D
|
L· >
|
|||||||||
OUDHEDEN en GESTICHTEN
VAN HET RECHTE
ZUID- HOLLAND
EN VAN
SCHIELAND:
Behelzende
Een verhaal van de Opkomite en Bevolkingc
der Steden en Dorpen } de opbouwinge van Kerken, Klooiters, en Godshuizen j haare begiftingen, kerkelijke goederen, en in- kom ften; hare Overiten engeleerde Mannen, Voorrechten, Hand- veften, enz. Getrokken uit de oude Handfchriften van Kerken en
Kloofiers -} en uyt verfcheide Boeken en Pa- peren van oude Boeker yen: ten meefien deele nait in V licht gegeeven. ■ Uyt het Latijn vertaald , en met Aan-
tekeningen opgehelderd, Door H. V. R.
|
||||||||||
TE LEIDEN,
By CHRISTIAAN VERMEY. MDCCXIX,
|
||||||||||
V O O R R E
|
|||||||||||
DEN
|
|||||||||||
VAN DEN
|
|||||||||||
VERTAALEER.
|
|||||||||||
k heb menigmaal verwonderd
en verheugd geftaan over de grooteen loffehjke zucht, die onze Landgenooten voor de beichrijvinge, oudheden, en zoo wel vroegere als laatere gefcluedeniiTen van hun Vaderland betonen. Wat ziet men al hifrorïen van de voorgaan- de en laatere eeuwen in meer als eene taal beichrecven j Befchrijvingen van onze lan- den en ireden , ja van dorpen en vlekken, uytgegeeven } nafpooringen over allerhan- de oudheden van Holland en de Vereenig- de Landichappen gedaan ? De Geleerden, door de graaghek van de Leezers en Lief- hebbers aangemoedigd , zoeken alles wac bekend en onbekend is by malkander, om die lees- en wetens- luit gaande re houden. De Leezers, verre van al dat uytkoomen van zodaanige boeken moe te worden, als of zy het niet kamp wilden geeven, toonen zich al zoo vlijtig tot het koopen en ïee- zen , als de Schrijvers tot het ichrijven. Dit is geen ongegronde roem, of een los en ydel zwetzen : die in zodanige zaken * 2 bs-
|
|||||||||||
VOORREDEN.
bedreeven is , of een lijft van zodanige
Schrijvers ter hand heeft, of de luft heeft om zoo eene lijft te maaken , zal my geen ongelijk geeven. Eer hebbe dan onze land- aart, die degedagtems van onze afgeftor- vene Voorouders in 't leven houdt, hunne loffelijke d^den tot een fpicgel en voor- beeld neemt} en zich aan alles-, wat ons Vaderland Batavia raakt, gelegen laat zijn. F η deze luft > om de (oudheden en Ge- ichiedemiïèn van ons Vaderland te befchrij- ven en te weeten , ziet niet aileen op we- reldlche zaken: op de af komfte en de krijgs- daaden der Graavenj op de oudheit en eerfte opkomfte van fttden en dorpen j en wat 3er vorder van dien trant bedagt kan wor- den. Het (lichten van Kerken en Kapellen* het opbouwen vanKloofterscnKonventenj het oprechten van Kapittels , Paftoryen, Vikaryen, en al wat vorder Geeilelijk is of voor Geeilelijk gerekent word > is de ga- ding ook > zoo wel van de Schrijvers als van deLeezers. Men llaa zoo menig Land- en Stad- Beichrij ver op ; cPontanus, übho Emmrns, van Balen, Ampfingy Bleiswij k> Orlers , "Dapper, Adriaan'fars, en menig ander $ hoe zorgvuldig is 'er alles by een verzamelt, wat de Kerkelijke en Klooiler- Üjke Oudheden belangt ? Hoe dikwils fpijt het hendatzegeen andere handfehrifcen, en befcheiden van kerken en kloof! ers, wee- ten te bekoomen ? Wac een werk heeft die hoog
|
||||
VOORREDEN.
hoog geroemde Ant. Matthaus nier alleen
van de wereldlijke , maar ook van de gee- ftehjke Oudheden gemaakr? En hoe word hy noch na zijn leven van de Liefhebbers, en de rech e /charters der werenichappen, Voor zijne moeire bedankr! Zoo is 'er dan niet anders re verwachten,
alsdardir Werkje, zijnde een gedeelte en een begin van de onlangs uyrgekome f Befchrijvinge van t Utrecht(che Bifdom, geen Hechter onthaal by Lierhebbers ge- nieten zal, als zoo menige befcbrijvingvan eeneilad of plaarsalieen. Geen rechte Lief- hebber van 's Vaderlands Oudheden zal 'er Zich aan itooten dat hecquanfuys tenemaal Paapfch is: dar alle die Kerken , Kapsels, Kloofters, Kapellen, Konventen, V'ikaryen, Jaargetijden,enz. niet zeer bekoorlijk zijn voor Onroomfche Liefhebbers, en weinig konnen dienen omhunnegraagheir enlees- luil· gaande re maaken. Zoo menige Be- fchrijvers van landen en lieden, zoo veele betaamde Predikanten die'er aan gearbeide hebben, alle de Liefhebbers die zulke be- ichrijvingen met opene armen omvangen hebben en noch dagelijks ontvangen, zijn zoo veele Advokaaren voor dir werk : en zullen her voor de vierfchaar van de geleer- de en onpartijdige wereld, zonder eens re ipreeken , en door hun gezag alleen, wel weeié en vry re pleiten IViaar wy behoeven f Notiria Epifcopacus Uitrajeftini, &c.
|
|||||
* 3 op
|
|||||
VOORREDEN.
op dat gezag alleen niet te (leunen. Ik Iaat
iemand zoo 6ereformeerd zijn als hy wil, en zoo een afkeer v^n t Roomfche Geloof hebben als hy hebben kan ; is het niet een vermaak re leezenmet wat een yver daton- ze Voorouders voor den Godsdienu% voor het beoeffenen van de kerkelijke dieniten, voor het preeken van Gods Woord, voor Iiunne eige zaligheit en voor de zaligheit van alle geloovigem gezorgt hebben : als Jer maar eenige huizen of wooningen by mal- kander, zonder kerk of kapel te hebbens vergaderd (tonden , aanilonds op het op- timmeren van een Godshuis, en op het on- derhoud van een Pneiter die hen helpen en bedienen zouw, gedagt hebben : geen geld, of goed, of arbeid, ontzien hebben, op dat het doch aangeenegeeilehjke hulp- middelen mogt onrbreeken Meent zoo een Leezer dat 'er re veel Papiiïery, om nu naar zijnen zin re ipreeken , onder geloopen heeft i en (root hem her Ieezen van zulke (lichtingen - om clie reden, regen deboril: cy, zoo een yveraartreedeeens in zijn ge- moed ; en overdenke of het niet hondert- raaal beter is den yver tor den Godsdienlt, en de zucht voor de zaligheit, in diemen- fchen te prijzen, en zich zelven ter navol- ginge voor de oogen re (lellen ; dan over eenige omihmdigheden , ja over eenige ge- brekkelijkheden, indien het doch zoo wee- zen moet , met zoo een gemelijke korzel- heic te vallen. Maar |
||||
VOORREDE N.
Maar ik zaj 't nu zoo neemen: iemand
wil doch met al die geeftel ijk heit, en mee zoo veeleKerkenenKlooilers> nier te doen hebhen ; en hy wil 't zich geen Huiver aan geld, en geen uur aan rijd, laaren koilen om 'er iets van te weeten; die zoude voor eerft, indien hy een Liefhebber van's lands Oudheden is , al een vieze Griek , en , laat het my geoorlofd zijn te zeggen, een maakzei op zich zelven moeten zijn. Maar iemand zy aldus geboezemd : die zal even- wel zijne gading hier noch vinden. Waar uyr zal men klaarder bewijzen van het wel- varen , de groore magt, en den rijkdom onzer Voorvaderen haaien , als uyt het ilichren , rijkelijk begiftigen, en koftelijk opfehikken, van zoo menige en zoo deftige Kerken, Klooilers, en Godshuizen ? Hy zal in 't beloop van het werk bevinden dat 'er in deze l'rovtncien zeer veel Kollegiale Kerken en omtrent fooKloofters ofBagijnhoven ge- ilaan hebben. Hoe menige Kerken en Kioo- irers zijn'er afgebrande verdelgt, of als nier. prachtig genoeg afgebroken·, dewelke veel koitelijker en deftiger van nieuws opgerim- mcirt zijn ? Voegt bier by zoo veeie dui- zenden van Oucaaren > koftety'ke fchilde- ryen , beelden, kerk-cieraa^en , konftige glazen Maar voor al denkr eens op dat overgroot getal van Primers, van mindere Geeftelijkheit»en vooniamentlijk van Kloo- fter-broeders en Kioofter-zuilers , die aile- * 4 niaal
|
||||
VOORREDEN,
maal door de mildaadighek der geloovigen,
de eene meerder de andere minder, bezorgt waren j en op gegeeve goederen moeften leeven, indien men alle die inkomften eens ten ruwe wilde narekenen , waar zoude men voleinden , en waar zoude zoo eene rekening hene loopen ? Zoude men niet zeggen, dat de leeken,binnen eenigehon- derden van jaaren , kaai en berooit moe- ften worden ? Daar men nochtans van de andere kant weet hoe wel dat de Adel ge- zeeten was, en vol-op van alles had ; ja hoe dat de gemeene man , de burger zeg , ik en de landman , doorgaans wel bemid- delt was. En dewijl 'er veele oude ftukken en ge-
denkfchriften bygebragt worden ; zullen hier verfcheide zaken en omftandigheden, raakende onze Graven, voorkoomen, de- welke nergens aangeroert worden. Men zal 'er Heeren en Juffrouwen van den hoog- ften Adel vermeld vinden ; dewelke in de geflagt regifters van Goudhoeve en S\ van Leeuwen overgeilagen zijn: en'tzal menig Leezer tot een vermaak en verquikking dienen, fommigen van zijne Voorouders, met eenige omftandigheden van hun leven, vermeld te vmden. Niet dat het des Schrij- vers inzigt zy gnveeft , de Adelijke Stam- huizen en Geilagt-boomen grondig op te haaien : dit is geenszins het inzigt van zo- daanig een werk: en daar hebben wy GW- hoeve9
|
||||
VOORREDEN.
hoeve , van Leeuwen , en Smallegange toe.
Maar fommige Adelijke perfoonen , daar de gemelde Schrijvers niet van geweeten hebben, koomen als by geval, en ter ge- legendheit van die oude ftukken, zichzel- ven vertoonen. Noch konnen fommige brieven dienen
om de tijdrekening in eenige zaken te verbeteren; de oudenaamen onzer fteden, dorpen, en vlekken te weeten ; de oor- ipronkelijkheit van die naamen na te fpeu- ren, en 'er met meer vaftigheit naar te gifc ièn ; de oude rechren, keuren , en koftui- men fommiger fteden , ja de oudheid en eerfte opkomfte der fteden zelf, te achter- haaien : van de zeden, gebruiken, ja dik- wils van de oorlogsdaden , de zegenhafti- ge veldilagen , en ook van de rampen en ongelukken onzer Voorouderen , omftan- diger dan ergens anders, of ten minfte met nieuwe omftandigheden? kennis te krijgen. Want men zal, zoo hier als in de vol-
gende deelen , honderden van oude ftuk- ken opleveren, die geen Schrijvers tot noch toe bygebragt of vermeldr hadden *, en die den Schrijver ten deele door goedgunftige Liefhebbers medegedeelt , ten deele uyt eenige hoeken en neften opgezocht, en aan de tanden der motten onttrokken zijn ge- weeft. Veele anderen ftukken , die ook in an-
dere Schrijvers ftaan , worden hier merke- * $ lijk
|
||||
VOORREDEN.
lijk opgehelderr Srukken, die men te vo-
ren ren halve, of verdraait, verminkt, eri voi fooien 10 de Schrijvers vond» worden iuer geheel en verbeterd opgegeeven : val- iche Hukken afgekeurt: goede en echte iiiikken5 die ten onrecht afgekeurt waren, verdedigt: duiirereen onverfraanbaare (tuk- ken doorklaarc redenen, en daar 't nieran- ders weezen kan, door waarfchijneiijkegif- fingen, opgeheiderc. Wat een voordeel de Schrijver uyt deze
Hokken getrokken heeft en de Leezer ver- volgens daar ook uyt trekken zal , blijkt hier uyt -y dar .in dit werk uyr die Gedenk- ftukken verfcheide zeer oude en aanzien- lijke ge/lichten of geeftelijkegebouwen op- gegeeven worden , dtealm vergieren is ge- raakt waren, en van dewelkeonze Hiltori- ichrijvers geen een woord weecen te zeg- gen. Andere Geilichtcn, *r zy Kerken, Áb- dyen, of Kon venten, daar deeene of andere Hiitori ichnjver noch iets van geleezen had, en daar hy met weinige woorden een jfchraai en mager gewag van maakt, wor- den hier uvt dezelfde Gedenk - ichriften wijdioopig opgehelderr ; hunne (lichting en opkomile befchreeven 5 hunne O verften en Regeerders opgegeeven; hunne goede- ren en inkomileu aangeweezen. En, op dar her geduurigleezen van gee-
ilelijke zaken, en van (lichtingen,den Lee- zer doch niet verdrieten zouw, en de ver- ande-
|
||||
VOORREDEN.
andering van fpijze de graagheit beter op-
wekken mogr i hebbe ik goedgevonden hier en daar eenige Aantekeningen tuflehen re voegen: waar toe ik des te meer aangemoe- digc beiii om dat de Heeren Liefhebbers, die daar voor dank moeien hebben en by deze gelegendheit bedankt worden , aan onze Aantekeningen op Batavia Sacra geen ilecht onthaal aangedaan hebben Tn deze Aanrekeningen op her tegenwoordig werk heb ik getrachr het zoete met het nutte y en wederom de wereldfche gefchiedeniiïen en aanmerkingen met de geeiielijke, zodaanig te paaren j dat niemand nu over al te veel geeftelijks zal hebben te klaagen. Ik heb- be getrachr daar het te paiiè quam , en al quam het fbmrijcfs niet al te zeer te paiTe, de Oudheden van ons Land op te helderen: verfcheide gefchilpunten, omtrent dezelve Oudheden , ten deele van nieuws op te werpen ; ten deele , ichoon dar ze meer verhandelt waren , ja fchier afgehandelt fcheenen, in een helderder licht re zerren, en 'er een ganlch andere gedaanre aan te geeven. Hebbe ook mijn werk gemaakt, van de oude kerk-zeden,ingeiloopene mis- bruiken , gewoonten van Kerken en KIoo- fters , en wat vorder ter zake dienr j uyc geloofwaardige Schrijvers re pas re bren- gen. Maar voor al, gemerkr dar ik onder her drukken van 't Lanjnfche werk noch vericheide oude Brieven en andere Hand- fchrif-
|
||||
VOORREDEN.
ichriften van den eenen en anderen Lief-
hebber beklemen heb^ en dar 'er ook ee- nige, te laai voor het Larijnfche werk, ge- zonden ^ijn aan den Heer Auteur, en ee- nigen aan den Drukker Monfr C.Vermey% zoo hebbe ik alle de (lukken , die hec eenigzins verdienden, re pas gebragt: fom- mige ganfeh en geheel * fommige verkort. Hebbe de vryheir wel eens gebruikr van eenige Schrijvers, zelfs van'r beile ilag, met alle farzoenlijkbeir en beleefdheit te- gen te ipreeken , daar over, hoop ik , zal niemand zich gebelgd of ongenoegd too- nen. Alles mee een dommen drift en onbe- zuisdelijk regen tefpeeken, en te beknib- belen , en honderden van zwarigheden re maaken , daar geen halve zwarigheit is» is kinderlijk, en losbollen werk: maar over al > zonder onderzoek van zaken , ja en amen op re zeggen , en het fiegrs met zoo of zoo een Schrijver re houden om dat die Schryvernu in aanzien gekomen is, of den gemeenen hoop der Schrijveren boven 't hoofd ichijnt gewaden , dat is ihafFeiijk, en pait geenrechtichapen Hilrori Ichrijver. Laar her my dan ook geoorlofd zijn, 't geen ieder Schrijver geoorlofd is, en niet gewet- gert mag worden , eer ik party kieze, re- denen en tegenredenen op re weegen. Ik verzoek den Leezer maar met een onpar- tijdig en bezadigt gemoed aan 't kezen re gaan -> en in een werk , dat voor zijn ver* maak
|
||||
V O O R R E D^E N.
maak en onderrecht inge gefchreeven is, ee-
nige kleinigheden die hyzoo hier zoo daar vinden mag , met een beicheide goedgun- irighetc over 't hoofd re ?ien. War de Aanrekeningen belangt, die zou-
den merkelijk grootcr konnen gevallen heb- ben ; en men is, Leezer zal miflchien ook oordeelen dat men eenige zaken had be- hooren aan te raaken-, die hier wel te pas (checnen te koomen : by voorbeeld van de rechte gelegendheit van 't Oude Batavia é van de eerite btkeeringe dezer landen j en of deze gewefren eerft onder S.Willtbrordus en zijnePreekgezellen bekeer t zijn geweeft. Ook had men de afkom ft'e van den naam van Holland; liet é echtende af komite der oude Graven , het Leenrecht dat de Bif- fehoppen van Utrecht over deze landen gehad zouden hebben ; de uytwaterin- gen des Rhijnftrooms, en veele dierge- lijke zaken, ieder op haare plaats, konnen verhandelen. Zelfs had men veele byzon- derheden raakende de Geeitehjke zaken , en vericheide ophelderingen en uytieg- gingen van oude gebruiken > konnen op- leveren. Dit is ook ten deele gedaan ; en 't gene wy niet gedaan hebben , is en- keliik achtergebleeven , om dat het elders is gedaan. Hoe verre dat het eiland der Batavieren geftreekt d heeft; of de tegen- # V'earbcritkt op Batavia Sac, pag· iv en 7, en lii, 1111.
woor-
|
||||
VOORREDEN.
woordige Geiderfchen b een gedeelte van 't
oude Batavia beilaanj ofhetrechre 'Vries- land tot den middelften Rhijn toe gefpron- gen heeft j hoe oud d de naam van Holland is; waar van dat e Holland zijnen naam bekomen heeft j wat f Graaf eigendijk te zeggen was 5 ofs Aarnout^ die den bynaam van den Gentenaar gekreegen heeft, de zoon is geweeft van ^DiderykW^ dit alles, zeg ik, zal men in de Aantekeningen op de Voor- berichten van Batavia Sacra verhandelt vinden. Daar hebben h wy ook van de op- komfte deradelijke en erfelijke wapenschil- den gehandelt ; en getoont dar de * goude Wapenen van 'Dtderik ! voor geene fabel behoeven gehouden te worden. De eerife af komile van onze Graven word daar ê aan- gehaalt : zy zelf L van eenige opgerichte ongerechtigheden vrygefproken; de Schrij- vers" m, die de Oïderyken de eerife Graven van Holland noemen, verdedigt: het* leen- manfehap der Graven onderzocht -, over de uytwateringen van den * Rhijnftroom eenige byzonderheden opgehaalr ; het „ ey- land Brittia, 't welk tulïchen de Zeegaten van den Rhijn en Groot- Bntcanje gelegen b ibid. e Voorber» p. vin, ix. d ibid. p. !}♦
e ibid, p. xvi I. xym. enz. f ibid p. xxnr,
g ibid. p. xxxv» b ibid. pag. xxxyr, xxxvti,
i ikid. xxxvll, xxxvili, l\ pag xJi.
/ xlll. en Bat Sax» tweede deel ñ. é o.
m p.ig xliiuxliv. ç pa». 646, 647, 6+S*
* pag. lijn, hu, Ixi, lxn Jxui.
• pag. ivï.
zoude
|
|||||
■
|
|||||
VOORREDEN,
zoude hebben, van de hand gewezen. Men
zal er de naarurede van Leiden ñ opgewo- gen ; de é oudheic van de ilad Duurftede verdedigd j het onderfchcid tuflchen ü- trecht en Wiltenburg met korte woorden aangeraakt; de r oudheit en eerfte opkom- ile der Hartogen van Brabant aangewezen* het. overgroot gebied onzer eerfte bifïchop- pen onderzocht en wat ingetrokken ; gc rechten van den 'Biilchop en van de ftad aangetoond en onderfcheiden, vinden. In de Aantekeningen op de Hiftorie zelf of op v Batavia Sacra* worden eenigeomftandig- heden rakende den Vrieflchen Koning Uad- bodus aangemerkt, en zijn Koningdom voor- gefproken; éztw Egbertus, AartsbiiTchop van Tricr, de broeder van onzen Graaf SJarnout is geweeft, tegen Buchelius beweezen : door vericheide A' giifingen en redenen geroonc dat het nieuwe en heerfchende gevoelen, raakende het eerfte opkoomen van dit Graaffchap , zoo í aft niet en ftaat als de meefte Schrijvers zich verbeelden: van den ftaat der í ilaven, van de aanzienlijkheit der zoogenaamde ^Notariiïèn; van de ver- openbaarde verdoeming van Karolus * Mar- tellus ; van de * roofgierigheit der Vorften P pag» Ixyr»' 9 pagJxtx. r É÷÷é÷, É÷÷÷,
* pag. kei, iccii. t pag. cit,ciii,civ. cv. t/pag.ioi»
í pag. 12.9» ÷ pag 13 f* y pag. 141» O-ig. Ï4Z. ë pag. 5?4, ï?s. * P*S· 341, cn tweede deel pag. 140*
|
|||||
in
|
|||||
VOORREDEN,
in de Kerkelijke goederen aan te taften $
van de Kerkelijke c perfoonen, die het le- ger moeiten volgen ♦, van iommige d voor- zeggingen of voorfpellmgen, die voorprijs- baar en geoorlofd gehouden wierden * van ongeoorïofde e voorzeggingen , wichela- ryen, bewaarmiddelen. Talismannen, Γο- ver-ringen ; van het middel f om het waa- ren en Ipooken derdoode lichaamen te be- letten 3 van geen twee doode s lichaamen op malkander te mogen leggen , is ook by gelegendheit gehandelt. Het oude gebruik der h Baden, en waarom dezelve onder de Chriftenen zoo gemeen waren ; de onwe- tendheit der* Geeftelijken in des en 9 eeu- we, het oprechten der Scholen onder ^Ka- rel den Grooten j de afkom ile van den be- ruchtcn [ Paap Jan, of Pnefter Jan , uyc onze Vrieilche Koningen; de verdediging van den H. Biilchop Frederik tegen dembe- fcliuldigingen van Bucheims, zijn hier ook te pas gebragt. De Leezer zal 'er aangete- kend vinden hoe dat de n doodilagers, en andere groote zondaars, geketend en ge- boeid ,verfcheidejaaren lang, moeftengaan dooien , en by wijze van een pellegrim- maadje geduurig van de eene plaats naar de andere reizen : Wat dat de Deenen en • Noormannen , die zoo dikwils in dit werk c pag. 348, Jtff. d pag. 3 f o, t pag. 3f?> jf«.
ƒ pag. ? 77· g 374- Ï7Ï* fc 381, }8i, i 460.
^ pag· 4J?. I f2é. m fjo. » fb% fSp* tf 614.
te
|
||||
VOO RRjE DEN.
te pas koomen, en zoo wel van ons land*
als van hec nabuurig%Vrankrijk, een moord- toneel en een bloedbak gemaakt hebben, tot al. dat ruoven en moorden aangezet heeft,· en waardoor die bron van ontelbaa- reheirlegers zoo onuytputre'ijk is geweeih hoe /, dat de Keizers en Franfche Koningen, fteunende op gewaande rechten en eigen- dommen , deze landen dikwils aan verfchei- de Vorfren en Heeren weg gegeeven heb- ben ; waar door dan groot krakeel onder die Heeren, en party zucht onder de Schrij- vers gerezen is. De veropenbaarJng wegens de verdoemeniffe van BiiTchop ? fViihelmus, om dar hy de heevigheit van Gregorius VUT, niet ingevolge heeft, word 'er van valsheit overtuigt : het * krakeel over de inhuldi- gingen der Biflchoppen, diedewereldfchc Vorllen zoo langen rijd als hun eigen werk en recht aangezien hebben, mitsgaders de uytkomite J van die krakeelén , opgehel- dert y de f wraak , die de vrienden over den moord van hun. bloet ver want vanouds genomen hebben, uyrgeleu > het recht, í de pligt, en degeweldenaryen van de zooge- naamde Advokaaren der kerken aangewe- zen. De eerfte w opkomfte der erfelijke roe- naamen of geilagt namen vairgefteld; vcr- ' ñ pac;. 661, 66i. en Bat. S. tweede dee! p. ç, 10. q t vet f Je
deel ñ. Ã÷, é?» r tweede deel p. 6\. 1 ibiJ, p. 64. f tb. Üé, 87.cn 114, iif» ij ibid. ñ.éïß, 103, 104, w ïbid. pag. 107» CH IlS..
** fcheide
|
||||
V OOR REDEN.
fcheide byzonderheden* omtrent deKruis-
vaarcen aangetekend ; 'het oude * gebruik van de GeefTèlingen en lijf-kaftijdmgen na- gefpeurt en opgewogen. De lof die de Hollanders ■> en voor al de Haarlemmers, in het bemagtigen van Damiaten verdient en fverkreegen hebben , tegen fommige Schrijvers verdedigt: de oudheit \ van on- ze dijken onderzocht, enz. Noch hebben wyvan de vuile Ë gewoonte, van geld voor 't bedienen der Sakramenten te eiiTchen en te bedingen j van hetb misbruik der bannen, interdikren , en der kerkelijke « vrydom- men gefproken : de valfche befchuldigin- gen van de d Templieren, en den fchrikke- lijken en onrechtvaardigen dood die hun aangedaan is, zonneklaar zoo wy meenen aangetoontj onze gedagten over den voor- rang â van de Bihchoppen en Kardinaalen verklaart: dat de f Rechtdagen onder den blooren hemel, of op de* kerkhoven en el- ders» plagten gehouden te worden uyt ou- de Schrijvers beweezen. Eindelijk hebben wy over het begin van 't jt Nieuwe jaar, de hevigheic h van Johannes XXII in het ver- vloeken en vervolgen van Lodewyk van Beyeren , en de ' beretdwilligheit der Ne- derlandiche Vorften om den zelven Lode- wyk te helpen j over den Ê Baljuw van Dor- x Tweede«fccl p. I2j, 124. y ihid. p. 143, 144. \ibid,
p. tS?, iS4.cnz.· Ë \b p, 247.248» b p. 2f6. c tb. p.2f7, d tbid p.ig, 2Ð7, 2S8 enz. e p. z94· f ibid. p. j©7, ;o8. g ibid p. jlo. h ib. p. 330« i p. ?jï, Ê p. 33*· drechc
|
|||||
·■:
|
|||||
VOORREDEN.
drecht en de geftole Koe·, over het verbie-
den /der huwelijken tot den zevenden graad toe , en de onheilen daar uyt geiprotenj over de eeden waan de Geeirelijke perlöo- nen verboden > de «Oudheitder Reguliere Kanonnikken, het ontwijden â van ondeu- gende Priefters, her misbruik ñ van de roe- rende goederen en het huisraad van afge- ftorvene Biflchoppen, Vorften , en hoogc ftaats perioonen re plunderen ·, over de oud- heir ? der Vrieiïche wetten ; de r opkomite van de eertijtels Magifler en 'Dotfor , over de geboorene »Legaaten van den Roora- fchen Stoel i den tijtel door * Gods genade% de gewoonte der Pauzen van de vz>aligheit en den Apofiohjjchen zegen toetewenfehenj het misbruik w der Rejervaatzïen > Kom- menden, zoogenaamde vereenigingen van kerkelijkeamptcn, Coadjutorfchappen,enz, zoo wy ons zelven vleyen , geene onaan- genaame en onnutte Aantekeningen ge- maakt. Wy hebben gecoont dat het * ver- bieden van fchadelijke boeken niet alleen onder de Katolijken, maar ook by dcPro- teftanten , al over lang in zwang heeft ge- gaan : dat hergebruik, of liever mis- bruik, van allede BifTchoppeiijke bedienin- gen op Wy-biilchoppen te laaten aankoo- men , door deftige mannen altijd tegenge- fproken is ge weeft $ dat de VMy tersder Bif- l png. jff. m 574. « JP4· ° P' 40*· Ñ Ñ 4^i« Eo
vorder in de Byvoe^zels. f pag. fo?. r f 15- * 5f4* * fS>r, í ^94. ð 6}% ^4f. 646, 647· * 64'· y Op de Voorberichten p. cxx, enz. \ Tweede deel pag. fp. ** 2 fchop-
|
||||
voorreden;
fchoppen vry ouder zijn dan veele Geleerden
fcich ingebeelde hebben. Eindelijk , om niet alle* op te baaien , heb-
ben wy de pligten van verfcheidene kerk-arnp- ten befchreev*. ç , verfcheide kerkgebruiken op-" gebeldert ·, misbruiken aangewezen $ klagren tegens de ongbondentheit der Geeitclijkheit opgelevert : onze Oude Schrijvers in veele za- ken tegen onrechtvaardige zifters, of ontijdige en valfche oordeelkunde, op veele plaatzenver- dedigt-, op andere plaatzen trgengHproken,enz. Dit bericht hebben wy noodig geacht ; op dat de Leezer, ziende dat wy in dit of in de volgende Deeltjes doch verfcheide Aante- keningen over dceze en gcene zaken ge- maakt hebben, niet verwonden zeilde zijn, en niet zeggen zoude , dat wy de noodigite en dienftigile Aanmerkingen over 't hoofd gezien, of uyt onkunde overgeilagen hebben. Ook heefc de Leezer , indien hy eenig befcheid omtrenc de gemelde zaken begeert re hebben, de moeite nu maar te neemen van de Aantekeningen in Batavia Sacra , op de aangehaalde zijdjes, na te zoeken.
Vorder is ons inzigt maar geweeft den Lee-.
!zer dienft te doen , en genoegen te geeven. Hebben wy ons oogwit daar in bereikt j zoo achten wy onzen nrbeid rijkelijk beloond: zijn wy in onze hoop en verwachtinge bedrogen j zoo zal 't den Leezer believen oen wil voor de daad te neemen. Dit weeten wy voor af wel, en moeten daar , wy willen of wy willen niet, ftaat op maaken ; dat het onmogelijk is aan al- le Lazers te behaagcn. Die enkelijk op de ■waarheit oogt, is doorgaans ookgetrooll, de vyanden van de waarheit tot zijne vyanden te hebben, ,
ZUID-
|
||||
Pag. é
ZUIDHOLL ANDSCHE
O U D Ç E D E
|
||||||
DEKENSCHAP van ZUIDHOLLAND,
á í dit Dekenfchap heb ik twee
handichriften onder iny heru- iten: het eene al vry oud, het ander wat jonger. Inhetlaatfte ilaan alleenlijk die dorpen van dit quartier opgeteld, dewelke tegenwoor- dig noch in wezen zijn, en noit verdronken zijn geweeib of ten minde weder droog zijn gemaakt.ïn 't eerfte ilaan ook die dorpen aan- getekend, de welke noch onder het zeepwater verdronken leggen. Want in 't jaar 1421, op S. Elizabets dag, zegt \ Boxhornius/ heeft een groot e waternood niet alleen "Dor- drecht van 't í aft e-land afgefe beurt; maar ganjch ZuidhoUand bynaa blank gezet. Hoe dtt b/gekomen æ,ã , daar over zijn de gevoe- lens met eens. Sommigen me enen, een [chelm- fche boer zoude dit fchelmftuk uytgevoert (en den dijk doorgefloken) hebben. Anderen * Theatr, Holland, pag. 108,
Á leggen
|
||||||
2 ZuidhollandscHE
leggen de Je huid op een vervaarlijk noodt-
weer-, en zeggen dat de dijk% tuffchenGeer- truy den-berg en 'Oor dr echt, door het geweld der Jlormw inden en woedende wateren ts door- gebroken. 'Doch ik » zegt Boxhornius, oor- deele dat deeze ramp alleenlijk moet gewee- ten worden den Brief van Willem van Beye- ren-, waar door hy^ den 20 February 1414, den Heer van Zevenbergen en den Officier van IVieldrecht gemagtigt heeft om de vaart de Zijl, dewelke altijd gefloten gehouden wierd, zoo dtkwils als die van iVieldrecht zulks noodig oordeelden, open te zetten, zon- der de Heemraden of sDijk - Gravm daar in te kennen. Als in 't gevolg op de gemelde vaart niet al te zorgvuldig gepaft: wierd-, en daar by zoo een afgrijffelijke florm , als ge- zegt is, op de dijken bulderde ·, is het geen wonder dat dijken en dammen doorgebroken zijn, en alles onder is geloopen. En noch te~ genwoordig worden, ter gedagteniffe en ver- foeyinge van den gemelden brieft de volgende Latijnfche veersjes fomwi/len vermeldt: Perdldit hoc Diploma homines, armentaygregefquc%
Septuaginta duos pagos 5 (â florida rura. Op dien watervloed zijn ook de twee vol-
gende jaaripreuken uyegekomen: - WJeLdreCht MaCb Water fcCUgett. -
|
|||||
TVVe*
|
|||||
Oudheden. 3
TV Vee en tfeVentlCh dorpen fijnder Met fneL-
der /poet
Ontrent dordreCht onder] ghegaen door dehooCh- te des VLoet.
De volgende Latijnfche veerzen zijn van
den beruchten Adrianus Janius: dVrdreChto UCVbVlt Vis atroX InCXta
Ventls,
Vrbs qVa dlsslLVlt protlnVs haVfla Marl. Behalven verichcidene Sloten en Hecren-
huyzen , zijn 'er 7æ dorpen , en over de 100 duizend rnenfehen, door 't overftroo- mende water omgekomen. De naamen der dorpen , zoo die noch
onder 't water begraavcn leggen , als die door het zakken der wateren of door de ver- nufrigheit der ingezetenen het hoofd weder boven gehaalt hebben , ilaan by Boxhom ter gemelde piaatze befchreven. Wy zullen die alleenlijk opgeeven, de-
welke 'm de twee gemelde handïchriften der Utrechtfche Kerke aangetekent ilaan, als begreepen onder het Dekenfcbap van Zuid- holland : (1) |
||||||||
■■
|
||||||||
Á %
|
||||||||
DOR-
|
||||||||
4 ZUIDHOLLANDSCHE
DORDRECHT,
De GROOTE KERK te DORDRECHT,
De NIEUWE KERK te DORDRECHT,
De VUYLPÖORT,
SCHOUWELANTS AMBOCHT , anders
Het Veer, of Zwijndrecht 5 PAPENDRECHT,
SLYDRECHT,
ALBLAS,
ALBLASSERDAM,
REYER-KERK, anders Rmveert,
De LYNDE-KERK, anders Devels-kerk,
HEERJANSDAM,
OUDELANTS-KERKE, anders
Heer Oudelants amhocht, HEER OLYS AMBOCHT,
'S HEERENHEYNE KERKE,
KYFHOUCK,
ROYSOIRT,
DONKERSLOOT, verdronken.
*ln'c V Heer'en Ambacht vdn a MOIRKERKE* iongite P1ETERS-HOEK, handfchrift MAESDAM,
S^e.HFJNKENS-OIRT, 1
NYEKERK, 7 verdronken, maar
KERNESSE, ß wederom bedijkt. .·: *B7 BARENDRECHT, ' ^
/ioxhorn MONSTER, 1
ft'a* TOL NYSSE S
f;fSo,/,ALMSVOET,
'ft«t c AÉRNOUTSWOUDE, ^c«fèer- d STEMONT, *) verdronken. ßÔ**«* HOU WEN INGE,
ft« LEDERKERKE, 5i7c«- ANNE-KERKE,
|
||||||||
mmt.
|
||||||||
WOLFBRANTS - KERKE, ß
AAN-
|
||||||||
Oudheden. f
|
|||||
AANTEKENING.
i. „Alles wat nu onder den naam van Holland
„begreepen is, zegt Jakobavan Oudenhove, plachte a, verdeelt te worden in Zuydholland, Noordholland, „'t Land van Voorn, Kennemerland , ende Weit- „ vriesland ; blykende in de Rekenkamer van Hol- „land. Andere verdeelen het in Zuydholland , „'Noordholland, en Weftvriesland. Andere inZuyd- „ holland ende Noordholland. „Zuydholland ( byWilhelmum Hedam... het Land
„der Wilten genoemt) daar by verftaan fommige dat „deel van diteylandt, nu Holland, dat in 't midden „van denRhijn, die doorLeyden loopt begint; en- ,,de ftrekt zuydwaarts op tot deMaeskant toe; heb- „ bende het Land van Voorne , ende 't Graaffchap „ Zeeland tem weften, „Andere ftellen de Yflel tot een fcheidinge van
„Zuydhollandende Noordholland; deelendedenoor- „derftreek van deze riviere Nöordholland, ende de „ de zuydcrftreek Zuydholland toe. „ Andere neemen Zuydholland voor de (lieden en-
„de landen, die aan de ooftzyde van den Rhïjn ge- „ legen zijn , ende tegenwoordig door het gebruyk „van de moderatïc van de polityke ordonautie 'm het ,,ftuk van de fucceffie, ofte eertijds door 't gebruyk „van 't Zuydhollands of't Schependoms recht, van „de andere landen van Holland, daar't Azinghs- of .„'t Aesdoms recht gebruykt werde, van anderequar- - \,ti*ren van Holland aan de zuyd-ende weil zydevaa „denRhijn gelegen, tegenwoordig gefcheiden is, „ende plach te wezen. „ Andere neemen Zuydholland zoo wijd endebreet
„alsdedomynen vanZuydhollandende Rentmceiler- i,fchap der zelver zich uitftrecken. „ Andere wederom neemen Zuydholland voor dat
„zuyder-quartier van Holland, dat men op 't alderei- „ gentlïjkftegefproken Zuydholland noemt; alwaar het λ Jakob van Oudenhoveas Zuydhollandt z, hoofdft.
num, 3» i Α 3 oor- |
|||||
6 Aantekeningen o ν de
3,oorfpronkelijk Zuyühoilands recht van allen ouden
„ tijden geobferveert ende geufeert is geweeft : ende „van waar 't zelve tot eenïge andere daar by gele- den plaatzen verfpreyt ende ge-extendeert is gewor- „ den ; ende om met een woort te zeggen, voor het „Baliufchap van Zuydholland, reforteerende onder „Dordrecht, als de hoofdftad van Zuydholland, en- „de onder den Hove ende hooge Vierfchare van „den Bailliu ende Mannen van Zuydholland. „In deze laatfte beteekenifte is de naam vanZuyd-
„holland zeer oud , ende in veele oude handveiten „ende oude ftukken bekent. Inde laatfte beteeke- „niiTe is Zuydholland ?t fubjedl van deze belchry- „vinge. In dezen zin word Zuydholland hier ook genomen
door den Heer Auteur. Maar by deze gelegendheit kan ik niet nalaaten.
een ander neggen vandenzelven Oudenhoven, tewee- ten dat Holland in oude tijden qualijk bewoont, ja fchier onbewoonbaar is geweeft, te onderzoeken: te meer om dat 'er meer Schryvers zijn, dewelke daar ook hene willen. Dit zal my , hoop ik ,· geoorloft zijn ; zonder daarom de voorftanders vanOudenhovcn, dien ik anders voor een geleerden en keurigenSchry- ver houde, aan den hals tekrygen. Als de hoog-edele ].Douza meende dat de bekende Bokhnbcrg iet dierge- lijks had willen zeggen ; heeft hy de zaak voor Hol- land opgenomen; en Bokkenbergszeggen , als een on- gerijmde fabel, en een uytbrOedzelvan Ongezondene herfenen,uytgejouwt. Zoo fchryft Oudenhovenb dan: vHet land nu Zuydholland, en vervolgens 't geen nu gemeenlijk onder den naam van Zuydholland ver- ftaan word, , -was eertijds geen land , maar de grond „ van de zee ; zoo wanneer de zee zijnen vryen loop „door Brabant tot Tongeren inH land vanLuyk hadde. Wilde hy maar neggen dat'er zoo een tijd is geweeft, en dat Zuydholland, door den vloed der zeegolven overftroomd , eenige jaaren onder water heeft ge- flaan ; daar zouden wy mifichien zoo veel niet tegen hébben. De Cimberfche vloed , in de hiftorien zoo bekend," en meer als ico. jaaren voor Chriflus tijden voorgevallen, kan deze landen zoo wel als veele an- |
||||||
·.
|
||||||
_
|
||||||
ZüIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. J
deren daar omtrent in een plas verandert en voor
eenïgcn tijd onbewoonbaar gemaakt hebben, Maar hy wil meer zeggen. In de derde eeuwe zoude dit land , volgens zijn zeggen , niet anders zijn ge- weeft als een deel wilderniiTen , ζ wetten , poe- len , moeraden , en rietzudden. En dit zou al tot de bekeering dezer landen toe , en al lang daar na, geduurt hebben : want om die reden zouden niet alleen de eerfte fteden , dorpen , hecren-huyzen , Zware kafteelen, maar ©ok de rijke abdyen en kloo- flers, langs de duinkant hene, op het hoog en droog, gebouwt zijn geweeft; niet in 't wilde veen; daar in 't begin, volgens zijne bevatting, en zoo lang als de rivieren onbedijkt lagen , geen of weinig wey-of ihooyland , geene boomgaarden , geeue teel-landen,
gelegen zouden hebben, Dat hier alles een enkelde boiïchaadje geweeft zy , bewijft hy uyt de menigte van boomen , dewelke hier en elders uyt den grond opgegraven worden. Deze boomen zouden omtrent weggeraakt zijn inde negende eeuwe: zedert welken tijd men alhier geene boomen, maar menfchen, zou hebben beginnen te planten. Het is ook waarfcbijnlijk , zegt hy, dat dit land niet eerder zy 'bewoont : want men vind in dit geheel land niet eenhantvefl, privilegie, ofte eenighpublyck gefibre- ven inftrument, ofte het is in zijnen datum al veel jon- ger als defen tyt. Dat men daar tegen opwerpt dat de Hollanders^ in die vroegere tijden, te ongeleerd en ongelettert waren om iet ichriftelijk op te (tellen ; !dat heeft by hem geen ingang. Die grooteongeleert-
heit heeft volgeus hem geen plaats by zoo gauw een Volk, als de Hollanders zijn geweeih Τ is eer ge- hoffelijk, zegt by al vorder, dat hier geen oude fchrif- ten en fyn, niet om dat de Hollanders niet fchryyen en konden, maar om dat hier niet te fchryven en viel. Dit tand, Z90 gaat hy voort, dat een van de eylandcn tuas, die de Rhyn op fyn einde maakte, was ten tyde 'van Julius Csefar noch foo feer onbewoottt, dat men meende dat daar meefl wilt ende woefl volk woonde , die van den vifch- ende vogel- eyeren leefde; gelyk blykt uyt *t gene hy daar van fchryft lib. 4. de Bello Call, Ende foo hier ofte daar eenen viffcher ofte jager moch*
te woonde 3 die en hadde niet veel te fchryven, . Α 4 * D$or
I '.. . · ' '
|
||||
§ Aantekeningen op de
*
Door d'ten defe landen leegé landen fyn , daar de vloed
van de zee ligt over henen fpoelde ; ende het opperiva- ter, dat door de rivieren van boven afkomt, overliep, fo en konden geen menfchen hier woonen , of fy vuaren in gefladige vrefe, ende nimmermeer van goet, vee, ofte haar e\gen leven verfekert, örii hier van verloft te zijn, zegt hy, heeft men
tegen het water beginnen te dijken: en verhaalt daar op hoe dat Meyerus de Hollanders prijft, zijnde al in 't jaar 1180. zeer konftig geweeft in het maaken van dijken. Zoodan is dit land niet bewoont voor de omftor-
tinge der boomen ; dat is, zoo als hy 't waarfchijn- lijk oordeelt, voor de 9. eeuwen. Of daar mogt hier en daar noch een arme jager ofviflfcher gewoont heb- ben , die het op perykel van zijn goedtie en eigen le- ven waagde. En dus zou men .eindelijk , door den nood gepraamd , hebben beginnen te dijken. Een ander'Schryver , om Nannins van wien wy
elders 'd gefproken hebben nu daar te laaten , zingt omtrent het zelfde liedje, hoewel opwatlaager toon: dat is, hy maakt 'er ook een ellendig land van, dat fchier onbewoonbaar zy ge weeft : maar hy laat 'er evenwel wat meer menfchen woonen , en doet de ellende zoo lang niet duuren. Evenwel zouden onze faage en alsdan onbedijkte landen , volgeris hem , niet dan ter nood van menfchen bewoont zijn geweeft. Maar, om Zodanig van dit oude en zoo" geroemde
eyland te fpreken , dient men góéde en vafte bewy- zen te hebben. Eb waar koomen de bewijzen opuyt? Als men alles van vooren tot achteren leeft, op eenige toffe giffingen, op onzekere(tellingen; opaverrecht- fche toepafiiiigen van eenigefpreuken der oude Scbry- veren/ Men zeitdat hier van ouds geen dijken gele- gen hebben ; maar men bewijft het niet. Het is een enkeld giffen : maar wy, op «Douza ons verlaatende, giffen daar tegen aan ; en beweeren dat 'er wel de- gelijke dijken hebban geftaan. Is het te gelooven 'dat de Romeinen eeu zoo voortreffelijk eyland, daarzy c Begin, en voortgang, der Erfgraaffelijke Bedien, 1. en
f* deel. v.'j ' \ d In het Duitfche Batavia»
■vi:jf Pouza Annal, lib, é» zoo
|
|||||
1
|
|||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. $
200 veele deftige ruyters, ja het puikje hunner ruyterye,
van daan haalden, zoo verlaaten, en aan de woede van de zee ten befte gegeven hebben ? dat zy zoo wei- nig werk gemaakt hebben van hunne bontgenoten, en hen van kommer, koude, ongemak, waternood, hebben laaten verquynen? Leeft men piet.dat Pm- /Wfeenen dijk begonnen heeft , om de onftuimigheic van den Rhijç te ternmen,en dat die dijk naderhand vol- trokken is door Paulus Pomfejus} Dat is wat hooger in Duytsland gefchiedt : het zy zoo. Maar daar de Rhij ç grooter nood had van over te ftroomen , en daar aan de behoudeniffe van 't land niet minder ge- legen was, zullen de Romeinen daar ml gezeten hebben ? Ja ziet men de grensfcheidinge der Gaulen in het Reisboek van Keizer Antonwuszodanig nietge- fchikt,dat deRhijn, van het landgder Rheetenenvan/ Straatsburg af tot onzen Oceaan toe , niet alleen met kafteel op kafteel is bezet, maar ook teneinde toe bedijkt of bekaaitis? Leeftmen niet dat Claudtus Civilis.dc ftad der Batavieren verlaatende,in't eyland isgeweeken; en 't gevaarte (dat noch meer fchijntte wezen als een dijk) door Drufus opgeworpen, om verxe gefmeeten , ei\de dijken, dieden Rhijnftroom in den band hielden, heeft afgeworpen ? En hier door is het gefchied dat deRhijn , die eerft door de dijken geftut wierd, nu zijnen vryen loop hebbende, zich over de Gauliffche velden heeft uytgeftort. En men zal ons willen wijs maaken , dat de Batavieren van geen dijken geweeten hebben ; en zelfs door het voor- beeld der Romeinen niet aangemoedigd wierden, om dien al-veriiielenden vyand, ik zegge de zee, buiten hun land te fluyten ? Of, om nu tot laatere tijden te daalen, zoude die
kunft naderhand vergeeten en door de floffigheit of rampen der ingezetenen verzuimt zijngewcelt? Maar zoo iemand dit zoude dry ven , zou ik al wederom ' blijk van zeggen eiffchen. En in allen gevalle om my met geene enkelde gïffinge te behelpen, hoe wel het giffen tegen giffen zoude zijn ; men leeft dat de Franken in het jaar S.oo, of daar omtrent, kennjs van dijken gehad, en het land met dijken befchut heb- ƒ Vide Tacitum Annal. Ij* $3.
g Tacicus Hcfli 19· f* .' «.„«
,á. 5 ben.
|
||||
ίο Aantekeningen op de
ben. Want onder de wetten van h Karel den Grooien
is'er een, de aggeribus juxta Lingerimfaciendis. Zullen onze voorouders alleen , die de dijken meert vari nooden hadden, zoo bot zijn geweeil datze het dij- ken niet konden leeren; of zoo weinig naar hun ei- gen welvaren en leven, en naar het welvaren en le- ven van hunne kinderen gevraagt hebben, dat ze zich aan geene dijken en kreunden ? In 't jaar π8ο. wa- ren zy de meeiiers op het (tuk van dijken ; zelf vol- gens de getuigenis van onze nabuuren : en wierden van de nabaurige volkeren ontboden om hun land te lioomen bedijken. Ik leeze, zegt * Meyerus, dat de Hollanders 3 die daar in verre boven alle anderen bedroe- ven waren, in het jaar 1180. dijken geleit hebbin van Damme tot Sluystoe, 'i welk toen Lammensvliet wierd genoemt ; en dat zy de zee, dewelke dat quartter toen êverflroomde, aldus uitgedreven hebben, Hy voegt 'er by dat deze Hollandfche dijkers de ftad Dammen in Vlaanderen gebouwt, en den bynaam van Diedolfeni dat is de Dolvers, behouden hebben. Het is waar, dat het jaar 1180. wat laater bykoomt:
maar het üaat aan wederparrye te toonen datdeHol- landers, die toen zulke baazen in het dijken waren, die kunfl: noch niet lang bezeten hadden. Voegt hier vorder by dat (de Saxen, die deze landen in oude tij- den ook ten 'déele bezeten hebben, al van ouds erva- rene dijkers zijn geweeft. Het zeggen is, zegt/<Hel- moldus, dat deze landen (der fl'aven) van ouds, te iveeten ten tijde der Ottoos , bewoont zijn geweeft door de Saxen ; zoo als gezien kan worden aan de oude dij- ken ., dewelke opgeworpen zijn op den oever van de Elve. Maar dit zy genoeg om de giflinge der wederpartye, noopende het dijken, om verre te ftootenl Wy koöqien tot de tweede giffing, (leunende op de
menigte der boömeh · dewelke, zoo zy meenen, dit Jand onbewoonbaar gemaakt zouden hebben. Datdit Land zeer bofchachrig is geweeft , zullen wy niet tegen fpreeken , die dat zelf elders aangetoont heb- ben. Maar is dat te zeggen dat'er geen vlakke velden, h Inter Leges Caroü M» editas Bafilea: if f7. per Joh,
Heroldum, π i Meyeri Annal. Flandr. I, tf.
Κ Helmold, lib. i.c, 8j» 'r geen
|
||||
;
|
|||||
ZüITHOLLANDSCHE OUPHEDIN. H
geen weyen, geen ruimten, zelfs in*t midden der boo-
men, gelegen hebben ? Zoo kan men ook befluiten dat ganfch Duits.la.nt, 't welk voor hene in zoo vee- Ie volkeren verdeelt is geweeft, en zoo menig heyr- lèger tegen de Romeinen voortgebragt beeft, ter nau- wer nood eetiige inwoonders heeft gehad. Hetgan- jche land , zegt Tacitus l fpreekende van Duitsland, al is het in gedaante wat versheiden , is in V geheel <?ƒ- fi huwelijk door bojfchaddien, oj ongezien door de menigte der moerajfen. Laat ons eene plaats bygebragt worden, dewelke ons Batavia zoo bofchachtig en moeraflig maakt: en nochtans weet men wat al verfcheide vol- keren dat in Duitsland gewoont hebben , en hoe ontzachelijkdatze den Romeinen zijn geweeft. Laat dit eyland zoo boom- en bofchrijk zijn geweeft als eenig land van onze nabuuren ', en als Hoogduits- land zelf, daarom is 't niet gezeit dat 'er geen genoeg- zaame plaats over was voor menfchen en beeflen. Zou men om zoo een zeggen, dat zeker land zeer moe- raiTig en vol boiTchen is, ten eerfte befluiten dat 'er geene of weinige menfchen kennen beftaan ofwoonen; zoo zullen onzenazaaten, leezende de bekende veersjes, Holland Bolland , Zeland, geen land^
-:■■;....:,. Ik hou my aen de hey kant, zekerlijk moeten gelooven dat 'er in Zeland , geen. plaats , of ftal , of huys voor eenig menfch of beeft heeft konnen ftaan; en dat het ganfch onbewoonbaar is geweeft. "Wmt geen land is zekerlijk veel minder te bewoonen als een bofchachtig en moeraflig land. Maar, zegt men vorders, men vind in ditgaiafche
land niet eene handveft , privilegie, ofte openbaarc akte ·, wiens datum niet veel jonger zy dan de ne- gende eeuwe. Indien dit gevolg door moet gaan, zal 'er al menig land even lang en noch langer on be- woont zijn geweeft : en al, 't gene wy in Krantzius^ Helmoldus, en andere Schrijvers, van de Slaven aan- getekend vinden , za! men voor zoo veele fabelen te boek moeten zetten: want ik vertrouw niet dat men van de Slaven veele oude handveften en gefchriften voor den dag zal brengen. Het zelve zeg ik van de Pruiflen ; dewelke tot de dertiende eeuwe toe van l Tacitus de morih* Gcrmr .■
geen
|
|||||
ix Aantekeningen op de
■geen leezen en fchrijven wiften : en m Hartknoch
houdt het voor onzeker of hunne edel-luiden in de gemelde eeuwe, als de Kruisheeren in Pruiflen qua- iïien, kennis van de letteren gehad hebben. Zoo wy dan een gevolg wilden maaken gelijk J. (Judenko· ven; zoude Pruiifen voor de 13 eeuwe niet bewoont zijn geweeft, Veele oude Duitfchers, eerdatzedoor 't licht van 't H. Evangelie,.|iefcheenen en befchaaft ■waren , lieten zich zeer weinig aan leezen en fchrij- ven gelegen leggen Volgens » Aventinas hebben de Wandaalen , en de andere volkeren aan de Elve en de Ooitzee woonende, hunne letteren eerft gckree- gen onder Ledewijk den Goeden. Doch de eene land- aardt, zelfs onder de Duitfchers , is leergieriger ge- weeft , of heeft vroeger gelegendheit tot het leeren gehad, als de andere. Maar in't algemeen gcfpro- ken is Karel de Groote de eerfte geweeft, die 'er zijn werkte deeg van gemaakt heeft om het gemeene volk tot het leeren van leezen en fchrijven aan te zetten* Het is ons genoeg dat wy voorbeelden van andere lauden konnen bybrengen , dewelke zekerlijk in die tijden bewoont zijn geweeft,en welkers oudftehand- veften, akten , en al wat de Heer Oudenhoven daar onder benTeepen wil hebben, eerft lange jaaren daar na zijn gefchreven. Zoo dunkt my dan dat op deze giiïing zoo weinig ftaat te maaken is, als op de voor- gaande. . . · Eindelijk doet men gelden dat dit /W, teweeten
Zuïthollant, 't welk een van die eylanden was die door den Rhijn omtrent zijne uytwateringe gemaakt wierden, ten tijde van Julms Cafar zoo onbewoond en onbekent was, en dat men zoo weinige kennis van de Inwoonders had , dat ze voor een deel wilde en woefte menfchen, die van vifch en vogel-eyeren leef- den , wierden gehouden. Als men iet wil ftaande houden; moet men alles, zoo als het voorkoomt, ■aangrijpen. Iulius Ccefar fpreekt daar van geen Bata- via , of eyland der Batavieren; daar had hy pas te vo- ren van gefproken : en fchoon genomen , hy fprak 'er daar van, en daar hadden maar wilde en woefte menfchen gewoont; zoo zou het eyland dan niet on- bewoont zijn geweeft, m Hartknock de linsua vet, Ptüier,
Het
|
|||||
I
|
|||||
ZüITHOlLANDSCHE OUDHEDEN. 1}
Het geen de tweede V Schrijver zegt dat Duitsland
in oude tijden 3 in zonderheit daar het aan de Gallien faalde^- in 't geheel bos- meer- veen- of poel-achtig is ge weeft , dat kan ik by Tacitus en L Cafar , die zijne zegsmannen zijn, niet vinden. Dat het bofch- en poel- achtig geweeft is, heb ik al bygebragt ; dat het, by- zonderlijk op de grenzen van de Gaülen zodanig is geweeft , word van die Schrijvers mijns weetens niet verzekert.
Maar fchoon genomen zy zeiden het> en 't wierd
voor de waarheit aangenomen; en, om noch verder te gaan , het moeft van ons Batavia verftaan worden, daar uyt volgt niet anders als dat in dit eyland, zoo bofchachtigen moeraffig als het was, des tefchooner velden en klaverrijker weiden gelegen hebben , om zoo een fchoone ruytery, en zoo eene menigte van paarden als het van ouds gefokt en ten krijg gelevert heeft, te konnen onderhouden. Want dat fchijnt van zelfs te fpreeken : is het eyland vol bolïchen, moeraiTen, veenen en meeren ; en fokt het zoo veele paarden, gelijk wy aanrtonds zullen zien, zoo moe- iten de teel- en wey-landen , zouden de ruiters en de paarden beftaan , zoo veel te weeliger en grazigec weezen.
Dan doet hy noch gelden eene plaats uyt PUnius,
dat de meefte hooge landen, hier omtrent de zee ge- legen , 't zy door hooge vloeden , 't zy door fprink- vloeden , en door den winterfchen regen dikwils blank en onder water ftonden ; dat het laage land at- tijd binnen 14. uuren twee maaien een baare zee was, en twee maaien in land veranderde ; waar om de Inwoonders genootzaakt waren heuvelen of ter- pen te maaken, om zich by hoogwater tegen de dood te verzekeren. Maar wil men alle onheilen » die een Hiftori-fchrïjver van andere landen verhaalt , op de rekening van ons eyland (tellen , dan heb ik niet te heggen. Ρ Umus fpreekt daar van de Cauchen ; nier van die Cauchi, of dat handje vol volks, 't welkook in het eyland der Batavieren gewoont zoude hebben ; e»s mijns weetens, niet meer als eens by de Hiftori- fchrijvers word gewaagt : maar van die beruchte Cauchi, dewelke boven Vriesland en hooger op ge- • Bcgia t Voortgang der Erfgraafft Udico* pag. f«
woont
|
||||
14 Aantekeningen op de
woont fiebben. De ellenden van die Caucbi, die even
wel in 't midden van die rampen hunne landeryen be- woonden en bebouwden, en tot een talrijk, volkaan- gewaflèn waren, wil men op de Batavieren fchuiven, omdoen eenigen fchijn aan zijn zeggen te geeven. Maar wat behoef ik. zoo veel over hoop te haalent
om eenige giflingen en loilè opvattingen op te lollen ? daar we vafte en zekere getuigeniifen van onwraak- baare Hiftori-fchrijvers ter hand hebben, uyt dewelke middag-klaar blijkt dat dit eyland vun oudswelte deeg bewoont en bevolkt is geweeit Men waet uyt die HiftO- rifchrijvers dat de Katten, al voor de tijden van /. Ca- far, zich in dit eyland neergeilagen hebben, en onder den naamjvan Batavieren bekent zijn geweeft. Men weet dat die Batavieren , om hunne dapperheit , in groot aanzien by de Romeinen waren : men weet dat ze uyt kracht van zeker verdrag gehouden waren een zeker getal krijgsvolk aan de Romeinen te leveren ; dat de Batavi/ïche ruiters in de gewigtigfte oorlogen gebruikt zijn geweeii ; dat de Bataviers voorde dap- perfte onder de Rhi'in-volkeren gehouden wierden, enz. Dit alles, en hondcrtmaal meer , paft op geen handje vol volk, op een deel viiïchers en jagers, op een eyland, daar de paarden niet of weinig te eeten hadden. Men zegge niet dat al het verhaalde alleenlijk toe-
gepaft moet worden op het bovenfte gedeelte van dit eyland : maar dat het uyterfte gedeelte van ruiters, van paarden, van inwoonders onvoorzien is geweeft. Dat zou hun te bewijzen ftaan: maar, zonder hunne redenen af te wachten, konnen wy het tegendeel zon- der de minfte moeite bewijzen. Zeggen alle Schrij- vers niet dat het eyland der Batavieren aan den Oce- aan paalde ? En alszy van alle de oorlogen der Ba- tavieren , en van hunne dapperheit en daaden fpree- ken, is'er wel een die het uyterfte gedeelte uytzou- dert ? Blijkt het niet uyt de voorgemelde woorden van lul, Cafar dat niet alleen dit eyland , maar alle de eylanden , op 't uyterfte van den Rijnftroom, en te- gen den Oceaan aan,bewoont zijn geweeft. Hebben wy geen verfcheide blijken dat de Romeinen bieropver- fcheide plaatzcn fterktensen magazijnen gebouwt, en bezettingen gehouden hebben?Als te Leiden^op't huis te Brit-
|
||||
ZUITHOLLANDSCHE OüpHEDEN. %$
Britten,op Romenburg,te Alfen,enz Hebben vj korcn*
fchuuren gefticht,en bezettingen gehouden,in een naar3 woeft en verlaaten landfchap ? Het oude opfchrifr, daar de Batavieren voor Broeders en Bomgenooten der Ro- meinen erkent worden , waar is dat anders opgegra- ven als te Roomburg; tuffchen Leiden en Alfen ? Ik zal nu zoo veele Roomfche opfchriften, dewelke nu en dan niet verre van de zee gevonden zijn , en die ons gevoelen beveftigen, overflaan; dewijl dezelve in alle onze Hi(tori -fchrijvers vermeld ea te prqnk geitelt worden. Koomen wy tot laater tijden ; is het geen bekende
waarheit dat ganfche Volkeren , als de Franken, de Saliers, de Saiïcn, de Quaden, en wat laater de Noor- mannen , en miitchieu de Thuringers , zich meefter van 't eyland gemaakt, en 't zelve tot hunne woon- plaats gekozen hebben ? En daarom moet men niet denken dat het te voren open ftond , en van inwoon- ders was ontbloot ; ten waar men* drijven wilde dat de Gaulen ook zoo lang open gelegen hadden , tot dat de Franken daar huis veiling quamen zoeken, Evenwel is het waar dat deze landen, by over-
ftiooming van zee of rivieren, of by onmatige ftort- regens, van ouds meer geleden hebben als nu. Want by gebrek van watermolens fconde het overtollige wa- ter zoo ras en gemakkelijk niet gelooft worden , en't is wel te denken dat de laage landen, by wintertijd en inbreuk van dijken , veel geleden hebben. Daar tegen plagtmen,voor hetuytvinden van gemelde ρ wa- termolens , in de kaden en dijken eenige fluiskens, fpeuien, en duikers te maaken, dewelke van %elfs open en toe gingen, om hét hooger binnenwater iti den laager buiten-boezem te loozen, en het buiten- water af te keeren. Maar dit quam niet te pas by de nuttigheit van de watermolens. Doch daarom be- hoefde het land niet onbewoont te blyven. Dit on- gemak is noch op fommige plaatzen eigen aan den winter : wanneer het vee onder dak is; en weinig op het land is te werken. De boeren-wooningen fton- den doorgaans hooger en drooger als nu. Eer ik hier affchcidc, moet ik'er noch een woord
of twee van de watermolens aanlappen. De Heer f Eegin van de EifgraaiF. Jk4ien» f <ïed»
Ottden-
|
||||
il Aantekeningen op de
Oudenhoven meent dat dezelve niet of weinig ouder
zouden zijn als het jaar 15^9, om dat zy in zeker plakkaat, 't welk te Bruiïel in't gemelde jaar uytge- geven is, genoemt worden watermolens onlangs uyt- gevonden. En hy voegt 'er by dat 'er zedert weinige jaaren, dat is weinig voor 1654. toen hy zijn boek heeft uytgegeven, eenige zeer oude watermolens ver- nieuwt zijn; dewelke, zoo als gezegtwierd, van de eerfte en oüdfte watermolens waren geweeft. Doch omtrent het jaar 14,80. heeft 'er al een watermolen, geftaan by Alkmaar : ?want de Hooge-Heemradeu van Delft zijn in dat jaar naar Alkmaar getrokken; om aldaar te onderzoeken op wat wijze dat Heer F/o- ris van Alkemade, en lan Grieten zoon, het water met de mole uytgeworpen hadden. En na veel fukkelens zijn de eerfte r watermolens omtrent het jaar 1450. te werk geftelt in 't Land van Blois by Schoonhoven. Twee jaaren daar na is 'er een gefcelt by Enkhui- ïen. * Doch , gelijk alle uytvindingen ten eerfte haar volkomen bellag niet en hebben ; was 'er dit onge- mak by, dat ze met haare wieken op eene ftreek vaft fraande, het water alleen op eenen wint konden uyt- maalen. Eindelijk is 'er ruim over het midden van de feftiende eeuwe een Vlaming geweeft , dewelke de kap uytgevonden heeft; waar door de molens met al- le winden konnen draayen, Maar zullen we dus uyt Zoydholland fcheiden,
ïonder van de Slaven of Wilten, dewelke hier vau ouds gewoont zouden hebben , een woordje tefpree- ken? Dat de gemelde volkeren dit landfehap bewoont hebben ftaat zoo vaft by IV. Heda , dat hy aan dit Zuidholland , onder Dordrecht behoorende , door- gaans den naam geeft van het land der Wilten. Beha, in zijne Voorreden op het leven der Utrechtfche Biffchoppen, verhaalt het ook als eene gewiife zaak. Jan t Gerbrandze , Janus uDoxza , Lambertusw Hor- 'tenfius fchryven ook dat de Wilten een gedeelte van deze landen beheerfcht, en den naam aan Wiltenburg, q pliih van Dorp rekening van het jaar 1408»
-„ * Ow Place z.p» i8u<Hoofftt Enkhuizcn.
* Erfgraaff. Bedien, p. 85. 84,
t In de Kronijk van Holl. u Annal. lib, C,
f* Hift, Ultrajeft» fub initium,
en
|
|||||
\
|
|||||
ZuiTHOLtANDSCHE OUDHEDEN. IJ
en andere plaatzen gegeven hebben. Dit gevoelen,
door zulke mannen onderftut, fcheen op vafte voe- ten te fraan : maar de Heer xAlting ; een man noit ïonderlofte noemen, houdt alle die vertellingen van de blaven en Wilten voor een loutere fabel : en be- weert dat die volkeren hunne voeten noit op denBa- taviiïchen bodem gezet hebben ; ja het hart en de ge- legendheit niet zouden gehad hebben , om een kans op ons eiland te waagen. Ik zal , gelijk ik wel meer in andere gefchilJen gedaan heb, my zelven hier tot geen fchejdsman aanftellen , en enkelijk wat 'er voor en tegen gezeit word , en gezeit kan worden, voorftellen. Voor eerft heeft Anton'msMattb<eus zelf, dewelke zich zoo ligt geene quakjes of fabeïen liet diets maaken-, het voor waarfchijnlijk gehouden dat de y Wilten den naam gegeven hebben aan Wilteuburg of Utrecht : en vervolgens dat de Wilten hier om- ftreeks gewoont en geheerfcht hebben. Dit isgevvif- fer, zegt hy , dat Wiltenburg aldus genaamt is naar de Wilten. Maar Ant.Matth&us, I Douza, lanGer- hrandze, L. Hortenfins , zullen by den Heer Alting voor geene rechters aangenomen worden : en hy be- kent het zelf dat hy groote mannen tegen heeft. Zoo zal het dan op de getuigenis van oude Schrijvers moe- ten aankoomen. Om dan tot de zaak te koomen,zoo itaat 'er by Beda} een oud en zeer geloofwaardig Schrij- t ver, en die ten tijde van S. Wilh-'bror-dus geleeft en ge- fchreeven heeft; ^ Pippyn beeft hem voor zijnen Bifi- fchoppelijken floel aangewezen zijn doorluchtig kafieel, 31 welk by die volkeren bekent was onier den ouden naam van Wiltenburg , dat is de Burg of de ftad der Wilten: doch in deGallifche taaie word het ¾ taftStum genoemt. Of Beda heeft eeneonverilaanbaare taal gefebreeven · of door Wilten wil hy verfbau hebben een volk, dat^ by zijnen tijd bekend was onder den naam vati Wilten. Zoo leeft men ook by Sigebcrtus , fchrij- vende over het jaar 697, dat Willïbrordus, door Ñ atv Sergius tot Bijfchop der Friezen gewijd , zijnen Bif~ fchoppelijken zetel geplaatfl heeft te Vukaburg : 't welk met eene famengevoegde bcnaminge, ust den naam van ÷ Parte x. \n Wiltenburg & Wtta,
y Ant. Matth. de Nobil. p, ico. ßò tcila lib, j, tuft. c. 11. , * Â Ut
|
||||
i8 Aahtekehih^s;^ ©ir $*
b&t volk Vnken , m ψ 'ïrecht. , Vukuckt Wtod. gf
wemt: rt melk sm «(Μ Μ zeggem m aM ds. fiad mr Vult en* Daar hebben wy dan de getuigemfie» W* twee oaï-
de en geloofwaardige Schrijvers,, Bed* W &$émm* Maar aan Sigebmm-, dewelke fa 't teatlte'der etfite eeuwe gekeft heeft, fehijnt de Heer AUwg zich wei- nig te kreunen : als fchrijvende wan eene mak, oe^ welke lang te voren gefchiedt loudeziijiB Wat hy op Bedaas zeggen antwoordt , zullen wyaanftonds ho.a- ttn. Hy beroept zich op het ftilzwijgen van alle de Schrijvers, dewelke omtrent de gemelden inval der Wilten geleeft hebben: en ik moet het bekennen dat behalven Beda, die even wel noch al een merkelijken tijd na dien inval geleeft heeft , en behalven Sigeber- tus, indien hy op de lijft van de oude Schrijvers ge- ftelt mag worden , geen een der oude Schrijveren een woord van de Wilten, die hiergewoont zouden hebben, weet te fp^eeken. Maar, om nu niet voor Sigebertus te pleiten , heeft Beda dan zoolang naden gemeden inval geleeft?En*t geen £Wö fchri|ft,zoozou iemand konnen fpreeken, dat Öaat althans by iemand ¥an de oude Hiftori-fchrijvers befebreven ? Maar, 2egt de Heer Alting daar tegen , hoe is het te geloo- ven dat de Wilten tot hier toe doorgedrongen zijn: 't welk zy niet gedaan konnen hebben , zonder den weg midden door de Saxen te openen , dewelke al- tijd in vriendfehap met de Vriezen geleeft hebben, en voor de tijden van Karel den Grooten noit t' onder zijn gebragt ? Maar, zal iemand daar tegen zeggen, hoe zijn dan de « Hunnen, niet lang na Karels tijd, 'm dit land gekomen. Die hebben ook ganfeh Duits- land , 't welk toen onder magtige Vorftenftond, van 't eene tot het ander einde toe moeten doortrekken. De Heer Alting b weet geeneu tijd uyt te vinden, wanneer de Wilten deze landen zouden overheerfcht hebben» Dat ze omtrent de monden van den Rhijn en de Maas zouden poft gevat hebben , terwijl dat de Roomfche krijgs-benden op den oever van den Rhijn gelegert waren, zal niemand, meent hy, dur- ven zeggen ; dat ze zulks na het vertrek der Room- λ Zie ). Douia Anna!. !, 7.
h AittDg in voceWitla» fcht
|
||||
ZüITÖOtLANBSClïK OUDHEDEN. lp
fche benden gedaan zouden hebben , is by hem even
onwaarfehijnlijk : om dat de Vriezen zich van de monden des Rijnftrooms geduurig bedient hebben, om naar Britanje over te fteeken ; en deze plaatzCn noch onder Keizer lufliniaan beheerfcht hebben. Veei min zullen zy, zoo hy meent, hier ingedrongen zijn na de tijden van gemelden lu(liniaan; dewijl de magt der Vriezen en Engel-Saxen (oen al te hoog geftei- gert was, om hier iets tegen henteondefueeme'n enz. Maar zoo men aldus niet konnen bewijzen dat noit Saifen, Quaden, Saliërs, Hunnen, den Batavilfcnen bodem betreedeu hebben : en dat de Noormanoen, ten minde'onder Lodewijk den Góéden , het hart niet gehad hebben van deze landen te bezoeken? want ik giife dat gemelde Keizer ruim zoo magtig is geweeft als de Vriezen. Ditzy alleenlijk by wijze van giflinge gezeit: en ik wil wel bekennen dat ik den Heer Alting geen volkomen ongelijk zoude durven geeven. Beda heeft maar op ecne plaats , en niet meer als
ter loops , van de Wilten gefchreven, Sigebertus, be~ halven dat hy Vulten voor Wifteft fchrijft , kan on- der de Schrijvers van dien tijd niet gerckent worden. I. Douza zelf, die het zoo krachtig voor de Wilten opneemt, bekent datWiltenbmg^Wïldrecht, Willis, enz. die bena'aming konnen gek reegen hebben van dö menigte der wilde dieren, die zich daar miflchien op- gehouden hebben. Maar 't geen de Heer Alting noch vorder inbrengt
dat flegts een klein gedeelte der Slaven, die een dukje lands tulïchen de Elf en de Ooikee heilagen hebben, den naam gevoert hebben van Wilzi; eu dat'er Bek» naar geflagen zoude hebben dat IVilzi zoo veel iw zeggen is als WÜten of Wilden; datzou iemand, die het voor Beka zou witten opvatten , miiTchien zou niet laaien doorfchieten. 't Is waar dat fommige Schrijvers de Wilzi voor een klein gedeelte der Sla- ven genomen hebben ; 'zeggende dat ze ter gemelde plaatze gewoont hebben. En dan zou het, Zoo als Ahr*gfc\ ijnt te meenen, wat onwaarfehijnlijkerzijh dat zoo te^i handje vol volks tot hier toe is doorge^· drongen. Maar Beka zegt uytdrukkclijk dar de Witten en de Slaven een en 't zelve volk is geweéft: 'ï SUyi f Beka in Proxmic.
|
||||
i
|
|||||||
20 ZUIDHOLLA NDSCHE
qui & Wih'i- En dit is het zeggen van Beka niet alleen;
Beatus d Rhenanus , die in'de kenniiTe van 't oude Hoog· Duitsland wel op de eerite rye geplaatfl^ mag * worden , heeft duidelijk aangemerkt dat deSlavinen, ïoo als hy de Slaven ook noemt , byde Duytfchers bekent waren onder den naam van Wilten; of, ge- lijk op de kant aangetekent ftaat, Wiltzen : hoewel « dat ze zich zelven den naam van Winden en Velata- ben toepaften. Waar uyt dan eindelijk volgt dat de Wilten voor geen handje vol volks genomen moet worden. d B. Rhenanus Rer, German. lib. i.adfinem»
|
|||||||
Dordrecht.
jtiire ΤΛ ORDRECHT \§i\\bmarbigfleit be eerfïeflaii
opkomfte JL/ ban ^olïanb«: maar moet ouugcitg? gaibe ™a, , boo^ ïïeiben en eenige anöere fïeben mij* Dordrecht, m jjjaaw ^^ ^j^/ pjp m ban öe
anöere fïeben meefi / t§ bmfïer en onbeltenb*
<©e ^oïSanbsfïen/ bie baar in önnne boojgait* ger$ gebben / betueeren bat 3ε boo^ <£%aaf Oi- derijk i$geboutot/ en naar gem ^o^ecijti^ gCtlQCntt. ©an MarcusBoxhornius, van Ba-
len , enlaatfïeïp Lodcwijk Smits,geBöetimeer genoegen in get geboeïen ban ben geïeerben 3D0£tenaat Janus Rutgerfius: bemeïne bebjeert/ en bW berfcgeiöe bebjp-reöenen traefjt goeb temaaften / bat ^o^t óf ©o^ecgt atitu$ s$ genaamt naar ben bïoeb Dorta of be Dort. ^at'er 300 een ribier / Dorta genaamb / pot* bmlmeUjn aangetenent fïaat in be onbe ïïanb- feaarten: en bat be5e naam noeg obergeblebeu α Matth* 'm Anal, Menfo Alting. Germ. infirr, part» a. pag.
|
|||||||
•!
|
|||||||
ί-*ί'
:
|
||||||||||||
Oudheden.
i§ in get nabimrtge bo$ <Po2t$tttottbe: §et
foelbe öie benaammg om geene anbeee reben gebreegen 3ai rebben/ aï^om bat get aan oen mono ban be vï^t gelegen foa$: eben geïp jgffeimonbe/ üoernionbe/ en meer anbere pïaat* $m</ fjnnne naamen ban ben JfflTel /'be fóaer/ ens^ontïeent jjebben. ^oej) tegen bee3e naam* reben boomt Amonius Matthxus 310(3 aanban* ten / m ï)et bijfbe beel ban 3ijne Anatóa, en tracht be befoij^rebenen / booi be3eïbe inge* b^agt / oberïjoojj te fmijten. <£n elber^/ te foeeten in 3tjn eerfïe 23oeb van den Adel aan get 2,2 ï|oofbfïnb / maabt 8g pbjag ban een anber gevoelen: te toeeten bat^o^eeijt/ op 3?jn 5£atijnfeö Dordracum, aïbirê genoerat3on* be 3tjn naar be boo?tocï)t ban be fcjuringer^/ anber^ (Congji of <€imgerfcï)en genaamb, Menio Aking fr töiï ben onben naam ban
s£ jwrb^ecgt ban ïjet naanibjoo^b Th ur, en ban Trecht of Drechc, afgeïeibt ïjebben: en f$ be* fcoeert c bat Dor, Thur, Of Duur, bg be OU*
be ï^uitfeöer^ onber anberen oob water geeft
betebent. <^an 3egt ïjgböjber^ / bat Ti echt, a$ een aftouit3el ban trebben of boo#reb* ben/ eigentlpte3eggen$eenboo#oci)t: en bat Drecht, ban dragen of driegen af baalenbC/
een marbt ofeenepïaat^/ megen^ fjaare jaar-
merbten berueïjt/ en baar be boop-bjaren naar toe gebjagt tooien / moet betebenen : eben tm$ geïp Set naamtooo^b forum bg be töa* meuten/ 300ai§ Adrianus junius ober lang be* toee3en ïjeeft / af bomfiig ψ ban ïjet i»oo# fero. ■<,..■■
|
||||||||||||
f·"
|
||||||||||||
b Alting ibid.
c Alting ibid, Sc part. 2,. pag. 174·
|
||||||||||||
m*M
|
||||||||||||
Β 5
|
||||||||||||
2& ZUIDHO^LANDSCHE
paar betoijl get toten berfegtï tf bat be
bwtocgt oiiber »i öanöe metfó/ boïgt get/ naar Bet seggen ban Menfo Aking, boo^ een ontoeöerfeeeïteïp öefïuit twt be eerfie en ecB^ te ^etiaamins beser fïab ban ben obertocBt/ en met ban be niarftt / $ afgebaaït: be$ te meer / om bat jjet tooo^öje Thour of Pour» 'tfaoeilt onber ankeren water beteïient / een ge* beeïte ban öen naam ngtmaaöt; enbe bat niet aïieen be mmfzïjm %m eenobertocfifc öabben*, tnaar bat 'er ooit een boo^tocBt toai booi ben gemelben toaterfïroom. (ι) &φμφ too^b aïïereerfï bermeït fn eenen
p#en-&?tef * ban 't jaar 1064/ öefoeïfee 3eiter* lp berieent ί$ bom &Êg3W Hendrik IV. (2)
boeft fiet ffaat 'er um\5tn$ bermeïbt ai§ een
fïab / n) maar entteïp &l§ tem J^aroeöie/ of a!$ eene pa^-öefiicfitc Hapeï. jtlaar bat Betboo^ tse toerften en fïer«ten$/
bie 'er <0f,?aaf Diderijk aan ïtet maatten / en boo? be^ ^elf^öejetting / geen fcïeinen opgang geeft gemaakt / ölpt ngt een oube Lijft der Kerken die in 'r Bijdorn van Utrecht zijn ge-
wijdt : Joant baar fiaat uptbjuftftelp aange* tu\mt bat 'er tet baar aan / en nocö in 't boo^fcöieben jaar 1064/ eene ïtern i$ inge* topt*
pat ^o^eegt / berfegeibene eentoen ger*
loaart^i/ beïjoofbflab/ ten minfïe ban ^nib- ïjolïanb/ $getoeefï/ i$ Sier ngt/ om anbere betoö5en baar te laaten/ niet buifterïpteöe* feffen/ bat be $0£fïen/ be toeïfte get oog op 3|oïianb geöab geuten/ eerfl ban aïïen tegen ^o^baee£)t 31)1» opgetronften, <0en goeb getaï * Met de Kapclle van Dofdtechc» ik daar oolangs vasge-
boiwr. ban
|
||||
OüööÊDfeN; n
ban pbaanïge »#en jïaan bg Melis Scoke
bermcibk (4) *-,*,< τ i Ή Doi-dfcchts
Wanneer be ïtfcrecgtenaar^ / m LodeJj;i)li: wiffeini-
van Loonsüonbgenootenbiaren/ &éfta&©o$*iighedcn. bjeegt in 't jaar iiioobci'coiwpït/ngtgcplm^ bert en aan feanb gejioften gabben ·, 1$ f met alleen Mmm Imttm φ/ tn ecne geerïper en cier*per gèbaante/ ligt gaare ajfctjpn berree* 3én/ en met nienioe en beter bejten gejteritt ι maar geeft $ïcg ooit/ ööoj get betfcnjgen ban Set ^tapei-recgt / m toeg spaant om m goof b ber üoop-fieben te tooien. <&οΐι geeft tven 3g in get jaar ι*8χ get reegt om moïien/ en Ro# baar aan om anbere toaaren te berïioo* pen/ gehreegen; en meer anbere togboinmen onber Fioris V en <0^aaf Jan beïtomem wz ganbbefien ber gemeibe 4&aben / ban 't jaar 12847 ix9o/ en 1199/ 3p nócg in to#f«/ en ftaan ög Boxhorn , in get toneel ber i|oM lanbfege ^teben/ aangegaaït _ , goo $ ^o?bjéegt ban aï 4 eeitfben^"^r .pcl
eenige tegenfjjjaafe be goofbftab ban f alianö hek, getoeeft: $umftecfccnbtoeïgdegen/ en geeft eene 3eer gemaltëeïpe gabe / aan be flüte 3pe ban be gemeene ïttlïe; ïanftj betoeme be j&aoé en behaal gaare foarercn't 3te-maart ïtrnnen, $an oub^ toa£ be ftab bcrèenigt met get^bafte ïanb : maar 3ebert ben bernegten toaterbïoeb ban get jaar 14*1 geeft 3$ be m baante ban een t#kmü aangenomen. %^ geeft waardig- be eerfte5it-3?ïaat|o3p bebergaberimjber^taa*hclt» teflbaniollanbi en$ baarenbobenbetmaarb boos* be^gnobè/ befoemegter in bejaaren 161 % m i6i9te0enbelCrminiaanen offóemonftvw ten bergabert t$ getoeeft. Β α Dirk
|
||||
24. Aantekeningen op be
Dirk de Witte, befoeïftejjtee jebeet get*pm^.
Kerken, b^aajen ber töegeeringe be eetfte ©aftooj i$
gefoeeft/ geeft be ï*ei'&en/ ï^jjeiien en ïtloo^
Kioofters. fto$/ befcüeïfte ban m\b$ te ^o^ecjj* geftaan
geböen/ in een^eberbuitfcïfen ëfeief aan ^e-
ïibertus Rofweidus Mtnoptelp opgegeben*
©ft berïjaaï ban de Witte $ulïen ί»ρ giee
ïaaten boïgen; en 'ee giet en baar ugt Man h ijs van Balen , en ugt anbere 25efcj)#jbei'$ ban ^oib^ecöt/ eenige oniftanbigjjebenbg-boegen, ^ocgDeööen ί»ρ «gtbe papieren ban be ftab$ « fterïten/ en ngt b* ongetyiuite 3aat*boeften ban <&Q$}tC§t / befcöeïfte bOÖ| Herman Oems ge^
fcj^eeben jijn/ ïjet eeneen 't anberegettuMtetv
|
|||||
: AANTEKENINGEN.
-.- ■ ' ': - ■-■■ ■' , ii« -.· ■■ '■':■"
1. Laat ons ook, dewijl het doch een algemee-
ne mode-.geworden is, en thans zoo veel werks van de naamrede der fteden en landen word gemaakt; laat ons ook , zeg ik, een woord of twee van de7e naamredeti bybrengen , en ds gevoelens van andere Liefhebbers dien aangaande aanhaalen. Wy hebben reeds den Heer Auteur vierderhande gevoelens hoo- ren gewagen. 1. Dat Dordrecht zoo veel zoude be- tekenen als Dirksdrecht , als zijnde gebouwt door Graaf Diderjk : Dit gevoelen zal waarfchijnlijk de meefte Memmen niet krygen. x. Dat de naam zou- de afdaalen van het riviertje Dort of Dorta ; en dat Dordrecht zoo veel zoude te zeggen zijn als de over- togt van Dorta. Ik wil wel bekennen dat de redenen, door den Heer Auteur bygebragt, myal zeer naar dit gevoelen doen hellen. 3. Volgeus het derde gevoe- len zoude deThuringers den naam aan Dordrecht of Durdrecht gegeven hebben. Deze naamreden zou ik ook niet tenemaal durven verwerpen: en dat deTu- ringers hier en hier om ftreeks gewoont hebben zou T ,-i 2011-
|
|||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. !$■
tonder groote moeite., indien 't 'er op aan quam,
bewezen konuen worden. 4. Dat Dor oïThur een water betekent heeft, wil ik ook niet tegenfpreeken : en dat ome Voorouders by gevolg ioor Dordrecht niet anders als den doortogt over dat water, of ook de markt, hebben willen betekenen, luidt ook niet' al te vreemd of onbillijk. Dan is 'er noch een vyf- de gevoelen ; 't welk mijns oordeels ook niet on- gehoord dient verworpen te worden : hier in beftaan- de , dat Dordrecht , of volgens de oudfte fpelling Thurdrecht , die benaaming zoude ontleent hebben van den afgod ïbor oiThur. Deze afgod is niet al- leen van de SaiTen, maar ook van alle deNoordfche volkeren λ, met groote eerbiedigheit geviert geweeft: had het opperbewind over lucht , donder , blixem, winden, wolken , vruchtbaarheit der aarde. DeDon- derdag wierd naar hem op zijn Saxïfch Thunrefdaeg, op zijn Deenfch en Sweedlch 'Torsdag ofTorflag ge- noemt. De eerfte maand b van 't jaar had ook _ den naam van Thoor- of Toroos- maand. Het weerlicht, de blixem , de donder , wierd niet anders genoemt als het geflikker of het geichater van den Opper-god Thor. Ja noch ten tijde van hannes Magnus , de- welke in de feftiende eeuwe gelecft en gefchreven heeft, was de naam7V «er gemeen onder deNoord- fche volkeren. Zou het dan zoo onwaarfchijnlijk zijn dat die Noormannen of Noordfche volkeren , die hier zoo dik wils en zoo langen tijd den baasplag- ten te fpeelen, of de SaiTen die hier ook huis gehou- den hebben, getracht hebbenden naam van hun ont- zachelijkften Godt hier te vereeuwigen. Dan zijn 'er noch die den naam van Dordrecht van de menigte der torenen, dewelke deze flad al van ouds verciert hebben, zoeken af te haaien c Van Βalen g^eft ons een groot getal van die torens op. Waar by nochgevoegt kan worden dat Dordrecht al vanouds een toren, of een kerk met een toren, in haar wapen heeft gevoert. Ik laat den Liefhebberen de vryheit om dat gevoelen te kiezen , 't welk zy voor 't waarfchijnlijkfte hou- den. Non nofirum efi tanias componere lites. Ook zal \a, Joann. Magnus Gothor. Suèonumque Hift, Iib. I. «p.9,
b Ibiu« ' ι E; 1 ■ '* > € Van Balen bcichr»'van Dordrecht pag.7*
Β 5 **
|
||||
26 AAttrc*CNitt«£«r :W toe
ik hier niet fpreeken van eenen Dwothem, idien rij-
ken enmagtigen Wiit, door /«* Gerbrandfz. verzon- nen; noch van den edelen Duretm , door AÜrianus lunim opgegeven , van dewelke de naam van Dort afkomftig toude zijn Zou men naat alle degiffingeri van fümmige waaghalzen liiifteren, en zoo maaree- nige vermaarde mannen uyt zijn hoofd mogen ver-' binnen; dan zoude Bato, ZielandUs, èletellm, Viyf- fes, Rotterus, die den naam aan de Batavieren , aan Zeeland, aan Middelburg, aan Vliïlïngen , aan Rot- terdam, gegeven zouden hebben , maar al lang door alle de geleerden uytgemonïtert en uytgejouwt zijn, wel nieuwen moed mogen fcheppeh , en in aanzien koanen kootnen. , 2. Dat dient aldus vefftaan te worden, dat'er voor
het jaar 1064 üi geene opene brieven , 't zy van Key- zeren , Koningen of Biiïchoppen , eenig gewag van Dordrecht word gemaakt: maat ïnbyzondere Schrij- vers zal men vroeger befcheid van Dordrecht vinden. Voor eerft zou het niet vreemd fchijnen, wat dat de Heer Alt'wg daar tegen mag hebben , dat de Abt Rhe- gWi fchrijvende over het jaar 898, doorDurfos niet anders heeft verllaan als Dordrecht. Regimrms , zeit hy , is in 'i gézelfchap van Graaf Odocrus en van éë- nige anderen, met wijf, kinderen, en al zijn inboedel, geweeken mareene zeerfltrke plaats, Durfns genaamd', en heeft zich aldaar verfihanft. Ds Koning dit vetftaan- de, en zij» heyr ter zamelt 'hebbende , travhte het Ka- fleel in te neemen Docè otn de veelvuldige moernjfen en overftmomingen, die de Mam daar ter pluaiZe ver- oorzaakt ,■ heeft hy het geenzins hnnen meejler worden. Heda , her zelve verhaalende, en zoo het fchijnt Re* gtnms woorden nafchrijvende , noemt die' fterkte Dorfos. Ik zegge dat deze woorden op Dordrecht ligt zouden konnen toegepaft Worden. 1. Derfos of Durfos verfcheelt zoo veel niet van Dort ; voorrij inenifijk als men acht geeft dat de eigene riaairten by de Schrijvers van de middelde ecuwen zodanige en noch miiTelijker uytgangen hebben. 2. Durfos was aan de Maas gelegen, en dat op een zeer moeröfljge plaats; en daar de landerven door het overloopen of mbreeken van de Maas, dik wils onderwater Honden. * Ziq Boxhpta Thau Holl, f 3g. 9 ƒ. Ma»
|
||||
2.UIDH0LLANDSCHE OüPHEDEN. ZJ
Maar ik wi! het liever met Scriverius houden, en het
vanDortsmondev.(|als Darts, ofDurtasos) verftaan hebben. Wy zullen dan andere bewijzen gaan op- zoeken. 3 In den brief van Hendrik IV ftaat e Dor-
drecht aldus vermeld : In de plaats Crempene ge- naamd , vier hoeven van 't einde der riviere Alblas tot de Merwede : en van daar af tot Menkenesdrscht toe de helft van V g(*nfihe land met den.......
Van de Ryede neffens de Merwede tot aan Slydrechtt
Noch by de Merwede in Thuredrecht ; van daar tot ds Duble ; van daar tot Duvelhare ; van daar tot de Waal\ van daar wederom op de Merwede tot in Thuredrecht met de nieuw-gebouwde Kap e lic, vanThuredrecht oofl» waart op . . . Dus word Dordrecht eigentlijk geen Kapelle ge*
noemt: maar alleen gezeit dat'er onlangs eene Kapel was gebouwt. En dat Dordrecht lang voor dien tiji voor een flad, of ten minften voor een opptdum ofonbc- muurde ftad gerekentwierd, fchijnt uyt het volgende te blijken. Vooreerft, indien de Dortenaars hun wa- pen, zoo als het door Buchelius opgegeven word, van den Biflchop Willem gekregen hebben ïn *t jaar 1064, is Dordrecht toen al een ftad, of ftedeke, of oppidum ge weeft. Want op dat wapen ftond het volgende om· fchrift teleezen: SIG ILL U. SECRET, OPP. TRDRE. 't welk zekerlijk aldus gelezen moet worden, gelijk het Buchelius, van Balen, en anderen lezen : Sigillum Secretum oppidi ( of oppidanorum ) Thurdrecht, Ik bekenne, dit is maar een indien, en koomt op het zeggen van Buchelius aan. Maar laat ons. eens zien , of we dat indien door de getuigenis van ouder Schrijvers niet konnen fterken en onder- ftutten. Het Florarium Temporum , door een oud HiftorN
fchrijver met de hand gefchreven, verhaalt dat Graaf DideryklV, f zijne vyanden binnen Dordrecht verfla- gen hebbende , en zich by de wallen van de flad wat vertreedende , .met een vergiftigde pijl doodelijk is gequetft. Een g ander oud handfehrift, den zelfden t Apud Hedam pag. l?o»
f By Schriwüw io Dirk IV*. f, Ibii*
oorlog
|
||||
αδ ZüIDHOLL Α NDSCHE
oorlog en Dideryks dood verhaalende, zegt ook uyt-
drukkelijk dat Graaf Dideryk, door den Biiïchopvan Luik en Keulen verongelijkt , alle de fchepen der Keulfche koopluiden te Dordrecht deed verbranden, en de koopluiden zelf, die in deflad waren , gevan- gen neemen. Ja uyt die Schrijvers fchijnt te blijken dat Dordrecht op dien tijd niet alleen een Had , maar een vermaarde koopilad is geweeft Dat het een ftad was, daar over hebben wy hunne getuigenis ge- hoort. Nu van de koopilad ; Diderik , zegt het Florarium , deed alle de fchepen der koopluiden, die onder Keulen en Luyk behoorden, verbranden; en alle haare perfoonen dooden of gevangen neemen. DeGraaf, zeit het ander handfehrift liet, alle de fche- pen uyt Hoogduitslant , en voornamentlijk die de Keulfche koopluiden toequamen, verbranden. Zoo ïs Dordrecht dan al een ftad en een koopilad geweeft in 't jaar 1048. 4. Hier dient niet voorby gegaan dat Dordrecht in
't begin der 14 eeuwe, als met-ft alle deHollandfche fteden onder 'svyands geweld vervallen waren, niet is bezweken, maar den naam van de Dortfche Maagd heeft verdient. lan de eerfte van dien naam, maar de laatfte der ingeboorene Graven , was met zijne vrouw niet zonder groot vermoeden van vergift ge- ilorven. Het Graaffchap wierd den Henegouwer uyt hoofde van bloedverwantfchap opgedragen. De nieu- we Graaf, verre van Holland gelegen , was ook ver- re te zoeken om Holland en Zeeland in haaren nood te helpen. En beide die landen, Holland en Zeeland xeg ik, fcheenen niet alleen van Heer maar ook van aard verandert te zijn ; en hunne oude dapperheit uit- gefehudt téhebben. Althans de Vlamingen en de Bra- banders plukten en roofden Holland en Zeeland naar hun welgevallen \ en hadden meeft allede fteden zon- der flagofftoot gekreegen. Maar van de eenekant is de Ridder Pi^itte va» Haemftede, met de hulp van de Ken- jnemers enWeftvriezen, deVlamingen op hetlijf ge- vallen , en heeft hen het ganfche land uytgeilagen. Van de andere kant hebben deDortenaars, onder het beleid van Klaas van Putte», den Brabander aangetaft en verflagen. En zedert dien tijd, gelijk gezegt is, heeft deze ftad den naam van de Dordrechtfche Maagd behouden, DE |
||||
Oudheden, ί$
De GROOTE KERK te DORDRECHT.
<^e grootetoft/ üétoelne opöennaam ban oeGroote
öe $, J&aagö en jfl&oeöer <&ob§ Maria tnge^Kerk' imjöt foa3 / $ in 't biefteefeöe geöeelte ban %&φμφ / niet berre ban öe ftab^-beften/ QtltQtn. «feaaf Aalbert van Beyeren jjeeft'ee
in 't jaar τ 566 een Hapittel oefticBt ·, ueftaaw
öe itgt eenen beften/ iz&anonmltften/ bier üoo^-gejeHen / en eenige 3Mtanffcn: 't bjelft ÖOO^ Johan van Verneburg , SSiffcgOp ban H'
trecgt/ i£ öebeftigt <®e toren/ öefcoeïfte ge*
boutet toa^in 't jaar j 332/ i§ in 't jaar 14Γ7/ maat niet 1401 / geïp ög Boxhomius ftaat/ afgefyanö» feant op eenen fteen / onöet aan öen toren ftaat/ nocij in 't Satijn te ïeesen: Ik ben opgebouwt in 't jaar van Hiefus
153P, op den ïójuny,
En met meer andere torens afgebrandtin 't
jaar 1457, °P ^en 2^ Junv·
©et i$ een feïjoone toren / en met fraag en
geerïp öoogfcoerft bereierö. ïfet gemeen seggen i$ Öat &. * Sara beje door s.
Üern / of ten miofte eene anöere op öe3eïf öe 9ura, plaats/ ïjeeft opgeöoufcot Man öe noojö* <vsebouw 3ijöe öee3er Merite ftonö eene 3eer fraajeltapei ban öe =(§♦ J&aagö en j&oeöer €»oöt$ Maria: en in öeese Uapelie foa£ een S^oeöerfcjjap op* gerecgt ban öe boo^naamfte 23urger|: fcoei* lier oogtoit toa^/öeeeröergemeiöe ü^jj&aagö «gt te öjeiöen* * Van finre Snra kan het ι Öcel van liet Latijafchc Batavi*
Sacrr, op hes ijo zöjdjc , nagezica worden» Si»
|
||||
3© ZuiDHOtLANDSCHE
31» iieseïfte ïterne 39« l7 fcapelïen m 47
outaaren / be eene iaat groóter be anbeee mat
ïtïeinber / gemeeft Boxhornius, bie maar itan
<μ ftapeiïen gemaagt/ geeft gier m$ gereïienfc.
<êen ban be geraelbe outaaren ma| get 3g«
$trug>£ toegemgbt : mant men gab baar een
ja*r een Sloot ftuit ban Chrïftus googmaarbig Uttxfêi
groot nuk 't meïfi in een fraag £iru$-öee!b / met noftelg*
vzn cbriftm %t gebeenten bereierb / toa§ ge$ek 3^it ftuH
bewltt UW toï Ö^ t· &rm$ W* Niklaas, ^CgOUt ba»
wieti ©ojbjecSr/ benJ£o!baau ban ^aDgiionie in t
jaar 1530 üfcigip outb«?eemt op beboïgenbe frlfe*· ï|g moeft aan be$ ^oïöaarai rp-ftaf/ bear get flruït be^ geiligen livui§ ingefïoten toa^/ üt$ gerfteïien, $feg öie geïegenbgeit geeft gg get gemelbe gout baar ngt gegonöen / in 59110 geboomte fïaö gefrgagt/ en aanbe g^oote iieri* gefcgonnen* 3[n 't jaar 1431 gee# Zwederus, 2pl'ffegop
ban ïltrecgt / briïlenbe bep^oeben of get maar*
ïp een fïuit gout£ ban 'f %eeren Hru$ taa£/ get 3eïbe ten oberfïaan ban eene g^oote menigte toaii^tuige&tii't buur gewogen: en get $ in aïlenbeelen gaaf en onbefegaöigtge&ïeben. Φι in t jaar 145-7 a$ *w> 0^t gebeeffce berfïab/ ei* baar onber be iterïi / boo^be Mammen- ber# ntrftiua^ geeft Johan Aaibertfzoon beften/ met fcmee Üerfimeefieren / get seïbe googmaaröi0 gout ongefegonben en gattfeg onberbgano ge* bonöea ï|et mierb jaarïp$ / o^ben eerfleu gonbagna ^§, Pieten enPaulusbag/ imm glegttgen en aausienïpen ommegauf m't ron* be 0003 be flab geb^aagen : melfee ffaat3ie be ftïeiue ommegang toierb genoemt. <®it geiïig panb t$ m 't begin ber befienbe Sanb- en <0e* ïoof^-beroerten tot$ geraakt» ©ocQ
|
||||
O Ü D Η E D » W. 3%
<©oe][j $* S^bfte twrfïaati bat gefc t' gat$ in
feetoaamige $0$ ben eerden ]&;jjloeg-Der ge* öieïbefiebe: beneffen^ een fyantofcljnft/ oppat* feeme»t gefefeeiien / baar be tellenen en toon* tierbaaben/ booj §et 3eïbe ïirn$ sebaan/ toijb* fcapjg bergaaït tooien, Wanneer be t&oote fter&3etimmert3£/baai:
in Zoomen be^eïfêp^ niet ober-een, Som- migen jeajen in't jaar 1300 / anberen 3eg0en in 't jaar 1*3545 en toeberom anberen iii 't jaar 1339: 500 a^ bg Matthys van Balen &£CebCC
nage^en Ran tooien. (O
|Mer neben^ gaat be ö^ief ban Α alben van
Beyei en : tuaar Ö£ %et boo^ioembe Itapitteï ïwö} ben gemeiben <&tmf Φ op0erec&t. Α ALBRECHT , by der Godts Genaede Palens
Grave by den Rijn , Hertoge in Beycren , Ruwaert van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant, doen cond alten Luyden, dat wy puer- lijck om Godts ende om fijne gebenedyde Moe- der Marien, horen dienft te meeren ende te be- teren in onfer Kercken tot Dordrecht, in eenc gedenckeniiTe ons ende onfer ouder Zielen ter eeren ende ten love Godts gegeven hebben, en- de geven onfen Confent ende Wille daar roe: Dat deCc voorfz Prochy-Kercke , by Confent ende Wille ons Geeltelijckxs Vaeders des Bik fehops van IJytrecht, gewandclt magh werden ineen Collegium , ende fy in een Canonefye, dat is te verltaen: Dat de vier Cureyten vander Kercke voorfeyt, voort met acht Gefellen die geprovent fijn, in haer Kerke Canoniken mo- gen werden, Canoniken Staet ende Vryheyt te houden, elckop fijneProvenue, daerhynuter tijr. op geprovent is isdcr felver Kerke, behou- |
||||
%Z ZUIDHOLL AHDSCHE
wende ons, onfe Heerlijckheyc ende gifte in
aller manieren, als van onfen Ouders comen is. Ende daer toe dat Wy ende Onie Naercome- lingen rechte Patroonen ende Gifters weien (ui- len ende blyven tot eeuwighen daege, van den Provenuen diemen te hiecen pleget Cappelrye op Sinte Louis Altaer, ende die Cappelrye van S. Jacobs Autaer inder fel ver kercke, die nu tot Canonickx Provenuen fullen gemaeckt wor- den in alre formen, alfoo die Cureyten der kerc- ken voorfeyt, dien de gifte daer aff te hooien plach, ons die over fullen geven, ende refigneert hebben fonder ergelift, ende want die Cuere van der kercke groot is , ende fy altoos is ge- wee ft met vier Cappellaenen , foo fel elck Cu- reyt van den vieren fetten eenen Cappellaen, daer die Cuere by geregeert wert in aller manie- ren ende Ordonnantien als altoos haercomen is, ende een vande vieren fal altoos Cureyt blyven. Ende defe voorfz. Canonicken en fullen den vier Perfoonen , die de kercke toebehoort , geen hinder doen aen haer Offerhande , ende aen an- dere accidentien die hem toebehoort , maar fy fullen hem een hulpe wefen nae der Ordonnan- tie , die fy te haer toe gehadt hebben in haere kercke, ende fullenfe helpen beteren ende mee- ren totter kereken orbaer. Ende want wy wil-· len dat defe voorfz. faecke vaft cnde geftade blyve: Soo hebben wy gebeden cnde bidden ee- nen Hoogen ende Edelen Man, Mogenden Pre- lact, onfen Geeftelijcken Vaeder, Heeren Jan van Vernenborch , by Godes Genade Bifchop t'Urrecht , dat hy dit Collegium inder befter formen authorifeeren wil ende confirmeeren. In Oorconde defen Brieve befegelt met onfen ZegcU Gefcbreven in den Hage des Saterdages naer
|
||||
Oudheden. 33
naer Onfen Vrouwen dagh Purificatio. In'c
Jaer Ons Heeren M. CCC. kff en feftigh. "jujfu Domini Ducis Alberiu
Per Dominum G de Heemfteden, &
Philippum de Polaenen,
M* G. Potter.
©e fytëf batl Johan van Vern-burg, ^iffcgop
ban Utrecht / öienenoe tot öebefftgmjj ban 't
srairfttfcagfttei/ toa^ ban öen bolgeniiett in* Jjanö: JOHAN, door de genade van Godt en van
den Apoltoliflchen Stoel Biflchop van Utrechr, maakt aan alle Chriflus geloovigen , ter eeuwi- ge gedagtenifle der zaake, bekent, Nadien wy, gehouden zijn den luider van Gods huis zoo veel te meer als andere te behartigen, hoe dac Godt ons, door het opleggen van het BiiTchop- pelijk ampt , meer heeft willen verheerlijken: zoo is het dat wy begeeren en gehouden zijn die dingen , dewelke door de zorgvuldigheic Van een godtvruchtigen yver gefchikt zijn om het vieren van den Goddelijken naam uyt te breiden , geerne voort te zetten , en 'er eenc gunliigetoerternming aantegeeven. Nademaal dan de in Chriflus beminde Heer , de edele en grootdaadige Voril Aalbert, Hartog van Beye- - ren, Paltsgraaf aan den Rhijn , Ruwaart der Graaffchappen van Henegouwen , Holland en Zeeland, en Heer van Vrieüand , goedgevonden heeft ootmoediglijk op ons te verzoeken, dac Wy ons wilden gewaardigen de groote Parochi- kerk in dè ftad Dordrecht, dewelke gebouwt is ter cere van de H, Maagd Maria, en voor vier C Paftoo-
|
||||
34 Zuidhol ÷ á ndsche
Faftooren en acht altijd- duurende Vikariflen be-
giftigt is, toteene Kollegiale Kerk van wereld- lijke Kanonnikken op te rechten: zoo is het dat wy, door de rechtmaatige gebeden en het bil» lijk verzoek van den voornoemden Heer, Graaf, en Hertog Aalbert ... bewogen, de voornoem- de Kerk, ter eere van de allerheiligfte Maagd Maria gebouwd en begiftigd, door ons BifFchop- pelijk gezag tot eene Kollegiaale Kerk oprech- ten: geevende en verleenende aan de gemelde Faftooren en Vikariflen , en aan hunne nazaa- ten, de magt om in't toekomende een bequaam perfoon tot hun Deken te verkiezen, om een Kapittel uyttemaaken: en alle andere Kapittel- rechten te genieten en in 't werk te ftellen, op die zelfde manier en wijze. * Zodaanig dat de inkomften, dewelke in de gemelde Kerke voor 4 Paftooren en 8 Vikariflen geilicht waren, nu verandert zullen zijn in twaalf Prebenden van Kanonnikken: te weeten vier in Prieiterlijke Prebenden, vier in Diakens Prebenden, en vier in Onderdiakens Prebenden*. En die deze Pre- benden bezitten , zullen gehouden zijn de voor- noemde Kerk , in de kerkelijke dienften 't zy dat zeby dag of by nacht verricht worden , en in het plegtig zingen van de Kerkgetijden , op te paffen en tendienfle teflaan. Het voornoem- de Kapittel, met des zelfs perfoonen, neemen ■wy onder onze byzondere befcherming : ten einde het alle dezelve vrydommen, en ieder der zelven in'tbyzonder , mag genieten, dewelke onze Kollegiale Kerken in het Bifdom van U- trecht, van rechtswege of door de gewoonte, genieten, of gewoon zijn te genieten. En wat * Hrcr fcKijcit iet aan den Latijnfchen text te ontbreeken»
hunne
|
||||
Oudheden. 3?
hunne misdaaden belangt; daar over zullen zy,
200 veel als de rechten en de gewoonten hec toelaaten, door den Deken en het Kapittel ge- ftraft worden. Noch vergunnen wy hun eerlij- ke en redelijke ftatuiten en inzettingen met een paarige toeiiemminge te moogen maaken , en voor tefchrijven, en loffelijke gewoonten te mo- gen opvolgen. Vorders dat de Heer ffillem van Lantskroon^ Prieiler te Dordrecht, den welken wy door den tegenwoordigen brief tot Deken van 't zelve Kapittel aanftellen , en als 's Kapit- tels Overfte beveiligen* aldus, zoo lang alshy in 't leven blijft, de Deken der.yoei noemde Ker- ke zal blijven: en dat na des^lfs dood het Ka- pittel voornoemd, en de Kanonnikken die in de verkiezinge te ftemmen hebben, uyt hun eigen genootfehap , zoo als.de rechten vereiflehen% een bequaam perfoon zul'fn. verkiezen tot De- ken ; die dan door ons, naar de wijze van de andere Dekens onzer ftede van Utrecht voor- noemd, beveiligt zal worden, om de zielbeftie- ring van 't gemelde Kapittel waar te neemenj het opzigt over het Kapittel te hebben j hen ten Kapittel te beroepen ; en om de andere Dekens- rechten, dewelke door de Dekens der gemelde Kerken , volgens de gewoonte of van rechts- wege, geoefFent worden, in 't werk teftellen j en als de voornaamfte onder hen aangezien te worden. Daarenboven verkenen wy, ter ver- meerderinge en ter gunfte vanden Goddelijken dienft , aan den Deken en het Kapittel voor- noemd dat zy, wanneer de gelegendheit zich opdoen zal, en de inkomften des Kapittels zoo- danig aangegroeit zullen zijn, noch vier Kanon-» nikken, die dan op nieuw aangenomen en vol- gens het goedvinden van den Deken ter kerke- C 2. Hjke
|
||||
$6 ZUIDHOLLANDSCHE
lijkc Wijdzelsgevordert zullen worden, en ge-
lijke voorrechten zullen genieten , zullen mo- gen verkiezen om in hun genootfchap, 't welk wy reeds goedgekeurt en beveiligt hebben, in- , gel ij ft te worden. Vorders dat de Deken en het Kapittel zich met het bewind der Parochie,met de offer-penningen en de vordere hulpmiddelen, dewelke den geenendie in het gemelde bewind ingehuldt zijn alleenlijk toekoonen , geener- wijze zullen bemoeyen : maar dat ze de voor- noemde ingehulde perfoonen , volgens ouder gewoonte en hetvoorfchrift der Kerke, in alles getrouwelijk zullen hebben voort te helpen, erf met raad en daacFïiy te liaan. Dat 'er ook in de gemelde Kerke, ten allen tiide, tenminftc een Paftoor zal blyven ; dewelke van rechtswege onder het rechtsgebied van Mijnheer den Aarts- diaken zal Haan ; en deszelfs beveelen zal ge- hoorzaamen. Noch al vorder, dat ieder Kanon- nik , die nu Kanonnik is , vergenoegt zal zijn met het gros van zijne prebende , 't welk hy gehad heeft voor het oprechten van deze Kol- iegialc Kerk. En de Deken, die het dan wee- zen zal, zal in allerhande dagelijkfche uytdee- lingen, onderilandgelden, en vervallen, zonder eenig beding, een dubbeld gedeelte hebbenen genieten: en alles, en ieder van 't voornoemde, zal vailgefteld blyven; zoo als in den voornoem-1 den brief, door 's Hartogs zegel bezegeld, -en daar onze tegenwoordige brief door geitokenis, breeder ilaat uytgedrukt. Aan al het welke wy' onze bekrachtiging,toellemming en medeilem- ming verkenen, vergunnen én toeflaan; en het zelve door ons ordinaris gezag goedkeuren , en bekrachtigen ; en in Gods naame door deezeri/ brief, ter eeuwige gedagtenifie der zaake,zotw. der
|
|||||
.
|
|||||
f
|
||||||
Oudheden. 37
der eenig beding beveiligen. Gegee ven in't jaar
des Heere M,cccf lxvii. den xx. van de maand Junius. %H toefïentming ban ben J^ooft m hm
%avtgfoimtn ban ïttrecï)t$'er on bee^eboo^ toaarbe opgeboïgt / bat be 3Mten en get ïta* pittei jaarïp^ ttoee marft en ttoee loot goeb/ louter/ en fijn 3iïber/ ïttttf gt£ gebrigt of,oe toaarbg ban bic / in gangbaar geïo souöe οψ brengen* ΦθΚ geeft Aalbert van Beyeren, Ott! '§ ï*a*
ju'tte!^ innomften te bergrooten/aan get 3elbe
cene metitoe rente toegetoesen ugt be bier ψι& benben / betoeïfee toen behïeebt toterben booj ïfeer Jan Waeiwyn , beften / 3§eer Johan vander Burgh,
Ifeer Herman Spiegel , eit Jfeeefter Maarten , Floris $00n* Aelbrecht , by Goeds genaeden Pals-Gra-
ve upten Rijn , Hertoge in Beyeren, Ru- Hetgcmei-
waert van Henegouwen , van Holland, van de Kapittel Zeeland, ende van Vriefland. Doen Cond allen *j00r Aal" Luyden: dat wy wel beraden met goeder Voir- ^ ve*1^ finnicheyt, in Goeds Name, zijnder liever Μ OC- met nieuwe der ende alle Gods Heyligen , ende om Gods infcomftea dienfi: te meeren , in onfer Collegye tot Dor- bcSlftIg^ drecht geiticht, in onfer Vrouwen eeren Ma- rien, der Moeder Gods, Gegeven hebbenende·; geven een zekere Rente , te nemen wt onfer Vier Probenden , die nu ter tijt befitten Heer Jan fFaelwijn, nu ter tijt Deecken aldaer, Heer Jan vander Burch , Heer Herman Spiegel, ende „ M>". Martijn Floriszsen. Inder manieren als bier nae volget: Wanneer datter enen ifcrvet van C 3 den
|
||||||
\
|
||||||
38 ZuidhollandstHE
den vieren voirfz. Soe zal alk die Vrucht coe-
men aen den Deecken ende Capittel , die dan ter tijt weefen zullen inder Kercken voirfz. en- de wanneer die Collacie aen Ons of onfe Nae- comelingen comt, ende Wy daer mede eenen anderen voirfien zullen , die zal hebben drie Pont groet 's jaers voir zijn Corpus, in Paye- ment alsme bv tyde in onfe Stede van Dordrecht Byer ende Broet mede coepen zal 5 ende dat Corpus mee dat daer verfcynen zal die Deecken ende Capittel j erlicx den geenen wrreyken , die Wy onfe Collatie geven zullen. Ende Zoe "wye Wy, ofte onfe Naecomelingen verfien zul- len metter Pi ovende die nu ter tijt Heer Herman Spiegel bezit, dien zal die Deecken ende Capit- tel jaerlicx wtreycken voir zijn Corpus vier Pont groet Payements als voirfz es: overmits want die Provende des rechten Cureyts Provcnde es ende ewelicke blyvenmoet. Ende zoe wes van elcken van deefen voirgenoemde vier Corpus meer coemenmach jaerlicx, dat zullen die Deec- ken ende 't Capittel voirfz zetten ende geven in gedenckenifle onfer Ouders, Ons, ende Onfer Vrienden zielen dagelicx, in diftributiedenCa- nonicken, die daer dagelicx teGetyde coemen te Choer , fingende ende lefende, ende anders nyemant, in geenen anderen Oirbaer trecken, noch doen trecken. Ende des zullen die Deec* ken ende Capittel voirfz up hoeren coft altoes houden vier Cappellains : de Choer te regeren ende den dienft Gods te helpen doen inder Kerc- ken, als gewoenlicke ende haercoemen es. Voirt zullen die Deecken ende 't Capittel tot Vier ty- den van den jaere onfen Oudere , Onfen ende Onfer Nacomelingen Memorien doen, mit Vi- gilien van Negen Lefien , ende met MuTen, O'ib Ende |
||||
Oudheden. 39
Ende tot elcken Termijn te deelen zeven Scel-
lingen groeten, onder den Deeeken ende Ca- nonickcn , die daer dan tegenwoirdich weefen zuilen inden Choer: ende deMemorien te hel- pen begynnen, middelen, ende eynden. Voirc waert zaecke dat enich van defen viere , die nu ter tijt deefe voirgenoemde vier Provende heb- ben, by Confente Wyflel ende Permutatie de- de : Soe zoude die geene daer hy regens Per- mureerde ende Wiflelde, ende van Ons een Pre- fentatie brochte , hebben zijn heel Provende, alfoe lanck als hy leeft, gelijckerwijs als die gee- ne hadde daar hy tegens WyiTelde ende Permu- teerdc, ende daer en tenden te coemen aen den Deeeken ende Capittel : in alle manyeren als voiriz. Ende omme de meerder zekerheyt: Soe hebben wy gebeden ende bidden onfen eerfa- migen Vader in Gode, Heer Arent van Hoerny Biifcop t'Utrecht, Onfen lieven Neve, dat hy hyer inne gracye ende genade doen wille, ende dit eonfirmere wille van zijnre Machte. In kennilTe der waerheyt zoe hebben Wy deeze Privilegie ende Brieve bezegelt , wthangende met Onfen Zegele. Gegeven in den Haege des Donderdaechs na Synte Matthys dach Apoftel, in 't Jaer Ons Heeren m. ccc. lxxvïj. Aarnout van Hoorn, 2&ffcï)0# fcötl flftedjt
Sceffc fee gcmdöe $ftt goeögefteuit,
%i\ mnQt öngeöjute fepften / onïrcc tng
öeruftenöe / ftaan be ftoïgen&e ^zümg ban ïjet Semeïiie üaptttd aati0etefse*itï: "31» % jaac 1568 tte ffettX Willem van Lants-
kroon, otelcöen Urn ^I bati #cioöet? 137^
1376 ite IfepM Johan Waelwyn.
|
|||||
C 4. Η3δ
|
|||||
4© ZuidhollandSche
.,: 1438. * ^tev Willem Wachelaar, obeeïe&eit
144* ·
. . . ï|ecr Tilman van Rozendael,
145-4, 5|cer Johan van der Halle. x4f9 Jl&eefterjohan van Egmond, Aalberts-
30011/ öe oom ban baber^ toege ban Agnietje
Η ndriks, j^jotjinne ban ^Agnes Honbent <èee$eJohan van Ei-mont geeft öe Mok ban 't gemelöe^ Agne $tf oofftt/ 408 ponöen 3toaar/ in 't jaar 1465· op oen 30 ban j&aart/ 35000 J&almen-^onöeg/ ingetogöt: op ioeïfee totjöiip ge tiwelMaamfcge ponöen en bjte ftmbetgi ten toffer 30» gegeben, #on geeft gg öe Hapefïe ban *§. Pancrarjus in öe rjroote üerïi gefticgt j en ip ι bolgen^ öe papieren ban ■&. Agnes fóloofter/ in 't jaar τ 484 naar een beter ïeben bertroMien, Ifn toa$ om öe b^oomgeit $gn$ ïeben$/ en 01113(3113eet b^enöeujn en minzaam geö#ïg/ ban nlè menfegen bemint: eninmtï* öaaöjggeit totöe armen gaö ïj« nanbjips3ijn toeergaa. %uf§ geeft gg / op 3gn öooöoeööe ieggeitöe/ öe armen tot sgne erfgenaamen aan> gefïeït: Doei) aan β, Ag nes üioofïer geeft gn tkn mergen ianö# / en ai 3tjn 3iiberen gu$- raaö/befp^onen, 1493 %eet Gysbert Oem , Jakobs30011/ü$t
öe toeeelö gefege;öen in't jaar 1497. sèegalben
anöere goöib^uegtige toernen geep; gn aan get 23,?oeöerfCijap ban 3ferafalem 18 Carolus gw> öen^ bn ugterfïen toiüe befpjonen. 15-07. ^eer Maarten, Willems 500η/ Ober*
ïeben in't jaar ι f 07.
15ΊΟ. $|eer Pieter van Eemskerk , ^cgtlo*
ïtnaap/ gefio^ben in 't jaar ι f ι ο.
* S. van Leeuwen en Nflatth. van Balen ftellen 't jaar i?H*
moet na alle fchijn weien 't jaar 14.34» 7M Ί W*
|
||||
O U D Η E D È Ni 41
If27* 3|eer ^Egidius Vogelaar , Bartholo-
maeus 300η/ obcrfeben ben 11 Mty ]T^°*
i-f?3· ïfeer Kornelis van Alblas, Willems
300η / obcrieoen m 't jaar ι ?#♦
15-41. ï|cer Damas vander Myle, Oberïebett
15-41.
τ γ f2* j&eefïec Eland, johan? joon/0efïo^
ben ben 19 tean <0ctoöer im· iTTi. |E?efïer Vdrtaan van Mcrwede.
iyrfo. ^ttfttt Kornclis Rmnmeboom, Gys- berts 300η/ gefïO^ben bOigen^ S van Leeuwen ben ïx / bolgen^ Mauh. van Balen ben χι
jf&aart i?<5o. if7f ïjfeer Adriaan van Duvenvoorde , Jo-
bans 300η/ fö&oec j i$ oberieben omtrent Jet
jaarijvf. Z&c ïaatfïe beften tg boïgen^ §et ftoomfcfl
PeegaatbanJ ikob de La Ton e banket Hoom^ fcatoipe geloof afgetoeeften. KANONIKKEN der Groote Kerke.
1565« i|eet* Willem van Landskrnon. Κ??01-
1366 %er Pieter, Gylelbrrts 300tt# mkkca*
1366. ïfettt-Anroni van den Zanden.
13/56. j|eer Boudewyn Onderwater.
13Ó6. §eee Herman Spiegel.
1368. ï|eec Willem, Gyfelberts 300η/ bit
jaar gefïojben.
1370. ï|eerGodefridusN. bit jaar gefïojbem 1373 i§eer Pi-ter Suys, ött jaar gejïo^ben. 1376 ^eer J^han Waehvyn·..
13-6 i|eer N. Hendriks 30011 / bit jaar o=
berïeöen. lV7* ^eer Johan vander Burgh.
J377. éeer Maarten , Fioris JOOH, , Cf 1378.
|
||||
42 ZüïDHOLLANDSCHE
1378, ^ttt Johan Sccbbier , Ut jaar Ober*
ïeben.
1389* ~&ttt Johan van Schiedam , Gerrits
300η/ Dit jaar oberïebeit
1 ?p<5» i^eeu Johan Malegys, bit jaar ober*
ïeben. j 59<5* ï|eer Koenraad , Zas 30011 / bit jaat?
oberïeben,
1400 3|feer Chriftiaan vande Lek, bit jaai!
obftiröcu.
1402. ||eeeJakob, Kornelis 30OH/ bit jaar
obcrlebcn.
1403« Jjfèeefïerjakob Hamert, Öitjaaeob^
koen*
1406. $£tw Niklaas Halling , öit jaar Ober*
Itbm.
1407. ï|eer Hugo, johans 300»/ bit jaar
obcrköcn 1434. iljttiv Willem Machelaar.
14 . . ^ttt Tielman van Rofendaal. 1441, jEcefier Jakob Kok. 1444. i^ttt Johan vander Halle. 144(5« l|e?r Dirk, Baarthouts 300tl. 1446. $j>etv Johan die Roode.
1447. ïfèttV Baarthout van Eemskerk.
145*2 3§00E Daniel van Beveren, Willems 300η/ oberleben.
ΗΓ7 ït^ Willem de Jonge, ^ttt Rei-
uiers 300η* 145-8. i|eet Diderijk, Johans 300η*
145-8. $kttfttt Kornelis Moeien, Johans 500IL
145-9. IfettV [ohan van Egmond, Aaiberts500ïl·
145-9. ^t0t Willem van Malflem.
145-9. ^ttt Rudolfus Duyk , ^ttt Niklaas
300η*
i45'9. ^ttt Tielman Ocm,3|e0rjakobs3omn
I4ÖX.
|
|||||
':
|
|||||
Oudheden. 4J
1462,. ^ttfttt Maarten , Willerös ^OOH,
I46jr. %eee Wouter Spiering. 1472 jflfeer Johan, Pieters 300tt* 1477. Φε^ Servaas, Servaas 300ή. 3480 ^le^cSaris van Muylwyck, %eerGer- rits joon. 1481. |&eefïer Gysbert Oem, ïf eer Jakobs
300η*
1484. I&ecfltfr Johan Boot vanBarendrecht,
^tet Kor nel is 300η. " 148f, ^cecFransvanDiemen,Gysberts30on.
1485-, 5§ecr Johan van Goer, Aarnouts 30OIU 1485. $&ttfttt Johan, Judocus $00n* .
1485- ï§eer Gillis vander Halle,Tielmans30Ott# 148$% $|eer Andries, Willichs 300η. 14.85·. ^ttt ]akob, Gillis 300η* 1485·. ïfeer Lambert Mol, Lamberts 30OIU
1492. ||cer Johan, Judocus 300η.
τ4.96. ^ttt Jan Boot van Barendrecht : gp
maa&te aan be Heen eïf mergen bebpt ïanb
iu^rrgen / m i$ bit jaar oberleben. ifoo. jJH^CCfïer Frans van Alblas,^eecWil-
lem s 300η 15Ό3- JpCCfiCt Jakob die Joode, Aarnouts
300η/ bit jaar gefloten.
1504. ^eefler Gillis Vogelaar , Bartholo-
mseus 300η
15-07. ifètev Maarten, Gerrits 300lt·
15Ί0, Jjfèeefïee Pieter van Eemskerke, Tiel-
mans 300η / bit jaargenoten.
ifi2. l^ttt Gerrit, Kornelis 3Ö0tl.
if ia. i|cer Kornelis Bakker, Jakobs 3OOII.
15-13. ?|eerHugo, Philips 300«.
IT14 Jèeefïer Herman Haak: φ aïtfjaftg
omtrent bit jaar üanoitml al&fer öefoeefï.
jpó\ Jffteefïer Adriaanvan der Poel.
|
||||
44 ZUIDH0Ï,I,ANDSCHE
lfij. ^mt Judocus, Judocus 300η*
ι f 18. gkttfttt Aamout van der Poel. I5*ip. ifeett Willem Halling, ifio. of omtmit ifio, ^tCt Hugo, Baart- houts 300η. ifii. g^ttfttV Kornelis Oem , i^ bit jam/
in oen ouberbom ban r8 / jaaren geffo;ben.
ip.3. JHeeffc? Kornelis, ïfeec Wülems
SOU». 15-15-. Jakob Krooswijk: bit jaar ObcdcÖC»*
; I5*xp. ijfees Dirk v-an Holten. 15*3?. ïfeec Jakob, Kornelis 30ΟΠ.
15*3Γ· i|cCC Godefchalk van Wyngarden.
I5"3f. ^C0l* Damafus van der Myle , ^Ct
Kornelis 30ΟΠ 1 f 3 Γ· ïÉ^E Jakob Beamont.
Ifff. ^eec N. Sas.
*f4f* ^t* Godefchalk Oem , i^til bit jaat/
5"p jaami oub 3ij«be/ obetleben.
15-48* ü|eci* Heimaia van Beamont.
ïf5*o. of Ottitmit iffo. ïfeei* Willem de Jonge van Baartwyk. iffi. lleefïw Eeland, Jans 30011: bitjaac
oberïebert. 'S* 57· fflkïtfttt Adriaan van der Merwede.
ïff7 jjltefia* loban de Vrie.
1 ffS. jÉeefïCl* Wouter Halljng.
lyöo. jffljUttfttt Kornelis Bomme-bom , Gys-
berts 300η/ bit jaar oberiebea
i<)6%. ^ttt Dominicus Bakker , Dideryks
300Π: bit iaat obetfebeit*
1 f Mi Jj&eefiec Joris Janiïe,
iS6Ï* %^5 Joris van den Bofch : bit jaar
oberlebeiu
'ïf&i 4©e0fïec Gooffen Matthysz : bit jaar
0betfeben« *
IJ71·
|
|||||
___________________________ MmmiiM
|
|||||
OüDHEDE Ν," 4^
1571. 3|eer Daniel Aarnouts: tjfö jaar tibt&
Uhm.
ifji, ï|eer Daniel Hallingh.
ifji· ï|eer Johan vanden Koulftcr, ||eer
Flor is 50011« <9mtCCnt 1572.. ^ttt Kornelis Hallingh.
IT7ï- ÏJWC Adriaan van Duvenvoorde, ï|eer
Jans 30ΟΠ. 15-96. Stierf Jan van der Li nd , ottb 71 ja*
ren»'
1603, ï|eer Kornelis Neve 5 Gerrits 300η:
bit jaar oberïeben.
Daar hebben αι. Kapellen en 47. Outaaren
gedaan.
ι. β.. Odulfus*ïiapcï: in 't jaar \$of, $t*K
fïtCÏjt b00£ Pieter Damafuszoon van der Myle, r
^ur0«nccfïcr te ^o^ecïjt
i. <§. Barbaraas Ftapel : 111 't jaar 14 . . %V
fïiCÏjt bOOJ Rainildus van Brakel. S^e ftapeï ioo$ bemieïbt op Qct jaar 1411. en 145-4.
3, β] Catharinaas ftapeï: ffefïl'CÏJt 111 't jaar
14. . en bermelb op§et jaar 1411.
4» £. Andriesftapcl: geftieöt in 't jaar bt$
Ïf0rre 14.. rit bermelb op tjtt jaar 1447. 3De* 50 ftapd foa£ gefcijjftt booj ïjet gübe ban öe $#$*#»
f. t&t napel ban 't $. Kruys, geiïiejjt in 't
jaar 14. .
6. ^c fcapcï ban ben Meröetïi'öfïen naam
Jefus, in 't jaar 14-85-* ben ±0. September ge* ftic^t b00£ 3jfccr Adriaan Pietersz. van Zande-
ling. * Dc Leczcr ζγ gewaarfchouu't dat in iedere kapel ccfip
oütaar jyas gefticht ; 't welk den naam vaa den zéffileü; Heylig voerde, firtaaldtr, 7. <H*ïe
|
|||||
//
|
|||||
46 ZüIDHOLtANDSCHE
7. %&kbm& Ëlizabet, ben 4. ban (©CtOÖer
1431 gefïieljt booj be èerfcoaarbige i^oub?
Zoetje, toebütue bah Gpben Ncyifen van Oxi-
deren : bjelne ftitï}tin# ben negenben ber jeïbe tnaanb/ in 't gemelbe jaar f431 / öebefligt j$ Ö00£ Zweder van Kuilenburg $5iffcl)0|J bati
lltrrcfit,
8. l^C ïtapeï bet? Jerufalemfche Broederen
ofHeeren, ge^icjjt in t jaar 14. ■ fiaattiei^
melb in be refeeninge ban get ^oeberfeïjap beeser ïiape!ïe / betoelne gebaan i§ in 't jaar 1503* 9. &it bm β. Joris, gefïitgt in 't jaar: 14..
en banoub^jjet^cöutter^-gdbebau beu Boet?
boog toc0efcQtitt / fïaat imtnüb op Ijet jaar 145*8.
10. ^feban^Lodewijk, gefftcjjt in Ijet
jaar 1 $ ♦ . fïaat bermeïb in bm fyitf ban %ar*
tog Α alben j boo| bentoeïften §» jjet fóapitte! ber 43%oote Merite in 't jaar n,66. opmlftt. %&t$t napel $ in hm jaaee 1493 aan be Ι&μι* ter$ ingeruinit: en geeft ban oub$ ter beiioe*· intnge en bergeebingeban be moïïanbfcï)e<il%ai> ben gefïaan, 1 i.&ieban^ Apoilonia^ijnbeia't jaar 141.». gefïiejjt bOO£ È^Öiltö Adriana van den Kouliier -,
en ben 2. 9fung 15*10. met groter mnomfïeu
begiftigt bail 3^QIÜ» Beatrix Willems bOCÖ^
ter van den Koulfter. ix, ^ieban^ Pancratius, benxf.S(anua^
tn 1474. gefiiCÏJt bOÜJ JÜCefïerJohan Aalberrz
van Egmond, feiten ber&oïiegiaïe nerne ban
be % l&aagb Maria. %n be$e «apelle/ aan β. Pancratius tmtaar / toaren 2· biftargen ge* fïicijt. |
||||
O U D Η Ε Ό %, Ν. · 47
ij* ®ie ban $ .... . 0efltcgt in 't jaar
14. . en in ben öjt'ef ber üertaeefïeren bet* mÜU Oiöet ben naam batl fan van Muyiwyks
fcapeïïe, 3fn t jaar 147τ/ ben $\ ban pepten*?
bet /i$ be3e napeï begeeben aan jjleefïer Johaa Aaiberts 300η/ belten bet <03oote^etne. 14, ©ieban^Janüvangeiitti befoeïftebett
14· ban #ctober 1478 grfHcgt t^ booj eenc Geertruid , bOCÏJter banJlèeefiCt Johan Aai-
berts, en ioebnfoe ban Rombdut Jans 300η» ι f. <2We bal! ^. Jakob den Meerdert η : be^
toelne/ benebengi eène Mlmtg aan jg Jakobs
ontear/ ben χr fSngnjff i/ in 't jaar 1487/ gefïieïjt etl begiftigt igÖOO^ Thomas Symonszoon Boke-
laar, algemeen iïentemeefïer ban ^oïïanbei^,
toeïfte ffccöting in 't 3eïfbe jaat / en ben 29. bet 3eifbe maanb / bebefïigt i$ 0002 ben W teeeijtfeöen 2$ifiTcï)0p David van Borgonje.
3jn 13e|fbe jaat/ ben 14 ban September/
3yn aan be3c fepeile booj ^eet ArencBokelaar, ffbicfïer/ noeüg^ootee innomfcen gegeben. 311 be ftiejjtinge toa$ bebongen bat be3e Pinarji/ tia be bOOb ban ben fïitgtet Α rent Bokelaer,
of ban ben genen aan toten %eet Α rem be3elbc
iéiftatg mogtberhiffeïeti/ gebeelt 3oubebw ben in ttuee ©iKargen ·, en bat beseïbe 3onben jïaan tet begeebinge ban be naafïe bloebbee* toatïten: 3obaanig bat be mannen/ in gelpen g^aab ban bïoebberioantfeïjap / aïtijb btn boo# tang 3onbe pbhm boo? be b^outoen. 16. ©ie ban be ^ φ Petr >s en Paulus, te
&oomfci)e napel genaamb: bebaelfte booj be ^cebet^ en %\\fm§ ban Jet ^ebetfeflap bt$ct na'peïïe gefticïjt i$ in 't jaat 1404- 17. ^. Pomiaans napel / geftieöt in 't jaar
13. , en bentieïb op be jaaren 1398. en 1417· |
||||
48 Zij IDH O t LA ND SC Η E
fce3e napeï toierb geöntiitt boo^ fjet Haïtentas
j>er$ of 3$antfnnber$ gilbe. 18 ft# Niklas feapel'0éjitcï|t ben i3unp/
in 't fcar r 398 en bn tjet giibe ban be üraa* tner$ of $&arg-ïuiben géöjnsRt ι ρ 'ft. Aubertus fcaöeï / jrflïfgt ben 4 ban
SCp^il 1408. en Set !$ajtf$&£ $ifte toegelaten* 20. ft Annaa.s napel / pefïicöt ben > i ban
fteptemöer 4? 1 / en Ijet ^onttoernerg gnoe toeoefeijiftt
25* ft.Stevensïiapelle/ gefïicijtbetur b^n
Spaart 1412/ en ög 't©£rto£r$-3iibegeb?wiit. Naamen der outanren , die in g~ene
kapellen beiloten waren. ii. ft. Huhèrts ontaar / 't taeïft til b?n to^
ren ten bienfïe ban 3ener ^oeberjïpj ioa$ 23/'gf_; Scverus ontaar / ui&grfp^tn tmx
toren/ ten bienfïe ban 13®e\ier$ $ÜU / op gerecht
24. ïifet ontaar ban 't üf.Sabamem, ffaéy
be öniten ben toren/ en ögöet ftc&$niatr&ei# 2f i|et ontaar ban ft. . . ·■'. quant Qet
Jfèa3elaar$ giibe toe, 26, ïfet ontaar banbe üf(£ CoiW en Da-
mi anus geeft Set D^onbgeeler^ giïbe toegeuo* uien.
27, ft Laurens ontaar.
28 ft Ei igiijs ontaar/bja^ ten bienfïe ban
Set ftnrit^-gtibe geboubit. *s>. ft Jans ontaar. 30. ^et Ontaar ber 4 gekroonde Martelaa-
ren , t' toeln be Iföaag-fcBipperg t' finnnen
öieufï fiabben. 31. |
|||||||
s.
|
|||||||
Oudheden. 49
31. g.Jofefs outaaiVboojöeti&immemnang
giïbe opgeeecïjt. 3 χ ï|et outaar ban be $, J&aagb Maria,
't foelfc ooft ten gewebe ban een ^oeberfcïjap toa^ geöautot. 33 £;..'. outaar/ booi Qet ^egeegmaa'
%tv§ giiöe. 3 + &. Leenderts outaar / 't foelft be gagerg
gebjm&ten* 3f. IfetOUtaar der zeven Ween van de aller*
heiliglte Maagd Maria,
30" ^, Maartens outaar boo^ ijtt gtlöc bec
Uraan-hinbetm 37. 3|et ïloofö-outaar. 38 §et üütaac ban öe Boodfchap der H.
Maagd Maria. 39 ï^et outaar ban be $p|. Virus en Mo-
deitus, boo^ljetglioeban öe aaften-fcöeerbeif♦
41 |fet outaar ban 't ïf. Kruis. 41. <^at ban bc φ. ^iebulöiggeit 45. ^. Lucas ontaai*/ boa? Set ^cgtlber^ 44. ^atbail^. Lammert.
4f. <§♦ Sebaftiaans OUtöar 46 %et outaar banbe ifl|. Ewouden 3boo^
getïtugpcr^ giïoe. 47. ®ώ ban bc lfï|. Crifrunbs en Crifpinia-
nus, boo^ get^cfjoeumaato^ gtïbe.
|
||||||
AANTEKENING..
1. Wanneer de hoofdkerk van Dordrecht opge-
bouwt 7.y, word onder de Hollandfche Hiilortfchrij- vers'onderiocht en betwift. Die het met S. Siira hou- D den,
|
||||||
fO - AaNTÈKÉNINCÉK!* Ó? DE
detf, bfëti^ö dé opböuwing op fret Hj^^j^:
we: ïijnde J*r-geftorven in 't jaar 1320 ^*W
brengen de opboüwirtg op mm* ψ: en. "eS op het volgende opichrift, 't Welk door dn Η ei Auteur vermeld is, en op den toren te leezeu ftaat. Ftiniem /urn aamBe[u 1-539 Ianii l6-
Doch ÊOüÜq***** nalen paffen die woordenden
toren toe; dewelke eenige jaaren na dc'p™;^" opgetimmert. W. I Goudhoeven, de welke aar iulite gevoelen als goedkeurende voóritelt, fcbnnt4zicnaan- ironds te bedenkeu: Afr* «w^, zeit hy ^* "* «** £m#f> tot Utrecht , inhoudend* de-fundatlen tan de Kerken en Kloaflers des BisJums , <tö t0\P°rJr"\Τ ne Kcrkgeflicbt wierd in 't jaar -064 Hd ζ elfdeheb- ben wy uyt den brief van Hendré IV. waar uw wy de woorden, die zulks te kennen geeveiv, reedsaan- gehaalt hebben. Het is waar dat daar van eettMr peile word gefproken : maar allekernen , «*ƒ'" het recht van Parochi-kerken noenmet verkreegen hadden , maar daar de kerkelijke dienften evenwel verricht mogten worden , wierden eertijds ook ka- pellen'genoemt : gelijk uyt ontelbaar, plaawen,2,00 wel νίη h*mÜSaira, als van andere Kerkelijke Schrijvers, bewezen kan worden. De Heer ee-verwyk meent dat daar door de Hoofd-kerk verdaan moet worden : Van Kalen durft'er geen ja of neen op wg- Éftt. Het zoude miflehien wel zoo gevoeglijk ichfj- nen dat de oudfte Kerk, als'er doch een Parochikerk moet koomen,zoude voorgaan : maar zulke gevoeg, lijkbeit heeft altijd geen plaats, |^^^.iS3iï vinge van verfcheide lieden fchiint te blijken, daarom zullen wy ook op dit ftukden Leezer geen wet voor. fchrijven. Maardat'er de Hoofdkerk al geftaan heeft in't jaar 1300, en vervolgens wel 39 jaaren vroeger als het tweede gevoelen beweert , word op eene onwe- derfprekelijke wijze doof van Balen bewezen uyt een eefdhreve parkemente dagli|ft ( KaUniartum ) daar de gemelde Kerk meer als eens vermeldt word op hei jaar 1300, m eenige daar aan volgende jaaren. 1 Gotidfiocven pag».t7*
Ia
|
|||
ZülDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. ƒ£
In 't jaar rzoo gar Graaf Floris aan de Poorteren van
Dordrecht het recht om de School voogdy ,enι het Ko- fterfchap te vergeven, toegettaan: hier nevens zijne eige woorden; "Aldus voert, fo hebben wy onfevoorf» "poirteren ghehenget endegeven,dat fi ewelijcke voor- " waerr meer die gifte vander Scole 'tOrdrecht, ende "van der Coirerie aldaer, felve gheven mogen, daer "iï willen, eade dien zy 't jonnen. |
|||||||
W'
|
|||||||
DE NIEUWE KERK.
qj^Ê |O0-00naamÖ0 Nieuwe Kerk , befoeïfte Tweede ter eere ban & Niklaas tn$mifitm$/ $g& i'ar?chi"
fiicöt in 't jaar 13... ®an oui$ m§ öet öe % % ouds pamïpxui ban ïjet ï^öf en ^eerlpijeit be buiten de jj&ertoebe : niaar tfbtvt Ipt Jaar »604 t$ 3e ftadsmuü- baoi m ftab ge eigent S$ §eeft r f outaaten rtn^ft en ö^fc fóooren geijaö: in t nubSen ^ Ν iklaas s' Itooi i aan be 3tnb3jjbe prt Hooj ban 't f|. Kruis i en aan be noo^sijbe ïjet feoo^ ban öe φ. j©aasb en jjEoeber <fet&$ Μ u-ia. ©e J)a* fïarg fcuierö boo? jjet kapittel ber ^oofö-itctfte torgtebeii. 3j[n 't jaar 15^8 / op öet fecfï ban ^ \?inecntiüs , ip be5e ïierft op ben ballen miöbag af0en?anbt. ^aar op i$ 3$ toeberom/ fyje bjeï nleinöer al§ te boren / opgetiuimat/ Cl! b00^ # Wilhelmus Lindanus,(Siffcï)Opban
föoermonbe / mgetoijbt
t 3|n't)aar 1468 geöoen Ticlman Oem,
Liisbcc en BcliaOem, Godcichalck Oem , tli Godefchaiks 3oonen / tot een ïjnïpnisbbel ho&}
* Het leven van deezen Ltndxnus zullen wy beneden onder
de geleerde i ortenaars opgeeven, Τ Uyt een Puyticli afkluift van deze ilichtinge , door Heer
fè Wittt rtict. eigen hand" gefclneven. Ό z Jjtmn*
|
|||||||
j
|
|||||||
5*2 Zuidholland sche
ïjtMiiè en gunnet ®ooj-ouberen en kloette*»
fcoattten st'eïen/ mit£gaber£ boo^ be stelen ban aïle gèloobigen/ in be$e nerfee/ aan 't outaar ban ise % jBaagb Maria en ban fce^Urfula, een aïtp-buurenbe Rerneïtjne gjobe gefftctjt: ottber bebing bat'er bier Kliffen toeneïp^/en na iebere |&$ öe J&falmên Omfernvu "mijner, en Uk de diepte, geïesen souben too?ben.' ^e bejeebing beesee bebienmge ftebben sg aanstej) Seïben en aan ïjutnie erfgenaanten geïjouben* i)oo^ be tnnomflen fytbbm sg gefegiht > 25'o^ goubtffeöe fejjiïben : en baar onber berbanben fz§ ntergeninSMegben^paaf s be Ijelft ban 10 mergen en ifo roeben in <é>ibbeïanb; en 31 mergen te Jteijngarbetu <©e öoïgenbe fö#ïttst& hebben be ©aftorn Paftoo». feanbesetotiebeitóbt: 9[n 't jaar 15*2.0. JjEcefïer Adriaan Kornelifz :
be baba' ban2$?oet Kornejis Adriaanfz, H&ÜV nebjoeber en J^ebföant te 2$?ugge.
ifix. jpee^er Kornelis Oem, fóanomifö in
be i|oofl3-ïterRe/betocïfte in hit selfbe jaar/ 5-8 jaaren oub / u#t be foereib f$ gefegeiben. 15:40. $|eer Adriaan Koemen.
If4i. fket Adriaan Jagher, gefÏQjbett lil 't
jaar 15-61.
15-44. JjErefïer Adriaan Brouwer»
15"57 lifeer Komelis Franfz. 15-5-7, feèer Jacob Gerritfz. if6o. %eer Kornclis Kornelifz Bieze. J ΤόΊ.. ^eetjakob, Euftachius 300η. ©eje teil jjab oöït eenige Kapellen ; m*
mentlp/ Kapellen » ,. ^. Catharirtaas fiapcï/ beb>eïïte til 't jaat
kak?;,aS H07/ bonberbaag$ na β. Matthias fcefï/ ge1*
fïicïjt m mtt ttm i&sftarge begiftigt i$ booi Jan
|
|||||
^J
|
|||||||
Oudheden. 53
, Jan Jakobfz $00 a$ Öïpt Ugt ÏJtt Uftmttnt
Öan Herbertjakobiz, ÏHC ttë bpïttm fcailjan jakobfz fëgetoeefL
2. $. Barbaraas fcapl/ jiaatiiJebmttelötojp te jaac ΙΓ41·
3. jg Jakobsftapel (1)
|
|||||||
AANTEKENING.
1. S. /afofc )l kapel ïsin't jaar 1519 overgedragen
op Pieter Hendrikz. Slingeland, en Juffrouw Catbart- na van der Mee : welkers erfgenamen het recht van Patroonfchap, de begeeving der Vikarye, en het recht der begraafFeniiTe toebehoort. Doch deze kapel, zoo door brand als anderzins , is niet meer in wezen. Vorders is het klokhuis van S. Niklaas kerke ge-
flicht in 't jaar 1*41': en h*a vier gewijde, of gedoop- te klokken : namentlijk S. Salvator, wegende 3200 pont: Maria, weegende 2x34 pont: Ntcolaus, wee- eende 1*78 pont : Auguflinus, wegende 109 pont- Rakende het wijden van deze klokken heeft meerge- melde van Balen het volgende uyt het Kerkenboek dei- Nieuwe Kerke getrokken: " In 't jaar 15-42, op ten 17 Maert ons Vrouwen-
" dag Annuntiationis, worde ons grote klok ge wijdt, "ende hyet Salvator : als doe omfangen in t becken " 12 Rynfche gulden το Ituyvers. "Ontfangen van dat die twee eerfte klokken gewijt
"waren, d'een heet Maria , ende dlecleiniNhblaft^ "ende was op ten II November,m* Ende dat van "de goede gemeente in't becken 2Ó Rijnfche gulden. "Betaald den Paftoor van declock SalvatoritLiu-
"ftenen ofte wyen 22 ftuyvers, "Betaald van dat onfen Paftoorbeyde ons kloeken
" ghewyt ende ghecorftent heeft 2? lluyvers. « "Item betaald van S. Auguflinus te wyen, 4 ft.
De vier kapellen van S. Niklaas kerke ftaan by van
Balen aldus uytgedrukt: Κ Van Balen pag.nj· pe
|
|||||||
54 ZUIDHOLLANDSCHB
"De Schrijvers Kapelle. ·
"Kapelle gedicht by Heer Jan \mDrenkwaart,èe*
" welke overleden is in 't jaar ι f49· "Kapelle by Heer Willem van Drenkwaert, dewel-
ke overleden is in't jaar 1488. "De Qaekels kapelle. MUTchien door Qmkel Bal-
juw van Zuitholland geitieht. In 't jaar 1572 den 27 Augufti , is Katharina HaU
ling in de Nieuwe Kerk gedoopt; zi/nde de laatite die in t openbaar door een Prieüerin die kerk is gedoopt. 23el|aïben be$t tfoee boo^naamfïe üernen /
geeft ©oi^ecgt beeïe ïterlten b*;nmmberfoo# til aaneen / m IcvfcfyeM Üioofïer-nerften %p fjafc. Φ* Itapi ban ise t§ jBaagb en jl&oeber «0ab$ Mana, ία be ï^oramen-eiköoog-firaat/ t$ geöoutot omtrent get jaar 13 «♦ u ui»·- ^ct fcÖ0one Ütioefïcr ban be Auguitiïner lAluuflcrEremijten , 't tDCih bölgett^ Herman Öen> ge*
iUtljt i$ in 't jaar 1275-/ ïjeeffc eene ftern / en
baar in bier ïiapelien en berfeïjetbe outaaren gejjab. ©e gemeibe üems, of toie tjet anber$ $?/ Ö^ft eeili; Ongeö^nftte Jaarhek hnjving na-
geiaaten : handelei.de van de opkom fte en den voortgang des heiligen Rooms· Katolijken Ge- loofsjZoo inde hoofdftad van Holland Dordrecht, als in de naaftgclegene plaatzen vanZuirholland. 3fn be$e 23efctej\ftngè / betoelfte on# in get
gtebolg uoeï) bi«ntaa$ te ju.# $al feoomen/ ffcat ï$et boujenbe omtrent ijet gnneibe &I00* fier aangrteftenb ? 3Pe 3£erbj< $aber Krab, bie boo^ be beroert
tm be «abrrfïe be$ gemeïben Moo|ïer£ $ ge* tueefï / geeft in^t jaar 15-95-. te buffel aan ben acfjtbaaren ïfeer Guaicems ab Aurea villa 'Wouier van Goudenhove)berftïaartllgtOllber
|
|||||
t
|
|||||
£> U ,Ε) Η ψ. ψ$ fa, $5
^uttnMm tierfïaaw te öeöben bat be gjonb/
tot Qet opuouSx>en ban btt Nqojler / geseben t£ &oo^ een i|oïIanöfcgen <ü%aaf. $et i$ cip be öefïe pïaat^ ban be fïa& geiegew : Öeeft een fcijoon en öeftijg jjant / en in 't mibben een Üoninftip pïein, 3|etï}u$/of be foaonpïaat^/ $ 3eer g#iot ©e ftern/ bg öe anöcce herïien ban be ^ëïföe o^ber bergeleelten / m beseïtieii in grootte 3cïierlijït obertreffen: öacï) boa.ma?' mentïp saïsginfcöoonijestven^mcöt berre be ït^oonboben alïe be boowembe ker&enfptv «en, ï|et nïooff er/ ög ongeïuifafgeö^anb/ i$ na* *k&™**
berfjanb tuebir ojigetinwiert. '&m be^aafitrig "«^ ban {jet toeèn geeft bjpnbecüjit beel geijoipen mccU bat SifFridus ^Cart^ - öiffc&op ban ïteiiïen ben geenen / bie be opbonfcpinge booj fntnhe mp baabigïjert |e baate quamen/ elfbagen aflaat^ bergnnbe. Stëefee aflaat ooiuigtgeb^ibtbjierö tot be geenen /betoeifte be jïeenen gieken Ijon* toen / be Kalft öereioben / of be gemejfce firn ma / nalft / C113* öteïnen aanbrengen* 3£e bolgenbe mannen $η <èb£i*ften/ög geit
ψ}ίο$ genaamb/ ban bit nloofïer gebaeefï:
« Triors van het Auguftijner kloofljet.
%a 't jaar 1293. ^oebet* Godfchalk Oems, be' Priors. toeïne inb?t 3eïbe jaartmiMmmpa$t$\
ban be itfoofier-aeeft «Seeft jgeleit. . 1544. bionifius, ψ$\ο$ «Seneraal
1346, Jan van Sffiijnbergen.
1348· Dionifius N. 3^i&4$9U$$&
1349. Gherijt van Hoefden. Ï35JT. Jan N. D 4 *1ΐϊ-
|
||||
J6 ZUIDHOLLANDSCHE
I3f^ #fc Jan die BiiTcop. ·
Cornelis vander Nieuwer-Hey.
i^ig. Jan Vincke.
ï 367, Adam van Deyle.
Pieter vander Nyewervaert.
1370. Claes van Sciedam. ':<
3399. Claes Oem.
1402. Adriaen N. - il
1405*. 1406* Claeys Ockerfz,
1407 Jan die Bifcop. :<'-À%?
1408. Aernt van Geervliet.
3410. Claeys OckeiTz.
1414. Jan Bifcop.
1417. 1419, Vrederick van Hoern,
1411," Dirck van Velfen.
1428. 1419. Jacop LiiTe.
1431, Laurens Craling.
3431. 1433. HH- H39* Jacop Liflc.
1441. Philips N.
144^. 1449. Claes van Breda,
145º. i4ff. Gerard van Hoefden.
%4-Sf' i45"ö. 145-8, Cornelis Vrancken van Nieu?
wer-Hey. 1475'. Jacop N.
3475*. Boudewijn Stapel.
3481, Auguftijn van Rofendael.
i.48f♦ '4P°* Boudewijn Stapel,
3496. Jan Janfz.
ifif. é f 16. Henric van Sutphen.
3 5-10. Jan van Orsbach.
3 ƒ21. Jan van Orftbach, %tttMt lil bt<&0t>p
Qumbfytit
3530, Auguftijn van Eyndhoven.
35-43, éÃÐ* Pieter van Haflelt. 3 ff f, Cornelis Hardius. ïffS. Cornelis Harcfcnier. |
|||
OüDHlfi E NV
|
|||||||||||||||||||
η
|
|||||||||||||||||||
I eea, %%. Aernold Regius.
Jooft Reyngout, $Qfc!Mge&
15-^9, 15-68. iföp-. Cornelis Hardius· 15-71. if7-x. Joannes Crabbius, ïaatfltë J^tOJ» Leesmeefiers.
1349. 135-5-- 23$« Hendrick Heyc,
1419* Hughe van Leyden. 1431. Hendric Hey. Oudfie Monnik.
1 ƒ10. *B$mhtt JH& Aelbrecht N.
|
|||||||||||||||||||
Leeraiffe-
fters. |
|||||||||||||||||||
Onder -Triors.
55$. Matthijs N.
Aernt van Utrecht. Aernt van Woudrichem. Jan Fraet. Aernt van Woudrichem.
Heinric Houtfcilt. Claes van Rotterdam. Jan Pels, Pieters 300Π, Jacop van Berck. Auguftijn van Baerle. Huisbeforgers.
|
|||||||||||||||||||
0nJef-
|
|||||||||||||||||||
J349-
1402,.
1406,
1408. 1410, 141P. 1431. 15-17. IJiO.
jjrr·
|
|||||||||||||||||||
1494. *&%. Bouwen Stapel. Hufs-
15Ό1. Barthout Ν.: . betogen
|
|||||||||||||||||||
van Baerle.
|
|||||||||||||||||||
15-15'. 15η 6· Anthonis Janfz.
15Ί®. Dirck van TeiTel.
15-2.8. 15-29. Jacop Tielmanfz. 1574.
tffS· Tielman N.
'5T7· 1578. »5*fp· ïföo. 0^5· ijftfS, JacoP
Tielmanfz. (1)
os m
|
|||||||||||||||||||
ï|et uooj ber berïte i# afgel^otot, ©e ferdl
iao^b ban iie $p0-genaambe #0refoaraeerben
gebjuibt / mu 'er op f&eft- «η aubere pieeii-
bagen te preien.
irocder- * «omtrent get jaar 1400 $n 'er boo^ toe*
frhap vans. fcoen οαηaen j^ber j^to? eenige ban be aan*
***** 5icnïpfïe peeren ber fiab ? oj^ecgt bg een
geïtomen·, en jjebben een ^oeöerfcöap/ onber
be befcïjentmtge ba'i ben jjejiigen en groten
(2) Antonius ban <£ggpten / bien fHatc^lta^
ber ber Iftïui^enaareu / % maitaber opgerecpt:
om / 300 m öet beg$f> I wntn ^c§ut-fjeiug
te öebben tegen be fcjoebetfbepefï: bebjeïbeöeu
en ïjunne ï)u$genooten tt$m {jet b^eigenb
gebaar 30tibe beftöuttm CiKopbat be3e3aaft/
öetocl&e 300 toeï begonnen maf / niet aiïeng^
ïten$ te niet 3onbe looptn / Rebben $$§tt oo>
baar geacjjt / be5eïbe bop^ eenige toetten te
putten en te befligen, goo 3tjn ban be £oïgen-
be toetten/ met eet^aariptoeftemminge/op'
gefïdt/ enter onberöaubinge bao^gefc&eben:
wetten van l · Φ* feeeen 2&;oefo$ 3tiiïen ben piegttgen
dat proe- ommegang / op £>. Amonius tiag / ttoee aan
derfchap» ttoee berge3eïfcf}appen, Ά 3uïleniian oöïtiie ^.
a£fferanbeber|&ifre biJtooonenjenbe^efpeteu/
ofnerfteujfse Ébonb-gebeben/ gooren 3ingen.
II Cen 3eïbenbage atiUp be peeren $&$ot*
ber£ aan be gemeene tafel met be |)ater£ eetem III %% 3uUen gunnen S$efcgermï)eer Anto-
nius bagefp^ aanroepen : om trooj jjem ban ailerjjanbe stenten begoebt te too^ben. IV. <*$ebuurenbe get<$btaaf ban β. Amo-
nius 3uïïen 3$ be begoefttge perfoqnen / bop^ £et ugtreiben ban aaïmiffen/ öelpen. * Uyt *ïc gemelde JaarbefchriJY^gc*
|
||||
Oudheden. ?9
V. ^aag^ na & Amonis feefï ^ofien §g
eene pïegtige $&iffe ïaaten boen boo? fjunne afgeffo^bene |eebe-ojoeber#. <Pe3e toetten 39η eertijög / tot be Ïattö-Se*
roerten ban ïjet jaar 1 m toe / ïjeiligip otfc bergouöeη gebjeeff &n ïjoetoel öat bit S^oe* öerfcijap/ 3eif$in 't jjeetfieen binmgfïsber ge* loof^-beroerten / onöer öe boe?tiaatfiffc ïtato* ïpen ban be fïab onberanöert $ gebieben: 300 ïjtbbm noct)tan$ be iiugufïijner jj&onnifc ïten / op öat öe b^ucyten baar ngt fp^iitenöe onöer een groter getal ban menfcöenberfp^esöt 3ötiöen tobben / een öiergeip ^oeöerfcfjap te Snuffel opgereed ^«t iefte ^oeöerfeïjap/
ioaar in öe $&arfcgjaaf ban Spinota, be i|ar* tog ban 2Garfcöot / en mee$ alle be J^tnceti en fabelt ban öe ïHatoipe jleöerïanöen 3icf) lieten opfcï}$ben / $ ööatr nocÖ ten gmbigeti bage in g?oot aaneen: 300 om &et getal/ a$ om öe goötb^ucötigöeit/ öec ^oeöeeen. SR 3a! gier öe naamenber^o^tenaaren ïaa*
ten boigen/ öetoeïfte 3iclj op be rotte ban let boo^fcij^eben ^oeöerfcpp §ebben ïaaten aan# fcjj$ben : op öat Bet ben nakomelingen blpe Öoe gberig en bierig bat gnnne booj-ouöer^ getoeeft 39η / om eene jtort$ in flet $$p$tbw fcöaptejebben: Snelkrt Duyk j &aab$)eer tn 't jaar *&%;
GodtfchaikOem,a?nrgemeefier in tjaar 1440.. Johan Oem, Tielroans 300η/ ftï tjaar i437-
Lodewijk a Prato, ï|eer ban Jl&oer&ertoi*
Dirk Oem, föidmaiije 300«, Pictcr van Slingeland , Diderijks 300lt,
Oerrir Bogaarr, ^CJjjOUt Chriltiaan Schart, Pitten 500Π. |
||||||
!
|
|||||||
1/0
|
|||||||
6o Zuidholl andsche
Jj^eefïet Johan van Slingeland,
Willem van TympeL
Floris van Tympel. ·,ë.:
Willem Duyk , Sriellaarts ^OOtt
Antoni, Willems JOOtt*
Casfarius van Slingeland , âöÌ/ 3efÏ0#ett
itrejaai 1499.
