130
|
|||||||||||||||||||
Ô 1
-ê
|
|||||||||||||||||||
OUDHEDEN en GESTICHTEN
RHYNLAND,
Èn wel voornamentlijk van de 8Ô¢Ï
LEIDEN;
OF · **
Befchryving van de Kerken , Kldoiléts , eri
Godshuizen, die vai>,tyd,Eoc tyd zoo te
Leiden als in Rhyniaiid zyn gedicht :
benevens een verhaal van haaré begiftig
gen, vrydommen, voorrechten, Over-
iten; mitsgaders van de geleerde öf
■ roemwaardige Mannen , .die tg
Leiden· of onder Rhynlandge*
boorenzijn^ ofgebloeÏE
hebben.
Getrokken uyt de oude Handfchr'iften iwn Kerken en
Klooflers , en uyt veele andere gedenkfiukken ÷
ten meeflen deele noit in V licht gegeeven,
Uyt het Latijn vertaald,
Èn met AANTEKENINGEN opgehelderd*
Door H. V. H.
Met hapere Platen.
mm
|
|||||||||||||||||||
<**
|
|||||||||||||||||||
CONVENtUS
Ì EG EN SIS- |
|||||||||||||||||||
¾Å LEIDEN,
By CHRISTÏAAN VE^MEY, |
|||||||||||||||||||
fW
|
|||||||||||||||||||
I Ë
|
|||||||||||||||||||
Voorrede
|
||||||||||||
,.·*■
|
||||||||||||
TAN DEN
|
||||||||||||
VERTAALEER,
|
||||||||||||
oo ftappeii wy daii over tor dé
Oudheden en Geeflelijke Gebou- wen van Rhynland, en byzon- derlijk Van de iïad Leiden. Tot de Oudheden , zeg ik, en gee- flelijke Gebouwen ; hoewel dat de Schrij- ver j wiens voortreffelijk Werk wy te vertaaien genomen hebben > voornament- lijk de beichrijving van de geeflelijke Ge- bouwen in 't oog heeft gehad. Over de nurrigheit, om niet té zeggeri
de noodzakelijkhelt , van zoo een werM willen wy nu den Leezer niet ophouden. Behalven dat we die nurcigheit in de Voor- reden op de Oudheden van Zuitholland en Schteland , reeds aangeraakt hebben ·, zoo durven wy ons, zonder veel redeneerens^ wel verlaaten op het oordeel van onpartij- dige Liefhebbers. En de greetigheit, mee dewelke de reeds üirgegeeve deeltjes ge- trokken zijn, geeft ons geen klein vertrou- wen dat dit deeltje ook, zonder veel aan- preekens , wel een plaatsje in de Boekery van de Geleerden zal verkrijgen. |
||||||||||||
fetft'
|
||||||||||||
*
|
||||||||||||
VOORREDEN.
Echter moeten wy den Leezer eenig be«*
richt geevcn omtrent den inhoud van hec Werk, en omtrent de regels, die de Schrij- ver zich zei ven voorgeichreeven heeft. Al- hoewel dan dat het voorn aam ir e inzigt is geweeft, de fHchting en eerfle opkomite, mitsgaders de verfcheide wiilèlvalligheden, van Kerken en Kloofters te befchrijveri, de lijden van de Pailoors en VikariiTèn der Kerken, en van de Overilen der Klooile- ren en Abdyen,op tegeeven; deoorfpron- kelijke brieven van deilichtingen en begif- tigingen , die het fcheenen te verdienen, en zoo veele als'er te bekoomen waren, op re leveren j en 't aanmerkelijkfte, van 'tgee- iie haar wedervaren is, uytallerhandefluk- ken en Schrijvers by een te verzamelen $ zoo is echter het wereldlijke niet tenemaal vergeeten, Wy hebben in de Voorreden op Utrecht
al getoont , wat den Schryver bewogen heeft om het wereldlijke niet ganfeh en ge- heel voor by te gaan. Wy voegen 'er hier maar by dat hy, zoowel hier als in de an- dere ilukken , zich gewacht heeft van 't onzekere voor zeker op tegeeven; en zich zei ven zoo veel mogelijk was gewacht heefc van zich in duiftere en onbekende zaken door een bedrieggelijk flonkerligt van een valfche waarfchijnelijkheit re laaten mislei- den. Het gene zeker is , word voor zeker opgegeeven : maar't geen duiiier, onzeker, en
|
||||
VOORREDEN.
eneenigzins twyfelachtig is, word om zoo
tefpreeken niet hooger uytgezet, of dier- der geveilc, als hec inder daad waardig is. Want, orn de waarheic te zeggen, veele zaken raakende de Oudheid van Leiden en van deszelfs gebouwen leggen noch in, een diepe duifternis begraven. Hoe heeft me- nig Schrijver zich zelven uitgeilooft , en alles doorzocht wat'er te doorzoeken was, om de eerfte ftiehting en opkomfte van de Burg uyt te vinden ? En nochtans , na zoo veel blokkens en zoekens, blijft de zaak noch even onbekend. Dat Leiden een e zeer oude ftad is, en zoo wel by Ttoiomaus als in het Reisboek van Antoninus en in de bekende Reiskaart van Teutingerus onder den naam van Lugdunum vermeld itaat, zal tegenwoordig geen groote tegenfpraak lij- den: maar wat haar voor de 11 of 12 eeu- we, of wat vroeger, in't wereldlijke en gee- stelijke wedervaren is 5 daarvan heeft zy geen vailer bewijs, als de andere iteden van ons Vaderland* Gaan wy tot de geeftelijke gebouwen
over; daar hebben wy omtrent hun* eerfte luchting de eige en zelffte fchaarsheit, ja volkomen gebrek van oude bewijslekken. Dat S.Tieters Kerk, by voorbeeld, inge^ wijdt is in 'c jaar 1121, word redelijk wel beweezen: maar wie de eerfte Stichters en Aanleggers zijn geweeft, wanneer het werk begonnen is, daar komien wy l by gebrek * 3 van
|
||||
1
|
|||||
VOORREDEN.
fan oude brieven ? zelfs niet eensnaar raa*
jjen» Ook zoude men zeggen dat zoo eene ftad zoo lang niet onvoorzien zal zijn ge- weeft van een kapel of kerkje > en voor het aanleggen en opbouwen van S* cPteters Kerk, de eene of andere plaats gehad zal hebben pm haaren Godsdienft te pleegen: te ftfeer, nadien 'er te Oeftgeeft? te Rhyns- burg, en in meer andere dorpen , al voor de «jeeuwe Kerken of Kapellen geftaan heb- ben. Dit giilen wy zoo,en het ichijntgeen kleine waarfchijnelijkheit re hebben: maar als't op een bewijzen zouaankoomen,dan sou men wederom verlegen ftaan* Even eens is het rnetS/jP^w/bv^Kerkop
h Hoogland gelegen, Haare wijding ftaat op het jaar 1315:aangetekend: maar zy zou liaare eerfte Stichters, en den tijd van haa- re opbouwinge, al zoo weinig konnen aan- wijzen als S. Ψ iet er s Kerk. In dit werk, en by Orlers , ftaat beweezen dat alhier voor S ψ ankras Kerk een houten kerk, of ben- deren kerkje , heeft geilaan : maar dat is 't a!, dat wy daar van weeren. Hoe lang dat 9er dat houten kerkje geftaan zal hebben s by wat gelegendheit en door wien dat het ppgetirnmért is, wat voor Harders ofPrie- 1 fters de kcrkdïènften daar verricht mogen hebben , en of dit kerkje de eerfte en de QU^fte kerk of kapel van Leiden is geweeft* daar van hebben wy al wederom geen en- iceld woord te zeggen. |
|||||
VOORREDEN.
En daar in is de Kerk van O. L» Vrouw
niet gelukkiger dan de twee gemelde ker- ken : wanneer dat zy ingewijdt is , en van eene kapel een Parochikerk is geworden, konnen wy met zekerheit zeggen; en ilaat in 't Werk aangetekend. Wanneer dat dic kapel gebouwt mag weezen , daar van is het minfte blijk niet te vinden* Het zoude ons hier wel eens Iuften,over
de onbefehofte uytgelatendheit en dollig- heit van de Beeldvormers te klaagen $ de- welke, gelijk Orlers (pag. 92.) uytdrukke- lijk fchrijft, alle de gefchriften van Kerken en Klooilers verwoei!, gefcheurt, en ver- nietigt hebben. Maar klaagen zoude doch niet helpen : en Orlers, Bieiswijk, en an- dere Schrijvers, hebben dat beklag al over lang gedaan. En zulke klagten paiTen mif- fchien beter in den mond van Onkatolijke als van Roomskatolijke Schrijvers. Dit alles is maar gezeit» op dat de Lee*
zer tegen de onzekerheit van fommige za- ken , en het gebrek van de oudfte bewijs» Hukken, als gewapend zy, en niet te klaa- gen hebbe > als of 'er meer belooft als ge- geeven wierd» Wy zoeken onze armoede, daar we waarlijk arm en naakt zijn, niette bedekken: ja durven dezelve, eer dat wy'er op bevonden worden , wel openbaaren» Geen befcheiden Leezcr zal eiiïchen, 't geen niet gegeeven kan worderf -> of van ons wil- len weecen, dat niemand kan· weeten. Hy * 4 zal,
|
||||
VOORREDEN.
, zoo wy vertrouwen , zijn genoegen
evenwel wel vinden in zoo veele fhikken, die rot noch toe onbekend zijn geweeft en daar Orlers te vergeefs naar omgezochc heeft 5 in zoo veele aanmerkenswaardige zaken en voorvallen omtrent de drie Pa- rochikerkeri, die tot noch toe onbefchree- ven zijn geweeft, en hier uyt oude brieven opgegeeven wordenj in zoo veele ftichtin- gen van Outaaren, Vikaryen, Broederfchap- pei), enz. die hier wijdloopig, en in groo- tergetal, beichreven itaan: en daar Orlers geen enkel woord van gewaagt. En 't zal den Leezer , mecncn wy , niet onvermakelijlc zijn , onder de (lichters van die Outaaren en Vikaryen. denaamen van veele zeer aan- zienlijke familien te vinden; weiker nako- melingen noch in wezen zijn, en de voor- naamfle arapren derStad bekleeden.En hec zal die Nakomelingen, en de Leezer zelf, aniflchien met weinig opwekken, dat hun- ne voorzaaten zoo veel yver getoont heb- ben tot het voortzetten van den Goddelij- ken Qicnft 3 en zoo ruftig zijn geweeft ora alles, war tot het beoeffenen van den zel- ven dienft behoorde, op het ruim üe te be- zorgen. ik fpreek nu niet van dePaftoors en Re-
genten der gemelde Parochikerken ; mitsga- ders van de Kommandeurs ; en van de Proo- /ren , Dekens, ei1 Kanonnikken vanS.ÏW. ms |\apittel5 dewelke hier nauwkeuriger op-.
|
||||
VOORREDEN.
opgegeeven worden als elders 5 en dikwiïs
ook uit de befte fam il ien genomen zijn ge- weeft, Ik zal maar zeggen dat hier omtrenc S. Τ ankras Kapittel j en omtrent de meefte Kloofters, ja omtrent de Gafthuizen en zoogenaamde Hofjes , verfcheide omftan- digheden befchreven of nader opgehelderd ftaan ; dewelke elders te vergeefs gezocht zouden worden. Het is waar dat de Schrij- ver over al niet even gelukkig is géweeft j en dat hy van eenigeKloofters en Kapellen zoo veel byzonders niet gevonden heeft. Maar wy mogen hoopen dat een ander, door zoo loffelijk een voorbeeld aangemoe- digd , ook om zoo te fpreeken eens huis- zoeking zal doen ; en zijne oude en half verftikte pampieren wel eens zal willen doorfnuftelen. Millchien zit 'er meer ver- iteeken als men weet -, en 't geene nu met zoo groote en vergeefiche moeite opgezocht is, zal miiTchien van zelfs noch in handen vallen» Zoo neen, zal het echter geen klei- ne trooft voor de Liefhebbers zijn > dat veele Kerken en Kloofters>jade voornaam- fte Abdyen van Rhynland, hier al vryom- ftandig opgehelderd ftaan. Want na dat Leiden afgehandelt is, ftapt
de Schrijver tot de dorpen en geeftelijke gebouwen van Rhynland over: en brengt, aangaande de Oudheden van Kerken en Ab- dyen, verfcheide zeer aanmerkelijke ftuk> ken voor den dag, die den keurigen Leezer * 5 niet
|
||||
VOORREDEN.
niet onfmakel ijk konnen voorkoomen. Hoe-
wel dat de Abdy van Rhynsburg door ee- nigeSchryvers, en vooral door den nauw- keurigen Heer Tars, vry wel opgehelderd wasj zoo zal men hier noch verfcheide za- ken en gedenkftukken vinden, die de ge- melde Schrijvers niet gehad of overgeila- gen hebben. Van de vermaarde Abdy van Leeuwenhorft, van de Klooilers teNoort- wijk en te Warmonden by zonderlijk van het Kloofter Mariënpoelj ik zegge van hunne Stichtinge, begiftmgeenz. word hier uit ou- de ftukkeneen omftandig berichc gegeven, dat tot noch toe door niemand is gedaan, De Priory of het Kloofter te Heemftede, daar niemand als ter loops van gefproken heeft, ftaat hier als in zijn volle glans» De auten- tyke fondaatzi-briefy verfcheide begiftigin- gen, voorrechten aan 't zelve verleend, en ichier alles wat men tot een omftaudigebe- fchrijving zou willen vereiilchen, koomen nu eerft: voor den dag. Eindelijk , om al- les met een woord te zeggen , wy hoopen en vertrouwen dat de Leezer voldaan zal zijn : en dit is 't eenigfte dat wy beoogen. Maar eer dat we deze Voorreden fluiten, hebben wy noch iets van de Oude Schou- ten , Burgemeeflers , en Schepenen der irad Leiden , te zeggen: want, hoe wel dat wy 'tmeeil op 't geefteiijke gemunt hebbent 200 hebben wy reedsgezeit, en deLeezer zal 't wel merken, dat wy net wereldfche, voor-
|
||||
VOORREDEN,
voornamentlijk in zaken die andere over 't
hoofd gezien hebben, niet tenemaal ver- geeten, Vermits dan de meergemelde Âur- gemeefter Orlers, in zekere lijft die by hem < te leezen ftaat, zeer weinige Sihouten, Bur- gemeeflers, en Schepenen opgeeft ·, zullen wy hier een wijdloopiger lijft van 't jaar 1351 tot het jaar if-3 agter aan laaten volgen5 die ons van een voornaam Liefhebber ter hand is geftelt. En wy twyfelen met of het zal den nazaaten een foort van blijd- fchap en vermaak zijn , de naamen van hun- ne Voorouders op zoo een aanzienlijken naamrol te leezen. By gelegendheit van de Burgemeefters
moet ik ook een woord omtrent het aan- ftelien van de Burgemeefters en Schepenen zeggen. De Heer Orlers *, van de Burg^ graaven fpreekende , geeft wel te kennen dat ze het recht gehad hebben om den Schout aan te fteHen: maar van hetaanftel- len van Burgemeefters en Schepenen ge* waagt hy geen enkeld woord. Echter meen ik vafte bewijzen te hebben dat de Burg- graven dit recht bezeten en langen tijd in 't werk geftelt hebben* Hier nevens de woor* den zelfs van Henricus Thaborita t, uyt de Latijnfche taaie overgezet: "De Hartog (Johan van Beyeren) te Leiden zijnde, heeft zich aan de voorwaarden, van de vre- * Bcfchryv. van Leiden pag. 86. 0
t Apud Ant> Maak. ia Dedicac, Chronici Brabant.
|
||||
VOORREDEN.
de niet gehouden 5 maar heeft den Burggraaf
gedwongen, om van het rechtsgebied over dè Jiad af te flappen: en hy {de Burggraaf) heeft mets binnen Leiden behouden, behalven de Burgt en de Gruit tol, voor zich zèlven en voor zijne nazaaten. Want te voren had hy den Schout van deflad, en ook 4 BurgemeL fiers enj Schepenen, aangeftelt. En toen heeft Hendrik, de oudfi'ezoon van den Burggraaf Philips 3 die met den Hartog tegen zijnen vader en tegen de flad'geoorlogt had, ook ö Jtand van dat alles gedaan ·, zoo als de brief die daar overgemaakt is, uytwyfl. Niet lan? daar na heeft de gemelde Hendrik zijnen va- der uyt de hterlijkheitvan tFaffenaar verdree- ven, enz. Dit. is echter 200 niet te verdaan, dat
cie Burggraven het gemelde recht, tot de tijden van Jan van Beyeren toe , altijd be- zeeren zouden hebben. Om dit te verftaan, dient de zaak wat hooger opgehaald. Chri- Jfma, de dochter vanden Burggraaf Jakoby 11 °^rd(: íïï%ýÕ van Graaf milemlï:
welke IVzüem het rechtsgebied over Leiden, t: welk de Burggraven te voren vry en on- afhankelijk bezeeten hadden , aan T>ide- rijk van Knik, Chriflinaas Gemaal, teJeen heeft opgedragen. Of hy dat met recht of onrecht gedaan heeft, zal ik daar Iaaten, hoewel dat * Bokkenberg het duidelijk ge- noeg ais eene ongeregtige zaak doet gel- den.
|
||||
VÖORRÈÖÈN.
den. Op den zelfden voet heeft de Burg-
graaf Hendrik Chriflinaas zoon, zijne goe- deren te leen ontvangen van FlorisY. Maar Thilips III > Heer van Waflènaar eji Burg- graaf van Leiden, dewelke van groot aan- zien en vermogen by de Graven was, en daar door het hart wat hooger droeg als wel betaamde, had een open brief, die mee 's Graven Zegel bezegelt was, door haaftig- heitaan ftukken gefcheurt. f Daar op wier- den hem alle.zijne voorrechten , zelfs hec rechtsgebied over Leiden , 't welk hy van Willem IV te leen ontvangen had , door Willem V in't jaar 1356 afgenomen. Doch dit rechtsgebied over Leiden , en de aan- irelling van de Magiilraat, is in 't jaar j 3.99 wederom gegeeven aan Thilips IV ; dewel- ke eerft in ongunft by Graaf Aalben ge- raakt , door zijne trouwe en vroome daa- den een van Aalberts voornaam de gun de- lingen is geworden. Of hy en zijne Voor- zaaten in die aanftellen van de Majeftraat alleen te zeggen hadden \ dan of die aan- itclling tufTchen hen en de Graven ge- iplirit was , daar willen wy niet in tree- den. Maar alzoo gemelde Thilips nader- hand de party van Vrouw Javoba met groo- ter trouw als'geluk verdedigde, en genooc- zaakt wierd de ftad Leiden aan Jan van Eeyeren over te geeven , wierd hy , gelijk vve reeds verhaak hebben, door den zelven |
||||
VOORREDEN.
Jan van Beteren gedwongen van Burg-
graaffchap, van rechtsgebied over Leiden* en van meer andere voorrechcen * door een plegtigen brief af te Maan. 't Hielp zijnen zoon Hendrik niet, dat hy met zijnen broe- der een dappere voorvechter van Jan van Beyeren was, en zelfs de wapenen regen zij- nen vader had opgevat- Hy moeit het !3urg- graaffchap zoo wel miflen als zijn vader: en Jan van Beyeren toonde dat hy grooter zuclit had om zijne vyanden te drukken, als om zijne vrienden en vooritanders te beloonen» Wat de vordere ftads-zaken belangt) die
zijn buiten hec beftek van het tegenwoor- dige Werk : en daar omtrent zullen OrlerÊ en Si van Leeuwen beter te paiïè koomen. Het zelve zeg ik van de Scraaten , Grach- ten, Bruggens> mitsgaders van de verma- kelijke gelegendheit der ftad Leiden 3 van de vruchtbaarheit en vermakelijkheic der omleggende landsdouwen , en wat vorder tot lof en luider van Leiden kan dienen. Zodanige befchrijvingen , waar aan menig Schrijver zijne welfprekendheit te kofte gehangen heeft, zouden in dit Werk niet te pafte koomen. Jk heb voor \ lefte maar aan te merken
dat op de Middelftegraft omtrent deGroe- ne-ftecg, aan de zuidzijde, voor dezen ook een geeftelijk Gebouw geftaan moet heb- ben. Die geeft voor eerft hec muurwerk van
|
||||
VOORREDEN.
van zeker huis, aldaar ftaande, genoeg te
kennen. Ten tweede , vinde ik in eenea Schepen-brief van 't jaar 1439. dat demid- delfte Graft den naam plagt te draagen van S. JoiflmGrtft: waarfchijnelijk om dat'er zoo eene kapel of kloofter geftaan zal .heb- ben. Noch willen wy ten dienfte van den Lee-
zer hier eenen brief van Graaf Aalbert laa- ien volgen , om te toonen wanneer dat de Weg van Leiden op Oeftgeeft is geleit: ALBERT, by Godts genade Talensgrave
opten Rhyn &c. laten weet en onfen Bail- Hou ende onfen hogen Hiemraet van Rhyn- landt* dat wy uw in voorleden tyden gefchre* ven hebben om eene wech te keuren die flrec- ken zoude van onfe poerten der fiede van Ley* den onder cPudekenpoeltotaende Gheeft, daer wy off verftaen dat noch niet gefchiet en is% waerem wy uw ontbieden ende bevelen ernfte- lick dat ghy daer eenen wech ordonneert Joo ghy eerft moget, wel gefpecken met /ant, op- tergeenre koft die uw dencken zal dat terme- de gebaet mach wefen en daer eenen yegelyck Zyn houffflach off geeft, dien te houden en be- waren diet fc huldig is te doen* T)it en la et niet alfoo lieff als wy uw fin : want wy des niet weer vervolcht en willen wefen. Gege- ven in den Hoge opten anderen dach in Ìaer- 1e myt jaer ons Fleer en ì ccc xciv 3 na den loop van onjen Hove, Wat
|
||||||
1
|
||||||
VOORREDEN.
Wat onze Aantekeningen belangt 5 dié
wil ik den Leezer mee geen e opgepfönkte redenen aanpreeken. Op dezelve roemen wil ik niet ;. en 5t zoude ook niet paiïèn. Verachtelijk daar van té fpreeken zoude öok gekkeüjk ilaan j want, indien ik 'er zoo een Hecht gevoelen van had, dan had ik beter 3c huis (gebleeven. Ik zal maar zeg- gen dat ik noch verfcheidenegedenkfehrif- tcn, raakende de Kerken , Kloofters, Vi- karyen , enz. bekomen, heb , dewelke op hunne plaats te pas gebragt worden: en dat ik mijn belle gedaan heb om het Werk door veelerhande Aantekeningen aangenaamer te maaken ; de oudheden van ons Land: als het pas gaf, op te helderen; verichei- de gebruiken van den ouden tyd, die den Leezer niet verdrietig zuilen vallen, op te haaien j en misbruiken aan te wyzen: ein- delijk het zoo te befchikken dat de Lee- zer , die met de (lichtingen van kerken en kloofters niet gedient mogt weezen? even- wel itorFe genoeg zoude vinden, om zijne nicuwsgiengheit te voldoen. Hier nevens dan de Lijft der Schouten,
Burgemeeileren , en Schepenen « die ons gunitiglijk ter hand is geftelt door den Heer en Meefter Cornelis vander Mamfchêy zoo als hy dezelve uit oude brieven en ge- denkihikken heeft uitgetrokken. |
|||||
NAA-
|
|||||
VOORREDEN.
|
||||||||||||||
Å Í
|
||||||||||||||
Í Á Á
|
||||||||||||||
Plande Schouten^ Burgemeefierenen Schepenen
der ftad Leldem |
||||||||||||||
1413 Schepenen.
Jan vos reverfen, Hugo martynfen, 14.15" Schepenen
F'oytgen janfz. Coppe dirckfz. 1433 Schout ,
Pirc van oeftigen * wii-
lemfz. 'Burgemeefieren
Weranbant janfz. Floris van bufchhufen > Simon vreric dircfz. Ghysbert van fwieten. Schepenen \ : _<
Floris paedzun , Gheryt van oeftgeyft, Willem heerman, Claes claefz van noortich,< Aelwyn dirxfz van nu» veen,
Heynrïc reynierfz. Aernt van rbllant, Jan jati evertfz. 14.34 Schout
Ghysbert van fwieten. Burgemeefleren
Hugo van der ham, Symon vreric dirxs, ** Areiié
|
||||||||||||||
Anno ß^ é Schout
Hugö van fwieten; Schepenen
Jan vrankens wüleboortsz Jan pieters, Willem willems^ Jan hugetiê, Jan gerrits,' Dirk van hbeke. 1363 Schout
Hugö Van der haht. Schepenen
Geraertryswyc, lsbrant raetdars ^ Michiel geraarts, Philips jans, Willem van voirburg, Hugo niclaes ryburgsz. Fieter huygens. 1391 Schepenen
Foppe dircs , Floris Heerman. 1594 Schepenen
Bertelmeeus ymmenfz. Harmen jausz. 14ôé Schepenen
Foppe dirckfz. Floris heerman, |
||||||||||||||
miiïcliicü
oeftgfeeft-: |
||||||||||||||
EDEN.
1437 Schout
Ghysbert van fwieten. Burgemeefleren
Hngo vander hant, Jan heerman, Symon vrederic dirxz, Fioris van bufchhufen. Schepenen
Wermbout jans, Jacop ryswyc, Dirc van fwieten, Jacop van fonnevelt, Willem van alcmade, Daniel piet bateldsz. Willem van berendrecht, Buekel heerman. 1438 Schout
Ghysbrecht van fwieten, Burgemeefleren
Fioris paedzen van fon- nevelt , Jan caei, Fioris van bufchhufen ,
Willem van alcmade. Schepenen
Andries coilyns, Gheryt aernts, Willem heerman, lacob van fonnevelt, Isbrant van alcmade wil- le msz, Heynric reyners, Jan jan evertsz. Jan vanden woude. 14^9 Schout
Ghysbrecht van fwieten. Burgemeefleren
Fioris paids van fonne-
velt , Ghe- |
|||||||
V O O R R
Arent heerman,
Willem van alcmade. Schepenen
Gheryt van oeftgeeft, Arent jan godenfz, jan heerman, Jan reynier ghysbertfz, Claes claes van noortich , Arent van rollant, Jan van den woude, Lou vander goude. 1435* Schout
Ghysbert van fwieten , é
Burgemeefleren
Ysbrant van alcmade wil lemfz ,
Heynric reyners, Jan jan evertsz. Willem van alcmade, 1436 Schout
Ghysbert van fwieten. Burgemeefleren
Gheryt van oeftgeeft, Jan heerman, Willem bort , dirc nu- veenfz.
Jan jan, evertfz. Schepenen
Heynric paedzensz,
Hugh vander hant pietersz.
Willem heerman,
Pauwels reyns,
Symon vrerixs van fwie-
ten , Jan van den woude,
Jan dirc coenens,
Dirc van der does hcyn-
ricfz. |
|||||||
s
|
|||||||
;
|
||||||||
VOORREDE M.
|
||||||||
Schepenen >
Geryt vanoeitgeeftj Willem heerman* Simon vrederic bartoid- meesz,
Lauwe vander goude, Jan van noorde, Willem van leeuwen s Kerftant nannens, Dire van ful jansz. 144^ Schout
Willem van bofchuyferii l&urgemeeflelren
Jacob ryswic, Claes van bofchhuufenj Jan van fwieten, Dire die bruin pietersz,- Schepenen
Wermbout janS, Aernt heerman, Ghysbrecht van fwieten $ Jacob van ionnevelt, Jacob geryts, Jan vander gracht, Jan henrics, Jan daniels. i4!4'3)Scko7it
Willem van bofchuyferi.· V>urgenteeflcrcn
Claes van boichuyfen,
Simon vredtic dircsz. Jan van noorde, Floris van fyl. Schepenen
Willem küyfer van bofcri- '
huuferj,
Simon vredcic gerits vari fwietensz.
** a Dirc
|
||||||||
Gheryt van oeftgeeft,
Willem heerman, Symon vreric willemsz. Schepenen
Aernt jan godens, Andries coityns, Jan van ful claesz, Heynric paedzens, Jan reyner ghybrechtsz., Jan vanden woude, Jan dirc coenens, Breukel heerman. 1440 Schout
Ghysbrecht van fwieten* "Qurgemeefleren
Henric paedzens, Jan jan evertsz, jan vanden woude, Simon vredricwillemsz. Schepenen
Jancaei, Jan heerman, Willem küyfer van bofch- huyfen,
Ysbran t van al ckemade, Yoeft henrics, Jacob van fonnevelf, Aernt van rollant, Aelbaern van noorde, 1441 Schout
Willem küyfer van Bofch-
huyien, hurgemeefteren
jan heerman , Ysbrant van alcmade, Jan van fwieten, Jan jan evertsz. |
||||||||
VOOR3
Dirc vander does hey aricsz
Dirc ringer dirc nuwe- veensz ,
Jacop doem, Claes claes willemsz* Dirc dirc pietersz, Willem foeitgeh van fyl. ï444 Schout
Simon vredric willemsz. . Burgrmeefleren
Willem van berendrecht, Dirc renger, Willem van bofchuyfen, Floris van fyl, Schepenen
Andries coftyns, Simon vredric van fwieten» Dirc coen gerytsz T Floris claes willemsz, Pieter die bruyn, Jan baertout, Jan wermbouts, Coen van oefterwye. 1445" Schout
Floris van bofchuyfen. Burgemet'fleren
Willem van barendrecht, Dirck reynger, Dirck nieuweveen, Willem van bofchuyfen. Scheptnen
Andries. coftyns, Simon vrederic van fwie- ten,
Dirc cornelis gerritsz. Floris claes willemsz. Pieter die bruyn, Jan barthout hugensz. jan wermbouts, Coen van oofterwyc. |
||||||
EDEN.
1446 Schout
Symon vredericsz. Burgemeefleren
Jan jan everts, Buekel heerman, Keriiant nannens, Symon vander woude. Scepènen
Ghysbrecht van fwieten* Jacob van fonnevelt, Arent van rolland, Pieter die beltou, Coen van oofterWyk, Gheryt haflelaer, Florys pieters, Gheryt heefmaff. 1447 Schout
Jan jan poelgeeft. Burgeme e fleren
Ghysbrecht van fwieten# Symon vrederic wUlemfz3 Jan van noorde, Kerftant nannens.' •f é
Schepenen
Willem gheryt van ïåâ- geeft,
Willem Heerman, Jooft heynrixSj Aernt van rolland, Louwe vander goa.de, Pyeter die Bruin, Jan hendrixs paidsz. Vranc van der Does.
• Ë:-",' . ■ j\
Ï448 Schout
Jan van poelgeeft. Burgemeefleren
Jacob ryswyk, Aernt vaniollant, Jan
|
||||||
VOORREDEN.
|
|||||||
Kerftant nannens,
Aernt pauwels, Jan heynric paidfenfz, Vranc vander does, tvillem van bofch, Voppe jans. I4<ji Schout
Jan van poelgeeft, Burgemeefleren
Gysbrecht van fwieten, Aelbaren van noorde, Florys pieterfz 5 Vranc vander does. Schepenen
Jan reyner gysbrechtsz. Jan van noorde, Aernt pauwels, Geryt heerman, Geryt ryswyc, Wouter janfz, Symon paidze pieterfz. Paidze pieteriz. I45'2. Schout
Pefelve, hurgemeeflercn
Jacop van fonneveld, Jan van noorde, Florys pieterfz, Jan beerman floryfz.' Schepenen
Jacop ryswyc, Jan van fwieten, Aernt van rollant, Buekel heerman, Symon vander woude » Jan van fonnevelt, Jacop van noorde, Phillips nachtegaeL #* 3 j453
|
|||||||
Jan van noorde,
Jan herman florysiz. Schepenen
Geryt van oeftgeeft. Jan taex, Willem heerman, Jan reyner gysbrechtsz. Aelbaren van noorde, Vranc vander does, Claes pieter peftensz. Jan van fonnevelt. 1449 Schout
Jan van poelgeeft.s · Burgemeefierea
Willem heerman 3 Jacop van fonnevelt, Aernt van rollant, Jan dirc coenenfz. Schepenen.
Gysbrecht van fwieten, Dirc vander does hein- ricxfz,
Buekel heerman, Aelbaren van noorde, Dirccoen gerytfz, Florys pieters , Jan van fonnevelt, Geryt ryswyc. 1450 Schout
Jan van poelgeeft. Qfirgemeeflere»,
Willem heerman, Gysbrecht van fwieten, Louwe van dergoude, Jan van fonnevelt, Schepenen
Symon vcederic willemfz. Jan van noorde, |
|||||||
EDEN.
Schepenen
Gysbrecht van fwieten 3 Aernt van rollant, Dirc van fyl janfz. Jan heerman floryfz. Geryt ryswyc, Geryt mouveryns van ley* den,
Dirc van noorde, Jacop van alcmadeheeren willemfz.
145Ö Schout .
Defelve, Burgemeefiefen
Jacop van fonnevelt, Buekel heerman, Aelbaren van noorde, ! Geryt ryswyc/. Schepenen
Willem heerman, Jooft heynrics,, Symon vrederic bartel- meefz,
Dirc van fyl janiz, Florys pieterfz, Pieter die bruyn, Jacop van alcm^de hee? ren willemfz,,
Jan clais willemfz, i45"7 Schout
Defelve. Burgemetflerett
Willem heerman* Joelt heynrics, Jacop van fonnevelt, Jan dirc geryt montfoi>» densz. Schepenen
jacop ryswyc, |
||||||
VOOR]
145·3 Schout
pefelve. Viurgemeefleren
Tan van fwieten , Jan van noorden, Geryt heerman , Jan van fonnevelt. Schepenen
Willem heerman, Aelbaren van noorde, Clais clais willemfz.* Symon vander woude, Vranc vander does, Symon paidze pieterfz. Geryt van werve, WillP1^ vos janfz. 14154 Schout
jan van fwieten, Burgemeefleren
Loiiwe yander goude, Kerftant nannens, Symon van der wcmde, Jan van fwieten. Schepenen
Jacop ryswyc, Clais clais willemfz. Vranc vander does, Geryt ryswyc, Jacop van noorde, Florys van alcmade, Florys heerman, , £iuge van fwfcten» TUtfjff $cbo$t
Defelve,
Burgemeefieren
Heynric reyners, Biïek'el' heerman, Clais clais wiileinfx. Symon vaader woude, |
||||||
.EDEN.
Jacop van noorde,
Willem bort, Ewout pieters, Aernt aernt pouwelsz. 1460 Schout
Defelve.
Burgemeefleren
Willem heerman, Jacop van fonnevelt, Paedze pieters, Huige fpruit. Schepenen
Jacob ryfwyc, Aelbaren van noorde, Willem foeitgen van fyl', Symon vanden woude, Gheryt heerman , Symon paedze pieterfz. willem bort, wouter ysbrantsz. 1461 Schout
Defelve. Burgemeefleren
jacob van fonnevelt," Buekel heerman , < r Jacop van noorde, willem van fwieten. Schepenen.
Dirc van fyl janfz.
Clais clais willemfz.' willem van bofchuyfen * Florys pieterft, Florys heerman, willem van oeftgeeft, Jorys pieterfz, Symon van noorde, ** 4 140a
|
||||||
VOOR
Louwe vander goude,
Dirc van der does heyn- riéfz. '
Geryt heerman, Simon paidze pieterfz, Paidze pieterfz. Jacop van noorde, willem bort. 14^8 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Florys pieterfz. Jan van fonnevelt, Jan dirc geryt montfoir- densz.
Pieter van fwieten, Schepenen
Symon vredric bertel·» meefz,
Aelbaren van noorde, Willem van leeuwen, Dirc van zyl, Symon van woude, Florys heerman, Kanne paidze, Willem van fwieten.' Hf? Schout
Defelve. Burgemeefieren
Florys van fyl, Jan heerman, Paedze pieterfz. Pieter van fwieten, Schepenen
Dirc vauder does heyn ricfz.
Buekel heerman, Kerftant nannens, Geryt ryswyc, |
||||||
VOORREDEN.
|
|||||||
Geryt heerman,,
Jan dirc geryt montfoir? denfz. 1465* Schout
Defelve. Burgemeefleren,
Buékel heerman, jan heynrik paidzensz. Heeradriaen vanpoelgeeft Adriaen van fwieten. Schepene»
Aernt heerman, Dirc van fyl janfz. Geryt ryswyc, Symon paedze, willem bort. willem jacops, willem van der does, Dirc hugens vander burch,, Mr. Philips codde, 1466 Schout
Peillvë. - Burgetneefterety
Jan van fönnevelt, Pieter van zwieten, Adriaen van poelgeeft , Heer willem van bofch·» huyfen dje jonge. Schepenen
Aernt heerman,
Dirc van fyl janszo Willem van bofchuyfenj Hugo fpruyt, Jan arent pauwelsz. Clais maft, Clais jan claisz. (3eryt van fönnevelt. |
|||||||
I4dt Schout
,ye.
"Burgemeeflerén
Symon vanden noorde, jan van fönnevelt, jacop van noorde, Pieter yan fwieten. Schepenen
J)irc van fyl janfz» Clais clais willemizs Geryt heerman, Geryt ryswyc, Symon paidze pieterfz, willem bort, Clais van leyden, jkin van den woude. 1463 Schout
Jan van fwieten. Burgemeefleren
Florys heerman, · jan drrc geryt montfoir- denszt * ·' >t 7 ''';■
Pieter van fwieten, Jan van woude. Schepenen
Jacob ryswyc, willem heerman , Aelbaren van noorde, willem foeitgen van fyl, willem Jacobs, jacob vink , willem vander does, Jan artin'tpauwelsz. |
|||||||
1464 §cho.uj
Jan van fwieten, Β urgemeejteren,.t
Jan heynric paedzensz. Florys pieterfz, |
|||||||
.EDEN.
Willem vander does,
Willem van bofchhuyfer* Florisz. Schepenen
Dirc van fyl jansz. Geryt heerman, Paedze Pieters, Jacop van noorde, Willem van oeftgeeft, Jan aernt pauwelsz. Heynric vander laen, Glais jan paidzensz. Clais van leyden. 1470 Schout
Jan van fwieten. V>urgemeefieren
Aernt heerman, Floris pieters, Huge fpruyt, Willem van bofchhuyfen, florisz. Schepenen
Coen van oolterwijk, Clais jan claisz. Jan vander laen, Jan van fonneveJtdie jon·» ge,
Adriaen van myen mar^ tynfz.
Vranc willems, · Pieter bouwens, Jacop heerman. V
1471 Schout
Defelve. Burgemeefieren -
Florys pietersz, Geryt heerman, Geryt van fonnevelt^ Dirc van poelgeeft. ** $■ Sche*.
|
||||||
V O O R F
1467 Schout
Defelve. Burgemeefleren
Floris van bofchuyfen, Simon vanden woude, Floris heerman, Pieter van fwieten. Schepeden
Geryt heerman, Geryt ryswyc, Voppe janst. Huge fpruyt, Jan van woude, Jan aernts, Geryt van fonnevelt, Heynric vander laen. 1468 Schout
Defelve, Burgemeefieren
floris heerman, Willem vander does, Mr. Philips philips codde, Jan vanfonnevelt die jon- ge· Schepenen
Dirc van fyl jansz. Jacop van noorde, Aernt aërntsz. Claes van leyden, Jan vanden woude, Geryt van fonnevelt, Jan vander laen,, Geryt buytewech. 1469 Schout
Defelve. Burgernteefleren
Jan van fonneveit,; ^filiem van fwieten, ■ '"\ ■
|
||||||
V OOR I
Schepenen
Dirc van fyi jansz. Geryt ryswyc, Jacop van noorde, Floris heerman, Ewout pieters. Jan aernt pouwelsz. Joelt vander laen, Gorrielis van zonnevelt, 147 ζ Schout
Defelve.
Burgemeefleren
Willem van boflchuyfen, Jan heynric paidzensz. Adriaen van zwietèn , Dirc van Poelgeeft. Schepenen
Cocn van oeilerwyc, «,"/■« Paidze pieters. Floris heerman, jaeop vink. Clais jan claisz. Vranc willems, Jacop coop pietersz. Dirk van boffen. 1473 Schout
Defelve. Burgemeefleren
Willem van boifchuyzen, Floris heerman, Pieter van fwïeten, Pieter jan martynsz. .,.·.; Schepenen
Arent heerman, Coen van oefterwyc, Simon van noorde, |
||||||
LEDEN.
Clais van leyden,
Jan aernt pouwelsz. Clais jan paidzen, Willem van boilchuyzen florisz,
Jacob vander does, Heynric paidze., 1474 Schout
Defelve. Burgemeefleren
Aerent heerman, Jan van zonnevelt, Jacop vander does, Pieter jan martynfz. Schepenen
Florys pieterfz, Jacop van noorde, Heynric vander laen, Vrank willems, Cornelis van fonnevelt, Pieter van bererdrecht, willem jacop evertsz. Jan van lochorüY 1475* Schout
Defelve»
Burgemeefleren
Hugo van fwieten, Adriaen van poelgeeft8 Heynric vander laen, Jan van zonnevelt. Schepenen
Florys van fyl, Clais de grebber· Jan van tetroede, Dirc wouter danelsz.' Jacop van noorde alba- renfz, |
||||||
VOORREDEN.
Phillips nachtegael phil- Pieter pieter reymbrantsz,
* "Ζ. f Pieter die grebber,
Willem' vander graft, Heynric willerns,
jan van berendrecht geryt jan wülems die bruyn,
Janfx\ 14.78 Schout
jan coninxs. Defelve!
|
||||||||
1476 Schou*
Defelve. Burge mee fier en
Huge van fwieten, Florys heerman, Diert dircs, Heer Florys van alke-
made. ( Schepenen
Geryt heerman, jacop vink, jan arent pauwejsz. Dirc wouter danelsz, willemvander graft, jan coninxs, Pieter jans, Clais hugen. 14.77 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Florys van alkemade hu- gensz,
jan coninx, Florys van alkemade, willem van 7yl. Schepenen
Dammes reyners,
Geryt lam van beren- drecht, Pieter jansz van noortich, Plrc dircsz, |
||||||||
Burgemeefieren
Simon paidze, willem van fyl, Geryt van poelgeeft, Adriaen vander bouchor ft,' Schepenen
Clais van leyden, Clais jan paidzens, Pieter janiz. van noortich, Pieter die grebber, willem claifz. jan mathyfz. Adriaen vander does, jacop van boiTchuyfeiW 1479 Schout
Adriaen van fwieten. Burgemeefieren :'i
Florys heerman , Geryt ryswyc, Simon paidze, Bruynink van bofchuyfen, Schepenen
Claes van leyden, !.■·. jan aernt pauwelsz» jan van lochorft, jacop van boilchuyfen, Geryt claes die vroede, Ghysbrecht mauryns* Symon maertyns, joeft floerysz. 1480 Schout
Defelve. |
||||||||
voor:
Burgermeefteren
Flörys pieterfz willern van bofchuyfen, Dirc van bofchuyfen, Brüynincvan bofchuyfen. Schepenen
Geryt claes die vroede, Mr.jooft florysz. Geryt jacops, Aernt jansz, r 3Dhc van werve, Flörys pieters, Hugo andries, Claes jan heynricsz. Goeiwyn jans van zeyft, jan aernt paulsz. iföi Schout
Defelve.
f Burgemeefteren
Flörys pietersz. Cornelis van fonnevelt, jan coninxs, ,., ;.w' Clais hugens.
Schepenen
Symon paidze pietersz. Fioris heerman, Clais van leydcn» jan aernt pauweïsï. Heynric vander laen, Adriaen vander bouchorft, Geryt die vroede, Fioris pieters , Dirc van werve. i$2x Schout
Defelve. Burgemeeftercn
Willem yan bofchuyien ilon'si. |
||||||
LEDEN.
jan van lochorft,
jan coninxs,
Gysbrecht van raephorft.
Schep enen
Kerftant nannens, Geryt ryswyc, Pieter pieter reymbrantsz. Dirc van werve, Flörys pietersz. ( jan ftoop kerftantsz,
bruyninc fpruyt, Cornelis maft. 1483 Schout
Defelve. Burgemeefteren
"Willem van bofchuyfen florifz.
Geryt butewech, \ Pieter jan martynfz. Claes jan paidzen. Schepenen
Flörys pietersz. Geryt ryswyc, Geryt van zonnevelt, jan ftoop kerftantz, Dirc engebrechts, Hobbe Pietersz. Aernt pieter aiTelijnsz. jacob fymonsz, 1484 Schoui
Defelve, Burgemeefteren.
Clais jan ciaisz. Clais jan paidfcnsz. Pieter reymbrants» Bruynink fpruyt, tSchepene»
Florys pieters > Os-
|
||||||
LEDEN.
Arent pieter aiTelijnfz<
jacop fymonfz. willem heerman, Michiel gerytfz. 1487 Schout
Adriaen van poelgeeft, Bmgemeenteren
Willem vander does. Heynric paedze, Adriaen vander bouchorft* Willem heerman. Schepenen
Nanne paedze, CJais van leyden, /·$ Dirk dirks,
Dirk van werve, Arent pieters aifelijnsz» Bouwen paedze, Dirc van honthorft, Heynric van Alcmade ge* rytsz. 1488 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Pieter heynric reynersz. Clais jan claïsz. Jan van lochorft, Henric paedze, - ,· Jacop heerman. Schepenen
Simon paedze,
Jan van lochorft,
Dirk dircs,
Jacob van bofchuilïen,
Brnynnic fpruyt,
Bouwen paedze, .
Heynric van alcmade.'
148?
|
|||||||
VOOR]
Geryt ryfwye*
Simon paedze,
Clai's van leyden,
jan aernt pauwelsz.
Jan conincs,
Aernt pau,
willem herman beükelfz.
1485* Schout
Heer adriaen van fwieten3 ridder. Burgemeefieren
Claes jan claefz, Heeren floris van alcma- de, ridder-,
jacop van bofchuyfen, willem heerman florisz. Schepenen' >
jan aernt pauwelsz. jan coninxs, Dirc van wenne, Gornelis maft, Hobbe pieters, willem heermans, Bouwen paidze, Gbysbreeht vander boue- horft. 1486 Schout
Adriaen van poelgeeft. Burgemeefieren
Geryt van fonnevelt, Adriaen van bouchorft, Jan ftoop kerftantsz. willem heerman florisz. Schepenen
jan aernt pauwelfz,
Heinrïe paedze, Dirk dirksz. Huge andrie-sz.. |
|||||||
j
|
|||||||
3«ê*5À55!3
|
||||||||
VOORREDEN:
|
||||||||
º489 Schout
Defelve. Burgemeefteren
Pieter heynrics , Clais jan claisz. Jan van lochorft, Heer Floris vaa alcmade ridder. Schepeden
Gherit van fonneveltË Phillips nachtegael, DircDircs, Pieter pieter reymbrantsz.
Bruynnic fpruyt, Willem heerman florisz. Floris vauder bóuchorft, Cornelis jans.** 1490 Schout
Defelve. Bargemeenteren
Jan coninxs, Heer Floris van alcmade Ridder.
Jacob van bofchuyfen, Willem heerman. Schepene»
Claes van leiden,, Gheryt van fonnevelt, Phillips nachtegael, Pieter pieter reymbrantsz. Arent jansz. Willem heerman florisz. Jan claes, Heynric florisz. 1491 Schout
Defelve, Burgemeefteren
Willem vander does, |
Pieter jan martynst;
Jacop van bofchuyfen 4 Willem heerman. Schepenen
Geryt van zonneveltj Jan van lochorft, Dirc dircs , Aernt jans. Bruynnic fpruyt, Heynric florisz. Pieter gy^brechts, Bruynnic heermari* 149á Schtut
Defelve. Burgemeefteren
Clais jan claisz. - Willem heerman, JaCob fimonsw Heynric florysz. ) Schepenen
Simon paedze, Jan van lochorft, ã Dirc dircs , Pieter pieter reymbrantsz".
Ghysbrecht vander bouc- horft,
Bruynnic heerfnan, Willem jan coninxs. 1493 Schout
Defelve. Burgemeefteren
Nanne paedze , Claes Jiugens, Jacob heerman, Heynric florisz. Schepenen
Simon paedze, Pieter jan martynsz.1 Dirc dircs, Pie-
|
|||||||
VOOR
Pieter die grebber,
Aernt jansz. Heynrïc van alcmade, Jan clais, JDirk limons. 1494 Schout
Defelve, Burgemeefieren
«Claes hugens, Heer Floris van alcmade ridder,
jacob van bofchuyfen, Bruynnic heerman. Schepenen
Pieter heynrïc reynersz. Clais jan claisz. Jan coninxs, Dirc dires, Pieter die grebber , Floris vander bouchorft, Hugen hugensz. van fwie- ten.
Jan heerman. 1495 Schout
Defelve. Burgemeefiere»
jan van lochorft. Heinrickpaedze, Dirk Dirkfx. Bruynink heerman. Schep enen
Pieter heinric reynersz. Phillips nachtegael, jan coninxs, jan (loop kerftantsz. jacop fimonfz. Ghysbrecht van der Bou- chorll.
jan heerman, |
EDEN.
jan van leyden.
1496 Schout
Defelve. Burgemeefiere»
Clais jan claesz, jan coninxs, Dirc dircs, Floris vander bouchornS Schepenen-
Pieter die grebber, Bruininc fpruit, jacop limons, Gysbrecht vander bouc- horft, Heinrik Florisz. jan heerman, Martyn roelofs, Coen van bofchuyfen. τ497 Schout
Defelve. Burgemeefitren
Cornelis heerman. Schepenen
Pieter heinric reynersz. Pieter pieter reymbrantsz, Huge hugens van fwie- tenszi
jan heerman, jan van Leyden <, Coen van bofchuyfen > Dirk- florisz. jan vander bouchorft. 149S Schout
jacop van bofchuyfen* Burgemeefieren
jacop heerman, jacob fimonsz. |
|||||||||
Hein- '
|
||||||||||
/
|
||||||||||
VOORREDEN.
Heïnrik floris*. _ BurgtWtfierm
|
||||||||||||||
Claes huigens,
jaeob heerman; Floris vander bouchorilj Phillips vander laen* Schepenen
Dirc dircsz.
Heinric vaii alcmadej
Cornelis jansz.
Hugenhugensz. vanfwiè-
tert, jan van leyden*
willem ftoop,
Arent heerman,
Phillips nachtegael dejon-
ge» 1 je % Schout
jan van fwieten.
-il ·
Burgemeefieren
Heinrik paedze.» jacob heerman* Bruynink fpruyt, Huyge huygens van fwie- ten. Schepenen
Pieter heinric reynersz.
Pieter pieter reymbrantï. Dirc van werve, Ghysbrecht vander boué- horft,
jan claesz. martyn roelofs, Cornelis heerman^ Martyn pieters. |
||||||||||||||
Coen van bofchuyfen.
Schapeneii
Floris heerman. 145)9 Schout
jacob van bofchuyfeii. Uurgemeenteren
Nanne paeds, Huge hugens van fwieten, jan heerman, Coen van bofchuyfen. Schepenen
Phillips nachtegael, Claes hugens, Pieter pieter reymbrantsz. Floris vander bouchörft, Cornelis heerman, Floris heerman, •willem ftoop., Phillips vander laeti. 1500 Schout
Defelve, * Burgemeefieren
Nanne paedte ± willem vander does, Claes jan claes?,. Claes hugens. Schepenen
jan arent pauwelsfc. Pieter pieter reymbranti. Cornelis jansz. Heinrik floris». Floris heerman, willem ftoop, Dirc vander bouchoi'ft, Martyn pietersz. jw_ 15ΌΙ Schout'
Defelve, |
||||||||||||||
1503 Schout
|
||||||||||||||
t>efelve
|
||||||||||||||
m-T
|
||||||||||||||
-
|
||||||||||||||
■I
|
||||||||||||||
VOORÊ EDEN;
|
|||||||||||||||
Ëurgemeefieren
Heer Florys van alkema-
de ridder, Heynrik fiorysz.
Hugh hugenszi van fwie-
|
Cornelis jansz.
Martyn roelofs-,,., Dirc vander bouchorfts Mattynpietersz. ; Willem jan kerftants*. |
||||||||||||||
ien,
Willem van bofchuyfent
|
|||||||||||||||
ϊξϋ'6' Schout
Defelve*. |
|||||||||||||||
Schepenen
Pieter heynric reynersz. Claes jan claesz. Claes riugensj Pieter de grebber. Heynric van alkemade. Jan heerman ^ Dirk florysz. Mr. Jan van zeyft. 1504 Schout
jan van. fwieten. Burgemeefteren
Willem van couHter^ Heynrik florysz. Schepenen
Pieter heynrik reynersz. Pieter de grebber, Bruyriïnk ibruyt, Ghysbrecht vander bouc- horft,
Heynrik van alkemade, Willem ftoop fimonsz. Mr. Jan van zeyft, \ rloris van bofch. 15-05 Schout
Befelve. Burgemeefteren,
Schepenen
Pieter de grebber , Cornelis maft, Willem heerman, |
|||||||||||||||
Burgemeeftereii
Mr. Willem fimonsz; Schepenen
Pieter de grebber f , Martyn roelofs, 15-07 Schout
Defelve. Burgemeefteren.
Schepenen
jan kerftaiits, Gysbert van lodenfteyrJj Pieter de grebber, Dirc vanier bouchorft» j τ 508 Schout
Willem van coulftei1. Burgemeefteren
Heynrik florisz. Mr. Willem ümonszi Schepenen,
ï^op Schout
t)efelve. BurgemeefterePt
Heynrik florisz. Mr. Willem fimonsz* '„·■■■ Schepenen
Bruynink fpruyt, ,
Cornelis jansz. |
|||||||||||||||
EDEN.
Buigemeefteren
Cornelis heerman, Ifaac alewynsz. Bruynink Ipruyt, Cornelis maft. Scepenen
Pieter de grebber, Jan ftoop kerftantsz, Dirc vander bouchorft, Philips nachtegael, Willem van bofchuyfen s Floris van bofóh, Jan van berendrecht, Heyndrik vander does. é$º3 Schout
Willem van alcmade Rid- der. Burgemcefleren
Cornelis heerman, Willem iïmonsz.van oyp Willem jan kerftantsz. Geryt van lochorft. Schepenen
Jan ftoop kerftantsz, Jan van leyden , Philips nachtegael, Heynrik vander does , Jan arentszvan beringen, Geryt heye, Frans gysbrecht mourynsz
Floris jacops, y\ 15¹ Schout
Heynrik van der does, Burgemeeflerzn
Geryt van Lochorft Rid-
der. Jan ftoop kerftantsz, Ghvsbreeht van loden- fteyn, Boa- |
||||||
VOORR
Dirk vanderbouchorft,
Maertyn pietersz. Philips nachtegael , Willem van bofchuyfen, Ifaac alewynsz. Bouwen wiliemsz. Tjro Schout
Defelve. Burgemeefteren
Mr. Willem fimonsz.van oy,
Cornelis heerman, Ifaac alewynsz. Schepeden
Bruynink fpruyt, Cornelis jansz. van noor- de,
Dirc vander bouchorft, Philips nachtegael, Willem van bofchuyfen , Ifaac alewynsz. Bouwen willemsz. Jan van Berendrecht. ïfit Schout
Defelve. Burgemeefteren.
Schepenen
Jan ftoop kerftantsz. Dirk vander bouchorft, Philips nachtegael, Willem van bofchuyfen, Floris van bofch, Jan van berendrecht, Heynrik vander does, Jan arents van beringen. é$º× Schout
Heer Willem van alke» made,. |
||||||
VOORREDEN.
|
|||||||||||||||||||
Willem van Iodenfteyrto
Schepenen
Cornelis maft, willem willemsz. Jan paedze claesZ, Jan reyersz. werfnbout pietersz. Dirc ottensz brouwer, Adriaen gerits verwef. Dirk floris heernialeii» 1518 Schout
Heynrik vander does. Burgemeéfteren
Wiilem van lodeniteyii? Cornelis maft, Ambrofius colen. Dirk otten. Schepenen
Jan ftoop kerftantsz. Volpert roelofs f Jan reyers, tvermbout pietersz* Dirk florisz, Claes dircx houtcoopef f Pieterjan pietersz, Geryt jan gerytsz. 15ip Schom
Defelve. BurgemeeflereH
Cornelis maft, willem fimonsz. vafi of 1 Doctor.
Jfaac alewynsz. ,,·' Dirk florisz.
Schepenen
Jan ftoop kerftantsz. Philips nachtegael f Floris jacopsz. Volpert roelofs, |
|||||||||||||||||||
Èouwen willemsz van
warmond. Schepenen.
Heynrik van alkemade,. Jan van leyden , Dirk vander bouchorft,· Philips nachtegael, Floris van bofehuyfeti, jan van berendrecht, Heynrik vandcr does, Bouwen Willem gerytsz. Ι^ Schout.
Schepenen
Cornelis malt, Jan vander bouchorft? willem jan kerftantsz. Jan aernts van beringen. Frans gysbreehtsz. Willem willemsz brou- wer. Volpert roelofs brouwer. Willem van lodenfteyn. 15Ί6 Schout
Heynrik vander does. Burgemeefieren
IfaaC alewynsz, Willem fimonsz. van oy, Jan van feyft, Willem jan kerftantsz. |
|||||||||||||||||||
Schepene»
|
|||||||||||||||||||
Tan willemfz
Wi |
|||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||
Hem van lodefteyn.·
15*17 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Willem jan kerftantsz. Geryt vanlochorftRidder. Bouwen willcms van warmond i |
|||||||||||||||||||
*##
|
|||||||||||||||||||
werrrJ* ί
|
|||||||||||||||||||
VOO
wermbout pietersz.
Aelwyn claesz. Pieter pouwelsz. 15 ie Schout
Defelve. Burgemeefieren
willem van oy, Bouwen willems van warmonde,
Jan reyers brouwer, Geryt jan geryts foous- foon,
Schepenen
Jan ftoop kerftantsz. Philips nachtegael, Floris jacopsz. ;. willem willemsz. wermbout pietersz. Adriaen gerytsz. Ifac clüètZr Jan claelTe alewynsz. ijïl Schout
Defelve. Burgemeefieren
Bouwen willems van
warmonde,
willem van lodenfleyn, ■ Ambrofius colen, Adriaen geryts. Schepenen
Jan ftoop kerftantsz. Philips nachtegael, willem willemsz. wermbout pietersz. Dirk florisz. ί >.; , Claes claesz,
Vrank paeds, Dirk claesz. |
EDEN.
i<>i2 Schout
Philips nachtegael. Burgemeefieren
willem van lodenfteyn, Dirk ottensz. Dirk florisz. Claes dirksz. Schepenen
Philips nachtegael 3 Floris jacopsz, willem willemsz. Geryt jan gerytsz. Claes Claesz. Dirk Claesz. Frans gerits doensz. Frans gerits goelsz. 1^23 Schout
Defelve, Burgemeefieren
Dirk ottensz. /'] willem van oy1, Jan reyetsz. Jfaac ciaesz. Schepene®
Floris jacobsz. Ambrofius colen, . Adriaen geritsz, Claes Claesz. Dirk claesz. Frans gerits doensz. Floris van adrichem3 Cornelis pouwelsz. 15*24 Schout
Philips nachtegael. Burgemeefieren
■willem oy , Do£tor. Bouwen willems van warmonde, |
||||||
Flö-
|
|||||||
V Ο Ο R
Floris jacopsz.
Adriaen geritsz. Schepenen
wiHem willemsz» Ambrofius colen, wermbout pïetersz. Claes Claefz. Dirk claefz. Fransgent doensz. Jan claes cornelisz.' Jai) van bofchuyfen. i?25 Schout
Defelve. Burgemeefiere»
Bouwen wiilemsz. willem van lodenfreyn, Dirk floris hcermalensz. Claes claesz. Schepenen
wermbout pietersz. Dirk ottens, Frans gerit doensz. Frans geryts goei, Jan claes cornelifz. . Jan van bofchuyfen > Geryt de vrye, Jacop deyman. ifT.6 Schout
Heer Geryt van löchorft, Ridder. Burgemeefiere»
Dirk florys heermalensz. Gysbr'echt van lodenfleyn, Geryt jan geryts zoens zoen,
Mr. Dirk claes houtcoper. Schepenen "
Mr. Jan van feyfr. |
REDEN.
Ambrofius colen,
Dirk Ottensz. Jan claes aelwynsz. Frans gerits doens, Floris van adrichem, Jan van bofchuyfen» Jacop deyman. 15-27 Schout
Defelve. Burgemeefteren
Mr. Willem van oy, do- dor, Floris Jacops, Adriaen Geryts. Schepenen ;"|
Philips nachtegael, Willem van lodenfleyn, Dirk ottens, Jan claes alewynsz. Claes claesz. Frans geryt doensz. Jan van bofchuyfen, Jacop cornelis gorter. lf.%$ Schout
Deielve. Burgemeefiere»
Floris jacobs, Henricflorisz. . Willem van loodenflein, Ambrofius colen. Schepenen
Jan rayersz. Dirk ottensz. Dirk florys heermalen, Geryt jan gerytsz. Claes claesz. Frans geryt doen, Jan van bofchuyfen , Jacob cornelisz. gorter. · # * # 2 If29
|
||||||||
'\
|
|||||||||
voorreden/
|
||||||||||||
i^zp Schout
pefelve. Burgemeefleren
|
Schepenen
Coen van. bofchuufen , Zeger hugensz. Jacop cornelisz. gorter 8 |
|||||||||||
Claes adriaensz.,
Geryt heerman, Willem bouwensz. Dirk florisz, Frans gerrits doensz» |
||||||||||||
Schepenen
Floris jacopsz. Jacop cornelisz gorter, Wermbout pietersz. Frans doen, Jacop deyman, Dirk aelbertsz. Claes adriaensz. brouwer, Frans gooi, Adriaen gerrits, Dirk florisz. heermalen. 1530 Schout
pefelve. Burgemeefleren
Schepenen
Pirk aelbrechtsz. 1531 Schout
pefelve. Burgemeefleren
Schepenen
^eger huygensz. Geryt boeckelsz. Cjeryt heerman. ïj^Z Scheut
Pefelve. Burgemeefiere»
Willem van lodeniteytj,
Jan reyersz. fGerytjangerytsz. (üeryt !?Qek.eisz, buutp- |
||||||||||||
1533 Schout
Defelve. "Burgemeester en
Jan reyersz. Dirk ottensz. Dirk florys heermaelensz* Willem bouwensz. Schepenen
Coen van bofchuufen , Wermbout pietersz. Jan claes alewynsz. Frans geryt doensz. Geryt de vrye, Zeger hugensz. Gheryt heerman, Cornelis paeds, Adriaen jansz. brouwer, loco Jan claes alewynsz. ι $1^ Schout
Defelve. Burgemeefieren
Dirk ottensz. Mr.Willem van oy,docT:or in de rechten,
Dirk aelbrechtsz. Jacop claesz. houtcooper> Schepenen
Coen van bofchuufen,
Willem van lodenfteyn. Gif
|
||||||||||||
EDEN.
Jan heye gerytsz.
Jan paeds bouwensz. Mr. Philips van henegovi» wen. ij'37 Schout
Deielve. Burgemeefleren
Dirk florysz.heermaelen," Dirk otten, Gheryt de vrye, Willem van lochorft» Schepenen
Geryt jan gerytsz. Frans gerytsz.goei, Jacop cornelisz. gorter, Adriaen jansz. Jonghe dirk jan reyersz,' Jan heye gherytsz. Jan paeds bouwensz. Jacop jacop fimonsz. 15-38 Schout
Deftlve. Burgemeeftere»
Dirk ottensz.
Mr, wïllem van oy,doclo£
in beyderrechten,
Adriaen jansz. Jonge dirk jan reyersz. Schepenen
Frans gherytsz. goei,
Jacop cornelisz. gorter, Gheryt boeckelsz. buyta* wech,
Cornelis paeds, Jan heye gerytsz. Jan paeds bouwensz» Claes reyer claesz. Jan van Endegeelt. *** 4. J/3*
|
||||||
VOORT
Geryt jan gerytsi.
Claes adriaensz, Geryt heerman, Cornelis paedsz, Adriaen jansz. brouwer, Jonge dirc jan reyersz. ï f$f Schout
Phillips nachtegaeU Burgemeefleren
Mr, willem van oy,docT:or in de rechten.
Wjllem van lodenfteyn, Geryt jan gerytsz, Geryt boeckelsz. buyten- wech.
Schepenen
Coen van bofchuufen, Dirk florysz. heermaelen, Frans geryt doens, Claes adriaensz, Geryt heerman, Adriaen jansz. Jonge dire jan reyersz» Jan heye gerytsz. I536 Schout
Gheryt van renefle. Burgcmeefteren
Gheryt boeckelsz. buyte- wech,
Heer Geryt van lochorft, Jan reyersz. Dirk florysz. heermalen» Schepenen
Jacop cornelis gorter,
Claes adriaensz. Zegher huyghénsz. Adriaen jansz. Jacop claesz, houtcooper, |
||||||
V Ο Ο R REDEN.
|
|||||||||||||
1539 Schout
Claes van berendrecht. Bur^emeejteren
Mr.vvillem van °Υ·> dp&Or
in beyder rechten·
Heere Geryt van lochorft, ridder,
Geryt boeekelsz. yan buy- téwech,
Jacop claesz. höutcpoper. Schepenen
Dirk florysz. heermalen, Frans gei'ytsz goei, * Jan beye gerytsz. jan pdeds boüweqsz. Jan van Endegeeft, Mr. Frans adriaensz. Fïorisvan oy, jacop vander does. • tfqö Schout
Claes yan berendrecht, Burgemeefleren
pheryt beuckelsz.van buy- tewèch,
Dirk florysz.heermaeleiiS. Wilièrri' van Jochoriï. Schepenen : [ï.
Pfrk ottens, Frans gerytsz. goei,
Jacpp corneiisz. gorter, Claes adriaensz. Jan heye gerytsz. jailvan endegeeft, Floris varj oy, ·■>-■<■ jacop vander does,.
..ï^i Schout
Peièlye» Bnrgemeefterefy
|
|||||||||||||
Schepenen
Frans gherytsz. goei, Jacop corneiisz. gorter» jan heye gherrytsz. Mr, Frans adriaensz., Floris van oy, jacop vander does. Jacop jansz. vander graft. Mr. Claes corneiisz. de wilde. 1542 Schout
Defelve., }$urgemeefteren
Schepenen
Cprnelis paeds, , Willem lochorft. Jan reyers. ,/'. Jacop corneiisz,.
Jan heye, Jacop vander does, Jacop vander gr£ft, Claes die wilde. 15:43 Schout-
Defelve· |
|||||||||||||
Β urgente e ft er en
Schepenen
Florys van oy, |
|||||||||||||
,5
|
|||||||||||||
Jacop vander graft,
Frans goei, Jiin heye, Geryt: aelbréchtsz. brou·?
wer.
Ja'n reyers, Jacop corneiisz. Claes d|e wilde, ,., 1544 Schout
Defelve. |
|||||||||||||
RREDEN.
Jacop vander graft,
Qnyryn albertsz. Claes de wilde. 155*3 Schout
Defelve. hurgemeefteren
Claes adriaensz. Jacob jansz. vander graft» Claes cornelisz. die wilde, Jan fransz. Schepenen
Frans gherrytsz. gooi, Gherryt aelbrechts', Quyryn albertsz. Jan huych andriesz. , Symon jan reyersz. Claes lambrechts, Willem aeibrechtsz. Jan van adrichem. 155+ Schout
Defelve. Viurgemeeftere»
Jan fransz,. Gherrit boeckels, Claes reyers, Gherrit roelofsz. Schepenen. ,
Frans gerritsz. gooi, Mr. Frans adriaensz. Gherryt aeibrechtsz. Quyryn albertszi . Jan'huych andriesz. Dirk vander does. Symon jan reyersz» Willem aeibrechtsz. 15^5 SdouP
Defelve. |
||||||
VOO
ïffO Schout
Defelve. Schepenen
Jacop vander graft, Jan huygensz. Geryt roelofsz. Adriaen jansz. Willem albrechts, Jonge dirk jansz. Frans goei, Mr. Frans adriaensz 15 ƒ1 Schout
Defelve. Oturgemeefieren
Schepenen
Frans gerytsz goei, Adriaen jans7. jacop vander graft, Willem aelbrechts, Jan van adrichem, Geryt albrechts, Geryt roelofsz. Jan huygensz. 1552, Schout
Defelve. Burgemecfleren
Jonghe dirk jan reyersClaes adriaensz. Adriaen jansz. Dirk vander does," Schepenen : ■,,
Jan fransz. Claes aelwynsz. Frans gerritsz.gool, Jan huygensz. |
||||||
Willem aelbertsz.
|
||||||
EDEN.
Simon jan reyerszoon,
Gerit roelofsz. Schepenen
Mr. Frans adriaensz. Jan huich andriesz. Dirk vander does, Jooft jacopfz. Willem' aelbrechtsz, Gherrit franfe doe, Cornelis gerrits van poel- geeft, Jan paeds cornelisz. 1558 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Simon jan reyerszoon, Gherrit boekels buyten* wech,
Jooft jacobsz. Dirk vander does, Schepenen
Quiryn allertsz.^ Jan huych andrieszoon, Claes aelwyn claeszoon» Willem aelbrechtsz. Gherrit franfe doe, Cornelis gherrits var* poelgeeft,
Cornelis van noorde, Willem van bofchuyfen." ij59 Schout
Defelve, Burgenteefieren
Gherrit boekels buyten- wech,
Mr. Claes cornelis de wil* de,
Mr. Frans adriaensz. Claes aelwyn claeszoon; |
|||||
V O O' R Β
Burgenteefieren
Cïherrit boekels buten- wech,
Ad r iaën janfz. ; Jonghedirk jan reyersZ. Dirk van der does. Schepenen
Mr. Frans adriaensz, Gherrit aelbrechtsz. Quyryn allerts, Jan huygensz. Simon jansz. Willem aelbrechtsz. Gherrit franfe doe, Cornelis Gherrits van Poelgeeft. i$ $6 Schout
Defelve. Burgemeenteren
Dirk jan reyersz. Jacob ians vander graft, Mr. Claes de wilde, Gherrit aelbrechtsz. Schepenen
Jan huych andriesz. Jan frans ghysbrechtsz. Sïmon jan reyersfoon. Claes lambrechtsz. Jooft jacobsz. Gherrit roelofszoon. Gherrit franfe doe, Cornelis gherrits van poelgeeft. 15-57 Schout
Defelve. Burgemcefiercn " *
Jacob jans vander graft,
Claes adriaensz. |
|||||
V Ï Ï R R E D Å Í.
Gerrit franfe doe,
Cornelis gherrits vaa Poelgeeft,
Claes jans de goede, Cornelis huygens, Jacob van lo jacobsz. |
|||||||||||
f.'. ■■.(:■ ScheJacob vandJan van adGherrit franCornelis g
poelgeeft
|
|||||||||||
Willem van bofchuyfen,
Heynric floris van waife- nacr,
Claes jan claefz de goede, Haych claefe gael. ï<;6o Schout
Defelve; BurgemeeftereH
Mr. Claes de wilde, Claes adriaensz. Gerrit roelofs. Claes lambrechts. Schepenen
Jacob janfz. van der graft, Dirk vander does, Jan van adrichem, Cornelis gerits van poel- geeft, Cornelis van noorde, , Henric floris van waiTe- naer,
Claes jaïife de goede', Dirc gerits fmaling. .t i$ói Schout
Defelve. Bargemeeftere»
Claes. adriaensz, · Dirk vander does, Simon jan reyerszoon, Jooft jacops, Seb.'penen
Mr, Frans adriaensz. Jan va» adrichem, |
|||||||||||
i$6i Schout
Defelve. |
|||||||||||
Burgemeeflere»
Simon jan reyers, Gerrit beukels buyten- wech,
Jacop vander graft jansz. Johan van adrichem. Schepenen
Mr. Frans adriaensz. Gerrit franfe doe, Cornelis van noorde, Heynric floris van waiTe- naer,
Claes jans de goede, % Cornelis huygens. Michiel janfz. r ^ ? Cornelis adriaenfz. 1563 Schout \
Defelve. Burgemeester en
Gherrit boeckels buyten- wech,
Mr, Frans adriaens, Mr.Claes Cornelis de wil- de , Willem jan reyerszoon. Schepene» \ ·
Jooft jacops,
Gerrit roelofs, Gerrit franfe doe, Henric floris van waije- naer, Claes |
|||||||||||
VOOR
Claes jans de goede,
Cornelis huygenfz. Jacob van Éï, , Cornelis adriaenfz. 15-64. Schout
Defelve, Burgemeeflefen
Mr. Cornelis van veen. Schepenen
Jacop vander graft* Gherrir franfe doe/ : Claes janft. de goede, jacop van Éï , Cornelis adriaenfz. Mr, Floris van tol. Dirc willeins vander burg olyflager.
Mr.Fans'van duxfeldorp. 1565 Schout
Defelve. Burgemeefleren
Mr. Cornelis van veen* Schepenen
Mr. Frans adriaenfz. Gcryt franfz. due, Jacob van lo, Dirk willemfz. Huych claefz. gael, Claes janfz. de goede, Adriaen dirkfz, ottent Mr.Florys van tol. 1$66 Schout
Jan van berendrecbt. Burgemeefleren
Mr Cornelisvanderhooch
|
eden:
Claes oom janfzv
Jan adriaenfz. de wilde,'
Schepenen
Dirc gerritfz. imaling, Dirc vander bufcli wil- lemfz, " 1567 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Schepenen. · ij68 Schout
Defelve. Burgemeefieren
Ches adriaenfz. Jrtofl jacobfz. Adriaen dirk ottenfz. Jan gerritfz. buytewech. Schepenen.
1569 Schout
Defelve. Burgemeefieren -
Jooft jacobfz. Gerrit roelofsz.' Mr Cornelis van veen. Claes oom janfz. Schepenen
Claes janfz. de güede, Hnych claefz gael, Dirk gerritfz. fmaling, Cornelis adriaenfz. Mr. florifz. van thol, Dirk willemfz. vander burch.
Mouryn Claefz. |
|||||||
Ewout arent gerytfz.
|
||||||||
.EDEN.
jan janfz.
Cornelis adriaenfz.
jan janfe brouwer, Dirc gerrits? fmaling, Mr.Floris van tol, Mouryn claefz. Willem van loo. 1573 Schout
Defelve. " Burgemeeflereiê
. . duuvenvoorde, Pieter adriaenfz. vandef werf,
Jan janfz. van baerfdorp * Cornelis claes lambertfz, van fwieten.
Schepenen
Dirc gerritfz, fmaliqk,
Cornelis adriaenfz. brou* wer,
Mouryn claefz. Jan janfz. brouwer^ Willem van loo, Pieter oom Pieterfz. vars ofwegen,
Pieter pieter jorifz. Cornelis huygenfz* 15-74 Schout
Hendrik van brouchoven.
Burgemeefteren
Pieter adriaenfe van dei
werf,
Huych claefz. gael, Dirc jacobfz. van Mont- foort,
Willem van loo. Schi-
|
||||||
V O O R I
Ifjo Schout
Defelve. Idurgemeefteren
Mr. Floris van tol. Schepenen
Dirk gerritfz. fmalingj Jacob van Io, Mr, Floris van thol, Dirc willemfz. vander burch.
Adriaea dircfz. Mouryn claefz. Eeuwout aerntfz. 1571 Schout
Defelve. Burgetneefieren
Willemjansz.van heems- kerk, ,.,,* Joolt willems Porfman} Jan van brouchoven. Schepenen
Cornelis adriaenfz, Dirk willemfz, . . burch j . . mourys, Eeuwout adriaenfz. Jan gerrits buytenwech, jan dircsz brouwer. 1572 Schout
Henric van brouchoven. Burgemecfieren
jan van brouchoven, Willemjanfz. van heems* kerk,
jan jacopfz, jan willemfz. Schepene»
Quiryn claefz. |
||||||
VOORREDEN.
Schepenen dert hadde, zoo luanre^
Dirc geritz fmaling, Schepenen:
Cornelis huygensz gael, r_rnel· Al·/**, ba,re„
Cornelis adriaensaj brou- Cornelis adnaenlz, barre-
tó^ftbt,ret· ' HB:snfz·van
ienaer,
r>-nf ;'* „m niptprw Pieter oom pieterfz.
pie er oom ρ eters^ F
Pieter pieter jonsz. corteVelr,
2VW dat den Pr'mce van Gerrit wiggeriz.van du-
Orangtenden i^Oélober, velant, de Veertigen totLeyden, Claes gysbertz/van dorp,
metten Megifiraat ver an· Claes adriaenszoon.
Dus verre dan de Schouten, Burgemeefters*
en Schepenen der ftad Leiden ! wy hoopen dat dit de Liefhebbers aanzetten zal om de ande- ren, die hier ontbreeken , vorder op te zoe- ken ; en dat we dus eens een volkome lijft zul- len konnen uytgceven. Die 'er tuffchen de jaaren ifjf tot 1640 geweeft zyn, zal de Lee- zer by Orkrs vinden. En dewyl de Drukker van dit werk die ons
tot het vermelden van de Schouten , Burge- meesters , en Schepenen aangezet heeft , ern- ftig verzoekt dat we insgelijks een lijft van de Burggraaven zouden opftellen , zullen wy zijn verzoek op dit liuk involgen : te meer om dat by Orkrs , die ook zoo lijft in zijne be- fchryvinge van Leiden opgegeeven heeft , de tijdrekening verward en duifter is, en noch 't een 't ander te verbeteren ftaat. Orkrs en W> Goudhoeven , daar Orkrs zijne
lijft uytgetrokken heeft, geevenHalewyn Heer yafobs vader den eerften Burggraaf op. Maar Bok"
|
||||
VOOR RE D EN/.
Bokkenberg, hoewel hy bekent dat onzeSchry·*
vers doorgaans den gemelden Hakwyn voor; den eerften der Burggraven houden, maakt de Burggraven wel 300 jaaren ouder $ en weet fcelf vyf Burggraven te noemen , die voor den gemelden Halewyn gcleeft zouden hebben. Doch, als 't op een bcwyzen aankoomt, heeft liy niet anders in te brengen als dat onze Jaar- boeken , al lang voor de twaalfde eeuwe , eri voor den gemelden Halewyn , dé Burggraven van Leiden vermelden,* Maar men weet dat Bokkenberg voor den oordeelkundigften Schry- ver geenszins gehouden word: en dat'er op die Kronijkfchryvers , daar ze de Burggraven en de Heeren van Valkenburg tegen den eerften Graaf te' velde doen koomen $ weinig ftaat te maaken is. Hy bekent zelf dat 'er onder de geichriften, daar de leenen van de TVajfmaaren opgeteld ftaan 5 een brief gevonden word , in denwelken het volgende te leezen ftaat : De Burchgraeffchap van Leiden is gefproten, ende ghe- comen , van eenen gheheeien Burchgraef Jacob. Ende die was Vryheer van der fladt van Leyden^ ende van alle Ambachten die daer toe behooren. Die woorden zoekt hy te verdraayen, en is van zi·^- ne Kronijkfchryvers niet'af te fcheiden. Ik wil hem in zijne meeninge niet vorder ftoo- ren 'y ja zal de lijft der Burggraven met hem beginnen van het jaar 838 : zodanig nochtans, dat ik.voor de 5* of 6 eerftc Burggraven niet be- geere in te ftaan , en alles op Bokkenberg laat aankoomeh, Wat de vordere Burggraven be- langt, die dat ampt na het jaar iipo, of daar omtrent, bekleedt en bezeeten hebben, daar heeft men meer zekerheits van: en ik durf ap het verhaal van Bokkenberg, dat hy omtrent die |
||||
VOORREDEN.
Burggraven ons medegedeelt heeft, met genoeg*»
zaame verzekerdheit aangaan: Hy is wel voor- zien geweeft van oude gedenk ftukken en brie- ven 3 en ik kan niet anders zien of alles, wat hy van hen verhaalt, is op de waarheit ge* bouwt. Men denkc niet dat die ftukken, daar ik van fpreek, valfche of verdichte ftukken zyn: Antonius Matthtfus zelf, een Man die in dier- gelijke zaken op zyn woord gelooft mag wor- den, heeft de oudfte van die ftukken, en daar vervolgens de grootfte twyfeling over vallen kan, zelf gelezen, en brengtze ook in een van zijne* werken te pas. Maar het word tyd de beloofde lijft eindelijk op te geeven. ■..-■Ι*.DIBBOLDUS de zoon, zoo als fommi-
gen fchryven, van den VrieiTchen Koning Gun* deboldus. Deze Dibboldus, gelijk de jaarboeken ons weeten te vertellen, heeft benevens Gerlof oÏGerbrmd, Heer van Egmond, de alverwoe- ftende Deenen in twee veldflagen overwonnen: maar in 't gevecht, \ welk by Voorburg ge- fchiede , wierd hy met het puikje van 't le- ger geilagen : zijne dood word geftelt op hei jaar 838.
%, N. Burggraaf van Leiden zoude met den
Heer van Valkenburg de wapenen opgevat hebben tegen den eerften Graaf Dideryk; wel- ken zy voor geenen Graaf begeerden aan te nce- men: en zoude benevens den zelven Heer van Valkenburg door den voornoemden Graaf ver- flagen zyn in 'r. jaar 863. 5. HALEWYN l. heeft de Vriezen, die
Kcnnemerland al verwoeft hadden , en tot in 't hanje van Rhynland doorgedrongen waren, * In Prafat. ad Cliron. Brabant.
**** mei
|
|||||
m
|
|||||
VOO R R E DE N.
met de hulp van Diderikll verflagen 5 en is ge-
ftorven in 't jaar 960, 4, N. Hakvjyns. zoon beeft Dyderik den
vierden , in dien beruchten veldihg tegen den Biilchop Adelboldus, met meer andere Heeren geholpen, * De gemelde ïlag is voorgevallen in 't jaar 1018, f, HALEWYN II. ftaat in de Jaarboeken
voor het jaar 1092, en onder 'Dideryk. V, ver- meld, , 6. HALEWYN ÉÉÃ, dewelke volgens Bok-
\enberg zelf door onze meefte Schryvers voor den eerften Burggraaf word opgegeeven , is geftorven in't jaar 1198. 7. JAKOB, in den oorlog tegen den Graaf
vanLoo vermeld, ftierf omtrent het jaar 12.3 Ã - 8. CHRISTIN Á , Jakobs dochter, met a&i-,
deryk van Kuik getrouwd : van welke\pbrifitna W. Goutboeve en Orlers aldus fpreeken: Zy bezat Rhynlandt niet, alzoo met de Domeynen van Hol- landt vereenkht wïerd. Doch zoo wyBokken- berg gelooven , dewelke de zaak beter fchync geweeten te hebben , is dat aldus te verftaan dat zy het rechtsgebied over Rhynlandt , 'c welk de voorgaande Burggraven als een vryha- vig goed bezeeten hadden, van Willem II te leen heeft ontvangen. Zy is geftorven 1276. 9. HENDRIK van KUIK, de zoon van
Dideryk vau Kuik en van de voornoemde Chri· fiina , heeft de goederen van zijne voorouders insgelijks te leen v*an den Graaf ontvangen. Hy ftierf in 't jaar 13 ip, 10. DIDERYK, Hendrikszoon, eengunüe-
ling van den Graaf, is ongetrouwd geitorven. Htt febynt dat hy overleden is voor het jaar 1328. r'il
|
||||
VOORREDE N.
il. BERTHA ', Dideryks dochter, is met
Dideryk of Dirk van ffaflenaar getrouwt ; en dus zyn de Wajfmann aan 'c Burggraaffchap gekomen. Hier begint de lijft der Burggraven, zoo als
die door Orlers opgegeeven word , zeer ver- ward te worden , en de tijdrekening door mal- kander te loopen. Hy zeit ook dat Hendrik van Kuik, Vrouw Berthas vader, geftorven is in't jaar 13ip: en dat Dirk Hendrikszoon, en Ber- thas broeder, overleden is omtrent 't jaar 13^8» Daar op verhaalt hy hoe dat Bertha, Dirks zu- ileren nazaat, getrouwt is met Dirk van Waf- femar. Dat gaat alles wel: maar dan geeft hy voor Berthas nazaat op Dirk van Wajfenaar^ dewelke, zoo hy vorder zeit, ten wyve had Vrouw Berthel, die men meent dat Heer van feilingens dochter is geweeft. Hy voegt 'er by dat hy by die Berthel vyf zooncn heeft gewon- nen, en overleden is in 't jaar 1248. Zoo zou- de Berthas nazaat geftorven zyn in 't jaar 1x48* en haare twee naafte voorzaaten , te weet en haar vader en haar broeder, zouden geftorven zyn in't jaar 1319 en 13x8, Dit is geenszins gezeit, en moet ook geenszins geduidt worden, tot kleinachting van den Burgemeefter Orlers: en ik zal aanftonds aanwyzen hoe dat die mis- flag of misrekening bygekomen is. Myn eenig- ile inzigt is de lijft der Burggraven, ten geval- le van de Liefhebbers, zoo veel nootzakelijk is te verbeteren en op te helderen. Het is ook geen drukfout by Orlers: want voor eerft is de gemelde Dirk van Waffenaar, die Vrouw Bert el (niet Bertha) ten wyve had, en vyf kinderen by haar teelde, waarlijk geftorven in't jaar 12,48. maar is geen Burggraaf geweeft. Teii tweede # # # # 2, telt
|
|||||
- h
|
|||||
VOORREDEN.
telt hy noch twee WaiTenaaren op, dewelke
liet Burggraaftchap na den voornoemden Dirk van W'djJhiMr bekleedt zouden hebben 5 en die geleeft hebben in de jaaren 1248 en 1x5-8. Orkrs heeft zynelijft uyt Goudhoeven getrokken, en is ook door Goudhoeve mifleidt geweeft. Goudhoe- ve telt eerit de Burggraven op wi ViowwBertha toe-, en, om dat betBurggraaffchap door Vrouw Bertha tot de Waifenaaren overgegaan is, breekt hy zyne lijft der Burggraven af 5 en gaat het '■geflagtregifter der Waifenaaren optellen : en die van hen Burggraaf is geweeft , word als Burggraaf vermeldt* Dat zoude noch henen gaan; en men zouw de lijft der Burggraven uyt het geflagtregiftef der WaiTenaaren konnen vol- trekken. Maar als hy gekomen is tot Dirkvaff Wajfenaar, dje Vrouw Berthel ( met Bertha ) ten wyve had , en omtrent 124S geftorven isj: noemt hy hem Burggraaf van Leiden. Dit zal de Heer Orkrs zoo uytgefchreeven, éh de tyd- ' tekening noch de lijft der voorgaande Burggra- ven,niet eens nagezien hebben. Vanonoplettend- heit kan ik hem daar in niet verfchoonen: maar niemand heeft alle de Burggraven, en den tyd als zy geleeft hebben , zoo volkomen in zyn ïioofd. Men fchryft een ander Schryver na, die-vry nauwkeurig is : men fchryft alles niep achter malkander uyt 5 ja daar loopen fomtyds dagen en weeken heenen^ dat men op zyn werk niet: kan blyven zitten: en de befte kan zoo wel ■; eens vergeecen wat hy gefchreeven heeft. Die zy gezeit, om de misrekening van Orkrs, zoo ik beft kan, te verfchoonen : maar van groote pnoplettendheit zoude ik hem niet vry konnen pleiten. Pm tot de zaak te koomên 3 Gouthocve zelf
had
|
||||
VOORREDEN.
bad pas te voren in de lijft der Burggraven ge-
fchreven dat de Burggraaf Jakob geftorven was omtrent het jaar 1x35-, en eene dochter naliet: dat deze dochter, te wecten Ctëri/fr>w» na zyne doodBurggravinne wierd , en omtrent het jaar 12.70 getrouwt is met Dirk van Kuik, en ge- ftorven is omtrent het jaar 1x76. Daar is dan geen plaats te vinden voor eenen Burggraaf Dirk van Wafftnaar. 't Is deze Dirk van iVaf- fenaar, dewelke met Bert hel van feilingen in den echten ftaat getreeden was 5 en vyf zoonen, behalven noch twee dochters, by· haar gewon- nen heeft. Ik zie dat S. van Leeuwen f ook aan den gemelden Dirk.dcn toenaam geeft van Burg- graaf : maar hy zal Goudhoeve , gelijk hy meermaalen doet , flechts uytgefchreeven heb- ben. Doch indien de gemelde Dirk Burggraaf is geweeft, waarom was Philips, deszelfs oudfte zoon, ook geen Burggraaf? en waarom zeithy zelf dat eenandere Dirk^ te weeten.de oudfte zoon van gemelden Philips, getrouwt is geweeft met de Burggravinne van Kuik ; en dat daar door het Burggraaffchap aan zyne nazaaten is gekomen ? Het ftaat dan vaft dat de voornoem- de Dirk van PFaJfenaar, die met Vrouw Bert el vyf zoonen en twee dochters gewonnen heeft, noit Burggraaf is geweeft: maar dat zyn zoons zoon Dirk , die met de Burggravinne Berta trouwde, de eerfte der WaiTenaaren is geweeft die het Burggraaffchap heeft bekleedt, of ten tninfte in de familie der IVaJfenaaren heeft over- gehragt. Dit voeg ik 'er by: om dat fommi- gen zyne dood (tellen omtrent het jaar 13495 en dat de Burggraaf Dideryk., Bertaas broeder en voorzaat, noch geleeft heeft na het jaar * in de Waffènaareo. *#** 3 13'i-o,
|
||||
\
|
|||||
VOORREDEN.
ip&pi Maar het word hoog ryd om wederom
naar onze lijft ie keeren: en zoo koomen wytot ia. PHILIPS van WASSENAAR, Ber- tbaas zoon , dewelke by den Graaf in hooge aehtinge zijnde een open-brief, met 's Graven Xegel bezegeld, aan Hukken heeft gefcheurt j om welke reden hem alle zyne ampten, zelfs hetBurggraaffchap, ÜïïúPFillem V zyn afgeno- men. Hy is geftorven omtrent het jaar é $?6 of 135-7. "■
13. DIRK van WASSENAAR , de zoon
van.den gemelden Philips, heeft alles wat zyn vader verbeurt hadde wederom gekrëegen. Hy word wegens zyne vreedzamigheit , voorzig- tigheit, defrigheit, en andere gaven zeer ge- preezen: en is de eerfte geweeft, die Baander- Jieer van Waflcnaar heeft gefchreeven. Goud- hoeve weet ons te vertellen dat hy zyn hüys, of de Burg te Leiden , verkocht zoude hebben. Orkrs, die Goudthoeve in de lijft der Burggra- ven maar uytfchryft, maakt het noch watgrof- fer ; en zejt dat hy het Burggraaffchap heeft verkocht. Ik meene dat geen van beiden het wel geraaden heeft: maar dat Goudhoeve BoL· kenbergs woorden qualljk verftaan zal hebben; en dat Orlers niet genoeg gelet heeft op de woorden van Goudhoeve, Dit zyn de woorden van Bokkcnberg : Mdes ad Arcem Lugdunenfem, velut in iw o at que rotundo montis ambitu, /Jas, <?- henavit. Hy heeft de huizen aan of by de Burg van Leiden, die als op den laagÜen en rorden om- loop van den berg flonden , vervreemdt. Dat is niet anders te zeggen , als dat 'er om laag, rondom den berg of burg, een huis of eenige huizen geihan hebben, die hy goedgevonden heeft te verkoopen. 14.
|
|||||
VOORREDEN.
14. PHILIPS, dewelkejals fchuldigen handdaadig
aan de doodflag van nleidis van Poelgecj't^ het Sana heeft moeten ruimen, en al zyne goederen heeft verbeurt. Doch naderhand heeft hy. door zyne trouwe daaden ds geheuggenis van al't voorgaande byden Vorli uyt- gewifchtj en het recht van de Magiitraat aan te (rel- len wederom gekreegen. Hoe dat hy voor Vrouw Jacoba geftreeden heeft; en daarom van zyn iiurggraaf- ichap, en't rechtsgebied over Leiden , aoox'jan vaa Beyeren berooft is geweelt, dat is uyt'de jaarboeken bekend, Hy is geftorven in 't jaar ^42.8. Hier eindigt OrUrs de lijft der Burggraven : zeggende
dat de Burggraven,en hunne nakomelingen, zedert den aflland van gemelden Pfoilips hun recht ydrfooren j en alleen den name, en't gebruik van hunne goederen» behouden hebben. Maar om dat zy evenwel den naam behouden hebben , en hun ook een gedeelte van het Burggraaven recht wedergegeeven is, gelijk zoo aan- ilonds getoont zal worden ·} zal ik hen ook op de lij il der Burggraven zetten, ii'. HENDRIK, de zoon van den voornoemden
Philips, heeft niet alleen zijnen vader beftreeden, maar ook uyt zijne heerlijkheit van Wailenaar verdreeven, en tot 7i"jnedood toe gevangen gehouden. Het verlies van 't Burggraaffchap heeft hem altyd op de krop ge- zeeten ; en hy heeft alle middelen zoo by Jan van Beseren en Vrouw Jacoba, als by Philips van Borgonje^ 'm 't werk geftelt om het zelve wederom te krygen. Maar hy heeft met het verdriet moeten fterven ; en is uyt jde wereld gefcheiden in 't jaar 1447. 16. JAKOB Hendriks oudfte zoon heeft de goede-
ren, die zijnen grootvader en vader ontnomen wa- ren, met eene onveriaagde ernühaftigheit van Philips van^ Borgonje wederom gecifchc. Hy heeft 'er ook eenige, doch onder zeer zwaare voorwaarden, we- derom gekreegen. Dus fpreekt Bokkenberg : maar Gofidthoeve en van Lceuivcn zeggen dat hy het Burg- graaffchap ge-eifcht en ten deele wedeorm gekreegen heeft. En dit is ookaSdus te verdaan: want't was ei- gentlijk het Burggraaffchap, 't welk zijnen grootva- der ontnomen en ontweldigt was; en waar voor -zyn vader, en by zelf, zoo veel moeite aangewendt had- den, Hy is zonder kinderen overleden in't jaar 14*1. Met
|
||||
VOORREDEN.
Het is deze Jakob, dewelke tot het opbouwen vari
de Vierkapelle, waar door waarfchynelijk de Veur- kapelle verftaan moet worden, byuy ter (ten willebe- fproken heeft vier ponden 'sjaars: endaar voor ver·* bonden heeft een ftuk lands van fes mergen, meteen boerenwooning en barg > enz. 17. ]OHAN Hendriks tweede zoon en Jahhs
broeder , heeft wederom groote moeite en zwaars onkoften moeten doen om zijne goederen , zelfs de heeriijkheit van Wailenaar, uyt de handen van Phi- lips van Bergonje te krygen. Hy is een groot Voor- vechter vandeKaheliauwfche party geweell; en heeft met de andere Kabeljauwsgezinden een groot oproer te Leiden gefticht ,* en de voornaamfte der Hoeks- gezindcn uyt de ftad verdreeven. Ik weet niet waar 'Goudhoeve op gedagt heef-, als hy in 't geilagtregifter fchryft dat deze 'Jan Waffenaar de Kabeljauwsgezin- den uyt Leiden hielp verdryven; gelijk, zegt hy, de- ze Kromjk hier na brceder vertelt; en j ui ft vertelt de Kronijk dat Jan Waffenaar, en zijne aanhangers, de Hoeksgezinden aangerandt, geflagen, en ter; ftad uyt gedreeven hebben. Deze Heer Jan is in den Hage geftorven en begraven 'm 't jaar 1496. i iS. JOHAN, de oudfte zoon van den voornoem- den Johan , is een rechte oorlogsheld geweeft , erl heeft zeer groote dienften aan Rarel V gedaan, Hy is te Leeuwaerden geftorven in 't jaar 1416: zijnde niet meer als 40 jaaren oud. 19. Maria, Heer Jans oudfte dochter, is met Ja-
hb Graaf van Ligny in Henegouwen getrouwt; en overleden i$44~ 3o PHILIPS , Mari&as zoon , was ook in den
krygshandel vermaard; in is geftorven 1^84. il. LAMORAAL, de zoon van Philips, Graaf
van Ligny en Faukenbergen, Baanderheer van Waf- fenaar , Ambachtsheer van Valkenburg, Oeftgeeft, Katwijk, Voorburg, Voorichoten, SaftTem, enOoit- barendrecht ; Burggraaf van Leiden , Ridder van *C gulden Vlies. In't jaar 1651 hebben de Stads Overften deBurgt,
met de gerechtigheden daar aanbehoorende, vanden Prins van Ligne ten dienfte van de ftad gekocht, * Zie Bokkenb \y.iffeiwa: Heroes p. 1 f7. Gouthocve
p.il7. f 18. Orlers pag> 414. 415. enz. * /Ë TT û .
|
||||
rï. Ç \j '. .. .. ;. é, f·, i ß , ,-. «-* m>
OUD HE ÑÅ Í
" ':ÅÍ ;!Jr'-' ' ''ËË .
•■V '■'■■" .'. 1 /] í*˺Þ'é\'-- t-E ' i: if f- r ' '
GESTICHTEN
' * é ■■■■" "é *ßñ*
VAN , g
RHYNLAND.
1 ... é ,_; , ... . ... I \ fc t i* &
.'■ '■ . ' ;, ' '' i ' i "ß; ; '. ' '' V l ::
HYNLAND, aldus genaamd naar den
Rhyn die 'er midden door loopty en itaande onder het Baljuwfchap van Leiden , was in oude tijden grooter ais het tegenwoordig Rhynland : en begreep ookhetweiter-gedeeltevan Delfland. Mon- fter , de Hey , Wateringe , Ryswyk en Voorburg wierden ook onder Rhynland ge- rekent; en het laatfte dorp behoort noch onder het Baljuwfchap van Rhynland; en is zedert menige jaaren ook onder het De- kenfchap van Rhynland begreepen geweeft: door de oprechting van de nieuwe Bifdom- men zyn de doi;pen, van Oeitgeefl af tot Hillegomtoe, aan den Stoel van Utrecht onttrokken} èn onderworpen aan den Bifc fchoppel ij ken Stoel van Haarlem. Öe volgende Dekens van Rhynland zyn
tot onze kennis ^gekomen: |
|||||
31 Ta
|
|||||
$,.';$ RhynlandSche
In't jaartifUL. WILLEM, r > ' ^
1338. Meefter JOHAN. 1347. PHILIPS , Qpzigter en Deken. 1374. Meefter MAÜRINUS, "Daniels 1443. GERRIT van HÖOGSTRAA-
º¸Í, Paftoor te Warmond , Deken van
Rhynland. #i4fo. KLAAS van ZYL:/ AJ ^iJERRIT VOS,; Provifqr. >f 1460. THEODORUS de VOS.
J487. Meefter PIETER.
tv ijoö: 'ø. FRANCOIS { Paftoor van Noortwykerhout, en Deken van Rhynland. «v 1^67. jfiyiMiqs van ïõ.
1570. Heer ADRIAAN, Provifor.
|
||||||||
, si
|
||||||||
Ø laat zen \d'm onder hetl^ekenfchap
VfitiRhynland kjehpore^ï L E I ï> 'E'NV '^f!"
S. PIETERS KfcRK te Leiden,
S. PANKRAS KERK te Leiden,
S. MARIAAS KERK te Leiden, > '?
u L E Õ E5R>D O R P, & ÜL· ' ß asm
Ç 0.1VLA D E,, : E S S E LÉÊ Ê E R W Q U ¼ ø* anders
^jakoBswou'de, ß
R Y'N'3 ATER!fpUD E,
• L E I JVi UI D E Íã v,i" ""
Ê Á L S L A-G'-Ê:N:y';',J'*; ^ðïôí NYEVEEN, DE
|
||||||||
■
|
||||||||
Ï õ D Ç E D EN.
