jgeïp in 3Ö»
* ïete» fel/ b$t te gtifieiA tw öat 8«^/
m%^^ai|i)!ire öngjen/ niet meer Op
mmuipxi)
t* ftft 3onöen boomen. 3pic
Mbei? eeöige ^#erg baii't IiQffe fïas quaip
mtM i&m opnaaiden. 3N reveil taa#/ öat·
«-WWWH te tóffört' berïporen ban om te
Stoecben/ oi§i t# njiw/ tn öaajre b^enDen m
te fïaö $mmfc**# SNit 3g Ρ Wf
n
fctnt|j^/ onte* öen fMjgn ban mxw nooD5ft#
tópSeVi#te te & oaan; en gingen ban
naar öe ön^en ban ïjaace banden* - 3W*
éwjïet$ Rebben öooj ïjaare b^ienöen en beften*
ben öe ^n^«n|efier| tegen %m Egbert oy
gejtopk: 5091 bat 'ef een geboö ban te wm
gcmecfïcrg qiiam öat öe ttoee gu^en °B 5tlw
r<e #affe iueöer 3?Alten gefcijeiöen tooien:
tet öe Éttfl^l toeöer ter berbe 30uöen gaan
aiibootene; en Dat i^eer Egbert gaar öaac
in niet 301100 öimngen ·, ten 3η bat ïjn öe gw
jgpitftyftK. tfNP@Ü tow- Krachtige rebenen
* Zie & A(u|f4%m 4ft*tö Du«&er frm. ι, p. HM^
-ocr page 432-
VftN DEVENTER.
öii&etTèctjt gaö toaarom öat ïjtt mbtvg öe*
ftoo^e te jefcpöett. βοά # öatt öe ieec
Egberc
, na bat ög fcHF $**# aangeroepert
fiab / tit 't geseifeJjQiJ fcatt ^m Otgcrus öen
Sit^bejojpefe-fttn 't ftfetftof fóöi^éttt/ ö^ bê
èstrgemteffei$ 0egaait i öie ffg öt$ ψφ>
gef^Oftétl geeft: Kerzaame Heeren, 't is uk bc*
kend hoe dat de Zufters van deze ftatf, Ondef
dcwelken gy "dochters, zuilers > eri nichten
hebt, door onze voorzaateti en ons tot deeZeri
tijd toe altemaar roet een gro'ote vlijtighcit ert
zorgvuldigheit in de küysheit, goede tucht»
en vordere deugdoeffeningen, tot een eeré vart
deze ftad , bewaart zijn' geweeft. Maar nu de'
eerlte liefde verkoelt is, en de boosheit dé
overhand geridmen heeft; zoo weeten wy ze«
kcrüjk dat liyt het bezoeken van de kerk , het
zwerven buiten't klooiter, en Wat daar vorder
opvolgt, grodte verergernifleo zijn ontdaan:
en daar by zien wy dat 'er noch gröoter voor
de deüre itaan h zoo daar geen fchot vóór ge-
icliotert word:-Daarom hebben onze vaders en
wy geoordeelt dat ze in haare huizen moeten
bewaart worden; en dat men ze MiiTen, Ser-
moenen, en wat vorder noodig is, onder een
goede en getrouwe bewaringe, bezorgen moet:
achtërvolgens den laft, die oiïs dien aangaande
van onze voorouderen gegeeven i*. Överzulks*
indien gyluiden , eerzame Heeren, als gy die
Wi behoorlijke aandagtigheit zult overwogen
hebben, noch goed vindt by uw gevoelen te
kijven dat gy ons aaVigekundigt hebt* zie, zoo
o'itlaiteu wy op ftaande voet onze gemoede^
ren; en wy beveelen haarë zorg aan uwe ge*
^'ilTen ; want wy konnen in deze zake niet an·»
9$ doen. Regeert ze èm , of laat ze regee*
V t                         fenj
-ocr page 433-
8 Oudheden en Gestichten
ren, volgens de befcheidendhcit van Uw goed-
vinden, <&e 2$ur0erm*efïer$ / oie reben %t-<
\\m}t jjebbenbe/ öeeben fjen boo? ten. top
tjjü^ buiten fïaanf en na bat 5e be saaft rijpet
en ösepee oberleit gabben / öeeben 5e gen bm
tien ftoonien/ en feaften gen met bese toooj;
aan: Gaat in vrede: en 't gene gyluiden voor
de zaligheit der Zuileren dienilig en noodig
zult achten ,. zoo als't u van Godt zal inge-
eegeeven worden, doet dat van onzent wege
vry en geruft. m\§ beree ugt ïjet leben ba»
^m .Egbcrt: baat ooft bedjaalt too^b hoe dat
hy het bewind over dit Zulterhuys elf jaaren
voor zijne dood heeft opgedragen aan zijnen
Medebroeder Lambert Rees, die het den tijd
van 44 jaaren loffelijk en met veele bekom-
merniiien gcregeert , en door het oprechten
van nieuwe gebouwen , door het aanwinnen
van renten en landeryen, doch voor al door
bet opbouwen van eene prachtige en fchoone
kerk, zeer verbetert heeft. $atl be JfcÖCber?
ban bit ftïoofïec $tjn be boigenöe tot 0113e
Iroin# oeftomen:
Moedcrs Aieidis in s im .            > f 4}
of Maters. Emerentiana eer Weiburg.                   t&M
RijUmodis Koninks.                 "J\. l5ql
Afella Schroeders.                     ,(t, W
©e ftanómtiBteflTen/ bie ugt'fiet Rj^f
ban ©iepebeeh bevbjeeüen toaten / PW
ftier t'sebert be laatfïe gcfoofêbteocrten nm
tocflftig e«fiwc0en/ en 3flu'ec tot ftaarc pooa
toe gcöleeben. ©ocö bat üonbent ban m>
mtm I
't toeïft noc& gegeeï ix\ mti\Ml·
tljang ban beu Φφ$$0 *® 90C£lt
-ocr page 434-
VAN DeVêNTER.           305?
ten ban bat ïtonbeut/ en meer anbeee ï)ug$:
gewinnen/ booj be bergunmng ban btn ifïaab
öetooont.
§et 3ebenbe fcïooflei* / bat &. Agnes toe* ze
ge eigent ma$/ en ban bejeïföc foojt banK°™t;
j^aagben a\§ be boojgaanbc öemoont U3ierb/'caesu
in öct jaar 14.0$·. bg bc5e geïegenbïjeït bj^ Agnc" of
ge&omeu. 3[n Geerts · ftïoofïec tooonbe eene Buyskens
3$C|ïfaaïfCÏ)e f&XftW / Elizabet VoiTes ge^ktoofter.
naamb: bjien^ arme moebee/ bic öaare boef}*
tee geboïgt toa$/ in be $)apefïeaat ban eenen
Reinerus Buyskens bOOJ niet Jjim^bcfÏmg Eirecg:
maat* om bat 3e fïoft-oub ma£/ ging be boef*
ter met be toefïemminge ban be £ufïer# en
Johan Brinkerink, ben #bCCfïe ban Geerts-
kioofter, bg gaare moeber iubjoonein ïPesc
öocïjtee feeeeg nocïi eetiige maagbén in ïpat
gejelfegap j en / ban ben boo^n. Geeraard een
ijun^ geliteegen ïjthbnm/ Beeft 5e J>et begin
aau bit nieume fóoubent gegeeben. ^iee ne*
bcn$ ttoee fyieben ban ben 5* 3[uim 1448 j bie
öit &ufïet$u$$ betreffen*
Affchrifc van ecnen brief, raakende het Frater-
huys en het Zufterhuys 3$iti$ften£!
te Deventer, ι
yjY Frater Anlries van Diepenhem Prior,
EgbertusZwollis Supprior, ZuederusBur-
?»nk Procurator, Henricus Pufe, Hermannus
^oesfeldiie , ende Johannes TrajecliJ Seniores,
ende voert gemcene Conventualen desConven- .
tes van Albergenj bekennen ende betugen mit-
tcp waerheit openbaer, voir ons ende vojr al on-
J5 nakomelingen, in, endevoerrnits deiïenon-
rapenen bezegelden breve, datw-y mie gue-
V 3                        den
-ocr page 435-
É ßï Oudheden en Gestichten
den rijpen herade, ende eendrachtigen willen
overgelaten,verpacht^ ende avergeven, in ey-
nen (ledigen, vaften, ewigen erfpacht, nae erf-
pachtes rechte, onfe alynge huys, mit alle fy-
nen toebehoer* gbelegen binnen Pevemer in,
die Papen-ftrate, tuflchenhuyfingbe der Vicat
rien omnium Santtoru.m in Sancl: Lebui ç us Karke,
an die eyne zijdt, ende Askcn Rietmakers an
die ander zijdt, den werdigen Pater, endeMa-
r,er, ende anderen ghr.mcnen Convents Suileren
van Buyskens Huys binnen Deventer» ende pe-
ren i^acamelmghen, om iunderlinghe wajdaet
ende doegde die fye ons ende onfe Conyentua-
len van Albergen *altoes gcdaen hebben, ende
noch dagelijc^ doen, ende in anilaen$en tijden
Wall doen fullen: Altoe das wy dHj fulve huys
voerfz. dair Heer Jacob vaivGelre, Pater vati
Buyskens Huys voerfz. nu ter tijdt inwoywt,
:niet afF.te fta^n ofte verkopen wilIer*, en fullen,
fonder belifve#, weten, ende wille des opghe-
inelden Conventes van Buyskens Çuys voeriz.
ibnder alle argeliii. In oerkonde de? waerheic,
hebben wy Prior, Supprior, Procurator, ende
Senioren vperfz, van weghen des ghememen
Óonventes van Albergen» voer on&endcs owfen
nacomclingen, 4efen brief mit onfen Conven-
tes zegel bezeghelt; in 't jaar ons Beeren x du-
fen.t vijf hondert acht ende viertich.·$ op den,
vij ften dach Ju nioi.,
            ■;, v/ ,\' «;
Affchrift yaji eenen brief va^n Buyskens KotK
vent te Deventer.
WY Jacob van Gelre Pater , Sufter Alnjdc
Lambertz Moeder, ende Sufter Nefe Janfa
Prpcuraterftïhe,. ende voqsê gl*eipe$ne Conven-
e > í .« ■                                                                          (.
\
*r
-ocr page 436-
tualen des Converites vaft Bu^skéns Hays, birl-
nen Deventer » beke'nneri ëndë belijên , Vëër
ons cnde onfe nacomëlingen, in ende uyth de-
feit onfén openen brëvè , Alfb die ^veerdighen
ëndeGëyftlijèkëri Hèêreh, Arïorèas van Diepen
hem, Prior j Egbertüsi^wollisSuripWor·, Stofc-
dcrus Burbanck Procurator i èndé Voert ghe-
méëne CoWvëntiaialën dës Cbnvefitz var* AlBfer-
gên* oir alyngë huys rftit fyh toëbënoer, ghèL
legen binnen Deventer , in die t^jjén-itratë,
tuflcheh huyfingë der Vicarien omnium SahBu-
mm,
in Satl6fe Lebuinus Karké * an die eynb
aijdt* ënde Eiken Rëy troakerê an ie ander zijde*
daar nu ter tijd-t bnfè t*ater voërfz iti Woont s
ons èndé onfën nakör^èHrighën $ in ëWigHën,
vatten erfpacht, avërghègüveri | verpacht, eridé
iivérghelatné hébben* ëndë óiék örriKie an,dèrë
gade fföndtfehap', &nêc dbegëdèn; ohien Gbri*
vënte voërfz, durCh den Héérën Van Albërgèh
beWcfen ende angekiëft^ dat diè Prior in dër
tijde, endë Conventüalën Heërëh van Albërgèb
voërfz. mit oir Convëöténs todgën, ëhdè pfeéf-
den, einen Vryéft iritoch ëndè Wttóëh tot dat
Vöerfz. Huys behöldëa zullen j öek 'm den 'ftfU
V6h huyfë einë kajnèr rhit tvvèé bëddën* èrrtfë
èir toebehbêr, gelijk Prior Voèrfz. tëfó Urïgfiè
diè felVé gèhadi * ëndë gëbruckt hefTt * briab
uüi
têé Mhki dié voërfz. Prior endë GohVen?-
ÏMël Fkerelhf meêè ghebruetën ons Paters 'til·
fcl, foe goet ëndë Éfiïéët fiyê félves heft, fee
dilcfcê ëndë iriaiihichWèr fye toë Deventer
fcöéfoën, fondër altè ifgrielift. öïrkónide êér
Wsie^heic ^ frebberi Wy Piiétr Möëdër, en$e
Wöfcöi-atëffchè voëifé»; Ófifë GonVèmz fcëgjfiél
^Sft lityskéha Hüjrë Vdérfz. bën'edëh in aèiïèn
BfieffWitlHjièk gehangen, WïjW-étts Wèfe*
1f 4                        ren,>
-ocr page 437-
φ
5J1 OUDHEPEN- m.-1©Ë&T1CHTEN
ren, dufent vijf hondert acht. ende vieiitichyop
den vijfden dach in Juni9jJ ■«]
f©% bebeetbnlbige biifielbaïïigfjeben ba»
bit Woofïeï.'//b,e onöerftaanben booj te*
fcijdöe tudaoenberj aan ijet; $e*bei bc3öLjgt
(onaer toelne bjefóaeüber$-Giraurd van ter
Rn, een rp en jobtyucijtig man/ btooi
te 25o#jelfaiöontip / öe boa?naamfle 9#
toeefl) en ojaer öe ïoffelpe 'telenpaflÖöH oer
Eufieecn / öeeft mnqiib fcie in i}et .bloofiec
bioontie een geljeei.öaeK gefeij?eebctr, ;€egen*
tooo^ig ï§ öer boo^ een grbecite afgebeten *
en eene fïa&i ftraai: mtbben boo^ (jet bioailcc
geniaabt, 3u be ucrït bjqib b& tiwf uetoaatf/
bié ben armen bu bjmtertp .untöeoerit bwno:
en be boomaamfie geöoiimeii: tooien ban
ben Eantbettmceficr be&oont. ©an be ypfi$
bee$of Jl&afccrg 5yn;ö^boigenbemaai' ótft«i&*
'Elizabet Vo(lc;^: Ajeilis van Hhyh: .Gertrudis
Brandes : _ JVlachEi}#; van Koln;Margarep i?r
'Welberg: 'Machtiidi* Bertni.::jGofh»r.gisGrut-
ters; Aleidis i^amherts. (©nber-Michteld «gfl
Κοίη $ 'er eeiie; ajcrpjajiftiig nut bit Htiöaft#
gespnben naau ijcfe boij). 3^amei/. bn !#$##
Jcgen't baar 5e op êeti bezoek ban Lambei ε
de Haze, -öie.bdar toe een fjun# en erbetmet
een jiW'pfel) inRprucn aanüooiM een mm
ter getimnievt |)ebben, <PntaMargaretki^
\V elberg i$ be teti opgebonhiL >ojj >ol « k'
Acbtftctc
3|et icgifte / ep uure gaan^ban be flaö of
Picpcveen.tft0Cn/ fit og ben naam banbe ^jfilkaagö-Mari*
Φ& Agnes algtfmH) Apb fetUjj)· Auguftmus
tot prtrpon en bjieeb ban föegnlicreiiaw*»'
nilïitefren/ bleonber Ijetüapictei-.ban Jtëftwcp
p (ïpubeiM Nbioont^ ;^|t ^««^
-ocr page 438-
ι
van Devent w%è'P 413
ftïoe^ènb Wouftzv getoeefï / en eenê *,tttbmcïp
Oaace o.uee&fcIjoïe; bftoelne naar berfcijesbe
fteöm en bossen bmï tijb tot tijb boïnnïanrin*
tien f^onben geeft; <^e eerfïc aanroer ban
bit Möofïee'i$ geöjeefï be eertoaarbigc ^abec
Inhart■ BrinkcHnk,' te tlutfeen fre&ooten / be
ttoccbe Φίκνίίΰ ban $$t\ Geèm nïoofier:
^oo a$ 3ïjn 1£eben^&efc6?pei met be bolgen*
ut hjob^Oen betljaaït * Mevroiiw 'Zweiera van
Runen
, de dochter "-va'n Fredenk van Rechterm
en Mirgareta van Kuilenburg , was getrouwt ge*
weeft met Joimh Heer van Runen s maar had
haaren·· rnar» én eenigen zoon verlooren. Deze
Zmedera^ nu weduwe zijnde, had langen tijd
en grootelijks; gewénfcht onder de Geertszus-
ters aangenomen te worden, en by haar irt t«
woonen. Maar zv kofl: het niet verwerven:
om dat Meefter Geraard den zijnen bevolen
had , .hoewel dat zulks ih dèri ftichting-brief
van't huys niet uytgedrukt ftaat, dat zé geene
weduwen , noch dienftmaagden of dochters
van Kahonnikken, in baar' hu0 moften aan-
neémert: om dat fcutk' flag van menfchen de
goede Vergaderingen dik wils hinderlijk is·, ten
zy dat ze aichiuyt het birïnenfte des hertc, en
lïieteene groote godvreezendheit en vierig-
heit, tot de verftervinge en het broeken van
hun eigen wille overgeeven : 't %elk *zeer zel-
<&!> tlf 2ulkê/men1ehen gevonden word.- ■ "Zoo
h^eft Heer RrJnkèrink dan om den wille Van
deze' Zwederck, en van meer andere weduwen,
die met dezelfde vierigheït aangedaan waren,
het opzet genomen van een kloofter te Diepc-
v^en te'hou wen;.:' IJ , η > ::i
;;;":-' · »■.'■-■
pit 500 öïoenenb j^aagbenMöofïep geeft
^0) be jfeaagben/ bie baai* tooonben/ fier
.ei                           V f                     ϊΦ
-ocr page 439-
3*4 Oudheden bn Gestichten
l?riigieii$ ïebeu op flet bebel ban ben$art$<
p^iorban $®i®bt$fytmop betrfcfetöe plaatsen
eerfi mgeboert > of/ baai' %tt ingeboect t»ap/
berbeteit> en/ baai· §et betbailen mfj toe*
te in 5tjii «eefien fïaat ijerfielt ^ail$ gcB^
Öen $e geöa^n m $* 4gnes ftïoofïe^ en &.
Barbaraas #ale te dienen: in t fttoofïet ban
^mi5aïera*e ïittecjjt: in öe monbenten ban
'$ ^arto0enbpfrö/ kanten /ffltgA/ en^otm
mei: in !&ai4ï»en -kamp te Hlmfter&ahi; in öe
Moofïci$ bao ^etïjante te $&eeïjeleti tti te,
ttoujeuu in tmt ban j^asaret te beulen? in
bat ban «gMiïee te <0ent * in bat ban & An-
naas öeeg in 3|efletii in bat ban 3Mfert$ï)Ui'
$en aan öc iï^c5ciV en op anfeere plaatsen
«icci·: 't toclh aikp in be Jeben$Defefjgtjbmae
oer jEaagoen ban <®!epebeen gebonden too^.
3ft 3aï ö^e ugt jjet ^oobboen ï>c§ utoofiecg
to$ naaraen fyaw öe #berfïen of jga$et$ o^
jjeeben.
                         r>«f ι·ν·..;η iN
, ..*«■ ïPe il^et; Johan Brinkerink , ^fcftQter
en #ber#e ban bit jjug^ / $ gefttyben
··,*. ^oebtr EgbertEinghe,: Ugt ftet fifeu#?
tet? ban $>< Agnesberg. j )< ·-·
          i4*7
3
.14
r
J^ J udactfs van Rug mi w             J 444
^/Godfchalk van Hoorn*             144°^
gg$, Hendfiik van HaYderwyk > tttjt Ö#
., «ioofler ban f^inbe^lpn;           W
& % Ludalfus van Wilfern, H£t &*£ W*F
tei? bau 3&uibe£fiem-·
7. ip^f WalraW van JHoort hoorn* *
L &i. Hendrik Hagen, unt^aret
$ύ i& Didei^k Wanifik % Üjt ~
•146!
ft
Agnes
j's i
11
-ocr page 440-
V Α Ν; Ρε V Ε Ν Τ Κ VL* Ο 3 Ι f
>-.' f*®. $$!♦ Hendrik tcnNoorthave , et\l$gfauh
lenaar / ugt 2&etlej)em.                 15-0.2,
11. §£|, Otto van Νoorthorn.              ι f& ι
ii. 25^ Herrnannus Roede, ligt 3H>!'n&£&
gem.                                          ,i4ft
?3. 23, Johan van Zutfcert , U.J?t jj&arien*
öaie,              -                                »y$7
<^e anbece Jeggeu i» öe bergeeteiiiflfc be*
gjaben.
$a bat tjg ban be «iB^ert^ufïeren / btett
jjeterf iu eigenboni toequam/ in'tjaar 1401.
op § ^aftrament$öag/ ba» 31)11 ïioo^necnien
tw&etrecBt en jjaare toefieniming betftreegeti
ïjab; geeft jjg '$anberenbaag$/ ijoetoel niet
meer a$ bier of biif guiten^ aan gelö geö*
benDe/ be opbontoinji ban 't nïaöfïer begon*
m* ®e plaat$ / baar gg Bet boutobe/ toa$
ugt eigen aarb toüD en moera^ftg: maar öte
tóerb gier en baar/ ia op fbmmige piaat3en
een manfj lengte/ boo? 't beleib oer afleren
Wgoogt ®t eerfïe gebwttoett toaren bon
teetien en leem gemaabt» %et herftfe/ met een
outaarban^Agnes, en get «erngof/ tuierb
in 't laar 1403 op ^♦•Mattharus abonb inge*
totjfct. j&aar naöerganb / a$ 3e t*i 't jaar
1407,bail Frcderik Blankenheim2f5iffcgop bflfl
tUreeijt/ en ban ben^afiooviban#.X.^^n^
tee itee&* f mit$gabee$/ ban beit J^oojï eii
ïiiab ban <f*ebent£r/beelef benomen gabbeii
oiu een bïoofïer bau Reguliere Itanonnittlie^
fen ban &, Auguitinus ïs^ber op te recgtenj
ï)ebbet| 35 eene ïtern ban fleen/ bre 30 feta*
ttt plaat3« gebafthêtt gaöbei* I m te #iaat£ ban
&e boo^cmelbt berb opgebutttot ©e nirot*
**** ba» öe3$ fieene berft/ btc bt 't imc.1411.
-ocr page 441-
<§\6 Oudheden en Gesticeiten
op ê·-'MattKaeus ba# mgebttjbt t§/ fïami 'et*
tegenbooibig nocf> &an guittcn fïeen fytbbm
$%
ooft be fïaappïaat# ril be bosberg geooutocn
opQetroftften} 't toelft tcgentooo$!g akemaaï
otft berre getob^n/ en met be gioaöfïeeiien
met aï iiotseroett \$/' öeijaiben't fefteeet/ en
een ïju^§ of tiuee i baar 't $ebett ijet jaar 1661
boo^ ben tpomine gep^biht iurnb %t oc!ö
tot Jjet botifcoen toterb ten beele ooo^ be Geem
3ttjtn*$ gefeQoten: bien ecgtet' alïc^ toeberom
gepebeit f£ ; m bse boo? gaar'erf be Jpacljt:*
|oèbc te jiofeïbeni geftreegen fjebOen. $o$tt
toïtrb j)et rjelb baar toe gefcfjoten boo? Ζ we-
dera van Rune, Elizabet HaZenbroeks, en ben
3|eer Brinkerink s fajien be ^oeberl ban ^eer
Flor is ïp%§ $ijm rpeerfensfi/ bie fjg onfotig$
booj 'cijemeene öeöjugft iiigefcage fjab / te
rngge jonbeii / om 5e aan t opOoutoenban
bit ftloofïee te öefieeben, f6i£ bc5e ψ& Brin·
kerink, met be timmeraaöje be5?g 3gnbe/ ban
iematib een$ onbcrteaagt imeeb fcuat bat fig
mecnbe ugt te boeren/ gaf 9^ tot anttoooiD:
Ik ben doende met een roof katteel ten dienfie
van Godt pp te bouwen ï op dat ik van daar
de zielen 'uyt de keele der duivelen zouw mo-
gen verloUen ; en den Heer Cbriflus naar mi'n
vermogen navolgende, de gevangenis,dus uyt
het geweld van den duivel en de weereld ver-
loft, naar haar eigen huys gevangen mag voe-
ren. #eó$>|ïuitm0$ öegonnen in't jaar 14.08,
op ^ Ag nes bag: toanneer ooft be tbjaaif
eerfïe giitjffcr£ in be tegentooo:big&eit ban öe
$&$ ban ben^erj en De SS/on/ en ban w
m
gaoote meenigte boift$ / boo^ Johan Vos,
^m ban ll^mbe^ïjem / met be νύίφ&Φ
fcïeebtnse/ 500 a$ bie m be fti3ettin0e« bon
00
I 1
-ocr page 442-
van Deventer.
3li)int»f éfiembao^0cfcB?f eben too;b /omgangen
toictueiv JPanjöiê; tÉoóöï.f souben b'er negen Den
tjjDÉsi een laar behoeft taaien, maai'öe
ö:ié anö eren gebben paare geïuften öp ben jeïf^
Dïil Dag geèaan: e'O Hillegond.Zünderknds,
ban tsc ts)le /' tufcrö tot eerfïe Jj^iortti
flangefïelt. iae g]Oöt bat bit Ιμιη^ίη in
fto?ten tp gebio^öen 55 geeft * Budchius,
Iöie öier ioe!-eee 4£tt>erffr getaerfï i$/ met bese
tooo^en te nennen;
Deze Religieuzen heeft Johan Brinkerink, in
de goede zedetucht, waarachtige gehoorzaam* \
heit, eige veriiervinge, eti't hemelfche leven
zoodanig geftyleert $ dat ze nu een patroon en
voorbeeld, ja het puikje, de pronk, en luis-
ter, van alle Zuftcrs en Nonnen zijn, die den
Hcere zoeken te dienen. Het kloofter heeft
omtrent 90 Nonnen, 17 Leekezuiters , z$
andere dochters die noch niet ingeklecdt zijn,
tien Zuilers die om de buitenwerken te doen
buiten het flot en van de manluiden afgezon-
derd leeven. Dan heeft het twintig keken,
tot het huyshouden behoorende, om den ak-
kerbouw waar te neemenj die buiten het flot
in het voorhof woonen ; voorts eenen Over-
fte , op zich zelvcn woonende ; met twee
Priefteren en twee leeken om hen te dienen.
Aan alle die luiden word de koit, kleeding,
en vorderc nooddruft, door de Nonnen van
binnen toegedient: welke Nonnen binnen het
flot kooken , bakken, brouwen, maaien*
naayen, en andere ambagten doen: zoo dat ze
den tijd niet ledig doorbrengen 5 maar door
haaren grooten en veelruldigen arbeid , en
geeftelijke oefteningen, het rijk der hemelen
Winnen.
* UW r. Ckren, Windesh. cap. 4 j.                              «ZD^
-ocr page 443-
3't8 Oudheden èn Ges^ichte^
&e ^titïjrec ban bit üonbeiït È in 't jaac
1419, op Ü>. Ludgerus bag/ Ugt gct lebeiï
gefcïjeiben/ aï$ Ifjg ieftss jaaren ouö gctoo^
ben tua^j en legt boa? jjct l^óöf b ontaar ψ
ojaben. %ier neben$ bé jfeoebergi ban öit
ïftonbent / met jjaai' fierf jaav acïjtee aan.
Hillegundis Zunderlants. .,._,·....,;           144^
Salorne Stikken.                             i,; > J449'
Elizabeth van Tiet'.                              H^
Ermgardis van Stralen, tt ®0ÏÏCn|)Ob£n gC;
booreti.                      .            1470
Gerarda Urdëmans, van Boekholt. , 147$
Salome vandêhWyel, bftll - HDotfttjgC. 1490
.1491
,.?i'*fOQ
rfp8
*P3
1 ^46
15-87
Helena van Bofelaar.
De Schok.
ψη* \§ eertijb^ een 3eet berümaeöc 3φ\έ
Öefajeeft l baat Arexander Hegius, tik 'CL' ijlt
befiiec iajnger af$ 5.0 jaaren oliee geeft $$$!
De «H^iefefclje taalbunöe toeberom booj
^eberianb op öe baan geeft geb^agti Haat
|et boo#bcclb ban 3pen jBeefïer Rodoiphus
Agricola, bse be3eibe bseberom 111 <E2a|>t$ani5
ingeboert gab. ^t^t Regale \#o$x ban Ros-
weidus ίή bet ïebetl ban Thomas a Kempis,
om be boo|ineötise mannen bte 'tt ngt tioop
-ocr page 444-
VAN 01* VENT SRI          fxp
geh&men ?p/ e» o«i get Qfi$t getal öcr fïu=»
öClltcn/ fret J^öerfail&fcjjC Athenaeum ofbe
#e&fctaf*Bfe: ffitöecnprije ^cgoïe genoemt.
Il^ant öaai* toaven ttïvjkt w$mti\ ban fin*
tienten ·, betoelöen boo^tiamentïp boo* be ba»
öedpe 3o?gb«ïbj0l)cit en 2» boq^ieiiige be^
$o$ot}citban 0113e lfeoebet$ bcrbiaatt^ geïobt
toterben ·, öetoijl bie SS^oeberp niet alïeen Ijet
nooöige aan be behoeftige ffrtbenteti m jjénö
jieï&en ·, maar gun ooft boo^ niet fjun^befÏing
Ibejo^göfen· l^ant öt$ ffcjfeijft * Rudoiphus
van Muiden fit flet iebeil ba» ï§eee Floris;
De burgers» die Heer Floris en zijne broede-
ren aanhingen«, hadden fchier alteraaal een ar*
men godvrnchtigen ftudent in hunne huizen;
dien ze beddegoed , pocaadje , en gerftenwa-
ter, om Gods wille gaven. Laïnbert van Gae*
f e» heeft altijd ten minite acht arme ftudenterj
aan zijn huys gehad , die daar befte!t of gezon-
den wierden door de Broeders van Heer Florh
huys, gelijk ook in andere burgers huyzcn ge*
fchiedde: en 4e Broeders van Heer Fioris huys»
dicPriefters waren-, gingen fömtijds bydie ar-
me ftudenten eeten. Dyé van Dunen had altijd
acht armeftudenten: die haar door de Broeders
van Heer Floris huys gezonden wierden j en die
zy beddegoed * gerftenwater, en potaadje be-
zorgde. En dan was ze noch gewoon dagelijks
aan een van de acht het middagmaal te geeven.
Heer Rembertus^ Deken van S. Lebuinus kerk *
te Deventer aangekomen zijnde, had voorde*
{nomen met drie paarden te rijden : maar de
Heer veranderde dat voorneemen ; want in de
ptaatze vajvdrie paarden heeft hy zes arme fijja*
den in zijn huys genomen 5 die hem door d#
Adan», 14 ji, Zie Aaak&a ?a*Heer Dumbar. 1 'kei,
Broe-
-ocr page 445-
3*0, Oudheden m 'Gestichten
Broeders van Uccr Floris huys toegezonden
wierden. Aan die fUidenten gaf hy de volle
koft j en daarenboven bovenrokken , onder*
rokken; en kaproenen van nieuw laken: wel-
ke kaproenen gemaakt waren naar het fatzoen
der kaproenen diefde godvruchtige menicheiv,
te Deventer droegen ; en die deJfudenten van
Standonh kollegic noeft tegenwoordig te Lo-
ven draaien, fhomas α kemp'is , Ö!0 OOli 3OO
eene mifisabigïjeit genooten ftceft / hümit f
fyt niet eene öanhbaare pwnt. Als ik* /egt;
hy, by den Eer^v. Vader Floris gekomen,ivaPi*v
wierd hy aanftonds door goedheit Μϊ?$^#η${
bewogen > hield my eenigen tijd in zija Jmym
beitelde'my ter fchole; en gaf my de boek en r
die hy oordeelde dat ik van noode had. Einde-
lijk heeft hy van eene eerlijke en godvruchtige
vrouwe verkreegen dat ze my voor niet huys-
vefting zoude geeven : welke vrouw my en
meer andere Geeitelijkcn dikmaal veel goeds
heeft gedaan.
Van S. Hiéronymur-huys.
ψί betomb übec bit '%ay$toierb ban een
bet* Ó5aöcbcren toaargenotnen / οίε ben tijrei
ban ^mj^beso^ga' boeröe-, en guï\ g€öagoo0
of ^cÖ03lbaogD terb gr noemt. m$$ De5e
^cijooiboogden öerft uurgcimmt Johan Syn-
themius, bie in't jaar 1^.04;. >eföc ·, f η Iet'
ternnnbige bemerkingen ober öet Jieerboeu
öf Doftnnalc ban Alcxander tfgtgrgeebCll
heeft, ©ocsj beje bemerismgrn/ 500 a\$ Bk<&
nanus in't lebesi ban Erasmus betaalt / öcc'c
ffè toen een groten naam in be feöoïen ban
^oogbiiyt^Ianö bekomen.
t De «Ufcipiilis Oomiui FiorentÜ cap« t,                  .-l/ .
-ocr page 446-
van Deventer. 321
lm mm m balgen 0, ijtb mtijb$ n$tf
ocfcijiecbitiugteiii ongineeï &(φφ/ ttotfft
in öe" liert* iïm öat «©uceftfqjoel ten teoit
plagt te gangen.
          ·
Dit bord moet genoemt worden c Bod des
Levens
·,"' om dat de godvruchtige perloonen,
die dit huys gefttch.t, begiftigt, voortgezet,cn
bemint hebben, daar op geichreeven ftaan: van
I dcwclken men ook godvruchdglijk vertrouwen
mug dat hunne naarhen in den Hemel opge-
ichreeven zijn; gemerkt datzy óen Mammon
derongerechrigheit, als gcirouwe uyrdeelders,
aan de'armen van Cbriftus, ja aan Cbrifius zelf,
müdelijk üyrgedeclt hebben-, volgens de fpreuk 5
Al wat gy eenen van die allerklein den gedaan zult
htbb§n^ dat hebt gy my vedflan:
en dat zy aldus
Van den zelven Mammon van ongcrechtigheic
frienden gemaakt hebben \ deweiken hen, als
ze bezwijken zullen, in de eeuwige verblijf*
plaatzen zullen ontvangen. Dus heeft een rijk
menfeh reien, om een arm rnenfch te helpen;
om door hem ten hemel opgenomen te wor-
άςη ; Daarom zegt Gre^orun: indien de erfe-
nis des hemels door aalrnilTvn verkreegen word ;
^0 moet öKn de armen niet aanhooren als be-
hoeftigen, maar fmeeken als.Patroonen. Uyc
v/elk zeggen b'ujkt hoeveel dat de armen by;
Godt vermogen j dewijl de rijken door hen,
als Patroo.risnV.-bet Rijk des 'Hemels konnen
bekoomen,. Derhalve by aldi/n de armen, die
ïoo veel by Godt te zeggen hebben dat ze het
Rijk dés Hemels als mee· ge weid neemen, en,
aan hunne weldoenders verkoppen , ondank-
bar rnogten zijn, en voor hunne weldoenders
2oo leevende als overledene niet bidden, zoti-
$t> ?ulks mijns oordeels voor eeri zware ondeu-
X ,~-,             gend-
p,                                                                                                                                                                              \
\
\
-ocr page 447-
;2i Oudheden en Gestichten
gehdheir moeten gehouden worden. Op dat
ze dan de zonden des yolks niet mogen eeten,
en Gods gramfchap op hunnen hals haaien;
Zoo moeten ze hunne weldoenders, in hunne
gebeden cotGódt, met alle ootmoedigheit ge-
dagtig zijn: op dat ze hem in den dag des oor-
deels tot een goedertieren Rechter mogen heb-
ben , die óp de aarde voor hen zorg gedragen
heeft.
Ten eerften * S. Borchardt, een (lichter en
Geeveronfes principaelen hufes,daer onfe Sael
in is met den have, cndeCunere fyneSuiter.
Voort /tiij&t Barren met oer man Johan Bor-
fi, cndeMerife hoerSufter; dewelke Jlijt ge-
geven heeft onfen hufedat huysdaeronfe nieu-
we Koeken in is» Zy is geilorven 's daags na
het fe'cft van S Matthéus-, voor wiens ziele ie-
der op haar jaargetijde de 7 Pfalmen en de
Zielgetijden van ρ Lefl'en zal kezen; en daar
by eene Miife booren y of by aldien hy Pries-
ter is, eene Mifle leezen. Dit zal ieder doen
zoo lang als hy leeft: indien hy zulks op haar
jaargetijde achtergelaten had, zal hy het op
een anderen tijd moeten doen.
Mr. Richart de Printer en fijn Huysvrouwï
die op fijn koft by nae den Kelder, den Saedel
en koeken , en fieckenhuyskcn heeft laeten
verbeteren in voertijden.
Gerardusvanïexels, vanden inwoonderen veel
genoten hebben ende meer genoten moghen,
fo ver als^dat goet dunkt den genen die S. ©ξ
rardus goet hebben te vergeven.
S, Geertruidt Sujderfi , die een deel van den
hof betaelt heft.
t'JJit ftaat in't Laüjnfchc werk ia *c Latijn en Duytfch
door iDalkander. Het Duytfché hebben wy gehouden > ï0°
èh het daar ftaat, rirmaldtr,
                                     Htfm
\
-ocr page 448-
VAN Ue VEN Τ ER.           J2J
Herman Zwitze en Emme fijn huysvrouw,
die noch alle daghe bynae de gefellen in defen
huys verfiet met botteren ende broot en andere
nootdrufte, en wel een Vaeder defes huis ge-
noemt werden en heyten mach.
Johan van Ruitenbergh van welcken teftament
wy feer genoten hebben*
N. Cremer ende Griet e fijn vrouw en fijn an-
dere Vrinden daer hy voier begeert heft.
Jacob van Trier, de fleureldrager van 't ichooj;
die aan't Hieronymus huys veele dingen bezorgt
en gégeeven heeft. - Hy is overleden in 't jaar
iyiiS: voor wien de Broeders omtrent Kersmis
de Zielgctijden zullen leezen. .
Trude Heffe Is, met haaren man , en haaren
broeder Burchert van Kamerijk ι die ons byzon-
der goedertieren is geweeit, en daarom ons
Moeder is geheten.
Lamhert van Hees, met zijne zuiler.
Noch zullen onze gezellen, achrervolgens een
'egaat van Evert Brunoosz. zalr. gedagteniflèr
Qct volgende genieten.
Beritelijk uyt het Getiootfehap van S- jfu-
luflinus
op den Berg acht portziën op deze vier
freftdagen : op S. Paulus bekeering j op den
dag van S. Georgius j op den dag van den H.
^portel Jambus; en op den dag van den H.
Rmiïiits. Op welke dagen het gemelde Ge-.-
1°ot(chap aan de armen zal geeven vier mud·
yen tarwe , en een vierendeel boter.
If ι ^ Zujlen onze gezellen van 'r. Gcnoot-
cjap van S. Auguftinus op vier dagen in *t jaar
«η portziën genieren: te weeten op S. Hiero-
ïWwk dag ; opS, Lebuims dag; op het feeil
'nO. L. VrouwsPrelèntaatzi: ea op S4 Bar*
,<tr««s
dag.
Χ χ                    Noch
-ocr page 449-
314 OuDHDfcN utf Gestichten
ISfoch zullen onze gezellen van'*t Broeder-
fchap van 't H, Sakramenc op de volgende zes
dagen jaarlijks 6 portziên ontvangen : té wee.
ten op alle deQuaterternperdagen·, op deneer-
ften dag na den eerften Zondag van de Vaiten·,
en op S. Gertrudis en 5. Magtialtnaas dag, Op die
dagen zullen onze gezellen naaritig bidden voor
de ziele van Meelter Bruno, en voor de zielen
van zijne vrienden.
tiet nieuwe Huys,
mtt nientoe i|ug£ toiecö ooit / waat Bet
«20otfïe getal ban ie imaovbtc$/ ïjetarmc
&Mttftup$ een'oemt: «aar ïjet qmtp $v
tal/ m w :'toallt & *mt öat &iec ten Κ
ttt 70 ftofïsaiiae^ sjjn getoeefi/ öie öe ftoft
Wtaaïutn, $an feit ^ng^ feeefet öc toooju.
Rudolphus van Muiden met öe SjoigCHÖe MP
OCH : Omtrent den zelfden tijd, ie;weetenomT
trent het jaar 1398, wierd het nieuwe Huys
Betimmert* 't welk aldus genoemt wierd tot
onderfcheid van't Huys van S. Paulus Vikary.
Want in dit laat fte Huys, 't welk het Oude
Huys genoemt wierd, hebben de Broeders ook
den tijd van twee jaaren na Heer Florts dood
Bewoont. Dit Huys wierd met die inzigt gc-
bouwt; dat de godvruchtige Geeftelijken» de
rcholen daar latende, zich aldaar zouden kon*
nen te neer zetten onder de regceringe van
Heer Fiom Huys * en hun brood winnen met
het werk van de H. Schriftuur: om dat er op
dien ti;d weinige plaatzcn waren van Re igieu-
ze of Goddienende menfchen, by dewelken 7
hun veiblijf kofien ncemen. Daar was toen
een koopman, diezichitot het Religieus leve
i
-ocr page 450-
van Deventer. 31$·
bc^eeven had, met n^mc Hendrik vanKreveld.
Deze heeft alle zijne koopwaren , ter waarde
van 200 guldens, tot het opbouwen van 't
voornoemde Huys gegeeven, Hy was eenigen
tijd kok in 't oude Huys \ maar is naderhand
kok in 't nieuwe Huys geworden: daar hy ook
overleden is. Noch was'er een andere Hendrik^
teGorkum in Holland gebooren : dewelke zij-
ne erfenis verkocht; en het geld, dat'er van
quam, ook gegeeven heeft om 't zelve Huys
op te timmeren. Hy is tot zijne dood toe kok
in't nieuwe Huys geweeft · daar hy van de peil
geitorven is. Daarenboven heeft Geradrd Sche-
demaker
, die zoo wat timmeren koft, om Gods
wille door zijnen arbeid geholpen, om hetzel-
ve huys op te bouwen ; zoo als hy gewoon
was alle de Goddienende Maagden te helpen.
Maar als hy eens met het timmeren bezig was;
viel hy van om hoog , en brak zijnen erm.
Daar lloeg eene quaadaardige koorts toe, die
hem uyt het leven rukte. De vierde, die toe
het voltrekken van 't nieuwe Huys geholpen
heeft, was Willem van Viane; de volle broeder
van Heer Jacob van Viane , die een van onze
Broeders was : welke Wilkm van Viane het
houtwerk van ons Huys met zijn handen vol*
trokken heeft. Hy was eens naar zijne geboor-
teplaats gegaan ; en had daar zijne volle
ïüfter bezocht, die aan eene lielcrn-oniickinge
ziek lag. Ais hy· weder te Deventer gekomen
^as kreeg hy ook de peil; en had zoodanige
kitte in zijne ziekte j dat hy, gelijk hy zelf
verklaarde, liever ineen brandenden oven wil-
de vallen, als zulken brand üytftaan. Hy be-
ftorf het ook: en na zijne dood zijn 'er tien
broeders üyt hec zelve Huys geftorvenj die
X 3                       mis-
-ocr page 451-
$ι6 Oudheden en Gestichten
mifiïchien van hem befmet zijngeweeft; want
de ftad Deventer was toen vry van de peft.
Eenigen van de Broeders, die toen uyt'het le-
ven icheidden, icheenen t'eenemaal veriWven te
zijn aan de zonden, en aan Gods wille overgegee-
ven. Die het voorfchreeven Huys getimmcrt
hadden , hebben malkander, in de tegenwoor*
digheit der Schepenen, het recht op hetzelve
Huys over en weer overgegeeveiv
Daar waren noch drie perfoonen ; te v/ee-
ten Niklaas de Metzeïaar^Gysbert deMetzeïaar,
en Willem Anfen $ die een ander h uys in 't gemeen
bezaten. Die van 't nieuwe Huys hebben daar
op met die drie perfoonen een kont ra kt over dat
ander Huys aangegaan;.zoo dat ze malkander,
in de tegenwoordigheit der Schepenen , de
huyzen en werven overgegceven hebben, die
ze te Deventer hadden. Als ze nu ahemaa!
overleden waren, die recht op de voornoemde
huyzen hadden; heeft Gyibert de Metzeïaar zoo
even gemeld» die naderhand onze koftganger
geworden en geftorven is, met de toeftemmin-
ge dervopgden van zijnen uyterften wille, het
nieuwe Huys aan de Broederen van Heer Fiom
Huys gefchonken ; vertrouwende dat de zelve
Broeders dat Huys niet anders als tot Gods ee-
re zouden gebruyken. 't Staat ook te weeren
dat de Hof, bezijden het Huys naar de irads
muur toe gelegen » den Broederen van Hter
Floris Huys in eigendom toekoomt ; die den
zelven van den voorn. Gysbert voor f o guldens
gekocht hebben: te weeten 25- blauwe guldens,
Gelderfche munt; en τ$ zilvere» iedere gul-
den op 13 Vlaamfche grooten en drie * Dhiln
maren
gerekend. 3^1$ btVtt gct {jatlöfdjjlft
* In *t Latijn ftaat Diritmaris; 't w«lk ik riei-ge·! mij"*
wretees gevende» heb* Vêrtaalier*
                      ""·' $&
-ocr page 452-
van Deventer.           $zj
$aberftanb i$ be j|of aan 't meufoe %^|
ber&ocf)t: bjclH^ug^ ban beeïe perfoonen φ
fteUjft begiftigt baierb. ®e <$berfïe ban 't
M0 ! bit ugt bc Sjoeberen 3cïf ge&ooreii
bierb/ jjab ben t^td ban Procurator Of§U|Q^
öcjorger5 bie aan eenigen ban φ\* Hee&euioe*
btt$ fytt Betoinb ober U Imikm en anbere
Öienfïett gaf» Onze Hoogwaardigfte BiÜchop Bïs<k>ms
de Monte , 3egt * MTiddendorpius, had dej?^of
Schole treffelijk verbetert; en alhier» buigen^semimuV
Set boo^fc&ift ber Hetfibergabewnge ban
roiite/ een ^uecBfcöeoï of ^eminari booi
't^$bom opgerecöt· |Haar na bc beranbe-
mig ban ben <0ob|bienfï i£ bit <®ueeftfcijool
booj jongen^ en b$fïer$/ bie op &et toolfpiu*
«en gaan/ in een toerhpïaat^ en fcfiiojc ber*
anbect / en tot anbere gebjtigïïen aangeleit
$«t öeiï^aam oberïeg booatoaar ; bienenbe
om ïjen ban't ïebigïoopen en 't öebeien af t?
ïjotiben,
Mtt m$ een beur^/ bie be öeur$ ban de Beurs van
Cufatoierb gencemti alp gefïicljt 3ijnbc boo^· de
Nicolaus de Cufa, bit aan be jSoe3el ge&oo? uU'
Kil foa£ % toa£ eerfï ^^to^ setoeejï ban Set
foaufeen ïfïoofïerCamnöecg inCpoI: m*
öccöanb toierb βρ mffcïjop ban bijeen * Ha#
öinaaï op beil «aam ban &, Pieters banden j
^faufïHpe 3£egaat booj ï|oog- en $eber*
W$an|&, T&t$z De Cufa Jpeffc attjier/ baai?
&3eHffi ecrfïe Jaareu in't befïubeerénber b&
BMöe toetenfeljappeu obergefyast jjab/ eeii
Λ& seflieöt *W tbjintig fïubentetj; bie
W öopj beti<®ba'fïe ban &. Niklaas gaf^
9TOg ög Cufa jouben ge^onbén tooien, <$>e
wffcfomme gab öp be i&ajefïraat ban ®e*
X 4                    tentet:
-ocr page 453-
2 2 δ Oudheden en "Gêsticuten
benter ter {janö gefïeït: betoeïue'' berboïnengj
gereedst soobe 31113 öni ïm Pp^| «WP$
re» onber 't gemeloe getal te borgen,
[©aar tm {jegt:$g 't^^MwW^^^
$mm
oefepti 'brtodftcnJ0eefïer Theo:.
dorus van Z:\mè\\^ %ittttt^tCiat Üï ÖflbC bC
feijten/ ftanomitn te Hugftrn ai te SfiUrii/
en op feien tp ®*fV0 ban 't gctnelöe Pp
tof/ bg be ji&ajejiraat en <0ciiieente ban
©èl'.rnrcr geeft ueleit bójö een faarlpfcijc
rente ban 2410 öiergrUjftr gnïDei$ » bcbie!»
fcen aan be gemelbe ftubenten souben ngrao
giert too;benfl ,
                           ' .
'jpkaar be (Sterfte ban 'tpmeibe gafïïjip
tob niet' meer neuent: en in öc jjmatjf, ψ%
jiilite fïnoenten w m JPöiiefj ban ^fbiTpn»
ten en ban anöcrc Uiiöcn genomen. $*&$
'#berfte ban iï&t igtëifïfHigg m 't laar \$m- $
•renen baef baar ober bteagbe / en" be rep
ten nier öe gopfbfonmie op eifcïtfe ·, lutto
g^i een tortgerenb am-uiso?ö. .<ên b$bn$
. toierb 'er e e"n Bf|lipt genomen 'bat be WW'
ren ban ïtatolpe imraerg jgèflie geefïe!i)»c
iUKomfïeu en vknmn meer sonöen gftiictciH
en bit 3e reeb$ naboen / baar ban berooft
too:nen': 't toélü noeïj onöerïjcnörn too#<
uW$t srifoe $afc foö^b ban een flpee
'jgeïtèper met ffefé omfïanöiifïjeöen berïjaair;
©e"ns.i jfóaart 1614 toirrb'êr ban Hou W
ligt %Niklas ntoofrer een brfef aan be Jgej
jjeflraat ban €>ebei?ter gesonben \ en tn bic»
brief'o'e rtntm ban Griitó be«r3e met w
jjooföfómtfle vipeberotn geeifeïjr* ^ooj re-W»
,t Die hnoWiommp is reel te klein, voo» een W0$j> t
'
rente vSn ^ιΓΙη^ίΕ* guldens: dies zaj hier een rois<^
-ocr page 454-
VAN DeVENTEH.           319
tmerb gc^eeben bat be gemeïbe renten niet
meet befÏecbt faDterbrn om 'er fïubeoten op te
ftcmben / 't :todn be J*tic§ter nocgtang be*
boiigen Ijaö. €»e bJiW fcnetrö ben ^cijoolraab
incöegcbeclt ·, bcfacine aan Die ban ïtoblcnt^
tot anttooo^b ftfeeef bat 3e berneceöeïp on*
bfrrccöt'fcoareiii betusjl niet alleen öe pennnV
«en boo^ben ïtarbinaal DeCufa teil öien ein*
Be nagelaten/ maar ooft anbere fïabis inïtom*
fcen/ befïcebt toierben tot get boo^etten ban
De toeteiifcijappcn: todfte on&oftrii inbien 3$
bcrsoeben toilben / w 30itben jeer tueï en naar
öe btiïpïjcit boen, Φρ ben 3eifben bas bjietö
öefïoteu bat be binberen ban i^an$3e3tnbett
geene geefïeïpe tnftomffen of benden meer
3öuben genieten \ m bk 5e reeb$ fjabben/
baar ban beroof b fcbojben.
Wt lieebeegsaamfjcit / bic be ingezetenen
ban <®ebenrer"aaiiu»tïanber{S betoeesen ïjeb^
ben/ bic gebbru 5e ooft bg be n^tïanber^ ge*
uooten. feoo ijtbben 3e in 't ftolïegte ban jjg>.
Gregorius, in be ïföogc ^cgoïe ban |$efcött$e/
cene pïaat$ gefjab j bie boo? Ν ikUas de Capu-
tüs, ïiarbinaaï en^oofï ban <Pebcntei7 al·
baar gefïtcijt i§ in 't jaar 11,61. jacob de la
Torre, ganffeipc ©tliarig in be 4$cberlan*
ben / bic jtcï) in''t jaar 1675·. te $eroii3C htp
mm l
ïjeeft baar te toeeg gcfyaot bat be ge*
melbe pïaat$ / met nocö een anbere p!aat$
booj Ut ïttrecBtenaaren / naar öcbjemc t'$e^
bert beeïc jaaren niet omgezien bja^/ aan Ut
ban ©ebenter en Utrecht toeberom öeöeeben
toterb, φοϊ\ geeft Μ ï)et reeftt ban boo?#eI*
ïmge/ 't toeift benSBifTcöop ban litrecïjt en
&et &apittcï ban i^ebenter ban oub£ toebe*
8öojbc/ op 3ic& scflwn en 3pe nasaaten boen
■- Xj                    ober**
-ocr page 455-
9^0 Oudheden en Gestichten
oberteiienen. ïPaarenöoben geeft; Herman van
Herfort jMfy pïaat$m boo^ Jjen gefticöt in 't
noliegie ban I|erfo#: tfoee plaatjcn in gct
Miegie ber Me $t#>on.$ti teüeuie^i eti boeij
ttuee anbere plaat$m / ooft ie mi$$n / iii't
fcoüegie ban & Laurens. jij^aae gieen rpee
noeö groter fïiefjting ban bie ban Baithazar
van Bodeker, te éeengu^e gebooreri,; bie ορ
5p tefïament / 't fcödft öi? ben £4j©aaet \s,%4
met 3ijiie J&oeber i)eeft geraaaiit/ Öet g^oot*
fïe gebeelte ban sijn goebereii nagelaten fjeeffc
tot jjet fïicjjteti en ojjrecljtet) ban be l&aoe*
mie of boo$uc|£tge jlfcgqie. ^ijïie begeerte
$ bop^ tipjr 'tóö^ 'biifctgi- πι't jmi 1630 ·,
3jjÉje |et 3e!f öe jaar a\$.be birMo| ψιι Bo-
deker , en johanna van Grootenbuys/bje §tt
fyucgtgefyttgft bet? goeberen &ab/ ba$ ï$r
ue(cï}tiïjm $n. Balth ajiir scif toa*i naar 't aw
Der ïeben al bettTifi»rt;^ac 1616. ItófM
be benrse ban j^erouje '5ai men ö^eebei; |e>
fefjeib ö$ * Revjüs binben.
%t§ttt be§>ti}oleii en Seut^en bal! il%üt
geïeerbe mannen ïaaten bolgm / bie te Ψρ
enter in be toeerelb geftpm.cn 3{ju,
Everardus Balk, %opgieeraar bet föe.cijten
in be gftabnitie ban i^aefcertop / fjaö te $$
rg in a^an&rijft en elbgrg op öe ^eeflten ge*
ftubeeiti eh Jceft een)gg bmltje^ ober bc
ïïeeijtcn gcfcïjjèebin.
Éverardys Bronkhorft „ Johanszoon, na bat
gU 500 teltenïen/ al$ tei&atgntg/ tt-mf
fo?b/ en te 3$ittenöerg/ §ent$b bie 'er toe
È;aat (n.Jjet befïnbeeeen bet tenten gefïeeten
ab/ Ijeeft be bmcjjt ban 3fjne fïubie te SSasei
genoten* baar gn bert tijtel en be ^onntene'
nenban Doktor geÊi^enÖeeftbetiijiugufii
* paveurr, Uipftr. Iibr. I. gag. 7 j , &c.              * 57^'
-ocr page 456-
van Deventer.          |^i
ι f79. $an baat; foeber naar IPittentog ge'
ïieert/ lyttft Bg be -ftecjEjun tè |ijpïü»$
boo&eïeesen: maar te <£rfb;*t B^ft $!? bcjcï*
ben ttoee jaaren ïang int openbaar ugtgeleit,
©an baar neerbe Bg b^ber naar 3p Baber*
ïanb ; baar BP fyt ampt ban ^n^gemeefïer
Behleebt fleeft, liaarin't jaar 1586 mm pp
te ïïfïDen boo? ||oogleeraar aangenomen; en
geeft berfcBetbe gefcBjtften tot berMaring ber
éecBtcn untgegeeben,
liecflee Johan Ooftendorp, be leermee$;
tetf ban Gerardus Geldenhaurius ban jffiïtfjm*
ge/ en üanonniR ban β Lcbuinu? uerii te
©ebenter/ toa$ een man bie boo; beel fïubee;
ren$ en gjoote onberbtnbmge tot eene uut
fïeeftenbe geïeerbBcit genomen toa$, 4$qcB 3eer
jong 3ijnbe iüa$ fln een£ gegaan ba Weflei ban
toninge / boo^ be ioanbeïmg '$ wWrejds!
Licht genaamb / bie nu tot Booge jaren geitö*
men ma#. <®noer meer anbere bingen Beeft
Weflei, a$ of B» wti*$ boo#ag mat'er Baafï
geöeuren 301110 / tym aibu| aangef^often:
Jonge rtudent; gy zult tot dien dag tdé leeven
wanneer de leere van Thomas, van Bonaventura,
en van dat ilag van laarere eri twiftzucncige
Godtgeleerden, van alle Chrillelijke Godtge-
leèrden' i' die het metterdaad zijn, zal 'üyrgé-
jouwt worden, 3&|'t j)eÖ IK 3eïf/ 3e?lt Ü %t*
meïbe fi) 'Geldenhaurius, betl 20 ^cfyüara
ln%'. in β. Lebuinus nern tmt ben mono ban
Ooftendbtp geBoo^c / bie reeb$ jfóWf geütó
beatoa^. ' ■'·
               · *** ί? Ψ™
Gerardus Brunus of Brunefius, een 2$Urger^
Hteefierg 300η te ï^eoenter / m Itanonüih al·
öaar/ ba^ een man ban een $öot or^beel/
W onbêrmoeib Btógef/ txi ugtêrinate bot*
- 'tnoc*
-ocr page 457-
- -             -. #"T
33^ OlJ LftlED ΕΝ Ε Ν G E S TICH Τ Β Ν
ïnoebfgk MM\ft ίη Η%Άψ\(φ taal oberge*
3etöe OCffeiling des (3) geciteliiken Levens|j§n
Ν icolaus. Sfondrat us j foaitoinaal / ΜψΦ§ bai!
liremone/ en «αΟεφηο 'j&uig onöer; ben
naam:ban. öregonus X i |ξ ? ^elfte bertabng
te itenicn b£ JBii-kman~$etyu&t $ m'tjaai,
'.$όφ öeeft gg itg? ijet Jrberbugtfcö te
taalt 3cfier Smoeltje batï hm Jfefugt Adrianus
Adriani, iiiegen$ de Biecht, $?y De 70 jaaren
ottb getoojben / öö in 5P«e geöoo^tepiaa^
gefloten in 't jaar 16 ?p> 3 » »- ^,,
Willem Hakkuze |}ceft tia Chrift. Longo-
lius ijet ÖCftïg Öoelïje ba?t.Erafmus , van de
welgemanierdheir s met 'êo^te aantekeningen
eypfjeiöciti 't toelfe teSEjeégen in .^negou*
toenb^ Lucas Rivius in acjjten gctyu&M£ i«
't |aau*ióo7. ,
jakob van Deventer j$ mi bmiiaar&^ée*
reïöbefcïx#5ee geioeefh ban toien| aeÖeibOr-
tciius, 300 al§ ijg Bclïcnt / 31C& 3eïben be&ient
ijceft. φοίι geeft Munfterus Dew$hi1k$è
ban 3^ie$janÖ / Die bwt Jakob van Deventer
OJ}gefïeït 1$ / UI #jlie Weerclds-befchrijvinge
ingclafcgt. ^tjne SUnöftaarten ban ^abant/
<0eïöedanD/ïfoIianD/ etiEeelanD/ 3jjn wel)
tegentuooiDig W f*fè$è>
iohan van Deventer , <&bCL*fÏe bet JfêUltte*
ö^oeDecen oitöer get Utogifïift ban fóeuien /
en een Dapper beftnjöer bet ^etteren/ boojna*
mendp Der lïDedeeDoopeeen en Eutgeraauen
Die in Die gctoeflen Den baa£ fpeeiben/ geeft
u^tgegeeben
Exegefis.Evangelies Veritatis, 5cc. Dat lp
ftgtïegging bet «gbangeliflTcöe ^aarfieit/ tp
gett De booïmgen Dec Sucerfeöe <&ύοφ-?ν
-ocr page 458-
van Deventer.         333
ïijbeniffe; öetoeiüe ben &€$&..$$. ben &$$*
öa$ banSÉng^öneg aangeboden ï$/ en re %\m-,
ïen in acfjten ge^uttt in t jaac «n?·
I^ocö Ijeeft Ö£ te0en öe 4Φ|&ά#οο#ίΐ# cm
boeft i$0t0tpn omreivöen naam ban üata-
pulta.
Johan Dorrius 'Fjceft buil Lof des Hartogdoms
van Gelderland tn %atijnftïj€ beetgcil Öefe§c?ee*
beit: betoeïftc te %tmkn in 't jaar ïfó?. #&
Ö^Ulit 3Ö» acgtec Hec Korc Begrip der Gelder-
fche Kronïjk van Henrkus Aquilms,
[ohan Sinthemius, Esöt öec ©ergaberinge
ban ^, Hieronymus te 3M)C!ltery Cil Eras-
mus keermeefier/ geeft gefcl^eeben
Commentarii Grammauci in Do£Mnale
Alexandri; of Eetteriumaige 3$emerftiii0cn
oberïjet Seerborii ban Alexafttó
Lambertus Ludolphus # Pytophaeus Ijeeft
latijiifcöe ψΐ$φ$ί$ύ ügtytQmtn over den
Lot' en de nmtigheit der Kik>fofyc ; over de
ftudie en de oorzaken der Welfpreekeridheit j
over de ftudie der Poêzye; over de Sterfeloop-
kunde.»,                      "- ■ l· ■■-< ■ . t*
gdtï) ïjcef% gg Tobias in ongeïpe beet^en
f obci*gc5cti en dnaeiijft Set Nier met gemen*
Sfiöe en fraage bmyii befej^eebem ï$$ f$
Wftoibm in oen mtaeruom ban 63 jaaren/ m
't jaar ifp^. · - ■
Ortwinus Gratius itja$ ög0enaamb ban De-
venter, om bat fjg re ©ebenrer mitttv beu
tut geïeerben en bcrntaaröen ^ei}ooiöoo0o
Alexander Hcgius ö^geböebt/0|oot genmaftt/
,* Miilckicn zeuw men voos Pytophans Htopaeut mogen
?5,c"> ?n ^oor I'uopicijs Tonncniakcr verftaan; dan zoude.
ΖΨ toenaam op het/JuycichTonnwiiaker zijn gcwc#ft. Ktn.
r Carmificcicgiaco,
.'
-ocr page 459-
334 Oudheden en Gestichten &c.
tii in hè Öèfcjaaföe bjetenfcijappen onbeeuié*
ρ OW ^tfttet bja£ fjg m .i^efïfaïen on*
öer öet 2S$öom ban Mtmfttt gtboovm; *oo
i^ifll¥w tórftfeact/ öieim
böO^ Öl? boeïtie ban Wemerus Rolefink batl
¥ seïcgcnööett ban meftfakn fyeft aeboeat
il? té teIfpifn/ ih i boiic0ie ban KuykiS'
y#f|^fitt |i be befcöaaföe fcetenfciiamjen
gtttagt; eii ijeeft in 't Itcjjt mettim
Falcieuius ΐ Rerura expecendarurri'& furiën-
ciarum:, öati£/ Bondelke van zaken , die&men
begetrentn vermijden moet: 't bJCiii Oü 00
ijjfï bet biTüdöe/ boenen flaat; öie op ïjn fe
beï ban öe tyWw$ öec itei1iber0aöetinae ban
iCmitè ugtgcgecbeii i&
#Ötïj piff ij£ den Triomf van den H. Pro-
fctt job ui onöebjae lattjnfcjje beerjen be*
fCfecebCil. €ll öaat Ü£ Arx>logia adverfus
J. Reuchlinum, Of Verdedigfchrift tegen joh.
Reuchlinus: til Lamentationes obfcurorum vi-
rorum ; of Jammerklagten van onvermaarde
mannen. %ρ \§ %s HeuïCil Obttfeotil ÖCH i#"
Petrus Hölczemius, van Holrzem, %1χχ§ m
i|oo0leeraae rit bc ^cneeiimnoe teïtcnlcn/
Jjeeft beifeijdöe Uirriijc^ boïgenl öe g^Köre*
geïttt bei· Cftmnfien gcfcö^eriiciï * bic ög Val.
Andreas o^getCUk fiaaU.>t>.
Petrus Redanus.^èltóé^cr/ geeft ll£t0e*
jgieebeiïQuerelaiviedicina;Dogmatiea-i batr^/ ■
Klagtè der onderwijzende Geneeskunde; U
Heuïéïi te bieren ugt0eseèben in 't jaai; ι τγο;
baai' een jt^ameiif^aatt ban Jacobus Curio,
onbee bè benarainge ban Hermocinus L bg ge*
bv?n&t ψ (φ).
■ , * Bic wcik is naderhand met vermeerderingen in Engeland
kerdiuki.
                                                                 Α Α Ν-
-ocr page 460-
AaNT. Οί> »fe BeSCHR. VAN DfiY.         $tf
AANTEKENINGEN.
i. Dit Is #edêr eert riaarrj, daar de voornoemde
fhiers veel re'geh te zeggen zoude hebben. De kin-
deren t
^|g|'f hy, krijgen fomttjds zulke naamen inden
Doop, die door ie Η. Schrift bywonderlijk aan Godt t*e-
gefchreeven worden t en Gode eigen zijn \ als
Emma-
nuel, Natalis, SalVator, Sophia, en eenige anderen
van den zelfden aart
; maar dat is wel uyt drukke lijk
vertoden.
Hy telt ook eenige b Ritueelen op; dewel
ken met algemeene woorden verbieden, zulke naa-
men aan.de kinderen te geeven, die door de Heili-
ge Schriftuur Gode alleen toegepafl worden. Ondei
die naamen zal Sapientia zoo wel behooreo als So-
pbia:
warit hét laatfte is in de Griekfchc tale VV'ijs-
heit te zeggen, het eerfte in de Latijnfche.
Daar door, zoo als hy het verilaat, geeft men
aan Yfchepzel 't geen Sode toekomt enz. en hy zouw
dat gebruyk «iet durven vry fpreekeu van bygeloo-
vijiheit: maar of een ander dat ook zoo ζ waar weegen
zal, weet ik niet. Zoo keurt hy ook quaad dat men den
kinderen fomtïjds den naam van hooge feeiren gee/t.
Zulke naamen zijn Noël, dat is Kersmis; Pente-
cête,
dat is Pinxterehi Paqhe paaifcheo;' Toujfaintt
Allerheiligen; Epiphame oiTifaine, dat is 's Heerea
Veropenbaring: uimanch·, dat is Zondag. Zulke
en diergel ijk e namen worden in een Ritueel van
"ourges verboden.
Het gebruyk van den kinderen in den Doop ver-
sheide naamen te geeven, durft hy ook van byge-
ioovigheit niét geheelijk vrvfpreekeii. Dat gebruyk,
fcoo als hy meent, is eerft in lt^lie opgekomen , en
Jan daar naar Spanje overgegaan: van Spanje is het in
■^uytsland gekomen ; van Duytsland in Vrankrijk.
"W, zegt hy, waar dat zulk een gebruyk von daan
gekamen zy
; men zouw het niet ligt van kygeUovigbeit
tonnen vry pleiten: dewijl men genoeg heeft aan eenen
*<w>»5 h het niet overtollig, verfeheide naamen te gee-
Vt»2·
Doch, 200 men alles, dat overtollig is, voor
* Alsbovcfu
6 Kituaale Parif, umijfXf, & ié8o. RirualeSagienfearim
H* RitualeRechoni. auui 164e, Kjt. Jiituric, il66.
.$
byge-
/
-ocr page 461-
™^^———
336          Aantekeningen op ώε
byeeïoovig houden zouw ; dan waar d'er geen einde
aarï de bygeloovigheden/ Hy/voegc 'er by dat Paus
Akxander VU zijn eigen Neef, dien hy doopte,
dertien naamen gaf: en dat een zoon van den tegen-
woordden Hartog van Beyeren in den Doop.rwaalt
naamen kreeg. Zulke exempels, zegt hy , zouden
mtffchien dienen om de veelheic der naamen., die in
den Doop gegeeven worden , van misbruyk vry te
fpreeken : doch hy meent dat de redenen, die de
zelve "veelheit afkeuren , behooren voor te gaan.
Maar die redenen iteuuen meelt op het oude ge-
bruyk; 't welk lommigeii zullen zeggen dat vera.ii-
Ik zal 'er noch by voeden dat de naamen die uyt
het Oude Teitament genomen worden , Abraham,
IfaakRebccca, Deb^a
, Jefibift, Gedeon, Judtth ^
verfcheidc Provinciale c Synoden en Ritueeren arge-
keurt worden. Ik ipreek maar Hi^ii^her-wige,
zonder daar oordeel over te ilrijke.n. GehjkhetNteH-
^Teftament,
zegt de Frovinciaale Kerkvergade·
ring van Bordeaux van 't jaar ij83 , m gemd'e e,i
vJchtinge het Oude overtreft- ψ »
fef'j $£&
tamelijke?de naamen der ^foftelcnof WfiMg
Zcipelen, *f van andere Hethgen die hun hetltgje^n
Jgcvolgt hebben, aan de kinderen te geven.
i/fi|
voie hadze gezeit dat het de gewoonte-der-NituJ
doopeit geen vuijieyν»£|:ν>,^,» , ...----
fche naamen geeven.- Dat (gebruyk) moet den 'Jöobn
en Nieuwgezinden gelaten worden; die hunne zoom**
Nabuchodonofors ), Nabufardanen , e» 'hunne dbco'
ters
Saraas en Rebeccaas noemen^ De naamen 3
*j*J
'\\ Concil. Proy, Buidig. arini m8$'» "
ContÜ. l>tov, Bitur. anti! 1^84.
Goncil Prov. Mexic.ui.anm 1^85.
ί J Coricü. McloJun, aiiai 1 f ï7.
€onftfrut. Sfnódafi S. Fraac-ifci Salcs , Statlita Diaccfcos
Lemovici anni iéïj>. Sratiita-Diaec. Caóurc. arfni i6)X. Sta*
tuu Dia?c. Aure!. armi 1664, Statutta Sysodal, Dtec, Gr**
tianopol.,anni Sec. &c Cee,
d Van 't jaar l.< 57. .         --r
fit
-ocr page 462-
Beschryving van.Deventer.          337
tot nu toe in de Kat olijke kerke gebruikelijk zijn ge-
weefi
, zij» eerlijker , en hebben beter overeenkomjle
met de C hr ijle lijke godvruebtigbeit.
Het gebruyii van Heideniche aaamen word insge-
lijks.en naar mijn begrip met grooter reden,in ver*
fcheide e Synoden en f Ricueelen verboden.
Ik heb boven gezeït dat eenige Synoden de naa-
men, die in de H. Schrift Gode toege-eigent wor-
den, aan de kinderen in den Doop niet willen ge-
geeven hebben. Dal hebben die Synoden uyt eer*·
biedigheit voor denGoddeiijken naam verboden; en
ik heb 'er niet tegen. Indien het Ichrijven van Theo-
phtlus g Raynaudus
of van zijne zegsmannen waarach-
tig is, hebDen de Poolen de^eilde eerbiedigheitvoor
de AUerheiligiïe Maagd gehad. By de Poolen, zege
ny,, zoo als e enige Schrijvers verhaaien, is het uyt eer-
bte4tgje.it voor de Moeder Gods met g.oorlofd den naam
van
Maria aan een vroHwsperjhon te geevea. jje ge-
melde Thiers , die dit ook verhaalt, fpant allede
Krachten van zijn veriiand in om de Poolen , indien
Shrir raal Waarachtl'H fe °P dit m van bygdoo.
vigheit te overtuigen, Wat my belangt, ik wil die
uKlghul Ô hemelh»°S PnjMii; mm of'er.
2u kt een bygeloovigheit in ireekt,daar zoude ik aan
^ij'eien,
nei\?f h? Zegsen van G*l<t*pB*»j*s, die van ee-
nm Monnik een openbaar Proteiianc geworden was;
7r<ene onwraakbare getüigenifle moet aangeno-
bn J!! en ;dat 2üude*Un bedenke» hebben. Men
jowel van gefoove veranderen, en Protertant wor-
ken ì" evenwe) heufcn in »U»e woorden en wer-
tn vZV? *}*>**n hct effnmatl' ea «Vermaal,
elderc ß dc derdema;iJ· Maar Geldenhanrius heeft
Hjkrte í °?k ,geto?nt dat,h>' ecne 2a^ °P 'r h«e-
vroo(„;L"haalcn kan- A!thans flr«**jr, wiens
deren ,1!' cn °Precht,'S^it by my en veele an-
u "er hoog te boek ftaan, i ipreekt met flech-
■»i ß?ËÑ^; iIet,io,-?nfli ^7· Concil. I'roy. Aquenf.
- ï»f. «.oncil. Rrotr, Riicm. anpi 1^5. &Ci
i ÇÑ? " *hem' 3rmi ' fh- Kit. fcoiiéiii, Mauli V. &c ftc
»«?a à ** S*"lic' & ««turtófr pietat. terreftr, fr£. c<
Wini/ftudb-ErrnêpIjcw.                   *
Õ                              ren
-ocr page 463-
3jS Aantekeningen ïé» ú»å
ten lof van zijne fchriften ; en noemt hemguhurmi.
Op eene andere Ê plaats geeft hy 'er noch flechter ge-
tuigenis van. EeneGerardus vanNimwegc,0y*Br«-
bant weggevlugt, en van mijnen zeer grooten vriend
fchielijk mijn gezwooren vyand gewerden , recht te
Straatsburg een nieuw treurfpel aan
; zifnde een deug-
niet, die tet oproer gebooren is.
üf iemand al zeide
dat Erasmus ook zijnen drift in zulks te fchrijven
te veel kan toegegeeven hebben ; echter meene ik
dat iemand , die den aard van Erasmuf kent, zijti
oordeel omtrent de waarheit of onwaarheir vanGV-
denhaurms zeggen ten miniten opfchorten mag. ø*$*
kan iets gezeit hebben , dat'er wat naar geleek: maar
een woordtje verandert, of'er bygedaan, verandert
den eanlchen zin. Ik zie niet dat een Proteitant zich
met?enige redenen aan mijn zeggen ftooten kan: en
ik houde voorvalt dat geen Proteftant iets tot nadeel
van een voornaamen en hooggeachten Predikant ,op
het zeggen van eenen Priefter of aanzienehjken Mon-
nik voor een valte waarheit aanneemen zouw.
i Over dit werkje, dat ik noit gezien heb, kan
ik geen oordeel ftrijken. Maar dewijl deze Paus
zeergeleerden godvruchtig was, zal hy waarfchijnc-
liik met kenniffevan zaken geichreeven hebben. L\y
ne godvruchtigheid ttaat vry wijdloopig by l <*"*"»'
befchreeven. Hy was zeer mildadig jegens devreem
delingen en armen 5 en heeft groote lommen |
ö ten behoeve der armen uytgegeeven· Beha»ven <
andere aajmiflên heeft hy boven de honderd djmgg
kroonen belleedt om in den tijd van eeoc-die.»
ftad van genoegzame levensmiddelen te veri
gen. Hv vafie alle Vrydagen, en at geen í eeic
L de Woensdagen. Zijne Prieiters -geujceu,J»
de getijden van O. L. Vrouw, las hJ altijd al kni
lende. Zoo ras als hy wakker wierd , begon j
de 7 Bottpialmen te leezen; die hy, onder het ê
den , voort uyt las. Hy bracht |'ochtendß WBI
eene ganfche uur ovtr, met wat goeds te de,^
of te leezen ; en las met groote aandagt oc .
ken van den Honigvioeyenden W**W'fL· hf
alle dagen Mis, en biechte ook alle dagen , *»* é
k Èp'é. ad BilibaM Perklièim.
l In viia Gicg. X
zolk*
y.l
,.*
-ocr page 464-
Beschryvin© van Deventer. 339
sulks van zijne gezondheit konde doen. De gemeene
fpraak was dat hy noit met eenig vrouwsperfoon te
doen had gehad, en zijnen Maagdom ongeschonden
in 't graf heeft gebragt. Hy was niet al ie zeer be-
drecven in de praktijk van't Roomfche Hof^ en de
bequaamite niet om Staatszaken te behandelen.
Maar daar tegen was hy van een heilig en onberis-
pelijk leven ; en zoo fober in 'reeten en drinken, dat
de Geneesheeren hem raaden moiten , voor zijne
geiondheit meer drank te gebruyken. Tot zijn ach-
tiende jaar toe had hy niet anders als klaar water ge-
dronken; 't welk volgens het oordeel van fommige #
Artzen de oorzaak is geweeit van den (teen» die
hem ellendig gepijnigt en eindelijk in 't graf gehol-
pen heeft.
4. Onderde geleerde Mannen van Deventer moet
voor ai niet overgeüagen worden de Doorluchtigite
en Hoogwaardigste Heer, Pbilippus Rovenius, Aarts-
biflfchop van Utrecht en Philippen, en Pauflèlijke
Vikaris in de Nederlanden : van Utrecht, zeg ik,
want't is elders beweezen dat hy ook de rechte Bis-
fchop van Utrecht is geweclt. Zijne fchriften ftaan
by Valertut Andreas en elders opgeteld.
Ook moet hier eene voornaame pltats gegeeven
Worden aan Gemard de Groot of Gerardus Magnus,
van wien reeds zoo veel gefproken is Eenige van
?ijne werkjes zijn gedrukt hy de werken van Tho.
™«s á Kempis;
de andere plagten in verfcheide boe*
keryen van Nederland ongedrukt bewaart te wor-
!^n· 't Zijn altetnaal, of oaeeft altemaal, geeÖelijke
Traktaatjes, die van Valer'ms Andreas opgetelt wor-
den. Daar is 'er een onder, dat deezen tijtel voert5
y°Htra Turrim Trajettenfem , 7e£en den Toren van
utrecht
; 't welk ik, om de zeldzaamheit van den
"itel, gaarne eens zien en kezen zouw.
 Á Ô Ç Ì Å Í. \
®efter&baa ^atomen/ tmba^ banaal* ñ«Ãïïá
W/ paat onöcc befcijuttiuge ban <&* %·%****&
w|iö : jet reeïjt ban ben gafïooj booj te*c·
M\m qnam ijet ïtapsttei ban â·. Lcbuinus
Õ æ                   toe.
-ocr page 465-
34° Oudheden en Gestichten
toe. ^aat tsaren ttoee karnen gefitcgt j
öie ban ^* Catharina, m bie ban oen $. An-
toniu.% ©e öeoienaar ban öe ïaatjïe Biteg
toiero 0005 oen gtefïooj en ben ï|eee bau
Φο#Ε) getoren* enitoa$ tot eene toceltelpc
Jiiife geöonoen.
O L S T.
ς, ft φ* Bern ban ΦΙ|ί/ 't toeïft luggeïpg on*
fciiL'ran oer &allaul> goojt / geeft tot &c§M%M$
^kerkt Den % Wiiicbrordus} en flont ter öenoemin*
oift, c«2.ge <um get kapittel te ^ebenter. ^aar
eene eenige ©itejo / te toeeten ban o L.
Vrouw en &. lan Evangeiiilj bie 003| &fli
j^afiooi bergeeben toierö * en toien$ besitta»
tot ttoee Juffen ter toeeft gegonöen toap. f η
't jaar 15-71- toierii otge #afiorg 0003 eencn
Johan Kloot Öeitïceöt-
TWEE KAPELLEN.
^aar ffaat eene ftancl teilengberöen/ öc#
toeïne in topte en jjoogte ban oen toren boo?
oe^arocpfoeeÉie niet Behoeft te topen. <®ü®
flaat 'er ooft tm te Hieïfnm/ aan oeje 3P
ban ben §§ffeï.
W E Ζ E P.
paroeïu- Mt i$ ooft een öo^jj / onoer ^alïanb Bf#
kerk ν^ fipd&tifö 3£e nerft i$ op ben naam ban öcu
wewp. ^ Nscoiaus ingetmjot: en 't Hapitteï bau ψν
benter fjeeft fjet recgt am iemanb tot öe f a?'
torg te benoemen / en in 't Öe3it te fteiP*
«Paar 3i)n ttoee autaareiii |et eene &g»
; #?3
-ocr page 466-
VAN DeYeNTeR.          34I
£. Anna , get mUtt batt tot Μ\1&φΐύί$*
fïe J^aagb * mew öeibeaar 3011001? Mh&
3ίπ 't iaat' 15-7»· ffonis §w d$ jpafïooi
Hermannus Lyffinx.
I                HOLTEN.
I                                    - -w ■ ' ·. ' ......
Holmi $ een 00$ / dat onber get ICatiö-
djowcgap ban &al(anb goo#: be fterS/ die
onder de 3paroejjiteiie ban fögfTen fïaat /
toierb öoo| ben gcööoiböögd (Seholafticus)
ban^Mamas ïiern te Utrecht öegeeben. SI»
t^eïbe fterïie toa^ maat: ttnt Mhavg -, tt
toeeten ban $, Antonius, &fe be ©ifcarg be*
jat/ mofl aïie toeentu ttoee ji&ifien leesen/
m oenpafïoo! in sjjn ïgarder^ampt en ijet
ftoer geïpen, ^e peeren ban se Mattbtöti£*
3en/ onber bese J$aroc!)ie behorende / Ijatb
oen get reeïjt om ben ©iftarif te benoemen*
3fn*t jaar 1571 foa$ Henricus van Kcrven-
hem gafiooi ban ïloltr»,
R Α Α L Τ E.
*
^e ïiern ban bit öo#i / 't toeïfc ooit onber f ^
^aïïanb gereïtent too?b / fcja^ be «erft ban tgS
I* $$?ng)$ genaamd/ en fionb ban oub$ on?iyc
oer {jet Hapittei ban ^ebentsr. ^goe bat 55
dit recijt geïsreegen fjebuen/ öïpt ugt eenen
€ψεη ö^icf ban (1) Hendrik f V $, die ligt beu
°^feonneipen b^ief u^tgifcï)geebeii 1^:
• Het zy aan alle menichen zoo tegenwoor-
dige als toekomende, hekend dat wy die van
I Deventer 5 om hunne onderdanigfte getrou-
-ocr page 467-
342 Oudheden en Gestichten
wrgbeit aan ons beweezen, met den raad en
't overleg der Biflchoppen en Vorften, die het
katoiijk geloof volgen, ganfch en geheel quyt-
gefcholden hebben het koopen van den Doop
en de begraaffeniflen -, tot het welke zy tot nu
toe tegerfalle goddelijke en menfchelijke wet-
ten genootzaakt zijn geweefl:: en wy hebben
roerde toeflemminge von Godebaldus, Biflchop
der Utrechtfche kerke, uyt krachte van ons
Keizerlijk gezag verboden dat de Doop der
kinderen en de begraaffenis der dooden voor- .
taen by hen niet gehuurt zal worden.
Daarenboven, om hen en hunne nakome-
lingen tot het bewijzen van hunne getrouwig-
heit meer aan te moedigen, en daar in te ver-
kerken? hebben wy die van Deventer ook de
penningen der (i) huyzen quytgefeholden; en
in de plaatzevan die penningen de kerk Kaalt,
die Lifgerus bv vonnis ontnomen is, aan den
Prooft en de Broederen gegeeven. En op dat
her Dekreet van deeze onze vergunning beften-
die en ongefchonden bhjve» hebben wy dezen
brief daar over doen opftellen , en met ons
zegel bekrachtigen. Hier over hebben als ge-
tuigen geftaan ; Fredericus Aartsbiffchop van
Keulen^ Bruno Aartsbiffchop van Trier; Jl'
bero
Biffchop van Luykj Gerardus Graaf van
Gelderland ; Arnulfus Graaf van Kleef; Jrnul·
fus vw Rote
; Stepbanus -van Oyen. Gegeeven
te Utrecht in't jaar van 's Hee^n Menfchwor-
dingMCXXIII, indeiv indiktie, den twee-
den Auguftu,
$atoöanö \$ m ηφ aan fcen J&oofï W
't &mU~teMW Qt$ZÜMtL
-ocr page 468-
va ν Deven ter. H3
fnöe nerfte banïlaaïte bjaren be bolgettbe
outaaren; öocö 3onöer; $>i«argen en fterfcöfen.-
fïcn: 't outaac Dan öen %♦ Comeiius: öat ban
ÖCI1 ©♦Nicolaus j en Öat ban ÖC^. Catharina.
f η 't jaar 15-71. toterö be J^afiörg beftïeebt
&003 eenenlgeet ïohan... 3Pt binbe onber nu>
ne tyieben een tefïament ban Petrus van Noor c-
meerfche, $inae$ban ^Lebuinus nerït; «t
'ttoefe fm öen n MüQüfti t ?8o. aan &ejpQ&
hen ban 't gitoacte-toatec / boo j een b?olp
raaaï jaerlp* ti^ie putten Bekent: maac
bot foojö eiber$ niet bermelbt.
AANTEKENINGEN.
1. Hendrik IV; dat is op zijn Italiaanfch gebro-
ken: want de italiaanen en die't met ben houden,
gelijk elders al gezeit" is , houden Hendrik 11 voor
Hendrik I , Hendrik! Π voor Hendra II ; en zoo
voorts. Daar hebben zy deze reden toe dat Hendrtk ί
de Keizerlijke kroon van den Paus niet ontvangen
heeft; en vervolgens, zoo als zy redeneereu , onder
de Keizers niet gerekent mag worden. Dat hier van
Hendrik V gefproken word blijkt uyt het jaargetal ,
dat onder den brief ftaat; te weeren ι i»^ , wanneer
HenJriklV , té weeten die aan deze zijde van de Al-
penvoor den vierden gehouden word, al by de twin-
tig jaarén dood was geweeft.
              . Λ ,
x. Hier uyt blijkt dat alle of ten minftc de meelte
tiuyien den Prooft „en Broederen jaarlijks een pen-
ning of een * denier moften opbrengen. Dit weet
ik nu niet dat ik ergens geleezen heb; te weetsn dat
ieder huys de Gecftelijkheit jaarlijks een zeker ftuk
geids betalen molt: maar wei dat allede huyzenyati
fummige landen gehouden waren den Paus jaarlijks
een ftuk gclds op te brengen; 't welk Denarms S.
Petri
en in't EngctfcURomfcbêt wierd genoemt.
Van Engeland is't eene bekende zaak. Volgens ee-
nige b Schrijvers zoude Inas , Koning der Weft-
* lu 't Latijn ftaac denariot- * ΛρικΙ D* Canspe.
'                     y 4                         .Saxen,
-ocr page 469-
344 Aantekeningen op de
Saxen , dit laargeld ten gevalle van den Roomfchen
Stoel allereerft ingevoert hebben: 't welk r anderen
Offa-, Koning van Mercië 3 toefchrïjven ; en ande-
ren wederom aan Etbelwolpbus of d Αthulphus■;
die bynae ganfch Engeland onder zijn gebied had.
JPolydorui e VergMïm geeft 'er den rechten uytleg
van: te weeren dat Inas. dat jaargeld allereerit ver-
ïonnen heeft in Weftfaxen : dat Offa 't zelfde in
JVIerciê nagevolgt heeft ; 't welk door Ethelivolphus
over ganfch Engeland, te weeten zoo verre als zijn
gebied ttrekte, uytgebreidt is. De tett'óe Polydorus
voegt'er by dat dit jaargeld noch by fijnen tijd, dat
is onder.HendrikV III, opgebragt wierd» Niemand
was'er vry van, als die geen f dertig denïeren inzui-
ver geld inzijn huys had, De Koning zelf, de Aarts-
biffchoppen, Biffchoppen , en al wie in het Rijk
woonde, μ motten dat jaargeld opbrengen. Eerft
wierd het als een aaïmis betaalt: en wierd ook een
h aalmis ge noemt: maar naderhand wierd het voor
een vafte inkomfte aangezien : zoo dat de Pauzen
ook i itrafvonnifien te werk fielden, om de nalaa*
tigen tot betaling te dwingen. Eindelijk is die jsar-
lijkfche penning in eene zekere en νafte fomme ver-
andert: eene fomme, zeg ik, van Κ ioo ponden en
2f>fchellingen over ganfch Engeland, De helft van
ieder jaargeld was voor den Paus : de andere voor
den Broederen van S.Mariaas kerk teRome, die de
Schole der Engelfchen wierd genoemt.
Ik heb gezeit dat het eene bekende zaak was van
Engeland: maar van andere landen is het iedereen
7.0Ö bekend niet; hoewel de Pauzen daar ook,door
de mildadigheit der Vorileu, zekere fchattjngen ge-
s Rob, de Morte ad an. ι i, ι fi.
d Wi'Iliclm. MaliKcsbtar. Öc Bromtortris.
9 Hifh Ang!. lib. 4.
f V. (Leges Edw. r. ie: item Leges Guil, Notlu. cap. i8»
g Zie MattL Weftmon ad anni 704»                         ,
b Tn de wetten vao Koning Edeward (cap, 10 ) word net
Eleëmofvna Regis genoemt; en in eenen brief van I'aus Pa-
ichalis 11 ί by badffierus > Eleé'inofyna S. Petri, <
i Vide I«nec. 11 h Epift. lib. 16. Epift. 17;.
Κ Vide Epift. Alex. 11. ad Wilhelm. Notluim. apud Baron,
atUn»<o68« w· MaJmesb. P3g>7f. Lanfranc. Ep. 7.
1 F                                             nft·
-ocr page 470-
BE6CHRYV1NG VAN DEVENTER.            34T
noten hebben- Zoo zegt Gregorius /Vil, De Keizer
Karel deed alle jaaren cp drie p laat zen duizend en
tweehondert ponden ten dievfte van den Apoftnliffchen
Stoel inzamelen-, . .
. behalven het geen ieder uyt
eige godvruchtigheU offerde.
In den welfden brief
fpreekt hy aldus van Vrankrijk , Het moet alle Frons-
ten aangezegt en op de gehoorzaamheit bevolen worden
dat teder huys ten minfie eenen denier jaarlijks aan S.
Ñ iel er betaalen moet, indien zy hem voor hunnen Va~
der en Harder volgens *t oude gebrnyk erkennen.
In
Poolen wierd S.Pieters penning insgelijks betaalt,
zoo als zeker m Schrijver duidelijk getuigt.
„ In't jaar i^o, zegt hy , heeft Lokotto Hartog
„ van Sendomiriê de koninklijke kroon van Poolen»
„ van den ApoftoluTchen Stoel verkreegen. Straks
„ begofl hy S. Pieters penning van ieder menfchen
,, hoofd by wyze van een tiende aan den Apoftolis-
„ fchenStoel te betaalen: welken penning de Poo-
„ lentevoore t'zedert een langen tijd ge weigert had-
„ den te betaalen; waar in zy feitelijk maar niet
„ volgens het recht te werk gingen.,,
De Hartog van Silefië , die de erfgenaam van de
Poolfche Kroon was, fchrijft aldus aan den Paus
Joannes XXII: „ «Wat S. Pieters penning belangt ;
„ hoewel dat die op eene ongewqone wijze inge-
„ vordert word , zoo heb ik nochtans en mijne
„ broeders tot een teeken' van de gehoorzaamheit
,, volgens dewelke wy, zoo als we bekennen, uwe
„ Vaderlijkheit en den Apoitolifïchen Stoel onmid-
„ delijk onderworpen zijn, al overlang bevolen dat
„ dezelve in onze landen en oriderhoorige plaatzen-
„ betaalt moet worden.,»
Zoo was her ook in Bohemen gelegen: KarellV*
inde befchryvinge van zyn eigen leven,-.geeft het
duidelijk te kennen: ,- Ik ben naar Avinjon gegaan ,
5, zegt hy , om met den Paus Beneaiktm X 11 een
s, verdrag aan te gaan over S. Pieters penning, de-
3i welke in het Stift van Wratislavie gegeeven
ì word, ,V
Dat betaalen ging evenwel altijd niet even ge-
1 Lib S, Epiftolsrum, Epift· ultima.
w Clironicon Aulse Rcgiae cayt 8.
ç Áñ. du Caoge. V. Denaritis
■·                             Õ s                          m**-
-ocr page 471-
34.6 Oudheden en Gestichten
makkelijk toe. Wy hebben reeds gezien hoe dat de
Poolen naar de betaaling van dien penning in lange
jaaren niet omgezien hebben. Dé Hartogen van Silelië
wilden ook geen S. Pieters penning opbrengen: om
welke reden hunne landeryen
, zegt zeker Schryver,
tot den dag van huiden toe ander het interdlkt βααη,
W I L Ρ Ε.
V'; ·                                                   ■- .
©tt IMpe § een öo# in be ®eïntoe/ ban
Alfridus, itl ï}tt Itbtll bail Ludgerus, Hiülipa
genoemb, W4 bie ban be Clubje/ booj Den
arbeib en so^buïötgïiett ban ^«Lebuinus, be
oogen booi l}tt Ucfyt ban't <ÊbangeIi geopnt
en 't Cöiïfïen geloof aangenomen ïjabben *
ïjeeft beseïbe Lebuinus gier ecne 6ern ge*
Bonbit/ beiöcïne ï)em naberganb op jijnen
naam toegetept .$. 3^oIgen$ be Éanteiie*
ningen ban ben ^iffclpp de Monte Jjab be
I|artog ban <0elbedanb öctrecüt baniemanb
tot öet oenleeben ban be $afïörn te öenoe*
men; 't taeln Gramayus, m 3ijne Ïlpttcefi3^
ïen/ Jet Hapittel ban ^ebenter toefeö$ft
3|n 't jaat 1431* fïonb jjter a\$ #afïoo?
Theodoricus Kok; en itl 't jaar l$7% Ludol-
phus Piek, ©aar fcoaren ttoee 0inarnen ; teber
met ben ïafï ban tfcöee giffen ter toeeft. φ$
eene/ te fcueeten bie ban Φ. % ©joubj/ fïonb
tn't jaar,1571. ter öenaeminge ban Fromo
van Meegeren. <®ber be ttoeebe / bietereece
ban j§. Amonius gejïtcöt foa$/ jjab be 2C6b$
ban ^onnep §tt sslbe reeïjt. ^an foa$ 'e£
nocft «n ner&cttbienjï i toien^ Bebienaar ge*
Qouben 9$ maanbagj be onbloebtge ΦΡ
feröanbe <®abe op u öaaagen*
Paroclii-
Itcrk ,
Patroon a
enz. van
Wilpc,
Τ WEL:
.^r
-ocr page 472-
van Deventer-· 347
Τ W EL· L E.
let bo*p (Ctoeïle / aan Bet miartiet? ban be p»rochi-
^eTubJC paalenbe/, toierö in öe öertienöe eeu^«k «
toe 't ï&eenlo aenosmt m fcerfc/ die op ben vaa;rwnci.
naam ban be η^φίϊίφ l&aagb Mam m ie,
getoiibt té / teeg ijaaren f afïoo* op bthtt
noeming ban fr Lebumus itapittel tt ®t*
bentec/ en ban Den ï^artog ban <0eIDedanÖ.
^aac 39η ttoee ^itogeni Die ban $« Sebas- vikarycn,
tiaan, fïaanoe tec benoeminge ban Den ψφ
tooi; en bie ban ^ Antomus; befoeifteLub-
bert Vander Heiden ei! ^m ^UD^OHbJ op
£. Lebuinus bag .14?«· $ΦΦ *n Öeglftlöt
fieböen} met bit beding bat 3e booj gem en
tfine nakomelingen 3onöe begeeben bjojben.
Zwederus, &4ΓΦΨ ban tltwcfy / &eeft be
fïicfiting goebgenent* ben ^$ $©aart 143*·
jftn't jaat 15-71- ÖM$ Johan Wcyer fa|ÏOO|
banfCtoeile.
Τ E R W O E L D E.
Cerëöolbe/ bat onber be Seïutoe gelegen Patroon
tó / beeft eene neen/ die op Den naam ban be^Jcr-
$.£.Cosmas en Damianus mgetöpt i$/ ββ^Τ"·'
tec benoeminge ban $. Lebumus kapittel te
^ebenter (laat. ^aac 59» ooft tmee &n>
toen: al$ eene ban £>. Amomusi bememein
't jaat 1T71- tec tiergeebing fïonö ban Johan
Troeft: en die ban guCaiharina; obec betoelfte
Rudoifus van Twikkelo get tccgt ban benoe*
mmgïjad. a^aar mag maareene «eeïtenbienfï;
te baeeten banjj* Catharina; bememe ben 7
3«lS I47P. ΒΦΦ të *°ο$ Johan Stuer™"·
-ocr page 473-
34B Oudheden en Gestichten
Wit 'er bg öebong bat be bezitter ba» $. Ca-       j
tharinaas ©teg oen geméiben teltenöieofi       j
aitjjb BeMeeöen 30UI0 / en geijouben 30110ε sijtt       f
aüe b^bagen eene 3ieim$ te boen. ®e #ιφ      I
ring is in 't 3clfbe jaar/ ben i>3[ulg/ goeö*
gefceiUtböO^ David van Borgonjc.                        [
gjn 't jaae 1571. ■&»£ ösec ^afïooi Johan j
Verheiden.
NIEUWBROEK.                 j
Parreon         $!ettb)&20e« / UU <&CMVft§ DO&j/ «1 Ött* j
TasNicttv.^,, gct 3£anb|o|ïfc8ati ban δε ©eiubse gele* {
broek· oen/ Dab eene teit/ bie benf*Georgius toe?
getopt m$. ©e3e fterB/ bte 300 ïang onbee j
Ut ban (Certoaeibe &ab gefïaari / $ ben » 3uig j
1339. tot eene ©arocfiiteK opgerecöt s en
itrtcg eenen gaffooj op be, benoeming ban
ben Üartog ban «jMberlanb. 9n 't jeat 177 * ·
fcja£ Reinier van Keppel ©afloop ban ■$&&&·
ï^oeft.                                            «.
©e neen öab ooft tbsee Bifiarnsn. 33e eer*
ffc toa^ bic ban $. Agatha j betoelne boo£
bm gafïoo^ begeeben toiecb. ^e Mhari§ i of
fitter bet Biharge / mofï '# öinajbagg /
'$tofl?ta0i/ eiibe#5attrtiaej/ ben & ©icufï
aan't autaar boen. ®an toa£ 'ee eene $>iftar£
üan^Catharinai totcn£ öebscnaae/ btebooj
ben Pafioo^ en ben f m berliaetijt^eeen ban
^onnthgu@3e aangefïelt toieeb/ beepügt toag
alïe maanöagen/ tooensöagen / en 3ateröa?
gen/ be Ji&$ te boen. feetoïjï nu bc gemeioe
3üart8ut»5er^ gunganfef) onöergoub brinae utft
öe3e parochie trohnen ; acj)t ifc Set niet on*
noobig/ Set ceegtbat 35 baac toe jjabben flte*
optegeeben:
                                         ..
v· .:!
-ocr page 474-
í Áí Deventer.          349
TN Godes namen Amen. Allen den genen die
defen Brief foellen fien of hoeren lefen Rei-
nout
bider genaden Goeds Hartoghe van Gclre»
Grevc van Zutphen faluyt en kennifle der waer-
heit: want wy onfen Heeren Goede te eeren,
onfer Liever Vrouwen SinCte Marien fiçne Moe-
der en Sinöfejobannes Bapüfien ^ alle funderlin-
gen Patronen diens Ordens hier nae benoempc ,
ende anders allen Gocdes Heilligenommetrooft,
zaeligheytcnewelijke memoire dier zielen, en
funderlingen onfer Liever Moeder» die Godt
hebben moete, ons felves en onfer livcr Gefelin-
ne Alï&mren van Engclant begunt hebben t'tym-
meren en kortelicke volmaken en voltimmerert
fullen, of Godt wille, ein Cloefter en een Goeds-
huys des Ordens van Canhufen binnen onfen
Hertochricke opper Veluen » op onfen erve en
gronde ghelegcn, alfoals ons dicMarck geno-
ten en Moeien hebben daer toe gegeven, ineen-
re ftede geheten Monichufen by Arnhem en. bin-
nen dien ielven Kerfpel van Arnhem inden ge-
ftichte van Utrecht : alfo dat een Prior endc
die Monickenof Broders des felvenOrdens,die
ons Heere Godt daar toe verfien heft ende ver-
koren, daar inne ir.aen moegen en woenen tot
ewelicken daegen onfen Heere Goede aldaer te
dinnen, ende te biddenen voor ons ende die ge-
nen die voergenumpt fijn en ander alle die ge-
nen daer voor wijs begeeren. Ende op dat daer
toe defe voergenumpte Prior en Moenicken ofc
Broederf ç dien Ordens voirfs.. hoer behoeft ter
koft enclederen, ende anders tot hoeren nooth
los en ledigh, cnÖQ fonder comtner en forge heb-
ben moegen, foe hebben wy mit volkommenc
confent endc volborde onfer liever Gefellinnen
. *
                                           voer-
I
-ocr page 475-
350 Oudheden en Gestichten
voergefcreven van onfen gerechte goede en ren-
ten , üie ons Godt verleent heft, dit voirii. Cloe-
fterenGodeshuismede te wedemen,en tegue-
dcn, ende torewclickendaegen tot erven, daer
toe bewieft ende gegeeven, bewieft ende geven
tot behoef des Priors enderMonickenals voirfs.
is vyffhondert pont t's jaers cleynere penninge
enen gueden Andriesgroete Coninx Tornoifche
van Vranckricke voer iertien penningen gere-
kent, of die werde daer voer van andere gelijc-
ken goeden payement, dat ter tijdt gange en
geve-is alle jaer, die eene helft op Sïnte Mar-
tijns dach inde Winter, ende d'ander helft op
Sintc Peters dach ad Catkedram by den Prior
dcsCloefters voirfs. öf fine gewateBade te hef-
fene en te boeren funder je mans weder feggen
en fonder enigherhandc hinder ofte crot vanye-
man uytoniennypn tinfen, die wy jaarlix heb-
ben inden Nienbroeke opper Veluen tegen De-
venter over de Ifele binnen den Nienkerfpele
van dien felven Broecke gelegen aan viefTcn t'fe-
ventich Hoeven endedartien mergen Tandes» die
gelegen fijn tuffen die vier hoeven vanSchonen-
berchende tuilen dien Vloyt dickedie beneden
andenBfotekegelegen is,alfo van eiker hoeven
fes pont t's jaers .payement t's jaers. Voert aen
drie hoeven lands van onfen vier hoeven die in-
den Ghicr gelegen zijn , van eiker hoeven vief-
tien pont t's jaers des felvens payements voirfs.