Kornelis Bogaard*
Jakob Oem van Wyngaarden , ^aljutö fcatl
^«itijoïïanö.
Willem van Nes.
Meyndert Ysbrant.
Tielmanvan Amerongen, faaabgfym/ QtftO^
Jakob de Vries.
Noyde van Amerongen.
Jakob, Damafus 50011/ ^CÏJOUt
Pieter Annoké , âöÌ ban ^UitSoïïanfc,
;Piecer Tak.
Johan Bellyn.
Dirk Oem van Wyngarden. (
Jakpb Ysbrant.
Willem Duyk.
Pieter van Slingeland. \
Jij. Floris Oem van Wyngaarden. .
Johan van Tympel,
Johan de Vries, Jakobs 30011« Johan van Muylwyk. Pieter Schart, Chriftiaans 300tt* «· Kornelis Haek. Gerrit van Minnebeek, Tielman van Amerongen. Adriaan, Damafus JöÖIÏ* Adriaan Fyk. Willem, Boudewyns 500Ð,
$&tt$tt A. Waan Beukelaar , ÖÌÚÊÌ0Ï? bat! gUttgoUetfo Adriaan |
|||||||
•i
|
|||||
Oudheden. 6i
Adriaan van Meerdervoort.
Boudewyn Oera van Papendrecht. i°iha? I Qüeckel.
Jakob 1 ^~
Niklaas van Mcerdervoort.
Fioris van Thol.
Johan Oem, ^cfiOUt
Johan van Minnebcck ,'23aï)Uto iiatl gUitgoIL
Jakob Heerman.
Adriaan van Heemskerk , gC|Ï0#en in 't }Mt
15Γ2-3*
Willem, Jans 300η.
J^CefïCt; Gerrit Bogaard.
Boudewyn Oem van Papendrecht.
Hugo Queckel.
Gysbert Heerman.
Gerrit Scoop.
gkttfitt Jakob de Vries, ^tat^ &tfattm$t
Ticlman Mol.
Fioris van Kuyl.
Johan van Drcnkwaert, ^CjjOUt.
Aalbert Pynfen.
Willem van Drenkwaert,^Urgcmttfttr/ ^Ut
Dan <etjffenöui40 / i§ obedeöen in 't ym
■Huberr Tak.
Abel van Kouiiler, oteïeoenin'tjaaui^.
Schrevel Halling , Okkers 300il/ ^CJjatttt^
fttx/ obeileacn in't jaac i5r?8.
Gerrit Tak.
jakob Queckel, ^aïjubj ban ^ttitöoïïantï.
Daniel Ocm , Hermans 30011,
gieter Muys, gcfittjbttl in't jaar iföp.
Willem Boucquct, J^ltntmeeffcv OlW & $&
|
|||||
i, t
|
|||||
6l ZtTiDHÖÏ, tAND^CHE
bttfanpfcjje j&wtterp / oberïeöen iti t faae
Floris Mal, SMjufo ban ^tiitöoüaub. Adriaan van Blyenburg , ^ciJOUt / Obrtfeefótf
tn'tjaavij73
"Wouter Oem van Papendvecht.
Gangericus van Steenhuizen, öbütle&cn ΙΓ7Γ.
Boudewyn Drenkwaert, $5tiVQZtttttftW/ QbiV*
lebèti tn 't jaac 1
Antoni van defBurg.
Gysberc, Johans 300II / gttfyattmtftW· Boudewyn Heerman, ^ttV faail J&aapattt |©^Adriaan van Blyenburg, ^mÜ&Uj&tyQfa lanb
Matthys Berk.
Willem Oem, 3|eetibatt $&pmhmï)t
Gaugericus van Drenkewacrt , ^ttv Oti <&ffi
fenteg / oberlcöen in 't jaar > r^4
Kornelis vandcr Myle, gefloten !U 't jaar ι rfff.
Okker Halling , Sehreveis 30OII/ Oberie&ett I» 't jaar 15*84.
Dirk Berk,
Johan vander Mylc. Pieter Aarnoutz. üecrljan j(kaas&am.
WTillem van Drenkewaert,ï|m*ban<Ê5gfFcn&n#ï
Kornelis van Moeufyenbrouctc.
Quiryn a Gratia.
jjtój· Hugo Kool.
JVlattys van Nede.hoven, ï|m' balt $fjU00£t·
johan Bouquet, oberleben in 't jaar 67,.
Damafus Barthouts, ^ttt ban ^anödijlh
Aarnout vanGouthoevenOberkbcnmtjaaf \6\l DiderykHeynk, Obedtöett Hl 't jaar 1606. Herman Heerman. {akob van Diemen , ObetïeÖCn Ut 't jaar 1606.
udocus Gryp van Vaiketreynf |
|||||
Ï û ¼ Ç Ë D Ë Í. <$3
|Efe(ïcr Jakpp Spaan.
J(JH|. Adriaan van Mocufyenbroek.
Johan V
Daniël t Oem. _
Herman J
J|®L?. Viglius 1
Johan Brouwer*
Jfll^ Willem Bouquet.
F. ans Verduyn.
.... Bladegem.
|
||||||
AANTEKENINGEN.
i. Omtrent deze Priors heb ik dit uyt Van Balen
aan te merken dat Klaes Oem, vermeld op het jaar 1399, met die van Dordrecht tegen de Vriezen is op- getrokken als Veldpaap. Want de naam van Paap , voor Priefter genomen , dewelke nu wat fmadelijk fchijnt te luiden , wasjn die tijden zelfs onder de Priefters zeer gebruikelijk. Vorder dat lahb Lijje, dewelke als Prior aangetc-
kent ftaat op de jaaren 1441. in 't jaar 144.3. Bïi- fchop van Tripolis is geweeft. Dat Gerrh van Hoefden , vermeld op het jaar 145ƒ,
ook het Leesmeeilers ampt heeft bekleedt. Dat Hendrik vanZutfeen* dewelke Prior isgewecll
in 't jaar i-fi 5. en iïi<5 , de Luiteffche gezintheit is toegevallen j en uyt dien hoofde te Meidorp in Diet- mariTen is verbrandt. Dat darnout Regim, dewelke aangetekent ftaat ïø
het jaar i^Q, ook Provinciaal van de Auguftyner monnikken is geweeft. Wy zullen hier ook *een lijft vaneenige Broeders,
of gemeene Auguftyner-monnikken , itret Van Ba- lens eigen woorden, opgeeven : te meer, om dat 'er iets vermeldt word van een lilagfe der ftads Overhett tegen vier Monnikken: * Van Balen, p. 131»
groe·
|
||||||
Aantekeningen op de
|
|||||||
ft
|
|||||||
Broederen, ã
*349· É3ß'Ô· Philips van Bergen.
Clais van Breda, lan van Wijk. 13^5·. Matthys van Delff. I402. lanKoy, 1408. 1410. 4108. Ian Ockeri. Aernt van Woudrichem,
lan Beylaer. 1410. Ian Bifcop, Prior van Agien. Dirck van Vel f en, Matthys van Delff, lacop Oudcwater, T419. Florens lanszone. 1432. lacop Lijs. 145*1. Wouter, Mee fierlacop lans zoen.
1461. lacop Cleyfz. I494. lacop lacopfz, ijif. lacop Pels, Pieterf æ. 15*T-f. Dede onze Overheyd aan Mr. Provinciaal te Colen, Br. Willem van Alcmaer, klachten over de Broederen: Pieter Ferrewairde, Cornelis van Reymers- wal, Gerryt de Man, en hueren Difdpel, Symon van Mechelen : Datze in de Biechte de Gemeente van Dordrecht wijs maakte niet alleen tegen die waar- achtigheyt ; maar ook tegen 't gemeen welvaren van de ftad. Verzoekende derhalven die te willen doen vertrekken , en daar voor te doen hebben Precaers en Biechtvaders van verftande, die de Gemeente moch- te leeren den rechten weg dervvaarheyd, in de Biech» ten en daar bnyten : en immers zulx die zoe hartnac- Icig niet en zi)ii, dat zy inzaacken die buyteh hueren verfland en Faculteyt zijn, hem niet en willen fub- mitteren andre die bat behoefen te wetene en te ver- ftaan, dan zyluyden. ifio. Ian Rotter.
15-49. Ian Bogaert. 1572. Cornelis Ianfz. Portier. 1402, 140S, Dr, Dirk van Vclfcn. 2. Dc
|
|||||||
ZüITHQLLANDSCHE OUDHEDEN; 6f
t. De reden is dat deH. Antowzis voor een patroon
tegen de peft gehouden word: om welke reden door- gaans een vuur by den H. Man word gefchildert. Want hoewel fommrge daar dóór het helfche vuur Verltaan willen hebben ;, zoo meent Ëßï/<ú»#.ßË, en meer anderen , dat 'er voornamentlijk gezien word op de vierigheit van de pelt. En, om 'er dit nu by te voe- gen , men ziet doorgaans ook een verken neftens Antm'ms gefchilderd ftaan : waar door onze Voorou- ders waarichijnlijk betekent hebben hoe dat hy van de duyvels , dewelke doorgaans met verkens verge- leeken worden, aangevochten is geweeit Hier uyt hebben de eenvoudige menichen opgemaakt dat 6. Antoms eene byzondere magtof genegendheit had om het vee van alle ongeval en ziekte te befchermen. Ja ombKjk van dit geloof te geven, en S.Antünius hulp als al zwygende en flaapende te verzoeken, word op veele plaatzen een i-varken gevoedt ert onderhouden op de ko'fte der gemeente; het welke dan S, Antomus varken word geraoemt. üyLittdams ftaat een verhaal raakende b. Antoms,
't welk hier al te wel te paffe koomt om overgeflagen te worden. Ik wil het hier maar invoegen, om dat het hier zoo van paffe fchijnt te koomen, zonder voor de waarheit in te ftaan, of'er mijn oordeel ivoor ot tegen te geeven. Dit durf ik evenwel wel· verze- keren dat Undanus de man niet is geweeit , die iet tegen zijn geweeten gefchreven, of bedriegelijk ver- zonnen zal hebben. Hy vertelt dan c hoe dat de Geuzen, verftandige luidenzuHen zich aan diebena- minge niet ftooren , met eene. dolle drift tegen de beelden ingenomen, het vergulde ftatxjbeeld van S. Antoms by 'sHartogenbofch in 't vuur gétoorpen heb- ben Dat was niet genoeg : zy voegden d'er zulke fcheld- en lafterwoofdcnby dat het een gruwel om te hooren was. Maar zie, zegtLindanus, Godt, door al dat lafteren en fchelden getergd, heeft twee van dte dolkoppen op (taande voet met een haaftige peil ge- . ë Molan. deirnag. lib. 3. c, f.
b lbid. c Lindan* Apol, ad Gcrm. t, z- c.iu
» . E flageo ;
|
||||
66 2HjlDH0E»fc ΑΝΒSCHE
flagen,: welke peft al van ouds by de Chriftenen S.
AntoyU peft wierd genpemt ; om dat ze zijne hulp, tot het verdryven, van dezelve peft, dik wils genoten, hadden. '.' ' r '.':■■. .-:-.-,!«>. Ji',....,':.;. w . f>" ; ι',·;1-.:
'■■·'■ ·;' :. -■?:." . '. ■, - , . .'j
^e likonntftften ban gt Dominicus φ$νχ
woonplaats $jn tt %&φ$€φ aïïerect'fï beïsenb getoo^en
vÏnkaane°r" otnttentBet jaat 13,09: bjanneersg/om^uclj*
Monnik- ten te boen/ banUitreedtÖerbjaart3ijnomm*
kc»% mm. W& teljten een §w$ ög get ^rgijnöof:
't hjeiït in 't eerfle aiïeenip boo? ttoee jféön*
tilden foierö öefcööont <Pc eene öienise böoi
Üageïïaan in. «§♦ Adriaans ïtcrfóe / buiten be
fïab$ nuuteen: be ttoeebe toa$ ïiageïlaan ban
^, Jakobs <&a$ï}ui$t ^e ïaatfïe toa$ ooft ge*
tooon og öe ^eeflöagen ban be alïet'öeiligfïe
J&aagfr / en in be biec katfïe bageti ban be
goeöeHNeft / in beloof btefte boo^ Set boift
te ^eeften : en foa^ öaar-en-öoben be S3iecöt-
babee ban 't ojoote <0a|ïöïïi^
φ$ bat 3?? öefïaan 30uöen / bnerb 'et een$
of tfcoeemaai'^jaat$/ booj allebe ftab^ ftraa* ten J tm ïtoïïe&te boo^ ïjm gebaan* 2®g 3uïïen gier laten bolgen ttoee ^t'eben Uit jijet Defolata Batavia Domimcana.
VU" γ Gyshecht van Dkmen , Franckem foen,
1 'Willem (van- dlblas, Heeren) Jan Reyners foens foen , ende Godtfcakk Oem Heeren Ttel- m'ans Foen ,, Schepenen in Dordrecht , oir- conden ende kennen dat voir ons quaemen jimbrofius Jans foen , Corndis Gyshrechts foen, Gys Hex foen ende ^an Pauwels foen, Dekens van S. Peters gilde binnen Dordrecht, ende ver- kennen dat fy vari S. Peters gilde voorfch reven . wee-
|
||||
Oudheden., 67
weeghen vereoft hebben Heer Joan van Scerpe-
nis, Leesmeefter van de Predikaer Oirden, en- de Terminarius binnen der ftede van Dordrecht, tot behoef Convents vander voorfchreven Oor- den van Utrecht die houder zijn van defen brief eyn erve met alle fijn toebehooren in de Vis- ftraet ftreckende vander achterrnuer der plaetfc daer de Terminarius voorfchreven woonende is tor in die Grafte ofte Sloet in dy lenófce tuiTchen en Mynre-Brueders maer aen die en dyn zijde, en dat Erve van S. Peters an die ander zijder houdende binnen der Bruederen muer ende des Terminaris voorfchreven muer, die hy oprich- ten mach foo groot , foo brect ende i"oe wijde als hen plaetfe voorfchreven tuflehen beyde de zyt-mueren nu ter tijdt houdende is, ende ken- nen hen hier af betaelt tot des Gilden behoef voirfchreven den eerden penninck met den le- llen. Hier by foo gheloven fy hen den voorfchre-
ven Erve met alle fijn toebehoorten te waren ende te vryen van allen commer ende ontalen, behoudelicken in die namaels den Terminarius ofte het Convent van den Predikarcn Oorden timmeren woude op dit voorfchreven Erve, dat fy als dan den OeiTendroep van den huyfe daer op ghetimmert wefende aen hoeren felvcn hou- den fullen, ende dat water van dien huyfe com- mende houden ende leyden van den Erve van Sinte Peeters gilde, dat fy daer an liggende heb- ben, fondcr eenich letfel oft hinder oft achter- deel van de gilde voorfcreven. In oirconden de- fen Brieven ghegeven in 'c Jaer ons Heeren M. ecccxcn. den vijfden dach in December» E 2 S^lfc
|
||||
Ι
.é8 ZüIDHOLLAND SCHE
^it ϊβί$ öan 300 tje&ogt $nfoe $ ban 50^
ftere iaatïpfcgeöeïatïmgontfiagen/ gdptift? Wy /F///>«2 Wttkms, J.ZegerW. Adriaen dy
Groote Jacobs, ende AdriaenHenrycxs, Sche- penen in Dordrecht oircondcn ende kennen dat Heer Joan van Seer-penis , Leesmeefter vander Prediceren Oorden ende Terminarius binnen Dordrecht voirfcreven van weeghen des Con- vents van Utrecht vander Predicaren Oorden voirfcreven verboden heeft met alkn recht in't Jaergeldinghe dat men bciadt des wocnsd'achs naer elcken PaeiTche den 19™ dach van April in't Jaer onsHeeren M.f cccc. xv. dat gh~heel met alle fijn toebehooren daer den brief aff in- houdt, die doorftekenismetdefen brief. Voorts kennen wy dat Jmbrofiusjanjf Cornelis Gysbrecht- fen, Gys Heynjf. en jan Pamveljf. als Dekens van S. Peeiers gilde binnen Dordrecht voorfcreven uyt den gheheelen Erve voirfcreven mit allen fi]n toebehooren mit eyncn verdeban ghebannen 7,yn,ende Heer^iw» voirfcreven rotbevhoeve van den voirfcreven Convente van Utrecht daer we- der in mit allen rechte. Tnoirconde defen brief ghegeven in 't jaer tnae op den dach voirfcreven» fint ttnm fdjuït-fykf ban get jaau iifa/'.
Het Minne- tik lint $cl\m bcrgumiinge / öoo? Fioris ban broers ^oüöuD/ Honing Wiiiems ^ocöer in 't jeïbe Kioofter. jim τ 2.^1 %züttï& / * öcftseiïit men dat §et
Minnebroeders Kloofler ïjitt* aï boïtimm^
ïjuft gefïaaii h 't jaar 1 zf x. «De teil / cm
ïjeerlp en boo^ireffcip fajcrïf / toaé gjootcu en toijto αί§ öe feit öcu lugufïytib j&oiv t Dit zal ifif' moeten zijn.
'■ * Öinesdags na den Rondas' Tubilate» nfttftctt.
|
||||
«
|
||||
Oud η e d e n»
nMtit Sfn öe3c Ut&t fïonöen tyk outaarm/ mtttulimafatfcïjnt «ftn&eïp$3B intjaau ι r?8 Ö002 be iCnöet$0C3intien afstoften: öe* ioelïte een ffraatfoes booten gof pmaaftt/eti tot fcuee^anten Öut3en setimmett öcfiöein (O |
||||||||||||
Gardiaanen* *
23$. Bacrnt N.
Wakerus.
Jan Salomoniz.
Barnardus N.
Barnaet van Groeningen.
Heinric van EiTche.
1345% 1346. Jan Salomonfz.
Henric Janfz»
iUaerd van Dieden.
Ghifelbrecht van den Berghe» Λ
Henric van AiTche.
Pieter van der Nyewervaert.
Tomas Tomafz.
Tan Dirxz.
Gabriel N.
Pouwels N.
Paulus N.
1380* Joeft N, Of Todocus.
Wouter van Eel, of Waltherus de Eel
Adriaen N.
Jan die BiiTcop.
Clais Pannaert. ,,
Jan die BiiTcop.
Dirck van Rotterdam,
|
||||||||||||
1^84.
I308.
I-3H-
J337·
I338·
1346. i$5T.
1360. 1367.
1371.
1371.
1381.
1383.
1384. ij8f.
1388.
1404. 1407»
1411. 144«
3439. |
||||||||||||
Girdi.iancn
van 'c Min- nebroeders klooftcr.
|
||||||||||||
* De naatn van Gardiaawn, dewelke 200 veel te zeggen is
als Bewaarders , Toezienders, en afkomftig is van hec Fraiifcbc naamwoord Gardicn , werd by de Minnebroeders aan de Over- ftcn vao hunne klooftcrs gegeven. DuCunge. f! E 3 H*°'
|
||||||||||||
Φ
|
||||||||||||
70 ZüIDHOLLANDSCHE
1440. Heinric Ν»
1446 Heinric Jacopfz.
1447. Henric van Abilé.
1460, 1461. 1463. Heinric Andriefz.
i^i. 154Λ. Lambrecht N.
35-45. Matthys Wenflcn , φφ&Μ $#&££.
3S"6z. Kornelis van Mierop, fïierf 4^ jaat* ÖtliU
1 ƒ7x. Francifcus van Mierbeek.
Lees-meeflers>
1308. $$£♦ Willem Cant.
ïgf5*. Ghifelbrechc van denBerghe.
3434, Heynric Hey.
145-8. Cornelis vander Nieuwer Hey.
1460. Ghysbrecht van den Berghe.
Onder-Gardiaan*
1386. $$$. Willem Goyer,
Hüisbezorger,
1434 $&%. Gheraet van Hoefden.
|
||||||
AANTEKENING.
1. Het kloofter was dan al géfticht voor het jaar
I2f2. Het kloofter met de kerk, 7,00 als Van Bak» in de oude brieven gevonden heeft, ilondt 'er al in't jaar 1300. Dit zelve hof der Minnebroederen, gelijk het ge-
noemt wierd, met het konvent, verftrekte in dic tijden voor α een tweede Raadhuis , daar de Burgemeerters en Dekens vergaderden ; de Schatmeefters aangeno- men ; de rekeningen gedaan; veelè maag-zoenen ge- troffen, veele verfchillen beflecht wierden, λ Van Balen p« π o»
Ja
|
||||||
Oudheden. 71
f ïn't&jaar 1501, op den i.Julii, heeftHartogi^/-
l'tps zijne toeftemming gegeven, om het kloofter der Minnebroederen te Dordrecht te hervormen. Dit hervormen heeft de Abt vanEgmond , met zijne: me- deftanders uytgevoert ten overftaan van den btad- houder van Holland, en andere perfoonen van aan- zien t7yt krachte van deze hervorminge zijn er Obfervanten in 't kloofter der Minnebroederen ge- itel t : en is hun wel duidelijk bevolen, de goede itad Dordrecht in haare oude voorrechten, aangaande de gilden en neeringen , niette moeyen of te verkor- ten; of dien aangaande eenige nieuwigheit te begin- nen. b Idem p. 118*
|
||||||
V 3&et ónbC Nonnen Kloofter , naat ^.
Agnes t settaamb/ toierb ^^^^Ά^.
fïer-maasben: betoeïfce naarben&egelban£. Auguftinus ïeefben/ enonöer^ttoüittditaii IMibeölieim fïonben. $fe öabben eenen %>ηφ* baber /bit ftaar in be seefïdnfce saafcen φ arafïe/ m &oobenbaale / of n$t f wncn- öaïe/ttoee Moofïer£ in ^ongen-öofcö / ««* berre ban «jup seïescn 3n 't jaar «iMl eene aansienipe l&etyonto / m t seselfc&ap ban anbere bjouto-unben / m #ooji»egen inc* aangenomen : en geeft bit nloofïer tot ijaart bjoonnïaat^ genomen. 3fiiι't jaar 1^ $ öe (1) nerfc booj ^m Hcnricus, mm*# *«* ®°$l552S *La"
S Asnesingetoijbti betocinc begeert Jjeeft bat
be bf?)aarba9 ber 6ec»-toflWn« μ denM bas / binnen Set <£>htaaf ban <B ψ &paSa4 <0êboo#e/ ge&onben 3onbe tongben» t Dit kloofter wierd door de wihdcliiig S; ^««i-huis te
Derdreckt genoemt. . ^ E 4 Ά»
|
||||||
72 Zuidhol £ α ndsche
• .:.,3[tt 't jaar ïfah ;ί$ jet #ao£MÊenigpé Hat'bi*
naaien / ioeïto open-%ef offitt m$ Öerufï /
met eentge Hfïaaten begiinfïigt Φηϋετ aan öen 5ϋϊυειι C^ief gingen be $ege!$ bet* gemeibe
MatUnaalm / langbenig ronb / en op rooö fcüafcg geb^ïfit, Φθβ geeftFrederik van Baden,
^tffèjbp ban litwjt/ int ^efbrjaacaan^.
Agnes Sïöèfïèt eene fSfïaat bergtiot ban 40
dagen. Sn 't jaar 15-0 r $ boos bé tniïöjeit öeeöiirö.ei^e in begemeïbefeft eene.ftapel ban be ï| jfeaagb gröouftt; en Jet bertmiïfsel ber fcageïle berguiöt. netelt/ bebjeïnegeöontot i$ in 't jaar 1404/ ff aal noej op Jaare oube $lmt§/ en geeft eertJb^ tytè ontaaren en een ïiooj gejat»: sjitöe Jet fcoo^ beneben boo^ een fieeneii.nmnr / en öoben boo^ traliënafgeflo* ten. iCegenbe^nibsJoe ban 't&oo?/aatt ie hm renfeit / toa$ een nfeiti JniÉe of 300 genoemb ïsapeïïetje gemetst / en in Jet 5eïbe een fïee* neti fïanoöeelo ban be %, jflaagb Maria ge* plaatfï j 'ttoeïn lioo^beesen in Jetg^aaben ban öe g^onbtoerften ber fteriie gebonben toa^ ge* iueefï 3Nt fïanbbeeib 50110e booi gobbelpe magt iteifcgeibe iöonbeebaaoen beniejt Jeö* ben «aoK jjn'er eenige üfiaaten toegeflaan aan oe.geeneti/ bebieïite getnoo^ioemöe gn$* Je of &apelfetje.aegt bagen aanmafêanbet/ ban ben eïfben jëaart te beginnen /gobtfyncjtig* ïp ftesocjt iouben geööea fjjffe g?ootê iii&omftcn / deioelite bit „flaag-
ben-Moofïer bt^tttcn Jeeft/ fcoaren boo? Jet g^ootfïe gebeeïteaan Jet3eïbegegeben boo^beni Hiöber Gen it van Heemskerke , bebjelne ge*
Utft Jeeft in 't jaae 1497, (ζ j
$ffr fo boegen fog «ώ een oub JanbfeJ^'fc «
W W ban be fpjfff/ fiktfnnm / tn eemge &f on*
|
||||
V* 'Λ Ι
Ο Ü D Η EDEN. 73
nm ht$ gemeïben ïtfoofïeif: befoeïee/ booj
tm moot geöeelte / tigt een beftige en Öoog- abeipe fïamme gefloten foamt: ¥riors.
3[η 't jaau 1468/ aetU |&aai*t/ Hendrik vanPrio|$
Kieve, ί§ mffifym 00η ι i ji&aatt 148 6.
en ïjeeft 36 jaaren geregeert 1487/ öen 11 Jléég/ Gysberc Andries^OOnÖatt
éaarïem*
1487/ ÖCii 14 Uan#CtOÖCiV Wouter van Haar-
lem, be öioebet* en meikeg^el ban' onsen ψζίοί ïgg fiietf tien *. gpfïg ikfö. 1499 / öen 18 ban fOpjfl / fliecf Gysbert An-
dr es 500η / jjeobenoe ι ζ jaaren geregeert
I4PP/ ö0H3|©eg/ï|0ec-WillemKrindt. 3£otïj
in 't jaa? 1 f04 oen 16 Snno / fcöo^ö ïjg
tot J^foj geïtosen ban ïjet Moofïer $μ* öenbaal I4PP/ ben 18 JlHteg/ $ Obwfebtn Hendrik van
Leiden ,bemebege5eï ban onsen J^ioj
®tn 16 Utegi i$ ïj&t boo^ niebegesel aange* Itonicn Hendrik van Windeshem.
ifoo/ ben 7 Sfung / fëboo; mebegeseï giet
öangeïtomen Johan van Amfterdam.
1/04/ benxi gjuïg/ί^ Niklaas bgi onsenjpii'oy
en Johan ög be$ 3eïf^ mebegeseï/ eange* ftomen. "Priorinnen.
gn'c jaat* 1416. Geertruyd Blyde* Priorianwi;
1440. Ermgard van Love.
1440, AdelheidisOnderwater,ReynoutsbOCÏjteC· I4J-0. Catharina Haaks. E f 1471.
|
||||
74 ZUIDHOLLANDSCHE
l4ji. en 1477. Agnes van Diernen, Hendriks
öocjjter*
1480, Geertruyd van Nek.
1483/ N... Kornelis Okkers öOC||ta\
1486. Alêidisvan Ghoor, ||Ug$"Qe30&ffa;.
Sfu't jaar 1493/ ben ïs-%vd#/ too$ betto
3CU Geertruyd Omen», til \fj Ua CClie
ï$e-en-fcerti0e jaarige reseeiing/ gefïöi*
ben tien t^$fcty ryitf. 15:26. Elizabeth de Jonge , l§eet Reinicrs
troeïjter.
15-47, Jenne de Jonge, fïietf in bt$m jaren/
na ïjaat töï&öe öaot fufiet Elizabeth.
en 5tjn freibe ψμοχίη getoeefï. 15^0. Lysbet de Jonge.
if54·* Anna j Klaas Jakobs ÖÜtj)te&
Nonnen* Λ
1383, Goude, be botster ban 3|eer Willem Dêünx.
3391* Ermgardis Haren, Rudolfs bocïjter»
1400. Aleidis Loef.
1430. Walburg van der Merwede, ï|eet Da-
niels ödeïjter. 1434. Ifabeiia van Walburg» r
1440. Sapientia Onderwater, ReynoutsÖöCJjter*
14/6, Beatrix van Naerileö.
Lysbet van Naarrfen.
Soetje van Naarflert.
146f. Soetje van Beveren. I4$7 / benió ^efyuarg/ geeft Halewina, A» driaans öotïftet/ ijaare geloften gebaan/ en
aan 't fttoofïet beteert si metgen ïano^ 18 $&eg ïjeeft Geertruyd Linxaan ïjet feïoojïet gegeeben 130 &{$nfcjje guïoen. I5:^ej3temt>et/ Nicolaja (Klaasje) vandèr Lin-
den, |
|||
Ο υ D H EDE Ν. 7?
den, 3|aare tnoeöer geeft aan 't ïtofïer ge*
geeben 300 fcgiïöen. 1466/ tien30 j^eg/Criftina Gerrits vander Gafi:.
^n geeft 10 fcgilben jaarlp^ aan get ïüoa*
fier gefcgonften. 1467 / Öen 7 3(anuat?g / Halewina, Gerrits
öocgter* i|aar baöer geeft 400 guïöen $?
geben,
3» ^obember geeft Lidewina gegeben 10· &ΟΡίΦ guïöen^
3|lt t jaar 1467 i$ gefïö#en Gecrtruyd vaa Ameronge.
1468. Lysbet vander Does.
Lutgardis, Willems tjOtljtCV. Lysbet van Alkemade. 1469, Hadewina, Gerrits ÖOCgter*
147u Geertruyd Schaers. g£ geeft jaatfpg
gegeben 40 tögpfcge guïöen,
Margareta , öe ÖOCgtet ban Jan Dirkzc,
1471 en ifio, Nieolaja (Klaasje) vander Lin- den , Jans ÖOCgter* 1473/ Öen 7 SfiUgUfït/ Lysbet, Gerrits ÏïOCg* ter ·, geeft gegeben *oo fögtjnfcge guïöen£.
^emoEugufi!/ Machteit Rutgaers. 3|aare - ouöet$ gebben 3 mergen lattti^ gegeben,
©en4^ei>temöer/ Aleidis, Judocusbocgter/ geeft jaadp^gegeeben yo fcggnfcge gulben.
1475-/ op^Pontiaanstiag/ Margareta, Wil·^
lem Heflels bocgter* ^ufïer Jans, Damens boegter: gaar baöer geeft
20 mergen gegeeben, 1477,Geertruyd van Diemen, Hendriks bOCgter,
1478* Johanna Damas, Willems bOCgter, 1479. Agnes Winter, i§ gefloten in 't jaar
1479·
1480. Hadewig Koolf
1480.
|
||||
η6 ZUIDHOLLANDSCHE
148©. Maria van Diemeh.
Anna Diert.
»1481/ öetl 27 3[amiat$/ Margareta, Jan Ey- lands bocgtet\ Haat babet geeft 200 $ggw
fcge guïben/ en nocft 100 na gaate booö ge* gecben. ï^etl x'4 3Juïgi/ ^Ufïei; Johanna, Adriaansboeg*
tei\ i|aate moeber geeft teïe goeberen se-
geebem 1483« Aleidis Monnen. .
Geertruyd Jans. Hadewigis Kool. Lysbet van Maarflen, Jans bOCgtei** 1485- bena4:8j0fl7 ciementia Ifaar oom/ban
moeber$ bjege/geeft gegeeben 200 föggnfcge · gnïbem /~ jakobaökkers. ^aare meng/ ban baber^ toe*
gen/ geeft gegeben 100 ^ggnfcgo gaïöen. 2.3 baiï ^ej»tembei / Cornelia, JansbOCgtet\
Wilhelmina van Brakel.
1487/ beil 22 baillSpitï/ Geertruyd Tiel Godefchalks bocgter. ï|aat? baber geeft ge;»
geeben 200 Kïggnfcgegnlben: en na be$3eif$ 600b $aï 3g nocg geöben 200 guiben, 13 |^eg/|l|eb^0tlb3 idaTielmansJakobsbOCg*
ter» ^ebabet geeft gegeeben 300 Jüggnfcgé .
guïöen / en jaarfp^ noeg 30 gulben. ^
16ban September/ Adriana, Kiuvs bocgtet·/
geeft gegeeben 108 töggnfcge guïöen."
1489/ ben 28 3füïp/ Antonia. 3|aat oom geeft gegeeben 100 fegiïben: en 48 &ggnfcge gul* <
ben/ en 22$KMben.
1490 / hm αχ 9(Jtïg/ Heilwig, Jakobs böCgte?.
if aai* baber geeft gegeeben 2 metgen ïanb$. 1 J
<Den 21 ?higufïi / gufïcr Zoet. €u m geeft gegeben 100 ^gtjnfcge gnïben. 1402/
|
|||
O U D Η E D ËN? 77
149^/ ben 16 3fung/ Adriana,JohanGhibens
bocgteiV geeft gegeeben 3 metsen.
1493/ Öen 16 3fU%/ Agnes.
2.0 3[uïg / Voiowyci foien^ onbet^ gegeeben
geöben 34f ïSggnfege gnïöen* i494/Êienip^aig!/Hildegond,HendriksilOCÖteC.
^eil 8 ban t^Obemte / Margriet Hendriks. i49f. Maria Krooswijk. i4pi)/öeiH3[ufe/ Sapientia, Kornelis bOCgteC
6üugnfii/ Zoet°Claes, Johans bOCgtep. Agatha, Johans öOCÏJtCC 1499/ ben 1 ban ^epteiiibeu/Jo^annaMeyil.
^& geeft gegeebeti iop töggnfcge gniimh Catharina, Johans öOCïjtcr.
Ifoo. Maria van Zandcling. ifoz/ ben 17 SJüïg / Maria , ïj)eet' Willem Ruygroks bocijtec: sg geeft 3egeeben8 pon*
ben jaar!p$. 30 3Jl!Ï|J / Agatha, Johans boegte?.
15Ό3'/ ben 27 ban <^CtOÖer / Zoetje,Diderijks
boegtec. ^ρ geeft 00$ beeïe goeberen ge^
fegohften. ^eil ix ban ^ObeUlÖer/Cornelia, ]afcobOems
bocgtee/ geeft on# gegeeben rjS&gpfcge
gnïöen. 15*04, Beatrix van Naarfien.
<®tllzi ban ^eptembee/ Clementia, Dideryk
Bor van Amerongens bocgteiv geeft gegeeben
34 jwnöen jaarlp^ / en 128 ponben in ge* reeb gelb 3 ƒ05·/ öen 3o9ftlgUfïï/ Cornelia de Jonge: Cfl
geeft gegceben z© Hggnfcgegulbeiijaailp^
15Γ06. Ida Oem.
ι ƒ07. Chriflina vandcr Duyn. 15Ί7, Sofia vander Linde, 15*20, Nicolai vandcr Linde. |
||||
78 ZUIDHOLLANDSCHE
ιρι. Ifabella van den Kouliter.
Anna van Sol, Antonis ÖOCÏjter·
ifi2« Adriana, Willems öOCijta' \%%4» Lysbet, ïj|éer Pieters ÖOCJjter» if3f. Machteld de Joode* ..,,, iy$8. Catharina vander Duyn. 15-40. Sophia vander Lind , Damas böCÏjter. iffo. Aletta de Wit. 1577. Ifabella Scoop, ^ttt Willems ÖOCljter*
ijTöj· Anna Diert. ij66. Geertruyd Oem. Sura Oem.
1 ƒ7^♦ Anna tïl Margareta van Boshuyzen. j^ocg binb ik be boïgenöe jonnen / boeg
3onber iaarteneninge/ aangetenenb: Martha Oem.
Machteld vander Haer* Bona Duyk. Ifabella vander Does. * Walburg van Mervede b*a$ 1« aatl$i'ett
in't jaar 1430.
Conftamia (OOÏt tttt $0tttte batt bit fflüto*
fïer) f$ met eenparige fïemmen ban t'eöer een
geroemt gebjeeft: gebbenbe niet aïïeen öe goog- aöeïpe jj^onnfieeïben ban gaare booi-onber^ / be traanen ban pare eigen ouöer$/ get bib* bm en itermen ban paren b^er/ maar ooit ben gïan$ ban pare feponpit/ nioeltmoe* Μ$ΐβ/ en tot ieöer^ berbjonöeringe/ met be boeten getreeöen $&u$ pefr 30 paren naam in φ Agnes ïtföbftcr/ opbe rolie banChriiius ïtnjg^öenben ïaaten opfcï)$ben: en geeft bee* 3eplaat3e/ öiepar te boren nanb$ujï$ öe* ♦ üyt de ongedrukte brieven der pïaaeze,
fcent
|
||||
O U D Η E b E N.' 79
Bent foa$ / eerfï bqo$ 300 eene roemruepge
intrebe /en naberganb booj gaaren geüigen ommegang / geen fcleinen Utiffev aangefeagt, Daniël,, Conftamiaas baber/ böÖ£ be mailgaf1 -
tige fïanbbafïiggeit ban 3pe boegter ober*
iaotmen/ geeft geene geringe giften en inMw (ien aan Bet fcïoofïee gefcgontteti- Iiabella Omeria, i^beefïe bail β. Agnes ΜθΟ* Priorinnen
ftec/ geeft get öebjinb 33 jaaren met3obaainV
die in
9e boiboeninge Oei* jEaagben geboert, bat deugd-
gaare boob ban iebere Jlaagb beioeent të ge* ™*™h*» foeefi ^003 gaar goeb beïeib 3gn Φ# a^n ïytgemïet '$ Moofïer^ iiiïtonifïen raerïseïp bernteerbertj hebben» maat oo& öe fterft/ en 't g^ootfïe geöeeïte be$ ftïoojler£/ ban bengionb opgetimmert Johanna de Jonge , m$gelp£ <$berf!e Of
J&iorm ban bit Moofïer/ i$ naar een beter ïe*
ben bergnifï tn 't jaar 15-47 ; na bat 3g ai. jaaren ïang / met eenen 3onberimgen naam ban gegliggeit/ aan get roer gab ge^eeten ®e j&aagben/ gaare toeUmaben met eene
baimöaaregebenkeniffe oberfoeegenbe/ geböcn gaare 3Ufïer/ Lysbet de jonge, tot öSberffe gelden, <®t ttoee ïaatflè jonnen/ Anna en Margrreca van Boshuyzen,;böïie $t$$$/ 3jjn
in 't jaar 15-71. naar Sfoabanb geioeeïten.
<®it ^onnenMoüfïer geeft in't jaar 1468.
öe boïgenbe inftomf&it be3eeten : 500 a$ iE, in be oube enongebinfctepampieren be$ftloofier$ geb gebonben. Op een huys ihende op den Riedyck, een gou- ,
de Engelfche NobeL Inkomfc* Item 4 pont van een erve.
Item 3 Wilhelmus fchilden op een huys en erve,
llaande tegens de Kruys-broeders Capelle. |
||||
é
8© ZtriDHOLLANDSCHE Item aencrfagtigheit,als datPant-boekbegrijpt,
41 pont, ij-fchellinge , 2 groóte. Nog æ pont van Margriet van Genderen.
2,1 Mergen Lands inHeeren-oudelands ambagt,
doen 71 Beyerfche guldens en 6 Capoehen; 21 McrgenLands in het felve ambagt, doen"72;
fchilden , o ftuyvers. 12 Mergen Lands in de Rider·waert, doen 34
Beyerfche guldens. 3 Mergen Lands, ibid, doen 13 Beyerfche guld.
6 Mergen Lands in de Linde?dben j 3 Rynfeguld,
f Mergen Lands om 16 fchilden en 3 Capoenen.
3 Mergen Lands om 10 fchilden.
3 Mergen om 10 fchilden.
jz Mergen om 2 ƒ Wilhelmus fchilden, en een
weer. 3 Mergen om 4 W. fchilden.
æ Derde deelen van een wierken Lands van 1 ƒ
Mergen, genaemt Groesbeek, om æ é Beyer- fche guldens en een vet weer; Het andere der- de deel doet 11 burgh-fchilden en á Capoenen. 10 Mergen Lands , doenzoburg-fchilden, zo
ftuyv. en æ Capoenen* Nog een hoefje Lands om 1 R. guld.
iz Mergen Lands doen 30 guld. en 4 Capoenen.
3 Mergen doen een halven Nobel.
4 Mergen doen een Engelfche Nobel.
4GaerdenLauds doeii4 Beyerfche guld. en 4 ft. 8 Mergen Lands doen 7 fchilden. 3 Mergen Lands doen een Nobel'.
ö Mergen Lands doen 9 Rynie guldens.
De helft van 3<5gemeeten Lands, gelegen in't
Land van Voerne, voor zz, R.guld.
Nog 4 gemeeten om 18 fchellinge. Nog ,f Mergen Lands doen 7 fchilden. Nog
|
||||
O U D Η E D E N.' 8l
Nog had dit Kloofter zoo aen lijfrenten
■ als erfrenten dit jaar, N v %9f - 4 ^C 3£attb«t hiatm gtit$m in HeerenOude-
Jands-Polder , in be Oude Riderwaert , ilt b&£ Linde, Mathena , Papendrecht , Qiefendam, Giefen, Albjas, Leckerkerk. Sfn'tjaaC 14P4/ aï# Hendrik Helmers, mt
fcgatrp man/ ennictmmber toegen^ mübaa*
tngfotit gerocmb/ bet'fïaan ïjabbat be |&aa# timing Agnes Moofïer bööj armoebe geb^ilit fcDict*bcn m geö^n ieeöeo j ïjeeft gn |aar/ tipt ïoutere tnftbaa'b&Sat/ 800 fójnjnfcge guU>eu§i gefcïjonïicn. AANTEKENING EN.
1. Volgens c ί^» ZW<?# is de kerk eerft afgebouwt
in't jaar des Heere 1494, x. IValburg s Vrouw van Merwede, de welke hier
het Nonnekleed opzette in 't jaar 1430 ; en Heer Rei- nier de "JongheΛ Penningmeeiter van Dordrecnt in 't 'jaar 1491, hebben ook veele goederen aan dit kloo- fter gegeven.d c Itlenip. 148. d IbtJ., ,
|
||||||
Mariën-born, een $onntï\looftev grfïicgt in
Marie
't jaar ï303/ tutcrÈt öefooont boo^ Itfoofieivbonw
nmagbcn We naat; ben bcrbrn föegel ban β. Francifcus ÏCfföetlj MUI 'tgCefMpe bO0£ tt\%
töercïbffij pieper öebrent toierben,
$aar. lierlt?e t»a^ niet thiee getoijbe ïtïORnen
fcecciat: sijnbe De eesfïe op ^.Maartens, en be t&eebe op ^..Suraas naam geboogt, F %n
ï ■>''■■ ··. ■ ■.■■'■
|
||||||
Sz ZuïDHOtLANDSCHE
%nmm i^ij^öuïtfcö öatibfcfeift fïaan be
f boïgenbe Utebog/ of Φ&φη$/ m gujler^ aangeteUeub: Moeders:
1432. ^Ufïcr Zoete van Beveren.
1439, ^foncfo* Hillegond N. 1449. 9[onck Geertruyd N. ,-, ' Ϊ5Γ20. Anna, Willems botïjtet?.
'éf$S Heyltken, Jakobs böCgtST. Mariken, Martens öOC^tCC
Anna, Dircks trotst·*
15-5-0. rfft. 1574. I5-5T· if5*7* ιϊ$°* *Τ79-
Mariken, Martens bacïjter*
15-70. Petronella , ^m Cornelis bocljta? / t& _ gectbc 2-5 jaren.
Huis befargfiers:
Hl1· ^nfïfi? Mechteld , Jans bOCÏjteF*
1432. Kathéryn, Pieters bacJ)tC£· ^Zufieren\
1431* ^Reyneld die Wynter, Aernts fctOCÏjter.
Woborch, Wouters bOCgtet*,
Cleys Cnobbouts, Cleys bQCÏjter.
Lysbeth, Jacops bOCJJtOV % j 1
Lysbeth, Jans bocljtep*
|'4:3'i» Lysbeth Scakelvoet, Geertruyd Scakelvoet, iit
Alyd Scakelvoet ^ Cleys bOCÖtCï^.- :
*44$. Alyd, Pieters bOCgter. 145-1. Adriaen, Pieters bOCÏ#£i't Heylwy, Jans bOCÖtCf»
|
||||
O TJ D Η E DE N.
1461♦ Katryn vander Steenhuyzen , Willems
qocötec*
1461. ιφ6χ. Matken, Jordens bocïjtCC,
1467. Elsken, Geerlofs ÖOCÏjtCt4.
1469. 3!uffrOU Agnefe die Jonge, ^eeeenRey-
ners OOCgtergu
1475. 1485-, Mechteld, Jordens OOCJjtei?* 1489. Lysbet Leuf, Adriaens iïocijtec 15-02. Nelle, Frederix öocfjta?. 15-05-. ^ufprott Beatrix Boot, (iccf ι$ορ Lysbet Boot.
ίƒ20. Agnes Oem. Cornelia Oem.
Α nneken, Jans öOCÏjter/ 15-24*
1530. Cornelia die Jode, 1 ƒ30..'■'.''. .. 1570* Anneken, Jans öOCÏjteE» 1 > Antieken, Dirx tejjtO?. y*
', Neelken, Schrevels tlOCQt^l?· '
Maryken , Aerts tester,
Aelcken, Jans.tlOCÖtCr.
.'* Trynken , Aryens ïlOCf}tC£* €'ï)att£ ί$ Μ (tïoofïcc in tm fooongïaat^
booi htfyüzftigc foee^-Miberen fceranoert; fce* hitlU öaar op be mfcomfïcn öe$ ftÏQOfïei$ on^ öeröemöen tooien* (O , * ■ ■■■"a - ■■■■■ * τ ^*··^ J: "^ r *'J""......■'■· χ , ■ '■■'.' '"
Α Α Ν Τ E Κ E Ν Ι,Ν G,,
Ι. By Van Balen itaan de volgende Paters of Va-
ders aangetekent op het jaar 152.7. Kornelis (vander Myle) Oud-Burgemeeiter.
Staets Govertze. En op het jaar if?o. Arent vander Myle. Gerrit Everts. jakob Oem, Jakobs 200η. /' SchrevelOkkcifx. |
|||||
.
|
|||||
84 ZuiPHOLLANDSCHE
Kloofter 3|# ïlIOOfïee te Graauwe Zufteren , öeipefc
tier gra.ni- fce 3icg aan §s. Francifcus 0egeï berBoniiett
wc zuftc- ga&öen/enaüm^ naai* game ftïeeimig genoemt
icn* totetfien f 'ri§ gefïicïjt in ïjet jaar 13 3% en öeefÈ
op öen j^ieufténl&eg gefïaan. ^nfjaaEwte
, je ffötroen i$e öutaaren 7 en een afgefïooteii
tooi- igg iuieröen öoo^ een p^te^et· ugt öe ®jf
te te j^inne-ï^oeteen onteigen en öe?
piert· (1) »neffen£{jetMoofïer fïonö mxM*
peïïerje üan fce £tlier|)eil!#fïe jjlaajjix. {%)
■ ■ ■■', * Ι ι Φ* J C *v · ■' !"-,■■■ C" J
AANTEKENINGEN. , ,?l
τ. Dit wierd anders het kloofter van S. Clara ge-
noemt. Het is waar dat dit kloofter te Dordrecht niet geflicht is voor het jaar 1331. Echter hebben 'er al lang voor dien tijd GrauweZuflers te Dordrecht ge'· woont. Want voor éerft ftaan zy vermeld indeThre- foriers rekeninge van het jaar 1325: ten anderen blijkt uyt den volgenden brief van Graaf, Willem III, dat zy al voor het jaar 1313 ge woont hebben in het klein Lomb arden* huys. De brief van gernelden Graaf zal hier, zoowel als menig ander brief van geringer per- foonen, een plaats mogen hebben: Qonfent - Brie ff van den befioten Frouwen-Cloefier f
: U i : η Q bynnen Dordrecht* XU? Willem, Grave van Henegouwen , van Hor-
™ land , Zeeland,- en Here van Vriefland , enz. Doen cond allen Luyden, dat wy" om Goeds wille,, aengefienSalicheyt onzer,ende onzer ;quderen zielen, en om den dienft'Gdids allen wegen te meeren , ge- orloft eude geconfenteert hebben, oirlovenende con- fenteren mits defen brieve , dat die Vrouwen Per- foenen , beydeMaechdenendeWeduen, opdefertijt woenende in onfer ftad van Dordrecht, in een Woe- BÏnghe geheeren dat Cleyn-Lombaarden-huys , een be- ioeten Cloefler en Convent van S. travcifcusOerden, van- Pemiemim fulkn (moegen) funderen, tymme- |
|||
^ÜIDHOLLANDSCHE ÏûÉ>Ç£ÂÅÍ. Sf
ren ènde volbrengen , in den Woeninge daer fy nvt
ter tijt in woenen, of een ander Hofltede binnen on- fer ftede van Dordrecht voorfz, ende hem daar .inn§ keten beiluyten 'm der manieren ende ordonnancien als daer toe behoert. Ende nemen datypirfz, Cloeftec ende Convent mit hoeren goeden endeperfoenen daer toe behoerende, in onfen hoede ende befcermenilTe, . gelick'erwijs ende iq alrehande manieren als v?y ande- re Gloefteren ende Conventen ende Goeds-Huyzenv in onfen Lande leggende, genoemen hebben, Ende om dat wy dit vaft en geftade gehouden hebben wil- len , voir ons ende voir onfe Nacoemelingen , foe hebben wy defen brief befegelt mit onfen zegele. Ge* geven in den Haege upten viij. dach in Junio, iu 't Jaar ons HeerenM.cccenxiij. Zoo hebben zy dan eerft in het klein Lombaarden»,
feuys gewoont. Waar op voor eerft aan te merken ftaat, indien 'er een klein Lombarden-huys heeft ge- ftaan, dat'er naar aliefehijn ook een groot Lombarn den-huys geftaao mpet hebben. Maar, ten tweede, zal iemand ligt denken dat door dit Lombarden huys de gemeene Lombert of Bank van Leeninge verftaan moet worden. Doch in het jaar 1313, en lang daar na, waren zoodanige banken, althans door openbaar gezag, noch niet opgerecht. Sommigen willen dat Leo X. de eerfte der Pauzen geweeftzy, dewelkezo- danige banken van leeninge zoude goedgekeurt heb- ben ; maar i» Leoos Bulle, van het jaar é?é$·, ftaat dui- delijk genoeg aangetekent dat Ñ'aulus 11 , dewelke geftorven is in 't jaar 1472 , de gemelde banken al goedgekeurt hadde. De eerfte t bank van leeninge of lotnberd , daar de hiftorien van weeten te fpree- ken, m die van Padua, dewelke daar opgerecht is in 't jaar I49tv Uyt Italië en Lombar dye zijn de gemel- de banken door Vlaanderen, Brabant, Holland, en meer andere plaatzen verfpreïdn en hebben, om dat ze uyt Lombardye voortgefproten waren, den naam van Lombarden behouden, 't Staat dan te onderzoe- ken wat voor Lombard - huyzen dat /er te Dor» drecht voor de oprechting der gemelde banken ge- ftaan mogen hebben : en dit zal my, de gelegendheït t ZieBeyerling tom.$, Scardeoni Hift,Pat<iv< &c.
F3 geeven
|
||||
%6 Aantekeningen ö:p de
geeven orn eert andere moej el ij ke: plaats uyt Batavia
Sacra »', alwaar van deCawardim gefproken wierd, én daar ik in het vertaaien niet konde doorkoo- nien , met eerte moeite te verklaaren. Men moet dan weeten dat in de twaalfde , dertiende , en veertiend© eeuwe veele koopluiden uyt Lombar- dye, en uyt de naaitgelegene provinciën van Jtalie, onder den naam van Caorcini , Gaturcini ,. Caur- fini, Cawarfini, Gawartini , den groötften koophann del in veele landen Van Europa gedreven, én zich m de belte fteden nedergezet hebben, -Maar ondier- fchijn van Koopmanfchap, en ook vande menfchen in hun- ne verlégendheïs'te belpen , bëgtngea zy allerhande woekery · zod'anig dat ze meer als; eens door Vorfte- 3ijk bevel uyt Vrankrijk , Engeland, Nederland heb* ben moeten verhuizen. Zoo heeft de H. * Lodewijk> door een plakaat van de maand Januarïus 1268^ al Ie Coarfinen dié Zich met woekeren behielpen uyt zijii rijk doen vertrekken : zoo nochtans dat deLombaard-i fche koopluiden , zoo Cawartynen als andere y mits geen woeker pleegende , in het rijk mogten blijven* JDiergelijk eert plakaat heeft Philips dé Stoute, Koning Van Vrankrijk , uytgegeeveii op S. Simon en Judas dag : daar hy dok getuigt dat· de gemelde Coarfi-nén of Kawardijnen byzondere hufzen .hielden^ Om'geld onder zékere panden op woeker uyt- te zétferi. 'Böcft de Lombarden en Caörfynen, dié zich met den koop- handel vergenoegden, zonder het volk door-iw*ö,èke- ry uyt te zuipen, behoefden het rijk al Wedèrörrfnte* te ortfniiraert. Mattbaus Paris weet ook 1 op Véele; plaatzen van het uytfpoorig ichacherén en Woèkeiieft der CawaYiinen te fpreeken. En by Mireem χ ,vVörd den Joödenen Cavariinen Uóöt-Hendrik III, Hartog van Brabandy insgelijks geboden,uyt Brabant té Ver^ huizen. Zoo heeft Kaf Λ de tweede , Koning van Si-, cilie ,'■ Γη een plakaat tegen de Jooden , dezelve4^èo* «lèn, Zoo wel als de Lombarden en Caturcïnên, ook uyt zijn gebied doen vertrekken'. Zoo ziet men dan uyt het plakaat van Philips den
Stoute» dat dé Lombarden en Coarfinen byzondere » In Jphan van Zyrich.
* BV du Cange v» Caorcioi.
χ Miranis lik 1, Diplom* Uelg. o $4* ^
huyzen
|
||||
ZUIDHÖH,ANDSCHE OUDHEDEN· $7
huyzen hadden , daar de menfchen in hunne verle-'
gendheit geld op woeker konden krijgen, Eazoo !« het buiten twijfel dat ze ook te Dordrecht zulke hui- zen gehad zullen hebben. En als Johan vanZyrtcb> de gewijde vaten by de Kawertijnen niet verzet wilde hebben, heeft hy zekerlijk deze Coarfinenof Kawer- fynen in 't oog gehad. Wil iemand weeten wat on- derfcheit dat'er tuffchen de Cawerfynen/cn Lombar- den is geweeil, daar op zal Du y Cangevoor my ant- woorden dat alle de Italiaanfche kopplüiden door- gaans Lombarden wierden genoemt : niaar dat die koopluiden in zekere rnaatfchappyen verdeelt waren: dewelke haare benaaming hadden van de voornaam- fte en magtigfte familien, dewelke de hoofden van zoo eene maatfchappye waren } en 't beilier der zaakeu hadden. Dus zal men by lohan Vïlhnem > voorllf" mentlijk in het 137. boofdftuk van zijn elfde boeK, de rnaatfchappyen der Amanatcn ^ der' Acciatwlen , den Barden,afxCvriwen, meer als eens vermeld vin- - den. Sommigen \. willen dezen naam van Caornneii afgeleidt hebben vanCahours, eene ftad tn Vrankrij^ daar de Lombarden grooten koophandel gedreeveti zouden hebben. Andere willen dat die benaaming ar- komilig zy van de Corfynen , eert vermaard geflagC te Florence ; 't welk in 't gezelfchap van andere ra- milien, te Florence en in de nabuurige (leden, door de koopmanfchap groote winften heeft gedaan, ta dewijl het doch Italianen waren , icfajjnt het alzoo billijk dat ze hunne benaaming ook m Itahe gekree- gen'hebben. En dewijl zoo veele plakaaten tegen de Cawerfynen gevonden worden, en zoo veele bchnj- vers van hen weeten te fpreekeu % zullen zy waar- fchijnlijk , ten minile aan deze zijde der Alpen , de magtifte van alle dieKoopluiden zijn geweeil. 2 Ik zal hier de naamen van eenige Paters en Ma-
ters , of Vaders en Moeders dezer Nonnen , en ook van eenige Nonnen zelf, uyt fan Balen, * °PSec" ven. > Du Csn^c ut fupra. .
^ Dantes i.nnfem canMi. Cleyrac ad leges mans p» zit.
* Van Balen pag..146· *47» *
|
|||||
•ι ν (.„f
|
|||||
88 Zuid holland se hè
Moeders, ~~'
In't jaar 1.43?. Zuiier Alijd N.'
1563. Adriana., Simons dochter.
.; ·;χζ\ Ondermoeder",
ifji. Grietje van Kapelle, Willems dochter. In 'f jaar .103 hebben de Zufteren metten fcapularen
('zoo wierden-zr naar haar fcapulier genoemtj tot Paters gehad : {/. /.'■"' Woiuverik, Kornelis zoon. Pieter, Damaes zoon.
Kornelis, Hendriks zoon. Lodewijk Berk.
In h jaar 15^0 hadden zy tot Paters:, Hiigo Koil , Pieters zoon.
Herman van Blyenburg , Adriaans zoon.
Wouter, Schïlrmans zoon.
Schrevel, Okkers zoon.
In ?t jaar 1 ff 7, als de Nieuwgezïnden 't bewind
nmgtig geworden waren , zijn niet alleen de Paters der Grauwe Zufteren, maar, ook deOverften van de Minnebroeders, Auguftïj nen, en van het kloofter Ma- rienborg, argefchaft. Twee ja.aren daar na, te weeten ïn'tjaar 1579, is hét kloofter der Grauwe zufteren ïn een School verandert. |
||||||
Dat van de tyè ^ergaberina; ba; Alexiaanen of Cclle-
broers broederen, ugt aeljt mannen öefïa&nbe / $
Öter 00fiicgt in 't jaar ι γδ?, f umie teti öab
maar een outaae ; en öeneffen$ ijaare taoon*
ffcoe fïonb een ^olgui^ / baar 30 get opsïgt
otier ijaööem
van de ^2 Brooc-zuftejrs, beiweïfte naar ben ïlegel
Brood- ban &. Auguftinus ïeeföen / maaftten J)aar
aufters» locrft ίκιπ be jiewen te bienen ^o ge&öen fom*
toijlen ooft geöebelt: foaarban 30/ 30a iftgip
fe/ be öenaammg ban ^oot-3ufieren genree*
gen geööen. FlorentVus, ^iffctjopbanfUreeöt/
Öeeft öaare #$ee «gt naame ban J&n$ Gre-
gorius
|
||||||
■
|
|||||||
Ι Out) ϊϊ Ε D Ε Ν.' V S9
goiius lX$rjn ï^of te Hfcinion gouttenöe/öoo^
een open-fyief goeögeïienck Cerfi geBMi jg fïecjjt^ in een gemeen teget$-j^ï£.&euK>Qttt: 't toelft in 't jaar 1466 / öen 8 'Sjitug/ öooi 25ïffciïop David in een Hïoofïei* $ beran? öeit; (1) .. i&x Ι AANTEKENING;
ι. De zelfde BifTchop Z?<*ït*W belafte den Prior en
den Regulieren van Eemftein, en den Deken van O. L. Vrouws kerke, een Moeder in dit Kloofter aan te ftellen. Deze zufters wierden ook de Celle-'iüfters en de Zwarte-zufters genoemt, en moeiten van haare handen , en vorders van het bedelen leeven. De Prior van Eemitein, en de Deken van de Hoofdkerke, wa- ren gerechtigt om 't zelve Konvent te bezoeken; of om verftaanlijker te fpreeken , te vifiteeren. Het kloofter der Brood zufteren ftond indeRaam-
L ftraat; doch deKloofter-kerk ftond eertijds, enftaat
ιΦ volgens Van Balen tegenwoordig noch , in de Bree-
ftraat; hebbende wel eer een heul over de graft gehad,
om uyt het kloofter in de kerk, en uyt de kerk naar
het kloofter te gaan. .
in 't jaar 1625- is hier noch Moeder geweeft zufter
Neehje, Meeus dochter. En in 't jaar 1628'leefden noch deze zufteren : Emmetje , Dirks dochter, en Aehje lans : en wierd haar in 't zelfde jaar . als de inkomftcn des kloofters ten behoeve vanOudemans- en Oudewijfjes huizen gefchikt wierden, een jaar- lyks onderhoud toegeftaan. In't jaar 15-35 zyn de volgende Heeren deMeefters
of Vaders der zufteren geweeft: lan Vrankenszoon, Staes Govertze, Damaes Philips,
|
|||||||
^et Begijnhof foa£ al gefionfot in 't jaaeHet Be*
1302. 5^e Utvft jjaö ödfte ontaaren: sijnbe Jetgijoiiof. ttoeetie op öen naam ban tie Mtv-ïjüüqilt |
|||||||
pO Ζ UI D Η O L.Ï, Α Ν D S C Η Ε
jlHaagb/ {jet öecöe φ. Agatha ttt tut / in$t*
topt ^e S>jn&ofë ftertt toierö bao^ öe ottö* pe.Eterïtiiati ^o^ecöt geïjouöen. Willem, .$$>?aaf jan ^emgmitom/ ^fnimb
m Eeeïanii / geeft bit $$t&gnfyof onöer 3tj»e ï^3onöete öefcöei-ming genomen: YU" γ Willem, Grave van Hénegouwen^m Hol-
lant^2Xi Zeelant,cnde Heere van Vriefland^Wc den gheenen cjiedefen Brief fuilenfien, Saluut en allé goed : Want een deel' 'Jonck· vrouwen des üfoi/jf der Beggynen in Dordrecht 5 hebben aange- nomen , een Oritf die gheheeten es Orde der Penitencie^die Geflkht ende (i) Geconfirmeert es van den iSVöff/ van Romen , als wy verftaen hebben, dat wy prijfen en loven , 'waer by dat wy de- fen Jwckj·-vrouwen , die Beggynen waren, ende noch in defenvoerfz Hoye woenen, alfoe langhe als iyhem wel en eerlicke houden , nemen in onfe Befcermeniife. Ende willen dat fy haren Hoff ende haere Huyfmge befitten ende gebruy- ken» inal dien Rechten, dat fi plaghen tedoe- ne, doe fi Beggynen waren; want 't Beggyn-Boff voerfz van onfe Voor-Vaders , Graven van Hol·* ïant, eerft gefondeert ende geflicht was; Voirt want by begheren defer voirfz Jonck-
vrouwen vöiftganck in aljen Geeftelicken ft'tic- ken , fpo bevelen wy narenftelicken Onfen Rechter, Schepenen ende Raed in onfe Pairte van Dordrecht^ wie fy fien in defer tijt, dat fy defe voirn. Jonck-Vrouwen jonfteliekenhebben, ende vorderen in allen ftucken , daer fy es begheren. In oirconden defen Brieve befegelt ende ge-
geven tot Setite Gheerden-Berghe, op Sinte Jans- dach te Midde-Somer i in \ Jaar Ons Heeren M» ecc, xxvj. iCege»*
|
||||
O W D Η E D Ει Ν, pi
r^00entoooaöi0 feit alteg ontet? öe boeten w*.
AANTEKENINGEN.
.1. Hier ziet men al dat het beveiligen van de nieuw-
geftichte kloofter-ordresdoor denRoomfchen Stoel, als eene gebruikelijke en vereifchte omftandigheït, wierd aangezien. Dit was echter niet veel lan- ger als-ioq. jaaren te voren opgekomen. Voot deal- gemeene Kerkzameiiirig van Lateranen , gehouden onder Innosenüus Hl, hadden de nieuwe kloofteror- ders geene PauiTelijke beveftiging van noode. En Bellarminus ά getuigt dat de H. H. Öominicus en Fran- c'tfcus de eerfte zijn 'gé wee ft , die zoo een beveftï- ging verzocht hebben. De Vaders van de gemel- de Kerkzameninge hebben meer als eene reden ge4- had , om zoo een kerkbefluyt uyttegeèven. Voor eer ft had! merivolgens/Bellarminus te vreezen dat'er door de ftichters én !oprechters van de nieuwe klob- fterorders, indien men hun den vryen toom had ge^ laaten, allerhande bygeloovigheden, verkeerde kerk- gebruyken , otibezonnc en avèrrechtfche godvruch- tigheden zonden ingevoert wórden. Ten tweede, zoo als de Kerkvergadering vaia ί> Lateranen zelf doet gelden , ftorid 'ér1 uyt eene al te groote verfcheï- dendheit van kloofterorders niet anders als eene groo- te verwarring in't kort te verwachten. Ten derde, indien 't een iedeV vrygeftaan had nieuwe kloofter- regels te verzinnen^ en klooflerlijke vergaderingen öp-te rechten^ Veele tan de ordres, dewelke reeds goedgekeurt en in aanzien waten, geHjk de nieu- wigheit altijd aanlokkelijk is en den grootfien toe- loopheeft, zouden haaft in kleinaehtiiig zijn geraakt» Deze reden (laat by Matthcem c: Paris aangetekend. Dewelke daar by voegt dat het "gemelde Kerkbefluyt van Lateranen in 't eerfte weinig heeft geholpen: en dat 'er noch dagelijks zoo veele nieuwe kloofteror- ders aan alle kanten op dé baan quamen, dat 'er de |
|||||||
α Bellarmin» de Monachis lib. %+
' b Concü, Later, fub innoc ?♦ • ξ Jklatihjcus Paris ad Ano. izjê. |
|||||||
men-
|
|||||||
'f
$1 ZüIDHOLL AWD:SCHE
menfchen van kennis en verftand over verwonlèrd
(tonden. vr ·, V - x. De Begijnhofs kerk, zegt Fan Balen, was zöö
groot als die van &t Jakobs gafthuis. Meefireffen der Begynen*
1360, Jonkvrouw EverwigeOem, Heer Klaas doch- fii ter.;.; ·,·":'/ ::;a-;i.-.-'i
1403. Agnietje, Heer Hendrik Vriezen dochter.. ,<
Diewert van Afperen, Hendriks dochter*
1411. Margriet Kox, Jans dochter,·■■ ,/> . Jacomine, Damaes dochter^ ï:.4 <;! o
1417. Alyd, Koenraads dochter.
Margriet Harlebeen, Jans dochter.
14x3. Aechtje^, Jakob Tielmans dochter. Lysbet , Okkers dochter.· ,^ Jïl
J4JO, Margrietje Kox. :~'-J-.ra 'iamn-jLi^i^j^l -.'
U), AechtjeSuiis. . r ..^ 0O3 «j t f;i;r> 3433. Jonkvrouw Hildegont van Houwenïngen.
1436- Jannetje, Kegelaars dochter. . :oob 1458. Beli, Jakobs dochter, jij, , '3\
. Jannetje, Jakobs dochter.. ,, ;,, ti^d J4óp. Lysbet de Jonge , Jans dochter.-,
1678. Marytje , Kornelis dochter, tiifiiio^ 't' ï<5»iS. MarytjeWiilems; die metfïendrik vanNieu- ftad trouwde: en daar rnede hadden de Mee- tJy^ fters en MeeftreiTen eeii einde. - DeBegynen wierden in 't wereldfchgeregeert door
Begyne-meefters j zijnde wereldlijke luiden; en -van, de aanzienlijkfte der ganfche flad. En,zijn Begyne- jh.eefters of Vaders geweeft. ^ In 't jaar 1398. ,:
: Jan Slingeïand. ι - ,5 f\es*'i rj jk{iM$.j ■ ■ ■ ■*<#>!
Pieter Voorkoop. ν ί. In 't jaar 1613.
,ί! Heer Kornelis van Terefteyn, Burgemeefrer. Heer Wouter van Krayefteyn , Oud-BurgernéeV fter. ' ' 8 ! |
|||||
iet
|
|||||
I
|
|||||
Oudheden,, 93
^et ^kh$Ui$/ 't Heilig Sakraments Gafthuis HeiIig
genaamb/ i$ gefïieljt in't jaar 1301 / enffaatsak ramentS tegentooo$ig op be $ifeï)maeïik <®e van Ra- Gafthuis. tingen, ett Heemskerken, geÖ&en böO^tameitts
ïp gnnne milbaabigïjeit betoont in bit gaffc
jju$ rpeïp te beogen: en noejj tegenbioö£> big fïaan be gefïagt -toapenen ban Mbt bese $eer onbe familien op be g!a3en ban ïjet gafï? .gut^ gefcgiSöect- buiten get ïtoo^ bei ïterite/ 't toeïit met ïiopere traïien afgefloten i»a£/ ijeööen nocï) tfoee ontaaren / 't eene ban j&. kochus 't anbee ban J^Michiel,geffaan:3ijn* be jfjetJaatfïe ooft in een ftieniftoo^tje öefïoteit» ffittcfy fïonb 'et* een outaar Bg be <0afiïju$ benty in be gaal / baat* be intooonbergS ban 't <&afo \pt§ met be bttiten-ïniben mogten fp^eeïten. Mie bagen/ '$ ocgtenb^ te fe$ miren/ iöierb* 'er 3googmf$ gebaan aan 't gaofb-ontaar r en te fe§ noren >$ abonb^ foterö Set Sof ban 't fmieröeiïigjie ^aftrament gedongen. 3[n't jaar Hf 7 i^bit gafljui^met getg^oot*
Jïf öee! bei* ff ab gïab afgeö^anbt. Refter ψ&
.flegbator / bctodlte ïjet ^afcrameot^ boogje
ngt be bïammen tvacijtttt rebben jjÉ boo^ben
rooft beeffiftt 3|jet boogje toierb echter \wd)
gebonben: *®nbt b$o? benrooft tennnaal s&act
getPO,?ben> οοφ üelpftit/ en be Jjofli-boeft/
iuaren ganfrg otiefcijabigt en üngefcfyonbcn.
i&ei* gebagteniffe Mn bt$t fcoonberbaab i$ 'er
tm plegtige ommegang ingefteït / be groore
, Ommegang genaainb/ befoeiftesonbag/na.gi.
Magdaienaas bag / baar iiütfy tegentöoe$ig be
;|faö£ ïierm$ op baït/pïagt gebonben teloor
ben j^aberijanb 5ijn 'er be ttiiraftelcn ban tijb
mt tijb 3eer bernienigbulbigt: 't toeïft ooft bc
reben i§/ bat bitgajtöü^sö^^enaanimgban
'tmu
|
|||
«>4 % ZülDHOLLANDSCHE
't'Metfyt&iQftt &(fovmtnt ïjeeft Qthm$m.
$tffm§ jjet jpfi&ufë 'toa£ een te&gof / oe heilige plaats genaamö / en gefcptt ter W ^aapnsffe oer geenen iiie in 't booifcj^ben gafïjjtt$ gefloten teen 3^e öooiie iieöaa^ men htv amu menfcjjen beegingen öinnen t$e ftagen ƒ gottite? tminfïete (OfïitiKen ^ocjj öe licïjaamen ban bjeïije&öenöe raenfcfjen / Ut % een fiaö^öafïöui^geenjin^öeg^aabentoie^ Den/ betfj^eiööen tiiftM^ 500een bniïe fïanft/ öatse berboeitmoefïen tooien ^eöefftenng iuieiö öooi 5oo0enaamöe &a&er£ en j^oeöecp toaargenomen: eniieeje éa&ei$ en jjwfojtp iöiettei üm$ öe fïat$ 0bengfjeit aahgefidt SBeneffenjS feit gafigufë fïonfe get ftïoofïet; ban fee Magdalenaa$'3ufïecen: 'tiöeÏRgeöouiüt 1$ in 't jaar 14·.· en bemièïfet 10030 op -get jaar 1447. AANTEKENING»
1. Hoe'dat de lichaamen der arme menfehen., de-
welke op dit kerkhof, of zoogenaamde heylige-plaats, begraaven wierden, binnen drie dagen vergingen , zal ik hier niet onderzoeken. Alleenlijk wil ik aanteke- „ nen dat 'er iet diergelijks tePifa in ItaÜe is geweeft „TePifa, zegt de Benediktyner-monnik aJohanMa~ „bitton, aan de ooftzyde der Katedraale kerke is een „kerkhof, het Heilig-veld genaamd, 't welk daarom- trent over 4oo.j^aren is geleit. De aarde, dewel- „ke in 't midden van het pleyn is* en daar van Je- „rufalem is gebragt , plagt van ouds alle doode li- „chflamen, dewelke daar begraaven wierden, bill- enen 24. uuren in flofofafch te veranderen. Dit „ging zoodanig toe. In de eer He 8. uuren zwollen ,yde liehaamen op; de volgende 8. uuren zag men de ,,gezwoHene lichaamen flinken: eindelijk gedqurende . * Mabiüon Mufetim Ital, part, ι» ρ. ι S6*
"de
|
||||
Ï õ t> if '<* ý â í» 9 f
^delaatfte 8. uuren wierden zy verteert, ~Q\i ftaatiri
„ een oude Schilderye , ter zelve plaatze hangende, „aangetekend. Tegenwoordig, nu de aarde wat ver- „koelt is, blijven de lichaamen langer onverteerd. Of men te Dordrecht eene diergelijke aarde gehad heeft, kan ik niet zeggen : doch ik zouw 'er niet veel tegerv hebhen. Het onderfcheid, hier in beitaandedat de lichaamen tePifa binnen 24. uuren verteert wier- den en vergingen , en te Dordrecht drie dagen daar toe van nooden hadden, zouw weinig tegen deeze gif- lïng gelden Toen de aarde van het Heilig-veld te PiTa wat kouder geworden was, ging dat verteereti ook langzaamer toe. De Jerufalemiehe aarde, de- welke de Dortcnaars naar deeze giliing gekreegen zou- den hebben , kon ook voor eenigen tijd in Europa zijn aangekomen, Of indien ze al rechtsreeks van Jerufalem overgebragt was, kan zy, om aarde ge- noeg tot een kerkhof te hebben , gemengt zijngeweefl: met Hollandfche aarde, Of de koude van deeze land- ftreek , en van de onderleggende aarde, in de Jerufa- lemfche aarde getrokken, kan de kracht en de uyt~ werking van de laatfte aarde cenigerwyze vermindert en vertraagt hebben. By deeze gelegendheit zal·ik noch zeggen, dat de
Chriitenen van het Weden eertijds zeer dikwils Oo~ fterfche en Jerufalemfche aarde plagten over te bren- gen. By b Auguftinm, GregoriuscvanTourSjtm. ftaan verfcheidene voorbeelden van dit gebruyk aangehaald. Ja van de d Keizerinne Helena, Keizer Konftantinus moeder, word vertelt datze eéngroote menigte van diergelijke aarde te Romen gebragt; en tot den grond vaneen nieuw kerkje, met naamejerulem, gebruikt aoude hebben. b Aueuft. de Civ.Deil, 22. c, 8*
c Gregor. Turot:. <le Glar. Mart* ò*?. y
d Mabillom utfupra.
|
|||||
â Ja-
|
|||||
«δ , Zuidholland sche I
\,y j
g> JakobsGafthuis, 'ttoefö0^'C&t<tité$om j
bt ï^ttmMimm te jjeröetrgen / tmetft'befr'ent f
boo^ öe ®thm$ ban £ Jakobs ^oeöofcïjag: bat Übw&mim/bcitiukttotl-m in pïle^ira* tnaabjc. naat üompoftdie gcreifï tuaren./ om 'ir öé ïjeilige i&bwbftföefen ban ^§. Jakob te ï^oeften 3» bit 0εφίβί$ qmm bï&M§ \sm ttacjjten be üannelgt / ugt J&cfjoangoitën (t) afe^onöen/ bjieng beurt pt iöa^ in 0030 ïatib* | - jteft te p;eeïten. ^oöaanigc fóarmettjteii/ tet 3#eeftttig ü#t$t$mit}m / ijaböen ïjitt ooft gunne etge gu!5ui0 / öeiudEe gefft'cgt i»a$ in 'tjaac 13.. ♦ <S% gui$ $ te$entooo2&!0 in burger^ Swï3cn beranöert : ^ijnbe öe inftcmfïen get fflte$fyui§ t$e$efoee3ent AA NTEKENIN G. V
I. In 't Latijn ftaat: CarmelitaTerm'mrrms: 'r welk
wy genootzaaktzijn gewceft naar den zin, met eeni- ge uitbreidinge , te vertaaien. Terminarii, voorna- mentlijk by de Bedelmonnikken , wierden die Reli- gieuzen genoemt, dewelke door de Overflen afgevaar- digt wierden, om binnen de paaien van hun konvent te gaan prediken en aalmiiTenop te gaderen. Want, om malkander niet in den weg , en de dorpen niet over te loopen, had ieder konvent 'zijne dorpen : by voor voorbeeld tot die ftad , tot die rivier , tot die landftreek toe. Hierover kan Guiilemannuitm het leven vanS.Hitnelinus, en de verklaaring vm'fHctt- fchenius over 't zelve leven , nagezien worden. β Mabillon ut fupra.
f Ad 10, Martii, |
|||||||
<£>p
|
|||||||
I
|
|||||||
^^^M
|
|||||||
O Ü Ö Η E D Ε Ν, 9J
<&& be ^teffcöe fïraat fïonb eenBlindman- Bi^-tmn,
nen-huis: baar behoeftige/ öïmbe enftrenjjele acnhuis. menfcïjen tmberïjouben bwerben. 3n be napel* ïe ban Ut §ui$ flonben b#e outaaren met tra- ïien afsefcfoten. $[n een open-fytef ber Jla» jefïraat ban ^o^ecSt / befoeiïte nitgeftometi i$ in 't jaar 149+/ taojb #etoa0 gemaant ban ïterhrïgïte öienfïen / betoeïne in bese itapeüe gfóften berric^t te too^bett Jj>, Jans Gafthois, ög be 3$ijn*JI»itg flaanbe/ sjanl
gab ooft eene napeï: en be napei een afsefïo* bafthuis* ten 'outaar. Keper be feapelïe fïonb een ober? g^oot öui^ ban be <^.3an^-ï|eeren/ in'ttoefc fte be arme tyeembeu'ngeu mogten bernadfjtem ïfet &leermaner£ gilbe / aan betoeïnc be naam ban be ;β. Jafis Heeren gegeben toieeb/öaböet öebmiö tian bit <0a#Susil &gaR$ f| ijet in een fturgeré-öni^beranbert/ 'tüjeïnïjet 6sa$f$pi? be %ίίύ toenoomt fet Gafthuis op het Spuy ïjab eetlOUtaar/'cGafthuis ■
in ïjet iioo? beftoten: 't toelft / öenebeng be ^het
napeïïe 3eïf / in t jaar ι 5-43 boo^ Nicokus a puy· Nova Terra, l&gfö^tira ban Utrecht / fë mgefcuijbt «Dit &aflguj$ fïonb onbet Ijct op* 5i0t ban ïjet gaïtftebjaagf rg gübe. (1) AANTEKENING.
1. Van Balen 2eit dat het geregeert wierd door de De-
kens van hetSpoei-gilde: en dat de kapel nu verandert h'm'tgiid-huys van de Spoeyc. In 't zelve gijdhuys plagt de kamer der Fonteiniflenin reyngenttcbu bly-entreur- fpeelen tevertoonen, en vorderde jonkheitdoor an- dere oeffeningen tot het fcherpen des verflands en tot de rijmkunit op te wekken. In't jaar 1550. heeft de voorfchreve kamer zeer deftige luiden tot Overman- nen gehad , namentlijk Dirk van Nuyffenborg , Pen- ningmeefter; PteterMuys^ Schepen; AdriaandcVet, Uji den ouden Raad j loris van der hinden, Baliuw van Zttithülland. Q &e, ·., , ■; |
||||
£$. , ZUIDHPLL ANDSCHE
pc» kapa jïaanbe / m- booi be ipgröoqpcrg $m «W*
paft en ueftterb / taa$ #ep# tut jaar r&ft %n be nagefte fïonb een afgefïooten nooj: en tn Set few eenoutaar; aanttoeföeeenf^ fier titt |et j^Hi«eo|oebei$ Rïoofïee bageïpg öe &. lEiffe quant leesen. v^ocï} °P be ^0"' öagen toiecö bit booj een ^uajifïgneï jlEonnin fajaatgenomen. Cesentoooibto; $ 'et: öe i3ere- De saip- i^t teaenfooojbis Μ$ΜΦ$-■ 9»WJf!»
pens kapéi. Schippers - kapel of be fcapeiïe fcan be ^cïji^ ïuiben getoee$: tn befcöeï&e een outaar/ met tranen afgefloten/ fleeft gefïaam (i) #on jjeeffc 'ei* een &a#eï gefïaan aan ben
fötetbp: ober benteïne be t®tbm§ wan (jet Mei* ne Μ>φ$Φ*$ öiïbe Bet öejtier geïjaö öeböen* 31« bese napelle / betoelfce nu niet anöer^ i$ a$ een öurgeif ï)u$ / fïonb een outaar / tn |et «co? öefïoten. AANTEKENING.
i. Deze kapelle is in't jaar 13(53. aan een gafthuys
getimmert *. waar toe Bmdewyn Yenfone, met zijne vrouwLysbti) Heyzendochter, haare huizing gegee- ven hebben, ^ 1 |
|||||
Kanéi van ttt Kapel van 't H. Kruis, fïaanbe tuffeïjeu
't η. kruis, tx &£xüB&üm& m ÖÈ ^ijn-feuoge/ $9m
jpt gemeene gessen oetattet in 't jaar 1305/
en Reeft onber be öefïicrnige fcanbe oooutaam*
ftt öuuren aefïaan. 3fn be^eïfce flonb een ou*
taai4/ tusetupt op ben naam Halt m ♦ ♦ · *
en met traliën af0cfe&ut. lm m wml ma$
aait
|
|||||
O U Β HEB E -.Ni/. 99
m\ bt$t ïïüptlk fcmnbt / toieröcn öc arme
bemoeiingen eenen tiacgt of tfoeé gejjet'oétjgt. <% oe napel jelf flonoeri öjié tören«S. ^e eee* ,pe foja$ tic eeee ban oen patroon of ^cjjnt-» Jjeiiig to nageïïe / öe tbieoe tec eeee ban oe SlüetJeiUgfïe $&aago[/ tie oeröe tec gèoagte^ iiife ban 'f 3| %n\i$ tngetoijot Jakob ΪΜτΜΗΦΦ te Mtmfyttyift oen gM
neb / οίε öéèse ïsapèï og get fèefï ban %ruf$* bei'öeffinge3ötïöen Moeiten/ ooo^ oen buigen* ben fytef 40 oagen Slflaat^ toegeftaatf: TfflY willen dat aari alle Chrifius geloovigen,
en aan ieder Van hen ίίι 't byzorider , kun- dig zy dat wy Jacobus, door Godts genade Bif- fchop van Douay·, en in 't geeftelijke de plaats bekleedende van Heer Johan^ door de zelve ge- nade BiiTchop van Utrecht, in 't jaar des Heere 135*7, op den dag vanden H*Martelaar Valm- t'inm , het groot outaar , in de kapelle van't H. Kruis te Dordrecht , ingewijdt hebben ter eere van. den Almogenden Godt en van 't H. Iirüis. En wy hebben vaitgeftelt dat de inwij- ding der gemelde kapelle, ten eeuwigen tijde, aïle jaaren onyèrbreekelijk^gëviert zal worden Zondags voorKruisverheffinge. Weshalven wy op debarmhertigheitvanden Almogenden Godc betrouwende, en fteunende op het gezag van dés zelfs heilige Apoftelen Petrus en Paulus^ aan alle de geéneh, dewelke hunne biecht met een oprecht leetwezen en berouw gefprokeii hebbende op de voornoemde Kerkwijding zul- len verfchijnen* veertigdagenafflagvan de hun opgeleide boetvaardigheits werken gênadiglijk in den Heere Verleenen. Gegeven in het jaar, en op den dag, als boven. En wy hebben goed- : G ζ gevon-
|
|||||
ι
|
|||||
Ιθο Aantekeningen op de
gevonden ons zegel, ter getuigenuTe, aan dee-
lzen brief te hangen. <&btt te j^ientoe-Ö^ng geeft te Steenhou-
wers kapel, met een ontaaröaar in/ gefïaan. Mm ten Itrommen-elïeöoag öeeffc eene ka-
pel gefïaatt Öan te ||. Maagd en Moeder Gods Maria: tefoelne ooi een outaar gaö / en ge-
piep im$ in 't jaar 1313. Φρ te ^ieffeïje fïraat fionö te Plaag- kapel,
e!tet$ naardere plaag of 5iente genaamo; en geifftegt in 't jaar t#**. <Pe ftape! tua$ ter eere ban te^Ji&aagö/ <$oot$$Eücter/ mgetopt* 3}n te3e ftapelie / öaar te buiiren get o^igt ober gaöten/ foierten te ninteren ban te 300· geoaanite (1) Machuits3ie&te genegen. 3(nte ïaata*e tijten i$ 3e bernocljt / en in een öur* gcr$ jjuig berantert* Α Α Ν Τ Ε Κ Ε Μ/1 Ν G'.
τ. Deze kapel ftaat by Van Balen vermeld onder
den naam van O. 't». Vrouws kapelle van de Ploeg: doch de naam van de Plaag kapelle heeft veel beter eigenfchap. De kinderen wierden M^e/Vj-kinderen· genoemt. Van deze kinderen, en van hunnegenee- zinge, itaat niet een woord by BaUlet in de levens» befchryvinge van S.Machutus te Téèzen. Waarfchijn- ]ijk Zal hy geen grooten ftaat op dat geneezen ge- maakt hebben. Ik ben ganfeh niet tegen het aanroe- pen der Heiligen: maar of Godt juyft aan ieder Hei- lig een zeker ampt en voogdyfehap üytdeelt; zoo dat d'eeze de onpaifclijke kinderen zou helpen; een an- der het opzïgt zou hebben over de peft ; over de val- ' lende ziekte, over de gevangenen ; een derde te zeg- gen zou hebben over brand, verlooren goederen, to- very j en zoo voort tot duizend en duizend ampten ioe ; daar ©ver zoude ik, om 'er volkomen geloof iian te ilaan , nader onderrechting moeten hebben. Dat een Heilig, die in zekere deugd uytgemunt heeft, tot voorfpraak verzocht woid om dezelve deugd ter ï , 'bc-
|
||||
ZXJWHÖTXANBSCHE OüDHEBEN. ICI
bekoomen , en te bewaaren , daar heb ik al weder
niet tegen. Maar als een heyr-leger van Hcyligen op te rechten ; dewelke , ieder met een byzonder aropt voorzien, het opperbewind over allerhande on- gemakken en noodwendigheden zouden voeren; ik wil 't wel bekennen, dat fchijnt zoo wat te ftuiten: of om noch voorzigtiger en gemaatigder te fpree- ken , ik meen dat domme luiden dat averrechts konnen opvatten. En dan zijn 'er noch , dewelke de oppervoogdyfchap over zekere ziekten en plaagen zodaanig aan eenige Heyligen opdraagen ; dat ze de ziekten en plaagen niet alleen konnen afweeren ot verdryven: maar ook, als zyhet dienfrig oordeelen, of de menfehen het verdient hebben , of om wat re- den dat het zy, den menfeh konnen toezenden. De "ouden, zegtLevinusLemmiusλ, fpreekende van de "Heidenen, fchreeven de vallende ziekte, tegen het ''gevoelen van Hippocrates, aan verfcheidene goden "toe Want als de omftanders die elcndige men- "fchen zagen gerukt en geflingert worden, en ter "aarde nederploffen , meenden zy dat eenige goden, "op de menfehen vergramd , of eenige booze gee- "ften, hen met die plaag bezochten. En hier van "koomt het dat men noch in onze eeuwe devallen- "de ziekte in verfcheide foorten verdeelt; en de ee- " ne aau sS. Johannes, VHeeren Voorlooper, de an- "dere aan S.Comdms , de derde aan S. Huhertm, " toefchrijft. En gelijk als men niemand om zoo "eeneeenvoudigheit moet befpotten; zoo oordeele " ik dat deeze inbeelding allengskens uyt de gemoede- ren der menfehen uytgeroeit moet worden. Maar om weder tot S. Macbutus te koomen, hy
heeft alleen het bewind over de gebrekkeiijke kinde- ren niet gevoert: of, om beter te fpreeken, hy^zal maar over een zeekere foort van quaalen, als Up* per-arts, geftaan hebben. S. Ermwaldus, b. Ludge- rw, de H. 'Abdis Wdburgis, en meer anderen, gelijk in hunne Levensbefchryvingen te leezen (laat, zijn ook tegen de ziekten der kinderen aangeroepen ge- weeft. De Heer, zegt deSchryver v^S-Ermmaldm levm, heeft het ah tot een byzonder voorrecht am de» H. man vergunt, dat de zieke kinderen, dewelke vol- λ Lcvin. Leuuj. de occultis naturae miraculis lib. ^. cap. ?·
G 3 &em
|
||||
ιοί Λ^ΗΤ|.ΚΕΗΙ·^^¥ίί ?§#?«£#'
ge%s het gebruik aa% %ijn,e graffiedq gaiypgcit ι#ο$&η,
aanfiqqds· huttm ge^onakeh bekoQt%en;. tiet zelvefchryft dé tx\^QthJfoifai-dm van de B, ^ajb^gis·; 't welk jfyfttiiw ζ qq\i cjw deeze veersjens, beyfettigt: " lura tamefutcnet hacfpecialia„
Quodpuerilid corpora morbida, ö/ fuérint ibt cupt prece fedulu P^fffa folo, fequïtur reparatjp. ',"" ', Jn heide de plaatzeu word gefproken van d$ kwfórzn,
te lyeeggn. jpit ziet opeen oude ge,wpop.t;e, dewel-' U$ noch tegenwoordig niet tenernaiM ongebruikelijk is. Men bragt de ïjekelijke ofgebrek^elij^e. kinde^ ren by de graffteden of o^taa^en der- Beyligen: daa^ wierden zy gewogen: en de ouders, óf die he^opzigi o.yer de kinderen hadden, verbondexi zich dopr een ple.gt.ige belofte, indien de kinderen geneezen wier- den , en iomwyJen bok zonder 2,ppdanig beding te inhaken, dar,zy het zelfde gev^igt in tarwe, pf brood* fii kaas, in meel, i'n waieh, ïn yleeXch, en ten dee- len pok in goud en z,il;ver, a;m Godt of aan de Hei- ligen zouden opdraagen ; om, c$dei de Mpnnikkeii der plaatze, of onder de armen, uy.tgedeelt te wor- den. Van dit gebr.uyk vindt men meer als eens ge- wag gemaakt in het leven van S. Erminfild^s. Men vindt het ook vermeld in 't leveq van §. Lufóerw h in dat van Thomas van'Kantelberg dpor Staphton uyt- , gegeeveiï 5 in dei^iiiorie van Henr'^cm Rebdorfenftf, ' CttZ. '.' 'Il '."',,, ■'. ' ,|Γ1{< ;i : ·
b t)e miivicujis S. Walburg;^ ',:\*
c Metcllus in Quirinalibus. ',',':; '....'·;
|
||||||
ggg 't einfocban fce ^i^ffege fömt ftonb^tM
3OO-0enaambe Heiligen-Geeitbuis: öaat öCÖe^
Öocftige fttnöeren qjJseö^agt fcpicrtwn* 3Nje
litnïieriit &Q$en uu ojjgeboetit m 't üpoxiftpi j5HaviefH-ö^u l eii't ^tili%m-<B>ttfi$ni§ ά§ aai* ·
ftlH^aifcfl^iitjgeeuimt, (υ AAN- u
|
||||||
■
|
||||||
ZüITHOLLANDSCHE OUDHEDEN. 103
AANTEKENING.
1. By Van Balen ftaan noch andere kloófters, ka-
pellen, en gafthuizen opgetelt: 1. Als het huis der Karmelyten , dewelke op hunne beurt hier quamea prediken, ftaande aan de poortzyde3 achter S. lahbs gafthub. 2. Het kleine Begijnhof, ftaande in de Nieuftraat;
met een Marie'kapUetje, ftaande over den dwars- gang. 3. Het Oude-manhuis , gefticht in yt jaar 14. .
Welk Oud-manhuis, gelijk de Heer Auteur ook aanmerkt, naderhand in 't Minnebroeders-kloofter is overbragt. 4. H.Geefts- en Pefthuis ter Nieuwerkerk gefticht
in 't jaar 14. . Zijnde rijkelijk begiftigt geweeft van Heer "tilman de Rode, en Heer Herman Haak, Prie- fter en Kanonnik in de groote kerk , en Licentiaat in beide dé rechten. In 't jaar 1471. zijn beftierders en toezienders der tafelgoederen geweeft : Meefter Barthoud Loenifz , Pieter Pieterfz, Gillis Adriaanfz,, Geerlof van Diemen. <>. O. L. Vrouws-kapelle voor de Mazelaars of
Maasvaarders , gefticht in 't jaar 14. . en ftaande in Heer lan Raets fteegje ; nu beft bekend onder den , naam van 't Mazelaars of Zakdragers ftraatje. 6. SS. Pieters en Paulus gafthuis, met een kapelle
daar aan, en gefticht in 't jaar t$. . Daar was ook een Broederfchap, onder den-naam van het Broeder- fchap der Romeinen , 't Weikin 't jaar 146J. uytmeer als 120. Broederen en over de 30. Zufteren heeft be- ftaan. Het is bekend wat al werks dat 'er in de ou- dere tijden van de pellegrimmaadjen en bevaarden wierd gemaakt: en Batavia Sacra heeft ons daar van al eenige voorbeelden opgelevert. De Dortenaars, met een diergelijken drift bezeten , waren van de yvrigfte omS./aMteKompoftelle, de drempels van S. Pieter te Romen, en andere beruchte plaatzen te gaan bezoeken. Alle de genen die zoo een Room- fche reis volbragt hadden, lieten zich m hetBroedef- fchap der Romeinen, dat is derRoomfehe pellegrim» men, opfchryven'j en wierden dan S, Pieters Heeren G 4 ge-
|
||||
£04 Z^UIDHOLL Α ND SC HE
genoemt. Zoo veel werks wierd 'er ook gemaakt
van S.Iakob in Gallicie: en mogt niemand dan die S. lakob'm Gallicie bezocht had, het bewind over S, fa— |(?|tf kapel ie hebben. , . 7. S. Niklaas gilde, en gafihuis, gedicht in't jaar
13/.'ftaande in S. Μ at tys ft raat, gezeic de Kolf- itraat. 8.A S. Lysbets kapel , gedmtnerd in 't jaar 14. #
ftaande aan de poortzyde., tuflchen het Tolle-brugs- cn het 's Graven-ftraatje. 9. S. hollen kapelle , gefticht in 't jaar 14. . en
ftaande aan de poortzyde, achter in;3t 's Graven- ftraatje. ίο. S.Laurens kapelle, gebouwd ίη't jaar 14.. en
geftaan hebbende op den Hil. . .11. O.L. Vrouws kapel Ie van den Dorreniveg\ ge- fticht in 't jaar 1317. daar de luiden , die aan de koortze gingen , zoo als de oude overlevering mede brengt, plagten geholpen en van de koortze genezen te worden. v |
|||||
Dit zijn, 3egtTheodorus Kornelius de Wit,
ban imen fog aanftonb^ te ffeeefcen 51ÜU11 lytfe
Oen / de pronkcieraaden dezer beroemde ftad
geweeft: deze hulpmiddelen had zy om den by- itand der Hemelingen te verwerven. ψ& öient ook niet bei^foeegcn / segt bc
PÏWmW ban Lindanus ïcben f be g^oote 0oöib^ucgtiööcit ber <8>02tenaaeen / betoeïfte in ijiui 0eö?a0 ten öien tijöe ngtgefegeenen grtft. ^tjqiianien boojigaanfi met groten fpoeb naac öe fercficn aangeioopen : boo^namentlp naat* W ban t ï£. ^altrament/ en naae be gjoote ^aroefji-toft. <&aav offerben 5$ 300 beeie tuarepacr^je^/bebjeïïtcban op cen^erefyoon boo? öetiioojgepïaatfïen ontfïoften toierben/ öat be3eïbe in ren futip/ bte fiaif boï foatee toa£/ getoo^
|
|||||
Oudheden. - to?
gefcoojpen moefïen tooien / om plmt$ boo$
get offeren ban nientoe toafePaar$e$ te maa* ïien, «Êtobtfyucötiger m$ Jjet bat berfcgeibene Blijkca
perfoonen bïoot$boet$ be bern op en neer gin* van ccne gen/ <0obt biöóenbebat ö& genpnneütbzw PPc"b,aacrc be m$baaben boeg fotlbe bergeeben. jjjtt beefe Kg; mmiïuiöen/ tot bip ban groter boetbaatbtg* * geit / qnatnen ?$ anberenbaag^ met een g3er garna^ aan ter berbe geloopen: en bolgben/ a!bu$ toegerufï/ be Proceflie ber ïterbe. ®t bjoiJtoen $eïf/ tot teben ban boetbaarbiggeit/ trohben Itnne bïeeren aan ·, en albu$ in 't gei* ineïp ober gaare ^onöen sncïjtenbe en ber* menbe / en bïooi$boet$ gaanöe / pleegben 35 eene begoo^pe en Cg^tfïeïpe boetbaarbig* geit ©e$e en meer anoere openbaare toernen ban goötfywcgtigöett 3p booj get ombeeren ban be Sanöregeeringe / en boo^ get beranbe* ren ban bm openbaaren gob^öienfi / te niet gegaan. <£bentoe! geeft öe ïiatoïpe <0ob^ bienfï / na tne beranöering / nocg eenig3in$ jtanb gegouben onöer be boïgenöe Hern - en ^tel-befïterber£: Dirk Kornelifle de Wit, een ïltrecgtettaar/ PAfloors
i^te^o^ecgt tot&erbgarbee aangefïelt. 9[n Verlaatere
get boobboen öer ïitrecgtfege ïteebe fiaat 3ijn n'dGn· fïerf-öag aangetettent op ben 27 ban <^ctober. ^jne anöere berricgtmgen/ en baar onbersjj* ne fegjiften / fïaan tot)bïoojiigct· bergaalb in get ttoeebe beel ban get Satpfege Batavia Sacra.
Lambert Feyt, ttïl Ittrecgtfcg <#beïtttan/
tp/ geïeerb/ milbaabig jegei$ be ïterb/ gab
öe getuoonte ban boo^gaan^ get 3eïfbe (O &Q02 3fj« boln te poenen, $& geeft een gjoote G 5 3«egt
|
|||
ΙΟβ ZuiDHOLLANDSCHB
3«e]i)t geöab om 39η ïeben booj ïjet matfeïi te
cinbtgen : ε» $ tm tijbe ban bc ï|oIIanbfeSe beroerten / 3onber bat men get recgte jaar ·.* toeet/ mt j^t ïeben gefcjjeiben. f Herman Oem, te Φθ$φφί Wit een ebeï
«η oub gefïagt geöooren/ ^eeraar in betbe be
Hechten/ en in be <%berban ^ ignatiusaan^ genomen* $/na batjjgi een eerlpen affcljetb* ö^ief ban be jgemeïbe j^aatfcgapjiöe benomen ïjab/fcoeber naar 3p baöerlanb geneert: baar ïjn 3(jne mebe-Önrger$ 3ebert Jet jaar 162,6 al^ %acbee en ^afïoo? geeft ongcpafi <g£tnbeip V Sö iNïöö? &W ©ojbjecjjt gefto^ben ben ? jRttp if #& ... Lndolphus van Heumen ï§ ben oberïebCH
Herman Oem in beJ&Mlorne geboïgt l|gbja$
te tltrecjjt gebooren -, licentiaat in be <0obt* ïinribc / en Jj&wfieïpe ^otonotari^ * .Willem de Mumcr, nit een bef tiggefïagt
gefloten / en ^iefïer ban 't Oratori, brtoeï* fee in 't jaar 1673/ ben 18 ban <^etober/ te <&o$£ecijt j$ oberieben* Korneüs Haiiing, een vPo^tenaat / tiit een
aan3ienïp gefïagt gebooren/ en licentiaat in neibebe föecöten: eerfïtiöèebeJItefÏoo^te^o^ Ö2etj)t/ i§ 'er be eerfie in van Heumens pïaat5 3e gefajo^ben. ^ocïj een totjle rijï$ baar m geeft ög 3p ^rba^-ampt neergeieit/ en tot ofbolgee genreegen Maarten Verrbijn , een «êowbaenaar / licentiaat in be «föQbrgeleerö* geit: beteeï&e ga$ na 3pe intrebe oberïeben $> en geboïgt ioiei'b bOOJ Aarnout vanGeiTel,
ee» iltrec&tenaar / en een Hobenfcö 4B>obtge*
ïeertte: betoeïfcc te boren be tfoeebe ^afiorn f Lijft lier Paftgren van Dordreèhr*
•# Vyrhei lloomfch Vctlwal: v3n de La Torre, fccnïee*
|
||||
Ο υ ό Ή ε D β m 107
lieMeebe/ en niet ïang tmt m obetfeben tg«
%m x§ ban in 3fjne pïaat^ge&omen Fieter Tybofch, een SSofcjjenaar / en een
Blobenfcï) «Sobtgeleerbe* 3gg Ψ gefïojben ben 30 ban ^eeeraöer 1714· tonijn nagaat $aan# geffelt Johan Pruim , te $lniben geboomt/ &i3« Kornelis DuckJus , tfcoecbe $&ftOty tt ^ίψ Paftoers
tyttljt I öeeft in be 8ui3t'n0e gelooont 5 betere van de
ïse ban oui$ toegei$ ft* fiufe ban % peeren **«* vcr- üruig/ en foegen^ J)et öe&enbe toatibergebal/ gaderlDsc· 300 öetuicj)t i# gebjeefï* 3üï£ 6?/ op öebeï ban be fjooge ^beugelt/ (χ) genoob3aa&t fca^be fïab te mimen / i§ 3ijne $aat$ op0eb?aa0ett aan Kornelis Halling. %U Hallings %\mt$ 1$
be boo^noembe van Geflel gekomen -, en fyttft
bie ^afïorn/ tot Hallings berttxn toe / foaatr* genomen: bjanneee jjg / op ïjetgoebbinbeitbatt be ïtelt-oberfïen / tot be eerffe pïfïorg i$ 0^ bergegaan* vDaae op $ in van Gefleis gïaat$ aï$ ttoeebe ^afïoo? gefcoraen Ignatius van Heyningen , te i|a3er^b)OUb«
geöooren / en bolftotnen Racete in be <è»ob&>
ïmnbe. ^ocöjigbjierb boo^gneïicjjaamelpe 3toa&öeiten sfenelpgeit genoot3aaïtt 3tjne$a* fïOfU Obe^ te ïaaten aan Johan vander Perre, eelt
S^aöanbee. H^aa^ na bit ©afïoeg öegeeben É
aan Johan Pruym, te iBniöengebootren/en eeit Sobenfcïj «eobtgeïeerbe. j^a be boob ban be» eerfcenJpafïOO? P. Tybofch , i$ ^ttt Pruym ,
geiptoe veeb^ ge$egt jjeböen/ tot eetfïen ψα*
floo? aangefïelt. ^00 ij ban in 3jjne plaat$ al$ ^eebegafïoo^geltmnen Johan Dominica Pee- rebuom, in't ïanfrban &abefïem geBoomt/ en een'Sobenfcfj <0obtgeJee&bef Om
|
|||||
*
|
|||||
m*a*O*m
|
|||||
ϊθ8 ZUIDHOLLANDSCHE
Geleerde of ^aat? $ΐΙ ttOCg £Mbm %&UZttmM$ QCÜtëtfï/
vermaarde befcDCÏÏtC gttttlttC geÖOO^te-fïaO 000£ fyWW g00$* Dortenaars. ötenfiiggeit of geïeerögeitbergeerlpt geööen:
a$ögbo0$eefti/ .$&}. Hermaan Haak, eett <t£Mmm/%ittfr
tiaat in öeioe oeitegten/ J^iefïer en mham$
ban *j$* Niklaas üerïtë te ^o^ecgt: öaar gg ïien ^ jEaart 15^7/ ober be 80 jaaren ouo/ bioïp bantoon en bol banberotenfïen/ 3pe bagen geeft ge-einoigt ^ geeft in ce gemoe* beren ban 3gne b^enoen eene biepe gegengge* nf$ ban eene gemeïfege b}jj$jeit en eene ugte fïetfienoe milöaaöiggeitnageiaateii. $5egaïbeii bat gg fcgier boo^ aïle oe fiaö$ fterïfen eemgc ïegaaten öefeoften geeft: 300 geeft gg aan 't xmtaar oer 3§.$Eaago/ m &, Niklaas Herfce/ mie &iUarg gefïicgt / en ban merfteïpe in* ftomflett ber30|3t. * Matthias Wentfen n$t oi «^beroer jj&in^
«eö^oeoeren $/ naar oie t\$m\ geloften/geen fïecgt «eoötgëïeeröegebieefi §p geeft geieeft/ geleeraart / en gefeg^eeben omtrent get jaar 15-40. Kornelis Adriaanfle, ^aröiasn bet? Jj&i'ntte-
^oeberen / in fyie taaïen bg ngtfieeitenbgeit
erbaren/ hja^ een toeltoeefieiiiJ p?r bfó anr. ^ocg gg hja$ ugtermaate / én meer afé 't toeï be^ taamöe/ fcoöbsg en fhaa&ig ban aarö: 'ttoelfe 5gnè^ebilaat3ten/ (3) beioeïlie m aïïe-man$ ganöen 3911 / èn 3onber ngtgelaaten te ïaegen nietgeIee3enfconnen tooien / oberbloeöignyt* tog5en. ^ i$ in *t jaar 1 f 81 / in 't fefïigfie jaar 391$ lebend/ gefloten* en te^ngge in ^. Jans <0ajïgu$ bcgaaben, * Valcn Andr. Biblioth, Belg.
|
|||||
Oudheden. 109
Job Nauclerus, een geïeerö man / geeft öe
j^afïorg ban öe fcapelie öee 1 $Sefmjöeniffe te SCtntbiet'pen befiieeöt : öaat j}£ ooit na 3gne öooö/ in 't jaar 1 f91 /öeg^aben ψ &mv toierö ooft 't 3tjne£ eere een g2affcf$ffc op gefneeöen: 't toelis Ög Boxhorn ; m ï}et Coneeï öec itofc ïanöfclje jlteöen/ te Iee3en#aat. Kornelis Konink van- Blois , eett JfteCÖt^ge*
ïeeeöe/ Jjeeft 3eee aati3ienïpe eei>antpten in
5jjne geto#e-$ao öeMeeöt, Janus Rutgerfius. (4)
Adriaan van Blyenburg , een Cietïp $Ottt/
inim$ boo^-onöe^ menigmaal op §tt ftuffcn
Adriaan vander Myl, J^eftöent ban ben tyo?
be ban^oüanö / een öeftig ^aeet en&eöenaai\ Pauïus Meruia, een ugtmttntenö $&t\}t$$zt
ïeeröe/ igijfon^cggjber en*#itbfieit^-6enner-, m öaareiiboben in beeïerïjanöe taaien erbarem ■Valerius Goudhoeven, öeioeïfte g?OOten öien$
aan öe ïjfftom 5911$ #aöedanö$ jjeeft geöaau,
Dionyfius Vorfius.
Franciicus Voiïïus. Gerardus Voffius, en mm antieren.
$00$ aï moet gier niet bet^toeegen tobben Wilhelmus *Lindanus, Damafus 50011; bJieil^Het kvea
baöer 2$ttrgemeefïer ban ©o^ecgt toa^ ge* van wiii.ci-
iaeejï. 9«3önc jonltïjrit geeft g£ te toog*mus Luid»- flcaten gefwoeert 5 en t£ in hokten ttjö in öenus' ö£ie taaien erbaren getoojöen. $a bat gg öe Jilofofg met öeselföe baatöiggeit / tn 't ïioï* iegieban'tikariten/ ngtgefïuöeert gaö j geeft • gg 3icg onöet? Ruardus Tapperus, %eeraar in <éoDtgeïeerögeit / tot get befïnöeeren ban öe <0oötlmnöe Begeeben. ïfg i$ op 5ijn * AuiKitus Miraius ïu Elu£tis, en anderen*
Π-
|
|||
Ι
|
|||
HO ZUIDHOLLANDSCHE
cijsen g$b/ boo^ l^anïirp pt 3Ngt$atib
gaan reiden} én geeft baar bèrfcljeibe ygoog*^
fcljoöïen ht$i$Ugt <&iibér bit re^en οε^ ft? '' té Mingen iii ^toaöeii eentgen tijö bertoeft; öaae Petrus Soco, een «gpanjtob en een %m Deftig <0öbigeïeerbe §et ampt ban be. |». ^tljtéiftuut ligt te ïeggot %Mwkt <ên alsoo gemelbe Soco,. jtss'fl Op ΟίεΠ tljb/ bOO£ Philips
II. naar Cngelanb ont&oDcn toterb i $ get
$eïbe ampt aan Lindanus opgeb^aagen: be^ toeïae 3icö öaar in $m ïoffeïp/ en met eeit groten toeloop ban aangoo$er$/ geeft ge* qiteeten. iï^eber naar lloben gefeeceb/ enaï* tsaar licentiaat in be <0obtaibc getoo?ben/ i$ gg öaar op tot beften in '£ a^abesigage en tot fottermeefïee oberï|oïianb aangejMt <ên niet aïïeen geeft gg met$gne ïebet$öaaben/ maar ooft booi gefcffêiften/ in oen oo$og be$ üeere gefïreeben : geööenbe/ öegaïben bede anbere Mtthm/ met een googb^aabenben en 3eer ernfïjjaftigcn fïgï gefcg^eben/ DubttanïiM ötc 6at t$ / De Twyfelaar 5 of
t'Zamenfpraak over den oorfprong van de nieu- we gezindheden. Panoplia Evangelica 5 of EvangeliiTche wa-
penruiiing. ...' De optimo genere, &c. Van de befte manier
om de HR Schriften uyt te leggen. ^ermit^ 'er tm km tijbe nieuüjé ïieefc
boogben in be Jkberïanben aangefieït töier^ ■ ben/ $ gu tot eerffen^iffcgop banföoernion* be benoemt, liï^oobanig j| gg op be J^obin* Ciaaïe&er&beegabermg/bie ouber oen^iart^pp ïaat Frederik Schenk te tltrecgt gegonben i§/ ^ berfcgcenen -, fcgoon bat 3tjn $5$bom onber get ^art^öi^bom bau mmfe nm Öegoo^be: ^jnbe
|
|||||
»
O U Β Η ,,Ε D Ε Ν. III
$nÖe enMp m eenigïptot getbgmoon^i
ban öie bergaöeeinge aangeö^eeben öooa 5öwe 3Uigttsoo?get€o?i|i«iiitatoftift0doof. ©air öaar naar 59» ^$bom neerenöe grj$ gg Jo- han van Scryen, bernooren ^iffdjop ban JÊÖ^ öeiönrg/ öeioeïïie in JbalIingfcSap öniten $11 25$öom smerföe/ 't fijnen gnise gegerbergt/ en gent gui^b^fïinö gegeebein SBïg öe beroem ten en öe baïöaaöiggeöen öer ifinöer^gesinöen meer en meen öageïp^ aang^oeiöen/ f α gn öaar ίιοοί ngt $|jn Spi^tïom berö^eben foa$/ § gg te tornen naar öen Jpai$ Grcgorius xiiï. gereifi ©aar aangenomen/ $ gg öoojöenge* meloen ψαιχ§ / in öe boïle bergaöeriiige öer gepirpröeèaöeren/ ober 3jjnen gber en goo* ge geleerögeit geroemt getoeefï : en berfegei* öene geïeeröe mannen/ en öaar onöer Ca;far Baronius, geööen gem 3eerg2oote b^enöfcgap en öeïeefögeit öefoeesen. ^aar na i§ gg/ in 't geselfcgan ban öen $anffieïpstt internun- tius , naar öen lioning ban Spanje gereif^ öefoelïte/ aï$ tnöer öaat een ïtatoïp honing Sgnöe/ gemmet alleöeïeefögett en b^ienöeïp: geit geeft ontgaaït Wi$ gg gereeö fïonö om toeöer naar 3jjn baöerïanö te neeren* geeft öe Honing gem ngt eige befoegmgtf/ en $onöer öat 'er Lindanus op beröagt iua$ / beïooft ·, g£ 3onöe booj öe <0oötgeïeeröen ban botten en 3£onan/ al§ getrouioe mnöeren öer ïterne en öie mettertgö üerfcgaröer^ ftonöen te tooien/ v goeöe soigeö^aageiii en gen müöaaöiglp on* tergonöen. Mi$ gg tm in $tjn baöerlanö aangenomen toa$ 3 en öe gaanen in öe JNöer* ïanöen/ öoo? öe geïnnuige toapnen ban Alc- m xander Farnefius, naar toenfeg booj öen %& nmg gingen/ \§ gn tot get $3$Öom ban öe gjoote
|
||||
Hï ZUIDFÏOLLANDSCHE
öfootem bootfitjfeïpe fïaö <&ent teoepen:
entten teoemöen Comdius janfenius in öat ^i^bom op0eboï0t ïPocft niet ïanget αίί tyte tnaanöen 03a öeesen^iffcöoppelpen jeteï 9e$eeten öeööenöe / en 63. jaaeen öitö jjchw fcenjijntre/ Jjeeftög frepefleejiraaatyesgn^Ie* fcen^geetnöigtj en $/ seip tog altgaS^ be^ tiOntuen/ naat öenï|emel DergiJgfï m i$ in öe üateb^aaïe fterne / in een en 't seiföe jpafmet 3tjneni$en& en ambtgenoot Janfe- ïjius, eii iwteïjet öoïgenöe φΜφί$/ öe* j^aaben: Unicus e β P&osuix: Cineres h<ec tumba duorum
Phoenitum ver* Relligionis habet, ®a« fcoljgt'w in iieHatijnfcIfje taïe:
Den BarmhertigBen en magtigft'tn Godt ter eere.
Dit graffcbrift is hier ge (telt ter eere nmnde
hoogwaardigfie Vaders in Chriftus, en
Leeraars in de heilige Godtkunde,
CORNELIÜS JANSENIUS,
en
WILHELMUS LINDANUS, Damafuszoon,
De twee eerfie BiJ'choppen
'- van deeze fiad
voor Bunnen veelvuldigen arbeid
in het onderzoeken en iiyt leggen van
de heilige Schrift j
en 'voer de goede dienden aan de Kerk, en
aan V gemeene befi der Chriflenen door hen gedaan.
De laatje is geflorven den z. Novemb. 15-88.
Dg eer β e den 11 .van April 15-67.
|
|||||
^e·
|
|||||
OiJDH EDE Ν. ΙΙ3
<®t Üarfoinaaï Ca;far#Baronius, Hl $m
ICanteftenitigen o$> get föoomfcïj $&ar;teteat$«
öoeft/ g?eft ïjem öe boïgeiiöe getuigen^: De hoogwaardigite Vader, de HeerLindanus, Bif- rjnjanus
fchop van Roermonde ; een man, die niet al-door Baro- leen in allerhande wetenfchappen by uytnee- ni»« ge- mendheit ervaren is j maar ook de pronkte- Prceact>» kenen van een deftigen geloofsbelijder draagt j heeft ballingfchappen, aantaflingen van goede- ren, onbefchrijfTelijke ellenden ; ja, om zoo te fpreeken, menigvuldige dooden, met eene on- bezweeke kloekmoedigheit voor het geloove uytgeftaan. En wy hebben't geluk gehad van deezen man , door zoo vcele overwinningen beroemd, en die noch grootere onderneemingen voorheeft, deezcr dagen te Romen te zien en te fpreeken. (f) ? £··) %li ijjeö onbei* ntg berufïen een gattbfcg^tft /
tn ölaö| g?ootc; ïmar ïjet ïefcen hm Lindanus, ban 5önc ïtinti^ljeft af tot bijtte aooötoe/ tuijö e» &#cö öefdj?eben fïaat, 3[n 't jdfce tooib teQaaït/ Öat Lindanus toiBiffchop van Roer-
monde 'aangeltelt zijnde , hoewel dat het ge- melde Bifdom binnen twee jaaren tijds eene ganich andere gedaante had gekreegen, echter door fommige, benyders en valfche broeders ('t welk noch hedensdaags het lot van godsdien- flige Kerkprelaaten is) by den Paus isbefehul- digc over het verzuimen van zijnen harderpligt. Om deeze b^etichring te ontzenuwen heeft hy , jj „c Jj°" terbeeter onderrechtinge van de nakomelingen, fchelijkbe» eene korte verdediging gefchreeven onder den ichuidigr, naam vznGaleatius, dewelke hym't jaar 15*71. naar Romen aan den Paus heeft gezonden. Hier by had de Hartpg van Alba zijne getuigenis * Op den 'z\. van Scpt.
Η ge-
|
||||
Ïl4 ZüïDHOLLANDSCHE
gevpegt; en daar in verklaart met wat een uyt-
iï eekenden yver de Heer Lindanm twee jaareri lang gearbeidt had om het pleegen van den Godsdienft op een beeter voet te brengen, en de godtvruchtigheit, dewelk'e zoo deerlijk ver- vallen had gelegen, weder op te beuren* Zelf heeft Koning Philips hem gepreezen:
en heeft hem ook vermaant , met het hervor- men van de Kerk, 2,00 yverig als hy begonnen had, voort te vaaren. Ook heeft dezelfde Ko- ning, ovaLindanus te begunftigen, aandeszelfs. vader Damafus 1000. Dukaaten gefchonken, tot verbetering van zijne heerlijkheit de Linde* Doch Lindanm^ weinig op geld of goed paffende, was meer bezorgt voor het onderhoud der ar- men : en dat de godtvruchtige Legaaten, de- welke ten behoeve van den Goddelijken dienil befproken wierden, te recht mogten koomen. Ook heefthy daar over zeer ërnftig gefchreeven aan Johan Vargas ^ Voorzitter van den Konink- lijken Raad, die tot het dempen van de dage- lijks opkoomende beroerten aangeitelt was. De brief zelf, zoo als hy door Lindanm gefchree- ven was, itaat in het vierde boek van zijneLe- vensbefchryvinge. Als hy door zijn fchrijven min > Vargas niet zag op te doen, is hy den Har- tog van yJlba mondeling gaan fpreeken : en heeft hem gebeden , zoo veel by den Koning uyt te werken, dat de goederen der armen en der kerke, dewelke op het voorgeeven vanwè- derfpannigheit zoo wreedelijk aangeüagen wa- ren, wederom ontflagen wierden. *Voor de tweede maal naar Romen ^ereiil
heeft hy vlak uyt aan den Paus verklaart dat de
* De eerfte rcize i? hy te Romen aangekomen in het
laar 1*78 5 en is by Grceoiius,. die tncu'èrn Pauilèlijken ftocj
|
|||||
MÊÊmmÊÊIÊm
|
|||||
Oudheden. úé$·
de RoomfchePaus in ïijne magt hadDuytsIand ~..
weder tot het geloof en op den weg der zalig- de'^oom heit te brengen. De Paus, zeide hy vorder, fche reis» had ten dien einde niet anders te doen , als Duyrsland, gelijk hy uyt krachte van de Ver- dragpunren vermogt, van bequaame en deftige Biflcboppen te verzorgen. Indien 'er dan eenige PauiTelijke Nunciujfen
naar Duytslandt gezonden worden, het zijn noch al de' woorden van Lindanus , zullen de- zelve te weeg konnen brengen dat de Kanon- nikken , achtervolgens de Verdragpunten van Hoogduytsland , Katolijke en welgeoefTende Bifichoppen verkiezen ; dewelke de bequaam* heit hebben om de Geeftelijkheit, door hun lichtelijk en Chriftelijk gedrag,tot een regelma- tig leven aanteroeren; en het volk, door naar- ftige onderrechtingen , weder te doen keeren tot de Katolijke kerk. Want daar zoo een Nun- cius by de verkiezing tegenwoordig is, zullen de godtvruchtige Kanonnikkcn , dewelke in groot getal naar zoo eene zaak verlangen, in het verkiezen ( van Bifichoppen ) merkelijk geholpen worden. Maar als 'er , 'tzy door fi- mony, 't zy op eene andere verkeerde en door de kerkregels veroordeelde wijze, onkundige Bifichoppen verkoozen worden j Bifichoppen*, zeg ik, zonder geleerdheit, zonder deugd, en die de gemeente door geen (lichtelijk leven voorlichten ; wanneer zulks, zeg ik, gefchiedt, gelijk het eylaas doorgaans gefchiedt ; dan koomt dat verding te pafie, 'c welk in deVer- ftoel bekleedc, ingeleide door den Kardinaal Montako» De
tweede reize is hy te Komen aangekomen in 't jaar é f84. en in 't jaar ifSf. is de gemelde" Moiitalto Paus geworden onder den naam ã<÷ç Sixtu? V. Ç a , drag-
|
||||
J ί 6 ZUIDHOLLANDSCHE
dragpunten uytgedrukt ftaat, dat de Paus hun
een bequaamen BiiTchop mag toezenden ; dien zy in zulk een gevalle gehouden zijn aantenee- men. Zeer ligt zal dit konnen gefchieden , indien
zijne Heiligheit by den Keizer te weeg brengt dar geen BiiTchop "de Biflchoppelijke inkomften trekke, ten zy dat hy alvorens goedgekeurt zy door den Roomfchen Sroel En indien dit eens verkreegen word , waar door zal het doch be- let konnen worden dat Duitsland niet verzorgt worde van goedq BifTchoppen? <2Nt e\\t§/$t$t be $Btfd}$ijhet- ban Lindamis tyutn/ fieeft Lin- danus te tonen aan berfejjei&ene petfaonert
boo&etyaagen/ maat? bgseei'taemsgen ingang
gebonbeti: om bat'ee 5eer foeinigen $p / be?
taeine 5icïj aan.0115e eïïenöen betonnen; en om
bat 3e tiocfi nitt geïeert öebbensicjjj ober Jofefs
öenatitütijcoen en engeïegenotóen te erïsar*
Hoe Jat hy men: 3i(nöe te ^eer mgetain&e|i in gunne tae!*
t; Romen iuftiggeOc.11 j of op öe bermaftcipgeoen ban
«arbeidt fiuiuieïuflöoben/ fpjingfoonnen eu3, metgatt
mingc der jjï&aai* gg batte toel dat Qct bergeeffege en
keike. fegiee berïoore moeite goube gijn / get iebenbee <&?rffclpgeit elüer$ naau oe netnelpe regeté berbetert te tosüen Rebben/ ten taaae bat men een beïioo?ïp en enifïig begin maafttc ban 't iioomf cge ||of: taant uit bit 3^of / geïp A- drianus VI in 5pen %$tf aan ben %attog ban ^aren oprecgtelp bekent / $ijn be ongeiïen bet lierfee aï| uit eeue öu?on boo#gefp?oten. φι baar toe geeft gg? een mtbbelöebagt/ en met ben j&at$ Sixtus beifcgeibe maaien obee bie $aafte gefp^onen. Dan gaat de Schrijver wederom voort:
; \ :r·; · _ Li η-
|
||||
O U D Η E D E N. lij
Lindanus, öefoelïte aïboo^fe^ jaaren reföo*
mm beftent föa$ getoo^öen / en aïöaar nu om* megang gaö met oen lEtarbinaal Montalto, ö^oeg gent berfegeiöe paften boo,i raaftenöe be <eoötgeïeerögeit <ên öefogï öe gemelöe Itar* öinaal toen met eene ongemeene naarfïiggeit goeroe/ en 'er g^oote geïöfomnten aan beflee* öe/ om öe toerSen ban β< Ambrofius, naat? öe ganöfcg^iften naargesien en berbeterö / in 't liegt te öoenftoomen j geeft Lindanus jjem boo^geö^agen öat 'et* eenige noit geö^uMe ioerft* je$ Vian Ambrofius ouöer gein berufïteu : %& foeïïte fcgeenen te fïaan op öen €ateegtfmu£/ ÖOO£ Paulinus bemteïö/ tïl öie ÖOO^. Ambro-
fius aan öe fóomngimte öer jjïtocoöuren toa$ ge$onöen. <&n al§ gg bo$er uit eige befcoee* ginge en ongebeinfl beïooföe öat gg gem get 3eïbe 5onöe toe$enöen 5 i$ öe &aröinaaï / al£ geöbenöe öen gemeïöen Catecgifmt$ öe gan* fege toereïö öoob3 te bergeeffeg opge$ocgt/ ten googfïe bergenoegt en berblgöt getoeefi <2Mt geeft Lindanus $$n tooo^ö gegouöen/ en get gemeïöe fïuftje naöerganö aan öen itaröniaaï ge3onöen: öebjelïte get seïbe tn get bijföe fiuft ban β, Ambrofius toer&en/ met Lindanus U&W
tekeningen / geeft ïaaten ö^uïi&en, d^nöer get
ftouten i$ öe reöen ooïf gebaïien op öe gerboLj* mtng öer Her&e/ öocg boomamentip ober öie ban ©mt$anö, <ên al$ Lindanus 3eiöe öatgg ober öie 3afte eenige opmerttingen bg ee^i ge* fleït gaö / öetoeïfte g£ begeerig toa$ aan jpt ^ciïiggeit te bertoouen ; 300 geeft öe ï*atöi* naaï / naar öen ingouö öer *eïtïe berïangenöe/ bersocgt/ gg fcoilöe öem öe göoföpnnten lier* toonen* ^00 geeft Lindanus öan na get miö* öigmaaï/ öaar gg op genooöigt toa£ / öe ge* Η 3 meiö£
|
||||
n 8 ZuidholLANDschè
meïbe goofbpunten aan benüarbtnaaï uit een
gefcg?ift boo^geïecsen. &t MavWtml ben in* goiib berfïaan geööenbe/gaf gem tot aiittooo$: Φΐ% toaatt go giet gekaecfï ten tgbe ban Pms, V, met tt$at eene boïboeninge m genoegen 3oube gn bit aïïe# aangcijoo^t geööen! $^aac op Lindanus bieaerom antbjoo^be: toen toa$ nip tmr nocg nsetgeïtonien* jfetjnbjil $gif£ Wttml$ getoeefl *> utaar be geïegenbgett / om geito.mrt$ te {toornen/ geeft mg tot nacg toe onlenen. SJïs joube toe! ioenfcgett bat bee$e jaaften oen l||eiiigffen l^aber booigeba&&g»H tmerben : maai? beltiijï spe inbojfl tng onue-, ftenbt£/|5aiibefötyee5enbatg9/ tnbien sis pil Sonber öebeïboo#eIbe/ ^tegbaar obet ge&eïgt tnogt gouben. <0een5in$ / antfooo^be be Har* btnaat; be JDau^ goojt gaarne ban jume $aa^ feen Reenen / boo^ aï toanneer 3e éuit^ianb iraatieit. ^ant boo^ bat Eanbfcgap geeft gn «ene g^ontgartige genegenbgeit: geböenbe op $00 beeïe plaateen/ ge!p g$ uebnift jijt/ 300 ntetttg itotïegie uit 5uibere mübaabiggeit ten öieiifïe bet J>tubenten opgerrcgk Lindanus, 5tenbe be^&arbntaaï^geiu'ge 3ucgtboo^ beget' bonniuge bet üeiite/ en bat 5gne tooojbenuit mm oprecgte meemnge en öïaalienben gbet boo^t^uamen/ oo$eeIbe bat be tgb nu geöoo* 3?en foa§ ombte ^aanaan $tjne ^eiSiggeit boo$ te blagen, ^00 ίρ gn ban met be gemeïoe goofbpunten bet ^erbo^minge naat sgne ïfei* ïiggeit gegaan: maat om ban nfemaubin 3gne onberganbeltnge ge#oo# te tooien / geeft gg be geïegengeit ban een langer monbt-gemeen^ fcgap bsiüen ioaacneetneit. ^00 gaat gg ban menigmaal ten gobe: oor
temt gg met ben $m$ / boeg ober anbete 3aa??
|
||||
ι
|
|||||
Oudheden if$
^aa&en/ fomtwjïen ingeven: nu in ben beiv
maaftelpen Sof ban KavalHni, en ban ia be J^atifféipe öimienïtantet% ^omtp^ fton gn/ om ben b^ang ban anbeeen/ geenen toegang toi|0cti· Jlaae in §tt ïjattt ban Li ndanus gloeit be jobaanig een göet* tot be {jetba^mütg ban <&M§ üerite / bat fytt ïjem niet becbjoot betv fegeibe «nren / ten mmfïe toe! f o/ in bit o^ ioacïjten te berguiff en «S^eese tijbgutfiïngfmei? te |em bttoiïi in 't öimtenfie ban spe $ieï: maar nocf) ^a^ gn betee getrooff bat berlte$ te «jben/ al$ bat ög 5pe l^oeber/ be ïiato; ïpe !te« / in t beboteren ban eene Begoot IpeiHeebo^minge/ Ijufpeïoo^ en bedegensou* be ïaaten. tül$ f» ban eiuöeip be gelegengeit ban een ïangêt monb-gemeenfeöap geteegen gab: i$ Jjg 'iabonb^/ na ï>et eeten/ alleen in 5ijne ^eiiigöeit^ ïtamee geïaaten -, en ban ïxm Jpau^ ^eee beïeefbeïp met een bnenbelp ge^ iaat ontbangen. $a eenjige rebenipiffeïingen/ en op 5t)n bettcen fïaanbe/ geeft Lindanus ï^m ψ&η$ aïbn^ aangefi^often: Heiiigfte Vader, uwe Heiligheit, hoop ik, gedenkt het ontwerp
noch, 't welk ik, eenigen tijd geleden , over het hervormen van Duitsland en van de ganfche Kerke voorgeflagen heb : en hoe dat ik uwe Heiligheit eenigc hoofdpunten voorgeftelt heb, die van uwe Heiligheit goedgekeurt wierden. Hier en elders worden zeer veele en zeer
aanftootelijke onordentlijkheden gepleegt: waar door de zwakke menfehen, voornamentliik de Duitfchers, als ze herWaart overkoomen, niet weinig verergert worden , en met g.roote ont- ftichtinge naar huis keeren. Ml§ gg baae op eenige onberbjaageïpegutte-
fMiften / betoeifce 500 toeï 0002 be Üerfteïpe Η φ pw?
|
|||||
120 ZuiDHOLkANDsVHE
geren iroo&eang? pleegt tmoftm/ ter ïoop$
opgelezen pb/ 3eibebe$)at$ : Maar wat raad, mijn goede Lindanus, om kennis van die
zaaken te krijgen? Uwe Heiligheit, ant&OÖ^ b£ Lindanus , moet maaken goede Promotors te hebben. Zulke fchenniflen, daar godtvruch- tige peribonen doorgaans over kermen en wee- nen , konnen niet lang verborgen blijven $ als alles maar getrouwelijk gefchiedt; en indien'er zodaanige amptenaars opgezocht worden , gc- iijk PiusV. in zijnen dienft heeft gehad. Maar, %tM ht øáç$ toekom/, ftek gy zelf ons alles op ichrift: opdat wy de guiteryen en fchande- Jijkheden, dewelke dus in zwang gaan, mogen beteugelen. ö\ áø öç ^tiliifotit pt $tW/ totttoee ofb^ie vti$mtm/ tóoitn pb / nnt
É÷ßÏÏ^Ïå Lindanus; Zie daar , Heiligité Vader,
dit zijn die hoofdftukken der Hervorminge, dewelke ik over 6 jaaren aan uwe Heiligheit vocirgeflagen hebbe, wanneer gy indeezewoor- den uitbarfte: Och, waart gy hier geweeft ten rijde van Pius V. Ik bid u, Heiligde Vader, volbreng nu metter daad eene zaak, daar gy toen zoo vieriglijk naar verlangde: nu hebt gy \ in uwe handen , en 't hangt van u volkomcntlijk af, die zoo fchendige verargerniiTen en aanftoo- telijkheden door regelmaatige genees-middelen te verbeteren; ten einde de Duicfche Kerk eens geneezen , en de ganfche wereld hervormt en in een gewenfehten ftaat gebragt mag worden. Stelt gy, $e&e 3|jn0Ï|ctïS0Öeit/fchriftelijk voor nry op , alles wat gy toen en nu opgegeeven hebt. Lindanus, ifott btt atltftJOOjb it\\ goog* fïebergenöegb/ v§ mtttm ugterffe Mijbfcjag
ïWöu$ge&eert: temeer/ ombatstjnciei* |
||||
O U D Η È Ό Ε Η» 121
liggetfc gem eensge perfoonen genoenitgab/bie
jet ganfcge beiöinb ober bee$e 3aa&e jouben lebben/ en ban toel&er gwïp en boo^fpiaalt gg 3icg 5onbe nonnen bebfenen, Lindanus , $η oogmerk / baar gg 500 ïang op geboeït gaö/ ntagttg geiwben /geeft be saaft '# anbereu öaag^bg be ganb gebat, f g fïeït ttoee gefcpf' ten op / noopenbe be gerbo^ming ber tteelte. 3get eerfïe bienbe om be 3eben ber $tetne!pe perfoonen / boöjnamentlp ber geenen bie te Konten bjoonben / te geebo^men: get tioeebe ïiep ober be gerbo^ming ban.be openbaare ffoi* bien/ 300 booj ganfeg ^taïie a$ teïlomen 3df: boeg boo^namentlp ban be fïubie ber <0obtEnnbe, M$ Lindanus be3e gefegjiften ben $au$toe*
ge3onben gab/ en no# baar aan ter aanf&aa* fte toegeïaaten toierb / geeft 3gne ^eiliggeit gem ban 5elf$ aïbi$ aangefp^olten : O Linda- nus , de geduurige beletselen en drukke bezig- heden , dewelke ray, gelijk gy ziet, als over- ftolpen , jhebben my noch niet toegeïaaten u- \ve gefchriften te doorleezen : maar tegen de herfit, als we langer nachten zullen hebben, zal ik 'ér mijn werk van maaken. f|g geeft get ooit gebaan/ en begemeïbe fcg^ften aan 3gne
3|erbo^mer^ ter ganb gefïeït: gebbenbe Uw %eer Jfc Sega S&ffcgop ban paeentia/ en ben jieer Jfc. ^iffegop ban Cafïro/ aangefïelt tot 3ijne iierlt-be3oelier^ / om ben fïanb ban be töoomfcge Iterne en ban 't gemeene-befï ban 0omen te gaanenbe^oenen/ entegerboamen. Uit ben eenen ban bie ttoee Hern-p^eïaaten geb in berftaan bat on3e gefeg#ten 3gne %φ ïiggeit niet onaangenaam 3gn gefoeefi: en ift gêb be3elbe/ of 3e Un nanoorneïingeneemgen Η f bienff
|
|||||
'■:, '"V.'V-. 'ï -: -.„ . : ' ·'- Λ
|
|||||
122 Zuidhollandsche
Mtnft ftonbenöoen/acgtee ott toefje geboe&t.
Τ $m iipMTO'SS ίϊί mtQtnpiVt aan*
fcgehierft / nocg ooïf aegter aan/ gefoonöen: mbt?§ 3outté $ öe3dbe / in&ien get öee moei* tetaaaröiafoa^ getoeeffygieeög pfcoegtgeööen. <^mte toeeten toat Lindanus in öe^e gpoote
en moejeïpe ret^e öeoögt geeft / gegt fceselbe ^cg^pee / geeft men maat im 25^ief te ïee* lm/ öen toeften gg aan ben üatöinsal Caro- ïus Borroma-us, Éattlöiffcgop tan lEiïanen/ gefegiefren geeft: om toeïften lüatïnnaal te f^eefien gg/ geïp nst 3pe fyieben&ïpt/eeti ïangen en 3eer ïafïsgen omtoeg öoo^ get ïanit ban Ut ^anfcööunite^/ en öoo^ meee anöere ïanöfcgapjpen/ gaö genomen. % ■ ■ ί ..-··■.
Hoogwaardige e Vader in Chriflus 3 in
iwrluchtigfle Heer. T)e overgroote moeyelijkheden van deeze zoo
Een zeer laftige reize zijn niet weinig verzwaart > als
aanmerke- Wy tot ons groot hartzeer verilaan hebben dat
lijke biief uwe Hoogwaarde van huis vertrokken was j en
vanLuida- , ö , . , v-i iiusaa» èm dat zo° verre, dat het ons als onmogelijk was
Kardinaal by uwe Hoogwaarde te koomen. Want wy
Borro- liadden u verfcheide zaaken , die den Heer Jc- mxns fus Chriflus raak en, mede tedeelenj hoopende dat dezelven door uwe voorzigtige raadgeevin- gen, en onder uw beleid, een gewenfehten en gelukkigen uytflag te Romen zouden krijgen. Het zijn openbaare zaaken ilrekkende om de ziekten, ten deele van deAlgemeene, tendeele van* de Nederlandfche kerke alleen , te genee- zen. Want wy houden ons ten volle verze- kerd * Hier begint de Auteur wedcroin te/preeken,
|
||||
O U D Ç E D Å Í, Ú23
kerd dat gy, volgens uwen godtvruchtigen y ver,
bereidwillig zijt om bequaame artzenyen te» gen de gemelde ziekten in 't werk te ftellenj hebbende al over lang geweeten dat gy van hec getal der geenen zijt, dewelke in rouw en druk zitten overSions elendigheden; en dat gy, door het hemelfch genade-licht van Cbrifius, de eer- fte plaats bekleedt onder de genen dewelke Jo- fefs jammergevallen betreuren 5 en welker getal, onder zoo menige bruidegoms en fpeelgenoo- ten van Chriflus kerke, zoo klein is geworden, dewijl zy , meeft allegader , op eigen belang uyt zijn; zonder zich aan de belangen van Chri~ flus te kreunen. De elenden van ons Neder- land zijn niet om te gelooven , en met geene woorden uyttedrukken. Ik fpreek niet alleen van lichamelijke elenden , en van ooriogsram- pen ; maar wel byzonder van de elenden der zielen , en het verval der oude godtvrtichtig- heit, dewelke noch veel afgrijselijker zijn als de eerfte. Want hoe llordig dat 'er noch te- genwoordig , na dat we zoo ftrengelijk van Godt gegeeifeltzijn, geleeft word inde woon- plaatzcn der Monnikken en Kanonnikken, de- welke noch onder 't gebied van den Katolijken Koning leeven , zal geen menfeh konnen ge- looven. En daarom vreezen de godtvruchtigc menfehen altemaal dat we noch fchrikkclijker kafty dingen van Godt te verwachten hebben : dewijl hy met recht over ons te klaagen heeft: Ik heb hen geflagen ; en 't heeft hen n'm gefmert* Ja, inplaatze van woorden van boetvaardigheit te fpreeken > hebben zy met trotze en hoog- moedige woorden laftertaal gefproken i en met die van Sodoma en Gomorra hunne zonden al* te pronk gedraagen. Want
|
||||
124 Zuidholland sche
Waar in hv t Want hoe dat fommige Abten met de Abdif-
dezonden, fen leeven, teeren enfmeeren, fmullenenfmet- dcvsrelkc zen, enz is te lelijk om hier op te haaien. En j.ssijnciiι ty- wat fat fommige Hervormers en Kloofterbe- de/dekloo-fcoekers in de.Nonneklofteren al uyrvoeren, fter pcrfoo-dewelke zich in mijn Bisdom niet gefchaamt ncn,omgia- hebben de Nonnen in haare eige woonplaatsen ^e°r'nde te Schenden-} en wat dat 'er al meer in 't hei- befchrijft. meiijk omgaat , dat fchreeuwen de kindsbeen- derkens genoegzaam uyt, dewelke hier en daar opgegraven worden. Zoo ik nu het gedrag van de Kanonikken
deezer landen zou willen befchryven; zoude ik daar niec konnen door koomen. Hun leven is zoo geil , zoo affcbuwelijk , zoo onkuifch, om niet te zeggen Sardanapalifcb , dat het voor godtvruehtige menfchen een gruwel is , daarvan te fpreeken. En dit alles zien, die ontveinzen,; de pylaaren van Gods kerke $ om niet te zeggen , dat zy zelf de voorgangers zijn. ' i De geeftelijke amptverkooping word in 'c
openbaar gepleegt : zodaanig dat fchier elke Kanonniksdy op een zekere prys gefchat word : even eens gelijk de koeyen en paarden, dewel- ke ter markt koomen, op geld gezet worden. En het gefchiedt niet zelden , als de Kanonnik- feenvan de trouwiuft bekropen worden, datde prebenden of inkomftender Kanoniksdyen voor een gedeelte van de bruydsgaavé aan een Broe- der of Neef Jee van de Bruyd. gefchonken wor- den. <■ ,'.^γ).; - Voor de onderhoudinge vandeKerkvergade-
ringé ν nTrenten.voornamentlijk omtrent het Ie-» vensgedrag en de zedenverbetering der kerke- lijke perfoonen, word in 't minite niet gezorgt. Ën
|
||||
'
|
|||||
0¥d Þ e d e kt 12?
En hier door gefchiedt het, dat'er niet gepaft
word op den dienft des Heere, en dat de klee- ding der kerkelijke perfoonen te niet gaat, of naar de kleeding der krygs- of koopluiden zwiert, of ten minfte ganfch wereldfch is. Of 'er ook ketteryen in zoodaamge vergaderingen influypen, Zoude hier ontijdig zijn optehaalen. De rechte oorzaak van deeze noch dagelijks
aangroeyende rampen , en van die fchendige verargeniflen, is het verzuym van de behoorlij- ke en regelmatige kerk- en kloofter bezoekin- ge. Zoodaanige een bezoekinge hebben wy daar tot nu toe niet gehad: en, zoo 'er al iets naar geleken mag hebben , dat is maar eene ge- veinsde, zoogenaamde, vermomde, geldzuch- tige bezoeking geweeft. Zoo is dan het gewiiTe en zekere geneesmiddel der voornoemde onhei- len gelegen in eene ernftige Bezoekinge vaa de Kapittels en Kloofters: voornamentlijk van de genen die onder geen * Bifichops opzigt en ftaan. En dit moer geenegcldzuchtige bezoe- king zijn , gelijk de bezoekingen doorgaans zijn geweeft : maar het moet een regelmatige en vlytige bezoeking zijn: en achtervolgcns de goddelijke en kerkelijke Regels en Ordonant- zien in 't werk geftelt worden. Vorders , nadien de Bezoekers van de Ne-
derlandfche kloofters in Vrankrijk of Hoog- duytsland woonen, zou het dienftig zijn, ten dien einde twee of drie mannen van Romen naar Naderland aftevaardigen; dewelke Chridus belangen met vlyt en yver behartigden, en op geen eigen voordeel doelden, gelijk de groot- ite hoop tot noch gedaan heeft: maar het voor- , ; f Excmtt.
- deel
|
|||||
126 ZU JDHOLL ANDSCHE
deel van Cbrifius en van zijne aller!ïeffte fchaa-
pen beoogden. Meer andere zaaken van dit eigen flag zul-
len we zoo lang uy tftellen , tot dat wy malkan- der door de goedheit van Jefus Cbrtfius zullen fpreeken. Dit zy ook gezeit van de bofzaakenj dewelke geene brieven toevertrouwt, en voor geen gevaar van uyt te lekken bloot gezet moe- ten worden* Wat de openbaare belangen van de algemee-
ne kerke aangaat ; ik oordeel dat 'er eindelijk gehandelt dient over het houden van tene alge- meene Kerkvergaderinge, 'c welk door de Sy- node van Treinen zoo ernftelijk is bevolen Ik heb over vyf jaaren aan zijne Heyligheit, zoo mondeling als fchrifcelijk, wijdloopig voorge- dragen , hoe dat 'er previnciaale Kerkvergade- ringen dienen gehouden te worden in Italië : om dat de Duitfchers zich daar van verfchoo- Jien: zeggende dat 'er in Italië geene Kerkver- gaderingen beroepen nochte gehouden wor- den. Maar, eylaas, mijn voorftel is vergeeffch geweeft. Zoo moet het tegenwoordig dan, zoo als de zaak my voorkoomt, toegelegt worden op het beroepen van eene algemeene Kerkvcr- gaderinge : daar men dan middelen zoude be- raamen om de beletzelen van de provinciaale Kerkvergaderingen , dewelke door de provin- ciën ingroote menigte bygebragt worden, weg * te neemen. 't Welk ook ten deele hier aan te wijten is , dat de Kerkvergadering van Tren- ten op fommige plaatzen, en onder anderen in ons Nederland, niet geheel is afgekundigt. Hier toe helpen ook de klooftere , dewelke aan het opzigt der Biflchoppen ontrokken zijn, en die zich
|
||||||
Oud h e d â í, 127
zich tegen de Kerkvergadering van Trenten
wel durven aankanten. Vorders zoude zoo eene algemeene Kerkver-
gadering ook dienen , om den zeer elcndigen en deerlijken ftaat van Duitsland, tot wiens ge- neezing de Kerkvergadering van Trenten voor- namentlijk beroepen is , eindelijk eens te ver- helpen en te geneezen. Hoe noodzakelijk dat de Kerkvergadering
van Trenten in Vrankrijk diende onderhouden te worden, behoeft hier met geene wijdlufcige redenen beweezen te worden. Noch zoude die algemeene Kerkvergadering
dieniïig zijn, om den Godsdicnft in Spanje by tijds in veiligheic te ftellen: en om het gevaar, dat dezelve Godsdienft aldaar zekerlijk te ver- wachten heefc, tijdelijk te verhoeden* Want wy hebben daar over vyf jaaren ver-
fcheide zaaleen gezien en aangemerkt j dewelke, gelijk wy aan den Aartsbiflchop van Toledo verklaart hebben, al zoo groote en gewifle , ja veel grooter en gewifler aanleiding geeven tot het omwroeten en ondermynen van den Gods- dienft, als eenige zaaken in ons Duitsland oyt gegeven hebben. Wanneer ik hem , den ge- melden Aartsbiflchop, deeze ergerlijke zaaken opgelezen had, gafhytot antwoord dat de Ro- meinen daar voor zorgen moeiten: waar op ik weder antwoordc. De Romeinen bemoeyen zich met andere zaaken : GyU zijt gehouden Chrifius kudde te hoeden, en de oorzaaken van een gewis verderf bytijds af te weeren. Mif- fchien zal 'er geen klein getal Spanjaarden, van 't oude geloof vervreemd en verbafterd, uyt de Nederlanden naar Spanje keeren : want onder de Katolijken zelf ziet men nieuw onkruid van |
|||||
/
|
|||||
12 8 Æ U ÉD Ç Ö L L Á Í D S C Ç Å,
valfche leeringen opfchieten en voortgroeyen :
by voorbeeld: i. Dat de Roomfche Paus de BitTchop niet
en is der Algemeene kerke. (6) il. Dat 'er twee kerken van Chriflus zijn j
eene inwendige, en ecne uytwendige. Ui. Dat ibmmige mentbhen volgens Pela-
pus, zonder Chriflus ofGodt te kennen , de helfche {traffen konnen ontgaan door eene Fi- lolboffche rechtvaardigheit. ivt De andere verdieniten der Heiligen fpree-
ken zy'godtlooilijk tegen; en roepen evenwel dat onze rechtvaardigheit gelegen is in de God- delijke barrnhenigheit. Daar hebt gy , hoogwaardigfle Broeder in
Chriflus\ en doorluchcigfte Heer, de Zaaken, dewelke ten deele de algemeene kerk van Chri- flus ren deele de ailerrampzaligfte kerk van ons Nederland betreffen : want wat de byzondere zaaken van het Bisdom van Roermonde belangt, ik zie geen voordeel te doen met dezelve hier op te tellen. Dit zijn de zaaken, dewelke my verpligt hebben, hoewel dat mijne jaaren ai hoog beginnen te klimmen , decze laftige reys naar Romen te onderneemen. En uyt het ver- haalde blijkt hoe dat de zaaken te Romen, in- dien we maar bequaame middelen weeten uyt te vinden, verhandelt konnen worden, tot be- vordering van Godts glorie, en terbehoudin- gc van de zielen *, dewelke door het bloed van Jefus Chriftus vrygekocht zijnde , nu , by ge- brek van een behoorlijke kerk- en kloofter- bezoekingergroot gevaar loopen, en verlooren gaan. Dierhalve bid ik u , hoogwaardigfte * ~ Heer
|
||||
3 Η ÖÜDHED É &,' 12$
Heer dat 'mGhriflus, dat gy ons door uwen raad
te recht wilt; helpen door wat middel dat wy cue krachtige hulpmiddelen beft magtig zullen worden:, en cwat. voor yverige mannen, en be- minnaars van\'Gbriflus , dat wy ten dien einde -in de armen dienen te neemen, Overlegt wat /er beft gedaan zy: of dat 'er zoodanige Bezoe- kers van Romen afgevaardigt worden 5 of dat 'er aan twree of drie bequaame mannen , in de Nederlanden woonende, eene onbepaalde magt •gegeeven worde: voornamenrlijk tegen de voor- rechten der onthevene Kapittelen en Kloofte- ren, dewelke voor die voorrechten zoo vinnig en onverzaagd itrijden , als of'er hun weivaa- ren van hing; maar inderdaad voor hunne keu- ken, voor hunnen buyk , en voor hun keelgat zoo onbezuisdelijk aangaan» Wijders, gemerkt dat een Evangelifch Har-
der zijnen pligt niet voldoet met het quaad en onkruid alleenlijk te knakken en te verzwak- ken, of met het zelve omverre te fmijten, uyt te plukken,en uyt te roeyen: maar dat hy daar en boven met den Profeet gehouden is goede boomen te planten, te enten , te fnoeyen , en ter vruchtceelinge te bereiden: zoo is het hoog- noodig dat 'er in de Nederlanden twee queek- fcholen opgerecht werden · het eene voor Pa- Aooren, het andere voor jonge Studenten van 18 óf zo jaaren. Deze ftudenten zullen dan met ter tijd, tegen dat Godt, in'tmidden van zijne felle edoch zeer rechtvaardige gramfchap , zij- ner vaderlijke barmhertigheit indachtig zal zijn, bequaam konnen worden om dePaftoryen te be- dienen j dewelke t'hans, eilaas, in ons Neder- land zonder getal open ftaan, · : < tti l Het
|
||||
IJO Æ û É Â Ç Ï L L Áú Í D S C Ç Å
• Het is nu yyf. jaaren geleden,, ] ckttiik ten dèè-
zen einde eene jaarlijkfche inkomfte van $q®p dukaaten van onzen Koningrverkreegen h«b>: ops welke fomme , dewelke te? hoven aangelek wierd, veele deugdzaam e mannen begoften te beilaan. Doch dit Queekfchool is reeds aan 't vervallen ; om dat de beloofde penningen, ik weet niet door wiens flofügheit,?. niet betaalt en worden. Daar zijnverfcheide redenen, waarom dat het
geraadzaamer en nutter is zoodanige Queekfchor len in de Nederlanden , of elders, op te recht- ten , als te Romen. De voornaamfte redenen zijn : eerftelijk , om dat 'er in Nederland drie gehouden konnen worden tegen een te Romen: ten tweede, om dat het beter is opzijn Neder- landfch opgebragt te worden ^ als zich aan de lekkernyen der Itaiiaanen te gewennen. Want niet is'er zoo moeyelijk , als eene lekkere le- venswijze aftewennen} voornamentlijk, indien zoodanige perfoonen wat hoogmoedig zijnde, 'c welk de tijden t'hans medebrengen, noch ge*· ilijft wordendoor den waan van hunne geleerd* heit : want dan begecren zy onder de boeren niet te leeven. Ik bidde uwe hoogwaardige liefdaadigheit , deeze hulpmiddelen , of cenige andere , indien gy noch beter, ter* hand mogt hebben , te Romen aan eenige Vaders die de zaak van Jefus Chrifius betreuren,voor te draa- gen^ en ons de Chriitelijke hulp van zoodanige Vaders te bezorgen» Ik hebbe daar geene per- foonen gekent, die deeze zaak ter harte namen. Was de eerwaardige Heer Frumentius (voor den welke wy de Goddelijke barmhertigheit dage- lijks 'm onze gebeden verzoeken) in 't leven ge- bleeven , die had ons merkelijk konnen hel- 11 pen.
|
||||
Ou o η κ ΰ ε ίβ %ι ι
pen. Maar nu zal ik , Hoogwaardigfte Heer?
alles van uwe liefdaadigheit te Romen verwach- ten, 't welk ik rriy van dien Apöftoliflchenman Itonde belörtvèn. Ikwenfche dat gy, Dóörluch- tigiïe Heer, langen tijd gejond en welvaarend moogt blijven ; en ik biddb u dat gy deezeiï brief, die niet zonder traanftortinge gefchreevéri is, met zoö eene Chriltëtijke genegenheit éri Apoftolifch gemoed wilt ontvangen ; gelijk de Chriftelijke liefde vereifcht dat de traanen vari èenen broeder en amptgenoöt, die zich voor Cbriflus vcrnrodide Kerke afilooft, ontvangen werden. En ik verzoeke dat gy, onze uiterité èlende ter harte neëmeridé , zoodanige hulp- middelen in 't Werk ftelt, of ten minfte zobda- nigen raad aanwijft, dewelke bequaam zijn om' den Katolijkèn Godsdienft in 't Nederland voor cerit te behouden , en naderhand oök voikó- mentlijk te herftellen: dien Godsdienft,zeg ik, dewelke door verfcheide ketteryen die daar alles in 't geeftelijk fchrikkelijk verwoeden, en door dt bedorvendheden der zederi die tot eerie ón- gèlboflcliikè boósheit uitgefpat zijn , zoodanig ié geknakt' en! verzwakt. Dit durven wy, én alle godtvruchtige Nederlanders met ons, Hoog* waard igfte Heer , ons zelven van uwe liefdaa- digheit zekerlijk belooven j en wy wenfehen dat Godt de Heer ons Nederlanders met uwe Hbogwaardighèrts bezoekinge genadiglijk be- gunitigé. Vaart andermaal wel* ^oo fajic be gemeïöe rebenen meteen onpari
tijöig en mïft3ümi8 gemoeö jaï· totlïen tibm toeegen / Ée jaï 3eftei*Ip Ut'Qttmoti^tit eii get groot öeïan# Der idioten irjeï öegrijpen / teeifte Lindanus to't'&tt aanimaroen mm ttm Ι ι 3οα
|
||||
\%ι Aantekeningen op de
$00 lafïige m$ genoopt en aangepoot jjco&en.
Φι j)g 3al getnaMieïp ftonnen mer&en bat Lindanus geen anbee boeïtoit geeft geljab / al$ tt belangen ban $ijnen %eer Chriftus, en bie ban be 3g.Hetïte -, maai' nietgeoogt fjeeft op öe boo$ee!en of eer-ampten bee3ee ioeceïb. ïfiec in [tg gg met een ahbec in3igt te toecfe gegaan aï$ ïjet meefïe beel bei; genen / betoeïlte jjui* ocnbaag^ 300 naat Zoomen ïoopeu / en baac eenige Rernelpe ampten bejaagen ; bse baat; bitaii^ ban een beel ïf of-jon«a$ / $mniïifc tyfc$J. spiui-e5ei-b|pei^boo? ateïei ftunfien/ booi gmifï / booi beeï oppaffen^ / berftreegen moeten tooien* Cn om baat· tos te geraden/ berbeeltöet gun nietgrooten arbeibnit te fïaan: todït arbetben niet geïegen i$ tu te fïubeecen/ of be boeïten te befjanbeïen j maar in te !oo= pen en te fyaaben/te Mi^m en te fmeeisen> en aïïecïjanbe öarbigjjeben en iaebeptoaatbigöe^ öeuteberbiaagen. AANTEKENINGEN.
1. Dit ftaat wijdloopiger verhaald in het Latijn-
fche Batavia Sacraal " Zijne onderdaanen , dewelke "hem anders om zijne ervarendheit in de Godtkun- "de in waarde hielden , vielen hier over dat hy altijd "hetoude én het zelfde preekte. Daar opantwoor- dde hy, dat zy met hunne hertenieten verftonden en π met hunne oogen niet en zagen ; ja dat zy zelf, na 5,z,iiiie zoo menigvuldige vermaaningen, altijd het * zelfde quamen biechten. Als hy oud geworden " was, en 'er te Utrecht een zwaar onweer van vervol- " ginge ontdaan was, plagt hy te zeggen: Ikhoopedat "ik, indien ik gevangen en ten galge verweezen *?* worde, noch krachten genoeg zal hebben om den "ladder op te klimmen. 2. Hy moeit de ftad ruimen, om dat hy een onka-
tolijke vrouw, op het verzoek van den man, dewel- ke Katolijk was, tot het geloof had bekeert; en haar λ Pare, 2,,,p, t7i» -
|
||||
ZUITHOLLANDSCHE OUDHEDEN. I33
de kerkelijke Sakramenten op haar dood bedde had be-
recht. Daar op is 1 hy door de Kerk-overfteni tot de Paftory vau Leiden beroepen. 3. Dit is dan die beruchte en wijtbefaamde liroer
Kornelis ,· wiens gedrukte Predikaatzien 200 menig gezelfchapje vervrolijkt hebbenen noch dagelijks ver- vrolijken; en greetiger van veele menfchen geleezen worden als het deftigfte Preekboek. Dit is die eigea Broer Kornelis, Broer Kornelis Zal ik nog eens zeg- gen, want hetherhaalen van zijnen naam zal alleen alle mymeryen en fufferyen van menig Leezer ver- zetten ; ah is , zeg ik die Dortfche Minnebroeder, van wien zoo veele uytfpoorigheden en malhgheden, om hier geen lelijker uytdrukkingen te gebruiken, vertelt worden. Zouw ik die algemeene vreugde hier koomen flooren ; zouwikHoIIands tijdverdrijf, ik zegge zijne drollige en meer als koddige Predikaat zien, en alle die mooye vertellingen, in twyfel dur- ven trekken ? Had ik dan niet een algemeenen op- itand van alle inlandfche Schryvers tegen my te ver- wachten ? Het zal evenwel, hoop ik, geen Icnelm- ftuk zijn het zeggiii van anderen , en hun oordeel over de gemelde Predikaatzien, en over die zoo uyt- gekreete vertellingen, den Leezer in 't kort voor te ilellen Eeri beicheiden en onpartydig karel is noit onwillig zoo wel de verdediging als debefchuldigmg aantehooren. Ik wil niet ontkennen dat we al aar- dige Predikanten in onze kerk gehad hebben: dat de Monnikken voornamentïijk, 'tzy om wat byzonders te zeggen , 'tzy uyt onkunde, 't zy om andere rede- nen , fomwylen fratzen en fabelen voor bondige en EvangeliiTche waarheden op den preekftoel gebragt, en het volk met onnutte vertellingen, in de plaatze van heilzaame en zielbeweegende leeringen , opge- houden hebben:, maar dat geeft nog geen vait gevolg tegen Broer Kornelis. Het zoude ons in allen geval- le nietdeeren , dat een drollige-Monnik eemgepoet- zen op den ftoel der-Waarheit aangerecht , en eem- ge onbetaamelijke quinkflagen en boerteryen uytge- ïapthadde: men had dat maarop de rekening van eeu byzonder konvent te zetten. Maar de waarheit mag in alles wel nagezocht worden. Ook wil ik my, 111 ïeeze zaake , niet als rechter draagen, en er .zelfs τ 5 · niet
|
||||
É3Ø Á Á Í Ô ÅÊ Å ÍÉ Ç G Å Í È ß* Â Å
niet eens in (temmen; maar alleenlijk te boek zetten,
wat dat!-'er deftige Schryvers van geoordeelt en ge- fchreyen hebben; en den Leezer zelf dan te bedenken geeven of hy niet al te voorbaarig en te driftig is ge- weeft in dien Dortfchen Minnebroeder, ongehoord, ongezien, ongekend, zoo ongenadig te veroordeelen. Laat ons dan hooren wat dat geleerde en befcheidene
Mannen en Schryvers die op den zelfden tijd geieeft hebben,van hém weeten te verhaalen VaïermsAndreas b, een man vankenniiTeyendie noitvan partyzucht be- fchuldigt is ge weeft, geeft hem de getuigenïfle dat hy in geleerdheit en weifbreeJcèndheituytgemunt heeft: dat hy in drie taaien by uytfteekendheit ervaren is geweeft: dat hy de Bruggenaars dertig jaaren lang, met eene byzondere bevalligheit en lieftalligheit in 't Goddelijk woord onderweezen heeft : dat hy tuiFchen de lafte- ringen en 5t geduurig tieren en raazen der Onka- tolijken, tuiïchen de vuylaardige aanvechtingen der lafteraaren , en tuiïchen de befpottingen van eerroo- vende fchimpfchriften ø altijd volftandig en onbe- zweken is gebleven, en de rechte Apoftél der Brug* genaaren is geweeft. Eindelijk voegt hy'er uyt San- derns by dat zij ne Schriften, na Öaü hy overleden was, door de quaadaardigheiVderOnkatölijken vervali'cht V.ijn : en dat zy 'er ontuchtige qumkilagen en kluch- ten , ter befpottinge van den zeer yroomen en on- fchuldigen man , ingeflanft hebben. :Daar hebben wy de getuigenis van twee deftige mannen, Valerms An- dreas en Sandenfs. '\/ %n, om den Leezer niet lang] Op te houden, en
Biet al teveel papiers over dezen ^£00 gehaatten Mon- nik vuil te manken, willen wy den Leezer wel wij- den naar het Woordenboek van den roemruchtigen l&mle; daar hy vinden zal dat meer andere geleerde en deftige mannen onzen Broer Kornelis van alle die be- kladdingen yry jgekent . en herri yoor een deugd· zaam man gehouden hebben. 4. Janus Rutgerfius, Adriaan en Qamas -vanBlyen-
hurg) Adriaan ven der Mijl, Paulus Merula, Geran- ■dus , Dionyfius,t\\Matth^usVoJfius\ zijn 200 bekend by ónze Landsluiden, en hunne Wérken in zodaanige èchtinge', dat wy het, benevens den tjéer Auteur, '·> in Biblioc. Belg.