DE AER RYNESTEIN,
 O S K' O P, R E W Õ Ê, M:ID DELBÜRGH,
SLUIPYK, Í Õ E Ê O O P, NOORDEN, Æ W Á 'M Ì E R D Á Ì, ALREVEEN, ALFEN, KOUDEKERK, Ç Á Æ E R S W O U D E, BENTHUIZEN, ZOETE-R WOUD E, Æ O E Ô E R Ì E E ft, VOOR SC Ç Ï Ô Å Í, W Á S S E *NA Á R, OESTGEES Ô, VALKENBURG, KATWYK op den RHYN, KATWYK op ZEE, RHYNSBURG, WARMOND E, S Á S S E M, V O O R HOU T> Í O O R Ô W Õ Ê, NOORTWYKERHOUT, &JL I S S E, HILLEGOM.
|
|||||
r
|
|||||
4 Rhynlandsche
|
|||||
L E I D E N,
Τ biet oube %αφ(φ βφ^Μ$ I teioeffie
on$ bit beftt0e 0ebenftfe{$fi:en/ get Reis- boek* en be Reiskaartè, tidgelaaiten geö^ ben/ maaften 0ebm0 ban een Lugdunum.- aï£ leggenbe in 't eiïanb ber SSatabieren aan ben &!$η* Φι alle Mben pïaat3en 5% bit Lugdu- num lobuisenb fefyeben öenebenbe Ïe0erp!aat$ ban Albinus.}
^t$e QtUQtiifytit paflop geen anbeee pïaat$
aï^ ïïeiben > be 0rootfïe fïab / naafï ^mjïer^ baai / ban janfeö ïlöïïanb: maar heel ouber aïg SCmfïer&am. ®e frab too$ in ttoee beeïen 0eöeeït boo^ ben Mjyn ·, en i$ bg 0eboï$ met met be cene ïjtlft aïtf}an£ geïegenopben^tfp fcFjenbobem, (j) "#bee ben 00^0110 ban ben naam Lugdu-
num φι berfegeibe giffii^en: maar / 0elp get ooit met be naamen ber anbere fïeben 0e^ legen i$/ a!temaaï onheilen %\\e bie §0ngen fjebben tog w be ^oo^beriefjten op get eerfïe öeel ban Batavia Sacra, en noeff ontfianbïöet* in %tt tbicebec btel ban get Hatijnfeïje Batavia Sacra, opgegeeben. 3$ρ fjeööen baar ooft ber* Maait bat get geboeïen ban Alting niettebev* foerpen i$ ·, nantentïp bat Lugdunum bg be feiten 500 beeïte peggen bia$a$een öeiuoot^ be en biejjt betinimerbe pïaat^ / aan een Duin of öer0 geïegen : toant {jet €eltiffclje bjoo|b α Itineraiium Antonim. b Tabuli vulgo Pcutiugeriana»
c Pag* a f o, fiibiagtluno-Bacar, Loug,
|
|||||
O U D Η Ε D Ε Ν. f
Loug-, 't foeïft get 3elfbe $ met get 3Weffcge
Loeg, beteftenteen beel tooonfïeben/ fïaanbe δρ en aan malbanber bg eene gemeene to& $n $ get 3ete bat 'et* buiten %tiU\\j nam öe ïtant ban öe $oo$3ee / beeïe sanb-buinen ïeggen. 3fn 'rmibben ban be fïab/ op eene googte/ De Burgt,
fïaat be benicgte burgt: befïaanbe in gaai*e ronbte 80%roeben/ met eenfïettëetttmmrom- troïtften; 'en 300 goog/ bat men op be Vliegt fïaanbe alïe be nmbom gelegene ïanb^boufoen 3eee gemafcfteïp ïtan befegoufoen* <®ber be eeefïe fïicgtinge en Un oubecbom ban bee3e %m#t 3ijn on3e ^aatboeÉt-^cg^jbet^ $etvui\fi een$ ; beimjl fommigen / en baar onber Box- hornius, get booi een toeritbet: ïtomemengott* ben. tfinberen baat* tegen betoeeren bat Enghi- ftus, be (Pberfïe beir<6nge!-^ajt;en/be $$m&t opgetimmeit geeft ontrent get jaar 45-0, $Gn* bere foeberom béngen baar op bat be $5urgt/ 300 aï$ sg'et* nu fïaat en met get maa&3eïbat 5e tegenfooo^big geeft / boo^ geene domeinen i$ geboutöt ©it befoeeit oubet* anberen Pe- trus Scriverius in 3gne fCanteitemngen op be «Botibfcge d Sironp: 3eggenbe bat be foer&en bee domeinen op ben blaltat gtonb/ en niet op 3obaanige geubeïen / pïagten gemaaftt te fooien: tm toaar mm itriibe 3eggen/ 3eit gg/ bat be 23ut'g op ben bïaMten gconb fïaat; en bat bie gronb ugt ben opgefcgooten en bertotj3 berben fögtju tegen en ronbom be SSurg opge* goopt i$ getoeefï, (x) Φρ bee3e S^urg gebbCU be Waflenaaren balt
oub£ gunne tooonplaat^ gegonbem Φοίί geö*
ben be S&urg-gvaaben gunne benaaming ban * pag. aio»
96 3 be3eïi
|
||||
e, Aak teken ing en op de
b^tlU $5w& geïtreegen: ober toeföe 3$uvg«
graaben/ en fjiinneïfeeltomfie/ foeberora beel h feafteeïen (3) baït #et geraeïöe burggraaf* fciiap $ boo? öeesen beftïeeiït öoo^ ïjet ïgoog- <JÊbri gefïagt bee Waflenaaren j tot Öat5£/ t«
't jaar i6f 3 / ijun recïjt obergegeeben jjeitöen
aan He fïab Heibel*: 't foeïïï ηοφ tegentooo^ big / aan ben ingang bairbe fmef/ in ber> giïföe letteren te lee^en flaat #: f jn tuat αανφη öe fïab Seiben eertsjb^ ge*
föecfï $ / Mpt «gt berfcïjeiöen open-b^ieben ban Fioris-V. aï$ een ban 't jaar 1266/ een ban 't jaar 1171; en fceberom een ban 't jaar •1274.: ttsaar in/ onber anbere boo^titffeïpe boo^crjten / grfmnt Mttb bat be partyen 3ίφ tean tre töoubfcljc bonntffm mogteii Beroe- |ien böö* bc Jkljepen-öanft ban Seiben: en bebolen toiertj bat öet bitrger-recïjt / a$ 3eer böojöeeiig 3ijiibe/ niet al te ïigt bergnntmoefï tooien* ïj ■:. Α AM TEKENINGEN.
i. Dat de eéne helft van Leiden op den Vriefchen
bodem gelegen is, is het zeggen van den beroemden èn geleerden Heer Alting : Want die Heer zoekt Vfiéfland , aan de éene kant, met denmiddel-Rhyn te bepaale». Wy hebben α elders onze gedagten daar over geuyt 1 en konnen als noch geene waarfchijne- Jijkhcit zien in Heer Altlngs gevoelen. Wy zeggen dan, en wy blyven 'er by, dat de woorden van PU- ftitts■■geene verdraayingkonnen lyden. Midden in den ■Rhyn, zegt b h y, ter lemgie van omtrent hondert duizend fchrceden, legt het alleredeljle eiland der Batavieren en •der Kaninefaaten: /en noch eenige andere eilanden van de Yrkzen, van de Kauchen, van de Frifiabonen, van de Starters , en van de Marfaten · allemaal gelegen tuffcheu α In onze Aantekeningen op de VOoi betichten van Batavia
jjtorajug. vijf* b~i>linws c* if. Jib, 4» de
|
|||
RHY-NLAÏiDSeUE ;OüDH£TJEN; f
ds Helle en het Flie,. Dm worden gepoemt de uytwate- \
ringen, langs dewelke de Rhynflropm zkhnoordwaarts:·, in de Maas gaat rollen^ Over de. HeUe*;by Hellevoet gelegen, en hetFlié 't welk voor. by't Vlieland plagt, te ftröomen, hebben wy geen veRfchil met den Heer Ak'ing. Zoo hebben dan alle die volkeren , de Bata- vieren en miiTchieti de Kaninefaaten uytgezonderd:, tuifchen den middefcRhyii en het Vlie gewoont: want de landeryen tuifchenden middel-Rhyn én de Helle wyft hy zelf dea< Batavieren toe: of de Kaninefaaten ook iuflchen den rriiddel-Rhyn en de Helle gewoont hebben, gelijk hy tegen alle de Schry veren ■beweert, .* daar aan zullen wy ions tegenwoordig niet kreunen. Maar ten minfte hebben de Frifiabonen ^ de Kauchemp deSturiers, en de Marfaten, behalveu;een foort van Vriezen, tuifchen dejn middel-Rhyn en het Flie ge* woont. Plinius geeft niet te kennen datdieKauchen,, enSturiefs, enMarfaten , Vriezen waren,: of onder; Vriefland gerekent wierden. De Vriezen' die daar., woonden, en deFrifiabönenj zullen waarfchijnelijk. een affpruitzel zyn ge weeft van de ;rechte Vriezen; maar dat is geen bewys dat het landlchap zelf onder Vriefland behoorde. De Kauchen, de Sturiers, de Marfaten, worden vermeit als eeneigen enbyzondec, volk : wat blijk is 'er, wat Schryver getuigt het, ja wat giffing maakt heteenigzins waarfchijnljjk, datze Vriezen waren, en in Vriefland woonden? Defpits- vinnigeuytvinding van den Heer /lltwg dat deze woor- den van Plinius, In Kheno ipfo, prope C. milliapajfuum, nabiliffima Batavorum infula & Cantnefatum: & altis Frifiorum, Cauchorum\ Frifiabonum, Sturiorum, Mar" fatiorum, qua flernuniur int er Helium &. Fievum; -al- dus gelezen moeten worden. . . . Et alia Frifiorum {Auchorum , Frifiabonum , Stur'torum , Marfattorum), quce (lernuntur &c. als of de eerfte letter s^x\Caucho* rum moeft achtergelaaten worden, en eigentlijk niet anders zy geweeft als eeneparenthejts; dieuytvinding, zeg ik, hebben wy ter gemelde plaatze, zoo ik oor- deele, genoegzaam verydelt. Λ-- *, En» om de zaak noch grondiger op te haaien ; het
verfchil beftaat hier niet in of de Vriezen deze land- flreek, zedertdetydcn der Romeinen, tot den middel- Rhyn toe bezeeten hebben, Dit willen eh konnen wy % 4 niet
|
||||
8: Aa Nt E ken ι ν g e w" ö ρ d E
niet tegenfpreekeii :, maar daarom moet de VrieiTche
bodem zoo verre niet uytgerekt wórden. Want dan > iou niet halfimaar heel Leiden op den Vrieflchen bo- den leggen : Vijndè wis enzeeker dat de Vriezen hun» ι ne magt, en hun gebied, veel verder üytgebreidt heb- ι ben. Het verfcMlkaomthieropuytof het rechte en ooripronkelijke Vrfeiland, zoo als het ten tyde dep Romeinen was, tot den middel-Rhyn toe gefpron-> gen heeft. Hier over hebben wy dé oude Wereldbe':s fchryvers maar te hooren; Hier tegen dienen de by-/< gebragte woorden van Piïniu's. Voegt hier noch by dat de doorgebelde en fcbrandere wereldbefchryver Cellarimcj deze giiïïng van den Heer Alt'mg vermei» dende, en groöteachting voor dien fchryver .toonend. · de, evenwel bekent dat het niet anders als eene ge- leerde, doch ongegronde, giiïïngis. Voegt 'er noch by datmen dietelienen vaneen tufTchen reden, ( ) in geene oude, handfchrifren zal vinden. Deoudftehand- » fchrifren, gelijk een ieder bekend is, zyn met geene commata of puntfa ónder fcheiden. Hetzelve zeg ik van de oude: opfehriften, iteenen , borden enz, be- halven dat'er achter ieder woord, om de woorden van malkander ïeonderfcheiden , eenpunélum ofllip- je volgt, ja Lipfim-^beweert met goede redenen dat men ten tyde van Cicero van geene zinfnydirigen , of cow/nata enpuiï<%a,%ewceten heeft. Onder Keizer A- drianm, omtrent 40 of 50jaaren na Plintus, begon men zoo wat zinfeheidingen uyt te vinden: maar zy waren meer mét den naam bekend als metterdaad. By denSpraakmeefter Diomedeslib. tl. depronunc. en by CaJJiodorm lib. 1. Inflit. Divin. leS, 3. word het eerite volkomen befcheid van de zinfnydingen gevonden: hoewel ik bekenne dat Donatus, volgens het zeggen v&nCa/fiodorus, daar van ook gefchreeven moet heb- ben. Ook heefr'er///Vönwvan gefproken lib.i.Orig, e. 19. maar geen een van alle die Schryvers befchry- ven ons eenisr teken van een tuiichenreden of paren* · thelïs. Zy fpreeken maar van drie foorten van zin- fnydingen , dewelke op onze comma, hypocolon, ψα& /f«»t?«>»uytkoómen': hoewel ik bekenne"datze dezel- ve verfcheidentlijkuytgedrultt hebben. Wy zullen'er t Geograplw antiq. parte I de Friiïat
d EpUh Mifeéil, lib. 5, epift, j#t iasil
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 9
alt uyt Ifidorus noch by voegen, dat ze in den beginne
van deze uytvindinge alle de dne gemelde zinfchei- dingen , te weeten comma, hypocolon, ziApunélum, met een enkeld (lipje plagten uyt te drukken : doch met dit onderfcheid dat om een comma'xt betekenen, dat ftipje of puntje aan den voet van de laatfte letter ge- tekent wierd: om een hypocolon te betekenen, wierd be- zyden het midden van de lefte letter een flipje gezet. En om 't gene wy een puntium noemen uyt te druk- ken, wierd 'er een (lipje of punélum aan 't bovenfte van de letter gefchreven. Doch dit zal maar hier en daar, en nu en dan, plaats gehad hebben. Maar om tot de zaak te koomen s vanparenthefes zal men geen gewag by hen vinden. Zoo dat het opgeeven van Heer Alt'tng , als of de eerfte" ietter en CaucFt voor geen letter , maar alleenlijk voor het teken van eene tuf- fchenreden aangezien moet worden, niet alleenlijk een loiïe en ongegronde giffing is, maar tegen alle oude gedenkfchriften fchynt te ftryden. 2. In zoo eene duiftere zaak heb ik niet anders te
zeggen, als dat ik, indien het op een (temmen ging, het gevoelen der genen v.oor beter gegrond zoude ach- ten, dewelke de Romeinen voor de (lichters van de Leidfche burgt houden. Want van de eene kant is het een zekere zaak dat de Romeinen hier te land , en opdenRhyn doorgaans, verfcheide (terkten en ka- iteelen opgeworpen hebben ; en van de andere kant vinden wy geen oude bewyzen dat dezelve burg ge- fticht zoude zyn door Englfius. Maar wat zwarigheït zouw'er in fteeken, indien iemand, om het zeggen van J. Gerbrandfz, ja van den geleerden e Kambdenus zelf, zoo plotzeling niette verwerpen, üaandewilde houden dat de Burg, dewelke door de Romeinen op- geworpen en door den denalvernielenden tyd verval- len was , uyt de oude fteenen en muurwerken door Engiflus wederom opgehaalt is geweeft. fScbrherius zelf die de Romeinen voorde (lichters houdt, bekent opentlijk dat de burg door de Romeinen in zulke ge- daante niet opgeworpen is, gelijk zy tegenwoordig* heeft; als hebbende ganfch geene fterkte, invergelij-* kinge van de Roomfche werken. Hy zou het daar ' voor houden dat de Burg-graven de verftrooide ftee- e Cambden. in Annal. rcr» Angl, v x*;
ƒ Toetihjen op 't G©i4fche Kronijkjc, fsg. χ ίο, Μ Γ»
|
||||
Mf Aa Ν;Τ« £ LENING EN OP BE
nen verzamelt > en de burg, zoo als iy 'er nu ftaatj
weder opgepouwt hebben. Het geen Scrivertus van de Burg-graven gift, dat zou een ander konnen giffen., van Éngpjlm·: gifllng.tegen giffing · dan had die ande- re noch de getuigenis van lan Gerbrandze enCamb- denusvoot uyt·: en die Schryvers zuljen in aljen ge- valle het eene of 't andere blijk , zoo fterk of zwak: als het was, gehad hebben, Doch jk geef het maar voor een twyfelachtige giffing pp: in eene duiftere zaak ftaat het een ieder even naa, téj-raaden.; · .3. ;Het vpprnaamfte , waar over een Schryver of
twee malkander: -niet verltaan , beftaat hier in af de magt der Burggraven door de Graven van Holland met rechten reden gefnuykt en gekortwiekt is of niet. De Heer Ör/?r,r iTchynt dit ten lafte van,de Burggraven, te hebben, dat zyr met hunne gerecbtigheit nie„t ver- genoegd, de ftad al meer en meer overheerfcbt en ge- drukt ïouden hebben. Zelfs brengt hy een gedicht by van zijnen oom Ian vanHout, Sekretaris der ilad Leiden ; waar t'ft de bürgery van. Leiden quatifuys juycht en zegepraalt over den val van de Burggraven.,; Hoedanig de gemelde Van Hout, en die eveneens ge- zind waren alsby, op de Burggraven gebeeten waren, zal de Leezer uyt het begin van 't gemelde gedicht genoeg begrypen. £ - : < Maekt u van hier gy honden woedich j:p.
Vergeefs is 't dat gy myn anfart ± jfoxï\ Vergeefs is al uw nijdig hart, iiahiilv
Hout op van. 't trots geblaf hoochmoedich, ,
; En.byten bloedich* ; 4; ; Daar tegen meent Simon vanhLeeuwen dat Iati van
Hout ten onrecht over die magt der Burggraven -heeft geklaagt. Hy houdt'er voor dat de Burggraven van <ien beginne de Heeren van Rhynland en Leiden zyn geweeft: en dat zy zelf, verre van met eenige recht- vaardigheit befchuldigt te Worden, reden van klaagen gehad hebben ; om dat de Graven, wien de groote. magt en het rechtsgebied der Burg-graven in 't licht ftonden, en daarenboven door de flad aangefard, die; cnagt der Burggraven eeril gefnuikt en naderhand als vernietigt hebben.Wy zullen dat onbe(Mlaaten;envart de Buggraven, dewyl onze Hiftori fchry vers daar wyd-. loopïg genoeg van fpreeken, ons affcheid neemen, % Orlets p3g.:J8V h Befclirijvinig van Leiden pag-483*
S. PIE-
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. ir
S. PIETERS KERK.
fet Wptugt eenregtfteje ber ïiteeefjtfcöe
Üeene tiat £» Pieters ïiern/ üte aï ban oub$ 5eee $aeïjtig ï^gebjeefï/ te .Seifctt aï gefïaatf geeft in 't iaat τ i*a : 't toeltt geen $toaR be* toi$ $ bat Heiben aï on bien tijb een beffcige en groote fïab $ getoeefL 3&ant aeiben ïjeeft iï|te loofb- of J&irocSt- Kerken,
toften geïjab : P* Pieters ten / <§♦ Pankras
fteeft / pi Μ ariaas fterït i ι Wanneer 6e eerjïegejïicöt 3ρ / ftan boïgen$ s.ptes
Oriers met geeneseneeö'dt geseit tooien, jSaackerk* Set jaar ban gaaeeiniöijbinge binben ton in be llebedanbfCÖe HttUttjfE. ban Jan Gerbrandsz. *
van Leiden: In 't zelve jaar, $eit ï)n/ te töee* ten ι iii /is de Kerk van den H.Apoftel Petrus inde ftad Leiden ingewijdt. ^ei|eecMatth£eus fpieent 'er in $ne Anak&a t tifanf ban: Volgens
het fchrijven van JanGerbrandsz.. van Leiden is
8. Pieters Kerk gefticht in 't jaar Mij·... Jaz$ is veel vroeger voltrokken en voltimmert; gei lijk Henricus tfhaborita, welke Schrijver toe noch toe in 't licht niet is gekomen, in'cfesdc boek zijner hiftörie aan 't 19 kapittel (getuigt* l&iffcöien geeft gn ugt ben ^cg$ber maat
brillen'befxtifóen batbe ogboutomg ban £>> Pie- ters fcetn begonnen i$ tn 't jaar 112 u 3$anfc get i$ seuer bat 'ee een geruime tijb berïoajjen É / eer bat 300 een groot en &2acgt&g geöonbj boïtroftfcen m§. Φι bat be neen ban §>&. Picter en Pauius getoijbt i$ in geti jaar uzi/ bïijïtt baarenboben iigt ten oub gefeg^ift/ 't bjeïR nocfi ober anbergaïf gonbert jaaren in * 16 Bock, 19 kap. »t Anal. tom. 6 pag. 5,
. I Andcreo verfchuivcn de inwijding tot op het jaar π 27,
be
|
||||
Ja Rh YN la Nd $c η e
be gemene Mttft ttn toon geeft gegattöen: en
ft$ Orlers eil Boxhornius pboilben ίϊ)0$. J[ll
bat sefegiift fïaat ooïi aansjeteïtenb bat Gode-
baidus, be 2.4 S&ffegoji ban ïltrergt/ be J#g^ öfii0 geeft berriegt: In den jare mi. des Sonnendachs naer ons
Lief-Vrouwen gheboorte (het weleke altyts in September is) worde defe tegenwoordigbe ker- ke gewyt in dereere Godes, ende der freyligen Apoftelen S. Pieter ende S. Faulus, onder den eerweerdighen Heer ende Vader in Gode Gode- baldus, de Z4 Biilchop van Utrecht. Vergroo- tëuini tfoee eenfoen ïaater/ te toeeten in 't tiog van jaar 13 39 / f$ get ftoo^ bei* toite boÏ0en$ Or- feet Koor. ]ers Λ jjetgroot en ugtge3et* <0raaf Willem, öe tfcoeeöe ban bten naam/
maat* be acgtienbe <SB»raaf ban ï|oIïanb /en giet te ïanbe boo? '(O l%ti$tt gegonben/ i$ in 't jaar lux in een gn$ bat mt'gn$ bet ï|ee* ren ban Lokhorftpnoemtbjo^b/aanbenoo^b- toefï-5ijbe ban ^. Pi eters ïier&e geöooten. <2Mf β g& & be3eïfbe ftetfie geboopt; gelp baat «abcrganb ooft geboopt i$ nonius Wiliems- 500η/ Floris v. Sfeer getnigentjfe ban Willems boog geeft giet/ tot ben ^paanfcgen oo^og toe/ een fcofïeïpe boog-bontgefïaan: toienp toeergae nan!p$ in ganfcg i|oïïanb te Untim toa^. ^eeseboojj-bont fïonb in eene3eer ##*Φ tige en fegoone tmpelïe: betuefêe fóontng Wil- lem tn £§· Pieters fierfce gab ïaaten opöoutoen, ^ee^e $eibe Willem geeft aan be fiab W treegt I en aan meefï alïe be fïeben ban Üofc ïanb / boeg booiaï aan %tttim/wm befdge b^bommen en boo#eegten berleent.s öetoelfte * Eefchr, va» Leiden pag. 54»
|
|||
OU D Η E D E &, IJ
Ij» b Boxhornius , Öaat Bg &«* %t$m$WMt/
mattclt liaan,
$an öec3en Willem geoöen be Seibenaat$ ,, „
ooft ttoee fïentelen tot een toapen getogen, flcllteU Sommige willen , 3eit c Simon van Leeuwen
eett OnïtatOÏp ^CÏfêper / dat de inwoonders van dit fluiten en ontfluiten een dubbelde fleu- tel voor haar wapen zouden aangenomen heb- ben j doch waarfehijnelijker is het dat de twee lleutels van Romen zijn gehaalt: welke ftad ook twee fleutelen in haar wapen voert 3 en dat Ko- ning Willem^ dewelke in 't jaar d 122,7 ce Leiden in het Hof . . . gebooren is, Roomfch Koning geworden zijnde , de itad Leiden daar mede vereert heeft: gelijk als Keizer MaximiUaanim Amfterdam een Keizerskroon, en aan's Harto- genbofch een Arent in haar wapen heeft vergunt. ©it öefanjfï ö« uöt ttoee onbe jegel^ bec fïab
Bleiben/ betoelfte aïöaai' ban benjaate 1300/en nocö tooegec / in gesnift 3ijn geioeefï ; en £>ρ jjem m p^ent ffaan afgeöeelö. Het ftads wapen 3eitQö/ was een S. Pieter, onder het welf van
een kerk op een verheven ftoel gezeten , met een fleutel in zijn rechterhand , en twee uyt- ilekende fchilden voor hem , daar in een dub- bele fleutel, daar onder acht mannen in een o- verdekte galerye geftelt , met het omfchrift: S. Sculteti otlo juratorum ^f communitat, oppidi Leiden. Dat is, het zegel vanden Schout, de acht gezworenen, ende de gemeente der fiede Leiden. Het zegel tot gemene zaken behorende was een S.Pieterroeteen PauiTelijken My ter, een kruys- ihf in de linker hand, en in de rechterhand een b Toneel fier Steden van Holland.
c Bcichïijvincr van Leirict) paa n. d Volgeni Boxhornius in 't jjiar mi»- fleu^
|
||||
14 Rhynlandsche
flciitel, zittende onder het vefhemelte van een
kerk-koor, hebbende aan elke zijde uytiteekcn , een doopvont , om laag voor hem een fchild met een dubbelde fleutel,en aan elke zyde met een Leeuw bevat, met het omfchrift: Sigiïïum müdianum oppidi Leidenfis : Het gemeen zegel der flede Leiden. lieer anbere boo^reegten 39η hm tjjb tot
tip aan be ffab berïeent 3fn 't jaar 1300 / oj> get ffefï ban J»* Maartcns berboeringe / geeft Staaf jöhah 11 aan iie fïaö Eeiben/ om gaa^ re boo#reffelpeoienfien/ eenbjnejaarmarnt bergnnt -, betoeïïte jaarïp$ gegonben 3onbe tooien op ^>. Margaretaas bag. <®#e jaaren baar na/ '£bjoon$bag$na ^.Maarten, geeft bejeïbe <0raaf gekenrt bat be &eegtbag / be* bjclite 3CO ïang 3aterbaag$ gegouben ft»a£/ booataan bmg^baag^ gegonben 3oubebK$ïeni öo$ee!cnbe bat 3uï8$ bienfHger 3onbe 39η booj be burger^ iiooge ©ee^e nern gab een mé googen toren/ be* toren fchic- ft&ifot op ben ι ban jöaart in 't jaar 'ifï£/ |
|||||||||
Jijk ïngi
ftoxt» CJ |
|||||||||
" fegieïp en tt$m alle beriuacgtinge $ ingefio^k
|
|||||||||
«ëenlge bagen te boren/ te bteetenog getfeefï
ban t^m ff» Matthias, foa$ 'er onber be pjebi* feaat5ie / itétoelfteboo; hm <Saröiaan ber jfeftb nefeoeberen gebaan toferb'7 een 3eer groote fïeeit ban ben mum? op get bait bee feerfte ge* "ballen /"niet 300 f^fóitelp een geb^tii^ en geftlarer / bat aïïe be menfegen berfcgat&t en berbaafï öbergoop ter fterne ugtïiepen / roe* ptiiht en fefpeenioenbebat be toren inftofrt. Henrittis i Thaborita , befcoeltte bst inffojtetl
oon bermeföt / geeft niet een be googte ban
tm toren te neimen; pi 't zelfde jaar, \§jtf$/ e Llb, 19. Chron, o i3. apitd Anr. Mattli. An'al, r.-é»
*u.r- te
|
|||||||||
O tTD fr E D ÉN** \$
t$ tueetén-i jri*/ is de toren van &£***" teft
ke"te Leiden tot beneden de negen róeuen in-
eeftort, daar hy nochtans ter hoogte van 21 en een halve roede opgetimmert was gewèeit. Dit is efcfehiedt op den f van Maart. Oi Iers, M$m$ Mm bit ïofio^teti op oen 1
ban #aart φ gefcöiebt/ towet-'er Ö£ ugt bert Spiegel der Néderlandiche Oudheden van Mar-
cus Vaernewyk bat be toren / om bat Ij» 500
ίιοοίϊ toaé/ben -jeeman tot een öafté berffte&tfc éaar op fteeftöeHtrecötfcÖe^ifTeÖopFre- reftt<jcik. derik van Baden Öe 3Leftettaat$ en ΜιΦ$ψ* BJ cn dc
tenen ban <ö$ntan&fo 't jaar ■ 1 r«3 boor ben %0^ea
boïsenoen op.en-fyicf aangefcöaMiert om oen van Rhyn- toren toeber op te gaaien : en ijeeft ben gee* hnd wbr- tien/ bie baar iet^ toe geeben sönben / Wj^' gegeebtn onunbe^afïen/totfatmen^onbaè omden t0, toe/ ^nioeï te ge^uiften: ren weder ^ op te bou-
Tirederik, Markgraaf van Baden , door de ge- wcn*
— nade van Godten van den Apoftoliffchen Stoel Bilichop van Utrecht , wenfeht aan alle wereldfche perfoönen of leekeri, die zich in d£ ftad Leiden of binnen de gerechtspaalen van Rhynland onder ons Bifdom bevinden, en aan ieder van hen in 't byzonder, de zaligheit en de oprechte liefde in den Heere. Wy worden; niet zonder reden * des te fterker en te vieri- ger achtervolgéns den pügt van ons Harders^ ampt aangezet om de menfehen door godtvruch- tige vérirïaaningen op te wekken , hoe wy be- ter zien dat Gods tijdelijk huis door eene op- rechte liefde in weezen blijft.' Nadien wy dan... in de waarhett vérftaan hebben dat de eetwaa- ren door de ftröopingen der vyanden , door de fchattingön en impoïten van . ;'".■ door oorlo- |
|||||||
";?«
|
|||||||
■$ |:
16 'RhYNLAND SC HE
gen, vorft, ongetempertheit des luchts , en
andere wettige oorzaaken, veel duurder zyn geworden ais naar gewoonte -, dat de onkoften en inkom (len . . . gemerkt dan dat de men- fchen , dewelke gewoon zyn van den arbeid hunner handen te leeven, t'hans hunne gewoon- lijke winti: niet konnen hebben, zoo is het noo* dig dat wy met eene vaderlijke genegendheit voor hen zorgen , op dat zy geen gebrek aan levens-middelen zouden hebben. Dewylwydan genegen zyn om ui. in deeze rampen goeder- tierentlijk te hulp te koomen ; zoo is het dat :..■; wy, door de voornoemde en andere billijke be- weegredenen en oorzaaken bewogen,ui.door dén inhoud deezes tot een byzondere gunft verlee- nen, en magt en difpenfaaczie geeven, om in Á deeze Vaften, tot den Zondag als 'er in de ker- ke gezongen word . . , of tot Palmen-zondag roe , te mogen zuyvel gebruiken en nuttigen. Doch met deeze voor afgaande voorwaarde dat, nadien wy van goederhand en uyt geloofwaar- dige getuigen vertiaan hebben dat de toren van S. Pieten Parochi-kerke te Leiden fchier ge- heel, of voor't grootfte gedeelte , gefcheurc en bouvallig geworden is , en om deszelfs ou- derdom en meer andere gebreken is ingeftort: dat ook de goederen van S. Pieiers kerke niet genoegzaam zyn om den toren weder op te haa- ien , of een nieuwen toren te bouwen en op te rechten, maar dezelve daar in nootzakelijk ö" holpen moet worden door de godvruchtige en milde aalmiiTen der geloovigen 3 dat, zeg ik, alle degeenen, dewelke uyt deezen hoofde zulr en willen zuivel gebruiken en nuttigen , 'c zy ,dat ze in de uad Leiden , of buiten de ftad on- der het gerecht van Rhynland woonen, voor 7c ge-
|
||||
Oudheden. 17
getimmer van de Parochikerk, en ten behoeve,
verbeteringe , en herbouwinge van den gemel- den toren , met raad van hunnen Biechtvader, de behulpzaamehand biedenden uyt godtvruch- tigheit daar iets toe geeven : in welken gevalle wy willen datzy deeze onze toegevinge mogen gebruiken. Gegeeven onder ons zegel ter zaa- ken, 't welk aan den tegenwoordigen brief ge- hangen is, in 't jaar 15-13, den ïoFtbruary. Was ondertekent IV. Bufer.
Onder itond een rood zegel op rood wafch
gedrukt, met dit omichrift: 't Zegel ter zaaleen van Frederik Markgraaf van Baden, Biflchop van Utrecht. Boven op den brief itond in 't Ne- derduitfeh gefchreeven : Die haar behulpelijke hand reyken tot reee-
dificatie van S. Pieters toren tot Leyden mogen tot Palm-zondag fuyvel eeten. %x\ 5ete Öaefcje met be ganti sefcl^eeben/
baai* be renten en mnomfïen ban ben Uüftct bee3er Jpatoeïn-telie opgeteïb tooien / jïaat aangetenenb bat ^Pietei sterft in't jaar 1/04 met 34 otttaaten fcua^ berciert* ÏDan öie ontaa^ ren fïaan'erbe boïgenbe / öeFjaïben ïjn jjoofb- aitaar/ metnaamen ugtgebaiïfct: %ct outaar ban be % jpÉaagb Maria, ban
,§♦ Andries, bail &. Bariholomxus, ban Ji.
Catharina, batt ^. Maria Magdalena, ban 't ï). Kruis, ban be drie Koningen, ban <^. Mi- chiel, ban^# Anna, ban f§>. N. baiij*. Ja-
1 oS , ban J>* Antonis, ban £>. Agïtha, ban
ê Niklaas, ban ^. Nicaiius, ban J),Theo-
uaidus, bat! & Cnfpinus. <De «oftcr tron jaadp^ boo* fytt f^eibcn
ban icber out aar ίΐυεε ^iaamfcijc ραηώη j en 23 bölcvïï
|
|||||
r
|
|||||
i8 Rh ynlandschè
tuierb bat ampt in 't jaar 15-04 fcfiïeete boo&
ttlltn Johan van Naarden. 30 an be3eïfte OU*
taaren 3gn ooit beefegeite Mtargen gefïicgfc
rjebjeeji Vikarycn, Pister van Leiden , HanottttiTt ban j& Pie^
tets fterfee te ïitrecgt en ban jltbbeïbneg/
Perfonaof #atioo|ban fiet boc?p èoeterbjonbe/ ecu «ure ban Sletten gelegen / geeft in 't jaar 131(5 een tefiament gemaant: ban 't bjeïfte i& een toettig affeg^ift onbee mn geb öerufïeii* 25w bit tefiameiit geeft g» bier bifeaegen / te toeeten ban te Allerheiligfte Drievuldigheit,
ban be%.|lfcfcaagb Maria, ban &, Pieter, en
ban alle Heiligen, ut $ Pieters fteeiie te Itei^
ben gefïiegt SBegaïben jp gttt$ / eenige ïan*
bergen / en fyie-gönbeet giiïben *$ jaar$ / be* iöeiue gg aan be geméïbe bargen öeï»ee3en geeft·, 300 geeft gg neeg/ ter eeti&ige gebag* teniffe ber saaïte/ eenen Mnensgne b^ebieren bn «gterfïcntotïte aanöeseïbebefp^often. !Iïe$ met bit bebing / bat een ban be genielbe bier ©afearifiTen in be ftapeiïe / baar 3ijne jl&oetec begtaabcu lag / bagdpg jj&tfffe 3onbe lei* 3eti. (χ) i|ler nebeng get tefïament grif/ 300 aï^get
in be $cöerbtutfege tale befegseeben 1$: ».V';'i < ' ' ■ l ; ·; · .:■:■·■·: ■-..· ■ η '&t*
Τ ν die name des Vaders, des Zoens ende des
"? heyügenGeeft, Amen. ïck P/>/£F va»Leyden^ Canoniek van finte Pieters Kercken tot Utrecht ende in Middelburch , endc Perfoenrt vander Kevckentc Zoetemvotule) machtich myns finnen endc mire redenen, in verlichteniiTe cnde helpé mire zielen endc ïn verlate van myncnTonden: maeckc ende ordinere mynen vuyterften wille cnde mvn teftament, in manieren als bier naar |
|||
O V Ό Η Ε D Ε Ν. ίρ
volget: Ιοί eerfte zoe is myn wille, waaré dar.
2-aacke dat myne Téftamenteürs proeven con- ftén van yemande datiek zyns donrechte hadde behouden, of fctrout fchuldieh waaré, dat zy dat boven allen dingen eerfte betaalert van den geveeftcn goede dat ick laate; Ende want iele lange tyt Geeftelyck goet opgeheven hebbe $ en- de dat ick dat miiFelyckgebeiehÉ hebbe in paar- den cnde in andere behoufnen, ende ter warelt, terwylen dat ick onder mynen Heere den Gra- ve geweeft hebbe ende in 7,fmn coft, ende ick vermoede dat my myne Heeren dit geeftelyck goet nyet en gaven omme in haaren dienst te verteren , ende ick oock nyet en wille dat het5 blyve onder myne Erfgenamen, zoe wil ick dat myne Téftamenteürs verfien na dendaat datmy myne Kercken te Benfchoep ende te Zoeterwoudé' eerft gegeven waaren , cnae wat my daar ér verfchynen mochtc, ende dat zy daar mede ert- de" met anders· mynen goede dat my té rechte gegeven is óf gewonnen is, of toebehooren mach, dit teftament gelden ende voldoen, EndebePecre in die eere der heyliger Drievoudicheyt, ■o'iiièï' Vrouwen, ftnte Pieters ende alle Gons Heyli- gen, viere Capelryen te bezinghen endetever- diene in die Kercke te Leyden, ende daar toe bewys oockvyftich pont Hollants tsjaars, daar- fe myrte Téftamenteürs van myne renren bewy- len zullen. Ende van dien vierö Capelryen -zul·*;' len myne Teftamenteurs die eerfte gifte geven: eeft dat myne Erfgenaamen nyet over èeh élri draagen , daar naar falie geven die gene die varV rechter befterften befitter is of welen zatl Vitri mynen ftienhuyfe ·, ende waardt dat hyfe rtyèt en gave binnen zefle maanden alfer eenich ofieu waarc, zoe foudfe die Prochi - Paoe ende tiièr $& 2. Godts-
|
|||||
1
|
|||||
xo Rhynlandsche
Godtshuys bewaarders te dienen willen geven.
Ende ik wille dat die viere Papen daagelycx com- men totten Getyden aldaar ter Kercken, ende naamelycke te Metten, te MiJ/ên ende te Vefpc- rm , ende dier nyet en quaame die woude ick dat verfumedealfoe vele alft beliepet binden drye getyden van zynen daagelycx is beloopevanzine renten, ende dat zouden opheffen die ander drye van bueren gefellen die daar quaamen metten Prochi - Pape , ende ymmer daar mede te voer- liene van mire maachfehepen , alibe verre alfer yemant is, dies waardich is. Ende al mynMis- gewaaden ende mynen Kelck geve ick tot de- fen Capelryen, ende mynen ouden Breviarien in der Kercke te blyven , ende daar myn moeder legt begraaven. Daar tegens wil ick dat men maacke eenen wtlaat met mynen goede by den Kerckmeyfters, alzoe groot.darter een outaar binnen wefen moege, ende myn moeder binnen der Kercken leggen, op welck autaar ick wille dat een vande vier Paapen daagelycx MiiTe doet, ende die andere drye Paapen haar Mifien doen opt outaar vandcr zelver noortzyden; nochtans wille ick dat die ordonnantie van mynen ilien- huyfe valt ende geilaade blyve. Voorts zoe be- fet ick den Convente van Con'wcxvelde jaarlycx te penranden 20. fchel. torn. maar daar af zal Ver Jechte van Lcyden , alfoe lange als zy lever, jaarlycx hebben^, fchel. endenaa haar doot den Clopfter te blyven. Den Cloofler van Loesduy-- nen zo. fchel. jaarlycx ter penranden, maar daar of zal vrouw Margriete van Walcheren jaarlycx hebbrn f. fchel. te haaren lyve, ende daar naar den Qooiter te blyven. Den Convente ter Lee ter penrancien jaarlycx f. fchel. Den Jacopinen ende den ffrittcbroedercnie Haarlem clckerlvcke 7.0.
|
|||||
'ν
|
|||||
Oudheden/ 21
|
|||||
20. fchel. Voort bcwyfe ick Arnoudt mynen ne-
ve den Smit dat huys te Leyden daar hy inne plach te woonen , alfoe verre als hy huwelyck doet by mynen raade of by myne broederen en- de zufters, Den Cloofter vap Egmont te pen- tancien jaarlycx twintich fchellingen. Den Con- vente van den Beghynen in Leyden jaarlycx 5* fchellingen.' Vaertraert der Beghynen aldaar 40. fchel. ïéten mire niften alfoe lange als zy levet 3 pont tsjaars , ende naar haare doot op myne erfgenaamen te comen. Den Paapen ende den gemeenen Broeders te Leyden in wynen te drinc- ken ten mynen jaargetyde elcxjaars thien fchel- lingen. Den Cofter die nu is, alfoe lange als hy levet jaarlycx 3 fchel. ende naa hem den an- deren jaarlycx ζ fchel. omme dat hydie willic- ker diene. Den vier Capelrye Paapen der Kerc- ken te Leyden thien fchellingen jaarlycx. Ende daar in zoe begeere ick myn fepulture : ende bidde mijne Teftamenteurs, dat zy my overleg- gen eenen zuyverlijcken zarck. Voorts zoe be- wijs ick den heyligen Geeft jaarlijcx thien fchel- lingen. Den Gafthuyfe aldaar jaarlijcx $* fchel- lingen. Heer Heindrick Spiker als mijn ander te- ftament betaalt is 4 pont. Philips Hemez. mij- nen neve in der zelver manieren eenen nap met eenen voete. Voorts over die Bedevaart te finte (3) Jacobs te Rutfema,doen te Bolongen, te Aken ende toteArdenburch, inteerfte jaar naar mijn doot, waardt dat ickfe zelve binnen mijnen le- ven nyet en quyte te geven by mijne Teftamen- teurs, alfoe veel van mijne gereetften goede dat mijne ziele daer af ghequytetwordde, ende die Bedevaerde wordden gevaren. Voort wil ick datmen die Coe die derPapelijcker provendete Zoeterwoude behoort v^n mijnen jaere van gra- JS5 3 tien
|
|||||
2z Rhynlandsche
tienaldaervuytfette. Voort toe wil ick datmen
vanden goede datmy overblyven mach , geefte- lijck of anders^ mijneaerme vrienden verfie, daer mijnen Teftamenteurs oerbaer dencken zal. Voort van den leene dat ick van mijnen Heere den Crave houde, daer of bewijs ick elck van mijnen broederen ende zuftcrs evenvele, behou- den dat Dirck noch Truclent daer of niet in die hant itaen en zaf , aqders dant die Teilamen- tcurs zetten zullen > ende waere dat zaecke dat- ter eenige kinder ongedegen ftorvep, zoe zou- de datgoet weder keeren aen zijnen naeften van mijnen ouders toecomendei ende waere dat zaec- ke datmen mijne goets niet alfoe vele en vonde dat God verbien moet, foe wil ick dat dat even- licke nacden beloope van zijnen gelde te ftaden come, zonder die Capelryen, wil ick datmen al vpl vuytfette als voorfz is, Eiide mijn vaders erve ende mire moeder, alfoe verre alft boven dai tcihimente blyven mach, die wil ick dac mijnen erfgenaemen blyven« Maer waerdat van mijnen geeflelijcken goede yet overbleve, daer wilde ick dat mijne Teftamenteurs mede deden , dat zy waenden dat mijne ziele orbaer waere. Voort zoe geve ick mijne huyfinge te Zoeter* wonde der Papelijcke prpvende aldaer. Ende waert dat zaecke dat ick van defen voorfz. re- flamente yet of, pfaendede» of verwandelde, zoe wilde ick nochtans dat dat ander vaft ende ge/laede blyve. Ende al is dat zaecke dat ick hier boven gefchreven hebbe als opdicjaerfch*?» reu vanden beloope van mijnen Kercken zederc dat ickfe gchadt hebbe daer opvol te rekenen* zpe wil ick nochtans dat men dat vporfie naer redenen of ickeenighetftuckengecochft hebbe of gchadt dat dergeeilelijcken pede toebehoor- |
||||
O U D Ç E D Å Ç, 2 3
|
|||||
de, zijn boecken of andere ftueken, dat rnen
mijn vervall daer of alfoe vele die min rekene. Ende al dit teïtamcnt voerfz. wil ick hebben gehouden in zwartten tornoyfen , den grooten Goninckx tornoys voer zeilien penningen gere- kent, en zoe daer fonderlinge payement gefcre- ven ftaet. Ende dit teftament dat ick in Hol- lantgcmaecket hebbe, en wil icknyet dat mijn teftament dat ick inZeelant gemaekt hebbe yet crancke, maer dat hem te helpe come, of in Hollande goid overbleve boven mijnen teftament aldaer. Ende in Zeelant goids gebraeke dat enen den anderen te helpe quaeme. Ende alle renten ende Capelryen ende ordonnancie dat ick ge·* maecket hebbe van mijnen leenen, dat ick van mijnen Heere den Grave houde, wil ick dat vaft ende geftaede blyve, zonder eenige veranderen of verwandelen van yemant, zonder van my zelven. Ende omme dat mijn teftament ende mijn vuyterftc wille,zondcr eenigerhande wedcr- feggen of wcdertaele dier yemandt by rechte of by cuftumen tegen brengen mocchte , in alre manieren alft voerfz. is vaft ende geftaede blyve, ende volcomentlijcken volgenden wordde, foe hebbe ick daer toe gecoren ende gebeden Exe- cutoire myns voorn, teftaments, Heeren Hem- drick Spiker , Heeren Janne van Cloetingen mij- nen ncve, Jan Ruigerfz* Pape vander Wefter- Kercken in Wolfaertsdyke, Gerit mijnen zwae- ger ende Philips Hemez. mijnen neve, ende zet- te al mijn goct dat ick in Hollant hebbe, gee- ftelijck ende anders, roerende ende onroerende, in wat goide dat gelegen is, in haeren handen ende nyemandt van mijnen erfgenaemen , dat goet aen te taften eer mijn teftament ende mijn vuyterfte wille al volcomen zie, ende ghevcmy- ^ 4 ncn
|
|||||
24 RhyNL Α ND-SCHE
nen Executoren macht myn goet omme oirbaer
myns tetfaments te vercoopen, giften daer of ie gheven ende penningen daer af teontfangen te myns teifomenrs behouf, zonder van alfulc- ken goede als ick hier voer vuytgenomen heb- be. Ende zoe wat die meere menichte van my- nen Executeurs over een draegen zullen, dat wil ick dat voortgae, ende hadden zy eenigen weder/toot van mynen teftamenre, dat zullen zy wederiïaen met myns goets coite. Ende om- me die meere zekerhede hier of, zoehebbeick gebeden mynen lieven Heere, Heere Willaem, Grave van Henegouwe, vanHollant, van Zee- Janc ende Heere van Vrieflaridt, HeerenHeyn* riek, Abt van onfer Vrouwen Cloofter in Mid- delburch, dengemeencn Capittel van fintePee- ter Kercke, in der zelver (lede, den Gardiaen van den Minderbroederen aldaer, Broeder wouter van Kayfnoet, Leeiemeeiter van den Minderbroe- deren tote Valenchin , Heeren Hughe Blochem s Heinrick Spiker , Heeren Janne van C'lotingen, Janne Rutgers, Janne vanLeyden, mijnen broeder, Gceraerd slieivynfz, mijnen zwaeger, ende Phi- lips Hemfz. mynen neve, dat zy dit teihment met my befegeien willen, Ende wy Willem, Grave van Henegouwe, vanHollant, vanZee- lant ende Heere van Vrieflandt, Abt van Mid- delbufch, 'r gemeen Capittel, van lïnte Pieters, Gardiaen, Broeder Wouter, Hughe Block, Henriet Spiker, JanvanCloetingen^JanRutgerfz. Jan van Leyden, Gcryt Atewynfz. ende Philips voorfz. om bede tsHeeren Pieters voorfz, hebben dit tefta- ment ende zyn vuyiterilen wille met hem open befegeltmet onfen zegelen gemaeckr. endegege- venrotc Valenchin, des Dinxendages voor finte fvknemstige in die winter,inc jaer onsHeren \^\6* |
||||
1
|
|||||
Oudheden, 2?
Frederik , *Βί$φ$ tan ïltrecöt I geeft be
gemelbe fïtcijting tn 't jaar 13^ öoe&senciu* öoo^ ben boigenben ftjfef: \Υ γ Tredenk, door Gods genade Biflchop van Beveiliging
Utrecht, maaken aan een ieder bekent dat j™ J
wy den brief van dit teftament of uyterften wil- d£ yjjff Ie, daar deeze onze brief aangehecht is, zoo als rven, 't zelve teftament behoorlijk en wettiglijk ge- daan is, door ons ordinaris gezag beveiligen % ons recht nochtans in alles onvermindert blij- vende. Ter getuigenifle deezer zaake is ons ze- gel aan den tegenwoordigen brief gehangen. Gegeevenin'tjaar 1310, daags voor de Zui-
vering van de H. Maagd Maria. Onder ftond : Dit tegenwoordig affchrifc,
met den brief daar door gedoken, is nage- zien dopr my Pieter van Gouda , openbaar Notaris : en koomt van woord tot woord over een met het autentijk affchrifc vanden Heer en Mee der Johan van Leiden , open- baar en beroemd Notaris , wiens hand my wel bekent is. Ter getuigenifle deezer za- ke heb ik dit met mijne hand ondertekent, en met mijn zegel bezegelt. ®an boïgt'et? f η 't seïfbe ganbftf#ift be gjffc
te ban 3tjn fteenen gn$/flaanbe aanbe Biaau- we fteen, öeneben$ een anbec gttt$ / ugtnoo^ tnenbe ojjbe ^olber^-graft <&t gemeïbe öifte/ bebjelne gebaan i§ in't jaar 1316" / $ in t$tty be jaac öebefïigt boo^ <fecaaf Willem. ®aac tia boïgt'ec §tt fcebjtjg ban be tjoeberen en iiw nomften / totbe boo^noembe Bitterden fttfyow renbe : foeïn fctmfê boo^ be ngtboeebet^ ban Jet tejïament sebaan $ in 't jaav 13 3 3. (4) * 85 S #nbctï
|
|||||
z6 Rhynlandsghe
Kapellen #«&* & %Ü$Üim batl £. Pieters ft&'fce 5p
f ' boc^eerfï be b$e bolgenöe beftenb: i.vDieben
Étoiiing Willem , in be intikt bit $m fegoone öoopliont geeft gefïaam u <Pie ban be %♦ J^aagb Maria ; 3« bie batt ^ Barthoiomxus,
flaanbe aan be noo$3ijbe bet* Utvlit.
Broeder- ^ boojnaamfïe ^loe&ecfcga^peu ban β, tch^Ku. P]eters itCi^e jgn getoeejl:
üet ^oebcifcïjajp ban 't %♦ (f) Kruis, ban
Öe %· Maagd, batt £. Lucas, ban ^Catha-
rina, banj§Jofef,ban't Heiligire Sakrament, ban <§♦ Georgius , ban β Maria Magdalena, ban j§. Niklaas. *®t toetten ban &. Niklaas ^oebeïfegajj
f!aan in ben boïgenben ^eberömtfcöen b|ief ugtgeb^tttt: Τ ν den name des Vaders, des Soons, en des
hcyligen Geefts, in der eeren Gods, en des groten Heer finter Niclaas, Amen 5 Doen cond wy Broeders ende gefelfchap van den goe- den finter Niclaas, allen den genen die deiè raakt Tullen fien off horen lefen, want wyaan- gefien hebben en aanfien, dat niet feekerder en is dan de doot, ende niet onfekerder dan de ure des doots, waarom wy hebben geordineert, eonfentcert ende......in oflaat van onfen
zonden, in gedenkenifle onfer zielen, ende in
allen goeden werken en Godsdienit te meeren en te Herken: In den eerften, dat diegene die finter Niclaas Meefters fyen eenen Cappellaan alfoo goed hebben feilen opter brocderskoft van finter Niclaas die alle maandagen tenogtens een ZielmifTe lefen op finter Niclaas outaar in finte Pieterskerk te Leyden, mit eenre Colle&e van den goeden fintNiclaaj, alfoo vroeg als men |
||||
Oudheden. 27
cte eerfte Wevers klokke hincl:, der geenre zie-
len te ftaan te ruften, die die Broederfchap ge- maakt gehouden hebben , nog houden ende houden fullen, die in defe Broederfchap fyn en haar aalrniiTe daar toe gegeeven hebben, geven, cnde nog geven fullen. Item die voorfeyde fin- ter Niclaas Meefters fullen eenen Cappellaan alfoo goed hebben op de Broeders voorn, coft» die alle woensdags ten ogtenster klokke voorn, eene MifTe lefe van der heyliger Drievoldighe- den, mit eenre Collecte van den goede finter Niclaas, dat die heylige Drievoldigheyt hore ontfarmen moet en by ftaan in hore meefte noot daar fy des beft te doen hebben. Voort foo hebben wy geordonneert overdragende dat alle wy Broeders die in defe Broederfchap fyn alle finter Niclaas avonts wefen fullen tfavonts te Vefperendes ogtens terVrocgmifle, ende daar te offeren in finte Pieterskerk^xc Leyden, in die eereGods ende des grooten Heer finte Niclaas, ende foo wie daar niet en quame tot elxs van defen tijden voorn, die foude geven finte Niclaas Meefters tot finte Niclaas behoeff eenen gro- ten, cnde foo wie des niet en dede ende daar ongehoorfamig in waar, dien foudemen uyter Broederfchap fetten ter naafter vergaderinge. Ende wy Broeders feilen sjaars cene maaltijt houden met malkander , Sonnendags na finte Louwresdag, cnde foo wie wie van onfen Broe- ders , die mag eene man met hem brengen op fynen penninck als ander Broeders geven. En waart datymant ontfangen woude wefen inon- fe Broederfchap, en dat allen den Broeders goec dogte, die foude ontfaan werden by den Mee- fters van finter Niclaas, en geven by haren goet- jieaken jfl. fc. en ij* ft, Ende die en fel niemant feg-
|
||||
2 8 Rhynlandsche
feggen by fynen eede, wes hy gegeevenheeft*
Ende men en kl geen fpyfe uyter herberge fen- den, by de boete voornoemt, ten waardat dan eenig van onfen Broeders in lage loffvan huns waar , foo mogt men fenden hare waardinnen twee geregte, en niet meer fonder verbeurnifle. Ende alle jaar als men die maaltijt doet foo ful- len die oude Meefters nieuwe Meefters luefen by haren eede, die nut en oorbaarlijk daar toe fyn en hem overleveren dat finte Niclaas toe- behoort. Ende foo wie men ceurt finter Ni- claas Meefters te wefen en hem des vermeerde dat waar op fyn Broederfchap. Voort foo fei- len die Meefters van iinter Niclaas doen doen een memorye sjaars met eenre pellen opt koer", met vier waskaarfen en met finter Niclaas ter tijs des Dyngsdags ten avond en des Woensdag ten ogtens na Airezielen dag, en fy feilen ge- ven eiken Priefter die daar toe komt, ende in finte Pieterskerke is tot hem agtienen toe, van de outften twee Prochipnpen ende den Cofter tfavonts elcs iiij. ft. en des ogtens elcs iiij. ft. fulxs payements als den Meefters voorn, goet- denken lal, djet nu fyn off namaals wefen fei- len hare zielen te ruften ende ter genaden die dit Broederfchap gemaakt hebben ende van de- fen aartryke gefcheyden fyn , gehouden hebben, houden, ende nog houden fullenmet hare aal- miiTen. Voort foo hebben wy Broeders geordineert
overdragen en.....dat foo wanneer eenig
van onfen Broederen ofly vig worden, foo foude
wy Broeders die dan teLeyden fyn komen ende dregen onfen oflyvigen Broeder ter kerken, en- de by hem wefen in der kerken alfoo lange als- men eenige MhTedoet, ende als alle die MiiTen ge·
|
||||
^—
|
'^PR?^
|
||||||
O Ö DH E DEN. ï<9
cedaanTyn, Γοο feilen wy onfen oflyvigen Broe-
der opheffen alsdan den Prochipaape goed dunkt, ende aarden, endaar en felmemant an- ders die hantinilaan dan wy Broeders, ende die finte Niclaas Meeilers fyn, diefullen iynen lort doen fenden tot des oflyvigen Broeders. Vor- der eer men uyt ten huyfe voorn, waart vroeg den Armen te geven, ende fy fullen doen doen. xxxij. Zielmifïcn, foo fy alreeerft mogen der oflyviger Broeder zielen te ruften ende ter ge- naden% ende die Meeilers voorn, feilen eenen perfoon omrae doen gaan tot ons Broederen, vorder en ons kundigen ons oHyvigs Broeders door, foo wanneer men graven fel: Ende too wie daar niet enquame den oflyvigen te helpen aarden, en te doen als voorgemelt is, en daar inongehoorfamig waar, verbeurde eenengroo- ten, totter Broeders behoeff. Ende m des ofiy- vigs Broeders ftede mag fyn Soen komen off hy wil met eenen pond was. Voort foo heb- ben wy Broeders geordineert, overdragen ende confenteert dat eik van onfen Broederen geven fel sjaars, den Meeilers van finter Niclaas die nu fyn offnamaals wefen feilen, defe voorge- melde ordinancie mede te doen houden te hou* den ende te meeren, in die eere Gods ende den goeden.Heer finter Niclaasiiij.groot*, endefoo wie ongehoorfamighi.er in waar, verbeurdedie Broederfchap. Ende men en feit geenen Cap- pellaan langer veelen den dienft van finter Ni- claas te doen dan een jaar, ten waar by over- dragt van den gemeenen Broeders. Ende alle dinkfonderargelift, ende totten Meeilers voorn, ende ten Broeders van finter Niclaas wederfeg- gen alle faken voorgemelt. Aal-
|
|||||||
3© Rhtnlandschb
Aalbert van Beyeren geeffe be $cmU&$ ί&Φ
tm booj ben bofgenben $tiMtog$fgm ï#ef
bebefiigt: ^albregt , by Gods genaden Palsgrave van
Burgondien, Hertoge in Beyeren, Grave van Henegouwen, van HoUant, vanZeelant, ende Heere van Vrieflant; Doen cond allen luyden , want wy aangefien hebben dagelyke werken van onfen goeden luyden van der Broederfchap van finter Niclaas binnen onfer ftede van Ley- den , die fy tot defen dage toe gehad hebben ende nog hebben fullen , foo hebben wy hun geoorloft ende oorlooven , geconfenteert ende confenteeren die Broederichap te houden in aller manieren gelijkerwijs als die Ordonancie van defer ftede inhout , daar onfe briefF door- fteefcen is y ende loven voor ons ende onfe na- komelingen der Broederfchap voorgemelt ende haren nakomelingers ,, ende dien fy daar voort in nemen fullen te houden als voorg. is,: In oirconde defen brieffbefegelt met onfen zegele. Gegeven in den Hage des Saterdags na iinfe Lucas-dag, int jaar ons Heeren 1394. Broeder- φα% fo^ >tt ^ fa pieters fa$® m% ^
s! 'K1 mööï?ö &méw$lm μ %ιφν(φ# ba« b<?
Ma^dalcna. %fr Maria Magdalena.
m ïjcb tm o»0^uïtt tofije / m 't Mïu be
in&omfiea / tn baar bg ht ïafïen / ban itce$m Sp^OÊöerea m Mnfitwi ojjgctclb fïaan, ï&cljafc hm bat 9tt jaar!p#/ Op &* Maria- Magdale-
naas bag / tm ®Ustim %oogm$ gesbngen
totetb/ 500 toierb alle Eaterbapn aan tyaat outaar be tttftt jjHtgi gelden -, boa? toelue i&iffe bc $wfttt I bie baar mebe bdafï foas/ ν ^ c ene. |
|||
hp
|
||||||||||||||
mp
|
||||||||||||||
|
||||||||||||||
—
|
||||||||||||||
Oudheden.
|
||||||||||||||
3*
|
||||||||||||||
tem tnïiomfïe genoot banbgf gonben^l&aan*
bag-s m be nerm$ toierb 'er noej) *^ne *t#. öeïee^e» boo^ be 3teïenbanbe 2&$oefeer$ en Wfr ftotfrj bk in Mt ^oeberfcga^ ongefcöieebeit tearcn getoeeft <&e tnnomfïen ban 't 3eibe tt^o^ berfeïjap/ f&uiitenbe ugt eetiigc gitten te %Φ bm/ ugi eeriige lanbernen te ^affenaar/ eti u&t eenige jaargetijden / öebjoegea in 't jaas 15-48 tiengulben/ 13 ftuitor& $aberga«b 3ijn be intanfïen b$ aange* mkomfteih
groeit: 500 bat 3e Wt jaar 15-03 acöt-^n-beei:^van dat tig jjonbea en bgf fegelïnigen beb^eaen. ; ^ " $an 't jaar 15-48 tot ifs"8 i$ bit bjoeber* F*
feïjapbebient oetoeefï DOO£ Reinier Johanszoon*
^tejte^ Jakob Egbertszoon,OOÏt mi^WfttV/ |eeft ïjet 3eïbe öebient na get jaar 15-5-2..
Ifctt 3elbe ö2oeberfc&a# öab ooit 3i)ne * οψ
3i0t$eren: toelfee öebientn^ttï't jaar 15-41 booi 4j6eb?OUtö Catharina, foebUttje ban Vrank van
Boekhorft -, in 't jaar 1 %f $ ÖÖ0£ Klazijntje Ger- ritsbOCjter/ fceebUfcDebanjakob Degmans,et| ül't jaar 15*^6 boo? Klazijntje, Floris bocï)ter/
fajebiitoc ban Roeland Gerrits 300η beMeebt t$ gebjeejï, j^en 3iet u$t ïjet onberfïaanbe fmee&fcö$%
bat 'er ook/ ter ftuïpe ber armen/ een $$#m betfcöa» ban j§. Pieier en Paulus der Romei-
nen in aaii3ien i$ getoeefï: Q· even oetmoedelicken te kennen uwe goet- Brecjer.
willighe onderdanighe Deeckens Hoemans fchaj> van cnde de gemeene Broeders en Sufters van finte 5S.Pfcter Piet er ende Paulus, der Roemeynen, hoe dat hen- c0 pauluï* re Supplianten , by onfen G. H. Philips Herto- gc van Bourgonje r &c, inden jaare 14^7. en^ * Decanat. ,,? |
||||||||||||||
g2 Rhynlandsche
de van de Schout, Schepenen ende Raadt der
ftede vanLeyden, &c, indera jaare 1418, ge- gonnen en geconfenteert es , een Broederfchap cnde Sufterfcbap te moegen maacken , in die cere Godts, ende tot vorderniiTe der arme luy- den, in fuleken ordonantie ende goede \yerken als by den Supplianten voorfaten geordonneerc was , off namaals van den felve Broeders geor- donneert foudeworden, blijckendebydebrieff- nen hier an geannexeert , ende alfoe het geene dat tvoorn.Broederfchap van jaarlicxe Incoomp- ite heeft, gecomen es van den felven Broeders ofte Sufters , fonder by yemant anders , ende naademaal oick tfelve voorfz. Broederfchap feec- kere fchulden heeft te betaalen. Ende oick datter int felve Broederfchap voorfz. mede eeny- ge zijn , die noetelicken onderhout ende ale- mentaas behoeven : Soe eft dat duer defe de voorn. Supplianten oitmoedelicken bidden ende verfouckcn, haare Supplianten te laatenbewar- den, ongemolefteert mette felve goeden endc Incoompile competerende tvoorn. Broederfchap, ten eynde de fchulden betaalt moegen werden. Ende voorts dat oick eenyge van den Broede- ren diet van doen hebben dair van moegen on- derhouden werden : Ende haire Supplianten voorts te laaten in fulcker formen, ende ordon- nantie te maacken, als haare Supplianten byde brieflfhen voorn gefpeciflceert, gegonnet ende ,tfyj, geconfenteert es: Prefemerende tot believen van voon. myn Heeren tot allen tyden des verfocht Ì iynde, reeckeninge, bewys en rcliqua te doen van de handelinge vandien dit doen, 8cc. Andere $Otlj geeft Gillis van Zwieten , lil 't JOOP vikarycm t^9$ / ^aat cciic foton gefluit ttv rere ban
^Maarten.
|
||||
™"
|
|||||||
Ö ü D Η E D E Ν.
|
|||||||
3ί
|
|||||||
Jtt 't jaar 1417 gCCft Gerric Pieter van Poel-
geeit, Uanontlift batl £,Pankras fettfttte%€& ben / ter eere ban be %'* Drievuldigheic unt
$inarg gcfïicöt aan ^Michiels outaat: foêl* fce fïiejjtins soebgefteurt i$ booj SSifFeljop Frë- dericus j en Jjeeft baat toe segeben 7 metsen ïanbg/met eenïjaïbefcuöonmgseïes^i inboor fcfjootem <£n in 't jaar 145*9 Sceft Dirk van Zwieten , be neef ban ben baomoemben ï|eet Gerrit, beseïbe ^iteg tpebjtó öégiftigt en bersroot met beese gaebetcn : eetfï 8 metsen ïanb$; noejj een ^ngelfcïjej^oöei jaatïpfcje renten > en ncscö tbjee fliMun lmth§ jPfeseii onbet Itatmp, ©eese ^apeliang ma^ beïafï met 5 Juffen ter bjeeïi, <£ene ttoeebe ^itog / te meeten ban J>« B;mholoma:us , ψ öOO^Ötn 3eïbén Dirk van
Zwieten sefiicp int jaar 1461, ^aatnaöeef£
gjj öesojgtbat be nerMrienfïen /bememe tebo* ren aan β* Michieis ontaat sebaan mierben/ boojtaan berricjjt 5onbentoo^benm^,Banho- lomseusftapeUe/ tlaanoe aan benoo^jjbe ban be ftertte.·, öemeïne booj ïjem sefïicöt en met* innomflen boo&ien-toa£ in 't jaar 1465, $a 3pöQöbmoefï itoïïato^ 3p heïeenöonber ban 3p gui3e ban Endegeeit. ^icr toe fyteftlj® ge* geben eerfï ι 2. metsen ïanb^ seïesen in Bode- graven, boenbc jaatïp$ ι τ. gonbefranfcijelitoo* nen* $jj&etgenïanö$ in Koudekerk.boenöe jaar* Ιψφ6 ïfoUanbfcjje Wilhelmus fcfjilöen. %h baar nocï}; metsen/ boenbc jaarlp^ eenï^oIL Wilhelmus fcjjiïb. jfkicï) een mooninge/babm> gaart/ bats/ «13, groot 9 metsen in Alten: noeïj een rente ban anbetïjalf sonbe <$ngeïfcj}e noöeFt jaar?» ©e biiiarg é doo^ ïjem beïafï met ζ Juffen tei toeeh ·, öè eeiie op^onbag/ be an |
|||||||
34- Rhynlandschï;
beee op b$bag, <Pe3eïbe inbaar nènócgbei
ïafï met een $1$ alle bing^bagen/ bönberba* gen/ oöR'$maanbaag$enbJoen$baag$. ^iro be $iïiar$ ber3Uimbe btt$t jUifFe te boen / 3oube be feoïïatoj bie ïaten boen boor een an* ber $2iefïer: enbie3onbe boo$ eïïte $&$ genie* ten -2. toitte fïuibee^. ^e selbe ?|eer Dirk geeft noeg een berbe
gifte gebaan in 't jaar 147! / met be ftiftom* fïen ban ^ Bartholomaeus bifcarge te bermeeei beren: toeïfee gifte in tseïfbe iaargoebgenenrt t$ böo? ben ittreegtfegen S$ifFcgo|j/ David van Borgonje.
9[n 't jaar 1494/ in betfoaaïfbe ïndiktie,
in be niaanb Hfefl/ geeft Gerrit Gfermsz. van Leiden, pieper/ ter eere ban ben tMmagtfc gen<£5obt/ ban be^.$Eaagb Maria, en ban ben $; %Ojïeï Andreas, m ^* Pieteis tofte
eene binargi gefficgt aan 't aïtaar ban be =%♦
3!&aagb Maria. <®e begeebtng ban be3ebina* rg / en be benoeming tot be3eïbe/ geeft gg/ 300 iang gg ïeefbe/ aan 3icg 3elben gegouben: maar geeft begeert bat 3e na 3gne boob 3oube ftoomen aan hm eerbx ï§eer Albericus van Pa- nen, ïiomnmnbeuL· ban J> Mariaas 4Migui£/ en ban get gni$ ber <S»uitfcge bibberen / eti ï^ftjïoui ban J$. Pieters tene te Setben : na Kenf boob bc öegeebing en benoeming boo^ iioemb Öe$ 3cïf^ nasaaten / of ben mamman* beuren en $>afïooren ber boojnoembe nerïte/ 3oubc aanbeflerben, ^e gemclbe fïicgting/ en meer anbere 3aaitcn baar in begreenen/ geeft David van Borgonje ^iffegop bail IttlTCgt itl
be msaub 3Sugufftt$ ban 't 3elfbe jaar goebge*
Uenrt: 300 a$ fog in een foettsg affcg:ift ge* Ittyn geö&tn,
3;»
|
||||
Oudheden. 3 f
5[n 't jaat? 1499 i$ean^» Niklaas uiMm/ Vikary iiü
ttV mt featl bt ||1§. Nicolaus en Antonius,SNiklaas
eene feitag met iie öeïafïigtnge ban Wt toee*ouuaré
Mpfcïje JMfen gefiicSt *W iren eerjaamen mail Pietcr , Jan Maartcnszoon. ï©e ÖoCÏJteE
fcau öeesen Pieter $ getroufot met eenen Pie-
ter Paats ; en geeft Ögi ÏJtm getoonnen Helena
Paats. Helena Paats !|i getrottiöt met Johan Ni* klaaszoon van den Velden: Uyt toelft gUÖjeï^ft afftomfïig $ be ^ttt Aatbert van de Velden, ïïeecaau in&e&e btfötcfytm/ öehseïfte öngöee*
3e fïicBtlng Meeföelp tei4 jjatitt ïjeeft gefMt: f ν den name des Vaders, des Zoons ende des
heylighenGheeft, Amen. Condich ende ken- lickzy allen luyden die defebrief zullen fyen of* hooren lefen, dat ick Pieter Jan Martynfz, Poor- ter te Leyden, gefont deur die gracie Goids9 mynre zinnen, redenen ende verftant, mit gue- der voorfinnicheyt wel beraden ende bedocht, gefundcert, geitichtendegemaect hebbcj fun- dere, ftichte, ordinereende maickein allen ma- nieren, formen, rechten ende zaicken als ick alre befl: can ende mach, voor my ende voor Margriet , Pieter Jorifz, dochter , myn huys- vrouwe ialiger gedachten , in verlatenifle onfe alre zunden, een eevvige gheeilelycke Officium inder eeren Goods ende der heyliger Conteflbi* ren finte JV/WiwBiflcop, ende finte Aathoenis^ diemen bedienen zal te Leyden in finte Peters Kerck, op finte Niclaes outaer, ofopt outair dair bezyden, of op finte Anthoenh outaer, dacrr. •ledichftezal wefen, mit vierMifien terweecke, te weeten: twye Miflen terweecke voor myn ziele, ende twye MiiTen ter weeckevoor Mar- griet myn huysvrou voirn. voor hair ziele , 41 1 ende
|
||||
3 6 Rhynlandsc ç å
ende dair wys beyde voor begheren, ende nae
elcke Mifle zei men lefen te grave dair wy in begraven leggen zeilen , die twye Pfalmen , Miferere endetfc Profundis^ mit een collecl: daer toe dienende, weleke graf gelegen is in finte Peters Kercke voorfz. midden over die preeck- iloel voor die, S.al vator* Ende wairt zaecke dat eenige van die Miflen voorfz. in der weeke ver- fuynu wordede te doen, foe wil ick dat diebe- fitter vant Officium voorfz. telcken ende alfoe dickedie verfuy met worde verbueren zal teghens die Kerckmeeilers tot behouf van finte Pieiers Kercke voorfz. vier fchellinge; ende nochtans dair toe die verfuymde Miffe in die zelfde weee- ke of des weecks daer an volgenden verhalen fel of doen verhalen, op die zelve peene voorfz. Ende dit Officium wil ick dat ment akyt alfiet open is ende vaceert binnen een maent gheven zei eenen Priefter of eenGlerck die deCollator ofte Colkiefter dan inder tydt wefende, daer toe nudt ende bequaem kennen zei. Voirtzoe zei men goets tyds voor dat men Margrieten mynre huysvrouwen voorfz. jarichtyt zei doen, alle jaers geven vuyt dat Officium voirfz. den Coila- tocr of de CollaterfTe dan in der tydt Collatoor oi'CoHaetfter wefende twyepondt, zesfehellin- gen, acht penningen payments, om daer mede te coopen hemden ende fcocnen , die hy op Margrieten vooxh. jariehtyts dach geven ende dcelen zei den naeite arme vrienden daert van noode zei welen. Tot welckeOfficium ick ge- geven endegedoteert hebbe, geve ende in do- tacie afhgnere wtmyn zeifs guet eewelick daer an teblyven een ftuckc lants mit een wooninge dair op ftaende, dat ick gemeen hebbe mit Jan Kcrfiantfz, gelegen in den Ambocrue van Vale- ken" |
|||||
\
|
|||||
Oudheden. 37
kenhurch an die Wadd.inge , ende heeft belegen
an diezuytzyde fióteKatrynen Gafthuys in Ley- den} ende an die noortzyde Comelis van Sonne- veït, ftreekende voor van die wech, tot after an Willem van Oefigeeften erfgenamen, ende Λ- driaen van Bocchorfl hairlandt, welck lantmyns deels ghelt nu ter tyt vyf ende twintich halve ponden Hollants tsjaers, dair weer of wtgaet als van opftallighe renten elf ftuvers, dair die Ab- diife vander Lee jaerlicx van heeft vier ftuvers, ende die memorie tot Egmont int Cloofter die ander zeven ftuvers, ende die voorfz. renten verfchynen alle jaers tot Foorfchooter ende Vale- kenburger mar&en. Ende van dit Officium voirfz. zei ick gever ende Collatoor wefen myn leven lanck , ende nae myn doot zoe wil ick dat Col- latoor zei wefen MartenPieterfz. myn zoon zyn leven lanck , nae wekker doot zei Collatoor wefen Comelis Pieter/z, myn zoon , zyn leven lanck, nae welcker doot zeil Collaetfter wefen Maritgey Pieter Paedfen wyf myn dochter hair leven lanck, ende naer haerdoot zei Collaetfter weien Aechte , Phillips van Noorden wyf myn dochter hair leven lanck , ende nae haer doot zoe wil ick dat die Collatie van dit Officium voirfz. altyt comen zei opdieoutfte endenaefte die van Martyn , Comelis ^ Maritgen ende Aechte , myn kinderen voorn, gecomen zullen wefen : ende altyt die jorger man voor dat ouder wyf daer zy even nae zyn. Ende waert dat zaickedat van myn vier kinderen voorn, nyemant en bleve in levendigen lyve , foe wil ick dat die Collacie dan comen zei op Crifiyn, Dirck Reynerfz. we» duwe mynzufter, ende voirtoptenoutften en- de naeften die van haeren lyve gecomen zullen wefen 5 ende die jonger man altyt voor dat ou~ C 3 der
|
|||||
*
|
|||||
gS RhynlandSche
der wyf daer zyeven nae.zyn , alfootvoorfz.is,
Ende in luygenilTe ende kennifle der waerheyt dat dit myn vuyterfte wille isendemit gheenre- hande ander teftament of makinge dit nyet en wil weerroepen ofte tegen doen, mar dat altoos dc(e puncTren voorfz (lade, vaft ende eeuwich blyven, (be heb ick Ñieier, Jan Martynfz. voorn, myn zeghel hier an gehangen int jaer ons Heer- ren 1499- opten zevenen twintichrten dach in Tunio, ende om der meerre zekerheyt ende va* ilicheyt heb ick oick gebeden ende gerequireert Meeiter^» vanLeyden Priefter, als Notaris pu- blyck , dat hy dele fundatie wil onderfcryven ende publiceren , ende oick zyn hantteycken hier op zetten willen. Gedaan te Leiden, ten huize van den voor-
noemden teilamentmaaker, in 9t jaar na 's Hee- ren geboorte 1499, in de tweede indiktie , den 2,7 Juny, ter uure der kompleeten of daar om» trent ,' in 't zevende jaar des Pausdoms van on- zen allerheiligften Vader en Heer Alexander VI, ten overllaan van de eerzaame en befcheidene mannen Vrank Philipsz. en Floris Jahbsz. lee- ken van 't Utrechtfche Bifdom , ingezetenen der ftad Leiden , en geloofwaardige getuigen, dewelke by het bovengaande verzocht en ont- boden waren. Was ondertekent : En ik Jan Jansz. van
Leiden, kerkelijk perfoon onder het voorfchree- ven Bisdom van Utrecht , door Pauffelijk ge- Zag en toelaatinge der Overheit openbaar No* taris i dewijl ik by de (lichting en begiftiging van de voornoemde Vikary, enby de fchikking omtrent het vergeeven der zelve Vikary , mits^ gaders by al het hovenftaande, en ieder van 'c zelve jn"*c byzonder, als her. op de voorgemel- de |
||||
Oudheden. 39
de wijze gedaan en verricht wierd , benevens
de voornoemde getuigen tegenwoordig ben ge- weeft, en alles op de gezeide wijze heb zien en hooren gefchieden 5 zoo heb ik de tegenwoor- dige ilichting van de gemelde kerkelijke bedie- ninge , op het verzoek en aanhouden van den voornoemden Pkter , Jan Maartens zoon , die de ftichter is, afgekundigt, ondergefehreven, en op deeze openbaare form gebragt ; en heb de zelve , des verzocht en gebeden zijnde , ter getuigeniffe en beveftiginge van al het boven- gaande en van ieder des zelfs in 't byzonder, met mijn zegelen mijnen naam die ik gewoon ben te gebruiken ondertekent j en'er het zegel van den voornoemden ftichter onder aan ge- hangen. Kornelia Klaas ilOCjtec/ fcöCÖUrjöe ban Maar*
ten Pietersz. geeft öe gemelöe biïtatrg in't jaae
1 y 14 op öe ftoïgenöe fo&e Uvbttttt: VjJ γ Jan Stoop Kerflantfz. ende Jan van Ley-
den , Scepenen in Leyden, oirconden dat voor ons quam Cormlia^ Claes dochter, weduwe van wylen Martyn Pieterfz. zaliger gedachten , mit Alewyn Claefz* hairen gecoren voocht in defer zaecken, ende gaf over tot augmentaue van een Officie voortyts gefticht ende ghemaeel: by Pieter Jan Martynfz. faliger memorien vader van Martyn Pieterfz. voorfz. vyf gouden Wilhel- mus fchilden , ftaende op negenthien morgen lants gelegen by die Waddinghe buyten Ley- den, nae vuytwyfinge der brieven daer af we- fende , ende begeerde nae volgende die uterfte wille van Martyn Pieterfz. hoer man voirfz* dat die befuter van dat zeltde Officie tot eewigen C 4 tydea
|
|||||
(
|
|||||
4θ Rhynlandsche
tyden doen zal of laaten doen alle weecke een
MirTe, ende dat op alfulcken outaar als die an- der MiiTen van dit Officie gedaan fullen werden, Ende Gormlia voorfz, fcoudt quydt alle recht, aéfcie ende toezeggen als zy heeft aan die voirfz, vyf gouden Wilhelmus fchilden of oick gehadt mach hebben tot defen dage toe datum van de- fen, Ende begeerde voirtCornelia voorfz. ende Maria, Ρ ie ter Paedfen wedue , als nu Collatrix ende gheeffter van dit Officie, aen myn Heere den Biilcop van Utrecht, dat hem believen wil- de dit voorfz. Officium mit die augmentatie te amortiferen ende gheeilelyck te maecken. Pre- fenterende dair toe als nu ombefitter daar af te weien>Meefter Claés Pieterfz. Paeds, hoirenzoon, biddende mynen Heere den Bificop van Uy trecht voorfz. te willen believen hem dair toe inftitu- tie of te geven in behoorlicker forme, In oir- conden defen brief bezegelt mie onfen zegelen int jaar ons Heeren iyi^ opten thienden dach ia 4pnlle. Onder geteykent,
' HENR, FLORYNSZ.
V&t i)0O^0emeï&e f!icgttjttg $ ÖOÖ^ Frcderik
van Baden , SMffcïjöp bMt fltrecgt / gOe&0C* fteurttn 't jaar 1514-
%n 't jaar 1*28 t§ öe$eïbe $tëarg Mtfeeöfc gltbeöieitt gefeecfi Ö00| Niklaas Paats, $zitfttV.
Jannetje Klaas, torblttOC fcatt Niklaas Huigen, Derft in 't jaar 1 f04 aan 't outaar ban be &
katharina eenebiiarg gefïicgt ter ttvc ban be % 1000 jjiarteïaareffen, ^ outaar fïonb acïjter in be «erft / öicgt bg bm toren. Sfll 't jaar 1460 geeft Willem van Leeuwen
rmfterftelpe bebfeiitng/ of ijiftarg/ gefïtcöt
|
||||
f
ν |
||||||
Oudheden. 41
aan β* Niklaas outaar, gut jaar 1748- $ We
tuftarg bOOJ Ermgardis van Leeuwen , met b£
goeoneutinge ban öen iitrecïjtfcöen ^iffcgop
Georgius, begeeben aatt Johan Willemsz. 3|n
't jaar 1579 feeft Cornelia van Leeuwen b^ 3eïbebtëaeg gegeebenaan Hendrik Paats. j^oclj
teft bé gemelbe Willem van Leeuwen fig ug*
tecfïen toiïïe ttoee aïttjb buurenbe l&iffen m
fiicöt: betoelne ujeneïp^ aan $. Niklaas ou* taar / ftaanoe aan be 5Uiö3tjae ber nerït e / mat* ften geïeesen taojben. 3n 't jaar 1 m fë '«tuflfcfien be untboer*
ber£ ban oen ugterjïe foiüe oer gemelbe Erm- gardis van Leeuwen, en be Regenten ban £$i Cacharinaas «tëafïïjuig te Welben / een berb^ag aangegaan; toaar bg be ïaatfïe / na bat ijun aIboren$ w guiöen toegetelt toeren/ oü3icS genomen |eöben te be3o?gen bat 'er foeïteïp^ aan gn Niklaas outaar ttoee J&ifFen 30Uben geleesen tooien booj ben föapeïlaan/ betoelne öat aïtaar / aeï)terboïgcn$ be fïicijting ba» Ermgardis ouberi/ bebienbe* Katrijn , Dirk Schoutens bOCJJter / j^Onne
in jR Élizabets nonbent in *1 <©rabenflage/
betoeï&e Jjet reeïjt tan ^atroonfegap en ban begeebtnge ïjaö on weitere binarg aan 't ^Mcm$ oataac in g>. Pieters nerne te Seiben >, geeft boo^ gaar 5elbe / en booj jjaare erfgenaamen en na3aaten/ get gemelbe recgt ban patroon* feïjap in 't jaar 15^7 obergegeeben aan |&ee* ficc Vincent Kornelis 300η* <
3(n5t jaar 1312, ftonb be binargban't 3fg
Kruis outaar ter bergeebinge ban Hugo van den Boflche ·, en til 't jaar 1^05- ban Johan,
beften in fcgfoo^t
^ene Margareta, Simonjakobs bOCgter/ toe»
€ s b»&tf
|
||||||
ι
|
|||||
/^ Rhynlandsche
ttöfat banPieter Dirks$oon/ ïjab ttï\t\M&C$
hm &. Agatha gêfffcgfc jjHeefi^ Gcrrit, be 300η fcmi Pieter Dirksz.
f^iejïer en üanonmft te Sieioen/ geeft ter ee*
re ban be jjetïige en onberbeelbe 3^iebMïbia/ geit eene ïmpelïang gefïicljt aan ^. Michieis outaar * bjelïte fïicijtmg boo^ Frederik , %ψ fcïjop ban tittretöt/öoebgelienrtenöebefïigt^: toaar toe Willem Tarning, gafïoo^ ban β. Pieters fcerft te Seiben / iien 23 |&eg 1417/ onber be bereifcïjte boo^foaarben 3ijne toe* jïemming ooft geeft gegeeben, #ois 5ön in &. Pieters ftetffe ttoee biftargen
gefïicgt ter eere ban be 3|..Catharina j bebieifce Ó001 oen Hommanbeur ban «§, Pieters ïterfce begeeben ftuerben. ®t benoeming tot jjet ^afïoojfcïjap ban
I" oee^e $aroei)ifeft plagt ben <0raben ban 2|QiIanb in boften etgenbom toe te fcoomen. Φιΐ fïaat bwbe!p aangetefcenb in eenen
open-fyief ban Fioris V, üm 300η ban bm föoomfcïjen honing Willem 11. g[n btt$m j&jief/ toaar in ög berfcïjeibe b^bommen aan i»e fïab Seiben berïeent/ f$eefct 8ρ op be bol* getiebe bUfée i Daarenboven, dewyl het recht
van benoeminge tot de kerk van Leiden my in vollen eigendom toekoomt; zoo beloof ik aan gemelde ftedelingen, en ik zeg hun ter goeder trouwe toe, dat ik by afftervinge of afftand van Meefter Gerrit, die thans het beilier over de zelve kerke heeft, gevolgelijk en ten eeuwigen dage twee bequaame Priefters tot de gemelde Jkerk * zal benoemen j dewelke, als waare Pa- ftoors, de inkomften gelijkelijk onder malkander deelen 5 en de ganfche Farochi, tot Gods eere * De zin, in'cLatyn, is hier wat duifterachtig. ca
|
|||||
Oudheden. 43
en voor de zaligheit der zielen, 'c zamen beftie-
ren zullen, fint bee$en fyief gerft men bat get
φφο$φ$ ban 3£esben ten öeesett tijbe öe< iiïee&ï; fcöiecÖ bOO? $&ttfttV Gerrit van Leiden,
geöooren ugt öet aï-oube gefïagt bes peeren
van Leiden. <$n beiwjï bat ampt bolgen^ Or- lers te $ioaar ftïjeen om boo? öem alïeen öe* bient te tooien * geeft be oEfcaaf aan be Eei> benaat$ belooft bat 8et geftrtifï en booj tmee ψϊίφν$ I a$ foaave $afïoo$ bse be in^om* tien geipeïp 3ouben beelen / öebient 30«*** tooien. φ# get fïerretje / of £et tefcen */ baat; be
31η fcïjijiit te pngen / binbe ift niet bat Box- hornius ttt$ ter opöeïbenngeaangeteftent geeft· l&aar ureenen ogen-fyief ban 't jaar 1306/ toaar b» <0raaf Willem de Goede be gemeïbe b^bommen bebefïigt en buibeïp getuigt bat bebenoeming tot be3£eibfcf)eberïtengemtoe?Twecwi fcoomt/ biojb getoag gemaabt ban ttoee Wit- Paftoort, achtige Paapen. 3^e tooojben hriben albug: Voert want de gifte der Kercken van Ley-
den, ons toebehoort, met vollen rechte, ende onfen lieven Neve deGrave Florens^ daar Godc de ziele of hebbe , belooft hadde met goeder trouwe, zoo wanneer Meefter Gerard van Ley· den ghebraeeke berechter der voorfeyder Kero ke, of dat hy doet bleve, dat hyfe dan tween witachtige Papen geven zoude, die dat verval ende die renten even gelijcke deelen mochten , ende fouden alfe anderen Prochi-Papen, in an- dere onfen poorten daar twee waerelijcke Pro- chi-Papen eene Kercke berechten, ende even gelijcke deelen ende Cure houden , ende fot* "wanneer daar of eene ftorve» dat hy eenen an-f deren wulijcken Pape nae hem met dien deelc ver-
|
|||||
;
|
|||||
44 RhΥNL Α NDSCHE
verfien zoude, ende alfoe voerwaert meer te
Kouden, teGodes eeren, ende ter Prochien ia- lichede te berechten. Ende om dat wy fFillaem^ Grave voorfeyt, onfen voornoemden Poorters van Leyden altoos haar belofte van onfe Voor- ouders niet krancken en willen noch breecken, zo beloven wy hem mede in goede trouwen, dat Wy· hem al de belofte vande Kercke , metten ' vryheden voorfeyt , voldoen zullen ende hou- den, &c. <Pe boo^noenibeaB^aaf Floris geeft in't jaar
1268 ben gbommanbeur / en be ^oeber^ ban be ^natfeöe föiböer-<2^ber t'ïfecgt / ορ een pltQttQm £$ef tOt ^afiOO^ ban $, Pieiers
iierne aangefïelt #ant in een ouben ojief
fïaat jjet balgenbe aangetenenb: in 't jaar 12.68 heeft Floris V , Graaf van Holland , Koning
Wïllems zoon, S, Pieiers kerk te Leiden aan de Duytfche Order gefchonken j welke Order dee- ; Ze kerk heeft opgebouwt. Aalbert van Bcyeren jjeeft be gemelbC JJlftC
in 't iaai* 13P1 boo^ Hm bolgenbeu fyief öebe*
pt:
VU* y Jalberi, by Gods genade Paltsgraaf aan
den Rhyn, Hartog van Beyeren, Graaf van Henegouwen , Holland en Zeeland , en Heer Van Vrieiland , doen kond aan allen dat, ver- mits onze voorouders, de Graven van Holland, de Kerk van Leiden, met de huizingen en goe- deren daar aan behoorende , by teftament be- fproken hebben aan den Kommandeur en de Broeders der Düitfche Order; dat wy, zeg ik, de giften,, aan de Duitfche PJdders befproken, beveiligt hebben, en door dezen brief beveili- gen. Vorders beveelen wy aan onzen beminden * en |
|||
Oudhe.de ν. 45
en getrouwen Schout, en aan de Schepenenen
den Raad van Leiden, die 'er nu zijn of na dee- zen zullen koomen , dat ze omtrent de goede- ren der Duitfche Ridderen , tot de voornoem- de Kerk behoorende , niets zullen hebben te befchikken , 't welk hun nadeelig of met den laatften wil onzer voorvaderen ftrijdig zy. En, of het gebeurde dat onze beminde en getrouwe Schout, Schepenen, en Raad voornoemd, ten eenigen tijde iets quamen te ordoneeren dat den Ridderen of de Kerke voornoemd nadeelig waar, dat bevelen wy dat voor nietig en krach- teloos gehouden moet worden. En ingevaUezy, of andere perfoonen , zich mogten verftouteii hier tegen iets te onderneemen ; dat zullen wy op hen vernaaien , als op verfmaaders en ver- korters van onze hooge magt. Tot oorkonde dezes hebben wy ons zegel aan dezen brief ge- hangen , in 's Gravenhage den 18 September, 1301. 2CcgterbuÏ3en$bee3enï$ef $beJ£af!orgban De p.ifiory
β, Piecers fterfte/ tot be Ijeranöeniis ban oen aM<*°°r openöaaren <0ob$bienfUoe/ aïtijb öeftïeebtge* SuSf toecfïboo^obaamjjel&ommanbem^i bemelfte order naberganb ooft get recgt om eenen ^afloo^ te bedient, benoemen öeseeten jjeuöen. ^g b^oerjen een toitten mantel / baat; een 3toart fMi$ op $e* naait ma$ / en boerben ooft een 3toart ftriu# in Jjun toapen, ®o^bei$ $ tyt rec|t / ont t^tn S>aftoo^ ban g>. Pierers fteefte te benoemen/ ijun beirgunt gemeefi öeöouben$ en onbennin* bert be gcrecötiööeben betbitt0eren; en onbec boo^fcoaarbe bat get onbeeöoub ban be ttoee ï>afïoocen/ of ïjetöctaalenban be jaaripfcöe torbben / $oube fïaan ten \φ ban be ^tmt* |
|||
4& Rhynlandsche
®it teMaattn be leitienaat$ in ffitt p$m
tt§/ t toelft 3P in 't jaar ι jpi met öen Slatin ftommanbcuK öaö&en tmtfïaan: .....dat volgende onfe Privilegiën ver-
leent in den jare 1166. des Sondachs naar Lucie by H. M. (jFave Florens defer Stede ende den Burgeren van dien ter goeder trouwen belooft was, dat hy de Paflorye der ftadt Leyden, daer van fyn Genade t'recht van Patronaetfchap met vollen rechten toebehoorde naer den overlyden Mr, Geraerts, doen ter tyt Paftoor, ten euwi- gen daghe foude doen bedienen by twee bequa* me Prieileren , die fyn Genade daer toe foude voorftellen, dewelke de daer afkomende vruch- ten onderlinge halfdeelen, endedegeheelePa- focbie te famen ter eeren Godes en der fielen ia- licheyt loflijcken regeeren fouden: ende of wel twee jaren daar na, als in den jare 1168. fes da- gen voort fcheyden der Apoitelen, by de felve Grave Florens H. M. t'recht van Patronaetfchap der voorfz. kercke den Commanduyr en Broede- ren des Duytfchen huys mildelijcken mocht fyn gegeven, dat 't felve in allen gevalle gefchiet foude wefen , behoudens en onvermindert de gerechticheyt onfer burgeren daar inne toeko- mende. Wclck' recht wy feyden te wefen ende te beftaan, dat de gemeenre alhier met twee , bequame Paftoren moft werden bedient , niet uyt het onfeker verval, 'twelckmet d'opgeko- men veranderingen te niet gelopen was, maar tot lafte der gene, die hem het recht van Pa" irometfchap onderitont ende vermath , welke twee perfonen oock toequam de bewoninge van de behuy fingen, als gene Ordcns goederen, maat- met de Paitorye , daar toe die van outs en al voor der geroerde giften behoort hadde , aan |
||||
Oudheden» 47
den Orden gekomen fynde, gelijck oock fuïcks
klaarlijck bleeck uyt de woorden vant boven verhaalde privilegie Hertogen Aelbrechts van Be" yeren H.M. ibnder't felve vorder aan te nemen of toe te ftaan dan t'onfen voordeele, uytdruck- keiijck medebrengende, dat fyn Voorouderen Graven vanHollant met heuren teftamente den Heeren van den Duytfchen huyfe de kercke tot Leyden met den huyfen en andere goederen daar toe behorende &c. nopende den welcken wy ons des vermaten, dat de bewoninge der huyfingen eyntelijck toequam den Dienaren des Godlijcken woorts als bedienende 't ampt van de Paftorye ^geenfins datmen defelve met veel perfonen te verhuyren, ende mitsdien groote profyten daar af te trecken, onfien maken, en by gebreck van behoorlijck onderhout behoor- de te laten vergaan , en dat den Heer Lant-Com- manduyr boven dien oock gehouden was te be- talen de jaarlijckfe wedden, en't onderhout van twee Dienaren des woorts. fèfes neben? saat De ïijfï/ ugt ouDesebenïM
fcfeiften getnihKen/ban De gemeïbe komman* öem$; bctoeïfie aïtemaaï / ban Pieter af Die in 't jaap 1203 öelecft geeft tot Arent Dirks-
zoon van Bokkenberg , bCtüCÏïie $t\ttft geeft in't jaar 1577· I De^afïoi'u ban j$i Pieters
fterfie beDient Sebben. ©at Deese Arent Bok- kenberg gier Étommanbeur $ jsetoeefï / bïpt ugt sijttc fcpöera / Detoeïfce te %mm tiocö too# bctoaart ©e &ummanDeiir£/ na tym gefcomen/ 3tjn aïtemaaï ban Den nieubjen <0oD^ DienjL 1. pieter, in't jaar hpj.
ii. ANDRIES, 1304..
ut. DIRK de WOLF, 1324.
IV.
|
|||||
i
|
|||||
RH Τ Ν LANDSCHE
ιν. BERNARD, 135Ό.
ν. NIKLAAS, 135-3- vi. FLORIS, Ι3Γ7- vu. JAKOB, 1366. vin. DIRK van den RHYN, 1370. ix. HENDRIK van TiEL i$ fit 't jaat? 1373/ aï^Dirk van denRhyn «OCJjieeföe/ lil be$3elf$ pïaat$ gekomen: befcüijï be*elbe geen
lange regeering geeft seöab. x. JOHAN de ZEEUW, 1382.
xi. WILLEM TERNING i§ in Johans
pïaa$ ge&omen tn 't jaa? 1395 5 m i$ te
Jköoongoben / terbwjie bte fïab boo^ Jan van Beyeren belegert bjterb / oberfeben in 't jaar 142,0.
xii. DIRK van den RHYN, be tioeebe
ban bten naam; be&ieïfte get Itommanbeur*
fcïjap/ betöpl Ög SfeWPt inaf/ Beeft oberge* öaatl aa« Simon van Naaltwijk. i{f ρ ψ te ït'
trecïjt oberieben in 't jaar 14*3 '> 3pöe ïjet
3elfbe jaar/ in 'ttoelfteFrederik III, ^tffcöop ban mtcecBt / aefïojben i& xiii. SIMON van NAALTWYK jjeeft
bie bebiemng 16 jaaren ïang beftleebt -, en ψ
oefïojben ben 13 ban September 1449* xiv. adriaan FOREEST § na een
bterjaartge bebtentng «ot jyn antpt en ïjet ïe* ben gefcöeiben in't jaar 14Π* %n 't jaac 1290 i§ een Adriaan Foreeft ^ombeften te Utrecht gebjeefï. xv. JAKOB van WOERDEN ftttffc. 3tjtlC
boo&aaten tn magt en rpbom obertroffcn:
en befojjl lyg groot goeö ban fijnen baber gé* erft Jab s ïjeeft lj$ een ntente ïjntë getimntert / en 't 3eïtie met aUerjjanöe inboebeï opgefcjpt $a bat ö» -io jaaren ge3eeten fjab/ i§ lj$ in't |
||||
UB Η Ε D Ε
|
|||||||
49
|
|||||||
jaar H71 Ι öaa0$b0o$ #■ Laurens fca0/ ban
gier 0efej)eiben, : . ;, xvi. AALBERT van BAREtST , bie Oill
klitte $tltttffljnt m i>oo#!öti0jfjeit in aagten
m§/ fteeft -ftet- ^aftag# amgtbeMeebt in 't jaar 1479 / al$ %eibm m aüë be fïeben ban f olïanb öoo^ be partgfeïjagpeu ber 3|0eft£- en -&aMjauto$-ge5Uibeu.aI$, in-buur en bïam fcijeenen te flaan. Ja bat gg $n ampt be« tgb ban 31 jaaren uebitjtigt ïjab / $ ïjg naai? öen gentel berreifï in 't jaar 15-04. Ruiter ïjtt fóouimanbeurfcftay ban bee$eti /itëtete i| be toren tageffr^t; fcoaar ban bence* ben ö^eeöetv m r : xvi 1.JORIS FLÓRÏSZvan MAASLAND:
. betoelue/ na bat Ijg- l>et öeioinb 21 jaaren ïang
geooert ïjab / 't ^eibe in t jaar 1 f 2. f geeft φ&* gegeeben aan Aaibert Sneilaart: en^et jaar baar aan / te bjeeten 1jritf / ugt be fcoereïb i# . berjjuift
' 'xvmi, AALBERT SNELLAART gee#
jjet üarber^-ampt zo jaaren ïattg ?eer toffe*
ujïi bebient; en i$ 500 toel ttgt 5ijne bebiennv ge a$ ngt öet ïeben gefeijeiben ben 8 gamia* xix. JOCHIM JOHANS zoon i$ otö iö
jaaren J^afïoo? getaeefï / en geeft bat ampt
met get ïeben beriaaten Um 6 ban Jtabemöe? ir63, Ëp be <0eefleipöeit ban ütreejjt boo^ Honing Philips gcbtoongen toierb 5eïiere fcgat> ring op te Dingen / ml)$ met '$11 fcoübent/ até 5Önbe een gedeelte ban öeseibc «öScefïeltjte 1 Önt / geüergt toierb om ren beeS ban bse fcfyak' tmge te fcetaaten ·, ïjttft jfe ben inning Umi t toolgenüc j^eberbtigtfe§e finec&fcS?ift igebe* oen öat Set toibent/. 't toclft boo#eu* fcöat* |
|||||||
fïen öestoaatt mogt tooien:
\ΚΓυ Jóachirn Janjffen Priefter ende Comman-
deur van Leyden, ende y^» Wornis Prie- fter ende Commandant tot Doesburch , beyde Duytfches Oirdëns, certificeren mits defen by ons Priefterfchap, ende by den eedt, die wy elck den Oirden gedaan nebben, hoe dat die weerdige Heeren Jdriaen van Ifendoom , ende , Johan van Foortkuyfen , beyde Canonicken ten Dom t'Utrecht int jaar vijftien hondert vijf en- de vijftien gecomen fijn uyt den naam van de vijf Godshuylen binnen den Duytichen huyfe t'Ütrecht, ende hebben aldaar geprefenteert onfen èerweerdigen Ed.endeGeftrenghen Hee- re Adbrechi van Egmont vanMerefleyn, Lantcom- mandeur der Balyen van Lkrecht Duytfchen Oirdens &c, acte te geven , endein debehoór- lijcke forme te doen paffêren , te weten , dat indien mijn Ëv Heer Lantcommandeur onfen Overftert confenteren wolde voordie reyfe inde halve vruchten, die als doendeConinel.Majeft. geconfemeert waren, dat fijn E. daar mede vry foude wefen, ende tot geenre dagen belaft, ot- te mitte Geeftlicheyt eenige contributie meer foude doen in geenreley manieren, hoe datter felve toecomen foude mogen, dan foudevan dien tijt af voortaan geheel vry ende exempt blijven. Gefchreven tot Utrecht den io.Decemb. ifyo. Joachim Janffen Commandeur tot Leiden fcripf. xx. ARENT DIRKZ. BOKKEN Β ERG
van Ter Goude ί$ na tmt fe^-en-ttomtig-
jaarigc regeettng acfïojben in 't jaar ι f 9 2. · 3[ft
Jebeen adginrötti ï$ef bau'tjaar 15-807 toaae
in
|
|||
rO υ ρ η % ρ κ n; gg
in gg gjnen öjoeber Jakob Dirkz. magrt'gt om
tm ftmfc tenb$ ïm z-f o roetreii / geïegen on* lm?-'e ambac&t $rn Meiiiecöo^i / inerfpacht op te blagen aan eenen Jakob Florisz,. φαο* «enbe te Seiberbogï/ xxi. J©e HM-*bele %eec WILLEM MU-önbfoKr-
LAART. Hi^öie.öan leiben/onberöet&om^cKom. tnanbeurfcöap ban bee3en Muiaart, bo0jgeno*maildcur5' men jjaöben ttoee nientae jiraa&n aat| te ïeg* gen; betaelïte/ 500 a$ be m&W öi«3/ #p|ï ·, get plein ban'tliommanöein$ ön$ geleit 50η* ben laaien IM*$& baar. ober met be ^eiöe^ naat$ in fterfep geraa&t ^tt berfeStï/ na bat Set lansen tijb gebawct IJab / i$ einbeïp in oer minne bggdeit Het aïtftoojb/ 't todft &g Orlers niet gebonben too^b/ fïaat geïjeei m, get tienbe beeï ber Anaie&a ban # M-itchaeus, p^ioï? xxii. m SMUebeïe ^m GASPAR var* cnx*
der linden $ lioniuianbenr gêtoo^n bet| 17 2anua^ ï^pp/en gejioiben m 't jaar 1619. 3(8 fjeö onber mg eene gefc&jeebe en teettige getnigeniffe/öooj J. B. Vukanius o# bebeï ban be 2teiöfci)e IS^abemie onbertefcenb / toaar in bee3e van der Linden üommanbeur, te Seibe» too$ genoemt ï|iec einbigen be &ommanbem$ ban Welben
fo ben eerfïen tyvfo ban Oriers: m ben ttoeeöe» tyuïi fïaan be boïgenbe nocjfji berineïb; xx 111. m 31j>ei-ebele ^eer Α L EX α Ν D ER
van RENESSE: betaeifte bie iöaarbig&eït / , febert van der Lindens bOOb / MÜtzH iptft
totïjet jaar 16*29.
xxiv. &e 3®ei-ebeïe 3§eetr ADRIAAN van
Renesse van WULP $ niet langer al§ een jaar ïtomnianbeur getoeefty enoberkbe» fartjaatTiézo. , © 1 xsv.
|
||||
5% RHYNLAttWCHE
> xxv. &t ffltUbtk $ttr' AALBERT Van
WASSENAAR van DUIVENVOORDE, 3j|eet banMïtemétot'/ geeft getlicmimanbeuti
fcgap ooft niet ïanget bemeten aï£ een jaat* sgnbe nebben in 't jaar iö*$i. xxvi. <®taaf WILLEM FREDERIK van
NASSOUw , 300η ban 4B>taaf Emcft Kafï-
mierv^tabÖOUÖecÖan^ie^ianb/ Coadjutor
of |&ebegeïnet/ geeft Set befoinb seboett tot
get jaat 1636. ®e €bele tym HENDRIK SLOOT i§
lomntanbeut setooaben in 't begin ban 't jaat De Paftory $o$et $ geeft get tecgt^-gebieb ban bee^e
van s. «ρ. ^atïorne sicg bette buiten Eetben tiütöefitent:
tersKak. ;JttW«WWfo^itóeW^W be 3tëeü-jjoo# /
; ecne buutte onbet ^oetetinoube/ en be Breede
Made, onbet be boo^noembe^afiorge ffonben,
3®attt be ingesetenen bet seïbe plaatsen / ge*
lp in ben boï0enbenb?ief te Ïee3en f&at/jtfag*
ten gun ^aafegen in βι Pieters itefcn te gou*
totn-, en 'et gunne lejle 0etecgten te gaaien:
Wy Schout, Burgermeefteren , Schepenen,
ende Raden der ftede van Leyden , doen cent allen luiden, want tot onfer audiëntie ge- komen is by aanbrengen der DuitfeheHeeren, als Reftores van St. Pieters Parochie binnen on- fer ilede , hoe dat fy geftaan hebben in eener pleyte tegens de Heeren van Stjans ordre &c. Soöiftdat wy tenverfoecke en inniger begeer- ten wille desCommanduyrs en fijner drie mcd-, gefellen, Broederen van den Duyrfchen huyfe t'Utrecht, Re&ores en bewaarders van de Gure van St. Pieters, voor ons hebben doen comen, &c. Item Bouaewynvan Swicte?i tuigde, dat fijn 'Λ Hof- |
||||
ï
|
||||||
O Ü © Il Ê ï> Έ N. ■■''«■ ^
Hofftede van Swieten ende de landen daer toe
behorende, gelegen is in denAmbocht van5W- terwoude , ende alhoewel dat het fo is , fo en weet hy nóch en kent niet anders, noch en heefc van fijnen Voorvaderen , die befitters van den goeden te Swieten geweeil hebben, niet anders gehoort, dan dat hy ende die gene die op die Hofftede sewoont hebben tot defen dage toe, beiiooren in der Parochie tot Ïmtt Pieters Kerckv tot Léyden, ende tot Jjeyderdorp, daar oock veele van die van Swieten begraven leggen by der Duytfcher Héerèn haar confent en oerlof , en mede is den voorfz. BoUdewyn van Swieten wel kennelick , en heeft oock wel hoeren ieg* gen, dat die Heeren van den Duytfchen Ordenen Cureyten van St.PiétersKercke totLeyden die heilige Sacramenten over menige jaren in die Weypoort achter Swieten, en alfo voort langs den Rhijn tot Leyden toe, geadminiftreert hebben, en Boudèwyn voorfz. feyde, dat hy out is 73. jaar» Item Sy krant Gerrit Sybrantfz. oud 60. jaren, tuigde by zijn geftaafden eede, hem wel te ge- dencken is, dat hy zijn vader en oudevader heeft hooren feggen , hoe dat in de Weypoort op de Breede made plegen te ftaan vier huifen, daar af dat die twee afgebroken zijn, welcke hare Hoochtijt en't heilige Sacrament plegen te halen in St. Pieters Kercke tot Leyden on- der den Duytfchen Heeren. Item Fye, Jan Fyen faligerdochter outp-.jaer, en Fye, Roelof Ger* rits fóóns wijf, oock Jan Fyen foons dochter, ouc ΒΓ-Jaar» tuigden by haren geftaefdeneede, dat die .vier huyfen op die.Breede made^ en die van Swieterfluyfe plegen in St. Pieters Parochie Kercke tot Leyden hare Hoochtijt te houden, ende hare Biechte te fpreken onder denCurey- <P | ten
|
||||||
ƒ4 R Η VNÏ, Α Ν D SC Η Β )
ten van Sc. Pieters. Maar dat die van Smeier*
fiuyfe nu tot Leyderdorp te Kereke gaan , dat hec iSby overdrachte en eonfente van den Cotn- manduyr van Sc. Pieters, en Co wat offerande die Parochie-Paap van Leyderdorp vanden dop- den ontfangt, die tot Swkterfluyfe fterven, dat hy die den Commanduyr van finte Pieters half t'huys fenc, &c. 3É>g» oim ooft in betont ï$ef bat öe §ui£ïu&
fcen/ aan oe fetoietct>flu$ toaanenoc / naties jjano &o öen jpafïooj ban 2£e&cröa&» loeï te iterite mogten gaan : maai4 öat 311ΪΪΦ öo^ öe tefïemming öer üottmianiieuren ban £. Pie- ters hevhc i$$€fc$kbt. φί aatöe^afïoo^an 3£riöeröö$p getjouöen toaüi fce ïjelft te öaoö« öift^ii / Die go öan tre gemelöe öu$Itiiöcn %p noot/ aan &en gttomntautour torn . £, Pieters &3eni>ettV Λ Λ Ν Τ ΕΚ Ε Ν Ι Ν G ε!ν.