Vort an vief en t'fevcnnch roeden lants , die
Dedcric vanCranenborch van ons hadde, acht
en twintich penningen payements voirfs. welke
hoeven lants en guetwy gegeven hebbenen ge-
ven die Prior ende Moenicken voirgefchreven,
cnde hebben fy dacr in gefet ende fetten initz
defen openen brieven crffelick ende ommermeer»
*
-ocr page 476-
VAN DïVENTER.          '%$\
dats te vcrftaen inden tinfchevoirfs. beholtelijck
ons en onfe erfgenacmen ghewins en ghewiefs
onder der tinden van dcfcvoirfs. hoeveende lan-
de. Voert fo hebben wy geloefcen geloeven in
gueden trouwen voer ons ende onfe erfgenae-
taen, overmits confente ende toedoenonfer lie-
ve Gefellinne voirfs. die voirfs. Cloefier, Priore
en Monicken defe voirfs. vief honderc ponc
t's jaers wittelickeen wal te waeren, en fidaer
in vaftelick en vredelick te hondene en te doen
handen funder argelift. Ende wy Alianora van
Engelandt Hartoghinne van Gelrc, Grevinne
van Ziutphen, bekennen dat wy pucrlick om-
me ons Heren Goedcs wille ende volkom E»e
confent gegeven hebben en geven mits defen
openen bnevc tot alle defe voirfs ftucken ,
ende hebben vertegen en vertijen openbaer-
lick op alle recht, dat wy hebben of hadden
aen dien voirfs. viff honderc pont t's jaers, alle
van onfer Lijftocht ea duarijen wegen daer ii
in plaghen t'hoeren, want onfe live Heer en-
de ons Gefeile die Hartoge voirfs. ons in dier
fta.k ende daer voer anders waer bewifec hefc
en gegeven tot onfer Lijftocht, alfoe verre en
alfoe vele dats ons wael ghenueghe en billix
wal genuegen fall j welcke viffhonderc ponc
t's jaers wy oeck opdraeghen in defen openen
biieve dien Hcre daer ii af rueren t'lene in alle
dier beiter maenicren en voegen dat wy dat
na rechte of gewonte des landes fchuldigh fin
i'doen en alre beile doen moegen tot behoefc
ende orbaer der voirfs. Qoeitérs Priors en Mo-
nicken alfe voirfs. is, en geloven by onfe Ker-
fteiijcke trouwe, dat wy nummermeer hier en
tegen en fullen doen, noch geftaden ymman-
ne t'doen alfoe verne wyet keren moegen in
eni-
-ocr page 477-
-35"2 Oudheden en Gestichten
gerhande maniereri, waer by defë voirfz. ftuc-
ken belet ende dié guede lureden gehindert
muchts worden aan hoeren rewen voirfz. En-
de want wy Reynoudt ende Ahanora Harto-
gbe en Hartoginrie vorgenumpt begeren ende
willen dat dele voirfs. rlücken om die meere
ftedicheyt en veileniife daer toe te doen, allen
gueden luiden kont fijnen openbaere, ende
funderlinge den genen dier hamk ende macht
hier roe gaen fait, als namelick eens Erachti-
gen Vaders in Godt dies Bifcops van Urrecht,
of noch enich Biicop is, of des ierften die daer
commen fal: foo bidden wy hem oetmoede-
lieke dat hy fijn confent hier toe geven wil
als een Leenheere daer wy dit voirfs. guet af-
houden t'lene. Ende dat hi oeck om, Godes
wille t'vocren ende onfe oetmoediger beden
wille fijne giftelicke handt ende macht hier
toe keren wille, als defe voirfs. viefThondert
pont t's jaers dien voirfs. Cloefter , Prior ende
Monicken t'confirmiren, ende anden alle an-
dere dingen t'doen daer roe van giiteiijeke
macht bchoeren en gewoenlick fijn t'doen al
argeliil, wcrwoerde, verpel en aentael uytge-
fat in alle defe ilucken voirfs» In oieoude en
veftenifle defe voirfs. dingen foe hebben wy
Reynoudt Harrogh en Ahanora Hartoghinni
voirfs* onfe zeghele aan de openen brief ge-
hangen, gegeven in *t jaar ons Heeren duilenc
drie hondert me. én veertien op S. Jacobs
Α vont des Apoftels.
'®it t4ïoofW Eïöag op urn $m tiérma&f *
ïpc plmtg I in tth &aï / tuflcijcii 8ct ψ*
bei$te gelegen, jlföeai* 'tse&erti öat tjtt Uloup
m
af$e&;ohen mfa ojont». bèrftorijc t$ï if
'cv
nmm>eU)&$ ttntQ titaüvUtm oXtevgtMw
-ocr page 478-
Van Deventer· JT3
toji/ $elfg niet ban öe IterB} öetoelfce/ aljT
6e Begraafplaatg öer $artogen ban <$elaer*
lanü $nöe / ffltmê ban 5ul& een aanstelt
M#. mt bjeeöer oefcgeta ban bit ftlooflee
Poen bul; 3a! $ne bolboening $M* #v*M
lius en Dorlandus tMiöCI!                             ;^
* De erigiij, Catthufian. Bdgic, pig ft·                  π
Dek en scha p
V Α' Ν "
OLDENZEEL,
Onder't welke deze plaat zen fionden.
^DENZEEL.
BELDEN.
ENSCHEDE,
GOOR.
DïEPENHEÏM.
CESSEN.
BORNE,
LOSSER.
HENGELO.
MARKELQ;
HAAKSBER-
GEN.» .
¥...
; ■, .
OLDENZEEL.
r\1ii»en5eel / be Jööotipïaatg bec oube £a* ouenxeei*
VA ffer^/tn öe fjsoföilaöban (Ciaent?Seeffe*uakcit'
Dien naam sefcerip ban öe onbe £alietócul*
Β* Φ* B^ijeeeeii ban «tleef tybbm
g«■ glaatjs eértii&gi in eigendom jfeseeten *
Jkg ban ben ütefter Lodewijk den Goeden
jewjoen fjaböeiu ©e eerfïe ban allen/ öte
111 WIS / Ρ **«ί Ν %K
ÖFCC B°udewyn 1, öie in 't jaar §u. ligt ftet
Ζ                   ïeben
-ocr page 479-
254 Oudheden en Gestichten
ïèben feftetöbe', na bat f$ be ftab biec jaaren
teboote/ te töeeten nft jaatr 817, tnct bt§*
ten 8aü omringt ®e ïaatfie ' 9*$&*τ tia#
Baldericus ; bpöenaamÖöé Goede , öte Öe
XV ^ifftfjöpban tltcecljtff gebjcelï ·, en
be flaö tn 't Jaar pyo. aan & Marcmus ra ei*
neuaom obergaf. toebeet öien tp 30» »e
hifïtftawm ban ïttrecöt peeren ban m|
Wi gebSeefi: 't toeïït in öcse bec^en te fcen*
nen gegeetien toojb s toant eïöer#/ 30a m
siichtenhorft getuigt / mfii 'ec geen getoag
ban öie gifte gebonöen.
C^faris Augufti Gnatl, geöitore Luthard$t
RixfriduÈ
rexi rura Tübanta \ fatus :
Degener haud genitus mihi Baldus» Twentius
hseres,
Qui San&us WïUi Praeful in Urbe tuit.
Sed, ficut Genitor mihi juraTubanta refignati
Sic Traje&o eadem Filius arva Üedic.
9ln be« ueerjen 3egt RixfWdus bat (1)
tBatdus 3ön baöe? toajp/ en'g«*ei3ecg Öo#i
«iine moeöer: bat 3#n 300» Baldericus, Dien
ft» om fiet beerg goeb te maafien Baldus
Ïioemt/ Wcöou ban uitredt iJ^fl
en get ïanö ban €toent aan ftet &ttft ban
lUrecfot gefcöonfcen Beeft
                        . rf.
9aar tooaö noefi een fytef sebonbsn ban
Vfcen ii 3|Uïg io4p; toaar in öe ^ei3ec Hen-
drik 111 on öet bemoeit ban sgne eergenoot
Aenes, en om öe troutoe bienfien ban Ber-
noldus ^sffcgop ban ïiteecSt/ öen5elbenBer<
noldus en «ine na3aaten berfof èn magt geetc
om in 3eftere $aat3e / Sfilöenfeïe genaamd
cu iu 't ïanö ban Ctoent gelegen/ alle öo"
■*<:;
:.:
lf«ê>.fT:
■■■ m
-ocr page 480-
ι
ί
van Deventer· $ƒƒ
tegen/ ïjtt ganfcöe iaat? booi/ eenenmarfcc*
öag te Sonöen: en boo#£ om m öc3dbe
$imt jaarfp# op üesi *i <$&to&ee/ sgnöe
|ft ^fcefï öer ftee&e/ een jaarmarlt t aan te
jtdieii; met öebd bafcbe3eïfce jaarmar&t ttoee
ïiugen boe* ïjet H^feeji Beginnen 3a! / en
iioirïj ttoee bagen na getselbe fetfi Dnnren*
«Koen^eei $ tn öe ïaatere tg&en eene 50»
fk&e fïab gebieefh Haar be peeren naaten
t'seöert fiet jaar 15*97 ö^etting geöouöen jjeö*
Ben* Itë 'eebteöesetttngtn't Jaar i<so?. boor
tien. |iar%^aaf Spinoia ugtgebjeeben toa$·, ij
öe fiaö int jaar tjfafa toe'öec onbtröe magt
ban ben$taat geltomen / en tn 't selfbe jaar
ban alle pare loerisen ontöloot.
®aar b$a§ maar eene fterft/ bie eerfï ben
I Silvefter en naberQanb beni|. Plechelmus
toege- eigent tnierk 't $&&$ een JNrocpterEi /
öic mcttertrjb ooft eenüaptttel Itreeg; 'ttoclft
te boojnoembe Baidericus bansfjnerfgoeb fteefe
gffïicöt. I^an fcudft fftcgten ïjet booaöoeft bet;
pst herhc met be3e tooo^ben geteaagt: In'c
jaar des Hccre 977 is overleden de Heer Bah
hricusvan Kleef,
deX V Biflchop van Utrecht»
ei de Stichter Van dit Kapittel van Oldenzeelj
ü'e het zelve opgerechc heeft in *t jaar 9f4§
e" het Bisdom 5-9 jaaren geregeert. jJÉfcet
Jwllt bergaaï u) omtrent obereenftomen 3e*
m ouöe beerden / Die in 't Üaptttefêlgof
«o toon pïagten te -gangen:
^Criptis bis quinis, nongentis, x. quoquequinisj #
Praifens Coileg'ium eondidicecce pium
r^ful BaldricuSy vir optimus» Legis amieus
■O ^*ν'8 natus magnus honore ftatus.
i^ifo Prarful grams Plechelmtu: vaïdè beatus
^denzal latus nofcitur atque datus:
Ζ ι                     Paftor
-ocr page 481-
tf$ Oudheden b« GfiSTïcH* k«
Paftor devofcusVvirnittim fèheffiate notüè
Hac Patria, natus cum föret ipfe Scotus,
Céfafis Öttbnis San&t fub tempore Primi
*Regno ïublimi qui datur atque thronis,
$ii Aldenzalis vetus Aula Dei fob & alis
Te&a Patris talis ac aliena raalit.
®an Mt dkgtytft Rovenius nautofteuctg
öéftfeeeben/ afê öe S<er öetamptban m
heeft Heer Balder kut van Kleef, Biflchop van
Utrecht, te Oldenzeel een Genootfchap van
Kanonnikken (of Kapittel) ter eerê-van Godc
en den H, Plechelmm gefticht: welke Plecbeh
mui
omtrent het jaar 7T3 » om't Èvangeh aan
de oneeloovige én Barbaarfche volkeren te ver·
kundigen , het Bisdom van Withern en <k
Koninklijke Kapel Ie verlaten heeft j en uyt
Schotland , daar hy gebooren was, naar Ρψ
pyn
Koning vart Vranknjk is gerei ft. Hy
wierd van Pippyn naar Vriesland en de gewes-
ten van OveryiTel gezonden ·, en heeft de 2«f
hanten of Twentenaars bekeert; dewelken van
't Chriften geloove, dat MarcelUnus volgens het
fchriiven van * S Ludgerus daar 6f jaaren h%
gepredikt had, weder tot het Heidendom be-
loften over te gaan. Als hy eindelijk door
al het werken afgemat en oud geworden was}
heeft hy S. Pieten berg by Roermonde ver·
kooren, om *er zijne overige dagen te (lijten:
welke plaats hy van den Koning Pippyn™'
§ kreegen hadi om'erGodemtiOdgerus, W***
en meer andere Broederen te dienen? pf?>W
daar ook zijne heilige ziel. in de handen &
* In Ttta S Switb<rti.            !                                         _^ecrC ]
j ... Λ f
-ocr page 482-
van Deventer. jj/
Heere overgegecven. Het lichaam van dezèïï
Plechelmm heeft de voornoemde Heer Boldert*
im
daar van daan naar Oldenzeel doen voeren $
en na dat hy daar een kollegie van Kanonhik-
ken om den Heef e te dienen opgerecht hadj
heeft hy die kerk (j), die daar eerft ter eere
van Godt en ter gedagtenifle van den Hi*PaW'\
Sihefier
(4.) opgebouwt was, grooter gemaakt^
en begiftigt; en daar by begeert dat ze voor-
taan S. Plecbèhaus kerk genoemt zoude wor-
den. In dezelfde kerke ruft ook voor een ge-
deelte het lichaam van den Heer Balderkusy
leggende onder eenen kleinen zarkfteen. BaP:)
derkus va» Kleef
heeft den tijd van 5*9 jaaren op
tien Biflchoppelijken Stoel van Utrecht gezee-
ten; en zijne gedagtenis word hier en te U*
trecht gehouden. Wat de Reliquien van on· ·
zen Patroon belangt 5 bynaar het ganlche
lichaam van den H. Plechelmm is tót nu toe
in iekere kas bewaart, die daar toe gemaakt
was: welke kas oöfc op den dag van den Pa-
troon, en op het jaarlijkfch Wyfeeft der kei?* 4
ke, omgedragen word: W y hebben ook hef
gcheele hoofd van den H. Plechelmm; h welk in
zilver heilagen is; en noch eenige andere Re-
! 'i(juien,die ineen Zilveren kruys met een ftuk-
je van het hout des H. Kruys opgefloten zijn.
Ons Kapittel heeft» behalven de Prooftdy,
I l5 volle Prebenden, en eene halve Prebende.
In den beginne had hef negen Vikaryen * maar
m zijn 'er maar acht · door dien dat de Vikary f ï
v*n O* L. Vrouw, en die van S. Jan den Doo»
ï**y
om haar·? geringe inkomften, door derim
AartsbiiTchop en PauïTelijken. Vikaris SaiboU
■Ö FOstferus in *t jaar 1607, vereenigt zijn. r
3& set ö0 naatmti/ mtt öe Ιφη m (ίιφ ■
-ocr page 483-
%$% Oudheden en Gestichten
tingen ban Ut JMargen Bier tufTcöeti üi
boegen,
ï i®e Φίϊωτρ ban 't !♦ &*u^ / met ben
Iafï ban tbiee btenfïen/ en nocg eene üoog^
tamM'$ bfêbagg moefï geiden tooien §
betoeïfte/ 300 afê in ben fïic]f)ting-b|tef (ïaat/
fa 't jaar HPP· gefl^t # bOO$ Hendrik Fo*
bik, en eene Henrica; bte 'et elf maïöeren
tarfaie toe öetoeesen Jjeböen,
i# ©ie banbe&^.jj&aagb Maria, Johan
den Dooper, en Johan Evangeliftj aanfcMtte
Pifcarge be ïaP wm&W H&fti bienfïen
ter toeeb: bie'gbinggbag^/ 9 W»0i/«
*aterbagg '£ ocfiteng moeten geleden tooien
met een fawfepaarffe ban tyit ponnen gei
töiet: toel&e toafepaarg ban Μ Maartens
abonb tot 3oni»ag£ na$*a$m$ onber beitel*
«eren en jjfeetten b?anöe« moefï.
               .
3,  ©ie ban bef, % Jan den Dooper, Cm·
pinus, Crifpinianus, en Öetöe be EJwalduiTeni
toteng fitter geljoubcn toag alle bonberöa*
oen'g ocötenb$ ben bienfï te boen*
4.  ©e^iftarg ban öe^.^. Drie Koningen,
ben Ulartó engel Michael, en alle zalige Gees-
ten ; met ben ïafl ban alle 3onbagen '$ mop
gen# eeneHWM* ïeesen- Jutta W$^
voorde, tn 't Jaar i4E*i oberleben/ ψΦ*
tnfcomflen be3er$iïtarnebooj öet geeben ba»
3eRer lanbgoeb bermeerbert; met Dit mm™
bat be JKBartf nocö eenen bsenfi terW»
30Ube boen; en geöowben 30ube mn alle ö*
gen in be haffen tot m offeröeeï, öer J&P
toe te ppen 3inge« ^m be3en lajUe b*r<
linten heeft Wcrnerus van Bevercn, bie QW
|*anonntft foag / ö^«i tot tnafcfier toegebocjjt
ben»3itter ban(<§; Jans>$ftoug/ en De »*
feomjïen ten bie» citit» bermeerbert·
            r
-ocr page 484-
VA Ν O E VENT E R.          3 5ΊΙ
f* 3Ne ban beΊ|. i|f Maria Magdalena ,
Barbara, e!t Margareta; btfoMt fa 't jaac
1406, op φ.%. '$;oiito$ geboomte/ met be
ao^euriU0e ban Fredericus, Mffcfyop ban
mktjfi1 opöerécïjt W* ®e 25eöieiia^r öcu
Mmgt i§ δφ^εη op b#e bagen tn be.........
tóifc/ bie aatt öe ïfeure ban 3pe gobtyucjj*
t<0»5iit gelaten tooien/ ben% bienfï teboen.
6# ^ie ban be i|. ψ, Stephanus, Lauren-
tius, Bonifacius, en Catharina; to!en$'2$e5!ttei!
bm mfèen bienff alle raaanbagen boet; en
wel) mte bienfïen op mikt bagen a$'t ijew
Belieft
7· 3Ne ban be % % Anronius, Eljgius,
Rochus, en Jacobus: bjten^ $$ebienaae aiïe
ganbagen/ Heüfgenbageny en bitig^bagen be
ttebe jj®$ moet ïeeseiu
8. ®ie ban be φ, $. Limbertus, Agatha,
tien duizend Martelaaren, CIlGaiharina; tUlfUS
1%mmt berpïi0t i$ om ben bfeng ajletooen^
bagen en b^bagen in 't ftwepen ]oan ben bag
te boen. ®e W&vt$Mffcï)op Royenius fieeft
ben ip %viï% ιβ%6. eene óalbe gjeöenbe aan
Öe# MMt$t geïjecök
P. ®ie ban b? j|« ï§. Anna, Agnes, Doro-
thea, en Apolionia: &uen$ 25ebtenaar gegou?
tien φ '$ fcocn^bagg eene H$ ban £. Anna,
'g&onberbagj een 5ielm$/ en jaterbag^ eene
Μί$ ban Φ. %. ^onto te leesen. ©e $>j#
fcoop De Μ on te 3egt tn 3ijne Statehemngen
tott be 2$i5itter ban Dcse Biftaro op tien daac
^e gefielde feefibagen bflf goubguïbeng aan be
f f me jiubenten ugtreiöte; en op be $oogtgben
|a#ermibtiatré ee#e jNttifiaatgf bm. ©es*
»fóarg i^bOOa aimon van TtyeüTt jaar HPf,
°Pê. Piecheimus öbonb/ sefiicfit booi een
2 4                 Iftfeft
Ν
-ocr page 485-
|6β Oudheden &ν Gestichten
l^iejïer biedeen Bgsit jjouöt /300 luibt be |Ιίφ
tingbiief; bie op jfln f&?ieffcr£ geMeeb gaat/
maar ten fterfcamyt bt$it/ cnbe noobljulp ban
ben <&nbet$afioo? of een ban be üapellanen $,
n&t fiicDtiiiö 9 in't selfbe iaat/ ben p3|u!ö/
bOO| David van Borgonje goebgeïieUtft·
Begeven jjfèaar ten teren ióeber tot beHlante&eniw
JcrYik*. pii balt Rovenius. Deze Vikaryen en Pre-
*?** benden, als ze open vallen, worden by beur-
ten door den Paus en het Kapittel begeeven.
Die in de maand January openvallen, worden
door den Paus vergeeven; die in February open-
vallen , door *t Kapittel of den Kanonnik
wiens beurt het is; en zoo vervolgens. Maar
de Vikary van $. Anna word hier van uytge-
Stondere» op dewelke de Kerkrneefters het
recht van Patroonfchap hebben i zoo dat zy
iemand, met den raad van't Kapittel, tot die
Vikary moeten voordellen.
Ί
\Alle de VikarifTen (Bedienaars van zulke Vi-
karyen) mogen van de dagelijkfche uytdeelin-
gen of * koerpenningen deelen; zoodanig te
weetcn, dat twee VikarifTen zoo veel genieten
nis een volkomen Kanonnik, Die een halve Pre-
bende bezit, is gehouden in eigen perfoon te
refideeren, en Onderdiaken te zijn. Hy ge"
niet even zoo veel van de dagelijkfche uytdee-
lingen, als een Vikaris. In het verdcèlen van
het lichaam der Prebenden is hy even nae als
de anderen s behalven dat hy left van allen
kreft; en niets geniet van de bedieninge, die
door den Prooft gegeevèn word. Echter trekt
hy jaarlijks eeriige guldens; en hy moet om de
% derde weekten Epiftel in het koer zingen»
De tien eerfte Prebenden fcijn Priefterlijk*
• Doordetoódcliagfrcicaclfetd
                 '
-ocr page 486-
VAN D L V E Í Ô E SL.           | tf f
Prebenden: zoo dat de tien oudfte Kanonnifc*
ken Priefters moeten zijn, Zy worden Heb-
domadariffen
genocrou om dat ieder zijne beurt
heeft, om den dienfl. aan't Hooge öutaar te
doen» en in't koer voor te zingen; den De-
ken zelf niet uitgezonderd· De drie volgende
Kanonnikken moeten Diakens zijn 5 de twee
laatften, en die de halve Prebende bezit, On-
derdiakens.
Op alle Hoogtijden, dubbelde (f) Feeftda*
gen , en de zondagen tuflehen Paaflchen eo
Pinxteren, moet het Hoofd-outaar van Ka-
nonnikken bedient worden , niet van Vikaris-
fen: zoo als in de ordonantzien » aan 't derde
hoofdftuk, breeder word verklaart: welke or-
donantzien door Fredtrik van Raden, Biflchop
van Utrecht, in 't jaar 15º4. vernieuwt en
goedgekeurt zijn : want in het verbranden en
üytplundcren van Oldenzeel . *t welk Karel
Hartog van Gelderland in 't jaar tyio gedaan
had, waren de oude ordonantzien weggeraakt j
gelijk ook veele andere gedenkftukken en be-
regelde brieven van *c ïCapittel. |n*t jaar 1517.
is de ftad weder uyrgeplundert door 't krijgs-
volk van fvlinden, dat men ingelaaten had: en
daarenboven is ze in de volgende jaaren ver-
Ãòç^â reizen belegert geweeft. Eenigen tijd
te voore , te weeten in *t jaar. 1471, was ze
ook met een goed gedeelte van de kerk ,;en
met het orgel, door haar eigen vuur, door de
Wandeling Helmicksbrand, aan koqlen gcleit.
Onderwijle is 'er meenigwerf beraadflaagt
om het Kapittel naar Zwol over te brengen:
en de Zwollenaars zouden 't bynae verkreegep
hebben ; ten ware dat twee Kanonnikken ,
tooruamentlijk twee gebroeders van Oldea*
Æ ƒ                      aeel»
,ÚÃË-'" ti .-Ë
i
é
-ocr page 487-
$6l OüDttEDEN EN GESTICHTEN
Ireel, zulks üyt liefde tot haare geboorteplaast
«iet alle kracht tegengehouden hadden. Wat
êat Oldenzéel naderhand geduurende de Nb-
derlandiche oorlogsberoerteri ν Van het jaar
if66. tot het tegenwoordig jaar16*13, Wtm
geftaan heeft,hoe dat het fomtijds verovert en
weder ingenomen is, en altijd niet eene tal-
rijke bezettinge van de eene öf de andere party
beladen is geweeft, dat is ieder een bekend,
Wü§ berre Rovenus/
X&t Pafïorn ban öe$e ïmïi toferb boou? gct
ftapittel beMeebt/ of ïiebee ban '$myitttl$
toege booj eenen a^nbcrpatïoo^; bie booj get
liapittel aangsfMt toierb. ©ocg op bat 500
ten #nberpaftoo$ niet tot eene ïjaMoo^ ar-
tnoebe berballen 3011111/ en bo Die gelegentM
Brit op een enber£ rpöom mammen, geeft
Fr. Schenk, ftet^biflFcgop ban Utrecht/
bert 11 Jpen ttjó. eene iianoimtë^bn aan be
©afïorn gegecgt
«ere $a get berbannen ban ben ouben «flSo&g*
«βοή* titènfl gebbett be3e |pafïoo$ te ^lbenjeel m
paan.
Hendrik Hemzirigh, eettf^efïfaffng/ ftfeöll
tn gebult ban ïfcgaam: maar Uoüi en öap*
per ban gemoeb 5 betoeliie be sa&en ban hm
liatoïpen <0ob^btenfl niet alleen binneng
|ug$ beftig berbébigt en boo#ge$et geeft:
maar 3pe tnflbabiggeit ooft tot benpöuurige
plaatsen ugtgè jireftt. 3&ant gg i$ be &tkfy
ter ban be <0ïaan/ eene plaat| omtrent <BU
benseel gelegen; én geeft baar op een fïuft
ïanb-S/ bat gera boo; benBo^ m$Btffcm
dan lÉnnfler gefcgonfien toag/ tot gerief ban
öe ÏSoioïpeu/ bien be beoeffening ban gun
ésjii
-ocr page 488-
van De vent ι κ» 36 J
geloof baae §n tooonben tieröoben foa$ / een
beekje getifflmert ign toierb te^ne Üarber*
Ipe bedieningen booj 5#ne ©iftarifFen/ en
ooft ööo? renden ban 't ïlanittd / gegoten i
$$ ÖOÖJ Engelbert Eyzing, Bruno van Om*
men, e» Bruno Bruins * &ÜZ tyit gcboore
gtotntenaar&
«tëenige Jaaren baat nae Imerti Hendrik
Heffing tot #bei(ïe aangefïeft ban bc abe*
I$k fgfón lfctttmat#/ bg üoe^belö gelegen r
en öeeft be fwïïgenbe na3aaten gefjafc
Theodorus Menfingh, te^tbmttV ge&CSO*
ren/ nabecjjanb .$a#m ban 9utfae$ en ce»
Higeanbere bo&j?ii/ bn wtrccljt gdegen. ;ln
geeft; eenige boenjeg inbe $eberöuntfcl}e tafe
Ugtgegfeben ·, &l§ Den JECarolijken Mondftop*
per: De ix Profeteerende Tongen, enz. 3Jrj
be ftttgofefie. taaïe geeft ïfë «» W* S»
B$y ban £♦ Bonaventuraas j^ebinaatsten in
t KcBt gegeeben
Herman Ter Hoence, een <®ïben3ee!ee/ en
büHe fyoebcc ban Frans Ter Hoence. |f|l i$
naberganb $nm öjoeöer oagebolgt in get
befïiee bec jonnen; biebaiiKImeïo/een i&atw
ïij^ flebefte in get tanbfcgap ban tiHncnt /
«aar be Olaan in 't lanb ban jl&unfler oberge-
fyagt hiaten, ïg faas be bolle neef/ ban ba*
&fl$ foege/ ban ben Itapucnn Pater Bonaven-
fufaj tan bw'en onbec KUmeio gcftuolien 5a!
toojöen.
Jakob van Doorne, een Utrechtenaar/ bre
ttrfï bn Herman Ter Hoente te #lben3ee|
booj noobguln gab gefïaan. $aberganb i$
Ss fafïooi ban ^arngem/ en &art$pnefïec
Wet bie ganfege ïanbfireeft getoajben/ en tti
öe maanb 3uni 167$. oberleben»
Her*
-ocr page 489-
364 Oudheden en Gestichten
Herman van Leycn ν te lltree^t geöooren
m eentfteulfrr)aobtgeieerbe/ ijeefr be f φ
ονρ ban <M&en3eeï omtrent ober 40 jaaren
»** 'baarbt/ en'ίβ in stfnej^afiorge geffojben
aeii 13 tfefyuatg 17°* · jl \/ ?.,,:»
Geraard Meyers , te iigffen tö't &ΙΙ& feail
Ctoent gebooren.
m bolgen be minberej&tfiou^; feefoeta
fiéfibeotfte gedeelte ban eentje buurten/ on*
öcr #ii>en3eel èoórenöe / 't^bert bier öfböf*
enbertig jaöeen ten bienjïe geftaan 8ë&öen*
Wybrand Kcurcnbrou we* % eïll #ÏÖen3#ler:
befbelKeöen i 7 ^ejjtetnïier ï6<ss unt jjet ie*
tm fcfieibenbe tot onbolgee breeg
Johan ViiTmk , een <&lben5eeler ί ftetóelite
dberleben i# ben io$obembee 1700 i en op*
geboïgt toierb ban
Krittoffel Bloemen , ooft een 4Möen5eeter 1
rn een Hobenffcö «ï&o&tgeleerbe.
§et ftïeinfte gebeeïteban öie buurten toojo
ScöïCUt öOO| Antonis Egberts , ba» 4£tmar#
fên/en3.
^Ibenieelig begtBoojtcplaatg ban [aeo-
bus Middendorpiü*; trentëïfte in 3$ne jeugb 6g
Boêthius Epo, toen «fctóftè ban be^tooifrM;:
^cgöïeyom te fïuöeereh befïelt 3Önbe/ g?oo>
ten boojtgang in be &attinfcöe en «fotenfcöe
tale fteefr gebaan. %i$ f)P towr'naé' ben ge**
fleïbén ttjb in be jfilofofëe en ftcegten te
Heulen ugtgeff uöeert jjab, en baar on 3teeraar
in Me öe ftecïjten en Hiceutjiaat in be<&w'
Iroube fcag uerftlaarc: geeft jjg be ^enpate^
titoe tfilofofgi albaar in Mohtanüs fcoUegie
in toperi&aat ugtgelcit 5 en in meer anbere
föt abemien Ijet ampt ban1|oogïeeraar benleeöt.
0a bat öp beele moeneïpficben met een g^
Jclccrdc
mannen»
.*
-ocr page 490-
Υ ΑΝ Ϊ>Ε TENT ÉR.           $6 f
ten moeb ugrgefïaan en berfcgeibe boe&en ge*
fcJjieeben ïjab /iP^WWpifónMli
l&etropoiitaanfege ïterite ban ïteuïen / <&e?
hm ban^ Andries üapittel/ ^nbee&antse*
lier en booj be tteeebemale Reéfcor ban bc
ïlooge ^cljolc gefoojben. I|g toterb ban gjoo*
te ©ojfïen booj $aab$man gefyngftt ·, en tm$
om 5ijne g?oote gobbjucötigfjeit/ geleertgeit/
en behandeling ban allerganbe saaften/ ten
fioogfle bermaarb/ ^iuöeïglt ί| gn ben 15
3anuar^i6i3, aï^ögy? jaaren geieeftgab/
in Denl^eere antfïapen/ en in £. Andiïcs hm
fce beg^aben. 3.'η bie 3eïbe ferrite toierb gent
f ter eere een boo^Iucgtig en geerip g?affcïtë>ft
gefielt; 't bjelftbpF. Zweertius, in 5jjn Ne-
deriandfeh Athene, te leesen ftaat. %g jjeeffc
gtffjjjtcbcn / De Academiis Orbis Uuiverfi:
Dat i$/ Van de".Hooge Scholen der geheele
weereSd; 'ttoelft te Steulcn tnargten ugtge*
0fgeebeil i$* 3l*OOJt$ De Officis Scholditicis,
banöepïigten tot befcgolenbe{joorenbe:oo&te
Utulen gebjuftt: Originum Anachorcticarum
Sviva: ®er3ameltng ban be eerfle optanfleii
bec Itlui^enaaeen, <$inbelp Hiftoria Aris-
tea; , de Scripturae Sacrse per 70 Intcrpretes
tranflatiooc (6). <&C^i$Qti ban Arifteas, tOC*
$m$ be bertaltnge beg 2$g&el$ booj be 7°
$uci*5ctter& . 3tóti geeft öy nocjj uptgegee?
ben Quaritiones Juridicae,Theologicffi, & Po*
lificx, Impcratoium, Regum, ac Principum»
cum rar urn rel ponfis : $ tC ijtpUllblge / <0Od*
nunbige / en ^taatitunbige blagen ban Utb
3erjs / koningen/ en ©oafieu* met be ont*
tooojben op bie bjageri.
^ier $ een 2$?oeberfcgap getoeeff ban benBrwfa.
wjien bag ber rnmi^/'t toelft seer bermaarb^w·^
toa$/
-ocr page 491-
3 dé Oudheden en Gestichten
toa$/ en in 't iaat ypo, üigeflelt φ &an φ
'frnöciecnoii^oitiinómttfEït ïptjaav if .,
öfgeïp .ftpycpiüs fe|$fï"itfij ν 't meïfi hoop
ttéstiorcyp ingefïèlt if om de armen te gel*
jprn. ® ot onderbond Dan die armen mierden
berfepde goedeeen dooj godbjucïjtige nieii*»
fefjen nageïaafcen om ifooren/ boter/ feeft/
onder ft? gemelde armen unt té fteeletn en on
bat 'er ooft gesopt $mm fooien booj öe
{jun^armen · demeinen nnt eeröaarljeit / of
om ijuniu pitte/ 3icg fcöamen/ of de nracïjt
niet ijtbmn/ om ban jjun^ tot gn^ te gaan
bedelen, ©e 25iffc||op De Monte geeft in't
jaar 1571. öonderd miidöen Boren/ mmw
jjonderö daalder^ boo^ een jaaeïpfeije w
ïtoinfie / aan 't gemelde 3|oederfe|jan gtgtw
ben*
<tëer in ban bese aerit affejjeide/ 3a! tl de
naatnen der J^oufien/ 500 beeïe a§ er tot
twjne Bennie genomen 39*1/ ongeeben·
Prtoftc», Rudoiphusi
                     3|n't jaar 1008
Lubbcrtus.                                    liio8f
Radulfus. ι                                    11 iy
Alardus.                                          1139
BaWuinus, ngt de <&}abm ban Rolland:
öetoelhe eeefï gpofï te ^ïdeiyeel en ban &.
Mariaas fterii te 11» reeijf toa$ getoeefï; en na*
derjjand den 2&ifiejjoppe!pen ^toei ban II·
tvetijt benlom·
Bartholdus.                                      1180
Gafelbertus.' V                                1*9^
Gerardus.                                        i*P4
Florcntius van Jutfaas:   die ergen^ OOll
$300(1 ban <t?ïfl bjojd genoemt,            %p
Gerardus van Rande: die OOn Itanon*
-ocr page 492-
PM—i—                                      -------------------------------------
Μ
van Deventer. *6f
niS en ^cgooïboogb (Scholafticus) te 3>eben*
te*fóa&                            ;.,.. ,;Λ.,, 147*:.
Vinccntius van Eyl.                            I4Pt                          |
Andreas van Venraat.                          1 $0Φ                          I
Hupertus van kaar.                                                             j
Theodoricus van Rechteren.                                                |
Zibertus van Ryswyk.                        1714                          \
Fredericus Schenk van Toutenburg, £3afft$0                          f
öiffcgop ban fttreegt: btfmfae in U $&φ                           f
bye opjebQigt $ booj be S&flregopjoeit ban
©ebenteci betog bese ^aojibn/ tot bes#
mccrïieriug ban be^#gopitëipe infctmf&n/
aan get SfcfTcgopbQiu biierb gegecgt. ©e
j&oofï ban q&zmiïw gab ooit benebeng tm
§m ban ®ient get reegt ban Jftetroonfegap op
te lml\ ban ©ieoeren tn get ianö ban ^ent:
m öe ffcifloo; / booa gen betoen benoemb /
ijaö toenam get reegt om be nernen ban
i&ïpfïerbeen en 3to*ngeIoe te bergeeben.
&n öe gioofien 3a! tn be ®e!ie«$ boegen j Dekentè
ban oetoeiöen be bolgenbe beitenb φι ge*
tooien,
Huhertus, bie 00« J^OOJï ban #, Mariaas                           j
&erS te Ittreegt toa$/ en tot eerfïen pafïooj
I bau ^teentop aangefleit i&
                  i*po
Johannes van Thye»                           I3J^
Benricus van Karfen, bie aï$ jpJOOfï %m
Jieïti fiaac tn get ^oooboeli ban M- Saivators
«erft te ïitreegt/ baat: gn ooft eene Üanon*
%ψ$ besat üïg $ gefïojben ben ip 3fnï».
! Wernerus Sley, bte$tin ampt en lebeit bet*
i laten geeft m 'tjaac
                               1409
Fredericus de Hondt, ban SCarnSeOl. 14.16
Ludoifus Wimder, oberie&n tn \ jaat? 1448
-ocr page 493-
3«8 OUDHBDBN EN GESTICHTEN
Johannes de Touwfleger , %mafö Μ Öé
#ee(!eïpe ilecgtett*                               1477
Gerardus van Dolre.
Henricus van Vollenhoe.
Johannes Menfo.
Gerardus van Toppink: btMkt tttl ||OO0/
mi§ geeft gefiicgt/ οίε olie tnaanbagen
booj be iaaffemffe bet oberiebenen geïman
moefï tooien/ en baar toe sehere tnftomften
befpjoben geeft: toelfce uinomflen Anna ten
Thoorne , toeÖUtöt ban Johan Oorhof, bit
3Ullt£ in 3911 leben goebge&eurt gab/ in't
jaaï 1 ^46. met nieutoe itiitomjïen geeft bw
meerbert.
Walterus van Kerkhoeven: bte O0h$}00ft
toa$ Dan£,Pieterslierfi te ültrecgt / en ©e>
tien ban &
Remigius fter& te S&ojft. ι f75*
Johannes van Oelen.                            löo?
Phiiippus Roveniu$, ICeeraar tn be <0ob>
fmnbe/ en gmgemeen&iftarfë ober't
SUMgoom
ban <2*ebenter: betoelbe Sasboidus Vosmcrus,
ben eerflen $auffélpeti &iftari$ ober bet&ce*
eentgbe ^ebedanbeti/ tn 't jaar 1614 opge>
boïgt i$:
toanneer in $pe pla^c ©cRen 4
getoojben
Henricus Vordenus, £icent5taat tn be <0o&>
geit; en onbee
PhiUppus Rovenius ffilgemeen
3ihavi§ ober get «©ebenterfege 28>$bom / ent
Johannes Fruitius, Hicentyaat in be<0a&'
geleerbgett/ i$ be laatfleban allen getoeeff.
mt
flenootfegaju ber $taitonniftften $ uoü) ία
tocjeti maar befïaat nnt geen anbere leben/
ban bte ben geerfegen €tob£bienft bolgen/ en
booj be ftibberfegag booj
KanonniHUeii aaiv
genomen b>o;ben.
                                    Λ
-ocr page 494-
van Deventer,          369
Gafthuyzen te Oldenzeel.
tyct eerfïef 't foeïn een lej#oo$jun$ ioa$/
fcoiïa onberöen fïao$ ban: maar &w$> t'fj'an£/
npt öoof be ban berftooping/ ban anDere peeren
Aigarme of meiaatfeije menfefjen öe$eeten.
§et ttoeeDe bja$ \m\ f|. 4teefï toegritnjök
% be fcapeïïe bah ött 0afïï)un$ hm$ eene $**
harp; baar bc ïiaab ïjee t&fyt ban patroon*
fcljapober ijab; en tbini£ Sfcöienaar geijon*
D?n ton3 aannaai ter iweïi ise onoioeïngr^f*
fcrljanbe op ie Öjaagen. ^Bt tnkotnffen ban
tJ.^c JDiftarn $ijn iiaöcrfjönb ken <&berflt!i Der
^cï)o(c tocsrèicit; met öii beffen Dat ï)g 'ec
tuier birnftcn nxatft ïpmcü k$$m.
I&rt öcröe ö;oc0 öeu naam ban β, Eliza»
|et bieroe / Dat HoUehder Ijkt/ i$ mip
feiten aitnt$ naar De Jitieijter^ gcuot nu.
tykv fïonb maar uu tÜQoftw/ 't mei κ be
&ίΓφι·ιηίηβε ban iS..Agnes aanörboïen bjaö/
fM tom jftanri^fcanc r jannen öeiuoont toierb;
öctocüte onöer Ds $crcraöermije ban ïltreeijt
flonöen / en iCretfariflVii of ^nffet$ ban ben
&%n βΓ0Γί öfnoemt foierben. ©e eeefle
W / hi€u £o£ ban Dit ji&aagbetigtigg? gesieii
[Köbfti/ fcoa^ qnberteftent ben 12, jpen i4^>f:
»« tocIRcH öiief a^n 'r 3ribe ftloofter (jet öonbe»
Jja» er η iUait / §et Uujöeii ban De fierli/ eii
war fjg cfu herhiiof/ en een Pater of <$ber*
w om oen öicnfi te boen / Dooj De gemelDe
^taabf tÊ$ toegaan fcaa$en. 't JlMft nocfji
fai$ Qiï&cc 3?Itcre in&inDmgcn geDaah too^D ·,
Γί* met Dit ueDinrt bat ijet icDer jaar op De boo#
^niftc ^ao0t5}'5eii / te tueeten ban ψάφ
Α a                    fcf)C!ï/
-ocr page 495-
370           Aantekeningen θ ρ j>e
ίφη/ punteren/ Mariaas ï|eme!baart/ en
'$ peeren <0eöoo#e / eenen fóïjgnfcïjen gul*
ben betaaïen 3aï: en öaarenöoben / om tjet
tïcfïocïte in ijer fcoer te timmeren / eeng in
nereeö flelD »8 fejpifc&f giilUen^ opöjengeii.
8fë öe teee föcsei 'flier oj» Sec öebcl ban
Rovcnius bernie&gt fcüaji jjeeft 'er Vordenus
in |et jaar 16 zo oen cerfïenföcgei ingeboert*
mie jonnen/ tóe toen üïanften Snaren/ öe
regecruise oer jlinnefeoeoeren öie men Ob-
fe» vaneen noemt Qn&eriD0$è8 JEaar eenfoc
fahien geienen ïjtbMi 3e gaar ii!ööfter aan
De peeren ^taatcn berftocijt / en 39a naai?
üBcftfaicii bsrtro&hen; Seöbeaöc te $#oe en
igasemne nsetibic tuoor$ïaat5en gelireegcn.
^ocö 9ct nioofter ban #i&eii3eeï / 't toclh
tuci eer boïgeti^ öe Süantencningen ban Rovc-
nius ban óo en meer liiöoftermaagöen befcuoont
iögebjee|c/öieni:te0eniüO3|Di0 tot eenetboow
jköe böO£ öe Jktjoamieefteren en oen pn*
mifgiïieefter,
AANTEKENINGEN. ,/
1. Deze Rixfridus word van λ Heda excomes of
geweezen Graaf genoemt : Cufpinianus noemt den
Vader van Rixfridus ook Luthardus; maar geeft niet
te kennen dat hjxfridas Graaf van Benthem zy jij*
weeli /£ $$ ergens gevonden, zegt è hy, dat h)< [^
Keizer Amulphus) οΛ eene dochter heeft gehad, Β#*
tha genaamd \ die Luthardus I , Grave van Κΐφ
Eberhfirdus zoon, ten vjijve nam, en er twee z>oMih.
b\ teelde \ te vjeeten.
Boudewifu I I., den elfden Qim
van Kleef; en
Rixfridus den Vader van den Utrecht-
fchen Bi ft hop
Baidericus, Tefcbmakerus c fpretK»
omtrent als Cufpiniaxus tbchz\ven dat hyden t treent-
a In vïta BjtMrrïci Epifc        b In Arnulpho ln»p.
c flbaal. Cliv. part- z. &o                                         . n
-ocr page 496-
MfcSCHRYVINe VAN DEVENTER.           37I
ichen Biffchöp niet Buldericus raaar Btlduinus noemt,
Beka* fpreckt mee geene verzekerdheit: Baldericus,
zegt hy . . · vjierd tot Bifl'chop van Utrecht gekooren ·
zijnde een æïïê, æ·ï als fammigm fehrijvmtvaii RL·-
iridus Graaf van Kleef*
é. Omtrent, zegt de Schrijver : want het Dood-
boek en die veerzen fcheelen een jaar. Het zelfde
verfchil is 'er tuflchen de Schryvers ook. Beka en
Heda fchrijven dat hy den tijd van $9 jaaren tëiilchop
is geweeil. De Groote Kronyk van e Nederland,
die hier bynae van woord tot woord uyt Beka uyt-
gefchreeven is , fpreckt maar van 49 jaaren; maar
ik keur de giffing van Bachelius goed, dat hier een
drukfout in de Groote Kronyk ingeflopen is. Bok-
knberg, die Qerbrandus van Leiden tot voorganger
heeft, maakt zijne regeering een jaar langer; en
fchrijft dat hy den Bilfcnoppelijken myter 60 jaaren
ang gedragen heeft- Ô,ïï fpreekt Âuchelius ook.
Kadhtidm de voorzaat van Buldericus, zegt/ hy , is uyt
"■'t leven gefchefcFen in 't jaar 957: en Baldericus \\\
t laar 977: dat fcheeit naar zyne rekening óo jaar.
vlaar l{adkoldus is den 19 van November gelrorveii ,
baldericus den 8 january : zoo dat hy , alles nagere-
Kt"d, niet langer ais ïp jaaren en ruim vyf weeken
gcregeerr kan hebben
í Dit is waarfchynelyker als het geene fommigen
chryveti dat hy de kerk vanüldenzeel allereerit op-
ebonwt zoude hebben. Men ze*t, het zyn de woor-
den var. W, Heda, dat hy de kerk van Üldenzeel op-
\dmwt heeft, ttrokius % daarvan fchryvende, fpreekt
1,(lus: de kollegiale kerk van üldenzeel word van Bal-
■ericus gefiithi omtrent het jaary6% : maar die woor-
leii verftae ik zoo, dat 'er toen door Baldericus een
«pitte! is gedicht, en de kerk daardoor een kolle-
',a,e kerk geworden is. Het Doodboek der kerke
;e8* maar dat hy het Kapittel gefticht heeft; maar
Preekt van het opbouwen der kerke niet. Even
ens fpreeken de Latynfche veerzen, die in de kerk
f,3glen.te hangen. De H. Marcellinus had het ge-
** 'ç Balde ico.
' Nlig" Chu nicoi) Beloü.
A(l Itikamin BaMetico.'
1 Ë1'<é<1 ftüchel. iu Nocis ad W. HcJam.
Á a 2                         loof
-ocr page 497-
§7i          Aantixekingen op »e
loof in 't land van Twent gepreekt, en veele inge.
zetenen bekeert. Zelfs is hy, naar 't h gemecne
neggen te Oldenzeel begraven : 200 dat het ganfch
onwaarfchynelyk is dat Oldenzeel niet by tyds,zoo
wel als 7.00 menige dorpen en burgten, eene kerk
gekreegen zoude hebben.
4, Dat'er eene kerk op den naam van den H. Paus
Silveflcr ingewydt is , dient tot bewys dat hy wegens
zyne heiligheit in groote achtinge is geweeft ; en
daar zyn noch plaatzen daar zyn fterfdag als een ge.
boden feeit word geviert. Ik zal by deze geleeend-
heit aanmerken datSihefier, by de 'geleerde Bolian.
diften , allereerft met een Pauflelyke Muts (tiara)
gefchildert Haat; daar zyne voorzaaten altemaal met
ongedekte hoofden afgebeeldt worden. Jacobui Kar-
dinaal , op den naam van S. ueorgius ad velum aurenm^
geeft 'er deze Inreden van dat Conflantinus de Grootiy
als hy door den Paus gedoopt en van zyne melaats
heit gezuivert was, zyne VoritelykeMuts met eigen
hande op het hooft van S. Silveficr heeft gezet; en
als de Paus naar zyn Paleys reed, zyn paard by den
toom heeft geleidt. Maar dit is van dien Kardinaal
naar het gemeene zeggen gefproken, en uyt her be-
kende Edikt van Konjlantinus genomen: welkEdikt
Baroxius zelf, hoewel hy zich voor de gifte van Kon·
ftantinm
verklaart, voor het echte Edikt van ge·
melden Keizer niet opgeeven durfr.
„ 0m de fabelen daar te laaten, het zyn dewoor·
„ den van den geleerden l Papenbrochius: men zou*
,, konnen zeggen dat Silvefier a!s de vrede der kerke
„ door Keizer Konflantyn beveiligt was, 't zy uyt
h Zie het levca van S. Marcellinus, in 't cetfte deel v,l!
Batavia Sicra.
* Zie Propylacum Maii, pag. 47*«
k Lib. 2. de Coronatiooe iionifacü VIil.
Hoc Komma tenens quondam faftigü Caefar,
lmpeiians mundo , magnus ptetate Monarch-t
Conftantinus Apex ftatust , dom primtu in Orbe
Fome Stcro purgatus Hcrus, propriirtn iibi rrgnum
Stu t'krygiurn, manibns Sylveftrtin verctce pfeiiit.
Cfficiutnquc humiüsgeffit Uraton» abipfo
Mundatus lepra monitvu perfomnu prmceps-
/ In PjGpylaco *cc.
tv
J
——
-ocr page 498-
IJESCHRYVING VAN DEVENTER.           373
„ cige keur of op 's Keizers bevel, eenen hoed (of
„ muts) tot een teken van vryheit naar de wyze der
„ Romeinen aangenomen heeft : welke hoed om
rt laag, daar hy het hoofd raakte, met een gouden
„ hoofdcierzel (phrygio five Jiademate) was verciert >
„ om te betekenen dat het Koninklyk Prieilerfchap
„ door Chriftu* aan den Prins van alle Priefters ge-
„ geeven was. Daar op heeft Bonifac'tus V lil een
„ tweede kroon gezet: waardoor hy betekent wilde
„ hebben het voorrecht van een lichamelyk en gees-
„ telyk Koningdom, 't welk de Paus geniet. Éin-
„ delyk leeft men dat Urbtnus V, omtrent over $co
„ jaaren, een Pauflelyke muts met een driedubbelde
,, kroon aangenomen heeft: zien de miiïchien op
„ een geheimryk (of geeitelyk) getal, „
Maar hier omtrent doen zich verfcheide zwarig-
heden op; of, om beter te fpreeken , de ganfche
zaak is vry duider ; en de geleerde JefuytmBo»<i«/ver-
zekert dat de Schryvers op cene zeer dubbelzinnige
wyze van de kroon en den myter fpreeken. Som-
migen noemen het hoofddekzel met een dubbelde
kroon, Mkra , Cydaris, ^egnum, Corona, enz. An-
deren en daar onder Inmcentiw »111 zelf, Hellen
een groot onderfcheid tuilchen den myter en de
hoon. ,, De kerk, zegt hy, heeft my tot een te-
3, ken van de gceltelykc goederen den myter gegee-
>5 ven: en tot een teken van de weereldlyke goede-
ï) ren de kroon : den myter voor her Prieiïerfchap,
3) de kroon vopr het Koningdom: Hellende my op
υ aarde tot Vikaris van den genen, op wiens kleed
» en dyc gefchreeven ftaat: Koning der Koningen,
μ en Heer der Heeren {-^foc^.)
Het zelfde zegt -Angelus o i{occay in zyne -Aante-
keningen op het leven van den H. Paus Qrègorw door
den Dfahen JohaAttes befchreeven. „ Door den my-
jj ter word naar het ïeggen van Innocent'mt III het
„ geeiielyk gezag betekent, door het f^egnum {dat is de
η kreon) de weereldlyke magt : den myter, gelyk:
» dezelve Inmcentiu* getuigt , gebruykt de Paus al-
» tyd en ovcr-al : te wzeten 'm zijne geefleiïjke bedtn-
« Nitraujaata Stimmer. Potitif, in Ales. V U
η Senn. 3. de Corenat. Ponc
t
ApudP, BatMui{bid.
Α « J                    t3 nin*
-ocr page 499-
374·          Aantekeningen op de
magen; maar de kroon niet over-ai en ook niet
„ altycl: want hetPauiTelyk gezag is'er eer ge weeft; I
}, en is ook waardiger ett wyder uytgeftrekt ah het j
„ Keizerlyke^ dewyl het Prieiterichap voor hetivo- 1
,, ningdorn gegaan heeft; en sfaron voor Sattl.
Ik zal '"er uyt den vermaarden f Mabillon, of lie- 1
ver een oud Ceremonieel , by voegen dat de Paus drie
myters heeft ; die op onderfcheide tyden van hem
gebruykt worden. De eene is ganich wit, de twe&-
de met een goude ^ franje ; doch zonder rant:
de derde heeft een rant met goude franjen. Den l·
eeriten gebruykt hy in de Vefperen l.....op }i
de zondagen , en de andere dagen die geen gebo- {
de feeftdagen zyn , van den Advent des tieere, enz,
Den tweeden gebruykt hy onder de kerkelyke dien- I
üen op alle feelt- en andere dagen ; behalven vanden I
zondag Septuagefima tot PaaiTchen; en van den Ad- I
vent tot Kersmis; en als hy voor de overledenen
zingt.
Ik heb boven gezeit dat 'het gemeen zeggen, als I
of Konflantyn de Groot e den Paus Silvejler een goude I
kroon opgezet had , van Papenbrocbim als een ver- j
dichtzel verworpen word ; en ik beken dat ik het
op dit Huk met hem houde. Maar ik moet 'er by
bekennen dat 'er zelf Pauzen zyn, die dat zeggen
geloof gegeeven hebben. Daar onder moeten de
H.r Leo IXenlnnsceniiHs lil gerekent worden; hoe-
wel de laatite de /aak aldus verbaalt: Konflanty*,
Kaar Byzaniium
(of KonOantinopole) vertrekkende,
wilde den Η Silveiler de kronn van zijn hoofd veree-
ren ; maar
Silvefter, uyt eerbiedigheit voor zijnePries·
lijke kroon, of om voor deels wille , heefp ze niet wille»
draagen.
Dit zelfde verhaalt Ciaconias ook in 't le-
ven van S. Sfhefler.
Sommigen gaan noch vorder , en verzekeren dit
ρ In OrtHne R. Gregoriu* X apud Mjbillon.
<l Voor de woorden , meteen goude fanje, Haat in 't La-
tijn Aurttfrifiata: 't v/elk fomniigen vertaaien zouJen m
goud gebordimrt: maar d« Leeatr'zal by du Cange beweeg'1
vinden dat Aurifrigia of Aurifrifia by de Schrijvers der mi<M;'"
ite eeuwen ten goude fianje »f beerdzel betekent.
r In Epift. 9. ady. prsefumtion. Miciiaé'üs Serm» 1» &"'
Silveftro·
-ocr page 500-
' Beschryvin© tan Deventer.           375-
het een driedubbelde kroon was: zoo leed men by
den hooggeleerden Kardinaal C*farf^afpoms· „ Dat
EugemusïV den myter van S. Silve/ter, die van
Avinjon te Rome was gebragt, en rr.ct drie gou-
«■*' de kroonen pronkte, en dewelke, zoo als zever-
;]'· haaien , eene gifte is geweeft van den Graoten Kon-
',' flantyn, uyt de Vatikaanfche kerk . . . naar het
|' Lateraan heeft gebragt.,, Het zelfde vertelt t Cia-
(omus in het leven van Ettgenius l V. Den myter
van S. Silveiter , zegthy, die van Amnjm te \ome
gebragt 4 en met drie kroonen hezet was , heeft hy zelf
mt bet Vatikaan.....naar hei Lateraan gebragt.
Maar op een andere í plaats van die zelfde, kroon
gewag maakende , fpreekt hy met meer omzigtig-
heits, De goude myter , dien te Regnum naemtn, en
daar ze van verhaalen dat hy door Keizer
Konilantyn
4ï»Silvefrer gegeeven was. Doch, om kort te zmn ,
zal ik maar zeggen dat niet alleen Papenl'rochius,
maar meer andere Schrijvers van den eerften rang,
als Natalit Sltexander , Dn Pin, Henry , enz. hf-t
gemelde fchenken van een goude kroon volmondig
en eenparig afkeuren. De redenen', die ze bybren-
gen, en by hen konnen nagezien worden, zijn zoo
befliiTende en doorflaande , dat die zaak voor nytge-
weezen moet gehouden worden. Wat de gemigenis
der gemelde Pauzen belangt; daar op zegt Papen-
brochius
dat ze naar 't gemeen gevoelen gefproken
hebben, zonder de zaak dieper te onderzoeken.
Ik zal bier byvoegen dat tv Paulw 11 de gemel-
de kroon met de koftelijkfte gefteenten , die 'er te
krijgen waren, als met Diamanten', Saffieren . Sma-
ragdasfteenen , Chryfolyten, JafpifTen, Paarlen , be-
let en opgefchikt heeft. Die koftelijkheit was al te
bekoorliuV: de kroon wierd * geftolen , zonder dat
men den dief oit heeft konnen ontdekken.
Daar zïjn 'er die het gebruyk van een enkelde
kroon wat hater (lellen; als y Sigcbertw, de Mon-
ƒ S. de Bai U.ca Lsteran. lib, 2. cap. I}, apud Benani.
*  In vita Eug, ß V,
í In Innocentio VUL ...<■.
» Platina in Paula il.
*  Ciaconius & Bortani in Al<*. VI. v
3f Propeleum Maii i* Horinifck.
Á a 4                             Ð'*
-ocr page 501-
57Ó         Aantekeningen op de
nik ^ Aymomit(y enz. Zy vertellen dat de Griekfchc
Keiier Anaflafiw den Franfchen Koning Klodovaus.
een goude kroon gezonden had ;en dat Klojov-ew de-
zelfde kroon gezonden heeft aan den Paus van Ro-
me. Dit zelfde verhaalt &incmarus, Aartsbiffchop
van Rheims, in het leven van S. Ketmgiui,?.dewelke
zegt dat zulks gefchïedt zoude zijn onder den Paus
Yiormifclau Laatere Schri vers . als M. \tujfel en
meer anderen, zal ik nu daar laten. Maar Papen-
brochiui,
die het zenden van die goude kroon niet
tegenfpreekt , merkt evenwel aan dat ze den Paus
Hormifdas niet kan toegezonden zijn door Klodovaus.
Klodovaus
heeft de weereld verlaaten in't jaar soq:
of, gelijk anderen fchrijven, ft ι : dat is vijf of drie
jaaren vroeger a\&blormisda$ tot de opperwaardigheit
van Paus verheeven wierd. 'Maar de Vader Benam
maakt 'er deze bemerking op, die Nicelaus* Alema-
nus
al had gemaakt, dat die kroon niet naar Rome
gezonden is voor den Paus \ maar om aan 't outaar
der Vatikaanfche kerke, tot een teken van 's Konings
Godsdienftigheit en geloof, opgehangen te worden.
Die de ffiflorien van Anaüafius en van meer anderen
geleezen hebhtn
, zegt de gemelde Vader Bonani,
wetten dat daar ontelbaare kroonen -van Koningen en
K?tzer$ plagten ie hangen,
Doch in deze zaak, die
een vorder uytzigt heeft, en op de tijdelijke magt
der Pauzen ziet , wil ik voor deze reize niet tree-
den.
Dat Bonifacius V 111 de dubbelde kroon uytgevon-
den en in 'f gebruyk gebragt heeft , geluk we bo-
ven uyt Pafenbrochim verftaan hebben, is het ge-
meen zeggen: 't welk door den Abt h Sugerius, orn
laatere Schrijvers niet te melden, voor een zekere
zaake opgegeeven word. En dat de driedubbelde
kroon , gelijk we ook uyt Papenbwchim verftaatt
hebben , allereerft gedragen is van Urbaaus V , is
het zeggen ook van Nicolau% c Alemannus , oppaiTer
der Vatikaanfche Boekerye. Dit ζλΙ die geleerde e»
nauwkeurige Schrijver,
zegt Vtüoreftm in zijne i By-
■voegzels op Ciaccouim, uyt «en geloofwaardig é# oh»
^ Ibid.        λ De Farictib. Later.
b By !\ Bonani aj5 boven,        c ibid.
.'. <* la Appcricl. ad Ciaocpn. in Boaifacio vu i's
-ocr page 502-
Beschryving van Deventer          V7
lefchrifi der Vatikaanfche Hoekerye getrokken hebban.
Doch deze onderftelling zelf vznPi&orelIus is mijns
oordeels een bewijs dat die zaak niet geheel en al
buiten twijfel is. Ook bevinde ik dat Antonms Ste-
phanus t Cartarius
den Paus Benediktus X 11 voor den
uytvinder van de driedubbelde kroon opgeeft: welke
Benediktus X11 al twintig jaaren dood was, toen
Urbanus V tot Paus verkooren wierd. Tot beves-
tiging van dit gevoelen dienen twee af beeldzeis van
Benediktus XII. Het eerfte van die af beeldzeis
word in de Vatikaanfche Boekerye bewaart, en ver-
toont den zelven met twee kroontn. Het tweede
word te Avinïon bewaart ; en heeft drie kroonen
op het hoofd En , h geen zijne opmerking verdient,
alle de voorzaateu van benediktus XII, die te Avin-
jon op Mrkfteenen verbeeld ftaan,ftaan 'er met twee
kroonen verbeeld. Wel is waar dat de geflagtwa-
pens van Bomfiuius VIII, die lang voor Benedik-
tus
X11 Paus is geweeit, ook op fommige plaatzen
met drie kroonen uytgefchilderd ftaan: maar Carta-
rius
verzekert dat die geilagtwapens eerfr na de re-
geering van Benediktus XII gefchüdert zijn , en dat
de Schilder de manier van zijnen tijd heeft gevolgr.
Ook is het waar dat Alexander lil opziine prent, die te
Rome gedrukt is, een driedubbelde kroon op het hoofd
draagt ; en dat op de tombe van Innocenttus III,
lirbanus I V , en Martinus I V , in de Katedrak ker-
ke van Peroufe een driedubbelde kroon ftaat ·, als of
die Pauzen, die voor Ürbanus V en Benediktus X 11
gekeft hebben , zoo eene kroon gedragen hadden:
maar op het eerfte, te weeten de prent van AUxa»-
der
111, antwoordt Vader Bonanni dat dn een mis·
flag is van de fchilders; en hy vreelt dat zulke ver-
valfching metter tijd noch hooger klimmen zal.
Op het Iaatfte,te weeten de tombe der drie Pauzen,
geeft f Oldoinus tot antwoord dat 'er die driedubbel-
de kroon op ge2et is in't jaar i6if.
Wanneer dat de plegtige krooning der Pauzen op-
gekomen zy; dat kan volgens het zeggen van Vader
Ktmnni niet ligteli,k bepaalt worden. Dit houdt hy
evenwel voor gewis dat dit gebruyk van oude tijden
afkomftig is: want in eene gifte van Karelden Grw~
* J3y P. BcHUimi ibid,
         f Apud P, Bouanni,
Α a s                         *t*%
-ocr page 503-
I?l Aantekeningen op de
tm, die in 't jaar 816. ten tijde van Pafchalh I be-
veiligt is, word devrye verkiezing, en de kfoonïng
van den Paus, aan de Geeiielijkheit gelaaten. Dit
blijkt ,zegt hy, uyt de ordonant/.ie die iti'tVatikaaii
bewaart word, en by g Gratianm aangehaald ftaat: en
ook uyt het fchrijven van 'Leo h Ofiienfis.
5. Ik zalhier ilcchts uyt den voorgernelden i Papen-
hocbius
met een woord aantekenen dat de naam van
dubbelde feeftdagen ecrfr fchfjnt opgekomen te zijn in
deijceuwe. Van alle de Schrijvers, die over de ker-
kelijke dienften gefchreeven hebben, en ruym hon-
derd jaar geleden te Keulen by malkander gedrukt
zijn , is 'er niet een die van dobbelde feeitdagen
weet te ipreeken.
Men weet tot noch toe niet dat iemand van dub-
belde feeftdagen geiproken heeft voor Bonifacms^Vllk
Dewijl ik geneen ben,
zegt hy, om eenigen van mij-
ne doorzaten na te volgen
, de welken bevolen hebben
de feefldtgen van fommige Heiligen met een dubbelden
dienfi te vieren.
Deze zaak zoude van 't grootfle
belang niet fchijnen te zijn : maar , behalven dat
het niet ondienilig is de oudheit der kerkelijke gc-
bruyken na te fpeuren ; zoo koomt deze opmerking
Papenbrochins te pas om zekeren vollen Aflaat, die
door den Paus Silvefler zoude verleent zijn, en daar
fommige Schrijvers grooten ophef van rnaaken, als
een verdichtzel te verwerpen. Daar heeft hy ook
andere en noch grooter redenen toe : maar dat 'er
in 't verhaal wegens het verkenen van dien Aflaat
van dubbelde feeftdagen gefproken word, verftrekt
hem ook voor een vafl bewijs dat 'er op't gemelde
verhaal geen ftaat kan gemaakt worden. Echter
ftaat dat verhaal in S. Seba/ïianus kerk , even buiten
de muuren van Rome, op eenen fteen gefneèden:
Waar uyt men dan vorder befluiten kan, hoe wei-
nig dat men fomtijds op diergelijke opfehriften ver-
trouwen mag.
«. Dit werk van Middendorpius heb ik noft ge-
zien, en zouw *er vervolgens weinig van te zeggen
£ Dïft, fiv'caput ego Luflovicus»
h Cbron. Caffin. lïb. 1. cap. 18.
i Ia Piopylato Maii, de $ Sifreftro Difièft. fP'
Κ In 6 Decrctal. lib. 3, cfc. il»
haf,
-ocr page 504-
ÜESCHRYVINO VAN DEVENTER.             379
hebBen. Maar ik vinde by den geleerden Benedik-
tyner
Monnik NicoUus l h Nourry dat Middendor ·
pius
eigentlijk geeneHiftori over deze zake gefchree-
ven heeft ; maar dat hy de bekende Hiitori var»
Arïftèas te Keulen in de Latijnfche tale heeft uyt-
gegeeven. Hy zegt noch vorder dat 'er Middendor-
pius
zijne Uytleggingen en Aantekeningen byge-
voegt heeft: maar dat die Uytleggingen en Aante-
keningen zeer weinig*dienen om den ,text van Arts-
teas
te verklaaren en op te helderen.
Ik zal deze gelegendhèit waarneemen om over
die Hiltorie , daar zoo veel over te twiften valt,
't een op't ander aan te-merken, 't Is waar dat'er
reeds genoeg,en miiTchien meer als genoeg, over ge-
fchreeven is: maar veele Leezers zullen die gefchrif-
ten miiTchien niet eens ingezien hebben. En dewijl de
voornoemde Vader Nourry, die daar allerlei! van ge-
ichreeven heeft, hier te iande weinig bekend is; zal ik
miiTchien nocheenige opmerkingen konn'en by bren-
gen ,die den Leezer noch niet voorgekomen zijn. Ik
diene den Leezer , op dat hy over de zake zouw kon-
nen oordeelen j ten minden een rouwe verbeelding
van te geeven. De Schrijver van 't gemelde werk,
dat aan eenen Pkilocrates opgedragen is, geeft zich
7elven den naam van Êrifte0\ en hy verhaalt hoe
dat Demetrius Phalereus ten tijde van Pttlomieus
Ph'iladetfhm
het opzigt had over de Boekery van
Alt'xandrye ; welke Boekery naar zijn zeggen uyc
meer als tweehonderd duyzend boeken heftond.
Hy vertoonde den Koning eens dat het zijne Boeke-
rye tot een groot cieraad verflrekken zouw; indien
hy dat deftig boek , te weeteii de Joodfche Wet,
van de Jooden kolt verkrijgen. Maar hy floeg den
Koning met eerie voor of het niet dienflig ware de
Jooden , die door zijnen Vader Ptolomaus Lagi ge-
vankelijk naar Egipten gevoert waren , alvoorens
op vrye voeten te Hellen. Dat zoude den Opper-
priefter der Jooden , meende hy , konnen beweegen
om in zijn verzoek te bewilligen. De Koning liet
aanftonds een plakkaat uytgann dat ieder zijne
Joodfche flaven volkome vryheit had te geeven om
naar hun Vaderland te vertrekken; en opdat 'er nie-
^ Apj»arat. ad Kiblietb, Masfimaiu , Difïèrt. ïz cap» u
mand
-ocr page 505-
3^o          Aantekeningen ïé» õ å *
mand by lijden zouw , deed hv den eigenaar de
rechte waardy van ieder flaaf betaalen ; 't welk hem
meer als zes honderd en zelHg duizend talenten
kofte. Daar opdeed hy Arijieas, den Schrijver van
*t gemelde werk , en deszelfs makker Andreas, ee-
nen brief voor den üpperpriefter van Ekazar ter
hand ilellen, om daar mede naar't Joodenland te
reizen. De brief wierd den Opperpriefter door de
gemelde mannen behandigt ; en de üpperpriefler,
den brief leezende, vond dat de Koning op 't em-
(iigfte verzocht dat men htm de Joodfche Wet zou-
de toezenden ; en daar by eenige perfoonen , die de
Wet in het Griekfch koÜen overzetten. De brief
wierd niet ledig overgelevert : maar was ver-
gezelfchapt van zeer koirelijke geichenken , die van
Arifteas opgetelt worden. Dan zegt hy vorder dat
'er by de Jooden veele zeergeleerde en ervaare man-
nen waren ; die de bequaamheit hadden om aller-
hande Gezantfchappen te beklüeden. De .Hooge-
prielier Eleazar koos 'er twee-en-zeventig van de
voornaamften uyt; die hy met Arifleas en Andreas
naar Egipte liet vertrekken. Hy gaf hun ook fchen-
kaadjen , die ze den Koning van zijnen't wege mos-
ten vereeren; en daar benevens de Joodfche Wet,
die met goude letteren hefchreeven was. By den
Koning aangekomen, en eenige dagen deftig ont-
haald, wierden ze van Demetrim in een vermake-
lijk eyland gebragt ; daar ze de boeken der God-
delijke Wet in den tijd van 72 dagen uyt het He-
breeuwfch in het Griekfch vertaalden : welke ver-
taling van alle de Jooden, die in Egipte waren,
ten hoogde gepreezen wierd. De Koning aanbad
de Goddelijke boeken , en was over de deftigheit
Van den inhoud ten hooKfte verwondert, enz.
Of nu dit werk waarlijk van den gemelden Ark'
teas
gefchreeven zy, daar over word onder de ge-
leerden met groote hevigheit getwift: welke twift
waarfchijnelijk noit einde neemen zal. Daar zijn
eigentlijk drie gevoelens. 'tEerfte word van alle de
Oudvaderen en oude Schrijveren ftaande gehouden»
en heeft ook deftige voorflanders onder de geleer-
den van de laatere tijden; als Ufferius , beide de
V*ffi*$**y WaltQmsy âßÀæ. Volgens dit gevoelen is
dit
-ocr page 506-
Beschryvin» van Deventer.           $Se
dit boek het echte en rechte werk van Arifteas; die
den brief aan den Opperpriefter in 't gezelfchap van
Andreas heeft beitelt.
Volgens het tweede gevoelen, dat een klein ge-
tal van aanhangers heeft , heeft sirifieas wel een
werk van de 72 Overzetteren gefchreeven. Maar
7,ijn rechte werk zy verlooren geraakt ; 't welk ee-
nen onbezonnen Schrijver gelegendheit gegeeven
heeft, om zoo een verhaal uyt J$fcphus en.eenige an-
dere Schrijvercn op te ftellen.
Het derde gevoelen beftaat hier in , da* het een
verdicht werk zy ; en dat Arifleas noit eenc Hiftorï
van de η\ Oerzerteren gefchreeven hebbe. Dit ge-
voelen is aliereerit van Lud. m Vives opgeworpen,
en van anderen voor de zuivere waarheit met gree-
tigheit aangenomen. Onder deezen munt de ver-
maarde ;/<ƒ. » Statiger uyt; dewelke als een* zekere
/aak (taande houdt dat de Jooden, die men Helle-
niltcn noemt , dit werk onder malkander uytge-
broedt'hebben. Maar zijne redenen voldeeden den
geleerden Walton niet, die het voor Arifleas opge-
nomen, en Sc<tligers opwerpingen beantwoord heeft.
Doch de meelle Proteftanten, en die de leere van
Calv'mm volgen , ja» veeleRoomskatolijken , houden
*t met Scaliger,
Dit moet wederom voor geen krakeel van weinig
belang aangezien worden i ganfeh niet. Indien de
gemelde Hiltori waarlijk van Arifleas gefchreeven
is, en voor een echt werk moet gehouden worden ·
zoo moet de Vertaling van de 72. Overzetters daar-
door ten hooglkn top van achtbaarheit nijgen.
Want daar uyt volgt dat de Vertaling , door het
toedoen van den Joodfchen Üpperptieiter , va«
menfehen in de Hebreeuwfche en Griekfche tale by
nvtiteekendheit ervaren op het alieruauwkeurigite
uvtgevoert is .· en dat zy. zulks gedaan hebben uyt
een handfehrift, daar niets ter weereld op te zeggen
viel ; en't geen in allen deelen volmaakt, onver-
valfcht, en ongefchonden was. Waar uyt dan eee
ander gevolg , van geen klein belang , zoude ge-
m In lib. ï f. S. Auguftini deCir. Dei»
« liiChroniron- tukbit &.C.
* Vide Dom. Noairy iUtet.
trok-
-ocr page 507-
38z           Aantekeningen ïé* de
trokken worden ; te weeren dat de Hebreenwfche
exemplaaren , daar ze van de ç é Üverzetteren ver-
l'cheelen ,ook van dat zuivere en onvervali'chte hand-
i'cbrirt verfcheelen 5 en vervolgens cp die plaatzen
vervalfchr èt bedorven zijn. Dit is de reden dat de
genen , die de Vertaling van de 72 Overzetters in
waarde houden , alles wat mogelijk is in 't werk
itellen om alle zwarigheden, die tegen strifteas als
den maak er van dat werk ingebragt worden, te ver·
ydelen. Doch ouder de genen, die de Hebreeuw-
fche handfehriften alleen voorde zuivere eii onVer-
valichte bronnen van 't Goddelijk Woord houden,
zijn 'er eenïgen die het gemelde boek als een ver*
dichte Hiltori glad en al verwerpen. Maar ande-
ren , hoewel 'ook groote voorltanders van den He-
breeuwfehen iext , houden die Hiltori-evenwel
voor waarachtig ; en doen de Vertaling! van de çé
Overzetters zoo hoog gelden als iemand: maar, in-
dien'er eenige feilen in die Overzettinge gevonden
worden , die zijn 'er volgens hen door de lloffigheit
of onkunde der Uytfchrijveren ingeflopen.
Ik zal hier . met't welneemen van den Leezer,
de bewijsredenen in 't kort opgeeven , die voor en
tegen de Hiilorie van siriftcas ingebragt worden.
De Voorltanders van die HHtorie iteunen op de een-
parige getuigenis van alle de oude Schrijvers, zoo ë i|^
Chriltenen als jooden De beruchte ñ Jojèpbm heelt
de ganlche Hiitori van de 72 Overzetters even eens
befchreeven als slrifteas, hoewel op een beknopter
wijze als hy ·, en heeft ook verfcheide uyttrekzels uyt
^irifteas in zijn werk ingelait sfriftobUlus, ook
een Joodfcb ç Schrijver, getuigt ook dat die Over-
zetting gedaan is ten tijde van Ptplomaus pbiladel-
pbus.
Onder de Chriftene Schrijvers en Oüdvaders
hebben wy f'#jt$dsy lreK<em, (Jemen* van W'lé'xaiï-
derye ,Tertullidnm , 'tiitartm^ Epipbanius
, stuguft>-
nu%
en veele andere Schrijvers. die de waarlleit der-
zelve Hillorie buiten twijfel itellen. Vooral moet
r Eufebim niet overgeihgen worden; die zoo wel
als •jofepbus verfcheide Hukken uyt die Hillorie uyt-
p Lib. z. Atitiq. Juil. 6c Apol. adverfiw /Vpjiiou·
q Apud Eufeb. Praepar. tv lib. 11. § u.
r ürnmt,
Ev-iny hl> 8. §· 9. Htftorce, iib f.
1           -                                               ge-
-ocr page 508-
BiLSCHRYVING VAN DfiVENTEiL           38$
gefchreeven heeft. Het gevoelen van zoo veele cmde
en lofwaardige Schrijvers en deftige Üudvaders, zeg-
gen zy, moer zekerlijk hooger gelden als de lofle ea
onzekere giflingen van eenige laatere Schrijvers. Die
oude Schrijvers hebben niet lang nae sïrifteas ge-
keft; en koften 'er vervolgens beter van oordeelen
als de laatere Schrijvers * deweiken , als of ze de
wijsheit alleen in pacht hadden , de eenparige ge-
tuigenis van zoo veele deftige mannen zoo laag dur-
ven (tellen.
De Tegenparty van Arifteas heeft echter hier tegen
veel in te brengen : doch hier moet op geler wor-
den dat het al onwederfpreekelijke bewijzen moeteu
zijn: voor deweiken het zeggen van zoo veele def-
tige en oude Schrijvers zouw moeten zwigten. Ten
tweede Weet een beleezen Liefhebber wel dat 'er
meer gefchiedeniiFeti ifjn , omtrent deweiken zich
vericheide en fchier onlpsbaare zwarigheden opdoen -
deweiken echter van ieder een voor waare gcfehiede-
nilfen gehouden worden. Om tot de zaak te komen ;
zy zeggen voor eerii dat Demetrius Pbalerem, die
volgens strifieas de Üpzigter der Hoekerye was', ten
tijde van Ptolom<eus Lagi , Pbiladelpbus Vader, in
acn haat van P'mladelpbu% vervallen was , en in 't
begin van Philadelphm regeering geiforven is. Hoe
is het dan te geiooV'en , zeggen zy , dat Ptohm<cus
Pbileidelphus
op zijne aanrading al die moeite gedaan
hebbe otn de Wet van Moifes in het Griekfch ver-
taald te kiijgen? Dat verhaal, wegens de dood van
ui'ïhrtftki Pbalerèus, bewijzen zy uyt een oud His-
torifchrijver , 'met haafn'e Herm'ippus: ,, Deze Her-
,, mippus, ze^t Dwgenes f Laerttus, getuigt dat De-
j, metrius Phalereus na de dood van Kajfander, uyt
,j vrtëze voor Antigonus , naer Ptolomaus Soter ge-
„ Wecken is 4 en daar langen tijd zijn verblijf ge-
,, houden heeft: dat hy den Koning geraaden heeft
„ het Rijk aan zijne zooiven over te zeeven, die hy
„ by Êuffdice gewonnen had: dar de Koning'zijnen
raad nier opvolgt heeft : maar de koninklijke
,, kroon aan zijn anderen zóone gaf, dien hy by
,, Berenice had geteelt : dat deze zoon {Ptohmaus
,, PhtUdelpkm) na zijn Vadws dood den gemelde»
f In Ücuictr/d l'Jul*r«©i
Dt-
-ocr page 509-
584           Aantekening e μ οι» de
Demetrius in eene Provincie deed bewaaren * ter
j, tijd toe dat hy een naerder befluit omtrent zijnen per-
„ foon neemen zouw Daar leefde Dentetrius gmfch
9, droefgeeüig en als half ilaapende: en als hy van
„ eenen flarig in liine hand gebeeten was, is hy
„ uyt het leven gefcheiden.,, En, om dit verhaal
van Hermippus meerder kracht te geeven ; doen ze
geiden dat hy , gelijk de waarheit is, geleeft hreft
ten tijde van Ptulomam E-vergeten , Pbiladelpbus
zoone; en vervolgens grondige Kennis van de zaak
kan gehad hebben. Hier op antwoorden de voor-
ftanders van Ariflea% dat dit verhaal met het fchrijven
van Arijieas zeer wel t'zamcn kan liaan. Phüadel-
pkm,
zeggen ze, heeft lange jaaren met zijnen Va-
der gehecricht : tóen molt hy zijnen haat tegen De-
tnetriusPbalereu$
ontveinzen; en toen heeft hy ook
den raad van Demetrius gevolge, en zijnen diejilt
gebruykt, om de Joodfche Wette doen vertaajen.
Maar, zeggen de beltrijders van de Hi'lofie, wat
fchijn van waarheit heeft- het dat alles aan Pbiladel-
pbus
toegefchieeven word, zonder dat 'er eetiig ge-
wag van zijnen Vader word gemaakt ? Pbiladelpbus,
zoo als de Hiitori luidt, heeft de gevangenen op
vrye voeten doen flellen ; en daar voor zoo veel
geld geichoten. Pbiladelpbus heelt alleen voor 't
overzetten van de Goddelijke Wet gezorgt; Pbila-
delpbus
heeft daar over aan den Hoogenprielier Elca-
zar
gefchreeven; en van den zelven Hoogenpries-
ter antwoord ontvangen. Ja, Eleazar , op Pbila-
delpbus
brief antwoord fchrijvende , begint zijnen
brief met deze woorden : indiengy, meluwe zufier
de Koningin
AHinoe , en met uwe kinderen, vjel te
pas zijt; dat h my lief,
enz. VVierd dan de Vader
van Pbiladelpbus niet gererent ; en mogt hy /00 wel
niet genoemt en gegroet worden als Pbiladelpbus, en
Pbiladelpbus
vrouw en kinderen? Daarop zeggende
Voorltanders van Anjieas dat Ptolom.eus Lagi het
ganfche bellier over de Boektrye aan ziioen zoon
overgeiaaten had, om dat die zoon zoo eene onge-
gemeene zucht voor de Boeken had. U at won-
der (leekt 'er dan in, zeggen ze , dat alles op den
naam van Pbiladelpbus ging ?
Daar hebben de anderen veel tegen: zeggende dat
Phi
-ocr page 510-
ÜESCHRVVING VAN DEVENTER.            3§f
Philadelphm , als hy van zijnen Vader voor Rijks-
genoot aangenomen wierd, noch zeer jong van jaa-
ren was; en niet langer als twee jaaren met zijnen
Vader op den throon gezeeten heeft. Daar zy dan
vorder uyt befluiten dat hy, by 't leven van zijnen
Vader, noch vrouw noch kinderen had: vervolgens
dat de brief van den Hoogeprielter, die van zijae
vrouwe en kinderen tpreeiu , voor een verdichten
brief moet gehouden worden ,· en de Hiltori van
/Irifteas voor eene verdichte Hittorie. Maar dac
ontkennen de vooritendcis van ^rijleasi en bewee-
ren dat Phtladelpbuh oud genoeg was om vrouw en
kinderen te hebben; en vervolgeus ook om voor de
Boekcrye te zorgen
Om dat evenwel het verhaal van Hermippus zijne
zwarighdt heeft, en met de vrouw en kinderen vau
Att{lca<i niet al te wei fzamen Üaat; brengt Walt*-
»ös een Joodfch Filofoof by, met naame 'sirtjhbu-
/«*; die ook t getuigt dat de Overzetting van de
Goddelijke Wet tei\ tijde van Ptolomaus Philadel-
fkus
guJaan is door her toedoen vau Üemetrim
Pbalereus
Deze /Jrijtobulka , zoo Walton doet gel-
den, heeft niet lang na sfttjteas geleeft ; hebbende
ïijn boek opgedragen aan Ptolomcem Phtlometor^om-
trem hondert jaaren na het overzetten van de Wet.
^oo köft hy alles gchoort hebben van zulke men-
fchen , dte het beleeft en met eigen oogen gezien
hadden. Maar de tegenparty houdt het boek van
•"r'ijiobulm zoo wel voor een verdicht werk als dat
»an ArifteaS; 't welk de vooritanders van ^n/faas
°P het gezag van Euftbim en CUweas Alexandrinus
met alle kracht verdedigen.
De Bcftriiciers van irifteas doen ook als een
Pooten misflag gelden dat de 7z Qverzetters, vol-
JfBSrJj.n verhaal, in Egipte zouden aangekomen zijn
'|* Pbitaaclpfois het jaargetijde van eenen leeflag
b'dι Λ·'" denwelken nv d»ti£Qws overwonnen
ad. Dit kan geen andere zeeflag zijn, zeggen ze,
■« die van ν Diodoms verhaalt word, en in 't derde
laar van de 18 ülimpias voorgevallen is. Maar toen
as kteazar noch geen Hoogeprielter; dewelke toe
» ApuJ Eufcb. [>r*p. ivang. Ijb 9 & ij, & CInutnt.
.......Stromar.          ν Lib. 20.
Β b                                  dat
=■
-ocr page 511-
3&Ó           Aantekeningen op de
dat ampt eerft verheven is in de 23 Oitmpias. Deze
opwerping, die by den geleerden Du Pm te kezen
itaat, is zoo dringend niet. Want 't is genoeg dat
hy dat ampt bekleedde, als Phtladtlphas op het in-
geven van Demetrius het gemelde verzoek op den
Hoogeupriefter deed. Op dezelfde wijs vervalt die
opwerping ook , dat Demetnm ten tijde van dien
zeedag , noch niet inEgipte was: 't is wederom ge-
noeg dat hy 'er toen waar , als hy PbilaUeiphus tot
het bevorderen van zoo eene Overzetting opwekte.
Maar die opwerping is zwaarder dat 'er zoo een
fcheepsgevecht tegen AntigonunuAi voorgevallen is:
en dat stntigonm en Koning Oemetrim , de vyanden
ran Ptolom*u%, zonder iets uyt te rechten, en een
gevecht te waageri, moften te rugge trekken De
icherpyiende ÜJJerius , die met alle kracht voor
Arifteas kampt, bekent hier op dat'er van zoo een
ïeetfevecht by de Schrijvers geen gewag word ge-
maakt : maar dat de Schrijvers meer andere zaken
verzwijgen : en altijd alles niet vertellen, fcn of
men hier al tegen inbrengt dat ze zoo eenen zee-
flag die jaarlijks om zijne vermaardheit geviert
mort worden, voor al niet behoorden te verzwij-
gen; zoo word gevraagt oi ze geene zaaken van
grooter belang verzwijgen; en of men by voorbee α
in de H. Schrift geene zaaken aangaande iommigi
Konincen beichreeven vindt; die van andere ben rij-
vers, daar ze de daaden van die Koningen vernaa-
ien ,'ongemeki vöorby gegaan worden?
Maar , zeggen de Beitrijders der zelve "iltoric,
volgens het fchrijven van den gewaanaen >*nrr
zoude de Filoloot' Menedemm van Erithre ten tijae
van die Overzetting aan't Hof VanPhiladelphuszijn
geweert; daar het nochtans zeker is dat hy, i>4«
ten minlie 8* jaaren oud , in 't ogende jaar va
Phitadelphus heerfchsippy geftorven is. Is het waar
fchijnelijk, zoo redenecren ze vorder, dat zoo e
(lok-oud en uytgeleefd man zoo een groote r
gedaan zoude hebben? Maar daar tegen word va
den anderen kant gevraagt of" het eene onmogenj
ke zaak is; en vorder, of hy 'er in zijnen hooR*
ouderdom moet gekomen zijn; en met iedert cctnü
jaaren verkeert kan hebben.
                                 p.
-ocr page 512-
Beschryving van Deventer.          387
De Tegen werpers meenen noch' éërieh *nderea
misïlag tegeri dé tijdrekenirig'te viruien in den brief,
dien Demeirius naer her verhaal van strijieai zoude
geichreeven hebben. In dien brief word van den
Abderiter kecatéü^ geijiroken , als van een man,
die over lang lijft het leven gefcheiden was: en
nochtans is het zeker, zeggen z'y ( dat thcatem de
tijdgenoot is geweefr van Demetrws, Hy zy -zijn
tijdgenoot geweelt, zeggen de anderen : kan hy
daarom niet lange jaar én voor Demetrtm geltorven
Dit komt deTegènpartye ook ongelooffelijk voor
dat een Heidenfch' Koning, als Pinhmam Phladel-
fhus
was, zulke fomrheri beftêedt zoude hebbei» om
de gevangene Jooden te verioiTen ; en zulke fenenk-
fcaadjen gedaan, om zoo een klein w.brkje, als de
Wet van' Moijei, voor ifjne LJoekerye te verkrijgen.
Dat werkje alleen, zeggen ze, zoude meer gekort
hebben'als de garifche üoëkery , al waar ze noch
zoo groot en gèlibffëert geweelt. Maar die Op-
werpers, zeggen de anderen , kennen Philadelpbus
niet: dat is, zy' wéëten niet hoe prachtig, mild, en
grootdadig dat 'hy in alles was, Philo * getuigt dat
hy door de heerlijke gedenktekenen van zijnen pracht
en grootdadigheit, die hy in alle lauden en lieden
nagelaaten heeft , zoo beroemd is geworden , dat
hpt noch by zijn tijdeen fpreék woord was, dat z,ijh
PbUadelphijfe werken
; om de ongemcene koJtelijk-
heit en prachtigheit van eenigc werken te kennen te
geeven.
i)e Tegen ftreevers van Arifleas vallen ook over
veeie zaaken , die hun als ongerijmd, belachelijk,
"enierd , en verdicht i voorkoomen. De Üpper-
r'."efter Eleaxar , zullende de 72 Overzetters naer
E<?ipte zenden , verklaart des Konings Gezanten met
fede dat hy zulke mannen niet afzenden zouw, in~
dien hy ze zelf vaj) noode had, Zy vraagen of dat,
voorzooeenen man als Eieazar, beleefdelijk gefp/o-
k*n was in de tegenwoordigheit van Philadelphm
Gezanten : van Pb/ladelpbus , zeg ik , die den Juo»
j<n zoo veel goeds, gedaan had, en zoo veele koiie-
'Uheden aan Eleazar en den Tempel gezonden.
-ocr page 513-
gS§ Aantekeningen op de
Die onbeleefdheu vinden 2e ook in de volgende
woorden van den fcelven Hoogepriefter : Maar dat
hy niets durfde weigeren
, om dat het tot nut der Jon-
den zoude [trekken
, enï. Zoo bekent hy dan vry-
borftig en gulhartig, neggen te, dat hy die Over-
zetters niet liet vertrekken om Phüadelfhus wille?
maar om dat hy het voordeel der burgerye beoogde.
Kan 'er wel grooter onbeleefdheir uytkoomen, enz.
Daar op hebben de anderen dit antwoord gereed dat
Eleazar wilde zeggen , hy koft wel eemge mannen
van laager rang en bequaamheit gezonden hebben;
en hy zoudezulke mannen, indien hy ze nu voor
*t welvaren van 't Vaderland en den Godsdienft van
noodehad, gemoedshalve , niet mogen zenden Hy
koit zijne woorden niiffchien wat effener beleit
hebben: maar dat is volgens hen geen reden om het
verhaal zelf verdagt te houden
                      t
Maar dit meenen de Tegenftreevers dat niet in u
fchikken is; te weeten dat Demetrtus, als de We
overbezet en van alleJooden goedgekeurt was, hun
beveelt den vloek volgens gewoonte uyt te fpreehen
tegen den genen die daar iets mogt afdoen, ot W
doen · of 'er iets in veranderen , of. verplaatsen , ot
uytlaaten. Wat had Dcm.trius over de Jooden te
9eggen 100 gaan ze in hun redeneeren voort, om
hun zulke beveelen te gee-ven ? Daar op word we-
der beantwoordt dat Demetrtus al wat hy deed uyt
lalt van den Koning deed; en van de Jooden wit
gebeden was om xulke vervloekingen toe te leswn.
En 't is wel te vatten dat by voorbeeld de geleerden
van Egiptc, ziende dat zulks van Demetrius en ver-
volgens van den Koning quam , minder beitaan iui·
kn hebben de handen aan het veranderen van áâ
Wet te il aan,                                                 e„f>ree-
Noch minder konnen 't de gemelde º egenltrcc
vers opkrijgen dat de Koning het Wetboek, na.0*1
het overgezet was, zoude aangebeden en van ol'ja-
ichap geweent hebben · ja eene verklaring gedaan .
dat hy den dag van de aankomfte der 7% Vertaalde*
ren jaarlijks op eene plegtige wijze zoude vieren·
Maar kan Philadelpbut , zoo word daar op ge«Ji
woordt, de Wet van Moifes. niet zoo wel voor een
Wet des Heers aangezien hebben als ^rtaxerx^
-ocr page 514-
Beschryvjng van Deventer.          jgp
Daar roepen de anderen veel tegen; en rneenen dat
hy evenwel tot geene aanbidding van de Wet zoude
gekomen zijn. Maar ik moet bekennen dat die on-
waarfchijnelijkheit in mijne oogen zoo groot niet
is, als zy ze doen gelden.
Vorders verhaalt Arifteas twee mirakelen , die van
zijne Tcgenftreevers verworpen en uytgelachcn
worden. Theepompus, zoo als hy verhaalt , wilde
een gedeelte van de Wet in zijne Hiiiorie inlaiTchen:
dochwierd aanltonds in zijn verftand geflagen. Maar
hy bad zoo lang dat hy zijn verltand wederom
kreeg. Thcodcftes, een Treurdichter, wierd fchie-
lijk blind, omdat hy iets uyt de Wet van Moifes in
een van zijne Treurfpelen te pas had gebragt. Hier
υρ zouw men milTchien konnen zeggen [dat het toen
de tijd van mirakelen was. Ook zeggen de Voor-
ftanders van sïrifteas niet dat hy in zijne geheele
Hiiiorie onfeilbaar was. 't Geen hy gezien en by*
tfewoont heeft, zullen ze zegge» , daar in verdient
hy geloof: 't geen hy van hooren zeggen of gelee-
den heeft; dat fteunt op het gezag van zijnen zegs-
man of Schrijver: word hy daarin bedrogen, dat
maakt hem niet verdagt in zijn vorder verhaal.
Dan houdt Scaliger voor ongelooffelijk , 't geen
Ar'qteas verhaalt dat de Hoogeprieiter, tot het ver-
raaien van de Wet, uyt iedere lïarmne twaalf man-
nen zoude gekooren hebben , dewelke ieder by hun-
nen naam uytgedrukt worden. Ten tijde van Eze-
chias
, xegt hy, waren 'er tien ftammen gevankclijk
weggevoert: zoo 'er noch eem'gen uyt die tien (lam-
Wen mogten in 't land gebleeven zijn, die hadden
Reen vaite plaats ; maar waren onder de (lammen
van Judas en Benjamin vermengt. Hoe koft Eba-
Ur
dan, vraagt hy, uyt iedere ftamme zes doorge-
leerde en deftige mannen gereed en by der hand
hebben ; om ze zoo gelijk naer Egipte te zenden.
ïï*mfredus Hody zelf, hoezeer dat hy tegen ^rijïeas
"genomen is, houdt die opwerping voor krachte-
ns en ongegrond. 't Is zeker, zegt hy, dat *cr
uyt iedere framtneeen groot getal Ifracliten in't land
Kebleeven is. Ja,volgens Cbrififiomus, Eutkymius,
j-η anderen, waren de PharifeeO uyt alle de twaalf
•lammen gefprooten. Daar onder waren zeer veele
Men van kennis enjgeleerdhcit, enz.
               Sta·
-ocr page 515-
3ö0             AANTEKENINGEN ÏÉ' DE
^igitger, heeft daar ook veel op te zegden dat de
drie brieven, te weeten van Demetrim,Vhiiade\phm
en Eleazar, met eenenen den zelfden ftijl gefchree!
ven zijn: een zeker teken , zoo als hy meent, dat
ze van den zelfden'bedrieger opgefteit en op den
,naam van strifteas uytgegeeven zijn, Tvlaar voor
eerft zi|n de brieven zeer kort , en handelen over
eene en de zelfde zaak : hoe is het dan wonder dat
'er'geen groot onderfcheid is tufïchen'den. ftijl. Ten
tweede gelooft Voffius dat ^rifieas de eigene woorden
der oorfpronkelijke brieven niet behouden . maar
den inhoud der brieven met zijnen nVijl opgegeeven
heeft. Maar, zeggen de anderen , daar ArSfugs alle
de antwoorden van de ç% Ovenetters uyt de Ko-
ninklijke pampïeren verzamelt heeft , wat iqude
hem bewogen hebben om 'er de eigen brieven niet
uyt te trekken? Daar op zoude Voffius konnen ?eg-
gen dat hy ook den zin van alle die antwoorden,
maar niet de antwoorden zelf, befchreeven heeft.
De Beftrijders van nrifteas meenen dat zy 't gewon-
nen hebben met eene plaats nyt Vitruv'ius: daar 7,y
noch eene plaats by doen uyt Suidas: voor welke
twee plaatzen, zoo als ze roemen , de voorflanders ]
van ^rifteas (lom moeten itaaii De plaats van * Vi-
truvim
luidt aldus: dat Pbilade{phm eene Hockery
heefr laaten maaken gelijk als de Koningen van P.er-
gamum
gedaan hadden . en dat hy eenen ^rijt/ipha-
nes
tot opzigter over d\e Boekerye aougeftelt heeft.
Door dien Koning van Pergamum, 7.00 als 7.e vail-
ftellen , kan niemand anders verOaan worden als
Koning E«wtévèi\ die eetft Koning geworden is nae
de dood van Demetrim. Zoo kan Demetr'us dan nyt
twee hoofden de opzigter van die Boekery niet 7.ijn
geweeft; ten eerfte om dat 'er by zijn.leven aan 't
oprechten van de Boekery noch niet begonnen was:
ten tweede, om dat Ariftophanes het opzigt over.de
Boekery gekreegen had. Wat Suidas belangt ; die
fchrïjftwel dat de Wet van Moifes door de 7iOver-
zetters in de Griekfche taal gebragt is ; maar hy .
voei»t*er by dat zulks gedaan is in, het éöâ'ìæôíæç
Philadelpbus
heerfchappy; en dat de Bibliothekar'S,
hy wiens tijd de overzetting ondernomen en voltrok»
* la Pracfat. libri
tÊÊ
-ocr page 516-
fkSCHRYVING VAN DEVENTER.            35?I
ken wierd, Zenodotus was genaamt. Hier uyt trek-
ken ze dat Demetrius lang voor die Overzetting ge-
ftorven is, en noit het opzigt over de Boekery van
Alexandrye heeft gehad, Maar de Voorftanders van
hrifteas (taan hier zoo verlegen niet ais hunne Te-
genparty zich ingebeeldt had. Zy zeggen voor eerit
dat Fitruvius en Stridas malkander op het ituk van
den Bibliothekaris tegerïfpreeken; en vervolgens dat
ze malkander eerit verliaan moeten, eer dat ze recht
hebben om ons van ons gevoelen te doen afitappen. »
Ten tweede zeggen ze dat Wtruvius , hoewel eenoud
en geleerd Schrijver, echter ten opzigte der Egipte-
naaren een uytlander was , en te Rome woonde.
Wat Smda% belangt; die was wel een Griek : maar
iseerft in de elfde eeuwe na Cbriftus geboorte in de
weereld gekomen: en zy vraagen of het gezag van
Suidas zoo veel grooter is als dat van Rujtbius, Jo-
ftphus, Pèilo,
enz. Dat antwoord tegen Suidas laat
ik doorfchieten: maar het zeggen vm^ttmvim baart
grooter zwarigheit. Men was te Rome 700 onkun-
dig niet in uytlandlche zaken ; en voor al (laat he,t
te denken dnVitrupMS, zijnde zoo een doorgeleerd
en verftandig man , niet zonder keiimife van zaakea
zal gefchreeven hebben. En het geen hy van den
Bibliothekaris hriftopbanes fchrijft, geeft mijns oor-
deels noch de grootite zwarigheit niet. Arifeopbancs
kan binnen korte jaaren geltorven zijn , en voor
Demetrius plaats gemaakt hebben : maar hy fchrijft
duidelijk dat Pbiladcipbus het oprechten van de meer-
' gemelde Boekery niet voor het drieen-dertigile jnar
van zijne regeering begonnen heeft : wanneer De-
metrim
zekerlijk al overleden was. De voorlïandewï
van Arifteas zeggen daar op datP/*riK/i«,hpe geleerd
dat men hem maaketi wil, zekerlijk meer misflagen
tegen de tijdrekening heeft begaan; en dat hy beter
in de bouwkunde als in de Hiltorie en tijdrekening©
bedreeven was.