$11"
|
||||
ZtriDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. l$f
onnodig achten op hei roemen van;hunne geleerdheit
en het optellen van hunne fchriften , langer te bly- ven ftaan. , ; . De vermaarde Jan %an Beverwijk, die door zijne
ervarentheit in de Geneeskunde en door zijne fchrif- ten 7,00 berucht is geworden, fchijnt hier zoo'wel een plaats te, verdienen als de befte van zijne Medeburgers. -Ook zou.■ Balduinmjunius of Β oude wij» de long, uyt een, Burgemeefter lijk geflagt te Dordrecht geboo- ren, reden van klaagen hebben, indien hy niet zoo wel als een Matthaus IVentfen, een Kornel'ts Adriaanfze, een lob Nauclerus, enz. op de rolle der geleerde Dor? tenaaren wierd geftelr, Hy is eenigen tijd Ltpfius leerling en tafelgenoot geweeft : welke eer door dien grooten man flegts aan eenige uytgeleze vrien- den wierd gegunt. Lipfiusmwkt in zijne brieven dik- wils gewag van onzen BJunius: en vertelt metver- wondering aan verfchqidevan zijne vrienden hoe on- verwacht, en buiten iemands weeten, dat hy de Min- nebroeders kap had aangetrokken. Eenigen tijd Mon- nik geweeft zijnde wierd hy, om zijne gaven en ge- leerdheit, tot Preeker verkoren: en is ook Definitor, gelijk zy dat noemen, en Gardiaan der Minnebroede- ren geweeft. Hy heeft verfcheide werkjes in't licht gegeven: de meefte loopen op deGeloofsverfchillen, of op de Zedekunde. De Preekers konnen ook in zijne boeken te recht raaken. Dan heeft hy ook de Graven van Holland uytgegeven in oéïavo ; en een boek, onder den naam van Viridarium Chriftianum ,. van de verfcheide foorten van zegeningen , en van de waardigheit der Biflchoppen, in't licht gegeven. f. Lindanus, «pi van de yverigfte en geleerdfte
Mannen dewelke den leerdoel der Godkunde oyt te Loven beklommen hebben, heeft teParys, om eene grondige kennis van de Griekfche en Hebreeuwfche taaie te hekoomen, groote gemeenfchap met Adria- nm Tumebus en lohannes Mercerus gehouden. Hy heeft zeer veele fchriften , dewelke by Valerius An~ drcas opgeteld ftaan, in't licht gegeeven: en de Heer Elites du c Pin, wiens getuigenis op dit ftuk wel voor een volkomen bewys mag verftrekken, rekent hem, onder degauwfte,geleerdfte,en bondigfteVerfchiJfchry* -- JlibHoteque des Jtntmn Ecclef, &c. ;
■Wti l 4 ***'
|
|||||
f
|
|||||
1 gö ZuiDlaÖLLANDSCΗΐ Λ
vers van de laatite tijden. Zijne eerfte eii voornaam-'
itebezigheit, in het beftierenvan zijn Bifdom , heefc gelqopen over het opbeuren van de vervallekerktucht; en het hervormenvan het fchand'elijk' leven der ker- kelijke Perfooneri. Een gedeelte van zijne fchrifteii loopt insgelijks over die hervorming. * 'r De Kardinaal Baronius had zoodanige achting voor·
degeleerdheit, de oordeelkunde, en de fchranderhèit van Lindanus , dat d\\y zijne Aantekeningen op het Roomfch Martelaarsboek niet in 't licht durfde gee— ven, voordat Lindanus, en Lindanus alleen , dezelve nagezien en 'er zijn oordeel over gegeëven had. 6. Of Lindanus hier een byzonder gevoelen gehad
heeft omtrent het algemeen BiiTchopdom van den Roomfchen Paus , zoude ik met geene zekerheit konnen zeggen. Het Cchijnt dar hy zich hier aange- legen heeft laaten leggen , hebbende een La tij η fch boekje uytgegevenom te toonen dat de Paus met recht en goede reden genoemt mogt worden de algemeene Bif- fchop der Katolijke kerke. Maar, dewijl ik dat werk- je noyt gezien of gelezen heb, kan ik van zijne mee- ninge niet oordeelen. Anders is het zeker genoeg dat het Bifdom van den Paus, zelfs volgens de drif- tigite voorftanders van de PaufTelijke öppermogend- heït j befloten is geweeft binnen de ftad Romen. Waarfchijnlijk heeft Lindanus niet anders willen zeg- gen als dat de Paus het opzigt had over alle de Bif- fchoppen van de wereld ; namentlijk of zy de Bif- fchoppelijke pligten niet verzuimden; de kerkregee- ring niet verachteloosden ; de geloofszaken behoor- lijk handhaafden, enz. en gerechtigt was om hen, in gevalle van ngïaatigheit, te vermaaipen, en tot vor- dere ffrafien , achtervolgens de kerkelijke wetten, voort te treeden. d Valer» Andr. in Bib!» Belg*
|
||||||
$a bat Vut be ïteïten en <5eeff eïpe gebouw
toen/ öamen be ftatt ©o^ccï)t fiaanöe / οψ Qtttlt ïjcböc»; gullen fog be genen/ bieumten be fïaö gefïaan en ban oub$ onbtv fjet <®tbm* fetobars ^mbfjolïanb öeöoojt geftfcn/ gaan |
||||||
Ο υ D HcE D E Ν; Λ Ig7
bermeïben. gn öeibe be boo&enteïbe Jjanb*
(elften ban 't gemelbe^eltenfeljap fïaatbooj mft gemelbt '. De VUIL? OOR T,
^etoeïfte een btv ftab$ pooien $nbe/ noej 5. Adriaans
tefitentooo^big ben seiben naam b^aagt / en Kapéi bm- Mitm betoeme een 2&wtfcï?ap geïegen fë■: al* ί!η d.c toaae in 't jaan 3 ♦♦/ ten bienffe ban be öuu* y poor' ten of ingezetenen / eene ïtapi met een outaat 1$ $φφ. ©ese fiapï/ftaanbe ogben ïïing* bp/ betoel&ein bien af&ijffeïpen toaternoob ban t jaar 14^1 toa$ öïpen fiaati/ $ ben χ$ ban September; Hf 4 tot eene gaiOCÏjifcerft aangefïeït Gerlacus^ijfcÖOgban Hieropolis,
en ^n-^iffcgop ban ben ïtteecijtfcï)en Heeft-
booöb Rudoiphus, j)eeftbe3elbe/öeneben$ötf üer&gof enbe ©oopbont/ ingeimjöt Wouter Spiering, $}itfttt/ i$'tt atoeerfc
tot üeefcöeffteebet aansefïelt / 300 alg toe uit
i$m boïgenben fi^tef feonnen berffaam "D UdolphuS) by Gods genade BiiTchop van U-
; trecht, wenfcht aan alle Chrifius geloovigen, zoo die 'er nu zijn als die 'er na deezen zullen koomen, de zaligheit in den genen die dewaa- re zaligheit van allen is. Aangezien wy altijd wenfchen dat de goddelijke dienit vermeerdert werdc j zoo is het dat wy op het ootmoedig verzoek der Parochiaanen en der ingezetenen van de Buurfchap in de Vuilpoorc , buiten de muuren der. ftad Dordrecht, onder ons Bifdom, [ de Kapel in de gemelde buurfchap ftaande, tot eene Parochikerk oprechten:. zijnde daar toe bewogen dopr eenige redenen» dewelke in den brief van de eeixaame mannen , den Deken en.·. I 5· het <
|
|||
Ij8 ZüIDHOL'L Α NDSCHE
het Kapittel onzer Kerke van S. Jan t'Utrecht,
begeevers der gemelde kapelle uitgedrukt ftaan, door welken brief onze tegenwoordige brief geftoken is., Vorders ordpneeren wy dat de goe- deren, die aan de gemelde kerke gegeeven zijn en toebehooren, of noch gegeeven zullen wor- den , kerkelijke goederen zullen zijn, en tegen- woordig al zijn, en dat ze de kerkelijke bé-; fchermirige zullen genieten. En wy geeven magt en verlof aan den eerwaardigen Vader en Meer Gerlacus , Biifchop van Hieropolis en on- zen algemeenén Vikaris in geeftelijke zaaken, om de gemelde nieuwe Kerk, met het kerkhof en de doopvont, te wijden, en haar alle de eer- tekenen en gerechtigheden van eene Parochi- kerke te vergunnen 5 en vorders om alles en ie- der in 't byzonder, wat omtrent het voornoem- de noodzaakelijk is, te verrichten en te befchik- ken. En wy beveelen op èé deugd der heilige gehoorzaamheit , en op de ftraffe van den ban en van de ópfchorffinge hunner bedieningen, aan alle Kerkelijke perfoonen , dat ze den eer- zaamen man , Heer Wouter Spiering , Priefter, dewelke onsdeeerftereize tot de gemelde nieu- we Kerk voor gedragen is, en denwelken wy in de zelve Kerke en in alle haare gerechtighe- den en vorder toebehooren inhulden , in de li- chamelijke en daadetijke bezitting , of als be- zitting, van de gemelde kerke'en van haare ge- rechtigheden en verder toebehooren , met de vereifchte en gewoonlijke plegtigheden, uyt krachte van ons gezag , zullen hebben te ftel- len. Daarenboven gebieden wy op den ban aan alle Patroonen daar ter plaatze^en aan ieder van hen in 't byzonder , dat zy aaii gemelden Heer IVouter voortaan alle de vrachten, renten,-in-· Χ ί kom-
|
||||
O U D Η JK "Ό E N.U 5 139
komften, rechten en vervallen der gemelde ker-
ke, op de geftelde tijden, ter hand fteilen, eti ter hand doen ftellen; en tegen alle tegenfpree- kers en tegen ftree vers büxemen wy hetbanvon* nis uytj in 't welke zy, na dat zealyorens, vol- gens de kerkelijke wetten , drie dagen achter malkander deswegen vermaant zullen zijn, ver* vallenzullen. Gegeeven in 't jaar des Heere ι %fu* den 23 van de maand September. ■ S^Oeöee Thomas van Schellenzee, «00^0^ο^π^
aan het i&tnnefeoeöei'en te fttwcgt'/ jjeeftcenigc
0011 öee5e teïte een&eföeuqutenuan^ Adna- Re]iqmc« mis arm bet?eet?t /■■ en 'ee öe öofeenöe 0^tui0e^adnrl^us tl$ ÖO 0e0CeUen: heeftgehacL
Het zy kundig aan ieder een dat ik Broeder
Thomas van Scherpenzee, Minnebroedër van het Konvent te Utrecht, getuige en verklaare dat dit ftukje Reliquiën genomen is uit den heiligen arm van den zeer edelen en heiligen man, den heiligen Martelaar jidrianus. Tot oirkonde de- zes heb ik goedgevonden het zegel van het Gar- diaanfchap , ter getuigenifle , aan deezen brief te hangen. Gefehrëevën te Utrecht, in 't jaar 14ƒ 3 , op het fee ft van Kruisvindinge. · l^aöK &\\t§ i§te0eniüoo^bi0 bmtklb
omtrent ijet jaaé 1570 m§ pp ψ&φαο$ Ü^ttt Jan Reedgelt.
" SSntten öe$eïföe poo#/ o# 't emöe fcan öen De kaPd
öijn / ö» öe toeiöen öie 't ψίϊψη-φ^-^ηί^ $** toeöeöoa^öen / flonö eene Itajjel/ öe Dorre-,oom· boom 0enaamti / én é$» ben naam ban öe #;. |laa0ö en |&oeöec <0oö£ ^efóibti j^eeïe peifoonen ime$»en gtee/ na Jet fïejten ïjnnnet; 0eöeöen/ tewöeÊoo^ebe^lefï: enïteten'er/ tot een te&en en 0e|niae.n# ban öunne 0enee* |
|||
J4° ZUIDHOXXSNDSCHE
3tttge/ eentge 3bjacjjte$ en boeiien gangen:
befcaelfte baac nocg in 't jaac t572, in gcoote menigte gegangen geööen» ©ocg be3e ftajjeï i$ tmSgeïp^ afgeöjo&en- Mekats- $$uitm be $ηίΙ$>οο$ -geeft ooft een obee- huis» gtw$&eïaat$jn$/ tn neffen^ ïjet3eïbe eene Itapi meteen oataar gefïaan: beweïfte beiV öegaar ooft onber öe boeten 3511 gegaaït ^e ^onrintftaanee - jjEonnift / öemeïfte ban
ïttrecgt ge3onöen mierb om lyitt omfïreéft$ te .; heeften ./■ gïagt 3f)ne 2#ebiftaat3ien in be3e fta* #eïle te boen, <®nbtt bee3e |^eeftet$ i$ Domi- nicus van Nymcgen boo^ een geïeerb man en een 0oeö öieöter fieftenbgetoeefï: en $ oberie* ben ben 16 ban ^eptembec i5T8* StHüSfc Adrianus ïtapeUe ma$ een ^oeöer* fcLTp fcÖa# &*η ÏW·.%·%♦ Adrianus en Natalia, ecgte
F* ïniöen / opgeeecgt: in 't foeïfte öe boo^naamfie
^o#enaar| opgefcïtèeben fo$ren, %n 't jaar i$f4 3ijn3Peften$ ban bit genood
fcgag getaeefl;: van da* * Pideryk kappan, E»wowt Janfe , en Kornelis
Broeder- Scoop.·:; -->J:· ;,:;,."' >i;· -f \ .-■ ;,
fchap. <&oft: fïaan be boïgenbe $ieeftmeefïet$ ban
β. Adrianus ftapeile in be onbe fcï)?tften be^ meïb: - !— ;*&: 3fn 't jaar 14*·3 · Jan; Gerritfz.
Jan Maartenfz. ■- ?.■;
iTieeftcrs. ι "Willem Pr ijker/ · -i
l ff6. Willem Kornelisfz Xwaluwc,
• ?r Kornelis Simonfz. iyö4· Ewout jansiz^ vj; ' Job Germans. - 15-70. 15-71. ben 2,© ban $obembt Kornelis
Antonifz. - f - - .
Kriftiaan Willemfz, ^n
|
|||
O ■ U % Ή* % D E NV! Λ i^ ι
3jn'Êjaari?i8 rfb^nerïi/ mef aïïé de na^
öuurige jjm3en/tengronöetoe gïab afgeö^anö, ©e ten foierb eerlang foeber oggetïmmert: öocö $ in 't jaar tf?*/ boo? be ^oogenaamoe 3Patergeu3en afgeö^oïsen en bernieit ^e nerft ban Cijieberaöerlieirfte/ befoel&eDcfceikvaii
Burcherd ^jffrijop ban Utrecht in 't jaar ι ιοί Tbicdcw- tot een {piipniibbei booj 3ijne 3iele aanoe fta^-kerkc lioontóen ban β. hmlerfte gegeben geeft /ωη ,utKa- $aï raiffcpn tri oen 2&e$-öofcjj gesocp moe^CTeansvaa ten tooien : om bat 5e ön be ®nböeï/ bicjjtkerke ge- bg ^o^ecgt / geeft gejiaam ie«^ . -'' . T.OL.V.N Υ S S E, :
3®sar boo^ in sommige eremirtaren fïaat Toi^
lofe, $ een I'möacfjtöeedpïjejb in tfm grooten ^luböoïlanbfcöeniï^aarb» ï§et i$met AUoyferf groot eïfïjönberbbier-en-3ebenttg mergen/ ew paaïtten<2©ofien aan get boïgenbe bo&> Ajms- voet,in'tjaar 14x1 op^.^i^abetïi^naeötinebe onbergeïoopen^ïjfet ijab een l\ctl\/tttto$in'tjewt 130© in Kalendario Ecclcfiae majoris Dordrace-
nas, in 't ^ag-regifler oer groote Herne ban
tPo^eegt/bermelb op be3e bjifoe: Memoria Hermanni Fincke , junioris, ex eo
quod corpus ejus tranilatum erat de Ecciefia Teileuzen, ad hunc locum Anno Domini 1300.; * <Pat i§: <è»ebacS>teniffe ban Herman Vink öe: l
jonge/ om bat 3tjnïp ban be uerfte ban Tol- loyien fcoa^ oliergefyagt tot be3e pïaat3e/ in 't jaar onse^ ïfeere 1300, ©003 deze piaatze, toojb berfïaan be 3£,^oui»e- of gtoote litvU ban ®ο$μφ. ί ? ®e5C
|
||||||
ι
14* ZuiDHOLLANDSCHE
fciaae foan be öegiftiger^ toaren öc beften er»
't Üagitteï fcan %. Jans tafee te ïtteecök f&ot öetorj^ öient iie foolgenöe ö?fcf: ■■■■.'■ ^ ,·■; !.p. -. Λ-*-!, λ .. * ■ -■' «'--■ ■ ,.' t* Γ· v ; •'1 .' -Φγ'"'. ■ "*■ '> ξ"1. .. ■ ■*-,'>■ , 'Ι**?"., / f
■ α ■':.' ι%\ ■■■'■.■'/ ■■-' ■ *i. - s ■■^'t-?*.'■ ,^ , ■' ; ■■* ■■' ■ ■
TJe Deken en het Kapittel van S.Jam kerke
. te Utrecht ^wcnfcftefl^n.JalleChriftene ge- loovigen, de zaligheit in hem die de waare za- ligheit van aïien is* Nadien het openbaar en kennelijk is dat de geWeze Parochikcrk van Tolloizen, onder het Bifdorp van Utrecht be- hoort hebbende , nu langen tijd geleden en over verfcheiden jaaren, door het dootbreeken der dyken en het overftroomen der zeewateren, te gronde gegaan en verdronken is, zonder eenige hoop van oit herftelt of van het water verlofï: te zullen worden : riadièn daarenboven buiten de müuren der ftad Dordrecht zeker buurfchap, de Vuilpóort genaamd, met eeni- ge huizen en inwoonders gelegen is ,· Welke buurfchap onder de Paroclïikerké Vatt ToHoï- Zen plagt té ftaan, en'er een gedeelte van was, en in de gemelde buurt van de Vuilpoort een fraaje kapel ftaat: gemerkt vordersdat, indien deze kapel tot een Parochikerlc opgerecht, en met de eertekenenen voorrechten van»eén Pa- rochikerk voorzien wierd,dé pry kelen der zielen, dewelke de gemelde inwoonders wegens me- nigvuldige gebreken in het bedienen der -Sak ra* menten voorvallende te lijden hebben, met Gods hulpetenemaal zouden ophouden: daarom is het dat wy,op het oömoedig verzoek der voornoemde inwoonderen, voordewelke dé gemelde ftad Dor- drecht by ons ook gefproken heeft, en genegen zijnde om voor 't welvaren en de zaligheit der- zelve inw©onderen te zorgen, en de pry kelen hun-
|
||||
hunner zielen, zoo wy beft konnen^ af te wee-
ren j aan de voornoemde i in woonders νan de btiUrt deVuilpoorc dóór den inhoud dezes^ zoo verre het aan ons ftaat, verlof en ójvzetöeftem^ ming gceven om Λ gemelde kapél!op de be- hoorlijke form en wyze , en zoo als het van Hechts wegen gefchieden moet, tot eene Paro«- chikerk ce laaten oprechten en inwyden, en'er de eertekenen en reeft ren van eene Parochikerk voor teverkiygen: welverftaande nochtans, en anders niet, dat-de begeeving van deze nieuwe .Parochikerk ons· .teru eeuwigen tijde zal toekoo- men. ¥orders zal deze Paroéhikerk van de VuilpGört, dewelke op de gemelde wijze op- gerecht zal worden , Voor hét onderhoud van dentoekomenden Regent of Paftoor,de volgende inkomften, vruchten en renten hebben: Voor eerft van en opeen huis en erve, 't welk wel eer cenenPieter, JanBrantszoon^ toebehoorde, en in de Vuilpoort gelegen is, zeven Borgondif- fche fchilden : noch twee BorgondiiTche fchii- dèn i op een huis en erve , in dezelve Paro- chie gelegen , en t'hans bewoond by Dideryk Voet: noch tweeBorgondiflche fchildenvan een huis en erve onder dezelve parochie, thans be- woond by Adriaan,jidriaaszom Η noch een Bor- gondiflehe fchild, üytalle de goederen en in- komften van Jakob Hillebrands^ op het veer te Zwyndreeht : noch een Borgondiflehe ichild van een huis en erve, Je Nonnen genaamde en van den Vyver by het oude kerkhof van de buurt Vuilpoort. Daarenboven hebben wy dienftig geoordeelt tot de gemelde Parochikerk, dewel- ke als gezegt is met Gods hulpe opgereeht en gewijdt zal worden, nadatzebehoorlijk en re- gelmatig* opgereeht, begiftigt en- gewijdt zai wee»
|
|||||
HiiilÉilHMÉÉaiiiHHH
|
|||||
344 2-,υ ΙD Η Ο L L· Α Ν D S C Η Ε
„weezen, den eerzaamen man Heer /Wouter Spie*
rink , Pjriefter onder het Bifdom van Utrecht, ,aan den eerwaardigen Heer en Vader in Chriftus^ den BiiTchop.! van Utrecht in Gods name voor je draagen*, zoo als wy hem ι door den tegen- woordigen brief aan hem«voordraagen 5 tenein- de dezelve Biflchop hem in de gemelde Paröchi- kerke, en in het bezit van alle de rechten en inkomften tot dezelve behoorende , voor de eerfte reize inftelle j en hem de beftiering der zielen, en de bewaaring van de Reliquien der- zelve Parochikerke, opdraage en aanbeveele. Tot oirkonde enbeveftiginge van al het boven- gaande, en yan ieder in 't byzonder, hebben wy .den tegenwoordigen brief door het aanhangen van ons zegel doen bekrachtigen. Gegeeven in 't jaar na's Heeren geboorte 145*2,, den 24, van de maand September. , / j HET V E ER, re
ll^O^tlOOfeSchouwelants-ambocht, ett&gbet^
LÏbachc" 8Ö#ittgeSchpbbe-ambachr genottttt Ambacht,
. Ambocht,Ombechr, Ü)ö$ bjaöe <^CÏ)$ber#batt
be ïaatere eeufoen m bedelfi»e bereneninge/ en
fcoo^ een^c§pnt£-of2Saiiiiwb$ ψbieb genomen. Melis Stoke noemt {jet opsön^tefcö (of onb ÜOlIepbfcJl) Schout Aasdom. ifegenblOt^big
too$ |ptffpjtëj&berïanbe£$ een25aljntofcöap
|
|||||||||
#*
|
|||||||||
genoemt. Ébo too^b ban 000,? ^cïjoö&eïanb^-
ambacöt bei'fïaan/ ïjtt SSaljutofcöaa bt$tt $\mt$t I ïeggenbe aan be obec3ijbe ban ben ïrïoeb-feolsen^ Goudhoeven jjeeft bit lllmuacjjt . öien naam gebeegen ban eenen ifeec Schobber j land ·, befoelne onber jjet gefïagt ber peeren ban ^ebenbergen geee&ent brc$! * en &et ge* raelb*
|
|||||||||
~x
|
|||||||||
Oudheden. 14,5
mdbe'■■Waém&t aïlereerfï öebpt $oube gefr
ben: en taien$ eifgenaamen öet5eïbe be3eeten 3ouben gebben tot get jaae 14*1 · ®e geertgfc geit ban be3e pïaat^e $ een ^oïlanbfeg leen; en ben X44ban<0ctober 1641. te teen opgebja* gen aan ï|eee Jakob van Beveren, Heer ban ^bnjnbjeegt/ 2$aljtti»ftin<&o#/ ens, ZWYNDRECHT.
^imjnbjecgt / een bo$> «ite 't 3elbe %w ζ™\\'
baciÏtwgtobei*<Po$iecgt gelegen/ geeft öen Ja" v'aa naam aan 't ganfege eiïanb ; en $/ boigen^ aiaus ge- Boxhomius,* altiii^ genoetnt om getoberbaa* noemd. rm of benobeetocgtber 3b«jnen, <Pesepïaat^/ op ben oeberbanbe J&aa£ obei'*&o$J2ecgt ge* ïegen / ffaat onbee ben naam ban Suindrechc bemtelbt in een openfyief ban 23iffcgop .Ans- fndus, ban'tjaae »006. %n een ganbfcg?ift bee ïitreegtfege toïte
foo$ be3e 3eibepïaat$ 't Feer, of get ©eet/ genoemt* om bat men gier obeebe |®aa£bK$i ïte^et. <Pe ^aeocgtnern pïagt booa be <0^aben ban Parocw.
(joïianb begeeben te tooiden : get infieïlen k rk» qxmn ben ^om^oofï ban fitrecgt toe %ix 't jaae if»τ. $ (0 Regent ban öee5e teïte ge* toeefl ^eeejohan, Germanus 300η.
2Ccgterboïget$ eene belofte / die Willem
«i&aaf ban Rolland/ naar 't iieiïig-ïanb tei* 3enöe/ aan <0odtende φ. Maria gebaan gab/ geeft be&elfë 3ufïer/ be &ei3erin/ algier op ben naam ban &. Joris eene IMarg gefïiegt in 't jaai* ι 346. ïjiec toe geeft 3η ι?, ponben / %oïïandfcge munt/ opgefegoten. * Toneel der HoJl. ftcden.
Κ 3gto
|
||||
I46 ZUIDHOLLANDSCBE
^ieu ίαφ jaadp^ een beemaatbe gaatbe-
tnatftt gegouben : betoelbe gaat* begin neemt bOO£ ^ Margaretaas bag,
buiten t^o^eegt/ aan benbïoeb be «£em/
leeft boo^beesen een bioojier ban ftegulfere ïianonniitot gefïaan / «iBemfïem genaamb, ïDit Mooffec i$ in 't jaai* 1380 gefïiegt boo$ Reinout Minnenbode , een btttget batl ®Op
b?ecgt: betoelfte 500 tp toa^ / bat gg alleen
bebofïigt geeft be föootnfege te$ ban Gerrit Bronkhorft , üanonniït ban fltteegt : öie boo^ get SSïgeineen ï&apitteï öer Reguliere üa* üomitEföen naat hm ψ&η$ foierb afgebaarbigt* ©it Moofïet i§ ooft bereenigt getoeefïmet Bet (z) liapittei ban 3$tnbe£geftn: 300 al§ be lironp ban il^tnbeggeitn fogbïoopiget* be* feg?gffc ί i^ar get ooïi genoemt toojb j$, Sal- vatois bïoofietin <ü*emfïein* 3[n bejeïf öe bronp fïaat ooft aangeteftenb
bat öe <^berfle ban Dit Moojlet/ tot be beteer niging ban 't seibe ftïoofïet met get kapittel ban 3&inbe£gefm toe / t>m «aam geeft gefya* gen ban J^oofi. 3^ocg in öe eerfïe be^oeftinge ban 't $eibe ftïoofïet / öetorUte gebaan toietb ÖOOJ S3|OCbet Johan van Heufden , gebben 3g
ben naam ban ^oofï / met betïof ban Den
ïltrcegtfcgen Spiffegop/baranbert in ben naam ban ψϊίϋϊ. U\§ öe S^tfcge JÏDaatD / boo^ ben frater
bïoéb ban 't jaar 142.1 / onöetf geïoopen toa^i lebben öe^oeöet^met gemeen obetleg gmt1 ^ioofier berpïaatftV en naat^b}pb#cgt ober*» geö^agt: 300 nocgtai$ Dat get 5pen onöen naam bleef öegonben. ^Ct toa^ Jpatet Jan van Afperen , bie getOlt*
be en berö^nften ïtfoojcec / 't bjelft boo<? Rei-
nout |
||||
O U Ρ Η Ε D;E Jth %\ 14^
nout Minnenbodete <fêemïtet&e 0efÏ!CJjt ίψφ/
naar be boo^noembe #lmt$/ bat i§ naar $ieuto
Cemffem Λ ober 0eöia0t geeft. 9[n 't 3eïfbe
jaar/ b#tóg£.na&- Lambem, &90 / $ fjet
iuirger-rectjt aan be S3£oeberen fcer0nnt : og
bat ψ/ boo| bat -recSt gefftjft en öefcgut/ be$
te minber m fjmtne Ianbgoeberen en b^bom*'
men gemoeit 3jöuben tooien p» 't jaar ι f77 /
αψ τ oafiw$xw tegen be J»#anjaarben Ie*
$m te mitffeeïfen/$ietgemelbe tóoofïer boo^
Ijet 0emeen boïfcje ten eenemaale geflecljt en
njet ben gronb bereffent,
ï|iee neben$ gaat be ïp bep geenen bïe ïjft
Moofïer/ 3ebe#be$5eif$o#|öinfïe/ geregeerfe
geööen: ^ ΐτηιψϊΐί·:
Sln'tjaarijSg. i>aber JohanWiifops^i^omiicn 3387. Babei* Simpn van Schoonhoven , §p
bieïfte g^oofï ;| ge&eeff tot öet jaar 1388.
1388 S^aber Johan van Herwijnen, eerfïe
ΨΜ Ö^ft bat atnpt öeMeebt tqt get jaar 13 9 r.
$aberHendr;ik Wiit5^aii^^|arto0enöofeö/ in't jaar 140°·
i^aber Simon van Schoonhoven , 14.02.
. #abcr Laurcns van Geilel, 1405. ^ab^f Hendrik Wik, be ttoeebe/ 1414.
, #aöer Diderijk van Leiden , 1419.
* ψφ$£ Johan > Brunpqs zoon , van Afperen ,* H33«
3^abcr Gysbert van Schoonhoven, 143f. ';* ' $aber Johan > Öggenaamb de Kerk, 1444.
* paber Willem Duuc (miffcfjien Dunk) van
Dordrecht, 1^.8. br
^aber Johat? van Vclfe, i4?lf.
3^ab^r Koearaad van Schoonhove, \$tf\t
^aber Niklaas van Worinchem, 1468,
Κ ï $aber
|
|||||
.-,
|
|||||
148 ZaïDHOLLANDSCHE
i^aöeE Willem Janfze van Leiden, 1469.
•^ate Willem Hendrikze van Schiedam, 1474.' 3&abei* Michiel van Dordrecht, 1476. ^atftt Willem vanden Briel, 14.8^. =ÏÊ)aber Hendrik van Bommel, 1490. $aber Aarnöüt, bie 3ijne geloften te %tüiw
bo^p gabgebaan/ 14P*· Üaberjohah Wouterze van Dirkslandj ifo^
$)öÖer Jan Janfze van Delft, 15*29. 3&aber Pieter Niklaafze van Gelderland, 15^. ■ Pabet Jan Janfze Gizen van Balen, 15:41; 3GI$ beese Jan Janfze j^to^ ban <^emfïein
m§/1$ gg wt®ppev*&w? ban 30inbe$}emt geiden: baat go get öetmnb ober bit ï*onbent/ tn ober 't ganfege Hapttteï / negen jaaren en bjie roaanben ioffeïp geeft geboert % fïferf in 't jaar 15-5-0 / en i§ in get ftooa ban öct Hon? bent te H^inbe^geim begrabetn J^aber Jafper Antonifze van Delfshaven fctfa^
^io^m'tjaar if4i-
l^aber Johan van Eindhoven , bie jijttê ge-
loften gab gebaan te tegge/ 1551. ^aber Dideryk Hendrikze van 's Hartogen-
bofch. ^aber Johan Pieterfzevan Herpt,(3) ïffo.
#ocÖ geeft 'er een nïoofïer ban Reguliere
Hanonntfiïten te ï|en$bonft gefiaan : geïp log boben aï met een tooojb te nennen gege* ben gebbetn .*>'■] *. ■?: * ί ■'■;■,'■■; : ■ ' ' . i ' il ■' :■ ■■ : - - :t.->-
AANTEKENINGEN.
1. Voor hetLatijnfche woordReBor gebruiken wt
ïn het vertaaien doorgaans het halfSuytfche woord Regent: en niet Harder, of Paftoor, of een ander woord van detelfde betekeninge. Want de Leezer moet altijd ïndagtig zijn, 'tgeen we elders al aange- tekent
|
|||
Oudheden. 14$
tekent hebben , dat Reftor Parochia doorgaans , om
niet te zeggen altijd, genomen word voor den Vika- rïs , dewelke het beitier over de Parochikerk had; en omtrent 200 veele inkomften trok a dat hy 'er re- delijker wijze op konde leeven; terwyle dat de zoo- genoemde Paftoor, oiPerfona, zich met geenekerk- dienften, te weeten van die Parochie, bemoeide; en alleenHjk eenige inkomften genoot. Hier op zien ook die uytdrukkingen , dewelke den JLeezer in dit werk meermaalen voorkomen ; zoo eene Paflory kon in 'tafweezen van denPafloor zoo veel gelds opbren- gen: . . . . DePafioor, zijn verblijf in zijne Parochie niet houdende, trok jaarlijks twintig) dertig , veertig Rhynfche gulden, enz. Van dit misbruik , en het zoo- genaamd e perfonatus , hebben wy boven wytloopiger gefproken. 2. Onder het leezen van dit tegenwoordige werk
Zal de Leezer ligtelijk al meer als eens belemmert zijn geweeft door de dubbelzinnigheït van woord Ka- pittel. Dient dan geweeten dat Kapittel doorgaans genomen word voor het lichaam of de vergaderinge der Kanonnikken. Lindwodus,* ichijnt ergens te zeggen dat de benaaming van dit Kapittel, eigentlijk en in de nauwfte betekeninge genomen, den Kanon- nikken der katedraale kerken zoude toekoomen : en dat het lichaam of de vergadering van mindere Ka- nonnikken , dat is die eene kanonniksdy in de kolle- giaale kerken hadden, zich zouden moeten vergenoe- gen met de benaaminge van een konvent. Maar dit onderfcheid, zoo verre als mijne geheuggenis ftrekt, is my niet eens ïnYleezen der kerkelijke Schryveren voorgekoomen. Ten tweede word het naamwoord Kapittel genomen voor de plaatze, daar de Kanon- nikken of de Monnikken, om eenige zaaken te han- delen , by malkanderen vergaderen : welke beteke- ning zoo gemeen en zoo gebruikelijk is alsdeeerfte. Deze plaatzen , om 'er ditby deeze gelegentheit byte voegen, zijn van ouds onder de Monnikken en Re- guliere Kanonnikken als geheiligde plaatzen aangezien geweeft; om dat de Monnikken aldaar by malkander quamen om iet goeds en ilichtelijks te hooren lee- rt Limteod. in gloiïario* Κ 3 *en ï
|
||||
ί<σ Aantekeningen öp> de
..\ti ...:'■'. '. : w
zeii; om 'zich over hunne openbaare misdaaden tebe-
fchuldigéii; óf door anderen, indienzy het zelf ver- zuimden, bëfchuldi|tte worden: om daar over hun- ne gebreken en. misdaaden öpëtitlijk Vermaant , bè- fiïpt, géftraft, en tot eene heili|ë fchaarnte opgewekt te wórden, enz. In het gMfcheïïch'aain der kerke, zegt 'z'eliêr &.Schry ver £: behalven daar het onpaar fiaat, i's, ''er m %èen gèheïligder plaats als het%apiïtél\ geen eene "plaats 'dié zoo vee te eerbiédigbeit 'verdient \ daar'de duim el vor- 'Mer 'irfwifkt , daar Godt naarder by koomt. Daar tier- Heft de duivel, al Wat 'hy elders gewonnen had ; daar krygt Godt Wederom., door de gehóorzaamheit, al wat hem 'riders ontnomen was door onachtzaamheit 'af door quaad- •wiilige verfMüadktg.Maar tëh derde,, wordKapittel, volgens dè opmerking 'Van Lw£wódhs\ fomtij ds geno- men voor eene Vërgadë'ringe van verfcheidene perfoonen (Monnikken) dewelke niet in Η gemeen by malkander "Heven ; maar■dewelke, om over eenige zaaken in 't ge- wfeeto te handelen , fomtijds op zekere daar toe gefielde flèatZen 'by'malkander koomen% Dit blijkt in dé dlge- m$b$ê Kapittelen van de Mónnïkkén, en van andere lie^ guiiere perfoonen , ënz. En déeZe, betekenis 'koomt 'bier te palFe. Verfcheidene k'loófters gingen "eene véreeniging aan met het kloofter van Wïndesheïm; hier m beiraaridë dat ze dezelfde tucht-regelen zou- den onderhouden j op zékere daar tóe geftelde tijden te Windeshëim b.y malkander zouden kóómen; in die •bjMèën-koomfrèn öVer het bewaaren van de blöèyen- dë , of het opbeuren van de bezwykénde of vervalle kloóitertucht zóüdën bandelen, 'enz. 'Dit is daneene andere foort van vërëénigingen 0eweeft, als die vër- ëénigingen, 'of zoo genaamde'Broedérfchappen, daar we elders van gëfpröken "hébben : ea dewelke voor·» namentlijk maar 'beftönden in de gemeenfchap van gebeden en goë^e wérken. iDaar bleef ieder kloofter naar zijne eige Regelen lëéven ; bemoeide zich niet met de regeeririge van de andere'kloöiters, enz. Dit Kapittel van Windés'heim is "zeeraanzienlijk ge- weeft ; acls zijnde mettertijd, eïi onder'Verfcheidenq Pauzen, aangegroeit tót'84. Mannenkloofters en31.. Vrouwerikloofters. ', b Heliaandus Monachus Frigid»MonW« ejus Chronicon, ex-
fat in Bibliotheca Ciftcrc» E^
|
||||
ZüIDHOLLANDSCHE OüDHEDEN. Ifl
En om dat we hierop de Kapittelen gevallen zij»;
zullen wy noch iet van de kapittelen of vergader- plaatzender Monnikken en Kanonnikken te pas bren- gen. Elders is aangemerkt dat deze Kapittelen dien naam verkreegen hebben , om dat daar een kapittel uyt den Bybel, of uyt een geeftelijk Schryver, plagt voorgeleezen te worden. Maar het dient ook ge- weeten dat men aan zoo een kapittel , of vergader- plaatze, ook dikwils gegeven heeft denhoogdraaven- deu naam van Capitolium, Zoo zeggen de Kanou- nikkeii van Laon : cWy zijn in om Capitolium by mal- kander gekomen ; en hebben daar by malkander gehan- delt..... Verfcheide diergelijke plaatzen , daar
Capitolium in deeze betekeninge genomen word, zal
de Leezcr by Carolus du*Frefne opgeteld vinden. Ja d palladius , dewelke ten tijde van S. Chryfo- fiomus geleeft heeft, weet al van Capitolia Monacho- rum te fpreeken. Het is belachelijk dat Joannes α JanuaeCapitolium doet afdaalen van Capitolium, om dat de Raadsheeren in het Capitolium vergaderden, gelijk de Monnikken in 't Kapittel ; Dan zoude ik Capitulum veel liever doen afdaalen van Capitolium: ten eerfte om dat Palladius, gelijk gezegt is, al vqn Capitolia Monachornm weet te fpreeken j en het woord capitulum, ten minite in deze betekeninge, veel laa- ter is opgekomen ? Ten tweede om dat Capitolia, voor Raadhuyzen genomen, over al zeer gemeen zijn ge- weeft. Trier , Augsburg, Keulen, Milanen , Ve- rona , Capua , Florentise , Benevento , Rheims, I3ezangon, Narbonne , Autun, Ravenne, Pamiers, Tolouze, om van Conftantinopolen, Carthago, en Jerufalem niet te fpreeken , hebben hunne Capitolia gehad ; dewelke aldus naar het Roomfche Kapitool genoemt wierden. Zelfs Beka, fchryvende over het jaar 125-4, geeft den naam van judiciale Capitolium aan het Raadhuis van Utrecht. Zoo zoude iemand dan konnen twyfelen of de Monnikken en Kanonnikken, dewelke op eene geftelde plaats by malkander qua- men om over zaaken van belang raad te pleegen, den c Apud Hinan.R.Uem.Ep.1. ex Labba:anis, * vid- Capitol.
d Palladius in Laufiac,
e Capitolium dicitur a Capitulum; quia ibi convenicbant
Scaatorcs ijcuc in Opiculo clauftrales. Κ 4 naam
|
|||||
V
|
|||||
ï5"2 Zuid hol landsche
naamCapitulium niet wel ontleent mogten hebbne
van de openbaare vergaderplaatzen der fteden. 3. By vanfLeuvjen ftaan twee Procurators of Huis-
bezorgers van Eemftein aangetekent: te weeten, Broeder Godevert N. die Procurator was in 't jaar
14.32. en Br Pieter Knyf-, Procurator in't jaar I<f6z. Noch
maakt hy gewag van Broeder Reinier Oem3 dewelke daar overleden is in 't jaar
iP4·
ƒ Bat» lllufh pag. i%%*
|
||||||
HEMSDONK.
Kiooftcr tytt ftfaofftr bauïJem$!onïi i§ gelegen onöer
vanRegu- g^anttöp/ eene jiarocïjie ban öe SPMaffer*
nomnkken famait/en gefïicijt in tjaat: 14*4. letfoa^naac
te Hcms. β. Maarten genaamt: en in öeïijfï ban Sasboi-
douk. dus, öaac Ijet ooft j&. Maartcns Moofiec op öe
^onif genoemt üjo$» / flaat aangetenenb bat
ïjet bcreeni0t t$ ge&eefï met |jet üapittel ban
|§ίοη. Hit öen bolgentten j^töertiuitfcgeii ö^ief
nüjitt bat bit Iiïoofïet; ban ^emgftionft ntt get
ftïoofïet' te Ifem/ biuten^ctjoonjjoben/boo^
gefloten $ ;
W"y Engelbert) Gr ave te Najfouwe»^ Heere ter
Lecke, ende te Breda, cnde Johanna, Qra- mïnw ende Vrouwe der felver Landen voorfz. fy- ne Gefellinne, doen kond allen Luyden, ende jcennen overmits defen pnfen openen Brieve: Dat wy om Gods willen, ende aengefien Salig- heyt onfer , onfer Oiren ende Nakomelingen Zielen, ende oock om denDienilGodste wec- ken , en te bet wy huere goeder wereken en #le beden deelachtigh te worden, gegeven heb' ben,
|
||||||
Oudheden. 1^5
ben, ende geven voor Ons, onfen Erven, ende
Nakomelingen, den Regulieren des klooftere van S Michieh, buyten Schoonhoven in den Hem, een ftuck Landts, geheeten die Donck, met huer toebehoorten, ofte beheingt leeghtmet hueren ouden Slooten , binnen onfer Parochien van Brandtwyck , (in den) Alblajfevwaert, als een Kloofter-Kerk endeBouw-Huys daeroptedoen fetten, ende te doen timmeren, foo hem dat befte ende nutitefal duncken te wefen, by der hulpen Gods ende goeder Luyden. Welcke ftuck Lands voorfz wy hem overgegeven heb- ben , ende geven over mits deien onfen Brieve, om een jaerlyck Chyns, al-omme tweepondt, des Heeren ponde, ons, ende onfe Nakome· lingen , jaerlycks te betaelen , alle jaer op S. Martyns-dage, in den Winter, lbnderwederfeg- gen, ende nemen hem goeden luyden des kloo- ftere voorfz, ende die Goeden, inonfer hoede en befchermeniflè na onfen vermogen, fonder alle argelift, ende wy voorfz. Grave endeGra- vinne, Engelbert enaejohanna, hebben des tot oorkonde onfer beyder Zegel, voor ons ende onfe Nakomelingen aen defen Brieff gehangen, in 't jaer ons Heeren 1414. acht dagen in Ju- nio* %n tiit Moofïer $ ψ}ίοι of <mnftt gefoeeff
2£?oeöer Judocus de Wit, foeftfêlne öe toereiïi feeriiet in 't iaat 15:08. Roelof de Wit, gerJOTOl 1480/ toag ifttf
l&onnift in 't Utonbent öen ^em; en naöerfjant
fj^toj in 't nSoofïer ^em^öoncn: ïfê ftittf 1 ?5το# %n 't sdtje nloofïer geeft a\$ fteguiier, tta~ nonnin gekeft Cornelius Aureiius, een <&tm* bjenaat tan gerjoojte / fcan tuien ton fcoben; oute öee €>ouöe/ Bjeciicr geloften §Mm. |
|||||
: *
|
|||||
I ƒ4 ZUIDHOLLANDSCHÈ
Kioofter Ce 2^anutop geeft oofc cm Moojlee baw
van Regu- jftegwliece HaiionniftfeeflTai gefïaan, Iiere ?f" / Höcö Beeft 'ee öuiten Φο$ο#φ een ftïoofïer ?« eiναα" te» Cifïem-jftonniMien gejf aan; 't ioeïfc £. Cifterci- Pierers Abdy in Stromberg totctb Jjenocmk
Monnik- ^tee nefcen$ gaat fce fyief öet: fitcötinsc:
Ken*
Τ Ν <^# tf#iW»£ Jtfr Heilige en onverdeelde Drie-
VPtldtgheit. Ik Dideryk9 Graaf van Holland, en ik Akydis, Gravin en des zelfs Huisvrouw , maaken dit aan alle tegenwoordig leevende en toekoomende menfehen bekent. De H. Schrift; vermaant ons in het goed doen niet te bezwij- ken; dewijl wy 't zijnen tijde het eeuwig leven daar voor zullen verkrijgen. Door het beden- ken van deeze zaak bewogen , en in ons herte geraakt, hebben wy voorgenomen, op ons ei- gen land-goed eene Abdy van de Cifterci-order zoodanig te ftichten , dal ze op onze goederen zal beftaan. Maar overmits zich noch geene bequaame plaats , en geene gelegendheit, tot het uitvoeren van ons voorneemen heeft opge- daan :, zoo is het dat wy , op dat ons voornee- men, en onze begeerte., tenminfte eenig begin Zoude neemen , vaftgeflelt hebben een zekere landhoeve in de voornoemde Order te doen in- lijven» of hetgelukken wilde dat dezelve, door Gods h-ulpe , tot een Abdy aangroeide. Tot het opbouwen van deeze landhoeve hebben wy uyt onze goederen gegeven een ftuk landsj 't welk groot genoeg is voor eene ploeg , en ïtempefaeldt word genoerat; en noch eene Tien- de , dewelke tuflefaenhet gemelde ftuk lands en Pordrecht ingezamelt word: noch vyf ponden denicrcn'i de welke jaarlijks betaalt moeten wor- den op den Nieuwen dijk; npch <k tok bin* neq
|
||||
*
ι !
Oudheden» 155
nen Dordrecht} zoo ras als ze open zal vallen :
noch de viflchery dewelke gelegen is in Over- ilydrecht. En ik Graaf Dideryk heb hun be- fprooken 100. marken; dewelke hun binnen een jaar na mijne dood zullen moeten betaalt wor- den j tot het aanwinnen ♦ * . >· , van landgoe- deren. Dit alles hebben wy vrywillig gefchon- Jcen aan hetkloofter vanS. Pktersdale inStrom- berg» Over deeze zaake ftaan als getuigen Otto Graaf: van Benthem, en deszelfs zoon B. Hugo van- Voerne ; Rutgerus van Meerbeym ; Wouter Spierink ; Boudewijn ; onze zuftcr Macrkguia (Manhje,) en een groot getal andere perfoo- nen, Gegeven in 't jaar van's Heeren Menfch- wordinge 12.03. ψαν$ Honorius fywft fce gemelte fiicgtms
tjoo^ öen boigcnöcii ï#cf fcebefligt Üunorius Biffchop) Dienaar van Gods dienaa-
ren, wenfcht aan zijne beminde zoonen, den Abt en het konvent van $tPietersdale in Strom- berg, van de Cifterci-order , de zaligheit en den Apoftoliflchen zegen. Als 'er een recht- maatige en eerlijke zaak op ons verzocht word j vereifcht de regel der billijkheit en de goede reden dat wy dezelve door de zorgvuldigheic van onze harderpligt tot een behoorlijk einde brengen. Hierom is het, beminde zoonen, dat wy , eene aangenaame toeftemminge aan uwe rechtmatige gebeden geevendc, uwe per- foonen , en de plaats op dewelke gy u zei ven tot dengoddelijken dienftverbonden hebt, met alle uwe goederen , dewelke gyl. tegenwoor·* dig rechtmaatigerwyze bezit, of die gyl. in 't toekomende door Gods hulp langs rechtmaatige wegen moogt bekootnen , byzonderlijk onder S* Paubs èeic^erminge m miet 4e <mze nee- men;
|
||||
l f 6 ZUID HOL LAND SC HE
men: gelijk wy ook het recht van voorftellinge
tot de kerk van Dordrecht; en de ViiTchery in Overflydrecht: mitsgaders de bezittingen, ren- ten , en andere goederen , dewelke de hoog- edele man, de Graaf van Holland, en deszelfs huisvrouw, uyt eene godtvruchtige mildaadig- heit aan ui gefchonken hebben, zoo als gy dit alles rcehtmaatiglijk en gerechtiglijk bezit, en Zoo als in den autentyken brief breeder uyt- gedrukt ftaat , uyt krachte van ons PaufTe- lijfc gezag voor ulieden, en door ulieden voor uw kloofter beveiligt, en door dit tegenwoor- dig gefchrift bekrachtigt hebben. Het zy dan geenen menfch geoorlofc deezen brief onzer be- fcherminge en beveftiginge te o vertreeden; of door een reukelooze itoutigheit iets daar tegen te beftaan* Doch ingevalle dat iemand zich mogt vcrmeeten zulks te beftaan ; die weete dat hy in de ongenade van den Almogenden Godt, en van deszelfs Apoftelen de H.H. Petrus en Paulus zal vervallen. Gegeven in Lateranen, denvyf- den van December , in het tweede jaar van ons Paufdom» Goudhoeven, van Balen CU Simon van Leeu-
wen , OCfcoeïfte Goudhoeven oaat* fa boïgen / fy&tbtn nocj) ban een Moofïee ^erfïecöaïi ge*
tiaattia: 't toeïfioooj oen fc^i&Mpentoatec- bloeo ban 'tjaau i^\ i$ toeggeftjoelt/en ban ouo$ gefïaan fyttft tecjiïaatse/ oaatïjet ïanö- gOeöbanDamafus van Slingerland, Johans 300tt/
i$ aangetoonnen,
' ©e boojnoemoe &t$$btt§ toiïïen/ bat ïjtt
tm ï*attöni3ec ftïoofïec 3g getaeefï; foaat: in tft gun geen3tn£ ftan toebaïlentoetoitltoebafïe ÜMm ieötów Μ Μ eene KP&fcg ψ getoeefï. |
||||
Oudheden. 157
jfcant in eene vmmut ban '# pufê <m*
tomgerg/ ban pt jaar 1309/jïaat öefWtf ban feifïerban öuiöelp bermelirt* Ju flaat tiet bafï öat&e eect#teï ban mt &tm#n$ **" btmttüm öer liattömseren/ maar toel aan tóe ban öe Cifïerct - en »neÖi8ttjner- j^on* ntten/ too$ seseben. jfeaar't tóseteïpeen^artöuisee-Rïoofïec
eetoeefli 't toeKt waiem, 2Safïerö ban ^u^ benboojfce / uit Set boo^ïucïittö gefïagt öer ^irobenboo^en gefloten/ feee ban j^eba/ SBemen/ en ^offeröout / ^cöatmeefïer ban <5raaf Willem den Goeden , een seer fctfêan* öer en bernuftia man / maat* ban een f&cpenr (1) en fïnffcowaen aarö / en gefïojben m t \m^iSm tm fcïjoon ****** mumt fieeft omtrent <0eertaiguenberö. Hec was een godsdienftig en aanzienlijk klooiter,
seat Ρ.* Opmeer, naar S. Bartholomaus ge- naamd , en wierd door de wandeling t Hol- landten Huis genaamt: en onaangezien dat tVtl- hm Prins van Oranje het zelve , om de menig- vuldige beleefdheden en gedicnftighedendiehv, zoo wel als zijne voorouders, van de Monnik- ken genooten had, onder zijne befcherming ge- nomen had : heeft hy het echter aan de vlam- men opgeoffert en afgebroken. De fteenen van de kerk, ia van het koor zelf, heeft hy ter op- bouwinge van een koftelijk huis gebruikt: het welk te Geertruydenberg, op den grond van het vernielde Nonneklooiler, is gezet. |
||||||||
* Decad, x. lib, +.
|
||||||||
AAN-
|
||||||||
ffS Aantekeningen, op BE
AANTEKiNÏjN ά . ":::;;
ι. Pieten Opmeer, λ dewelke deri ftuggen 'aard ende
ftyfkoppigheit van deefcen Heer van Duyvenvorde doet gelden , weet niet meer als een ftaaltje ten bewijze' by te brengen. Maar zoo het ïchryveri van b Gout-. hoeven νaft gaat, moet deeze ilyf hoofdigheit, indien, 2e zoo genoemt moet worden, niét aan Willem van' ■ Duyvcnvaorde , die het Karthuyzer-kloofter geitïcht heelft, maar aan zijnen zoon, ook eenen bafterd en ook Willem van Duivenvoorde genoemd , toegefehre- ven worden. Op-meers verhaal koomt hier op uyt: Wil- lem van Duyvenvoorde, te weeten, de ftichter van 't gemelde kloofter , had de dochter van Johan Heer van Vianen ten wyve genomen. De jonge vrouw, zullende den eerften avond in het Bruidsbedde tree- den, kondezich niet onthouden van eenige zuchten, met traanen vermengd, te loozen, Willem van Duy- venvoorde , zulks gemerkt hebbende , vroeg maar'de reden van haare droefheït , en rufte niet voor dat zy hem de waarachtige reden openbaarde. Het quam haar , zeide zy , ars eene harde zaak voor*, dat zy met haar Vaders Dienaar te bedde moeit gaan. Want Wil km van Duyvenvoorde , noch geheel jong zijnde, was in fan van VUnens dienft geweeft. Dat zal u noyt overkoomen, zeidev&nDuyvenvoorde', ep,- iprong vlïegens ten bedden uyt: en noyt is hy nader- hand te be weegen geweeft om met haar teverzaameh. En fchoon haar onvoorzigtig fpreeken haar meer.maa- len berouwde j fchoon dat allerhande perfoonen van den eerften rang , kerkelijke en wereldlijke , hem poogden te vermurwen ; alles was vergeeffch : hyt bleef zonder vrouw leeven, en is zonder vrouw ge~ ftorven. Gouthoevens verhaal ziet op den zoon» de- welke, gelijk gezegt is, ook een bailerd was en met Vrouw Hadewyvan Wajfenaar was getrouwt. -Deëze Vrouw Hadewy zoude aldus gezucht hebben, om dat zy van eenen bafterd omhelft zoude worden, enz. Ik * Decad. i, lib, 4»
* Op hel 6 f zijdie.
|
|||||
heb .
|
|||||
\
1
ZülTHOLLAKDSCHE OüDHEDEN. 1$$
heb t'hans geene gelegentheit om Snooys hiftorie,
daar Opmeer zijn verhaal uytgetrokken heeft , nate- zien: en zal het gefchil, of het gemelde verhaal op den vader of den zoon ilaat, voor eerft onbeflift laa- ten. Ik heb dezelfde gefchiedenis, zoo i*k op mijne gehéuggenis zoo veel fteuuen mag, noch in een an- der Schryver geleezen : maar kan daar ook niet te recht geraaken. , Van den Vader, die het gemelde Karthuyzer kloo-
fter gedicht heeft, word eene andere en roemruch- tiger daad verhaalt. Edoivartlll. Koning van Enge- land , dewelke met de dochter van Willem den Goeden getrouwt was, en den Koning van Vrankrijk met al- le kracht beoorlogde , was om geld verleggen : en fprak Willem van Duyvenvoorde aan. Willem vroeg hem hoe veel gelds dat hy te leen begeerde te heb- ben : de Koning antwoorde dat hy wel 100. duizent Dukaaten van noode zoude hebben. Daar Willem weder op antwoorde dat hy hem 100. duizend Du- kaaten zoude toetellen ; onder dit beding dat hy, tot dat hem zijn geld weder gegeven was, zonder tol of pacht te betaalen door Engeland zoude mogen rei- zen. En dewijl deeze zaak veel geruchts maakte; hebben eenige Heeren van den hoogften Adel, door haat en nijdigheit aangevoerd , hem by den Graaf gaan beichuldigen van land-dïevery. De Graaf, de ooren al te ligt voor de befchuldigers geopent heb- bende , liet hem weeten , hy wilde rekening van den ontvangft en de uytgave der landsmiddelen ge- daan hebben: en ftelde hem dag en plaatze om reken- fchap te koomen doen. Op den geftelden dagkoomt Duivenvoorde, in boeren kleederen, en met een bos fleutelen in de hand, ten Hove aanftappen. De Graaf en de Hovelingen, over zijn boeren gewaad eh vor- der toeitel verwondert, vroegen hem wat dat die toe- rufting zeggen wilde : Dat ga ik ui. uytleggen, zeide hy. Dat Heeren-huys heb ik gebouwt, het humt u toe, Heer en Graaf $ zie daar is''er de Reutel van: dieflelikft ter hande. Dat ander Heeren-huys heb ik insgelijks getim- mert: en het homt u insgelijks toe: zie daar is ''er defleutel van\die/lel ik u ook ter hande. InHeerfle Heeren-htiysis Kjoo veel gelds opgefloten: in het tweede zoo veel: dat is al- temaal uw geld. Dit is de rekening die ik η doen zal; want
|
|||||
I
|
|||||
ZUIDHOLLANDSCHE
|
||||||||||
i6o
|
||||||||||
want uwe ooren zijn zoodanig bezet van mijne hemj~
ders, dat ik u geene andere rekening z<>u konnen doen. Met dit gewaad ben ik aller eerft by ii gekobmen: met dit fewaad neem ik mijn affcbeid van u: Vaar wel. De
leeren, dewelke van de befchuldiginge witten, en 'er deel aan hadden, ftondenover deeze redenen ver- zet en befchaamd. De Vorft, zoo groot een Lief- hebber van de gerechtigheit als iemand der Holland- fche Graven is geweeft , begeerde dat hy Schatmee- fter zoude zijn, en Schatmeefter zoude blyven. |
||||||||||
PAPEN DR E CH T.
Afkomftc ^oÏ0Ètt^ eene obetf ebenng fratt ouöe ïutöett
«aam Pa- &Φ o^e plaat^ bm naam ban ^apeiib^ecïjfc p^drccht, geltreegen i om bat be $tietttc$/ in be oube öjteben igaapen genaamb/ jjier een obectoeljt
ïjabben.
tCnbere öemeeren bat een #aap of ^itfttt/ met naame Menco, ben naam aan btt bo?p ge*
geben soube jjeBöenj en bat Set ban oub$ inm
«aam mt$ geboeet ban Menkenes-drecht.
3$antboïgen$eenen openöjfefbanfóeiseti Hen-
denk IV, ban 't jaae 1064/ moet bat Uien* ïten^ecljt omtrent tet'seïbe plaatse gefïaan jjeböen/ baar tgan^ Jpapenb^ecöt i$gelegen, feit aan^enlp bojp papenb^ecgt/ ioaar on- btv ooft Jlatena beljooat/ i§ aan be Jlerme* be recgt ober ©o^ecgt gelegen ·, en al ban oub$ ioegen^ be ^almbiffet^ bermaarb ge* toeefï. ^et geeft een goog recjjt^ge&ieb; e» too^b ban be «B^aaffelppt ban ï^ollanb te leen geïjouben: 3pbe ban be Brederodens op be van Genten ; ban be van Genten op be
van Hemerden, en bat! be ïefïen Op be Oeras en be van Muyhvijken obergegaam v^efjoog-
ebele
|
||||||||||
Oudheden. i6t
tbtlt J$m Tielman van Muil wijk ïtOtïjt ï)tt
in 't jaar ifof. 3fn 't jaar 1648. fë öe ^eet*
Ipfiett/ bzntbmgfyttfyuout «Uaage recötj?se^ ÖICÖ/ opgeï^agCtl aan Ü|ea;Adnaan vanMuil-
wyk ^ttïju0 tej^öpeii^ecöt/ öaae ter glaafr
je fïaanöe/$ geöoutot öeo* öen töiööer f iel- man van Muilwijk* <
AANTEKENING,
i. Hiernevens een brief van Graaf Floris den V.
die uyt een oud handfchrift getrokken is , en den Leezer eenig licht omtrent verfcheide heerlijkheden van deze ftreek kan geeven. „Wy Florens Grave van Hollant, grueten allen
„den geenen die defe letteren fyen fullen ende hoe- „ren, ende ontbieden hein fal-uyt mit kenniiïen der „waerheyt, ghyfult weetcngemeenlick endefonder- „linge, dat wydie hoge heerlichcden endegerechten „van Papendrecht, tan Matena, van Wyngaerden, „van Weruelcamp , van Cortegrave , Goudnane, „van Slingelandt , van Poederfuns Ambocht , van „Nieuhardincxsvelt , ende van Oudthardincxsvelt > „tuffchen Scalunrefloet, Halve lange (loet, endeGhy- „femonde, yegens Heer Willem va» Breedenrucden „an hadden gefproken, indcr meningen dat wy waen- „den dat die hoege heerlicheden ende gerechten van „defen voo fz dorpen , Heem Willem v©orfz alzoe „ vry niet toebehoert en hadden, als hy hem die be- j,wonden hadde met veel ponden, daerwymeenden j,dat hy ons ingebruycl hadde, ende ibnderlinge dar „hy geen ballingen die met recht uwytonfen landen „ofte ftede gebannen waeren , binnen der vooriz, „heerlicheden onthouden en muchten , waer of Heer „Willem voorfz met zynen Magen ende Vrunden „voor ons ende onfen getrouwen Raede ende Man- „nen gecomen is, ende heeft ons by gebrocht, ge- groent ende onderweeien met ouden brieven , met „ regifleren, ende met warachtiger ouden tuygen, daer „van wy claerlicken ingeiien ende bevonden hebben, „dat defe voorn, heerlickheeden oude vry heerlick- L ,, hee-
|
|||||
« '
|
|||||
l6l ZUIDHO LLANDSCHE
. „heeden zyn. Ende dat Heer Willem voorfz alle
„ ballingen met recht daer in houden mach die uwyt „ önfen fteeden ofte landen gebannen worden, uwyt- „genomen of yemant gebannen waer van verraderie, ,,van moert, of van verghifeniiTe, dat ons of onfer „kinder anruerde, die en fullen binnen voorfz heer- lickheeden niet vry of onthouden weefen. Voert „ foe wye'met recht ballinck uwyt defervoorfz heer- lickheeden geleyt wordt, ak fal uwyt allen onlen „lauden ballinck weefen , behoudelicken dat Heere 31 Willem voorfz. niet voorder vange of vollegen en „mag, dan binnen den zynen. Voert foe wie bin- „nen der voorfz,heerlickheeden gcfeten ofwocnach- ,..tich is,, die fal daer buerrecht houden , den cenen „ gelyck den anderen , ende en fal noch en mach ner- „ gent poorter weefen, poert rechts gesieten, oft met ,)poert recht hem behelpen, dat tegens de heerlick- ,, heeden oft tegens den lantrecht aldaer gaen ofwee- ,,fenmach, buyten oirlof ende confent fyns Heeren „ende ons. Ende waert fake dat yemandt daer te- „gens dede of brekich in bevonden worden, die fal 3, verbueren endeverliefen allealfulckegueden, erve „ende have, als hy binnen den voorfz. heerlickhee- „den hadde, ende daer toe tegens ons een boete van „tfeftich pondt Hollandts, alzoe dick ende zoe me- . „nich werfe alil zy luyden deden, ende men dat be- „tuygen muchten , ende alle erve ende gucden die „binnen der voorfz heerlickheeden gelegen fyn, die „fullen daer te recht itaen voor deerfte reyffenae dat „lantrecht , ende nergens anders. Voert fal Heer „Willem voorfz ende zyne nacomelingen defe voorfz „ heerlicheedcn houdende zyn van ons ende onfen na- „comelingen tot; ezn^n rechten \qqii , ende daer fal „hy ons of fculdich zyn te dienen met zynen onder- „ faten voorfz , als wy gemeen Heervaert doen bie- den tpt al re tyt, ende alzoe lange als wy met ons „ felfs lyvemct onfer bannieren inden velden zyn, up „huer felfs coil, met eenre heer cogge van twïntich „ryemen, of met vyfthien gewapender mannen , en- „devyf buffcutten, endehtermede fullenzyvry wee- renende blyven van ons ende onfer heerlïcheyt van „alle fcattingen , van dienden, heervaertende cloeo „Hen geflagen , ende voort genieten allen alfulken jjvry-
> w
%■ : '
^-z~&LiX, , ,,· ■■./.':■"■'■■" . ■
|
|||||
■
|
|||||
O U~D Η E D S Ν. Ι63
„vryheeden ende rechten als ons hier boven in defer
„ waerheyt met gueder voorfienicheyt verclaert ende „feheyden is. In oirconden van allen defen itucken „ende van defen fakan ïoe hebben wy defe letteren. 3, doen bcfegelen . rnct onfen groeten fegel. Intjaer „ons Heeren 1183. den 3, daechs inMeye, tot Me- „denblyck in Weltvrieilandt. Aldus ondergeteykent „door de Heeren Wilhelmo de Teylmgen, Gerardo de 3j Haerlem, en Ghysberto de Tfclfieyn. |
||||||
SLYDRECHT,
^ïijb^ecjfjt bJO$r in ben gemelöeu %ief ban r*cc sr#f-
Hcndnk IV. op be3elföe bant ban be jj&ertoe* hechten. be gepïaatfï / baar jleuuenc$ü?ccï)t geïegen toa^. ï|et geeft jijnen ouben «aam tot nu toe be§o«be«: en i$ niet berre ban papenb^eeljt/ bjat ïjooger op/ gelegen. J^an i£ 'er nocö een tmeeöe ^ïijb^eegt / ftja
Jakob t Oudenhoven ooftba'melb/ benoo$e« &i&m en retift ober get eerfïc gelegen. Φφ 3elfi8 berb ï)eeft boo^ be3en gefiaan baar nu ijjet jj&erbjerbiep ï$ : en i$ nocö tegentoao^big ü& benö ouber ben naam ban §et uerftljof. Ou- denhoven bezaait «it eene oude oberleberinge bat be bertten ban beibe be §>tytytcljten qc* boumt 3jjn boo^ ttoec bolïe sujlerg: bodj bat bie ban ^iijö?ecï)t lu be ^iblafferioaart / in beegelpinge ban be anbere / «iet meer b>a$ &\§ een ftecljt en gering berbje; bat baar op be fiicïjtfïer ban be grootfïe en befcigfïe berft ïjet boutuen ban 300 een flccgt berbje aan öaa* re 3Ufter berfoceten fjeeft: maar bat be faatfte/ d£ uit cenen geeft ban boo^cggmge / ïjaar ΐ Befchr, van ZiüdKolhnd. pag. 163,
|
||||||
164 ZUIDHOLLANDSCHE
tjCje ijJOO^bcn ÏJCtft tOegeDtent: Mijne kerk zal
blijven ftaan: de uwe zal te niet gaan. Gelaat* ftt too$ in öc ouöe ganöfcffêiften De fttth ban
^ïyö^cöt aenoemt* AANTEKENING.
i. Onder Dordrecht heeft ook een Ambacht van
Naaldijk gelegen, waar onder Slydrecht wcl-eer be- hoorde: Dit blijkt uyt den volgenden eed, die door den Schout van Slydrecht gedaan moeit worden , en den welken wyuyt het gemelde handfchrift getrokken hebben. „ Den éedt van den Schout van Sliedrecht , int
„ Ambocht van Naeldyck 3 dat verhuert wordt by „den Dyckgraef ende hoge Dyckhemract van den „ Neederwaert, in den AlblaiTerwaert: ,, Dat zweer ie, dat ie Schout in den Ambocht van
„Naeldyck weefen fal, die heylige kerek in hoeren „rechten helpen houden fal, die binnenlanfche Vier- „fchaer bedienen ende bewaren fal, tot tghemeen ,,lants profyt, achten ende kueren te helpen leggen, „foe wanneer die rgemeenlant van doen heeft, ende „dat totghemeen lants oirbaerende profyt, ende die „ te laeten befchouwen , die opperite houf als die „neederfte, die neederfte als die opperite, tot allen „tyden als ie des verfoecht worde , ende noet is, „ende uwyt den felven Ambocht niet te vernachten, „ ie en fal eerft eenen Steedehouder geitelt hebben, ,,fulcxs dattet recht vanden felven Ambocht bewaert „ fal weefen, ghcezworen Raedt heelen ial den tyt „mynder eommiflk, ende voerts al te doen dat eea „guet Schout van Naeldyck fchuldich is ende be- ,,hoert te doen, foe waerlick niuet myn Godt hel- „pen ende allen zyn Heyligen. |
|||||
MER-
|
|||||
Oudheden. 165
Μ E R W E D E.
<®t geerïpgeit ban be $&eehjebe/ baar m* Heerlijk.
tip$ een groot en p^acgtig fcafïeeï geeft 0e*faelt™flo^ flaan / geeft 3icg togb en 3gb ngtgeflreltt aan^."" be ribier be * jjleetneöe: toefeennaambe #£aal en $®aa$ in 't gemeen beginnen te boeren: baar 3g/ booj'tmibbeitoanbegraft/ tuffcgcii ^oïigoben en Soebefletn gefcgoten / gunne foateren in eene gemeene miïc beeeenigen. %n eenen fyief / boo^ ben <0rabe ban ^trge ber* ïeenb in 't jaar iocccxcix, iao^b begemeïbe bïoeb bermelbt onbet ben naam ban Mcrbata: in 't ïeben ban Anfndus geeft gg ^ naam ban j^oertoatee: maarbg Melis Stoke, in 't leben, banDiderijk V, ojj get jaar cio lxxvi, bjo^b gg be meebjebe genoemt ©e ^arocgi-fterft ban be ïgeerïpgeit en get ^iot boomoemb/ geboufob in 't jaar 13 ♦ ♦ . en op bm naam ban J|>, Niklaas ingetojjbt / i$ tegenbiOo$!g / ge* ïp ing reeb$ gesegt gebben / be tioeebe J&a* roegifcerft ber ^o?tenaaren : en fcDö$ be nieu; • toe föerft genoemt % η 't jaar 1604 i$ be ge* meïbe geerïpgeit/ met aUe$ fcoat baar toe bc* goo$e / boo? be fïab ©o^ecgt geftocgt. $fet Itafieeï geeft boigemS f Boxhomius 30a
bicgt aan be ftab gefïaan / bat be^ 3elf$ bo* gaart aan be fïab^ beften raaftte: boeg i£ booj ben berncgten toaterbïorb ban 't jaar 14x1. * J ie alles op zijn boogfte doen ge ldcn.be weere η dat de naam
van deze rivier , zoo wel als van het ilot de Meiwede , afkom-
ftig is van den Koning der Franken Merovakr, (ι) Dat echter
:* het <*efla£rt van (1) de Mei weden zeer oud is , en eertijds groote
1 * landeryen bezaten eu veel te zeggen gehad heeft , lijdt geen
tegenfpraak.
t Jn Theatr» Holl, pag. \x%,
h ι fcgser
|
|||||
*
|
|||||
é66 Aantekeningen op de
|
|||||
fcgiee sanfcö en gegceï scfïoogt·, en ftertoont
tegenbjaoiïlig niet mbtt$ a\§ een öeeï flecöte en beeüaïïc mwaaöje. Á Á Í Ô Å Ê Å Í É Í g/
ú. Of de vloed en het ilot de Merwede hunne naa-
men van Merovaus gek reegen hebbed , of niet, daar over zoude ik geen harnas willen aantrekken. Maar bflfaacus Vojfius ook reden genoeg ë heeft, om het gemeen gevoelen op zoo een bïtze en knorrige wijze te veroordeelen , en op de lijft der fabelen of ver- dichtzelen te zetten , zoude ik ilerk in twijfel trek- ken. Maar Vojfim had een andere naamreden uytge- vonden , die ik echter bekenne dat zich al vry beval- lig opdoet , en volgens dewelke Merwede zoo veel te zeggen zoude zijn als Paarde-weyen. Dat Marre, March, ofMerre een paard betekent , en wede in de oude brieven voor een weide genomen word, is bui- ten verichil : en die benaaming heeft noch ftand ge- houden in de woorden Merrie , Maarfchalk , enz. Dat hier ter plaatze ook goede weylanden gelegen hebben , zal niemand ligt tegenfpreeken. Maar ie- mand zoude van den gemelden Voffitfs konnen vraa- gen waarom dat het juiit paarde-weyen zijn geweert; of'er niet ten minfte zoo wel koeyen als paarden ge- weidt zouden hebben ? Maar om die naamrede , de- welke niet zeer onbillijk voorkoomt, ongemoeid en onbeknibbeld te laaten ; zoude het zoo ongerijmd en belachelijk zijn , den naam van het flot of van de ri- vier de Merwede of Merwe van Merovaus af te lei- den ? Voor eerft: is het eene bekende zaak dat de Franken en onder anderen Mertvcem , hier omtrent, en wat hooger op naar de Gaule toe , gewoont. heb- ben , eer dat ze naar de Gaulen optrokken. Ten tweede is 'er fchier geen onderfcheid tuflehen denaa- men van de Merwe en Merovccus : de laatfte letter- greep «j·, gelijk de geleerden weeten, is, om zoo te fpreeken , maar een Latynfche lap , om een Latijn- fche draai aan dien naam te geeven : de V plagt by <* By Oudenhove Bcfchr, van Zuytholl,
de
|
|||||
ZUIDHOLLANDSCHE OtDHEDEN. 167
de Latiniften zelf b uitgefproken te worden als een
W. zoo dat we Mcrovceus, naarden rechten aard der Hoog- en Nederduitfche taaie , niet anders zoudea konnen verduitfchen als doorMerwe. DeO, inMe- ro , is ook niet anders als een Latijnfche draai : ge- lijk in Ludoticus, Clodovaus. Het is waar dat men zoo wel Merwede gefchreven vindt als Merwe: maar men vindt ook Merwe : en de letters de , of liever ed tuifchen we, konnen ook vooreen lap of invoeg- zel aangezien worden : welke lappen, in het lcezen der oude brieven en papieren , op allerhande naamen van dorpen en wijken geduurig voorkoomen. Ten derde fteunt deze naamreden op eene oude overleve- ring : hoedanige overleveringen , met andere waar- fchijnlijkheden geftijft , altijd niet behooren zonder verder onderzoek , en zonder gewigtiger tegenbewij- zen , afgewezen te worden. Voegt hier by dat niet alleen onze inlandfche Hiftorifchrijvers ; maar ook Oliverius Vredius , een Vlaamfch Hiftorifchrijver, en een man in de kennïiTe der Nederlandfche hifto- rien en alleroudfte handfehriften volkomentlijk be- dreven , om meer anderen daar te laaren , het als ee- ne bekende zaak te boek zetten dat het ilot Merwede door den gemelden Koning is gebouwt. Of men al met eene ftaatige ernfthaftigheit doet gelden dat het een gemeen misbruik is , het opbouwen van zekere fteden en kafteelen aan oude helden en Koningen toe te fchriiven, en dat dit doorgaans maar een loife be- trachting is van eene onzekere en onbeftendige glo- rie ; die lefTe kan in verfcheidene gevallen te paffe koomen; maar is in andere gevallen ganfeh ontijdig. En 't is eene wereldkundige zaak dat verfcheide (le- den en kafteelen goed recht hebben om met de naa- men van hunne ftichters te pronken, en van Konin- gen en oude Helden zijn gebouwt. Wat zijn 'er plaatzen , dewelke op eene veel ge-
ringer naam-gelijkenis aan de oude Romeinen toege- fchreven worden ? Het is waar dat de Romeinen rij- ker en waarfchijnlijk timmerachtiger waren dan de Franken: maar zouden daarom de Franken , die hier omtrent menig jaar huis gehouden hebben, geen een. ilot, geen een plaatsje, gebouwt konnen hebben ? . b Vide tipfittm de refta proniintut, Liriguae Latinx,
L 4 Maar
|
||||
i68 Zuidhollandsche
Maar 200 ongefiadig is menig fchrijver : in de ec-
11e gelegendhcit zal hy zich met een glinftertje van cene kleine waarfchijnlijkhek laaten payen ^ in een *ander geval ïullen veel krachtiger en waarlchijnlij- ker redenen geen ingang hebben ;. en zullen als op zijn verftand affluiten. Ik zal hier, om my in geen on- noodig krakeel te iteekeo , geen exempels aannaaien. Dit zy niet gezegt, om de voornoemde naamreden, als ten top der waarfchijnlijkheit op te beuren , en haar de prijs tegen de andere toe te wijzen ; geens- zins : maar alleenlijk om het harde en ongenadige vonnis van Ifadus f o///#j wat te matigen: en dieftraf- figheit in 't veroordeelen , indien 't mogelijk waar, wat in te binden. 2. Hier zal wel met een woord aangetekent mo-
gen worden dat de oudfte zoonen der Van Merwedm doorgaans dea voornaam gevoert hebben vanDantel; even gelijk de oudfte Poelgeellen doorgaans den voor- naam van Gerrit; de van Arhls, zoo wel als de Re- nejfen , den voornaam van Jan ; de van Roonen den voornaam van Pieter; de Schaepen, een ruimen tijd, den voornaam van Hendrik ; de van IVoerdens den voornaam van Herman ; de van Wouden den voor- naam van lahb, gevoert hebben, c De oude Munt- meeikrs van Altenburg, geen een uytgezonderd, heb- ben den naam van Hendrik of Β aart hout gedraagen. d e Zie S. van Leeuwen in de Adelijkc gdbgteo van Holland»
d Shlegel. de Moneitó art, pag. 10. &. II. |
|||||||
Η O U W E Ν Ι Ν G E.
I
Cen tifit ban Burchardus, ^iffttjop ban
te Houwè- nmcïjt l toa£ 'er tm ttoifï ^mpn tuffcöm
öe ^mï0iwhm Mn^l^ttïjt en banton;
tocni'ngeri: öctodfte in Den Doïseiiben ö^ief Ucr^
ïjaalt/ cnöoo^ iwifcoo^ioemOen 23ίίΓφρ niu
Het
|
|||||||
/
|
|||||||
Oudheden. 169
Het zy wereldkundig dat ik Burchardus, door
Gods genade Biflchop van Utrecht, het gefchil tufTchen de ingezetenen van Slydrecht en die van Hüugninke zoo ik beft konde volgens de waar- heit en gerechtigheit afgedaan hebbe. Het ge- fchil was hier in gelegen : die van Hougninkt zeiden datruare kerk,.Bottelkerke genaamd, eenc vrye Moederkerk was , en onder dte van Sly- drecht niet behoefde te itnan : het welk die van Slydrecht tegenfpraken. Beide de partyen zijn in mijne tegenwoordigheit verhoort: die van Hottg- ninke vertoonden eenen brief die hun verlecnc was door Bifichop Conradus, en poogden hunne zaak uyt den zelven goed te rnaaken. Maar de- " ze brief is na een volkomen en zeer naeritig on- derzoek onwettig bevonden, en uyt dien hoofde verworpen. Dus hebben die van Slydrecht boven gedreeven: endaar is vaftgeftelt dat de ingeze- tenen van Hougninke zouden itaan onder de ker- ke van Slydrecht: enz. En op dat het gezag van ons tegenwoordig dekreet ten allen tijde beftcn- dig zoude blijven, hebben wy dezen brief dien aangaande doen opftellen; en ons zegel, te* be- veitiginge , daar op laaten drukken. Hier over hebben wettige getuigen geitaan , als RoduJphus Domprooit, Herman, Prooit van S. Bonifac'ws kerke, Godcbald Prooit van S. Jam kerke, Engelbert, Prooit te Elite, edelhert 's Biflchops Kapellaan : vorders Bazo , Dodo^ Everwaerus, Theod. Adalhardm , Parochi Prie- iters van S. Bonifacius: Sigbaudus en Landfridus> Parochi-Prieiters van S, Pieten kerke: Treden* cus, Parochi-Priciter van S. Jam kerke : Ru» dolphus en Wezrh Parochi-Prieitcrs vnn S. Ma~ riaas kerke. Vorder noch de volgende Leen- mannen van den BiiTchop: HugovanPapendrechty I
|
||||
170 Zuidhollands CH e
Sigfridus van Dubbelmonde , Frank van Herades-
kerke , Engelfridus van Almisvethe , Gifelbertus van JVolfgersdyke, Everwaerus van Fornhe , Ra- vengerus van Herdingfelde, Adelhelmus van Riede. Noch al vorder, Otto Kaftelein, Galo Schout, Amfridus Schout van Muthen, JVolfgerus Schout van Ameftelle : mitsgaders de volgende vrye luiden van Utrecht, Ansfridus, Gifelbertus, Abboy Lieferus, Gelpradus, Lantfridus, Amulphus: en Altgerus, PFolbodo, Aldravm, Everwalo, Silephs, Sibrandus, Fredebartus, Leo, Adelboldus, Ever- balgerus , Herebrandus, Isbodus, Gegeven in dit jaar van 's Heeren Menfchwordinge m.c,v. in de dertiende Indiktie, onder het Keizerdom van Hendrik IV. ALBLA S.
>hoe anfilaffectoató/ naar be ribter Whte$ ge*
„φ naamö / en eene (1) lanbfïreeft tiifTcgeu be %$x t\\ be |&eefoebe / iuo^b ban fommigen / naar get seggen ban * Boxhorn, booi get oube T:\b\x geïjonben/ 'tioelnin 't beruchte üaait* doen ban Peutingerus aangctenenb ftaat: rn gegïaatfl; ί&φ omtrent öe ïaagjte oo^ben ban Batavia. (2.)
mm§/ Set goofbbo^ban lïbïaferbiaart/
t\x 't meift ben naam aan bie ganfcöe fïreeit gegeben geeft/ $ gelegen aan be bïiet/ of be graegt / MMq§: beioelfte boo^ een fïu$ gé* meenfcgau geep: met bejj&ertoe. üei3er Hen- drik IV, in een ogen-b^ief ban 't jaar 1064 / en Melis Stoke, op beefegetbe pïaat3en/maa." fcen getoag ban Jet bo$ 2CfóIa& iet fieeft w * Tkatr, HoiI»pagt Ι2Γ.
|
|||||||
ne
|
|||||||
•i.
|
|||||||
s
|
|||||
Oudheden* 271
m ögsonbere peeren gejjab/ betoeïfte ooft bett
«aam ban Albias geboert fjeböen* ^Olgen^ban f Eyk$ Rornelisvander Mvle
tn 't jaar 164Γ 3|eee ban l!Ma$ gebjeefï: toet*
fce IjeerïpSeit / boïgeng Oudenhoven (φίρ ben / tn 't jaar 165-4 bemeten toierb doo^ öett töidber Adriaan van der Myle, üeer ban Mtp
Sen^grabe / en ban meer andere öo&en. (3)
g^e $aroc§ifterïi $ boïgen^ een oud jjanb* Paroclii-
fcfeift Der $eïbe «erne ingelijft in j)et ftapitteï kerk. ban <§♦ Mariaas fterfte te itcrecgt <βη bit foa$ de reben bat be Regent ber fter*
fee aanctefïeït fcoierd Doodben beften of ben J^oofï ber gemelde feerfce. i^orö b>a£ 'er een ^ider-^apoöj: en eene ®iftarn ban be Killer* Öeiugfie c#aagd, ^en 15- 3αηη 1570 taag booj {jet Kapittel banbe gemelde fceeft totfte* gent ban %Ma§ aangefïelt Tohan , Niklaas zoon , van Schoonhoven,
een eetïp en deugdsaam man / en goeb Ha*
tOÏjjft* Maar nadien het Paftoors huis zeer ver-
vallen en niet bewoonbaar was , en de inkom- ilen der Paftooren door de watervloeden en de oproerige tijden zeer gemindert waren, heb- bende de landluiden den 19 Juny 15-71 ecnen brief, die noch onder my beruft , aan het Ka- pittel gefchreven , en het zelve ootmoediglijk gebeden dat het iemand wilde afzenden, om alles te bezigtigen: en dat aan den aangeftelden Paftoor ondertuflehen eenig onderftand moge toegelegt worden, enz. (4) 3jn 't jaar 1 r7* foa$ Regent ber boojnoem*
be fterfte J&eefïer Francois, Gysberts 300n«"
m§ in fijnen tijde be boeren ban beginnen*
polbee / betoeïfce dicö* &£ üittai 0eïegen i§/ * Fol»7i» .' ""„'"
typ
|
|||||
t *
|
|||||
17a ZUIDHOLL· ANDSCHE
Jjoefceï bitoiï^ baar tot bermaant en mn%&
3oeöt sijnbe / te M\Wa$ ntet ter ftttht begeer* öen te ftoomen/ maar naar tfllbïafferbam toe ïiepcn*, gebben be^cïjout/ be ^roepenen en öe ingesetenen ban oub 3lilbïa£/ ben u jpe* öjitarg 1^72/eenen bjtef aan ben 3Mien enfjet Itapitteï ban $. Mariaas tefte gefcg?eben/ en gun öen fïeeïjtett toefïanb ftimnet fcerfce boo^ geb^agett· Dierhalve bidden zy den Deken en
de Kanonnikken voornoemd dat ze den Paftoor van Alblasdoor behoorlijke brieven willen fter- ken en in (laat ftellen, ten einde hy de halsfter- rige boeren van de Vinkenpolder tnag dwinger» om te Alblas, gelijk zy van rechtswege moeten doen, en gelijk hun fchuldige pligt is, te ker- ke te koomen 5 de Sakramenten daar te ont- vangen y en 'er de Parochi-laften te betaalen. Ten zelven einde verzoeken zy dat aan den Pa- ftoor van Alblafierdam verboden werde eenig kerkelijk gezag omtrent de ingezetenen van Al- blas te oeffenen , of hun de Sakramenten te be- dienen. Te meer , om dat het Pailoors-huys, 'c welk by naa vervallen lag , door den Paftoor met groote kollen is opgehaalt, dat hy gecne of weinige inkomiten heeft, en voor het feeft van S. Maarten niets kan trekken. onder- gjn'tjaae 1564 toierb Jet «^nber-^afioo^
ViAoi, fcjjap ÖefeïeeiSt ÖOÖ£ Matthaeus , Arents 500IK
ober toien$ ïeben^gebjag ben 16 ban <®ctober
1563 (bg ïjetftapittel) fiïagten3ijnmgeïebert ÖOO^ Jj^eejler Gerrit Mor van Amersfoort: 30a
ölg ooft öen 10 gjuïri ij-640002 fyiebengebaan
geeft be ^atoljjfte Gemeente ban 2Ëïbïa£: ber* 3oefienöe bat 'er ten eerfle ientanb mogt afge- $onben too$en / cm alle^ oj&eutlp te htm* tigen. en3. |
||||
Oudheden. 175
®t $tftatg ban <&.% ^oufco/ open 0^^ vikary, en
ïen bOOJ be bOOb ban ïjfeee Kornelis Heimans, VikarüTco.
f$ ίη 't jaau 1571 btQCthm aan Kornelis Weli , 3&;tef&r onbet: get J^tift ban ïltrecïjt.
<£n aS^ Kornelis nocjj in 't 5elföejaae affianli
ban be ©teg gab sebaan / $ tot beselbe af» geftunbigt i|cct; Okker Niklaas 300η/ $$kftw onber Set 3dbe ^itift. $ocï) foa^'er een&föarg ban ben Η Geeft:
toaar ban be ïaatfic ö^tttec in beüatoïpe φ ben $ SÜtoCifï ^ecc Johan Jacobfz , J§a|Ï003
toanSHI&ia$.
AANTEKENINGEN.
t. In het voornomde oude boek, 't welk verfcheide
keuren, dykrechten en handveften van AlblaiTerwaart behelft, en op parkament gefchreeven is, ftaande vol- gende dijkhoeven van den AlblaiTerwaart opgefchree- ven; 't welk tot eenige kennis van de onderhoorendc dorpen kan dienen : Die dyekhouven in den Alblajferwaert.
ïn den eerften, Hardincxsvelt 38 en een half houf.
GhyiTen Ouderkerk , 38 houven.
Sliedrecht, 54 houven.
Papendrecht, 33 houven.
Die Matena, 5 houven.
Α1 blaffer dam, 37 houven.
Alblas, S7 houven.
Noch dezelve 5 houven , 3 en een half mergen bliek
guets.
Nieuleckerlandt, 85 houven, Streskerck , 93 houven. Ammers Gravelandt, 50 houven. Ghelkenes, 17 houven. Langheraeck, 81 en een half houf. Ameyde, χο houven, endeMerkerck noen een half houf.
Blom-
|
|||||
*
|
|||||
s74 Aantekeningen op db
Blommendael , 21 en een half houf.
Den Beemt, 30 houven.
Noerdeloes metten grotten Baer, 84 en een half houf.
Dat Overflingelandt, 11 houven.
Oudt ende nieu Goudryaen, 41 en een half houf.
Ottelandt, 30 houven.
Blocklandt, 20 houven.
Molenaersgraef, 44 houven.
Hofweeghen, 10 en een half houf.
Blefgensgraef, 53 houven.
Needer Slingelandt, n houven.
GhyiTen Nieukerck,
Puerfliims Ambocht, 11 houven.
Wingaerden met Ruybruck, 30 houven.
Brandtwyck , 3© en een half houf.
Ghybelandt, 30 houven.
Hier nevens ook , uyt het zelfde handfchrift, de
waterhoeven van de * Overvvaart in Al blaffer waart: Die waterhouve in 'i Overwaterfdp in den
1 Alblaffcrwaert.
Arkel, 30 houven, 10 mergen 5 hondt,
Gorkum, 59 houven , 8 mergen.
Schalnynem, 19 houven 4 mergen.
Hoornaer, 30" houven 7 mergen.
Bloedt landt, 45 houven 7 mergen 5 hondt.
Hardincxsvelt, ^9 houven 15 mergen 4 en een half h.
Den Polder, 9 houven éô mergen 1 hondt.
Nierkerck ,47 houven 4mergeri 4 hondt.
Puerfums Ambocht, 24 houven.
Slingelandt, 15 houven 10mergen,
Ottelandt, 34 houven eencn mergen.
Nieu Goudrjaen, 30 houven.
Noerdeloes,' '40'houven 2 mergen.
Oudt Goudriaen, 19 houven.
Otte Slingelandt, 15-houven 10mergen ƒ hondt;
Langeraeck, 44 houven.
* In den brief, of de lijft, derwaterhoeven zelf , ftaat
dyckhouven in 't over ware rfcliip enz. maar in *t regiftcr, voor het handfchrift» ftaatwaterhouven yan de Qyerwam, |
||||
\
|
|||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. 175
Der Ameyde, 104 en een half houf, 3 mergen.
Btommendael, 20 houven. Den groeten Waert, 45 houven. GhyiTen boven kerck, z8 houven. Ammers Gravelandt, 29 houven. Gelkenes, 2 ƒ houven. Daar achter volgen de waterhoeven van deNeder-
waart: Die waterhouven in "'t Nedervjaterfcip in den
Alblajferwaert. Blocklandt, 22 houven.
Molenaers graef, 47 houven 1 ƒ en een half mergen.
GhyiTen tsHeeren Ambocht van Arckel, ƒ4 houven
18 mergen 2 hondt. GhyiTen tsHeeren Ambocht van Breedenruede , 31
houven 11 mergen 2 en een half hondt. Sliedrecht Willems Ambocht vanNaeldyck, 38 hou-
ven eenen mergen, Sliedrecht Huygen Ambocht van Loenrefloet , 12
houven 8 mergen. Sliedrecht Damas Ambocht, 28 houven.
Brandt wiek ende Ghybelandt, 71 houven 8 mergen.
Blefgensgraaf j 87 houven 9 mergen 1 hont.
Hofwegen , 12 houven 9 mergen.
Ruybiuck, 9 houven ρ mergen anderhalf hondt.
Wïngaerden, 30 houven 3 en een half mergen.
Papehdrecbt, 29 houven 3 en een half mergen.
Alblas, ?8 houven 1 ƒ en een half mergen.
Den Geer, 2 en een half mergen.
Willems Nes van Bredenruede, 8 mergen.
Vincken Folder, n houven 14mergen.
Abels Zytwin, 10 mergen.
Dorbelandt, 8 houven.
Henricxs Jonge boert, 4 mergen.
Blockweer, 17 houven.
Leckerlandt,' 2 houven.
In 't jaar 1277 heeft GxMïFkris deze handveft aaa
die van Alblas verleent: FUris
|
|||||
Ã,
é |
||||||
éçâ Aantekeningen op de
TC Loris, Grave van Hollandt, alle die defen lette-
■*- ren fullen zyen, ialuyt, ende defen tegen swordi- gen letteren te oirconden ende ewelicken beketiniflè der waerhcyt , allen tegenswoordigen luyden , die toekomende zyn zullen , bekennen dat wy by rade ende hulpe van den Eedelen luyden ende onfen ge- trouwer Heeren die hier na volgen. In den eeriten Heer Dirck van Harlaer, Heer Willem van Breeden- rueden , Heer Henrick vander Lecke , Heer Zweer van Abcoude, Heer Otto van Siingelandt, Ridder, Jan van Arckel , Huycb Boeter , Aerent van Lies- velt, Herber vander Lede, Ghysbert vanLangeraeck, Willem Molennner, ZwedervanRiede, Herber van- der Merweede, TeylinckColin van nyemans vriendt, ende Willem Blackyn, Knapen, hebben gefet eenen ommeganck des dycxs der zytwynt, tuilchcn den wa- ter der Lecke ende der Donck, by ordineeringen on- fen gezworen Heemraders, In defer manieren dat wy voergenumde Grave by yemands van ons geacht daer toe, in defen felven landen met derthien Heem- raders , die wy daer toe kyeiTen van Zuythollandt acht, van die Landrzheeren vanHaerlaer twee, ende een van de lande, .Jan van Arkel, ende een van de lande, Huych Boeters, ende een van de lande, Ghys- bert van Langeraeck, ten drien tyden int jaer zullen doen befchouwe , inden Meye by fint JansmiiTe, te midfomer, ende by iinte MartensmitTe inden winter. Defe dyeken der zytwynt ende die dyeken f}ç g;fet by Hornaersdamme by den water der Ghyitui , ter noertzydewaert ter Merweden , inden needer gaick ten upganck des waters der Lecke totter Amqdetoe, ende vander Ameyde totter voorn,fleede toe, dis de donck geheeten ïs,totelcken befchouwingeei de af er fchonwe fal weefen by ordineeringe der gemeender Heemraders voorn. Ende hier toe feggen wy voert dat elcken Rechter van onfe voorn. Rechters fchou- winge eens fal ommegaen dien dyck in zyn Am- bocht , of hy wil in elcken ommeganck ten eerften fal weefen vier pont Hollandts , inder anderde acht pont Hollandts, int derden twaelf pont Hollandts. Ende of die dyck befchonwer van ons gheacht doet maken, yemants dyck die gebroken is of wil doen Inaken 3 die dyck fchouwer fal ontfangen twee fchat geit
|
||||||
ZUlTHOLLANDSCHE OüDHEDEN. Jjy
geit vander makingedes dycxsvanden geenen die den
dyck toebehoert, die in gebroken is. Van welcke overblivinghe des gelts twee fchats gelts , ende die twee deel elcker bannen die vervallen in onfer fehou- wingenendeoeckanders vervallen, defendyckfchou- wer fal ons reekeninge doen onfe macht te behouden ofte doen die befchouwer ofte bewaerders derdycken ende die voorn. Heemraders alft ons wil is of als zy worden onoirbaerlick gevonden ten ambocht ende die oirbaeriick zijn te zetten in haer fteede naedieu dattetons guet dunckt. Voert is dat onfer bode ofte onfer befchouwer voor die makinge des dycxs zijn geit niet en wil uwytleggen , dien Ambochtzeer of die rechter in wyens Ambocht dien dyck gelegen is, fal zyn penningen uwytleggen in den dyck voorn, die welcke penningen hy twee fchat fal nemen vanden geenen wyens dyck gebroken was, ende die tweedeel des gelts die hy ontfangen heeft boven dat hy heeft uwyrgegeven zal ons toebehoeren, ende dat ander deel mit dat dordendeel der bannen , fal houden elcken rechter in zyn Ambocht daer dat vallet. Voert feg- gen wy occk, wanneer die dyckfchouwer wcefen fat up maeckinge foe wye ter fchouwinge of macker des dycxs cornen , fullen wy ende onfe gezworen edelre ontfangen in onfe geleye ende in onfer befcherme- miTe. Hier boven feggen wy die Ambochzeeren ofte die Rechters , fal ons uwyt doen reyken onzen van elcke fchouwe van dien die onder hem zijn ende van den onfen des ghelycxs. Dat een rimpel ban fal wee- fen vyf fcellinck Hollandts ende een gemeen ban twintich fcellinck Hollandts. Voert wat'dycken ghe- maeét zyn ende geJoéft is, ende dat daer een wiel in brake die fouden allen die gemeenten ten vollen dyc- ken. Voert ift dat yemans dycke ongeloeft een wiel in brake die mans guet zoude gaen tot weeder rriakm- ge des dycxs atzoe verre alfl; ftrecl:, ende waeft datter an ontbrake zoe zouden alle die gemeenten van den lande voorn, die gebreekinge des dycxs weeder doen maken met ftroe ende met rubber ende dien dyck te vervullen datter aen gebraeke. Voert aen allen voorn. Eedelen luyden om dat den dyck voorn, wel mach leggen ende fal in haeren heerfcapen of iri haer recht blvven zonder yemants weeder zeggen , zoe hebben Μ , wy
|
||||
17B Aantekeningen op ï>e
wy ons hem verbonden , ift dat fake dat yemant de-
len dyck zydtwynt porrede te breeken , eal onzen voorn, edelen luyden ende alle die dan binnen dezen voorn, dyck wonen allen den Heeren ende wy luyden met hem fullen in deze faecken hem weederftaen van wat vrienden dat zy zyn, of van wat maechfcappen of van wat Heeren zy verleent zyn, nochtans onsen- de onze voorn. Eedelen luyden haer recht te houden. Voert ifer wat toegedaen dat elcke Ambochzeer niet en quame om zyn penningen of zynen rechter ter fcbouwe uwyt te leggen oftnoet waerdien Amboch- zeer die zal gelden ons een boete van hondert fcel- linck, ende dan zal onzen befchouwerdie penningen uwyt leggen Toor den rechter die niet en coemt ift dattet van node is, ende die penningen zal onzen be- fchouwer twee fchat ontfangen vanden rechter, hier om foe wye vanden Heemraet niet en quame totter fchouwinge zal ons geven elcxs daechs die gezet is thien pondt Hollandts. In wes oirconde wy voorn. Grave ende Edelluyden om dat deze voorn, dyck zytwint ewelicke dueren zal , deze tegenwordigen fcrivingen hebbenfe geacht met onzer zeegelen, ende wy die geenen zegele en hebben houden geftaede in deze zake der voorn. Heeren fegel. Gegeven int jaer ons Heeren 1177. des woensdaechs nae Paeüchen. In't jaar 1369 heeft Graaf Aalbert aan die van Al-
blas de volgende handveft toegeftaau: Α Elbrecht , by Goedts genaden Palsgrave vp ten
•*1*Ryn, Hartoge in Beyeren , Ruwaert van Hene- gouwen , van Hollandt, van Zeelandt ende van Vrief- landt, doen condr allen luyden: Dat wy omme nut- fcap ende oirbaer ons lants dat nu ter tyt uwyt gaet ende watert tot AlblafTerdam ende Vincken Polder gegeven hebben ende geven ewelickcn duerende ee- nen waterganck uwyter Alblas duer tilockweer tot Kieu Leckerlandt toe: voert duer Nieu Leckerlandt beneden deti waterfcap dat die Heeren tfan boven hebben , tot den diepe van der Leek toe haer beller nutfcap ende oirbaer daer zy d\e verfieren zullen x dat is te verflaen vander Heeren lande die hier nae ge- fcreven ftaen : Alzoe dat die Heere van Arkel met Rubruck,
|
||||
ZümHOLLANDSCHE QüBHEBE*!. 179
Rubrack, die Heer van Bredenruede mit Hofwegen,
met Wingaerden , met Papendrecht , ende met der Matena , die Heep yander Leek e met Brantwyck, Gh) belandt ende 3lesgensgrave ende met Nieu L»ec- kerlaudt : dat beneden den voorfz waterfcap blyven zal Heer Daniel vander Merweden, Jan Janflben van Bueren met Bloeklaudt dat gelegen'is te Bulendarri.- me met zynen toebehöern, van Hofwegen Ghyfïent beneden Kercken met zynen toebehoeren, Molenaers graef met zyn toebehoeren, dat Heerfcap van Alblas· mee zyn toebehoeren , Heer Herper van Liefvelt, Willem van Naeldyck ende Jan vander Merweeden» Heeren Florisz;. met haeren drien Ambochten van Sliedrecht. Dat iste weeten in dezer manieren : zoe wes landt zy behouven, te vlieten of te waterkering© of tot nutfcap haer waterganexs dat zullen deze Hee- ren voorfz gelden of haerluyden by fchieringe der grooter Heemraders die den dyck fchouwen, Voert zullen zy haer water leyden ende vp elcke zyde wa- Iterkeringe houden anderhalf voet hoech ende een roe-
de breedt. Ende deze voorfz waterganck fulcn fchou- wen zeven ghezworen: een uwyt den lande van Bre- denruede voorfz, een uwyt den lande vander Lecke voorfz , twee uwyt Blocklandt, een uwyt Ghyiren ende Molenaersgraefe, een uwyt den drie Amboch- ten van Slidreqht, een uwyt den Heerfcap van Alblas: ende de befehouwer zal zetten Ambochsheer van Al- r^lgs., ende deze befehouwer zal deze zeven ghczwo- ren eeden , ende waert dat die Ambochsheer van Al- blas gheen befehouwer en fette noch befchouwen en woude 1 zoe mochte een van dezen Heercn voorfz. eenen fchouwer zetten, ter tyt toe dat die Ambochs- heer van Alblas eenen zettede die dat recht hantier- de. Ende zoe wes kueren deze voorfz ghezworert leggen fullen vp dit voorfz waterfcap tot landts oir- baer dat zal die befehouwer rechteii nae wijflingedet* gezworen. Voert zullen alle die gheene die hier in wateren zullen die fluyiTèn lant ende waterfeup ende om dat deze waterfcap tocbehoert in dezen water- ganck gelden morgens gelicke byder mate van alle (den genen dier uwyt wateren zullen by om bregen der gezwonren binnen den dorpe daer elck landt bin- Hen gelegen is. Voert en zal niemandt comen in die Μ 2. AJblas
|
||||
a.8© Aantekeningen bp be
Alblas noch in dezen waterganck niet eenigerhande
waterfcap dan dier nv ter tyt in watert ende daer de- zen brief vp begrypt, ten waere dattet ons ende on- zen Rade nutte dochte endet noet waere van den ge- nen die in Zuythollandt in onfen lande gezeten wa- ren. Voert zoe wanneer zy den groten Heymraet ver- manen , zoe zulen zy comen vp haer fluyiTen ende daer voor fchieten een vingerlinck daer den Heem- raet dunckt dattet landt by verzekert is, zoe moegen zy haer iluyzen verleggen ende den dyck begraven zonder verboernefle. Endeomme dat wy willen dat dit vaft ende geftade ghehouden worde 3 ten zy oft yemandt met rechte weeren mach , zoe hebben wy defen brief open bezegelt met onzen zegelle, gegeven in den Hage vp iinte Cecilien dach int jaer ons Hee- ren 1369. Wy voegen hier by een andere handvefte door den
zelven Graaf Aalbert, aan de landen tuiTchen de Lek en de Merwede vergunt. Ë Elbrecht, by der Godts genaden Palsgrave vpten
*^*· Ryn, Hertoge in Beyeren, Ruwaert van Hene- gouwen, van Hollandt, van Zeelandt ende van Vryef- landt, doen condt allen luyden: dat <vy gegeven heb- ben ende geven onzen lieven brueder Hartoge Willem voor ons ende voor onzen nacomelingen als den Heer van Arkel, den Heer van Breederoede, den Heer van Hallaer, Heeren Arent van Arkel, Heeren Jan van Langeraeck ende Willem van Slingelandt, hem ende hueren landen tuiTchen Lecke ende Merweden ende Moerkerken zytwyn endeGhylTendam , ende ander allen den genen die nu tot GhyiTendam uwyt wate- ren fullen, ende Heer Herberen van Liesvelt metzy- nen landen een waterfcap hem ende hoeren nacome- lingen te leyden doer onfen Graeffcap duerende tot ten ewygen dagen onverfcheyt van yemandt, gaendc vanden lande van Liesvelt doer Screflander bruck, ende duer(van)Screflander bruck duer Nieu Leckerlandt, tuiTchen thien meden endetwintich breedt tot hueren nutfcap, tot daer zy uwyt gaen fullen achter Telshout, Ende vanden vpganck voert inden diepen vander Lec- ke onverfeyt yan yemandt tuiTchen twaelf rueden en- de |
||||
ZuiTHOLtANDSCHE OüHHEDEN, l8t
|
|||||
de vier en twintich breedt tot hoeren nutfcap ende
oirbaer , daer Jonge Dammas met zyn erve gelegen is an die weftzyde een kae te leggen aen elcker zyde van hueren waterfchap den Leckdyck vp. Ende toe te doen hoer fluyfen daer in ende uwyt te doen, ende dat te dammen ende die dammen vp ende toe te doen alzoe dyck als die fluyfen noet hebben ende oirbaerli- ken is den Heeren ende hoeren landen voorfz by ee- nen van onfen hogen Heemraders of by meer tuiTchen Lecke ende Merweden. Ende dezen voorfz kaen en- de waterfcap ende daer mede hoelen ende bruggen zullen deze voorfz Heeren doen fchouwen meteenen gewaerden rechter dien zy daer toe eeden ende zetten zullen uwyt hoeren lande voorfz by zulcken kueren ende bueten als zy daer vp legen ende die fullen in hoeren oirbaer comen. Ende die kaen te maken ende te houden alzoe befcheydelic datter nycmandt uwyt onzen lande fcade of en come by overloepen of by onwegelicken lecken. Ende waer dat zake dat zy dat niet en deden ende die kaen over liepen of onwege- licken lecken zoe datter gekroen of quaem voor on- zen Dyckgraef zoe fouden die Dyckgraef met zynen gezworen bode een weet doen haeren gewaerden rech- ter ende die kaen van hueren twegen te fchouwen plegen, dat zy comen ende beftaden die kaen te ma- ken binnen twee dagen na derweet ende deden zy des niet, zoe mucht onzen Dyckgraef voorfz metten ge- menen Heemraders vooriz of metten meerren hoep vanden Dyckheemraders die aen beftaden ende doen maken om den minften coil , diecoft zoude gaen vp ten genen die die kaen zyn waeren. Ende waert za- ke dat 't landt in braecke , zoe en muchten zy niet verbueren dat hoer kaen overliepen tottef tyt toe dat water alzoe legge waer dat zy aerde mochten gekry- gen hoer kaen mede te maken fonder argeliil. Ende waert dat zyluyden aerde te doen hadden buten hoe- ren gekoften lande die mogen zy nemen ter naefler lage ende te minfter fcaede tot onfer hoger Heemra- ders Schieringe voorfz. Voert waert zake datyemant viflehede in deze waterfcup ende fluyfen voorn, buy- ten den gemeynre Heere wylle voorfz met eentje touwen , alzoe dyeke alsment betnygen mochte met tweewittighen luyden of met meer, alzoe dicke als Μ 3 zy
|
|||||
i?x Aantekeningen öp de
%y dat deden verboerden in thien pondt Hollants ende
die een helft zal onzen Baillitt hébbén tot onzer be- houfende die ander helft zei onzen Bailliu den Hee- ren voorfz doen hebben van deze thien ponden voorfz. Voert zoe gheven wy allen den géiien die comen en- de vaeren zullen een vry geleydetöt dezen waterfcup of tot deze iluyfen of ten dycke ölte fcaen of an ee- nigtrhande oirbaer des waterfcaps ende nemenfe in onfer tjefcerminge ende vp onfè geteydèn wyt geno- men die ballinge ons lants geleytzyn met recht. Voert fèt loven wy voert onzen lieven brueder Voorfz voor ons ende voor onzen nacomelingen deze Heere voorf. ende haeren nacomelingen geen water te laeten Iey~ den in deze waterfcup voorfz , ónder nóch boven , ten zy by den gemenen cónfènte der Heeten voorfz of hueren nacomelingen. Ende waert zake dat ye- mandt waer die in dezen voorfz punten ende voor- waerden hinderniife of gewelt dède, dat zouden wy aen zyn lyf ende aen zyn guet houden. Ende wes dat deze voorfz Heeren of haer nacomelingen daer om deden of deden doen om hém felveli daer mede te helpen vp deze voorfz Waterfcup dat wy hem des ge- ftanden zullen voor onzen liever brueder voorfz voor ons ende onze nacomelingen totten ewygen dagen. Ende want deze waterfcup voorfz geordonneert is met recht ende met vonnuTen onzen hoegen Heem- raders tuifchen Lecke ende Merweeden voorfz, zoe hebben wy geloeft ende loven in guede getrouwen al- zoe voorfz, is alledeze voorfz voorwaerden ende pun- ten vafte ende geftade te houden, in oirconde des brief bezegelt met onzen zegel , gegeven in den Hage des vrydaechs nae onzer liever vrouwen dach AiTumptio, Int jaer ons Heeren 1365·. Onderteykent Clas C. SSi,
i-f * ƒ,.'·"■ f ,' ., ■ * i - ·■■:: · r
Hier nog een handveft van MaximUiaan en PMlip-
fus, Graven van Hol landt, van den jare 1483. \M /fximilianusende Phillippus, by der gratie Godts
·*- * eer ft- Hartogen van Oeftenryk , van Burgoenien, van Lotrinck, van Limburch, van Lutfenburch en- de vanGelre; Graven van Vlaenderen, van Artoeys, vm Bourgoeigen , Ptüatyn van Henegouwen , van Hol·
|
||||
ZUIDHOLXANDSCHE CüDHEDEN. 183
Hollandt, vanZeelandt, van Namen, ende van Zut-
ven ; Marckgrave des Heylichs Ryxs , Heeren van Vrieflandt, van Salyns ende van Machelen, alle die geenen die dezen onze tegenwordigen letteren zullen zyen of hoeren lezen Saluyt: Doen te weeten dat wy hebben die oetmoedige fupplicatie van onzen wel ge- minden Burgemeelteren ende Raedt van onzer ftadt van Dordrecht , inhoudende hoe dat AlblaiTerwaert onder den voorfz fupplianten gelegen intquarticr van Zuythollandt in groeter vreezen ende zorge is dage- ]ixs overmidts den laft vanden water ende quaden dyken , ende zoe langerzoe meer, cndedatmen fon- der guede provifie niet houden en mach zoe dat wel van groete noet is met alre haefte daer inne teverfien niet tegenilaende eenige previlegïen of ghewoenten, om dan tot wel eken te commen die voorfz fubplian- ten by guede voorfinicheyt gehadt metten Porters van Dordrecht ende anders de Ingelanden die hem des voerilaen , ende mede zekeren onzen gecommitteer- den die dat geilen hebben ende die ons angebrocht hebben geraemt ende gecoucipieert hebben alzulcke artyculen als hier na befcreven ftaen. Eerft dat den Dykgrave van den zelven waert geguet zal weezen hinnen den waert voorfz an guede of an lande torter fomme toe van hondert pondt Vlaems of daer bo- ven ende Porter weezen zal binnen Dordrecht. Dat- ter acht Heemraders zullen zyn in Zuythollandt, daer of die drie zullen wonen binnen Dordrecht ende die ander vyf binnen den zelven waert van Zuythol- landt , die elxs geguet zullen weezen tot veertich pondt groet Vlaems toe of daer boven binnen den zelven waert , ende die Clerck zal mede geguet zyn gelyk eenen Heemraedf , ende eenen Ruedrager zal geguet zyn tot thien mergen landts toe binnen den zelven waert. Dat die vanden Gherechte van Dor- drecht alle jaers vp finte Gregorius dach kyeiTen zul- len drie Dyck-Heemraders, ende die Ingelanden van den waert voorfz zullen alle jaers vp dien dach voorfz kyefen vyf Dyk-Heemraders die die zelve by haren eedt, nut e»4e eerbaer zyn, behoudelik dat daer nye- mandt kiezeu en zal hy en heeft thien mergen lants binnen den zelven jaereruiielik bezeten jaer ende dach ende die zalmen eeden alzoet behoert ende daer zal Μ 4 men
|
||||
ï84 Aantekeningen op de
men dat jaer mede fchouwen. Alfoet waer is ende
nlzoe men alle jaer ziet dat ontrent BamiiTe met itorm ende onweeder die dycken bloet worden van palen, horden ende tuynen om datmenfe oeck te laetmaeél ende dat meniTe oeck alsdan niet fchouwen en mach, zoe iit van groete noedeh ende zalmen die fchouwen vp iïnte Lamberts dach gelyk ende in ai re manieren ende vp alzulcke kucren ende boeten dat men ge- woenlicken is , behoudelik datmen die fchouwe tot drie iteede heffen zal, te weeten tot Schelluinen der Sloet, ende die fchouwe zalmen leyden totter tolle van Niemans vriendt toe; die andere zalmen doen vander tol inden Elshout toe; ende die derde die zal men doen van daen tot voor die Cock , of alzoe ver- re als zy van ouden rechte behoert te gaen. Alle die uwyter waerden die leggen tot des gemen landts be- houf, dat menze niet weyen grazen noch hoeyen en 2al,maer zullen blyven leggen tot des gemeen landts behouf ende tot makinge des dyxs ende vp die bueten van twintich pondt, dat men geen ryzen uwyter fchou- wen vanden Alblaiferwacrt voeren en zal voor die lefte fchouwe al omme ghehouden zal zyn , maer dat menze in 't landt houden za] tot makinge des dyxs , ende wie datze uwytvoerde zoude verbueren dat Scip dacr hy die ryze of rtaecke medevoerde , ende dieze vcrcoft zoude verbueren die ryzen , ende daer toe thien pondtanden Dykgravealzoedyckeende menich werven als hy dat bevonden ende bekuert wordt. Begeerende oetmoedelicken die voorfz fupplianten, dat ons believen wille die voorfz punéten ende arty- culen te willen believen ende confirmeeren by onze brieven , want indient niet en ghefchiede zoe zoudet mogelik zyn datmen den voorfz waert langer zoude mogen houden, 't welk comen zoude tot groete ver- derffeniiTe ende achterdeel van onzer voorfz fteede van Dordrecht ende dengeheelen lande van Hollandt waent indien die voorfz waert in braecke ommogelilc waert te bedycken ende die ftoerm ende dat zwaer water zouden a^s dan moeten ftaen vpten dyck van Noerr Hollandt,datommogelyk waer te mogen hou- den. Soe ift dat wy die zaeke vorfz overgemerfi die #ltoes geneghen zyn tot welvaeren van onzen landen ende onderikten hebben ten veribyken vanden voorf? fuppli-
|
||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. 1S5*
fupplianten die artyculen bovengefcreven ende gevi-
zyteert ende inhouden van elck van dien of gecomfir- meert of belyeft , comfirmeren ende believen uwyt zonderlinge gratiën by dezen onzen brïeveri, willen- de dat die voert aen ouderhouden ende'geexcuteert worden nae hoere forme ende inhouden , beboudeli- ken ons rechs, ende dat oek die voorfzDykgrave ge- houden wert van ons brieven van commiffien te ne- men, dat hy rekeningedoen zal tot onzen profyt en- de behouf vanden vervallen ende emolimenten van den voorfz Dykgraeffcappen , gelyk die ander Dyk- graven over lants van Hollandt dat gewoenlik zyn te doen. Ontbieden ende bevelen onzen lieven ende ghetrouwen Steedehouwer Generael ende andere luy- den van onzer Camere vanden Rade ende Rekeninge ende alle anderen Juiticieren , Officieren ende onder- zaten dient aengaen mach hueren Steedehouder ende eiken van hem byzonder ende alzoet hem an gaett dat zy die voorfz fupplianten van onzer tegenwordi- ger gratie confirmatie endebelievinghe te doen laeten ende gedoeghen coftumelik ende breedelik genieten ende ghebruyken , zonder hemluyden daer tegens te doen ofte gedaen te weezen eenich belet , hinder of moynilTe ter contrarie, maer hem doen ende geven, deze zake voorfz doende alle hulpe ende byftandt in- dien hetnoet warre ende zy des verzocht worde, want ons alzoe gelieft. In keunifTe van dezen zoe hebben wy onzen zegel hier an doen hangen , gegeven int jaer ons Heeren 14S3. Gegeven in onzer ftadt van rsHartogenbolTce den vyfthienften van Decembry. Ende beneden in den opflach was geteykent,
By mynen Heeren den Eerts- Hartoge,
Daer an gefcreven was een Secretanus toenaern
Numan , met zyn gewoenlik hanteyken. Ende daer beneden vpten zelven vpflach ftondt
gefcreven in Latyn, Sigillata de exprejfo mandato Dom'wi,
Ende daer onder was gefcreven een Secretarius
Ls Sceare, met zyn gewoenlik hanteyken. Mj 2. Het
|
||||
186 Aantekeningen op de
2. λ Het is Cluverius die Taèla voor Alblas heeft
genomen. In de beruchte Reyskaart word het niet meer als eens vermeldt in 't wegneemende geval, Tablis. IJJaarom weet men niet of men in het npè* mende gevalTabL·, oïTabli> oiTabla, moet zeggen. Cluverius houdt het met Tabla ; om dat men dan in 't vierde geval T'ablas gezegt zoude hebben; 't welk eenige overeenkooming heeft met Alblas. De Ro- meynen , aan deDuytfche fpraak niet gewend, kon- nen den naam, naar Cluverius gevoelen, Hgtelijk zoo wat verdraait hebben: want 't is ganfeh waarschijn- lijk dat Alblas een Duytfche naam is; en zoo veel te xeggen is als Al-plas. En het (laat wel te denkenldat deze laage landeryen , eer de Merwede en de Lek onderlinge gemeenfehap gemaakt hadden, dras gele- gen en eene groote waterplas vertoont hebben. Vol- gens de uytrekeningvan den Heer Alting zoude TabU wel in de Alblaflerwaert, doch 4000, flappen van het dorp Alblas gelegen hebben. 3. By Simon van Leeuwen , in zijne Batavia lllu-
/ïrata, konnen de Heeren en het geflagt van Alblas nagezien worden. In een oud boek, opfrancynge- fchreeven , en veel e zaken aangaande de Alblaiïèr- waart behelzende , vïnde ik Jan van Oudheusden als Ambachtsheer van AlblaiTerwaert,enKor#e//j Aryaenfz. als Ambachtsheer van Alblas vermeld op het jaar 15^9. Doch in 't jaar 1447. heeft Herman Vink de heerlijkheit van AlblafTerwaart overgegeeven a&n Phi- lippus , Graaf van Holland: welke Philippus daar op dezelfde heerlijkheit wederom te leen heeft gegeeven aan den voornoemden Herman Vink. Hiernevens de brief van Philippus zelf ; dieuyt hetzelfde handfchrift getrokken is, T) Hillipus &c. Doen condt allen luyden, dat Her·
■*- man Vinck van Brandenburch gecomen es voor onzen getrouwen Prefident, Raede ende Leenman- nen van Hollandt, te kennen gevende hoe dat voor- tyts by tyden ons liefs Oems, Hartoge Willems van Beyeren zaliger gedachten , alle die kindere goeden van GhyiTen gelegen inden AlblaiTerwaert in onzen landen van Zuythollandt verloren waeren , ende ble- 4 Vide Menfon, Alting. u par. in Table.
ven
|
||||
ZCJIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. 187
ven leggen voor dencoften vanden dyke, miclts dat
zy die fpaede vpten dyk ttaken , ende dat onzen lie- ven Oem vooriz alzoe men die van hem te leen hielt die oek liet vaeren voor den dyk ende niet tot zynen coften verdyken en woude, zoe dat onzen gemeenen lande van Alblaiferwaert uwyt die voorfz goedenaen- vaerden ende bedykren tot hueren colt ende wonnen die metten dyk rechte voor haer vry eygen goede en- de worden gecavelt in drien : daer die vande lande van der Lek die een cavel of gebuerde , ende is ge- heetert die cavel van AlblaiTerdam , van welke zaken dat die aldus ghefchiert zyn goede brieven weefen zouden onzen gemenen lande toebehoerende , ende heeft die voom.Hèrman voorder te (kermen) geven hoc dathy met onzen onderzaten deslandts vanderLecke een deel jaeren geleden overdruch dat zy hem die cavel van AlblaiTerdam vande kinderen goede vande Ghyf- fen overgegen hebben in eygendom endedathyzeeen deel jaeren verdyÊt ende gehouden heeft als zyn vry eygen guet. Ende omme dat hy begeert die weeder tot eenen leen te maken ende weeder van ons ton- fangen, zoe heeft hy ons voor onzen Prefydent 3 Ra- de ende Mannen van Hollandt vpgedragen endequyt- ghefconden die voorfz cavel vande kinderen goede vande GhyiTen. Teweetene die Ambochtsheerlicheyt van AlblaiTerdam met Subburgen ende met die Neiïe daer achter an gelegen , met allen andriften ende an- werp , zwaendriften , vyfleherie T vogelrye , moele- nen , tollen , veeren , thienden , tynfen, exchyfen, aertgelt, hoffteede geit ende anders allen zynen toe- behoeren , gelyc die kinderen vande Ghyiïèn die te befitten ende te gebruyken plagen. Welke Ambochs- heerlicheyt van AlblaiTerdam met allen den parcelen vooren verhaelt, wy, behouden ons ende eenen ye- gelicken zyns rechs rechte voert weder gegonet, ver- liet ende verleent hebben ; gonnen, verlien ende ver - Jeenen midts dezen brieve Herman Vinck van Bran- denburch te houden van ons ende onzen erfen Gra- ven ende Graevinnen van Hollandt hem ende zynen erfen tot eenen goeden erf-leen , ende te verheerge- waden alft verfchynt met eenen roede Sperwaer of ^enen Ryns gulden daer vooren te geven. Hier wae- ren by ende over onae getrouwen $$a4e ende htm* man*
|
||||
1^8 ZUIDHOLLANDSCHE
mannen , die Heer van Yflelfteyn , Heer Gerit van
Zyl, Heer Arent van Gent, Boudewyn van Zwee- ten , Meefter Gillis van Weyiïenkerke , ende Gerit Potter vander Loo. Inoircondendefes datum 17dag in Meye Anno 1447. Aldus onder gefcreven by my- nen Heeren den Hartoge, ter relatie vanden Prefident ende mannen voorn. Geteykent P. de Zvj'teten.
4. Hier tiet .men wederom de vruchten vanzodaa-
nige vereenigingen; daar we op andere plaatzen bree- der van gefproken hebben. De Kanonnikken vanS. Mariaas kerke te Utrecht, die anders gelds en goed- genoeg hadden om deftig te leeven, en die geene la- llen van.de gemelde Paftorye te draagen hadden, trokken de inkomilen derPaltorye: terwijle dat de Paftoor , die al den arbeid te draagen had , de ge- meente by dag en by nacht ten diende moeft ftaan, en eigentlijk' de Vader, de Harder, en de Beftierder der gemeente was , geene genoegzaame inkomften had, om zijn huysbewoonbaar te maaken. Hoe het met de kolt en kleedinge gegaan heeft, indien hy zelf geene middelen had , kan den Leezer zelf bedenken. |
||||||
ALBLASSERDAE
HHölafferbam / aïbn£ genaamb naar ben
iw Ö* ban 'tïmk geïegt i§/ f$tm oofïe banïjet reden* bü^p W&*$ '$&$$ * W&t^bt ttU Ömicjtó
paarben» markt / bie beet op &. Jakobs bag ge*
l)ouben bjoiö. <Bnbtt pölaff&batti fïaat get oube ^mn-tyuyg Souburg, aïbu$ genaamb Heeren der naGt Klaas Snuburg, betöClfce bOOj bm ftïtty
piaatze» ttt taoab pïtouöetju <Pe geeripgett ban M?
öïafiTerbam / een 3gonanbfcö-Ieen/ Beeft ban oubj? be Knebets toegekomen; maat φ rnbet? ga«b aatl i|ees johan van Qverichic, bOOj Ijem m
|
||||||
Oudheden, 189
en beo? speerföenaamen/ ojpgctyageit.
^e^arocöi-fterïsöeeft eettijb^ teaMaftfajeetParochi
geflaan; 'ttoelftnabecganb boc^'t otïerfïrooi kerk. men ban be i&ertoebe onbe* toatee i$ qt&L 3^e töeöent bet ©atocgt-ïterfte fotet'b boö? iren ^efeenTban & Mariaas tefce te Utrecht aan- sefielt* ^[n't jaac if;8 toiecb bie pfïöeïïïeebt booi
Johan Jakobze de Vryes.
«Benige ban ttt$$tlf$ na3aaten / fampt öe
recïjten ban ben 3&eïtett bet* gemelbe Mariaas- tofce/ paan in ben boïgenben b^ief opgeteït In den naam des Heeren, Amen,
Τ Ν het jaar na's Heeren geboorte if 68 , inde elfde indiktie , den tweeden van Maart, op eenen Dingsdag, in het derde jaar des Pausdoms van . . Mijnheer Pius , den vyfden Paus van dien naam, onderde regeeringevan Mijn- heer Mammü'iaan , Roomfch Koning , in het vierde jaar van zijne verkiczinge tot het Kei* zcrdom , heeft de hoogwaerdige en eerzaame Heer Johan van Hogelande, Leeraar in beide de Rechten, Deken en Schatmeefter van S. Ma» riaas kerke , Opper-Raadsheer van zijne Ko- ninklijke Majefteit in den Hovc van Utrecht, voormy, openbaar Notaris, en voorde onder- gefchrevene ende daar toe verzochte en geroe- pene getuigen, in eigen perfoon vertoont j en heeft verhaalt hoe dat hy, als zijnde uyt hoof- de van zijn Dekenfchap de vergecver en de pa- troon van deParochi-kerke van Alblaflerdam in de landen van Holland en onder het Stift van Utrecht·, hoe dat hy, zeg ik, dezelve kerk, door de dood van den laatften bezitter Heer Joban Jakobze ds Vrks^ en op alle vereyfchte ma- nieren |
|||||
\
|
|||||
IOO ZUIDHOLL ANDSCHB
nieren opengevallen , over eenigen tijd hegee-
ven heeft aan den eerzaamen Heer Hendrik Hoeker-i en den zelven, op dat hem de behoor- lijke inftelling tot dezelve kerk gegeeven , en de zorg der zielen benevens de bewaaring der Reliquien opgedraageu mogt worden, aan Mijn- heer den Prooft en Aartsdiaken van Utrecht, of aan deszelfs Offieiaai », op eene behoorlijke wijze voorgeftelt beeft: dat daar op de g^roel- de Heer Hendrik Hocher, dus voorgeftelt xijnde, en miflehien een brief van afkundiginge øñ ds voorftelling bekomen hebbende, eindtii|k vm het recht door die voorftelling verkreegen, af- ftand heeft gedaan ; en de voornoemde fërrk, met al het recht dat hy op dezelve verkregen had, wederom in zijne handen, ten ovtiitiiaa van my openbaar Notaris en van de ontboden getuigen, vrywillig en eenvoudig had overge* geeven. Om welke reden de eerwaardige Heer Deken voornoemd , willende zijn recht gelijk hy betuigde bewaaren, de gemelde kerk van AlblaiTerdam, op de gemelde manier of op wat wijze dat het anders zy opengevallen , mee alle de gerechtigheden en het vorder toebehoo- ren derzelve kerke, op de befte en krachtigfte wijze, form, en manier, en volgens het bette rechtsgebruik, als hem mogelijk was, aan den eerzaamen Heer Michiel Stock , Priefter onder het Bisdom vanKameriik, die hier tegenwoor- dig was, en zulks met gebogen knien verzocht, zuiverlijk, vry willig, en enkelijk om Godt bc- geeven heeft , en door den tegenwoordigen brief begeeft ; en dat hy hem daar op geleidt heeft by den eerwaardigen Heer in Chriiius, Kornelis van Mierop, Prooft en Aartsdiaken van Utrecht, en aan den zelven voorgeftelt heeft > op |
|||||
- \
|
|||||
Oudheden. ipt
dat hy zelf, of zijn Officiaal, als zijne plaats
bekleedende, hem met de behoorlijke initellin- ge zoude voorzien, en de zorg der zielen met de bewaarïnge der Reliquien zoude opdraagen; biddende den Heer Aartsdiaken voornoemd, of deszdfs Officiaal, de gemelde voorftelling aan- teneemen jj den voorgeilelden Heer , Micbiel voornoemd, ter bezittinge van de Alblailerdam- fche kerke, met de vereifchte en gewoonlijke piegtigheden toe te laaten , en daar in te be- veiligen ; en eindelijk de noodige en daar toe dienende brieven te verkenen. Zoo heeft dan de gemelde Heer Deken verzocht dat ik, openbaar Notaris onderfchreven , van en o- ver het bovenftaande , voor hem en voor den voorgeilelden Heer , eene openbaare ak- tQ, of meer openbaare akten , zoude opmaa- ken en hun ter hande Hellen. Gedaan te U- trecht .-. . ^aae foa$ een outaat? ban öe % Maria Auraar,
Magdalena.
φο& toa$ 'er een ban bm H. Geeft 5 aan 't vikary,
ioeuie eene btog gtfïscöt toa#/ öie öoo? Den boo^noemtien belten mocfï bergeeben looien. ée jgerneïbe bta$ / opengaande öooj öe vikanffcA
ÖOOÖ Öan Johan Adnaanfz , of ÖOO| öeiï φ
jianij ban bm tngeö^ongene Komelis Hendc-
rikfz.oon, $,ög vctlfi ban berballnige 0egeebett aanleer Johan Jakobfzoon,j^afïoo^banHlïbiap feiftani, 3an öe beri^onBene bo&en/ in öe itjfi öee
tooien bermeïö / spgeene geöenftfïufeïientaa* ftenöe öe üttWyfct $aa«en obergebïebeiu RYER-
|
|||
If>2 ZuiDHOLLANDSCHE
RYERKERK,
fögerteïs/ aïbn$ genaamb* naar ben βφ
opïomfte t€t oie mt ^&ber of %ber toa^/ fë ecn aan*
enz» ' 31'enïp bo$ in be töpöertoaert; iietoeïfee bten
naam geeft gebrcegen ban Set goog-abeip
gefïagt ber van Rhieden, tïgt be van Merwe-
den boo^tgefp^oten. ï|et bojp i$ gelegen tuf* fegen ^o^eegt en ï&otterbam / aan be flinker 3ijbe ban be |feaa$: en too^b in be oube gano* fegiiften ber titrecgtfege ïterïte Ryweert ge* noemt/ a$ sgnbe get boo^naamfte H^p ban begemeïbeïéaerk(i) ^e $arocgi-ïterft / Ut be moeberteft ban Groote beeïe anbere herften baat' ora fttttïip flaanbe larociu. $ gemeeft / foa$ bo!gen$ jet fcjpjben ban kcrk* Oudenhoven een onb/ befttg en ruim gebouta: bgi bememe be tegenfooo^Öfee tel* / gaetoel b$ ntoog en met een fraagen toren bereierb / niet bergelefeenmag ioo^btn» 3De infteltóigm be$e iterlie plagt ben ^omp^ooft ban lltrccgt toe te {toornen. 3Mgen$ be aMen ber jelbe ïierïtë i£ jj^ee* fïee Hendrik Laurenfz. m ?t jaar > 5^9 i\\ 't be*
$t ban be iDaflorge gcftelt: en geeft tot na*
5aat gegab jj&ecfier α rent van Boekhorft;
■fëuffegen ' föpberfórlt / ten $ïittbe ban get
Partoors» bo^p/ en tuffegen ^ïiïuiei'becr/ ten noo^be/
geeft ban oubs gejlaan be i&boerfpe goftieöe
* , Ce ii^onbe / i)tt erfgocb ber peeren :z) van
Wouden boeg i$ t'gari$ ganfeg berbaiïen. ï|et
geeft toeï-eer ben goog-ebelen Hf eer Philips van
Mcrode , ttl nabergailb be Muyfen van Hoiy
cn be Beioifen, toegekomen; tegenbjoo^big i£
get een ïeen ber €>iaaffeïpgeit ban ^oUanb. * Alting, Germ» tnf. p.ut. z.
|
||||
r
|
||||
Ö U DR E D E N,r |9|
tëntm Μ 3eïbe am&aegtfföat be&ib&erma*
tfge ijoffïebe te Φοηβ / j&aaïenbe met toer tw tm$/< *H ÖÖtt be Van Donken 0# be Periynen,
enöe Brouwers obergegaan/ %n 't iaat; j π$-
toierb Öet öoo^ be^panjaarben in fyanb gefïö* ïienen fcernieib: maar $ebert i§ tjetboo^ öen Ülbber Frans van Duyn ÖJebee OgSeJjaaït. ί '
Α Α NT E Κ E Ν IN GE Κ. 9 ■ ■ '·*■ ι -'ί ·* * # Μ' ■' -■·* ■ * * ■■■■ -**
1,, De Heer /ftóg zoude wel willen geiooven dat
dit dorp gehouden moet werden voor het oude en bekende Tiezelineskerke; 't welk de Btflchop Gode- ialdus in 't jaar 112Ó, aan S.P/>A?r.rkerke te Utrecht heeft gefchonken: maar uyt oude brieven, door den Heer Auteur oncjer Öudelandskerke bygebragt'■·, fchijm te blijken dat Tiezelineskerke en Öudelands- kerke voor de zelfde plaats genomen moet Worden. i,- Dit huys Te IVoude moet onderfeheiden worden
van het huys Wonde oïjakobs-woude inRhijnland ge- legen : 't welk het rechte fiatnhüys der vaniVoudenh geween.α- λ ρ. ^, ^. ,.T „ λ Zie van. Leeuwen, in Bat, illuftr. . .
|
||||||
DE L1NDEKERK, 'enz.
5tinbeïierft/eene^at#ocö!ebaniie0gberiöaert/
f^ tn 't jaar 1331. öebpt/ en naar N. vanLindckerk* Linden, ben flicgter ber tefte/ genoemt. ligt Öe3eil Van der Linden $ bOO$tQtfp$dtm Wil-
lem, Damafuszoon, van der Linden, foeeïÖetetf fceftenb onber ben Satijnfeïjen naam Wilhei- -
mus Damaii Lindanus ·, fcpien^ ïebeil felg Onber
%&ΰβ}ϊφ «nt eene ongeb^u&te ftefcöjpinge
opgegeten ijeööen, ■ ■■·'* " Κ :· Φ* '
|
||||||
fegtti^ÏJïiSt/ bJÓ$ ööft Devel kerke genoetUt,
5fec m$ttti ® Bi Sïa# ötiöi vin #öm*
$öbjï Mn ïïteeefit ttrgcfïelt te toojbetf. gri t jaat 1/71. 1$ Jl&eCjïec Willem Pïetersze van
Doomafgemmbigt / aïg tdtp; gemeïbemnjit
€'öang 3Qu 'ee ttoee ambaeï>ten/ betoeïfte
tien seïbeti tiéaitt btféren / be gjotite en be Men* iiefönfe.. iet eetfïe té een %ottanbfcö/ Set ttoeeöe een iteaffenaar^ leert; en Seefc tétieu fijnen bg3onberen i|eet. Nederho- ^tt lju%§ te jjleberSoben / met $ijne ïanbe* ν". t$m im beele in be 3?óofte ten beeïe in Öe ïtïegne 3£inb gelegen / i$ gebóutat int iaat 15-97/ & naae be^eïf^ ogboutoee genoemt· i|et ψ katfï bemeten booi Matthys Pompe, %eêebaft l^lmgeïanb / en3- HEER-JANS-DAM.-
Hcer-jans- <£en bo^ in beseïbe jlreèïi en öiibee 't 5éïbe
a»» waar£ ï^enfcöap bscïjt &*»* be 3$aaï gelegen/ |eeft
fiizSen Söncn naam benomen ban ben ^eei* van Ro-
zendaai, bie ïjetbebpt en beWmi aïbaar toe*
geÖamt ïjttft. 3£atl be Vander Doezen, bie
get doft fa&tm Sebben/ i§ get op «mereneen
ten öbetfgegaan, 'ÖUD'ËLAN DS- KERKE,
iSitbet*^ Heer -Oudelands- ambacht. *' #e SSd?*" Ü^eWeit ban €>ubelaiib£-ambacp/ten «
fc-rkctn2, beeïe aan be 30aal / en ten beeïe aan ben <2E>ebeï gelegen / $ albi$ genoemt naat ^mi In fommige handfebriften Heer Olys-aaibacht.
ieec
|
|||||
- .*..
|
|||||
. Ζ. .· ''■*"': ; ■ " ' . -;" ''■"'" -'■ ·"".;■ *...■.*/■■'"'■'
Oudheden. I5>f
ï|eer ban Oudeland ; befoelfte een acfitfïe beeï
in be öebpinge geeft gegab ? en om bat 'eu een parocgifcerft getimmer* foterb/ geeft 5e 008 öennaam fcanöudelands-kerke geftree*
gen. ,
#nbeïattb ÖJCrb ergen^ OOft Tiezelineskerke jTicwIines-
genoemt: ioant in een ouben fyief fïaan \xtt^t c
tooo^beii in 't Satijn aangeteftent: Het am- bacht van Hugemans· polder, inde Neflb, on- der de Parochie van TyeiTelenskerke of van Oudeland. ïlngeman^-poïber \$ een ftaft ban
Anconis - jioiber gefoeefï / en nabcrganb öe* bijftt ^ieseïjne^eefte fïaat bermeïb in eenen open*
feief ban Godebaidus XXIV 23>iffcgop ban ïttrecgt i iuelhe ojief / ban Hcda obergeflagen Sgnbe/boo^ Buchelius op get 15*r 3gbjeban 313* ne $0antefteiiingen opgegeuen tuo^ö &algen£ IbejpU fyl'cf geeft Godebaidus, Biflchop vanU-
. trechc , Tiezelineskerke, hem toebehoorende en in Holland gelegen, in'tjaar 1 iz6.gelchon- 1 - ken aan S. Pieters kerke te Utrecht, ien aan de {Kanonnikken) dewelkeGode en S Pieteraldaar oodtvruchn'gliik dienen. 3&00£ -Ï^Olkllïï beiv fïaat öp get «0:aaffcgap aan be $^aaï Qtl&
gen ι toeïhe ribier boo^ öesen gier ter plaat3e ^eïïe üsierb genoentt; bocgbee3cn naam na* . beeganb tegen bsen ban be Mei wede , en bg berging be Merwe, geeft bertoifleït. S' HËEREN - HEYNE - KERKE,
$nbcr^cnb$t-iben~ambacgt/ $ a\bn$ Heodfik-
genaamb naar Hendrik Ido , bic get πι- ί υ^ι/α™·. jaar i|?£* öebpt geeft/ en 'er 3ijne twoonfle^ bacfar, be geeftgegotiöen, f et i| gelegen «j jtetfSgber* a-J Ν - Xmm/
|
||||
l<)6 ZUIDHOL LANDSCHE
. toaert/ onbee ftet ^eBenfcftap ban ^ngtgoï*
L * 3|oïlanbfcö tot; en ben 16. f|ulg i<$n«
èatt Frederik Renefle , ifyttt ban !f eeneen/
^treeftefte en#iétoi^ïe§ïterlanb / te leenog-
gelagen. 3!n öet $eïbe bo^p fiaat get ï|eeren-öngg Bouquet, bg Hendrik Ido ÖQÖ? gene beittOCmb»
maar in't jaar 1572.^003 bespan jaarben ber*
tttelb I^ateöani» $ get bóój Willem Bouquet,
«^pgermuntme efïer ban ïfollanb / foeber opge*
timmert; en geeft sebert öen naam banSfrut*
quet gelagen.
<S^aar flaat eene ^arötgifterfc *, aftoaar in 't
kerk! H74· JMtoJ $ getoeejï Willem van Uyc-
paftoor. w$c,
Kapciiany. %n 't ftoo? ber J^at'OcïstïietBc / 't bjeïit ^.
Antonis ftoo^ genoemt brierb / geeft, Alida van
Kyfhouk, ban ftet goag-ebel gefïagt ber Kyf-
houken bie Itpt be.van Arkelen bOO?tgefp?Otett
39η/ in't jaar 1467, eene fiapeïïang ofaitijb-
ömtrenbe btftarg gefïtcgt ter eere ban ben %h mogenben <föobt/ tjan be φ. |&aagb Maria, en banben %. helper Antonius, 3|et oprecg* ttxi ban be5eftopellang/ betöeïlte boo? Willem van Uycwyk baojnoenib/ ter eerebanben %h ■ magtigen «fitobt/ banbe%.j^aagb'Maria, en hm\ be- 10 onzent Martelaren/ met mttom* ftm bermeerbett toa$ / i^boo? ï>avid SMffegojt ban ïltrecïjt gaeb gefeeurt· <^it aüe$ bipt ligt be bssïgenbe fyieben* T?X)ndr. ende kennelijk fy allen luden, die de-
fen brief Tullen fien of hooren leefen. Dat wy Méefter Zeger Van Kyfhouk, Prieller, Heer Wiïïem van■\Uytwyk, Paitoor in Hetirik-yöen- Ambagt, en Adam van Ntfpen > Droflaavt des P^m .'■'. : · Landts |
|||
Oudheden. \$j
Landts van Breda, Voogden Jonkvrouw 'Aliit*
van Kyfhouk,, Vrouw van Goudriaan, uyt reg-
ter endepuyrder devotien , begeerende die tyt- lijke guedente keeren en te veranderen in gee- ftelijken gueden , angeleydt en geftigt hebben voor Fiorii van Kyfhouk.^ zaliger gedagten, en iïjnre ouders Zielen ter eeren Godts, en fijnre lieden moeder Maria, en des Heyligen Confe£ fors Si. Antonis, een Vicarye binnen der Ker- ken van Henrik-Yden-Ambagt in St. Antonis Chore, Tot welker Vicarye wy bewyfen al- fulke Cbyns en jaarlijke Renten in Schiltrnans- kinderen-ambagt, als Floru van Kyfhouk voorfz, daar toe gegeven heek ter eeren Godts, en St. Antonis inder voorfz. Kerken , na uytwyfen des briefs van Hertogc Willem van Hollandt za- liger gedagten ; Item nog een Huyfinge en Hot- itede, met eenen Boogaard, geheten derKer- kenhuys, (trekkende op ten Waal, Noord-ooft- waarts vander voorfz. Kerken ; Item ik Heer ïFillem vanUytwyk,t Paftoor voorfz. gevcpuyr- lijk en uyt regter devotie, om Godts wille, tot finre eere en iïjnre gebenedyde Moeder Maria, en der tien duyfent Mai telaaren, voor my en mij- ne ouders Zielen , en voor allen die my guedt gedaan hebben , tot vermeerderinge en verbe- teringe der voorfz. Vicarye; Item inden eerften 4.Margen Lnndts, gelegen aan die lange weg, daar Ooftwaardsgeërft is P/V/er7λ»/2, enNoort- waart Dirk^ Jryen en Gyskem Ockerfz. weduwe; Item nog agt Hondt Landts, gemeen met onfer Vrouwen Mifle-lande , daar Zuytwaart geërft is Jan van Swyndmbts erve , Noortwaart die Papelijke Proven der Kerken voorfz ; des fal van deler Vicarven voorfz, gifter blyven tot eeuwigen dagen Jonkvrouw Aleyt van Kyfhouk, Ν 3 of
|
||||
ipg ZuiDHOLtANDSCHE
of haren regten Erven , die Leenbouder , en
voor defe guede voorfz. falmen eenen Mifle doen alle heylige dagen, en des manendaags, woo- nendaags, en desvrydaags, en waar't dat eeni- ge heylige dagen quamen op die dagen voor- l'chreven, foo betaalt die Priefter uyt die heyli- ge dage Mifle; des foo fal die Vicarius defe Mif- ien doen des heyligen dages onder die Hoog- Miffe, op dat diePaftoor niet daar by verkort en fy, en desgelijx des werkendages, of daar doeden ofgetyden waren , het en wareby con- fent des Paftoors der Kerken voorfz. Tot wel- ker Vicaryen prefenteren Heer Willem vanUyt- wyk) onfen neve voorfz. Paftoor der (elvcr Ker- ke , biddende oormoedelijk den eerwaardigen Vader in Gode, Heer David van Burgundien, BiGchop van Utrecht , dat hy Heer Willem voorfz. onfen neve, daarin inftituerenen fetten wil, gewaardigende die gueden voor genoemt, die nu fijn of hier namaal daar toe gegeven ful- len werden, te mortificeren, dat ly geeftelijke vryheden gebruyken mogen tot eeuwigen dagen* biddende den eerwaardigen Vader voorfz. dat hem believen wil, HctrfPiltem voorfz.niet te beladen met den dienften. voorfz» te doen in fij- nen leven, aangefien dat hy Paftoor is, en die cure bewaren moet, en hier boven fijn eygen Landt totter Vicarye voorfz. gegeven heefc, maar wilt dat laten ftaan tot fijnen wille, alfoolange als hy leeft, goedertierlijk daar mede te difpen- feren. ' Inkenniffe van defen, hebben wy Heer nilkm , Paftoor voorfz. ende JdamvanNifpen^ Droflaart voorfz. defen brief gezegelt met onfe zegelen uythangende, in 't jaar ons Heeren duyfent vierhondertenvier-en-feventig, naden loop des Hofs vanUtregt. En ik Mcc&qï Zeger, want
|
||||
want ik op dit pas geen zegel en hebbe,
bidde dat Convent der Regulieren van£erafteyn in Swyndregt, dat fy defen brief overmy wil- len zegelen, enwy Prior en Convent dat geer- ne doen , om bede Meefter Zegers voorfz. fox» hebben wy defen brief bezegelt., tnede uythgn- gende in t jaar voorfz, op den eerden dach in Mey , &c. en was bezegelt met drie uythan- gende zegelen in groenen wafiche, aan dubbel- de francyne ftaarten; zynde wyders den voorfz. brieve doorfteken met de confirmatie van op- gemelten Biflchop van Utregt, luydende als volgt: V\Avid van Borgonje^ door Gods en des Pauk
felijkenStoels genade Biflchop van Utrecht, wenfcht allen Chriftus geloovigen, zoo die 'er nu zijn als die 'er na dezen zullen koomen, er* ieder van hen in't byzonder, de zaligheit in den genen, die de waarachtige zaligheit van al- len is. Dewijl wy wenfchen dat de goddelijke dienft altijd vermeerdert werde, zoo is het dat wy op het ootmoedig verzoek van dein Chrifim beminde perfoonen , Meefter Zeger van Kyf- houki Priefter s Heer fFillem van Uytwyh, Pa- iloor der Parochikerke van Hendrik^* Tden- Ambac\?t ', en 4dam van Ni/pen, Droflaart des lands van Breda, voogden over Jonkvrouw Ë- lida van Kyfbouk, Vrouw van Goudriaan enz. en ftichters van de altijd duurende Vikary of Kapelianye , dewelke in den brief door den welken onze tegenwoordige brief geftoken is vermeldt word* dat wy, zeg ik, de Richting en oprechting van de 'gemelde akijd-duurende Vikary , zoo als ze in den gemelden brief be- fchreven ftaan , door den inhoud dezes goed- keuren j voor welgedaan houden , en in Gods Í 4 naame
|
||||
ftOO ZulI)lkotkANDS€HE
naame beveiligen j behoudens altijd het recht
der Moederkerk e, het reeht van ieder in't by- zonder,en't gemeene recht; welke rechten wy door den inhoud dezes geenzins willen ver- korten. De gemelde Vikary rechten wy tot een tycél op van een altijd-duurend kerkelijk ampt ; en wy beveelen dat de goederen, aan de voornoemde Vikarye door clen gemelden brief toegewezen, voortaan zullen zijn, en reeds zijn, kerkelijke goederen, en volgens de ker- kelijke vrydommen befchermt zullen worden. Noch is het dat wy den befcheiden man, Heer Willem van Uytwyk* Priefter en tweeden itich- ter van gemelde Vikarye of altijd-duurende ka- pellanye, in dezelve Vikarye inftellen; en hem m eigen perfoon door den tegenwoordigen brief inhulden : behoudens nochtans dat gemelde Heer fVillem, zoo lang hy op de wereld leeven zal, nietverpligt of verbonden zal zijn toteeni- ge laften derzelve Vikarye: maar na deszelfs dood, ofvrywilligenvermangeling, zal de be- zitter der Vikarye gehouden zijn om de gemel- de laften te volbrengen, en om de dienden der Miflen te verrichten ; zoo als in den brief der Hichtinge breeder en wijdioopiger uytgedrukc ilaat. Tot oirkonde der waarheit hebben wy ons zegel tot de voorvallende zaaken aan deezen brief doen hangen. Gegeven in onze ftad U- trecht, in'c jaar des Heere 1474., den !3 Ì<Ô· En was getekent, De Slufa. {pander Sluys.) En bezegelt met een groot zegel oproodwafch, aan een dubbelden franc.ynen ftaart, door den frovepgemelden ftichting-brief doorgeftoken. |
|||||
Ê Õ F*
|
|||||
Oudheden» 201
Κ Υ F Η O Ü Κ. ,
%&it bo$/ sijnbe ccnï|oitantifcQ ïeen/ f $ ooft Ky f hoi*
aan oen ïpebel gelegen i en mat be KyFhoe-waai gIe- ken , ioeïfte^ gefïagtteïtening öB*VanLeeu-sentnz' wen te Ïee3en fiaat/ genoemt gebjeefï. i|et geeft ooft fombjgïen oen naam ban leer Da- niels ambacht, enïfeee Arens-ambacht, gela- gen i toeïfte naamen boïgen$ f Oudenhoven, San oen fïiegtee/ en tan oen eenenof anberen 3|eer/ afgebaaït stillen toee^en, $an onb$ $ Jjiee fïegtg eene ftapel getoeefï ·, fïaanbe onoet: Öe garocpterfte ban Hendrik-Yden-ambachc.
RYSOIRT, of RYSOORT. $$goo#/ een bo$> en ïjeerïpgeit in oe&ie^yso''rc.
öerfoaeet onbee ïjet 3Mienfc!)ap ban ^ηίφϊ* ,, ïanb/ geeft met getöo&j ^trebeï$)oe&maaekeXId;;ar, eene J^aroejjie uptgemaafct <t£tljttt toa$ be ïierït/ 500 bieï al$ '^ ï|eeren-!jn^/ onberget rnnbaegt ban &n$oo# gelegen. %&t gemeïbe ttoee ambacfjten/ betoeïftei|oïi!
ïanbfcjje ïeenen jjjn/ 3ijn tegeniooo^bsg bjeöec ban een gefcgeiben/ en fïaan onöee ttoee b& 5onbere peeren. ï|et eeefïe $ban Matthys Ne- derhoeven op Jakob Zonnemans geftomên/ ett
i8. #etOÖee 1640. aan ArentZonnemans opge? blagen, $>tt ïaatjie \$ ban Niklaas Valken- Hein , bie %eee ban öeibe be ambachten bja$/ tot be Van Beveren obergegaan. ^e ^e&en ban ^uitljoïïanb moet gier toeï-
eee 3gne taoomng gegab geböen: toant op get jaar 15Ό5· bjo^bban eenenjohan, beften ban gnitgolanb/ gebjag gemaaftt * P«S* 997· ' Pag. 24»
Ν ? DON-
|
||||
202 ZUIDHOLI/ANDSCHE
|
||||||
DONKERSLOET, ofDONKERSLOOT.
Donker- %&*$ fcoïgeng* Oudenhoven mi &0$ 0# pen doet, waar- &p gelegen/ en aïöu^ öenaamö naar een
om aidus f|00t/ ttetod^e fcan fceeïe fioomen öetonimert |enSs: toa^. fet ffeat m eenouö ganöfcöjtft üee ït* verdronken, trec&tfcöe fterSe foeemeïtr: maar ontoat gefc ooft fcerojonften i§ / fooiö Bet in fce ïaatere
jjanöfcfeifteH obergefïasem
|
||||||
s* Heeren-ambacht van MOIRKERKE,
Mocrker- ^n een ïaater ganöfc&ift j&oerïierïie ge*
van Ι1Γ liaamil/έ tf öïiïu^ öf«oemt naar een ouöen 3|eer
genoemd (ι > ban Jlfcoertefte j engelegen ten oofïen ban en waar ge- l&aa^&am/ttn sugöenbanöe öu&ej|Eaa^/te« icgen ? toefïenban ^egerianb/en ten noo$en fowiHey n- kensf-H Godefchalks-oorr. 3^anoubg>$ïjet eeil
ïeeu ber peeren Van Putten gefoeefï* boeg #
^ tesenfcuoo^big een ïlolïanbfcj) leen. i|et een gebeeite t$ öebpt m 't jaar 1439. en <Puö- Ifèoerïieefce genoemt: get anbere/ baar een nieutoe bp om getroMten të in 't jaar ifóo/ geeft ben naam ban Jiento-i&oerfcer&e, λ Jac» Oudenhoven pag. 24«
£ Oudenhoven p. 7 f. AANTEKENING.
Ί " -"■,■■ *"'
ι. Dit is aldus te verftaan : Lodewyk van Praat 9
Heer van Moerkerken in Vlaanderen, had van zijne halve zufter Margareta van Merwede , en van haren ïnan Willem va» Brederode3 debaandery van Merwe- de |
||||||
Oudheden. 203
de gekocht in 't jaar X424, Daar by kocht hy noch
eenigc Gorfingen; dewelke in 't jaar 1439. bedïjkr, en naar hem M'ijns-heeren-land van Moerkerk e ge- noemt wierden. Zoo dat de naam van dit Moerker- ken oorfpronkelijk uyt Vlaanderen is geiproten. |
||||||||||||||
Ρ I E Τ E R S-H O E K,
man be onbe Hlaa^ mU$m/ en tn't Begin Petershoek
ienöuuct v»an toeinige jjni3en/ i$ tegentooo^ thans een big eenbeftigbo^p/ metfïeene ffraaten entree foay dorP* feltjhe jjni$en. 25eï)alben be fterft / baai: een mooge toten op fïaat/ fyttft ïjet ooit aan be gemeibe. tibtet eene $eer gemaftïtelpe jjabe* MAASDAM.
3Cïbn$ genaamb / om bat giet eetfï een 5©am oorfprong
tenen be noo^gbe ban be jjfeaa^ $ opgetoo^va» «·» |
||||||||||||||
j>en. $et.$ een foïïanbfci) toi; «»«a &*£Γ
|
enz.
|
|||||||||||||
boob ban Jalob Manryque aan be$;elf$ boiie
j&^oebet/ Antoni Manrique, tOteeil ïeeil OJJge Hccrenvaü
blagen. Sn 't jaar ιtff 3· toterb &et ebeneen$ MMsdam·
ojjgeb^agen aan ben toel-ebelen ï|eet· Frederik van Dorp. <^e Hibbet Karel Philips van Dorp,
ïibbanbe^olïanbfcöeiitibberfcöap/ entöaab^
jjeet ban ben 3£obe ban ^ollanö / t$ tegen* tooo^big Ifettt ban J&aa£bam. ^e Iktfïooj ban j&aa$bam/ bebieïfte naat: AfVaiiigc
ftet fcïfêgbenban Eitius *boo$ geen onb^oomen l'aitoor °« ^iefér toierb geijouben/ boeïj ganftö ontoee^S** tenb taa£ / jjab ugt b?ee5e ban be boob 31J11 ge*δ ïoof en J^iefïerfcöap afge3tooten. <^ocü to't * Guü. Eftius Hift, Mart. Gorcorn, 1.3. p, jif.
Bwft
|
||||||||||||||
_J
|
||||||||||||||
X04 ZUÏDHOLL ANDSCHE
jjeeft gent metgeöoïpem b>ant ggtoierb eben*
toel op ïiet bebeï ba» Omale, öie 3ien aan sij* m beïofcen niet beftrenitbe/. in 't jaar 1572· buiten öea^ieïaan eenenboom opgegangen. , . «Önbet|iiaa$tëm./ besuyöenbeaiiaejiaag Poeiwyk.^ en üetuej|en f;em'$)oeH / $ geiege» ïjet am* bagt ban focitop * 't mem in 't Jaar >438/ ten tijbf ban Philips van Borgon,e, fa$tttm
toierö bOOJ leeU Lodewijk van Pratr , i|cCi ban $&0erBcrtie Beverwyk, beme ne batikt
een Qiib%atijnffyï)aiMcfo\ft getronhen geeft/ betoeert bat öese plaat£ ben naam getogen geeft ban een poel; in öemelne öe eetfie <0e* loof^becnonbiget^ be <&ö#enen pïagten te boopen. HEINKENS-OIRDT.
mt bo^p Beeft in eenen bjief ban 't jaae
Hcynkco$-X2I4i %m mam %m ^t$nhin$0}hz ·, bocö oort'cnz' mo$ booj be fcoanöeisng teinnen$oo# en bg
bet-RO^ting ^einoo^t genoemt. 3|ct ambaegt hya§ eettijb^ beaenb onbei* ben naam ban 't ïanb ban öelMe/ sjjnöeeen leen bec <^abett ban 3|oom; en 3ebert ïange jaacen beseeten boo* bc 3§eeten ban 3tt(fenbrfft éaar (laat eene g atoeömecn i befoeïne in be
fefiienbe eeitme tot$a(ioo^ geeft gcjjaö Andnes
Faftoorvan Wouters. ©e$e f eev/beioemef afloop5i)nbe
deze plaat-niet ai teling gab geïeeft/ $ onbei· beno^a*
ie gemar ^ ban&umeg fa't jaar i H2-· martelaar ge(ïo^
* ben* fet berljaaïban 39^0000 (ïaatbeGuil,
Eftius op be bolgenöe bjijse befeg^eben^
■ ■■■';'-.. V··..--.