ι. Ik zóuw, om dé letter te .völgeri', üyt hét Latijn
moeten Vertaalt hebben Graaf Willem \\., hier telende voor Roomfchcn Ktffiing gehouden: doeh hebbe geoof· deelt dat ik denzin en de meening van den Beer Au· teur beter zoude treifen met te vertaaien mor Ke'tztr gehouden \ α Elders is al aangetekend dat de Italiaa- neii, en dié op zijn Italiaanfcb fpreeken en Italiaanfch gezind zij ή , niemand voor Keizer plagtén te erken- nen, of hymoeft alvorens teRomengekroont zijn ge* weeft; 'Qm Roomfeh Koning te zijn, word zoo ee- ne krooning by hen niet vereifcht : maar iemand, die te Rome» niet gekroont was , voor Keizer aan te neemen, ofte boek te zetten, was by deitaliaanen een halve kettery. Zy meenden, en fommrge Pauzen itelf wilden het aldus gelooft hébben, dat dèmagt om te regeeren, en om dentyte! van Keizer te voeren ? ■λ Tweede deel v*n hetDuitfche Batavia Sacra, pag. 176,
tfH mf i«7* U
gegee-
|
|||
Q U V> H ia Ei m f<%
gegeeven wJerd door de krooeing*. En het is waar-
dat men ook in andere rijken, 't zy.uyt eene overtolli- ge genegendheit en godvruchtigheit, 't zy uyt onkunde van zyn eigen recht* eene groote achting voor de kroo- lïingen, die door, de Pauselijke hand gedaan wierden, heeft betoont; j&datde Koningen de kroon niet durfden, ophet hoofd zetten zonder het verlof der Pauzen. En dit heeft aan fommige Pauzen de gelegendheit gegeeven- om zich de oppec-majefteit over zodanige Rijken aan te matigen. * Als de H. Steven, Koning van Honga- rye, dat rijk na veel arbeids en grooten onluft tot het Chriften geloof bekeert hadde; heeft hy den BiC- fchopvanCoiocza naar denPms Benediétus gezonden, om de koninklijke èpronktekenerij met denPauflelij- ken zegen, van hem te verzoeken; zeggende dat al*·* IemagtvanGodt afdaalde; en gene menfchelijkeon- dernemingen eea goeden uytflag konden hebben zon- der de hulp des Heere. Dit was reden genoeg voor GregarwsVllc; die gene gelegendheit verzuimde van dePauflèlijkeachtbaarheit zoo hoog als mogelijk was op te heffen, om den nieu gekozen Koning wel ern- ilelijk te vermaanen ,'hy zoude zijnen pligt by den Roomfchen Stoel afleggen; en blijken van zijne on- derwerping* en eerbiedigheit geeven. En verftaan hebbende dat de Koning Salomo» dat rijk te leen had ontvangen van Hendrik IV, heeft hy hem daar over wel ftrengelijk beftraft. Ja, ten waar hy zijnen mis- flag beterde , en het rijk van den Pauflèlijken Stoel te leen ontving , hy had geen mindere ftraf als de onttrooning te verwachten. Boaifaaus V11I, alzoo moedig als Gregorius Vllrf, beftond ook eenen Ko- ning aan de Hongaaren te zenden: en om dat de Hon- gaaren , door deze nïeuwigheit voor het hoofd ge- Hagen , den PauiTelijken Koning lieten loopen , en zoo van de verkiezinge niet wilden verfteeken wor- den; is het van weerkante op een bannen en blixemen gegaan. De Paus fprak den ban tegen de weigeraars »yt: de Heerea, door geen bannen of blixems ver- fchrikt, willen ook eenige Priefters ophunuehand te krygen , die den Paus met de eige munt betaalden. ^ Herman. Contra ft, a4 Α nn. 103^. .·,,,.., ,
f Grcg. VII. ept 2 jl lib. 4. & q». ι j. lib. 2,, & ep, 65 ♦ & ?o.
i Bontin. JDecad, t, lib,?/ |
|||||
.# . -. ■ λ 1
|
|||||
ff! Á Á NT ÅÊ ÅÍ É Í &Å U ¼ Ñ D Å
<Doch de grootfte hoop van de Geeilélijkheit durfde
deu Paus geen tegen ftand bieden; de weigeraars wier^ den van de. Sakrameiiten , en na hunne dood, van de gewijde begraafplaatsen geweert. Dit deed de aller- woedigften bezwyken: De Paus quam alle tegenftand te boven. De «Poolen hebben zich onderdaaniger, Qt gelijk anderen zouden fpreeken , lafhartiger ge- draagen ; en hebben.het krooneri der Koningen , ja den koninklijken tytel zelf, den Pauzen ten gevalle, meer als aoojaaren achtergelaaten. DéH Stanifiaus, BiiTehop vanKrakouw, was door Koning Bolejlaus II. om 't leven gebragt. Daar op heeft 'Gregorius VII.', den Biiïchoppfen van 't rijk een bevel gezonden; zy Souden, buiten zijn. verlof, geenen Koning hebben te zalven of te kroonen: en zijn de koninklijke pronk- gewaden heimelijk door degeeftelijken weggedoken. Dus heeft Wladiflaus■', Bolefiaus nazaat, dewijl hy niet gekroont was-, den naam van Koning niet aangeno- men : want geen Aartsbiifehop of BiiTehop had het hart, om de ongenade van den Paus op zijnen hals te haaien, ƒBolefiaus III. zoude gaarne, gekroont zijn geweeit , en den naam van Koning gedraagen heb- ben: maar hy durfde het zonder Pauifelijk verlof niet waagen. Hyfprak dan twee Monnikken .van S. Ro- ■mnalausorder aan, om naar den Paus te reizen , en't gemelde verlof te verzoeken : maar die gaven tot siïtKJ woord : 't was hun beroep niet, wereldfcbe zaaken te behandelen. Eindelijk wierd 'er eenandereMon>u nik ten zelven einde afgezonden: maar Keizer He»-} drik IV, die de zaak anders verftond,· en van Bolefiaus voorneemen verwittigt was, had de wegen doen be- letten, en den Monnik gevangen doen neemen. Dus is zalving, krooning, koningdom, en alles, in den loop gebieeven. Dit heeft geduurt tot het jaar 129T* wanneer Primifiaus, een kloekmoedig Vorft, en die de zaak met een ander oog aanfehouwde, in eenen rijksdag zoo veel te weeg bragt, dat hemde konink- lijke kroon door den BiiTehop op het hoofd wierd gezet. Op dezelfde wijze wierd zijn nazaat Wence*< flans ook gekroont in 't jaar 130ü. Maar zUWhdi- e Cromerus f^ift Polon. lib, 4. & f'. Match, de Michóv.
Jtb. ?. c. r, ƒ vide Pct'r. pardani itj yita S. Roniualdi apud ^aftltnn, Jlaus,
|
||||
Rhynxandsche Oudheden. sj
flatti) dé nazaat vmWencejïaus, meende gekroont te
worden , hebben de Biflchoppen wederom nieuwe zwaarigheit gemaakt. iPrimiflaus, zeiden zy, had zich. ter ongelukkiger uure laaten kroonen ; en was hern de krooning qualijk bekomen, om dat ze zonder de PauiTelijkè toèftemminge doorgegaan Was. Zoo heeft hy dan, om geen hinder té ontmoeten, iemand naar den Paus afgevadr'aigt , en verlof laaten verzoeken om gekroont te worden , en den naam van Koning te mogen draagen. Dé Paus , van een andere kant belet en tegengehouden , heeft het riiet opentlij k dur- ve$ toeftMn. Naderhand hébben de Poolen naar geen Pauiteiijk verlof omgezien. :'."' Het zal den Leézer, hoop ik, niet verdrieten dat
vyVÖrl'déze ftofre wat langer blyven ftaan$ en deze t'Wee zaken noch door eenige voorbeelden beveili- gen ; namentlijk dat de Pauzen de koninklijke pronk- gewaaden, en den tytel van Koning, van Hartog, enz. dikwils aan de Vorftèri gefchonken hebben ; en dat zy zich zelven door die fchenkaadjen , en door het vereeren van den koninklijken eernaam, gerechtigt achtcden , of voor gerechtigd gehouden wilden heb- ben, om het recht van Leenheeren, dat is de opper- mfjefteit, over zodanige koninkrijken te beoeffenen. Om van 't eerfte te beginnen ; zoo hebben de Ve- néétziaanen,gde welke dus lang etnenTrUüaus voor *t Hoofd hunner Republijk gehad hadden, maar nu, te weeten in't jaarpSï^ , magts en aanziens genoeg meenden te hebbén ohï onder eenen Hartog of Do- ge te ftaan , eenen gezant naar Paus Adeèdatus afgè- vaardigt, om zijne toefternming en goedkeuring tot het verkiezen van eenen Hartog te verzoeken. Als Ottocarus, noch maar Hartog van Bohemen , den Keizer Ottó IV, dewelke door den Paus7 gédraagen vrierd, met al zijn vermogen geholpen had tegen Kei- zer Philips, heeft Innocentius lllh, om zijne diênften te beloonen , hem den tytel van Koning gefchon-
ken. ■ ■:'('·'' ■ Dus heeft ttïonórim IIIΛ Johan Koning Van Jerufa-
iem, dewelke tot Koning van Armenië verkoren was,
g Petr Juftinianus Rcr. VYnetar. lib. 7.
» Ep, ïonoc. 3. 49. & j-o, edif. Ant. * Hooor, ep. 662, ^ 5 in
|
||||
5|» AAltTXKENlRGSN, Ο.Γ »Ε
iu het recht van, dit koningdoin, beveiligt, 2elf$,
heeft de nieuwe Koning vanDiöclië en Servië den. ^elven Bowriw* gebeden ,/by zoude hem de beveili- ging vanden koninklijken tytel toezenden,: 't welke, de Paus.^rnèt,djevereifchte plegtigheijc heeft gedaan,. t>Q tiegaaten * door Paus Innmntim IV naaf; JSToor-
wegen gezpaden.qm hulp tegen. Keizer Fndsriïip νer.- zpeken, ^eèbejt]i den, Landyoril fi^CQ^om hem χμ. winnen, voor Koning; uytgeme^en/cin Koning, $$-., kroonti MacpOjOm 'er diüby ψ voegen, was wyfzér en voorzigtiger;/.en» toonde beter kennis van zaaüen,^ als menige Vorken, van, befchaafder. landfcha^en, én ik durf zeggen als onieïtöllfim Ut. Want Koning ge* kroond zijnde, en zjjri, ópgwif bereikt hebbende, heeft hy de Gezanten met dit of djetgelijk antwoord afgevaafldigt: De vyandeh der kerke w.aten zijne vyan- den., en hy zoude die voot zijipe vyanden houden: maar 't hjfte hem niet gedu-urig in,'t, hiumas te (laan te-r, gen alle, de vyanden vaa den £aus. ffw W*.*k M%% in zekere geiegendheit gereed geilaan om Framfim^ den zoon van Cojmus Hattog van Toskanen» Koning te ver klaar ent, Pm V » beeft aan den ζ elven, Qofnws, den tytel van Groot-llartog, gegeeven.. Wél js: w aar; dat KarelV zich daar over gebelgd toonde, few^- rende dat dit vergunnen vanVorftelyke^βξΙνκΒ e£% vqorrecbt was van 4ekeizerUjke, kroon: maar de ?an| beriep zich opf de voorbeelden van 4kjxw4et \l\1 Ij».*.· nocentim UI* Banorlus III; dewelke de Vorften vanl Poortegaal, van Walachie, van Bulgarie, van ier-', land, tot het komngdo.raverhevenhadden. En boe- wel deKeJzer Ket anders begreep, enhy zoo we) ate «.ij η zoon Pbilips II byGregorius X\ïl op hei indek- ken vanden gemelden tytel fterk aangedrongen hebr. ben, zoo is nochtans de Groot·Hattog altijd Groot* Hartog gebleeven. Doch dit zal een ander miiïèhien meer aan 't gebruik als aan de gerechtigheit der zake toefchryven. Nu koomen wy tot het tweede deel, en wiUeu
gaan toonen wat, voordellen de Pauzen, in het yer- ■ *i;Èpiit. &iistr«
l Matthaeus Paris ad Ann, IZ4S.
m Thuanus ad Ann» 15 60* * w Idem ι $69* gun- 1
|
||||
RhYNLANDSCHE OUBHEDEH. ff
fetmen van die voritelijke tytels , beoogt hebben,
let zelve zy. te verltaan van dé kroomnge zelf 3 en wat daar voorders onder begreepen word. Als Phi- lips Ia, Koning van Vrankrijk,gekroont zouden wor- den , hebben de PauiTelijke Legaaten zulks tegenge* iproken ; beweerende dat geen koning van Vrank- tijk gekroont mogt worden zonder Pauiïelijk verlof* Naar bewijs van hun zeggen gevraagd, hebben zy zich berqepen op een oude, en ik weet niet waarop- geraapte , vertelling; dat Paus ffonnisdasden H, Remi* gius gemagtigt had om Koning Klodwaus te kroonen: waar uyt zy beflooten dat de Paus , die eens in *t kroonen van de.Koningen gekerit was, altijd daar in gekent moeit worden. Maar de FrantTen hebben hun tot antwoord gegeeven dat zy geen Pauflelijk verlof, van nooden hadden , en niet verzoeken zouden * om hun Koning te kroonen. RamireZypGwn van Arra- gonie, wierd ook beluil om den hoogdraavenden naam van Koning te voeren, Hy had het volk en de Hee* ren op zijne hand: maar om vafterte gaan, en groo- ter gezag of luifter aan zijn koningdom te geeven, heeft hy dePauflelijketoeftemming daar toe verzocht, en zonder veel moeite verkreegeu. Dit was reder* genoeg voor de Pauzen om de Koningen van Arrago- nie, die het echter anders verftonden, onder hunne Vafallen te rekenen. Ja als Koning Jacobus, de zoon van Petrus II, in de vergaderinge van Lyons vér· fcheenen was om van Inmcem'ms JV, gekroont t£. worden, heeft Inmcentius de krooning niet willen be- ginnen , en wilde van geeukroonen hooren fpreeken» ten waar Jacobus belooven wilde zich zelven als Va- ïal van den Roomfchen Stoel te geëraagen, en eene jaarlijkfche rente optebrengen. Jtmbus, een kloek- hartig Vorft en die zijne belangen kende, heeft de krooning zoo dier niet willen koppen \ en is mis- noegd en geftoord vertrokken. Maar, om de waar- heit recht uyt te fpreeken , de eifch van Inmcmtms fchcenhier zoo onbetamelyk en onbillyk niet;en fcheen een krachtiger fteun als het toeftaan van de koninklijke; kroon te hebben. Petrus II, Jahbs vader, was van ƒ*- « JoaruTill. de Vignicr BiblioE. Hiftor. op het jaar é ï ßï.
f Maruna iib. é f. c, %z> Turquet livre & Suritq. &e* « çïòÝç»
|
||||
|ö AA KT E Ê IE ÍÉ Í G ÅÍ Ï Ñ Â Å
nocentius III. vereerd met den tytel van Doorluchtige
had eeiie kroon van ongedeeilemd brood van Romen gekreegen ; en heeft zich zelven voor Vafal en zijti rijk voor een leengoed aan den Roomfchen Stoel op- gedraagen. Doch het is onder de Staatkundigen be- kend dat een Koning niet bevoegd is om de rechten van de kroon op zijn eigen gezag weg te geeven. Ook hebben de volgende Koningen zich aan die een- voudige godtvruchtigheit van Petrus II. ten minfte niet gekreuntl '-l'"v"-"' · ' Maar om weder tot onze zaak te keeren ; Alphon-
fus Henriquez q, Graaf van Poortegaal, had een heer- lijke zege tegeri de Mooren bevochten j en wierd, tot belooning van zijne dapper heit, en tot vermeer- dering van de algemeéne vreugd, van zijn volk voor Koning aangenomen en uytgeroepen. Hy, om't be- gin van zijn koningdom des te luifter-rijker te maa- ken , zoekt ook de PauiTelijke goedkeuring te bekoo- men; en heeft die opzijn cerjte verzoek gekregen. A.1 wederom reden genoeg voor de Pauzen, om dat rijk voor hun leengoed te rekenen. Zoo heeft dan InmcenUus IV ^ om dat de Koning van PoortegaaL een loskop en ver.qnifter was, en geen veriiands ge- noeg Om te régeeren had, hem zijnen eigen broeder tot Rijksgenoot toegevoegt ; en alle degenen, die onder den nieuwen Regent niet zouden begeeren.te buigen, met den ban gedreigt. En als de Kardinaal Henrkus , Koning van Poortegaal , overleden was; heeft de Paus, om zijne andere redenen daar te laa- ien, ook uyt dezen hoofde beweert dat het Rijk van Poortegaal aan hem vervallen was : te weeten om dat het gemelde Rijk verzuimt had de leenrechten of den jaarlijkfche fchatpenning op té brengen.* By deze gelegendheit heb ik noch te zeggen dat de
Koningen van Spanje zich eertijds van niemand lie- ten kroonen. Als de tijd van krooninge verfchee- nen was, lagdekroon op den outer klaar en gereed: , en de Koning zelf, zonder iemands hulp , nam de kroon van den óuter, en zette dezelve met eïgenhan- >«1 t... , , -.■'.; i ,-:·'■ ·■ <>&# ■ , ·' - ■ iV, i ,:. ,! . }.»
q Turquet Iivrc 9 -10. &c.
ë Innoc. IV. pp. 2,. de Suppl. ncgligent. Pr^Iator.
lt Vide Chronicon Pétri IV. Arrag. Regis lib* z, e, 9. Sc
Raymund. Monraócrium ei ztf*
■•y. "*'■*» .- - den
|
|||
RhYNLANDScHE ÖUDHEDEH. 6%
den op zijn hoofd. Daar door zuilen zy beduidt
hebbeh , dat.ze de kroon en 't recht tot de kroon, SS zich zelven hadden, en van niemand behoefden. tea°nMen6lecft in dit gantfche werk, hoe dat de Pa-
rochiekerken doorgaans opgepropt waren van kapel- len · en dat iedere kapel haare Vikaris had, dewelke daar' op eenige dagen van de week gehouden was de Mis te leezen. Ik wil hier de menigvuldigheit der MiiTen voor-nochte tegen-fpreeken; en wil liever het oordeel van andere daar over hooren. Ik heb dit maar te zeggen, dat 'er wel mannen van groot aan- zien en godtvrugtigheit zijn geweeft, dewelke de ge- melde menigvuldigheit afgekeurt hebben. Wy wil- len hier maar eenen Petrus Blefenfis by brengen, de- welke gelecft en gebloeit heeft omtrent het jaar 1180. en wiens geleerdheit, yver, en godtvruchtigheit, hier niet behoeven opgehaalt te worden, Deeze man be- fchrijft en betreurt ineen van zijne brieven * dcnel- lendigen ftaat der kerke, te weeten zoo als die by zijnen tijd geftelt was. Hy betuigt dat een deel on- geleerde , of liever botte en vleeiTchelijke Pnelters, het beftier der kerke in handen hadden. Eindelijk berft hy in deeze woorden uyt: De menfcbeu hebbende altaren vermenigvuldigt om te bidden ; maar dte ztjn voor haar outaaren geworden om te zondigen. Daar op gaathy deKarthuizers pryzen ; omdat ze gewoon wa- ren zeer zelden de Mis te leezen: en om dat byhende byzondere MiiTen , dewelke in de tegenwoordigheid van weinige toehoorders gedaan worden, noch niet opgekomen waren. In deeerfte tyden der kerke zijn de MiiTen zoo menigvuldig niet geweeft. Volgens Epiphanius I wierd de Mis, in 't begin des Chriften- doms, 'drie malen in de week gelezen; zondaags, 'swoensdaags, 's vrydaags. S.Bafilius heeft *er vol- gens den geleerden c Martene , den zaterdag byge- voegt. En volgens dSokrates is dit een algemeen ge- bruik geweeft : behalven dat de Romeinen , Zoo als hy althans getuigt, op gecnen zaterdag gewoon * Petrus Blefenfis Epift. 12$, t
Expofit Tud. CathoL
c Martene de Sacram. ( de Enchar. ), * ^ l Socrate? lib, 5, c, 22..
|
||||
6% Aantekeningen, op de
waren de H, Offerhande op te drasgen. Die van Ar
lexandrye zouden, volgens den zalven Sakraiest gee-· ne Mis geleezen hebben als op den zaterdag. Ten tydevanS. Augu/iinus * was de gewoonte van dik wils ? of niet dik wils, MisteJeezen, verfcheiden. Echter zyn de dagelijkfche Miiïen metter.'tyd, en al zedert de y.of 6. eeuwe, fterk opgekomen./ Mettertyd zijn de Biflcboppen en Priefters, niet uyt
cerbiedigheit voor die Η Offerande, maar uyi on- achtzaamheit, zeer verflapt in het leezen der Miife. In eene Synode vanToledo, gehouden in't jaar 1471, wieid eene ordonamzie gemaakt dat de BirTchoppen ten minite drie maal in 't jaar, en de Prieiters vier- maal , de Mis zouden hebben te leezen. En lang te voren, te weeten in'tjaar6$o, wierd den Priefteren in eene Synode van Rheims bevolen , ten minite 2. maal in de maand de Η Offerdienlren te verrichten. |'. Hoe fterk dat de pellegnmaadjen en bedevaar-
den eertyds in zwang gegaan hebben, en tegenwoor- dig noch gaan, behoef ik niet aan te wyzen. Ik zaï hier maar aanmerken dat die pellegrimaadjen, die ver- re buiten het land gedaan worden, juift van alle be- fcheidene luiden nietgepreezen wierden. Wie heeft die bekende fpreuk van den godzaligen Thomas aKem- fis niet gehoort: Die veel in pellegrimaadjegaan, wor- den zelden heilig. Zeker Graaf in Vrankrijk had ook gelofte gedaan , van S. Jakob in Spanje lil gaan bezoe- ken; en fcheen 'er groote godvruchtigheid toe te heb- ben : Maar zijn Aarts·biflchop S. mldebertus heeft riem die pellegrimaadje, boven gelofte, boven zijne g'enegendhéit, bovelal, iterk afgeraaden . g zeggen- de dat hy daar 'm geene gelofte had gedaan vin een betere zaak : dat het nutter en beter was t'huis tebly- ven, en de armen té befcherrnen. Zouw Pieter van Leiden .ook. niet beter gedaan hebben, met zijne kerk- dienften, en zijne paftory van Zoeterwoude, waar te neemen, Gods woord te preeken, op 4e misbruiken van zijne gemeente te waaken, zich,ten dien einde in'*$ Goddelijk woord, en in de ichriften der üudvadererj te oeffenen , ais naar S. Jakob tellufema, naar Bo- * S. Aug. Ep. f4< noYse Edic.
ƒ' Martenc ibid. ;,
g Apud Chrift. Luputn in Concilia , torn» j. gag. 596.
ïonie,
|
|||||
S
|
|||||
ionje, naar Aken, naar Ardenburg, in een pellegrims
kleed te Joopen. Hy heeft het muTchien niet gedaan': maar hy geeft te kennen dat hy hermeende te doen; en, indien de dood hem verrafte, wifdé'hy het door een ander gedaan hebben. Niemand misduide mijne woorden : ik wil alle de beevaarden niet 'afkeuren. Ik weet dat ze van eenoud gebruik zijn in de kerke; en de getuigeniiTenderOudvaderenk voor zich hébben/Ik zegge maar dat ze doorgaans, ja doorgaans en meeft altijd , uyt nieuwsgiërigheit en andere verkeerde ïn- zigten aangenomen worden : ik zegge daarenboven datze menig menfch, die noodiger zaken te verrich- ten heeft, niet en paflen. De verblindheit der men- fchen is op dit ftük verder gegaan , als men zoude denken. Menige Priefters, Diakenen , en andere kerkelijke perfoonen, zelfs in Vrankrijk, leefden in de S.eeuwe maar flapjes hene, zonder véél werk van 't geeftelijke tè maakén: echter meenden zy dat het hun na dit leven niét qualijk konde gaan, indien zy maar bezorgd waren om beevaarden en péllegrimaad- jen te doen : Daar mede meenden zy7 zeit de tweede Synode van Chalons op de Saone , alle hunne zon- den aftevaagen, en alle de pligten van hunneflaat te vol- brengen. Die maar op den naam van Peljegrims, met een pellegrims ftók in de handen, en een pellegrims mantel om het lijf, achter de landen liep zwerven, en naar S.lakob 4e KompqfieUe, naar Jerufalem, naar Romen trok, en daar in de kerken wat mond. gebe- den geprevelt had, dat was een grooten Heilig. An- dere perfoonen gingen ook, volgens het zeggen van de zelve kerkvergadérïnge, eene peliegrimaadjedoen naar Romen of Tours: maar dat pellegrimaadjedoen beftond in den armen te verdrukken en uyt te zuy- pen, en overal te flroopen en te rooven4 oni hun- ne magt te vermeerderen. Arme menfchén , gelijk de zelve kerkvergadering verzekert, die op gene god- vruchtigheit of godvruchtige iuzigten dagten, enmif- fchien geen aasje godvruchtigheits haddenk, gingen h Vide Gaudent. Serm. de Dedio templi S, Ambröf. lib· /Je
Hl. Hieron. Ep. 17. Marcell. & 40. ad Ruftic. Prudent, nymn de s» Hemit. J. Chryfoft· liomtf. eé. ad Popul. Ant. S. Aug.Ep.1j7. ad <^er. & Pop. Hipp.S. Paulinum £p. ii, quan-
|
||||||
. \.
|
||||||
Μ
|
||||||
<?4 Aantekeningen or de
quanfuis, ook pellegrimaadjen doen : maar aat Jtëlïe-
grimaadje doen beftond nergens anders in als in èeh geduurige be4elary : en zy hadden geen ander ihzigt in hunhe péliegrimaadjen , als des te Vryer' te fchooyetu .' * ".Y.'*'... "r: 4. Dewijl;iü ook een ongedrukt affchrift bekomen
heb, daar.de renten en landeryén , aart de .gemelde vier Vikaryen beweezetl, uytgèdfukt ftaan , én nóch "eenige andere ómftandfgheden vermeldt worden ? zal ik het voornaamfte -,' ten dienfte der Liefhebberen, daar uyt opgeeven. . . "Daër toe bewyfen wy . . "alfulcke erve ende renten als hier naer befchreven itaen< In den eeritenvyf margen tatits in eenencamp |
|||||||||||||
5>
|
|||||||||||||
gelegen iri Heeren Danimas hove.' Item in defelve
"hove is eénen anderen camp tegens derdalf mergen " lants. Item in'Hëynenoirt rS morgen lants. Item " Gerei D'iddensioens lant achte mof gen ende twee " hont. Item Natalien lant zeven morgen. Item veer- tien morgen lants die Simons Gameren waeren. Al "dit voorfcrêven lant leyt in 'tambocht van Zoeter- " woude. >Item eenen camp lants leggende op den " ZyIe ,. geheten SconeveJt, die groot is 8 morgen. "Item de Sande feven morgen lants, die Hendrkx " Goedemans waeren^. Item te Ryfwyk drie morgen * lants , die Amtsym Ryfwyck waren Item tote "Ryfwyck twee-ende-twintich morgen, ende andér- " half bont lants , die Tfebrants Oitfiers zoene waren, " f tem op een huys ende hofilede aen diegroote ftrae- " te. achter jan Griete zoens een pont HOUantss'jaers. Item op Heeren Jacobs huys ende hofltede van der |
|||||||||||||
9t
|
|||||||||||||
Hant opt bobge lant aen dat kerckhoF feiïien fchél-
" Hngen Hollants 's jaers. Item op Willent Jan Mansz* ■ huys ehde hofftede in de ftege afterZcgers vterfcel·* " Hngen Hollants s'jaers. Ende omme dat ons eie- "cuteurs' ende den Collateiir voerfz. denket dat wy "die vier Capelrien hier aeri wel bewyft endevoldaen "hebben, ende den vier Capellanen, als Heeren fan " Meyffen zone , vf. Heren lacob van der Handt, He- Y ren Gerart Roggemof/ere 4 ende Heren Gerart Hoog- "flraete Pieters zoner van de Capelrien voerfcreven "die die vyftich ponden Hollants tfiaers alfoo dat "teftament houd; foodraeghen wy dit lant enderen- den voerfz. van onfer macht van den telramente " voerfi'·
|
|||||||||||||
■■-I
|
|||||||||||||
Rhynlani>sche Oudheden. 6?
"voerfz, by den collateur op , van hem Pieters we-
egen , der heylige Drievoudigheyt , onfef Vrou- "we, finte Pietery ende alle Goets Heyligen toet der " vier Capeirien behouf voerfz." Dan volgt 'er hoe dat de ■voornoemde vier Kapèllaanen met de Teita- ment-voogden verdragen zijn s' en voor hert zelveii en hunne nakomelingen met eède belooft hebben, dat een van de vier Kapèllaanen de renten, van 't éerfte jaar opbeuren zou ; en 't jaar yèffireëkèn rekening zoude doen , zoo van de ontvange renten , als van de verzuimèniiTen der Kapel laatten die ter getyde'n niet verfcheenen waren. Zodanig dat alle de vier Kapel- laanen hun deel zouden trekken , maar zoo veel zou- den miiTen", als zy door hunne verzuimeniireu ver- beurt hadden : moetende, 't geen'er dan over mogt fchieten, wederom belegt worden ten dienfte van de kapellanyen. ^fakob van der Hantzoude de renten '£ eerite jaar opbeuren en bewaaren; in 't tweedejaar zou het de beurt Zyn van Gerrit Roggemeftere \ Gerrit Roggemeflere zou 't navolgende jaar opgevolgt Wor- den door Jan MeyJJen zoneΛ dewelke, het jaar yer- ftreken zijnde , argeloft zoude worden door Gerrit Haegfiraaten. Dan zouden de beurten .wederom be- ginnen met Jakoh< van der Hant. Indien 'er een vaü. de kapèllaanen quam te fterven , zoude zijn nazaat in alle de laften en verbiriteniiTert van zijnen voorzaat treeden. Zoo iemand verzuimde op den beiremden tijd rekening of betaal ing te doen, die zoude alle de verfcheenen renten van zyne Vikary verbeuren , en dat ter tijd toe dat hy rekening en betaaling gedaan zoude hebben:, en zouden deze verbeurde renten£e- fleedt worden.ter verbeteringe van de vier kapella- nyen. Indien de Kapel laan, wiens beurt het was de renten op te beu,ren , en aantekening van de verzui- mèniiTen te houden, in het houden van zodanige aan- tekeningen nalaatig was , en zulks beweezen konde worden , die zoude de verzuimeniflcn van de Kapel- laanen, die ten getijden niet verfcheenen waren , uyt 2ijne eigen renten moeten betaalen. De Kapellaan, wiens beurt het was de renten te ontvangen, zoude dat jaar daar voorgenieten 30 fchellingén Holiandfch' geld. <e in
|
|||||
•
|
|||||
<& &%¥ίΦΆ βΨ&Μ ft ' ö ï* 5 D E
<!e haarnen L· de vïer eeffte KapellaanepW^ukt.
te weelen » Meyjfmzöne, ijfëolf. vaifdtr Hum, Ge- "MftSeèn oude ongedrukte^brief tet hand gefteft
door W waar in iéerfe W*?«? W*** dochter, aan den Zelven FipceèΧοτη?Ιφ overdoet ;het vergeeveri van vyf Vücaryehio S.P^rj en Van twee VikarVeri ëi! drie kanbnniksdyen'in S:Pmkraskmc enz. Wy zullen den brief ten 'djehfte van den Leez*er hier 14a- ten voTgeri: , ','„U/;"j;i7i.·.»-' "'ilo]w"ü~n. f ckBartnaVrahcKen. dochter vindden;, wedu-
* wc van wijlen lacöb'A'driaensl. aénrrierkende dat ië^by'fucceffie van.'mijrj ouders föligeV "gedachten, 'lisMichiel Gerritsz. vander Hëyde mjftróiidè Vader, Méèfter Phillips van Leyden ,. ende Heet Pieter yan ËeVden , myn heveKy PatroniiTe etttie tpt)llJatrix ben van dtveriche Canó.nicx provëhen ende 'Vicaneu ofte Cappelrien gefundeèrt by hemluyden, ofte een yeger- lijck van hen byiondérjn finte PanCraes .ende iinte Pièters *kercken binnen Leyden , daer oft die bentters ais m iïfn Heer Willem *Tufer van-AlCmae, Heer Dir.ék Lubbenz. Meeuer. Jan,Van Adrichem, Mee- fter ïan Van Leydéi Λ. Heer W die «JjWt V W* Clae* van Leyden ; Heer Salomón VWöftéhj: etide een ©ais nu litigÏe.ux.iïaét' tut recht'tóffchert «Cer A'ndriesBerthelrrieèüsz/ende den yótrrioërndcn.W fter'Jan van Adricnem/altc gëdoteert,gééf{geert'en- de gefundeèrt met' al'fuTcke latten énüe bp/aïfulcke outaeren in die voerfchreVen twee keïqken'als die fündatien daernff weferYde Weder vuyrvvyfen zullen, daeraff fömmige Co.Uatfen gefandeert .''by-den voer- noemden Heer Pieter van Leyden /mimen-heve'tot noch toe annexe zijn geWeeft den, befifter Van mijn eroote ïteenhüvs ftachde'te Leyden aert.de blauwe ftperi langes die zuytfijde vandc kerckftegfc tot op die vbltèrsgraft. Ende want ick Bertha voerfcreven oVfcr- Wé dat ick fel vergheeft Kinder en hébbetiöch broe- der noch zufter , ofte broeders kindef ofte fcufters kindër : Soe eeft dat ick met rijpen 'rvfcfc énde wel bedacht wefcnde , gaende ende itaende in gefond.en lijve, by confent ende auctoriteyt vanden eerbaeren |
|||||
J
|
|||||
jRhmnlandsghe Oudheden. 67
Bertelrneeus Andriesz. in dsVe zaecke mijn gekoereti
Voeght. Ende omme alle inconvenienten van rech- ten of pleyten , die ter caufen wan alle mijne voor- fereven Collatien ofte om eenigevan dien naer mij- ne doot tufïchen eenigen , die zouden willen preten- deren Collatoers te wefen op fouden mogen rij feu te fchuwen, ?t zy ter caufen van die befetunghe van- den voerfcreven huyfe off anders. Endetot dyen eyn- de datter een goet man , clock van verftande eijde macht hebbende dit Jus Patronatus ofte recht van te geven voer zal ftaen ende defenderen , alfoe dat alle defe Collatien off eenige eortefaens off ander die daer luttel rechts toe fouden hebben. Waeromine ick Bar- tha Vraucken dochter voerfcreven met alle manie- ren van recht als ick alderbeit mach ende kan als een waerachtich Collatrix ende Patroniife voer V. No- tarius ende getuygen hier by geroupen ende gebeden met mynen vryen onbedwongen wille hebbe limpe- lijck ende puerlyck gegeven, gecedeert endegetranf- porteert ; Geve , cedere ende tranfportere off «ver fielle mits defen het geheele Jus Patrwatm ofce<iie volle macht van alle de Provenen vande Vicarien off Capelr.ien te geven als ick dat van myne voerfcreven ouders by fucceffie gecregen , ende ick dat op den dach van huyden toe befeten hebbe fonder iny myn erven, naecomelingen, ofte beiitters vanden voorn, fieynhuyfe eenich recht daerinne te behouden , nu en- de ten eeuwigen daegen toe, den eerbaerea , wyfen ende voerfienigen man Mr. Vincent Cornelisz., Pve- kenmeefter van Hollant , hem ende zyne erven ten eeuwigen daegen, om nuvoortaen van allede voorf. Provenen te difponeren ende te geven als die ofte een van dien vaceren of open ftaen zal, als ick ende my- ne ouders Collatoers tot noch toe gedaen/.hebben. Ende omme dat defe donatie of gifte ende overftel- linge oft tranfport van dit Jus Patronatus \nzt iW-Age- ne dat daer aencleven mach tot eeuwigen daegen Mant houden ende van waerden blyven machendezyn volle effect in den rechten ende voer allen Rechte- ren fortereu zal muegen.Soe hebbe ick Barthavoor- noempt gebeden ende verfocht , bidde ende verfouc- ke mits defen den Eedelen hoochgeboeren Geeflelyc- kenHeere, Heer Frederick, Marcgrave van 'Baden, <£ % Esfcop
|
||||
68 Aantekeningen op de
Bifcop van Utrecht, dat hydefe donatie ofte dittranf-
poirt Juris Patronatus aldus by my gedaen confirme- ren ende approberen wille alli van rechts wegen be- hoort. Ende oock mede indient noot is defelve Col- latien te fepareren vanden voorf.huyfinge, ommenu roortaen te volgen den perfoenen van Meefter Vin- cent ofte zyne naecomelingen Collatoers, ende met den befitters vanden felven fteenhuyfe boven verclaert nyet tegenltaende die fundatie die daer ter contrarien wefen zoude mueghen. Ende begeer van u ghy tuy- ghen hier tegenwoordich defe Cedulle ter kennirTè van tgene dat voerfchreven ftaet , te willen onder- teyckenen ende van Heer Notarius een of meer in- ftrument ofte initrumenten hier of te willen maecken in die befte vorme, ende defe Cedulle gefchreven in Duytfche, te tranihteren vuyten DuytfcheninLatyn zonder die fubftantie te veranderen met allen claufu- len daer toe behoorende. Hoe veel dat men zich aan dat bcgeeven der yi-
karyen gelegen ljet leggen blykt onder anderen hier uyt , dat deze overgifte zoo plegtig in de Latijnfche en Nederduitfche tale befchreeven wierd ; dat 7e beveiligt.wierd door den Utrechtfchen piiTchop Fre* derik van Baden \ dat ze, tot meerder zekerheit be- 'Veftigtjgoedgekeurten bekrachtigt is door Paus LeoX: dat 'er, beha!ven die goedkeuring en bekrachtiging, van Paus Leoos wegen een zeer wydloopïge brief, meer als 31 zydjes in folio groot, aan beide departyen is gezonden; waarin tegen de overtreeders en Hoor- ders van degeme'de overgifte de fchrikkelijkfte ftraf- fen van de ganfche wereld worden afgekundigt: eu men weet dat zulke beveiligingen , en die wyd- Joöpige brieven , te Romen als tegen goud opgewo- gen worden. Eindelijk blijkt het uyt de menigvul- dige proceifen, dewelke omtrent die begeevingen van Ïyd tot tyd voorgevallen zyn. Dit alles ftaat in 't gemelde handfehrift begreepen. En om dat in gemelden brief, of zoogenoemde
procejfus , de order uytgedrukt ftaat , dewelke in 't vellen van'tbanvonnis, en van de vordere kerkelijke flraften , plagt gehouden te worden ·, zal ik het gene ten dien einde dient, uyt het gemetde proeefftts be- knep- |
||||
Rhynlandsche Oudheden.
|
||||||||
69
|
||||||||
knoptelijk uyttrekken. Voor eerit, indien 'er eeni-
ge onbezuisde en rukkelooze menfchen zich mogten verftouteii de gemelde overgifte, mitsgaders de daar op gevolgdePauflèlijke beveiliging, tegen te ftreeven, teftooren, te verhinderen; en daar door den kerkdij- ken ban, die in den PauiTelijken brief uytgedrukt itaat, op hunnen hals te haaien; zoo word van wegen Jo- han BabtiflaVaiaminus, PauiTelijken Referendaris en uytvoerder in deze zake, aan'alle Abten , Priors, Prooften , Dekens , Aartsdiakenen , Zangmeeiters, Onderzangmeefters, Sacriity-bewaarders, kerkelijke Penningmeeilers, Scholafters, Koiters, Domheeren, Kanonnikken van kollegiale kerken, Paitoors, Ün- derpaftoors en Regenten van Parochikerken, Aarts- priefters, altijdduurende Vikariiïen, 't zy laft van zie- len hebbende of niet hebbende , Altaar-bedienaars , kerkelijke perfoonen, en alle geeitelijken in 't alge- meen , wat ampten of bedieningen dat zy bekleeden; vorders aan alieNotariiïen en Beamptfchryvers in de ftad of onder het ftift van Utrecht woonende, en aan ieder van hen in 't byzonder, verzoek gedaan, en op ftraffevan den ban order gezonden, om in hunne ker- ken, kloofters, kapellen , waar en wanneer dat het pas mag geeven , en de voornoemde Heer Vincent Komelifz. zulks op hen verzoeken zal, onder depleg- tigheden van de MiiTen, of van de Getyden, aftekun- digen dat de voornoemde tcgenftreevers , of ftoor- ders, in den ban vervallen zyn ; en dat ze zulks zoo lang hebben te vervolgen , dat de gemelde Valan- cmns, of deszelfs Overfte , hun tegen - bevel toege- zonden zal hebben. 2. Indien die tegenilreevers en rebellen den gemelden ban ... dagen na de gemelde afkundiging blyven verfmaaden ; dan word aan de • voornoemde Abten, Priors, Kanonnikken enz. en ; wederom op den ban, bevel gegeeven om de voor- jnoemde tegenilreevers, en ftoordersop een harderen iiinadelijkerwyzeaftekundigen.Zymoeiien,in zulk een geval, op alle Zon- en Heiligdagen, onder de plegtighe- den der MiiTe of onder de kerkelijke Getyden,de gemel- fde misdaadigers metnaame en toenaameals bannelin- ;jjenai"leeien:de klokken moeiten luiden; dan moeiten dekaarirenaangeitoken, wederom uytgebluft, en dan «>P de aarde gefmeeten worden. Daar op moeiten die <£ 3 Ab-
|
||||||||
"*~k.
|
||||||||
ηό Aantekeningen op de
Abten, Prieiters, enz. hunne Priefters-kleederen aan
hebbende, en het kruis- voor uyt gedraagen wordende, de kerk met wywater befproeyen ; om de duivelen, die de voornoemde bannelingen zoo gebonden en ge- ketend houdt, te verdryveh: en den Heere bidden, dat het hem believen mogt die ongelukkige menfchen we- der tot het katolijk- geloof te bek eeren , en tot den fchoot der H. kerke te brengen ; ten welken einde de beweeggelijkfte gebeden, die men bedenken zou, en ten deele uyt deH. Schrift getrokken waren, gelee- zen moeiten worden. Die gebeden gedaan zijnde moe- iten zy, met alle deGèeitelijkenen hunne Parochiaa- lieti, naar de kerkdeuren toe gaan; op dat die ellendi- ge bannelingen zich des te Vroeger en fpoediger zou- den korinéri onderwerpen. By de kerkdeuren geko- men moeiten zy (diePrieilers enz ) drie fteenen wer- pen tegen de huizen van gemelde bannelingen; dat is naar de kant toe daar die huizen ftonden, tot een tekeir van hunne eeuwige vêrmaledydinge ; even als Chon, U'atban, en Abïron, vermaledydt en levendig tèr Helle gevaren zyrt. En deze afkundiging moeit oök na de Miflfc, onderde Vefperen en andere Gety- dert, eil na de openbaard predikaatzien gedaan wor- den. Deeetite van de gemelde ceremoniën wierd de ban , of eigentlijk de afkundiging van den ban , ge- noemt : d'e tweede was eene verzwaaring van den ban. Maar 3. indien de gemelde bannelingen, nade- ze tweede plegtigheit , of zoo genaamde verzwaa- rïng, tiett dagen onveranderd en hardvochtig bleven ; dan quani er "eene re-aggravath, of nieuw verzwaa- ritig. En moeiten dan de voorgemelde Geeitelijken allegelóovigen , mans- en vrouw- perfoonen, en voor al de goede kenniiTen en dienaaren der gemelde banne- lingen , vermaarten en hun óp den ban gebjeden, dat zy, by aldien dezelve bannelingen binnen de fes da- gen na deze nieuwe aanzegging tot geen inkeer qua- men, allégemeenfchap, ommegang, mondgefprek, met ben zouden hebben af tefnyden;hungene gedieu- iïighedert of beleefdheden hebben te bewyzen ; met hen niet rnogien (taart , zitten , wandelen , eeten , drinken, t'huis leggen : hun geen eeten, drinken, water , mogten toedienen , behalven in zulke ge- vallen , daar de Rechten her toelaaten, Die hier :-.* tegea |
||||
tegen deeden, moeiten even eens-, als devoornpepi-
de rebellen zelfr alle Zon-e» HftiHg- dagen, onder deMiflè, kerkgetydcn, enz. al$ bannelingen afgekun- cifgt worden. 4. Indien de voornoemde Rebellen, dus afgekundigt, vermaand, en wederom verzwaart zynde , wederom zo, dagen hajslterrig bleeven ; en hunne ooren,, als dooveferpenten, gefloten hielden ; dan wierd oyer alle en iedere. Steden, Dorpen, Land- flreeken, Kaftselen, Stedekens, Voorfteden, Kapittels* Parochi kerken, en alle andere plaatzen, daar zodani- ge menfehen, of eenigen van hen , naar toe geween, ken waren, of zich 'er mogten ophoudend WO lang als zy daar verbleven , het kerkelijk interdikPuyt ge- fproken. In dit geval moeiten de kerk^ieKften, ten rninfle met opene deuren, flil ftaan ; en mogten de Prieftets gene kerkelijke Sakramenten bedienen : be- halven dat het Sakrament van 't Doopzel, en van de Biecht, aan ieder een; en het Η Sakrament des ou- taars aan de zieken bedient mogten worden. Het Huwelijk vnogt niet anders bedient worden als zon- der de gewoonlijke plegt'gheden. Dit was, het rech- te middel om alle menfehen tegen die zoo genaamde Rebellen gaande te maaken; en hun, wilden zy niet ge- plaagt worden , buiten het Chriftenrijk te doen vertrek- ken : want geen bedroefder ftaat, zoo als de menfehen het wel begrepen, als het flil ftaan van de kerkelijke dienlten <;.Kou dat alles noch nierhelpen,zoo wierd zijne Keizerlijke Majefleit KaretV ., mitsgaders alle Vorflen , Hebren, Hartogen, Graven, Markgraven, Baanderheeren, Ridderen, Riddermatigeperfoonen, Burgemeefters , Schepenen , Rechters , üfficiaalen enz. gebeden ja op de ban vermaant, zoo ras als de Heer Vincent Karnelifz. zulks verzoeken zoude , de voornoemde perfoonen gevangen te nemen , en in den kerker op te fluiten; en daarenboven alle hunne goederen aan te flaan, in beflag te nemen, aan te hou- den ; en hen zoo lang ertzoo rtrengelljk , zonder hen nochtans zwaarlijk te quetzen, te plaagen en te rin- gelooren, tot dat ze zich in alles onderwierpen. A! ditgezeide, en ieder van't zelve in't byzonder»
wierd aan de voorgemelde kerkelijke en wereldfche perfoonen (Abten, Kanonnikken , Paftoors, Har- togen, Graven, enz.) uyt krachte van dezen zel- C 4 ven
|
||||
çæ Aantekeningen op de
ven brief bekend gemaakt en aangedient ·; ßç deïer
voege, datzy, hunne pligten in't bovenftaande ver- zuimende, niet alleen in de gemelde banvoiiniffen en andere kerkelijke ftraften zouden vervallen ; maar ook /ieder voor zyn hoofd , zoude verbeuren iooo goude Dukaaten ; dewelke ten halve de Pauflelijke kamer en ten halve de beledigde partye, zonder eeni- ge hoopc van quytfcheldihge , zouden toegeweezen worden. Dan ftond'er dat het bovenftaande PauiTelijk bevel
behoorlijk was bekend gemaakt aan den eërzaamen
Aarnouiman Noerden (dat is van Noorden ) wien daar
aan gelegen was, als voorgevende en buiten rechts-
pleginge roemende , dat hy afkomftig was uyt het
geflagt van Pieter van Leiden , den ftichter van de
vikaryen in den voernoemden brief vermeld. Ook was
het voorgenoemde bevel aangedient aan Johan Solms,
Domheer t en Officïaal van Heer Philibertus Dom-
proofl: en Aartsdiaken te Utrecht ; en vorder aan
Heer Willem Kuzer van Alkemade ; dewelke voorgaf
en beweerde dat hy Mie hiel van der Heiden en Philips
van Leiden in bloedverwantfchap beftond.
De ftichters van kerkelijke ampten mogten hunne
banden zoo vaft leggen , als't mogelijk was ; en by uyterften wille,zoo krachtig alszy konden, bedingen dat de vergeeving van die ampten altyd aan hun naa- fte bloed zoude blyven. Daar had maar een oud bes- je , van 't zelve geflagt , de begeeving in hauden te krijgen ; dewelke geen kinderen of navrienden heb- bende, en de vordere vrienden niet zeer genegen zyn- de, de vergeeving aan' een goede kennis had te maa- ken : deeze goede kennis, weetende zoo een lchrik- lielijken brief van't Roomfche Hof te bekoomen, kreeg de begeeving in handen : en de bloedverwanten moe- iten het j met goede of quaade oogen, zoo zy liefft ■wilden, aanzien. < Evenwel zijn de naafte bloedverwanten van den
ftichter, of die zich als de naafte bloedverwanten ge- droegen , door dat vonnis zodanig niet afgefchrikt, of hebben hun recht , zoo zy beft konden , voorge- fiaan en doen gelden. Want uyt het zelfde handfehrift heeft men dat de vikary aan S. Pieters outaar, in S. Pieters kerk , open was gevallen door de dood of * ,·' > vry- |
||||
Rhynlandsche Oüdhepen. 73
vrywilligen afftand van Heer Johan van Leiden ; en
als daar op door den voornoemden Vincent Kornelisz. tot dezelve vikary benoemt was Pieter van der Gou- de; dat de Heer Aernoutvan Noorden, hier boven ook gemeld, en zich voor den naaften bloedverwant van den ftichter opgeevende , tot dezelve vikary benoemt heeft eenen Niklaas van Berkel. Hier over is dan pro- ces ontftaan; 't welk den gemelden Niklaas vanBer* kei, uyt hoofde van gerechtsverachtinge, ofnietver- fchijninge, is tegen g«weezen. Doch onder S. Pan- kras zal dit wederom te pafte koomen. Hier hebben wy dan de naamen van twee Vika-
riflèn , die de kapellany aan S. Pieters outaar be- kleedt hebben : Johan van Leiden, en Pieter van der Goude. Door het gemelde vonnis is het krakeel echter niet
volkomentlijk beflift : want als dezelve vikary we- deromwas open gevallen, heeft de Heer Vincent Kor- nelisz. daar toe benoemt eenen Dideryk van der Gou- de ; ter wijle dat de Heer Aarnout van Noorde daar toe benoemde Meefter Johan van Adrichem , Licen- tiaat in beide de Rechten , en Kanonnik te Leiden. Evenwel is van Noorden wederom tekort gefchoten: want na dat'er eenigentyd voor den Officiaal vanden Aartsdiaken te Utrecht over gepleit was; heeft Johan van Adrichem afftand van zyn recht gedaan ; met be- kentenifle dat hy weinig meer op zyn recht betrouw- de; en uyt de brieven en bewijsftukken, diehem ver- toont waren v bevonden had dat de Heer van Noorden tot de begeeving niet gerechtigt was. In de zelfde ak- te flaat aangemerkt dat deze vikary van ouds S. Pie- ters vikary plagt genoemt te worden ; maar nu S. Maartens vikary wierd genoemt. ?. In't zelfde * handfchrift heb ik gevonden dat de
vikary van 't H. Kruis, inS. Pieters kerk, geftichtis door eenen Heer Geraard van Leiden; en dat de laat- fte bezitter van dezelve vikary , voor het jaar if iz geweeft is Heer Willem Kuzer, Priefter en Kanonnik van S. Pankras kerke. Dan volgt 'er dat de Heer Fincent Kornelisz. , de wettige en ontwyfelbaare be- geevér der zelve vikarye , het recht der vergeevinge in 't jaar 1531 overgedaan heeft aan Meefter Geraard * Pag, 90.
|
||||
74 Aantekenjngien op de
van der Laan, Licentiaat in beide de Rechten : ea
wel zodanig , dat het zelve recht op van der Lams erfgenamen en nazaaten zoude verfïerven. ; De zelve Heer Vincent Komelisz wtts aan dat recht
van vergeevinge gekomen door den vry willigen a£- iland van Katryn Schouten,. Dirk Seboutens dochter, Konne iij S. Lysbets konvent in 's Gravenhage: wel- ke Katryn Schauten den gemelden afltand, met detoe- itemminge van den Pater en Mater des gemelde» kon- vents, en van haare vuiler Anna, gedaan had in't jaar 15*27. Deïeaflland , door Katryn Schotiten gedaan, is door Bifïchop Hendrik goedgekeurt en beveiligt in 't jaar 15x8. Wy zullen tot opheldering van eenige Vikaryen, die in
S.Pieters kerkte Leidengeweeft zyn, uit oude'·. ·" brieven het volgende noch aantekenen. In't jaar 1460. heeft Willem van Leeuwen S.· Niklaas
Broederfchap, in S. Pieters kerk, begiftigt met een eeuwige vikary. Daar toe heeft hy befprokem 14 pont Hollandfch voor den bedienaar, en 10 Schell. voor het gilde zelf; dewelke getrokken zouden wor- den op eenige landen onder Zaeterwoude en Voor- fchoten. Daar voor moefteri de hoofdmans van S. Niklaas gilde door hunnen kapellaan, aan S. Niklaas outaar, laaten leezen 3 Mjflèn ter week: de eerite •zondags na 7. uuren : de tweede 's woensdags, de derde zaterdags. ■ ,; In 't jaar 1561. hebben Gerrit Bochelfz. van 'Buten-
weg, Simonjanfz- KomüisHuigmsJooft,vanZmnen,- veld, kerkmeefters van S. Pieterskerk , en begeevers van zekere vikary van 7 Miflen ter week , aan S. Jobs outaar, dezelve vikary zuiverlijk en om Godt te bedienen, gegeven aan Adriaan Janszoon, inwoonder der (lad Leiden. Dezelve vikary hragt jaarlijks op ^4 Carolus gulden , fpruitende uyt zekere inkomften. Jakob men Enge, vikaris in 't geeftelijk van 't Utrecht- fche Bifdom , heeft de gemelde begeving beveiligt. Noch was 'er eene vikary van S. Jan den Dooper;
dewelke gefticht was door Heer RutgerusUtenkamf. in
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 75:
In 't jaar 1458. wierd deze vikary bekleedt door
Heer Joban Woutman ; eii was ae Vikaris gehouden dagelijks Mis teleezenaan S. judocus OtiVd&r. In 't jaar iS5"9· was Comelia van Leeuwen, Klaas
van Leeuwens dochter, de begeefiter van eene vikary aan S. Niklaas outaar. Deze vikary, dewelke weke- lijks met vyf Miiï'en aan S, Niklaas outaar belaft: was·, is begeeven aan Gerrtt van der Mye. In 't jaar 1514 heeft de Heer Willem van Leeuwen^
ter eere van Godt, en voor zyne eige en zyn ouders en vrienden •zaligheit , aan S. Niklaas outaar , in S. Pieten kerk te Leiden, gefUcht twee eeuwige MiiTen. De eerite , die 's maandaags gedaan moeit worden, was een zielmis: de tweede moeit donderdags gedaan worden ter eere van 't /Ulerheiliglte Sakrament. De gemelde Heer Van Leeuwen heeft noch in S.
Pieters kerk gefticht driealtijd-duurende jaargetyden. Daar moefien 9 kaarflen op zyn graf gezet worden : ieder Priefter, op het jaargety verfchijnende, tot 31 toe, moeit 's avonds voor de zielgetyden ontvangen 4 penningen. Die's morgens ter MiiTe quamens zou- den ook 4 penningen Hollandfche munt hebben. De Kommandeur met zyn twee Heeren, en de üpper- kofter, zouden ieder dubbeld verfchijngeld genieten. En moeiten der 's avonds en 's morgens 4 Beggynen van S. Pieters ten gr ave zitten ; waar voor ieder Be- gyn jaarlijks zoude deelen tweeKomans groten. Tot onderhoud van de ^. MiiTen, en de 3.jaarge*
tyden heeft hy de volgende goederen beweezen: 1. De gerechte helft van twee mergen lands in
Voorfchoten. 2. Noch de gerechte helft van 3 mergen lands te
Voorfchoten. 3. Noch de gerechte helft van drie mergen te Waf-
fenaar. Ziet vorder over deze zaak het gene op S.Cathari-
naas Gafthuis zal verhaalt worden. |
|||||||
?"\"\.'. ·
|
|||||||
1 ■
|
|||||||
.PAN-
|
|||||||
#
ηβ RhYNLANDSCHE
|
||||||
S. PANKRAS KERK.
s PaBkr« TC && ^ieters &0Ï* Mjt in foaarbiojett br
kerk, 1^ ^avocgitoït ban ^ Panfcrasj betaelfte/
ombat3goö googer lanb getimmertfoa^/
be %0oa,ïanbfcS)e nern imerb genoemt 3}n 't
cerfie toa£ 3g / grip meefï alïe be nernen
boo2 't jaar ι ooo / ban goutoügetimmert ·, m
fïonb onber be jkroeïperR ban Leiderdorp,
al$ onber gare Jl&oebernern. Φοη imerb 3g /
boïgen^ ïjet fcg&ben ban Orlers, m ben be*
ginne met anber^ a$ Jet 2$erberen-gu$ ge*
noemt
3fn 't jaar 1515-* 3onbaag$ na/ of geïp
Henricus Taborita fcfetjffc 30tlbaag$ bOOJ Ma-
riaas-Geboorte, OUber^aaf Willem den Goe- den, ten ttjbe ban ben ttoeeben ïtommanbeur ban ^.Pieters nerne/ fë be eerjïe mtoijbing ban ^.Pankras «erne te Eeiben gefcöiebt J§>. Pankras ( Pancratius) f et! ïil'nb ban 14*
jaaren/ i$ boïgen^ get töoonifejj jR&artelaar^
Boen onber &ei3erDiokletiaan gemartelt on ben 12., jjfeeg, ^lnbere öeiaeeren bat 8y & nwr* temroon berbient geeft onber Steiger Deeius; biaar ober Henfcheniüs, fegjgbenbe ober tim .*i$&eti/ nage3icn«aniö02ben: betoeïtte^bo^ Öer albU^ ban Prancratius f$eent* Molanus
fchryft in zijne · Geboorte-dagen van de Ne- derlandfche Martelaaren dat de reliquien van S. Pancratius in S.Salvators kerk te Utrecht plag- ten bewaart te worden: en dat daarom de Gee- itelijkheit en het volk der zelve kerke den dag λ Ad 12. Maii §. 2, pag. i?»
b Natalcs San&oruai Bclgir, f ,: van
|
||||||
O U D Η E D E N.' 77
van S. Paneratius pkgten. te vieren. Onder die
Bifdom van Utrecht was Leiden gelegen; al- waar de tweede Parochikerk , op den naam van S. Pancratim, ingewydt is in 't jaar 13.1 f· Gelemus y in zijnec Wonderen van Keulen, getuigt dat te Keulen in'tHollandfche kollegie,'t welk den naam van S. fFillibrordus- en S. Bonifacius- kollegie voert, een groot been van S. Paneratius^ en meer andere reüquien, bewaart worden, €tn ban be tegentooo$ige pifïoo^teKeii
ben U$it eenboo^naam gebeeïte ban öeese reïiquien. β. Pankras iteeïi i$ eenfeïjoutt en Ronfiigg^
j&oubj; bod) ifl tenbeeïebooj be paet£fê|ap* pen bee i|oei$-en $ta&eltmito$- ge$inöen/ ten beele boo? anbere boo^baïïen / onbolteonnen gebieebcit |Haat inbien 3e boïtimmeit bjaac getoeefï> ïloïianb 50η miffegien geen mooyec en Ronfïrper been geifjab gebben. 3[n't jaar 1316/ onberSötfFcjjop Johan vanK ■ ,
Vcrnenburg , 30O a!^ Jan Gerbrandze «* van Lei- Vaö S. Paai-
den en Henricus « Thaborita getuigen/ $ fa kras kerk» ^ Pankras fceene een 3ecr aai^ienlijft enboo^
teeffeïp kapittel opgeeeeïjt / öefïaanbe npt eenen <©enen en Z4 üanonnibften. Φοηi§ te f afïoo$-ampt met bit&apittel bereenigt/ en in 't 3eïbe mgelijft gefcueefi mt aatijnfeïje fficQting^fefef / baar eenige
3Xief jjeböer£ etlpe jaaren met groote en bee* geeffcfje moeite na gc3oegt üebbeii/ $ gelufc feiglp in mijne {janben gébaiïen. $&$ 3nlien Öemöiet* laten bolgen: » Admiranda Coloniae»
«f Lib. 31, c. if, 1^
|
||||
ö$ RHYNiJL AWDSCHE
ff í .GWj «ë*»* , ^«f». Het zy allen en ieder
in 't byzonder, dewelke dctzen brief zien zul- len , kennelijk dat ik Notaris onderfchreven en de getuigen bier onder getekend , in 't jaar 11290, inde achtiteindiktie, Utrechtfche ftyl, ..den zo van de maand Oktober , ten tyde der Vefperen of daar omtrent, gezien, hooren lee- Zcn, en met eigen handen behandelt hcbbe ee- nen open-brief , met de daar aan hangende ze- gelen der geenen dewelke gezegt worden den brief bezegelt tehebben : zijnde de gemelde brief wel gezegelt , niet vergaan , niet afgefleeten, niet doorgefchrapt, in geenen deele gefchon- den of verdagt j maar, zoo als ten eerften aan- zien konde blyken , gaaf en geheel , en van woord tot woord luidende als volgt: In .Gods name Amen. Johan van Verneburg,
iBiffchop van Utrecht, wenfcht allen den gee- nen, dewelkedezen brief zullen zien, de zalig- heit in den geenen , die de waarachtige zahg- heit van allen is. Het is billijk , en de voorbeel- den onzer voorouderen moedigen ons daar toe ;aan, dat wy, der ontvangene weldaaden indag- ;tig, de eer endendienft van dien geenen trach- tten voort té -zetten , wiens * mildadigheit wy idagelijks in onze veelvuldige en gewigtige za- ken gewaar worden, en boven onze verdienden genieten. Daarom is het dat wy , begeerendc dat de lof des Almogenden in onze tijden -aan- -sroeye, en dat onze onderzaaten indendienft ;des Heere meeren meer voortgang doerven.ee- ne geftadige voorfpoedigheit-genieten , tereere van Godt, van de H. Maagd Maria , van den H. Pancratius (dewelke in de ondergefchreve * In't Latijn ftaat nhtgnificemlim t maar zoo als de zin my
vooikoomt, moet het zyu mnnificentiAm* ker-
|
||||
Oudheden» 79
kerke van Hoogland geviert word) en van alle
Reiiigen, onze Parochi-kerk van Leiderdorp, dewelke ons in vollen rechte onderworpen is, en de kerk van Hogeland te Leiden , dewelke een aanhangzel van de Parochi kerk te Leider- doip is, en onder ons Bifdom behoort, met den raad en de toeftemminge van de eerwaardige mannen en Hecrcrr, dtn Prooil, den Aartsdia- ken, den Deken, en het Kapittel onzer kerke van Utrecht, tot eene Kollegiale Kerk oprech- ten é> verheffen ; dewelke de Kollegiale Kerk vinS.JPankras op Hogeland genoemt zal wor- den : en dat wy den Regent van de Parochi- kerke en 't Aanhangzel voornoemd, te weeten Heer G-ifelbert van Waknborg , op de volgende wijze, forrn, en voorwaarde, van de gemelde Paitory ontfluan. En dewijl men van het hoofd dient te beginnen; zoo willen wy voor eerltdat in 't gemelde Kapittel zal voorzitten ., en de eerile plaats bekleeden , een Prooil, dewelke genoemt zal worden de Prooil van S. Pankras kerke te Leiden: en dewelke een Kanonnikzal zijn der Utrechtfche kerke , en daar eene Pre- bende zal hebben. Ook zal hy Pnefter zijn 5 ó£ de bequaamheit en den wil hebben, om binnen 't eerile jaar Prieilcr gewijdt te worden. Deze Prooil zal onze Kapellaan, en de Kapellaan on- zer nazaaten, de volgende Biflehoppen van U- trecht weezen; met ónze Miflen, als wy te U- trecht zijn, op de gewoonlijke wijze ie kezen. De vergeeving van deze Prooftdy, tot dewelke gelijkgezegt is eenKanonnik van Utrecht, die daar eene Prebende heeft , bevordert zal moe- ten worden, behouden wy, zoo dikwils als ze open valt, aan ons, en aan onze nazaaten, de volgende Biflehoppen van utrecht. Echter zal de
|
||||
8o Rhynlandsche
de gemelde Prooftdy in de kerk van Leiden gee-
ne waardigheit, maar niet anders als een enkel- de bediening zijn, endaar voor gehouden wor- den. Doch in onze kerke te Utrecht zal dezelve Prooftdy , hoewel dat zy door ons en de vol- gende BiiTchoppen van Utrecht, gelijk gezegt is, aan eenen Kanonnik der Utrechtfche kerke die daar eene Prebende bezit , zal moeten ge- geeven worden , geen prove of kerkelijk ampt zijn , nochte daar voor gerekent worden : ge- lijk de kerk van Leiderdorp, en haaronderhoo- rige kerk de kerk van S. Ñ ankras te Leiden, zulks te voren niet geweeft zijn , nochte daar voor gehouden wierden. Alleenlijk zal dezelve Prooft verpligt blijven , gelijk de Regent der voornoemde kerke voorhene verpligt was, om, als wy te Utrecht zijn, in onze kapelle of el- ders , de Miflcn in eigen perfoon , of door ie- mand anders, te leezen. En zal de voornoemde Heer Gifelbert van Walenborg ., Kanonnik met een Prebende en Scholafter onzer voornoemde kerke, die tot nu toe de Regent van de Parochi- fcerk en 't Aanhangzel voornoemd is geweeft, de gemelde Prooftdy , zoo lang als hy leeven zal, bezitten. Doch nadeszelfs dood begeeren, beveelen, en ordoneeren wy dat niemand , die eene waardigheit, Perfonaatfchap, of kerkelijk ampt in onze gemelde kerke van Utrecht be- kleedt , de gemelde Prooftdy zal mogen bezit- ten. En voor de inkomften en het onderhoud van de gemelde Prooftdy, voor het handhaven des Kapittels , en voor de behoorlijke rechten, verleenen wy aan dezelve Prooftdy alle de groo- te en kleine tienden van de Moederkerk en't Aanhangzel voornoemd ; mitsgaders het plein en het land , 'å welk Joban þ Bifdommer voor- bede |
||||
OUDÖEDEN, öf
hene bewoont en bebouwt heeft, zoo lang en
zoo breed als het is. En hy zal een Kanonnik van 't gemelde Kapittel zijn, en daar eenePre- bende hebben , welke Prebende bedraagen zal é f Hollandfche ponden. Ook zal hy de dage- lijkfche uytdeelingen van de f Parochikerke en het Kapittel voornoemd trekken , dewelke hy ontvangen zal , 't zy dat hy in 't Kapittel ver- fchijnt of niet; dewijl hy altijd geacht word de zaken zijner kerke waar te neemen. De Pa- itory van de Moederke te Leiderdorp zal voor- taan altijd bedient worden dooreen altijd-blij- venden Vikaris; dewelke voor zijn onderhoud, en om de latten te konnen draagen , alle de of- fer-giften en andere toevallen zal hebben j en daarenboven uyt de inkomften van 't gemelde Kapittel jaarlijks zal trekken 18 ponden , Hol- landfch gangbaar geld. Noch zalhy hebben het plein by 't kerkhof te Leiderdorp aan de bo- venzijde gelegen daar Heer Gyfelbert voor* noemd zijne huizingen opgetimmert heeft, met zekere renten-, dewelke hy , of zijne nazaaten, na het tekenen van den tegenwoordigen brief zuilen genieten of konnen genieten. Doch de voornoemdeOnderkerk op Högeland zal voor- taan befticrt worden door eenen Pafhoor; de- welke daar eene kanoniksdy en eene*prebende f De zin zou in 'cLatijn miiTchien eenigzïns ander? fchy-
nen te luiden ; doch is dan niet volmaakt, of is ten mioitc duifter. Hoewel een Kanonniksdy. en een Prebende, dikwils íïïÀ
dezelve zake genomen worden, zoo is 'er echter dit ondeiTcheid tuiTchen; dat de kanonnibdy voor het ampt of de bedieningc zcir , de Prebende voor een vafte en zekere jaarlijkfche inkom- |
||||
S2> R; Η % ]$ LA ï* Pr S Q Η $
zal hebbeo : enona hetdraagen var^de laiten,za],
genieten deprofyten of vervallencjeizelv.e"f" On- derkerke: doch. van de offer penningen*, enva,- % inkomften der zelve Onderkerke,zal by 'sjaars, hebben tien ponden gangbaare munte. Doch dp andere offergelden op't Hoogeland, en, dè va fte inkomften der gemelde Moeder-en Onder- kerke die 'er tegenwoordig zyn, mitsgaders de inkomften die de gemelde Onderkerk noch be- koomenzal, zullen voor dagelijkfcheuytdeelin- gen aan alle de Kanonnikken uytgedeelt worden> zoo ah door 't voornoemde Kapittel naar recht en reden gefchikt zal worden. Vorders zirl de gemelde Prooft tot hetvikariflchap van Leider- dorp en de paitory van 't Hoogeland , welke laaiie aan eenen Kanonnik, moet begeeven wor- den , na de eerfte inftelling dewelke door ons gedaan moet worden, aan den Aartsdiaken der plaatze, op de gebruikelijke manier en wyze, voorftellen bequaame perfoonen. Wyders, nadien niet veele perfoonen op de
inkomilen der gemelde kerken behoorlijk zul- len konnen beltaan ·, zoo zullen wy den weg en,de order ^.rwvyzen, op dewelke,het gemel- de Kapittel; met bequaaine inkomilen zal kon·· nen voorzien worden : te weeten, de befche|- dene m&wmn Philips van Leiden ^ Kanonnik te Kondé, Folpert vanWoiuk, Onderpartoor op't Hogeland , Philips Gerritfz. Paftoor te Aardeke- veen, Hugo vanderHandt, PaftoorteNieukoop, Gerrit Jakobfa. Pailoor te Warmonde, Willem t Voor Onderkerk.ftaat in 't Latjin appendicia (te weeren
Ecclefia) die vertaaling is niet al te effen : want dur zou noch eenifr.onderfcheid. zyn cuiïchen een Oriderkeik (dewelke naar 'de letter genomen, en volgens,het oud gebruik, een. kapel zou moeten genoemt woiden ) en appendix. Heer-
|
||||
ι
Ο U D Μ Ε D Ε Ν. Ij
Heerman*, Paftöor te Haarlem-, Frank Syffridus
zoon- , Kapellaan té Warmonde , Niklaas van B'khwyk , Pieter Hoefih, J o-ban Goede , foban willeïnfa. sullen van· nu af aan·, ieder voor zich zelven in'tf geheel , éene: prebende dichten, dewelke ten< minde ι f Höllandfche ponden , loopende munte,waardig 'zy 5 zoö als indenau- tentyken briefen de akte, die daar over gemaakt zijn , breeder uytgedrukt' ftaat. Daarenboven zullen alle zoo kerkelijke als* wereldlijke perioo- nen , dewelke aldaar eend of meer kanonniks- dyen en prebenden zullen' willen dichten , ten getale van 25* toe, het recht· van patroonfchap, met de toedémminge én volkomen wil· vanden voornoemden Heer Gifelbert, tot die kanonniks- dyen en prebenden hebben. En als dezelve o- pen gevallen zijn'; zullen zy en hunne nazaateri en erfgenaamen, of de genen door dewelke zf het gedaan willen hebben, de gemelde kahón- niksdyen bimlen den behoorlijken tyd begee- v-en ; of iemand· tot dezelve aan den Deken en4 het Kapittel voordellen, zoo als in andere Ka- pittelen gefchiedt. . Vorders ge-even wy aan den Prooft en den
Kanonnikken voornoemd mits dezen den ring, de rechten, en de inhulding van de gemelde Praoftdyen kanonniksdyen: en wy bcveelcn al- len kerkdijken perfoonen en Prieiieren, onder ons ftaande , dat zy , des verzocht zijnde , de1 voornoemde Heeren , en ieder van hen in'c by- zondcr, iri 't lichamelijk bezit hunner kanonniks*· dyen hebben te (lellen. Dochiedere prebendezav inde eerde ftichtinge ten ■ minde moeten waard11 zijn vyfrien Hollandfche ponden ,· loopend^ munte y dewelke, na dat<?er vyf pondeH ten ge- bruike als hier volgen zal van dezelve munte!af- #* - ge-
|
|||||
Η
|
|||||
$4 Rhynlandsche
getrokken zullen zijn, gehouden zullen wor-
den voor 't gros der prebende j behoudens ech- ter 't gene wy van den Prooft gezegt hebben. En ingevalle de prebende in de eerfte ilichtin- gen ongelijk mogten zijn in waarde j zoo be- geeren wy dat dezelve naderhand tot gelijkheit gebragt werden: zodaanig te weetendat, de twee Üichtersgeftorven zijnde, hunne nazaaten in de prebenden deinkomilen der zelve gelijke- lijk onder malkander zullen hebben te deelen; 't welk even eens zal gefchieden na het overly- den van de andere ftichters, tot dat'er eene vol- kome gelijkheit zy tuflchen alle de prebenden. En dan zal het gros van de prebende der gemel- de Prooftdye van geen grooter waarde zijn als het gros van de andere prebenden. De groote Kameraarzal alledeinkomfteningaaren, en on- der alle de Kanonnikken, ieder op zijne beurt, gelijkelijk verdeden. Doch de kleine Kameraar zal uyt de vruchten van iedere prebende trekken vyf ponden, loopende munte, ten gebruike als hier volgen zal : den Prooft nochtans, gelijk boven gezeit is, uyrgezonderd, op wiens pre- bende niets zal gekort worden; gelijk ook niet op de prebenden van den Deken , van den Ka- meraar, of van den Scholafter, ter tijd toe dat de gemelde gelijkheit ftand zal gegreepen hebben. Eindelijk zullen de Kanonnikken met den Prooft, indien hy ontboden zijnde zal willenen konnen verfchynen , cenen Kanonnik van een goed gedrag uyt hun eigen genootfehap , -op hun gewifte en achtervolgens het recht en de order voornoemd, tot hun Deken moeten ver- kiezen , en genen Deken elders van daan haa- ien: welke Deken dan zijne beveiliging, met de behoorlijke en gebruikelijke plegtighcden, van
|
||||
Oudheden. Sf
van ons en onzenazaaten zal moeten verzoeken
en verkrygen. En zoo dikwils als het Deken- fchap openvalt , zal 'er altijd een Deken uyt het voornoemde Kapittel, en uyt geen andere plaats, gekozen moeten worden. Indien de verkiezing op een andere maniere gefchieden mogt, willen wy dat dezelve nietig zy j en dat de gene, die aldus gekozen is, daar door het minite recht niet zal verkrygen. Behalven het gros der prebende, 't welk zoo
een Deken , wettiglijk verkoören , voor zijne gerechrigheit en voor het draagen van de laften des Dekenfchaps , uyt gemelde vyfde pond zal trekken j zal hy van iedere prebende, zoo die 'er tegenwoordig is als die noch gefticht zal worden, 's jaars trekken twintig grooten. Daar- enboven zal hy in dedagelijkfcheuytdeelingen, als hy ter kerke verfchijnt, met een dubbelde hand koomen. Doch hetbegeeven van het Tre- forierfchap zal aan den Prooit ftaan j dewelke gehouden zal zijn het zelve te begeeven aan een Kanonnik die eene prebende in 'c voorfchreven Kapittel heeft. Deze Threforier zal de kerk- cieraaden en kleinodiën in zijne bewaaririge heb- ben : en zal, gelijk het gebruik i$, gehouden zijn borg daar voor te ftellen , en 'er een lijft van op te maakcn. En behalven het gros van £ijne prebende, zal hy uyt de voornoemde vyf ponden van iedere prebende jaarlijks trekken tien grooten: uyt welken hoofde hy 's jaars, op de vier Hoogtijden van 't jaar, te weeten te Kers- mis, te Paaflchen, te Pinxteren, en op Aller- heiligen dag , voor de kaarfen van 't gemelde Kapittel zal geeven , twee ponden bequaam en nieuw waich. Op de zelfde wijze zal het voornoemde Kapittel het ampn van School- 3f 3 voogd
|
||||
8>Ó RïjY^L AN.pSjCH-iE
•V°og<J(Scholafikus) begeeven 3 wiens bediening
zal zijn de icho'lieren^ehoorlijkteonderwiizen, en de Koraalen omtrent den goddelijken dienft ie onderrechten. En indien de Schoolvoogd in .eigen perfoori zijne bediening zal waargenomen hebben , zal de fchoolmeeiter op 't Hoogeland hem jaarlijks meteene zekere hoffelijkheit, ten teken yan gehoorzaam en onderdanigheit, in- hulden : en daarenboven zal hem van 't boyef?- gaande 's jaars ietwes toegewezen konnen wor- den. Qe manier van ilaan in de kerke zal zo- danig zijn: de Deken zal aan de rechter, 'en de Piooft aan de üinkerzijde ilaan : en fchoon de Peken eene waardigheit , en de Prooit maar een enkelde bediening bekleedt, zoó moet ech- ter de Prooit, uyt hoofde van zijne Kanonniks- dy , dewelke hy in de meergemelde kerk van Utrecht befit , 4e hopger hand in \ geftoelte boven den Deken hebben. En vorders moet de e-rder in her ilaan, en de welgefchiktheit, on- derhouden worden volgens het gebruik onzer kerke van Utrecht. Wat vorder het overfchot der vier gemelde
ponden van iedere prebende, de offerpermingeii
van de Ondei kerke op 'c Hoogland , en de va-
fte inkomiien der beide kerken belangt; daar
van zullen twee deelen gemaakt worden ; be- \
jroudens dat de korting en de ontheffing van die
kortinge, daar boven van gefproken is, in haar
geheel zullen blijven. Het eerfte van die twee
deelen zal ten deele aan kerkgewaad , en
jen deele aan de VikariiTen en vordere nootza-
kelijkheden , en vorders ter handhavinge vaa
het Kapittel beiteedc worden : van het tweede
deel zullen de dagelijkfche uytdeelingen uytge-
reikt worden.den genen (jiede kerkelijke getij-
|
||||
Oudheden, 87
den bywonen 5 zoo als de Deken en hét Kapit-
tel goed zullen vinden zulks te beitellen : de- welke ook de magt zullen hebben iets omtrent het bovenftaande te vermeerderen of te vermin- deren, zoo als zy hetdiertftig zullen oordeelen. En op dat Godt in 't voornoemde des te hei-
liger gedient mag worden , zal de helft van de Kanonnikken de Priefteriijke Wijding moeten ontvangen hebben : van de andere helft zal een deel tot Diakenen en een tweede deel tot Onder- diakenen gewijde moeten weezen: en een derde deel,indien het zulks begeert, zal met de kerkelij- ke kruinfeheeringe volftaan. En zal hier in goed gemaakt worden het gebrek der Diakenen en Onderdiakenen , indien zy zich op de verma- ning van den Deken tot geen Priefters hebben laaien wijden ·, doch zoo dat 'er acht gegeeven worde op de hoedanigheit van den perfoon. Vorder zal ieder Kanonnik , al waar hy zelf
de ftichter (eener prebende) of op een andere wijze tot de Kanonniksdy benoemt, en al wie na dezen , het zy by verwiiïelinge of op een andere wijze, op nieuw zal aankoomen, in zij- ne aankomfte voor het koppen van de kappen en kerkgewaaden geeven fes gulden, of de waar- de van fes gulden : en zal hier in geene quyt- fchelding plaats hebben \ op geene gebeden ge- let mogen worden j geene ontfcbulding wegens armoede gelden. En aan dé Vergaderinge der Broederen , de eerfte reize als ze by een zullen willen koomen, zal zoo een nieuwe Aahkome- ling geeven vier taken goeden Rhijnfchen wijn, uytmaakende acht halve taken gelijk wy door de wandeling fpreeken. Dan de Deken , de Prood, de Treforier, en de Schoolvoogd, die het op zoo een tijd zijn zullen, zullen het in 5f 4 hunne
|
||||
ä 8 RH Õ NI. AND SCH E
hunne vreugdige inkomften noch beter en fat-
zoenlijker moeten maaken. En dus hebben wy beiloten, en beiluiten mits
deezen , dat S. Ñ ankras kerk op 't Hoogland voortaan zal zijn, en genoemt zal worden,een kollegiale kerk ; het Kapittel der zelve kerke, en de perfoonen van 't Kapittel, neemen wy on- der onze byzondere befcherming : en wy gee- ven hun , zoo in hunne goederen als in hunne perfoonen , den zelfden vrydom , den welken onze kollegiale kerken onder het Bifdom van Utrecht, en de Kapittels der zelve kollegiale kerken, tot noch toe genoten hebben. Noch willen en ordoneerenwy dat aan ieder
afgeitorven Kanonnik , tot betaaling van zijne fchulden , en om zijnen uytvaart te houden, tocgeftaan zal worden het eerfte genade-jaar van zijne prebende, eveneensals ofhy noch leefde; nytgezonderd de dagelijkfche uytdeelingen,en andere vervallen, dewelke deszelfs nazaat, in- dien hy den kerkdienft in eigen perfoon waar- ncemen wil, volgens de eerit-gemaakte ordo- nantzie, moet genieten. Doch het tweedejaar, 't welk onmiddelijk na het voornoemde genade- jaar volgt, fchikken wy voor de cieraaden en andere behoeftigheden van 't voornoemde ka- pittel. Ook zal ieder Kanonnik, by zijn leven of in zijne dood , aan 't gemelde kapittel tot cenc gcdagtenis moeten nalaaten een jaarlijkfch inkomen van jo Hollandfche fchellingen , loo- pende munte. Ook zal de Prooil zijn genade- jaar hebben in dezer voege : de eene helft van zijne inkomften zal befteedt worden tot het be- taalen van zijne fchulden, de andere helft zal aan 't kapittel gelaaten worden , om 'er cieraa- ijen voor te koopen. Echter zal het zelve kar pittel
|
||||
Oudheden* 89
pittel 10 fchellingen 's jaars aanleggen tot een
jaargetijde voor ieder Prooft 5 indien de voorge- noemde inkomften zoo verre konnen fpringen : en de nazaat van den overleden Prooft zal niet ïanger naar zijne inkomften wachten als dat ee- ne genade-jaar. Eindelijk zullen de Kanonnikken van ons
voornoemde kapittel by hun afweezen niet meer trekken, als zoo veel volgens het goedvin- den van den Deken en het kapittel, die daar in de plaats van de eerfte ftichters bekleeden , en na dat 'er een behoorlijk gedeelte voor hun Vi- karis afgetrokken is, van het gros der inkom- ften voor hen zal overfchieten : waar in wy nochtans de genen niet willen begrijpen of ver- binden, dewelke in eenige bevoorrechte Hoo- ge Scholen in eene geoorlofdeen eerlijke fakul- teit ftudeeren j of die om eene wettige reden afweezig zijn : aan dewelke wy het volkomen genot uyt het gros van de inkomften der pre- bende toeleggen. De uytvoering van al het bo- venftaande , in 't gene den goddelijken dienft en de andere pligten betreft, indien het vroeger gefchieden kan , zal beftipteiijk in 't werk ge- ftelt worden van nu af tot het naaftkoomende feeft van Kerfmis: op dat men, terwijl alle het nootzakelijke ondertuflchen gereedgemaakt is, dan aanftonds, zoo wel in 't koor als in 't ka- pittel , de bovenftaande plegtigheit behoorlijk mag beginnen. Ter getuigenifle en beveftigin- ge dezer zake hebben wy Johan van Vaerneburg Biiïchop, Zwederus Uterloe Aarts-diaken en Prooft , Henrik van IVeide Deken, en het ka- pittel der Utrechtfche kerke, mitsgaders Gyfel- bert van ÏVaknburg) Schoolvoogd der voornoem- de Jkerke van Utrecht, thans Prooft te Leiden, |
||||
<#> R Η Υ NL Λ Ν DS C Η Ε
en onlangs Regent der gemelde Moeder - en
Onder-kerke, als hebbende onze mede-en toe- jftemming tot het bovenilaande gegeeven, goed- gevonden onze zegels aan den tegenwoordigen brief te hangen. Gegeeven in onze ftad Utrecht, in 't jaar na 's Heeren Menfchwording 130*6, op SS.Simns- en Judas- avond. Dit is gefchiedt in de voornoemde S. P-ankras kerke op 't Hoo- ge-landt; in't jaar, in de indikcie, op den dag en de uure voornoemd : ten overftaan van de befc heidene en eerzaame Heeren , Piet er van Ztew/t?» Paitoor te Gieflen , Jvban Goed Johans zoon, en Gerrh hygenaamd Splinter ^ kerkelij- ke perfoonen , by het bovenilaande byzonder- lijk ontboden , en 'er toe verzocht. Dit afichrift is door my Johan van Luden,
Priefter en openbaar Notaris , tegen den oor- fpronkelijken brief vergeleeken , en bevonden met den zelven, zoo als hy in 't Regirter ftaat, over-een te koomen. Tergetuigenifleder waar* heit heb ik mijne eige hand hier onder gezet, en mijnen eigen naam hier onder getekent. Het gemelde Regifter beruft onder 't kapittel
van S. Pankras kerke te Leiden. Onder ftond DE LEY. JO.
.....; . i > SJn be 0t'oote|5ebcdanbfcSeliconp (Chro-
niron Magnum Belgii) iUQjb Philippus a Leidis
a$ fticljter Uan bitïiapittel gepjeesen· <êcly
ter i$ öe filtering öoo? ïjtm alteen niet ugtge* boert; goetoel ö& & boojttaanifïe onber be ftfcijttV$ ί»0$. $$$ Jan van Leyden en Henri-
cus Thaborita , ter boo^gemelbe plaateen /
fïaanbeanbere fiieöter$ oggete!^ <&nbet be jïicjjter# iao^b aïïereerfi berroeïb Gysbcrt van |
||||
O U © « E D IS iN, €)I
Walenburg, 5003Ö» Uaattt ty Jan vanLeyden
f η in be $5ulk ban öe« ^ifcgop $eïf gefei^e*
faen fïaat/ niet Vaikenburgjgelp ös1 toanHen- ricus Thaborka i»U$b gcnoeillt.
^ttt Rutger van den Poel ; $fettt Hugo, J&?
fïOO^ te ^egoreï; ^eer Dirk Robbertszoon-, Hfeei' Frank , Geraardszoon , aïtemaaï ψ}& flet^; Heet Willem vanNaakwyk, €tfmaa# fcgalfl ban ï^oUanö·, Johan Arentszoon, Wil- lem Willemszoon, Michiel Gerritszoon, Dirk Tierloec, ett Katryn, Gerrics dochter.. JpOCÏ) ^taat 'ft* fcy Jan van Leyden een Frank öf Vrank &mutztetmib; be&eïne toaatfcögnïpöeself?
Öe ^aï 3fjtl met Vrank Swertszoon.
^ee$e Walenburg toasten btetttijbeJ&Mloo?
banbejEoeberfteiJne telleiöerbioag/ enban^. Pankras feee&e fce Eeiöen', en $ ooft be eerfïe poafi ban get ïiagittel getoö^ben, 3Bg 30!^ fcn pc be naamen bet anbere j^oofïen «nt een oub feanegnen fioeft ïaaten bbïgm !♦ %eecGysbertWalenburgh, Üanottnifi te Pr00.ftc"
lltcecöt / en $a|ïoö^ te Eetöerbo$ / $ $ejïo^v^1 Ka'
ben ben 31 Sflugnfïï 1387. 2. üeec Johan janszoon, föanonnin te II-
teerst/ ieefbe m 't jaar f 4οδ. ;♦ %eei* Herbernus van Oye, ftanoUUÜi te
littteöt/ geeft sijne ^aofibgtn't jaat: 1416*
Dbecgebaail aan ïfees Dirk van Wafrenaar.
4* ï|eeE Dirk van WaiTenaar , Itanonntft t£ itófi^lt/ gefio^ben ojjben r ban J&aact 1464,
5"* ^e^eecenjpeefïec Pieter Meletius, Ito
itonmh te llteec&t
6* ^eïfeec Dirk Uyttermeere, itanonnift
teüitreeöt/ aÏ0emeen^ilian^ban^iflTcöoi>N,
V öefloiben iit 't jaar 148 3 ♦ $aigeiré een on* sei
|
||||
<?2 Rhynlandsche
gebinten fbnbari-feief ban get ïtfoofïer/ Ro-
men genaamÖ/ geeft Öee3e Dirk Uyttermeere in §et gemelbe nïoofïet ban^Auguftinus o^
het / fïaanöe op 't Papenburg/ get öetooon^ ïp onbeken naar get geb^ag bet* jonnen en öen fïanb be$ nïoofler^ gebaan, 7. Kornelis van Brouwershaven , Utanonntft
te ïitreegt / te töoraen gefïo^ben tn 't jaar
1485-,
8. Niklaas van Alfen, Itanomiiiiteiitttecgt/
i$ te föabenne oberieben in 't jaar 1494.
9. 5^e i|eec Niklaas de Ra vennis , Matton;
wit te ïitreegt/ geeft be iuerelb berlaaten ixVt
jaar if 17* ïo. 3t>ea|eer Adriaan Ram, te ïttrecgt ober-'
ïeöen ben 11 3funn 15-18. ϊ|ο $ albaar in. ttm ^om/ boo^ get ïtooj/ bn getontaar bet? 11000 J&aagben beg^aaben/ onöer get bolgenbeg^af ftljnft: Hier is begraaven de Heer en Meefter
jfdriaan Ram^ Doktor inbeidedeRechten, Kanonnik te Utrecht, Prooft vanS. Pank-ras kerke te Leiden j en is geftorven in't jaar 15-18 , den Ί.Ί Juny. Hy rufte in vrede. 3HP gab in 't 3eïbe jaar bit onberfïaanbe tejia*
ntent gemaant/ en baat in eenige goeberen en tenten ean.be fcernen en Moofier^ ban ïitreegt öefeoaen. i€bt notboerber^ ban 't seibe te* fïament geeft gn aangefïelt Willem Heda, $;ooft te^tngem / en füart^aianen te ïitreegt; GerritBeyer, ïianonnift te ïitreegt* tnffintn b^Oebet Michiel.
Ik befpreeke voor de kerke van Utrecht, om
myn jaargety ofmaandelijke gedagtenisteh eeu- wigen tyde te houden, fes oude Schilden, dewel- ke door de uytvoerders van myn teftamenc, zoo als
|
||||||||
! '»
|
||||||||
H
|
||||||||
Oudheden, 93
als zy het fchikken zullen, uytgedeelt zullen
worden, Nochbefpreek ik een oude fchild voor degenen, die op mijnen flerfdag deMifle zullen leezen,: en noch een oude Schild, dewelke vol- gens de gewoonte onzer kerke op myn jaargety omgedeelt moet worden j zoo dat de koorge- zellen daar van een dubbeld verfchyn-loon trek- ken. Die twee oude Schilden zullen door de Kerkmeefters onzer kerke betaalt worden; van dewelken ik dezelve, zoo als uyt den brief van ons Kapittel blijkt , overlang gekocht hebbe. Noch befpreek ik den Vikariifen van onze kerk een oude Schild jaarlijks : waar voor de uyt- voerders van myn teftament hun, eens voor al, zullen betaalen if Schilden.Noch befpreek ik den Koorgezellen onzer kerke een oude Schild jaar- lijks,om hun loon voor hetbywoonenderMctten, vermeerderen j welke Schild volgens de fchik- king van de voornoemde uytvoerders uytgedeelt zal worden : ten zelven einde befpreek ik hun alle de renten en inkomften van mijne preben- de, dewelke ik noch niet gebeurt hebbe 5 en daarenboven de twee genade-jaaren van mijne prebende. En dit vermeerderen van't gemelde loon zullen de uytvoerders van mijn uyteriten wille met de kerke overleggen. Noch befpreek ik 5-0 Rhynfche gulden , loopend geld , aan S Barbaraas gailhuis ·, en even zoo veel aan S« Bartbolomceusy en aan 't Heiligen Kruis gafthuis. Dan befpreek ik voor het konvent van Ooft- broek 100 Rhynfche guldens behoudens dat de Broeders, volgens de fchikking van dezelve uyt- voerders, daar van een eerlijk vreugdemaal, met wijn daar by , gelijk gebruikelijk is , zullen hebben. Het zelve zy te verdaan van alle de legaaten, van alle zoo mans-als vrouwen-kloo- fters
|
||||
94 Rhynlan.dschb .
fiers en k-onventen, die beneden zullen volgen·;
aan welke klooftere en konventen ik de'ezé gif- ten voornamentiijk befprokert hebbe, op dat ze des te vlytiger zouden *opgetimmert worden. Noch befpreek ik aan het konvent van de Boet- vaardige vrouwluiden te Utrecht co Rhynfche ι J TV "
gulden loopend geld: aan het konvent der liri-
gittynen te Utrecht f o Rhynfche gulden, loo- pend geld : aan het konvent van Jerufalena te· Utrecht fo Rhynfche gulden loopend geld : aan de Gëllebroeders iy Rhynfche gulden loopend geld: aan het konvent der Witte-vrouwen if Rhynfche gulden loopend geld : aan het kon- vent der Preekheeren te Utrecht tf Rhyniche gulden loopend geld: aan het konvent derlvar- melyten te Utrecht z$ Rhynfche gulden loo- pend geld: aan S.Lyskts gaiihuis 25- Rhynfche gulden, loopend geld: aan 't konvent vatv S. Cacilia te Utrecht af Rhynfche gulden,.loopend geld : aan 't konvent van S. Maarten t'Utrechc %<$ Rhynfche gulden , loopend geld : aan het konvent van S« Agnes te Utrecht Zf Rhynfche gulden, loopend geld : aan 't konvent te Vrc* dendaal f o Rhynfche gulden , loopend geld: aaft't konvent van de j ioooMaa&den.te Utrecht- f o Rhynfche gulden, loopend geld: aan de Re- guliefen te Utrecht zo Rhynfche gulden loo- pend geld : aan de Karthuizeis te Utrecht 2?' Rhynfche gulden, loopend geld : aan het Ison* vent. Ten. Daal buiten Utrecht 5-0 Rhynfcliö gulden loopend geld : aanhet kunvent ,yan<Bet- lehem buiten Utrecht fo gulden loopend'geld: aan' het konvent. der arme Klerken van S._u-Mie*. .·' Zöb ft.-l.1t 'ét' ifi 't' Ut ƒ jtf: utfefventim xdipcMttr-.' \U
rwyfeïe echifcfztti of Hier gèèii drukfout- cfodefl '"'ftBfiiftl hordus
|
||||
Oudheden;. %%
bwdm ι$ Rhynfche gulden, om aan de arme
Klerken aldaar.in fpys uytgedeelt te warden: aan hec konvent in 't Geyn if Rhynfche gul- der;, loopend geld : aan S. Jobs gatthuis buiten de&atrynen poort, 6 Rhynfche gulden loopend geld: voor de timmeraadje van deBuurkerke te Utrecht f.o Rhynfche gulden, loopend geld-. Noch befpreek ik voor de timmeraadje van S. Niklaas kerke te Utrecht i<y Rhynfche gulden- loopend geld : voor de heimelijke huis-armen 3.00 Rhynfche gulden loopend geld ; dewelke hun volgens de fchikking van de uytvoerders. mijns teftaments uytgekcert zullen worden, enz. xi, $fattü Amelius van Zuilen van Nyevelt,, ®omï)eee sa ^amaeRen te Wtmfyt/ ^oq(ï
te 3letiien/ i$ gefloten in 't jaar iff4· χι ï.&tUfcttX eil JlEeefïecBucho van Monzti-
ma, %ttmm ia oe «15abtimnöe / J^oaflL en
Hatf$öial«n.üan £ Jans ïwrfce tefttrecgt/ αϊ* gemeen &töari$ban 't lltocijtfcöe $5i$tiom/ Opntiaailiie ÖOO^ oeÖOOOlmn Fredenk Schenk*
j$>tQü$ te lieioen %g geeft affianö ban He
laat^ ^oofiog geoaan in't jaae 1563/ mi$ teïltrecöt ban eene beroerte gefto^benoen \&! ^e&iuat^ 1 f94» ^ijn graffcï$ft/ en bo$eee, berricj)tingen/ fïaan in 't oecöe^beel ban 't, ©uitfc&e Batavia Sacra bermelö, xiii, ï^ei|eeeRudolf Muylaart i^b00|Bur
choos affïanö Ê^oofï te Sleioen getouwen/ en
gefloten in t jaae ir68. xiv, vDe H|eer Maximiliaan Waalskapple*
^umfleee te lltreeijt/ i$ te UtrechtfObedeöen.
in 't jaac 15-83* ^an öeesen Maximiliaan gen? in onöcnng eme^iMnaaning: bjaanuljg.an* |
||||||||||
t Pag, i4j.
|
b Codicillus,
|
|||||||||
htt
|
||||||||||
()6 RhYNLANDSCHE
tiet? entorett/ ietg öefcp&t tm öegoefte ban 9t
öemribe Wiiiebrordusfionbent: tn trefcdfte Φ öu^öegtnt: Nademaal ik , Maximiliaan WaaUkappJe on-
derfchreeven, onder anderen in mijn uyteriten wille befproken heb dat, na dat mijne legaaten, de lijkrechten mijner kerke , en mijne wettige fchulden betaalt, en mijne vrienden ook vol- daan zullen zijn , mijne vordere goederen door de uytvoerders van mijn uyterften wille beileedc zouden worden tot godvruchtige werken; zoo als zy het voor de zaligheit mijner ziele , en voor Gods eere, dienftigft zouden oordeelen: zoo verklare ik nu dat mijn wil en begeerte is, dat ze voor eerft eene losbaare rente , dewelke ilc ten lafte van ons kapittel hebbe , zullen be- fteeden tot het (lichten van twee Miflen , de eene van de H. Maagd , de andere van't H. Kruys j con wekelijks door de Vikariflen onzer kerke beurtelings aan een outaar by mijn graf ftaande geleezen te worden. De Miflen uyt zijn- de, zullen zy de Pfalmen * Mifirere, en de f profundis, met eene ## kollekte voor mijne ziel, en voor de zielen mijner vrienden leezen. En de uytvoerders van mijn teftament zullen voor elke Misbetaalen drie ftuivers: en voor't over- fchot van de gemelde rente zullen zy de altaar- cieraadén , dewelke tot deeze Miflen vereifcht worden, en vorders den wijn, dehoftien, ende waskaarflen bezorgen. Het geen, als dit afbe- taalt en voor 't onderhoud gezorgt is, van de voornoemde rente zal overfchieten , zal aange- leit worden tot verbetering en opfchïkking van 't outaar , aan 't welke de voornoemde Miflen * Ontfermt u myner»
* Uyt de Diepte, . ** Kort gebed»
|
||||
Oudheden. 57
geleezen zullen worden. Vorders wille en be-
geere ik dat mijne vordere goederen door de uytvoerders van mijn uyterften wille zullen be- fteedt worden tot het oprechten en ftichten van cene of twee beurzen} zoo verre te weeren , als mijne goederen zullen Itrekken : en dat ze zulks zullen doen in een Katolijk feminari ofqueek- fchool , zoo ras als daar een queekfchool zal opgerecht zyn , doch ondertufichen en by voorbaat In S. WilUbrordm kollegie s zoo lang Sj. ^ als de Roomskatolijke Leere aldaar zal mogen ii0ncoie geleert worden. Maar zoo lang als dit queek- te Utrecht fchool noch niet opgerecht is, of zoo ras als de Katolijke leere in S. W'illih'ordus kollegie niet meer geleert zal worden , zullen mijne uytvoer- ders voornoemd de jongelingen, die op mijne beurzen ftudeeren, hebben te zenden naar een katolijke en gerufte plaats, zelfs buiten de Ne- derlanden, om aldaar in de goede zeden, in de vreze des Heere , in de godtvruchtigheit , en in eene genoegzaame kenniiTe der gceitelijkc za- Zen onderwezen te worden. Ten welken ein- de zy voor eerft ter onderrechtinge zullen gaan in byzondere fcholen; en naderhand ook, indien de voorgemelde uytvoerders het dienftig oor- deelen, ter fcholezullen gaan in katolijke Aca- demiën, opdat zy tot bequaame Zielbeilierders mogen opwaflen; of ten minlte bequaam mo- gen worden om een kerkelijke prove te beklee- den, of de jonkheit in de katolijke leere te on- derrechten. De beurs, of beurzen voornoemd, zullen door de uytvoerders van mijn teftament, hier onder ftaande, zoo lang als zy leeven, ge- zamentlijk begeeven worden, enz. (®ot «ntboerbsi^ ban be?c namaaïüng gö&
Μ eangcfïeït ÖfU §m Engelhen van Bruhe-
|
||||
ï)8 R Η Υ Ν LAND SC Η Ε
zen nuttigeer/ en ben Heer Johan Droshageft
fóanomiftt ban S&* Mariaas fterfce. |&aar be*
fcöftï 3g öeibegaar booj hm fïiegter bei* gemelbe htUV$m/ bati^ Maximiliaan WaaUkapelle,tiüt
jet ïeben gefcgeiben bjaren 5 geeft gg in be
pïaat$ ban ben %eer Bruhezen tot ugtboerber aangefMt hm ifeer en $leefïer Steven van
Haeften bombenen te ïiteeegt. Van Haeften,
boo| ben ftófjtét baar toe gemagtigb / geeft
totntebegeïper tó bege&tieïbe «gtboennge aan* getlOmen JjEeefler Aarnout van fcflche (Eflchiüs)
üanonmK ban <§. Jans teïte,
$a be boo^toerabe ^eojïeri / betoeïhe aïïe^
maai '$0anipafolp5i)ii gebjeeff /jijn geboïgt if. ^ei|eet! VViliem van Kleer', HailOmitll
te fitreegt / en gefloiben in 't jaar 1609.