                                                        ■-.'.
Die het met 'Jof. Scaliger houden, meenen dat ze
hunne tegenpartye den mond konncn Hoppen met
eene plaats van Arifteas , daar hy van het y Hepta-
fiadium
fpreekt. Want dewijl hy daar gewag van
J> Oit was een gevacrK, dat h« «ylaiul Paai os aau 't vafte
laad keehte, etiz".
                                                  . f
Β b 4                    maakt,
-ocr page 517-
$9*           Aantekeningen op de
maakt, moet hy het gekent hebben: en nochtans,
Ϋ-eggen zy , is het Heptajiadium van de Koninginne
Cleopatra gebouwt, dewelke lange jaaren na Ptaio·
tn&us Pbiladelphus
het gebied over Egipte heeft ge-
voert. Dit zeggen zy nier alleen , maar bewijzen
't ook uyt Kmmianus\ Marceïïinm, die her opbouwen
van 't Heptaftadium de gemelde Koninginne duide-
lijk toefehrijft, Doch die Arifieas verdedigen wor-
den hier van hunne eige Tegenpartye geredt. llum-
fridus Hody
, dte tegen de Hiftori van Ariftras zoo
ingenomen is als iemand, bekent dat her Heptafta-
dium
ouder is als Philadelpbus ·, en bewijft zijn zeg-
gen ook. Zelfs bewijfl hy dat de bekende toren
Pharo<i, die voor een zeebake diende, en jonger als
het Heptaftadium was, door Koning Pbiladelphus is
gehouwt.
Eindelijk doen α ze deze opwerping dat de Schrij-
vers, die den naam van Arifiem en Arifiobu\u% draa-
gen , niet anders verrellen als dar grootfeh en heer-
lijk is, en den gemeenen tranr te boven gaat.' Arif-
ieas
by voorbeeld fchrijft nier alleen dat de*7oOver-
zetters een affchrifr van de Wet in Egipte bragten;
dat ware niet grootfeh genoeg geweeit. Hy voegt
'er by dat het met goude letteren gefchreeven was,
Hy befchrïjft de tafel en de vordere gefchenken 4
die Philad'lphu% aan den Tempel van Jeruzalem
ïondt, op eene wijze ; die alles, naer het oordeel
varr de fegenparry, verdeer moet maaken. Maar de
getuigenis van Vbiln, dat Pb'iladelubus in alles even
prachtig en heerliik was, ja in pracht en he-rh'jkheit
ieder te boven ging , moet deezé opwerping zeer
verzwakken En wat het affchrift mer de goude let-
teren belangt; ik heb elders getoont dat het gehruyk,
van het EvangeH-boek met goude letteren te fchrii-
ven , ja mer paarlen en koftclïjke gefteenten te be-
letten, onder deChriftenen zeer gemeen is geleed.
1$ het dan zulk een wonder dat een Joodfch Op-
perpriefter, zullende een affchrift van deGoddeliike
Wet aan zoo een magtigen Konmg zenden, hetzel-
ve met goude letteren deed befchrijven?
Dit meeue ik dat de voornaarnite zwarigheden
*■ Zh-h IJin Bibhtora· I. DifTeft Prelim*
zijn
-ocr page 518-
Beschryving van Deventer.           393
zijn, die tegen de Hirtorie van Arifteas opgewor-
pen worden; met de antwoorden die de Voorstan-
ders van Arifieas daar op geeven , of konnen gee-
ven. Die antwoorden geef ik niet op , om dat ik
?e altemaal of in alles goedkeure; of my /elven aan de
zijde van Arifiea* en zijne voorvechters voege : neen.
Ik geef re maar op ; op dat de Leezer de redenen
en tegenredenen mag overweegen; en, 700 r hem
belieft, party kieren Dat ral ik voor eerit niet doen ;
dewijl alles in deze rake noch genoegzaam voor
mijne oogen fchemert: en het voor my gemdm-
mer is de nytfpraak over dit gefchil aan uiden van
honger gezag en geleerdheit te laat en. Ik moet er
noch by zeggen dat de Jooden , die altnd groote
meefiers in 't verteller, van fabelen Zijn ge weeft, noch
eene raak van dat Overrerten der Goddelijke V\ et
vernaaien; dewelke, zoo ze waarachtig ware, alles
wat Arifteas vertelt in wonderliikheif te boven zou-
de gaan. Zr* zeggen dat ieder Overzetten, tot
7t toe in eene byzondere celle opgefloten rat, zon-
der gejneenfchap.- met malkander te houden : dat
re altemaal de H. Schrift vertaalden : en dat alle
die vertaalingen niet alleen in den zin, maar van
woord tot woord eh van ftip tot ftrp» met malkan-
kander over-een-qnamen. Eenige Oudvaders, met
de Griekfche Overrettinge ingenomen, hebben dit
verdichtrel der Jooden geloof gegeeven : maar de
H. Hiero^mm, diedeze raak beter onderzocht had,
en den Hebreenwfchen Text boven die Overrett.ng
(lelde, lacht wel hartelijk met die 72 cellen. En hy
had gelïÜi : dewiil noch Artfteas , noch 7WPj>«',
noch Philo , van die cellen gewaaeen ; jaAr^s,
of die rijnen naam voert , duidelijk getuigt dat de
Oveneiters in het vertaaien malkander? raad ge-
bruvkten.                                   c „.           ËË
Eindelijk dient geweeten dat S. Huronymus ö
derelve Schrijvers fteunende , voor eene zekere
waarheit houdt dat de 71 Overreiters niet anders
vertaalt hebben als de v:]f Boeken van M;fe%.
Ar;/iMS, Ariftobulus, Pbih, fpreeken m«r«ndc
Wet, waar door gemeenelijk de gemelde vijf Boe-
ken alleen betekent iworden. fflepb»* zegt çïòßÕ
l Zie du Pb ibid. . B b 5
                            dui.
-ocr page 519-
394 Oudheden en Gestichten
duidelijker dat het de Wet van den Joodfchen Wet-
geever was; 't welk op niemand alsMoiJes en zijne
.JJoeken pait. De Thalmudilteh zeegen 't zelfde.
Doch Jufiinm en de meeiïe Oadvaders zijn in dat
gevoelen geweeit dat de geheele Bybel door hen
overgezet zy; om dat de Griekfche Overzetting van
de ganfche Schriftuur by hunnen tijd de Vertaling
van de 7c Overzetters wierd genoemt. Doch om
de getuigenis van Jufephm enz', is het veel waar-
fch ij nel ijker .dat de vordere Boeken , die achter de
Boeken van Mmfes volgen, van tijd tot tijd door
andere Schrijvers overgezet zijn: hoewel het ook
de waarheit is dat de Vertaling van die vordere Boe-
ken van een hooge oudheit is ; en dat de Jooden
voorCbriftus geboorte geen andereX)verzetring had-
den.
D E L D ■ 'E N>            ^
^rihen / een fleöenc ban WtteftfjU onbct*
ïjct ®ioiïfcl)&p ban (®hjeiït:giiejjeii/ fjaD cv
m pêivuëljilmb /
öfe op Den naam ban öen
Ü, Biafius iiiQtbiQpt 'ma§. ©e $0m/ tnt
öeijonoen b)a$ alie öauöeröagen eene %aop
mi$tt
öoen/ ϊ$βώ fcf>Μ$èiiwmina; ban $.
Pieters kapittel te ïlimïfl aangefïelt. jBaar
«rt jaae 1x54, op «g.Calixtus abono/ öeeffc
|)et geinelöe ïtayittel Öae récijt BeiieUen^ oe
nieine en g^oote tïehoen/ en öe b^öeee vecfy
ten met ïjnti totbüjoovm 1 Die öe wttefaw
geuöer^öer 0& tofte piagteti te genieten/ *
aan β- Lebuinus Ktapïttei te ^ebenter ober>
geöaan: 'tbjeiïun'tsdfae jaar/ oa$ateuüag;
ilfl j&*. Sc.rvacitis öag/ Ö00£ joannes ί I W&
fe^ojp ban ïtteeeïjt soebgcicuct en Dcbc^
©eje neen pa acöt iMiarnén j aï$
h:Si tDeBïtop ban't %$$!if: tmeïi^^
Whm tbjeemaaï tec Mét öe <&$aïfltm
öan
!
-ocr page 520-
τ
van Deventer. 595"
ban 't §. Mm$ aan 't antaar beröeelöeïi
tïïOCfï
i. mt ban φ. %. ®nm ·» Mtxê sseöie*
naai* gejjonöen ïm§ -4 tooen^ia^ en '# b$*
tmgg öen 8oD.öc!i)6en ötenfi te öoe«.
2. <E>ic ban §>, Fn Evhngèlitt,
4, <IMe ban öen 1. ffipoftél Mkthias,
f. #iebanöcn^.25iffcDop Nicoiaus: olie
biiè met bier toee&elpfclje »P* Wgft
' 6. S^f-étt$i? ban ^ Cathanna: en fïaat
re ïettcii öat öe PMeet ban get naftturig
tójp Mfttóo tó recijt ban f>atroonfeöap
oy alie öe boo^noemöe ©bargen öaö,
          t
7.  3^e $i«arg ban öc $ Koningen; öaar
öe Bruggemanneii ï|Ct SCiftSC recljt θί*Τ &aö*
öen.
8.  <^ie ban $. Anna i bjien^ SSeöienaar
,tot get tóen ban ttoee jj&ifffen ter toeeït ge»*
ïjouöen toa^ ©olgeiig öe aantekeningen ban
öen aMflcijojj < e Monte flonö öe$e &inarp it?
't jaar 15-71 ter benoeminge ban auffrontu
van Averhagèn.
%n 't jaar ifrï* fïonö ïjicr al$ ©afloop lp- Partoors.
ban Laarhuizen. ^ocö w 't berbannen bau
öen onöen <0oösöie»fï öebben gier öe bolgen*
öe fëaflöo;$ gedaan:
Gèraard Eyiaerrs, te <£Möen5eeï geooorert·,
öetocifte öaar groten en beeïbuïöïgen arbeia
utJtgefïaan öebbenöe/ in't jaar i68o, ψψ
tooi
ban hierop en öe nabnurige öojpen m
$oo#8oüanö ti geiwöen i en te Cmmertö
m*tjaar 1689. oberieöen.
ïohan Zwerink, te Koegbelö gebooren/ en
m 't jaar 171 £ upt fiet leben gefefjeiöen. ' ,
Bemaard Fok, te ftgffe in 't ïaiiö ban iCtoettt
gcDoorem ©ie wa ï^engeto iwöen tegen*
-ocr page 521-
596 Oudheden en Gestichten
tooo^ïsig ooft D0Q2 ben §f>a$ooj ban ©efocii
geöofpn.
E Ν S C Η E D E,
Nwiwcde «SHilfcgeÖe «" fleÖefte b3il 't %Mlb batt '
van En-
«Ctoent/ enopbe ii|t*tcrjïe grenen ban<0bee-
fchedc. p^c| geïjgen / i£ albu$ genocmb ban Kind-
/cheidingej om öac ijct (Dueryffe! ban 't2W$
iïom ban jpttnfïer fc&eipt go ae parnemenre
bneben beu ïltwcl)tfci}e iterfae tpo^ö ïjet ooH
Anze geiioemt, %et recQt aai 'ei* mi j£a^
too? aan te ffclïeu i$ öoo? Godebaldus,
fcljop ban finxcïjt/ aan tiet kapittel ban J>.
Pietcrs Kern te ïltrecljt gegeeben. (©e 25jicf
ïtati jjLfiet %atijnfcljc bjeiMt nagelen too^
ben.)
^e 2$tffcf)Dp ban ïitrccïjt Ijeeft 'er alïe£ in
't jaar ι ±α8. berfcanbt Lindebom bennelöt
ben patroon Der beebe niet·» öehiciite ooh niet
opgegeeben tuosti ui 't berijaail ban 't fóerftni;
ÖC50C&/ bat in't jaar 1.771. DoaL? ben 25i&
fcljop de Mohte geDaan $. jjfeaar oni bat De
$ïerm$ op ben bag ban ben ξι. Marcitiüs balt/
mag men giffen bat 'er Die %, 25ifjei)Op a$
f»ateoon bjserü geboet
®e gafiorg ban <H*nfcijrbe f$ toebeet Öe
omfteenng Dce Eegeennp öoo^ öe baigen&e
^iefiec^ beMeeöt getDeefï:
j^# Sylvoitius, te %iti)ttnfott gebooten.
I johan Noorman, teïgHiffeil lil 't Saiib bail
ftleefgeöooren.
johan Bekker, ban geboomte een ïioe^felDer*
G O O R.
«««η * 0*W ^erpffcï onber jjet gereeïjt ban
va» Goor. Ctoent aau tam Min beseft gelegen/ i$ een
on&e*
-ocr page 522-
van Deventer.        tyj
onbetoaïb ffeoefce s maar tna$ ηνφφ öc
ftooföjtaö ban bat ftaob. %*t boert oen tip
tel ban ^aaffcija» : en be leer ban φοο$
toa$ eertijbg / bolgeo$ een miö boo^reeïjt /
bc (O &aatib?tg ban ben lltrecjjtfeöen m$*
fcijop. 9n 't jaar n^ tüa$ Willem, Heer
van Goor, be (z) 3!öböliaat ban j& Maar-
tene feer&e telltrecgt, ^ocij omtrent ijet jaar
12.48 toierö öe .i|ecr bati€>bo^/ om 3tjne bal*
oatrig![)eit en garbnefthigfjctt/ booten Itoom*
fcgcn honing Willem ugr fjet^it ban bie
toaarbïgjjett en ban alle (?) 3ö«e $oeöeren ge*
3ft: en be^elbe gaeberen ten öcljoebe ban beu
^ifcijop ban llirecijt beröearö berWaarr.
i®2 «erft/ bic ben%.Petrustoegetmjöt fcöa$/
fïonö ter öenoeniingt "ban ben l|eer ban <0an'j;
en pb ttoeeBi&argcn: te bieeren een ©iitarn
ban Φ, 3L ©joiiu) / en eenc tioeröe ban ben
ï| Anronius. !
®c »3itter ban be eerfïe 3Marn hsaS qv
Ijauben aïle ^onöagen en ^rm'geii&agen üm
mften bietifï te boen. 3 η 't jaar 15-71. fjab
Hendrik van Recbieren get recflt ban jj^a*
troonfcljap ober öe gtömrpe,
^ieban^. Anronius, öctneïite ben 23e3iti
ter tot ö;ie toeefttfpfc&e Öienfïen berniigte/
hjierb öaoj be Borkmanncn en öe ^»ct)epenen
bergeeben.
^et geftfyip^/ baar be armen m gunnen Gaiihuy».
nooö boo^ eeneCi)j!fMpe meboogenböeit ge*
Üolpe&i tooien / fyteft 'eme ftapetïe / baar be
onbloebige <$ffa*!janbe '$ maanbagd en bon*
Qcr&agé <&obc bos; ben bienft baa ben ga^
too3 ojpgebiagen toierö*
Ban be gajloo^/ bie Bier in be ïtatolpe
*Öben geftaan ge&üen/ 3ijn be5e tfcuee beiienö:
*
-ocr page 523-
3^3 Aantekeningen op i> e
ml Koevorden , öte ÖteC ©afïoOJ &&$ fa 't
jut&C IJ f ι : til Rembout Wynandsz. pit fcat
amttt in 't jaar 1571. öeMeeoïie*
J*a öe öetoUc üefauüm»0 ijtftbm ïjiei· ge*
fïaan
r jakob Brevink, tt &$ttttgföaomi/ bic töcl-
m lkcg\ükt Itattonnjti' imp getóeeft / 11\$.
Johart Bekker, te $3jd3a getomi'\ ffll
^eer geleerd cn 001130303111 ^téfïerV Dié at t
]0foêgen:ua<i gijn iebeu / öen 14 3}itn| 1707,
töt ieöetö'tyeefgeit otierleöeu i$
Mclchjor Meden.
v AANTEKENINGEN. '";'.. I
i. Dat hy de Leenman der Utrechtfche kerke,
en 's BiiTchops Vaandrig was, Itaat in een oude Jijlt
van de Vazallen der Bi flchoppen en kerke van U-
trecht: dit zijn de eige woorden: „Ook is de Heer
,', van Ghoor een vrye Leenman der kerke van U·
„ trecht ; en hy houdt te leen het kafteel Ghoere,
„ en her landfchap van Ameide, met veele lande-
„ ryen , pachthoeven , ■ wooningen , huizen, bos-
s, fchen, velden, beemden} weiden, wateren, wa-
„ tergangen, loflè en vafie goederen , en alles wat
,, tot de gemelde oorden vauGhoer en Ameide be«
„ hoort. Ook word hy genoemt en hy is de Vaaii-
3, drig van Utrecht.,, Maar over deze lijlt hebben
wy elders ons oordeel te kennen gegeeven ; en voe-
gen d'er by dat Bucbelius zelf, *hoe zeer hy de magt
en rechten der Utrechtfche Biiïchoppen doorgaans
doet gelden , van gevoelen is dat ze ten tijde van
Adelboldus niet opgeltelt is, zoo als IV. He da ver-
haalt; maar een laater Biiïchop moet toegefchree-
vèn worden. Wy hebben o'ok reeds aangemerkt dat
de Graaf van Holland het Graaffchap van Holland j
en daar by Jiennemerlnnd, met alles wat daar on- j
der bègreepen was, volgens diezelfde lijit, vanden \
Biiïchop te leen ontvangen had. Dan worden de j
tienden vau d\e landen, en daar by ganfeh Water- !
*
                                                   land |
-ocr page 524-
Beschrïving van Deventer.          39?
land en Weftvriesland, van dat leenmanfchad noen
uytgezondert: dat is , daar had de Graat', volgens
die lijft, geen het mf'nfte recht op; maar alles quam
den Biffchop in vollen eigendom toe. Of 'er de
Gr.vaf groot recht op had, dat laat ik nu daar: maar
hoe zoude de BiiTchop zijn recht op die landen be-
weezen hebben? En hoe zoude hy beweezen hebben
dat de Hartog van Brabant hem voor Leenheer van
de ganfche Kempen , tot Tuernoutervoirde toe, er-
kennen moft. 't Geen Buchelius zeit dat niet alleen
V/ Heda, rnaar eenige haudichriften van Beka, en
J vorder ook Snoy, Gcrard van Nimwegen , Gerbran~
J ais, en Hamcomus, deeze lijft vermelden: dar be-
iwljft maar dat iemand zoo' eene lijft opgeftelt heeft:
maar of die Opltelder op geloofwaardige ftukken
lleunde, en zelf ook geloofwaardig was,daar zouw
het op aankoomen. En Snoy, Gerhrand van Leiden,
Umcanwj, ja Beka zelf, hoewel een goed Schrij-
ver, en Gcrard van Nirmuegen, vernaaien wel zaa-
ken, die voor geen Evanheliffche waarheden aange-
nomen worden.
ï. In't jaar 1:72. was λ Rudolpkus van Gboor Ad-
vokaat der Utrechtfche kerke. Van de Advokaaten
der kerken, en van hunne ^ewcldenaryen en roo-
ien , is elders breed genoeg gefproken» Ik
m! hier maar aantekenen dat de Advokaaten der
Utrechtfche kerke zoo veel niet te zeggen b hadden.
De Biflchop had ze genoegzaam onder zijn bedwang:
e« zonder zi|n bevel durfden zy geene beweeging
diaken. Hoe dat het ampt van Advokaat der kerke
le Utrecht mettertijd te niet gegaan is, en in hunne
plaats zoogenoernde Graaven , Kafteleinen , Burg-
.Waven, gekomen zï.ïi ; daar van is elders ook ge-
iproken,
?. y. Beka, die dit verhaak, voegt'er niet by dat
('em zijne goederen ontnomen zijn : hy zegt maar
dat Koning WUUm hem gevangen genomen , aan den
^iifchop 'overgelevert , en van zijne waardighett
^eft berooft. Of hier door zijne waardtgheit van
Graaf , of van Advokaat der Utrechtfche kerke',
Verilaati moet worden; daar kan ik als noch weinig
van zeggen.
• Zie Antun. M*"ttk. t!e Nobii. Ilh, it cap. 51.
b Ibukm.                                                        D f E-
I
-ocr page 525-
400 Oudheden en Gestichten
DIEPENHEIM.
^et fieöeïte ψίΐψηϊ)ύ\η geeft fcoel · eer met
öen tittel hm <è^aafftja$ gep^oti&t -, 't tuciiï
Johan >an Dieit, 25sffcf)op ban Utrecht/ in
jet jaar Ί330. ban öen föiöiser Willem van
Boxtciie, en fc&eifë $ug£b?ouiue ïtunigun-
da, «t^abinne ban <&*aten / leeft gefeoeïjr,
©it öeeö ög om öat ©scpujjcmi Ijet 23obcn*
(lift tot een flernc boo?fcijan$ tegen öe )φφ
Ipe inbalïen berflrente,
3^è nerlt / Die 0$) öen naam ban j§. lan
Evangehft ingetmjöt toa$/ tnofl g&aren J?ai?
toa^ban bendeere oer jSiaat3e itrijgen. ^aac
foa$ maat eene ®8tar» ? te toeeten ban $.
Gcorgius: ober öetoeiUe Soniter [ohan van
Ripperda en öe ïfeee ban Warmde ui 't jaac
15:71 bn Deucten fiet reeïjt ban boogflcUing
ïiabben*
3|n't jaar 1.J71. toierö be5e psfforg &O0?
Herman Buichof beïUeeöt: öe geioobigcn ban
<^iepenöenn en öe omiegoenöe plaateen iw
ben tljan^ öoo^ öen ^ailoo? ban <&wz ψ
Jolpen,
R Υ S S E N.
Kerk en ©e feeeït ban feoffen / 't töeïft een fïcbüfec
p«roon m jjCt fonb ban CtDcnt $/ ~\m§ ben ^J)'o-
fcï. nvfius toegeiuijöt \ en ioierö öoo^ öen ^cjjool*
boogö ban j$; Mariaas tan te lilti-ecljt fee
geeben.
vikaryen. ®aar toaren öt«e Mtaruen: öe eerfle/ 5*Jn''
öe öe &iim\i ban 't i&myi / fÏanö in t fizt
ι*ίΖ2* ta* ÖW^Hige V»an Johan vander Vmrlt.
'©e ttoeeöe / te toceten οίε ban <&. %
-ocr page 526-
van Öevent e r. 4ö>t
ijotiüj / berp%re oen ^e^eiiaai om aïic
limauoagen / blagen / en" 5ateröagen / öë
ojferfjanoe ba· Mmïm Mtt ojj.te fcaa$ru..
®e ^&tertoan 'oe beröe JMtarg ƒ $jinöe
Wefean nS Rv^hgehit, Ébdp glpbillilS a!*
Ie Dagen'öftiiéaööeïprn öfciifï teöden. 5jn't'
jaöt' 15-71. !)Ω0 Ruciölf van L'apgin $et rcCl]e
cm een 23eDienaar im ^é$è^f^^0oi te fieU
Uit. φΰϊί Wü$ 'er een ^oeöcirfegap ban ^Broeder;
Anna \ tumv nc ^c||epéïséii ban ftpffett ijii &*ρ·
ö^sjt ówi^abWii."
• |et ga$ijii$$ / baar oe armen gegoten Gaaiiu^
tooien/ Ijab übo^ patroon tien φ; Anconius:
3fn 't jaar ΐ ff ι "tLU§ RurgcTus van Haitq-
reivgafioo,? bên griffen. Jptöt 9e meerde*
hjclüc bfranberiiïg ïé be Sfiptëg ban %p,tt '
Hfföra$y ban (jet jaar i'68o. tot 1698, be*
hkcöt getoeefï 0003'"'
Johan Lefers, Wtftl OgtböIgCl* ïtt*CC0
Bernard Maucil Ëcjclaar.
Β O ;k Ν Ë.
fee nerft ban 25ajne / een öó$ tn 't ïanö ^k vsi
ban j^tnciit/fïona oititerljet^atroonfcjjap. ban tóe
öfn ©jofï ban ^bcrgfjfel. Cefjter tuube'ift
I fteg bat Ijet reeljt b:,n f^atraonfcgaii J>.
t Lebuinus ïtapittel re ^eitesiter roebegoarfr*
2» 't jaar 142,0, ben 7 Jjj&d / $ {jier eene Φί*
«§tg ban Φ. 11, %>}wm öefiie^t en begiftigt
; «00$ MachtHd \ ander Souwc , iiMiei'fle ÖCC"
jonnen te Almelo·, en &oo^ ttóee 3^icfier#/.
'c toeeten Johan en J-ikob Hilbirigh ·, niCt ΟΙίί
l^ömg pat ijet recgt bah boo|fMiinge bé
^0ofterb38$'3e|fe ban Ümeio 50110e roeöei
I peten, j-iaoc Den 27 |Een 144,4., i^begemeHw'
1.
-ocr page 527-
402 Oudheden en Gestichten
#&ry booj Rudolphus, ^ifJTcgotiban ïttrecfjt/
Dan Ijicr in be heeft ban fÖmelö cnsccgcb^öt:
en lp niet öcjfeü ïafï be3toaart bat be t^ittet
cjp| ter maatib ben <&obbeIpen bienfï moet
öüen in be beeUe ban S&ojne i en bjiemaai ter
bseene in't gemeibé $onnenloojiet.
3 η be iaatere rijben Rebben ijitv gefïaan
Geraard Poikamp, te$50^10 geöOOreih Ufl'
öerijanb fèèfiwii ban Eingcn r en einöcip
J&atiffdijhe ^ibari^ : ban twen tn jjet DetDe
öeeï bail 1)ïZ ®UBtftj)e Batavia Sacra tyctUt
öcfcljcib te binben i$.
Aalbert Bekkérink, tC^afeïutiue gC&OOteü ·,
een Denob3aam en bieriQ ψμζ\ϊα ; bk fcau
eene beroerte oberbaüen jijnöe/ en baat oy
Öe teciiiiö geset ijebbenbe/ ban bt tDinb3Ucjjt
j|epd?ue?i \$ben io.3[anuarn 16<jy.
johau Lcters, Die in't jaar ióps. obedc*
ben i$.
Stcvtn Meyer, eit3«
LOSSER..
Keik Bc- ^t parocpetu ban boffer in 't ïanb üan
geeve! dCr toent/öeiöèUiem ben Iaatfien20cflfaaifcijfn
i*a«ory. oö?jöö gj^g jj^ oügclult oèijaö ijeeft ban af»
U1Z* öWPt te tobben/ $ be böcïjter bet tlïttoej
öértóUe ban SmÜ$mt 300 bat ijet &apum
ber ïaatfte berhe be f afiorn ban ffoffcr W
geeft* 3(n be ftcr&e ban Stoffer $ tem m;
Uarp ban bC ^. ij Anna etl Mart mus; bit bOOJ
ben vDeften ban #iöen3eel becgreben tuaaa.
^ebett \fit jaar 1664. $ Herman Ter Boe|T
te paitöo* ban maffer 0ctoccjï. öctödï^ w[\
^betfle fewg ban be j^onnen aan Dé <0iaan·
böcï) ciöct^ lebben toy bJijbiao£iigct· ban W"
Sïf föioftcn,
                                      HEN*
-ocr page 528-
.aV&'^k*· SL UFff-R'tO
van Deventer» 403
tt fe ^ GE L O.
$, ^mbertüs foat» flicr aï^ öc gatroon .Hf rp?$ j$r
&rfctjut öetlig ber ïirc^e gebiett. 2(ii 't jaeckeikc* **·.
ι T71 - (ïouö öepafiorg terbecgeeuinge ban
A'Jolf van Twikkeió. "Φζ 2$l|fcf)QgJ. de Monte,
ban öeitofïer$i 00501? h&'fte getpag maaMibe/
000f£ Jen jonker van het kaiteel Hengel voor
ocu Oppi-rite van hen a'len op. , _/ }
Jïi 'tjaac 1331 toirrt be faflorg boo) ee*paftoorSf
Ι1Π1 Godefritlus Üelitèl-ÖCj Hl til't )<föC l$7l.
iiou^ eeueu LodcwijK Salingen.
Μ Α R Κ E L.
©c heeft ban öttöp^ïi/ b^Pighius in $ijnmA
Heicuies Prodicius iVlarkel , e»'t .Mark van
&m genaamd/ fïaat anöctbe befajenronge
tow öcn § Mu. cmus. J|et tec^t am mnaiiii
tot öe pAfiuv^ baoj te fallcn boomt ben
^i1)ooibüogö bauiVianaas kapittel teïlÏmftt;
toe
©aai- toattn tfoee l^iftaryen, öe mfte ban
O. L. Vrouw ·, be tb)00Ö0 bart £), Anna i Ui?
&°0£ ben J^afïoo' betgeebe» tbierben/ 011 Öëii
^5i«0c mt ö^ie juffen ter bjeeitberöonöen*
€ot Ö030 berö aagten be0le mciifcfjeii in
bfebaart t0 hoornen/ 0» '01? jjunne geiofrett
te boen; maar twat baat f00 00ieg0ïibt)eit ge>
iecben ijeube / Lmg onbefcnb.
SM* etu i^nbfcipft ban Georgius ban <£g*
inauD/ 23ifTci)op ban Utmtjt/ biuöe ift Jo.
han van Kamp ;n aip gafïOO? ÖetmeiÖ OJ> 8#
jaar ir4.7# <$„ bQi$m$ m{ tjanöfcijjift ban
0f« Siffcjjoji de Monte geeft Ijiw in 't jaae
'57'· SCftaauGeraard Schcllmk.
Cc %                HAAKS-
k
-ocr page 529-
404 Oudheden en Gestïchtèh
HAAKSBERGEN.
Kerk van 3|aaK$teget* ï' ttn **°® Il! '* ïaniï *m
Haaksber- @fom j öat met §m fytt\ fom ^O^ftlj^
|cen;erSvan$»3onftt/ geeft eene farocgt&erït i baat öe
dePaftory^eec ban «^bergfleï ïjet recgt ban pattoow
en*. fCgap otjer geeft.
©e gemeente ban ^aa^öecsen plagt öoo?
öe Hionbentueeie $&!nneb|oeöet$ ban gte&
öioeli öebient te tooien : maar 't obec Μ
i7 jaaten gdeben bat gun booa eigen ^afloo^
toege3onben i$
Geraard de Beer llt be DtUIlte Mmftfo OW
ber be gacocgie ban ^J&èiiseel geöooim |g
φ gejïoaben in 't jaae h Η » &i toeg tot
tiasaat
ι ■ Bernaard de Beer, te ^aaït^Öet'gen gCUOO'
mi/ ett3.
EKENSCHAP
VAN
ZUTFEEN
Onder't welke de volgende filaaizen
;'
              behoor en.
HENGEL;
ZELLE M.
HUMMEL.
V ARS £ VELT.
OUD KEPi^L.
NIUW KE.P'
PEL.
ZUTFEEN.
GORSEL
WARNSVELT.
ALMEN.
WYCBMONT.
VORDEN.
STEENDEREN.
-ocr page 530-
:.. .·:>.' y i ■ *(»r'^?o;
van Deventer. 405
Ζ U Τ FEE
Zittfeen geeft boïgen^. Guicciardyn bieNaamre-
benaaming genreegen ban ben ïaagen deQ»
g^onb/ en ban be Beenen bie bicgt on
bc jïab gelegen 3jjn j goehief bat bie öena*
mina/ bqïgcn^ eenigeanbere ^cji$bei$/ af*
ïiomjïtg soube 3tjn ban be Ufipcren*; bie
Biet* naee gun seggen §ιψ§ geöotiben geè-
hm, mibben boo? be fïab / bie aan be recö*
ttt 3(jbe ban ben ^ffeï gelegenM$ / ioopt be
bïoeb Verhei; betueifce 3icï) buiten be fïab fa
öengfTel fïo#, ï|et$eenetreffelpefïabi m
met fcjjoone 300 genieene!aut$ aï$ öurgei*^
1Sug3«i PJaaït/ en fiet Ijoofb i£ ban't <fi%oaf*
fcljap giitfeen; 't fcjeïn onbet be «7 g^biit*
cien gerenent too|b. ^in^ Mauris beeb 3e in
'tjaat 15-91. binnen ben Ηβ ban bijf Dagen
boo? 3pe bjapenen buigen ·, en lireft 3e 300*
öanig berfïcrnt bat ^utfecn tegenfoaoibtg
tooi een bet' fïerftfie fïeben ban 't 2teeenigöe
$e&erïanb geïjouben b)o:b.
®e ^eer # Α hing fpjeeRt 'er met heest
po$en ban: De
naam van hec Graafiehap
cn de ftad Zutfeen is zeer oud, en volgens hec
^nparig zeggen van(i) alle Schrijvers af koni-
ng van de Veenen , naer 'c Zuiden gelegen j
a's of men zeide guj't-beeneu.
Sneeneii fyief ban Wilhelmus, $Sif[tyap
Iö^iiUtreeQt / toojb be fïab Sutfenne gcnoemt;
J8 Φ ban oub^ met beele boo^recgten begun^
mt. £|et (0^aaffcï)aii i$ tegcnbjoo^big ïjtt
tweebe guattiec ban <0eïberjaub; 't iaejft in
• lo.Germ.infcr.part, 2.
Cc 3                       &p
-ocr page 531-
4©6 Oudheden en Gestichten
be ^ergabennse öer 7 ï^obincten bc eerfïe I
plaatg öcsit
IC E R Κ E N.
Ecrftc De hoofdkerk, dje kruysgewijs gemaakt is,
kerk, 3Cgt Guiceiardyn, is een heerlijke en zeer ou-
de kerk, hoewel wat duiflerachrig. En dit
fchijnt alzoo met voordagt gedaan te zijn,
naar het voorbeeld der oude tijden; wanneer
het Katolijk geloof eerft begon op te luiken..
Want onze zeer wijze Vooronders achten 't bc*
tamelijk dat de heilige en ter godvruchtigheit
ingewijde plaatzen de gemoederen der genen,
die daar binnen zouden treeden, aanftonds met
een heilig ontzag vervulden; noch hunne oo-
gen door al te groot een licht bedwelmden,
of ergens nacr toewendden: maar hun eene
aandagtigheit en opletrendheit indrukten om
hunne gebeden te iiorten.
2ïtëötto, <&jaafban gutfeen/ öe$e wm
toeber opgerecgt en ban ben gjonb opgcijaaii:
ftaö ·, fteeft Burchardus, SMfcijotf nan tttrccjt/
mtiu m't jaar it6<t op mmêm ΛΜ',
tofjöt; tU be $. ï|. Petrus C» Walburgis »
ge eigent. <&o>, ijeeft fju op bfeHfé bgjgS
toesifte-'en tagbomfyieben / bie banbeW
men ft&ter cpnéoeeten foaren / bcrnientot·
ft foelfc een setter tenen ban pare óuoj)«t ψ
3n't jaar M4<*, op faïmeii-5onbag / f S
fiipft en 311^* ψ W*» JM&S
liet fnffojten ban ben toren / baar net uuur
be? fcrimfê ingeflagen toa£; 'ttoelfc Bocopuis,
rit Thomas a Kempis tn $tjne ^onnfc ban %
^gncsbers/ ook bezaaien. »I$* W"?
't jaar 14PP. foeöcr opo*öaaït foa£; tf Mjï
-ocr page 532-
VAR DeVeNTIII.           4?7
%t\m ongebal toeter ^erg^ot^en i'n't laat
1600 ®aar op öeböen bc tHerltttteefier£ ψ
't iaat* 16*37. toeöer een nienbien toren ban
Den ojonö opgebontot; bte &el ïaager m$
Danoe boojgaanöe/ niaar beeï p?acötiger; en
öaar bn tegen beongebaUen ban be ii?cl)t met
fteen en bopet getaapenb.
                                 ......
^n bese berb plagten öe gebeenten ban ben pq»«™
tS^ïaar >fliu. öetoaatt tctoojoen: banf» ™s·
toien in 't fcoomfcöc J&a^arg-boeft op ben
18 ban <®btober aangeteftenb (iaat bat ö£ noclj
een fcinb 5tjnbe ten ttjöe bet ©ioWetiaanfclje
berbofotnge onbet m aanoboagt Ri&iovarus
in 't gebieb ban Beauvais boa? 't geïoobe ter
ÖOOÖ geboot & Aubertus * Mi neus feeclit
'er op be*c bnjse ban: Te Zutieen plagt m
groote waarde gehouden te worden het lichaam
van den H. Juflus, te Auxerre gebooren } de-
welke noch een kind zijnde voor r geloove
gemartelt isj en in dezelve ftad den tweeden
van Oftober word geviert. Onder anderen
wierd 'er in een kerkdijken Lofzang van hem
t gezongen dat zijn hoofd met groote eerbie-
digheït te Trier wierd bewaart: maar dat zijn
lichaam te Zutfeen was. Men meent dat zijn
lichaam in onzen tijd door de venvoeftingen,
die de Andersgezinden aangerecht hebben ,
weg is geraakt. Maar het hoofd, 't welk uyc
het gebied van Trier overgebragt is, word re
Antwerpen bewaart van Egbertus Sptthokhus,
Kanonnik en Plebaan 5 die hec daar by de
* In Faftis Relgicis.
t Ejus capat nunc habetur
Magtia ïreviris rcverentia:
Scd corpus obriuetur
Diligenter in Zutpbania.
Laudetur hinc Dd clcmontta.                           |Ti|
C c 4                Non*
-ocr page 533-
4^8 OUDHEDEN EN GeSTICHTEM
Nonnen van O. L. Vrouws Boodfchap plaat-
een xal.
TOeftige          φοΙ% geeft tt^t %$& tiftfc. boöpbOttt ban,
^QOfvont. gegoten M#tv geïjab / bic baat «oei) tegen*
tóoo^big gc^en nan tooien; en 500 g?oot «1
Ïwnflï0 pmaaftt fê \ öat men |aat toeet*
gae/ 500 aï$ ift aïtljan^ meene/ in on$ $e*.
fiedanb'fli binben $al Wanneer οίε
bont ben $0$ ban franje/ óm 'et gefcgut
ban te maaien/ op sleten tip aangeboben
toierb; foee$ {)£ Öe 0rftc ban be ganb; 3eg*
gttttre :' &et jöübe jammet 3t?n eene bont re
benneten/ bfe^oö bemiaarö en ijeerlp toatf
bat leutanb/ övïe bcseïbe te 0itfeen niet geV
jirn Ijab? ben n.qain niet ïjeööen mogt ban
^utften RC3icn te gebbeh.
kapittel. ' ^c5e Setft / baat be 30^' bet 3i'ekn aan, ·
■'l v' güfitlfl i$/ #vaaïöe niet cm kapittel ban &
ïiatiötutinïieu: in't tüi%e ban bc§$tlf$ eerfïe
begin öe3e Ixiet osiberijoubrtv getoeefi Dat öe
3ej$oubffr fóationn,iïmen / bat Η hit ïangfï ban
dien ccneftanomÏÉft$bn ö^eeten gabben/tot
$'$Χ$&$ morfïeti msrkuijbt 31)115 en br bier aiv
tieren/ bigbaat aan boïgben/ tot «©iahcncn:
be ttoee jongffen moffen ^nbetoiatienen 3"11
ge&ijbt. fflUe' be$e ït tononnt&nen Ijatsöen
eerifcn i&cliW bao? pn jftoof b. 3^e i^oofïDp
tuietb ben mentoen- S?iffcijo|i ban #ebcntec>
b'ooj een gebceite ban 3ijne l^nibfefjat toege*
ïeit: maat |» ijeeft je lioit in b?$it genomen-,
om bat 3e noc|) bemeten botetb ban Joh.η
Schetter, bie bcnSSificfton oberleefbej en ty
3ίίη ïeben n$t jjet besit niet tteeben foiibe.
#it ampt ban J&oofi tua^ eertijb^ bolgeng
ί Pontanus bansiufc eeiiaaii5feii/ bat jj$$fotu^
-ocr page 534-
van Deventer. 4°P
ttjbg ban öe «Sjaaben öêMeeöt i$ getoeefï*
φ(ή\ fïonö öe J^oojibn / met a!!e Öe lianon*
n&gönen / teu ftenoeaiinge ban öe 3elbe^aai
ben.
Wanneer mi/ en öoo$ toien/ öat fcitüai
pittci ingefMt $g/ öaar geeft men geen bafi
befcöesö ban. 't g[| ecBtei* toaarfcijtjoeïp öat
Otto van Nafibuw, öe eecfïe ban öien naam
öie <$5^aaf ban <$>cïöeten en ^titfeen ge*
tofffl/ Bet 3elbe $φφ en opgerecBt fyctft.
©e reöcn if öat f$ en 3tjne bjoubj/ 't toeïft
aitfjan^ fcljier |et aigemecne geboeïen t$ /
noci) ten Bniöigeiï öage in 't niiööen ban öe
fteeii op tbee Boogachtige tomben beröeelö
flaan bite eene 'uunfïtge iiroon ban breguïö
pjer/ öetoeï&e niet biet nettinïtje^ aan t bet*
toulfsel ïjangt: $nle öc3clföe p\aat§/ öaau
öe fóanómiiftïien ttyeert ijet jaar 147°· g^
toooii 3p Φ. 3£ ^outo^ getijben te stngetn
©οο##/ ijeb in ugt öe ouöe fyiebeh ban 't
kapittel eene onboimaattte iijfi öet poofïeu
getmuuen.
Rieardus. Ekbenus.
105-9, Fokko.
1004. Geraard, <0jaafban <$eïöetiabö.
1134. Hendrik van Lintburgh.
1 u?. Willibrand, <Bmfban^ÏÖenönrg\öie
naöerBanö öe XXXV ^iffcïjop ban ÜUrccQt
getouwen $.
                                     υ
U93. 1351. ï^e eöeïe l|eet Godefridus.
1,536. l'if 1. Rikold van Heezewyk.
1357. 1364. Gifelberc Kok.
J J72. 1374. Hendrik van Steenberge 5 $j$
in 't jaat i?8z. oor J^ooft ban <&ubtmtte
fóe teïHttecijt: i$ gefoeefï: ban toien in gei
S », '«
Cccf              3^000«
-ocr page 535-
4J9 OüDHEPEN EN pESflpHTEM
!&Φοϋ&ο$ foan <$>ntmitmfïer aangete&enb
(laat: Pep ^7 Ju,y ijpt-'? 9vcr^en Hm-
φ-t.k van Steet$berge, onze ProoÜ, die de Neef
des Hertogs van Gelderland was.
12.84. Aalberc van Sreenberge.
14.00. Jakob Heyen.
1444. i4f7· Zweder van $pe|doom.
1482,. %&t fÖde Heer A<iaro van Berghej bit
ooft <2£om&eee te tttreeöt toa£.
1487. lyool Jofran Bispink.
ïfm* Euitachius de Νivariis, <©0Rt0t? ttl
Kanselier,
lyio. Jöhan vanBrempt, ®ofttar ttl 2^001^
jjeer te %\φ.
jflj. Willem deLank, ^OlitOf Ctt ^Ötttjfi
lier.
τ f? 2.· if 35Γ. Xweder van ÏOrvenheimv
15-49. Harmen» Baanderbcer van Rennenberg;
tóe ooft ^om&eer toa$ te Xun&.
5 rep. if7f. Johan Schetter ; Die OOlt ^Ottl*
geer fcan <©uimttin$er te litrecijt toa£.
15-79. Trieodorus Van Dorth , B^ÏJttt batt
j&ojtg', bic in 't jaar 1605- 3iantö20|l nan
gutfeen V en iu 't jaar 1614. &ecïjter ban
3tocljem $ oetoeefïi en gefloten int
jaar ^6z$.
SCeSter öefjooffen ïaat $ öe ®enen£ ijol^
gen j toan öetoeü)et| fce3e tot on3e towif BP
nomen 59"·
liii. Bafïlius. »
1x50. Hcnricus;
i%6s- Iföeefier Daniel.
1306. ï??2.. Wottcxus.
125-6, GerMcus.
1· *r !
                                                   I3fl*
-ocr page 536-
van Deventer. 4ti
lift. lohan Belleneger.
ΐφΘΧ. Johan Baljouw (J. Baillivus.)
1415· Bernaard Hendriksz,
ι f 4.9. Willibrordus Bonigerhof ; ^ORtor itt
be fteraeujne föecgten.
1570. Pieter van Zuchielen·, öse jaorïi}ft$ bOO?
öe 8oo$tinberen bef&oEten geeft acgt üteu^
paltsiffcge goubgtitöei$.
15*72,. PjeWt van Steenbergei Öie OOft^affOO?
ban gutfeen toaji
38 boeg gier Bn be naamen ber genen/ bfeKanonuik-
in 't jaar 1 f 7ι: eene $tanotinift£&g in £. Wal-!"0
V3rl '*
biirgs- fcerfte öeseeten fjeböen.
                           ,aar l17u
Wt ^eer fn JjEeefïer Johan Schetter ,
$jooft
<&e ï|rf Pieter van Steenberge , ©eften tXX
©e %r, en |&r Hendrik Hovius, Bitcent*
3iaat/ e» be oubfïe &anonnin.
Φί ï|r. Pieter vander Vecht, ^cgoïafïer.
©e ï§r. Francois van Thul.
<Pe 5§r. en JJlE Hendrik Koenraads*.
®e ^r. en jflür* Andries EiTeiink, Sücent*
3*aat.
<P,e||r Hendrik Bentink.
mt ^r. en jBr* Willem Barner, 2£icent5taat.
ψΖ l|è. Hendrik Schetter,
©e ï|r* Aarnout van Thil.
5^e§r.en |Er* Hendrik Rekker.
<&e f r« Hendrik Verheiden . ^ \\\tt reflk
bcerbe.
<jRMg£ Reinout I geeft beüanonninften ban
oit kapittel in get öafigti^ geplaatfï/ bat
f)? te ffiarnijem opgerecgt gab; 300 a\$ toe
fyeeöee onbeu marnfiem öwgaalen»
-ocr page 537-
4*2 Oudheden en Gestichten
££!$ Philips van Borgonje ί'Π't jaar if 17.
tot Ijet &ί$*αψ ban ïitreeöt beröeeben toag/
en cene beoe of liefbaMg onDerfïanö ban oe
Collegiale neefte 'ban SSutfecri ft^ bezorgti
toierb De 00iiieltss toït booi alle Ijaare mihm
ïpmi^t
leoen in aï!e$ op 2,7 fötjgnfcfje gul*
Uen$ öefetjat,"'"^!! fïaat te pm|i%n öat De
J&arocgtnctrn ban 3toc§em/ oie in oe gemeïoe
feit ban fSutfeen ingéigft tf?/ onbee öcseïbe
ïterfte Ikgreepen toieri» / en op tfcoee gonae
fepoen gefelst b.^.
%n 't iaav'1497 ? aï^ Fredcrik van Baden
tot 23iflfcj)opt ban ïitreeöt berftoqreu ina$/
geeft De Collegiale lierif ban Éntftm booj ee*
ïie bfëtouïige gtfte opgetyagt 2f Ktgpnfcge
guïDen$; 300 al| De rekeningen ban öat jaat*
igttisifcen»
©it 3ijn öe Öicn|ïen/ Die De J^jpofi Der^ot*
feenfeïje teïtë ngt fjoofbe ban 5tju3inpt/ en
ae^teeboïaeró ben eeo öien fe in eigen per*
feon gedaan ijeeft/ gegouben i§ mn Den ©cs
ften/ get ïrtapifctd/ en De bajöere peefoonen
Der jelbl tahe/ Doo^ get jaar te öebnjsen.
Éoo^ eerfï i§ §n gegonben Dm t i Hauon*.
ïtiftfteu/ Den ïtofïcr Dei· ncehe/ en oen3&a£*
feïjer Die De 3$affcgcr£ piobe geniet; / jaar
igh$ goofb boo? jjöpfö negen foaiblÉ gw
De (i) tarhte/ en" ttomtÉg en een gaifmattUK
goebe gerfï/ te beogen, ISooDanÉg'Dat g|?
ieDer ïiauonniR / mtr^gaber| Den t$oftee en
a&affcgcr- boo^noemb/ jaarïpi op get feefï
ban Den %. jèartelaar, en 3$iffcgop Lamber-
ms, 5 moet betaaïen 10 fcgepe$ tarfcöcj en
op get naaflboigenbe feefï ban «§♦ Remigius
11 fcgepeï^ geep. ©an get bojbee noren
tnoet gun jaatftf&$ geïebert tooien toflWJw·
-ocr page 538-
VAN DEVENTER.          41 %
Jet feejï ban £&· Maarten bat in bm tointee
fcoomt/ ea ïjet ^oogtijb ban peeren 0c?
öooïte*
<©an i$ Ög gèöonben ben lianomrin / brè
op 300 eenen tgö J^oolbooab i$/ ugt jijoof*
beban be$ 3eïf$ fcöoolbooflögc/ jaatipé te
geeben 1 o malber^ taptoe al§ ψβηϊ; betoelftê
f}Cm tuffcgCIl g>. Maarten m Mtt§mi§ booi*
noemö moeten geiebeit iööjbni, lil oe taïv
toe / bié be feöïjÏ jlarfpp lebereti moet y
befïaat in 13^ maföa#: en aPös gerfï/ bie
ban |em geïebert moet tooien/ öebjaagti87
ntaröer^i
$ocïj moet Ijn ben <&e!ten bei* tene / S|e
Jet ban toefen 3a! / ugt ijooföc ban be^eïf^
©enenfefjap 30 j&ibèt! Utim benieeeo / oit*
be Öetahnge / tee {janb ftclltn > een ouöc
iCourfcfic g^oet/ ^anfche munt/ op 16 bé*
nieren gercltenb. ^c ijeïffc ban bat $db moet
uctaaït tooien op get feefï ban be φ. Jjilaagi)
Walburg; Öf.t^ï^plft OpJ>- Maartene fecfl
in btn muiree.
©an moet ijn ben 6 %ktmn\m\xé\ / Ut
J^icfïeripe i^eöenben gebbcn / 34 fïmbetó
enS bentcren cmbe betaling? geeben; bit jaai*
ïijft$ op bc ttuee geflelbe tijöen moeten betaalt
tooien,
^an i$ §η nocj geljonben tm 6 {tanen*
niliHcn / bie 3^iaitrn£ ^cuenbcn jjcuben f
öist$gabei$ ben ïïegetir Der fcljokn / unjfc
Öoof bc ban beo bieofl öien iyq in 't nocr nml
boen/ jjoofb Wèj Ijoofö 30 fïnibe^ otibe be^*
taiingc te geeben i Uit binnen be ubojgemeïbe
tijben moeten betaalt too^bcn.
$ocij fig gcyouben ben χ fóntumninnen/
Wc ^nöcri)k6cni ^cöcnben ïjtbbm/ ηιίφ
gabei^
-ocr page 539-
■■■■-■■£ i                                                                                             '1: Λ'                                                                                                                                                                                                       ':
414 Oudheden en Óesïïchtèn
$&tc§ öen Hofïec bec htm/ jaatlp^ fjoofö
UOo$ öopfïi %6 fïiiioergi öuöë betaiinge ter
jjaua te fielden \ öie oqïï al§ boocc maait
moeten tooien.
j^oeö 1$ ijg geijouöeii leaer öer boonioemöe
üauonnihuen jaaripgi op §> Lambemis öag
12 nieme öenieren / ouöe betaiinge/ tec fjanö
teffeüen om turf te hoopen. 1,1 get geiö/
öat i)% laariyft^ m ouöe tsetaïüige upbjengen
uioet/ beloopt ^ ponö en 1,8 ftwbec^
$ocf) $ öe pjj&pii geljouöeu öen boffer
jaarlijks öertig ftuiber^ aan bieine öeiuereii /
tot 300 een $mp aï$ 5e öageinl^ ugtgegeebcn
tooien/ ter yauö te fteïieu ·, toaae booj De
Üojtee ai öen towju moet leberen / öie boo^ ftct
outaac in 't Uoee / booa Ijtt outaac in De
ïfkjoft/ lioa^ l)et outaac ban 't |> Umi öat:
0002 öet hoer jtaat/ enooov?# % mwm
outaac/ öoo^ get jaac nooöig $ (
jp^ocö φ Ö£» seijouöeu ieöer ban öe ιχ fóa*
nonuibuen jaatujb^ op &· Maartjjtës öag in
oen lomtec tuaee eyn^baare ïuiiHop te gee*
beu
l^oeö i# Öe βφιι&ίΐι ben <s ï&enpnntfc
ften / öie faicfteripe J^euenöen ïjchbm /
}aatujn£ op liffetjeu iooen^öag Ijoofö boo?
fjoofö te iebecen een opgehoopte bietenöcel
booneu
                                         ,
gtoclj ί§ &n grijoiiörn oen ftanonniu boo^
noeuiö/ öie ijetaniptoanSchoiaita behiccör/
ttot jjooföe ban bat anipt/ boben ïjet geöert?
te öat jjem ugt ijoof öe ban 3yae fóaiioiiiiilf£
^ebenöe toeuoomt / te koeren een opge*
ijooptc bierenöeei böonen
ffiatlj ψ 1)ρ geïjouöen jaaripé op SCflTfflcn
bjocnsöaa aau öe 0 anoeee βαηοήίϊίβΗεη:
-ocr page 540-
van Deventer.        415
mitógaöêr£ aan bm ülö&Iüiöèr Μ mm
eeii bierenöeei öoonen/ raarnj maat/ te ρ
aocö β Ö£ Pfioliben jaarW op flWwif
Öonöecöag in ha «oer te leberen en aan te
bmm een maiöer tortoe / töt fyooö mafe
hen; toelit maiöertartoemoet gefjaalr tob^
Ucii ugt öet lanögocö €ee lootte onöee Wat*
ncébeiö } en aïieeneigh onöer öe itanomnii*
hen/ öie öeu & öienfï ban bgfoooneu/ gel]}*
help omgeöeeit tooien.
$oei) té fig geijouöen op ben jeïoen a#it#
ten ©onöeröag aan Öe tanonnthHeu/ W>tha*
riffen / ltuergc5cïien/ en aubewn öie ui gtt
hoer iegeutooo^ig 59η/ 500 beeï bier eubjau
te fdjeuhen / afê nooöig eu öienflsg i£.
l^oclj i£ l}g berpiigt en berboubeu om 01
ïjet toafeï/te leberen/ bat 'er in Ijetlioer/ in
öe luoft/ aan 't <$>utaac ban 't φ. ïtjimg/
en ut aiie öe ommegangeu en fïaat3ien ban öe
<0ccfïeUj&[)e!t/öODj &et jaar ban oooöe3a! 51)11-,
rii ooh om l)ft maaheu en bermaaften ban öe
haarffen te betaaien. ^iee ban $m uïyttc
uptgesonöeit öe 0 naarffen/ öie o|j öe bwööeli
bc fecftöagcn en öe i)aogtgöen bg nacijt eri
ïoeïjtcnö.S boben iutnoer moeten foanöen:
rn öe 2. haarffen / Dffcoelhe op öe jaargetijöeu
öec oberieöcnen / onöer öe 3teigettjöen en
JÓiffcn / setaooii 51)11 aan ijutme gjaffieöeu
oatjloheii te Looien; öetosji 500 toet öe 6 tm
Ifïe/ ms öe tmee iaatfte naaejfeu/ niet öoo|
öcii jp/oufï maac öet üansltel geiebeit en öe*
taalt niaeteu to^öen.
€möe!p i$ öe gemeïöe J^oofï noelj ge?
ftouaeu aiie öe hooien of toStnen aitp te ie*
beten/ öte tot öe f nieinfie ItioiiHen öer ge*
meiöe
-ocr page 541-
j^ie Oudheden en Gestichten
mefóe tefte boo^ Jet iaat* noöbig ofbienfïia
3tjn: baar Bg ooft öen oïi of Ijet fmoat / 't fodli
tiooöig i#boo| be fïeene -fottijj; bie Bp tointéci'
ip gstooon i| 'g nacljt^ iii.öe ïtec&e te öjpfi*
<Pt$ bem tigt bc pavhtmtntc ö^tcben bet?
ïterfte.
föjg ïaateit ïjm eènige o^banaiit^ieii en ίιν
kettingen boïgen / bic öooi oen Slelen en (jet
Jiapitteï öée hteht ban liteecp getnaaftt 3p
ober De reenten en giigten ban ben <&fficianl
öe£ Hapittel^.
Wy Deken én Kapittel der kerke van U-
treeht doen kond allen den geenen , diedfri
tegenwoordigen brief zullen zien, dat wy ge
zaraentlijk en met eenparigen wille en ■ toe--
ftemminge de volgende inzettingen en ordo-
nantzien Vaftgeftelt en geördonèert hebben, en
by den inhoud dezes vaft-ftellen ertordonceren,
Ten eertle dat onze Offieiaal, die het voor-
taan by tijd en wijle weezen Zal, jaarlijks van
de gerneené goederen des Kapittefs zal heb-
ben tien pont kleine denicren, die te Zutfeen
gangbaar zijn ; zoo als dezelve Offieiaal gewoon
was van ouds te hebben. Voorts van het geld
en alle vervallen, koomende van de |§) wijn-
koopen der tienden van Wngeningen* Ryfan*
de, Ellichem, Lochem, Doehterden , Wer-
ken, enWertefr, en van alle andere Tienden,
zal de gemelde Offieiaal hebben tien pond klei-
ne denieren als boven, en niet meer. Doch
het overfebot van de voornoemde eii alle an·*
dere-wijnkoopen , en allede rechten en ver*
vallen, die de gemelde Offieiaal uyt hoofde
tan ziin amp't tot nu toe genooten heeft, ζ?·1
-ocr page 542-
van Deventer. 417
hy aan *t Kapittel op den dag van den H. Mar*
telaar Fitalis uytkeeren en in rekening bren-
gen: zoo dat hy met de gemelde 16 ponden
ten volle vergenoegd zy. Daar by zal dezel-
yeOiïiciaal voortaan niet verpligt zijn om rert
behoeve van 't Kapittel een paard te houden:
maar wanneer het Kapittel een of meer paar-
den van nood£4 zal hebben j zal gemelde Offi-
ciaaj die paafden bezorgen op des Kapittels
kofteri 5 met deze Ichikkinge nochtans x dat
hy voor den prijs of het huuren, van twee
paarden geen -grooter forrirne in relsening zal
brengen afs béneaeh geftek en uytgedrukc
word. DocK de reriteii en vervallen \ die de
xelve Officiaal. om het houden van een eenlg
paard töt noch toe gewoon was te genieten,
zal hy voortaan geheelijk moeten miiTen; eri
het paard aan 't Kapittel op S. Fitalis dag in re-
kening brengen.
Noch beveelen en ordoneëren wy dat *e*f
alle jaar;en omtrent het feetl van den H. Evan*
gelift Manu's 1 of,van oen Martelaar Fitalis, on*
der de refideèrende Kanonnikken eene gelijke ver·*
deeling in briefjes gedaan zal worden van alle
zekere geld-renten des KapittelsL, even zoo als
tot noch toe gedaan is geweeft j en dat 'er zoo
eene verdeeling van V Kapittels koren of tar-
we gedaan zal worden op S. Ficlors dag j en
dat men- Het lot over zulke briefjes werperi
zalj en ieder dé renten, die in zijne briefjes
«aan, zal inmaanen £ herren, en ontvangen>
°P goede rekening van alle de · koergeldeiii
die hy dat ganfche jaar verdienen zal* Én de
j * Ik vértaaie dit niécr naar den ïin als de /ettt r: koefgel-
*cn «Oetn ik, die doot gaans piefenei-gddcn gi ridéuii wor%
**»· rtriaaldit.
-f*.
D d                     voor
-ocr page 543-
i,i8 Oudheden en Gestichten
voornoemde Officiaal zal nauwkeurige reke-
ning houden hoe dikwils dat ieder Kanonnik
' op eiken dag en maand van het jaar in het
koer vcrfchijnf, en hy zal ten dien einde aan
eiken Kanonnik , op het einde van iedere
maand, een briefje ter hand (lellen; in t wel-
ke het getal der koergelden aangetekend ftaat,
die ieder Kanonnik in die maand heeft verdient.
■Indien nu ecnigeKanonnikken, als het jaar ten
* einde is, meer koergelden door het bywoonen
van de kerkelijke getijden verdient heeft, als
de briefjes die hem ten deele gevallen zijn be-
draagen: zal het Kapittel of de Officiaal het
geen 'er tekort koomt vergoeden uyt de ren-
'ten; fpruitende uyt de tienden van Wageningen,
zooverre als dezelven ftrekken : zoo die zoo
verre niet (trekken; zal het uyt andere van de
eereedfte en befte renten vergoedt worden.
Maar by aldien iemand minder koergelden
verdient heeft, als het briefje dat hv in de
gemelde verdeelinge gekreegen had bedraagt,
dat zal zoo een Kanonnik aan't Kapittel or den
Officiaal wederom geevcn. En wat de jaar-
gelden belangt , die aan de Heerrn Maarten
jflférfm
en Egbert van Eze onzen Kanonnik,
of wieri dat liet zy, betaalt moeten worden:
daar omtrent keuren en ordonneeren wy dat
'er jaarlijks omtrent SïftilM dag, wanneer
men gewoon is de verdeeling der Prebenden
door briefjes te doen, voor het doen van die
verdeeling zoo veel van het koren zal neemcn»
x als genoeg is om die jaargelden te betaaien.
Als dat koren verkocht zal zijn: zal het gew,
dat 'er overfchieten zal, door den Officiaal-o?
S. ViüoYs dag met her Kapittel verreekem
worden. Dat koren zal de Officiaal op jg
-ocr page 544-
van Deventer,           419
beften en bequaamften tijd verkoopcn: zoo als
hy en het Kapittel, of het grootfte gedeelte
des Kapittels, het geraadzaam zullen vinden.
Noch keuren enordoneeren wy dat deOfficiaal
des Kapittels, 't zy dat hy eén Prelaat of ge-
meene Kanonnik zy, zoo dikwils als hy voor de
zaaken van 't Kapittel zal moeten te paard rij-
den, 't welk echter zonderde kenniffe en wille
van 't Kapittel of deszelfs grootfte gedeelte
niet gefchieden mpet , met eenen^ knecht en
twee^paarden zal mogen rijden. En-vpor den
tijd dat hy dus met eenen knechten twee paar-
den van huys zal zijn* zal hy zoo voor zijne
eiae onkoften als voor die van den knecht en
denaarden, de huur der paarden der onder ge-
rekend, 't zy dat hy op zijne eigen of op een
anders paarden rijdt, het Kapittel niet meer in
rekening brengen als voor eiken natuurlijken
dagf dat. is eenen dag en eenen nacht t'zamen
gerekend, een oude goude fchild : dewelke die
loopende jaar, Zutfeener betalinge , drie-en-
veertigfthalve ftuivers doet: dat is, dertig ftui-
versvoor zijne eigeonkoften, en voor die van
den knechtende twee paarden; en voorts voor
den prijs of de huur van de twéé paarden, der-
tiend'halve ftuivcr. Doch indien hy met meer
als twee paarden , of met grootcr gezeifchap
als gezeit is, 'quam te rijden, en meer als de
gemelde fomme bedraagt verteerde : dac zal
hy op zijne kollen moeten doen, en uyt zijne
eige beurs betaalen.
Al hetbovenftaandc', en ieder van 't zelve,
hebben wy malkander voor ons zelven en voor
onze nazaaten ter goeder trouwe belooft, en
belooven 't door den tegenwoordigen briefv,
len allen tijde onverbreekelijk te zullen
Dd χ ,                    on·
-ocr page 545-
4*© Oudheden en Gestichten
onderhouden : en*er niets 't zy gerechtelijk
't zy feitelijk tegen te doen, om wat reden en
oorzaak dat het zy. En tot oirkonde van dit
alles, hebben wy goedgevonden ons zegel op
den tegenwoordigen brief te zetten. Gegee*
ven in 't jaar des Heere ι $6*?, 's daags voor
$♦ FiieliS) Martelaar. ·
3Dc goeöemt en ouöfïe a@dbotnfcer$ ht$
lïa{nttc\$
tooien m top opene-fyithm mn*
getocesen:
In den name des radefSy en des Zoom, en des
H. Geefls.
Ik Wilhelmus, by Gods barmher-
tigheit Biflchop van Utrecht, doe kond aan
alle Chriftenen hoe dat Graaf O/fr». koomeo-
de aan 't Hof van Mijnheer den Keizer Hen*
drik,
't welk te Aken gehouden wierd , en
ftaande in 's Keizers tegenwoordigheit, na dat
'er de groote Heeren ter getuigenifle der zake
by geroepen Waren 5 het Advokaatfchap over
de lanthoeven van de (4) oorfpronkelijke ilaa8-
ven der Zutfeenfche kerke, en over die oor-
fpronkelijke flaaven zelf, gegeeven heeft aart
Konflantyn van Meiegarde, hebbende bevonden
dat die Konflantyn een oprecht man was, ert
in al zijnen handel en wandel heufch en ge-
trouw : 't welk hy deed om dat hy zelf ter oor*
zaake vart veelerhande bezigheden, die hy in
verfcheide landfehappen en op verfcheide tij-
den te verrichten had, voor den nood der ge*
melde kerke niet altijd in eigen perfoon zor-
gen koil. Doch de hoeven der kerke, en alle
de bakkers , om dat ze van een vry geflagt
voortgekomen waren, hield hy aan zich zel-
ven, om hen daar door boven de anderen te
eeren:
-ocr page 546-
van Deventer. 4*1
teren: zoodanig dat hy zelf, en na zijne dood
de wettige erfgenaam van de ftad Zucfeen, by
opvolgingen ten allen tijde hun Advokaat zou-
de blijven: zonder dat zulks oit of oit veran
dert zoude worden. Doch den Heer Konflantyn
heeft hy op dien voet tot Advokaat aangeftelt 5
dat hy noch iemand van zijne erfgenaamen het
zelve Advokaatfchap oit aan iemand, 't zy vry
perfooh of flaaf, te leen zoude geeven af ver-
mogen te geeven. Ojok heeft hy hem, de rechten
van *t Advokaatfchap op deze wijze bepaalt: dat
hy niet meer als driemral in 't jaar in het Hof
van Mijnheer den Prooft zoude kooröen, om.
•er de geboore ftaavcn by een te roepen,. en
over de fchaden der kerke aan te fpreeken :
ten einde- alles door hem verbetert, en de
ftand der kerke , met het overleg nochtans
van Mijnheer den Prooft, ten befte gefchikc
mag wordea: vorders dat ieder dan zal ge-
houden» zijn hem elke reize voor zijnen dienft
eene denier aan te bieden s zonder dat hy be-,
ftaan zal hun die reize, of in 't gevolg, iet
anders af te vorderen: op dat die ilaaven, naer
dat de Prooft het goedvinden zal, in ftaat mo-
gen zijn om hunne Kanonnikken meer te die-
nen: tot welker dienft hy {Otto) begeert heeft
dat ze t'eenemaal verbonden zouden, zijn, zon«?
der door andere beletzelen verhindert te wor-
den. Doch ingevalle de tijd, by het opkoo-,
raen van eenige nooflzakelijkheit, door den
Prooft of Vikaris verandert wierd; dat hy dan
Wet godvruchtigheit en eqne goede genegens-
heit zoude koomen.5 en hem. (den Prooft ó£
den Vikaris) met raad en, daad trachten by te
«aan; doch dat hy noit engeroepen mag kop-
^n fc; en zich, zelvcn ter gelegendheit van ee-
D d 1                    nig
t
-ocr page 547-
4%i Oudheden-en Gestichten
nig gewin met indringen/: dat hy over het
verwiflelen van een mans- of vrouwsperfoon
twee ftuivers, of een geiten vel, om tot ge-,
tuisems der zake te dienen, zoude ontvangen:
doch byaldien hy, of,iemand van zijne erf-
genaamen, overtuigt wierd van maar het min-
fte der gemelde artijkelen overtreden te heb-
ben; da? dan het Advokaatlchap zondereen^
Se rechtspleeginge weder zoude koomen m
handen .van den genen, die alsdan erfgenaam
van de flad Zutfccn zoude .zijn... Want de
Graaf als een man die vol was van een goe-
den eeeft i zeide en ordoneerde onder ôö.
zegeen dat het aldus onderhouden moft wor-
den! dat die zaaken diehy en zijne voorzaaten
van hun eigen goed xot loskooping van hun-
ne zielen vry gemaakt en den Heere en de-
zelfs Vikariflcn-in eigendom gegeeven had-,
den , door de handen van den Advokaat or
van eenig Leek niet moften vervreemdt or met
eenigen overlait bezwaart worden;' maar met
alle haare vruchten allecnelijk moeten opz.gt
hebben op den Prooft; en door den,-Prooft op-
de Broeders; yoor welker gebruyk zy gefchikt
ziin geweefti · - '                                     .
Ook beeft dè 'voornoemde doorluchtige
Graaf van den Keizer verkreegen dat ieder
een, die van een vrye afkom ile *^<*1*
loflVof vafte goederen aan de gemelde kerke
vanZutfeenzouw willen geeven, daar toe be-
voegd zoude zijn í en het zoude mogen aoen-
zonder verlof van den Graaf, onder w.ien'«e-:
recht hy woonachtig is·, zonder verm.nderinge
nochtans van 's Konings fchattinge, indien ny
frhattin» betaalde.
' Zoo heeft dan de Heer Keizer met eene**·
-ocr page 548-
van Deventer,          42>
idagtige godvruchtigheic op ons verzocht dat
we deze zijne vergunning fchriftelijk zouden
goedkeuren en beveiligen : V welk de Graaf
ook, dewijl wy in geeftelijke zaaken het zeg-
gen over zijne kerk hebben» verzocht heefc
dat we omtrent alle zijne voorgemelde ordo-
nantzien, en ieder van dezelven in 't byzonder,
zouden doen. Daarom is het dat wy , hun
verzoek naar de billijkheit inwilligende, al
wat onze Heer de Keizer vergunt heeft, al
wat de Graaf zijnen Advokaat toegedaan en
verboden heeft ; en al wat hy voor zich zel-
ven en zijne erfgenaamen behouden heeft j op
het gezag van onzen Heer Jezus Chrifïus3van de
H. H. Apoilelen Petrus en'Paulus, van den H.
Martinuscn van alle Gods Heiligen , üyt krach-*
te van onzen ban, en door de magt die ons van
Godt gegeeven is, beveiligt en befchreeven heb*\
ben } en laft: gegeeven om 'er ons zegel op te
drukken: zoo dat alle de genen, die iets tegen1
het bovenftaande zullen doen of onderneemeny
met den Sathan en deszelfs Engelen eeuwig zul-
len verdoemt zijn,- ten zy dat ze tot een inkeer
koomen, en Gods kerke zoo wel als den Broe-
deren voldoening geeven , Amen. By deze
zaak zijn als getuigen tegenwoordig geween;
Hermannus* Aartsbiilchop van Keulen j Obertus
BiiTchoD van Luyk i Hendrik Graaf van Arlo;
Ktenraad Graaf van Lucelenburgh , Frederik
Harrog van Zwaben, Rot bar dus Aartsbiffchóp
van Ments , Geramd Graaf van Geldere, de
Prooil Focke, Pbtber, Alberyk\ Luothlfde Ad-i.
'V
V
vokaat, ïbytryk, Gerolft Linpo^ Rerenhar7, FVnalt*
®m%
't jaar van Chriftm- Menfchwordinge
^LXIV j fn de tweede Indiktie, in het tien-
de jaar van Keizer Hendrik.
D d 4                       In
-ocr page 549-
434 Oudheden en Ge stichter
Brief van fa den name der Heitige en onvevdeelfy DrievaJ^
Biffihoj» digbeit. Ik fheodorum , by Gods genade Bis^
Thi-odüfi. fchoyMunigarde- vordfi , en wettig erfgenaam,
*■*
         van de ftad Zutfeen, doe kond aan alle pei>
foonen, zoo tegenwoordige als toekoomende,
dar als ik te Zutfeen in 't Hof van Mijnheer,
den Prooft ter vierfchaare zat} het Advokaat-
fchap aan Kanflantyn van Berge, op de klachtc
van de flaavcn der kerke , na dat de zaak een
ãð Ie fij^s bepleyt was, by vonnis afgenomen
i$ De reden was, dat hy dat Advokaatfchap.
aan eenén Ud» te leen gegeeven had j, 't welk
noch hem noch iemand van z.ijhe erfgenaamen
geoorlofd was : want het was hem onder dit
befprek gegeeven, dat noch hy , noch iemand
v,an zjjne erfgenaamen, hetzelve te leen zoude
geeven, of mogen geeven. l/do beb. ik afgezet*
zonder hem eenige hoop va.n herftelling te'
laaren. Ja hy heeft met, eede beveiligt dat hy,
r*och iemand, van zijne erfgenaarnen, zich oit
>4 é
         met dat Advokaatfchap, meer bemoeyen zal;
en dus ben ik meeftér van,'* Advokaatfchap ge-
bjeyen, Maar, na verloop van, eenigen tijd heb
ikden gemelden Konftantp, om dat zijne vrien-
den voor hem fpraken, het Advokaatfchap we-,
dergegee^en over alle de Kapittelen, die rnijn
Vader hem in 't byzonder gegeeven irad; doch,
met dit befprek dat by niet in 't minile buy-
ten bet beftek van zijne magt zoude gaan: z°°
dat noch hy, noch iemand v/arj zijne erfgenaa-
rnen , de dienftluidcn meer als driemaal in 't
jaar by een, zoude roepen: die hy aan't Hot
van den R ooft zouw moeten ontbieden} z°°
dat 'er de Prooft , of deszelfs, Vikaris, altijd
tegenwoordig $y é pp dat alles met deszelfs
overleg ten befte gefcfrikc mag worden.: dat
1                                          >·■."·'■                                            hens.
?
-ocr page 550-
van Deventer. $%f
\tm dan elke reize van ieder perfoon gegeeven
zoude worden een denier ; zonder dat hy dan
pf naderhand iet anders van hen zoude moeeri
eiflchcn, of zich zelven ongeroepen opdringen.
Met d$ korenflaaveo, en de hoeven van den
Prooft , zoude hy zich ten geenen tijde mo-
gen bemoeyen, Alle de voornoemde punten,
zelfs die hier met uytgedrukt ftaan, zoo ds ze
van mijnen Vader vaftgeftelt en van mikeïmug
Biflchop van Utrecht op deszelfs verzoek by
openbaars afkundiging beveiligt ziin", wor>
den ook van ons by zoo eene afkundiging be-
veiligt , in den naame des Vaders, en des
Zoons, en des H. Geefts, Amen, Dit heb-
ben de volgende geloofwaardige rennen ge,
zien en gehoort. De ProoiTjWkfcr*. L·.
mardvm Dupenbam%
en deszelfs zoon fFam-,
her Rmwardvan Fasno», Sitfrifas van Hu-
melo, Qthelryk van Amnon
, Gerlak van Ditdir-
wrtbi ,ÂââÉéç van Ritherh
, Grimbrecht, Brutl
wrt
i Pelgrim.. Rmfo . ñì^
           ' ^
'' ■■-.··■■· ■·■'■· j ■ ■
ten" J^^M"1 ha^a 8efafl9 **»»
L? ^ f' Ñ G°ds Senade *«™*" Ko-ïrikv!"
J£T°°,rdlge Ju,den dar * °P »«f "eraoefc
Ih ï™ Jr^r °"°' Graaf van Zutfrnne, en
*een,gma,l heer1.,ke dienften,gedaan hebhen,
<?« voorrecht vergunt bebbe f »t wel* altüd
D <» ß                            aJ·
-ocr page 551-
4*6 ΟυρΗϋρι^ m Qesticuten
als een erfrecht iland moet houden: te wceten
dat alle vrye luiden, 't; zy mans-of vrouws-
personen, die genegen zullen zijn om zich·
zelveri of hunne vafte of lofle goederep aan de
voornoemde kerke in eigendp.mr over je geer
ven, Zulks onverhindertuytkrachte van; onze
Koninklijke vergunninge mogen doen: en dat
het tegenfpreekcn van den, Rechter , in wiens
land zulke perfoonen woonachtig zijn , van
geener waarde zalzjjnj z-onder dat echter den
genen, wiens leengoed het ;is,, de Koninklij-
jce Tchatrjng zal mogen onthouden worden}
indien zoo een landgoed te voore fehatting
betaalde: voQrts (doen wy kond) dat wy den
Pröoil der zelve kerke, en deszelfs Schout,
öve^r alle bebouwde en ïonbebouwdejande-
ryén der gemelde kerke r en over alle de fo-,
reeften,! wouden, waterjfyoomen, oevers, en
alles wat ze nu bezit of > naderhand bezitten
zal , tot ordmaris Rechter aanfteUen., .Ook
zal de Proott rechter zijn in alle z^ken, die
tegen een flaaf der kerke voorvallen mag^tzy
dat hy yan zijns gelijken , of door een-.fl^af
van een ander 'Heerfchap, in 't j recht betrok·;
ken ofaahgeklaagtword; te weeren indien zulf
lee zaaken door de', verklaan'ng4vaii getuigen,
of by eedé, konnen afgedaan .worden. Maar
in zaaken van diefftal, van roovery , van brand-
, I 4 ft ichting, van bloed vergiet ing, of. van alle eu-
veldaad , zal de Schout van den ProohVRechter,
zijn. Noch beveifog^n wy ten behfoeve van
, / den gemelden tïeer Graaf en van deszelfs na?
zaaten het volkomen rechtsgebied, dat hem
over zijne mannen , die men (f) Masmanne®.
noemt, en over hunne landeryen toekootnc·
Xtear by beveiligen wy zijn volkomen rechts-
»
                                                           gebied
-ocr page 552-
van Deventer. 42 7
gebied over Menardinghamme, en het recht
dat hy op de wilde dieren aan beide de zijden
van den Yflel-heeft : alle welke rechten zijne
voorzaaten , en hy 5telf ook, van hun eigen
erfgoed maar niet door een Koninklijke gifte
bezitten, zonder dat wy hem zulks benijden.
Dit alles is gedaan met de toefteraminge der
Heercn , die daar rechtsbannen hebben ; en
voorts met den raad, de goedkeuringe, en de
getuigeniiTe der Rijksvorften. Ook heb ik het
met mijne eige hand getekent, en met mijn
zegel bezegelt·, het zegel van Fredemtès Aarrs-
biflchop van Keulen ; het zegel van Otbèrtus
Biflchop van Luyk ; het zegel van Murchardus
Biflchop van Utrecht ; het zegel, van Burchar-
dus
Biflchop van Munfter : de getuigen zijn
geweeft, GernardGxi&ï van Kruyn, Graaf Cono,
Graaf Hendri^ de Graaf van KarTelle., Dideryk
*«» Los, Steven en Harmen van Oyens, Beren-
imus
, de Graaf van Sultebak. In't jaar na
'sHeeren Menfchwording MCVIil, inde
eerfte indiktie i zijnde het tweede jaar van
Hendrik F > Roomlch Koning, Gegeeven te
Aken den 28 December.
Inden namne der H.vn pnverdeelde Drievuldig' BevefH-
hit. Aangezien de dingen, die van de Vor- |^havrJ*s;
ften geordoneert worden, by verloop van tij-
             *
den üyt de gedagteniffë der menfchen dikwils
ontgaan ten zydat ze door gedenkfehriften be-
waart worden 5 zoo moet het door den tegen-
genwoordigen brief aan alle zoo tegenwoordi-
ge als toekoomende kenbaar zijn dat ik Bur~
thardas
,by Gods genade Biflchop van Utrecht,
d°or den doorluchtigen Graaf Heer Otto uyt-
genoodigt, gekomen ben te Zutféen om de
fcrk van den H. Apoftel Petrus en de H, IPal-
burgis
-ocr page 553-
4*8 OUDHEDEN EK GESTICHTEN
1?urgi$ in te wijden; welke kerk de voornoem-i
de Graaf, door den H, Qeeft vervuld, na dat
ze argebrandt was, van den grond opgehaalt
had. Als we nu, ora de inkomften der zelve
Iterke na te zien * de pjivilegi-brieven bezig·
tigdenj bevonden wy dat ze ten deele door
lankheit der tijden van de motten beknabbelt,
ten deele door de na-by heit van de vlammen in-
gekrompen waren. Als de Graaf zulks ver-
nomen^ en met zijne Geeftelijkheit en Kanon-
nikken raad gepleegt had * bad hy my dat ik
die privilegi-brieven tot meerder zekerheit
zoude vernieuwen. Zoo is het dan dat wy
het verzoek van den gemelden Graaf ingewil-
Kgt hebben 5 en terwijle dat hy met zijne ech-
te kinderen, met de ganfcheGeeftelijkheit,en
al het volk zoo van het mannelijk als vrouwe-
lijk geflagt* welker naamen hier beneden voor
een gedeelte uytgedrukt ftaan, by het inwij-
den tegenwoordig was, hebben wy (6) de vrede
en onze (7) befcherming aan alle de goederen
der gemelde kerke gegeeven, §n, hetzelve met
deze woorden beveiligt · Aan de goederen van
S. Piet/er en TVdbnigs kerk teZutfeen, en wel
zonderling aan de vier voornaamfte lanthoe-
ven, waar van 'er de eerfte te Zutfeen ftaatj,
de tweede teBruckehove, de derde teHorftla-
re, de vierde teRislo, met a] haar toebehoo·.
ren, als bebouwde akkers, dienftmannen,dien{l*
maagden, flaaven, mitsgaders aan alle de hof·
fteden \ die dezelve kerke toebehooren , en-
voor het gebruyk van den Prooft en de Broe-
deren op wat wijze dat het zy gegeeven zijn>
en alle goederen die t'hans van hen bezeeten
worden, ofdiezenoch bekoomen zullen, ver*
lcenen wy de waare en beftendige vrede van den
" ■:' -A '                                                       'Al·
-ocr page 554-
Van Deventer. 41^
Aïmogenden Qodt, den Vader, en den Zoon»
en den H. Geeft, met bevel dat ze van nie-
mand geftoort worde. Die vrede verkenen
wy ook aan zekere inkomfte der Broederen j
de tien hoeven genaamd, en aan alle de goe-
deren tot die inkomfte gegeeven: welke hoe-
ven de Graaf Godefchalk^ voor de laaffeniiïe en
laligheit der ziele van zijnen zoon Gebebardus-9
en van alle zijne voorgaande en toekoomende
maagen, met ai het recht dat hy op die goe-
deren had, vryelijk en met eene groote gene-
gendheit voor het byzonder gebruyk der Ka*
nqnnikken gegeeven heeft: hebbende alleene-
lijk het Advokaatfchap over die goederen voor
zich zelvcn en voor zijne nazaaten, die erfgc-
naamen van de ftad Deventer, behouden: op
zoo eenen voet, dat noch hy, noch iemand
van zijne nazaaten , dat Advokaatfchap iemand
te leen zoude mogen geeven. 't Geen hy dan
gcordonneert heeft als hy die gifte deed, en
't geen de tegenwoordige Graaf ütto ook goed-
keurt en verzoekt dat gedaan worde, dat doen
wy ook : met de vrede ten behoeve van de
voornoemde tien hoeven, en van a4les dat daar
aan gegeeven is, mitsgaders het recht van 't
geroeide Advokaatfchap, te beveiligen; en wy
ftellen 't vaft , en gebieden uyt krachte van
onzen openbaaren ban, dat niemand sdat Advo-
kaatfchap te leen zal mogen ofkonnen geeven.
koorts alle degenen, die tegen dezeordonant-
£ie van den Graaf en onze beveiliging eenige
der gemelde goederen van deze heilige en in-,
gewijde kerk' geweldiger hand aantaften, of
'ereenige roovery pleegen, of dezelven eenige
fchatting of bede afvorderen, of ze in eenigert
deele benadeelen of bezwaaren j alle de zooda-
nigeri,
-ocr page 555-
43° Oudheden en Gestichten
nigen, zeg ik, flaan'wy met den ban, en wy
vervloeken ze door'c gezag van den Vader, en
den Zoon , en den H. Geeft, van de Ç. Ç.
Apoftelen Petrus en Paulus, en van alle Gods
Heiligen $ als ook door de kracht van onze
openbaare af kundiging; en door de magt die
ons van Godt gegeeven is, op dat ze met den
Satan en des zelfs Engelen in de eeuwige ver-
doemenis gedompelc worden ; ten zy dat ze
tot bekeering koomen; en Gods kerke zoo wel
als den Broederen voldoening geeven. En om
deeze zaak met behoorlijke getuigenifle te be-
krachtigen f hebben wy deezen brief, daarons
zegel op gedrukt is, deswcgen doen opftellen
' ten overftaan van deze geloofwaardige mannen:
Sigewyn Kotter der Domkerke van Keulen >
Wkbard Deken van-B, Sahators kerk te U-
trecht, Meefter Lambert , Konflantyn den Ad-
vokaat, Lubbert, den Kaftelein , WiUem van
Stapelo
, Rotger van Wythe, Aarmut van Straats-
burg
, Raken met zijnen broeder Hertgtr, Lub-
bert
en Gozelyn van Berengbem , Godefioyvan
Rheney Bemaard van Diepenham^ Mirtbert van
Mocherte
, Wolfert en Ermbert van Eitenen >
Menirik van Rinre, Ulrik van Amfone, Gerlak
Dedingwerte
, 'Ment o van Triie, Wenro van Frol-
ïebirfi
; Ulbold van JPiken ,Gerbsld van Winbufg*
Gedaan in 't jaar na 's Heeren Menfchwordmg
MC V, in de XIII indiktie, in Ë LI jaaf
van Keixer Hendrik IF.
Open brief Jn den naams enz. Ik Wilhelmus, Biflehop
vau Bis- derUtrechtfche kerke, doe kond aan alle men·
ichopwiL
              zoo tegenwoordige als toekomende,
helmus. «» JkcT verfe&a ,c wclk&tuirchen onze voor-
' naaten en de Heeren der ftede vanZutfeen W
-ocr page 556-
tAN Deventer. 431
gen tijd gehangen heeft, en eenige tienden
raakte daar zy eigendom op maakten , op dee-
ze wijze bygeleit is: Wy hebben den Graaf
Godefchalk, en zijne gemaliηne Adelheide., mits-
gaders hunne zoönen Gibehard en Ottoy die op
onze uytnooding te Utrecht in een volle Ver-
gaderinge verfeheenen waren, voor eigenaars
gekent van de tiende te Lochem; en van de
tiende Van het land't welk hetSyallanders land
word genoemt: en dat door het ganfche Stift
van Utrecht , 't zy dat de landeryen in wei-
den, of eilanden, of bebouwde of noch te be-
bouwen moeraden beftaan , 't welk zy voor
het gebruyk van de Kanonnikken te Zutfcen
gegeeven hadden; en wy op hun verzoek door
onze plegtige afkundiging beveiligt hebben.
Daar voor hebben zy den H. Martinus en ons
tot vergoeding gegeeven twintig ikaven en
tien hoeven. ï. Die van zeker perfoon te
ïholre, Tynbomes genaamd, x. Die van Tyn-
oen
te Holthuizen. 3- Die van Meginger
Tonden. 4. Die van Hemmen te Horde, f.,Die
^nHeine teRaterien. 6. Die van fFikik\ ook
te Ratenen. 7. Die van Remzo te Werken.
Die van Winno te.Scuipen. 9. Die van Reinzo
tcRothe, 10,. En eene hoef te Renen. Voorts,
«ebben wy ter eere van den AlmogendenGodt,
v^n den H. Apoitel Pctrus\ en van de H, IVaU
lm'gis,
aan de kerk vanZutfeen voor altijd ge-
geven de tiende van dè eilanden van Rhenen
l°t Aarnhem, en van Aarnhéro totZutfeen toe:
*an de eilanden, zeg ik : dewelken, hoewel
■w ze reeds in wezen» zijn, echter noch niet
oeploegt worden *, en ook van de zoodanigen,
"ewelke 'noch door'i aanfpoelen van den Rhyrt
en den Υffel ftaan op te koomen ; 't zy dat ze
in
-ocr page 557-
4ffz Oudheden εκ Gestichten
in 't midden van den vloed gelegen zijn, 't zy
dat ze den oever raaken. Noch geeven wy
derizclven Proolt volkomen rechtsgebied over
alle zijne roerende en onroerende goederen:
zoodanig dat de Prooit ofdeszelfs Vikaris de j
magt htbbe om zijne beledigers, te dagvaar^ !
den, met den kerkdijken ban re (laan, en ook
terverzoeninge aart te neemen , indien ze zijne
kerke voldoening gegeeven htbben. Daaren-
boven hebben wy de verbreekers van dit ver-
gelijk , en van onze tegenwoordige gifte , dooi·
het gezag vanden Vader, en den Zoon, eri
den H. Geelt, en van alie Gods Heiligen, ert
ook op ons eigen gezag, in, dan ban gedaanj
daar a! de GeeiteÜjkheit en 't volk zulks in de
volle Vergaderinge het hoorde , en 'er 4mt^
op antwoorde. Tot oirkonde der zake hebbeii
wy deezen brief van de ohdergefehreeve ge-
tuigen doen bezegelen: de getuigen van omt,
zijde waren : de Proott Focko, Pitcher, Jnfryd
de Advokaat, Dideryk , Harmen^Gerolf^ ïiwp ,
Ëmgepbet
, Folkart. Dit waren waren de ge-
tuigen van 's Graven zijde: Harmen:, Eingcl*
herth
de Advokaat, Perenhard, Regenhard^Pe*
jor
j Ó//0, de Graaf Romper t, Poto* Hart^rt
Gedaan in 't jaar na 's Heeren tvlenfchwording
MLIX, in de ΧΠ indiktie j in'c vijfde jaar
van den fèoning Hendrik?
©03e giften öeeft Güido, öe & L i i $#*
fcïjop ban lltrecijt / in 't jaar.MCCCX
op oonöeröag na <ê. %. Ö^outo| ^euidbaart
goebgencurt <ên öe gifrc ban öc tienDcn ö«
aanaefpoeiöe ïanben geeft$au§ innocent,
op ijetbersoen Dei: ftanonniKuen/ in 't ttaaalf öe
jaar ban 59η $au$&am oebefiigfc 0# \ψ.
-ocr page 558-
* \
Van Devekïèa; 43$
ten pe &e affcQiiften ban btM Öie D^ieüeik
ƒ« Gods name, Amen. Wy Guido ^ by Gods Brief vaa
genade Biflehop van Utrecht , maaken dooHcn Bis-,
deezen brief bekend dat 'er wei-eer eene twij- .C1°l' ul
feling öntftïian isover detiendenvan de nieuw-
bebouwde landen der Parochikerke van Lo*
chem: want onze 'mChriftus beminde, de J3e^
ken en het Kapittel der kerke van ZutFeen,
vertoonden uyt eenige vergunningen van wijle
onzen voorzaat , Willem I BiiTchop van Ü-
trechr, dat de voornoemde tienden hunne ker-
ke toebehoorden: en dewijl dé boeren en de
Heeren der nkuw-bebouwde landen, onder
de gemelde Parochie i de gemelde tienden dei:
nieuw - bebouwde landen aan de gemelde ker»
ke niet wilden bctaalen; zoo hebben de De-
ken en het Kapittel voornoemd op orts ver-
zocht dat wy de boeren, ettde Heeren der ge-
melde nieuw-bebouwde landen, tot het betaa-
len van die tienden door kerkelijke itraffen
zouden dwingen, Maar om dat wy over heÊ
recht der gemelde kerke , in de zake die zy
van ons verzochten, zonder één raad der Pre-
laaten en Kapittelen van onze kerk van Utrecht
geene uytfpraak wilden doen, hebben wy deil
Deken én het Kapittel van Zutfcen naar onze
voornoemde kerk van Utrecht geweezen, om
hunne voorreen ren aan dezelve kerke te ν e t*
tonnen. Ais de Prelaaten en Kapittelen dei1
Kerken van Utrecht daar over eindelijk Verga-
dert waren ,■ en over de gemelde vergunningen
van Heer fVilhslmus , onzen Voorzaat , met
malkander gefproken en -gchaftdelc , en alles
ftauwk-euiig onderzocht hadden ·, hebben de
E c                       Pre»
-ocr page 559-
4*4 Oudheden en Gestichten
Pr daaten en Kapittelen der gemelde kerken
ons met een algemeen en eendragtig overleg
dit bericht gegeeven dat, zoo verre als hun
uvt de gemelde vergunningen konde blijken,
en zoo als ze ook uyt de oude en goedgekeur*
de gewoonte die van ouds in het Stift van U-
trecht onderhouden is befeffen en oordeelen
lcoften, volgens welke gewoonte alle de tien-
den der nieuw-bebouwde landen den Biflchop
van Utrecht van ouds toebehoorden; dat, zeg
ik , als de Heer Wilhelmus, onze Voorzaat
voorn, wanneer hy in eene algemeene Synode
van Utrecht met eene onbepaalde wijze van
fpreeken erkende dat de tiende te Lpchem de
kerke van Zutfeen toebehoorde, en die tiende
aan de zelve kerke overliet, zijn zeggen aldus
verftaan wierd en naar de rechten verftaan molt
worden, dat die erkentenis niet alleen op de
tiende van dien tijd maar ook van de volgende
tiiden zag - en hy zoo wel de eene als de andere
(aan de gemelde kerke van Zutfeen) gelaaicn
heeft. Daarom is het dat wy, met den raad van
de Prekaten en Kapittelen der Utrechtiche
kerken voornoemd , de tiende te Locnem ,
Zoo wel van de oude als die van de nieuw-be-
bouwde landen, aan den Deken en hetJfcapit-
tetder Zutfeenfche Kerke toegeweezen ×\ø
ben, en by dit gefchrift toewuzen , om van
^ezelven altoos bezeeten te worden. *^arc"
boven hebben wy bet den raad van de 1 reiaa-
ten en Kapittelen onzer Utrcchtfche kern
voornoemd, achtervolgen* de gif te door a«
voornoemden Heer WÜhdmm gedaan, en rne
de toeftemminge der Urrechtiehe ?*«£.
heit, den Deken en het Kapittel der Zutfeen
ehc kerke voornoemd in eene wg^Jg.
-ocr page 560-
VAN ÖEVENTEi;          5^ ƒ
Utrecht fche Synode toegewcezen, en wijzen
hen by dezen brief toe, alle de tienden der ey*
landen van Rhene tot Aarnhetn en van Aarn*
hem tot Deventer toe j te weeten vah zulke
.eylanden die *er in dien tijd al waren maar noch
niet beploegt wierden: als ook van de zoodani»
gen, die door aanfpoelinge van den Rhyn en den
yflel noch opkoornen moften j; 't zy dat ze iii
\ midden van den vloed gelegen waren > of den .
oever raakten, om ook van den Deken en hec
kapittel voornoemd ten allen tij :1e bezeeten te
worden. Tot oirkondè der zake hebben wj
goedgevonden ons zegel aan den tegenWoordi-
gen brief te handen. , Gegeeveri in 't jaar deè
Heere MCCCX, 's woensdag iiae Ö. L.
Vróuws Hemelvaart*
Innuentius ËiiTchop , de Dienaar van Gods Btfile vat*
Dienaaren , wenfcht aan zijne beminde zoo-<Jen i>au*
nen, de Kanbnnikken van Zutfeen , de eeuwi-^"^1*1
gezaligheit, en den Apoftoiiilchen zegen. Het
is billijk dat we het verzoek der genen5 die
om rechtmatige zaken aanhouden, eehe vaar*
'ge toeicemming geevenj en hunne begeer*»
tën , die niét onredelijk zijn , volbrengen.
Hierom is het, beminde zoönén in den Heeres
Ίμ wy ^ willende uwe rechtmatige eyflehen
öttt eenfe hartelijke genegendheit te gemoet
Zoomen: de tienden vah de nieuw-bebouwde
anden, ehvah de landeryen die in den Rhyrt
düor aanfpoeling opkoornen, 't zy dat ze den
0ever raaketi of in't midden van den vloed ge-
'egen zijn ^ van Rhienen tot Hunnepe toe^
}*? onze Eerwaarde Èroeder de Bifichop vaiï
utrecht uluiden op eene Wettige wijze gegee-
'**n heeft, ten uwen behoeve beveiligen, en
Eë χ                     door
-ocr page 561-
43< OufcHEDEN EN GESTICHTEN
door den tcgenwoordigen brief bekrachtigen,
Het zy dan geenen menfch geoorlofd enz,
. c Henrtcus, by Gods genade Biflchop van U^
OpeobneF h wenfcht allen den genen die den tegen*.
Hcus/bL woordigen brief zullen zien de eeuwige zal.g-
fchop van heit in den Heere Het is bekend dat zulke
Ucrecht' zaken, die naer recht en reden gefchiedcn,
dikwils door den nevel der vergéeteriifle ver-
duiftert worden, en het doorgaans noodzake-
lijk is dat ze door gefchrift beveiligt worden:
waar door eene zaak zeker word, die anders
twiifelachtïg fcheen. Daarom .willen wy dat
bet allen en ieder bekend zydat wy, overwee-
eende dat het met de kerkelijke Regelen over-
een koomt, en eene godvruchtige zaak is, de
tienden, die de fchattingen der behoeftige zie-
len ziin, ten behoeve van de- kerken uyt de
handen der keken te loflen, met den rijpen
raad van onze getrouwen, en op den alitand
van onzen beminden, Steven Ridder van Lant-
dorpe, de tienden van vier huizen te Werken,
in de Parochie van Wernesvelde , te weeren
Sikkink, Hermannink, Segeffink , en U-
mink, aan den Deken en het Kapittel óaJW'
feenfche kerke in eigendom gegeeven hebben.
dewijl de gemelde Ridder Steven behalven *
voornoemde tienden, die hy van ons te leen
«houden heeft, noch meer andere goederen ι
van ons en van onze kerke van Utrecht te leen
houdt. Ën om dat we begeeren dat deze c-nx
verrichting ten allen rijde bcitendig blijvcj
hebben wy den tegenwoordigen bnei door on
zegel doen bekrachtigen. Gegeeven m tW
des Heere Μ CC LV, te Utrecht, \¥®
voor S. JEgidius dag.
                                  ^
-ocr page 562-
VAM Deventer.         437
©e bozere b#eben 3UÏIen ωρ in'tberboïö/
itaar ïjet beter te pa^ hoomt/ opgeeben,
3fti 't jaar 1468 , *$ t??g&ag£ na 9$%émn
!|emeibaart/ geeft ï|artog Adolf aan bej®a*
jijïraat ban Jgutfeen get recgt booj akm§
gegeeben om be benoeming tot be öjtr ®afo
torjs p^ben&en te boen: ioelfte J^ebenben Φ
öu$ genoemt mierben* om bat be §taM>nn{&«
Ren/ bie baar toe beb^bert toierben/ ©οίί*
tor^ of •2£icent3taaten in be 3&ut?gerhjtie of
föer&eïpe te§teti moflen 3tjn, ©aar βρ
uocfl bja beöong bat 3e inboorlingen mofien
3jjn ban be fïa,b ^utfeen/ en refideeren vmp
ten : en paarenuoben ben $o;ff ten bienfïe
fïaan om <0e5atitfcf3appeti te behleeben/ of
jjem be$ noobig 3ijnbe raab te geeben.! ©sse
3ifte f$ bm ii december 1 f03. booi hm%\p
fcïjojp Frederik van Baden goebgeheillt.