α Eftius Hift* Mart, Gore, ibid.
|
|||
Oudheden» . tos
'Andries Wouters Palloor van Heinoort, welk
dorp onder 't gebied van Dordrecht gelegen is, wierd door de Geuze ftruykroovers in zijn huys gevangen, en van daar naar den Briel gebragt. Aldaar wierd hy by de heylige Martelaaren ge- plaatft} en is ook deelachtig aan hun lijden en hunne glorie geworden. Wat kan ikindeezen Man anders roemen, als Gods wonderbaare goedheit? Want nadathy, zoo alswy verdaan hebben , in zijne Harderlijke bedieninge niet zeer kuys en niet zonder openbaare ontilich- tinge had gekeft ; zoo is hem nochtans door eene wonderbaare en zonderlinge goedertieren- · , heit van Godt, wien het niet mocyelijk is ie-
mand, die arm van deugden is, fchielijk door " de giften zijner genade te verrijken', uyt den drek der vleeiTchelijke zonden uyt te trekken en op te beuren·, en nevens de Princen van zijn volk te doen zitten j hem is, zeg ik door Gods goedheit gegeven, de martelkroon op eene on- gewoone wijze, om zoo te fpreeken, te ver- krygen, Saetaefïenïteinoüjt i$ 0eïegeti öe geerlpgeit Hecrüjk*
tjitn <0oöfctyai*i-£sö# j aitoaai; in 't jaat; \ 614.. J\cj.c en jjonötrt wMw tm&W/ en fe^-m-5cbentigGoeSJk$n roeöen I 5(311 öeöpt. &t$t ïjcerlpfjrit / 'toert. üjeïfe gier toat $eiö5aam| i§ / i$ b$ ftait öe tiienfïen öct* platte lanöen. ©e%eer Matthys van Berk, 3&?llfl0nari$ til fómt}$i}ttÏ bal! W>$p
öjecïjt/ $ in't jaar lóy^ctvhan^Qftïjal^
ü0# getocefi NYEKERK.
$&o$b geïjoii&en hom tm bcrb^onïte ψανα*
cïjiteïs. ®ocS üudenhovc gelooft öat Jet öe nteu*
|
|||||
H ■.
|
|||||
j06 , ZuiDHOLtANDSCHE
«ientoe ^ai'oeöiten ban ©o^ecïjt i$ \ be*
ioeï&e eertp^ öuiten be fïab gefïaan geböen* m/ baae na in be fïab i$ geteonnen. ^aöec be$e ^arocöie jfjeööen ban ouh§ beeïe gitten ber fjeeeïpïjest ban$&ertoebe geflaan ·, befcpel* ïte boo^ ben toateebïaeb ban 't jaac hm. ggtt oberfioïpt. Κ E R Ν E S S E,
Kamis. t^oo? be iaanbeïing üarniffe / iua$ batt
oub^ eene fjeerlplfjeit in föeiberujaart / en een ieen öee van Merweden, Gedeon Boet-
feiaar, ^ctt tolt Hangeran enJ5ieupoo#/ be*
fcöeïïie öoo^ be ^taaten bee $ereenigbe $& öeilanben tm fcjjbe ban 't öefïanb booj Ux\p öaffabeue naat' i^anftrp/ ge3onben toiertf/r i§ ï|eee ban üarniffe getóeefi, <êt\ al$ jjg baar in 't jaae if?4* scfïo^ben toag/ $ be geerlp* geit op $pen 30011 / hm fóihhw Boetzdaar^ bcrfïs^ben. ï\ BARENDRECHT.
ïi^aar $p t&ee Si^amityecfjteit j ^ofï-ïja?
Twee ba. rentrïccöt / en UNfi-uaretib^écljL <^ofï-to
re.Hirech- νεη^φ j tm ^olianbfd) ïeen/ i$ öebptüt
tetI* '.. 't jaae 1483- ^eff-öarenb^ecöt / in£gdp£
een ^oïïanbfc jj ïeen/ toieeb aï öebpt ih't jaar
ίφί. %n 't jaar 1643, ^pöeiöe be geerïp*
ijeben opgeb^agen aan ben ïlf eer Abraham van
Bevcren.
Μ O Ν S Τ E R,
M a , tinberg Munfter - kerk. ■ ^e geerïpfjdt
Munftcl toï SNÏett7 *W* iwar ben bïoeb nuffen
kerk,cr" genaamb/öefïaat in tfoeeaniöaegteni ïPnffcn- nuroff etfcern /. en &u jftn-mtiglft ttft, - ν , &tiht - |
||
OüBHÊ'H W 207
2£eibe bt$t jjeedpïjeben tooien ban be
^aaffeïpöett banioïïanb te ïeen gegonben; en Rebben t^amen éene garoeöifterft/ bebjel* fee geïegen ^ in 't ambaeljt ban |®ugïfterfte* Ν Υ S S E,
3$0$ Ög Boxhorn, «1 OOft böO^ be toatlbe* De Neile ïing / be UleflTe genoemt <®oft geeft Jjet ben °fc> *c
naam ban Jan Zegers-amöacïjt naai* eenenjan gaclu> Zegers; betoeïfte tn 't jaat 1361. üeec ban be$e J»ïaat3e i$ getoeëfi. ALMS-VOET,.-.
|
|||||||||
9$ booj bee^en een g^oot amöaegt gehjeeft'; Alms
|
voce
|
||||||||
en toa$ geïegen aan 't einbe ban be eibier öen wa3r gêk
Éïra. Cn baarom geeft get ooft öien naam ge* gen i feeegen, al$ ïeggenbe aan ben boet ban ben ffixtu AARNOUTS-WQUDE,
3$o$i Βρ Ëoxhom ^aet^berge genoemt; AarD0Utfi.
't toeïft ooft ttóeeberganbe i$ s en foaar onöer wonde , of ooft benoojt ïjet bo$ Brent^-toaatt/ aan öeAamUcr- j|fóaa$ gelegen/ en in be onbe b^ieben Ifeattp sc* toaerbe/ of ^eeetoaecb/ of gfctntgftmerti aan ben 3Eïm genaamb* S Τ Ε Μ Ο Ν Τ,
S&g Boxhorn onbet ben naam ban ^treen- Stemonten
monbe beemeïb -, Μφ Um naam geftreegen deszdfs ban hm bïoeb &trgeti s afé srjnbe ten ooffeü oude toi, banbien bïoeb gelegen, ® e peeren ban <j§>trgen gebbén giet ban onb$ eenen tol geljab. LEDERKERKE,
<©oo? be foanbeïing %t$*tt- of fKm*-am-
öacöt genaamb/ ig onbee f^abenbeeï geïegen. Α Ν Ν § KERKE, - .
tén^olö?anb^-fterfte/3ïjnberb^un!tebo^en/
biè aan ben bïoeb be knobel geïegen ftebbrn. HET
|
|||||||||
η
|
|||||||||
2o8 Zuidhollandsche
9
HET DEKENSGHAP
VAN ;ü
WOUDRICHEM of WALRICHESHEM
|
|||||||||||||
WEERTHUIZEN.
EMICHOVEN,
3V1UÏLKKRKE ,
WERKEN,
WERKENDAM,
SLEEWYK.
|
|||||||||||||
WORKUM,
DE KAPELLE,
RYS W YK,
GHIüZEN,
OP-ANDELS,
NEER-ANDELS,
UYTWYK,
|
|||||||||||||
O R Κ U M.
|
|||||||||||||
Work u ms
oude naam*
|
|||||||||||||
onoet* Ê»e .]&30offöge ban ii>. Saivators htt*
Waldricheshem ignitt aubtt£aï£ Waldrichs
hem : jjjnöC Waldrich ttn$ttt #mwm naam bg bt v£ttgtfc|j«$/ ca 300 beel te peggen afê
^Mt-rtjfc/ of &^ont-njft/ öat i$ iemaub öic bede hjonoen en öoffegen öe5it 5f η eene onöe ii||ï ban oe goeocren §tt ïitrecljtfcïje tofte/ öetDeihe in be negenöc ecutoe of nocfi tyocger: öpgefïelt'ig/ too$ öese naam aan cene pïaat^ isic|t öp oe jptertoe gegeben. Wit ban öe ïaa* tere eeutocn ijdiüen Waidi-ik bcvanoert inWou- drik j en Op öen $eïfben boet ban Waldriches-
hem, Woudrichcm gemaakt; 't toelft tegen* toooabig boo? berïto?tihg beranoert i§ in Wor- κ u m 't ^t jjei'ftootnfïe ban ht$t benaaminge $öe3eïfije met öie banWaidrichem, eenfleoc* fee
|
|||||||||||||
'"'■ :"! ........ :;■ ν "
|
|||||
Oudheden, 209
fee ban ®#eflanb np ben tecfitet? otbtt ban 't
oube ®Iie: 't toelfte nabeeïjanb ooft ugberftog* ttng^ojïrom $genoemt $o?ber$ $ öet mftt$&Q$um/ 'ttoeïfcaan
be ifèertoebe gelegen $/ beïjoofbfïab ban een ïanbfïeeeft i bebjelfce / a!$ 3eer öofeöaeStig 3ijn> iie/ a! ban onb$ onbet ben naam ban Η ome- na of Haitena, en boo^ Qct ugtlaaten ban bc ïettee H, Altcna beïtent tg gefoeefi <!Mt $ bit be naam ban een fcafieel / een bec ober* öïtjfseïen ban 't <0jaaffc!jaj> Cetfïer&ant: 't foelft be «B^aben ban$*ïeefa$ een leen bet* ït* recötfcöc 25iffeöoppen / jilagten te Öe3ttten, ^aber^anb i§ ïjet aan be ^aben ban l^amn gefcomen ·, bebaeiftc / al§ be^ittcr^ ban 0030 5eedpïjeit/be ^aben banlfoilanb booi \mv jjeeten etftenben*
jakob, eerfïe <l%?aaf ban $oo?n / en ^eet* Hcercnvaa
ban 3§ltena / ïjeeft naberöanb be jKmmeö^ auciu. öet$ ïtaji aangetroffen. H^atmeer 3911 jong* Een van de- fïe 30OII Johan van Hoorn , til 't jaar ιψβ^"1"" .
^tjfe&op ban 3£uo& getoojben / 3pe eerfïe ™ dJJJ£
Jl^iffe in 't jaar 1486 aan <Ü5obt opjoeg i geeft be$aber/ 3ijnbe l&itmctyoebcr en V&iatm/ get <£bangelt gesougen : eh i$ gefloten in 't }aat ifof. a$o#mm/ t'öanéeenMeüifiebelte/ i§mlfl
ober <ö5o#mm en niet beere öencben 3get$ben geïegen, 3^e JDarociperïi ban 2&a;ttum i$ baïge^
ïjet gemeen 3eggen bee fóatolpe inge3etcnen &" ÖOO? §.Suitbertus, β. Willcbroords p£Ceit-en
re$ge3ei/ geboutotenmgetojjat gefcoeefh i$tt
tsegeeben ber pafïorgc ïjeeft ben J^ooff banj». Saivators ïterfte tt ïurecïjt toegekomen. Φαϊ\ κιjofters, ïjeeft te SDo^uimeen ürup^eeitn Itfoofiee o ge-
|
|||||
2ÏO ZUIDHOLLANDSCHE
gefïaan j 't foelft in onje jaarijoefceη bernteïbt
fciö$ op get jaar ι +81. $ocg geööen be Jton- nen ban ||. Dominicus o$et baat? een ïifoofïee gegab. Locvcftctn. #nbee get geplot ban Itebefïein/ baar be HEtda^'cn Dfóai steg ter eenden/ fïaatgetflot %oebe|ïem. KAPELLE.
De kapel. %&t fcnaamfng ban Kapeiic, geïp fog d*
bet$ aï gesett gebben / $ tn Rolland en ^eeianb b?g gemeen ·, en beteftent meinbere bo#>en/ betoei&e onbee groter bojpen baae $aeocgi* ïteeiten jfonben (int geeftelp) begoo^ben 3$Ibu$ geeft gier ooft een bapeï gefïaan/ be
^cg?ebe$bttgn-ïiapeHe genaamb j betoeïfce/bok gen$ pet bericgt ban een oub ganbfcg?ift bet ittteegtfege toïte / in boojgaanbe ttjben ge* liaan geeft ouber be garocgttefce ban lï^o^ iumi Spogen $ aan be ooföfjbe ban be ba* pelle/ eni^afpifc aan be 3$efi3gbe gelegen: aan be 5ugb5g§e paalt ψ tegen éjabant. 3£e$e ïtepel/ een ^ollanbfcg ïeen/ i^ in *t
jaar 16f4+ opgebjeagen aan tym bibber Arent van Ravefchor.
R Υ S W Υ Κ.
Drie RyS- Sin be ïijft ban be goeberen ber ïttrecgtfege
wyken. ïierhe too^ö töï$fcuicg een bo#j genoemt: ütf* fegen 't toeSiie/ en tuffegen ïlofengem/ gelgït
tng riberg ge$egt gebben/ een eglanbjembe
5£cö geeft gefïaan.
: <êm ttoeebe &g£togït / bg Stoke in be 4%abmne Ada bemielD en bggenaarab an
|
||||
Oudheden. 211
der Geeft , $ biCgt Ög ben ^gaag Qtl&
jgen
&g$»gft in 't ïanb ban IGitena gab eene
J^aracgiftern / maai* ober be J^oofï oan £· s^ vator, nerlie te ïltrecgt te $t&gjm plagt t# geööen. GIESSE N.
<&it 00$ / in 't ïanb ban ülïtena gelegen/ Gispen*
geeft 3ïjneu naam ban be booj bgloojjcnbc bïiet genreegen, ©au oub^ gab get ooit ben naam ban «ésesenmonbei om bat get aan ben monb ban be gemeïbebhet gelegen tna$. ï^et fïaat metb.en naambermeïb in eenenö^ief ban Willem van Henegouwen*, ttti§gelegenrecgt
ober ^ieffenbam : 't toeïft fijnen naam bete
men geeft/ om bat baar een bam tegen be z\*t bier $ gefegoten. <®c ©arocgi&ern ban <&itfi fen geep: onber hm J^oofï ban β Saivators l\wU tetltretgt geflaan. 3|ier neben| een ganbbefïe/ bmt <0^aaf
Willem aan bie ban ^abgieffen berieenö in 't jaar 1321. ^Jlllem^ Graef van Hollandt, van Henegou-
wen, van Zeelandt, ende Heer van Wies- landt , maecken kondt ende kennelicken allen luyden, dat wy angefien hebben groete noedc van vluede ende dyeken ende andere meenigher hande ongevallen in den ambocht van Out- GhylTen, datThielman de Molenaer, nu ter leen van ons hout,gelegen tufTchen Puerfums ambocht ende die Prochie van Sliedrecht. Endehebben ■ gegeven ende geven midts defen tegenwoordi-* gen open letteren voir ons ende onfen naeco- * Vin 't jaar i'j ι f j'Maandngs na Vrouwendag, O 1 Hogen
|
||||
iI2 ZüIDHOLtANDSCHE
melingen , by raede ons gemens Raedts onferi
getrouwen luyden ende wel gheboren gemeen- ten ende haeren naecommers die wonen ende wonen fullen inden voorfeyden ambocht, al- fulcke dingen als hier nae befcreven iïaen ewe- lyck tegedueren. Inden eerften dat elcke men- fche wiehy is of van waerhy coemt, of tot wat recht dat hy hoert , die woent binnen den voorfz» ambocht, erven fal nae zyn doet zyn ey- gen guet up zyn rechte geboren erfgenamen van maechfchap. Ende is dat faeck dat zyn erf- genamen van maechfcappep niet binnen lants en zyn , zoe falment guet zetten in getrouwer waerde by ons ende by den Ambochsheer jaer en- de dach , naede doet te houden totten erfgena- men behouf Ende zoe wat guet beftorf't van on ft η dienft luyden dat (almen tenden jaer ende dage tot onfer behouf aenvaerden. Ende zoe wat guet dat beftoerft van overlanfche luyden, dat Talmen deelen ons die twee deel ende acn Ambochsheer datderdendeel. Soewyedat woent inden voorfz ambocht die en lal geen borch- tochte van doetflaegen ingeven met recht noch metbedwange worden bedwongen, noch zyn guet, hy en wil met zynenvryen wille, maer hy fal zynen magen géeven zynen rechter maech- zoen, dat is re verllaenelcken after Sufterkindt vyfScellinckHollandts, ende elcken mage dair nae gcre.ekent alzoe hy gelegen is. Inden wa- terfcap vande Alblas zoe en fal geen water meer geleyt worden , noch geoirloft worden by ons of onfe naecomers naeden ïyt dat dcefe letteren gegaen of gegeven waren, Soe wanneer dat ghebreckis groet ofcleyn arifluyiïen, an zylen, an hoelen, an bruggen, of an wTater berringen onfe guede luyden voorn, foe fullen zy vreelick en-
|
|||||
%
|
|||||
é /
|
|||||
Oudheden, æé$
ende onbélet van onfen weegen aenvaen ende
makent met haeren Waersmannen alzoe alftden Arnbochsheer orbaer is. Ende zoe wyezyngelc onwillich is te geven tot dyen werek, daer fal onfe Dyckgraef voer uwyt leggen , ende ne- ment wecder an twee fcat geit, of an vier fcat te pande. Onfen Dyckgraef van dien waerde fal fchouwenof doen fchouwen van weegen het waterfcap vande Grave ende Albhs vanden Vuyllehdam of tot Alblaflerdam toe, ende voort van Alblaflerdam of tot den diepen vander Mer- weeden toe met vyf Waersmannen van vyf am- bochten hier nae befcreven. Van Blocklandt, van Molenaersgraef, vanGhyflen, vanBrandt- wyck, ende Alblas, Ende alle fchouwen ende alle fchieringe , ende alle koeren die defevoorfz, Waersmannen kueren, ende leggen inde voorfz. waterfcap by hoeren eede ende by tlandts oir- baer, die fal onfen Dyckgraef doen houden en- de voldoen van onfen weegen. Ende waert dat zaeck dat eenich vande voorfz. Waersmannen onwillich waer dit voorfz. waterfcap te fchou- wen als voorfz. is , zoe filmen eenen ande- ren Wacrsman nemen voor elcken onwiUigen Waersman wonende in den antibocht vanGhyf- fen alzoe verde al ft waterfcap, enac dit fullen zy fchouwen in allen recht als hier voeren gefcre* ven ilaet. Soe wanneer eenich menfche fterfc binnen den voorfz ambocht wonende, zoe zul- len zyn erfgenamen zyn guet aenvaen , ende deelent met eenen verticht , ende daer of fal geven elck erfgenaem den Ambochsheer twee fchellinck Hollandts ende niet meer , ende al- len punten zullen weefen behouden onfer heer- lickheeden, fonder ar gelift, Ende om dat wy Willem , Grave van Hollandt, van Henegouwen, O 3 van
|
|||||
214 Aantekeningen op de
van Zeelandt, ende Vrieslandt, willen dat alle
dele voorfz. dingen onfen gueden ïuyden voorn, fonder argdiltvan ons ende onie naecomelingen ewelick ende wel gehouden worden, van alle Bailluiwen van Zuythollandt. Zoe hebben wy delen letteren open bezeegelt met onien zegel uwythangende. Gegeven te Dordrecht inden jaer ons Heeren 132.2,, up tenjaersdach bedre- ven ende bezeegek. (1) AANTEKENING.
i, ïn het meergemelde boek , op parkament ge-
fchreven, (laan de volgende fcheidingen, enz. Dit zyn die fceydinghen die gemaeót zyn tuffchen Hee-
ren Aernt vanheyenberch, Jan van Langeraeck , en- de Philips vanaer Lecke, bafiaert, als van den guede van GhjJ/'en die zy angenomen hebben, ende die Mee- re van Aickelhier vourmaeh plach te hebben, die ge- kavelt worden\in*tjaar ons Heeren 1410, op ten derden dach in April. In den eerften , die heerlickheït van GhyiTen met
haeren toebehoren , dat neder ende hier nae befcre- ven itaet. Boven der kerk die huel half hoeve houdt tomergen, 30fc.gr.facit15p.gr. MeeusLaps hal- ve hoeve iz mergen, den mergen 30 fc, gr. facit 18 pondt gr. Die huyshoeve houdt 19 mergen, den mergen 39. fc!gr. facit 36 p. gr. Dat dammen landt houdt 20mergen, den mergen30fc.gr. facit ΐορ gr. Die vyiTcherye buyten damsende binnen gerekent tfa- men voor i% pondt hollandts sjaers, elck pondt hol- landts voor 10 p. gerekent, daer buert defen Heeren die helft daer of, facit 7. p. 10 fc. gr. Die hofftee- deti uwytGhyiTendam, seerftnp Melis hofftadt tsjaers jó fc. Up Willem Bailz hofftat tsjaers 58 fc. Mi- chiels hofftat 30 fc. Die hoffteeden afrer den ilngel met hoeren toebehoeren, sjaers om 4 capoenen. Up Griete Dïrcx hofftat 12. fc. f ρ Nel Ie Kempen hof- üat sjaers izfc. Jan Allaerts zoens hofftat sjaers |
||||
ZüiTHOLLANDSCHE OUDHEDEN. Hf
iófc. JanTomis hofftat sjaers 10 fc. Jan Martyns
ïoens hofftat sjaers 9 fc. 4 d. Up Jan Ryebeecx hof- ftat sjaers ï^fc. 4<i. Coemt defe hoffteden tefamen 8 p.hollandts 16. fc. 8.d. elk p. hollandts voor το ρ. facit 11 p. 8 d. ende 4. capoenen. Die Sweens polre met alle fynen toebehoere, 22 mergen den mer- gen 3 p. gr. fomma 66 p. gr. Boven die kerk in Pieter Yfebrantsfz. landt , angaende die Nederwaert den thienden uwyt 16 en een half hoeve, tot Pouwels Haecx lande toe , ende dat half ende noch bene- den Damas angaende der Heeren thienden, diewefter twee deelen mede van Willem Henricxsfz lande* ende gaet voert uwyt tot Zwens Kae thoe, daer in ïyn gelegen 25 en een halve hoeve landts, maken beyde defe thienden te iamen den thienden 4.2 hoeven landts geraemt up^o mergen thienden vrys sjaers ge- raemt voor 6 p. hollandts, den mergen hier af vuert defen Heeren die helft dat ware 115 mergen , elk p.hollandts voor 10 p.facit ïi p. 10 Je. gr. Die fina- len thienden van Ghiefen die defen Heeren die helft toebehoert, sjaers 8 p. hollandts elk pondt gerekent voor 10 p. Coemt die helft 5" p. gr. Die vier ac- fyns den dam geraemt voor 2 en een half p.gr. Dit zyn de goede» tot Ghiefen die tot defer tyt ongeloet
klyven, overmits myn oude Vrouwe van Hollandt, die defe guede vermeit als hier nae gefcreven Jlaen, Eer ft Jakob , Heer Tielmatisft. II mergen , daer
ftaet up 6 p. hollandts sjaers. 5-4 mergen landts die Michiel Henricxsfz waeren. Willem Baftiaens half hoeve 11 mergen. Noch met gcdeylt die hoffteede. Gieles Jakopfz hofftat sjaers 20 gr. Jan Ryebecx hofftat sjaers 2 gr. NoutHeerkens zoen xyn hofftadt sjaers n gr. Noch Nout daer zyn berch ftaet. Jan Goudeloes sjaers 20 gr. Jan Goudeloes sjaers η gr. Jakop van Meminigen sjaers 12 gr. is p. hollandts sjaers ftaen up die Gemenbuer van Ghyiïen, ende 5 p. hollandts ftaet up dat erfnis daer Godeles Jans te wonen plach, up des vonten Zydewyn ftaen 12 ca- poenen sjaers. Defe renten zyn des Heeren half en- de dat blyft tot defer tyt ongeloet. GhieiTendam fal hebben uwyt Molenaew Graefe, want ment an drie, O 4. - 4eel*
....
|
||||
áé6 Aantekeningen ©p de
deelt, eerft die heerlicheyt die Ghyft vander Berckes
den nacop, endealle vervalen die der heerlicheyt toe- behoert uwyt gefceyden, dat die ander Heeren daer uwyt, daer of is die heerlicheyt gefcat voor 64 ñ. f æ fc. 6 gr. Hier thoe die huyshoeve houdt 21 mergen geraemt voor 36 pondt if fc. gr. Noch de fmaele thienden die bier acfyns 5ic.hollandts sjaersupRoe- lufs hofftadt, geraemt voor y pondt gr. by defer re- keninge heeft Ghieifendam uwyt Gravelandt ßï? pondt 12 fc. 6. gr. Noch half die zyedwyn ende houdt 7 mergen. Soe wye dat dat ambocht vande GhyiTen valt , die fal geven met den genen die dat ander GhyiTen heeft, die cappelrye metten afterdyk, ende die eerfte Ghyft hoert nu defen Heeren toe. Dit fyn Se goeden van oude Alblas die daer thoege-
loet zyn die hier nae befcreven fiaen* Eerft die groeteNeiTe houdt 42 inergen, met Kod-
den Nefle den mergen voor + p,groet, facit 168pondt gr. De matena dat faut 5 mergen daer an die vyf en een half mergen, noch daer an 17 mergen den mergen 3 p.gr. facit 82p. roic.gr. Jans foens mate- na houdt 2 mergen,4 hondtden mergen 2p. gr. facit ƒ p. 10 fc. gr. Spruyts zyrdwyn houdt 11 mergen den mergen geraemt voor 2p.gr. facit22p.gr. sGra- ven weert drie en een half mergen , die zyn verpan- gelt an landt in Blokweer , dat Dirk Diewers zoens was in Voppe Volprechts zoens weer 4 mergen en een half hondt , die vercoft zyn , ende dat geit dat of quaem werdt geleyt an den polre voor Donker- iloet. Jonghe Claes zydtwyn houdt den mergen 3 p. gr. facit 3 p. 10fc.gr. Dat veer tot Alblafferkerkghe- fcat voor 20 p. 5 fc. groet. Die vyffcherye alzo ver- re als oude Alblas rgerechte gaet, dat is te verftaen , van MenneClaes zoens hofftede tot Meus Bollen cae toe, ende dat waeter wyllen zy bevyflehen elk aen zyn zyde, is gefcat voor ^nobelen s'jaers facit 2? p. gr. Oude Alblas fal hebben dit jaer van der vyffche- rye, ende voert an fait elk verhuyere in zyn heerlik- heyt. Oude Alblas fal hebben uwyt Molenaers gra- ve , want Molenaers grave an drien deylt, eerft half die thienden van 34 hoeve landts gerekent, die 34 faoe-
|
|||||
•
|
|||||
ZüIDHOIXANDSCHE OUDHEDEN. 217
hoeven voor 20 mergen vrys corens, sjaerselke mer-
gen voor 6 pondt hollandts , elk pondt hollandts gerekent voor 10 p. facit dehelft 75-p.gr, Noch oude Alblas fal hebben uwyt Gravelandt half die bogaerc hoeve, hout 10 en een half mergen, gerekent voor 15 p. 7 en een half fc. gr. Noch fal Alblas hebben uwyt Gravelandt vander zydwyn, houdt drie en een half mergen , geraemt voor 11 p. 5 fc. groet, by de- fer rekeninghe heeft oudt Alblas uwyt Molenaers grave 100 p. 12 fc, 6 p. gr. Dit zyn die goeden die Alblafferdamme hoeren /uilent
Eerft die cleyne NeiTe metter hofftadt 30mergen,
den'mergen voor + p. gr. facit 120 p.gr. VoppeBe- femers zydwyn 7 hondt.den mergen 4 p. gr. facit 3p. 10 fc. gr. Die vyficherye ende vogelrye is geraemt voor Hf p. gr. De mergen in twee geraemt voor 3 p.gr. sjaers facit 30 p. gr. Die hoffteeden tot Al· blafTerdam 11 p. 6 p.hollandtst jaers facit 13. p. 15- fc. gr, Hughe Dircxs foens landt sjaers 32 ie. dat ftaet te verliefegeraemt voor 2 p.gr. Up Willem Hoeft* landt tsjaers 8 groet, geraemt voor 7 en een half fc. groet. Dolen landt in cortlandt 3 en een half mer- gen, den mergen voor een ρ facit 3 en een half p.gr. Die pol re totDonckeriloetiullendefe Heeren diede- feguedeangenomen hebben alledrie totewygen dagen haren dyck uwytmaken , ende anders die renten ful- len AlblafTerdam toebehoeren, die hier nae ghefcre- ven ilaen. Oude Alblas tsjaers 30 Cc. Nieulecker- landt tsjaers 16 fc. Ammersgraulandt tsjaers 4 fc. Brandtwyk endeGhyfelandt tsjaers 13 en een half fc. Blesgensgraefe tsjaers 11 fc. GhyiTen tsjaers 48 fc. DievanRyerwaertovermidtsdat haer landt verloeren geweeft heeft, niet. Strevelandt tsjaers 10 fc. Opt overfle waterfcap 1 p. hollandts. Opt nederfte waterfcap tsjaers 1 p. hollandts. Comt tfamen 9 p. en een halffc hollandts , elk pont voor 10 gere- kent, facit 12 p. gr. Maerdievant overwaterfcap endedie van tnederwaterfcap feggen dat 2y geen recht daer thoe en hebben. AlblafTerdam fal hebben uwyt Molenaesgraef want an drien deelt. Eerft half de thienden van 34 hoeven, gerekent die 34.hoeven voor O5 20
|
||||
ïi8 Aantekeningen op de
ao mergen vrys koerens tsjaers , elke mergen voor
6p. hollandtstsjaers, elk p, hollandis gerekent voor lop. facit 7SP' gr· Noch Alblaiferdamfal hebben in Gravelant dat vierendeel vander zytwyn, hout 13 en èen half mergen, daer of die helft gerekent voor iï p. 5 fc. gr* Die bogaert hoeve houdt 10 mergen. Soe fal die gene die tot AlblaiTerdamme valt genen
tolle nemen van Ghyffen, vanAlblas, endevanMo- lenaersgrave, noch van AlblaiTerdamme mede. Den Watergrave fal fetten een Heer van Alblas, dat een jaer ende den Heer van Alblaiïèrdamme dat ander jare, ten ware dat 7.y anders met malcanderen over- droegen, Soe fal elk Heere daer hy ghecavelt wordt fcynen dyck daer onder brengen onder zynen Hechter ende Heemraders. Pit zyn die Mannen die totter heel'Ghiejfen hoeren, en-
de die gene die an GhieJJen gecavelt worden, dit man' ne half hebben. Jacob, Pietersmans foéri , 12 mergen landts.
Pieter van Bueren , Claes foon , % mergen landts. Floris Claes Bents foou , 30 mergen laudts. Pieter van Bueren,Gerits fcoon, 13 en een half mergen landts. Tieere Jan van Kersberg , 13 mergen s hout landts. Gherit Snoey, 24 mergen landts. Willem Mole- naer Jans foon , ir mergen landts. Aernt Stevens foons kindt, 3 mergen landts. ]an Weftvalinck , 10 mergen 4 en een half hont landts. Willem Mole- naar Jans foon , 7 mergen landts. Diejoncheer van Nedervene , 12 mergen landts. Jacob Heere Tiel- mans foon , 12 mergen 2. hont landts. TuiTybroek 14 mergen landts. Somma van Ghiefen 13 mannen. Dit zyn die Mannen die tot oude Alblas hoeren, zoe wye
daer zyn lot valt die falfe hebben. Gielis Arens fone , 4 mergen 4 en een half hont
landts. Jacob de Goyer , in de matena t mergen landts. Voppe Heynricxs fone, 4 mergen landts. Pi*
|
||||
ZüIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. »19
Dit zyn die Mannen die tot Alblaferdam hoeren, endc
die daer zyncn cavel valt die fatfe hebben. Jannes Gieles foon , % mergen inde matena ende
7 mergen in de polre , ende 9 metgen heeft hy ver- panghelt an 11 en een half murgen landts after zyn huys Noch hout Jannes in de polre vanden Hee- ren 4 mergen een hont 80 fcha.t landts. Henrick, Jan Voppen foens fone, 7 en een halve mergen landts. Vopken, Heren Jans foon van Megen, 14. mergelt landts. |
||||||
Dit zyn Mannen van Molenersgrave, zoe tvye zyn ca·
vel daer valt falfe hebben. Gherit Baeck, 8 mergen een hont landts. Wou-
ter Baflaers foon , 4 mergen landts. Jans Bruyns fone, 8 en een half mergen landts, Molenaer,Dirck Hughen foens foen', 6 mergen landts. Simon Ba- ftaert, 5 mergen landts. Floris, Molenaers foen, ?i mergen landts Jan Bruyns foens ôï mergen landts. Willem Moelnaer van Stryen, ij mergen 4 en een half hont landts. Pouwelsvan Tielen zoensfoen , ? en een half mergen landts. Wouter Molenaers fone, Gerit Banke neve in Ghybelandt, 11 mergen landts. Somma 10 mannen in Gravelandt. # Noch in Blesgensgrave 8 mergen landts, die Dirk
Ghysbrechs zoens plagen te weefen, ende in geenen cavel noch gecomen en zyn. Voert alle guede die nu gecavelt xyn , waer dak
fake dat daer eenich ghebrek in viel , dat fouden zy met malcanderen uwytdragen ende berechten, Endc voort eenige gueden die ongecavelt zyn , ende men vonde dat zy'hem toebehoorden, die fouden zy ge- lyck deylen alle drie. .... , ,. j Alle toekomende van den Vlichdyck die an den
Heere comen mach die fullen zygelyckdeylen, ende anvanghen tot deneewygen dage met den gueden dat daer mede ancoemdt ' Voert van den landen in Bloeckweer dat verfcoot-
menvoor 10hoeven 4 mergen landts, datblyft nu ter tyt ongeloet. Dit is der Heeren cavdingen in Block- ■■■■ *■■·"..
|
||||||
120 ZUIDHOLL ANDSCHE
Dit is Langeraecx cavel,
An die oefhyde van de Vlyet 10 mergen 3 en een
half hont daar an Fothonts landts andieoeftzyde , an Wyficherts io mergen, dat hout $ mergen 3 vierendeel honts, ende hier toe is ghecavelt Ockers landts buy- ten wegen totten waterfcap toe 3 en een half mergen. Ockers landt binnen weege 6 mergen, ende daer toe dat cleencampken andenZweerdelcamp hout 7 hont. Upt wefteynde van Blokweere die Dirck Diewers ïoens waren 3 mergen ryfe, ende noch daer an dye weftzyde 3 mergen ryfe. Dit is Philips cavel vander Lecke.
Noch eenen cavel daer an tot Breederoode ryfen
toe 9 mergen 4 en een half hont, ende hier toe is ge- cavelt in VVeerken totter kercken lande toe, vanden Tyendweege totten waterfcap toe 8 mergen twee hont landts.' Hier toe is gecavelt teynden der kerc- ken ende tPapen landt, tot 4 mergen ten waterfcap toe. Hier toe isgecavelt die plas binnen weege ende buyten 3 en een half mergen , ende afrer Lamkens binnen weege 4 mergen. Hier toe after Lamkens binnen weege 4 mergen ryfen die Soetkens waren, Dits Heer Ar ent van Leyenbcrchs cavel.
Aent wefteynde van Leckerlant 10 mergen en
een half hont landt , hier toe is gefet buyten wee- ge an WyfTcherts grient, dat geheeten is Dolenlant ende Smeets twee weerkens 5 mergen ende 5- hont landts , ende hier toe is gefet Loukens landt 3 mer.- gen en 1 en een half hont an die weiUyde vanden Vliet. Noch hier toe is gefet den Kerrecamp 7 roergen , ende die Zwerdelcamp 14 hont landts. Alle erffeniiTè die ongecavelt blyven die fullen ge-
meen blyven leggen tot oirbaer des dycxs ter Heeren goetduncken, ende een yegelieken fal zyn wateringe maecken after fcyn landt ende uwytvliet. |
|||||
OPAN-
|
|||||
Oudheden. i%\
OPANDEL, gemeenlijk OPALM,
UYT-ANDEL, gemeenlijk UYT-ALM, Op air», 3£e $arocï)tëetfi ban be3e bo$en/ betoelfce üyt-aim.
naar beklim genoemt sijn/ imerbooft booten J^OOfï batt §>· Salvators Iterfte bergeebetl.
U Υ Τ W Υ Κ. Uytwyki
^e $paroeï)itefi ban flgttop/ 'tioelfc in^ bcgeever
geïp£ tn 't ianb ban «ena geïegen$/ geeft van de ooft tee begeebinge ban hen gemeïben J^oofï PaitorYc* ban j§. Saivators fóerfte gefïaan. 3[u öe3e ïicrïie i»a$gecn S^oeberfcïjap nocg*
te aMiarg : aïïeenïp moeft 'ee hxtMvjl\§ eene |&t£ geïesen tooien: beioeÏÏte boo^ eenen Zeger Wouterfz van Emichoven , ter ÖOe*
tinge ban eenen manfïag aan benpeefoon ban
Ary Gerritfz begaan / gefïieï}t i$ getoeefï j en ben $afïoo$ jaarlp$ &$&ΒίΜΦ guïbeno^ fyagt <Pe bozere inftomtïen fïaan in een ganb*
fcB#t ber lltreeötfefie üerfte ban 't jaar 15-38. opgeteftent: entoierben ttgt3eheeel£anbeegen/ tienben/ renten/ bugben/ booi betoeïltebaar een toren gemaaftt tóa$ / noteöoomen bie βρ get ïteeftïjof geplant fcoaren / mea*enbee$ ge* traftften* i|ice nebené gaat een onbe lijft ban be goebe*
ren/ rot be ^aftorg ban €>nbtop begoorenbe: 3 mergen en êen hond Lands buyten den Oudendyk. inkomftcn
1 Hond Lands binnen den Oudendyk. van de
Van erfpagt 4 R. guld. en 5 ftuyv, Pattory,
Nog aen diverfe erfpagten, , 13 - 9
Nog van memorie 4 fchilden.
Nog een huys en erve ftaende op het kerek-hof,
|
||||
22Z ZuiDHOLt ANDSCHE
%0 ban be ïüerft goeberen ban ^nbhip:
α „ . 3 en een half Hond Lands.
4eKerke, χ Hond Lands Kofter te 8 Hond Lands
Oudwtk. Een eriPa8r van 2' goude Philips guldens.
1 ' Nog ι fchilden. Nog aen erf-pagten, . . 15 - «
1 Morgen Lands.
Nog 7 fchilden en 3 ftuyv.
<®t inftomfïen ban ben fóofïer / bie ooft ïjet
ü0$t ober 't iunberfeijooi ïjab / ftonben jaar* IP£ nantoïp^ opfyetigen zo * o EMICHOVEN , ALMKERKE.
Het am- Eem toa$ mtijfo$ een groot en treffeïp
bacht van ICmööCöt: onber Ijct foelöe Cemkerfte/ <èem* Ecm· fïegn/ en llmfïegn beareejjen toaren «féemteit/ aan be rtbier om Hïin yelegen/
fajterb om bre reben in 0115e fjanbfeg#ften ooft fCimlterite genoemt <Pe jparocjjtherft i$ bol* 0en$ get3e0gen berinbjoonberen boo^ Suït- bertus, ben re$0e5eï bzn fit Wiiiib rordus, getimmer* en ingebnjbt ^et recjjt ban be pa* fiorja te öegeeben gfeft ben J^oofï ban ^.Sai- vators fteeltete ïiltrecïjttoegeftomen. Reinout Minnebode jjaö baar een fcïoojïec
Uan u$0im féanonmiftengefiicljt: Jet tueï* fce ^ater jan van Afperen , ombat.get ïanb baar onber geïoopen bw$ / naar glmpbjecöt geeft berboert: 300 a$ ftig onber ^topb^ecijt al aangeteftent gebben. |
||||||||
~«'.
|
||||||||
Poïgen^ eene * oube ïtronp ban §tt ftfoo*
fier 't <$>£&% i 't toelft niet berre ban lltreeöt fjeeftgejïaan/ gebben be ^uffer^ ban otn ber- * Ant, Mauli, de Nobil, f ag. 83a.
km
|
||||||||
Oudheden.' 213
fceti'&grfbQO? öe3e« een ftiooj&v tetMmteïte
öegab. Stgt bit ftloofïei; sijn in 't jaar »4M / Onöee öen HtCecfttfeOen ^tffcgO^ Frederik van
Bknkenheim , b^te ènjïei$ te <&t$n aangefto*
men / en geoöen baat? een nienta hloofler be* ginnen op te recgten, MUILKERKE.
I|et ambacht ban $&ufltefce / aan be noopte MuUkakt.
3tjbe ban be oube jfeaa^ gelegen / en aan 't lanb banf<ena $φφ / geeft eene ψανοφ- fteeft: baat ïjtt am&acljt ban i&unjïeefcerfte/ geïp öoben aï ge3egt $ / w onbec beïjoo^ WERKEN.
3®eti&enmonbe een oub bo$ / en aïbn£ ge* Werkc»*
naamb om bat ïjet aan ben monb ban oebltet «onde. Werken gelegen i$ I toiecb in onben tijben Godelines-hofftad genoemt: geïp beje tooo^ ben ban W. Heda te hennen geeben; t Van Thuredrecht ooftwaart op, tot aan Godelines-
Hofftad, dewelke by Werkenmunde gelegen is. 3£e ^arocöiteft flonb onbet ben i^oofi ban
& Salvators ftei'fte.
WERKENDA M...
üet ambacht ban 3®erfcenbam / albng ge* Werken*
naamb om batbegemelbe blietbaattoegebamt: **&* i§/ i$ een leen ban be<Scaaffeïpf)eit banïgol* lanb/ a\§ peeren ban 2flitena. 3Jn't jaar 165-4, i£ Jet opgeb^agen aan ben U^ei-ebelen ïteeé Johan Oem van Wyngaerden.
t Hier fchijnt echter onderfchcid gemaakt te worden tuflehea
Godelines-hofftad en Werkesmondc. |
|||
214 ZUÏDHOL&ANDSCHE
^etbo^/ aanknip öooj tm$$uty-w&*fi
graatictiap. ^^, p|a0ten tt fcoonen j tX\ 't foelïf Hen-
drik van Kk, tywüttplmtst/totbttumtytft ïaatcn opgaalen. •&>ahetfteue teMpe ouööeöenban Werk- Jhuyzrn en Sleewyk ïjettöctl fojg tllCt^ ftOttnetl
ontinehfeen* ■
©c^e plaateen fiaan t'gang meetetibeel$<m«
Xm öet 2$fë&om Dan ^'i|ettoöen-öofcB* |
|||||||
HET DEKENSCHAP
OFTE
PROVISOORSCHAP van PUTTEN.
GEERVLIET,
WESTENRYK,
SIMONS-HAVEN,
Ñ O O R Ô E G Á Á L,
S Ñ Õ Ê E Í I S,
Ñ Å R Í É S,
KOORENDYK, anders SONTS WAERT.
PUTTEN, r
HEKEHNGE, < verdronken.
De BEYERT, L
De Ñ L Á Á T,
Die STA D,
Ì I D D E L Ç Á R Í I S.
In 't jaar 135*0 is zeker Heer J Á Ê O Â Deken
van ditProvifoorfchap geweeit.
In't jaar 135*1 is Heer JAN BOOT Deken en Provifoor geweeft.
GEER*
|
|||||||
i
|
|||||||
O'ÜDHEDE Ν, Κ %Ζ$
Geervliet.
■ ■ ■ ■■ ■ ι ïJ ι "/..: ν ■ ■ ./ ■» ..,-.·■ t ■ f* '· ■:- - Hè"', . ^ .. - Vtf* *<* .·.. ! ϊ/ώ»,* I f , ■■-»
GEervi iet gelegen ter plaatje baat bt ifeaaft.Gccrviict,
en be 3®aaf boo? ög tóterbant 3icjj ber* eenigea/ en be ïjoofbjïab ban j)et egïanb jutten /1$ boïgen$ beoube ijanbfcgalften eene %m oube en beftige (ïab ban foliant gebaeefï. 3^e4E>raben ban igoüanb lytbbm Ster een 3eer £ο1 tc bermaarben tol gejjab / bim bt βοοηιΓφGecrvUcU fytfyttg aan be peeren ban pitten ftabben gé* fcjjjonfteu, Ban oub$ $ 4B»eerbItet öemuurt ge* fcoeefï: ban boo? ouberbom / en boo^ ben in* feeuit ber biateren / 3tjn be munten berbaïïeu* <^e jfteröcöuietn iaa$ ter gebagtemffe ban ρ3ΓΟχΐ&
be Küleejjegïsgfle J&aagb ingefcmjbt: en geeft kerk» eerfï ter bergeebinge ban bc peeren ban ^ut* ten/ en nabetijanb ban be ^öiiaubfefje <&m* ben pfïaan, v^e J^afioo? / in 3tjae paflorge tooonenbe/ ïion jaarïp^ ■. 18 gmben mniiv ïionifien trefthen: boel) buiten be pafïory iuoo* nenbe/ genoot j)g i^et meet ai$ fe§ guibeit. Sftt be 3eïfbe nerlie ioaren berfeljeiöe iMta*
rgen gefiiejik 4&nber anberen Uja^'er een aan 't outaar ban be φ. c#aagb / en eene aubere aan £♦ Joris altaar opgerec&t ^ie Binargen toierben boo^ ben <0raaf be*
geebett. j^oei) fcua$ 'er eene Biftarg aan £♦ Antonis
outaar: en tmee geringer Biuargen aan 't on^ taar ban be öeifoge Barbara. <Pe Binarg / aan't outaar ban 't £^&mg$
gefïïcSt/ $ met be Pafcarge bereeoigt Niklaas, j|eec ban jutten en ^truen/ be^p^i,
toeïne geföuben i^ in 't jaar 1311 / fjeeft bt$t Ρ $α*
|
|||||
___j
|
|||||
Ιΐβ ZUÏDHOLLANDSCHE
©acocgtftctïtc een nimtomlugftet öggesefctiooi
get ftkpm ban een üapitfól ^it kapittel / gdp nnt tien inöouÈi öer fïtcgtinge ïrtpt / geeft ugt tien Itanonnifeften /of negen Hanonniïtëen at «enen beften/ öefïaan* W γ NycUes , Heece van Putte ende van
Stryen, ende wy Alyd, Vrouwe van Putte .ende van Stryen , maken kond allen luyden : Dat wy gefet licbben ende fetten gefonds lyves ende by onfen vryen wille thien CanonicksPro- bende te Geervliet indieKercke eeuwelyck en- de emmermeer , ftaende ende geduerende voor ©nfe zielen, voor onie voirvaderen zielen,,ende voir alder gheenre zielen dair ons goet of com- me is* Ende defe thien Canonicks Probende, die nu open is, ende onfer ghiften ons toebe- hoort , fetten wy ter Geervliet in de Kercke mit der Papelijcker Probende. Ende dair toe fetten wy ende geven die Papelycker Probende van Geervliet die nu open is, met datter toe- behoort , voirt geven wy dair toe al onfe jaer- fcot dat wy tot defen daghen toe hebben gehadt binnen der voorfz, plaetfe daer Putte ende Geer- vliet in ttaet, ende onfe jaerfchot dat Wy tot defen dage toe hebben gehadt in Biervliet, Voirt geven wy alle onfe jaerfchot dat wy hebben int Nieuwelandt , ende riet dat wy nu hebben in Biervliet buyten dyeken. Voirt geven wy daer toe onfe deel van onfen gorfleo van Seollaertsdyck, cnacvmffilvlieti voirdt geven wy daer toe vyf- thien pondt Hollandtfche of twee zweerte Tour- noife voir eenen Hollantfche penning jaerlycks lipt onfe gorshuere te nemen van den eer- Üen ghclden datmer of ontfanght , tot dier tyt toe dat wy of onfe naecomelinghen 5 die voorfz. vyf-
|
||||
Oudheden. 227
vyfthien pond befet hebben ende bewyft op ee-
nich ander goet, dairt ons of onfen naecomelin- ghen genougelyck duncken fal, Ende wy Alyd^ Vrouwe van Putte ende van Stryen voirnoemc ghever toe veertien pont HoUanrs , of twee fwaerteTournoife voir eenen Hollantfcben pen- ningh jaerlycks op onfe gorshuere vanden Lan- den van Stryen , te nemen vanden eerften gel- de datmer of ontfangt, tot dier t'yt toe , dat wy of onfe naeeomelinghen die voorfz. veertich pond befet hebben ende bewyft op eenich ander goet, dair ons of onfen nacomelinghen gevou- ge.Iyc duncken faU Voirt geven wy Nyclaesy Heer van Putte ende van Stryen voorfz. dair toe alle oniè Heerwaerden van onfen Leenmannen, ende willen datmen die Heerwaerden jegens die Canonicks vordinghe , ende \ geit dat vanden Heerwaerden coemt willen wy dat dieCanonic- ken goet daer mede alle thien Priefters coopen ende den Probenden daer mede beteren. Ende at(c thien Canonicken Prbvende hebben wy ge- fct ende fetten voir defe voirfz, zielen inder ma- nieren dat wy willen, dat zy alle Priefters zul- len wefen , die defe Provende hebben zullen, ende dat zy allen thiene woenen fullen toe Geer- vliet, ende die zelve die Provende verdienen, ende alle daghe drie MiiTen lezen zullen , ende eene Hooch-miiTe iïngen by noten , ende alle die getyde vanden daghe wel ende geftadelijc- ken fingen by noten. Ende van defen voorfz. goeden vanden gereetften ghelde, datmenjaer- )yks ontfangtjfoe fal dieghenedieTrezorierwc» fen fal van delen voirfz. Canonicken, voiren uit- nemen hondert ende twintich pondtHoliantfche tot diftributie vanden welcken men fal gbevcn clck Canoniek, die te Mattine coemt twee gen- |
||||
22& ZülriMOLLANDSéHE
ninghen Hollants, ende elcken van alden ande*
ren ghetyden vanden daghe eenen Hollantfchen penningh of twee fwaerte Töurnoife voir ee- nen Hollantfchen penningh, Ehde foewievari defen voirfz. Canonicken lekken ghetydê niet en coemt binnen den eerften Pfalme, die en fal niet hebben vanden getyde daer hy te late toe coemt, ende foe wat van defen voirfz. hondert ende twintich ponden overblyfc, dat die Cano- nicken verbeuren zullen die ten getyde niet coe- men en fullen alfoe al ft voorfeyt is , daïr of foe fal hebben die Deecken t' een derdendeel , die Treforier eenander derdendeel, ende dieKerc- kc derde dërdedeel. Endc foe wie van defen voorfeyden tienen Canonicken te Hooch-miffe 's daghes niet en coemt die fal verbeuren twee penningh Hollants elckes dages, ende die twee penninghen die fal hebben die Deken. Voirt zoe willen wy dat defë voirfz thien Canonicken evengelyck deelen van al defen voirfz, goeden daer boven defen voirfz. hondert ende twintich pondt blyven fal, fonder die gene aïe de cure vander Kereken hebben fal , dit willen wy dat hy fes pondt Hollants voiren uitnemen elckers jairs vanden Heerwaerden, ende foe wat boven defen zes ponden overblyfc, foe willen wy, dat mer mede rente coept , alzoe alft voorfeyt is, ende dair toe datmen het'befet in aelmoeiTen, ende daer nae foe willen wy , dat hy gelijcke deele met den anderen van allen goeden. Voort fo is wel onfe wille , waert dat zaecke dat ee*· nich van defen voirfz thien Canonicken uytvoe- re by oorlofs Deecken, omme oirbaredie hyte doen hadde,dat hy in zyn ftede letten foude ee- nen goeden man die gevougelyck den anderen gefellen wefen zoude, endc die zoude verdienen ende
|
||||
> Q U D Ç E D E N. 22 9
ende opheffen d'eene helfte van fynre Provende*
cnde van d'ander helfte dier over dient bleve fal hebben die -Kercke die een helft , ende metter ander helft foe falmen coopen renten , die ge- meeneProvende mede te beteren. Voirt waerc dat zaeckey dat defe voirfz. thien Canonicken of eenich van hem-lieden haeren Üeecken nicc onderhoevich en waeren, ende fy die viere Ìßß«· fen elckes daghes niet en deden ende die gety- den daghelycxs niet en hielden alfoe alft voiriz. is, dat fy hareProvénden verloren. Ende is wel onfe wille , dat elck van defen voorfeyden Ca- nonicken fes weecken abfenteren , binnen den jair uytmach varen by oorlofs Dekens, eeft dac hyt begeert, fonderyet van haire Provende te verliefene. Ende dcCc voorfeyde thien Canonic- ken Provenden willen wy dat fy blyven t'onfer ghiften ende t'onfer nacomelinghen ghiften ewelycke ftaendeendegeduerende. Endeomme dat wy willen dat alle defe voorfz. fticken ewe- lycke vaft ende geftaede blyve van ons ende van onfen naecomelinghen , fo hebben wy defebrief bezegelt met onfen zegelen. Ende hebben ge- treden ende bidden eenen hoghen, edelen, mo- ghenden ende eenen eerfamen Vader in Goede, Heeren , onfen lieven Heeren , Heeren Guyen, Bifchpp van Utrecht, dat hy alle defe voorfz. ftucken, by zynen vryen wille late wefen ende confirmeren wille aen defen jegenwoordighe brief. Ende wy Guy , vander genaden Godt, Bifchop van Utrecht, laeten defe voirfz. ftuc- ken by' onfer vryen wille gefcien ende confir- merenfê, ende hebbenomme beden wWltNictees Heere van Putte ende van Stryen voirnoemt,, cnde Jlydt) Vrouwe van Putte ende van Stryen voirnoemt, onfen feghelen voiren gehanghen Ñ 3 mits
|
||||
2$0 ZUIDHOLL ANDSCHE
mits den haren. In kenniflèn van al deièr din-
ghen aen defe, duyfent, drie hondert ende zeven , des dinfendaghes naer fonedaghes datmen finghet Invocavit me. %n*t jaar 1309 geeft tytm 'ttfeufoe ^itog
fa ïrit Kapittel ingelijft: seïp fflpt tigt öen ttoïgenOen fyitf ïsati 't selföe jaar 1509. VU" YiV/Vto,Heere van Putte endevan Srryen,
maken kondt allen den ghenen , die dde letteren zien Tullen of hooren leezen , dar wy gegeven hebben ende geven pueriyeke om Go- de , Heeren Hughe, Hughe foonen, priefter van Zierickzee , tot fynen live eene Capelrie, ftaende in onfer Vrouwen Canofie te Geervliet, voir Jonckvrouwe Aechten ziele der Beghynen van Spikennejfe. Van welckerCapelrien wy be- wyft hebben ende ghegeven die renten , eerfa- men lieden ende vroeden , den Deecken ende den gemeenen Capitule onfer Vrouwen Canofie voorïeyt, ligghende te Dortdrecht binnen der poort in goeder feker renten. In alfulcken ma- nieren, dat die Deecken ende 't Capittel fullen doen gheven dagélyexs haren Threforier den voorfeyden Heeren Huyghen achte penninghc Hollams of eenen grooten Tournoifen dair voo- ren tote twaelf ponden toe nieuwer Hollants jaerlycxs. Daerenbinnen willen wyoock dat hy Heer Hughe dagelycks houde fyne getyde te cho- re metten Canonicken voorfcyt. Ende waere oock dat faecke dat hy dies niet en dede, foe foude hy verliefen te Mattine èenen penninck. Ende voort geven wy hem wt te wefene fes weecken binnen den jaere , ten vier maendea veertien nacht alfo alft jaèr loopt by ooriove |
||||
1 v *
Oudheden* 331
des Dekens fyfte Provende te hebbene ghelyek
of hy yegenwoordich ware. Ende dair omme dac wy willen dat defe dinghen vafte fyn ende ewelycke blyven fuïlen , ibe hebban wy defc lettere bezegelt met onfên zeghele. Gegeven intjairons Heeren alsmen fcryvet duyfent, drie honden ende negherie, des Saterdaghes vanMey daghe. Urn S^eft öön^iffcgopGuido kt$t fïicötittg
tioojeenopnfyitfgoeogeïteartttttjaar 13 o. Beatrix, &j0Uto feair f<ttttt tl% &tV$m/
geeft in 't jaar 134.6. norij b^'e nieutoe Hapeï*
langen opserecöt: foaarober öe fcoïsenoeöiief i§ gemaa&t: s't ; ;■ 5»
g Eatrix, Vrouw van Putten en Stryen, wenfehc
aart den eerwaardigen Vader en Heer in Chri' fius den Biffehop van Ucrecht Johan, of aan zijnen ftedehouder in het geeilelifkc: mitsga- ders aan allen , dewelke dit gefehrifc in hande zullen krijgen, aanwafch van eer en allerhande goed: en daar benevens de zaligheid en de ken· nis der waafhek. Alzoo onze Voorouders zali- ger gedagtemfle door Gods ingeving in de kerk van Geervliet, tot een hulpmiddel voor hunne Zielen* negen Kanonniksdyen, een Dekenfchap en tweeKappellanyen, uyc hunne eyge goede- ren en met eeft milde hand, opgereeht, begif- tigt eïï geftiehc hebben: en dezelve Kanonnik- kén én Kapellanen op de gemelde inkom itea naar den eifeh van hunnen ftaat gemakkelijk konnen beftaan : zoo is het dat wy hunne god- vruchtige giften en maakingen goedkeurende, en meer genegen zijnde om dezelve te vermeer- deren als te? verminderen *yom dac door de ver- P 4» · menig-
|
||||
%%% ZüIDHOLLANDSCHB
menigvuldiging van Godtdienende perfoonen de
goddelijke dienir. ook vermeerdert word $ dat wy , zeg ik, van harte begeerig zijn om noch vyf nieuwe altijdduurende Kapeilanyen tereere van den almagngenGodr, van deszelfs Moeder de hoog-geachtile Maagd, en van alle Heiligen, op de volgende voorwaarden en wijze op te rechten, in te ftellen, en te begiftigen: Voor eerft, dat deze vyf Kapellanen der gemelde vyf Kapeilanyen met ter daad Priefters zullen zijn, en alle uuren in het Koor te Geervliet zullen verfchijnen , gelijk de voorgenoemde Kanon- nikken en Kapellanen: met dit onderfcheid al- leen , dat vier van hen zullen genoemt worden en waarlijk zullen zijn onze Kapellanen: endat zy gehouden zullen zijn hunne Miffen, zoo lang als wy zullen leeven, te leezen in onze Kapel- Ie : dewelke, zoo het Gode belieft , eerlangs in ons Hof van Geervliet volgens onze. begeerte en op ons verzoek zal opgerecht worden. En na onze gelukzalige dood zullen zy hunne Nuf- fen leezen in de voornoemde kerk van Geer- vliet. En dan zullen zy 'er dagelijks eene leezen binnen het Gailhuis: 't welk wy, beneffens de andere Chriflus geloovigen, waarfehijnlijk in 'c kort zullen oprechten : behoudens in alles hec recht der Moeder-kerke : en onder dit beding dat de begeeving derzelve Kapeilanyen ons en onze nakomelingen altijd zal toekoomem En op dat deze vyf Kapellancn te beter zouden be- ■ftaan, en ten einde zy den lof des Heere des te vieriger en vlijtiger waarneemen , geeven en befpreeken wy aan hen, en vereenigen vooral- tijd met hunne Kapeilanyen , onze weiden, beemden , of gras-landen , dewelke de And el genoemt worden , en tegenwoordig 190 pon- |
||||
Oudheden»
den Hollandfche denieren opbrengen : in dier
voegen dat de gemelde Landeryen hun op de* zelfde wijze zullen töebehooren, gelijk zy voor··: tijds aan onze voorzaten, en t'hans aan ons toe- behooren : zoo dat wy het recht en den eigen* dom op dezelve Landeryen ganfch en geheel aan de voornoemde Kapellanyen overgeeven, en al- leenlijk voor ons en voor ouze nazaaten het tij-* delijk recht oehouden. Dierhalve verzoeken wy hartiglijk* van üwe eerzaamheyt , en wy bidden u , dat het u beiieve deze onze gifte,, toewijzing en fchikking , goed te keurene^ voor wel gedaan te houden; en daar by het voor* j noemde land , met de renten, inkom Men en profijten, daar uyt voortkomende, met de ge*, melde Kapellanyen en Kapellanen om Godts wille te vereenigen: en vorders dat gy omtrent het voornoemde, en ieder van 'c zelve in'tby- zonder, alles doet befchikkcn en beftellen, zoo als het volgens de rechten befchikt moet wor- den. En op dat de voornoemde Kapellanen de- ze gifte , die wy by wijze van uyteriten wille gemaakt hebben , ten allen tijde in vaften ei- gendom en geruftelijk mogen bezitten, hebben, wy hun dezen brief, die met ons eigen zegel bezegelt is, ter hand geflelt* Ook bidden wy onze nazaatcn dat ze onze gemelde gifte goed- keuren , en zich wel laaten gevallen : en daar- enboven dat ze de gunde, die wy aan de voor- noemde Kapellanen gedaan hebben, liever wil- len vermeerderen als in eenigen deele krenken. En indien iemand na deezen, Λ gene Godt ver- hoede > zich mogt yerftouten om tegen deze onze gifte en gifte - brief iets onregtvaardiglijk in re brengen of op te werpen : dat die voor «erft in onze ongenade en in de ongenade van Ρ f den
|
||||
2J4 ZUIDHOLÉANDSCHE
den alrriogenden Godt vervalle , en daarenbove
buiten de drempels van onze moeder de Heilige Kerke gezet werde. Gedaan en gegeven te Geer- vliet in 't jaar des Heere 1340". daags voor Al- ler-zielen-dag. *®W 0ifte \$ in 't torfgentre jaae öoo? Johan,
Zweder van Abkoude, J|eet? fcmi |)Uttett tn
^trgett / tytft nocö tyf nfetifeie $tanonnfö$*
ogen/ m ït^ie J^aaröigfjeöen/ön ire fcoo^aatii* ire 0efaoegt: 300 a$ ölpt tigt öen feolgenöfli QNfen eerfamen Vader in Goede, Heere en-
_ de Oem , Heere Arend ^ by der genade Godt, Bifchop tot Utrecht, ofinder geeftelijcken fa- ken fijnen Stedehouder, ende hem allen die dit jegenwoordich fcryfte töecomt , Zwider van Apkoude , Heere van Putte ende Van Stryen, onbiede reverentie, eere ende meeringe alls goeds met heylicheden ende kennhTe der waer- heyt: Want ons ouders ende voirwairs Heeren ende Vrouwen van Putte ende van Stryen, daer Godt die zielen af hebben moet, om guede ghe- deynkinghe in onfer VrouwenKerck toiGeer* vliet, by der gratie die hem orife Heere Godt ingeftort ende gegeven heeft om oorbaere Hae- fe zielen ende horen properén gueden, een De- ken, negen Canonicken ende feven Capellaen, met middelre handt opgerecht, gegeven ende gefondeert hebben. Alfoe dat fy nae den eyfch horen ftaet redelijck daer of leven moghen* En- de wy onfe goedertierende ghiften, bewyfinge ende befettige die die goede Iuydengefcheit is, vriendelijcke gonnendc fyn ende die dicker té meeren
|
||||
"■-'
|
||||
OüÖHEDEN. ZJf
meeren dan te verminderen begheren, foe wil-
len wy ter ecenGodrs, fijnre liever Moeder Marien^ ende alre Godts Heyligen, met gun- fter harten onfe wille ende onfe confente daer toe doen dat die vyf Capellanen die op ten An- <&/gheprovent zyn, Canonicken worden zullen in luicker manieren: dat alle haer goet gemee- ne werden, ende verenicht met den Deecken ende Canonicken voorfz. ende allegader gelijc- ke deelen ende die Proeven felver verdienen in alre manieren als die eerfte fundatie daer of in- hout, wtgefeytdat wyby ordonantienende raet onfer vrienden daer of eenen Proeft hebben wil- len die Canoniek fy, ende Acoluthm gewyet fy, tot welcker Proftien wy bi confente ende rade ons liefs Heeren van Utrecht voorfz. willen dat die Prochie Pape van Putte wt fynre Kercke van Putte allejare den Proeft geve vier entwin- tich ponden Hollants Die Prochie Pape van Hekelinge fefthien ponden Hollants, Die Pro- chie Pape van Heer Simons-haven veertien libre Hollants. Ende die Prochie Pape van Biervliet twe endertich libre Hollants, die een helft tot finte Jans miiTe mids zomer , ende die andere helft tot Kars-avondt in payerhent als men tot allen tyden van betalinghen binnen den lande van Putte van renten ontfangen fal. Ende hier en fal die Proeft rriet heffe dan als elck van de- fen voorfz. ProchiePape die nuleven, dootzyn. Ende waere dat eenich van dcfe voorfz. Kerc- ken foe verandren, des Godt verbieden moet, dat <y defe penfie jaerlicx niet geve en mochte, foe foudeonfen lieve Heeren van Utrecht, die nu is ofte naemaels wefeftfal, dat modereren enac die penfie vergoeden alfoe hen befcheydeüjcken duncken fa!. Ende waert dar, eemch van defe voorfz.
|
||||
Z$6 ZUIDHOLLANDSCHE
voorfz. Kercken verbeterde, foe foude hy by
zynre befcheydelijcken die penfie vermeeren. Voert foe fal die Proeft met ons geven den hey- lige Cruys Vicarie d,ie Heer Jacob Heylenfen nu heeft in onfe Vrouwe Kercke tot Geervliet, in alre manieren als onfe Ouders ende wy Heeren ende Vrouwen van Putte ende die tot nu toe alleene gegeven hebbe tot allen tydenalsfy ver- fchijnenfal, fonder iemants weder feggen tot ewigen dagen» Ende die Ficarius daer of fal den Proeft dienft doen ende fyn weecke bewa- ren gelijck den Canonicken nainhout dieeerfte fqndatie. Voert foe ift wel onfe wille dat een vande Canonicken Thefaurier zy, ende die fal alle jaer ontfangen vanden CapitaleRentmeeiler wtelcks Canonicks Proven twaelf libre Hollants, die een helft tot fint Jans miilè midts zomer, ende die ander helft teBamifie, in paeymenten alsmen tot elck ty van des Capitels renten ont- fangen fal. Soe daer offfal hy alle dage wtrey- ken ende den Canonicken geven tot prefentien die totten getydencomen fullen, gelyck alsdie cerile fondatie inhout, in paeymenten voorfz, ende daer over verbeurt wordt, daer of foe fal die Thefaurarius wTtreycken die Kercke tot Geervliefccn derdendeel, den Deken een derden- deel, ende dat derde derdendeel fal hyfelve be- houden gelyck alft die eerfte fondatie inhout. Voert foe fal die Thefaurarius alle jaer vande Capitele Rentmeefter ontfangen vande renten van Poortegaehvyf en veerden libre Hollants payments.voirfz. ende daer of foe fal hy alleda- ghe gheven den voirfz, Canonicken die tötllie HoochmiiTe comen feilen twe penningen Hol- lants payment voirfz* gelykals die fundatie daer ofinhouu Ende defe verbeurnifle daer of fal hj •,,vr; den |
||||
t
Oudheden. 237
den voirfz. Deken alle geven , gelyck als die
fondatie oock daer of inhout. Voert foe ge- ven wy totte Thefaurier die Cofterie van Geervliet, van Ñuite, van Hekelingbe^ van Heer Simons- haven , van Biervliet, in manieren dat fy fal doen verdienen, ende met ons ende onfen nacome- linghen ewelycke geven foe wanneer dat fy ver- fchijnen fullen. Voertfoe iftwelonfe willedat onfe Frouwe Vharien die IVillebandus nu heefc inder Kerken tot Geervliet, mede geconfirmeert werde tot eenre Canonicxs Provende ende tot eenre Seholaftrien : ende daer toe hebben wy gegeven ende geven alle die Scholen endeScrif- arnbochten binnen onfen voorfz, van Putte daer put in ilaet. Ende defe Scholafter en fal meteen anderen niet deelenvan hare goede eer fijn Proe- ven alfoe goet is geworden als een Ganonicks Provende vande vyftine voirfz. Ende waert dat eenich vanden vyf Cappellaenen voirfz, niet con- fenteren en wille op defen tyt, foe willen wy dat hy fijn deel behouden fal alfoe lange als hy leeft, ende verdienen als hy fchuldich is na in- hout vander ierile fondatie > mer onfe begeerte is dat hy nochtans Canoniek confirmeert wer- ,de. Ende nae hem foe willen wy dat diePro- vens gemeen blyve onder die ander Canoniken alfoe voirfz. is, Ende van defen voirfz. Proeftie, Thefaurie ende Scholaurien willen wy dat die ghiften an ons ende onfe nacomclingen Heeren van Putte ende Strien ewelycke blyven bege- ven, het fy metter Proven of fonder Proeven, alfoe alft ons ende onfe nacomelinghen voorfz, goetduncken fal, waerom wy lieve van Utrecht ende wy u ende naerftelyck endeoetmoedelyc- ke verloucken, ende bidden u onfe ordinantie ende grutten ;vqirfz. vafte ende geftade te hou- n den» |
||||
%l% ZuiDHOLLANDSCHE
den , ende te approberen deie feïïc Fkarien- 'm
Canonicks Provende te confirmeren, metten Proftie, Thefaurie , Scholailrie , ende fulcke Cofterien, Scholaitrien, Serif-ambochten, Pen- iïen metter Fkarien voiriz. als wy hier te be» wyfen ende gegeven bebbe, datghy u daertoe ghewaerdigen wile die te verenighen; ende die te incorporerende om Gods wille in alre manie- ren als hier voiriz. is , op dat alle ad'c jegen- woordigen ordinantien ende ghyfce ewelicke vafl ende geftade blyven moete , zoe hebben wy defen tegen word igen brief open befegelt. Gegeven int jaer ons Heeren 1376". op fintejans avont te mids zomer, %&€$€ fttffeflft!0 $ ί»00| Arnoldus , $&ffd}0g
ban Wtmfyt / goeijgefteutt in 't 1376,
4£n in'tjaau «4^6 geeft Philips, ^tttOQ
baiï^oii0onie/ ïjtt kapittel fcooj öen Wgmt tien ö^ief goeögefteurt: p η ι L· ι ps , by der gratiën Godts , Hertoghc
van Burgoingne, van Lothringe , van Bra- bant ende van Lymbbrch; Grave van Vlaende- ren, van Arthoys, van Bourgoingne j Palatyn van Henegouwe , van Hollant, van Zeelant, ende van Namen ; Marckgravc des Heylighen Rycksj Heere van Vrieflandc, van Salyns ende van Machelen 5 doen cgndt allen luyden: Want onfe lieve neve Jacoh , Heere van Gaesbeeck, mit den Deecken ende Capitel binnen der ilede van Geervliet, inder overgifte die onie voorfz. neve ons gedaen heeft vander Heerlyckheyt van Putte ons te kennen gegeven hebben, dat fijne voorvaderen Heeren van Putte binnen der ftedc van Geervliet gefundeert ende gedoteert hebben eea
|
||||
Oudheden. >3£
een Collegium endeCanefie,dairfy ende hyhaer
goede mildelyck, ende oyck privilegiën ende vry- heden toe gegeven hebben, ons daerom biddende, dat wy die fundatie ende dotatie, ende oocallc privilegiën , vryheden ende ghiften diedaertoe by teftamente of in alrnoeflc gegeven fyn, ap- proberen, confenteren, ratificeren ende confir- meren willen. Soe ift, dat wy ter eeren Godts ende om Gods dienite te vermeerderen ende te vorder, ter bede van onfen lieven neve Jacob^ Heere van Gaesbeeck , ende vanden Deecken ende Capittel van Geervliet voorfz. die fundatie ende dotatie vanden voorfz. Collegie, haer pri- vilegiën ende vriheden, ende alle ghiften ende teiiamenten die daer toe onfe lieve neve voirfe. ende fcynre ouderen Heeren ende Vrouwen van Putte gegeven hebben , geapprobeert , gecön- fenteert, ratificeert ende geconfirmeert hebben, approberen, coniênteren, ratificeren ende con- firmeren mit deferi brieve. Ende wy geloven , voir ons ende onfe naekomelinghen ,den Deken ende Capittel van Geervliet , die nu iyn ende naemaels wefen fullen , dair in te houden , te fyden ende te ftareken. In kennifle der waer- heyt foe hebben wy onfe fegel andefc brief doen hangen. Gegeven binnen onfen Hove in den Hage upten negentienden dach van Julio , int jaer ons Heeren 14fó\ 9[n ffimn ojief ban <&raaf Karel, «gtge*
aeueff in 't jaar 1464/ fïaan tmigt b&onbw |efcn ralienöe bt$t üanonniniien berraeïö: om öttoeifte niet onuienfiig 3a! 39« oen 3dben ï#ef / «Pt ïjtt f ranfeö fcmoaïo/ aïöier in te Ιφιι Karel
|
||||
04P ZUIDHOLLANDSCME
ºæ á R el van Borgome , Graaf van Charoïois^
-v Heer van Chateau -bellin, van Bethune, van tJ? uiten tnvanStryen, wenfcht allen den genen, dewelke dezen brief zullen zien, heil en zegen: :i0ver eenigen tijd is 'er een verfqhil gerezen, •r|i;W,elk noch voor ons, en onze welbeminde en getrouwe Raadsluiden is hangende , tufichen ■ Fiom van Bufchuyzen^ onzen Baljuw en Kafte- fleinvan Putten uyt onzen naam,en vanonzent- wege, van de eeëe kant: en den Deken en hec nKapktel der Koilegiale Kerke in onze voor- noemde ftad Geervliet aan de andere kant : ra- kende de onderhouding van de oude en aller- ieerile ftichtinge der gemelde Kerke j dewelke door wijle: Niklaas y Heer van Putte en Stryen, çöéé Alist Vrouwe der zelve plaatzen , en onze ..voorzaten, gedaan is in 't jaar 1307. Nopende f^eze fticht-ing , zoo tsi het dat onze Baljuw «Vgtl onaentwegen» en uyt onzen naame, beweer- de- en ftaande hiejd dat de Deken en het Kapit- tj&i' voornoemd omtrent de gemeldeitJchting en hefc volbrengen der zelve, zelfs in eenige voor- naame ftukken die in de itichtinge begrepen en wel·-duidelijk uytgedrukt waren, veelerhande foujen eii onaehtzaamheden begaan hadden en -noch dagelijks begingen: 't welk , volgens zijn peggen,,voornamentlijk plaats had op het ftuk van hun verblijf in onze voornoemde itad Geer- vliet: binnen-dewelke de* Deken en het Kapit- tel voornoemd , volgens de voorwaarden in de iliehtinge begreepen, gehouden waren, en noeh ;g&houden zijn , geduurig hun verblijf te nee- men. Het;zelve zeide hy (Baljuw) plaats te •4hebben omtrent de vruchten en inkomiten van de Prebenden der afwezige ÏCanonnikken, en die hun verblijf in de gemelde Kerke niet en ^awr&JI hiel- |
||||
O VOm Η E D «CM.lJ 'Χ 24A;
hielden : zeggende en beweerende onzen Bal-
juw dat de gemelde vruchten en inkómften door- den Deken en het Kapittel voornoemd niet uy£- fedeeit waren geweeft, en niet uytgedeelt wier- en, volgens den inhoud der gemelde ftichtin- ge. Dan had onze Baljuw noch meer dingen te zeggen en in te brengen ; dewelke de Deken en hec Kapittel voornoemd , zoo als by beweer-? de, tegen dezelve ftichting gedaan hadden,tot bezwaarnis , gevaar en pnjkei hunner zielen, en tot een zwaaren laft voor ons geweeten, die de Patroon, de Stichter, en de Begeever zijn van de gemelde Prebenden. Uyt hoofde van welke fouten het tijdelijk van de gemelde Kerke te> Geervliet inonze handen was vervallen;., verzoe- kende onzen Baljuw voornoemd, dat hier tegen door ons gezorgt en voorzien mogt .worden, tot ontlafting van ons gewiffe, en tot welvaren der gemelde kerke. Doch hiertegen hadden de Deken en het Kapittel voornoemd veele dingen· in te brengen : en beriepen zich op verfcheide voorrechten, inftellingen, ordonantzién, oude· gebruyken en koftuimen , en andere redenen; beweerende datzy, uyt hoofde van dezelye, niec verpligt en waren tot het onderhouden van de gemelde ftichtinge 5 zelfs niet op het ftuk vaa hun verblijf, en het uytdeelen van de vruchten* der afweezige Kanonnikken : en verzochten ia' het bezit van hun tijdelijke goederen gehand- haaft en ongemoeit gelaten te worden. Einde* lijk zijn degemeldefluiden voorde voornoemde perfoonen van onzenRaad verfchenenmamentlijk Voor-ons zelve, en voor andereaanzienlijke Kler- ken zoo van den kerkelyken als wereldly ken ftaati dewelke wy ten dien einde beroepenen by een hadden doen koomen (zijn aldus verfcheenen): te Q. wce-
|
|||||
\.
|
|||||
.' . . ■'■ ι
'. ' '. * * > , ■'■'■■
·■''.'"
£j$*' Ζ U 135 Η ©IL& ft MïD^S G Η Ε
yrmienz;"φ Batjnw voornoem*^ zoo uytihoof-
devanzijn eigen fenfoaa > :alsyanoazeQtwege 5 Meefter Tbmm $pank, Deken e&Kanonnik,(>te Geervliet) Msefter (BartMvmtetts de iSW/f, ook Kanonriïk der gemelde kerke van Geervliet ....,..; uy t name van ide andere Kanonnikken der zelve kerke. Na dat de gemelde partyen ., op de ge- melde wyzé verfchijnende, «ver ύ het.genezy van weerskante te zeggen, voor te Hellen , .en in te brengen hadden, wijdïoopig verhoort ^wa- ren, en na dat by die van on^enRaad, en de andere Klerken voornoemd jgezien was ai warzy, elk tot zijn oogmerk, te verroonen en voor te dragen hadden: en zelfs door onzen Baljuw ver* toont waren de afichriftea, in de Franfehe taal overgezet, zoo wel van de eerfte ltichtinge als vandebeveftiginge der zelve, dewelke in't jaar 137Ö. door wijle Zwederus van Abkotide^ op dat pas Heer van Putte enStryen, is gedaan: en in welke beveftiginge dezelve Zweder onder ande- re zaak en de gemelde ftichting heeft vergroot» en vyf nieuweKanonnikken, dewelke te voren niet meer als Kapellanen waren, in de kerk van Geervliet heeft aangeftelt en begiftigt: zoo doen wy weeren dat wy, na dat ons door die van on- zen Raad en andere aanzienlijke Klerken , de- welke de gemelde partyen gehoorton alles wat ze van'weerskante voor te ftellen en tevertojoè nén'hadden behoorlijker wijze nagezien hadden; na een rijp overleg »van onzen Raad, en met de toeftemmiuge der partyen γ over het gemelde, verfchiliöp de volgende wijze gcvonnift, geor- doneert, en gefchikt hebbes: namentlijk, dat de Deken en; hetvKapittel voornoemd de gemeU de eerfte iWchrmg van woord tot woord , en volgens de wijze en den inhoud dpr zelve> zoo ■■ .->v . · '■ al$ |
|||
, Ο U Ρ Η Ε D Β Ν.' 241
als ze in 'tFranfch vertaaltis, zullen gehouden
zijn te onderhouden j en ook zullen onderhou- den. gfn'tseïöejaai; ψφ tte gemefoe ïtatfog Μ
üapitteï ban öe ö^-jarigc fdjattmgen ontfïa* gen. ■> r Sfn't jaas 147* f Set sdhe Hapittd ooft
öeijefïigt öooj öen gemeden Karel: fce J&^ief/ φ in öe EatjjafcÖe tale opgefïdt taa$ / ïuiöt
a$ Uoïgtr |
|||||||||||
ι rei
|
|||||||||||
κ
|
arel, doorGodts genade Hartogvan Botv
|
||||||||||
gonje, van Lotteringen, van Brabant, van
Limburg. , . Wenfcht allen dengenen, die 4en tegenwoordigen brief zullen zien , zalighêit iö den Heere. Wy maken een ieder bekent dat ons door den Deken en het Kapittel der Collegiale Kerke van de H» Maria,'m de ftad Geervliet on- der het Bifdom van Utrecht, een ootmoedig verzoek is gedaan, vanden volgenden inhoud: Dat onze Voorouders goeder gedagteniflè, en voornamcntlijk de Heeren en Vrouwen van de Heerlijkheit Putte, in.onze geweften van Hol- land , het Kapittel der voornoemde Kerke van $. Mar'w gedicht, en met hunne tijdelijke goe* deren, dewelke zy tegen de eeuwige goedereu wilden verwiiTelen, mildelijk begiftigt hebVeu: en ook verfcheide vryheden , yrydommen en voorrechten aan de Kanonnikken en perfoonen der zèlvekerke hebben toegêftaan: welke {lich- tingen,, begiftigingen, vry heden, vrydcjmmen, en vorrechten onze Vader gelukkigef gecjagte- niiTe, zoo uyt eige goedgunftigheit als op het verzoek van den edelen Heer, wijle J&kob van Gaasbeeky in zijn leven tijdelijk Heer van't ge- fielde land Putten, en onzen voorzaat in'tzel- |
|||||||||||
&44 Zuidhollandsche
ve land, ook heeft beveiligt en goedgekeurt:
zop als het zelve, onder meer andere zaaken ia den brief , door onzen Heer en Vader daarover gemaakt, waar aan wy ons gedraagen en den- welken wy hier voor ingelaft willen gehouden hebben, ftaat uytgedrukt. Hier om is het dat wy, de voet (lappen van onzen Heer en Vader naevolgende, opdat de dienftdes Heerealdaar meer en meer aangroeye, en dat de Deken en het Kapittel, ten tijde als zyhet zijn, de voor- noemde goederen die zy tot noch toe bezeten hebben des te gerufter door onze mildheit en byzondere goedjonftigheit mogen genieten, al- le vryheden, vrydommen, voorrechten, (lich- tingen en giften die hun als gezeit is vergunt zijn geweeil, enieder van dezelven in't byzon- der, prijzen, beveiligen en goedkeuren; en dat wy de goederen en inkomilen , dewelke tot de gemelde ilichtinggefchiktzijn, door onze mil- dadigheit , en zoo verre als zulks tot vorder bekrachting van de gemelde ftichtinge nodig tóag zijn , hun op nieuw geeven en fchenken: en ai 't gene aan de zelve gifce mogt ontbroken hebben vergoeden. En wy begeeren dat de De- ken en het Kapittel voornoemd, ieder in zijnen tijd, alle goederen en inkomften, die zy tot noch toe uyt hooide van de gemelde ftichtinge en begiftiginge in ons gemelde land van Putten en Stryen bezeten hebben, en ieder van dezel- ven in 't byzonder , hoedanig dat ze ook zijn, geruilig en vreedzamig zullen blijven genieten. Zoo beveelen wy dan en wy gebieden aan alle Amptenaaren, Gerechts-perfoonen, Opzienders op onze inkomilen, en aan alle onze onderdaa- nen , zoo die'er nu zijn alSïdie 'er zullen koo- men , dat ze den Deken en het Kapittel voor- :;ii noernd |
||||
Oudheden? 24?
noemd in de gemelde goederen hebben te hand-
haven} en dat zy hen, zoo wan neer en zoodik- wils als zy 'er toe verzocht worden, ten dien- ite zullen ftaan om hen dezelve goederen geruft en vreedzamig te doen bezitten 5 en om den on- wettigen bezitter en gebruyker, wie dat hyzy, uy t het bezit te zetten. Tot oirkonde dezer za- ke hebben wy goedgevonden ons zegel aan den regenwoordigen briefte hangen. Gegeven in onze ftad BruiTel, den 10 Maart, in 't jaar 1471, voor Paaflchen. Was ondertekent door den Heer Hertog,
En getekent door den Sekretaris, J. Gros.
|
|||||||
^etfcfieibe iterïien $rjn met bit &a#ittel bet;; Ante
|
|||||||
ïteniffe -, m öie Dan 3^eba/ of t&mfflpm/
f flat$ SfflUföotó öenaamb. 't 3Pa$ tjt ^ttVJan J anfz. van den Stoop, ψ& Paftoor,
fïoo? en ïjattonml ban't $elbe ïtapittel/ be*
toelfce be $afïoo$ infcomfïen in 't jaac 15*33· aan 't kapittel ïjttft obergegeben, Ce boren/ tefoeeten in't jaat 15-04/ ί§ Φ
gier $afïoo$ getoeejï De ïüeer JakobTheobaidi (Tiebouts. )
Φε ψafïooj / inbien Sg fn be pafiorg tóoon* ,
te/ Öabjaaripg aan infeomfien i8.8uïben:
buiten be pajïorö fooonenöe/ genoot ög niet nteec aïgo\guïben. , Λ ^e seraeïöe en mm anbere rechten ban 't
boojnoembeitagitteï fïaan in een öanbftfeiffc/ 't bjelft onber m» beruff / untge^ubt gn 't Selbe fïaat ooft öe eeb bemteïb / bebjeïfte boos ten©efccnen$föariffenn;eöaan mtfi tooien. Q.3 $°Φ
|
|||||||
2^6 Ζ UID Η Ο L L Α Ν D S CH Ε
$oc§ $&&>'& een ®$pmum km jbren ttt^
tmfytftljm piW&9& / David van Borg<mje£·
foaar in jjg öefceeït tót 'et niet$ in iie tó&e pi
Gefloten tooien 3onoee toefïemmtoe bzé %& uittel& ■ $o#er£ jjeeft ga«£ Pius IV. Μ $$a$»tteï
bereeni0t met öe ftern ban ^aavkm- al$ oe* 3eïbe in 't jaar if<5o tot een itateoiaie teis toietfi aatigejïelk φ$ §&ιϊ/ aangaanöe &e3e aaiifMïins/ Rebben ίυρ o#0e0eben onöer toe öe* fcjj$bftt0e*ban 3|aaHent mi&M$ oe$tlbe 2Mle/ pÏQ^tbe $emelbt
noüegjale tefi oen naam te ojaa0en Dan '£ ^ön|n0# fcaneïle, Vcrkici;crs Mat get berniesen ban ben <Peiten beïangt 5 fommige meenen oat öe ^aaf baai4 ober te xtkcn. 3es0en fjab: an&ere beioeeren öat te becitie* 31119 mm öet üa^ittcï 0rfcgiebe geoerej^ebenoe non oenüanonnifcfien/ oie
gttti berblöf onoer be bern^ieioen/jaatfp^ χ?. of 3p, gnïöen opb#ii0en me bniten fooon* oen/ tmmen niet böben oe tf of7,0uïöen 3% ïaaten ötee eenüjjfiboigenban oej^oo*
fïen/ ®eftet$/ en^anomiiMten/ qje tot 0113e ïtenifle 39η 0efcomet|. <©ei|eer Maarten.. ,
Prooften,
Sftt ?t jaat 1408. Fioris van Alcmadc.
t>ckens» *4?°* Karel Solilor..,..
%4$f, Philips van Altnonde., . ^
Gerrit van Abbenbroék.
jfiQp Johan Reineri, , , t^ f? ff 12,
|
||||
Ü Ï ý & ç å, © PeWï3 \ »4?
ú?éé» Jooft Reineri. ,·,Ë q; nnli
®mtvmt öen 3etöèh tijfc ^ 3ÃÐá^3
Jakob Berry. il .òé??
iy*36. JakobdeVMk (v^dcrVajfe) ■-· j■>
lyóo; Joris Leftanier. ^eioeïfte öe ïaatfïe©benban<0eerbïteC ß#
getoeefï/ en #ö#&ç ß$ in 't ym Wh Onder» Dekens,. .· ú,/é
* ' -
15-01. Philips Buyllöt,. Dckcas*
Kamnmkkp*:::
"' ..;■ : l ötl*
g[n 't jaat: 1510. Gerrit van Gafteie, Kioomifc.
1470. Johan Dyl. ken,«
Pieter Kok. ·
Dirk van Streyem
Philips Buylloc. >' íJ Johan van Straten, ;xi -ßßË Johan Fribourg. .... .' l. Willem Michielfz. ·
,...·'. Jakob Joofte. ml 1476*. l^eepecBoudewyndeGröfib^ïtiio^
•Jöèr·Johan Gruramel. JÏI&Jiohan Doublet, % . v'. jWte Johan Ie Barbier, pi. 15480· Willem van Eversdijfc. Hugo van S. Legier, Willem Haelt. OGüï ^«fib Johan van Eversdijk*
Andrtes van Almmonae*
14^. i|efl! Johan Friburg» « , ^eeP Tan Janfz. ,-*^iv Aarnout; van Katwijk, .1 Jakob JanfeB.; |
||||
I48 ZüÏDHÖLLANDSCHE
<■·■ *i. τ
Herman Adriaanfz. v^ '[ V-,
Gerrit van Dorp. » r^iir^J
15Ί0. Lambert Vierling.
1 f 1V Barerit Buyllot. Johan Seyen.
'' Johan Cornicus, ■ \ tThornas van Zwanenburgh. Damafus Willemfz. van Bronkhorft,
Jakob van der Kapelle*
Simon Thibault.
15*18. Jakob, Janfzoon, van Delf. Gibertus van Leiden.
Rembout Remboutz. van den Briel.
15-36. Jakob Wey. |
|||||||||
***«:r;'ii)i
|
Georgiusde Torrente (Joris van den
|
||||||||
,* 1 . Beke.)
Adriaan KlaaiTen.
Gysberc van Eyndhoven.
Jakob du Renagie, I i
Willem de Crocus. (1)
Seeïjaïben i»e Itanomii&Ren jjaö Niklaas,
3|m* ban $utttntn&tt$m/ in't jaar 1310. renJkïjooïmeefïer/ en öannocïj 6. üoraalenof üoopnsen^ boo? 't otitaar ban öe© J&aagfc sefiicQt en aangefïeït <Pefyief öer fiicgtinfle fïaat ooftm't%oo?uoemöeöanöffb^ft·
schooi- y$tt ^cïjooïmeefïer^ ampt twerö in 't jaar meeilers 15-14., btUtfOt tiOO^ttVJohan Buillot; enÖOtt
jaarip^ / inta'eii &e ^cöooïmeefïet baar ter
jtfaar^e fooonöe/ 70, guliien opbrengen* en Kofteri gjn ^ jaai;, f, ^ ^ uofïer öer 0emeï&eRe# ïnkomfte, fte johan van Spangen ; en bermit$ Dg ÖUiten
<0eerbïiet fooonöe / tros jjg niet meeraïg 8.
föïjmifcöe öulben jaarïp$. .. ■ * gnöeouöeöjteben ban getföapitteïte 45ec^
bliet fïaat ook bermelö tmt kapeiiany der h. i~£l· Maagd
|
|||||||||
Oudheden. 249
Maagd Maria·, dewelke gefticht is inde kapel-
Ie by den toren 5 met dénlait van vier wekelijk- 1 fche MiiTen, <©oït fïaat 'w een KIfïaat-öjiefi öeijeïsenöe
40 öagen afïaat boo^oe genen/ trie in öe iju#$m lm fyawnnMm mm i oföieoeüatfonumiien gerecötigïp berfoeeren, <©an fïaat 'et ttocg een anöere ö^tef; toaar
in oe 2Sa«$-ötaïienban ïiteeeïjt öeïtent öat ög geen get niinfïe reegt geeft tot Jet in't-öesit- jïeïlenöeel^iftanfren. Φού too^o in üenseïben fyief getoag ge*
tnaaïit ban een^oeberfeöap ban & Niklaas. AANTEKENINGEN.
r. Geervliet , zoo wel als Heenvliet , Biervliet,
Bleynevliet (thans Zuytland geheeten ) zijn aldus ge- I naamd , om dat ze op den watervloed gelegen zijn» v dewelke al van ouds de Vliet wierd genoemt. Wat den tol van Geervliet aangaat; daar omtrent
ftaat te weeten dat de Vliet, voor by de ftad loopen- de, volgens Goudhoei)ens fchryven, en pas 8o.jaaren voor zijnen tijd, zoo wijden bevaarbaar plagt te zijn als de Merwe tuflehen Dordrecht en Papendrecht: maar naderhand is dat breede water fmalder en fmalder geworden ; en de vaart voor by de ftad te niet ge- loöpen, V Vorders heeft Putten aiover 600. jaaren, en lan^
ger, zijne by zondere Heeren gehad. De Ridder Ger· rit van Putten heeft in 't jaar 1049. de ftad Dordrecht voor den Graaf weder ingenomen. Van Klaas van Putten zullen we aanftonds te fpreeken hebben.. Dit is die Klaas van Putten , in onze hiftorien ïoo
vermaard, die de Vlamingen met de hulp der Dorte- naarenuyt Zuytholland verdreef. ' ' ;. ,·: L Stryen.isvan ouds een Graaffchap geweeft; Waa?
onder niet alleen het tegenwoordig land van Stryen,
maar ook Geertruidenberg, Bergen-op-zoom, Zeven- bergen, Breda, en meer andere plaat2en, begrepen zijn -'iiiku , Q ƒ g«-
s ■
\
}
ι
|
||||||
%$Q ZumkoLI, ANDSCHK
ge weeft: maar α in 't jaar 1190. heeft Willem Heer van
otryen het Graaffchap gefpliil: en een gedeelte daar van, te weeten Zevenbergen, en Stryen zelf, gege- ven aan zijn zoons zoon , ook Willem genaamd. 3De Heeren van Breda , hoewel van de hooraftamme als af- gefcheurt, hebben evenwel het oude wapen van Stryen, ter gedagtenifle van hunne afkomft, behouden5 ên alleenlijk eenige verandering in de kleuren ge- maakt. i. Uyt dëuftfpraak, doorHartègK*r<?/in de zaak
der Kanonnik ken gegeven, fchijntteblyken datï'êé» mas Spafk in het jaar 1464. Deken, en Bartkohmms deScelle Kanonnik, te Geervliet isgeweeft. ■■-, : α Zie Gramaye, 5cc.
|
|||||||||||
West oryk,
85g- bê^Oitit10 Weftryk , i§ ooft £Q#
ïanö genoemt geirjeefE / αψ ïêggenbe in *i
Stribec seöeeïte ban putten* «Ιαϊι #agt §et ben naam ban SSIennbltet te blagen/ om bat ïjtt aan be Bliet #tte$m ixa§ 5 «1 toa$ eene öeeripjjeit in get eüanb en onbec |
|||||||||||
Parochi-
|
fiet ^ettenfcöan ban jutten, <®e ^atocQi-
|
||||||||||
kcikcën Saft / tóWp in een üanöfcBjift bec ïttsecöt*
Patroon fc|)e RCEHC de groöte kerk van Weftenryk ,; ttt
vanWcften-in 0p|| au&ee gaUbfcffófffcde nieuwe kerk van rijk* Weftenryk bjo$ genoemt/ toa$ tngeioijbt ti$
oebagteniffeban ben %♦ 3?£ofM Barthoiomacus.
vangCdCIers !W tattor-amat/ 't toeïfc boroj be^aben bcts^ben toietb/ aïagt brn gajïooj bie m3i>
fccrk, «e parochie bjoonbe jaarlp^ %o± gnïben onte* fyengen: buiten beprotgietooonenbe tiOff'Jjp'
7. gnïben,
<©e $>ttt en jj&eejïer Dimmer É in 't jaac 15-44, jgafioof ban Μφϋχίβ, getoeefi.
|
|||||||||||
O U D Η EDE 'Ν. \ tfS
Marcas Everxwaert, ^nber-pafïoo? m %ttifr
ianbt' 011 eertgb^ ooïta^nber-pafïo^ bernieubje fcerfce te 3ta$t?e£gt/ berbagt ban nienbie iee* rmseo^'tf^iftlianlienfeatSoipan^oÏiöiqKnfi/ heeffc ttt 't jaar 155*3· o» oen ïaaften gfnnn beg Ê$baag$ ten lo.uuren onber een gjaoten toe* loop ban boïft / boa? ben i|obe ban 5|bïïanb $nbami$geïireegen: toaarnameen gerroe^ png en afkering ban sgn btoating en gwa* tie leer geeft gebaan, SIMON SH Α V E N,
3Üttbtr$ HeerSimonshaven,iüa$0öKeeltbO#öItt parochi- geteglanb en onber get ^efcenfegagboo^noemb: kerk lc
en geeft feoigen$ be onbe öiieben laan get Üa* simons. ; pittei ban «föeerbïiet ooft eenj^aroegiftern/ eenhavco* gafïooj / m een üojïer gegab, <®e Jpafïorg ffcnb ooft ter bergeebtnge ber .törabeu* ^r e f. ftot^-engel Michiei foa^befatroon PatrO0B'
of ^cgutgeüig ber parocgifeerfte, ïPe gafïooj / in sgne #aroegie fooonenbe/
troït jaarip$ iz gulben : buiten be garocgie tooonenbe teoft gg ten googfïe tyie guiben. ^e tnnomflen ban ben üofïee taaren 3eer gering. Ρ O O R Τ E GA AL.
Poortegaal ,eenegeerïpgeit in geteglanb en dc kapeii?
onber get "®eïienfcganban jutten/ geeft ban va°.?e<Jte" oub^eene&apeïgegaö: maarbe&aöeilang/in gJw be3elbe tftapeile gefftegt/ $ met be Sterft ban Geervliet <0eerbIiet bereenigtgefcoeefï. «gciijft. φοη É be l$er& / met be tienben en bozere
infconifïen/ ingeïgffc in get $ta#itteï ban <èeer* bïiet. ligt bien gaaf be geeft get Uanittel ntt neffen$ \m Wfëfmê/ in 't jaar 130/ be$e afc tija bnurenbe Bihavij en be bejïienng oer &er* |
|||
ZUIDHOLLANDSCHE
|
||||||||||||
ζ$ι
|
||||||||||||
Ut/ mtttetftfytibt in&omfïen/ojpseb^etiaan
Hendrik van Poortegale, tm telfeltjtt Jjecfoón:
taaar oUt be baï0enbe bmf totetö gtmaafot:
Het zy kennelijk aan eenieder, dochvoornament»
lijk den genen die eenig belang in deze zake hebben, dat wy Deken en Kapittel van S. Mariaas kerke te Geer- vliet, onder het Bisdom en Aartsdiakenfchap van U- trecht , gezien en naarftig overwogen hebbende de vruchten, inkomften en vervallen van onze Parochi- kerk in Poortegaal, aan Hendrik van Poortegale kerke- lijk perfoon, dieons tot dealtijd-duurende vikary en tot het bewind vandepaÜory der gemelde Parochiker- ke van Poortegaal voorgeftelt was, voor zijn onder- houd en tothetdraagenvan de andere laften die dezelve kerk te draagen heeft , toegewezen hebben en door den inhoud dezes toewyzen alle de vruchten, inkom- iien, en vervallen derzelve kerke, zekere en onzeke- re, en zoo wel die dezelve kerke nu toekoomen als die haar na dezen zullen toekoomen ; en zoo als zijne voorzaten dezelve genoten hebben: uytgezondert al- leen detienden en allede landen, dewelke ons en ons Kapittel al voor dezen toebehoorden. En aangezien wy uyt de gemelde tienden enlanderyen jaarlijks aan zijne voorzaten, opdefeelien die in de Vallen koomen en omtrent het einde van de Meymaand, uytgekeert hebben vyf ponden Hollandfeh geld; zoo zullen wy hem ook dezelve ponden op dezelve tyden betalen. Tot oirkonde dezes hebben wy dezen brief met het zegel onzer kerke doen bezegelen. En ik Hendrik, op de gezeide wijze voorgefteld, omdat ik de voornoemde toewijzing voor billijk en bequaam houde, iremme de- zelve toe; en heb die aldus aangenomen. Entotblijk daacvan, heb ik dezen brief met mijn zegel bezegelt, (ibk heb ik den befcheiden man en eerzaamen Heer Jakob, Opziender enLand-dcken van de heerlijkheit Putten , gebeden zijn zegel, tot meerder blijk, aan dit fchrift te hangen. En wy , Jafab voornoemd, hebben goedgevonden op het verzoek van Hendrik voornoemd, ons zegel aan den tegen woordigen brief fe hangen. Gegeven in het jaar en op den dag als boven. Φηίκt be oube bttebtn ban ïjet ïtapitteï &
«Efccrblict toojb nocïj tem booiffdling tutte |
||||||||||||
'.:.
|
||||||||||||
-*
|
||||||||||||
aaa
|
||||||||||||
O' U D Η E D E NV 2fg
ftettë ban @od?tegaaï gebonben : befoelfte ge*
baan té in't jaar ι?ο ι · j^oeg binbe tft onbee be papieren ban bitlto
pittel eenen parlementen ö^tef ban Zwcderus» 2?iffc8ög ban fttreeöt * b?aar in jjg aan öat ïiapittei berïof geeft om be ïanbergen ög g>\* mongiüabeh te ueöpen : en om moge anbcre ïanbergen / in öe ijeerïpgeit ban J^ooategaai geiegen/ te berb^eemben. ^eö^ef $ ban ben boïgenben ingoub: Wy ^wederus^door Gods genade Biflchop van Utrecht,
wenfchen aan onze beminde en in Cbriftus eerwaar- dige Heeren, den Deken en het Kapittel derkollegiale kerke van S· Maria te Geervliet, de eeuwige zalig- heitin denHeere. Door den inhoud van dezen brief geeven wy ui. verlof om eenige landeryen buytens- dijks in de parochie van'tSimOnshaven leggende, er\ de uytgors van der Corper der heerlijkheit van Puth ge- naamd, tot meerderen grooter profyt van uw Kapit«t tel en van uwe kerke, aan wat perfoonen dat het uï. belieft, te bedijken te geeven en tebefteeden ; en ook om eenige landeryen in de heerlijkheit van Poortegaat1 gelegen, die uw Kapittel en uwe kerke toebehooren, te mogen verkoopen en te vervreemden; en de gel-, den daar van koomende tot beter profyt van uw Ka- pittel en van uwe kerk aan te leggen, 't welk wyop uwgewiflè laaten aankoomen. Hetzelve verlof gee- ven wy ook aan de koopers, die de gemelde landeryen, mettertijd moeten koopen. Gegeven in't jaar des Heere 14.31* den tienden van Maart. :,- *®c fcerfc ban ©ooitegaal $ naöerljanb foebec
cene ©arocöt-teït getoojben / en in flet jaas if43, %$ aïbaar ©afïoo^getoeefï begeer Pieter Kleybaert.
311 be3eïbe ïterft haag ren $*fcarg gefïicljt
ean get ontaar ban öe ψ $&aagb Maria, ^e* ^elbe aDiftarg / open ffoanöe boo^ ben affianö . banger Joris Leftanier, \§ ben j8 3|anuargi 1^71 opgêbk?agen aan Willem Donati. |
||||
iJ4 ZUIDHOLLANDSCHS
*
p*rochi- €e ^jipenig / in 't gemeïbe egïanb en on*
kerk te ber get 5ribe ^e&cnfcgan/ fïonb ooft eene J^a> spykenis» töcöilierlt/ betoeifte in$geip$ ingeïgffc $ in't üapttel ban <Ö$eerb!iet: en boo^ ben ©enen tóierb bergeebem &eügfef-be3er rnlijbinge jfgj ooft onberbe papieren ban 't setneibe ïtapittèï té binben. 3(n beseïbe ^arocgie foa$ tmtMltevg/ be*
hfelne in 't jaar j5* 1 f bthitebt foierö booj Wil- lem Boifor, Mm beseïbe ^inarge ibaren in φ r[enbotn semaaïit itf mergen ïanbg / baar om ftmM öeïegen/ en jaarfp^ opbjenpnbe b#e gulben. ^e be3ttterber#ifeaege/buitenbe#a* rocgie fcjoonenbe/ troït jearlp£tyie guïbeii* Bcgyn-hof. 3gct fcgpt bat*baar odït een gug$ ban gce* fïelpe jpaagben / of een SÊègijngof/ geeft gcfïaan: toant in be booigemeïbe fïisgiin&e ban Klaas van Putten #aatbernielbeenejaarlpfcgc> geba0tetli^ bOO^be^ieïe van Jonck vrouwe Aech*
ten dei* Begynen van SpykenifTe. 1·Ί;\\ Ρ E R Ν I S. „::
Parochu Pernis, in 't $elfbe egïanb/gab boïteen$ai
kerk te rocgi-ïterK / met een ptfïaoj en een fiöfïer.
Pemis. jgg pafiorn/ iubien be gaflooi in $ne paro*
rgie tooonbe/ fcon ia guïben/ en auberl tyit
guïben/jaarïp^opbrengen. ^tt%isiftcv§awpt
jrab seene inuomfïeti.
KOIRNSDYK, t'hans KORENDYIC l
Korcndyk. gjn ben feief ban get kapittel te €>eerbïiet
foo^b gefc»a# gemaaftt bm beu ouben en pm |
||
O >U D Μ EDEN, &$f
nientoen&orenbp. <aoft bjo$'er getoaagtban
eenenfyiefbaniiartögMaximiiiaan, begeren* be eene bergnnnmg om bit ïanli te beöpen* Sfn eenonb boeft ban be ïttreèïjtfe&e <&om- * ifefte toojb besepïaatjS be Sontswecrdt, en tn een anber öoeft be Goutweert genoemt. J®e $aroe|i-fterft ban ttorettbp/ betoelfte \aklm^
in't jaar ^^ feWent brierbbooj j$m$® Jan, J» Uft* Ottoos 300η·, plagt ben J&tfïooj / in $nep& * * roeïjfie fejoonenbe / jaarïpj* iy gnïben op te tyengen. Hinbe$ fca£ ψ jaarlp^ bier gnlben foaaebiifi BIERT, :
%kttl een bo$ fa 't «tfto* tóÜ jutten/ Bicrtl *
too^b tn Set fóegifïer ban be ojbonantsten be$ 3$i$bom$ ban Utrecht ooft S&'erbliet genoemt: m i$ berfcJjeiben ban een anöee mtvUitt/ 't toeïft onber be bier Ifimöacïjten ban $Iaan* beren foojb geeeftenfc ff & S&erbltet/ tn 't ^ Twcc ker. lanb ban jutten gelegen/ en naarbe^ïtetafc keu aldaar. bn£ geuaantb / gïagt ttoee Heeften te Jeböen: toaar ban be eene ter geöagteniffe ban be φ· Maria, be anbere ban £. Niklaas toa£ ingebjpr* ^ejgiarocïji-fterfi/inbien be J&afïooj in sjjne
paroégie tooonbe / toa$ jaadp£ ttoaaïf gnfr ben / en anber£ + gnïben foaacbtg, ©e i*ofïe? gab bgnaar geeneinftomfïen. . PUTTEN
%t bo$ Putten, 't toelft ben naam aan 't r
ganfefje egïmib fjeeft gegeben/ en ooft booj be $ee oberjiroomt$gebieefï/geeft een parocöie/ en een ftoflevfcöap geïjab / boc]j ban seringe toaarbg, HEKK- |
||||
2f<5 ZuiDHOLtAKDSCHE
HE Κ E LI Ν GE. %
Hckdidgc; tytMmm / een bo$ in 't egïanb jutten/
i$ ooft boo^ben Joogen bïoeb oberfïalgt ge* toeefi ^aar fïonöi eene parocöi-teft/öeö&en^ 6e beïjalben öen ^afioo^ ooft een ïüofïer, Φί jpafteg/ 300 ioeï a$öetbofïerfcI)£#/ toieebbooj be <0raben bergeben. Φ.β gafïoo? / onber üeïieïtnge iooonenbe/
jjab een inttomffc ban 1 r ponben: anber$ troïl |g niet meer a(£ 20 föïjijnfcöe guïben. D E Ρ LA AT.
BePiair. .fltóJÖMt, eene öeerïpgeit tn get egfettö
^beefïaMte/ en otttrer 8et ©etefdjap. bat>
jutten gete&enb/$ bebpt gebjeefï mgetjaac
1483.
Parochi- ^ $avotïji-lmh tok$ tngetopt 09 ben
*crk· naam ban ben jg; ψζίφν en 23estöö^ OdulFus,
iauoon' beioelüe tm ttjbe ban Hen % Freder.k ïtanon*
ml te ÖmM bja£ gctoeefï. <£n ban be$en
Oduifus f be naam ban <aeltje£-$aat gefco*
men* . ;*■ .; . .■■;;.«./' ; :
vikary. 3[it be j&emeïbe Rerite f aan £>. Niklaas on*
taar/ toa^eene3Miarggefïicï)t: bêtoeïftr in't
jaar if47» Beliïeebt toierb booj ïgeer Johan
Vicrlöos. ... ''
D E ST AD.
f ff* ■> i f ·
»c staa. ^ronbe paat fytft te met$ beeïe aanfoaf'
fcïjen getogen ? en baar onber öe ^tab: beo. toclfte/ aeöterboïgen^ eene beegmmmg batt $tei5et! Maximiliaan, febpt $ tn 't jaar 15*2,7.
311 bat Seïbe jaar tg Willemina van Bronkhorfi:* |
||||
Ö m D Η E t> iE N. Iff
il^oubj&anj^ienrobe/ ooft a^oufo banöe fïab
geioeeff fet tóoofler ban tënggen/ gelptog» onber Ktttggen aantogen/ geeft gier beciegoe* beren Öe3etem Μ I D DÈ L HARNES,.
Sn een onb ganbfeg^tft j^bbeïgerniff ge* MiddcU
«aamb / $ een bo$p en geeripgeit onber get ham», ^efcenfegap ban pitten, ©e jparoegi-ïterït foa$ ter gebagteniffe ban ben Éf, fHart^-engeï Michiel ingetogbt: entoierb J>, Michiels iierft inentte genoeint ©ese plaat$$eerft fiebpt in 't jaar 1460. Pieter Pot, boo£ be5en ïfeer ban JH}ibbeïgarn$/ en biebe a§albato$$ilöbg ban be Cifierci-oiber teICnttoerpen geeft ge* fïiegt / geeft aan beseïbe tflobg ö$ ugterfïen foiïle gemaaftt ^36 «éemeéten en x8 föoeben ïanb$ in jEibbelgarnaffe: baar gg ti£t ©ir&£* ïanb / en ngt anbere ïanbcrgen / noèg anbere groote fcgenfcaabjen geeft öggeboegt ©olgen^ een ojief ban ben 3 %unii 1488 / beibellte te ^nttöerpen onber be papieren ban £& Sal va- tors Eöbge fcöo^b öeiuaart / geeft be fcuei-ebeïe ^eer Ruisbroek van der Werve , tyetytt Ma-''
ximiliaans iïaab^geer/ en be <0enee<3geer Ni-
klaas Bouwens, get reegt ban boo^eiiinge tot be teït ban jjEibbelgarnaffe met b$en fcuiïie obergegeben aan l^eer johanncs, 5Éüt ban &£ boo^noembe H&bye te fCnttoergeii. |
|||||
R «Tffifr-
|
|||||
■ifZ ZüIfiHOLLANDSCHE
HET DEKENSCHAP
í aK
|
|||||||||||||||||
V O I R N.
|
|||||||||||||||||
S. CATHARÏNAa's KERK indcnBriei,
MAIRLAND»
O I S Ô V O I R N,
R U G G Ç É NT
|
|||||||||||||||||
ROCK AENG E,
|
L L
|
||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||
ZWARTEWAE
NIEULAND,
HELLEVOÊT,
Ç E E Í V L I É T,
ABBENBROEK,
O U D Ç O I R m,
NI E UW Ç O IRN,
GOEDEREDE,
O U D O R P,
D I R Ê S L Á Í D,
GRYSOIRT, anders de OUDE TONGE*
ÍIE U W Ê E R Ê E in Gryfoïrt , anders de
NYE TONGË, ROXENISS.
SOMERSDYK,
SOMMERLAND,
Ì E L I S JL Á Í D.
|
|||||||||||||||||
DE
|
|||||||||||||||||
-■
|
|||||||||||||||||
O U ρ Η E D Ε Ν. 2tf ?
De Briel.
D<ê &teï «$$00beeï S^eit afëÖeBree-hel, Naamrc<te
m é gelegen aan öeugttoaterinö/ öie öe *™ ,dcn mtfttv-vMn en & 0m$ê ü&nem Ö^ * Ben; toeltieuntfoatecmsÖn&Tackus genoemt tuojö öe obee-totjöe mono ban öen $Eaa£- fïcoom jpaatiPiinius, oj)3Ö« ^«Ffdjf^ce^ fcenöe/ noemt & helium: (ObjantHeiofHol öeteïtent op 3tjn ©tigtfeï) een ïaaote/ of 9et beneöen geöeeïte* 9fn öe onöe fyieben too$ befiaö Brille of de Bril genoemt ^e 2$jid/ öctoeïhc tm onaer %oïïanb fcoo$
(x)gereltent/ maar booten boo? ^eeuta'fcï) gegottöen toierö / i§ öe jjoofojïaö ban Öit egïanö &oa;n. Machtelc van Voorn, Gerrits öOi^te?/ ÏJttft Vt vHom.
ben^!eïenaamrm'tjaaiM3fo.bei:fröeiiieb^men der ,
gommen bergimt/ en i'£ gefïo^ben in f c mat t>ud. 1372, φι toen (i öe 2B#eï/ ïeggenbe in 't ïanö ban Voorn, bjien^ peeren bootene ^urg-grabenban^elanö toaren/ öen<£%aben ban %oï!anö aanbefïo^ben. $>ol0en^ een gantifcipftbanöit^eïienfcFjapparochi-
3jjn gier tbjeeparöcöitór&enöeitieefÏ; te liier^kcikc»* teil fi. Catharinaas kerk , en 02 Maerlands-
kerk. 3(n öe eerfïe/ öefoeïite <£5oöe tev geöagtenif* Kapittel,
fe ban öe jg. jj&aagö Catharina toegcbnj&t üja^/ toa$ ooit een ïtaptel/ of een genooofcDajj ban Hanonmltuen en eenen beften / gefïicötv « Alting. Notit. Germ, in f» parM. p. 81,
& Tackus 11. Annal. c. £.
c Boxhorn, Tbeatr. Holl. p. 501.
R ι ■ Φ*#
|
||||
2οΌ ZVÏDHÖLL ANDSCHE
^ese^anonniiifien $n eerfï acgt in getaï
gebjeefï / en tóaren booj Gerrit , 5|eet ban Boitn / öerfcoaart obergeb?agt ugt «Duffen/ . een, öo^n in 't ïanö ban Kiïtena ; melne ï|eee Gerrit gefïo^ben $ in 't jaar 1337: na bat bg nocïjtbjee nteumeji^benben jjao gefficjjt. $& berganb 3rjn 'et nocij tfcoee bg genomen; t toeïft. Box hornius, tegen begetuigen^ ban de la Tor-
re en ban Mira^us aan/ aan Machteld Gcrrits bocïjtet toefcï)$fit·
Bceeevcrs ®ε $anonift1$bnen / a$ be fóanomülfóen van de Ka- rendeerden, fyagtCll jaatlp^ io.o. glllöen Op>
nonniks- t\\ rfcrfcrben ooo^ oen <£%aaf ban ï^oïlano/ ai$
inïoinften $ïm ^an Φβο#ι/ met boïftomen recgt bc$m dcizciven. ben ©e^eïten foterbbooL?befóamnraiftnenge* ïiosen. Dekens, ,
i l$f? ïl^tt Niklaas Stapel. 1407, ï|een Johan Spilfz.
1417. ?§eet Pieter van Craken, gjn '^ jaat Hf f. i^gefïo^ben i|eer Dideryfc
Grys, J^tefïet en^elien in tient&tfn. 145-/. $|eerjan Albertfz.
if 17. ï§eci*Jan Hermans. Kapellanen.
147^· ïfeet Jakob Simoniz,";
«. 1 ƒ io« §Cet Klaas Dirkfz» ,.';/ Kanonnikken.
χ \" 1411, üfeer;Joannes Nicolai/
»438. |§eét Klaas Dirkfz. i§eet Willem Jacobfz.
Andries van denKapelle, Eanö-beitftt inljet
fiifDt banlltrecgt/ i^ ooft ftanonutn m örctt
f$2itl getaeeji €>nöeie ■^;d Tc la Torre in ïijn Room ie h vcrl'isa!*
|
|||
/
|
||||
. O U D Η E D E Ν. 26ï
t <®nto berfcöeiöe ®iMv$m toa/'er een φχ
picïjtaan 't ontaarbatioeH.Maagd; ciiöÉéïS; .ftoo; oen <tf5jaaf öegeben. 3$g jttïïen ftier/ tot boïboentng ban oen Stici)tlW
'%t€$té/ eenenï$ef ïaaten bolgen banïpt jmv van de Vï- IjTAf, kary der
■ ' Η. Maagd
In den name des He er e η, Amen. Het iy door
den inhoud dezer openbare akte aan allen be- kend en openbaar dat in 't jaar na's Hceren ge- boorte 15T4J* , in de vierde indiktie , 's maan- dags, den dertienden van de maand Oktober, te tien uuren of daar omtrent , in het dertiende jaar des Pausdoms van den allerhciligilen Vader in Chriftus , onzen Heer Paulus, den derden van dien naam, onder het Keizerdom van den alleronverwinnelijkften Vorit Karel V , altijd vermeerderaar des Rijks, in het 16. jaar na zij- ne krooning, voor my openbaar Notaris onder- fchreeven, en voorde getuigen hier onder Maan- de, in eigen perfoon verfcheenen is de eerzaa- me Heer Vrank Pauweïfz. Prieiler en Vikaris van de Kollegiale kerk in den Briel onder het Bifdom van Utrecht: willende, zoo als hy zei- de, uyt inztgten zijne ziel daar toe beweegen- de, zijne vikaryen of kapellanyendie hy tegen- woordig heeft en bezit, ( van welke vikaryen de eene door Johan van Kraken, inwoonderen burger van den Briel, geilicht en begiftigt is ter eere van de hoogverheve Maagd en Moeder Gods Maria, om volgens den inhoud der ltich- tinge,, en volgens de beveiliging zelf, in onze kerk aan wat outaar het zy, daar de Patroon of PatroneiTe derzclve kapellanye of altijd duuren- de vikarye, met de toeftemminge van den be- zitter der vikarye zelf en van de genen die 'er R 3 belang
|
||||
$6% ZUIDHOLL ANÜSCHE
belang aan hebben , het wettelijk goed zullen,
vinden, in het kerkelijke bedient en waargeno- men te worden: en de andere door den befchei- den Heer Pieter Janfz . van Braken, Prieiler, in 'tgafthuisvan dcnBriél, volgens den inhoud dér ftichtinge, aan 't outaar van 't H, Kruis opgé- recht, en door den zelven Pieter en door Heer Hugo vermeerdert was, om , daar het hun goed dagt, bedient te worden,) begeerende, zeg ik, de zelve vikaryen met alle haare rechtenen vor- der toebehoren , op de befte form , wijze , rechtsgebruik , zoo hy beft: konde en behoor- de te doen, ten behoeve van zijnen necfu'illem Willemjfe van Alkemade , den zoon van Willem Schuiten:, kerkelijk perfoori onder het Bifdom van Utrecht, neer te leggen, te verwiflelen, of op een andere wijze zuiverlijk eneenvoudig- lijk om Gods wille te vervreemden : Zoo heeft hy den eerzaamen Mfeefter jakjab van Berhmel.„ aan't Hof van Utrecht, tot zijnen gemagtig- den aangeftelt, en hem gemagtigt om iemand anders, of meer anderen, met dezelve magt in zijne plaats aan te ftellen ; ten einde hy voor hem (FrankPauweifz.) en uyt zijnen naam ten behoeve en yoordeele van den voornoemden JFillem van Alkemade, af zoude leggen, onher- roepelijk zoude verwiiTelen,of op wat andere wij- ze dat het waar zoude vervreernden zijne vika- ryen of kapellanyen voornoemd. By dit alles is tegenwoordig geweeft , en heeft haare toé~ ftemming tot het zelve gegeeven, de eerzame Juffrouw Flora van Kraken, de echtgenoot van Jvleefter PFillem Schuiten, dewelke de waarachti-, ge en ontwyfelbare patronéiTe van de voornoem- de vikaryen en kapellanyen is j endoor den- voornoemden Heer Vtkaris {Frank Pawwetfz) ver* *
|
||||
O U Ñ Ç i Dl Í. 2 6"$
- verzocht was daar tegenwoordig by te koomen 5
gelijk ook haar gemaal, Mecffcer Willem, daar tegenwoordig by was, en'er zijne toeftemmith .ge toegaf Ten dien einde geeft hy en ver? leent hy aan Mecftztjakob van Bemmel^ zijnen gemagtigden voornoemd, een byzonder bevel, om in de handen van Mijnheer den oudften vi- karis in geeftelijke zaken te Utrecht , of van wat ander Overfte dat het zy, die magt tot zo- danige zaken heeft, zijne twee gemelde vika- ryen of kapellanyen, uyt hoofde van afftand of van verwiffelinge, op de befte wijze als doen- lijk is, overtegeeven; en vorder pm aan handen % (manden zelven Vikaris ofOyerfte) den eed
uyt naame van den aanftelder (Frank Pauwelfz.) af te leggen 5 de twee vikaryen of kapellanyen voornoemd van zijnentwege neer te leggen, te verwiflelen, of te vervreemden 5 entezweeren dat in deze nederlegginge ? vcrwiflelinge , of vervreemdinge, geen lift, bedrog, fimony, of eenig ander ongeoorlofd verdrag omgegaan is. Wel ver (taande nochtans dat de voornoemde aanftelder uyt de vruchten van zijne vikaryen of kapellanyen voornoemd , zoo lang als hy leeft, behouden zal een jaargeld , of de dade- lijke helft van de vruchten zijner vikaryen of kapellanyen voornoemd : nametitlijjk op dat de zelve aanftelder by de gemelde ncdcrlegging, of vcrwuTcling, of vervreemding, geen ai tegroo* te fchade zoude lijden. En by belooft dat hy aMes en ieder in ?t byzonder, wat zijn gemag- tigde voornoemd of die de zelve gemagtigdc in zijne plaats geftelt mag hebben , omtrent het bovenftaande gedaan of laaten doen zal hebben 5 verbindende ten dien einde alle zijne goede- ren., die Jby tegeowoordig, heeft, of in % R 4 toe-
|
||||
3(>4 ZUÏDHOLLANDSCHE
toekoomende verkrijgen zal. Gedaan te Lei-
den, in het jaar, in de maand, op den dag, als boven: in de tegenwoordigheit νm Rudolf van .Aften, voor deezen Deken van Rijnland, en van Heer Jakob Egberts, woonende onder het ilift van Utrecht.; <^e$e ^ifcarg/ befajeïïie ög aftoesenbïjeit jaar*
ïp$ ö#e gnïaen opö^agt/ öjieriiin't jaar 151? 6eMeeut&OQ2 fflkttfttt Jan Bryaert.
$ocö foajS 'er eeneMtarg aan 't ontaar tia»
ben^ffljmfielMatthias. i^an foa# 'er nocö een ter eere ban ben Al- mogenden Godc, en ban spegïori-tpe jjHoe-
ber be Allerheiligfte Maagd, gepitst b00£ Jan
van Kraken, een borger ban ben ®$pth
<êm bierbe toa$?eraan β&. Petrus en Pau-
lus aïtaar. <$en bijfbe aan &. Antonis cmtaar,
; <&m fe$be aan J^ Joris ontaar. <êm $ebenbe aan 't ontaar ban §>. Jan den
Dooper. >'.·' of) }.>L· .-.:;;?ei.j.c·α-^!',
$$eïjaïben be boo^noembe ontaren/ binbfc
men noeft Set ontaac ban g§v Chriitoffei, en bat ban iitn öegltgen helper Francifcus ber- Tweede mcïilt
|ccX'u" ®e tfoeebe ïteroegt-fterii / ^. Pieters fcerfc
in jj&aerlanb genaamö / if niet op ïitn naam rfitroont ban ben jjemgen^ifFcÖojj en Sfteïper Lamber-
tus, gelp de la Torre gemeent geeft/ maar, ban ben ||$$ ber fCpofMejvPecrüsyingefajpt geioeefï- %etpafioo$ampt/ 'ttoeï&boojber* itfe$inge becgeben toierö / $in 't üapittei in* gelijft getoeefL .& , %&e& ^arocgt-fcerft pïagt booj foereïblpe
J^iefïer^ öebicttt te fooien, g $®aar gemer&t DJ ; Λ ü $$ ,
|
||||
Oudheden. 26$
bat 'et* in 't jaar iff 3 geöjeft aan foereïbfcge
f^teffet$ bja^ ,·■ geböen öe booumaainfta ban bat egïanb gun toebïugt genomen tot ben Uöt ban jj&arienfciaerk ^aae op geeft gemeïbe Klbt een ban 3tjne $&onmftften/ bieopoatpa^ be <2£nber-pafïorp ban ^cgiebam öeftleeoe/ tot J^afïooj ban be gemeïbe ftecft aangefïeït SN 't jaae ι ir8 toa£ gier f afïooj Johan de KateIijke Mryer, aubet$ Hardenberg genaamo / eetl Paibors en
^eïbenaar. vikur«iien.
Niklaas f Damius ett Reinier Donreklok Paftoors of
geböen be nteutoe ge3inbgeit in be fteeft ban ben vïkm&n
%$s\ ingeboert. v.m -c gdo- 3(n be3e ftetft 39" ooft berfegeibe Bmargenrf^0-
aan 300 beeïe ög3onbere outaren geioeefï: na* ec mentlp/ <£ene $marg aan 't outee ban 't φ, Kruys,
toerbenbe begeben booj be <0raben ban ï|ói* ïant: en toa$ βρ affaje3enbgeit jaarïp$ maat* oig 3 gnïben/ itffïutber^ <$ene aau ^. Annaas outaae: befoeïfte Öege^
ben toierb boo^ ben %eer ban Boo^n/ enög aftoe3enbgeit jaarlp^ opfyagt eif ponb/ tien fïuiber^ <£ene aan &, Stevens of Severus outaar,
^nbm Sfyiel/ in get 3uibee gebeeïte ban be <^^
fïab / geeft ooft een €>afïgu$ gefïaan: baat; Vietcr Janfz. van Kraken eeueSMtarg batl't^
Kruys geeft Opgerecgt; toelfte Pietcr van Kra- ken , gdp ooft ^eei'Hugo , be3eïbe $iftarg nabeeganb ban nocg geootet mftomfïen geeft bootten, ©it öïpt u«t ben bolgenben ö^ief: De Heer Frank Pauwèlfz. Prieiter, en Vika-
ris in de Kollegiale Kerke vanden Briel, onder het Bifdom van Utrecht, heeft beide deze Vi« f Schokius dz Can. Ultrsjcft. pag. 4S9, R 5" kar
|
||||
Ν
|
||||
Z66 ZUIDMOLLANDSCHE
lcaryen of Kapellanyen bezeten : waar van de
eene door ^lfohan van Kraken. inwoonder cnbur- ger van den Briel, ter eere van Godt aimagtig én van des zelfs Moeder de allerheiligile Maagd was geilicht: te weten zodanig dat volgens den inhoud en de beveiliging der ftichtinge de ge- melde altijd-duurende Vikary of Kapellany zou mogen in 't geeilelijk waargenomen en bedient "worden aan zoo een outaar, als de Patroon of de Patronefle , met de toeftemminge van den Re- gent derParochïkei*ke,en van de genen die daar in te zeggen hebben , wettiglijk zouden vaft- ilellen. De andere Vikary was door den Heer Pieter Janfz. van Kraken, Prieiier, gefticht in 'tGaiihuis, aan *t altaar van 't H. Kruys, zoo als uyt den inhoud der ftichtinge blijkt : en is naderhand door den zei ven PieUr Janfze , en door Heer Hugo, noch vermeerderten metgroo» ter inkomften voorzien. Zoo heeft dan gemelde Heer Frank Pauwelsz., met de toeftemminge van juffrouw PUrênt'm van Kraken, Meeiler Willem Schuitens echtgenoot , die de waare en ontwijfelbaare PatroneiTe der voornoemde Vi- karyen of Kapellanyen is, den 13 van Septem- ber jγψ$, de gemelde Vikary voor eenen No- taiiis overgedaan aan Willem Wilkmsz, van Alc- made, Meefter Willem Schuytmsii&Qm. KiariiTeiv 9lil ttm %M ïjttft meïj een itiariffen lïotM
kiooftcr, ftct fean 0, Francifcus Φ$μ gefïaan: 'ttaeïit ÖOOi Margareta, öe töetwfcöe fcanKarcl vanBor-
gonje, geüöirfcüt f$ tn 't jaar ΐφ^ m ugt een
ïpcïffd) iiiooflet ban bcjeïföe Φ$μ i$ towp gefeoten: fce ojtëomfïe ban bit Mooier ftmt fcg Lucas * Wadingus op §t fcolgentfê Ö3t)3C Öe-
fcgiefcen:
* Aunal. FF, Miaor, pag. 159. - U
, ... " Dc
|
||||
Oudheden» Z67
DeHartoginne Margareta, weduwe vunKarèl
wijle Hartog van Borgonje, heeft in dit jaat den 16 van April van Paus Sixtus verlof beko*· men om in haare ftad den Bnel, onder 't Bii*· dom van Utrecht, een KIariJenkl09ft.tr te tim- meren op den zelfden voet, gelijk die klooftef- order in Damiaans kloofter by Aififie'allereerit was ingeftelt: en vordersom de (3)Abdi(Tei en de eerite tueht-meeftreflen * te haaien uyt hec kloofter van S. Maria de Nazarelli , ftaande in de ftad Delft onder Jiet voornoemde Bifdöm: en noch al vorder om vier Minnehroeders, van den Regel der Obfervanten , ten dienft der ge- melde Klariflen af te vaardigen : te weeten eê- nen bequaamen Biechtvader , eenen die de ker- kelijke wijdzels ontvangen had, en tweeLeke- broeders, dewelke gehouden zouden zijn ineen ander huys by hec· kloofter te woonen : einde- lijk om het zelve kloofter te onderwerpen aan den Vikaris der Obfervanten. enz. ©it ftloofler fïonb onbet Jjet 500-genQembe
kapittel ban ïttrecïjt: nabetganö $ Jet/ ge*'t weik na- ïp meet anbere hïoofïer^ in j^eberlanb / tot d^nd is ben föegeï ban^ Auguftijn obetgegaan. ©ocj a^cbroken tn be bjoebe bet iaatfïe tijben $ Jet / 500 ml afë berfejeibe anbere Mooftwg / berbeïgt eti om bette gemogen, %n Jet Janbfcjjtffc ban Joris van Egttioat
foo^b bit ftïoutfïet genoemt bet huys ofkonVent der Gelle-zufteren , leeveride naar dè ofxlër en den regel van S.Auguftinus. <£nU]ttt brenjjoof* öe foo# be ψήοι ban be föegnUete Henoiint&i
hm te '$ ^abesanbe boö^ een ogenb?ief baii i»engemeïben2ftffcï)o$» gemagtigt om öe^ufïe- ren ban bit feonbettt tot be fcloofier-gcïofteaan teneemen* enjetselbéfeoubent/ sööbtoiï^ |
|||
<*' .' '" ■ - .-- ' ' · ,
aó8 ZUIDHOLLANDSCME
&¥ B& 8# öienfïig $aï oo^beeïen / rn 't gesel*
feïjap ban iemanb ngt stjne o^ber te gaan be* Sigtigen of vifiteeren. !§ier neben$ eenige ga- Paftoors. $00$:
Adriaan * Uyttênhagé, ^ijnbe een foeceïbfcïj
J^iefïer/ te «Drift geboren / en albaar gefïo^
Sen oen 6 ban September / in 't jaar 1651, Johan van Kampen , Racete 111 be <è>0&t*
geit / i$ be eerfïe na be tgbett ber ^efo^maat^
51e getoécfï bie $ijn betbïyf in ben Sjiei Iptft gcbefïigt: tuoonenbe ten lyafyt ban tm Mtl- tiBbclCtt I^CCV N. vander Laan.
jla van Kam pens bertreft i$ {jet ïanb ban
öe n$5?icl eenigen tijb bebient getoeefï boo^ ttoee ^[eftipten* jjEaar öetoijï öeeene in 't jaar 1664 öoo£ be peft toeggeuuftt iniwb / en be ttoeebe in 't boïgenöe jaar gebangen toierb genomen/ ijebben be ^abei$ 3[e|ttgten bte fcerlt berlaaten: betoeifcebo^tbaaraan/tetoéeren inbaar 1667/ te bebienen toierb gegeben aan Johan Rofa: be- toelue opgebolgt i$ boo^ Adriaan van Dijk, een Iitree{jtenaat\ %& van Dijk* pïaat^ $ geno? men Sebaftiaan Verwei, een ^>cöiebammer, ^00 i$ ban be gafïorg ban hm 23#el en 't
omïegg^ïöe ïanb in 't jaar 1670 opgetyagen aan Govert Trippelvoec, een föotterbammer/ en een ïtenïfcïj <feobtgeïecrbe. 3« 't jaar 1 6j'ó $ Trippelvoec* JJÏaat^ gebltït bop*
' Johan Droog, te ;M£abbing$be"en gebooren:
en a\§ be5eïbe anberjjaïf jaar baar na oberïe* ben toa$/ $ ïjem tot na5aat gegeben N. Me- teien , tik *w no#en tijb {jeep: gejïaan, $a Metelen i§ gebolgt Barent van Ghelder, een
^abanöfr, 3[n van Gelders gïaat$ i§ geao*
* fcoomfch Verhaal van Jakob de la Torre,
men
|
||||
O Ü Β Η E D E N. 2tfp
men Ν Koppers, ugt get fenb ban &ïeef: na
toten Goverc Trippelvoet boo^ oe tfoeebe reije ^afïoo^faanben^ieïi^geioo^öen, jfiEaar booj bien gg bien ïafï niet langer fconbe blagen/ i$ gem tot na3aat gegeben Frangois B-ifius, te <^ngnfterfte gebooren. Hl§ Bafius na eene an* . bece pafïorg beroepen foa^/ $ be pafïoriJ ban benêiiel opgefyagen aan Pierer Tromp, een <£banmier, $a be^elf^ bertreft geeft begeer Fioris Bemont, een %agenaar / be^eibe pa? f org eenige jaaren bebtent. Cit a$ gg ooft tb ïjtvg beroepen fjjjö$·/ t§ Johan Heifen, te 3®e* fïerïo in Sl^aöant geboren/ en een Éobenfeg <0obtgeïeerbe/ boo? be üerft-oberfren naaebte tnoejcïpe p!aat$ ge3onben. <ên a\§ Hclfen, na eenige jaaren arbeib^ / elber^ gene getroft* ïten tua$ / i$ be ^eee N. de Jager, een fë>ttë tenaar/ tot oit poft beroepen. : 3^e 23jfel geeft geen ftleinen iütfïer geftree* gen boo^ be geboomte en geïeerbfjeit ban Koi ne- us Nicuftad : bebielfte baar in be tocreïb gefto; men i£ tn 't jaar 15-49» ^ geeft te^onagge* fïubeert / fto# na bat baar een googe fegolc foa£ gefïiegt * en $ be eerfïe gefoeefï / betoeï* ue te ïïeiben tot 3|oog-1ieeraar beciïecgten i$ aangefïeït jpaberganb *f$ gg» 23ehjinböebber f ban be ïïeibfrge ISitabemie / en ilaab^geer tn ben googen ftaab ban ^oïianb getoo^ben: en t$ ooft ï^ecr ban ^ebengoben en be liapel ge* .hjeefL ï^g geeft 3eer geïeerbe fegjtften ober be Hollandfche lecnen en be Huwelijks kt*n-
trakten ngtgegebeni en i$ in 't jaar 1606/ fe*
ben-en-bijftig jaaren on*/ inben^age ober* ïebetn |
|||||
AAN-
|
|||||
ζγο Aantekeningen fpp; de
AANTEKENINGEN.
i. Dat de Briel* zoo veel te zeggen is als deBree*
Hel» en dat dit als een overblijfsel is van den oude» naam , is rallereerft uytgevonden door Airjanus Ju~ nius -3 welke giffing Cluveriusnaderhand ook heeftop- gegeven, zonder den lodder uytvindinge aan gemel·· cien Junius, wien hy geduurig beknibbelt enbeilraft, toe te fchryven. Op deeze giflinge van Junius , dat iie Briel zoo veel te zeggen is als de brêe hel , flaat een andere opmerking van Scriverius ·, dewelke ge» vonden heeft dat de rivier die door 't eyland Voorn joopt, en 't ftedeke Geervliet befpoelt, by Melisb Stoh den naam heeft van de Wydel of Wiedel: 't welk zoo veel te zeggen is als de wyde Hel of Helius. Waar nyt Boxhorniusmtt zonder reden befluyt dat de mond He- lius , daar Plinius van gewaagt en daar de deftige Schryvers van ons Nederland zoo lang over gekra- Jieelt hebben, niet langer gezocht, maar zekerlijk by dëri Briel geftelt moet 'worden, x. Zoo houdt het dan de Heer Auteur met demee-
ile Hiliorifchryvers , dewelke doorgaans beweeren dat het land van Voorn iia ouder tijden onder Zeland wierd gerekent. Onder anderen word dit gevoelen ook geftijft door den brief, in dit werk aangehaald, daar de Abt van Marié'nwaert den Briel in Zeland fchïjnt te plaatzen. In zekeren flichtingbrief, onder Ruggen aangehaald word het ook vaftgeftelt. Ik wil dit gevoelen, daar dehooge Üverheit zich aan gelegen heeft laateii zijn, noch voor noch tegenfpreeken : en zal maar hiftorifcher wyze verhaalen dfit niet aUecn Simon van heeuvjen e, maar ook de Heereji Staaten van Holland en Weilvrièfland', het anders verftaan hebben. DeSchry- vers, die voor Zeland fpreeken, fteunen voor eerft op een oude Grensfcheidinge, daar het rechtsgebied van Zeland aldus word bepaalt : Dat alk de geenen, die woonen tu/fcèen Borniffe en Heidenzee, onder deze keure begrepen zullen wezen. Op dezelfde wijze fpreekt Graaf Willem II, in een hand veil aan de ftad Middelburg verleend. Bornijfe word gehouden λ Apüd Boxhorn. in Append. ad Theatr» Urb# Holl»
b In die Wiedele voor Ghecryliet» c Bat.av. Illuftr. p, iji«iji» voor
|
||||
ZUITHOIXANDSCHE OUDHEDEN. 'M.Jt
voor het dorp, of liever het riviertje, BerniiïeofPer-
niiTe, Maar, zegt van Leeuwen, tot BorniiTe toe is niet gezeit dat 'er BorniiTe (endat ganiche land) on- der begrepen was. Ten tweede word voor Zeland ingebragt dat het Burggraaffchap van Zeland altijd be- kleedt is geweeft door de Heeren van Voorn: Enxiit, aldus verftaan moet worden , van dien tijd ar" dat Voorn onder zijne eigen Heeren heeft geftaan: en dit Zeggen zy, is een teken dat het eiland Voorn voor een Zeeuwfch eiland wierd gerekent. Maar volgens van Leeuwen maakt dit geen valt gevolg .* hy had 'er miiTchien deze aanmerking konnen by voegen ; dat de Burggraven door onze Graven aangeftelt wierden; en dat de eerfte Heer van d Voorn de jongfte broeder van Flcris Ili.is geweeft. Nu kan Graaf Floris, om zijnen broeder en deszelfs nakomelingen te begunfti- gen, het Burggraaffchap van Zeland wel gehecht heb- ben aan de heerlijkheit van Voorn · en de Zeeuwen, met zoo een aanzienlijken Burggraaf wel gedient, zullen d'er weinig na ge í raagt hebben of zijne heer- lijkheit onder Holland of onder Zeland 'behoorde. Dit ila ik zoo maar in 't hondert voor ; 't ftaat een fchryvervry, zonder dat hy daardoor partydig word, naardere bewyzen voor of tegen een verichüpunt op te zoeken, Maar wat zal van Leeuwen te ant- woorden hebben op den brief van Hartog Aalbert ^ den zó. Graaf van Holland ? Deze Vorft heeft in 't jaar 1394. een handveft aan die van Zirixzeeverleent: en na dat hy de Hollandfche ileden genoodigt had om dat handveft te ondertekenen ; noodigt hy ook de Zeeuwfche fteden , en daar onder den Briel , ïßá hun zegel ook daar aan te hangen. Wie zal het be- ter geweeten hebben als een Graaf van Holland en Ze- iand zelf? Maar, zegt van Leeuwen wederom, daar "volgt met anders uyt, als dat de handfehryvers van Har- tog Aalbert het gemeen Zeggen gevolgt hebben. ,,.<-» dat de grensscheiding tuffchen Heidenzee en BorniJJe niet wel is gedttidt. Het is waar dat Graaf Aalbert, buiten ons land gebooren, ligt de rechtfehapene ken- nis van Hollandfch of Zeeuwfch niet zal gehad heb- benen deBeampt-fchryvers van den Graaf volgen flegti het gemeen gevoelen ; het met tegenfpreeken van de <i Zie Goudhoeven emJer Voorn.
Hol-
|
|||||||
/
|
|||||||
-
)
|
|||||||
zjz Aantekeningen op dé
Hollandfche iteden , en van de Hiftorï-fchryvers,
om recht uyt te fpreeken, verdient al eenige opmer- king. Doch volgens van Leeuwen is dit maar een ongemerkt misverftand} om dat 'er weinig aan gele- gen was; en Voorn'doch een eigeregeering had. En daarom, meent hy, heeft men dat zeggen maar on- gemerkt laatendoorfchieten, Vi7at hier van zy , het is ïeker dat dit verichil heden ofgiüeren niet is opge- komen. Vrouw Maria van Borgonje , in een hand- veft van den 14. Maart 1+76 , weet daar al van te fpreeken. Aljoo van de ft ede van den Briel en lande van Voorn contentte en gefchil is tuffen de landen van Hollant aen de een [yde, en den lande van Zeland aen dy ander fyde, welke van de voor[z. landen dat toebehoren- de is ι [o [al de flad van den Briel, met den lande van Voorn e voornoemt, inde voor[z.frovifien , articulen en punélen mede begre-pen [yn, om hun [elven te dienen voor hun, als toebehoor ende ten van de voor[z. landen. Is 'er toen al verfchil overgeweeil, en heeft de voornoem- de Hartoginne daar over niet willen vonniflen , zou ik lrgtelijk oordeelen dat het nu, na verloop van ee- nige eeuwen , wat zwaar zoude vallen dit krakeel te beilifïen. En uyt zeker beiluyt, door de Heeren Staten van Holland en Weftvriefland genomen den 15. Februarii 1674. , blijkt dat onze hooge Overhelt, wiens gezag op dit ftuk geene byzondere fchryvers konnen op weegen, het land van Voorn 7odanig aan Holland toewijzen , dat het altijd onder Holland heeft behoort. Als die van Zeland, in't jaar 1674-, den Prins van Oranje tot Eiflladhouder verkoren hadden; hebben zy zich zelven, in het opftellen van de akte, deheerfchappy over den Briel en het land van ■. V..Oorn aangematigt: deBrielenaars, daar over klach- ■ tig gevallen, hebben van deStaten van Holland enz. het voorgemelde bcfluit verkreegen : waar uyt wy de volgende woorden maar willen trekken: „Waar op gedelibereert en in achting genomen
„zijnde dat de voorfchreve flad van den Briele en lan- dde van Voorne Van alle ouden en onbedenkelijken „tijde hebben gehoort, en noch behooren onder de *,, hooggemelte Provincie van Hollant ende Weitvrics- „lant, en een onderfcheide Jidtvan de hooggemelre „Provincie zijngeweeft; dat de Graven van Hollant ia
|
||||
ZUIDHOLLANDSCHE ÏóÐÇÅÑÅÍ. %y§
),in dier tijd, en daarna haar Ed, Groötm. daer over
3} hebben gehad en geexerceert , ook noch hebben „en excerceren , allerhande a&ens van ibuverani- „teyt en hoog gefag; fonder dat de Graven van Ze- ,} lant, of nu de hooggemelte Heeren Staten vanden „felven lande, in ofte over de voorfz. ftad en lande j, van Voorne, eenige de allerminfte akte van fouve- „rainiteyt, of ander gefag of diredtie, hebben gepleegt, „oftenoch plegen: en dat mitsdien de expreiïïe byde „hooggemelte Heeren Staten van Zelant,inde voorfz. „refolutie , ofte ook in de voorfz. brieven gedaan, „vangene de allergeringfte operatie ten regnarde van „haar Edele Grootmogende, ofte ook van de voorfz, „ftad van den Brieleen lande van Voornekan welen; „ is goet gevonden eiide verftaau mits defen wel ex- „prelfelijk te verklaren dat haarEd. Grootmogenden „ verftaan dat de voorfz. ftad van den Briele en lande „ van Voorne altoos zijn geweeft en gehoort hebben , „en noch zijn en hooren, onderde fouverainitcyt en ,>het gefag van de Provincie van Hollant en weft- „vriellant , als een onderfcheiden lidt van dien : en „dat de hooggemelte Heeren Staten van Zelant daar „op, ofte daar over, noch recht, nochaétie, noch „yets het allergeringfte en competeert. . . Hier tegen heeft de Heer Smalkgange, in zijneiCro-
rijk van Zeeland, al veel in te brengen. Onder an- deren heeft hy het zeer geladen op Simon van Leeuwen; en op van Leeuwens antwoord, dat de woorden tuf- fchen Heidxutzee en Bornijfe, niet te zeggen zijn dat Heidenzee en BorniiTe daar onder begreepen waren. De grensfeheiding van Heidenzee en Borniife, zege hy, bevat die plaatzen zelf, en maak en recht depaa- Jen van Zeeland. Maar ik kan zoo veel ongerijmd- heits in van Lceuxuens antwoord niet zien : en de Heer Smallegnnge behoorde zijn zeggen wat naarder beve- iligt te hebben. Maar buiten dat brengt de Heer Smal' legange twee of drie brieven by van Graaf /lalbcrt■, danf de Briel onder de Zeeuwfche fteden word opgetelt: Doch daar uyt volgt maar dat Graaf /lalbcrt fa eenö verfchillie;e xaak volgens het eene gevoelen gefpro- ken zal hebben. ... \ Het zal miifchien een vafter bewijs voor Holland
fchijneu, dat al wat nu onder acn naam van Zuithol- S hma .
|
||||
2,74 Aantekeningen op i>e
laad begreepen is, voor hene verdeelt wierd inZuri-
holland, Noortholland, het land van Voorn, Ken- nemerland, en Weltvriefland : 200 als volgenseÖ»- denhoven te zien is in de Rekenkamer van Holland. Maar wy willen ons met gene onzekere bewijzen behelpen. En die verdeeling, daar Oudenhoven van fpreekt , zal miilchien opgekomen zijn naar dat het eiland van Voorn zekerlijk aan Holland is gekomen. Die voor het gemeende gevoelen zijn , en bewee- ren dat het land van Voorn in ouder tijden Zecuwfch is geweeft, zijn onder malkander niet eens wanneer dat het Hollandfchzou zijn gewordeu. Boxhormusf weet niet door wat geval dat het aan Holland is ge- raakt: hoewel hy elders g gelooft dat het door het over- lijden van Machtelt, de laatfle Vrouw van Voorn, aan Holland is gekomen. Dit is het gevoelen ook van Goudboveb. Mattys vaader Hoeve» beweert dat het eerffc met Holland is vereenigt onder Maria vanBor- gonje ,■ in 't jaar 1476. 3, Zoo hebben deze KlarifFen ook Abdiiïèn gehad.
Echter hebben de inilelders der laatere Orders den naam van Abt en Abdis doorgaans afgekeurt: want hoewel dat Abt,volgensdeeerfteen natuurlijke beteke- ning, niet anders tezeggen is als Vader \\ zoois het allengskens » en door het verflappen der kloofter- tncht, de manier geworden dat de Abten tot hooge bedieningen, 't zy in 't gecftelijk of rn 't wereldlijk, aangenomen wierden ·. en daar door is 't gefchiedt dat de naam van Abt al vry aanzienlijker en hoog- dravende fchcen te luiden als in de eeriie opkom- fte: en daarom hebben de (richters van de laatere orders, op dat het hart der Klooftcrvoogden door de hoog- draventheit van dien tytel niet al te hoog zoude rij- zen , een andere benaming verzonnen. Even eens is het gegaan met den naam van Abdis: en daarom heb- ben de laatere vrouwenkloolkrs den naam van Ai^dis e pdg. S.
ƒ In de befchryvtng van ZirtancT.
£ Thcarr. urb. Holland' ad Bi rclam. h Goudliove in de befchr. van Voorn* i Vatitlcr Hoeve Handveft kionijk x* Bock 4. kapitr, 5, ia Voorn. /( Vide Dom. Efpcniivm injws earx part» 1» sic. 37. cap. 1*
las-
|
||||
ZCJIDHOLüANDSCHE -OüÓHEËEtf. 2^
Jaaten vaaren, en zich met den tytel vanPnorinne,
Moeder, of iet diergelijks, vergenoegt. Meer an- dere naamen, dewelke in 't eerite niet anders als een Overfte van eenig kloofter betekenden, zijn mettertijd, ten deele door vleytry ten deele ornde voorgemelde reden, al hooger gefteigert, en zwieriger geworden. Niet was'er in't begin gemeen er, als dat Üveriten der Monnikken Pralatt en Prkfules genoemt wier- den : dat was niet anders te zeggen als Óveriien, Voor- gangers, of zoo als die naamwoorden beft uytgelegt worden. Tegenwoordig worden de Abten noch Prelaaten en Prcsfules genoemt: maar nu geeven die woorden eene kerkelijke verhevendheit, waardigheit en gezagvoering te kennen j gelijk de Kanoniitcn, ofuytleggers der kerkelijke wetten , volgensl Afca- mus Tamburinus doorgaans aanmerken. Ik kan den Kriel zoö niet verlaaten zonder den
marteldood van den vroomen Bcroaldus Jaafz. te vermelden, t Hy wasKanonnik inden Brie);, en een eenvoudig en openhartig Heer. Hy had een huis liaan naaft het huis van eene Mary; wiens dochter de by^ zit was van den dollen Steevoogd <TOmrnale. Dk huis wilde de pol met gewclt hebben : B:roaUusy niet genoeg overweegende wien dat hy tegen zoude hebben , begeerde van zijn huis nier af' te (tappen. Daar op word hy 's nachts uytzijn beddegeligt; on- gehoord ten galgc gedoemt: en als hy met een naar geichreeuw om hulp riep ; wierd hy, half levend en halfdood, onder de aarde gedompelt. I Afcan.Tjmburin. de jure Abb.it. torn. u difp, ι,ψι. j»
r Petr. Opmeer Deeacl. i, lib. i. |
||||||
OOSTVOORN,
Witth W\ onbff bDÏ0?U| van * Leeuwen, Ooftvoorn, oe ïiapeï Ijaiï &mn genoemt ©aat fïonö een
fïot/ öaac fjetipf pïagt 0cijontien te tomben. ^él en -
©e Itapeï / öie 'cc flono / toa$ op Den naam S"r
* S vanXeeuwcu Bat, l|luftr»:part. r. p. 2*14.
$ ζ Vjan
|
||||||
tj6 Zuidhol la Nd se hè
ban ££ Pancras ingetoijbt: en in oese fcapeïïe
fcua$ troo^ eenen ï|eer ban (i) $oom een Ha* pittel / uefïaante i\$t acfttttótttmniitfteii en ee* nen ©enen/ gefïieïjt getoeefi. ©e beften tatetb öoo^ jjet kapittel geltD3en. 3 η 't jaar 15-19 toa$ aïöier ®eïien J&eefïer
Gerbrand Simonfz, ^ijuiic oo« SOeentiaat in öe <0oöt0eIeeröi|eit en «Pnter-pafïoo? te ïf aadent* Vergeevers gjn 't jaar if49/ bja$ be ïfeer Willem van
der'Kanon- BlGllchorft <®t\\ttt bail ^OfibOG^n.
yen' ^ e pafïorg ïjab jaarïp£ aan bafï inftoomen
40. f gulden: be Regent/ ed§ gn afbuig foa$/ troft in aïïe$ niet meet afê 7 guiöen. 3jn t jaar 1514 toa^ $$& Lukas Regent öe*
3er nerne. φύΚ toa$ 'er een p^obe / met oen ïafï ban
eene fcueenelpe J&ifjfe · en tus^ ög afiue3eniM ïjeit foaarbig bier guiten. v3n den foaarbig bier guiten ^ jaar$. 9jn 't gemeibe
Kofter. jaar uk$ hofïer ban <^ofÏboojn g&}.. Genie, Ög-geiiaamb Storms-neeF.
* Zoofraat'er in een lijft van de gceftelijke Α rapten ,· die
ter vergeevitige der Gravel) ftonde». AANTEKENINGEN./
1. OhialMacbtcIt, delaarfte Vrouw van't eyland
Voorn, gedaan hebben : wmtGouihoezett getuigt dat 'zy 8 Pr-ebenden heeft gedoteert. Dit kan op geene an- dere prebenden pallen als op die van Ooltvoorn: in den Üriêl waren d'er reeds al 12. gedicht. De pre- benden wierden door'den Graaf vergeeven , en kon- den ieder ioc. Rhijnfche gulden Vjaars, daar of daar ontrent opbrengen. Zie onze Aantek. op de Voorbe- richten van Batavia 6acra\ pag. clv. t. Al wederom by afweezen, lelfs tot de Koilers
toe. De Leeier. ^al dit al menigmaal , om niet re ïegge»
|
||||
Ο Ü D Η Ε D ΕΝ.' 2 77
ïeggen fchier altijd, ontmoet hebben; en zal het noch
zeer dikwils ontmoeten. De kerkelijke ampten-wier- den maar aan iemand uyt gunft gegeven , al had foy 'er dikwils geene bequaamheit toe; en al hadhy den wil niet om die· te bedienen. Ja doorgaans had de delfde perfoon onderfcheide aropten in verfcheide plaatzen. En op dat hét ampt evenwel niet onbe- dient zoude blijven; zag men ergens een flëchten hals, op te loopen, diezich meteen geringeinkomiie liet payen; en door Mijnheer den Paiioor , die dikwils op zijne muilties ledig ging, al den arbeid van het paftoor- fchap bezuurde. In 't jaar 14.27. was Ghibe Ianfz. Deken en Provifor van Ooftvoorn. ■ |
|||||
41» ■■ ■.,,'■■'%■·< '-■ '
R U G G HEN.