16\ <De gOOg-ebeieïf eer Johan van MateneiTe,
^omgeer en ©otnbeiien te ïitreegt: betoeïfce
te ïttrecgt gefloten i$ in 't jaar 1614. 17. <S>e||eerHugo van Zuilen van Nyevêft,
^ompioofï te fitrecgt/ gefloten ben 16 j&eg
1630.
18, Kornelis vaii Löchoïft , ^m ban ht
%m en3.
2Dee3e j&;oafftig ü?a^ gegecgt aan be 3£om*
fcer&e ban uitveegt / m nibgt niet anber^ aï$ aan een <&omgeei*'ban ïttrecgt beegeeben iw' öen : iueïfte trageer berpitgt toa^ 39η beiv fcïgf te fttreegt te goubeu / en 3icg buiten il*5 trecgt / 3onber te toeflemminge ban ben2$ip fcgop / niet te ontgouben. X//j^ van de Dekens, <r//> tot onze kennis
zijn gekomen. 3fli 't jaar J 366 Willem Hermansz,
|
||||
Deken*
van S. Pan* kras kerke» |
||||
ö Wê «Eb ë -nté $$
z%é8 Volperd van Woüde.
1372, Hugo van der Handt, *&f JohnnPhilipszoon, ffittf 00*11 Willem Simonsz g>CÏ)tmt ttt t)M '$&$$$ i^x6 Aarnout van der Does, Öeteeïftë itïMt
$tlfbt jaar oberïeben i$.
1431, 1438 Aarnout Bartholöm^uszöon.
1440 ■ Aarnout Bart hol ornseuszoon van Hier- in an φ f Uet$t Aar η ου r be^eïföe t§ tltet ÖCÜ boo^gaanben / of niet / lian ifc met jjeeoe φ
tegeit 3eggen. 1460 Gerrit Heerman, ;* : 4
<^e ^eei* Aarnout Pannert geeft aan 't Ö00'=
fïer ban öe €iftcvct-0$tt te l&armond- itf
3|a!ïanbfcï}e ponbeu gefcfjonftett. &oe]j pet janr / ioanneer Uit gefcSieö·^ / i§ iis£gtfp$ onueftenfr : 1 $T I J°han van Adricherrr; · Jfi
|
|||||||||
2&in r ft^9 tOt ffjb # Rafo de T-refloiige.,
|
Eraimuljj
|
||||||||
^ee?e Razo geeft in 't gemelbe jaat? eenige op
öonant3fen aan β. Pankras fyapttttl boogje/ fcffêeben: be&elite onbet* nin öerufïem iói 1. Aalbert de Treflonse.
;r Eenige Kanonmkken Van 8. Pankrds
..»ƒ.;>. .., . fórke. "■·'·' Jp 't jaar 1372 Philips-Janflcn, Philips Van . j Lelden. ' . 'M F g?^*; 1439 Oef rit de Witte ^ Evere JanflTertj Ni-
klaas van Gouda. * * v. k<?rk* 1489 Flbris Vrankertz. " ;l
ΙΓ04 Piete'r Vellema, Pietcr Duyft, fetcettr
tiaat in öeibe be fötcljtm.
ι f09 Diderijk van Treflnnge , Jfohan Van
Nieuland, MMU§ m föapeïlaan,
tfii Pietcr Wiggers, Gerric Pietersz.
2 Jfi%
|
|||||||||
200 Rhyklandsche
ι f il Simon Frederikfz,, Gerrit Pieterfz,,
$tëar$.
15-14, 1 f if Kornelis Bavooszoon , iiaHOUi
tlfö m &t\}$tmttfmüm & Pankras ftttitt· 15*18 Simon F,rcderikfz Hugen , Willem Hille.
iyio Pieter Heye f Niklaas van Egmond,
ifio Willem Diert.
1530 JohanBouwens, Jakob Niklaafz., Pau-
lus Simonfz., Ysbrand Jakobfz. *· "1732.' Willem Keizer, iüa$0O&$iïtar$foaü 'tgeiliseti3iritg£ ontaat/ in ^,Pietersftertie.
15*3$ Simon Werik.
1 f40 Kornelis van Poelgeeft. ïf4i HendrikAdriaanfz* van Brouchoven, Kornelis Willemfz., Erafmus van Treilonge. if * . AamoucHeye, fóanomtfö cn3&?iefte&
1 f$Q Kornelis Johanfz* Pi inte, StevenJanifen,
iff 1 Melis Chriftiaanfz. van Oy , Gysbert
Gerrkfz. fj! 15$ f Aarnout van Treilonge, Cjérrit Ni-
klaafz. 1 ^5*8 Jooft Niklaafz^ van Holland, Kornelis
Willemfz. öieöetóörgfoM β< AgathaÖCÖienbe, ca in 't gcmeïöe jaau if88 i§ gefloten.
Alle deze 1Ï7Z Ghriftiaan Reinierfz, Gerrir. Niklaafz»
Kanonnik- Gaal, Lodcwijk van Trcflonge-, Jakob Lau- kcnhebben rehfz, JakobEndegéefl, Johan Willemfz, Di- cvoor- deryk Gerritfz , Adriaan Kornelifiz , Gerrit
noemde or- τ*· " .... .
onclerte- 1603 Floris Hey van Zevender, ütanonïliR/
kent* l^i^tari^ aan β. Agaihaas ontaar/ licentiaat
in Mbt be'fótcgten/ i§ gefto^en ben 17 ban £>eptembtt 1603. ^ i$ UI De Pankras htVÏM/
aan be noo$3tjbei»auijit ftoo^/ öegraabcnoi^
. öÉï m\ $atf*: op b?&eifte noci) tegeutoooaöiiï cc»
|
|||
O U D Η E D ,E,N« ΙΟΙ
een fteïn met ttoee pnïïen of glase m$-flt$}t$
afgebeelb ftaan. 9fo 't ttoeeöe iieel ban 't Ea<* tynfcge Batavia Sacra, i$ ö#eber öefcgeib Mi bcesen Flor is Hey te btnben. 1611 Lodewijk de Trejflonge, $ in 't ^elbe
jaac ι<5ι ι jjeftCtfften. Aarnout de Treflonge. Matinees be bolgenbe üanonmnnen ge!eeft
geööen / geö in niet nonnen acgtetgaalen: Karel van Poelgeeft: Piecer van Hille, Dirkfz,
geeft aan get nïooftee te ipavmonö/ ten Η
€iftero-o$ety eenjaargelb gemaant ban eene fögtjtlfcgegnlben. Philips van Alkemade, Ger-
ricszoon» $föan$ en ïtanonnin/ geeft aan 't
5elbe nloofter gegeeben4of oïïanbfcgeponben. Gerrit Simonfz.geeft er aan gegeeben ιο^Φ ïanÖfcge pöïlben. Pieter Dankertiz. geeft 'tt
aan gegeeben 40 l|oïïanbfege ponben. Aalberc
2 ^oïïanbfcge ponben. Evert . . fögynfcgc gO«Ö0UÏben. Niklaas van jTer-Goude jaarïp^
eenen $oöel Jakob, jakobszoon, geeft aan
't selue nïooftee gefcgonnen z6 üoüanbfcge ponben. ©e i^aftoo^ ban^. Pankras ïtetfte moeft mï
bese ^anonnianen geftosen toogben: maai* obec 3eïf$ be boïgenbe o$onan3ie boo^ get kapittel $gemaant: in gevolge van onze oude gewoonte ordonee-
ren en befchikken wy, dat niemand anders als een Kanonnik tot het Paftoors-ampt van deze kerk zal aangenomen worden. ^etotjlbigbe gemeïbe <®$onant3ten ooit
banbenï|eee^«tenrte leen geneeegen geöben/ 3nUenujneenigebanbe booanaamfïe ontmant* 3ien / of 300-genoembe fïatuiten / baar «gt tren&en, (0 5 Voor
|
||||
ΙΟΙ RhY NtANDSCHE
Voor eerft inoefï be gene / bie met nteeute
.geit ban fïetmiien tot eenige öcötctittig berbo#. ren/ of tot ftet beïjanbeïen ban settere 5afte gemagtigt fcmerb / bie öebic«ing en bie be!a* fïtng op eene boere ban tbjec g«iben$ aanneem üt$n, <$cï)ter fïoiib ïjet ö^m b$ 3911c rebenen/ tïse Ijn baar tegen öab / inteb^engen en te ber* ttlaaren* 300 notijtati£bat imtfclj aan be ngfc? fj^aait ban 't kapittel moeft onbertoerpen. #emanb/ alleen itanonmfe feÉt-p Pan-
kms fterïte / |tio0t tot ïjet pafïoo?fci|ap bei? $e!be Kerbc beetoen tooien. Wtië bat be (Crefoefer op be tefocieraaben /
fernbaten / -en Kleinodiën ntoefl paffen ·, be ^cijoolboogb be fóoraafen in Mi jang en be goeöe manieren maefi onberbjifsen > öe tbjee googenpembe groote liamersar^ ï)tt betoinb ftaif be &egitfcr£ en goederen be^ $£apittei$ tnoefïen foaarnecnien/ z$n maar gemecne 3aa* ien* -:i f^aar op bolgen be bedieningen ban be3oo?
g?nqenibe fcïcine Hiimeraar^ : eentje regelen omtrent be berging ban be&ametaar^vafr ber£ kegelen' omtrent Un ttialmoeffcnicr en <Piiöer-aaIinöeffentee / m% W$M im töbjfr 'er ban ben eed/bie baarben
25ebeï gedaan mqefl bjö$cn/ en ban 3ijne pgten gefpioftcn, '3Nn bolst ?er ban bc Hapitteföagen / en op
töat dagen fjiet ttapittel nret bergaderde ; ban be ^eeïjt£piegsogen : ban be ffraffen ber ge* nm/ die ten Kapittel beroepen 5pbe/ niet teil* ïen berfeijijnen; bande batige rebenen/ om bebel&e iemand nnt tjet Itapitteï mag bujben: ban be Wfóef óp öetóelne get ïtapittei gegow ben / en bc 3aqïien aïdaae behandelt moeten : b?9:bcnT f$w |
||||
O U,p Η Ε Ρ- Ε Ν» 103
m$M mo|ö 'tt bafïgefïelt öat ty jaarlpg
ttoee aïgemeene $tapitte$ gel&ouöen moeten tuo;öen: om a$ öan obee öe berbetermge ban oen fïaat oe£i*aj»tte$/ en ober ö^t beranöe^ ven of beenieubjen ban eenige o$onant3ien te fmeeften : öat öe ftanonnmften / in 30öanige beegaöertngen ban 't napitteï / #c8 op 50öa* mge en $oöanige fïraffen Ijeböen te machten ban maïnanöee öoo$ tooojöen te beïeöigen: öat niemanö tn 't fcapitteï jal fjeböen te f^eefcen/ aM ow sjine benrt/ en öoo* oen leliën onöer* b?aagt3t)nöe: öat oefenen/ teöerüanonnm getoet Ijeböenöe / öe fïemmen $aï opneenien: öat öe 5aalien boïgen^ öe fïemmtng ban 't gjoot* fïe en gesonöjle geöeeïte moeten afgeöaan ö% öen: öat Set «ïeiofïe geöeeïte / inösen ϊβί ge; ïp meent te jjeööen/ niet gejjooat mag toog öen/ ten $% aiboren$ f o Karolus gulöen£ ten befioebe ban 't napittel ingelegt IjtWm? öe/ eii5, >
©at niemanö öeeüanonnmïten boo^apifr
teïöeee mogt aangenomen tooien/ ofÖgmoeft
bier jaaeea lang/ ψμφν 50^^ / gecefïöeect
jjeböen: en toa^geïjouöen/ uooj siym aanneem
minge/ aan icöer &apitteU>ei* eenenfïmbcete
betaalen j en eenen eeö / öie öaae toe jïonö/
bg öe üapitteï&eeeen af te leggen. λ
lf et fcöjjnt öat'ee ooft eene oe'öanant5;etoa|i
gemaaat ban ttoee ^oeöec^ (öat \$ teajiittci-
ïjeecen) öie t'samen maar eene fïem öaaaeiu
ijan öe iügtfeij$ber ban öeje ^öonant3iett
meent öat öie o$onaut5te boïgemj öe rechten
niet befcaan aan 5 300 om öat ït een balfcge
reöen öggeboegt toa$/ ai£ om öe onfölïpïjeit
en ongerecötigöeit öer safce. #£ant in yallmi
gebaüe/ segti)?/ 30«öen ttoee;wk tyWMm
φ 4 mm
|
||||
104 RHYNtANDSCHE
jnfate tt$mm Scrööett / a$ tm bjoeber aï*
leen: bcbnji 3» afenïp in sulften eriraue ee* tte flfera 3ouben ïjebben/a$ 32 malnanber obev &e saais berfïonben: baar aUebjoeber^in'tb^ $onber/ en mm boo^ijn ïjoofb/ eenefïem ^oci) boïat 'er bat nietnanb een fcanonmlt
in 't rec|t tuojgt betrenfen / 3onber berlof ban ben beften : toa$ be beften buiten reben ow toiïïij / inogt ge 50bani3 berlof ban 't&apittd behoeften: 88# fjetkapittel ooft onfoilïig/non ! g« gooier «^bergrit aanfp^eelien. ^n pïeïboogen ban grooter gefo&t / baar
beeï ober te öeraabfïaagenen tt fïubeeren bid/ en aï£ üe 3aaii befiecfltenber hufée 30Wöe "^ geiden tobben / moeff ieber MapifteWjeer booj 5jjn bnjn-aeïö titn jïinber^ gebbeh. Mfi&m boïgter ban beroepingen boo^ ïjooger mjtbanli/ ban Öe ugtböeriii0e ber bonnififen/ ban be fïraffen ba' liauonnift&eti tiit 31'eö §& getoee3en bonni|niet bjiïlen oiibeiiöerpen/eri3+ <ên inbieit iemanb ban be Itanamuftnen of
. ^iftaiiffen 500 Diep in be fcï)utai mogt ftw hen/ bat j$ be fcfjuïb-egffcfpsiupt be tnftonp flêit ban 3ijne p^ebenbe of bitege/ of tigt Φ «e anbere goeberen / niet ligt boïboen fconbe-, lp ^utai gebaïïe uioefl aan 500 mwn fóanon* , tttft of ®ffoavi#/ &\$ mn tznm boo^enger of htvtpifttvf bzhebiêninQ ban 313*1? goeberen bg jöpenbaare b>iebrn / bie aan be.nerHbeuren %& fitaftt foaren / opgroeit en ontnomen tobben: tn nioefïen be3eïbe 0oeberen 300 lang boo? ttn anber / ofooo£ anberen / bebient ioo^ben / tot bat alle φ& fójpiïbt 11 afbetaalt toaren. g!eif# piogtea be ïeben$-nnbbelen aan 500 eenen ber* tpfier / booj be boo^noembe beimubïjebber$ ι - *#? «aan
|
||||
j
|
||||
O U D Η Β D Ε Ν. Ι05Τ
UansSneöoeberen/ op geen anbere toö3e toe^
eeöient toojben/atë gunbooj bet napittelboo^ «efcnjeeben foierb :; en toat'er ban ban 3«n* mSm obecfcöoot / moefï ban tijb tot φ aan be fcöuïoegffcöeif op renerónge ter 6an& tteiïeït baaien, '" . n, ©an bolgt 'er aï bo#e? ban be boojfïelltnge
tot benerfeelpeampten: ban fcen eeb bie öooi beu nieutoen ^oafï / ^enen / en Stanotraft gebaan moefï tooien: ban 3ebere recïjten of penningen/ oieöe nieufajeïtanonmK/ eer bat fin aangenomen toicrb/ te betaalen jjab. ^eg roten Kepen aï goog/ en bejoegen meer alg do mtlben: betoeine ten béele tot Set innoopen ban cieraaben / tm beele tot bermeerbermg ban begemeene goeberen/ aangeïegt 3onben tooien, ^an ïjab S« nocö 't een en 't anber aan be üoraaïen / hm ^ebeï / en hm nofïer te betaalen. ®ojber$ fïaat 'er / fioe beeï bat be metitoe
9*ooffen/ ^enen^/^ttoiffén/ bn Snnne in* trebe geïjonben toaten op te béngen. ©e Hotfcö39ber ban be3e o^bonantsien maa^t
fiier eene bemesting op: te toeeten / bat bese iafïen te 3toaae fcöjjnen boö? jonge Itammnifc ben of iMbariflTen / betoelne 300 beeï ban jjnn* ne p^ebenbe niet nonnen treSt&en/ afêoubec Itenonniftftenof ©iftarifföt· $ier*oo? gefeprb jjet/ 3egt go / bat er toeinige op be fïubte be* fïeebt tooien/ ban befoeme groote geïeerbïjeit tebertoacöten i$. daarom toilbej)? begemelbe o^bonant3ie ïieber toat ber3aci)t ïjebben. ^mbat'erbitos^berfcöeibeperfoonen bja*
ren / betoeïne boo^ be reeljte begeeber^ ban bc3e of gene banonnm^bg of bmarn geïjonben toiiben$gn/en ieber iemanb tot bie fsanonnin^ <0 Γ * bg
|
||||
2 0(5 Rhynlandsche
ι. ι - -.i
b$ of taltarg oenoemae; 500 moefï iiaar groo*
te fyaööelmg en oiirnfï «gt balgen, <£n oaar toiero ooft een fcjjot booj gefcgoten. &an ftaat 'erïjoeiïat öe bergeebing banbgf
hamüüihébgm of $eöenoe« aan 't Ua&ittti berbaïïentöarent maat?bat'er/oberöeoegee? bing ban oe^eibe nanoniiil$ogen/ in 'tMapiU tel Müafl$ groot «raaeeï en geftijf boo^gefcaï* ïen toa$ #m gier tegen te taaien/ uio$ eene o^oonantsie gemaakt bat ieoer kapittel·- geer/ ban oen ^eSeiUe beginnen/$pe maant in 't bergeeben ban bie fianónniït^ögen jaï geööen. $o$er oat m'emano 3pe uanomtu1t£Q£ 5a!
mogen berfoiffeta*/ of teniano oberooeu/ a$ inet berlof ban oen nanonnifi /lmm$ beurt pet toa£oeseïbete bergeebenj bat eenfmnoanöV 500 να$αψ gg wtm M$ 3a* SWfcPiÈH) öc
gemeene inïiomfïen: begaiben tei# ban oe groffe -bjutijten. & tiaeeoe jaar/ na een üanonni^imoo/
Söieeö get ïtapstteï toegebjeesen / tot bmmctf fcering hm öe genieene la&emfien. ^00 moeft fcau/ gelp i»£ gezien Rebben/ eea nieutoe üa* nonniS eer oat gg aangenomen toerd/offeei^ gen 02- gnioen : 'tioeïit m tnen tp een merne^ ïpe fottmie toa$: oe in&omf&u ban 't eerfïe jaar/ 't bjeï& oaarom getgenaoe-jaar genoemt bjiertr/ ioaren mee|c boo^ oen afgefloten &a* iionml/ on*3pe éguioen teöetaaien/engem &ne eerlpe Öegraa$*n$ teóoen geöben, 3|et ttoetbt jaar geip gier bafeefïeït bjo$/ en geïp &g 00& in oen fiiepting-ö^ief ge$e« geb* ben/ toa^ boo^ get üapttel ^00 moefï 500 een aauiiosneïmg een goebefomme boo^ ngtgee^ ben / m ttoee jaarea ïang «aar öe in&omfieH Uften. . . ■»# |
||||
Oudheden. 107
m§ be J^ooft guam te fïeeben/ 3ouben Φ
m infcomften ban 't ecrfïe jaar in tbiee geïpe beeien berbeelt tooien. %et eene bed 3onboo? ben l^oofï 3fjn/ |)et ander soude ïjet ïüaptteï toefeoomen. t ^dbe toiïden sg ban ben beften/ den €&reforier / en ben «§cf)ooï-wg& bei^ fiaan fjeöben,f <βη om bat'er tuffdjen be erfgenaamenbatt
eenen afgefloten $iuari$ / en ben boïgenden $8&ψ mhtoü$ beeï 'te ttoifïen biel ober gefc berbeeïenban Oeinnomfïen derBinarge/$daai? ooit bcï)ao$p boo? gesopt. φο& gebeurde Ijet fomtoijïen bat aan een
jonge&i$/ die noejj oubegu&am foa$ om 3<jne. goederen te befïieeen / eene ^anonnin^ of $i!tar» gegeeben torerb: en bat be beenden/ die 3ieö in 3Ul&en gebaïte met be bebienmge ban be gemelde inbomfien bemoeiden/ aïïeg in Ju» $aft fïaften/ 5onder3ieö aan ben jongen tanon* nifi beel te urennen. Φχα 3ul£$ te bedjoeden/ bjierd eene o$onant3ie gemaakt bat be naafïe bïoedbertoanten iemanb ber Hianittei» ïjeeren 3eïf moeden berden/ W get betoiub oberbe gemelde inbomfïen 5óube ïjebben ; en bm jon* gen&anonniii in beseben/ en ibetenfeïjaapen/ 3onbe ïaaten onderrechten, <É*n om be üanonnibueu tot Jet betracïjten
ban be geïeerdgeit on te foeMen / tooiden aan alle rejibcerenöe t^anonnibhen / detoelbe beeï aan be jaargetijden geöben / en in een J§ooge ^cljole töiïïen gaan fïudeeren/beertig guïbei$ *S |aar$ u$t be gemeene mbomflen belooft: bic geen btü ïjad aanbe jaargetijden/ 3onde *§ jam$ f 300 lang al$ Jjn i« W* Öooge fdjole flüdeerbe/tien gulöcnl treinen. &?e in be iaa* gf fegoïe f&beerde / $owöe 3i|w to«rten aan |
||||
los Rhynlandsche
taat? niet öegoeben maar te neemen*
©e bageïpfege ngtbeelingen sonöe niemand
tre&fcen/ detoeme niet in eigen petfoon / en bg tijö#/ ten fcoorebeefcgeen: enfoo?bdetijb Bepaalt/ a$ 3g in de getijden/ en in deigoog- rnifle/ moefïen beefegtjnen, Sfnbten eenHanonni&of Miïm$/$onbwt&
(ïament gemaaïft te geööen / quant te fïetben/ 30η get i^apitteï aïïe 3{|ne goederen erben: be bafïe goeberen ecgter'ngtge3onberb / bitum obecïeben {tanonnfti ögi eifen$ befcpmen gab; fcjant bie souden op be naafïe bloebbermanten beefieeben. <£n ioo^b aan ieder Hanonnm berïof en magt gegeeben om ober sijne goeberen/ $t\f§ bit jjera ban be Iterït aangekomen maren/ een tefïament te ïionnen maaften : mit$ nocgtan$ datg£/ om 3gne bamibaargeit tebetoonen/ fetg aan get fcapittel moeft naïaaten. 3jndten jjg Set fcapittel in $n tefïament boo$g ging/ 30U get aï£ nietig en ban geenee toqaröe aan* gezien fooien. <&ob nioefcen de erföenaamenban ieder ito5
'itonmTf booj ben obcdeden fóationntö een jaar* getijde fïicgten* <gn moefï iebeeHanonniïi of ©iftar$ iemanb tigt get I&apttteï tot ugtboer* bet* ban 3sjn ngterfïen mille aanfMïen. %n#& baïïe 3«lfi$ beklimt tn&§ / moefi get Itapittel 3eïf / ten ftoffe ban be etfemfle/ eenen ugt* boerder benoemen* &j <£en Hanonniï! of Μϊίακίφ/ betoel&engt ee*
tiigen goof de gegouden foa$ 39η jaargetijde te ftitgten/ of eenander ïterfceip of mereldïijïf perfoon die get ngt etge genegendgeit milde boen / bie moefï acgt gonbe buftaaten / & Andriesmunt/ of de toaarde ban bien/ betaa* ïen: bt$ $oude jijn jaar-gerg met bies hmvp fen
|
||||
Ο U D HEDEN» IO9
fen geïjouben tooien, 3Mbe Sg 3Önjaargetg
mtte ftaaeflfengejjouben geööen/ moefïön 10 3uïne buïtaaten betaalen. ©an bolgt 'ei ïjoe öat öe ïianonniïmen/ bg jjet graf ber genen öte 3iil&e jaar-getijben gefïieijt jjabben/naïjetAgnus Dei, eenige gebeben ntoefïen gaanf&eenem 4E>emer&t Dat om be afiaeejtg&eit ban font*
mige/ en be onöequaamljeit ban anbere#ina* riffen/ alle be |&ifFetr/ betoelne ban oub£ ge* fïieïjt foaren / niet nonben geïee3en tooien/ , $ oaar tegen ooit/ 300 beel mogelp toa§/ boo?3ien. ©e üanonnmiien / befcuelfte nteec l&iffen 0cïe3en ïjabben/ al$ 3η ge^ouben ioa* een te lee5en / nreegen na §>. Lambens-öag boo? iebere |te$ b#e grooten. ï|ab temanti minfcee Üliffen ge^eny ai^öP seüoubeu toa$ te ïee3en/ biemoefï booj elfee jiiifTe/ bie j)g acj^ tergelaaten öaö / aan ben ott5igter ber nerft- eieraaben b?ie grooten betaaïen : öebjel&e tot ïjet iiiüoopcn ban eieraaöen öefieebt souboi taojben* gnöien 300 een fóanonnfö ontoilïtg btö^booj iebere acöteegeïaate|ï&sffeb$e groo*· ten te Öetaalen ·, biierben 'er sobanige bfcoang- ttiibiïeïen in 't toertt gefïelt / Dat 3ijne ontoiï* ligïjeit ïjem bier genoeg quant te ftamh Φοϊί fajietb'ee eette oLiöonaut3ie geniaautte*
gen be &iftanffen ban ySu Pankras «erlte / be* toeïne 3tcÖ tn be algeineene ommegangen b$ be «deefïelpöeit ban &t Pieters - of be &$w toen-nerït berboegben. Cinbelp toierb 'er een (trap bajtgefïelt te*
gen sobanige ftatiotmthften; betuei&e oy feefï^ bagen onber ben nerhelpen bienfï / of onber be Befperen / alleen of met iemanb anber^/ boo^ be fiern gingen toanbeïen; of sonber gun nanonuu^-gebiaab in ïjet &002 berfejjeenen. m
|
||||
IIO RöTNLANDSCHÈ
3$g $uïïen gier/ sefp ί»ρ omtrent be me&
fïe i*apitte$ gebaanfleöijen/ oen eebtoan ben beften/ ban be fóanonnt&ïien / en ban öe ^ toiffen ïaaten boïgen: Eed j dewelke door den Deken 'Van S. Ëankras
kirke plagt gedaan te worden: Eedvancfen Ik N. zweere by deze Gods heilige Evange- Deken. Hen dat ik , zoo lang als ik het Dekenfchap van dit kapittel bekleeden zal , den Roomfchen Paus N. en deszelfs wettige nazaaten de be- hoorlijke gehoorzaamheit en eerbiedigheit be- toonen zal ; mijn kapittel getrouw zal blyvenj ,de goederen en gerechtigheden van mijn De- kenfchap, mitsgaders de bediening en beitie- ring van deze kerke, dewelke my aanbevolen is, zal waarneemen ; dé rechten, itatuiten en ge·* woonten(der zelve kerke)zal bewaaren, hand- haven, en verdedigen; de goederen dezer ker- ke niet zal vervreemden 5 en die tegen hec rechtsgebruik , of tegen de koftuimen van dit kapittel, vervreemdt mogen zijn, zal zien we- derom tckrygen; dat ik in deze kerk geduurig zal refideeren } dat ik in de vervallen van hec kapittel te vrede zal zijn met eenenkeld gedeel- te, even als de andere Kanonnikken 5 behou- dens dat ik in alle andere uytdeelingen een dub- beld gedeelte zal genieten. Zoo helpdmy Godr, en deze heilig? Evangeliën. ffl$ een fóanonnift of een &ίΜνί$ in 't %t*
31't ban 5ijne fiebienftige gefMt 30110e tooien; moefïüg/ öeöoo^ïpec fcötfée opsijn geefïeip^ geMeeb stjnbe / ta^nt ïjanben t^amen ge* boutoen en in be ganben ban ben beften ge* fiofeen ïjeöbenbe/ befclijnïbige geööojsaamïjeit en eeröiebiojjeit met be boigenbe tooo^ben öe' ïooben; £ώ |
||||
O U DM E Β TS & Ilï
Eed van eenen Kanonnik , dewelke in V bezit *i
van zijne Kanonnïksdy ge fielt zoude worden. Ik N. zweere by Godt, die my doof zijn
bloed vrygekocht heeft, en by deze Gods hei- lige Evangeliën die ik met mijne hand aanraa- ke, dat ik den Deken en dit Kapittel gehoor- zaatnheit en getrouwigheit zal betoonen j dat ik de inzettingen, koftuimen, en voorrechten van dit kapittel zal bewaaren en voorftaan, én dezelve in gene zake zal overtreeden 5 dat ik §een krakeel tegen het Kapittel, of iemand der
röederen , met hardnekkigheit of halsfterrig- heit zal opvatten -, dat ik geen andere kanon- niks bczoldinge zal trachten te bekoomen, of ontvangen, als my toegeftaan is: ten zy dezel- ve my gegeeven werd met het believen en de vergunningen der genen, dewelke volgens het gebruik daar in te Zeggen hebben ; en vorders dat het ontvangen van deze prebende zonder fi- mony, en ongeoorlofd kontrakt, is gefchiedt:. Zoo helpe my Godt, en deezeGods heilige E- vangelien. De eed van een nieuwen Fikarti:
Ik N. zweere by deze Gods heilige Evange- liën dat ik , zoo lang als ik deze vikary bezit- ten zal, den Deken gehoorzaamheit en het Ka- pittel getrouwigheit bewyzen zal 5 dat ik de be- diening, de rechten, en de goederen van deze vikary getrouwelijk zal bedienen, bewaarenen voorftaan ; dat ik de inzettingen, koftuimen, en voorrechten van dit Kapittel , zoo tegen- woordige als toekoomende \ zal onderhouden: en dezelve in gene zake zal overtreeden , ten zy by weigeringe van recht: dat ik geen ding- taal tegen het Kapittel, of iemand der Broede- ren, -van iemands wegen zal beginnen : en dat |
||||
|ïi RHYNIrANDiCÜE
ik een ander, die zulks onderneemen mogt, met
geen raad ofte daad zal byltaan. Zoo helpe my Godt enz. g.PankrasHagittei$ kante tttagt batt btn
Φβίη&νί$ ontfïagen * öetoeefï-, m fteeffc onrmfc örip onbec öen ftoomfc&cn fïod gefiaan (ι λ mt ïrtpt ugt be bofeenöe SMfe ban #au£ Sinus IV, öetoetëeunt öc parapferor ba»'t jelbe üdjpittd setroïtëen $, CiXTustBiflchop, de Dienaar van Gods die-
naaren, wenfcht aan zijne beminde zoonen om Abc van Egmond onder het Rifdom van- Utrecht , den Deken van S. Fifiors kerke te Zanten onder het Bifdom van Keulen , enden Deken van S. Mariaas. kerke onder het Bifdom van Kamerijk , de zaligheit en den Apoftolif- fehen zegen. Wy zijn zeer genegen om de eer- lijke verzoeken die ons gedaan worden , vopr- namentlijk als ze ftrekken om allerhande kerke- lijke perfooncn, zelfs degenen die tot kerkelij- ke waardigheden verheven zijn, buiten fchade te houden, in te willigen en behoorlijk te be- gunftigen.■ En 't is al lang geleden dat onze voorzaat Paulus II, zaliger gedagtenifle, S. Part- kras kerk te Leiden, onder het Bifdom van U- trecht, en de beminde zoonen, den Deken en Kapittel of de Kanonnikken der zelve kerke, mitsgaders de genen die eenige waardigheden * De ontheffingen van de magt der Ordinaiifïen zijn door-
gaans ingevoert door de grootsbeir en ongeregeldheit: en daar- om heeft *petrut Mefenfii (ep. 66) zoo wel als S. JiernArdui, ( e/>. 68. & de Conftd. ad Eugen. L 4. ) dezelve met alle kracht tcgCDgefproken» t Dit is zekerlijk geweeft StxtuslV: dewelke Paus gekozen
mrierd in 't jaar 1471, en geftorven is ia 't jaar 1484, ,
|
||||
W^Êm^^^^^^mmmi
|
|||||
OU D Η E DEN. Ilg
of ampten in dezelve kerke op hunnen tyd ,be-
kleeden, 't xy Kapellaanen of VikarifTen, Ko- raalen , Zangers , onderhoorige perfoonen , £$ zy met wat benaminge dat ze genoemt mogen worden , en ieder van hen in 't by fonder, zoo wel hunne perfoonen als hunne goederen en za- ken, waar dat ze ook gelegen zijn, eri zoo wel tegenwoordige als toekoomende, van alle rechts*, gebied, magt, beheerfch inge, wet, ftrafvon- nis, berifpinge en beuraffinge van onzen eer- waardigen Broeder David^ en van deszelfs na- zaaten dewelke t' hunnen tyde BiiTchoppen van Utrecht zullen worden , mitsgaders van hec rechtsgebied van alle ordinarifle Rechters , en 't rechtsgebied van alle Aartsdiakenen en, hun- ne Officiaalen y voor ecuwig en altyd onifla- gen en ontheven heeft j en dat hy hen allen, en ieder van hen in't byzonder, zoo wel hunne perfoonen als goederen , onder S. Pieters be- fcherminge genomen heeft : zodanig dat nie- mand tegen hen, als zijnde onthevene perfoo- nen, een ige banvonniflen, opfehortingen , in- terdikten , of eenige andere magtoefieningen , in 't werk zal konnen ftellen. Ook heeft hy geordoneert dat zy allen, én ieder van hen in'c byzonder , met de perfoonen^ goederen., en zaken voornoemd;, vry en frank zullen zyn \ en dat van dien tyd af nietig en krachteloos zou- de zijn al wat iemand, onder wat gezag dat hec waar, weetend of onweetend ^ tegen de gemel- de onheffingen en cutflagingen zoude mogen onderneemen.' Noch heert hy begeert dar de Deken en het Kapittel der voornoemde kerke,* tot een teken dat zy zodanige een ontheffing en ontflaging ontvangen hadden, ten eeuwigen dage jaarlijks, op een zekeren en geftelden tijd, aan de Pauflclijke Kamer zouden moeten betaa- lt lea |
|||||
1| 4 RhYNXAHDSCHE
5en eene onee goud (i) zodanig dat a«Kkrs, of
by gebreke van dien, de voornoemde onthef- fing, en de brief die door onzen voorzaat Pm- 1m daar overgemaakt is, van geener waarde zou- den weezen j gelijk in den zelven brief wyd- loopiger uytgedrulct ftaat. Dit niet tegenftaan* de; gelijk het verzoek, 't welk ons van wegen den Deken en het Kapittel voornoemd voorge- ftelt is, behelsde, hoewel zy kanonnikken, alsook de andere voorgemelde perfooncn, in de vreed- zame bezitting of als bezitting van de voornoem- de ontheffinge en ontflaginge zijn j en de ge- melde once gouds jaarlijks op den geftelden tyd aan de Pauflelijke kamer betaak hebben j zoo duchten zy echter of hun ,by verloop van tyden, over de voornoemde ontheffinge en ontflaginge niet wel onruft of quelling zoude konnen aan- gedaan worden. En gemerkt dat de verkiezing van een bequaara perfoon tot het Dekenfchap der voornoemde kerke , welk Dekenfchap aldaar eene waardighek maar geen voornaame waar- dighek is, als het zelve openvalt, en 'er gene Pauflebjke Reiervaatzien in den wege koomen, volgens een oude, loffelijke , en tot noeh toe onderhoude gewoonte, den Deken en het Kapit- tel voornoemd toekoomt , en zoo wel de ge- melde Deken als het gemelde Kapittel, van net ordinaris rechtsgebied , gelijk gezegt is, ont- heven zijn} zoo($)Zouw het hun laitig en ko- itélijk vallen, om de beveiliging van deze ver- kiezing te bekoomen , n^Sr den Ordinaris der plaatzc te moeten gaan. Dierhalven zijn wy van wegen den Deken en het Kapittel voor- noemd met alle nedrigheit gebeden door bequaa- me middelen, en met eene Pauflelijke goedgun- iiigheit , daar tegen te voorzien, Hierom, is • het
|
||||
O U Â Ç Å D â" ßÍ. * É £
bet dat wy, willende den Deken, het Kapiteel,
óen Kanonnikkeri en perfoonen voornoemd * omtrent het bovenftaande door 'bequaamé mid- delen te hulpe koomen } en den Deken, het Kapittel, met alle de perfoonen van 't Kapittel 'm 't byzonder, voor zoo verre zulks noodig is om de uyt werk ing van 't bovenftaandê te kon» nen genieren, van alle banvonniiFén, opfehor- tingen, en interdikten ('t Zy dat dezelve door de rechten ofdooroenig menieh, by wat ge- legendheit en om wat oorzaak dat het zy, uyt- gefprooken zijn) indien zy in een van allen ver- vallen zijn, door den inhoud deZes ontbinden* de, of voor ontbonden houdende j hierom ii het, zeggen wy., datwy, door de gemelde ge- beden bewogen, uwe beicheidenheit door de- zen Apoftoliil'chen brief beveelen dat gyl. of twee of een alleen van ui. den brief van mynen voorzaat Pau/u:, waar en wanneer het noodig mag zyn, en zoo wanneer gyl. van wegen den Deken en het Kapittel voornoemd daar toe ver- zocht zult worden, 't zy door uUzelf, 'r zy dooreen anderof meer anderen, plegtiglijkzuk hebben af te kundigen \ den Deken, het Ka- pittel, de Kanonnikken en de perfoonen voor- noemd, krachtige hulp zult hebben te bieden j en niet zult hebben toe te laten dat zy, of ie- mand van hen, tegen de gemelde'ontheffing en ontilaging aan, en tegen den inhoud van deel- zen brief, door den Biflchop van Utrecht die'er dan weezen mag , of door andere perfoonen * gequelt werden: ten welken einde gyl. alle te- genitreevers en rebellen door kerkelijke ilraf- vonniiTen, en andere bequaame middelen in de rechten aangeweezen, zonder op eenig beroep te paffen, stuit beteugelen ♦, en z?lfs Ü^ç tijde- i| ÷ lijken
|
||||
iï6 Rhynlandsche
ïijken arm, indien het noodig waar, te hulpe
zult roepen. Vorders geven wy ui. en ider van ui. in 't by zonder door den inhoud dezer eene volkome en vrye magt om een bequaam perfoon tot het voornoemde Dekenfchap te verkiezen; en om zodanige verkiezing, mits dat ze op eene behoorlijke wyzegefchiedt zy, uyt krachtevan het Pauflelijk gezag te beveiligen en goed te keuren : niet tegenftaande voor eerft de ordo- nantzie van onzen voorzaat Bmifacius VIII. za- liger gedagtenifle , in dewelke verboden word iemand buiten zijne ftad en zijn bisdom te dag- vaarden, bevalven in zekere gevallen: in wel- ke gevallen nochtans niemand vorder als eene dagreize, van 't einde zijns Bisdoms af te reke- nen, gedagvaart mag worden: en ook aan de Rechters, die door den voornoemden Stoel ge- magtigt zyn, verboden word buiten de ftad of het Bisdom tot dewelke zy gemagtigt zyn, te- gen iemand een dingtaal te beginnen, of iemand anders of meer anderen in hunne plaatze aan te ftellen, of eenige perfoonen boven eene dagrei- ze buiten de paaien van hun Bisdom re dagvaar- den; wel verftaande nochtans dat niemand, uyt krachte van dezen brief boven twee dagrei- zen buiten zyn Bisdom gedagvaart worde: vor- ders niet tegenftaande eenige andere PauiTelijke ordonantzien, of eenige ftatuiten en koftuimen der gemelde kerke , hier tegen ftrydende ; al waren die door eede, door PauiTelijke beveili- ging, of op eenandere wyze, bekrachtigt: niet tegenftaande zelfs dat aan den gemeldenBifichop, of aan eenige anderen, in't gemeen of in t by-
Zonder, door den Apoftolifichen Stoel vergunt was ge weeft dat tegen hengeen interdikt, op- fchorting, of banvonnis, uytgefproken, ofzy |
||||
O U D Η Π DE Ni 117
zelf buiten de gemelde plaatzen niet gedaagt mo-
gen worden door PauiTelijke brieven, dewelke zodanige een vergunning niet volkomentlijk, uytdrukkelijk , en van woord tot woord ver- melden. Ook begeeren wy dat de perfoon, de- welke aldus verkoren zal wezen, gehouden zal zyn binnen fes maanden, dewelke van den dag zyner beveftiginge af gerekent moeten worden, van den Roomfchen Stoel te verkrygen demagc om in 't bezit van 't gemelde Dekenfchap te tree- den : en dat hy den Apoftoliflchen brief daar over zal moeten doen afvaardigen: zullende, by gebreke van't zelve, zoo wel de verkiezing als de beveiliging voornoemd, voor nietig en krach- teloos gehouden worden. Gegeven te Romen by S. Pieter, in 't jaar van's Heeren Menfch- wordinge 148 3, den derden April, in het twaalf- de jaar van ons Pausdom. Φϋ$ sietmen bat Set semeïbekapittel/ in
Vermaan-
aïle oe&elfé bjieben/ 3icg srïtoti'.noemt/ s. brief tegen
Pankras Kapittel , onmiddeïijk ftaande onderen Deken
dn ' #r i"i α ι van S. Fan-
en Pauflclijken Stoel. kras k ·
3jft ïjebbe onbee mg een * bermaanfyief ban £el, r
Rudoiphus, ^iflcöon ban ïtttecjjt/ tegen Aar- nout BartholomiEus, SDehettban^* Pankras Üta*
pitte!·, befcpeïïie §tm in 't jaae 14+i/ baag$
büO^, Willebrordusbag/ in t KOOJ btt$t\bt
nerue/ onberbe$efperen/ ten obetftaanban
tyttV Bartholomaeus, Ysbrandszoon, Jakobvan
Gouda, en Gërrit van Leeuwen, Arentszoon, bOO^geïe^cn $ b00? Johan Wommers. Φοϊ\ tybbz m onöec mg/ raaftenöe öe$e biKa^
rgbang.Georgius, een oüftenfeiéf op ffcan* ctjn sefc^eeben / toaai' in berfcöesbene $to * Monitorium,
^ 5 ^»
|
||||
\\§ Rfct YNL ANDSGHE
riffen foatfMm tijk/ m ïxt <&itixtbtkm ttiP&
Pan kras &#pttel/ te tattttü Jlecficr Jakob
de Bufcho ( Van den Bofeh) met gjUUtie Ua&» JN den naame des BWer dmm. ïn 't jaar vaa
's Heeren geboorte 14,89, in de 7. indiktie, den ii.JJuJy, te fes uuren ofdaar omtrent, ïjï'ê vyfde jaar, des pausdoms. van Paus Innocentius V„ inl de tegenwoordigheit van my openbaar No<* taris, en van. de ondergefchrevene getuigen de- welke daar by zonderlijk by verzocht en ontèo». chn waren, hebben de eerzaame en voorzieni- ge; mannen, Meeiier Jakob. de> Buffcho,, OndeE- deken, en, de vondere reiideerende KanonniJfe* ken der koJ.legia.ie kerke van S. Panktas te Lei- dein,, onmjddelijk fïaande onder denj Pauflelljr ken Stoel , en gelegen onder bet Bisdom van. Utrecht, toe de Kanonniksdy en de prebende, dewelke ter eere var* den. Almogenden Godr en van den H. Martelaar Georgim in de gemelde % Ρ ankras kerke ge fticht zyn, endoor de dood van den laatften bezitter, den eerzaamen Heef QtrnPSimonfzoon opengevallen waren, aangeno- men den eerzaamen en voorzienigen Heer en Meefter Pieten Wiggerj , Priefter van< 't voor- noemde Bisdom,, dewelke hun door den voor- treflfe lijken Heer BotardmWarboutfz, Kanonnik der Zf'lve kerke, en den waarachtigen hegeever der voornoemde Kanonniksdye en prebende, voorgeftelt was 5 en hebben hem 'm het bezit derzdve geiiek en geveftigt ; en vorder alles; openbaar» jk en naar behooren gedaan, 't-welk in diergelijke voorvallen gebruikelijk is. Ba daar op heeft de voornpemde Heer en Meefter,, Piiter Hogers, verzocht dat ik , openbaar No»· |
|||
O V D Ç Å D Â ßß. Ú×£
taris onderfchreeven* overal het bovenftaahdei ,
en over ieder van 't zelve in 't byzonder, eene akte, of meer openbaare akten s naar de befte rechtswyze voor hem zoude oprriaakeri. Dit al- les is teLeiden, in S. Pankras kerke voornoemd* gedaan in 't jaar, in de indiktzie, in de maand, op den dag, op de uure, in het pausdom, als boven > ten overftaan van de befcheideneen eer- zaame mannen en Heeren , Meefter willemDirkfz, Heer Pieter van Gouda i Heer Gerrit Alewyns, Prieftcrs j Hendrik van Rmphorft , Johan van Bochoriï , Dirk. van der Werve , Gysbert Boude- wyns, Jakob van Gouda, Leeken y en zeer veele andere Priefters en Leeken uyt de ftad Leiden; dewelke als geloofwaardige getuigen by het bo- venftaande verzocht en ontboden waren. En ik Johan van Leiden , kerkelijk perfoon onder het ftift van Utrecht, openbaar Notaris, enz* ®t bifcarg ban §>&+ Phiiippus m Jacobas De vik
fïaöt in ttn $whtmtwmtytef itèn't jaap tpp van ss. tennelDt: phiiiPpus cujacobus.
Jl-dzo de Yreflongi Deken der KoHegiale kei*
ke van S* Ñ ankras Kapittel te Leiden, on- der het Bifdom van Utrecht ,1 mitsgaders hetKa^ pittel der zelve kerke, wenfehen aan alle Prie·* fters, kerkelijke perfoonen , ppenbaate Nö&P riflen enBeamptfehryvers, dewelke kennis van dezen brief of van dit bevel zullen krygen, de eeuwige zalighcit in den Heere. Het zy ui. kennelijk dat'er over lang voor ons eengediftgy krakeel, gefchil, of proces gerezen is'tuflchetif de eerzaame luiden Margareta Lotos dochter ,* zich gedragende als patroneffe der vikarye vait de BH* Phiiippus en Jacobw in onz,e S. Pantracs ^ 4· ker-
|
|||||
•
|
|||||
■-.
|
|||||
I2Ö RHYNLANDSCHE
, kerke, enBernaard Reiniersz.kerkelijk perfoon
onder het Bifdom van Haarlem ; dewelke tot dezelve vikarye, door de dood van den laatften bezitter Jan of op een andere wyze openftaande, door de voornoemde Margareta benoemt was,van de ecne kant} en Hugo Niklaaszoon, zich ins- gelijks gedragende als den rechten patroon der voorichreeve vikarye, mitsgaders Kormlh Hu- gooszoon dewelke door den voornoemden Hugo lot de gemelde vikary allereerfl benoemt was, enjakpb Hugooszoon, dewelke insgelijks door den voornoemden Hugo ophoopender wyze tot dezelve vikary voorgeftelt was geweeil 5 aan denwelken dezelve vikary ook door den eerzaa- roen Hew Gerrit Johanszoon ^ die toen in ons Ka- pittel de beurte van te vergeeven had, by recht van vervallinge vergeeven was, van de andere kant; loopendehet voorfchreeven geding, ge- fchil, en proces, over de voornoemde vikary, over de beurte van de wederzydfche voorftel- lingen , over het vergeeven by recht van ver- vallinge, over het recht van vooritellinge, en over meer andere zaken, dewelke in de akten van het proces breeder opgehaald en uytge- drukt liaan. Deze zaak was voor ons door de partyen, of liever door de wederzydfche wetti- ge geraagtigden , zoo verre gebragt, dat de rechten en bewysftukken wederzyus opgegee- ven waren : en van wegen Hugo Niklaaszoon voornoemd , en de genen die door hem voor- geftelt waren, de katile bewysredenen voorge- itefr waren. Doch terwyle dat het proces dus Voortgezet wierd, heeft 'Margareta Lottoos doch- ter % volgens den wille acs Heere, haare da- gen ge-eindigt. En nadien Hugo Niklaaszoon voornoemd, zich als den patroon gedragende, over
|
|||||
O U D H EDEN. 111
over het gemelde recht van patroonfchap, zoo
als hy ons wettiglijk voorgeftelt heeft , geen tegen party voor de rechtbank heeft, zyn wy van hem gerechtelijk verzocht , tegen alle en iedere erfgenaamen van de voornoemde Marga- reta eene wettige dagvaarding te willen ordo- necren of intewilügen. Zoo is het dan dat wy. Deken en Kapittel voornoemd, in acht nemen- de dat dit verzoek redelijk en billijk is, ui. al- temaal, en ieder van ui. in 't byzonder, op de deugd der heilige gehoorzaamheit ftrengelijken beveelender wyze beladen , op het # verzoek van gemelden Hugo Niklaasz. te gaan daar gy ten dien einde moet gaan, en daar gyl. of iemand van ui. verzocht zult worden naar toe te gaan; en dat gy aldaar tegens den naaften kapittel- dag , dewelke na deze uwe uytvoering allereerst zal volgen, en tegens de uure op dewelke wy volgens gewoonte vergadert zullen zyn, voor ons beilechtenderwyze dagvaart alle en iedere erfgenaamen van Margareta Lottoos dochter voor- noemd, zoo in 't algemeen als in 't byzonder, (met hunne voornaamen én toenaamen in de uytvoeringe van dezen brief uyttedrukken) de- welke meenen dat zy, in 'c algemeen óf in 't byzonder, daar belang aan hebben: daar zy in eigen perfoon , of door eenen gemagtigde of meer gemagtigden , zullen hebben te verfchy- * De Leezer moet eens voor al gewaarfchuwt zyn dat
wy dikwils , in het verraaien van oude brieven , meer op de zin als de woorden zien , of liever de woorden uyt de zin verbeteren. By voorbeeld het ftast in 't Latijn ad jufihiam i dit zal, volgens den zin zekerlijk moeten zyn &d infiantiam* Een regel of twee laager itaat citatos, dat zal zekerlijk raoe- ten zyn citetU. Wederom wat laager ftaat pnefemiam ; waar voor, gelijk de zin aanwyft, gelezen moet worden prxftntem» enz, Yma&livr* ï| S nen,
|
||||
122 RhYNÏ, AND SCIÏE
nen, otö het voornoemde proces, indien ftaat,
waar in bet voor Margaretaas dood gebleven is, weder op te vatten: het proces, volgens de za- leen die reeds voor ons verhandelt zyn, te vervor- deren* en om te zien en aantehooren hoe dat'©E het proces weder opgevat en vervordert wordj en hoe dat'er andere dingen, volgens de redelijk- heit en billijkheit, gedaan, geordoneert en be* floten worden. En gy zult hun ook de ge- woonlijke en behoorlijke bekendmaaking doen* hier in beftaande dat, 't zyde voornoemde erf- genaamen, of iemand van hen, aldaar verfchy- nen, of'er eenen gemagtigde of meer gemag* tigden naar toe zenden„ of niet* dat wy, zeg- ge ik, ter begeerte van Hago voornoemd de ge- melde zake evenwel gerechtelijk Zullen vervor- deren , en haten vervorderen. Gegeeven en gedaan te Leiden , onder het zegel van onzen Deken, 't welke wy in deze zake gebruiken-, dingsdaags, den eerften dag van Maart, Ïfo\ps$ des Heere rröcj, gemeenen ftyl. SCHOINREWOIRDE,
Notwis van 't Kapttth |
||||||||
&o &k 'er ban %$ J^ebenben ofHmtemiï1$*
i^komftcn bgenmjl* Pankras fegi?fte geioeelï, ^tmlxom^ en laften jfcn ban alïe bt& ^öenben Ijeoben in 't jaae den* fttifotvg/ Sgi-ooten.
tyitv ban teoft be beften boo$ »gt 16 gonben/
13 fïusberg / 4 Sloten. i$cbm fêphtmc ö^3t omtrent jaadp^op
107 ^oïï. ponben.
$&aar toauneer $an$ Paulus III, boo^ bet*
• geiser onberfïut / een ftöattmg / (4) om tot
een frft&gfrogt tegen be tiftufttir öefteebttetw
ben/
|
||||||||
I
|
||||||||
O U D Η Β Ε) Β m lij
ton/ aan bit Hapfctdgai» o^ktt: geu&etttie
feaummiftfim f^sct bolgenfee fmtt&ftfyift in Η &mvMitfc$t tak ingèiibm: baaar in 30 met aüe eeröieöigöeit bertoencii/ öat 3^ban bgf of jfe£iii»ro'£ ocifcenög/ tot <suuwit 'i abonö#/ b^jg 3p met jjet b£rncgtcü bait ben Ktthm* bimft: öaf 30 3teaase ïafïc» m fatee mïiora* 'T boenen ende geven oetmoëdelicken te kei>Smeck_
neoi, Deecken ende tgemeen Capittel van fchrifc» zintie Pancr-oe* CoUegie binnen Xeyden uwe goetwillige ,. hoe dat zy Cupplianten zyn xxv, perfoenen in getaele , ende vao fmorgens vaa vyf ofte zes uren tot tiavons te zes uren , alle^ gader geoccupeere zyn inden, dïenfte Goedts, ende nauwe twee uren daechs vryheyc hebben, mits hoer Renten die nochtans ftaen in daege- liexe diftribucie zeer zoebertezyn, dat zy voer dien felve moeten fingen ende daer op te arm zyn huys te houden , ende te ryck in Gafthuys te gaen , niet te min alzoe daer nu een zeekerc fubvencie van der haelfF vruchten op te Geefte- Üeheyt by den Paus: van Roemen de Rentmee- fter verleent is, om welcke bevelen van den vootifz. Paus ten miniten coft te obedieren, de fupplianten altyt daer zyn tot diverfche plaetfen by den CommiiTariflen van den vooriz, Paus;» en de Rentm. btfereven geweeft zyn tot hue*· ren groete co ft en gecom pareert hebben, be~ wyfende ende verthoenende huer obedientie. Ende alzulcxr continuerende huer obedientien nae dat zy befcreven geweeft zyn by den Ge?· deputeerden vander Rentm. om haer rekeninge van chien 'lacrem naeltledtn te exhiberen alhief op te Rekencamers , om achtervolgende dien taxa·
|
||||
i24 Rhynlandsche
taxacie te'maecken van der betalinge aengaende
die voorfz. fubventie. Zoe hebben die voorfz. fupplianten die naeckte ziel biedende, ende hoe- pende doer huer armoede gracie te moegen gecrigen, haer rekeninge van allen hoeren goe- den, niét een ftuuer achterhoudende van thien jaeren geexhibcert. Ende zyn die voorfz. goe- den van den Capittel aengaende tontfanck, daer inne gereecker|t die ofFerhande mit zeven pon- den losrenten opte fteede van Delft , daer die fupplianten binnen drie jaeren geen betalinge af gecrigen moegen, getaxeert geweeft, behalven tvuytgeven op ii.m. lxxii. lib. xn.ft. wie breder blyckende by den Convoyer van taxacie- daer van weefende. Bidden ende verfoucken hier ommedie voorfz.
fupplianten dat u myn Heeren believen willen allen die voorfz, articulen van vuytgeven op welcken by denCommifTarifien int taxeerenom den fupplianten afflach te doene , doer onver- ftandt geen regardt genomen en is , te laeteh pafleren als fondeerde latten ende notelicke vuytgeven , gelyck tzelve redelick is. Ende voorts aengaende die renten van pelft ende die ofFerhande die inde fomme tediminueren, ende doer dien in als dat die fomme van p8ö. ponden op welcken die fupplianten getaxeert zyn, ende hoer niet moegelicken en is op te brengen , te willen verminderen naer inhouden van als dat voorfz. tsi Dit doende, enz. $a fjet bertootmt ban Ut fmee&fcfj;tft i$ öe
fcïjatting Htr>acöt \ tn fyuft men gen öe ψί$ ban ïjnnne intamiffrii !aaten bcjjjottöen; 500 a$ ttnt een jfranfetjen ö#ef ban öen aïgemceiien #utbaii0eL'0e5icn l\m iuöiöen: 003e ojief Iuiöt alïn$ in 't $*wöw#fcïj; |
||||
Oudheden. 125-
De algemeen Ontvanger en Bewindhebber
van 's Keizers domeinen en inkomften'heb- ben gezien een fmeekfchrift , beneffens den ftaat der goederen , 't welk door de fmeekers vertoont is aan de gemagtigden in Holland, en aan deezen brief gehecht is : behelzende hoe hoog dat zygefchat, of anderszins beledigt zyn in het ligten van de fchattingen: waar .van 111 het 15-00, 38 , 6, en 1 f7 gedeelte, maken- de de proviracie van Holland gbhandelt word. In 't 1 deel ftaat hoe dat men hun van hun- ne onkoftgelden afgeknevek heeft 14 pon- den , 7 fchellingen , 10 dcnieren*, dewelke hun , zoo zy zeggen , volgens de ftichtm- ge toebehoorden: dat men hun van dat gedeel- te, uyt het welke zy den kofter, blazer, en den or^elfpeelder betaalen moeten, afgcknevelt heeft 16 ponden 8 fchellingen: en in 't derde deel dat'er gedicht zyn 61 ponden voor de kercklichten: dat vervolgens van deze drie dee- 1 len moeten gekort worden 273 ponden, 8 fchel- I
lingen, Hollandfch geld5 dewelke, de ponden
op 40 grooten gerekent, bedraagen zpj pon-
|
||||||||||||
den, eene ft. Waar op de gemelde Bewindheb-
|
iJ'^tS
|
|||||||||||
bers van 's Keizers inkomften befloten hebben,
en beveelen aan den Ontvanger van de onder-
ftandgelden in 't quartier van Noordholland,
Wilkm Gout, hen te laaten korten en aftetrek-
ken de helft van't gene daar zy op gefchatzyn,
te weetende helft van 200 ponden, 10 ftuivers,
6 denieren, het pond op 40 grooten gerekend.
En de gemelde Ontvanger als hy den brief, waar
in zy zulks erkennen, vertoont zal hebben, zal
zoo verre ontlaft zyn in zijne rekeninge. Wat
"* r»e Franfche zin h hier «üuiftcr : ik moet'er wacnaarraa-
dau. ^enaalder, . ' -:*■ > de
|
||||||||||||
1
|
||||||||||||
l%6 RH Υ Ν LAN DSC H«
devordere deelenvan hun fmeekichriftbelangd
die worden niet gegrond bevonden. Gedaan voor de rechtbank der gemelde inkomften, te Bruflel, den α; van Maart 15-34. Was ondertekent, Λ. de Lalaing.
Pafioors va» S. Ρ ankras kerke.
JJtt 't jaar 1316* Jakob van Hoick.
Paftoors' '33^ Jakob N.
1366 Folpert van Woude, <ï£l1öer$rajÏ0*ï£.
146%, 1470 Niklaas van der Zyl &anjf tg tot ïffo |H|, Johan Velleman, Jf8o Dirck Pols. Wanneer öe boigenoe f£afïoo$ ban J5.Pan-
kras fcer&e geleeft öeböen / 1$ frieöeroro onöe* feenö: Aalbert N,
. Gysbert Jorisz. Diderijk Aemsz. geeft aan Ö# BÏOOfïer U 3$ai*mono öefcöonlten 80 ^oïïanofeije pontien·
Niciaas Bruinink geeft aan 't seine föïooflec v beteert io^oïïanofcjjeponöen/ <0nöee meee anoere Kapellen ban jg>, Pan-
Kapciieo. ^ra^ ^εΓϊι^/ ö»^ft 'er ecnc I^apcl banöell Maagd* en een ban t |g. Kruis gefiaatt
outaaren. $an 9C outaautn/ öie öaac gefiaan öeörjen/ binoen tog tie boïgenoe bemtieïö: ||et ontaai* ban 't Kruis, tn Oe Kruis-kapellej
ijian 't ï|. Sakrament $ ban Öe drie Koningen -, ban oe k, j&aago Maria ·, in öe najjelïe ban
öeselbe aiïeeöeiïi0|ïe |^aa0O ; ban & Anna; ban &. Maria Magdatemi , ban &. Tacobus,
balt <§♦ Erafmtis ·, ban j$, Rochus 3 tiatl 4$* SebalHanus $ ban ^. Barbara j ban 4$. Fran- cifcus. |
|||
OUDHEDEC I27
^mfceïp fc# es een mtmt boo? oe gcioo-
vige zielen.
!an iie^e ontaaeen $gn ban tgb tot tp/ vikary«8.
twm tm&n en geenen / becfegeibe BMvgm gejïicgt: betoeïne fcoo&aau$ ter benoeminge en öegeebinge ban be fftegter^ ffrmben. Philips van Leiden , ngt get $föfrttlt)ft ge*
fïagt ban be van Leidens,te ^ïean^tOt^OÏ** m in be geefMpe HSeegten/ en te ©arp£ tot
^oog-ïeeraar in be 3elbe tegten aangeno* men/ $$ari$ ban oen fttrecgtfcgen^iftcgog Aarnout van Hoorn , PafÏ00£ batl Wt$&&}
000? Gregorius Xi met eene ïttreegtfrge &&
opnmtë^bg oegiftigö/ tefltreegt oberïebcn ben 83»η§ i38°7 en teHeiben Ü1.&. Pankrasto»
fee begraaben/ geeft in't jaar 137*/ o$> get
feefï ban be ?P|· Üjmfïeïen Phiiippusen Jaco- bus, ttoe^HMtargen (5·) gefïiegt/ be eene aan $>. Andries, be anbere aan ^.Niklaas ontaar. €n g# geeft bg ugterfïen fcoiiïe beboïen öat 3e Pieter Gofeburgs aMtörgen genoemt souben fcooiben* Johan van Leiden , «gt be$eïfbe ^ibbedpi
fïam in 3|cl!anb geooorén/ geeft in benapefle ban be φ. J&aagD Maria, befcDdtte niet lang te boren in öe noo^sjjöe ban §>. Pankras \\m ue geflicgt toa^ / aan 't outaar ban be 5eïbe 3|. J&aagö eene $>ifearn gefïicgt m 't jaar 1460, lier neben$ be fïicgttng-b^ef:
Τ ΛΓ ι&» naame van de Η- en onverdeelde Drievuldig'
A heit, den Vader, <&# Zoo», en den H, Geefl, Amen. Nademaal in de altaar-offerhande dat uytiïeekend e» voortreffelijk gedenkteken der uytmuntende liefde, waar mede onze Heer JefusChtiftusom bemint heeft, ik zegge dat hoogwaardig, wonderbaar, en allerdiep baarfte Sakrament door 't geheim der Priefteren en U * Enge- |
||||
128 RhYNLANDSCHE
Engelen verhandelt word, waar door alle zonden en
misdaaden vergeeven mogen worden; zoo is het dat ik Johan vanLeiden, Kanonnik van S. Salvatorsker- ke te Utrecht, in de Kunden en Geneeskunde gepro- moveerd, begeere dat het aan alle geloovigen, zoo tegenwoordige als toekoomende , kundig zy dat ik, door eene godtvruchtigegenegendheit gedreeven, wil- lende de aardfche en vergankelijke tegen de hemel- fche en eeuwigduurende goederen door een gelukki- ge ruiling verwirTelen, en in acht neemeiide dat het fomwylen oorbaar is dat die dingen, dewelke in de voorgaande tilden wel en nuttiglijk fcheenen beitelt te zyn, nadat dcomftandigheitder zaken en. tijden wel overwogen is, voornamentlijk door den genen door wien de gemelde dingen beitelt zyn , zonder nadeel nochtans der kerke, en buiten vermindering van ge- melde zaken en goederen, ten goede verandert wor- den ; en dat men die eerfte befchikking te niet doen- de eenige andere dingen, die ter vermeerderingevan gemelde zakenen goederen, en ter bewaringe van de vrede zullen verftrekken , door een gelukkiger en dïenftiger overleg béraame: begeerende daarenboven het geen ik zoo lang gewenfcht heb, door Gods hulp naar wenfeh uyt te voeren; en voor al, metdetoe- ftemminge van Mijnheer OavidvanBorgonjeBHTcbop van Utrecht, uytdrukkelijk herroepende alle kerke- lijke fchikking en beftellingdie ik over mijne onder- ftaande goederen eeniger wyze gemaakt hebbe: zoo is het, zegge ik, dat ik van dezelve en van eenige an- dere zaken en goederen die ik tot vermeerdering daar toe bewezen heb, en die beneden brceder nytgedrukt flaan , aan en op het outaar van de H, Maagd Maria^ in de kapelle , dewelke onlangs in S. Pawkras kerke te Leiden, aan de uoordzyde, gedicht is; daar ik myn tombe met een merkelijke grafitede heb laaten maaken , en in welke grafitede ik na myne dood wen- fche begraven te worden , ter vermeerderinge van den goddelijken dienft, voor de zaligheit mijner zie- le, en der zielen van mijnen vader Niklaas, van mij- ne moeder Aleidis, van mijne meui Machtildis, van mijne andere oomen en meuien , van mijne broeders Pieter en Hendrik van Leiden, en van mijne weldoen- ers, door het gezag van den eerwaardigen Vader en Heer
|
||||
Oudheden. 129
Keer in Chriftus den voornoemden Biiïchop van U~
trecht David, en met de toeft emminge van S. Pan- kras kerke, ter eere van de hoogverheve Maagd Ma- ria, van S. Jan de» Daoper, en van S. Maria Magda- lena, gelHcht en begiftigt hebbe, en door den tegen- genwoordigen brief ftichte en begifrige, eene vikaryof kapellany; om door haar eigen Vikaris, of door een beqnaamen Priefter die ter goeder naameen fame (laat, bedient te worden. Voor de inkomfte van deze vika- ry, en voor 't onderhoud van den toekomenden Re- gent der zelve, bewys ik de onderilaande renten en inkomlten : zoo nochtans dat ik het vruchtgebruik van die goederen, voor myn leven, aan my benoude. Voor eerir bewys ik daar toe io mergen lands, een * weinig meer of minder, gelegen in Vorenbroek, en gekomen van het kloofter te Leiderdorp. Noch be- wys ik daar toe 'f twee hondt lants wel gebogen, ende leggende over die fingel van die ft ede van Leyden ^ wel bejloit. Aen deen zyde leyt Dirc isimonfz:tuyn, aeη dan- der zyden D'mck die Smits tuyn. Noch bewys ik daar toe het huis , 't welk ik van de êrfgenaamen van Meefter Hendrik Huygenfz. gekocht hebbe , Üaande op de Voldersgraft dicht bymijne huizing: welk huis tegenwoordig bewoont word door myn broederszoon Niklaas van Leiden. Noch bewys ik daartoe twintig fchellingen X^s jaers ^ s He er en geks op Wouter van En- degeefls huys in Marendorp by on/er liever Vrouwen kere- ke tot Leyden. Ende foo geve ick daer toe noch fes mor- gen lants, geheet en die vyf G eer s gelegen by Leyden 4 by Floris van Alckemaeden huys. Ende noch geve icktwin- tich fchellingen fsjaers metten honde, die ick fette op myn huys te Leyden, daer nu Claes van Leyden in woont. Deze kapellany of vikary , aldus begiftigd , ende de begeevingdaar van , behondeik zoo lang als ik Iceven zaj aan myzelven, om naar myn believen , endaarik wille, bedient te worden. Maar na myn fcheiden of overlyden begeer ik dat de Vikaris voornoemd, of * In'c Latijn ftagt: tnodlum plus am mïnus % doch in deu
ongedrukten brief zelf ftsat modicnm : flfcc ¥" er taaider t f en * Deeze woorden ftaan aldus in 't NederdmlfcTl uyt*
gi-drukc. Anders is fa brief in de Latijniche iale opgcftelt, ."" 3 «te
|
||||
ijo Rh'ïnlanï)S<;he
de Regent der zelve vikarye, drie dagen 's weeks,
dat iszondaags, 's woensdaags■, en'svryda3gs_, door zich zei ven of door een ander bequaam Priefter ter goeder name en fameitaande, aan't voornoemde ou- taar Mis zal leezen. De Mis gedaan zijnde, zal hy aanftonds met eenWyquaft, die met gewydwater nat gemaakt is , naar myn grafftede gaan %Jeti zal daar voor my , en voor de zaligheit van mijne ouders, broeders , en weldoenders , eenen Miferere en eenen de profundis met godtvruchtigheit leezen: daar na zal hy twee koliekten: de eene voor den ftichter, de an- dere voor de gemelde overledenen, met aandagt ke- ien. Ook zal hy in zijne MhTen, en andere gebe- den van godtvruchtigheit, den ftichter die de gemel- de goederen verzamelt en voor de vikarye befproken heeft, en den anderen vrienden, die de ftichter opge- geeven heeft , indagtig zyn. Indien hy het boven- gaande verzuimt; dan begere e» ordoneere ik dat de Deken en Kapittelheeren van S.Pankras kerke de ge- melde tweeMuTen, Pfalmen, en koliekten, onder 't befproeyen met gewydwater, door een ander laa- ien leezen ; en dèn zelven uyt de inkomtteh der vi- karye behoorlijk voldoen. En ik willedat ieder Ka- pittelheer, als de Kapittelheeren hunne rekening ge- daan hebben , voor zijne moeite en arbeid zal heb- ben een mengelen wijn, en de Deken twee menge- len: en dat ieder jaar, als de Vikarishet bovenftaan- de verzuimt, en't Kapittel hetzelve volbragtzal heb- ben. En zullen deze mengelen genomen worden uyt de renten van dat loopende jaar. Noch begeere en ordoneere ik dat de gemelde Vikaris ten minfle eens om de maand, of dikwilder indien hy daar toe gene- gen is, door zich zelven of door iemand anders eerie Mis zal leezen in S.Puterskerke te Leidemdat hy, zoo ras als de Mis gelezen is, zal gaan naarde graven van mijne ouders, naar het graf van HeerPieter vanhei- den, en naar hetgrafvan mijnemeui Machteld, U»- lem Foythyns dochter , en daar eenen Pfalm Miferere mei Deus , en eenen de profundis, met de gewoonlij- ke koliekten zal leezen. Öokzal hy zorgen dat hun- ne jaargetyden ten beftemde tyde gehouden werden: gelijk zulks met de Kapellaanen van Heer Pieter van Leyien^ en met de Regenten van S. Catharwaas gaft- hiiis
|
||||
Oudheden. 131
huis beiproken, en hun daar voor goede betaalingge*
daan is. En zal hy zorgen dat dit den nakomelingen en nazaaten, zoo die dekapellany bezitten a!s.die de- zelve te begeeven hebben , bekent gemaakt en by over- levering ingefcherpt worde, dat de gemelde jaarge- tyden nimmer vergeeten mogen worden. Ook wil- 5e en ordoneere ik dat de begeeving van de voor- noemde vikary, zoo lang als ik op de wereld leeven zal, my zal toeêehooren ; dat ze na mijne dood be- geeven zal worden door Niklaas van Leiden , den zoon van mijnen biOe.der Hendrik van Leiden; dat na deszeifs dood Aleidis van Leiden, en iwAleidis dood Margareta van Leiden, Aleidis zuiler, dezelve vikary zullen begeeven. Na de dood van de drie voornoem- de begeer ik dat de oudfie en naaftbeftaande, uyt heit voortkoomende, 't zy dat het een mans- of vrouws- perfoon zy, de begeeving zal hebben. Een mansper- foon, hoewel jonger van jaaren, moetin den zelf* den graad van bloedverwantfchap den voorrang in 't begeeven hebben voor, een vrouwsperfoon. IVIaar een vrouwsperfoon, die naarder van bloed is, móét gaan voor alle mansperfoonen, die den (lichter zoo naa niet in den bloede bedaan. Nadat de dnevoor- . noemden', en alle hunne nakomelingen, zullen uyt* geftorven zyn; zoo wille en* ordoneere ik dat de be- geeving van deze kapellany zal vervallen aan den be* geever van de vier kapellanyen , dewelke door Heer Pieter van Leiden gefticht zyn in S. Pieten kerke td Leiden ; en dat ze daar ten eeuwigen dage zal bly- ven : zoo nochtans dat de begeeving altijd gedaan zal worden door den naaften bloedverwant. '"Noch" wille en begeere ik,dar, zoo wanneer de gemelde vi- kary 't zy door afftand of overgifce , *t zy door de dood, mag openvallen ; dat, zegge ik, die dan toè de vikary voorgefteltzal worden , inderdaad en goed en wettig Priefter zy; dewelke tot geen andere ftfP fen verbonden is: van wat geOagt dat hy anders.mag weezen ; of dat hy ten mïnfte de jaaren hebbe dat hy binnen 't eerfte jaar Prieiter worde; en in eigen per- ioon op de plaats van zijne bedïeninge, dat is* te Lei- den, woone. 't Welk zoo te verftaan Η dat; inge- vallehybinnen'teerfte jaar geen Pfiefler geworden is, ea op de plaats yan zijne bedieninge of'vikary "in ei- |
|||||
* gO0
|
|||||
\yu Rhynlandsche
gen perfoon niet is koomen woonen , de'Patroon of
Begeever van de vikary, die het dan wezen zal, de vikary, zonder eenige vordere verklaaring, en zon- der op eenige difpenfaatzie te letten , zal begeeven aan een ander perfoon , dewelke de gemelde hoedaa- uigheden heeft. Indien 'er nochtans een wettig ker- kelijk perfoon gevonden wierd ; eerftelijk van myn moeders bloed; of ten tweede van 't bloed van Jan van Leiden, myn moeders broeder * al was hy jon- ger van jaaren; dat is, niet meer als dertien of veer- tien ja-aren oud; indien hy bequaam waar om voort- gang te doen in degeleerdheit; en beloofde dat hy op zyn zeventiende of achtiendejaar naar een byxondere Schole , die vaneenige vermaardheit is, of naar een bevoorrechte * hooge Schole zal gaan , en daar ten minfte drie jaaren , en noch langer, zal blyven; zoo een , indien hy het begeert, moet voor alle anderen gaan, gelijk boven gefchikt is: en die word door my niet verplïgt, om zoo ras in eigen perfoon te Leiden te woonen , of zich zoo fpoedig Priefier te laaten wyden ; om dat hy zijne iludie , daar wy zoo even van gefproken hebben, moet volbrengen. Doch in- dien zijne iludie al zoo lang voleindigt was , en hy niet langer begeerde te ftudeeren; zoo wil ik dat hy verpligt zy, en de hoedanigheit hebbe, als boven is gezeit. Doch ingevalle zoo een kerkelijk perfoon niet meer wilde ftudeeren; enzichzelven niet begeer- de in ftaat te dellen om Priefter te worden, en zyn verblijf ter plaatze van zijne bedieninge ie houden; dan wil ik dat de vikary metterdaad open ftae , en door den Begeever aan iemand gegeeven worde, de- welke de voorgemelde hoedaanigheit hebbe. En in- gevalle de Begeever de vikary niet wilde vergeeven; dan begeere en ordoneere ik dat de Begeever van de vier kapellanyen, dewelke in S, Pieters kerke gedicht zyn, de vikary voor die reize volgens den inhoud der * 'T is waar dat'er in't Latijn utïli pr'iviltglato ftaat, co
dit fchynt niet wel vertanlt te konoen worden door hooge Schooie," Maar in't handfehrift zelf, 't we'lk my door de" Heer N. weleent is, ftaat promittem jeatifnod fiudhm\ patti· thlate fAmntum am univtrfale privilegittum vijitaturnm. Vtti ta«lder. ftich*
|
||||
Oudheden.
|
|||||||
J33
|
|||||||
ftichtinge zal mogen vergeeven aan iemand, die de
boven vereifchte hoedanigheit hebbe : en die begee- ving zal even zoo krachtig en beftandig zyn , als waar zy door den voornaamtlen Begeever gedaan. By aldien 'er echter een onechtelihg uyt het voorfchre- ven geflagt waar, dewelke in eene bevoorrechte fcho- le geiludeert had, en daar in de Godgeleerdheit, of Geneeskunde, of geeficlijkeRechten tot de bekende eertrappen opgeklommen waar; zoo begeer ik dat de vikary aan hem begeeven kan worden gelijk aan de wettige afkomelingen; mits dat hy de vereifchte hoe- danigheden volgens den inhoud van de (lichting hebbe. En dit altyd voor af onderitellende, dat zoo een be- noemde, 't zy dat hy Klerk of Priefter zy, of binnen 't jaar Priefter (laat te worden, gehouden zal zyn alle de laften , en voornamentlijk dendienil dervikarye , die hy door zich zelven niet zal konnen verrichten, door een ander bequaam Priefter , van een goeden naam en faam, te laaten verrichten, üok zal hy in alles onder debefcherminge en beilraffinge des Kapit- tels van S.Pankras kerke (laan, gelijk de andere die eene bediening in de zelve kerk hebben; enhy zal de vrydommen en voorrechten der zelve kerke hebben en genieten; behoudens dat hy geen deel zal hebben in hunne verfchynloonen en jaargetydcn. En voor deze hunne goedguniligheit , van de gemelde vikary onder hunne befcherming én beftraffing aan te nee- men , en de gemelde dichting te handhaaven en ia ftaad te houden , wille en ordineere ik dat ieder Vi- karis van deze vikary voor zijne dood aan't gemelde Kapittel van S. Pankras kerke , om zyn jaargety te houden , zal maaken een jaarlijks inkomen van een half pond, loopend geld; op dat de (lichting van de- ze vikary volkomen en onverminderd bewaart mag "worden. Dierhalve bidde ik zeer ootmoediglijk den eerwaardigen vader mCbriflus, Mijnheer den BiiTchop van Utrecht, of deszelfs algemeen Vikaris in geefte- lijke zaken, dat het hem believe deze mijne (lichting te beveiligen en goed te keuren; de gemelde vikary of kapellany tot een tytel van een kerkampt op te rechten; die goederen die aan dezelve, gelijk boven befchrèeven (laat, be weezen zyn, en na dezen be wee- gen zullen worden, onder zijne befcherininge en % 3 *s
|
|||||||
ïg4 Rhynlandsche
de befchermingevan zijnen glori-rijken patroon Mar·
fmm aan te neemen; en uyt krachte van zyn ordina- ris gezag te ordoneeren dat nezelve voortaan kerke- lijke goederen bullen zyn, en voor kerkelijke goe- deren gebonden zullen worden. Ter gttuigenilTc van al het bovengaande heb ik goed gevonden myn zegel aan den tegenwoordigen briefte hangen. Ge- geeven in 't jaar desHeere 1460 , op den leftenMey- dag. $|ser at|tfó boïgbe ttn Jeöerbngtfeöe fyitf:
toaar in bt ©enen en 't ïiajiitteï ban §„Pin- kras ftcclte tjèfc fftcïjting goeö&ettim kiïjtei Um%kf bö!gt ία ht %at$nft§t taïe fee bebe* fiiging ban ben ïltrecötfcfsen 2£ifTcf|op Davi<J van Borgonjc , tn 't jaar 1460/ ben btjföeu Péat? 5ÏJSI ηοφ meer &tëarnen getoeefï:
maar taamieer / rn bttq-j luien öe3e!be gefïicïjt ggn / ge&ben ing 300 ml niet bonnen ontdek fee»: Ö£ SMtarp ban^. Jakob den Meerderen,
ban §>. Pauius, ban fi>*f*n den Doopcr, ban
β, Maria Magdalena , ban Mi Matthias, bal!
Mj$i Petrus èn Paulus, ban & Michiel, ban ■fit, Bartbolomaeus, batta&.Katharina, ban^. Willibrordus, bail fi* Antonius, ban fi. Aga- tba j isrixtcl^e in 't jaar iff9 geflicgt i$ öooj
cene Margareta , Simon Jakobs tSOCtjtet; / toe?'
Outoe ban Pieter Uitkk. &o$ct$/ öe ©ifeirg
han &. Gregorius, ban ben geittgen <0bange* ïffl Johannes, ban &fit. Georgius etl Laurcn-
tius,baU^« Hieronymus,ban^, Benediófcus (6"), ban't heilig Kruis, ban <§■ Barbara. <IMi bia| 'er in fi. Pankras fterne een ber*
maarö^oeberfeBap: 'ttoelït ijet ^oe&eifcöajJ ban 'tailcrgefltgfïe ^aftramentbjierö genoetut* gjft D^ö öe infleUtttg ban bit S^oebcrfcöap «* |
|||||
r
|
|||||
O U D Η Β DEN. I Ζ f
m out! $eteöuitfcïj öanöfcïfesft sebonöetu
öebjeïfte ift öen %tt$tt gier 3al mcöeWen, ΊΓ'ειι eeren ende lof ons Hceren Jefu Chrifti,
zynre gebenedide Moeder , alle Gods Hey- ligen, ende byzonder in gedeynkenuTe der glo- riofer Paffie ons liefFs Heren Jefu Chrifti , foe hebben die eerwardige Heren, die Deken endc Capiuel van finte Pancras Collegium binnen Ley- den , naevolgende die andere Prochie Kercken binnen der felver ftede van Leyden, ingefet endc geordineert een gemeen Bruderfcap endeSufter- fcap in finte P^r^i Kercke voirfz. welckeBru- derfchap ende Sufterfchap men nomen fel, dat Bruderfcap van den Love des Heylige Sacraments. Van den welcken Bruderfcaps wegen men fel alle wekes des Donredaich tfavonts fingen dat lof van den heyligen Sacrament mit betamelick was- licht, ende anders oick den dienft duen, alfoe dat by den Heercn ende den Deken ende Ca- pittel geordineert is of geordineert fal worden. Van defen Bruderfcap lullen wefen vyf Pro-
curatoirs, te weten , twie Canoniken ofte een Canoniek ende een Vicarius ofte ander Priefter in der Prochien van finte Pancras wonende, die oick in der Bruderfcap wefen fal voirfz. en- de noch drie eerbaren wairlicke perfonen, oick vander Prochie voirfz. ende in der Bruderfcap voirnt. wefende, ende defe vyf zullen hair tyt gedurende adminiilracie hebben vant geen dqc die Bruderfcap toebehoirt ende oick hebben totten laften ende dienden die by ordi- nancie van den Deken ende Capittel dair toe gefet zullen zyn. Die vyf Procuratoirs voirfz. zullen alle jairs
des Sonnendaich voir die Meydach , onder die % 4 Hoeg-v
|
||||
x;6 RhynlandSchê
Hoegemiffè binnen den Capittelhuis van den Ca-
pjttel van finte Pancras, in tegenwoirdicheit van den Deken ende enich van den Canonicken die den Deken ofte Vice-Deken dair toe nemen fal of die van den Heren dair by zal believen te wezen, kiezen drie niwe Procuratoirs, te weten een Prieftcr ende twie wairlicke perfonen» Die oude Procuratoirs zullen alle jairs op die
Meydach dair na in tegenwoordicheyt van den Deken ende den Heren die dair by beliven te wefcn , den niwen Procuratoirs voirfz. onder die HocgemiiTe in den Capittelhuis guede reke- niuck ducn van alle dat gene dat zy ontfangen ende wtgegeven hebben binnen den jair voirfz. Soe -.zullen die niwe Procuratoirs ter zelver
tyt in tegenwoirdicheyt des Deken ende Heren voirfz. .kiezen enen Priefter ende enen van den wairlicken van den ouden Procuratoirs, ende die dat jair dair voir niet gedient en hebben , wel- licke dat rcgenwoirdige jair gedurende zullen wezen oude Procuratoirs. Oramc dat die Heren van denCapittel te wil-
liger zullen weien omme den dienit vanden Lo- ve voirfz. eerlick te füftineren ende duen, ende boven doen van God oick mede enich titelick guet qiogen verdienen, foe zullen die Procura- toirs van den Bruderfcap voirfz. alle jairsterftont als die Oclrave gedaen is van den Heyligen Sa- crament geven den mynre Camerar voir eilicke Canoniek die dat jair gerefideert zal hebben» 12, pjacken , ende voir den Deken 24 placken; ofconende eenen ygelick nae die tyt van zynre refidencie· Ende dat totter tyt toe dat by den Deken ende Capittel anders geordineert fal zyn. Wairt faick dat yment gecoren wort Procu-
rator te wezen yap die Fitawn of yment anders als
|
||||
Oudheden* 157
als voirfz. die fel zyn ryc alfoe Procurator we-
fende mede participeren in allen memorien van den doden Bruederen en.Je Sufteren, ende van die generail memorien mer, anders en feilen zy niet gauderen van enigen prefeneien , ten wair dat zy provideriden , dair of fel men die geven tellicken 4 penningen als die Canoniek die mïc hem in dat Lof geprovideirt fal hebben. Men fel telliken reyfe als men dat Lof finget
van den Heyligen Sacrament, fecten voir den ou- tair vier eerlicke toirtfen mit wapenen , voir den Pellicaen twie kairfen , ende 11 kairfen op die croen int Choir , ende indien die Bruder- fcap van ftade worde , foe zullen zy meer kair- fen of toirtfen fetten, ende niet meer of minder anders. Men zei tellicke reyfe in denLove geven den
4. Choralen, indien zyin tyts comenende fingen in den Love, een ygelicken 4 penningen. Soe wie in den Love zyne prefencie wil ver-
dienen, die fal jegenwoirdich wefen in den Choir voir dacmen finget dat beginfel van den eerfte Refponforie , ende angaende die prefencie van den memorie voirt beginfel van den vairs van dat Refponforium. Soe fullen oick alle die Heren ende oick die
Choralen eenpairlicken ftaen ter tyt toe dat dat Refponforie gelbngen is. Ofte oick die 'fequen- eie mede oick knilen of fitten , gelyck alft be- tamen fel alle gader fingende. Sullen die Procuratoirs mede van een yege-
lick die in der Bruderfcap beftorven is voir zyn doet fculde ontfangen twalyf placken, ende zui- len dair voir een memorie doen onder die Mille vander Bruderfcap fettende 4 kairfen bmnent Choer, ende nae den MifTevoirfz, alsgefongen 3r *
|
||||
é
|
|||||
Ú3& RaYNlANDSCHE
is den vairs van den . . . YiH Chrifle^ fullen
denf Deken mit dien Heeren Capellanen ende Coftcr die P&lro lefen, Miferere mei Deus, mit behoirlicken colle&en, ilutende mit die colle- clre, Dem venia. largitory ende dan fullen die Pro- curatoirs geven enen ygeliek van den Heeren Capellanea mitten Goiler die dan tegenwoir- dich is geweeft elkx 4 pennick, ende den Pro- euratori Fimrio , ©f anders fel men geven als voirfz is. : In denjair ifio>. den i^dach in Mey, is ge-
©rdiineirt by den Deken ende Capittel dat tot allen tyden int Lof voirfz. vanden Heyligen Sa- crament fullen provideren die twie HoogemiiTe Priefteren, ende die Hebdomadarius van den wai- ke fal vertonen dat Heylige Sacrament , ende fetten op ten outair ende weder ofdragen den voleke, ende lal o iele die Coile&en fingen, wt- gefeit dagen naeiereven , ende men fel diePro- viforis ende Hebdomadario dair elkx voordelen 4 pennick. Ten fel ven dage is oick confentiert by den
t>eken ende Capittel voirfz, dat zy zullen fingen in den Love voirfz, die Sequentie^ lauda SionSal- vatorem, ende die Deken indient hum belieft of anders die Hebdomadarius fullen onder die Se- quencip dat Heylich Sacrament vertonen totten voleke, fingende , Ecce panis Angelorum, ende dat op dagen naegefcreven : als op ons Heeren Hemelvaertsdach,des Heyligen Sacramentsdacb, op die Qéfcave van den Heylige Sacrament, des Donredages van den Advent, ende des Donre- dagesvoir Septuagefinm^ ende dair tue op dagen nae gefcreven indien zy op Donresdagen comen 3 ende anders niet als onfer liever Vrouwen He- melvaerts daeh , hair Geboirt, Jhair Ontfange- nis,
|
|||||
O Ü D Η E D E N. 7C39
nis, Lichmifleende Annunciationis, Sinte Pan-
cras, Alreheyligen , Nativitatis Chrifti, ende heylige drie Conigen; ende dan feilen die Pro- curatoirs voirfz. geven den Hebdomadario indiea hy die Officie duet, boven die gemien diftri- buere 8. grot. of den Deken indien hy datOjÊ- ckdeék 16* penningen. Ende den Heren aliul- ke fullen diitribucie doen, alfoedat by den De- ken ende Capittel angemerekt die vermogent- heyt van den Bruderfcap voirfz, in toecomende tyt zal worden geordineirt. Op ten Heyiigen Sacraments dach fel men
houden die Hoichtytvanden Bruderfcap voirfz, ende om die wairdich te houden foe fullen die Procuratoirs alle jairs des Donresdages nae die Hoichtyt van Pynfter omme gaen tot allen Bru- deren ende Suiteren huyferi , om te bidden te Kerck tot die Hoichtyt voirfz. ende eysken als dan van een ygelick een oirkontspenninck van een plack. *! Is me geordineert by den Deken ende Gapit-
tel tot verfuick van,den Procuratoirs van den Bruderfcap voirfz. dat men van den Bruderfcap wegen op ten Heyiigen Sacraments dach dat Choir fel duen tot den toren toe, ende voir dat Heylige Sacrament in den ommeganck, ende anders verfieren alfoe dat den dach betamen fel mit meyen te behangen. Mede ift geordineirt dat die Procuratoirs die
nu zyn of naemaels wefen zullen % alle jairs ky-, fen fullen drie niwe Procuratoirs, ende die drie alfoe gecoren fullen kiefen in manieren voirfz. op die Meydach , een van den ouden, die des sjairs te voren gedient heeft. Defe kyfinge fel mede gefcien van die niwe Procuratoirs des Son- nendages voir Meydach. Defc
|
||||
I4-0 RHYNtANDSCHE
Defe Procuratoirs fullen toefich hebben om
dat Heylige Sacraments huis ende hoge outair op dat Heylich Sacraments dach ende Oftave mit blummen te verciren. Soe fel men oick op ten dach van der Oétave
van den Heyligen Sacrament mede tot cofte van den Bruderfcap voirfz. den dienft Goods eerlick doen , gelyck als op die principael dach gedaen is geweeft , ende befonder in dit Lof ende in die anderde Vefper mede te dienen in capel, oickin luyen, in beyeren ende fpelen op die grote organen mit alre wairdicheyt. , Is ten felven dage mede geordineirt, dat men luyen fal totten Loeve te vyfwren, ende nae den Loeve fel men duen enen eerlicke Proceffie om die Kercke of verder binnen die Prochie, allbe den Deken ende Capittel fal believen, en- de men fal den Deken ende eenen ygelick van den Heren Capellanen, Cofter ende Bodel in defe Proceffie delen 8. grot. ende die Fkarien mit die Choralen die by den Proceffie geweeil Zyn elkx 4. grot. Den Heren die in die andere Vefper gedient
hebben ende in dat Lof ende in die Proceffie mit die cappen gegaen hebben, elkx 7. groten, defgelyck die mit die cappe dat Heylich Sacra- ment gedregen heeft 24. groten. Die vier Procuratoirs fullen dragen die pelle
in der Proceffie , ende vier van den Heren Ѻ- carien of Bruders van den Bruderfcap, Priefteren, fullen dragen elkx een toirts , ende men fel die elkx geven 8. groten. ; Voirt tot vertioeftenifle van den Bruederen
ende Sufteren van den Bruderfcap voirfz. ende allen den genen die den Bruderfcap guit gedaen hebben, foe hebben geconfentiert die Heren, den
|
||||
Oudheden. 141
den Deken ende Capittel, dat men alle jairs des
Dynsdages nae des Heyligen Sacraments dach fingen fal na die Vefpere een Vigilie, ende duen een generail wtvairtmitdievifitacie, fingende^ Libera me Domine, ende dan lefende den Pfalm, Miferere, mit colle£beDi?«i vent* cum animabus. Ende men fal delen den Deken 16. groten, den Heeren Capellanen, CofterendeBodel, elkx8. groten,den Ficarien ende Choralen elkx 4.groten.. Soe fel men Woenfdagesdair nae, na der Met- ten een MifTe fingen op dat hoge outair, van Requiem voir die doden Bruderen ende Sufteren, Ende men fal den Deken als boven delen ö. den Here die die Mifle finget fel hebben twieplac- ken, ende die dienars elkx 8 groten. %n 't 3Clföe ganbfcS^tft fïaati ooft öe tol·
gettiie Mtttm ban öit ^oeïrerfegap aangtte* M\t: Naevolgende die OrdinantievantHeyligeSa- wettcnvaa
craments Lof Broederfchap , hier voormaels 't fcelve by den Deecken ende gemeen Capittel des fel f ?r,ocder" Collegie begrepen : Soe iit , dat wy ter eeren c *p* Goedis, zynder gebene4ider moeder Ìáðá,æç- de byfonder ter eeren van die heylige vyf won- den ons Here Jefu Chrifti , ende tot zalicheyt ende laeffenifle van die zielen der Broederen en- de Sufteren levende ende doot, fingen fullen alle maents des eerften Woensdages ende des dorde van een ygelicke maent {nifi aliquo modo impe- diatur) een fingende Mifle, in den maniere hier nae gefcreven. In den eerften, aengemercl: datdefe Mifle lan-
t ge duert , overmits mede die wtvaetden , focr fal men altyts wanneer men dcfe Mifle fingen fal , ter Metten luyen een half vuyr vroeger dan men anders luyden fouden. Enïe tot defe , voirfz;»
|
||||
142 RHYNL AND-SCHË
voirfz. MiiTefal men folemnelyken luyen mit è'tc
groete doeken , als men luyet tot die Heyligh Sacraments MiiTe, welck gedaen wort alle Don- derdaech. Item eer men die MiiTe beghint, foe fullen
twie Coralen, ftaende in die doere vant Choer, ofte op ten voetbanck voert Choer, mitten aen- fchyn nae die toren , elcx hebbende een vaen, Quinque vulneribus depitlum^ fingen het verfum , Vexiüa Regis, &c. Et Chorus refpondebit cantando verfum, 6)uo vulneratus^ ende dan foe iullendie twie Proviibres beghinnen, Introüum Miffg. Item foe fullen alle die Heeren die prefentie
verdienen willen , int Choer wefen voirt Kyrie, ende fingen al ilaende eenparich , Introitum glo- - ria, tot die Collecte toe , ende voert foe fullen
2,y fingen die Sequentie ftaende. Item foe flillen zy voert ilaen onder het Euangelium, ende als men finget, Per omnia, Dominus vobifcum, fur- fum corda, gratias agamus , tot vere dignum toe. Ende fullen oeck mede alle gaeder op ftaen als men finget, Pater nofier. Item onder defe MiiTefal men dienen mit Dia-
ken ende Subdiaken , welck fullen weien twie van den Hoemans, endefullen in den Choer wc Sacriftie coemen mit den Prieiler die die MiiTe fingen Cal, ende die twie ander Hoemans fullen provideren , ende men fal een ygelyek geven (propter portionem) 8. groten, des foe fullen die twie Provifores mit Diaken ende Subdiaken, ilaende int middel vant Choer voer die Pellicaen fingen het Alkluya cum ver/u. Ende men Tal ge- ven (ekbranti Uvie .ftuyvers van die MiiTe te fingen. ν Item als Ite Mijfa efi gefofigen is, foe fullen . wederom twie Coralen als boven fingen, Ver*
.,.>.',..·■.■■ fum |
|||
O U D Η E DE Ν. 143
fum confiaa 9 &? Chorus refpondebit per wrfum^ tibi
Ρatri fit gloria. Item alft wtvaert van «enigen dode Broeder
of Sufter is, die fal men doen nae die Miflè» itaende lefende, Miferere, mitbehoerlicke Col- lecte , ilutende altoes cum Collecla, Deus venice largttêr , ende men fal fetten die Peile mie vier eerlicke Vigelie kaerfen , Cj? fiabit Ca,pellanüs cum afperforio juxta funus, ί$ cuflvs cumthuribulo^ qui participabunt nobifcum ut mons εβ. Et celebrans mambit flans cum minifiris circa, medium Choricum aliis Dominis legendo. Item om die Heeren hier toe te verwilliffefi,
foe fal men een ygelickeHeere, medegerekenc die Capellanen, bovent loen dat hem vanGodt comt, deelen twie groot. Item elcke Corael die tegenwoerdich is in
tempore 4. groten. Organifla pro fuo officio bakbit cmfimiliUr duos
grojjhs. Die Blaefer voer beyeren ende blaefen , een
halve ftuyver. 3|et ^othttfeïjap ban 't alhvfye&liQftt §>& G
ftmment geeft öc boïgenöe goeöereii en mhorn* «SES! flen 0egaï / öefodite ten öeelen ia kantenen ftcn van Ί enjjuisen/ten öeeïen inrente-feiiebenöefiooöen: >ί1ν? *«>* Een rente brief van 6. R. guldens, derfebap.
^. Mergen en een hond lands in Leyderdorp.
7. Hond lands in Voorhout.
z. Mergen lands ibid.
9. Mergen lands in Oeftgecft,
Een rente-brief van 4 pond Hollands op fèkere
landen in Soeterwpude. Een dito van ζ pond H. op een Hofftedè in
Warmond. Een ftuk lands in Leyderdorp.
Een
|
||||
344- RhYN Ï/ANDSCHE
Een goüde Engelfche nobel op een huys op
de Hoygraft. Een rente brief van 10 fchellingen Hollands.
Een rente brief van ι pond H, op een huys
te Catwyck* Een brief van 4 Carolus guldens.
Een dito van ζ pond H. op 3 mergen land in
Benthuyfe. Een dito van 3 Car. guldens op %. niergen
Warmoesland in Leyderdorp. Een dito van 4 en een half Car. guld. op %
merg, jrhont lands in Soeterwoude* Een dito van 6* Car. guld. op eenige landen
in Leyderdorp, Een dito van 1-3.
Een huys op S. Pancraas kerk-hof.
Een dito van 6 Car.guld op goederen in SaiTerrh
Een dito van 4 Car. guld. ?
öok öunne tttëomf&n, Ü«r mbm§ öe njfï Der
infcomjïen/ öetoeï&e 35 getroftfcn %Mm in 't Huere van 4 mergen lands, , 16
Van 7 hond lands, . ' .■ 5 Van erfpagt, ,*:·■ . ♦ 1
Van los-renten op 't huys Maande op
het kerk-hof van S. Pancras kerk, 13
Van het H. Sacraments gilde-huys op |
|||||||||||||
1 - u
|
|||||||||||||
't zelye kerk-hof, . ♦ .
Van het H. Sacraments gilde-huys
gelegen naaft het voorfchreven huys,
\ De Vicarie van S. Anna, De Hoemans van het H. Sacraments -gilde geven.
|
|||||||||||||
16
]0
|
|||||||||||||
o
o |
|||||||||||||
o - if
38 i- 13
m
|
|||||||||||||
O tJ D Η E D Έ Ni
$$$ geïtöen öoben be $$/$$étffl tufftftm
bt parochie ban 0i Pieters nerfte en öfe ban 3ieii»ei*i>o$ ugt een ouöenö?ief aangetreden: gier 3uifen tog be fejjeib-païen tüffcjjen De pa? roepie ban ^ Pankras ïmï\t en oe naöisnp ^acöcjien fn£gdpé opgeeben: taant ift ijcöfe onöee tnn bernfïen een ouben Mtf/ op jprait; eijn in 't jaar 1394 gefefeeben j baai* in- eenigt getuigen/ baat toe bezorgt 5ijnbe/ boo^rïj& penen eene öe-eebsgöe getutgémffe- gebën o'eer öe fcöeiii-païen tuffcQen be J&arocjjfen üan ^, Pftnkras enbeSL l^onhjen lterïuei.eïben/enbe PaiOcijie ban ^eftgeefï* W"Y ÈertelffleeUs Ymmèri iöén' , ertde Èrn^H®c Nfd
Jtf#j foen, Schepenen in Leyden, y<3tf £°* Las i'aro- flyns foen, Symon Bont, Gyelis van S-wkten, en* chic en vad de Dirck Hogeflraet , in dien tydc poorteren in «fc 04t>un^ Leyden ^ doen cond allen luyden, dat van 3^ Fatoehicoj Gerechte van Leyden ontboden hebben gewceft goede witachtighe Knapen , die men meen* den dat van ouden hair-comen £ die oerfpiOnc ende gefcheyc beft weten mogten $ tuflehen de Parochye van S. Pancras kerc te Leyden \ ende on/er trouwe Parochye te Leyden ^ alfo fi onderlinghe fcheelen, en is onderfeheydc van den twie Parocbiciivoorfc.hr. vari welke die Knapen voir den Gerechte van Leyden gecuypd «ebben, na houre vyf finnen ^ bi houreneede, in alre manieren (o hier na befchreven ftaeri E-erft fo word gevraecht ffti^b wan der Bant óf hy yet wifte wie' dat befte recht hadde $ daer ineriden dodesdaert gefcheel of toe comtifchul- dich waer te aerden·* daer hy of tuigheds, dat hy daer of niet en wifte | maer fyn Vader was «nglre tyt Scout in den Arnbtfchte van Lcydcr* %% Sorp$ ,
|
||||
R Η Υ Ν L Α Ν Ό S « ϊ! Ë
dorp, èncJc na finen gedynefcen fo >iad* fyn |
||||||||||||||
of fes
|
||||||||||||||
récht te doen vier
|
||||||||||||||
VaÉerte fehouwen---------
voeten in die Maeren an die zide van Leyée'tf*
dorp. Item Jacob, Dammis foren» tuighede fel finen eede ende woude daer op fterven, dat alk récht waerlie ende gheeftelic hoert van outs té verfoeken tot Qeftgeeft, ende tot vier voet of fes in die Maren. Ende Jan Jacobsfoen ende Dirc Willis plachten hen Hökhtyt te verfoufcea totOeftgheeft, ende plachten te wonen in den Uterdyc twifchen den Marendyc ende den Ma- ren. Item Willem Jacobs foen tuighede bi finen eede dat hi ghehoert heeft in vorige tyden van Jacob Jongh Dircx foen, finen vader, en Adam Nannen foen, dat dat Scout Ambocht en Pröchie- kérc in voer tyden ghinc in die Maren, eert poert recht wort. Item Gheryd Daems foen is een man van vier en tneghentJch jaren , en tuighe- den bi finen eede , dat dat recht van Oeftgeeft wairlic ende gheeftelic ghinc van de Prochi- kerc, en hoerde tot Oeftgeeft ter kerken en vier voet in die Maren. Item Dirc Jacobs foen feyde hien wifter niet of, mer hi heeft in voir tyden horen feggen, ^Kerfidnt Pieter Telen foens foen finen fweder, -dat die Scout van Oeftgeeft plach te fcouwen vier voet in die Maren , en die daer binnen faten\>leghen haer kerc zaeken tot Oeilgeeft. hem Aerne Tsbrants foen tuighe- de dat hi goede oude luide heeft horen zegghen dat Ambocht van Oeitgeeft ende van Leyder- dorp fceyden in die Maren ; voert fo heeft Aer- m tehc gehoert dat Kerflant Kryftgen vraghede Dirc Wellef, ende woende twiiïchen den Mare en den Marendycj ende die wan veel kinder, war hi zyn kinderen pleghe te kerftenen en te graven , want Oeftgeeft veer ghelcghen was,
dos
|
||||||||||||||
Ou D Η E D E N, 14,7
doe antwoerde hi dat Heer Ghifebreckt van Arm-
fale, die die kerc tot Oeftgeeft plach te befln- ghen, dat hi alfo goedertieren was ende hem verlof gaf, dat hi zyn kinderen graven en ker- ftenen mochteindat arm burderen kercgen opt hoghelant, op dat hi hem fyn offerande dede tot in hoechtiden, doe zeyde Kerftant dat hi hem alre voldede. Item Pieter Jofeps foen tui- ghede bi iinen eede, dat hi zynre moeder heeft horen zegghen , ende Robbrecht Tfebrands foen fine oem , nu ter tyt fynde zieclyc in fyn Sacra- ment, dat alle wairlic recht ghine in die Maren ende alle die ghenen die dair binnen pleghen te' woenen, hoerden en pleghen ter kerken te gaen tot Oeitgeeft. Item Willem van der Ρ lam mi- ghede dat Gberyd van Osftgceft, die Scout ge- weeft hadde tot Omgeeft, tot hem zeyde, dat hi alle rechte befchout hadde in die Maren , en die Marendyc gheleyt was om die leghen van den Notendyc ende die dair binnen woenden, hoerden tot Oeftgeeft ter kerken. Item Gheryd Reverycs zoen zeyde bi finen eede, dat Jan Vlam- rtex zoen Scout was in dèh Ambochie van Ley- derdorp, ende plach te fcouwen op die Maren vier voeten. leem Jan Jacob Jam zoen zeyde bi finen eede, dat hem wel ghedyncket aztjan Jacobs zoen alle hoechtiden plach ter kerken te comen tót Oeftgeeil. Item Willem Gheryts zoen tuighede bi ijneneede, dat hi fyn ouders heeft noren zegghen , dat men fcouwede ende recht dede in die Maren, ende hem ghedocht weidat Jan Jacobs zoen alle hoechtiden ter kercke ghinc tot Oeftgeeft. Item Jan Roelof'Cïaes zoen tuighede en feyde,dat hi ghefien en hoort hadde Gheryd van Oeilgeeft recht te doen op die Mar fen j ende dat hi wel weet dat alle die in den $$ ζ uyteh-
|
||||
148 Aantekeningen o ρ d e
uytendyc zaten hen Prochiekerck hielden tOefi:·
geeft , ende namt op fyn ziel dat noch hoirde tot onfer Vrouwen kerc. In kenneilen der waerheyt fo hebhen \vi
Scepenen voirnoemt dckn brief beze- ghelt mit onfen zeghelen, endewiPoort- meefters voortfcreven hebben dezen brief • in kenneilen mede befegelt mit onfe fte-
de zeghel vanLeyden, in 't jair ons Hei- ren 1394. op finte Pieters dag ad Catbe- dram, &c. AANTEKENINGEN.