Brief van Hertogh Adolf van 7 jaar 1408. v«»
i/w Dom-heeren inkom β en wt ie reyken
aan den geenen die zich met de wee-
tenfcbdp der rechten bemoeyden.
yjY Adolf vander genaiden Gaides Hertoch
van Gelre ind van Guyiick in Greve van
Zutphen, Doen konde und bekennen met de-.
fcn apenen brieve; voir ons onie erve ind nae·*
kornelingen, dat wyom funderlingen gon(téf),
liefden ind genaedcn wille > diewy hebben ind
y^igen tot onferStadt Zutphen, ind om trou-
wen dicnites wille fye ons gedaen ind bewefen
«ebben, der felver onfer Stadt Zutphen ver-
leent ind gegeven hebben, verleenen ind geven,
°P dat de oere burgeren ind burger kijnder toe
keringe ind doechden halden, ind kiercken ind
» E e 3                     ge-
-ocr page 563-
fyl% Oudheden en Gestichten
geleerde mannen opvoeden moegen, als dat fie
van nuvoirtaen in toekomende tijden eewelick
ind ommermeer ons onfen erven ind naekome-
lingen Hertoigen van Gelre ind Greven van Zut-
phen, te nomineren fullen hebben tot dryen
Canonix pravenden in onfer Collegiarer kei eken
yan fente Walburgb bijnnen onfs Stadt Zut-
phen, welcke drye pravenden zijn Tullen, die
pravenden die thant meyfter Arnt^cm. Hoekelom, j
Jöban van Meer Gerritfoen, ind lohan Keppelman
befitten, ind nu voirtaen heyten fullen Dcéfor
Pravenden, die wy vur ons onfen erven ind nae- ;
komelingen die vurgemelde onfer Stadt tot oi- j
yen nominatief referviert hebben, ind refervie-
yen incrachtdes briefs, Alfoealsderdrien pra-
venden eenich Icdich weerden of verfchijnen
van befitteren tot befitteren , idt weer overmits
doideof dat fie fich begeven der weerk ind toe
Cloefter gingen , dat alsdan Burgermeeiter,
Schepen ind Raet inder tijde 3 bijnnen den nc-
ften xiiij. dagen nae datter ennicl? verfchene,
ons onfs erven ind nakomelingen dair toe oire
burger of burger kijndereyn, dat eyn bequeem
man in der tijt Do&oir of Licentiaet were, en»
niger inden geeftjlijckenoftwereltlijckenrech-
ten, ind die daer toe togelaten ind gepromo·
' viert wer van ernftigen ind itrengen examen?
na gefetteder Univeriueyten daer fy oeren g"1*
€e verkregen hedde, nomineren fullen j Inddst
felve oiek voir Deken indCapittel inder tijtdeti
Heyligen to halden, als. fie komen co refïden-
tien, oft dat die felven , die fie ons, onfen er*
ven, ind nakomelingen in der tijt nominerende»
ten mijnften wefen meyfters inden vij. vryc?
fconilen ofBaccalarii, ind hedden oir formaU^
a^n den gradum magifir&us voll ind all gehoifc»
ί                                                               ïflü
-ocr page 564-
van Deventer. 439
ind weeren dat die felvedie Ge inder tijc nomi-
neerden niet vorder graduwijrt dan rotter Qradm
in den Toeven vryen konften als vurfz. ileet, fal
onfe Stadt vurgemeltvoirder cautie ind geloove
nemen, eer fie die nomineren, datfievoirtaen
inftudiis ind leeringh Tullen beherden, ind b jn-
nen den neeften vijf jaeren of idt faecke were
dat fie over berch ftudierten, ofbijnnenfes jae-
ren of fie aen deTe zijde des brrchs ftudierden,
naedcr nominaticn Do&oir of Licentiaat welen
fullen in der vurTz. rechten, en toegelaten van
ernftigen examen als vurfz. fteet, ind nyei een
komen noch toegelaten werden ter refidentien·,
dan wolden fye eyn jaer of twee, nae dat Tye
promivierc weeren, ftain to Romen of toe Pa-
rijs om toe pra&ifieren, Tullen fie moigen doen,
byalfoedat fie na den tween jaeren dar fie pracf-
tifiert hedden, ommeren toe refidentie komen,
ind ftedelick op oer pravanden voirtaen fitten
ind refi lieren Tullen, by verluys oerer praven-.
den. In Burgermeyfteren, Schepen ind Raidt
in der tijde Tullen doch altijdt den bequeemiten
ind weerdichften van konften ind Teeden, den
fie van oeren burgeren of burger kijnder hedden,
nomineren i Ind dat nyet om goniten, gavr>n j
noch om dat die eyn voir die ander mechtiger
van maige of vrunde weer, dan alleyn dat die
Telve den fie in der tijd nomineerden die weerr
(Jichfte weer. Ind wen fie ons onfs erven ind
naekomelingen in vurfz. maerenToo nomineeren·,
werden, Tullen wy, onfe erven ende naekome-
Üogen collatie ind prefentacy doen, ind defe
prefentatie brieve am Deken ind Capirtel onTs
kereken vurfz. doen geven, Tonder eenige wey-
geringe of indracht. Doch weert faicke, dat
, 9nfe Stadt Zutuhen, in tijden als die vurfz. drie
E e 4                   pra·*.
-ocr page 565-
\ .'.                                                                                                                                                                                                                                                                                                     ■■■'■..■.
'^m Oudheden en Gestichten
pravenden of eenichvan dien ledich weer,gee°,
nen bequemen man alsvuffz is to nomineren en
bedden, of dat die felve die fye in.der tijr nomi-
neer: bedden, geinen vorderen grait en bedden,
dan Meyfter of Baccalaurn toe wefen in den vij.'
vrye konden als vurfz ileyc, ind bavendercau-'
tien ind gelove vurgemelt in ftudüs nyct ftede-
lick enbeherden, (Jch nyet en fchickten datfy
DoeTroir of Licentiaet wurden bijnnen den vur->
gemelten befetten jaeren naeder nominauen als
vujfz is, of dat die felve na dat fye pravenden
acceptieit ind angenomen bedden eyn tijdt lankj
't weir eyn jaer of twee of drie meer of mm,
die beheelden ind daerenteynden vaeren lieten t
ind fich nyet en fchikten die te beholden,oick
of dat die felyen die twee jaer lanck nae oeren
graide vurfz praétifiert bedden, nyet ther refi-
dentien komen en wolden 5 foe fokte die felve
pravenden die dan ailbe ledich wurden, toe der
buvrte alleyne weder ain ons onfs erven of nat·*
komelingen blijven ter norninatien, al foe wal
^.ls ter collatien als prefentatie5dair wy onle ci>
yen ind nakomelinghen als dan fèlfseynen Doc-
toir of Licentiaet of Meyfter of Baccalariui in
den foeven vryen konden toe nomineren ind pre-
fentierenfullen, Ind foo tot defe drie pravenden,
die Doffioir pravenden heiten fullen, of wy ofonfe
erven ind nakomelingen dan inder tijt eyn no-
minierden ind prefentierden , die nyet yoirdcr
graduwijrten weere, dan to Magijieriumo\B^"
calarUtum
toe in, der foeyeri vryen (£onï%n, dat
dan die felve aen. ons onfs erven ind naekome-
jingen cautie ind geloove doin fa) voirtam in
Itudiis toe beherden, Licentiaat of Do£toir te
werden, als van ons burgeren ind burger kijn"
«fleren van Z^utphen vurgemelt fteyt, BeheltHc»
/
-ocr page 566-
van Deventer. 441;
Burgermeyfter Schepenen ind Raidi: dair enreyn-
dens wederom oere nominatie aan die felve pra-
vencje» ind dat daer mede in toekomende tijden
altijt toe halden, foo ducke dat geviele off ge-
buirde alsvurfz is. Beheldich ons oick, ofvvy,
onfe erven ind nakomelingen in toekomende
tijden der felven Duétoiren ind licentiaten, als
fye to refidentien komende weren, behoifden
in ambaflaten re fehicken am Furiten, Heeren
of Steden, of dat wy rades met fie plegen wol-
den, ind wy, onfe erve ν of naekomelingen tic
dairomb verfchreven, dat fy dan wijllichlicken
komen, ind ons, onfs erven, ind naekomelin-
gen gehoirfam dair in zijn lullen, doch op onis
onfer erven ind naekomelingen koft. Aller Ion-
der argelift. Ind want wy Hcrtouch vurfz wil-
len dar dcfe onfe verleeninge ind gifte onis vurfz
StadtZutphentheneewijgendaigen toe vaitind
ftedezy ind blijve, hebben wydéfs toeoirkon-
de onfs grooten fegelvan ooien rechten weren-
heyr voir ons onlén erven ind nakomelingen
am dcfen brief doin ind heyien hangen. Ind
voirt begeert am den eerbaerenonfen lieven an-
dechtigen Deken ind Capittel onier kereken,
vurfz, dele vurgemelte onfe verleeninge mede
to ratificeren ind to believen. Ind op dat der
burger kijnder ind burger vurfz die tot deCen
drien pravenden vurfz genoemptfullen werden s
toe beth macht liedden in itudiis toe beheerden,
hon eyn redelijcke abfency toe te vuegen, Al-
foe bekennen wy Deken ind Capittel der Kere-
ken vanfente Walburgh bijnnen Zutphen vurfz,
voir ons ind onfs naekomelingen, dat wy aen*
fiende den gueden wille ind toeneygen die onfe
genaden lieve Heeren heeft torter felver Stadt
Zutphen, uyt begeerte fyner genaden ind toe
E e 5                   gon-
-ocr page 567-
44* Oudheden en Gestichten
goniten der Stadt'Zutphen, defe vurgemelde
fijne verleeninge ind gifte belieft ind rarificierc
hebben, believen ind ratificieren mit defen fel-
ven brief; ind overgegeven, a verdragen, ind
capitulariter averkomen zijn voir ons ind onis
naekomelingen, dat wy den gbeenen, die in
toekomende tijden toe defs drien Do&oir pra-
venden genoempt fulien werden, jaerlijx ind
alle jair als dat geordiniert i$, die wijle iy in
fludiis ind praftka ftaen in beheerden als vurfz
iteet, geven fulien ter abfentien vijf ende dar-
$ich Rhijnfche gulden^ welcke abfentie wy ind
onfe naekoemelingen den felven fulien beftaen
aan te geven nae den jair van gratiën, als men
van oltz, nac ons Capittels geiëtten ind ttatu-
ten» ons mede Canonicken die nyet refidieren
abfeney to geven plegen» Ind want wy willen
dat defe onfe ratificatie ind avergifte van der ab-
feney voirgenoemt ten eewigen daigen toe fte-
dich ind vaft zy, foe hebben wy Deken ind Ca-
pittel voirgenoemt onfs Capittels fegel voir ons
indonfen naekomelingen beneden fegell ons ge-
naden lieven Heeren doin ind heyten hangen*
gegeven in den jair ons Heeren duyfent vyer
hondert acht ende feftich, des Vrydaichs nae
onfen Heeren Hemelvaerts dack
Beneden op de vwwe ââçÜ':. Door Mijn-
heer den Hartog in de tegenwoor-
digheit van deze Heeren van zijnen
Raad: Wynandvanjiwnhem, Heer
in Lembek, en Matthias van Eyl,
Hofmeefter , alle beide Ridders:
en van Joban van Rojfum en Dideryk
vander Hprfi^
ScMdkaaape.n.
öâ
-ocr page 568-
van Deventer.         44,3
m &ebéfïi0iri0 / bic bc mffcfyop baar 00
0egcebcn geeft / itiibbe a$ boïgt;
Υ Frederik Markgraaf van Baden, by de ge- Bcycfti_
nade vanQodt en den ApoftolifTchén Stoel ging vai$
Biflchop van Utrecht, remaken aan alle menfchenden.^r4
bekend, en, willen dat het ieder een door dee- nvm'
zen brief kenbaar zy, dat wy de overdraging
van het recht van Batroonfchap op de drie Pre-
benden van S. Walburg* kerk te Zutfeen on-
der ons Bisdom, of de magtom bequaame per»
foonen tot dezelven te benoemen , dewelke
wel-eer door den doorluchtigen Heer Adolf^
Hartog van Gelderland en .Gulik en Graaf van
Zutfeen godvruchtiglijk en loffelijk gedaan en
toegeitaan is * en vermeld (laat in den brief
door denwelken onze tegenwoordige brief ge-
ftoken is ... en voorts alles en ieder in't by-
zonder, dat daar in begreepen, verhaalt en be-
fchrecven word, uy t onze zekere kenniife goed-
keuren , voor welgedaan en aangenaam hou-
den, begeeren dat het onverbreekelijk onder-
houden worde, en alles met onze gebruykelij-
ke handtckeninge in Gods oaame beveiligen.
Gegceven onder ons zegel ter zaaken, 't welk
aan den tegenwoordigen brief gehangen is. In
't jaar des Hecre duizend , vijf hondert, en drie,
den twee-en-twintigften dag van de maand
December.
Sfn 't jaap 14*2,1 op 0. hcobs abonb {jecffc
ψ i^attoö Arnout, bit toen op jjet fïotjfóo*
3enbalc toa£/ aan Jjct ïtapittel bergunt bat
m niet gebagbaart mag tooien al§ booj be
l*8fflm#mm w in bc fiamw m éa*>
-ocr page 569-
'                                                  *>
444 Oudheden en Gestichten
vikaryen, 3^092 öe mtiöaöige gobb?uc{jtfgijeit beu boh
geriöe tijöen 3tjti öese Mlmvgtn na {jet $ίφ
tm
bei* ttanonni&$ö|ien opgekomen."
j. ^lftarg ban 't 3|, Sakramenc
2. 'SMftarg ban hm ||. Severinus.
3.  i&iftatg ban ben !§♦ Michaël.
4.  ©iftargi ban 't i Kruys en jöe ^ Ü, ö^e
itoisingen: öocjöejePipyg $ naöer*
jjaoö ber nietige s eïi ïjaare 'tnftomfien
aanöe Wntininieraaöje bereenigt. <©ie
tóonifïèri bebaöegen; in 't jaac 1570,.
5-00 öaalöergU en Utierbenöoq£be$ier&
tueefier£/ öieöoo^ öenföaab berftooren
töiecöen / en geen reSehfe||aa Μρφ
ben te öoen / befleeöt om 't geboiitu öec
iierfte te onöerjjüuöen / en öe behoefd*
gen in gunnen "hqoö te berligten en bg
te fxaan. ©003 "t oittaai' ban öese wu
fcarn./ 'ttoeïltöggetitoer fïonö/ i^öen
24 Jkcg 15Ί0. eenjrjéfë 'gefiieijtban 't
. I!óo0toaaröt0fiï? jlaïiramf nt ? pefoelfce
te scben uuren met een ©mfteo/ Φη*
beröialien/ en een öjgri/ mof! geöaaii
tooien,
y. &iftarp ban ben fi. Banhoiormeus.
% d. $an öe ?!♦% 0mmQ^tk fótnbereti/ en
öe SOjpoftcien Philippus en facpbus.
7.  3Pan Se ï|. % Martinus en Maria Mag-
dalena.
8.  Dan öe % Mar^arera, in, öe ^oogenaan*
be *$ Graven Kapelle ; MtM Öe3!tteC
geen öeeï ïjaö in öe Öageipfcije u$t*
öeehngen/ öie öe bgbjoonöer^ ban {jet
hoer en ban öe «ee&eïpe getijöen ge*
meten/ ©ee3é bm laatjïe Miargen
jion/
-ocr page 570-
van Deventer. 44^
ponben ter öenoeminge öer <$gabert
ban Entfeen,
9. ©an be f. 3f, Ipofieïen Petrus e« Pau-
lus.
ïo. Ban OCH ï|. Laurentius.
11. J^ailöC. %%lLudgerus, Paulus, Cune-
ra en Walburg)!: iuieii^ bebienaar $e?
gouben tóa$ bijf Μφη trr toeefc te
5eben uuren telee^en/ en fjetftoer önte
tuooncn. ^eje^ftarnfliotib terbergee?
bfiige ban ben bedienaar bcr tafte/ öie
: trainen Ho fier en fófabuiibcr luag 5 en
tnnöbcn 3 ΜφίΙ ι foy. gefiicgt boo^ Hfor-
mcn Beushof, Jutte Beüsh'of De^eïf^.
QU^tyOUtD / en eeue Anronia ife<ens,
<&t 'ftitljting tmerb boo; βεϋ iiapittei
.ï en ben 23lffcljO|? Frederik van Baden
gbebgeiteurt*
11. $an be |>. '||. SpofMen Simon en Judas.
13.  Pad öe ï|. 3§4 Anna en Nicolaus.
14.   ©an ben 3|. Lambertus.
if.. i£>an be ï|. Catharina.
T6. ©an be ©* Agne.-\
17. IMW be !§♦ (f. ^pofïelen Andreas, Mac-
thias, Paalus, eiiMatchxus; UJJen$ Öe*
5itter om öe atsbnre toecu ben eerffen
Öienfï niofl Iee3ch. ^t%t IDiaarn in
't jaar r 317 geftscjjt en begiftigt Dooi
ben ©eden Geriacus.
%$tΜ>φί}ϋεν / Dien tlt bof ge/ fp^ceht eben
eenjé al§ of bit eene enuefte MMvg toare ge*
töéèft: maar tint bebolöenöe fncfjtinge blpt
bat ijet ttoee ΜΜιψιι baren*
"SS y Gcriacus, Deken der Zutfeenfche ker-
ke, willen dat het een ieder, die deezen brief
zal
ι                                                                      >
,'
-ocr page 571-
44^ Oudheden en Gestichten
zal zien , bewuft, zy dat wy niet den wille cfi
toeftemminge van't Kapittel der gemelde Zut-
teenfche kerke in dezelve kerke twee óutaarcri
opgerecht en begiftigt hebben; het eene ter
eere van de H, H. Apoftclen Paulus en Ma-
ïmas',
het andere ter eere van de H. H. Apos-
telen Andreas en Mattham ; en dat op deezert
voet; dat een van de Vikariflen der gemelde
outaaren , die het dan zijn zullen ], de eene
week deneeriten dien ft zal doen >, dewelke gc^
woon is 's ochtends in de gemelde kerke ge-
daan te worden > en dac de andere Vikaris den
zei ven dienil in de volgende i^eek zal doen
Als die cerfte dienil gedaan is , zal de andere
van die twee Vikariflen den volgenden dienft
beginnen en arteen : zoo dar hy die Mifle al-
tijd zal beginnen voor de Mi (Te, die aan 't ou-
taar van 't H. Kruys geleezen word* Op die
Wijze zullen de Vikariilen de week onder mal*
kandervcrwiilelen, en hunne Mifle op de voor*
gefchreeve wijze doen5 't welk zy ten eeuwi-
gen tijde zullen onderhouden.
Tot oirkondc , enz. Gegeeven in 't jaar
Μ C C C XXVII, 's daags vóór den dag
van den H. Biflchop Nkolaus.
Ί8. ^t U&m OS" öe i. Barbara : faimi
fteüienaar öe $üf öe becöinreuiffcn öaö
ot$ bt eüm Qmumtmilimiffm: m Daar;
cm toiecöcn öe bt$im$$ hm MU öese
Miargeu Primiflaiü of ®tcfU-mi&
itt$cv$ gemunt.
19- Ban
öct,j©öa0ii mMmtimffe c&-
cilia.
20. Bm ÖC fe $. Thomas en Antonius.
xi. mm öe &· ^.Sebalbanus enElizabeth.
-ocr page 572-
van Deventer/ '■%$
%%, $an be % j&aagb Maria, t\\ bm ©·
Kriftoffel.
25. $an be ïf. Htét? lïlatteiaaren*
24» #πη be bier %eiïiBe2£eeraat$ bet Uittikt/
tn Ö0 3|. §. Adrianus ^ Erasmus, Fa-
bïanus , en Sebaftianus: tffiftlit iDtïfai*{t
in be nteutae ïiapeïïé acljtee jjet Koet
öooi be burger^ opgereed i$ in öet
jaaè 14-35; baar be 23i|fcgo{t Rodol-
phus 3gne goeb&etiring aan gegeebest
Ijeeft Oen 19 ffl&il 1445-· <De »bie*
naai4 bei* JMtarnc p&&§ berpftgt ie refi-
deeren, m ϊβΐ ftoo; &£ te tOOOneU. ^e
$*slia£n foi'erö bn taite boo^ ïjet&apt*
teï en be ffab| <0btv§tiÏ bergeeben 5
boeg met bit Öeöing bat een inboorling
tnoji boo&a&n / maat? tm nimfïe jgn
artjtfeitbe jaar betcint gebb&i·
*HHt 3||n be todojben ban Lindebom i èie
ïjier fïcgtgi ban eeneJNnarnc getoaagt jjéaaü
't 5tjn ö^ie ©stenen gefcueefl: be eerfïe aan
Set ontaar ban be %* ^.Fabianue en Sebaftia*
nus ·, öe tbiztbt aan 't outaar ban be be bier
ïeeraaren öer tene: be berbe aan 't outaac
baiJbe^4%vJ0artCÏaaren Adrianus en Erasmus.
©ir öïpe uut Qet berojag j 't bieln be beften
én ïjet fóapirteï aao ben ttmn nant/ en be
2$iu*gemeeJ£er£ en ^egepenen ban ^ntfeen
aan Den önberen sant/ oba'De benoeming tot
öe gemelbe d^ie Miarneo aangegaan fiebben» j
\!^ Υ Deken en Capitrel der groter Kirken van
Senre Walburgen to Zutpben aan die een
fide, en wy Burghermeefteeren, Schepenen, en-
de Raden der Stat vanZutphen andie ander iy«
de
-ocr page 573-
44$ OübHEDEN EN GESTICHTEN
de, doen kont, ende bekennen mit defen ape-
nen brieven voer ons» ende voer onie nakome-
linghen, dat wyden Almachtigheji Gade, fyn-
re weerder Moeder Marien, ende allen Heylii
ghen to lave ende to eren in vermeerrcniiTe des
dienites ons Heren eendrechtelic, minnentüc, ■
ende vriendelicmir malkanderenavergedraghen,
overkomen, ende eens gheworden (ƒ11 vandei
Collacien ofte prsefeniacien van den drien nyen
Vicarien ofte Altaren ,die inottfer groter Kirc-
ken van fommighen onfer Burgheren berentj
ende ons Burghermei (teren, Scepenen én Rade
vörfz. voert bevalen, ende wert biorlove ende
confent ons Dekens ende Capittels voergen, con;
fervicrt ende ghewier fyn, als mit namen dat
Altacr in der nyerCapelien achter denChoer,
dat ghewiet is in die efe Gaids, ende der Heiïi-
oher'Martelaar'Sente Fabiaens
, ende Sent e Sehas-
tiaens
·, ende dat ander in die ere der Heylighervter
Leerre
, ende dat derde in die eere Sente Jdrlaeyis,
ende Sente Era/mi
der heiligher' .Martelaer, in
manierenende voorwaerden hier na befcrevenj
Als dat wi Burghermeittefer»., Scepenen, ende
Rade vorfzi die eeriie prarfematien van den Vi*
carien wergh hebben foelen, welke Vicariewi
Deken endeCapittel voriz den ghenen die ons
van den Scepenen gepreicniiert wordt, guet-
lic gheven foelen, fond er wederleggen ·, en die
anüer Collatie van den Vicarien vorfz. fal ons
Dekens ende Capittels vorfz. volkomeliken toe-
behoeren,ende daer na dan ons Scepenen vorfz·
ende alfoevoert die Vicarien vorfz te conferie-
ren., ende te priefentieren hu die een* daer na
die ander van ons Dekens ende Capittels ende
Scepenen vörfz. foedicke endefoe menich\verft
als cnich van den drien Vicarien vorfz. *^"
. dich
-ocr page 574-
Van Deventer; 44.9
ïdicfo wort in enigherwijs ten ewighen daghen
toe fonder arghelirt, Vóm foe wen van ons
Deken en Gapittel ëfté Scepenen vorfz. die
Collacie ofce preferttacie van enich der Vica-
rien vorfz. indertytfal toebehoerert, diêfaldie
Vicarie conferieren, of daar roe pntfenrjerén
enen onfer Burgher kindt, die daar nutfte ende
bequaamitetöe is, die tenmynllenachtien jaer
ok is i Mer weert iake , dat onfer Rorgher
kynder daar gheen nutte of bequeem tö en we-
re, fo fal die ghette van öns den die Collacie
ofte prasfentacie in der tyt fal toebebooren , é'ic
Vicarie die daer ledich gheworden weer, in
wat manieren dat neerkomen muehte wefen,
conferieren ofc daer toe prasfentier^n enen an-
deren eerfameni bequeemen perfoen, die daer
nutfte toe fy, ende ten mynften achtien jaer olt
iy. Voert fo foelen die Vicarii van den dn'ert
Vicarien vorfz. oer jurament doen,ghelikcrwijs
dat die Vicarii van den olden Vicarien dóen na
alden heerkomen ende ghewoenté onfer Kir-
ken. Voert fo foelen fi ter eren Gaids in on-
fer grote Kircken vorfz ftedeiiken ende trüwe·*
wenken wael te Choer gaan iïngen ende le«
fen,endé anders Gaids dienire helpen doen na
goeder aldcr ghewöentetiender ordinancien on->
fe ICirken vorfz. ten weer fake, datfe noetdurf-
tighe faken fonder arghliit daer van onfculdich-
^en, ende des foelen die Vicarii Wederomme der
offerhande gheriieten in oren Miflen hen geof-
fert als die olde Vicarii van gracie. Voert foè
en foelen die Vicarii van den drien Vlcarién of-
te Altaren vorfz. ghene prasfencie hebben mie
uen olden Vicariis die fy voer deler tijt datum dis
brtefs ghehadt hebben, ten weer fake, dat dié
örieve of dat pricfeneie boek inhielde, dat men
F f                          fe
-ocr page 575-
4fo Oudheden en Gestichten
fe omnibus ofte perpetuis &f perpetumdis ghevea
folde. Voert foe foelen die brieven van der Vi-
carien dotacieofte renten, ende voert alle brie-
ven totter Vicarien behorende, in ene (onderlin-
ge kift inderKirkendaar toeghedeputiertghe-
lecht werden , daar wi Deken endc Capittcl
vorfz. den enen ilotel, ende wi Scepenen voergh,
den anderen ilotel afFhebben foelen, om wanneer
des noet ghebucrt, fementlic totter kitten te
gaen, die brieven te averfien, ende weder daer
inne te leggen. Voert foe wien van ons dieCol-
lacie ofte prasfentacie van enich der Vicarien
vorfz. in der tijt fal toebehocien, die fal die Col-
lacie ofte prsefentacie doen binnen der ierfter
maent, nadien dat die Vicarie ledich ghewor-
den is: ende weert fake dat ons Scepenen vorfz.
tot enigher tijt die praefentacie gheboerdc van
cnich der Vicarien vorfz. ende wy dan bin-
nen eenre maent na dien dat die Vicarie le-
dich gheworden weer , nyemant en pracfen-
tierden, fo moghen wy Deken ende Capittel
vorfz wanneer die maent omme ghecornen is
die Vicarie conferieren in manieren foe vorfz.
fteet, op dat die Collacie ofte pracfentacie der
Vicarien vorfz. ons niet afhendich ghernaect
en werde. Voert foe foelen defe Vicmi reu-
dencie doen op oren Vicarien , ende wan-
neer fy niet en relldieren na der tijt dat fi P,1C"
Qer fijn, foe en foelet fy gheene abfencien bc-
gHeren , mcr foe foelen wy Deken ende Capit-
tel vorfz. die renten van den Vicarien heffen en-
de boeren, endc die voert laten ende kieren?
ghelikerwijsdat wi doen mitten renten van den
olden Vicarien, mer die wyle dat die Vti&jj*
gheen Priefter en is, fo foelen die renten der
Vicarien toebehorende invermeerrenuTeder yi*
carie»
-ocr page 576-
van Deventer.         45*1
earien renten,of an ornamenten, kelcken»bueo
ken, ofte anderen cleynodien tot behoef der Vi-
carien vorfz. gheleecht werden, ende dit fal ghe-
fchien bi eendrachteliker ordinancien , weten,
ende guetduncken ons Dekens ende Capittels,
ende Scepenen vorfz. of der gheenre die wy fe-
mentlic daer toe ordineren fondér erghelift.
Voert weert fake, dat enich banneof interdi£fc
in onfer Kirken gelacht worde, of dat onfer
Kirken laft of noet aenqueme, woe die beer
queme, foe foelen die Ficarii vanden drien Vi-
carien-ofte Altaren vorfz. fich conformieren
gehoerfaem ende biitendich wefen ons Deken
ende Capittel vorfz. En weert fake dat ye-
mant ennighe Vkarium van den drien Vica-
rien vorfz. daeromme moeyen, of anders mit on-
gtlimpe avervallen wolde, dat God verhueden
moet> foe foelen wi Deken ende Capittel vorfz.
den verantwoerden, ende hem beftendich we-
fen tot finen rechten. Weert oeck fake dat enich
Vkanui derVicarien vorfz. ons Deken ende Ca-
pittel voergh. ongehoerfaern ofte rebel worde ,
ofte een onredelic of onprielterlic leven leyden,
des hi om onfen wille niet late en woelde, foe
Voeghen wi Deken ende Capirtel voergh. den
ftcarium
corrigeren canonicacorreftioneals fich dat
gheboert. Voert weert fake dat enich Vkarius
teynden finen viventwintich jaren niet Priefter
cn worde, endedriewarf muntlic, met brieven,
of avermits enen Notari* ende ghetughe daer toe
*erfocht ende requirert worde, ende desekfn
njet en dede , foe mach die ghene van 00* De *
*en ende Capittel ende Scepenen voirfz. die den
yicario die Vicarie ghegheven of gheprïefen-
5*crt hadde, den pnveren, ende enen anderen
ö,e Vicarie eonferieren, ofte daer toe praefen-
Ff 1                   tieren
-ocr page 577-
45'2» Oudheden en Gesïichteït
tieren na formen foe vorfz,, fteet, Ende wcerÉ
fake datenich Papael of yevnant anders fijn hanc
in dc(c Collacie ofte praefentacie fteken wolde
om ons die Collacie ofte praelentacie athendich
te maken, foe foelen wy malkanderen truwelic
dacr in biftendich wefen dat te wederltaen als
fich dat niet recht èheboert. Voert foe foelen
alle punten in dcfén brieve begrepen altyt ftaen
ter verclaringhe ende verbetenngbe ons Dekens
endeCapittels, ende Burghermeifteren, Scepe-
nen ende Rade vorfz. ende onicr naeomelinghen
na den beften reden ende rechten , alle arghe-
lift, ferpell, ende quade behendicheit die men
in enigherwijs vifieren of bedenken mach» in
allen ende ygheliken punten des bnefe claerli-
kcn uytgefcheyden, Defer brief fijn twe*alleens
fprekende, daar wy Deken ende Capittel vorfz.
den enen afhebben, ende wy Burghermeiitc-
ren, Scepenen, ende Rade voergh, den ande*
ren. In oirkonde der waerheit alre punten vorfz.
ibe hebben wy Deken ende Capittel voirfz. ons
Oapitrels feghel,, ende wy Burghermeifteren,
Scepenen, ende Rade voergh.onferStat feghei
voer ons ende voer onfe nacomelinghen an defen
Breve ghehanghen. Gnegheven in den jaer ons
Heren dufent vierhondert, vyf ende dertich,
desvridaghesna denlbnnendaghe inder Vaften,
al fpj en in der Heiligher Kerken finghet Lat art
Jerufalem,
Wy Rodolphus^ by de genade van Godt es
den Apoftoliiichen Stoel BiiTchop van Utrecht,
doen itder een kond dat wy den verdragbrief,
door den welken deze onze brief geltoken is»
goedkeuren, beveiligen , en in Gods naatnc
bekrachtigen y behoudens altijd ons en ieder-
eens
-ocr page 578-
van Deventer. 473
ééns rechts behoudens ook dat de (lichtingen
der Vikaryen, die in het verdrag Uytgedrukc
ihaan, altijd in haare volle kracht zuilen blij-
ven ; welke {richtingen wy in geenen dcele
begeeren noch vermogen te benadeden. Tot
oirkonde der waai heit hrbben wy deczen brief
door het aanhangen van ons zegel doen be-
krachtigen, Gegeeven in 't jaar der Heere
I44f, den 19 dag van April»
®e ïtè$ittcr§ ber $t$ ïaatfïe Μ&αιψη toto
fccn bOÖ| ÖC tUailÖdai0 HebdomadaniTvn ge*
noemt; om bat i'rörr ban gen gefjoubên tua$
op renen öag ban bc fcoeeii eene phQtiQt^ooQ*
ttiiffe
te iïoeri;
©oei) om ban öe $e$ Bihavnm bei* * wee-
kelijkfchc Bt unvikanilcn, bic ijier aftte$ aï$
60 J Lindebom op^egeebeo tno^Dett/ cii ban
Saare ïafïen en begeebet$/ aen %tc%tt bttct
Begrip te geeben/ 3a! tit jji?c De 2$uüe ban ben
$at$ Innocentius iaöten tioljjcn.
Innocentius BifTchop , de Dienaar vnn Gods
Dienaaren , wenfcht zijne beminde zoonen»
den Prooiten van S. Pieters kerk te Utrecht,
van S. Lekuims kerk te Deventer, en van S.
Walburgs kerk te Aarnhem, de zabgheit en den
Apoftoliiïchen zegen.
Op huiden hebben wy eenen brief van den
volgenden inhoud verleent: Innocentius BifTchop,
«6 Dienaar van Gods Dienaarer<, ter eeuwige
gedagtenhTe der zake · de pligt van harders-
ampt , 't welk ons hoewel zonder onze ver-
dienfte opgeleit is , vercifcht van ons dat wy
wien den genen, die onze zörge toebetrouwc
* Zoo noem ik deze Hcbiiomadatiffen, yertaaldtr.
' ' ' '                                                              Ti1 f.                                                 J, ' *
F f 5                      zijn ,
>
-ocr page 579-
4?4 Oudheden en Gestichten
zijn, voórnamentlijk die ons en de Roomfche
kerke van herte toegedaan zijn, door het weg-
neemén van hinderniiTen derpleidooyen en kra-
keclen, de voordcelen van eene goede ruft en
vrede bezorgen : en dat \vy die zaken ook door
ons gezag bekrachtigen en toeitaan j dewelken
\vy verftaan hebben dat tot beveiliging van zoo-
danige ruit en vrede, tot luirter van deftige
koVlegiale kerken , en tot vermeerdering van
den Goddeliiken dicnit , met de vrywillige
toeftemmingeder partyen zijn beraamt., Zoo is
het dan dat ons van wege onze beminde zoon en
den Deken en hec Kapittel van S. PFalburgs
kerk in de Had Zurfeen, aan den eenen kant,
en van de Burgefneelters , Schepenen , den
Raad en meer andere leeken der zelve ftede
aan den anderen kant, een verzoek voorgedra-
gen is; behelzende dat zy over eenigen tijd,
tot vermijding van de pleidooyen en gefchil-
len, dewelke tuflehen hen, zoo als met reden
gevreeil wierd , by tijd en wijle ftonden te
ontdaan by gelegendheit dat de Burgermees-
ters, Schepenen ■■, Raad, en meer andere lee-
ken , zoo als zy zeiden, ook deel hadden aan
het recht van Patroonfchap over de zes volgen-
de Vikaryen i dat is , om tot ieder Vikary,
aan de volgende .zes outaaren in de voornoem-
de kerke (taande, bequaame perfoonen voor te
ilellen ·, te weeten tot de Vikary aan 't ootaar
van de H. H. Fabianus en Sebafttanus achter
het koerj tor. de Vikary aan'r outaar van de
vier Kerkleeraaren ; tot de Vikary aan 't ou-
taar van de H. H. Adrianus en Erasmus j tot
de Vikary aan 't outaar van de H, H. Servatius,
Pamratius
, en Chriflopborus; tot de Vikary
aan 'c outaar van den H. Apoftel fhomas, eil
VftB
-ocr page 580-
%
I
van Deventer. +59
van de H. H. Belijders Antonim en Blafius: en
tot de Vikary aan 't outaar van de H. H. Cor-
neliusj Ghiirinus^ Hubertus,
en Leonardus\ dat,
zegge ik> de Burgermeefters, Schepenen, en
Raad voornoemd, tot beeter geruftigheit van
beide de partyen, tot meerder glans en luifter
der voornoemde kerke die daar alleen een Ka-
pittel heeft en zeer prachtig opgebouwt is, en
tot vermeerdering van den Goddelijken dienft
aldaar , behoudens het goedvinden van den
Apoftoliflchen Stoel , van het voornoemde
recht vanPatroonfchap affiand gedaan hebben*,
en met den Deken en het Kapittel voornoemd
onder anderen tot het volgende verdrag, of
vergelijk en befluit, gekomen zijn : re weeten
dat het Kapittel en de Deken voornoemd, of
de Kanonnik der zelve kerke, die dan volgens
de gewoonte der zelve kerke in de beurt is om
de kerkelijke ampren te vergeeven, ieder der
voorfchreeve Vikaryen of Kapellanyen, wan-
neer ze gezamentlijk of achter malkander, ook
in de PaufTelijke maanden, gelijk in de ver*
dragpunten tulTchen de Duytfche Naatzi en
den voornoemden Stoel over hing vaftgeftelt
is» hoe dikwils dat het zy , openvallen» niet
tegenrtaande allerhande genadegunften, ver-,
wachtbrieven, benoemingen, eerfte beden der
Kcizeren en Koningen, algemeene of byzon-
dere refervaatzien van den voornoemden Stoei,
of deszelfs Legaaten , zelfs die door den Room-
fchen Paus in wat voor looit van kerkampten
dat het zy miflchïen gedaan zijn, of gedaan
mogen worden , zonder eenige tegenfpraak
v*n de Burgcmeeilers, Schepenen, en Raad·
v"oornoemd, zullen konnen en mogen vergee-
ven aan de gaüwiïe en bequaamfte burgers
F f 4 '                   »po-
-ocr page 581-
4fi> Oudheden ent Gestichten
zoonen, en aan Geeftelijken der zelve (lede,
die metter daad Priefters zijn; of binnen't jaar,
of opeen anderen tijd, met dedifpenfaatzïèdes
Kapittels, tot het Prieiterfchap willen gevor-
derr worden: die dan zullen zijn en genoemc
worden * Week-vikariflen ·, en als zoodanige
Vikariflen. onder zekere eerlijke voorwaarden,
die dan beraamt zullen zijn of noch beraamt
zullen worden j en behoudens hunne gewoon-
lijke bezoldingen , altijd gehouden en verplige
zullen zijn aile en iedere kerkelijke getij-
den, zieigetijden , en alle andere Goddelijke
dienden zoo by dag als by nacht in dezelve
kerke by te wonnen, het koer te bedienenj
en volgeias de ordonam zien van 't Kapirtel, zoo
dikwits als het noodig zal zijn, aan 't hoofd-
outaar der zqive kerke Hoagmiflen zelfs voor
de zielen der oyerledenen te doen, de Epifte-
len en evangeliën te leezeii of te zingen*, en
de vordere dienden, die ten lafte der Week·?
vikariflen liaan, te verrichten.
Voorts· dat de genen, die zulke Vikaryen
of Kapelianyen by rijd en wijle bezitten, de-
zelven zonder ÓQn wille en toeftemminge van
den Deken en het Kapittel voornoemd geensi
zjns mofien of konnenvermamielcn ·. maar vol-
komentiijk gehouden zijn by de gemelde kerk in
eigen perfoon te refideeren : zoodanig dat» i»
gevalle zy in het bovengaande of iets van het
Zeke onacht zaam of flap bevonden worden,
en daar tegen koomen te doen , zy door den
Deken en het Kapittel voornoemd , nae dat
ze driemaal vermaant zijn geweeil, van hunne
Vikaryen of Kapelianyen vryelijk en zonder te
misdoen afgezet, en dezelve Vikaryen aanan*
, · * f-Jebdomatkriflën.
dere
-ocr page 582-
VAisi Deventer,             457
dere perfoonen of Geeftelijken, die de voor-
gemelde hoedanigheden hebben, mogen ver-
geeven worden : en dat de genen , die zulke
Vikaryen of Kapellanyen op zoo eene wiize
zullen gekreegen hebben; indien zy over die
Vikaryen of eene van dezelven in rechte ver-
volgt worden, gehouden en verpligt zullen zijn
om op hunne eige kollen, indien ze goeds genoeg
hebben, of indien ze zulks om hunne armoede
niet uytvoeren konnen, op de koften van hei
Kapittel, en de Burgemeefters , Schepenen,
en Raad voornoemd, hunne zaak gerechtelijk
te verweeren, te verdedigen, en tot behoor-
lijke uytvoering te brengen of te doen bren-
gen ; en dat ze met hunne tegendingers, voor
dat het derde vonnis befliflender-wijze gevelc
is, gten verdrag zullen mogen ingaan-, zoo als
in de akten of openbaare bewijsftukken, die
daar over gemaakt zijn , breeder uytgedrukt
ftaat.
Zoo hebben dan de Deken, het Kapittel,
de Burgemeefters, Schepenen, en Raad voor-
noemd, ons doen vertoonen dat *er noch ach-
tien altijdduurende kerkelijke ampren ter be-
geevinge, provifie, voorftellinge, verkiezin-
ge, of andere befchikkinge van den Deken en
het Kapittel voornoemd, in't algemeen of bv-
ïonder liaan i dewelke in de PauiTelijke maan·»
den openvallende, van de verwagtendeGeefte-
H;kcn, wienzeop verwachting gegeeven zijn,
Volgens het gehruyk aanvaardt worden of mo-
gen worden: en daar op hebben ze ons met
alle nedrigheit doen bidden, wy zouden toch
door eene Apoftoliffche goedaardigheii het ge-
haakte akkoord of verdrag en de, gemelde or-
douantzie, op dat ze des te beftend.iger zou-
F f 5                    den
-ocr page 583-
f
458 Oudheden en Gestichten
den zijn , door de Apoftoliiïche beveftiging
bekrachtigen j en daar by ordoneeren en vaft-
ilellen dat de voorgemelde Vikaryen onder
geene genadegunften, verwachtgunften, noch
algemeene of by zondere refervaatzkn t begree-
pen zijn.
Zoo is het dan dat wy, die voor den glans
en luider der aanzienelijke kollegiale kerken,
en voor de vermeerderinge van den Goddelij-
ker* dienft in de zelven , van herce genegen
zijn, en den Deken met ieder perfoon van 't
gezeide Kapittel in 't byzonder, en daar by
de Burgemeefters, Schepenen, en Raad voor
noemd van alle ban- opfehorting- en interdikt-
vonniflen, en alle vordere kerkelijke ftrafvon-
niflen en llraffcn , die van 't recht of eenig
menCch^ by wat gelegendheit en om wat oor-
Zaak dat hetzy, tegen hen gevelt mogen zijn,
nlleenlijk.om de uytwerking van deezen brief te
konnen genieten, door den inhoud dezes ont-
binden : en voor ontbondene zullen houden }
zoo is het, zeg ik dat wy, door dusdanig een
verzoek bewogen, het voornoemde verdrag»
akkoord, en ordonantzie, en alles en ieder in
't byzonder dat in de voorfchreeve akten en
openbaarebcwijsilukken vervat il aar, en daarop
gevolgt is, zoo verre als het op dat akkoord,
verdrag, en ordonantzie {laat by den inhoud
dezes door 't Apoilolifch gezng bekrachtigen,
goedkeuren, en bcveftigen: ten welken einde
wy alle en iedere gebreken, indien 'er eenigen
mogten ingeflopen zijn,goed maakenCendcof
het zelfde gezag en inhoud a!s boven ordonee-
ren en verklaaren dat alle aanneemingen, begee-
vingen, en andere fchikkingen, die omtrent
Vikaryen of Kapellanyen voornnoemd »
door
-ocr page 584-
van Deventer. 4f9
door ecnige perfoonen gedaan zullen worden,
van wat waardigheit , itand, aanzien, rang,
en hoog gezag dat die perfoonen zijn, en uyc
kracht van welke brieven , genadegunften ,
verwachrgunften, byzondere of algemeene n-
fervmtzien
behalven als ze door den afftand of
dood van de bezitters by den R. Stoel openval-
len , of van welke benoemingen, eerlle be-
den , door ons of den voornoemden Stoel»of op
wat andere wijze en om welk inzigt die verleent
mogen zijn, of na deezen verkent zullen wor-
den ·, dat'zegik, zulke aanneemingen, begee-
vjngen, fchtkkingen, en wat daarby tijd en
wijle mag op gevolgt zijn, voor nietig, krach-
teloos, en van gecner waarde moeten gehouden
worden. Voorts , ingevalle de gemelde A^i-
karyen of Kapellanyen, uyt kracht of hoofde
vaneenige brieven, hoedanige brieven dat het
zy , behalven als dezelve Vikaryen door den af-
ftand of dood van de bezitters by den voorn.
Stoel openvallen, aan eenige perfoonen mog-
ten vergeeven worden, of dat 'er bevel gegee-
ven wierd om ze vergeeven , al waar het za-
ke dat in zulke bevelbrieven van het akkoord,
verdrag, en ordonantzie voornoemd, en van
de dagtekeninge deezer Bulle, uyrdrukkelijk
en byzondcr gewag wierd gemaakt j dat dan
de Deken en het Kapittel voornoemd gcenr
zins gehouden zullen dien perfoonofdie per-
foonen, denwelken die Vikaryen op de gemel-
de wijze mogren gegeeven zijn, aan te nee-
nien j en om het niet aanneemen geenszins met
cenig interdikt, opfehortinge, of banvonnis,
mogen of konnen bezwaart worden : dar het
ook nieten krachteloos zal zijn't geen iemand,
op wat gezag dat het zy, weetend of onwee-
tend ,
-ocr page 585-
4^o Oudheden en Gestichten
tend, iets hier tegen mogt onderneemenj niet
tegenftaande alle PaufTelijke Ordonantzien en
Dekreeten ; en alle inzettingen en gewoontens
al waren die door den eed der gemelde kerke,
doorPauflelijke beveiliging, of op wat andere
wijze dat het zy , bekrachtigt. Het zy dan
geenen menfeh geoorlofd deezen brief onzer
ontbindinge, beveiliginge, goedkeuringe, bc-
Juachtinge, goedmakinge, en ordonantzie, te
ovei treeden ; of 'er iets, door een roekeloos
beftaan , regen te ondei neemen. Indien ie-i
mand zich vermeeten mogt zulks te belt aan;
die moet weeten dat hy in de gramlchap van
den Almagtigen Godt, en van des zelfs Apos-
telen Petrus en Pattlus, vervallen zal. Gegee*
ven te Rome, by S. Pieter, in 't jaar van's Hee-
ren Menfehwording 1489 , den 7 December,
in 't zesde jaar van ons Pausdom. Weshalve
wy uwe befcheidenheit door dezen Apoito·
iiflcben brief beveelen dat gy, of een of twee
van uluiden , door u zelven of door iemand
anders of meer anderen., waar, wanneer, en
hoe dikwils zulks noodig zal zijn, en gyl van
wegen den Deken en het Kapittel, of deBur-
gemeeiteren 5 Schepenen, en Raad voornoemd»
daar toe verzocht zult worden , den tegen-
woordigen brief plegtelijk afkundigt* den De-
ken, her Kapittel, mitsgaders den Burgemees-
teren , Schepenen , en Raad voornoemd, i&
bet bovenitaande krachtdadige hüïpe biedt,-en
te weeg brengt dat zy , zoo in.'t gemeen al$
byzonder* de geruite h. zittingof als bezitting
van de gemelde beveiliging, goedkeuring?
ordbnantzij en inzettmgf naar den inhoud van
den tegenwoordigen brief en van de andere
voorgemelde brieven > genieten 3 zonder te ge^
-ocr page 586-
Van Deventer. 461
hogen dat zy tegen den inhoud van de gemel-
de brieven , of van onzen tegen woord igen
brief, door wien dat het zy, ontrufr of eenr-
ger wijze geiloort werden ; ten welken einde
gy alle tegenfprer.'kers, ontruiiers, ftoorders*
én wederfpannigen, op ons gezag door kerke-
lijke ftrafvonniflen en andere rechtsmiddelen
zonder op eeoig beroep voor hooger recht-
bank te letten zult beteugelen : niet tegen-
gaande, enz. Gegeeven te Rome by S.Pieter^
in 't jaar 1489 * oen 7 December; in 't zesde
jaar van ons Pausdom.
binnen U $elf&e fterFi &aj ooft een autaat6
jeiïicjt tet ceve aan he ïïliwfteüigfte jEaaijÖt
Maria, e« ^. Jan Kvangejiit. $$£ Oljjlit lint
ben bolgen&eti Mg Me f ι öaar ooh boome*
ftfyjttüm inmü
op awr· ftag δε isjyöitig ban pi '
outaar/ en ban öe tefe $eif/ jaatfïpf g^
biert moet faao^ücn.
Wy Jacohus, by Gods genade BifTchóp dei?
kerke van Suda\ bckleedende in de BifTchop-
pelijke zaken de plaats van den Hoogwaardi-
ge Vader en Heer Guido, by de-zelfde genade
Biflchop van Utrecht, doen kond aan alle men-
fchendar wy in 't jaar desHeere ïiifï 's maan-
dags na het'oktaaf van Pinxteren, in de kerke1
v
an Zutfeen een ouraar ingewijde hebben ter
fere van de H. Maria aliijd Maagd » en S.Jan
Evangeliff:
en gcoi doneert hebben dat bet Wy;
rceH van 't zelve outaar geviert zal worden op
Zondag na de vervoering van den Η Martinus*
jen weiken einde wy, iteunende op Gods barm-
nertigheit, én op de voorfprake van de Η. H.
Apoftelen Petrns en Paulus, en van alle Hei-
ligen,
-ocr page 587-
ι
46ι Oudheden en Gestichten
ligen, aan alle en iedere Chriftene geloovigeri,
die op den gemelden dag daar met ootmoedig-
heit t'zamen koomen , en met godvruchtighcit
en een waarachtig berouw gebiecht hebben,
van de boetwerken die hun opgeleit zijn veer-
tig dagen afflags' verieenen. Daarenboven heb-
ben wy 's anderen daags op het verzoek van
de eerwaardige mannen, den Deken en 't Ka-
pittel der gemelde kerke vanZutfeen, het jaa'r-
lijkfch Wyfeeit der zelve kerke , om beiers
wille, overgebragt op den Zondag voor $ Bar-
tholomaus:
doch het Wyfeeft van 't outaar en
't koer der zelve kerke hebben wy in de Paafch-
week gebragt: en zal de tegenwoordige brief,
die met ons zegel gewapent is, tot oirkonde
der waarheit dienen. Gegeeven in 't jaar en
op den dag als boven.
i|tet? Βρ ï$ in öct jaar if 10. een altijtiïimfc
tenbc Imkbimft genomen i öetmine inoe ge*
mdÖe httli ÖOOJ temn Joban Kairzeier, WOt
altijö &jtë&ci§ aan Ijet outaac ban öc elf DuiscnD
jjEaagöen en ban Oe §. jHaagö Agnes qv
flicfjt tee cm ban oen Éiüiiogenöen <&M/
fcan öe ooogiergebejif&aagtiMaria, enbauöe
3if. jüaagö Waiburgis. &t& tenDfenfï/ Die
in 't jaar 15-17 öoa/öen ^ïffcijop Philips *an
Boigonje öebefïigt tmerö/ i$ aliereerfi uegee*
aatl * Johan Slachek.
O^olt i$ 'er in Jt>. Walburgs teut een ^oe*
berfcljap getoeefc» 30JO $A§ toe ngt öe buigen*
öe S5uUe ieei-en.
y«/w (8) Biflchop, de Dienaar van Gods
Dienaaren, ter eeuwige gedagteniile der zake.
* Uyt den Fondaatii-brief.
                                 
De
-ocr page 588-
van Deventer.          +6,
rf diiuteAVan deu.Toorzienigheit der Goddë-
hjke M.,efte,t binnen geene paaien en geen
fchnc Mm zimde, belriert en befchikfop"
eene onbegr.jpel,,ke wijze zoo wel de hemel?
fche als aardfche zaken: zoodanig dat ze di'
zaken dewelken voor de zahghe.fvan't men!
chehjk geflagt dienltig zijn^door zekere ha -
re Bedienaars >n de gemoederen der mrnfchen
doet vloeyen, en hun ook tijdelijke goederen
bezorgt, door de welken zy inftaa? „efak
worden om godvruchtige werken te doen
Daarom ,S het dat wy, die door de zelfde voor-
ziemgheit het ampt van Opperpriefler, hoe-
wel onwaardig , op aarde bekleeden , gaarne
aeht geeven op zulke dingen, dewelken dien!
ftg Zijn voor den welftand van «Ue doch ,b
-onderhjk van deftige köllégialë kerken, L
van de perfoonen d,e de Goddeli,ke dienften
«Waar vlijtig bywoonen : daarom is het ook
At wy zulke dingen, dewelke tot Gods lof en
fcvermeerdenng van den Goddelijke,, dienit
gedaan worden, op dat ze ten allen tijde be-
«endig en in volle kracht mogen blijven ak
Zm-rrfCht W°,rden ' Wik de
^uflehjke beveftiginge bekrachtigen, en dat
«iftfch U-          Sdoov,gen doorÖafla'aten e„
ul'u Τ5"" ai,üZe;tCn om 'er de behulp-
tiSdHi Τte 5deni op dat zyd°°r d«
h bh i S°ederen' dle ψψη uytgere.kc
&        " terdAn; Van ^gens onze
|mmde zoonen, den Ddcen en het Kapittel
•Sin „ , . ftad Z'Jrfeen bezitten' " °™
"« lang geleden een verzoek voorgedragen
TM
-ocr page 589-
4^4 Oudheden en Gestichten
van dezen inhoud; dat zy» door eenen yvet
van godtvruchtigheic gedreeven, inde voorn,
kerke, ter ecre van S. iValhurgis*. onder wiens
aanroepinge dezelve keik gedicht en ingewiidt
is gewecit, een Broederfchap opgerecht en in-
geftelt hebben; in welk Broederfchap ook ee*
nige perfoonen aangenomen en opgefch reeven
worden, die tot den fchoot cier gemelde kerke
niet behoören : dat zy daarenboven tot ver-
meerdering van 't .zelve Broederfchap en den
Goddelijken dienit onder andere zaken geor-
doneert en ingeitelt hebben dat de Broeders,
die by tijd en wijle in dat Broederfchap zullen
aangenomen weiden, gehouden zullen zijn te
betaalen vierdbalveRhynfche guldens j om tot
dagelijkfche uyrdeelingen aangeleit te worden:
welke uytdeelingen aileenclijk aan de genert
Zullen uytgereikt worden, die de Goddelijke
dieniten in de gemelde kerke bywoonen. Ε,η
hier door gefchiedt het dat de Kan.onmkken,
én die eenige waardigheit of andere kerkelijke
amptem in de gemelde kerke bekiecden, door
dezelve uytdeelingen aangelokt, zich naarlti-
ger toonen om de Goddelijke dienden aldaar
by te woonen : en verder dat ze noch cenige
geoorlofdeen eerlijke inzettingen enordonant-
zien uvigegeeven hebben , die den w elftand
van't gemelde Broeder fchap betreffem Wes-
halve wy van wegen oen Deken , het Kapit-
tel, de VikariiTeFj, en de voidere Geeitelijke
Amptenaaren voornoemd, met alle nedrigheit
gebeden zijn dat wy ons zouden gewaardige11
de oprechting, infteïhng, inzettingen en of·
donantzien voornoemd ,·, op dat ze des te be^r
Hand mogen houden, nut de ApoftoliiTchebe-
veliiginge te bekrachtigen , en vorders voof
-ocr page 590-
Van Devekter. 46'f
het bovenftaande te zorgen. Zoo is het dat
wy, den Deken en 't Kapittel, mitsgaders de
VikarifTen en de vórdere geeftelijke Ampte^
naaren voornoemd , en ieder perfoon van 't Ka-
pittel in't byzonder, van alle baiivonniflen enz.
(zoo als bovbn) oritilaande , de öprechting 5
inltelling , inzetringen eri drdortaritzJen voor-
noemd y by deil inhoud dexes door eene Apos-
roliflctie beveiliging bekrachtigen en goed-
keuren; en daar by alle en iedere gebreken,
die in den gemelden brief ingcflopen zijn,
goedmaaken. Daar by ordoneeren en verklaa*
ren wy dat dé tegenwoordige Deken, Kanon-
nikken en Vikariflen der gemelde kerke ,
die het dan zullen zijri, mitsgaders die daar an-
dere altijdduurende kerk-ampten bezitten, alle
Ue inkömften die uyt het gemelde Broeder*
fchap van tijd töi tijd zullen koomen, zulleri
mog· η aanleggen tot dagelijkfche uytdeelin-
gen; dewelken aan de geilen, die onder hen
de Goddelijke dienden in dezelve kerke by«
wnonen , naar de hoedanigheden der perfoo-
nen, zoo als ze tot nu toe uytgedeelt zijn % zul-
taogen uytgereikt worden. Daarenboven da"c
de tegenwoordige Broeders van 't zelve Broe-
derfchap , én die het by tijd en wijlen zullen
z'jn, die in de vallen en op de anderen dngeti
ils de kerken binnen en buiten de ilad (Rome)
foandé vari de gelöovigèChnflenen om (y) af-
laten te verdienen bezocht worden, zeveti ou-
faaren of godvruchtige plaa'tzen ter plaatze
Gaar de Broeders dan Zullen woonen (welks
outaaren of godvruchtige plaatzen van de Broe-
deren zelf zullen gekooren worden) dar zeg ik
?e Broeders die de gemelde zeven outaaren zui-
^n bezoeken, en het gebed des Heere en de
G g                      En-
-ocr page 591-
466 Oudheden en Gestichten
Engelfche Groetenis aldaar met godvruchtig-
heit zullen leezen, dezelfde aflaaten en quijc-
fcheldingen van zonden zullen verkrijgen, de-
welken zy verkrijgen zouden , indien ze de
kerken binnen en buiten de ilad (Rome) (ban-
de op dezelfde dagen bezochten ; en alles met-
terdaad volbragten, 't welk ten dien einde ver-
eifcht mag worden. Daarenboven, indien de
Broeders , of iemand van hen, zich naer ee-
nige plaatzen quaaien te begeeven, die door
ordinaris gezag onder het kerkelijk interdikt
zijn geilelt; dat zy aldaar behalven op Paafch-
dag, en zonder iemands nadeel, alle kerkelij-
ke Sakramenten zullen mogen ontvangen; en
de lichaemen der zelve Broederen, indien ze
daar ten tijde van het interdikt koomen te fter·
ven» vryelijk en zonder te misdoen eene ker-
kelijke begraaffenis, doch zonder eenige lijk-
ftaatzie , mogen hebben. En op dat de god-
vruchtigheit der geloovigen tot de zelve
kerk noch vieriger worde, en de geloovige
Chriftenen die kerk met behoorlijke ccrbewn-
zingen bezoeken j en 'er tot het pleegen van
hunne godvruchtigheit des te liever 't tarnen·
koomen; eindelijk op dat ze de behulpzaam
hand tot het bovenftaande des te graeger uyt-
ileeken hoe dat ze daar voor , door de gave
der heroelfche genade , een grooter verquiK-
ki-iig in zich zelven bevinden, zoo ordoneeren
en verklaaren wy dat dezelve Broeders, en a
andere geloovige Chriftenen , die met ee
waarachtig leetweezen gebiecht hebbende
voornoemde S. Walburgs kerk op de vier W»
dagen derzelve Santinne, te weeten van D
overlijden , aankomfte , 'en eerfte.en tW*
vervoering , met godvruchtigheit bezoc ^
-ocr page 592-
van Deventer.        467
en tot her bovenitaande de behulpzaame han-
den uytgeftelcen zuilen hebben, voor ieder van
die feeirdagen, als 2e zulks gedaan zullen heb-
ben,- van de boeren die hun opgeleit zijn,
iwintiff iaaren en ook twintig vaitens atflags
en qui|tfcheldmge zullen hebben: 'c welk wy
alles op hec *eïfde, gezag als boven, en Dy den
inhoud dezes, ordoneeren en vcrklaarcn ; met
reeenihande allcPauflelijke konftituuen enor-
donamzicn , en alles wat hier tegen ftnjden mag.
D)ch wy begecren, indien de zoodamgen die
S fPalèurgs kerk aldus bezoeken, en de be-
hulpzaame hand ten voorfchreeven einde uyt-
reik'ii, of om eene andere reden, eemgen an*
deren (ie) aflaat voor altijd, of voor eenen tijd
die noch mee vcrftrcckcn is, van ons verkree-
gen hebben i dat dan de tegenwoordige brief,
raakende den gemelden aflaat van twintig jaa-
ren-, van geene krachten waarde zal zijn Het
zy dan geerren menfeh geoorlofd enz Gegee-
ven te Bolonje, in't jaar i?o6, den 19 Janua-
ry, in 't vierde jaar van ons Pausdom.
l>acfj op öat oe Banonntlt^en en 3Mtan^
fen ben groten en ijooaioffdpen %fere ijet
öanhofft' en oe ojfecijaiiöe oe£ &lAmh$ met
toe£ te mütöer manu jauöen opï^aaaen/ijcefc
men hun beijatoen öe hooraaien nocf) D?tc
tondellen toegeboegt, ®*3e ojaonant3ien
oiutrent öe Ijoof üfterft en ïjaate ïoontrenneiv
be Bedienaar^ 3ijn al gemaant/ toen {jet gc<*
ioof ijiec eerfï begon op te noomen ·, en De
cerjte écpoftden ban on$ ©aöeriano oen
Cij#elpe« <0aö|Oie«fi in trit ianofeïjap betr*
hurioigoen paar a$ 'ec aan Den boet ban
te fïaa aié een anDere tfaö oegofi op te boa*
G g i                   «ten;
/
-ocr page 593-
46S Oudheden en Gestichten
nten ·, 300 bat alïe be moetenen booj eenen
©aiefïerniet geregeert Stoften wo^ben/ en be
nech boo? 500 eene menigte al te fclenn ma3i
i$ 'er in ben nienmen aanmak banbe fiaö eene
nieutoe feerh getimmert/ en op ben naam ban
bm $. Nicoiaus ingetDpt !©e J^iefïee/ bie
Jet befïier ober be5e tteclte gab / toierb booj
ben et?aaf ban ^utfeen gehooren. 3jn be3tl*
be fterhe toa^ een herhbienft ban &. Α gat ha
Cn ïflt Medelijden der H. Maagd Maria inge*
fielt, fcmen$ ^ebienaac / hit booj ben ψap
too^ en be $erbaer$ gehooren toicrö / bcrpligt
toa$ om '$ b$bag$ be ï|. #fferijanbe on te
blagen. <l^ah maren in be 3eltse herhe be
bolgenbe $marnen gefiicgt:
tfkaryen. j. <pe fötftatB balt 't υ Kruys ; beÜJ^C
boö^ iCarel V, al$ «6^aaf ban Entfeen/ met
be toeftemminge ban ben Utrecötfcfjen Iterlt'
boogö / in 't jaar 15-45·. aan jjet ^afloo^-
ampt geï)ecl|t/ en aïbn$ te niet gegaan i§.
% - - - ban ben % Sfinofïel Andreas·, oie
ooit ter benoeminge ban htn <0jaaf plagt te
fïaan.
5. - - - ban §. Anna·, \mi\\§ ^ebteuaar
tot §et Ïee5cn ban t\mt giffen ter toeeh Her*
bonben tua$ i en boo? ben pafiooi / be Üer&
meefier$/ en jjet ^oeberfefjap ban $· Anna
b er hoor en mierb.
4. · - - ^an ^, Antonius *, toten^ 2&ebw
naar gefjonbenmaf be fjeiïige altaar - αΦ*'
memffen ttoeemaal ter toeehe te berrieijten/
en alle be bièftjïen ban §et hoer bn te toQ^*5
Men, % fcaierb boo? bm gafloo? / be t****
meeftcrg/ en Ijet ^oeberfefiap ban^.A"10'
nius aangcfiett
f. - - * ban be tOlto&eilftfie l&aagb M*
-ocr page 594-
vam Deventer.          469
ria: melne ®iton Jjaare jjlaatg ftaö m öe to
peüe/ öie öicljt aan öe fcerfte flonö mjmeu$
S$eöienaar ö^temaal ter toeen öeno&oööelgïten
öietifï berricöte. ©aar Bn mof! Dg opöefecffc
Öagen ban Φ. %. mouto / ban öe lf- φ. tfipog'
telen/ m ban Öel|.3^ Michael, Johan den
Dooper, Laurentius, ttt Magdalcna, Öe eet?*
fïe i&iffe onöee öe l&etten leesen 3£ee5e
IMiarg Ijab bette inftomfïeiii en fionö inijet
jjaat 1571. ter bergeebmge ban Johan en ui-
deryk van Keppel, eilKarel van Steenbergen.
Φρ bat De rampfijoeöige menfeijen geenG^y-
gulpe 3ouöen ontbeeren/ en öe elïenöen niet2CD·
eeutoigönnrenö 3onöen3rjn* öeöben 0115e boo|'
ouöerp/ Ö003 eene goöbmcjjttge barm&eetig*
ïjeit geöjeeben / bcrfeijeiöe <0o&^u«5en oj^
gereeïjt; toant/ baar 39 300 milö maren ge*
toeefi om öen ^eöienaaren ban Chriftus ιψ
fcelpe in&omfïen te be3o^geu ·, öeböen 5e ooft
niet ftarig toiïlen 3ö« om Chriitus 3elf in öe
armen te lioefïeren. 3« 3ai 9*Φ$
οίε Φο&#«
Sug3en aannaaien/ öetoeltte öe meefïe opnies
fiing beröienen: onöee öemeïhen öe baigenöe
Seherip eene pïaat$ öe&öen
Heeren Borrenhors OUÖMltangtip$i 't fcöelh
ift ailereerfï bermeïö binöe in een #arhemen=
ten fytef ban 't jaar 1404.
£, E'izibeths gaflöngl/ anb«# 't nieume
Bafi&ugi genaamö ; 't meïft boomamentïp
sefïicïjt $ öoo$ eenen Egbert Kreynk. <&#
Öet aangouiien bati öen ^eïben Eg'oert, en
Ijet behoeft ban Anroni lieren enGeraard van-
der Voerft, geeft oetftajuttel in 't jaar 14-49»
'$ öaag£ booj «^ Jan den Dooper, toegedaan
&at 'er in öe ïtapelle ban't gafii)ug$i een on*
raat 3o«öe o^gereeïjt eti ingetoijöt tooien,
Gg 3                       ©e*
-ocr page 595-
470 Oudheden en Gestichten
5©eto{jï Öe ato bttfv bmmmim* ^ge op
toomntym m
booitoaaröen bdjdfï; saï t]ct
niet onMenj&g 30»'&*3dte aiïjiec ^ iööte»
bolgcn*
Wy Deken endc Capittcl der Kirken van
fente Walburgen to Zutphen doen kont endc
bekennen mit delen apenen brieven voer ons
ende voer onfe nacomelingben, dat wi Gade
van hemclric tolaveende toeren, om dendienlt
Gades re vermeren, ende medeon.me ernfthaf-
tiehe verfu. £r.e endc beden der Verwacrres des
r>vcn Gaflhuys der heylige. Weduwen Smte
Ëlifabeth in derolder Stat van Zutphen inonien
Kirfpel gheleghrn confentiert , toeghelaten,
ende belieft hebben, confentieren., toelaten,
ende believen avermits defen tcghenwoerdighen
brieve, dat die..Gaftmeifters ende Verwaerre
des Gafthuvs voiriz. in den voirghenoemden
Gafthuua een altaer moegen laten confereren,
ende wiën, ende dat voert herenten moeghen
tot enen Bewfickn ofte Officium, *hoe dat den
Verwacrres des Gaithuus voiriz dat beft dienen
ende even comen fal: mit voirwaerden otdai
altair totenigher tijt een Beneficium worde, dat
Wi Deken ende Capittel voiriz. ende onfe naco-
melinghen dan ten ewigeri,daghen die Col t
cie offe ghiftc daar van hebben foelert, JW
Weert fake dat dat een Officium blijft, fo foei π
die Verwares de.sGaithuys voirfz. mder ti|t ons
denP.iefter, den fi dttOM beveJer. w*
tevoren prefcnticien, ende ^ψ**^
fijn jurammt doen ons endeonfer kirken truw
ende bolt tewefen, ende die Prieilennder Π
fal ftaen onder obediencien. ^noe berichte «"
Dekens ende Capitlds voiriz, beheltiich do«j*
-ocr page 596-
van Deventer. 471
at die Verwaerres in der ti jt des Gafthuus voirfz.
en Priefter ofzetten moeghen, wanneer fi wll-
en, ende alfoe dicke ende vaek, als hen dat
nut ende oerbaerlick fal duncken wefen, ende
enen anderen Priefter dat Officium weder beve-
len, welke Priefter altijt fijn jurament te vo-
ren· doen fal ons ende onfer kirken truwe ende
holt te wefen, ende die Priefter, den dat Offi~
cium
foe bevalen werdt, fal altijt ftaen onder be-
richt ons Dekens endeCapittels, gelijc voirfz.
fteet En weert fake dat in onfer kirken iriter-
dift queme, fo en fal die Priefter des Gafthuys
voirfz» niet celebreren, noch Mifle doen, mer
hi fal mit ons interdict holden als fich dat doch
in de rechte gheboert. Voert fo en falmen in
den voerghenoemden Gadhufe gheen MiiTe doen
dan mit beflatenen doeren, endedaeren fal oick
niemantvan buten ingbelaten werden die Miffe
te hoeren, dan die in den Gafthufe wonachtich
fijn fonder arghelift. Voert foe moghen die ghe-
Jf die in den voirfz. Gafthufe wonachtich fijn
biechten den Priefter des Gafthuys voirgh. of'
anders waer daer hen beft ghenughet, ende die
Priefter des Gafthuys voiriz. mach die armen
ende voert alle die ghene, die in den voirfz»
Gafthufe wonende fijn, of in toekomende tiden
jtoch wonende foelen werden, berichten mitten
heilighen Sacrament, uytghefecht als fi bed re-
Je of in hoeren leften fijn offligghen. Voert
jj grieven wi allen denghenen die inden voirfz.
Gafthufe wonende fijn, of naemaels foelen WO-
Jende werden, oeren hoerfam vri ende quyt,
aer voer foelen die Verwaeres inder tijt des
^afthuvs voirfz. ons ende onfe nacomelinghen
fiheven jaerlix erflic ende ewelic ende op Pae-
chen betalen enenZutphenfchen Schilt, als men
G g 4                    bin-
-ocr page 597-
4J1 Oudheden en Gestichten
binnen Zurphen jaerlix ghift van penfien er.dq
van hueien, beheklich doch dat tot welker tijt
die Verwaerre inder tijt des Gafthuys voirfz.
ons ende onfe nacomelinghen enen Zutphen-
fchen Schilt erfliker renten, den men niet loe-
fen en mach ? gheveit hebben» fo (al dat Gaft-
huys voirfz. van den voerghenoemden olden
Schilt jaerlix erfliker renten voenan onbelail
wefen, ende bliven. Voert fpe en foelen die
Pricfter desGaithuys inder tijt, noch dieGair-
mei fiers noch niemant van oei en weghen . tot
gheenre tijt daer nae rtaen enighe vorder Privi-
legiën van onfen alreheüjchften Vader den Pau-
\ves van Romen, van Cardinalen, Ertsbiflchop·
pen ofte Biiïchoppen te verwerven, Ende weert
fake dat fi of yemant van oere weghen fondtr
arghelilt heymelic of apenbaer dat hier en haven
deden, foe lal al defe onfe belieyinghen voirfz.
yan gheenre weerden weien\ ende aldan moc-
ghenwi, erïdeonfe nacomehnghen denPrieiter
ende Gaftmeiiters. des Gaithiiys voirfz. doen
verbieden , dat alfulke dienil , alsdan in den
voergh'. Gaftfiuyfe niet meer en gefchie fonder
yernants wederleggen. Voert föénial'diePric-
fter des Gafthuys 'voirfz. in onfer Janken niet
komen als men die ghctiden finghet, ende den
dienft Gades aldaér'duet, hi en hebbe' an fijn
religie ende habijt ghelijc dat die Fkatii ende
ChorifocH in onfer kirkeridoeri , bêneiil.i'c onsen
pnierkirken alle oers rechten, alle argdiit »&<""
peil, cndequade behendicheir in allen ende yge-
liken punten des briefs^laeriiken uutgefecht.
ïn oirkonde ende tuuchnifle de§ fo hebben
Deken ende Capittei voirfz. voer ons, ende voet
onfe nacomelinghen, ons Capi'ttels zeghel an^e*
feq brieff doen hangen. Ende w ν Ensbert Krefl
-ocr page 598-
van Deventer,           473
als een mede ftichter des Gafthuys vokk. ende
Jnthonis Tferen , ende Gheryt vander foerβ Kirc-
mei (leren in der tijt der groter Kircken van Zut·»
phen, endeGaftmeifteren, ende Verwaerre des
Gafthuys voirfz. bekennen voer ons ende voer
pnfe nacqmelinghen, dat ajlc punten voirfz. bi
onfen willen , weten, ende confept ghcdedingtt
ende ghefciet fijn,ghelije alft voirfz. fteet, en-
de hebben des to tughe onfe Seghele mede an
defcn brief ghehanghen , welker brieve fijn
rweevan woerde to woerden alleens fprekenité,
daer wi Deken ende Capittel voirfz. den enen
aflp hebben, ende dieVerwaerre des Gafthuys
voergh. den anderen. Ghegheven in den jaer
ons Heren dufent vier hondert neghen en vier*
tich, op Sintejohans a^vont Babüften, gehei-
ten Nativitas.
$>tt gaflgtigi^ / öooj oe taanöeung Spitaai
senaamb / ïjao jaarïp^ tfêoote tnttomfïen/en$.
<®e anöere ^oo^öu^en 3a! ir nu
ongemclii
booj&u gaan.
3£an toa$ 'er noc§ een armen öuj$/ Kep-
Pr's gafifjUO^ Of Keppelmans ^UfóllXQt 06*
ttaamfc : *t toeïft
Everharc van Keppel, %&
nonnift ban £. Walburgs ftcrn te ^utfeen/
»1 't jaar 1415^. ongereejjt fjeeft. Wy suilen
ïjier toeöecom oe fficfjting en tubouautsieh fcan
tot 0aftïjun$ ïaaten bolgen:
In den name des Heere, Amen. Tn *t jaar
Hij** in dé achtfte inidktie, 's vrvdags, den
10 Mev , ten tijde dat de Pauffelijke Stoel
°pen ftond, is voor de eerwaarde en befchei-
dene mannen en Heeren, Bernard Hendriksz.
Pek en , Johan van Stamprade , Johan ter
f oerten
, Reinier Jegher, en ïydeman van Aa-
G δ S                    geren 9
-ocr page 599-
474 Oudheden en Gestichten
geren , Kapitulaire Kanonnikken van S. Wal-
hurgs
kerk te Zutfeen , die in de Kapittelplaat-
ze der zelve kerke, onderde plegiighedeti van
de Mille Kapittels-gewijs vergadert waren, in
de tegenwoordigheit van my openbaar Notaris,
en van de onderfcbreeve getuigen die daar toe
geroepen en verzocht waren , in eigen perlbon
verfcheenen de eerzame man en Heer Everbard
van Keppelj
Kanonnik der zelve kerke, by zij-
ne zinnen en verftand zijnde, en gezond van
lichaam : dewelke na een rijp en naerftig be-
raad, genegen zijnde om de weereldfche zaken
tegen de hemelfche en de vergankelijke tegen
de eeuwigduurende te verwiffelen, op hoope
van een eeuwige vergelding, tot een hulpmid-
del voor zijne ziele, en voor de zaligheit der
zielen van zijne vrienden , ouders, en weldoen-
ders,zuiver en eenvoudig, door geen geweld,
vreeze, bedrog* lift,of ilinkfche itreeken zoo
als hy verklaarde bedrogen, zijn erf en huys,
dat in de itad Zutfeen, onder het Stift van
Utrecht, vandeeene zijde gelegen is beneden
het huys van Geraard Stuvenfarg, en aan de an-
dere zijde beneffens de Straat Saltmarket, en
voor deezen van Geraard ten Brinke bewoont
is geweeft, met alle deszelfs rechten en vor-
der toebehooren, volgens de wijze, defornij
en den inhoud van een pampieren ceeltjc}
*t welk hy den voornoemden Hccrc Johan w*
Stamprade
overgaf (die hetzelve aldaar over·
luid met eene verilaanbaare fternme oplas, en
wiens inhoud hier beneden, van woord tot
Woord zal uytgefchreeven worden) met eene
eenvoudige, onwederroepelijke, en eeuwige
gifte , hoedanig die tuifchen leevende perfoonen
gedaan word en gewoon is gedaan te worden, aan
-ocr page 600-
VAN DeVENTFR.           47?
de armen van Chriftus^ en aan de outaaren van
de Η Η. Drie Koningen en van den H- Apos-
tel Bartholomaus die in dezelve kerke ftaan ,
vryelijk gegeeven en gefchonken heeft. Óok
heeft de cremelde Heer Everbard van het zelve
huys en erve , door het werpen van eenen
halm, ten behoeve en voor'r gebruyk van de
voornoemde Chuflus armen en outaaren, v»y-
willigcn afihnd gedaan, en ze volkomemliik
overgegeeven. En hy verzocht vorder op de
Heeren, oen Deken en Kanonnikken voorn.,
dar zy de gemelde gifte, die hy op de geznde
wijze gedaan had, wilden goedkeuren en be-
veiligen. Daar op hebben de Deken en het
Kapittel , na een wijle beraads, en ook in de
tegenwoordigheit van de Heeren Johan van
Schüonhovë
Vikaris van 't outaar der Drie Ko-
ningen , en Lodewyk Ortwinm Vikaris van S.
Barthokmaus outaar, die hei zelve huys vol-
gens de volkome ferm en inhoud van der ge-
melde ceel voor zich zelven en hunne opvol-
gers aangenomen hebben, de voornoemde gif-
te goe^gekeurt en beveiligt·, en op my Nota-
ris verzocht dar ik over het bovenftaande eene
openbare akte of meer openbare akten zoude
maken. Nu de inhoud van de pampiere ceel
waar van boven gewag is gemaakt, volgt hier
van woord tot woord, en is dufdanig: Ie Evert
van Keppel
Cononic Sunte Walburge Kerke
t'Zutphen mijn huus gheleghen re Zutphen
ander eenre fyt by Gert Stuvenbenhs hufe, en»
de an die ander fyt an den Saltmarófc itrecken-
de op der Stats 'muren , dat alleer Gert ten
Brinke
plach toe te hoeren, dat gheve ie be-
neden den folren mitten vorften ktlren tienol-
^en armen luden9 vijf an die ene fyt vrouwen
per-
-ocr page 601-
4?6 Oudheden en Gestichten
perfonen toe Sttivenberchs huyswert, die oercn
ganck hebben foelen to der heymelichcit doer
iteliiken» ende der heymelicheit, ende des ru-
ines daar binnen te bruken tot oei e noetdroft;
en vijf an die andere fyt mans perfonen op ten
kelre male mitter heimelicheit, die daer toe
hoert bifonder, ende al enighen ludenj in al
fuiken ghevocghe foe wat die armen daer in
brenghen» die daer ontfangen warden» daï ial
daer bliven voer die ander die daar in den huys
fint. Secundo dat huys baven Üæç armen aling
mit fynen toebehoer, en nut den achterften
kelre, ende dat ftelleken tens den kelre, dat
ibllen hebben twee Vicarü voer hoer, en voer
hoer nacotnelingen bc fit ter oerre Altaren daer
alle weghe toe te hoeren, welke Ficarii daer
voer follen holden dat huys in dake, ende in
gueder waringhe baven en beneden, ende alle
oncoft, die daer comt op dat huys buten la ft
der armen ? daer beneden woent, ende die fel·
ve Ficarii foelen welen des beriebters, die ar-
men daar uyt, ende in te fetten, wanneer daer
jedighe fteden fint, of die den hufe niet ghe-
delike en fint. Ende en konnen fi des niet eens
ghewefen, foe falden Deken vanZutphen daer
een Averman toe wefen , mit welker Hemmen
dat hi toeilaet, die fal voergaen j en die felve
Ficarii foelen elc een halve pont gheven den
armen te vol$e hoere baminghe jaerlix, voert
waert fake dat dat hu.ys mit hulpeGaids, ende
gueder laden, rente crege , daar follen defe
voerghenoemdc Ficarii des hu (es den armen
barninghe mede werven,, die Hke te deylen
voer by de man ende wijf, ende gheen vuer
meer to hebben dan twe, dat is te verilaen
ceji voer die jannen , en een voer dk vf°lt'
\ve°*
•4
-ocr page 602-
van Deventer*          47?
pen, en oft fi meer cregen dan baroinghe
jdaer foelen il fcarp bier mede verven, die Hke
I to deylen voer dat huys, ende voer die ghene
[die daer fiec in legghen, ende den oer noct-
\ droft daar af te doen. En weert fake dat die
i Ficarii, die dat anneemen, ende die ene van
den tween daer niet en fete, ίο fal die ander
dat halve pont betalen van des abfenten we-
ghen jaerlix, ende dat huysbrukenalfo langhe,
dat hy vollenkomelic die coft weder nebbet
die hi daer an gheiecht heeft, ten were dat om
dieabfente vernueghede dandat hi oeninneme,
ende hier en fal oen gheen orloch des Dekens
ende Capittels vanden , dat he abfent wefen
mach, fcade an doen, ende bleve die abfent
langher dan een half jaar na maninghê Dekens
Iende Capittels, foe moeghen ü daer een ander
in die ftat ferten fonder fyn wederfegghen. En
weert fake , dat der ficarii daer gheen en fete*
ende abfent bleven een vierdeel jaers na manin-
ghê Dekens ende Capittels , foe moghen die
Deken ende Capittel dat huys tween anderen
Vicarien gheven in allen gevoeghe, als voor-
fchreeven is ·, voert waert fake, dat daer een put-
te v/orde gemaket, den follen fi ghelike bru-
ten docr dat huys boven ende beneden, ende
den lolden die Ficarii voert an holden ghelijc
den hufe, en wie dit anneemt, die fal des een
fchijn gheven voer den Deken en Capittel voer
oen emie voer fine nacorrtelinghen, ditvafte to
golden onder ene peen van vervalle des huys,
ende vijf olde fchilden, welke fchilde wefen
Men Dekens ende Capittels te behoef honre
taken opten chore, is dat fi na maninghê De-
kens ende Capittels binnen een vierdeel jaers
*kcr nae den hufe niet vol en doen , als voor-
fchre·
-ocr page 603-
478 Oudheden en Gestichten
fchreven iteet. Ende voert wiert fake,dat dat
huys verbrande, ofte neder ftorte, ofte anders
van onghevalle verdorve haeftejike, fo foeien
fi onbehaelt wefen van alie peenen -y Ende wol-
den ii weder dan daerop timmeren, dan (ton-
de in horen wille toe behoef oere Altaren.
Dit alles is gedaan te Zutfeen, in de FCapit-
telplaatze van S. fFalburgs kerk voornoemd,
in het jaar* in de indiktie, op den dag. in de
maand, op de uure, ais boven; daar tegen-
woordig waren de befcheidene mannen en Mee-
ren , Pieter van Lare, J'oban Goddsmits (Johan-
ne Aurifabri) H,i* man van Koesveld
, Prielters en
altijdduurende VikarilTen in de voorn, kerke;
en ecu groot getal andere geloofwaardige ge-
tuigen, die by het bovengaande verzocht en
geroepen waren.
En ik tVemerm Glazemahr, Klerk onder't ■
Bisdom van Utrecht, en door PauiTelijk gezag
openbaar Notaris, enz.
Mans Kloofters.
preckhec- ï|et eerjïe ftom in 't miböen ban öe fW
ren kioos- Oö Den flïiaïW OtÜZt Üail Dfll Mitt GJ5CVfaU
tcr* en fcoieeD ban «Dtmiiniftaaneti betuoont; Die
men anöeró pKcW^ttvm noemt <©it W<#
tee neut boo^ 5ijiie $>rieï)tfler Margareta, De
Det&tet ban Guido <$;aaf ban ^laanbereit;
Die met Reinol11, 0mf ban <®eiöedatiö *
gittfecn / ioap getcoutot; en int ζ ι jaat: Dff
öectiersöe cfufcue naar Den ijemel i# berljmf1·
^aar 39η'ee Die met Aquiims Den &flw
Reinold $elf booj oen ^ticfjter goitDrn * cij
Slichtcrfhórit fcftfóft ooft Dat ï)|» / ober IJ»
. - berlïcl ban jijine -tyouto fletroffen/ Dit BWr
-ocr page 604-
van Deventer.          479
twöeeö opöonbjen in't jaat i*p*. €Ί)αη$ φ
fjrt öe berbujfplaatgi oer ^anggoöinnen, öie
bootenen bg ^. Wafourgs hetö geflun^befï
tuaten.
iget beifyag $ noefl booj ganöe/ 't toeïft
tuffcfjen jjet itaplttei en Adriaan de Mera, öfgeo
meeneu f^ittart^ oer J^eöerïanöfeïje j^aWncie /
tipt riaame ban öit fion|jent/ in't jaap 148P.
aangegaan #♦ %n öir beeö;ag ίοο^ο beöongen
öat je aan memanö/ gonöer boo^gaanöe bergnn*
ïiinge ban 't fóoyittd/ öe φ. ïtoramunie
ïenugtreiiien/ Datreari öe j&onntö&eii ban't
Honbent; en aan öelVtantfen Dan #^.Oo-
minicus <2^öer,- Die ban binnen in 't toit ban
buiten in 't 3baart geMecö gaan/ en onöer öe
gcijoo^aanijjeït ban De &fitt ïceben,
%n een ttoeeöe beröiag/ öat Den 8 Hngnfft
1391. 000; oemioDeiing ban Wiïiem van Kleef
$attog ban <0elöedaBö ingegaan i$ / tiow&
Süjmihtit
ban eene fomrae geiö$/ öe fóano*
nijiie jjo^iegenaamö/ öefiaanöe in biet pon*
hm gangbaare oenieren; ine 3e jaarlp^/ tigt
fioöfüe ban öe öcg^aajfemfien / op oen oag
btiii Den ^. Marcinus, of binnen 't oteaf/
aan 't ïtajjittei moflen opbrengen,
§tt tUjceot iüoaftev / Gaïüea genanmö / μ/™*.
toa£ aan Den ingang ban öe $aö δρ öe 2taet* ^oc^r*
öa< poo# geleden* f et iua£ «1 ijet i4f>.
öoo^ üeKreyngen geuoufot/ en iuieto ban öie
foo^t uan ^anci^öaaneii be&oont / öie cm
öc ouöerncuoüig ban öen firenger tegei Ob-
fa-vantcui gctiormt bJO^öeK. Maar om dat onze
broeders te Zutreen-, hst zijn de woorden van Gon-
Ζαέα
t> zoo in byzondere vermaningen als open-
0« zijn menfcben, die naar den derden Rc2cl van S»
«-'ooumcus iecren.
1 in Origtnib. Scrajpbicx RcJig. pag, 5.
                  t?aai"C
-ocr page 605-
48q Oudheden en Gestichten
baare prcdikaatzien, vry krachtig tegen de ker-
tery uytvoeren ·, zijn de begunftigers der zelve
kectcrve daar door Zoo boos geworden dat ze
dit Konvent j 't welk doof een deel vr smeert
Katolijke burgers even buiten dé itids veilen
in 't jaar r4ff. opgebouwt Vas, iriY jaar Ι$γι.
ganfeh afgebroken en onder de voer gei meeren
hebben. <|gn 't ftaét U \8tCtm btlt ÖJt Uöttf
bent oiröer öe IDergaöeringe to$teuifej)ej^a*
btneie begoo^e*
Kohiieklooflers.
ti^aar mttn byf &onnMaoftcr$:
't <$crfte toierii ban ttoaaïf J®iia0ant Be*
fooont/ Öie naeü ben öeröen föegti ban £;
Franciicus icefötn til Öetl ïl^atl ttft P.btfii'oM
jjaüöcn* ï§et ampt üan ojöinarig ftidofïer-b*
joehee toagi Den <0a?öiaan ban 't ïiioafïe? 03a'
Iileen opdagen, 3|et toierö S pi taal genoentr
naei« ïjet naafïgelegen 0afïlju^^; 't toeih Die
Jl&aagöen met eene Cfeifïdpe ïitföe öeöieu*
Den. €>an i? De ïjetft ban Jet feloofïcr iu t
jaat ï66?. aan 't 3dbe 0afïöug£ booi biecöw
ÖiU5euö gulben$ uerftoctjt \ m öat öe aiiöere
ïjelft aï berïtocöt tea$ booj 2800 guibe#
®e eerfie op&omfïe ban jjet lüüofccr: i$ mrt
benenö ; en stt ijeb geen onarr b^icbeii raa&ew
öe öit 3Cibe nlootiei* ge^ert/ atë ban jjet jaar
1581. Gelmcra Schimmelpenning, öe laatftÊ
Matr of itïoofïerboogöe^/ geeft ïjn bemin?
geuoert in*t jaat »571.
Het twee- ï|et ttoeeöe ^onneïtïoofïei' toierö 0011 vm
cieNotinc- juihé Tertziariilcii betooont; öocj) öie onDcr
kioofta- jjet kapittel ban tlti'ecgt ffonöen. &&ei$w
m Honbetit (jeeft öe lao$- eöele t^c f5ane
inenburg
-ocr page 606-
1
nenhurg m^öet öolgtnoe Bericht ree Mtb φ
fiflt; Arnóida, De ö£Ci)ter iffl&jfói Wouter
Keppel·, geeft mei ijnaré öoeSter johanna;
Μ # % iseii ïïiïlDee Willeiri van Yz ndoorn
ptoijmifïi"mfo / tut fjet dp&óïibeti ban bit
mpn^WStmén $tMve WfMjxj Die ψ ie
wfm ÏÏmM^i ©ft köuiiw teï tmév*
m Mi» öenocmt / en o|j oen naant
Jpi ar.:%;'V1üna Magdalena %itotft &et
I imtpn.gjii jjèljre!: maar sofföamg bat het
m pm^mm ¥Φ> om Dat 'er inue
pjp^^Mihte ban öeflaö eene co32t
|oo ^|tóm f. m. Η jaar ι r48. ter& fii
ύ-=π'.?Γ ^ttff^rrn ÖeiBdonr.
.....
9ïï t jaar if7J. Saa$ Vlarceltus PaeHtc Sè
•afcr of ψ$Μ? tonn &jt nioofïeri mnbe ban
0fOf^drBu>edefVan gbcden wiil?upt nCt
Jioofïfr^uli&fra^ ^e Mater, of !tloo&
wboo0ö^; uu$ Aifrigp Bentink oenaami).
fit ampt ban lilooflerö^oefier hnerD Dooi
J2 «Öjwraa! &caetjri$> BaDen* ban eé
wi!ie6;ocöfr? <%Der beMéeor.
                 «
^n&aaöcn. ||et toerb Heer Hen" riks ftloo*
JJP Benoemt naar hm eèrfïen (©berfle/ Hen-
muÊliÊtMll; btïn tolen l>et öaigende m
oerVi
cn H?1 öei) ^^röigen Baöer i>,dc-
éen £ ""'π Hcuiden Ö lef3£» Wat: Daar waS
ca W,Pei;ai!' een Zwollenaar van geboorte,
den P7- ,' .door de geur der deugden vari
η godvn:cht,gcn 2)/Λ^ van HerxeS &ιτο£
ccöcn. Naderband is hy te Zucfccn wc
H ^ ?                 Om-s
-ocr page 607-
4,81 Oudheden en Gestichten
Överfté der 2lufteren aangeftclt |, en heeft daar
ioodanigé voetfpcuren van deugden nagelaa-
ten*, dat, het huys aldaar naer hem is genoemt,
en die benaming tot den tegenwoördigen dag
toe behouden heeft. 3^it gün$ i»a$ ÖOOJ ψ
toe roeöumé/ trict naame van Wuives, ugt
eene goöbiucgtige nniöaöiggeit aait öe boojn,
'J^aagbeit gefcöönHeti 5 't bjein öe teöen m
bat get 00& ï|é benaming ban Wulfshuys ge*
Itveegen geeft.' Ml$ öe gemeiöe meönbfó ban
Pi ρώίρΙ juli ontflagen ma$ ; geeft 35 on*
kr de öejftennge ban öen cecm. Baöec johan
Brinkhcrinks een religieug lebenin öe meerelö
gdeiöt. 5^it fïaat ai30o in öe #aamtoUe öec
Geraards· jufferen ban^ebentec aaiigetehenöi
onöct toelHe ^ufiec^ gaare öocgtec/ Elizabet
yan Wuives, eene banöe aliereecflen én bee*
maatöflen \$ getoeefï. <Pe geöoutoen ban bit
faoribént 59η ook nocij in gun gegeel/ maat
in tfoee gug3ingen beröeelü. i^et eetie geöeeï*
té mo^ö booj een pe jï gung gebint. 3(n 't
anöere $ get gaflgugjö geplaatfï / ^at ban
ouö$ öe 23enec toiecb genoemt: maac nu öcn
ttaam ban 't milde gafigun£ Ö^aagt. |p 't
\mt i$of. toa^ Margareta Menninks öe $&t*t
fttenaréffe of Mater ban bit hloo^er / en in 't
Jaar i$7x Hadwyg Kuyzer.%
Geraard Wolf, een Slutfecnet /'m een
Etyöèbét ban S'. Jans Kamp , ma^ in 't jaa?
15-71. Öe Pater of ^betfïe tian^Cer Hendriks-
klooiler. ^e generaal/ metöe©aöet$jW'
nefeqeöerg / toaj öe Stfooiïerï^oete, ||nj|
ajeif Öe jaar tooonöen gier 3 o ψ$et$.
vierde. ra btèröe tuieeö get Uïonöeei genoemt / om
öat get op't Honöeei banöe fïaö$ beften to?4
gebowtot* ^? jBaagöen/ öie 'et gun^ gj<*
öen/
-ocr page 608-
VA" ÖE VEN Τ BR.           4·°*
η S aUeeiwlpiioo? bert öanb bau iwf-
KXöt e" ma^anbec teeen.gtJ.
«
ttSw 55» W **m Üw «neeojeraelbe
Amnnii van ApeWoorn m ti jaaC I572- öBt
SEctMM* parolen kon f* «**8»
teft ben balseaöcn bjief opgeeten; bie toe*
tietmis geeuen 3al.                  "t" ; '
h den nanrrn des Heere, Amen. Tot lof en
glonevanden Almogenden Godt en des zelfs
Weerlitkile Moeder, de H. Maagd Mana,
tittë&m
van 'de zeer heilige Martelarefle
Jfeft en vorders tot bewaring en cïeraad van
««weiruikende rooze en flonkerende lelie des'
maagdom*; ckar by op het by zonder en uyt-
IfaffóKjK aanhouden van den Doorluchtig^
Vo.il, onzen Heere en Begeever AMU Har-
loevan Gelderen en Gulik , en Graat van £ut«
ieen·, en van de aanzienlijke en voorzigtigé·
mannen, de Burgemeelleren en Raad , en onV
andere wettige redenen % zoo hebben wy, de,
Deken en 't "kapittel-'der kollegiale kerke van
iMkkït te Zutfeen, onder het Bisdom van
Wcht, tot het bouwenen inwijden van eene
kapellc in't Zufterhuys of Konvent van S. Jgnes
' In 't Latijn ftaat , e membranis Walburgii : maar ik
>ne dat iiec meet zijii Walbargis, of W«Ii?tirgiciï, Vvr*
'itr,              ' v ' -"';
Hh ι                   voor-
-ocr page 609-
4*4 Oudheden en Gestichten
voornoemd, door de wzndeYmgjidmansbuys ge«
naamd, onder onze Parochie , onze toeitern-
ming, medeftemraingj en gun ft op de volgen-
de voorwaarden» bedieningen » manieren, eri
formen gegeeven en verleent 5 zoo als wy de*
zelven by den inhoud dezes geeven en verlee-
nen. Ten eerite dat de Zufters van *t gemel*
de Konvent de magt zullen hebben, en reeds
hebben, om op te rechten en te Bouwen, of
te doen oprechten en bouwen , de kapelle en
outaaren boven vermeld j met een klokhuys,
klokje, kerkhof, en al het vordere tot eene
kapel behoorendei voor zich zelven, en voor
die by haar inwoonen, en'erde koll koopenj
als mede voor haare gaden , en de Religieu-
zen, en godvruchtige perfoonen, van buiten
koornende. Vorders dat de gemelde Zuiters
de magt zullen hebban om voor haar zelven en
voor de gemelde perfoonen door haaren Biecht-
vader, of door een ander bequaam Pridter of
andere bequaame Priefters, zoo op feelt- als
werkdagen, te laaten Miflen leezen, Sermoe-
nen doen , en de vordere Kerkdienften ver»
richten j zelfs ook orn dcSakramenten desou*
taars en des laaiden Ölyzels, en wat vorder
nootzakelijk is, doordezelven te laaten bedie*
nen, en met behoorlijke eerbiedigheit bewas-
ren en berechten: zoodanig dat ze geenzin*
verpligt of verbonden blijven om de Parochi*
of Moederkerk te bezoeken \ en iets aan deze!*
ve te betaalen. Vorder dat de Mtiïen, Ves-
pers , en andere getijden op de hooglte teek·
dagen » hoogtijden, W dubbelde Heiligenda-
gen , met volkome uytiluitinge nochtans van
ónze Parochianen, en alleenlijk voor de voof
gemelde perfoonen » in de zelve kapelle φ*
f
-ocr page 610-
van Deventer. 40*?
creflote deuren pleg'telijk en met luider ftemrné
zullen mogen gedaan en gezongen, en van ie-
der een , die ze uyt godvruchtigheit wil by-
woonen , gehoort worden. Wijders dar de
Biechtvader of Overite , dien de Zufters.
jollen kiezen of aanneemen , ons , dar is
den Deken en 't Kapittel', moet voorgéflfelt
worden ; en als een koorgezél onzer kerke,
den gewoanlijken eed doen i die ook van ons
in zijne rechten zal gehandhaaft worden, zoo
als de andere perfoonen die tot de kerk behoo»
ren. Doch die ons alzoo voorgeftelt word, mag
niet afgeweezen worden} ten zy dat zijne onbe-
quaamheit en onwaard igheit tot dat ampt be-
weezen zy. De Biechtvader, die dus aange·.
nomen is , zal de biecht der Zufteren en de
vordere vermelde perfoonen mogen hooren, en
dezelven een bequaame boete opleggen y zon-
der zich zelven, zonder ons uytdrukkelijk ver-
lof» met het biecht hooren van onze Parochie
nen eenigerwijze te bemoeyen. Echrer mo-
gen de Zufters en andere perfooften voornoemd %
in doodsnood , een bequaam en godvruchtig
weereldfchPriefter, of Religieus, tot het hoo-
^n van haare biecht verkiezen; zoo als ze zul-
len weeten dat voor haare zaligheit dienitiguV
7al weezen. Voorts zat niemand buiten de
Zufters,;,en andere voorgemelde perfoonen,
'η de kapeile of op het kerkhof voornoemd
mogen begraven worden Λ ten zy dat onze
tfV"ftemming daar toe alvporens verzocht en
verkreegen zy ) en dat de iijkdieiifteh'"en;
^'getijden in onze kerke gefchieden i vol-
gas de loffelijke gewoonte, die alrijd on,-'
derhouden is geweeft^ en noch onderhouden,
wQid. Eindelijk zullen in dit Konvent , in4
Hhj                    gee-
-ocr page 611-
486 Öodheden en Gestichtün
geenerley wijze, meer Zufters aangenomen wor-
den als vijftig. Voor het welke , en al het bo-
vengaande, ons en onze nazaaten jaarlijks ten
eeuwigen dage op het winterfee!!: van den H.
Martims , of binnen den tijd van veertien
dagen, voor of na dat feeft te rekenen, dade-
lijk, met dankzegginge, en zondereenige te-
gënzegginge of verontfchuldiginge, vooreene
kanonijkc portzie betaalt zal wprden eene hal-
ve mark louter zilver , of de waarde van
dien ; met de helft van alle de orTerpennin-
gen ,· 't zy dat die aan de outaaren of in de
blokken gegeeven zijn, of waar dat ze van
daan mogen koomen. Doch ingevalle het ge-
tal van 5-0 Zuiters vergroot of vermeerdert,
of het gemelde konvenj. in een kloofter van
een goedgekeurde kloofter order verandert }
en 'er alle de getijden met opeoe deuren ge-
zongen wierden i dat ons in zulk een gevalle
van het gemelde kloofter., benevens de helft
der gemelde offerpenningen , jaarlijks op de
voorfchreeve wijze betaalt zal worden een ge-
heele mark louter zilver, of de rechte waarde
van dien. Dat ze ook op eene boete van if
Fianfche fchilden (waar van de eene helft voor
het onderhoud van ons koer , de wederhelft
ten behoeve van denBiiTchop van Utrecht be-
fteedt zal worden) niet het minfte tegen Ji«
bovenftaande, deaflaaten alleen uytgezonderd,
door iemand anders of meer anderen, zonder
ons verlof zullen doen , te weeg brengen, φ
zien te verkrijgen: en indien ze iet zulks ver-
krecgen hadden; dat zy hetzelve op de eige
en zelffte ftraffe niet zullen mogen gebruyken
of genieten: behoudens nochtans een goedge-
keurden Regel ·> indien ze mogten goedvin·
ψ
                                                oen
-ocr page 612-
VAN De VENT B,R,        Ί&7
den zoo eenen Regel aan te eeemenj dien zy
dan met alle deszelfs indulten en voorrechten
mogen aanneemen en behouden, zoo als boven
uytgedrukt word ; alle lift, bedrog, flmkfe h e be-
kuipinge of uy tlegginge, ganfeh en geheel ter
zijde gtfteld en buiten gefloten. Ter getuige-
nifle der zake is de tegenwoordige brief door
hen aanhangen der zegelen, zoo van het Ka-
pittel als 't Konvent, wederzijds met zekere
kennifle en volkomen wille bekrachtigt en be-
veiligt, in 't jaar des Heere 146*?, de 13 in-
diktie, den 10 November,, 's daags voor het
feeil van den H. Biiïchop en BelijderMartinus,
in 't eerfte jaar des Pausdoms van den Aller-
heiligflen Vader in Chriflus , onzen Heere,
Paulus II: ten overftaan van de aanzienelijke
en voorzigtige mannen Hendrik Kaelzak, Wil'
km Kerrynk
, en Geraard AJfe , Schepenen der
ftede van Zutfeen ; mitsgaders van Geeraard
Ayfak,
Fabrijkmeefter van de kerk der ge-
melde ftede; onder het Bisdom van Utrechtj
die by het bovenftaande als getuigen ontboden
en verzocht varen.