. tëugoj&en toö| eene jjeerlpgeit / met eene
$arocöi-neriï / Buiten ï>et serecljt ban Den %2iel <Pe fcerft ina$ öc ï| j^aaabaï^f atro* neffetoeoeünjbt: be jpatfargfrierb boo^ be<&]& ben ban tollanb / al$ peeren ban mm-/ bergeeben. §n 't jaar if 14. toa£ Regent ban be$e neefee
jj&eejïer Michiel: tuctdcïEtcjaarlp^ 11 gulbeti genoot (1) «^nber be ^arocSi-ïtern en ïjeerïpïjeit &an
Muggen geeft ban oubg gefïaan eene J^iorg ban Reguliere ütanonniniten ; boIgei$ oen re* gel ban & Auguftmus; en be ^ fcpebufcueEii- zabet roegefojjbt ^esej^iorg/ betoeïneonber ïjet kapittel ban 3$inbe£Sennbegoa;be/ toicrb ÖQ02 bc toanbeïing be J^iorg ban &UQ$m ge* noemt. ®e gemeïbej^iorn tfonbop pet ïteriigof bec
g>aiOC§!-&erne : betoelHe in 't jaar 14° 3 booj Aaibert <0raaf ban i^oïlanb aan De3e öeerlp* geit fem£ gegeben; en foa£ baar op gettmmert S 3 boo$
|
|||||
1 " ^
378 ZuiDHOLLANDSCHE
Dooi ben {joog-geooorctt en eetgaamett 3|eei;/
Hugo, ffcmtt m^m bm^tmUm· ïlgtbeit fyief Der fïiegttnge/ beöielfte ben 6h0j$i&vt 1404 bOÖ£ Frederik ^3iffcgap ban Wm&fy*
befïigt ψ/ Öïpt bat be boïgenbc ïniben m fa
ïtomfien öe^et: J^totge ban tjjb tot ti)b be^ nieetbert fjeööen : Jan Willem fz ·, <&m $zlm rertoaarbig watt/ met naam J|eet Gefnt,'-:tti fiü-genaainb Appelman, Hügo Prys, célte ttt*
^aaniéfeöüb) genaattlt MaiTa Hans Pape/Ka- fryri Ksatfebakkers , Dirk Buygen ,, Nifeis Jakobze Zoctens , Aclf je Huygen , Jan Huy- gen, Wouter Heer Pauwelsz. (2.) ^Cfcöiji be Ceilö. üfeetV Auguiiinus Hoppen-
brouwer , ioaarbtgψ$ύιbarr b£fóegulieveHa* lumntft&en te %oben * / De goeböest geljab geeft ban Den ®2Uftfter/ Chnitiarius' Vèrmey , bet4^
fcgetbe ffoMten / 500 foeï ban Dit föSoofïeu op
ïftuegen/ aï$ ban feerfriteibe anbeee ïlioöfïer^ Die \ gtinner plaatje gemelbt.'sullen mMnJ tm te 3enDen : $A\m tog ïjier eenige giebelt raanersbe jet föegulieeeit .litfaoffer ban ftiiggéft Ojpïeberett/ $002 af ïaaten fog gaan Den fon1 6dat3t-fytef3df: foaar in berfcpèibe aanmer* Ren$-toaarDsge om|lanbigöeben bcemeïbt too^ Den* TjWe» naame der H. en onverdeelde Drievuldig-
heyi , Amen. Ter eeuwige gedagreriiilë der zake > Frederik door Gods genade BifTchop van Utrecht, Wy meenen Göde een aangenaaraen en behaaggelijken dienfl te doen , als wy het kloofterlijk leven daar het gefticht is, handha- venen: en zoo wel'het zelve als dieGode daarin * Prior in throno Si Maria Virginit ad S, MartinnmLo-
die-
|
||||
Ï õyp ç Å 0 % Í. 2.79
dienen , volgens den pltgt van ons harderlijk
ampt, voor al als'er de godvruchtige mildadig- heit der geloovigen de hand aan leent, tegen de aanrandigen van quaadaardige menfchen te befchermen. Dierhal vc iy het kundig aan de nakomelingen en aan de tegenwoordigendat de irj.Chriftus beminde man , en hooggebooren Heer Hugo van- HeenvUet , onder ons Bisdom woonende, door een y ver van godtvruchtigheic en liefde ontiloken , en met het verlof en den wille van den Doorl. Vorft Heer Aalkert, door Gods genade Paltsgraaf aan den Rhijn, Hartog van Beyeren , Graaf van Henegouwen , Hol- land, en Zeeland, enHeer van Vriesland, den rechten patroon en begeever van de Parochi- kerk teRugge in de heerlijkheit van Voorn, in de oorden van Zeeland, ook onder ons voor- noemde Bifdom gelegen j en ook met de toe- ilemmingen van Heer Jeban Niklaas zoon, Pa- ftoor der gemelde Parochikerke te Rugge, en van den eerwaafdigen en aanzienlijken Heer Johan van Montfoorde , Prooft en Aartsdiaken van Utrecht, welke tóeitemmingen in hunne opene brieven, die met bunnceigens zegels be- zegelt zijn, gemelde worden ; in welke brie- ven de toeitemming van 4en Paftoor aldus uyt- gedrukp ftaat. * na [c JanClaysCoon, Cureyt onfer Vrouwe ker-
ke te Rugghe, Doe kondt ende kenlic allen luden die delen brief fullen fien of horen lefeni Dat ie _gheconfenteert hebbè ende conientere mit defen open bneve Heren Hugbe van Heen- vliet metten Priefterendie daer toe vercoren fijn» * Bcze toêftcmming van 4co Paftoor ftond in de Nederdüic- $b£ttale alilus uytgcdroki:,, > S 4 ende
..... -. } %«#
|
||||
á8ï Zuidhol land sche
ende anghenomen hebben te ftichten ende te
oordineren in mijnre kerken ende opt kerchof vanden Rugghe voorfz. een Cloofler van Re- gulieren in allen manieren als mijns liefs ghe- duchts Heeren van Holiants brief begrepen heeft. Tot wilken Cl^oftere ende Convente voorfz ie ghegheven heobeende ghéve om falicheyt myn- re zielen den dienft van onfer Vrouwen inder voorfz kerken met finen toebehoren in allen manieren als icken ghehadt hebbe tot defen da- ghe toe , ende alle andere perticulen en vryhe- den die myn lieve Heeren van jHollant , Heere Hughe van Heenviiet ende Priefteren voorfz. ghe- gheven heeft, fijn ghefchiet bi minen wille en- de confente. InkenniiTederwaerheyden fo heb- be ie minen fcghel hier an ghehanghen , ghe- gheven int jaer ons Heeren 1403. op finte Ba- ven dach,ð U ■ ::'.·"- tf /''"' ■ 1 ■■'■..; ■■ ■ .'-1 ';'' ■--"..■''::>f"i ;,. * l l "■.'■ I' fi -■ \ * ·· *.*■'■* ■'*'■-
De toeftemming van Óen Prooil en Aarts-
diaken luide aldus .* - r ' ■W"y Johan van Montfoorde, ProoM en Aarts-
diaken van Utrecht, doen kond allen den genen , die den tegenwoordigen brief zullen zien; dat wy aan de (lichting , oprechtinge, enbegiftiginge van het toekomende kloofteror. genootfehap der Reguliere Kanonnikken in de Paröchikerk te Rugge, 't welk op het kerkhof der zelve kerke en eenige omleggende lande- ryen, in deheerlijkheit vanVoirne, in de oor- den van Zeeland, onder het Bifdom van Utrecht en onsAartsdiakenfchap, door denhooggeboo- ren man Hugo, Heer van Heenviiet, onder het zelve $ifdom woonende, met het verlof en den wille van den Doorl. Vorft Heer Aalbert, by Gods
■
%
ç |
|||
Ö õ D Ç TE DE Í. 281
Gods genade Paltsgraaf, (enz. als boven,) ter
baarbli'.kelijke vermeerderinge van den godde- lijken dienft gefticht en opgerecht zal worden» in alles en allemhalve , zoo als het wijdloopi- ger vermeld ftaatin den brief die door den eerw* Vader en Heer \nChrifiusy onzen HeerFrederik EiiTchop van Utrecht, over de gemelde itichting uycgegeeven is, en in welken brief de inhoud van onzen tegenwoordigen brief-van woord toe woord ingevoêgt is, onze toeftemming enme- deftemming gegeeven hebben; behoudens ech- ter het recht, 't welk ons inde voornoemde kerk van rechtswegen of volgens de gewoonte toebehoorde. Zullende deze onze brief ter ge- tuigeniiTe dezer zake dienen. Gegeevehin'tjaar des Heere duizent , vierhondert , vier , den vyfden das; van Maart. "OETZy kundig , zegge ik , dat de gemelde
Heer van Heenvliet tot Gods eere , en tot vermeederingvan dengoddelijken dienft, mits- gaders tot lof en ter eere van deallerh. Maagd en Moeder Gods Maria, en van alle Heiligen, op hoop van de eeuwige vergeldinge, en voor de zaligheit van den voornoemden Doorl. Vorft, Heer Aalberi, voor zijne eige zaligheit, en voor die van alle Chriftene geloovigen, zoo mans- als vrouws- perfoonen hier ondergefchree- ven, die hunne goederen door eenegodtvruch- tige mildheit tot het ondergefchreeven werk gegeeven hebben, voor die van zijne ouders en weidoenders; mitsgaders voor de zielen van al- le de genen, en ieder van hen in 't byzonder, van dewelke de voornoemde Heer Hugo eenige goederen ge-erft heeft , en voor dewelke hy gehouden is te bidden, voorgenomen heeft een S f kon-
|
||||
Zuid hol land Sc hè
|
|||||||
aSz
|
|||||||
Iconvent, kollegie, of klooiier yan Reguliere
Kanönnikken , van S. Auguflïnus order, in de voorgemelde kerk te Rugge , op het kerkhof der zelve kerke , en eenige daar om gelegen landen , te ftichtcn en in te ftellen : zoodanig dat de, Prior van't zelve klooiter of kollegie, én het" konvent , gehouden en verpligt zullen zijn altyd te hebben ten minfte vy f broeders van hunne order , alievyfPrieiters, en die hun ver- blijf geduurig in 't zelve klooiter zullen moe- ten liöuden , en Qode aldaar door het opzeg- gen van hunne kerkelijke Getyden zullen moe- teiti1 dienen : behalven dan noch de Leekebroe- ders en*Opdragelingèn: dan teweeten, als de goederen vaii het klooiter gróót genoeg zullen zijn ,óm zoo een getal van Léekebrotders en O^dfagelingén, indien zy 'er zijn, te onder- houden. Anderszins zal het getal van deze perfoonen, volgens de befcheidenheit van den Prlör'eö de Broeders, gefchikt worden naar de grbötè van de goederen. En heeft de Doorl. Vorit Heer Aalbert , Hartog en Graaf voor- noemd , in't jaar 1.40 3, den xo. vaü September, een zekere gunftige gift omtrent en óp de ge- melde .kerk· te Rugge r en noch eenige andere voorrechten , aan het' gemelde toekoomende Móófter of kollegie tbegeftaan. En in't zelve jaar ν dien 7, February volgens den itijl van zyn Hofi heeft dezelve Hartog, met eenige ande- re góéde en godtvruchtige geloovigen , zoo mans- als vrouws- perfoonen , die het gedaan hebbenden %-j, van September 1402 * en met * In't Latijn ftaat, tot twee mul toe, Donntiftx: 't welk
ik in deze betekeninge -weinig of nooit gevonden "heb. De gemeerce naam is donati. diar wy elde. s van g^fprökèn heb- ben , en daai ik niet andcis weet van te aiaaken als θ£- dragciingin. hertaalden ■ .,■..·' ρ»νΚ»ν: „u-s 'i ■- den
|
|||||||
den voornoemden Heer van Heenvlkt, dje hec
gedaan heeft op Saturdag na drie Koningen-dag, en die het allemaal volgens de befte forrrt, wy- ze , en rechrsgebruik gedaan hebben , als zy moeiten en konden doen, met een zuivere en eenvoudige gïfte gegeeven, gefchonken, ver- eert, en tot een zuivere aalmiiTe, en om meer andere redenen boven uytgedrukt, om dewel- ke de voornoemde Heer Hugo zulks geaaan heeft, toteen vafte gifte, voor de timmeraad- je, en ten behoeve van het tof koomende kloo- fter, of kollegie der Reguliere Kanonnikkeri, van 'S. Auguitins order, 't welk inde kerk en op hec kerkhof te Rugge , en op eenige omleggende landeryen, geiticht en ten deele opgerecht zal worden , en vorder voor het onderhoud,van den Prior, en van alle Reguliere Kanonnikken in't byzonder die daar onderhouden zullen woi> den, aan het kloofter, den Prior, de Kanon- nikken , en Broederen voornoemd gegeeven , voor eerft de voorgemelde gunitige verlcening; en vorder , de beneden uytgedrukte goede- ren, zaken, landeryen, erven, inkom ften, vruchten, en renten ondergefchreeven; zoo als die in twee brieven, die met het zegel van den voorn. Hartog Aalbert bezegeld zijn, en in ze- kere openbare akte ,'. die met het openbaar Cv gnet, en de handtekeninge van Judocus .... Clerk te Utrecht en Van Keizers wege opeft- baar Notaris getekent en onderfchreven is, en vorder in een brief van Hugo $ Heer van Heen- vliet, daar zijn eigen zegel aan hangt, breeder en nadrukkelijker uytgedrukt ftaat; waarvan de eerfte brief, te weeten die van Hartog Mh hsrt 'ζ van woord tot woord aldus luidt; S .. . , :; . ■ ,r , 1 :.ïioV .rrxj i ■ ...):;?.ί |
|||||
: ',.
|
|||||
ι
|
||||||||
*$4 - ZutDHOLt ANDSCHE
Al Êlbrecht, bi Goids ghenaden Palénsgrave op-
ten Rhyn , Hertoghe in Beyeren , Grave van Henegouwen , van Hollant, van Zeelant, ende Heere van Vrieslant, doen kondt allen lu- den: dat wy om falicheyt onfer zielen ende om Goids dienft te meerrein onfen lande, ghecon- fenteert hebben ende confenteren met defen brie- ve onfen ghetrouwen Heeren Hughe van Heen* vliet te funderen, te {lichten ende te maken in- der kerken ende kérchove te Rugghe in onfen lande van Voirn, een Cloofter van Regulieren, alfo hem dat nutfte duncken fal tot Goids eeren, ende ter befter oorbaer bi rade van goeden lu- den dies hen verftaen. Ende hebben voort den féïven Cloofter ende den Prior ende Convente aldaer alfulke gracien ghcdaen , voor óns ende voor onfe nacomélinghen als hierna ghefcreven flaen : Eerft dat wy na des Prochy-Pape doot die die kerke te Rugghe nu heeft, die felve kerke nyement anders gheven en fullen tot gheen- re tyt dan den ghenen die die Prior ende Con- vent voirfz ons daer toe noemen fullen. Den welken wy als ghifterder felver kerken daertoe voort reprefenteren fullen den Prelaten tUtrecht als wy tot hier toeghedaen hebben. Item heb- ben wy den felven Cloofter , Prior ende Con- vente ghegheven onfer Vrouwen outaer ende .dienft inder kerken voirfz. om dat te bedienen als behoorlic is, ende daer of te hebben fulke renten, nutfeapende vervallen als daer toe ftaen, endet ghewoonlic is daer of te hebben, endeiy fullen oec fulke vryheden hebben ende ghebru- ken voir onfen tollen ende in onfen lande als die Cloofteren vanden Regulieren te Eemfteyn in Zwthollant ende te Leyderdorp in Noorthollant van ons hebben. Voirt fo hebben wy hem ghe- gheven |
||||||||
O Ü D Η E Ö E Ν·' 2$$
gheven alfoedatan onscoomt alle renten, vruch-
ten ende vervallen toebehorende der tymmerin- ghen ende den edificie der kerken te Rugghe. Ende des fullen fi voor hen ende onfe buere al- daer die felve kerke in goeden rake ende dake houden als daer billiken toe behoort. Ende want onfe meyninghe ende wille is dat alle defe voirfz punten ende elc bifonder vafte ende gheftade ghehouden werden voor ons ende onfe nacome- linghen tot ewighen daghen in alre manieren als die voorfz itaen fonder arghelift , behoude- lic ons altoos onfer heerlicheyts ende enen ye- gheliken anders fijns rechts. Soe ontbieden wy ende bevelen örifen Rentemeyfter, Baeliu, Scou- ten, Scepenen, Rechterenen Dienftluden over al in onfen lande van Voorn ende ilcde vanden Briele ende daren buten , die nu fijn of namels wefenTullen, dat fy den voorfz Cloofter, Prior epde Convente in dcfen punten ende gracien houden ende fterkenvan onfer weghen ende hem van onrecht befcermen. Ende waar yemant dié hen hieren boven enighe laft, hinder of moy- nifle dede, dat willen wy dat onfe voorfz dienil- lüdenaen der overhorigher live ende goede alfoe corrigeerden dats hem een ander tot ewighen 'jldaghen hoeden moghe. Waert ooc dat die fel- ve onfe dienftlude in defer correótien verfumelic of ghebreclic waren , dat wilden wy aen hem felven herhalen als aen den ghenen die ons van onfer heerlichcden verminderen wilden , ende van onfen ghebodenniet en hilden. In oorkon- de defen brieve befeghelt met onfen zeghele, ghegheven inden Haghc opten vier ende twin- tichlien dach in Septembri # int jacr ons Heeren 1403. Hier
|
|||||
*
|
|||||
286 ZüIDHOLLANDSCHE
Hier nevens ook de inhoud van Hartog AaU
kertj tweede brief; Δ Elkecbt, bi Goids ghenaden Palensgrave op
ten Rhyn, Hcrtoghe in Beyeren, Grave van Henegouwen, vanHollant, van Zeclant, ende Heere van Vrieflant , doen kondt allen luden: Datwy gheoorloeft endegheconfenteert hebben onfen ghetruwen Heeren Hugbe van Heenvliet een Clpo.iter te ftichten ende doteren binnen onfen lande van Vopirn, mit anderen privile- giën die wy hem daer toe gheghtven hebben, ghelyc die principaelbrief daer of inhoudt in defer manieren , dat die Cureytdie ons die Prior met den Broederen toefenden fal, ende wy voert prefenteren fullen , een waerlic Prielier weien fal ende gheen Broeder vanden Cloorler, ende fijn inftitutie, proclamatie, officiatie ,abfentie, p.recarie , ende alle anderen faken ende punten die der Heeren recht van Utrecht toebehoren altoes aenden Heeren; van Utrecht verfoeken fal, in alre manieren als ander Cureyten vander kerken te Rugglie hiervoormaels ghedaen heb- hen. Voort fo iit onfe meyninghe dat die Prior noch nyement vanden Cloofter enighe privile- giën impetreren en fal vander Curen weghen,,, die der Heeren van Utrecht jurifdi&ien in ent- gher manieren tjeghens draghen mochten, In oerkonde delen brieve befegelt mit onfen, feghe- Ie, ghegheven inden Haghe opten fevenften dach in Februario, int jaeronsHecren 1403.11a dm loop van onfen Hove. De ingeftoke brief was van den volgenden
inhoud: u
|
|||||
%*> .
|
|||||
Oudheden» 287
In den name dei Heeren, Amen. ïn 't jaar van
's Heeren geboorte 14.0$, 'in de elfde indiktie, den 24* der maand September, op of omtrent het uur der Vefperen, in het 14, jaar des Paus- doms vanonzen allerh. Vader in CbrifluSj onzen Heer Bonifacius, by Gods genade den negenden Paus van dien naam, isvoormy, openbaar No*· taris , en voor de onderfchreevene getuigen, die byzonderliik daar by verzocht en geroepen waren , in eigen perfoon verfcheenen de Doorl. Prins, en de eerzaame Heer, Hugo "jan Heen" vliet, vermaard Ridder, begeerende en hartig- lijk wenjchende te zorgen voor de zaligheit van zijne eige ziele, en voor de zaligheit van de zie- len van zijne voorzaaten, de Heeren van Heen- vliet , door opene brieven vertoont heeft de volkome en vrye toeftemming van den Doorl. Vorft en Heer, den Graaf van Holland, Zee- land, Hartog * van Henegouwen, Ooltvrieiland, en Paltsgraaf aan den Rhijn, bcneffens de vol- kome en vrye toeftemming en medeftemming van Mijnheer van Luik , Graaf van Loon, en Heer van Voirne , zijnde de gemelde toeftemming meteen groot, rond, en amen- tijk zegel bezegeld , en zoo als ze uytgedrukt itaat in een byzonderen brief; dcnwelken ik zeer dikwils gezien, van woord tot woord ge- leezen , en zeer wel verftaan hebbe. Welke brief aldus begint: Aelbrecht, bi der Goids ghenaden *, en aldus
eyndigt: In oorkonde defen brieve befeghelc mit onfen feghele , ghegeven inden Haghe op ten vier ende twintichften dach in Septembri, int jaer ons Heeren 1403» * Zoo ftaat 'er ia 't Latijn ; hoewel Henegouwen altiji
voor een Graaffchj|> is gehouden, Fm&alder. In
|
||||
1%$ ZüiDHOLLANDSCliE
In welken brief de voorn. Heer Hartog en
Graaf aan den gemelden Heer, Hugo van Heen' vliet, uyt een zonderlinge gun ft toegeweezen en gegeeven heeft zekere plaats in de heerlijk- heit van Voirne, te weeren in de kerk, op het kerkhof, en op eenige omgelegen landen in Rugge : by welke plaats wy zuiverlijk en een- voudiglijk om Gods wille aan den Prior, en de Broeders, die daar zullen koomen, overgeeven den kerkdijken dienft van de H.MaagdMizn#, dewelke geplaatft is in de kerk van Rugge, en jaarlijks in zekere en jaarlijkfche inkomften be- draagt zy. Holl« ponden, benevens alle de ande- re inkomften, profyten, en vervallen, dewel- ke het gebouw en de timmeraadje der voorn, kerke toebehoorenj het welke alles, zoo als ik nauwkeurig opgetelt hebbe , aan jaarlijkfche renten bedraagt 50;Holi.ponden. Waarom de voorn. Heer van Heenvliet, begeerende en har- tiglijk wenfehende, op de plaats die hem door de gemelde Vorften en Hceren gegeeven en toegewezen is , en dewelke daar toe bequaam en welgelegen is, ter eere en tot lof van Godc en van de allerh. Maagd, voor zijne zaligheit, mitsgaders voor de zaligheit van zijne huis- vrouw, en van iijne voorzaaten, en vorder tot voortzetting van het goddelijk werk en tot hulp van denellendigenftaatder menfehen, eenkloo- iter, vergadering, en konvent van Reguliere Kanonnikken, van 'S. /lugnflinus order, te bou- wenen te ilichten, het voorn, kloolter met zijne medehelpers met genoegzaame inkomften heefc voorzien voor vier of vyf Broeders en hunne dienftknechtcn: en hy heeft voor detimmeraad- je, voor het gebouw, en voor het onderhoud van den Prior en van de Broeders gegeeven en ge-
|
||||
*
^efchot^n 2<r. HölJ, ponden, dewelkeyo^raltyd-
d μ uren$e, renten zullen;veiftrekken , | en jaarlijks ter» 'ïcii^igen.i tijde ontvangen^ kullen t worpen ρ jjt' \$'.. geméeten, laqds, of daar om"tfpt $ gële- fren- onder de ^||iffiiértvpvoirne i Jazeker*;
andmer&è , genaamof^Kyèwe Hè^éy^eter^^ be'zdiikiV, zijne \VOonfi;e;de: welke; ij. gemeet|e$ Ji^ gekocht heeft tym\Jacoht van, pleeshyk $ *ep heeft hun öok verlof eegeever» ρ$ι.dé gemelde inkom{len tot ^j^f^E^ f^p^miWM
te mogen verrqilen tegen gelijke of betere in* kpmften: Zoo als in een byzonderen"brief, di£ rnet zijn eigen zegel bezegelt \i,. jxytgedruku \'J!j(ockkécfa &&φτ%οάαη, ffiifkwfz·.101 t*et
onderhoud van de voorn. Broeders! gegeeyen f gj, lynen ïahds , gelegen,in de heerlijkheit van Voirne} in zeker * hndmerk genaamd Lodders- ïantVaan welke iynen,^an de doftzyde, gele- gen is dé dijk: wordende het naaftgelegen land aan de weft zydé in eigendom b, ezeet en by des- zelfs broeder Boude/wijn. Noch heeft ,'hy ge- geeven 8. lynen lands,. die hy.gekocht heeft Van.zijn broeder Boudcwijh j en dewelke in d& zelve landmerk gelegen zijn. Noch een gemee- ten lands, gelegen in zeker landmerk, de Stry- pe genaamd. De eigenaar van het naafie lana\,f aan de, poitzyde, is ÏVïllem PPillemfz. koopman ί en aan.de weiizyde Willem jahbs/z. / Noch ^. lynen lands , gelegen in zeker landmerk ge- naamd de Lek.' Noch tien Holl. Schellingen 9 , f lp 't Latijn fta?t 8. Umas terrarton, maar iirde Fuitfcik
brieven ftaat dikwils lyntn latylts j en dat wooiil sul ik bier behoukjetn fertaaldtr, * In 't Latijn ftaat m prtih : maar ik vófg in de vertak
linge van het woord pr&diurn de Duüfche brieven, Au 't Sidvtf Üuiidfchrift ftaande, dewelke óy die wyzciprcckeo, VtrtxnUht. Τ &$*
- fvi.»
|
||||
f
2φ Ζ \η D i Ó L ϊ, S ND S C HE
dewelke iaarlijks %r|? lijneniands by de Oüdö
Put getrokken zullen worden. Noch Heeft hy gegeeven twéé Hoilandfche pondene jaars5 om Sewelke' të Ifoopén fty ten pverftaan van my ISfotarfc ondjérfchreeyeu, en van den Heer Hugo van Heenyliet \ zekere penningen heeft opge-. fchoteiv fcioch twaalf ponden Hotlandfch, de- Velke zijne rnbedcr hem gegeeven, en op vier gemecten ïands, in de landmerk Loddcrfland , geveitigt en aangeweézen heeft : naaft welke gemeeten, aarfde ooiïzyde, gelegen is het land, 't welk' 'Hügo') Jan fys zoon'''bezit 5 en'aari' de weftzyde het iand, dat by Jakbb Jongerszoonbè* zeeten word. En ikNotaris.onderfchreeven^dë femelde ïnkomftcn, die de voorn. JohanWil'
mszoon gegecven heeft, nauwkeurig opgere- kent hebbencfè, heb bevonden dat dezelve in-. derdaad bed raagen 30. Hoilandfche ponden, zul- lende ten eeuwigen dagen tot jaarlijkfche ren- ten verftrekken. Noch heeft een zeker eerzaam man, met name Gtrrit appelman, aan het ge- melde kloöfter en konvent gegeeven zijn eigen huis en woonftede , gelegen by het kerkhof; en 9 zoo als ik uyt het dadelijk gezigt opge- maakt hebbe, jaarlijks waardig zijnde tien pon- den Hollandfch. Noch heeft hy aan het koft- vent o ρ zekere erve, daar Hugo de Lam (vandér Laan) tegenwoordig op woont, beweefccn 30. Hoilandfche Schellingen; Noch 30. Holland-, fche Schellingen jaarlijks, en ten eeuwigen da- ge, op de erve van Johan Bytgens. Noch twee Holl. ponden jaarlijks op de erve van Klaas Boe· yent Noch 30. Schellingen ten eeuwige'h tydie in den Ouden* Hoorn, op zeker land, by.de kerk gelegen, en in huur gehouden by Hugo Pieierfz. De gemelde inkomften, door den voorn. Heer Ger~
|
||||
^erft^jge^efee^ en door my Noïaris offdcr-
fchreeyen nauwkeurig" opgeréfcerit, zijn bevon- den aan zekere én v'aite ja^rliikfche renten" iè feedraagèn ip ponden Holiandfcn, Noch heeft èefser iparf, Hugg Prp genaamd) aiö het gc- melcleKiooié^r €ή Icoiivent gègeéven |es ponden Hpflaxidfeh eeuwige renten, én dezelve bewee- zen op drie gemeeten lands in 0οίϊland5 gele- gen,· dewelke by yplkontentlijk en met vryén wille aan het vöofn. kloofter heeft; gèfchonkén. fioéfi heeft zekere eerbaare YróuW>MaffjeHau 'P'apèn genaamd, aan Ket zelve kónvent gègeé- ven twee gemeeten lands \ geiégeh in Bechock by den Brief en jaarlijks ten- allerï tijde waardig 4, popdén Holliandtch. Noch heeft zy aan dat korivenc voor eeuwig, én altijd gegeeven twee ponden HoUandfch j enheeft dezelve beweezen op twee erven, in dén· Briel by de markt gelegen. Noen,heeft Katrfn^ Éaarffeb akkers dochter, aan *tzelVe kloofter voor eeuwig en ajtijdgegeeveri twee WölÏandfché ponden op zekere erve, in den Brtiel benevens het Gafthuis, aan de zuidaydéj gelegen. Noch heeft Dirk Buigen gegeeven 3,0 fchejlv jaarlijks, en dezelve beweezen op zekere ianderyen by den Briel gelegen\ Noch heefjC Êtaas toeten y Jakotis zo'on, jaarlijks en voor al- tijd gegeeven ie H<>11. ponden, iïaande op ze- kere erve , daar een broeder van Het kon vent tegenwoordig op woont. Noch heeft Alyffe Hui- gen jaarlijks en voor altijd gegeeven vier Holt ponden, en heeft dezelve beweezen op anderhalf gemeeten tetfds, gelegen in &'ieuw Rokaénge. Noch. heeft Jan Huigen aan 't gemelde kloofter gegeeven een gemeeten lands, ii^Ruggeby het kerkhof gelegen , ëh;' jaariijk-S opbrengende 30 fchell. HoUandfch. Noch h?eft Wou'tcr Hèer\ Τ 2 Pau-
m. ,
|
||||
2Q% Zu.IDHOttAJSnSRHE
Pauwels zoon,, aan't kloofter èecccven 8, potir
den H( llandfch jaarlijksy; dewelke de Harrpg yjjii* Holland hem gegeëvèn' jieefc voor f zjjn«♦. i Dé voofnoeöiideinkomiien, aan het gemelde klóoftér gêgeeven en tóegf weezen, door fny Këtifis ^j^j^l^nrrfit^^Kéqir^ ópgerekend ëtl tot eéne fómrrie ge'fcragt' ztjrièe , hebbe bèvorir 3cn dat dezely^, indien wy dé Höllandfche pon- den in GelderCche guldens Veranderen , inder- daad aan jairlijkfche en\ attijddüurende reritèd bêÜraageri, i)*4. guldens. , De gemelde landgoe- ctereri, en renten en inkomften yanlanden, dfe door de voorn, befchéidcrie mannen, doorluch- tige Vorften , en eerbaare Vrouwen aan 't ge- tneldë klopper Jen konvént dus gegeêveh , be- ivéezen, en vereert zijn, door my openbaar Nör taris hier .onder gefchreeVen öpgerekend, en'dé ^Hollaudfche ponden tot het goedmaaken van de éprekeninge in Gelderfche guldens verandèfi zijnde , zoo heeft de voorgemelde Heer Hugo van Heenvliet'/Verzocht dat ik, openbaar Nota- ris onderfchreeven , voor hem daar over eche öpenbaare akte zoude maaken. Gedaan in den Briel , ten huize van den Heer Gerrit Niklaas- zoon, DenefFens het kerkhof; in hetjaar, induc- tie, maand r dag, uur, en Pausdom als boven; In de te^enwoordigheit van de befcheidene. éfi eerzaame mannen j Heer johan Niklaas zoon ^ Kanonnik in de Brielfche kerk, en.Paftoór van Rugge a* Heci Pieter Miklaas zoon , en Heer Joban ηitlems zoon, Priefters; dewelke, als ge- *$&ί .■·' ύi''t"*"' ft'''.'''"' '2Π j'■ ! t'\~jul ) ■ - _'t(\. '·''".
* Zoo ftaat'er in't Latijn : 'tïyom dat Graaf AaIbertoo|c Harrogwas: 'tzyom dar de eernaarnéu Van Hartog en Graaf 'iomtijds over en wier, en in de zelfdeSjetekerringe ,· gebruikt Woide. VtYta.ald.cr, · :">* : ,· ; ·*: ι , t In 't Latijnftaat adfuivtte otvheducium; miffchien, voor
zijn leven, loof-
|
|||
3 i-o w is vrf #^ w s " i^·
loofwaafdige getuigen', byzondcrlijk^daar êy
geroepen en ontboden waren. EnVikjüdocüs Nt* klaas'zoon. Klerk onder hétBifdörö v2n Utrecht éh van Keizers wege openbaar Notaris ;5 dewijl ik het geeven en vereeren van de voorn, goede- ren, als het op de vöorfchr* wijze gefdiiédë!eri gedaan wierd, benevens de voorn, getuigen by·- gevv'oiint hebbe -y en al fes op de verhaalde wi f&L heb ziért en hooren gefchieden j ΐοό hebbe daar over deze tegenwoordige akte, die met mijne eige hand gcichreven is, opgeftete ,afgekun* d'igt, en tot deze opénbaare forrn gebragr;-· O^H heb ik , des verzocht ert: gebeden zijnde-, en tot oirkonde en getuigeniiTe van al het boven-* (taande , dezelve met mijn gewoonlijk en gé*· bruikelijk zegel en eigen naame ondertekent ,if .liiiflfiwi I m '-ü'nmi
Dë}bnef van Heer Hugo van HèênvUet luide
gelijk hier onder volgt: TGHughe, Heer van Heenv liet, makekomk
ende kenlic allen den ghenen die defen brie? fulleri fien of horen Icfen y dat ie puyrlike otfl Gode* in rechter aelmiflen ende orri falicheyt inanre zielen hebbe gheghevenende ghevenfit defen brieve voor mi ende voor mine nacotiie·* lmgher* den huwen Glooirer van Regulieren, dat mén (lichten ende funderen ial té Rugghc^ töt haerre lyfneer ende fuftentatie vyf en twïn- tichpönd Hollands ïsjaers in cweliken erfelikeri renten te betalen alle jare op firite Manyns daCh inden winter :-des «beghereUd van Goïds we* ghen dat die Reguliers vorfz mijns, mijns wijfs, allen der Heerén en Joncheereö, Vxouwen éndf Joncvrouwen die teHeenvlietgheweeft hebben ende, noch hier hii'maels wefen lullen, ghcdenc- T 3 kenifle
|
||||
^4 Æõ iiy&0%,L á$ü$ epv
fe^niflê cede mPfflPïfc .dpen a}s ie I^aerr^ <<QW
fekneje bgtrpjuwe) endehen dunektopfêr welei* zalicheyt tg loeien5 we%e ren?en v°onf£, ie 4&$ ^ppfter endg d?n Reguliers vpirfz, yerfeker;
h$bbe op dat lgnt dat ie cocfrte in nu we HeMe? ygeterlafct, jegben J&eob ygu Bleefwyc an d^ zuutiïde van ruinen lantbufe Jegghende» endeif grpoj: der-tien mete luttel meer of min, up wek Ignt defe renten eweiyp vgfièkert fullen. bljven^ f£fl ware pf ie qf mine na^omelingben defp ren-? tpnlpiienj regheven v©Qr eiken penning tjen, Ö f Jap ie ©f mine nacpmeJiugen defe re nten yeiv
fekerde pp ander erve of renten , fpe foyde, dl? Lint yoirfz daer pf yry wefen *, In keuni/Te der waerheyt fp heb ic defen bn'ef befegbefc %&% minerj ftgfeele int jaer ons peeren 140^.. des fg*
terdags na Domini. ' Welke goederen ,, §m de ypprgemeide: be-
weegredenen , aan 't toekomende en nocb te ftichten kloofter gegeevenen beweezenzijn,op &£ de pripf,. de Reguliere Kanonnikken en de Pfoeders ypprnpemd s de zelye te" eeuwigen lijde £ñéöç hebben^ bebouden, bezitten^ en f pc bun behoef en het behoefv%n het kloofter» j^vprders tot hun eigen or^eilhpy.d^W^eg ojngempeid &pu4den mogen befteeden, rBierpiï)is het das de yoas% Meer $t@t by
ons wegens het boventande dpar onophpuder lijk bidden aangehouden heeft, dat het pns jic*· Jieven mqgr de gemelde gifte toe te ftemmen $ dezelve goed ie keuren, en welgedaan, ø ver* klaarenj %op een lplfelijii gpdyruchtigeiliiqff * Hier ftaat ïp 't Latynfche bantlfijKrift op de kapt in 't Laryn
sjangctelkent: j's te bemer^n dat dé Heer Ff ugo de\e tnl^mfien in %ijn leven afgekocht heeft: en %?l ntngem bevonden warden $f£ wj $4â tfimg Éö$ bVfflk, 'i Wik1** ty&kW* keef},, dadig
- ■'
'1. ... - |
||||
dadig voorneemcn vanden voorn.,Heer JHu§9
r,ot een gewenfcht. en behoorlijk ein^le te bren- gen > mitsgaders de iiichting en pprecbting valt het voorn, klpofter door ons ordinaris gefcag te beveiligen. , pfni3 ; ;j- Zoo is het dan dat wyy hebbende het boven-
fiaande en i 4e ingevoegde brieven alvorens ry- pel ijk overwogen, terneere ygn derLAlmogen- den Godt, mitsgaders{«gη deszelfs Moeder dé allerverhevenfte Maagd ^/λπ« y en-ysui aHe Hei- ligen, goedgevonden hebben Δ& bede/ yan den, voornoemden Stichter in te willigen. Waar? omme wy de kerk , het kerkhof, en de daar aan paaiende plaateen , q1® gebouwen dié daar op getimmert zuffeti , worden , ep de jaaflijk- fcbe inkom ften die boven beiehreeven ftaani en zoo als ze doorde begiftigers en den Richter voornoemd vereert en beweezen zijn**,;!» 4e plaatze en op den naam van de .Reguliere Ka* nonnikken van S. Augufiinus QtjkpTi van nü af aanneemen en ontvangen: de yoornpemde ftich- ting en opreehting voor aangenaam en welge- daan houden, en in «Gods name.döpr den w? hou4 yanden tegenwpordigen brkf^eye{$igen$ en geeven aan het tóoofter en de, Reguliere Ka- noönikken uyc en altijd~duurend£ ;en Eüiveré gpedjonftighcit: verlof om de gemelde goederen^ plaateen, en inkoffiften tebeEkteni mitstfatd? Prior , en de. Kanonnikken of Broeders van 't zelve l^loofter,gehouden zullen zijnom, onz$ y^orzaatcn en ^ïazaaien de ge^eczene; of toer J^pmende Biflohoppen van Uiirfce&t t mksga- dgp onze Kerk ei* haare Sta;ate% fa hunne ge- beden voortaan te bedenken: en jeiadelijk de &erk en het kerkhof voornoemd,.'Bjusgadeilsde geelde plaatse** m 4cgebouwen dienaar op •CiHj T 4· Sezcc ι
|
||||
i$>6 ZuiDHoit A'trösWiiE
gezèc zijn; of in 't toëkoomëndc gezet zullen
worden1, tot een kloöfter voor een Pridr én voor Regiijiere Kanonnikken van S. liugufiinui order- aanftellen en oprechten ·, behoudens dat *èr!itt de gemelde kerk van Ruggen, voortaan;en ten eèüWigén tydc, altyd zal zijn | zoo als 'er te- genwoordig reeds is, een wërèldfch Paftborj dewelke iiralezelvè kerk oj? zöo een wyze j als boven irtideri ingevoegden brief van Hartog Aalberi nadrukkelijker ijytgedrukt ihat% zal in- gëhuldt'worden: de bezitting van de voor- noemde jaarlijkfeheinkömftéh, goederen, fan* deryen, 1 akkers en velden \ weiden en beemden % boiTcbaadlen', broekliiiiden \r ftaande wateren% viifcheiiyèn % "jaargelden , lofleen vafte goede- ren ,«* er)-randere zakett j zödaanige als aan 'den Prior éb' hettoékoomehd klböfter, het zy door 4e miktadighëit der geloévigën^ het zy wegene «enige -andere rechtmatige -''tytéls, toebehooreri ïaullen, ten behoeve van den zelven Priorert de afëlvê Reguliere Kanonnikken uyt zekere ken- niiTe goedkeuren; en vaftftellen dat de goede- ren en zaken voornoemd 'Voortaan geefteÜjke goederend zaleen ztillen zyn'";.* en dat dêzelVö góéderéri? én zaken , mitsgaders hét gemelde Mööitërszelf, even eens-gelijk de andere kloo- ilefs van ons Bifdom ,* en ©bk de Prior éh 'de: Broeders Van *t zelve klöbftir, srnóëten ^hebben en genieten een altydduurende vrydom..· ^Θοίε begeerert Wy^ en wv ördófiéeren door den in- houd déZes^ dat het VóöVnV^kjoftèr tén'eëuwï- gen dage verbonden zal zyiiimet^nêtklooiter van Windéshem, inónsvdóffcBifdomgefegèn^ cn onder net "Zelve zal 1 iriaV; '<Μ da^hefê^oöK verbonden Zal zyn met de ahdèVë tóéofte-f-Sf idiè ftier. hét vóortii kloofter - van WindesheÜPWQ |
||||
" OtiDHÉDBii. 29?
bonden zyn, en onder hetzelve ftaan. Zodaa-
nig dat de aanftelling en beveiliging van den Prior, dié het op zoo een tyd weezen zal, en deszelfs afzetting, mitsgaders de fchouwing en beftraffing van 't ganfche klooftèr, den Ovèr- ften en Broederen van de gemelde ldoofters , en hun algemeen Kapittel 5 zal toebehoorend en vorders dat het voorgemelde klooftèr4 in alle toekoomendetyden dezelve voorrechten, vry- dotrimen, gewoonten , en ftatuiten , én ieder van dezel ven in 't byzonder, zal genieten > die de andere kloofters en konventen derReguliepé Kanonni kken van S. Augufiinus order , in öriÜ voornoemde Bifdom, genieten : zoo nochtans dat het recht van den Ordinaris over de gemel- de Parochikerk, en ook het recht van alle an- dere pérfoonen, in zyn geheel zalblyveri. Öok geeven wy 'er verlof toe dat onze Wybiflch*of> in't toekoomende, ter behoorlijker tyde en all de zaken in ftaat zullen zyn , zoo dikwils alsi Hj daar toe verzocht zal worden, de kerk (behal- ven die reets ingewijdt is) de outaaren, tiet kerkhof, en de vordere plaatzen van 't gemel- de klooftèr zal mogen inwijden: en hébbenwy,, ter getuigenis der zake, deezen brief aan hun Verleent. Gegeeven en gedaan te Urreèht \ in ?fc jaar na's Héeren geboorte' 140J. den fefden Tran de maand Maart. ~r ■"' *
®an boïgt 'er een ojief ban tteitscïben %ψ
fcgog Frederik ψ in tien töetlten go tien tothfr inenöen ty#ni m Set nönbent tefuujge beelof geeftOmljttfyuig banGerrit Appelman, irt itètt
ftieötingfytefberrneïö/ teberftoopen> en öe
penningen/ bieöaac bantamten/ totgero^ bpntoen bmi't feïoofiec tebef&e&en, Τ f Wan
|
||||
£q8 Zuidholι,λνρscη ε
©aat ttaboï#'ereeirb#'enbeIp bet'b^ö tu£
ffcjen ben ©afcooj ban föuffljciiaanbeecuc/ en öén^iDjban'tbua^noiin&enïoofïeraan öe au# bere Sant i&ct öegeïfïöat be 3|eet* johan Niklaas 30jm/ ipp ban be j^acocgt-fterö te Λο/ ΠίΠ/ etiS^Oeta Theodoricus van Leiden, Φ-
Serjïe hm 't 0etneïbe l^IoofÏet? / iwe booj 30«
&onbe»t baat? toe aemastigt im$/om bLjeben$ Mie / in om aïïe ïuraïteeïen en ttojfïen tuffeï)en ïjen en gunne «ajaatcn te boo$oomen / mal· fcanber op be boïgenbe toijse berfïaan geöben· peÖyerfte of Prior, en het Konyent, zouden
alles en ieder in 't byzonder dat hpn gegeeven, fereért of by uyierftcn wille befproken zou wor- den , vryelijk en volkornentlijk genieten , en zpnder iemands tegenipraak tot godvruchtige gebruiken beffceeden. De Prior of Overfte van *t zelve Konvent , zoude doorzien zei ven of Üpor eenander bequaam Priefter, de biecht Ηΐα* gen hooren van zijne Broeders , bekeerlingen, opdragelingen» huisgenoten en koftgangers^ en Joude hun , zoo dikwils als het dienftig zoude 'iyïj...» heilzaame boetpleegingeö mogen yno^ fchrij^en, en de kerkelijke Sakrarnenten bereeb- fen.Qok zoude hy het zelve in doods nood r&ogea <3oeh[aan de vreemdelingen, en buitenlanders, de \veJk? onder de gemelde Parochie noch niet be- hoort hebbende, in't gemelde^looHer aangekor men waren. En die zouden daar ook zonder eenige tegenfpraak van wegens den Pa&oor, Onder-Pa- f|öor* of van wegens hunne aanhanger^en &οφ· lier den ΡώίΙοοΓ iets van φ ©Ö^-pe^ingen fè betaalen, of Hem eenige rekenfehap van die ©£· fer-penhingen <af yan iec diergelijfo ie geevenf tègraaven mogen worden. En in gevalle eenige ï*arochiaaneii 5 oadcr de geaaelile Baroeoi-kerk |
|||||
--------.......-- — ———^*————■—1^^—Μ_______:
|
|||||
tiO V Ρ Η S Ρ. $ Ν, 2$Q
Jbfihoorende, bet voornoemde jfloofter tothunr
vm begraafplaats gekomen riadden > dan zouden #e ofe-pomingen, dewelke zy ter gelegend* heic van het lyk zouden ontvangen , tuflchen den Paftoor, en den Prior of OvérJJe voornoemd| gelijkelijk gedeelt moeten worden. "En daaforri ^puide de Prior of Overfte van't zelve klooftqr aan den Paftoor der gemelde Parochi-fcerke, ea aan zijne nazaaten, jaarlijks op den dag van S. /fan den Dooper betaalen vier Hollandfche fchel- lingen, garigbaare munt. <&t$ fyttft be bOp£* «oembe§afiaoi affmnb gebaan Dan alïeanbe*
re vtcljtm en infiomfïen / bie Μ ban 't sefoe lüoufttvte bodeeen §ab/ of ra τ toeiioomcnbe te bodeeen mogt jjeöben. <$n $Mm be mb igen taebersöb^/ booHicö welben fnboö^ljnni' W na3aaten/ jtfegtigïpfcefoofL* bat3g Utxm* o^ag m gaebée trouto* fwtp onberöouöen. #oft öiööen 30 ben SWcJop Frpderirus bat'öet Jjem öeïiebe bit berbjag booj sijn djbineng? ge* 5a0 te bebeffrgen. €n $ W aftteban 'mmn U f$Qtteebam/ ten jjufte ban Jakob Gerrüt 300η gete&ent in 't jaar 1406. &aae op $ get boojfcïfêeben beifyag mty in 't
Selbe jaarboojbengemeïben ^iffcöapbebefïigt: We Jnn / in bat eigen en 3eifbe jaar / ooit booa een open fyief berïofgegceben öeeffc om belan* Jeroen en infcomfïen/ bie jjun niet mi gelegen foaeen/te berftoopen of te betfbtffeten* ,p|aae $t roogten 3i? niet boen sonbeebeneaabentoe* fïemminge ban ben fïiefjter / ^tct Hugo van Heenviiet: op Wen? gebjiflfe be 1$ί$φ$ aïïe$ I#at aanftoomen* $o$ei$ E 'ee oofc in be $aroe&f-ftó& ban Kapeiia
Hngge/ op't ontaac ban be fjïïerü, $&aagb/nycn· eene $tóg gefïic&t booj ben meer gemeiben |
||||
3 0Ö Ζ V Ι DH 6 ttAN D S C k E
tafïöfJJ johan Bi klaas 500«, %i€t tïèimtg Ut
\0\M^MWfif M* öet Satijn fcettaaiö: ^ooal^Öie in't iJOü^emciöè !ja!iii-fcii#t tot Öetl i|^ HoppenbrouwerljantoOO^ tOt töOO^Ö
te tóen (iaat.
Tn den name de§ Vaders, ende des Zoons, en
des H. Geefls , ter eeuwige gedagteniflè der zake , moeten alle de genen, die den tegèn- woordigen brief zullen zien , kundig zyn ddt xkjohanNiklaas^oon^ Prieiter van het Utrecht- 'fcHe' Bifdorn,' tot éeri hulpmiddel vooralle my- jiezonden, en voor de zaligheit der zielen van Riyne "ouders en weldoenders, ter eere van den Almogenden Godt en van de Allerh, Maagd en Moeder Gods Maria , uyt de goederen en ih- korqften die beneden uytgedrukt ftaan , in de Parochikerk vanRugge, óp't öutaar van dfe AHerh. Maagd Maria, opgerech t geilïch t en Begiftigt heb eehe altydduurende kapellany, om óp de onderftaande wyzjï bedient te wor- den : en dat ik dezelve door dèn tegehwoordi- gen brief oprechte én (lichte op de volgende wyze en voorwaarden. Voor cerft begeere en ofdoneere ik dat de begeeving van, ofde νσοΐ- ftelling tot, de gemelde Kapellany rnynen bröè*· der Jttdocus Niklaas%oon\ Priefter\ zoo lang als' ¥Jjy leeven zal, én nazyne dood ZynènaRfteeir^· genaamen, den een na den arideren .," ten eeu- wigen tyde zal toebehoorjen. Nóch begeere en orc^oneere ik dat Meefter Cbrifièph'oriïsde Motta\ denwelken ik, zóo als beneden gezegt zal wor- den, daar toe voorgeUelt hebbe, deze kapellany, 2oö lang als hy leeven zal, zal mogen bedienen ter pjaatZe daar 't hem believen fal,en beft gelegen zal toornen; zodüanig nochtans dat dezelve Kapel- lany |
|||
lany na zyne dood door den Regent der Vi«^
karye^die het dan weezen zal, in de voornoem- de kerk van Ruggen, en op't gemelde ouraar^ zal rapeten bedient worden. Vorders heb ïfc 'voor een vatte inkqmfte van deze Kapellany, en tot beqüaam onderhoud van den Regent der Ka- peUanye , 0e volgende goederen aan dezelv^ beweezen; die ik haar ook mies deezen bewy- ze. Voor eerft drie eemeeten lands, met ee» halve lyne %. dewelke in oud Jvokange aan de we ftzyde, naaft de landeryen van Jachtr Wmfa Simons weduwe , en aan de ooftzyde naaft, dé landeryen van Dirk, ^anfzoon gelegen zyn: noch ter zelve plaatze derd'halve lyn y zynde bewe- lien de landeryen van Jakob Élap^ en beooften de landeryen van den Kanonnikvan Ooftvoorn gelegen : noch twee gemeeten in nieuw Ro- Jkangei dewelke weilwaart, tegen de landeryen van Hendrik Hugooszoon, en obiiwaart tegendip van Jan Hmdrikszoon van Schouwen, aanleggen. JNoch ter zelve plaatze vierd'halve lyn, leggen- de ooilwaart tegen de landeryen 'van Reyer Wifc lenfz. en weftwaart tegen die van JariBüh (Bws). Noch inNieularid vyriynenï dewelke poftwaaft naaft de landen van Kolyn Mont% en 'weftwaart naaft die van Willem Gerritfz. gele- gen zyn, ïsioch ter £tlye, plaatze anderhalf gc'- ineten, paaiende ooft waart aan het kerkhof van Nieuland, en weft waart aan het land van Ar ent den Wiigemaker. Noch ter zelve plaatze der- d'halve lynV zijnde ooftwaartbeneden de lande- ryen van Boudyn Qerritszoon, en weftwaaj* té- fen die van dr<wt den Wagemaker gelegen. Toch in'c klein Oofterland fesd'halve fuiL leg- * Al wederom ? Cam dlmiila iïntA ■· ?ie boven.
ft
|
||||
/
|
|||||
$W * ΖÜID HÓL L Α ftÖ SPhE
gende ooftwaart tegen de larideryen van Gerrif
Myszóon ; en Weftwaart tegen die vaftf Kattya^ Ë&üdékbyn Ëödmdni weduwe met haare kinde- ren» Deze Kapellany aldus düörniy geiïieht? opgerecht , en begiftigt, liet»"ïk 'iüiverlijlb' cft "eenvoüdiglijk om dods Wille''itegéeVeü', én&e- geeve dezelve mits deezen, aan deri befcheidcft man, Meeftér Cêrifiöphorüs deMotTa; en ik ftel- ïen nero voor aan den eerW. Vad'e'r iti Chriftm^ iiïynen Heerden Biifchop van Utrecht> op dat fry hem voor dè eerile reize in de gêméïde Ka- pellariy be veilige : biddende deri zelven eer\v* vader dat het hem betieve de gemerdê Kapeiltr- ny tot eenen ty tel van een kerkelijk arapt optê rechten*.. .- . . Gedaan in 't j^far des Heef e 1404, Saterdags na JuêÏÏaW. <#n '$ öe seraefee ffógtftig uüefin ΐ jdflfe
jaar i>0O|Fredericu;s, ^iflefjop tm fLttttfft/
«aar hm eifdperï\ttM0t mïjtm öefaefïijtf:·
©jte jaaeen Oaat mj te ïöeeterröm t 't ft* %iarg 1407 / geeft Öë fïicötetr/ met öe toe* fkmmiugp ban spnat bao^eraeïöetf ϊφΜε judocüs Niklaas 300η / öe ftoojnoeniDe ïiajiek ïau£ txgt fce ptrocöi-teft ötóèpi^Éê in tie $tee& öee ïitegulsere liananni&ften. ^oöaanig Ie fcoeetctr öat öe fiio?/ ïe« öe bozere 23^oeticr#/ ïre seïtre ïfapeflany ten eeuöjijgen öage soutien fieötenen 5 en alle öe goeöeren en ütëomffett / te'eraairèetoee^en tóaren/ souöengenie&n en fitten. " #*n boïgenöen jaaart/ in t sete jade ι tóff
jjeeftöe ^tffcöojyi Fredcricus, 3iefiÖe o$öe ai* tnoeOe en foïrere frt84mjmH8B öe töeönïteie ïtauonmMten / jttne. toeffemnung tot öieber* plaat3in0 ban ire ^apdïani? pe#Bm. ®aa#
|
|||||
Λ *
|
|||||||
Ο1 Ο D Η Ε DEN* 30ί
&aarenöoben ffëat er üi't; geradö^ ganö> Δ ,
feï$ft floe ört-AriiicitiJakobs^eon/ St*ionaï& jKL. ban iLFieters fterle te j&iööeïour#; ei* ba» J|: Adriaans ïïerBe te jj^aaïoiop / ca baar b$ |t^:j{PÉ JÉ& te I|eet: Mugo van He^ vliet , ter eere baa ben aïniögeüöea «èoöt/ fcattDe IHÖerg. J&aag&Maria v en ban ben $$ jlarreïaar Adrianus, bie boe& beu J^otroo» oer ïtapdlmtgéöeijouben moe$ fco^öeii / ttm l^ftarg o,f aitijfc önnrenbe fiapiïangl· geeft p* fïicftt in t'ifttt:i4a4. 3$e$g ^apliang toiérfr og öejen toet gejMjt bai / 500 lang aï$ b£ fïicfitav ïetieti 5onöe / be$elbc 3Maq» öeöseii$ 30uöe ta^öen ter pïaatsc oaatnt geut öefieföe. <ên^onbe 00 eerjle bezitter / na be$ fiieSterf Dooö/ öeseïföe fceur 3Qixïanga$&gieefbe0oïfr &c&&en. ÏDüfö na fittn bnöer dooö 50000 be itagclfang ten eeufeigcn baoje öeöient motte» tooien opfietöui^te ï^eenbliet. ΦοΚ $®m& öe eerfïe bttftttt oer $itoge / 300 ïangi toe? berom aï£ be flicljter en öe eerfïe MMm$&$% Öen30uöen/ alïeènlijft 0eöouoen 3gn oitaU^oe ferftöarjen ban #. %^m\tn-/- moökopljtü fee# ban ben patroon JL AQmam, eene jJSéé te Jee3en. ^ocjj na ijnnne boeb souben be bo& genöe 6c3itter# oer Biftarge gegoiiben 3ijn b?ie Jfèiffen ter toeefc eg get gemeibe §n$ ban öe» ^eer ban ^eenblret te ïeesen. 1 üet recgt ban ^atcooefbgo^ /of öe f&getbm$
ber ftapeïian^e/ üegieiböii aan jieg ^ïbrn^m fan® d$ ggi-iii*t ïebettjoiiöe bigben, j^ar^tie Ö00Ö 3onbe öe 3|eer ban Heenviiet, enna-be; boob ban gemelöen 3|f eer be H^oufo bandeen* Uïiet/ Lysbec ^Oötöbau PobneneilMade, in*
öien 3» langer ïeeföe/ öet^emelöerecötjie&öet*
rn tartten * ban jóime jj# op jjnnne fttnöeren tiet*
|
|||||||
I
|
|||||||
394 Zuid hol LAN ds chë
èerjteben; tix betoog Stmne bietttgenM*
ïtomëlinQtn en vetfytt nasaaten obetgaan* yl u * Cti Derft ö£/ aïgbe retöte fatzon / bd gèmelöeftapellangboa? be eerfïe reï3e begeeben ÖÖU Boudewyn Waddoos JOOn / ^i>ftee / ^tt
ïtanonntK ban J^Lievens ttcfïte tcéiric3^
$a bat be fcapeïïang bt$ gefltcljt / be bebe*
fftgftig fö$ ^iffcöop^ bernreesen / De IMarg bergeeben/ enaïïe| infïaatgeö^agt begeeft be fïicgteiy met be toeftemniingë ban ben^eeg ban %eenbïtet/ be napeïiantt betpïaatfï/ en in be Utrrft hei 0eguïiere üanonniftiien obeege* ö|agt. i^ter neben^be toefïemniing ban gemefc Wm ^eec ban i|eenbltet. T-TuèHE, Heére van Heenvliet, doe kond al-
fl>··len : dat ie voer mi ende voer riiine naco* fnëlingeh gheconfirmeert hebbe ènde confirme- fèh, gheconfentéert hebbe endé eónfenteren al alfulker fundacien ende inhoud van eenre Ca- pèlrien die Heere Willem Jacobs foen myn Ca- pellaen ghefundeert endeghemaect heeft opmi- nèn huze tot Heenvliette verdienen. Vöirt heb ie Heéren Willem minen Capellaen voirfz. ghe- machrichtende machtighe metdefen brievëvoii· mi ende voir mine nacomelingen , dat hi defe voirfz. Capelricn met allen haren renten ende toebehoren transfereren ende incorporeren mach' cerfamen en.de goeden ludcn den Cloéfter vart de Regulieren te Rugghe wanneer het hem ghe,- noeeht. Ib oerkonde defen brieve bezegheltmet minent zeghel neghentien dage in'.O&obri , in den jaere ons Heererï 1405. <Pe $5ί$φρ geeft bese berplaatsirtg/ Wi
be geringe Ïufionifftu en ben avmeipen toe* jïantf
|
|||
■ι —■—^—
|
||||||
OUDHEDEN, gof
fïanö ban Jet ïtïoofïer/ tm bolk $otb$tlttmt
in 't jaar. 407. <$an geeft een anöer ptftftev / met name Eenc derde Niklaas Brant, eeiie #ίίώ$ QtftiCljt I'n Ög ,Vlkary«ii
fjoofotefte ban ^ Cachanna in öen ^t'eï, y*ftveer
om aibaar op & Oiaus otttaar öeoïent te too^ ben φ η ί$ oe3e ®t1tarp / op get behoeft ban oen fïicijter/ ooft obei'geöiagt in &e meerde» meïöe neen ban öe Reguliere üauotimftneit* J|ier neben^ oe fScljtfng-fyfef jeïf; 300 aï£ oie l'tl 't ganöfeïfêtffc ban öen^eee Hoppenbrouwer
fïaat / en öooi oitó in öe j&öeromtfclje taal i$
obttQCset Tk Niklaas Brant, de zoon van Annt Hugoos-
zoon van den Briel, makebekent allenden ge* nen, die den tegenwoordigen brief zullen zien of hooren leezen j dat ik na rype beraading en overweegende het welweczen en de zaligheic mijner ziele, en der zielen van mijne ouders en weldoenders , ter vergeevinge van onze zon- den, derenten, landëryen, landgoederen, en bezittingen, hier onder uyrgedrukt, geeve, be- fpreeke, enbewyze tot het oprechten van ecne eeuwige Kapellany; dewelke door my, of door den genen met den welken ik dezelve tegen een ander kerkelijk amptmogt verwiflelen, alwaar het my of hem believen zal, op onsgewiflc zal moeten bedient worden. Maar wanneer ik 9 of dé andere perfoon met wien ik dezelve ver- wiflelt mogt hebben , zal overleden zyn ; dan- zullen onze nazaaten , die dezelve Kapellany bekoomen zullen, altyd gehouden zyn dezelve in de Kollegiale kerk van S. Catharina in den Briel,aan'coutaarvanden H. Martelaar Öiaus,tc bedienen j en ten dien einde weekelijks drie V Mif-
|
||||||
1
|
||||||
3©6 ZuïdholLandSche
ftflifai te leezetv Ook zullen zy gehouden Zyh
onder de beltraffinge en befeherminge van den Deken en het Kapittel der voornoemde kerke te ïtaan: en het koor, onder de kerkelijke Gctydeii, in een behoorlijke kloofterlijke kleedinge heil- zaamiglijk by te woonen. Dit zyn de jaarlijkfche inkomften , landfc-
ryen, en goederen der voorn. Kapellanye, Een- cn-twintig fchellingea van Hollandfche derrie- ren s jaars, ftaande binnen de itad Briel op ze- kere erve; dewelke 't hans bewoont word by -Paulus Janjfen , én van weerszyden gelegen is tuflehen de erven van Jan Keven, Bttgoos zoon. Noch 2,οφ fcheUingen Hollandfche denieren, Üaande op de erve van Ary Fabri, dewelke ten noorden gelegen is tegen de erve vünJanSyeus- zoon, en ten zuide tegen de erve van JakohlVa- gemaker. Noch vier gemeten lams meteen lyn, gelegen in de parochie van den Ouden Hoorn , op het landgoed , Hbntsoit genaamd ; welke gemeten van weerskante (trekken tegen de lan- deryen van Hugo, den zoon van Jan van Wol- faertsdyk. Noch vy'f gemeten, gelegen in de landmerk, de Bcekhoek genaamd ; zijnde derd'- half gemet ( van de iefte landeryen ) aan de zuidzyde gelegen tuiTchcn de landen van S. Pankras Kapittel op Ooftvoorn , en noord- waarts tegen de kerk vanNieuland voorby den Briel. De andere gemeten, zynde ook derd*- half'in getal, wat meer of minder , ftrekken zuidwaarts tuiTchen de landen van Huig·) Hui- genzoon, en noordwaarts.....aan de landen
van Gerrit /iM, Servaeszwn. Noch drie vier-
de deelen vart een gemet, 't welk in de -land- merk, Nieuland genaamd, gelegen is tegen de Waterput,bezuiden den gemeenen \VCg. Noch twee
|
||||
Oudheden» 107
twee gemeten lands, gelegen in de landmerk,
den ouden Rigge genaamd, paaiende zaidwaarc aan de iandcryen des Heere van Voorn , en noord waart aan zeker latld , Eernile genaamd, Vorders bidde ik met alle ootmoedjgheii en godtvruehtigheit den eerw. Vader in QhH$us , Mijnheer Flormtius den Ëiifchop van Utrecht, of deszelis Stedehouder in het geeitelijke, dat het hem believe dezen flichtingbrief van de voorn, kapellanye te beveiligen en goed te keu- ren , zoo als in diergeli)ke zaken gebruikelijk is. Tot oirkonde dezer zake is myn zegel aan den regenwoordigen brief gehangen. Toe meer- der geruftheit en zekcrheit heb ik den eerzaa- men man, Heer Niklaas Stapel, Deken van S, Catharinaas kerke voornoemd, gebeden dat hj zich wilde gewaardigen zyn zegel benefïens het myne aan deezen briefte Liaten hangen. En ik Nik/aas, Deken voornoemd, heb op het ver- zoek en ilerk aanhouden van den gemelden Heer Niklaas Brant goedgevonden myn zegel aan den tegenwoordigen brief te hangen. Ge- geeven in 't jaar des Heere 1385", den tweeden Junii, <ên baat op iè be fticïjting / bm 18. %ntyt
13s r / öoo^oen ijoo^tsoetïiöeii S&ffcSojp $αΦ $tl\mtt ^tst Mftatg/ gdp 0f5C0t i$/ toierb na*
öetljanö obrrgeö^ngt in bt htth öa* ïïicguttm $$βηοιιηί&δειι te föaggen: ï^ier mhené bt fyief ban ben ^iffdjop/ bit
οε$ε obecO^ngmg peöaemt m bcütftiqt; Tp REDERiK , by Gods genade Bi.Hcbop van
Utrecht ? wenfcht aan den Prior en herkon- V o, vent
|
|||||
;
|
|||||
3 p8 ZUIDHOLLANDSCHE
vent aer Reguliere Kanonnikken te Ruggen,
mitsgaders aan alle de genen , die den tegen- woordigen brief zullen zien, de eeuwige zalig- heit in den Heere. Nademaal wy verftaan heb- ben dat het voorgemelde konvent, onderde pa- rochie van Ruggen gelegen , zoo geringe en fobere inkomilcn heeft; dat de Broeders van *c zelve konvent, zonder gebrek te lijden, op de- zelve niet behoorlijk konnen beftaan, ten zy dat ze door godvruchtige hulpmiddelen onderfteunt werden : En dewvl de befcheiden Niklaas Brant* jirentszoon, Prieiter, en bezittereener kapella- nye, dewelke in de kerke van den Briel onder ons Bisdom geiticht is tereere van den H*Olausy ons ootmoediglijk gebeden heeft dat het ons believen mogt de gemelde kapellany, om de ar- moede en behoeftigheitvan het kloofter te Rug- gen, met het zelve klooiter te vereenigen, en in 't zelve in te lijven: zoo is, het dat wy, door de godvruchtige gebeden van den voorichreeven flichter der kapcllanye bewogen , de voorn. Kapellany , met alle hare inkomften , renten, en gerechtigheden, met het gemelde kloofter -van Ruggen vereenigen, en in't zelve inlijven, Zodaanig, dat alle de renten en inkomflen van de voorfchreeven kapellany tot onderhoud van de. Broederen des zclven kiooiters zullen vertrek- ken : en dat de kerkdienft, dewelke aan 't ge- zcide outaarcoor een wereldfch Prieiterverricht moeit worden , voortaan zal ftaan ten laite van de Broeders deszelven kluoiters: op dat de ge- nen , die de profyten trekken , ook voorraaa den lait te draagen hebben. Ter getuigcniiTê dezer zake heb ik goedgevonden myn zegel aan den tegenwoordigen brief te hangen. Uegee- ven
|
||||
Oudheden. 309
ven in't jaar des Heere 1407. Vrydags na S.
Luciaas feeft. JOH. HONDERTMERK.
3*an boïgt 'te ten fyir f ban Hugo, ^tct
ban ïfetmMitt/ öetoelfee jjiee tod ecne pïaat$ mag fleööcit. T-It^» Heer van Heenvliet, Ridder, doe kond
allen luden; Want ie aenghefien hebbe, en- de daghelix aenfien die ghebrechcheit endc broefcheit der warelt , foe heb ie met goeder voerfienichcden ende met minen vryen eyghe- nen wille, om falicheit minre ziele, Vrouwe Lysbetten myns wyfs ziele wies God ghenadich fi, ende alle onfer ouderen ziele, ende oeeme- de alle der gheenre ziele die wten Hofilede van Heenvliet gheboren fyn of gheboren moghen werden , ghemaeér. ende make, hewyfr. ende bewifen voir mi ende voir mine nacomelingen , den ghemencn Convente ende Broederen van Regulieren teRugen nu ter tyt wefendcof noch toecomende tot hare fuftentacien te hulpe hon- den ende xx pond Hollands tsjaers , te ghaen Wt allen minen goede waer fi gheleghen fyn of noch gheleghen moghen werden hem luden of haren ghewaerden bode te betalen alle jare fon- der enich wederfegghen, die een helft tot n"nte Martinis Miife mden winter ende die ander helft binnen Meye daer na naeft comende , met fui- ken payemente als tot eiken termine in boriïèn fal ghaen inmynsghenadichtsHceren lande van Hollant. Ende dele voirfz bewifingen ende ghif- te van C. ende xx. pond Hollands tsjaers, heb ie den voirfz, Convente ende Broederen ghe- maecT: ende bewyft fonder enighe verminderin- V 3 ge
|
||||
3io Züidhqll'a ndsche
ge van anderen gliiften ende bewiiinge die il
van du bezeghelt ende bewyit hebben of noch van mi ende von mmenacomelingenghecrighen moghen, inaer welker bewifingen ende ghifte van honden ende xx, Hqllantle ponden tsjaers voirlz. te weten is dat foe wanneer ie of mine nacomelingen den voirfz. Convente ende Broe^ deren bewifen mogen met goeden befcheide fonder arghelift dat ü hebben in fekeren renten twe hondert pond Hollands tsjaers boven den C. en xx. pond Hall. tsjaers voirfz. foe fullenic of mini1 nakomelingen quyte , los ende te mael vry wefen oft ons ghenoeghet vander voirfz. ghilten ende bewifingen vanden C. ende xx, pond HolL voirfz. Ikgherende van Goids we? gen an den Gonvcnte ende Broederen voirfz» dat ü onfer ioe ghedencke met memorien ende an- der weldaden als hen onfer zielen oerbaer dun£fc ende wi hen wel betrouwen. Ende om dat ie wilje dat deCe voirfz, bewifingen ende ghifte ymmer vafte ende gheilade blive in manieren foe voirfz. ftaet, foehrbic inghetughenifle daer af dêfen brief met minen zeghel anhanghende bezeghelt, ende om die meere fekerheit wille foe heb ie begheert an minen gheminden zone Heeren Jan van Heenvlkt, dat hi defe voirfz ghiiten ende bewifinge in manieren foe voirfz ftaet» confenteren ende met mi bezcghelenwil. Ende ie 'Jan van Heenvlkt voirfz om beghcerte van minen lieven Heere ende Vader voirfz, ende occ mede om falicheit mire zielen , myns wyfs ende hare oudere, hebbe defè voirfz bewifinge ende ghifte voir mi ende voer mine nacomelin-s f e gheconfenieert ende confenteren, ende heb-
e daer omnie minen zeghel te famen met myns Jrefs Heeren ende Vaders zeghel an defen brieve ghe-
|
||||
Oudheden. 311
ghehangen. Dit was ghedaen int jaer onsHeere
i^ajf. op finte Marie JVUgdalenaes dach. <^att tjoïgt'ee tm fykf/ ftwi öcn^ariiiuaaï
öe ^/Praxcdp·, Ö#eï5cniieöo0teretiepi0a/ in liet ontöüiöen kan De onöerüoon^ Station? nifchen/ $al mogntgaan en3· fcetoelne aoittori ijettaaltsai mogen tooien, Δ NTONius, by Gods barmhertigheit Priefter-
Kardinaal op den titel van $.Praxedes,vrcnfchi aan dengodsdienftigen man, den Prior van het konvent te Ruggen van S. Jugufiinus order, onder het Bifdom van Utrecht, de zahgheit in den Hcere. Dcwyl wy genegen zyn om de fmeekingen, die ons van wegen alle en iedere Kanonnikken en geprofeflTide Leekebroeders van uw Prioorfchap voornoemd voorgedraagen zyn, zoo veel als wy met Gode vermogen, mte- willigen; zoo is het dat wy uyt name van den Paus (dcwyl wy by het afweezenvan dereerw. Vader Antonius , by Gods genade Biflchop van, Prenefte, die Opperpenitenciaris is, de Peni- tenciary of geeftelijke Vierfchaar bedienen) aan uwe befcheidenheït de volgende magr verlee- nen. Indien gy , de biecht der gemelde Ka- nonnikken en Bekeerlingen met opletteniheic cehooit hebbende, bevindt dat zy, met de han- den" aan malkander, of aan andere Religieuzen, Prieilers , en kerkelijke perfoonen r, tot bloede ilorting toe , of zonder bloeditortinge , doch zonder eenige vordere moeyelijke en nytfpoori- se veigvypinge, geweidiglijk en onbezuisdelijk tb flaan j met de wapenen binnen of buiden de fchuttingen van de voornoemde Priory aan te hebben of te draagenj met te dobbelen, ofan- V 4 dere
|
||||
312 ZUIDHOLLANDSCHE
dere ongeoorlofde fpelen te fpeelen $ met in de
kroegen , of naar de hoven , weyen , zaaylan- den , of andere oneerlijke en verbode plaatzen te gaani met hunne kleeding, zonder evenwel het Regulieren leven te willen verlaaten, roe- keloos af te leggen ; met de gehoorzaamheit aan hunne Overften te weigeren, en tegen de- zelven t' zamen te fpanrién : met zich zelven binnen de fchutringen van het kloofter niet te houdenj maar zonder behoorlijk verlof daarbui- ten te gaan; met het Sakrament des Outaars, of andere kerkelijke Sakramenten , aan eenige perfooneri , zonder behoorlijk verlof van de parochipriefters, te bedienen; met de kerk" dienften in de tegenwoordigheit van men- fchen , die onder den ban of het interdikt leg- gen, te verrichten; of met gemeenfehap met; zodaanige menfehen , buiten zaten Üúò haare zonden en haar geweeten raaken, te houdenj met de koliekten , hoofdgelden , tienden , en andere laften, op den geilelden tijd niet te be- taalen ; en ook de wedden aan de Doktooren, Meefters, Bedellen, enz» op de behoorlijke ty- den nier óp te brengen; en met eenige andere ordinantzien, ftatuiten, enprovinciaaleofkerk* vergaderlijke bevelen van de Gezanten, Afge- zondenen, Onder-afgezondenen, Uytvoerders, - of Onder-uytvoerders van den Apoftoliflchen Stoel, of van andere Rechters, Amptenaars, Schoolvoogden, Overften, of ookdie van hun- ne Regels en bevelen, of de initellingen van hunne order te overtreeden ; in den ban, de opfehorting hunner ampten, of het intcdikt» dewelke tegen de zodanigen in 't algemeen zyn uytgefproken , mogten vervallen zyn', pjejneedigheden q£ andere zonden, bedreven , of
f
\
|
||||
Oudheden. 313
of het leezen van de kerkelijke Getyden ver-
onachtzaamt mogten hebben j na dat zy mal- kander, en de andere beledigden, zoo zy noch iemand om de gemelde meineedigheden , of uyt hoofde van de andere voorgemelde misdaa- dcn^ voldoening moeten geven, behoorlijk vol· daan zullen hebben ; dat gy, zegge ik, de ge- melde Kanonnikken en Bekeerlingen (Leeke- broeders) van de voornoemde vonniiïen, mein- eedigheden, het verzuimen van hunne Getyden, en van hunne vordere zonden (ten zy het zo- daanigé zonden zyn, om dewelke men by den voorn. Apoftoliflchen ftoel te raade dient te gaan) voor dezereize, ter gunftevan heckloo- ilerlijk leven , op de gewoonlijke wyze der Kerke zult hebben te ontbieden: zoo nochtans dat gy daar voor aan ieder van hen, naar mate van de zonde, zult opleggen eene heilzaame. boete, en alles wat hun vorder volgens het gee- itelijk recht opgelegt moet worden : en (hun beveelende) de gemelde eeden, indien ze ge- oorloft zyn, te volbrengen ·, en het leezen van deGetyden, gelijk zy gehouden zyn, teonder- houden: zodaanig ook dat gy hen voor eenigen tyd, zoo verre als het dienltig fchijnt, in het bedienen van hunne orders oplchort: doch alszy het verdienen,hen wederom,indien*er geen ander kanonyk,beletfel in den wegeis, vande*onbe- quaamheit tot de kerkelijke dienden uyt hoofde van 't voorgemelde gezag genadiglijk ontflaat j teweeten, by zoo verre zy op de voorgemelde wyze (door een ban of interdikt ) gebonden zynde, uyt eenvoudigheit, en onkunde van de rechten, doch niet uyt verachtinge van de fleü- tels , in hunne orders gedient , of zich op een V f ande-
|
||||
3 14 ZüID.HOLLANRSCHE
andere wyze met de goddelijke dienden be-
moeit hebben, en aldus in zoo eene onbequaam- heit vervallen zyη. Gegeeven te Romen, by S. Pieter , onder het zegel van den gemelden Opperpemtenciaris : dew 2,8. Mey, in 't twee- dejaajf des pausdoms, van Mijnheer den Paus /«- nocentim VU. P. PISTICELLL
B. de CRÖYSY. 3!« 't jaat41410, j^effc Diele, Jakob Hadden
50011^ toeter/ g^rtöpoflec segeeben mW-
ψ/if gemet imb$/ if.roe&en nmi, %n 't jaar 14°S>«fteeft 1 an van Beyeren, %tt*
fcoo w $&(Τφί> ban lüriïi / <i&aaf ban %mn/.
en ï|eec ftan ©ao^n/ fte töegutee fóanonmfc 6^ti ban töuageu hmt hm boïgcuiiea i^icf w? JOhan va» Beyeren, bider genaden Goids ElecT;
van r^udic , Greve tot Loon , ende Heere vanVpirn: doen condt allen luden, datwyvoir qn^ ende onfen qacom.elingen ghenomen hebben ende nemen in onfen befcermeniffê den Priot ende ghemeyne Convente vanden Regulieren te ^tugghe in onfen lande van Voirne , ende alle hoerje goeden, ίο waer die gheleghen fyn, bin- nen den voirfz onfen lande van Voirne , die fi nu ter tyt hebben off hier narpiiels verqrighen mogb^n. Waer op fo ontbieden wy ende beve- len u onfen lieven ghetruwen Reatraeyiter, B.al- juwen* Scotiretten, Seepen.cn ende allen ande- ren oifen Officiers ende onderfateu onfes lands van \7oirne voufz, , die nu fijn of hier namaeis \?efe^ fullen, dat ghi den voirfz Prior ende ghe- meyne Convente ende oec alle goeden van on- fea
|
|||||
1
|
|||||
Q U ö Ç $ D Å Í. 3I|
fen wegen befcermpt, behued ende bewaerd
van allen onrechten die hen overcomen mogher» ende alle haer fcult die men hen fculdich is off wefen fal, hen wyt doet reyken ende betalen fonder vertreek en in allen manieren ende met alfulken rechte ofte ons felfs fcolt were., Ende ' dit te orkonden fo hebben wy onfen feghel art dieffèn brierTdoen hanghen. Ghegheven in der* jare ons Hêeren lhcfu Chriili 14.09., opten. der·» tichiten daghe vander maende Octobris. dt in 't jaac 1410. ïittft h$$t\bz Johan var*
Beyeicn §un foertof $t%tmm/ om tm tmlffl tn {pm ftonfcent te setter*; |
||||||||||
Ç
|
||||||||||
Ertoge Jehatt van Beyerm , by der genaden
|
||||||||||
Goids ElecT: van Ludic , Greve te Loon,
ende Heere van Voerne Sec. Doen kondt allen luden, dat wy voir ons ende omTen nacomelin- gen geoerloqft endegheconfentcert hebben, oer* loven ende confenteren met defen tegemvoerdi·* gen onfen brieve totewigen dagen, dat die Prior ende Bruederen des Cloofters vanden Regulie- ren die in onfen lande van Voerne wonachtich, fyn onfen wailgeminden vrienden, binnen harei\ hoven een rosmolen fetten mogen haer coerne ende moudt mede te maken voer hen fel ven en- de hoere hnysgefinne, fonder enich mulfteroffi; aflyns ons of onfen nacomelingenof yemant van onfer wegen in enigher daer aff te geven. End§ des te oirkonden fo hebben wy onfen fegcl hiey an doen hangen. Gegeven int jaer ons Heer^n, 1410. tien daghe in Decembri* 9|U 't jaar 1411. Sceft Matthias, ^À'ÉÔöï
fcanSÊifcuauen/ &ö$ö§ tellttecftt/ mm
|
||||||||||
$Ï<S ZUIDHOLLANDSCHE
getuigen^ aan &e jftonmnfcen pgeebcti toe*
gtn^ VierftöctÈie mtopingeu/ öooj ïjem in get feloofïet ban Ruggen geöaan: W*y MatthiaSy by Gods genade Biflchop van
Biduanen, algemeen Vikaris 'm 't geeftelij- ke van Mijnheer Fredericus, door dezelve gena- de Biflchop van Utrecht, doen kond allen den genen , die den tegenwoordigen brief zullen zien of hooren leezen, dat wy in 't jaar 140^, den 13 Juny, ter eereen glorie van den Almag- tigen Godt , en van Gods Moeder de allerh. Maagd Maria, iir'c nieuwe kloofter der Regu- liere Kanonnikken by den Briel in de . . kerk ingewydt hebben een kerkhof met twee outaa- ren ·, te weeten een outaar aan de noördzyde ter eere van de glon-rijke Maria; en een ander aan de zuidzyde ter eere van den heiligen Priefter en Belyder Hieronymus: en wy hebben de HH. Martelaaren Stephanus en Laurentius , mitsga- ders de HH, Maagden Lucia en Dorothea, in de- zelve kerk, om'ergeviert te worden, voorge- ftelt : hoewel dat wy, eenige jaaren daar na, in 't zelfde kloofter een ander outaar 't hunner eere ingewydt hebben* Noch in't jaar 14071, den 18. Juny , heb ik in 't zelve kloofter twee kerkhoven ingewydt : het eene in de nieuwe kerk j het ander van de ganfche . . . ïn 't jaar 1413, den 19.Juny, hebben wy in't zelve kloo- fter de nieuwe kerk met het hoofdoutaar inge- wydt ter eere van den Almogenden Godt, van de H. Maagd Maria; en van de H, weduwe JE- lizahet , de eeuwigduurende patronefle van de kerk en het kloofter voornoemd, 's Anderen- daags hebben wy/in de zelfde kerk ks altaaren ingewydt ·, drie aan de noordzy.de. Hec eerfte van
|
||||
-J
|
|||||
O U D Ç E D E Ni 3J7
van die drie is ingewydt ter eere van den H.
Biilchop-en Béydev Jugu â inus, en ter eere van de H. Maagd en Martelarefle Jpolloma: het twee- de ter eere van den H. Geeft , en van de H. Maagd en Martelarefle Catbarwa; het derde ter eere van den H. Apoftel Jndreas, en van de H. Maria Magdakna. En drie akaaren (hebben wy gewydt) aan de zuidzyde. Het eerfte ter eere van den H. Aartsengel Michiel en van alle HH. Engelen, en ook ter eere van de H. Maagd en Martelarefle .Cacilia : het tweede ter van S, Jan den Dooper, van S. Jan Evangeltft, en van de H. Martelarefle Jnaftafta 5 het derde ter eere van de HH. Apoftelen Petrus, en Paulus,, en van de H. Maagd en Martelarefle Agm. Op den zelfden dag hebben wy in 't kapittelhuis van c eemelde kloofter twee andere outaaren gewydt: een aan 't noorden ter eere van den H. Evange- lift Lucas, en van de R Maagd en Martelarefle Barbara; en een tweede aan't zuiden, ter eere van de H. Maagd en Moeder Gods Maria, en van den H. Martelaar Adrianus: hebbende de ge- nade van den zevenvoudigen Geeft ons in al het voornoemde bvgeftaan. En om dat'er op t zelve altaar, gelijk wy naderhand verftaan heb- ben, door Heer Willem Jahbszoon, Ñ ð citer en Kanonnikin denBriel, eene Vikary geft.cht is ecweeftj daarom hebben wy het vieren van de hooeverheve Martelaaren Stephanus enLa uren- tius,Ã en van de HH. Maagden Lucia enDorothta, ter welker eere wy het zelve altaar ook inge- wydt hadden, gelijk boven gezegt is, overge- brast op het altaar van den H, Pnefter Hierony- tnut Daarenboven hebben wy geordoneert, en wy ordoneeren en bevelen het door den inhoud dezes, dat de wyding van de kerk, en van de
3 ' twee |
|||||
3κ8 Zuidhollandsche
t^ee altaaren die in de eerile kapelle gèwydt
waren, maar nu, gelijk ge zegt is, in de kerk zyn overgebragt, mitsgaders de wyding van alle de outaaren dewelke wy, gelijk ook ge- zegt is, ingewydt hebben, ten eeuwigen tyde jaarlijks op den eerilen zondag na de Bemoe- iing van de H. Maagd en Moeder Gods Ma* ria^ plegtiglijk in Gods name geviert zal wor- den, En ingevalle dat 'er in 't voornoemde klooftér geen genoegzame Priefters nlogten zyn, om op het Wyfeeft den dienft aan alle de altaaren te verrichten 5 zoo geeven wy hun volkomen verlof en vryheit om de Miflen , die zy op het feeft niet hebben konnen afleezen, te leezen en voltallig te maaken geduurende het oktaaf. Eindelijk, wenfehende dat de kerk, de altaaren, en de kerkhoven voornoemd , dewel- ke wy gelijk gezegt is ingewijdt hebben, met behoorlijke eerbewijzingen bezocht en van de Chriftene geloovigen geduurig geëert mogen worden; zoo is het dat wy, (leunende op Gods barmhertigheit en byzondere genade , aan alle Chriftene geloovigen , zoo mans - als vrouws- perfoonen, die in ftaat van genade zijn, en die de Voorn, kerk uyt godvruchtigheit bezoeken , en het Gebed des Hecre, of eenander godvruch- tig gebed, voor de gemelde outaaren, of voor een van dezelven , met gebogen knien leezen, of aan dezelve de H. MiiTe doen , of het pant, het kerkhof, of de kerk met p-odvruchti^heit rontomme gaan ; of aan de behoefcigheden en nootwendigheden der Broederen, of tot de tim- meraadje der kerke of des kloofters, debehulp- 'zaame hand bieden, zoo dikwilsais zy de voorn, godvruchtige werken, of een van dezelven, ver- richten 5 uyt krachte van \ gezag dat ons ge- gee-
|
||||
<
Oudheden. $τ$
geeven of wegens onze Biffchoppclijke magc
verleent is, veertig dagen arlaats vergunnen!. En vorder aan alle Chriftene geloovigen, raans- en vrouws-perfoonen, dewelke voor de ziel van den edelen Ridder Hugo van Heenvlkt , god» vruchtiger gcdagtenifle, dien godvruchtigénen mildadigen rlichter, opbouwer , en begiftiger des voornoemden kloofters, en die daar ook be- graven legt i en vordersook voor ons, Matthias Biiichop, die het zelve kloofter en al de reft ge- lijk boven vermeldt is ingewijdt hebben, het Gebed des Heere of een ander godvruchtig ge- bed godvruchüglijk leezen, zoo dikwils als zy hen doen, verlcenenwy insgelijks , voor nu en voor altijd , en uyt krach te van 't zelve gezag, veertig dagen aflaats. Ter getuigeniiïe van al het bovenitaande enz. In Λ jaar 1421, den ïz Auguili. 3fa bat bol&cnben fytef lcc$m tog ïpt bat
be tfcuee lantfïe mttaaret! gctogöt 5t)n ftt 't jaac 15-04.: m }jot bat Jjet graotfte getaï ber ψα* troonciï of ^cöut-öcili0ett/ beiodftc tn beu boo&aaoben b^ugtgtó?ttfttffean/ tegen atv berc ^öiit-|eiitgeit sgn tetmfleït. "O et zy aan alle menfehen , zoo tegenwoor-
dige als tockoomende, bekent dat in't jaar 15Ό4, dcnz8july, deeerw. Vader in Cbri/ïus9 Heer ddrianw , by Gods genade BiiTchop van Sebafte , en in 't Biflchop-pelijke de algemeene "Vikaris van ♦ ♦ ♦ Heer Fredericus BiiTchop van Utrecht, in onze kerk twee oütaaren heeft in- gewijdt : Het eene ftaat aan de zuidzijde; het tweede aan de noordzijde, en zijn beidegaar in rang de allerleile aan de weftxijde. Het eerftè, aan
|
||||
y ■ .' >.. : '·. >:
|
|||||
31ï Zuidhollands che
aan de weftzijde ftaande , heeft hy ingewijdt
ter eere van den AlmogendenGodt, vandeHH. Maagden en MartelareiTen, Jgnes , Barbara, Apottonia, Lucia, Dorothea ; en van alle de ÇÇ, Maagden onzes Heere Chriflm. De vyf gemel- de Maagden waren te voren tot Patroneflen van andere outaaren gewijdt (of aangeftelt) geweeft: maar vermits ons inzigt was de Patroonen der outaaren te veranderen , te verplaatzen, en te vermenigvuldigen : en uyt zijn antwoord ver- ftaan hebbende dat het geoorloft was: zoo heb- ben wy de voornoemde HH. Maagden doen in- wijden (tot Patro'nefien) en van de andere al- taaren op dit outaar doen overbrengen. En op de gemelde outaaren hebben wy , gelijk bene- den aangewezen zal worden, andere Patroonen doen ftellen. Het ander outaar heeft de voorn. BiiTchop ingewijdt ter eere van de HH. Abten Bernardm en Beneditlus \ van de HH. Francifcus en Antonius'y en ter eere van alleHH. Abten en Monnikken, En hy heeft geordoneert dat de wijding van deze twee outaaren geviert zoude worden op het wy-feeft van onze kerk en van onze andere outaaren : te weten op den Zondag naO.L. Vrouws bezoeking. En op dat dezelve outaaren met behoorlijke eerbewijzingen be- zocht, en van de Chriltene geloovigen geduu- rig geëert mogen worden , heeft hy, zoo aan de inwoonders als aan de buiten-luidcn uyt god- vruchtigheit herwaart koomende , die de ge- melde outaaren op het Wy-fceft , en op ieder feeit van alle de Patroonen der voorn, altaaren, bezoeken , en 'er het Gebed des Heere of een ander godvruchtig gebed voor leezen , indien 7y in Haat van genade zijn, achtervolgens Gods barmhenigheit en zonderlinge genade -gunft, ' ver-
|
|||||
Oudheden. 52 ï
Verleent 80 dagen aflaats : te weeten 4.0 dagen
wegens den Biflchop van Utrecht, en noch 40 op zyn eigen gezag; dewelke verdient konnen worden op het feeft der wijdinge, en op ieder feeft van de Patroonen der gemelde outaaren. Noch heeft hy aan alle de ledematen van dit Kloofter, ieder dag, verleent zo dagen aflaats,of arflig van de opgeleide boetplergingen·, zoo dik- wils als zy de voornoemde outaaren, met de zelf- de godvruchtigheit als boven,zullen bezoeken. En nademaalde Bul van den eerw. Vader in Chrifius , Myn Heer Matthias Biflchop van Bi- duanen, noopende het wijden van de Kerk en de outaaren voornoemd , duidelijk uytdrukt aan welke (Heiligen) zoo wel de Kerk als de ou- taaren toegewijdt zyn ; zoo hebben wy , ten einde de nakomelingen niet ongeruir. of twy- felmoedig mogen zyn over derechte Patroonen der altaaren , goedgevonden by gefchrift na te: laaten, wat eene verandering, verplaatzing, en vermenigvuldiging, dat'er in de Patroonen der outaaren is gefchiedt. In deBullevan Mcitthiasy Biflchop van Biduanen , ftaat aangetekend dat het hoofd-outaar ter eere van den almogenden - Godt, van de H. Maagd Maria, en van de H, weduwe Elizahct, PatronefTe des Kloofters en der Kerke, ingewijdt is. Maar op ons verzoek heeft de eerw. Vader in Chrifius, de Heer Adria- ms , boven vermeld , als hy de twee voorge- melde outaaren wijde , het IL Kruis van 't ou- taar, dat nu het altaar van de H. H. Martihusy JVillehrorclüS , en alle HH. Belijders genoemt 1 word , overgebragt op het hoofd-altaar ; en /: heeft geordoneert dat het hoofd-outaar voor-
taan ook het ouraar zoude zyn van 'c H. Kruis* !
Het outaar van S. Auguflinus en S. Apollonia zal
X vol-
|
||||
%lï ZüIDHOtL'AMDSCHB
volgens zijne ordonantzie voortaan den naam
hebben van het outaar der vier Kerkleeia.treny Auguftinus , Gregoriw , Hieronimus , Ambrujius. En de H. Elizabet heefc hy verpiaatft op het nieuwe altaar van alle heilige Maagden; 't welk hy ook haar ter eere heeft gewijde. Het ou- taar van de HH. Stephanus , Laurentius, Hiero~ nymus, Lucia, en Derothea , heefc hy gefchikc ter eere van de HH. Martelaaren Stephanus, JLdu&emius, CorneUus, BonifaciUi, Vincentms, en Sebaflianusi enden H. Hieronymus heett hy eene plaats aangeweczen op het outaar van S. Augu» fitnus: doch de HH. £#«# en Dorothea heeft hy geplaatil op her altaar van alle de HH. Maag- den : 't welk hy ook haar ter eere heeft ge- wijde. Het outaar van den H. Geeft, en van S» Catharina^ heeft hy gcichikc voor de Heihgen, dewelke eerlt op S. Martïnus akaar gepiaatit Waren: en die hy hen van daar heeft verpiaatti* Hetoutaar van de H. Maagd heeft hy geichikt voor de H. weduwe Anna, de moeder der H, Maagd, voor S. Jofef, haren Bruidegom, en voor alle de heilige vrienden (bloedverwanten) van CbriftüS. Hetoutaarvan.de Η Η Apoftekn Petrus en Pauius, en van S. Agnes, heeft hy getehikE voor de HH. Petrus , Paulus, Andrews, Jakob den Meerdere , en voorts voor alle de HH. A- pollelen van Chrillus. En de H. Agnes heeft hy overgebragt op het nieuwe altaar der HH. Maagden j 't welk hy ook haar ter eere heeft ingewijdt. Het outaar van den H, Andreas, en vanS. Maria Magdalena, heeft hy gefchikt voor de HH. Maria Magdalena , en haare zufter Martha ; en vorders voor de H* weduwe Mo- nica , en voor alle heilige weduwen en onge- trouwde vrouwen. En S. Andreas- heeft hy op het
|
||||
OüDHEDB Ν, J2|
het altaar van alle de HH. Apoftelen overge*
bragt. Het outaar van S.Lucas en S, Barbara, in het Kapittelhuis , heeft hy geordoneert dat voortaan het outaar zal zyn van de HH. Evan* geliilen Mattham , Marcus^ Lucas , en Joban~ nes: en de H. Barbara heeft hy op het altaar der HH. Maagden gebragt: 9c welk hy ook haar ter eere heeft ingewijdt. Het outaar in hec Koor , 't welk Martinus by Gods genade Bif- . fehop van Magionne ter eere van het H. Kruis9 van de HH. Belijders Martinus , fVillibrordus, en Bernardus^ en van alle heiligen, wel-ecrhad ingewijdt , heeft hy geordoneert dat voortaan het altaar zal zyn van de HH. Biflchoppen en Belijders, Martinus, JVilkbrordus, Nicolaus, Servatius , Hubertus en Eligius , en van alle de HH. Belijders van Chriflus. Het H. Kruis heeft heeft hy overgehragt op het hoofdoutaar: Alle de Heiligen op het outaar van den H.Geeft: en S. Bernardus op het nieuwe outaar , 't welk't zijner eere, en ter eere van meer andere Heili- gen, is ingewijdt. Dit alles heeft de voornoem- de Heer Adrianus , na het inwijden van de twee outaaren , gedaan : houdende zyn BiiTchoppe- lijk gewaad aan , en gaande van 't eene outaar naar het andere. En met de Patrooncn heeft hy insgelijks de aflaaten verplaatft 5 dewelke zoo i op het feeit der Kerk-wijdinge, als op hunne feeftdagen, verleent waren geweeft. Dit heb- ben wy op de Bulle van den Heer 'Matthias Ifchriftelijk willen nalaatcn : op dat daar over geene ongeruilheit of twijfelmoedigheit rnogt voorvallen. ffl$ 5uïïcn ïjier nocö % h$c$m tmm öjicf/ bit in 't XMmQtmÏÏW fymbftMft Relignano Χ α Ge- |
||||
gx4 ZUIDHOLLANDSCHE
Generalis tof>$ genofttlt / foaar Ög Hugo ^ttt
ban ^cenbliet ïjtt Moofttt in een gerufte be*
5ittitige ban a!le$ fielt / en ban alle ftommet öeb$öt: XJ Ughe , Ridder , Heer van Heenvliet, doe
cont allen luden: dat alle die goeden, erven, landen, ende renten , tienden, viifcherien ende alle goeden hoe fi ghenoomt fyn , die ie den Prioor ende Convent des Cloefters van Regu- lieren onfer Vrouwen te Rigghe daer fi brieven of hebben befeghelt mit minen feghel mit Sce- penen brieve of yemens anders feghel, enighe kenniifen of voorwaerden of hebben , of noch hebben fullcn, die ie hen ghegheven enoe be- wijil hebbe, gheven endebewifen fal. Ende al- le die tymmeraedzen dien ie in den Cloefter voorfz ghetimmert hebbe ende noch timmeren fal. Ende alle dat ie ghekit hebbe cndelegghen fal an kelcken , an ornamenten , ende an alre- hande huisraet , of an allen goeden hoe fi ghe- noomt fijn. Ende alfulke goeden, ghelt, lanr, erve of alrehandc moeden hoe dat menfe nomen mach , die ie den Prior ende Convcnte voorfz na mijnre doot in teftamente late, gheven ende bewilen fal. Die gheve ie hem in eenen vrien eyghendom voor mi ende voor minen nacome- linghen, te bruken, te banen ende te befit- ten ongecalangiert van yemendein alre manieren of fi daer op ghecomen \varen met eenre vrier ghifren te lansreehte ende te Scependomme. Ende om eene ghetughe ende oorkonden der waerheit fo heb ie deitn brief befegelc mit mi- nen feghcle, Ende om der meerre fekerheit fo hebbe ie ghebeden den hoghen gheboren Vorft minen ghenadighen lieven Heere van Ludic dat |
|||||
/
|
|||||
*
|
||||||
Oudheden. $tf
hi hem ghewaerdighen wil defe brief open over
mi te-befeghelcn. iinde den Prior ende Conven- te voorfz in allen defen voorfz ponten te hou- den ende te ftarken. Ende wy Jan vanBeyeren^ EkcT: toe Ludic, Grave te Loon, ende Heere van Voorn , om bede wille onfen lieven ende ghetruwen Heeren Hugben, Here vanHeenvliet. Ende om den Prior ende Convent voorfz in de- fen voorfz ponten te houden ende te ftarken, hebben onfen ieghel hier an ghehanghen. Ghe- gheven in onfer ft at van Tricht , int jaer ons Heeren 14.09. vp den vyften dach in Januario. $o?ber fïaat ïjet te toeeten bat 'er te Ruggen s. α nte
tm 3tifïeröui^ brn &. Auguitinus ojber/ enSuftcrhuis* J?>. Andries ftoubent genaanib / geeft gejtaan* <Pit geböen tog unt ttoee fyieben ban 't meer* gemelbe gefcöreebin ftioojieröoeft: in toeïfte fyieben be j^foj en ïjet ftoubent ban Ruggen aan be eene fcant/ en be Pater, Mater, en be 5ufïer^ ban^. Andries ftoubent aan be anbere ftant / öeftennen en berftlaaren bat3e tegen malftanber vergrondkaveit geböen / snifte en $uifte lanbernen ï®ü$ berre uit Ifjet genteïbe ijanbfcfeift ban
be Regulieren teSoben/ ijier bolten geuieit *®t inftomfien 51)11 merftelp bergroot booj
ben aantoafeïj ban t nieutoe ïanb / go^ingen genaamb / omtrent i)et bo^jc de Srad in |et eiianb ban pitten ; toeïfte go^ingen in 't jaar 1410 0003 Jan ï|eer/ en Helwigis H^outo ban %ttttolitt/* aan ben $m en ïjet ftloofïec ban Ruggen $ijn gefeïjonften. 3De ï$ef ban bese gifte/ bie onber on^ öcrufï/ ïnobt op bc bolgenbe η$5* * |
||||||
X 3 Wy
|
||||||
316 Zuidhol L andsèhe
VU'υ Jan, Ridder, Heer van Heenvliex ende
vander Capellen , ende Heylwig van Bor- felen. Vrouwe van Heen vliet ende vander Ca- pellen, doen kondc allen lilden: dat wy puyr- liken om Goids willen in rechter aelmiflen en- de om ialicheyt onfer zielen ende alle onfe ou- ders ghegheven hebben, ende ghey.en mit de- fen brieve tot ewighen daghen voir ons ende voir onfe nacomelinghen, den Prior ende Con- ventedes Cloetters van Regulieren te Rigghe^ voer haer vry eyghen goedt „ een wtgors dat gheleghen is inden lande van Putte, ende ghe- hectcn is Die Stat, mit allen hillen die tot haer toe daer medeinhueren gecomenfyn, ende met allen aenworpe die tuflchen den ghorze voorn, ende hillen voerfz.comen mach, in alre manie- ren als wy ende onfe voorfacen dat ontfanghen ende ghebruket hebben , ende alfe hier voer- maels ghecoft was jeghen den Here ende Vrou- we van Putte, ghelike ah die principael-brief daer or inhout, die van woerde te woerhe fpre- ket als hier na ghefchreven fhet: Wy Jlyt, Vrouwe van Putte, vanPraeten-
de van Stryen, ende wy Boudewyn^ Heer van Praet, van Putte ende van Stryen, wittachtich man , ende Mombaer Vrouwe Aleyde voerfz. maken kondt allen luden , dat wy vcrcoft heb- ben Jan vanlieenvliet, onzen Neve, tot eenen vryen eyghen een wtgors , dat gheleghen is in onzen lande van Putte endegheheten isDieStat, mit allen den hillen die tot haertoe daer mede inhuren comen fyn, ende met allen aenworpe die tuiTchen den gorfe voorn, ende billen voerfz, comen mach, mit fulker Lantthiendc als hier op verfchynen mach. Ende dit voerfz. Lant lal |
||||
O U D Η E D E *Γ. %1ψ
Jan ende fyne nacomdinghen bruykcn tot fou-
ten, tot vorflchen of hoe dat hem oerbaerlicfte ilil dencken wefen onverfat van ons ende van onzen nacomelinghen. Ende van delen voerfz. goede heeft ons Jan beraelt den leften penninck ende den eertten* daer by hebben wy gheloeft ende gheloven defe voirfz. erfven ende goeden te vryen van allen commer ende aentale die hier op gheweeft mocht, hebben of is tot delen da- ghe toQ, ende wort hem ontwonnen mit eni- ghen rechte van enigher lofce ofte commer die hier up ghecomen mach wefen van onien we- ghe tot dciendighe toe. Soe gheloven wy hem te houden op alfoe goed goer« Ende om dac wy willedat allen voeriz. voerwaerden ende cope vaite ende itade ende wel gheitade blive, van ons ende van onzen nacomelinghen Jan voorn, ende finen nacomelinghen, foe hebben wy de- fen brief open bezeghelt mit onfe zeghelen, Ghegheven int jaer ons Meeren dulent , drie- hondert, neghen ende vyfiich , des maendages na alre Heylighcn dach. In kenniïïe der waer- heyt foe hebben vjyjan, Ridder, H.ervoern. > ende Heylwy van Éorfelen, Vrouwe voeriz.de- fen briefopen b?feghelt mit onfefeghelen, int jaer ons Heeren dulent, vier honden ende tiene, opten leiten dach in Meye. g|ferap.t£ ooft geboïgt öe onberfïaanoe km
feïaaring bon Jakob , ^m ban <0ai$toeft en jutten. νί/Ύ Jank) .Here vanGaesbeke, van Apkou-
de, van Putte ende van Stryen} Erfmaer-
fcalc van Henegouwen. Doencondt allenluy-
dea 3 dat want onfe voervaeders Heren ende
X 4 Vrou*
|
||||
328 ZtriDHOLLANDSCHE
Vrouwe van Putte, in voerleden tiden vercoft
hebben Jan van Hcenvliet tot enen vryen eyghen een motgofs, geheeten Die Stat, mit allen den hillen voerfz. die daer toebehoeren, ende mie allen den aenworpen die tuilchen den gorfen voern. ende den hiUen voertz comen mach, mit fulker Lanttienden als daerop verichinen mach, te bruyeken rot zouten, rot vorfchen of hoe dat hem orbalixrlelaldencken, ghelycdiebrie- ve inhouden die van onien vorders daer of be- feghelt iyn ; welc ivtgors voeriz. mit allen ft- nen toebehoeren ghelyc voerfz. is, onfe ghe- minde in Gode die Pryor ende Convente des Cloeirers vanden Regulieren te Rigghe, buten den Brie Ie nu hebben, befitten ende ghebruye- ken in alre manieren als van Heenvlïet voern. en- de fyn nacomelingedar te befitten ende re bruye- ken plaghen daer fyt af gecreghen hebben; ende wantin die voerfz. brieve niet verclaert en itaet, datmen moeren ende te zille vornen lal, t nde daer den vryen oerbaer mede doen als dat behoerr, onverfeit van ons of van onfen naco- tnelinghen. Ende om dat wy immer altytghe- neghen willen wefen.Goids goede te vermeeren ende niet te verminderen, ioe iil dat wy puyr- liken om Goids willen verclaert ende gheghe- ven hebben, verclaren ende gheven mit defen brieve voir ons ende voir onle nacomelinghen, den fclvenonfenghem inden inGode, dén Prior ende Convente des Cloefrers van den Regulie- ren te Rigghe buten den Bi iele voirfz dat felve wtgors voirfz, mit allen (men toebehoren te braken tot zouten, tot vorfchen ende te moeren, mit opdrachten, mit vlettinghen of hoe dat fi, ende gheven hem den brant daer af te zelle, te winnen tot e wighen daghen, fonder argheüit, |
||||
Oudheden. 329
oftcbruycken hoe d.tt hem oerbaerlixftc endc
profiielixlte tor allen tyden f.»l dencken weien, mit fulcker Lantthiende als daer up verfchyncn ma< h ghelyc voerfz. is, (onder enighe hinder of Wfel hem dier in te doen , ofte doen doen, of re laren gheichien van onfer weghen ·, behou- delic ons anders onles Heerlicheit hoghe ende leeghe. Ende wat moer of zelle of ander goede die fi daer up winnen of doen winnen, of tot enigher tyt yernant daer up vercopen, veylich wt tullen moghen voeren ende doen voeren bin- nen onfen pak η ongecalengiert van ons , van onfe nacomelinghe of van yernant van onfen weghen; ren ware of fyr felve mit hande of mie monde verbuerden teghen onfer Heerlicheit. Voirt foe hebben wy voir ons ende voir onfe nacomelinghe den ielven Prior ende Conventc Voerfz. ende allen den ghenen die opdrachten ende vlettingen up dat felve wtgors voerfz te- ghen hemghecoft hebben, quytghefcondenen- de fcelden quyt van allen broken die fi tot de- fen daghe toe teghen onfer Heerlicheit daer an ghebroecl: moghen hebben, bevelen daer om allen onièn Dienres ende Onderfaten van onfen Lande van Putte , die nu fyn of naemaels we- ien fullen , dat ii onfen gheminden den Prior ende Convente voirfz. dit voern. wtgors rufteli- ken ende vredeliken laten ghebruken , in alrc manieren als voerfz. is, fonder enighen hinder of letfel hem tot enighen iiden dair in te doen. Ende om dat wy willen dat alle defe voerfz. punten van ons ende van onfen nacomelinghen onfen gheminden inGode, den Prior ende Con- vente voerfz. tot e wighen daghen valt, gheftadc ende onverbrokelic wil ghehouden worden, foe hebben wy defen brief open doen befegelcn mit X f onfea
|
||||
3?0 ZUIÖHOLLANDSCHE
onfen zeghel wt hangend e tot eenre o rk on de en-
de kennifTe der waeiheit. Ghegheven int jaer ons Heeren dufent, vier honJert ende twimich, des faterdaghes op finte Geertruden avont. <£naï£ jgober bt$m aanioafcömetöen Tfïit
ban § Mich -eU lööge te mnttoerpm / en öe peeren en erfgenaanien ban jj&iDffell)arntö öaac öe go&ingen naatï aan gelegen toaren/ in Vterfegiltbaren geraaïtt-, sijn'ertuer fctje&^ mannen ge&osen om öat bcrfcöiï ög te ieg* gen, %M}th eenrjefcfeebenöoeïne öaar tmtotit*
iterjjaiiöe belegging ban öit betfejfjil fïaat ui& geöjuht. ^aar na fïaat tt öe boigenfce fyief ban Maria van Borgonje:
Ά/Jarie, by der graden Goids, Hartogynne
van Bourgoingen, van Lotharingen, van Brabant , &c. gonnen , g~ven ende verlecnen mit ócfen tegenwoeidigen brieve, voor ons on- fen erven ende nacomelinghen Graven ende Gra- vinnen van Hollant , Zeelant ende Heeren of Vrouwen van Vrieilant ende van Putte , onfe lieve endegetrauwe Nichte, Vrouwejinwuan Bourgoingen^ Vrouwe van Ravefteyn > voerhuer, hueren erven ende nacomelinghen tot eenenerf- pachte ende in rechten erflicken cheyns ende rente onle uytgoriTen, aenwaifen ende aenwer- pen , genaemt die Galcnthce ende Oelkinfplate^ mit die gorife van den Bommel tot Grifordetoe, ftreckende van dair Noort-weft totten Oeflmoer ende rotten gronde toebehorende den Regulie- ren Cloefter van Rugge^ by onfe fleen vanden Brieile, &c, Gcy
|
||||
■■MMHBMMMOT
|
|||||
Oudheden. 331
Gegonnen, gegevenendeopgedragen, gon-
nen, geven ende opdragen mie defen onfen bne- • ve de voerfz, onle uytgorflai , aenwerpen ende aenwaflèn, genampt dcGalenthee, Oelkinfplate, Vloeyhil ende den Bommel * al liggende in onfe Lande van Putte onbedyct ende metter zeege- meene, rnit allen hoeren toebehoeren, aenwaf- fen ende aenwerpen, tegenwoerdich ende toe- comende: ende de weicke goi flen gelegen zyn ende hem ilrccken, te weten, van Oelkinfplate Oeft aften Diep van Buttervliet, Zuyd af van den Galenthee ende den block van tordemoer, ten Diep van Strienne , iïreckende Weftwaert tot Corte-Gravelinge toe, van daer wederommc Iten Noord-oeften, iïreckende langhes een hey-
diep vanden Bodemer tot in die Hondfloe, ende al j langes die felve Hondfloe tot inden diep van Ha~
rincvliet beneden den Bommel , den gront van 1 Grifoirden vanden Oeftmoer gudfekeende Stadt,
Weft ende Noort-welt af vanden Bodemer en- de der Hondfloe ende vanden zelvcr Stat ende gudfeke langes den diep van Harincvliet tot den 1 Heydiep inden vpern. Buttervliet om devoorfz. 1
jgorflen vanden Galenthee, Oelkinfplaete , Vloeyhil
ende den Bommel, mie hueren voerfz. toebeho- ren , aenwaflèn ende aenwerpen, tegenwoerdich Iende toecomende , ende ophuer verargeren en- de verbeteren by der zelver onfer Nichte van .Ravefleyn , hueren erven ende nacomelinghen oft fake hebbende te houden in eenen eewighen | erfpachte, omme fulke fomme van penningen,
&c. . Gegeven in onfen huyfe inden Hagfie in Hol-
landt, den xvii. dach van Septembri, intjaer ons Heren dufent, vief hondert een ende tach- tich. |
|||||
33* ZuiDHOLLANDSCHE
φρ ïjet behoeft ban bc^oebei$ bergemeï*
iie J^iorge ban toggcn ïjetft Thomas a Kem- pis, öefcueïlie toen in 't ftïcofïec ban §>. %ne$- berg fcoonbe / jet ïeben ban bc ïjeiilige en ber* tmlofeC J{^aa0Ö Liedwigis, Of Luewina, met Λ
ren fto^tW enlüaarber; fltji öefeï^eben.
£"lSXr ^11 f iaat ^?1- # Ö<*3elbe nioofïer aan
afgebrande B?anb gefïonen/ en booj be blammen ganfeï) bermeït.
Martelaar ^t ti00etttieti öeftenbe $&arteïaar$ ban aldaar op. <0o$um / beioeïfte aïbu$ genocmt tobben om gehangen, ^ ^ mfr^ njje tc <$^\mm gangen en \jtt* toaart^ geboet* 3tjngctoeefl;/ 3tjn in befcïjtiuc
ban getltöo^noemöe Rïoofïer ben 9*3[uïg 15*71. op ïjet öebel ban Lumcy jeettoaebeiyft en on* nienfcijeip gepijnigt en boobgefbltettt. Pirter Opmeer , en Willem bitius i^OOgïe^
raar in becÊtobtïjeit te^Douag/ Rebben jet \t*
ben oer gemelbe j&artelaaren öefc^eben: en fa$ ïjeööen ooft onbei* <0o$mm ban fommigen onber gen gefpjoften. $&en binbt öe boïgenbe <$ber|ïen ban bit
ïtïoofïer bermeïb: 1406. Br.THEODORUS van LEIDEN,
cerrte Prior. 142.7. Br. JOOST, Prior.
1441. Br. IOANNES, Prior.
i4r9 Br. JA KOR KOSTYNS, Prior.
i46p. Br/jOHAN TONGERLO, Prior,
i48f. Br.HARBERT, Prior.
J4PX. Br. MATTHIAS PETRI, Prior.
Ifot. Br.jAN PIETERSZ, Procurator.
jro?. Br.ADRIAEN 1AGOBSZ, Prior,
Br.FRANS HUGO, Procurator. iyo& 15-17. Br. ADRIAEN JACOBSZ
van STEEN VLIET, Prior. ïp8.
|
|||
Oudheden. 333
1^8.15-31. Br. KORNELIS van KERK-
WERVE, Prior. 15-36. Br, PI ETER JANSE BEEN, Prior.
Br. GHYSBERT GHOSEN , Pro- curator. AANTEKENINGEN.
1. Echter ftaat 'er in een gefchreeve Lijft van de
kerkelijke ampten , die ter begeevinge van de Graven geftaan hebben , dat de Paftory van Rugge jaarlijks opbragt 70 gulden. 2. In 't gemelde handfehrift van de Regulieren te
Loven ftaat eea overgroot getal van giften, renten, landeryen , enï. die van tijd tot tijd door dee- 7en en geenen aan dit konvent gegeven 7jjn, Ook ftaat 'er vermeld hoe dat de Regulieren van Ruggen verfcheide landeryen aangekocht, gorffingenbedijkt, bedijkte lauden in pacht aangenomen hebben , enz. Zoo dat de armoede , daar twee of drie Bi'lTchoppc- lijke brieven van fpreeken , niet lang geduurt ial hebben. ROKKAGNE, of REKAGNE,
of ROKANJE. töoïianje $ een groot bo?p in get egïanb en. ..
Set <Pefcenfcijap ban mom. ^e parocperfe/ ££ct, fïaanöe ter öegeeinnge oer ^οίΙαηο(φ <0^ Rokkaejc; ben/ ïion bsnJ)afïoo.? bieinbepafÏor^efcöOon* be/ en aüe be bebienüiaen ioaarnam / i6.guU ben opbrengen: ban be ^afïoo;/öEiiten be pa* fiorg» tooonenbe / ttoft niet meer a\$ 6. ponbeit en itt$ baar bobem ï$et iiofterfefpp 0£agt3eeE fcuemig op. 3|ii t jaar 15-14, foaé pr |)afloo| be ^eec
Robbert de Beca (vander Beek )♦
DE -
|
||||
334 ZUIDHOLL ANDSCHI
DE ZWARTE WAAL.
<®t ^fcoatte HDaaï ïjab ooft eene parocöi-
parociü- fceeli/ befcöeïee boo^ b? <ü%aben ban ïüoïïanb kerk van ftjfejfc fcegcben:' en betoelbe in 't jaac ι f ι f. bc* de Zwarte jj^j. fc)ierb böO,i iijfeet* Kornelis Muylevanger.
<De Jpafïoo^/ in 3tjne paftorg tooonenbe/
gab jaaripg ii.ponöen: buiten toosmenbege;* noot fc» i. ponbeu <^e ^ojlec öaö jaarïp^ biet ïitijnfefie guï*
ben* NYENLAND.
^erfegeibe bo^pen b^aagen ben naam ban
j^gïanb of j^tentanb. <^oöfe aitbercn i$ 'er
Parechi. tm *n * 0$ί*& &an <fl*0$um. ©it $gïanb/
kerk te baar bjg nu ban fp^eeften/ i§ gdegen 'tti 't ei*
Nicuknd. ïanb 3£>ooni / en jjab eene paroci)iitern} öe*
iöel&eterbergeebinge banbe ^ollanbfclje <0t&.
ben fïonb: en in 't jaar 15· 14. bebient twerb
bOO^ Johan Beka (Beek.)
<Pe pafloor^ gab een jaarlpfcïje inïtomfïe
ban 3 5-. ponben. Φ ie ïjet 3&afÏoor£-ampt in eigen petfoon öebienöe troit 14. bie buiten bjooiiöe 4- gulöen. 3|et nofierfeijap iïiicriï in 't jaar 15-14« öe*
likht bnm bw ï^eeejakob Witten. <&k *get noficifcfjap seif bebienbe genoot jaadp^ rx. gtiïben. iSnbetf üab ÖP «iet boben be 4 0p* fcïje gulben. * In 't Lstijn fchijnt de zin anders te luiden ; maar ik
mecue voorvaft dat 'er een drukfout ingcflopen is. Ver~ saaider |
|||||
HEL-
|
|||||
Oudheden.' 335*
Η E L L E V O E Τ,
$an oub^ Rclvioer, een tmtp in Jet eiïanb Hciicyoc*
&oo}n; $ 300 foei aï^ beviel naar De Helios ™ gefc- of Helle genoemt: 3jjnbe 4 onzent fcf^eeben gc,5ê ban ben S^iel gelegen, <©ici)t ög ijfeiieboet ïegt üeiieboeHïug^ / ten 00$ at# eene b^
geit $ gebbenbe een bennaarbe ^eejaben / en eene $eer geniaftbeïpe rebe booi be fcljepen. <©it 3geuVüoetfïw^ bjo^b 00« j^ieu-^eileboet genoemt (O (€t i^eUeboet fïonb een ^arocFjiberlt j be* fa?cI,i*
torfnein 't jaar ïfi^bebient b3ierööoo^jJ^eei^'ft(;o!S# jierLodewiikBofteiia. 3fn 't jaar 15-71. toierb be pafteg ban ï|eïïeboet bebïeebt boo$ Hen- drik Boga 11, in iuikerïanb naar jjetgemeene 3eggen gebooren: en een man bie 300 rpmagi ban geïoof/ al^ ïjg onboosten toa$ ban gelb en god). ï|g ftab boo? 3ij'n beïeefben omme* gang / en groote erbarenbljeit in be geilige Boehen/ eengroeten naam gebreegen: 3tjjnbe in be jjcoge Jkijole (ban Koben) ai eenigen tijb te booren 23ace!ier tn be <0obtijeit gcbio^ . ben, Φοί\ ïjab ïj$ noe§ onlange ban ben ÏU tVtCfytfcfyen SSiffeijOJJ FYederik van Tautenberg
bedof ge&reegen om be beeïbf£omier$/ htttetf/
(z) en anbere ugtfpoonge $onbaar£/ bie ïeetioe* 3en ober gnnne feiten ïjabben/ ban jjunne3on* ben te ontbaiben: 300 sü§ $au£ Pms v. #a$ te boren genabigïp fjaö bergnnt. Jilaar get i$ jammer bat joobaansg een man/ bit 39« toeergaa baar omflreeb^ niet en ïjab / boo^ menfeijeïpe fyoo^fteit be ïufïen be| b!eefei$ geeft opgeboïgt/ en fe$ binberen bg ecnb^it leeft getoonnen, €n fiicrom $ get bat fom* migeit /
|
||||
3^6 Aantekeningen op bi
tnigen / itic om 30Ü te f^eenen toat te bic$ cn
fceung b üea / ijet met nonnen üj&cn öar öe eerfïeiingcn ban oir martettiom öoo^ öe om^el* Sitigen ban tm bgfïaajj be$aeaeït %)n giwetf. Jll&aar m 3önöe eet geïooben öat [jee ba <0oög boo&teniaJeitf$ toegenomen/ öat net iot om ben jiqjb te beginnen/ en om ai£ öe napifcaii ban 300 beeïe j&arteiaami te tooien/ $# at* 5en man i$ gebaiien: η mèntip op oat ijct bin> ï\m 5onbe/ bat ijct niet afjjangt ban gmen* fcjjen beröienfïen/ maar een gabe i^ocegoö* belpegent.be/ een bioeo-getaige ban Chmtus te tooien <2)e gemeïbe paflorn pïagt aaitbafietnïtom^
fïen te jjebben acijt ponöen, en 3^tc binten be paflorg tooonhe genoot ooïi8 n. ponben : maar öiem be paflorn tooonöe ttoft in aüc$ i8.ponöen+ &c inltomftcn ban ï)tt nofïeifcïjap beliepen
j*arlp$ 10. ponben. AANTEKENINGEN.
1. De woorden van Vilnius, daar hy Hel'ius ver-
. meldt, dienen hier een plaats te hebben Midden in
den Rhyn, 7.egt hy*, ten lengte van omtrent >co duy-
Z.ent fchreden leit het alleredel/Ie eyland der '<.atavieren
ender Kaninefaaten: en de andere eylanden van de l/rie-
Zen, van de Cauchen , van de Frifiabonen , van de Stst-
riers, en van de Mar faken : alt em aal gelegen tuf}ehen de
Helle en hel Vlie, Dus worden genoemt de mtwaterin-
gtn \ langs dewelke de Rh'ijnjlroom zich noordwaetts in
eenige moerajfen verfpreidt; en zuidwaerts in de Maas
gaat rollen.
Dat de mond Helius by denBriel en by Helvoetfluis
gelegen heeft, word van de meefte Schryvers aange- nomen. Dit paft ook op de lengte, die al van ouds aan't eyland is toegeschreven. Een gedeelte van den λ Lib. 4« c. if,
Rbyn ?
|
||||
Ι, '
ZüIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. ^J?
R-hyn, τ,egt lul'ms Cafar, '/ welk de Waal vjordgememt%
maakt het eyland der Batavieren : en niet verder van daar als 18ö duizend fchreeden valt by in den Oceaan, Nu is het zoo, zegt de,Heer Alt'tng, dat de Schen- fcenfchans, daar de Waal zich vanden Rhyn affcheidt, juylt zoo veele fchreeden van den liriel is,gelegen ; en dit heeft de Heer b Menfo Alting voor ons al uitge* rekent. Zoo dan, de lengte van't eyland is'er, de loop en de mond van de Waal is 'er, de oude naam van de Helle of Helius is 'er. Men zou zeggen dat hier niet te twyfelen zoude vallen : en evenwel zijn •'er die niet alleen twyfelingen opwerpen; maar vol- mondig en als een valte waarlieit iïaande houden dat Zeeland ook onder 't eyland der Batavieren was be- greepèn; en dat de//<?//*ƒ aan of in de Wielingen, tui* fchen Zeeland en Vlaanderen, geplaatit moet wor- den. Wy misgunnen aan de Zeeuwen den naam van Batavieren niet: en zouden ons door zulke landge- nooten geenz'ms vermindert achten. Maar daarom moet men de hiilorien geen gewelt aandoen : en lan- den en volkeren door malkander verwarren. Plinius, zegt zeker vSchryver, fielt eene wijdte van ioo duy- zent fchreeden tuifchen 't Flie en de Helle, of He- lius : maar, zegt hy, indien men de wijdte van 't Flie wil opneemen , zal die niet koomen tot den Briel , maar tot de huidendaagfche Wielingen toe* Maar dieSchryver moet een ander foortvan een paf- fer gebruykt hebben als ik, of als de Heer .zifting.heeft gebruykt. Op eene zaak dient maar gelet. Plimus telt by de ioo duyzent fchreeden tuifchen 't Flie en Helius. Ptolomaus telt 'er niet meer als 84. Bei- de die optellingen koomen op het zelfden uyt. Pli- nius zal volgens den Heer cAlting het ftrand van 't Flie tot den Helius toe gemeeten hebben ; Ptolom<eus zal recht toe recht aan van 't Flie gegaan zijn naarde Helle, Dan doet men noch de plaats van lulius C<cfar gel- den; daar gezeit word dat de Rhijn, dicht aan de zee genadert , zich 'm verfcheide fpranten verdeelt , eti door die verdeelinge veele en groote eylanden rond- om befpoelt; dat die eylanden voor een groot gedeelte bewoont worden van wilde en woeite menfehen ; b Alting part. 1, in verbo Bauvi.
e Alring pvc. u r. Flcvum oili"m.
Υ waar
|
||||
*
|
|||||
33? Aantekeningen op pe
waar onder fommigen zouden zijn die van viiTcheti
en vogel-eyeren Iceven : en dat de Rhijn eindelijk ( alle dieeylanden gemaakt hebbende) langs verichei- de uyt wateringen zee waart inloopt. Op dat dit eeni- gen ichijn zou hebben , dient men hun toetegeeven dat dit van de Waal, niet van de rechter zijde des Rhijnilrooms, veriïaan moet worden. En als men 't -al van deWael zoude verftaan, diende men hun noch toetegeeven dat de Waal, of de Rhijn aan die kant, niet recht toe recht aan geloopen heeft op den Briel, maar Zuidwaart op , en ganfch Zeeland door of voor by, tot aan de.wielingen toe zijnen loop heeft genomen. Dit alles , zeg ik , diende hun toegegeeven, Maar Pontanus</, om my aan zijn bewijs te houden, houd het voor gewis dat men deze toegeevendheit niet kan gebruyken ; en dat hier van geen Waal of flinker Rhijn- ftroom, maar vanden rechter Rhijn , daar hy Duyts- Jand voor by (treeft en befproeit , word gefproken. Hier toe zal ik de ganiche plaats van lulius Cafar die- nen nyttefchryven : De Maas, zegt hye, koomt voort- geloopen u\t den berg Vogefus . . . en een gedeelte van den Rhijn overgenomen hebbende , die den naam voert van de Waal, maakt zy het eyland der Batavieren : en niet vorder van daar ah %oduizent fchreeden valt zv in den Oceaan. Dan de Rhijn neemt zijden oorjprongh uyt de Lepontii, die de Alpen bewounen... en dicht aan de Zeg genadert, verfpr.'idt hy zich tn verfcheide [pr anten: waar door hy veele en zeer gioote eylanden maakt ; dewelke voor een groot gedeelte bewoont worden van wilde en VJoefle menfehen; onder dewelke fommigegevonden wor- den , die zoo als de jpraak gaat, van vijj'chen en vogel· eyeren bejlaan: en dan loopt hy langs veele uytwaterin- gen in den Oceaan. Hierzietmen, zegt de voornoem- de Pontanus, dat de Rhijn tweemaal t' zeewaart in word'geleidt; eens aan de kant van de Waal, daar hj de Maas in zijn gezelfchap heeft gekreegen; daar na op zich zelven en onverzeld; wanneer hy zich langs veele uytwateringen met den Oceaan vermengt. Zoo konnendandie eylanden , die de Rhijn in zijn laatfte kours zoude maaken , nier geduydt worden op Zee- land : anders zoude lulius Cafar tweemaal het zelfde d Lib i, Hift. Geldr.
e JuLCfffar de Bello GaU. I, 4.
zeg-
|
|||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEBEN. $$$
heggen ; en den Rhijn langs den zelfden weg 't zee-
waert geleiden ; langs denwelken hy de eene fprant vanden Rhijn, te weeten de Waal, in't gezelichap van de Maas, paste voren zeewaart had geleidt. Maar wy behoeven op dat antwoord van Pontanus
zoo He*k niet te dringen. Iulius Cafar fpreekt ran de uytwateringen des Rhijnftrooms in'talgemeen. Het is zeker dat'er eenige èylaiiden zijn omtrent het VI ie: het is zeker dat 'er ook zijn daar de Waal , voor by Heivoet iïroomende, zijne wateren in de grootezeeplas gaat uytitorten» Wat behoeftmen dan , om quanfuys wat nieuws te zeggen, de plaatzen der oude Schry- veren door eene gedronge uytlegging te verdraayen; en zich zei ven in moeyel ijk heden ie fteek'en , daar men niet als mee verkrachringe van zijn eygen oor- deel , en om zoo te fpreeken al hortende en ftootende, weet uyt te koomen ? De andere bewijzen van wederparty , die noch
minder om't lyf hebben ; en daar de oude Schry vers, omeenige hulp te konnen doen, eerft verandert en verminkt worden, zullen wy nu niet aanroeren. é. Veele Leezers, die in onze kerktucht niet zeer
bedreeven zijn, zullen niet verdaan waarom dat deze Paftoor zoo een Pauffelijk verlof van nooden had, om de beeldvormers, ketters, enz. van hunne zon- den te ontbinden : en zullen zich inbeelden dat de magt om de zonden te vergeeven zich over allerhan- de zonden uytitrekt. Andere, die iets van dieophou- dingen der zonden gehoort hebben , zullen geen reden van die gewoonte gehoort hebben. Dient dangevvee- ten dat 'er eenige grofTe zonden zijn ; dewelke, op dat de menfeh in zijnen drift tot het qitaad doen door de moeyelükheit der ontbindinge eenigfins geiteuit en opgehouden zou worden , niet van alle Biechtvader* vergeeven worden. Daar zijn'er daar alleen de Bif- fchop , en andere daar de Paus alleen over te zeg- gen heeft. Dat de BuTchop het vergeeven van eenige zonden aan zich houde, is volgens de kerke- lijke á Schrijvers een oud gebruyk : en in de vroeger tijden der Kerke wierden de openbaare boetpleegers niet verzoent als alleen door de Biiïchoppen, en over alle zwaare en uytfpoonge misdaaden , zouden de á Zie den Heer van Efpen in jus Ã^çïç. partiZ, th,6. cap-7.
Õ 2 mis-
|
||||
34° Aantekeningen op de
misdaadigen ontflagen worden , moeit openbaareboe-
te gepleegt worden. Naderband, als het pleegen van openbaare boete voor heimelijke zonden al meer én meer begon op te houden , is de ontbinding van zo- danige zonden aan gemeene Prietters allenskens toe- betrouwt. Zoo dat het tegenwoordig gebruyk , dat eenige groffer misdaaden voor den BiiïchoppeÏijken biechtitoel moeten koomen , een gering overblijfzel is van de oude kerk-tucht. Maar dat de Biifchoppen zelfden misdaadigen van
ïulke zonden niet mogen ontbinden , en dat de Paus alleen daar over te zeggen heeft, daar van heeft men volgens h Thomaffin verfcheide eeuwen nier gewee- ten. Doch de Biifchoppen , ziende dat de boosheit hoe langer hoe hooger liep, en dat 'er geen houden aan de driften der menfchen was , hebben zelf in de elfde eeuwe-begonnen eenige van de affehuwelijkfte ïonden naar den Paus te wijzen : opdat 4e menfchen, door de moeielijkheit van de ontilaging tebekoomen ifgefchrikt, in hunne boosheit wat zouden tegen ge- houden worden. Maar dit had zijne redenen en tegen- redenen : men zag ten eerltedat'ereenig voordeel uyt voorrquam , want daar de kerkeliike perfoonen tot dien tijd toe s voornamentli}k in Engeland , als ten prooi ftonden voor roofgierige menfchen, en'er ieder een moerwillig de handen aan fioeg, tot zoo verre dat ze hun goed en leven noit verzekert waren ; hebben zy, c na dat 'erzooeen wet in een Synode van Lon- den uytgegoven was , wat ruimer lucht beginnen te krijgen. Maar dat gebruyk had ook zijn ongemak: want verfcheidene metilchen , tegen zoo een lange en moeyelijke reïze weerbarfiig, en die zooeene zonde op het hart hadden zitten , vervielen tot een foort van wanhoop en verrteentheit: gelijk uyt de woorden van d J. Gerfon begreepen kan worden. Hier tegen bad de Paus eenigzins voorzien met fommige Prie- ficrs temagtigen om de genen, die tot dat reizen on- bequaam waren, van die zonden te ontbinden: doch Gerfon meende dat rer meep Priefters daar toe gemag- tigt dienden. Dat is metter tijd ook gefchiedt: maar b ThomaiT He «üfcipl. Eccl. part- 4, 1. 1.
c Viilc Roger. & Matth. Paris a<l Afin. H4J»
d Gcrfon aputi Thomail. p, 4, 1.1, c /o»
hier
|
||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. 341
hier uyt is wederom gevolgt , zegt de gemelde Tho-
maffmus, dat dit overblijfsel der oude tucht , en 't eenigfte fchut derboosheit, genoegzaam is vervallen. De Paus , in het bezit zijnde van eenige zonden
aan zich te behouden, heeft die magt mettertijd ver- der en verder uytgebreidt: 't welk by fommigen op- genomen word voor een krenking en benadeling van de BiiTchoppelijke magt Daarenboven , door dien dat'er metter tijd zoo veele zonden opgehouden wier- den , is de fchrik van de grofite zonden , 't eenigfte inzigt van die ophoudinge, al meer en meer vermin- dert. Eu e noch verder, dewijl de magtom van alle die opgehondene zonden te ontbinden aan zoo veele Pnefters mettertijd gegeven wierd , en noch gegeven word , is dat ophouden fchier niet anders geworden als eer» enkelde ceremoni Om den Leezer eenig begrijp te geeven van de
zonden , die van tijd tot tijd naarden Paus geweezen Zijn , zal ik hier de zodanige optellen f dewelke in Italië voor de Pauffelijke vierfchaar moeten koomen. i.Het opbreeken vaneen Nonnekloofter: als het met een quaad oogmerk gefchiedt. 2. He't flaan van een kerkelijk perfoon. 3. Eene dadelijke Simony , dewel- ke willens en weetens is begaan. 4. Eene Simonie de- welke confidentialis word genoemt. y. Het lijfgevecht. 6. Een misdaadigen , zonder 's BilTchops verlof, met geweld uyt de kerk te haaien. 7. iemand van zodani- ge zonden , die voor den Paus of den Biiïchop opge- houden zijn , zonder een byzonder verlof te ontbin- den. Maar behalven deze zeven misdaaden flaat'ernoch
een ganfche lijft in de zoogenaamde Bulla Coena; Do- mini: dewelke op alle Witte Donderdagen door den Paus afgelezen word, en daar de bedrijvers van eeni- ge misdaaden in den grooten ban gedaan worden ; en onbequaatn worden verklaart om van iemand an- ders, als van den Paus alleen, ontflaging te verkrij- gen. Doch deze Bulle, fchoon dat ze alle jaaren te Romen afgelezen word, is in de meeire landen door liet gebruyk niet aangenomen. De misdaaden, die daar uytgedrukt ftaan , zijn i.kettery: het ophouden e Zie deuHeer van Efyen in ju? cm, p. 1, tic, 6. c. 7*
- ƒ Vide fummam üiauac v« caius << f« rvati, Υ 3 fa
|
||||
34* Aantekeningen op de
en begunftigen van ketters; het drukken, leezen, bc-
weeren van ketterfcheboeken, æ 'Zich vandePaufle- lijkeordonantzien te beroepen op eenealgemeene kerk- vergadering : en het begunlligen of bevorderen van zodanig een beroep ò. De zee van de Kerk door zee- rovery te plagen. Het rooven en ikelen van goe- deren, of icheepen, die fchipbreuk geleden hebben. 4. Her invoeren van nieuwe fchattingen en tollen. j. Het vervalfchen van Pauflelijke brieven. 6. Aan de ongeloovigen , of verklaarde ketters , wapenen of itoffe tot het maaken van wapenen te bezorgen : den fiaat der Chriltenen, aan de zodanigen, tot nadeel der Chriftenen, te openbaaren, &c. 7. De voornemens der Chrifténé Koningen aan de ongeloovigen over te brie- ven, Ç Het voeren van levensmiddelen en andere noodwendigbeden naar het R. Hot/te beletten. 9. De genen die naar het R. Hof reizen , en van daar naar huyskeeren, te dooden, tequetzen, enz. 10. Eenig Karainaa! , Patriarch , Aartsbillchop, Legaat van 't R. Hof, Nuncius, te dooden , te wonden , te ver- minken , te fmijten , gevangen te neemen, inden kerker op te fluiten , vyandlijk te vervolgen. Maar voor a! is hier zorg gedraagen voor de Kardinaalen : voor eeril heeft een Kardinaal , volgens de Kanoni- flen , vry fmijtens aan zich 7.elven : en mag zich af- roifc-n ZOO veel als 't hem lult , zonder in den groo- ten ban te vervallen. En onderde beledigers der Kar- dinaalen worden volgens de zelve uytleggersder ker- kelijke wetten begreepen alle de geeneu , die eenig geweld doen op het huys van den Kardinaal ; die ee- nig kerkelijk perfoon , die een goede kennis van de Kardinalen is , beledigen ; die maar lafl: geeven om een Kardinaal re beledigen , al is 'er de zaak nietop- gevolgt: die het beledigen van een Kardinaal, alszy het konnen doen, niet beletten ; die een Kardinaal, of ander Prelaat, nyt hunne landen verdrijven. Ja, volgens-reen naarder verklaaring, zijn alle beledigers der Kardinaalen fchuldig aan gequetfle majefteit: en by gevolg worden zy voor eeuwig en altijd eerloos: hunne goederen vervallen aan 's lants Schatkamer : hunne huyzen moeten met den grond gelijk gemaakt worden. Ja volgens Gambacurta h word de Keyzer g In caput fclicis , de pKnis ia 6.
h Gambacurta de imrmin. c, 6. zelf
|
||||
' ZUITHOLILANDSCHE OUDHEDEN. 3+J
ïelf, indien hy eenen Kardinaal beledigt, pligtigaan
gequetiïe oppermagt. ι1. De geenen die om hunne ïaaken en belangen naar het R Hof reizen , of de Advokaaten , Prokureurs , Rechters van zodaanige perfoonen , te dooden, te'ilaan, te berooven ia. Zich van de Pauilèlijke brieven voor een wereldfche rechtbank te beroepen 13 Eenigen uytvlncht te zoe- ken , of ter hand te. Hellen , om de PauiÏelijke brie- ven niet te gehoorzaamen : of den genen s die eenige gunft aan 't Paufie/ijk Hof gaan verzoeken , hinder- lijk te zijn: enz 14. Het geichil over de tienden, of over andere geeftelijke zaaken , en over zaaken die aan geettelijke zaaken gehecht zijn , van dePauiTdij- ke gemagtigden en geeitelijke rechters voor wereld- fche rechtbanken te trekken. 15. De vijftiende ban treft alle Voriten en wereldlijke Rechters, dewelke geeftelijke perfoonen voor hunne vierfchaar betrek- ken; of wetten en ordonantzien maaken, waardoor de kerkelijke vrijdom regelrecht of zijdelings word verkort. 16. De feiHende ban valt op de geenen, die het rechtsgebied van kerlijke perfoonen beletten. 17. De feventiende op degenen, die zich het rechtsgebied, de vruchten , inkomften , en renten des kerkdijken ftaats zonder PauiTelijk verlof aanmaatigen. 18 Even ftreng worden die gehandelt , dewelke zonder uyt- drukkeiijk verlof yan den Paus den geellelijken, of hunne goederen , eenige laiten of tollen opleggen. 19. Ook worden in den ban gedaan alle wereldfche Rechters en Officieren , dewelke zich met de hals- 2aaken van kerkelijke perfoonen b e moe yen * 't zy met hun proces op te maaken; 'tzy met hen te ban- nen, gevangen te neemen. enz. 't Welk zoo verre uyt- gebreidt word dat een wereldfche Rechter,die heimelij- ke informaatz'e neemt over eenig feit vai\ een kerkelijk perioon,';al was het maar om de'ganfche informaatzie aan den kerkdijken Rechteroever te zenden, in den ban vervalt. 20 Eindelijk word dat vervaarlijke vonnis ook uytgefproken tegen de geenen, dewelke de ftad Ro men, of het Rijk van Sicilië, of het eyland Sardiniö ofKorfica, of eenige landen, fteden, ofpfaatzen, de Roomfche kerke toebehoorende, in bezit neemen, beoorlogen, verwoeiten enz. i Summa Dian# v. Bulla Cctnae. Υ 4 Ik
|
||||
S44- Aantekeningen o? «e
Ik heb gezeit dat deze Bulle, althans in verfcheide
koninkrijken en landen , door het gebruyk niet is aangenomen : maar te Romen word het aldus niet verf taan. Want voor eer/1, om te toonen dat ze de Jiul over al willen onderhouden hebben , word ze daar, gelijk al gezeit is, alle Witte donderdagen met groote plegtigheit afgelezen. Ten tweede leeren de Kerkelijke ^Rechtsgeleerden, hoewel niet altemaalen een Item m ig , dat dit aanneemen of niet aanneemen van de gemelde Bulle niet ter zaakedoet: datdePauf- jelijke wetten, aangenomen of niet, altijd en op al- Je plaatzeu verbinden. Word de gewoonte van an- dere landen hier tegen geftelt , en daar uyt befloten dat de gemelde Buile niemand in 't gemoed kan verplig- ten ; daar op antwoorden de voorftanders van 't. R. •Hof dat tegen den PauiTelijken wilgeen tegengewoou- te kan helpen; al had ze zedert een ongedenk haaren 1'jd plaats gehouden. Zelfs, zeggen zy , helpt hier geendulden of geheugen van den Paus: wantèenen- Keld geheugen, zoo als zy redeneeren, kan volgens net caput cum jam dudum de prabendis de kracht niet nebben van een voorrecht. Maar niet tegeiittaande al hun redeneeren word op die Bulle, gelijk gezegt ïs, in verfcheide landfehappen geen acht gegeven : en men ziet niet dat de Pauzen de katolijke Vorften, «ver her niet onderhouden van dezelve, voor onka- toiijk of goddeloos houden. Het zoude my niet paiTen , leffen te geeven aan de
hoogfre magt der kerke, of over haare wetten te val- Jen. Maar de waarheit is evenwel , dat veele per- foonen van geJeerdheit, en goed katolijks , liever za- gen dat'er ten minile zoo veel gezorgt wierd voor de eer en belangen van Godt, en tegen hetfehenden en lafteren v«m den Goddelijken naam, als in die Bulle gezorgt is voor de eer en het belangen der kerkelij- fecn , en tegen het laileren van hooge kerkperfoonen. Maar om weder tot de zaak te koomen, en tetoo-» nen dat dit gebruyk van eenige misdaadigen naarden Paus te wijzen niet veel anders geworden is als eene k Vide ïloamnam in Buil. Coen. t. j. Jiip I, qu. if. pun-
#°4< §, ƒ. n, i, vafqUes irt !, it tonu u fjifpt l yé. c. 9. n.?6. liorram in t. it <Je Leg. difp, ao, Dianatn m furnraa v.ludex cere-
|
||||
ZUIDHOLLANDSCHE OUDHEDEN. ftf
ceremonie ; hebben wy hier noch by te voegen dat
het fchier nimmer gebeurde, of ren minfte behoefde te gebeuren , dar iemand , om van zijne misdaaden ontflagen te worden, naar Romen en den Opper- kerkvoogd reisde. Vooreerit word by voorbeeld een banneling, of om beter verftaao te worden een ge-ex- communiceerde, om verfcheide redenen van die rei- Ze verfchoont, en behoeft niemand anders te zoeken als zijnen gewoonÜjken Biechtvader. Zoodanige re- denen zijn; i./Het gevaar van onder wege tetterven, a.wEene langduurige ziekte ; al is ze niet zwaar. 3. «De armoede: wantniemand, die andersgeen be- delaar is , behoeft om te Romen te konnen koomen een bedelaar te worden. 4.0 Al te groote jonkheit ofouderdom. 5. ñ De vrouwelijke kunne. ó.^Een zoon, of knecht, als 'er de vader of de Heer by lij- den zou , behoeft niet naar Romen te gaan. 7,rDie voor zielen te zorgen heeft, of eene wereldfche heer- fchappy bekleedt, is ook verfchoont · alsdiereystot nadeel van eenige zielen of onderdaanen zoude (trek- ken, S.fTeere en weekelijke perfoonen, en die het reizen te moeielijk vallen zou, worden ook tot het reizen niet gedrongen. 9.ris iemand onder alle die verfchooningen niet begreepen ; die heeft maar wat anders op te zoeken ; want alles , dat volgens een voorzigtig mans oordeel voor een wettig beletzel kan ver ftrek ken, kan iemand van deze reize verfchoonen. Ik wil veele van die verfchooningen niet afkeuren: de kerkelijke Overften moeten geene dwingelandy pleegen ; en onmogelijke of al te nadeelige zaaken opleggen: maar men zoekt zoo veele verfchooningen op , en men geeft zoo veel toe , dat het lot van te moeten reizen op niemand valt, als ergens op een onnoozelen en armen bloed , die by niemand ver» / Caput fiquis fuadente, &a!iisde fent, in fexto*
m Caput quod de his de fent, excom,
» Caput ea nofcitur ihid.
• Caput quamvis codem titulo.
ñ Caput mulieres, codem titulo,
ç Caput rclatum rodem titulo.
r Caput ne pro dilattonc ; de posnit. & rem»
s Caput quamvis Sc caput ea «ofdtur.
t Summa Dianac v. abfoimio .1 cenfuris,
Õ s fchoo*
|
|||||
s
|
|||||
34^ ZUIDHOLLAMDSCHE
fchoonïngkan vinden.Enis'er naai dat opzoeken noch
niet, dat naar een wettig beletzel gelijkt, dan worden de zondaars evenwel noch geholpen. Men magtigt 200 veele Prielters, om de genoemde zondaaren te ont- binden. dat niemand verleegen behoeft te ftaan, en ten allen ilonde geholpen kan worden. En , om recht uyt te ipreeken 3 wie zal ons zeggen
wat dat het beften is ? Het is een gemeen zeggen, en de ondervinding leert het, dat 'er weinige menfehen van reizen beter worden. |
||||||
Η E E Ν V L I E T.
CufTcgen be eglanben Boojn en jutten aan Heenvüct fa tMtV fa VBttltóf / bail 0Ut$ fa Mttt Qt*
waar gele- mmfo j ^ggefl fft^ fyaaUe ^ptïl / ^UïlMtet gen' en fibhmhtwb: betoeme ieber een b^onberen
ïf eer en $3agub3 geöbeti,
H|eenbJiet/ aan ben raonfc ban $$etni$ gele*
voo7rech- Um Ι &Φ tm jaadpfeije paarbeinart / en
ten geeft eerfl Den tijtel ban een b$e ïfeerïpgeit/
en naberganb ftab^ recgten ber&reegen* 3(n
get jaar t βι,η if get ög ïtoap geltamen aan
Johan Kerkhove, Öggeiiaamb Poiyander j fat
cnkafteei, ώ^ϊΚΕ get fïot / bat fam onbeebemi berbalïew
toa§/ tfmmgvt geeft opgegaait en mer&eïp bergroot* €bn geeft gg er een δο$ booj ge* gangen ·, toien^ opfeg^ft bg Boxhorniu. te # ïeejen fïaat ·, foaar ngt be oubgeit en aanstelt* ïpgett ber plaatje ge3ien nan tao^ben. parocixi- *®c ©aroegïten toa$ op ben naam ban bm kerk. 1$. Martmus, ^iffcgop ban Coue$ / inge* bnjbt (1) 1404, foa$ ï|eer Klaesz. gier H$apellaain * Theatr» Holk pag, j6z,
AAN-
|
||||||
Oudhedek. 347
AANTEKENING.
τ. In het gemelde bord, 't welk by Boxhorniut ter
gemelde plaatzeopgegeven word, Hond te leezendat Heenvliet den tytel van eene vrye heerlijkheit ver- kreegen heeit in 't jaar 144?. In 't jaar 14*59, gelijk daar ook te leezen ftaat , heeft Karel van Borgonje ftads rechten aan Heenvliet vergunt : 't welk door Karel V. en door de Staaten van Holland beveiligt is in 't jaar 15-31. Naderhand is het door't trouwen in de familie der van Krumngen gekomen. By Goud- hoeve ftaat de geflagtrekening der Heeren van Heen- vliet, |
||||||
ABBENBROEK.
3üööenö?oeït $ eene jjeerfpöeit aan be %tv Abben,
tuft en geeft be Meroden foei eer toe0eto broek, men. &t j^arocptern foa^ ben %· ^gidius, en Koiiegiaie
ooft geip fomniigen ioiïïen / be J|. j|Ktaasbk«kaidaar. Maria toegetoijök 3n bese Iwh faaa^ booL* be 2$ur;ci>graben ban jfóbntfbo^t een ïtapttteïge* fïicijt op ben naam ban titn $ Kibt JËgidius, polgen^ be fïicSting/ beiüdfee geteftent t$ bm n ef|&eg 1483/ toaren öiei* 8 &anonniftften/ ben beften baaronbct&egreepen; bie eenbnfe öeïbe p^cbenbe genoot, $>aoj beien bxa§ ïjicv een sceu öerncïjt ^oebeifcïjap ban be 7 foeeit oer %eglige lèaago/ 'tfcoein ook boo^miftto ïen i| bebefïigt: ober toeï&e mirafteïen Johan van Kauwenberge een boefje ïjeeft gefc&eben/ en opgebjagen aan Karel ν. , t ïf et kapittel ban Stööenöjoen / jjoetoeï
fcan be S&ffeöoppeïpe magt ontïjeben / (§ w ï Ant. Matth, Fundat, Eed. 1. ï. p. 126.
't jaac
|
||||||
34-8 ZUIDHOLLANDSCHE
't jaat; 15-71 atljtetboigen^ gct betoet beu
ïteuïibet'gaberinge ban Crenteh öoo^ ben I|eer Heremaie, <2^jficiaai ban ben fOart£* ftiffcftojj ban Utrecht/ aï^pofloiiffcïjenliom* itiiprtó/enbaac toe gemagtigb 0003 denboo^ noembën ^aci^-biffcoop/be30cl)t of gevifiteert gebjeeft &oïgen$ ftet gemelbe boeltje $tjn 'et; in be
litth ban Hböenö^oeft 7 ©ifeargcn geuaeefï: „., <éene Mtarg aan 't outaac ban 't $. Kruys.
vikarycn, „ _ M eeneaan^ Amonis ontaar,
- - - eene aan §. Jakobs ontaar*
- - - eene aan β Annaas outaae.
- - - eesieaantontaatbanbenH.Geeft.
€toee binargenban §> Sebaituiuri. Joha-n van Kauwenberghe tt>a$ in 't jaai*
1495·. feilen ban &, Egidius tefte tettóen*
bjoeh/ enJ^afïoojbanïitomerglBaaï Sneeft/ geitje afêbSg ijtbbm beginnen te seggcn/ aan Kard, die totï*ei5er becfcoren fcoa$ / eenboe^ jegefcffêeben van'i begin, den vooitgang,ende
beictzclen van het Broederichap der fe\ en Ween van de H. Maagd Maria. $OCJj geeft ïfli ζ5-0. mirakelen van 't zelve Broederichap UI 't UCÏJt gegeben*
f aftoor. 3irn 't jaat; ι f44. toa^ a^iet* J^afïao^ be ^eec
Kornelis Wiaemiz, (i)
AANTEKENING.
I. Ik heb niet meer als tweeKanonnikken van dit
Kapittel konnen vinden: Te weeten «Event van Ab' benbroek, zoon van den Heer en Vrouw van Abben- broek; dewelke, volgens het fchryvcn van Gouthoe*- ven , Kanonnik was in *s Gravenhage en te Abben- broek. 2. Ian van Abbenbroek, insgelijks 200η van « een.Heer van Abbenbroek « dewelke in't midden der •feftiende eeuwe heeft geleeft. 4 Zie Gouthoeve ia de Hceren ?an Ab»eubrock#
OU-
*■
|
|||||
..... ——
|
|||||
O U D Η E D E Ν· 34Ρ
DE OUDEN-HOORN, v.
en DE NIEUWEN-HOORN. i^it 3ön ooit tfoee boipen op Bet *&&%££*
iPao^n: oe pafiotg ban oen j^ieutoen-öoojn hoorn*
pïagt öoo^ De <0$aben ban ïgolianb bcgeeben
te tooien. %oo $ öooa aanjMinge ban ben <Bmf tw
't jaac ι f f 4. jkifïooj ban oen jjlieutoen-fjoojti getooj&en jiEeefïet Mamnus/ banger ban 't tof ^e pafïorg toa^ ög üftoQen 7- ponten foaar* Inkomftcn
ijfi'0: die in be pafte^e tooonbe iton jaarip$ van de 18, guiöen ti'elihen. paftory. ïfet Uofïcrfcöoρ / 't foeïft inggeïpg booj be
<0jaben begeeben tuierb / b^agt jaadtjR^ bijf fói)ijnfii)e guïben op, G O E D E R E D E,
By verkorting G O E R E.
Het egïanb<£oere/ d) anbet$ oo«3®efi'Cocr<fw;iar
boojn genoemb/ fyttft tóen naam ban Ijttftt* νΛη m™ bene <0oere: 't toelh alcu^ genocmt $ getoeefV genoemd. ont bat *ec een goebe reöe i§ booj be feïje^ pen. (z) ©e parocgi-Rern ban bit fïebefei toag inge*
toilöt op ben naam ban be ^. j&aagö en £ar?cM- jjlttartdareflc Carharina. ©e ^aftoo^ imerb ooft booj be^aben ban^oïlanb aangefMt. ^oo $öoo£ fic<3er* Maximilinan, algi^aaf
ban 3|oUanb / be paften ban <2£>oere begeeben aan * Uyt zeker haadfclmft: cd»
Adriaao
|
|||
3fO ZUIDHOLLANDSCHE
Adr aan Adriaan Fiorifz. detoellie tldbergatlb !tt 't ge*
FiorTfz* nootfcgap der ftarbuiaalen i$ aangenomen/
paftoor ai- en emdelp oan ben gauffeljjïien ^toel geeft
hicr* öeWommen : 't bjeln ooit oebefïigt bio^d dooi
p. Opmeer; baar g£ ban <éaeree en ban
ψ&α$ Adrianus gatldeit: Ten tijde van onze
Voorvaderen , 3egt gp / heeft de voornoemde Adrianus hier de eerlte proeve gedaan van zijn Hardcrs-ampt j met het volk, dat hem toebe- troüwt was, door het voedzel des Goddelijken Woords godtvruchtiglijk te fpijzen. ©en lof ban dee^en Adrianus ge&ben big on*
oer Etreegt opgegaalt: baar bsn ooït be gedag' teni^ ban desen aïlerdeftigfien <0pper-ïterK= boogb tegen 3ijsie Derifperi berbebigt ge&oen. ©it öja$ aïboo^ on$ gebaan boo^ ben berneg^ ten Johan Launoy:'. bebjeïftebaar ober een bjijb; ïoopigen en geer geleerden f £$ef geefr ge* feg^eben aaneenen Hendrik Barilion; ugt toeï- feen fyitf ton ooft get een m't anber ter beeöe* digingeban denselben^an^getroanen geööen. <©en fi^'ef / dien g$ i>ati$ gebeden aan öe 4&eeftelpgeit en den ilaad ban ïitreegt ge* fcgjeben geeft/ geööen lun ingSgeïp^ ónder ïitreegt ojjgegeben, jpadergand i$ on$ boo^ genomen een'&jtef/ bien gn ïlardinaal getoo?* ben gefeg^en geeft aan j,éeefter Johan Deel, fóaiïonmft ban <g». Mariaas en ban ,g). Salvarors
neiite te ïitreegt:- boeg baar fïaat niet beel&g^
jonder^ in / af$ bat gn dese bergeffïng niet aan deBoiffen öeser toereïdof aan gnnneaan* gottbingen / maar aan <&obt/ en onder de men* fcgen aan den ©au^ aïïeen/ itüï toegefc&eben geööen ; daar gg dan bnboegt: Al wierd ik Paus, noch zou ik een huys willen timmeren
te Utrecht, en aldaar woonen. 3jfCt t Iutcir Epift, Ranoy , &c»
|
||||
Oudheden.
|
|||||||
SS*
|
|||||||
^tt ^ajïao^-aragt ö^t jaarïp£ op
ïlöyiïfrije gtttoen: öetltofter^-ampttyajjt niet v... de.· meet op -al$ ι gulben. (3) IT^L AANTEKENINGEN.
1. Veele zijn van gevoelen dat 'er van ouds zoo
een wijdte tuflehen het land van Voorn en dat van Goeré niet is geweeft, als tegenwoordig: ja dat'er maar een enge vaert tuflehen beiden heeft geloopen. Waar uyt, het zijn de woorden van Simon vanaLeew tven , niet zonder reden gedreeven word dat het land Goeré en Bommenéop het eylandSchouwen, en het aan- bedijkte gedeelte van Dirksland aan ht eyland Flakké, met een rond-afgeleiden cirkel onder de landen vait Voorn behoort hebbent en daarom noch onder Holland en het Hollandfche recht worden gehouden. Ja in een oud rijmtie, by bDomine Pars vermeld, word van een ouden ry-weg tuflehen Goerée en den Briel gefpro- ken : zoo dat dit gevoelen , dat beide die eylanden van ouds maar een eyland gemaakt hebben, ten min- fte voor zeer waarichijnlijk gehouden mag worden ; te meer dewyl Goerée ook bekent is gewcefl onder den naam van Weftvoorn. Maar wat zullen wy van Bommenede zeggen; en hoe zal dat aan Holland zijn gekomen ? Daar over ftond Boxhomius verlegen : en het fchijnt ook wonder dat die plaats, in 't eyland Schouwen gelegen, onder Hollands gebied heeft ge- daan. Het is dan waarichijnlijk dat Bommend ver- eenigt is geweeft met het land van Voorn : dat het onder Voorn gerekent wierd is buiten twyfel. By Neofladius rftaat aangetekent hoe dat Bommenede, als het eyland Voorn eenige lallen te draagen had, ook ter vergaderinge van dat eyland wierd beroepen. Doch als het ganfche land van Bommené, door den watervloed van 't jaar i57°> onder geloopen was, en niet anders was als een baare zee; hebben de in- woonders van Bommené, om de laitenderdijkaadje te konnen draagen , eenige voorrechten van dcnHartog α Batüv. illuftr* png. 147.
b Katw. Oudheden, pag, rtf.
e Neoftid. Decif Cur, Holl, & Zcland. decif. 10.
Van
|
|||||||
3fi Aantekeningen op de
van Alba verkreegen: onder anderen dat ze ten eeu-
wigen dage onttrokken zouden worden aan het rechts- gebied en het Baliuwfchap van Voorn. Eer deze vergunning konde uytgevoert worden , en zijn vol- komen beilag had, is die bloedige oorlog met Spanje opgekomen ; en alles in 't wild geraakt. De zaaken op een beter voet voor Holland gebragt zijnde, heb- ben die van den Briel hunne icnulden willen afleg- gen : en alle de onderhoorige dorpen beroepen. Die van Bommend , ftout. op de vergunninge van den Hartog van Alba , zijn 'er niet verfcheenen. Zoo 'zijn zy dan door de Brielenaars gedagvaatt voor den Hove van Holland : daar zy de voorfehreve vergun- ning deeden gelden: voegende daar by, dat de gan- fche gedaante van 't land door den vloed was ver- andert ; dat het oude land verlaaten was, en eene nieuwe gedaante , op kollen van den Koning , aan *£ land van Itommené was gegeven. Daar tegen wierd ingebragt dat de vergunningen van den gemel- den Hartog door de vrede van Gent vernietigt wa- ren: dat die vergunning aan de Brielenaars, die men echter eerft had moeten hooren, niet bekent was ge- maakt : dat het niet te vermoeden was dat een Vorfi een anders recht had willen weggeeven ; maar daar tegen te vermoeden , indien hy iet wilde vergunnen , dat hy niet anders als van 't zijne had willen ver- gunnen. Dat men die verandering van 't land te hoog deed gelden : want dat, achtervolgens den brief van den zei ven Hartog, op de zelve plaats van de ou- de dyken nieuwe dyken opgeworpen waren: dat de- zelfde wegen, dezelfdeflootenen grachten, hetzelf- de iledeke overgebleven waren : dat het onwaar was dat de dyken op de koften van den Vorft alleen her- ftelt waren: datze niet bewezen hadden dat het gan- fche land verlaaten was geweeft. Het verfchil is die van Bommenede tegen gewezen:
welk vonnis ook door den Hoogen Raad is goedge- keurt, Hier uyt blijkt althans dat Bommenede noch in't jaar ι $70 onder Voorn behoorde. En dat de bur- gers van 't eyland Voorn zochten afgefcheiden te worden , is alleenlijk gefchiedt ter gelegendheit van den gemelden watervloed , en om de redenen die i» Albaas brief vermeldt worden. Doch in't jaar 1684. is tr
|
||||
^ÜIDHOLLANDSCHE OüDHEDEN. 353
is 'er tuflchen de Provinciën van Holland en Zeeland
een d verdrag gefloten: waar door de Heeren Staaten van Holland, ten behoeve van Zeeland, afftand doen van alle oppergebied, recht,rechtsgebied,eygendom, en wat het zy, dat dezelve Heeren Staaten op de lan- den van Bommenede, Kykuyt, Natres,Bornebroot, en Bloys, mogten hebben , of gebruiken. Doch on- der anderen wierd duidelijk bedongen dat de heerlijk' heit zan Blois , altham zijnde een leen , en leenroerig •van de Heeren Staaten van Holland en Wefïvriejland^ onver.mindert de voorfz. cejfiï, zoude zijn en bltjveneen leen^ en leenroerig van haer Ed. Groot Mogende, Doch om weder tot de bedijking van Bommenede
"•te koomtn ; het (laat te gelooven dat een goed ge- deelte van 't Bommeneder land , 't zy in die laatlle bedijkinge, 't zy al vroeger, buiten de nieuwe dyk- aadje zal zijn gebleven. Men heeft uyt het-antwoord van de Bommeneders dat 'er ten minfle eene groote verandering was gefchiedt * en dus kanjer een groo- ten hoek tuflchen het ftedeke Bommeneen het tegen- woordig Voorn door de zwalpende zee-golven zijn weggerukt, of buiten de bedijk ing zijn gelaaten. Doch wy hebben uyt het gemelde verdrag dat Hol-
land niet alleen het gebied over Bommenede heeft ge- had : maar ook Natres, Kykuyt, Bornebroet en Bloys voor Hollandfche plaatzen rekende. De Heer Smal- legange fchijnt Zonnemare, Dreifchap en de N\>ort- gouwe daar onder te rekenen. Het eyland Zirixzee\ Zegt hy , . . . begrijpt met de aanleggende land:n niet alleen Oryfchor , Sonnemaor en Noordgouwe % met d^an- nexe quartteren, daer Holland voor heen vereyjfchingen op mankte \ doch in V voorleden jaar 1687. daer van door verdrag met de Staten vvn "Zeeland af (landt gedaan heeft; namentïtjk van Natars , Bommenec·, Bullois , Kykuyt, Bomebroot en andere p-.lders... Hier uyt zou iemand, die kloeker hart als, ikhadde, om het gefchreeuw van ibmmige Schrijvers af te wachten , een nieuwe ftel- ling konnen fmeeden omtrent het bovengemelde ver- fchil tuflchen Holland en Zeeland. Indien Bomme- nede, Nafris, Blois, enz,, zou zoo een waaghals kon- nen neggen, voor Hollandfche plaatzen gerckent zijji d Zie het PUkkaatbock van C.mw , 4de«l p. <>8f
■", Ζ geweefl |
|||||
'V
|
|||||
SJ^ Α ANTEKEN INGE Μ OP I>E
geweeft, ïs het waarfchijnlijk dat Bornifle, de eene
fcheidspaal van Zeeland, niet genomen moet worderi voor Pernis over Schiedam: maar voor Bruniffe,an- ders Oofl-Duveiand , op het eiland Schouwen. De naamen van Brunifle en Bornifle, fcheelen niet weer van malkander als die van Bornifle en Peruis. Bru- niffe was dicht by de uyterfle paaien van Holland, dat is, by Blois,Natris , Kykuyt,enz. Daar het Hol- Jandfche gebied eindigde , moet het Zeeuwiche, te weeten aan die kant, begonnen hebben. Het is maar eene voorflelling in 't wild , daar niemand , zoo ik vertrouwe, zich aan zal floeren. 2. Laat ons ook , dewijl het zoo te paiïe koomt,
een woordje zeggen van deverdronke flad, de welke hier voor etlijke jaaren is ontdekt, en by de inwoon, ders de.oude Wereld word genoemt. Eene flad, zeg- ge ik , met lange flraaten , gronditeenen van groote huyzen, enz. Ja eene flad daar de Romeinen, zoo als men oordeelën zou,- al hufc gehouden hebben. Want Baudartiui e, de welke fchrijft dat ze door het laage Zeewater gevonden wierd in 't jaar 1618 , voegt 'er by dat 'er veelerhande oudheden , en kopere pennin- gen met het omfchrift van Adrianusan Antonlnm, ge- vonden wierden. Hier uyt zou men oordeelën, zegt hy, dat deze verwoefle flad eertijds geftaan heeft onder de Romeinen. in de Aantekeningen van f Leendert deZutter flaat
dat gemelde ontdekking over veele jaaren isgefchied: en dat'er goude, zilvere, en veele kopere penningen gevonden wierden, dewelke altemaal op de eene zij- de het beeltenis van een Roomfchcn Keizer , op de andere zijde iet anders vertoonden. De naamen der Keizeren ftonden rondom het hoofd der Keizeren te leezen. Noch zijn'er goudeen kopere ringen gevon- den : waar op , volgens fommiger uytlegging , de Groote Alexander enjulius Cccfar afgebeeldt flonden. Öok zouw 'er een ring zijn gevonden met het hoofd van Pallas of Minerva. En men zag 'er niet eene en» kelde flraat of twee, maar een menigte van flraaten, fommige recht, fommige krom-om loopende. In 't kort, zegthy, hier moet eene volkrijke plaats geflaati hebben. Wat xal men hier van zeggen? Diepenningen e Eaudartius Memoden by Sraallegange, p. 700* f IhhU fchy*
|
||||
ZüXTHOtLANDSCHE OtJDHEDEtf. |ff
lehynéneen vaft bewijs dat de Romeinen hier gewoont
eu getimmert hebben : maar van de andere kant, ee- ne ftad op'tuyterftevan Bataviem? ten tïjde der Ro- meinen gebouwt ? van dewelke geen Roomfch Hi-( ftory-fchrijver weet te fpreeken f\ Wy hebben hier voor van de ftad gefprokeri , foy Rhegino vermeld l maar zouw'er die ftad al onder deRomeynengeftaaa hebben > en zou zoo menig Schrijver, die veele ge,, ringere zaaken verhaalt , zich aan het vermelden var» deeze ftad niet gekreunt hebben } Evenwel is het da waarheit dat'er zoo een ftad is geweeft : en, ten waar, dat deftige luiden haar gezien en befchreven hadden % zouden die hardgeloovige zifters , wien het noit van pailè gemaakt kan worden, hier weder een fchoone gelegendheit hebben om de ligtgeloovigjheit, gelijk zy geerne fpreeken, van eenvoudige Schrijvers uytte jouwen. Maar wat zullen we dan eindelijk van die verdronke ftad zeggen of denken ? niet anders als. 't geen deftige mannen daar van gezeit .hebben : tewee- ten ,; dat Oud-Vlaardingen hier geftaan zal hebben. Maar is 'er Oud- Vlaardingen al geweeft ten tijde der Romeinen ? Hier zoude ik 'liefft geloöven dat Oud- Vlaardingen, indien wy het voor die ftad willen hou- den , van een J^bomlch kafteel, tot zooeene groqte en volkrijke ftad aangegroeit zal weezen, Men weet dat de Romeinen hier verfcheide fterktens en kaftee- len gebouwt hebben. Ja, op den Rhyu alleen , van, Duitsland af te rekenen , hadden ,7y 'er meer als 30 gerimmert. Zoo een kafteel aan 't einde van de Maas, of de Waal gelegen , en op eene voordeelige en be- quaame plaats ftaande, kan door aanwafch van nee- ring , door toevloed, van ingezetenen , door de aan- komfte van menige fcheepen, tot ecne deftige ftad zijn aangewaifen. r; 3. Wy hebben 'taizoodikwilS;gehad dat zodaa
nige en zodaanige paftoryjnet meer op kpnde bren- gen als 14, 15-, zo, 30, .50,. 60 panden, of gulden, of Rhynfche gulden enz. Het is waarfchijinlijk wei- nig geweeft: teveel roiftchien ornte^rerven, en tè weinig om te lêeven. En men leeft van Kanonnix- dyen, Dekenfchappen, en andere Waardigheden die bet konden opbrengen. Evenwel wil ik den Leezcrf, tnet een woord gewaarfchouwt·+ 4Q'f liever;! indagtlg Ζ ι 'ge.
|
||||
3ί<5 Aantekeningen «5 ρ ι> ε ,
gemaakt hebben , dat men met een kleintie in diê
geldelooze tyden veel vorder konde koomen als te- genwoordig. Ik zegge , of liever indagtig gemaakt hebben-, om datheteene bekende zaak is^en dat een ie- „ der weet waar van dat 5. oortjes den naam van een braspenning gekreegen hebben. Evenwel om dat'er ■"■ altijd zyn, die wet naarder en klaarder befcheid van dé Hollandfche zaaken willen hebben ; zal ik hier uyt de rekeninge van de Pieters-heeren of Romeinen te Dordrecht , dewelke door de Dekens van dit broe- derfcbap gedaan is in 't jaar »46?, 1466, 1467» een ftaaltie van de duurte desgelds laaien volgen.*. Op den 3 July 146?. :
Gheven om 10 pont caeriïen, die in de Capel ge-
haelt fyn, 7 en een halve ituyver. Verreyft met de 6 gilden op Heer Jans-dam , 1 ft.