1. Van deze ontheffingen hebben wy veel breeder
gehandelt in onze aantekeningen op de kerkelijke oudheden vmBingham, pag. óoo tot 618. Wy zullen hier maar zeggen dat doorgaans, ik zegge doorgaans, de oudlte ontheffingen der kloofterlingen vporna- mentlijk hier op uytquamen , dat ze de vryheit had- den om hunnen Abt te verkiezen : en dat noch Bif- fchop, noch iemand anders, zich met het tijdelijke van de kloofters te bemoeien had. Want de BuTchop- pen, dewelke de kloofters en Monnikken fomwylen meer overheerfchten alsregeerden, en hun tijdelijke van alle kanten beloerden , hebben daardoor de eer- fte gelegcnheiraan de Pauzen gegeeven, om de kloo- fters aan hunne magt te onttrekken. Maar mettertyd is dit ontheffen als een mode geworden; en zyn de ontheffingen zoo yerr.e uytgerekt, dat de BiiTchoppen, zelfs in 't geefielijke , niet meer over de onthevene kapittels en kloofters te zeggen hadden. Dedeftigfte mannen, als S.Bernardus, Petrus Blejenfis , TvoCar- notmfis , Fulberttts Carnotcnfis % en anderen j hebben daar met alle kracht tegen gefchreeven. De BiiTchop- pen en kerken, ziende hunne magt zodanig door die ontheffingen verminderd, en daarby bemerkende dat het den Monnikken maar te doen was, om lofTer en ïoridcr opzigternaar hun welgevallen te leeven, heb- ben daar een groot gefchreeuw over gemaakt. Of . , dat |
||||
Rhyniandsche Oudheden. 14^
dat zy te meer vryheit zouden hebben , %t%ta.Johonnes
Sarisbvrienfis, om on geftr aft naar kun zin te leeven, ont- trekken zyzich zelvcn aan bet rechtsgebied van alle ker- ken ; en worden by zonder e kinderen der Roomfche kerke: doch zodanig dat zydmfchuldigen voor alle rechtbanken kannen aanfpreeken ; maar zelf voor geene rechtbanken aangeffroken konnen worden als te Romen ofte Jerufa- lem. Zekere 6 BiiTchoppen, in 't jaar 1122. by wyze van een Synode by-een-gekoomen , klaagden fterk over de ontheffingen enVordere aanmatigingen der Monnikken Daar isnietanders over, zeiden zy, als dat wy onze ftaffen en ringen afleggende hun zelf ten dienfle ftaan. Zy hebben, zoo fpraken de Biiïchoppen al vorder, de kerken, dorpen, kaft e elen, tienden, en de offergijten van levenden en dooden in bezit genomen. Dan de BiiTchop van Ligurie nam hunne verdediging by der hand enz. Door al dat fchry^en , klaagen, en roepen van deOrdinarhTen begon de wereld in.de 14 eeuwe als ontwaakt te worden; ene daar begon voor de kerkvergadering-van Vientfe een algemeen ge- rucht te loopen dat de zelve kerkvergadering, dewel- ke onder Clemens V. gehouden is in 't jaar ι til, alle deontheffingen der Monnikken zoude vernietigen En men zegt datdeCifterci monnikken. doordat gerucht ingeilagen, voor het aangaan van de kerkvergaderin- ge gegaan zyn by den Paus, om tegen dat vernietigen van hunne ontheffingen tè arbeiden ; en dat zy hun oogwit door kracht van geld bereikt hebben Dit is althans zeker, dat'er zeer weinig ten voordeele der BifTchoppen in de gemelde vergaderingebefloten is ge- weeft. Vorders is dit de waarheit ook, dat verfcheidene
kloofters zich aan de Biilchoppelijke magt onttrokken hebben door valfche en verdichte' bullen Petrus Ble- fenfis fchreef al in zijnen tyd dat de ontheffingen van de kloofters ten meeitendeele geveftigt waren op val- fche brieven. Hier over is de Abt va Malmesbury in Engeland in een groot gefchil geraakt met den Bif- fchop van Salesbury. De Abt, fteunénde op zoo een verdichten brief, begeerde onder den BiiTchop niet te Poücrat. lib. 7. c.zi* :,·,
.Ch-on. Caffin lib. 4. C. 80. Rouflcl, Hift. PopEiiiciae JuriAHd lib* 4. c 7.' $t 3 ftaan.
m
|
||||
ïïP Aantekeningen pp -|)E
ftaan. De BïiFchop, den brief gezien hebbende, oor-
deelde uyt den draad, uyt den brief zelf, en uyt den ityl, dat alles niet anders was als een louter verdicht- zel. De Abt ftoof zodanig van gramfchap op, ej» bejegende den Biifchop met zoo eene oneerbiedigheit, dat Λ Petrus Blcfenfis zich verpligt achte daar over re fchryven aan Alexander IIL En wat was het inzigt van die ontheffingen ? Daar over hebben wy den ge- melden Petrus Blefenfismaar tehoorcnfpreeken.e De Akten , zegt hy, hegeeren geenzins eenew beflraffer te hebben man hunne ongebondcntheden: zy wil/en eene to- melooze vryheit hebben, om alles naar hun zin en flraf- fe loos te doen; en het juk des kloofierlijken levens fchud- den zyvan denhals, om hunneluftenmet vollevryheitop te volgen. En dus geschiedt het dat de goederen van meeft alle de kloo/lers tenroove enter plunderinge overgegeeven "zyn.
En dit is de reden ook dat men de ontheffingen der
kloófteren in Vrankrijk weinig f begunirigt. Hier hy koomt noch een andere reden, teweeten, dat veele ontheffingen r voornamentlijk die van de Kapittels.» verkreegen zyn ten tyde der kerkfeheuringe. Het ge- beurde zeer dikwils dat de Kapittels het met den ee<- rièn , en hunne BuTchoppen met den anderen Paus hielden. In zoo een geval konden die Kapittels van hunnen Paus zonder moeite alles verwerven wat zy begeerden» En als de Kanonnikken eens in 't bezit geraakt waren·; was het onmogelijk hen daar weder uyt te krygen, 2. De Abt van Malmesbury , van wien wy ïoo
even gefproken hebben, was onder anderen in deze woorden uytgeborften: Het zyn vjelflecbte en ellendi- ge Abten, dewelke zich niet volkomentlijk verlojjen van de WAgt der Β i£c hoppen: want mei eene once goud jaar- lijks op te hremên, konpen zy van den Roomfchen Jloel eene vqlkome vryèeh { en ontheffing.) verkrygen. Hy • konde niet veel duidelijker bekennen dat men met
geld zoo veele ontheffingen konde verkrygen als men begeerde. d Ep. 68» e Ibid.
f Hift. dcsRcvenus Ecclefiaft, p. 35r*
|
||||
3. Alle verbreekiBgen van den, gemeenen rege^,
zullen zynoch eenigenfchyη hebben, moeten op een zekere reden geveftigt zyn. 2Soo doet men hier dan,, by gebrek van beter reden, gelden dat het telailig en te koftelijk zoude vallen, van !<$$?$ naar Utrecht te ichryven of te gaan , om de bejveiiïgipg van de ver- kiezïnge te verzpekeri. En in den zelven brief word zoo een verkoozen Deken bevolen,, binnen zekeren tyd naar Rpmen. te fchryven, en magt te verzoeken om in het bezit van zyn Dekenfchap te treeden. Men weet dat zulke zakerj te Romen niet minder, maar \vel meerder, koften als in 't vaderland. 4· De Heer Auteur zegt zeer wel, de Paus door
den Keizer" ondërfteund : gelijk uyt het gevolg zal blyken. Men zat niet ligt eenige voorbeelden vinden dat de Pauzen, voorde dertiende eeuwe, eenige fchat- tingen van de Geeftelijken afgevordert hebben. Gris- goriusl.g was daar zoo tegen, dathydenBiffchopvan Meffina, dewelke zijne Geeftelijkheit vermaant had om jaarlijks eenige nieuwe-j aars-giften aan den Room- ' fchen ftoèl te vereeren, en al een begin had gemaakt van den Paus eenige geringe giften toetezenden, daarover beftraft, en de giften weder te rug gezonden heeft. De gebruiken , zegt hy , dewelke tot bezwaapng van de kerken flrekken, behoor en wy zelf aftefchaffen: en 't is njet billijk dat die zelve kerken derwaarts iets naar toe Zeilden r van waar zy met meerder recht iets te verwach- ten hadden. En als de zoogenpemde Beamptfchry- vers, en andere Pauiielijke bedienden, denSiciliaan- fchen Biffchoppen eenige vereeringen voor dm Rpomfchen ftoel begonnen af te vorderen , heeft dezelfde Paus aan dezelve Biflchoppen gefchreeven, en-hen vermaant, zy zouden zich geene laften laaten opdringen. Dit is een foort van een nieuwe en onge- hoorde Jchattingè r XSglPaJchalis Ik, dat kerkelijke f er- foonen iets zouden vergen van kerkelijke perfoonen. En 't was om die reden <}at Paus Nicofaus\\l den Aarts- bifFchop vanUavenne ook berifpte, dat hy de zoo ge-" lipernde tric*jïma\ of h.et dertigfte deel, afvorderde. ' jf Orcg. M. lib. t'ï lp, $4. & 68.
h ApudRoufleliaHiöor. Pootificiac. Tmiici, lib. f. cao*
^•h , i Ibid. ft 4 On-
|
|||||
*
|
|||||
iji Aantekeningen op de
Onder k Urbanus III. hebben de Geeftelijken, zoo wel
als de Leeken, tot iiytvoeriug van eene kruysvaart, de tienden moeten opbrengen: maar de Schryvers zeggen niet dat de Pauzen zulks bevolen , of eene fchatting uytgefchreeven hebben. Men zal wel vin- den dat de Pausen , in die droevige en 't bloedige ver- dceltheden tuiTchen 't Pausdom en't Keizerdom, ver- fcheide middelen in 't werk geftelt hebben om de geeftelijken, ter verdedinge van de Paufielijke acht- baarheit, tot het opbrengen van eenige penningen te verpligten; / ja om hun in te boezemen dat zy, als kinderen en onderdaarien der Kerke, gehouden waren het hoofd der Kerke, door het opbrengen van geld, uyt den nood te redden. Maar men zal, meen ik, niet ligt bewyzen dat het beveelender wyzegeichiedej dat het eene fchatting genoenit wierd ; dat'er dwang- middelen in 't werk geitelt wierden. Men gaf het den naam van een charïtativum fubfidium, een eigen- willig en liefdaadig onderftand. Doch deaangenaam- heit van den naam konde de bitterheit van de fmerte niet genoeg verzoeten. Onder dien naam van een gewillig onderftand, zelfs van eenaalmuTe, gingmen. vnft voort met de geeftelijken zoo lang. te quellen» tot dat zy hetopgebragt hadden. Hier overhebben zy luid genoeg geklaagt, en dikwils hun toevlugt tot de Vorften genomen; zeggende dat hetgereede geld al- dus uyt het land gefleept, de ingezetenen verarmt, de geeftelijken uytgeput wierden.?» Dit.fcheen in 't eer- ile wat te helpen. Maar de PaniTelijke Inzamelaars wiften dezen hinderpaal wel te weeren : zy beloof- den den Koning en Vorften zelf een gedeelte van den buit; en dan was 'er geen helpen aan. Des niet tegenftaande, en fchoon de Pauzen van
GrcgoriHs VII af, tot Innacent'ms III toe , en noch langer, zoo fcbrikkelijk met de Keizeren over hoop gelegen hebben ; zal men echter , gelijk gczeit is , , niet ligt een voorbeeld van zodanige fchattinge vin- den voor de dertiende eeuwe. En , indien men op het verhaal van Cafartus ftaat konde maaken, zoude Innocentim III. miiTchien voorden eerften uytfchryver Ê Rigoiilus in Philj'ppo Aug· Rogcr, Hoved. ad Áð. IISS*
t Vide Roullcl il% , é ■ v> Zie Matth, P.iris op vcrfcheidc plaarzcii»
van
|
||||
Rhyklandsche Oudheden. 153
van zodanige fchattingen gehouden konnen worden.
Zoo .fchryft Ccefarius dan dat deze Innocenttm III, aan. deCifterci-monnikken geboden heeft, het veertigfte deel van hunne loflfe goederen ter heylige kruysvaart op te brengen. Als de Monnikken veel daar tegen in te brengen hadden, en zich op hunne voorrechten beriepen, heeft hy hen gedreigt, indien zy noch lan- ger aarzelden, dathy alle hunne goederen tenprooye zoude overgeeven aan de wereldfche Vorften. De Monnikken, iegtC<efarius in zijne t' zamenfpraken, in 't naauw zittende, hebben zich gekeert tot de H. Maagd Maria, en haar om hulp aangefproken. Daar op zoude de H. Maagd zich veropenbaart hebben aan cenen'Monnik Reinerius; en hem met deze boodlchap gezonden hebben naar Paus Innocenttm : dat hy de Mönnikken zoude hebben ongemoeid te laaten, of dat zy hem van alle magt en gezag zoude berooven. De Paus'heeft Reinerius gelooft; de Monnikken heb- ben hun goedje behouden. Mirakelen en verfchynin- gen daar gelaaten ; Ccefarius, hoe wel eenvoudig en ligtgeloovig , was evenwel een vroome en oprechte Monnik, en zal willens en weetens niet gelogen heb- ben : de verfchyning en de boodfchap heeft hy seen- voudiglijk gelooft /gelijk die door de Monnikken vqrtelt wierden: maar het afvorderen van de gemelde fchatting behoefde hy niet te verzinnen : en die z"aak is bekend genoeg geweeft. Honorim III, de nazaat van den voornoemden ln-
nocentius , heeft in "'t jaar nz6 zijnen Legaat naar Vrankrijk en Engeland gezonden ; met verzoek aan . de Biflchoppen dat ze doch hunne Moeder, als goe- * dertiere kinderen , te hulp zouden koomen. En hy klaagde hun zijnen nood , dat de PauflTelijke Schat- kamer , door de ongerechtigheit η en roofgierigheit van 't Roomfche Hof , ganfch geledigt en uytgeput was. Het befte en gereedfte middel om te helpen , Zoo als de Legaat hun trachte in te fcherpen, was dit: dat hy in alle kathedrale kerken twee Prebenden zou- de hebben ; de eene zoude hy hebben als Kanonnik;. de andere zou de BiiTchop uyt zijn inkomen laaten » Matthaeus Paris in Henrico III* Weftmonaflei ienfis ad
Arm, ing» ft f vol-
|
||||
J£4 AaNTP ^NiN^EN C&K BE
volgen. Dat hy daarenboven in alle ktoafters een
ciubbeld gedeelte zonde trekken : dat U , hy ^ou- de overal aangezien worden voor eenen Monnift: 4e Idpoiter-goederen ïpuden in éïï. veele deelen ge- scheiden worden, als 'er Monnikken waren: zpo'er dan,, by voorbeeld S9 wareu, wilde hy v.oar^er)^- tigjlengerekent worden, en xqu een feiligfte deel van de inkqmften trekken; en dan noch even veel genie- ten uytde inkumtkn vanden Abt. Maar dit verzoek, hoewel zqq beleefdelijk en fmakelijk vqprgefteld, wierd evenwel afgê weezen. J Gregorw IX , een kloek hartig Paus, ging mpedi-
ger 'te werk , en w>We zypen toevlugt tot geen W|" dm of venpeken neemen p· Hy zond een bevel aan alle Geeftelijken en leeken* om tienden ter heoorlo- jging van den Keizer Frederik pp te brengen. De ^ee- ljen waren niet te beweegen: 4e Geefteiijken, dieal- ioo ongenegen en onwillig waren als de Leekeni wierden .daar toe door de vj<ees en bedreiging van banvqnniifen gedwongen en genpotzaakt, het kerke- Jijk zilverwerk te verkoopen Bun eenige trpoft was,dat de Geefteiijken van de andere koninkrijken niet beter gehandelt wierden als zy. Aan die tienden had Gregorips ■ jjoeh niet genoeg: p en hy heeft van de Geefielijk-
heit de helft van hunne goederen gevordért. Waarop de Nuntius in Vraukrijk alleen eene ongelooffelijke fomme ingezamelt heeft. pePaus, pp zoo een rijk- dom betrouwende , kreeg rouwkoop dat by een he- iland met den Keizer had aaagegaan.; waar op de hei- Jige Isodëwyk , op dien tijd Koujug van Vrankrijk» * de handen pp 'i gemelde geld cteed leggen: pp dat de
ï^us, 't öâ, hem lief pf ieet, genoptzaakt izoudezyn 2ijn woord te houden. Maar om npch naarder tot de ?^aak te kpornen» en
ie toouen dat de Pauzen, pm hun oogwit in het hef- fen van zodanige fchaxtingen te bereiken, de Vorfteji op hunne xi|de dienden te hebberi ; zuilen wy. noch yan drie pf vier, Pauzen Wreeken , wien het heffen der fchattingen mislukt is , om dat %t de Opperyor,- itnftegenpadden,, f l^Qfmum j[V had ook 4«-U*Br â Mattli. Paris ad Arm. I22j>. ,
j. ■, ñ Jdem;ad An*y 1249. f idem ad Amium 1246,1147.1*48. l^l*
|
||||
Rhynlahdsche Oudheden, 155
den van de Engelfche Geeftelijkheit gevordert, maar
heeft niets opgedaan ; om „dat de Geeftelijkheit , die van geen fchattingen mogt hooren , geftijft en be- fchermt wierd door den Koning. Daar op heeft de Paus het twintigfte gedeelte verzocht en verkreegen. Hier door aangemoedigd, heeft hy niet lang daar na het derde gedeelte van alle hunne goederen willen hebben ; doch de Geeftelijkheit was alzoo vaardig in 't weigeren, als hy geweeft was in't eiflchen; en de- wijl de Paus niet geholpen wierd door den Koning, is zijn eifch vruchteloos geweeft. Daar na heeft hy wederom een zeker hoofdgeld over de Geeftelijkheit uytgefchreeven : maar de Koning heeft'er zich even krachtig tegen geftelt; en daardoor zyn de Geeltelij- keu wederom vry gebleeven. Deeze Snnocentius IV, om dit ter loops aan te raaken , heeft volgens de ge- tuigenis van den voornoemden Matthaus meerfchat- ten vergadert, en de algemeene kerk meer uytgeput en verarmt, als alle zijne voorzaten *t zamengedaan hadden. En daarom zou hy na zyne dood verfchee- nen zyn aan zeker Kardinaal; dewelke hem voor den rechterftoel van Chrifius zag ftaan : daar hem ver- fcheide misdaaden aangeticht wierden; en onder an- deren dathy de vrye kerk tot een flavin had gemaakt. Zoo hebben de Geeftelyken , geen ander middel ter hand hebbende, zich over hunne drukkingen gewra· ken door verzierde verfehijningen. Geen wonder dan, zegt zeker r Schrijver, dat zy zich over de a#- perfingen van Karel Martel door diergelyke verzïe*· ringen gewroken hebben ; daax InnoceMws zelf van hen niet gefpaart is geweeft. AlexapderW *, om geene ftnbbelingeti in het hef*
fen van de tienden te ontmoeten, heeft een gedeelte van den beuit aan de Koningen toegeftaau. Klemeni ÏV, een Paus van een onbefproken leven, heeft den tegenftaud van een minder perfoon ontmoet. Hy had aan de Geeftelijkheit bevel gezonden om allede tien' den, tot het herwinnen van 't H. Land , in handen yah zijne Legaaten te ftellen. Johan Semeca, een ver- maard Leeraar in de wereidlyke en geeftelyke Rech- ten , en Prooft te Halberftad , itelde zich met alle r RouiTcl Hift. Poncif. Jurifdift. lib. f cap.2, 6. 11.
* Matthxus Paris ad Auu» uff. • * kracht
|
|||||
•
|
|||||
ijó Aantekeningen op de
kracht tegen dit inzamelen. De Paus,over zoo een on-
verwachten tegenftand gebelgd, heeft hem met den ker- dcelyken blixem geflagen, en .van de Prooftdy afgezet. Veele groote mannen in Duitsland , zegt t Albertut Cramzmsy waren voor Semeca, en zeiden opentlijk; men bekoorde zoo eenen man niet te verlaaten. Maar door de dood , zoo wel van den Paus als van den j Prooft, is dat geichil beflecht. Honorius IV, om'er dit tuflcben beiden by te voegen, liet een bevel aan \ deGeellelyken afgaan dat ze hem het vierde deel van hunne inkomften , vier jaaren lang , hadden op te brengen. Probus^ BiiTchop van Toul was niet te be* weegen om 't PauiTelyk gebod intewüligen ; maar wierd op PauiTelyk bevel afgezet, í Dit heeft de Gee- ftelyken zodanig verbittert , dat ze den neef van den PauiTelyk Legaat om hals bragten ; en de Legaat, in- dien hy het niet ontkomen was, even eens gehandelt f zouden hebben. Johannes XXII wilde de Geefrelijkheit van Duits-
land , Bohemen, Polen, en Hongarye ook dwingen om hemde tienden van alle hunne geeftelyke ampten op te brengen ÷. Maar Keizer Karel IV heeft her niet toegeilaartien de Paus heeft zich met een geringe fomme laaten paajen. Hy heeft zijnen inzamelaar ook naar het ryk van Arragönie gezonden ; dewelke daar al 200 duizend guldens by een gekreegen had. y Maar de zoon desKonïngs, denkende dat die penningen hem alzoo wel te pas zouden koomen als den Paus, heeft zich ineefter van den ganfchen beuit gemaakt. De Paus, hier over klaagende, moeil zich met goede woorden en groote beloften laaten bevredigen, In Engeland ging het inzamelen van die tienden gemakkelyker toe : want daar zoude de Koning de helft van alles hebben, s^ ■ Hj'JCS Dus ziel;men dat het veel van de Vorften gehangen
heeft l4 of de Pauzen , in het heffen der fchattingen hun oogwit bereikten of niet; en dat ze dé voorzig- t Szxonix lib. 8. áñ. zyt
í NaucJer, ai. Ann. 1187, Á ventin. Annal. Bojor I. 7.
jr Annales Heiirid Rebdoi £ y Johan. illan. in zyne kronyk van Florence , 9 boek, 3 J1
itapitrd. \ Thomas Walfingh* in Neuftr» ed,*Ana. I33©»
• tigheit
|
|||
•
|
||||||
R'hyulandsche Oudheden. 15*7
tigheit dikwils hadden, van een gedeelte aan de Vor-
ften te laaten. Maar Karel Vil, Koningvan Vrank- rijk, hoewel door zijne vyanden van alle kanten ge- praamd , en zich in eene zeer groote ongelegendhdt bevindende, * begeerde geen deel aan diefchattingen te hebben; en zeide dat "het den Vorften qualijk ge- gaan was, die zoo een gedeelte genoten hadden. En. om wat hooger te klimmen · de Tegenpaus,
die den naam vanKlemens VII voerde, en in Vrank- rijk voor den rechten Paus gehouden wierd, wilde de helft van alle de kerkelijke inkomften hebben: en ifond gereed om den kerkdijken vloek over de wei- geraars uyt te fpreeken. Daar op heeft de Hooge fchole van Parys haaren toevlugt genomen tot Karel V; en heeft hem vertoont dat het zyn pügt was deze afperfingen te beletten; en dat de bewaaring en ver- dedigingder kerkelijke goederen hem aanbevolen was: over welke kerkelijke goederen de Paus niet te zeg- gen had, als zijnde alleenlijk de opperire in geefte. lijke zaken: dat de kerkvoogden, gelijk Gerfon á ook gefchreven heeft, in hunne rechten benadeelt zijnde, hunne klagten niet alleen voor den Paus, de Alge- meene kerkvergadering, maar ook voor en de recht- geloovige Vorllen mogten brengen, en hunne hulp verzoeken. Daar op heeft de Koning feeën plakkaat uytgegeeven,dat niemand zich verftouten zoude, goud of zilver uyt het rijk te vervoeren. In 't jaar 1464, onder Paulus II, had de Pauflelij-
ke Legaat groot geld opgegaart in Denemarken en Polen, De Koningen, hiervan verwittigd, deeden hem aanzeggen, hy had dat geld uyt het rijk niet te vervoeren. Maar de Inzamelaar wift met het groot- fte gedeelte weg te koomen : het overfchot wierd in de kas van de Koningen gebragt; Op dat z.y, legt Crant- Ztus f, nu de fchaapen doch gefchoren waren , ook een gedeelte van de wolzouden hebben, Wy zouden veele andere voorbeelden konnen opleveren ; maar de aan- gehaalde zullen genoeg zyn om voor een itaaltje te veriirekken. » Bellcforeft in xyn Leven, omtrent het einde,
á Gerfon Tratt.de Statib. Eccldf. Conf. *♦ v. * Monftrelet livr é. chap. %9. Item chap. 67, i Crantziut in Wandal, c; 3J. v4# 7 *
|
||||||
\
|
||||||
».
|
|||||||
ij8 Aantekeningen op de
5. Voor prebendas ftei ik in 't Nederduitfch vika-
ryen : want in deu ongedrukten fondaatzibrief, die my ter hande geftelt is door N, ftaat duidelijk dms vicarias. In den zelven brief word gezeit dat de ouders van
dezen Philips van Leiden , te weeten Pieter Gobburgb en Chriflina Vranken dochter, deze {lichting byuyter- ften wille bevolen hadden: maar dat de uytvoerders van het teftament , door eene opgevatte ftrengheit, de2e en meer andere ftichtingeri altijd belet en tegen- gehouden hadden, indien de vergeevingvandie vika- ryen altijd aan de erfgenaamen van de ftichters zou- de moeten blyven. Ik dien hier noch aantemerken dat het met het aan-
neemen van de toenaamen, zoo als het fchynt, wat minnelijk is toegegaan. De grootvader van onzen Philips, gelijk by Orlerscaangetekend ftaat, was ge- naamd/7<?y», Philipszoon, wiens huisvrouw genaamd was Gouburg. Gouburg zal waarfchijnlijk haar voor- naam zyn ge weeft : dewijl het ganfch niet gebruike- lijk is , de vrouwen alleen met haare toenaam, en zonder voornaam, te noemen: 't welk hier uyt noch zekerlijker blijkt, dat Philips d eene zufter gehad heeft, Gouburg genaamd. Zy krygen onder anderen eenen zoon, Philips van heidens vader; dewelke, alsofhy 7*yn moeders naam aangenomen hada Pieter Gouburg wierd genoemd. Wy hebben zoo even gezien dat onze Philips van
Leiden ook. van den Hove was genaamd : en in den fondaatzi-brief ftaat vermeld dat hy eene 7ufter had, Cfrriftina genaamd, wiens oudfte zoon genaamd was Pieter van den Hove: dewelke dezen toenaam ook gekreegen moet hebben van zyn moeders zyde. Noch had hy, een broeders zoon, üïderyk of Dirk genaamd. Deze Dirk , zoo als wy oordeelen zouden , zoude den toenaam van van Leiden, of ten minfte van de»: Hove, gedraagen moeten hebben: want by OrUrs.r die de voorouders van onzen Philips van Leiden optelt, word niet aangemerkt dat zyn moeder tweemaal ge- trouwt is geweeft; in welken gevalle hy een halven broeder gehad kon hebben. Echter word de gemel- t Pag. 555· . ;
d In aen gcmelden fondaambrie£,
|
|||||||
de
|
|||||||
RHYNI>ANI>SCI1E OUDHÊftfiN. l$$.
de Dkk% 'm den fondaatzibrief, Dirk Poes genoemt.
Deze Didtryk Poes Cchyat een ouder broeder gehad t* hebben: SimonRyswykgenaamd^ althans zoo icbynea de woorden van den brief te luiden. In den zelfden fondaatzi-brief heeft gemelde PfoUpi
van heiden noch eene aMijkeprove gefticht\ aan de- welke zoo wei geeitelijken als leek en , en zoo weit vrouws- als mans-perfoonen» te pas konden koomen» De inkomften dezer proeve zouden gedeelc worden onder acht behoeftige perfoonen; welke perfoonen, voor de eerfte reize, benoemt zouden worden door Philips van Leiden zelf. Zoo lang als deze acht door hem benoemde perfoo-
nen, of iemand van hen, in 't leven zouden blyven, zouw 'er geen ander voor proveniers, gelijk zy ge- noemt wierden , aangenomen worden :en zou het deel van den overledenen, de inkomften van de twee eerfte jaaren na zijne dood uytgezonder<i ,, gedeek worden onder de langft levenden: 't welk zoo duu>- ren zou tot den laatilen toe. Ik zegge, de inkom* ften van detwee eetfte jaaren uitgezonderd: want die moeiten aangelegt worden tot verbetering van iedere prove. Doch de laatfte van allen, die de inkomften van alle de proven zoude trekken, moeft vier in plaats van twee jaaren na de inkomften wachten. Als ze allemaal geftorven waren ; rrioeftende genen, die daar toe gerechtigt waren, acht andere perfoonen uyt htft maagfehap van den fcichter kiezen. Die verkiezer, of de begeeVer van de proeven , mogc voor de ver- kiezinge van ieder perfoon genieten een halve taak Rynfchen wijn* deed hy het voor niet, enomGodts wille, des te beter. En deze nieuwe Proveniers zou- den het zelfde recht hebben, en even eens en op de zelfde manier , van malkander erven , als de eerfte. Hetzelfde zoude «ok plaats hebben in de derde beurtr of verkiezinge van nieuwe Proveniers. Daar na zou- den de Proveniers, als'er iemand uyt hun getal quam tefterven, daar by niet langer winnen; maar zoude dan aanftonds een nieuwe Provenier aangeftelt wor- een : ten waar de uytvoerders van deze ftichtinge^ om zekere nöotzakelijkheit, zulks dienftig oordeel- » 4- Die
|
|||
À6è ÁÁÍÔÅÊÅÍÉÍâÅÍ â!· BE
Die proven moeiten gegeeven worden aan arme lui-
den ; aan oude behoeftige menfchen ; aan luiden die in 't tijdelijk ongelukkig waren géweeit; aan behoeftige Priefters, Studenten, Vryfters enz. alles op devolgende order: die gefproten waren uyt zijne ouders, Pieter enChriflina, moeften den voorrang hebben. Hadden die geen hulp van noden ; daan moeften zijne maa- gen, die hem van terzyde beftonden, al woonden zy buiten de flad Leiden , voor de andere armen gaan, Die Proveniers wierden byden üichting-briefverpHgt, voor des Stichters ziel, en voor de zielen van deszelfs broeder en magen, te bidden. Eindelijk begeert hy dat'er tuiTchen de Proveniers
en de VikariiTen voornoemd zal zyn, en ten eeuwi* gen dage zal blyven,eenealtijdduurendebroederfchap* vriendfchap', en band van onderlinge liefde; zodanig dat, ingevalle iemand een van de gemelde proven of vikaryeri zocht magtig te worden, of iemand van de Proveniers of VikariiTen wilde plaagen , en onrede* lijk aantaften ; de andere gehouden zoude zyn terbe* houdinge van zooeene prove en vikary,of ter befcher- ming van den beledigden , den eeriten de benulpzaame hand te bieden. 6. Ook was'er eene Kanonniksdy en Prebende van
S. Benediéius ; van dewelke in 't laatftgemeide hand- fchrift op verfcheide plaatzen gewag word gemaakt. In 't jaar 138ƒ heeft dezelve ter vergeevinge geftaan van eenen Simon Frederik. Als die Prêbetïde open was gevallen door dedood
(of vrywilligen affland) van Heer Wouter Paulusz, Priefter; heeft Willem, Simon Frederihzoen, dezelve in 't jaar 1477 , op den vierden February, begeeven aan Gillis\van Falkenflein , kerkelijk perfoon, enz. Maar het fchijnt dat het recht van begeevinge aan den voornoemden Willem Simon Frederikszoen betwift is geweefl: althans heeft hy geen blijk van zijn recht konnen vinden. • Als dezelve Kanonniksdy open ftond door het af-
fterven van Boudewyn Honthorfl^ is ze door Gillis van Valkefte'm in 't jaar i<;o2 begeeven aan Willem Gillisz. van * Valkenfiein. Doch in 't jaar 15-29 heeft de voor- noemde Gillis van Falkefiein zyn recht tot het vergee- * Uyt hetzelfde kandfehrsfe
yen
|
||||
- Rhïnlandsche Oüdhedëk. tCi
ven van gemelde Prebende overgedaan aan den meer-
gemelden Vincent Korneiisz, h\ 't jaar «ƒ60 was 'er eene kanonniksdy met eena
,prebende, in S.Pankras kerke., opengevallen doorde dood van Heer Willem J#nsZv ~^oo heeft dan de Heer Kurnelis van Myerop , Domprooil en Aartsdiaken te Utrecht, als de rechte begeever van de gemelde Pre* bende , dezelve opgedraagen aan zijnen 4 Kapellaan Adriaan Korneiisz oon, ,..,,.. In 't jaar ί$70 heeft dezelve Kornelis van Mierop
zijne toeftemming gegeeven aan Matthias Ie Miemre, Kanon nik inS. Pankras kerkete Leiden, omziinevi- kary door eene regelmatige ve^wifleling over tè doen aan Dirk Woutersz* .,,,,.,.. b Ook vinde ik dat eene Prebende in Si',Pankras
kerke , dewelke daar geiïicht was door Michieï van der Heiden, in 't jaar 1-5*14 open was gevallen door de dood van den eerzaameo Heer Dirk Lub.be.ns,., In't zelfde jaar wierd de eene kanonniksdy , dewelke ge- ilicht was door Philips van Leiden , bekleedt door Willem Kuizer. Een andere Vikary, ook door Phi- lips van Leiden gelticht, wierd bekleedt door Mr. Johan vanArkuin. Over het vergeeven van deze Ka- nonniksdyen, en noch eenige Vikaryen,was ook kra- keel en een zwaar proces gereezen. Docb ia 't ge- melde jaar 1514 hebben de partyen , te weeten ge- melde Willem Kuizer van Alkema'e Kanonnik van S. Pankras kerke, met Gerrit van der Laan, zijn.* zwa- ger, van de eene kant; en de Heer Vincent Korn?lis z. van de andere kant het ganfche verfchilgefteltaan de uytfpraak van Pieter van derGoude , Deken te Naalt- wyk, en Meefter Abel de Coulfier , Raadsheer voor den Hove van Holland, Zeeland, en Vriefland: de- welke als goede mannen uytfpraak zouden doen , en de zaak in der minne beflechten. Zoo hebben de ge- melde goede mannen uytfpraak gedaan ten voordeele van gemelden Fiment Korneiisz- en hebben hem, voor * Wederom uyt dat handfchi ift.
b In 't zelve handfehrire , pag. 84.
c In den tvtel van de zoogenaamde arbitrale fenteütie word
ny Heer I^ui^ers zwager genoemt : doch de voorreden van de uytfpraak zelf fchynt 200 te luiden als of hy met Xjdxcrt *icht wasgetiouwt, % hero
|
||||
éïß Aantekeningen op de
hem .elven en voor zijne ™^en'a^^*J?
de voornoemde Kanonniksdyen en V karyené toege- weezen. Het vergelijk beflondeigentlijkhierin. Wl· hm Kuizer , en de vrouw van Heer «^ Laan waren de naafte bloedverwanten van den fttchter de gemelde Prebenden en Vikaryen, Pbthffs van Laden. hZhBaartje, Vranh» dochter , gelyk wy boven l verhaalt hebben, had het recht van í^«^- gedaan aan Vincent Kornehsz. en was die pvergrfie, lelijk daar ook aangewezen is, door den Biffchop van Utrecht en'den Paus op het allerkrachtigfte beveftvgt Hier over is veel te doen geweeft: en heeft gemelde Willem Kuizer van Alkemade d zynen toevlugt w* derom genomen tot denPaus LeoX , zeggende dat e Pauflelyke beveiligingvoor onderkruipmge en m s- leïdinge verkreegen , en diensvolgens by gebrek van de Pauiïelyke meeninge nietig en van geener waard was, en voor zodanig gehouden moeft worden. Daar op had LeoX, in 't jaari5i9, den Deken van S.> kobs kerke te Loven tot rechter m deze zake aange- ftelt Met het onderzoeken van de zaak, het daagen van Vincent Kornelisz. , het hooren van de partyen, en't gene daar aan vaft was, isveeltyds hene geloQ- pen. OndertulTchen , te weeten in 't jaar 15-24» BJ" lyk wy reeds gezien hebben , is de zaak aan goede mannen verbleeven. Als de Deken van Loven, eé- nige jaaren daar na , te weeten in 't jaar i^i > ™ de zaak zonde voortgaan , heeft de voorgemelde huis- vrouw van Heer Gerrit van der Laan , te wee e» Adriana, Hendrik van Alkemadem dochter en mum Kuizen nicht, den gemelden Deken , met de toe- ftemminge van haar gemaal , door een gemagtigden verwittigt dat het verfchil door goede mannen uyr» geweezen was ; dat zy zich aan die uytfpraak wi« houden, enz. Ter getuïgenilfe dezer teaakc; heeft de voornoemde Deken van S. Jakobs kerke hier over een plegtigen brief doen opftellen. ,. In dezen brief van den gemelden Deken, Kortte'
de Maldart genoemd, ftaat de brief van Leo X ganlcB eu geheel uytgefchreven: waar uyt wy wederom leeren o· de voornoemde (lichter Philips van Leiden, deweike zo dikwils in dit werk te paiTe koomt , eigentlyk d« d In *t zelfde hand&hiift pag. 1 f 7, 15 8, 1JP, e»z* ÷ïî.
|
|||
EöfMtANDScsE Oudheden; tög
toenaam van van den Hove voerde: ExeeutotèS fiefi/t*
menu Philippi van den Hove, alias de Letdis Het zelf* de ftaar met de eigen woorden aangetekent in dep brief van den Deken. 7. Ik zal hier noch 't een en-t ander van eenige vi*
Itaryen opgeeven \ doch geen ander order, als dièvpq mijne Aantekeningen houden. : , S. Niklaas vikary, open gevallen door de dood van
Philips Gerrttsz. is in 't jaar 1489 door Heer Fleris Franken gegeeven aan Hendrik van Alkemade. In 't jaar ifti heeft Vincent KomeUszoon , als de
rechte begeever van Pieter Gobburgs vikaryen, magf. gegeeven aan Salomo» Franken , den bezitter' van S. Andries vikary , om zijne vikary te verwiiTelen met Kornelis Fineentszoon. In 't jaar VfT,! heeft dezelve Vincent KomelisZooit
'de gemelde vikary van S. Andries , als opengaande door de dood van Willem Kuizer, gegeeven aan den 'Heer Andries Bartholomseuszoon s Prieiter , Notaris, enz.- -v- . :' c?,J;iCi;: Als de vikary Van de H\r{,.,Philippus en jacohus in
*t jaar tf*4 open was gevallen door de dood van Dirk Willems'sti. Lubbooge , heeft de meergemelde Vinr cent KomelisZ. dezelve begeeven aan Yicex Niklaas 'JPiet'rfz. · -: ' ' ■ De Leézer ziet geduurig , en heeft het dik wils \fl
't voorgaande gezien , hóe driftig dat de menfchen 3varen om hunne goederen aan de kerken temaaken, Bieyver was met ónpryirelijk, als hy regelmatig en befcheiden Wasi Ik wij zeggen, als "er zodanig ge- ïorgt wierd voor de kerken, dat de armen niet ver- geeten wierden. Ik bekenrie dat ze ook niet vergee- ten zyn geweeft; en het iiïchten van zoo vee.le gaft- huizen, hofjes, en andere inkomften voor de armen? zyn zoo veele blyken dat onze voorouders de armett Vry wel bedagt nebben. Het is echter waarfchyne- J'jk, en 't fchyntuyt zoo veele (lichtingen vaia klooA fters, kerken, kapellen, prebenden, vjkaryen, Wee- kelijkfche MiiTen, en uyt het groot getal en de ko>< ftelijkhek van de kerkcieraadeu te blyken , dat 'er óp fommige plaatzen en by fommige rhenfciien vry grooter zorg is gedraagen voor de kerken als voor de; *rmen. Ik moet hier dan aanmerken wat fommige % * Oud*
|
||||
ió4 Aantekeningen op de
Oudvaders, doch voor ü\,S^Chryfo/iomus3 S.fffie-
ronymui, en S.g Bernardus, hier over gezeit hebben: Wilt gy Chriftus eeren, zegt de H. Chxyfoftomns, perfmaat hem niet als hy naakt en ongedekt is: en terwylgy hem in zoo eene kerk met zyde (loffen bekleedt,zoo laat hem elders geen honger en dorft lyden. Het lichaam van Chriftus, dat op de out aar en is, heeft geene koflelijke klederen van noode om daar mede bedekt te worden; maar zyn ander lichaam, 't welk uyt de armen als uyt zijne ledemaaten bejlaat, heeft onze hulp en oppajfmge van nooden. ... Ik wil ui. niet beletten , goude vaten aan de kerke te geeven', maar ik houde my verzekert dat men voor alles den ar- men moet bedenken. . . Wat kan het Chriftus helpen, dat hy zyn outaar bedekt ziet met goude vaten, terwjU hy in de perfoonen der armen van,honger verga at \ ... .,;. Godt heeft niemand verdoemt > om dat hy geene kerken gebouwt, of met koflelijke cieraaden opgepronki heeft: maar den genen, diegene aalmiffen geeven , bedreigt hy met de firaffen d.-r helle.. De H. Bernardus is al zoo krachtig in zijne uytdrukkingen. 0 ydelheit3 o dwaas- heit , zegt hy , de kerk glinflert en praalt in haare ge- houwen ; en is bedrukt in de perfoonen der armen. De fieenen der tempelen bedekt zy met goud, en haare kin- deren laat ze naakt hopen. De nieuwsgierigen tinden 9er'floffè om hunne oogen ie verlufligen: de behoeftige? vinden ''er geen brood om hunn&n honger te verzadigen. Ik zegge het noch eens ; ik heb het geenzins tegen het bouwen en opfehikken van kerken en kapel Ien_, tegen het ftichten van MilTen en yikaryen , en wil myn zeggen aan gene byzondere ftad of plaats toege paft hebben. Ik wil alleenlijk zeggen dat hej:■ fom- wylen , in fommige plaatzen , nietal te ordentlijkeii befcheidentlijk toegegaan is. , -V Wil iemand blyk van myn zeggen hebben , die hoo-
reden beroemden Hugo de S. Caro fpreeken. Die godt- vruchtige en geleerde Kardinaal, en uytlegger der H. Schriftuure . zal ons met eene aantoonen hoe dat de Priefters, Kanonnikken, en Biechtvaders dikwils hier onder gcfpeelt hebben. Hy zegt k dan dat 'er tweeder- e Hoinil. f r« in Matt.
f Eprft, ia Euftoch. Epicaph, pauk
f.n pol. c, 11. η μ.
Iucapwt7, Marci v. ix« lei
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. τ Cs
lei perfoonen met den geeft der Pharifeeuwen beze-
ten waren. Ten eerde zodanige Biechtvaders , de- welke gewoon waren hunne biechtelingen voor eene boete op te leggen , dat ze een menigte van MiiTen zouden doen leezen ; of dat ze eenige vereeringen moeiten doen aan de kerke; in deplaatze van hen tot het bedenken van de arme menfchen te verpligten. Tot de tweede foortbehoorendie Kanonnikken, vol- gensden zelven Bugode S.Caro, dewelke hunneMe- de-kanonnikken in hunne ziekte raaden en vermanen, hunne goederen aan hunne kerken natelaten; onder voorwendzel dat zy de bedieningen derzelve kerken niet behoorlijk waargenomen hebben. Zy behoorden hen liever te vermanen, zegt dezelve Kardinaal, hun- ne goederen aan de armen na te laten. Maar de goede- ren der kerke konden hun ookteftadekoomen,en hen rijker maaken; van de goederen der armen hadden zj niets te verwachten. |
||||||
S. Μ ARIA AS KERK.
D<£ öeröe $arocöi-fter& ber fïab %tibm llh
toa$ «Sobe toejartupöt op ben naam ban DeParochi- beï|.$&aagb Maria. ^eseteft/ iiehjd-kckvan fce notl) m t jaac 1363 niet meer toa$ a$ een OA^rtnl ImV fïaanöe op Ji&arenbojp onöee be Ρ<εηΓώ jïotöe ban «Seffgeefï/ i$ ban be garoeïji-hern geweeft. ban <&tft#ttft aftjesonbert/ tot eene ρηνοφ·* feern opgereeïjt/ en tenbien einbe met ftibom* fhn bootten / op ijet behoeft en öe aanmat ninge ban ben ïteer Hendrik Spikers, $)α|ΐοο| ban ^efigeefl / en met be toefiemminge ban ClariiTa van Scheinen , tfibbtffe te &l)Ön3bUr0.!
toefóe möbiflTen ban $$i)n$bnv$ t' feoert lan?
Sen ttjb ïjet recï)t ban öenoeminge tot be ψ& ffotn ban <&tfc$ttft be3eeten ïjabben. ï®it op* Jjecïjten tot eene ^aeoegi-Kerb gefcijtcöe onöer. oeöinjs tiat Set recgt bet aiöbiffe ititec»öbge % 3 ban
|
||||||
%6$ Rh υ NL Α Nb se Η ë
ban 0ÖÖ«^^3/ om Set Öetomö bnn $. Ma-
riaas herïte te beoeeben / oncetminberb ?ouiie felijben: eti batoott onberminbert3oube bigben ftêt recftt bet ψaroctji-fterfce en beg ψafioo$ ban #efï0eeil, om een $&m iaae-seib Dan be nieubje ψΜϋφ-lmH te trefefccn. <2M miei fïaat toijuloopisec untsebiu&t in oenjioigen? ben a&hoojbü?jef tnffeïjen be gemene mml en be f^et ber fïab Herben : foetëe fcief onbee be onbe papieren ban befCöbue te ftï$n$>ur0 gebonben φ: en maar in be gemelbe 3©etgee- Ut§ ban Set recfjt ban nominaat3te tot öe iiientóe garociji-herit affiappen/ en 'tgïbe in bolieW eigenbotn aan be %&biffe ban Wyjw Mvq obergeeben: Wy Hugo van Hart Schout, Gerrit Ryfayky
™ Tsbrand Raet'eters, Michiel Gerritszoon, Phi- lips Janjfcn, WïlUm van Voorburgh, Huig Janf* Jen-y Huig Klaaffh van der Burgh, en Ρieter Hui- gen, Schepenen j Daniël Jan]rcn en Dideryk van den Bojfche , Raaden der ftad Leiden * maaken eenen ieder bekend, en bdijden uyt name der voorfchréeve ftede , dat ons geen recht toe- koomt tot b'egeevinge van de Kapel ie, dewelke binnen Leiden , op Marendorp onder de Paro- chi vanOeitgeeft, reeds gefticht en opgebouwt is: welke kerk voortaangefebeiden en afgezon- dert zal zijn van de Parochikerke vanOeftgcefti en, zoo het Gode belieft, mee gemeen over- leg en de toeftemminge zoo van de eerzame Vrouw Qlarijfa , door Gods genade Abdiflë van Rhynsburg , van S. Bemdiktus Order , als van de Abdye zelf, tot Gods glorie ingewijdt zal worden tot eené eeuwigduurende Kerk: en cM hebben wy gedaan , om dat de begéeving van |
||||
Oud η e de ν. ^l
de Kerk te Oeftgeeft, 2.00 als wy van onze voor-
in onderrecht zijn, de Abdifle van Rhijos- burg altijd toegekomen heeft. Ter getuigemfle derSwaarheit hebben wy dezen brief met het ftads zegel bezegelt. Gegeven in t jaar 1365 , op vrydag na S. Falentinianus dag. mimi ybm hjfi / betoeïne in 't jaar ir 4 Ry beurten
ff il tttbe ban Utim Maximiliaan met De naiW door den
yssFim * tsatsss s -
en om De anbere maanD/ boo? Denpmgienae Rhynsburg
«iifTe ban ftööngöure bergeeben te too£embc|eeveru mlWtl$ ¥t fc&?ljben ban Henna» *Th*-
bonta Τ if De eWe^pns ban ft^gj
ï$ern te Eeiben gebiert m 't jaar i3ó? / ^on. Daa0^ na Mariaas üemelbaart ttwwMfa. ©ee$e ï*ern m§ met s^ot of jW*g» maar i$ i« & fóatoïpe tpen net en cierujK opgefept setoeefL ^ΜΛΪΪ4,η / η*^ Kapellen.
^alben eentge WeinDer? teptfan l W^ p
Be noeïj ten ïjnibisen Dage Den naam ban na, pellen beïjonDen /p» to De5e feetfe ttoee örooter napellen eecïjt ober ^0"^^*?; be onbfïe fïonb eben binnen De Ba* aa De recöter7 De anbere aan De fïinner $nDe; Jn De eerfïe / Detoeïne De ^ontoen- napel opnoemt itóerb/ toa£ eene ifciftarn oefïicöt ·»*^2 tens ontaar: taelne ®inarö/ open fïaanbeboo? beboobban i&eelïee Dirk Adriaamzoon, m c jaar i?7* öegeeben $ aan Heet Kor^J«rf· fen, èteticr. ^n al^Deielbe naDerftanD open toa^ sebaUenboo* ftet aflierbett ban fee***- nelis Niklaasz. de Goede, i§ $t in t jaar if86
Öe9eeben aanleer Paulus Niklaaszoon de Goe- de, in^elp^^iefier-, DètuelUe onDer be3elb* |
||||||||
.· Lï\>* io« Chron» cap» xz.
|
||||||||
j>ai*fc>
|
||||||||
$ 4
|
||||||||
i6% Rkynlandscüè
©arocïjie een Ijofje op 3#n eisen naam gat» ge*
fticfyt 3n be a^outoen fterh f$ nabeefjanb be* 5raben be groote Eetterï)eib Jofef Scaiiger: tot toien^ eer en geöagtemjfe be ï|oof ben ber2ta; öemie/ en be ^argermeefïerl banHeiben/ een graf-fefeift/ 't toelfc b« tBoxhomiusteiee3en (laat/ opgereeïjt geböen. <Poft toa$ er een ontaar ban ^. Laurens,
aan toeïit outaar eene ®iïmrn toa$ öeftieïjk fP$· be3e IMtarg open foag; gebaiïen bdo) öe boob ban Heer Gafpar Arentsz. "uan Haf les, 1$
3e in 't jaar 15-7^ begeeben aan ben ïfeer Ni-
klaas Pynflen , fterMp perfoon/ eit3. $ocïj foa$ 'er een ontaar ban be ig. Catha-
rina, aant fcoeïïie be Tetroden in 't jaar lp** eene $ifcar« gefïicjjt fieöbem 3[n 't jaar 1474 toa$ Mbati§ fa£.Mariaas
Merite Niklaas Philipsz. van Gagelenbi-rg, Jf^te*
(ier: booj toien be ©i&arg ban be %ï|, Philip-
pus en Jacobus in <^« Pankras htUt foa$ 0e^
(liegt;
3[n 't jaar 1 3$7 geeft Pieter Jakobszoon bOOJ
ben boïgenben btftf ttoee $tïtargen gefïieljt in
be J^ontoe-lterft: TweeVi- \^ den naame des Heer'e, jimen. Het zy allen
karyenin menfchen kundig dat in 't jaar van 'sHeeren He Vrouwen geboorte 1387, jn de tiende indiktie op den fcci'k· tweeden January , onder de uur der Vefperen of daar omtrent, in *r negende jaar des paus- dom» van den hejligften Vader in Chriftus, on- zen Heer ζ/rbanus V ·, voor my openbaar Nota- ris onderfchreeven en voor de onderftaande ge- tuigen in eigen perfoon verfcheenen is de be- fcheiden en eerzaame man Meefter Pieter Jakobs, t InTheat. pag, zi8. |
||||
O V D Ç Å D Å Í* !<£<>
de zoon van Jakob Ghielemzoon , Licentiaat in
de Geneeskunde teParys, kerkelijk perfoon on- der het Bildom van Utrecht , gezond naar het verftand, hoewel ziekelijk naar het lichaam : en dathy zyn teftament of uyrerften wille (welk teftament of uyrerften wille hy wilde gehouden hebbenvoor een gerechtelijk teftament, erfdeel- makinge, of uyterften wille, zoo als het beft vol- gensde gewoonte of van rechtswege daar voor gehouden konde worden) op de volgende wyzc gemaakt enbeichikt heeft: Eerftelijk verkieft de gemelde Piter Jakobsz. zijne begraaffenis in de parochikerk van Valkenburg. Daarenboven heeft de gemelde Meefter Pieter Jakobsz. voor de vergeevinge der zonden van zijne ouders, bloedverwanten, en alle zijne vrienden, voor- namentlijk van zijnen vader, zijne moeder,^ en zijnen broeder Heer Jarnout, bygenaamd Goet- man , Priefter , by wyze van een teftament of uyterften wille , gelijk gezegt is, twee altijd- duurende kapellanyen of vikaryen begiftigt en opgerecht ter eere van den almogenden Godt, van de hoogverheve Maagd Maria, en van alle Heiligen. Doch zoo dat hy de eene (der zel- ve vikaryen j voornamentlijk aldus begiftigt en opgerecht heeft ter eere van de vier Evangeli- ften; en de andere voornamentlijk ter eere van de vier Leeraaren der kerke : welke vikaryen ten eeuwigen tyde zullen bedient moeten wor- den in deparochikerke van de hoogverheve Maagd Maria te Leiden, onder het voornoem- de Bifdom : welverftaande, indien zy aldaar door <len Paftoor aangenomen worden, om aan ze- kere outaaren , die de teftamentmaker naderhand begiftigen æ il, bedient te worden. En inge- ralle hy de gemelde outaaren in zyn leven niet % j- be-
|
|||||
\
|
|||||
wfln Rhynlandsche
begiftigt mogt hebben ; zoo heeft hy begeert
dat de onderfchrevene uytvoerders van zyn uy- terften wille de voornoemde outaaren na zijne dood, Zoo ras als't hun mogelijk zal zijn, hebben te begiftigen. En ingevalle de voornoemde kapel- lanyen niet aangenomen wierden in S. Mariaal kerke voornoemd, maar door den gemelden Pa- ftoor krachtdaadiglijk afgeweezen mogten wor- den i dan heeft dezelve teftamentmaker begeert dat de ondergefchreven uytvoerders van zynuy- terften wille. . . Dewelke hy daar toe gemag- tigt heeft, bezorgen dat ze "in een andere ker- ke, zoo als zyhetgeraadzaam zullen oordeelen, aangenomen worden. Zoo heeft dan de gemel- de teftamentmaaker aan de kapellany, dewelke hy voornamentlijk ter eere van de vier Evan- geliften opgerecht heeft, befproken en bewee- zen alle en iedere hier onder vermelde landeryen en landgoederen; dewelke zijne zufter Catbari· na, de weduwe van Niklaas Stompik, by haar afiterven aan haare erfgenaamen nagelaaten heeft: van welke landeryen en landgoederen hy eenige, als haar erfgenaam, bekoomen heeft, en eenige andere van zijne mede-erfgenaamen heeft gekocht : namentlijk elf hont leggende aan de zuidzyde van de kerk te Valkenburg. ♦ derdhalf hont. . Noch twee hont gelegen by Barnewak. . Noch vyf hont gelegen op Berg- merkamp. . Noch drie hont gelegen in 't land van Philips Hendriksz. Drie hont in *t ambacht van Zudik.. Noch vyf hont onder het am- bacht of gebied van Voorfchotén. Aan de an- dere kapellany, dewelke hy in de voornoemde kerke voornamendijkgefticht heeft ter eere van de vier Leeraaren der Kerke, heeft hy voor haa- re jaarlijkfehe inkomften befproken en bewee- |
||||
O Ü D Η Ê D E N. ift
zen de volgende landeryen en landgoederen,
Eerftelijk zeker land 't Frighers genaamd , be- fhande uyt 3 hont, en gelegen onder het ge- bied of ambacht van Katwyk. Noch negen hont onder't zelve ambacht. . . . Noch on- der't zelve ambacht een kamp 't Riddershof ge- naamd. .... Noch twee hont. Noch vyf hont in 't gebied van. « . Tot deze kapellany, op de voorfchreeve wyze gefticht en opge- recht , heeft hy benoemt Jakob zijnen Neef. Doch de andere voornoemde kapellany, dewel- ke hy voornamentlijkter eere van de vierKerk- leeraaren had gefticht en begiftigt, heeft hybe- geevèn aan Adam , broeder van den voornoem- den Jakeb, beide kerkelijke perfoonen van ons Bifdom. En heeft gemelde ftichter begeerten geordoneert dat aanftonds na zyndood, als de gemelde kapellanyen beveiligt zullen zyn, de gemelde Jakob en Adam , op de voorfchreeve wyze door hem voorgedragen , de Mis op de gemelde outaaren zullen leezen, of laaten lee*· zen. En zoo wie nadeezen eene der voornoem- de kapellanyen bezitten zal, die zal twee- of drie- maal 's weeks de Mis, door zich zelven of door eenander, inde voornoemde L. Vrouwen kerk leezen : wel verftaande, indien de kapel- lanyen door den Paftoor der zelve kerke aange- nomen en toegelaaten zyn geweeft. 0abim bt& fiicöting-öjtef / om Öe morgei
ïtjfte jjanö &e$ £>φ$ύ&$/ en tre oubjjeit tiait ben ï#ef/ ön nae pttltt$uaettoa$: öeööentog Jet boöjiiaamfïe / 300 to£ öefi ftontrén / baas ®e öemelöe fïicgting i$ böoj ben fttxetgk
fcïjetl ^iflfc^Op / Flofis varl Wevelinchovert,
öoeöaefteutt en öeteftigt beu 1 s Samiarg 13 Vf.
|
||||
172, Rhynlandsche
gêttfttt Wouter Hugooszoon , fëfkffal/
geeft in Öe3CÏfiie kttkt f aan j$. Catharinaas uutaar/ tem jfefë 0efitcöt: fcefoeïïte &aar$oo
feeele jaatm lang aïiög wiïtfüc ftu$geftieefï/ (te toeeren f o jaren) geienen moefï fooien, Jfter netene iie fytef tier fïtcötin0e: Eene Mis Τ ν ώ» naeme om Heeren , Amen. By den in-
aan s. Ca- houden van defen jegenwoirdigen openbaeren tharinaas jnftrumente zykennelickeenenyegelicken, dat ©maar. jn den jajre der geboirten ons Heeren 15,43."' 'n de eerfte indictie, inde maent van Novembri up ünte Katberinen dachden vyfende twintich- iren dach omtrent elff uren voirnoens, int ne- gende jair des Paeufdoms ons alderheylichfte Vaders inGoidei5^»//, by derGodlicker gracie die derde Paeus van dier naeme, enderegneren- de die aldermoegenfte , aldervictorioefte ende alderdoirluchtichiie Prince ende Heere Karel die vyfde van dier naeme, by der felver gracie RoemfchKeyfer, altyt vermeerder's Rycx, int vierthiende jair zynre coronacie, onfen alder- genadichfteHeere* Compareerde voirmy open- bair Notario ende getuygen hier nae befcreven, als dairover geroepen ende (onderlinge gebeden zynde: die eerfame Meeiter PFouter Hugenz. Prie- iter, inwoender der ftede van Leyden des Bif- doms van Utrecht, wefendezieclicx van Iichaem mer van goede redene, memorie ende verftands, willende difponeren van zyne tyclicke goeden, teh eynde hy hem te bet tot God ende zpnre zielen falicheyt ial moegqn difponeren ende vou- gen, heeft geordoneert ende gemaicT: in forme van teitamente off vuyterfte wille in d'alderbefte ende ftarcxfte fprme die hy heeft weten ende 'paoegen doen , tghene ende fulex als hier nae |
||||
O U D Ç E DE Ë 173
befereven ftaet. Inden eerftenende voir al be-
velende zyne ziele in den handen Goeds almacht tich nu ende tallen tyden ende. byzonder als die van zyn lichaemfcheyt, ende zyn doede lichaetn der gewyder airden, ende zyn fepulture kiefen- de in onfer Liever Vrouwen Kerck binnen der voirfz. ftede omtrent onder die Preecftoel, be- gerende ende willende dat zyn naebefcreven erf- genaem hem nae fel doen doen een eerlicke Vigi- lie, ende geven alle Priefteren comendeten fel- ven Vigilie elcx een ituver. Voirt een eerlicke vuytvairt tot fintePieters metten comraendacie, ende oick zyn zevendach endemaenftondt. Item dat zynerfname ofFzyn naecomelingen gehou- den fullen wefen naezyn doet te doen doen twee MiiTenalle weke in onferVrouwen-Kerck voirfz. op finte Katherinen altair geduerende foe me- nïchjairals hy Priefler geweefi /r, te weten vyf- tich jairen lanck geduerende, ende doen lefen by den felven Priefter die die Miflen doen fal als die Miflen gedaen zyn, tot eiken reyfe ten grave van hem teftator Mlferere, De Profundis^ Collefte dair toedienende, ende bidden onder die Miflen ende ten grave voirfz. voir die ziele van hem teftatoir alft behoirt. Dair voir die felve -Priefter hebben fal· telken reyfe voirfz te prefen- cie twee ituvers. Ende fullen noch gehouden wefen oeCe vyftich jairen lanck geduerende te doen doen in onfer Vrouwen Kerck voirfz. zyn memorie ende jairgetyde. Voirt heeft hy tefta- toir gemaicl: ende befprocken tot zynre zielen falicheyt, eerft den Provifoer ende Deken van Rynlandt vuyt die naeme van den Bifcop ende Archidiaken van Utrecht zyn eerwairdige Va- der ende Heeren elcx vyfthien ftuvers, ende die Notario vander felver jurifdiclie vyfthien groot.
|
||||
174 Rhtnlandsche
groot* Ttero fin te Pi eters Kerck, finte Pancraes
Kerck, onièr Liever Vrouwen Kerck, die ar- me Huysfitxen van finte Piecers, die arme Η jys* fitten.van finte Pancraes, die Minrebroedcren omtrent Leyden tot hoir noétrufriclvyr ende onderhoudt, ende die Wiih Nonnen binnen Ley* den eiex een pondt groot Vlaems, tfamen be* lopende feven pondt gr. Vlaems, ende die arme Huysfitten van onfer Vrouwen thien fcellmel^ grAiot Vlaems. Heeft noch gemaeér tot een be* fpreck alle den kinderen van Claes Hugenzoen', Zyn broeder te faro en een huys ende, erve dat hy ftaende heeft indeCoppenhycx (lege, willende dat Zy dair mede offtaen fullen ende te vreden Wefen fonder vorder te moegen comen in zyn erfnifte. Desgelycx heeft hy teftaror mede ge- maict tot een befpreek Hillegondt Huygen doch- ter zyn fufters kinderen te famen eenen Raem, idie hy ftaende heeft inde oude Houf, ende dak toe eenen losrentebrief van drie Rynfche gulden sjaers, fpreekende ,up Meefter Dirck, όλη Alc» maer Berbier iqt Noorteynde ende op fijne goe- den, willende mede dat die felve kinderen nier mede te vreden wefen fullen ende of ftaen van *yn erfnifle , fonder vorder dair in te moegen comen. Ende foewat goeden ky teftaror" hier boven meer afterlaeten ende metter dootruy- jnen fal, zy Zyn roerende of onroerende, wair rende wair an die gelegen zyn ende bevonden fullen worden , feulden , actiën ende rechten» ghene goeden voyrgefondert ende hoe die gé- noempt moegen zyn, wil hy teftator dat heb- ben fal ende eygelick ende erfiick behouden Hnge Andrkfo. M&d)tdt zyn fufters zoen, ende -dk overmits grote ende menicbvuldige welda- den die Machtelt zyn fufter in hair leven ende Hugt
|
||||
Oud ç e D e H. t?S
ffuge Jndriefz, hur zoen nae hair doot gedaen
hebben boven alle Zyne andere vrienden ende maegen die God ende hem ceftatoir bekende zyn ende meer andere, den felven Hugê;,öß÷ inne inftituerende nae rechte van inftitucie te zyn fijn enich ende geheel erfgenaem. Ende wairt faicke datyemant wairdie dede ofFattempteerde te doen, 'c zy in rechte of dair buyten, ende be* letten wilde dat defe zyne teftament offvuyter* ile wille zyn volcomen voirtganck nyet en fou- de hebben, dat God verhoeden wil, foe is die vuyterfte wille van hem teilatoir dat dietiegen- doenderof tiegendoendersverboeren fullenfulcx als hy ofr %y van hem genomen ende gehadt fouden hebben als voirfz. ftaet, ende in dat ge- val foe maec~t ende befpreect hy tfelfde dat die tiegendoenders gehadt zouden hebben ünte Ka~ trynen Gafthuys. Voirc wairt faicke dat hy te- ftator hier namaels yet mai£te of befpraeck ter eeren Goeds ende falicheyt zynre zielen, Kerc- ken, Goodshuyfen off enige armen,off zyne vrien- den voir zyn Priefter oiFtweegetuygen, tfelfde Wil hy dat van fulcker wairden fel wefen ende fcyn voirtganck hebben, of dat alfulx mede ge* maecl· ende hier expreflelick wair gefcreven. Die voirfz. teftator verclaerende alle tgene dat voirfz. ftaet fulex, te wefen zyn teftament oiF vuyterfte wille, willende dat tfelfde zyn volco- men voirtganck hebben falgelyck een teftament, codicille off enige an'dere gevinge ofFmaickinge als dat alderbeft ende ftarxfte wefen fal moe* gen van rechtswegen ofte gewoente, nyet je- genftaende enige ftatuyten, kueren, ordonan- cien off andere coftumen ter contrarie. Ende biddende allen Heeren ende Rechteren geefte- hek ende wairlick defe zyne teftament offvuy- ter-
|
||||
ij6 Rhynlanosche
terfte wille te willen approberen , confirrnerea
cnde inden beften te decèrnèreiv Ende ver(ochte voirt anmy Notarioalle dat voirtz ftaet te no* teren ende dair off te maicken een ofte meer openbair inftrument ofT inftrumenten inde befte forme. Aldus gedaen binnen der voirfz. itede van Leyden ten huyfe van Huge Andriefz. dair hy teftator woendt, ftaendean finre jansbrug- ge up te camere 5 in den jaire, indi£He, m'aent, dach ende uer , Paeufdomme ende Keyferrycx als boven; injegenwoirdicheyt van den eerbae- ren mannen Meefter Ar ent van bedroede Priefter, Nanrimck Janfz* Scilder , ende Meefter Birck Pieterfz. Berbier , inwoenders der felver ftede als geiuygen wairdich van geloeve dair over geroepen ende by monde van hem teftator fon- derlinge dair toe gebeden -zvnde. ®t tnftomfieti/ bic ög <bèo?be pmeïöei&if^
fe ι en boo^ miöere goöfoaucgttge toetsen ftt* fptohm Beeft/ fïaan in eenfianegnen fyiefog te boÏ0enöe toi)3e nwtge^URt: Zeeckere twe morgen lants gelegen in den
ban van Lys voirfz, belent an de noirtoeft zyde tCloefter ter Lee, ande zuytweft zyde Warmer Symmeszoenserfgenamen, tzuytoeft eynde sGra- venwater ende ant noirtweft eynde Willem Ger- •ritfz. Noch elf hont lants in den ban voirfz, belent an de noirtoeft zyde der kereken lant van Aelmer, an de zuytweft zyde 't Cloefter te Poel, tnoirtweft eynde'sGravenwater voirfz, ende ant zuytoeft eynde Willem Symonfz. Noch feven hont lants geheten Rutehuel, belent ande noirt- weft zyde Willem Simonfz. voirfz of zyn kinde- ren , an de noirtoeft zyde Willem Aelbertfz, tzuytoeft zyde ende zuytweft zyde die Prelaet of dat Cloefter van Egmont. Noch thien hont lants
|
||||
OUDHEDEN, tfj
Ifttits al by den hoop fonder maet , gelegen 'm
den ban voirfz. belent an deeze zyde de voirfz,, Prelaet of Gloefter vanÊgmont) ende an dsandei zyde ueertruyt H'olwys wedue , ftreclcende WC 'sGravenWater voirfz. tot an die Maeilot toe, welcke voirfz. percelen van landen mitértyt Van hem comparanten inhuyere heeft ende gebruycÏ oude Huych Claefz. ende vöir'ts' hoir comparan- ten ende oick hoirder erfven ende naecomerS perfonen ende alle andere hoirluyder goeden, roerende ende onroerende, omme by gebreken van ce laaten doen ende te volcommen tgeertö voirfz, ftaet dair an, of en enyge perfoên ofte percelen van goeden zoe wel generalickert als fpecialicken verbonden bydenPaftoir ofteïverk- tueefters van onfer Vrouwen kercke voirfz. iri der tyt wefende te moegen verfien, verhneleri ende doen executeren twalef gouden Carolus guldens of payment dier wairde tsjairs Viy gdlts van als vry, ende dair mede te laaten doen vol- commen becoftigen ende betaalen tgene voirfg, ftaat den voirfz. vyftich jaaren wt geduerendc %n be$é tel foa$ nöcj) éett óutaaé faart Ö.
L. Vrouw ttt Maria Magdalcna, aan $2t foei*
foin 't jaar 1400 toietö öbet? öefeagt öe pft
ban be miwvg ban öe ^uï öte in ïfê IWU U leiöeröoin ttia$ gcfiicgt/ rjeip baat feecbei' fcciv paït 5aï tooien, <®z$t JMtarn foa$ met tbaée Juffen iet ineeft Maft / tn bt$at 14 métten landen ζ pont ^oUanhfcïj jaatipfeijé rémen, 3[n öese nerntoa^ oQÏuen^?oeöerfcljapiiart& Ató**
«Uf. jfëaagti Maria, t toelft in 't jaar ^{?roeder*i op een nampje fin ^oeteefcodu&e tm jaatlp^1"?* «karnen jjab fïaan fcati * ttoce y»id£ti< ie *t kandfchrlft ftaat 5 X porti comanspayemenii
|
||||
i;g Rh Υ NL AND SCH E
9f» 't iaat 1441 ïjeeffc J°han EPe öc#afïo^
ban be i^outoen-ïteeft beMeebk 15ΌΙ Gerric de Heer van Rhynsburg.
«énber bese ^arocjfe gebben b^te boo^naame
$onne-Rloofiei$ gefïaan: get nonbent ban öen % 2Caité-€n0d Michiei i bat ban £/Üriuia of be rit bntsenb Ulaa^ben/ en bat ban <§♦ Agnes,
<©e boojnoembe J^afïooa Jan Epe geeft aan
t»e3e ^onne-Moofïei*^ om Gods glorie door zij-
ne Parochie te vermeerderen , na rijp beraad, en met vryen wille toegedaan , een kapel in haar konvent, met twee of drie outaaren , en met een kerkhof te bouwen 5 in welke kapelle zy zouden mogen Mis hooren , en de kollaat- zie bywoonen, en ook voor de Mis en kollaar.· zie de klok of bel zouden mogen luiden : behal· ven nochtans dat het haar niet zoude gcoorloft zijn de klok te luiden na negen uuren, of inde kerk met opene deuren kollaatzie te houden, terwijle dat'er in haareParochi-kerk predikaat- zie wierd gedaan. Ook ilaat hy haar, buiten zijn eigen en zijner nazaaten verlof, geen zin- gende Hoogmis toe, als op de vier Hoogtijden van 't jaar : op het jaargety van de Inwijdinge haarer kapelle; op de Feeftdagen van haare Pa- troonen ; en eindelijk , als 'er een zufter , de wereld verlaatende, het Nonne-klced aantrekr, of de kloofter-geloften doet. Daarenboven word aan ieder kloofter verlof gegeeven om het aller- heiligue Sakrament van 's Heeren Lichaam in een doosje te bèwaaren, en de heilige oliën.....
eindelijk om de lijken van haare zuileren naar
het kerkhof j& geleiden , te laaten beeraaven? en 'er de HjkdTeniten voor te houden. \ orders» indien iemand onder de zelve Parochie woonen- .'- ' ■ . de |
|||||||
Oude
Paitoors, |
|||||||
Drie
Nonne-
kloofters» |
|||||||
Ö ΐί β Η Β Γ> Ε Üf. J'f$
de aldaar begraven mogt worden, Zoüdé tot af-
kooping voor ieder lijk betaalt moeten worden een goude fchild 5 maar indien ser iemand Wfl een andere Parochie begraven wierd , zoude daar voor betaalt moeten worden de helft vati een goude fchild.... Doch het zal geenszins ge- öorloft zijn eenige vifcaryen of kapellanyen in" dezelve kapellen te ftichten. .». In 't kort gé- zeit , noch de Biechtvaders, noch de Moeders of Beftierfters, noch dcZuiïers van de gemelde ldooiters zullen de Moederkerke of den Paitodr en zijne nazaaren, in eenigezake hinderlijk zijn. En ingevalle zulks gebeurde , zullen de Priori van het kloofter te Leiderdorp, en van hetkloo- iler te Warmond , Zorg draagen dat het zelve* vergoedt werde. &tt$tt\ tytif gCCft Bé ^ÏÜ* Johan Epe intt #i |C0^ï Öe^Selfc ΦΰΙί IjUft fymhm jakob, ψ$αι ban §tt€iftttct-lüm$eV
tt iParinöHö/ en bc Refter Koenraad, <&fëtfp
baoet· ban 04 Michieisftloofïw teHdocn/tiet^ mit# be Macer m 't ftlooffcr $clf ηοφ gmit jatjeljg gaaoen / ïjnnm $tQÜ$ öaar op ijc$ct i 't todiï te %tMn i§ uefctytbt op {jet fee^ bm tm tyi Bonifacius/ in 't \mt H4l«
Rudolf Diepholt , ^lffcljOju Mli Mtmtïfi/ fieeft tit gemdïrc fcgdöin^ 0001 ben bolgen&gf
feief öebefiigU ; \ï/^ Rüdolphus^ door de genade van öodt eii
Van den ApoftoliiTchen Stoel BifTchöp Van Utrecht, willen dat het aller* menfehen tegen™ ^voordige en toeköomeride, en ieder tan heirifi 'tbyzonder, kundig zy datwy na vlytig onder* £oek bevonden hebben dat alles en ieder iti '£ oyzonder, 't welk in dezen opcrï brief vérmei- den befchreevf η ftaat (welke open brief mei 0 % Μ
|
||||
j8d Rhynï, and sche
de zegels van de befcheidene mannen , Johan
van Epe, Priefter en Paftoor van S. Mariaas ker- ke te Leiden, Broeder Jakob Prior van het kon- vent te Warmond, cnKoenraad Janjfen Priefter onder ons Bifdom, zoo veel als uyt de letteren en de tekenen van de zegels ten eerften aanzien gelezen en befpeurt konde worden, bezegelt was, en door welken openbrief deze onze be- veiliging-brief geftoken isj) dat, zegge ik, dat alles waarachtig is, op de billijkheit en re- delijkheit fteunt; voor 't nut en welwezen, zoo van den Paftoor der gemelde Parochikerke te Leiden , als van de drie konventen of zufter- huizen, dienftig en beft zal zyn , en op de waar- heit is gegrond. Hierom is het dat wy den voornoemden brief, en 't gene daar in begrepen is, ten behoeve van de drie konventen ofzufter- huizen inden tegenwoordigen brief uytgedrukt en befchreeven, uyt zekere kennifle bekrachti- gen, goedkeuren, voorgoed enbeftendighou- den, onverbreekelijk onderhouden willen heb- ben 5 en al het bovenilaande in Gods name, en uyt krachte van den tegenwoordigen brief be- veiligen. Gegeeven 't jaar des Heere 145*0, den vyfden July. 11 ■ '
Φρ bt$m tljb toa^ ffiittfttV Willem van
Naarden, Radbodus zoon, öe %&itt§tbabtt of $&ttt ban 't genidbe ftlooffo:* Sp geö onbo:
ntg ttmu otiQimüm h$itf ban ben 17 g^aavt 14935 toaar in be «Jj&atec of <&bttftt ban & Michiels ftïOOfïCL* / gllfiCT Lutgardis, MatthiaS
öocötcr/ ban'^attosenbüfcij/ten oberfïaan
batl Adriaan Janfz. Brouwer, SSurgemftftCttC
Eeiben / m ban be anbetre ^atroonen bt§ 0^
rodben ftoubent$/ bm boo^noemben Willem Rad-
|
|||
Oudheden, iS*
Radbodus zoon van Naarden, OtlbCV^tUtttbOOpf
foaarben boo^ben |£ateeof éegent ban 't &ïoo*
(iet* aanneemt #nber anbereimerböef&oïten/ batggbaat
bagelp^ j|®$3oubeïee3en/ of boo$ een anber boen leesen: ten tfoeebe/ bat gg <0oö^ tooo$t aan bie bufferen joube berftonbigen; bat $ bat gg gaat be geiïige «ebangelienop aïïe^on* bagen/ ojj aïïe feefïbagen ban Φ* %. I^outo/ en op aïïe 3|oogttjben / joube ugtleggen ·, ge* ïp be J£ater£ ban bat Itonbent aïtijb gebaan gaïiben/ en3* %n 't jaar ιπτ foierb be $afïorg ban be3e Andere
BerïtöeMeebt boo^ Kornelis Janfz. beioeïfte booj p^ftoots Georgius, ^iffegop ban ïltrecgt / gemagtigtvanSkM foierb om get fteguïteren-Moofïer te Hem/folk * ei frn^cgoongoben/ te gaan&e5igtigen <2^ee3e i|eer Kornelis ïeefbe nocg/ enbefiïeebe be ge- meïbe ^afïorg/ in 't ι $6% % toant ift geö onbec ηιρ ben boïgenben fyief ban eenen C. Wefen- hage, burger te fttrecgt/ betoeïfie aan geniet beu ï|eer Kornelis gefeg^eben i$ tom ι Jfefyua* Aan mijn Heer den Paftoor van O.L. Vrou-
wen kerke te Leiden, mijn Heer Kornelis,...» Gy zult maaken , zeer beminde Heer Paftoor^ dat 'er in dit Konvent , volgens het gemaakte akkoord, dagelijks Mis gelezen werde. Zulks doende..... Met deeze weinige woorden
Wenfeh ik u heil en weivaaren. Het believe u
van mijnentwege te groeten mijn Heer den Pa- ter van S. Michieh konvent. ©oïgen$ tm oub ongebjuBt ftronpje geeft
Ifeer Adrianus Provifor en beften ban 't Ha* ptttel/ be ©afïorg ban be ^ontoen-Berft bebient W't jaar 1/70. Μ 3 «Φ*
|
|||
IfJ? RHINtANDSCH?
P$.Jfefi#r| ban dese en ban be andere $a#
gorters der j?ocj)i-feiien foieröen boo^ iien i^aati ban %tv
ΐ·\ΡΤ~ δΓΠ ^ngefMt; maae ober be l|eet! van Waf·
imiie cn,fenaar, a$ 2teg*geaaf ban &eiben / aan ben
jeïben ilaad eenen feief berleentjjeeftnrtjaai!
i"3-jF7t üattog Philips geeft get geibe teejt
Uwt eenen anderen Ö#ef öebefiigt in 't jaar 14*4-
φί berjaarbag der feeeït»mtjbinge ban J>,
permis, pieters fterïi/ anber$ de ftermi^ geseit/ mierti
ban oub^/ geïp tegenwoordig noelj/ gebiett
0$ den eerfïen bondag na 'gi peeren i§emefe
baart, ^ari toa$ 'ei· ooft een b$e iaarmarfct/
tjg Kruifle- markt genaamd: om dat 5e f na öe
Éra^öagcn/ opüfenieïbaart^öag / mgeïmöt
iftóerö/ geïp 5^ öonderöaag$ booL?©im;teren/
poli ban tioaaïf uuren j' mibt»ag$ tot e?n urn?
toe/ fcpierö ugtgduibk
Qoime- #Ü öeese ïterm$ / be oubfïe en uïegtigfïe
ganii op ban be ganfcïje fïad/ inserdban oul$eenpIeg;
iiPfinii, tïge en algemeene ommegang geijouden: toaar
moet*|oogi»aardigfie ^aitramentdoo^be ψ&
fïaój£ ban be parocot-ner&en / en fombujien
dooj ben übt ban <%monb ïang$ be jfeaaten
pïagt omgebogen te foojben. ï^e ommegang
gefcïjieöe ojj be boïgeude o$er: ^e fóomman*
ipm of ftaffoo? ban ^ Pieters fceefte/ aï$ gijn^
be be §oof tnmh ban Éetben / ging met een
menigte ban <^eefïeipüeit en boln / en met
Set ^oogtoaardigfie jianrament in jfjne Jan?
§m/'u®t gemelde Pieters fterft; en b^oeg {jet
è* ^afcramenttofc °£ 't mibben ban be 23ofïefr
ö,mgge, ^aar bleef gg fïaan/ en gaf jjet ï|*
«galsrcnneutober aan beiipafïoo^banbe^oui
&$i mim i ^etoetóe Ijet ban bolder b^oeg tot?
op ïjtt mibben ban §$ 6#ören%«gge< #aar
ί Ofkrs Kcfchr, van Leideu pag. x66.
töïcrtï
|
||||
Oudheden. 183
imet'b be ïefïe afoelofï öooi ben $afïoo2 ban
β iJankra> kerfte* betoelfte/ met get %♦ ^a* toment in be öanben/ tot be <0an#oo#&2Ug* 5e/ tuflcjjen ïie üfooigraft en iie ^ogetooeröe boo#fïapte« <©pöe€»an^oo^U00e/ aigfyet ugrerfïe ban 3jjn geefïeujft gebieb/ bleef jjgfïiï fïaan ï en gaf jjet %♦ J^aftrament taeber ober aan benjpafïoo^ can β Pieters Sterfte/ of aan iemanb anberfi bie be&eïfë pïaat^ öehleebe. ®e ïefïe b^agt öet met be seïfbe fiaatste naar β. Pieters fterft
3Pg 3uïïen gier boïgen^ een ongeb^unt &ro*
tipje/ en bergaaï uit Oriers ögboegen eenige !#3onbere boo^alïen foegen$ tjerfcjjetbe om* tnegangen / beelbfio^merjoe / plunoertnge ban fcerften en nloofïer^/ aï$ eerfie $eb!ftatie öer Peutogejinbe inbigelbe fcerften. %n 't jaar ij-13 $ 'er een omme0aii0 ge*
ïjouöen ; betoelfte/ ift toeet niet foaarom/ de quaade ommegang $ getiOtmfc
3fn 't jaar 15-17 geeft be Klöt t?an Cgmonb
§et% ^aftramentin benjalegttgen ommegang geo^agen. iy66 ben % ifèeg op sonbag / geööen be
IBinnefyoeber^ teSeiben/ ojj & Pankras bag/ öe fterftbienfïen ge3ongen * «Pen 15- Klugufïi/ o# eeneu 3onbag/ Jjeö*
Öen Srtnytgen by Nacht, en N. Vos, get eer*
fïe rumoer bau fmijten/ (mbenft be fieelbeti
te berfeeeften) in &. Pieters fceefte gemaaftt. ^eni6 ging men booj goeb aan jjetaffnm* ten ber öeelben. <Pe j&innetyoeaerii mierbeii * By Oriers , doen was het cantaet by de Miimebrocdcrs»
Weet iemand anders hier beter uyt te kooracn, ik zal hes aaruicrj. |
||||
j84 Rhynlanösche
ttgt Bun Moofêee geïeibt, iet nloofïer seïf
tóierb leip gegaoent» ^>en ip/ on eenen bonberbag/ baierb ^ioq^
be eerfe ufyt (op 39« niemöge3inbe) in be ^Oa&ngl sep^eoiitt, IPen 19 J>eptemöer/ op eenen bonberbag/
geeft men boo; be eerfïe rei3e in be SSjoeberg ($mwfymtiw$) teiiegep^ee&t; fembenge* trpuiot/ en ninberen geboopt. ïDen χ 1 / op eenen 3atcrbag / 3gnbe β, Mat-
thitm bag / ioterb be 3|οο0ηπ$ tmee bagen ncgter maïftanber gesongen. <2Nt oproer gab 11« z6 bagen gebimit: en baar «b?a$ een galg i?p be ^Maiiipe fïeen opgerecgt. ï τι ρ / toierb be heete ommegang gegonben:
dtm$ genoemt/ om bat'er toen beeïe menfegen jban gitte fmoojben > 3gnbe be gttte 300 g^oot öatgèene toa^naetf in ben mibbernaegt op ben panbeïaar fconbe ölpen fiaan, ïï^Uw f3[annarn/op eenen 3onbag/3gw
be teie poningen abonb / toierb get $Wgfc niaaï in be 2^oeber$ fcern gegoüben : en men 3Cibe bat 'er 2S4- perfoonen tegenföao#ig mar rengemeeff, Wtn i*"/ op een bonberbag/ tt be^ti$
ban franje te Hdben genomen/ en geeft get poenen in be^oeber^ nerft beröoben* ^ocg gn gaf telof om een gu$ t? maaften $ en baar in / tótmeber$eggen^ toe/ tep^eefcen / ninbe* ren te beopen/ enömiben te teontoem Wit tmerb aïbu$ te Seiben afgeven, ^en27/ op eenen jjEaanbag/ begon men
Dniten be mtmpmt/ baar be^ieftennern ge* ff aan gab/ een gn$ te maanen. iet gi«W $00 get 3eggen toa$/ gab 2,100 gnïben genofi: get &# 180 boeter? lang/ en 80 toten feeeb. |
|||||
\
|
|||||
Oudheden. iSf
^en itf ebmatg <#'** &°°*°* eer#e re*3e in
bat ön$ gepiebiltt. " Φαι zo ftafl/ op eenen sonbag/ Beeft B»
ttocB êen£ ge^ebtftt/ om bat Bet bolft getoel* Hts tietbe en taa^be. (Coen toa£ 'et ι o maal in bac Bn$ gep^ebiftt ,. . <Pen ζ |feq?/ op eenen b$bag/ $pbef tv
ïiae $tni$ abonb/ begon men flet piee&Bu$ toebet af te bjeeften: baat toaten 3 booben m peg^aben. mn 11 megl ï67 Φ& n0C9tm ommegang
te Sciben geBouben: be fcB«ttet£ gingen niet setonajï / maat bofgben ben ommegang ban öcötet aan. let t ^afttament toietb ooft om* tr^aagen; en aïfc be |&innefeoebet£/ 010 m be fïab gebïeben toaten / gingen ooft met ben ommegang om. , , . . .. mm 14/ booj bien bat 'et eemge baanbelp
ftriigéftnecfiten binnen Keiben gekomen toa* ren/ Vet 8<*« Weceff sefiouben. €cBtet $ 3e 3onbaag£baa* aan boïgen^ oubet getooonte 0cl)onben. · ,, _
3^en 30 hjietb afgeïee?en bat men binnen 4
bagen aileétoat'etngt beftetften toeg gelagen toaé/ bobben/ beeïben/ en$. toebet in be bet; ften 3oubeöebben te béngen: bat be gilben en outaaten bymt opgetecBt/ en B# boift naat tjet pube gesnift toebetom bebient 5°«i»e tobben, ^en if 3fW/ op eenen jonbag/ gebüen be ^innebjoebet^ be ï|oogm$ toebetom booi be eetfïe tei5e in βηη ftloofiet gesongen ι '§ maan« baag^ baat aan gingen 5$ toebet met be bioofr Safcfcen om. , r „ „ ®en iV3fuï»/ op eenen $onbag/ Beeftmen
£003 oen&oning/ op bat B? boelj obetftoomen joube/ ben aïgemeenen ommegang ge^ouben. ■ mr ®m
|
||||
iU Rhynundsche
•^en ii 3Eugnfïi 15-67 op eenen maanöag
'3'jju öe ontaaten ban ^ Pieters en ban öe aip öeeenettëen gefeöoutot en gehnjöt getoeefïöoo^ jakob Knyf, jfl|mtteö2oeöee / en iPu-öiffeïjop banitteecgt /öefoelne naöeejjanö^tffcöopban koningen $ getoo^en. '§ tCbont^ tuffcgen ρ en 10 nnrat iuieeö David Tysz. fïoeïö^aagei: jboo^ aan in Corenfïeeg ü$ öe 2£aot$ öegraa* ben; teetoiile öat öe ïunöeren öe ^faunen 30η* gen* ι f 62/ oen 3 jHaart/ $ 'et* op öe öenrett
banfommige öeeïöfioimei$ getopt/ en 3tjn menige öeeïöfïo^meeö gebangen genomen. S^en 6 / fce$ 3ateröaag$/1$ {jet goeö ορ font*
ttttgen ban öie gafïen opgefei^eben. mm eer(ïenSüngitfii 15-08 / baïfenöe op ee*
nen 3onöag/ $ 'er een aïgemeene ommegang gejjouöen/ en 39η 'et* open&aatre geöeöen inge* pit / boo^ öe bejjonöemffe ban öen fóoom^- ïiatoïpen €>oö£ötenfï* Φρ öen stiften öag geeft b^oeöer Fioris, een jlinnefeoeöer/in ^ Piecersteïte/ öaar öe geöagteni^an^» Pie- ters öanöen gebiert bjieeö / booi ijet boïn ge* p^eöiiit. <0en 17/ opeenenmaanöag/ geeft öe^ar*
tog ban Uïba öoen afïeesen öat men öjie om* megangen nooj öen boo^fpoeöban 3ijne toape* nen $011 öe&ben te gouöem %&m 1 ΦΜοΜ/ op J^Bavoos öag/ jjeeffc
in &, Pieters «erft öen «gtbaart gegonöen ban öe$ Itoning^ 300η ^en 4 december/ opeenenjateröag/öeeft
Öe gemelöe Hartog ban Ai ba ïaaten aft^en/ öat men foeöerom tmm ommegang 3ouöef)0U? öen/ om öat öe jpnn^gehseefien toa^ en öat öe i|artog 10000 mannen beefïaagen ijaö/ en öe §tfn$ met xmw öan Jjonöeet, Ufo |
||||
Oudheden. ïsj
mm 14/ og tmm bingöbag/ geeft men bc
Moftftfu ober be boob Oer üoninginne ban ^pnje gelngt; ben ij toierbgaar ngtbaart gegouben, 15-69/ ben $ ^efenarn/sijnbe^cgooïmee?
fïerg buo$ be peeren getoeeft: baar gnn aa*v geseit $ bat be ^cgooïmeefïer^ bie onber M* Pieters J^arocgie bjoonben bg ben üomman* beur/ en bie onber be 3|oogïanbfege Jparocijie taoonben ög ben ©afloop en ben Provifor gab# ben te gaan / en baar berlof moefïen beigoe* ften om fegoot te gonbea <Den 19 Üjwfl/ opf injcterbög / tf 'erin be
fterntn n$t name ban hm $m§ afïaat afge* nunöigt / om booj be fyebe tebtbben: en geeft itien in be nerhen hm h%$m acgter malbanbec $ocef|ie gegonben, Φ# β, Bartholomaeus bag / 'l$ Paulus Korr Ban uyt
ndiszoon, onber get aanfïeeben en ugtoïnffen Tprookcri,
ban ttoee toapaarffen / in be tegenfcooo^big* Öeit ban aï get bolit / tan ben pjeeltfïoeï af met ben ^anfielpen bloefc en bïiremgefïagem ®en 30 oktober $ 'er een aïgemeene om#
megang gegonben ; om bat be Honing ban Bjanhrp 3gne berboïger^ in tmm beïöfïag obertnonnen gab. In 't jaar 1570 / hm 30 3fuïg/ $ in be bjte
farocgi-ïiernen ttgt name tsan ben $an$ eene bergifeni^ ban al 't boo&aanbe afgeftunbigt/ met bebing ban begoo^ïpe boete te boen: en baar op geeft men bjiemaal ommegang gegon- *cn· $tt$8tiffi$ i$ w ■$ mibbag^ boo^ be ge* «en / bie te pjeclf en te ^aegtmaaï getoeefï Böbbeii/ en met untgeioeeöen toaren / bergtf* mi$ afgennnbtgt u$t name ban hm Honing· Φ*$ moefien $g 3tcg %im\m 3 raaanben aan* geebem
|
|||
i8S Rhynlandsche
$eehm-, en baar bJierben tmee mannen gefMt/
om bie bergiffen$ te berleenen. <®pben ι ICngnfïi if7o/3tjnbegetfeefïban
^»# Piecers banben/ $'er bjeberom3oo een open ö^tef in ^. Pierers fterfce afgeven, en geeft Sloeber Floris foeberom eene P3ebiftaat3ie ge* baan* ©en 30 lugnjïi 15-70 / baïïenbe in^gelp?
op eenen 5onbag / i$ een Jpauffelpe en Ito* imtëipe openöjief in be bL?ie $aroeg!-&ee&eii afgeven: maar in oen genen öie ban 't je» ïoof afgefoeeïten toaren/maae booj eenopeeept fiéronfo foebee tot get geloof ïteerben / bergif* feni$ aangeöoben tuierb* <én baar op 39η 'ee ï$e ommegangen gegonben* ©en 8 September i$ 'er een aïgemeeneotw
megang gegonbenboo^be nteutoe üomngtnne/ öie naar Spanje fionb ober te fegeepen. <£n toeberom ben 17 ban September/ to>
tnenbe op eenen 3onbag/ i§ 'er 300 eene beegif* fen$ afge&unbigt booj alie be genen bie öe I#ebiïfaat3iett ber ,$ieubjge3inben öggetooont/ en get Klbonbmaal bg gen ontbangen gabbenj of öie ban gen geboopt of getroufot maren. ©en 7 ban <®rtoöer geeft be i|eee Adriaan,
©eften ban 't kapittel/ en ©afïooi ban Mariaas Serïte/öebelgeiireegen om meberom300 eenen fyief af telden. 3[n 't jaar 15-71/ ben τ 8 jjHaart/ i$ 'er tm
aflaat afgefcnnbigt omboog eengeïuïtmgenoo^ ïog tegen ben iCurfi te biiibtn ©en 6 fCngufii/ op eenen maanbag/ $'ee
tn 't ^anioe-3nfieegU!^ een ïtgbagie boorgen ballen / 30banig bat 'er geen $&$ gelee3en toierb, §et geltijf ma$ ter geïegenbgeit ban Jet opflniten ber 3«fieren opgekomen. 3Nn
|
|||
O Ü D Η Κ D E #. i8<>
©en 31 September/ op eenen 3onbag/ i$
'tt mebeeom een aflaat in be berfcen afgefnm* bigt om booj een gelubbigen ooaïog tegen öen iCurïi te bibben i bebwjl gg 300 beeïe fïeben beroberbe* Utljt bagen baar naa fcoterb 'er ooft een ommegang gegouben. 'g tübonb$/ tufcgen 9 *n I0 uuren / niaatëte be ^pan* jaatb^ een groot rumoer: 300 bat 'er tmtnm na be 5eebant liepen -, boeg binnen 't uut qua^ men 3? meberom j en baar toa$ geen 3toarig* Beit* ©en 18 $obember/ op eenen 3onbag/ geeft
men een aïgemeenen ommegang gegouben/ en '£afconb$ pmtonnengefyanbt: men5eibebat beiCurb atflaam/ en beeïe gebangene€g#e* nen bedofï tomm %n't jaar 1572. / ben 10 gfanuarn/ i$ 'er
afgeïe3en bat men een p^oeeffie 30ube infleiïen/ om bat be ftomngin ban een jongen 300η bc* ballen toa^ ©en χφ i^aart/ gebben be^oer^ ($&»*»
uefyoebers) p^oceffie gegouben; betoemeacgt bagen acgter malbanber gegouben buerb / om boo£ ben ïfartog van AlbafajegemJ hm 10 pen;* ttmg te bibben. ©en 2o3[uïg/ op eenen ^onbag/ geeft mm
koo? be eerfte rei^e op 3gn meubjgesinb^ m be &. B^outoe bern gep^eefct ©en 31 / op eenen bonberbag/ i§ be <£^aaf
yan Lumey, '$ abonb£ tujfegen 4 en γ uuren/ «nbefïab gebomen. <&e£b#5bagéen3aterbag£ baar aan gebben 3ijne brggébnecgten fomnuge «ïoofïer^ ielp m$ganbeit -, aï get goeb foeg* Benomen / en groot getoeïb en beeï moetbul·; mhnt gepïeegt. ©en 12, 3£ugufïi geeft get $&inneb,?oebet$
bioo*
|
||||
i£o Rhynl andschè
Moafttt tweöerom groten aanfïoot geïeöeft geïp
öe eecfïe reije. gja öe goog rjeieeröe i|cer w & heimus Liod:mus * berjaait / jjoe öat eenige/ toanneer öeSeiöenaai$ in bit jaar jjet Moofïei? öer J&inneö^eöet$ gingen oiiöei* öe boet ga- len/ iemanö in öe pïaat$ ban een baanöeï Set afbeeïöjeï ban öen öttibel op een ïange fpieffe boo^ uit öjoeg / toaae ugt öigfefc floe öat öe ö^ift en fcgielpe bjoeöegiet· tneer plaat^ geeft gegaö a$ öe gbee booi öe 3oogenaamöe νφρ matie ban öen goö^öienji/ 31e gtct: ban fyw Öer in 011$ ^UltfeÖe Batavia Sacra III. Deel,
pag. 132. een 17 füugufft $ Munter met 5ijn boft
toeg getogen: en öaae 3ijn tiueegafïoo^ in öe i^autoen toïs getroiüwt Wm 6 ^eptembee / op eenen 3onöag / i%
te iteiöen afgeïee3en öat 'ei* bjeöer öienfï ge* baan 30110e ioo^öen in öe teften, «Pie «gt ge* ioee&en tnaren moeften binnen ^öagen \mUt- hoornen * of al ïjtm goeö bia^ berbeurt. <&m %9 «^eptemöei· op tmm maanöag/
^ijnöe &. Michiels öag/ geÖÖen van Wyngaerds
foïöaaten / tnet get affineren ban öe öeelöen
g^oot geraak Ö£ öe jonnen gemaaiit &m 4 «^ctobei* i$ afgeieesen öat öe geefïc*
ïpgeit gaaee renten en pacgten binnen 14. öa* gen in gefcgjift/ of met eeöe3onöe geööen ojj te geeben jjfftn 3ouöe ieöer 30a beeï toelegt gen/ öat gg 'er op leben fconöé* φ# öen r ban ^ctobet 15-72. / geöben öe
300 genaamöe <$eref02tneeröen öe eeefie p^eeft in J&i Pi eters fceefte geöaait* <Pen ip/ op eenen 3onöag/ i$ *ei* een oy'
* De fugiendis dolis lib, ι, αφ. if, apüd Tilm; Bredenbacli
€olkt,Sacr, Ι,;. cap« j 8. |
||||
Oudheden. J9i
fejjubbing in 13ieRengu$ getoeefï / om %w
$eeften tian ben fóru»$&£oer. ©en 20 #ctobei7 $ ηαφ§/ $'et* een ge*
tmf en getoeib getoeeff in & Pieters berbei en baas $ goebt Mgtgeïfaaït: tyie H&omiiMtett 3jjn et* beétjipoo^ngtgeleik £jen 13 ©ecembeclag be Pieters becb bol
foïbaaten, if75T ben 8 j^nat»/ on eenen bmg$»ag/
fó öe ïlniberftteit te Seiben ingeljaalt met be ÜcijUtteiT?* ^g tuaren UI 't £, Barbaraas ^U*
©en 4 3?ngujïi / op eenen $onbag / $ 'ei?
tmt opfcgubbing te Seiben getoeefï. ©e gatec ban töoombttrg tokttx gehangen om bat ïjg jjfy$ ioiïbe boen Ml ^; Carbirinaas^Ufïet:j)lïi|.