Sftt öe glaatgban bw %ufttt§/ öieöooi
'tontoefrer öee ftefo3maat3te oberbauen en
toes0ecaaftt 3ön/ $ tm J^eöiftant gthw
■men.
3[n 't jaac 141?. ï§ Willem Kniekamp ψφ
*m Der éarocflie ban Φ. %. ^outo w öc
|,|. Petrus en Walburgis Qttouft 3n't jaac
T71. toa$ Pieter van Steenberge ©e&eil ban
Set ttagittd te gutfeen. m 't stlfte im
teui)et§&afïoo$-aniï>t ban§>.Νjklaas mm
Ï>0Q£ Diderijk van Katwijk Öefcleebt. ®e Ha*
toMmJ Die 'ïv 't wbni ben overgang ban
Λ
                      Hh4                   ton
J
-ocr page 613-
4$8 ÖUBHEDEN EN GéSTIKHTEM
§en oiiben <H5ob$bien|t obergefeleeben sijn/ too^
\ ben boo? een ^aicftcc ugt be .jjDaarfcïjajjpge
giirfeeii i$ be gebdtzteflab ban Geeraard
Zerbolt
f bsebaavombngeiiciambtoa$vanZit-
feen«, bjant onöee De 33.?o?ber0 ban %m4FV
ris 4up$ töagi Ijet aebmnheinn be%Wöéte
jptaat$''toao; eenen toenaam aan te 'nrrnirii.
'Qfrttp Z^rbotd, na öat f)|t fceele fcïjooièn in
3ijne jonïiïjeit be^oeljt Ijaö / §c(ft 31CU otó
naat éebenter begeeben, <p>aar- ï)eef£ ijy ücu
geUldÖert Fioris fcadewyn , biC na fee bOOD mill
Geeraard de G«oot be boeketter buil 't ge*
tneene ïeben toa^/jgttroiitoetpaa^ljanoeu >
- «én jeèft 3?cö;oóiii""^ieflcpiflateii(Dijafii. ifiHi
befotji f)n 5nn 'toecïi noc| ni'e-er a!^ '&e -anbercn
tnaalue banboeken· a)3t te (djnjbeni en oah
be bosften be$? fcroemojfc ^eij^beren / öoc|
In tot <&p3igrr£ aanpfte;t obcrbefeoichfrge/
bie men'oaar ber^auie en etraprécijttn 30UI».
<é.n baar fcaa^ niet·/ öat i)n jff^j ^ογο.γτιίι
joobanig aanprees/ elf !)et 1ee5*n 'en titftö*
oerren ban hccuenjlte uoelien/ öocij boj$ al
ban bs & ^cfjjift. <%n -[)im-'be $öc#r 'tot
bat fluoecren nocijyetec in preuteiv; fynft ïjjj
onbcc anoere fgpiften /. b&in έ Éatynfci)5
Bitavia * Sacra opgetelb flaan/ tuire ÖoéjW
in 3t|ne moeberïijÊe taie nntg:egeèben, wf
tmt ijanbetÖe van de numghë'itvaji 't leezv.P
der Heilige Botkin: ïjet anbere van de gehe*
den in de moederlijke tale/ Jakob Reviu?,
bic bctbe bie boenjeg in be öïnjctynnte fcfyiï
ten bet Söoelïerne ban ^ebentec 0cïjonöcn
$ab/ fiicfc 3e m öe3£atönfcöe -taal <rtjcrjj0
''*■'■* Part ti pag. ir;                   3                                ....
' »-j4 ' ' '· * ■                                   .#'
-ocr page 614-
van De venter.
5?t / en in spe fifiorie ban * ψ ebenter ttfc
genoegt.
                          "             . '
€cr tog ban %ntfm\ ftfytbw / 3«Η?η toö
bcutfgnóeaïite/ al$ ter 3altc ötrnenöe / jjiec
laMtn ttolgen: mg l)tbhm$t motten ouö par5
knieren {jan&fcfjnfr getroftftcn ·, baar ton
tcele andere bmgrn/ öie gier rngeboegt 3P/
uptaetrofthéiiTjc&öeii,''V:
^i-ii? #.<$ Verdrag tujfchen den Deken en bet
Kfipittdy over eenige gchruykender kerke
,x < "
             ^Vfl» Zutfeen.
In Gods name, Amen. Door deze openbare
akte zy ieder een bekend hoe dat liet met ze-
kere tweedragt enverfchil turTehénHeer Joba»
Bp'ieneg?r^
Deken , en t'hans laatften Kanon-
mk der kerke van Zutfeen, onder hetSrift van
Utrecht, aan den eenen kant; en het Kapittel
der 7«\vt. kerke aan den anderen, kant, einde-
lijk afgeroepen is. Dit gefchil beftond hier
in: De Beer Deken voornoemd éifchte van
"zijn Kapittel de offer penningen, tot de On-
derdialceos Prebende behdoren.de, en zeer vee-
leandere dingen, in de ondergaande artijkelen
bcgreepeh; die hem, zoo als hy voorgaf, ten
dc'èteuyt hoofde van zijn Dekenfchap ten deele
'»>yt hoofde van zijne Brebendc toebehoorden:
*t welk all gader van het Kapittel , zoo ajs
men zien kan, vlak uyt ontkent en geiochent
wierd. Weshalve de Heer Johan Deken voor-
noemd aan den eenen kant , en Geraard van
Brunckborfl
, Jttrnout Pelegrim , Willem Qkker*
man^ Jarnout Lafl
, en Hendrik^ i>an Maleyer
Kapitulaire Kanonnikken der gemelde kerke
$ Lib.i» pag. 4i.cn*. *' **
-«υ                         Hh $                 van
-ocr page 615-
,00 Oudheden en Gestichten
vanZutfeen, die het Kapittel der zelve kerke
tegenwoordig uyrmaaken , aan den anderen ,
de zaak gezamentlijk en.eendragtelijk aan Mijn-
heer Htimer'ik van MeMu , Medekanonnik en
JS^hQOl»ov&i'ft&*.. a^s Scheidsman, vriendelijken
bemiddelaar, en goedeman verbleeven hebben:
met; belofte aan malkander ♦ . . . dat ze zich
aan de uytfpraak en het vonnis zouden onder-
werpen , en hetzelve gehoorzaamen ; \ welk
de gemelde goedeman en bemiddelaar over de
volgende punten, of een van dezelvcn, ofby
gelegendheit van die punten , tuiTchen hen
zal gegeeven en uytgeiproken hebben. Daar
op heeft de zelve Heer Heimerik, die van de
partyen gelijk gezeit is gezamentlijk daar toe
gekooren was, en den lalt van zoo eene wil-
Jekeurige uytfpraak en vonnis m^t den wille
4er partyen op zjch genomen had , deze wil-
lekeurige uytfpraak gegeeven. Ik Heimeril^wn
[Bellu,
^chooj-overite der kerke vanZutfeen,
poder het Bisdom van Utrecht , geeve deze
iiytfpraak over de artijkelen, die door den De-
kqi% der kerke tegen het Kapittel der zelve
Jterke ingebragt zijn -, en ik zegge volgens de
j;echten en gewoonten onzer gemelde kerke,
jiaar mijnei belle kennis en gcwiife, en zoo als
ik die gewoonten', ten tijde ,dat ik in de zelve
ierke Kanonnik ben gewceft , heb zien on-
derhouden, en gehoort heb dat ze van mijne
Voorzaaten tot nu. toe onderhouden zijn ge-
beft., Eerftelijk, wat de ofFergiften tot de
Qnder4,iakqne Prebende, behoorende belangt ,
4ie de',fcefceu zegt dat hem toekoomen, daar
op -Mg >k , als een Kanonnik.^ die een Onder-
diakens of Diakens ^rebende had, tot het De*
fcenfehap gevordert is, dat hy den ïlaat van
. j» ôé
                              Ott·
-ocr page 616-
van Deventer. 49*
Onderdiaken of Diaken, zoo in het bedienea
van het ampt dat aan dien ftaat gehecht is T
als in't genot van *t verval dat hem uyt hoof-
de van die bediening toequam, te weeren het
gedeelte van de doodgiften dat den gcmelden
ilaat toebehoorde,op ftaande voet volkoment-
lijk verlaaten zal, en tot den trap van den Pries-
terlijken Haat op te klimmen > om dan van de
gemelde offergiftcn even zoo groot een ge-
deelte te trekken, als de andere Kanonnikken,
die Priefterlijke Prebenden hebben* En indien
zoo een Deken naderhand van zijn Deken-
fchip afftand doet s dat hy dan aanftonds we·?
derkeeren zal tot zijnen voorigen ftaat óf 'tot
een anderen die hem toekoomt , als of hy
noit tot het Dekenfchap gevordert ware ge-
weeft ; om de ampten , die aan dien ftaat ge-
hecht zijn , wederom waar te neemen als te
vooren; en van't gemelde verval een behoor-
lijk gedeelte, dat dien ftaat toekoomt, te ge-
nieten. En wegens het volle * koergeld ,
't welk de Deken zegt dat hem als een hieu-
wen Kanonnik toekoomt; daar op zeg ik dat
de Kanonnik , die van nieuws inkoomt, geen
heel noch geen half koergeld te eiftchen heeft,
voor dat hy zijne verwacht-jaaren uytgedient
hebbe, en tot de tnededeeling van alle de ver-
vallen door het Kapittel aangenomen zy: de
genen nochtans uytgezonderd, dewelfeen, hoe-
wel van het aanneemen van eene regeering ver-
fchoond , evenwel refideeren*, wien dan 't halve
koergeld , maar niet het volle, toegedeelt
word. En van het koren der afweezige (Ka-
nonnikken) zegge ik dat zulk koren tot verlig»
ting verftrekt van de onkoften > die aan de boe-
* Döeir <Jewandeling, prefe»tfig«Id.
-ocr page 617-
492 Oudheden èm Gestichten
f                                            .',-..                                              ' rf lij *ï       . ι
"jfe;en en kerkcieraaden, of voor andere gebruy-
ken, voor't profyt van de kerk en her Kapit-
tel door den Officiaal zijn gedaan, Maar in-
dien 'er, na dat de Officiaal de rekening gedaan
heeft, iers van 't gemelde "* koren ovrlchiet·,
dat word gelijkelijk gedeck onder de re/Idee-
tends
Kanonnikken ; die de kerkelijke bedie-
ningen en goddelijke dienften gcduurig by-
woonen ; en den lafl. en hitre van den dag
draagen. Maar» indien 'er te kort mogt koo-
men, dan zoude alles, dat 'er te kort quam,
uyt de éige beurzen van ieder rcfideerend Ka-
nonnik moeten goed gemankt worden Voorts
wegens het verftrijken van de dr.e j,iarcn zeg-
ge ik dat een Kanonnik , die een ÏCanonniks-
prebende door een anders ove» lijden verkree-
gen heeft, naar de vruchten van die Prebendè
twee of drie jaaren moet wachten, naar d;,t de
tijd van zijn voorzaats„overn den het vertiichtl
Want indien zijn voorzaat gei!SrVeri wa3r,(cr
dat het luiden van de' Kompieeten 's avonds
voor het winterfee il van S, Maarten ge-é'.i.ndigt
is i dan zal de overledene zelf de vruchten
trekken in'c einde van *t jaar%k hy geftorven
k; en de nazaat zal'dan twee jaaren wachten;
dewelken beginnen zullen met den naaftvol-.
genden dag van de W.Wa!bw<iis: en de vruch-
ten van die twee jaar zullen van't Kapittel
getTokken worden, voor de gebruyken des Ka-
pittels en der kerke, die boven grnnegzifttn
Uitgedrukt zijn. Maar by'aldïen de voorzaat
noch na het eindigen van het luiden ó.cr Kom-
pleet geleeft zal hebben ι dan zal de naziat
drie jaaren wachten , die met deh. gcmelden
* Voor koren itaat ï|iier overal amjona; 'cwejlc, l»o^s
dda-s al gridt is , v*qi koren genomen werd.
dag
-ocr page 618-
VAN DeVENTeK.           49i
dag van S. Walbwgis zullen beginnen: en ial
de overledene in zulk een gevalle niet alteen.
de vruchten van dat jaar trekken, in 'c welke
hv geitf>rven is ; maar ook de vruchten van
een dei drte gemelde jaaren ? te weeten van'å
naaiivolgende jaar: en de twee andere jaaren,
gelijk gezeit %\ zullen voor het Kapittel zijnj
zoo'dat'het Kapittel^ltijd twee jaaren hebbe*
en de overledene een of twee, naar eilch van
den tijd, op denwelkcn by geitorven isj zoo
als reeds genofg^aam is opgemerkt. Het geen
gezeit is van een Kanonnik, die door iemands,
dood cene Prebende krijgt s moet ook yer^
liaan worden van zoo eenen; Kanonnik , die
door afftand , afzetting , of op wat andeje wijn
fcedat het zy,zijn iyoorziiuts Prebende bekoomt jf>
ten ware dat iemand eeue Prebende door ver-
tyifleling mogt krijgen: want Z°° een koomt
in den zelven ilaat en plaats, in dewelke hy
den Kanonnik vindt ,; met wien hy.zijn'kerke-
lijk ampt vermangeit heeft. Doch dit moet
voor alles in acht genomen worden d-it ieder
nieuwe Kanonnik , ten ware dat hy miflehien
tot,Deken gekopren wierd, zoo als boven ge-
zm is, 't zy dat hy de Prebende door iemands
dood» of by vermangeling , verkreegen heb*,,.
bvh den trip van Onderdiaken met al den lalt
en voordeel, en ook des zelfs geilroelte, en de
laagltc plaats in 't koer en kapittel , hebben f
Zalj totdat hy mettertijd, indien hy in'c Ie* a
ven blijft, tot een hoqger trap, geftoelte, en
plaats opklimme. Noch al vorder , wegens
het doen van den eed der gehoorzaamheit§
daar vaft zeg ik; dat een nieuwe Kanonmk,
die den gevvoonliiken eed van gehoorzaamheie
eens gedaan heeft aan den Deken, die het op
zoo
*fcri
-ocr page 619-
49+ Oudheden en .Gestichten             1
zoo eenèn tijd was, niet gehouden is denz'el·-
ven ooit te vernieuwen. Noch vorder we-
gens de vereeringen, zoo die in brood als in
geld aan de Kanonnikken ten koer verfchijnen-
de uy tgedeelt worden , en die de Deketf zegt dar
het Dekenfchap toebehooren; daar op zegge ik
dat al zulkevereeringen, 't zy dat ze in brood
of geld beftaan, de twaalf Kanonnikken toe-
bchooren, maar niet den Deken ; noch iemand
anders, die geen Kanonnik is; ten zy dat 'er
miifchien iets voor den Deken , of iemand an-
ders ,; by uyterften wille befproken zy: ook
wordende onder de fefideerende Kanonnikken,
dié tegenwoordig in het koer zijn, gelijkelijk
uytgedeelt: de genen nochtans uytgezonderd,
diezonder het voornoemde recht van de regee-
ring aanvaardt te hebben ,refideeren:denwelken,
gelijk gezeit is, geen gelijk maar een half ge*
deelte toegedeeh word : behalven ook een der*
tiende gedeelte van een malder tarwe ; wient
eene helft in de eerÜe lijkdienilen der overle-
denen, die een Broederfchap hebhen , door-
gaans in brood uytgedeelt word; en de weder-
helft op de demgite dagen van dezelve over-
ledenen. Doch dat dertiende gedeelte koomt
den Kofter der kerke van Zutfeen toe. En van
de vier brooden , die op de jaargetijden van
eenige overledenen geoffert worden, koomen
hem twee brooden toe. Somtijds worden d'er
ook in de eerfte lijkdienften van eenige overle-
denen vier brooden op't outer geoffert; waar van
het eerik den Priefter toekoomt, die deMiiTc
zingt i het tweede den Diaken; het derde aen
ünderdiaken} het vierde den gemelden Koiler.
Wijders van de ofFergiftcn der Paftorye zegge
ik dat 'er in onz& kerke van Zutfeen twaalf
Pre-
-ocr page 620-
vaV Dévhnte*. 49f
Prebenden zijn: té wèetcn zes Priefterlijke t.
die van de zes oudfte Kanonnikken, dat is die
langft Kanonnikken zijn geweeft , bezeèten
worden: vier Diakens-prebenden, %iie de vier
naaih'olgende of jongere Kanonnikken hebben:
en twee Onderdiakens-prebenden -, die weder-
om van de volgende of ailerjongile Kanonnik-
ken bczéeren worden. Doch de offergiften in
de gemelde kerke voorvallende, waar van Cf.
fommigen' offergiften der Paftorye andere of-
fergiften kcr lijken genoemt worden ; die
worden onder dé Kanonnikken en den De-
ken op deze wijze verdeelt, pe Deken die
het op zoo eenen tijd is, 't zy dat hy K,anon-
nik zy of niet; als zijnde de voornaam ite Harder
der kerke; efl de voornoemde Kanonnikken,
die Priefterlijke Prcbchdén hebben, refideerenf
en in dén iiaat van PHefterfchap geltek zijn »
als zijnde medewerkers in't gemelde HardersV
ampt, moeten de gemelde offergiften der Pas-
torye, indien ze altemaal refideerea^ en Pries-
ters zijn gewijdt, gelijkelijk genieten en on-
der malkander' deelen; behatven nochtans den
genen , die de zoogenaamde Prebende van
's Graven Kapellaan bezit? aan welken Kapel-
aan, gelijk ook' aan de andere. laager Kanon-
nikken , van de offergiften der Paitorye niets
moet uytgedeeit worden. De offergittcn der
lijken of hjkdicnaen worden in vier gelijke
talen verdeelt: van welke vier deelen de twee
Kanonnikken , die Onderdiakens Prebenden
hebben, indien ze refideeren en Onderdiakenen
iijn gewijdt, als ze met hen beiden zijn t
fcn deel gelijkelijk met malkander deelen: in-
dien 'er maar een is, die zal dat vierde deel al·
tan terkken. Het tweede gedeelte der gemel-
de
-ocr page 621-
49<5 ÖUPHTEDEN EN GESTICHTEN
de orFergiften koomt den gemelden vier Ka*
nonnikken toe , die Diakens Prebenden heb-
ben i indien ze repdeeréfi » en Diakenen zijn
g'ewijdt. En die vierde gedeelte déekm zy ook
gelijkelijk onder malkander ^ 't zy dat ze mee
hen vieren óf Weiniger in getal zijn. /En, qfe
het gebeurde' dat 'er eeii alleen was; die moet
dat vierde gedeelte alleen naar zich neemen ·,
zoo als van de Öadéidiakenen is gezeit. ' \Vac
de tv^eè overige deelen van de offerg-iften oer
lijken;'of ,'lijkd-iénfteh belangt; die moetende
Deken en Kinoanikken , die Pnelleilijke Prt>
bertderi hebben ,'■ gelijkelijk onder malkander
déeleii. even als ze d,ê -voorgemelde, gdLen der
P.iit')ryc' onder malkander deelen: zoo dat de
voornoemde Deken , 't zy dat hy itanonnik
of geen Kmoncuk zy y met dé Kanonnikken,
dic Prieilérlijke Prebenden hebben , geüjkc-
lijk deelt en moet deelen van de ofFergiften der
Paftorye en lijken', én met zoo een geJecitè
tèii volle Vergenoegd zijrt- Daarenboven (taiE
te weeren dat de gemelde Kanonnikken»
ó'w Pneiterlijkc Prebenden betittert, om het
genieten vart de gemelde orFergiften j niet dee-
zen iaft bezwaart zijn 5 te weeten dat zulke
Kanonnikken om het trekken van de gemelde
orFergiften der lijkdieniten en lijken verpligt
zijn om dm gemelden Deken in het bedienen
vart zijne Paltory te helpen i en hunne weeken
in het koer en de kroft, door zich zelven 01
andere bequaarrté Prielters, te houden. Doch
de Kanonnikken , dié Diakens of Onderdia-
kens zijn r zijn verbonden om de Evangelicrt
en Epiitélén van't geheele jaar, door zich %&"
ven of door andere bequaame Vi'kariflen r#
Koerkezeiien L in het koor te leezen £! en om
m
                                                                     deit
-ocr page 622-
van Deventer; 4^y ψ
^en Deken en die zijne medewerkers in de Pas* .
toryezijn, of die hunne plaats bekleeden, als
ze de zieken met het Hoogwaardig Sakrament
bezoeken, by te (laan: daar dit nochtans moec
bygcvoegt worden dat de gemelde Kanonnik-
ken op hooge feeftdagen, wanneer de dienften
tor nu toe gewoon zijn geweeïl door Kanon*
I nikken verricht te worden, gehouden zijn dfc
plegtiaheden der Miifen en andere kerkelijke
getijden door zich zei ven, of door hunne Me-
dekanonnikken die zé in hunne plaats geftek
kbben, naer ouder gewoonten te verrichten^
en dezelveh behoorlijk by te woonen, Daaf
by dient geweeten , of het gebeurde dat /er
van de voornoemde Kanonnikkcn die Priefter-
liike Prebenden hebben een Priefter alleen of
ook de Deken alleen refideerde j en dat de an-
deren niet refideerden, ot geen Priéfters ge«*
wijdt waren % dat in zulk een gevalle die refi*
kerende
kanpnnik of Deken de gemelde gedecU
ten vande offergiften der lijken, en alle de or-
fergiften der Paftorye, geheel en al alleen naer
ïich moet néernen; zullende ook de verfchul*
digde en gewoonlijke laften j die aan den ge*
melden Priéfters ïriat gehecht zijn» alleen draa-
gt. Wyders , of* het gebeurde dat de laag-
je ftand, dat is die van Onderdiaken,,open-
end * zoodanig dat geen van hen beiden re*
fifoerdey
of de Wijdzels van Önderdiaken ont-
vangen had; dan moet de iongite van de voor-
gemelde iCanonnikken , die Diakens Preben-
, den hebben , tot den trap van Önderdiaken
^derklimmen ; orn die plaats, met den la ft
jn het Voordeel dat 'er aan gehecht is, te be,-
«leeden; ter tijd toe dat ten minfte een van de
^oihoemde Kanonnikken , die ünderdiakerig
X i                         Jr*r§-
-ocr page 623-
<■>
49l OUDHEDEN EN GESTICHTEN
Prebenden hebben, zijne wijdzels gekreegea
hebbe , en refideere. Even eens is het met de
plaats van Diaken gelegen: want indien die
trap door geen een van de vier Kanonnikkert
bezet waarj dat is, indien niemand van hen
alleen veftdeerde, of Diaken ware gewijdt; dan
zal de jöngfte van de gemelde Kanonnikken,
die Priefters Prebenden hebben, tot den trap
van Diaken afklimmen · om die plaats, met
den la ft en 't voordeel dat 'er aan gehecht is,
fce beklecden; ter tijd toe dat ten minfte een
' van de vier Kanonnikken , die Diakens Pre-
benden hebben , Diaken zy gewijdt en reft-
deeret
Daarenboven; nadcmaal ieder gedeelte
van de gemelde orTergiften ieder Kanonnik tri
'tbyzottder toekoomt uyt hoofde van her amptj
bediening , en dienit dien ieder naer zijnen
ftaat te verrichten heeft, zoo ais gezeit is·, zoo
mag zoo een Kanonnik, die de wydzels op zij-
nen itaat paffende niet ontvangen heeft, de-
wijl hy Üæç dienft door zich zelven niet ver-
richten kan, niets van de voorgemelde offer-
giften beuren. Noch ftaat te weeren dat de
öftergiften, die in de drie Miften van Kersmis
geoffert worden, te weeten in de MiiTen Do*
minus dixït ad me é Lux fulgehit
; en Puef n&ui
cfl nobis,
onder den Deken en de twaalf rra*
deerenie en gewijde Kanonnikken g~Hlkelnl
omgedeelt moeten worden. Noch vorder; w
het gebeurde dat de Deken, of iemand van al*
Ie de Kanunnikken voornoemd, zei volle we?"
ken dag aan dag afweezig bleef} die zoudej
ten zy dat hy van ii Kapittel uytgezonden ot
met deszelfs zaaken belet ware , van alle "e
orTergiften der Paftorye , der lijken , en '0
drie Milten voornoemd j zonder eenige ver*
ichoo*
-ocr page 624-
VAN De^êNIeR;          499
fchooninge » op de-daad ψ& en ^fH
eenige dagvaarding of vermaning noodig w**-
re ■ verfteekch tëfr'i en toe den aanvang van
't nieuwe jaar, 't welk den ι Mty begint, vei-
lbeken blijven. Tot öirkondte en meerder ze-
kerheic van al het bovenitaande heb ik Hef
mfik -van Hellu
'Scholafticus- der kerke van Jut*
feen voornoemd , deze openbaare akce dooi
MmboldvanBeynen, Openbaar Notaris onder*
fchrcevert, doeri befchrijven én afkundigen i
.en heb'er tot bekrachtiging mijn zegel aan ge«
Ihangen. Gegeeven en gedaan in de RapitieK
plaatze der kerke vanZutfeeh, in t jaar des
Heerei$fi, in de vierde indiktie, den 26dag
van February , te zes uuren of êm omtrent f
inde tegertwöordigheit van de befcheide man-
nen, de Hecren fit'erner van OfdeHzelé, fleren*
m de Marni
j akijdduurende Vikariflen der
kerke van Zutfceri J en Johan Ludèifsz. \Pries-
ter en Koergezel der zelve kerke; die er als
getuigen by geroepen en verzocht waren,
%t fjet lmöe öanbfcö^ft \mt km jbofe
Ρ eeneti ®eeöc$)an?iei ban om ^Wim
johan van Arkel, OVW Ot OnÖerÖOlIÏMlgC bail
Ν ni3ett«i0c / bit boot Clemens V 0emaaUC
Ν stjne'^feitvetaal / öeamnenöe Uc qw u».
Öivinis, enj.
Ü Johannes, bf Gods genade Biifcriop van
^recht, wenfAe-aan de mCbriftus beminde,
fe Deken der nieuwe ftad van Zutfeen, en
2l'e Paftooren, Prielteren, enKlerkeri, onder
°nsftaande, die den tegenwoofdigen brief zul*
!er> xien, de zaligheit in den Heeré. Achter-
V{%ns den pligt van ons Hardersampt zijri
ty ten nauwfte verbonden om de gebreken j
-ocr page 625-
$•60 OüDHBüBN EN GESTICHTE!*
doolingen j misverftanden , en verkeertheden
d?r zeden, die wy mogen verneemcn dat in de
kudde die ons aanbevolen is, dat is in de ker-
ken onder ons ftaande en in deBedienaarender
zelven, opgerezen zijn, mee eene waakzaame
Zorgvu'ldigheit, zoo als een waarachtiger^ Har-
der pail, door de hulp des Heere te verbete-
ren Wy hebben verftaan dat*er in de kolle-*
eiaie kerke van S. Walburg te ZutFeen * onder
ons Bisdom, 't zcdert de eerfte ftichtinge en
begirtiginge der zelve kerke, altijd geweeit :
zijn en noch zijn twaalf Kanonniks Prebenden,
tol dewelken mettertijd by trappen opgeklom-
men word : dat daar onder zes Pneiterlnke
Prebenden zijn; die de zes oudfte Kanonmk-
ken hebben, dat is de zes, die langlt Kanon-
nikken z.jn geweeft· dat 'er vier Diakens Pre-
benden zijn, die de vier Kanonnikken hebhen;
dewelken, als Kanonnikken gerekend, jonger
ziin als de zes voorgaanden > en hen onmiddc-
Hik volgen ; en eindelijk dat 'er twee Onder-
derdiakens Prebenden zijn ; dewelken vang
twee allerjongfte, dat is left aangekomene Ka-
nonnikken, bezeeten worden: wijders dat ee-
fliee Kanonnikken , en in 't byzonder de Hee-
ren Esbert van Eze en Joban van Doornik, ø
zoodanige Prebenden als Kanonnikken bef-
ten, en by trappen van de Onderdiakens\Ëø
de Diakens en. van de Diakens tot de fMW
li-ke Prebenden opgeklommen zijn, weig^D
zijn, en tot noch toe blijven, zoo als ons é
kennen gegeeven is, om zich zeiyentoU
wijdzels die aan hunne Prebenden g^c'
ziin te laaten bevorderen: waar dooi' *
Godt vergrammen, en hunne zielen in ge**,,
ilelien : en 't welk ook de oorzaak is
-ocr page 626-
▼ áí Detente r.. ^oi
de gemelde S. Walburgs kerk te Zurfeen in de
kerkelijke dienften groore letzels, ongemak-
ken , en hindernifTen lijdt. Daarom is het
dat wv , begeerende zoodanige hinderniiTen,
iii'verftanden , en ongemakken , met Gods
hiilpe naer ons vermogen door bequaame te-
genmiddelen tegen te gaan, uluiden altemaal
en ieder van ui. in h byzonder, die daar toe
verzochr zuk worden, op de deugd der heili-
ge gehoorzaam heit gebieden dat gy, den te-
genwoordigen brief gezien hebbende , zult
gaan by Euert van Eze en Joban van Doornik
voornoemd i "mitsgaders by de Weeren , den
Deken en 't Kapirtel der kerke van Zurfeen,
indien gy daar toe gelegendheit kont vinden:
zoo niet , dat gy u dan naar de voornoem-
de kerk begeeft : de Piïerlcrs en Geeftelij-
ken der zelve kerke, en indien zulks noodig
is eenige bequaame geruigen, die gy bekoo-
tn<'n kond, by malkander roept; en Egbert en
Joban voornoemd» en alle deKsnonnikken der
gemelde kerke van Zurfeen, die Prebenden heb-
oen en tot de wijdzels aan hunne Prebenden
gehecht noch niet bevordert zijn, welke K<-
nonnikken uluiden door den toonder van dee-
*en brief in 't byzonder genoemt zijn of ge-
noemt zullen worden? dat gy, zeg ik , de ge-
belde perfoonen in 'c openbaar en voor al de
Gereld vermaant dat ze zich van nu af tot
daags voor het oktaaf van den naaftkoomen-
den Heilige Drievuldigheits dag , welk ok-
taaf vallen zal op den laaxftendag van Mey, tot
"e gemelde wijdzels moeten haten bevorderen}
°f dat ze in de volgende ftrafFcn en perikelen
Ve,"valien zullen: te weeten, ind»en ze zulks
»iet gedaan zullen hebben, dat ze dan van fton-
I i 3                          de
-ocr page 627-
$0%, ÖlTpHEï>1SN £Ν <jESTIGHTEÏi
de af, zoo ras als de gefielde 'tijd verftreekert
is ter tijd toe dat ze die wijdzels zullen ont-
vangen hebben , volgens de ordqnantzie di
Glemens F in de Kerkvergaderinge van Vienne
tegen de zoodanigen uyrgegeeven heeft, uyr het
Kapitrel hebben te blijven \ en de helft der
uytdeelingen ontvangen, dewelke den Kanon-
nikken die zekere gerijden bywoonen gegeeven
Worden, en zich geenzins vermeeten een groo-
ter gedceke te eiilchen of aan te neemen: ten
welken einde gy Rgbert en Johan voornoemd,
en allen den Kanonnikkeo in 't byzonder die
iiluiden door den brenger ^ezes opgegeeven
Ziin, of ongegeeven zullen worden, den vol·
komen inhoud der voornoemde ordonantzie
fcuk voorhouden. En by aldien dè gemelde
perfoonen hier tegen doen , of zich in iets van
't bovenihande wèderfpannig toonen, !'t geen
Qoót verhoede; zoo zullen wy het banvonnis,
en indien het noodig is , noch zwaarder mid-
delen tegen hen in 't werk itellen; ten zy dat
ze eene krachtige reden hebben in te brengen,
om dewelke zy tot het bovengaande niet ver-
bonden zijn. En gy zult hen dagvaarden om
tot het inbrengen van deze reden tegen de">
laatften vermaandag voor ons of onzen Qfficuial
Vyam te verfchijnen; dewelke dan de gemelde
reden zullen * onderzoeken, en, vorder doen.
*t geen het recht vereifcht.' Noch belaften wy
den Heeren Deken en Kapittel voornoemd,^
wy beveelcn'x hun wel itrengelijk op de deugd
der heilige gehoorziamheit, ja op de opfenor*
tinge hunner ampten en den "kei keiijken ban,
dat zy de gemelde ordonantzi (van Clement r>
naar haaren volkomen inhoud , en zoo als ζ
lek, na dat de laatiie dag voor 't oktave van
-ocr page 628-
van Deventer.          f eg
H. Drievuldigheits dag zal veriheeken zijn ,
voortaan en ten eeuwigen tijde tegen alle hun-
ne Kanonnikken, zoo tegenwoordige als toe-
koomende, dewelken weigerig zijn om zich
tot de wijdzels aan hunne Prebenden gehecht
te laaten bevorderen, onverbreekelijk hébben
te onderhouden. En op dat de kracht van dit
ons bevel in de geheuggenifle der tegenwoor-
dige Kanonnikken geprent blijvc, en ook tot
de kennis der toekoomende Kanonnikken koo-»
men mag* zoo laaten wy uluidcn door den zel-
ven brenger een origineel afichrifr van 't zelve
bevel met ons zegel daar aan toekoomen; om
van u aan de voornoemde Heeren» den Deken
en het Kapittel , gelaaten en ter hand geftelt
te worden : welk affchrift wy bëgeeren, en
op de voornoemde ltrarTen gebieden, dat zy
zuHen hebben aan te neemen , in hunne pa-
pieriïaarde of bnevekift weg te leggen en op
te fluiten, en voor een eeuwig gedenkfehnft
naarftig te bewaaren. Voorts zult gy ons het
antwoord der gemelde Kanonnikken, die gyl.
dus vermaant hebt of vermaanen zult, met den
dag uwer vénnaninge , en wat ui. vorder in
her uyt voeren van dit ons rechtsbedrijf zal we-
dervaren zijn, door uwen\brief, die door de-
zen open brief gedoken zy , duidelijk te
kennen geeven : zullende deze onze brief ter
getuigenifle der zake dienen. Gegeeven te
Deventer, in't jaar des Heere 1361 ,'s woens-
dags na den Zondag als'er gezongen word ,
Qeuli,
* De zfh zoude in't Latijn- eesnigzins anders fchijnen te
luiden : maar ik meene dat'er een drukfout is, cez» f^tr-
ttt&ltlir.
-ocr page 629-
'f#4 OuDHErmN en Gestichten
$n boïnt fce untboedna ban oen getndbm
Stelrjtgïjanöel/ 500 a\£ irie öooj ö?n ^afluoj
ban öe nientöe fïaö gtbaah 'f$/ f η öoo* 't af*
fcfyift ban bleiben ^ecgt^gatiiieï gcflofctn
laag.
          '■'            '!          ; ' "
Ik Jacob fflinke , Paftoor van de kerk der
nieuwe ftad van Zutféen onder 't Stift van U-
trecht, betuige aan den eerwaardigen Vader
fn Chriftus, Mijnheer den Biflchop van Utrecht,
of aan deszelfs Officiaal of Stedehouder, alle
eerbiédighett en eere, die mogelijk is. U ty
kundig dat ik uw bevel ; door't welke het
tegenwoordig briefje gèftokeh. is, volgens des»
ielfs volkomen inhoud» zoo als'ér in begree-
$en ftaat, ïnYopehbaar en eerbiediglijk in het
koer der kollegiale kerke van dè H- Maagd
fflalburgh der oude ftad tfanZutfcen, in de te-
genwoordigheit van de eerzaame mannen en
Heeren, jtmout LaU, Johan van Doornik, Hen;
drik van Mdeye\ L'dolf van jilttnis',
en Jar-
iïout Rutgenz. van Nïrnwegen
, zijnde aldaar Ki-
nonnikken die Prebenden hebben, op den Zon-
dag als 'er in de kerke gezongen word Jndki,
ten een uure of daar omtrent, uytgevoert heb*
daar noch tegenwoordig warende oefchêidene
mannen en Heeren, Johan Rix/efom , Daniel
Φαη Remmerswale
, Johan Korenpdt, Johan, Goos-
fin
makelaars zoon» Matthys L^amhertsz. altijd
blijvende Vikariflen i en vorder Johan Ludolfs'
zoen
, Wükm Hugmk^ï Rembold van Beynen,
Priefters en Koergezellen der gemelde kolle-
giale kerke van Zutfeen, Johan Sevus, Paftoor
d^r kerke van Ne^derhorft , Johan van Zw>>
geeftëlijk perfoon » en Krifliaan vander Putte*
Leek, dewelken daar by geroepen waren, om
. \                                 het
:
-ocr page 630-
ι van Deventer.            $Qf
bet bovenftaande als getuigen te zien en aan.
te hooien, Ter getuigeniflc van deze uyrvoe-
ring is mijn zegel aan het tegenwoordig bner-
je gehangen : gegeev.cn in 'c jaar 136Ί » op
den Zond ig voornoemd.
ht jmidto tucW^nttA ban. bm gi*
fcïlOP Joh'anncs van Arkel tó ÖOOJ ί»0Π &1ψ
jï|W lohannes van Arkels SUgoat/ OJJ 0*0«»
seiftetoifóefcbéftiot:
Wy Johannes, by Gods genade BuTchopvan
Utrecht, doen kond aan allen, die den tégen?
woordigen brief zullen zien, dat wy den rechts-
handel, die door onzen voorzaat . . . Johan
van Arkel
gehouden, en ook behoorlijk isuyt-
gevoert , door welken rechtshandel onze te-
gen woord;ge brief ge'ftoken is, als redelijk en
rechtmatig goedkeuren , belïendig vcrklaaren,
I en door den inhoud dezes uyt zekere kennifle
in Gods naame onwederroepelijk beveiligen.
Daar benevens gebieden wy op de opfchortinge.
en den keikelijken ban aan allen en ieder in 't
byzonder, die daar belang aan hebben oi zul-
len hebben, dat ze,den gemeldcn Reetushar*
del, of deOrdonanrzie inden zelven'vermeld,
aldus beginnende, Ut hi qui in divinis, naar
deszelfs volkomen inhoud, en zoo als hy daar
leit, in de kerke van Zmfeen ten eeuwigen
tijde onverbreekelijk. hebben te onderhou-
den, Gegeeven onder ons zegel ·, 'c welk aan
den tegenwoordigen brief gehangen is in't jaar
des Heere i}6*$r. des zaterdags na den Zon-
dag , op den welken in Gods kerke gezon-
gen word Cantate.
AAN·
Hy
f
-ocr page 631-
Aantekeningen op de
-■-■■; Á Á Í Ô E Ê E Í É Í G E Í
f. Ik geloof niet .dat iemand den Heer **ltittg, j* !
alle de Schrijvers , op dit üuk tegenfpreeken zal.
Die eerwaardige Schrijver geeft evenwel te kennen
dat fommigen den naam van ?utfeen van de Ufipien
of Ufipetes willen afieiden, lj>e verdraaying is wat
al te groot, en fchijnt op Voordeel af te ftuyten.
Maar by deze gelegendheit zal ik zeggen dat de Ufi·
fiers
evenwel hier omtrent huys gehouden hebben:
waar over Cellariu.s in zijne á oude Weereldbefchrij-
vingekari'nagezien worden.
2. Voor goede tarwe (laat in 't Latijn, Bonce Si-
liginis :
dit woord Siligo heb ik meermaalen, in de
vertalinge van dit werk , vodf tarwe genomen:
want ik meende, en meene het noch, dat her by de
oude en befte Schrijvers altijd voor tarwe genomen
word. 't Is waar dat Siligo ook wel voor een ibort
van ilegté tarwe genomen wierd : maar evenwel was 1
bet een fbort van tar:we. Echter heb ik Siligo altijd
al twijfelende door tarwe vertaalt , welke twijfe-
ling federt eenigen tijd meer vermeerdert als vermin-
dert is. Niet dat ik tan de rechte beteekeninge van
Siligo twijfele ; maar aan de kennifle der middelde
eeuwen; wanneer veele Schrijvers zich aan 't beilu-
deeren van de rechte Latijnfche taal weinig lieten
gelegen zijn. De redenen Van mijne twijfeling zijn,
i. Óm dat ik van goederband verzekerd ben dat si-
ligo
noch tegenwoordig , 'm fommige Latijnfche
Scholen buiten ons land , voor rogge word ge·
bruykt, i. Ik heb in de oude brieven van dit werk
de woorden Siligo en Triticum gevonden ; maar
't heugt my niet dat ik 'er Secale gevonden heb
Zouw 'er noit rogge-brood gegeeten zijn geweed-
Dat geloof ik qualijk. ;..ln deezen eigen brief,een
weinig laager, daar de Schrijver van tarwe fpreckt,
vinde ik het Latijnfche woord triticum.· hoewel het
waar is dat men dezelfde zaak altijd met den zelfden
naam rtïet behoeft uyt te drukken. Doch om dat J*
lioit gewag van secale word gemaakt, en dat'er ^"
ë Geegraph, autiq. part. i, Jib» z, cap, y.
-ocr page 632-
Beschaving ν4Ν Deventer.          JQ7
kerlijk ook rogge gegeeten is, zoude ik zeer twij.
felen of sifao niet genomen word voor Secale.
's Van de wijnkopen , enz. In t Latyn itaat s de
FIiMfj "welk naamwoord in dezen zei ven brief
tweemaal word gebruykt. Ik weet van "*"*'"«
niet anders te maaken als wijnkoop ; t welk op de
ooren van fommige Latyniften waarfchijneluk at-
ftuiten zal. Van fommige, zegge ik ; te weeten die
van 't brabbfel-latim der middelfte eeuwen weinig
gehoort of geleezen hebben. Het luft «^yf*^
valle van den onReoffenden Leer.er, eentge Haaltjes
van dat keukenlatijn op te geeven %■ en zal die
(taaltjes flechts ,-om de winite moeite, uyt het
Woordenboek van den bekenden Dpi Cavge uyt-
fchrijven. ^banium^w Abandomum betekent by die
Schryvers eene zaak die men voor verlaaten houdt,
of metterdaad verlaat; van't frranfche woord ah**·
dmmr. jfUètè
, ter aarde vellen, van het Fran-
fche woo^d ahattre. ^captare, iemand voor zijn
Heer en Hoofd erkennen , van caput, Acvbenza,
goed onthaal; van 't Franfche woord\accued. Ade-
ümm Edelmus,
een Edelman ^dcredttatus, die
goÏd kredyt beeft. Adiratus oiadtsratus, dat niet
by der hand is , van "het Franfche woord egarL
MUttare\
aanlanden, van htm. AM» , berich-
ten van het Franfche woord Wh Affarmm, in
't FWch affaire. Affidare £>ne trouw aan ie-
mand verbinden, van fido. Afforaare verAerken,
Affbcare, vuur aanleggen, vw focus. Agrementum
weleevallen: in't Franfch Agriment. Ahanare het
land bebouwen , van anhelare zwoegen. Atdm y
helper, van het Franfche woord atde Awefaa,
Ε„φα\
een gedeelte van de erfenis, dat den rnid-
ften zoone toekoomt \ ψ 't Franfch mneje Ah f ,
een krü^srok, in't Franfch Haqueton, AUerm*»·
nur;
,Vt EnKélfoh Alderman. Ambafaare ηη Ge-
ÜmmV
bekleeden. Ambafctator , Ambaffadenr.
Amparare en imparare rem aTtfuam, in t Franfch
rèépUm, enz. M&W, retrogarda, in »Franfch
Avaltgarde, Arrieregarde. Α^·Λ«,, in t Franfch
Apprentl·. Atuagangium, watergang; van t Latyn-
fche woord %& en het Duytfche gang Arcer»
by de Franflcn Éftim brengare, eene redenee-
-ocr page 633-
$©t          Aantekeningen op de
itng voor een Vergaderinge doen , in 't Franfch ti%
ram'uer. Arejtare 3
in 't Franfch Arrefter. Arijiato,
kkèderen, met dewelkeu de tomben van aanziene-
lyke luiden behangen wierden ; van de Duytfche
Woorden eer en /iaat* ArrayatHS , wel uytgerult,
van 't Franfche woord arrayé. Arrentare, op ren-
ten zetten. Arfena, in 't Franfch Arfeaal. Affem·
èktio, ajfemble'e. Aflummare t
opfomrnen, de lom·
me opmaaken. Atica , haat of nyd. Atte'mtm \ ge.
rechtelijk van een misdaad overtuigd: in't Franfch
«tteint Q convaincu. Avalare, naer beneden vaeren,
den vloed afvaeren, enz. Van 't Franfche woord
dval ï laagte. Avalterra , de Nederlanden ; v^n 't
Franfche woord aval, en het Latynfche terra.
Kvantagmm, %
Ü Franfch awMage Avantura, in't
Franfch avaniwe. Averare , bewijzen,. waar maa-
ken. Avera,, avtria, goederen, have; van't Fran-
fche woord avoir. Auriculare , iemand iets toeluis-
teren, Babevjynm, een Baviaau. Be'tnbe.ga, yzere
krijgshoozen | van been en bergen. Batalia , ge-
vecht. Berbharia, fchaapskoo.y, in 't Franfch Berge-
rie. Bkrbannum,
van bieren ban; zijnde xeker geld
dat de bierverkoopers molten opbrengen. Bladum>
tarwe of ook koren, van het Franfche klè. Blavus,
blauw. Blocuj, Blok, Blodiuita , boete voor't ver-
gieten' van menfchelijk"bloed, van bloed en witè'ï
dat is iiraffe. Blosfdus, blond. BoUngariut, bakker,
van 't Franfche Boulanger, Bordw, boord, Bofius,,
boich. Bota, boete. Botta, lees, by de Franifen
botte. Boto, knoop, in het.Franfch bouten. Braiarc,
fchreyen, van't Franfche braire Branda en Bfando,
een brandende toorts, een kool, enz van bran»
djen, Brefma, een braaiTem, Bridgumut, Bruidegom.
Brlgancü, in de Franfche tal e Brïgam. BrodiatoreS,
broddelaers: die in't uytfchryven der oude boeken
broddelden. Bruarium, Brueria* Heide, van't Fran-
fche woord Bruyere, Bucus, bok. Bnffones , in't
Franfch Bouffons, Buletare, bulten het koren. Bur-
tare
, boérten. Buucula en Buticularius, in 't Franfch
Bouteifle , en Bonteiüer. ^bbutare , in 't Franfch
aboutir. Caciare, jaagen, in 't Franfch chaffrr. Ca·
ntcrlenzut,
Kamerling. Cambellanus, Kamerling,'in
\ Frarjfcb QhamhUm. Qamiw weg} in 't Fraafefc
ebt·
-ocr page 634-
Bêschrïving van Deventer. ?o*
•sbemin ; in 't Spaanfch en Italiaanfch «wi». Cm
mifa,
in't FranCcK Cbemifc. Campto , Camphto %
Kampvcchter. Carrciarej carricare, carruar* , met
een karre of wagen voeren : in 't Franfch cha-
rter Cafcavhlïus,
klokje, bel : van het Spaanfch·
woord cajcavel, Cajikzare, timmeren, van cafima %
voor een huys genomen. Categtsrare , Categortzaret
preeken. Cavatarii, of zoo als Dh Cange geleezen
wil hebben Cavatani, fchoenlappers: van het Frart*
fche woord Savetiert. Cavatkartt , die hoordgeld
moeten gecven. Cauculatores , Cacularii , Coclea·
r«,Guychelaars,die met de goocheltas fpeelen enz.
Raachiafus, afgeweezen, terug gedreeven: van C
Franfche woord rechafé. Cbangta , verruilmg, m
't Franfch el'chan^e. Charolare, opfpringen, enz. in
't Franfch Cabrioler , Chenptanus, Kapiteyh : van t
oude Franfche viooxaCbevetAine. Cboremavm, man-
men van 't Hof; van 't Latynfche woord cuna, ea
hetDuytfche Hof. Cyriezetum, inkomlte der ker-
ke van deSaxüfe woorden Cyrik, kerk, en fieat,
fchattfne, enz. Cittadanüa, het rectn van Burger-
fchap ' van 't Italiaanï'che Chtadinanza, Civada,
terit of haver, enz. by die van Languedok cibado.of
Sivado genaamd. Hier van koomen Uvadagmm, Gi-
verapum, em. Ciurtnia, de galeiboeven, rocyers ,
in'c Italiaanfch Ciurma , in 't Franfcn CAwerwe.
C/«r«, het klokkenhuys,daar de kloeken han-
een Qtlaperius, konyriekooy, van 't Franfche woord
blapier Oarafws . CUriffi, Claro: klaroen: in t
Franfch C/^>o«- Claficum en (J&Jii , het luiden
van alle de klokken, die in 't klokkenhuys hangen,
*an 't Franfche woord gUs. Qlaufartus, een Mon-
nik die in zijne celle opgefloten leert. Glaufirprf*
in e'en kloofter opiluiten : of iemand voor een Mon-
nik aannemen. &éU\ CW-, enz. eene horde: m
't Franfch Claye, Clenaa; dg deeerlte Kruynichee-
rïng ontvangen heeft C/,r/^Geeitel.j.wor.
1 den enz. Cloca of Clocc* , klok. Coferum en1 Cd-
/r««;, koffer. Collifirigium, de kaak : van «//«>*,
en /fr«« : om dat de misdadiger met iijnen hals
aan een Vieren kring vaitgebonden wierd Ucom-
thrë
, incumbrtmentnm , beletten , beletzel : waar
over Z>» €*ke zelf kan nagezien worden. Om*-
-ocr page 635-
$iÖ           AantekeniNbÈN bv de
pagnia: in 't Itaiiaanfch ooSï Compagnia, in 't Ff anfcri
X^tnoagnu, een bende toidaateu. Compagwtim, in 't
Franicn Compagnie. Complamta , zekere ichatting j
vunGompiainte* klagte; om dac'er over die ichauiag
veel te klaageu viel. Cc»<* , hoek , geweite: in't
Franich t«*. Comme pelies, Konyiisvelleu. Congèet*
tare,
in oud t'ranich conquetcr. Cojduna , 0>jaumiy
gewoonte: in't Franfch coutume. Cujtumare, ïciiat-
tingen ophaalen. Conjtumarius, pacniers , enz. C«»-
taiiare. dagvaarden, enz.
Deze Haaltjes Heb ik als ter loops uyr hef begin
van Üh Cangs gctroKkén, en het grooctte gedeelte
noch overgellageïi. Indien ik tQt de volgende let-
ters wilde ovèigaan ; die zouden ieder geen minder
getal van zulke halt bakkeLatyniche woorden ople-
veren. Ook heett üe Leezer gezien dat ioimmgen
van die nieuwerwettche woorüen uyt iweedeihande
tale't zamengevoegt zijn; zoo dat het geen won*
der is dat het naamwoord ^imtopium hak Latijn halt
Duytlch is. Daar zag men niet op , en müicbien
wierd zulks voor een fraaye uytvindinge gehouden.
Ik moet 'er evenwel byvoegeii dat 'er ecr.ter jiti die
tilden geleerde luiden Zijn geweelt, die van zulke
wantaal walgden; en zoo zuiver Latijn fchrceven,
als meenig Schrijver van deien tijd $ of ten mnifte
hun befte deeden om geen batterd-latyn te fpreekeu.
Dit zoude deeze Aantekening al te groot maa-
ken· miilchien zal 'er elders beter gelegendheit toe
komen. Maar dir raakt zóó verre de betekening
van het woord Vinicopïum: doch die zwarigheit blijft
»er noch wat Winti dat'er van de wijnkoopen der
tienden konde koomert. Daar zal ik maar op zeg-
gen dat het Kapittel} of de Üfficiaal van 's Kapittels
wege.dtn wijn waarfchijnelijk gelevert zal heubei),
en de'proiytendaar van genooten. Elders is getoont
hoe dat fommige Geeltelijken , zoo Kanonnikken
als Monnikken, bieren wijn piagten te vetkoopen.
4. Oorlpronkelijke fiaaven , in 't Latyn urigmariti
die van arkomite ilaaven zijn, en welker voorou-
ders ook ilaaven waren , enz.
                                 r
5. Voor Bakkers ftaat in't Latyn Cereahs: t welk
volgens den meergeiiielden Du Cange Bakkers bete-
kent.
                                                                              JE
-ocr page 636-
Besc^ryving van Deventeïu fa
ζ
Voor Masmannen ftaat in 'c Latyn M^smanni\
die'naar allen ichijn de zelfden zijn met Majjarit.
Nu Maffarii k waren huysluiden of boeren , die op de
wooning of hofltede van eenen Heer, of kloolter, ofc
Kapittel zaten, en wifteu wat zy daar jaarlijks voor.
opbrengen mollen. Majfarim. koomt van MaJJa \
't welk dezelfde betekening heeft als Manjm or ihan-
[um;
en naer fommiger.giffing ook van dezelfde af-
komfte is.                        '■'··-
7 Door de vrede, die de Voril verleent , word
liine befchenning, en zoo als men fpreekt, Sauve-
erde
, verftaan. Zoo ftaat'er in c zeker Synode :
Wr /i<?r£ geniete de vrede 't ods , iïV ftr«fe <&J Λ0-
en de mede van alle kerken.
nings
8 Voor befeberming ftaat in 't Latijn bannum :
't welk velerhande betekeningen heert ; maar hier
voor's Vorfteu befcherminge genomen word. Ook
wierd het woord ban van de Duytl'chers in die bete-
keninge genomen ; en de Vorft zeide dat hy zijneti
ban aan zoo of zoo een perfoon, of kerk, of plaat-
ze verleende. Zoo ftaat 'er by 4 Ugbellus : „ Üok
„ heeft de Keizer zijnen ban over den BiÜchop en
"de voornoemde lanthoeve gezonden . . . zoo dat
,; niemand zich voortaan heb.be te verftouten, den
„ Voorn. Biflchop.of iets dat hem aangaat, te cjuel-
„ len, te plaagen , ofte ontrüften, enz.„ In die
betekeninge word het woord bannum zeer dik wils
van Ughellus gebruykt. Zoo ftaat 'er ook in eenert
brief vVnMareleden Grooten: „ Indien iemand koomt
„ jaagen in dit woud, dat de befchutting van onzen
„ban heeft, enz.,, Zoo verleent Keizer Koeu-
raad f
11 „zijnen ban en vrede allen den genen ,
„ die de kerk van Hamburg zouden bezoeken, enz.
„ En dien zelven ban heeft hy ook den Aarrsbis-
„ fchop om zijne trouwe dienften gegeeven. „ Dat
wierd genoenit mttter g bannum fuper aliqua re vet
perfi»a.
Die den ban verleende, deed het met deze
plegtigheit 7 dat hy eenen ftok in de handen nam; en
eeoezekere' boete fteldevöor die zooeenen perfoort*
& Vide Du Cancre.          c idem iu voce Paa,
d lral Sacra in Epifcopis Afculafjis.
f Apud Crantz. in Metrop· lib. 2. cap, 2,
f In piivil Eccletlae Hamb.
•f
f Du Can^e iu voce bannum»
-ocr page 637-
fi% Aantekeningen ©ρ bk
pf plaats { Beledigen zouw. Ook wierd het genpemt*
tonere banmrh fupcr caput alteu'ui, enz. 't Geen de
%/eezer by Ok Lange zal beweezen vinden.
9. Dit is geweeit julms 11; van wicn ik by deze
gelegendheit niaar zeggen zal dat hy van fominigeri
hemelhoog gepreezen , van anderen zoo veel te
meer gelaakt e.n rïiispreezen word, St'eila, die op
dien tijd leefde, (telt heni onder de belte Pauzen:
„ Hy is zekerlijk een goed en deugdzaam man , hzijn
de woorden van Stella, en is zoo groot een Vor-
„ (ïendom ten uyterlle waardige indien gy . „ . op
„ zijne vodrzigtighëit , Wijsheit , en goed overleg
„ ziet. En wegens zijne gerechtigheit en goeder-
„ tieredheit word hy zoodanig geröemt; dat het niet
„ wel te zeggen is, door wie {van beide dte dsugien)
„ dat hy grooter lofverdient. Want hy is ten hoog-
„ Iteeivaren geweeit inde befchaafde wetenfehap-
„ pen, ert heeft uytermaten veel gehouden van ge-
„ leerde mannen; die hy van alle kanten Opzocht,
„ en zoo met geld als kerkelijke prouven wonder-
„ lijk onderfteundë. Zoo eenen Paus had Gods kerk
,, van noode ·, die het fcheepje van Petrus]. dat fe-
„ dert langen tijd door de golven der zonden ge-
„ weldig gebeukt was geweeit, ter haven der zalig-
„ heit kunde ftieren, enz.„
Onuphrius Panvlnïm, die anders de gebreken der
Pauzen wel opleezen durft, getuigt van hem dat
hy, Kardinaal geworden , allerhande deugden, en
voor al de geiriatïgdheit in zijne woorden en wer-
ken behartigde, vriendelijk in zijn g'-drag was; om
zijn deftig gedrag, beleefdheit, en bévalligen om-
megang, in de gunfl vart grooten en kleynen ftond;
en ook geen andere vrienden verkoor; a!s die zeeg*
baar van ommegang waren. En , na dat hy zijn
Pausdom befchreeven had , haalt hy zijn gedrag met
deze woorden op: „ Hy is geweeit kloekmoedig,
„ ftandvaitig; een dapper voorftauder der kerkelijke
j, zaaken, kolt geene fmaathcden verdraagen \ waS
„ onverzoenbaar tegen de hardnekkige!); in tijden
,·, van tegenfpoed ?ich zelven te boven gaandeen
„ overtreffende; van een on ver winbaar gemoed; >n
„ tijden van vooripoed gematigd , en zeer milda*
<%. „ Hy had pas te voor'c gezeit dat hy (jfulms,»)
doof
e
m
-ocr page 638-
Bëschryving van Deventer.          513
door de glorie der wapenen een grooter naam ver-
kreegen had als eenen Opperpriester palre: maar hy
voegt 'er daar na by dat hy om geen andere redenen,
ioo veele oorlogen gevoert heeft; als om het ker-
kelijk gebied , dat van iomrriigen geweldtgerhand
ingenomen was , wederom te winnen. Meer an-
dere Schrijvers , dié hein even hoog verheffen, be- ,
hoef ik niet aan t'é haaien : ieder kan we! denken
dat'er genoeg zijn, die zijnen lof niet tullen ver-
kleinen. Maar daar vJjri 'er ook genoeg, voor al
onder de Franiche k Schrijvers, die zoo veel quaads
«Is de anderen goeds van hem wêëten te zeggen:
maar men moet ook weeten dat hy met de FraniFeti
fchier altijd in vyandfehap heeft gekeft. Het geen
by Rmoldm i Ferrmus Haat, hoewel't een gemeen
ïeggen was, dewijl hy't evenwel voor geene wekere ·
waarheit opgeeven durft 1 Wil ik oök niet tekenen.
De ?,aak zoude hier in beltaan : S. Pkter word door-
gaans met fleurden uytgefehildert , S. Paulua met
een zwaan. Zoo vertellen ze dan dat Julms II, als
hy gereed flond om tegen deFranffen öp te trcklien,
met den degen op ty en de ikutelen in de handen
naer den Tyber ging , en de ilcutels in dien water-
llroom wierp; zeggende, naardien S. Pteters ileuiels
niet langer hielpen, dat hy z'ich voortaan van S, Pan-
'lus
zwaard bedienen Zouw. Doch dat zal ik , tot
naerder b'ewijs,voor een uytllrooyzel houden; maar
dit evenwel zeggen dat de gemelde Paus by fommige
Vorften , ja by Kardinaalen zelf 3 ganich niet wel heeft
Riftaan. 't Ging zoo verre dat de Keiier Max'tmi-
han
, en Lodewijk X I IKoning van' Vranknjk , door
Nigë Kardinaalen geilijfd , een algemeen Koncilt
« Pifa deeden beroepen; daar de kerk, zoo wel irt
taar hoofd als ledemaaten , hervormt zoude wor-
<k". Het Koncili ging ook aan oiidér de voorzitting
Va" den Kardinaal de SanSla Cruce: men hield ver-
sheide Zittingen} eerft te Pife; daar na te iViilane;
v-ant de Kerkvergadering Was üyt Vreeie van defi
Paus Julim van Pifc naar Milane verplaatit. De
Paus wierd verfcheide reizen gedaagt om eene vrye
plaats, tot het houden van eetie Kerkvergadering»
* Meferay , A, Ferronuï de rei», geftis Gallon Sec, StC
tB Ludovico X I U
κ i                      U-
\
-ocr page 639-
fi4          Aantekeningen op »e
te benoemen ;'en';er 'in eigen perfuon te verfchijiieo*.
eindelijk wierd hy in zijne bedieninge opgcichort;
met verbod aan alie Chrhlenen van hem (taande die
opfehortinge voor Paus» te kennen. Maar de Paus,
om dat onweder te verdrijven, hield eene andac
Vergadering in 't Paleys van Lateranen. Max'tm't·
lïaan
bezweek, en hield zich aan den Paus J«lm'.%
en de 'Lateraanfche Vergaderinge. De Paus koomt
ondertulfchen te licrven \ en Lodewtjk X Π zag ook
geen beter rand , als zijne lireng te laaten glyen, en
zich ook met de Kerkvergaderinge van Lateraanen
te vereenigen.
Ik moet 'er noch byvoegen dat Juï'ms II, noch
Kaïdmaal zijnde, getoont heeft dat hy in de hoof-
fchè Itreeken ganich niet onbedreeven was. Toen
Aitxandec V I op zoo eene wijze, als elders verhaalt
is1, overleden was $ deed zijn zoon , Cajar Borgia,
zijn uyterlle belle om die opperwaardigheit op ie-
mind te doen vallen , op wicn hy zich zeken in
den algemeenen haat der menfehen noch beii verlaa-
ten mogr. Κ Hy had het oog op Georgius d'dmboije,
Aartshiiïchop van Rowane; dien het Pausdom, zoo
als het fcheen en de zaken honden, niet miilen kon.
C. Bargiii had een deel Kardinaalen gewonnen; het
Franiche leger was in de Itad; dat naer des BilTchops
wenken omzag: ieder vreesde voor quaade gevol-
gen < indien de Aartsbiifchop voorby gegaan en in
ziine verwachtinge bedrogen witrrd. De zaak was
* zoo goed als geklonken. Julianus de Ruvire, die
naderhand Juiius II geworden is, en ganich geene
reden had om Cafar Borgia veel goeds te gunnen»
ging den Aartsbillchop als in vertroüwendheit Ipree-
ken „ Ik weet 2eer wel, zeide hy, en ik beken-
„ he dat gy de,'gunfi der Kardinaalen hebt , en tot
„ Paus verkooren zult worden. Daar by verklaate
V, ik dat ik, om den weg voor ii te baanen, en dc
,v 7aak tot een gewenfeht einde te brengen, veele
,, veinzingen en ontveinzingen heb gebruikt. Maar
„ tot noch roe heb ik gezweegen $ weetende oat
'y, dr tijd noch niet gekomen was , om my ©?*
„ vrucht voor u te verklaaren. Doch wy ailernaaM
„die tfwe vrienden zijn , zijn voor eeile zake be"
Κ A. Fariums in Lud-X 11.
k©m·
-ocr page 640-
BESCniiYViNö van Üeventer.          T'5
krimmërd; te weeten dat de uytiandfche Kardi-
"Llen fchreeuweti en klaagen zullen dat gy uyt
' ree7e Voor't Franfche leger tot Paus yfcrkoorea {
" 7i,f''t welk, geluk li bekend is , voor dezen
"
ooi
,,;lilenni 7-ulkn aanleggen om een anderen l aas \
" tV kiertn Dewiil gy dan ziet dat gy de genegend-
" helt vuil alle Kardinaakrt hebt » waarom verkilt
'' ^ uwe vrienden van deze bekommermge nier ?
■ Eh om de waarheit te zeggen , iemand zoucie
" bhiVni de verto.uig) "iet wivJbr eenigen ichi.ia
"van reden kannen te gemoet voeren dat de.nulp
" van den Η Cleeit ons verlaaten had, óm m de
l Kardinaalen onder de vbrkiezinge rondom um-
rlrigt waren van de wapenen der Franlllm Dies
ooideele ik dat gy wel lulrdoen met het Franiche
' léger aan'Kmds uyt.de lUd te doen trekken : wan-
"nter gy de PauÜeÜjke opperwaa-dienen zult be-
IJ ioomen, 7.ohder dut 'er iets tegen te ze.gcn /.al
villen Dit raad ëikai cal zocU om dat ik in deze
1' raken niet .'eenertiaal cmbedreven ben; ei. 7,eker-
Jlik weer.dat gy de genegentheh dfr Kari.naalert
hebt Wat vorder noodig /al zijn om u tot me
■„ Opperwaardigheit te doen koomen , daar ψ ftelo-
„ ve ik dat ik u getrouwelijk en met alle vlijt zal
'Dc^edeneh van den Kardinaal troffri den Aarts:
hiiïchop , die de zaak aan Οφη fm<* bekend
m .akte BaMê J die't niet hatden kolt dat zoo «ruim*u
als 'Uli^üs m ™ne oogen was van den H. Geelt
durfde Wreeken , deed zijnen raad evenwel opvol-
geri De Franllen trokken uyt Rome; de Aaitsbis-
Tchnp van Rowarie wierd in zime hoope belogen.
Want de Kardinaalen , voor geene Hanilen meet
te vreezen hebbende, gaven huope JJvnimen aarj
francos Picolbomhem, die den PauiTeluk^n Stoet
«echts eenige dagen onder den naam van Pttts lil
bekleedde; en den voornoemden j^ltams ψ W
Wil, tot opvolger kreeg. En, 't gern de^J ts-
Nflchoti iniÖchien noch meelt gefpeeten heen., · *»
W, die hem dus uytgellreeken had, !e,.f nader»
hand meer als eens met de verwaandheit en hgtgcloo*
^ighcit der Franffen gelachen.            ·'.....j«,
iSki                         ι°·
1
-ocr page 641-
5ΐβ Aantekeningen op de
ίο Om aflaat<-n u verdienen , enz. voor welke
woorden in net bami Itaat , pro {Utionibus co»fe.
quëndii;
Ik weet niet dat ik veele plaauen geleezen
heb , daar Statta voor aflaat genomen word: maar
het gevolg geeft genoeg te kennen dat het hier zoo
genomen moet worden. De reden zal zijn dat zul-
ke Stautzieu te Rome gedaan worden om afluten te
verdienen. Dient dan geweeten dat Staiio by de Ker-
lceliike Scnrijvers verfeneide betekeniiTen heeft,
Eerltelijk word 'dat woord vooi^tjumum of vallen
genomen: hoewei ibmmigen dit onderfcheid tus-
fchen jejunium en Stath m Itellen azi'jfejunium een
eigenwillig valien, Stationen geboden valtendag be-
tekent. Ten tweede » word Statio voor de Verga·
deringe of' byeenkomlte der Chriitenen genomen \
voornamentlijk voor de Zondaglche Vergadering*:.
Ten derde worden.die kerken, kapellen, en andere
plaatzen Stattones ofSuatzien genoetnt , daar de om-
megangen of proceflkn eenigen tijd jtii ltaan; en
daar de geloovigen dan bidden , eenige vecr/.e uyt
de Pfalmen zingen, enz. En om die reden, word
Statio o ten vierde voor de ommegangen of proces-
fien zélf genomen Zoo Itaat'er in't leven van Gre-
gonus den Grooten
, door Jobannes ρ Diaconus be-
fchreeven, dat de gemelde Paus de ommegangen»
Stattones, deed houden in de kerken , en op de kerk-
hoven der Martelaaren; dat hy die ommegangen in
eigen perfoon volgde; en 'er op verfeneide tijden 20
Evangeliën vOor het volk uytgelcit^ heeft. Dat ψ
woord statio in dit verhaal van fohannes Diaconus
gelijk ook inden 42 brief van Cypriantts, voor t™
tenen ommegang of proceffie moet genomen gor-
den , is volgens D* Cange het gevoelen der geleerden.
De beroemde q Mabillon voegt 'er by dat Job. W'
Rabanui de inftit Clerici cap 8. Jcjuniumic SiatioAt»·
tur/ Ztc lülor. lïb. 6· Origii cap.uliimo. C«Sia»U> "r
verfcheidt aJaaWu. Heimi-s i'altoral iiö. j. oip. ï &Cr
L VidèKat>AU. & Itidür. ibhl Chr. Lupum 4rt uij0
torn f. pa° 07, 68, 69. Mabillon. Muticum iwlic. l,ar'4'
Kxxxi,xxxn.
η Vuk ibü- & Uu Cange in GloiLir.
β VideOu Cai.ge Öce, f Liu. j'. cap. i8»
2  Mubeum ital, pt, », 6tc»                                  ^0i
-ocr page 642-
BeSCHRWINS VAN pEVENTER.            5*7
iums zoo verftaan moet worden dat die tattones o*
ommegangen voor den tijd van Gregorius den Groo-
ita
geen valte plaats hadden, maar dat nu de een?
plaats b> wijze van eene proceffie bezocht wierd ,
dan de andere ; naer dat het gelegen quam : doch
dat Grtgorius ingeftelt heeft dat de kerkhoven der
Martelaren . dst is hier te zeggen de kerken op de
graven der Ma* telaaren gebouwd , door die omme-
gangen bezoeht ipoften worden.
Ik zal'er uyt den welven Mabillan noch bwoegen
dat die ommegangen ook » Lttanven genoemt zijn
geweeft. Metrertiid wierd het woord Litania meer
genomen voor de gebeden die onder den ommegang
gefchn:den ; voornamen?lijk voor de aanroepingen
der Heiligen. Doch by de Grieken word Lytans*
ook voor den ommegang genomen : zoo als de
Lee/er by Dm cange {in ConfiaKtwopoli ckri/ltana)
bewee?en zal vinden. By den ?elven Du Qavge,
maar in een / ander werk, zal de Lee?er ?ien dat
Statin ook dikwils voor een maaltijd of uithaal ge-
nomen is geweeft
                               hl
Ik moet noch zeggen dat het gebruyk van drie-
jaarisie, zesjaarige , tien en twintigjarige aflaaten
aan de bezoekers van zekere kerken of godvrnchtige
plaat/en te verleenen hoewel t'hans zoo gemeen
geworden , niet veel ouder is als de twaalfde eeuwe:
't welk evenwel van eenige Religieuzen fterk , en
tot kyvens toe, tegengefproken word. Het ?eggen
van de geleerdfte luiden, dat zulke aflaaten niet veel
ouder zijn , fteunt op de ftilzwijgendheit determi-
neren, by dewelken van znlke aflaten geen ouder,
gewag gevonden word. !5y Áíáâáßíù bv voorbeeld,
diededaaden der Pauzen nauwkeurig befchrijfr, zal·
men zulke aflaaten niet vermeld vinden Om hec
»■ Dit kan Ook uvt andere Schrijvers beweer^n worden:
ïoo ftaat "er Wy ^fnaftaftur Sibl- {m Servië Pap/t) C vHitult *f
>n dxtbw ^nnunciatiofiis Dtmini , Nativhath , & Oormitio*
«ir S. ¿á'é Genitr'nit, Lhanla tteat á f ^tdriann , c^ *d
,S MarUm popuim af.urrat.
zon word Li'gnie by den ielven
Sclu'jrer ook genorrji-n in TJrnor'im ƒ , Stt«h^nm til Cr»'
print l
, eng, by Gregvriw I ïelf ïil> X IJ Eptft· 2. CD by Ë\-
waiiiMt tib ô Htft. Franc cap æ f. &c- ,
ƒ 1« GiofTaric ügetliac & infimae Litio»
-ocr page 643-
jiB           Aantekeningen ïé· de
Rö rt te maak en ; f f êforimm dis in ?-ulke zaikeii
niemand te nae gefpro en, .alies 7.00 nauwkeuii,?
Onderzocht heeft en zoo giondig verftaat als de belle,
verzekert ons niet alleen* maai bewi.jit het ook.bon-
dig dat het gemelde gebriiyk nut veel ouder ç dan
het jaar iifT of 1 6:. Zijué vordére bewijsreden
konnen bv hem nagezi.cn w-iden. Die dat gebruyk
ouder willen nuaKen , bebbert onder anderen
drie bewijzen fn te brengen : 1. Dat Gregt,riw\,
ioo z\% Gn'tUlmus í Antifiodorenfis ichnjft , aan alle
de e e'noveen die de ommegangen in de,vallen, te
Rome volgde*», vijftig jaaren aflaais beert verleent.
i. Dit in· eenen brief van S Lu^erus , die acntet
.lijn 1 even-ftaat, van zulke aflaaien gefproken word.
5.' Dar Smim W drie jaaren aflaars verleent zou-
de hebben aan alle geloovigen ., die de gebeenten
van eenigeHeiligen in de kerk van de Ç Ç- ^hes
term /VUrthus
op'zekere dagen zouden b^oeren.
Dit ftaat op een marmere tafereel te kezen , é welk
in de gemelde kerke noch tegenwoordig ten uwjM
haneende Maar Gmielmm AntijiodnrMn rooit bl.jk
vanzin zeggen gegeeven hebben; en is te Mng na
Greroriu* Tin de weereld gekomen, om «·■*·■««
tonder ander bewijs , ja tegen alle bew.jzeu aan,
g^t geloof te verdienen: De meer, daar men ... de
Ê&ßßÅ S(7^--^n'tmiuüege^v
brief van S £,*%>«; belangt, daar de kanonuaai
van S Swhhrtm omrtandig belqhreeven word de
l ord te^nwoo-dig van alle kenden «^A^t
é* ft***» ** W^TÏS g^P aat "door
f ^ , renUrTng ç i,f daar na/doo, .W
lU was geween en Red.tf £**· |^^
Vcrk m'et genoeg verheerlijr ware ^"U. t u]iie
Jei verVeenen vai dergelijke agaten. Die roe* ø
f De Paenit KB· »o. cap 20                             3 ft| *
í Summae Thcol. Hb. 4· Wjfc 6' "P *                    ge-
-ocr page 644-
I$ESeHRYViNG VAN DEvENTFR.             fT^
gefchilkn gedient is , zal meer andere bewijzen van
deu zei ven trant by den geleerden tv P.ipebrocbius
aangehaald en opgeloft vinden.
ii. Die een andere aflaat had , mogt geen deel aan
dezen aflaat van 20 jaaren hebben ; 't welk noch ten
overblijfzel fchijnt te zijn van de oude kerktuchr;
wanneer men , in 't verkenen vsn afluateji , met
veel grooter gematigheit en fpaarzaamheit te werk.
ging als tegenwoordig. Ook is dit een van de ken-
teekenen j aan dewelken men gewoon is fommige
PaufTeli)ke aflaatsbrieven te toetzen. Ik wil zeggen
dat verfcheide zulke aflaatsbrieven van de twaalfde,
dertiende, en Veertiende eeuwe, en noch veel meer
die noch ouder zijn , al ware het maar om deze
reden, voor valfche en verdichte brieven gehouden
worden , om dat ze zoo mild en qinHachtig zijn in
het verleenen van volle, of drïtjaarige , vijfjaarige,
zesjaarige aflaaten. Hier van hebbe ik reeds op an-
dere plaatzen , en ook in de voorgaande Aameke-
ninge, gefproken. Ik moet hier noch, tot beveili-
ging van de gemelde fpaar/aamheit, 't een en't an-
der uvt Baromvs en andere Schrijvers byvoegrn.
Zoo fchrijft Barofsius dan over het jaar 1.177-, dat
Alexander I I ï in 't gemelde jaar het hoofdoutaar
der kerke van Ferrare ingewijdt heeft ; en niet meer
tls een jaar aflaats voor de doodzonden verkende.
Hier uyt blijkt, zegt hy , boe dat de Pauzen in dien
tvd niet gewoon xuaren langer aflaaten te g-even als
van een jaar
, Itehalven in de Kruysvaarten naer '/ H.
La*?d
; '2 welk uyt de bullen der an./ere Pauzen uok
hewéezen kan worden.
Derhalve als Alexander Π 1
omtrent twee jaaren laater, te weeten in de Kerk-
vergaderinge van Lateranen , met den raad dep an-
dere BiiTehoppen twee jaaren aflaats aan alle dé ge-
nen verleende die de wapenen tegen de Ketters zou-
den aanfchïeten; daar in heeft hy eene groote toe·
geevendheit gebruykt; en zulks gedaan, om dat hy
*t hoognoodig voor't welvaren der kerke achte , de
tnoedwilli}>heit der ketteren gewapenderhand te be-
teugelen In de dertiende eeuwe, 7s.n0 als, χ iVorinus
tnet krachtige redenen bewijft, was het ook iet zeld-
*> tVcfp. a<l Exhibit, Errerum: art. 14»
* Lib» 23. <fe Poenit.cap. iV.
IC k 4.                         ïaams
-ocr page 645-
%éï           Aantekeningen èñ «e
?.aams en ongewoons dat de Pauzen afiaaten voor
een geheel jaar verleenden. In het jaar 1215·, als,
5. Francifcus zijne Order niet lang geleden ingeftelt
had, wierd van de IV Lateraanfche Kerkvergaderinge
onder laaocentius ß 11 voor eene Wet uytgegeeven<
dat men ter gelegendheit van eene kerkwyding geen
grooter aflaat /oude geeyen als van een jaar: en dat
de aflaat, op het jaarfeeft van zoo eene kerkwyding,
niet grooter mogt zijn als van 40 dagen : daar men
deze reden by voegde om dat de Roomfche Paus, die
dg volbeit der magt bezit, gewoon is deze gematigd'
hek in -zulke zaaken te onderhouden.
Die verdere be-
wijzen eifcht , heeft Morinus ter gemelde plaatze
maar na te zien.
Wat de volle afiaaten belangt·, die wierden vol-
gens den meergemelden Baronius alleenélijk in eene
gelegendheit gegeeven ; te weetèn aan de Kruysvaar-
ders die hun leven voor de behoudenhTe van het
Chriilendom'tegen de Turken en Sarazyuen gingen
waagen ; 01" ten dien einde geld opbragte'n : de reden
was; dat het Chriilendom , zoo als dé zaak begree-
pen wierd, in 't 'uyterfte gevaar was om door die
Aartsvyanden van ons geloof onderdrukt te wor-
den.
Dit alles betuigen de geleerdfte Schrijvers : de be-
wijzen , zoo als het Fchijnt, zijn bondig en klaart
Doch die hunne rekening by zulk fchrijven niet vin-
den, zwijgen op alle die bewijsredenen ilechts (lil;
en hebben 't even drok met de volle afiaaten te ver-
tellen, die hunne Order of kerken in de gemelde eeu-
wen zouden verkreegen hehben. Om dat het zoo
ie pas koomt, en over alle deze Bullen niet veel an-
ders aan te tekenen valt, moet ik hier in't kort van
den bekenden aflaat en het feeii van Portiiinculd
fpreeken ; zonder my nochtans in zoo eene zake
het ampt van Rechter aan te matigen. Ik wil Hechts
hlliori/Tcherw!J7.e vernaaien wat zwarigheden dat 'er
tegen dien aflaat ingebragt zijn, en noch konnen in-
gebragt worden. De zaak is aldus gelegen ; of word
op deze wijze van de Franciskaner y' Monnik ken
vertelt. S. Francifcus, door groot medelijden over
y Zie Lucas Waddingus torn. il Anoaliaro Minoren» a<*
arm. mu ■ Ë · , ' ■■'.               m'Ai^
< ■-..,... . i..                                  .-h á % :                                                                  ââ
Ê
-ocr page 646-
Beschryvikg van Deventer. ,, i. 5*i
de blindheuderrnenfchen getroffen, en voor'tmen-
fchelïjk geflagt met eene uyterfle vierigheit bidder*-
de kreeg van eenen Enge! bevel om naer de kerk
van Portiuncula te gaan ; daar hy (%#*' Φ& dc
Allerheilïgfte Maagd, en eengroot getal-van Enge-
len, zoude vinden. Daar gekomen wierd hy van
Cbriftus met deze woorden aangefproken : „ rrm-
cifcus, gy zijt teer bezorgd voor de zaligheid der
zielen; daarom word u verlof gegeeven, om iets
' van my te verzoeken, dat ter vertroolïinge en za-
., ligheit der zielen , en voor de verheerlijkinge van
„ mijnen naam , dienen kan : want gy zijt gegeten
„ voor de zaligheit der volkeren , en de herittUinge
., van mijne kerk.,, Daar op zoude S>tFra*afi*sy**m
zocht hebben dat alle de genen, die tor deze plaats
zouden koomen , en in de kerk f van Porttttmula)
gaan» volkome vergiffenis en aflaat mogten verkrij-
gen van alle hunne zonden die zy den Prieiïer zou-
den biechten. En , om dat de bede zoo groot was ,
bad hy de AHerh. Maagd om zijn verzoek door haare
voorfpraak te onder fteuncn. De HeUigfte Maagd
deed het op 'ftaande voet , en zoo' krachtig als te
koft. Zoo dat Cbriftus den H- Man aantfonds met
deze trooftelijke woorden toefprak : ,. De zaak die
», gy verzoekt, o Frandfcus. is zeer groot : maar
„ gy zult noch grootere zaken verkrijgen. ψ ftae
„ u toe 't gene gy verzoekt: maar ik begeer dat gy
>, by mijnen Stedehouder gaat, die de maguom te
„ binden heeft in den hemel en op de aarde: en dat
», gy dezen aflaat uyt mijnen naam van hem ver-
„ zoekt.,, S.Framifeus ging aanftonds met eenen
Broeder op reis; en vond den Paus fiforffl&i te Pe-
rouze. By den Paus gekomen verzocht hy dat alie
de genen, die gemelde kerk zouden bezoeken, en
die hunne zonden met een oprecht berouw gebiecht
hebbende van den Prieirer zouden ontbonden zijn;
van alle zonden en itraffen der zonden, zoo wel in
den hemel als op aarde, mogten ontilagen ziai; en
dat van den dag huns Doopzels af, rot den tijd toa
dat ze hunne voeten in de kerk van Portiuncula ge-
ïet hadden. De Paus antwoorde dat hy eene grnote
'zaak verzocht; en dat het R.Hof de gewoonte niet
had, van zulke aflaatén te geeveii. Maar als Ff au·
Κ k ƒ                     Φ**
-ocr page 647-
$ιζ          Aantekeningen op be
ftfcus daar op geantwoordt had dar hy vuïks uyt zrf-
«en eigen naam niet verzocht, maar uyt den naam
van (Zhrifius die hem gezonden had : telde, de Paus
tot cfrie reizen voor alle de Toehoorders: Heb uw
•verziek; ik begeer het-zoo.
Als de Paus daar op door
de Kardinaaten vermaant wierd dat door zoodanigen
afkat de overzeefche aflaaten , voor 't herwinnen
van 'ï Η Land, vernietigt '/.ouden worden ; gelijk
ook de aflaaten die men door 't bezoeken van de
drempels der H. H. Apoftclen Petras en Paulm
winnen kolt *, heeft hy den afliat zoodanig gematigt
dat hy maar op eenen natuurlijken dag in'r ganfche
jaar zouw konnen gewonnen worden Die dag
■was noch niet beraamd of bepaald ; en daar verlie-
pen twee volle jaaren, eer dat de dag, om zoo ee-
nen aflaat te winnen, vaftgeflelt was. Dit zoude
iemand wonder konnen voorkoomen ; te weeten
aütS.ffaHtfcm^ die zoodanig van yver voor deza*
li^heit der zielen brandde, zoo veele menfehen in
dien tijd liet derven , die vervolgens geen deel
aan zoo koiklijken een aflaat koften hebben. Maar
daar tegen moet men denken dat in zulke geheitn-
rijke verholendheden alles even geheimrijk is: en dat
de vaflftelling van zoo een nóogen en plegtigen dag
wederom met een groote en plegtige ilaatzie moft
geichieden, Hec gebeurde eens dat de H. Man in
*t felfte van den winter, omtrent middernacht , als
by den nacht met waakeu eir'bidden ovérbragt» va»
den Satan onder de gedaante van een vriend aange-
vochten wierd. S-Framcifcus , ziende wat hy# beoog-
de, trok zijnen rok uyc , en hield maar zijne on
derbroek aan. Dus toegelleld «ing by zich zelveii
ïn de doornen wentelen , en deed den helfchen vyand
nutter haart de vlugt neemen. Fluks zag hy zich
zei ven met een zeer groot en helder licht omvan-
gen : en , daar 't jn't midden van den winter was,
feag hy een groot getal roode en w|tte rco7ftv
bloeyen. Daarenboven zag hy eene meenigte van En-
gelen, die hem vermaanden om naar de kerk van
Portiwcula te gaan. Hy ftond over ende, en ï'$
fnetverwonderiniie toe dat hy, zonder dar hy't wilt.
nieuwe en witte kleederen aan had. Hy plukre 7.9«
roode en zes witte roozen, en ging zoo naar de kerk;
s ... .
                      a ™           ' y- niaat
<
-ocr page 648-
IteSCHRYVlNG VAN DEVENTER.          5*3
,mnr hadonderwege weder nieuweltoffe van vervvon-
K "e 4g naar de kerk to^^e,
meCcheen was «net zijde en purpere, kleederen oe
^nlmWichikt. 1d de Kerk ge.ko.rnep, zag ny
C ;^/m^i,ne Moeder i»'t midden der Eogcgg
Man ·' dien hy na behoorlijke aanbidding verwent
dafhv' den "ag , om den voornoemden aflaat te wm-
çç zoudbepaalen De Ç. Maagd quam hem w,
d om te hulPe%n had „iet veel moeite om.7niks van.
ZZ zoonT¥ Verkrijgen■ (*M^ ^g
dien dag toe koos, als ^JnS\e^ho^r£^ ¥'#
gevangeniiïe van tf<r*fe verlo.lt was. Ì. ÌiS ·ƒ«£
riU vvierd wed.rom naer den PW/^njl*0'^
a les behoorli,ker wi ze kenbaar,·^ maaken P*
geloof by den Paus te vinden , mort hy een.gt van
§ e voornoemde witte en roodetoozen mede ne-
rm-n; en ook eenige getuigen >e alles> wat er ve-
den gemelden aflaat m. ae KtL,'c                .         .
^ hC ; en ^r»otn;4 U» **«ffU
t ■'· j ^„» 'ar· iojir iks ui de kerfc van ror·
en verkundmde dat er jaarnjiv» >"
en verhunu»^
                »                    aflaat vercj,e
tmncula, zoo als vernaau é»,,
pen zoude zijn. De Biifchoppen , d en zo een
groene aflaat ongerijmd voorquam en *&*&&
r, ë· ·
           n««r> Ar\pn wilden maar uui 144101
^kundig.ng motten doin^ilTch vaI1 Afli(fc·, die.
aflaats verkundisen. L)£ duu-w ê
de eerfle afkundiging doen zonde , k£m op dui
ftoel.om tien jaaren aflaats af K^*^^ M^
üae zulke Heilig luiden eens. tegn .= Je »'»™P
ë ..n -jiine tonSi en honae ae ar-
was geen meeOer va„^ ne g, ^
kmidmin? niet «^^g ^ Bilfchnppen, daar
«f«r/ gedaan was De *"dere ^ ekllJKmmeneen
overgebelgd, zouden tveleter^,
              ren -ë
voor een od den preekftotKl vi.aw y
den doe„ of met, ôã «» U#®W verdwi,-,
Voor uk. een mir»M ™« '
          Jm0,ld rno,.ren.
£;5* J5SS*Ï 'olkomen beflas Tt
■ Bil
/ l
-ocr page 649-
$·ΐ|           AAüyTERENINGFif ΟΙ» 1>Ε
hibbefi, en'er niet over te twijfelen joude vallen»
wordt een groot getal getuigen opgegeven} zijnd®
meelt luiden van aanzien , en Heeren, uyt de om-
leggende fteden en kaltèelen ; die de voornoemde
afkundiging altemaal bygewoont hebben.
Dit alles heeft LucaiWaddmgus getrokken uvt den
Spf-eiy'mn S Francifcm l· en \
uyt de brieven van
η obciUus Biflchop van Afliiië , die naar zijn fchrij-
ven ge bloeit heeft omtrent het jaar 1108 ; en viyt
andere Schrijvers die de tijdgenooten van Theobal-
dus ihn
geweeir.
Maar dit verhaal, hoe cierlijk opgetooid, en met
den naam van aanzienlijke getuigen praalende, word
van veele geleerden tegengefproken -Wy hebben
reeds gezien met wat eeue lpaarzaamheit dar de af-
laaten in die tijden gegeeven wierden. En S Fran-
cifcUs
zoude tegen het ifan^vnrtig gebruyk van zijnen
tijd een vollen en onbepaalden afflag van Lbrijlus
verzocht hebben, als of de zaliiheit der zielen van
zoo eenen afl.tat afgehangen had. In alle afiaaten
■worden eenige werken van boetvaardigheid, eenige
I
ebeden, eenzeker getal aalmufen , voorgeichree-
en. Hier heeft men alles goedkoop, en den hemel
voor niet. En S, Franeijeus;, die zoo een lief hebber
van verftervingen en boetvaardighcden was, zoude
alle zulke werken als uytgefloten hebben. De aflaa-
ien worden volgens t,.Nav*rrus en * Bellarm'tnus
voor eene hatelijke zaak in de Rechten gehouden ,
om dfize de voldoenende boetwerken ontzenuwen:
welke boetwerken zoo nut ter latigheit ziin , en om
door de kerk zoo aangeraaden worden. En S. Fran-
dfcui,
als of by een nieuwe leere invoeren en alle
kerk tucht t'onderire boven bad willen fmyten, zou-
de van Qhriflus begeert hebben dat de grootfte
fchelmen en deugnieten\ zonder de minfte boetvaar-
dtgneirte pleegen ,bejban /ouden met zooeenen af-
tast 'p winnen Ih'r Koncili van Laterane was pas
vallpprtf't dat men op het jaaifreir der Kerkwijdin-
Peri geen grooter Jiflaat zonde verleenen als van +0
dïgVrj' en men had Vr deze reden by gevoegt dac
iüïkl goedgevonden was om de werken van boet-
V P*6 I^FS Notab 9.
m tib. ï,'de liuiulg. cap. ?♦
-ocr page 650-
IfeSCHRYVING VAN DEVENTER.          fif,.
vaardteheit, die door GW«/ en de Aptitelen .xoo
W aang preewn wa, niet te ontzenuwen of te
mmlnderei. Eu & Franafi^ ais of ny de wij.-
'heit alleen had gehad , e».tègeh h« Mlait vtfjtoj ,
Paus en't algemeen ÊïðáÀé regelrecht had, wil lui
aanban zoude zien veritout hebben zoo eene «roo-
fe en onSrde æ*áê van ÖW*« te verkeken!
En waar wil dat hene , 't geen in t voorgemeld*
verhaal ook Haat: te weeten dat branci[cm op ie vra-
ee van den Paus H»norlm , hoe veel e jaar en aflaats
dat hv «aartiè had , dit antwoord zoude gegeven
„Ë «r*« Ë W^ Waren de z.elen dan zon-
der zoSdaniuen aflaat verlooren, en door dien aflaat
h honden ? Zoo moet dan de Kerk , met alle de Paüje1
en BilTchoppen , tot d.en u d toe .eer hardvochtig ìé
wreed zijn ^eweeit; om Jat ze zoo veele duizendeh
en miUioe.i'êii van zielen zoo lajigen U]d loivder af-
laat heeft laaten lee en eo larven. I e« mi ofte W
ze zoo lang dom en onwerend gewee.lt; en heeft
Beene kennis van de af laaten gehad ; dewijl /y oor-
deelde dat al te groore en menigvuldige at laaten
dè zielen meer quiiads deeden als goeds
•Via-ir daar zijn noch andere redenen, die het yef-
haal van den ^melden aflaat by mculchen, aie hun-
■c oogen niet willens' voor het licht der waarheit
toeiluiten , zeer onwaarfchijnelijx miaUMi _
S Bwvmtura, de luiiter van de frranaskaner
Order en zoo wel om zijne gejeerdhen al* huns-
heit by alle keiiders ten uyterite geacht, neut het
leven van den Ç fraicijcus /.eer nauwkeung betenree-
ven Hv was zes jaaren oud, toen 5. trancijw Itorr ,·
en heeft vervolgens goede kenui» van zaaKen gehad.
Ook heeft hy alles wat den H. Man raakte met de
uyterite zorgvuldigheid opgezoern en bclchreeven ;
mirakelen, vëropenba. ingen, nachtgc?.igten, vijf won-
den enz Maar van den-aflaat van Poruionkel
meldt hy geen enkeld woo.d Dat meer is, hy bc-
ichriift wijd en breed hoe dai $..frawjeus de kcrlc
van Hortzionkel verbetert, en'er met zijne broede-
ren huys gehonden heeft: ja hy forefekt omltatuig
van zekere openoaringe , Bie ecu der ?elve riioede-
ren wegene 4ie-kerke had gehad. Was het daar de
recht*
-ocr page 651-
Ï!
316          Aa-NT EltENINGEit ÖP DE
rechte plaats niet orh ook van den gemeiden aFh.it
ie iWcwüëu , en daar fiy v'eele mindere zaaleen nauw
Keurig Detcnriitt, kuit hy of mogt h'y zoo eene wor)-'
dére laak, zoo een heilzaam hulpmiddel derzonaaa-
ren,i onvermeld voor by Happen? Zekerliik neen,
indien ze waarachtig w.aer. Hy ÜapUze echter 011-
eemeld voor by ; hy verhaalt wel wat eene gene*
gëudheit dat de H, Man voor de kerk van Porten-
*kel
had; wal hem daar wedervaren h\ :eru. Maar
van den' gemeiden aflaat geen enkeid Woord. K<u» ·
iemand gelooven i'dt Ü.üonaventttVÏi τ6ύ eene tMk\
in zoo eene nauwkeurige befchrijvinge, die zooda-
nig tot eere van S. Francijcm llrdvie, Zoude óver-'
gcllagen hebber.?
Voeg hier ,by dat geen HiftórifcHnjver , geert
Godtgeleerde, die omtrent die tijdert gekeft heeft,
eu eenigeh roenVvan gelcerdhclt had, eenig gewag
van zoo een rteüzaarrten aflaat, zoo eene ongehoorde
xak'c zoo een deftig mirakel, heeft gemaakt. De Vlm-
nebtoeder Bartbolomaurvan Pija, de eerlte Scnnjvef
die de zaak omltandig verhaalt, is omtrent 17$ )***
ren na die geichiedeiiis in de weereld gekowu-n.
Maar het zeggen en 't gezag van dien Bartbohm^i
zullen we zooaanllohds naarder onderzoeken, w at
hadden de Godgeleerden hier een open veld gehad
om allerhande en zeef gewigtige gevolgen uyt «lic
edchiedeiiifTe te trekken ! Als by voorbeeld , dar
de kerk van Cbrifl** de magt ontvangen heeltom
af laaien re geeven: dat die magt vöornamemlijic Μ
den perfoon van den Roomfchen Paiis berult: dat
de Biecht noodig is om van zijne zonden omllagcrt
U SSeMeHïflorifcHrtjvers van die tijden moet ge-
rekent worden Vitocevliuf Bellovaceufis, een Domi-
nikaner Monnik, en de tijdgenoot van S/^;
tus De/e Vmttrttim heeft eene Hiflprie * van «
Weereld , van de Sfcheppingfe ψ tot 18 jaaren na de
dood van S.FraKCÏÜus toe , beichreeven en uytgegee-
V(i» de oude Sc brij ers de tevemaaadenvan &Μ$£ι
tus wijdluop'gtr lufcbretven beeftals Vincentms **
i s^cuktm ailUuialc         « In ajvpir, 30nsalc£ W"
.ndr.J i-                                                        , %fi
-ocr page 652-
Beschryving van Deventer. , 5*7
dsriigfle Boek van %ijmn Wflorijfcbm Spiegel Daar
noch by gevoegt moet worden dat l^incenttus Bello-
vacenjii
alles te boek (telde, wat hy geleezen, of van
hooren zeggen had. Hy beitijttgde zich zoozeer ni<t%
legt de fchrandere Meichtor d ^unus 5 om wazrtubüge
en zektre zak.w te befchrtjven
, als om niets onvermeld
te laaien
, dat hy ergens in eenige briefjes aangetekend
kadgevonden. %üo
een Schri]ver nochtans, die alle
gelegt-ndheden zoekt om wat wondets te vernaaien,
weet het niinitc nL-t van dien aflaat te vejtellen.
Men zegge nreMat het geeven van dien aflaat in *c
eerftc ιοο bekend niet was; maar, gelijk met meer
zaken gaat,allengskens bekender is geworden. Maar
we hebben de vertelden van dit ganfche verhaal bo-
Ven wel anders hooren fpreeken. Dat meer als eens
voor den Paus en Kardfnaalen verhandelt en doorge-
gaan is; dat zeven Biilchoppen voor al het volk afc
gekundigt hebben ; daar y.oo eene menigte van de
haallgelege lieden en kalleelen tegenwoordig was,
kan dat eenigen tijd onbekend zijn geweelt, en als
kegraven gelegen hebben.
Het zelfde bewijs kan getrokken worden uyt dé
ftih.wijgendheit van S. Antomus de Fadua, Deze
heilige Man, die ook ten tijde van-S Francifcus leef-
de, ja zelfs een Religieus van zijneÜrder was,hedÏ
e veele zondaars door zijne predikaat zien tot een be*'
ter leven gebragt: maar in geen een vanalle die pre-
öikaatilen, die by malkander gedrukt lijn, word
van den gemelden aflaat een eenig woord uerept.
Nochtans, indien't verhaal van· dien aflaat waatach-
tig ware, koffer niemand beter kennis van hebbeu,
en befcheid van geeven;, als de voornoemde Antkh
mus de Padna.
Ook was 'er niets beqüaamëf om
het volk tot het winnen van de aflaaten op te wek-
ken, en een heilig ontzag voor zoo cenen fchatjti
te drukken, als de Hütori van dezen aflaat.
Even zoo een bewijs word 'et getrokken nyt de
flilzwiiiiendheit der Hauzen; de wel ken in den tijd
van honderd jaaren, en langer, na de dood van S.
FrasicifcNs den gemelden aflaat door geene Bul Ie be-
veiligt , of aangepteeten, of vermeldt hebbeu: daar
^ De Lncis Theol üi>.ff. cap 6. ƒ
* Vide iielUimiii. Je Scriptor, Ecclcf.
'
-ocr page 653-
5i8           Aantekeningen op de
nochtans fömmige Pauzen van dfen tijd, naar hef
zeegen· van L. p Waddingm, verfcheide Bullen uytge-
geevcn hebben om den lof van S Frattcifcus en van
zijne Order, ook in veel geringer zaaken , op te
haaien 't h$ waar ; men geeft een ituk of brok uyr,
ïekere Bulle op, die de Paus Alexander I V omtrent
het jaar ü^· aan alle Patriarchen, Biifchoppen, en
mindere Prelaaten , zoude gefcbreeven hebben. Maar
daar op word geantwoordt dat die Bulle zeker) jk ver-
dient is, en den gemeldèn Paus met geen fchijn van
waarheit kan toegefchreeven worden. Onder ande-
ren ir word'er deze reden tegen iugebragt, dat deze
Bulle niet té vinden is in de groote h VerzarneÜnge
der Pau (Te lijk e Bullen , door Laèrtius Qherubinus uyt·*
gegeeven: een gewis teken dat ze onder de Bolleii
of brieven van den voorn Paus nier gevonden word ;
en vervolgens op zijnen naam valichelijk is ver-
dicht. Dat dit geen nieuwe of zeldzaame zaak is, en
veele Bullen op de naamen der Pauzen valichelijk
uytgegeeven zijn, heeft geen bewijs van noode; en
is elders ook aangetoont. En dit mag men van dq
gemelde Bulle van Alexander \ V des te ligter geloo*
ven, 6?n gernder zeggen"; om dat Waddtngm zelf,
die alles wat hy kan , en meer als hy kan, tot be.
wijs van den voornoemden aflaat by malkander
haalt, echter de gewaande Bulle van Alexander IV
ftilletjes voor by gaat; 't welk hy zekerlijk niet ge-
daan zoude hebben, had hy ie voor waarachtig ge-
houden.
Wit zekere Bulle van Menediktus XII belangt,
in dewelke de aflaat van Portitfncula zeer hoog ver-
heven en aangeprezen word; die word eer/lelijk terï
rninile voor zeer verdagr gehouden ; als ook niet
itaande in het gemelde mllariuhi Magnum. Ten
tweede doet ze hier ter zake niet : want Benedik*
tu<
XII is over de honderd jaaren na de dood van
i>, Frnnctfcus Paus geworden: en wy fpreeken hier
van Pauzen die binnen de eerite honderd jaaren ,
naar S. Fra<icifcus dood , den gemeldèn aflaat zou*
den aangepreezen, of ten minfte vermeldt hebben.
f 1 ii Ant'aüb. Minor. &c,
£ Zie Tra&mis <le Iikluig, Poriiuncalae J:é,
h iiullaniun Magniini*
*                                                        OoS
-ocr page 654-
) Π
D£SchrïVing van Deventer,          529
Ook zalmen iïraks op de BulleH der jagterePauzeii
naarder antwoord geeven.