Gehaelt tot Lysbet Cleysweynders 11 pont was en
een viérdeel , komt 3 en een halve ft. Geven Jan de Grachtmaker van beyeren , 2,ft".
Geven van ló.pafteyen te bakken, komt to^eneeo ·
halve il. Geven de koek Dirck van koken, f ft.
Geven om $, achtel broot, %i en een halve ft.
Geven om een Salin, 16 ft.
Geven om een dofyn hantfehoe, 6 ft.
Geven om 1 vat biers, 27 ft.
Jan de Nagher in S. Jans hus gheven van dat hy
ons holp, 3 ft. Geven van bier in te doen, 1 ft.
Van Vis te coken , 1 halve ft.
Verreyft omdepaleyn, 1 ft. \ deyt.
* Geven den Auguftynen, 1 ft. . Ende deMyuderbroeder, 1 ft. Geven op ten Drayboom, 1 Fylpus.
Geven tot Jacob Tuch om 5 itpep wyn : 10 %
Tot Bryér gehaelt χ ftoop wyn, gegeven 2 en een
halve ft. Op S. Pieters dag, 1466,
Geven van ζ en een half vat bier, famen mit dra-
gen, 38 ft. \>K Van Halen Éefchr. van Dort p. 1^7.
K: - . Ge-4 |
||||
ZülDHOLIANDSCHE OUDHEDEN. tfj
Gecofr 26 Hoenderen, 19 ft·
Gecoft Β Scaep, t'famen f2 ft. i.oert. Geven 2 Winders, j ft. - " - ; ? Dié Auftinen, ende Minrebroeders, ende iioem-
flüter , 3 ft.
Van Moftert (1 Stoep) 1 ft.
Van beyeren, % ft. - ? ^
Geven die Priefter die preekte, iJt.
Op den *8 lugy 14Ó7.
Van een nieu bos te maken die in de coppel flaet, I en een halve ft. „.; Heer Dirc Kant voer wyn en broetghegeven , 1 ft.
Roel (ons knecht) van fyn jaergelt, 10 ft. Van een kar fants, 1 ft. 1468.
De Priefter geven, 1 ft-
Van wenden gegeven, 1 ft.
Van den Scrienmaeekers mergefpraec te doen leg-
gen gegeven, 1 ft. Van anderhalf duyient fteens, dieant gafthuys ver-
metfelt is gegeven, i<f d. ·. Den métfelaer met den knecht gegeven, «ft.
,Van 't lanf dat wy gecoft hebben tot S. Pieters be-
houf, en leyt buten Heer Janfdamonbedya, daervoer gegeven 8 gulden, (degnldetot to ftuyvers is4guld.) Herman Haec van den briefven vanlanr, datwyeof-
ten , van den oncoft gegeven, 6 ft. Om boter gegeven xx en een halve ft. te weefen
<-9 kinderkens. >i o Van die Ree te trecken gegeven 8 ft. ^ , I
13 pont rofynen: 't pont een lelyaert, facit 10 ft.
min een oortje. / I470.,
Voor hout voor S.Pieters ftraet gegeven, ι en een
halve ft.
Eenen cop botteren (wegende 3 pont) nagehaelt, aft-
Noch verreift om 't land, 4 ft. 1 Vaet biers, 37 ft.
Van exfyns ende van dragen.
1 3 «47»·
|
||||
tf& Á Á fï ú e Ê Ë ê É 'ê t É ßß d> b «
O í.. . ' ■ Ë.ßËúúé ë- ;;: ;-·.;>
; „-, . 'ß, 147*· V,
Drie fcaep voor 38 ft. * 'm'-M
38 hoenderen 2 en een halve gulden, (de gulde»
10 ft. isz^ft.) Die Capellaen een braspenninc· <
Griet voer dat H. hout t ft.
Die boemfluter 1 braspenninc
Die Anguilinen ende Minderbroeders elx een halve
braspenninc. 1474··
Die Ree-treckers 4 ft.
Zaer die Gorter gegeven I brafp, *
Voer bleyken 1 braspenninc.
Voer den rnagtigbrief 1 halve ft.
Om drie fcaepen 8 ft. een leliaert.
Om een yferken ï deut.
Voor rnilTen æ en een halve ft,
Heyn die Cock 1 gulde, (de gulde 10 ft. )
Die dienders 4 ft.
Om dat lant te floten 8 ft. 1 oeft.
I476.
Van dat nieu Sielbuch 5 á ft. en een half.
Om ecfife vah.dat bier, 16 ft. eti 1 ort.
Van S. Pówels fwaert te maecken en fyn hants J" ft.
Van 1 brief te fcriven verleit, 1 ft»
.■'·■ ■■ ·,.- ■■·;-., ß .'"":· I47H. ■ ·'■'■■■*, - -- \4 ■ ,..,.,**
Verdroncken, é halve ft.
Gegeven om dat zielboeek teverfchrtvcn, é halve ft.
Om 19 ftoep biers, 3 ft. en é half min I duyt. Een Fpint meels, ift, min een doei. Hier volgt een ander Haaltje:
"in 't jaar 1500 den 2«f dach Mey , foe hebbe ick
"Dirick Ariaenfe gecoft van Claesde Jagher een vat ^ Souts om 7 en een halve ftuyVer ; ende van Jan "Crynen een vatTeruwe om 7 en een halve ftuyverj "ende van Heyndnck'Michiels een vat Havere om "á ftuyJvers en ƒ deuts: ende noch van Neelken irt V de Clock eenen ftoep roede Wyrt om eehen bf as- "penning: een vette Gans om negen deuts. ''Facit te farnèn io ftuyvers.
tTfi ■ In't |
|||
ZüIDHOIXANDSCHE OUDHEDEN. ^9
In 't jaar 1438 wierd Arent Hartog van Gelderen,
met zijne huysvrouw Katryn , en mer een itoet van 166 menfchen door den Raad van Aarnhem op een prachtige maaltijd onthaalt : welke maaltijd , 200 prachtig en keurig als ze was\ en alles daar onder ge- rekent, naar het fchryven van « Pontams niet meer heeft gekoft als ^7 Aarnhemfche gulden. Veertien jaaren daar na is hy noch eens door de burgery van Aarnhem onthaalt : de maaltijd was wederom deftig en Vorftelijk: het getal van de Hof-Jonkers, en den ganfchen fleep, liep over de twee hondert, * Echter is 'er niet meer verteert als 43 gulden. ? Het zelve blijkt uyt de volgende Akte van t jaar
1479, c Des vrydages voor Mauricu : Ende dit is de rydinge van den koorne , elck mudde weyts 27 flüyvers; elc mudde garften ij· flüyvers ; elc mudde haver \cfluyv. Item des woensdages naS.Galli. . . Scepene, Aaide , ende Oudermans hebben dat dicke byer afgcjet eek' hal- ve take enen Brabantfchen, ende elcke halve takc dunne byers enen Hollantfchen, ende die rydinge van den hom is elc mudde weyts %6 flüyvers, ende 1 oertgen, ende elc mudden garflen If flüyvers , ende elc mudde haver 9 flüyvers. d En uyt de Akten van 't jaar 1417. des Spa- nendachs na Pauli Converfto. DL> Raet van der flat out en nywe is eendrachtelic overdragen , dat een fchoude ( fchou w ) zwerts turfs te zyfe geven [al zes duytkens, ende een fchoude wits turfs drie duytkens. ' Niet alleen had men de eetwaren 7.00 goede koop,
maar ook den dienft der menfchen. Uyt de * Akten van 't jaar 1417. des donredages naConverfionts 1 aulti Die Raide out end; nywe hebben Meyfter Rifuyn va» Poelwyck aengenomen voir eenen Advocaet tot on/er fiat behoef, ende hy zei des jaers hebben voer fynen loon van onferftat twaelf Ryns gulden current , ende twaelf va- ten byers cyns vry, ende daer toe jaerlyx enen tabbart. Wat koften dat 'er thans op het fchouwen van de Dyken loopen is ieder bekent. Van ouds kofle dat weinig: men heeft maareen briefin te zien die d«>or den Utrechtfchen BhTchop, Jan. van Dte/t, uytgege- t, 'é Pontan. Hiit.Gelr. Hb.sli fr ibid,
UU By Aiit. Matth 4e Ndbii pMi$Ü - * iwd.
t Ibid, pag.614· |
||||
ZUIDHOLL AKDSCHE
|
||||||||
$ 6ο
|
||||||||
ven is in't jaar 1323. Ende niet meer en mogen fy ver-
teren dan beuren dagelyckfchen hfl, dat is den Dyck- grave tivaelf'grwten , ende e leken Heemraet /es grooten des daghes. Dat een groot op dien tijd , gelijk tegen- woordig noch, niet meer bedroeg als een halven ituï- ver is onder de liefhebbers bekent. Hondert 'jaareti daar na , te weeten in de feftiende eeuwe , moet de fchaarsheit van 't geld 7.00 groot niet zyn geweeft: want wy hebben eenige ongedrukte rekeningen van verfchooteonkofren,voorverfcheide wagen- en fcheep- vragten, maaltijden,bier- en wijn gelagen ,enz. daar allesniet veel minder fchijnt gekort te hebben als te- genwoordig. En dit heeft niet alleen plaats gehad in onze lan-
den, maar in Duitsland , Vrankrijk , en overal. Wy tullen nu maar een voorbeeld of twee uyt Duitsland aannaaien. De Leezer, die in de Hiftorien der mid- delfte eeuwen niet ganfch onervaren is , zal het zelf wel gemerkt of bevonden hebben. Dus leeft men dan in de Hiftorien van Hoogduits-
Jand 1 dat een bofch, 1^0mergen groot, in de der- tiende eeuwe verkocht is voor 10 marken zilvers. In 't jaar mt heeft b de Landgraaf Lodewyk IV,
1 een zeker Hof, met tien* hoeven, en de erven , of pleinen r daar toe behoorende, aan zekeren Abt op-
gedragen voor 100 marken goed zilver. d Hartung, een burger van Gotba, heeft omtrent den
ïelfden tijd een ganfche Hoeve gekocht voor IQ marken. α Tcnzcl. fupplern. Gothjtn, ρ· f j i,f ji. * Cum ίο areis.
b Apud Shlegel de Monetis anc. c Ibid, d Sagücar. Hift. Goth. pag 340.
|
||||||||
OUDORP.
?arocfei- <&ütio$ / een ironie ban 't egïatè 3®efi-
ad™ ®°°2n of boette/ Jjao tem garociji-teRi Jl°T?i fatten^ gafïooj öooj öe <0^abcn Ua« %oltóÓÖ toiera benoemt* |
||||||||
Out) Η E DEN. l&\
<£e bafïe renten beliepen bgf pouben. ψ€ Inkomften
^afioo^ / buiten fooonenbe / beurbe jaarïp^ van den negen ponben: in $tjne $afïorge taoonenbelJaftüor» troft {)£ ** ponben. ^et lüofterfeijap J 't toeift ooft ter bergeebin* en Koftcr.
se ban oer <!B»raben fïottb / fyagt aan jeariP' fcöe inftomfïen op 6r^nfege gulbem DIRKSLAND,
^irft^ïanb / eene ïjeeripöeit "* Bct *0anb Qfrkrfant,
|
||||||||
ö^berfïaliiie / gi in 't jaar ι ff jf geftomen aan Hecren
|
van
|
|||||||
Igeer <* Berend , een bermogenb burger ban üirksUut,
Cer <0oe^. <€'ijanf i$ be <0raaf ban Mj#eb monbe ï|eer ban 3Mrft£ïanb, ïÜier fïonb eene garocfiifterft : betoeïfte in 't Par©c«-
jaar ι γ . . . bebient toierb booi Willem vank«k» Vianen.
®e bafïe inftotnfïen bejoegen 7 ponben.
^e ^afïooj/ in be$afïorye tooonenbe/ troft jaarujft^in aïïe£ 30 ponben. 3|n bese * garocöifterfte / aan 't altaar ban vikary.
be il^Kntharina en Barbara, toa$ eene^iftara gefïrcöt Boïgen$ öenb^ef berfïicötinge mogr niemanb totbe3e Mlwvnbenoemt tooien/ of 5ρ moefï ben fiicgter in ben bloebe befïaau-f en metter baab J^iefïer 3tjn setojjöt omtrent Öet ïaatfïe geeft SSiflcijCp Gcqrgius van Eg-
mond ten ι 2tnnti 1 $-47 bifpenfaatsie gegeben aan eenen Jooft Amonifz. betoeïfte om 3jjne jonftïjeit be p?iefïerïpe tojjbsng noelj niet i)an ontbangen : bcijouöens mzïjtan$ bat be itiew fen ber ©iftarge niet flil souben fïaan. ν . ". ■ r. ,...">■ · ;
λ Vandcr Houvc Kronyk t Boek , ρ· ΐΐί·
. ί Uyi een bandfehrift van Joris van EgmOn<J, ζ f SI"
|
||||||||
3<>1 ZüIDHOLl Λ ND SC Η Ε
, 3fn 't jaar 1414 toierb 005e Binarn öeHÏeebt
booj eenen banger ban jEecgelen, > tïan be3elbe l^itone toaren nytnracgte bei?
(ïlcötmge toegebugen ii mergen ïanb^ <©e be^trer ber 3&£tarne genoot ög afbj^enbgeit 1 o föijgnfcge gulben· fSl| Yman Antonifz. affïanb ban be 0tte
rge fjab gebaan: t$ beseïbeben z8 Jkaart 15-78 ,„ begeeiïen aan David Anmnüz. %jt öegeebing fïonb aan be <0raben ban
Sn öeielfbe Serite/ aan'toutaar ban be 3|*
Maria en ban 't 3|. Hrug$/ foa£ eene aïtgb- bnurenbe IMiarg geflicgt/ en öeftieebt bnerb boo^Jan Adriaanfz. betoelne ban ben $$ fcgon Gt-orgius van Egmond bifpenfaat^ie ber^ ïtreeg om/ 300 lang a$ fig fïubeerbe/ be in ftomflen ber Mkavyt te genieten/ 3onbee tot get ïeesen ber Jïfèiffen gegouben te $p: booi rt bielfte gg anber^ gab moeten 50&en· ï|et ïtofïerfcgag toierb in 't jaar 15-14 ö^
,ftcr* Meebt boo^ Jkeefïee Joban Bryaert: bebjeïne bg ber&iffefiiig ban 3911 amnt jaarïp^ een in* Iiomfïe bleef genieten ban 4 galben. Philippus Gruterus,i (Philips de Gruiter9)
te <&frn$ianb geöooren / geeft in 't %atijn ee#
«e #raat5ie gefeg^eben ban be onbe bagger* geit öer Batavieren } befoeïne in Bïab$ grootte te Eeiben fë-getyuftttii 't jaap i4i8. : |
||||||
Τ , ν'·":- ." ',"■.■':■ ' '! .;"' 'T ■■■·■-. ·Λ r, ■
AAN-
'."
|
||||||
Ï V ¼ Ç Å D Å Í* 361
AANTEKENING.
é» Dit Dirksland heeft Graaf F/ow V. in't jaar 117$·.
gegeeven of verkocht aan Aalbert Heer van Voorn: 200 als in de volgende getuigeniire , of vidimus , t# leezen Itaat. Wy Deken en Kapittel der kollegiale kerke vanS.
Catharma in den Briel , onder het Bifdom van U- rrecht , doen kond allen den genen die den tegen* woordigen brief zullen zien of hooren leezen, dat wy gezien en met oplettendheit geleezen hebben zekeren brief, die ons aangeboden wierd; en indeLatijnfche tale gefchreven zyade, met het zegel van den door- luchtigiten Vorlt, Mijnheer Ftoris Graaf van Holland, op wit maagdenwas, zooals hetbleek, bezegelt was, ï)e inhoud van dien brief luide van woord tot woord, Zoo als hier onder volgt: FlortS) Graaf van Holland, wenfcht allen den ge*
nen , die den tegenwoordigen brief zullen zien , dt eeuwige'zaligheit. Het zy ui. allen bekent dat wy onzen beminden getrouwen, Heer Aalbert van Voorne% voor 200 ponden Hollandfch die wy hem ichuldig wa- ren , gegeeven hebben een zeker zout land, Djriks- land genaamd , leggende bezuiden het water Sonne- mare: welk land wel eer toebehoort heeft den Rid- der//#go van Zirixzee, deszelfs broeder Joèan van Z£' rixzee , en de kinderen van Dideryk tan Zirixzee ; zodaanig dat wy het gemelde land voor de gemelde 200 ponden konnen vrykoopen voor at\\ naaitkoo- menden dag vanS.Lambertus; indien wy dezelvece- fen dien tyd doen tellen aangemelden Heer vanFoorn.
)och'indien wy zulks voor den gemeldendag van S- Lambertus niet gedaan zullen hebben ; dan zal de voorn.Heer w» Voorn het meergemelde land tot zytl gebruik eigenen, en het zelve in eigendom bezitten. Tot öirkonde heb ik het tegenwoordig gefchrift met myn zegel doen bezegelen. Gegeeven vrydags na Aiïchen woensdag, in 't jaar 1175. En dewyl wy, na dat wy dit tegenwoordig ge*
fchrift met denöórfpronkelijken brief naarftiglijk ver- geleken hadden, bevonden hebben dat het zelve ge- fchrift |
||||
3<>4 Aantekeningen or toi
fchrift met den oorfpronkelijken brief in alles over
een koomt; zonder dat 'er iets by gevoegt of uytge- laten is, 't welk den zin verandert, of bederft: zoo is het dat wy, aan't gene wy gezien hebben, onzege- tuigenis in der waarheit geeven ; en hebben, tot oir-, konde vanhet.bovenftaande, ons zegel aandentegen- woordigen brief doen hangen. In 't jaar des Heef e 1414. den 23. July. Hier nevens een tweede brief; waar in de Heer
van Voorn als eigenaar van de gemelde landen word erkent: • Wy Deken en Kapittel der kollegiale kerke van S.
Catharina in den Briel doen kond allen den genen, die den tegeuwoordigen brief zullen zien of hooren leezen'; dat wy gezien en met oplettendheit doorlee- zen hebben zekeren brief ons aangeboden , en met het gewoonlijke zegel van den doorluchtigften Vorit, Heeroom Graaf van Holland , op wit maagdenwas , gelijk het bleek, bezegeld; wiens inhoud zodaamg was; Wy Florcns, Grave van Hollant, doen kont allen
iuden, dien ghenen die defen brief felen iïen ofte ho- ren lefen , dat wy den Heeren van Voorn , Heeren Adbreht en Borchgrave van Xelant, gherechte ghe- woerde fyn van Diddericx lande ende Gryforde, want hier wittelike teghen ons gecocht heeft endebetaelr. Ende alle die ghene^die op voeregefereve lande wo- nende fyn , ofte dyekende , ofte cope yke die daer aen varenden fyn, ofte gerenden, diedat doen bi den Heejen van Vooren die te vore is ghefciet, die neme wy op onfe geleide ende op onfe befchermeniile. Ende diefe letede foude wy houden op haerlyf ende op haer goet. In oirkonde van defen letteren die ghegeven waren in den jaren ons Heeren 1284, des Sonnendaechs na finte JansmiiTe ten midfomer. En dewyl wy , na dat wy het tegenwoordig af-
fchrift met den oorfpronkelijken brief nauwkeurig* lijk vergcleeken hadden, bevonden hebben dat het te- genwoordig af fchrift met den oorfpr. brief m alles over een koomt, zonder dat'er iets by gedaan otuyt- Eelaaten is, 't welk den zin verandert, of bederft | ?* 20O |
||||
> ZülDHÖIXANDSCHE OUDHEDEN. 36?
ïoo is het dat Wy , aan 't gene wy gezien hebben,
onze getuigenis in der waarheit geeven ; en, ter ge- tuigenifié van al het bovenftaande, ons zegel aan den tegenwoordigen brief, denwelken wy hebben doen uytfchryven , hebben doen hangen. Gegeeven in *t jaar 1414· den 13 July. Daar op heeft Graaf Willem IV, zoo als uyt de
volgende getuigenitfè blijkt , ook een diergelijken brief verleent: Wy Deken en Kapittel derkollegiale kerke van S.
Catharïna in den Briel doen kond allen den genen, die den tegenw. brief zullen zien of hooren leezen, dat wy gezien en met oplettendheit geleezen hebben zekeren briet ons aangeboden , met het gewoonlijk zegel van den doorluchtigilen Vorft, Heer Willem, Graaf van Henegouwen, Holland, en Zeeland, en Heer van Vriefland , op groen was bezegeld , en met de naamen en tekeningen die in 't Hof van gemelden Graaf gebruikelijk'zyn ondertekend., wiens inhoud van woord tot woord luide als volgt: ip'iïlem , Grave van Henegouwen, van Hollant,
vanZeelant, endeHeeren van Vrieflant, ontbieden u allen onfen Bailiuwen , Remmeeitcren , ende ande- ren allen onfen Ambochs luden van onfen lande van Zeelant, dat ghi onfen lieven neve den Heeren van Menjou , van.Vftlkenburch ,J;an Voorn, en de Burch- grave vanZeelant, ende onfer lieve nichteder Vrou- wen van Vooren finen wive, 'ruftelikeghebrukeu laet tot huere oirbaer als hoereyghen goet Diericslant en- de Grysoert, behoudenlyc onfer liever nichten Jonc- frou 'Johanr.a, Heeren Aelbrechts dochter van Voorn ons liefs neven, dair God die fielt of hebben moete, alfulcs goets als hoer op dien voirfcreven goede bc*-1 wyftis. Want die Heer van Vooren endeonfe nich- te voirfcreven ons ghetoent hebben open'e brie ν e be- iègelt met des. GravenFlorens feghele, ons liefs nevë dair God die fiel of hebben moete, dattct huereyghen goet is. Gegeven tot Lueven op onfer Vrouwen dach in Maerre, uit jaer ons Heeren 1^39. Door Mijnheer V. F de HAEMSTE.
Op het verhaal der Heeren , Mijnheer VAN MER WEDE en GH. MULNARE. G. RILEC. En
|
||||
*
|
|||||
%66 AANTEKENINGEN Of »1
En dewyl wy het tegenwoordig affchrift, m* al*
boven. ]n 'c jaar 1+14. den .23 July. In 't jaar 1413, op Aller-heiligen avond, hebbefc
lan vanRenejje envanEveringe, Ridder; Jan, Heyn- ric, en Clacs van /{ynejf'e van der Burch, gebroeders en knaapen , door een openbaart? akte bekent dat iy aan den Prior en het kon vent der Reguliere Kanon- nikken van Rugge, en aan hunne medelianders, ver- kocht hebben de rechte helft van een fesdendeel uyt» gorflè, geheeten Dircxland, gelegen in den lande va» t^oorn, buitendycs, met Duyvenwaert, Gryfoert, Breem- fcat, en met alle finen toebehooren, alfa als V nu gele- gen is, ofte namaels gelegen mach worden, boven water en beneden, enz, In het gemelde handfehrift ftaat ook dat Hartog
lan van Βeyeren met de Kartuifers van Zeelhem by Dieft, die ook een deel in die landeryen en goriïèn hadden, en met de Reguliere Kanonikken van Rug- ge, by wijfeling of koop, eens ge-worden is van alfulcke halve feflendeel als fi hadden wter Gors h ure en Leg fiat van Dirxland, Gryfoort, Duvenwaert^ enBreemfcatzxxi» • By Dirksland lag een uytgorife, Harkinge genaamd; *t welk deKarthuizers van Zeelhem buiten Dieft, en, de Reguliere Kanonnikken van Ruggen , die de ge- melde uytgors in eigendom verkreegen hadden," op de volgende voorwaarden te bedijken gegeven hebben in 't jaar i<f8i, Wy HeynWillemszom en Jan Willems zoon, miton-
fe medecioenres, doen condt allenMuydf;n, dat wy aenghenomen hebben van den eerwaerdighen inGfodc; Prioren ende Conventen der, Regulieren van Rugghe buyten denBrielle, ende derCarthufers vanZcelhenj buyten Dieft, te bedycken alfulcken vutgorfs als fy hebben legghende by Dircxlandt , in den lande vaat Voïrue , gheheyten Harkinghe , hoer toebehorende, dair fy zekere brieven off hebben van Hartoghe lohan gheconfirmeert, van Hartoge Willem faligherghedach- ten, in der manieren hier na volghende. Inden eer- ften foe fullen wy in defennyeuwen lande den voir- fcr. Conventen te voiren bedycken dat derde ghemet ende ewelyke vryhouden van allen laften, van dyc- ken, holen, iMen, ende watertoehten, kerken en- de |
|||||
ZüITHOLtANDSCHÉ OUDHEDEN. $6$
de'-allen oncoiten hoedanich aie fyn. Ende fullerï
hemluyden defe gemeten bewyfen mitter cavele aeÉ drieu biocken. Jtem, foe fullen fy hebben ende be- houden alle dictyenden, te weten van Corentyende ende V laiiyende den elflleu fchoefF. Van Lamtyende, , dat tyende Lam , ende van Meede ende Havele een! „j.»., .<·■ ende twtntich groten Vlaernis van elcke ghemete I- tem , foe fullen fy hebben anderhalven groten Vlaems -Xr*M van jaerfchoteerflicke renten op elck ghemet dat den*1 dyckers toebehoren fal, te betalen alle jare tor/ïnte Martynsmiile in die winter. Item foe fullen fy be-' houden ende hebben alle die vutgoriTen ende aenwaf- fen buytens dycks , met die ettinghe vanden vutter* iten dyck die fal toebehoren den dyckers alfoe langhe alft een seeweer is. Item foe fullen fy houden ende hebben tot hoeren profytc alle die heerlicheden ende vryheden nae vutwyiinghe haerre brieven, iteni foe falmen gheven ter eeren Gods die heilighe Kercke van datmen in defen nyeuwenlande bedycken fal, tyeii ghemeten lants. Ende ie ία» l^illemszoon voirfch. hebbe daer toe ghegheven noch fefs ghemeten lants van myn eyghen lant. Ende die Paltoer die defe ren-' ten hebben fal, die moet in fyn perfoen woenen in on* fen nyeuwenlande voirfch. Ende men fal defe kerc- ke maken ende houden by den dyckers ghemeten en- de renten die vanden kereken landen eomen eer daf daer paftoer is. Item oft gebuerde, dat God verbie- den moet j dat defe dyckaedze weder in braken en die' dyckersoffhoir nacomelinghen dat niet weder en be- dydlen in viertyendaghen daer naè, foe fal al dit landt * weder comen aen die Conventenvoirfz.ende hemluy-* den ewelyck blyven , fonder yemants wederfeggen. 'Item oft ghebuerdedat dieScapers of hoer erfven ende ' nacomelinghen claechden dat hoer ohghelyck ghefchiet ..; waer, want fy dit voirfch. vutgorfs noch in hueren hadden doet ghedyél wort, die loven wy voer ons»' onfen erfven ende nacomelinghen altoes te voldoen; alfoe dat die Conventen voirfz. daer gheen colt off moyniife offghefchien en fal Ende om dat wy wil- len dat alle defe voirfz. punten , ende elck byfonder* vaft ende gheftade ghehouden rnoghen worden van ons , onfen erfven ende nacomelinghen fonder arch ofFlifte, foe hebben,wy Heyn-WiUemizwn en lanWÜ- Ums~
|
||||
3Ó5 Aantekeningen of de
lemszoon voïrfz des oirconde on£è zeghelen hier acn
ghehanghen. Ghegheven int jaer ons Heeren 1484, opten 25. dach in September. Op Harkinge was voor de ingezetenen eene kapel
den H. Cumelim tér eere gtlticht ; dewelke üavid van Borgonje ,-in't jaar 1484 door den volgenden brief tot eene Parochikerk heeft aangeiteit: νΓ! :■■■■■■' * \ i\ ■.-'■■ ■''"..' \J. 4
Dav'ti van Borgonje, by de genade van Godt en
van den. Apoft.Stoel Biifchop van Utrecht, wenfcht aan alle Chriliene geloovigen, en aan ieder in 't by- zonder, de eeuwige zaligheit in den genen, die de waare zaligheit van alien is Nademaal het gebied of land van Harkinge wei-eer met zeer zwaare on- koften en moeiten aangewonnen en verkreegen is, en aldaar zekere kapel geiticht en opgetimmert is; en dat ?ekere Chriüene geloovigen, om het gemel- de land van Harkinge te bebouwen en te behouden, daar in menigte naar toe gaan: zoo is het om wetti- ge en hoogdringende redenen ten uyterfte noodigdat de voorn, kapel , op den naam en ter eere van den almogenden Godt, van de glori-rijke Maagd en Moe- der Gods Maria, en van den ÏH.Corveiius, opgerecht mag worden en opgerecht werde tot eene Parochikerk;* en dat dezelve kerk, als ze dus; door ons tot eene Paro- chikerk opgerecht en aangeilekzal wezen, in het kloo- Üerof konvent der Reguliere Kanonnikken teRugge, bydenBriel en onder onsBifdom, ingelijft werde. En nademaal het voorfchrland van Herkingen door den Prior en het kouvent voornoemd , en door eenige anderen, weder opgehaalt en aangewonnen is; zoo mogen wy bun■ billijk, heilig,, en godvruchtig ver zoek niet afilaan : maar zijn gehouden vaderlijk en gunitïglijk , gelijk onzepligt isL voor hen te zorgen, en hen te helpen, Hierom is her datwy, op het oot- ■mocdig en krachtig verzoek van den Prior , en het konventder Reguliere Kanonnikken van Rugge voor- noemd , volkomen oorlof gegeven hebben·, en door den inhoud dezes geeven, om de voorgemelde kapel van het gebied van Harkinge tot een behoorlijke-en nieuwe Parochikerk van S.Corneiïus, met een doop- vont, klokhuis, kerkhof, en 't gene vorder toteeno |
||||
ZüIDHÖlLANDSCHE OUDHEDEN. 3Ó>
Parochikerk behoort, te (lichten op te bouwen , op
tê9e^hrehVtóbe#rfgen.t of te vertimmeren i in wel- ke Farochikerke dan de kerkelijke dienften , zoo wel de dag ■ als nacht- dienüen, op hunnen tijd gedaan, de dooden begraven,-en alle andere,dingen, zqq als he* betaamt en betaamen zal , verricht zullen wordent dewelke ter vermêerderinge van den goddelijKen dicnft noodig zijri/en in eene Parochikerk behooren gedaan te worden. En.hierom is liet ook dat wy all*: en iedere tienden van 't gemelde land Harkinge m dezelve Parócbikerk van Harkinge, inlijven ; en 'wy drdoneeren, begeerêh, en beveelen,datze ten een- wigen dage m< dezelve Parochikerk .mgelijft zullen blyven · en haar altijd zullen toekoomen en toebe- hooren/ En doordien wy daarenboven uyt hoofde van ons harderlijkven Biitchoppfelijk anipt gehouden |
||||||
7im. aan de ^bdtvruchtige plaatt'en, en der zelver
perfoonen, de: behulpzaame hand te bieden ; en,op dat het gemelde, kloofter , nochte de voornoemde Parochikerk van Harkingen, in 't gevolg van tyden niet teniet mogen gaan;, maar dat het ter eere vanden eenen tot wiens eere en om wiens dienft te vermeer- Séren'het zelve gelucht is, gelukkigen voortgang zoude dofcn : zoo is hét dat wy de voorn, kerk van Harkingen, met haar paftoorfehap, en alle haarevruch- ten , inkomften, renten, gerechtigheden,en verval- len in 'r gemelde kloofter der Reguliere Kanomuk- ken van Ruggè voor altijd inlyven h aan 't zelve vaft- hechten, endaar mede vereenigen .; en begeeren dat het dus ingelijft, vaügehecht, en vereenigt zal blij- ven '· in diervoegen , en zodaamg, dat de Prior en het konvent voornoemd, wanneer en ten welken ty- de 7Y het eoed zullen vinden, een Regent en Kapel- laan over dezelve kerk van Harkingen mogen aan- dienen benoemen ; .en den zelven, wanneer en ten welken tyde het hun believen zal, mogen afzetten en te rug ontbieden ; en vorders de vruchten , reu- ten /Inkom (len . tienden , gerechtigheden , en ver- vallen, die ,uyt de zelve Parochikerk zullen voortkqo- men, mogen ontvangen, heffen, en opfteek en, zon- der iemands tegenfpraak : welverftaande nochtans dat den genen , die de gemelde kerk bedienen zal voor zijnen arbeid en dienit eene geoorloofde en bèta- ■ Aa mciïj- |
||||||
270 Æ JJÉÑ ¹ O LX Á Í DS Cl? E
melijke voldoening :gegeeven werdieu„^egeeyen ,ñç?.-
Öer otïs zegel ter zaken ; het welke aan den, tegeni- woordigen bri'ef gehangen is , in 't jaar 1484. den "$j Mey. 'W.Bufer, heeft dit gefchreeysn, i.'iUjob ' Briefvan den Aartsdiaken van Utrecht, di> deveif
"gunning van den voorgemelden brief door zijn prdij naris gezag beveiligt en bekrachtigt* u;; ; :i ; j •'Wy Sinton de Shfa {van der Sluis) by de genacjp
van Godt en van den ApoftqliiTchen Stoel„ P,roo(l ien Aartsdiaken van Utrecht, maaken· aan allen rzop tegenwoordige als toekoomende, bekent dat vtfy* 'voor ons en voor onze nazaaten-, ,de inlyving derH^- rochikerke van Harkingeri, dewelkes vereenigt .is met het konvent der Reguliere Kanonnikken van Rugge, en dewelke in den brief daar de tegenwoordige brief doorgeftokèn4s uyfgedrukt ftaat, en piesen ieder in. 'tbyzondec 't welk in- den zelveti brief begreepen, 'verhaald , en uytgedrukt ftant , zoo verre als het ,4ç Onze magt is| en aan ons ftaat, dopr. ons ordinaris -'gezag welgedaan verklaaren , goedkeuren , ep, in Gods name beveiligen. Behoudens nochtans dat zy 'er Voor inftaan dat alle jaaren, ten eeuwigen tijde, den "«eerftenDingsdag na den Zondag Cantate, aan ons. of onze hazaaten, of aan onzen of hunnen Officiaal of gemagtigden , betaalt zullen worden twee loot.züyêr. Dewelke betaalt zijnde , wy'het· zelve konveiit , of den Onderpaftoör der voorn.kerke, ontlaften en vry 'houden vaivde réchten der kerkdtenften, tot dewel- 'ke hy jaarlijks verbonden is. Ter getuigeniiTeftient deze onze brief, aan den welken wy ons zegel ter taken gehangen- hebben. Gedaan in 't, jaar 1492 r dea 26 April, lab, Lateur, Notaris, heeft dit gefchreeven. L;"' ' ^tH·^ j - ■■ f\|lsd iui.4 :;·-: . dyjifewr Daar omtrent was ook gelegen Nieuw Harkjnge,
anders Klinkeland genaamd: 't welk de Karthuiïers van Zeel hem' buiten Dieft, en de Reguliere Kanon- nikken van Rugge \ te bedyken gegeeven hebben a-an Heer lahb Oom , Ridder, en Heer van Wyngaard<en. |
|||||
GRY-.
|
|||||
\
|
|||||||||||||
O Jf ρ η Ε D Ε «Γ.
|
|||||||||||||
't'w * -.·-,. f f\ f ■ ■ ι ' '.;■
èKniijer^öe ##e-tan0e/ ca ^ieuijietiEsctO ίι? cryfoirt,
Mfflmfi anber$ be j^ieubKHtjorige/ 31)11 tfcoee pripïjeöen in 't egïanb #bèrfïanhe/ op bert iaüanbfeïjenöobem; beioe&e onber berfcfjeibe ieeren 3ijn berbeeït. : J ' ®t H'erït'begTOe $;■ jttfti$ii Maria toege^e ^rk vaa
fof)0t, 'Gnfout,
ί <®aae i# eene f»oonpïaat$ booj ben J&ifiödj /
tiie be ftatolpe geiöobsgen ban bat egïanb bekent : ■'Jjn t jaar ifcty p 3|eee floris van Tol ipi^Jïel-haE,
$002 alQïCf sneeft * .. johan Suennius Jeeft bit esSanb ïang na Jet
opnooinen ban be iftefo^maatsie bebientl: maar beuaijl jg.7;3P0 baar ter plaatse alf ni *| <5^abenf)age / geboeit en\seiertet\bja| pfflÉfjl ti'Tjp'.ie J|u#n in Jet jannen - ïtloofïer/· of in ^t Eüzabets ïtonbent/ tot <©berfie aangefleït: en ψ aïbaar in ïjet öebie* nen ban 315η ampt gefloten öen^'jéen 1670. " J^a,Suennius ijeeft Johan Paling , ttïl ψ$&
fïer itPt be jèaatfcjr>appge ban Jefus ,'iu groot
gebaar en met ff naef)t| te nerften I be geïoo* btgen aïbaar opgepafï. 3|em ft gebolgt Huhert vandor Meer , een üfagenaar/ U
tornen tot polster in be g&blmribe' oangeno*
men: 3i>nbe een ©jiefier ban eenc n^tfleelteiW be geïeerböeit/ gobb^ucijtigöeit en #ber, git 3ijne plaar^ φ genomen N. van Dam*
tmt öet ~<£%aaffri)ap ban ^utfeen. ^i i$ opgebóïgt boo? jjjncn bollen b^oebetf
Jakob van Dam r een Sobenfel) <0abtgeleerbe. |
|||||||||||||
! .; Ι Π
|
|||||||||||||
ei 1'
|
|||||||||||||
ΑΛΝ-
|
|||||||||||||
Aa χ
|
|||||||||||||
3 ƒ> Æ ÜID Ö O L L Ë Í ¼ éfö Ç Å
- Á ËÍ,ÔéÅ KJE^I Í G.
. e Ãé . ú. In 't jaar 1408 heeft Alyt, Vrouw van Putten,
Dé Stad , en al wat 'er toebehoprde,.verkocht aan Heer hhan van Heenvliet. X Dit hebben wy uyt het meergemeld handfehrift, 't welk ons geieent is door den voortrerrelijken Heer, en Prior der S.Maartens· Heeren te Loven, Auguflinus Hoppenbrouwer. De brief, dewijl hy niet al te lang is, 2al hier ook eenè ( , ,s plaats k'rygen:
Floris van Ahmade 3 Deken van Gèernvliet, doe
cont allen Inden, dat icgefien ende befceydelic gele- fen hëbbe enen goeden ganifen ghehelen briefT, onge- ;4?,r radeert endeongecanceleert, waelbefegeltmitgehelen ;, ■ wthangeiide fegelen, eenre EdelreVrouwen, Vrou- we Aleyden , vrouwe van Putte , Praet , ende van Striene , ende eens Edels Heren, Heren Boudens, Heren van Praet, van Putte, ende van Striene, hoe- re mans fprektnde van woorde te woorde, als hier na gefcreven ftaet. Wy Alyt, Vrouwe van Putte, van Pr3et, ende van Strien; EJnde wy Boudewyn, Heren van Praet, van Putte, ende v,an Strteu, wittachtich man ende mombair Vrouwe Aleyden voorf?,. maken cond allen luden, dat wy vercaft hebben Jan van Heenvliet onfen nevetot enen vryeneyghen een wtgors, datghe- legen is in onfen lande van Putte, ende gheheten is Die Stad , mit allen den hillen die tot haer toe dacr mede in hueren cotnen fyn : ende mit allen aenworpè dietuifchen den gorfe voirni en de hillen voïrfcr. cat men mach, mit fulker lam tyenden als hier up verfcir· nen mach. Ende dit voirfï. lant lal Jan ende finen na- · comelingen bruyken tot fouten, tot vorifchen, of hoe c'at hem oorbaerlicfte fal denken wefen , onnerfeyt, van ons ende van onfen nacomelingen. Ende van de- fen voirh goede heeft ons /d>?betaelt den leflen pen- ning endeden eerften. Daerby hebben wy hemghe- looft ende geloven defe voirfeide erve ende goede te vryen van allen commer ende amtale, die hier np ge- weert mocht hebben of is, tot-defen daghe toe. Ende wort hem omwonnen mit enïgheii recht van eniger lofte ofte commer, die hier up ghecomen mach we- 1 c ç
|
||||
υ D η ε D Ζ' psrr 37}
fen van onfen wegen tot defen daghe toe. So gelo-
ven wy hem te houden up alfo goed goed, F.nde om dat wy willen dat allevoiricr. yyirwaerden endeeope ÖBiii' «? t vafte ende ftadéende Wel geftadé blivë, van ons ende van önfen nacórhelingen tan voirn. ende finen naco· melingen: fo hebben wydefenbrjéf openbefegelt riiiit onfen fegelen: gegeven intjaere ons Heren i? 5-9. des namidages na Alre heyligen dach: In kertniffè der Waerheyt fa heb ieFlorysDeken voirfch. minen feghel hier an gehangen. Int jaer ons Heren 1404, op ten z2 dach in November.Λ :;;·■.*.. U !"-ilJ iift-l Stift?? · '^W^Ti^ :*;.,*.· JJSrffc ^ik lc ///yi van for/i·/*», Vrouwe van Cruningen, dbfe
cont allen luderi , dat ie vereocht hebbe mit n)yns ...bemf Voochts hant als Ghifebrechts van den Werve, Heren Hughen van Heenvliet, of den houder des briefs half dat Wytgors , dat gbëheten is die Stad ende gelegen is in den lande van Put , en deylde teghens minen landen, dien ie hadde by Heren lan van Heenvlier,-vA\l· , nen man , ende myrt vry goedes ende Heer Huge» Heer van Heenvliet voirfz. die weder helft hevet. En- de gelove voor nii ende voor mirten nacomelingen*# Heren //%<?# voirfz. ofden houder des briefs, dit voirizl , wytgors vry te waren ende verlie nu vanden voirfz wtgors van Heren Hugen voirfz. den eerden penninc m>t den laetftën al betaelt. In kenniiïe der waerheyt hebbe ie minen feghel hier an ghchangen. Ende om die meerre fekerheden wille hebbe ie gebeden Heren Zwedervan Heenvliet minen foon, ende Ghifebrecht van den Werve minen Voocht, dat fi defen brief met mi befegelen willen. Ende wy Zweder van Heen- vliet, Ridder, Heren van Blideftein , endeGhysbrecht vanden Werve, als Voocht der Vrouwen voirfz. heb- ben om bede wille der Vrouwen van Cruningen onfen fegelen hier an gehangen. Ende ie Zweder van Heen-. vliet, Ridder, Heren van Blyefteyn V gelove alledefë voirfz, voirwaerden ende coop vafte en ftade te honden in goeder trouwe. Inkenniite der waerheyt fo hebben wy Alyt van Borfelen, &c, Zweder van Heenvliet, en Gh. van den Werve, dit befegelt, 1408. Hoe dat Grifoort, of de Nieuwe Tonge, aan deti
Heer van Voorn verkocht is door Graaf F/om, is on- 4er Dirkeland aangeweeicn. Aa 3 ROXE-
|
||||
Ι ;4 ^gιρψορι*. ,Ο # ρ η.
,ί0 ROXENISSE of ROKNISSE,,.-,,
■χο«ηί&. t *gik ooft éène Beetfpjfjeit ónÏet 't öeibeSitè
j$föetifr{ja$i./. &ih't $etfoeeiïènfc? e» i$,m& mm$ ntèkm betfcBesoene %eeren bei'öeeït* m f &OMERSDYK| andéJs IGMELSDYK. ·
|
||||||||
j "i't'ii" ' ! ■ ' :!.(.i . i!
|
||||||||
Zomers. *?**$$ tfP teeAjftïfCit til 't PJ$
dyk, jpïafcfte: gjebbenoe üi 't jaar imi ben fóioüei:
'F.teas-^'annMrUrntOeÖeJöO|t«-'-r--.V'" rw · fel
parochi. Γ ®c f ardcgi-firrfe fta$ op oen naam ban be
ktrk· ^iiaa^lngeibflöt, maat jg tiaötrganö ;tiet>
m&m nijtget'β^ΦΙ ^ΜβοΜ* <^°c9
bmint^ feomer^bp eën leen ban éeeiano φ mbtg 3elfp gaiOifji-fterft onbet: ijet $£$öom &an lutbbelburg: befjoo^r / tjebbeii ton ban öe taflór^e eii bé Ipapoo^ vaii ê$tner|öp ge*
jpHen Ümkrjpiööcitiur^;, öaMtóg ooft batf gëmmedaoooeijaiibcïtgcböeiï* .,-. ,■..·.·,',<- ί ί i#»aairï)ebben togi ooft ban iBonimeneöe/tgang reit geeufeofep plaats en aait feïjöutoen ύ& ïmïfl/ bejpiöftlfc <®ΐ ψύΐοφ~ΐφ& hm Sm
nïêrgöijft jeeff:; bootenen doft tetvbergeemnöè
bet <£%abeii Üan ^oiïanb en èeelanb gefïaaiv MELISLANT, of MELISSANT.
MeiisUndt. »%jj£ t^p en be ïjeerïpgett ban jM$]tönt/
tfe^oraiöe ónöét?I)et <SMtenfcïfap ban^óö^ï / Ρ ooft gelegen in pt egiano ^beeflanfte og ben 3|oiianofcpn booem. $olgen$ eene ber* gunning ban ben ftet£ - ïjartèg Ma χ i m i iWtt peft men bëeje jptöat$ beginnen te bebpén fft ΐ jaae 1480* · '.'S- * VanHer HotiVe Ktonipk ζ bock "pap* 117* ,,,· ...
•-'"MET
|
||||||||
\k-Ct VI * .7 ·.- é í;'- > 5 f f
|
|||||||||||
HET DEKENSCHAP van.SCHIELAND.
R öTTfril D Á Pfa,
SCHIEDAM, r V L Á Á R D ÃÍ G E N,
Æ Ç Á I RL· O OS, ;■■■; ()/
DELFSHAVEN, anders Sckoomrlos. ; D E Ê M&M L»
O V E R £ G Ç ÉÅ». BE R Ê E L, Â L E Õ S W Õ Ê, ZE ViN Ç U IZE^N, U|
HIL L E GE R S-BMGH,
>"k r a-l ÷ í g e mm
■Y.S SiLMO ND E,
R O N;E N. Dat Schieland van ouds zijne Dekens en
øôïíöç heeft gehad, blijktnyt de oude papieren * alwaar onder anderen de volgen- de Dekens vermeldt worden: |
|||||||||||
.Éßßß
|
|||||||||||
ïn 't jaar j 46 s> Gerrït van Liesvelt.
1483* Jakok Mercator* 1499. GVrr/ß Ar ent ze Øï0* 155 o. Tsbrand Soferïus-V wmfor. 1 1507. D^HtQt Arent Jorifii, |
|||||||||||
|J
|
|||||||||||
ip.
|
|||||||||||
Aa 4 ROT-
|
|||||||||||
%η6 SclH I1L Α NDSCHE
f'. "-Λ·- 'V. *"* ~ .--- —- . \ ■..£"" ;''' " *"' .. "'■''"
■ __________________________________________________________ ■ ' "'# .
ROTTERDAlM,
,- . ■ -■--. - -,''■- ■ Ι',ΪΓ» ·' '·=.'«- ·,.Λ ί. | Ι 31
den naam. R q jp TÊ ^ £ D ^; Ij U. ' S
g$t'jjamj begoofbfïab banket %$M0m
get <&*fcnfcgap ban ^cïjietób l; 3ijnbe öe groorfle onbrr öe 300genoèmbe Methe fïcöen ban ^oïïanö : ja al3oo groot a$ ijiet meefïe gebeeite oer grootere fïeben, $&aar oub|)eit$- Jaibe50U pt to^ berfeïjeibe ï|oIïanbfcfie p# ben moeten tooien: toant ijet i| boigemS * Ainng 300 !aat opgekomen/wtbmffié naam ban éotteröam in geene gcben&ftfeiften booj öe beertienbe eeuioe too$ bermelbt. <ên ïjet $rjn niet anberp a$berge3ocöte én opgeraapte Jèngeng/ 't geen be bedelaar Hunibaidus on$ ban. ftotter&atn toeet te berteïlen ·, jen 't geen ii^t-Reg no , fcij$benbè ober fjet jaar 768/ bygefyagt mo^ö Scgenp eene fiab föotterbam/ feeiödfce toen al be §oofbfiab i»an een fïifc 30« 3tjirgetoeejt. , ï|et $ fiêiégen in bat <0jaaffcljap tuffcöen
ben fffeï en be ter / 't fcoem ptto Iïl m Φ genbóm fyttft gegeben aan Dideryk II; aan tsm grooten lïpïii be jlerioebe / toaar in een gcbeelte ban bezaai enbé $Μφ/ beneffen^ öeEeft en benjgffeï/ naarbe geegehrimttuo^ ben. Üet φ toaar bat be lanben en be bïoet - ban be ftotte bp onber ^ct)$bgr$ bermelbt fooien: maar ban eenen^am/ bie ben naam aan
|
|||
O U D & E D E N. 377
aan be$e fïao öejjetjen geeft/ salmengetmin-
fle öetoBg b£ öen niet binden, -·:; Pïertoaarfcï)ijmpfï i§ öit / bat 'er tmm βφρ#&$ ti\ Biffcöe^/naac öebjeïfte WSMi fi^erg-op irie nocij) in"in^en 1$ gënoemt 5a! 4ne$èn</ 3tcïj aan ïrétote neergefïagen ^e£M ^&en ren oat 'er &g gebolg ban tgaen / en om fce bjelgelegenööeit &ec pïaat5e / ooft eenigc featnflrg' en hddplültiett naar toe $jn gejaftt; 5Pp oat bte $rtaat$ 0003 oen obergrootén toe# ïoop en <ar<nU)a$ ban wenfcgen tot 300 eene ftao / seijpt ίορ teoentooo^oig 31017 $ opge* fcfjoten/ ' < -·■·'■!■.. 3» 't jaar At r -$ iie ^eeop ban 't ^ïot
koningen tot ^djieöam toe opgefcoo^pen. f 3^a]0en^ \uB>xhormus 30U toteraam
alöetoalt 39η getoeefï/en ftai$ recijten geljati Jebben/ in 't jaar 1*70. * Hinbere fcfegben bat get ten bien tjjbe niet meer toa$ al$ een Ppénblefc/ 3ohöer muurenofbaaUen, ":'\ Xheatr. Holl. pag. 281.:'-;'■
* Summa rürajis. / ·. Α ΑΝΤΕ Κ Ε Ν Ι Ν G.
i. Het is Boxhormus niet alleen, de welke beweert
4at Rottecdam al bewalt is gew§eft, en ftads rechten heeft gehad, in't jaar 11*70. W. Goudhoeve ïegt het ook.. Doch beide die Schrijvers, ik beken 't > ι ij ηwat jong y. om over een.zaak.van de dertiende eeuwe ge- tuigenis, te geeven. Sommigen willen,in 't ïchrijvea van hiftprien geen oude Schrijvers tot bewijs aange- haalr hebben : die aanhaalingen, zeggen zy;, ontcie- ren hetganfche werk, en -zijn door fommige Schrij* vers maar verzonnen, om blijken van hunι veelvuldig Veezen te geeven r en met een lange lijft' van oude Schrijvers te pronken. Maar men ziet uyt dit voor- beeld alleen, om hondert en nondéït andere daar te Aa y laa-
|
||||
'. ί '"' \
278 ScHiEL Α NDSCHK
·?' : ,vf 8 ν Ι Β ' r:l >'ϊ Γ-.' Ό
laaien, hoe Boxhomïustn W, Goudhoeve met het ver-
zwijgen van hum|e zëgsmannèn liaan. De JiiiaEa W^B Rotterdam, zegt detffktWÜftkwgs woto1 in geene ge,- denkichriften, voor de veertiende eeuwe gevonden. Of Boxhornius en Goudhoeve de l-tad ouder wiljeij rnaji- ken, en volmondig zeggen dat ze al bevalt isgeweefl: Jn't jaar 1287, daar kreunrhy ikr^niet öf weinig^i^ 5£y ïivllen 't waarfchijnlijkiuyt Hetéene of aridergèr tfenkfchrift getrokken hebban; maar men is tegenyvooj» jjig zoo geitelt dat men zelf zijp óórdeel over-zulke ft uk ken-wil veilen , en het pp ?t èn,kdd oordeel ,vm cenen Boxhormus ..en eepehGoudhoeve niet begeert ;te lakten üaan. Wat my belangt, ik'zal 't 'er vóór hout- een aziBoxhotntus en Gouthoe^n,*: twee naérftige èft omyjgtige $chryvers , zulks niet op loife inbeelding ofuyt eige ver/inninge gefchreeven, niaar het in 0% der gedenkfchriften gevonden zullen hebbjen., ï)è waarfehijnelijkheit is óok'aan, hunne kant :J vt'at een menigte varT ftraaten had het al in ?t ],aar * 1266 ; de Boke!fteeg,deNieupöort,de Darh,dë Vifchmèrtjde Ko- r€nfteegsr^ëtiOöίlemde,Wèί};Nieuland,het Weileihdé, de Weii-lA^geftraat ,(zo,q was ?erdan ook een twee- de Wageftraat, \ de Lombaarjdftraat-i het Roode-zan|L En dit zijn maar ftraaten, .dieby geval opge.tejt wp|;- den : zoo dat 'er naaf alle fchyn vericheïde andere ge- legen zullen hebben. En zoo*erdeyoornoemde/trtaa- ten toen al gelegen hebben,zullénder zekerlijk die iinaa- ten ook al gelegen hebben, die tuiïchen de gemelde ftraaten tegenwoordig gelegen zijn. Want men zal by voorbeeld geen ftraaten aanhet-Oëft- enhet Weil einde gemaakt, enm'fmidden een open en ledig vak,gelaa- ten hebben, ε-1 fijyW^v }^*% «Ί Maar'tvOQfnaamfte van allen isY dat 'ëp reeds eén
JLombaardftraat was; en dat'er verVolgens al Lombard^ fcheKöoplüiden gewöorit hebben voor het jaar i%66. Nu is hei bekent, en wy hebben l| ónder Dort uyt óqdè Schryvéf s aangeweeien , dat de Lombaarden de voör- 'naarhfte kooplieden zochten, en geen gemeen e ftedeip jtbt hunne woonplaats begeert zoqden nebben Waar Tèytdan volgen moet, ofidat Rotterdam al mefkelijkeii tyd te voren ëën aanzienlijke ftad was gewcëft, öf dajt het een zeer fpöedige opkomfte heeft gehad. *t * Zie de ftkbtirjg van 5. Jakofcjs euraar. * |
||||
^nbertuffegen ,ίφ 'er ten öejjaebe en, bm$ be
$obt<$uc{|tiggete brr mgeseteiien een &ern ge* Kerk. timaieitv betoeïfte aUmtw benneïbl Jü9$ i» genen Sgief ban fjet laar i }66:nbaaribeèicö* ting->r»an een ontaard Stapeïietje ban Jakob s.jakoi* öen jjileetöeren ίυο^α éefcfeeiien: toelit outaar aiuar» öf napeïïetje/ 300 a\f fjet -on$ boo^oonit/ i« be gemdbe liern gefïaan 3a! jjefiaetn; ©e3e!fbfc E$ef getoaagt oofe ban eenen ?} ohan^ a$ pi* fïooj ban tottet'öam ν en ban eenen l^efter jBildebrand , aï$ bOÖ^ 3tjtl ^eil ΦΐΚ3ίί$ aatt
*t altaar ban - öe i|, Jbaagb Maria, beiöe
fïicöterl bét gemeibefcajpeiie. $οφ fïaat 'er Broeder- esen Jfeoeberfegagi bans^ Jakób bermeïb / μ*ρ· boo^ 't toeifte be boo^noembe pjeöenbe moefï berg£eben töoi&en nu- r ■;..■■,;'.· pi zi&m ·>' ■ 5©e Wef bei fïicötinge ïtribt albu$ o# 't#e* ΙΓ ν CjWj naame^ Amen* Wy Rildebramd Pric*
ifcer, altydduurend: Vikaris aan 'c oucaar vaa *
de Hn Maagd Λ/ϊ«.ηίϊ, In de kerlü van Rotter* dam ?,; onder bet Bifdojn van Utrecht 5 Fiorli Janszoon van der Dune ; Niklaas^, Hohbomzoon $ J^'ideryk>Adams^ yKoppenenszoon % Bister >$arietna*>> kér 5 NieSiardus, Goédinxzoon 9 ffitlkm$féiÜzmsm Wtyl'mgs zwager $ Dider.yk bygenaarnd; Scutema- ker; Gerrit Piet erfz-Horminc, Sympn^dapii Mem cemansi ErtgelbertHendrikfz; Meandert ^liubberts* zoom; Diddo, *ihowe>k Biddooi&oonk Didefyk Wan* nebreèki Haasje Gerrit s^ de weduwe Nyefincs % aUeinaal broeders en zuilers van 't gilde Tan den \i Apbftel Jakobden Meerderen: enwy<, Hilde* gondj de weduwe van Dideryk denPtffeher*, juf? fi puw w» Bol^rfiem 3 en Juffrouw ■ Geertruid^ weduwe van Plons vander Dune 5 aan alleGbr*! flene geloovigen, die den tqgejiwooicUgen brief zulldn zien of hooren leezen: Over- |
|||
380 Sc hiel jfprft «e hè
#fi, ; Overwogen hebbende dat het veel heilzaame^
%ii: en nutter is als menige andere werken van godt- *
vruchtigheit; en dat het de H.goddelijke Drie- vuldighèit , en alle de Hemelingen in een huis αχ' τ_ .;■■ c]ac fpgf geene handen gemaakt is woonende., tu* toJ. eene'.groote glorie veritrektV een Gods-huis· ·
©f een kerk naar de gelykenifle van 't Hetnel- fché.hoi op te bouwen ; en dezelve kerk van binnen met verXcheidc timmeraadien te ver- tieren .;$ op dat de goddelijke dienft ,. op de .wyze van den lof en den dienft dés hemels, aldaar godtvrüchtiglijk volbragt worde: en dat T?< r: de geeneni, die den kryg^ van Cbriftus wil- φύ-Si len volgen, door het aanfehouwén van zodani-
ge godtvruchtigë werken aangemoedigt wëiv den, en des te vlytiger van de eene deugd tot 4e andere mogen opklitttmen, "en den Heer des Hemels in de gemelde kerke koomen lööveri en. «verheerlijken;:/ en eindelijk op dat zoo wel de genen 4ie de gemelde timmeraadien bevorde- ren ν als die Godt daar kqomen looven emver* heerlijken, de eeuwige vergeldingen voor hunne werken bntvangen: · ί ■ : v i Zoo is het dan dat wy met eene volkome gif- te , en;op een önherroepelijken tytel dewelke uyt inzigte; des doods onder de levenden ge- fchiedt, gegeeven , gclevèrt , gefchonken en vereert hebben, en dat wy, zonder eenigehoo- pe van deze gifte weder in te trekken, en zon- der door eenig geweld, vrèeze, lift, bedrog, ©f iemands ingeevinge aangezet, misleidt, of gedwongen te zyn , maar uyt onze enkelde, yrywillige en ongedwonge genegendheden, en na een rijp overleg, datwy, zeggen wy, tot begiftiging en ftichting van een kapellanye of óutaar, 't welk in de parochikerke van Rotjer- ■;; ■'■■'-: ' 1 : ·. dam--
|
||||
BHü^^a^HH
|
||||
O ü D Ή E D MÉ? 3 SI
- damtnc, ter eere van den Almagrigen Godt ei|
,vanidészelfs Apoftel, Jakob den Meerdere, op- gerecht , geftichteningewvdtis| voor eenzui*· vere' aalmiflc toefchikken twaalf ponden , fé| fchellingen, achtdenieren,gemeen Hollandfch eri gangbaar beurs· geld^ en alle jaaren· te oritvangeii; 1Voor eerft hebik Hildebrand, PrieiterenV&· karis voornoemd ,-lan de gemelde kapellanye op de gezeide wyze gegeven en gefchonken, en ik geeve en fchenke aan dezelve \ jaarlijks ι ο Hollandfche foheljingen, gemeen, gangbaaf beurs-gcld ; en dat uyt de renten , die ik mee Jan, Thedemansxöon heb itaan op de: wooning* of het huis en erve van Andries· Laurmszoon, in GyfelbertBoekels fteeg of ftraat ,· ilaandc boib waart naaft het huis en erve van Jakob byge* naamd Bloem, en weftwaart aan het huis en er- ve van Dideryk,, bygenaamd Doentgen 3 om ten eeuwigen dage op de Voorfchoter jaarmarktbe- taait te worden.5 - En ik Niklas, BobbooszoonJ geve daartoe tr
fchellingen Hollandfch geld als boven ; die ifc in de ftraat dcNwwepoort, aan de zuyd-en noords zijde hebbe ftaan op hét huys en erve van wijle uhomas , bygenaamd Scenaer j om alle jaaren be- taalt te worden, zoo als in den Scheepen-brief, die daar over gemaakt is, breeder ftaat uytgedrukt. En ik Simon , Adamszoon voornoemd , geevë
daar tóe vyffchellingen jaarlijks, die ik hebbe ilaan op het huis en erve van wijle Margareta^ bygenaamd Lieden , naaft het huis en erve van Heer Jan Paftoor van Rotterdam; om ten eeu- wigen dage betaalt te worden , zoo, als in den Sehepen*brief, die daar over gemaakt is,bree- der ftaat uytgedrukt. £n ik Haasje% weduwe van Gerfif Niejtnx,
® wigen |
||||
geeve ikar; «toe /ten eeuwigen dage 2/o /ehelliér
gen H©JUfl4fohf :geld als^qyien,; die ik heb ftaan óp v h«Cï buis/ en iejive van ffiUfem ffiillewmem^ JVaJfagi„zwpfgtf.» in de ftraat den dam , op; de jV^cjinuuikty beneden ,. ·..,,, djeJCoientieegvrkn <®p het, jbuisi en erve vom ISïMêfl* , Fxmk: Af j£#/<?ffj;zwagé,r, om jaarjijy^de Voorichéter |aar:inarktïbetaalr te wonden.. ■[■„-,·? ; ( - ty$ =r -! t, En i wyr 'JVi^md- Goedm%zQpn$-£n ffiilhm: fflih femz.,*, fF^img^zwAger , geeven insgelijks ten ■ieuwigen „dage zo ,iche Hingen* die;wy .hebben i $aannp hetJïuvs van Beikm^Jï^nde in't>ooili juinde der ftad Rotterdam me >„nmift PiëtïrrGK%~ fws, huis en *erve; om jaarlijks betaalt te worden uyt zo fchellingen Hollandfelr geld , die op het zelve hnis enfervcten eeuwigen d ge zijn ge- veil· ZQoals iri den Benepens/brief, die daar over gemaakt is, breeder ifcaat tiycgedrukt. iiv : En .ihiDMer^k^':Md&w Koppmevemzoon, geve
io fchellmgen van 't zelfde sdd , om ten eeu* Wigen dage getrokken te Worden uyt %·$r-Hol- landfche fchein'ngen, die iik hebbe ilaan op het huis van0$ψ BudaerU}x\ 'ε PFe$ ~ Nuelandy. der welke ι jaarlijks betaalt moeten:worden, zoo als in de Sehepéns-brieven, die daar over gemaakt zijn, breeder is vervat^ Qtftp f π éjéW^i 3K'S! En ikGerrit y Pietef 'Hormwzoon, geeve. jaatr lijks 4.0 fchelliragen Hollandleh .geld als boven, êle ik heb op het liuys en erve itaande in 't wett- ende der'vftad Rotterdammer beneden ihet huïs en «erve van JPHt/em Steenaerds , en falmb yaè heiden, fOmj qp Voorfchoter - en Valkenburger jaarmarkt; betaalt te worden:: zoo als inde Sche- pens-briefj die daar over gemaakt is , duidelij- ker is uytgedrukt. ,ï!/· i ,;- · ' * Ejr ik\Dideryk ScuUmaker geeve jö ichelh'n- I ;■■ ·'■' ge» |
||||
S^n'ttbllandfch-'geldals boven, die ik heb ilaan
Sp^het hois en* prve'ftaande beneden het huis ënefvé van Niklaas Gouderadenszoon - en aan de grafê de Wat'eringti% welke io. fohellmgen ge- trokken, zullen worden uyt de renten.die ik, op fiet gemelde huis en erve hebbe-liaan;; zoo als iiï · den Schepens-briefi die daar ;over gemaakt isj brecder ftaat begreepen. En>ik EngelbertHendrikszoongeeve f fehellin-
gin-OoHandfch geld aJs boven, die ik hebbe opeen huis en erve, itaande in de iteegof itraat Öêwelke door de wandeling genoemt word de tWeft-wageflrate , beneden het huis en erve van -Hirént Voer , en van my Engelbert voornoemd*: Welke*5* fchellingen jaarlijks betaalt zullen wor- ■Öen op Voorfchooter jaarmarkt. :.-\- π En ik Meyndert, Lubbert szoon geeve vyf fchel-
"lingén Hollandfch geld als boven, die ik hebbe itaan op een huis en erve in bet,oou>ende van -ïlotterdam , beneden de huizen en erven van 'Mattys Heerkyη en Jan., bygenaamd Meerware; '-om jaarlijks betaalt^ tb worden uyt de renten die ik • dp?t gemeldehuisen erve hebbe ft aan: zoo als enz. ■ -En ik 'Floris Janszoon: vander Dunegeeve 40 fcbellingen Hollandfch geld als boven, om; jaar- lijks getrokken te worden uyt drie pondenHol- vkndlch geld,idie ik heb Haan op het huis en erve van Hlllem Koopman, en op het huis en •'.erve van Nittaerd Goedinxzoon, aan't weft-ejnfle van Rotterdam ν beneden het huis en erve van iW^^voornoèmd^en van TsbrandDiderykszoon, dewelke' zich uytilrekken van t midden der fteenftraat af tot aan de graft de ^ateringe, om - jaiarlijks betaalt te worden op Voorfchooter- en ■ ^Valkenburger jaarmarkt. Zijnde deze voorwaar- de voor den,koqper, hier by gevpegf., dat deeze ; is? ,φο |
||||
384 S C Η ΙΈL Λ ND iCH E
40 fchellingen, die jaarlijks aan de voor fë Kif pel·*
lanye gegeven moeten worden, binnen 'den 'tijd van drie jaaren met andere even goede of beter, en vafter; renten onder den vryen Bah van Rot- terdam zullen mogen afgelolt worden. ï)pcU indien he* gezeide binnen den voorfz. tijd, vari «3e dagtekeninge dezes af te rekenen, niet vol- bragf zal weezen , zuilen de voorn: fchellingen op dé gemelde plaatzen voor de Kapellanye voor- noemd altijd geveftigt blijven , zonder oit afr geloil te konnen worden'. » rWIns n ' NfeiMjo En ik Pieter Scrienntaker' geeve daar toe 10
Hollandfche fchellingen, die ik heb flaanop een huis en erve in de Lombard ftraat, beneden het huis en erve vmjan Fijfchers, en Ymmc Zoete-, Dirk van Hoyladens weduwe: welke 10 fche]- lingen ten eeuwigen dage betaalt zullen worden op Voorfchoorer jaarmarkt $ zijnde de réeds- "gezeide voorwaarde hier ook bygevoegt. ff En ik DiddoyetbomasDiddooszoon,ge.ev£ γ fcheï-
■ lingehHollandfch geld als boven j enbewyzedie
'óp het huis Cn erve dat ik althans bewoone in de ftraat, de Ν ieuwepoort genaamd, beneden Gys~
'* hert Pieterfz. en Johari Schikker'·» dewelke jaarlijks * "op Vonrfehotef mare betaak moeten worden. | En ik Dideryk, bygenaamd Wannebreek, geé- ?!ve vyf fchellingen,gemeen Hollandfch geld, op het huis en erve dat ik althans bewoone inde " ftraat de Nuwepoort, beneden het huis en de er- * ve van Klaas Piten en van Gerrit Pleunen : wel- ke f fchellingen jaarlijks op Voorfchoter markt betaalt zullen wórden j en is de bovenftaandc ■ voorwaarde hier ook by-gevoegr.
En ik Hildegond, weduwe van Dideryk Fijfcher^
Juffrouw van Bolgerllein , geeve twintig Hol- landfche fchellingen gemeengeld, op de huizen - en |
||||
Oud he den. 38?
en erven dieiki heb ftaan op de (leeg of ftraac
h Roode zant * naaft het huis en erve van iVJi- klaas Fijfcber> dewelke ten eeuwigen dage be- taalt zullen worden op SS. Philippm- en Jacohm* dag, in de Meymaand. . -: Noch geevè ik op dezelve huizen en erven
twee hoenderen, zullende voor ieder hoen jaar- lijks betaalt worden acht Hollandfche denieren op S. Remigius dag. (i) n ,,,..?. r En ik Juffrouw Geertruy4.^ weduwe van FIo- ris vander Dum, geeve daar toe tienfchellingen goede en zwaare wigt, die ik veilige op een ftuk lands in het dorp Zevenhuizen; zoo als in den bezegelden brief, die daar over gemaakt en reeds aan de Kapellanye overgegeven is, bree- der (laat uytgedrukt: welke é o fchellingen jaar- lijks betaalt zullen worden op Voorfchooter mart, i'Noch heeft dezelve Juffrouw daar toe gege-; ven Ces Hollandfche fchellingen,beurs geld; en dezelve voor altijd gezet op de huizen en erven van Hugo Zwaneveldszoon, en van Dirk, Klaas. Heynenzoon , ilaande in het ooit-ende der ftad Rotterdam j welke fes fchellingen jaarlijks be- haalt zullen .worden op Kersdag. r .Welke voorfz. renten wy begeeren dat vol- gens alle formen van rechten, en in alle manie- ren, beftandigzullen zijn, en Mand zullen grij- pen: en dat ze ten eeuwigen dage, zonder eenig bedrog ofte lilt , aan de gemelde Kapellanye, en voor 't onderhoud des Priefters die daar de Mis zal leezen, verbonden zuilen blijven. En de gezeide gifte en toewijzing der gemel-,
derenten voor de Kapellanye en het outaar voor- noemd begeeven en verleenen wy uyt zekere wetenfehappen, na rijpe beraading , zuiverlijk en eenvoudiglijk om Godts wille, en voor de  b zalig-
|
||||
■Süüligh^t Zo^van pnzeeige zielen^ als van ds
hielen onzer Voorouderen, envan alle geloóvi- gfeh , aan §£/&Péffl% den zoon van Dideryk PaU iëysi Kerkelijk perfoon, die dan-de .voornoem-* de renten zal genieten» ' v ; ;- f En als hym JPriëiterlijke Wijdingen zal ont-
vangen hebben , zal hy dan dagelijks , zoo be- hoorlijk en beiliglijk als hy kan, de Mifle ke- zen, en de Goddelijke dienften verrichten} alle andere kerk-dienften daar laatende, en zich met géene dienften bemoeyende, dewelke tot na* , deel of vermindering van den goddelijken dienifc &ïn het akaar en de kapellanye voornoemd zou^ den ftrekken: maar het gemelde outaar van S. Jakob Een eeuwigen dage bedienende. Boorde gemelde begiftiging, of (lichting,
willen en konnen wy geen hinder of nadeel doen aan de -Faftory van de gemelde kerke te Rotterdam : volgens 't gene tuflehen den be- ■ fcheiden man en eerzaamen Heer Jan , t'hans Faftoor der Rotterdamfchè kerke, en ons, ftich* ters en begiftigers voornoemd , befproken eri bedongen is. Namentlijk dat het recht van patroonfehap,
of van het bcgeeven der kapellanye voornoemd, den Dekenbroederen van S. Jakob $ gilde , ten·, eeuwigen dage, met de toeftemminge van alle de gildebroeders, óf van Het grootfte getal der' zelven , zal toebehooren : zoo dat het boven- ftaandeaanbequaame perfoonen» dewelke zich in den goddelijken dienft en in het bevlytigen van de zaligheit der zielen behoorlijk zullen gedraa- , gen, en daarby het gemelde outaar op behoor- lijke tyden zullen bedienen, gegeven zal worden. - Dezelve kapellany (tellen wy voor aan den
een^aardigen Vader in Chriflus, en den befchei- den ,
|
||||
O U D Η E D E N. v tl7
*~Zj *·$* '* ■■■ ■' χ■
den man en Heer» den Biiïchop van Utrecht:
en wy bidden denzelveri ootmoedigli j k en godt* a' ·,"'., vruchriglijk, dat hy zich gewaardige de..voos*.' ., m noemde kapellany of prebende door zyn gezag loffelijk te beveftigen. '..·;.,■.,.,. v ; En vermits wy begeeren dat ai het boven-
ftaande zoo als het boven uytgédrükt is, in' 't algemeen en in't byzonder $j zonder cenige liity Bedrog, ofte uytxonderinge,; ten eeuwigen da- ge onverbreekelijk zal onderhouden worden; en wy geen zegel in't gemeen hebben; zoo bidden' wy gezamentlijk den befcheiden man en eerzaa- men Heer Jan , Paftoor der Rotterdamfche kerke, dat hy tot öirkonde van het bovenftaan- de , en ter eeuwige gedagtenifTe en bekrachti- ginge vanhetzelvé, zyn zegel voor ons hieraan- wille hangen -, en zijne toeftemminge aan het bovenftaande, op.dat alles krachtig en beltan'*' dig zy, verkenen t. -En ik Juhan-i Paiioor der voornoemde kerke
van Rotterdam, mijne toeilemming aan al hec bövenitaailde gegeven en verleent hebbende, hebbe ter getuigenifle van de waarhei t,- mijn ι Zegel hier aangehangen. ■ * ι Gegeven irt 't jaar des Hecre 13 66. den 16*.
der maand April. ; ;; 3Mt affcï$fti$ getrofótett uyt ten Oö?%*i*m
ïtdpen m patUtmmtm ftpef, baat mi it#ti ban öi'oentoafcöonöa'aati ging; sijtibtMigg* getüö^ öoo^ cm mMbt fïaart syefïaiten* fOan ben bobenfiaanben fyitffaag De boïgcif - ire ö^tef ban J ohan van den Èem ι Ubt ban Mi Paulus te Wxccïft/ \)ΐ\ίϊ$φφ/ m öoo^ ö* fïaart ban fce&elfé 5t$tl$?ftQ\izm Β b λ Wy
|
||||
§88 SCHÏËLANüSCME
Brief van Xkf Y Johan vander Eem , Abt van S. Pauïus
johan van 5 Abdy van S. Benedi&us order te Utrecht, iler Eem , maaken bekent allen den genen, zoo die 'er nu> S. Paiilus z'Jn a^s ^ie'er kadeezen zullen koornen, enden? kerke. tegenwoordigen brief zullen zien , leezen , of hooren leezen: Dat wy de begiftiging , (lichting , en op··
rechting van het altaar of de alrijdduurende ka- pellany , dewelke ter eere van Godt almagtig en van deszelfs Apoftel S. Jakob den Meerderen doordebefcheidene eneerzaame mannen, Heer Hiliebrand, voor zijn leven Vikaris aan 't al- taar der H. Maagd Maria, in de kerke van Ro> dam , Floris, Jan van der Dunens zoon , Klaas Hobbooszoon j Dirk, Adam Koppenevenszoon, eii,^ eenige andere broeders en zufters van S. Jakobs gilde of broederfchap te Rotterdam, die inden tegenwoordigen brief daar onze brief door ge-; ftoken is genoemt en befchreven ilaan , ge- iticht is in de Parochikerke van Rotterdam, onder het Bifdom van Utrecht, welker kerke vergeeving of voorileiling ons met volkomen recht toebehoort; dat wy, zegge ik, de voor- noemde begifciging en flichting, mitsgadersde begeeving van, of voorileiling tot de kapel- lany en hetoutaar voornoemd, zoo alsdatdoo£s hen behoorlijken godtvruchtiglijk beraamt en gedaah is, voor goed en wel gedaan houden en goedkeuren , en onze mede- en toe-ftemming aan 't zelve geeven. \\ Bekennende , begeerendc , en 'er duidelijk
onze toeftemming voor ons zelven en voor de Abten onze-nazaaten aan gcevende , dat het recht van patroonfehap en de begeeving van ^. , . het outaar en de kapellanye voornoemd, of de voorileiling van eenbequaam perfoon tot dié ka-
pella-
|
||||
O U D Η E D EfN*{ 189
pellany, zoo diicwüs als dat altaar of die kapel*
jany zal koomen open te vallen, aan de zpoge- noemde Dekenbroeders van S. Jakobs gilde o£ broedeTfchap voornoemd, en aan hunne nazaa- tcn, met de tpeftemminge van de gemelde gil- debroeders of van het grootfte gedeelte der zei·* ven, van nu aften eeuwigen dage zal blyyen en toebehporen $. en moet blyven en toebehoor ren: behoudens altijd het recht der gemelde Pa- rochikerke« Tot oirkonde van dit alles heb- ben wy goedgevonden ons eigen zegel aan den tegenwoordigen brief te hangen. Gegeven in 't jaar des Heere 1366. den vierden van de Mey- maand. ^oo^ be fcoo$aan&e ttoee fyieben taa^ tiese
btvbt bwf mn Johan ^iffcjjog balt fitrecïjt gefioïieu: . \y y Johan , Biflchop van Utrecht, maaken Bcveftioïi
aan allen bekent -, dat wy de itichting én van den° .begiftiging van 't altaar, 't welk de vroome Bi^choP jnannen en eerbaare vrouwen, Hildebrand, Prie- ' fter en voor zijn leven Vikaris aen 't altaar van de H. Maagd Maria in dé Parochikerke te Rot- terdam , Floris, Jan vander Dunens zoon j Klaas, Hobboos zoon \ Dideryk^ Adam Koppenevens zoon j Ρ iet er Scrienmaker; NicJard, Godinxzoon, Wil- lem Willemfz., Walings zwager 3 Dideryk Scu~ temaker-, Gerrit, Pieter Hormings zoon} Symon^ Adam Mercemans zoon 5 Engelbert Hendrikfz j Meyndm, Lubberts zoon', Diddo, tbomas Did- doos zoon j Dideryk, bygenaamd , Wannebreek; en Haasje , weduwe van wyle Gerrit Niefinxy broeders en zufiers van S. Jakobs gilde of broe- derfchap voornoemd; mitsgaders Hildegond, we- Bb 3 duwe
|
||||
*V ' \ ■ ' ,, ■' 'ν' · 'ι ; ν -
i , ' ."V"" '
5 «)0 S C Η Ι Ε L Α Ν D S C Η Έ
du we van Bideryk-Fi/fcher, Juffrouw van Bolger-
fieïn , en Juffrouw Geertruyd, weduwe van wyle Fl'oris van der Dune\ dé patröönèn van:% gemelde S. ^aköbs altaar in de Parochikerke van Rotterdam j onder ons Bisdom, begiftigt, ge- ificht, en onlangsöpgerecht hebben; welk al- taar vermeld '{iaat in den brief dié daar overge- fËÈÊfc is, en door denwelken deze onze brief :ii gcftpkcn: dat wy^ zegge ik, de gemelde ftidh* ting en begiftiging, voor zoo veel als ze godt- vrucbtiglijk, behoorlijk ^ regelmatig, en naar den ëifch der kerkregelen gedaan zijn , voor w:è\ gedaan houden, goedkeuren, enuyt krach- te van onsordinaris gezag door den tegenwoor-*· digen brief beveiligen : Ordoneerende dat alle deerven, vruehren, en renten van t zelve oü- taar, die tot deszelfs onderhoud gefchikt zijn, voortaan kerkeüjkegoederen Zullen zijn, en ■den kerkdijken vrydom zullen genieten. En vor- ders'ifellen wy' ih 't bezit van 't zelve outaar den Heer Ldurens 9 Didëryks zoon , kerkelijk; pérfoon van ons Stift: eir door den inhoud de- zes beveiligen wy hem in't zelve bezit : be- houdens altijd en in alles het recht dat de Pa- rochikerke volgens de kerkelijke wetten toe- icoomt. Gegeven in 't jaar 1366, den 5*. Mey. %n*t $tM ïjmhftfyift boïgti»e Be$eebing
ban ör fiemdöe j^cöcntse aan ^>. jakobs ai taair/ itiirëj&arociperfte banaftöttetoam? aï$ '3giidc öcn 6 Jefcparo 1 pf; 0e$eben aan ||eer 'Dirk Jakobszoon, J^teftrc- en nagaat ban A-
renr, janszoon fa$j CÖJft^ ^icflkr* ' <&atl-bo!gt
'er öe bebijffying öcr gemebeöcrjee&nige; aï$
39nöc bop^ öeo ^fffcraaï öe$ 8lar«$&tafter$ ban ïttrecijt 0mXi &m)fttvüw$§/ na^.Biafius, fn *t jaai: 1465·« Ê $* 3De- |
||||
O 17 D Η E D EN. 3£ ï
^egoofbteïr/ban gerit^ öeginfeïeno^oPkomftc
gnomen/ en m't eerfie ban planden op3e^ai!SI^- timmett / gab nocö reenen toren in 't jaar/cnsKeIlc* 1415·; «n mierb boo^aaii^ maar begöcïjt bart mfat biflTeöe^enlsmmerfi/ bie 3tcö baar neer* geflagen jjaö&eii* -9[n 't iaar 1437- Seööenbe $3am%r£onbec
maïimnber oefïoten / Ijet öooge outaar ter eere ban be % jEaagb te laaten timmeren tCau be recljter sgbe $oube een Cngeï flaan / bte Jet noren met een setffeu afmaaibe: aan Μ jïiiiïier $ijbe $oube een anber <22ugel fïaan/ en een fyoobmaube inbe fjanbeii öeö&en ©i't altaar $ in't jaar 1443/ ?aterba0^boo|
üer^m$ / mgemijbt booj ben lltrecï)tfcl)en %\f* fCÖOpRudolf van Diepholt <£n befcotj1 bej^afe
\\tt§ fjet outaar aïlereerffopgettmmert Ijabben \
in gun 00« aiïereerfï een b^ 0ilbe toege* paan, ^n't jaar 1449/ tal o.^obemöer/ i$ be
eerfie fieen ban §>. Laurens nerne 0eleit booj ben bibber Aalbert van Waveren, ©e twee*
be fïeen imerb 0eïeitboo^ 5|eer Adolf, J£afïoo|
berseïbe nerfte. feaar opïjeöoenbefiebelingen/ sonberbag* ;
loon te begeeeen / alle nraeïjten ingefuatmen om be tmtmeraabje te boltrenuen: en mierben met ïjet geblaat ber trompetten/ Ijet fïaan ber trommelen/ jjet Minnen ber beeïen/ en onber een baanbeï baar ^. Laurens op gefcöübero fïonb/ ten aröeib aau0eboert gju 't jaar .14.71. ben 8, September/ 3önbeiiet olJtaa
be geboo#e-bag ber ^Uergeiagfie jÉaajb/gcwydt· geeft Gofuinus 2$iffcpop ban Hieropolis,., en 3^gÖiffe§0p ban David van Borgonje, \}tt QUi
taar ter eere ban j$, Laurens en ban be % Mar
Bb 4. ria
|
||||
•
|
|||||
3 9^ S C Η I E L Λ Ν D S C H É)
na Magdalena ingebjgbt €n $ bafïgefieït
bat be jaarïpfege gebagtemg bee3er togbinge gebiert 5oube tooien op ben 3onbag na i&a liaurens: en bat 'er ban bageïp$ aan 't 5sïbe outaar teberbieuen 30U 3peen aflaat ban 40, bagen/ met een aaïmiffe te geeben -, of b^ie* tbaaï get Vader ons en 't Wees gegroec tt \tV
$en. <gn beimjï be3e gebagten$ btt nernbj^
öinge/ of jaarïpfege itern#/ toeï een$ guam Ie ballen op get feëjiban Mariaasïfemeibaart: $00$ beseibe gebagten$ boo? be ^ifiTegoppen banïttrecgt berfrgoben tot op ben eerfïen3om bag na get outaaf ban ^. Laurens, 2fn 't jaar 14-90, fcierb get plegn ög ben to*
ren boo^ be öurgerg booi nieten bg beurten
gegegt |$eïfe pïerm be tuin ioa£ getoeef t ban
jan Kouweuhtwe, toooneubeopbelioogfïraat*
3n*t 3eïbe jaar / baag3 boo^ m L*urens-
bag/ gcöbeti be bai*te$ get goog altaar/ 't
toelft 3g ter eere ban be# j&aagö getimmert
gabbeu/ in 't googe ïtoo^ grö?agt: toeïft on*
taar/ gebuurenbebe optimmeringe ber nerne/
ergen$ tn« een naöuurtg gu$ ban be 2$egpe#
praat geborgen toa£ getoeefl j
outajr van jjfln 't jaar 149Ï /geeft fit «§. Laurens fterïie
i fHH· een outaar gefïaan ban be^Cofmas en BW
• ber i$/ bit outaar niet en bermeïbt: en aau bit
outaar toag een 2iSarbier$-gi!be opgerecgt. 3®ant/ opbat get eereh ban be3e %eiligen/ tot <0ob$ meerber glorie / meer en meer 30U* be aangroeien / en be uer&gefoaaben/ i^it tot ben goöbelpen bienfï bereifegt tooien/ niet 3oubeu ontboenen / gebben eenigenfóarbinaa* ïeu / op get gobb#iegtig behoeft ban eenen , Dirk Huvgen, neeuelp petfoon/ in 't gentek |
|||||
OüPHED! N. 395
pe jmt loo. öagcn ajïaatg beleent aanire $e*
|
|||||||||
o
|
|||||||||
tien öie & 5eïtje outaar op weitere öagen 3011*
bm öc3oeliCiï, ïgrér neben^ gaat oc aflaad TU" γ Rodoricus Biflchop van Porto, OHverius Aflaat aa*
- BiOchop vanSabine, Julianus BiiTchopvan^?**^ Oftie , Johanms Priefter op den tijtel van SV ' Vitalis-, Georgius Priefter op den tijtel van S. Maria over den 'Fyber; Hierenymus , Priefter op den tijtel van S. Chryfogonus; Johanms,:jacobus Priefter op denrytel van S. Stephanus op den berg CieHu$% jtrdicinm Priefter op den tijtel van def HH- Johanms en Paulus *, Jfutomotusy Priefter op den tijtel van S. Sufanna·,. Raphael, Diaken op den tijtel van S- Georgius ad velum aureum y Baptilla, Diaken op den tijtel van S. Maria no* va; Jfianius, piaken van S. Vitus in Marcello ρ altemaal door Gods genade Kardinaalen der H. RoomfcheKerke, wenfehen allen den geenen,; die den tegenwoordigen brief zullen zien , de eeuwige zaligheit in den Heere» Des te meer bevorderen wy de zaligheit der
zielen , hoe dat wy de gemoederen der men- fchen dikwilder tot godvruchtige werken op- wekken. In de Parochikerke van S. Launnsy binnen de ftad Rotterdam , onder het Bifdom Λ van Utrecht, is,een outaar gefticht ter eere van de HH. Co/masen Damianus: aan dit outaar is ook een loffelijk Broederfchap opgerecht, tot het welke, gelijk wy verrtaan hebben , onze in Chrifius beminde Dirk Huygen, kerkelijk per** foon onder het voornoemde Bifdom , met eenc, byzondere genegendheit is ingenomen. Op dat dit outaar behoorlijk geëert en van
de Chriftene geloovigen geftadiglijk. bezocht Bb f wor-
|
|||||||||
wofdey op d&tdeszelfs getimmer mar detfjtifcltil
, onderhouden én gehandhaaft worde , dat hètt va>n boeken, ^kelken, fcakrfien, kerfceieraaden^ en van alles dat tot den goddelijken dienuVveriti eifcht word, wel bezorgt zyj eindelijk op dat -de Chriilené geloovigeri des te graager hunne i iv ^ödtvfüchtighéit aldaar zouden gaan pleegen, e*n hunne mildadige handen tt>t het VQorfchre- ven outaar,en tot Onderhoud!ng,beter optimme- ring, handhaving, en bezorging van 't zelve, des te gewilliger zouden uytileeken , endoor die mildadigheit een zegenrijken invloed der hemelfche genade gewaar zouden worden: Zoo is het dat wy Kardinaalen voornoemd, en*
ieder van óns, door de ootmoedige gebeden ν£|ΐ· gemelden Didtrijk daar toe bewogen , betroü- ■wende op de batmhertigheit Van den almagti* gen Godt, en van de HU. Apoitelen Petrus en Pdulus , en deunende op hun gezag , aan al- le en iedere Chriflm géloovigen , dewelke wijf. gemelde outaar op de feeiidagen van S. Maria ter Sneeuw, van de ΗH. Gofmas en DamiaHus\ van den H.Panthaleon, van dën H.Rochus, van de wijdinge der zelve kerke, tüifchen de eerile en twreede Vefperen (de Vefperen zelf daar on- der begreepen) jaarlijks met aandagt zullen be* zoeken, en hunne mildaadige handen tot het bovenftaande üytreiken, voor ieder feeftdagals zy dat doen zullen, voor nu en voor het toeko- mende ten eeuwigen dage ','hondért dagen afflag van de opgekidc boeten genadiglijk in den Hee- rë verleenen. Tot oirjkonde van het bovengaan- de , en van ieder in *t byzondér, hebben wy deezen onzcii brief doen opitellen, en ons zegel onder aan dóen hangen. Gegeven ia onze huizen te Romen, in't jaaf
|
||||
O V ¿ ¹ Å D Å Í. ifS
i.4pi, den laatfteQ «dag #an Maarr, in't feven-
de jaar des Paafdoms vaii «onzen allerheihgiien Vader, door Gods genade.Paus, Innocentius VUL Frederik, '$Ê$ **» Wxtt&t / |j$ U
|
|||||||||||
ivfj :.",··
|
|||||||||||
Wy Frederik, Markgraaf van Baden,, door de ge- _
riade van Godt en vanSen Apoitoliïïchen.Stoel Bif-*"#£*
fchop van Utrecht, wénfchenaanalleen iedere CM- mddc j|r_ /fcwgeloovigen, die den tegenwoordigen brief zullen h zien, leezen of hooren leézen, de zaligheit in den ge- & nen, die de waare zaligheit van allen is. ^ Den brief van de höogwaardigfle Vaderen in Chrt-
flus, en Heeren Kardinaalen der Roomfche Kerke, door den welken onze tegenwoordige brief geftoken is, en alles, en iederin'tbyzonder , wat daar in be- grèepen, verhaald en uytgedrukt fraat, keuren wyuyt zekere keuniffe voor goed, houden den zei ven , en |
|||||||||||
×3<å
|
|||||||||||
alles wat 'er in ftaat , voor goed en aangenaam: u ç
en begeeren dat de brief en inhoud oriverbreckelijk onderhouden werde , en beveiligen dat alles, uyt kracht van ons órdinaris gezag, in Gods name. En daarenboven , op dat het Chriften volk des te
beter tot het winnen van zodanige aflaten opgewekt en aawgemoedigt werde , zoo is het dat wy betrou- wende o;p de barmhertigheit van den almagtigen Godt, van de HH. Apoftelen Petrus en Paulus, en van den H. Niartlnus ... en fteunende op de verdienften en voorfpraak van alle Heiligen,aan alleen iederemans- en vrouws-perfoonen, dewelke iet van 't gene in den gemelden Pauflelijken brief begreepen en uytgedrukt ftaat gedaan envolbragt zullen hebben; zoo dik wils als zy het koomen te doen , en wie dat het ook zy, veertig dagen afflag van de opgeleide botten genadig- lifk in den Heere vcrleenen. • Gegeven onder ons zegel ter zake; 't we]k onder
aan den tegenwoordigen brief gehangen is, in 't jaar WH, <Un derdca ô» oaober. ^ ^^ _ ^. |
|||||||||||
"3 96 Sc ΗI E LA ïJDiSGHE
S. Niklaas Sfll bt ttiaanb jpfeg ï#i 3?jn 'er ttoCé OU*
en S. Lau. tmvtilf get Ztllt ttt tttt bm ψ: Vurens, get tens altaar. an^ ^ tm ^m -^Niklaas, ftl 0 Laurehs Jterlte %z$tt: ftaanöe Dat ban ^ Laurcns aan
ie recgtec/ en bat ban |Sj Niklaas aan beftnv fcer 3pe. ^aar op $ er ooit een <0iibe ban ^Laurcns, en tm ban $: Niklaas, opgéltO*
men. ,.., :; ,;_ _ ■,■■■.··,-,::
gn 't jdfbe iaat; geböen be J^cgoenmanerg
kapel. een ffcaat ontaar bow öoutoen ter tm bm&
Criipinus. 4$ ontaar fïonb inbe eerfïe napel*
Ie/ aanbe recgter 5tjbebér fterne: bemelne^
Ciifpyns feapèïle fcÖÏCCÖ StetlOCmt· David, *m(y
fcgop ban ïttrecgt/ geeft Jet gemeïbe ontaae
outaaren 3[n 't jaar 1423 5ijn 'er noeg tinee ontaaren
va., s, i- getmtmert: fteböenbe bé {&ettetoarier$get ee* öor cnvanlle/ eu qe j&gfcnaa^ get anbere öehofiigt. lglUÏ· 'gn flonben batten Jet' googe ïioo^: get ee*
ne / bat aan bt réciter 3gbe fïonb / i®a$ on ben naam ban btn $3 Vi&or rógcbjijbt r get anbere/ fïaanbe aan bt fltnher 3gbe/ b^oegben naam ban ^ Eligius outaar. SDegaïben bt gemeïbe outaaren ma$ 'er nocg S.Barbaraas tm j^acgtig Olttaar ban j& Barbara } 't Ml\t
öutaar* af <êo$omfcge maagben / bt geihge Barbara
ter eere/ gabbenïaateotmmteeen: en 'ttoelït in bt tttftt napelïe aan be fïtnïter 3gbe ber ner* ne/ of è.Barbaraas napelïe/ ma$ gepïaatfL
Aaltje van Hemen, foebntoe ban Klaas Janf-
s.Brigiuaas zc DUyfhuys, geeft tn 't jaar 1494 een fcgoon
outaar. outaar / pt acgtfïe in getal/ boenöoubmt ter tere ban %> Brigicta3 't toeïn gefïaan geeft in bt eerfïe napeïïe ban get önttennoo?/ aan be fïtnner3pe / recgt ober bt groote Hernjïeeg. a« beseïtapelle ψ 3»ooftöegraben bm ζ Hen in
|
||||||
^
|
||||||
OU D Η E D EN. %$J
in't jaap 1499/ toanneer 3gψ$ jaaren onö ge*
tooien / ngt öe toereïö bergu$öe: gebbenöe aïboren^bg ngterfïen b$ie öefpjoiien öat 'es jaarïp^/ öaag£ booj <§♦ -Bngitta, αο ponö tartoen Ö300ö30uöenn£tgeöeelt tooien aan 20 arme iocöalaen* Μ m'tselföeiaar $get negenöeenget tim
Öe altaar opgerecgt op ftofïen ban 18 jonge burger^ 3oonen en 18 önrger^ öocgteren en geteetie aan 0ί Francifcus, get anöere aan <g>. Clara opgeÖ^agen. ü^atban ^>,Fnncifcu$
fïonö aan öe rechter jfjöe/ öat ban pg Clara
aan öefïroto 5pe / ban öe bolgenöe ontarem Φ* ®immerman£ 3oegten ooli een ontaar te geööen in öe eerfle ftoor-fiapeiïe / aan öe Ramt üm\ öen oppert ^ocg bermifê öe ψ& floo^/ en öe^mit^/ öie gnn ontaar öaar ooft geplaatfï toaiöen lebben/ geen3in£ begeeröen toe te #aan öat get eerfïe ontaar in 't ïtooj gepïaatfi 30110e tooien i 3tjn beiöe öe gifc öen / na beei ftgbené en tioifïen£ / genoot 3aaftt gebjeefï gnnne ontaaren öniten get &00? in öen öniftöer tefte tepïaatjen. goo öatöe s. .Keften lëiranierman^ gun outaar/ 't bjeïft öen φ. |Ό- SEhsms féf toegeiopt foa£/ gepïaatfïgeböen m öeöer* 0luaar#, öe ftapetle aan öe toaterftant -, öocg öe ^mit^ geböen gun outaar/'t fcoelh öen %. Ëiigius toag opgeö^agen/ opgerecgttnöeöeröeiiapelïeaan öe fltnlter 3tjöe. f gfn t jaar 1496. # get eïföe enget tfoaaïföe
ontaar getintmeet tegen get Iwüt aan: ^eteer* jïe toa$ gefticgt ter ecre ban &* Bonaveotura, en flooö aan öe noo^göe bg öen pjeeftfïoeï: getttaeeöe fïonö aan öe 3Wö5göe recgt ober Öen pieefifïoeh en toa$ ter nu ban^,Cacha- nna opgerecgt. .·-..,,■·. |
||||
^pg SC HIEÜ AND SC tUR
iter 3göe/;aïiernaaftbe foogflraat/ fjet öer*
tienöe ontaar geöonbjt ter eere ban ^ Geor> gius: bjeln ontaar boo? m Mïftufomaavgam öe nerïi i^gegefcen* i /ί èoeö <"?* 3e|f°e imv $ öetBoofö-outaar in
?t feooi ;$eer beranöert, en seerfpog φ|#^ feeiv Sin 't jaat-1407· ïjeeft Philips vin Borgon^
je, 2$ificf}op'ban f Ureefit) noeö ttwe ontaa*
ren/ |et eene ter rere ban%0. Mamnus, get anöere ter eëre ban ^ Wiiiebrordus, boen gereeöntaaften/ en geimelp naar föotteröam boen boeren-; sonber bat'erieraanö (jet minffe ban toifl boo^ bat 5e tot aan öe ner&öenren gei^agt toaren. É^e ontaaren öeeft Ijg boen petten in'töuitm-aooj-/ tegen ïjtt go^taaïban 't ojcaal: bat ban φ Maarten aan öe rechter süöe tegen ben oppert r bat ban 0> Willis broord aan öefïinner syöe tegen öe^oogflraati foeïne nabellen baarom |# Maarccns en pi Wiiiebroords itapeïlen gencenit 3ijn getoeefï. *.· ν .ε ^efiaïben öe gemeïöe uapelïcn Ije&ben in &i 1 Laurens Mte-nocf) ttoee aan^ienlpe ftagellen gefïaan; De kapel €erfïe!p öe fcapelle ber feeren van der *L· dé van. Lek, baar een ontaar banöe ψ Mana Magda- der Lekken iena &0£ opgereefit 5Can bit ontaar u*a$ eene biteg gefüeöt; bebiel&e in 't jaar 1^9 8e* nïeeöt toierö booj Dirk Kryhcnj imm§ boo&aat iOa^ geloeefi J.ikob Pieterfz Goudimit.
feaar boo^ aï öeb&en be Van Kralingen,
aait be noo^ijöeban (jet nooj/ eenbefttge na* aelgeïjab. *it aïonb geflagt/ 'ttoeln ober anberïjaibe eentoe ngtgefio^ben ψ/ en groore Öienften aanijet baberianö ïjeeft geöaan/ öeeft oiv
|
|||
O! m mm ê mp $0p:u ■ $9%,
Oöte^tlteetl bö0#ge&£agt Hugoivaiï Kralin-e" ^ Vat>
gen, öeittelfcem't jaae i%ij onöerFloris ttfciPf B«cqi
ίο groot am$im i$§ei»eeft
ί piöaiben get flot inningen/ Set etff)u#
Üm Van Kralingen, fje&Öeïl 3g eetl ^ÖCgtigClt
Öeffrg gu$ gegaö binnen töofóeröam/ omtrent
{jet onöe fïotSMgerfïetn/ Βρ ijet 500 genoem* öe töooöe 3anö / fcuaar «gt get eerfïe booitge* floten: $. Hier {jaööen 55 eeue becmaaröe graflfeöe, binnen eene boo#reffeiij&e/ groote/ enbetraaïiöe ïtapiie: maar boo^ öe naam öes ¥an Kralingen , met gouöe ïéêteren gefcj^e* beny' nocg te jp^ottë fïonö in t jaar 1 £44, *©efcpijï ijet aöeïp i}U$ Öee Van Kralingera
uftgefl^ben b)a$/ geeft öe ïfeer Willem Ba-
itiansl· Schepers, iloïïanöfcöe ^eeboogö / öe gemeïöe ïtapelïè genoegt: en na mernelpe: beranöéringen tot een öeftige grafolaat^ boo$ 3tjn geflagt cmgemaaïtt 3f4i^Laurens tofte maren ooft betfcïjeiöe
WmqM gefïiejjt. i$g 3«ïlen gier öe boo^ naamfïeoggeeben: spöe öeö^ieben ban ïjaare eerfïe fïicStmge/ öegifngmgs/ en öebefïigm* ge/ on$ OOG? sefeee Heer terpnö gefielt. I. ©e bi&arg ban öen φ. <0eefï tp in 't jaar AJs die vaB
1407/ öen 14 jiaart/ gefliegt en opgerecgtdeu h, ' Ö00£ Willem Klaafz, Pierer Foppen, en Wil-Geeft.
lem Maas; en i| in 't ^elföe jaar/ en öen z?
banöeselfbe maanö/ boo$Frcderik, ^iffcljop ban fitreeöt/ bebefiigt <®e fïicötmg ïwöt aïöt$ ttt 't jpeöeröuitfcfi: Twdm naame des Heercn, Amm> Het zy dooi* SticImW
den tegenwoordigen brief aan ieder eenv*u deze bekent dac in 'c jaar 1407 , in de 5· Indiktie,VlkaT· den 14 Maart, op 1 de elfde uure van den dag of •\Us ■ ' daar" |
||||
40© S C Ç IE L Á Í DS C Ç Å*
daar omtrent , in 't eerfte jaar van Paus <jf%t-
' ^/«i XIV, voor my openbaar Notaris, en voor de ondergefchrevene getuigen 'die byzondérlijk 8aar toe geroepen en verzocht waren , in eigen perfoon zijn verfcheenen de befcheidene eneer- zaame mannen, fFillem Ê laafz. ^Pieler Foppen, en Willem Moes, t'hans ópzigters over't outaar des H. Geefts in de Parochikerke van Rotter- dam : en dat zy, overwogen hebbende hoe oor- baar dat het .is voor veele betrachtingen en wer- ken der heilige godtvruchtigheit , en hoc het de goddelijke Drievuldigheit en alle de Heme- lingen , in het huis des Heere dat met geene menfchelijke handen gemaakt is, woonende, tot eene groote glorie verllrekt dat 'er een Godsr huis of Kerk naar de gelijkeniiTe van dat He- melfch huis; gemaakt en van binnen met ver* feheide timroeraadjen opgefchikt worde, om aldaar den goddelijken dienit , naar de gelijke- >· *tofr : ß nis van dienhemelfchen zegenzang, te verrich- ten : op dat de geenen öâ ouder €brifiu$ willen dienen door het aanzien van zulke werken van godtvruchtigheit aangezet werden, om van de eene deugd tot de andere op te klimmen ; en om den Heer des hemels in 't gemelde dusop- gefchikte huis te looven en te verheerlijken; en op dat zoo wel de gene die de gemelde tim- .N meraadjen voortgezet hebben, als die den Heer aldaar koomen loven en verheerlijken , de eeu- wige vergeldingen voor hunne .verdienden en ... mogen ontvangen: datzy, zegge ik, met eene volkome gifte , op een onherroepbaaren tijtel, ,.÷, zonder eenige hoop van hun woord immer te mogen intrekken, door geen geweld, vreeze, - lift, bedrog of iemands ingeevinge aangezet, misleid of gedwongen , maar volgens hunne zui-
|
|||||
11·..........■■■................—«Ì—Å1Ð1É1Ì
|
|||||
Oud η e d en. 4qi
zuivere, vrywillige en ongedwonge genegend-
heden, na een rijp en onderling overlegden mee de toe- en mede-ftemminge van den eerzaamen en befcheiden man, Heer Rudolf' oau Zanie, Regent der gemelde kerke , mitsgaders van Schout, Schepenen en Burgemeefters der ftede Rotterdam die het op deezen tijd waren, tot zuivere aalmiiïe , en voor de begiftiginge en ftichtinge van eene Kapellanye, of een outaar, ter eere van Godt Vader almagtig , van des zelfs Zoon, en voornarnentlijk vanden H> Geeft, 'c welk in de Parochikerke van Rotterdam opge- recht, gefticht en ingewijdt is, geeveii, leve- ren, fchenken en vereeren eene jaarlijkfehe in- kom (te van 16 pont Hollandfchcdenieren, beurs- geld : welke voornoemde renten de opzigters van't H. Geeβs outaar , zoo die het nu zijn als hunne nazaaten , ten eeuwigen dage , van de goederen en inkomften die aan den H. Geeft gegeven en gemaakt zyn , of gegeven en ge- maakt zullen worden , of op wat wijze dat hec zy toegewezen zijn of toegewezen zullen wor- den, aan de gemelde kapelle, en tot onderhoud van den Priefter die de MiiTe daar leeft, en van niemand anders, in twee gelijke deelen zullen betaalen, en gehouden zijn te bétaalen , op de twee tijden die in Noortholiand daar toe ge- bruykeiijk zijnj te weeten op Voorfchoter en Valkenburger markt: 't welk zy naar alle rech- ten, en op alle manieren, buiten alle bedrogen lift, voor goed enbeitandig houden: en begee- ren dat de gemelde opzigters tot de voornoemde fomme ten eeuwigen tijde verbonden zullen blijven. En deze renten of inkomften der ka- pellanye of des outaars voornoemd geeven en veileenen zy uyt zekere kennifle, na rype be- G c ra-
|
||||
4©» SCHIÊLANDSCHË
rading, zuiverlijk en eenvoudiglijk om Godw
wille , en voor de zaligheit der zielen van alle overledene geloovigen, aan Heer Okker Jam* zoon, Prieiïer : om de voornoemde renten te trekken, de Mis aldaar dagelijks inden ochtent* Hond te leezen, en alle andere kerkelijke dien- ften, zoo behoorlijk als hem mogelijk is, inde gemelde kerke te verrichten : alle andere dien- tfen daar laatende, en zich met geenerhande kerkdienften bemoeyende , dewelke tot hinder van de voornoemde MiiTen en van de kapelianye zouden konnen verftrekken : maar het voor- noemde outaar van den H. Geeft ten allen tijde bedienende , de lichaamelijke ziekte of zwak- heit alleen uytgezondert: of ten waar gemelde Heer Okker ^ of des zelfs nazaaten, willende de gemelde Kapellany niet langer bedienen, zijne of hunne prove in de handen der gemelde be* geevers, dat is van den Regent der gemelde Pa- rochikerke, en van de opzigters des H. Geefls^ wilden overgeeven. En ingevalle de Heer Okker voornoemd, of deszelfs nazaaten , buiten ver- lof van de gemelde begeevers den tijd van eene maand mogten wegblyven , en tot het kezen van de gemelde MiiTen niet verfchijnenj 2#1 de prove , t'elkens als zulks gebeurt , open ftaan. En de Regent der voornoemde kerke, en de gemelde twee of drie opzigters, die het op zoo een tijd zullen zijn , zullen de kapellany op de gemelde wijze openftaande , of zoo dikwils als ze na Heer Okkers en zijner nazaaten dood zal openvallen, aan een ander bequaam Priefter die zonder proven is, en aan geen ander, met vol- komen recht, en zonder op eenig tegenfpree^ ken of beroep te letten, mogen Vergeeven. Doch door deeze ftichting en begifiiging voornoemd |
||||
O 0 DB EDE N. 40^
willen noch konnen de gemelde opzigters de
Moederkerke van Rotterdam nergens in bena- deelen : en zy ilellen den voornoemden HeeiF Ol&er tot deze kapdlanye voor aan den eerwaar-· digen Vader in Chriflus^ Mynheer den Biffcbog» van Utrecht: ten einde hy aan den zelven Heer Ökker de kerkelijke en regelmatige initelling in, de gemelde kapelïanye verleene: én wy verzoe- ken den gemelden Heer BirTchop met alle oot-' moedigheit eii nadruk , dat het hem believe d# gemelde Kapellany of Prebende door zyn gezag, goed te keuren: en den Heer Okh^ met de ge- woonlijke en vereifchte plegtigheden in het be- zit te beveiligen. Vorders willen de voorge- melde opzigters dar. al het bovenitaa-nde, en iet' der van 't zelve in 't byzonder, zoo als het bo- ven uytgedrukt ftaat, alle lilt, bedrog, en uyt- zonderings van wat zaake dat het zy * btrieen gefloten , va$ en beftendig zal biyven y en tent eeuwigen tijde onverbréekelijk zaï onderhouden worden. En ten dien einde hebben zy ook hun- ne zegels a*an den tegen woord'fgen brief gehan- gen : op dat d€szelrs inhoud ten geenen tijde Zoude ovcftreeden worden, of zijne kracht er- gens in verliezen. Dit alles is gedaan in de Sa- kriilye der Kerke van Rotterdam ρ in 't \mtr de Indiktie* dr maand , op den dag en 't uur ί en onder't Paüfdom als boven , ten o ver (laan van de bcfcheïdene en eerzname mannen, Gyfil* bert MaartenszQoriy Jan Dïderyks %σσ«, Prielters;, en van Frank Kofien^ Kotter, en Jan Fiffcber^ kerkelijke perfoonen onder 'c Bifdom van U- treeht, en geloofwaardige getuigen ·, dewelke by het bovenfiaandc, tot getuigenis en oirkonde van alles , byzonderlijk zyn ontboden en ver- zocht. Ge ζ Eg
|
||||
4H ScÖÏEIi A tïDSCHE
En ik Fop, Diieryks zoon, kerkelijk perlbon
onder 't Bifdorn van Utrecht, openbaar Nota- ris door Keizerlijk gezag, en in 't Hof van U- trecht goedgekeurd, hebbe al het bovengaan- de , en ieder van 't zelve in 't byzonder , ter- wijledat het aldus verricht wierd, benevens de vöornoernde getuigen in eigen peribon byge- woont, en alles op de verhaalde wijze zien en „ hooren gefchiedenren hebbe vervolgens de tegen- woordige openbaare akte daar overgemaakt; en dezelve, na dat ze met de zegelen der eerzaame mannen voornoemd bezegelt en met mijne eige hand gsfehreven was, tot deze openbaareform gebragt: en ter getuigenifle van het bovenftaan- de met myn gewoonlijk zegel en naamtekenin- ge ondertekent. te uptn tyitf ban 23iffcijop Frederik QCftQi
itett:
Bcveftiging Jfc Frederik , door Gods genade BiiTchop van U-
dcrgemeldc trecht, wenfche aan alle en iedere Chriftene geloovi- ftichtinge. gen ■■ 100 ^fe'er tegenwoordig zyn als die'er na dee- zen zullen koomen , de xaligheit in den genen, die de waarachtige zaligheit van alle menfehen is. De- wijl wy altijd genegen zijn om den goddelijken dienft te vermeerderen; 7.00 is het dat wy op het ootmoedig verzoek van onze beminde Willem Klaaszoon, Picter Foppen, en Willem Maas} (lichters van de Kapeüanye, dewelke in den brief daar deze brief doorgeiioken is , vermeld (laat, de dichting en begiftiging van die ka- pellanye , zoo als ze in den zelven brief befchreven ilaan, door den inhoud dezes voor wel gedaan hou- den, goedkeuren, en in Gods naame beveiligen; be- houdens altijd het recht der Moederke ; en dat wy dezelve kapellany tot den tytel van een prove oprech- ten : en órdoneeren dat de goederen , dewelke inden gemelden brief aan dezelve kapeüanye toegewezen* |
||||
O U D Η E DEN. 405
zïjn, of in 't toekomende daar aan toegewezen lul-
len worden , voortaan zullen zijn, en alreeds zijn, kerkelijke goederen ; en onder den kerkdijken vry- dom zullen begreepen zijn. Daarenboven zoo is het dat wy den befcheiden man en Heer Okker, lanszoon, Priefter, en aan ons tot dezelve kapellany voorgel- dragen , voor de eerfte reize daar in beveiligen ; en dezelve kapellany, met alle haare gerechtigheden en vorder toebehooren, aan hem begeeven. Weshalve wy alle kerkelijke perfoonen , onder ons gebied ftaan*· de , beveelen den voornoemden Heer en Priefter Okker , uyt krachte van ons gezag en volgens de ge- tuigenis van dezen brief, in het lichamelijk en dade- lijk bezit van dezelve kapellanye aan te neemen, te ontvangen', en in te leiden. Gegeven in 't jaar de? Heere 1407, den 13 van Maart. Job. Hendr. ïuerek,
h ban Gysbe» t Boekei o# öe baïgeniie foifëe
btrmcertet: IN Gods name Amen, Door dezen openbaaren n . .
bnef zy kundig aan een iegelijk, dat in t jaar ftcn^er na 's Heeren geboorte 1428, den dertienden selve vika. der maand November , te tien uuren, in dervcvcr- fefde Indiktie, in't elfde jaar des Paufdorm vanmecrderc· den heiligden Vader en Heer in Chrifius , Paus Martinus V, voor my openbaar Notaris onder- fchreven , en voor de onderfchrevene getuigen die byzonderlijk daar by verzocht en ontboden waren , in eigen perfoon is verfchenen de eer- zaame en befcheide matroon Geertruyd^ Robberts dochter, weduwe van Gysbert Bokel , en ons vertoont en aangeboden heeft eenen brief, wel pnderfchreven met een Notaris zegelring be- hoorlijk ondertekent, ganfeh niet vergaan, niet bedorven, niet gefchrapt, in geenen deelever- dagt, zónder eenig letzel of teken van achter- Ce l doge. |
||||
φ<?ι6 ScHiELANDSCHE
dogr. En heeft de voornoemde matroori ver-
kocht dat f Je, Notaris onderfchreven, den gemeld den bripf uyt hoofde van rayn openbaar ampt SKoude oytfeh rijver! , en ter eeuwiger gedagte- iiJife opinbaar njaaken. Daar Op heb ik, open* baar Notaris onderi,chreveni? den gezeiden brief bezien en met aandagt doorgelezen hebbende, fm het verzoek der gemelde matrone billyk en regelmatig achtende , den voornoemden brief uytgefchreven , en op een openbaare form ge- bragt : begeerende, gelyk ik uyt krachte van jmyri Notaris-ampt konde doen en kan Óoen, éu het zelve aiichrift na dezen een volkomen geloof zal verdienen, even alsde oorfpronkelij- ke brief. Welke oorfpronkelijke brief van woord ipt woord, en van 't begin ten einde toe, aldus was opgeftelt: In Gods name , Amen. Door deezen openba-
re brief zy kondig aan een jegelijk datin't jaar na 's Heeren geboorte duizent, vier hondert, twee-en-twintig, in de yyftiendeindiktie, den derden dag der maand'Aüguitus , op de uur der Vefperen of daar omtrent, in't vyfde jaar van Paus Martiuus V, voor my openbaar No- taris onderfchreven, en voor de onderfchreve- ne getuigen die byzonderlijk daar toe verzocht en ontboden waren , in eigen perfoon is ver- fehenen de befcheiden enéerzaame man Qyj&r/, bygenaamd Bokcl^ Gerrttszpon% hebbende goede kennis, en wel byzyn verftand en zinnen zijn- de} en dat hy VQJkomcntlijk overwogen en ge- lukkiglijk met de oogen zyns verftajids, aan- gemerkt heeft dat 'er in dit dal van traaoen er) ellenden niets zekerder is als de dood, en niecs onzekerder als de uure des, doods. Dierhalve ©P dat 4e gemalde dag en uuj:e hem^ Gyfelhert, fliec
|
|||||
,(,
|
|||||
Oud ç â ñ ñ, Ç. 4^7
niet onvoorziens of onverhoeds zoude verraifenj
heeft hyu om voor de zaligheit zijner ziele te zorgen ., van hier niet willen fcheiden zonder alvorens zyn teftament gemaakt te hebben. Maar volgens- de vermaning van den Proofeet: Be- fchikt uwe hwzaken-, want gy zult fierven en niet langer keven, heeft hy van de tydelijke en ver- gankelijke goederen, die hem door Godt den Vader aller weldaaden genadiglijk op de aarde verleent waren, een godvruchtig teftament op de navolgende form en wyze gemaakt en opge- ftelt; en daar in zyn uyterften en laatften wil- le verklaart. In welk teftament, of uyterften en laatften wille, dezelve Gyfelbert begeert en bevolen heeft dat zyne lijkdienften door Geer- truyd) Robberts dochter, deszelfs wettige huis* vrouw, uyt zijne eigen goederen die hier onder uytgedrukt ftaan , gedaan en betaalt zullen worden. En heeft hy, voor de goederen die hy op eene onrechtvaardige manier mogt verkre- gen hebben , voor 't getimmer der kerke te Luyk gemaakt vier grooten ligt geld , zoo als die in de ftad Breda onder liet ftift van Luyk gewoonlijk gelden: welke vier grooten door Gecrtruyd, zyne wettige huisvrouw voornoemdj betaalt zullen worden. Noch heeft hy voor de timmeraadje van de
kerke te Breda, voor de tafel van de H. Geeft- armen aldaar, en voor den Paftoor van Breda w. befproken vier grooten ligt geld > eens en vol- komen af te betaalen. „ Daarenboven heeft de voornoemde teftament>
xnaaker Gysbert herroepen, ingetrokken, en ver- nietigt s en heeft begeert en bevolen dat herroe- pen , ingetrokken , vernietigt en krachteloos bullen zyn, alle teftament-maakingen en uyterfte Cc 4 wil-
|
||||
4,Ö8 SCHIEL ANDSCHE
willen, en ieder derzelven in Η byzonder, de-
welke door hem teftament-makertot den huidi- gen dag toe, voor Vat Notariflen, perfoonen, of getuigen , dat ze gepafleert zijn, of onder wat bewourdinge d&tze ontwórpen , befchrer ven, enopgeilelt zyngeweeft: enin*tbyzonder zekerebefchikkingenenover-een~komingen,de- welke in't jaar 1410 j den rr# van September, door den gemelden teftament-manker Gyfelbert^ Cri door deszelfs wettige huisvrouw Geertruyd^ onder zekere bewoordingeopgeftelt én befchikt zyn voor den eerzaamen man Baarthotid Klaas- %οοηΛkerkelijk perfoon onder het Bifdom van U- trèeht; en door den zelven Baarihoud in een o- penbaaren brief zyn befchreven. Welke fchik- iiingen en over-een-komingen, met al wat 'er bygevoegtis, de gemelde reitamentmaker door deze befchikking van zyn uyterften wille her- roept, vernietigt, en te niet doet : uytgezon- dert een by voegzel, 'c welk in de voornoemde befchikkingen uytgèdrukrjitaat, hier inbeftaan- de ; dat ingevalle een Van de twee gemelde èehtgcnooten, namentlijk Gyfelbert of'Geertruyd^ koomt te ftervén 5 de andere, die dan in 't leven gebleven is , zoude hebben , genieten , en uyt de gemeene goederen der zelve echtgenoo- ten trekken, een ibmme van hondert. Nobels, Engelfche munt : welk by voegzel de gemelde teflamentmaker begeert en bevolen heeft dat zijne kracht en beitandigheit zoude behouden* En gemerkt dat de gemeene goederen der voor- noemde èehtgcnooten, zoo als het den Aller- hoogften heeft belieft, zodanig zijn gekrom- pen dat ze ganfeh niet of ter nauwer nood ge^ noegzaam zouden zijn om de fomme van de hondert Nobels voornoemd daar uyt te betaa- 'i lenj |
||||
Ο υ D ii έ D e ^r. 409
len ; zoo is 't dat de gemelde teftamentmaker
Gyfelbert, door eene eehte liefde en goedertie- re genegendheit tot Geertruyd zijne huisvrouw gedreven, begeert, belaft, en uyt krachte van zijn teftament bevolen heeft dat de gemelde Geertruyd, tot vergoeding van de hondert Nö- belen voornoemd, zoo lang als ze in 't leven zal zijn, en niet langer, jaarlijks zal hebben, genieten , bezitten, beuren , en tot haar ge- bruyk befteeden, alle en iedere erfeniflen, in- komften, renten,, en pachten; dewelke de voor- noemde echtgenöoten lange jaaren achter mal - . kander gehad , gebeurt, en genoten hebben, en tegenwoordig noch hebben, beuren, en ge- nieten in de ftad Rotterdam, onder het Bifdom van Utrecht, en op de andere plaatzen van het Graaffchap van Holland. Doch na de aflyvig- heit van de gemelde Geertruyd zullen de erfelijke renten , inkomften , en pachten voornoemd, Zoo verre als het gedeelte van Gyfelbert zich ftrekt, dat is voor de helft, volgens het rechc van uyterften wille vervallen op Daniël, Wil- lem Roeunes zoon: indien hy dan in 't leven is. En . . . , zal na Geertrudis overlijden voor de helft tot de timmeraadje en de kaarfen van de kerk te Rotterdam , en voor de andere helft aan de tafel der H. Geeft-armen te Rotterdam gegeven worden» Noch heeft de gemelde te- ftamentmaker Geertruyd voornoemd by uyter- ften wille befproken alle zijne roerende en ge- reede goederen, kleynodien, juweelën, huys- |y raad, inboedel , en gereede penningen , hem ƒ teftamentmaker toebehoorende, en die althans zijn in de ftad Breda : mitsgaders alle fchulcl- bfieven , die de teftamentmaaker heeft, ten Wiens laftc dat het ook zy: dewelke Geertruyd Cc .? Toor-
|
||||
410 Sc:hiela$d,£che
voornoemd na de dood yangemelden teftament-
maker zal bezitten en tot haaren wil hebben: uyc en van welke lofTegoederen Geertruyd voornoem^ «Je kollen van de uytvaart, en de gemelde ma- lcingen, zal betaalen. Doch ingevalle dezelve Geertruyd zulks weigerde te doen; zullen de lofle goederen voornoemd aan dé tafel van de H.Geeft-armen te Breda vervallen. Deze fchik- king van zijn uyterften wille heeft de teftament- maker voornoemd begeert , bevolen , en be- zorgt, dat naaf de alierhefte wyze, form, en % befte recht zoude gelden, als de uyterfte wil- len van ftervende luidenkonnen en moetengel- den : en indien zy al niet gelden mogt van rechts wege; heeft hy begeert dat ze ten min- UQ zoude gelden naar de godvruchtige en ker- kelijke, inzettingen En daar op heeft hy ver- zocht dat ik, openbaar Notaris onderfchreven, voor hem en voor gemelde Geertruyd, dien aan- gaande zoude opftellen een openbaaren brief. Dit alles is gedaan in de achterkamer en ten huize van Juffrouw van Hambroe^ in de Vif- fcher-ftraet der gemelde ilad Breda; in't jaar, in de indiktie, in de maand, op den dag, op het uur, onder het pausdom voorfchreven, in de tegenwoordigheit van de befcheidene man- nen en Heeren , Johan bygenaamd Hagenbeke, Piet ff Bloky beide Priefteris onder het gemelde Stift van Luik ; dewelke by het bovenftaande , als getuigen λ byzonderlijk geroepen en ver- zocht waren. Én ik Willem Haghen van Beke9 Priefter onder het bifdom van Luik, en door Keizerlijk gezag openbaar Notaris, en ook No- taris van 't eerwaardig hof van Luik, om dat ik by al het bovenftaande en ieder van 't zelve in 't byzonder j terwyle hec op de gezeide wyze ver-
|
||||
Oudheden* 411
verricht wierd , benevens de bovengenoemd^
getuigen ben tegenwoordig geween , en het zelve op de gezeide wyze heb zien enhooren verrichten: zoo heb ik dezen openbaaren brief daar over opgeftelt, en tot deze openbare form gebragt: welken briefik met mijn eigen hand tefchreven, en tot oirkonde van al het boven-
aande en van ieder in 't byzonder, met mijn fewoonlijk engebruykelijk teken heb onderte- enu. Gedaan in de ftad Rotterdam, ten hui- ze van my Notaris onderfchreven, in het jaar» in de indiktie, inde maand, op den dag, ia het paufdom als boven5 ten overftaan van de be» fcheidene en eerzaame mannen èn Heeren, Jan% Tydemanszoon , Priefter , Dirk Arentfz. Arent Moy , Pister Lojxzoon , behoorende onder het bifdom van Utrecht, als geloofwaardige getui- gen j dewelke by het bovenftaande byzonder» lijk verzocht en ontboden waren : En ik Niklaas, Jan van der Stegen zoon,
kerkelijk perfoon onder Ί bifdom van Vtrecht% door Keizerlijk gezag en door toelatinge dei* Regeeringe openbaar Notaris, enz* <Paae öp boïöt'erm 't $dtie §anöfcï$ft tm
berö?ag/ m tre ^etetmitfege tak ogsefSefó/ raahCilbC Jet H, Geefthuis te Rotterdam.
11. %n fjet jaac ï$%i(&ql\A te maant» VkuV**
®ttmmt I ff er öoojöet^atöie^-ojiöe eene κογ""^« spiftörg 0ef!icöt aan 't outaar ban öeil^Xof- Damianus. mas ett Damianus , fcöCllte fïicgtttl0 &00| &e«
iSiffcÖop ^att fttWÏjt/ Philips van Borgonje, Öebef6öti^ üen 1. ganuargi \i£L
Wt hitf tier βφίη$€/ in 9t Jebertttiitfcïj
opgefïelö/ \m§ ban öen boïj&euöen imjoutu |
||||
41% S C Ç ÉÅ L Á Í D S C Ç Å
Ywiïsè name om Heeren, Jmen. Mits dit tegen-
woordig initrument zy een ygelyk cond en openbaer, dat in den jaare der geboorte ons Heeren t.jfii.. de negende indi&ie, op den %%1 dag in Decembri, ten drie uyren naar de noen of daar omtrent, des Paufdoms onier alderhey- ligfteh Vilder in Chrifto Leo de X Paus fijner negenfte jaar, in prefentie van my Notaris Pu- blyq endé getuygen hier onder gefchreve, zyn daar geweeft die eerbare ende wyfe mannen, Wk.ReyerJoofieny M.*. PieterGerritfz, Nk. Frans Gerritfz. Mf. Goofen Jacobfz. ende Mr. Jacob Gerritfz, Barbiers ofte Hooftmans ende Gilde- » broeders van finte Cofmas en Damiaens Gilde, gelegen op de Heylige Martelaren outaer bin-
nen die ProehyKerck van fint Laurens tot Rot- terdam des Bifdoms van Uytrecht. Ende hebben te tfamenderhand te kenne ge-
geven, als dat zy als Hooftmans en Gilde-broe- ders des voorfz. outaers gefondeert ende geor- dineert hebben, te fonderen ende te ertgeren een eeuwige Ficarye ofte Gapellerye, in die eere Gods, fyner gebenedyde moeder Marien, ende der Heylige Martelaren Cofmas en Damiaen ·, van welke Ficarye Hf. Jan Janjfe zak geweeft fou- de hebben de eerfte Pofieflbr. Maer want de ere&ie der voorn. Ficarye door
verfuymeniiTe of om andere faken agter geble- ven is, ende die felfde il·'. Jan Janjfe aflyvig geworden is, foo iftdat defe voorfz. Hooftmans en Güde-broeders, om die uyterfte wille van Pieter Janfz. zak, DocTror inde Medicynen, me- de om dat fy haar goed begonne werk begeren ter eere Gods, zyn gebenedyde moeder Marie 9 ende der heylige Martelaren Cofmas en Damia* mts te agtervolgen : crigeren en funderen tot folaes
|
|||||
OMHHIM
|
|||||
/
|
|||||
O Ü D HE D EN. 4*3
folaes ende trooft der gene die haar hulpelyke'
hand den outaer gereykt hebben ofte hier naar-, maels Tullen, mede des Gilde-broeders ende Gil- de-zufters zielen van dit outaer ende gilde voor- fproken levende en doode, een eeuwige Ficarye' ofte Capellerye op haar outaar voorfchreven» Welke Ficaryezy doteren ende begiftigen , ge- vende ende aflignerende ten eeuwigen dagen fon- der wederroepen, voor haaren hare naarkome- lingen tot een gifte der felver Ficarye, defe goe- de en rente navolgende: In den eerften anderhalf Mergen land ende*
anderhalf hont , gelegen in dat Arnbagt van Foirfchoten leggende gemeen met anderhalf Mer- gen en anderhalf hond, toekomende Jan Bedel. Item nog vyfFpond Hollants.
Item nog f"J
Item nog &c«
Ende op diefwille dat defe voorfz, punten en-
de articulen ten eeuwigen dagen vaft ende van waerde foude mogen blyven , foo hebbe defe voorn, Fundateurs den eerw. Vader in Chrifto Heer Philips van Bmrgongen , Biiïchop des Bif· doms van Utrecht, gebeden, dat zyn Genaden alle dcCe geaiïlgeerde goederen ende renten die hier naarmaels tot defe Ficarye of Capellerye mogen gegeven werden, wil mortificeren en geeüelyk maken, ende defe Ficarye tot een eeu- wigen tytel van een benificie te erigeren ende den eerfamen Heer Frederick Jan/z. Clerk en Priefter voor den eerften PoiTeiTor daar in wil fetten of inftitueren met alle de behoorlyke fo- lemniteyten. Dit is gefchiet tot Rotterdam ten huyfen van
Joris (Folfertfz. den Bontwerker in die Kerk- ftraet, ia den jaare , indi&ic % maand en dage» uyre
|
|||||
φΐφ Sc Η ΙΕ LAN DS ΟΠΕ
uyre en Paufdomme voorfz, in tegenwoordig-
heycder honefter mannen, Heer Joris Dirckfz. ï?rieiter , en Joris Wolfertfz. die Bontwerker voorn Poorters van Rotterdam, des Bifdoms van Uytrecht, geloovige ende waaragtige getuy- gen daar over geroepen en {"onderling gebeden. En ik Ysbrand Solier (Solerius) Jacobs
zoon, door Apoftolifch gezag openbaar No- |
||||||
<©e QOtblKUving/ öoo? öen^iffefjöjj Philïp-
pus iierleciii» m inht%at§nftl}t tak opjjefMö/ ïuiöt attiu^ in 't #eöa$wf*#Jj: Beveflieino- ^Y Philïps vanBorgonje, door de genade van Godt
der„emelcicen vanden Apoftoliflchen Stoel BiiTchop van Utrecht, ftichtingc, doen c°ndt ter eeuwiger gedagteniffe: Wy zyn gene- gen om die zaken , dewelke ter vermeerderinge van den goddelijken dienft voorzigtiglïjk gefchikt zyn, op dat ze haar (tand mogen houden, door ons gezag te bekrachtigen. Daarom is het dat wy op het oot- moedig verzoek van de in Cbriftus beminde, Reyer Ioofiey en anderen die in den openbaaren brief daar deze brief doargeilokenisuytgedrukt (laan, als hoofd- mannen en gildebroeders van het gilde aan S. Cofmas en Damienus outaar, in de parochikerke van S.Lau- rmc, in de ftad Rotterdam , onder ons bifdom van Utrecht; dat wy, zee ge ik, de (lichting, begifriging,. en oprechting van een altijd-duurende Vikary, met het recht van vooritellinge , en met de andere pun- ten en voorwaarden in den gemelden brief uytgedrukt, uyt krachte van ons ordinaris gezag door den inhoud dezes goedkeuren, bekrachtigen, en in Gods name bev/eitigetii; de goederen, die daar uytgedrukt ftaan, tot een tytel van een kerkelijke prove oprechten; etii dezelve goederen, die aan de gemelde Vikarye reeds> gegeven-zyn of in't toekomende gegeven zullen wor- den , onder den kerkdijken vrydom (tellen , vernie- tigen-, begeren' datze het recht des kerkdijken vry- dom ZTillengeniecen j en dezelve onder onze befcher- minge
|
||||||
O V r> Β E D E Ν* 41Ι
minge en de befchermïngeder kerke aanneeBien; be-
houdens altijd het gemeene recht der hoofdkerke j 't welk wy niet begeeren te verkorten. Waar op wy ^e gemelde Vikary aan onzen in Chriflus beminde» Frederik, lanszoon, Prieftervah onsbifdom, die ons voor deeerlte reizedaar toe voorgeitelt is, dezeeer- fle reize begeeven hebben ; door het overleveren de- zes begeeven; en hemdaar in beveiligen. Weshalve wy aan alle Heeren Priefters, Klerken» Notariiïèn» openbare Beamptfchryvers, die onder ons ftaan , en aan ieder van hen 't byzonder , ftrengelijk gebieden en beveelen, dat ze den zelven Heer Frederik'm het Jtehamelijk en dadelijk bezit van de voornoemde Vikary, en van aJlede'gerechtighedcn en't vorder toe- behooren der zelve, hebben aanteneemen , te (lellen, en te ontvangen; en dat ze hem verzekering geven, en doen geven, van de vruchten , inkomiten en ren- ten der Zelve Vikarye op de geftelde en bepaalde ty- den te zullen ontvangen. Gegeven onder ons zegel ter zaken, den eerften van Januarius ijzz* S. BEYER, Sekret.
Op den rugge fiond gefchreven: In 't jaar 1522,, den 9 van Januarius, is de Heer Frederik, hhanszoon, volgens de form en inhoud van dezen bevel-brief die hier achter gefchreven is, in het lichamelijk , zakelijk , en dadelijk bezit of als bezit van de altijd-duurende vikary ofkapellany , aan'tou- taar van de HH. Martelaren Kojmas en Damianus in de kerke van den H, Martelaar Laurens der ftede Rot- terdam, ingeleidegeweeft door my TsbrandSolier, la- kobszoon, door Apaitolifch gezag openbaar Notaris; na dat ik alvorens den gewoon! ij ken eed van den zel- ven Frsdmk had afgenomen. Gedaan in't jaar, in de maand , op den dag als bo-
ven; alwaar benevens my tegenwoordig warende be- fcheidene en eerzame Heeren en Priefters, Heer Pieter Kant, en Heer Rornelis Henérikze Plas, van 't bis- dom van Utrecht, geloofwaardige getuigen, die daar by verzocht en geroepen waren. Het welk ik, openbaar Notaris onderschreven , met
het ondertekenen van mijn gewoonlijke» naam ë& zegelring betuige, YSBRAND SOLIER, Not.
UU
|
|||||
/ *
|
|||||
4IÖ SCH(IEI.ANDSCHE
J ΠΓ.-φέ berbe ©itej?/ te foeefceti tife fcatt
?&£"* J^n Evangelift, $ ben ifJQgtf irz-y0*
fltegt tlOOI Jan Dirkze , e« Öeil 18 $@£Ö beg* 3eïf&e jaavg booj ben boojnoemben i&ifftïyop
Phiiippus fiebê|ïi0t 3Φ» 3uUen ben ö^ief bet· fïtcStinge §m ooft al ïaaten balgen Τ Ν Gods name, Amen. Door dezen openbaaren
brief zy kundig aan alle menfchen dat in 'c jaar na's Heeren geboorte 15-2,2., in de tiende indiktie, den 15*. van April, de klok drie uuren öfdaar omtrent, na de middag, den ftoel open ilaande, voor my openbaar Notaris ondeiïchre- ven , en voor de onderfchrevene getuigen in eigen perfoon verfchenen zijn de voorzienige en befcheidene mannen en Heeren, Jakob van Die- men Onder-Paitoor van de Rotterdamfche ker- ke, Willem Jakobszom voor zyn leven Vicaris in dezelve kerke, beide Pneiters, Reyer Jam- zoon de Konink, Floris Adriaamzoon Bifcop , bè- hoorende onder het Bifdom van Utrecht, uyt- voerders des Jaatften willé van wijle den eer- Raamen man en Heere Jan Dirkje : welke Jan Dirkze noch. in 't leven zijnde, naar allen fchijn door eene zucht van godvruchtigheit getrok- ken , en willende de aardfche tegen de hemel* fche en de vergankelijke tegen de eeuwigduu- rende goederen door eene gelukkige verwifle- ling verreuilen , begeert en bevolen heeft dat 4c uyc voerders van zyn uy eerden wille uyc de goederen , die hy by uyterften wille daar toe ï', befpreeken zoude, eene altyd-duurende Kapel- lany of Vikary zouden ftichten , oprechten en na zijne dood begiftigen. Weshalve zy , van ganfeher herte genegen
aijnde om de begeerte van den teftamentmaker voor-
|
||||
O U D Η E D E, Ν., 417
voornoemd te volbrengen 1, ja zoo eene gods-
vruchtige en godsdienftige idaMtlin't werk ftel- lende, ter eére Van den allergëhadigften en al- lergrootilen Godt, die 't gebied over menfchen, zee, en aarde voert, eh onze zaligheit in han- den heeft 5 en ter eere van deszelfs hoogverhe- ve Moeder, en van den H« Α'pofte 1 en Evange- Miïjobatsjtes') tot laafTerüs zijner 'ziele, en, voor de zaligheit van levenden en dooden , aan en op het outaar van O. L/Vrouw, door de wan- deling genaamd dat oude gilde , in de Parochi* kerke van den H. Martelaar Laurens der ftad Rotterdam in de quartieren van Holland, onder het Bifdom van Utrecht, gezarnentlijk geftichti opgerecht , en volgens den wille van meerge- melden teftamentmaker begiftigt hebben , en door den inhoud dezes oprechten, {lichten, en begiftigen eene altijd-duurende Vikary of Ka-- pellany: zodanig dat zy voor de inkomften de- zer Vikarye, en voor 't onderhoud van den toe- komenden Vikaris of bekleeder van dezelve Vi- kary, dewelke die Vikary altijd zal bedienen, de volgende goederen en inkomften gefchikten gegeven hebben. Voor eerfi: twee ponden Hol- landfchgeld: dewelke s' jaars ten eeuwigen da- ge getrokken zullen worden vanen op het huis en de plaats van den eerzaamen man Adriaan9 Gillis zoon, ftaande en gelegen in deKipftraat, aan de ooftzyde naaft aan het huis van S Atmkas Zufters: en aan der weftzydé naaft aan het huis van Jan Ρ iet er fz.de Konink. Noch een pond Hollandfch , te beuren* uyt
het huis en erve van Bartholomaus Jamzoon dg Olifltiger ; ftaande insgelijks in de voornoemde' ftraat, naaft het huis van Dirk den Wever aar) de ooftzydc,en op'c hoek je van dePannckoekftraat aan de weftzydé. D d JSodi |
||||
4
|
|||||
%U S CMÏ€hΑ ΒD$ CHE
"J Noch een pond Éollandfch op het huis énd'e
erve van Ary "jamzoon , ftaande in de Gorter- ftëeg: daar zuydwaart naaft aan gehuift \sMey- hè Wilhmfze Deels , en noordwaart Hilïegond^ weduwe van den eerzamen man Yhybwt Jans- 2«w Burgemeefter der ftadRotterdam. * β Noch dertig 'Holland fche fchellingen op het"
huis en de erve , mitsgaders de lijnbaan , van den eerzamen man Hendrik Pieterfz. gelegen op , de Fijfchersdyk, naaft de poort van de ftad Rot- terdam , dewelke doorgaans genoemt word de Schiedamfche poort: mitsgaders enz. enz. Doch met de onderfchreve voorwaarden: na-
rnéntlijk dat Heer Adriaan, Laurenfz., broeders zoon van den voornoemden ftichter Johan, de èérfte zal moetenen konnen zijn , aan wien de gemelde Kapellany of Vikary zal mogen bege- ven worden : en vorders dat de begeeving van of de voorftelling tot de gemelde Vikary , in- dien dezelve, 't zy door afftand 't zy door 'ver- wifleling of anderfins , koomt open te vallen, tot den derden graad toe ïn volle gerechtigheit zal toebehooren aan den naaften en oudften uyt het geflagt en bioedverwantfehap van Laurens9 broeder des teftamentmakers voornoemd j 't zy dat het een mans- ofvrouws-perfoonzy, en van wat ilaat dat hy ook mag wezen. Én daarna , zoo dikwils als gemelde Vikary
zal koomen open te vallen, zal de begeeving van of de voorftelling tot dezelve ten eeuwigen tijde en in volle gerechtigheit vervallen en toe- koomen aan de Moeder van het Konvent der S. Agathaas-Zufteren te Rotterdam. l Welke Vikaris gehouden zal zyn, door zich zelven of door eenander, weekelijks drieMif- fen , op zulke dagen als 't hem belieft , aan *? gemel-
|
|||||
Oud ç e d e nJ 419
gemelde outaar te leezen $ de ziekte nochtans,
en andere wettige beletzelen uytgezondert. Waarom de gemelde uytvoerders onzen eer-
waardigen Vader en Heer in Chriflus, Philips van Borgonje, Biflchop van Utrecht, en Ordi- naris dezer plaatze , ootmoediglijk bidden dat het hera believe de gemelde Vikary of Kapel- hny, op de gezeide wijze verplaatft ■> gellicht en opgerecht , volgens zyn ordinaris gezag tot een kerkelijke prove op te rechten j de gemel- de ftichting , begiftiging , en toewyzing goed te keuren en te beveitigen ; de goederen, met de gerechtigheden , inkomiten en renten , die daar uyt zullen koomen,en alles wat boven uyt- gedrukt ilaat, en 't gene vorders ten behoeve van den toekoomenden Regent dezer Kapella- nye zal gegeven worden , in die Kapellanye in te lijven; te ordoneeren dat alle zodanige goe- deren voortaan kerkelijke en gceftelijke goede- ren zullen zijn , en de voorrechten der kerke- lijke vryheit moeten genieten j en eindelijk te verklaaren dat de Kapellany naar de fchikking of het inzigt van den gemelden teftamentmaker en voornaamften Stichter Johan behoorlijk ge- ilicht, opgerecht en begiftigt is,en op de voor- gezeide wijze ten eeuwen dage bedient moet worden. Gedaan te Rotterdam in het woonhuis van
den befcheiden en voorzigrigen man en Heer Jakobvan Diemen , Onder-Paltoor der Rotter- damfche kerke , in *t jaar , in de indiktie, bp den dag, by 'topenilaan van den Stoel, als bo- ven } ten overftaan van de voorzigtige en be- fcheidene mannen en Heeren, Heer Jakoh Jakob- , zooftytw Meefter Pieter Korneliszovn Kuiper^ Prie- iters onder hetBifdomyan Utrecht, en geloof- Dd % waar-
|
||||
410 SciHIËt ANDSèli ΐ
waardige getuigen : dewelke by het verhaalde
byzonderlijk verzocht en ontboden waren, . ;
En ik Ysbrand Solier, Jakob's-zoe», kerkelijk
perfoon onder 't Bifdom van Utrecht, door
Pauffhlijk gezag openbaar Notaris., enz.
^itt Op fyttft Philips van Borgonje , $&ψ
fcööp ban ïitrxcBt / öc fooljgenise 0oeïiiieuiin0
en öei)eiïi0i«0 berïeent: Beveftieina Philips van Borgonje, door de genade van Godt en
cioorPiïiiipl van den Apoftoliifchen Stoel Bïffchop van Utrecht , van Bor- wenfcht aan allen en ieder , die 'er nu lijn en na oonjevcr- dezen zullen koomen , de zalïgheït in dengenen, die icend. de waare zaligheït van allen is. Dewyl wy altijd genegen zijn om het vieren van
den goddelijken Geeft te vermeerderen ; zoo is het dat wy op het ootmoedig verzoek van onze in Chri- ftüs beminde, Meefter Ukob van Diemen, Onderpa- ftoor, en WeztWUlem Iakobszoon voor ïijn leven Vï- karis van de Parochikerkeder ftcde Rotterdam; mits- gaders van Reyer lanfzoon Konink, enFIoris Adriacwfzoon ., Bi[fchop , uytvoerders des uyterften wille van wyle den eerzaamen man, Jan Birkfzoon Priefter, enuyt 'dien hoofde ftichters van de kapellanye of vikarye, dewelke in den openbaaren brief daar deze brief doof* geftoken is vermeld ftaat; dat wy, zeg ik, de ftich- ting, begiftiging, en oprechting van dezelve vikarye of kapellanye, zoo als ze in den gemelden brief uyt- gedrtikt· ftaan 3 door den inhoud dezes goedkeuren, bekrachtigen, voor welgedaan houden, ons wellaa- ten gevallen, begeeren darze onverbreekelijk zullen onderhouden worden, en dezelve door ordinaris ge- - 'zag en in Gods name beveiligen ; onvermindert al- tijd de gerechtigheit van 't Hof en van de Kerk; en behoudens ook het genieene en ons eigen recht, mits- .gaders de gerechtigheden van; een ieder wie dat het zy .· en dat wy de gemelde vikary of kapellany op- rechten tot een tytel van een altijd-duurend beneficie: en ordoneeren dat alle degoederen, die aan dezelve reeds gegeven en gefchonken zijn, of noch ftaan ge- geven |
|||
O IJ Ό Η Ε D Ε Ν. 4-1
geven en gefchonken te worden , kerkelijke goede-
ren zijn en zullen blyven; en dat ze den kerkdijken vrydom zullen genieten. Daarenboven zoo is het dat wy onzen in Chrifim
beminden Adriaan, Laurenszoon, Prieitervan onsbif- dom, dewelke ons tot het bekleeden van de gemelde kapellany of vikarye , met de verbinteniiTe van 's weeks drie Mifièn te leezen , voor de eérile reize voorgedragen is, in de gemelde vikarye beveiligt en dezelve aan hem begeven hebben, en mits dezen be- ffeeven» ■ *"""
Waarom wy aan alle en iedere Priefters, Kapella-
nen , kerkelijkeperfoonen, openbareNotariilen, on- der ons ftaande, op de deugd der heilige gehoorzaam- heit Itrengelijk beveelen en gebieden dat zeden voor- noemden Heer Adrtaan , Ldurenszwn , in de licha- melijke , zakelijke , dadelijke bezitting van gemelde vikary, en van alle de gerechtigheden en vorder toe- behoorender zelve, hebben teilellen, aanteneemen, te ontvangen, en in te leiden ; en dat ze hem verze- kering doen en laaten geeven van de vruchten, ren- ten en inkomilen derzelve kapellanye te zullen trek- ken : en üyt krachte van den tegenwoordigen brief, die met ons zegel ter zaken bezegelt is, fpreeken wy den ban en de daar toe geftelde itrafvonniiTen uyt te- gen de tegenftreevers en wederfpannigen ; in dewel- ke zy na een driedaagfche vermaning zullen verval- len. Gegeven in't jaar des Heere ipz. den iSMey. GR. BOYER, Nou
IV. m öeseïf&c toïtc/ aan 't outaar ban vikarV vm
Jakob den Meerderen , të Öen 11 SfatUia^ Jakob" der,
iyoS nOCÏJ «Hl fcito'g ÖefïiCijt fcOÖJ β. Jakobs meerderen. Bilöei en Ü U$ezbm aan $ee*Gerrit Gemis*
zoon Kluyt, ψ &$&> M® *#«# ** Ö^ %*
fticïjtinöe \
JN den name des Heere, Amen. Het zy kundig je brief der
X aan allen, die den inhoud dezes zullen zien, ftichtinge, dat in 't iaar na 's Heeren geboorte i/o8. den J Dd 3 Π· |
||||
422 ScHIEt ANÜSCHE
ôé. January, omtrent ii. uuren voor den mid-
dag, in't vyfde jaar des Pausdoms vanjulius II, yoor my openbaar Notaris en voor de on- derfchrevene getuigen , dewelke byzonderlijk daar by verzochten ontboden waren, in eigen perfoon verfcheenen zijn de befcheidëne en eer- zaame mannen, Jakob JVynands, Burgemeefter der itad Rotterdam , Kormlis Brufen , Arent Gysbert/z, Joofi Janszoon, Kornelis Klaaszoon, op dien tyd hoofdluiden van S> Jakobs broed er fchap of gilde inde ftad Rotterdam ·, mitsgaders de Heer Jakob Michielszoon ,¥í\å&æí, Dirk Janszoon, Gysbert Adams , en Klaas Dirkze , leeken , en gildebroeders van 't Voorfchreven broederfchap ofgilde; en hebben voor hen zelven, en, zoo als zy zeiden, met het algemeen goedvinden van 't gezondile gedeelte der andere broederen, hunne toeftemming eendragtiglijk zoo in't ge- meen als ieder voor zijn hoofd gegeven tot den af-ftand van zekere Vikary , dewelke in de Parochïkerke der ftede Rotterdam geiïicht is geweeit aan S. Jakobs outaar, en door de hoofd- mannen of gildebrocders van 't voorfchreven gilde moet vergeeven worden : welke aiftand der gemelde vikarye met alle de gerechtigheden en 't vorder toebehooren der zelve, door eenen Jakob Roelofs, t'hans regent of bezitter der zel- ve vikarye, gedaan zoude worden in en aan han- den van eenen Heer Gerrït Gerritszoon Kluyt, Pnefter te Rotterdam, en aan niemand anders, Ook begeeren de voornoemde hoofdluiden dat geroeide Heer Gerrit, wanneer hy de voorge- melde vikary op de gezeide manier en wyze zal verk reegen hebben ? dezelve in eigen perfoon fcal bedienen. E»
|
||||
O V Ρ HEDEN. , 4Μ,
En daar op heeft gemelde Heer Gerrit zicf^
welven voor my openbaar Ν otarïs èn voor de op derfchrevene getuigen verbonden, de gemelde vikary noyt te zullen vervreemden of over te geeven dan in de handen der voornoemd hoo.fd- luitkn 5 en na hun verlof alvorens verk reegen te hebben ■>*»
En op dat al het bo venftaande,. en ieder var*
't zelve in 't byzonder , behoorlijk uytgcyoert werde, heeft hy alle zijne goederen ν zoo roe- rende als onroerende, diehy reeds bezit ofnocti bekoomen zal, verbonden aan de ftraffen der Apoftoliffche kamer: en heeft daartoe benoemt twee onherroepbare volmagtigden, zelfs onder verbant van alle zijne goederen voornoemd, na- mentlijk de eerzame en befcheidene mannen en Heeren Jakob Michielfzoon, akijd-duurend vikaris van de parochikerke te Rotterdam, enjanja- kofozoon, Paftoor te Hillegersberg, Priefter var* het bifdom voornoemd. Toe meerder bekrachtiging van het boven-
ftaande heeft Heer Gerrit voornoemd op zijn woord en op ftraffe van den ban, waar in hy na, . eene drievoudige rechtmatig vermaning zoude vervallen , belooft j en voor Gods Evangeliën door het aanraaken van de H, Schrift eenen h- chamelijken eed gedaan, dat hy de voornoem- de gemagtigden diehy op de gemelde wyze aan- geftelt heeft , nochte die tot hunne onderge- magtigden aangeftelt zijn of aangeftelt mogeri Wórden , nimmer zal herroepen j nochte het bovenftaande, of eenig gedeelte van het zelve, op eenige manier or wyze, of om wat reden dat het zy, 't zy voor 't gerecht, 't zy feitelijk, zal tegengaan of overtreeden : en dat hy gene ontilaging, of verlof om zoo ecne herroeping te D d 4 doen,
|
||||
%ï% ! JSdrilELANDSCHE
doen, van \tfien dat het zy, zal verzoeken of
zien te verwerven, of door iemand anders zal doen verzoeken. Ja, al wat de voornoemde gè- fnagtigden, óf een van hen beiden, omtrent het bpvenftaande gedaan zullen hebben, en ieder van 't zelve in 't byzonder, dat alles houdt hy voor dan en voor nu voor welgedaan, keurt het goed en beveiligt hetzelve: met eene uytdruk-. kelijke verklaringe, dat, indien hy zijne voor- noemde gemagtigden of een van hen beiden, ten eenigen tijde, op wat Wyze dat het waar,; quam te herroepen j dat hy, zegge ik, zoo eene herroeping voor als dan en voor nu her- roepten vernietigt, en voor nietig en als inden rechte niet beftaande wil gehouden hebben. Tot nakoming van al het boveniiaabde, en van ieder in 't byzonder, zoo is't dat hy zich zel- ven en alle zijne goederen, die hy reeds bezit óf noch bekoomen zal, verbonden heeft om op alle manieren metter daad en in eigen perfoon te mogen en te moeten gedwongen, genoot- zaakt* gepraamt, gedaagt, vermaant, met den ban geflagen , aangetaft , vaftgehouden wor- den door den rechter der Kamer , en door des zelfs gemagtigden 5 mitsgaders door alle rech- ters van alle wcreldfche en geeftelijke kamers, waar dat het ook zy , voor welker rechtbank hy gedagvaart zal worden : en heeft ten dien einde zich zelven en alle zijne goederen voor- noemd aan hen aller rechtbanken, dwangmagt, en enkelde ondervragingen, willens enweetens onderworpen j en hy ftapt af van alle ordonant-1 zien, aktien, en verdedigingen , zoo in rech- ten als feiten beftaande, en byzonderlijk van de ordonantzie dat geene algemeenc afftapping mag gelden, daar gcenebyzondere voor af is gegaan. |
||||
Ο υ b η È^É^3 42 {
Daarenboven heeft hy begeert, en uytdrukke-
lijk toegedaan, dat de tegenwoordige brief, in- gevalle en zoo dikwils als het noodig zal zyn^ volgens de uytfpraak van wijze mannen , ver- betert en tot een béter form gebragt zal wor- den , zonder echter den inhoud der zaake ergens in te veranderen. Over al het welke* én ieder van 't zelve iftl
by zonder, de voornoemde Jan M^ynands Burge- meefter, Kornetis Brufen, Arent Gysbertszoon, Joop Janfzoon,Kornelis /C/^jiZiw^hoofdluidenjde Heer Jakgb Michielszoon Vnt^Y^DirkJanfzoon^Gysbert Adams,Klaas Dirkszoon, uyt hun eigennaam en ook van wegen de andere Gildebroeders van S. Jakobs Gilde 5 mitsgaders de gemelde Heer Ger- rit Gerritszoon,ktxkt\\]k perfoon en Priefter onder hetBifdom van Utrecht, op my, openbaar No- taris onderfchreven , verzocht hebben dat ik eenen openbaaren brief, of meer openbaare bne- ven, in de befte form zoude opftellen. Gedaan in de Parochikerke der ftede Rotterdam , in 't jaar, in de indiktie, in de maand, op*den dag, op de uure, in het Pausdom, als boven : daar benevens my tegenwoordig waren de eerzame en befcheidene mannen en Wctvtn^JanJakobszoon Paftoorte Hillegersberg, en Leendert Pieterszoon, voor Zyn leven Vikaris der gemelde Parochiker- ke van Rotterdam : als geloofwaardige getui- gen, die daarbyzonderlijkby verzochten geroe- pen waren. En ik Paulus Janszoon van Delff, kerkelijk
perfoon onder het Bifdom van Utrecht, doof Keizerlijk gezag en de toelaat'mg der Over heit openbaar Notaris, om dat ik al het bovenftaan· de , én ieder van U zelve in '/ byzonder, ah het op de gezeide tvijzs gedaan en verricht Dd 5 wierdy
|
|||||
\
|
|||||
4%& Sc Η IEL Α Ν DSC HE
.:," wier4r benevens· de voornoemde getuigen hyge*
woont hebbe 5 en alles alzoo heb hooren en zien gefchiedèn^zoo heb ik den tegenwoordigenbrieft dewelke, om dat ik belet was, met een anders hand getrouwelijk gefchreven is, daar over op' geiïelt, tot deze openbare form gebragt, en ter getuigenijfe van al het bovengaande met mjjn gewQonlijken en gebmy keiijken zegelring en naam, des verzocht en ernBelijk gebeden zijn' ν de9 getekent en onderfchreven.