©aar on $'et; nocjj een $aan&eïhnjg§fóneci^
ten ingeïjaait ©an toa$ 'et* een tmeebe bet*m$ / £k fmt s. Pankrw
kras ftennfë genaamb / noomenbe on ben eeiv kermis, fïen 3onDag na l^outoen geboomte: baanneeröe berjaarmg ban be Mipingt ber gemeïbe ber? be gejjouben toierb, jSjn't jaar iwè / ψ ben bag al<g be gemeïbe berfaaring pïagt gebiei* te fooien/ 31511'er magend/ met tarme geiaben/ in ^.Pankras eninbeanbere berben geb^eeben* <$p ben iï 3(uïn lf747 baïïenbe op eenen
Sonbag/ gebben be |2teutoge3inben (junne berb* bienften boo? be ecrjïe rei3e in <§. Pankras fte^ Ibe berricgt
t <&ok geeft be pirocïjie ban be IL &?ots* toen berlt ïjaare ftemiig geijab : betoeibe 30«? baag$ na Mariaal ïgemeïbaart pïagt geijouben ρ te tooien/ ombatbeMmaas ten opbientfjb kcrn"s* toa^ingemijbt gemeefl* %\} toierb be Pruymtjes S. van Leeuwen Beichr, van Leiden, pag, 496,
ber*
|
||||
19* Rhynlandschè
fcerm$ pnoemt i om öat be pmimen offltretrê
iiesen tijb beginnen ngt te noomen / en ïjeefit tot onsen tt|b toe ^ebnnrt. Φί 't i§ niet Sang geleben öat 'er op |et neengof/ en op öefkaa* ten ban bie JNrocöie / poppen en alierfjanbe ïunber-bjaaeen in openbaare feraamen te boon fïonöeii Bo$er$ α geeft fteiben / 't toeïft ban 500
een groote fïaö te bermonberen fë / geen een
Hlan$*nïoofÏer geïjaö beïjaïben Set Honbeni
Minncbroe-k*11 te €eüeb2oeöer$, <®e |&inneb^oeber$ aï*
«ïers kioo- leen Rebben in 't jaar 144? berïof rjebreegen om
fier. m öe^oo^fïab/ tnffegen be ^rjl- en be ^oog^
tooertfcïje*#oö2t/aan ben nientaenfóïnjn/Sntt
feïoofïer on te boubaen,
%ier nebeng be bjief: foaar 6g be flaö$ Φ
berden ban Heiben aan be |^inneb^oeber|/ hit ben ïHegeï bee <P&ferbanten bolgöen / berïof geeben om op de Waenbniten Bleiben eennloa* fier op te timmeren / en'er naar ben töegel/ geïp booj be #bferbanten ban $« Omcr en ban TerGoudegebaanmierb/ te ïeeben. . J&et bit bebmg noeijtan^ / inbien^ naar ben ïSeöd niet en leef ben/ bat 'er ban anöere l&onmfa ïten ban be seïf be ^ber / öie beter naar ben töegeï ïeefben/ in önnne p!aat$ gefWt 3onöen tno^ben: eninbien'ersobanige niet bgöee ïjanö mogten 3$Jn / bat ban get boojfe&ieeben ffcow bent / met be goeöeren baar aan beQoot'enöe/ met get oberleg ban ben Eeibfcïjen föaaö / en ban titn J^ioi ban H^aemonö/ gegeeben 50^ be tooien aan be fïab$ armen» λ j3Cobus de la Torre in ayn Roomfch Verhaal.
Al·
|
|||||||
-Ιί.
|
|||||||
,Ï U D Ç Å D Å Í, ipj
Admiffie van de Broederen van St. Francifcus
Ordre in de Waert omtrent Leyden* Vif õ Schout, Burgemeefteren , Schepenen 9
ende Raiden der fteden Leyden , Doen condt allen luyden, dat wy by der Raiden con- fent ende goedtduncken vander Vroedtfchap ende ryckdom van Leyden gegunt ende gecon- fenteert hebben, voor ons ende onze nacome- lingen, den Broederen van der heyliger Obfer- vantien van S'mte Francifcus Oordre, te wonen en te wezen by der ftede van Leyden in die Waert, om aldaer ter eeren Godts, Marie zy- nen lieven Moeder , des Heyligen Vaders St.1 Francifcus, ende alle Goods Heyligen, Godts- dienfte te doen om zaligheyt der zielen , en den Kerften menfchen te brengen tot beterin- ge hares levens, te houden die Teven Getyden, ende Gode van Hemelryck te dienen mit Mif- fen, mit Sermoenen ende andere Goddickegee- ftelicke ouffeningen, na der Regalen dat die voorfchreve Oordre van de Heylige Obfervan- tie toebehoort, gelyck die Broederen t' SinC Onteers ende ter G&ude die nu ter tydt houden, ende want wy den voorfchreve JSroederen ia hueren guede geeftelicke ouffeninge gaerne ge- holpen ende gevordert fagen, foo hebben wy die voorfchreve Broederen , ende haren naco- melingen, by confent ende goedtduncken vander Vroedtfchap ende ryckdom van Leyden aenge- nomen , ende nemen onder ftede van Leyden noir proteótie ende befchermeniiTe, ende heb- ben den voorfchreve Broederen endehoiren na- komelingen geoorloft ende geconfenteert, oir- Joven en confenteeren mits defen brieven , dac $ die
|
||||
194 Rhynlandsche
die voorfchreve Broederen in die ffaert tot al-
le tydt als zy willen binnen der ftede ende vry- beyt van Leyden mogen om Godts wille broodt bidden voor den huyfen, ende hun noodtdruft ende voedtfel by der gratie Goodts daer af te nemen, in (bleken fchyne ende maniere als die broederen 't Sint Omers ende ter Goude dag- lix bidden, mit voorwaerden, oft tot eniger tydt gebeurde, dat Godt verhoeden wil, dat die Broederen die nu zyn, of die dair namaels we· fen Tullen, niet en leefden , noch hun en regeer- den als die heylige obfervantie inhout ende be- grypt, en foo die Broederen van St. Omers en- I de van der Goude de heylige obfervantie hou- den , ende dat mit kennelycken prouftlyken é ende waerachtige redenen by den Prior vanden Convente van St. Bernaerts Oordre tot Waer- mondt bevonden worde dat de voorfchreve Broe- deren naheure heylige obfervantien niet en leef* den, foo fu 11eç die Schout, die vier Burger- meeiteren, ende die acht Schepenen van Ley- den dan ter tydt wezende, by den Prior van Warmondt, die dan ter tydt is, de breukigen ende misdadigen Broederen mogen uytfetten, ende andere Broederen van den obfervantien voorfchreve weder mogen innemen, fonderec- nigh tegenfeggen van de voorfchreve Broederen of horen nacomelingen, of van yemant anders, ende fonder eenigh confent van eenige Heeren ofte Prelaten, geeitelyckof waerlyck, voirder te verfoucken. Ende oft zoe gebeurde, dat Godc verhoeden moet , dat die Broederen boven der lieyliger obfervantien gingen ende overtraedcnj ende (Jat zy daerom by den Gerechte en den Prioor zan Warmondt voirn. alle uytgefet wor- den , ende men geen andere Broederen van |
|||||
t
|
|||||
O U D Η E DE Ν. ir)5-
der obfervantien inde huyfenende Clooftere in
de Waert en conde gekrygen, nochte hebben en mochte , foo fullen Schout, Burgermeefte- ren ende Schepenen van Leyden, ende de Prior van Warmondt dan ter tydt wefende, alle die huyfingen ende gueden die de voorfchreve Broe- deren ruymen fullen, geven ende doen comen ten oerbaer ende proufFyte der arme huyflaten binnen Leyden , gelyck die brieve van den verbande, die defelve Broederen der ftede van Leyden daer off gegeven hebben, dat wel uyt- wyft ende begrypt j ende om dat wy alle deiê voorfchreve punten ende elcken byzonder, voir ons ende voir onfe nacomelingen , den voor- fchreven Broederen ende hoiren nacomelingen va(t ende geftaden houden willen: Soo hebben wy Floris van Boshuyfen, Schout, Willem van Berendrecht) Dirick Reynger^ Dirick Nieuweveen, Willem van Boshuyfen ende Flor is van Syll, Bur- germeefteren, Andries Cofleyn, Simon Vrederic van Swieten^ DirckCornelisGerritfz. Flor is ClaeS Wilkmf-z. Pr φ die Bruyn, Jan Barthmt Hugenfz. Jan IVermbouts ende Coen van Ooflerwyc^ Sche- penen in Leyden, defen brief befegelt mitter ftede zegel van Leyden hier aengéhangen, die wy dagelijcx famentlick gebruycken, en om der meerderen fekerheyd zoo hebben wy Simon Vrederic van Swieten ende Pieter de Bruyn voor- fchreve defen brieve mede befegelt, mit onfeit kegelen hier aengéhangen, voir onsfelven ende voir ons medegeiellen voirnoemt. Gegeven op den eeritendach van Maerte in'c jaer onsHeere ΗΦ5*. ^itt ntbtng ooïi ttt fyief / foaat: ög bt <0a^
mm m öc ^oeoct^ baojnoemö 3ΐφ $dbeii tot te bao&emelöe boojtoaautie berintöeu: $ * Wy
|
||||
196 Rhynlandsche
W"y Broeder Henric Bervinck, Gardiaen, en-
de gemeen Convent van der Minder-broe- deren Cloofter buyten Leyden in de Waert^ doen condt allen luyden , want die goede luy- den vande Gerechte van Leyden om faligheydc beurder zielen ende om de Kerften menfchen te brengen tot beteringe heurs levens, ter eerc ende ter love Goodts, ende fijner liever Moe- der Marien, ende des heyligen Vaders St. Fran- cifius, ende alle Goodts Heyligen, voor hem ende hoiren nacomelingen, ons ende onfe naco- melingen aengenomen hebben in hoire protexie ende befchermenifTe na uytwyfinge der brieven die wy vander goeder ftede van Leyden daer off hebben, Γ00 ift dat wy ons weder daerom over* geven en verbonden hebben, overgeven en ver- binden mits defen brieven voor ons ende onfer nacomelingen, waer datfaeke, dat Godtverbie- den moet, dat wy Gardiaen en gemeen Con- ventie voorfchreve off onfe nacomelingen boven derH.Obfervantie gingen, dat gy dan Schout, Burgemeefteren ende Schepenen, mit raide en- de onderfukinge der waerheyt, als mit den Prior ende Convente der Bernarditen van fVarmondt, moget ende macht hebben zonder eenich laft van confciemien ons voorfchreve Broederen uyt de ftede te fetten ende andere goede Broeders daer inne te fetten, ende off foo gebuerde dat men geen andere Broederen van de obfervantie krygen en kondé in de huyfinge en Kloofter voorfchreve, foo mogen dan die Schout, die Burgemeefteren en Schepenen vanLeyden, mi* den Prioor van Warmondt dan ter tydt wefen- de, alle die huyfingen en die goeden die wyruy- rnen fullen geven en doen comen ten oirbaeF |
||||
Oudheden· 197
ende profijt der arme huysfaten binnen Leyden:
in gecuygenifTe van dcfen foo hebben wy Gar* diaen ende Convent voorfchreveby confent van Broeder Jan vander GoeS op defen tydt Vicarius des Minifters van Colen ende CommiiTaris des eerwaerde Vaders, Broeder Jan van Mauvaert op defe tyt wefende gemeyn Vicaris over die Broeders derObfervantien op defe zyde des Ge- rechts des Generaels Minifters van gemeene Oorden, onfen zegele hier aengehangen, ge- geven op den 15·. dach in Maerte int jaer ons Heere 144.5-. ligt ΰψη ojief fegijnt te bujften bat '%ptt
btt Hendrik Bervinck be tttftt <&&tbiam bail
bit Moofïer i$ geioeefï,
®it Moofïer i$ ooft boïgen^* Orlers met tut
öeiiing getimmert bat/ inbien be|&onntftiien/ 't 5g ngt eigen foiïle 't 30 boo^ ben oo^ïog se- btoongen / get seïbe berïieten / en bn$ gtinne fcernbienfien ïieten fitï fïaan / be goebeeen bie aan 't $e!be gegeeben foierben ten bienfle ban be armen befïeebt 5ouben too^bem #et lua£ een $acgtig en toettfeï) gebonm / en ïjab groote inftomfïen, i|et $eibe i§ niet afge^olten tn 't jaar 1445-/0CÏjjtl Orlers, bie GoudhovensfeJ$p
ben baat in bolgt/ en Simon van Leeuwen, ttf Sijne Batavia üluftrata, getuigen, (toi tegen*
bed / $ jjet niet eet* opgetimmert a$ in 't ge* raelöe jaar r 44-5·: en i§ eerfï omtrent be ^paan^ fetje beroerten afgefyofcen: toant albi$ fcfeijft ban bit nloofïer be beftenbe ï^iflon- fcö?ijbeé Francifcus Gonzaga : Het Leidfche Konvent,
ftaande even buiten de ihd Leiden, is in 't jaar 'Hf voor de eerfte reize bewoont door de Broe- Bcfchryving van Leiden pag. 125, & 5 ά^
|
||||
198 Rhynlandsghe
ders Obfervanten. Te voren was die plaats be-
woont geweeil door de Broeders, die den der- den Regel van onzen allerheiligften Vader Fran· cifcus onderhouden. De Obfervanten hebben daar gewoont tot den eerften Augufti 15*71: f op welken dag zy, benevens de andere Kloo- fterlingen , door het geweld der goddelooze j menfcben verdreeven, en hunne huizingen af- gebroken zijn. (1) , Sfn 't jaac 1487 i$ Antonius Raasveld , töaröiaan ban bitMoofttt/ en öe $tamntiffari$
ban öen ®mat'$ öe3et* p^obtneie sebjeefi: en in öejaar-öoenen ban Waddingus binöe thmv getenenö öat öeji&inneö^oeöer^ in 't jaac 15*17 lier een kapittel ban gnntfe pjobineie &φιν öen gebben 3fn ö& ïaatfïe ngtleggjnge ban öe paö Eeiöen geeft men noeg eenig bei'baïien muncbjern ban bit «ïaofiergebonöen: nabw ganö $ aïie$ ten beeïe onöei* öe fïab^-befïen/ m öe cingeï / bie om öe befïen ïoopt/ begraa' ben; ten Deden in goben en moe$-tninen bw anöert g[n 't jaar 1 r 68 / .1 n° ] en3 gaö 3efiet; 0ίιν
tieöjoeöer te 3£eiöcn/ met naame^oerFlons»
öen naam ban een öeffcig J^eöinant*
Konvent ^e Alcxiar.nen , anöe?£ <£elïefyoeöei$ ψ
.Ier ceiie naamö / öebjelïte tot get oppaffen ban öe 31^
broedereu. fan en get begraaben nan öe öooöen gefouiftt
tooien/ geüöen een nonbent gegaö op 3eïteit
graft i öemeïae öaar om öen naam geareegc»
enöeflouöcn geeft ban öe ^oertje^ geaft*
t Gon\aga taft hier mis: want wy hebben hier voor ge-
zien hoe dat in 't jaar 157Z, den 12.« Augufti, een twee- de plundering of beeldftor/rierye in dit klooiter is voot geval- len : en vervolgens moes althans cen jaar langer geftaan hebben als hy fchryft, _^ |
||||
Oudheden. 199
Wt Alexiaanen bierbeU fyMVt Ütttttig op
§aImen-3onöag: toanneee 3g / om Jefus o$>
tm e*el rpenbe te berbeeïben / be fïraatett met een jongen t$ü omtoanbeïben. Snoeit) 3e* öert Jet iaat 1 f67 i§ bit fterR-geö^uuV om {jet qtóoometi oer geïoofêöeroerten/ acgter gelaa* tea $an öit fconbent $ nu Jet ^ eberbuitfeïj Uoilegie gemaafcfc ^e^mtfcöeïïiöö^öaiiaengunöuï^fïaati, H ,
aanoe 3tub3ijbe ban ^Pieters fcerfu $aufcw*DUitfcfae 3e lju!5in0e $ nocj) een gebeelte onber benaderen. naam ban be üommanbevgtn toesen geöïeben: ban fjet anber gebeelte t$ be fïraat gemaailt/ öetoel&e op be 3iuöer fterftbeur ugtfcoomt: ban toeifte beranberinge hjn botten al gefpjoitcti Jjeöüen. 3^aar tegen ïjeeft Seiben betfegeibe j^onne-
fcloofter^ geïjab: banoefcoelfce tog'erai b^ie tevkl°""**s# loo}$ aangroeit Rebben. ^amentip^.Michieisftïoofïer/ eengi*oots, Michid»
en rp ftonbent ban jonnen / befoeïiie beiuioüikr. beröen töegeï ban ^Francifcus beleef ben* ^et fïonö tuffcöen be ^outoenftamp en $&aren* fco$: en$ ten beeiembut*gei$out3en/tenbee* k in een ïeertoufoerg beranbert. 1744 toa$ Willem Radbout ^atet* aijjiee/ en
f afloop ban ï|tïbeifont ï|et ftlooftee ban <§.Urfula, of banbe χ ιοοο
Baagben / ijeeft gefïaan tuffcöen be ^ΟΡ^^'Γ öucgeu pooit en be ï^outaennamp / be3tjben & Lysbets gafïgufë. ©it uïooftee / 't mili tamelp groot en rp genoeg toa^/ en boo^ 't oubfïe fiioofia* bau be fïab geöouöen too^b/ $ boo| $Eugufïpet>nonnen betooont gefcoeefl Sfii 't jaae ι f 60 öeeft l)iev al$ $om\t~$am: Scfïaan Pieter yan Zyl. <£tteipe jaarrn na be 4 ge*
|
||||
2θο Rhynlandsche
geïoofë-beroerten ί$ get ten beeïe aan $«Ly*>
bets gafïgn$ gegecgt 3|et anber gebeelte/ 't toeïft buiten be fïab pïagt te fïaan / $ tot een tneïaat$ju$ gemaaftt. $[n get gebeeïte/ bat aan $. Lysbets gafïgu$ geöecgt $ / $ noeg be ftapeïmet een torentje bigben fïaan, s.Agnes $· Agnes ftïoofïer geeft bicgt aan be Φ$οη* kioditcr. toen fterft gefïaan/ en toa^ een rijft ftonbent/ booj fCugufïijner-j^onnen öetooonb. ï|et $ ooft gegeeï in burgos-gutsen beranbert ®t 3|eerBarthoiomaeus, J^iefïer/geeft bok
gen^ get boobboeft ber 3tëarmonbfcge fterfte fyie $onneftïoofïer$ te Seiben gefïicgt S.Coeciltaas
^Φ Ceciiiaas ftonbent / acgter be ^outoen
kiooftcr. fterft niet berre ban &; Michieis ftïoofïer geïe* gen / toa$ een arm ftïoofïer ban fflugufïijner- t$onnen, $an tit ftïoofïer $ get $efïgu$ en Set <^oïgu$ gcmaaftt: 't geen 'er nocg <rtw bm$/ $ ooft in guisingeii beranbert scii^cn. ^eöögen / een Joime-Moofïer ban $, Fran- cifcus o^ber / en rebelp rijft/ geeft gefïaan acïjter jjèarenbo^p : t$ eerfï in een baeefteïp' fcjje beefïeu-niarftt beranbert; naberganb g# geeï met pijen en toooningen betimmert ©e Grauwe ^ <&m^t %ufttv$/ anbcr^ be ^ufïerftei$ Zufters» ban i^asaret/ gebften getooont op be goog* ïanbfcge acgtergraft. 3|et toa3 een arm ftïoo* fier/ en fcoierb beiöoont ban eenbeeï^ufïerftet$ ttitbm berben itegd ban ^.Francifcus Μΐφ btn. 3|et optimmeren ban bit ftïoofïer i$ be* gonnenop^ Wiilebrordus bag in't jaar 1474* maar luie be fïicgter gefoeefï 3η / i$ nip on&t' fcenb* Sfn 't jaar 1496 / op ben %-j ban ΦΗο^ ber/ geöben be gnfïer^ met get ïtapitteï ban &. Pankras fterfte/ baar 3η onber fïonbeii/on; ber3eftereboo?bJöarben een berb.?ag aangegaan: om
|
||||
Oudheden. 20 e
om iw gaarselben/ enbooj niemanb anbee^/
een fiern te mogen timmeren/ baar $n gaaren gob^öienff $ouben mogen oeffenen, <^e$Haje* praat ban Steiben berïeenbe gaar ten öien etn* öe fyteben ban boojfcg$binge aan be nabnuri* ge fïeben en bo$en % om booj bat tnibbeï be noobige penningen tot get optimmeren ban be ïtcrït in te 3ameien, i&egenfoooabig ioo^b get ten beeïe boo^ een2$aan-gaï gestunt ·, tenbee* Ie i$ get met nïeine gui£nen£ boo^ arme ïuiöen betimmert: biellte gu$ften$ / om bat 3e 50a tucjjt op maïteiberftaan/enbe menfcgenbaar 0$ mieren oribermafêanbee Mtïm/ getHlie^ retMiefï genoemt iwo^bea ^oïs too^b beselbe pïaat^/ bOÏgetï^ Simon van * Leeuwens (φψ
ben / a$ nocg get Moofïer j#a$aret genoemt
Mariaas honbent ban ^bfioube §eeft tn be DcZufteren ψaraöij$ fïeegaan be fïab^befïengefïaan: toa$ v™ Ab^u.
een rijfi Moojïer / en toierb booj jonnen be* c·
tooont/ bieben berben töegeï ban &. Francif-
cus öeïeefben. ï|et t£ ganfcg en gegeeï in bnr*
ger$[)m3en beranöert.
johan Gerritszoon, een Sfernfaïemfeg fóifc öer/ φ in 't* jaar 15-40 be Regent ban bit^u*
ffergn$ getoeefi
3fil 't jaar J492. foa$ Willem Dirkszoon be
S&eegtbaber ban 't 3eïbe ^nfïergn$.
if5"x geeft Jakob Leeu cm jaarlpfege iw
fcomfïe ban 9 gonbe pofïnlaat gnlben^aan bit ftloofïer gefcgonnen. lèeefï aïïe be bobenfïaanbe nïoofïer^ toaren
onber be ©arocïjien ban ^. Pankras of ban $L Mariaas uer&e gelegen. jj&aar be boo^naamfie $onnc-ïïïoofïa$ (baant jjfóan£ ftIooffer£ geeft Seiöen niet gegab) gebben in be berbe bergroo* * Befchryving van Leiden p. 6r. -
|
||||
2,0Ï RhYNLANDSCHE
tinge ber fïab/ en onber $■ Pieiers $aroegie/
gefïaan* S Katrvnen $00* 0^# §*Φ&> Katharinaas RÏOOfïer ban
kioofter. ^. Auguiiinu* ##ier / 't toclïf arm en onoe*
miöbeït töo^ / op ^ Pietcis acgtergr&ft om* trent be vloden gefïaan; maar i§/ 3tbert be &ef02maat3ie / tot faerfcöciöc fyui$m en tooo* ningen bertmimert, S(n 't jaar i^r 6 $ ï|eec Jan Lodew ijkszoon gteter ban bit j^Oiïiie-
nloofïer gebjeefï.
De Zuftcren jjiaar öe jonnen ban & Auguftinus o$ee vanRomen. jjabben een pjacgtiger en rper Moofïer op t papenburg fïaan i 't foeln ö» be ©oeu^ugge gebonhjttoa^/ en ben naam ban Romen boer* be, ©e$e ÜBaagben of 3Ufïeren foaeen in bm beginne aïleenïp bereenigt booj btn öanbban ïiefbe / en ban 3iifïerlpe minne: maar Ru- doiphus, 2$iffcgopbanHteeegt/ geeft gaarm 't jaar 1448 ben regel ban J*. Auguftinus boo^ gefegtfeben; en gaare guging in een Moofïer beranbert: «Pit Moofiee geeft gg be 30$e ban ben J^ioj ber <£tfierei-momnahen te #£at*' tnonb aanöebooïen / en met berfegdbe boo^ rergten Degnnfïigtj toettte boojieegten aïte* maal m ben openonef ban Un boo^noemben Rudolphus nwtgeb^uRt fïaan* ©cesen open* fyief/ bebjrine onber rog bernfï/ geö ilun 't tbjeebe beeï ban't Itatpfege Batavia Sacra* 1 ** i*f ♦ opgegeeben en tog 3ui!en ber gier een no# wntrret^el ban ïatcn bolgen: *&c b^ief banben^ifTcgop Rudolphus noomt
boo^namentïp gier op n«t: ©at be gemelbe 3Ufier^ 3eer fliegteïp en gobb^ncgfcgïp ög mai&anbetïeebcnbe/ en reeös onber be ug^on* bere befegermiiige ban Den ^ifficgop fïaanöe/ öcbnegt toaren bat 300 een goöbiucgtige 't 3» men*
|
|||
_
|
|||||
Oudheden» 203
ntenïeebing / 3onber tm $tïmen regeï / niet
ïang fïanb 3onbe gonben* ©at 35 bierïjaïben/ 3ienbe op fjet boo?beeib ban 300 beeïe geefïe* ïpeüaagben/ bteben tegel ban β. Augufti- nus aangenomen ïjabben/ naboo^gaanbe raab* pïeeging met gobfyucötige en tn be töecötea betyeebene&eïigieusen/ ongebioongen enöooi geene fyee$ aange5et/ te raabe getoo^ben toa* ren ben regeï ban β. Auguftinus ooit aan te neemen: en bat3e öem ten bien einbe be^oc^ ten/ ijg toilöe gaat* ben regel ban ^.Augufti- nus ter onbergöubrngeboo^feMibeni en gaar gaar ïeben ïang opfïutten, #£e£Ïjaïbe ög / be* benfcenöe bat Set gaar b^fïonb eenen regel/ bie boo^ be &erït goebgenenrt toa$/ aantenemenj ben^io^ tel^armont/ ban be Cifïerei-ojber/ magt en o$er geeft om be gemelbe Jkaag* ben/ 300 beeïe aï^'ee ben regeïban J>. Augu- ftinus aanneemen foiiben / beBoo$p en naar ben eifeö ban htw regeï in te ftïeeben ; toelfce Meebuig beflonb in eengrantoen öobenroïi/een jtoarte mantel / beibe ban eene bequaaine groffiggeit / en ineen 3toartetoeiïe ofljoofb* fcïeeöje. We 25ep^oebeïingen/ 300 ïaug a\$ Jaare p^oefjaaren öimrben/ moefïen eben eengi gebïeebt gaan ; beïjalben bat 3e/ tot een tv ben ban onberfeï)eib/ geen goofbnïeebje mag* ten op Jjebbett ϊ|ρ fïonb gaar boboer toe bat alïe be jlaagben / op be boo^feï^ebe totfée t^amen ïeebeube/ na bat'er eentge bu^uige* ïtïeebt en opgefïoten 3ouben iue3en/ en gaare bïoofïergeïoften gebaan 5ouben fjebben / 3scQ m$aeïgï$ boo? be b^ie geloften / in ganben ban ben <èberfïe/tot ben 3eïben regeï 3ouben mo* gen berbinben. ©e gemeïbe geïoften moefïen op een boefje gefcïpeeben fïaan \ toeïn boefje |
|||||
204 RHYNL ANDSCHE
3g ban met eigen ïjanbe / of ten mi'nfïe met
tm &rng$e / moefïen onberteïtenen, <&tmt öocjjter mogt öeneben Ijaar tfcoaaïfbe jaar aan> genomen tooien/ om gaat4 p^oefjaaren te öe* ginnen/ ofög be jonnen in te tooonen: ten toaar 3uïl$ met ïjet gemeen oberïeg ban be o$i3igter£ gefcfuebe: en ban mogt {jaar be Moo* fïerïpe Meebing nocg niet gegeebentooien/ booi bat 3e ten minfie ben tijb ban een gaïf jaar/ fïicgteïp en 3onber opf&aaïf/ met be 3nfïer$ ö^b omgegaan* <^an mogt 'er geene maagb / tot get boen ban ïjaare geloften/ aangenomen fooien boo^ïjaar acïjtienbejaar/ en na bat 3e ten minfie een proefjaar gab ngt* gegarbt Φη\ opgefïoten en met beipieïgebe&fc te too^ben/ moefï eene Haagb 300 beel aan renten of innomfïen ïjeö&en/ of 300 beeï naar , 't oo^beeï ban be <^p3igter^ met be jjanben - ïtonrien ioinnen / bat 3e oeljoo^p nonbe lee* ben. ^öobanig nocfjtan^batbe ïaatfïen/ te toee-
ten bie be ftofï met be jjanben nonben en moe* fïen bunnen/ niet opgefïoten noeï) met be toie* ïe gebeitt mogten fooien, ^ie moefïen fïegt$ onber be geöoo^aamïjeit fïaan/ en be gelofte baneentoige nu^jjeitboen; <6bentoeïmogten 3g/ 3onberber!of ban ben ^ieeötbaber mbc Mater, niet ngt ïoopen baar 't gaar öeïiefbe. jEaar bit Jjaare geloften gebaan geööenbe opgefloten toierben/ mogten noit ttgtgaan 3onber be aïgemeene toefïemminge ban aïie be <®P3igter£ of 300 genaambe f &ïoofïeröe3oe- ïter|: en mogten ooft ban niemanb öe^ocöt tooien/aï$ in öegebaïïen boo^be fóeeijten ber ïierne toegelaten, t Vifiutores,
Stf j
|
||||
Oudheden. i©?
8ί$ öe Mater, of 3|ut^-oberfïe/ oberfeöen
of af0^3ct itia^/ of affïanö geöaan mogtBeö* ben ; moefïen öe $&aagöen / in öien 'ee geen belet ban googe feefïöagenbra^/ t$e batlen* tia0en jjouöen, Φ# öen bieröen öag/na öatee ecu m$ foan öen ï|« <0eefï gezongen fcoa$/ moefï öeberïtie3ing ban eene nieutoe Mater, ten oberfïaanban bt<&p$igttv$ en ben^ieegti» baöer/ gefcjjieöen. <êtvft moefï öe S&ecgtbaöee spe fïem qm
ben i en ban öe anöere opgefïote en getoieïöe lïlaagöen on ö^are ojöee bolgen: foant öean# öere/ öie niet opgefïotenfoaren/ toieröen tot ber|oeöing ban $rartgfeöa$pen ban be bernie* 3inge ngtgefïotem ©ie ban aïïe öe fïemmeii lab/ of öooj Bet geootfïe en ge3onöfïe geöeel· te geïiosen toa$/ foietö öooj öe #p5igtei$ ir» gaar ampt bebefïigt ·, en moefïen aiïe öe anöe* te |&aagöen/ met aïïe ootmoeöigïjeit en ge* Bogen nnten/ öe Moofïerïpe geöoo^aamïjeifc naar öen eegeï ban g>. Auguftinus aan ïjaar be* ïooben. <®t Mater moejï in$geïp£ opeenbjief* je / met mm ganöe of ten minfïe met een Brugge geteitenö/geöoo^aamïjeit beïooben aan ben^iffcöop/ aanöe^^igtei^/ en aan öen ^iecïjtbaöer, «linbeïp/ oj> öat öe reïigie^e tutöt baat
5ouöe gejjanbïjaaft tooien/ öat'et öeöeugöen 3ouben bïoeuen/ en öe onöen0Ö getoeeet too?' öen; geeft gn (2$ifftBojj Rudolphus) aan öe <©P3të«bet$ boïïe magt 0egeeben om öe χηψ öaaöen en ongebonbenbïjeben 300 foei in jjet Boofb al£ in be leöematen te ffraffen *, 300foeï Set geefïeïpe aï$ tyt tjjöeïpe te geebojmen oftebeebeteeen, en öe Mater ofüu$boogöef! ft/ met jet gemeene oberteg ban öe Hapittefc maag*
|
||||
2oó Rhynlandsche
maagbet*/ te foeeten ban be onöjïe gepaofeflfc
öe en opgefïote 3U#er$/ af te3etten/ aan te jïeïien/ en te bebefïtgen ; betmaame boetpïe* gingen boo^ bem$baabenop te ïeggen/ en m aïïerganbe fïatniten en o$onant3ien/ mit$ga* itt$ inöe licgamelpe fïrenggebenen oeffenim gen banget itïoofierlp ïeben/ te bifpenfeeeen, Ülait be <®p3igter$/ en ben 2$ieegtbaber/ too$i tnagt gegeeben om 300 foei be nieutoe a$ be oube tncgtregeï^ te boen onbergonben/ en3* 4£n/ op bat 'er eene betamelpe gelpbomtig; geit jg/ fooien gaar eentge regelj omtrent ftaaren bageipfcgenganbelen foanöeï bQQ&ft jeg^eeben: namentlp *♦ Wat gaar onbernïeeb gemaant moejï^tjt!
ban tainelp grof ïinben : en bat 3e aïtgb in batonbernïeeb/ metbe 5foarte foetle onbeeget fioofb/ moefien te öeb gaan/ en fïaapen op niatraffen of öebbenban beeren/ eenbonbigen op 3prengien$ opgemaaftt: bat 3e ecgterniet ugtgenïeebt mogten tebebbe gaan/ ten 3g in gebaïïe ban 3iente en3* -2.. ®at3e aïtgb/ begaïben opbeboo^naam*
fïe feefïbagen/ en foei te pa| 3pbe/ moe* pen opjiaan te^tn bier miren 'g ocgtenb^ 3. <®at 3e opgedaan 3i)nbe/ en gaare οφ
tetib geöeben en jjHetten in be fterfc gebaan gebbenbe/ aan getfoern moefien gaan; en be bozere getnben / met be getnben ban 't ü* Hriig£/ in gaare bjerRpïaat3en moefien afiee^ 3en. <6n/ 't geen te bemernen \§/ gaar toierö a$een bgsonbere gunfï ban benSBtffcgop toe* gefïaanbat3n/ omgaare eenbaubiggeit te be* toaaren/ be boojgemeïbe getnben/ met get Vader ons en Wees gegroet acgter ieber uur* gebeö/
|
||||
Oudheden. 237
gefieD / mogten ïee3en in gaare moeberïpe
taal. ®an bolgt 'er bo#er$ goe Dat 3e '£ a* ijonD^ De Rompieeten en abouDgebeDen gelees 3en gebbenDe/ te rufï moefïen gaan en3. 4* <%> googe Dagen moefïen 3η De getgDen
ban Φ.%. 3^outo/ en De bozere boben ge* mdbe getgDen / in De $eDeeDmtfcöe taïe met mai&anDer m De «een Iee3en. 9fa / og Dat 3e öggare eenbonbiggeit 3ottDen bigben/ en om Dat De ^iffcbop begeerDe Dat 3e ban gaar ar* öeib 3onDen ïeeben / berbiebt gg gaar eenige gapDen in De Hatgnfcge taie te Iee3en/ of D8 goööeipe Dienfien in tHatijnte 3ingen f. <^an bolgt 'er on mat Dagen Dat De 3η*
jïergi moefïen bafïen/ 3onDer 3uibeï/ of met juibel/ en3. 6 3£at 3e om Den 14 Dag / of ten mmfïe
foeinig bjoeger of laater en naar Dat 'er ï|eili* genöagenuoo^bseien/ moefïen biecgten: en De genen Die naar 't oo^Deel De$ 2£teegtbaDer$ De noabige gefïelten$ gaDDen/ oor ter&ommu* itie moefïen gaan $o?Der$ Dat 3e on gaare ftommuniDagen/ bniten groten nooD/ of mer* fettjae nnt / aïle famenfn^aaRen met bniten* menfcgen moefïen bermijben. 7· 3£at tot nntroening ban alle mt^nineit
en onojbentlpgeDen/ en tot boojtpïantmg en bermeerDering ban aïle DeugDen / De l&ater alle toeenen/of tenminfien alle 14 Dagen een$/ fcapitteï moefï gouDen: en Dat be ^ieegtbabec Il$geïp$/ ten mmfïe alle maanben/ napit* tel moefï gouDen : en Dat 3e Daar öeiDegaar öequaame boeten aan De frgnIDigen moefïen ^leggen. 8, gnDien eene $&aagD in get napitteï/ of
foaae get ooft toeesen mogt/ toeDeefpannig of onge*
|
||||
aoS RH Υ NL Α ND SC Η Ε
onLtegoo^aam foaae 5 bit moefï buiten get ge*
Sdfcgap ber 3ufïeren gefloten tooien ter φ tut bat 3e fcgulb bebenbe / en beterfegap be* ïoofbe. Muf 3g be$ tfiet tegenfïaanbe garte nebbig ï ©an moefï 3g met ben ban aange* tafï / en be$ noobig 3jjnbe booj be foereïbfege tnagt bebfoongen bjo^ben. ©ie tegen be Φψ 3igter$ of ben ^ieegtbabet* opjïonb / gab get 5eifbe ontgaaï te beebmcgtein 9, ©oeg bit alïe$ beefïonb be Sftflcgog &
öu$/ bat be HHaagben biegier tegen mogten boen / of be o^bonant^ien mogten beefeeeben ofobertreeben/ 3teg3eiben baar boo^ niet 30^ bm be3onbtgen -, maarboïfïaan 3onben metbe baar toe fïaanbe fïraffe te onbergaam ♦ ♦ ♦ S^o^ber^ fïeït gg gaave b>oonaïaat$ tot een
reïigieuse fcooning aan \ en gaare bapeï recïjt Ögi tot een bibpïaat^ op* ï|aaee goeberen/ bie gaar ongelegen ioaeen / mogten 3$ met get oberïeg ban be op3igter$ berboonen f be ber* belpe bienfïen/ ten tgbe ban get interbibt/ metgefïote beuren enfïiïïetje^ Ïee3en: be# ben ban gaare 3ujïerf/ bofïgangjïer^/ eify beg^aaben* ©an be magt/ aan ben^tecgtbaber gegee*
ben/ ombe„3ufïer£ ban aïïerganbe $onbente ontbinben/ be geloften in anbere gobb^uegttge foerben te beranberen/ eentefïament ober φ «e goeberente maaben/eu3« ban bat aïïe$/3eg tb/ en meer anbere 3aben/ bie eben gemeen 5ijn/ enfegieroberalboojboomen/ 3Ulïenfog nitt fp^eeben* Νicoiaus de Cufa, üiarbinaaï en ^auffeUjbe
S£egaat boo^ %oog- en $ebee- ©uit^ianb/ ïjeeft tst Qtimibt boojrecgten bebefïigt in 't iaat |
||||
Oudheden. 209
^m fceefcje offtapeï toa$ op ben naam ban
ben φ· Hieronymus ingeftujbt: en baatrom toierb jjaar ïionbent $eïf Hieronymus {ju$ ge? noemt 3$g öeööen onber on^ ecnen onge* Ruitten fyfef ban öm böo^noemben Kjcokus de Cuia: toaae in 8g aïïen ben genen/ befoefc fie be gemeibe ïiapei op Set feefï ban gaare Httotjbinge of ban gaaren patroon Besoeften / be goobeïpe bienfïen aïbaae Bgbmonen / en teropöoutoinge/ bergjoottnge/ ofberBetertn- ge ban öe3cïbe ïtapdle ïjnnne nnïbe ïjanb ope* nen/ gonöert basen afiaat^ beeleent. 3ftt 't jaar 1460 geeft David van Bqrgonje
bc boo^recgtrn/ bie boo^ rijnen boo^aat Ru-
doiphus aan'tpmeïbe Moöfierberleenttaaren/ op ufeuto Bcbeffogt j en ben openö^ef ban ge* meiben Rudolphus ban fooo$ tot tooo^b in $ψ «en fyief ingeïaff ♦ SJn'tjaar 14^ i$ öc Ifea* Hugo'Hugoos Regentca,
7.00η, ^iefiee/ be|)ater banbitj^anneMoo* flee getoeefi Sfn't 3eibe jaar ioa$ Clara, Wil- ïcms dochter, be jjfeoebee of BefiEterfler ban 't 3dbe Moofïee, 3fn 't jaar 145-5 i£ get ,$anneïfïooffee te
$oo#föp/ 't foelft ooit ben töegeï ban^, Au- guftinus bolgbe / tïgt bit Seibfcöe ftïoofiec boo^tjaeliomén. <®m ö^lef ber fïicDtinge 3nk ïen hjrj onbee j^oo^ttop opgeeben, Alida d'Oude, Aachts en Geercruids jtifïer/
Seeft om be Mfomfïen ban bit Moafïee te ber*
nieerberen aan 't 3eïbe nagelaaten be fomme tan f7 ftggnfcge guïben^: foaar ober be bol* senbe B^ief boo^ ttoee &tïjt$men ber fïab %ei^ oen $ opgefieit; |
|||||
φ Wy
|
|||||
2Ï0 RHYNLANDSCHE
VU" γ Jan vander Laen ende Adriaen vander Mey
Martynsz. Schepenen in Leyden, oirkun- den dat wy daer an ende over waren in denSu- ilerhuyfe van Roma, ftaende op Rapenburch an die oude vefte, dair dat voir ons quam Clair, Willeras dr, Re&rice der beflotenre Nonnen ende Sufteren van finte Jeronymus huys voirfz, mit hoirs ghekorens voechts hant, in den name van den ghemene Sufteren ende Convente voirfz, dat zy mit Aechte^ Oude Jans dr. ende Gheer- truyt , Jacobs dr. mede Sufteren in den Conven- te ontfangen heeft van Heere Claes van Zyl> Pa- itoir van finte Pancraes Kerc tot Leyden, Ghe- ryt Nwweveen ende Gheertruyt, Gbysberts, Pieterfz. wedewe , als Teftamentoirs van Alyt , Oude Jans dr. Aechten ende Gheertruyden voirfz. fufter, die fumme van 87. Rynfche gulden ende feftien placken , tftic voir viertich groot gherekent, die die Teftatoirs voirfz. van fulke vyftich nobelen die zy alze Teftamentoirs van Alyt voirn. van Jan Janfz, ontfaen hebben nae wtwifinge Alyden voirfz, hoir Teftament t'over hebben bo- ven fulc teftament als die voern. Teftamentoirs Van Alyden voirfz. teftament betaelt hebben, welke 87, Rynfche gulden ende 16. placken die voirfz. Reclrice mit Aecht ende Gbertruyt voirn, ontfangen hebben van den Teftamentoirs in be- waringe ende in fulker manieren ende voirwar- den als hyr na volghen > dats te weten , waert fake dat hyr namaels yement quame die beter recht totten voirfz. ghelden hadden dan Aecht ende Gbertruyt voirn. der voirfz. Alyden fufteren hebben , of datter yement quame die enighe ghebreke van wittachtighe fchulden op Alyde voirfz. of op Gheertruyt Oude Jans hoir moeder te feggen hadden, ende mit rechtewinres wor- |
||||
Oudheden. ui
den, fo ghelovede Claer, Willemsdr. Re&riee
voirfz. in den naem van den ghemeen Convente voirn. ende van des voirfz. Convents weghen, ende Claes Jan Claefz. mit ghefamender hant, ende elkx voir al den ghenen die wynre der voirfz» ghelden worden, de voirfz. ghelden tot alre tyc wt te reyken , op te leggen ende te borde te brengen tot der gheenre behoif die daer in ghe* recht zei wefen, ende fullen die voirfz. Tefta- mentoirs als Heren Claes 'Van Zyl, Gheryt Nuwe- veens ende Gbertruyt, Ghysberts Pieterfz. wedewe voirn, daer of vry quyt ende fchadeloes houden, ende fullen dat verfien ende verhalen an alle die gueden die 't Convente voirfz. ende Claes Janfz. voern. nu ter tyt hebben , of hyr namaels ver- krighen moghen , roerende ende onroerende, waer die ghelegcn zyn bynnen der ftede van Leyden of daer buten; ende Clair , Willemsdr. Re&rice voirfz. lovede van des voirfz. Convents weghen , Claes Janfz. voirn. hyr of fchadeloes te houden. In oirkundendefenbrieve bezeghelt mit onfen zeghclen , int jaer ons Heeren 1470. op te lp. dach in Deeembri. ®οΪ0«$ benonge^ulitenfli^tmigö^efijerft
bef eet? en $&eefïei· Dideryk Uterweer,jfeoofl;
teïeiben/ fjet semelbe ftonbent gefdjoufcDt/
of &c$isti0t fflmt in tam fykf fïaat Bet Wv Scntie aanseteifenö: In't jaar des Heere 1487, op S. Auguflinut
dag , is de eerw. Heer en Meeitcr Dirk Uter- ïüeer, Prooft te Leiden, Vikaris van den eerw. Vader en Heer David man Borgonje Biiïcfiop van Utrecht, in ons kloofter gekomen. Met hem zijn ook gekomen, en waren nerfens hem in 'c Convent gezeeten, Meetier Aalbert de Provifor -, *& ζ Mee-
|
||||
212 RhYNLANDSCHE
Meefter Pieter, Deken van Rhijnland 5 Meefter
Gerrit Simonszoon , Kanonnik ; en Dirk Oyen, Sekretaris. Zoo heeft hy dan in de tegenwoor- digheit van de Heeren Regenten , te weeten Heer Rudolphus en Heer Jarnout Regulier Ka- nonnik , mitsgaders van't ganfche konvent, uyt name van mijn Heer den BiiTchop van Utrecht de volgende punten opentlijk opgelezen 5 en bevolen dat men dezelve ftrengelijk zoude heb- ben te onderhouden. Naderhand, te weeten op S. Willibrordus dag , heeft de Heer Dirk Oyen ons dezelve punten in gefchrift ter hand geftek; zeggende daar toe gemngtigd te zijn door mijn Heeren den Provifir en den Deken van Rhijn- land, Hier volgen dan de punten , dewelke opge-
ftelt zijn door zijne Hoogwaarde Heer David van Borgonjey BiiTchop van Utrecht 5 dewelke jhy begeert en beveelt dat door de Religieuzen van het klooiler Romen , op Rapenburg in de ilad Leiden gelegen, onderhouden zullen wor- den. 1. In het gemelde klooiler der Religieuzen, Ro-
men genaamd, zullen by difpenfaatzie 80 perfoonen zyn , en niet meer; ter tyd toe dat zijne Hoogwaar- de, de BiiTchop van Utrecht, zulks ingetrokken zal hebben. z. Eens in 't jaar zal 'er een vreemde Biechtvader
toegelaaten worden, dewelke van haar order nieten zy , noch ook van de order der kloofterbezoekers.· Deze Biechtvader zal door den Ordinaris gekozen worden uyt 5 of 6 Prieiters, dewelke zy den Ordina- ris alle jaaren zullen opgeeven ; by wien alle de Re- ligieuzen, en de andere perfoonen in 't klooiler woo- nende, zonder onderfcheid, te biecht zullen gaan. 3. Haar Pater, of Biechtvader, zal niet verfchy-
nen in 't Kapittel der fchuldbekentenifle; ten zy dat hy daar toe verzocht of uyt noüdzakelijkheit daar by ontboden mogt worden. n„ |
||||
Oudheden. xi^
4. De Pater , of Biechtvader 3 zal zich niet be-
moeyen met haare tydelijke goederen} ten 2y dat hy door haar ontboden wierd. 5·. Nochte de Pater of Biechtvader, nochte eenig
mans-perfoon, zal mogen ingaan of toegelaaten wor- den in het flot der gemelde Religieuzen ; als in zulke gevallen die door het geeftelijk recht toegelaaten worden. En dan niet anders als op deze voorwaar- de , dat hy in-en-uyt-geleidt worde door de Priorin, en eene Kapittelnonne ; of door twee Kapittelnon- nen, die door de Priorin gemagtigt zullen worden. 6, Eens in 't jaar zal 'er voor de Kapittelnonnen
deszelven kloofters rekenfchap gedaan worden van den ontvangft en uytgifte haarer goederen: en zal het affchrift van die rekening onder de voornoemde Ka- pittelnonnen beruften. Bydeze rekening zal de Pater of Biechtvader tegenwoordig wezen. 7- De kloofterbezoekingen zullen niet meer alsr
eens 'sjaars toegedaan worden: zoo te weeten dat, indien de andere kloofterbezoekingen fchadelijk be- vonden worden, zulks door den Pater of Biechtvader des kloofters aangedient zal worden aan den Bifïchop van Utrecht, of aan deszelfs Vikaris: en die zal dan daar omtrent ordoneeren 't gene hy dienftig zal oor- deelen. 8. De klooftergeloften der Religieuzen, en haare
inkleedingen, zullen ten tyde van het kloofierbezoek, en op geen anderen tyd, gedaan worden. 9. De Pater of Biechtvader zal een mansperfoon in
ïijnen dienft hebben ; maar geene Nonne, of Non- nen; en geene Leekzufter of Leekzufteren. 10. Het zegel van 't konvent zal opgefloten wor-
den in eene kift, die met drie fleutelen gefloten word., De eerfte fleutel zal onder de Prionne , de tweede onder een Kapittelnonne, de derde onder den Pater of Biechtvader beruften. π. In de fpreekkamer van't zelve konvent zullen
altyd twee Religieuzen, of twee Leekzufteren, gelijk verfchynen. ii. De deur van 't konvent of afgefloten gedeel-
te des kloofters, ftaande bezyden de woonplaats van <jen Pater of Biecht vader, zal geen flot hebben, 't welk «e Pater of Biechtvader met een fleutel zoude kon- ij^ 3 ncn |
|||||
·'.!
|
|||||
2T4 RhYNLANDSCHE
nen openen, om alzoo binnen in 't konventtegaan ■
maar bezyden het gemelde konvent zal een flot zyn; daar de Priorin alleen, en geene Nonne, de ileutel van zal hebben ; en niemand zal door die deur bin- nen of buiten het konvent konnengaan als in de voor- noemde gevallen. 13. De Leekzufteren van dit konventzullen haare
plaatzen en woonileden hebben dicht by de Religieu- zen of Nonnen. Roebel* Francifcus Blonda, algemeen $ifta*
ιί$ ober be jiEinnefyocber^ aan bese 3tjbe ban be Alpes, geeft tnt$t jonnen ben χ8 gjimg 1471 in be gemeenfcöap bee gebeben en boo^ biöbingen aangenomen, ©e b?ief be3er aanneem Kittige fïaat in't gemeïbe ganofc^iffc te ïeesem j^aberganb i$ bitftïoofïer ooftbereenigt met
9t J^onfcge Haptttel binten ©eïffc/ en geeft ooft beel geftreegen aan be$ 3eïf$ boojrecgten/ betoelfte in 't 3elbe ganbfcg$tft ooft opgeteït tooien. ®it ftonbent/ 't toelft een ruime pïaa$ op Utapenburg bg be <®oeibmgge befïoeg / tn op be ar gtet-graft tegen be boeien ugttmam/ ig 3eQertgetonifteerenber ïanbregeeringe eben eetig gebaami a$ be anbere ftonbenten, <®t tifgenaamen ban ^tet Klaas Knotrer fytbhm get geftocgt / en tot bg3onbere tooonpïaat3eti beetmmiert: een geöeelte noegtan$ i$ in fatf* 3en gebleben/ en tot eeu ïtollegte opgemaaftt· 3^an gebben giernocg ttoeeanbere3eeebefti:i
ge|&aagben-ftïoofïer$ gefïaan. Boojeerfï get Itonbent ber IPitte jonnen/ ban ^Domi nicus ^bee/ben %♦ |&arteIaarVincenuus toege-et* genbit toelft opbe3elfbe 3tjbe ban 't Papenburg/ rtcgt oberbe Jfcounefyugge/ gefïaan geeft && ftonbent / 't toeïft groot en rebelp gegoeb toa£/ i$ na get ont3et ban Setben/ te toeeten ben 6 |
||||
Oudheden. 215·
fefeuarg 1575*/ onber anbrre geooutaen u$u
genijrt om booj be ^nabemie te berfïrelt&en: toaac toe ^ Barbaraas ÏÏOttbent eerfï gefcjjiftt
en ingemimt toa$ gefoeefï. $an ten gof ber
3®itte jonnen fë be Iruib-öof gemaal ^ClïcrQaniïc mannen ban ben eerjien rang öeö* Den piert fegoïe gegaan/ en be&eibfcDe W,\& bcmie een grooten luifïer bgge3et %n 't jaar i6i6i$iK$t Iftabemie afgefyanbti
boeg naberïjanb beeï j^aejjtiger ïjer&outok 3|et bolgenbe geböen tog ugt get meergemeld
be Defojata Batavia getroïtïten:" dommige Öetoeeren bat Margareta van Kleef,
bie öet J^eefcgeeren feonbent in r# <0rabenfja-
ge gefïicöt §teft / ooft be fïtcötfïer 30 ban bit ftonbent / en 't 3eïbe opgereefjt 3onbe Jjcööen in 't jaar 1400. Enbere berfeïnnben be fïteöting ban bit ftonbent tot oj» Bet jaar 1440/ of baar omtrent: om bat 2$iffcjjog Rudoiphus in ben fyiefaan Geriacus, öiesopaanfïonb^opgegee^ ben 3ai tooien / bit ftonbent onber ben naam ban get nienbjgefïicjiteïtonbent bermefbt. <ên itl't jaar 1447 $ w aan Machteld Jans doch-
ter , J^iojinne ban bit ïtonbent / en aan be gufïerg ban^. Dominicus <&$*?/ 3eïier ïjn$ te £eiben berftocBt
3« 't jaar 145Ό i^enere ïiagel/ Jerufnlem
genaamb / aan öe3e ^nfler^ gegeeben. 3|ier nebeng be 3tërjbing ban be fcageï / &003 ben ^e-oijfcöog Geriacus gebaan* J^ Udolphus, by de genade van Godt en van RuJJL^
* den ApoftoliiTehen Stoel Biflchop van O-Biflchop
trecht, wenfchc aan den eerw. Vader in Chri- vanUtrecht ^»J, Heer Geriacus, door de zelve ecnade Bil- om he' r* rT, ' ... ö outaar te
ïcnop van Hierapolis, onzen algemeenen Vika- w»jdcn,
φ 4 ris
|
||||
2i6 Rhynlandschê
ris in de BiiTchoppelijke zaken , de zaligheit,
cneene oprechte liefde in den Heere. Wy gee- ven (u) door den inhoud dezes raagt en verlof om een outaar , ftaandé in de kapelle van de Dominikaaner Zufteren te Leiden,met een ge- deelte van" het kerk hof,'t welk onder ons Bifdom onlangs gedicht en noch niet ingewijd is, nahet verrichten van de behoorlijke en gewoonlijke plegtigheden , zoo als dat betaamt , onder de aanroepingc der Patroonen van 't zelfde outaar, met de toeftemminge der genen die daar belang in hebben , behoudens het recht van de Moe- derkerke, en van iedqr in 't byzonder wie het zy, te konnen en te mogen inwijden. , . . « , Zullende dezen onzen brief , dewelke gegeven is den 28 Juny 145-0, ter getuigenifTe der zaake dienen. * ■ W" γ Gerlacus, by de genade van Godt en van
Debriefder den Apqftplhlchen Stoel Biflehop van Hie- Wiidinge· rapolis, en; in BiiTchoppelijke zaken algemeen Vikarls'van den Eerw. Vader in Chriflus, mijn Heer Rudolphus ' by de zelve genade BiiTchop van Utrecht, maaken bekend: dat wy in't jaar Mcccc vyftig , den 28 dag der maand Juny, in de kapelle der Dominikaner Zufteren, anders te Jertifakm genaamd , met de medewerk inge van den zèvenvoudigen (Geeft) een outaar ter . eere van de H. Maria Magdakna , en van de H. Weduwe Elizakt, ingewi]at hebben. HetWy- feeft van dit outaar hebben wy geordoneert dat jaarlijks ten eeuwigen tijde gevierr zal worden op Zondag na het feeft van O. L. Vrouws Be- zoekinge. En dewijl wy de herten der Geloo- vigen tot de werken van liefde begeeren aan te moedigen 5 zoo is hec dat wy aan alle degenen, de·
|
||||
Oudheden. æéã
dewelke met een waarachtig leetwezen en een
oprecht berouw gebiecht hebbende . . . . by het gemelde outaarde goddelijke dienften gele- zen of gehoort zullen hebben; of op de volgen- de dagen, te weeten van 's Heeren Geboorte, van de Befnijdenifle . . . van de H. Drievul- digheit, van het Lichaam onzes Heere Chriflus^ van Kruys-vindinge en Verheffinge, vanMicha ... van de Maagd Maria, van de Geboorte en Onthoofdinge van S. Jan den Dooper, van de HH. Petrus en Paulus, mitsgaders op de Feeil- dagen derPatroonen en PatroneiTen. . ♦ Of die in hunne teilamenten , of buiten hunne tefta- menten , eenig liefdaadig onderftand , goud, zilver , klederen , boeken , kelken , lichten, cieraaden of wat het anders zy , aan het zelve outaar, of aan deZufters , godvruchtiglijk be- fprokcn of gegeeven zullen hebben , of zullen doen befpreeken of geeven: hoe dikwils, hoe veel, en waar ter plaatzedat ze iets van het bo- venftaande volbragt of gedaan zullen hebben 5 dat wy , zeg ik , iteunende op de barmhertig- heit van den Almogenden Godt, en op de ver- dienden en de voorfpraak van de HH. Á porte- len Petrus en Paulus^ en van onzen Patroon den zaligen Martinus, aan de zodanigen 40 dagen aflaat (of afflag) van de opgeleide boetwerken genadiglijk in den Heere verleenen : zullende dezen brief ter getuigeniffe der zake dienen. <% S# 3*Stf i§ tm Mt of S&ffcgop bet*
öeeïb/5ittenbe op eenen tïj?oon: ronoomfiaat S. Gerlaci Dei graa Epi Jeropolitani.
<®öfe geeft öe&arötnaaï Niklaas (i)de Cufa, ©auffdpe <!5e3ant in ®mt$ano / een&e ö
laaten aan öe3e ïtapeïïe Qt%tt\m\ m 't jaar é öã é ♦ Ö S Öï$
|
||||
2-18 Rhynlandsche
©otö bermit^ be napel te ftïein foaé/ fofr
ben beguffc$ een mrooter ïteft gebonbit: be; toelfte ben f a«ng ij-iö booj jakob de Ridder, SmffeljOp ban feö^on/ bOO^ene Dominicaner
j^onmft te aaibar / maar op bat pa$ 3M-
biffcöop ban tttrecSt / imjetaifbt $ ter tm ban be $. Maria Magdaiena, öiebe ©atronefTe ban öe fterft en get fcloofïer foa£ <^at in bese beeft booten een Stoeit fcfjap ter eere ban be f. Katharina van Senen
opgeeecöt foa£/ bigftt ngt eenen b^ief ban on*
jen <£eneraai ψ. Salvius Cafetta de Panormo.
3« besen fetef / befoelfte ben zo #efe, 1482
u^traat^burs gefefeeeben i#/ maaftt gpalïe be ^oebet^ en gttffeg ban bit ^oebeefefta» beeïacötijj aan aïïe be goebe foeeften ban öe mnfcljt 0$tt: 't toeïft Barnabas Saxonus de
Neapoii, in$aelp£ <0eneraal ber Predikhee-
ren, m een algemeen üapitteï te Benetien ae* Öoüben/ bernienfot Jjeeft ben 4 gfnfa i48<5. <©it bïoofïer $ m be ü^ber beu jtebiftftee;
ren maelgft boojben <0eneeaai Mauritius Au- nbelli: foaar op$an| Nicoiaus ν be*einu> bmge öoebgeftenrt öeeft/ tnet bebei om ΗΦ be toerftfieibg te maaften. Wouter de Gouda, (van ter Goude) $j0Ofï ba« ^. PietersÜerfce
te ^teeeijt / tuien be mjttooerina aanbeboïen
foa£/ öeeft 3ijnen fytef ter mjitboerinae afte* ftimöiöt ben z7 ^0.145-4. * w Sfn't jaar I4f8 $bOO£ Philips den Goeden
300 m aan bit %ήύ(φ/ α$ aan get ïiotter*
bainfeöe en Haagfcfje ftonbent/ fjet recfit toe* gefiaan ban te erben/ en be erfemffen te beuren/ eben of 5e toereïbfeöe perfoonen foarem <#n in 't jaar 1r6p8rrftPhil.ps iMtongin ban^panje/ noeö «« anber boojreefit aan 't 3e(be bonbent %v&0 toe* |
|||
Oudheden. 219
toegedaan / om bat Jet ög geïegenögeit ban
jefceren ö^anö merMpe fcgabo gaö geleöen. ©it bonbent geeft geöïoeit tot getja?r ι ττι:
toaimeer öe %nfttt§ beröjeeben / en ten öeele venueiiHg naai* Cngeïenöaal te^ngge/ tenöeeïe eïöer$/ J1"^ 3#n getoeefeen, * Pari va! fcgjtjffc oofc bat Öe3e Hiftabemie
booj gene een Jlonne-Rloofïer i$ gebjeeft: bjefc Se jonnen / 300 toeï al$ öe anöere <0eefïeïp* geit/ ugtgaare bjoonplaatsen berjaagt 3jjnbg get opitoomen ban öe nienbje <0e3intgeit: en öat aan ieöere jf^onne een gering jaargelö boo| gaar onöergouö gegeeben toferö, ^+ Barbaraas ftottbent MtttX ÖebJOOnt ÖOOJ S.Barbaraas
jonnen/ bie3ieg aan benberöen töegelban §>. k°Qvent.
Francifcus berbonöen gaööen, <Pe toeï-^öeïe ^eer Simon van Alkemade,aUÖCrS van Woude,
Öe 300η ban Johan van Alkemade en Katharina van VaikcnefTe, gaö bit nonbent in 3ijn tiQtn
gu$gefïiegt ï|et baa£/ eben a$ be bier boo^ gaanöe / onöer β* Piecers garoegie gelegen, ^eöert öe beeïöfiojmern geeft öitfconbentbooj een J^ineen-gof gebient/ om er finten en groote peeren te gn$befïen > maar t$ ooft in f burger^ gutsen beranöert : 30a bat 'er niet obergebleben i$ eü$ öe ïtapeï -, öebjelfte booj een toapengu$ berjtet, 2$oben öe napel/ op 3oïöer$/ tDo/ben eenige ïafïen noren / om in ben bieren tijö onöer öe armen ugtgeöeelt te tooien/ in boojraab öebjaart. %eer Jan van Monnikendam bia$ 2?tegtba*
oer öe$er jonnen.
Boïgenp eene Itjfï ban SasboMus geeft S*
Barbaraas nonbent/ gelp ooftget ftïoofïerban * Dcliccsdc laHollande.
Van Leeuwen Befchrijying van Leidt η t p* ;i» |
||||
220 Rhynlandsche
1 £. Michiel, en e§. MnvumsflunbtMinMMüW
ht/ onber ïpt Utreeötfefje Uapittelgefïaati.
SAHctcrs &ίφ &g ^ Baibaraas Moufïer / %t$$bttt
Begijnhof. 9$Φ&ύϋφίη/ geeft <g>4 Pieter^egpjfjofg^ paan: titsdftnaöerganö iierjtïaatfï/ enge3et
i£ tn &. Joiêis fïeeg acïjter be S^ontoen ton/ ter plaatse baar tljan^ 't gofje banj^on fiaat ^e$e begijnen maanten ïtaar ioerft ban öe Stenen op te paffen en te bebienen / - be boo* öen te öeöiaaïien/ en boo^ be5elben te bibben/ ©e ï|eer Flon's Arentszoon f£ toeï-eer tic
S&'ecijtbabcr ban bit ^e0ö»Ööf gefoeefi Φοϊ* biiibe ίκ eenen ü|eer Aamout bermelb.'
öefoelne ^iefïer it»a$ / en int ^egtjngof a$ ^berfïe befïierbe, &m i&a$ 'er noc& een Gerrit Lams^egtjn-
Gcrrit g0f / aiiber^ §et to'penefï genaamb : bese
Be"iinhof. ^ÖÖ1^11 töóonbenop beiooajanbfcije * fcerfc
D ' graft/ en leefben onber be tneïjt ban ben ψ&
fïoo^ ber ïjf ooglanbfege Iterfte; öe tit#t\ bau
oe$e ^egijneti / beineine booj bm <0^aaf ban
Üdlanb en ben ïïaab ber fïab %tibm eetf
goebgeltetirt foa£/ $ in 't jaar 140 3/ op Luciaas
bag/boo^ ben ^iffcljap ban ïltrecïjt öebeftigt·'
toeïne bebeftigmg-ö^ef jn^gelp^ onber mg
öetuft.
5^e ï|eer auteur greffc mg ter jjanb gefïeït
be bolgenbe <2^bonant3ien / betoeiïte booj bit ^egijnïjof aangenomen 5#n in 't jaar 1403: WI Scout, Scepene endeRaet der ftede van Lef-
den doen cond allen luden, dat voer ons qua- rnen Hiliegont6'heerlofs dochter, ende /ïechte Waelhhts dochter, ende Baerte Gbyshrechts dochter, enz. ende * OrJers pag. 117, ut, h jbitLp· ziS·
|
||||
OUDHEDEN. 221
alle andere Beghinen die hier naghefcreven ftaen,Me-
de-fufteren ende Beghinen des Beghynhoves tot iïnte Pancraes te Leyden optHoghelant: Ende verwilcoir- den ende gheloveden mit ghefamender hant ende elc bifonder voir hem endevoir haernacomelinghcn wit- telic ende wel te houden, endere houden alfulkeor- dinancie ende regement van haren hove ende haren ghemenen leven , op alfulke peyne ende verbant in allen manieren als hier naghefcreven ftaet. Ter eren ons liefs Heren Jhefu Crifti ende fynre liever moeder Marien , ende iinte Pancraes onfe Patronen , ende ftichtinghe alre goeder menfchen, fo hebben wi ghe- meen Beghinen des Beghynhoves tot finte Pancraes upt Hoghelant , ghemeenlic ende eendrachtelic na rade ende goetdenken ons Cureyts ende Goodshuysmee- iters van linte Pancraes voirfcreven , ende anders wi- fer ende rackeliker luden, ende oec wt ordinancien van anderen wel gheordineerden Beghynhoven , alle fonder enich argeliit.' Ende alle die punten niet te verargheren, mar biderghenaden Gods te verbeteren y na rade wifer gheleerder luden, ende den twicMee·· fterfen, ende vier vanden outften Beghinen ende be- fceydenften , bi confent endegoetdenken des Cureyts ende Goodshuysmeeiters voirfcreven : Inden eerlten fo feilen vier vanden outften Beghi-
nen in eiken jaer binnen der Oótave van Pïnxteren , mitten twie Meefterfen , bi rade des Cureyts ende Goodshuysmeeiters voirfz , kiefeneen nuwe Meefter- fe, ende dis een felre an bliven*. ende defe Meelrer- fen feilen tenden jaer goede claer rekeninghe doen in fcrifte voir den Cureyt ende Goodshnysmeefters voirfz, ende den ghemenen Beghinen, van al dat den hove aengaet; van innemen ende van wteheven ; Mar des moet die Meefterfe voirfcreven in den huyfe voirfz ghewoent hebben een jaer lanc en ies weken. Item fo en mach haer gheen Beghyn weren noch ontfcnl- dighen van dienfte te doen, die den ghemenen hove aen gaet, daer des ghemeens hovesoerbaer aen leger alsMeefterfe tewefen, ende desghelike op een peyn te verliefcn haer woenftat opten hove. Ende waer dat fake dat C\ alfoarm waer dat fiovermids dendienft alfo belet wair dat fï haer fel ven niet bedraghen en mochte, als fi tevoren dede, fofelmen haer te hulpe comen
|
||||
i2Z Rhynlandsche
comen vanden ghemenen goede des hoves, bi rade
der Meefterfen ende vier vanden outiten Beghinen, ende bi confent vanden Cureyt ende Goodshuysmee» fters voirfz. Item fo en fel oec gheen flaen na Mee· fterfe te wefen , of des ghelyc mit wille of daer om bidden of doen bidden , mar waer dat dat ghefciede fo en foude ii op die tyt gheen Medterfe of anders moghen wefen. Item ßï wanneer die Meefterfen yet fonderlinghe te doen of te raden hebben dat den ghe- menen oirbair des hoves aengaet, daer feilen h* hem befpreken ende beraden mitten ghemenen Beghinen, ende fo wat den Meefterfen mit vier van den outiten vanden hove dan overdragen, bi confent ende goet· denken des Cureyts ende Goodshuysmeefters voirfz. dat feilen die ander ootmoeliken volghen, item wair enich van den Beghinen die dat verfmade ende onghehoerfaem wair, ende tot dien ghemenen rade niet en quame, alfo verre alft haer van den JVleeder- fen ontboden wair, fo fel ii tot eiker ftont als <1 des nieten doet verhoren v. f. payments, welc ghelt fl betalen moet op den felven dach binnen zonnen fchyn, Ende en betaelde fi alfo niet verboerde fi alle daghe daer na up enen yghelikendach oecv.f. payments ter tyt toe dat Ci wel betaelt heeft , ende dat ghelt alfo verboert fel gaen tot ghemenen oerbaer des hoves. Jtem fo en fel niement tot eenre Beghine ontfanghen worden opten hof, ü en is bekent van eerfamen ftaer eens rackelics levens, ende fien heeft daer uptenhof te minften eenjaervoir haerontfancghewoent , ende is dar fake datfi daerentenden begheertte ontfanghen worden tot eenre Beghinen, fo feilen die Meefterfen mit al den anderen Beghinen haer beraet daer op ne- men ; ende vinden die Meefterfen inden ghemenen Beghinen , ofte minften mit rade van vier van den outften Beghinen bi confent ende goetdenken des Cu- reyts ende Goodshuysmeefters voirfz, dat ft wairdich is ontfanghen te worden , fo feilen ff biden Cu- reyt of een ander raekelic Priefter van ffnen weghen haer voer lefen haer ghewoente van den ftaet haers hoves, ende vraghen haer offi hair ootmoedeliken wil overgheven in fuiken verbant ende leven na re- deliker Beghinen ftaet, ende wil fi dit al doen op ghe- naden ons liefs Heren , dan fel men fe ontfangen inden
|
||||
Oudheden» 223
inden name des Vaders , ende des Soens , ende des
heilighen Gheefts, Amen. Item fo en fel gheen van den Beghinen yement mit haer laten wonen, het fie kinder of dienftjoricwive, ten fie bi oerlof ende con- fent der Meefterien , ende die kinder of maechden feilen hem fedeliken houden in allen zeden van bu- ten } ende van cleedinghen na federliker zedicheit: Ende waer dat iake dat dit niet ghefciede, ende hem die kinder of die maechjoncwive alfo regierden dat dat hof daer of gheconfufet wort of belaft worde of kenliken yement , bi zonder op den hove , ende ii daer niet en beterden , cort nader vermaninghe der Meefterien , fo feilen die Meefterfen mit rade van vier vanden outften Beghinen ghebieden, die daer kinder of maechtjoncwiven mede wonen, dat ü Cc van haer fetten van den hove binnen tien daghe nader vermaninghe op een peyn van haerre woenftattever- liefen. Item fo en fel nyement van den Beghineti buten den hove benachten of buten der poerten van Leyden varen, om enigher laken wil die haer of ho- ren vrienden aengaen , ten fi bi oerlof der Meefter- fen ; Ende ii fel oec fegghen in wat fteden dat ii va- ren wil of benachten, ende hoe langhe fi vermoet wt' te wefen; Ende dencket den Meerfterien goet fo fei- len ii haer een ander Beghyn of een eerfaem vrou- wen perfoen van den hove medegeven, ende bevelen haer niet langher te wefen dan haer oerlof eyfchet, noot buten ghefceyden, van kenliken fieckten of van groter onweder. En waer dat fake dat fi viernen daghe buten haren oerlof bleve, fo verliefet fi haer woentlat op ten hove. Item waer yemen van den. Beghinen die oneerfaem ghefelfcap hantierde binnen den hove of buten , dat God verbieden moet, dair fi of dat hof mede fcandaliziert worde of mocht belaft worden, wanneer die Meefterfen dat vernamen, fo feilen fi haer in godliker minnen ten eerften daer ifi vermanen dat fi haer beter. Ende is dat fake dat fi der vermaninghe onghehoerfaem is ende fi des niet en «et, ende daerenboven die Meefterien vernement van twien of van meer waerachtighen tugen bi haren ede, dat fi haer oneerfamighe wanderinghe niet en laet €pde haer ghefelfcap, fo feilen fi fe in teghenwoer- dicheit der ghemeenre Beghinen of vier van den ou- ften,
|
||||
22 4 KH YNL AND SC HE
ften , bi rade van den Cureyt ende Goodshuysmec-
fters voirfz, van den hove feiten, ende haer ftede blivet den hove ionder enich wederfeggen. Item wair dat yeraent van den Beghinen berifpet worde van enighen punten die inden ordinancie ftaen van onfen hove, ende berifpelic daerin ghevonden worde, en- de fyt haren vrienden claghede om dat te weder ftacn ende te weren mit haren vrienden , alfo dat enich Beghyn daer of laft of onruft of quame , fo fouden die twie Meefterfen ende vier vanden outften, bi ra- de ende confent des Cureyts ende Goodshuysmee- fiers voirfz, die Beghyn van den hovefetten, fonder yements wederfegghen , ende haer ftede blivet des hoves. Item wair dat fake dat yement vanden Be- ghinen of rackelic perfoen die op den hove diende, mit woerden of mit werken fcande of lachter dede binnen den hove of buten dat kenlic ende openbaer waer, dat fel fi beteren tot goedenken der Meefterfen ende vier vanden outften : Ende waer fake dat iidat niet doen en woude binnen dertich daghe daer na, fo feilen die Meefterfen mitten anderen Beghinen, bi rade des Cureyts endeGoodshuysmeefters voirfz, die Beghyn van den hove fetten , fonder yements weder- fegghen, ende haer ftede blivet des hoves. Item fo feïlen die Beghinen ende oec die dienftmaechden die op den hove wonen draghen fïmpel cledinghe, zwart, grauwe of wit, ende die ellen van dien laken en fel niet coftelic wefen dan een pont payments of daer omtrent, mar liever min dan meer. Item fo en fei- len die Beghinen gheen bont dreghen noch zide. Item fo en feilen (I gheen opgheveftonderroc dreghen , en ft en feilen gheen ghereghen cleder dregen. Item als ft bider ftraten gaen, fo feilen fi mit falyen gaen of mit hoyken over thoeft ghefieghen. Item fi feilen twarte fcoen mit riemen of mit knevelen draghen ende die ftomp. Item fi en feilen gheen Ianc haer draghen. Item ü en feilen gheen leder draghen dan zwart an ftilleganghen of an fcaloodfen , ende die ftomp. Item men en fel gheen Beghyn ontfanghen fi en hebbe felve a!fo veel of alfulke vriende , dat fi gheen broet bidden en darf. Item fo en fel gheen Beghyn buten den hove gaen om boetfeappen of an- ders, ten fie bi oerlof der Meefterfen, Item ten fel ghien
|
||||
Oudheden. 22,5·
ghien vanden Beghinen van den hove gaen eten, ten
iïe in eerfaem (teden ende mit vernoemde rackeliken luden, ende bi oïrlof der Meefterfen, ende fel noe- men die ftede dair lï eten fel, vercrighet fi dair in oirlof fo feilen haer die Meeiierfen een mede gheven die hem nutfte denket, ende dair en fel ghien man- perfoen eten, noch in ghefelfcap wefen dair confuys of quaet vermoeden of comen mach. Item ten fei- len ghien gaft, gaiïwys opten hove bliven boven drie daghe lanc, ren wair bi oirlof eude confent der Mee- iierfen. item dair en fel gheen Beghyn ghefelfcap houden onder Hoghe-Miife, of onder Vefper, ten waren vreemde gaften, ende dar iel wefen bi oirlof der Meeiierfen. item als een Beghyn ilerft upten hove, fo fel fi den hove laten te miniten enen Hol- lenfchen gulden, eens te betalen, tot eenre ghemeen- re maeltyt haer mede teghedenken. Item fo en fel gheen manperfoen gheeilelic of wairlic op den hove eten , ten waren werclude die dair op wrochten, fönder argheliit. Item dair en fel gheen manperfoen opten hof benachten of flapen: Ende wair dat fake dattet enigher Beghinen ghefciede dat fi willentlike ofwetentlike enich manperfoon, het waer neve of vreemde; upten hove liet benachten of flapen, dat men waerachtelike betuyghen mochte mit twien of mit meer, die fel haer woenftat verliefen, ende dat hof ruimen binnen tien daghen daer na. Item wair dat yement vanden Beghinen enich van den Meeiier- fen openbaer confuys of lachter dede, doer haer fel- v'en of doer haer vriende, of weder voeren in woer- den of in werken , dat iï betuygen conde , fo fel ii dat beteren bi vier vanden outiten Beghinen , of il verboerde dat hof. Item fo en fel men ghien Be- ghyn ontfanghen iï en is feitien jaer out. Item ü> feilen die ghemeen Beghinen te love ende ter eren Goods hem dair toe bereyden jaerlics, te minften op die feeilen die hier na ghefcreven itaen, mit oettnoe- dicheit ende innichert, dat wairde Lichaem ons liefs Heren te ontfaen, ten waer dattet haer Biechtvader niet goet ende oerbaerlic en dochte, als in crauche- den des lichaems of in anderen crancheden , dattet jfcter ghelaten waer ; Als up den heilighen Paefch- dach, up ons Heren Hemelvaertsdach, up den hei- $ lï^en
|
||||
———
|
|||||
% 2 6 Rhynlandschb
Hghen PitïtiXterdach, up des heilfchs Sacramentsdach,
ende voert op alle felle Onfer Vrouwen daghe , up des heilighen Kersdach, up iïnte Fancraes dach, up dat hi alfo verfceyden eoemt van ons Heren Hemel- vaert, of van Piuxter, dattet onfen Cureyt redeiic den-ö wefen , voert op finte Marien Magdalenen dach , ende op Alre Heilighen dach : Ende waert dat yemqn meer begheerde te ontfaen dan voirfz is, die lelt dicker ontfanghen bi goetdenken ende raet ha.ers Biecht vaders. Item fo fel men die poorte van den boven des avonts fluyten alsmen nachtlicht luyttot finte Pancraes of eort daer na, ende des ochtens we- der ontiluten alsmen Metten luyt, Ende men fel nyement binnen dier tyt van den hove up noch of laten », ten wair kenlic nootfaken of geemeen oirbair des hoves , ende oec bi weten ende onthief der Mee- irerfen. Item fo en fel ghien Beghyn borghe worden voer yement. Ende want wiScout, Scepenen ende Raet der (lede voirfz, willen deelachticb wefen der goeder werken die die joncfrouwen voirfz, ende die naemaels opten voirfeyden hof comen feilen, die ii nu. ende altoes bider ghenaden Gods doen feilen, fo neme wife aen in onfer beicermenilTe , hem te hel- pen ende te vorderen daer wi moghen in' eerfamen faken. Ende willen defe voernoemde punten ghe- houden hebben als voirfz ftaet , ende op die felve peyne fonder yemens wederfegghen. In kenniifcn der wéérhert fo hebben wi defen brief dair of bezc- ghelt rnit onfer ftede zeghel. Int jaer ons Heren 1403, op finte Lucien dac. 011101}£W Aalbert van Beyeren:
■'■■
j^elbrecht , by Gods genaden Palensgrave
upten Ryn , Hertoge in Beyeren , Grave van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant, ende Heere van Vrieflanc, doen cond allen In- den, dat wi geconfenreerc ende geconnVmeerC hebben,, confenteren ende confirmeren mit &' Cm bneve puyerliken opi Gods willen, alful- |
|||||
O U;P H£D,E?N. 1227
fce eendraehten ende punten als die Baghinen
van finte Pancras upt Hogelant tot Leyden mits malcanderen overdragen hebben , na in- houden der brieven dair onCè jegenwoirdjge brief doiriieken is, Ende geloven voir ons en- de voir onfen nacoinelingen den voirfz. Baghi- nen dair in te doen houden ende te ilarken, m inhouden der brieven voirfz. In oirconde de- kn brieven befegelt rnit onfen fegelen. Gege- ven in den Hage upten 16 dach in Februario, int jair ons Heren 1403. na den loop van onfen Hove. €trMg*n£mi.1tatgnftt)en hwf ban't iaat
1404 |0it öe gemelöe φ$οηαη%ίηχ οαο^ ben ^iflcöop han Mtmfyt oor öebefïigt in 'tjaat 1404,
tyiet nebtnfgaan öe ^atttgof ^efiierfïet$
iian tut $$tgijnï)af/ öfe ih in fagemsfat fyanfc 3[n 't iaat 1467. Katrijn Jans.dochter, m Moeders
, Katrijn Dirks dochter, van't ze 91» 't $tlÜe jaav mail Margriet Hermans Bcg,,nlü dochter, cnKlaraJans dochter,'M-in\bftt<$& BWm.
ι f 60 Gornelia Dirks dochter.
Margriet Jans dochter. 15*64 Katrijn Jans dochter. Jf6f Cornelia Dirks dochter. ΙΓ6Ί5 Katrijn Jans dochter. ifój Katrijn Hugoos dochter, ïfóo Katrijn Hugoos dochter. ■Φ0 naamen fcan 45-2$c0i)iien/ &efo£Ï&c öiii
pmcl&en fótQtl in 't*jaar 1403 aanqmmmn •seööwt /300 efë $e in 't aemefóe ïiamfcïpift ^töe^nitt fïaan / &an öe S-^ec m ijet ia- tijufcgeiaern op^o^cn^iag. 468, ^ 2 ©e
|
||||
%1% Rh'yNL ANDSCHE
inkomfte <Pe ftiBottificti nan oit $&tg§iiï)of öeojoeaett
van ρ zcive >$ jaat$ *7f guliien. 2$ej)aïben oit innotwit Begijnhof. Jjeeffc £te ^ft» Gerrit Pieterszoon, g^ieflet? fit
itailOiinili in *5.Pankras feite/ tlOOJ 6 ^efliji twit/ in öit ^egpïjöf toooneitbe/ een jaarip*
fclje rente gefliciii;: irettieïlie alie jaacen on II? Ïer3iden-öa0 moe ji ngtgeoeelt tooien* VU γ ^uyryn Alkrtfz. Méefte'r Comelis Ρyieterfz.
Cormlis van Noor de, ende Cornelis Adriaenjz. als nu ter tyt Kerekmeefteren van finte Pancraes Kercke binnen Leyden, kennen ende belydcn «ingenomen te hebben ende aennemen mits defen vander voerfz. Kercke weghen , voer ons ende onfe nacomers,die Kerckmeefteren vande voerfz, Kercke welen Tullen, by confente van den Ge- rechte der fel vér itede van Leyden voern, van Heer Geryt Pieterfz. Priefter ende Canoniek van finte Pancraes Kercke voerfz om me te deelen ende te geven, alle ende telcken jaere, op Al- lerzielen dach , zes Baghynen van Geryt Lams Baghynhof, lfaende binnen Leyden opte Hoe- geiants Kerckgraft, elcke Baghyn parfoen vyf dpeyts, daer oï die eerfte deelinghe beghinnen ende ingaen ofte wcfen fal op Alderzielen dach Anno ifSJ. ende dan foe voorts alle ende telc- ken jaere op Alderzielen dach dair an volgende» te geven ende te deelen elcke Baghyn parfoen vyf doeyts, tot zes Baghynen toe als voerlz. ftaet, gheduerende ten eewighen daghen toe. K Des tollen die zes Baghyn parfoenen, allejaers pp Alderzielen dach, gehouden wefen onder die Hoechmiflb tweemael te comen offeren, oick ewelicken geduerende, ende bidden voer d\c zielen van Heer Geryt Pieterfz. voern. voer zyn vader ende moeder zielen 9 ende voer alle zyne '.·.'.· - · vrien* |
|||
O Ü t> Η Ê D Ë N. iïtj
vrienden zielen. Ende hier Vanfoe bekennen
wy Kerckmeefteren voern. vander voerfz.Kefo ke weghen , all wel voldaen ende in goede ge- telde penningen bctaelt te weien van Heer Ge* ryt Pieterfz. voern. den laetilëri penninck fflit* ten eerften. Welcke penningen wy Kercltrnee^' fleren Voern. wederomme gediilribueert endÊ vuyrgegeven hebben * rot behouf van de felve Kercke voern, alle dinck fondéf arch ofte lift. In kenniile der waerheyt foe hebben wy FCefck- meefteren voerfz. defen Memoriael-brier onder- teyckent,ende elcx onfe ttaem mit ons felfs handt hier onder gefcreven Aldus gedaen int jair ons Heren 15-5*7 °P ten 24 ^ach 'n October. Comelis Pieterfz. Quyryn Jlkrtft.
Cornelis Adriaenfz. Cornelis Noófdê. I^aar ban toa^'et nofy een berbe^ernjn·^ PJy.
Sof/ beeï mooier aï$ be tfoee boo^gaanoe/ eii'Begy»hö* «gt meet al£ 4« gui^ftei^ öefïaanbe ι 't toelft Set #ali*3£rgijnijofgenoemt biierb/en omtrent fcc jjionne-ö^ïgge geiegen toa$ ©it begijn- Sof Ijeeft notïj een 5eet moo» nernje/ niet een Soo0 fpit$ torentje*, 't ioeïn'/^egtbe ïfeerOr* lers, 3oofc9oone een naalbe ff/ dl^'et op m Nigni tooren in ganfeij ^oïïanb ge3ien töo^b* Sfn 't jaar rfvtf$ Regent of pater ban bit
begijn jjofgetueefï be 3|eer Simon ftwoutsjbe? toeihe/ toanneer be toren ban ^, Pieters Kerft tofste/ aïö boo^een mira^ï bel)ouben fotèrö: toant op get bebbe/ baar 1$ op ftiep/ quanten geljeeïe b;ofinen ban tim toren neöer flopten* pit ^egtjnïjof pïagt boo? bee3cn ten méefiert beeïe ban eentge ^oog-ïeeraanS en |\?ebifsmi* ten / of ban DtnmeWaisbaen / ttefcooout te toa^ ^ 3 ben*
|
||||
2 $Ö R Η Υ Ν L Α Ν D S C HE
ben. Üet acgteif e * gebefte baiiöeteftfeö^
ten bienfïe ber Mnhmtm/ fete $ittytob€~<&&- mtpMnbt oefenen/ bmt ttngn&üamw w* goiiöeti* Sfttötn if bt gatifcfie tarit/feoert- fiet oprechten ban be füftabemte / boo^ een open* fcaaee 2£oeteg Qtfyuiht. <&®& jjeuben be <βη* gelfcijen jjunne bergabetóttge- in-ti^e te& Eoekery %m& lt te?« B^ &* ÖeMCfite Philips van
door Pni-
Leiden, banitóentog öoben gefjpgo&ett geböen/
lip s van ten bienfïe bee <0eefteïpen een iiofteïpe mw
«aétiLten ?*r£ W^t in $ete ön$} 'ttoeïfr/om bat
■ Set 300 fcfloon en p^tig foa$ be« naam bait
Saiomons Tempel boeide, ^aatenöobenï)a&!i
aan iic^e 2$oeteo/ booi 't gemaft ber 3eïbe <®e#
fteJtj fcen/ een bermaMpen gof ïaaten maata.
ï^elbe Philips, 't5pbe iooojbenbanmn
teftament tn be %atijnftïjc tale gefcfoeeben/
'ttoeïftontemgtoHft/ ziende dac vee Ie be-
quaame en gaauwe perfoonén, tot groot nadeel van 't gemeene beft, de boek-oeffening lieten vaaren ; en genegen zijnde om den genen, die zich in de kchniiTe van't Geettelijk en burger- lijk (f) Recht wilden oefFenen , voort te hel- pen , ten einde zyfbequaam mogtcn worden om Gods Kerke dienit te doen, fyitft 't ^ttlttietf ïief|oebe $$m öaeteg nageïaaten/ en baat4 toe
geftfnTitbe huizinge, dewelke hy dus lang be-
woont had, ftaande by S. Pieters kerkhof: ter tijd toe dat 'er met den raad van zijne teitament- voogden een veiliger en vryer plaats 't zy in S. Pankras kerke 't zy elders beraamt zal worden. De gemelde boekery zal drie floten , en ieder" flöt een byzondere fleucel hebben. De eerfte ileutel zal in bewaring zijn by den Deken' νφ $, Pankras kerke , dié het dan wezen zal : de * Orlcrs Befcluyving van Leiden pag. 117.
ι^,ν. twee- |
|||
Oudheden, 2$t
tweede by den genen die de benoemingder Pre-
benden heeft: de derde by den Kanonik die de oudfte Kanoniksdy bezit. Al wie eenig boek te leen ontfangt zal borg ftëllen dat hy het in zijn geheel zal weder brengen. m ïgft ban be boehen/ 500 aï$e In stjn tef
tamentugtgebjnftt ftmiv, entoelkealtemaai/ betoiji öe ö^iiïtttuiift isot§ nirt ttitgeüonbciitoa^/ niet De gastt gefcfpben fcöarem feanös Heser mé «asoefte» in >t Satgisfcöe 3Φα?& Hiftoria Epifcoparuum.
benige ban be^e boeften / inbsen tottötoem?
bergebïebenbiaren/ souben on£ totopijeibcrimj Uan bit toerft / boo^namentïp omtrent fCeiben/ en |)et liaptteï ban Seibett en ban anbere plaatsen/ $eer bfenfhg 3911/ en teftabefcomen. ®ni)tv jobantge öoe&en reben th: De -oprech- ting vin 't Kapittel op 't Hoogland te Leiden:
verfcheide beroepingen voor booger vieifchaar tegens de eerfle 'oprechting en begeving van S. Pankras Kapittel. Ordonantzien van Pankras Kapittel te Leiden. Oprechting van het Kapit- tel te Amersfoort. Voorrechten door verfchei- dene Biflchoppen en Aartsdiakenen verleend aan de itad Zirixzee, over het gevangen neemen van de kerkelijke perfoonen. ^e^dfbe Philips van Leiden geeft een btp
tiS tuet'ïi van 't Lot des Regeerders , en 110CÏ) fenigc anbere toerden / gefcffteeben j bëtaélffe
t' samen te Eesben tigrseftoifirn stjn in 't jaar Jii7: maar netter en nantuïienrigee ce^to Ifrrbani jjerbiuïtt 3ijn in 't jaar 1701. Jan van Hout, J|e&retae$ber fïab Heiben/
Seeft aïfc oetoerfren ban ö^en Philips aan öe 23oefcerg ban ^eiben bereert; £\\ $\M$ öp be Sebcl bcr 3eïbe ^oefterge met otedij&e letteren Ψ 4 ïrt»V
|
||||
2,32. Rhy¥landsche
Imtmfngbm. Ifcaarober Boshomius. inxM
KX^ nag^n l^tT^mcv öf f*** *ft» Wfl«t nocö tt«e
^- Siif^ ^Wöeïeflen : na. kloofter tientig|£. Agathaas en & Margaretaas &on*
a.indeftads bent;/ öci^gaar ban $. Auguftinus <gb&er,
«ftcn. $et eerffe «met Set nietten ban befiaobe*
metigt; öet tteeöe $iiiia^ïaiiöen beéanöerfc
In r jaar f 14Ö0 had Paus Pdus II verlof se-
geeven aan de Overfte en de andere Kloofter- zufters van S. Margaretaas huis, 't welk op ee- ne vochtige plaats by de poorten van Leiden gelegen-was , en bloot ftond voor de gevaaren van den oorlog, om naar een gezonde en ver- makelijke plaats, Rodtfibmggenaamd , en bin- nen de Parochi van Leiderdorp eeleecn, te mo- gen verhuizen. müwmhobm geeft te Beften'een napel a^
fïaan aan öeBifeö»öw^e: baar be ^ίΤφώ I i rn mc mi öei! ÖöÏ5^ gerecht imerüen/
Kapellen. MtgJWBm ïpomh m töpönm itan üc«
üapeïle imerö jaarip? mbktt op ben eertieu
JOnÖaö m ijtt feefl ban ,§. JTan den Doope»,
Jlecjj öceft Yr in hemtenbmftm/ Wc6*
aL^ff7 ?< ^ Hübens *** W"
^nnürij tengniöifieii fc^ sta men fiet af>
feritoel ban £, Hübert in be jjebei ban 3eftere
Öni^ngc pionnen, , ,
tMhafa» JMn öeeft eertgttf f aafïöni3en gepk
s.jakobs" λ'« ^Jakobs gafïguiidf/fïaanöe ean De 1100^
Gafthui,. 3göeban oe ^teeufeönnc feïming ober öe
^flcrlmrjpfaa^-^u0öe/pïa0trn be #efa*t*
men ban tonqioflelle Jjuiine fterftbiaifön te
bernefiten. #et ïjab een «eritje met mi fait*
t Ex Compcndio Annalmm L* Wadding.
|
||
O XJ b Η E DE N» 2,$*
5«i toren/ 't foefó tot nn toe in toefen $ ge*
öïeeben, $a get beranberen ban be regeering $ get in een 300ge!taarabe 'Soog-galle beran* bert: baar aïle^&at be 3$o!ietoebernaanging/ plagt öesigtfg't en met een ïoot gemerlft te too#en. jfiaar na bat 'er/ bg aanluafeg ban be neeringe / een ög3onbere ï|aï 11005 be Sa* fieng en geinen geuoutot i§/ too;fr getgerneï* be <©afïgu$ aïleenlp booj be ^aai-galle ge* gouben. $et <GfefHjtti£ ban <a λφρα&ι/ 't focïft o.L.vrou,- bOO? Klaas Reingcrtsz. en be&clfë ftltt$b;oufo w™ Gaft>
Machteldvan Zyl gefficgt i£ m 't jaar 1403/huy* geeft op β. Pankras nern-güaft bn be 2$nrg
giftaan, jjlaberganb ψ get 3&ee£gu$/ 'ttoeïit aan ben meutoen ïlijijn plagt te fïaan/ in bit <£a)tgu$ obergeö^agt j en metter ttjb merne* ïp Vertimmert en bergroot <Pe mfsomjïen tan,t3eïbea5afigni^3ijn^Katharinaas<0afi:i
gn$ toegeb^en. $. Lysbcts<0afT!)m^/!nbe^ontoen-Ramp/s Lysbew
omtrent be &ïji)ttgönrger poo# / be3*jben φ,03111"»»· Urfulaas ïiOiibeilt gelegen / lÖbOOJ Johan Dirk
Koenensz. etï f Katrijn Tcden zoons dochter,
geffcegt in 't jaar 14.18; ^n 't3eïbe moefï een
otlttt getal ban 3ieite/ onbe/ en eerlpe bjou* toen geger&ergt en ban 't noobige ber^gt tooien, SN boo^noembe fiiegter^/ bit <i&afï- gu$ opgeöontot geböenbe / geööen get selbe aan ben töaab ban Bleiben en aan ben Pateren Mater foaü £. Margaretaas ROnbeilt Opgebjaa*
gen en obergeïebert: met öefp^efc bat be fóaaö
boo^noemb ten aiïen ttjbc tfcoee tyoome en eer* *i)«e mannen 3onbe berden/ betoewegetsek ρ Van Leeuwen Befchr. van Leiden p. {;. /
* Zoo fpreekt Orlers in zyne Befchr. van Leiden ρ. ι ji.
f ? · be
|
||||
234 Rhynlandschb
be gtn$ $onben JbtfUmn en vcgecvm: m t»e
boo$ftï)$tU Mater, tnt tot J&oeöer ban t «éaffc gn$ aangefïeit im'erb/ in alief $onben §ύρηι jpa be öeïsenoe ïanöberoerten ψ Jet hmtitgm fconbent ban £. Urfuia aan 't geibe €>af$ju$ fefjeeöt. c #en ro jlaart tf$j gttóen bi
$ee$-baberen 8et l^ou&en <0a#p&#eto&t$ en be arme l^outoen / bie baar oiikrijpèe» tOfCrittn/ tn & Lysbets <&&ftljüi$ Oberg&jagk
Φΰ& i$ get Üeïaat^-öu!^ / 't toern eer-fi tuu*
ten be fïab grielen toa$/ tó £· Lysbets &φ
|ιι$ tngelijft. Φι hn$ $ijn be mftömflen ban
beibe bit >4fraft§ut$en/ en'ban 't |&elaat$jH#/
onber maïlianbee beemengt/ en in een gefraat
ten.
^ Barbamas <$»aftgm$ fteeft: aan ben oiibtn
s Barbaraas $\jgn o&^ get tegenujas^öige Mttgljuig $&
Gafthuu, ftaaUt 3|et jja^ een j^aa^n en netten toren/
met eene na^eïie / iti be foeïne be fóatolpe
tebbienften jpiagten beiTirfit te too$eit
3Pg jjebben een j^eöerbnitfegen b#ef/befoefr
fce 'bgjbog^ na «$. Vaientinus bag in 't jaac 1411 geteltent φ: toaaetn Foppe Dirkszoon en Floris Heerman , ^roepenen bet* ftüïx %ti* Um/ beïtent maanen/ bat boorgen op |ec bei^ 5oe« ban^· Barbaraas jufferen beifcöeenen^n öe üerMieefter^ ban &. Pieters ten / en öe <éj?#Qtev§b&tt&. Barbaraas ïionbentj enobei' 3enere pinten ■/ taRenbe be napeileöer geinen öe 0ifteren/ en ben feeftbag ban g>. Barbara, ebee een gewoonten φ*. t3r?1f ΙΟ?*] &ιτΜ,ϊ00η en ^r/i Beerman,
Schepenen in Leyden, oerkonden, dar voor
ons qüamen die Godshuys - meefïeren van Sr.
c prJeis pag, ijj.
1 n*__
|
|||||
/
|
|||||
Ο υ- o η % m ë ν. %j f
Pieter, alfe Claes JenfenFop foon, Barihokmeus
Tmnfinfion·) Gerritfmemfoon, en Flor is Paad- fen Joon, ende geliden, dat die Suiteren van St. Barbara hem goede bewyfinge gedaan hebben van vier pont , drie Tchellingén , en vyf pen- ningen Hollancspayements'jaers mee enen Sche- penen brieve, die hem . . . . Fiom Heevmans vjyf ende Cathryn Dirck Lóenen- foons a'lfe Be- waarders nu dertyt derTufterfchap voorfe. over- gegeven hebben, elck methaers voochts hant, des Tullen die Godshuysmeefters voorTz, pf die het namaels weTen Tullen, hier boven doen en bewaren alle alTuleke punten , als hier na ge- fchreven ftaen: In den eerften Tullen fy doen houden alle jaer
op finte Barbaren dach volcomen hoochtyt, "als- men in dubbelden Teeften is Tculdich te doen, dat is te weten, des avonts te VeTpéren, en op haren dach te HoochmifTe te laten dienen mee wieken ornamenten, Ëertsdiaken, Subdiaken, ende den ProviToors, alsmen op St. Elifabetfc en op St. Catharinen dach plach te dienen. Item (b Tullen die Schoolmeefters met de Cho-
ralen van beyde Tyden van de Choor te VeTpé- ren , te Metten, en te Hoochmiffe konten, en- de die ProviToers ende Dienaars Telve kieTen bf aenCureyty en deTe Hoochmiile Telve doen op c hooch autaer, ende deTe Miiïe Telmen doen roet drien .... met Te Beunt, en met Lau- ^i en men Tal tot allen getyde Téeft houden ketter meefter organen, en met dat befte wie- r°ock vat j als gewoonlyck is , ende rot allen getydeh Talmen Tetten twee ftal-keerfwrapt hooefh. autaer. Voorts Talmen tot allen getydén beye- ren met alle de kloeken , a>lsmen feeftélykc
mach Item
|
||||
2j6 RHYNLANDSCfcE
Item men fal een fermoen doen onder die
HoochmirTe van de H. jonkvrouwe finte Barba- ra, des fullen die Godshuysmeefters geven den Cureyt thien groot, en daer voor fal hy die ve* fper met die mme en dat ferraoen doen, of y* mant die hy 't beveelt van fynent wegen. Item die Provifoers des avonts te vefper, en
des ochtens ter mifle elks twee groot. Item die Diaken en Subdiaken elck twee
groot. Item die Schoolmeefters te farnen van de drie
getyden voorfz. twaelf groot. Item den Organiit van de drie getyden voorfz.
fes groot. Item de twee Kofters elck twee groote, daer
voor fullen fy doen alfulken dienft, als tot der Hoochtyt hoort. Voort fullen die Kerckmcefters alle jaer me-
mory doen der Sufteren van St. Barbara voor levende en voor doode tot fulcker itede, alsmen hem wyfen fal in St. Pieters kerek, endc tot dier ftede fullen fy doen fetten vier ftalkaerfen, ende defe memory falmen doen des Sondags en Manendachs alle jaer na St. Barbaren dach , ert men fal geven des avonts des Cureyt, en fyn medegefellen , en den twee Kotters elck vier penningen , desgelijck elck des ochtens vier penningen. Item elckenCapellaen behalven die vier Die-
naers voorfz. tot vier en twintich toe van de oudfte Capelryen elcks twee penningen des a- vonts, ende twee penningen des ochtens, die daer te memorie komen. Item alsmen defe me- morie doet, fo fullen dieKerckmeefterstot dief ilede, daermen die memorie doet, doen bren- gen in broode een pont Hollants payement, des fullen
|
||||
Oudheden. 2.37
fullen die achte broode wefen van ene groote,
ende die Bewaerftens van defe Sufteren voorfz. fullen dat brootdeelen den armen , daerfymee- nen, dat het alderbeft befteedt is, ten ware dat dieSufterfchapverginge, fo fouden die Kerck- meefters dat broot deelen in rechter aelmiiTe, als gewoonlijck is, en alle defe pointen en or- donnantien voorfz falmen van Stf Pi eters wegen houden en voldoen tot euwigen dagen , t'iy dat die Sufterfchap voorfz. vergaet of ftaende blijft, ende waert fake dat tot enigen by enige Kerckmeefters vanenige punten voorfz. verfuy- meniiTe in gefchiede, dat Godt verhoeden moet, fo fal die Cureyt, of enich van den Capellanen jong of out, dit met recht mogen eyfchen op den Kerckmeefters, als dat geeftelijcke dair of betaemt, desgelijks fullen dat die Sufteren mo- gen eyfchen als voorfz. is. In oerconde defen brieve befegelt met onfe fegelen, intjaer ons Heren 141 it des Vrydachs naer Sc. Valentyns dach. 3ftt 't jaar 145-1 geeft Willem Dirksz. van
Poelgeeft , ^itfttt / ttnt M%M$ W ^. Bar- baraas <&á(öéߧ 0ftkfyt} $oo al§ in oen ïáú*
SMöeti tyitf fywbtt uötgeöauftt ftaat: J^n den name des Vaders , des Soens , ende desJtunfatk
Heylhhén Geeft, Amen, Ie Willem Dircxs van varj een . roelgeefiï Priefter, doe kondt ende kenlic alle StBar>oaraas den ghenen die deien teghenwoirdighen funda- Gafthuis. c*e fullen fien of hoeren ieefen, hoe dat invoir- leden tyden Clais Willemfz. myn over oude va- der , hadde een Capelrie gefticht inder kereke vanNyeveen, en hadde dair toe ghegeven hon- dert en tien fchellinge, een pont s'jairs, dair nae
|
||||
238 Rhynx*andsch<e
nae om twiedrachc die dair of gheviel in der
JVlaegfchap om der Collatie willen ., foe heeft 'Dirk van Poelgeefi myn vader,, by eonfent der ghemeenre vrinden en des BïiTchops van Utrecht, gemaicl; een ander fundacie, en heeftfe begaeft mep renten, fo dat die ibmme van de renten van defen fundatie belopen hondert en twie-en-.tach- tigh fchellingen en vyf Philips fchilden en vier grooten sjaers , en alle defe voirfchr.eve renten die inder fundatie ghetcykent en bewyft fyn, ftaen op Veen landen,, die dair itaen bepaelt en ghenoemt in den fundatie , fyn laten bliven legghenvoir die .pacht, wtgenomen drie pont sjairs legghende in den Ambocht van Nyewe- coop, eneen pont sjairs Iqgghende in dieSchoot- mer Ambocht van Nieweveen, en hebben be- leghen als ie hier nae bewijlèn fal En op dat die Capelrie voirfchreve ymmer niet vergaen en toude, fo heb ie die verlove renten by eonfent des BuTcbops van Utrecht,, en wil in verlate- riifTe mynre fonden en tot een falighe ghedenc- keniiTe myns fiels en mynre ouderen iielen, en Alle der gheene die myn .goet ghedaen ^hebben, weder maeken, iïicjiten ende ordineeren, we- der maeke, (lichte en ordrne defe vergaeneCa- pelrie tot een eeuwighe Vicarie in St. Beheren gaflhuys tot Leyden, in die eer e Goidts, zynre Mos- der , finte Maertenj, ende alk HeyUgben^ die men verdienen fel met twie Miflên ter w.eeck in den > ^gafthuyfe voirCchreven , en tot defer Vicarie gheve ie &\\ bew.yfe drie pont sjairs,, die gele- ^hen fyn in Ambochte van Nyewecoop , op feven ackcren lauts , ende 'h ie ten Dirc Coppiers faet. . ...... . ïtem een pont sjairs legghende in die Schoot.in den Ambochte van Nieweveen op
vier ackeren lants. +". ,. .„ . Item een weder Jants
|
||||
Oudheden. 239
lants legghende in den Ambochte van Oiits-
hoirn , welke weder lants legt voor twintlch morghen.....Item noch vier pont sjaers op
een huys en erve binne die fteden van Leyden.