Noch. kan men tegen den zelven af laat doen. geiden
dat het ganfche .verhaal zqo fabelachtig Juidt, dat het
zijn eigen vonnis febijnt,mede te brengen. Wie zal
gelooven da* .Howrius iiieene zaak, α ie zoo onge-
hoord was, en tegenhet algemeen gebruyk üer ktike
iireed , zoo.'gereed Uond om i>. Frar,cijcui, aauüonds
gdooivte geeveu,; en^zijn zeggen ,,. dar/hy van dea
Hecre.,Ci»r;y/a/ gebonden, wierd, zonder b.ewijs en
getuigen, en zonder net zien van eenige mirakelen,
voor de zuivere,, waarheit aan teneemen ? Wie zal
Kelooven dat hy zoo diijvens , zoijder de zaak te
overleggen of den. raad der KardinaaJen in.'te nee-
irie(i, zoo eene groote en ongehoorde zaak voor al,
tijd en zonder eeuige bepalinge zoude toegcliaaïi
hebben ? Wie zal .wederom gelooven cat h>, over
ïijne al te voorbarige vergunning*: door de tlardi-
ua.ikn tegengesproken,, aaiiiioyds van zinnen veran-
Ccrde; c». zijne verdunning ν oor't grooUte gedeelte
hei loepen heeft ? Want eerit wierd de aflaat-voor
altijd en zonder eetiige bepalinge gegeeven ; daar tu
joude hy maar tenen natuurlijken dag in het gan- "
[ene jaar gelden. Indien de Haus zoo driftig , zoo 011-
h«onuen, zoo roekeloos te'werk had' gegaan ; zou-
de hy als een kind, en ais een man zonder h'eriie-
»»en en oordeel,:te werk gegaan hebben ; daar hy
nochtans van deHiltorifchrij-verS! voor zoo een dom-
'iH'kracht of ydelhoofd niet opgegeeven word Eii
toe weinig pait het dat S. Fravcycus van Chnftus zeif
'laar den iJaus zoude gezonden zijn ; en geweigere
*»ude hebben de Bulle aan te neemen, die hem aan-
gooden w'erd; en in zoo groote een /,ake zoo wel
<c Pas konde koomen ? is het ook te gelooven dat
>rr<mciJcKi, zoo groure een zaak verkseegen heb-'
Ξ ' tW,ce Vollc !™rtn gewacht zoude nebben,
^ ïc werkUellig temaaken? Doch hier van is bo-
γ» al geiproken,
vjMeer andere redenen , als de ongelooiftlijkh'it
4«1 zoo vcele mirakelen , xm. zal ik nu o*crilaau ·
"lichts zeggen dat eene zaak, die uyt zoo vcele
'Oofdenonwaarfchijnelijk is,en opeen grzond oor-
sc« aiuuit, op zeer iierie en overtuigende bew.js-
l                        rede
y
-ocr page 655-
J
           Aantekeningen, öp «e
dteneti ctr getuigeniifen zouw moeten Ueunen, om
by mentenen van kennis ingang te vinden. Doch
wat voor bewijzen en gecüigeniiicn worden *er ter
beveltiginge van zoo eene wondere zaak bygebragt?
Een naamloosen onbekend handfehrift; als eene on-
gedrukte Kronijk der Mmnebroederen ; door eenen
Fratecijtus Ïébrtenfis gelcnreeven» Welke Kronijk
-van 1 L·: Waddingus voor een zeer oud gefehrift op--
gegeeven word * ronder dat hyeenig blijk van zoodani
ge een oudheit geeft. Wie zal ons verzekeren dat deze
Kronijk niet van jonger aatum is, en op den naam
van eenen ïabrutijts uyrgcgeevcn?Hoe veele voorbeel-
den van zulke bedriegetyen zijn 'er niet voor han-
den? En wie zal zuIks niet des te ligter gelooven j
daar S. Bonitventura die zaak in eene iJefchrijvinge ,
daar hy het volgens de regels der Hittorieii had
moeten doen , niet vertelt or m« een en'keld woord
aanroert? Men Λ brengt eene getuigenis by vAnMar-
ttnui \
V . dië'aati't toer der kerke gezeten heeft in
't jaar tiBr, enden gemelden ai laat zoude goedge-
keurt en beveiligt hebben. Maar waar uyt word die
goedkeuring en beveiliging beweezen? Uyt de ge-
fuigeniiï'e van eenen Petras Roiulpbus; doch die P,
Rodtilpbus
heeft zijne Hiltorie van de Serafyufche Or-
d>r
op het einde van de \6 eeuwe opgedraagen san
StxttisV: en behoeft vervolgens in eene zake, die
zoo lang voor zijnen tijd zoude voorgevallen zijn,
Op zijn enkeld zeggen en zonder naarder bewijs niet
gelooft te worden.
                                            rr-
Men f'chermt met de getuigenifle van eenen 7*«-
iraldus, Bifichop van AffillcY dewelke gebloeit zou-
de hebben omtrent her jaar ι 308 · en wiens getui-
genis , met Zijne eige hand gefehreeverV, te Rome
onder de bewaringe der Minnebroederen zoude he-
ruiten Die Tbeob.ildus zoude de ganiche gelchiede-
itis uyt zeer geloofwaardige perfoonen verliaan heb»
ben enz Maar is het niet vreemd, en geeft het get-
ut reden van achterdngt, dat alle de gedrukte Schrij-
vers , die op dien tijd geleeft hebben , die gefchiede-
ï>isonvermeld laaten en mMzwij!;ens voorby (tappen;
en dat ze alleenlijk uyt ongedrukte boeken, uyt
i Adann. ia«7.
^'Waddityusad ann. mj                                        .,
fchrif-
-ocr page 656-
.„^ittRYViso van Deventer. fj|
ïchriftén ondei de Minnebroederen beruttende, ge*
baalt kan worden? De gedrukte én over al .bekend*
Scnrijvers zijn juiit allemaal in die zake onkundig,
geweert" de ongedrukte eri onbekende Schrijvers
hebben ze too veel té beter geweerert. Maar laat
ims ten minlle eerit beweezeit Worden dat rberial·-·
m
toen liillchop-van Affihë is gevveelt: dat de ge-
melde brief de ecNte en rechte briervan deezen
Theobdldm is: dar'er geen jonger Schrijver de. han-
den heeft aan* gezet. £00' lang als' men daar geene·
verzekering van heeft.. hoert men die getuigenis met
Voor zeker aan te rieem'en. En , indien dezelve ge-
tuigenis· eens aan een kerider van oude haïidfchrifren
vertoont Mfl&t worden, wie weet Wat er rtocn al
vmder m te zeRgen zoude vafleri, .y. ! ,. , r
Dan doet men de getuigenis gelden vart zeker
B>ek Di Spn-gel des Levens va» S. F ranciicu's enzt
Maar men tnoet wel grootelijk's öm bewijzen verle*
pen zijn, als nieu .geritfo'uaalu is zulke hewijsltuk-
m op te eeèvèii.. k i H'addi*g*t, die dat bewijs
doet gelden | bekent vrvbo'rliij? dat de oude druk vatf
den gem'elden spiegel veele ongeloofbaare en beu-
zelachtige veiellingrj'es behelsde; en dat het noch
onbekend is wie dat den gemelden Spieg-l mag ge·
ichreeven hebben" De Ueezer kan 'er vorder va»
oordeel en.                       , - ■ ., ri.ri , ;,t ..,..., ■ i';'
Maar zegt men» Bariholomóüs Ptfdnus is immers
geen onbekend Schriiver; en die heeft niet lang na
de dood van S. Yranafcüs geleeft en zijn Boek uyt-
Regecven. Het fc^rtjVen van B. Pijdnus moei alles
goed maaken: voor de getuigeniiie van Pifmus moe-
ten alle twijfelingen en tegenwerpingen' wi|ken; alle
twijfelaars en tegen werpers fpra'keloos «aam ^Maaf
laat het ons teii mirilte geoorlofd zijn , eer dat we
óns gevangen geéven .de proef van Pifantis fchrïjven,
en van zijne hoag'achtbaarheit, eens op te n'éemen;
Zijn boek is genaamd Conformitates vtt* $ Francifd
<«>« vita Jφ'Obrifti Öomini Νφί: dat is, Gelijk-
formightden van hef leven van S. f rammens met het
teven van onzen Heer yejiis Chr'iftüs.
In dit Boek,
gelijk veele geoordeelt hebben , en noch èofdeelen
«allen , geeft hy zijne genegerfdheit en onbeionnerf
% /Waé, 11 té.                   -, . ■, '                            ι, M
h r ik                  jw
-ocr page 657-
flll Λα nt εκ e ν ι ν g e ν ο ν de
yver den vollen toom ; verheft den heiligen Tramh*
cm
boven alle Heiligen; en itelt: zijne daaden ineen
gelijken.graad met de daaden van iZhrijtui. Ja hy
maakt het zoo grof dat veri'cheide xw geleerde luiden
vaai fzijne eige'Urder zijnen toomeloozen drift mis*
prèezeu en quaadgekeurt hebben. Hier dooï alleen
zal, het gezag '.van-dien grooten Bartb, Pijanus, van
dien voorvechter des gemelden af laats, by de meelt.©!
Leezerii al zeer laag zijn gedaalt. Voeg hier by dat
hy, volgens de getuigenis van den geleerden Min-
tïebroeder HenrtCHs » Sedultus , zijne Hillorie ge-
fchreeven heeft in het Jaar 1390; dat is.omtrent 170
jaiaren na datC^W/jfax den gemtlden aflaat zoude ver-
ieent hebben Ineenezoo wondere zaak moet men al
ouder getuigeniilcu en andere getuigen voor den dag
brengen j, om luiden van oordeel en kennis op zijne
zijde-te krijgen. Maar hoe gaat het ï Die'er belang
in hebben dat de gemelde gefchiedenis waarachtig
zy-vofVr voor gehouden worde, gaan op den Preek-
iiiiel"even driftig voort met den gezeiden aflaat te
verkondigen;-' Tot bewijs doen zy de getuiguiiiïen
van bartb. PiJliKHS .,· van Yranctjcus Valjiir/Jts, van
Pctrm Kuüulfui % en dieigelijke Schrijvers gelden.
De toehoorders, doorgaans en zeer weinigen, uytge-
zondert ongeitudeeide en oubedreeve luiden, hebben
even groote kennis aan eenen Pifanus 01 Ïabrienfts,
als aan eenen Augufii^us of Hicrouymm. ν Zy hooren
een goed getal getuigen opleezen; dat is hun g*- ,
not'g; zy houden alles voor beweezen.
Maar om tor de zaak te koomen ; andere Schrij-
.vers als de H. {ïermirdinus Senefsfis^ de Η A'ntaninui,
ja WeltarmiiÏiis :/elf, die dat verhaal voor waarachtig
houden, zijn wat ie laat in de weereld gekomen om
voor getuigen te ■vertrekken. Hun gevoelen kan
niet anders bewijzen, als dat ze op dit ïtuk niet zeer
hardgeloovig zijn geweelt. 't Is waar \ be/larmimts
is een doorgeleerd en zeer verltandig Schrijver :
maar hy word vart niemand voor onfeilbaar gehou-
den: de befte Schutters konnen wel eens mis fchie-
, ten."
Dochde Voorftahders van den aflaat geeven'tech-
fjj Zie Müttr'y.
» Ju Coüuuetiur. ad vitam S Francifci &.c4
jfi*tï
                                                                     tor
1                                                                                                                          .'■■♦.■.'
-ocr page 658-
Π ESCH R Υ VING VAN D E V Ê ΝΤΕ R. .        f$ (S
ter niet gewonnen ;, en roemen daar Iterk op dat het
verhaal van den hemelden aftaat in' een byv.onüer
Brevier van de Franctskaner Order ingelafcht is.
Maar de vrage is of alles , war in zulke Brevieren
ingelaft is, voor de klaare waarheit moet gehouden
worden. Dan zoude de Brevieren der Minnebroe-
deren grooter voorrecht hebben als de" Roomfche:
want twee Roomfche Pauzen , Clement V 1(1 en
Urbanus V 11 ï , hebben de Roomfche Brevieren
van veele onwaarheden doen zuiveren; én gewis re-
kenen dat ze alles, wat in de Brevieren ftaat, niet
altijd voor de zuivere waarheit houden Deze zaak
verdient wat omftandiger verhandelt te worden \
Riet alleen omdat ze hier in den aflaat van de Pört-
zionkel te paiTe koomt ·,. maar voornamentlijk oiri
dat de zaak van groote aangelegendheit is; en yali
veele menfehen zelfs onder de Geeiklijken verkeer-
delijk begreepen word.
Staat dan te weeten dat niet alles , wat in het
Roomfche Brevier flaat , by de geleerdtte Karolij-
ken voor eene zekere waarheit aangenomen word.
De Dekretaalbritiven der oude Pauzen ,' die voor
Siricius op den Roomfchen Stoel ge/eëten hebben ,;
worden tegenwoordig van alle geleerden voor een
ftinkende voddekraam van l/ïdorus Mercator gehou-
den. Nochtans ftaat 'er een groot getal van dié*
brieven in het Brevier , dat dagelij'-s in de Room-
fche kerke geleezen word , enz. Om het kort te
ma&ken, zal ik hier Oechrs de " woorden van gen
Kardinaal V'tncentimMar'ta Urfaus', AartsbifiTcnop
van Benevento , over die flofïe uytfchnjven Hy
zegt voor eerft dat de Reliquten van SB^/o^as
noit van Benevento naar Romezijn vervoert! Vweik
nochtans in *f Roomfche Brevier als eene zekere
waarheit aangetekend (laat. Hy zegt ,, dat uyt de
„ byzoudere daaden en verrichtingen der Heiliger. ,
„die het R Brevier uyt hunne levens verhaalt'■,
„ geen zeker bewijs kan getrokken worden ; voor-'
,,'al, indien ouder gedenkfchriften daar tegen f>rïj-f
„ 'den. 'De kerk, zegt hy vorder, die de Brevieren
„ gebruyk,t , oordeelt niet dat alles van eene on- '
o Difllmt» de Rfiiquiis S. Bartholomau, Benevento vin-
L 1 3                  „wraak-
-ocr page 659-
134          Aantekeningen op J5jt
! wraakbaare en onfèilbaare waarheit is, 't geen ir
de Brevieren is gezet: want zy heeft die dingen',
die in de Brevieren Honden , meeriigmaal, op ver
". fcheide tijden » en by verfcheide gelegendheden,
„ verandert en verbetert. Dit blijkt uyt de Synode
van Seus, van 't jaar «5^ ; dewelke een Dekreet
'· maakte dat men de Brevieren e'p MifPakn verbe-
!! teren louw. Het blijkt uyt de Syiu.de van Keu-
len vatï *t jaar !J^6, dewelke hu zeltde goedge-
" vonden heeft. Eindelijk de Sjynode van Rowanc
V   van 't jaar ifïfy en die van Rheims van 't jaar
»1
is8ï, gaven een Dekreet uyt dat men de Brevier
Vy ren vari alle 'vallche vertellingen op het nauw-
V, keurigfte zoude hebben'te zuiveren: 't welk alles
'I tot een bewijs dient dat de Brevieren juyll altijd
" niet vry zijn van alle birtorifche doolingen of on-
'* waarheden :: maar doorgaans eene grpote Ipons
" (om veele zaken uyt te tvijffhtni van noode hebben ;
" fchoon dat de keik dezelven voor haar gebruyk
" aangenomen heeft. .... ja de geleerdfle Keur-
meeiters der HMlorien pordeelen "dat het Brevier
*' van Qlemm Vl[i eh VrUnmVltl, 't welk wy
" gebruyken , ook niet t'eenetriaal yry is van alle
',' feilen, £ppdanige feilen zijn :"ι. DeütTerhaiide
' door den'Paus fyl&tc«U'tnu% aan de efyoden of^edra*
" pen\ en zijn |eetwt.ezen dat by daar over beroont
zoude hebbeu in de Synode van Sjnueifa . jl'. Ver-
fcheide Lellen ', uyt zoodanige boeken 'van eenige
'' Oudvadcrs, getrokken die voor ;ipokri)f gehou·
\\ den wordiii '|i Het Geloofsbvgiip, 41 wie za-
»)
'1 //> wil worde» ·, 't welk )n de hedendaagfehe Bre-
vieren den H· Athawfius tpegefchreeven word \
j'
en nochtan^ volgens bet eenparig gevoelen v^rt
'' meel! alle de geleerden van dien Η Man $M
SI
■; öpgellelt is, 4- Pe lofgang, 0 Ιφψη η oGodt^
die (>/> di zelve h.rtvieren) aan de H. H. Ambro'
%* firn
en' /luguftinu* toegefchreeven word ; daar hy
'! nochtans volgens, de geleerden gemaakt h van
! <ten Monnik StjHutkuK En *t is vplkomen zeker
;' dat de jCardinaal. ïjmmp*, in hiÜorifTche zaaken,
" geen volflagen geloof gegceven heeft aan de Brc-
" ïieren. „ Dus verre de gemelde Kardinaal. Maar
'»ί word tijd om het verfchil over den voornoemden
Aflaat ten einde te brengen.
(                          v*
-ocr page 660-
ÜESCHRYVlrïG VAN PlLVE-NTER.            535
De VoorOanders van dien aflaat beroepen zich
ook op de mirakelen, dief tot beveiliging van de ge-
mei ie gefchiedenis zouden gedaan zijn; en by Batte,
Pifanut
, in .den Spiegel va» S Frar.tifcw leven·, en
elders befchreeven worden, Maar de mirakelen zijn
tegenwoordig zoo gangbaar niet; en men zoude al
andere zegsmannen als eenen Barth. Pijanus, of ee-
nen Spiegel vanS. ^r^mifcus hven , of diergel ijk e
Schrijvers, moeren hebben , om ze voor ware mi-
rakelen aan te neemen De veropeiibaan'ng, die aan
S \irigitta wegens den zei ven aflaat gedaan zoude
ziin, ftel ik in den zelfden graad met de mirakelen :
en van zuMe veropenbaringen, en wat 'er doorgaans
van te gelooven zy, is elders in *t breede gefpro-
ken.
Zoo koomen wy dan tot de laatfre verfchanflmg
van devoorftanderscle»· gemelde gefchiedeniffe. Hier
meenen zy dat ze zeker en Veilig zijn , en 'er niet uyt-
gedreeven konnen worden. Althans gelaaten ze zich
ïo'o voor de m,enfchen ; zoo op den pretkitocl als in de
byzondere r'zamenfpraakeri; en weeten demenfehen
taar door op dit (lak by malkander te houden. Ik:
fpreek van de Bullen van fommige Pauzen; waarin.
de meergemelde aflaat goedgekeurt , beveiligt , ja
ook wijder en breeder uytgebreidt word. Zulke
Bullen leggend'er;ik km het niet ontkennen; hoe-
Wel dat ze altemaal na de veertiende eeuwe uyrg*-
Vnmen zijn: de Pauflelijke Bullen van ouder datum
'ijn hoven afgekeurt en uytgemonllert Zulke Bul-
ien, zeg ik, leggen d'er ; en de gemelde Voorftan-
ders doen ze in alle gelegendheden gelden. Maar
<i'e?.ich op den lïi]I van 't Roomfche Hof verftaan ,
zien niet dat 'er uyt die Bullen zoo groot een bewijs
v0or den aflaat van Portiumula kan getrokken wor-
den. Zulke Bullen worden daar doorgaans op het
"erzoek van party verleent; met deze onderflellmge
<·« het verzoek op de waarheit fteunt. De Pau*
word'by voorbeeld gebeden om zekere voorrechten,
die als waare voorrechten opgegeeven worden, te
beveiligen en wi|der uyt te breiden. De Paus gaat
I °P dat zeggen voort, en onderftelt het, dat het wa-
I 'e voorrechten zijn: hy beveftigt ze, en doet alles
I *at men begeert; maar dat beveiligen, en wat hy
LU                       vor-
-ocr page 661-
536 Aantekeningen op i>e
vorder doet, geldt niet volgens dé meening der Paa-
ien zelf, ten zy-dat de verzoeker zijn verzoek n'aer
de waarheit voorgeflielt nebbe. Anders zouden de
Pauzen bymte niét anders té doen hebben , als de
waarhek van allerhande feiten t€ onderzoeken Zoo
fchrjift ρ Alexander l [ l aan den Aartsbilfchnp van
Kantelberg dat diergelijke PauilVlijké brieven'aliijd
mer deze voorwaarde moeten veritaan worden : Si
preces veritate nhantur \ indien hetvt'rzoek op de waar-
heit {leunt,'
Deze zaak verdient wederom wat breeder ver·
klaart te worden : en ieder een ziet dat ze in hon-
den gelegendheden te pas kan koométr. De vnor-
Oanders van den zoo dikwfls gemelden aflaat ron-
den kannen zeggen dat -fommi(;« Pauken den aflaat
van Portiuticula niet alleen beveiligt hebben ; maar
ook in hunne Bullen verklaart dat hy van Chriflut
gegeeven was , enz. dat is waf meer gezeit als· /fy
èeveflipen dien aflaat, en onder/lellen dat by van Chris-
tus gigeeven is, enz,. Dat zy allemaal zoo: daar by
hebben de gezeide voorilanders noch niets gewon-
nen, 't Is honderdmaal beweezen dat *de Pauzen,
als ze eenige hiiïoriiïche zaken in hunne Bullen ver-
haaien, daar in dooien konnen , en meenieni^l S-·
doolt hébben. Daarom zegt de geleerd'e Jefuyt P/t'
pebrochiusdat de Hiftorifcbriiverf zich niet door
V Paus-
felijh gezag verbanden acht-tt
« alles vohr gekattortr
zeerd te bonden wat te Rome renigerTui'ze -goei '>f
quaad geketst is.
Zeker gefchrift van den berivchten
Abt Joachim , door de wandeling Jnachim Abhat,
is door de Kerkvergadering van Lateranen en Uw
centiui
111 veroordeelt als een -gefchrift van den ge-
melden Abt. Ihnorius \ I I \ die het ook doemde,
voegt'er by dat.het van IvOcentius Ml óp zooéefie
veWrt veroordeelt was. Het gefchrift, dat van <ie
H.Drie-eenigheit handelde, is met alle reden gedoemN
daar twijfelt geen Katolijk Schrijver aan M««
of het van dien beruchten Joaehim gefchi-ee^en
was, dat hebben twee geleerde Jefnyten in twijfci
getrokken ; Theofhilus q Raynaudus, en f Papebro-
P Extra cap. ι de Rcfcript.
fin Hoplotheca centra i&um calumniae.
r Refponf. ad Error. art. j. &♦ 1$.          .                     α α
-ocr page 662-
Oeschryving vam Deventer.          537
tbitit. De laatfte fpreekt wat ornzigtiger ; weetende
dat hy magiige vyandep had die alle zijne woorden
als een in goudfchale woegen, en ten quaadlte duidden.
De eerite fpreekt helderinyt de borlt, en fiondt hft
voor zeer waarfchijnelijk dar 200 wel Joacbim, als
zijn gefchrift , onfchuldig en rechtzinnig waren :
maar dat 7.i|ne vyanden of eigen Monnikken de han-
den aan 't gefchrift geflagen hadden, en 'er eenigc
ketteryen in geflaniL Dit is bok ganfch niet on-
waarfchijnelijk , dewijl hy in zijne andere gefchrif-
ten 7,00 rechm'nniV van de H. Drievuldigheir fpreekt
als de befte Godtgeleerde zoude doen. En, om V
dit by te voegen, hy geeft deze reden van de vyand-
fchap der gemelde Monnikken ; dat hy op de her-
vorming van zijne Order doelde. Om een begin te
mnaken, ftichte hy de Abdy Ylure, om 'er de her-
vorming in te voeren ; en verliet de Abdy de Curia-
t'ie;
daar de meefte Monnik ken van geen hervormen
hielden. Daar van daan , zegt/hy, zijn de Kroko-
dilstraanen en de af keerigheden ven die verlaatene
Monnikken gekomen : toen begofïen zé met» zijne
profecyen te fpotten , en tegen 7-ijne gefchriften met
een bitteren haat ingenomen te worden. Dfes heb-
ben 7y zijn gefchrift, zoo ras als hy geftorven was,
hy de Kerkvergadering die Innocentius \\\ uyrge-
fchreeven had aangeklaagt;, en te wee^j gebrast dat
het 7.elve in een qtraden zin , dien eenige (miilchien
irigef lanfre) woorden fcheenen te hebben, veroordeelt
wierd Zoo hebben dan twee Pauzen, en eene Kerk-
vergadering , volgens die twee |efuyten in- hunne
Bullen gemift , als ze den gemelden Abt Joachim
voor den uytvinder en verbreider van die doolingen
hielden
                                                                · .·
MxtusW letf. in eene van zijne Bnllen Hat de kerk
van Avinjon door de H. Martha, die Chriftus in haar
huys onthaalde, gefticht is geweeft , en vnn Chriftus
*e1f ingewijdt : zoo al·'er vertelt word, en de oude
Schrijver^ vertellen
, en de brieven van («mm'ipe Room·
fche Pauzen betuigen.
; . . Daar de gemelde f Pape-
hrochim
deze bemerking op maakt: Ik geloofniet dat
iemand van dit gevoelen is dat men diergelijfie feiten
Zoo al· ze
iwïSixtus vdor de waar heit opgege.ev.en wer*
f
Rcfp. ad Exiiibit. Error. Art. }.§♦}& 4«
LI 5                         den
-ocr page 663-
S$          Aantekeningen op de
den, en, zoo als 'er by /laat , van eenigen zijner voor-
Zaaien voor de waarhcit opgegeeven waren geweefl ,ee»
Voljlagen geloof'moet geeven : of dat men van de ouerie-
Veringe der burgerye van /ivinjon
, die van alle kanten
ten H)tsrfie onzeker is
, een gevolg moet trekken tot an-
dere diergettjke overleveringen
; aan dewelke Sixtus l V
of andere Pauzen in eene diergclijke gelegendheit
t of
*p eene diergclijke wijze·, hunne getuigenisgegeeven heb*
ben. Want ujt zulke gatuigenijjen volgt niet anders,
wat het feit
( of de waarhek der gefchiedeniile) be-
langt; ah dat ten tijde van
$iïigs l V, wanneer het
befludeeren der beft haaf de weten fc huppen en kerkelijke
Hi'florie uytermate verzuimt witrd
, en*er ganfeh en
geheel toe lag, zoodanige praatje* ^ om dat ze van nie-
mand onderzocht wierden
, grsoter geloof vonden, als
Ze tegenwoordig by geleerde luiden vinden zouden', of
ten tninfte dat ze mei groott-r geduld aangehoort
, e%%
met groot er tofi^eevendheit zelf' van Roomfche Pauzen
ma genomen wierden, aU ze na zouden aangehoort en
aangenomen gorden.
MartinntV had bevel gegeeven om het lichaam va»
S.Moniea^ dat teGltië begraven lag, naar Rome te
vervoeren. I>e vervoering van dat lichaam , êê>
als men meende, wierd op het Pauiïeli|k bevel ge-
daan. MartinusV liet eene Bulie uytgaan, die hjf
inet deze woopden befloot: t Bcgeerende dut alle ge-
faovige Chriflenen
, om de voorgemelde vervoering, we-
gen* de heiligheit van dit lichaam beter kennis mogen
hebben
; Z0/> it het dat wy , die deze vervoering ^oed-
keure» en voor welgedaan houden
, dezelve u\t zekere
kenni£e volden* om Apofiolifch gezag door den inhoud
dezes bevefiigen · en op dat hunye godvrnchtigheit tot
de Ç.
Ì on i ca noch krachtiger worde , willen wy dat
die vervoering door den inhoud dezes ah door eene open~
baare omklinking aan ied r een ktnkflar gemaakt worde.
Gregoritts
× 11Ã, zich op die verklaar ing verlaatende,
doet een ieder wetten dat hy een ftqkje vau dat
lichaam , te weeten van S. Monicaa* hoofd, naar
Bolonje gezonden heeft. Daar hebben we twee Pau-
ten, die't gemelde lichaam, dat op den naam van
S. Monicaa* lichaam van OiÜë naer Rome overge-
voert was, voor *t rechte lichaam van die Santinne
*Ibtd.«.7.
-ocr page 664-
BESCHayviNG van P^venteh.          5J9
houden. Wy zien dat de eerite, ik meene Maru-
put V
, uyt zekere kenniffe en uyt kracht* van zijq
Apoftolifch gezag
, verzekert en verklaart dat S. Mo-
nkaat
lichaam van OAie naer Rome overgebragt is.
Maar volgens een anderen Schrijver was dat lichaam
Jang te voore, te weeten in 't jaar i\6z, van Ofiië
naar het klooller van Aroalia in de Nederlanden
overgebragt. Walterm , die de Schrijver is eq Prior
van 't gemelde klooller was, heeft de overvoering
7,elf gedaan. J£n Pap.brocbtm getnigt dat die Be-
fchn'iving alle de kentekenen beeft van eenen Schrij-
ver die gelootwaardjg is, en op den zelven tijd heeft
gdeeft. tjy voegt 'er by dat het vieren van S. Mo-
ma
federt dien tijd begonnen is. ; en dat de oude
Martelaarsboeken geen het minfte gewag wegens het
vieren van S Moni'ca maaken. Daarenboven (laat die
overvoering in een oud Martelaarsboek f of Levens-
hefchrijvinge der Heiligen) van 't gemelde klooftes
aangetekent; en Pupebrochiw getuigt dat dit Marte-
laarsboek ruim over *oo jaaren gefchreeven was.
Dat meer is de Hiitori van dezelve vervoering, door
Walterus in -t jaar u6*. gedaan, i§ omtrent het jaar
"5Ho. in 't licht gegëeven ; en wierd te Rome opent-
Hik geleezen; zonder dat 'er iemand te Rome ge-
vonden wierd die jets in dezelve te ben'fpen vond}
ofeenige redenen konde aanwijzen om ze als ver-
dagt uyt de handen te doen vallen.
Hier ujt blijkt ten éçßçßúå dit ? dat men over een
feit, hoewel door PaulFelijk gezag beveiligd en waar-
achtig verklaard , noch twijfelen mag. Ja Pape-
frocbius
zelf zoude naait gelooven, dat het lichaam
v*n S Monica in de Nederlanden overgebragt is :
cn dat het ander, 't welk op den naam van S. Muf
' fjcaas lichaam naer Rome overgevoert wierd , het
"cliaarn van een andere Santinne is geweeft. En
wat die zekere' tennis van Mart'tnm V belangt; die
Raat niet vorder, zegt hy, als dat het lichaam van
eene Santinne, onder de kilt van S Amea gevon-
' den, en voor S.Monicaas lichaam gehouden, teÉ&ï-
me is gebragt.
Dat
meer is, de PaulTelijke Bullen fpreeken mal-
y Maitinus V betuigt in zijne Bulle da* Het gemclije licliaars
K«er de kift van S. Aurea gevoetUe *i«d.
                        ' (
kanckï
r
-ocr page 665-
54° . Aantekeningen óp de
fcander Öp het ituk van feiten niet zeldéntegén^ Om
het in 't kort en flechts met een voorbeeld te bevvii-
isen ; de Italiaanen en Franflfè.n krakeelen onder mal-
kander mét groote hevighéit en ernll ovef hs-'t
lichaam van S. Benedihus. De eerften méemen dat
in de Abdye van Kafiïno ruit; de laatiten willen 't
het be-eedigen dat zy dat eerwaardig lichaam bezitten.
Onder andere bewijsredenen 'm worden 'er van weers-
kanten PaniTelijke Bullen voor den dag gebragt·
Daar zijn Pauzen die den Italiaanen volkomen gelijk
geeven; daar zijn'er dte de FraniTen in *t gelijk (tel-
len. Daar leggen Hullen van Pau/.en, die de over-
voerihg van 't gemelde lichaam naer Vrankrijk niet
willen gevierd hebben ; en daar leggen 'er, die niet
- Willen gezeit of beweert hebben dat het elders zou-
de rurtea als in Vrankrijk,* '
Hier zullen de vooritanders van Portluncula naer
rillen fchijn verlegen (taan : indien ze 'alle feiten voor
waarachtig a'nneemeri willen, die in de Bullen der
Pauzen voor waarachtig opgegeeven worden ■ die-
nen'ze ftaande té houden dat twee (tellingen .die mal-
kander opéntlijk tegetffpreeken , beidegaar waar kon-
nen zijn'. Durven ze dat niet (taande houden; 'zoo
moeten ze bekennen dat fommige Pauzen in hunne
Bullen öp het ftnk van kerkelijke feiten gedoolt heb-
ben, en vervolgens noch meer dooien konncn. Zul-
len ze dan ook, deunende op een Bul Ie van r Slxtus l V,
itaandé houden dat Honorius 1 X, Homrlus X, Lu-
ciuïiy
„■ cèn zekeren aflaat van Leo IV beveiligt
hebben? Zeggen zé neen ; zoo heeft men wederom
een bewijs dat'er op de Panffeliike Bullen, op het
fhik van kerkelijke en andere feiten , geen vatte fta.it
te maaken is. Zeggen ze ja ■ zoo dienen ze ee-
ne nieuwe Befchrijving van de Levens der Pauzen
op re fteMeri: want by Platina, Stella, en allé His-
tonfchrijvers vindt men niet meer als vier Honorius-
Jen
vermeld, en drie LuciuJJen,
ïemand zal milTchien oordeelen dat ik al te wijcj-
ïoopig hen in het wederleggen van eéne zaak. &c
zoo veel wederjeggens niet fchijnt van 'nood e re
hebbend Maar die zal niet weeten met wat eene
*  Vide Boliahdiibts in Vitis S. S'ad.'»i Martii.
*  Vide Papenbroch. ibid, §. io.
i!«üiHi* v                                                                                pieg*
-ocr page 666-
iteSCHRYVING VAN DEVENTER; ï f^t
I plegtigheit dat- de dag van Portiuncttla. jaarlijks ge-
I houden word; hoe hoog en metwat eene verzekerd-
I heit dat men dan den gemelden af laat doet gelden;
en hoedat de onkundige menfehen zich meer aan *c
vieren van dat feeit laaten gelegen n'jn , als aan V
vieren van PaaiTchen en Kersmis.
G O R ZE X,
, , < . ΐ 'f ί .^ ■·■ ■* '·■ ■ ..-■■■,', * .-■*' b '^ ■.-■■*■■                                                                                                                          r- ■'■*■,.
©it bo?p / ia 't <0;aaffcfja|) ban fgutfeeii
galftocge ^utfecu en ©ebenrer gelegen / $
ban ovtixê &\txftto genoemt getueeflY <Bc jpa*
rocljiheA / in öetoeihc geene iDihargen toa*
rai / ftonö ter bctgeebtnfje ban ben -<$,>aaf'
biia gntfecn.
3(n 't-jaar ι fj« fïoiiti pr al# J&afïooj Jo-
hitn Siakcbia'nd, |Mtöti£ te ^Ülfeetir1·
WA R Ν S - V E L· E>. -
IDern$befti / ooit onber't ^aaffe&ap eni^rocti-
quarnce ban^utfeen gelegen/ jjaii eene iierUkc'k aju
.öte b?n ij Mam nus tocgetötjiïc toa£« ©e5e hertt ^ Ιΐ^Γ
i$ boa? G'nk'baicius, SiMfrfjop ban Otfeeot"^^»»
san ^> wPrrtèr* ïiapittei te Ülrretijt gcfrfjonhrtt£**
500 a$ f η beu boigrnben b^ef te ieejen flaat.
/# demnaanse der Heilige en onverdeelde Drie»
Oukl'ghfit.
Aan alie geloovigen , zoo tegen*
woordige als toekomende,- zy bekend dat ik
Godeèaldus, by Gods genade BiiTchnp van U-
. t'echt, den Broederen van S. Pieieri'':kejJc te
Utrecht gegeeven hebbe de kerk van war-
nesveld -$ mee eene .kanellc toe die kerk behoo-
re>>de, en Urdene genaamd 5 zoodanig dar. de
ptnelde Broeders de magt hebben om de in-
*nmiie der zelve toe zulke gebruyken te be- \
ftfepi^rt
-ocr page 667-
54,1 Oudheden en GESTieHiÈN
fteeden als zy zullen goedvinden. Dit hebben*
\vy gedaan ter bede van onzen gcrrouwen, tn
voor de zaligheit mijner ziele i op dat die Poor-
tier ons genadig zy, in wiens Itede wy iiis-
fenoppen ook ÜJiten en open doen. Ook heb·
benwy dezelve kerk vrygemaakt van bet(i) be-
zoek des Biifehops , van de (å) orFerpennin-
gen » en van alle BiiTchoppeiijke latten $ ten
zy in zulke gevallen > als de Biillhop daar in
eigen perloon een Synode houdt f wanneer b.f
twee marken voor dienttgeid omvangen æéß.
En op dat dit by de nakomelingen onwnkb4ar
blijvej hebbenvvy de gnce do >r ecne Biffchop^
peiijke al kundigmg b krachngt $ en doir de-
zen brief die met ons zegel bezegelt is beves-
tigt. Dit rs te Uviech't irir 't openbaar gedaait
in 't jaar MGXXI, in de XIV indtktie j in'r
vijfde jaar ais Keizerdoms van Keizer Hendra,
in de tegenwoordigheit van iVhjnheer Godebal'
dus
Biflchop van Utrecht : daar de volgende
Geellelijken als getuigen zijn by geweeil.
Msngodus Dompiöott, tierm%nnus Prooit, Theo·
doricus
Plooit , LuitardUs Prooft f Lubber-
tus
Deken , Gerardus Deken, Çichardus Ka-
meraar ,* en deze vrye leeken; Dideryk Graaf
Van Holland, Graaf fVillem^ en zijn broeder
Dideryk, Godefroy van Malfem en zijn broeder
Hieronymtts, Airnmt van Rhode en zijn broeder
Gij eiber t : en de volgende D i en it mannen* de
Schout Jalo , Gifelbert met Z'jnen æ lone Ge·
t aar d^pit bert, IVerenboU
, Rihaard,Gelbrandi
Lutberf, pVerner
de neef van den Schout J? A#'m
nout Knif) T*brand, Of ßï
Kameraar.
3[u 't jaar é il é. toierö bt gafïorg fteftfoö*
bOOi ttlXCil Pau lus van den Have.                 *"
en-
-ocr page 668-
VAÜ 0EVENTÈ&*           f4t
3» beselbe nerhe Snaren eenige ï«rnbfen#>
ten mgeiteit: a$ eerfMijii be nernbunft balt
tie i|. JftbaagD Mana j baar bc iafi aan ge*
jjecijt toa$ ban eene 3aterbaagfci)e JMf*/
m Die Dooi De ftVeoninks begicben tmerö-
i. ^tCban bC vier Miarl'chaiken, öie ter ÖC'
geebinge ban be Barnieren flonö; en toien$ be*
Dienaar aïïe bingpöagen en baiiberdag?a btn
<0aöbe!pen bieajfi ieesen moe fï* 3. ^ie ban
be ξ. Caihaniu
} öjien^ - befcenaar gejjoaben
toag 'g iiuen£bag$ en b^bag^ bc anbioe*
bip ^prijanbe op te bjaagen :■ b?5e nerlt*
Dienjï bjtfrü in ijet jaar 1571. bergeeben baojs
G:raard ν ander Kapèlle in den Dom,
<^nöee be3t j^avacQie 00a gelegen be na*
pel te ^eraituecen ; Die t'i)an$ fcërbaUen 1$
®C5elbc fjeeft b>d - eer ter bergeebsnge mn
Ijetgcfïagt van Vier akkeren geftaan* 0üïttt*
Ijtinö 1$ batreeljtaiin öe0anï2^o^en/i|e|ren
bet: pïaat3e / en in 't geuoig aan öe De Rui-
ters berbaüen.
AANTEKENINGEN,
\. tran het bezoek des Bifl'cbops; of van het bezoek-
fceld. In het Latijn Haat α cifcattt;'t welk ook c'trcadatxi
(ircatri
wierd genoemt. Dit was zeker geld; 't welk
de» Biflchoppeii , als ze hun Bisdom bezochten of
t«»nd gingen, en den Haat van alles opnamen, molt
()pgebragt worden, 't Is «iet meer als redelijk dat de
«liderdaanen deu BiiTchop, in het draagen van zulke
onkofien, te gemoet koomen. Maar elders is ge-
t;,ont hoe dat fommïge Biiïcnoppen de kerken en
jHoufters door dat bezoeken plagten te drukken.
Diatorn was het dat liimmarus, AartsbiiTchop van
Kheims, van den Koning Lodewijk 11 verzocht « dat
h de kerken door ge ene Ujijpoorige bezoekeeldeit tn on
* Ej'tft. ad Lid. *, cap $.
-ocr page 669-
f44 OüDfeLEDEN ÉN GESTICHTEN
behoorlijke fc battingen zoude laaien drukken. Daarom
itaac 'er ook ia eenen brief van Gzido, BifTchop van
Baiiyais ; Hy zal nochtans noit ap de Synode f>aan\
n(icb de Jïhatting, die men
circada noemt ,1 betaalen,
Eh Ivo C ar noten fis verklaart dat de kerk van Munde-
•villje' vry was van''t SynoUi-geld
, vvn 't circada of be-
Z^kg'ld, en van allerhande febattinge.
.%.. Voor off:r penningen (laat ia 'tiLaiijn ohlatis;
(Jklata:
of obita;. k was eeu jfoort van .leer dunne fijne
bröodtjés'; dewe'lken de Iceniivannen en onüerdaan.en-
<>.p IbmiTii^e plaaty.cii gehouden waren by zekere"jic-
kgendheden aan hunne Heereh όμ 'Dr e η gen : vVvl*
kc obiix of',ub atie naderhand-i:n ecu geringe ilmiine
geld* verandert wierden.;
         ;t ., ,v >
"■*" " Vva" l m . e n. '... '' '
parochi. il$mtié· on&r'r Ituöacijt ba» feötfice nc>
kerk va» legen/ |)ccfc eene ^aroei)tf*crU/ Die Dooj öcu
Almsn
1          «0^aaf baa 'ÉSiufceii Usrgecbca to*crö. ^cu
gajfpq| lij ecmja^.een ïtapeilaan toegeboegr ν
öie De BiUary Uaii be^ Nicojau* ciiCniia-
nna tt^ar. <£3aDer öeje j^arocljie/ tf toectca
te %erffen / toa£ mli tent napel geii-uiat»
baac uacij elnp m't jaar gej^eöUu ώδ#
W Υ C Η Μ O ND.
ï'arodü·
<©it öa;p/ onaer ïjet 5C^ ^ojifcljap <&
kêüTvatt legen/ yaa eeue >uerh/ öïc oy üeu naam baa
wyck- g, Ludgei us inge&tipr ü)a£ i maar otirr lai|3
in υ η d
e ik
Dooj bea 'gffrl öïc oaar baaj ba büct iu0^
fltopr $. '&c$t Ludgeuis üet sjjiir geaagren
gaaa om ijler reu hfaifav ümi 'ac $$$$$&
tier jEaaaihnen op te fouowi ü maar ïfë
toicrö uolgeul * Surius baa <0aa$ tu^ to£t:i
b ZieT>uC3uge
&c
ij                                                      1
In 't IcvcH vuil Luigerus op dan 26 Maart-
maant
-ocr page 670-
Ι                                                                      *                                                                                                                    ι
V ΑΝ Ρ Ε V Ε Ν Τ Ε Κ.           f4 f
maant om (jet te Jeroen aan öe töoer te tim>
meren. «DrüUH: ban öit filoofïer /. bte ooft
een0p$bo?fï #./ jjao ijet recgt om beneben$
öea 4£»#taf ban Éutfeen renen gafiooj tot öe#
ψ her ft te Benoemen <Br bern fjao eene 3W#
fcarn; te hjeeten ban be Merg, iüaagö Ma-
ria en |§; Garharinaj taien|ï besitter geljouoett
toaé öjtemaaï ter toeelte jp$ te ïee^m/ en ti
refideeren/ Jjn' 't jaar 145-9, 0$ J&. Antonius
Dag / jeéft Wouter die Dempige, met $|jne
jjug^tyoufoe Lamme, aan öe5c SMfarg tofc
bergteer&ering ban fjaare tanomffcn gegeeben
öe saogetioemöe^Ioraieiiöaal^fCtenöen. ^30
Wouter en 3tjne ffuosb^onb)/ geöfn ooit öe
errfie ,j§t!cgtet£ en ë>egrfriger£ Den 15- J>e#*
temöer 1404. geftëaii jjaöoen/ fjeböen öe be^
gcebirig doo^ 3!CÖ sellm en pene erfgenaa*
Uien beloften : bjelbe erfgenaamen t'jjang?
5ijn oe ebeie peeren Ter Bruggen en öe Hoe-
nen. Wy bedingen, zeggen ze in den fllchting-
brief,
dat deVikaris, dié deze Vikary bezie,
geenen kèrkdienft of anderen Iaffc boven de ge-
meidè Vikary zal mogen of konnenaanneemeni
ren Zy dat wy Stichters, of die by tijd en wijle
onze nazitaten zijn, en het recht,van begeeving
of voorfielling hebben , onze uytdrukkelijke
loeilemming daar toe geeven, enz,,
i Willem van Baefcv Andries Kreing, Cele,
Keppdman , eiï Evert Vander, Voeriï ^tet
kan Sorrenfiobe/ #p5igter$ ban ïjtt Saft*
¥ψ§ te BMfem ; \)θάβ$ Andries lieren Ge-
raardszoon, Andries Iferen Αntoniszoon, Lu-
Jckyn te Ry t,! Hendrik Vander Mcrfche, Hen-
|rik Sïurmarij Renfe van Boerle , Theodooè
Vandcr Wailc, Johan Van den Rhya, Wer-
ti?t Tollener,' MenfcvSmedeken, Wouter die
Μ in                       Dciti*
-ocr page 671-
5*40 Oudheden im Gestichten
iJtempigc , Hendrik Wfilmk , en Théodoor
WiflTmk I, etfgenaamen of tvfbmttcvg onber
be ^aroeijie ban Ifêgcijmont; embeip Johan
V ethuizenmeoe-etfgenaamen/ en Hirmen
MOHent, ücriimCFfler^/ Rebben geterf/bsi
ben bermelb en in be pampicren ber nerfce
Se/Φ' Luygers land geiiaamü/ lil't jaat 14.fi.
op &. Mvirgivetiias abonb bernocöt aan ben
feilen en tüapitte! ban &, Wulburgs tierh te
^utfeen %n 't jaar 14?τ, be$ 3atetbi g j boo$
£». h,iizabei> bag/ i$ be opaaagt geöaau boo$
GorfelcvahdenG:uythuys 0iei)tet baü§fiaWi
ïjeni en ban get <&mvtm ba» De ^elntoe.
#nbet be jtooti)ittetne ban 2&£eï)mona
fïcmö be napelban 25;uii$betgen ; betoeiae te*
geitüjooiöia fïecljt^ eenije fïeene iiiompe» of
ptiüüuerl; bertoont.
τ gjtt.'t jaar j 57 ï. jïottü ïner a!£ gajïoo?
Goollen van Dalen.
V O R DE IN.
©eparoe&i^erh ban bit bojp/ bat tfonow
ber ijet'^oufcijap bangiitfeenüei)nojt/toa$
in ï)et Jafetf 1 111. böOJ Godibaidus Sïffcijop
liap illtrecSitean^.Picters ïinpittel teïltweljt
gcfrïjonhen.' <êMvp btnöc in s)et tecijt ban
booiiïeüinge toegefcij?ecben aan {jet fóayittet
bao £nrfeen; boef) fe Ierse bn Gramuye bat
feer bt» wtmt ailcen souöe toegenomen ijco'
ben. 3|n bejelbe hetlie toa^ maat eene$i'
ΒβΦ/ te tateren ban ben J|. Amonius: boet)
fete fo ober fangaan §ct nofterfefjap gejjecljt*
om be ina'omflen ban't 5elbe üofïerfcljap / Die
aUe aenng'tooren/ teberbeteren
           ·'■'·.
SSfifltei be paaien b«n oese pateen / *e
Paroclii-
ketk te
Vordeij,
enz.
-ocr page 672-
van Deventer.        f47
|afcfbjt/ ftonbnm fcapéi; in t>MtW?tduKaP#*
Mbatg
toa$ gefiicjjt ter eere ban öe ï|eiJi0eHakrü,t'
jüaagö Maria, m öe XI öu!5enö Jtotda*'
fakob van Hakforde , Él'Ööer / geeft balt
jjjhc goefrerfii/ te jHeigertnn onöer Öese ψ&*
éoejjje gelegen / aan öe j$ai*oe|jmerae gegee*
bm acljt maiöer$ tarioe/ ^utfeeiifrjje maat;
m ö^ie ίο fïuhfieu eigrn ïauD^. %te ban öte
acgt ntalörr^ $uiïeu uo^ öe üürrnmceflercn
3jjn/ om altn> liegt Ö£ öe ^alirifïn te onöeiv
fouten, ^e fMefier/ οίε op öe ^ajftrtfïn
jiafï/ 3a! t>öfoijaif niaïöer Jjeööen; en öaar
\mf bérpligt 31)11 om '$ ntaanaag^ eene jjE$
boöi öe oberlcöenen/ en 3aferöag$ eene %oog*
inté ban Φ. %. &;outo te öoen, ©e jpafïoo;/
om bat lig Ï3CH1 Daar tti btfaïilfömm \§/ $al
een göff maioer geböen, ©e J^afïooi / öe
fctëarig / en öe Hapeiïaan / jutten jaarïp$
m jaargetïloeii gaufcn booj öe $Mm ban
Jakob van Hakforde £!J Johanna Ploeg. φ&&ΐ
too? 5aï öe eerfie ieöer vti$e tiuee fïnnnen gelö$
Wen/ &j'e men 3&;a$jpenntngtii noemt: en
öe ttoee anöecen ieöer een ban öe oberige
^penningen. Φύϊί $al öe 25eöienaar ban
bcj§aforifl# tin tijöe ban öie jaargetrjöen of
Wtoiiffe η öne toa^ftaarffen boo^ Ipt «oer ont*
teen.
tji giftt%cf té geteïtent tn 't jaar 1474.»
ί tygaagg ua Mie Honrngen öag,
§rt fca^eeï ban ifcuörn/ öat öicgt aan tWK.ip«?iop
jNfccfjiher&e Haat/ jjeeft ooft een ftapeïic/het kaftecl·
«* öftoelneeene$iftarn toa$ geflicïjt, W u libr.
*« ndamïijfi ban öe J^ooften ban ^ebentec
l^geeben geeft/ f^eelit op {jet jaar 15-08.
Μ m α                       ban
-ocr page 673-
548 Oudheden en Gestichten
ban be genieïöe ^i&arge; en geeft te Rennen
bat 3e nier mi$ geïeben opgeceeijt üja$.
jjl| 0iC öa^p i£ geÖOOCen Hendrik van Vor-
ócn\ ban toen onbee^ebentet* gedoken t§,
& Α Ν Τ EK ERIN <3.        "
1. Voor drie 'ftukken eigen lands ftaat in 't Latijn
tres libras Dominicas : dat Dominicas daar eigen te zeg-
gen is, ichijnt zeker genoeg; en by Du Cmge (laat
wijdloopig beweezen dat het woord Dominismin
dien zin dikwils plagt gebroykt te worden : maar dat
ik livra vooreen ftuk lands neeme, zal fommigen
rniiïcriien miffelijk voor k 00 lij dn : en ik bekenne dat
-ik het zelf met geene volle gerultigheit doe; te meer,
om dat 'er aanitonds volgt wat dat 'er met de mal-
ders koren en het geld gedaan moet Worden. Zoo
ichijnt het dan dat libra daar voor ponden moet ge-
nomen worden. Maar wat is Ui/ra dan te zeggen;
tres l'thras Dominicas? Dient dan geweeten dat Léra
terra
'of Librata terra , volgens de waarfchijnelijkile
en beiieuytlegging, genomen wierd voor een üuk
Sun ds 't welk jaarlijks zoo veele of zoo veele pon-
den , rot eene bepaalde en zekere fomme , opbren-
gen kolt. U aar over Du Lange wederom , op het
woord Libra terra, kan nagezkn worden.
/                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      .                ...■:■■
S Τ IL E Ν O E R E N.
€>? tefs.ban ^tcenberen/ bat onber-firt
'la3JJDio;lfcl3a|jt3an^iitfeen gelegen $/(**#
jBiiöcv ^ bifcijerimnge ban ben %. RemtjpuN
\
           Φι piéètft ban 23ctltl)cm ï}ttft Ö rccÖ* °1!1
ben $ünuQ? re benoemen ï en begeeft be $w
&$
α η een bau fyvtt onöerijoorige iïcguüctf
«...Üanonnibhen; niet ben iajï ïjaa'p maauM0P
iftK&bjg9ag$' een j&flfe te ïeesen
<Daar "5tjn' ö^ie Buwgm tot gerief ban of-
©afiorpe gefliqjr. ι. <#ie ban <a Sj JW>uto:
-ocr page 674-
^BgBgMlilllW..........ι.....in ι                                                                                                                                       -------"---------'" "·"■■■■' ;·'■'.---------------                        1
1
'            ': 1
van Deventer.          54,9
iö!en<i^ebienaarge()ouben$ 'p fooen^bagii m
'■§
b^bég$ Den <fi$obbeïpen öi'enfï te bmn, m
flltijö op sijne eige Ispjfrn ïicjjt te onbeiijou?
Den. ^ζψ Biftarg tpterti boos ben <ü^'anf ba»
3$;onftl)0jfï bergeeben, z. i&c MMm ba»
f j& Radbodus j toien$ öebienaar/ bieite De»
J^oof! ban $5etïegeni berlioorai bjicrö /
öonberbag^ en 3aterbag$ De offer])?, tibc bes»
outaar$ opDjaagen mofi· 5 ^ie bah'De |f,
Catharinaj οίε §aaren bebienaar brrpligteom
'$ bing$öag$ en saterbag^ öe IjnUm Üïtaap'
seïjeimeniffen te berrieïjten * en ter öegeetoiui
ge ban be 2$ra3eitDurgeti fïohfc
^an bra£ 'er noeï) een fterftbieuft* ban JL
Anna i foten$ beöienaar gejjoube» toagü"ren£
om öe ttoeebe fcoeen Jiïffe te ieesen > en öooi
be ïternmeefïer^ aangefïelt töierb. 3|et ojgcl
                         j
Dab ooft eentge bafïe inhomflen.                                              1
3n't jaar 15-71- bjierb be $a|ïor|i öeMeebt
bao£ eenen Johan Amoldi j 3ijnbe een ïteguïier
llanonnilE/ en te ^enteftotn geöooren.,
BRONKHQRST.
<$nber öeselbe $)afiorp fïonb co&. gei na;
öimrige ^onfifiöp ·, 't toellt op ben rerïjter-
tem ban Denjfffeï flaat/ en niet meer ai$ ee*
He mol ban ^utfee» gelegen j$ Bronkhb> il,
3eQtL. Guicciardijn, t$ee» iledeke dat ganlch
niet verachtelijk is > den tytel van Graafïchap
yoert, en een eigen, en byzonderen Heer heef'c :
öefajeUteuoeötan^/boïgen^ get fcfj$ben*ba»
Pomanus, op be ïaiiööagen maar befienb φ- *
ouber ben naam ban 33aron, $umt öe bier
baronnen ban 't ^aaffeïjap i£ bèse De ttp
* IaGefria, "                    * "*
Mm 3                       fïe
,
-ocr page 675-
$5<s Oudheden en Gestichten
fïe ; en een erfeïp goeb te ^aaben ban
Simöurg en ^rnriitn. <&p bat nu be famiii
te ouöe peeren ban ^oniujo$/ en be tage*
Setenen $elf/ boo^ be ongemaftftelpfjeit bet
baegen niet souben belet baolbenbe^böeiiji
fee bienfïen bihhw$ genoeg &# te tooonen/ té
'er in bit fïebefte eene fterft #euoubit ·, Deeg
bie be boopoemöe fterft boac? fjaare jèeeölb
fterft erftent, 3fn bk fteefte ban 2$|o?ift|jp|ft
gijn ttoee &iftarg$n gefïieöt: eene ban be il»
ïerjEjeiligffe Jlasgb Maria; en een ttoecbe ban
be %♦ %♦ Georgius en Martinus.
£t 95acft" (iaat ooft eene napel/ bie oiibèr
be5eïbe ^aroeïjifterfte §oo$t/ en eene Piftargi
geeft. Jföaar bttoQl op 't onberljpnö ban ot
tmimeeaabje niet gepafi i§/ fteeft bie ftaoéi
ftaar baft al beriooreii/ en berbaït §oe \w
gerïjoemeer.
.''■■■-'' ■<■> '... 'i:'* ' ■■·■ ■ " ■ ■' "■■■' ■■■■
Η E Ν Ö E L.
3|et bo;p 3|enöreï i£ gok een Iibt ban 't boo^
geniribe ^oflfftja» / en ban't <^aaffcijdp
ban Eutfeen. Het reeljt/ om femanb tot öe
Pafïorp en be $iftarn Der ψ-w &mim$m te
benoemen / quatn ben ifeaabe ban 'Watfmi tot
Ü^cgen^ be aiïbcre fteefteïpe saaRen ban Μ
öo#> jjebben to» geenöefcöeibgcbonben,
■■'                                                                                                                                                                                                                                            '                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                               .                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                     ...■■■ ■,
I E L L Ë M.
Parechi-
k'erk 'van
en*.
®e J^arotBifterft ban get bo^p (O ^eiïem/
'tfoelft ooft onber fjet 3ianbb^o(ïfc{|apbanP^
feen fïaat/ fïonb ooft ter Befloeriiinge ban Oen
J^oofï ban S&etleïjeni* 3^aar ftraren tyie w
bargen in öé teft gefiieftt: öte'ban£· £ηηΛ;
., · „ .<■                                                                                                                          ......,, " ■                                                                                                                                                                                            ■·
/
-ocr page 676-
VA Ν Β rV «Ν T'Wtil          ff I
HU ban J&,:AatQnius» en We bail §. Catha-
rina.
t9i omtrent 40 jaaren peleben bat 'er ee>
ne φ *fiar» ober b£3e bojpen tfpgétecö t i'£: toeb
hé gaiïorg aïiereerft oenïeeöt booLi Sim on
Arnoldi, te <&m!iieriït geboren. Mlp beylbe
te^ebenter beroepen foa^/ IjjS Andnes van
Dieren ui 5t)ne piaatgS ge&omen.
Γ Α Δ Ν Τ E Κ Ε Ν Ι Ν G,
ι. Ik zal hier flechts aantekenen dat'Zellem, daar
de Heer <#/%§- en anderen Zeïhem voor ichrïjven,
ïijne benaming zoo we! als O denveel , waarlcbij-
nelijk fchuldig is aan de oade Saliers,: "
■ "» ■                      '';"*■ ι f;·', ti . .' ■":;'$**»*'."**■ 'fff ■"■?· (.■■ '?/'
Ή U Μ Μ E L.
Hummel, een ïu^pban Tt <&mffrf]&P gjtit? ρ^ώΐ
fff η/ fïaat ooft onuee t recjjt^geuiebJanSrtikc k en
3lanbbjo<l ®e $. wwiwchs ty <öe «rtïfi1^
fcïjermöeiïig ber aerlte : ijet pafïoo^-ampt
fÈaat ter öenoemmge ban ben Ifeeir wn Kép-
pel: toeln ampt int jaar 157*· beliieeöt
toierb boo^ E'en jaofz
<®aar toaren ttuce &iitarpéti: be eeriïe ban
& Willibrordus; \&tn$ $pbiSï38të rdr tiore
fcecfteipfcjje Juffen berÖonDiii ibi€ , enbaoj
ben ï|eer nan Keppei aaitdf fielt Ibierb*
^ ttoeeöe toaf? bie ban '0 Aruoniu*, en
fo bier gekroonde MairHa υ c . iöteïrê 2£*bl€*
naar «jejjonben fcoa^ ttoeemaaï ter %te$Ü ben
^obbeïpen bienfï te boen; jeitó »;n 't on*
taar bani»e3e0iftarn; en noc!) cenf in öe na*
turban 8et%eeremju»| te ^iigiju^en/.'c fcodH
«%c b?3e j$arocSie flaat jföSg jaar j m
Μ m 4                     Qatr
-ocr page 677-
ξ ƒ Ζ              £ Α Κ Τ Ε Χ|Ι Ν Ι »36 ΕΝ „ OV Β Ε
gab Zegcr VH^' V-poril Qct rcc^t om fceu
$ifcar$ bah be3e ®uïarg te benoemen.
: var |^^^^^|)^;;4^
. ,. mt bow I i" 't <0^affcöaö &an ZiVtftm
£, Ludgei us tuo^ber at^atrooa of ^eïjutpi
vauvarfe- ji3 acbiert: be JMiorg toierb boó?bèn fa^
",r tooj ban 25etle8em aan iemanb ppn 3|jne m-
noimi&fefi I bte be bereifcijte öequaampt
§ab/ gegceben, ©it recljt ifoen.^ooff ban
^ecleïjem aegeeben boo; Hamoen ptóaf ban
3toon; biècemgen tp reboore/ te toeten
in't jaar ii \%k 50« IanbLtïjU|$aan, ben.3.Wn
©loafï in eigenoom opgetyagea fiab ƒ2
mfiooi i& geijouüen tottMifig btjf IMP»
ft ieejen; maar be üaueïïaan {pijpt Ö^in wn
neöeefte ban bien ïafï blagen. ^
3|n't jaar if/i- fanö prafê Jfeftjig"
raard vanzere, fteguïier ^anonmft «3W
ïeïtem
%n bese fici'ft maren ttoce."^iftorgeo 5#
fficftt: i. ^irban'É^oogtoaariiïglii'^aHr^
ment}' toieng ^ebienaar tot eene W#f
fefte en cenesatecbagfcöcflïliffeöeijaa^nMh
\ mt ban ii Anna: imm$ mmMM
btenfê berriröte.                        . , SM
3^e napel te t^nnberen fïonb otóielW
tóaroclpi maar i$ in 't jaar itóft- ö0°*c
gemetótg ontoeber om berre gefitte* ten,
Α Α NT EKENIN GV
j. FJièr mag ik vraagen waarom dat VarfeveU
tuo wél nm Parus genoemt loude W* a£hejde
-ocr page 678-
BeS^HRYVING VAN DlVLNTfR*.           5^3
fcheide andere plaatzen hunne benaaming, naer het
zeggen van geleerde Schri)vers, van den zelven Va*
ms
gekreegen hebben. D,e zaak verdient wat gaar-
der voorgeftelt te worden. Die de Romeint'qhe' tJ'S-
torien geleezen hebben , weeten hoe dat de Romein,,
fche Veltheer QjtiMUws Varus, ten tijde van Augus-
tus
, in Duytsland en door de Duytfchers verilagen
is, en wat een misbaar dat Augufim daar over,maak-
te. Maar waar dat die neerlage der Romeinen voor-
gevallen zy , daar over hebben de Hiiïorifchrijvers
veel te zeggen. Urfpergenfis, á Niuclerus, en mee?
anderen beweeren dat 'die zege d,oor de Duytfchers
bevochten is by Augsburg: volgens JEneas Sylvius
zoude het gefchiedr ?,ijn by Ments; volgens J. Aven-
t'wus
byDuisburg in 't land van Kleef. Anderen zijn
voor Meiffen ; anderen wederom voor Stromberg
in't Bisdom van Munfter. Maar de meejïe en ge-
leerdfte Schrijvers, als H^melmannm^Remeccius^ Met.
bomius, CufpiniiWHS
, Lazsius , Lindt'bruchius , St.Pt-
ghius
,' Lipjius , Serf arms , Altamerus ,f Brouxperm ,
ifaak Pontanus , Te'maker , en meer anderen in de
Monument» bPaderbornenfia vermeld, houden't voor
eene gewitte waarheit dat die fchrikkelijke neerlage
der Romeinen nergens anders is gefchiedt als niet
verre van Paderborn, of. gelijk de Aautekenaar op
de gemelde Monumenta Paderbomenfia v\y wel be-
wijfj, tuiTchen Paderborn en Detmold. De redenen,
die my zeer waarfchiinelijk en doordringend voorkoo-
men, en daar ik niet merkeli)ks by te voegen heb,
konnen daar nagezien worden, 't Is hier de rechte
plaats niet, om daar wijdloopig van te handelen :
en ik heb maar te toonen dat de naam van den ge-
melden V*rw volgens de Schrijvers in de naamen
van fommige plaatzen vereeuwigt is^; en dat het zel-
ve met even groote waarichijnelifkheit op den naam
van Varfevelt kan toegepalt worden. Varisberg,
door de wandeling Foritenberg, een AdeUjk'Maag-
denkloofter in 't land van Kleef, is volgens St>cpi-
ghim Vartu*
berg te zeggen. Warburg, een ftecjeke
onder het Bisdom vatrPaderborn , is Volgens <* Ser-
» Vide Monumeuta pa^erbornenfia , pag. \$.
h
Ibid. pag a é.
            t É ç Ç ei culc ProiHgio.
Lib 3 JUpi Moguet- notat. f, aiJ vitam S* Bonifarii.
                                'M m f                          rariu<i
-ocr page 679-
5f4 Aant.w-'ia/E Bescör. van Dev.
rör/»fioo vefel te zeggen als l/rarmh\xx%. Ware·-
holt mi 't Graafichap van der Lip Warendorp io \
Bisdom van Munlter, Wariare of Varlare, een Nor-
bertyner Abdy in 't zelfde Bisdom, lijn volgens an-
dere c Schrijvers ook naer Vfatèx gènoemt. Ik wil
Vartti, noch ook de gemelde plaatzen , in het bezit
van die eere nu «iet ftooren; noch zulke Schrijvers
voor deze reue tegenfpreeken. Maar ik zie niet
waarom dat Varfevelt, en miiTchïen ook Warnsvelt
loo even befchreeven, op de zelfde eer, zoo groot
of kieyn als zy is, niet zoo we! mogen roemen als de
eerftgenoemde plaatzen. Pighius , Serrarim, en de
andere Schrijvers, konnen geen andere reden van
bun zeggen geeven, als dat die naamen eene groote
overeenkomlle met den naam van t^am* hebben.
Doch de overeenkomile is zoo groot, of omtrent
200 groot, in Varfevelt en Warnsvelt, als ïn de an-
dere xoo even gemelde plaatzen.
OUD Κ Ε Ρ Ρ £ L.
#nb Utpptl/ een böig \mn 't Smff^^
^ntf een / w oitbei' get i&ecijirrgampt ba»
^oe^teg gelegen/ {jabeene ftéfe1/ öetoetFie
in berfepbe fc^iften eene nollegiaief avoüp
Kerft bJ0$ ^enoemt i en ter eere ban De 3|. _#<
Épofïeien Petrus en Pau lus jngeiöiiat toa&
Sjn be$e iterne fcDaven be boigeiiöe Stegen
o0Wtljti
Φ. ©e ©inarn ban O. ί£ V»-on;w,
a. - -ifcan^Jan den Dooper.
ζ, - - ban be bier Κ ffi- Evangeliften.
4. - - ban ben ï^lliofïel Andriei?,
#. - - ban be% f.lfinojïelen Phiiippusftt
Jacöbus.
4. - - ί#η ben 1^· &no1ïeïThomas.
-ocr page 680-
VAM DeTÊN TJg&Y
ban öe ^. Maria Magêdöna.
ban ben ^. Antönius.
ban ben % Nicolatis.
ban ben ^, Georgius.
fw
8.
ίο.
#an bja£ 'er noeïj eennerii&ienfï ban be
1|. ^. Drie Koningen ·, &emeïiie bOO^ be Bt#
fcarijfen toaargenomen fcuerb ; m met eene
öagelpfcöe jpffe booj be oberlebenen fcjag
beïafï,
ï|et reeïjt ban begafïorg en be&föarnen te
bergeeben qimm öen 3|eere ban fóeppej toei
betoelne eertjjb^ in 't bcnneent'gbulbigat ban
Margen a$ om $$$ ftlnm gefteDen te
ïjtbbm met Hen nabnnrigen %eer ban 39erg&
f η 't jaar ι f71. fionb Jjtee al§ J&afïaoj fo-
han van Venloe (Venlo.)
NIEÜ W K.-EÏ Ρ EL.
$iento &eppel / 'r &el« ban Gincciardijn Parroai>
onöer be onbemunrbe en onbemaibe fïebeften^ van Nieuw
ban fjet <0>aaffei)ap ^utfeen gerettenr toajb/^p?"1 *
¥ gelegen op ben fïinftcr oebcr bad buffel;cnz'
eahx^bnaer ben beemanelpen bar^bie'er
fïaat boo^ be toanbeïmg 2&irg ne$tpef genoemt·
®e iterli/ öie baar gebontat i$/ boert ben
naam ban £i Laurens neen
; en fïaat onbee
J)ct $atroonfcjjap ban ben ^eere ban Henpcï,
^aar tön bjie ©inarnen / bie ooft boo^ ben
3nben$eer begeeben moeren:
1. O^ie ban be Aiierh. Maagd, en <g. Jjéi
den Domper; fcöien^ ft^itt^i Itöt *fo*e JllfeJI
z.
-ocr page 681-
ff$ Oudheden en Gestichten
2-· - - ban betl i|« Laurentius.
5. - - ban&enj^.Anronius: tM'eii$ 2&bfe*
naar berpïigt toa$ omöe offerïjatiöe öer $&ø
fe oriëntaal ter toeene op te tyaagen.
Oude Pas- 3fn'tiaar ♦ . . ÉDagTWeflel van Stumerca
to»rs. ^afïooi ban $ieuto peppel 5 en in t jaar é sy é ..
Anconis Buém'i'k.
D ERE NSCHAP
V, .' V Á Í .-..,.
STEEN WYK,
Onder V welke de volgende plaatzen
gerekent worden y
S Ô E E Í W Õ IC.
STE.ENWYK ER WOL D.
Ñ Á E SL O E.
O L DE Ì Á R Ê Ô.
DE Ê U Õ Í R E.
BLANKENHAM, ,
G R ú Å Ô Ç Ï Ï R Í.
WANNEPERVEEN.
V Ï L L Å Í Ç Ï V Å.
É S S Å L Ç Á Ì.
S C Ç Å R W Ï L D Å.
D Å ZWARTE SL U Õ S/
STEENWYK-
fiieenwiit ËÑÖÀ0Áß geen $eer gjoore maar een ou*
iraarlcie-^l Ö* ö;.&&. *Wü flutt ban <aberpffeï /
***: paait aan^ie^lanbi en i# gelegen aan
beu
-ocr page 682-
VAN D E VENT E KL          fff
Den Mkt Α , detoelne 3ijnen oo^fpjong ukt
berre uan daar in debelden fjeeft; en naerDe
gundsee toe ïoopt / om sijne toateeen daar '\m-mn
te !oo3en,
S(n t jaar iw» öen 4. Sfnïn / foferd get
öooj ]&έήι£ Mauris na eene belegering ban 38
dagen aan t Bereenigde &pederiand gegecijt.
Cfen jaaven te boore toagi §ei banJ Β. (ι) Tas-
fis met eene hrnggufl ingenomen / en ben
gtaaten ontroeldigt/ na bat Rennenberg té
bergeefg ten Dien einde openbaar gemeld tjad
gefynnltt <Pe besetielmgen / 300 at§ Ka
mianus
Strada op ïjet jaar ir8x. bezaait/ jjadden
i|affeït tbsee bagen te boore oberompelt en
'ie etnige beelden ban heiligen ban baan ge*
fyagt 5 befoeiften 35 fpot£gebn$ op de beften
plaateen / om 'er toaeijr te ijouoen. J^aar
op Uen 3eif den nacfjt / ai? 3# de beelden daar
gepïaatjt padden / en op de 3eifde plaatse
Daar diebeelDen ombjacijt te ijonöen flonben/
toierb ^reeufcup ban den gemeiden -vJsk be*
blommen en ingenomen*
^c £nb ijeeft ttocc Herben:
                        Twec kor_
®c booföfterh / die den jf. Clemens aï$]$a? ken.
troon targetoóbt 1$/ Ijeeft 01't jaar 1x5-7» of
500 stï$ anderen bcfoeeren nói, ban Henn-
en* X x V 11 ί S3iffci}op ban fltrerijt tot ber>
mee roering ban ijaaten iutfïer een kapittel
ban 7 tftanonnihfcêu bernreegen. ©e S&ffcjfjop /
J-'hnn van ^rkei, i)£ er lïOtij ttoee'fóanait'
njïisööcii bnboegde / gaf öen feanomrinhen
bjiiof/ tnöicii 3^ beter 3U1 ïn Boiletujobe aljE
^teenbjrjtï gadoru/ om l)et ïtapittet tel&Ji*
irnijobe te plaatsen, ^et ampt ban gafïooj/
en berboteeirê öe Sieibeffrcnng / aan dese
«een geöeefit: fiaande de $aftm&/ 300 toet
al$
-ocr page 683-
£$! Oudheden en Gestichten
öï$ beHanonmft$nien/ ter öenaeminge ban
ben 3||eer ban <i£bergffeL
Künonnik. 3» «*» bnacöjniiten bjief ban Gcorgius,
Jceu van >t $$iffcl)op ban Uitrecht/ fiaan bejc ttoecèee*
|aariï4o. ren al£ itanonnjEtften ban ^Ciemens htvht
beintieiöt:
Ysbrand , m hi ï$HV eil Uleefïer Harmen
van Zwynden.
jHaar uoIgen£,etfi öatibffcgi^lft ban ben
©iflffööp ^Egidius'de Monte toserö bie ioaar*
biggeif m i)et jaar ι f71. alfperboo^ be boigen*
öepetfoonen be«!erör.
ψφ ^eer Cll |ler|Tec Frederik Bleifink.
]ohan Ujgbcriz.               *
Everhani van Enfe.
Aal bert van Thyl
Wichard Geraardz.
Michiel van Tweebergen.
vikaiyvu $5eï|aïben öe $taiiomitö$bgtii foaren ber öe
bolgruöe &titargcii·
i. v^eMarg ban bc m Haagb Maria on*
ber ïjet ïtrny^
. ®t$t Biharg fë in ïjet 13pi:* gefMjt booj
renen J^ieflrr/ WciicrheiTclcn crenaamD;
baar Flon* van Wevelinchoven, i^ifjIi)OU batt
lltrecj)i/3gne bebefftging aan gegeeisen fterft.
&e$t 3elbe ©ibarg toagï in 't jaar ! 5-5*4 öo«tf
üC öaöb ban Lubben van Hardenbergh in ÖC
Pauffciijhe nioanö opeirgcbaïlen : maar n&
Dien 'er binnen be tyie maanöen / na öen tijö
ban |}et openbaüen te reuenen/ nientanöop j
öe giaatg oer Marge toa^ beifcijernen/ ö*e
bat auipt ban ben ψαιι$ nutbangen ijab >
i
-ocr page 684-
ν α ν D Bv β η m η κ.          y^
ijerboïgen$ öc öegeebing lian öe IWftargr/ βφ
reröoïgeii^ öe &?rö?&ajpunten tuffcïjm öen
C gtioel m öe 0o^fien ban ^uptpianfr ge*
Itéfl&n / aan öe o/önitieiffe bcrgeeber# / te
teerren Öen Φείίει? of <$naeröelien en IjttMa*
pittel
berballen bja$> en naaien öe ojöinariffe
Dcgeeber^ &un eecl)t ban öe gemeiöë Blnarg
binnen senerai tijö te bergeeöen in$ge!sjh$>
ber^ümt gaööen i en öe Sftffcgop upt öien
| Ijoaföe/ boigen^ öe o;öonant3t öer itueraan*
fclje fóerftbergaöernige / gerecgtigt taa$ om
[ bë&ibarfi boo^ öie reise te uergeebeit"; 50a
[ iji'eft Georgius van ÜgmonJ , tOtU 23i(fcf)C|i
ban tiZtvcrijt/ öe$eïbe 3Mtarnöai iröecem*
ftcr 1 f f 5· gegeebeu aan Hendrik van &kköy,
Mtaii$ in öen ^om ban liltreeijt *.
'3ft f)eö noeij een anaec ganöfcftn'fr öet*
®uwnerne ban iittreejjt/ ngt jet fcueUse biijtit
öae Pierer jakob^z. ^iiefïei' öen υ φίη;οοεε
>Γ5*4 bebefiigt 1$ til öe booinoemöe Bihatgt
hm O. L. Vrouw onder bet Kruysi öeiueüie
Ö005 öe öqoö ban öen boo^gemelöen Lubberc
van HUrdenberg opengebaiien toa£.
3fn 't gemelöe fyanöfé(i;ift ban fjet Mapitttl
m noilcgiale teöe b?n £. Ciemens fïaat
jjotj een biief ban [jet jaar 1461; ueoeÏ3efjac
&e bcr&Iaaring af piegtige belofte ί öie öaaj
öen^eben/ ö|» fjet aannemen ban 3ijn ampt/
Qtfoan mofi ïuotóen: nurtfgaöe t$ öe bertiia*
toty/ öie een&anonnm/ een If}iftarf$/ enöe
fatboy 5eïf / geijonöen toa£ te aoeiu
%iee boigen nu öe bo^öerê IMïar^en:
i <2^e Bitopban Düii üg Antonms j aan öe*
«-ÏHeöe lafl geïjecijt bja^s or.11 iég öotiöecöag^
w« 3ingenöe $H'$ te öaen. »iöe öie ^tó#
ryen
-ocr page 685-
ψβρ Oudheden en Gestichten
tgen toicriicn boo^ ben föelmi en tytfiapittd
Jtëgeeben* ifc
3. - - ©ie ban öe OTIerlj. j^aagb Maria.·
fcöiciï^ 2$cöirnaac tbjeesuaai ter toeeïse öcn
<03ööcInTïen öienfi berdeljürn mofï: mig örrf
igitöag$ * 2ii i^scii Γ€ίΐ^. al$ 't i)eai öeiaefüe/
en befi gelegen qu? ra.
?' »4···*-·. ©SC ba» #. Anna.
f - - ©Ée bail & Barbas. t.--.<>·,
6. ;V rJ SÖ* ban ö.en %. Sevennus. ©e''2fc;
Dienaar^ ban De.5ê ö^ic HM?arg?u,tuaren ieöec
tot ijffi \tt5tn ban fc^ie Juffen ter toech to
bonïJcn i en feoieraen ΰοο; jjer kapittel aaw
geftelt ΐ · ι ι                    ' . '-■·
7.  ©r&inardban Den i£. Eligius: flaanöe
ter Degeeüinsjc ban {jet kapittel en öe ^φ>
grenen* .'! ■· -. ·.
::,■&..-■■- ©ie ban fietKh Kruys.
p, - ÜHe ban öeï|.$f.Stephapm enLau-
rentius. 25eibc öcsc SMargen/aan öetoelfte»
öe laji 0c!jecj)t baa$ banb^e^ifTriHertofcli/.
tuierben Deo; -fjet kapittel en öe Henuncefifltf
bir$eeben.
10. - - ©IC ball Öe$|, lj|.Cnfpinns C11 Cris-
hit eben eeng beiafïtua$a!$öe tfore
ïaatflgenaemDen,
farochi. Sfrijaibcn öe garocFnen &e csjiöer Ijet W
kuk te jsoïii tan ©tbc wei· gelegen toarm/ en ijaari
Havehe jj^ty^jyyj -of föegeittcn ban bit Kapittel
piaqteu te iu'ijgen/ toagf'er oon $00 eene J&»'
toei)iberft te ï|abeite / onöec Ijet «§tift M"
<0-cuinae en ijet gerecjjt ban' ©pent. |SM$
feijieii $11'et* in 't lanö ban ©rent nieec *β&
paeoeïjsen getoeeft; ban debielnen ton 0ceU
^eUer bericht geteegen Jjebbeo. &cfyttt Ban
Siii3e 23cfct}iö\J2ii0 ban get l^nöfeöaj) ©jent Jjtë
aangaauöe iwgcs&en toojbeu.                    ®c
-ocr page 686-
van Deventer* $6\
T ^e tüjftiic pwocPerfc ,tqa£ be ft, JlHaagD De tweede
Maria hlg Jftatwheffc toegetoijöt : öe 25eöie- p«<*1h-
itaar ber Sterke ofgaftoö^/· 300 al§ önban öeukuk°
2>i'ffcjj0p * Re Monte gciiorrat fo)0)ö/ hjtfrö '
ban &g 33urgcmeeftpra) en g>c§£#$mn schdöf*.
γγη ·, en öab 't 3gncn oienfte tiuce DikanfFen/
ö:c affe 30«öage» / öio§,öö'agfis / öoitöeröa^eii/
m satrröageii öe %v €>fferfjanae· oer jBsf'fe
'$aöe ogbjcfgeiii. cM.&oo.i. ijcr S^jocbcffcfj/t^
jban #. 4. &?auiu aaiiffcfltlt luieröea ψ$
eerfic Wa$ 3NWj$ aan. 'υ ouraar ban 't l|.
Kruys . fll ÖCÏi ï|. MpOfM Jacobus : De t'lDeeÖC
ean*'t oiitaar ban O.-L. Vrodw. ·. ■··■ 4
3Jn 't ?aac ♦ ♦ . $ Htibernis , ■ öi'j* döü
Jpjoofï b'ait4£..?i.JÉtyHibi$ uerft tellrreeljtcsi
©fhen te c^i'tiü-!i3i'ci biajs/ tot Pa|ïaa^ baii
êtccntötjït bel eiïf^t. ., . u * , ..-.·. i.
©e inh&mtfeu lei>: bttöfe IteVfcefi sfjn nu Dé'
ftnïi.s ^t^Muimer toegeu^en,
, €e ^tecmtnjH is ooh een 0aft|flig$i /· ^
Caihaijuaas gaftljllgg? 0C!iaailiö i Μ 't türtUe
fenc j^iharg aan't outaae nan ae %wt%êfa&.
fïc ©liebulSttyfjcit toa^ oef&cljt/ met &e« ia$
ban ö,% tDcèheïpfcïje giffen, ^oejj ïtfajS'n*
f ene ^ifiar^ ban öe 1ξΜ>[ har ma · bcmuluj 30a
tod a$ bVtb0öLjgaani!!e;/; oodj. ttë 25ar0fiiiec^
terg; eii.'^cïjcpeuéri bergeeben bjiero,.,
ί ji&rceiitmjEi téae geboorteplaats banCornè-
^"s-NchuiunuiHs ·, oie te Umlkn Ïiegent bmi
0 Lnurens ftoïïfffic/' en Stauonmft ίίϊ <§. Λη-
dries htth'/ i^ffevnerfi. §£ Jjeeft fijnen naam
brimitegt $$q£ (jet ngtgeebeu ban beeie.Ci}
Wmjlk f, Uit Hall Hik Andreas ,O^0i>rrit blW
&«t; en tg gefioiucit bm 10 Üfgfit 1037.. gmf'
OWptV/ -Ferrui SchulunSiu* , lua£ %OÖ0;
|« Jibr. Viiitjc, ■              .;... :. ·,.,                 '' .^ >j <
-ocr page 687-
5<5t        Ëanïekeningen óp de
ïeeeaar w öeiöe öe ftecfjten ; en geeft get
aropt ban p£^fimia£i£ 30 jsareu lans te üeu;
ten irehieeut.
-AA Í Ô Å Ê Å Í É Í G Å Í.
é. Zoo als Strada dit verraiTen van Steenwijk be-
Tchrijft, is het wel waar dat Taffis de zaak uytge*
voert heeft; maar de lor' van die krijgslili uytgevon-
den te hebben, koomt Verdugo toe; en wietd door
eene vrijlter in 't werk gellelt. l/erdugo was ver-
wittigt dat de bezetting van Steenwijk, als of'er
voor geen vyand te vreezen ware , in eene volle
gciUliigheit leefde; en dat de muuren aan zekeren
oord zouden konnen beladdert worden Maar hy
wilt de diepte van de grart niet 3 die uyt den naaltgele-
gen vliet toevoer van water kreeg. Üm het teweeten,
bediende hy zich van een boeren meysje. Dat meysje
liet haaren hoed in de grart vallen, als of hy 'er in
gewaay.it waar. Om dien hoed wederom te krijgen
treedt'zy in de gr aft , loopt den hoed herwaarts
en derwaarts nae; en bevindt dat het water op Tom-
mige pTaatïen niet hooger was als haare knien,
Daar op woid Taffis . na het vallen van den avond,
met een deel volks van Vtrdugo afgezonden , om
eene kans op de lïad te waagen. 't Was juyft pik-
donker 5 en de bezetting zoude een vrolijke nacht
houden van't geen ze te HalFelt gerooft had. Nie-
mand had de gcdagte dat de vyand hem deercn (fjrtlj.
Ook hadden ze de beelden der Heiligen, die ze van
Haflèü medegebrngt hadden , ten deele tegen 't aan*
lioomen van den nacht op de hoogite plaatzen aan
galgen gehangen»; ten deele met geweei roegetakelf,
en op de vellen geplaatit, met bevel om daar goede
wacht te houden. Maar die goddelooze gallen, ô;üï
shStrada fpreext, en de zaak duidt, hebben de Hei-
ligen tot hun eigen bedert gewapent. De foldaaten
,van Talfis, zegt hy, als of de Heiligen, die reed?
meelkr van de vellen waren, hen by de hand gree»
pen , beklommen de veilen zonder eenigen tegen*
/land, enz.
2. Go!»elius Scbultingim is zekerlijk een geleerd
-"", :                           rnan
-ocr page 688-
BESCHRYViNG VAN DeVENTER.           5Ö3
; liiah geweeft | was in de Kerkelijke Oudheden zeer
ervaren , wift de fchriften van de Oudvaders, en de
befte Schrijvers , ais van buiten : en maakte zijn
I meefte werk van de Prcteftanfehe Schrijvers j die
; hy zeef wel geleezen had, te wederleggen. Maar
Ide oordeélk.unde over de echte en onechte werken
van de oude Schiijvers, en andere zaken daar toe
'ikhóorende, hoewel ze vry begoit op ce koomen $
I en van Erasmu's met een goeden uytflag beoeffent
was, was evenwel noch op haar hoogde niet. Daar
in moet men ScbultingUi wat toegeeven; hoewel hy
doorgaans blijken geeft dat bet hem aan geen oor*
deel Fchcïrte : maar hy had alle de hulpmiddelen
niet, die men na zijnen tijd uitgevonden heeft. On*
der anderen heeft hy eene uytlegging over het Mis-
faal en 't Brevier gefchreeven; dewelke hy met de>
zen tijtel 1*11 't licht liet koomen: Bibiiotheae Ett/e-
fi&ftica
, fiv e Cvrhrmntar'torum Savrorum de expufitioriè
Mijfalis
ö5 Breviarii . tomi quatm'r. Λ Hy had dat
Werk met groole moeite opgellélt; er) 4 zoo als dé
tijd toen was , vry wel behandelt. Naer den tijd
joéii was, ze'gge ik ;< want, gelijk zoo even getegfc
is, aan de oordeelkunde was noch veel te verbete*
ich: en de fchaaf van de ΒοΙΙαηώβεη, van Baillct^
van Tü'tmoiït, en veele andere deftige Schrijvers $
was over de gemeeue levens der Heiligen noch niet
gegaan. Hy ichaaft die levens zoo wat; maar hy
faac veel ongefchaafd. Hy had alles opgeftek , eri
gereed om ter perfie te brengen : maar geert eert
drukker of Boekverkooper , die 'er aan wilde, ik
riteene , die het op eigen koften durfde drukken;'
üete dofte, zegt de bekende Vader S'tmon, die dé
'evens der Heiligen en kerkelijke getijden raakt $
'eed v.oo veel opfpraaks , voornamentlijk 't icdert
^tdeProteltanten in de weereld gekomen waren, dat
gemand het drukken van zijn "Werk durfde waagen.
Van alle kaneen wierd riem te gemoet gevoertdat dé
meefte levens der Heiligen , die men in 't Brevier
Keplaatfl had, niet anders waren als verdichtsels der
Monrnkken; dien 't geluft had, den tüenfchen eeti
j^el fproo.kjes te verteilen. Hy beloofde wel dat
•y niets zoude opgeeve'n als op goede bcvWjsiïuk-
'* Ztè i'iibliM'.equc Ciitkjue tome ι. éHip'. tf,
Ν u 1                          keh (
■ >
-ocr page 689-
5β|           Aantekeningen op d fc
ken: en dat hy alle onechte en verdichte befchrij-
vingen oyt chieten zouw : niemand durrde hem ge*
loof geeven. Ik moet hier tuirchen voegen dat//7i-
telius, van Proteitant Katolijk geworden, en daar
by een groot voorftander en verwonderaar van Eras*
mus
, de levens der Heiligen met een goed oordeel
en gelukkigen uytflag in zijne LevenSbefchrijvinge
der Heiligen had beginnen te fchaaven, en'er zeer
veele fabelen uytgernonliert. De Katolijken zelf,
a\t WiceVtkt geleezen hadden, dagten dzlScbztltiwiut
de oude en verfleete fabelen flechts wat opneichikt
en in een cierlijker kl^ed voor den dag gebragt had-
de Dus was hy genootzaaKt om zijn werk op eige
kollen uyt te geeven: en, op die koften niet al re
hoog zouden loopen, liet hy'er maar 300 exemplaa-
reri van drukken. Dit is de reden, zegt de voorn,
Simon, dat dit werk zoo bezwaarlijk gevonden kan
WOrd Π
Dezelve. S'tmon getuigt dat hy weetenswaardige
aanmerkingen over de keikdienften der Proteltanteu
heeft gemaakt; en wel bewijlt dat ze geene redenen
gehtfd hebben om de ceremoniën der 3<atoli)ke kerke
te verlaaten Maar hy gaat te verre , wil noch fom-
mige levens der 1 ieiligen verdedigen, die geenever-
dediginge waardig zi|n: zouw'er fchier een geloofs-
artikel van maaken dat de Martaas, in 't H. Evan-
geli vermeld, maar eene Maria en niet van malkan-
der onderfchéiden zijn , enz Echter verbindt hy
zich niet flaafFetijk aan de in zwang gaande gevoe-
lens By voorbeeld , op het ftuk van de onbevlekte
Ontvangeniife der Allerlv Maagd, fehijnt hy de ge·
iéiiendheit te zoeken om eenen brief van den ver*
maafdén Joattnës lieffelms voorden dag te brengen;
die tot dien tijd toe ongedrukt was gebleeven. In
dien /; brief durft die hooggeleerde en zeer deftig
man wel te kennen geeven dat hy de voordanders
van de Onbevlekte Ontvangenis der il Maagd Mart/t
voor een deel oproerige en bygeloovige menicheii
houdt. Hy zegt dat ze de geheele Ondheit tegen
k De ennceptinne Oeipdrie quaflionent moves; ad quirn Φ
Urinter irbi Yifpondaam ', prepter qmrutndam tatrun homtnu^
turbmtntorum fnperflitiomm mn iibentir in ea verfor.
héb-
\\
-ocr page 690-
BeSCHRYVING VAN DEVENTER.             J·^
hebben; en hy e valt by die gelegeudheit hevig uyt
tegen de Schoolgeleerden of Scholalh'jken ; dewel-
ken de gefchriften der oude Leeraaren achter de -
bank werpende, hun leven \\\ het uytvinden^en vei-
len van een deel opgezochte redekens verilijten.
Om een einde. te. maaken; de overgroot^ ai beid
van Schulüngiui , in het opttellen van 't gemelde
werk, is zekerlijk prijzens waardig. Hy heeft gee-
ne moeite gefpaart om de Milfalen, Brevieren, en
andere Boeken van vericheide kerken na te zien: en
ons ten minde een wi)dioopig bericht gegeeven ,
wat 'er op dat ft.uk in de Weiterfche kerke voorge-
vallen is. Zelfs heeft hy eeae Lijjt van. de .Milfen
der Oofterfche kerke opgellelt, en telt 'er 40 onder ?v
de Chaldeen alleen Ik zal'er noch by voegen dat hy
ook eene zeer fchopne Miile opgeeft van den geluk-
Zafigen Job: welke Miife hy getrokken had uyt het
Milföal van Pius V dat te Veneetzie gedrukt is in't
jaar 1564. Hier uyt blijkt , zegt de meergemelde
Vader Sitnon, dat de beruchte Jefuyt Theopbilus Ray-
naudus
geen groot gelijk had, als hy de feefldagen
van fommi^e Heiligen uyt herüude Teflament,..,
ouder de ai buitenregeli;e godyruchtigheden (lelde.
En ik ben zeer bedrogen , zoo gaat hy voort , in-
dien dit voorbeeld van geduldigheit , 't welk den
ouden Ifraè'Hten voorgeftelt is, fchoon dat Job van
een anderen landaart was , niet zoo wel in het
Roomfche Maandregifter mag ftaan als zoo veelc
Jèfuiten.
                                         ^
Voo/'t laatfte heb ik van dit werk nog, te zegge»
dat het van Schultiagius merkelijk verkort is, op dat
de koften van het drukken, niet te hoog zouden
l^open. De vermaarde Drukker Phntyn zoude den
druk eindelijk noch ondernomen hebben: maar hy
ftorf eer dat hy werk begonnen had; en daar op
volgden de geloofs-beroerten en inlandich$oorlo4'en
in Vrankrijk ; 't welk het drukken wederom om
Pene andere reden deed achter blijven. Die reden
bertond hier in , zoo als Schaltwgius zelf getuigt,
β Fitzc.opinio j ut vernm fatear , tnih'i "o'idttttr ofteniere <]uo
«btateoritm 5chf>!afiicor^tr» (indiUm, ψύ teli'Bis veterum DoEio·
rum fcriptis 'in fms rathmmlis confemfcunt,
4 Hcterodiias.
*
                                  Nn 3                        Plan- '■ •..
-ocr page 691-
$φ6 Oudheden en Gestichten
dat Pïantyn en Moretus voor de Paryzenaars werk-
ten ; die hun geld fchooten om hunne drukperiien.
gaande te houden. Immatura & dolenda 'modem mors
Plantmi, fff mox fuhfequuti iumultus Gallici {Pari-
fierjfww enim turn
Plantinus turn Moretus Mercenarit.
'eratit
, aquibus Ulh ad'tmp'tmendos iibroi· nummt fyp·
fedkahmtuf) edmonem eo tempore impediverunt.
STEEN WYKERWOLD.
«nsSn, fel / ίρ onöet ïjet ^Gfifcïjap ban m^ulpu
wijkor- grfcctcn/ '3N *«*7 °*ε tjaaren IDafiaaj ban
^pid,en7,*t ftapittrl' ban i&ttentönn Urecg/ toag op
iifri naam ban den 1« fpfiH Andreas inge*
c^ïi 't jaar 15-71. toierö &ie f ajïoro iwuk eot
bbo^ f énen )an fanfz. Bonken, jj^a ïjet betfan*
tseren ban Den openbaaren <$bD£$:c!tf! f»
ïaiiörcgeeniiö Pip» ei* ^ boiöeuöe f*P
|p.o;^0rfïaa«t
Hermsnnus Joersma , tC «e^OtiUlgC 8Εϋθσ*
ren/ en in 3ijngafïprgeoberieoen &wixf#P
E verhard Stalpaert, c«i llagenaat/ naocr*
AViiicmHeusken, tel^aaflncijr öcüoorcn/
m te ^teeiito^tatopïö oberleoeu ütn 2q<#^
tober 1704·
' "Engelbcrt Brouwer.
W%$% Sa& fjffi ©iftargen. i. 3Ne W
't H. ICrwys: £oien£ 23eötenaar ipee&rip$ tot
fitt ïecsen ban tfcnec giffen tjeöouöen tuag /
tn &ö$ öe peeren Schulting aan getfeit
iöicrö. 1 ©ω ban O. L. Vrouw } Üntl\§
Sékmat in$0rïp£ berplist toa£ om ttoee*
maai φ mtlmnφbMψtn*ttn#toΌm■>
\
-ocr page 692-
van Deventer.         %6j
en t'n 't jaar 1574. bat anint geïn-eegen öeeft
0]J ÖC benoeming ban Harmen ten Ham.
j. ^ie ban ben %. Dionyfius; bie renen a$e*
öienaar op De benoeming ban benj&affoo? en
öe fciuren fcreeg; en met Djie iureiieiiiifeLe
Kliffen belafï taa&
Ρ Α E S L O E (Ρ Α E S L O.)
Ban #ae$fo/ bat ooft een &o*}j ban <2Mter*
gp $/ en onöer öet ^ofïampt ban mol·
ienfjöbe Befloo# / Ijeb&en to£ geen befeljeiö
oehoomen; en sullen fjet berljaïbeal^ eene on*
öeftenbe plaat^ boojbg gaan*
OLDEMARKT.
©e fteeit ban bit Do&i/ 't toeln ooft on&et? p^oou
Set g^ofïampt ban l^oïïenfloue geiegen fs/öt^ever
toag be befcIjerminge ban ben %. Ν icoüüs aamdtr''"lto"
öebolen. ^efaften fïonö tev benocminge^' cnz'
ban |)et ïtaaittei ban ^teentop. SotoeniS
ren Öanbfcfeift ban Gcorgius, éiffcïpp* fan
mmt I
fcuserö be gafïorn ban faegio en
©ibemarftt in Jet jaar 15-47. beWee&t öos^ ee*
tien Boudewyn Janfz.
3fn't jaar 1571 · toirt'b $e öenierbt booj Frc-
«enk Scheurink.
«erft1 bier ®inarPen gefiic&t. *. m ban 't
η. Kruv«; Die be ψafïooj aan sijiien feat?e>
ff JBPfi!onÖPC öeöW ban alk bipbagen
«n eaböelgïien bientf te boen. 1. fejé ban
5·. ^outo. 3. 3£te ban oen %.
4. ©ie ban De % Anna. ^e ^ïtter^ ban
ÏL ö^LïaJtfïe ^«fi*" «lofien aiie iueenen
rtuee i^iffen Doen.
Ν η 4             Κ UI Ν-
fis
/.
-ocr page 693-
fóö Oudheden en Gestichten
Κ UI Ν D E R Τ
Kuimfert, fóitinb.trr/ 't iöcïft ooft in een p&v\miuntci\
e;rti^sce"Ö|scf bec f|trccgtfcf)e ficrhe bcrmeiöt too?ö/
few $ ecrtüö# cen (0 <0jaaffc8ftg g^toccfï. *&$
4" .45 jaafβ l)Qp f}£tft F rede π k van BI a η k-e 11 h · i m ,
S&tffc8op-t>an Utrecht/ban Harmm en öi$5éif$
J 300η/ ^abcii. ban itnmbert / tien % |&e#
$7,67, gchQcfjt booj eene faariijlsfclje r.rnte Uuii
bietijoobint fepöen. φοφ tót jaatgéib ii
tiabërftanir afge&agt bao^ eene geeegöe .foniine
tyilt fifo jfcpaenν ' * :'· ■■' :·..-·.
* f-)£t ie tcntntoao&iQ een flebeire onben
6et^";ofircijapbanS^3icrii)obe; ijrt ΪΓίϊε dat
ten buiden onbfer bat ©?oiïfci]ap fhat: en rè
gelegen op öeti oebei* ban i)tt ©ire; ba ir een
büetje/ oo'i Kuiner getiaantV na pt ijctDc
fomteren ban örn Eiliet de Luide o.uc-i'gciioniru
geeft / 3<fij met öe -^luitycrye bermengr.
parQChi- «'#εJ^aroc5il«r& U?4 opben naam uatïben
fcètk, %% Nicolans ingetuijbt: öe péfistg-fionD trr
yikarycn. öenoeminge Uan ben §eer ban «Dfcergflfel· f»
\          bc 3e|b| fejse toeren berfcljeibe èiftafgen 0C'
fticïjt                                               λ? r l ■■ --■· ■·<: y
ï i. mt ban fcse lïïerl). jflaaagfc I^aHiU f η
öen ï^.wiiicbrordiis: itscifte Bibarn / bic bati
®reu|}itt5rn ïjier gcb;agt ία&&/ ooh ba^ öe«
Ijjeer toaii <^beryffrï bergeeben fcöierb.
* l. p^ïe ba«:t Hoogw. $akramenr; k$WW
alle bauDerbA^" WPi Stngenbe jJENffk ^
cgfegte; en ter: begeebstige b^tt'tie i^ec&tiif^!
ttx§ ftonb. ··.„ ; 5 - 'i . -
> 3 3Pi£ ban O, L. Vrouw ter Noodt ; W
reneii Sjpebienaar ban be Stikkers hreegj # |
met een saterbaagfröe Jiiffe betefi fcpa$.
*'£k Menfo Alung, tns. ,                                 *
-ocr page 694-
VAN EJEYENTKR.           fó%
4. «pjeban't φ. Kruys.
f <§>ie ban De fjf, Anna.