Aflaaten Jakob de Ridder S&ffcgop fcatt .igléfyutl/ ttl
«ns.Ta- gg get openfïaan ban Uu ^tffcöappeïgto
«* ar &W\ mmi fcan iitrec&t / öeeft alten öen genen oie ^ Jakobs altaar op öe jaadpfcüe geöagteniflfe öan öe$ 3eïf$ iutol&mgego&^uco- ti0ïp souöeaö^oeiten/ nVtjaatrif^fceotig fcagen afïaatl beileent* JAkob de Ridder, door de genade van Godt en van
den ApoftolhTchen Stoel BiiTchop vaii Hebron, err by het openftaan van den Biffchoppelijken Stoel van Utrecht doc>r de Prelaaten,en Kapittelen der vyf- kerken van Utrecht aangeleid tot algemeen Vikaris m 't Biiïchoppelijke ; wenfcht itlèïi den genen, die onzen tegenwoordigen briefzullen zien, en ieder van hen in *t byzonder, de eeuwige gelukzaUgheit in den ijeere. Wy achten het billijk en betamelijk dat S; Iflhbs outaar ftaande in de Parochikerke van Rotter- dam, 't welke wy ter eere van Godt almagdg, vau de allerroemrijkite Maagd, ën van den H. Apoitel lacobtis , ingewrjdt hebben den 17. Mey 1514; met eenige voordeden en gaven van quytfcheldingc be- gunitigt werde; op dat onze Heer hfusChrifim. . . . de begeerten dergeloovigen aldaar beftiere, en gena- dig verhoore. Zoo is het dan .dat wy , begeerende datS.Iakofa outaar voornoemd behoorlijk door de ge- lóovigen bezocht en ge-eert wérde, allen den genen die het zelve outaar met een oprecht leetwezen over hunne zonden » en met hét 'ia-zijgt van hunne godt^ vruch-
|
||||||
Ö Ü D Η E D E N. 4x7
vruchtigheit daar te pleegen, of hunne gebeden daar te
ftorten, of by wijze van een beêvaart, zullen bezoe- ken; en dewelke daar op den verjaardag der wydm- ge , dewelke wy jaarlijks op den eerften zondag n$ het feeft van S.Iacobus plegtig geviert willen hebben; of op andere vermaarde zon-en feeftdagen ; of 's woensdaags en's vrydaags, het Vader ons en 't Wees gegroet driemaal zullen opzeggen ; die daar eene of meer ΜiiTen zullen leezen, oflaaten leezen; of den Priefter, die de Mis leeft, zullen dienen; of die tot het handhaven en onderhouden van't zelve outaar de behulpzame hand zullen bieden ; of eenige aalmiiTen, ofFerpenningen,goud, zilver, kelken, lichten,kerk- cieraaden of andere gewaaden tot het voortzetten van den goddelijken dienft daar aan zullen geeven , be- ïorgen , by uyterften wille befpreeken ; of andere menfchen om iet dïergelijks daar aan te geeven zul- len aanzetten en beweegen ; dat wy, zegge ik, (leu- nende op de barmhertigheit van den Almagtigen Godt , en op de Verdienden van de HH. Apoftelen Petrus en Paulus , aan de zodanigen , zoo dikwils als zy het bovenftaande of iets van't zelve gedaan zullen hebben.....veertig dagen aflaats genadig-
lijk in den Heere verkenen. Tot oirkonde der waar-
heit faebben wy ons zegel aan den tegenwoordigen brief doen hangen. Gegeven in de ftad Rotterdam, in 't jaar in de maand, op den dag, als boven. V. j^oc9 toa£ 'et; in 't jaar 1479. aan be vibry vat
3tt!ö5ijöe ban J& Laurens telt een outaai» ge* s. stepha- fiicgt ter tttt ban ben tuften j&arteïaarSre- «««· phanus, ^eseliicgting tïaatin't öofeenbe te* fïament in ïie j^eteömtfcöe taïe öefc^ben; Τ Ν den name des Heeren, Amen. Op dat wy
mogen verkrygendie eeuwige faligheyt, der welke ons onfe glorieufe Prince en Saligmaker^ als dat laetfte eynde onfer fcheppinge van Godc geeuwt Tal werden, foo ift gerade dat een yge- lyk van ons met Godsdienftige werken ende ael- miïïen
|
||||
428 , SCHIELAND SCHE '
miflen indit wandelbaar leven hem felvenialfoo
befchicken en difponeren dat hy in de toekomfte der glorieufe Frince en Coninx hofF bequaam gevonde mag werden. Hierom ift , dat wy Adriam Gysbertfz, Pieter Gysbertfz, jacob Gyfi hertfz. gebroedcren 5 Jlyt Gysbertfdr+ Maryken. Gysbertfdr. Margriete * Gysbertfdr, ende Elsbeen Gysbert sdr. gefu lieren ; alle Gysbert Jacobs kin- deren van getrouden bedde, wiens ziele Godt genadig fijn wil: willens en wetens onfe vyff finnen , wel gedelibereert ende met welberade gemoeden, in verlateniiTe onfer .fonden, onfer ouders, ende alle onfe lieve vrienden fonden j ende tot vermeeringe der dienfte Gods gefon- deert, gedoteert ende geftigt hebben, fonde- ren, doteren en ftigten een eeuwige Capellcrye ofte Vharye, in de Prochy Kerke van Rotter- dam, in de eeren des Almagtigen Gods, ende Saliger maget Maria fijn lieve moeder, des hei- ligen Apoftels fint Jacobs, ende fonderling inde cere des heilige Martelaers fint Stevens ende des heiligen Martelaars den Ridder fint Joris: tot welke Vicarye ofte Capellarye wy Adriaen Gyf- bertfz, Pieter Gysbertfz , jacob Gysbertfz, Alyt Gysbertfdr , Maryke Gysbertfdr , Margriete Gyf- hertfdr ende Elsbeen Gysbertfdr voorf» gegeven ende bewefen hebben, geven ende bewyfen tot een fekere gifte ende dotatie vier pondHollants payement's jaars eeuwige renten, fprekende op een Virtel lands, gelegen in dén Ambagte van Gapelle. Item nog een reqtebrief van anderhalf pond 's jaars eeuwige renten, fprekende op vyf Mergen lands en twee hond in Capelle. Item * Defe Margriet Gysbertsd. was grootc moeder van myn
moeder Maertje Phtersd,, en overgroote moeder van my Matthys CtaafcvAti dtr fJorf, |
||||
Ïõ Â « E D E N· 429
nog een rentebrief van een pond Hollants 's jaars
eeuwige renten, fprekende op anderhalf Virtel lants, gelegen in den Ambagte van Capelle. Item nog een ftuk lants omtrent drie Mergen of meer, gelegen in den Ambagte van Capelle» ende heeft belegen Tsbrant Claefz* en ClaesKeuyt Dirxz. met een doorgaande Virtel lants aen de ooft fijde, ftreckênde uytter Tjfcl tot 's Graven· weg toe. Item nog vier Mergen lants luttel meer of min, gelegen in den Ambagte van Capelle in twee (kicken elx van drie Mergen luttel meer of min, daar C/aes Keuck in elk ftuck een derde deel heeft , en leyt tuflen dat Gods-huys land van Capelle en de voorC drie Mergen, en &re& tot uytter Tffel tot aen 'sGravenwegh. Ende nog geven wy ende bewyjen tot de voorf» giftc derdalf Mergen lands luttel meer of min, gele- gen in Ommoorden j geheten Wolf en bruyker, leyt gemeen met het Godshuys land van Hilli- gersberg ende met Gerrit Adriaem land, En defe Ficarye pf Capellerye fal men bedienen op fint Stevens outaer ftaende binnen de Prochy Kerk van Rotterdam aen de fuyt fijde van de felve Kerk, ofte daar hy naarmaels binnen de voorC Prochy Kerk ftaenfal, ofgefet mogt werden, ende die eerde collatie , gifte ofte prefentatie der eeuwiger Ftcarye ofte Capellarie voorf. fal ftaan, en Haat ter gifte van Adriaen Gysbertfz. oniên broeder te geven ende te preienteren wie hem felven beft gelieft ende goed dunken fal, ende naar hem Pieter Gysbertfz. ter eerfter va- cantie , waart dat hy by levende lyve ware, ende waer hy uytter tyt foo fal die collatie en- de gifte ftaan aan Jacob Gysbertfz., ende alfoo verre hy ook in levende lyve ware , ende waar hy uytter tyt , fal die collatie voort fuccederen en
|
||||
4JO SCHIELANDSCHE
en komen aan die outfte fufter, en foo voorts
van de outfte tot de outfte, en naar dedoot van ons broeders en fufters ibo willen wy en ordo- neeren , dat de collatie ende Patronelyk recht weder komen ende befterven fal van boven ne- der aande outfte ende naafte die van ons broe- deren en fufteren ge-echts bedde gekomen fulten wefen , te weten van ons broederen voor, en van ons fufteren naaalfoowy voorgenoemt ftaan, ende altyt de jonxte man voor dat outfte wyf te gaan , ftaande in gelyke grade. Willende voort foo dikmaal als die Ficarye vaceren, ledig ofte verftorven fal wefen , dat men als dan die geven fal cea van onfe naafte bloede , gekomen wefende vande fijde van onfe vader fal·, memor. behoudelyk dat die gene die defe gifte ende pre- fentatie vander voorf. Capellerye of Ficarye naarmaals gebeuren fal, dat die Clerck fal we- fen , ende fal gehouden en bequaam wefen bin- nen de eerfte vyf of fes jaren naar dat hy gepre- fenteert fal wefen ter prouve voorf. Piiefter te worden en daar toe verbonden wefen, ende de- fe aldus geprefenteert ende geinftitueert tot een Capellaan of Ficarius de Capellerye ofte Fica- rye voorf. hy fy Priefter ofte Clerk falfe bedie- nen met drie MhTen ter weke 5 ende naar elke Mifte voor dat outaar aftreden ende lefen een Miferere mei Deus, ende de Profundis over de iiele van Gysbert Jacobfz. onfen vader, over ons en onfe ouderen en broederen die defer wereld geleden fijn ofte nog lijden fullen, ende tot el- ke vier tyden binnen 's jaars, die men noemt quatuor tempora, een Figilie met negen leiTen al- foodat behoort, &c. Ende want ik Adriaen Gyshertfz. voorf als
eerfte Collator ende gifter vande voorf. Ficarye ofte
|
||||
θ ΐί ü k ε ίο è m 4^t
ofte prouve by myn levende lyve óeCe voorf.
prouve geve en gunne ook om Gods wille een die my dunke daar toe nut en bequaam te we2· fen, ende want myn dunke dat Heer Joris Gyfi- bertfz. Priefter myn lieve broeder daar toe nut ende bequaam is, foo ift dat ik den vöorf.Heer Joris myn broeder dc(e voorf. prouve eerft ge* gunt ende om Gods wil gegeven hebbe , ende geve die te bedienen, in alre manieren als voorf. Haat5 ende om des willen dat wy Adriaen, Ja~ cob, Piet'er, Alyt, Maryke, Maergriet en Els· heen , broeders en fuilers , begeren én uytcrfte willen is, dat deiè voorf, prouve ten eeuwigen dagen blyven mag, foo ift dat wy verfoeken en ootmoedelyk bidden den eerwaardigen en ede- len Heere David van Boergöndjen , Biflchop des ChrifdomsvanUytrecht, ofte fijn eerwaardigen Vicaris in lijn abfentie, ditte willen, believen, en ratificeren en veftigen op dat het ten eeuwi- gen dagen vaft blyven mag , ende om dat ik Adriaen Gysbertfz. voorn. Heer Joris Priefter, myn lieve broeder voorf ock prouve om Gods wille gegeven hebbe fijn leven lang tebefittën, welke ik hem gaarne geveftigt fage, ende alfop ik geen fegel hebbe , foo hebbe ik gebeden Tf- brandt Claafz. myn fuilers man , ende Pieter Ko- per Dirxzt ditover my te befegelen j endealibó wy broeders en fuilers voorf. begeren dit alles fal onderhouden werden als voorCftaat, hebben Wy in prefentie van M-% Ocker Pieterfz. Koper , Mr« Ar ent ffillemfz. en H*', Adam Janfz. Prie- Heren , ende Johannes Allartfz. Secretaris der ftede van Rotterdam gebeden Xsbrant Claefz* ' ende Pieter Koper Dirxz voorn*, defen brief me- • de ρ ver ons te befegelen, ende wy Tsbrant Claefz. ende Pieter Koper Dirxz. voorf. hebben in pre- fentie |
||||
+$% Sc Η IE LA ψ Ό$ c!h E
fentie ende bywefen van den tuygen voorf. om
bede willen van Jdriaen , Pieter, Jacoiï, jflyt, 'Maryke^ Margriet ende Elsheen^ Gysberts foonen en dogteren voorf. defen brief befegelt, end<? elx onfe zegelen hier onder aengehangen, in 't jaar ons Heeren 147P. op den fevenften dag in junio, ' '^r.',;,.' \, ,:."uj';' Onder ftond in 't Latyn gefchreven:,,
Dit affchrift is nagezien , en bevonden met den oorffronkelijken brief over een Je hoornen 5 zoo ah ik getuige YSBRAND SOLIERS, Not.
vikaryaan 3£an iöa$ 'et? in be^eïbe ütvlt wclj tmt Μ-
S.Bartholo- fjarg amt jg; Bartholomacus OUtaai* ; 30noC
aluar. SM? böö| Wolbrand Bartholpmaeus zoon eit
Gecitruyd B.ouwens , rèSte lUtbetl / Ut ttït
ban ben aïniogenben <0oöt / ban be atogéi* "
ïigfïe Jl&aagb Maria, en ban ben i|,jj$arte* \mt Er alm us , 0CfttCgt . ÖC11 3 o %WV£ 148 $ ·
#m öïc |ïicS.ti«ö te befefegben $ jgentelbe
Wolbrand htvftfyctttttt b0O$ $£tW Dirk Mar-
borch , aï# öen gemagtigben ban ben eerhi/
Heet* en jjfeeefïet* Gysbert Venroe, bieopbafc
pa$ ugtïanbig h)a$. Wolbrand geeft 005e binat'g ·
boó^ bc eerfïe maal öegeeben aan $?jnen neef Oliv ier Hendriks7.oon?5pL?ie|Ier:Ïocïïie begeebing iW tmititmlflftfym ^iffegop David van Bor- 'gonje, in be tegenbioo^Digfieit ban lEèefiet. Dirk Jakobszoon, eenbjig I&i&arfë bei* seïbe \m> M/ en ban üeerjoh an van Gejdre , anbC££» van Edem, ttu oberfïaan ban hm ^poftolip, < fcfjen entóeiserlpen j^otari$ Jakob Marchand (Mercator) i^goebgeneuit. ^jjnbebit aïïeg/ 500 aï^inben ö^ef aangetcitcnb jiaat/geöaan 111
|
|||||
Ü t> Η E Ö EN. 4^3
in öeparocPteene ban ïïotterbam aan J>, Bar-
tholomseus ontaar/ben 17 f eb^narg 14-8 3/oiite.; get $mgen bee^efperembaar $&eefïecKomeiis Nachtegaal , Pieterszoon , €ü HfettV AdriaafV.
Jakobfzoon, §^iefïer$/ tegentooojbig bjaren,
Φακ bja^'er eene btiiarn aan §>. Ebgms mvy^^n
taats sijribeal&aar öcn^.J&eg iroo.0^iiicÖtoU^ius ÖÖÖ| Dodo vander Sluys.
%t\ begelfbe Rer&e ban ϋβ Lauren^ijti ηοφ
anbere ontaaren gctueefi / bie ieber eene bina* rg en3Mtar$ geöbeo gegab. <Pn^ ijl er eene bfta|rgitoeefi ' d fïftfrJ ! b\
aan J|, Amoriis outaar. in
/?\€ene aan £. Niklaas omraar. - £( ^ yeii'
' ■*'''.-' - - ^. Joris ontaar/. .·.' srê
• - 4 « ^ MichielsOlIta&r. i .
■; -.-?? ».;..: rjÉjEwouts outaar. ■
• - * - J^. Andries QtitaatY ...
- - - IS Jooftcn outaar.
©aar toareti al meer uiïiatyen/ toaar ban
hm öe fïf enting-ö?!eben niet benomen Ifihben -, tn bumllit in be optdïinge ber Dinanffén ƒ. achter bz$aftuo$ ban βι Laurens teft/ öen Seeser gtiüen boo$oamen; ^etJ&af!oo?é ampt plagt bao^ ben IB8jt ban Bcgeevers
βί> Pl\sm nloofiee te ïltrec!jt tergeeben te>aode*'*· ioo^ben, $abcrganö bJierö \y:t baarben ge*fto'y· tneïöen ^ïoofieetjoagb / en baoj ben j&aii£/ bg beurte bergeeben. «éinöeipi l)eböen öe ^a^ ben gici) be öegeebing aangemadgt. wt ψα* fioo,?troR in φϊ afteken zoo fögtjnfcfje gul? bm '# jaar$ 'UElocijj allelaften baar onber ge- •rettent benepen be tnftonifïen jaarïijl^ b^e-gan? bert fóSynfcöe gulben: 5ijubetyie ponben ge* befï op bnrger^-ljirisen. éolgen^ eene bergaf t1Ü10baU Aalben van Beyeren, fyail'btliy^tf
E c tober
|
|||
434 S C Η ϊ Ε 2, Α Ν D S Cü#
tobet 1402. / bjierö Set fioiierfcgap öoojöe fte*
öelingeη bergeeben. *g^en ttoaaïföen ban j^obemöer/ in'tjaai:
h^rl /1# 'et in öe jjooföaerRe booj öe laatfïe waai jj&$ gelegen / en up $jn iatoïpg ge* raeöint/ öoo|Martinus Duncanus: öetoeifte öe Sargerg bermaanöe fïanöbafïig ög öet ouö |a* toïp gefoobe te öïtjben. #$ tien 14 ban j#o* beiBÖee bjieröen öe ontaren afgeö^onen/ en öe öeeïöen afgehangen en becö^seïk ïl^aag^ baar aan/ telaeeten öen irban j^obemöee/ i$ eeboo^ öe eerfïe rei^eöoo^ öe J^enfogestnöen ge^eöifet <éinöelp i$i& Laurcns beelö/ fïaanöe aan
öe 3iriö3pe öer nerfee / oen Iaatfïen ban 3[u* Ï!l$ 1676/ en bat ban &. Maria Magdalena
^ öaag$ baai* aan / ngt öe ïteen genomen en tot
mortel geffempt jfeitc neben$ öe njfï öer ottöe JpMoeren/öte ίορ
rs# ngt öe Ö^'eben &et' 3^c fc^fte getroMten ijeööen. 3fn 't jaar 1306. Hfeeu Dirk, ngt &t Paulus
$ibbge te ïlteecfjt. >i 1306. |Eeef!^ Jan. 1307. jjfêtt. Roelof van Sande,
1366. |fer« Joahnes.
1449- «Dei|tei· en |Eeef|er Adoif de Haas;
öe&eïne/ gelpbobeii berflaaït i$/ benttoeeöen
$een tee opboutöinge ban &. Laurens ftetBe geeft geïeit. 145-0. 3^e leet' en HeefSer Pieter van ter
Goude, &anomtiR te Utrecht. 14.69· <&t ^eer en J&eefïer Gysbert van
Reymade, ïianontii te EUÖeeft.
• 1475. Gysbert van Venray , ïtmiüiimTi te
aubeen/ en banO^uömimfieetellttTcBt,
* Summa Kural. · *.
J483,
|
|||
OU D Η E DEN. 43jT
1483. 3|eer Dideryk Marburch,. $}'n&e Ooft
Uanonnin te ïttreeftfc
1490 ï^eer Andries van Venroy, beften te
kanten,
1496. ty& l$m m $&CtfkV Jbris van den
, Honaert. .9fUïip&~
ι f oo. <^e i|eer Pieter van Venroy, MmOMf
nift ban a^uomtmfïer te Htrecgt
ifoo* Huil, Simon vander Sluys,
1Γ1 f· Ml· Andries van Venroy, J^OOfï batl
^ebenter / öou&enfce$#n berölgfte Heulen.
i^e^e Andries van Venroy geeft tot <0l1Öe£-
psfïoo£ geïjaö -
j^eefïei; Jakob van Diemen. ;
15-76. fytzft öe ï|eer en meeffeejohan Wyk-
raed ï)et #nÖer#a|iOO^fcjjap ban & Laurens
'tygtM Öeftïeeöt: oebjeïfte naoerjjsnö ooft pa*
fïoo^ ban öe3eiföe fteefte $ gefoo^öen. ^οφ ban gem / geïp ooft ban öe laatere Jpafïoo* ren/ suïïen tonöeneoen bjpfooptger te fgiee* ften geööen. k . , vl ... £ ,/;.',:■,. .ï ■■
Vikmi£hnvm<de Parochie-kerke te Rotterdam.-
-■■■,>%
%t\'tmt 134?« ieer Hellebaren, Mia#$
ban <§. Mariaas outaar.
17,66. ^eer Laurens Dirkze Paleys.
1467. ï§eec Ökkerjanfzoon, M$M$ &&&
't outaar banden H. Geeft.
3!§eei? Gysbert Maartenze.
$10? Jan Dirkze. 14Ü. i|eee Jan Tydeman. '
,. meer Baarthoud Klaafzoon.
-1436. ^eee Arent Janfzoon. I^tCV Kornelis Vleeshouwer. §ecr Willem Nagel. E e 2. ^eer
|
||||
4%6 SCÇßEL ANDSCHÈ
f|efl*Dïrk, Jakflhszoortv &ßÌÀߧ aan^Pie-
ters outaau / en memon-mcefïm
;ßÀ4Ö0.J^eCK Gcrr.t van der Meer, $iftat?!$
aan $* Anronis outaar.
I45T. 3|eec'.Wiiiem Gysbeitiz, $te$aan â. lakobs OUtaaC ,
146f. ifcm Hendrik Janfze: $föari$ aail^
Pieicrs oataar/ m mmwnncefket.
üf eer Pieter Pieteriz, ntemori-mcefïer* '\;I§«r Á rent Pieterfz, mcmon-meefïer.
ïfeer Gerrit Liefvek , $ite$ / en beften
oftee ^cJjtelanÊr.
i^ec? Jakob Jakobfz, memon-meefter*
1471 ^ttt Hendrik Jakobfz , mtmOXi-Utètft.
l^ttt Hendrik Ysbrantfz, memori-mee|iet%
ilea' Ysbrant Pieterfz, ntemon-meefiet\ H7P. ^ttt Joris Gysb^ertiz, ^iftari^.aan^.
Stevens otttaar. ,
; HfeetJ Adam Janfz.
^ttt Arent W ïllemfz,
lieer Okker Pieterfz Koper, MMtl$ aatt
^. Pieters OUtaat\ 1483. Olivier Hendrikfz, Ptnar$ aatt J5#
Bartholomieus Oittaar* J|eei Jan van Gelderen , %-0«taatTta van
Eden. ï|rcr Kornelis Nachtegaal, 3Mlan£ aatt ^.
Pierers OUtaat' ? ß ^eec Adriaan Jakobfz Tromper.
^ecr Jakob Mercator ittttffcgtetl Koopman
Of Marchand) J^aftOOr te øÉ&&Ú×âÌ$ / W&.. ftenban^cjjtelanïi/ &föari£ aan $.' Niklaas
otitaar. l^ttV Arent de Nayer.
Jfeec Ysbrant van Kralingen. »49°* $£tW Kornelis Mercator (Marcnam). |
|||
O U Ö Η E D E' l^. \%ί
l§Wt Jakob Klaafz.
1498. ^m T>kob'Michiel(z \ 'φίδφφ aan
^ Pieters OUtaat?,
^cer Jakob Roelands , $&mCffiém β Ja-
kobsoutaar, ,;
Hpp. ï|cdr: Gerrit Poft,M&mf aan ^
Niklaas outaar /'m ©e&entian ^cijidant»· 3|£££ Gerrit Gerritfz
r tjoj. ^ttt Erafmus Klaasfz ,-$iftiflrig aatt ^. Bartholomaeus öUtaat\ H^Ctt Wiilem Ewoutfz Randftok.
15-08. 3|eet Géffit Kluyc , ®Mvi$&M&'
Jakobs outaaiv
ï^eec Adnaan.
5§CCC Kornelis Hoet.
^|eeü Arent Mol.
^m Jan jakobfz, 3»ar$ / $a|ïoo3 tel&
ïegerp&erg.. ■-'■-■
i^ees Leendert Pieterfz , $iïtan$ aan Ά
Pieters outaar,
Ifia, ^eec Joris Dirkfe.
ïfeCE Jakob van Diemen, ®&&ti§/ ®Xi\m- ^afÏ0O| bail ^ Laurens httkt ï§Étfr Adriaan Lauicnsfoon, fMiari^aan &.
Jam outaar·
5|eec Willem Jakobfz, ΜΜΐί§ aan ^.Pie-
ters outaae ïfettv Reinier de Konink.
^UV Floris Adriaansfz Biflchop.
Hfettt Pieter Kuypèr.
|§cet Pieter Hanc.
HfetCt Kornelis Vlas.
i|eet* Frcderik jansfz , $>ito$ flail &$.
Kofmas en Damianus OUtaac. irzy.lfem Jan Fijks, $ito$ m memori-
ttteefler,
E e 5 $crc
|
|||
4g8" SCHIEL AND SC HE
ffem Willem Warbouts,
15-29, Huyg Komeiifz, fce ita3aat ban
ffl&ttfttV jan Dirkfe.
. ip9, ^cDirkKrijtien, ®Mvi$inbtM* $tllt Öer jf eifcett van der Lek, · ipp. 3§eeg lakpb Preterfze Goudfmits, j&U
m&l$00 β. EÜgius WttMV. .ifi9 Huyg Kornelifz , M%m$ 4Nlw«
Anronïs öutaatr 3 i>c nagaat ban .J&ftffcg Jan
JÖirkfe.
15-37. &Ê 3&β8? Willem Koenraads,
1 f f o, ^m Jakob Gysbertfz Raem, &föfttf£
jaatl ^>, Bartholomasus OUtaat, ^m Willem Klaafz, ^tnai^ aan &■ pe-
ters oiitaar, ||£tE Antoni Simons. V
J§CeC Adriaan Alewijns, ϋρ#0Μ bail'tHött*
bent öer ®omintftaenen,
^eet Willem van Kraüngon , &iftarigitelt
'β, pkoH üutmv l beften en lianonmii te
JlBeffen Ut ^iaanöeren. . ^eer Niklaas Borre van Laerfom , $&fómi§
en O^nöer-3pafï00^
15-4^ fre J|eeL* Johan Wcll.
ï|eer Joris PiVkze Krimpen , βί&αήφ m
ι f 67. %ec£ Arent Jorifz , ψβανίφ/ *®tUm
ban ^rfjtetanb.
^ttt Johan ¥een, |ÉÉ^ aait#, Bartholo-
m^us joutaar/ en gauffelpe 0ffl$fê*
1 f71, || eerTymans, btet$aau&+ Niklaas
OUT aar/ öe lia3aat ban Johan Pieteriz Wedde. 1 ^%. Heer Arent jorifz, fóftarfë aan J>*Jons
miraar $ en öe jmfóat ban Gaoflen Wolkere, öie 5reö in ï?en pelten fïaat gaö ie^eeben. jf73, Arent van Diemen 3 fcpoj |et afliep'
ben
|
||||
O w ρ ηr% οι ν, 439
ben ban 3geet? Pictcr Pietersfz, biftan$ U&X&P
ben aan «^ Michieisontaar.
15-74. ^eerHübercjakobfz, bite$ aan ^
Ewouts outaar/ en öena3aatban leer Simoa Picterfz.
15-74, be ï|eet? Antoni Goverc, 3gnÖe Ö00£
Jet afffeben ban ï|eer Joris Korneliszoon biRa? vi§ igebjo^ben aan m Andries outaar* é
jpoel in 't 3eïbe jaar15-74- Jan Janszoon, b*i
nar$ aan £. Jooiten ontaar / en öe «a3aat
ban Picter Picterfz. t
%n t jaar 15*77. üeeu Jan Kornelifz Veen,
Öie na&e ÖOOÖ banïfeeE Antoni Simons öe bP ïxang tggmotfxm ban ^Bartholomasus ontaar*
omtrent get jaar 1^ geeft MartinusDun-Paftoorg
canus, goetoeï booj een boeten tgb/ Set pa? der laaterc
fïoo?é-ampt in J>. Laurcns lierfte bcRieebt tijden.
gii't 3eïföe jaar foierö get pafïoo$-ampt
en öatbanüettermeefïer/ öeftleeöt öoo* .f&eejïer Huibert Duyfhuife, een gebooren
föotteröammer/ en naöerganb ban't geïoofge* ballen £ vv ^C ^ttt Johan Wykraedt i£ ben afbaïllgen
^afïooj niet oebofat; maar geeft in tegenbee!
get garber#-ampt met een onbestoeenen gber foaargenomem 3a go geeft öe &otteröam* merg / $00 0002 3tjne b)oo*ben aïg 000^ 50η boo^öeeïb/ en op aiïe mogeïpe manieren/ m 't ouöe geloof berfïernt. $a bat gg Hgt be gooföfierRc berbjeebeti
iroajö/ geeft gg eegter öe «erfcelpe bienfta/ 300 go befï nonbe/ bigben berriegten. «ginbeïp i$ öe goö5alige man / tot g^oote
f egaöe ban ben ftatoipen €»obgöienfï / agt get ïeben gefegeiben in 't begin ban 't jaar i <$m geööenöe 3icg aï^beriinee3en ober get jammer* £ e 4 lp
|
|||
44P ScHlELANDSCHË^
lp beük§ öer pielen 5 't ioelit ggm'et 303 te
fluiten. Μ * 3fanji0öö$ na Wykraedd; Ööot» / pat i$/
in 't genielöe jaar .1 ƒ75·/ i§ öe pafïorg ban
Étbtteröatn Opgetogen aan lohannes Regnerï,
'" Jaliob de la Torre, ban'Wykraedts nagaat ύ\$ nocf) in 't ïcbni syiiDe gemagenöe/ noemt
gem Jan jakobsioón, etiböègteröi* öatgg tot #ouoa bja$ gebooren» ©e3ejan jakobizïjaö get; fjaroer&t te ^iltegèr^fterg of öaar omtrent onöer fóottwöam MümSt &oclj Sijnht in 't jaar 1T71 ugt 39110 pafïorge ber? i^eeben/ jjaö igg &g oen toeï-eöeien ï|eer ban öe ilapcfle/ niet betre bauföotteröcan/ l)inp bffïmg geteegen. (tefcmji jjg jicij alöaar tefcïjGoï/ 0?ii0 fj^ijoe gemeente bantijo tot työ in 't jjcimeip broieneïH tot oat ïjem öe pafïorg ban föotteröam toierö aanbeboien. Martinus Modieus (Maarren Mode) öe na*
$aatban Johan Regneri, Üja«S te ftttXCÏjt ge* Öooren Êïé ISarr^uiffcgop Phiiippus Rove-
nius ïjeeftöeiiseïben Modieus ben 3 ban jlaart feu. tut fóenoitmft ban &i Pietérs (ter&e te lltreeljt aaiwefïeït. ^00 geeft Modacus öan bm 't jaar ϊφ&?
tot jjet einöe ban 't jaar \6iy / 3pe fegapen met eene garöerlpe^gbuïöïggeit gegoeöt en * apgepafï }■ en geeft 3pe 3ieï in öe ganöen ban öen opperden fcgaapgaröer Chriftus obergege* ben öen 7 gaimarf 030. Sebaftiaan Hooghkamer gaö eerfï Op Öe ge*
neegfeunae gefïuöeert ι en &a$ al naar piöua
geresft om Vr öen tgtei ban #oter pïegtelp te otitbangtn. jj&aar- öoo^ <0oö$ ingeebing jfran jmnen beranöert/ en tot öen fteeïseïpeu " * \Jyt hctPrdtokol der Jlottcrd. keijce, ςπζ, ". .
|
|||
O U DM E D È Ν. 44Ι
fïaat f ptroMtcn/ Ijeeft 3icö te üeuïen onbeé
betUCfjtbanLeonardus Marius begeeben, ^aat
greft §« in fiolen tijb beemaate aangenomen/
bat §g toaarbig poo^oeelttoierb om licentiaat 'in w SütihnnU te tóèlöèfti W$ Μ boo? beüerït^ ol'eeften naar^er-<$df^3e$onben foajjï/ fcuierist |jg te fóotterbam gebangen gc3et:■ bocïj öooj be burger^ b^geteïjt/ en opb&f boeten ge* fïeït/ toiecö \}$ tot be paflory ban fóatteeüam benoemt: en geeft gicB in öie bebieninge sa$ een beftig nevïs-öarber gegueeten, 't Wa§ É tteesen tijb bat be peflte ^ottertiam $$$8$^ ïp fajoebe/ tn beei boiI$ bernielbe: maar i\\ 't mibben ban öe 5toaeig|eit ging j)g be geïoo- bigen met eene onbetfaagbe nioeftmoebigijeit/ 300 tn 't tijbefpea!| m 't gecfleïpe/ öcipen. gjtó 't mibben ban fijnen aeöeib ψ m%te% g^ tooien/ en op hm af. ban ^eb^uariu^ 1641. in ben ï|eere ontwapen. 3}n Hooghkamers. piaat$ $ geftomcn Johan van Heumen , te lltrccljt gCDOUWn/
licentiaat in be <u5obt!jeit/ en 3&;otonotari$.
igjjj geeft be tefte niet aïïeen booi spcolpo* |ϊο!ί(Τφπ aeöeib/ maai· ooft ooojfjet ugtgee* ben ban boo^geïeerbe fe^iften/ groten bienfï gebaan. ©1$ geeft 8g tn &s Jtebeebugtfcge taïe uötgegeeben Den iterflijken Adam , in 4.
. De mediteerende Duyf over de Zondagen en Heyligdagen: te fSntfocrpeu in tmaaiben ge*
b^uHt iu't jaae 1^8. Het kloofter van Sion, in 6 deelen : te^ltt^
bjeepen in acgtcn* gemunt in 't jaat 165-8.
«Dan geeft gn nocg ttoee Xatgnfcge boenen t Dit lubben wy uyt hec tweede deel van 'c Latijufche Ba-
tavia Sacra h,ier cü daar wat vermeeidert, Ee 5T Jo-
|
||||
442 S C Η Ι Ε Ι, Λ Ν D S C Η Ε
Jofef^fomnians , en Jofef b accrcfcens , lil ütïy
ten gefcfeeeben; en't eerjïe aan ben^ificgop
ban (feïïen / Set tbjeebe aan ben 23iffc§og ban Hafïorien opgebjagen* $ocï) geö ift ban ïjem een ongeb?niit ioerïtje onbee mg beenfïen: ganbeienbe ban jjet ptoeïp tuffcïjen een fta* toïp en onfcatoip pifoon* j fb$ be 3töariöQeit ooït bg $pen tp te &ofr
teebam toa^ontfioften/ eneene menigte ban menfcöen fcoegenftte ·, geeft gg be 3ieïien aïtp met g^oote Moefemoebiggeit be50cf)t/ ea booj Set beötenen ban be gobbelpïte ^afteamenten gefietst, <$inbelp $ gg in be gemeibe fiab gefloten ben 16 Üngnfïi 1673. Hendrik van Meppelen, ooit een MtVttfyW
naar/ en botenen 2$aceïiee in begobtgeieeeit*
geit. ffl$ fj$ Ut bebiening zo jaaren en 7 maanben ïang $m ïoffeïp pb öebUjfcigi: j f$ gg op ben 4 ban tüpaï in 't jaau 1694 «gt be toereib beepift jacobus Willebrordus;Timmer , te lianen
geboren/ botenen Wfyèmt fts be<0obtgeit.
23g<Van Hcumens tijfr i$ 'tt te iftotteebam een tiöeebepafiorgopgereeStj en/ om bat'es j)et Paradijs Ugtpig / pt Paradijs genoemt:
ten toaar bat Ut benaming ontleent im$ ban
pt öggelegenSSegppfi 'ttoelfc Un naam pïagt te tyaagen ban 't Paradijs. ^e$e tfoee* ba pajtotgi imerb opgerecp boo^ Bcrnard Hoogwerf, een föofcterbammet?; en
ttgtjeer rpe enaansienïpe oubee$/ Ut aan öe treffeïpfïe famiïien ban töotterbain ber* maagfeppt toaren / geboren» ^g &a$ te %w α De droomende Jofef·
h He opfebiecende Jofef. v' f:.
c Roomfch verhaal van J. de k Torre* :
ben/
|
||||
O Jü D Η E D ΈΝ, 441
hm/ %mtbm§ Hendrik vander Graft ett Hen-
drik van der Hal, m aïlerganbe oeffentnueii ban gobtb?«cgti0örtt: opgequeeftt: gebbenbe eecfï Niklaas van Zanten, eCtt Eeibenaat/ e»
naberganb öen bermaaeben fóajjucgn Johan E-
vangeüft.., tot 3ebe«ieefïet$ gegab. Φ\η be 4Ê»ob£mnbe te leemt geeft gg / 500 toeï aï$ I 5Öne ttiaftEter£/ Ög Cornclius Jani nius en Li-
bertus Fromondus, be beroentjïe ïeeeaaven tol
Men. tijb /1' fcgooï gegaan. 3n 3ijn baberianb toebee aangekomen geeft
ga/ om 3gn berfïanb/ geleerögeit/en rpbom/ ten bienfïe ban 3tj« eben-naaffen te öetfeeben/ een tfoeebe teït te ïlotterbani jjetimmeit/ en rpeïp begiftigt. 3^ocg/ boo^ ecne $elö5ame neb^ggeiten outmoebiggeit/ geeft go getj^a? fïoo^-ampt $eïf niet toiiien befdeebeii ·, maac geeft ben pafïoo^ / 300 ïang aï$ go ïeef be / booj ïtapellaan tenbienfie gefïaan. ^n'tmtfc ben ban fijnen aeöeib ψ be dienaar be$ ï|eere/ bjien^öbee/ ootmoebiggeit/ biieubeïgliijeiteti milbabiggeit niet bejegen moeten tooien/ ontgbtg en niet meer a$ 40 jaaren onb ggftop ben; 3gnbe 3gne boob boo^ebaïïen op ben ι ? • ban <&htobw 1 <>n ♦ 3t& ga& hwt eene 3nif$euïi
I "
Noli altum fapere, fed time.
Bernard van Moidijk , fcOÏEtomen <Batt\itt IH
de €»obtR«nbe. Wanneer be ^cgout ban Hf
trecgt get gu$ / baat Rovenius bernacgte / 'f nacgt£ $nam opö^eften / en gem bgnaar in * ganben «reeg / baierben Bernard Moidijk eu Govert Mook , een j^imtoeeger en Iftanonnilf ban <^ïben3eeï/bie daar niet Rovenius gegui^ . befïioaren/ bao^ de dienaar^ gebangen $mm mm/ m mw tomWkwwflwgt. IN bat 5®
daar
|
|||||
*
|
|||||
444· SCHIELAND-SCHE
baar ïangen tp $$$wtm en gccmijnt gabben/
3ijn ψ ntet groot gelb ïo^ ge&ocöt / en booj eentoig tigt ïjet ïanb gebannen. «Paar op $ Mook, toten be genietoe ïianonntïi^ög ooft af* genomen toierb/ naar juffen gebjeeftcn enak baar oberlebem <Bocï) Moidyk $tot ^aflooi ban öe tioeebe fïaat5ie te töotterbam aange- fieït: baar §ρ bm ι i.ban fGp^l 1684 3ijne ba^ genïjeeft ge-esnbigt. Épt afbeeï&seïbjöjbbaar nocft m 't l&atfao?$-gu?$ betoaart. &M
3[n 3ïjne pïaat^ $ geboïgt
johan van Oyen, bolftomcn SSaceïier in be
<S5obtftimöe ·, en i§ ben f ban <$fttobcr ι $β f in 't bïoegenfle ban jijn ïeben/ aïbaar obeele* hm. Niklaas van der Kioes, een Utrechtenaar en boÏÏtomen^acelier in be <é>obtftunbe/ geeft ooft omtrent besen tijb booj ïiapelïaan teiftoti teröam gefïaan/ en inbaar oberïeben ben r« ban Üllgllflu^ 165*4. J^a bat van Moidyk en
van Oven , be eerfïe gafïoo^ ban be %oog-
toerffeïje fiaat3ie/ bn^ oberïeben toaren/ ψη Adriaan van Oudheufden , öie te <0Ο$ΟΙΐ1
ligt een aan$ienïp geflapt geboren fcoa$ /en
in be bjetenfeöaypen/ boeg boo^al in be <0ob?. ftunbe geen Utinm naam berftreegen Ijab/ booi Philippus Rovenius tot ï^afïooj ban be* $eïfbe |ïaat3i'e en ban 't ^egtjnijof aangefïeït* %g i§ einbclp ben acïjtflen $tuguff i 1681/ bol / jaaren en berbicnfïen / in ben 3|eer ontfïapen. $jn 3pe plaat$ $ geftomen Η ugo Gaai, te Sieiaen nut een aan3ien!pe
familie gebaren / licentiaat in ht\U be $ϊζφ *τ' ten / en bg een ieber om sijnelieftaïïigöeit toeï ■ gezien* |feaac bebaijï ög om 3ijnc onjmffeïp* ïjeit / en boojnamentïp om be 3biaftöeit $ψ ner oogen/ ban 30« ampt begeerbe af te jlajtó , pen/
|
||||
> i. !
|
||||
O Ü D HE O E W. 445"
pen / geeft gg get 3eïbe met get goebbinben
tier MttU-t&btvfim obergegeben aan Pierer van Kuyk, ter <0OUP£ ngt een aÏ0U&
gefïagt geboren/ boïtanen Racete in be
<i!5aötïatnöe: beinelRe om De grootc bicnfïen/, Öie gg Ollber Adriaan Outheufden en Hugo
Gaal geoaan gab/ enjp 3iJnfcgerp berfïanb/
rijp oo^beel / &£3onoÊ$?geteerbgeit / uytfïce* nenbe gobtb^ncgtiggeit/ onberifpelpe 5cben/ en b^cnöeïpen ommegang/ öic aat^ienïpe foaarbiggdt ton buböelö ga& bcröiait* . Jm bat gg bie poft langen tpjjaö beftïeeot/ en baar* eoöoben in 't genootfegap ber ïttrecgtfege Ha? pitteïgeeren ober lang toa$ opgefcg?cben / en 'tfto^-j^iefïerfcgap ober öe fïab föotterbam en ober ganfeg j^cgieïanb 3ebert beeïe jaaren gab öebient; ψ gg ben ^offtfymγ$ 1717/ na eene Iangbrnieige en qngneobe $ithte/ en tot obergroote b^oefgeit ban jijnè Gemeente/ oberlebén* ïgém i| tot najaat gegeben Johan van Beek T een ïitrecgtenaar / en een
Sobenfeg <0obtgcIeerbe: betoeïne Ijem aieeni; gen tp in 30I1C garberlpe bebiemngen aï$ Itapeïlaan gab gegofpen," 3fn 'tjaar 1378 $ Set ^cgpgof te botter*Beg
bam gebonbjt/ enhetParadysgenocmt. ^aaf Aaiberc geeft get meuhj-geboubj&e 25egpIjof nocg in't 3eïfbe jaar/ op ben eerfien ^onoajj; na 3Mmeo-3onbag / onöer 3pe befegermmg' genomen buo$ ben balgenaen ö^ief; bebieliie on$ booi een bao^naam %eer ban éotterbam/ beneben^meer anbere fuiUnen/ beleeföeip i$ mebegebecït:'· |
|||||
Α EL-
|
|||||
44^ SCHIELANDSCHE
Δ^ ELBRECHT , by Godes genade Palensgravd,
op ten Rhyn, Hartoge in Beyeren, RuWaert van Henegouwen, van Hollandt, van Zeelandt». ende van Vrieilandt., doen condt allen luyden, dat wy die gratie Godts, by goede menfchen vervolgen fouden, ende eeneil ygelycken dien doen meer zyn, ende telken: foo hebben wy» verltaende dat een Bëgylwvff binnen den ftadt Rotterdam begonnen is , om te naerne, uien werekeri leven comen, befchouwen te comraen, ende om in geenrehande leiie , of hindernifle daerinne te wefen, noch te brengen by yeman- de: foo hebben wy den Begynhove voorfz. ge- geven , ende geven dar hem niemint onderwin- den fal, eenigerhande wille of fpraeeke daer in te hebben , noch te doen, dan by volcomen goetduncken, ende vryen wille der MeefteriTen, ende haers Convents van den Begynhove voorfz. Ende ontbieden tnót bevelen neerftelyck aller onfer dienaren ende onderfaten , ende ygelicken byfonder, ende fonderlinge onfen Gerechte van Rotterdam , die nu fyn of naemaels wefen ful- Jen-, dat fy der MeefteriTen daer in houden en- de ftereken , ende onlaft ende moeyeniife , die den Convente hier en boven comt , of nemen in onfer naem , ende dat alfoo corrigeren , dats> hem eeuwelycke een ander hoede. Ende, want wy hoopen dat dit voorfz Begynhof^ inder gra- tie Godts, ende tot meere bekennen, ende love Godts voortgaen fal by goede ordonnantien, foo hebben wy defen brief open befegelt mit onfen zegele. Gegeven terGoes, 't Sonnendacbs naer Palmenfondach, in 't jaer ons Heeren duyfent, drie hondert, acht ende tfeventich. |
|||||
Maaii^HMMMBBBBBBBnMiraB
|
|||||
'Ι "-.■■■.■.....■'"■..'
Ο υ ρ η ε β ε ν. 447
«fêene $e&ere Gerbe^ga, te j&ontfoo^t geöo*
ren / betoeïne in ben ouberbom ban 113 jaaren en f maanben aUt§ fajat gaat? boojgnam 3onber &;ii ïtonbe ïee^en/ geeft 87 jaaren in 't gemel* be S&eggngof getóoont: en $ baar etnbeïp in U ^eggnen-nerne öegraben. 0a get beranbe* *n ee" . ren ber ïanbregeeringe # get $eïbe ie|8nlf^S in een 3£oinöaert berantek Φοη ?rjn 'er te fóotterbain ban tijb tot tgb
berfegeibe man£- en b^ouiaen-Moofier^getim* KIooftcr merk $002 eerfï get üïooff er oer <IDoni!ttiRaa^ der Domi- «en of J^eengeercn/fïaanbe op be ^oagfïraat nikken. en ïie ütpfïraat: 't foelit baar gebontot jg in't jaar 144-4. 3$ρ 3UÏ(en gier ngt Defolata Batavia Domi-
nicana ïaaten boïgen een omfïanbig bergaaï
ban be opltomfle/ en eerfïe fïtegting/ ban bit jHottei'bamfcge üonbenk %n 't jaar 1393 tooonbe te töotterbam een
gobtbjncgtig man: betoeïne genegen toaé om ter eere ban <0obt/ en ter berlicgtinge' ban 3gnen ebennaafïen/ eene ïtapeïïe met eengaffc* gu$ te öonioen: en geeft baar toe be tmfimp ming ban Α albert van Beyeren be^OCgk <0^aaf
Aaibert geeft niet aïieen '*$ man$ gobb^ucgtig
boojneemen goebgeltenrt en gep^eesen -y maar oofc be napelle / get gafïgu$/ en aïïe be goe^ beren en tnïtomfïen tot bejeïbe öegoorenbe/ onber 3gne öefegerminge genomen, Φαϊί geeft jjg aïïe|/ boo^ eenen b^ief ban ben 19 HÜ&-/ Bebefïigt en goebgefteurk <βη al$ be eerbj. $aber Conradus van Pruif-
fen, een groot gberaar en gerbo^merban be nloofierlpe tucgt/ get gobbeïp bjoo^b in be<? 5e gefoefïen berfumbigbe / en beeïe menfegen ter boetbaarbiggeit opiweitte / geeft De boo^ ge*
|
||||
Μ
|
||||
44^ Schielaïtdsche
gemeïöeman/ bie be boo^noembe fïicStinö on*
bermomen oab/5ijn oberle03ooi>aatïi0 gefcfji&t/
bat gg be fiapelle/ met $tjn 8*«$ iMSfï be to
j>eïïe1iiiie?ltïmöett|ïea£vtfiaanöe/ aanbej^e*
öiftÖcèreii bereerlse, jSaatöeiorjï ïjet gui£/tot
van het get opboubien ban tm lioni/Cilt / niet toijbge*
Ro«Same KO0S *»*£ / 5ö9 toog §$I iiijist bat Set booi
* cerfl booa *en $ife&»at ?oiiöe berfcrekfceii,
^gne gifte ffaat in öen boigenben* ö#ef ugt-
nefynïtt:
[ν ά P^J? 'Godts dmm. Ick ƒii« Ι^έ?/? Sonc
doen cont allen luyden, dat ick ter eeren Godts, ende tot ghenaden mynre Zielen toe gheordi- neert, ende ghegeven hebbe den Terminafii van der Jacopynen Oïrden , die binnen Roterdam die worde Godts by tyden prediken fullen , dac erve gheleghen in die Lombaerde-ftraet, ftrec- kende van de Kalverftraeten an Hugeman Hen- ricx Soens erve, ende belegen is aen die Noord- zyde mitter poirten wech, ende aen die Zuyt- zyde met Jacobs van Velthufen erve met fulc- ken iteenwerek alsfe daer nu op is , die voor- feyde 'Terminarii te ftudeeren , ende hore rufte ter eeren Godts daer op te hebben, te betimme- ren, ende te beteren na horen vermoghen, &c, Ghegeven int JaeronsHeeren 1404. desdinx- dachs na fiiite Laurentius dach. ?De $»a&er$ban'tHtrecï)tfcï}e ïtonltentgeb^
ben/ op öet öeftoomen ba η Öesen bjfef/ be plaats aanfïonö^ in bejst genomen. jÉaae bermit^ be $ïaat$ in '£ <éaabenpge|*| jaar^ te boren tot een ftonttent toa^ opgeitegt: geeft $>atet* Ëyiard Schoneveid, J^obineiaaï ober be $ja* Öinn'c ban β&γαι / bit öni$ met be ftapeïie aan
|
|||||
j
|
|||||
O Ü t> tt E D Ε Μ. 449
aan tke * afgebaarbigbe ψ^btftanten ban §tt
ï|aagfeï)eïfonbent toegetoee3en. &ü0tiiji$ft be 300η ban ben boo^n, öegifrigec $ijn babei$ gifte met afleen goebgefteuet: maar öeeffc baar* enöobenïjet j)u$ ban aïïe renten/ biebaar op gejïaan mogten ïjeööen/ gewaert, geïp men toen f$a& / en gevrydt. Tck Jan Jam Soen doen kond allen luyden:
dat ick ghelovet hebbe , ende ghelove voor myn, mynen erven ende nacomelinge den Pre- dikaren Jacopynen wtter Haghe , die Capelle die hem JanDirix Soen mynen Vader ghegeven ende ghemaeekt heeft in den lefte van zynleve, dien God ghenadich zy , ghelegen in de Lom- baert-ftraet, te vryen ende te waeren van alful- ke Renten , als tot ackn daghe dair op ghe- maeekt mogen wefen. Om dat dit waer is, fo hebbe ick defen Brief in kennifleh der waerheyt befegelt mlt mynen Seghele in 'c Jair 1417, op den zeventhienften dach in April. ~'f ;' * '' - ' '-■"'■
<®at bitftonbent/ m eete ban ben3|« jtlarv
teïaae Petrus ζφφί$ tn 't jaae 1444/öeböen J.'?" *c tog uöt be geben&fcfeiften ban be3e #?ob:ncie» dés S' jpaae/ toie be ftkljtttg getoeefï mogen jiln/ baar too^b geen tooo$ ban gef&jofsen, 3Nt toeeten tog echter bat get niet in 't gemeïbe Jjn$/ a$ geene genoegsaame ruimte ïjeb&en* be/ maar in een beter gelegen glaat§ op bt 3£öogfïeaat ï$ opgetimmert. ^ie plaat^ fcjjeen betee gelegen/ 300 om be rnimte ban 't erbe/ al$ om öet gemaft bart be aanfpoeïenbe '$£§> 5e. 31« 't geboïg $ f)et / 300 foei booj ïjecge* * Terminatii; waar van Wy tic betekening elders Op<*êgce»
ven hebben. 'Ff tö!
|
|||||
1
|
|||||
tal oei? Roeten al| km Μ aanrtffimérjn
"n èaitmér $&\0&W 0&tö& aaiigctoaflem öat p: ötóer' tb tóojitpmfie Rönfcréftten öee san*
''. fep' ipbjncfe' gerenene tuietb. ■' , ♦ . &St Bet icfytoc dingen Φ fbfe iJoo^ien t|
getórefi'/ fcfiiFfittèbipenngt eénenopenöiief
"S^PhilipVufden^^jn^M^ 3P ^
gonje/ en3, in toefHen fyief aart Öe ^oeöeeen
ban öit nonbent 'tytfpf gegeében bsoiö om öe leerfïeb^ftigjaaren/ eben ofóc.toewfofcge per*
foonen toaren /, öe naïaatenfeijap -Somt moeöj #m$ie#& mogen erben Mz$t opënb^ef tg naoeröauö boaj/. öe f oïïanbfcöe ^aaben Phi- lips den Schoonen , m Karei Öie naöerpnö
%$M fcuierö/ fcebeftigt en3·
%ï\ Set naafïboïgenöe jaar öen ιχ. *!$rt
geeffc Karel ,émf banCfjarlo^/ ..öe 300η ban Philips den Goeden, aan öe^oeoer^banöit ftonbent gegeeben öe btfcjjerg ban 3p tente goeö f ntten: en Ög noemt Jen in $ijnen open* %$0f öe Obfervanie Predicaren : fcjeÏRe tBOO^
öen te nennen fcijpente m^tt öatgg gun te»*
gj gifte öoet./. niet, n0$t on öe pjiöee|onöin^ ge fan lënj^eggl >;bojgenlbt ïr — "■" ■
isergijan tjftj jfeoijtiênt.. 3^0 ftai ieh/en ban biffeljen leefden;: ..
- / V^oé aftmfenpl δ$ Bonbeij^ge.iöeejï 3£/öït)Rt Van' de S tóï fewp £$ÖpU& J .'t Öj#fc, nOfft &OOJ
gebouwen, jn, Veelte',-,, thesen g ök|f#^ $# fiaö
tiïjée kanten en ttoee refter$ / te, Ibeeten een 30* nier- en een bsinter- refter, #nöer öie r^fter^ &aren 3eer geinalifteipe iieïöeren. $5oben öe refter| tua| eene fïaapp!aat$s öebjeiRem 100 relletje^'/ booj 100 ^oeöeren / beröeeït tna^ j en W$ 9et getaï öer b)erltpïaat3en oor groot genoeg boo* 300 beele ^oeöeren, #M§i te fhtu>
|
||||
-
|
||||
O Ü £> Η E D E Irj 4 f I
ttmuwn bm^ttMnbmtM^mn^tt fcjjooite
öogaett / een obeugeoote tuin / en een $tzt %& guaame b^bet: om 'tv btfftpn in te goiibctt: öebjd&eöoü£ Ηti#Benbïietènbe jjlaa^ ban hm tuin afgefcBeiben ftia^ ïfet gebonbj ban be teft im$ al 500 j^acötig iM$ bat ban flet |
|||||
'J©ft Itonbent Beeft ban öen Beginne onto y*o den
be #20binde'batt#afmigefïaan: bocB 3obaa^°eft™c,c?5s «ig / bat Jet boo^ l^e naanbjliennge beteaeSting kmkvemt of onöccjjmiïiiiig Iran beaföegel/ beïtroon bo? en van de ben öe-anbereJtonbenten fpanbe,v ^ee^en Provinciale; 0tefï öaöocn be eeifse fiïcBttr£ be$ ftonbcnt£ Kj>«tcIca· ingejogen .ugtöe Berbo^nöe^ergabennge ban Sombaebye *, baant be genteïöe ψ0ε&$ fy&fc ben te ^Monje'gefïubeett.; en oiiöer|ielben eene'ttentae en ieiïige gemeenfcöap. met be ^oeberen bet* gemelbeitegaberiiige; 300 aï$ - • tö^ iigt be fanbeai^i-b^cben ban Bet fconbent telfcafëer htf$mmh. %-et ïoffeïijfi febcnb^ecS&oebemi Beeft aan
bult ftonbenten ban jfleberlatib tot een boo^ beeïb ban Bepbo?mings gebient* <fl*n oaae ugt i$ allengpen^ be bergabering ban ïfolïanb ." boo^tgefpioten; befoellte Baare taMten tot een üg3önberen Uufïer ban onse^ber/ en tot een gcoote fft'eBtsiige bei* 51'eïen/ tot in bergelege* 11e ïanbfcöappen B^ft ngtgdWbt lilgt be3e 300 roemcneötsge bergabeilnge ban^oïïanö i$ letjeïbe Sonbent in 't jaat* $$ψΐ obergegaan tot be j^obtiteie ban Jj5eöei4bmt$!anb : onbec betoelfte jö/ tot^tjne ngtroeginge en berbefc ginge toe/$ gebïeeben, (Cen tpe öat bit fconbent onberöe^oHanbi
fcije bergabennge öeBoo^ae -, 3tjna?baae be bol* bc Mapittci§/ baar i&§ eentggeioag ban binden/ geBouoen " Ff * ïfet |
|||||
4|2 SCHIEL ANPSCHE
3|et eerfïetn't jaat: U6$/ og^.Matthxus
bas: enΑφ segonben onbes $johanExcuria, Eieentiaat in be aBfobnunbe/ ngt öet ïronbent ba» <0ent: befoeïne be eerfic a](geraeehe&tit& vi$$m öe gem beeaaberinge^ getoeeji 3£e tfoeebe tn 't jaae 14.78 / o# Mariaas 3e*
öoo^tebag: en $ge9ouben onbec ψ. Albertus Pctri (Pieteis zoon ) ngt Jet nonbent ban '£<^abenBage/ tien ttoeeben algemeenst M* 'fet beröe tn't jaat? 1-4?*/ tn bemaanbjlu*
tig/ en i$ geÖOUben onber j^Michael Franci-
fci (Fran§oiszoon) ïïeeraae in fee <i£»obftunbe/
ugt Qet nonbent bantötjffeïi betoeïïte be bttbt alaenteene $tó$ të getoeefï 5 en nabet'ganb a^ifTcflop ban ^aiuö^'e t$ getoojbett. ï§etbieebe in't iaat ifoi / op ^ Domini-
cus üa$ l otibee ψ. Johan Clerée, een $ν$χφ man/ en aïgemeen $!te$. <^efoellienaber* ganb be ^iecötbabei4 ban Lodewijk XIII, en einbelp be <0enei*aaï bftn be ganfcöe <®$ee/ i£gefto;ben.. * . a/-., ©efegbei'n't jaat* tyjo/ op ben tbjeeben
$onbag na get oïttaaf ban ^aaffegen > onbec ben.aïgemeeiten &fëart£/ p. Niklaas Gonor ƒ bie itt$geip£ in H^ao&rp geboren toa^ jjö seneröoeft/ onbeeöepampeeen ban bit
feonbent gebonben/ fïaat fle£boigenbe(pag. u) aangeteftenb* Hoe dat *n 'ζ ïaar na *s Heeren geboorte ι f63 , den
her kon- 10 july, op den dag van de7Gebroeders, om-
ventje, trent te 3 uuren naden middag , heeft Godt de
brandt is. almagtige Vader, die op onze zonden zeer ver-
gramtwas, omtrent het vierde gedeelte van de
itad door den brand vernielt. Veele burgers, om
dat zy niet konden vlugten, zyn door de vlam-
- . r ι men
|
||||
Oud η e d e n. 47$
men omgekomen. Op den Zelfden tijd, en de-
zelfde uure , heeft het vuur, 't welk zeer ge- weldig voortliep , ons konvent ook verteert, pijnde anders niet behouden als . . . Hfrkt telt 9g &fe" öinjsen og/ tottoüU ugtbm
Door dezen jammerlijken brand zijn wy zoo
arm en behoeftig geworden: dat wy, door den nood geperft , om het konvent weder op te bouwen, gedwongen wierden hetgefmoltezil- ver, mitsgaders het oud yzer- en muur-werk, én de andere bouwftorTen , ten behoeve van 'c nieuwe getimmer te vêrkoopen, In Auguftus hebben wy, om het konvent weder op te bou- wen, op de plaats daardeSakrifly geftaan had, eene kapelle gebouwt. Het kerkhof der Broe- deren , te weeten de kleine pant, hebben wy ten deele tot een keukentje , ten deele tot een refter opgemaakt. Doch de ijaapplaats, met vyf celletjes, hebben wy in het Kapittelhuis be- greepen. Want daar waren maar vyf Broeders in dezebenauwtheit gebleeven: de Prior, drie Prieilers, en een Leken: de anderen waren voor een tijd in andere Konventen beftelt. Op S. Catharinaas dag hebben wy op nieuw
bezit van het konvent genomen : tot dien tijd toe hadden wy ons onthouden in mijn vaders huis, by de Zufterkens van S. Agms', dewelke de grauwe Zufters genoemt worden. Op den eerften Zondag van den Advent heb-
ben wy voor de eerfte reize na den brand begon- nen de Goddelijke dienflen in het opgehaalde kapelletje te verrichten. In 't jaar ifóy hebben, wy de halve pant , en de poort aan de ftraat, begonnen. &ot fltf foe&ec ojpöoutoen fcati tot fóotiuenfc
Ff 5 Beeft/
|
||||
4£4 S C Η I E L Λ Ν D S € ΗΈO
geeft/ onbee anberen/ geooteaaïmtfiensegee*
hm Philips II. te toeeten in 't jaar ι $66. ... 7j* Kaï oius jpïben, <ên fa?t jaar ι s67 · %. ♦ ♦ „ 7) Karolus gltiöetl,
In 'c jaar 15168 «J, om de werken die liet voö-
rige jaar begonnen waren te voltrekken % zijn wy door armoede genoodzaakt geweeib $ eenige zeer noodige dingen te verkoopen*:. . — 5|ier te!t|$ bie-iu'ngtf! o$/ öetoeïfie/omïjefc
ïtoubeiit- o^jte timmeren 7 berffocI)t*-5jjn ge?.1
toéeftV ï©0c| / tjroo^iiien öe ööi&aöig&cit ban·
be &eiïisfto§mtv$· ai groter en g&ooter toferb /
. t 3|i»/ei*:lierfc|eiöe'seöotitoen/ en onber anbere
öe fcerft / anbolmeaïtt --gebleeben.
verdelging ^H3e 2&#>eöi»$/ fcjSjoo!* bat be l^StóSftón?
van het oen ban a!ïe Santen gefoefóig raa^ben en tierden/
konrent. 3jjniiiibits;.fto'nuettë geöïrebeii tot getjaae 1 f72,:
't-befö boo^ ben marreïflrijö ban be <^ö«?ïiom^
fr|e · '$&φβ0φ$ί&> bermaarb -$: jjetaoj&eiv'
jèaar aïJOO öe 4B>$aaf *Maximiliaan de BoiTu,
ntet öe -eê^aaitfcge be^ef ti nge / be fiaa in bit
jaar berïaatén <$abf ■ Ijtf&m ump$$$mèi$ be* btlx$zlmgm begobbeïpebietiffei! te fïaaften/ en geene oefeningen ban oenitatdpenaMi^' öieófi te berncjjten, if nn toierb echter toege? ïasten/ gmifffg-eiifyeebsamnig te trëfjben toaa* neiti niet beïofte bat gun/ sooïangaï^jgïeei beti5ouben/ öe ftöfï en Meeöereii boo^ be ^ab^ <&bergeit bt0$i$ouben.loo-jbeh;- E#aar betoijï 8'et ttnigm ttjb-baar na ngt* Mtte bat ^afeer· Petrus Kriiy-swijk i fe^Épl '·
ban biMianbent / eenige bnrger^oiJbe wÊP
toipe toj)5e getrontot pabbe\ i$ffëb#ae ober/ al^ober een 3toare mi^tmab / boogttë-^lfóaic*" firaat befcgulbigt en gebagbaart. Cïrbtói jjesn tot fteafffc tyvgtfcfatifciw&kgt bat H$ met
|
|||
m—~.——..............----------------------"—
|
||||
I: O U D Η E 1D E N. fl·??.
m^hmtit&geniniieganbeui; \*möe,J]éajeV «
flraat / in be iPieéfcijaar^ittciiiïe / ogentlp* J moe|f tefcijgriejg, ©aac op i#g|i tetrfïab ligt* Sebaiihen / eii geeft $icg naat beït '%&ag öe*; geeben Bïbaar bneEb tttyn ben W&J574 tot §)#p£ aangefielt -, en geeft get .%è'agftfj£ Jfcmfe,* bent/ 't fajelïtööo^ti^ ptft jammgdp bertooefl toierb/ niet gjoofe bigt Mnmt* j^aöerganii «^ öesanfcöe gedaante ban't öe-
meïbe föottet;bamfege; feonbent boo^ be <g£ntó
tolgften teneiftaaï beranbert. £?é gm'3in;$eii/::t
öetoeïïte naai; &ct oube fat5oen Jjetimimert en
Ögnaa boïtröftïten iqami/ $gn aanonbê enfc
goefhge mannen iïiöernimt ^ibbeii boo^bett
ι tuin en ben bbber i| een fïraat pïeit / beinelite
baarom ben naam ban be ®gbeefïraat geeft
'·■;, begonben: en fcoebetgijb^ met burget^gMseni^
ƒ beset
fêtitët Johannesa S. Maria ,, ,&Μ?Μ Jofjian^.
Rechac genatimb/ geeft eenjfra^fcge/bergart?
beïsn0 ober get (ïicgten bat? 01130 Jlébeilanb? fcge ftonbenten ugtöegeeben, ^aar fpieeïtt g£ ülbua pag. ΡΦ3. Wat het Koiivent van Amfter-
dam belangt\ dat is, doch laater als de andere, geilicht geweeft dooi* de Religieuzen der Her- vormde Vergaderinge van Holland. Doch de,,., tegen Godt en hunnen Vorft wederfpannig ge- , worden, hebben zich meéftér*van a"eze ilad ge- maakt, en ons konVent ontheiligt Men ziet als rioch de gebouwen van dit könvent, dewel- * ke geenszins afgebroken , of in andere gebou- wen verandert zijn geweeil. V . ^et bïpt bat be £>z$$Uf/ vi$ hikunH^
ban beje ianbeh / boö? Rotterdam geeft ge* fegL2e?bén Amrterdam: 't bjeïite #aar mjt te ge* toiffetW om bat i»e J^eeftgeéren uoït eeni# Imn* Ff 4 bmï
|
||||
4f6 SCHIEL Λ NDSCHE ;
bent te 2fimfïeriram gegab ïjeööen: göefoeïiiafc ,
$e $ater$/ ugt Jet ïtonbent ban faarïem/ feaar öiftimï^ gingen &ee&ett· ^U^ÖeiTe Uit get Defolata Batavia Domi-
nicana. tfi$ 'er nateganö tuffcgen ben gafïoo? en
fee ^ommmaanen ober fee ^arocj)i-recjjten / en boo#iamentïp ober get recijt tier begraaf* feniffe/ berfepgeresentoa^s ïjeeft bef afïoo^ Gysbert Venray, 300 een berfyag met feen^ioj ber^ominiftaanen getroffen: bat fee ZPmniw tonen feeself fee boo^reeïjten / boomamentlp omtrent iie öeg^aaflfeniffen / jouben genieten/ beNifce jjunne ïtonbenten te ittrecgt en in '$ ^abengage genooten, v©it berb^ag sal fiter ooft niet t'onpafle ïtoomen. Jk Gysbert Vénray , Kanonnik van de Kerk
te Lubeck, en van S. Salvators Kerke te U- trecht, l^aftoor der ftede Rotterdam onder hec Bifdom van Utrecht , make aan een ieder be- kent dat ik , alzQo ik altijd genegen ben, om die dingen , dewelke tot uytbreiding van den goddelijken dienfl: en tot vermeerdering van de- godvruchtigheit konnen ftrekken, te bevorde- ren , aan de klopfter-perfoonen.en broederen van het Preekheeren konvent te Rotterdam, voor my en voor mijne nazaaten de toekoomen- , de Paitooren van Rotterdam , vergunt hebbc en door den tegenwoprdigen brief vergunne dat ze vryelijk zullen mogen gebruyken en genie- ten alle de voorrechten en vergunningen, en ieder der zelven in 't byzonder , dewelke aan hun en aan hunne Order door de Apoftoliflche Heèren {Pauzen) tot noch toe vergunt, en op een behoorlijke form en wijze zijn toegeihan: en
|
||||
%
|
||||
Oud he D, e N* 457
en,dat de gemelde Broeders Predikheeren vol-
gens de gewoonte en de voorrechten van hunne Order, in alle lijkdienftenen andere kerkelijke bedieningen die my en mijne nazaaten,,de Pa- ftooren der voornoemde kerke, betreffen, het gebruyk der Konventen van hunne Order, die zy in de ftad Utrecht en in 's Gravenhage heb- ben, zullen mogen opvolgen : dat is, dar zy Zoo wel de fneerderjaarigen , dewelke by hen willen begraven worden, als de minderjaarigen welker ouders hen op hunne ( 3) Kerkhoven geerne zouden begraven hebben s vryelijk zul- len mogen begraven ; dat zy ook de biechten van mijne onderdanen , 'c zy in hunne kerken, 9t zy in de huizen der wereldfchej perfoonen dewelke wegens ziekte of lichamelijke zwak- heit byhen niet konnen koomen, mogen hoo- ren; en dat zoo dikwüs alszy, wie dat het ook zy, daar toe ontboden zullen worden. En dan zullen zy mijne Onder-Pailoors of Kapellanen in de teftamenten bedenken : en dus zullen zy zonder iemands opfpraak by zulke menfchen mogen gaan, en alle andere voorrechten genie- ten die zy tot den huidigen dag toe genoten hebben : dies zullen de Prior en de Broeders voornoemd mijne onderdanen en Parochianen, 't zy in hunne Sermoenen en Predikaatzien, 't zy in 't biecht-hooren , 't zy door openbare of heimelijke opftokingen , niet aanzetten om hunne begraafïenis in 't konyent of kloofter der zelve Dominikanen te kiezen, of om zulks by wijze van eene gelofte vaft te ftellen. Ook zul- len de Kapellanen zich zulks niet onderwinden $ zijnde zulks in de rechten op zekere ftr*affe ver- boden. Welverftaande nochtans dat de Broeders Preekheeren voornoemd aan my en aan mijne Ff 5 na-
|
||||
45 8 SchïklAnd^che
mzaateri de volgende 'Paftoören , voor hét ge-
rechtelijk gedeelte dat mijne'kerke voornoemd of my zelven en de volgende Paftooreri in de lijkdieriften of in de andere gerechtigheden', hoedanig die bok zijd , die in hünrië Kerk of Kon vent voorvallen , toebehoort', na het ein- digen der lijkdieriften , of kort daar na , wet- tiglijk , dadelijk en 1mëtiterdasad , zullen betaa-v/ len de helft vanal het ge-offerde , 't welk daar1 in de eerfte lijkdiënften gebffert zal worden: , uytgeiondert alleen de offer-penningen, dewel- ke in de lijkdiënften voor gerechte; mènfchen voorvallen: welke offerpenni rigen zy'gehöudén zullen zijn tenvolle aan my; of aan mijne Ka- pellanèn tebetaalen. Daarenboven zullen degef-; melde Broeders Preekheeren gehouden zijn huri- ne achtermiddag- predikaatzieri en gewoonlijke^s ftaatzien te befluiten" en te eindigen Om'trent1' twee uuren ria den middagi Behoudens alrijÜ In " het bövenftaandc, enïn alle andere zaken ,? . . ,' de gerechtigheit van mijne kerkf: en alle ïift, bedrog, en beüzelachtigc uytfjuchtén die om-( trent het bovenftaande gezochVmogten wórden, buiten gefloten.' En op dat al het voorgemelde des ,tevbetértén
eeuwigen dage beftandig blijve, heb ik den eerw. Vader in Cbriflus, Mynheer" David! ,v doodde genade van Godt en van den ApoftoliffcherT Stoel Biffchop van Utrecht, uytrnijb eigen naarii en uyt den naam van mijne nazaatën de volgen- de Paftooreri dezer kerke gebedëriy en ik bidde ' hem mics'dezeri, dat hy zich gewaardige deze vergunning en verieening voor den wel ftand! derf vrede en cehdragtigheit door zijn órdinaris ge- zag te beveiligen.' Tot öirkonde dezes heb ik den tegénwOordigéii brief döèri'BpiteÜèh'j en door
|
||||
·;
|
|||||
O U D HEDEN,; ? 459
door het aanhangen van mijn 2-egel bekrachti-
gen. Gegeven in 't jaar des Heere 14739 den vyf-en-twmtiglten dag van Februarius, öen atgjfiettjfefyuavm^ 1473* tuflfcjjen benfit* ν
öerpafïoo^ en get genseïiie ibntient te J^eeft* ï}utm mbev$b§$$n gefloten: I. Dat de verkiezing der begraaffenifTe voor regel-
matig moet gehouden worden; als ze voor twee ge- tuigen , 't zy mans* of vrouws- perfoonen, 't zy huis- genooten of geene huisgenooten , die daar toe ver- zocht en. ontboden, waren, is gefchiedt. Doch in- dien zodanige getuigen daar toe niet byzonderlijk ont- boden waren ; dat dan de overledenen , volgens het uytwijzen van goede mannen, begraven zullen wor- den in het konvent. II. Dat niet tegenftaande het byvoegzel in het ver-
drag uytgedrukt, dat de klokken moeten luiden, het ons echter vry zal liaan drie dagen voor Paaiïchen, en ten tyde der peil, of ais het luiden der klokkeri eenïgzins belet is, de lijken met de gewoonlijke pro- „ ceffie'naar ons konventte brengen, zonder het lui- den der klokken. III.' Dat de genen , dewelke zonder teftament te
maakenuyt het leven feheiden, begraven zullen wor- den indegrafplaatzen van ;hunne voorouders; zoo als 13. qu. 2.Ebron. en extra defipul. Nos inflituta*, en γ 'mfexto, cumquis, bevolen word:1 waar voor wy 'de Parochirechten, ter uytfpraake van twee goede man- nen, geerne zullen betaalen. IV, Dat het ons vry zal: Maan op onze hpogtyderi,
namentlijk van de. kerkwijdinge,- van §.ï)ormwicks dag, van 't Algemeen én PfoviricraÉ' KapittelV mètf de plegtige proceffiè buiten den omtrek van ons kido^ * ftefte gaanv1 ï|et gerneïbe fcei^ag; \$ ben 2 6, $$$$$M
1473, tiÖÖ^Da^id van Bdrgonfe, $Sifftï$p Üéï
ΜΜ$φψ·'$ο&$Μιν$ϊΉίε fee wtc'Htntocfc
genfcit ï$ef öeeft «gtgegee&en. Wy
|
|||||
mmr*
|
|||||
46e,; SCHIELANDSCHE
W" γ David vanBorgonje^ door de genade van
Godt én van den ApoftolifTchen Stoel Bif- fchop van Utrecht, maaken aan allen bekent dat wy het verdrag , of vriendelijk akkoord, 't welk tuffchen den eerzaamen man en meefter Gysbert de Vmraey , Paftoor der paroehikerke ν van Rotterdam en deszelfs nazaaten in dezelve paroehikerke onder myn Bisdom ftaande, van■(.■ de eene kant ; en den Prior met het konvent der Broederen van S. Domimcus-ordev in de ftad Rotterdam van de andere kant, is aangegaan; en zoo als het in den brief waar door onze te- genwoordige beveftiging-brief geftoken is bree- óer uytgedrukt en befchreven Haat, door ons ordinaris gezag voor wel gedaan en beftandig willen gehouden hebben: en dat wy het zelve, om de twift en tweedragt, dewelke tuflehen de gemelde partyen waarfchynlijk na deezen zou- de ontftaan, te yoörkoomen, door ons voor- noemde gezag, én uyt k'rachte van den tegen- woordigen brief, ter eeuwige gedagceniile der zake en in Gods name beveifcigen: en hebben ter getuigeniflè der waarheit ons zegel ter za-> ken aan onzen gemelden brief doen hangen. Gegeven in onze ftad Utrecht, den 26 van
Februarius, in 't jaar 1473. Én wasgetekent,
Van der SLUIS,
let gemeïfce Moofttt $ in 't iaat 15:6*3, af?
geöianbt/ m nabttfyanb tn ttn safïöu$ bm méttt 0mtt öc 3^10$ ban 't jelfoe Moofïet; binöe
ifttermelö Φρ get jaat ι f 50 Adriaan Alewynszoon.
#p||et i&mi$6$ 23jOCua'Dirk van Noor- den. *■ \ '■.' v. „
■'■< =■■ ■ v...- '■■, ^' λ- ;' :[ '■■ >'■ :'..-■■■.■■,■■ - "'." . '*■ ■' ■ t
■ '4 ■■' ■""■ ■'":··' ;■■:. . ■; ,v" '■ ,"■'■·, :■' ■ ''*"
,Λ", ...
|
|||||
O |U D Ή E D E N* 4ÓI
φρ get jaar i^ó^^oeberPieterKrooswyk
Olierfz,
* 3[n 't jaar ï S7T ÖegOn Jan Michielszoon,
een J^ee&geer te ïlotterbam / tegen be öebo^
benbgeben ber $oogenaambe $apifïen / en boo^namentlp ber ^iefieren/ op benp^eeft* fïofeï ïuffig nnt te baren, jiaar bebnji go / tt#tn beftijettnigen ban 3ijn eigen o$ber/ ber* ïmnbigbe bat aan alle tnehfcgan eene genoegd gaarne genabe too?b gegeben ; .'$ gg niet Jan, Ysbrandfz, een<0erefoL?meerb J^ebifcant/ aan 't tbiifïen geraaftt 3^ocg 'i ! jaar$- &aai? aan geeft gg Steg te <®ufcierïferK aan ben iffeï te neer ge3et; en geeft baarom fïreeï$ bm «ato* ïpen gobgbtenfï berntetigt. ï|» gefeniRte tot noobgnïp eenen Jan Gemtfz ·, betaelfce een me* nigte boï£$ aan 5tj« fnoer gab genreegen, :. ■ $a get beranberen ban Un openöaaren gob^bienff geööen be boïgenbe ^eengeeren te jfóotterbam/ boo^ ennele bergnnninge/ eene (laatste öebient: 3Jn 't jaar 1619 en 1631: Antoni Schokcn. 1636 Pau Jus Ry ft.
3638 jan de Vries, betoeiite ben 30 jftabem*
fier oberleben t§ te Wtlft.
lófo Aalbert Janfens, gefÏ0$en t^tn J %&
nnarn # -
1666 Frans Deurwaerders : te fCtttfoerpeil
gefïo^bcn ben 4.tOuguffti£; engabspaffcgetb
ban be $enbinge genomen in $obemöer 1694. Sfn 't jaar 1703 Karei Peen, 5£icenttaat in be <0obtgeleerbgeït i te ^üntioerpen oberïeben ben 17 ban oktober. Jjn 't jaar 1Ö96. Joofl: de Mongelaar, te
föotterbamgeffo^ben'ben itf.banjfe&^narm^
* Summa ruralis»
Joannes
|
||||
'·.■'■ : \
|
||||
4$ 2 SCHIELANDSCHE
Joannes van der Steen, ttlMtttbattt 0ëfïö^
bm ben ιη Sfitïg 171 f.
„ h) Johan Petrus Wellens 5 ten'MnttótCpenfflC/
ttföuttet&am gefiö^bettben r?-,<0ct®öer ίφ&.
■'ί-ίη bm onberbom ban 5-7» jaren, ., Francifcus Qicrckx, tmΚΙΐϋϋκνρβηαβΓ/ Se*
\feienttegcntxi0O?iiig be.gemelbe fiaatjie, %
Minne- -.< il. %et J&tnnebjce&er^&tootëer i$ eben al$ broeders g^ fcoo^gaoube te glotterbam opgeboittot s'ii 't iciooiter. ^g i444^(©ii&eröejjtloraiiito banbitMco*
. fïec bilSbtilieil Utmtlb^oeèmDirk vanMün-
iter $6I£ bcseibe Ml ζ 'I6ugltf|tv \ft&i ban Cee-«0oube te .föotterbaiti aaiigelimtteti tm§/
en,op ben seïfteibag in be ^egfjfiijofp-teli albaar Jet po#t'onïtei feefï ijab afgeftmibigt; ig gg '$ anberen hmg§ ltó$fc na be j^ebtlaatsie . tïgt get ftuttetbamfcge Paradys, taant 500 bjierb
get :S3e$t|ngof genoemt/ naar jet tiemeïfeö ; jparaögl .betfroft&en. '% toiérb in fee geniet ·'
be^egpgofperii aan be flsnte milti mv taar^ pejraöeii Hy was, bclgen^ ïpt seggen ban Duneanus, een geleerd ίτηαη, maar heeft:
200 van de wereldlijke als kloofterlijke geefte- lijkheit veel opfpraaks geleden j dewelke zijne leere voor ketterfch uytmaakten; doch de Bif- fchop van Utrecht, David van Borgonje, heeft zijne verdediging by de hand genomen. Hy heeft »ee(n hoekje onder den tytel van den ChrifleUjken Spiegel in de Nederduytfche tale .uytgegevenj h welk opgevolt was met hemèlfche leeringen. „ * ^n t jaar tfjp-jft geeft Joban Calioux een
:,afgeba!Ien .$S|uine^öeber / bie üen ψ&$Μ$
ngt Cljaerloo^ en oe ïiapelïe berb^eben gab /
en albaar op synïialbijnfe!) p^ebito/ 3oöan^
gen een opïo0# onber |et boin beetoeM/ bat
t Summa ruralis. * IbuL, ***
|
||||
O U Μ Η Ε DEN. *a6i
:jMf$l met $tjne öooo foftocgt 3pnoe öe&öen*
"Ui. mt Ceiïeöjoer^-ttloofïer $ te fóotteiv
bant gejHcgt in 't jaar i44r;, en/ naöet om* kiooftcr.
itfWenöer ïanöregeerjnge/ in een laage fcflo-
ïe W§mm·
IV. %i%«ïoofïer^erHarmeïg&flén/Μφ·
|,paaga Maria toegeimjo/ .$in t jaar hSx
te jfiotterbam getimmeit in öe #0^ en <0ouir* fcjje t^agejïraat. #et tóa$ «OD#0ef#?oteii njt fjtt femef itefTen. itïoo fïer ban f aarïem >- iijaatrtoe jjfeeefïei: Aalhert van. Haarlem,,· ..-te*
raar. in öe<0öötïiuni»e en$iïfar$ ^an&êtij&joi
tmiciaal oeser lauöen/ stjne toeffemminö aftjo^ mt$ fjao gegenen : 't Win tn oen noïgenaeti fyitf imjoloopig flaat ugtyttyuUt Tn den naam des Heeren , .^ώ. Het zy aan
, allen en een iegelijk , die dezen openbaaren brief zullen zien, bekent dat in't jaar na's Hee- ren geboorte 1482, inde ι f indiktie (4), den if van November, te een uure of daaromtrent, in 't twaalfde jaar des, Pausdoms van den hei- ligden vader in Chriftus, onzen Heer Sixtus, door de goddelijke voorzienigheit den vierden Paus van dien naam, voor my openbaar Notaris on- derfchreven en voor de onderfebrevene getui- gen, die byzonderlijkdaar by ontboden en ver- zocht waren, in eigen perfoon zijn verfchenen- j de religieuzeen godt vruch tige perfoonen Agatha^ Jofrans dodSter, moeder of beftieriter , Aef >
PVouters dochter, onderbeftieriter, Maria , Ts-
hrand van Haarlems dochter , geprofeflïde zu- fters, Vrfula, ^akobsdochter, Dirkje, Aalberts dochter,Eems,Hendriks'dochter, LysbetPieters^ en Magtklecntie Dirks7 ingekleede zuiters, An- na. |
||||
4^4 SCHIEL ANDSCÏÏE
na, Hendriks dochter , Maria ^ Gysherts doch-
ter, Fytje) Jam dochter, noch niet ingekiee- de zufters van zekere nieuwe plantinge , of nieuw konvent der zufteren van de Karmelyten order te Rotterdam, onder het Bifdom van Ui- trecht; en hebben heilzamelijk begeert en ten hoogfte gewenfcrft dat ze onder de ermen van onze moeder de H, Kerk, en met behoorlijke hulpmiddelen, tegen allerhande Jftooringen en quaade oorblazingen gekoeftert, verdedigt, en befchermt mogten worden. Ten dien einde hebben zy den eerwaardigen en religieuzen va- der, Meefter Aalbert, Jobamzoen van Haarlem, Leeraar in de Godtkunde, als in deze zake den Vikaris van den eerwaardigen Heer enMeefter, den Provinciaal der Karmelyten van Neder- Duytsland, voor haar zeivcn en voor haare na- J zaaten ootmoediglijk 'mChrifius gebeden dathy I haar, zoo als ze boven genoemt ftaan, en haa- re nazaaten in 't gemelde kqnvent van Rotter- dam onder de befcherminge, den regel, en de order van de heilige en glori-rijke maagd Ma- ria des bergsCarmelm, met alleen iedere voor- rechten die aan gemelde order eeniger wyze vergunt zyn, goedgunftiglijk wilde aanneemen en ontvangen. Gemelde Meefter Aalbert dooi* deze gebeden, als billijken rechtmatig zijnde, bewogen , heeft op het gezag van den Heer en Meefter Provinciaal voornoemd, van wien hy gelijk bleek voorhenen gemagcigt was, het ge- melde konvent met de zufteren daar toe behoo- rende, zoo verre als't aan hem ftond, in de voorfchreve befcherming , verdediging , regel en order, in Gods name zakelijk en metterdaad I aangenomen en ontvangen : onder deze voor- waarde nochtans, dat de drie eerftgenoemde i ", '.' ZU-
.*'■'''
|
||||
OüÖHËDB Μ. 46f
zufters van hec Haarlemfche konvent voortaan
in dit konvent van Rotterdam zullen ingelijfc blyven , en de voornaamfte en beftierfters van 't zelve zullen zijn: Ten tweede, dat de gemelde zufters zich alhier eendragtig, zoo als zetdege* ftemt hebben, zullen houden5 en vergenoegt zijn met dezelfde voorrechten, vergunningen, en voorwaarden, die de voornoemde order vef- kreegen en ontvangen heeft j of noch, op wac wyze dat het zy, ontvangen en verkrygen zalj even eens gelijk zy die in 't konvent re Haar- lem genieten: en dat ze in handen van my No- taris önderfchreven, plegtig en op ftrarïb van öngehoorzaamheit,* zullen belooven dat ze niet het mihfte hier tegen zullen onderneemen of eeniger wyze beftaan : maar dat ze gehouden zullen zijn zich in alles te voegen naar de ge- melde zufters van 't Haarlemfche konvent; ten minfte in die dingen dewelke daar behoorlijk gedaan en nagelaaten worden j ten derde zullen zy « . . ♦ alle de konventenvan haar order vry en fchadeloos houden van alle de fchulden die zy, óf haare nazaaten, zullen maaken : en zul- len haar deswegen, ten bequaamen tydè, eene behoorlijke verzekering ter hand ftellen. Ge- daan in de voorfte biechtkamer van 't gemelde konvent, in't jaar, in de indiktie, in de maand, op den dag, op de uur, onder het Paufdom* als boven : ten overftaan van de voorzienige en eerzame mannen, HugoRufcb, Jakohszoor^; en Jeroen , jialbertszoon , leeken en burgers vari Rotterdam. SJn't Seïfbe jaae/ op β Lu< ms dnss %φ
hm oe ^cijmit/ ^nrgrmeefïrr^ cu &cfytp& mn per fïaïs ftottctöam οφ ^uftcvé ta öaare G g ■ &oön#
|
||||
4^ SGHJE£.£Np$CfJJ&
men / plgj; baar oteöcn boïgrnöen fyfef
TÏ7 y Schout, Burgermeeiieren, 'ende Schepe-
nen der ftede van Rotterdam, doen cond al- len luyden, hoé dat wybygemeene overdracht te, ende om dei} lof ende eereGodts te vermeet ren, aengenomen hebben in onfer goeder hoe- óe cnde ibnderlinge befchermenifle , gelijcken onfen anderen Poorteren , die devote Religieufi maechden , geprofejfyt onder den Regule van onfer. Liever Frouwen van den berch Carmeli, ende op dees tyd haer woonflede begrepen hebbende in de Oofi- wagenfiraet, Jenden die Kipfiraet. Ende, om dat die voorn. Süileren te naerftelicker, ende te trouwelicker voor ons, ende voor die gemeen inwonénende, ende oock voor die gemeene wel- vaert vander ftede voorfz. mogen bidden : fop hebben wy hem ende heure nacomelingen uyt goedertiernheyt voor ons ende onfe nacomelin- gen , gegunt ende gegeven, gunnen ende geven alfulcke vryheden, als hier naer gefchreven itaen. |n den eeriien , overmits dat fy feer arm zijn, ende op dat die voorfeyde iiede ende Poorteren te min laftdaervan hebben mogen? foo hebben wy daeroro vander vporfeyde ilecle wegert, ge- gunt en geconfenteerc, gunnen ende confente- ren voor ons,ende onfe nacomelingen,den voorfz. Sufteren endc heure nacomelingen, datzy heu- ren broot winnen fullen mogen mit ambachten,. endp neringen , foo zy dat fullen connen ende mogen, ende vry fitten van alle fchoten van ex- ^hijnfen, ende van allen anderen ongelden, in al re manieren, alir. van onfe voorvaders gegunt iSj den anderen snfi Suflerm , g&p'°feIFp onder die derde
|
||||
Oudheden. /l6t
4s?ée Regule van Sinte Francifias, 'wonende binnen
der voor/i #«/* «*'j Gravenflraet, fonder y erna ftts wederfiggen. Voort foo hebben wy gegont ende geconfenteert, gonnen ende confenteren, dac die voorfz. Suiteren , die nu in den voorfz. nieil·· weConventezijn, of namaelsdaer 'm weien ful* Jen , alle jaren opten goeden vrydach , twee goede eerbare mannen kielen fullen mogen van onfen Poortcren , wie iy willen, ende die fullen zy ons dan aenbrengen, die fullen wy hem fetten, ende de felve mannen als dan beveling en macht geven van der voorfz. (lede wegen, den voorfeyde Sufteren hulpelick, vorderlick, ende en onderitant te wefen , in allen faeken die zy tedoen zullen mogen hebben, endefonderlingh voor hem Recht te fpreecken, te nemen , ende te geven, het fy van 't gemeen Convent, of voor een ygelijck bijzonder, inden voorfz. Convente wefende, in alre manieren, gelyckzy dat felve , zoude mogen doen , of zy tegenwoordich wa- ren, alle dinck fonder argelift. Ende want wy mit goeder gunire, by rijpheyt van Rade, voor ons ende onfe nacomelingen, den voo*rfz.Suile- ren ende hare nacomelingen , defe voorfz. gra* tien en de*vrij heden gegunt en gegeven hebben. Ende op dattet hem ende heure nacomelingen, tot eeuwigen dagen vaft ende geilade, ende wel gehouden mach worden, voor ons ende onfena-» romelingen : foo hebben wy tot eenen oircon* de defen brief befegelc, ende onfer voorfz. ftede groote zegel hier aen gehangen , in 'c jaer o,ns Heeren duyfent, vierhondert, tweeentachtigh, op S. Zaden dagh. ΦΛ geitje Ftonbettt $ naöa'ïjanö bttplaatft%■ *
t\\ ög iie fïa&sMtffïen/ öanr nu Jjtf ffltiê$i$ Ggi fimt/
|
||||
468 SCHIELANDSCHE
fïaat/ gefyagt: ban kan bit 3$ee$ju$ 3uHen
tog öeneben te f&eefcen öeöben* Zufters van V. <Pe *>w$w$/ bit naas ben berben uegeï ban <icderde ^ Francifcus ïeefben/ en te ftotterbam £. r er* Annaas ^ufiêrengenoemt toietben / Jjeöben öieu een fconbent geïtreegen in 't iaat 1441. en ba* ren geöuifï in be $'é<?abenfiraat: Op de zelf- de plaats, 3C0t*de la Torre, daar de Waaien t'hans preeken, en daar de Prins en Stadhouder zedert eenigen tyd gewoon is gehuisveit, te worden, Ulatt be$e Moofïeigufïer^ geeft be t&
geering banföottei-bam berfcöeibe b^bommen toegefïaan. s A2nes VI «$0εΟ 39«'^ 3obanige föeïigiet!5en ge*
kiüoiter.j tóeefï/bebjeïïiegelfjujfï baaren in be ^efïfoage* ftcaat: en/ om bat 3e nabetganb ben regel ban &. Auguftyn aangenomen jjeööen/ be 3$itte-3U* fleren genoemt baierben - ©e^eïbe fïaan ber* meïb in ben boïgenben ö^'ef ban ben 8 j$ag H6ot foaatin be^djout/ be2$urgemeefïei'£/ be ^tïjtpmm / en be liïmb ban töotterbam gaar onöer gunne befcBernimge neemen: en aan gaar om Jjaare armoebe tJerfegeibe boo^ recgten/ op ben boet ban be boo^gaanbe 3^ fïeren / toefiaan. ^ γ Schout^ Burgermeefteren , Schepenen,
ende Racdt der llede van Rotterdam , doen
cond allen luydcn·4, dat \vy by rade ende goet-
duncken van onfen goeden lüyden generalick van
onfe Vroetfchap , ende om den lof ende eere
Godts in der-voorfz. lieden te meeren, aenge*
nomen hebben ende aennemen in onfer goeder
hoede, ende zonderlinge befchermenifie, gelyc-
ken onfen anderen Poorteren, die devote Religicu*
* fe maechden geprofejfyt onder der Regalen des bey-
* In zyn Roomfch verKaaJ,
' Iteen <'
k ■ ■■ \. ■ ■■ ■...,'·■■ Λ. ■
|
||
O U D Η E D EN, 469
ligen Leeraers fintAuguflym, ende op defe tyf heure
woonfiede begrepen hebbende binnen der voorfz* ft ede in de PFeftwagenftraet% alrcnaefi Huyge van Pits huys ende erve, boven aen de noortzijde. Ende op dat die voorfz. Sufteren neerftelycker ende trouwe- lycker voor ons ende voor die gemeen inwoo- nende, ende ook voor die welvaert onfér ftede voorfz. mogen bidden j foo hebben wy hen, en- de heure nacomelingen uyt goedertiernheyt, voor ons ende onfe nacomelingen, gegunt ende gegeven zulcke vryheden ende gracien, als hier nae gefchreven ilaen. Inden eerften, overmits dat zy feer arm zyn , ende op dat die voorfeyde itede ende Poorteren te min laft daer van heb- ben mogen , foo hebben wy daerom gegunt, ende geconfenteert , gunnen ende confenteren voor ons, ende onfe nacomelingen, den voorfz. Sufteren ende heure nacomelingen, dat zy haer broot zullen mogen winnen mit ambachten, of mit neringen , foo zy dat zullen connen ende mogen, ende vry fitten van allen fchoten , van exchijnfen, ende van allen anderen ongelden, in alre manieren alft van onfe voorvaderen gegunt is, 'den anderen onfen Sufteren, onder die derde Re- gel van finte Francifcus, wonende binnen der voorfz» fiede in V Gravenftraet, zonder yemants weder- zeggen. Voort foo hebben wy gegunt ende ge- confenteert , dat die voorfz. Sufteren, die nu zyn of namaels wefen zullen, kiefen zullen mogen alle jaren op ten goeden vrydach-, twee goede eerbare mannen van onfe Poorteren, wie zy wil- len, ende die zullen zy ons dan aenbrengen, en^ dedie zullen wy hem zetten, ende die feive man- nen als dan bevelinge ende macht geven van de voorfz. ftede wegen , den voorfeyden Sufteren behulpelick, vordérlick, ende een onderitant te Gg 3 we-
|
||||
4/0 S C Η IE h Α Ν D S C Η &
wezen, in allen zaecken die zy te doe^ zullen
mogen hebben , ende zonderlinge recht voor hem te fpreecken, te nemen, ende te geven, het , zy voor't gemeene Convent,,, of voor eenyege^ lyck byzonder inden voorfz.Convente wetende^ in alre manieren, gelyck,zydat zelve foudemor gen doen, of zy tegenwoordich WiU*e% alledincfc zonder argelift. Ende want wy mit grooter, gunir,, by rijpheyt v,an RadeV voor onsende; ónze nakomelingen., den voorfz. Sufteren vani fint Augttfiyns Oir4er , ende heuren nacomelin- \, gen, defe voorfz. gratie gegunt ende gegeverii Jiebben. Ende opdattet hem ende heure naco-^ melingen,ten eeuwigen dage,, vaft, geftade en?· de wel gehouden mach worden ν voor ons ende 9pfe nacomelmgen: fqo hebben wy in kenniiTe· der waarheyt defen brief befegeltm ende onfer/ llede groote zegel hier aan gehangen , opten- achtften daqh in Meye , in;'t jaar ons: Heeren 1460. ■ Um Mopfiw &ab ben naam Mx,&. Agnesj
üCcötertioïjgrii^ een, <®eï\mt ban een &\ty&
ineenHapittel beu üe0ufee üanomiifclfen/
baar be J^soj ban Sion buiten <©elfr be <©bee*
.„ (ie ban-to&$/ ψ &« Agnes nonbent met geti
Hapitteï of be beegjaberinoje boo^noemb beree?
ttï0t&efc#efï,*
slachten V^H^oeöJjeefr'ereen^ AechteoKonbettt/
konvenr. mfr$t$$ft ^n^t-ïjni§ genaamb/te fcotterbant)
op be üjpfïraat seften, mt- ïtonbent / 300
a$ in ben boïjgenben $ebei?buitfeö«i ojief ugt* |
geb^HÏit ftaat / % böO£ Hiigo van Putten ett
♦ Volgens Lindebom heeft hec van ouds geftaan onder het.
Kapittel van ütrechtt top
I
|
|||
gifiisfc geitréefï m't jam: 1471;
yft Υ i%/ Wilknifz, AdrtaeW HepèttH. Stof
der Jacobz* Arent Jacobz. Marytje JacoBz dochter, Ariaen JacobJz4, ende wy Jan van Veen Janfz. en Evoout Bêndnkz* Hoen cond alle luydéiï, dat wy allé erfFgename van Huygp vafr Putte goede, die hy en fijn wyff agter' gelatéri hebben, daar wy by verfefte ende ookby uyt- kopen in geregtigt zyn, bekennen elk voor ons1 felve en voor onfe erve, dat al fuik befprefck als Huygo van Putte en (ïjnwyrFzalrVged. die Non- nen ende 't gemeen Convent van &.AagteC\oo~ fter binnen Rotterdam befproken heeft na*; inhoud der Notaris briefF en initrumentdie daar a£F is, te weten die huyfinge ftaande aan 't voorf. Convent ende daar in, en nog vyffd'halrF mergen lands leggende in BlommerfdyckJegens die La- ' zarus Capelle over , dat Wy dat den felve Con- vente en Cloofter ruftelyk en vredelyk fulleh' laten volgen en tot euwigen dkgert laten beur- ten, naa inhoud en inftrumenten fonder huil daar in te doen off late gefchieden van ons, van onfë erve ofF van imand anders van onfent we- gen enigen hinder, ftööt, moejenisóffletfelin enigen manieren, des t'oirconderi ertWant wy Sander Jacobz. y Arent Jacobz* Marytje Jacobzdr^ felver geen zegel en hebben , foo hebben Wy gebeden Engel IVilkmfz. voörfl defen brieffvoöf onste befegelen, en ik Engel' Willem fz. voorn., hebbe voor myn felve en voor Sander, Arent, Marytje ende Ariaën j by toedoen vati haere Voogds hand , om Bun bèede wille myn zegel hier aan gehangen, en ik Af iaën Heyndrikz. hcbbedefe brieft voor myn felve béfegelt, endë Gg 4 ik
|
||||
47^ SCHÏEX ANDSCHB
ikEwout Hendrikz. hebbe gebede Jan van Veen
VoorC dit voor rny ook te betegelen , om fijne beede wille myn iegel mede aan gehangen , op den feftienden dag van Novembri in 'c jaar ons Heeren \ά^%* Sfn 't jaar 1*571 i$ ^oefcei* Jan van Erpt;
J^io^ öer töerruïiere Jtationm&fien ban <êtm*
fttin I öe üoinmiffari^ ban öit ifonbent ge* tottft : ®t$$Üf$ ^Ufïee / Lysbet , Kornelis
dochter, tua|öe moeüerban't seïf&e ftónijenk
De Brood-
ssuftcrcn. fïu^/ geeft öe 2$et fcan töottetöam öoo^ oen bok
genöen ö#ef aan faier^ooö^uficrett gegnnt in ffah te fooonen: omöesiefcen/enanöeregeö^ fieïpe menfefjen/ op te paffen ; TO" Υ Burgemeefteren , Schepenen ende Rade
der ilede van Rotterdam , doen kond alle Ïuyden , hoe dat zekere devote Vrouwen , die genoemt fijn Brood-Zuflermtn ons ootmoede- ]yk verfogt ende begeert hebben binnen deefer , ilede ontfangente wefen, ende eenwooniladte mogen hebben, om God van Hemelryck ende een eigelyk menfe in fiekte ende ellende te die- nen , alfo wel in peftilentie tyden als anders, 't welk wyonfe goede Ïuyden vande Vroedfchap opgedaan ende te kenne gegeven hebben , ende alfoo wy aanmerkende zyn dat onfe gemeente Ïuyden van defe goede Vrouwen wel gedient fullen werden by dagen ende by nagten, alfoo „ fy hem nu daar. toe prefenteren. Soo iil dat wy daarom by confente ende goedduncken van onfe
, goede Ïuyden van de Vroedfchap aangenomen hebben ende innemen deeze voorfz. Zuileren , tot ten getale toe van hen vieren ende niet meer, |
||||
ï
|
||||
O U D Η E D E N. 47J
ten zy by onfe confence ende ook tot onfe we-
derfeggen, des fullen zy hen felve beforgen van lmyfe ende woonftede binnen de voorfz, (rede daer 't benende ons goed duncken fal, opdat men fe mag weten te vinden. Behoudelyk dat zy gehouden ende verbonden fullen wefen toe alle fieken en alle ellendige menfehen te gaan, daar men fe begeert by dage of by nachten j dié te trooften, te heffen ende te leggen, aifop wel in peitilentie tyden als tot andere, niemand te weygeren nog affte gaan, offenig gek teey- fchen, anders als dati men hen gunt off' geven wil, ende die niet en hebben te geven, die te dienen om Gods wil. Ende vorders om de arme Zufteren voorfz, te bedenken, foo ift, dat wy by rype raden ende gemene overdragten voor ons ende onfe nakomelingen, hen ende hare na- komelingen gegunt en vander voorfz. iteede we- gen gegeven hebben, gunnen en geven hen tot onfe wederfegginge, voor haar vryhey t van de bier accynfe een pond groot vlaamss'jaars te be- talen, alle jaren op St. Laurys dag: ende daar toe fullen zy vry wefen van alle waken, fchoo- ten en ongelden, alle ding fonder argelift. Des t*oirconde hebben wy defen brieff bezegelt en- de der voorfz. ftede zegel van zaaken hier aen gehangen in 't jaer ons Heeren 14.8)*. op den fesden dag van Augufto. ?;#; Bmibt ïtaptïlm/ btc te ïtotterbam gefïaan
geööen/ 59« öe fcolgenoe tot 005e l\ttmi§$c' ftomeir: β. Andries ftaptl/ anbwg ooft gertoemti bc
fcögeï van de feven Slapers , oefoefo bOD£ ^ s* *$*&
Laurens ftcrFt fê geöoatot/ en op ben ïjoihüm kapéU
öe %mtomftvmt eu Jet i^aosanö fjeeft ge* Gg 5 (taan,
|
||||
474 S'C ΪΨΙE LA ΝΌ S C Η ^
fïaam ïPoegin 't jaar 14*3. i$ bese Rajtèïaf*
gefWtem
Μ Sebaftiaaris napel geeft ttt Öe Lombaard-
s. seba- ftraat gedaan / totenf opöonbjtng begonnen i$
* " fioo^ oer parocgi&erïie fómtooïen te nraneelen
gegab/ a$ niet berfïaanbe/ bat 'erge&eeftt/ ja fregaïbeh be ^onbapn/ ψφΜ geïesen sonbe ibo$en, «^bereenige jaarengeöbenbe^cgot* ten gunne beegaberingent tn be3e napeiïe ge* gouben: t gan^too^e fomtogïentot getboen ban openbaars oraatsten gefyugtöt· s L b "®m geeft'er te ïtotterbam meer al$ eet* gaftSuis/ gafltju!^ gefiaan. -$ft$'ttoo? eerjïφ\ Lysbets* gaft:gu$/ ban ioien^ opnonifïe geen öefcgeib gebonben foo^b. %et geefï/ 300 a$fommtgen altgang giffen/ gefiaan ter plaat3e baar get ^tabguif tegenbaooibig fïaat: boeg boïgen$ anberen 30U get op be pïaat^ ban get tegen? to^big <&ubbinfie$ gui? gefïaan geböem mm b?a$ 'er een &. Antonis gafigu$/ 3gn*
txz gefïiegt op i^m bag ban Mariaas i|cmek baart/in't jaar 1437, gjn-fjdfoe- jaar gèeftbe jiiegeering ban föotterbam berfegeibe gunfïen en boojreegten aan 't 3eïbe gafign$ berleent ƒ tn ben boïgenben ö^tef baar ober utttgegeben s *j W* γ Schout, Burgermeefters, Schepenen ende
de Rade en gemeeneVroetfchap binnen der ilede Van Rotterdam, doen condr allen lüydeh, want die gemeene Gilde-broeders vant fint jfn- thonis gilde binnen onfer ftede, op heut zel& cöft, gëftigt ende gemaekt hebben in dèr ee- ren Godts,-ende des heyligen Conféflbris fint Anthonh) ter armen behouf, een Gafthnys: foo hebben wy' eendrachtelyck van onfer voorfzi ile-
|
||||
. '■ ■ :.:'·ί s
*Λ ' * ■ . > ."■:'■.'■■ ': : * . *-
Ö υ D η e D m m 4f$
iteden wegen , om oirbaar ende profijt» des fei<*
ven Gafthuys van gratie, den voorfz. . Gaftlnjjjtf& gegeven, ende geven , zulke privilegiën endë1 vryheden, als hier naa geichr evem fl&an. In der$ eerften, dat die inwoonende van den Gaikhuf$& voorfz. exchijie vry drinckén zullen, in dèii» voorfz Gafthuyie, een kinneken bicrs ter 'weee*. r lèe. Voort zoo wat arme luyden zyn;, 'tzy-van binnen of van buyten, legervaft werden in 'c·. Gafthuys voorfz. ende daar in ftervén, die niet?" ν en zyn Broederen of Sufteren in fint Anthmitë gilde, dat alle die luyden goede, groot end&? cleyn, roerende ende onroerende , ende onwe* rende fulcks als die achterlaten, zullen commen^ ende erven, d'een helft aan onfeftede Gafthuys* ende d'andere helft aan den Gafthuyfe voorn. Maar waart dat eenige van. den Broederen of Suftéren van fint jïnthonislgaae ftorven, in den* Gafthuyfe voorfz# zoo zoude alle hare goedéi blyven in den Gafthuyfe voorfz. alleen zonderi yemants natalen , alle argelift uytgefcheydenj Ende ora dat wy déze vooriz, privilegiën endè£ vryheden den Gafthuyfe voorfz; tot eeuwigen' dagen gehouden willen hebben, in alre manie* ren als voorfz, ftaat: zoo hebbenwyonfe voorfz. fteede groote zegel aan dezen brief gehangen· Gegeven op onzer Vrouwen avondt jiffitniptio% 'm 't jaar ons Heeren duyfent,, vier honderd fe» ven ende derticb* «tëm&slp geeft in tsm ###*#een βJafcèbs
gafftjutjei/ met tem hagelk baat aan/ gtftmm 'timmtom 8.ban #efyumu§ 145Ύ* gefficgrt^ , itOO^ Adam Janszoon Stoppelmanstn&iïat Petrusl
van Gouda, Jfofïooj ban töotteröam / 59110
totftmmt\n$ tot bt opöoufoms ban bat %φ ' , ' * "" :' - > ' ■,·'-'■ ;.;■','■.':'■ ■·'■■.' '-.ν ' , '
'■.■■·■■" ' ■'' f .■'·'. ',
|
||||
;'·/· 47tfv ScHIELAND SCHE
gu$ al beleent gab itm *i jleg 145-0* ®ψ
toeftemmingfoa^ ooft in't jeiföe jaar öebefïigt boot* ben JBiffegop ban fttreegt Roelof van Diephout: 'ttoeïft foeberom boo^ eene toefïem* tningebanGysbert van Rey made beftracgt!0t$
in't iaar 1496, ©eeerfïe fïeen/ter opbontom*
ge ban beftapelle/ fajserögeleit in 't jaar 14.97* i|et benoemen tot gemeïbe ftapeïie i$ in 't
jaar 14.81 gerreben aan be ^ehen^ ban get boo^noembe m Mobs gilöe: 't toeift boo^ 't ouöfïe giïbe ban be fïab ϊοοβ gegouöen, %et bergeeben geeft benSCöt ban β. Paulus fHböge te Ittreegt ban oub$ toegeftomen i^aberganb i$ get recgt ban begeeben aan be ^eftei$ ban &. Niklaas giibe/ en aan öe Regenten ümi jg>* Lyshets gafïgu$/ opgebjageit/ 3^e ftapeïban bit gafïgu$$in een burger^
gu$ beranbert: en get fterftgof / 't todfte b$ groot toa$/ $ ooft met bnrgei^guisen betim* inert 3£e renten ban ^Jakobs ^ίΐ^φχbm %η Jfiugufii 1584 get mH$Mi$ toegétoesen, $an m β. Jakobs gafigu$ geeft bt& Ja- kobs (iraat gaare öenaaming tot nocg toe be* gouben. SSegalben get % <eeefï-gu$/ en 't oube
fslm' gafïgu$/ $ 'er te ftotterbam een nieuöj
3$ee$ju$ Ojpgereegtj ter plaatse baar get
fconbent ber fCugufïtjneMionnen ban ouö£ gab
gefïaan*
(Cot get oprecgten en begiftigen ban bit
gafïgui^ gab be töegéeting ban töotterbam ee* ne ïoterg toegefïaan 5 en aan 't seïbe meer an* öere gnnfïen berïeents 300 a$ bie in ben bob genben $eöerbuitfegen bjief begeeepenfïaan: |
|||||
Naar*
|
|||||
O TJ D Η E D E NV 4?7
J^Aardienmyn Heeren de Burgermeefteren,
Schepenen, Treforiers, mitsgaders gemee- ne Raden en Vroedfcappen der ftad Rotterdam, de Meeftcrs vande arme weezen binnen der fel- ver itede ten behouven van de felve kinderen gegunt ende gegeven hadden de Kerck ibande ι" uu f™"W(iStfir'**i alhier , certyts toebehoort hebbende de fTate-Sufieren., met zekere huys- itens ende erfFdaar aan behoorende, zoo ver- Zogten de voorfz. Weeshuys-Meeiters, dat die vandeGerechte der voorfz. ftede gelieven wilde fcaar Juyden te confenteren 5c oude Weeshuys, rPp aan de Zuytzyde van de Hoogüract in 't
Wejlvierendeel alhier, ten meeften oirbaer ende prorhjt vande voorfz. Weezen eerftdaagste mo- gen vercoopen , het nieuwe Huys ofte Kerck naarluyde gegeven te doen maken ende bequa- «nelyk repareren tot een Weeshuys ofF Woon. huys der fel ver Weefen , en daar toe te mogen opzetten een Lorerye van zilverwerck , mits- gaders te genieten van elke Virtel corens dat al- hier vercoft werd twee penn. Hollants van elke kraam off ftalle des dingsdaags ofte marördaass alhier op 't Martvelt ftaande, een oortiiuyver, en dat tot bezem geit en andere behouften om het Mar&velt fchoon te houden. Myn Heeren den Bailliu , Schout , Burger-
meeiteren, Schepenen ende Geregten der voorfz. ftede van Rotrerdam, bevindende 't zelve ver- zoek niet onredelyk te zyn, maar grootelyx te ftrecken tot voordeele vande voorfz. Weezen hebben zyluyden (als voorftanders vande voorfz! Weezen) de voorfz, Weeshuys-Meefters ge- confenteert en toegelaten, confentcren en laten toe mitsdezen, datzy't voorfz. oude Huys cerft- daags zullen te coop (lellen en vercoopen , ten |
||||
4?8 SetïIELANDSCHE
roeeftea oirbaar en proffijt vande Weeskinde-
ren , en de gereede penn, daar af comende te beftrecken tot opbouwinge ende hertriakinge van het nieuwe Weeshuys inde We/lwageftraet, ende de toemakinge vande woonplaatfe en toe- behooren van dien , ende om 't felve te beter te volbrengen , confenteren voorts defelve Mee- fters in den name als boven, binnen dezer ftede op te ilellen zekere Loterye van Silverwerk tot alzulke pryze alft hen-luyden goed dunken zal, en fy fullen konnen bekomen. Item dat fy van nu voortaan van een Virtel corens dat binnen otCc ftad in zacken vercoft zal werden , fullen genieten ende ontfangen twee penn. Hollantsj Zullen mede ontfangen van elke kraam off ftalle die des dingsdaags off marcTrdaags op 't Mar£fc- velt alhier voortaan fullen werden geftelt, een oort*ftuyver, en dat tot onderhout vande befe- men en diergelyke béhouffcen 't Weeshuys no- dig zynde, om 't Marctveld defer ftede fchoon , te houden, enditgeduerende totwederzeggens toe van myn voorfz. Heeren. Gedaan ter Raat- kamer der voorfz, ftede van Rotterdam op den a8 Juny Anno 15-78. Me prefente J. de Ia Ry ve.
3fn i $üU Satibfl-g^ft fïaan noejj eem'ge*
cgoonanty'en; öeinefce öoo^ bt%tmübt$izQttfi riti0 ten öegoetie en m\\&t$m ban Dit Mttp gu$ 39η gemaa&t jj^ocö geeft 'er aan öe^cfiie een jMaa$-
gufë met eene haptllt gefiaan ·, 't foelft mi ber* anöert Μ in 't 3OO0enaamoe 3^otiemet$-|jui^ 25r!jaïbeii iïe feoo&remelöe #afïoo$ en W$l
öef ierDcrg jjeööen ïfê ©aDer$ gefngten imat* wk 3eiiett ïangen ttjö imt fïaat5ie opgereed ■. ',,-■ ■- 1( '■ '-. / '■: .,-■■*"■ ■ ■'■:' '" '-
■';■<■■:'' F · ■'/; ,' '■' ' - "" '" 't .'.'■'.'
|
||||
O ν ρ h;ed? ν* r 479
$0t jböa^'et? een fn fcy^emelöe #aat#e £e&o*
me$: aetoeiïte eenigen tgö öaar na een jeï* ger Deeffc geitreegen, ®atïj a$ ite 3fefngtêa genoot^aa&t foieröen Set ïanö te putnumeii; 3gn '*e tiuee j&inneöjoeöer^ ngt S^abanö in gtuiut* #Iaa$ geftomem H|tó5 geeft fóottetöam *>n ire geboomte ban Aanzienlij,
berïrBeiöe öeftige eji geïeeröe mannen te roe; ,ceerdcen|ot ιυ#ι: ban öeioellte b$ mm öe boïgenöe $ub ïen opgeeben. mers. Aernout Kievit, ngt eene ^negemeefiedpe
familie geboren/ Sieeraarin öeiöeöe Éjfjpp/ geeft een boen in aftten (Catboiijk Memorie- boek) pber öe geïoof^-berfepien gefcö^eben; ejt ben naam banTurano Vckiu, öetpeÏKesp eigen naam £$ ïetterfteeringe beömö/öaar boo^ gefïdt, 9|t! ötthierRjeijeefï j)n öeberfcïjtïpinten tuffdjejt te liatoïpenen^otefiaiitenoji eene ito^teen beïmopte fotjse beeganöeïk Φο& ί$ fiet toua$ öe bgföe maai / en met merfteïpe bgboegseï^/ te ïïoben geöjuftt bn Bc rnardus Maiïus. (^.i^ $m 't 5eïbeia?erRje/ 't toelft $eöett langen tp boo? öe ganöen öee föatoïpe ïeeften bjanöelt/ geeft Pieter Kabeiiauw, temaak J^eöiifant/ in t jaar i5<5i. metgrooten naö^tift gefcl^e* ben* i|et t$ jammeu öat 0115e Kievit, öeï#e^ 'fee fcaarfegpïper beter lütmig ban öe reeg* ten a$ ban öe teitefpe onögeöeii gaö/ tufc frgen öe bonöige beitsen/ öie gg boo^ 't oubt geloof bgfyengt/ eenige ïzttofóm geeft laaten ïoopen J öetoeïfte 500 3eee niet en Umimm: en öat Mjy metsieg ban öe beröicgte ö^ieben öer eerfïe f$au5en of öe onechte bjerïten bet* «Pnöbaöeren te beöienen/ fomtp$ tegen $ψ «en befïrgöer ttl\o?t fcgpt te fcgieten, ï&at(j öesen roem öer toeöerpaitgegeböen öe gtftfyil· |
|||
480' SCH IEL Α ND SC HE
fÈ0Ê$ fan onsen tijb/ bie be $aaft toat
ftjnber beganbelt gebben/ tenemaaï feergbelk &o;to£ ί$ Kievit gefïo^ben tn 't jaar 1648. en toa$ bermaagfegapt aan Adriaan en Pieter Walcnbiiro; , bOÏÏe %p&
berg; en in$geïp$ ngt een ^nrgemeefïerlp
gefïagt geboren: betoeï&e get toelbaren ban gnn baberïanb bniten|ïanb^ begartigt gebben. Ifèant belwjl gun gber in gun etgen baberïanti beïmibbeït toierb / en Wachtelaar, be$iïtar$ ban Rovenius, gnn boo^neetnen ban een nten* toe bergabering te töotterbam optereegten «iet goebïsenrfie/ 3gn 3η naar ©ngt^ïanb ge* troïtïten \# en gebben eenigen ttjb te ^nffek iro# gefooont* ^aat? 31)113η / boo^ be benee* rtng ban eénige <2£nftatoipen / bg ben ©0$; ban j^ienbnrg en bg be^eïf^ ^obeïingen in fcenni^ en aaiden geraant Pan ^nffeïbo$> jp 3g naar üenïen ge*
reifï: iueüe fiat» Adnaan tot 3gne bafie tooon* plaat$ geeft geiden: ener Hanonntn banbe goofbuer&e i$ geiucsjben* %n 't jaar Λ 66 ij na Se boob ban 3|eer Stravius, t$ gg tot J^nffra* gaan of ^gbiffcgop ban bm üettrbo^ ban Heulen behoren / en tot Sfóffegop ban^ia* tiopoïen ingebjpt Petrus geeft 5pe tuoon* pteat$ te J&eiit£ genomen * geeft baar eene Sianoiinift^y en get ©enenfcgaj? ban "β, Pie- ters- m noeg eene fóanannilt^b$ in g& Vi&ors ïtertte getegen: $ietlang baar na \$\$ϊ$&ψ utffcgop ban j&ent$gebio$en/ en 25i'fTcgop ban Itelfte gebnjbt: m aï$ 39η b^oeber toe- gen^ stuangeit affianb ban 3pe toaarbiggeit gab gebaald i$ gg tqt ^biffcgo^ ban Mm* * Dit hebben wy ten dccle uyt het tweede <KeI van hf't
Latijnfche Batavia Sacra getrokken» fertaaldtr." lm/
|
||||
Oud η e D e ν*' 481
ïen/ m ^anonnin ban be i&etropoïitaanfege
nerie pfétègpm ($ot bit aansiengpe pofïen bergeben $nbt/zyIeevcn
geböen $$ ben gemeenen trant ban \wH %m^nXKa «onniuuen «iet geWgt / «iet get ïtoo^ en be getijben te bertoaarïoosen j ïang$ be fïraateit . te gieren / be fïab op en neer te ïoopen/ op
öe jagt te g^an/ te teeren en te fmeeren/ ens. jHaar sg foaren Hanonnsnnen met ben naam en be baab / en ïeefben op φι &anonmft£: fiegartigben gunne fcotenfttg/ öeblgtigben öet geöeb en bc lening / paften op 5tëg jeïbeii en op gunne ïmbbe / so^bm hoo$ bm foelftanb gunnet; ebennaafïen / trachtten een iegeip te fïiegten / en op oen teg ber beugoen, en ten gentel boo^ te liegeen, ƒ €n beioijï 3·* be «eobrgeleerbgeit meefMpsciin>en
berfïonben / en boo^ al op be geloof^betfc\}ibovcr <Jc ïen afgereegt en baat* in ban joiig^ af opge*^1^ queeïtt toaren / geööcn 55 op get fpoo^ ban benvcr c c' lienenben P. Vcron beele hjerfien ober be seibe geïoof^öerfegiiïeu. ngtgegebeu. <Pie gefcgaiïen geö&ett 5*j 500 öonbig en «aar bereegte regelen berganbeit/ bat 3g aan be boo&aanbe.^cgnj* ber| ben ïoe-f afge&onnen / en aan be uolgèn? be ben reegten ioeg aangeioesen geoben, '<SMt i$ on$ peggen niet: be beftigff e <0obtgeïeetv benban on$entgb/ en baat*otibee Antonius AmaWus, öie op bit ftnlï iraeï een bubuelbe fïem 3011 berbienen/ geuöen gun be^e getuige? ιίίφ gegebenv mie be$e gefeg^feen / beioeïlie " bföb»l£ ög jiuttuen ugtgefcomen / en aan be
boo^iaantffe üatoïpe Bo^fÏen ban ^nigtp ïanb opgebjagen/ laself^boo? een gebeelteop gun bedoelt gefeg^eben ioareti / $gn einoeujli in 't jaar i 670 fcg ntaUtmtbcr tu t&ee folianten Η li «ut*
..·>■■' ,.■■ , \ ,'
:'■'■;■,-*■. . '\ ■ ; '■ Λ t V'. - - ". '" ■¥■. ■ ■'*■. . ■'■:■'"■■' :' "'
|
||||
48fc SCHieLAffDSCHÈ
fcgfgegebén. $eeïe ïuiben ban gjoot aaneen/
en baar onber een booL?ïuegtig Boffi ban Ifep fen/ $tjn boo^ get leesen ban 003e toernen toe* öer tot be eeniggeit ber ïfterue geneert-, of ten tninjïe in 't oube geloof üjonörrïï)^ berjïer&k Wtélm anberen i$ oon gun Wie neef Jakob Roos, be oubffc 300η ban ben Sfi&boftaat Hen- drik Roos en bat! Margareta Kievit, bOO£ get ïee^en ban be^eïbe gefegjifren sobanfg ®tmft
fen/ bat gg rot ieber^ ber&oïibenng ö$etiöaa* re öeï|jöeni| ban 't fiatolpe <2Moof geeft ge* bami. gelfg i§ Adrianus boo^ hm $teurbo?ff ban
Heu!en infÏaat^attengeöinint/ en öenebef$ Johan Aarnout van Bouchoril ober git ÖetUi'lib
ban féggnberg naar hm Ilaaggesonben, Φθκ
geeft gf? be $£pinge ban be ttoee jpusffelpe feiltanffen / Boudewijn Kats fit johan van
•NeerkaiTei, $&$ een bet* gelpnbe gelaten Bg*
getoooïit Petrus geeft ooit jtjngoeb gart boo^ be ^öïïanbfcge $5eefMpgeit getoont: engee*
mmoeite gefpaart om be gefegliïen tuflTegen h^cïfhc «Seeflelpgeit en be fóeÏ!gieu3e ^en* beiingenön te leggen. (Ceii bien einbe geeft gn eon/ ben 24 ban december 1643 / een ο^α* Ï0O|3i0Cii b^ief aan ben Iteulfcgen Nuncius ge* fcg?eben: en baat* in met groten ïof ban be tijjSttgeïpgdt gef^olteu, Sti eenen ö^'ef aan ben ^ifft-gop ban Hafione / gofeg^eben hm 9 · , jjBe£io>4/ roemt gg3eergetoo,?beeï/'t toelit De gemelbe üerliboogb ober be zoogenaamde Heilzame vermaningen tot de onbefcheide vier-
ders van de Aüerheiligfte Maagd gab geffree- Rem '
$| et moet ooit niet bers&eegen foo?5rn/ hat
$e fe§ beursen booi giuuie ïauï$genooren ge? ■, '■■- ■'■.._■'■■ * '' . i,, '..''■' ;"
' ■ > ■' ■■' * ■■-'·. '. ( ;■' ''*■' ■ -'"■-' ":-. .'''■■
|
||||
OUDHEDEN. 4%
(ïicgtgeööen* φηΰνν get öenaatrfïigen lian 50a
beeïe gen^ame foernen t£ Adrjanus te Heuïert geffa^ben öen u ban<§eptei«Ster ió*ó"p. tönmi fé$ jaaren baae na / te bjeeten öen * 1 ba» ®t? temöee 1575-/1^ Petrus 3gnen ö^oeber naaugefc anbee ïeben geboïgt ^n 3gn öeibegaai' / 30a a$ 3e bg ngtesfïen Mk öefp^oiien gabben/ 3onber p^aegt ög be g^ratooren lefeat^ii Aarnout , ÖggenaatHb Gerloven , een föOt*
ttttoammtc/ mmm I %mmc in be éjw
be / en jjteguliere üanonnin te ^oenenbafe hinten S^nffeï / geeft betfcgeibe öoeiien ge* fcg^betl : öetoef&e Ög Valcrius * Andreas Op
geteït ffaan/ 1|&.ί# te «S^oencnbaie gefloten
ben eerfïenJSngiifrr 144.1. Defiderius Erafmus , een tttatl bal! Ittiet!^
gsoote geïeeitgeit be ganfcge foerelb toaagt:
en bie onoer be <£5eieerben 3elfeen inoobeuban geïeeebgeit $ gefoeefi. gete jfranfcg Schrij- ver geeft in ''t jaar 1688 een gefcg^ft in be jfraufcg* tale tintgegeben/ oin be rergty'nmg* gest ban Erafinus op get fïttft ban 't geloof te berbebigen -, m onbtt be^eff# aföedbjd bese Smfp^euft / bie gn öintófli in ben hjonb gaö/ toten b^UU&tlt: Nok zal ik de meeftcrvandoo-
linge, of de aanleider van opftand zijn. ? jakob Koois (opzijn 3£anjnfcg quanfun$
Jacobus Braiïïca) be neef ban Reinier Snoy,
geeft eenige fcgiiften ugtgegeb'en / bciaeïfie
ooft in be j#eba1aübfcgc 2$aeft5aal ban Vale- rius Andreas benneUit tooien. .Willem Diemens, te ïïotterbam gebooren /
maat? ngt een «0e!betfeg geflagt afftomfltg/ Ucvcaec in öeibe be fömjteti / geeft aaneen? *' In Biblioth, BcJdca.
Hh 2 ïpe
|
||||
4^4 Aantekeningen op de
ïpe m-amptm in 39η ïtbm Mi\tM/tn$tc§
$tlhm tm naam öooi $rjsic fc^iften gemaakt. Φηϊα w ïAinfy Qttoofim ƒ m öaac ög öoo^ aï 't taaien afgefioofö/ t# Sgugtöe toereïi» öer^ troftöea ία't jaar 15-83, AANTEKENINGEN. _
::; 1. Hier zietrnen ijoe dat het afkoopen van eenige
dieren , of wat het was 't welk jaarlijks opgebragc moeit worden , oqk plaats gehad heeft buiten de lee- nen. Hoe dat zodanige zaken, op zeker geld gezet, en een roode Sperwer met eene gulden , een jaeht- hoorn met eene gulden 10 Huivers, een paar wapen- handfchoen met eene gulden vier duivers, een roo- , de Havik voor 3 gulden 10 ftuivers , enz. konden afgekocht worden, ftaat in 't H.Rooms-HoIiandfch Recht van dSirnon van Leeuwen, en by b Neofladius naukeurig opgegeven. 2. Dereden, waarom de Barbiers of Heel meefters
een outaar ter eere van de HH. Cofmas en DaMiaHus gefticht hebben, is niet verre te zoeken : want deze Heiligen , dewelke een grooten naam in Gods ker- ke verkreegen hebben, zouden naar hetichryven der Legenden ook Geneesheeren en Heelmeefters zyn geweeft. En om dat zy demenfehen voor niet hiel- pen, wierden ty /luargyres, dat zoo veel is als gelde- loos, genoemt, Ik zegge , naar het fchryven der Legenden: want zekerder befchryvingen van hun le- ven beeft men niet: en de geleerde "ïillemant cnBail- let chebben zeer wel aangemerkt dat de fabeldichters geen een leven zodanig met hunne verdichtzelen op- gefmuckt of liever ontciert en ontluiftert hebben, als dat van de RH.Kofmasen Damiav&s. Datzegebroe- ders zyn ge weeft _,* de Genees- en Heelkunde voor niet geoeffent, en herCbrrften geloof met hun bloed bezegelt hebben , daar valt niet of weinig tegen te zeggen. De Grieken , als of zy deze Heiligen niet α z.'Bock i(i. Deel* b De fvtidts Holland, c. 7, c Op den 27 v4ia Sepc. |
||||
SCHIELANDSCHE OüDHEDEN. 48^
genoeg konden vieren, hebben t'hunner eere drie ver-
fcheide feeftdagen gehouden : of , om beter te fpree- ken, van een paar Heiligen hebben zy drie paaren ge- maakt. Alle de drie paaren, zoo als zy ons weetcn te vertellen , waren broeders, alle drie Artzen en Heelmeeflers, alle drie Anargyri, of geldelooze. De eérfle zouden gewoont hebben , en gemartelt zyn , omtrent Romen. De tweede zouden gekeft hebben, en *hun eigen dood geftorven zyn , in Afie. De der- de , in Arabic geboren, zouden met noch drie ande- re broeders de martelkroon verdient hebben in Cilt- cie. Echter hebben verfcheide geleerden, ]&d Papen- broek enBovaetdf, al veelover hoop gehaalt om het onderfcheid der gemelde driepaaren aan te wy zen, en alle die Kofmajfen en Damianuffen als uyt malkander te ontwarren. Maar ik moet iet bekennen, driepaa- ren gebroeders , alle drie Kofinas en Damianus ge- noemd , alle drie voor Artzen en, Heelmeeflers ipeë- lende , alle drie ongeneesbaare ziekten en quaalen geneezende, alle drie Awrgyrt, en geen rooden duit • i(voor hunne moeite begeerende: en dit ilegts dooree- nige Grieken verhaald, .dat fchij'.nt op een gezond oor- deel af te (luiten. Althans beu ik bly dat ik zulke voorgangers, iusTillcmopt en-jSMtó?1, gevonden heb; en de eerde niet behoef te zyn in het afkeuren. va_n alle die Kofmajfen en Damianujfen. Dat 'er evenwel een zodanig paar van heilige broeders is geweeft, hoe- Wel van hun Ιενςη niet veel met zekerheit te vertel- len valt, is buiten gefchil. tVaut te Konflantinopo- len is al heel vroeg , en zoo men meent onder den jongen Tbeodofius 9 eene kerk hun ter eere getimmert. Veel laater is ze zekerlijk niet opgeböuwt: wantonder lufiiniaan was ze door ouderdom al zoo bouvalïïg geworden ; dat hy genootzaakt was , wilde hy eene kerk van SS. Cofmas en Damianus in zyn rijkflad be- houden, een nieuwe kerk opterechteii. , i'. Zoo wierd dan aan de Preèkheeren niet alleen toegedaan de lichamen der geenen, diezulks begeert hadden, in hunne kerk of in hun kloofter te begra- ven, maar ook deuytvaart of lijkftaatziente verrich- ten, iemand zou lichtelijk denken dat het Jefte een Ί In Maio png. 664*
e Boua de Rel. Liturg. I, %. c. til
Hh 3 £C-
|
|||||
./
|
|||||
4$6 Aantekeningen οι» ρε
gevolg is van het eerfte : en dat de lijkftaatzïen,
ter plaatze daar het lichaam begraven wierd, gedaan moeften worden. Doch dat was geen vafle wet: en de uytleggers ƒ der geeftelijke wetten Ieeren ons dat 'het recht van begraafïennTe, en het recht van de uyt- vaart te houden, twee ondericheide zaken zyn, en Voor twee ondericheide zaken gehouden worden : en by gevolg al heeft zekere kerk , of zeker kloofter, het recht verkreegen om de lichaamen te begraaven', ' dat ze daarom noch niet gerechtigt zyn om de lijk- ftaatzien te verrichten. Beide die rechten koomen de Parochikerk oörfprónkelijk en van rechts wege toe. En by gevolg , al wórd het eene aan zekere kerke medegedeelt; daarom volgt aanfionds niet dat het an- dere , indien het .niet uytgedrü'kt is', Ook medege- deélt word. Ja de Pauzen $ zelf, als zy het recht van "begravinge aan een'ge kl ooiier, s en kerken mededeel- den ƒ hebben doorgaansde gemelde vergunning door ' deze of diergeÏij kè woorden bepaalt.' Behoudens noch· 'fünsdé g:rcchiighèit van die kerken, van dewelke de li- chamen der overledenen genomen worden. Door die kerken , van delvetke'de lichamen der overledenen ge- nomen word* \ hebben de Pauzen jvcrigéns-'de uytleg- ^g?lig van alle Iianöniflen geene andere als de Parochi- ekerken vér,rta4il.' "£jfer, liyt is een "andere gewoonte gevolgt; dewel-
ke nóch ten hüidigen dage in Vraifkrijk /?, en in ver- jfcfiéXde kerken yaa Έ katolijke % 'Nederland , onver- ^rrèèkelijk word onderhouden. Namentlijk dat de "lichaamen der overledenen, dewelke b,y de Monnik- ken ftaaïi begraven te worden , eerft gebragt worden naar de Parochikerk ; en dat daar de zielmis word gezongen. Dit fteünt hier op dat de zielmis , vol- gens een oud gebruyk, en zoo als de Ordo Romanus duidelijk getuigt, altijd in tegenwoordigheit van het doode lichaam wierd gedaan ; 't welke, zoo als by Onuphrius KJPanv'mim onwederfprekelijk bewezen f Van Efpen in Jus Can. part. %t rit. |g, c. f.
£ TbiJ.
h Vide Mathieu d.ti^thtlnflruB.fur Ie Manml p&g· %7&
Fevret de abufu J. 4. c. 8, n. 5« & 6. i v· Eipeiiium ut fupra,
■:^M ÖiHiphr. Panviu* de ritu Sepelicndi c«io,5ciï. r ftaat,
'■.'■- ."'. .,.' ■·". ■·;- ■ : .- ■ -,; .'■ , ■■»■ '■■*■'.
.'■"■"■■ ·■■..'"·.'.- 1 ■■■.,· '" Λ- '-'·■ ■ ■ % ..'-.' *
|
||||
SCHlStANDSCHE ΟϋΡΚΕΙ?)^./ ·■ .
ftaat, ook gebruikelijk is geweeft in de eerfte kerke..
Doch / mettertijd is de gewoonte allengskens ingekro, pen dat de zielmis gelezen of gezongen wierd, al wa$ het lichaam niet tegenwoordig in de kerk. En cïus is het ook toegelaten, of met oogluikinge aangezien, dat zodanige lichaamen regelrecht gebragt wierden ter plaatze daarze begraven wierden : fehoon dat de zielmis noch al in de Parochikerke wierd gelezen. En dit heeft noch plaats m verfcheide kerken van 't gemelde Nederland, 4. Het geen hier bedongen word dat de Dórnini-
kaanen of Preekheeren hunne namiddagfche predi* kaatzien ge-eindigt moeften hebben voor twee uu- ren , is noch een overblyfzel van't oude Parochi- recht·: teweéten, dat de geloovigen gehouden w*· ren de predikaatzie Van hun eigen Pattoor, en in hun* ne Parochikerke, te galan hooren j en de kerkdienfte» van dezelfde Parochikerke by te woonen. Öm een recht begrip van dit verfchü te hebben,
dient men hier omtrent iets van de vroeger en laa- ter kerktucht te weeten. Dat de Paftoors zeker·? lijk voor de rechfe en eige Zielbeilierders vaa hunne Parochianen moeten gehouden worden , is buitengeichil. De Meeren Paflooren, Zegt mGerfo»\ Zyn volgens de eerfle 'mfteïüng van Chriftus */<? mindere Prelaaten en Kerkvoogden van hunne kerk: en hef humt bun volgens hunne flaat toe ie preeken ,de biecht te\hoom ren , de kerkelijke Sakratnenten volgepsden e'tfch va» hunne flaat, en van den flaat hunner onderdaanen , te bedienen. En 't is ook uyt dien hoofde dat de Paftoof in de geeftelijke» Rechten, ten aanzien van zijne oit- derhoorige gemeente, genoemtword de eigen Priefler. En dit is onder dé Roomskatolijken nóit in twyfel getrokken. Om die reden is het aan de Monnikken meer als eens verboden, zich in de kerkharderlijke bedieningen te fteeken, In de Synode van Poitiers gehouden in't jaar» 1100, daar de Legaat' van Pafcha- iis II. de plaats van Voorzitter bek leed e, worden |
|||||||
/ Efpcnius ibid.
m Gerfon de pofcft. Ecclef. fonf. il.
» Gap, utriuiquc Sextis cxt. de Paenit. δί RcmuX
« Toni. ι o, Goncilior*
Hh 4*
|
|||||||
éh
|
|||||||
488 Aantekeningen op ï>e
alle kerkharderüjke bedieningen, als het doopen , het
preeken , her biecht hoorén, aan de Monnikken op- gezeit, insgelijks heeft Alexander 1|;| aan de Mon- nikken , zelfs van S. Benediólus order , bevolen in hunne kloofters te blyven; en zich met het preeken geenzins te bemoeyen..:, Het paft den Monnikken metf zegt iQUlcbertus Biiichop in Ierland, te doopen, dn Kommunie uyt te·■.;eiken·■· of eenige Sakramenten aan de leeken. te bedienen \ ten zy dat ze, in gevalle van nood·' zakelijkheit het bevel des Β ijfehops gehoor zaamen: want hun beroep. is, alle wereldjche zaken, daar te laaten, en zich met Godt alleen in het gebed op te houden. Even·* .vvel hebben de. Monnikken van tyd tot tyd de handen aan de harderlijke bedieningen geilagen : Die quaade laatdunkentheh der Monnikken y zeit Paus rPafchalis II. huren wy yolkomentlijk af; ff, wy verbieden hun den doop in hunne kloofiers na dee&en te bedienen \ of, om de zieken te bezoeken f uyt hujine kloojlers te gaan \ of boet- pleegingen aan het volk op te leggen. Paus Calixtm* II, die anders goed Monniks was, EugeniustlU, Gre* gm'uslX, en tineer andere Pauzen hebben dezelfde taal gehouden, .-;Ezenwel hebben de Monnikkent door wat -inzigt" zal'ik nu niet onderzoeken, hunne handen niet konnent'huis houden· Waartoe zeker- lijk veel geholpen zal tiebben, dat de BiiTchoppen en * Pailoors, dewelke liever hunne inkom/ten op haal- den, en bungeld natelden , en'er ook dikwils be- quaamer roe waren, dien arbeid aan de Monnikken wel hebben willen oyergeeven. Eertyds, het zyn de Woorden van/*■Nicephorus^Ghartophilax-, moefl men by de Bijfchoppen gaanf$ en zijne geheimen aan hen oj>en*: haaren , om ontbonden of doorgezonden te worden. , . . Maar de Bijfchoppen, van al dien arbeid afziende, en al dat getalm ed prevelen moe, hebben, dien arbeid op de Monnikken gefchoven. Ja de. Monnjkken hadden de Biechtftoelen by de Grieken en in het ooiien zoda- ζ p Ayuil Yvon. Carnur. Decrer. part. 7, c.i f ï·
η De ftitu Ecc!e£ in Syllogc Epiirolar- Hiberm'c.
*· In Epift. ad Berardum Marfomm Epift. apud VgclI, Ital.
ücï- t. i. p. f)6\* s In Cpncil. Lateran. Anni luj*can* 17.
- t Deer. 1.3, cic- ^γ* c. r. μ In Epift, ad Theod. Monaclj* sf
|
||||
1
ScHIELANDSCHE OUDHEDEN. 4^9
nïg ingenomen voor de twaalfde eeuwe, dat Theodq*
rus Balfamon, Patriarch van Antiochïe , als iet by-b Zonders verhaalt χ dat hyaan de wereldfcbe Priefltrs te Antiochie verlof gegeven heeft om biecht te hooren , en de Zonden te vergeeven , tegen de gewoonte van de Kon- ftantinopolitaanfche en andere kerken. Eli deGrit'kfche Keizer Boudewyn I heeft de Grieken in zeker edikt beftraft, dat by hen de Monnikken alleen in 't bezit waren van de zonden te vergeeven en op te houden; zonder dat de wereldfche Priefters daar in gebruikt! ofgekent wierden. Ja de Kardinaal Iacobus deFitria-' coy durft het verlies en de verwoefting van Jerufa- lem wel ten deele toefchryven aan de Monnikken ; om dat zy zich de harderlijke bedieningen tegen alle? rechten reden aanmatigden: Want, zegt hy, het ampt der Monnikken is te kermen en te bidden,; maar niet de Sakramenten aan de heken te berechten* In de Wefter- fche kerke is het juyft zoo grof niet toegegaan: maar uyt al dat verbieden der Pauzen , 't welk doorgaans s op de klagten der BiiTchoppen is gefchiedt, blijkt ge-v noegdat zy daar ook op alle gelegendheden paften, en de kans al, dikwils fchoon hadden, om al dieper en dieper in die bedieningen te kruipen.; Over die eer- zucht der Monnikken hebben de BiiTchoppen al dik- wils hunne klagten hemelhoog Jaaten hooren. On- der anderen heeft Stephanus -κ, Biilchop van Doornik, zeer weemoedig daar over geklaagt. Maar ,■ gelijk we gezeit hebben s als de Monnikken het al te grof maakten , wierden zy doorgaans doorPauiïèl ij ke Bre- vetten beteugelt: en wierd hun wel fcherpelijk ver^ boden de biecht in hunne kerken te hooren, of het Sakrament des outaars aldaar te bedienen: welke ge- woonte, gelijk de Abt Philippus λ getuigt, tot de ty- den van S. Bernardus toe ftand heeft gehouden. Ver- fcheide Monnikken, die de waarheit; recht uyt durf- den bekennen , hebben dit duidelijk genoeg toege- ftaan. De zoogenaamde witte Monnikken hebben aan de
zwarte Monnikken in de twaalfde eeuwe meer als x Ad Canon. Apoft. cap, fi»
y Hift» Orienr, cap. 71,
^ Steptirtnus Toiriac. cp. 200 imnci84«
* De continent* Clericor» c*8?»
Hh 5· eens
|
||||
49» Aanteken ι Ho EH ο? κε
eens yerweetendat zy deeerftelingen en tienden, die
de kerkelijke perfoonen tbequamen , naar zich ge- trokken hadden. Die rechten, zeiden zy,koomen de kerkelijke perfoonen toe , de welke den Doop moe- ten bedienen , het woord des Heere moeten preeken, en al 't geen ter zalighett der zielen dient moeten verrichten. De eerftelingen\. zeiden zy vorder, en de tienden zijn hun gegeeven , op dat iy met geene wereldfche beflommeringen belemmert zijnde, de ker- kelijke ampten des te vaardiger en vryhartiger zou- den bedienen. Maar gyliedcn, zeiden zy, hoe kont gy u die rechten aanmatigen, daargyl. die kerkelijke bedieningen niet moogt verrichten ? Heeft Petrus Clumacenfis , die het voor de Monnikken opnam, daarop gearttwoordt dat het hun immers vry ftond de kerkelijke ampten te bedienen ? Geenszins. Om iets ter verdediginge der Monnikken by te brengen, zeide hy dat zy , hoewel zich geenszins met het be- rechten der Sakramenten bemöejende , echter voor de zaligheit der menfcben .zorgden door hunne gebe- den en nachtwakingen. Of dit antwoord ter', zaak e diende, of niet, daar zullen wy niet in treeden. Wy hebben tegenwoordig genoeg aan de belijdeniiïe vafr Peirm Ciumacenfis, dat de Monnikken niet bevoegt waren tot de Kerkharderlïjke ampten. > Het welke alles aldus verdaan moet worden j dat
de Monnikken evenwel vantijd tot tijd om verfchei* de in/.igten gebruykt wierden, om te preeken, en au* dere Kerkharderlïjke bedieningen Waar te neemen. Wy hebben reeds aangemerkt dat de BiiTchoppen zelf* om een gemakkelijker en zorgeloos leven te hebben, liet preeken en andere bedieningen dik wils op dè Monnikken lieten (laan. By gebrek van andere Priefters wierden de Monnikken ook om hiilpaangefproken.En om die reden meenen fommigen dat de Abdy van Gava&, al in't eerfte begin van haare opkomfte, vee- Ie Parochikerken te bedienen heeft gekreegen. Ook hebben fommige BiiTchoppen, als de wereldfche Prie- fters het te bont maakten , of niet genoeg voor hen wilden opzitten , of naar hunne bevelen niet en lui- fterden , de Monikken gemagtigt om.de kerkelijke be- dieningen te verrichten. Dus heeft S,Anfelmtts in't * Chronicon Cavenfe in Ital, Sacr, torn, i..
, begia
|
|||||
•
|
|||||
.*-■■" , ■'- * ■ '
SCHIILANDSCHE OUDHEDEN, 491
begin der twaalfde eeuwe , .om dat dePriefters ir» En·
geland hunne wyven of byzitten niet begeerden door te zenden, verfcheide kerkelijke bedieningen aan de Monnikken opgedragen. Dus is het nu en dan ge- fchiedt, 't zy om dezelfde en andere redenen ,, 't zy om dat de ge-negend heit van fommige Pauzen naar het Monnikkendom helde , dat 'er ook wel.Dekrec- ten c voor de Monnik ken zijn uytgekomen. Maar zedert het opkomen der Bedelende Orders
Zijn de hekken als verhangen: en men ziet de kerken 4ev Monnikken in de Katolijke landen alzoo opge- kropt van volk, eri meer bezet met biechtftoelen, als de Parochikerken. Het isuyt de hiftorien bekent feoe dat de Kerk , niet lang na de opkomite der laatilge- noemde Monnikken , als in vuur en vlam geiiaaa heeft door het krakeelen der zelve Monnikkén met de wereldfehe Priefters. Maar de Monnikken s zegt Mezerai d, dreeven te Romen doorgaans boven: want zy deeden de Pauffelijke magt tot vermindering van de BiiTchoppelijke zoo hoog gelden als zy konden. De Pauzen , die het onder hen niet wilden laaten, vonden 't Jook goed ruimer en ruimer loop aan de Monnikken te geeven, Aldus , zegt hy wederom, vermogten zy alles aan't Roomfche Hof, en des te lig- ter viel het hun allerhande vergunningen te verkrijgen* In Engeland hadden de Bedelende Monnikken om- trent het midden éer dertiende eenweWerkreegen, dat zy op het enkeld gezag van den Paus, en ronder naar 's BiiTchops verlof te wachten , mogten preeken en biecht hooren. De Monnikken , zegt daar op Mat". thaus e Paris, daar door ten top van blyfchap gefieigert, en *t hoofd in de wolken flcekende , hebben verfcheide Kerkprelaaten vrypoflig toegefproken; en de voorrechten, die hun gegeven waren, in V openbaar vertoont: begee- rende dat de Paroch't-prieflers hen in een Synode , of in de Kerk, voor Legaaten, ja voor Gods Engelen, zouden aanneemen. Voor af hebben de Mönnrkken fchoon fpel gehad om hunne paaien nyt te breiden , als 'er een Monnik op den PauiTelijken throon was geklom- c Vide Gratian. eauf, iS. qti» 1. c. 24, Sec,
|
||||||||||||||
d, frie%erai hift de Frxnce t.2. -\
|
'/
|
|||||||||||||
j'f
|
||||||||||||||
e Matthseus Paris ad Ana, 1246.
|
||||||||||||||
f
3r-..
|
||||||||||||||
■' *v' .',' " '■■■'■.' ■■■'#■
492, Aantekeningen op de
men : als onder AlexanderV, Sixtus IV, Pias V,
enz. Alexander f V, een Minnebroeder en een def- tig en volpreezen man , heeft den Bedelende Mon- nikken vergunt alle de Sakramenten in de Parochien te bedienen , en de tienden , als zy hun aangeboden « ■wierden, te ontvangen. Doch de Hooge Schole van Parys, door zoo een inbreuk van de Kerkbarderlijke rechten voor haar hoofd geflagen en gaande gewor-·1 den , heeft alle de Bedelende Orders, die deze Bulle niet wilden verwerpen , door een plegtig Dekreet van haar lichaam afgefcheurt. De Karmelijten, die geen magts genoeg hadden om op hunne eigen wie- ken te drijven, en de Preekheeren, hebben zich laa- ien gezeggen en het Dekreet aangenomen. Maar de Minnebroeders en AuguiKjners hebben naar Sor- bonnê , noch Dekreet , noch dreigementen gelui- ftert : en daar op is hun het bicchthooren en pree- ken op eene plegtige wijze verboden. Doch Johan XXII heeft alle die vergunningen ingetrokken, en alles weder op den ouden voet gebragt. Ik kan deze Aantekening niet eindigen , zonder
hier *de woorden van een hedendaagfchen en zeer ge- leerden g Schryver te pas te brengen. Als men den handel, Zegt hy, van de oude Hervormers (des kloo--. fterlijkeu levens) bez'tgttgt, ziet men daar in uytfihy nen eene verzaking van alle eer· ampten , en van alle wereldfche en kerkelijke grootheden, Wanneer $, Ro- bertus, AbtvanMtefeme, deCifterci-ordef, die enkelijk eene hervorming van S. Benediétus order was, by de hand ging xeemen; was dit zijn eerfle begin, alle voor- rechten van ontheffinge , en alle gee(lelijke magt-oeffe- ■ Htngen f die de Abten verkreegen hadden, te laat en vaa- ren. Hy begeerde niet dat de kloofiervoogden de kerkhar- derlijkt bedienden langer zouden verrichten >, en deed de tienden en alle andere tnkomften, die den Pafloren en Parochikerken ontnomen waren, aan de rechte eigenaars wedergeeven. Eindelijk moeften dezelve kloofiervoogden het Bijfchoppelijk gewaad, de ft af, denmyter, den ring, en alle pronkcieraaden, die door de overdaad en de groots- heit ingevoert waren, afleggen. Dan verhaalt hy hoe dat de Premoiiitreitsheeren, dewelke ingeftelt waren ƒ Meizerai in Karel IV. over het jaar 1410,
g Notcsfor leConcile deTrentc, ƒ7.69. om
|
||||
SCHIELANDSCHE OUDHEDEN. 493
omdevervalle kerktucht weder op te beuren, ineene
algemeene Vergadéringe verboden hebben, naar het draagen van den myter en andere Biiïchoppelijke ge- waaden te ftaan. Dan gaat hy wederom voort: Als men die oude hervormingen des klooflerlijken levens wil vergelijken hy de hervormingen, dewelke in de laatfte ty · den zyn aangevangen, zal zich daar in een groot onder- fcheid opdoen. In de eerfle ziet men eenen geefl van oot- moedigheit, van armoede, van zeegbaarhat en van eene ingctoge godtvruchtigheit uytblinken, In de Ιεββ ziet men niet anders als een geeft van eerzucht, van gierig» heit, vanuyterlijke grootsheit, van trotsheit: yt welk al- les uyt de ontheffingen ( van de Biiïchoppelijke magt) en uyt de by zon der e voorrechten gewoon is te volgen* Dit wil ik geenzins op de Infteiders der Bedelende order, die van de kerk voor deftige en heilige man- nen gehouden worden, geduydt hebben: en'tïalel- ders miflchien getoont worden hoe vervreemtdat de- zelve van die baatzuchtige onderkruipingen zyn ge- weeft. Ook zyn alle die Monnikken met die trots- heit en baatzucht niet beftoven geweeft: en ik zou, indien het eenigzins twyfelachtig was, eengroot ge- tal van deftige mannen konnen optellen, die alle'diè menfchelijkheden boven't hoofd gewaflen waren. Wy hebben zoo even gezeit dat de Monnikken in
't-Weften metter tijd door eenige Pauzen gemagtigt wierden om biecht te hooren : en zich van die magt, daar zy maar konden, bedient hebben. Hier over zijn byftere krakeelen gerezen in Vrankrijk : deBiflchop- pen en Parochi-Priefters, ziende dat de Monnikken, die doorgaans toegeevender en gevoegzaamer waren , haaft meefters van de biecht-ftoelen ftonden te wor- den , en (leunende op de gronden der Godtkunde, φ beweerden dat de Monnikken , als geen rechters magt hebbende, ook geen magt hadden om biecht te hooren: dat iemand die geen rechter was, geen von- nis konde fpreeken : dat by gevolg alle de biechten, by de Monnikken gedaan , als nietig en krachte- loos , herdaan moeften worden. Maar de Mon- nikken , met de Pauflfelijke bullen en vergunnin- gen gewapend, en voor geen klein gerucht vervaard 5 t Vide Annal. Steron. ad min. iiSS & 12,99. Item AnnaL
Ehcih adaiin, 12,88, Item Kouflcl. kift* Pontif jurifd. 1. i.c6. |
||||
494 Aantekeningen op de
gingen flegts hunne gang; en beriepen zich op dèzeJf*
de bullen. De Biffchoppen en Parochi-Prieirers, wil- lende en durvende niet handgemeen worden met den Paus j toonden de zoogenaamde Glojfa of nytlegging op de Pauiielijke woorden : dewelke haar bedenken al fchijnt te hebben , en menig Leezer niet onwaar- ichijnlijk zal voorkoomen; ten minfte voor zoo ver- re dat dit heteerfteinzigt der Pauzen zygeweeft. Zoo xeit dan de gemelde* Glojfadat alle Monnikken, vol- ' gens het oude recht, onbevoegden door het Monnik- kendom onbequaam geworden waren om biecht te hoo- ren : zelfs zoo verre dat geen BiiTchop of Kerkharder hen magtigcn kon om biecht te hooren, ten waar die onbequaamheit, die aan hunne ftaat eigen was, door den Paus alvorens was weggenomen. Maar het weg- neemen van die onbequaamheit was noch niet genoeg: die onbequaamheit, Zeit de Glojfa, was dan door de Paufleiijke vergunninge wel weggenomen: maardan moeften zy noch gemagtigt worden, en dit moeften y..y van den Biilèhpp of van den Parochi-Priefter ver- krijgen. Zoo moeiien zy dan, volgens die uytlegging, een dubbelde vergunning hebben om biecht te hoo- ren: eneene vergunning alleen kon hen niet helpen. De vergunning van den Paus kon alleen niet helpen: want die was iuiet anders als de wegneeming van hun- ne onbequaamheit, maar geene verleening van magt. De vergunning van den Bilïchop of Parochi-Priefter kon alleen niet helpen : want om zoo éene magt te konnen krijgen , moert de onbequaamheit eerft weg- genomen worden. Als dan door d*e Kerkvergaderin- ge van Lyons , onder Gregortm X, aan de Monnik- ken verboden wierd voor vreemde perfoonen niet te preeken, en geene biecht van vreemde perfoonen te hooren , de M'mnebroedsrs echter en Preekheeren uyt- ■ gezmdert ; zoo zijn de Preekheeren en Minuebroe* ders, zegt de Franfche Rechtsgeleerde Roujffel, vol- gens de voorgemelde Glojfa daar door noch niet ge» magtigt geweeft om voor menfchen buiten het Kloo- fler woonende te preeken, of om de biecht van zulke menfchen te hooren, ten waar dat ze alvorens door de toeftemming der Parocht-Prieiteren daar toe ge- magtigt waren. * GlofTadcap. omnis depacnir, & remiif» ta yerboalieno. ■.
|
|||
SCHIELANDSCHE Oui>HEDEN. * 49?
f, Wy hebbén in de oude brieven van onze BiiTchop-
pen, ja van byzondere perfoonen, in Batatia Sacray en in dit tegenwoordig werk , zoo dikwils gewag hooren maaken van de indiktien j dat ik my als ge- praamt vinde , om daar wederom een woord van te zeggen. Sommigen zullen mhTchien oordeelen dat het hier de eige en rechte plaats niet is om van het gebruik derGriekfcheKeizeren tefpreeken. Dat oor- deel wil ik 200 hardnekkig niet tegenipreekemmaar laat het my geoorloft zyn het verdriet van alle die wyd- loopige en drooge ftichting-brieven als door een tuf- fchenpoozing, of korte uytfpanning, wat te verzet- ten. Van de oudheiten hetonderfcheidder indiktien hebben wy elders gefproken : Wy zullen hier maar aanmerken dat het Sy de Grieken , te weeten onder fommïge Keizeren van Konflantinopolen, ieder een niet geoorloft was het getal van de indiktie, en den naam der maand, ineen Keizerlijkeordonaytzie, of in een ander gefchriftj-iiyt te drukken. De ganfche brief of ordonantzie wierd door iemand anders ge- fchreven: maar als de indiktie, en de maant, moeften uytgedrukt worden , nam de Keizer de pen in de hand , en fchreef'er de maand en indiktie by met purperroode letteren. Wanneer de Keizer Michacl PaUologus zynen zoon Andronicus tot Keizer had ver- klaart ; heeft hy hem echter noch niet vergunt de maand en de indiktie met purperoode letteren voor de ordonantzien en gunftbrieven te fchryven. Zynen naam mogt hy met eigen handen wel fchryven : maar het recht van de maand en de indiktie te fchryven was, om zoo te fpreeken, al te keizerlijk en te opper- hoofdig , om aan een medekeizer mededeelt te wor- den. Pachymeresa, die dit verhaalt, voegt 'er b by dat Andromcus zuiks niet heeft gedaan voor zyn Va- ders dood. Ja als c Micbael nu op zyn doqdbedde lag, en geene krachten 4?ad om de maand en indik- tie voor zekere ordonantzie te fchryven, heeft hy zoo veel gedaan als hem mogelijk was, en de eeffte let- ter van de maand November met eene bevende hand |
|||||||
α P.ic'iymer. I.4. £· 19.
h Idem lib. 7. cap* I. e idfm lib. 6. c. 3 r. |
|||||||
tiyt-
|
|||||||
496 SCHIELANDSCHE
uytgedrukt ; zonder zynen zoon te hulp te neernen»
Doch, om 'er· dit noch by te voegen, de dag van de maand wierd byhen doorgaans overgeflagen; zoo als by Leo d Allatius, en by DmCange, breeder ftaat be- wezen. Echter had ƒ Keizer Jujiimaan eerte wet ge- maakt , dat aan 't hoofd van alle openbaare ftukken of gefchriftert eerilde naam van den Keizer, dan die van den Burgemeefter , en eindelijk die van de in- diktie, van de maand, en van den dag 3 moeiten uyt- gedrukt worden. d LcoAllat^dc Iibr. Ecclef. Gra»corum p» 7o»
e lö Glqflar. Mcdiac Gixcic» v- Menologein, f Apud eoftlcm. |
||||
SCHIE,DA Mi
Schiedam, TjfM* onbe fyitbm Schiedamme genoemb/
waar van £ f$ eertrjb^/ en boïgen^ Melis Stoke norfjiti
^idus ge- 't jaar ι app / cm bleïi getoeefï. @%an§ too$
Boeind. fytt mfttt öe |tïejne pcöen öan ^oiïanii gere*
wttt/ mi$ aan be Jlerfoebe gelegen. ï|et
geeft 5jjoe betiaaming ban bc bïtet be -βφζ/ en ban ben bant bie öier regen be ^cjjie op0^ fooien bsa^/ öe&omen: en i| niet iiacuiig öe* vntljt geiuo$en boo| be geboomte ban be K|. Lidewiin. (i)
Hoofd- ©e Hoofb- of j^arocöi-ïterrt toa$ <5abe toe#
k«k. geimjÖt Ut gebagtatiffe ban ^ Jan den Doo-
pt r : en tii be$elbe iua$ anber anbeeen een ou^ taai* $φύβ ter ecre ban be φ; ^iebuïbtgöett Kapci van 3ö bc3eïf be ftern öeeft eeii |)?acï)tige fcapeï sMdtwyu gefïaan : brbaeï&c baar gebotte i$ in 't jaar ,1434, 0|n tmibben ban bt Mptllt fïonb een niarmere tombe ban ■&. Lidewijn : toaar 03? be öefeiptjbmg ban Jjaav leben 0cfiieben Itonb. pater
|
||||
ί ,. ' Χ -'-
Oud η ε den. 497
r ^atoijqhan Brugman, ^obinciaaïiïetllm^
tieb^eneren / öoa^ ganfcg %ölïattö foegen^ $rj^ «e: fuelf|i^ïtetiiigeit in 't teelten geroemö / en aatl tijl'Cil ÖÖÖ2 Dionyfius Carthuiianus eéiicioffe*
ïpe g$ti«genf$ to£$r gegeben/ ö^fi Ö^ 'febeti
ban gtmlbt Lidewijn tij fe ^t#nfc|i taïeöe** fcl^eben■: ge&'6enbeomtrent op De» seïfbên tp met |aar géieeft PJ^S&öi^ Henfchens en
Papcnbroek IjeÖÖen oan ïfet leliën ban ^. Li-
dewijn:, 3"öo al&3£ jjetttgtbeii bao?no?mben Brugman rgétcöftta en metaanteisenmgen o$t - «τ gegeïöert §aööen/ in ίμιη tsefii'g taerft ban öe 2£eben£ öei? i&eflsgeii gëptoatfL Sang te Doren gaö öe fteftetUté Thomas van Kempen , op jjet
bemoei oer -3te0ii!iere fóenomiföften ban <£♦
Eiizabets'tjïoofftr. % oen 25L?ieï / öe gemelfc Ubm$^cïtt$&i& «terfseïp ber&oit: imrn, beriio^te ieben$-befcS?ps%nietoeaooere torr*
ïteii ban Thomas van Kempen j§ gfb?uftt«
: DczciLidewyn of Lidewyd ^ is te Schiedam ge-
boren .op.Palmen-Zondag,:,den 13 Maart 1380; ten tijde als Floris van l4revelinchoven écn Bil-., fchoppelijkcn Stoel vanUtrecht bekleede. Hair grootvader, Johm^ was een man van ecne by- zondere godwuchtigbeit. Haar vader gieter, en haare moeder Pieternelk , die in de Kerel djchc by Schiedam geboren was, waren geringe lui- den naar de wereld, maar deugdshalve edel naar de ziel,. .Dezelve hebben hunne dochter Lide~ wyn , en daar by noch acht zoonen, JLidewyns broederen, met alle mogelijke vlijt en zorgvul-, - digheit ten. dienft van den almogende η ■Go.dc 'opgevoedt. Na dat Lidewyn zich zelve Jan- gen tijd in aljerhande deugden geoeffent hadt; is zy in 'r jaar 1433 den 1,4 van.April, op hei feeli der Hfi, Martelaren Tikirtius en prakria- \\ ' :: »*f
|
||||
4f 8 S Ü Η Γ E' L Α Ν T> S C H È
nus, zijnde den derden Paafchdag;, na; dat zy
op Palmen-Zondag teloren ψ$ jaaren oud was geworden, onder den Grkve van Holland Phi- lips den Goeden, uyt deze wereld naar den hemel . gereift. Zy is vrydags in de Paasweek, in eene kapelle aan de^ooftzijde van S. Jam kerk ,, te Schiedam begraven 5 en onder eene zerk, recht voor 't outaar van de H. Drievuldigheit, ge- kit. %n be otujeb^unte papieren ber fttrecgtfeöe
vikaryen. |^erï|e fajo^ri ten minfïe tyie ©inargen beiv ntcïb/ beiuelfte in be^aroeoi-KerReban^cljiei'
bam Qtftkljt $n geöjeefï: al£ ten eerfïe ®t èiton batl be4o Martelaren; in bebjeï*
δε/ $m$ openfiaanbe boo^ be boob ban Quirijn
Adriaanszoon, in 't jaar 15-78 bebefïsgt $ A- driaan Woutersz. -....