Item fo benoude ie an my machte die Vicaric te vermeerdere alfo dicke als ie wil, en alfo langhe als ie leve houde ie die Collatie en de gifte der Vicarie voirfchreve an my, en gheve defè Vicarie althan Jan Jrentfz Clerc , myn neve diefe bedienen fel of laten bedienen als voerfeyt is, en nae myn doodt zo fel die Col- latie en ghifte komen ten eeuwighen daeghen opten rechten oer ende erfnaem der heerlyck- heyt van Poelgeeft........, Rudoiphus mffdjap ban wtsetyt geeft öe3c
Wijting htlnfliQt in 't jaar hjχ. €m Qthtutt ban bit safiQn$ # tljmg be
öcrgaberpïaat^ oer ftai-meefïcren: ban een anbet pöeelte $ be tfn$$n-fyült gemaant, €n fcöeberom een anbee o;ebeeïte fcjo^bbooj een pa6jju$ ban hjoiicn tn Mooten of feftaairébeï* ten jefyitilk ïfet iirjfÖe m 't ïaatfïe foa£ β. Catharinaas S. Cathari
mfï§\n$'; 't foelft in onberbom / fcjjoonjjett .naas §aft-
tan 't gebonto/en in rpbom/ be toon boben UIS* jgfe be 0afïüiti3eii föanbe, ï|et fïaat m be f #e-jfcaat / en ffteiit 3icfl ban baat* tot acfo te? aan tm &öÖ«* ^ct $ 3ö« ö^0in berfeönïbï0t aan jfjet ge*
*%t ber Steenvoorden * befajelfie jjet jeïbe aï ojtt be 5-0° jaaren niet innomfïen bootten / «1 er eene bilarn opgereeïjt öcBBen, iet jet JJ pijjitt unt eene öe-eebigbe torftfariiige ban je%e 3cee ottbe ïuiben; fcoeïfte bernïaring on- op? be oobe fyteben en panieren ban 't selbe δ«ψ genonben &o$b, 2®aw a$ 'et: tttfltgen ben
|
||||
240 Rhynlandsche
öeil Hfettt Johan Steenvoorde, rn Jakob Uten-
Enge , ^afïooj» en Eanbnommanbeur ban iie
€Utitfcï)e o^ber te llltrecljt / gefcï)il ober get begeebcnbao be boo^noenibe bitog gereden ina^i öeö&en be gemelbe onbe luioen/ 30^ baag^ na jj&egöag 1368/ boo^cjiont/ ^r# penen / en kaatsen oer (fob 3ieiöen met g^ fïaafben eebe berbiaart/ bat be Steenvoorden m Jptnne boa^onöer^ bit ï)u$ aïïereerfÏ ugt ganne goeberen begiftigt gabben &aar plagt bebjaart te tooien een onb w
gifïer/ op franeijn gefcfeeben; fcuaar m aïïe öe oube fyieben ban bitgafïï)n$ aangetefeenö fïonben, <$uber anberen toierben 'er be af^ fei0tm ban ttoee onöe b^ieben bertoont ©e étvfté en otibfïe b^ief toa| in 't iaat* «388 0^ gefïeït boo£ be 30etgeeber$ ban be fïab %é hm-, en betoatte eenige Miren en fiatniteu/ öctöeibe öeesen gni^e boo&jefci^eeben buerben. ff f| onber anberen; bat 'er niet meer a$ tujee Proveniers, $00 lutben be fcDOO^betl / en prove-
nief(Ter jonben mogen tooonen> bat er geen
töiee/ of meer / sttfïer^ of fyoeber^ teffei$ 3otiben mogen inltoomen of tooonen: jjorba* m*0 be perfoonen / betoelbe tin bofïe ban 't 1)13$ geïtïeebc 3onben tooien / geMeebt nto# ftm gaan/ en3» Φβ tbirebe feief beïjeï^be een bergunmng ban dUjaaf Aalbert van Beyeren, gebaan DM
bierben ifiugufïi 1401; üjaar bn aïïe be beuitn
en c$soamant5ien/ betoeibe bg'bie ban beil^et booi 't hjeibjecsen ban 't gemeïbe fyni§ Ψ maaitt foaren / of namaa$ fionben gemaaW te fooien/ bebefïigt iuierben. agt ben welben fyfef blpt bat bit !jn$ α
ïang boo^ 't jaar 1388 aeboutot en mtt'w |
|||
Oudheden. 24 c
fiomfïen bootten i$ gefoeeft. mt fcgijnt oofi
reni05in^ te fflpen-tipt $. Catharinaas fogiel*
Ie; en ugt oen toren/ ban mfftem opgemet*
$eït/ öie 'et ober urn mmiQtt ban jmmi m* ftaan gebben* f Omrrent deezen tyd , get 31)0 be iüOD^m
ban Henricus * Thaborira , waren in zeker gdthuis te Leiden, zoo als men althans geloof- de, de reliquieh van de H. Cathafina opgeflp- ten. <®t$t reftquien imerben boo^ be Boben
ban 't gaftj)n# naar beifrljeibe teften ge* fyagt· H^aar in bit toaarfcj#nlp beoogt towrb/ bat get gaftgu^ boo^ be aaïnnffen bec geioabigeit/ befoeïneoan be3ereïujuien boo^ qunmen / een öeffcigen opgang 3onbe maaften. $au$ innocentius V geeft op get behoeft ban ben Regent en be ö^oeberen be&eiben öaftlji?!^ toegcftaan/ bat 5e boo^ gnnne napei= je wn eigen ïmpeliaan mogten gonben/ sijtibe bereibtüiïïig om gem op gun eigen inaomcn te «iberjouöcn: en bat b^rlbe mapeilaan be HfiTtbienften booj gen 50'tibe bemcgten / en min öe ^anramenten jonbe bebienen èet φ raift ban be öuHe tuojb nocg ten 01115e ban f <&aftlim$mttfm§ bebjaart/ en té ban ben wigenben infjouir: I»NocENTiu8'(4)Biirchopf de Dienaar van
J^ods dienaaren, wenfcht aan den beminden öinchop van Urrecht de zaligheit en den Apo- «oliiichen zegen. Onze beminde zoonen, de Upzigrer en de broeders van 't Arm-huis te rc,dc*> onder het Bifdom van Utrecht, heb- ^n ons ootraoediglijk gebeden,' dewijl zy eene l ?,'e 0r,CIS pjg· u7. ïzs.
Vnrgo, hb. 7. c. 5.
Φ la-
|
||||
242 Rhynlandsche
kapel in 't zelve Armhuis hebben, dat wy hun
verlof zouden geeven om ook een eigen Kapel- laan in de kapelle te mogen hebben 5 te meer, nadien zy bereidwiUig zyn om den Kapellaan uyt hunne eigene goederen genoegzaame in- koroften te bezorgen. Zoo is het dan dat wy, willende deeze zaak aan uwe befcheidenheit itellen, die de Biflchop der plaatze zyt, door dezen Apoftoliflchen bevelbrief gebieden dat gy den Opzigteren denbroederen voornoemd,indien zy't gene zy aanbieden werkftellig maaken, en zoo gy het dienftig oordeek, hun verzoek in- willigt, zonder iemands, recht te verkorten. Gegeeven in 't Lateraan, den 16 Maart, in
't eerfte jaar van ons Pausdom. Tot oirkonde dezes is ons zegel aan den tegenwoordigen brief gehangen. Gegeven op den dag van de ri Maagd Jgatha, op 't uur derTertien, of daar omtrent, in 't jaar des Heeref 1368* m ©riten m Set gtagtötd ban £. Pankws
te %tton geö&en op jfjet mpch Ut &ξφ nteefftmt Dan %tMn öe$e gaufifdpe firot öeïjoojïpotttiersocïjt/ enöooi öe boïgeniïe ge^ tuigentfTe goe&ge&eurt: Wy Deken en Kapiteel van S. Ρ ankras ker-
ke te Leiden maaken, na voorgaande groete- nis, allen den genen die den tegenwoordigen brief zullen zien bekend , dat wy op het ver- zoek der befcheidene mannen de Burgemeclters der ftad Leiden, gezien, gelezen, en met ei- gen handen behandelt hebben ecnen brief van Paus Innocent ius V, met een looden zegel, e" met een kennipdraad naar gewoonte bezegeld· t Hier is cene misrekening van een ganfche eeuw ; ifc*?
Innocentiiis V. al overleden was in't jaar 1276» , |
||||
Oudheden 24$
Welke bulle niet doorgefchrapt, niet vergaan t
in gcenen deele befchadigt, maar tenemaal gaaf, volkomen, en zoo als ten eerften aanzien bleek, buiten alle achterdocht zijnde , deft volgenden inhoud van Woord tot woord beheltde: Innocentius, BirTchop, '$$$. $]$ ÖDUClt» 3fn*t jaar 1411/ op fa Snetaa^-öas / #*#&., wwf
tuflcftcti oe majefïeaat ban %cibm ban öe ee^n 't zeive tltttant/ en Ζ weder Kubbink %mWwmméW Zmuh
bcue banfce<Pn!tfeïje ïliöber-^öct* te ïltrccfltvcllccilt!·
met Simon Janiz. van Naaltwyk Bontttiatlöeue
ban £4 Piete» s htvhe u %eibm ban öe antiere
fecnt / öct boïgenöe beslag aangegaan -, fcoaar in aan fa Katharinaas <0afï8u$ toegefiaati foierö een toftfjof te mogen gcöörii : 5 CHouf , Schepenen en Rade der itede van
Leyden, doen condt allen luyden, dat wy overdragen zyn met Heer Sweder Kubbincky Lam·* Commanduyr van Utrecht, Broeder derDuyt- fchen Ördre, ende met Heer Simon, Jam fooii vanNaeltwyck, Commanduyr enCureyt tot St. Pieters tot Leyden, Broeder derOrdre voorfz* van fulcken pointen, als hier na befchreven ftaen. Eerft Co hebben Heer Sweder Lant-Comman- "uyr, en Heer Simon Commanduyr en Cureyt v'oorfz. by content en rade des gemenen Capit- féls, dat geleyt was teThiel, in jegenwoordic- "eyt der Commanduyren , die in dat Capfttel Jcrgadert waren, ende die gemeene Broeders «es Co nvents der Duytfcher öerden vari "Tbiet geconfenteert en kennifle gegeven , dat men *yen foude dat Kerckhof van St. Cathari- nen Gafthuys te Leyden , behoudelijk fülckef punten te gefchieden, als hier na volgen? Eerit dat men op dat Kerckhof voorfz. niem&rtt be- |
||||
i44 Rhynlandsche
graven enfal, dan die van armoede fieck in't
Gafthuys voorfz. comen, en van armoede daer in fterven , hier mede zyn uytgefondert die in andere manieren in den voorfz. Gafthuys woo· neh, en daer in fterven, want die fal men in hare Parochie-kerc t'iint Pieters graven. Voort fo fal men niemant anders op den voorfz. Gait- Jhuys Kerchof begraven, dan die arme en fiecke als voorfz is. Item fo fullen dieHeeren van St. Pieters Kercke, alsdieCommanduyr ofCurey- ten zyn gefellen vanDuytfchenOrdens wegen, die fiecken aldaer die Sacramenten miniitreren uyt St. Pieters Kerck, als gewoonlijck is, en begraven die doden , als gewoonlijck is , en niemant anders, ten ware of die Commanduyr of Cureyt enen anderen dat bevolen van zynen wegen, &c. 3Mgen$ etttïjmbfdjnft ban Georgius, 'W$
ftïjop ban iltrecflt/ i# ijitt oon eene ^tftarg geüjeefi ■%ü*t jaac ij74 geööenbe <0afï&n$meefïe$
(tol «§♦ Katharinaas <$afïgtii£) ban !&£#*
Aalbert Janiz. fëtftfttK/ en jan van'Endegeeft, ül$ ü«tboerber$ iat$ ugttvftm toüïe ban Erm-
gard # van Leeuwen, ontbattgetl be fbttlttte W
324 Garoiusjrjfuïöen^/ ban 40 gtooten'tfïi$/
tot behoef ban ösit 0aftï)ni$: boo^ toelne ptw ningen be <B3fiïjM$-nmftk$ benennen Wi gaar en boo^ ijaate nakomelingen beröonöefl te 5Ön Om Hl &, Pieters Kerft I aang>* Niklaas
mtmt l te laaien ieesen be giffen/ bebtfRtf
öe onberéen b^ienbenban Ermsar4 van Leeu- wen gefricjjt Jjabben. jftamentïQft ttuee &$$* ge Jpliffen tee toren : be eene be$ Dingébw/ * Dezp was de zufter van Willem van Lecuwnu
, ter
|
|||
Oudheden. 247
ttt me ban 0. Anna .· be tfoeebe/ 3pbe cm
3ielm$/ be$ b$bag£ <&n moeff be J^ieffrr öau ooit ten grafce gaan. $ooj icöere jjè$ $ouben 30 jaadp^ geeben 4 Karolus gnïben^t $oef)bjaren 5jq berbonben omjaarïp| te ïaa^ tm boen ör^ie eenmige jaargettjben met Mavp fax: en aan ieberJ^iefïer ban ^ Piecers teft/ tot 32 toe / 'g abonb^ en ·$ mojgen^ te bee* ïc« een oortje: boeg beÉommanbeut7met3|jn thjce peeren/ en be<^jpperftofïer/ 3onben buö* öeïb tietfeïjpngelb genieten. $ töbonb^ 5onben öe ^ieïgetijben gesongen touwen met 9 ïeffen ; en f mojgen^ on fjet boojfcjfêeeben outaar 4 Haffen gebaan tooien* 3eöee $$itfttt 3öube booj get Ïee3en ban be $&$/ en booj beviel* getyben / treïtnen ζ en een öaïbefïniber. <^oit 3ou&en bet? $'abonb£ onberbe^ieïgettjben/en 'I mojgeng onber be Juffen/ 4$5egtjnen ban & Pieters neriï ten grabe 3itten/ en ieöerfieö? öen eenen fintber. <Pe <0afiijn$raeefiei$ ma* ΜΠ Klaas Oom Janfz. , Hendrik Florisz. van
Waflenaar , Adriaan Kiaasz. , ïl&eefïet* Floris
van Tol.
$aber}janb 3jjn aan bit <*Ê>afïï)ii$ be initonv
ίΐεη ban ïjet Moofïer So^en/ en ineec anbete goebecen/ gegeeben, Φοϊί i$ beftetR mettertp ^öi'oot ten bienfïe banbej^ieubje gesinblje^ ^oft 3ijn 'er noeg tfcoee nieufcoe tohje$ aan* ö^immett / be een op be jlaren / be anbere JjP&e iDaatb: maar öet ïaatfie/ boo^betoau* önmgöeïïoot^genaamb/ $ tot noc| toe on? Wimmerb gebieeben, |
||||||||
*ffteit Ijab ban onb£ tfoee boeien ; ftcibc ^l
|
ocicn»
|
|||||||
J^w bermaneïp enmetöoomen beplant, botï}
^3Önnabeeganb aan mamatiber gebjagt/ eu wt eene ®oeïe gemaakt i ^ebbenbetoeer^ftan^ <® 3 ten
|
||||||||
I4<5 Rhynlandsche
ten een öequaame m öeeeipe 9m$in0e, Φ4
mftz gui3t'!ge/ öebjeï&e int jaar iv8<5 cier* ïper opsdjaalt en bertimittert i$ f geeft een 0roote toner/ baar öe<$>raaben ban l&oUanb ugrgefcpöert ten toon paan, %\\ öe tfoeeöe t^boojöeseneenefèapelgetoeefï: öe&eïne notj eemg5iu| öe onöe geöaante ban een ïtapelle Ucrtoont, &an ouö$ i$ l)m een *0siöe opsjc* recfit/ om Ijet roer / en öe baet - en fjaoö-öooo/ te ïeeren öeijaiiöelen/ ttoeïh oen naam ban j& Joris #iiöe boeröe 3[n t jaar 1438/ öen iy SfungV $ aan t $eïbe een jjanöiiefi bergunt? Dat, bit 5ön öe eisen topazen / of by geval gebeurde dateensgevan deielvegefellen ten doe-
len fchietende, iemand raekte encje q,uetfte,dat hy daer aff quam van ly ve ter dood, dat fy daer over niet en verbeuren: maer daer van vry en- de ontlaft blijven. ffiotlj 5011 'er te Eetben ten öegoebe ban fce
armen / en boo^aï t«an arme maagöen en toP ontwen/ berfe|eiöe ^ofje^ geöoubjt gebjeeji Hofjes te Leiden,
$oo£ cerfï 9^ %ofje Jcmfalem , S.e|ïaanfc
* ngt' t 13 gut$Eten$ / en gefejjint boo^ 13 etc* Ipe mannen; ög öetaeme/ inöien 3ogetroutot: iuaren/ ooft .fjwroie broaioen mogten tooonen. i|ier floni? w> nagel/ öeioeme <*5oöe ter ψ öastenifte ban Öe ai|£rï)eüt0fie jj&aacjö en ban öe iT. tfijjofïeien toegeimjöt taa;& gjn toefóe ïuiplïeftet 3|.<0?af glagt te paatn $pöeöt$ ocnaamö/ w\ öatljet baieomentlp geniaa&f t Dat 'er maar 15 fiuiskens ftonden getuigt OiJeis en S van
Leeuwen : zoo ftaat 'er ook in den fundacï-bricf, ftaandc ty Oricrs , pag, 145, Fertaaldtr. - b?3§·
|
||||
Oudheden. i^j
mi naat;'t graf be$ feere teSfernfaïem, <S^it
jjofje/ met be ftaj>eUc / $ gefïteïjt boo,? Wou- ter Komans, Ysbrandszoon j betoeme téSferU* faïem geioeefï ma$ in 't jaar 14.6a : en in 't
jaar 1467/ baag£ boo^ Pi eters iterm$/ eer gettoerït boïtimmert toa$/ tmt get ïeben i$ gefcïjetoetn ©ee3eï/ bebjemeop#aïmen-30n* bag plagt omgeleiöt te tooien / gab 39110 plaat£ tn bit §ofje : en inoefï op gemelben f almen-30ttöas ban onbe mannetje^ / in 't fofje tooonenöe / omgetroïmen toojben : be* toeifte booj grnine moeite met een paar nieutoe fcjjoenen beloont mierben. Sn bit fiofje fïonb eene ftapeï/ be &m$$'
fcapeï genaamb \ in foeï&e ïiapelïe be €ngeï* fcöen tegentooo?big teïien* 23g * Orlers itan * Pi>g* m?. be leeser nocij een flnlt ban Wouter Komans teftament binben* Sion beftaat ugt 14 &nfëje$ booj 14 arme sion»
ouaemannen: ögöememe §«nne b^onbjenooft mogen intooonen. ®it jjofje / 't meïfc baoj ben fóioöer Hugo van Zwieten, en lEeb^oum Lutgardis van Boshuizen, gefticljt i§ in 't jaar
1480; $ naberöanb berplaatft op be ®m*
iocn-ftampi ter pïaatse baar β Pieters begijn* &of bjel-eer öab geftaan. f η &. Stevens gofje ftaatt τ$ gn$je£ boo^ SStevcn8
13 arme mannen en Jjnnne gui^b^outoeit «©it hofje. Sofjei$ ÖOO| benï|eci* Willem vanTetrode, en
3JjneÖUï^onbjChriftina Arentsdochter,Ög ηψ terften miiïe gefticjjt in 't jaar 1487. 3% W^
ïcn Jjier be fïicïjting ïaten boïgen: ÏN den naeme des Vaders, des Soons, i»i« //<?y- Fundatie
%k» Gm/ê, ^»f». Condich zy alle luyden **"sSj;*£"
dat \vy Willem van Tettroede cranc in den lio haeraj ghefont en machtich inne vyffinnen en· <& 4 de
|
|||
24S Rhynlandsche
de verMant, en Criflyn Arenis dochter, cloec en
machtich huns redens en verftant , geechte pairfoncj poirters van Leyden mit onfenvryen wille en wel bedogt en mie goeden voorfinic- heyt gemaeckt en ge-geven hebben, maecken en gheven tot ewyghe daghen uyr. onfer beyder guer , die ons Gbdt verleent heeft, puirlicke om Gods wille, en totrer eere Gods en faliger maget Maria^azx twalefFApoltelen en alle Gods heylighen, alfulcke huyfinghe en erve als wy hebben itaen te Leyden in Mariendorp in onfer liever Vrouwe Prochie tot behoef van 1$. ar- me eerbare mannen, daer in te woenen die van goede fyn vergaen, diemen daer fal aenneemen te ewyghe daghen om daer in te woenen, en ghe- ven hem alfulcke proven als den huyiTe gheval- Jen mach , en waert oeck dat die nran en wijf hadde, die Zal oeck daer woenen 20e lange als die man leeft, en nietlangher. Endiehuyfinghe heeft beleghen andie (yaeDirckFèlbrecbtfzy en an die ander fyde Mr. van fóttroede zelfs, itrec- kende voir vander ftraet tot after in die graft. Inde foe hebben wy ghegeven en gheven noch tot deefen huyiTe behoeft, onfe after camer ihende an onfe huys, daer wy nutertijt in wo- nen , tot aenipraek en beraet camer om reec^ keninghe daer inne te doen, brieven, geldeen boecken daer in te iluten en leggen, en aldaer te fcicken en ordineeren dat gheen dat oirbaer- lick en profijtelicken Zal weefen den huyiTe en erven voirfchreven. Item zpo geven wy noch hier aen een halve
woninge met de helft van de landen. Item een camp lancs van 1 morgen en ? gaerden.
Item een camp lants van4hont en elf gaerden.
Item een camp van. 3 eneenhalfhont enigaer-
^ieii. item |
||||
Oudheden. 249
Item een camp lants van 23 hont en 3 gaerden.
Item 3 morgen en % hont.
Item dar hoefken met de boomgaert 3 hont
en 18 gaerden. Irem hei lam van den huyfeaen de noortzyde
elf honc en 9, gaerden Item een half morgen en 32 gaerden.
Item een huys met een werve en een ftucks
lants er agrer gelegen 1 en een half morgen. Irem 8 hont lants.
Item noch 6 morgen.
Item zoo geven wy tot deefen h uyfen behoef
na onfe doodt, dat groote huys naeft daer aeo ftacnde, daer wy nu in wooneo. Met conditie dat het noyt mag verkoft worden, maer moet werden verhuert , en voor de huer moeten de huyfinge van het hofje werden onderhouden. Nog geven wy na onfer doodt alle onfehuys-
raet, filver enz. om dat dan te verkoopen en het gek er van te leggen aen eeuwige renten. Nog geven wy 5- Rhynfe guldens jareh'jks
itaende op 3 morgen lants, voor welke f Rhyn- je guldens, men op Kersavont zal koopen 13 hemden, voor die 1 3 arme mannen. , Wy ftellcn dan defe huyfinge of 13 kameren Jn handen van de Sancmeefteren van onfer Lie- ve Vrouwen kerke, en bidden hen luyden om Crodts wiile, dat zy vooor de arme forg dra- gen, en dat er twee eerlicke mannen werden geftelt omtrent die huyfinge woonachtig, die dit huys bewaren en forg voor de arme draeen, °m Godts wille. En als daer een arm man fterft, ió fullen die
«ancmeefters en die twee mannen een ander eer- der arm man infetten. En het goedt dar deze bannen in den huy fe brengen, zal daer in bly ven. <® Τ Nog
|
||||
25"o Rhynlandsche
Nog feilen dieSancmeefters ftellen een goedt
eerbaer Priefter, die alle vrydaags Mifle zal doen in onfe Lieve Vrouwen kerck op haerou- taer in de eapelle ten agc uren. Dan Zal die Priefter en die 13 arme mannen bidden voor onfe zielen. Die Priefter zal daer jarelijks van den H. Geeft te Leyden ontfangen 6 Rhynsgul- dens , daer voor zal hy jarelijks onfer beyde jaergetyden oock doen of laten dóen, op eenen dag met 9 kaerfen op ons graf, en 's avonts in Vigilie, en zal den Paftoor ift dat hy te grave komt geven des avonts en fmorgens 2, groot, tien Capellaen met noch tien Priefters Capella- nen of* haer Viee-Capellanen , met de kofter s'avons en s'morgens elek een grootje, den ar- men 6 fttiyvers aen fchoon broot. Noch g?ven wy een pont Hollarits jarelijks,
dat men zal deelen onder die ι $ arme mannen als zy op ons jaregetijde ten grave komen. MllÜt ttl CCWigeOllbe bïttbm Öat ait«^ Ste-
vens goffc-onta* $aUtenïuirjg nocg öesat 6 mtp gen ïaiiHg. &ul$m$ Orlers fjeeft §kt ban out$ een
httïïjt gefban/ in 't toelise oageip$|&$ Ψ lt€$ni fctnerb: maat bat t$ obee menige jaaeeit afgeöjotien. jooften poortie geeft 13 $nipjt§/ befoeÏÏtf
aïtemaaï ban arme bjoufcoen of maagben Ö# tOOOltt tOO^beil. Geertruyd, fcöeOUÜje banjooft
Hendrikszoon, ett Hendrik Jooften met Wil- lem Jooften , οε mftc boot* gaat selbe / Ö* tfoee ïantfïcu ngt ïajl ban jj)tm babec saligtf geöaotcniffc/ Jooft Hendrikszoon, geÖÖCll Dit
§öfie gefiiCÖt op & Geerttuids a^Oilö / in 't jaaC |
||||
Oudheden. 2yi
£. Jans gofje/ öejtaanbe ngt 13 {)u$e$/ SJanshof.
toterb ban 13 arme tyouinen en maagben öe* jê. toDOtlt. !an Stoop Kerilanrzoon , Jfcijeöen
Oer |iaÖ Seiben / en Klaartje Pieters öe bOCÏ^ ter ban Jan Kiarenszoon , fjeböen 't $eïbe ter
eerebanofrobt/ banbeï|.jj&aagb Maria, en ban bei χ liipofieïen/ geffieStopbenitfgfmig/ in't jaar 15-04. ||nnne erfgenaamen fyëbhm Öet recfjt ber fiieptinge ben 3 jfeömar» iföf obergebaan aan Gemt van der Laan, 3£tcen* tiaat in öeibe be tenten / en föentemeeffer banbeftiöbgeffe-Seebe: betoeïne begoeberen en mnorofien merCteip beröetert ïjeeft, &, Annaas IjOfjt geeft OOR 13 fyUifömg/ fa S. Annaas
toeiïte ban * 3 arme b^outo^nerfoonen/ (toebit* hofJc·
toen of b^fïetf) öetooont tooien. %ier nïagt oo& een nernie te fïaan/ 't toein noeï) in 3yn geijeel geÖïeeben !$♦ * Willem Willemszoon j
KIe mensje Willems dochter, en b^OUtO batt Jan Nanningfzoon, met Sophia Willems doch- ter, bie be S^onto toa$ ban Jan Kerftantszoon, gebben t genieïbe jjofie/ a$ ïrmberen en erfS
genaamen ban Wüiem Klaaiz m Hiliegond Wiiiems dochter, m om ήηη ouber^ ngterfïen toiïïe unt te boeren / gefïicgt nm 3 $tagu|!i Ji°7*
Bethanie of Emaus bicgt fcg 't gofje tan Je Bethanie,
ruiaiem gelegen/ en itgt 13 §ui$jm$ ttn ge* of Emaus,
riebe ban 13 b^outoen of b$fïer| befiaanbe/ i$ ben 1 f ban 0ttober 1 f64 gefiiegt booj be ebeie en gob^öientlige j&etaouto Agatha vaii Aikemade, toebnbie ban bemüibberjohan varï Kuilenburg.
25egaiben be gemeibe en eenige anbere gof*
J$/ 3Ön 'er 00« eenige boos onnatolpe per* * Orlers p. 148,
foonen
|
||||
Ijl RHYNLANDSCHE
foonengefïiegt/ betoeïne ögfOriers nagelen
bonnen tooien, ^an 3ijn'er nocg ttoeegofje^;
(Ce toeeten & Baibaraas gofjei 't toeïn Ja-
S.Barbaraa? y.oh Spruit , ttt 3tjiie ÏJUI^JOUtO Beatrix Hei-
0 JC' man, bg ugterfïen Mie gefiicgt geööeu in 't
jaar iöi8. S Salvators & Salvators gofje / fin be ^tl^teger Of
k*0fje# ntentoe ^aariemmet'jpoojt op be öeefïen-maciit
gelegen/ öefïaanbe ngt i4gui$en$/ booj 14 eeröaate toebntoen of maagben. èit gofje $ gefiicgt 000^ be teflamentboogben ban $$m Paulus Klaa'fz. de Goede : betoeïfte 3UÏR$ Ö£
ugterfïen totïïe öeboïen gab op ben 2.5· 9[ung
i5z5-# ï|ettefïament jeïf/ gelpooft be mee* fïe funbaatst-ö^teben ban be3egofie£/ fïaan in ben ttoeeben b^un ban Orkrs. ^e3e Paulus de Goede, anbet^ van der Vel-
den, en 3ijn ï^oeber Kornelis, toaeen tt%tv ben ugt een oub en önrgermeefïerïïjn gefïagt geöooren Wq 3gn Beibegaar in ben telieïg* «en fïaatgetreeben ·, en geeft beeene bepafto* röban|®ontfoo#öebient: beanbeee/ bie^ Salvators gofie gefïicgt geeft / en toien$ afi öeeïbseï baar nocg tegentooo^big ten toon jjangt/ i$ aïtgb-bwirenb binae$ ban be3^ouo toennern te %tibm getoeefï, Paulus ί$ in 't gofje 3[eenfaïem/ fïaanbe on
be Ccïïeö^oet^-graffc/ obeeïebenbeiu 3famta; rgt ι 6t>a* *®t ögnaam de Goede jjafïe gem toon* ber toei: toant gg toa$ een eenbonbig / ogrecgt/ en goebaarbig man, 3Jn geö onber mg berfegei' be ##bi&aat3ien / en gobfynegtige toerlije^/ betoelhe bee3e Paulus met eigen ganbe gefegjee* ben gab. j#aberganb *®n9tt noeg meer gofje^ te Seiben gefïicgt/ betoeïfte ön Orkrs öefefce- ben paan, <$tt t Orlers p* if £ - ip.
|
||||
O U Ö Η E D E N» l$$
<êtt bat in be Hatoipe ψα1ϊαο$ en ^ebie*
naat$ ban %tiïmï opteiie: 3aï in m 't ito;t ee* «toe ïïeibenaar^ bemteiben / betoeifce in ge* ieeebgeit of fyoomgeit be£ lebend uitgemunt/ of 't goo0 005^0 seboett geböen en ooft tmU um op0eeben/ nie ban be anbere &φ$θΐν§ boo^n 3|jn graait, I
Doorluchtige en geleerde Leidenaars.
$an Willem, öen ttoeeben<25raaf banbim
naam / 010 nabeeganb tot Mtfytt toernooren toietb/ en ban 3gnen 300η Fioris ν, betoeiïte teïïeiben geöooren en in oïe obeeftunfj^e boop* bont geboojtt 39η geioeefi / geböen ton in 't SatJjnfcgC Batavia Sacra, tlï giet Onbei'%tiïien/
reeb| bjijöioopö 0enoc0 0ef$oïten* (f)
Ban Piecer van Leiden (of de Leidis) ge&Öett
tou oor/ baar ton be fïicgtingen ban ^ Pieten
IttvWbergaaïben/ 0ef$^onen. Philips van Leiden fïaat in be &efejj$b!n0e
ban & Pankras ner&e en eïber$ bermeïb, Gerrit van Leiden, 0eijJK ίορ reeb$ bergaaït
fieööen/ geeft eentge &ilwv&en in M* Pankras
ImU gefficgt Jan Gerbrandsz. van Leiden i$ ten tijÖC batt
liever Maximiliaan eerfï (Bnbtt-ψ^/ enne*
berganb ooit/ 0eipget0emeenfïe0eboeïen$/ $W ban 't ïtarmeiijten iïïoofïer te ^aariem öetoeefL ï|n geeft 3gnen naam boo^nanientip bereeufotgt boo^ 3gne 3 aaröoenen ·, sti betoeï&e Sn be lebend öec ïltreegrfege ^iffcgojjpen en be baaben ber Honanbfcge ^aaben befegjee* ben geeft; geööenöe tien bolie jaaren ober bit bicrh geacöëibt. <Bo\i geeft ijn be gsfforie ban Sjjïie Φ$& in 10 boehen öefegjeeben: en tin* |
||||
2f4 RhYNLANDSCHE
öeip öe 3|aaröoeïien banöe 'loten ban <£g<»
mono nageïaatettj öetoeifce öeï|eer Amomus Matthieus met aantekeningen opgegeïöert en in 't ïtegt gegeeben geeft % ijeeft fijnen ar* jjeiö en 5p ieben ge-einöigt in t jaar t 5-04. Pieter Blommevenna, 2^ jaami Olïö gefcöO^
ben/ en in öe öefcïja; fire toetenfcöappen $&w
ten boo^tg&ng geöaan jjeïêenöe / ijeeft in 't jaar 1479 affegeiö ban öe taerdör genomen/ eii 3teïj in öe «fcocr oer lartijmseren te ïieüïett bepebe», lï&annfö getogen geeft ög noeg ög oe f o jaareo geïeeft / en i$ toaanp een fpic* gel ban 't goöb^iscljtïg ieben en ban öe €l}& fïelpe öeugö getoeefï delfts tg jfe J^ioj ban 5ij» Honbent/ en <%3igter ban öe <&;öer aait öe&gpnant getoojöen·, en ijeeft öie öeöiensn* gen 2p jaaren lang met grooten lof fcoaarge; «omen, «Êririöeïp i§ gy in 't jaar ir 16/ öaag$ boo2 Φίtoöer / in 't febettttgffe jaar ban 3P ieben / en t negen-en-beertigfïe jast na 3pe Mooffr%geiofle/ naar ι en beter ieben berreifi Pierer MarnefF, eerfï föegnlier üanomuli te Cifonje/ $naoerganoltartl?iii5er te &. Φηχη getooiöen. geif$ t$ ijg tot <0eneraa! ban 3pe «g^öer berftore» / en gefïo^ben in 't jaar 1 τφ6! geïp Johanncs Buzelinus in 3j(jtt * Gallo-Flan-
dria on$ besefteer.
Johannes Gerardus, J^onne^atet*ban 9t0P
ftèrïju$ op fdbttonöe/ ijeeft in 't jaar ι f 44
tmt re$ naar 't ï|, 3£anö geöaan <ên Chri- Hianus f Adrichomius getuigt ban gent Öatgg alleg/ toat gg öaar te ïanöe ge3ten en gdpop fjaö / en'tfoeifte berbtcnöe bergaaït teiBO^öeit/ tiautoïteurig geeft uefrffêeeben. * Lib. τ. c ij>.
* In Faleftinae idtfcrif r»
|
|||||||||
U1--
|
|||||||||
Ο υ r> η κ D e ν. 2^y
Gerardus Tuningius gabeeit30ofneï eit töOtt*
bee berftanb/ batgg niet meera$ bier maan*
oen öefteebt geeft / om in be Hatgofcge taïe bolïeerb te tooficiL <ên in niioöcr al£ bier jaa* ren geeft gg bm ganfciijenlooiJber ftiibien bok ö^ast: 3ïjnöe niet aan 't ftubeeren gegaan booj 3gn een-en-tbjinti#e jaar, ïf g geeft öe ï*eeg* ten in be i|ooge J>cgoIe ban %tibm met groo* ten lof boojgeïesen ; en geeft ooit ban Hendrik den Grooten beeteegen / bat be öewcgte Jo- kf Staliger ï|oogïeeeaar in be3eifbe 2Önabemie niogt toojben. <®ocg in 't jaar itfio i$ ijnte fBmffel/ baar
gg om 3!cg teberluftigen naar toe gereiftfoa^/ tot groote tyoef geit ban 3gne fyienben oberle* ben: 3gnbe in 't fe$-eu-\teertigfte jaar ban 3jjtt leben getreebem t&'$ toierb aïbaar in g>. Ka- tharinaas nerft begraaben/ eii3, Hondrik Bruno ugteeripe ouber^ te Seiben
geöooren/ $ be leerling ban ben gobtb^ncgtiv gen J^iefter en MMvi§ ber ^ebenterfege her* fte/ %er Floris, getoeeft: en geeft in beider* gaberinge / beioeïite te «Pebenter opgerecgt h)a^ / geïeeft met Lubbertus Bernerus. ïÜ*e
bermaarbe Thoma? van Kempen (a Kempis) geeft 3gniïeben öefegjeben/ inineïue öefcg$*
fcinge toonbere bingen ban bee3en Hendnk Bruno berteit bjo^ben. W$ 3uïlen maar teni? ge tooo^ben ban Thomas a Kempis tot eet ftaaïtjeaangaaïen. Daar is een man van eene groote godtvruch·
tigheit en van heilige eenvoudigheit, en een Priefter van eene Eniielfche zuiverheitseweeih dit 1
enwelken ik niet dien voorbytegaan. Ik wil
hem voegen by zijnen eerden makker, en zeer
* Tom, 3. Operum Thomse a Kempis pag. 98. trou-
|
||||
2$6 Rhynlandsche
trouwhartigen vriend en Medepi ielter,den Heer
Lubbertus; en zal eenige zaken,die tot zijnen sof dienen , vertellen, Ik fpreeke van deo Heer Hendrik Bruno, den makker van Heer Lubbv tus\ van dien man, zeg ik, dewelke van Gode He- mint, den menichen aangenaam, voor een ie- der liefdaadig , en niemand laffjg is geweeft. Hy was in Holland geboren ; was een burger van Leiden j en had zeer eerlijke ouders en bloedverwanten. Maar dewijl hy de rijkdom- men en de eer dezer wereld verfmaade , heeft hy de tegenwoordigheit van zijne vrienden ge- mijdt, heeft den Heer al in zijne jonkheir ge- Zocht 5 en is hem tot een hoogen ouderdom, met een volmaakt herte, getrouw gebleeven. Hy heeft onder de gehoorzaamhek in 't huis van Heer Floris geleeft met eene groote oot- moedigheit en zachtmoedigheit ; en maakte zijn werk van de biecht eeniger godtvruchtige perfoonen tehooren, en de Mis met groote aan- dagt en eerbiedigheit te leezen 5 leevende in eene groote geruftheit en eenvoudigheit des herte , buiten alle kommer van tijdelijke din- gen ', onder de broeders zonder eenig gemor verkeerendci eene goede getuigenis door ganfeh Deventer hebbende ·, by de Religieuzen van ver- fcheide plaatzen wel bekend', een oprechte If- raelijt, zonder lift en bedrog ; een duif zonder Igali zeer deugdzaam en zuiver van leven. Zijne oogen waren altijd naar denHeeregekeerd: en ,waar hy maar zijne eenigheit mogt hebben,was hy altijd bezig met het gebed, of met iets goeds te overdenken. Deze zoo godtvruchtige Prie- fter is uyt de wereld verhujft in 't jaar des Hee- re i4fp, daags voor het feeif. van den H. Apo- ilel Bartholom^us , omtrent de klok n. uuren voor
|
||||
Oudheden.
|
||||||||
'S7
|
||||||||
voor den middag, op dén dag van S. Gregorius
Biflchop van Utrecht. Hy is in de kerk van S. fFalburgiS) by de Kapittelhecren van Zut- feen, begraaven. Kornelis Pierer (Cornelius Petrus) <&tttCC$* ïjeer I in oe <&}itftfcljt taal erbaren / ïjceft
CCttiQt Ondervindingen en tegenmiddelen tegen
verfcheide ziekten in 't licht gegeeven. φα^ geeft j)£ van, de verborge zaken en wonderen der nature Qefcfycbüh Kornelis Zwanenburg, ttti fóCCÏJtgQekevbt/ $op oen 12 ban September 15-74/ bgf maanV
tien ijoo^ öe oprecijtjng ban öe ffinaoemie/ te leioen geöoim 3|g toierö / twtl) een ftsnd 3ijnöc/ % jeer deftige jSeefter^ öefteit i m 't foierd toen aï geoo^deeït dat 'er ban gem 111 öe gaoger toetenfegappen toat gord^ te ίίην ittacötcn ioa^ <éoft ö^ft ÖI? 30danigen bootf* gang m de nenntffe der ïtegten te %ntjm en tt ^oiiap gedaan / dat de gooföen der llooge fdjoïe ban Keiden gem/ goebjei seer jong/ m 't iaat* 1.^7 tot i^oogïeeraar aangefteit geb* beu j foelii googïeerfrgap gn 3 3 boïïe jaaren met geooten ïof geeft benieedt. fèg geeft gee* «e feg^iften nagelaaten aï$ een nïein boeltje in töjaalbe/ Ban*het recht vanaanwafchj 't fcueÏÏt te^CI*
ben gedmBt i$ in 't jaar 1633. Petrus Cun.-cus,
fteejjt$0eïeeröe te ïïeiden / geeft tem Ujlww öen t' 3ijner eere gedaan op oen 17 jföen 1630. Johan Banchem, te Seiden/ de moeder der Seleerdgeit/ geboren tn 't jaar 15*40 ; f 23c foinögebber ban oeftinaöemie/ eii3 Adriaan Mathenesjohanszoon, lint een gooit*
föcïe ftamme te beiden geboren/ $eer ban
■D* j»re accrefiendi. t Curator.
|
||||||||
L
|
||||||||
2?s Rhynlandsche
$foattm$ en opmeer/ $ een pmftje ban ge*
ïeerbïjeit/ en^etoinblfiebbee ber Hinabemie %v toeft $an betöe 0030 mannen ban 3ensr boeit/ Alma Sc llluirns Academia Leidenlis, nage3ien
iconen, flgt 't 3eïbe boeïs leeren tog bat öc
fïabg <©berfien ban %eiben / bn Set inimjoen ban befWiabeniie/ op 't p$ ban j^aaïötoijft recgt ober {jetftaöijiïi^/ een groot gaftniaai aange- mijt/ en ben 3eïben bag onber be feeftbagen $tftüt Ijeöben $an ben bemesten ïtoning ber <&oop$#e5m
ben / Tan van Leiden, en ban be bermaacöe fepber^ te 3£esben geboren / 3aï be %tt^tt iofjbïoopig befcïjeib binben bg ben meergem^ ben*Orlers.
Duffeldorp tikteen ^nrgenieeftet'i
ïpgefïagt geboren $ eerft Söbonaat gebjeeft, Jjfeaar een toeei^in ban be ioereïö getitecgm jjebbenbe pêeft fln 31c!) J^ieftee ïaaten fajtjöen, gfiibinbe in een oo^fponMpen b^ief banSas- boldus, batj}£/Sasboïdus, Ol^enDuiï'eldorpin
*t jaar 1608 tot ïüanonmit ban a^ttbnmnfitt; te
liltrecïjt ϊβφ aangefMt i|u toa$ een toefc f^eeltenb pebibant: maarboojrenegbeleb^ 3e aangeaaan/ {jeeft §g 5«n üaberïanbberiaaten. goo $ gg ban te lienïen gaan fajoonen; baar ïfë ölénbig gcpïaagt frnerb ban 3Önc bieïifnnaagb / bie ïjn ben naam ban Hecu- ba geeft, ®it plaageu ïjeeft jjg met g^ te beronibfgïjeit bertyaagen -, en be raa3en> be ïjeïiebeeg nor Ij booj $ijn gebuib oberbjon* nen. Cinbeïp i§ Ijn Ö«tfaip te Heulen #& fto^ben j fjeeft 00b eenige fcifeiften nagelaaten: en bjo^b bg3onber ban Valenus Andrcas en bau anberc ^ri^nbcr^ ge$ee3en* * L Deel pag. j?3. M
|
||||
i
|
|||||
Q V Ό Η Ε 0 Ε '&. 2 ƒ9
fit öooböoeii bet* ^aïknbfeljrteïfe geeft
fijnen lof aiöu^ met feo#e fooo^ben ngtge* De groote Frangois Duffeldorp, Licentiaat
in beide de Rechten, eerit Advokaac voor den Hove van Holland; daar naAdvokaat voor den Hove des Hemels , en verfcheide jaaren Alge- meen -Vikaris te Utrecht, is te Keulen geilor- ven den ii Maart 1650. ï|et geen |)em bo?ber aangaat/ ïtan in 't
ttoeebe öeeï ban 't %atijltfcljC f Batavia Sacra
ttagesien tooien.
Pafioors van Leiden zedert de zoogenaamde
Reformaatzie. ®e Hatoïpen / behselne te Seiben na hm
afbaï ten getaï ban óooo/ en öaae boben/ 0* feergeöïeben toaren/ enonber toeihe bceletpé petfoonen en ban SSnrgemeeflet'ïpcn jjö^ege^ bonben frjserben/ sp eerfï beöiênt öooL; öen ijjwd Pau lus de Goede , een Keibenaai* / altp-
buurena MWmf ban & Mariaas neeïie / Hair toientun öobenaï geloften Ije&Den, ^emtufert! tot ηοοίφηφ toegefï|)i6töe%eer Aamout, öooj öe toanbeïing ïjfeer Ary genoemb/ betodfte öy 't gcbangenp$ toaonbe, ©e ïfeer de Goede ïjeeft eenigen tp ö» jjem ingetoaónt: en $g bleebcn öei&egaar/ naar 't οποί gebluft/ een ïangen taööert blagen. JHaat* aisi 3^ nntge* ïeeft en afgefoerlit toaren / i£ 0mi mt opéofr gcr taegefcïpt I Rombout van Medenblik* licentiaat ftl b£
<&obtïnmbe: {$ toa$ een geleed man /eri Ad- bertus Mirxus geeft cemge ö^'ebhi met ijenr Tap. itfz,
Φ 1 ψ*
|
|||||
2ÓO RöYNLANDSCHE
öetoifleït; betoeïfte ton in 't tideebe beeï ban 't
%atijnfc§t Batavia Sacra # opgegeben jjeuiien, ï|rj fcmerb ten ï)ui3e ban eenen Buitenweg,
een ip önrger te Herben/sebangen genomen} en 1$ baar op nnt be fïab geöannen, ^oo i$ j$ ban naar fttrecijt en ban baar naar 3Mft ge* toee&en; baartj£5pegebangen$/ enbemar* teïboob ban Muiïus, beftfeeeben §eeft <£inbe* lp \§ tjg ben 19 ban J|obemöer / in 't jaar 1641 / te ^eïffc oberleben, fn i£ in $n f a* fïoo$ - ampt en lart$ - J&iefïerfeflap opge* boigt boo^ Rei nier \ Mercator,te <#mmertft geöoren, ^e*
3e Mercator geeft op be jfiïoföfia en <$obl$unb* gefïubeertonber ben öeroemben.Leonardus Ma- rius, ïïeeraar in be «Sobtïjrit/ enj^efibentban ben ï|oo0en^enbeï te üteuïen. Volgens de getui- genis van den gemelden L. Marius, jjet 3p be ïooOiben ban Abraham van Brienen, heeft ons Kollegie te Keulen miiTchien geen geleerder Fi- lofoof en Godtgeleerde voorrgebragt. i|o geeft tot maaner in 3pe ffnbie geïjaö
ben Bemesten Amoni van der Plaat, een %tv benaar *, betoellte naberijanb in be geerïptjcit ban fUInemabe geeft gefïaau. Vandei Plaat ging Mercator te ÖObètt in toelfp^ee&enbgett: Mer-
cator toon 't vander Plaat afin geïeerbïjeik t Ten tijde van de peil heeft hy zijne ziel ge-
duurig voor zijne fchaapen gewaagt; en is einde- lijk ook van de pelt bevangen. Daags voor zij- ne dood heeft hy eenen brief gefchreeven aan den Vikaris van Utrecht, den HeerJ. Wachte- * Pag. 164,
* Hier hebben wy veelc znken uyr het tweede deel van 't
JLatyufclie Batavia Sacra getrokken. Venaalder- t lohan de la Kalle in 't Je ven van ^int. van der Plaat
laar:
|
||||
Oudheden. 26 c
laar: aan wien hy , nu hy naar den Opperhar-
der ging vertrekken , zijne Paftory overgaf. Deze brief was zoo krachtig ge fch ree ven dat de genen, die hem zelfs lazen, of hoorden leezen, hunne rraanen niet kónden ophouden. ®ee3e fyfef t$ nocg tcgenfoioc$ï!0 in jjanben
ban een beiigb3aam $$itfttv: botfy tot nocf) toe ï\tb il oen 3elben niet ftonnen magtig bjo^ben. ||j $ te ÏÏeiöen ban öe ptft gefïo^ben : toant tti flet boobooeït bee ^olïantfeöe &ei*rte fïaat 3P fïeef-bag aïbn$ aanseteïtent: De zeer eerwaardige Heer, Reinier Mercator^
Licentiaat in de Godtheiten Paftoor te Leiden, heeft zijne ziel in de peil: voor zijne Schaapen gelaaten op den 20 van September, in't jaar 1635*. Valerius Andreas, bie jijtieii fïerf-ba0 een
jaar laatec fïeït/ Waflenberg in 3i)ne23efcö# binge ban <£mmerfö / en Jakob de ia Torre, in sjjn föoomfef) $erl)aaï/ f^eefeemnet 0t*oo^ ten !of ban on3en Mercator. ®e $5ί{Γφρ ban Itafïorie pïagt ban Mer-
cator-te peggen bat g» aï$oo gekonfijt toa$ in be boehen ban^Augurtyn, a\§ fanfcnius 3t!f. ?|g geeft in bc Satjjnfcöe taïe nptge0eeben
Een onderzoek van 't oprechte Katohjkdom,
g^fteld tegen de Hellingen van den Luiterlchcn Predikant Cbrifioffel Scheibkr. <ên in be ^eberlanbfclje taïe / Oogenzalf
om te openen en te zuiveren de oogen van een
blinden Leidsman , Dionyjius Spanbuyfen , Pre- dikant te Delft. $ocï) geeft öö i" & Satijnfege taïe $tfttyw
ben Korte aantekeningen op de vyf boeken van
Mo/es, en op de volgende boeken der Η Schrif- tuure, tot het boek van Ruth toe : bifoelfte üïlbee §ztt van Heuflens pampierrn befcoaait tooien.
ft 3 Theo-
|
||||
462 Rhynlandschb
Theodorus Scnendel., tm MïttïfttMat/ eit
tm gneeMing bee ïf ooge ^egoïe banïteuïen/
i§ in ivtercators piahtg geftonien / terbjjjïe öe jjcfï te Meloen iiocö bioeoe. ^p ï$ ooft Mmt$- l^iefïer ober Seiöen en föggnjattb/ en 25g3it* ter ban 't iitreeïjtfefie Mtmimt gebjeeft Wfy tte gefeerofjeit / gber / tn milbaaoigijeit foo^ öriï te» googffc geroemt. ϊ|ρ ij te %ttbm ge* fïo^benben 12, ^ngnfïi i6fi. lëg suïïen gier οοδ plaatsen ben bentiaaiv Öen Hendrik vander Graft, ΟίΠ bat f$ be %tU
benaard I öle spe gulp bersoeïjten / met öe
toefaatmge ban oen boo^noembtn Schendei geeft opgepafi. $$$ bsa£ te Setóen ngt een ^urgeineefterip geflagt geboren, Épi bat»** tea$ genaamb Jakób vander Graft. Éijne moe* beu/ Beatrix van der Hal, im§ be boeijter ban Hendrik F'gberr van der Hal, bl'e ttjel-eer^tir*
öemeefïer ban %ciimt tua^ gebaeefi Zit φ
mm§ beegaaï totjtkspiger tri Set Satijnfefje tori'^pag. z6j,z6S. jjla Sehendels affferben t$ be ©afiorn ban
%eiMi öeftÊaebt 0003 Rornelis Velthoen, bggeiiaamb Patriciüs,te
ggntfeen geboren/ Üoogïeeraar oer «pobfwnoe
te tollen / sijnac eerfï pafïooj ban ïltreegt
gefcjcefï. 3$h bjlerb ooi! in Λ Schendels plaar$ tut Hart^-J^iejïer ober ïïeiöen en fógijnianb öangcffclt. |Eaar, gg i§ niet ïang te feoeti geöleeben / en ψ teeöerom naar ïteuïen bei** trobbén: baar jj$ i|oogïeeraar ber <5oönunöe toa# / en tot jpgeftbttit * ban 't ^oiïanbfejje fóoffegte terö aangeftelt. i <£inöeïp $ gg al· baar obci'ïebcn op ben 7 j,éeg 1685-. ^ 'fn 't Roomfche Veiliaal ναι) J. de Ja Torre*
£ Düöilbuck der Holk kcikc. |
|||||
Λ
|
|||||
Oudheden. 2Ó3
^n geeft binnen fokten tijb berfeljeibe na?
$aaten in 3pe J^afïorn geljab: namentlp Theodorus Bjokhove, eenkuilenburger/ en
licentiaat in be€>öbtgeïeerdüegt: bentoeluen naderganb Bet ^efiöentfcgap ban t Pulchc- riaas noïïegte te 2£oben $ aanbeboien; Jakob Verhaar, detoeme naberganb ogber;
fcïjeibe plaatsen geeft gefïoan i en ban tuten fog elber^ te t&eenen 3uïien gebbeti, Bartholomaeus van de Velden , Itaberfjanb
Jiafïöoj ban $oo?dbip -, defcudbe ook bèta*
onder j^oojttop te pa§ 3a! ftoomen* ®etogl a!ïe dese |§afïoo$ de gemeente ban
Keiden niet jeer aangenaam toaren/ en 'erom öie reben niet lang gefïaan gebben / $ einde* lp m önnne pïaat^ bertoaart ge^onben Komeiis Duckius, boinomeu S^aceJier in be
<&odiumde»defoemedejpafïorg ban ©ojöjecftt beMeedende/ ugt be^eïbe fïad dooj be ögoge Φ* bcrijeitbja^berbannen. %$ ban naar<££lten* berg bg <iHmmerm getronnen/ en f$ baar &fc fcarig ban bat onbe en abeipe nïoofïer getaoj* ben: en aïbaar ben 1 o jpeb?uarn 16p 5 / in een ïjoogen onberbom / oberiebeu, 23gi ben JDafiooi Duckius, 3egt be SHart^-
biffcfjop ban <ëfefen in 3911 toomfeïj J^ergaal/ flebben be ö^ie boigenbe j^iefïer^ gefïaan: Fr^n^ois de Heere , bolftomcil SpöCeiier UI
öe <&obtgeïeerbïjeit / te l&ané in J^aiibrp
geboren : befoelae oor be nabuurige boenen fiing bedienen / en de eerfïe J&ifioo^ ban <©efï* mft/ aMbenburg/ üi&p^burg / en beide be feattopen t$ gebicefi ^n i$ te Seibcn gefïo^ ben den s ban j^obembcr 1676, Gerrit van Heuflcn, ugt een 2$nrgemeeffcr*
Öfe gefïagt te Seiden geboren/ Eeeraaesn bei* 36 4 de
|
||||
364 Rhynlandsche
be be ^eegten / maar bouman§ in 3nne tw
mmnt m Um m 3ciben ïeebenbevi i# te ©dft gefloten itt'tjaaiM 68 8. Pieter Hugens, ^OOttlfcÖ Seeraar 111 be<0öfc
minae*
Willem Bouquet , tt t®0}t U$t tm abelp
gcflagt gooren / en een teuïfcö ^iïofoof cn
f oötö^röe / te# 3df jfcwffer in be fifo; fofg gefoecfi $g $ ίϊεπ ρ ilail memfttt / in ί jaar 1706/ ban gier gefcgeiben: fieböenöe tang boo^ 3nnc boob een boenje in jpeöecbuiti fefte beelden / Het Gccftelijk Tijdverdrijf g*
naanib/ U£t0e0eeben. J
23g ugterfïen wille S^ft gg 3*toe renten*
getaaten / om boo^ be ganben beu ©aeiieren onber be armen ui?t0ebceit te bnfom. «cftcusn Dat Bouquets gemeente niet #arber*
Ιϋϋ$ 3ouben bigben: en betunï ψ hmiil txw ren bat gemelbe %m Bouquet fa mmm hm geijmiben gab ban bm feer en j^eefïer L-ambert van Rhijn , imt m\ (mtXimim W
flagt tt m&y geöocren / en immé familie
aan be bcfttgfïe gutsen ban on£ Baberïanb 57??y?Ι** $ / fteö&en 3& 't 3obani0 g*
fegjfet bat get oberfegotban be gemeente/ S* toeme boo^ get berïcopen ban beboomaamfien 3eer gebunt en bn$mu tua# / aan beé xtlfë ^ge aanbebolen toierfc ^e5c fóeer van Rh i j n, bibjeme te Soben in 't erator* gemoont geeft/ tn eenigen φ fafïopj ban pjnaBer teaö gefoeefï/ wa£ niet aïïeen mei öemibbelö/ waar baar bn onbersaagb in get Reenen/ en Paftoors
|
|||
Oudheden. i6f
Paftoors van de tweede Gemeente.
* Hendrik vander Graft, 3l'enbe batbe tiöee* be ^afïornïang* jaaren/ te toeeten na beboob
fcan Govert de Rovere , open gefïaan Ijab/ leeft öet$Öne pngtgeacïjt eenauberenj^afïooj aan öie <éemeente te be302gen. ^oo $ ban ten bien einbe naat' %tibcn ge3o«ben Hendrik Snel, tt i&omfoo^t geboren/ een
bjtenbeïp J^iefïer/ 3Uiber en onbefpjaabt ban ïeben, Jjfeaaröenigïög be teering breeg/imerb Ijö genootsaaïit 3pe bebiening / na omtrent bier jaaren arbeibemj/neer te ïeggen* Eoo$ !jg ban taeber naar j^ontfoo^t gebeert: öaar öie eenboubige en oprechte man öe toereïb berïaa* ten ïjeeft op oen tz jfèen 1674,. $a 39η tier* treil mierb in 3ijne pïaatgï tot ^ofioo^ aange^ jïeït Erafmus van den Broek , te j&. Truyen
öebooren. Haar nautaïp$ ïjabïjg beftefïorn
banEeiöen tiuee jaaren bebieebt/ of ï$ breeg be ttjbing bat get ampt ban ^onne-^ater te &♦ Truven open gebaïïen tóa$: en baar op t$ Ö» in't jaar 1676 naar 3ynBaberïanbbêrtroft^ ben. ^00$ban/ na bpaar tmee jaaren fun> Mm§/ begemelbe jpajïorg opgeb^agen aan Johan Dobbius, een ï|agenaar/boibomen $B&
feïier in be töobcgrft <ü)oeö fjg ren fcoee^in ban 3pe|)afïorg gebreegen ïjebbenbe/Ijeeft ijn na be booö ban Bernard van Zomeren , met be toe^
fïemmmge ber Herb-oberfïen^ / be Jpafïoeg ban
^iuoï aangenomen, benige jaaren aïbaar ge* liaan gebbenbe/ geeft g^ te ©ebberen/ een bermaarb ïtarti^er-hlöofïer in $>efïfaïen/ bes^onnib^bapaangetrobben. ®aar na i^gg Wo} ber £tartïmi3eren te ïtaïbar gebjo^ben; * Uyt het zelve Batavia Sacra,
ft 5 ban
|
|||||
s
|
|||||
?66 Rhynlandsche
han maar jjg naar een beter ïeben i§ gereid
$a Dobbius bertreii geeft öc ^eee Theodorus Kok , een iitrecötenaar / en
Mmmftï) Heeraar m oe<Ö5odïnmde/ die te bo* ren de ttapeïïaan ba» i^eer Dobbius ma$ / bc ïtai'öerïpe $ojg aangebaart Jptefïooj 3tjnfce tóerd ïjg / om get beiang oer <0eefMpj)eii: maar te ncemen/ naar föpmen ge5onden: ban maar jm/ 3jjn gesaiitfcöap gehiftmglp boï* bjagt geboende / noeJ) fa 't 3fïf0e jaar meöee ifi geftorwn j^abeelemederbaarmgen entoif feibalïiglfjeden/ deioeïbe tn tberde öeeï ban jjet ^mrfefe Baravia Sacra befe|fêeeben tooien/ $ ïjg booi 0e tmeede ttfyt te föometi aangeho* men: baar §£ Hammmft ban de gefjeime Ita* peilein 9$ Laurensüetite/ mit^gaber^ \?m&- Analtafiaas föerfee/ m MüV Ορ 5p ^CÜiQÏ)eit§
flspd^aager i§ gebeden, ϋρ geeft daar ow
ïattg^ een t gffcfeift tegen Den ^eer Pieter Kodde tmrgegeeben 't iueïit de aangaiigee^ ban gemelden Kok tot nocij toe met groote 30^biiïbig!)est berbo^gen Rebben geïjuuben. $>a Jjet bertreft ban ï|eer Itoft $ dse j&afïorgt öe* ïtkedt dco^ Ijfeer Aarnout Voorn , een Utreejj' tenaar/en een %oütnftïj <0oötgeleerbe, &utï) de 3|eer Voorn i$tnn ipjlbeg/ni'tjaaM7°i/ fcijsefp aan eene beroerte gefto^beo ·, en inbaar op öe gemeente langen tijd öarderïoo^ gebleet be», «èindelp i$ be 5paf!orp / met be goed* fteuringe ban den gaoffeipe» 3Mtar$ / Ge- Sr'ard Putkamp, opgedragen aailjakob Francois
de Broeder, een ISmfïerdammee / en een %&
benfeö <0abtgeIeerde. ©oeij bermit$ ορ de ge' f De tytel is: De Petro Codde, /zW Coddao, ^r^.
»£<τ£, *'# Hollatidia, ac Foederatis Protinciis, J/icariatfts dpofiolici poteflate potito , fundo , #f defunólo. meente
#■
|
||||
Oudheden. ι6γ
tnemtebmMlw berliet/ spöebenrenïangen
φ gefïoten geöleeben: tot bat op't einbeban 't jaar 17.11 ioeöerom boo^ ^afioo^ $ aauge* nomeii Adriaan de Rover, een ïltrecïjtenaar/ oeioelfte in 't Urbanus iÈioïïê0ie tc ülometi ge* fïuoeert ïjeööenbe / albaar ooit tot ïïeeraar in öc<$>üötaiöe foa$ gep^oniobeeit, $a be Ro- vers Ö00Ö$ J&lfïOOjgciUOJDtn Johan Na . te'$<tebeïanb geboren/ en eèn üeuIfcö^oïM
gdeerbe, ®ocïj 0Ï500 b$ pafiorg ban ^503* fco# baar na open biel / i§ ly$ naar me^on btvtvomm} en jjeeft booj nasaat in fcefajio* rg Uan %eiben gefcreegen S i ra o η Ferdinand Melchior, te «Ëmmerfó geboren j beioelite te boren ö$ oen gemeïben ^eer Nanning, en ooft ö? cen ban öe gafïooren te koningen/ boo^ Ciapeiïaan Dab gefïaam Derde Vergadering te Leiden.
^e berbe ^ergabcring te Heiben $ met goeb*
|
|||||||||
Vee*
|
|||||||||
fteuemge ban ben f anffelpen mi\ati$ opge J^f'
recijtbDO^ 3|eer Η ugo Frangois van HeufTen, teLcidef.
«n Hagenaar/ ^licentiaat in be <ü5obtliuiibe /
fH5« ^ien^ eenigfïe toenfcD i$ ) bat fjgt een pïaat$ in bie gelu^aïige Bergaberinge ban be iciligen in tm\ ^erneï inag krijgen. ^g i§ in öen^eereontflapenöcn ^jfetyuarp 171 ρ /en jKcfjt tot nasaat getogen ben ïfeer Komelis Steenhoven,een 3hnfterbmnmer:bie tcXoben en tornen opbc<03blu!nbe ijeeft gefïubeert/ente |
|||||||||
öou ban oberiang/ en ngt ïtracöte ban be be*
nniöc * ©erb^ag-pnnten / eenige iSeïigie^e mkflcvg te Bleiben gedaan : naraentïp ttoee * Coijcordata»
"'Sik
$van*
|
|||||||||
2.63 Rhynlandsche
^ranei^ane^jlunninnen / ban be &$u kt
OMJferbanten ·, ttaee gfefunten: bebjeïne in 't jaar 1708 gebannen toleröen ·, en een $#efr geer: betoefïte ooft eenen geïper mag geböen. 3g«r nebet$ be $ater$ ï^eenöeeren bie öc<
3e fïaat^e bebient fytUnn. jè. johanncs David, oberïeben ben 4<^cto;
fier 6f2, P+ Fgidius van Swieten , ttïï tïmfïeröaui'
nier/ geeft 19 jaren be 3enbinge bebient: tn
na 5rjn itïoofïer toebergefteert sijnbe / i§ gg te fEntioerJjen oberïeöen tim \η jjian \66\* ψ. Coilemoer, oberïeben ben 4 ^entemöer ψ. Reinier Dobbeiijus, oberïeben tftn 16
5fcbrnarn 1663, ψ. Petrus Verius, oberïeben ben 23 (&tt&
ber 1664. ψ. Pau lus van der Stock , oberïeben belt io
gulp \666, ψ Hieronymus Verfchuer, i^bjeber na5Ön
nïoofler geneert.
ψ. Johannes Pater, $foeber na ^tjtt MOOflCl'
geneert/ en te j&eegeïen gefïot?ben üm ^ι <®v
cember 1696. ψ, jacobus de Baidcer , oberïeben ben *?
j|&nart 1685. ψ. Petrus Callebout, oberïeben ben 14 9[uni
i6po.
ψ. Joannes Balthafcar CorneliiTens , titotUV
ben titn ^oHngnfit 1712,.
ψ ïoannes B:ipciihBardou, een Seibenaar/
oberïeben ï^tn 4 febwari 1719 / oub febenti£ jaren ψ. Wilhelmus Maas, een fCntbjerpenaaw
Jjebfcflt tegentooo^big bese fïaatste. f'
|
|||
Oudheden» %6$
β. Niklaas Michielzen, tmMntbtttgtmav/
Bcbient ooft tegenfooo^big beseifbe ftaat$it.
«©etfcuee üacmeïijteti/ beeene tooo^be $tmp
feiï m Jtëaaïen/ be ttoeebe uoo^ be j^eberfan* fcerg/ 3tjn 'erlaater/ en tegen beninfjoub bec $erï>jaig-punten/ öggeftoomeiu AANTEKENINGEN.
* i. Dit word ook beveiligt door het volgende ver-
haal van Tilrnannus Bredenbachius : uyt het welke blykt dat in dit konvent , ten tyde van Karel V, Klooilervoogd of Gardiaan is geweeft eenen Pater Willem van Delft. De Leezer kan wel denken dat ik voor de waarheit der gefchiedeniile , dewelke hier verhaalt word, geen borg zal worden: maar Breden- bachius tz\ niet gefchreeven hebben, dat Willem van Ddft, Overfte van 't gemelde konvent, dezegefchie- deuis t'zijnen huize aan een volle tafel vertelt heeft, en dat Wouter van der Meer in 't zelve konvent Mon- nik is geworden , indien 'er geen konvent had ge- flaan , en 'er Willem van Delft geen Gardiaan was geweeft. „«Wouter van der Meer {de Mere ) een Edelman s
>en lijftrawant van Karel V,noordwaart op, en naar ,de kant van Yfland toe , met een voorlpoedigen ,wind vaarende , zag recht over zyn Schip een an- jder Schip, 't welk ook voor den wind zeilde.- Op ,deachteriteven van dat Schip ftond als Stierman een >foort van een monfter : hebbende de gedaante van 5een zwartmenfch. Wouters Schipper, gelijk dema- jiiier is, riep den anderen toe , en vroeg hem wat } voor koopmanfchap dar hy gelaaden had \ en waar >ny naartoe zeilde. De Duivel, of de Stierman van ) t andere Schip, gaf hem tot antwoord; wy hebben jden AartsbïiTchop N. noemende de ftad,daar hy Aarts- »bifTchop was geweeft; en wy vaaren naar d^n berg , Hecla. De voornoemde Wouter van der Meer, zulks ) gehoort hebbende, fidderde en beefde zijn ganfchelic- »haam over, en begon den loop van zijn leven te over- denken En zoo ras als hy weder te Leiden in Hol- * Bredenbachius Collat. Sacr. lib, 8. c< Λ,
m land
|
||||
zjo Aantekeningen op, i>e
„land aangekomen was, heeft hy daar de order vaa
,, S Franctfcus aangenomen; heeft zijne kloofterge- ,,Ioften gedaan onder Pater Willem -van Delft; en is „naderhand te Dordrecht begraaven. Dit alles heeft „dé'voornoemde Willem van Delft ten mijnen huize, „aan een volle tafel , in de tegenwoordigheid van „veele zeer fatzoenlijke luiden omltandiglijk vertelt, Hoe dat de berg Hecla, om nu de andere vuurbergert niet aanteroeren, by de ligtgeloovige menfehen, ja by èfotnmige Schryvers, gehouden word voor de poort of den mond der helle, behoef ik hier niet op te haaien. 2. Om dat Nicolaus de Cufa meermaals in dit gati-
fche werk vermeldt word , en zelfs Hollanden Zee- land, met Aflaatbrieven gewapend, ten deele door- wandelt, ten deeleop een muyl-ezel doorreeden heeft, 7al het niet ondienftig zijn een woordje van hem hier tuiTchen te voegen. Dat hy in de Godtgeleerdheit, indekenniiTe der geeftelijke Rechten , in deFilofofy, in deWiskunit, inde kennifle der taaien, in de wel- ipreekendheit,voor niemand in zijnen tijd behoefde te wijken, ftaatby de Schryvers vaft: cT'r'hhemius, Six- tusjlSenenfis, de Kardinaalen tBellarminus, fpojfevi- nus, en g Bona, Faber h Stapulenfis, weeten zijnen lof niet breed genoeg uyt te meeten. Maar, 't geen ik boven alles fchat, hy was zoo deugdzaam, en zoo vroom in zijnen handel en wandel, dat'er de nijdig- heit zelfs niets op te vitten konde vinden. Zelfs heb- ben iBoxhomius en KSimon van Leeuwen met grooten lof van hem gefchreeven t, en weeten ons wijd en breed te vertellen hoe dat hy de waarheit vooriiond zonder den haat der menfehen te ontzien > een goed b Laur. Surius ad Ano. 1537, Simon Majolus Fies Cani-
culu. Colloq. 14. Jacobus, Zieglerus ( Lutheranus) .ip. M3' jolum ib'. e De Scriptor. Eccleil
d in Bibhöth, S,
e De Scriptor. Eccle.
ƒ In Apparatu Sacro.
g In CataloLroScriptorum.
h Apud Volijtim de /Vlathein.
» In zifiie Nederl. Hift.
\ Batay. III. p. 606. 607»
Qflact"
|
||||
RhYNLANDSCHfc QUI>HEt)RK. ±Jl
onderfcheid maakte tuiichetr geloof en bygëloof; en
tuifchen den uytwendigen en inwendigen Godsdienft: zeer vrymoedig en dapper was in het beftraffen der zonden- Hoe dat hy de misbruiken , in de Kerk in- geilopen , zeer wel ontdekte, en beftrafte; de Gee- ftelijkheit op eene behoorlijke wyze ondertaite \ de waarheit volmondig en onbewimpeld' preekte , het gebruik en misbruik der Aflaaten aanwees. Maar dat S. van Leeuwen hem daarom onder de voorloop- pers en eerfte aanvangers van de ReformaatVie wil plaatzen, als of het in de Katolijke kerk aan yverige en verlichte mannen ontbrak; die fommige misbrui- ken konnen zien en durven tegengaan en beürafFen, daar in geeft hy zijne onkunde te kennen. Ik heb hjer maar by te voegen dat at%eNicolans de
Cufa , 7,00 een geleerd, zoo een vroom en rechtzin- nig man, eerft een groot vooritander is gewecft van de Bazelfche Kerkvergadering; ja zelfs drie geleerde boeken/voor die Vergaderinge in 't licht heeft gegee- ven. Maar naderhand', door wat ïnzigt'gédreeven laat ik daar , heeft hy zijn rokje omgekeërt', en heeft alzoo yverig, en noch yvriger, voor Paus Eugenius IV gekampt, als hy te vloren voor de Kerkvergade- ringe gekampt mogt hebben. Wy willen den be- ruchten Mneas Sylvim , die naderhand Paus gewor- den den naam van Pius IIdroeg, over dezeverande- tinge eens hooren fpreeken. Maar Nicolaus de Cufa, ïetitmhy^ wierd voor den Hercules van hen allen ge- houden · een man in de eude- weïenfchappen teer erva- re%, en door veele ondervindingen in het behandelen der Zaken zeer bedrceven. Zoo dat het janitner is dat zoo een verheven en edel verfland tot die fcheurziekte uytge- ÏPM is, dat hy , uyt krachte' van een valfch Dekreet ( hy verftaat daar door het PauiTelijk bevel ) een'gezant- fchap tot de Grieken heeft aangenomen. Deze'man heeft: naderhand alle zijne krachten en poogingen te werk ge- fielt ter verded'iginge van Eu genius. Weinig dagt Mneas Syhius, als hy zodanig over
deze veranderinge ge-ergert was, etl 'er den gemel- den Cufanus zoo hevig over berifpte , dat hy zelf niet ftandvam'ger blyven zouw ; en Eugenius zoo wel bevallen zouw als Cufanus had gedaan. 1 De Concord. Cathol.
m Aft. Concil, Baf. 1. 1, 5, Wy
|
||||
%ç% Aantekeningen op de
3. Wy zien hier, en wy hebben 't op meer plaat-
een konnen bemerken , hoe veel werks dat onze voorouders van *t geeftelijke Recht gemaakt hebben- Maar ik diene hier ten dienfte van de Andersgezin. den, en ook van fommigeKatolijken, aan te merken dat het geeftelijke Rechtboek eigentlijk niet gefchikt ©f opgeftelt is om het Geloof te verklaaren ; maar om ee'a gelijkvormige manier in de regeeringe van de kerk te houden, Het geeftelijke Rechtboek, zegt de vermaarde ë Davenportius, gelijk uyt de voorredenen der Pauzen blijkt , is niet by een verzamelt om het geloof der kerke te verklaaren , maar om de huishouding en de ttyterlijke regeeringe der kerke t$ beschikken. Het gebeurt maar by geval, ten opzigte van^t geeftelijke Recht, dat VJs om de kerkelijke Regels iets door het geloof moeten aanneemen : en uyt de kerkelijke Regels, voor zoo veel zy. zodanige zijn, kan geen beftuit gemaakt worden dat iets tot het geloof behoort. , En de beroemde Jefuyt Veron, de Walenburge»,
en andere <5odtgeleerden , bekennen en verklaaren eenparig, dat ge ene Dekreetbrieven der Roomfche Pau- zen , t zy dat ze in yt geeftelijke Rechtboek , of in de fes boeken der Dekreetbrieven , in de Klementynen , in de Extravaganten, gevonden worden, genoegzaam zijn om iets tot een geloofspunt te maaken. Dat men by gevolg de Andersgezinden , dewelke vee Ie dingen uyt Gratia- nus , uyt de Dekretaalen, enz. aanhaalen , en difcwils valfche uyt leggingen daar op verzinnen, gemakkelijk kan beantwoorden , met opentlijk te betuigen en te verklaa- ren dat dit alles tot het gcloove niet behoort. Het is be- kend , hoe zeer ibmmige Proteftanten zich uytge- flooft hebben.r om eenige tegen ftrydige plaatzen uyt het geefteijjk Rechtboek op te zoeken. Onder an- deren heeft een Straatsburger Predikant, met naame JohanbPappus, veel geroeps en geruchts daar over gemaakt · als had hy, om dat hy eenige zodanige plaatzen gevonden had, het ganfcheleger der Rooins- katolijken te fchande geflagen. Tot lof van de geeftelijke Rechten kan dit Ipyzon-
derlijk aangemerkt worden , dat de Proteftantfche ë ßç Rcgula Fidei&c,
£ Joan/iis Pappi Collauo Ceüfiua: in gloilas &c,
Vor-
|
||||
RhTNLANDSCHE OüDHEDENi %J%
Voriten cvan Duitfland en van andere landen, iiadac
ze van deRoomiche kerke afgeweeken zijn , en zich xelven aan de magt van den Roomfchen Paus ontJ trokken hebben; het geeiïelijke Rechtboek nochtans niet hebben verworpen; maar zich noch tegenwoor- dig van 't zelve bedienen in 't beilechten van hunnö vonniflen. Waar in z.y eveneens gedaan hebben j gelijk de Voriten van Europa ·, dewelke zich van de magt der' Keizeren ontflagen hebbende, de Keizerlij- ke wetten evenwel noch onderhouden. En alhoe* wel dat Maarten Luthcr, door een haaftigen en on·» bezonnen yver gedreeven, de boeken van de geeuV lijke Rechten in weerwil der Rechtsgeleerden te Wit·1 tenberg verbrandt had; zoo hebben nochtans de SaiTen*, de Brons wij kers, en de andere Proteitanten , het ge- bruik van 'tgeeilelijkeRecht behouden, zonder eenigcf verandering daar in te maaken; en word het geeilelijkcs Wetboek te Wittenberg, en in de andere hooge Scho» len van Duitiland , volgens het fchryven van Arturui Duk, noch tegenwoordig in't openbaar voorgeleezeiu Maar om noch een woord te fpreeken van die tc^ gen cen-ftrydende plaatzen der Pauzen, dewelke iri 't geeilelijke Wetboek gevonden worden ; ik zouw 'er zeer aan twyfelen of zelfs die katolijkeSchryverSj dewelke die plaatzen tegen de Panfïelijke onfeilbaar- heit doen gelden, hun oogwitwel bereiken. Ik wil die onfeilbaarheit geenszins voorfpreeken of bevvee* ren: maar de vrage is alleenlijk of ze door diergelij- ke plaatzen klaar genoeg wederleit kan worden. Dit' bekenne ik dat de allervuuriglle en onbefcheidende verdedigersderonfeilbaarheit,deWelkealle Pauifelijke uytfpraaken voor onfeilbaar houden, op zodanige te- genftrydsghett met geen fchyn Van reien konnen ant* woorden. Maar die wat omzigtiger in hun fpree- £eri 'iijn, en met meer befcheidenheit van die onfeil* oAarheit fpreeken .· die den Paus , op dat zijne uvt^ fpraaken voor onfeilbaar'gehouden werden , verplig·» ten om alle behoorlijke middelen in 't werk te fïeU kn; den byiland des Hemels door vuürige gebeden re' verzoeken ; de Hemmen van de Kardinaalen en dg Irelaaten des Roomfchen Bifdoms op teneemen ; di<? c'Aituruï Duk ai'ud Efpen. Schol, io Canon, piiu B. c"ap,
5·§. ι. & Godt- .
|
||||
a7+ Aantekeningen op de
Godtgeleerden, zeg ik, zouden zich met de Voorge-
melde leering van den Jefuyt Veron en van de Walen- burgen konnen redden. En inderdaad de vermaarde Chriflianus Lupus Ü, die groote voorilander van de PauiTelijke voorrechten, heeft zich van dat antwoord bedient. Het is te vergeefs, zegt hy, dat JohanLau- noy de onfeilbaarheit van den Roomfchen fioel door dier' gelijke Dekreetalen der Pauzen tracht om verre te vjerpen : want die Dekreetalen zijn geen befiechten- de vonniffen; ten hoogfle hebben zy de kracht van een tuffchenoordeel. Daarenboven zijn het geen antwoor- den van den Roomfchen fioel, maar van den Ñauffelijken perfoon alleen. En dat ''er tuffchen den perfoon van den Paus, en den Roomfchen fioel, een groot onderfcheit is, hebben wy bewezen in onze Aantekeningen op het Di&a- tus van Gregorius de VIII. Dit heb ik, meteen woord willen aanmerken: en
het is hier de regte plaats niet om dat gefchilte verhan- delen. Dit zullen wy hier evenwel noch aantekenen dat de Romeinen door de geeftelijke Rechtboeken eene groote verandering in de kerkregeeringegemaakt, en 't PauiTelijk gezag wonderlijk opgevyzelt hebben. Ten dien einde dient geweeten dat de Benediktyner- monnik Gratïanus, om de oudere Verzamelaars der kerkelijke wetten voor by te gaan , in de twaalfde eeuwe eene verzameling van de wetten der kerkelij- ke Vergaderingen, van de Dekreetbrieven der Pauzen, ênvan verfcheide fpreuken derOudvaderen in 't licht heeft gegeeven. Deze verzameling , dewelke alles wat op die itoffe uytgekomen was verre te boven ging , heeft een groote krak gegeeven aan 't oude kerkbeftier. e Het is waar dat het oude recht eene groote verandering had gel eden onder Paus Nicolausl. en dat Gregorius VII, en de*volgende Pauzen, noch veel merkelijker veranderingen daar in gemaakt had- den. Maar alle die veranderingen , en 't zooge- naamde Nieuwe Recht, zijn door de gemelde verza- meling merkelijk bekrachtigt geweeft. De gemelde verzameling wierd binnen korten tijd in de Scholen voorgelezen ; ja zelf gebruikt in 't uytfpreeken van VonniiTen. De Vaders, en de wetten der Kerkver- d Chr. Lupui Opufc Pofth de opiiiione probabili op· 6.
* Zie Mirt, des Revenus EccJcHp, é$é, dage-
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 275·
gaderingen , wierden in de bron zelf niet geleezen;
men vergenoegde zich met Gratianus over alles nate- zien. De menfchen waren zoo niet gcfleepen, en opdeoordeelkunde zoo niet afgerecht, als tegenwoor- dig ; en wierden by gevolg niet gewaar dat Gratie· nus, 't zy door mifleidinge, 't zy door onoplettend- heid en by gebrek van ooideelkunde, veele plaatzen had vervalfcht ; de regelen van 't oude recht niet nauwkeurig te boek ftelde; zijn werk met verfcheide valfche (tukken opvulde. Voegt hier by, dat hy de Dekreetalen der Pauzen in gelijken graad van acht- baarheid ftelde met de Algemeene Kerk vergaderingen; en fomwylen de woorden der voorgaande kerkwet- ten verdraaide naar de nieuwe tucht , dewelke om- trent zijnen tyd het hoofd begon op te fteeken. Echter heeft de verzameling van dePauiTelijkeDe-
kreetalen , dewelke op bevel van Gregor'tus IX. in 't licht gekomen is, eene veel grooterverandering te weeg gebragt. En nochtans wierd de laatfte verza- meling , zoo wel als de eerfte , in de Scholen van Vrankrijk opentiijk voorgelezen. Maar, om dat ze veele veranderingen in de kerktucht behelsde , zijn 'er zeer zwaare krakeelen en onluften uyt gereezen; willende de eene party de Dekreetalen der Pauzen volgen 5 en de wederparty zich aan 't oude kerkbe- ftier houden. Toen begon de verzameling van Gra- tianus , hoewel verfcheide nieuwigheden behelzende, den naam van 't oude kerkrecht te krygen : en, fin- dien ze by de verzameling van Gregorius IX. í erge lee- ken word , mogt ze dien naam wel voeren. De langduurige krakeelen, die de Koningen van Vrank- njk met de Pauzen gehad hebben , zijn de oorzaak ge- Weeft dat de Franitèn geene of zeer kleine achting voor deze verzamelinge van Gregor'tus IX. gehad en getoont hebben. Ja tegenwoordig noch achten zy dezelve niet veel hooger, dan 't hun gelegen koomt: en zy hebben 'er deze verbeelding van dat ze alleen- hjk verzonnen is om de magt der Pauzen , zoo hoog als mogelijk is, op tetoriTcn; en't oude recht onder de voeten te fmyten. Zy hebben noch voor oogen, £egt zeker Schryver, alle de hekelfchriften , dewel- ke hunne Voorouders tegen die Verzameling uytge- f lbiJ.
,§> æ geeven
|
||||
%ηβ Aantekeningen op de
geeven hebben; en zy denken noch tegenwoordig op
het oude fpreekwoord : Depuis que Ie Deer et prit ales ,
Et hendarmes por ter ent 'malles,
Muines allerent α cheval,
'jamais Ie monde rfeut que mal.
Sint het Dekreet begint te glyen,
De Ruiters met maaljen gaat,
De Monnikken te paarde ryen}
Is alles in een fi.eehten fiaat.
Doch wat de praktijk belangt, zoo koomt de ver- zameling van Gregorius IX, veel beter te palfè dan die van Gratianus; om dat de meefte regelen van het te- genwoordige recht uyt de eerfte zijn getrokken. 4. Hier uyt blijkt dat het in 't jaar 1276, wanneer
Paus Innocentius de V, den Roomiehen iloel beklee- de, noch geen vaile gewoonte was het getal van den PauiTelijken ïiaamuyttedrukken. Ik zegge, geen va- üe gewoonte : want gelijk de Geleerde g Papenbroek aangemerkt heeft; in de vergader ing der Paufïelijke bul- len , door Cherubinus uytgegeven , vindt men eene bulle dewelke door Urbanus IV. uytgegeven is in't jaar n6z; en met deze woorden begint UrbanuslV. enz. In alle de andere wettige Bullen , tot het jaar 12Ó1 toe, drukken de Pauzen hunne naamen enke- lijk uyt, zonder het getal van den eeriten, tweeden, derden,en zoo vorders,daar by te voegen. Ik zegge, wettige Bullen ; want de Bulle, dewelke Pelagius II. toegelchreven word, en met de?e woorden begint, Pe- lagitts II, is eene verdichte Bul , gelijk in de laatfle veizamelinge der kerkelijke Vergaaderingen aange- tekend ftaat. Ik hebbe noch eens aangemerkt dat dicrgelijke kleinigheden haar gebruik konnen hebbeu, en ibmwylen te paffe koomen. En de gemelde P&· penbroek brengt deze opmerking inderdaad te paifej en beweert dat zekere Bulle, dewelke door de Kar- melyten aan Paus Z^oIV. toegefchreeven word, ook uyt dezen hoofde verworpen en afgekeurt moet wor- den. Want degemelde Bulle begint met deze woor- den , Leo de Vierde . . . . daar nochtans, gelijk ge- zegt is , geene Pauzen voor het jaar 1262 het getal g Fapenbr, Rcfp. exhib. error, ast. 14 num. 32. & Γ;·
van
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 277
yan hunnen naam s te weeten in hunne Bullen en
Ordonantzien, uytgedrukt hebben. Zoo is dan Ur- banus de eerfte uytvinder van dit gebruik gewce/r: Doch het fchynt uyt de Bulle van Innocentiu. V te blyketi, dat dit gebruik ten eer/te niet volkomentlijk en eenpariglijk van alle Pauzen opgevolgt is, f. Ik zou evenwel niet ongemerkt durven over-
ilaandat onie Willem II, of Keizer Wtllem, ook eeneii naam gek reegen heeft onder de kerkelijke Schryvers. Men zal hem, op zijne order, geplaatit vinden in de h Nederlandfche Boekzaal van Valerius Andreas: alwaar te leezen ftaat dat op den naam van dezen Koning w'tllem in 't jaar 1610 een boekje uytgeko- men is , voerende den tytel'van Amalgama Religiofo- rum; five Meditat'toncs circa myft er ia Paffionis Domini- ca : Het Afbeeldzel der Religieuzen ; of Bedenkingen over de geheimen van 'j· Heeren lijden. Ik denk even- Wel dat weinige menichen gelooven zullen dat Ko- ning Willem, die zyn ganfche leven met de wapenen omgegaan heeft, veel tyds of luit gehad zal hebben om meditaatzien te fchryven. Ik heb een foort van korte Latijnfche Getyden gehad; dewelke ten dien- de van Koning Willem opgeftelt waren: ik zouwdan ligt gelooven dat iemand , op het verzoek van den zelven Willem, ofmiiTchien onverzocht, ookzooeea traktaatje voor hem opgeftelt zal hebben, '> Valer, Andr* Bibliotheci lielgica»
|
||||||
LEIDERDORP.
$eiber&G$p/ in een onben tt^'ef ban ^lffc!)0|j oude naun
Baidericus, ban 't jaar Q44/2tietfjo#$eiMamt>/ναπ Lc,,let- i# aan ben ftf#n een galbe m$\bm%mmaotli,>clu' geïejen/ en i$ 3ebect fjet jaar 15-97 eene Wm Jöcgt^geèrltjftöcit ban be ft&b %nbtn getoccfï», pet ïjttft aï ban oubg eene J^arociji - licr£i ge*,'™1" yab; betoelae onbee be ^iffdpppelijhthzptilz cr " ban j&. Michiei te illtreeljt öeijoo^be/ en öoö) oen SBïf^cQo|3 öc^reben foierb. H^ant in be Φρ «onant3ien öer ïiitreeïjtfeöe ïtefce binbe inöet §> 3 buU
|
||||||
-1
|
||||||
27 δ RhYNLANDSCHE
boïgenbe ban be gemeïbe ©atOcjjmeefteaangc
tlftcnb : De BuTchoppelijke kapel van S. Mi-
chiel, dewelke de Parochikerk te Leiderdorp bezat, ftaat ter vergeevinge van den BiiTchop: maar hy mag dezelve niet vergeeven als aan ie- mand van onze Kanonniken. De gene, aan wien dezelve bcgeeven word , moet Priefter zijn; niet uyt hoofde van de Kerk, maar om dat hy een Kapeilaan is van 's BiiTchops kapelle. En hier op ziet de volgende ordonantzie: dewelke Bifl'chop Johanms in 't jaar 132.8 ,, dingsdaags na Hemelvaarts-dag , uyt gegeeven heeft over het Perfoonfchap van Leiderderp : Johanms . „ . En als S. Michieïs kapel open
ftaat, ftaat het bewind van de goederen der ka- pelle, en van de kerke te Leiderdorp, aanden Biflchop. %ti beselbe <2^öonant5ie fiaat ooft
aangetekend bat be gemeïbe üanonnm be ψ& roeötefi ban 2£eibeeöo#j öoo? 3icïj jeiben öe* bienöe 5 of batggf/ om bat befïier foaae tenee* men/ eenen $mar$ in 3ijne plaats fMöe/ de> foelfce öen 23iffeöoj> eerfï boo^gefïeit/ en booj ben ^ifleöop aangenomen moefï tooien. <Pe réavt$-€mtl Michid $be ^cfjntijeiïig
ban öe3e gaeoejfjitaft getoeefi: en t $ niet ïang geleben bat \y% öaae opeenfeaag entieue^ ïp gïaöimtgefeötiderb (0 fïonö. $olgemjl)et ïiïOOmfeSe ®et?ï)aaï ban Jakob de la Torre 1$
'er '£. Pankras oofc boo^ ^eïjutgemg gebiett
getorefï. Paftoonin Gysbert van Walenburg, |^afÏ00$ te %tibttt
de KatoJij. öo^py ^ bolgen^ tftn feief ban fohan van Ver- Kc U}dCiU neburg be eetfïe J^OOfl bail <§♦ Pankras ü# pitteï teEeiöengetoeefli 'tbjeüi/gelptögon*
ber Welben gesten geböen / ngt eenen beften en 24 Hanonnilt&en öefïonb* %üf$ f&tft fip/ geip
|
||||
Oudheden. 279
grip fo» ttt $eïfbe plaats gezien Jjeböett/ öe*
neben$ Philips van Leiden (en mm antkeren) get aemeïbe Hagitteï geïpen fïicgten. jjleefïer Johan, Gemtszoon, $ jpafioo^ban
%ttoetbotp jjetoeefi in 'tjaat: 1494, f π 't jaae 1495- iöierb be J^afiotgt ban %tv
beroof ÊeMeebt boo^ ïfeer Gertit Johansz. Hu- gens: gelp in een ouöen ï#ef aangetenenb flaat 5 hsaau m be boïgenbe goebereu aan be i^eeft ban fteiberbojg öeh^en ftnetiben: Item oude Henrick van der Does befette op
enen werff gelegen by der kereke tot Leyder- dorp by Johan Hugens in Uiterdyck den Pape, die de kereke regeert, alle jaer 12, penningen goedts geks, ende den Cofter 6 penningengoedts gelts. In de oude reeckeningen van vrouwe Mach-
telt, zegt Buchelius , word elke penning gere- kend op twee fchellingen Hollands, makende nu twee blancken 5 dan by tijden van oude Hen* fick voorfchreven was het werk byna 5*0 jaer voorgevallen, vermoede defelve niet hooger dan een blanck gerekend te fyn , wefende nu juyit de eftimacye van een Engelfchen penninck. iff6\ I5-6X. \&a$ ^ttt Dirck Gerritsz. balt
®eïft J^afïooj te Eeiöeröoflpu
3fn beseüerit / aan^« Mauris outaae/ toa£ v
ttnt Mbav# of aïttjbbuurenbe ïtapeïïang ge* fïicgt $ betorine tit 't jaar 1371 benïeebt tmerb ÖO0J Philips Jakobszoon. ^e$e JMtaCg/ OjJ
Stee ntaniec open fïaanbe / toieeb in 't jaar
M74 Öegeeben aan Jflj& Gerrit Hoogftraten,
licentiaat in öetöe be föecöten / en netfielp
Pecfoon onbec 't 2$$bont ban %uift. 3jn be3e gtetocïnnerK foa$ een btnarn $e*
fticijt/ boo$ be famnbeling be napeflang van de β 4 Zvl
|
||||
«■«o Rhynlandsche
Zyl gettaatntr, Jo.han vanZyll, töïö&etr/ feer
van Zyii, ïjab in ben jaatt nog btfpmlmi ttn
fcajteUang it ftic^tm inbt$ataci)iMmmt%w ■fwftiazQ. ]m van Zvii, φίοοα* / 3%m ban ümmtcf /htfmft ooïigct 3dbe in 't jaau 1293/ en gaf Daar toe teniet iaoöen in Φφ%η$: en fïidjte 3|ea· Jan van Zyii, ftiö&er / iiese Miarn m 't jaat* 13*0, 3$m Gerardüs van Zyll
fiecft 005e bsftai^ obeegegeben aan Adriaan van
Swieren, .gcifjaut ban%tittm/ 300 a$ ittöen J ν Gods, fiaame, Amen. In 't jaar na 's Hee-
ren geboorte 1483, in de eerite indiktie, den 30 d;ig van Oktober, omtrent de uure der Ve- 1 peren , in het dertiende jaar des pausdoms van onzen Ailerh. vader, , . Sixtus IV, is voor mv openbaar Notaris, en voor de onderfchreevené getuigen die daar byzonderlijk by verzochten ontboden waren , in eigen perfoon verfchee- nen de hooggebooren jongeling Gerrit van Zyll) kerkelijk perfoon onder het Bisdom van Utrecht, negen jaaren oud, beneffensAdriaan van Bochorfl, Weesmeefter , enjohan van Loc- horfi , Rurgemeeuxr der ftad Leiden, mitsga- ders Thomas Hoigjlraei zijnen neef, zijnde zoo als hy verzekerde, zijne voogden; en'hy heeft het recht van patroon.fchap tot de eeuwige ka- pellany, die ter cere van den AlmagtigenGodt en van deszelfs roemrijke Moeder geiticht en begiftigt is , en gelegen is in de parochikerk van Leiderdorp, en dopr de wandeling genoemt word de kapellany van de Zyl, welk recht zoo als hy zcide hem aangekomen was door de dood van Heer Niklaas van Zyl, Priefter, en in zijn leven den laatften bezitter van 't zelve recht ι
|
|||||
-
|
|||||
Oudheden, 28r
recht;* hy heeft, zeg ik, het voorn, recht van
patroonfchap geheel enganfch, eens en alleen- lijk voor ecne reize , overgedaan , gelijk de voornoemde voogden van den gemelden Gerrit uyt hoofde van hunne voogdyfchap het zelve ook overgedaan hebben, aan den aanzienlijken man Adriaan van Zwieten^ Schout der gemel- de ftad Leiden, En hebben de voogden voor- noemd, gezamentlijk met den gemelden Gerrit die aan hunne zyde ftond , den hoogwaardig- ften Heer (BiiTchop) van Utrecht, ofdeszelfs Vikaris, gebeden, de overgeeving van 't ge- zeide recht van patroonfchap door zijn ordina- ris gezag te willen beveiligen. Over al het welke, en ieder van 't zelve in 't byzonder, de voorn. Gerrit van Zyi gezamentlijk met zijne voogden voornoemd, en de gemelde voogden gezamentlijk met den gezeiden Gerrit van^Zyl, verzocht hebben dat ik Notaris onderfchreeven voor hen eene openbaare akte, of mecropen- baare akten, op de belle form zoude opitellen. Gedaan te Leiden enz. 9fn 't $elfbe jaat' 1483 / ben r ban ^obem*
m/ t$ ixt$t tiutvbmt eoebcje&eutt boo^ Da- vid vanBorgonje,- 2&ffcï}0JJ ban fttterfjt
Sang te boren/ te toceten ia 't jaar 1375-/
foa$ besebiftarn/ openfïaanbe oooj be 000b of OTUiöigen aftïantlban Gerrit Wülemszoon,
VtyUbm aanGifelbert Diderykszoon vanZyl. 31« 't jaar 1391 ff be öefcijdben man G.fei-
bei r, Hubertszoon, m beseïbe biftarn Öeiiefïifft.
Bermit^ lx$t bifcarn ban be %$. beele tn*
fcomfïen öabi 300 $ beselbe in 't jaar 1400 Ui mtt bi&argen gebeelt <®e eene bleef in be pacocïjiteït ban ïïeiberbo^p/ be anbere toierb ~ r in
|
||||
t%z Rhyklandschb
in be %. ^outoen httft te Eeiben/ oj> 't ou>
taar ban Φ* %.Bjouto en ban £. Maria Mag. dalena, obeeseï^agt: om bat bej^iefiei$ ban be BLI^oubien ftettë op gunne innomfïen/ bie «ocg sering en foöer ioaren/ niet eerip non* ben ïeeben. <il*n i$ be^e fcgeibing boo^ Johan van Montfoort, Jj^oofï en 3fiart$biaften bec itoecgtfcge nerfte/ goebge&eurt enöebefïigr. <^e3e binargi te Eeibeebo^p be3at tn ben jace
1600/ 300 aan ninomfien a$ aan berfcgeiöe ïanbergen/ jaarïp^ xjo pont en 33 fcgcïltn^ gen/ ban 40 grooten 3Maam& ®t binarn te %tfam/ betoelne met 2 |&tf*
fen tee ioeeïi öelafï foa£/ toierb in't jaar 15*01 ÖeMeebt bOOj Warner, Frederik Utenkamps-
200η. 5^e3e Seibfcge bifcarg / unt bie ban
Seiberbo^ boojtgef&ooten / be3at aan baff e innomfien nraergen/ en^jponbilollanbfcö. <^nber be Hafïeeien en ï|eerett-gui3en / be* - foelfte onber %eiberbo# gefïaan geööen / 3tjn be boïgenbe foei be boojnaamfïe getoeefï: * Ro- menburg, (2) 't fcoelK 300 beel te3eggen $ a$ be3£urgt ber domeinen: 't ï|n$ te Does» aïi bn$ genaamb naar be ribier be ©oe£: Steen- veide, 'ttoein naau get3eggen ber inge3etenen met bier torend geeft gejijaaïk lï^joban van Beyeren in 't jaaü 1420 befïab Seiben belegt be/ geeft gg 't gui# ^teenbeïbe gefïoopt: 't toelfe Gerrit van Heuifen , ten beefe Ugt get OVfot
(ïeentoecR/ foeberofflöjDgemet3elt geeft
* Volgens Boxhom zoude Romenburg , als waar de rechre
liaam Rodenburg , aldus genoemt zyn naar de roodc of vergul- de pannen, dewelke by de Romeinen in gebruik waren. Mdrcut Velferui , en andere Geleerden , houden het voor '< oude De
|
||||
Oudheden. 185
De Zijl ober Sreenveide gelegen/ etitoeï-eet
ïjet£tanuju$ ber «tëbele peeren van Zijl, foag 00h Ö0O? Johan van Beyeren berbeïgt, 3N&C
na gebben be iïibbei$ van Schagen Jjet $eïbe
genoegt; en ïjet$ einbelpaan ben^eeejohan Vertilden en be$3elfë erfgenaamen genomen. De Waard , op 't feïjeiben ban ben ftfjrjn
gelegen/ $mben$eifiien tijbooftafgefyoften/ en in iCeeï-lanb beranbert. %ec 8n$ de My ftontt omtrent be ft^aarb. Berendrcchc, een anber fïot / fïonb omtrent tm obertogt ban ben ftjjtjn. Zwieren onbetr get fCmöaeïjtban^oeterfoou*
be gelegen / sijnbe get ,§tami)U$ ban be van Zwietens, \$ bg ROOp Op Hugo vanNierop,en
naberïjanb op ben ï|eee Komelis Bikker ober*
gegaan, ^et plagt in oube ttjben eene ftapel te gebben. nif be «tëbeïïui'ben / op be$e floten bjoonett* Twift ovc
be / in nraneel geraaïtt toaren ober get reegt den voor. ban boo£ te offeren / en ben pe^boojmalftan4 ™ns ι*. ber te neemen/ geeft <0^aaf Willem besethjifi flccIlt· ó^beboïgenbe toi&e befïecjjt. Wy Willem, Grave van Henegouwen, van
Hollant, van Zeelant en Heere vanVrïes- tant, maken cond alleluyden, want Heer Jan vanden Zyl, Ridder, Daniel Uyttenwaert, Dirck vander Does, Gerrit Ramp , voor hem ende hare magen op dieeene zyden, op een pene van vyf honden pond Hollants, en Dirck van Swieten, Soudewyn van Swieten, Floris van Swieten, 'Thi- *nan van Swieten, ende Gysbrecht van Leyderdorp % voor hen ende hare magen op die ander zyden, op een pene van vyf hondert pond Hollants, ge- heelyk en al aen ons gebleven zyn van voor of- feren, |
||||
2 8φ Rhynlandsche
feren, van voor pais te nemen in die Kerke te
Leyderdorp, ende van alle twifl, die zy onder- linge hebben gehad tot defen dage toe, foo heb- ben wy ons wei beraden met goede voorfienig- heyt ende uy ten daar af onfe zeggen : in den eer· lte.n fullen die. Ridderen voor offeren, ende pais nemen, en waren daar van de kinderen van Sant· horfl eenig Ridder die foude voorft ofïeren en- de pais nemen, ende alfoo lange als zy knapen zyn, foo fullen zy naait de Ridderen voorft of- feren en voqr. pais nemen} voort fullen die kna- pen op diezaytzyde al doorgaans voor offeren, daar naar de knapen op de noortzyde, ende die vrouwen ende die juffrouwen van de noortzyde al doorgaans fullen voor offeren, daar naar'de vrouwen en de juffrouwen van der zuytzydej voort fullen,die knapen op de noortzyde al door- gaans voor pais nemen, ende daar naar die kna- pen op de zuytzyde, ende die vrouwen en juf- frouwen op die zuytzyde fullen voor pais ne- men, ende daarnaar de knapen op de zuytzyde j voort fullen Gysbncht Fernelknfz, ende IVillm Yedenfz.vm nu finte Baven dage naaftkomende een jaar duerende Kerckmeefters wefen, ende die oude Kerckmeefters fullen der kerken geit en alle andere ftucken deCe opleveren, als die oude coftume is, ende men fal die Kerckmee- fters kiefen daar en t'ende, als men hier voor- maels gedaen heeft, ende en droegen zys niet over een} wy foudenfe felve ferten doen: Voort fal Hugo van Swieten geven Jan van Ommers, tot finte Maertyns MiiTe naeftkomende, voor den flag die hy Jan voorfz. gaf vyf pond Hol- lants, en om dat het op een fal gefchieden, foo feggen wy alle andere ftucken die daer gefchie- den , en alle eyffchen die beyde partyen voorfz» |
||||
Ö U D Η E D E Λ a8f
malkander tot dcfen dage toe eyfTchen mogten,
beyde van ouwen en van nieuwen aen beyde zyde quyt, ende waer hieryet in vergeten, en fuiken breukeals jegens ons mifdaeη is, dat hou- den wy tot onië'verclaring, ende hier by fcg- gen wy een alynge foene aen beyde zyden te houden by live ende by goede, ende foe wie die brake die foude welen daer of gefet buyten alle recht, ende dat foude ftaentot onfe proeve met den genen , die wy beloonden , ende om dat wy willen dat dit vattendegeftade, enwet- telykgehoude werden fonderargelift, foo heb- be wy defen brieffopen befegelt met onfe zege- Ie, gegeven in den Hage op finte Michiels a- vont int jaer ons Heeren 1324. $a bat get berfegiï ober get booj-offeren /
ca getneemenban bebjebe/ boo^fartogWil- lem gefïiït ioa^i $get eigen bnuefcoeer ïebenb 0ci»o^ben. ^00 geeft ban iïfartog Willem, <&aaf ban i|oïIanb / aan toien get berfegiï berbieeben &a^/ be 3aan albu^ öemibbeïtj bat be geencn/ bie bolgeng recgt aan be 3tiib* 3gbe ber tene fïonben/ eerft 3QUben offeren; en bie aanbe noo^sgÈsc fionben/ eerfï be b^e* be 3ouben neemen. 3Ne$3onben be b^ieboo^u perfoonen/ engunne nakomelingen/ öeneben ht ïiOO^ gaan 3Itten : Gerrit van den Zyl eil
Mouweryn aan be n00^t3«be i en Gerrit van Benncbroek aan be 3ui&5göe. <£n ttjie op get
foo? ging flaan ·, bie $cnbe niet offeren/ en ben ga$ of b^ebe niet neemen / en3. ®e garocginern ban &ciberbo$i/ geïpto
beu aïgc3egt i$/ geeft omtrent beöebieningen öcr Sacramenten ban cub^gefcaan onber £. Pictcrs fterft te %tibm, 300 bat β, Picters telt gaace
|
||||
z86 Rhynlandsche
gaare magtoeffenmgen fogb en $& onber 't
geoieb ban aeiöerboL?p berricgte. 3^e ö^ieben/ bte 5UÏ£$ ngtfo^en / geböen big in be befcg^ btnge ban & Pi eters nerfc op0elebert: toaar m bttibeijjft u^t0eöjnïtt fïaat bat get ög bertyag/ tn met be toefïemminife ban ben ©afïooj ban ^.Pieters «erfce 0efegiebt/ bat beïanb3aaten/ omtrent be^toieterflit$ woonenbe/ te^lete* bo#j te ïterne gaen ; 3gnbe toel ugtbjnn&Cip Beöon0en bat be J^afïoo^ ban 3£eiberbo$ &e gelft ban be Dffergenningen/ bemelne gg ban be ïpen ber gemeïöe Ïanb3aaten 0entet/ aan ben ^afïoo? ban ^.Pictcrs nernemoet 3enö«i, Het kioo. ^an geeft er nocg een Moofier / of $#or| / fter Enge ban fóe0nïiere ïtanonninlten te 3£eiberbo$ g# lendaalge- ftam ty ftm obettO0t bail ben töggtl. Μ
S'ifenMooier/ 'tb)elft€n0eïenbaaïgenoemttöoft/
re Kanon- om bat men be Cngeïen / 300 m§ get 3W"/
Dikken, baar gaö gooren 3iii0en/ i$ aïbaar met be 0oeö'
ïtettringe ban^tflegop Frederikin't jaar 1400
opgerecgtboojben eer3aatmm man Pieter van
Poel. èan bit Moofïer fcoojb ooï^efg^ooM
lil be UrOlljpf ban Henricus * Thaborita. In 'c
jaar des Heere 1306", den tweeden Meydag» heeft de' Heer Pieter van den Poel te Leider- dorp een kloofter van Reguliere Kanonnikken gefticht i en is aldaar in 't koor voor't hooge outaar begraaven. Voor deze ftichtinghad men daar , zoo als de menfchen vertellen , dikwils het gezang der Engelen gehoort. En daarom is het kloofter Engelendaal genoemt geweeft. ^et 3eïbe Moofïer bjojb ooft bermeïöt in be
ïironp ban 3Mtbe$jeim, In het jaar 1400, bit 3gn be baoo^ben ban ben Uronpfcg^ ber/ heeft de befcheiden Heer Pieter van der
• Befchr. van Leiden üb.ii, cap.2.