6. ^U ban DCll %, Antonius. <®e $fo#t*
m$ ban öe5e ö^ie ©{karnen foaren geïjonDen
alte torefien biennaaï öc onbioeöige «Sfferijan1
fre op te ö,?aa0£ii;' · ";
                         '
7. Wtmk&wn ban ben 3|, Nico^us; aan
bfiueiite De berÖ!Oten$to!a$ %tl)tt§t ban toee*
belijl^ö tfoec jilliffen te ïeesen. ~<&z$t bier M*
Harpen bjirröcsi ieöer öooL? een un5onoee 25^
ttvfcljap itergeeben: 'taant men j)aD 'er ber*
niaaröe ^oe^erfefja^penï öetaeUtcn t'n t öe*
0ifti0eh Der Etcrbelijh* anipten b^n nrilb en
feïjootig taareo,
*' * 3fn 't'iaat* i'f^i. taa$ Korneli* Hendrikfz.
I^flao,? ban De liim%r ί en f in \ jaar j 6 f g>f
Geeraard Vrymoriü.
<&e iaatfte toierD t'n Dien aröeib opgeboïgt
Hm fytholtehua ban 't ite^ftift ban &en*
fen:en imcïj tegentaoojbig too^D De Itninöec en
^rcentogh ϋο^ 50a eeiien ïfteïtgicu^ öeDient.
ΛΑΝΤ E ΚΕΝ,Ι Ν, Gf
t. Wegens de Kuinder, en de Graven vaq de Kuin,-
der, konnen onze Aantekeningen op her eerfle deel
van Vriesland Viagexien worden ; daar we vry om-
Oan'dig van die Graven gefproken hebben. Daar
(iaat ook aangerekent , 't welk hier eenigzins te
paife koornx; hoedat deGraaf vande Kuinder,door
den Biflchop Balduinus 11 omtrent het jaar 1196 over-
wonnen , genootraakt was onder de wetten van den
Overwinnaar te buigen. De zwaarfle van allen was
dat de oppennagt over het'Graaffchap . by't uyt^-
fterven van mannelijk oir , aan ètn Biiïchop van
Vtrecht zonde koornen. Daar zal men ook aange-
Uyt een handlchrifc van den Biiïchop JLgidïus, de.Montc»
HUUtio J. Torrii&c,
Ν η $                      merkt
^
-ocr page 695-
$JO OUDHEDEN EN GESTICHTEN
merkt vinden hoe dat de Graaf van de Kuinder, al
langen tijd voor 't jaar 1397 , te weeten in 't jaar
1363, zich zelven en zijn Graaffchap den Biiïchop
van Utrecht by wijze van een leen onderworpen
heeft; met belofte van hem jaarlijks een zeker ge-
wigt boter op te brengen, Indien het waarachtis is
dat de Graaf Herman van K.mnre, zoo als hem na*
gegeeven. wierd , zijne onderdaaüen drukte, en over
zijne geweldpleegin^e hemelhoog deed klaagen »
moet hy weinig voorzigtigheits 't over gehad, en in
de kunrt van regeeren niet lang 't fchool gelegeti
hebben. De Graaven waren juyfr. de magtigfte
m'et: lagen in 't midden van magtiger Vorrten, die
dikwils maar eenen glimp zoeken om de onmagti-
gen op't lijf te vallen : hadden altijd 't een of't an-
der met de Biflfchoppen uytUaan. in zulke gelegend-
heden was hetveüiglt, aten uyterlte noodzakelijk,
ten minfte met hunne onderdaanen wei te liaan; en
dezelveti niet te dwingen, of ten minlte gaande te
maaken, om naep eene omkeeiing van regeering te
verlangen.
Β LA Ν Κ E Ν Η Α Μ.
Parnchl·
S&ianïtenTjam / een b-w ban «SMaernflel/ on*
kerk cn tiet; Qet «Pioftfcljap ban IMfeiiiiobe befyoown*
ïa"2«i ^c / ^ afm οε eui&erjee gelegen* Sfitgeber*
kcniiatn! U&x$ geïeesen bat ï)kt ober eeiiige ijanberöeti
ban taaVen cem ftech ban iUtp tyoutoiuften
ge#sei)fc en met r&oote iuftonifen begiftigt i§,
<&t
]&aftorg bani3C5e neen/ bie op ben naam
h&n ben Jj. Nicoiaus fugetotjbt toa^/ töierb
booi be iw&nieefïerg ban 23ianStcnïjam en
iiett^aftoo; ban 2fel|am begeeben. tyfcv ίσα$
maai? tem ®iftarg ■, te m$ea ban Φ %*
Bputo » wiett£ SSebienaac boo? be gemeente
onaer be^arocfne jfjoorenöe aangcfïeit laierö··
ra tot eene taocn^Daagfcfje en 3aterbaagfcjje
ΜΦ geÖotsbcu tsja^. ©an bm^ 'er noej een
-ocr page 696-
VAN DjiV ENTER.             571
nerftbienfï ban ben % Antonius i Mtn$ &#
bienaae in£gelp$ booj be gemeente mofï ber*
uooren twben * en '^ biii0$ba0$ eeue jj&iffe
lee3en.
au 't jaar if?ju öeeft Sier aféfafïao,? ge*
jïaaU Johan Memne.
I            G R ï ΕΤΗ O O R N.
* ^ietöoo^t / ooft een bo$ ban <$bergffel/ opkomt
m onber ö^t nieer0emelbe ^ofïampt gele* ™" |fnct-
gen/ $ balgen^ Bocopius aïïereerfï in't jaar
13 ii; betooont gebjeefi ban een beel b^eemae*
Imgen / bie op Jjimne ftleeberen ban booren
en ~aer)teren bw$ftw joegen / 3ieÖ S^iben
met roeden en toubjtje^ bit boï ïmoopen iua*
ren geeffelben / en gutt fcoerft maaftten ban
^faïmen te 3tngen: toelfte menfeöen 3efterïp
3Jjn gefcpeefï ban be peltte f bee (1) «eeeffe*
ïaatetii bie toen inzoog-en$eberbugt$anb
Ieeti fïeeften aanljang begofï te Krijgen. 3£ie
menfcïjen Sefcöen be3e pïaar^/bie 300 ïangon*
betooonb en on&eöouUJb geiegen pb / aïïereerfï
in't gemeïbe jaar 15^. öeboiftt; en met 3eer
gjootcn ar&eib bcbouiöt. <Bz gemeïbe &φψ
Vier 3oube ooft Balf geiooben bat 30 Qet fyan*
beu ban turf aïïereerfï in be3e gemeden in
3toang geöjagt tjeb&en > mifiTeöten om bat 3c
elberg ge3ien ïjabben bat men ban turf btmr
fconbe fïoo&en. (1) i^aut in eenen ojief ban
* In een parkementen brief der Utrechtfcbe kejke word
Ket Gtthorne genoejnt 5 daar ook verhaalt word ebt (ie Pre-
f linten van Vriesland een vergelijk overdicdoip tuflehen den
Biilchop van Utrecht en <k Drentenaars te weeg gebragc
Hebben,
t Van deze Sekte kan s^ker Boekje HiilorU ΒJagell, dat te
Pvijs gedrukt is, aage^iea kan warden.
tu.dol·
I
-ocr page 697-
m             Ë Ë Í T Å Ê Å Í É Í G Å Í Ï É' É) Å
Liiiolphus , Utftm W$t ban ^, Latrrens heeft
ie öï|À&é*ïåê buiten titretijt/ ban oen eer*
jïen ^obember IVif, itmt te \ti$m öat ijy
aan ïå jonnen / ïßå om lie nautöte ban \)Ü
Uöüfttt
terplaatfi toaixn/ ntil onirenig recljt
öat 3å gaaien maar unt eniteiöe gunfi/ een
fifafi 3£»een!aub3 gegeebcç !jfcft cm er 500 bed
turf a$ 5å ban nooöe Ijaöbeii iigttè öetai
3N©.*.Marnnus tOO?ö ba!! Üe ftfthC Ö^CE
plaatse M$ patroon gebiert: öê pafïorg too$
öoo^ be eige ïfterlmtceflers en öe gemeente öe
geebeti: Öie oon üjrt rerljt ijeööen omDe^e'
ïrienaar$ ßéåê bolgenöe 3&tharg$u te bmm*
imih
é. ^å 0?Saf| ban 't Hoogwaardig Sakra-
ment.
æ ®ie ban 't ff. Kruys} ïåßõåßâå betac*
gaar ttoee ÌÖç ^r mü\ bercïffcljett
3; ^å Psnarn ban O L V»ouw *, aan öe?
Inelïte get Kofkrfeijap oer ïicrhe getjeeijt 'igi»
mk^gaber^ öe ïafï ban ttomm&tlijfaftifi
ffltiffen ß
en öm tuffcgrir paaffcijen åç $>
Michieis oag alle öagen öe bjoe£-m$ tiiflfcijcH
<0ok jjaoöcn 5» öeii liernbicnfcban^. Anna
te uegeebeð; hjicngi 2B>ebiriumr tot i)ct Úåå5åéé
leen mie IHtfTe ter mecK bcrbonöcn fcoa^.
3n't jaar'1571. fïono gier alf ^aftoojjo-
hanvan Koevorden.                       -
k■■. ,"■! '. ■■                      > '.....- £'■■'■ ■■ ife .·.·' . I ■.■■'■ . ; ..-.. ■ ■'.■''                          '                      , .                                                               ' -i ' '■■. .'-;. v,, .. -
:                               ■■.,.,...'                                                                                                                                       ,,                                                                                                                                       i ■ , ■ ' . ., ■: ...■ v- -
Á Ë Í Ô Å Ê Å Í É Í G Å Í,
ú. Hoewel het genoegtaam 7eker is dat 'er eene ,
Sekte van GeefFelaars Is geweeit; /oo kan ik echter'
noch met geene volflage toeilemmmge anneemen
dat de Geeflelaars , die zich te Griethoorn te neer*
geiet. hebben ,< voor Sektariffen of aanhangers van éë-
-ocr page 698-
Beschryvïng van Deventer.           573
■e ketterfche geziiidheit moeten gehouden worden»
Om 'er van te oordeelen dient men na te zien wan-
neer dat flag van volk Europa doorwandelt heerden
Wat gevoelens dat aan 't zelve toegefchreeven wor-
den. De eerile openbaare Geeflèlaars, daar de His-
toriën van gewagen,, zijn .omtrent het jaar 1159. ih
Italië opgekomen. Ondertuifcheu, zegt de « Hiito-
rifchrijver Fleury , is 'er „in Italië een beweegm£
„ van godvrnchtigheit opgereezen, die tot dien tijd
,| toe noch geen voorbeeld had gehad. Die bewee-
|, ging nam haar begin te Perouze ; trok van daar
„ naer Rome.5 en vorders door het ganfche land.
„ De Edel luiden en 't gemeene volk , de oude en
„ jonge menfche», tot de kinderen van vijf jaareu
„ toe , door de vreeze Gods getroffen om de zon-
„ den die ganfch Italië overlhoomden, gingen in
„ alle iteden ganfch naakt over -ftraat ; die dee-
«en alleen uytgezonderd , die eerbaarheitshalve
i| nootzakelijk moeten gedekt worden, /y gingen
„ ommei/aiH',sgewi|ze, rwee aan twee; hielden ie-
,, der een Ieere gedïll, In de hand; én floegen ΟΠ-
I, der het lqozen van meemgvuldige zuchten en hec
„ Horten van traancw zoo geweldig op hunne fchou-
„ ders dat ze garifch bebloed wierden.,, Dan voegt
hy 'er by hoe dat ze^ok by nacht met brandende
vvafchkaertïen in de hand , ja zelfs in 't -hardife van
den winter, hunne reis vervolgden. Men zag ze met
honderden en duizenden, ja fomti}ds tien duizend
gelijk, in order gaan; hebbende aan hun hoofd ee-
nïge Prieiiers, met kruyileu en vaandelen Zy lie-
pen dikwils met groot gedrang in de kerken, eu
wierpen zich plat ter aarde voor de outaaren. Het
7,e!ve deeden ïy in de dorpen en burgtcn : zoo dat
Ie bergen en vlakke velden van hun gefchreeuw
daverden. In de plaatze van rauzijktuig en minne-
zangen" hoorde men alieiins niet anders als een treu-
rig gefchreeuw , en naare jammerklagten. De
vrouwhiiden , tot de grootde Mevrouwen en teer-
de vrvfrers toe, deeden het zelfde in haare kamers,
dat de mansperioonen in 't openbaar deeden. De
Rfootüevyanden gaven malkander de band , en maak-
ten een oprechie vrede: de woekeraars en roovers
* Hilt. Ecck'i toni'· 17· 0P *** Ί1Ζΐ 12ï9·
qua-
-ocr page 699-
574        Λ Α NT Ε R Ε Ν Ι Ν C Ε Ν Ο V J) É ,
quameil van alle kanten de onrechtvaardige göeèè*
ren wederom gèeven : alle de andere zondaars dee-
den afttand van hunne zonden. De gevangenhuy·*
zen wierdeiv open gezet; de gevangenen geïlaakt; dé
uytgebanhü borgers t'huys ontboden. Men had hef
zoo drok ffiet allerhande goede werken te pleegen ,
als of men gevreelt had dat 'er vuur uyt den hemel
op de zondaars zoude nederdaalén* of de aarde van
malkander icheuren. De wijite luiden (tonden over
eene zoo ichielijke boetvaardigluit verzet; en wis-
ten niet wat zy 'er van denken zouden. De Paus had
ze niet bevolen of ingeiielt, geeri Predikant had Vr
de menfehen door zijne welfpteekeniheit toe bewo-
gen ; geen menlch, wegens heiligheit vermaard \
had'er aanleiding toe gegeeven. Een hoop eenvou-
dige menfehen had ze begonnen; en die eenvoudi-
ge menfehen hadden zoo een toeloop* zelfs van ge-
leerde en aanziëiielijke luiden, gekreegtn.
De boetp'.eeging bleef binnen italien niet bello·
ten; en wïeid wei haalt in Duytsland , Polen J ert
de aangrenzende rijken, nagevolgt. De Boetplee-
g'ers oi■ Geeiïelaars gingen met het bovenlijf van de
middel af naakt; behalven dat ze het hoofd en aan-
gezigt dekten om niet gekêat te Worden, Van de
middel af hadden ze een klee^ , dat tot de voeten
toe daalde. Zy geeifelden zich tweemaal daags:
't welk zy drie-en-dertigmaal achter malkander dee-
deu, ter gedagteniiTe van de 33 jaaren, die Chrtfius
naer't gemeen gevoelen op de ■ aarde overgebragt
heeft: en onder het geeiïeleu zongen Zy eenige lie-
dekens 'op de dood èn het lijden des Zaligmakers.
De voornoemde b Fleury g'etuigt dat 'er de byge-
geloovigheit haaft onder fpeelde; want, Zoo als hy
lchrijft, leerden ze opentlijk dat niemand vergiffenis·
van alle zijne zonden bekomen kolt; ten ware dat
hy die boetvaardigheit den tijd van eene maand had
"cpleegt. Zy biechtten malkander over en wéér; en
gaven malkander de ontbinding ; hoe wel dat ze niet
meer als leekeu waren. Ook zouden it voorgegee-
veo hebben dat hunne boetpleeging den overlede-
neiJ- ja den verdoemden zelfs in de helle, én deri
zaligen in den hemel, tiut en voordeelig was. An-
b ibid.                                                               aüé
-ocr page 700-
Besckrvving van Deventer.         tff
dere Schrijvers, als Chronicon c Auguflenje, ipreeken
van die bygeloovigheden en doolingen niet ; maar
leggen ilegts dat die boetpleeging* om dat ze noch
van den Roomfchen Stoei noch van eenig perioprï
van aanzien voortgekomen was, by eenige Bilïchop·
pen en by den Vorit van Beyeren in kleynacnting
begon te koomen5 en zoo van zelfs vervallen is.
Voorts verhaalt dezelve fl ury dat Manfredm . Ko-
ning van Napels, die Geeiïdaats bigon verdagt te
houden ,alsofze het oog op zijne iraaten mogten heb-
ben. De Waarfchijneiijkheit was niet groot, en de
reden van vreezen verre gezocht. Maar een kleine
fchijn, in zoo eene zake, is by de Vorften groot,
Hy deed hun op lijfltraffe verbieden van ^ntn voef
in zijne fraaten ie ïetten. De Markgraaf Pallavia-
ïsus
, alzoo achtèrdogtig.„ah Menfrexus , deed huil
op dezelfde llraffe aan/eggen dat ze buiten Kremo-
na,' Milanen, BreiTe, en geheel zijn gebied, zou-
den hebben te blijven. Prandotha , BilJchop vari
Krakouw , gebood hun die liad ten ipoedigite té
verlaaten ; ten ware dat ze liever in een naeren
ketker wilden huys houden, Dus is dat vo.k , om
dat het over al zijn hoofd itiet, verloopen of ver-
irrooit: en ik vinde geene Geiiielaars by de Hitto-
nfchrijvers wedeiom vermeld voor het jaar 1344;
eenige jaaren , vroeger of laater , onbegreeperh
Maar uyt het gene hier uyt Bucopius wegens het be-
volken van Grierhoorn verhaalt woid fchijnr te blij -
i*:en dat de eerite GeelTeiaars, hoewel hier en daar
Verjaagd of buiten gefloten, echter niet t'eenemaal'
verflooven ofte tifet gegaan zijn; maar ergens ooi
tferufl en ongemoeid op hunne wijze te leeven, een
veiHge wykplaars gezocht en eindelijk aangetroffen,
lebben Anders moet men zeggen dat de tweede
Gedïelaars vroeger opgekomen zijn , en hunne rol
gefpeelt hebben , %U de Schrtfvers doorgaans ver-
haaien. De opkomire van deze tweede GeeiTelaars
Word aldus van den Heer d Fïatry befchreeyen.
η Als de pelt in Hoogduytsland over was ; begoiï
>, het volk zich zelven in *t-openbaar te geeiïefeii; "
»i onder vporwendzel van Gods gramfciiap te ver-
i.j zoenen. In het jaar 1349, half Juny , yijn 'er twee
c Ad 21111. 1260.            d Tom, i3. oj> het ;aar i}$9
«,hon-
-ocr page 701-
#|δ          Aantekeningen op i>E         , λ
hondert uyt Zwaben te Spiers aangekomen ;..heb,
" bende een hoofd, en twee Medters, dien }y in
" alles «ehüofzaaniden. Zy trokken 's ochtensvroeg
" over den Rhijnj en alzoo het volk met groote
" hoopen quam aangeloopeil., maakten zy een groo-
" ten kring voor de kerk | èil in 't midden van dien
" kring trokken zy hunne kleederen en kouiien btj
"fchoeneh uyt- houdende flegts een onderbroek
" aan die op hunne hielen hing. Daar op tiVukji
15 zy inden kring; gingen den zelven rond;, wurr-
pen zich een vodr ee,u ter aarde, de armen kruys-
'
>1
*'?
11
>1
ft-lincs uytgeitrekt: de volgende, Hapten oveV ue
eerde hene , die zy met hunne geeiklen xachijes
aanraakten . dan- Honden de eer.lteu op en gan-
gen hene; Haandé zich iel ven met geeiklen , die
ieder eenige knoopen met vief yzere ^u| had-
den Onder het géelfeién zongen zy in de Hbog-
·' düvtfche tale, èrj riepen Godt ,dikmaal aan,
*' Hunne Meeitefs deeden de ronde J eq vermaande
,? hen tot het bidden , om Gods bafmnertigneit
" dver' het volk te doen daalen ; en ooiruin hunne
" eebedeii voor hunne weldoendeis, beledigers, eu
" vorders voor alle zondaaren, en,de zielen in c
" vitievuur, te fiorten. Dan iionden zy op, en gm-
? geniifch kleeden: en die hunne, kkede.eu en ue
V pakkaadje bewaart hadden , quiimen ook hunne
" beurt houden , en even het. zelfde doen.
" Diar op ito:nd 'ér een van die Üeeffèlaars over
'ènde- en las met eeiifterke ftemme zekeren biiet;
M dien'een Engel in S. Pitten kerk te jerüz.ilem
" ébtm iouic hebben. In dien brief liond te ke-
»5
" ïéfl dat 'Jezus Chri/ius om eenige redenen ver-
" toornd was ; als om dat men den zondag ni-t
" onderhield ;' op de vrydageu niet valk; en vor-,
" ders , om dè godslalteringen , woekeryen , en
'' overfpclen dié *èt in zwang gjngen. Dat Jezus
" Chrillut, van de Alkrheiliglié Maagd en de tn-
" gelen gebeden zijnde om de weereld barmhettig-
" heit te bewijzen, geantwoordt had, dat een ,ieder
i)
»1
ι
s
vieren dertig dagen lang zijri hrjyi verlaaten moeit,
en zich zelven geeiklen.,, ...
                 « ,. >
Dan verhaalt hy met wat een genegcndheit dat iq
Saters ontvangen wierden' j en hoe ieder ςν«Λ
-ocr page 702-
ÖÉSCHRYViNQ ν·ΑΝ &£VENÏER,          fjj
groetig; was om hurt huisveiling te geeven: dat ze
geene aalmiiTen in't byzonder aannaamen ? maar wei
1 in 't gemeen; om toortzen en vaandels te koopen»
I die ze zeer koitelijli hadden : 'dat ze zich tweemaal,
I daags in't openbaar jgeeiTelden, eri eerts by nacht en
| in 't heimelijk : dat zé met geene vrouwen iprakeo,
i* en op geen Bedden van veeren (liepen: dat ze op
hunne kïeeren , die zwart van verwe waren , van
3 vooren en achteren rodde kruyfien droegen ; en ook
I op hunne bonetten : dat ze aan hunne riemen gees-
I iels hadden hangeri, enz. Te Spiers kreegen zepve?
1 de honderd perfóohëri in hurt gézelfchap , en te
I Straatsburg óver de duizend; die allegader beloofden
dat ze iiuhne Meeftereti 34 dagèri lang in altes ge-
hoorzaam zouden zijn. Niemand wierd zonder zooi
een belofte aangenomen; en dan rrioeit hy noch
verktaarert dat hy zijne zonden met leetwezen ge-
j biecht 3 zijne vyahdert vergeevert,ehde tdeitemming
van zijne vrëüw vèrkreegen had. Dan moeit hy
noch ten mïnite vier deniereri, dat is drie duivers j
's daags te verteeren hebben; otrt niet genootzaake
zijn te'bedelen. Een denier deed tóen zoo veel, als
thans rtegen Franfché dénieren doen.
De Vrouwluideri wierden ook gaande örh de mans
in het pleegen van die bóervaardigheit naïe volgen;
ontblootten biat lichaam tot deu boezem toe, en.
floegen'er Iuliig rrlet den geeiTcl.op. Öe bygefoo-
Ivigheit quarn wederom in 't fpel j zy waanden de
inagt te hebberi vdn malkander van alle zonden te
ontbinden; róerriden op hunne mirakelen , en het
uytdrijveri vari boozé geefteu : verzekerden dat kun
bloed, 't.'welk zy door de geeiTeh'rigeri vergooten ,
met het bloed Cén-y?»} ter vergeevinge der" zonden
wierd gernengt, Veele Bédelende Monhikken ca
weercldfche Prieitert fprakén die geeiTelingèa tegen :
föaar andere Bedeimonnïkken keurden ze goed ι en
braken d4eir in hniine p'redikaatzien met gfooten lof
en ophef van. De Paus,, van alles verwittigd, liet
eene Bulle tegen de Öéenelaafs en hunne voorlUn-
ders uytgaah : te Parijs : wierd dat geeifelen insge-
l
$ quaadgekeurt ; «en den/jSeejTelaaren· door derf
iionjng op lijfftrafFe. verboden in 't Ri*k te koo-
Ö &                       Vel-
-ocr page 703-
J?8         AANTEKENINGEN Ö I» DE
«Volgens Trithemtus, die ook van deeze GeeiTelaa-
ren gewag maakt , en 'er ook met verachtinge van
fprèekt zouden ze eeriV uyt Hongarye gekomen
zijn , en zich door Duytsiand veripreidt hebben.
Hy voegt'er by dat de Paus Uemens V i alle vlijt
aanwende om ze tot bekcering te brengen. Die
naCr goeden raad luffterden , moeiten openbaare
boetvaardigheit pleegen : die hardnekkig bleeven,
wierden den weereldfchen Rechter overgelevert, en
jet brandt
Hanricm f'Rebdorf', van die GeeiTelaaren fpree-
knide, getuigt dat ze veele rhenfchen tot godvruch-
tigheit opgewekt hebben ; maar dat ze daar tegen
van veele anderen gelaakt wierden, Hy verhaalt
vorder dat ze door zeker tfedeke van het Bisdom van
Bamberge trekkende van de jooden , die daar in
groot getal woonden, befprongen wierden: dat de
Jooden omtrent i4Geeiïelairs,en eenige Burgers d?e
hen befchermdeu, doodgeflagen en het itedeke aan
brand gedoken hebben. Eindelijk zegt hy.ook dat ze
veele bygeloovigheden begoften te pleegen , malkan-
ders zonden re vergeeven , quaade leeringen te pree-
ken. Maar wonder is het 't geen g Cufpit/ianns van
de meeiïigte der GeeiTelaaren ichri/ft : te weeten -da-
Karei IV, tot Keizer gekooren , met zijne gemat
linne Anna naer Aken meende te gaan; en de reis
reeds aangenomen had: maar dat hy'er niet koude
koomen om de groote meenigte der GeeiTelaaren,
die toen opgekomen waren, en door de geheele
vveereld"zworven Wat laager voegt hy 'er by dat
dezelve Karel de verdei fetijke en bygeloovige Sekte
def GeeiTelaaren , die door ganfeh Duvtsland ge-
drongen was, op Pauilelijk bevel met de hulpe der
andere Vonten gewapender hand doodgeflagen en
verdreeven heeft. Albertiis h KrantttUs is hun niet
gunitiger als de voornoemde vSchrijvers. Van het
geeiTelen,van het draagen vart kruyiTen,enz. fpreekt
hy als de Heer Flekry: daar hy noch byvoegt dat
ze de oogen 'altijd naer de'aarde geflagen hielden,
en 'er altijd even laedrükt én droefgeeftig uytzagenί
e Cfii-oiiic; Hiifaiie* "> Abbate Wichsuku
f In Aiin.il. arl an. ι?47- g In Carelo I vV
b In Wandalia , lib. 8, cap, ij.
at
-ocr page 704-
ftSSCHRYVING νΑά ÖeVENTE* .
I ïèit hunne fch ouders en rugge van al het geeflèlefi bont
l,eB blauw waren j dat ze, als ze onder het zingeti
j's Heè'ren koorden hoorden vermelden{ fchielijk plat
|op hun aaiij?etigt vielen} niet gelijk wy zouden doen,
linet eérit neder te knielen; maar piotieting, en als
Ι een (leen die van boven nederploft. En i'eikr viel zoö
lier aarde daar hy onder het zingen irond: was de
I plaats iteenaéHtigyofvyyl en modderig, daar wierd
1 niet eens op geleti Y;,erê harten wierden döör het
|ïien van hun üyterlijfc gedrag vermurwt. Zy bader!
nk-maiid orri iets te hébben; maar 't geen hun vari
ïelfs gegeeven wierd , datüamen ze met dankbaar-
heit aan. Maar* '''ep hy) ónder deze rekenen vari
God-sdienitigheit bedekten eh voedden zy hejiheüjic
ondcugendheden. Tot bewijs brengt ny by dat zé
eens van twee Predikheeiren aangedaan wierden * etl
gevraagt hoe dat ze dus bellonden te jpreèken zon-
der dat ze eenige zending hadden. Zy, daar over
Hebend , vallen op dè Preekheeren aan De eeri^
die zijne beenen te baat had en llerk iri 't löopett
wiis , fmtquath het gevaar te nauwer nood. De
andere wierd dicht by de Maas doodgeftéemgt.
Uyt alles zoude ik bciluyten dat de eenvoudig*
heit groot deel aan die boerpleegingen heeft gehad é
tn dat veelè menfeheri, m hunne harten. getroifen4
<ji? levenswijze aangenomen of hagevoigt hebben*
Maar daar by hqude ik voorzeker dat de groot/te
lioop door nieuwsgierigheit, bygeloovigheft, ydelé
filorj, bnwetendheit, en andere verkeerde inzigtetii
tot zoo een dngemeene levenswijze gedreeven is ge*
weeft: en ik geloof dat meeft alle de iieezers éveti
eens oordeelen zullen.
                                        , λ.
. Omtrent zeitig jaarejv daar nae, te weetën iii *t
Jör t4f+ , . is 'er te Zangerhuizen in Duytsland
:t'P andere Sekte van GeeiTelaars voor den dag ge-
tomen $ die zich„ ζ elven de Broeders van het KrUyl
Remden. Ly hadden hunne leef e,, zoo als zeroertt*
p, uyt zeker gefchrift gehaak; 't welk » door eeti
Mgel uyt den herriet in h jaar 343 te Rorrte όφ
"•Pieten
outaar was gebragt. 't Zedert dien tijd,
Nen ze, zwerven wy door de weereld; oni zei*
^fi geeiTelendeï want op dier) tijd hééft Godt deti
\ P-ettiy tome 20 * 'om % [Mr »414»
Θ o *
/
r
-ocr page 705-
jSo Aantekeningen óp de
Paus en andere Prelaaten hunnen dienuY opgeieit»
en hun alle magt van te binden , ontbinden , et!
wyden, afgenomen. .... Daar was maar een Sa-
krament overgebleeven; de geeueling was gekomen
inde plaats van het doopzel; en niemand konde zalig
worden, ionder zich zelven te geeilelen. Het Sa-
krament des Outaars was het lichaam des Heere
niet; maar de Koekoek der Priefteren. De Biecht
en ontbinding hielpen niet ; alles moed door de
geeiïeling afgedaan worden. Elias en Enoch waren ai
overlang in de weereld verfcheenen : Elias was te
Erford over 40 jaren verbrandt; Enoch was de
Leeraar Koenraad Smith; die deze leering allereerft
in Turingen gepredikt had. Godt had alle zielen
teffens in den beginne gefchapen, In 't laatfte oor-
deel zal Koenraad Smith, maar niet Jefas Chriflus,
als Rechter voorzitten. Men moeit geen andere da-
gen vieren als den Zondag , Kersdag , en O. L·.
Vrouws Hemelvaart. Zy pleegden uyterlijk deii
Godsdieliil als andere Ghriltenen ; met de feeiten
en vaftendagen te onderhouden , en de beelden te
eeren. Maar de reit meenden zy goed te maaken,
met zich zelven dapper te geeifèlen. Zy zijn alte-
maal te Zangerhuiïen ten ν uure gedoerat, en leven-
dig verbrandt. Deze laatite GeeiTelaars raaken die
van Griethoorn niet; maar ik heb goedgevonden hun-
ne hillori, om alles wat de GeeiTelaars aangaat by
malkander te hebben, in 't kort aan te raaken.
Men heeft wel meer zulke fchielijke, ongemeene,
en openbaare beweegingen van godvruchtigbeit ge-
zien; die echter zoo fchielijk vergingen,en in rook
verdweenen, als ze opgekomen waren: of om naar
fommigergevoeleniefpréeken , die al van den beginne
flechtsmeteen masker van godvruchtigbeit aangedaan
waren , en den menfehen met een fenijn van heilig*
heit beguichelden ; maar inderdaad niet anders waren
als apery, of loosheit en bedrog van menfehen, die
wat anders zochten dan naerΛ Evangeli te leeveti·
Ik zal my vergenoegen met een Haaltje of twee by
je brengen : 't eerfte zal ik eerft met de woorden
-tan Meyerm verhaalen; en 'er dan het oordeel vau,
endere Schrijvers by voegen, Zoo Α Ïchn\hMey*T1ü
\ Aanal, Flaedr, in Margaret. Malcaaa, ad ann. 1399·
-ocr page 706-
Beschryving vam Deventer- · ·· $f ι
dan dat zeker Priefter , wiens naam tot zijne ver-
wondering onbekend gebleeven is, over de Alpen
in Italië aangekomen, binnen den tijd van vier
maanden een aanhang van meer als 70 duizend men-
fchen gekreegen had, en van een ieder voor Heilig
gehouden wierd. Hy droeg het beeld van't H. Kruys
als een veldteken voor uyt. Zy gingen allemaal in
wit linnen gekleed ; 't welk fchier tot de hielen toe
quam. 't Aangezigt en ganfch het hoofd was be-
dekt ; behalven dat 'er twee gaten voor de oogen
open gelaaten waren. Mans en vrouwsperfoonen,
Edelen en onedelen, Monuikken en Nonnen, trok-
ken zoo een kleeding aan, en volgden den gemel-
den Priefter. Alwaar ze van den nacht overvallen
wierden, daar bleeven ze onder den blooten hemel
üaapen. Onder het voortreizen baden zy Godt met
een groot gefchreeuw om barmhertigheit: zongen
liederen ter eere van den Almagtigen Godt en de
Heilige Maagd: riepen tot <Je menfchen dat ze toch
in vrede en eenéragtigheit/zouden ieeven : leefden
in 't gemeen ; kreegen en/gaven voor niet: temde»
hun vleefch door veelvuldig vatten. Niemand ver-
bood hen in zijn land te koomen; maar alle lieden.
v|elen hun even vierig toe : de oorlogsberocrten
hielden in Italië geheelijk op; ontelfcaare vyanden
maakten vrede, 't Is een wonder hoe gaftvry eu
liefdadig dat de menfchen zich overal toonden. Het
biechten, en de H. Kommuni ontvangen , wierd da-
Relijkfch werk. Het wierd vooreen verbolgen werk
des Heere aangezien. Die van Luca, van Ftorentzie,
Van Genua, van Pilloye , van wat jaaren en ftaat
fot ze waren, Bfflchoppen, Priefters* koopluiden,
voegden zich by die benden. Waar dat ze quamen,
daar wierden de menfchen gaande om 't zelfde voor-
beeld na te volgen. Ze waren uyt Vrankrijk overge-
komen ; en zijn door Etrurië, Ombrië, Sabine, het
Markgraaffchap. van Ankona, het land der Marfers,"
en de vordere landfchappen , tot het uyterfte van
Italië toe getrokken. ■·-...
Zoo. lang. als die reis duurde, was 'er over al ruft
*ft vrede. Maar als ze te Viterbe waren, en naar
. Rome meenden te trekken ; heeft tomfacius (IX) een
hoop krijgsknechten gezonden , den voornoemden
Kt>                                Ob 3 'Mi.          Prieft€r
-ocr page 707-
Priefter Jaaten vatten ; en te Rome verbrander*.
■0'f de Paus zulks met of zonder goede reden ge-
daan heeft, dat laat A%ffr»j,daar, pe fpraak ging,
tegt hy, dat Bonifac'im voor zijn Jubeljaar vreefde·,
qf dat die Priefter te Rome koomende, den Paus,
om de kerkfcbenring te beeien, zoude van. kant ge-
holpen hebben. Daar op is· die zwerm der ι wit-
rokken fchtelijk verdweenen; en het oorlogen, dat
Sn Italië zoo lang van zelfs ftil gellaan had, ging
weer even, geweldig aan. m Platina, die het óok
verhaalt, fchrijft veel-e dingen ■&]% Meyerui; en voegt
V* hy dat de Priefter, die het kruvs droeg, den men-
fchen wijs maakte dat het om de zondqn der mei\-
fohen weende: en als dat .gefchiede ; dat de men-
fchen dan luidskeels om barmhertigheit riepen. Hy
Zegt oolc darde (Jyêrften en BilTchoppen der fteden
bem toevielen ; en dat hy door den Paus ter dood
gebraét is, enz, 'Soipmigeu fchrijven, zegt hy, dat
fey al 't bedrog door de pijnbank beleden heeft, en
aldus met goede reden ten ■v-uure ver weezen is An-
deren zeggen dat mep geen bedrog in den man ge-
vonden heeft; maar dat de Paus het verzonnen en uyt-
eeftroit heeft om het gerucht, dat ,hy hem uyt nij-
digheit gevangen en ter dooi gebragt had, ,te doen
Verdwijnen Welk van beiden met de vvaarbeit bef>,
overkome, zegt Platina, dat h Gode bekend. Doch
zoo als 'fheodoricui α η Niem de zaak befchrijft; is
die ganfche ïaak niet anders als eéh guichclfpel ge-
weeft. In het tiende jaar van Bonifactui l X , ïegt
hv, dat is in 't jaar 1398 , zijn 'et* eenige. bedriegers
uyt Schotlaed in Italië gekomen, draagende kruys-
fen van tichelfteenen gemaakt, waar onder men ec-
η?κ bloed had gemengt , en die men metoly nat ge-
maakt had; zoo dat ze in 't heetile van; den zoniet
fcheenen te zweet en Een van hen, zoo als ze zei-
den , was Elias, die uyt'het Paradijs wedergekomen
was 5 en 't zoude niet lang lijden , of de weereld
zoude door een aardbeeving vergaan. Daar ontftond
zoo eene fchtelijke en algemeene beweeging van
godyruchtigheit als reeds befqhreeven is; n$en trok
I Zy vrierden doorgaans Albati geneethï.
m flawna in Bonifacio 1 X.
t % De S^tfm, Hb. z. «ap« C
-ocr page 708-
Beschryving van Deventer. ƒ 83
over al witte kleederen aan : men ging ommegangs-
gewijs naar de omleggende plaatzen en fteden : dat
moeft ieder 13 dagen doen ; en dan kon hy weder
naar huys keeren. Theodoruus α Niem zegt ook dat
zelfs eeifigeKardinaafenxich dus lieten beguichelen j
die ook witte kleederen of hemden aantrokken , en de
ommegangen achter aan liepen. Zoo lang als die
ommegang of dat omzwerven duurde , flitpen ze
des nachts in de kerken , in de klooileren, en op de
kerkhoven; die zy met hunne vuiligheden bemor-
ften; en daar ze de boomvruchten, die 'er omtrent
ftonden, opaten DewijJ ze akemaal, jong en oud ,
mans- en vranwsperfoonen , op dezelfde plaatzen
door malkander fliepen , ging 't 'er fomtijds niet al
te fchikkelijk toe. Eindelijk , zoo als hy verhaak,
wierd 'er te Aquafóndente in den Kerkelijk en Staat
een van die bedriegers by de kop gevat; dewelke op
de piinbank gebragt zijnde een misdaad beleed, om
dewelke hy aan het vuur opgeoftert wierd. Dit is
het verhaal van Tbeed. α Niem; en de Heer Fleury
wil hem liever, gelooven als den H. Anton'mm, of
Platina, Den H. Antoninm heb ik niet; maar daar
uyt fchijnt te blijken dat hy die witrokken of land-
Jooperszoo zeer niet befchuldigt als gemelde Theodo-
rtcus
doet. Fleury wil Theodoricm daarom liever ge-
looven om dat hy in Italië federt 30 jaaren woon-
de , en alles als voor zijne oogen had zien gefchieden.
S. Antoninus was 10 of \i jaaren oud, toen het ge-
beurde; en Platina vertelt het flegts op het zeggen
Van zijnen Vader. Ik zal den Heer Fleury nkt te-
genfpreeken: maareen bewijs, dat iemand door de
pijnbank als met geweld uyt den mond getrokken
Word, zal nimmer zeer hoog by my gelden.
Ik zal het met een andere bende van diergelijlce
landloopers befhiiten , die ook in het wit gekleed
Ringen; en uyt ons Holland gekomen waren. Ten
tijde η van den Grootmeefter Frederik Markgraaf
van Misniê", is'er uyt Batavie een wonderlijk ihg
van tnenfchen in FruiiTen aangekomen ; betraande
üyt Stoeldraayers,en andere leeggangers» Zy hadden
een geeflelijk perfoou uyt Italië tot hunnen Kapitein
fi Oiflert. 14» deprigin .Rclig. .Chrift. in PnuT*, achter
Cnronicoa Diuöurgi.
O o 4                 / ver-
-ocr page 709-
5$4 oudheden en Gestichten
yerkooren , en doorreisden ganfch Pruifièn. 2y
droegen witte kleederen ; en gingen barrevoets en
blootshoofds, zoo wel by winter al in den zomer;
en droegen een houten kruys, dat /e op de ermen
hadden leggen. Voor hunne fpijze gebfuikten ze
boom- en aard-vruchten;als appelen, peeren, kers-
0 fen; zoodanig dat ze geen vleefch van beefteri, en
geene vilTchen , durfden aan raaken , veel minder in
den mond fteeken. Hun uyterlijk gelaat was zeer
godvruchtig ; waar door veele menichen bewogen
wierden om hun rijkelijk te geeven. Zy hadden
niets; zonder nochtans eenig gebrek te lijden. Waar
dat ze naer toe trokken, zy vonden'er alles-gereed.
Te Koningsberge aangekomen , wierden ze in de
oude ftad op de korten der burgerye onthaalt. Van
daar trokken ,ze naer Littthouwen ; om vorder
naar Tartarye en Turkye te reizen : maar ahoo
bun de mondkofl: begon te ontbreeken ; zijn zë
voor een gedeelte gebleeven daar ze waren, voor
een gedeelte van de menfchen, die nergens van wis-
ten, doodgeflagen. Die zullen zich waarfchijnelijk,
ook ingebeeldt hebben dat deTarters en Turken ge-
reed ftonden om op het zien van hun zedig gedrag,
en haute kruyiFen , de leere van Maèomei af te
zweeren.
Van het turf branden, en de oudheit van dat ge-
feruyk , hebbe ik in de Aantekeningen op Vries-
land vry omilandig gehandelt. Daar hebbe ik ge-
toont dat het uytgraaven en branden yarï turf hier
omtrent al gebruykelijk is geweefl: ten tijde vaa
JPlinius; enz,." ' :i"
, r.# Α Ν Ν Ι Ρ. Ε R V Ε ΕΝ.
Parochi- ^it § ooft tm t}Q}$bm<&totr%ffil·, 'ttorfft
ke.k, bc. 0nö^ jrt ^ofïampt ban &oUenijobe fïaat*
t \ζα der &t httk toa$ op oen naam ban öe é, §·
«ζ ^pofieïen Philippus rti Jacobus itigctogot:
ïjn gafïoo^-ainpt foierö öoo? ben gafïofl?
fcan aMlengobe begeettm. ^aat m$ maat?
-ocr page 710-
van Deventer.
. .
tmt $iftat?n/ te bjeeten ban öè i| !♦ Maria
Magdalena ett Anronius; ÖCfcDfÜté-TffMofte \W
ftomfïen jjeb * en berfeoegt toa$ tóet ben ïaflS
ban öe$ 3onbag$ / '$ tooen^ba^/ en '# b^
fcae£/ Den ^ ^ienfï re boen
§n % jaae 1571. toierti be #aflW beftïeebt
bOO£ Aarnout Aarnouts.                : γ
V Q L L· E Ν Η O V E,'
$oïïenïj0be ip aïleeeerfï een seer fïerft fta^ voiknhe-
teeï 0etorefïi'tbae!& Godefridus ban {\) fögjenen/ <* f rf ^
öc X X V J11 ^i(fci)op ban iitwcljt/ Die inkafteelelVSV
't jaar u 78. ugt öetieben ^Γφισαι i$>/ met
torre-ban ïjet fïraub bet* Éntöersee opgebio^
pen ïjeeft / pm Öe fftaoperge-ti ber piesen te
beteugelen 3Nt 3eïbe ftafïeel fytzft eertijö^
ooft boo^ 'I 2$$bon$ fterfter gebient; baat;
to onöeugenbe <iBteefMpeu opgelaten foier*
ben: en/ öebjgl get op eene iorigeïege pïaat$
fïonb / e« ban öe ïttrecötfefje $&fifcf)oppeo
biftmaaï öe30cftt toierö / 51J11 'er 300 uu 500
ban Ötpen öo getroimert ·, beiuelften tot een
tameïp fïebefte aangeg^oeit 3Ön, %et i$ be
5éteï ban eene $*ant3eiarne of peggen töaab
getoeefh Die bom iJhiüppus 1 r, aï^ I)g ijfeer
oan«|>torgffeïbja^/ inqefïeït $; enben tuien
geenereetjtsaften booi Soogex reegtbanft mog*
fen getroftften tooien.
©aar 3jjn We fterïfen, ï^e eerfïe of Dekker
Öooföberft/ öse een Doopbont gaD/ en eenen>"
JNfïooj op be benoeming ban oen ϊφκ ban
«^bergffeï breeg/ iuag benjg,-Nico-Uus toege*
i°Ööt 3|ft öebetgenggeïeesenbatje in't jaar
H°8. ben naam ban #; Maigaretaasiierft ge*
Ooj                blagen,
-ocr page 711-
5§6 Oudheden en Gestichten
vikaryen. twen Öeefr. Sn be$e nerfc ivam/aM^.
rnen αφφ.
                     , ■ ^ ^
: ι i^ie ban *t H. Kmys ; ujien^ ^edienaae
alle amdagen/ bum^bagen / en topdagen /
öen<0obbeïpenbienfi betticöten η\φ min
't iaar mtfr o» be benoeming ban ben ψφ
t0L
en Johan van den Sloot aangeflelt toiedh
I Wit ban U ■ $. Anna, bie in't gemeïöe
iaat ttt begeebinge ban ben f $mJ cnGci-
mer Hendnkfz ^nrge,t te jEeppelen/ Beeft
gedaan* en ben mmtif tot ïjet boen ban
tbjee Jiliffen betpügte.
7 m ^iftö^ ban ben $. €bangeïi|ï Joan-
nes; bie bjie Itfffffl ter toeefte beceifeöte·, en
in't «Ifbe jaatop be benoeming ban Hendrik
fiorecr, te mampen tooonenbe/ cnjohan de
Wit een bom* t»att Soilenfjobe/ ban eenen
^ebienaar fcojerb booten \
4. <Pie ban be $Xathanna ·, ujien^ ^ebie^
naai toeéfteip* öW 5Ö«en pjigt *tfft
«iflfen la^i tn totöatampt opto$ f afloop
Benoeming gebojbett toietb^
                  = .
naat· iirégelpgtot ttoeeiftiflé» geijonben φ
Tboof ben f afloop ai m^m$ tt^
fielt fajoib*
" 6. ©eBittatnbanben^Gregoriüs
7 ^te ban öWm Mamnus. tfian öeiöe
hm ©inargen toa£ be ïafï geBecï>rban W
hom ben ï|eer; ban Φ^φΙ tocebeii.
^an fcoa£ 'er noefi een fierftttcnfl ban t
Medelijden der AUerh: Maagd Maria-, en een
ttoeebebanöen^Antohiuf: öetoeiften tebct
* Uyt ces Rcgifter der Proeftdyc vaa O* L. Vioüv te
Ücrcchc j op het )ur ι f7·.
                                    ^flp.
-ocr page 712-
' va» De vent εκ. 5»7
öooj «en ^0fé^ ^;oeberfcDa$> bereeeben.
toojban *. ί&Λ** "f** teg*ntooo}b.0
.£w«* ·««· hfS%6B Herman Sevenfterre.
,ta|e383 £*i< * * ®?ou^ *$ IfÊT*
»n«mh/ taietb boo? renen SSebienaar ban bek"k
fe.,. ©iharaen in bew nern eeftiegt.
br. ©? Ke ban O. L. Vrbuw; ta*n*
itbieneaiVDie W«°">toa^ aUejonbagen
SS#«1>a"*W''l#tn fcmft teboen/
Ken «aai, ^SïSrtgS&Kfc
ζ ©e ©jftaen ban be f. f. Wfeien ι e-
, „ί'enParfls ·, betoeihe met ben laf* ban ttoee
toeeftêlnnfchc jjfttffen bergceben ünerb boo?
RS / ben «Satbiaan ban Λi Jan»
j W ©te» ban be % H, apofletai An-
drel c«Thomas1·; «»*« ^
maal ter uwen be ï| J©# Ieesen motf.
©e berbe nerftftonb niet toerre nan be fïab/pcr*,
tnfetSsSaaele: (jab ecnen ψ«mwi^,
ut Lm #afioo? en ben ©?ο|ΐ ban ©ol>
SSeSVsMh en'er aHesonba- '
KSf# onber be parori ifterït.
ton ©lenöpbe a^ ï»aa« Rioebecherlt ge,
^Ttiffeften bit bojp *n be flab ©ollenijobei.
omtrent ten öalber toege/ aan be guibeejee/
SheAefianii 2&lol«pI 5 bie albaar ten tn«Bi<,l«yi.
aanflagen/ bie be jSpanjaarbJojibe »η£»
3ee moeten onberneemen. Jtonv f ««*
tertijb 500 WBrfjft &tïoo$>m/ *****!
-ocr page 713-
ƒ88 Oudheden en Gestichten
beeïe fïebefceng Dan uitzoom niet sonbei1
reben toeigert te topen. Φρ be. $c{)an$. t#.
'er ooft een nerft geöonfottgefp 'et ober ttpte
jaami ηοφ eene ttoeebe Utvli QebmMt i§ te
S?euöa?ie onber be fïab$ Öan.
φ ©oïlengobe $ maat een gafï|)nB$; in
töienl ftapdle/ Die ben %w €>eejï toegetoijöt
i|/ eirne ©ifiarg $ gefïtcïjti bie ben ©inar$
totget ïee$en ban b|te |foff*n brojpligt; en
öooï ben #afïooj en be $ternnieefïer$ öegee*
ben fa?ojb·
©ollenflobeo ïjab ooft ttoee nloofïer^ ·, te
jfrecteneen man^-en een jpanneWopfïer; bocj)
öiebeiöegaac eben ötiitenbefïabfïonben, iet
i&atfïe/ onber bc fiab$ öan fïaanbe/ en Hia*
renberg gcnoentb / toieeb ban jonnen be*
feö^ont; bit naar ben berbeii töegel ban &,
Francifcus leefben/en onber flet^oogenaambe
aïfjemeen kapittel of ©jergaberinge ban W<
trecfjt fïonben.
%et eerfie tm'erb ban S^ocberen Befooont/
bie naer ben 3eïf ben ïïegeï en onber get jclf*
beHapitteï leef ben. &t plaats/baar 5e Sng#
pïben/ toierb^fansïtantiJ genoemtj en $
aïïereerfï betooont getoeefï banfeoeber johan
van Umrnen ·, ban toten 0115eThomas a Kempis
in 3ijnc konijn # ban «£k Agnes-berg get bol*
gen^e begaat boet: In't jaar des Heere 1410,
den ι September, op S.Mgidius nacht, is over-
leden de godvruchtige, en getEoowe dienaar
des Heere Jt>kw Regheland% die een zeer lieve
difcipel van Meefter Gerrit de Groot was ge-
wee ft. Deze Jphm , die een naarftige toe-
hoorder va,n des.zelfs Sermoenen was , is uyt
yroorne ouders gebooren. en ^eele jaaren te.
Gi#uys
S. Jins
KaH)p.
. .
- t
-ocr page 714-
Van Deventer.- $%$
Zwol opgevoede. In zijne jonkheit had hy
zijn gezigt , door Gods 'toelating, vin^eene
ziekte verlooren; en is zijn leven lang olind
gebleeven. Doch de goddelijke genade heeft
hem des te meer van binnen verlicht, hoe dat
hy de uyterlijke dingen minder konde zien.
Zijne moeder, Reghelandh genaamd, was ee-
ne godvruchtige vrouw % en is dikwils mee
haaren blinden zoone nacr verregelege oorden
gereift, om de piaatzen der Heiligen (1) te
bezoeken. Wanneer zy hem by de hand leid-
de > en als voorttrok, om de predikaatzieri te
hooren ·, trachtende hem tot allerhande goede
werken aan te porren. Als dan de eerwaardi-
ge Meefter Geraard de Groot te Zwol predikte,
en vcele menfehen door Gods genade getrof-
fen wierden j heeft de Heer het hert van dee-
zen zijnen dienaar ook geopent en ontftoken:
zoo dat hy groote genegendheit voor Meefter
Geraard kreeg·, enwenfehte om van zoo groo-
ten een man dikwils onderrecht te worden.
Daar op liet hy ai dat reizen door de weereld
vaaren; en trachte Gode in geruiligheit en
ftiltc te dienen; vermaanende ieder een, dïc
by hemquam, om de aardfche begeerlijkhe-
den te verfmaaden 5 en her nieuwe leven in
Chrifius, 't welk Meefter Geraard met zijnp
woorden en heilig léven aangewezen had, t<e
betrachten. Als hy d*n eenige luiden van goe-
den wille by zich gekreegen had j begoft hy
in hun gezellchap te Zwol een gemeen leven
te leiden. Maar als ze naderhand genegeri
wierden om buiten het gewoel der weereld-
fche menfchen.te leeven; begoften zeden berg
Nemele » die tegenwoordig S. jfgms-berg is,
te bewoonen, ea eene grooter vergadering te
/
maa«
"SS%
-ocr page 715-
......                                                          : ■■■.. . ,                 . .                                                                                                                                                                 i J
^pO ÖüDttElifell.k'N GÈSTlGrtfENT
maaken: welke vergadering hy benevens zij-
ne mejlehelpers, toe Het ilichten van het kloos«
ttt tóe, lange jaaren met eene getrouwe god-
vruchtigheit Bcftïert heeft % zonder zich aarl
Veele hinderpaalen, die zich van tijd tor njd
opdeeden, te ftocVrcn. Als het k.looller einde-
lijk gedicht* en'er ïn*t jaar 14ÖI). een Prior
bp eene wettige wijze gekooren was j heeft dé
man, als vol van broederlijke liefde, endoor
'eene groot e zucht tot de Kaligbeit der zielen
gedreeven * eemge van de oudile Leei<en 'vi
fcijn gezeifchap genomen i> eh op S Jam Kamp,
by Vollenbovè, ter cere van de AUerh. Drie-
vuldigheit eene nieuwe Vergadering begonnen^
die hy met Gods huipe metter tijd vermeer-
dert heeft, Ên als de broeders hu ha verloop
Van eenigen tijd vermeenigvuldigt waren J
heeft hy met veele broederen de kletding van
de derde Order aangetrokken, en is rot zijn
levenseinde toe een ootmoedige Bedienaar en
de eerlte Överfte der Broederen gebleven*
Hy was een van dé 'eerlte eri oüdite diicipelen'
van Mèetier. de Groot: en heeft dikwüs veele
geeftelijke t*zamenfpraken rriet Hem gehouden.
Ook heeft hy den weg van een Heiligen om-
megang van hem gel eert: eri heeft zich ze'*
ven en zijrie nieuwe difcipelen aan zijnen raad
en befchèidehdhéit volkomentlijk onderwor-
pen. Dit is die godvruchtige én lofwaardige
vader Johanncs^ die al vroeg van de goddelijke
genade voorkomen is : dagelijks grooter en
grootér voortgang deed, en altijd voorwaarts
ftreefdè: een groot liefhebber van de armoe-
de , een bewaarder van de ootmtfèdigheit, een
vfiend van de maiigheit, 't cieraad van de kuys-
heit; èeü règeï der èenvöudighèft, een hand-
haver
■-*■■ ■'
t
-ocr page 716-
haver van de tucht', een vyand van de ondeugd *-
een luifter van de deugden, een voorbeeld van
godvruchtigheït, fterk in 't gclóove 5 langmoe*
dig in de hóope, wijd uytgeftrekt in de lief-
de^ en die veele menïchen van de ydclheit der
weereld bekeerde. Als hy nu door grootcn
ouderdom afgemat was, en de dag zijner ont-
bindinge fterk naderde, begoft hy te Almelo»
daar Hy toen by de Zufters was, ziek te wor-
den. Daar hy ook in den ouderdom v&nyo jaa-
ren in den Heere oritflapert, en in de kapelle
der Zufteren begraven is.
·φίΐ£ fcerée Ugt Thomas a Kempis : öad}
fiet boïgenue gcööen ton u$t Qet ktim ban
btti certöaaröigen ©aöer Theodoricus van Her-
xen gecroft&en.
Na de daod van Broeder Joban van Um·
mn
; zoo even vermeld , geweezen difcipel
van Geraard de Groot en Heer Floris, zijn 'er
«enige Broeders uyt S. Jam Kamp by Heer
Tbeodorkus (van Herxen) gekomen $ verzoeken-
de dat hun eert Priefler en Leeraar uyt zijn
kol'regie te Zwol mogt gegeeven worden in dé
plaatze van den overleden (Johtzn van Ummen.)
Hy
gaf hun zijnen difcipel en Broeder Johan
f$?ï<
die dat ampt loffelijk bediende, en hun
vcele vrydómrrien' mitsgaders een kerkhof bei
^rgde. Hy wierd opgevolgt door Broeder
Wrtfflaèn de Zeeuw, die naar den derden Reëel
         > *
leefde -                                                      ö
Na de dood van de Zeeuw zijn ze weder by
den voornoemden Vader gegaan : die hun zij-
nen Broeder Azlbett Griet voor eeneii Biecht-
vader gaf. Voor de derde rcize over dezelfde
zake
-ocr page 717-
f^% OUPHEDEN BN eÊSTICHTÊft
zake aangefproken, heeft hy gemaakt dat ze
den Heer Thomas r eenen Broeder uyt de ver-
gaderingevan Alberge, tot Overfte kreegen*
Deze Heer thomas heeft dat huys heerlijk
voortgezet: en met groote moeite te weeg ge-
bragt dat de l?r ie fiers de regeering met volko-
men gezag in handen gekreegen hebben. Want
tot dien tijd toe hadden de Leeken hot bewind
over de tijdelijke zaaken en bezigheden ge-
had · en de geeflelijken met de Priefteren de
geeitelijke zaken waargenomen. '
vticea &. Ja"s Kamp $ een ban be boo^naamfïe
va» ac 6fooflo#si*tottff/ We ben öetöcti ^gel ban
voo.naim £4|tranci1CUS) l3OÏ0Öeti / tU OttiitV fytt $00Qtt
ftckl?°" nacmüe feapitteS ban ïltrecflt jlanoen, mm
SSfc o.r. in öe ojooiiant3wn / öic in 't jaar ι 57* öe$ 50^
<kr «κ. paap «a'# peeren Jgeuielbaart te ImfiecDam
gewceft. üï efne atgenieene toergabeeinge bajigejielt
smi/ fïaat git boïgeuöe te teegen■: Het'ampt
van den overleden * Patriarch zal bekleedt
worden door den Prooft van S. Paulus huys of
van sL jam Kamp, ter tijd tóe dat 'er eén nieuwe
Patriarch op een wettige wijze verköoren zy.\
Die dus verköoren is j word door den Pater van
S. Jans Kamp beveiligt i 't welk gefchiedt in het
koer in de tegenwöordigheit van alle de Vadersj
dewelken* na dat beveiliging gedaan is, den
lofzang die de H; H. Jmbrojiusen Jugufiinus toe-
sefchreeven word met vreugde uytzingen.
ïfanhtei mt geniet ïüaptttd / ban 't bfciïte Μ
«η υ tnemnaV getoag $ g^maalit / toierö W
«echt be- |i£recbtfcöc üapitteï genoemt; om öat w
fthrècv5ö, SJjaSA / öie 7ec onöec öo^üen / Winicn
öe paaien ban 't Htceeötfeöe PppnS befïo^
. * Pauiareh zal Lier Generaal te zegge zijn. ^êtMald*·
-ocr page 718-
VAN DeVÉNTe^.            f $$
ïtu Uavèih teevftfyibt ψαιψιίίη S&ffcJjojM
Iptn ban Utmïjt öeööen \}tt feóe&gefctttt/ b&
befiigt/ en mét bcderganöê gunjlett en booi*
recgtëit öegiftigt· ttteïfté gunden én bao^ecö*
ten te Sfóïflèrbam booj öén h$M gemeen 3t)ti
getnaaftt in ïjet jaar ïftfx. %et të 3ijne 0^
ftorafle bcrfcftulöiöt aan o^en Geraard de
Groot: bJémt Johart * BuiTchiurs 4 na Öat flg
öe opömfïe berföepïiere féationmllien/ en
oer S^oebmn en ^nfïerert tn ijer gemeen lée*
benbe/ öefefpeben Ijeeft/ jejgtt banier ί De
IdooileïsderTertziariilen, vanden zelfden (tam
en wortel vöorrgefrkoten, zijn meet* als hon~
den! in getal ; dewelken^ zoo als kennelijk iss
onder ebri provinciaal Kapittel tot nu toe ge-
regeld leevfenj en Gode getrouwelijk dienen.
°Jn be Boan-eben ban beo^bonanrstcn/ bié
aan bit -Jüapttttf eigen 3911/ flaat ijet baifjen*
bC té iCC5CIU Veele iöir.irïans- als vrouwspei^
foonen in de itad en het Stift vanÜtrectitt die
eet ït in gemeene huyzcn * onder de gehoor*
fcaamheit hunner överften» in de gemcenfehap
van alle goederen , en met eene Ghrillelijkè
liefde en onthoudingeden Heere dienden , had*
den een groote zucht tot een ftrenger leven:
maar hunner eigt zwak'hdt niet bnbewuir. zijn-
de, en zulke hoogedingrn niet al tfc voorbarig
onderneemert durvende, hebben zy met■ gods-
dienfiige en in de rechten ervarene mannen
raad' gcrjlcegt} ert met hun overleg de Order
tier Β jetvaardighëit, die van een gernacigde
ftrengheit is, aangenomen.
<Φ«ι ttjbe ber föeciiberóéÖiiiii0C ban £$1
Φ / bie tri ïjrt jaar 1439 geijoubrn $} be*
ftenb ijet gemeibe üapittef ligt. 70 Mi0U}tta
Chron. Windesb, lil*, *» cab. 4*,
Pp                     ia
-ocr page 719-
594 OODHEDEN ΕΝ GESTICHTEN
en b^ïe buisenöfteïigiensen; % betoelfcen na;
önljanö noelj beeie anberen genomen 3tjn,
Jfóaac oaac tegen 3.ijn'er oon beeïeti getoeep/
öse öe lebeu^toifóe ban &.· Francifcus bcriie*
teil/ en tot öe «P^er^ brc Reguliere liauon*
nihbttï / ïft^ïi^^b^tirtïcréïi / of ïiatnifïpten ober*
gingen &?, bcigmbe fojp ban be nioopcrp/
oifoer gei gimeïöc itapntel begoorenöe / të
ban £er iaat* 1470 * en ugt Adrichomius ge*
. tronken r.baar ton eenige aantekeningen tot
naeröer bcrtiiaariug b^ebaegt jjeoöerï.
Kiopftm (€t fSiiipcrbcmi/ J>. Pauius fóohbent/ ban
van den ttiaugperfoouru beluoonü ; 't bnln in 't jaar
cche^ Η09- «Wrrcitit.ig. $>t heth ban't ütonbent
Serciani. " t$ in't jaar i6èi, begoot/ f η ben jfaanffin
böoi i}et pïeege.s ban ïjiumen <0ob$bicnp 0iv
geeben.
Ban ïjet üonbent $cïf i£ ^. Joris Üof %v
mai\htt
- - 3|et fopnbent ban <§. Caeeilia j bat nu lytt
^bnuralsteit#ïjug§i ψ.
τ- ©at ban jluCiara; 't toeïfc 3ebert ïjet jaar
ΐίί>5\ üQQé een tueljt t of rafp-gug£ ϊΰφ
gebalkt
- - & Marius Utonbeut / ïiaberganb in burger*
fuiken bcraooerb.
- - ^, Uxi'ujaa» teonbeut- y bat uu Set ftt»'
--%et liontent ban ^, Barbara; toicn^ w
ptïH t>£j$t
JjiiberJ t'iani m be^t ïjebbeu.
-   €>ct bar, gt. Lucia, in 't ?at:r ιf80 er»
toec$üug}$ ££too|brn; aan ϊβttorine be iufcotw
peu ber liartijU^sctift gcfc|jöni:en 5«n.
gerèiju^cn 31311 griuaaiit.
€e tfrltoaat: jjet ptemtórit ban be §♦Ca*
tharina>
-ocr page 720-
VAN D e V e Ν Τ E R.          ƒ$>£
fharina, en bat ban be |f, Mn ia: ban bjeïne
liOllbenteil Komelis Vander Wonde jit'Sjjnè
ït^onp ban TOmaar geen getoag maant.
(Ce lEïmeïO ^i Cachacinaas ÜtOnbetlt.
Ce S!iiiier^fooL?t bat ban be φ. Agnes.
3fn ben s&jfei/ fjet lionbentban be ^# Ca-
tharinal
Ce 3$utiren.$* Barbaraas ïtonbent
Ce Umlentóg £>, Mariaas Honbent / an*
&er$ Mariaas Kroon genaambi 'e toef» boï*
9ti$ *Süchtcnhorit begonnen i$ tentflbeban
Johan i|eei' ban fóutieiiuurg / öie in 't jaar
Hfx. ligt f)et Icbfii fcfjeföbe.
Ce dampen / $. Agnes en ^# Michieis
toibrnt
Ce ©elft/ ^.AgathflasHonbenti 'thjefö
in t Neuwehnd aan De Grerweg ut een ge*
fjmtrb fytï$§ yjn begat genomen geeft: mam
in't jaar 1590, fyteft ijet ban be toeöulneAlei.
di« Rui rs een üaiïe bjomtpïaat^ niet eenige
toftomfïeti ö# be ^ube tjierö genreegen.
·· &inte Birbara^s &onb?nt; 't fcueiH boigeirê
eeu ongetyiiEue konijn ban Adnchomius in't
laar 1400 uot ijet boo^gaanöe bDö^tgefpjoo*
tm $j $* öat [^r Ia"3«» 'ttfb eeeiie baffe
pïaarfi öab geljaö: ïjeeft ijet emöcip m 't
laar 140Γ. ban betnebnuje Hafe Duks, cu j^a*
tt tbjee baetjteren Barbara en Catharin-\ i een
bafïé plaats/ en öaar bg g^ootcinnomflen beho*
'nen: toeUtei-hfe Du-i^bie eerfïe f 23rb<'eiia;
reffe tri bat fóonbr\\t i$ getucefï/ m^t jaar
•417. bc hrrn yeeft gebonbat/ en ia-t jaafe «
Η18 bc opflmtmg in get ïtanbent mgeboeit
Wet) int jaae ϊφ. t$ Jptttonbrnt afge*
Kronijk van GcMcrUntl, pai>. f7* (\ "^
[
^ooMOrdendcOvcrftentrifomtnigekiooftersgenóemr»
Ρ
" Ρ *                  ö;anb/
-ocr page 721-
5<)6 Oudheden en Gestichten
fyandt / en met $oore hofïen bjebec ojpgc*
öötót 3).
-■ J§>. Urfulaas ÜOnbeilt.
Ce 3^Oe$ÖUr0/ β. Mariaas m ^«Catharl·
naas fóoiibeot
Ce ©ou3öieeïjt/ ï)tt üanbent Marïenbom;
't töelft bolgetijS 4. Brvc wijk m 't jaar 15-71.
in een toee£i)nn$ beraubert i$; 500 a\§ Ou-
denhove lil $\jlW Χ ^efcfepilïge balt ^lUÖj)0Ï
land oofc aangetekent ijeeft,
Ce <$Dam / ^>» Maria Magdalcnaas liOfr
bent
(Ce <6I&Ut0/ bat Ümjfr. Aghes,
Ce «tëifï/ bat ban öeüüerij. I&aaeb.
Ce aBu&ïjugsen/ #· Ceciïiaas en #♦ Urfu-
laas fconbent;
Ce^mmeeih Maiïcnkarap · 't fcueïïibe^on*
tien dJfUera van Meverden < η Beatrix van Wes*
terik,
die in het Konvent woonden, in't jaar
1607. aan de Jeluiten ingeruimt hebbent wel-
ke Vaders hetzelve tot noch toe bewoont, en
'er met grooten yver veel goeds gedaan heb-
ben De eetfte bewoonfters zijn haare opkom-
fte fehuldig aan de godvruchtige vrouwe Ηψ*
ria Kaelsy
weduwe van Dideryk Kaeis , in zijn
leven Richter teGnethuyzen i dewelke in dat
ftedtkc een Konvent voor de Zulfcere-n , naar
den derden Regel van S. Framtfcus leevende,
had gefticht Want de voorn, Helena heeft te
Emmerik , miflehien om dat ze daar omtrent
eenige landeryen had leggen , na haar mans
dood ook een-Konvent voor de Zulieren van
den zclvcnRcg 1 willen tHirhten, en naar haar
vermogen < begiitigen. ®u£becre 31)11 ï)CtDf
4 1> zijne Befchiijv. van Dordrecht.
mw
\
-ocr page 722-
van Deventer.         S97
tooo^ben ban Waflenberg in 3()ne * $&ν(φφ
birijjè ban «ètnmerin.
Ce <0α$ιηη 'β>, Agnès lionbent> 't toelïf
m 't jaar 14b'ft ban be torDubje fchfcebee
Spronk? een erbe en 3enere iüfeotnfïcn fjreft
geftreegen/ en in't jaar 1404. belt ïlegeïban
ben %♦ Francitcus aangwoftnen· 3fn 't jaar
1407. fë be nern ingetoijbt: en in't jaar hix.
be opfïuiting in *t Üonbeot ingeueerr; 300
a$ op Abr. Kemp , in 3öne t S3efcö#m0f
ban φθ£&ιιη»7 te !ec5en fiaat
Ce «Donöa/ &, Othannaasïtanbent
Ce^omnge/ (jctïionbent ban ^ \epes;
etl bat ban O. L. Vrouw '_|_ op die Hoorn:
ban taeïne itontsenteu UHbQ Emmius nocö in
be ^cfcfeijbtnge tan aiMestanb / noclj in öie
ban «fómuuje/ eenig getoag Beeft gemaant.
(€e ^oatenbioen & Etabèts ftofttient, .
Jn*$<ifoabenïjage ^ eijzahers Itanbeuti
3tjnöe tegeiitaoo^btg een pïegnv 't mellt b*
<é^oenmertit toa^o gewiemt*
--^et üonbent ban^. Maria ter Galileën,
in be gapten 5 't bjeln in burgerenden bcr*
anberti^
Cg-larberipp Carharinaas Üonbcnt.
€e üaarïem Ά SiicKicls Honbcnt 't taeïfc
ben 8 |8p;ü 14.88. pöoutot Ί§ op ben b^
feong ban be^outfïraat/ baar nu oe bae*
ïen fiaat/ ^00 fp?ee&t Schrevelius in 3ïjue
* ^efrfpribmge ban ^aarïem >, bebaeiUc ooft
fïegt^ benaamen beebqlgenbeïlonbenteii ttera
meibt:
** Pag. 199.               r Pag, m· ,. t«
}. Zie onze Beicfirijjrisg v«i> Groninge..
*„ Lib. 1 , pag» M.
Ρ ρ 3                   ^*
-ocr page 723-
55>8 Oudheden en Gestichten
- - φ. Urfulaas .fcotlfceitt / β4< Marthaas ÜotP
Vittlt/ £>. Mafgareiaas ÜQllbent ; g>. Annaas
fionbent/ <§>. Catharinaas * Itonbent.
(Ce Hxritttiatt/ ^. Mariaas KOltimit/ bOOJ
bC lOailDeling O. L. Vrouwen Berg fjcnaamb :
gct toog onber 't gebieb ban batenburg gele-
geiij en toierb ban mammben bcbjoont,
(Ce ï|affeit Mariaas ikonbent.
(CC §00^11 J>. Ceciliaas ïiOUbCHt i 't hjflu
baar gefüeiit is in't jaar 1401.
-'- g>, Mariaas feoilbflït; "t toülh gefüCÏjt φ in t
jaar 1408, en m't jaar 1774 in een hiec^
gun^ beraubert.
-- j§. Cathaiinaas fóonbttït / m't jaar 1400.
'opgenomen*
»*^Geei trui ds Content/ bat in't jaar 1404.
§φφ i$ getoceji
• - ê- A£nes ^onbent j 't toeïn op een jjoeï/
bie ban beftcgeermrj baar toe ejepeben feag/
en booj beEtfflerg met tiarbe epöeUïïttoiefD/
gibtmbn ijs m't jaar i?8f f.
(^e %CU§UCn §>. Catharinaas fooilbent j
'ttonnGyhben van Randwiik , een man 4-ban
rj?octcnabei co bn berfejjeibene (jartejgea ban
<éeib£dsnb/ al$ Arnoldus, Adolphui, jjoog*
geacht / ep 't einoe ban 3ijn leben ae,tici)t en
rpeip begiftigt Beeft. SD'öcJ) ïjet üionneiit
bojrjCti^ ï Oudciihove tti een frljjoie beraw
bert; en fce Itern/ bie· in't jaar 1657 in beter
fïaat $ scb^aGt /.$ beu €nrjeïfel)en en #jaii$
ft η itigr ruimt.
-ocr page 724-
ν λ ν Deventer.          f99
Ce i|ut(fen ^. Eljzabers taibrnt; 't tod 8
eertp$ ban öe ï^oog eïieïe Β γ landen grffrci)t
ifj en met tn&ormfïen begiftigt:. cirtemigfte
tabentban t geme&elftapirtel $/ öat fUniv
tte.fë gebleeben.
Ce Seiöen / noomfiurg ^omenbnrg1 bai*
tm öe ^oogtoocrtfeije poo#: 5poe eendere
oube S5urg öer domeinen. Maar in 't jaar
1390. i$ er een henbent / ^. TVLirya^iaas
feonbent genaamö / op [jet pumtocrk ban ïsen
Semelöen 2$urg geboutot. j^a öe belienöe ge*
ïoof^Öeroertcn ψ ïjcc lionbcnt af&efyqueu /
foe p!aat$ ban aüe pain en fïcenen gesuibert/
en tot .tuinen en öagaeröen anngeïeir.
--^. Michiels Ronbem / naöerijnnb jn bui^
0cr$jug3en beröeelö.
                        .' .-,
—O L. Vrouws nonbent op fft&ïtoula: öat
Ïjet3elföe lot geeft onöerfïaau,
• - ^.Barbaraas feonbent; 'ttodliöè eaele^cr
Simonvan Alkemade, ailÖlT^ van WouJt, OC
300n ban Johan en Cathanna VnlkenefTe'ή \\\
3gn eigen \β%$ &aö geflicljt / en'er §^'rj| in*
Somfïen aan gegeeben. $a öe föcfo.nuaat5i
$ (jet nonbent booj '| 0^n3en en oer ^.taa*
tm ||óf geb^umt f en öe «apél boo^ een toa*
pcnj)uri$. φρ De .softere/ boben beltopeüe/
tooien eenige ïafïen horen betoaart/ om on>
öer bc armen / bg bieren ttjö / ngtgeötdt te
tooien.
Ce Jlfèeöenbïm O L Vrouws ftonbeiit/ en
een ttoeeöe/ öat ben naam ban £. Cachau-
«aas bonHent plagt te boeren.
Ce jl&onmlihenöam O. l# Vrouws non*
bent.
Ce $fèniöeii &./Cathanrms nonbent.
Ce^crbên/ o, L. Vrouws, ttoMjcnr.
ρ ρ 4.....4ft
-ocr page 725-
6oo Oudheden en Gestichten.
«Ce j^imtoegeu get nonbent 25etïeï)ettv
Ce <®m / in be Ipeïnfcpe/ 6. £,. 'Vrouw*
Ironbent.
(Ce «^ubeioater & Urfulaas ftojn>entv.'
(Ce <B\^tü bat ban $. Agnes.
(Ce J&urmerent/ bat ban $ 1« UrfuW,
(Ce iftljenen ^, Agnes nonbent.
(Cemottcrbam ije£ nqnbent ban β. Agnes.
(Ce &cl)agen *& Catharinaas nonticnt, ,
(Ce Jkijieöam &« ϋ·fuiaas noubent ί 't tueïït
baai* gcfïicf)t $ (n 't jaar 14*4 · maar, al$ ïjct
«rt jaar 14*9 afgeöaanbt tue$/ igfiet W tyt,
Aaaflgelegen bo^p/ %t%m\/ obergeö^agt,
φ# Ceffel βχ Agnes nonbent
Ce Ciel tm$ iti&plpg 30a een fionbent/
Jat ben naam ^, Agnes fionbent boerbe, ©e
ffct|tt% ban bit ïtoubent Μ in''$ jaar H4l·
600^ ben 35iffci)Oö ban ïltreefjt goebgenenrt;
en be nern/ bie nociï in i»e3en \$ f in 't jaar
1478, oggeöouhjt. fSie Slichtenhorft ,, eerfïe
^oeft/ eii3.
Ce illtrccfft $*. Ceciliaas fconbent: ΐ toeïft
atöter ^.Barbaraas gatfj)U££ ÜOQ^ ia $&**&
ben/ bie in bat gafïïjtipg bm tip ban 16 jaa*
ren- t^ameu. getooont gjabbcn / aüereerfi bt*
gonnen ig. $Bt£ naö.eröanb Theodorus Van-
der Aa, en be$3Clf$ jii^.b^outD ^ucia, {jaar
een erf en f)if£5ing f)$ bt 0ciét aangeoo&eu
jjabben / i$ Ijet ïwibent bcrtoaart£ obcrgc'
feagt in 't jaar ι \φ* tpaar in ïyaax §φ\ψ
3aani getóeefi Geraard van Bionkhorft, ttéj
nonnlKban ^. Salvators nern/ ene.cn g?oot
ïbeïbeenber ber gemeïbgl&aagbem gjn 't jaar
1399, ben 7^ugufii/ $''ee· be opfïuittng f«
be berbe föegel ban &. Francifcus aangeno*
tn,en, ^nberbebermaarbfïcbtfibaenbei^b*111
'< -:.                                      . +;                 ijlt
-ocr page 726-
van Deventer.          6$i
liit bonbent tooien be boigenbe perfoonen ttt
|et ©oobboea beg ftanbenf$ pngegeeben ::
Den ï6 Oktober S,opbïa van Z.amn .r die' Het
Hooge Outaar en 't huys in*t jaar 142.1. heeft
gefticht: 'A<elt\m Floet, burger te Kampen : met
zijne huysvrouwe Eva^ zijnen zoone Gerhrand',
en zijne dochter Margareta : dewelke al hun
goed in't jaar 1483. aan deze Nonnen hy uy*
tëi ften wille befproken hebben*
mg>. Niklaas feonbent*
- - i§ct nonbent *&ttte§tm: onber be ffab$
ban / t'öan| iu tm tuin en bogaerb beran*
berö.
(Ce l^olleiigobe £.Jans Kamp, fmen$ in*
ïtomfïen t'jebert ï)et berbannen ber fttliakn*
jenbe fcöatnanjec ban «©bergfeï toegebj^
3en φ,
- - K'larenburg·.
€e naarmonb g>< ürfulaas bonbent. <Dit
bonbent booi Johan van Woude ï|eer ban
J^armonb/ bte in-'t jaar 1417· obedeben \§/
opgerekt boo^abeïpeHlaagben ine niet 3eec
bemibbeïb 3911. 3£aar o# ïjebtenbe ttoee^ii^
terg ban 3»jne gemaïinne / stjnbe boegter^
bê$ ^eerett ban ïtruinmge/ öaare bioojierge*
toften in bit ftonbent geöaan>
Ce 3&e50&& fans nonbent / 't.oabe ^of
genaamÖL/ naberÖanö tm b}te$ï)ü0 gehnvben.
* - o. L. Vrouwen ncmbent/ óf jjet jonge ï§of,
(Ce^tltfeen^ Maria Magdalenaas ftpnUeni
-- ^. Catharinaas bonbeilt.
jflkaar ben 3 gjuig 15-68. fjeefc Pïus V Jet
gemelbe kapittel / en alle anbere ïiapitteï?»
ber C?rt3iar<ffen/be^ttaanfcjje alleen u$t$tf
Sonöert/ boo? een open .fyief uernietigt·, ben
naam ban <0eneraaï afgefeïjaft/ en a! jjet
pPi"               0e5a0
v                                                                                                                                                                                                                                                   -*4 *                            I;
'■■ \ " *                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                '■■'..                                         I
""' .. ' ''} : - - V ■              \
',■■■■ :,' '■ /                                         I
ί
-ocr page 727-
dol Oudheden en Gestichten
ge^ag De$ fóapittel$ te niet gebaande %ott?
beiden 5eïf ijeeft öp aan't gebieö/ De beffraf*
fïn^/ en fjet bt$oth ban Den generaal eu
ban Die g|dwnri|aièn 'Der ^bferbanten /in
toei&er J^obineien 3üifte föonbenten ban De
berbe <£^Dir magten gelegen 5JJ11/ onbeema^
pen.
Z&c <$öferbanten met pmflHpe fyieben ge*
mapenb/ en Doo^ öe nraci)tige ijanö ban AW4
onoerffetmb/ 3ijn 3onöee moeite tot gun oog*
teit genomen i en hebben De Te»tziamreo ge*
noot3aant om fjutine onDetmerpmg in 't jaar
15-70.te Doen:mant^oeDerWjiiem iceritein,
Die toen öe generaal Der TVrrziariflen toa^/
geeft beneben$ eïf anDere ^oeDercn ban É»f
Wfitc 3ieï) 3Ciben en 3ijne ganfrge $ergaöe*
rüig/ teuoberftaan baneenen|£otar$/ aan
©aber Lucas de Arrenilo, De$ Ifartoggï S5iecf)t*
baöer en J&auffelpen ïlomnitjfarif / gefjeel
onöermot?pen. ©aar bg geeft |)ρ ijem een bok
baaröige én ongenrennte gejjoo^aamljeit eit
boihome onberiuerpmg Belooft; beöouöeng
tiocfjtan^ Dat 3e fjumie nieeöin$ niet 3oubén
beranDercn \ en De goeöeren / Die 3ε tot Dien
rijb toe bemeten fjaDDcn / 3ouDen bejjouben,
%nfi eenigc S^oeber^ ban't genieene leben/
feüoijn Dat 3e onDee Dé(£%öer DerTerrziariflcn
niet fÏoiiüen/3ijn ebenmei 00b berfejjeenen om
Dat 3e fjet beminD ober eenige bïoofier^ban Den
betten ïlegel boerben: toant Die ontoiliig ma*
ren om tcberfegnnen/ toieröen ban Denüom-
tmffarfë met De (4) galenen beD^eigt <ên niet
alléén 313η 3c berfcöeenen: maar ijebbrn ooit
belooft Dat 3e De ^uftergi onoer fttln beminö
fiaanöe 3onDen 31'ente betoeegen cm onbcr#i
b^cen te ftaan/ en De 23niie en it^ettingen
ban fcen 3Pau£ te gegootfaamen/ $föaë?
■■O^H
-ocr page 728-
^^^^^
VAM Deventer. 603
l&aar 5eec beeïe &ufïer$7 goftucl jjaarTegcn-
$uïf$ öoo? jaare Regenten eti Maters éf ^^ J}ea,^ud*c°rr£
geerfïer^ berboben toa$ / ïjtbbtη Daar tegen v*n
duet)crs
geroepen: beeWaarenbe bat 3c bg De jjBinne? derden Re-
fyoeDer^ niet souöcn biecSten/ a$ tn Den tfji* gei ged«*n.
terfïen nooD. <&aar op $ öc onderioerpmg /
Die dop? dtuang gefcfjiedt toa£/ ijerroepetn en
De befrijennuig de$^iffc])op£ban Ifttfecftt te*
gen De geluelöplecging Dei* jï&onnihheii ber?
30c bt en berUreegen
; terimjie Dat De 3aah te
itome op De genieene nopen ban 't kapittel
30ïiDe beijandelt fajojden. $&&t Dat 3e baar
bernreegen gebben / binbe ili niet aaugete*
bent: Daarom 3onDe ifi geïooben Dat De ïaffrge
regeermg Der b^oubjmiben en i)et pleiten Den
^bferbanten berb^ooten geeft; en Dat 3η De
3aaa om Die reben [jebben iaaten fïeenen/ of in
get pïeiDoon otiDer gelegen {jebben: te meer/
om Dat De nieufcoe 45obsbienft in De meefïe
plaatsen ban 't boo^noemde 25isdom De ober*
ïjanD begon te arijgeiij en Dat 3e Gregonus
X11 ï 300 toegeebend niet bonden: toelfie
$au§ beeïe 3aaben / Die Pius al te ligt toegc*
fiaan öaO/ mittelrjb toederroepen i}ceft. ©at
3e jjef geDing beriooren ïjebben/ ban iigt Dien
Öoofde booj toaarfcijijneujh gejjouDen too^
Den; om Dat De reDenen / Daar De 23uïie ban
Pms ν op fïeuuDe/ geenpiaar^ bad in 0113e
Cert3iariflTen; noeg oor m 0113e nabnurcn
De Cert3iariffen ban hipperen ; defcoijl bit
tuegen$ De o?aonant3ie ban Den fiiardwaat
Del Karpi onbundig toaren ; «oclj dc3eiüe
ban noode IjaDDrn. Wg badden 3ε met ban
nooDe ·, om Dat De fouten en bergiijpingrn
in De bioogjlerbe5oeluugen / Die De i^bcrfien
jaarip£ Derden / aanflonp$ dooj 5cer ijtü*
!
                                       3aams
-ocr page 729-
6q4 Oudhedenen Gestichten
gaarne o;bonatit3ten berQoïpen toierben HM*
fee o.?tattiattt5ien. onber rag becitfïeπ j en te
3Mft Ö002 be naubJbeurige ganb ban Adn-
chomius gefcjjjeeben $n. ®t$t Adricho-
ïTiius , Ut ^bet'fïe ban &. Barbaraas holt?
bent tit be gemeiöe flab toag / en bihfcjitë fiet
ampt tarn * pefinitor geeft bebleebt /1$ be
baojnaamjïe ban allen' getoeejl* öseboo? get
fiapittel tegen De aanrandingen ber gctiieïbc
Jl&omtiftften gefleeeöen ïjebben, %n bit ojbo*
«ambten bink tnoob aangetenenb tmt Jet %v
meibe kapittel in 't jaar ι ?74> na bat 2^oe*
beu W jilem van Horfen aibooreujS tot <&ene*
tieraal bfGooren im$/ te ïitreeïjt in §>. Ni-
klaas berbe ibeberom eene l&ergaöering ge*
gouben ïjceft, 311 bit BergaDeringe/ 300 alg
'er bo^ber berfjaalt too$ / biicrb een befïtut
genomen bat alle be bonbenten (onber &et
geinclöe kapittel beftaojeenbe) een 10 ban
Ijitnne iuhontften 3ouben open leggen; en bat
hielt ban ieber bonbent een sebere fomrae 30U*
be opleggen i om be boften ban 't geraelDe
pleiboog/ bie reeb$ ïjooger aïg $<s8q. guïben^
liepen / te betaajen. ^an '$. er te ïitrec&t
bn be iïeïigieu3en ban & Cecjlaas bonbent
nocö een Bergabenng geïjouben in 't laar ïfyf*
todlü jaar booj bat en alk anbere bonbenteu
ber <€crt3iariflen boobeïp φ geiwfï :fiet bon*
bent ban Sümteïo en bat ban ïniffen alleen
ugtge5oubcrbi baaar ban ïjet cerfïe t 'buitene
lnnb£ bersonbrn if/ en op't ggpen legt: ïjet
ttueebe
\\k\y b?n bjrlbaarenb ig jjjgtoar ω$
* De O^finiiores zijn de voorruamfte Raadsltiidcn vnn ;)cf»
Generaal, of de Provii'ciaalen.
f Dit is cf.it k Nonnen verzonden aijn, ge'ijk onder Ahne'iQ
yerhaalt zal worden.
-ocr page 730-
van Deventer.» 605-
fyMm mfe£ lattjj genoeg ög öe f rancféfcaa*
mt acïigieusen fcan öen öerDen iftegel omge*
Ë Á Í Ô Å Ê Å Í É Í G Å Í,
É. Elders is al gezeit dat deze Biiïchop naer bet
fchrijven van den geleerden Bucbelius een reuzen
geltalte fchijnt gehad te hebben. Hy ë bewijtt het
uyt zijn hoofdpanne, en vordcre gebeenten ; die ia
*t jaar 1580, ais Bmhelius noch een jongeling was»
uyt de aarde gegraaven zijn.
                (
i. Van de bedevaarten , of pellegnmaadjen, en
het bezoeken van geheiligde plaatzen , is elders al ge-
fproken : daar ook getoont is dat veele Katolijkcn zelf
den menfcben die lange en veelvuldige pellegriuiaad*
jen niet zeer aanprijzen. En deze tpreuk. van Thomas
á Kempis
, die veele peliegnmaadje» do-ç, wording Iden
heilig,
zal van luiden, die de iaak verdaan, niet ligt
regenfp'oktn worden. Maar 't is een andere vrage at
ze altijd onprijsbaar zijn; en als ze op een goede wijze
gedaan worden, den menfeh geen voordeel kolii.en
doen. Dit zoude eenigzins de geloors gefchJllen xw
ken,daar ik voor deze reize niet aan tainen wil; maar
zal nu ilegts de oudheit van dat gebruyk mei korte
woorden aanwijzen De Kerkelijke Geichientichrij-
vers van Maagdenburg zeggen > ergens dat het ge-
bruyk van heilige plaatzen by wijze van een pelle-
grimaadje te bezoeken eerlt opgekomen is ouder
Konfiantyn den Grooten ; en voegen 'er by.dar het
kort daar na van Gregorius Nyjjentu in een lange re-
Henvoeringe tegenfproken en quaadgekeurt is. Daar
op word dit antwoord gegeeven f dat de Kinderen
van Ifrahe! driemaal in t jaar ter bedevaart naer
den Tempel des Heere moiten reizen; % welk oolc
van Helkema en Anna, ja van Ghrifius zelfs, en ^ßj —
ne Moeder enz. zorgvuldig nagekomen is : dat de
tëeineedene d Kamerling uyt Moorenland quam; oin
Ë In Nori$ ad Hedaai, fub Eptfc Gwkfriti·.
Ii Cent. 4 cap· 6.
c Zie Rdbrm. A'cultu SS. lib. 5· «p, S.
4 HaHdel. doe Apoft. 8 Heu&ft.
ÏIJHC
S
/
-ocr page 731-
()o6            Aantekeningen op de
ïijne gebeden te Jeruzalem te doen ; dat e Paulus telf
naer Jeruzalem reisde, om 'er het Pinxterreelt te vie-
ren. Vorder heeft men uyt het verhaal van f Eufe-
iAus
en den H. ? Hieronymus dat de Η Martelaar
Atexander met yver naer Jeruzalem reisde, om 'er
zijne gebeden te Itorten , en de heilige plaatzen te
bezigttgefl. De gemelde Martelaar was een /.eer hei-
lig man, en word ook van deMaagdeaburfche h (jè-
fchichtlchriivers wonderlijk gepree/,en. Echter is hy
honderd jaaren vroeger in de wecreld geweelt als de
Keizer Konjiantyn. JJe H. f Hieronymus fpreekt op
een andere plaats, als of 'er ichier geen optellen waer
nar» allede ïjiiichoppen, Martelaareu , en welfpree-
kenaheitshalve vermaarde mannen, die van 's Hee-
ren Hemelvaart ar n-c zijnen tijd toe van tijd tot tijd
naar Jeruzalem waren gereilt; denkende dat hunne
Godsdienli én wetenfchap noch onvolmaakt was,
en hunne deugd haar volle beflag niet had ; zoo lang
als ze Cbnjius niet hadden aangebeden op die plaat-
sen , daar het Evangeli allereerit, van den galgbooin
des, Knrys ar", gerlikkert had.
Die pellegn'maadjen naer Jeruzalem , en het be-
zoeken van andere heilige plaauen, plagteu ten tijde
van Konfiantinus , en korten tijd daar nae , fterk in
zwang te gaan. Zoo word tielena , Kovfiantyns
moeder , van Κ Eujebtus en S. I Ambrofias gepreezen ,
dat ze naer Jeruzalem was gereilt, om'er haare god-
vruchngheit te pleegen.
                   , >:,
Zoo ichrijft m S. Paulinus ook, dat de menfehen
door een groote zucht naer Jeruzaiem gedreeven
wierden; om de plaatzen , daat· Lbri/tus lichamelijk
verkeert had, te bezigtigen en aan te raaken. En
opeen andere η plaats getuigt hy dat ontelbaare fchaa-
ren %ew<xm waren uyt de afgelegendjle plaatzen in pel'
legnvraadje te koomen naer 't graf van den Li\ Felix.
En hy oSokrates vinden wy dat Eudocia, de vrouyv
van fbeodofius I l , volgens voorgaande belofte in
e Hand, lo Hoofdft»
ƒ liib 6. Hift αρ. % g Re Vi-i, Muit.
h Cent·? cap 10.        » Ep. 17. ad M'srcellam»
\ Lib, ?.dc vitaCouRant.
/ Orac. de obitu Thcodolïw        nt Ep. u. adSever·
» Nacali }♦ S. Feltcis.          · Lib. 5. caj. pemrit.
-ocr page 732-
BeSCIIRYVING VAN È>EVE,NIER.             6d>f
pellegrimaadje naar Jeruzalem getrokken is. Ook.
leeft men by ρ Palladws dat MalanU, die ten tijde
van den H. irlierunymus leei'de , te Jeruzalem bezig
was met het innaaien van de pellegrimmen, die daai:
nyt de geheelc weereld aanquameu.
Maar hoe koomt het dan dat Gregorius Nvfleaut
die pellegtimaadjen zoo tegenlpreekt ? Daar zal ik
eet ft op zeggen dat ik hier ilechts hiüoriflcber wijze
van de oudheit der pellegrimaadjen fpreeke ; ofte
prijsbaar of onpriisbaar /.ijn, in dat geichil heb ik'my
niet ingelaaten. Evenwel zal ik by deze gelegendbeit
Zeggen wat op die tegenwerping geantwoordt word.
Voor eerft zoude het miiiehkn te bezien (taan of die
Redenvoering den H. NyjJ'enus met goed recht toe-
gefchreeven word: zy Haat in de oude drukken vm
dien Vader niet: de vertaalder, die ze uyt het Grieks
overgezet heeft, is onbekend. Maar daar op (taat
men niet: men heeft maar te zeggen dat Gregonus
Nyffenus
daar alleenelijk van Memnikken en Nonnen
handelt; en de pellegrimmaadjen voor zulke perfoo-
nen ongeraadzaam acht. Van zulke perfoonen fpreekt
hy maar; en vervolgens, word 'er gezegt , moet
zijn zeggen alleenelijk op zulke perfoonen gepaifc
worden.
Dan /egt Gregorius 'Nvffenus noch dat die pellegrim-
maadjen en lange reizen, vooriiametulijk der vrouw-
luiden, met veele geefleJijke gevaaren zijn vervoegd.
Dar word niet ontkent: en daarom worden ze de
vrouwlu'den ook niet aangepreezen, ten zy dat zul-
ke gevaaren ge weert kounen worden. Eindelijk
zegt hy dat men niet byzonders te Jeruzalem zal
vinden, of men heefr het elders ook. Zoekt mers
Godt, die is over al. Wil men kerken en bidplaat-
Zen hebben, die vindt men ook op andere plaarzcn.
Drjt is alremaal waar, word wederom van den an-
deren kant geantwoorde . wat de wezemlijke ?aa-
ken van den Goósd}enlil betreft iVlaar te Jeruzalem
zijn eenige zaaken, die elders nier^evTmlieTi woj>
den , en ter opwekkinge van de godvruchti^heit kon-
nen dienen: het Graf desHeeren, de beiiige plaar-
zen , die hy in zijn leven bewandelt, en daar hy
zoo veele wonderdaaden uytgcwerkt heeft. En Gre-
A^Hïftor. Lauf. cap. ij,
gorius
-ocr page 733-
6ο8          Aantekeningen οί* J)e
Foritts Nyffehus wil maar zeggen dat het bezigtigen vèri
die heilige plaatzen zoo nootzakelijk niet is,- voor*
namentlijk voor Monnikfrcn en Nonnen , dar ze
daarom hunne eenzaamhezt behoeven te verlaaten,
Zoo zijn dan de pellegrimmaadjen by de oude
Chriitenen zeer in gebrnyk geweeit, en van veele
aanzïenelijke mannen goedgekeurt. Maar daar tegen
is het de waarheit ook dat ze van deftige mannen
niet altijd, noch ieder een, aatigepreezen wierden.
De redenen vunGr^gorins Ny£etsns, hoewel hy maar
van Monnikken en Nonnen fpreekt, konnen ook
veele andere perioonen toegepait worden. Jonas
Biirchop van Grleans , daar η hy de pellegrimmaad-
jen tegen CUudius Taurinenfis verdedigt, bekent even-
wel dat ze geeneMonnikken of Nuiinen aan te rad-
den vijn. En de H. Hieronymus , die r ergens dé
pellegrimmaadjen goedkeurt , ichrijft evenwel aan
den ƒ Monnik Pautinus., en bewijit het met veele
redenen, dat het den MonnikkVn niet geraadzaam
is naer de heilige plaatzen te reizen. Hy voegt 'er
by dat Si Antonius, die een Monnik was, noit naer
de heilige plaatzen in pelleKrfmmaadje is gereiil: en
dat S. Nitafiühi om dat hy in Palellynen Woonde * -
de heilige plaatzen eene enkele reize bezocht heeft;
opdat hy de Godsdienlligheit van die plaatzen, die
zoo naby gelegen Waren , niet zoude fchijnen tó
verl'maaden. Hoe dat die pellegrimmaadjen niet al-
leen den Monnikken en Nonnen , tmar ook den
weereldfche luiden , door luiden van kennis af-
geraaden zijn, wat een verkeerd betrouWen dat dé
.nenfchen op die pellegrimmaad)en Helden, hoe dat
de tweede Synode van Ghalons over de misbruyken
der pellegrimmaadjen geklaagt heeft, kan in ÖÜl?
Aantekeningen op t Delfland nagezien worden.
Ze konnen echter opeen goede wijze gedaan wor-
den ; en irt de Kerkvergaderinge van Treinen wor-
den'de bevaarden naer heilige plaatzen, als ze bcfc
hoorliiker wijze gefchiedén , als godvruchtige eü
godsdienftige zaken gepteezen.
Ik moet hier eene plaats bybrengeti van een aanzie*
nelijk en hooggeacht Schrijver van de Luthèrfche ge-
q De cultu Imagiti iib. ?. * Ep. 17· ad Marcel!.
f Atl Paulin, &"ïuftïc Möiiachi.         * I'ag te.
1                                                            ·              titfd'
-ocr page 734-
fksCHRYVlNG VAN DEVENTERi            ÖÖp
?indhe?t ; die de heilige plaatzen 'm Paléftyneii be-
locht heeft *, en bekent da. de godvruchrigheit door
het bezien van die plaatzen opgewekt word lic
fpreek van Cbri/ïopborus Furer, in zijnen tijd B'ur*
geineefter van Nurenberg, ^die zijne ν reys naer Pa-
leltynen en de naaftgelegene landen zelf befchreevert
heeft.; en zoo in de voorreden als nareden van dat
werkje hootïgelijk gepreezen word. Hy verhaalt
daar zeer omftandig hoe dat hy met zijnen reisgezel
| de heilige plaatzen bezigtigt heeft: en met het bezig-
tigen van Β tlehem bezig zijnde,zegt w hy ; „ Vor-
„ der gaande hebben vvy de plaats gezien daar Chris-
tui op den acntlten dag befueeden is Als ik in
„ alle deze plaatzen mijne gedagren over de won·
„ derhiare geboorte on/.es Heilands mer aandagtig-
| „ heit liet gaan ; moet ik bekennen dar *ef cm zon*
\ „ derlinge bewee^ing des gemoeds en meer als ge-
„ meene tvijdfehap in my ontflaan is : want 't is
,, waar!i]V zoo ^ele^en; gelijk die grooie Lèeraaf
,, van Duytsland , Ρilippus iWelanSibon , ergenS ge-
„ fenreeven heeft: Door het bezigtigen van aie plaat"
,, zen word de Zaak ons a-s tegen ivoordig vertoont\ en
,, ontfïaat in ons de gedagte \ door dewelke xu\> mi ïel-
,, ten met ons gemoed tegenwoordig ftell<n in de verga-
Jeriv^e en dat gezelfchap , *t welk Ghrifkis over dl
volgde , en ooggetuige is geweefi van alle de Zaken
die in Palefi^jnen vertoont £//#,,,
                         , 4j
^, Dewiil hier wederom van S. Agathaat en S.
Barbaraas Konvent te Delft gefproken word; zal ik
hier aantekenen dat de Nonnen , die daar overge-
bleven waren , en van de Heeren Staaten zeke pen-
ningen voor haar onderhoud genooten, indien ze
van die penningen niet genoeg bedaan kollen, na
en dan verhoot'jng van haar onderhond kreegen.
t Welk niet alleen van de gemeld ■ Nonnen, maa£
ook van de Nxonnen der andere Konventen, én van
de Monnikken, verdaan moet worden. Ik zal hier
Hechts eenige (tarilties, die my nvt de ketbhtien dec
Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland op-
getfeeven, ten bewijs by brengen
Jan Jakobfz. de Jonge, eertijds Procurator va;n de
f Chu'ftoj)h. Fmeri Itinariuns&c.
Q q"                      Kart»
'                   ·             ;■                                                                                                     ·                                                                                                  f
-ocr page 735-
§■■■ ρ-
Κ artrmizérs buiten Delft, kreeg in't jaar 1^97. voor
ziinönderhoud 300 ponden , ieder pond van 40 groo-
lèn, fn de plaatze van zoo* die hy te voore getrok-
ken had.·
                            ', "'' *
De Nonnen of Konventualen van S, Barbara te
Delft i lijnde 14. in getal , en die van S. Urfula,
513 in getal, kreegen ook in 't zelfde jaar vermeerde-
ring van haar onderhoud : te weet en , ieder 10 pon-
den , van 40 grooren hét pond) boven 't geene iy
Zóo: lang getrokken hadden.