®e tfottüt aan <§>♦ Michiels outaar/ open
gebaiïen 000^Ijet oberlijbeu ban ^eer Adrfaan van Bieifwijk , i§ in 't jaar 15-77 bg reeïjt ban betbaïïinge begeebeu aan Boudewijn Korne- liszoon.
©antoa^'ernoejj een betbe^inarti: betoefc
fte aan 't outaar/ of ter seaagtemfire ban ben ^+lpofreï Petrus, ban^Urfuia, en ban alle
l^ilhjm lsa§ gefiteïjt. φι a ψφ ^ifearp pïagt booj ben i^oofï ban fóoning^bdb bg ©elft bergeeben te tooien. !Pu$ ïeefï men in ben bolgenbenfytef bat Udo, i bebteïite baar p&oft toa^ in 't jaar 14^7 / ee* nen Willem Sass aan be» ^oni^oofï ban ït*
mtfyt tot be gemclbe ^ifcarg boo^geb^age» geeft in Ι gemeïbe jaar 142.7. Udo, Prooft van Koningsveld, wenfcht aan
den eerwa^rdigen Vsder en Heere in ChriBus^ den Domprooft van Utrecht, of aan den Vika- ris ι '
|
|||||
sfitjJp. ΡTjpAErpj% -Ν. ;499
fis van ^melde Dom kef If e, de zalighci t inden
Heerc. 'Nadien het zeker is dat &.-Pieters:oiï- ntaar in de Paroeto-kerjkev van Schiedam , hec
jwelke tegenwoordig ppenftaat door de dood van
Sfohan 'Mkhielspoon, ons in volle gerechtigheit Jóebehoortfj;■ 200 is het dat wy aan uwe Eer-
waarde voordraagen WilhmSafs, dewelke mee «jgenoegzaame wetenfchap en goede zeden be-
gaaft is; en w,y bidden ü dat gy hem uyt aan- ;;merkinge van onze liefde ,„op de behoorlijke
form en rechts wij ze, in-'c zelve outaar wilt be- itigen. , Gegeeyen onder ons zegel\,, in 't jaar ,1417. 's woenfdaags binnen het oktaaf van Al- '
..lerheiligen.% , ^ χ$$£ '\
&t pafiörgban beQoofbftefó foierb eerttjb^ ludu
JbtMttbt ρΕφ Norbértynen j fytfmllW l!$t jjet partoor*
; ïiïoof!ee pit jlaneobiaert .genomen ioierbeit.
3f,n Set ïeben ban Ji.Udewijn, öoo|Brug-
. man Befcj$ebe.ïl /,. m böO<?,: be ..Bpllandiften Ugfr
gegeben op ben 14 ban f£piiï/ fïaan tiöee^o*
garage'f&ajioo^niet naante '-ügtgetyuKt. ■ ©e -ee&fle toa^ genaama And nes} sijntse/ geïp
iSeseitφ/ eenj^iemonfireit^-öeeriiotjteatien^
rtoae.it* Mm&ttyn ^ttt Andries geeft be3|.
Lidewijn, aï#5^ met be pefï öebangen !ag/
boo^eit Ht ö» boo^ gaarsoube fïeebeiv |jgi
ag ooit Mm Ijaargejfo^ben: en beeni!t$3£ jjetii
te bergeefë tot fjet bergoet$en ban $tUtvè on*
cecötbaarbïgöeit berraaant öaboe ; fyztft 3^
Jeni/ 50a aljï in be gemelde iebeii^efcfjL^pin*
ïge ffaat/ in be:pijnen bei* jjeïie^ien leggen.
Sfn öe piaatg ban ψψν Andries $ boIgen£
beseffde ïe|^n|&efc!}j#mng geïiomen be %eeu Johan Engel van. Dordrecht·, pijnde iii$Qtli}ï\§
een ^emöhfïeétt^e^ öait ji&anentoaet*.
|
||||
α : 3[ii 't jaar ijbo^iieseïbé'iiajïwMïeetït
bOO£ Herman Röifum^ ligt get 3ÊÏfbe ftlOOfïet
ï 2tj Hermans f fcal$ lp gebölgt Hendrik van
π Weere *;■ of van Wöert, jijttbe ÖÖi eétt '%&
nonnift ban jïlarientoaert ^éiöé %3ë Jte
flóojö sou ooft./: bei een na ben anberen/ 'TO* ten ban JHatóenniaeirt öetoo^iiett • IMartinus Dörpies ( Maarten van Dorp ) tt
j^aalbioijft geboren / i$ boïgen$ opmeer t ont*
trent ïjtt jaar tifï5* #afïoo^ ban<&cl)!£bamg?'' toeefï. ; ;■/"' \%t% 't jaar t 'fff i$ Johan deMey^r, anberjf
Hardenberg pnaamb / bte ooft een fóanonum ba!i l&arientoaert bja$/ fterftflarber te ^egie^ -bam geiöeefï. ï·--'Λ::,' nf* <Ëitlbeïpl geeft Kornëlis van Gouda get ïfar*
ber$-annjt te^cijiebam beftïeebt: maar bebai)!
§g n$t Jlcljtebam berb?eebeii toferb/ $ gem
bepafiorg ban be ^nnrfterft te fitrecgt wgfc
<<o?agen. . ... ,ÏK.$S
Latere Jb get bermettgen ban ben onben <0ob^
paftoors, ö^jiil j£ « Goyer.t van Vliet , een ^ie^ / be
-eerfïe.'j&aflooi ban ^fgiebam en ^laarbingen
geteeefi l£g foap ecrfleen|f eeïmeefïer: maar
geene genegenbïieit tot pè tronfcoen geböenbe/
i§ \y$ meteentge böo^aaft-Ö^eben naarden-
. ïengereifï* 'Öjnefcïiöien aiöaarboIfyagtgéïM
-benbe/ en totbe&in 't lasso* aangenomen/ tuierti
dÉ> totüerftöarber ober ^cötebam en be na*
föuri^e |ilaat3en aattgeffeït. ï|g bonb baar
een ontoeetenb en ongeoeffenb bolft/ 'tbjelft
gn.met.eene bonöerïpe begenbïgïjest te recgt
feeft gef^Ipen, \ . mi ·::·--;> *- 3
* TJyt een oud handfclmlt vanMarieriwaert.
1 *-%0$il· ' '" r»J ' ■ ■'' ",;·· — :»· " ;
λ Uyt de gedenkfduifr.cn der Hollandfche kerke»
|
||||
3tc$ te ^$}&b&bt - ïjaö5 ingéSptigen i $ TOS
vfpf* aï| -riiéê fan&a* Ifcfïapï fcönnen&e ■/ rp* nÉrtjéöBt ^Éöê^ 5jjnè feöéipa^t# te iSéilfe ■ ten; eti t^rift ^peoniie tmim '%ê <&tlfk |raan tcMim^Mm fj| nocflr»Tif ,*U# ï&bïfêr Wéf pafféti J|pfiate^t^j)ïi0tiffötiÊifti ééU ajWÖ eh go&tb£Ucgjti$3|aroet* beb#i#e- r^-ll/^t^'i ,-,,-ίοκ fö'BM'imföéivéiï&i&jjfe ®na%t$a&é9eit$-. t#t . ;■?*# ben - ageert föhipjpëiv' -3ii;|et= öaróteft: mfcf
3pïianisf$|è Réritè fïaafr ijetë&olöenbe 't ^ijw^ïi géjMgtensffe-itóftlfetéïlenÈi ^Gewertlvan:?VMet^
eën;:ju¥êl^Pi'iêSdr i ;deérdïkévoofdezen xeer veelèffelêzfin^eteeiieize^gtootegef^oüwig^ hei^BeefÉ iefiéé^.' ■'■■■ ■ -iü&i. -' -'*'i · ^pööï 'V'lii,-
t Berntfi3t''WèHrhaah. s, »^?%ettlettaa£^egla boHSöffleiWacelier S$$i <$>0bftu«be r > % baen^
onoei$'"iwijCcSasbout, ten tgöe ban 59η öafen !in0fcSa^7'"ftf beff M0 jjab; · genoten? 3 - <$ofr' toietb eai pteïte ban -tri geïoobigcn ög sgnèn < ï tp>'-&eöiei#4 tótó ƒ een ^0mi2ti£amer*mennifo 3Bbcï) W^'^n ï: bfe be&(aarbingêr£- oe& op* 1 > pa^é/· ignii^pe ^fte^ ban ^^èbam $& pjben bétWiïan &q?ttmti& **$?· .· si ; > ■■■. · "jëhab-teöHaas ,-teii ÜMbenaar 7 ίφΦοΛΚΐ
obeilebengto tf ban #pif 1669, |i| ^ne bööbifb^jgpneïbfc jmftegi 0003 ben »ffe!jo# τ . bèhBafföïie be^eeben aau'i 3 *s«b JïH/jsb ·< 'XoHtffi«<iiê;Waifche, ëen^otterbamniei^iftri:
^edie^in"be ^Dötöde^éit: bebiei&e ÉÜ 5 fïob^ba» #cïjïe&am $ geffoibenben lrfparf.> sepf: 'telera baen tot ^afcooj aangefïeït-Jo*;
h#n ^ö&el^en ïitrecgtenaar / ^aufTeipe # Hoii^idfci^e&diioek. 7Eft WeghaaliVa'iïjaftRI&Wéi ; -
^uo- 11^5 J^o*? ;-
|
||||
5£tö* S Gril &Erp jA ^Dff %H^
. ^m,ari(iusr VerJchiiqipp., - té ^ei jn'^aSuiiiv
gÉpfêgtftè aan il^^erfchiiurjefl 'fe$^$(g|gg^
Nomieklo- fe$1 jN &&$!& $$§90âß " Wi ' -fi JritöUIjtf Jgftg ß^Ë^/'ß^éþñßÀïïÀ hifi &&ë&&ØÌ0ú$$%
öd5# Bet ^enigen iij&> öaar Ml© t^fófïïi afe $d& ftiooffró/ in t jaar r4;^4HÉfei^éj^Ë^d
e0^Ö^^;Öi3te^CftÉö|1|»yi.Oli^r^a0fri:.'· À *
wÉe% terneere.; van ö$ Ì?.1^*Â&&$ö.0': · !$Ml
hacfE|?efl:aa^.aanE^^^ gfjwjl , alsff^et, gemeen ^éggfnili, HlS^^^i^^'^^jm
lïOïgriiSsc Þé j$ne ^^þ|^À:\>^^&^|^.^
DïKHiê&e kqmvent.v^'. Ðç/Ì0$ú%$ñç$£À#Ã*;gif-
ntfiimd £ beefi in qjeffcgj&fê? ;i44#; eeiiige^vooF-?^ rechten ffcrworvensi w»afuy;t fchiip£r?t€fJalijkend dat het daar geiHchfci-J£ n# 5. i/^wi}«lv^0pd |f| liiewel? dat in^haan^ïejcrfte leve^b^iibry.vinge a&ngft^kent ^aQtoi^^^te^siafiidf^;^^^.. den jtegel al; by '&$$&$$$ £$Ìß$ß$%Ã&& mi%|
fchien in een ander huis, in 't gemeen by ma]^r /'■] kanderrgfe>w*Qont JijeM&silv :^b$i!tj!i&tfH$ fcfjje
ktoöiï#^ 't #eifcnriQcJi;';J^idendaagS:3ei1^ir nfejj
■ gebiedidei· bSBSliSl&i^ kt^~ : jï'" oud»
|
|||
Oh ir p, ij jejDt m\Hl: 503
ouds zoo ajs^ik door Schiedammers qndeirecht
ben het Vrouxvcn-konvent plagt te hiet,en,door de nieuwgezmden verandert in een Weeshuis·: zijnde de „kapel, die tegen de parochikerk aam ilopd , door · hen ganfch afgebroken ; de graf- •ftede verniel^, en de zerk aan de -andere zyde vanrde kerk gebragt. -.' <®e$e?t: Jakob Bokel $ in. ?t jaa? 1466. m Rfgentcn
ie^eei· JanHendrikfzjin't jaat 15Γ1T- ^^ vfn-t'kon gent of &%Ut nan bitftonbent seiuéefi vènC,
..: Sfn ''tvjö&fc 1 fo*£i ïjeeffc fjiet4 aï$ <®üeefie of
J&omie-J&atir gejïaan/ Johan- Bol van 'Loven*.
,^st öïptngt $ektK tt$amtit/m 't seïöe raat:
gemaakt èaiïeenen AarnoutOlivier, oetoéfc Ü &#$$ip ftan 't jeïfce Moofïet* toa^ ,~ WX\ Hl 'tijaav* iföf 00-%rér Kornelis Gerrits-
zoon ,een ^ontoenaaE1300 a$ ög 3icïj seïiJën
l'u ^nciib^o^ööjief noenit.; f fel 3 η 't jaqfeïï j· 17^ ioa^eZuaJans oe tnoéoet
of oberfie; i?a&oit fconbentïi :r gn 'tja^c^ap igaasjei,! ö^ofef|rgoe3«fta?5
p| öoCÖfCt? bailnllildegond cnJÖatl Simon Jans-
zoon van der, j^^geraat.. Mjli$:Ü%.''t $Üftt fcOH* bent ^tp^miM oe maano Sfitïwl 15-^·
.n^apht^{^n.driks toa$ oaat oe nioeoen'tt 'tjaai:,!?^ ρ.....= ■■■ ■■: a?$i$ —* ?<>#%*
ij i|?avi|#0U^ gaat een S^ief / ioaat; in aan t
^ppafcöteèe i£>uöjent eenigë goeoemi iiefi^ofteii tooj&en:0> .-a^r.- ·.■·....·. 3 ίφ jQpnc^t reji^; kennélyc fi allen luden , dat
-'. Mc&rÈiomaj utenCamp^ Pater vanden Con- vent van fiqtg dekten binnen Delf, in;den na- N me vanden felvert Convent, Heer Jakob Bokel Parer san.den Coavenc vknüntcUrfukn binnen lh-% Ii 4, Scie- «
|
||||
£04 &ëfΗ ï É-L Α #Dr5GhP
Sciedam φ in den rsaiöêbanden felveri Conyèntè
afokw Jmop Qfhüysl ê&thïër> ende $S5rji$ Ö?tó Ofèuyè^vêduwc g \ riiinlié ende' eendracfttelïken over gedornen" s^yn Van allen guedé roerende en* deowiïependé, grftèt ënde cleyri, -^Claes'OJy 'èuys ,:■ faliger: gedachten-^ geruymt heeft rhitter doot ende va» malcandcr gefceidèn zyn , in dié '' ^$ryni$kttl&fliïïy¥weduwe tot ηörela %Hen ei-
gen hébben éndé houden fetdat'huys daer β nu ter t'ytiawqenc ,·: ifaaiide an« die'oude Delf, en- ie-mdr' (toe dat ynbödl & lulvcrwercJcey eleyno» dem Noch iiij. JVidÈgen: knts \tggëè0ihMaesi fe/^ende een halvetnöbel Vjaèrs^ftaende op een liuys ende e'fvi gelegen 'mMGaefirmt endé Bmoid die Piaiïeyébacker toebehoert\:èndé een iWM^lmÜcke i^JJDL^aera itaandéf-öp fc -hbee2 huys vander MolenfirMÏ^ tnam&ge^MeeiuM WÈfakpttt ^;en<te£tfrfcf>öht t^rs^4iaan$é op Mees die Molenaars'ihüys endéléi^é" in die>7^- mincl^^^^em'^ fi'^och bebbefrififlen alfalk^ fet}%n alsmen.iiea^bmcenen bêeRcbliiich^ is'} endé Watrym voeffz.. fel alle fcü^n betalen diè- men weet of riamaals avete'n rodehtey Item % i&iKatmn Vókfzs ZMtóe Jacöp}-J&fBiifS'doch'ter. voiriz, eenen Scepen;brief geven tó"' hohdeft pam ;Höllants te\l&ftsaviont'.-iia'aïledrnende te be- , i.aleo s end e; neicb ^eyen .dén'Goriί ven ε -'ν-sur fi η t&
Jlcchten ende ilnte Urfulen voirfz. ende > ZuM Jacüp Ofhuys dochter te famen eenen Scepen- br'icf vaaecln endetwJntiehpontgröèl, birinêqj| faieB naaftcoraende ie/betale^ "afcfë <& fönder emh eotfeliit.bfti teBniiten dCrwadrlieitfö hëB* ben, wi Heer ^énq^'U^r^Jëcvb-Züh^ éndë fé$kWi voiriz. vdeaieerbaren -Claes Dammds zaÖ gebeden dat hi defen brief ova'aösaiiertgefe- |
||||
Ö ύ "W η ίε &0 :ηι tf.Cj |S $
geit liëéft met finen 'Zegel hier a^ri 'gèlidngèftj
int jaaT^onS Heèreni'%&6. op den andérdéii dach ϊίίjüüió/ V" m 'ksw-'·1:^1'ff, ■ -' ■" )B*r&
1 '?β^φ' 8e^ 38® Allert, pkjt&7 I&ttige
$öetóèn ty tfjjfyfjfiSa ïnitté aatrt 3eïöc ftonf
Sent jaageïaa?eii i jöp al^ öie ^ ·^ ÏolgenÖé tc|iatóentwgtp^iiftr^öanv' ? , 'j^T'?" Τ ν denierilen iqe befpreeckt hy ?Gi>d almacK-
tich zynen zyeï, énde zy rïén licliaem tér ae% '"' 'ït'em hóch foéis^yn uterife tviljë^ aaJt'al'al-
füickè pèrinyngeri iéridë guëden die hém Beftör? yeti"'waren van v^èr e^de mobdèr zaliger ;ge« dacjhtéri 5 ^^£p^rf^ffin^.£Q^:1^:'. \f', 1 ftëffr '"''no'cjn mèüe ^^m^^bncT^^ipp^vIn
myn eerfte MiiTe^heve je'Heèi*[^HlèrfrBnmi Ψοίτβ.: énde befpVee'ck ónfe* CóMéht' van, fint tTrjttien%fnnen Sciedarm;,; voir my èride ^yrisva^ clérs èhde moeders, èn^e bnfer ^ne'ödeü zielen, otó yolr*ons te Bicfdé'^welïe|c. "' ";'\: Κ '■ :ÏUm noch béf|?iëècicic weeT ïatïeff vóïrfz, óns
Conventdie drfe pontHölikrttS^ Ïsj^rsΛ, erllike repten * ghdêgènffiMees Heinficfz.. \yonynck: J (fair voir fel* datf voijffï^ConVeht fehénöüdén we* fe.n:alleejaars tph twige'n' daghen κρακ&ν éndë të hótidên eivigë membry voirπΐνη. endè* myneri Vader' ende moeder zielen, ^ëèfmtoë$οίϊ WMÏ* gtiï m^nzuiÏer'ria^riaift^ ffldrigefrmyii fulf^er ajfpe lange, als, fi leeft fel .,pntfangetfvtó
dw^^mëSSSffiief6ti0i é^^pai^öflof^ïiSrits ïsjaiiififV ettdé na Ïair félt'blivciiï^ihVoi.rfe. Coh· *^ί$ψΕ 'pbfch foe:: ift 4inyn uteriïé Sv'iife ende: bë-f
föifcebk öiis Gonvenreens cén pont gróet Vlaemé
3üir Ij j. tpt. |
||||
$o6 Sc hi ex.α ν ds c η ε
tojc^en ^tt%|SO ii>t ghemeen , dair yoir.j fellea
ghey^p, 's die* Pater' ende.Mater alle die' Sulieren te 'famen ghe ven' eén ghërneen maal, tendé zy feilen voir hem bidden ten ewigen dagen. . Jtery noch befpreeck ie een pont groet den .Convent vóirfz, om te copen een b'laeu farek ooi £$ legge^O:ju:;graf als ic'doèt'beri, "> % ' j»^»*nocn Befpreéck ie Mart gen myn ruiter,
myn belle huyck Van myn "éerfe MiiTe"ghe-
houden, r -^ « ? . .·-. , w ·. . > t #·
. Item hpch befprëeck ie ónfen Provifoer van
Schyelanc een floep wyhs. '
//^.{noc^befpreeck, ic..Hjeer ^lkrt Piet'erfz.
onle Con^ntrybirrz. een filvèr lepel. die my b^êxprö^en is. yanVMët-woxii, zilt; gedachten...'..,' ■ïtétksno^t ^efpreeck^ic $&« Pieter^.. myn
broeder >ep Jje^agóa y^eren ïiJfeen-, twelck 'ie gecolt heboe^van Koert, t -,--,·*
//f^myn^^ecutoers pG^^ftarpentoers var) ter β. mynen -Dioeügcj ^n«i|-"die pater, y^ir^
b^ipreeck ie.«ede; (et iefbjen ν,ςίτ zyne tarb.eyc dierhlyer^n^cp^ ^ e,nde g/^ PMterfz,. felJiepB^ voir zyrtena^b'eyt dieSyèr.enJcael,'L· ~ |
||||||
rnent ygUfig$ zeg^en^oEdc^ri.wide ,„,jf5er^
myn, utè|% $$|5fc daLdat #'%j^j<^WJHf'|j
Cpnyèrjjtr^è}p.' ypjr^eno^m^en gftedpq* «ζ fim,ei} ^ltim ζφ defe feke tytfoe £é.hbcfl,.Ο^,'ξ^
%erfz»; ende Τ^ηψ ^ffmdt* ,"de^i /ftlv^n^'Co^yen^ vöirnd gtegeven cnde gnem^ecc. tot een emge teöa,rnent oec alfi^lcke i^ppnt^olTbnts? ^gBe- l^cr^ In§.eri. y^ijfz. WQny^^4air voiriiatjCpn^ ;*30j ? i 1 * ven^
|
||||||
v^ifg^^efen grjebpuden te doenjw.beyde,.
ewigê mêrnory alle jairs op hare fterrFdachj. mqr dffp' rpnteη feilen zy, pntfapgen 'alfpe lange alsfyvbGfck in levendeVlyi> zyen^ ^ ";'^.;~.Λ '%m
ri%n:}§ gieter .> .,>, van Schiedam .i; . . heb
di^.ajtfe^ i^terwijL'hei}. |*efchiede ," Bygewoont, ge^ierj^ ,,en gehoo^, $'i het welk ik met eigen haji^&i^eiiwge« tm&yérAkam van -deze geloof* f waardfigè getuigen: VietèfOtgeruszoönvanHaar^, tem**iWk Awnout'BM^mkszfion^an Schiedam \am' - , . zevenden van November,, enz. : ^,r. .-?x */■ ..·;,.. .4 v!* j-j. ■■ ' ■· > »tiit. ,·»»* ', ' 1 ..ï...s-i;s. 1
J|ipb§f ir^«i^eiï^ïiiiit|cgen Öftef «toet ά
S^fiaiflfÈiien;:- -^■■■'^i :. i$miM rit v.-'i
- Y^iiïvfereyen" GerechteJtpic rif?en ■racdé ende4
dejite^nej, Hoejr g||"^54wf*"^ffeig^%i ai- Ie;..tgui|ï| l&ïjt^lfedÈrfcËWf^rai} 4ftfu^*tö be^g^eden voeriv^Hiie^e^ais^y^^f IQwceï^ Bfoederefï^u&c Qoü^^^ alfoe ^e||djy€ken f^B^py^Moet @%(W^lfetó be^ij jb^hcgideniden*Ambach"t-h^
^$fmQ$$i$wr)--.yan -wQsrt te moert &w& geac-J cordeert,■, uyt pmncipaelvmnejjk by m$,'? , t^^;.i)pp^me(ti^fój^^,to^it. Aarnou t.
Oliviers ÖJghfiS^t %^j^jnten;;\^f^rem§ZQo.n" · van HaiTe lV bmtrctó i}ét jaSF1 ff & $mwWitif> 3[n een j}anofcö#t ban oen mtmfytftljm sa η η ais
SÖiffcJop-Joris van Egmond, 'tliSflft OnöetMltg kowuti
ïjmifï/ fïaat een ftonbent ban fiujjufïijner-
|
|||||||||||
>? α α nous
/
|
|||||||||||
L
|
|||||||||||
------
|
|||||||||||
O
|
||||||||||||
ScÉIEÏA&ÜgÏlïE
|
||||||||||||
iiomteji èetnuio/1 &eB ben; naam MiïbUn
■ψύί&ΜΕ'Μ WüjMftuBf ιΜβ$Φ^φφ^'
Mik genaamb; in t tbeiïtéf ieïp td % $e$^e phöfdpp: aahgeteftenF ffaat· / cerie ijsïmtn ι f49 feeftïecötO0O|':eeifëtt Piifiips 3Sfiklaa^SórJ;;;
UtffiËÉ 'tefboit oiitóe^i#öïii;tótf'll^1
Begijnhof: ! i©*freft'k4 ten &ciföu$f- ste$aiin> P«f '· Gerrit,Jak.obszopn, .te^fearoitlÖCngeM?*
baar ütr bc nooöïigc tocteitfcga^eïi^en^öötif^
talpan1 otpP^nfWfilï^3!!^ W Öjp:
tift^SöWpte ogn^^ai^beiietêïöa^ïscefe:1
te irieWtt?ftëtfièfitór ifiibWjfeipifltóWffeflp,d
getijben";ïè pföen/ Wöfe W0Petf^B?0O&t* iWrltfiÉWte'' pnbe^tófit"i';'';i ^
r^SffgenMjb öa^&ri? ορ boo^ bic ban be nieutoe ac$mbiteit te Jtóebant lelp mi^ftan* |
||||||||||||
Ü ϋβ^ wtiftwi
|
||||||||||||
>%9:é
|
||||||||||||
Α Α Ν-
|
||||||||||||
-nw'n ^' Α Ν T;-E! ΚΕΝΙ Ν GE Ν.
u °if; Pletêr Opmeer3 in zijne" hiftorié j* vart de Hoi-
landfche Martelaaren.,befchryft dezuiriigheit, naar- "ftighèit, en andere goede hoedanigheden van de Schie- dammers op eene zoo bevallige wijze, dat ik my Verpligt achte zijne woorden ten dienite van denLee- zer, alhier te verduit'fchen. „Indien 'er eenig volk „ fs ónder de Batavieren , welker zuinigheit ook aan „jPïiuItislovins bekend is ge weeft, 't welk de voor- tdeden van de fpaarzaamheit ver (laat, zoo zyn het .„voor al myns oordeels de Schiedammers : want ,, hunne deunighcit, in'tbefnoeyen van allé onkoften, „is al van ouds geroemt door het gemeene fpreek- „woord; Schiedammetie draogbrood. . , De ingezete- nen zyn vernuftig, en vyanden van de ledigheft. „De Vïilchers zwerven doorgaans met hunne fche- „pen op de zee; en begeeven zich zeer vlytig totde „ riaringvangft. Veele van hen dry ven iirerken koop- „ handel \ de voornaamfte bezïgheït der vrouwen is, „netten te breyen en te verftellen : de kinderen wor- 3, den meeft aan het kemiip draayen gezet: ja die jon- „ge jeugd word van het fpinnen wiel niet verfchoont; „ of word aan eenïg ander werk gezet, Dewyl „men dan aldaar niemand ledig ziet loopen ; zoo „ziet men der ook niemand van huis tot huis gaan „bedelen. Zy leven doorgaans van wey of getapte „melk, en van pekelharingen en bokkingen, of van „gezoute vleefcb of vifch , die zy in hunne kelders „ bewaaren. Het gebeurt zeer zelden , dat ze by mat- „kander goede cier maaken, of hun hert met eeteti 3, en drinken eens ophaalen. Men zou zweeren dat „ze de manier van'huishouden, dezorgvuldigheit en „ de naarftigheit van de Mieren geleen hebben. Ook ,-,zyn de Schiedammers, ten tyde van onze Voorva- „dererj , berucht geweeft door hunne getrouwigheit „aan den Roomfchen KoningMaximiliaan\ wanneer „dezelve Frans van Bredenroden , dewelke Rotter» „dam bemagtigt hnd, gewapender hand vervolgde. ^Tefgédagrenis van deze getrouwigheit, plagt men *:'"■« Dcc2ci. %i lib. %/■■ i;·"ein-
den
|
||||
' '\- ■■"■■■ \:y '■ ' '"'■.-■■ - ..---■.-:- ■ ^ ■ . ■■
&IQ ScHIEL4-ND&CHE
W ''■■· ■;' *'- »'· ts wil FJ U -: -. i
» „den 14 van Februarius een plegtigen ommegang te
3, houden, TjMaar dat deze itad _geenegeleerde man-
„ nen voortgebragt heeft , daar het derf ingezetenen „ nochtaps aan -geen- verftand ontbreekt , dat njoet j, hunne "deunigheit yoPrnamëntlijk geweeten" woc- „dcn; en ten deelen ook hier aan dat ze gf poter ach- ,, ting hebben vopr eehe uytileekehde· vrpomhejf eh ^deugdzaamheit, als voor een uytmuntende geléerd-
3, heit. Hier door gefchiedt bet ook dat zy,· dewyj [ίγ „hunnekinderen zelden totPriefters opvoeden,door- „ gaans .genootzaakt zyn vreemde Prieliers tot het ver- dichten van hunne kerkdïenften te gebruiken : 'ï.h- ,, dewelke zy zoozeer niet eehe zonderlinge geleerd- 3> heit als een goed leven, en de ervarendheit in het 5,zingen, vereiiTcheiu' Het geen hier? van de getroü- "wigheit der Schiedamfche burg-ren gemeldt word r ftaat by Boxbornius wydloopiger verhaalt. Maar vol- gens de gemeene Kronijk, die het veel wydloopiger en omliandiger verhaalt, en ZhuBoxbom enOpmeer hun verhaal uyt getrokken zullen hebben, hebben de . Schiedammers zelf geen deel aan dat voorval gehad. De
bezettclingen , zijnde een deel vreemde en wilde ga- iien, en doodvyanden van de Hollanders, hebben de bezetting van Rotterdam in zekere gelegendheit ge- ilagen. Hoe datde gemelde bezëtteljngen van Schie- dam de Hollandfche burger y.t, die uyt alle Holland- . 4che lieden tot het beleg van Rotterdam'tzamen ge-
komen was, in alle gelegendheden iarden, tergden, quetiien, doodfloegen , ja eenen aanflag met de'be- zettinge van Rotterdam ge maak t hebben om Schiê- ,dam , en de gemelde burgery der Hollandfche ftéderi, jn 'svyands handen te leveren, kan in de voornoem- de Kronijk nagezien worden. 2. Eeue vierde vtkary , oftenminfie een van de
drie by den Heer Auteur vermeld , is geflicht door iPhilips Heer.van Spangen, dewelke in 't midden en
,het laatfie der vyftiende, en tot over het begin 'der Xeftiende eeuv/e heeft geleeft. Zie S. van Leeuwen ;,13at. ïllufir. 3. Dit is aldus toegegaan : Heer,Qerftt, gelijk in
't werkje leezen itaat , wopnde te Schiedam , daar de Hollanders ëene talrijke bezetting hadden leggen. JKenige krygsknschten, verftendigt dat zich een ?ï\q- i fter
|
|||
é
Ï U Å» Ç %D Å Í.£> 51*
fier in de ftad ophield,. iyn 'm 't midden van dea
nacht met eenhelfch gedruys op zyn huysjeggvajlen; hebben het opgebroken, en alles, wat 'er >Jos; of vaft was.y- geplundert of aanitukkengeilagen.' Heer Ger- rit lag van kommer , hertzeer , en ouderdom half 7,iek , verwachte niet anders als een wreeded.opd; en liet niet na zich zelven tot èene oiferhande aan den Heere op te draagen. OndertuiTchen koomendie ru- we gaften in zyn kamertje aangeiioven ; daar zy, al wat een razende en helfche haat verzinnen, kan, op een man van feftig jaaren tewerk ftellen: fommi- gen ilaan hem met hunne degens dat het davert: an- dere geeven hem ftokflageri op ftokflagen : andere wederom beuken hem met hetgeveftvan hunne de- gens; tot dat zy zelf, van al het liaan en beuken ver- moeit , en hunne heldhaftigheit op een man van feftig jaaren betoont hebbende, hem voor dood of halfdood laaten leggen. Daar op is hy 's anderen daags met een fchuitje naar Delft gevaren ; alwaar hy by een gering perfoon, maar die een chrilteh hart in 't lijf had, met name Barent'Janszoony huisvetfing heeft gekreegen; en na eenige dagen van pijn en ongemak geftorven. Hier nevens nog eenige Paters Preekheeren, die al-
daar ook een ftaatzie bedient hebben : Gafpart Luypaart s te Schiedam overleden den ij
July 1636. Adriaan Mutfaert , aldaar geftorven den 16 SepN
1664. Petrus Muiiers, ftierf aldaar den io Nov.1680.
Andreas Melyn , aldaar, overleden in 't jaar 1711·
|
|||||
VLA AR-
|
|||||
'
|
|||||
«
|
|||||
5T2 ScHIÉI/A&ÖSCHÈ
"'.■■. "<W Vuhl]":! f <:: liVV., l/i '*.·': > U.:" :>5 Π< ■ r
Vlaardingen,
oude mam \7%mttoinum/ oj> 5ön1tatöiifcö Fiardmga,
van vlaar- V :m JU ÖC Olltie ÖOèSeil# Flardiringa f ι), bja$
dlngcn* '/ be $$t/ (i) 300 a$ get gemeen ^ögeiï $/
fcban öeeerfie^abenlsaniloliöoö: en i£ (?)
baarom bsïibjü^ boo? ^toUanb jeif genomen ge*
taeefï. ^n een oud berö^ag/ tuflefien be Ifl*
Üp'tmtr <£pteriiac8 en ï)et 25ï$bom ban fltrecgt/
too$s $!aarbmgen op be eerfle plaats (4) on-
öer byf moeberteften genoemd %ti 't jaar
ιοί3 geeft get/ boo^ Set gcfïabi'g aanftïetjen
öer ftrootiten/ 3ijne muami berlooren/ eri$
aï$ tigt 3JJ0 eerjfe plaatse (f) ber3et: 300 bat
Jet a!tjjan$/ ten itieefïebeeïe/ flegt^ beiooont
loo^ö ban een öeel bij|cl)er$. 3|et ψ anber^
niet ψιαίίβ gelegen ttn ftoopijanbel ·, td$
ieggetibe aan be jfeaa$/ baar (jet bioebje be
. * %kv 3ijne öiateren in ben |laa#coom «gt*
fïo#.
%£t $&&$&&&,txto$ ter gebagteniffe ban
pêrochi- ^tt geïoof^eener feer ïariben/ ben geiiigen
Wijiebforduff, ingebjijbt. || et bergeeben ban
be ïtérfte fïonb aait-' öen · 5Höt ban Cgmonb: boo^ fcoien oof* bettuee bttogen/ te toeetenbie
Vikaryco^ Üatl g§> Margarecaenbattjj» Petrus, bergeeben
" toieröen. ©eselbe J&arocjji-Rfrft pïagt ban
onh$ boo£ eenen jpafioo^ en tfeee ^iSariffen bebtent te too?b$n. «fêen ban ft^t gtejïoren geeft eene itapel gefïirgt in be ongelegene Utm* te-beenen; bebiéllte boo^ be "J&f!oo$ ban ©ïaarbinge tolerb begeeben. ■ ■ * , Ι
* Alting part. z. 'p. f6. *
|
|||||
/
|
|||||
O Ü » Η E » E N» ftfr
&t bifór» bim &'Margkretó> oaenfïaattbéVikariiïcR
fcoojben aflïanb ban Willem Jooiien, ri^tfiP
jaie ifijó. Öegeeben aan l|eer Gemc·A- driaantz. - ^'*>v' "*'■' 'W' '-***·'·; ;:—Vi»".fi'<?! *'?"t«Tih
Sfn't jaar 157^ toierb bejeibebinargPjW*
Meebt b00| Pietër'AmpiöTiis f ^tópIoösïoéïï||if
bie in be piaatj? ban Niklaas:N4kidaszc toa^ge^
nomen. β. Pieters biftarn/ ogeriflaanbe baofbenaf^ (lanb ban igeer Herman, B,arems.zoon , t$, Sli 't
jaar 1 f i<?; % recjjt ban bernaHingegegeben aan
i||eee Herman,yanUcerwylc;.. /'■ .,\ ..V,
3 3Jn"t jaar in <s. toa$#aftpo2 ban IMaai%liUQJS
bingen i|eee Hendrik .· bie ooft een ^oiianöfcg 3|ötar$ tej^P'v #00^ jjet jaarget 15*711 toierb getf arber#*·
amtttöeMeebtbboj^tet Kornelis, Ponuanus- zoon: na £tfue.boob/ te toeeten in't gemeïbe jaar -571./ $ be pafïorn begeeben aan ï|eer Hendrik Jakpbfë.
J^ïaarbmgen / geïp tog onber ^cgiebam
geseitgeböéii/^ be geboomte #Iaat£ ban Ger^ rii Ketelaar.
ir.mt §tt$aftuo$-ampt ban^cöiebam/ ban
be Iteteï/ en ban be ^oute-beenen ('in iaatere tijben) bebienbeii / gingen bie ban iMaaröin* gen odrDelgen, jfèaar.ontrent öet einbeban be 17. eentoe $ aan be|Maarbinger$ een eigen nerftjjarber gegeben: bfeimtöftt· Johan Snoek, een ©efuenaae/ 2£aceïier in
be «föobtgeleerbgeit/ betoeïne in 3ijne jmfïorge ban ©iaarbingen grfïojbeft $ tïm zz ban #W Ö2uarit$ 1684. 3» 5!Jne $aat$ toierb ge3on* titn Karel de Bont, een ^ruffeïaar/ en %kme
tiaat in <0obJ#it. j&aar ai30o fin baat baar ,.. , Kk «aar
|
||||||
paai btm&wwJw?W*i W«*/ SfS^ δο-tot
Korhelis van der Kun , é*tt 1^0St|aaC /J8j
^οιΟήώη^-Smtónnl «gt Selroeê ban $fcfc
ftnnittffiw «««*»» geeft twn-ww#% |
||||||||||||||
AANTEKENING E N.
|
||||||||||||||
f: »<
|
||||||||||||||
;.!.." Ik geloof.niet, .en 't zal niet ligt béweieh worden,
dat denaam Flarditinga by iemand anders voorkomt, als Hermannus Contradus;' behalvén dat één oude Krö-, nijt Van Augsburg^ bV Mnt. * Matthéui vermeld, de ïelftfe fpelding fchynt te volgen. · Schafnabutgenfis noemt het Fleerdingen. Godefridus, door de wandeling bygenaaind Monaehui, fchryft op het jaar ui5. ^jf WdtjMn'maaf tfah Holland, en Joris Graaf'van Wie- de , willende met dé andere Kruysvaarders kaar het H. /md zeilen, op de Maas 4 et» w» de vownqdmfte rivie- ren . des lands, by Flérdiiigen zyn vergadert, 2. Dit is ook de reden datDideryklV.by den voor-
noemdeniJermannusContraSm te boek ftaat voor Mar- kys of Markgraaf van Vlaardingen. H% nvt'. Reb- ben λ éenigé Schry vers, die anders in de oudheden yai£ ons vaderland niet onbedreven waren, willen befliii ·" tên dat Diderykgèén Graaf, maar niet.anders als feen Marchio is ge weeft. En't is waar att/kÓderkus Vita*} lis, fpreekende van Florisl^ hem duidelijk noemt den Markys der Vriezen, 3$aar het is oöfe vyaar dat MaY- ehio, *t zy datmen dat Markys of Matkgtóaf vertaal en, wil, dik wils genomen isgeweeft Voor Co^er, of Graaft;; Aarnout, de ζοοή^^"^^ί^βΜ^%ί^^&^ίίφέ%^ teer lijk Graaf van Vlaancfefèn: nochtans, igebruyktehy den tytel van Marchiov Ik»A^mo^^t i. door Go^ barmhartigbeit Markys x*f Markgraaf van Vlaandere»:;> |
||||||||||||||
χ/
|
||||||||||||||
v* bèNbbih 1. η ak$: <
α vide Theatr. Holl. cap. τ.
JSrOdóricu* Vital. hift, lib,^. *tl«nn. le^ïf. --— gg's'H^beb.ant fiiias Flórcutij, jFiitiorum Mafcl$ij^Vi 'f 'A^tfd Miranim Piar> Poiiat. c»H« |
||||||||||||||
eouju-
;, ssi
En |
||||||||||||||
§CHÏËtAtfi)5(iHE ÖrJÜHEEÊN. jif
Êh een wéinig liaagër: h het Graaffchap of Markgraaf·
fchap vanVlaanderen, By Lambecius d ftaat een Nëder- duytfehe brief, behelzende de oude voorrechten van de itad Brugge; waar in Graaf Riêèrt* op het jaar io8<?, zich zei ven noemt Markgrave van Vlaanderen. Het zelveftaatbyBo^or^/w/edoor andere voorbeelden be- wezen. ;, ja by Ant.iMatthceus ftaat duidelijk aangetoont dat
Conful, Comes, Dux , Marchio , fomwylen in den zelven zin genomen wierden : en daar wórden ver- feheide plaatzen uyt oude fchriften bygëbragt, daar de Graaf van Holland Hart^jg van Holland word gé- noëmt ; en daar de zelfde Schryver aan den 7elfdën perfoön den naam van Conful, Comes, Dux, in de eige en zelffte betekeninge toepaft. En Ödoricus Vi- talis, die Floris I. zóó even niet anders als Marchio noemde, geeft, hém op twee andere plaatzen den ty- tel vah Dux of Har tóg: Philips Koning van Vrankrijk g, Zegt hy, heeft Bertranda, de dochter van Floris Hartog der Vriezen, ten wyve genomen. En op een andere plaatse : tiy heejt zijne hooggeboore en godtvruchtige huisvrouw , de dochter vanden Hartog der Vriezen, ver- ftooten. < En Mattheus i Paris, fpreekende van onzen Graaf Willem I, noemt hem ook Hartog van Holland. Dat meer is, een Marchio is dikwils en op veele
plaatzen aanzienlijker geweeft ais een Graaf: en ver- volgens zou Hermannus ContraUus onze Graven door den eernaam van Marchio niet vernedert, maar in een zekeren zin te hoog verheven hebben. In een gouden brief, daar het Graaffchap van Luxenburg tot een Hartogdom word opgerecht , ftaat ook aangetekend dat Keizer Karel IV, het Graaffchap van Bar tot een Markgraaffchap heeft verheven. Zoo leeft inen ook by Albertust Argentinenfis dat Karel IV. het Graaffchap van Bar in een Markgraaffchap veranderde. Volgens Chifflet moet Bar , op beide die plaatzen , veran- d Lib, 2. Comm. de Biblot, Cxftr. p, 8 j f.
e Theatr, HóII. cJp, i. 'm fine.
f De Nobil. lib* i. cap. 16.
g Lib. 7, hift. ad Α Μη» 1051»
h Lib. 8. hift. % Ad Ann. 1217.
k. Apud Cliiiflet in Commentar. L'otlur. cap. 3. ;
^ AU Ann, 15 f4*
Kk 1 dert
|
||||
516 Aantekeningen op de
dert worden in Pont-a-Moufpm. Maar dat. is ons even
veel, en hetblykt dat een Markgraaf fomwylen hooger gerekent wierd als een Graaf. By Ant, m Matthaus itaat ook aangetekend dat de Koning van Engeland, om den Graaf van Denby te begunftigen, hem Markys heeft gemaakt, insgelijks is het land van Bergen, 't welk eerft een
Graaffchap was, volgens de getuigenis vmnCbopin, naderhand tot een Markgraaffchap opgerecht. Maar, gelijk zoo even gezeit is, dat is geen vafte
wet: en op andere plaatzen word een Graaf hooger gerekent als een Markgraaf. En daarom zegt o Ho- fiienfis dat daar in op de gewoonte van ieder rijk gelet moet worden; 't welk ook het zeggen is vmpLucas de Petina. Ook zal ik met een woord uyt Am. Matthxtts aan-
merken datibmmige noch eenig onderfcheidtulTchen J^arcgravii en Marchifi, dat is, tuiTchen Markgraven enMarkyzenmaaken, en eenMarkys hooger als een Graaf: maar een Markgraaf is noch hooger; en gaat zelfs eenen Prins in waardigheit teboven. Dus,zeit Mattkeus<j\ gaat het in Duytsland en Engeland; maar op andere plaatzen gaat het anders. 3. De plaatzen, daar Vlaardingen voor Holland ge-
nomen word, zynjzoo gemeen, dat ik die niet weder- om zou durven ophaalen. Ik zal maar aanmerken dat Vlaardingen, volgens SimonvanLeeuivmr, zynen naam ontleent zoude hebben van Ververdingen, of dingen. Zoo zou men al vreemde naamredeneu kon- nen verzinnen. Vlaardingen en Verdingen eindi- gen beidegaar in d'mgm ; al reden genoeg. En, om de naamrede goed te rïiaaken , moet verdingen dan genomen worden voor vertollen. Veel waarfchijn- Jijker koomt het my voor dat Vlaardingen aldus gcr w. De Nobil. lib. ?. c. 6.
ç Chopin lib 3 de Domaoio Franciae tic. t&. \
o Hottieniis in funiin de Poene. & remiff.
ñ Ad Rubric. tit.de Comit, Coniïit. lib. 12.. Cod, apud Gu- iklin, de jure reud. ñ. Ã. c. j, y Ant, Matth. de N^b. J. 3. c. 6. r Tan u Dauza Annal. 1, 6. Boxhern. in Vlardincja. il 1 f
Ant. atthxus de Nobit. pag. ^4. &c. Pais Katwyklche
C', rikede', pag, 351, Bat. llluitr. p. 17.8, woont
|
||||
SCHIEIANDSCHE OüDHEDEN. fjy
noemt is naar een oude vliet, VJaardingengenoemd,
die de ftad Vlaardingen in ouden tyden befpoelt zal hebben, 't Is waar dat Van Leeuwen den Profelïör Βoxhomius over dit gevoelen beiiraft; en beweert dat 'er geen blijk van dit zeggen gegeven kan worden. Het ismy genoeg dat de Hooggeleerde JanussDouzat of om goed Hollandfch te fpreeken Jan van der Dees, verzekert dat hydit in de oude papieren der Ab- dye van Egmont heeft gevonden. Ja het fpyt en jam- mert hem dat zoo eene vermaarde vliet, met naam , met kille, met al, zodanig is vergaan. En hier over behoeft men zich niet te verwonderen; dewyl Oud- Vlaardingen , en de plaats daar het geftaan heeft, met al wat 'er aan vaft was, en by gevolg ook de gemel- de vliet, al over honderden van jaarenis vergaan, en onder het zeewater begraven. 4. Toen F/om I.verflagen was; enDiderykV, als
noch minderjaarig zijnde, onder zyn Moeders voog- dyeftond , meende de BitfchopWil/etndQ kans fchoon te zien om Holland onder zijne magt te krygen ; en de plaatzen, die het Bifdom van ouds zouden toebe- hoort hebben, wederom aan het Stift van Utrecht te hechten. Hy wift den Keizer op zijne hand, en den bekenden Covert met de bult te hulp te krygen. Hoc flecht dat het toen met Holland gefchapen ftond, be- hoef ik hier niet op te haaien. De Abt van Epter- nach wift ook van een oud recht op de kerken van Holland te fpreeken. Zoo heeft dan deBiilchop Wil- lem, om den baan effen temaaken, een akkoord met den Abt van Epternach aangegaan ; waar by de ker- ken van Holland , als waren ze met den zwaarde ge- wonnen, onder die twee Prelaaten gedeelt wierden. Wy zullen het kontrakt, als veek zaken behelzeadc, hier laaten volgen. „Het zy kundig aan alle geloovige Chriftenen, die
,,'er nu zyn en die 'er zullen koomen , dat ik LVil- „ belmus tot het Bifdom van U trecht, hoewel onwaar- „dig, beroepen , door handen van mijnen Advokaat a, Gm>/f aan den eerwaardigen Regimbertus, Abt der a, heiiïgekerke van Afrernach, toegedaan hebbe de helft „van de hier onder genoemde kerken: welker moe- „ders, teweetenFIardingCj Kerkwerve, Velfeneburg, s Annal» 1. 6»
Kk 3 Hel·
|
||||
», Heiligplo, Petbemι., voor henen doprK^w/, en zij·
5, ne andere rechtzinnige vpproutfers , aan S. JfY//** ^broovd onzen patroon, en eerften AartsbiiTchpp van „onzen ftoel, voor dezelve kerke van Afternach zyn ?, gefchonken : maar van Graaf Dideryk, en zijnen „zoon Üideryk , mitsgaders van zijnen broeder /7<?r 3, rif, zyn ge-eigent . . . met de volgendei kapellen: ^Harrago, Schie, Rhynsbwr.g, Warmond, Leimwdeity „ KLinfaierwQude, Ajleketwoude, Agathen-kerke^ Heme- „Zemkerke , Afcmanmndelft , Spïrnercwm^e , $ktm% „ Eg mond, Alkmaar^ Sclrmtre > Α lis tien % IVogKukem^ „Aldenthorp, Frulo, dewelke nochte binnen de paa-r „ len der zelve ftaan, nAchte moederkerken zyn, om „ dat daar nochte wyding , nochte bepaling was ge- „daan ; npchte zy. zelf noch ingewydr, waren : uyt 3,welken hoofden alle die tienden, volgens de De- „k-rceten der geeftelijke rechten> den Biflchop toebe- „hoorden. En dit is gedaan op deze voorwaarde, „dat de eerwaardige Abt voornoemd, en alle de ge- „ncndie hem in degemelde kerke van Afternach zul·· „ len opvolgen, de helft zullen hebben van de voor-- „ gemelde kerken ; vry van alleBiiiehoppelijke dien·?. „ ften ; zonder aan eenige laften gehouden te zyn ; „ zelfs zonder dat ze gedwongen mogen worden om „ op de Synoden te verfchynen,. Zy zullen bevoegt ,,zyn om daar zelfs dienaars in te (Tellen, die hunige- „ deel te zullen ophaalen ; en om 'er Priefters aante- ,, iicllen, diedezelvekerken zullen bedienen, enzul- „len gelijke magt hebben met den Biiichop. In alle, „de voordeden , die van de gemelde kerken mogen „koomen, 't zy in de vrykoopinge derzelve kerken, „ 't zy in het aanwinnen van tienden , 't zy in het ver-, „goeden van eenigefchade, den Biiichoppelijken ban „alleen uytgezondert , zullen zy de helft genieten,. „ En ingevalle in dezelve kerken, door defchuld der „Prieiieren , iets verzuimt mogt worden , daar van „zullen zy geen fchade te draagen hebben* .... <f. Hier van hebben wy wydloopiger gehandelt; in
de befchryvinge van 't eyland Goeré. t Ditis kerken die ^ecn parochirccht hadden.
* Scriverius wil voor Alisneii gek-xcn hebben Mifenen , an-
ders Mifen gen.-umd, en by de Beeirifter gelegen. In een anderea brief (by Anml.Egm p, 20 ) word het Mifriem.£enoemr. *'* ZAIR-
|
||||
SCHIEIANDSCHE QüOftHEDEN. £19
•l ZAf RLOÖS, GH^ÏIL0OS.;
Cjjatïofë of £Mb&£ / batjottb^ töolbct^ehariois;
i»aat* genaamb / en aan be 0ber$be ban be |&aa$ gelegen J \$ een boa» onber get geöieb ?n ^e&enfcjjaj» ban ^cöieïanb. ïget fflin 't jaat* Ï443 g^Pibt b00£ Karél Charlois, ^tl%
300η ban Philips den Goeden, naat? i»ien Jjet
WH 4$arïoi$ f genoemt. ^aarfionbèen3PaParochi. roeöfcït / beöjelïte £>, ciemens foa^ toege^kak. jbiibt: 5poaï^ in ben (itc8tin0öiief ban ben 14 üngnfïi ι Μ bieï uiit&nlsïieïp iwb bebon? Patroon, gen : geïp baat* soft bebongen bjo?b bat Qet lergeeben %%$ ^ ©afïo^ ben <ü5rabe ban mpMJjjfy:/ a\$ ®m ban #ntten / ^onbe toe* fcoomen. ^m neben^een gebecïte ban beitsen ben fïicBting-feief» Item Tullen de voorfz aannemers ter eeren
Godts en gebenedydinge ende ter waarhcyt een Kcrcke met haar toebehoren fonderen en maken, by rade van ons tot alle reedelykheyd, van welke Kerke de gifte toebehooren zal ten eeuwigen dage myn genadigen Heere den Gra- ve van Charolois , als Heere van Putten, be- houdelyk dat perfonen in de voorfz. Kerke geeft, dat hy Priefter wefen zal, ende woonagtig wc- fen, fonder arg ende lift , van de voorfz. Lan- de, 'T welk van nu voortaan heeten zal Charo- loyS) en niet meer Rolderwaert9 cnde de Kerke dien daar af God wil de naam zal wefen Sc. Cle- mens Kerke. ^ 146*0. ï^.Augufiy.
®e ïaatfïe&atoïpe gafïooj toierbi'n't jaat*
15-71 boof ben afgebaïïen J&i'nnefyoebei*/ jo-Pafoor. han Calleux, ugt 3pepafiorobertyeben:foefc Kk 4 fee
|
||||
'po S C Η IE L Α Ν DS C Η Ë
&e Calleux baar boo? be tttfy m$c o# 3ijti
laïbmiaanfeg geeft gep/ebitó/ D EL Ê S HAVE N,
DelAhavcn, ·* 910 $00 béEMèagei! Mg b^Stóffege φθ*
beit Sn t jaat· · ι $s47' ben 8 tóti <§eptemöet7
geeft.. Aaibcrt,van Beycren aait be 3^elbenaar$ bergnnt bat 3e/ t om gnnne bieren en anbeté ïtoo^iaaren gemaMieïpei? npt <®berfegie in bé |&aa£ te foengen / öl§i>r een graegt tot een gafce 30uöen fegieten. <&n bit ii be eerfïe o|M fcoinfie ban ^elfêgaben getoeeft (1) 3Ν# b^geit t^ boii^ ffet aantünmeren ban
beeie 'guiten tot een fraag en eieriij^ bo$» og*
getaffen: en geeft een ngtfïeïténbe gaben aan
be Haa^iletÏïaab&ni^enbeïierit/biebicöt
kak'l' $m niallianber flaan / 3gn ooit geen ongdtëe*
Ipe sêöoiiiöên* f ©e3eïbe Heil* / bat $ be
papig/ gïagt boo2 be <0raben ban i|oïïanb
ikrgiébeli tebjoiben: get mfMien pam ben
inkomften fSartgbiaïten ban ïltreegt toe, <^e tnftomfïen
der i^itory,p0 fealforp bejoegen 24 föggnfcge gnlben, *
Patroon . J>. Antonis të be ^cgntgeiïig ban 2Mf$ja* 1
ben, 3[n 't jaaripf geeft gier .al$ JNioo!
gefiaan jj&eefïer. Dirk de GrööteV
vibry, |fri be3eïfbe feil foa£ eene l^iftarg gefïicgt/
beitsellie öoo^ be jïab ^eïft bergeben foserö,
©et ftoflerfcgap/ 't foeïti ög affoe5en jaadp£
tioee jjonöen ojjöjagt/ toiecb ooft boo^ be fiab
©elft bergeeben.* (1)
ïget ïiïeioe geta! bei* üatoïpen / 't itfeïft baar
3cbat get i?£tpmnberen ban be fterit oberge* i::' 'V Boxliom ui TlKat Ηοίί. , ■**'."
τ pte brief fta.it ïri de Befchryving van Delft j».ig. 66,
r bïeben
|
||
OU DU È D Ë tf. $ZI
öïeben i$ / gïagt boojbe $afioo$ ban oe na*
öunrige fïab ïSotterbam öeatent te ίηφηχ. $bmt eeniige jmvm Ijerfoaart geööen be üa= toïpen ban ^Mfêgabeneen eigen Herïsjjarbec geteegen: be eerfïe ï$ gebjeefï Erai mus vanden Broek , te ^ MvUgttl ge#
öooren, ©ocö a^beseïbe totbe tioeebe pafïo#
rgban&eiben beroepen toa$/$ in $mylmt$ gesonben Ν Koppers «jjtBïeefpanb. Mam aïgl Koppers $afïod^ ban üeftebom in 't ïanb ban üïeef getoo^ben b>a$/$|jem tot opboïger gegeben Matthias Guiik,een^offcjjenaar« <£« na bat be3elbe tot J&afïoo* ban öe ïtromrae- nigert aangeffeït toa£ /i$ m $%nt plaats ge> ftomen Lanrens Remmen , te <tBlttïl ge&Oreil/
en een Sobenfcg <0öbtgeïeeebe.
^ese plaats bjo^b in een ganbfcfetffc
betv tltreefitfcöe fóerite met een anberen naam Schoenreloe genoemt. ^cgoonbeelo i$ t'öaml een 32m&agt£-teer!pBett öalf toe* gen 3Mf$jaben en töotterbam \ aftuaar booj be$en eene fcapeï ter eere ban β. Job $ ge? fitcfit ' ; AANTEKENINGEN.
ï. Veele Schrijvers geeven voor dat Graaf Aalbert
deze gunil om de volgende heldendaad aan de Delve- naars zoude bewezen hebben. DeEngelfchen,opHoI- landfche bezolding Maande, en op buiten uytgegaan, wierden door de muitende Weftvriezen op een flot gedreven en aldaar belegert. En dewijl zy niet fterk ge- noeg waren om het beleg lang uyt te houden, ver- zocht Graaf Aalbert de Hollandfche Iteden tegen dea vyand op te trekken. Alle de andere fteden weiger- den op te trekken , ten waar de Graaf in etgen per- ioöft voor aan ging , en zich aan 't hëofd des heyrs fteide, De Del venaars alleen meenden dat het nu Kk f gec*
|
||||
yia Aantekenïn<?en op %>e
geen tijd was om zoo ftip pp hunne voorrechten te
ftaan, en gingen op den vyand los. De Vriezen wier^ den geflagen,en de Engelfchen Ontzet. En dezedaad zoude Graaf Aalbert , zoo als fommige Schrijvers drijven ν door de voornoemde gunft beloont hebben, Maar Matthxus λ Voffws , en de Heer k Bleyswyk, hebben zeer wel aangemerkt dat de gemelde Schrij- vers hier miftaften. De gemelde daad der Delvenaa- ren is eer ft> voorgevallen inift jaar 1396. Daar de ge- melde gwjftr; van de have te delyen , hun al toege* fi§an was in {Haar 1385?: want in dat jaar is de brief van Gra&i^r,a!krt ondertekent. Hier uyt blijkt ook dat. c Boxhof mus tich vergift, als hy de gemelde ver- gunning tot bp het jaar 1404 verfehuift. 2. S. jê»tyw kapel , op Delfshaven, een oud en
bouvalHg gebouw , redelijk*groot en ruim, is wel» eer, zoo als de Heer d Bleiswyk onderrecht i$, op?· gemetzelt met de fteenen van het kerkje te Schoon- derloo. Ook is de klok va,n Schoonderloo opdeBa- ven gebragt , en in 5, sfntoms kapelle opgehangen. Dit alles, en Voprechten en begiftigen van de Vi- karye, heeft de ftad Delft op haare eigen koften ge- daan : dewelke uyt dien hoofde altijd het recht gehad heeft van de Vïkary of Kapellany te vergeeven. Zelfs heeft Willem van hoeren du recht door den volgen? den openbrief beveiligt : Willem eby der genaden GodsPalensgrave op den
Ryn, Hettoge in Beyeren, Grave van Hene*· gouwen,,van Hollant, vanZeelant, ende Heere van Vryeslatit, doen kondt allen luyden, dat wy voor ons ende voor onfen nacomelingen geoorloift ende geconfenteert hebben, oirlovenfende confenteren mits defen onfên open bryeve, onfer getrouwer ftede van Delft, van hoiren eygenen erve ende gueden te firn* deren, te erigeren, ende te doteren, op ten Nieuwe Have binnen derfelver onfer getrouwer ftede voorfz, vryheden, een eeuwige Capelrye in die eere Goids, zynre gebenedyder Moeder Maiie, ende des heyligen Confeilbirs iinte jfnthonis, welcke Capelrye voorfz. ©nfe getrouwe ftede voornoemt tot eeuwigen dagen α Annal. I. ij. h Befchryving van Delft, p, 6$f '
c Théat, Holl. op Delfshaven.
* Befchryving van Delft, pag. 297, β Bleiswyk, $$98·
geven
|
||||
SCHlELANt)SCHE OUDHEDEN. ^aj
Keven, iel, nae fulcke manyeren ende ordonnantien,
als dié fond atie endebrye-ve, dye onie getrouwe fte- de voorfchreven daer offgemaeckt heeft ofFmaicken fel, inhouden ende begrypen Tonder ons off onfe na« conrilingen, hem des in eeniger wys te onderwinden. In oirconde defen bryeve befegek mitt Ons zegels. Gegeven in den Haege op ten 28, dach in Augufto, int jaerons Heeren 1416. De inkomften van de kapellany beftonden meeren-
deels in'huisrenten, opftallen, fchattingen, die door de Qverheit de ftad Delft aan den Kapel laan op Delfts- have toegewezen zyn. Wy zullen den brief alhier uyt den gemelden Heer Bleiswyk laaten volgen: |
||||||||||
W
|
γ Burgemeeiïeren , Scepenen , ende Raide der
|
|||||||||
fteede van DelfiF, oirconden dat wy by confent
onfer geemeenre Vroetfcop, ende om oedmoedich* vervolchts der gemeenre gebueren, onfe onderfaten op tie Nieuwe Haven , in der eere Goits, fynre lie- ven Moeder Μarye, ende des heyligen ConfeiToirs S* stnthonis, gefticht ende gemaecl hebben een Capel- rye op onfe Nyeuwe Haven aldaer in der Capellen , ende daer toe gegeven fulcke gueden , als hyer nae gefchreven ftaen. Hier na volgde een lang regifier van de voornoemde
renten : en eindelijk tot befluit: In te neemen alle die voorfz renten alle jaers tot
Meye, endedefeCapelrye fal menaltyt bedienen met «Irye MiiTen ter weecken, ten wair off hem mitmin- re dyenilen dair off wilde laten genoegen,, wekke Capelrye wy gegeven hebben, ende geven, Heeren Phillips^ Jan Willemszoen, puerlyck ende lïmpelyek om Goede, prefenterende Heeren Phillips voirfz on-* fen lyeven eerfamigen Heer Vader in Gode, Heeren* Frederhk vanBlanckenepy Biifchop Tuytrecht, oftefy> ne fteie bewarende, biddende den felven onfen Iye*- ven Heeren ende Vader- voorgenoemt, oft fynen Vi- carjo voorfz , dat hyajle felve goeden hyer in ge- fChreven mit fynen letteren wil veuïgen , ende den felven Heer e Phillips in de voorfz Capelrye inftitue- ren nae rechte ende gewoenteder.heyliger Kercke» ende mit fv^r^machxeji alle ft-uck^Q iO'.defts %mfc cisa
|
||||||||||
524· SCHIEL ANDSCHE
cien begrepen wil confirmeeren. Behoudelycjc dat de
Burgemeefters, Schepenen., endeRaids onfer voorfz. ftede ghifters zullen wefen tot eeuwigen dage vanden Capelrye voornoemt, Jn kenniffe der waerheyt heb- ben wy deien bryeff wthangende befegelt mit onfer ftede zegele ten faicken, op tendach in April intjaer ons Heeten 1417. Onder aenheteynde defesbryefs ftondt gefchreven.' Item door defen bryeff is een confirmatie*brieff dcurfteken. Behalven dezen Kapellaan, die maar op de MiiTen
en vordere kerkdienfien der kapel Ie gepaft zal heb- ben, heeft 'er noch een Paftoor gefiaan, gelijk door den Heer Auteur ook is aangemerkt. In de lij ft f van de geeftelijke ampten, die ter vergeevinge der Hol- landfche Graven geöaan hebben , word ook uytge- drukt de paftory van Delfshaven ; dewelke, gelijk daar ook vermeldt word, 24 gulden plagt op te bren- gen. f Zie onte Aantekeningen op de Voorberichten van Batavia
Sacra, pag, I54 &c. |
|||||
DE Κ E' Τ E L.
pc Kctci. <®c Mttü / eerttj&£ een öo$ ban ^cfiieïanb/
m onbep Jjet ^ettenfcSap ban j$c{jirfant> Be* geo# jjeöbenbe / ï)a& een parocïjinerR / öe* toüU ttt geöagteniflTe ban ben φ, fEjjofïd Ja- Parochi-; Ci^us ingefcoijöt toag / en te? bergeebingeban c * ben %U ban €gmont flonb- 3£οφ in 't jaac 15:22 geeft gemelde Hbt öit reeïjt ban beegee* binge bgtierreuilmgobergebaan aanbenjjoog- CÖtiCU Vincent Korneliszoon van Mierop, ^e^
tiemneefïer ban ^oïïanb : en lyetft öaac boo$
geitteegen be betgeebing ban yiïsm ïianon* vsmi
|
|||||
O U p HE D E Ν. ƒ2 f
t1!Ï$bg/ Öefodïte irt ^. Pankras tiwU te %Φ
ÖCn0efiicStitia^ilOOiJooil van Zwieren W&at ote öe boïgenbe B^ief/ in öe $etoimitfci)c
[ck Fincent Corndhz. Meefter van den reke-
ningen van Hollandt: Doe condt eenen ye- gelycken , dat ick voer my ende myne erven, den eerweerdighen Vader in Gode,*myn Heer den Abt van Egmont ende zynen Convente overgegeven ende getranfporteert hebbe, over- gheven ende tranfporteren mits dcicn mynen brieve dat Jus Patronatus of de gifte of de Col- latie van een Prebende ofte Canonicx Proeven, in iinte Pamraes Kercke te Leyden, daar als nu befitter of is Claes van Egmondt , ende dat in recompenfe vander Collatie vande Kercke ofte Cure vande Ketel ^ die my de voorfz. myn Heer de Abt ende Convent daar voeren by maniere van permutatie weder overgegeven ende ge- tranfporteert hebbende, omrae vander Collatie vanden voorfz. Canonicx Prebende tiinte Pan- eraes te gebruyeken voer hem ende henren nae- comelingen ten eeuwigen daagen. Ende over- mits datmen te Roomen om der oirloge wille gheen vry acces en heeft om confirmatie op de voorf. tranflatie te begeren, foe bidde ick 'm alder oetmoedicheyt den hoochweerdigen, hoochgeboren, doerluchtigen Vorft, myn gc- nadigen Heer van Utrecht, de voorf. overgif- te te believen ende te willen uyt zynre prdina- rife macht confirmeren. In kennifle van defen zoe hebbe ick myn hantteyeken hier onder aan gefcreven , ende myn zegel hier aan gehangen opten leften dach van November if^j. , Qnder geteyekene 'fformUfz.,
|
||||
ι
ft6 ScHiEtAN&sciïÏ;
mmv ü$» geeft Hendrik, mfttmtmnUL·
\\/*Y Henricus, Paltsgraaf aan den Rhyn>
Hartog van Beyeren, door de genade van Oodt en van den Apoftoliiïchen Stoel Verkoren en beveiligde BiiTehop van Utrecht, doen kont aan een iegelijk dat , overmits onze in Chriflus beminde de voortreffelijke man Meefter Fincent Kwmluz. Raadsheer en Rekentneefter van zijne Keizerlijke Majefteitih den Hove van Holland, Zeland > en Vriefland , tijdelijk Heer van het dorp de Ketel in de geweften van Holland en onder ons Bifdom Van Utrecht, ter bewaringe van ^verfcheide landeryen die de Paröchikerke van 't gemelde dorp toèbehooren, en op water- achtige plaatzen zelfs ónder dén Maasdijk én aan de Zeekant in zijne heerlijkheit gelegen 2ijn, en jaarlijks vèeleonkoilen te draagenheb- bërr; m begeerende de gemelde kerk, met den Paftóor der Zelve kerke eri deszelfs nazaaten, by tijds te hulp te koomen , en 't geen diénftig is te bezorgen 5 eii op dat dé gemelde landeryen en andere goederen , dewelke de voornoemde kerke toegewezen zijn , en riamaals döór de gbdvruchtigheit van de geloovige Chriiten zul- len toegewezen wordenden profijt Vari dèlèrlc m gemeente bewaart mogen worden % dat zè<*- ge ik y Fincmt Kórneïisz. voornoemd met den eerwaardigen en in Chriflus beminden Vader eh Heer , aèn Abt en het Konvent Van S. AdeU *2>èmsklb&Ütt te Egmond , otlder ons Bisdom gelegen, vaft S.Benediiïus Order, beidegdaron- iftiddeiijk itaande ónder den heiligen Stoel vati Romen > welken Abt eri welk Konvent de be- geeviiïg Van en de berioemingtot de voornoem- de |
||||
OuiJiHibINi $lf
ézk&U by beurten- toekoomen , over het be-:
geeven van en het benoemen tot dezelve kerk, onder het goedvinden en 't verlof der Qverftcnf. gehandèlt en een akkoord aangegaan Zoude heb* ben '$> gelijk hy ook op de voorfehreve form en wijze met hen gehandèlt en een akkoord aan- gegaan heeft. Eri dat dé Heer Abt en het Kon- vent voornoemd^ door hun gemagtigdendie wet* tiglijk daar toe aangefield zyn* het recht van dö voornoemde Parochikerk van de Ketel , zoo dikwik als ze zalopenvallen,, te vergeeven e» 'er een bequaam perfoon toe voor te ftellen en te benoemen, voor den gemelden Meerier Vin» c$nt;)tfaraz$%u&etfgzmmen en nazaaten ten eeuwigen dage, en inzonderheit Voor den ge- nen 4ie de gemelde heerlijkheit van de Ketel zul hebben en bezitten* wegens den Abten het Kon vent voornoemd^ en wegens hunne nazaa- ten ten eeuwigen dage, in handen van den èer-* waardigen en in Chrifim beminden Heer tfhemm vanNpkerke», Kanonnik van onze gemelde S* Jam kerke te Utrecht en onzen algemeencn Vikaris, overgegeven, gele vert) en'er volkö» men afftand van gedaan hebben: zoo als dit al·· les ^ en andere %mtn daar benevens, in den brief die daar over gemaakt is wijdluftigerverme]<§ en uytgedrukt ftaatv En op dat de Heer Abten hetkonvent voornoemd uyt de overgevinge* lêveringe , en aflfoffd< boven vermeld ,. geene fchade zouden lijden^ fheeft de gemelde Mee- &m' :FmUnt>KemelisWQiiï als de waarachtige en ontwijfelbare Patroon en begéever van de Ka- nonniksdy en f^pebendb'V d*ie tim&kfl Chriftm beminde Meeftcr NikJm^van Egmoni· 'm deKol- lêgialesên Parochiale kerk van S.Pmfow in de i\aê Leiden', /onde*'on^Bifdom. voetmvméï tt» |
|||||||
gen-
|
|||||||
" '·',;,')& 5Λ
|
|||||||
52.8 ScHIELANDSCMË
genwoórdig heeft en bezit,de begeevirig van
en benoeming tot de gemelde; prebendc, mits* gaders het recht van die te begeeven en daar toe te benoemen , zoo dikwils als ze zal'Löipén- vallen, door eenen brief met zijn eige hand en; zegel getekend , onderichreven, en bezegelt, door welken brief onze tegenwoordige brief ge- iloken is , in handen van onzen Vikaris voor- noemd en onder het goedvinden van de Over- fien, voor den Abt en het konvent voornoemd overgegeven, gelevCrt, en 'er afftand van ge- daan. Aangezien dan de Abt * het konvent, en' Meefter Vincent voornoemd, om de verwoeiting van de ftad Romen, de prijkelen der wegen, en meer andere wettige beletzelen, de goedkeu- ring en beveiliging van het bóvenftaande, ge*" lijk zy verzekert hebben^ en gelijk ook ,otog- zienlijk waar is, van den PauiTelijken Stoel niet hebben konnen bekoomen, zoo zijn wy van: hunnentwege verzocht en gebeden, ons dekreet en gezag in 't werk teiftellen , en de gemelde overgevingen , overleveringen , en afftahdeny l op de voornoemde wijze gedaan, goed.te keu- ren, te bekrachtigen , en in Gods name: te be- veiligen. Zoo is het dan dat wy, aanmerkende: dat het gemelde verzoek billijk en rechtmatig is, om dat wy alles overwogen hebbende, de gemelde kerkampten zoo in de vruchten, ren? ten, en inkom ften, als in delaften, omtrent' evenwaardig bevonden hebben, dat wy,zegik,. de overgevingen, overleveringen, en afftahden voornoemd , en alle het andere; en ieder in;'t> byzonder dat boven gefeltreven ftaat, de privi- legiën echter,, inzettingen en gerechtigheden" i van Mynheer den Abt en vari het, Kon vent altijd: enyerminderd en in haar geheel blyvende.,; uyc krachtc
|
||||
Oudheden. $%f
Icrachte van ons Dekreet en gezag goedkeuren,
bekrachtigen , voor wel gedaan en aangenaam houden, en door den inhoud dezes, uytkrach- te van ons ordinaris gezag in Gods name beve- iligen. Gegeven onder ons zegel ter zaken, 't welk aan oen brief gehangen is v in 't jaar 15*28, den vyfden van de maand Maart, Was ondertekent Joh. van Goch , Sekret*.
Wkxnttt be ïüatoïpe <0ob$öienfï be obetv
ganb nocïj gab / 3jjn aïïjier $afïoo^ gchjeefi 6c ïjfeer Philips Janszoon , Qtftofom Hl 't jaat*
1 $-77: iaanneee ö$ tot opboiger geeft genree*
getl ben ïjfeer Johan Andrieszoon Stout.
$a j)et beranberen ban brn openbare» gotop
bimfl i§ be ï&erel / met be gonte-been en be aangrensenbe pïaatjen/ öebtent getoeefÏ boo^ 3|eee Govert van Vliet, tm®$tt$/ en Deneer; fïengafïooj ban ^eïjtebam. $avan Vhetijeö^ ben be bolgenbe gafïoo^ in be üeteï gefïaari : Johan Roos , beioelne baar na tot be paflorgi ban itraïmgen beroepen buerb. Johan de Haas, een ^eïbenaar/ naberöanbl^afto^ban^egie* bant Ifak Pynaker, een liteeeötenaar; nabetv jjanb ^afloo^ ban b' Sdbfieöe / eene bao^fiab ban be fïab ittreeöt 3|g $ te fttreeïjt ge?Iöv# ben in be maanb 5funiu$ 1676. Adman vm Wyk, een Rotterdammer5 in ioeïite flab go eemgen tt|ii booj ïtapeiiaan fiab gefïaan. Hü<£ Ög/ nut lafï ber<0rootinogenbe ^taaten/ ώ balnngfegap gegaan en te fóalftar j^omie-pi* ter geioo$en bia^ / $ 3jjne paftovg tot naar- ber oberïeg te bebienen gegeuen aan Govert Trippelvoet : bemeïne baar"na opgeb?agen ï§ aanTheodorus vanden Broek, een $>of|eï)enaar/ bietoeï eer Sfefunt tè gefoeefL L1 OU-
|
||||
ScHIELAND SCHE
|
||||||||||||||||||
51°
|
||||||||||||||||||
OUDERSCHYE thans OVERSCHIE.
overfchie, ΈΙΜ§ genoemö naar öe bïtet öe Schic, en
tenöeeieonöer ^eöieïanö ten öeeïeonöer aMf^ ïana aeïerjen / jjeeft ooit onöer ïjtt ^eïteafcöap banjköteïanögefïaan* ^etgeeft eeneparocï)!- fterït / öie noclj tegentoooiöig mtt Ö^ie fcooren $ bootten, φρ öe ïserft fïaat een googe en cterlpe toren / en öe tran^ hm öen toren p?aalt iioeï) öaar-en-öooen met bier Meine to* rentje^ #oigen$ ï)tt mc?rgemeiöe ©crflaaï ban jakob de la Torre $müe öe parorgt-fterft inseioijöt $ijn ter gieöagteniffe ban öe 3g^« Hl* |
||||||||||||||||||
Patroon,
|
pofMen Petrus en Pauius: maar bolgen! een
|
|||||||||||||||||
onö öanöfefeiftban öe 3Cöög öan <$gmonö $
$e op öen naam ban öen !$· ^iffcfiop en SSe* ïijöer Nicolaas tngetopt ^epafïorgtoierööoo^ öenfCöt ban^gmonö
begeeben: getinflellenoföebefliöen toserööoo? öen ©omïtëöofl of ttet^öiaftén ban Utrecht seöaan. <Bn$ i$ öe gemeïöe pafiorg / tn öe ïiatoïpe työen / ie toeeten in 't jaar irr1 / öooi Öen fflöt ban olgmont ge^eben aan ïf eer Niklaas van AfTendelfc, J^DOf!öer tllarnüem* fcfje iterfte: öen b|ief / aïg ter ftenmffe öer 5a5 fee ötenenöe / suïïen tof* fjier ïaaten boïgen. W,y Willem vander Goes, byGods genade Abt
van S. Acklbertui klooiier te Egraond, van S. Benediïïus Order, onder het Biidom van U- trecht, wenichenaan den eerw. Vader en Heer in Chriflus , den Proort en Aartsdiaken van U- t recht, en aan des zelfs Officiaal die zijne plaats jη deze zake bekleedt, de zaligheit en waarach- |
||||||||||||||||||
Otule
|
||||||||||||||||||
tige liefde in den Heere. Wy
|
||||||||||||||||||
doen kond dat
|
||||||||||||||||||
Oudheden* 5-31
Wy van goeder hand verltaan hebben dat dePa-
rochikerk of het Pattoors ampr vanOuwerfchie, daar wy het volkomen recht van vergeevinge, benoeminge, en vordere fchikkinge op heb- ben , door de dood of den vrywdligen aflland van Folkert Kurmlhz<wn, Prieiter, zal'ger ge- dagteniiTe , ó'ie 'er by zyn leven de laatite Re- gent en bezitter van geweeit is, open is geval- len , en noch tegenwoordig open flaat. Daarom is het dat wy , willende ons recht van benoe- minge en begeevinge handhaven en genieten, en op dat de zelve kerk niet blyve openitaan, en de harderlijke vertrooftinge niet langer zou- de miflen, goedgevonden hebben den eerwaar- digen Heer Niklaas van Affencktft , Prooft der Aarnhemfche keike, voor dezen Graaf van 7c geheiligde Paleis Lateranen en Protonotaris van den heiligen ApofloliiTchen Stoel, uyt inzigt van zijne verdienden en van de goddelijke be- looninge, zuivcrlijk , vryelijk, en eenvoudig- lijk orn Gods wille tor de gemelde paitory van Öüwerfchie , zoo als gezeit is open ilaande en vry zynde , aan uwe Eerw. voor te ftellen, en hem inderdaad daar toe voorftellen , op dat gy hem de regelmatige inftelling zoud verleenen 5 en dat wy dezelve Paitory aan den voornoem- den Heer Prooit in Gods name bcgeeven heb- ben, en door den tegenwoordigen brief begee- ven. Dierhalve bidden wy uwc Vadcrlijkheit dat het u believe den voornoemden Heer Λ7- klaas, Prooffc van Aarnhem , opdegezeidèwij- ze door ons voorgefteld ,. of deszelfs gemagtjg- den uyt zijnen naam en in zijne plaats, in het dadelijk en lichamelijk bezit, of als bezit van de gemelde Patlorye van Onwedcrde , en van alle de gerechtigheden en het vorder toebehoo- Ll 2. ren
|
||||
$1* SCHIEL AND SCHE
ren der zelve, in te ftellen en te beveiligen; en
dat met de behoorlijke plegtigheden, dewelke in diergelijke voorvallen doorgaans verricht wor- den. Gegeven te Egmond onder ons zegel, 't welk wy aan den tegenwoordigen brief heb- ben doen hangen, in 't jaar na 'sHeeren geboor- te if^i, den leften dag op een na van Janua- rius. 3N bOO^aat ban Öett ï§eer Aflendelff , %t*
lp ia bt*t\\ briefte ieejen fïaat / $ geiaeefi
Volkerd, Korneliszoonj betuelÖe baat*jgefïaan
gab 3eöeit get jaar 1486« <&q% ïjebben §iera$
paf!00^ Sefïaan Hugo van Noorrwijk, Wil-
lem Dirkszoon, öieöc3e jrafïorgöeisièebt Qccft in 't jaar 15*71. Φθϊί ïjeeft Martinus Dorpius , een j^aaïf?
tóper/ en een beftig goeet en <éobtgeïeerbe/
lïöïgen*! get fcfepen ban Pieter * Opmeer, Öe
$>a|f org ban «^berfcbie biel-eer beMeebt: iiocQ
onbee $aaïbi»p 3itïïen tog ioeberom bangem te f&eeïten gcböeit m$ be parocgi Iserïtban #beefeöietn't)aar
1578 met grootefcplben belaben entenemaaï berbaïlen bia$ / geeft be3eïbe Willem vander Goes, 3£öt han «êgmonb / be Herimteefierg gemagtiist om eenige erbcn en ïanbgoeberen/ be geraelbe hevlit toeöeöoorenbe / tot geïb te ïiiaaltrn: en ijttn tm ton einbe bm bolgenben b?ief in be J^berbmtfcïje taïe ter Ijanb boen fïeïïen: TU" lllem van der Goes, by Goeds genade Abt
van Egmondt , doe condt eenen yege-
lyck , dat alibe die Kercmeefters van Ouwer-
fchye ons vertoont ende te kennen gegeven
* Decad. I. lib, <}♦
heb-
|
||||
O U D Η E Ö Ε Ν. ƒ33
hebben, hoe dat die Kerck van Ouwerfchye ten
afteren is van lopende fchult twee hondert Ca- rolus guldens of dair omtrent, ende bovendien noch vyff ponden groeten Vlaems los-renten, ende xv, Carolusguldens ende xiiij. ftuyvers lyf- renten, dair jegens zy niet meer incompften en hebben dan xxij. Carolus guldens van xl, groe- ten Vlaeras ftuck, huyre van xij. Mergen lants die voirfz. Kercke toebehorende, Dat zy oick geconftringeert zyn die voorfz. Kercke ende toorne te repareeren: dair op zy ons gethoonc hebben tzamen van Leydeckers , Timmerluy- aen^ Metfelaers , Sloetmaeckers, die Oorolo- gyen ende ander Yferwerck aengaende , ende oick mede van Glaesmaeckers, die welcke ver- claren refpc&ivelyck, dat zy die voorfz. were- ken mettet ftof dair toedienende, niet op fou- den willen leveren ende maeeken om vier hon- dert vyfFtich Carolus guldens: verclaren*voorts die voorfz. Kercmeefters, datfonderdie voorfz. reparatie en is hem luyden nier mogelyck die voorfz. Kercke te houwen ftaen, war nair die felve Toorenende Kerck gefchapenfyn te ver- vallen ende tot ruyne tecomen, hebben zy luy- den dairomme verïocht om ons als Patroen en- de Collatoer van den voorfz. Kercke, te willen confenteren die voorfz. xij* Mergen lants te mo- gen vercopen, wairomme wy die premiflenaen- merckende endegefien hebbende, tconfent van- den Ambachtsheere, mitsgaders tadvys vanden Ficarius van den Bifcop van Wtrecht, hebben geconfenteert ende conienteeren mits defen , die voirfz. Kercmeeiters die xij. Mergen te mogen vercopen by ediét ende behoirlyck Kerck· ge- boden diemeefte dairvoirbiedende, mctieiaite yan xxij. Carolus guldens tsjairs renten, die dair |
||||
5^4 SCHIEL ANDSCHE
op fullen blyven (hen niet losbair, don by con-
fenr. van ons ofte onfe nacemelingen ende anciere die dat aëngaen fal, ende dat zy luydeti die pen- ningen van den voorfz. lande comende , cm- ployeren fullen tot loffinge van den voorfz. vyfF ponden groeten Vlaeim rsjiirs, mitcgaders inde vooriz. reparatie eride andere behoufFten vanden voorfz, Kercke. Dair ofTzy luyden fchuldïch fullen zyn ons ende andere, die dat aengaen fal mogen , behoiriyeke rekeninge , bewys ende reltqÉa te doen. Ende dit al (ónder prejudicie van onfen rechten var» Patroenfcap ende Colla- tie die wy hier by anders niet geprënidiceert en willen hebben, Jnoircondehvan dien foo heb- ben wy onfe Segd hier beneden aen doen han- gen den ij jnnv Anno \^6%. yikaryen. 0ti bt$tiht Imht ltoa$ mw liapeïïann ·, ts&
tüfêib twr. ifect* Daniel van Mstenes ba» tltW)?
itgc ban Ogntonti rcierh-gecfi; gtf)ou&en* $oc$|
imf %v ten mtbtvt bitóg / betorfue öooi öen
W>t ban $£$«iKinö üegeeben imerix Kapel by #*# &**? &«. Ött pQ$ / Öfcgt Ög gct fjfot
Spangen, Spanpc, geeft öö0| öejen ttnt Itapei gefïaaii ■·>
frcttoelfre Philips van CJterneiTë ^ &£0enaattlil van Spang; i tn u$t geta&dijlt gefïa^t öee vun
Spangen gefpooten/ aïöaaè geeft geviel}*: til 't jaat 1310.(1; $α bt tpbm ban tren öeüen&esi afbaï geeft
Ut inagj geen eigen en fttfaooncn&eti ftofioo^ gegaö; maar too^ö üoï^ öen gaftbög ban ^\h legersereen fr&tent. - Ce ^betfegie r$ geftören Herman van Over-
fchie-, i^etffee in &e ty^tlmirftm m^ao$lt& raar te foetgi$g£!ea4&geit tt Xotrén: aitoaac grj 3ïjiïieben geeft gr-eftibigt m 't jaar 15-72» en toilet m%/ in m g'&ofb&rfte ban & Pie> ter 5 een grafftgtift &ο$ gelden. AAN- |
|||
Oudheden, sis
AANTEKENING.
ï. Laat ons het ilot Spange zoo niet voorby gaan ,
zonder den Leezer te waarfchouwen dat dit flot? 't welk door Philips van Uyterneffe gebouw t is in 't jaar 1310, en met vyf torens praalde, in grootte encierlijk- heit de kroon fpande bovenalle de Sloten f van ganich Holland. Doch deKennemers, die't op alle Sloten en Η eerenhuizen gemunt hadden , hebben Spangen gantch verwoed: en vernielt in't jaar 1416. Een an- dere Philips van Spangen, Heer Engelbcrts zoon, heeft het weder opgetimmert in 't jaar 145-3, maar op ver- re na zoo fraai en prachtig niet. t Van Leeuwen Bat. 111 p. Hor·
|
||||||
BERKEL,
€en bo^p en geerïpïjeit onber^eïfïanb/ $ikrkd.
boo? ÖC5C11 onber §et 3Mienfcliap ban βφν ïant gereftent getoeefï. C?geV«tooo;big Bent gft bö0| MmfyatffigfyZtt $&ttftW Johan vander
Hoeven, hit oonïieer i$ baniïobenrg$/ (&tnv
ml/ etl3* De la Torre ffitft til $ijU betgaal flOtt'-ParokW-
getenent bat be patoclpif erft ter rjeöagteinfle k«k,
ban#.?X $Wtta£ ^tmübmn ingebrtjbt i$: ban bolgeng be gemeïbe Ujfï bet* Höten ban Cgmont £oa$ <§♦ Niklaas Sc patroon bei' fter* Patroon; fee. ïf et betgeeben ban be pajioeg jrtagt ben Ütët ban <£gmcnb/ Set öebef&gen ben 3£öm* ρ|βο|ϊ ban ïtttecüt toe te tomen. %n be otibe ö^ieben binbt men be boïgenbe
$afï0O$ ban $5ttM bermeïb, Φ? teer m iBeeftet* Let ndei r Diderykszoon, aan fcuieïl ï)ït
pafloo^ ampt rtt 't jaar ι f f 5. Êegeeben s$ &ö02
ben öoiengemeibeu ^bt ban «tëgtttonb/ Wil- lem van den Goes. L1 4 $&z&
|
||||||
53^ ScHIELANDSC E
Μϊφν Michiel van den Ende (Endius).
Pieter, Adriaanszoon van Berkel, J^iefïer/ tm. aan bjien bepa^/ na ïjet ouernjoen
ban feer Michiel, opgcb^agen i$ in 't jaar 15-74.
<©aar foa£ eene bi&arn 0ftk\jt aan 't ou*
taar ban bef. j&aagö i befoelncopenseballen boo^ ört oberltjöen ban 3|eer Mich iel van den Ende, in 't jaar 15-74/ öpreeïjt ban berballmae/ mQtChtn i$ aan %eer Niklaas Maartenszoon.
Jta fjet omneereii ber lanbreöeerinaefteböen
be bolsenbe nernjjarbet^ te 'JBexM $tftaan. Willem Huygen*, ( Hugoos zoon ) op be
|en geboren, $g$ in 5|jne pafïorge banger*
fiei gefto^ben ben 29 ban September 1635. Hendrik de Jongh , öeioeïfee / bolgen^ 011$
öooöööeii gefï^lien $ ben χ ban december
1649. Fions Verhorit, oberïeben ben 18 ban . ^ecemÖer itffp. Thomas van Eikel, te fjfeon&
foo# geöoren/ en in sijne pafïorge ban'bepejï
gefto^ben hm 8 ban September i6fj. tym Meichior, aïöaar oberieDen m 't jaar 1670. Niklaas Benfcop, een gfffelfïeniber. $1$ i$ in een öoogen otioerbom te 25er£tei gefloten in 't jaar 1710, JohanBrandyn, ten jfagenaar/ i$ ooft in't jaar 1710/ totej&aart/ te»r«eï oberïeben, Adriaan van Dort, een Utrechtenaar, *®m
f eer oeftïeebt nocj) teaenbsoo^am be pafïoe» ban $£er«eï* & BLEISWYL
Bieiswyk; 2$fei#fop $ ooö een bo^p en geerlpjieifc
onöer ^cöieiana ·, öejjoorenöe onöer be ftab * Uyt hec Verhaal van Jakob de 1« Torre»
|
|||
Oudheden. 5-37
fóotterbant Z&t nerm$ balt 'er op tjm bag
ban <& %. &;QUto$ geboomte. ©e parocgifcern ψ ter gebagteniffe ban £>. par0chi,
Jans ontgoofbinge ingetopt / en toierb boo^keik. benzot ban ^.Pauius te ittreegt öegeebein 3« be onbe papieren fïaan be boïgenbeï^P*™^
fïoo$ ban Sïleigtop bermeïb: Jakob Janfz, Borgers, na imen^affïanb in 't jaar 15-74. ψ&» fiOO^ t$ getOO^ben Johan van Zuch telen. A-
driaan, be 300η ban ben SSÏeipöpfegen^cgont
Gerrir, geeft in be parocginer&e ban $$lci§* fop eene foeïtelpfrge jtliffe gefïiegt en öegif* tïflt ; toeïne fïicgtillg bOOJ Georgius van Eg-
mond , 2&ffcgop ban ültt*ec&t / $ goebge* ïieurt. ZEVENHUIZEN.
gebengm'5en / een oub bo^p én geerïptgeit _ ....
onber ^cgieïanb/ ifi een ftoHanbfeg leen/ mf'Jf geeft be Voorhouten eenigen tp toeöegoo^t. |5a Hendrik van Voohouc, befoeïlte $$;uffe!
boo2 3pe fooonpïaat^ geeft geiden/ $ bese
geerlpgeit opgebjagen aan ben ^eer Antoni van Oudheuiden, te föOtterbattt.
®it bo#> geeft een moojejteocöiten/ met Paroc,.
een &e3ten^töaarbiijentoren: en plagt booL? ben kerk. '" Mftt ban ^.Paulus te ïttreegt bergeben tefoo^ bem 3fn 't jaar iyip. foierb be pafïorg be* nïeebt bOO£ Willem Dirkze.
3fn be5dbe neeïte foa$ eene btïiarg gefïiegt
aan 't outaar ban be φ. jpaagb·: toelne bito jen./ opengebalïen boo^ ben af bal ban Frans... in 't jaar 1574. bg reegt ban berbaï opgeb^a* gen t$ aan Arent, Joriszoon.
#nber bese parocgie fïaat een oub peeren-
LI $ ÏJVÓ§/
|
|||
538 Schïelandsche
Van der Duyn, £11 plagt tti't miÖÖCTI Öall WH
feoflcöaaöjc te ieggttt. ïlgt Öit sefïagt $ ge*
fij^ittl Öe =§£&* Wrllem van der Duyn, btfotU
lic in 't jaax 348. öet:ti0 fcgeiïtti0cn rf jaat$
aan bc ^éittgttt-g&fÏ mwn iran ^etonöuisett ög itgterfien ixüUt feftjêtlt^ö6t(x) ; Sfrciöe' öcsc öo^ea/ $3ltf$top en èefcctijjut* #*t/ öcööfiigeeiiintöoonciiöenjpafiooii maat? tooien öooj öe« ^afïoo^ ttan 3güïesev£tegat gcflólptn, AANTEKENINGEN.
1. Dat het een ftamhuis der Vander Duinen'Was,
is ook het zeggen νanSimon van Leeuwen, Ditfchynt evenwel aldus niet begreepen te moeten worden dat dit huis of ilot den naam aan de Vander Duinen heeft gegeven. Om dit te verftaan en te bewyzën, zullen wy hier de woorden van Pontus Heuterus * uyttchry· ven: " Alfert , de negende Heer van Brederoden^ j,trouwde met de dochter vanden Grave van Hoorrt, „en ftierfin'tjaar iijj: hebbende by zyne vrouw ge·· „ wonnen Willem, den tienden Heer Vzw Brederoden; j, Katryn van Brederoden ·, en Dirk van Brederoden. „Deze Dirk van Brederoden was bygenaamt Vander „Duin \ om dat hy met de erfdochter der Vander „Duinenwas gefrouwt; welke Vander Duinenuyt de „Graven van Verdun, in Lotteringen, voortgekomen „waren. Zulks beeft Willem vander Duin my ge- „toont in een handfehrift, over de 100 jaar.en oud, „behelzende de levens der gemelde Heeren ; 't welk „aan zynen broeder Niklaas vander Duin , Méefter- „ knaap van de Houtveiterye van Holland, door Hen~ „drik den twintigften Heer van Bredenroden was ver- „ eert." Waar op Van Leewwen ook zeit dat gemelde Dirk van Bredcrode, met de erfdochter van de Van der Duinen getrouwd, den wemelden naam, als bezitter fan de goederen van Verduw , heeft aangenomen» * By Simon vw Leeawen, 5«»ϊΠ.ρ. j\u
Zo©
|
||||
■■^■■1
|
||||
Oudheden. 539
Zoo zouden dan de Van der Duinen dien naam niet
aangenomen hebben van het Heeren-huis£)#y»; maar zouden zelf hun eigennaam aan dat huis gegeven heb- ben : als hebbende den naam van Fander Dum aan- genomen, om dat ze uyt de Graven xmVerdun gé- fproten waren. 2. Deze Willem was de tweede zoon van den ge-
melden Dirk van Srederode 3 en Machtelt va» der Duin, |
|||||
H1LLEGERSBERG,
ΙΛm\^mmm§-favu/ bat $ <@,ηϊι- m
degardis berg genoemb / i$ tm bö$3 DVfott berg»0 ^ctjseïanb/ bmv& Wüitbrordus en #♦ hu- dcgardis plagten gebfett te ίηφϊη $aa bese Hillcgardis (1 }i§ h fiet fóödinfeSe jjlfóartdaar^· boeit / en % Bironius, In 3tjne üanteneiiin* 'gen op 't ^Ibematttïaa^-ödeft/ ö^ècber öe* fcft^iti te bmben. &t pöfïorg teterb öoo? ben SGÉt ban ^* Paulus nerne te fttrecöt begeeben. 3[n't jaar 1483. geeft pc afë ^afïoo^ $t* fïaan Jacobus Mercator (Jakób Koopman, of Mar- Pairooneto
chand ) bl'e OOR M%Mt$ batl β Laurens fteeïie te föotteebam / en beften ban ^eflieïanb i$
jsebjeefi. 9[u't jaafc ry. . ibtërb be$é pafioeg öéMeebt
boo^ Johan ttikobszooii, ïn$geïyn$ bfttafi$ bart ^ Laurens Ftêvfté tè föaitöbant j bèiöetóe öm* trent |et jaac ij7*. ugt fflw ^aftorg toierö becbiebeii· $& >t onbeken ban ben önben^öbpbienfï
Kleeft ThéödojusCannius, fcett ftött^batttmét EH
bofêomenSèaceuennbe $obtïumbc/ bc3e $>a*
|
|||||
t
|
|||||||
540 SCHIELANDSCHE
fïor^öeitient: en i$ in $#nt pafïorge gefïojben
ben 28. ban Sfanuaeitt£ 1^79. Adriaan de Keizer , een ÉuiïenÖUtHjee ; be*
toeiite ngt get ïeben i§ gefeïjeiben op ben 2.7
ban $obemöee 1688. Johan de Weerd , ooft ttt\ &l\ihnMv#tt /
ïjebbenbe eerfï bg ben ^m Johan Roos, jpa*
poo^ teipeïft/ boo^apelïaangefïaan ï|g$ in ben»t'gfeöen-8aeïi gefio^beu ogben 14. 5famiarg iyop. Gysbert van Vianen, tt <ΒθβθϊΧί geUOOreil/
maar af ftomfïtg ban lianen/ geeft nabeboob
ban 3|eee be Weerd , toten j)g eenige jaaeenr aï$ Hapeflaan Ijab gegoïpen/ be gemeïbe ge* meente eenigen tijb in 't geefïeïpe opgepafï. $a l|eer Vianens berteen/ en na beel fn&*
ïteïen^/ $ met benenmfle bee<$>eefïelpfieit!n 3tjne p\aat$ geïtomen. Andries van Loon, een ïftotterbammet;/ en
een qneeneïing ban be jjooge fcfloïe ban ïten? ïen. |
|||||||
AANTEKENING.
1, Te HUlegersberg , op een hoogte , plagt eea
huys of hofiiede met een kapelle te ftaan , en den naam van Hillegersberg te voeren. Adrïanus Junius weet van eene waarzeggreiTe, met name HUdegardis te fpreeken; dewelke, als een tweede Sibylla ofCar- ntenta, veele geheimeniiTen der aanftaande tijden wift te ontvouwen. Hy betuigt dat hy haare voorzeg- gingen zelf gezien en gelezen heeft ; en dat ze op den tegenwoordigen ftant der tijden wonderlijk wel paften. Zal Juvius, zoo een geleerd, fchrander, verftan- dig man, en die geenzins onder de ligtgeloovigen gere- kent mag worden i zich zoo wat quakjes in de hand nebbe*
|
|||||||
Oudheden! 541
hebben laaien ileeken ? wat zal ik daar van zeggen?
De fchranderiie mannen zelf hebben fomwyien een inwendige zucht voor zekere gevoelens, overleverin- gen, vertellingen; en zouden gaerne zien dat dezel- ve voorde waarheit aangenomen wierden. Kan die Hillegardts dan , die als de Sibylla van ons Holland was, zoo onbekend zyn geweeit by onze oudereHi- itorifchry vers ? Zouden de Snoyen, de Wachtendonken, de Gerbranden, de Stooken, die alles zoo naukeurïg opgezocht hebben, van zoo eene roemruchtige Proree- teiïè niet weten,en die voorzeggingen zelf,indien ze zoo net op onze of op Junius tijden gepaft hebben , zoo ongeacht hebben laaten verdikken in het itof en de vuiligheit,dat niemand fchier van Hillegardts voorzeg- gingen weet te fpreeken, of oit van HtUegardis van Bergen iets heeft hooren vertellen ? En juyit moeil deze voorzegfter wederom een Hildegardts zyn. In Duytsland heeft ook eene Hildegardts , zijnde een Nonne van S.Benediólus order, gewoont j dewelke zekerlijk veele fchriften , en eenige daar onder die gepreezen worden , heeft uytgegeven. Maar onder anderen heeft zy zich ook met voorzeggingen be- moeit, en die voorzeggingen hebben ganfeh Europa doorgeklonken ; ja hebben by aanzienlijke en geleer- de Mannen ingang gevonden. En is 'erjuyft ook zoo eene Hillegardts in Holland geboren; op wie de geeft van deeerfte/&7/i'£<m//'.iOvergewaait is? Maar van de eerfte Hillegardis heeft ganfeh Europa noch gewaagt: Pauzen, Kardinalen, BiiTchoppen, geleerde Mannen wiften van haar en van haare voorzeggingen te fpree- ken. En noch zou menig Hiiiorifchryver , die haar leven zoude willen befchryven, op alle die voorzeg- gingen miilchien niet llerk durven pochen. Maar onze Hillegardis is geen drie uuren van haare woon- plaats onder fatzoenlijke luiden bekent : en haare voorzeggingen wandelen als in 'tduiiter, en door de handen van de allcronnoozelfte boertjes of boerin- netjes. Hier door wil ik de getuigenis van Adrianus Iunius,
Voor zoo veel als die in een feit beftaat , niet tegen- fprecken. Het is mijne manier niet het zeggen van groote mannen , omtrent 't gene zy gezien of ge- daan hebben, in twyfcl te trekken. Hy zal eenige zoo
|
||||
^* SCHIELANDSCHE
zoogenoemde voorzeggingen van eene gewaande
hilaegardis gezien hebben : en dnar zal iet in geftaaa hebben, dat op zyn tijden fcheen te paffen: zoo ver- re wil ik hem geloqven. Maar konnen die voorzeg- gingen niet wat vermeerdert en opgefmukt zyn door een laatere hand , en als de voorzeide gevallen al gefchiedt waren ? En genomen, niemand had ze dus opgetooit ; zou iemand, die den voorzegger wilde fpeelen, niet veele dingen op het papier konnen itel- len, die nu en dan eens moeten geichieden? ik zou vreezen m?n papier tebevuylen, indien ik de vadzige profecyen van zalige Tryntie , of om haar met haar rechten naam te noemen, van onnozele Tryntie, hier ophaalde. Maar laat ze evenwel ook eeris ten toon geftelt worden, zy verdient het zoo wel als de gemelde fjildcgardis. Die haare voorzeggingen gezien hebben, en niet dommer zyn als hetallerdomitegraauw, getuigen dat geen besje, aan haar fpinnenwiei zittende, onnoo- zelder zoude konnen kluyven: en dat'er leugens in fiaan , die als met de hand getart konnen worden. Evenwel, zoo ik uyt geloofwaardige luiden verüaan heb, fiaat 'er het een't ander in dat ze heel net fchynt geraden te hebben. Maar, behalven dat de eene bedrie- ger of de andere daar wat in geflanilkan hebben; kan ieder een zodanige voorzeggingen wel op het papier zetten 5 waar van fommigen den eenen of anderen tijd eens zullen gebeuren. Het is dan geen wonder dat de Heer Auteur den
naam van FJillegerts-berg liever wil ontleenen van S. Hildegardis ; te meer dewyl Hillegardis hier plagt ge- viert te worden. |
||||||||||||
KRALINGE,
|
||||||||||||
üraïittjje/ aan belofte jjefegen/ té oofc ten
|
||||||||||||
Kralingei
|
tjo?p onba· ftct <0eiTcï)t tn Watnfifyap ban
|
|||||||||||
pa-ochi AWanö: ösar fïcwtë tm jpawSfófltë/ aait
kak, btmlU tm gafiooi toierö acgeben Mm öen meergttneïfecn ^öt ban & Pauius. Polgcn^ Set w0w ban öe goefceren to
|
||||||||||||
Oudheden» 5*43
mmfflcïjt tefce geeft g§, Maartens «erft ïjitt
ttm goebe of boeeen-biooning gegaö.
* 11« *t jaap 1572/ oen 12. Aaart/ 3fjn öe
forlten te üraftngen / te igiïfrget^berg / en aan öe féapeiie/öoo^ öe öeeiofio^mer^/ battoti* ta&cttt/ bm fïaanöc engangenöe öeeïöen/ban &ite§ hwuQft: en t§ 3onöag$ öaae aan in öe geïbe teften op sijn $taïbtmaan$ geprent. #nöee Uralingen / aan öe jfeaaf en reegt Kapel.
ober f jfeïmanöe / geeft ban ouö$ eene napeï geflaan / öie *&. Eibrechts napel toierö ge* noemt ®oïgen$ öe onöe fielten geeft Joris, baflerb ban β rederoden en ^tao^oberfïe ban 3&o|b?ecgt / tóteröant / en Ceix$>outo / in 't jaae 1482 Op *g. Aalberts of Adelberts abOttÖ/
ben eerfïen (leen aan öe3e &apei!e geieit o£n
bit bebefligt 0113e giffing / bat öe gemeïöe lw pel ben $ft Adeibertus S toegebnjöt: bjantge* lp FJbert op 3gn önttfcg bOO£ Albertus fcöO^ö
genomen; 300$ Ellebrecht niet anöee$ te 30$*
gen aï$ Adalbertusj en Adaibercus i$ niet &W
ber^aï^ Albertus. éolgenl Jakob de la Torre 30η men Ö£3e
fcapeï öoo? öe bianbelinggenoemt geööen Hei-
lebrechts of Helleprechts feapel: ei! 30£ïöe Hel-
lebrecht of Heiieprecht niet anöee$ te seggett
3jjn a!^ Sant of Santinne , die ons helpt * of te
recht helpt. 4BnÜl 't leben banDuncanus ijer> ben iug gezien bat öeseïföe naam fbm&tjfeh i§
toefiepafï aan hm ^aligmafsee öee loerelö* <ztórg de la Torre bebjeerr bat öe gemeïöe ïta* pel eigentïp tuegebtfjöt i$ gebjeefl aan öe ge^ ïige niaagö en martctareffe w 11 legefort is; ban befrrffte/ 3^0!?/ get tomfeg^arteïa^- boelï op ben io|^nly/enCa:farBaronius,fc?j$*
* Summa ruralu* .4
benöe
|
||||
544 SCHIELANDSCHE
benbe ober Set jaar 857/ nw&ü **mm
mwai Bier ban ®; bit gaat bf bat be wp
fcfietó/ eer 55 ten üaring-bangfï ugtuoeren/ gkr Siet menigts quamen aangeoopen1 /pm een goebe 5ee-re$ en boo^oeoige ^iffcSerp ban<0obt en be te«ig«* te ψ?»*^Μ^
^eftoon ban ijese ïia$>eïïe met anbee£a$een
beël auto en berballen nraurtoerft obergeble*
ben il ·, 500 too?b be pïaat£ noeö tegenmoo^
ing 5eer öifttoi^ ban be Hatolpe borelingen
en boeren be3ocBt . ^» T
^ieftt önüraïingen / aan be $eber-Sffel/
De KaPa. f# geÏ0^n ^ 005p oe ^apel: baar Bet groot*
lot Honingen , be φίΜΙ tKttl HffmWf* »?
öeftoorenbe / Beeft gefïaan·, ban 't toeln nocïj
tmmz fïuïiften en öjoit&en in togen jijn geöie* ben. ïPe be^enbe Lumey , <£>raaf ban Der mavïi/ be toeïne ban be «Bfrootmogenbe ^ta* ten enben f m§ ban ^mnje/booi «eob^recöt; baarbig oo^beel/ ter eeutoige gebangemffe ge; öoemt toaó/ toierb in bat (tot opgefïotem Piiioors. ^e boïgenbe ^ieflcri ieööen be aaftojy ban dalingen/be^apelie/ #ientoér|erfe/cn5* sebert Bet opfcomenberfiefu?maat3te beötent: KornelisWijk, ^aftoo? ban üraïingen/ en
aïoaar oberïeben mi iy ban September i6f 2 johan Rofen, betoelfceeerftm beitelflab
geftaan/ en faftoo? ban üraïingen $ gefto^ ben in be maanb december 1669. Tohan Cannius, een &otterbamtner: ober*
lebenbeu zffHugufti 1679. ^ r „. Francois van Wetering, tm 45o#OldtttCr/
en een tobenfcB €tobtgeïeerbe: geftojben ben
20 JlEep 1704» „ .
Juitus van Schaylc, tm «tmSWWW/ ««
J OOIi |
||
Oudheden. 5*45-
ooft tm %obenfeg <£5abtge!efrbe: beiödaeeerf?;
op ijèt flot föanft / bic gt % (Ciei / boo^ gafïooi ïjab gefïaan. YSSELMONDE.
^itöotp geeft öi'en naam geteégen/ omYiIci:
Öat ijet aan ben monb ban öen gffeï piagt temüIKk* ïeggen : baar get tgart$ / booj get berioopen ban ben ïtgijn / beter Jfflektnbê genoemt 50η* be fooien. £>e naam ban Jfffeimonbe $ 5eer onb / gelp-oois get flot ban iffelmöhöe: bieii$ puingoopen jeïf ai te niet 3p gegaan. egenfcuoo^big i$ er een ^ofiec - en een 31^
fïer-ISmbacgt ban Jffftfmontie. 3|et^ofïer-lnibacijt/ 't bielft afjonöerïp
Bebpt i$ I geeft een fraaje nedi / en een bef? tig flot/ 't fcueuie 0002 Floris Om op ben oe* bei? ban be J&aa£ geöoutot t$ in t jaar 148^ $aii een ïeen ban De <ti*gmoniien $ get een <e?aaffelp leen gebjo^ben : en geeft eerfï be peeren ban Momfoort, en liaberganb be Me- rod.-ns, toeöegoojt, «SBinbdjjIi i$fyet aan an*' bcre peeren / öie te Jfffeïtnohbe tooanen / ge* ϊίοηκη i en bn on3en tijb aan Um ïf eer Τ de Mev, opgraaf ban ^cgieïanb /opgeb^agen, i|et H^efïer-amöacöt i| ii$gelp$ een ieen
ban be <6gmonbengeb>eefl: ηι&ΰννίηΜϊβϋοΙι tm <&?aaffelpgeit| ïeen getabeo. ^n'tjaar 15-67 geeft giet* öoo*$afïooj m> rato
flaan Adriaan Simonis, (Simons zoon) b£bS£Ï&£ van't ge-
boïgen^ be getuigen^ ban Joris EuiHchuisJofa%-~
zoon, ^nberpafioo^ in be ïiapeïïe/ ben iiaïbi* lci1' niaanfcöen a^ob^bienfi in $pe nerft geeft in* geboert: en boïgen$ eenc anbere getuigen^ ban ^Egidius Kornejiszoon, J^afloo^ ban 0icn* Μ m tDf tv
|
||||
54Ó SCHIELANDSCHE
ioeetefte/ 5ί)η boïii %m fltfyt ïjeeffconbettoe*
jen. Igoo $ ï$ ban in 't jaat 15-70 / ben 30 ban be j&egmaanb / in *g <H%abenïjage onfc fcöi>at/ en baar op oeuntrgk let getal ban be fóatolpett / in be$e bo^
pen/ tg 5eei' ftlein : enbie er notïj oberpbïe* ben jtjn/ 3p een foijle ttjb$ boo^ be $^afïoo$ ban <Pü$>2ecj)t en bit ban töattcrbam geholpen öeioeeft (€egenfe3oo$i0 tooien *g booj ben JDafïoo,? ban iïoon öebient* ROENEN, door de wandeling RQON.
töoon t$ een bo&» en ijeerïpïjettbattbeïlee?
ren ban $5oöen: baai* ooït een fïot geeft gefïaati/ 't toelfc be 3|eee ban &oben of töoon / en ban ^enb^ecöt / mernelp Heeft beröeteet ®z$op öertpnen ïjebben bit 00$»/ in be ssatolpe φ benbebient* W>t ïaatfïe J&affoo; ban Ut oaber/ Rochus jakobsz, genaamb / ïeefbe in 't iaac ifj64 en hsmb ïelp mt$)anbeït en omgaïg geb^agt j^aberganb t$ be^e plaats boo^ een ^itfttt
ngt be J&aatfegappge ban Jcfus bebtent ^ieu ftaat öet fïot iMftetifïefn/ boo^ een ï|eee ban jutten seboittot, &t peeren / bie baae op iooonen/ boen beïpenifle ban ben liatoipen <0ob^bienfï. ïBz gemelbe 3[efugt ging ooWegerïanb öe^
bienen: 't bjelft poo? be oube Jlaaé ban ston &'(%φ%φ£ΐϊ t§. 3[n bit 23egedaub $ gelegen pet οα$ SSegedanb > 't baeïfi niet beel minbec i$ aU tem jïab/ en een bermaarbe jaarmarfó Jjeeft HDanneec be Baberg S(efugten be$e ^afïorg
om be fobece infeomffynbedaaten §abbcn/gefr ben 003e gauffeïpe Msanffen baav boo^ $e* |
||||
Oudheden. f^?
W$t/ geïp fogban be ^telfelje ^af!ot*uooi6
aangemerkt fjebben ·, en l^iefïerg ngt be Itle* t?c3u bertoaart gefcöiitt Cen öien eiöiw gtöljcw 30 een eigen gronb boo^ groot geïb gcitoefltj th baar op/ ten btenfïe ban benjj&affoo? en tian be geïoobiien/een^afioo^-||uip met eentofe je geboutüt: toaar toe be Gaaien be penningen opoefcjjQten gèbben. $a tóen tijb geböen be boïgenbe g)afïoo;#
öe3e|laat3ie bebient: Larabertus Bargoeis, éétt <$0$fdnttttêl* / C!l
te botsen in be <0obimnbe onberaden. Pafoor
Thomas van Engen, eetl KlilttDerpeiiaat*
Johan Kelders , een Seibenaar: fjeööenbe
eerft booj ^afioo^ geflaan in 't ïanb "mn Cer <0oe$. Mdchior van Dreunen, een'Ifmflerbammen
3|jnbe/ 500 foei aï$ Johan Kelders, te 'Eobeu in be i^obiiunbe onberaden. |
|||||||
Byvoegzel op bet Karthuizer hjoofier buiten
Geertruydenberg pag, 15"7. In het doodboek van het Karthimer klooft er bui-
ten Utrecht, het Nieuwe Licht genaamd , fcaan de . Heer Simon Lap, en de Heer Philips vanBuuren, als Monnikken van 't Hollandfche Huis aangetekend. En de Heer Alfert of Alphardus ftaat'er als Prior ver-
meld. Op den Brul.
In de oude fchriften van het kloofeer Rugge word
ook vermeld, dat in den jaare 1498 in den Briel een Bagynhof was. In't jaar 1498 gaf Aechte HttygenS) Bagyn in den Briel, aan de Regulieren in Rugge een gemeeten lands 15-08, gaf Aechte Govers, Bagyn in den Briel, aan
de Regulieren 2 gemeeten lands. EINDE.
|
|||||||
Mm 2. BLAD»
|
|||||||
Blad-wyser
Van de voornaamfte zaaken, in de Oud-
heden en Gedichten van Zuid-Holland en-Schieland, begreepen. |
||||||||
,, de Paftoor door wien
aangefteld, ibid. .. naamen van fommige
Paitoors en Onderpa- ftoors, 171 - 172 .. Vikaryen indeparochi-
kerk, ,172-175 ♦ . Dijkhoeven en Water-
hoeven van Alblas, 173 174
.. Handveft door Floris
V aan die van Alblas verleend, 175·. 176 .. andere Handvett aan
hun toegeftaan door Aal- bert van Beyeren, 178 .. fcheidingenvan eenige
goederen en mannen, onder Alblas behooren- de, 216 218 Á lb laffer dam , Ambachts-
heerlijkheit enz. 188 .. Parochikerk, 189
.. Paitoors. 189.190
.. Vikary,VikarilTen,ioo
,. fcheidingen van eenige
goederen, en mannen, onder Alblafierdam be- horende, 218-219 Alblaffervjaart, Ambachts-
heeren van AlblaiTer- waart, 186 ,. te leen gegeeven aan
Herman Vink, 186.187
't ge-
|
||||||||
A.
Á Albert van Beyerev ,
""'Graaf van Holland, geeft zijne toeftemmin- ge om een Kaputel te Dordrecht op te rech- ten, 3'-3x — geeft nieuwe inkom- ften aan 't zelve Kapit- tel, 37 Aarde , zie Jcrufakmfche Aarde.
Aarnoutswoude , anders Aartsberge, 107
Abbenbroek : heerlijkheit
met een parochikerk,
.. Kapittel aldaar gedicht,
347.348 .. Paftory, Paftoors, enz.
3+7-3Ö8 Abt, Abdis; die eernaamen
door de laatere Orders afgekeurd, 274- 27S Adrianus V!. is Paitoor
vnn Goerégeweeit, 350 Alblas ( Korfjelis va») De-
ken te port, 40 Alblas , dorp, word voor
het oude Tab la gehou- den, 170-^86 ., deszelfs parochikerk,
|
||||||||
Blad*
AUxianen , ïie Cellehrte-
ders. Almsvoet, een groot am-
bacht geweeft, 207 Almkerke, iieEm/choven.
Andries Wouters, Pafïoor
van Heynkensoort,voor 't geloof gemarteld,204- Anneherke, waar gelegen,
207
Antonis ( Sint) Broeder-
fchapvan S. Antonis te Dordrecht, fS .. patroon tegen de peil,
és
,. waarom dat 'er een
vuur en een varken by S. Antonis gefchildert word, ibid. .. verhaal van zeker geval,
raakende S. Antonis, 6s 66
Augufiijner Monnikken te
Dordrecht, 57
♦. Zie Dordrecht,
,. klagte van (ïads Over-
heit tegen vier van de- Zelve Monnikken , 63- Áç^Çâççåô Nonnen te
Dorr, 71 -72 .. zie Dordrecht,
Aurelius ( Cornelius ) is
Regulier Kanonnïk te l Hemsdonk ge weeft, 15 3
Barendrecht, Ooft - en
Wefr-Barcndrecht, icó Batavia, eyland der Bata- vieren, of eertijds on- |
||||||||
W Û Z E R.
bewoontwas, (zie Hoi-
land,) 12-13 Batavieren, of de oude Ba-
tavieren van geen dykcn geweeten hebben,8.9.10 Beek (Johan van Beek) Pa- ftoor te Rotterdam, 445 Begraaffenis, zie Uytvaart, Bergen , zie liillegertsherg. Berkel, deszelfs parochi- kerk, Paitoors,enz. 5 3 ƒ Bersa/dus 'fanfz. in den Bi iel gemarteld, ïjf Beverwyk (Johan van ) ge- leerd Dorrenaar, itf Biert , anders Biervliet, had tweekerken, ifj hleiswyk , dorp met een parochikerk, enz. 537 Blyenburg ( Á dr'taan, van ) een geleerd Dortenaar, top
Bogaert ( Hendrik) Pailoor te Hellevoet , fterft na een onkuys leven voor 't geloof, 55Ó BokelaarCThomas Simonfz)
iticht eene kapel te Dor- drecht, 47 Boekelaar ( Arent) begif- tigt dezelve kapel, /bid. Bommeboom (Korné/is)De- kenteDort, 41 Bommenede,Bommenc% hoe aan Holland gekomen , 351 -15·* f. de inwoonders aan 't Baliuwlchap van Voorn onttrokken, i%% .. deStaaten van Holland doen afiland van Bom- mend enz 3*3 Bornis, de eene fcheidpaal Mm 3 van |
||||||||
BtA t> - 'ir
van Zeeland , of niet
genomen mag worden voor Bruniffe, 353- 35-4. Brandwyk , Regulariiïèn kloorfer te Brandwyk , Mi
Bredemode ( Willem %>an ) bewijlt dat zijne heer- lijkheden vrye heerlijk- heden zijn,enz. tói-162 Briel, naamreden, paro- chikerken, 2^9 ., Kapittel , 2^9 ,%6o
.. Dekens,Kan"onnikken, 2<$P
% -.Vikaryen , 260- 261-
i6x enz. ,. Klarifïcn klooiter, 267 ,. oude en laatere Pa· itoors, 165*. 268 i. nochyande naamrede,
270
α
'jT^ aorfin'i , Cawardin't ,
V^ Caurfin'i , Cavjarfinl, groote koopluiden, uyt
Lpmbardye pvergeko-
" men , 86. 87 . . om hunne woekery
dik wils verdreeven, tb,
,. ondtrfcheid tulTchen de Caorfini,en Lombarden,
87
.. waarom aldus genaamd, 87
Cauchi, zie Kauchen. Cellebroers te Dordrecht, 68
Charlois , dorp met een pa- rochikerk enz. 519
ConflaKtia^onnQ te Dor- |
||||||
y 2 e R.
drecht, haar groote ga-
ven, lof, enz. 78 .79 Cofmas en Damianus ( de
Heilige) waarom van de Heelmeefters gev jert, 484
,. of'er drie paaren van
zulke Heiligen zijn Ke- weeft, 48? D.
Damme in Vlaanderen
door Hollandfchedy- kers gedicht. o Delfshaven , deszelfs pa-
rochikerk enz. f20 .. Paitoorsenz. 521 · *>*2 ., waarom de Delvenaars verlor gekreegen heb- ben om deze plaats aan de Maas te bouwen t ,, S. Antonis kapel te
Delrshaven en?.. 520- Develkerke, anders Linde-
kerke , een parochie in de Ryderwaart, 193. '94 Piemens (Willem ) geleerd
Rotterdammer, 483 Dyken, of Holland in ou-
de tyden niet bedijkt is geweeftj 8.9 Dtrksland , heerlijkheit ,
enz. 361 .. Parochikerk,Vikaryen,
enz. 361.362 .. door Graaf Floris V,
verkocht aan Aalbert Heer van Vooren, 3 63 . . een fesde deel van
Dirksland aan de Reg. Ka-
|
||||||
Blad·
Kanotinikken van Rug-
gen verkocht, 366 .; deuytgorfTe Harkinge,
by Dirksland gelegen: Æie Harkinzjt. Dpmmikaanin, zie Preek-
heeren. Donk (te) hofftedeonder
deRyderwaart, 193 Po'nkerjltnt, een verdron-
ken dorp, éïß Dor , Thuur, Dur , wat
by de oude Duitfchers te æ eggen was, ar Dordrecht van't vafte land
gefcheurd, 1,23 .. waar van Dordrecht die
naam gekreegen heeft,
10. zi, 24.. 25
.. wanneer en waar Dor-
drecht allereerft word vermeldt, 22 ;. dat zeggen onderzocht,
;. Dordrecht al over lang
de hoofditad van Zuit- holland, 12.23 .. Dordrechts wiflTelval-
ligheden , voorrechten enz, 23 V. of Dordrecht door Dur-
fos verftaan mag wor- den, 26 .:. waarom de Dortfchè
'maagd genaamd, 28 .". de groote kerk van
Dordrecht, *9 .. wanneer gedicht is, 29.
49.50
.« des2elfstoren,kapellen,
outaren, ' 29-30 .. eenftukvan'tH.kruys
aldaar bewaard, 30 |
|||||||
ø Õ 2 E R,
.. wonderen aan't zelve
kruys gefchiedt, ibid. .. wanneer de groote kerk
getimmert is, 31 .. Kapittel daar in gedicht,
29,3^^.33
.. en met nieuwe inkom- iten begiftigd, =37
,. Dekens van dat Kapit-
tel, 39.40 .. kapellen van die kerk, 4T
.. outaaren , 48 .. de Nieuwe kerk, enz.
51
.. afgebrandt en wederom
opgebouwd, ibid, .. kapellen van dcNieu-
wekerk, ƒ2,53 ., de wijding der klokken,
,. de fchoone Auguftyner
kerk, Ï4·?? ♦ . Auguftynerkloofteraf-
gebrand, en weder opge-
bouwd, 5S .. Priors van't kloofter, ,. Broederfchap in de ge-
melde kerk opgerecht, wetten van 't Broeder- fchap , enz. ibid. ., zie Attguftyner Mannik-
ken. ,. Preekheeren kloofter te
Dordrecht, 66 enz. ♦ , Minnebroeders kloo-
fter te Dordrecht,68 enz. .. naamen van hunne Gar-
diaan en , <5o .. hunkonvent verftrekte
voor een tweede Raad- huis, 50 Ì in 4 .de |
|||||||
t
|
|||||||
Blad-'
♦ ". de Minnebroeders te
Dordrecut hervormd,-^ é .', S.Agnes kloofter, 71.
72 enz. ., kerk van S♦ Agnes kloo-
fter, 73 •, Priors en Priorinnen
van dit kloofter 73 ., het kloofter Marien-
bom, Bi enz, ,, het kloofter der Grau
we zuiïeren, g4 ,, .Paters en Maters van
dat kloofter, 88 ,. Gellebroeders te Dor-
drecht*, %\ ., Broorzufters, 88
., Begynhof, 90.91'
,. Meefterffen der Begy-
nen, 92 .'. 't H.Sakrarnents galt-
buis, 93 .. de groote Ommegang ,
waaruytontftaan , ibid'. ., kerkhof daar de lichaa-
men binnen 3 dagen ver- gingen , 94 ., Magdalenaas konvent,
ib'id.
,, S. ]akobs gafthuis en
andere galihuizen } 96. #. kamer der Fonteiniften
enz 91
., kapellen, yZ.yyeni.
,. H. Geefthuis , éïß ., anderekloofters,kapel- len.gafthuizen, 103
,. Paftoors der latere ty- den, 109,éïý
t. geieerde mannen van
Dort, 108
Dorrehom , kapel buiten
|
||||||
' Õ Z E R.
de Vuilpoort te Dor-
drecht , 139 '140 Durtenaars zekere voor-
rechten aan hun toege- daan, <;i . . oude godvruchtigheit
der Dortenaaren, 104. éï£
.. Handveft aan hun toe-
gedaan door al bert vanBeyerenenz.182 183 Dr enkmaart: de Drenk-
waarts ftichten tweeka" pellen te Dort, SA Duckius (Kornelis) Paftoor
te Dort , 107 Duifhuize { Hubert ) afge-
vallen Paftoor te Rot- terdam, 439 Duin , framhuis der van-
der Duinen, SV'S^ «. (ie vancier Duinen uyt
de Graven van Verdun . gefproten, 53S
Duffer, heerlijkheit , 206
Dujfen - munfterkerk , en'
Dujfen muilkerk, 206 Puvewünorde ( . Adr'iaan
titin ) Deken te Dort, 41 Du-venvoorde {Willem van}
Heer van Breda, enz. bouwt een Karthuizer kloofter, \\"j ♦ . Duvenvoordens ftug-
geaard, 157.158 .. hoe dat hy, of zijn va-
der , rekenfehap aan den Graaf heeft gegeeven, 159.160 1Ð etnskerk ( Pieter van )
*-* Deken te Dort, 40 Kern*
|
||||||
Β LA © -
Eemflein Regulierenkloo*
iïer buiten Dort, 146-
• 1+7
.. OverftenvanEemitein,
H7
Egmont ( Johan van ) De-
kenteDort, 4°
. . zijne verrichtingen ,
vroomheit, mildaadig- heit, em, ibid. .. üicht eene kapel te
Dort 46 Eland (Johans zoon ) De-
ken te Dort, 40 Emichove, anders Α Imker-
ke-, waar gelegen : des- 2elfs parochikerk, 222 .. klooiier aldaar gedicht,
en naar Zwyndrecht o- vergebragt , ibid, .. Nonnekloofter aldaar,
Z12- 223
Eptemach&m den Abt van
Epternach worden ee- nige kerken in Holland gegeeven, 517 Era/mus ( Dafiderim ) ge-
leerd Rotterdammer,4.83 F.
"Π eyt ( Lambert) Paftoor
·*- te Dordrecht, 105 G.
(Zaal (Hugo) Paftoor te
VJ Rotterdam, 44-4 CaUnthé: de uytgors van Galenthé aan de Reg. Kanonnikken van Rug- gen gegeeven, 3-?o-3}i Geen liet : van ouds een Ihd: ' 115 |
||||||
V Ύ t E RV
., Parochikerk, vikaryen,
kapittel, enz. 225·-226
enz.
♦. Vifcary met het Kapittel
vereenigd: 23» .. twee nieuwe kapella*
nyen enz. ibid, . vyf nieuwe kanonniks-
dyen opgerecht: 1*4 ,. goedkeuring van 't ka-
pittel door Philips Har- tog van Borgonje: 238 .. endoor Karel ook Har-
tog van Borgonje : 242 ,. zwarigheden tegen de
Kanonnikken gemaakt:
240.24».242
.. andere kerken met het
kapittel vereenigd: 245 .. Paftoors van Geervliet:
ibid.
.. namen der Prooften,
Dekens, Kanonnikken: 246.247 .. het Kapittel met het Bisdom van Haarlem vereenigd: 246 Gejftl (Aarnoutvan) Pa-
ftoor te Dordrecht: icó. 107
Gieffèn, in 't land van Al-
tena, enz. 211
,. deszelfs parochikerk:
ibid»
,, handveftaan üudgief-
fen verleend: 211.212
,. fcheidingen vaneenige
goederen onder GieiTea
gelegen : 214 . 2if
, . icheidingen van de
mannen tot Gieflen,Al-
blas, enz, behoorende:
218, 219
Mm 5 Geld*
|
||||||
 .;L Á  -
GM : blijken van de
e.fchaarsheit van 't geld
in.de voorgaande ëeu- •wen: 35-5. qjró.enz,
Qerfavt'H (Aarnsut) geleerd «Rotterdammer: 4S5
Gödtliaes Hofftad; enz, 223 Godfihalks*aort, heerlijk- 5 htrit: enz, ■ ' . 205
Goeder ede, Goeré: naam- -~rede,parochikerk ; enz.
•Ã..: I ' '* : ;. " 349
... AdrtanusVI is hier Pa-
r ft.oor geweeft : 350
.> van ouds van 't land
Voorn zoo verre niet af
gelegen;/ 3f *
.-. van de verdronke ftad
by Goeré; 3^4 Gwariaan, beweezen dat
het een vryeheerlijkheit is ge weeft, 161 Gout hoeve {Valerius) ge-
leerd Dortenaar, 109 Grauwe zuflers te Dor-
drecht, 84 Grutter , Gruterus { Philip-
pus) een geleerd Dirks» lander, 362 Gryfoort; anders deOude
,. Tonge, deszelfs paro- chikerk en Paftoors: 371 H.
Haak(Herman)een ge-
leerd Dortenaanenz. ô 08 Halle (Johan van ) Deken te Dort: 40 Halling ß Catharina ) de
ïaatfte die in de N.kerk te Dordrecht door een Priefter is getfoopr, 5-4 |
||||||
ø r æ e Ri
Halling; ( Kornelis) Paftoor
te Dort: 106,107 Harkinge bedijkt : en van
cene parochikerk ver- zorgt : 366. %6y . 368 .. Nieuw Harkinge, 370,
Heenvliet{Hugo Heer van)
(licht eene Priory te
Ruggen: 178. 279. 280
enz.
.. geeft nieuwe inkomften
aan die Priory: 309 .. ook eenen brief van
gerufte bezittinge enz. 324
Heenvliet, dorp, meteen
parochikerk ,enz. 346 Heemsdonk, (Hemsdonk)
Regulieren kloofter daar gebouwd: i4§. é,ñ Heemikerke ( Gerrit van )
geeft groote inkomften aan deAuguftynerNon- nenteDort: 72 5's Heeren-Heynen-kerk , of
Hendrik- Tden- ambacht, ,. parochikerk daar ge-
fticht, . 196
.. vikary, 196.197
Heer- Jans- dam ; waar
gelegen, enz. 194
Heifierbash , Abdy onder
Dordrecht: j?6
Heiligen tegen verfcheide
ziekten aangeroepen :
oordeel daar over, enz.
60Q.60f
Heiningen ( ïgnatius van )
Paftoor te Dordrecht:
107
lieinkens §ort: een dorp·: enz. 204
de
|
||||||
■™™
|
|||||||||||
Blad-wyïe k.
|
|||||||||||
'.. de Paftoor voor 't ge■·
loofgemartcld:zo4 105 Bekelinge^ttïi verdronken
dorp met een parochi- kerk: 256 Helmen ( Hendrik ) 'zijne
mildadigheit jegens de Auguftyner Nonnen te Dort: 81 Hellevtet: zeehaven, enz.
,. parochikerk : ibid.
.. bewezen dat hier de He-
lius van Plinius geftelt moet worden: 337.338 Hervormers van kloofters,
onderfcheid tuflchende
oude en tegenwoordige
Hervormers: 492
Heumen ( Johan van ) Pa-
ftoor te Rotterd. 441 TJeumen { Ludolphus van)
Paftoor te Dordrecht, 107
Hillegersherg,dorp, paro-
chikerk, Paftoors, ^9. 540
Hillegardis, waarzeggeref-
fe,en van haare gewaan- de profecyen: 540.541 Holland hoedanig verdeeld
in ZuitholIan4 'i Noort* holIand,KennemerIand, ent. 5 ,. of Holland in oudety-
den qualijk bewoont is geweeft : 6. 7. 8 enz. .. Holland in nood onder
Dideryk V. 5-17 .. dekerken van Holland
tuflchen den Biiïchop van Utrecht en den Abt van Epternach verdeeld, 517
|
|||||||||||
Hollanders al van ouds
goede dykers, 10 Η oogkamer (Scha/liaan) Pa-
ftoor te Rotterd,deszelfs* lof; . 440 fJoêgwerf (Bemard) Ka-
pellaan te Rotterd. 442 .. deszelfs lof: 441. 443
Hoorn (J-akob) eerfte Graai
van Hoorn word Min- nebroeder, en dient zijn zoons MuTe, 209 Howweningen : twift tuf-
lchen deparochikerkei) van Houweningen en Slydrecht: 168. 169 . ♦ de kerk van Houwe-
ningen moeft onder die van Slydrecht ftaan: 169 |
|||||||||||
I.
|
|||||||||||
Jerufalemfche aarde her-
waarts gebragt, om de doode lichaamen te begraaven .* 94 95 lndiktie\ het getal van de indiktie mogt te Kon- ftantinopolen door den Keizer alleen gefchre- ven worden: 495 Junius{BaldMnus)gQ\ eerd
Dor ten aar: jjj TT*pél\ de. Kapel een
^ dorp onder Altena,
een Hollandfch leen :
210
Kap/I, een dorp byKralin-
li.ngen: 544.
,. Paftoors enz. 544.5-45
Kil··
|
|||||||||||
m
|
|||||||||||
Blad·
Kapittel, verfcheidebete-
keningen van dat woord: Λ ï49
, . Kapittels, onder de
Monnikkemvóor heilige
jpTaatzen aangezien: '49.
ι/·' '5Ό
«vKapitteleiijKapitoliums
;; genaamd, ifi
Kamit, Karnejfe, heerlijk-
heit, enz, 206 i$Larthuizerkloofter byGeer-
truidenberg, naderhand afgebroken: 15-7 Kanchen: hetgeen Plinius
van de Kauchen verhaalt, verkeerdelijk op Holland gepaft: 13 14 'Kerkhof te Dordrecht, daar
de doode lichaamen binnen 3 dagen verteert wierden: 94 ., iets diergelijks te Pi fa
gefchied: 9$· Ketel, dorp met een paro-
chikerk ent. «»24 .. het recht van vergevinge
aan Vincent Kornelifz. vanMierop overgedaan: 5*4 5*1
,. Paftoors: 528 Kievit ( Aarnout) geleerd
Rotterdammer, 479 Kijfhoek, een Hollandfch
leen:deszelfs kapel enz. 101
Kinderen,iiekte der kinde-
ren : wat voor Heiligen daar tegen aangeroepen worden, 101 .. ie kinderen ten dien
einde gewogen, τοχ Klinhlana\ of Nieuw Har.
|
||||||
V Τ 2 ER.
kingen, wanneer bedykt:
Kloojlers orders behoefden
van ouds doof de Pau- zen niet béveftigt te worden: 91 .. wanneer, en waarom,
dat beveiligen opgeko- men is: ibid. .. menigte van kloofter-
orders , dïe dagelijks opquamen: 91.91 Kon'tnk (Kornelis van Blois)
geleerd Dortenaar, 109 Kools {Jahb) geleerd Rot-
terdammer, 483 Korendijk:de oude en nieu-
we Korendijk: 254 .. hoe anders wierd ge-
noemt: 2 ff ..paróchikerkjPailoor:/^.
Kortte lts Adriaanfz. anders
Broer Kornelis van Dor- drecht : 10S . . ofhy met of buiten zijn
fchuld zodanig befpot en gehekelt word, \%% Koulfler (Adriana van den)
flïcbt eene kapel te Dordrecht, 46 Koufóer (Beatrix vanden)
geeft grooter inkomftén aan dezelve kapelle,//^. Kralingen: dorp parochi-
kerk,Paftoors, ent. 5-42. 543
Kttyk (Petrus van) Paft0or
te Rotterdam· 44 ^
" : L
ants \r90n ( Willem van )
*~* Deken te Dort, 39 |
||||||
BtAO-
Lederhrke^heer- ambacht,
waar gelegen, 207 h'tchaamen: doodeIichaa-
men binnen drie dagen verteerd: 94 .. reden van die haaftige
verteeringe: 94-9S Lidewyn (finte) te Schie-
dam gebooren: 496 1. baar leven, enz. 497
S. hijsbets water nood, ï,2
L indanus ( Guilelmus ) w; j d t
de nieuwe kerk te Dor- drecht, f é ♦ . zijne levensbefchryving:
109. s ô ï enz.
♦ . en fchriften: 1 ro
.. wordBiiïchop vanRoer- monde: tbidt
.. zijnereis naar Romen:
ut
.. wordBiiTch'op vanGent: 112
•. hy fterft: ibid.
.. hoedanig door Baronius
gepreezen, 113 .. zijne uytfiekendedeug-
den , loffelijke daaden , onrechtvaardige beschul- digingen: 113,114 .. zijne tweede reis naar
Romen, i\% „. zijne verrichtingen al-
daar, ôé f. 116 .. hoe dat hy daar gearbeid
heeft voor de hervor- minge der kerke: 116 rt. goede raad , door hem
aan den Paus gegeeven :
119. 120
\. goede uytflag van zijnen
yver: 121 ,. hy ichryft aan den Kar-
|
||||||
Ø Õ i E R.
' *
dinaal Borromaius, 122
. . goede raad aan den
Kardinaal gegeeven:i2z T23
.. noch vorder van Lin-
danus: 135.13^ Lindekerk, parochie in de
Ryderwaert, enz. 193 hindt : de groote en de
kleine Lindt: 194 Lombarden, of Banken vau
Leeningen,wanneer op- gekomen , 85 Lombaerthuizen „ van zo-
danige Banken van lee- ningeonderfcheiden,% Bó
.. zie Caorfini.
ì. ' *;
A/f aarten WiUemfz. T)&-
iVI j(cn te£)ort j ^0 Maafdam, dorp, enz. 203
.. de Paftoor van Maas-
dam, zijn geloof verzaa- kende, word evenwel gedoodt, 203 .204 Mach daar {Willem)Oékti\
te Dort, 40 Machutus ziek te: Machu-
tuskinderen, enz. 100 101
Marien-bom, kloofter te
Dort, Si Mar}graven van Vlaande-
ren , dus wierden de Graven van Holland genoemt, 514, .. of een Markgraaf min-
der was als een Graaf, 5"ô4·.?éú
.. Markgraaf is fomwy- hn
|
||||||
 L Á D -
len aanzienlijker geweeft
; als een Graaf, 515; 5· 6
Jif<tf<r#tf,onderPapendrecht
160
ii bewezen 'dat het een
vrye heerlijkheit is ge- weeft, 161 Melijfand wanneer bedy kt,
374
Menkenes - dr echt, t'hans
Papendrecht , 160 Meppelen ( Hendrik van )
Paftoorte Rotterd. 44* Meruia ( Paulus) geleerd
Dortenaar, 109 Merwede ( Adriaan -van)
Deken te Dort, 41 ». de oudfte zoonen der
van Merweden plagten doorgaans Daniel te heeten, 168 Merwede, heerlijkheit, hoe
vanouds genaamd, iö? .. de oude parochikerk van
de Merwede is t'hans de tweede parochikerk van Dort, ibid. 't. of de vloed de Merwede
dien naam gekreegen heeft van Koning Me- rovceus, 166 Middelbamis: heerlijkheit,
parochikerk, 257 Mijle ( Damas van der )
Deken te Dort, 41 Mijl ( Adriaan van der )
geleerd Dortenaar, en z. 109
Minnebodé(Reineut)bouwt
het Regulieren kloofter teEemftein, 146 Minnebroeders te Dor -
drecht, 68. enz. |
||||||
r Õ 2 E K.
.. zie Dordrecht.
.. te Rotterdam, 465
Modaus(Martinus)Pa{ioot
te Rotterd. 404 Moerkerke,een Hollandfch
leen, enz. éïß. ., de naam van Moerker-
ken oorfpronkclik nyt Vlaanderen gefproten, 203
Moldijk (Bemardvan) Pa-
ftoor te Rotterdam, 443 Monnikken', hunisdikwils
verboden , zich in de harderlijke bedieningen te freeken, 487 .. by wai gelegendheit zy
dikwils gebruikt zijti ge weeft, 488 .. waren meefter van de
Biechtftoelen in 't üo- ften, 4S9 .. andere redenen om de
welke de Monnikken gebruikt wterden, 490 .. hun krakeel met de
Paftoors; enz. 491.493 +84
. ♦ zie Hervormen van kloo-
fters, Klaofl er orders.
Muilkerke , ambacht met
Parochikerk, 200, 225 Mailwijks kapel te Dor-
drecht, 47 Monfler, Mm(lerkerk, on-
der Dordrecht, 205·. zot , N.
XJ aaldijk onder Dor»
drecht, 164
Naamen; zekere voorn aa-
me»
|
||||||
Blaï-
mcn aan zekere geflag-
ten eigen, 168 Nauclerus {Job) geleerd
Dortenaar, ioS Nederhoven, Heerenhuis,
Nejfe ( de ) ofNyJfe : am-
bacht: ao7 Nieuwen-hoorn, dorp met
een parochikerk, 345? Nieuw Hardinxvelt, een
vrye heerlijkheit enz. 161 Nieuw Harkingen, anders
K)inkeland,wanneer be- dijkt, 370 •NieuweTonge in Grifoort,
Nyekerke, voor een ver-
dronke parochie gehou- den, enz. %o<). 2c6 Nyenland : in't land van
Voorn; 33+ O.
f~\em ( Gysbert) Deken te
*** Dort, 40
.. de Oems ftichten een
vikary te Dort, 51. fi .. Herman Oem heeft eene
befchryvinge van de op» komfte des Katolijken geloofs nagelaaten, 54. .. was Paftoor van Dor-
drecht, 106 *. Klaas Oem, Prior der
Auguftyner Monnik ken te Dort, trekt als Veld- paap op tegen de Vrie- zen, 63 pohjes plaats, de uytgors
van Oeltjes plaats enz. aan de Reg. Kaaoanik- |
||||||
ψ γ 2 e, R.
ken van Ruggegegeve»
330. 331 enz* Oofivoofn : Kapittel daar gellicht: %η$. zy6
Op andely Op alm, izi
Ophouden van eenige zon- den : zie zonden. Orders: zie klooflerord*ers. Oude - lands kerke : waar gelegen: 194.19^
., word ook Tiezelines-
&f&ge'nöemt: 195
0udenhoorn, dorp met een parochikerk: 349
Oudheusden ( Adriaan vétf)
Paiioor te Rotterdam,
444 Oude Tonge: zie Gryfêort. Oud Hardinxvelt was eert vrye heerlijkheit enz.
Oudorp .* in Weftvoorn,
enz. 3Ó0 Oudvlaardingen; 35*4. 3 5 f
Oudwijk; goederen van de Paftory: ut Overjchie : deszelfs paro-
chikerk : 53e ,. Paftoors, 530. f$% ,, vikary en, 5-321 P.
T) apendrecht , waar van
·*■ aldus genaamd , ióo ., beweezen dat het eeric vrye heerlijkheit is ge- weeft, 1<>I Peerehom(Johan Dom'in:) PaitoorteDort, 107. Pellegrimmaadien: wat ai werk vanouds daar van gemaakt is» j03.104 Per- |
||||||
i
BlaD'Vïser,
perre f Johan van der) .. vereenïgt eene Vïkjjry
Paftoor te Dort, 107 met het Kapittel, i^o
Pernis; deszelfs parochi- ., Beatrix, Vrouw van Put-
kerk: 274 ten, fticht tWee nteuwe
"piet ets dak in Stromberg, kapel 'lan yen , ιτ>ΐ
Abdy van de Cilterci- .. Zweder, Heer van Put-
Qrder buiten Dordrecht, ten, llicht noch 5 Ka*
154 nonniksdyen, 234
Pietersboek: een dorp, enz. 103 Q.
Plaat {de)inOverflakké: deszelfs parochikerk : r\uekel\ Baljuw van
25-6 ^* Zuitholland , fticht
Poederfuns ambacht is een eene kapel te Dor-
vryeheerlijkheitgeweeft, drecht, ƒ4
iói
P&ortegaal, een dorp met R.
een kapelle, ïyt
,. de kapel met het Kapit- Ώ eedgelt (fan) Paftoor
tel van Geervliet veree- v inde Vuilpoort 159
nigt, ι^ι.^ς Regneri (Johan ) Paftoor
.. deze kapel tot een pa- te Rotterd. 440
rochikerk aangeiteld , Rijerkerk 3 waar gelegen,
M3 '9*
'.. vikary aldaar geflicht, ♦ - deszelfs parochikerk
ibid. was de moederkerk van
Preekheeeren te Dort, 66 vcele anderen : ibid.
enz. Rijfoort, dorpenheerlijk-
,, zie Dort. heit enz. 201
., te Rotterdam, 463 Rijfwiik, dorp in 't land
Pruim (Joban) Paftoorte vanAltena, 210
Dort; 106.107 .. deszelfs parochikerk,
Pruijfen: de oude PruiiTen 211
hebben tot de 13 eeu we Rohame , in 't land van
toe van geen leezen of Voorn, 333
fchryvengeweeten, 11 Roknip, Roxenijfc, 574
12 Rozendaal (cTilman van)
Putten, een dorp, had van Deken te Dort, 4°
ouds een parochikerk , Rotterdam : wanneer een
2^f ftad geworden, 37^3 77
Putten (Niklaas) Heer van ♦ . eerfte kerk daar ge- Putten fticht een Kapit- bouwd, 37i> £el te Geervliet, ïi$.2,i6 » ou*
|
|||||
1
|
|||||
, „.,..,,, mpj» ÌÌ...É,.
|
|||||||||||||
u. 'É'".1'......IIP^"^
|
|||||||||||||
«ffpnmpwmvnip
|
|||||||||||||
 L Á f) -
... outaaren,enz. 375?, 380
enz.
t. S.Laurenskerk, 391 .. outaaren,kapeIIen, enz, 395· 35>4 3^-396 enz.
.. vikaryen, 399.400. enz, ., vanden H. Geeft, 399 ., van de HH. Cofmas en Damianus, 411 .. van S Jan Evangelift,
4«6
.♦ van SJakob den Meer- deren , 411 .. van S.Stephanus, 427 .. van S. Bartholomasus, 43 *
.. van S. Eligiusenz. 453 ». oude Faftoors,434.435
.. oude Vikariflen , 435.
436.437
♦, Paftoors der laatere ty- den, 439
♦ . Begynhof: 445". enz.
,. Preekheeren kloofter,
446 enz. 4. verdrag tuiTchen den
Paftoor en de Domini- kaanen, 456.458 4, Preekheeren diezedert
de bekende verandering te Rotterd. geftaan heb* ben, 4Ö1 . . Minnebroeders kloo-
fter, 4^2 . . Cellebroers kloofter ,
..KarmelyteiTen kloofter,
463. enz. .. zufters van de derde Or-
der, 468 .. S. Agneskloofter, ibid.
.. S. Aachten konvent,
470
.♦ de Broodzufteren, 47*
|
|||||||||||||
ø Õ ï E R.
.. S. Á ç dries kapel, e«
en vordcre kapellen i 473-474
.. S Lysbetsgafthuis,474 .. Weeshuizen, 47Ó
.. Melaatshuis, 478
. . geleerde Rotterdam-
mers , 479 Ruggen: heerlijkheit met een paroch'ikerk, 277 .. Priory van Ruggen : 277. 278enz.
.« (lichting van die Priory, 278. 179 enz
.. verdrag tuiTchen den Paftoor en den nieuwen
Prior, 298 . . kapellanyen of vika-
ryen in de parochikerk, *99 ♦ 300
.. andere kapellany ge-
fticht, 203
♦ . de gemelde kapella-
nyen in de kerk der Re* guHere Kanonnikken o- vergebragt, 302 . 304 .. een derde vikary inde*
Ze kerk overgebragt , 3°f
.. nieuwe inkomften aan de Regul. Kanonnikken beweezen , 309 .. magttot het ontbinden
aan den Prior gegee- ven: 311 ♦ , de Regul.Kanonnikken
onder de befcherming
van Johan van Beyeren
genomen, 314
. . van het inwyden der
outaaren in de kerk der
Regul. Kanonnikken ,
316.317.318
Í ç , brief
|
|||||||||||||
ß·.'
* |
|||||||||||||
Bi ad-
,,. de inkomtten der Ka-
nonnikken vermeerdert, ,. het kloofter verbrand,
t ?3>
,. Overften van 't klco- fter, ibtd.
Ruggen; zufterhuis aldaar,
ns
Rutgerus ( Janus ) geleerd
Dortenaar, 109 Ryerkerk.-w'Aïïr gelegen, éïß
. . deszelfs parochikerk
was de moederkerk van veele anderen, ibtd. Ryfoort, dorpen heerlijk-
heit, enz. , aot Rysvjyk , dorp fh 't land
van Altena, 210 ...deszelfs parochikerk, iii
...;. s.
Qajfen vanouds' goede dy-
■ kers, ôï Scherpen zee f ithoma1; van)
- Gardiaan der Minne- ia broederen , vereert ee- /!;nige Reliqiiien aan de v kerk van deVuilpoort, iV'.V·· *39
Schiedam, waar van.aldus ^ genaamd, ■ 496 15«; .parochikerk enz. 496.
"Y,;v497
|
||||||||||||
V Õ S E R.
.. Kruisbroeders kloofter,
ibid.
.. Begynhof, 508
. , goede hoedanigheden
van de Schiedammers ,
. , Preekheeren die daar
geftaan hebben, ju Schubbe-ambacht, Schobbe-
land' - ambacht , anders het Veer, 144. 145* Schreveidui-jsküyé\ , é O
Simonshaver/, dorp, paro-
chikerk, enz 2<;o Sixtus V. wat Lindanus
by hemuytgewerkt heeft, enz. 115.116. 21 7. enz. .. Kardinaal zijnde heeft
hv de werken van S. Ambrofius,. verbeterd, uytgegeeven,enz. zij Slaven: 7\eWilf:n.
Slydrecht, tweeSlydrech-
ten, 163 «, de kerken van beide de
Slydrechten , 103 . 164. '... eed dewelke door den
Schout van Slydrecht plagt gedaan te worden, 164
. . twiit tufTchen deparo-
chikerken van Slydrecht '.* eri Houweningen , 16$.
Slikgeland { Pieter ) had
het recht van patroon- fchap over zekere ka- a Pel , _ ^ Slirigeland is een vrye heer-
lij Kheitgeweefii i&i Spangen kapel by Spangen, ¹4
., wanneer dit kafteel ge- bouwt h-, 535 |
||||||||||||
vikarven ,
|
49S
|
|||||||||||
<...i[jpude Paitoprs , 499.
-j ,;.laarere Paftoors., ,..-joo a^Nonneklooftcrs, so{ e ,i Regenten van S. Urfu- ;. tas konvent, ^03 ,.; goederen aan dat- kon-
vent gemaakt, 503.5-05 ».- S.Annaas kon vent, 507 |
||||||||||||
r υ -ï e r;
V.
'* 't/ eer ambacht, anders
\ Schol be ambacht
genaamd, 144.
Virrbyn ^ iSiianwm ) t a-
ltoor te Dordrecht, 106 Vlaardir.gen , eertiids .de
zetel oei Graavtn , 5»* ., Vlaardingen de eerile
onder de vyf oude Moe- derl erken , ibid .. parochikerk > vikaryen,
5 ι 2 . 513 .. Pafloors, ƒ 3
.. de (Traven van Hol-
land Markgraven van Vlaaroin^en genaamd, Zie /V/ rkgrave». , . waarum s laardingeti
aan dien naam gekomen, is, 5»6 Vogelaar {Mgidius) Deken
te D<>rt , 41 J/oom , eyiand , of onder
Holland of Zeel and ge- rekent moet worden, 270.27! enz. V<>$ u s ·' Fr afin ii cus, Diuny-
nJiHS, Gerardus) geleer- de Dortenaars, 108 Yu'ilyoort , ie Dordrecht,
kapel buiten die poort geiticht, 137 ,, diekapél tot eeueparo-
chikerk aangefteld. 137, 138.143,14+
.. Broederfchap aldaar op- geiecbt, 140 ;. Melnatshnïs buiten de
Vnilpoort, ibid. , . de kerk van de Vuil-
poort twee maaien af- gebrand 141 Ν η % U\t- |
|||||
Spykenis, dorp met ecu. pa-
rochikerk, 2S4
♦ ♦ vikary , Bégynhofenz.
Spiering ( Wouter) eetfte
Paftoor inde Vuilpo' rt. 137.'*&
.5W(de ) wanner bedijkt,,
.. aan de Regul. Kanon-
nikken van Rngge ge- geeven , 32.6. enz . . aan den Heei van
Heenvliet verkocht ,
J7'.. en7.
Stremnnt, of Sireenmond,
had van ouds een tol, 207
Strycn , van ouds een
Graaf fchap, 1*9 . 2, f o Stromter?, Pietersdale in
Suoniberg, Abdy aldus genaamd, 1 ƒ 4 T.
' I 'ermiwariï wat te zeg-
-* gen is, 9Ó ik, ofThur,een afgod
van de Saflen en Noord- fche volkeren, 2f ,, van hem heeft Dor-
drecht, volgenseenige Schryvers, haaren naam gek reegen , ibid, 'fiedetaderkerke waar dat
geftaan heeft, 141 VTiezelitieskerke , 19f
Timmer ( Jacobus W'tlle-
brordut ) Pattoor te Rot- terdam , 44* Tollatten y ambachtsheer-
lijk heit , de kerk was voorhene een pirochi- kerk, enz. Hl. »4> |
|||||
'.*.;
|
|||||||
Β L Α D - W Τ 2 E Jtf
Witte (Dirkde) heeft eenJï/ft
van de üortfche kerken, ka- pellen en kloofters opgc- ftelt , 24, Workjtm, waar van aldus ge-
naamd , 20$ «« waarom van ouds HaJtena
en Altena genaamd , 209 ♦ . deszdfs paiochikerk, ibid.
* . kloofters, 208 .ito
Woude , een oude hofftede by Ryerkerke, 192
Z.
rj evenhm^n, dorp, met een *-* parochikerk, enz. f 37 ZUkfen ι -tegen veelerhandc ziekten veeierhande Heili- gen aangeroepen, enz. 100 Zomersdy\, 374 Zonden ; het ophouden van ee-
nige zonden een oud ge- bruik, 339 ♦ . dat het vergeeven van eeni-
ge zonden voor den Paus opgehouden word, is laater opgekomen , 340 ., gemak en ongemak van die
gebruik % ibid. ·. zonden die voor den Paus
opgehouden worden , 341 . * dat ophouden is fchier een
enkele ceremonie gewor- den, ?44»J4f Zmtbolland onder water , 1
* . Zuitholland in verfcheide
betekeningen genomen, f.6 .. of het eertyds oribewoont
is geweeft, 6,7
Zutften ( Ffendril\ van ) Prior
derAuguftyner Monnikkeu
te Dort, van 'tgeloof afge-
. vallen, verbrand" enz» 63
Ζ var te Waal} ^4
Zvfeder, Heer van Putten, 21c
Putten.
Zr»yndrecht%buiten Dort, 14^ ,. parochikerk en yikary,»è/rf? D E.
|
|||||||
%Jyt-/tnètd> UpUjtw'jkj waar g.. deszdfs parocVjtvaart: de ualtyd niet gehJicbaamen beden , W
Watenfmrt (Pietery gterdamme
,«. bunne hoogzyver voor 't gningen , fchii
Wandaale» hebbteren eer ft geLodewyk den
Watermolens wavornien ,
Waiernttod van 't
*. 001 zaak van d
Werkp*> Werkemee een paroc
Werkeadim, üu
Werveteamp, eelijktVit ,
WefienY;)K.y andde<szeifs paroc
J$yng*4rden .bet een vrye hgeweeft,
Witltm, Riiïchopdeelt de kei keniet den Abc y
Wilttn ofin Ho
hebben,
„ . redenen voorgevoelen ,
. . of de Wil tendeelten van dgeweeft ,
WUtenburg, jVUwaarom aldusge/weeft,
|
|||||||
E Ι Ν
|
|||||||