Aan Dhk Jocbimfz. f3oekbindef te Delft, eertijds
Religieus op"Sk>n buiten de zelve ftad» wierden in I
Η /,el!de jaar ï#Ö jaarlijkfche ponden tocgeleit, in
'<le plaauê van=2CO diehy ïco lang getrokken had.
; Aan 7ooft -Jatijfen-i eertijds Pater van de Geile- ]
groens te"*Delft, wierden deri 25 January 1601 der- j
tig ponden.van 40 Vtaamfche grootcn voor zijn Ie- '
ven toegeiraan. Μ 't zelfde jaar ióo>, den 21 De-
sem er, is aan de geweeze Mater van S. Aachten te
Delft < en aan Comelia van Najjhuvj, gezeit de Mer-
<we\:aw
daar Nonne wasgeweeft , insgelijks ver·
hoogïng van baar onderhoud ^egeevcn.
• Zoo hebben Neêiffê Jafoh , Meesje Gemis, en
Jaltre Tennis dr
, gcwee*ze Nonnen in het Κ011 vent
■Nazareth te Ryswyk, in't jaar 1602. veimeerdcrinR
wan haar jaargeld verzocht en verkreegen Het ielj
de is in het gemelde jaar ook vergunt aan de Juf-
frouwen fobanna Breekt , Elizubt Beukelaar , Ai-
fiatia tf$
*'i :cxvMiifiai>ari Stbellenburg, eertijds Jut·
ffhuwcn in de Abdve van Loosduinen.
En fl»n 'lakobs P«th , eertijds Onderdeken W»
her Kapittel in den Briel, oud en kreupel, kreeg in
't-7elfde jaar honderd ponden eens boven zijn fee·
wdotieliik onderhoud', ' Ook is aan Hendrik W*r
driksf-r'van Meerhout,
gewee?en Monnik van ι
PréelTheereti kloofter Tn VGraveiihaRe, en j^ffl*
He^rikfz1. deUolfi-, gewee7en Monnik in de Artf, ■
van Enmont, in't jaar 1602. vermeerdering van on·
I derhoiid toegeftaani'1
                                           , .
En aan MagdaUna WW Tol Floris dochter , &*f 9*
Barmem ■ Meynsje Pietcrs, Heiltje ftm, £&«>»£
hbs Grhtjr hamert s
, Aaltje Jans, Maarte»
lems
, Maartje Frans , geweeze Nonnen van b. ν
-ocr page 736-
BeSCH'RYVINO VAM DÉVteNTEft.            élt
fêlfofs Konvent te De!,ft, wiefd'in Vjdar; r<?03. oöfc
verhoogiriR vaa' <inderh()ud tOegeweezen. | Welke
verhöogiiiK ir» tjf^ltcle jaar ook yergeiit wierd aart
f!a», ea^ McHiuek, en'Lenyh Loys ,:Prèdikrieerea
in 's Gravenhage.
In 't 7elfde jaar hebben de Juffrouwen Carneltx
vanErp,, Miria Sp"fri»x.V^'nWi{> OmgöertvaK >*'en±
fcbf»\ en #?■$ ->rfiV 'tresUmg , ouergebïeeve Non-
nen van Koninksveld*;buiten Delft, voorhaar on»
derhond 4Λ0 ponden/gekreegen;, in "dé :pfaatze van
400 ponden die ze té yoore rrokken·. " Xeli's wieril
't gemelde 'μη ati\ JaL·/ f avfz van'D->rdr*cht^ voor
hene Religieus in het'Kónvent van Donk , na zijne
dood een (?00 genaamde graci-jair ten behoeve vaii
ïirne eT.fkena'amctV toégeltaan.
              ^                      '
Kurnclis van Xetityigen tx\ Knrndii EvertiZ.öon, d^
laatiίc Religieuzen van het "Kohveitt Emeltein , dfè
7.00 lang 1/0 ponden van 4C gr out cti'tiet pond gè-
vo )ten ha .i-den , hebben in 't zelfde' jaar een dierge-
iijke vernoo.ttitig tot i*0 ponden tóe bekomen.
De juffrouwen Uprmli.i en Anna "ban1 NajjoHjj, gè-
i.eid de .ÏJerwr» . gezpnWs en geWee/è N'o/inen valt
^^'Mm te Delft, kreegen Insgelijks in 't jaar
1602. verhooiiing van onderhoud De c« ne had 1 jo
ponden genooten ;;,d!ê andere 175· nu kreegen ze
u ponden meer. ïk had meer diefgeltjkë'verhoo··
giutïen van't jaarlijks,onderhoud der overgebleevene
Monnikken en '"Nonnen konnen bybréngeu maar
J| linke' dat de l.eezer aan de bygebragfö genoeg zal
.Hebben. .                                        . , , fci
,' 4.Γ Meti zier uyr het ganfche verhaal pat alles ge-
Veldiuer' hand en zonder eeuige form of ichijn vari
recht nehaudelt wierd. Religieuzen, die zich aan
ieen ljideliiken Regel verb<)ndeh:ihftdd'eri VetV opwei-.
Skr gedrag, zoo veei als men' befpeureiV kan f niet
veel' te zegden, viel , worden onverhoord en, onVer-
deditid ged wongen , om' onder nièu we* Ovej iïen ,
rtrnftér tnrhtmeefteren , én ilrënger tnchfregelen, ;te
ftaan ' Wal den haart), Obfervmtekhi\%np.% de Bee-
Xix moet indagtig WïVyH geeft" wé χ eideri aangétè-
kent hébben ; te weeten dat de maarti vin Knnvem-
tntettn, of in rvonveiiten woonendë , den Minne»
f Aanttk. op het 2 deel var 't ^trechtfclic WsaSm ',, ρ Μ ?*
-ocr page 737-
C\%            AANTEKINlJjeEN O V T)E
broederen van't begin himner initellinge toepaft is.
Maar ah de tucht , gelijk het doorgaans gaat .on-
der hen ver flapt of zeer aan 't flappen was; heetl i>.
Bernardinus de $<*it in 't jaar 1419. eenc bervor-
mink ondernomen: en alles op den ouden voet her-
ilelt De Minnebroeders , die deze hervorming volg-
den' wierden Ïöôíâ**» genoemt; 't welk te zeg-
«en was dat zede onderhouders van den rechten Re-
ëel waren S. Bernardinus zal dat hervormen met
een loffelijk inzigt gedaan hebben ; daar word niet
aan Betwijfelt: maar zoo een loffelijk inzigt kan by
de nnaaten ook ligtelijk veranderen. Het is zeer
te duchten dat de Obfervanten, van dewelken hier
aefproken word, onder den fchijn van de gemelde
Ê on venten onder een fcherper luciuregels te willen
br-nêeri, voornainentli.k beoogt hebnen zoo veele
konvenren meefter te worden ; en 'er het zeggen
over te hebben. Die manie* van alles geweldiger
hand uvt te voeren , metgevangeniflen en de galeyen
te dreigen, de Religieuzen onverhoord tot het aan-
neemetl van een Itreuger Regel te dwingen, gelijkt
niet zeer nier den geelt van een oprechte hervor-
minK. en had de hervorming zelt millchien beter
van riaode dan.de Konveiiten, daar men de hervor-
ming invoeren wilde In andere plaatzen is het {om-
willen ook in diergelijke zaaken even eens toegaan
als hier De Rekollekten , ook een foort van Frin-
c'-skaner Monnikken, vertoonden nch allereerlt in
Vrankrijk ten tijde van thndrïk \ V. Zy waren,
leiden zy ,de echte kinderen van b.trancijcus, en de
wa.ue onderhouders van zijnen Regel. De andere
Minnebroeders en de Kapucijnen deedeu dat zoo
nauwkeurig niet, en behoorden in veele zaken her-
vormt te worden De Koning gaf hun een Kotive «
te Beaufort : andere plaatteii , door dat voorbed*
optrewekt* wilden ook Rekollekten hebben. Ue/e
auinnikken, daar door aangemoedigd, zochten het
Konvent Bal mei te buiten Ar.giers ook in te krijgen.
en raakten in 't bezit. Zy hoopten geen minder g <>
ie verkrWn door dat klooit er te hervormen, itf
zeker y Schrijver, als een Koning van s>cilie ver
y Pierre'Mauhieu Hift rle Francc- liv. iv.
^ Kenaus , die dit Keuvent gefticht h*l
              ^
-ocr page 738-
Beschryvjng van Deventer.          613
kreegen had door hetzelve te iiichten. Wy hebben
elders al verhaalt hoe dat de Kordelieren , niet kon-
nende verdouwen dat ze door die nieuwe aankome-
Hngen dus uyt hun eigen huys geltooten waren, die
Rekollekten gewapenderhand belegerden; de poor-
ten opliepen; en de muuren met ladders beklom-
men De belegerden, hoe zeer dat ze op het onder-
houden van den Regel geroemt hadden , namen hun-
ne toevlugt niet rot het gebedt. Zy weerden de be·
legeraars met braave keyfteenen at': en ware het
volk niet toegeichoten, het zouw'er zonder moor-
derye niet afgeloopen hebben. Daar mede was het
krakeel niet btiliit. De zaak wierd voor het Hof ge-
bragt: daar Servm^ 's Konings Advokaat, vertoon'
de dat alle nieuwigheit , voomamentlijk in uilke
zaaken, van een quaad gevolg en gevaarlijk was:
dat men onder febijn van hervormingegeen nieuwe
foorten van Monnik ken invoeren moeü : dat n),en
maar.al te dik wils in Vrankrijk bevonden had hoe
veel quaads dat 'er de nieuwe kloolter-orders ge-
daan hadden. Dat om zulke redenen in welgeregel-
de Staaren, als onder *t gebied van Venemie, geen
nieuwe kiooiter-orders toegelaaien wierden :dai zelfs
het hervormen van Konventen, volgens eene ordo»
nantzie van Hendrik i I, aan geenen Religieus mom
opgedragen worden, ten zy dat hy van gehooae en
afkomfte een Fransman ware; of ten rninire zijne
klocfter geloften in Vrankrijk hadde gedaan ; en 'er
ten tnïnfte 15 jaaren gewoont, enz. D-j Rekollek-
ten moften uyt lialmette trekken; en de Kordelier.ü
kreegen hun Konvent wederom.
In *t α jaar '4S3, was 'er in Vrankrijk een Gar-
diaan der Franeiskaanen, ölivier Matllard genaamd ,
die ook de ftrenge onderhouding des Regels ■, of de
levenswijze der Obfervanten , wilde invoeren; en
allede Kordelieren van Fours, om dat ze zich niet
Voegen wilden , uyt hun Konvent aldaar verdreeven
had. Maar de Kordelieren kreegen een arrttï tot
hun voordeel , en de Gardiaan Matllard bevc*l oïn
hen ongemoeid re laaren. Dit verhaal ik maar hiV
foriifcher-wijze; zonder den Gardiaan Matllard ge-
lijk of ongelijk te geeven. Hy kan door een goed
<* I'ic/re Matthieu lüidtm »n margme,
Qq 3                         in-
1
-ocr page 739-
6i4 Oudheden en Gestichten
Jmtet Redreevcn φη geweeft ; en dat Kon ν ent heeft
miiïchien wel
eënHdegelijfce hervorming van noode
eehad 't Is «i$?er gebeurt dat Konvemen , die men
hervormen
zra*wi en hervormen mol*/, door voor,-
fpraak van
fnagUge vrienden , zulke arrdtcn veSrtrctt
gen hebben.
.1 ,\
' I S E L Η Α Μ.
Parocto, .^pc ftrt ban bit bojp/ 't fiïfi-fe onbci' ï)tt
ke!k '" ©;Dftfcïj*p bTTH Mfenfjobe getani ίο/ ίρ$
IThd
ttiii «# JiöA'tóaar / tetoeeten ben ïfA^
te. r'hanus, fursietüöDr. iet
bdtfwwi ba»
©aflorp toag Qnjtcl)t aan ïjet ©cHciiff fjap b<»
J»teentmjk; 'f η öe^clbe fcern toa^ maar n>
lic SMsaifr/1 te toecten bïe b η ben φ,Ρ^Γ?
takn^'èiteifWSr gcijoubeti üté£ tbicp toeefte?
Uil fcjjc tóficii rr boen; en but afiöfejen^nn
ben
tëattobj De bcbieninpn ban Ijet^arDcr*
ampt maar re neemrn. -©au toa$ 'er noci)
een
herijbieiUt ban Φ. %-Btyitia: Dcmrmf/
303
toe! a's bc fciharg/ booj.b'tii pafloo? 0^
jjammtl^ iifpij öe Ucrtunccflcr.cii trögtfWP
tDicra.
                                         >               ^
gjn 't fanr ι *τ-τι tevb Ijet Paftoo^ ampc
6chi££bt öl>^ Johan Nikla^z/Vonk. (
■f ■*
SC Η E R W O L· D>
sdimHci- !Df few* ban i}# tso^p ^c&rrf»Dlbc/ i»J
ï-evu. Ooh onöcr I)et iJMtfc&W ban .Bollcnljouc
s>Iwo1- mimm§/ iloïib onïicr bc Uffcijernnnrre ba«
4c° cn2" Dm». NicnM i en ïjet fcayitteï ban £««ΐ'
top'ljaö rtm cm ben f aflpoiι te bnw
mrn. ^r -ijfiiir?bc Bntt($ cene feMW/jg
töectcii bui beii &. Antomus bctudfte |j^
-ocr page 740-
VAN DlVeNTER.           'dt ƒ
$5tbkmat berpligte pm alïe feefïöaeren/ tn
nocïj ttoeemaa! in öe toeen/ al$*t ïjein uefÊ
0dc0cn guam/ ben öeiïigen iiieiifT rc öoen.
#g ïjaö ooh fjet nofïerfe!)a» maar te t?eemein
ea toierö öoo? öea gafïoc,? en Ijer ^pröer*
fejjap ban <§. Amonius aangefielt
91« 't jaar 1751. flona gier ai£ί jpaffoo^ Di-
deryk Hetgers.
DE ZWARTE S L U Υ 5.
3^e Jgmarte ^ïun$ / een 5c$p ban <£Hier*Nanmrt,de >
gffet / en onaa- ijet ïneergemeiae ^o^feijay Ι^-^
D^ooreiiöe/i$ gelegen op öe j^ecijt/ öie jjjter ''''
öen naam ban 't ^marte toater boter. ©ïcijt
aan fjet öo#i fïaat een flerhe fdjanp met een
f&arorfpftcrtt i ορ toelne fcljang ern jf^onnc^
hïoofier ban *§. Ikpediktus <É^öa\ flaat ·,
't Etuarte mater genaamö / in fj^toeifte *,?
p?oben geiiicöt maren. Spe ÜloofÏerboögöe^
toeröc Den tijtel ban J^iorinne ·, en öe jBan-
nin/ öie öe jonnen in't gcrfcljjftc beflieröe/
en ooft ban ^Benedüuus^öer fco.;^/ boer*
öe öen naam ban J^ooft. Ban öie j^oofcen
3tjn 'er tfcuee maar tot 0115e kemug $eïmim >
Giielbert Vander Hourc: rit Hendrik, pnmk.
3De eerfte be&ïeeöbe bat amjpft in't jaar t+o6:
öe tfcoecöe omtrent fyet jaar 14*9.
<Pe ^efeijber^ berfjaaleu öoa^gaau^ bat
(jet gemelöe hioofïcr / op bm naam ban Ma-
rietberg, omtrent (jet jaar 1117. geftaljt yS
boa^ Rodolphus fèiivsQjaüf ban StoebOüdeii',
en öatrj^3nU^ gedaan fyeeft oy fsabebelban
Wfiicbrandus, Den XXXV $5ifffyc$ Uan
Utrreijt / tot boiöqenmae booj $ne Locötr*
fnanmmjeit / en boo> ijet beriiioojDen barben
-ocr page 741-
<5τδ Oudheden εν Gestichten
S&ffcfjoïi Orro 11 mt tnoojbrn too^ö afóusi
fcdü W. Heda ÖcfcfecebM ; Als de B'flchop
(Otto ƒƒ) voorgenomen had hun wederfpannig
gemoed re itraflfen, heeft hy ren groot leger
verzamelt · en de omleggende Vorften, die mer
hem vermaagfehaprof zijne bond^enooten wa-
ren ·. te hulp ontboden ; dewelkén ook nie?
achrergehleeven zijn. Ze zijn dan met het
leger naer "Koe ν orden getrokken: maar als zy,
't zy uyr achteloosheit. 'tzy al re veel op hun-
ne krachten lleunende , zonder order voort-
trokken j zin ze van den vyand , hoewel zwak-
ker van manlchap , maar die op de g legend-
heit loerde om hen te verrafTen, in de onge-
broykbaare plaatzen en moeraden die de Vecht
daar maakt, op een ellendige wijze overrom-
pelt De vyanden fpaarden niemand ; maar
hebben hunne woeden tegen allen, zonder on-
derfcheid , doch met groor er wreed heir regen
de Edrlluiden, gepleegt. Als ze den BifTchop,
die ganfeh afgemat en krachteloos was, gevan-
gen hadden g'kreegen; hebben zy hem wree-
delijk vermoordt* en de kruin van ztin hq^ftl
(met 7eer fcherpe degens zoo als Vr Beka bv-
voegr afgevili. Zy waren met zijne dood noch
ηW verzault; maar hebben het doode lichaam
mpr veele wonden door (lokt η ·, en zoo ge-
wondt at* het was onder het ilijk gedompelr.
Wmv fcftfn&!00 neerlage tootygrbafltn örn
tcvftm Miiffiiftinïé.
"ΜΑ$ vV'liï»randus , Ottoos nagaat/ öf3c
gfrowtoelöa öftt getojahen/en bc &oeboo;Dcri
m 1®}enttnaar$ / focöeuafmelöcuRudoifte
ïjulpe g? ftotnru toaren/ bcrfïagen l)aö; Beeft
gn öeobcr0cöipcbencn/ en DaaronöcrRudoU
3?if / in genaöe aangenomen; maar on&ct
mttv
-ocr page 742-
van Deventer.           617
meer anbcreoingen/ öie δρ be$tmelt}tM>cïpfc
lier^ nonnen nage^n toojöen / br&ongen bat
Rudoif bit ttioolïer 30ttör fïicfjten en met bp
jjoojïpe mnomffen begiftigen, ©aeij naber*
ganö ré ön om ïjet bermeumeit ban 3 me me*
Derfpmmtgijeit ontfjooft/ en op een raat ge*
3et; en tycft albnS be tociberaicniïe fïraffe
ban 5ijne troutoetoo$ï)e!t ondergaan: 't toeift
ï Pi? a«r ai 5ij»e ïfconp ban ftet %mb*
fcftap ©rent/ omfïanbig en toybioopig be*
fcönjfr,
Burchnus, in Jet rtoeeöc beeï ban 3311 Ger.
mania Sacra, fyengt Jjet begin ban 't gemetöe
fcioofïer op ïjet jaar 1 »30: bjaar in fjp/ ge*
lijn i)n op meer atiocre plaatsen boet/ 3irh
3eïben (O bergifï. <©e boigenbe fyjcf 3a! ons"
beter öefcjieib öien aangaanbe geeben.
In den naams der heilige en onverdeelde Drie-
vuldighrit,
Amen. tVilbrandut, Biflchop van
Utrecht, wenfehr aan alle Chriltene gelooviaen
de eeuwige zaligheit in den Heere. Vermirs
in het maaken van het Tabernakel de god-
vruchtighek van Afoifis, en in het opbouwen
van den Tempel de voorzigrigheit van Saiom
mo»t
door de H. Schrift zeer gepreezen wor-
den· zoo is het dat wy, die hunne voorb?e!·
den gclukkiglijk begeerenna re volgen, inSaU
land, op eene plaats die wy den naam van M%:
rien-berg
gegeeven hebben, een kloolter van
een nieuwe plantaadje van B?nedikryner Non-
nen hebben beginnen ce (lichten : welke plaats
wy ook van onze middelen, Zoo ais wc. kollen,
behoorlijk begiftigt hebben ter eere van den
aJ*m0gendcn Godc » van de H Maria akiid
Maagd; van de H. Maria Magdakna, en van
Qjï S                        den
-ocr page 743-
<5i8 Oudheden en Gestichten
denH. Benediktu$ti 't welk wv gedaan:hebben,
voor eeiV middel onzer zonden , tri voor op
'zaligheir. der ziele van onzen voorzaat , den
BUfchop Ötto gelukkiger gedagtenifle ·, en van
alle de genen die met. hem op het Veen by
Koevordcn gebleeven zijn ; mitsgaders die met
den Schout Koearaad by Steenwijk zijn verfla-
gen ·, en van alle de Vriezen', die hun lè*
ven te Bakkevteh , of Miispéré, ten diende
der kerke è'U vóór de geiechtighcit gelukkig-
Kfk ge»eindii>t hebben. Ook hebben alle de
goede luiden j die deel hadden aan ""t Veen, by
*l kïoótier gelegen 7 om dat ze zich over dat
goede werk verheugden, en'om deszefs vol-
trekking ' rnet eed goed herie te helpen bevor-
deren. , i 5 hoeven > met de bofft hen, wateren ,
beemden en weiden daar toe hehoorende, aan
't voorlchieevenklöotier vrywilhg en met een-
parige ïoeüemrainge gefchonken. Daar by
lubben vvV °°k nt't rechtsgebied en de tiende
van't ganfche Veen, tor deszelfs uyterlte paa-
ien toe, voor altijd aan't voorn, kloofter ge-
geeven. Weshalve op dat dit heilig werk >
*t welk gelukkig'lijk begonnen is, gelukkiglijk
voleindigt worde, en altijd gelukkiglijk tn (tand
biijve ; en op dat het gemelde kioóiier met des-
zeïfs goederen en pertoonm ten allen tijde ruit
'en vrede mag genieten : zoo is het dat wy hes
zelve kloolter, mét' de perfoonen die 'er reeds
aangenomen zijn of noch ilaan aangenomen te
woiden , mitsgaders met het erf daar het op·
&Ait, Υ welk Rnelof Lefma* van Kotten met de
toeilemmmge zijner vrienden voor de zaligheic
van zijnen broeder Arnoui Reiger, vry willig en
volkomentlijk'gegeeven heeft: en vorders met
alle £oo loffe ai:> vaJte gocdertn t .die het tegen-
-ocr page 744-
VAN DeVeNTER,          6lV
woordig gerechtiglijk bezit, of na dcezen door
Gods zegen op rechtmatige manieren zal kon-
nen vc!krijgen, onder de befcherrning van den
H, Martirms en de onze genomen , en onder
onzen ban gcllelt hebben: 't welk vvy door ons
tegenwoordig handichrift, op het welke on$
zegelt tot meerder bekrachtiging gedrukt is,
pnverbreekelijk beveiligen. Ook yerjeenen wy
aan't zelve kloqiter het recht van begraafFenis:
ie wetten om hunne eigen huysgenooten te be-
gryayen ; en daarenboven alle Chriilene geloo-
vigen, die aldaar met de toelkmminge hun-
ner Piielieren willen begraaven worden. Daar-
enboven geeven wv den Pi ieüeren der zelve
plaatze volkome, magt en verlof om de· biecht
te hooren, en de zieken tot het huysgezin der
zelve plaatze behoorende te zalven: zoo verre
als de Regel van S Benediktus en het bevel van
den Piooit zulksvereifcht. Dicrhalye wat per-
ibon .. kerkelijk of weereldlijk, uyr quaadaar·
digh'eit beltman zal hebben de ruil: der gemelde
kerke, tegen onze tegenwoordige beveiliging,
te Hooien , of hetzelve klooïter in deszelft goe-
deren of perfoonen op eene beledigende wijze
tequellen, indien hy andermaal en voorde der-
demaal vermaant zijnde tor geen inkeer koomt,
en voor de belediginge ^een voldoening geeft;
die moet weeten dat hy in dm ban gevallen is.
Gegeeven te Deventer, in 't jaar van *s Hee-
ren Menfchwording il?'?» den zo [uly, zijn-
de het zefdc jaar van onze BifTchoppelijkc re-
geering , in de tegenwoordigheit van Heef
Hermmnm, BiiTchop van Leale , die dezelve
kerk ingewijdt heeft: en van meer andere ge-
tuigen, welker naamen hier onder gefchreeven
itaan. Godefridus Ñôïïâ van Marien-herg^ Wil·'
km
-ocr page 745-
oio Oudheden en Gestichten &g.
lem Prooi! van Betlehem , Reimarm, Prooft
van S Pietefs kerk. De Deken Antonims^ mer.
xijn Kapittel van Devenrer; Meelter Menzo,
Kanonnik te Mirien-waart : Alexander, Ka-
nonnik van S. ^ïwj kerk te Utrechr, Berthol*
dus
, Notaris en Kanonnik van S. Mariaas kerk
te Utrecht, Boudewyn, Graaf van Benethem,
Egbert , Burggraaf van Groninge, Roelof Van
Worch
, Har men en Geraard va» Rothe , Broe-
ders, Pelgrim en f-Vouter Radink^vzn Vollenho-
ve, Hendrik, van Stonebrink,» Burchert en G#-
r^r^/ om» Middelwik , Zivether vander Vorile,
Gif eiber t van Buchorft , vf/^r/ ftf« Ifehnuthen ,
Geraard van Benethem, Winemaar van Harden-
berg
, Lembert van Haren, Engelbert en Hendrik
van Gernere
, Remfryd van Junne, Zwether van
Genm
, Harmm van Jftljkere.
φιι£ fcerre n^t öen po^onfteïpen fyief;
o|j toienp W00e en fcoutoe niet een andere
ïjanö gefeifêeefcen fïoiiö: Bnef van Heer /fv/-
brand, Biilchop van Utrecht, over het eerfte
begin van dit kloafter, en de giften aan't zel-
ve gedaan,
AANTEKENING,
i. I>aar over moet Bucelinus niet al te ftrcngelijk
beftraft of geblaamt worden ; hy klaagt hemelhoog
in zijne Voorreden dat zijn boek , 't welk by zijn
afweezen gedrukt was, zoo ellendig was mishan-
telt, en van drukfouten krielde. Eu waar konnen
% drukfouten ligtcr iniluipen , als 'n\ de cyrergé*
talleo l
BLAD-
-ocr page 746-
 L Á D-W Õ Æ ER
Van de voornaamfle zsiaken, in het eerfle
deel der Oudheden en Geftichten van
"De venter verhandeld»
A.
ADelboWm, oordcel over zijne lijft van de
Leenmannen der Utrechtfche kerke. $98
/fdvokaaten der Utrechtfchc kerke hadden
niet veel te zeggen.
                                    290
Aflaaten: het gebruyk van driejarige, zesjari-
ge, tienjarige aflaat en aan de bezoekers van
zekere kerken te verkenen , is niet ouder
dan de twaalfde eeuwe.
                              5-17
-   - - opwerpingen daar tegen gedaan, worden
opgeiolt.
                                                        5-18
-   - - van ouds was men zoo mild niet in het
verleenen van aflaaten als nu.
                    5*tp
-   - - de volle aflaaten wierden van ouds maar
in eene gdcgenrheit verleent.                   ft®
» - - zie Partiuncula.
A^neiherg, kloolter, den BifTchop van Deven-
ter voor eene Bruidichac toegeleit.
             
Abuis {Hmrkus) Vikaris in de Katedrale kerke
te Munfter.
                                                  Æ40
-   - - begeeft zich 'm 't Fraterhuys te Deven-
ter.                                                       14.0, z4i
-   - - Üicht een Fraterhuys te Munfter. ÀöÀ
-   - - zijne dooi, lor', enz.                          ibid,
-   - - had ook zoo een Kon-ent in 't Graaffchap
van Tekclenburg ingevoerc.
                      %^%
-  - ■- ook te Osnabrug.                                 241
- "-. - en te Keuien.                                        ibid,
Akademien: zie Praag:
zie fiudeeren^ enz.
. Jlb*
-ocr page 747-
E tT Á D-W Õ Æ E R.
jlha (Harrpg van) waarom dat hy Rome niet
durfde belegeren.
                                     Ö
jflbertus*- BiHchopvanLiiflant. 185, 1&.4* i*T
. - - maakt dat dcPauseencn krtmrogt tegen
,je ongelovige Lijrlandcrs atkumi.gi. ibj-
Jlexander f I oi hy van verg.tt geUorven iS
____J'zim geldkül na zijne dood ge,ro.ort; $r
m . - onordemeiijkheden onder zajne qytv^vt
1 Li                                                          lof , ºÏ"
gepleegd.            . . , t              . > „.
. . - WjS lichaam zag'ef lcelijk uit,en*. *&6
jtf%?«, dorp, enz.                                      Ã-Ç
^ówiAi &» &**·>* door dC Kerkvergadering
van Bazel tot Paus verkoo.en.                ,ys>
■ neemt den naam van FeJtxFdan^oei al·-
^«^Vrï : Konvent der klerken van t gcnirc-
neleven aldaar,                                  ,          ,7
^/W; (het^rV-droftfehapvan) of onder het
< ouan.er van Zuifern hoort, enz               f>
'. is onder den Bilkhop van Munirer ge-
J^«, Huy» d" Klerken van 't gemene
leven aldaar.                                  ,           , ƒ
in een Bernardyner klo-dier ve-andat.
c'i , .de u eerde Monnikken yah YlTeïftein
. j                                                               ÷ 17 , .iiB
ontboden.                                            ' ·? D
%,#M, de Apoftelen dezer lande,ç .UB -
- ^fiVtói*; Zróto·/^, enz. verilonden de. Duit
lche taal.                            . · . , S .. ■ £
. - of ze uyt Engeland gevlugt zijn om de
wreedheden der Saflen te ont^jken. f?, f4
*«*i/«i ofu*ta*« 1 Hirtójg van Benev.nto,
heeft den tijtel van Prins aangenomen. 31, 35
. - tiet zich zalven, zette een kroon op zijn
-ocr page 748-
Β LA D-W Y t ER.
hoofd ,. enz.                                                J4
jiHfleas , zijne Hiftoïi van, de 70 Ovcrzeeuis
onderzocht.                            (                  3.7$
-   - - korte fchets van die HiiWic, 379, $Κα
-   -. - drie gevoelens daar omtrent. 580, 381
-   - - zwaai wigtigheit van/jaat.gefchiJ 581
j*■'. - bewijsredenen voor én tegen dit Hifto-
rie» met de wcderzijdiche oplolfingen. jSi ι
383, cjijL. e.?,»z.
-   * - die O^erz'-tters hebben maar de jr Boe-
ken van Λ/yf/f'i vertaalt.
                  50» , 394
JrrvyoloSy kaileel in Portegaal , jouvent van
Klerken in 't gemeen leevende, by dat kas-
teel.
                                                           1:62,
i's.                                  ,                   *
tl Jak, kapel te Raak.                                 ffo
Bildrrikus, BiÏÏchorV van Utrecht, fchenkc
de ilad Oldenzeel aan het Domkapirtel van ■
Ut'recnt.                                             . 3-4
-' - - zijne al*kpmfte.                             $Γ|ι1Γ4
-   - - (licht daar een kapittel,                      ^f
"'-'■> waar begraaven.
                                  5^7
-   - - hoe 'lang dat h|'BijTchopis ge wee ft. ^^
-   - - verfchü van de Schrijvers over die zake.
... 371
-  ■- - of !||'die kerk van Oidenzeel opg-S^'j'.vi
heefr,                                                V|j7. 57c
%Aiïm«fchapt% de Oe^ftHr.ke Rechters mogen
niemand in baliing'chap zenden.
               8 f
'"*''- -.* zie Biflcbofiptn * , \
$?/£ (Ev?rt) geleerd man van Deventer. 320
Ban, voor 's vorftén befcKenninge : hoc zoo
een ban gegeeyen wierd^ enz.
                 511
Rithmen: Kerk en Vikaryen aldaar,            g^o
i?3,3e/ ( Kerkveri*iderini>- van)czie JSufêHius l V.
— waar-
\ -
-ocr page 749-
Â. L Á O-W Õ Æ ER.
. . - waarom dat nicn de Vaders daar in Naat-
zien verdeelde.
                                          i/i
Bekeerin* der ongeloovigen: zie Lifflanders.
Benediktrts Xlli van de Franflen\ enz. voor
Paus erkent,
                                              ^i>
-   . · belooft affland te zullen doen, enz. ihid,
* . . volgens eenige Schrijvers is hy daar t^c
genoodzaakt.                                            #'«■
. . . van die Schrijvers gepreezen i dat prij-
zen onderzocht, enz.
                     2o"o, 170
-  - - veiltatt zich met Gregorius XII, word
afgezet, enz
                                   ^7° , 171
Bctthoidus, tweede BiiTchop vanLifhnd, be-
001 logt in eigen pcrlobn de ongeloovige Liit-
Unders.
                                                      ]^4
Bisdommen van de Nederlanden vcrmecnigvul-
diu,r.                                                                   l 1 x
. .. - dat is donr Philippus I I uyrgevoerr, en
waarom.;                                                  ,^3
-   - - zijne voorzaaten hadden dat in de zin ge-
had, '
                                                   '         *
-   - - rreial en naamen der nieuwe Bisdommen.
. - - d frige mannen daar toe gekooren. 4
„ . . Bulk by dcroprechtinge, enz. f, 6, ç
.'- - BUdommen by den PaufTeiijken Stoel
openvallende , zie Kerkampten, g
J5/j^wj van Deventrr y zie Deventer.
Bei (■'fl·inng der BJcboppen%
wierd eeril door de
MeckNflchoppen van dezelfde Provincie en
den Meiropolitaan gedaan.
             171, 179
„ . - daar na door den Metropolit. alleen. 17P
■u . „ hoe dat recht aan den Paus gekomen zy.
- i - dstf 'fchijnt door de Refervaatzien opge-
komen te zijn.
                                           »8P
- - de
-ocr page 750-
β L Α b-w γ ζ ε H;
de Pauzen wilden de beveiliging niet altijd
geeyeh.           - .                                   i8o
^ ja gaven de Bisdommen dikwils aan andere
perfoonen.                                     180, 181
— zie Pauzen,
Beurs van de G*/2neDeventer, tic Cufaas beurs.
*—-*- voor dié van Deventer zijn beurzen se-
fticht te Perouze, Keulen , Herfort, enz.
-              r \                        329> 300
•»M- Vóór de Utrechtenaareh 'te Perouze ge-
ilicht.                                                    52,0
Biffchoppen: zie Bevefiiging.
'Bijchbppeh
boe Verre dat de BiiTchoppen in 't
opleggen der lichamelijke ftraffen mogen
-1·— wat GnpHus X. daar van oordeelde. 83,84
i~_ echter van Gregorius I. zelf en andere Bif-
fchoppen iri -fommige gevallen goedgekeurd'.
~~-' zulke kaitijdingen moeten voor vaderlijke
kaitijdingen aangezien worden.
                8jT
<-— de Biillhoppen en Geeftelijke Rechtefs
mogen niemand in ballingichapzcrtden.S^S^
•Blankenham, Dorp, met ecne Paróchikerke,
enz.
                                                      f70
Blakzyl, Schans,.enz.               · ■■.'                 5:87
Boefiiüs(Philipi) bygehaamd van Helmo'M'., Paf-
toor van O.L. V. Kerk te Deventer. 171
'—- zijn overgroöte y ver en 'drift voor 't Ka-
tohjk geloof. * " :
                           1 ijyiyi
-— zijne gefchrifterl;"                              ibid.
Boknie m Italië : Broeders van Hgemeene le-
ven aldaar; r n'
                                       251
H^_ daar was eerir. een Konvent van de Regu-
liere Kanoriiirkkeii geweeit.·*/ V ibtd.
^ de goederen'van dat KönVerït dcföï Bultha-
* A r                                    Rr             swr
-ocr page 751-
BL AD-WY Æ EU.
kar de Cofia (naderhand Johannes XIII) ver-
kogt, enz.
                                           % j$
Bomfacius VIII, of hy de Kerkers voor de
Geeftelijken allereerft uitgevonden heeft. 87
Bunifacius VIII: of hy allereerft een dubbelde
kroon op 5t hoofd gezet heeft. ^7? 9 376
Bomfacius (Sint) in wat plaatzeri van Holland
dat hy ge woont heeft.
                               73
J3or^«/o(DiOftfchap van) onder den Èifichop van
Utrecht gebleven.
                                      f æ
Borne^ Dorp met eeil Parochikerk 3 .enz. 401
—- laatere Paftoors.                                   401
JBrevieren (Roamfche) alles wat in de Brevie-
ren ftaat, behoeft niet voor een vafte waar·
Jieit aangenomen te worden.
                    533
m» aanwijzing van eenige fouten, die daar in
gevonden worden.
                          5-53, 554
Brigitte (Sinte) is van haaren man met zijne toe-
itemminge geilheiden, ftichte een Kloofter,
■enz,
                                                          -278
^t- is driemaal gekanonizwt.             2,78, 279
Btynolfus , BiÜchop van §cara : vergeeffche
moeite gedaan , om hem gekanonizeert te
krijgen.
                                                    2§o
Brinkerink(Johan) fticht een Nonnekloofter te
Diepeveen.
                                               313
— had maar vier of vijf guldens aan geld, als
hy het begofl; te bouwen.
                       315
—ô- waar op 4at hy betrouwde.                ñ 6
—- wat een goede tucht en heilig gedrag dat
hy daar ingevoert heeft.
                       317
—*~ zijne dood.                                      318
Brixen, Kon vent van Klerken in 't gemeene te
Brixen.
                                                      252»
Broeden vünHgemeene Jeven^ zie Deventer.
Hr« yerfcheide Afoeföels vaa dien lcyensftaat.
"m ""■"'-----------------:"~- ñ— m
-ocr page 752-
fe L A D.WYZ E Κ:
zie abf, 207, 208, 206. enz. enz, cnzl
I—- van vccle Monnikken niet bemind» enz.'
238
s-z. 'wat hun vèrweeten wierd.
         238,239
-— moeite gedaan om de Hoogduitfche Broe-
ders met de Nederlandfche te vereenigen»
, ...              H7
'-^- de Broeders van dé ïtaliaahfc Vergade-
ring tót het doen van geloften gedwongen.
—— klagten van zeker Schrijver daar over.
*-— zie Italiaanfche Vergadering.
—  vierde Afzetzel in Portegaal. 258,2^9, enz·
-— door wien eerft begonnen.
          2j8,ijT9
—  veele voortreffelijkheden en voorrechten
van die Broeders.
                                364
■— zie Portegyjfche Vergadering.
— vijfde Afzetzel in Sicilië.
                   z6f
i zesde Afzetzel, te weeten van Genua. 267
Brunsbergen, Kapel van Brunsbergen. 5*46
truffel, Fraterhuys te BrüiTeL
                 221
—■ vermaarde Schole in dat Konvent. ibid»
Bronkhorfi (Even)
geleerd man te Deventer ge-
bopren.
                                              330
Bronkhorfi^ Barony, Kerk aldaar, enz. 549
Brunefws(Ludolphus)) Deken te Deventer. i2p
'^— zijn lof, en vordere bedieningen. 129,130
Brunefius of Brunis (Gerardus) onder de geleer-
de mannen van Deventer gerekent. 351
Ballen der Pauzen: of alle feiten , die daar in
verhaalt worden , voor waarachtig te hou-
den zijn.
                                             f$f
— de Pauzen onderftellen flechts dat die fei-
ten waarachtig zijn , zonder dezelven als
waarachtig te verklaaren. 535-, f $6
Kt %            —- vc
-ocr page 753-
β L Α P-w yzèr;
—  vcrfcheidc voorbeelden van't zelfde. $%6,
nr
—  de PaufTelijke Bullen fpreeken malkander
op het ftuk van feiten fomtijds tegen. 519
f Maks, Cadéüus-t door toedoen van Keizer
^ Hendrik IV. tot Paus gekooren. zfö
_ reden van die verkiezing.
                   281
_ doet afftand, enz.                               
Cafimirui, Monnik , word door den Paus van
fiine geloften ontllagen, en Koning van Po-
len.
                                                         39
_ voorwaarden, die hem door den Paus voor-
eefchrceven wierden.                          39» 4°
Condulmerim {Gübriëi) de zufters zoonι van Ure-
qoritis XII. is met Corrarius de eerfte Quee-
ker der Italiaanfchc Klerken van 't gemeens
'•'leven geweeft.                                       ^47
11— is naderhand Paus geworden onder den
naam van Eugemus IV.                    ,.· „ *4°
',— zie Eugemus IV.
Coharïus( Antonim) de broeders zoon van hre·
' gorius
Xlt. is met N. de ct'rftc Queeker der
Italiaanfchc Klerken van «t gemeen leven ge-
weeft,
                                           .-.··. 24?
___. naderhand Kardinaal geworden.          *4Ö
φ^>] Beurs, te Deventer geiticht door N. &
cuja.'■;:.                  .,... . ., .. ■ 3l7
—- hoe die Beurs nu beileedt word. 510
—  klagte van den O verfte van S. Niklaas Galt*
huys 'by het Dorp Cufa, enz. 328,329
—  befluit door de Majetat opdieklagte.ge-
n^men, "*>                              3» Φ9
-ocr page 754-
 L Á D-W YZER.
Ñ,
T\ Ekens, lijft van de Dekens te Deventer. 12 ï,
1 X Zr
.Ptf/itf; ftedeke van Overyflel 3 Parocliikerk en
Vikaryen aldaar,
                                    594
—■ Paftoors.                                            %yf
Delft, Konvent der Broederen van 't gemeene
leven aldaar.
                                          209
-— neemen den derden van S. Francifius aan.
210
~r— worden Reguliere Kanonnikken. ibid.
•— trekken naar den berg -5*0«, buiten Delft. ,
ibid,
7— uyt dit Konvent is het algemeen Kapittel
der Reguliere Kanonikken voortgekomen.
21È, 211
1— zie Sion.
Deventer(Bisdom van) wanneer opgerechL ô, %
-— de BiiTchop door h<$t Kapittel van de De-
venter in 5tbezit der Prooftdye van Deven-
ter geftclc·.
                                               f4
1— daar cfe Staaten van Overyflel by de Land-
voogdes over klaagen.
                      5*4, ff
^— het Bisdom van Deventer bekleedt de twee-
de plaats onder de Bisdommen die onder het
Aartsbisdom van Utrecht ftaan.
               60
—  BiiTchop van Deventer tot Ñ rooft van drie
Kollegiale Kerken aangefteld.
               ibid.
-— lijft der Billchoppen van Deventer. 64
—  Dekenfchap van Deventer. 102,103,enz;
-—■ Kapittel van Deventer, zie Kapittel.
Deventer
(de ftad) word befchreeven. ro^
—■ by wat gelegendheit opgekomen.. 142,
~—- naamiedèn.
                              ■■-'"■ . ibid.
Rr 5.             — Pas·
\
-ocr page 755-
 L Á D-W Õ Æ Å R,
•^. Paftoors der katere tijden , die te Deven*
ter geftaan hebben.
                1.71,174, enz.
___drie Kerken te Deventer.          103, 104
_ groote brand te Deventer»                 107
m__zie Lebuinus Kcrh
___zie Niklaas Kerk.
__ zie O. L. Frowwen Kerk-
_ Gaft huizen te Deventer.
                    ÉÑË
_ Manskloofters te Deventer               195
_ Noibertyner Kloofter.                     ihid.
___ Priors van dat Kloofter.           Ï93* iP4
___ Minnebroeders Kloofter.                   194
___van de konventueele Franciskaner verlaten,
___en door de Obfervanten in bezit genomen.
194, 195*
___Kloofter der Klerken van 't gemeene leven.
19$,196
___ die Klerken vernieuwen de gebouwen des
Kloofters.                                          204
,__ Qverfte van dat Konvent.          205·, 2,06
_ verfcheide afzetzels van dien levensftaat.
207, 208, enz. enz.
—  Nonnefcloofters te Deventer, en daar by.
294
.__het eerfte, Mariendale genaamd, en door
de Gravin Ermgardis geftieht. 294>2
-— zie Mariendale, .
—  tweede Nonnekloofter.                     2-P7
—  inzettingen van dat Konvent. 2,97,298
___op wat voorwaarden dat die Zufters in de
Stad toegelaten zijn.                      *99* 3oa
—  derde Nonnekloofter j Geert sKloofters ge-
naamd.
                                               302,
'— vierde.                                            3°3
—  lof van die Zufters.                   303 , 304
'*■— vijfde Nonnekloofter, Lammenkloofter gc-
^—
                                                   naamd.
J
-ocr page 756-
BLAD-W Õ Æ ER.1
naimd.                                                  %o$
-— Maters van dat Kloofter.                     ^/i.
*— zefde Nonneklooftef.                         506
—— zie Eghert te Beek.
—  zevende Nonnekloofter Buiskens kloofter
genaamd.
                                               309
—■ Moeders of Overfter van dit kloofter. 31 æ
—- achtfte Nonnekloofter te Diepeveen. 312,
■— Schole te Deventer, zie Schok.
-----ffleronymushx\ysvoorat'Yut&$. enz. 320
-— weldoenders van dithuys.           321,322
—*· het nieuwe huys, ofarffieFraterhuis. 324
—  door wat perfoonen opgebouwd. 324,32^
*— Beurs te Deventer gefticht, zie Cu/aas beurs.
Deventer
, die van Deventer hebbeneene beurs
in 't kollegie van S. Gregorius te Perouze. 320
—  ook hebben zy twee beurzen te Herfort,
—  en vier te Keulen.                       329,330
Deventer {Johanvan) geleerd Minnebi'oeder te
Deventer gebooren.                               332
Deventer (Jakob van) vermaard Weereldbe-
fchrijver s te Deventer gebooren.          ïbïd.
Diepenheim% Kerk, Vikaryen, enz.          400
Diepeveen :> Nonnekloofter aldaar.              3 f 2
—- dit kloofter heeft het religieus leven op
verfcheide plaatzen ingevoert; of verbetert.
%lU 31 +
—- Paters of Overften van dat kloofter. 314
—- opbouwing van ?t kloofter.                 31 f
-— vernieling, enz.                                 316
-— groote lof van die Zufters.             ; 317
■—> Maters van het konvent.                    31 8
Diffenfaafzl\ zie Monnikken.
Doesburg
, het konvent Marienburg te Does-,
burg.                                                    2 1, f
Rr 4    - Dmd*.
-ocr page 757-
 LAD-W Õ Æ. Å R.
Qopdftraffen, de Pauzen plagten rot geen dood-'
ftraffen te koomen.                                  8,6
V~— zie Pauzen irregulier.
Dorriui (Johannes)
onder de geleerde mannen
van Deventer gerekt nt.                             555
Drent, Drentenaar^ vanoudsTenkterssnaum-
reden, enz.                                            49, 6%
't — Drent zoude het þðþ ?â/ $e zeggen zijn..
49, *o
—.— bedenkingen d-aar tegen dienende.
           6%
Duitfcbe Ridden dwingen de Lijrknders tot het
geloof.                                                        1.86
-—verdrukken dezelven, enz.         186, 187
—  worden van de Poolen te hulp geroepen..
188
--plaagen de Poolen, enz.
            188, 189
Ei.
"p Gbert ter Beek word van... voor een zoone
aangenomen.
                                           m
  fticht het Fraterhuys te Emmerik. 223
  Overfte te Deventer.                              2,24
—  fticht daar een zesde Nonnckloofter. 306
ô-— belet het uytgnan der Nonnen, verdedigt
zich daar over voor de Majeftraat, enz. 306,
غ
Ek (Barthohmatts)
zijne bekecring, ftreng le-
ven, enz.
                                              2,30
Ekonora , Gravin van Gelderland , fticht een
Minnebroeders kloorter te Deyenter. 1.94
Emmerik: Fraterhuys aldaar gefticht. 2ËË
  zie Wiel (van der)
Enfchede: ftedeke, Paftoors, enz.               ?9^
Ermgardis, Gravin van Kleef, fticht de Abdy
Mariendaïe.                                                   294
Eva/i'
-ocr page 758-
 LA D-W Õ Æ ER:
jEvMgeli&oek , met S. Lebuinus eige hand be-s
fch reeven.
                                             109
■— fw'ifeling daar over·.                     109,110
Evora, Konvent van Fraters aldaar.         z6%
— legt overhoop met het Koncili van Bazel.
271
-— zoekt de Vaders te doen fcheiden 3 en waar-
om.
                                                       275
~— koomt tot kerkvonniflên j maar. verandert
van gedrag. ibid,
—  word door de dood van de Keizer weer moe-
diger, gebied de Vaders te fcheiden, 274,
•—- beroept een ander Koncili cc Ferrare, word
door. de Vaders van Bazel afgezet enz 274.275
—  alles fchikt zich ten belte voor Eugenius,
word van ieder een wederom erkent. 2.75",
ij 6
Eugenius TV. verklaarde dat de Broeders van 't
gemeene leven naar de wijze van den Ç /V-
trui leefden.                                          7,66
Expeïïatiyen 3 zie Refervaatzien*
Tfeefidagen, dubbelde, die naam wanneer op-
gekomen.
                                          378
Feira 111 Portegaal: Kon.veni der Fraters aldaar.
263
Felix V 5 fcie Jmadeus van Savoye.
Ferdinandui á Korduba, wonderlijk verhaal van
zijn overvliegend verftand, onvergelijkelijke
geleertheit , ervarentheit in allerhande we-
tenfehappen, enz. enz.         29,1, 2.9a, enz.
—: wierd daarom voordenAntikrilteneentoo-
venaar gehouden^.                               . 292
r.~ hy was daar by ganfeh niet hoovaardig,
Rr f              maar
-ocr page 759-
 £ Á D-W Õ º Å R·
maar zeer nedrig.                                  tytê,
kloris Radewyns, eerfteOverfte teDeyenter van
deKkiken in 't gemeen levende. 195,196,204
-—. zijn heilig leven, enz.
               „ zojji
—  hoe dat de arme ftudenten door hem te De-
venter voortgeholpen wierden. 319, 320
Francifctts (Sint) zie Portiuncula.
Franken:
de Saliers waren een gedeelte van de
Franken.
                                                 60
—  fommige Franken waren Hoogduitsland
dieper ingetrokken.
                                  61
—  maar die waren uyt de Salliflche Franken
gefprooten.
                                           ibid.
—  de Franken, die zoo meenigen inval in \
land der Batavieren gedaan hebben , waren
Salliflche Franken.
                         61,62
G.
f~?Eertskbofler te Deventer.                     3° 3
VJ— lof van die Zufters.              303, 304
—  Maters vandatkloofter.                       304.
Geejfelaars. zie Griethoorft.
Geejfelaars ^ Sekte, wanneer eerft opgekomen.
57*» 51%
—  hoe dat ze Europa doorwandelden zich zel-
ven geeflelden , de menfehen tot boetvaar-
digheit opwekten , enz.                 57$, 574
~ de bygeloovigheit begon'er onder te fpee-
len-                                                       574
—  hoe dat ze te niet gegaan zijn.            fjf
—  tweede Geeffelaars.                     $7 f 1 57&
Geejfelaars:
vorder befchrijving van hunne gees-
felingen.                                       577, 57%
<— van hunne bygeloovigheit, groot getal»
enz.                                                      57%
~ an·
-ocr page 760-
 LA D-W Õ ZE R;
«ê— andere Sekte vanGeeilelaars, de Broeders
van
'/ H. Kruis genoemd.
                      578
— de leeringen, van deeze GeerTelaars. f80
zy worden verbrandt.
                      ibid.
Geejfelingen of door de Geeftelijke Rechters mo
gen opgeleit worden.
          l             $3, 84
—  zie Bijjcboppen.
Geldenhaurius, wat dat hy uyt den mond van
Ooflendorp veriiaan zoude hebben. . 331
*r*— dat zeggen onderzocht.                     337
-—- flegte getuigenis, die Erastnus van hem
geeft.
                                                     338
Gent : klpofter der, Broederen van 'tgemeene
leven te Gent.
                                   - %if
»— bloeyende fchool in dat Konvent. 2,16,
•—— verandering omtrent die fchoole voorge-
vallen,
                                                   ibid.
*----- vericheide voorrechten aan dat Konvent
door eenige Pauzen toegeitaan. 216, 21.7
Gent (Getaard van) de zoon van den Kaiielem,
was bygenaamd de Moor, en de Duivel, 216
—  was met dien bynaam gediend.         226
Genua zesde Vergadering der Klerken van 't ge-
meene leven,, te Genua.                         267
-—Konvent der Broederen byGenua. 267,268
------ tweede Konvent by Genua.             2Ó8
Get aartshergen: Konvent van Klerken van 'r ge-
in eene leven, aldaar.
                               220
—  vermaarde fchoole in dat Konvent. 221
Godefridus
, BiiTchop van Utrecht , begiftigt
S. Lebuimis kerk te Deventer. 128·, mp
Godtvruchtigheden:
vertellingen vanongemeene
uiterlijke godvmchtigheden.         580, yS é
'.. "-■ zie Geejelaars.
—— zie Priefter.
"■—"■ zie Landhopers.
Goor 5
-ocr page 761-
blad-wyzer:
$oor<) een onbewald ftcdeke.                    396*
. Graaven yan Goor voerden den tijtel van
Vaandrig en Advokaat desBisdoms. 397,399
e.—- waren oo,k leenmannen der Utrechtfche
kerke.
                                           397, 398
*—- Heer van Goor afgezet.                   327
"· · hoe dat te verftaan zy.                     399
Gergo, in Sicilië, Konvent der Fraters aldaar.
266
Gouda, Konvent der Broederen van ^gemeene
leven ter Gouden
                                   215
Gorzel, Dorp, enz.                                  501
Graho(Matth#us) Dominikaner Monnik zoekt
de Broeders van 't gecneene leven overal ha-
telijk te maken.
                                    238
—- zijn 25 Hellingen, oen die Broeders te be-
vechten. 238, 239
— doet eene plegtige herroeping. 241
Granveïïe, zie PereHot.
Gregorius X, zijne godvruchtigheit, liefdadig-
heit, foberheit, enz.                     338, 339
Gregorius XII. van alle Chriftenen niet erkent.
268
«----- met wat voorwaarde verkooren. 269
*—— op zijn Ie ven voor hetPausdom valt ^anfch
niet te zeggen.                                      270
*■ doet eenen eed van afftand te zullen doen,
indien BenedikiusXlll,ookai^ond. 269,270
W- ■ ■ zoekt uitvlugten.                            272
■■' ' word te Pifa afgezet.                       273
."",. · de fcheuring word grooter.              ibid.
·*—— eindelijk in de Kerkvergadering van Pifa
afgezet.                                                 271
Griekfche Keizers, lieten zich Heilig noemen. 80
·—«· die laatdunkendheit wnFredérikl. gelaakt.
'■■.·.. .                                     81
Griet-
-ocr page 762-
 Ij A D^W Õ Æ Å R;
Griethoorn9 Dorp, allereerft vanmenfchenbe-
woond , die zich op gezette tijden geeflêl-
den.                            "                         571
«.—. die menfchen zouden het branden van turf
daar ook in zwang gebragt hebben. 571,
*___- of ze van de Sekte der Geeflelaren zijn
géwéëft.                                       Ã71» f73
Gromnge : Konvent der Klerken van 't gemeeric
leven aldaar geihcht,                             2,18
-—- hetzelve in'sBiiTchopsverandert.2i8,2i9
Groot ( Geraard de) heeft tot zijne dood toe iii
Geertskloofter gewoont.                        305^
—— onder de geleerde mannen van Deventer
te rekenen: zijne werken.                     539
H.
fJlJaksbergen: Dorp, Paftoors, enz. 404
Hakfort;, kapel aldaar.
               , f46, 547
Hakkwze{Wiikm) onder de geleerde mannen van
Deventer gerekent.
                                33*·
H^rder-wyk Konvent aldaar»                       :a15
ÇáâÉá (Henriciis ab) klaagt'cr óver dat de San-
ten en Santinnen al tezeervermecnigvuldig-
V den.              v ..              . ■·.                                            280
.Hegius (Jkxander) vermaard Schoolmeefter te
i( Deventer;
                                           318
ë-— heeft de Griekfche taalkunde in Neder-
.. land doen.;herleven. S-oibó
             .·õ ibid.
Heiligbeit, uwe b'eiligheit, allerheilig ft e, die tijrei
eertijds aan alle BiiTchoppen gegeven. 80
ø fompjds ,ook aan gerneene Priefters. ibid.
■·—- de Konftantinopolitaaniche Keizers lieten
..•j fcicbopk Heilig noemen. : /
           -j tiibid.
rr— bedenkingen daar over,              .%- 80,81
~ zie
-ocr page 763-
BLA D-W YZE é.
SI zie Griek/che Keizers.                          ,,
L~ die tijtel bok door J. Sarisl·. aan den Ko-
ning van Engeland gegeven,
                  81
Hengelo, Dorp, enz. 405
Hengel, Dorp, enz, ,, 55¼
Heribertus, Biffehop van Utrecht, begiftigt S.
Lebuinus Kerk te Deventer. 127
Her ink{.B er nardus) Algemeen Vicaris, enz, 89
Hervormingen van de KJoofterS $ bedenkingen
daaromtrent, 611,615
Hieronywus van Praag, fpant met Joh.Hus te-
gen de DuytfchersaanvoordeBohemers. 255·
Hiidesheim, Konvent van Broeders in't gemeen
levende te Hiidesheim. 246
Holton, Dorp meteen Parochikerli, enz. 341
Holtzenius {Petrus) geleerd man te Deventer gé-
booren. 334
Hennep, Abdy aldaar. 2-94· 295
*~ zie Mariendale.
Hoorn , Konvent der Klerken van 't gemeerie
leven te Hoorn.                                  208
Humt'Haten, Monnikken in Italië, enz. 254
*-. hoe dat die Order opgekomen is.         282
—  groot verval van die Order.                283
—  drie van hunne Overften willen S. Carolus
Berrumaus
doen vermoorden.
                ibid.
—  de Order uytgeroeit.                         ibid.
Hummel,
Dorp, met een Parochikerk, enz. $*)%
Hm (Johan)
zijn verfchil met de Dukfehers,
in de Hooge Schole van Praag. z%^ t$f
t.
J
Aartekening , het jaar van honderd , of vart
duizend ^ of van alle beiden, plagt dikwils
in de jaauekeningen achtergelaten te wor-
den,
             .·' í .                  -           i8z
Jans
-ocr page 764-
bead-wyzer:
Jam KampiSmt) Kloofter te Vollenhove. 5^8
°«~ van wieneer ft bewoont, geftieht, enz. 589
f90
Infante: die naam aan de kinderen der Konin-
gen van Spanje en Portegaal gegeven.
286
Î, is voor dezen ook aan andere jonge Vorfteii
... gegeven.
                                    2,86, 287
p- die benaming is veel ouder dan Ferdinan-
dus
II, enz.
                                         2.88
Joachim , Abt; of zeker gefchrift met goed
recht op zijnen naam veroordeelt zy. 536,
w
—  kuipery van fommige Monnikken om zijn
gefchrift veroordeeld te krijgen.
           ƒ37
Jmnnes XXIII, zijn flecht gedrag voor dat
hy Paus geworden was.
                       2,76
—  waarom afgezet.                                277
Irregulier, of de Pauzen irregulier zouden wor-
den met de doodftraffe over iemand uyt te
fpreeken.
                                              88
-— twee voorvallen over die zake. 88, 89
Ifelham^ Dorp, meteenParochikerk,enz. 614
Italiaanfche Vergadering der Broederen in't ge-
. meen leevende; zie Rome, JPerona, Ficmze^
enz. enz.
'çôî word tot het doen van geloften gedwon-
gen.
                                                   Zfj
*— die Vergadering, met die van de Jefuiten
en Kruisbroeders door Ckmens IX. vernie-
tigt.
                                                   2f 8
— deftige mannen van die Vergadering, ibid.
Julianus
{Sint) zoude op de baren van de zee
aan de kuften van Italië aangedreeven zijn.
• 246, 247
Julius II, ggvjsi van fommigen hemelhoog ge-
prec-
-ocr page 765-
Β L Α t)-W Υ Ζ ïï, tl;
preexen ; van anderen zoo veel te meer ge*
laakt.                .                               ft2, 515
*— Koncili te Pi fa tegen hem beroepen. 515
-** hoe dat hy eenFranfcheri BiïTcnóp ópeenc
liftige wijze van 't Pausdom ver ft öken heeft.
514
yufiinianus ( Lauréntius) j êërftë Patriarch van*
Veneetzie, zijn groote lof, enz.            2.5-8
Jufius (Sint) zijne Rtliqüieri in de Hoofdkerke
van Zutfeen bewaard.                           407
^— waar die gebleven zijn.                       ïbiL
Trjjfterik, Fraterhuys aldaar.                  £-$i
— fchole in dat huys.                         2,3$
Kanonizeeren, zie Haffia: zie Brigitta.
*— het kanonizeeren van fommige Heiligen niet
doorgegaan, ert waarorti\                      2,80
Kapittel van Deventer befchreven.              iïo
*— zoude door den BiiTchop Bemulphus uytS<
Salvators Kerk te Deventer overgebragtzijri;
i i 1
-^ dat zeggen onderzocht.                i 1 i, i5*4
;— *tls echter waar dat de eerfte Kanonmkken
van S.L<?tóz«iKerk uyt de Kanonmkken van
S.Salvators Kerk genomen Zijn.              113
*— Broederfchap tuilchen de Kanonmkken van
.. beide die Kerken vernieuwt.
           113,114.
— pligten van die Broederfchap. : 114,11 f
*rr giften door de BiiTchoppen van Utrecht aan
dit Kapittel gedaan.         12,6, 1x7, iz8,enz.
a-i· heeft 't zedert de Reformaatzi eenigen tijd
een zekere mkomlVeg noten.                 f43
SU die ittkomftc wierd eindelijk niet meer be-
taalt,             ■üüv^-t.uW f ;*.■;·*'·* -,;-5 *4t
-ocr page 766-
 L AD-W Õ Æ Å R.
ZL verval van 't Kapittel.                         145
—  door Rovenius weder op de been geholpen.
__ Ordonnantien over die zake door hem ge-
maakt.
                                         147» 148
Kapittel van de Klooftere van den derden Re-
gel te Utrecht.
                             f91* 793
—  hoe groot eertijds.                       59hï94-
—  Lijft van de Klooftere onder dat Kapittel
ftaande.
                                       SH*S9S
—  door Pius V. vernietigt , en aan de Obler-
■ vanten onderworpen.
                    601,602
Kempe^ Fraterhuys aldaar.
                       231
Kerkamptenr9 by den Pauflelyken Stoel open
vallende, worden door den Paus alleen ver-
geven.
                                                182
i— die Refematie is beft van allen gegrond.
182,185
KerkeJyke Ampten, hoe dat door de Pauzen en
Koningen met het vergeven van die ampten
fpeelden.
                                         45> 4^
—  zie Refirmatzien.
Kerken, omtrent 1003 wierden de Kerken fchier
over al vernieuwt.                                107
Keulen* Fraterhuys aldaar.                       245
—  de Broeders aldaar zijn des Keizers eeuwige
Kapellaanen verklaart. .
                     244
Klerken van 'tgemeene leven, zie Broeders.
Klooflernaamen, als Joh. de S.ïerefa, enz. wor-
den van Th. Raynauldns enz. niet goedge-
keurt.
                                                288
—  Joh. Bapt. T'biers, fpreekt het geven van
zulke naamen noch kragtiger tegen. 2S9
Koeverinks ( Gijskert) derde Biflchop van De-
venter.
                                                 91
«■~ onder wat voorwaarden dat hy die bedie-
S s                ning
I
-ocr page 767-
BLA D-W YZER,
fiing aangenomen heeft.              91,92, en*.
— groote blyferrap over zijne aanftellinge. 96
**-* zijne gaven, lof, enz.
                 97 - ιοί
Konimbre, Konvcnt der Broederen aldaar. 265
±* deftige mannen daar uit voortgekomen, thid.
Éöiïfiantijn
de Groote. zie SïlvejVer (Sint)
Knon, zie PauJJelyke Kroon.
Krooning der Pauzen
al gebruykelijk ten tijde
van Karel den Grooten.
                    377, 578
Ruim in Pruifièn.
&- Eenige Broeders van 't gemeene leven der-
waarts gezonden , enz.
                  214,225'
<*■*■ hoe dat ze daar gevaren· zijn»
               2,25
f** het Konvènt komt5er tot een goeden ftaat.
226
rL·. vordere omilandigheden. 226,2.27,228
%umfort (dt) is eert Graaffcfrap* geweeftr. 568
4— is door den Graaf Herman aan den Biffchop
- van Utrecht verkocht.
                          yö-8
i- Befchry ving van de Paroerrrkerk. 568,569
i— vorder verhaal wegens de Graven* van de
Kuindert.
                                      5*69,570
L.
Τ nmbertüs (Pröoft) te Deventer , frteuTel'r in
■ den oorlog tegen den Graaf van Hol-
land
                                                  117
%jmtgO) Konvent van de Broeders in't gemeen
levende, te Lamego. %6i
jLaniloöpers
, die uiterlijk ongemeene godvtuch-
figheden pleegden. f85
•ju hoe dat ze gekleed gingen, zich gedroegen,
ertó. 583,5§i
*-*· zie Godwuchtigheden■, Prhfltts enz.
p»« geweld te Delft en elders gepleegd om de
Religieuzen tot onderwerping te dwingen,
Moeke tegenfewï vaa veelc Zuilen. 603
ρ* pro-.
-ocr page 768-
BLAD-W Õ Æ ER:
ii-r proces daar uit ontftaaft, 't welk de Obfervan-
ten naar allen fchijn verlooren hebben.603,604
4. zy gingen zonder form van rechten tewerk.
611,6\%
Latijn fche taal, verfcheide (taaltjes van het keu-
ken latijhder middelfte eeuwen. f07,fo8,enz.
Lebuinus (Sint) is dezelfde niet met S.Livinus*
. 104
-- is de reisgezel van S. Willïbrordus niet ge-
weeft.
                                                   Tof
—  Word verkeerdelijk onder de Benediktijner
Monnikken gerekent.
                            106
Lebuinus Kerk te Deventer.                      105
—  is driemaal afgebrand.                    106,107
—  en eens afgebroken om een  andere op te
bouwen.
                                                 106
—<■ Reliquien die daar plagten bewaart té wor-
den.
                                                       108
—* de Reliqui-kaflen geplunderd.
              110
—  broederfchap tuftchen het Kapittel van De-
venter , en dat van Oudmunfter te Utrecht,
zie Kapittel van Deventer.
—  Vikaryenen Officien in S. Lebuinus Kerk. 135?
Lingen (Graaffchap) van den Graaf van Telden-
burg ontnomen.
                                      53
—  ook aan 't geeftelijk rechtsgebied van den
BiiTchop van Osnabrugge onttrokken. fj
Lisbon, drie Konventen der Fraters, by Lisbon.
.' 2,^9» 2,60
—  voorzegging omtrent hei tweede gedaan.
— vermakelijkheid der plaatze.                 tbif.
**· groote achting de$ Broederen.' '£j#o, z6i
ô- het derde pok zeer geacht. ' ;            261
lUvmus <Sint) is dezelfde tmi me$S* £>$&*»»*>
■" ^:';'"'4 ''"■■ -*io4
Þ ë *.*.                               Ss i              *— kort
'
-ocr page 769-
Β LA D.WY Ζ E R;
kort verhaal van zijn leven.           104,165*
Lodewijk XII. zijn misnoegen over ongerijmde
predikaatien.                                            85
Lonigo, Broeders van 'tgemeene leven hebben
daar een Konvent.                                 2-jrd
JLoJ/hr, Dorp met een Parochikerk.           402
Loveni ,1 Konvent der Klerken van 't gertieene
leven aldaar.                                          2.19
ï*-v de Broeders worden Reguliere Karionnik-
ken.                                                      220
*- het Konvent mét dat van Wiiideshem ver*
eenigt.                                                      ibid.
Xjucas (Sint) Afbeeldzel van de H. Maagd door
hem gefchilderd.                                   265
— dat word tegengefprokerL                   23$
Luyk, Fraterhuys aldaar.                          "251
~— de Jefuiten daar in gezet.                     23a
LijflanderSi hoedanig tot het geloof bekeerd.
183,184
.-— daar door vCrloorcn zy hunne vryheit. i8(5
?** hoe jammerlijk van hunne Overften ge-
plaagt,
                                                      ibid.
andere volkeren even eens g^plaagt. 186,1.87
μ. :'
j^ïahufitis {Johdn) eerfte Biïlchop van De·
venter.
                                             64
taü- doet afftand enz.'                                   
— door het krijgsvolk zeer mishandelt. 64,65'
Mdillard (Olivier) wil de Fraciskanen hervor-
men, maar word belet.
                              615
Manneken ( Carolus) begiftigt vericheide god-
vruchtige plaatzen. 236,2^7
S*. zijn gefchrift oy|r & JLatijfljfche tale niet
sreer geacht»
                                                   *3/
-ocr page 770-
 É, Ë D-W Õ Æ Å R,
«#· zijne aardige wijze om in alle wetenfcbap*
pen en handwerken onderwezen te worden.
237
Marceïïinus (Sint) verkeerdelijk ander de Be-
nediktijner Monnikken gerekent.
           106
Idar'ia , de naam van Maria, zie naam.
Marienberg, Kloofter , anders 't zwarte water
genaamd. 0^7. zie zwarte water.
MariendaJe , onder het Aartsitift van Ments,
Konvenr, van Klerken i,n 't gemeen levende,
aldaar gefticht.
                                    . 246
·— Mariendale, Abdy buiten Deventer, 294.
w door wien géfticht enz.                       ibid
·— afgebrand, enz.                                   2pf
«r de Nonnen van Zanten uyt deze Abdye af-
kom ftig.
                                               ibid,
—ï naamen der AbdifTen,                           296
■?- Kapel dicht by die Abdy.           296, 2.97
Mar kei) Dorp, van N. 't Ma.rk vm ¹ûÌ ge-
naamd.
                                                  403
Mtffaui (Cbriflianus) vermaarde School voogd.
231,232.
TT ook in de Hiftorien zeer ervaren. . 258
—  zijne gefehriften.                                 ibid.
Mechelen
, ÏQonvent van Broederen van 't ge-
meene leven te Mechelen.                      22.2
Meinardiis , een godvruchtig Pricfter» preekt
het Geloof in. Lijfland.                          1,8.4
—  word Rjflchop van Lijfland,               184
Middendorpws.(ya£<}bus)ge]QCYdQ\dcv'ïcchr. $$4
—  zijne bedieningen, Ichriftcn, enz. 564,365'
«r~ gevoelen van Vader Nik/aas Nfiurry oyei 4e
Hiftori van Arifims , dooj? Midden4üKpius
uirgegeven,                                            2.49.
A/Ï/V^r en kroon van den. Paus. zie P^uJ^ijke
Ss 3               Áöé*.
-ocr page 771-
BLA D-WY-Z E R,
'Aionnikhuizm/Kartuizers Kloofter aldaar.34$-,
■ . .                                   949»5)°
fc- die Karthuizers hadden het recht om eenen
Vikaris te Nieuwbroek te benoemen. 34%
:                                                                349
   afgebroken enz.                                         352,
  in de Kerk van dit Klooilerplagten de Har-
togen van Gelderland begraven te worden.
Monnikken, of de Paus de magt heeft om eenen
Monnik van'de plegtige belofte der oiithou-
dinge te ontflaan.
                   ..                       $%
—- voorbeelden van Monnikken, die zooont-
ilagen zijn.
                                                 38>3'9
—. zoodanige difpenfaatziefi in Vrankryk ook
goedgekeurd.
                                 , 39^4°
mm, klagten der Biflchoppen over liuniie vryheit
om te preeken.
                                       81
   wat het Koncili van Trente daar tegen ge-
daan heeft.
                                                       8x
—  klagten over de predikaatzien van zommige
Monnikken.
                                       82,83
   oordeel van Koning Loieivyk Xïl. over zo-
danige predikaatzien.
                                 · 8$
Monnfkkënzn Nonnen, die naai* de Reformaatzi
%d te klein onderhoud hadden, kregen groter
onderhoud van de Heeren Staaten.6op,öio
Monfellce in Italië, de 'Broeders van 't gemee-
lne leven hebben daar een Konvent. ijf*
Monte (Mgiditis de) tweede Biflchop van De-
venter,
                                                            "óf
·— hem word een vöorfchrift van zijn Bisdom
te regeeren ter hand geftelt.
                  65,66
\4m word na eenigen tegenftand door het Kapit-
tel van Deventer aangenomen.
                   Jf
mm word gehuldigt, bezoekt zijn Bisdom. 7?
711*-
-ocr page 772-
Β L AD-W Υ Ζ E R.
*!■ zijne dood, lof, enz.                             75»
Monte ( JEgïdius de) Broeders Zoon van den
Biflchop Mgidiusde Monte $ wordalgemein
Vikaris des Bisdoms.                                    vo
■w word aföezetenz.                                 ibié£
Munfler 'm W^ftHen „ Konvent van Klerken
in 't gemeen levende, te 'M unit er gefticht.
■gr
Jy.
'KJaa.mm , in de Kloofteren gebruikelijk, zie
Kloofier naamen.
fw. Naamen, in den Doop gegeven , mogen
volgens J. ,B-X&w niet "ligtelijk verandert
worden.
                                                        2,89
r^-. ubmMa^ymPWippijntji, Mkkieltje, enz.
door hem ook afgekeurd, en waarom. 290
-*- took de naamen 'Ètntmnuel, Salvator, Na*
.talis, Sophia
enz.
                                         33 Γ
«*- ook die-van Pafchca (Pafchalius). Allerhei-
ligen (fvjjaniïus).                                  ibid.
-*- verfcheide naamen ^ den Doop te geven
ook van, hsxn quaad gekeur t.
          335> 3 3 ^
■•ν- jjexander VIL rieert zijn eigen Neef ónder
het Doopcn ij naamen .gegeven.
           336
Mam in Malie. jfeonvent van deTVaters aldaar.
i66
-r- naamen uit het oude Tcftament inverfchei-
de Sinodcn afgekeurt.
                    336, 3 3 7
-^t «ook^de Heidenfthe naamen.                537'
τ*· ,de Polen ..-zouden .uit cerbiedijgheit denrMiam
van .Maria, niet voeren.
                          #ƒ</.
Nicolaus , Bijfchop van Bolonie, zijn loffelijk
i3         · ,         ■ ■ : ,.· ' , t]7
·*■» wierd tegen zijnen dank Kardinaal gejjnaakr.
ibid..
,.<■.'                       — na
-ocr page 773-
BLA B-WYZE R.
«- na zijne dood aan Thomas Sarzano verfchee-
nen, enz.
                                              %y%
Nicolaus V. (Paus) de Pauflelijke waardigheit
$■ i$ hem voorzeit enz.
                                  278;
Niklaas 3 Sint Niklaas Kerk te Deventer. 164
^- de Paftory door Norbertijner Monnikken
bekleed.
                                                        16 f,
'rr die Norbentijnen pleiten met de Kanon-
nikken over het beftier der gemelde Kerke.
165,1.66.
r- akkoord getroffen.                            i669 167
  Vikaryen in S. Niklaas Kerk.                169
Nicolaus, BiiTchop van Linkopin, zijne Kano-
nizaatie waarom niet doorgegaan is. 280
—  een groot oorlogsman.                 280,281
Nieuw Keppel onder de onbewalde Stedekens
gerekend.                                           fff
Niewwhroek , Dorp met een Parochikerk enz.
I348
  de Kerk ;wicrd door de Kartuizers bege-
ven.
                                                      348,349
Nigris{ Auguftijner Monnik) vcrgeeffche moei-
te gedaan, om hem gekanonizeertte krijgen.
280
Nimwegen Fraterhuis aldaar.                         230
   School aldaar, eerfte Regenten enz. 230,231
/;■                '" o.
C\I>fcrvanten trachten meefter te worden van,
de Kloofters onder het Kapittel van U-
trecht behoorende.zie Kapittel van
treeht,
·—■ onderfcheid tuffchen de Obfervanten en
Konventueelen.
                            611,612
*- zie Rekolkkien,
. Odi·
-ocr page 774-
Β L Α D-W Υ Ζ Ε R:
Odilia (Sinte) haar arm wierd te Deventer fee*
waart.                                                104
-~ door wien daar gebragü.              204, iq£
Öldmarb, Dorp, met een Parochikerke. 567
Oldenzcel (pekenfchap van) .
                  3Γ5
—  naamreden, en oude Heeren van Üldenzeel.
3*3.3*4
~ door wien aan S. Martkws Kapittel te U-
trecht gegeven.                                   3J4
'mm Kapittel aldaar door den Biffchop Balden-
cus gefticht.                                        355"
mm uyt hoe veele Prebenden dat Kapittel be-
ftaat.                                                  357
—1 de Vikaryen van dat Kapittel. %Ï74J$
—  inzettingen omtrent die Prebenden en Vika-
ryen.
                                                 3'6o
—  moeite gedaan om dat Kapittel naar Zwol
over te brengen.
                           361, 36a
—  katere Paftoors van S. Pkchelmus Kerk te
Oldenzeel.
                                   362,365
—. Broëderfehappen te Oldenzeel. 3-65-, 360.
—  Lijft der Prooften.                             366
—  de Prooftdy van 's Biilchops tafel gehecht.
"— Lijft van de Dekens.                          367
—  Gafthuyzen, te Oldenzeel.                    369
—  Nonnekloofter.                           369,3 70
—  de Nonnen verkopen haar Kloofter aan de
Heeren Staatcn.
                                  370
Olfi, Kerk en Vikary aldaar.                   340
Ongeloovigen, verkeerde inzigten van zommigc
VWften in de bekeeringe der ongeloovigen.
186,187
i— zie Lijfiendm.
—  of de Öngeloovigen om hunne ongeloovig-
heit bcoorlogt mogen worden. 187,188,enz.
Ss f        ' — mh~
-ocr page 775-
BIL AS>W Y&E R:
^ misbruik der Duitfche Rid^eren-op d^ftat,
mze £. Frouwn JSmkw Deventer,         m
■mt» de Mxwars wierden eerê door het &wpa>
tel aangeftelt.                     . ..            *$4
^ dk magt aan de Stads Overheid w^ed^o.
'*. Eed , die door den Paêoor gedaan moeit
"^xroi'deri
—  boe dat aan S. UUmus Kerke verbonden
'was
                                      iff,i f6,157
—  oratie verdere vei'bmteniiTen en phgten. rói
~ Vikaryen in die Kerk gefticht.
          JU&
>&jb«fcr? (JW«■) SeleGrd ^ **>»*"
0ú*1"úïÀ£Àé                                                                        é
—  Weffel ssoudc hem vooruit hebben dat de
teere van Thomas en Bonaveniura door alle
Christelijke Godgeleerden noch uitgejouwt
xoude werden.
                                    3*?
Gr/kto Gw/»i , onder de 8***^™*
van Deventer gereend, maar in Weftfakn
geboren.                                             ^^
—  ziiinewerken.                  ';, ·'· . j&v
Osnabrug
, Konvent van Broeders in het ge-
meen leevende, te Osnabrug. ·
          H$
Qtfo, Biffchop van Utrecht , begiftigt h. W*
humus
Kerk te Deventer.
                 „ Ç 5
0«ft<zp/ , Dorp,, had een .Kolleg* Kerk.
Gc*j#/, onder bet Bisdom van Deventer :be-
cgrepen.
—  naamrede.. ... t.               . Trt
■w deoude Saliers hebben hier gewoont. 49
—  verdeeling van Overyflèl. -               5
~ beeft onder de Bishoppen v^Utrechtge-
ilaan.                      ,, ..             ^ |10C.
-ocr page 776-
BLA D-W YZER.
t» hoedanigheitiVan het Land.
                   ƒ0
μ- Lantregeering.                                $&$%
«** Staten van OveryflM Magen pve* het Ka-
pittel van Deventer ene.
                        ƒ4
Ρ
liïaasloo, Dorp, enz* π
          ;:              ƒ67
7 Padua, Konvent der Braetem van 't ge-
.- inéene leven aldaar.
                              Z48;
-~ zie pag.                                            2?$
—■ aangenaamheit der Plaatze.                ±5%
Pakrmo 9 hier hebben de Broeders van *t-ge-
meene leven een Konvent.
                   265
Ρarma, Konvent der Klerken en?:, by Parma.
Z68;
Pafto'ors van Deventer.              ' 171**74, enz.
Paulus IV. met de Franfien -, tegen ÉareJ V.
en Philips II. in een verbond -getreden. 34
m- WÜ) o|> ite Spanjaards f^ebeeten. 34
-r- zijne goeds igaven , 3töf4e Voorde gerech-
tigfet *, 'fiuldadighek Jegens de armen-enz.
ai-u. waarom -dat te gen'êgenlheit des volks men
konde winnen,
                                 5f, 36
^ lfoedanig in zijn ftandbeeld , naar zijne
dood, door het volk mishandeld.
           36
^^ wasÏotójdsa^te ftraf.                   36,37
■**— liy beweerde dat de Pauzen alleen de rnagt
hadden *<m rksetï Landfchap töt een Konink-
rijk op te rechten,
            ; -                   37
Γ»*, beweërd&Gök dat de afftand van 'Karel V. in
zijne handen had moeten gedaan worden. 37
r — als Pok dat hy in zulk eentgevalle tot Kei-
zer konde aanftellen dien hy wilde. 37,38
—- 'wilde Ferdinandus I. voor geen Keifer er-
kennen, ·*·
                                          38
— hoc raeuw dat hy de Gezanten der Konin-
gin
-ocr page 777-
BLA B-W Õ 2SEEi
ginElifabet bejegende.
Pauffelijke Kroon: volgens N. zoude Bom'f acitts
VUL allereerft twee kroonen opgezet heb-
ben, en Urbanas V. drie..
                     575
-— zwarigheden daar tegen. 3 76, 377
—— zommigen ftellen een groot onderfcheid
tuflehen den Pauflelijken mijter en de kroon.
■ 373*374
—— door den mijter zoude de Geetrelijkemagt
betekent worden, door de kroon de Wereld-
lijke,
                                                 ihid
•— onderfcheid in h dragen van den Mijter en
de Kroon.
                                   375, 374
r-— de Paus heeft drie Mijters.                374
•— Kroon die door Konflantijn aan den Baus
zoude gegeven zijn.
                      374*375'
-— die Kroon geftolen.                          375
■— goude Kroon, die Koning Kkdovaus aan
den Paus zoude gezonden hebben. 375,370"
-— Krooning der Pauzen al gebruikelijk van
Kavel den Grooten.
                      377,378;
Pauzen (de) plagten niet to£ doodvonni(Ten te
komen.
                                                86
—  laatere Pauzen hebben da.t evenwel gedaan.
88
—  of ze daar door irregulier zouden worden.
88,89
^— wilden fomtijds deverkooreneBiflchoppen,
niet beveiligen, zie Bevefiiging.
"-
— gaven de Bisdommen dikwils aan anderen.
-                                180,181
—- dat is hun echter altijd'niet gelukt, i&i,
18a
■—· plagten van alle huizen op zpmmige plaat-
zen een ftuk gelds te trekken.
               343
-— zie Ñ iet er s penning.
Pek
-ocr page 778-
Ë L Α D-W YZÉR,
Péllegrimmaadien, de veelvuldige worden niet
geprezen.
                                              605
s— zijh zeer oud;                              606,606
— waren zeer gemeen onder de Chriftenen.
.605,607
*·- of ze. altijd te mispt%en zijn.             607
-— worden door een Ltiterfchen Schrijver en
Melanclon zelf geprezen.
                 608,609
Perenot (Antoni) de GranveUe, waarom tot het
Bisdom van Meehelen gefchikt.
                 4
—— in de oprechtinge van de nieuwe Bisdom-
men gebruikt.
                                          ƒ
Philips 11. recht nieuwe Bisdommen op. 1,1,5
-— doet zijn voornemen aan Paus Paulus IV*
voorftellen.
           *                                    5
Ρ iet er s (Sint Pi eters) penning, zekere fchatting
die ieder huis den Paus betalen moed. 345
-— door welke Koningen in Engeland inge*
voert.                                             343» 544
-— wie daar vry van was.                        334
—  in een vafte fomme verandert.             334
•— wierd ook in eenige andere Landen be-
taalt. , . 344>34?
^-^ fomtijds ook in Polen, Silefie, Bohemen.
.                   33Γ
-— Silefie ftond onder het interdikt om het
niet betalen van die fchatting.                346
Pms IV. zijneBulle tot oprechting der nieuwe
Bisdommen.                               f 5 6,7. enz.
Plechelmus (Sint) korte inhoud van zijn leven.
3?6
—  zijne Reliquien waar bewaard.           3^7
PortegijJJ'che Vergadering der Kierken in 5t ge-
meen levende.
                         2,58,259, enz.
*— groote voorrechten en achting van dicBroe·
ders.
                                                      264
—   -r                                                          Tof'
-ocr page 779-
Bt AD-W·Õ Ei
Portek&k m Portcgaal , Konvent der Broede-
ren enz.
                                                 263
'<&- gemeene achting voor hunne liefdadigheit
enz.
                                                      /&Ë
*b— daar zijn geene geloften in gebruik. 264J
■£: '                          . 265
'*6w deftige mannen van die Vergadering. z6f
Portiuncula (Aflaat van) Hiftorie van den Af-
laat·
         ·                              f20, fai, enz»
*£- hoe dat S. Pmmifius dien Aflaat kvan G$n-
j8«j verkregen zoude hebben.
                521
*— vordere vertellingen van S. Framifcus op
het ftuk van dezen Aflaat.
              f21, 522
*-— mirakelen in het verkundigen vaii dien Af-
laat.
                                                      52. $
-— verfcheide onderwerpingen, die tegen den
zelvcn Aflaat gedaan worden.
                 f24
*-. de Schrijvers van den zelven tijd weeten
of melden'er niets van.
                   525, f 16
«*— onwaarfchijnelijkheden van 'tganfche ver-
haal.
                                              529, enz.
**~ de redenen, die voor 'tzelve verhaal inge-
bragt worden, opgewogen.
            f20,531
Pots (Petrus) fticht een Konvent van een Kloo-
fter te Antwerpen.
                                 217
*— zie Antwerpen.
Praag, Hooge Schole aldaar, wanneer opge-
recht.
                                                    234
tw·· oorzaak van het verloopen der Studenten.
224,235
~«- groot getal der verloopene Studenten. 225
-*.*- andere Akademien hebben daar veel mede
gewonnen. , õ
                                 ihli.
Priefiw pleegt uiterlijk ongewoone godvruch-
tigheden, krijgt groten aanhang, énz. ƒ80,
word
-ocr page 780-
Η L Α D-W YZEl
i~ï word op PaofFelijk bevel verbrand. jSfei
— verfcheide gevoelens der Schrijveren. over
den zelven Priefter en deszelfs aanhang.
582, f 8$
Princeps, Prim% waar dat die naai», voorzoo
veel daar door eene waardigheit of Vorfte-
lijk Leen betekent word , eerft uytgevoa-
den is.                                                  ^z>%3
·—— Prinsdom van Bonevento, teerfte van al-
len opgekomen.
                                    35
'— andere Prinsdommen daar liit gefpirooEeno
35
*— die tijtel naar andere Landen overgegaan *
33
*-— die tijtel word in Duitiland ook van alle
Aards-Biflchoppen, Biiïchoppen , en zom-
in ige Abten gevoert.
                             34
■— wie dat dien tijtel noch voeren.
          34
Provfteïi, lijft van de Prooften te Deventer.
117,118
Pphofeeus (Lambertm Ludolphus) onder de ge-
leerde mannen van Deventer gerekent. 335
R.
T> aal/e, de Parochikeik ftond onder het Ka-
pittel van Deventer.
                        341
Radbmïus (Sint,) verkeerdelijk onder de Bene-
diktijner Monnikken gerekent. '
            106
Ramirez, Monnik enPnefters, door den Paus
van zijne geloften ontflagen , word Koning
van Arragon.
                                        39
Ravanofa in Sicilië , daar omtrent hebben de
Klerken van Η getneene leven en Konvent.
z66
HtJanus (Petrus)
geleerd mm te Deventer ge-
ren,
                                               3 Η
-ocr page 781-
 L Á D-W Õ Æ Å Ri
Rèkoïkkters nemen de Kloofters der Konveri-
tueelen in , worden van dezelve belegert,
enz.
                                               6éá56À5
Refervaatzien, Expeïïativen (of verwachtgun-
fter) Bevelbrieven , Gomezius oordeel daas
over.
                                                  42,43
'pa. wat daar door verftaan word.               45
*-— welke Pauzen zulke Bevelbrieven eerft in
't werk geft'elt hebben.
                            45
■*-*- onder wat fchijn dat die eerft in 't werk
geftelt wierden.
                            44.45,46
—  de Koningen van Vranlyyk, volgens M.
RwJJel de voornaamfte oorzaak van de me-
nigte der Refervaatzien en waarom.
         4'f
'·"*-. de Leeken wierden niet bezwaart, maar
in hun volle recht gelaten.                       47
—- maar dat diende tot voordeel der Pauzen.
47,48
—  dat referveeren ging eindelijk veel te grof
toe.                                                         48
*— door Innocentius V. voor een gedeelte ver-
laten.
                                                 48,49
—  die refervaatzien in 't Koncilie van Tren-
ten hoedanig afgefchaft of ingetrokken. 49
·— zie Kerkampten.              /
Refideeren wat te zeggen zy.                       40
—- zwaare klagten tegen het niet refideeren
der BiiTchoppen.                                     40
■— moeite door de befte Biflehoppen in 't
Koncilie van Trenten gedaan om dat mis-
. bruyk uyt te roejen.
                          40, 41
*-— in dat Koncilie gehandelt of het refideeren
door deGoddelijke wet voorgeichreven was.41
•— waarom dat de Paus die uytfprake niet
wilde gedaan hebben.                         41 ? 42·
*— gevolg van die zaak.                             4^
Rtgii
-ocr page 782-
^-__——
Ë L Α b-W Ϋ Ζ Ë R.
f&j* ópkömfte van de Stad i?%#. 184,i&6*
Winini) Konvent der Broederen of Fraters al-
daar, ,
                             -            256
■fëfhfiiiïuï t de Vader van dén Biflchop Balde·
ricus.
3^4
ψ-~ waar dat hy Graaf is geweeft. 370
Miv/tf/ (Johan) Overite der Pauliteri ter Gou-
da, voor't geloove gedoodr. , 214
Êïogerius (Graaf) deed door zijn gebed eenen
bron uyt de aarde opfpririgen. 166
^■^-
van welken Kogertus zulks verftaan moet
worden. 295
Rome j Koiïvent der Broederen of Fraters te
. Rome. 2J5
Rovenius (Philippas) onder de geleerde man-
nen van Deventer te rekenen. 339
Rudolf Burggraaf van Kpevorden verilaat den
Biiïehop Otto. 615-, 616
■^— zijn elendig einde. 616,617;
Rugierus (Graaf) zie Rogerius.
Rijjfen
(Stedeke) enz. 400
.~ Kerk-Vikaryen j Gafthuis, enz. 400,401
S.
fïaïïèrs (de) hebben in Overyllèi gewöont.
49-62
-—· zijn een gedeelte van de Franken geweeft.
;-^v; ^ 60
r*-*» de andere Franken uyt hen gëljtföten. 61
-^—
zie Franke».
Schokte Deventer fras zeer vergaf d, 318,319
hoe dat de arme Studenten daar voortge-
1 Jen wierden.
                                  319
Tt             - die
-ocr page 783-
BLA D-W YZE1
:^~— die Schoole door den Biilchop de Monté
merkelijk verbeterd. ;,                         327
Scherwold) Dorp, enz.                            614
Schoonhoven Konvent der Broederen van 'rge-
meene ieven aldaar.                               208
Seminari te Deventer.                                327
Schultingius (Comeiiui) geleerd Steenwyker,
f61
*— oordeel over zijne Schriften*              565
*— moeit zijne Levens der Heiligen op eigen
koften drukken, en waarom.         56-$, 564
*s Gravezande Gaithuis aldaar door de Graven
opgerecht.                                             211
"(— dat Galthuys in een Konvent ... veran-
dert.
                                              211,212
*s Hertogenhofch Konvent der Klerken van 't
gemeene leven aldaar. , f..                  214»
-— vermaarde Schole in dat Konvent. 2,15Ã
'"«----het Konvent aan.de Norbertijner Mon-
v iiikkeç gegeven. ■„·,.. ,V:             , ■ 2i.f
Silvefier (Sint) de Ketk van Oldenzeel was
eerft op den naam yw&Siivefter ingewijd.357
~— word allereerft van alle Pauzen met een
Pauflelijke Muts of Hoed afgebeeld. 372
■— reden daar van.
                           572, 375
-— zie Pauflelijke ïCronn.
-— of Konjiantijn de Groote hem een goudc
Kroon op het hoofd gezet hebbe. 372-374,
enz. r, - - · ...-, .,■.-- Ã,í· r::jv wm^
-— zommigen vernaaien dat het een clriedub-
belde Kroon zy geweeit..-             ·. 0n Jtff.
Sion buiten Delft, zie Delft. v,
■— het Kapittel der. Reguliere Kanonnikken
uyt her, Konvent van Sion voortgekomen.
zio
,T>                                        - Maas
-ocr page 784-
BLA D-W Õ Æ E R.
,__ Mans Kloofters onder dat Kapittel beho-
rende.
                                                   %li
__. Nonnekloofters onder dat Kapittel ftann-
de.                                                        ZIZ
___. andere Kloofters daar onder ftannde. 113
Sonnius (Francifeus) over 't oprechten der nieu-
we Bisdommen naar Rome gezonden. 3
1— zijne gaven, enz.
                              *bid.
.,__Word vorder in dat werk gebruikt. 4, f
Standonk (Jvbun) doet een Fraterhuys te Ka-
merijk bouwen.
                              *5 2«2 3 3
Statio , het Latijnfche naamwoord â at ù heeft
veffchcide betekeningen by de Kerkelijke
Schryvers, enz.
                                    5l&
Steenderen,
Dorp met een Parochikerk. f4^
Steenwijk (Dekenfchap van)
                      f ?o
Steenwijk (Stad) waar gelegen, enz. 556,557
*— hoedanig door een krijgslift verraft. 577-
— befchrijving van de Kerken. 551*55%
Steenwijkerwöld,
waar gelegen, des zelfs oude
Paftoors, enz.                                       ?66
Studeer en, men plagt langen tijd te ftudecren.
*3f
■— veele perfoonen fludeerden op de God-
kunde, zonder naar den geeftelijken ftaat te
denken.                                                z3>
Studenten , groot getal der Studenten te Praag.
-— reden daar van.                           ^5^%V^
Synthemius (Joban) vermaard' Schoolvoogd te
Deventer, en van zijne Gcfchrrftco.
320
-»3
•esrj^ zijne werken.
ô. r*·
Tt
3
-ocr page 785-
—^^
Β LA P-W Υ ZE R.
T.
Tekeienburg fQraaffchap) Konvent van Kler-
ken in 't gemeer* leevende in dat Graaf,
fchap.
                                             ^4^
ferwoelde, Kerk en Vikaryen aldaar. 347
Textorius (Jdriams) Procurator der Pauliter
ter Goude voor 'rgeloove gemartelt, 214
'ïheodoricus , BiiTchop van Utrecht, begiftigt
S. Lebuinus Kerk te Deventer.
              ï^t
Tü (Jaïbertvan) Algemeen Vikaris des Bis-
domsvan Deventer.
                              91
ïwelle, Kerk en Vikaryen aldaar. 547
tfwent, naamrede en oude naam van dat land.
49-62,
—- tubantes, de oude naam van de Twente-
ïliarS.                                                                            *?
_, reden van die benaming.             ; 6j
_- dat la*id heeft uit verfcheide Qraafichap-
penbeftaan.
                                         '$$7
Varfeveld, Dorp meteene Parochikerke. enz.
SS*
m
__ kan zoo wel als meer andere plaatzen naar
den Roraeinfchen Vel toverde Parus zijn
genoemt.
                                     tS^ffi
parus, zie Parfiveld.
„__ in welke plaatze van Duitsland dat hy
„verflagen is.               ,.',',        5^
—— verfcheide plaatzen die hare benaming van
Parus gekregen hebben.                5?3> 574
Pelafóe (de ) befchrijving van deszelfs grond
enLanderyen.                 ^                $Ζ·>51
Penene Konvent der Broederen van 't gemeene
leven , is het hoofd der Italiaanfche Verga-
ringe.                                                *$
»- nocli
-ocr page 786-
Bk Á B-W YZE SJ.:-
—^ noch een te Venectzie.                    tfji
Verkiezingen vanBiiTchoppen zijn door dePauzeh
fomtijdsover 't hoofd gezien, zie Beveiliging.
Verone,
de Broeders van 'tgemeene levenheb-
ben daar een, Konvent. ,
                       25-0
<—' zie.                                                 255
Vicenze ,Broeders van 'tgemeene leven aldaar.24s>
-^- zie
                                                 %fè
Vier akker en ô Kapel aldaar, enz.               £4:$.
Villar de Prades in Portegaal, Klopfter van de
broeders of Fraters aldaar.
                    æ f 9
Vincent ius á Refurreiïione, de Salomon van Por-
tegaal genoemd.
                    26^,290,291
Viruius (Carolus) zie Manneken.
Voladimirus {Paulas)
Gezant des Konings van,
Polen, ftelt de vergaderinge van Konftants
een Traktaat ter hand tegen de Duitfche
Ridders.
                                             189
-— toont dat de Chriftene Vorften de onge-
loovigen om hunne ongeloovigheit niet van
hun goed berooven mogen. 180,190
Vollenhove was eerft een Kafteel, enz. f8f
-— drie Kerken aldaar. $8f9 f 86"
— twee Kloöfters te Vollenhove. f88
*rr- opkom ft- van het eerftV, S. Jam Kamp
genaamd. 588,58,0
Vorden, Dorp, enz. 546
Vorden, Kafteel, daar een Kapel plagt te ft aan.
ƒ46, ,3-47
Vordenus (Henricus) Deken te Deventer. 124
—- zijne vordere bedieningen, lof, enz. 124,125
Vos (Jan de) Prior van Windeshem. 15)9
Utrecht , Huys der Broederen van \ gemeene
leven te Utrecht.
                                 229
■— ftand en welvaren van 'tzelveHuys. ibid*
Tt 5            W^Varns-
-ocr page 787-
Β L Α D-W Υ ZE R.
W,
XlTarnswld. Dorp, enz.                        5*41
"jS— de Kerk aan S. Pieters Kapittel te U^
trecht gefchonken.                          5*41,54a
Wannèperveen, Dorp, enz.                      584
Wellens (Henricus) fticht het Konvent der Kler-
ken van, 'c gemeene leven te Loven. 2,19
-— zie Loven.
Wèfterwold ( Johan ) Klerk van 't gemeene Ie-,
ven word naar Kulm gezonden, 224,2.25-
—— heeft daar veel te lijden.                     22?
■—· doet'er groote vruchten.                     22,6
"Wezel, Huys van Klerken 'm \ gemeen lee-
vende aldaar gedicht.                             244
Wezep , in Overyflel, Kerk van Wezep enz.
Wiel (Biederyk van derf) gaat in het Kloofter
te Zibekelo.                                          12,2.
— fticht het Fraterhuys te Emmerik, 222,
~~- gaat in dat Kloofter.                          223
Wilp i K,erk aldaar éaox S. Lebumus geboud.
Wycbmond} Dorp, enz.                            544
Z.
Hf 'ehrheit omtrent de vergeving zijner Zonden
en zijne rechtvaardigmaking.
             190
-τ— verfchil tuflehen de Katolyken en An-
dersgezinden op dat ftuk.
               190,191
~ gevoelen van Ambr. Catharinus op dat ftuk.
T                                              ïpi
Zellem, Dorp, naamreden, enz. ffi.ff*.'
Zut*.
-ocr page 788-
 L Á D-W Õ Æ Å R.
Mutfeen (het Graaffchap) word befchreven. ft
*— het lantgebied in vier quartieren verdeeld,
— Dekenfchap van Zutfeen.                   404
-— Zutfeen (de Stad) befchreven.           405-
-— naam reden.                                        405
«—· de Hoofdkerk den H. Petrus en S. Wal-
burgis toegowijdt.                                  406
— een gedeelte van de Kerk met den toren
ingeftort/                                             406
*— Reliquien in die Kerk.                      407
-— deftige doopvont van die Kerk.         40Ý
■—- een Kapittel in die Kerk.                  408
-— groot aanzien van den Prooft. 408,409
— Lijft der Prooft en.                             405»
*—«- Lijft van de Dekens.                          410
—  eenige Kanonnikken te Aarnhem geplaatft.
411
'— pligten van den Prooft.
                      412,
-— wat by den Kanonnikken leveren en be-
taalen moeft.                           411,413, enz.
*— Ordonantien over de rechten en pligten
van den OrHciaal.                                  41 y
Zwaartbroeders , een Ridderlijke Maatfchappy
tegen de ongeloovigen.                          185-
—  met de Dukfche Ridderen vereenigt. 185-.
186
Zwarte SIuys, Dorp.
                                61 f
h Zwarte water Kloofter.                  61 f, 616
•— by wat gelegenthcit gefticht. 616", 617
—  goederen aan 't zelve gegeven. 618,619