Poeh
|
|||
Oudheden. 287
Poel, met verlof van den Utrechtfchen Biiïchop
Frederik, te Leiderdorp een kloofter van onze order beginnen te timmeren 5 't welk Engelen- daal wierd genoemt. 3fn 't jaar 1407 i§ get met eïf anbere ηϊοο*
jfrr£ bereemgt met get kapittel ban Itëinöe^ getm. Hendrik Hert, een öjoeber ban beself* öeo$er/ geeft be3e izntoofïer$ 3eertoelber* geleften ön öe tfoaaïf 3egeningen ïrer ^atriar* cjen. 3^at ban 3Lettieriio#/ om öe&eïfë rpbom te üete&enen/bergeïeen gg &ρ Afer .· foienjacob Uw toao^ien toepafïe t * zyn brood is ver* <Pe eerfïe J^ioj ban bit Moofiet; toa£ Wil-
lem Vornken. g|n 't jaar 1406 $ fyoeöer Si- mon, en in 't jaar 142.0 Ö^oeber Johan van Broekhuizen, J^ioj ban 't selbe getoeefï* Om dit kloolter in de kloofterlijke tucht op
te queeken, zegt de gemelde Kronijk, en ook voor het tijdelijke te zorgen , is onze broeder Willem Vornken tot Prior gekozen. Als dezel- ve niet langer als een jaar in eene vuurige god- vruchtigheit endeonderhoudinge van de kloo- fterlijke tucht, naar het voorfchrifr. der order, met hen had verkeert 5 heeft hy, na dat hy zijne rekening gedaan had, zyn Priors-ampt neergo- oit, en hen met de volgende woorden aange- fproken: Qyl. ziet, allerlieffie Broeders , dat het ui. en
wy niet langer dient by malkander te blyven ; om datwy in ons leven en gedrag niet over-een-koomett... Doet dan *t geen ui. nut en oorbaar is ; en ik zal weder naar mijn huis keeren, daar ik van daan ge- komen ben. De Heere zy met ui. en geeve uh goe- den voortgang in de tegenwoordige en toekomende goe- deren. Daar op heeft hy zynkiftje genomen* en is * Qcnef. 4p»
weder
|
||||
2S8 Rhynlandschè
\veder naar Windesheim gekeert. Want hy
zeide dat hunne zeden, weüuften, en gemak- kelijk leven , met de vroomheit en vierigheitj daar hy naar trachte, niet konden over eenko* men : en daarom wilde hy, Zonder vrucht te konnen doen, hunOverfte niet langer blyven. Eenigejaaren daar na, zegt dezelveKronijk-
fchryver, hebben zy een anderen broeder van Windesheim, teweeten Johanvan Broekhuizen^ die te Zoeft gebooren en een fterk en godsdien- ftig man was, tot Prior verkoren. Deze Prior heeft het gemelde kloofter, gelijk ook deFran- ciskaner-nonnen van den derden Regel, daarhy het opzigt over had, in eene uyterfte ftrengheit en zeer goede tucht gehouden. Doch daar op is volgens f Boxhorn eene zofl
ongebonde levenswyze gevolgt, dat Broekhui- zen van hen weggeloopen is. En 't is de waar* heit dat de klooilertucht daar fchandelijk ver- vallen is: 'c welk genoegzaam af te neemen is uyc den volgenden brief ν dewelke door Dideryk Donk. KommifTaris van'tWindesheimfche Ka- pittel , en Johan Yongerlo , Prior van Rugge, gefchreeven is aan Pater Jakob, een Amfterdain- mer, en Prior van Heiloo. , TpErwaarde Vader : Wy hebben dezer dagen
ons huis te Leiderdorp bezigtigt ; en heb- ben het leven van de Monnikken fchier ongenees- baar gevonden j zoo verre dat, ten zy Ibmmi- gen van hen verzonden werden, het ganfeh ge- daan zal zijn met het gemelde konvent. E» dewyl uw huis zeer weinige queekelingen heefrj zoo hebben wy , achtervolgens het gezag 't welk wy bekleeden , goedgevonden dezen broe- t In zijne Nedcrlandfche Hiftorie» der
|
||||
OUDHEDEN. 20p
def KorneUs van def Goude by dezelve queeke-
lingen te voegen. Hy zal by ui. onder de tucht en gehoorzaamheit van uwe Eerwaarde woo- ncn·, en hy zal, zoo lang als hy by ul.woonen zal, de opiluiring onderhouden, even als de an- dere opgcilütene broeders : nochte hy zal on- dertuiTche η eenige reis mogen doen, zonder ons uytdrukkelijk verlof. Doch ingevalle hy de paaien van zijne opiluitinge overtreeden , en eenige ongchoorzaamheit beweezen, een lelijk feit bedreeven , of verdagte gemeenzaamheit met vrouwshiiden gehouden mogt hebben j en eens vermaand zijnde zich niet en betert* zult gyhem in den kerker (j) opfluiten > en zelfs, indien het noodig is, de wereldfche magt re hulp roepen. Ter beveiliginge en bckrachti-' gingevandit alles hebben wy onze naamen on- derdezen brief geichreeven, daags voor Vrou- wen Hemelvaart, in 't iaar ι f69. Broeder DfDERYK DONK , Prior te
EemBein , Komnrtfam van Ί iVindesheim- fche Kapittel over de Rentieren van Holland Broeder JOHAN TONGERLOO, Prior van de Regulieren te Rugge, by den BrieL %»eöerjan Bostoa^ aïgferj&io? ht'tjiai·
S\r:Jn ^$tiltoï ban ïjet Moofö* te föiiggc fit) ™r ™Slingere, gaftODJ tt Φϋ$ύμϊψ
hlLi™ tei,orm & &· AuguiHnus ÏIOIÏ? ÏÏLt %titim ««Öttte öanonrafi m$ ge*
jweji/ fyeft in 't Mkm Dan Bajus tc%mm m*&mv§ $φφ in 't jaar ι y7>. * ten hi?Ï00fiei? # itt öc &9™ηΐΦ tevotvtm ^ . T, «**: tfiiteten naam öanj^oiimMeniioc&ji kiïï
£* Vafcrii Andr, Faftis Acadeai. - (^r«
C ober?
|
||||
290 Rhynlandsöhe
obergebïeben ίπ 't berbaïlen mnurtoer& Φώ
xhn baar nod) otriatig$ eenige oeR&eneelenban
Monnmnen/ enbe &qü# ban ben %miP
bonben. 3(n eene naönnrige molen / öe|Eonj
niftfcen-molen genaamb / iwb Set afmlW
ban een Kluner Hanonnift bertoont / oew
He 39η ro3emjoebje leefL
<fên bermtté be boomoembe ^oeber Johan.
&. «aar Set poen ban bnj^M
Hronp-Γφί jber / Set o$OTt Öab ober be f tan*
risfeaner jonnen ban ben berben timi; 300
moet men seojgen bat be semelbe Jonnen gpr
omtrent ttoee föonbenten gégab ge bben*
Hct ccrfte 3®ant in be boojfïab ban bleiben / niet W
«c Room- ber ban Eeiberbo^ aï$ men met een öoo« fo
burg» fcFiieten nan/ ojjftoomönrg of * föobenuw
keft ban onb^ een Itonbent ban jfvmw&
ner Jonnen gefïaam 'ttoelfe be % Maria toe#
ge-eigent tea£/ en booj be bjanbeïing Mtnaai
itonbent ban gerufalein toierb genoemt Ρ»*
amétmmbmf banaat 1405 toierböetoo
&. Margaretaas-berg gttlOtmt. 3» ben JCDJCn
fotef fïaatoon aangefcc&enb: Dat y«&* we*»'
/^W?, Broeder van deDuitfche Order, K.om-
mnndeur en Paftoor van S. Pieten kerke te Lei- den , aan 't gemelde kloofter , 't welk onder de Leidfche Parochie ftond, met de toeftemminge van DavidvanBorgonje^ verfcheide voorrechte0 verleent heeft: onder anderen, dat de Bedien' reffe en het Konvent voornoemd , ten allen tijde» * Boxbon , gelijk wy gezegt hebben , wil den
naam afleiden van de roode of vergulde Ρ*ι1ηε"° Romeinen. Miflchien ook , zegt Stmon van LeeW*> inBatav. Illuflr. pag 1263 , hebben de eerfteftiehter van dit kloofter den naam vm Rodenburg gedraagt en den zelveu naam aan dit kloofter gegeeven. |
|||
Oudheden. %<jt
het noodig zal zyn , mag •verkiezen een deugdzaam
Priejler, om haare biecht te hooren. %U 't jaar 15-4.2 i£ be ifem Gerrit Heerman 23egijne-3patee op &oombnrggebjeefL
®t üufier£ ban £♦ Margarecaas l^otibeitt te
%mm f geïp fc$ boben ge3ien öebben / 3911 ni bit Moofier gefïoften. tfl$ er te %tibm I op ben Werbcn 2Eugitfïi
1 f 5T / een beroerte geré3en iaa$, i$ be j^otine- ψater ban iSoomburg/ befoetóe be|&t£in^>. Katharinaas Itonbent meenbe te Iee3en/gebald gen genomen. %x\ be jaaren 15*?4 en if rr $'er op^oom*
ö«r0/ ötiiten Eeiben / een algemeen ïiapitteï en ^gnobe bergabert gefoeefï. % ïjeb onber mg een ongebmite ïijfl ban
aïle be Konbenten/ befcoeïfte be ^raucigtftaner 33?oeber$ en gufïcqS onber öefc 2M#&om ban ïltrecgt öe3eeten ïjebben ten tijbe a!$ i)et ge^ nieïbe ftapittel ojT&Dombiirg bergabert töa$, <®οβ fïaan 'er ugtgebmfct be guiten / 300 bin- nen até buiten be fcab / om be S3?ocöer# m %ufttv§/ bie ugt anbere lionbeuten i)ertoaait£ quamen/ tejj«$üefien. Φ# ftoomburg 3ijti toeï eer boeftje^ gebraltt: toaar ban ift eeuige onber mg ïjeb berufïen let tmeebe ïtonbent ban be f rancpaner JjfJJ^
jonnen/de Poel genaamb/öeeftaanbe^oe^kluoftCr4 fyugge ober 't jjit$ de Does gcfïaan : en i£ aï wi 't jaar 1390 / balgen^ jjet IMjaal ban Ja- kob de ia Torre, ingebnjbt getoeefi op ben naam ban be % $&aagb Maria. Wt p!aat$ baar ^et öeftaan geep: / en baar niet anb?r£ a!3 cenig njuuctnerft te 31'en i$ / öeeft ben «aam ban 't «loojïer öejjouben. |
||||
i5>i Aantekeningen op de
$0$et$ $ Kornelis Fabritius, te^pant>?Oeïi
van de "re-fa #oo$-l&oltaii& geöooren en een ïïobenfcï)
re tijden, «eobtgefeerbe/ bOO^ Sasboldus Vofmerus,$iart$?
Eslffcgop ban llttrecfjt en ban f pUftjen / in 't
jaar 1003 aangefMt tot J&ifïoo^ ban 3ldte ÖO^p, ©i't ÖeÖ tfi Hgt OCH UQtn t$ef bail Sas-
boldus Vofmerus; bien ïigi in 't geineïbc jaar/ ben 18 ban September/ met eisen öanbe ijecfi: gefcl^eeben. ^oeïj afë Fabritius, geïp fajo onber Φ?οι
gullen sten / ban %eiberbo$> naar <É&oI beroc pen toa^i φι be bjeimgc geïoabigen/ bie ugt be feïjipfyaaft be$ geïoof^ ontkomen toaitn/ tiaberganb boo^ ben J&afiooj ban üoubeWt en ^asa^iöoube öebient getoeefi $£eïfte ga* ff 00$ ten bien einbe/ om be anbere ioeeïi/ in be soo-genaambe Groene poon {toornenfeerlten. ^oc!) bie naarber aan be fïab tooonen / 0tsa« boo&aan^ aïbaar te to&e* AANTEKENINGEN.
τ. Wy hebben hier een woord of twee te leggen
•mtrent de fchtldery van den heiligen Aarts-engel Michiel. Hy word dikwils afgebeeldt als vechtende tegen den hclfchen Draak : maar daar van lullen wy nu niet fpreeken. Daarenboven word hy dikwils ge- fchiïdert met een weegfchanl in de hand : en dit ge- fchiedt ten dien einde, zegt λ Eckius , op dat de eenvoH' dige menfehen verfiaan zouden dat hy de magt heeft ^ em de zielen der menfehen te ontvangen , en baare ver· dienflen op te weegen. Doch dit wil bMolanus aldus niet verilaan hebben , als of de verdienften van alle menfehen in eene fchaalgewogen wierden; en de ge- nen , welker verdienden iwaarder als hunne misdaa- den weegen, recht naar den Hemel voeren; doch de andere /die meer zonden als verdienilen hebben, den α Eckius Homil. iS«
b Molan, de imagin* üb, 3. c, j?. ,
|
|||
Rhynlandsche Oudheden. 293
Duivel overgegceven wierden. Dit zoude volgens
Molanus een zeer ongerymd en belacchelijk zeggen weezen; gemerkt dat'er niets, 't welk beimet is, in den Hemel kan koomen ; en die in een gebod ge- itronkelt heeft, aan 't overtreeden van alle de gebo- den fchuldig is geworden. Door deze fchaal, zegt hy, word te kennen gegeeven, dat wy naar de ge- rechtigheit geoordeelt zullen worden. Dat gaat alles wel, en Molanus fchynt zekerlijk gelijk te hebben. Evenwel is het waar dat verfcheide Κ atol ij ke Schry- vers gefproken hebben, gelijk Eckius fchynt te fpree- ken ; ja duidelijk en uytdrukkelijk geichreeven heb- ben dat de goedeen de quaadewerken der Chriüener» tegen malkander zullen opgewogen worden, en dat het vonnis van den Opperften rechter van het overwee- gen der goede of quaade werken afhangen zal; dat is te zeggen ; indien de goede werken zwaarder wee- gen , zal zoo een Chriften, volgens hun zeggen , ten Hemel geroepen worden : maar weegen de quaade werken zwaarder als de goede, zal zoo een menfeh naar 't eeuwig vuur moeten gaan. Voor eeril is het bekend dat zulks, naar het verhaal
van een c oud Schryver, gefchiedt zoude zijn na de dood van den heiligen Keizer Henricus. Het ileunt op het verhaal van eenen Duivel , dewelke zulks aan eenen Dienaar des Heere verhaalt zoude hebben : En dit verhaal wierd van de meufchen, en van zij- nen Levensbefchryver zelf, met eene meer als prijf- felijke eenvoudigheit aangenomen. Zijne goede en Quaade werken wierden tegen malkander opgewogen: de Virdicnflen wierden in de eene fcbale, de quaade werken m de andere fchale geleit. De fchaal met de quaade werken begon zoo laag te zakken . dat de ziel des keizers gevaar begon te loopen. Maar S. haurens, w'en Henricus met groote godvruchtigheit in zyn le- ven geviert had , quam met een kelk aangeloopen ; dewelke door den gemelden Keizer aan S. Laurem Kerke vereert was geweeft. Deze kelk , in de fchaal van de goede werken gefmeeten zijnde, haalde dean- ^ ^ fchaal over. De Duivel, te vergeefs op zooeene Koiielijke prooy gevlamt hebbende, heeft van quaad- fleiten fpyt het oor van de kelk aan ftukken gebroken. c Antiqtia vha 5· Henrici cap 104.
& 3 Ea
|
||||
29Φ Aantekeningen op de
En naderhand is de gemelde kelk van S LauremVtx.
ke (te Mersburg) altijd zonder oor geweeft.. Maar als Koning Dagobertus, Karel de Groote, en zijn zoon en nazaat Lodewyk de Goede, voor 't oordeel ftonden, is't op geen eene kelk aangekomen De goede Enge- len , want de Engelen zoo wel als Duivels zouden dat weegen altijd bywoonen ; de goede Engelen, zeg ik , ziende dat de rechter fchaal met de goede wer- ken ten eerfte begon te ryzen, hebben daar ganfche kerken in geimeeten ; die doorgemelde Koningen; opgebouwt waren. AlbertHKrantzius, een goed Hl· florifchryver, het geval van den H. Henricus verhaa· Jende , wil het geenszins aanneemen : Zulke men· fchen, zegt by, welkers deugdzaam leven zoo onzeker is , worden in 't getal der Heiligen zoo ligt niet opgc fchreeven: en de eeuwige zaligheit van dien zoo heiligen Koning heeft aan zoo eenegeringe zaak, als een kelk is, niet gehangen. . . . Ik boude dat verhaal voor eene fabel, dewelke niet verdient van zoo een heiligen Keizer vertelt te warden. Dit zullen demeefte Leezers voor een wys antwoord en oordeel houden: en ik ben verwondert dat de geleerde Chriflianust Lupus^ócn gemelden Crantzuis daar in tegenfpreekt, en dat fabeltje zocht ftaande te houden. Dat die kelk in de fchaal geimeeten wierd, ïegt hy j betekent de krachtige voorfpraak van S. haurens : van welke voorfpraak in 't Evangelie ge- fchreeven ftaat ; Maakt ui. vrienden van den Mam- mon, . . . Albertus Krantzius, zegt hy vorder, heeft de ipreuk van den H. Petrus niet genoeg begreepen: Indien de rechtvaardige ter nauwer nood zalig word; waar zal de goddelooze en de zondaar blyven} Maar ik wift niet dat menfchen , dewelke omtrent even veel goeds en quaads gedaan, en hunne zonden niet door eene behoorlijke boetpleeging uytgewifcht hadden, in 't getal der Heiligen, om ons tot voorbeelden te dienen, en op den weg der deugden door hunne hei- ligheït voor te lichten, opgefchreeven wierden. Maar laat ons alleenlijkhiitorifcher wyze voortgaan. S. Jokannes fDamafcenus fpreekt ook zodanig van
dit weegen, dat hy het volkomentlijk fchynt goed te d Metropol, lib 4. c. 9.
* Lupus de opin. probal. cap 14.
f joiunn, Damafcen, orat, pro defun&.
|
||||
Rhynlandsche Oudheden." 29J
iceuren. Eenige van Godt verlichte mannen, zegt hy,
verbaalen dat de werken d:r metifchen op 't uyterjie van hun leven even als in een vteegjchale gewogen worden. Indien de rechter fchaal zwaarder weegt, zeggen zy dat Zoo een menfch zijnen ge e â onder de goede Engelen geeft: zijn beide de fchalen gelijk ; dat dan Gods barmhartig- heit zekerlijk de overhand beboudt. Ja, gelijk zeer hei- lige mannen verklaart hebben, al zou de flinker fchaal wat over haaien, in zoo een geval word het geene tekort Zoude koomen door de goddelijke barmhert'tgheit vergoedt .... Maar als de quaade en ondeugende werken veel te veel overweegen , dan .... De g oude fchryver Philippus Solitarius, een Griek
en een geleerd man, weet dat weegen ook met veele omfrandigheden te befchryven: Zelfs b Eutychius, Pa- triarch van Alexandrye, beveiligt het door ecne zeer zeldzaame openbaring. In het Maandregiiter der Grieken 3 en in 't leven van S. Johan den Aalmoejfe- Hier% zal men het zelve ook door gezigten en verfchy- ningen beveiligd vinden. Een ander oud Schry ver, ß wiens Sermoenen plaats
gekreegen hebben onder de werken van S. Augufli- nus, (preekt op dezelfde wyze. De gemelde Chr. Lupus meent ook dat onze Voorouders, als ze het laatfte oordeel verbeeldden, en den H. Michiel met eene weegfchaal in de hand uytfchilderden, het zel- ve gevoelen uytgedrukt hebben. Dit gevoelen ilaat volgens Lupus op het gevoelea
van den ¹. Hieronymus, en is uytzyn gevoelen voort- gefproten. S. Hieronymus fchynt te meenen dat een Chriften menfch om eenige doodzonden, als ze niet aï te menigvuldig zyn , niet eeuwig verlooren zal gaan. De geloovigen , dewelke eenige doodzon- den t'hunnen lafte hebben , maar daar tegen voor- zien zyn met een goed getal van goede werken, zyn vplgens hem de geeneiï , dewelke niet alleen goud, zilver, en koftelijke gefreenten, maar ook bout, hooi, en ftroo , op ,het grondwerk des geloofs gebouwt hebben ; zullen diensvolgens door de verdiende van dat zelve grondwerk zalig worden. Dit is al- £ Apiul Chr, Liipum ut fupra.
» In Annal. EccleC Alex- Jib, 2. » Sermo f?, in Appendicc. & 4 thans
|
|||||
t
|
|||||
29" Aantekeningen op de
- ÏTh* UytIegSfnS > dewelke Z,*^ aan de woorden
van Hteronymm geeft: hy wilde wel toefkan dat ze ten vuure gedoemt zouden worden , maar niet dat e daar eeuw.g zouden branden. Hy'kon deze har ig fceit, zoo als hy die noemde, in den AartsketterP,- lagtus niet verdraagen. En als hem deze plaats uvt hfatas opgeworpen wierd ; De goddeloos en de zon- daars zuilen t zamen ge brandt worden · treeft hv tnt antwoord : /- ^r flaat niet by , /, *r ^/ j£ andere plaatzen , dewelke de eeuwigduurigheit de ftrafFen te kennen geeven, wil hy dat van de onge- ioovTgen verfiaan moeten worden. n Marius /Mercatorfchynt eveneens te fpréeken als
0«™?»«, ; en het gevoelen van i>^4 , dat de zondaars m alle eeuwigheit verdoemt zouden blyven, ^nhardigheit te befchuldigen. Ook getuigt de Ç AuguftmmmAn fommige katolijken in zijnen tyd het zelfde met groote hardnekkfgheit beweerden· en meenden dat de grootrte zondaars, fchoon zy hum, ßßçÀç " d00r/eenu büerPIeeS>'^ of aalmi/Ien uyt-
witten , echter door het vuur zalig zouden worden Maar boe'knjch.|g de Ç Augu^L· '„WdeTe Leei raars, deze dwaling beftreeden hebben, en hoede- jjelvc met de ieermgedér kerke nietove^eeUoom , behoeven wy alhier niet op te haaien ftUU1IIl> Om dan wederom tot de fchildery van S Mkh'tel
fch.idery , of het afbeeldze] van de weeefchaal m
de handen van den Aartsengel MUhul% SS mhduiS wil hebben als of onze werken in eene fchaale zou- den opgewogen worden. Maar Cbr, Lupus wil op die fchildery met «ichimpt hebben , hoewel ik niet en zie dat er Molanus eenigzins op fthimpt. Dk frhMeryij Lupus, is wettigen fchrfftnwig. Godt de Heer heeft wel eerden Koning Balthazlr aldus ioegefproken ; Gy Zyj ra eene weegjehaatgewogen, r* */** /#* bevonden. En de Profeet JT^ fpreckt in de- zer voege: Och of myne zonden.. enmvne ellende .. in eene weegfchaal gewogen wierden ; de 'iaatfle zou veel Zwaarder weegen,, Waarop de CrotteGregoriuszegt, Ê Htóron. DM é. Adv. Feiag, f. 5».
f In Commorutorj'o. #> |n Eiienndio c, 47,
|
|||||
het
|
|||||
Rhynlandsche Oudheden. ï$7
het zyn de woorden van Lupus, }> dat Godi alle de
"zonden van'tmenfchelijk geflagt in een weeglchaal "gezet heeft, enz," Dat is wel: maar daarop zou- de Molanus wederom zeggen , dat dit weegen aldus nietverltaan moet worden, als of iemand, die by voor- beeld 10 doodzonden op zyne rekening had ftaan, en met twaalf goede werken voor den dag quam, daar- om zalig zoude worden. Doch wy willen maar hi- ilorifcher wyze fpreekcn : en zullen hier over de Godtgeleerden, indien 't hun luft, vorder laaien re- dentwiften. 2, Dat Romenburg in deLatynfche taal Pratorium
Agrippna genoemt is geweeft Iraat valt , α en heeft geen naarder bewys van 1100de. Wy zullen dit eenig- ftebewys maar ter loops vermelden. Dat het Prato- rium Agripp. in de oude Reiskaart van Peutingerus, door Velferus uytgegeeven befiiptelyk uytgedrukt en aangeweezen word ter plaatze daar het tegenwoordig Romenburg noch ftaat. Waarom dat het dien·naam gekreegen heeft,is zoo Zeker niet. Pratorium, gelyk de Heer Alting aangemerkt heeft, had een drievoudi- ge betekening. Voor eerit was het als een Vergader- plaats , daar de Veldheer en de ganfche Krijgsraad, by malkander quamen om over oorlogszaken raad te plegen. Ten tweede betekende Pratorium eenRecht- huis of Gerechts-hof. Ten derde wierd het voor een Luflhof,of een Hofilede, of aanzienlijke Buitenplaats, genomen. De krijgsraad, zegt de Heer Alting, wierd 0veral , en daar het beft gelegen quam , gehouden. En, zoo 'er al in Nederduitfchland een vaile plaats, tot het houden van den krijgsraad , geweeft waar; zou dezelve te Keulen, de zetel der Veldheeren,gezocht moeten worden. De tweede betekening , zoo als hy meent, kan ook op dit Romenburg niet gepaft heb- ben : om dat de Batavieren geene Rechters van de Romeinen kreegen. Zoo houdt hy het met de derde betekening : te weeten dat Julia Agrippina , Keizer Claudius vrouw, om haare magt aan de volkeren te toonen, hier zoo eeneprachtige buitenplaats, ofhof- uede, gefticht zoude hebben. Hoewel ik deze derde ftaamrede noch niet zeer toevallen kan, zal ik echter * Vide Alting part. I» ^.Pratorium.
€ J die
|
||||
ια8 Aantekeningen op de
die zaak tegenwoordig noch voor- noch tegen-fpree-
ken. Maar eene zaak mag hier niet overgeflagen worden:
te weeten dat deze plaats, met veelgrooter reden op Öe marteldood van S. Urfula , en "haar gezelfchap, Zoude mogen roemen als de ftad Keulen, Belgt u iliet geleerde Keulenaars j en ftaat niet al te zeer ver- zet, Wy zyn de uytvinders niet van dit gevoelen: wy hebben een Duitfcher tot onzen zegsman : een Duitfcher, zegge ik j dieingeleerdheit, enyvervoor onzen Godsdienft, voor zeer weinige van zijne lands- luiden behoeft te wijken. Het is die roemruchtige en doorgeleerde Marcus Felferus, wiens naam alleen ui. genoeg moet zyn, om u aan myn zeggen niet te ftoo- ten. Én dit zeit hy niet uyt enkelde giiTingen: maar ten' deele op het gezag van een oud Schryver ; ten deele op giflingen , die op goede redenen en op de wereldkunde. fteunen. De Leezer wille het niet qua- lijk neemen, dat ik my, eer ik aan het bewijzen gaa, door ëen foort van een voorreden eenigzins zoeke te wapenen: want men weet hoe veel dat de Keulenaars zich aan het behouden van dit H. Gezelfchap gelegen Jaaten leggen : en hoe zy het wel voor eene aanzeg· ginge van een openbaaren oorlog mogten aanneemen, dat men hunne ftad in de vreedzaamigebezittinge van zoo eene glorie gaat ftooren. Want hoewel dat Fel- ferus dat nieuwe gevoelen al over 100 jaaren voor- geflagen en genoegzaam beweezen heeft; zoofchijnt het geen grooten opgang gehad te hebben: en ik weet niet dat iemand , behalven zeker Heer of Predikant teMaaftricht, V.clferusoy het fpoor isgevolgt. Maar al voorredens genoeg: en het zal tyd worden dezaak zelf en dien ganfchen martelitrijd eindelijk , om zoo te fpreeken, onder de oogen te zien. De gemeene vertelling van S. Urfuïaas marteldood koomt hier op uyt dat zy en eenige Juffrouwen met haar, het getal zullen wy nu daar laaten, uyt Engeland naar Britan- je in Vrankryk zyn gezeilt , om daar aan de krijgs- knechten van den Keizer of tyran Maximus uyigehifikt te worden: d3t zy, door zwaare ftormwinden over vallen, op onze kuften zyn gedreeven ; den Rhyn by Vronen zya ingevaaren , en te Keulen ofte Bazel fcyn gelandt; dat ze van daar naar Romen gereift, en |
||||
Rhynlandsche Oudheden. 299
tan Romen weder te Keulen aangekomen, aldaar in
de handen der Hunnen zyn gevallen , enz. Menig Schrijver heeft zich aan dielieulfche of Bazelfcheen Roomfche reis geltooten: en wat hadden de Maag- den, dienaar Vrankrijkgefchikt waren, in Duitsland te doen; ofte Keulen of Bazel verlooren , om dus tegen den Rhyn op te vaaren, en maanden lang on- der wege te fukkelen ? Het Mond 'er evenwel: en de Schryvers, die malkander maar uytfchreeven, en Co- lonia Agripptna of Keulen in het gedichte Martelaars- boek van Wandelbertw geleezen hadden , vertelden eenpaarig , en als uyt eenen mond , dat Keulen het treurtoneel, of liever het blijde ichouburg, van deze marteldood was geweeft Maar Velferm , op verfcheide redenen en gillingen
fteunende, wil 'er niet aan getwijfelt hebben of die oude f Schryvers hebben Coloma Agripptna genomen voor Pratorium Agripptna: het welke ons des te waar- fchijnelijker voorkoomt; om dat Colonia Agripptna y or Keulen, volgens de opmerking van dtn Heer Al- ting , ook eigentlijk een Pretorium Agripptna is ge- weeft. Om dit te beveftigen brengt hy eenoudSchry- ver by, GalfridusAfapbenfis genaamd, welken fchry- ver de Kardinaal Baromus, met het verhaal van S. Urfulaas dood verlegen , na veel zoekens en door- fnuftelens gevonden heeft in de Vatikaanfche Boeke- ry. Deze fchryver dan, die het uyt de oude gedenk- fchriften van Groot Britanje getrokken had , fpreekt ook wijdluftig van St Urfulaat- en haar gezelichaps martelie. Hy verhaalt dan "dat Maxtmus, uyt Groot "Britanje overgekoomen, en het landfehap der Ar- "morijken verovert hebbende , eenige trouwbaare "dochters uyt Britanje, om te aan zijne krijgsknech- "ten uyt te trouwen, ontboden heeft. Datdiedoch- "ters, 't fcheep gegaan, en haare kours naar het land- "fchap der Armorijken zettende , door een fchïelij- "ken ftormop deDuitfche zeeftrand (in Germamcum "Httut) zyn gedreeven. Dat ze daar in de handen "van twee Zeeroovers, Melga en Caunus, zyn ge- tallen ** Melga was volgens zyn verhaal een Pikt, en Caunus een Hun ; dewelke met Keizer Gratianus t vide Mare. Vclfcrum in e*p!icar. Tabulae Pcutinger, Ope-
ïumpag4732» '" . |
||||
3®o Aantekeningen op de
in verbond getreeden , den Tyran Maximus ter ïee
zouden vervolgen. " Deze zeeroovers op de gemelde ^Maagden , als of ze hunne vyanden voor hadden, ' aangevallen, haddent op haare maagdom gemunt enz. Daar heeft men, volgens den gemelde felfirus] en ook volgens Baromus , een duidelijk verhaal van ecne gefchiedeniilè, dewelke door averrechtfche ver- tellingen, en door de onkunde van de fchry vers, zoo- danig verdraait en gerabraakt is geworden, dat men fcoo eene doorluchtige daad , hoe waarachtig dat ze was, voor eene fabel heeft beginnen te houden. Door deïe onkunde, zegt hy , is hetgefchiedt, dat de eene of andere, fchry ver , die in dit verhaal iets van de Hunnen en van Agrippina gehoort of geleezen had, de gemelde gefchiedeni's aan AttUa,en demartelplaats aan Keulen heeft toegepaft. Wat den tyd van het martelie belangt : de HH. Maagden zyn niet onder Atnla, maar onder het keizerdom van Gratianus ge- martelt. Wat de plaats aangaat, daar wy tegenwoor- dig van te ipreeken hebben-, die paft volgens hem in alle deelen op Pretorium Agrippine, of ons Romen- burg , en geenzins op Keulen. Zoo zullen dan de Schryvers, die van geen Pretorium Agrippina wHten, Ofhs Pretorium voor Coloma Agrippina genomen heb- ben: temeer, daar Keulen ook een Pretorium Agrip- pina is geweeft. En is wel aan te merken dat ons Pratormm Agrippina by de oude Schryvers onder die benaamïnge weinig bekend is geweelt: en dat geen een Hiftorifchryver , die bekend zy , daar van weet te Wreeken als de oude Reiskaart van Peutingerm. Dat alles veel beter en alleenlijk op ons Pretorium paft, blijkt daar uyt dat de Maagden , aan deDuitfche zee- ftrand aangeland , aanftonds in de handen van de ge- melde zeeroovers zyn gevallen. Ons Pretorium legt aan de zeeltrand: waar Keulen gelegen is, weet ie- <3er een. Maar waar blijven wy dan met de Room- fche reis van de gemelde Maagden ? die word ook door de genieene Schryvers breed opgegeeven. Voor eerft zouden wy ons aan hun verhaal , dewijl zy 'm zoo vecle omftandigheden gemift hebben , niet veel behoeven te kreunen. Maar Veldrus meent dat zy daar in , zoo wel als in het Pretorium , door de ge- lijkenifle der naamen misleidt zyn gtweeft : Pretor r'tum
|
||||
ËHTNtANDSCHE OüDHÊDEN. 3,01
rium Agrippina zal waarfchijnelijk toen al bekend zyn
geweeit onder den naam van Romenburg. De gev- melde Schryvers , of de gemeene maare daar het de gemelde Schryvers uyt verdaan hadden , hebben iets van haare reis naar Komenburg , de rechte martel- plaats der HH. Maagden , hooren verluiden. Zy hadden noit van een Romenburg hooren fprecken: en hebben daar Romen uyt gefmeedt. Dat dit verhaal in alle deelen veel waarfchijnelijker is; en dat veele zwarigheden die in de gemeene vertellinge fteeken daar door opgeloft worden , zal de Leezer /elf ge- noeg konnen befpeuren. Sommigen zullen miiïchien hier tegen inbrengen dat de voornoemde Galfridüs van fabelen aan malkander hangt; en dat'er op zijne vertellingen geen ftaat gemaakt kan worden. Maar voor eerlt , Indien hy zodaanig een zwetzer en op- fnuiver was , dan z®ude hy die hifrorïe niet op haar ecnvoudigfte , gelijk hy doet , beichreeveu hebben; maar zoude die reis naar Ba2el en Keulen, de pelle- grimmaadje naar Romen , het flagtveld van Keulen , en al wat'er noch vorder bevalligs is , niet verzwee- gen hebben. Vorders, gelijk het waar is dat Galfri- düs zijne berifpers heeft, zoo heeft hy ook zijne ver- dedigers. Het zyn de tegenftreevers vm Galfridüs , zegt^Ba-
k«j, die zich allermeelt van zyn gezag bedienen: en ïy hebben geen grooter getuigeniffe , of beter Schry- ver, dien zy in de Britfche hiftorien konnen volgen. Επί LeUndus, die het uytMatthauscParis getrokken heeft, getuigt ook dat hy geen verzierder is geweeft, maar alles uyt de oude gedenkfchriften getrokken \ en , zoo als hy het daar gevonden heeft , getrouwe- lijk heeft opgegeeven. In de gefchiedemffen derBrit~ ie'f2, Zegt hy al vorder , hebben iuy nauwelijks , en ik *nag zegden geenszins , eene eenige getuigenis ; die OU' «er, geloofwaardiger, en vjaarfchynelijker zy , dan die Va» Galfridüs. Hy is, volgens Pope Bhunt nfet zui- ver van alle verdichtzels , maar hy is de uytvinder n'"et van die· verdichtzels ·, en beeft files, wat hy ge- schreven heeft, in onder fchriften gevonden. En, om kort te gaan, laaten de tegeniireevers een ouder * Ap. Th, Pope Blound ad Arm. u μ,
&ii3. f Ad Arm. π ji. en
|
||||
0C2 Aantekeningen op »e
en geloofwaardiger Schi yver voor Keulen opleveren-
en wy zullen ons zeiltje ftryken. Dat meer is, Po- lydorus Virgilim , de grootfte tegen itreever en beriiper van Galfridus, koomt in dit verhaal, voor zoo veel het alhier ter zake dient, met Galfridus over een. Maximus d, en Conanus de Opperveldheer van Maxi- mus , zoo als hy verhaalt , hebben een deel vrouw- luiden , om ze aan zijne krygsknechten te beltee- den, uyt Britanje ontboden. Elfduizend, mans- of vrouws- perfoonen , zyn 'er ten deele door Schip- braak ten deele door het zwaard omgekomen. Want de Barbaren, zegt hy vorder, hebben alle degenen, die zy gevangen gekreegen hadden, aan het strand omgebragt. Al wederom aan 't Strand , verre van Keulen, verre van Bazel; en zondereene reis over de Alpen, en tot Romen toe, gedaante hebben. En wie zal, in eene zaak die Engeland naaft van allen raakt , beter geloof verdienen als Engellche Schry- vers ? Tot beiluit durf ik dan zeggen, indien Urfula met haare gezelfchap voor 't geloof of ten minite voor haare kuisheit gedoodt is, zoo is zy te Romen- burg of hier omtrent gedoodt. Maar, om de Keu- lenaars niet al te zeer op het lijf te krygen , noch hen al tegrooten afbreuk te doen ; zal ik deze woorden van Velferus voor hen uytfchryven : Eene zaak even- wel zullen wy aan ie Keulenaars zeer gaarne t$*fi*an: te we eten , dat de meefle lichaamen van deze Maag- den naar Keulen , eene zeer groot e en magtige flad, zyt* gebragt. e 3. De Monnikken om zwaare misdaaden in den
kerker op te fluiten, is een oude itrafin de kloofters. Volgens eene ordonantzie van de Synode te f Lipti* ren gehouden moeft "een Monnik, of eene Nonne, die in hoerery gevallen was, in den kerker opgefloren worden , en daar op water en brood boetvaardigheit pleegen: was zoo een Monnik Prieiter gewydt; die moeit eerfl: gegeeiTelt worden , en twee jaaren lang opgefloten blyven. In den Regel van S. Fruéiuofus word geboden dat een Monnik, dewelke alleen met d Hift. Angl.lib, :;. pag fo.
e Zie onze Aantekening op S. Urfula in ons eerfte Dcd
van Utrecht, pag. χγζ - 177.
f In vita S. Bonifacü aü&ore Odone,
eel
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 303
een vrouwsperfoon gefproken heeft en daar op be-
trapt is geweeft , voor de eerfte reize hondért Hagen, en eene ernftige vermaningen moet ontvangeng: maar zoo hy naar geene vermaninge luiftert, en dezelve fout voor de tweede reize begaat, dathy dan voor de tweede maal geflagen , en in den kerker opgeiloten moet worden, In een anderen hRegel word het lie- gen, het zweeren, ja hetfpreeken van eea onnut le- dig woord , op dezelfde wyze geftraft. Ja indien de kerker niet konde helpen , om zoo eenen Monnik het liegen, het zweeren , het fpreeken van onnutte woorden te verkeren, moeit hy uyt het kloofter ver- zonden worden. In de Abdye van Kaifino wierden de Monnikken , dewelke met andere Monnikken in haat en vyandfchap leefden , en naar geene verzoe- ning wilden luifteren , als de andere ftrafren niet en hielpen , in den kerker gefmeeten. Die in den ban gedaan waren , wierden in verfcheide kloofters ook gekerkert, daar zy doorgaans op water en brood moe- ilen leeven,: en daarenboven noch dikwils door zeer laftige werken getuchtigt wierden. ïn 't kort de Mon- nikken , die hunne ongebondendheden niet wilden beteren , en vervolgens voor hardnekkig gehouden wierden, hadden in verfcheide kloofters dezelfde ftraf te verwachten : op andere plaatzen wierden zy uyt het kloofter gebannen. £ Apud Mariene in Reg. S. Bened. ad cao, 4,
h Ibid. |
||||||
Η O Μ Α D E.
t Homade i$ 300 btll U JCggCtl a!£ ïpUQt „ . tocibe: tornt ho i§ hoog , en made öetenent S^ïni
*w toeifce. %n öe nteettgcmeïöe töeptaart/dus gc- eaat get Matiio genoetnt toofo/ fïaat öet φ noemd. Sitctaögalf toefen lleitien en 3üfen: te toet* ten f 000 paffen ban öeitre Me plaatsen* <^an Alting nor. Germ, inf. part* X. p.94.
Clu-
|
||||||
304 Rhynlandsche
Cluverius goilöt bit Matilo bOO} tttt ïttyt t\t
mibctimmcvbc jAaat$/ öefodfte mljtobttiktmi
behtttymn fctanbm 3pe ban oen ^ψι/^w bt $eltgm 3tj«; ï|et $ eenoog mWmbat§t$- ftèeripïjeit / aan öe bïoet fce ©oe# gelegen: bCiUeiitC öe Poeigeeften bO03 fjene toegeftomcn
jjeööenoe/ naöetfiana %noop3eftomen$ aan
Komciis Sprong. &aitouty£ fyttft'tv maar«' «e napel gefïaan / oebielfte op bm naam hm öe©* jfóaagu Maria ingetoijat taa#/ enonöff Öe flarOCfjie ban Jakobswoude ftegOOgbe, Spt't
jaar 1370 geeft jjieu a$ Hapelfaati gefiaan
Johan van Hoogmade ; 300 aï$ ίΐί 't bóïgenöe
ffitbttbUitfcfyt tefïament ban Catharina van Brederoden , φμηύΜ bm Polanen, tt lW$m fïaat:
f JV den name des f aders , ende des Soons , m-
de des Heyiïgen Gee/ls , Amen, Ie Catharina* van Brederode, Vrouwe van Polanen, doe condt allen luden , die defen brieve Tullen fien ofte hooren leien, dat ick gemaekthebbe myn te ft* ment , ende hier toe hebbe ick gecoren myn teftamentoers, Heeren Philips van Polanen my- nen lieven foon , Heeren Qerard van Poelgeefi mynen lieven neve, ende Heeren Philips van 'Tetrode mynen lieven fwager, ïn den eerften fo kies ick myn legerftede tot Monfler by mynen lieven Heer mynen man, dieGodt genadichfy. Ende daer toe fo befpreecke ick toner Papelyc- ikcr prove een pont Hollants s'jaers euwelyck duerende tot mynen grave mede tegaen, item dieCapelrie in derCapellen, die Heer Jan van Hoochmade nu ter tyt heeft, een pont Hollants s'jaers. Item fo geve ick mynre dochter van Heemilede elf pont s'jaers. Jtem Margriet van |
||||
O Ü D U Ε Ο Ε Μ,
Bueven Nonne, mynre nichte, den croeS daer
vipr feilden op ftaen. ï-tem Catharina Heerea Gerardsdochter van.Polanen myn foons, Non* ne ter Lee, acht pontHöllants.s'jaers rot haren lyve. Item fo befpreke rek Heeren Philips van Polanen mynen foonmyne wooninghe te Ryng- borch, daer ick nu ter tyt in woone. Item Oeden mynre nichten van der Lecke myn befte bonte deecken &c Ende heb gebeden myn Te- ftamentoren, dat fy dit mit myn befegelen wil- den. Ende wy Philips van Polanen, ende Ge* rard van Poelgeefi, Ridderen, ctyêc Philips van Tf/fWi'jKnapejOm beden wille onfer liever Vrou- wen voernoemt, fo hebben wy dit befegelt mit enfen fegelen int jaer ons Heeren 1570. Domi- nica poft Pecri & Pauli. ®e itap?! ban fomabe / fïaartbc on&er f»
wmtfy-ktvh hm jakobswoude, i§ m be bijft timbt eewbie booj Eugenius IV, opfyttbcfr 30C& eii öaubjlilgflt bail Gerrit van Poelgeeïfc*
f m ban monbeton en lomabe / tot mie
farocöHtern aangefïelt, - ®e gemeïbe tym van Poelgeefi &ab aan ben
wMp b%m bertoonen bat ^omaiic een mijïe pii$ ban aaïiob^iüouöè afgelegen taa£ ί m ucioe bie plaatsen boo^ een fcoatering / of lie* oer een to/ afsefcljeiben toaren: en bat het y& o»fïmrm£ toeec/ of 5£ toimw# a$ fyt m* «** behoren ïag / booj bte ban ^omabe φ ™ψψ en $m ïafïig bieï b* nerftbienfien te 4«uoü0toonbe te gaan gooren / af 'er be Mn? «wit ten <Poop te brengen/ en'tufte $$,&*« {pmententegaan ontbangen, ΜαανορψαΜ ^ugemus aan Hendrik Robbertszoon, &elim
r* JPaaïbfop / beboïe» Èjeeffc / bie ^alt öev
Φ fto#>
|
||||
3o6 Rhïnlandsche
goo;ïp te oiiiieraoeïicn* 3^aae op Beeft be ge*
raelöe Wthm ïjtt bood?fcB*eeben onoer3oeft 0* bami: enaï!e$/ gelp-get opgegeid t»a$/te bonben Beoöenbe 5 geeft Bg ben n ^eptemöec 143P téïeiben/ to'tftoongufëban Gen ie de Wit, ψ$φχ/ in be tegentöoo^öigB^ ^η Evert Janszoon , Cl! Niklaas de Gouda, Öeiöe
Hanorimn&en banJ^Pankrasl&er&e u%uW\
niii$3aber$ ban Genk de Wit booinoemb/ e« ban Pieter Vlaming, öeibe l^iefïer^ ban 't ik treeBtfcBe^$bom/bejoegen tm toettige afite ïaaten opfïelien. ï^fcr op !§nabedjanbbe öóete feeudnrr ban ben J^aug geboïgt: bie in be bol* genöe ^uïïe untge^uftt fïaat 3j|ier neben$ öe fefef/ toaai* in be boo^noembe beften gemag' ti0t too$/ om Jet onbec30elt te boen: IRUgenim BiiTcbopjdë Dienaar van Gods Die-
naaren, wenfcht aan zijnen bemindenZogn, den Deken van S. Jdriams kerke te zaligheit en den ApoftoHffchen zegen. Dewijl wy in 't befticr der Kerke de eerile plaats be- kleeden, zoo is bet dat wy voor degodtvrucli- tige en heilzame begeerten der geloovigen, de- welke tot vermeerdering van den Goddelijkcn dknft en ter zaligheit der zielen (trekken, een groote genegendheit hebben , en 'er eene vol- kome goedgunftigheir aanbetoonen: Nademaai dan , gelijk de edele man Gerrit van Poelgeefl, Ridder en Heer van de plaats Hoechmade on- der 't Bifdom van Utrecht, ons in zijn verzoek voorgedragen heefr, de zelve plaats, onder de Parochikerke van Heer Jakobswoude in 't ge* melde Bifdom behoorende , een mijle ver, zöo als de mijlen in die geweften gerekentworden, van de gemelde kerk afgelegen is* zodanig dat 'cc
|
||||
Ou D Ç EDE Í, 507
'er noch een ilaande water turTchen beiden legt $
waar door het gefchiedt dat de inwoonders ea ingezetenen der voornoemde plaatje mecft' ö tijd, doch voor al watweer de ftorm-winden op het gemelde water bulderen', of als het 's win- ters met een zwak en onfterk ys toegevroren leit, naarde gemelde kerk , om'er de kerk- diensten by te woonen of'er hunne kinderen te laaten doopen , zonder prijkel van hunne le- ven niet konnen gaan ·, ja. dat 'er eenigen in voor·» ledene tijden zonder de kerkelijkeSakrarnenteji geftorven zijn: nademaal vorder, gelijk in he? voornoemde verzoek volgde , ter zelve plaatze eene kapel geftieht en met inkom ften voorzien is, daar de gemelde Ridder het recht van Pa- troonfehap over heeft j en dat de zelve Ridder wenlcht dat de voornoemde kapel, met haare vruchten , renten , en inkornften , opgerecht worde tot eene Parochikerk ; en dat het recli£ van Parroonfchap , en om tot de zelve kerk, Zoo dikwils als ze ni deze oprechting opca zai vallen, een bequaam perfoon voor te ilellen, aan hem en aan zijne nazaaten en erfgenamen, de volgende Heeren der gemelde plaatze , ver- Zekert worde : en nademaal noch al vorder 4& inwoonders en ingezetenen voornoemd bereid- willig zijn om deswegens een behoorlijke ver- gelding aan de kerk van Heer ]akobswoude w geeven : zoo zijn wy van wegenden voornoem- den Ridder ootmoediglijk gebeden het voor** noemde met eene Apoltoliifchegoedgunftighek te willen verzorgen. Hierom is het dat wy,de*- Welke van het bovenftaande geene volkome ken- n's hebben, uwe befcheidendheit door dit Pauf- »ejijk gefchrift beveelen , indien gy bevonden Züh hebben da£ het waarlijk aldus gelegen h* |
||||
3oS Rhynlandsche
en dat'er tot oprechting van deze kerk genoeg,
zame vruchten, renten, en inkom Men gefchikc en beweezen zijn; en eindelijk dat 'er zoo eenc vergoeding gedaan is; dat gy, na dat gy zulks bevonden zult hebben , de gemelde kapel uyt kraehtc van ons gezag toteene Parochikerk op- recht : onder dewelke de inwoonders en inge- zetenen voornoemd als Parochianen zullen ftaan: en wiens Paftoor aan dezelven de kerkelijke Sa- kramenten en 't gene daar toe behoort zal be- dienen , en daar zy de Mis en vordere kerkelij- ke dienften zullen mogen hooren: welke kerk ook een Doopvont, om 'er de kinderen tedoo- pen , en een kerkhof om 'er de lichaamen der perfoonen aldaar ftervende te begraaven , en vorders alle de eertekenen van eenc Parochikerk zal hebben : en vorders dat gy, uyt krach te van 't zelve gezag, het recht van ffatroonfehap, en om tot dezelve kerk , zoo dikwils als ze open Zal vallen, een bequaam perfoonvoor teftellen, aan- den voornoemden Ridder, en aan deszelfs nazaaten en erfgenamen, verzekert. En dit alles, niet tegengaande alle Pauflelijke Ordonantzien, en wat hier vorder tegen mag Itrijden : zoo nochtans dat het recht der gemelde kerke van Heer Jakobswoude in alle andere zaken onge· krenkt zal blijven. Gegeven te Ferrare, in t jaar van 's Heeren Menfchwordinge duizend vierhonderd acht-en-dertig, den 3 November, in 't achtile jaar onzes Paufdoms. ligt besen fytef 31'et men foeberom bat &e
Poeigeeften get reeïjt ban tmm $afïooj WJ te fttlltn fcoo,? $φ $clbcn/ m booj 0m #P genamtn/ öebongen gdjöein \ jga öct §anöfcö?ift / baar be boo^nocmöf
©auffdpe fyitf ugt jpttoüfcn i$ / fïaati w |
||||
Oudheden. 309
fcoïgetittè giften m inhomftm/ bit &e$e m$me
mn öe 3eüje tefc QtQtbm fjeööen / aangm* ftcnö: C/<*w Jacobs heeft de kerke van Hoogmade
tot een eeuwig teftamentgemaekt dat vierde deel van 7 morgen landtSjgelcgen in Leyderdorp.Item nog een half morgen landts, met belafting van jarelyks een memorie te doen: de Cureyt zal heb» ben dan 10 ft. de Cofter 3 ft. den armen f groo- ten. Ook zal de Cureyt op ons Lieve Vrouwe Prefentatie dag moeten doen een zingende Mis alle jaer, met γ kaerfen. Dirck Willemsz heeft de kerk tot een tefta-
ment gemaekt dat derde deel van vier mor- gen landts, gelegen in Eflelikerwoude ; daar af zal de Paftoor hebben 7 ft. de Cofter 1 ft. de kerek 6 ft. daer voor zal de kerek een me- morie laten doen, met ? kaerfen. Nicolaes Waleck met zyn Vrouw heeft de kerke
gemaakt 7 morgen landts : daer voor zal men * jaers een memorie doen met 6" kaerfen *, de Paftoor zal alle jaer hebben 6 groot, de Cofter 4 groot, de armen aen broot op graft 8 groot. Hadewyn Jndries Pieterfz wyf, hebben de kerek gemaakt jarelycks twee Philips fchilJen, en de Papelycker proeven een Philips fchildr. Andries Pieters , heeft de kerek gemaakt 4
Pont jarelycks: daar af zal dePapelycken proe- ven trecken 2 pont, de kerek 1 pont, de ar- Pjen een half pont, en de Papelycke proeven te woude een half pont. Erwgaert Dirk, Jacobsz. dochter, heeft ge-
ttaakt een morgen landts. jm van Noertick heeft gemaakt de kerek een
Ρ°ηε 's jaars. Β 3 Gberyt
|
||||
aio Rh ynl and sche
. Gberyt/drentsz heeft de kercke en Papelyc-
ke proeven gegeven, een morgen landts. Andnes Symonsz heeft gegeven ζ 8 grooien
jarelycks. Willem Lew'inc met zyn Vrouw hebben de
kerck gegeven 3 morgen landts , om te doen een eeuwig memorie en Vigilie met f kaerfen§ de Cureyt zal dan hebben 12, grooten, de Co- fter,4 grooten. Ermgert D.ircks , Jacobsz dochter , heeft de
kerck gegeven 7 morgen landts met de Pape- lycker proeven gemeen, daar voor zal een jaar* getyde eeuwelyck gedaan werden. WilUm Gerryisz en Judit zy η huysvrouw geven
de kerck anderhalf morgen landts, en de Pape- lycker proeven 1 morgen. Walick Dircksz heeft de kerck gegeven 1 en
een half morgen landcs. Nog had de kerck jarelycks van Erfpagtvan
30 morgen landts de fomme van 2,(5 guldens. Nog had de kerck een jaarlycklche Errpagt
van 4 pont Hollandts, op 8 morgen landts. Nog had de Puftorye een rente brief van
12. - 10 'sjaars eeuwige renten. Gerrit Boeckelfi Buytewech, poorter te Leyden,
was jaarlycks tot een eeuwige rente fchuldig io Karolus guldens 5 nog was dezelve fchuldig ja- relycks tot een eeuwige rente aan de kerck o goude Karolus guldens. Nog had dePaftorye 10 morgen landt in den
Ambachte van Alckemade. Item, twee Weeren landts met een Weert-
je , groot te zamen 2.0 morgen , gelegen aan bevde.jde zyden van den Üfwegender dyek. %n 't jaar 1477 Ö^ft &* mttfytfdjt &Y
fcljcp/ David van Borgonje, aatl Ut %itVÏWt&
|
||||
Oudheden* 311
fïe$ ban lomabe berïof gegeeben om eenige
ïterft-goeberen / ter toaarbe ban j-oo ponben/ te mogen berftoopen : en W roo ponben tot beröetering ban be fterft / ben toren / en ittat 'er bo$ee tot be fterftöeïwbe/ te befïeeben* 3|n5tjaar 15-34 geeft Willem van Enkevöïrt,
^jffcöop ban uitrecht en iiarbinaal / aan öe
$eïbe Heeftnteeflee^ berïof gegeeben om be fterft* goeberen/ tot ïjet beröeteren banbenerft/ met een fcgnib ban 400 ponben te öeïafïem $a bat bee$e ftapeïtn eene ^arocpierftber^
anbett$/ gebben be boïgenbe #afïoo$ teïgo* ntabe geftaan: Meyndert Aarnoutsz.
ïfoy Mattys Willemsz. de Bruin. ΙΓ34 J°han Michielsz. 15*48 / en m be boïgenbe jaaren/ ^eer Jo-
han , Michielszoon.
15^3 Niklaas Ruyt. irff Adriaan Johansz. Taling. if/i Dirk Hooimans. ®e gafïoor^ban ïaaterettjbcn suïïen onber
^flnfierhjoube opgegeeben tooien. |
||||||
ESSELIKKERWOUDE.
Cffeïmnertooube / anber£ ooft Saftoöpöou* .
te genaamb/ en toaaroiiber3®outyugge enbe [*™cc„ uaïmurige ianbflreeU ooft begreepen i$/ i$ een ^niöacbt$-j)eerlpöeit m ^gyntanö; onber be van EflUik· peeren ban ^armont uefjoorenöe. 3£e j^aro?kcrwoUile* tfji&erft $ op ben naam ban &. >kob mge* toö&t ;,.; tuil >' , 3n 't jaar 1490 geeft be ^eer ban fflotfot
& 4 De
|
||||||
gïa Ihynlandsche
jlC Pafïöt'g ban Jakobswoude fye&ttÜm Mft Ja-
koh Diderijksz,
||ier neten! te aftte öer öegeefoiufl^
F ν Gwfr ##?#£, yte» In 't jaar na deszelfs ge-
boorte 1490, in de achrfte indiktie» den itf Augufti , op de uure der Vefperen of daar om- pent, in't fefdejaar des Pausdoms vanonzen al- Jerh, Vader , . , Jnnocentius III , is voor my openbaar Notarts, en voor de onderfchreevene getuigen die daar by verzocht en ontboden wa- ren', in eigen perfoon verfeheenen de aanzien- lijke en zeer hoog gebooren Heer Jakob van pFoude , de tijdelijke Heer van Warmond : en dewijl de Parochikerk van Heer-Jakobs-woude, dewelke ter eere van den almogenden Godt, van de roemrijke Maagd en Gods Moeder Man via, en van den H. Evangelift5f^dt»8« gefticht en begiftigt is geweeft , rechrevoort door den v«*ywilligen afftand van Heer WillemSimonszoon^ den Uatften Regent en Paftoor der zelve, open itond, en de bcgeeving of benoeming tot de- zelve kerk den gemelden Heer en Schildknaap Jakob van Wonde in vollen eigendom en uyt hoofde van Patroonfchap toebehoort, heeft hy dezelve op de befte manier, form en wijze, en volgens het befte rgchrsgebruik als hykonde en gehouden was , en noch kan en gehouden is, met alle de rechten , en al het toebehooren en den aanhang daar de gemelde Voorftelder over te zeggen heeft,zuiverlijk en eenvoudiglijk om Gods wille gegeeven, zoo als hy dezelve door deze openbaare akte noch geeft, aan den eer- zaamen en befcheiden man en Heer, Jakob Di- derykszoon , Priefter van het Utrechtfche Btf- |
||||
Oudheden. 313
Jan de Bakker, (Johanne1 Piftorius) UWott*
ben gebooren/ en J^afiooj ban :fafioö$toouöe/
if De eerfïe onöee öe i^oUanöerg gefcoeefï / öe* toeifte beljjöenig geeft gedaan ban {jet ftatijc* raanöom:' Waar toe hy, Jet sijn öe toooiöen ban P. Opmeer , aangezet is door de vuile lüft
om mer zyn byzit te trouwen Ml$ baat? Ott ÖC H^oeröena&rg / öie ïjet StntjjFraanöom toege*
baüen toaren / ö^m belooft gaööen 59η jaar- gelö te suüen bermeeröeren -, i$ gn met gen naar l^oeeöen getronben : en {jeep: öaar öe nieutoe gejmööeit met grooten ober aan get botlt beranaöigt, $oïgen$ Jet fc&pen ban Brant * geeft gg/
aï$ een Sntgeraan en ban netterne obertmgö/ langen tjjö te liltrecftt in '$2$ifircgo$$ ^of ge* bangen geieeten, 311$ gn na öe l^eöeijaiibe* Itng ban <^ent ontfïagen toa$/ toierö gg öooj ben feer ban l^arnionö naar 5fanob£toouöe gesonöen ·, en $ naöeeganö aan öc goeroe* naarg geïeent getoeeft ï§n toonöe al roemenöe aan flet bol» öe bonte en bïantoe pleïtben/öie gg ban öe g5ere netenen gebreegen gaö. β!? gg naöerflanö / Onöee Margareta van Sa-
voyen , toeöerom gebat en in öe gebangenig?
Setoojnentoa^: i$ gg/ gelp ton onöer 3$oer* ton ge3ien geböen / in ben i|aag ïebenöig be^ tyanöt, RHYNSATERWOUDE.
ftgnfaterfoonöe / 't foeïn m 3eber ahïtQu$tpAtT00n
ban t jaar 1063 ntet ben &btban <*2nternaegwn Khyn. bcnnciö fïaat onöer öen naam ban ftinfater^"™^· toalö/en een öo#$onöcr get^nrggjaaffegap in ïyuc Hiftorie der Rcformaarzien.
® $ tv
|
||||
£14 Rh YNLANDSCHE
ett#t ^enenfeïjap ban tfcfyfinhttö/ fyttfb öcn
f^affenaaren ban 33ftarmohb aï ban oub$ m* gekomen/ en <t£ gelegen aan be ^aaffemnw- tneer; ©e telt plagt ter benoeminge ban ben ^paanfcjpn Honing aï$ <£%aaf ban üóüatiö ] te ffaail / en iua$ öeil φ· Johannes Bapiifta
tuqpfp&i$t
gjn't jaar 15-1 f $ be gemeïöe j^afïorn / % recjjt banberbaliinge/ gegeeben aan jjieejie?
Johan van Adrichom, UailÖltniK teHeibeU: Ottt
bat be ïioiitng uitruimt gab be pafïorg binnen
iitn gefïelben tt)& te bergetben. 25ejjaïben fytt pafioo$-pu$ gab öe pnfforg 8 of tien mergen fcnb£: en ftmibe by afbsesenbgeitjaarïp^ o^ brengen ii ponben* 3|ït bergeei en tjan get ïtofïerfegap qnam
in^gelp$ ben <0^abe toe: maar betogl get in
't ?ase 15-14 geene inltomfïen gab / toserb 'pc
fïegt£ een ïioff er bao^ beo J&affoo? aangefïdk
Roeicvaart- ^iioerbe Jfterocgfe ban föiinfatertooubepiag'
ies-vcen. tm be 0ü& betering en be sftoeïebaartjef ,
been / ttoee buurten in be £Cmbaegt$-geer!p'
geit ban Ülbemabe gelegen/ te begooren, Sfn
feoeiebaartje^-been / ter plaatse baat nu get
feinberfegooï $/ $>!agt een napel te fïaan/ D#
ioeine gefïicgt iaa§ ter eere ban £4 Piecers
banben»
De oude ®c <^ui^ betering / of beter be <anbe 3®ate'
Wetciing» ring/ tuffrgen be Seiofcge-enbe^aaffemmer-
meer / fïaat in be oube foieben ber iiitrecgtfefie
lüerbe bermelb onber ben naam ban be Aden-
Weteringei't tdeift snbeboemKaa!ber^ie5C«
300 beeï te peggen i£ al$ öe Φηϋζ H^atering-
3£ese ganfcge fïreeit / ^omabe en be <$uö-
Hioe baar onber begreepen / geeft seöert g# beranberen ban bm openbaren gop$nenfi i« |
||
Oudheden» 317
langen tijb geene ψafïoo$ geöab, ^ootót'es
nietigtmdtito/ m geene ^anramenten imtge* beclt mierben: bepalbcn bat er uu en Öan/ en boojaï omtrent be boo^naamfïe ïtoogtijbrn / bc tmt of Ds anöcre J&feflei? mjt fttreeSt/ ara* flci'bam/of Heibeii/ booj öe&ecu-oberfïttt ta# tuaart^ toiecö ge^onben. «V'« 0«M f Jiefïer^ ön ber &anb maren/
ban maren ecnige ban be goobjaeötiojie en öcft onberrecfjte ïeefcen gcrooon / op bc ïlcmg ba* gen en ^oubagen erget$ in eene namer een ïtru^beclb ten toon te fleïlen / en een mafcih fiaar^ te onttïeeïtcn ·, en aibmS eenige gebate pennoenen of ïtatecöisaatsien booi be berga* bcringe ber bo#)Iaibrn en boeren boo^ teleesen. m boo^gaanbe ψafioo^ ban bie plaatsen
toaren ten meefïen becle ban 't geloof afgemee# fictn ^c^afiooj ban 0ijnfaterlooiiöemadon- na be eenigfie / bemelhe in 't onbe geloof bot* Saröe / en be geloobigen onber 3ijne beftierin* Se fïaanbe bermaanbe / om 3tcÖ &an 't geloof en be gemeenfcïjap ber fcatolpe &erfce te jjou* ben. ®e f aflooj ban ï|omabe ïjielb fitt omtrent
get geloof met {jet grootje getal *# <acï)tenb£ httb ïju alle be feerfcöienfïcn op 3gnltatoIp$» 'gnanribbag^ pochte M op 3ijn «^rcfojmeerb^ ^e&aag/ban tociubojpion onber H&,rmou& meer te 3Cggen 3uiien fjebben / mierb om be ontuchtige en ϊβί(φ seben ber ingesetcnen be monb ber ïjeïïe genoemt <&eoegfï tua|'er groot: boeg/ geïpmn ge*
3egt öebben / baar ma$ gefyen aan tocruiuïbem IHaar Antoni vander Piaat , een %efatmat/
foa£ ban ben lemel gefept oni besen oegfï
i« te 3ameïen. #a bat ög bef^ieficripe4^ö^ |
||||
3 τ 6 Rhynlandsche
3e$ ontbangen gab/ i$ gnnaar$tjnbabetfanö
ontooben: baar gngjoote moeite gebaan heeft om 3i)ne moeber tot Set geloof te bebeeren, jpaar mat go gaar onbeimgte/ bemtaanöc/ en fmeeate / 't toa£ aïle£ te bergeefó ^aac op bnerb g« naar be geerïpgeit ban TOcttw De gesonben: baargg boo^ eerfï ben ^eecMe- denbhk $afïoo^ ban Setöïtt / betoelne bein* gejeten aïbaar a$$ afïooj plagt te bebiewn/ a$ üapellaan geeft gegoïpen j maar Binnen Rotfen ttjb φ gg 3eïf ψ afïooj gewogen: en fteeft baar een ïiernje/ 'teerfïe bat op getplatteïantr ten bienfïe ber latoïpen getimmert iê / m geboubm <ên bebwjl go in be<0eioof^betfcfttl> ïen meefïerïp geoeffent ma£ / geeft gg tem onteioaace menigte ban menfegen tot get m* loof befteert. <©uber anberen geeft gn Den ö^ ruigten fcgoemnaner Laurcns tot get geioof obergegaaït, bemelue baat? opbe^ieftfege en ^efyeeufofege taïe geïeert geeft / en be rebenen ban 3ijne befceeringe booj bm bwn gemeen geeft gemaaftt. Eijn Iieffïe en boomaamfïe foeerfoern toa$/
De <0obbeïpe koenen te befïubeeren/ en sicg in be teelten ban om % Auguftinus te oeflfc nen : imen$ ïeecinge gn ooft booj een beftige getuigen^ geeft goebgebeurt. <^t$ i$ gn/ om 300 beeïe en Uötfieebenbe berbienfïen / $$B& ter ban 't ïltrecgtfege ïiapitteï en ΜΜφψβ' fier ober iïggnianb geb^ben: mi$ embe#/ tmtgeïeefcen afgemernt sünbt/ oberïeben W ιγΜιίζηρ ι67$. itebnjie batgn notg ïeefbe/ en in boïïege*
jonbgeit ma£ / i$ bit g^oote en togb-gefireSte i>afïöro/ argterbolgen^get oberïeg bet fterft- «®berfïen/ in bier $>afïornen gebult; φ*
|
||||
Oudheden. 317
<$e eeefïe ban be$e $ajïorgen toa$ bie ban
tjlotnabe: en i$ eerfï öehïeeöt booj ï|^ Damafus van de Does: jtoailt il! jjjetbOObÖOeft
bec ^oïianbfeöe iteïie binbe tfe ijtt boigenöe
öaiigcteltfUÖ : Meeiter Darmfus van de Does,
Paftoor op Homade, is overleden den 16 July 1649. ®0\#m$ Jet 3Derjjaaï batl Jakob de la Torre
\$ Ludolphus Fredericus van Metelen , buïRO' nirn °$acditt in be <fi5obtgeieerbf)eit/ i^afïooj
ban ^omabe en Sfaiioö^tooube getoeefï ; en geeft beneffen^ be üatoïpe fterö ban ||oroa* be/ boei) otiöee (jet gereefjt ban ;3|aftob$biou* be/ gefooont, <ên boIgen$ ijet boo^gemclbe booböoefc $ gggefïojbenben aeötfïenban^o* bemoei; 165-8. Jj^a van Metelen jjeobenoe boï* genbe Jpafioo^ te ^omabe geflaan: Laurens Heimenberg, een fttrecijtenaat? / Clt
büï&omen 2£aeeiiet m be <0obthunbe. ϊ|ρ $
in een jjoogea onberbom / ben 18 j&aatt 1678/ in een floot gebalien en berb^onfcen. Johan Vis, ooft een Utrechtenaar / i$ inp
geltj£$/ ben 4 3fannargi 1679/ boa* ïjet fym hm ban get g§S berbionftem Rornelis Hartman, een ümfïerbammer / i$
foStjne $afïoeg ban3|omabe gefïojben ben 2,7 »51691, Antoni Sonsbeek, een ïttcecgtenaar/ te boo
ten liapellaan te Sangeraar/ t'gang! $afïoo| te f a$fyoek Aiardus Hofland, een ^mfierbammet:/ ψ&
$m ban ^omabe i$ te Seiben/ op £. Mar- tinus bag/ in 't jaar 1711/ fcijielp obede* pt tioeebe ^aflorg / te toeeten bit ba»
wjnfa^rtüoube / $ alïeereefï oggefyagen aan Adria-
|
||||
;i8 Rhynlandsche
iLdriaoqs Steik , in be Reenen gebooren, |ö
geeft tot nalaten in be JNfiorg ban éijtifa* terhJOUÖe geïjab KornelisGi oenend ijk te i|ai
^erpmoube geöooren / bolftomen éaeelter ία
be 45obïmnbe \ ttn 3eer geieerb eu gberig f^iefïer: betoeï&e gefloten \§ ben 8 jpeö^uai rg 1703. Komelis Huisman, een Klmflerbammer/en& J DE AADE en de OUD-AADE. ;:
^e berbe ^erbeeïing/ teioeetenbej^afiuti
fcan be labeenbe<0nb-aabe/aI$ beboo^iaauii fieban aile bier/ geeft be l|eer vandei Pau, mtt Öet goebbinben ber i^erliolterfïen/aan 3108 3eïben begonben. %n spne pfaat^ 3jjn gebaat Frangois van derUfle, een 3&0£tttta&l*/ ÖCï»
toeïlie toel-eer benl^ttt vander Piaar a$ %&
pelïaan öab geholpen ·, en oor eenigen tpb itf 't ïanb ban €er<0oe$aï$j$afïoo2{)ab gefiaan. ï|g $ op be Sfabe gefïo^ben ben ip Hiugufïi 1709 / en te H^armanb beg^aabetn %n *$\\t Jjlaat^ tOierb gefcïjiftt Adriaan van Dort , eelt
lltreeötenaar/ betoeifte ben i^eer vander Lifle
ïangen tgba$$iapeïlaanl)ab opgepaft $Baar bermit^ be boeren getn niet begeerben te 1}Φ ben/ ί§ίη 3jjneplaat$ bertoaart^ ge5onben johan Eclkens, een itotaerpenaar / en een
^onaagfejj <0abtgeleerbe* ï® oeïj be5eïbe i$ bin- nen toeinige jaaren toeber naar fCntfcoerpen gt* httvt-, en geeft tot na3aat gefcreegen johan van der Mey , een 3hnjlerbammer/
en ttn peeifcling ban 't Urbanus üolïegie & tornen. ROE*
|
||||
Ou D Η β D E Ν. £IJ
ROELE VAARTJESVEEN.
m bi'erbe fafïorg / te toeeten bie ba» be j^J*
#orfebaart)e§i-b£eii/ toierb opdagen aan Fran^ois van Erkel, een jÜontfÓO^t / «J
een goiï^bienfïi'0 / openhartig/ mttfti$/ οΦ
rooetug en b^ienbelp ψήφΜ : öeöjelfte baar? eniioben3eermiIbbab!g taa£je$eng£ örn armen* én in u onïtjbripe pijnen ban öen fïeen/ ban tienbseliie βρ ooft gefneeben i§ gebieefï/ eene ongeiiieenegebnlbiglieÉt Seeft Betoont, j$a bat ï$ ban öen fïcen gefneeben toag/ ψ be %t\fM ρψϊ eftenioel eben Jjarb toeïietqm' geftometr: onb'er betoeÉe jjgi einbelp öcjfeélten é$ ben i'6-|&eg 1678;* 3(n 3pe pïaatg jg geboïgt sp tioïfe ö^oebeé Lamberc van Erkel ,' in$plp| te J&anti
foo#geÖaoren/ en een seer öeugbsaani en ψ
berigf^fefïeri betueÏÏte jijnen b^oebee en boo> 3aat eenige jaaren al$ ftaprilaan Sab bgge* liaan, j^a bat fe baar lange jaaren/ αίφφιρ berpafioo^of afêJf^fïQOj/ Jab gearöesöti i|; ï)è-einbelp/ tttianfi Ij® nm .biecijt te gooren Mjï feaf/ onber 3pt ptóoompé quaaifjet nieren-toee bestöeelen: en geeft ben geefï ge* geeben op ben 13 «f®aart 16$$. Mugo Gaal, te%utnm ngt een aansi'enïp
öejfïagt gebooren / J^ieffcr ban 't erators / en Sieentiaat in öeibe öe^ecgten ^ocf) be ifctéb Gaal, tot een rsoelpen ouberbomgeïtomen/ Sccft be pafior» onergebaan aan Johan de Wie, te l&o^rherbrer-geöooren } bentuelfte ben bda^noemben ^eer Gaai eenige jaren aï$ fcapeïlaan ttn bienfle pb gejiaan, . * Doodboek der HoII. keike*
LEI-
|
||||
}i6 Rhynlandsche
LEIMUIDEN.
Uimuiicm tteimulOetl/liononO^LietemutbengeiiaoiiE/
kerk enz. tn DöCr tjeil fógtjn / OUttC ïjtt *ΒΜ8&&Φ feijap en ge t ^thmft gap ban Rijnland/ geeft
geene beranbering/ begaren omtrent be u^ f&aan/ in $tjnen naam geleöen g(n ben fie* ginne geeft !)*cl; mï klein foefje geftaan: 't toeïn in gei jaar isst/ om den g^ooten toe^ loop ban get Uoïn / bernieufot en groter %t- maant i$* J&aar bebnji de ï&aflooj en öe ttertaeefïer^ / terfogte öat ju rnn flet to nieutoen en bergroten besig maren/ gebult aan penningen begonnen te «rijgen ; geeft öe fltrergtfrge ^iffegop/ Georgius vanEgmond,
dooj eenen open-bjief/bie onder tng benifi/bedof
gegeeben om ten öegoebe en ter boftreftfttnge ban gnnne feerft eeiiige mergen ïand$ te ber- ïtoopen, <£n a$ 3e nadergand gebontot maar nocg ongefcujjdt fcoa^ ·, geeft gg aan ben p' fioo; en be andere ^icjirr^ doo? öcn bolgew ben b^ief berïof gegeeben/ om'er ecgter tot een generen tp toe be ner&dlenfïen te mogen tferriegten, Georgius wenfehtaande in Cbriflus bemin-
de , den Paftoor of Onderpailoor, en de ver- dere Priefters der Parochikerke van Leirniden, in 't gebied van Rhynland onder ons Bifdom, de eeuwige zaligbeit in den Heere. GemerkE dat onze WybiiTchop zich niet gemakkelijk by dezen wintertyd naar Leimuden kan begee- ven, om de nieuwgebouwde kerk aldaar in te wyden , en om andere redenen ons behoorlijk daar toe beweegende, zoo geeven wy ui. door den inhoud dezes, en volgens eene regelmati- ge |
||||
Oudheden. 3a t
ge roelaatinge , verlof en magr om in de ge-
melde kerke , niet tegenftaande dat ze ren grootften deele van nieuws opgeummcrt^en noch niet ingewydr is, tot drn aanftaanden zondag Cantate toe, dien zondag zelf daar onder gere- kend, de goddelijke dieniten re verrichten, de dooden van het dorp te begraavenj de kerke- lijke Sakramenten te berechten·, en de vorde- re bedieningen, dewelke de zielbeitiering raa- ken, in 't werk te üx-lien Behoudens dat 'er gezorgt worde dat de gemelde kerk voor het uytgaan van dan geltelden tyd ingevvydt zy, enz. Scimuibett / Utljijnfatcriöonbe / en ®tk$&
ïtoop/ jïaan te3cniooo$ï0 onörr eenen en ben jdföen ï|eer s en fooien ooli öaoj eenen m bec 3clf&e« fëaftmè btbimt KALSLAGEN
Φη öcup en tem $!möacïjt$Fjeei1pï}eit/
onbci? öet^ur&g^fFciiap en ïjtt <&el\cnfci)a# ban aïjijitlanïi/ i$hm he KoPiers*o|i öe Mie- i-open geftamen ïtaïflagen/ pip ooft ïjet nafrmirige tto?p ïtutietyfaeet/ plagt onüev fjet ©e&enfejjap ban e§,Jans hethe te ütmfy te fteijooten / maar toó?£r tcgentoao^ig m\bct tytï&thenfcïpp ban Émfidanö gereftent: en tooien beiiie öieöojpen buQ$ öen jelfbeti jpafroo^ öeöient. 3^e ïtjfï ban öe3e ψφ$ο$ neü&e« % onfcee üutieifïaert opgegeeben. Zie ran Leeuwen Bat. Jlluftr. in Iliuftr. in «ie Copieri.
|
|||||
f Ν Υ E-
|
|||||
Rhynlandsche
Ν Υ E V E E N. |
||||||||||||||||
51Z
|
||||||||||||||||
Parocin- Ü# hom Jf^ebeen / önber£$ienta-been ge*
kerk et) pa- naamb / beï)ooit onbee jjet <0iaaffc|)ap ban troon van jjfoïïanö Wt ïtern/ befcoelfteben heiligen Ni- |
||||||||||||||||
Nieuv
veen* |
coiaus tócgetöijtït $/ bjierb boo^ be èiaben
|
|||||||||||||||
ban 3|oManb öegecben, Be infMïing in U
paftot^ Jiiam öen ^aetgbianen ban ïlttecgt toe. ïfet nofïeefcöap/ 't tadit $eea bafl in* tonen üatr/ taierb oo&bcoj öe^aben bese^ ben* ^ée JDafÏoo^ ïjab ooit geen bafïe goebe* ten / èl§ een HïeinacStige f)iis3ii.g : maac U gufëlutben gaben ïjem jaaripl npt be teiie' Ifjlie gothtvm xo goubguïben^ 3n 't jaac 15-14 |eeft Hendrik Dirkzoon, een man ban 70 jaaten/ beje jpajïorg BeMeebt <s^e J^afioo^ ban ïaatere tijöen/öebjeKie^ebenöoben t'öan# ooft bebienen / en te ^ebenjjoben tooonen/ fïaan öoben onber ^ebenjjoben opgeteïb. LANGER- en KORTER- AAR.
«Dese'ïjooge en i»^t jjeeeïpöeit / onöct'
0Öijn!aiib en tsicljt bg be boo^gaanbe boi$tn
1 gelegen/ Öejftoo^t tegenfcooojbïg onbet* get ©e?
ItÊOff|ap ban jftljijnlanb* &an onb$ Xjttft $
Den Bredenroden toegekomen: boeïjtegenbW öig i$ öe goog-ebeïe ^eer ban Hoogerheide ooit ïf eer ban Eanger- en $to#er-aar. Φ* ^aroeijiteit/ bie een fpit3en toren geeft/ f be 'f, jïftaagb en ben |èarteïaae Adrianus ©e iaatfle^ajloo^banbe^e plaatje (booj
bc beïtenbe beranbermg ) 3ïjn getocef! Hen- drik N. en Gerrk Rezel. vDi't Ölnflt UB* 3C ftevcn
|
||||||||||||||||
Parochi-
kerk var Langer- < Korter- Aar. |
||||||||||||||||
t
Ρ ρ D Η Ε D Ε Ν· §£β
%$mftoMtyptffl ip^fnïn i^ip: iirbjelne»
fyjéf berfrjjeibe setuigcii boo^ ö^n 3|eeje Dirk de Wit bjiriiiaaueh bai flet gemeïbe bojjj/ 50? j^pd boo^ai^ na bf ÖneeeÖting i>cr nieubc ^# bommen/ altijö ptiber get^if^pin ^^£c|| (in 't 0refïel|jne) geeft gefiaaii : Ü.ót öè J9»a* pag Wtmpi Iwfyt/ bao^ be pinftcg#0 &*$ ben onenöaaten <$pb$bienf2; / fl£%$i toaip jaat'ïn^ pn be|i joi&ag Cantare te feecj|t te !b«fciji|nen ojp be aïpmeene ög-ceii-iioniftc i?ei? fafïooren/ pnber [jet SöfeDoin ban ll&teijt Sel)p0renÈ|e: en einbéïp bafc 3e'$i^en$ba0$ JÖaar^teifteti wmm/ om ben nientoen ijeltjjeit ύ\/ Bg be?« Sanbaeiten Jü^eeffer iEmyiius, te Jjaalen en.5 JPa$ie sooeben jaenteïbe beeanberinjj i§ öet
flieutoe §&fïpb^im$ baar öcópnint / w tip gajïor» ban nieufcol &> een be^am# / bpoi I Abraham *'Biienen, e£ïïlittmljteiiaar|$L |>!?
Jeeft ^ot naaten gcïjati Fraaga'is'.Ëfiikens, ee,a ^mf^rbammeiV bOihonten '&%ζφχ in öe 'é^^at'/'tn^ieftcv ban t &ratpii Abra- Ram 'StoutHandel, te J&0#cr -$te ipeöoouen/ bctoeïfte gier aï£^afïob?y of ten minffea^ <SnöerjöafioQ^ geeft geffaan; en ben η ^uïgi i<5f4 te Saaigèï- Ito $ gefïoiben Komdis gchaik, een tttreeïjtenaar/ en bol&omenW& ceïter in be O&jbtgeleerbiijeik l&eeffee Korne- lïs ^yvkeiiloot, een ï&t^eeïjtenaae/ epïiïomett ^ateuee \n at 0mi$uig& ·, öetoe$ë jn $ijnt jpafêocg öefto^ben'"$ ben 17 b η ^êeemöec , »Afo. Antoni Sonsbeek, een ïiirecjitenaar/ toraarüt be4Ntfitnnbe/ naberfjanaj^afiaai ban ^iettujiiuopi >n te llteeegt obedeöen Den V ïfantiatn i6<So/ Hendrik van der Grafc,
* %töh&Ï%£# J, de Ia Torre. ' f χ om
|
||||||
3ΐφ Rhyniandsche
om 50tte sucjjt tot be eensaamfteit bngenaattiti
Pachomius, een Kesbenaar/ en $5art$$effe ober &f$n!anb* ï|g i$ te f^armonb op 3p ïanböuil gefïo^en Den 17 3fung ι6ρφϊ en m be g^affïebe/ betoeïfce Sg 3eif m be ^armom ber neeft genden entoebereibtffab/ begjaben. ifett ïeben ban be3en gobsaïigen man öeööen iwn öoben in 't feo^t befefeeeben. Kofnèlis Srakenborgh, op't-H^aal/ een&0$
onber Bet fïifc ban Utrecht/ gebooren/ %v
cenrtaat in betöe be föecjfjten/ eit5. Gysbert deRceder, een ïttrecï)tenaar: beioei&e nab^ ïe iaaren arbeibei$ te Eangeraar gefloten i$ tm 3 JpeÖjnarn 1698. Niklaas de Reeder,
bebaeïne fijnen Φοηι eenigen tijb al§ ïiapefc
laan ftab gejjoïpen / i§ tegenfooo^big J&ijioo? ban (éejigeefl» Rudolphus van Beeil, een W reeïjtenaar/ te boren ^afïoo^ ban H^ateringe, $β$ bejelbe ugt be^afïorn bertroWienfoa^i i$ in 3#ne pïaat^ ugt S^abanb beroepen Jo- han Ermers. (Cegeiitooo^öig bio^b be pïaa$ fiebient boo^ Jufius Vermey, een<0onbaenaac/ en Sobenfcl 4B»obtgeïeerbe, |
||||||
ARA RYNESTEÏN,
Of het kerkje van Ryneftein. 3fil get BattÖ* Ryncftein fc^,ft/ baar get ^efcenfeöap tanifflfcnlent
£e"rJLc" öefcfeeeben fïaat/ tuoibbanAmRyneitemge' fp^onen, $èaae baaar oit tööjjnefïein gelegen mag 5ijn/ ώΐ in gaerne benennen niette toee* ten. <£ben bniten %zibm/ aan be fïinner ψ be ban be unttoateringe be <©oe£/ i| een &φ negBom gelegen, ^an fïaat 'er nocö oni,ec be parochie ban ^oeterfoonbe een berbaïïen lïafteel / ftönnegom genaamb / ban t bjdfie ν nocj) |
||||||
Oudheden, 32 f
noeg eent'g mtmrfoerft obergebïeben$: baeïft
ftljnnegom/ geïgft oor {jet ïanb baar ober ge* legen/ in't iaat 1667 ben bibber H. Vaike- naar, ï|eer ban ^niftenburg/ geeft toegeRö* men <2£nber ïla^et^bjonbe/ binnen^ <&χβ$/ niet bette ban 't Houbetterfcge fcgouto / fïaat get ïHibberii)iie fliot ïïgnenburg / 5t melft be |eet en lEeefïer Reinier Pauw , J^efïbent ban ben googenfóaab ban ^oJlanb/ nocö 0«s ïang^ geeft b^eeten. omtrent een ban be$e pïaat3en geeft eene
ftapeï gefiaan/ in't Satijn Ara of Ai'are ge* naamb; foeine boo^een Mein geta! geïoobigen toa$ geboubat/ en booi eenen ^iranfta, bat t$ een gemeenen J^iefier/ baierö öebient» BOSKOOP.
SSopoop/ tn eenen bn'ef * ban Fioris TV.
Buescoop (1) genaamb/ fiaat in een o?ief ban StSX, Genit van Amttei* betmeïb onber ben naam Parochi- aan Bukiscope. |f et $ aan ben bïoeb be<iBton*kerk * Pa- toe geïegen } en geeft eene J^arocgiteR ■, öe*troon*cnt toclfte &. |an den Dooper toegebnjbt faja^. ®e begeebing ban be nafiorg plagt be $6*
oiffe ban fötji$burg toetenoomen. (ζ) λ Van 't jaar ujj. i Ibidem.
AANTEKENINGEN.
f I- In een anderen brief van Graaf Fioris IV, van
Maar 1213 , word het Buekscoop genaamd. <· Dat "we gebeele gemeente weten, dit xyn de woorden van den brief, ^Λί wy alle mannen wonende tot Rhynsburg eme tot Buekscoep, die toebooren die Abdijfe en convent «er kioofiervan Rhynsburg, van nu voort, enz. Maar * By Sirnon yan iccuwca Bar. III. pag, i%%,
^ β 3 in |
|||
126 Rhynlanbschè
Ιχϊ den ongedrukten brief, daar wyzoo aanitondsvati
ipreekén zullen , word 'de naafri van dit dorp Bos- coop gefchreven. 2 Volgens een ongedrukten brief van *t jaar 15 u is
de paiiory van Boskoop in 't zelve jaar bekleedt ge- weetf door eenen ïfak Alewynszoon: Deze Heer ïfak Was ook Kanonnik in S. Pankras kerke te Leiden; èn bezat de kanonniksdy van S.PhMppus zi\ Jakobus \ welke kanonniksdy, volgens den zelven brief 3 wel- éér gerticht was door Michielvan der Heide». |
|||||||
REEWYK.
Rewks ^ &ΦΦ Ι #Ή Sbjö niet berré ban $f$
Parroou. ftoojp geiègen/ fio$Sïn be $f · üpojïeïen Pe- trus en Pauius aï$ ^cöntljeitigen gebiert* MIDDELBURG.
^efjafett $libbeïönrg / Öe goofbfïab baö
^eetaiïb/ en Jet ftajiefeï|ÉibbdBüfg/ 't Wel
: ban oub$ tuffeïjen ^tataar en 't PidÖéh §8 gen be 0efóié$étt opgefoo^eit $/. 1« albd#
genoemt toierbombat ijer tüffcöe» (ftoottubuvü m JVöurg gelegen toaé/ $ 'ei- een i&i&ö^ burg onber get ^e&enfeöaiJ ban fööijnianifc ©ir jpibbel&ueg/ 't toeln zy f mergen gjoot $/ i§ ooit met een jparociniiern bootten. |
|||||||
SLUIPYK of SLUIPWYK.
cl . . I f et bö$ $tttijptyt}ft/ n%eïp$ biiber f$
siiupvyiF* §||pgj^ baii tóöönïanb gelegen / κ <#
i^ro roeben na 2,8γ mergen g^oot <&e ^tct
Jakob Sprong, Tymanszoon ; etn %tlbtmavj
té in't jaar ióSo^eer ban^ïtiiptoi)fegeuJ£^
|
|||||||
Oudheden» 327
lïïe be*e boeien/ S&ogftoojj/ &efajp/!&iö>
öelburg/ ^luiptop/ geip oor be buut* &an* oeiiöurg of Haambwg/ 50»«» 't &W &1* ^ beiitietifce eeutoe Öeöient gebieefï boe) ïohan Kuiüen, een 9ΜΓΦ«β«* / en ψ'™™*
ηοηηίκ ban H^burg. mm pJW'&jL fchen oo|Io0 berö?eben/ toa^ög te#wbetua^^Plaat teiaangeïanötj en$ ban öaa* naai kanoen* burg bertcoRRen. Ü5 toa£ een $eer gberig fjiefïer/ enöeeft int geefïelpebeeljee|$ San öie gemeente geöaan, Φοφ öebw) m verfoott möaaebertioïgt toicrö/ $3_nne #ïaat£ onbettuffcöen bmatgenomen öooj Maarten van den Velde, een leiöenaac s oetoeineinljettwp' je l&iööelöurg/ 0elp ίυρ eIÖer£ ^eeöec bejf Öaaïtöeöben/ onöer ijet iee3enbau öef-j» fe öooöeïp geguetfï bjieeö; en te taöen bati 3ijne foonöe gefio^en i», W Johan Kmften oubectuffeften naar^eelano gesonöen toa^/om fte <0oeö a$ f afïooj en Stet^iefleji te liaan. Kjakob Hek, %mmt tnbe&mmt öe/ tot^afïooj aangefïeïtj 5pbe beeerfle/ öie spe bafïe tooonpïaat^ intëaatnmirg tjeeft Seftouöen. m$ itë öe geloobigen öeser gteafc 3e 1 naaren öeöient ijaö/ 1^ & ïtwioraiift 0 S5on getoo^öen. ^ ioiecb in 3pe öaröerïpc köjeningen geholpen öooj Jakob Staipard van der Wielen, een Hagenaar. I&aae fcetogl & foiöegaar naar Wm bertroRuen i $ öe paft0* r» opgeöjaagen aan Covert Kuiilen, eeiwof* fcfjenaau/ beuöjoeöer ban ben boojgemetei Johan Kuiilen, m ooft ïianonnfli ban^uit^ teg. m ftaö / ugt 3ucöt booj bese pafiorg / affïanö ban 3pepa|ïorn gedaan: en 4/.na een bier- en- tto&ntig jaarige öeöiening / gefto^ ben w bm *8 ban <0ctober -167»: en in öe |
||||
3*8 Rhynlandsche
telt bai? mmjn öeg^aaben, ja jijne booti
£aböen fonmiige boete» get oog op Schade, een^ottbenaar :bie toegengii getobijeitengoe* be s.rben öm gjoottfrn roem «iet betbienoe. SPaatonttoietö Pete» Ρ ;t, een iltteehtenaat/ ju een J^icfïer brn 't #taroti / boo? ben %i$ fcfjop bar. &afïonebettoaatt£ ge$otmen.iiaac fjn toitrb bco^ eeni^e toebetfpanmge boeten/ mt.be Ijufn ban be tgbejp* magt/ imt fiel 3Pafloo# jjn$ geb?eeben} en baat on naat^ fcenljoben ge3oi<ben. ^oo ip ban be èafïorg opf fb^aagen aan Komt lis Ooit Haan, tr ψρην fcet gebooten/ 23aceliet in b' eabtgeleetbfefo öefoeine öaer gefloten φ beneifben nmuhi 170Γ, 2 n Φ* Ρ^εφ $ giftomenJakob van RijT,onberbefóeteIgebooten.^avan R jt booö/ befoeifce gcomien $op brn7 $tb?ï\orp mi/ i$ tegen ben infyouh hei' Betö^anpunten m be gemeibe J^afïoto creionben Ν ~Han% een jl&oMiifk üjot be <^bet bet 9tnt$-fyatfcertit. WADDINGSVEEN.
Sïi ·>. *&atotap$b«!i tooibgebeeïtm $mjb~mato
ParrU 'iyöibetti/cii ^»b-ll^,bbing^een, Mebjou in2e Maria van I icnts,<$?abniban Wah.fé.^OUÜi
ban <6aitb^aan/ bar, be^ïbn ïïeiöen/ ens,
fó niet iana geieöen ^ontu ban Joojb-Ol» bm^been (Jetoeefr ^uiö-mibömg&been bomt be ^aaftdpöeit toe / en bejjoo/ onbet tpt Staijufrljiip ban tëftpïanö, g£e $atoepetft hn pabbingpb^n / biaat onbet senete ïmiitt/ be <©onöliaai genaamb / ooa beftao# / i$ iw Setoijbt op ben jtbara ban ben jjeittgen Viaor. ®Φ mnfclje fïteeli / gefp töp onbet tèc <®onht gezien %mm / Mtvh eben na ïjtt op |
||||||
Oudheden. 329
tomen bertefomiant$teooo2 eentge $?iefïer#
ngt be<$>eefïelpïjeit öebient·, DeMlte ter<èMn* be bioonenbe / De3e piaat3en ban tijb tot tgö begoten. J^oojaljjeeftJIeefier Aunaan Bo- gaarr, ban toien ton tajbloopiiser onber bec <0mtbe gefpjolien Fjefaben/ jtjnen gber baat in getoont ^oci) beeerfiepafloo*/ bie ter plaat* 3e ban 3<jne #afïorg tooonbe / i$ gemeefï Kornelis de Jager Ugt een ΒΒΧίφηίϊβ 00»
fïa0t ter <0oube geöooren ·, toieng baber 4$&fi
fier op Xytt flaöi)n$ aiDaar toa£ gemeejL Wanneer Dan be J&afforn ban 2$abbing$- been Öen bOO^noemöen Kornelis de Jager bOO|
be <&berfïen toegefc&int toa£ / en 3911 babec
ten bien emöe een fcrrn onber U^aöbina^been öecton op te öoutoen : i$ Korneb öaar op ge? batigen genomen/ en haar Seiben geboert: en be baber/ om fijnen 30011 ontfïagen tthtfy gen / fjeeft 1 roo guiben moeten opbrengen. Konelis, toeber in 3iJrte ©afïörn aangenomen/ fiseft/ om 39η gobbiucjjtig boo;neemen untte boeren / een Eternje met een 3&afiQo?$ufë aan bc «eaubfcaai getimmert Hüe Oe metifcfjr η baar om |ireeï$ toeeten noci) ban be ijeüigljeït en b*U3Q3aam[jeit ban bt3en $afïooj te fpjeenen, <£inbeip $ Ijn / "a oa^ Ö? öaar toge jaaren gefïaan gab / oberlebcn hm berben ianuarn '6?3* %g toierb m 3tjne öebiemnge opgeboïgt oocu Adnaan van der Goes een Hagenaar: be* faeine m 't jaar ... op ben 14 ban <Pecem# tor/ oberlebenfê / en tot na3aat geeft geftree* ψη lohannes Petrus vanden Velde, eetl 33of*
|
|||||
f j· NIEU-
|
|||||
MMH
|
||||||||
340 Rhynlandsche
* Ν I E U Κ O O Ρ.
Parochi- $oïgen$ be oube fpeïïsng Nyecoep , fg een
EhuchdKiW00* öo^/ öeöooreniie in 't geefïeïpe onöec
van Nicu- 8et 2$$öom ban fttrecöt: en $ onöer Jet
kooF. ^eïienfcöai>baniilöiinïanööeöieej>ett. ^efa*
rorïji&ertt / baar be geboomte banbeï|4ilaa0ö
inét een 3onberIinge eeröiebigöeit plagt gebiett
te tooien/ fïont ter bergeebinge ban be ^oï*
ïanbftöe <feaben, ^e ψafloop Sabaan inEuun*
ftm 18 MMnftW guïben*
%n 't jaar 13 66 bja$ giet; j^afïoo^ Hugo van
der Handt.
ï&e J&ja t'jjan^ ooït be l&HÖte genaamü/
5ijttbeeenmoeraf]fïgeïanbiiree& öicgt b^^icu 6öO}j/ bejjoo# tègentooo^big ooft onöer öe § & fÏorgi batt J^ieubjfioojp / en fïaat toermelbittbe» fyief ban ben ïltrer§tfcï)en S5tffeto Andreas ban 't jaar t ï j o/ of lieber 1131 · iCnffcöen Geiser Karel V. a$ «tëjaaf ban üolïanö/ en ïjet %\φ* tel ban & Mariaas fcerfc te ïltrecöt / i$ bid- cer beifiöiïgebaeefl ober jjet bergeeben ban t& |é ©afïorg. ©e f afïorg ban ^ienbjliooii / tte M$ I g
be naaf! gelegé pïaatjen / onber be g^ofliiB ban £♦ Jans nerfte bejjoorenöe/ $ ïange jaa* ttn beMeebt getoeefï öoo$$&eefïer Pieter Jans- kind j öetoeïfte gefloten t§ ben 3 ban^eptem^ fier 1637, f ρ Jjeeft tot opboïger^ geljaö Ul^ Paulus van Hacftcn, een iW
Haar: te Huilenbnrg oberleben ben öbanfCw»
1647.
jBJi: Tolian van Houten, bOÏ&Otnetl 2$acdiCr
in be <0obtgeïeerböett / t$ in be buurt %wt*
ioinb in 't bloejenfïe ban 3tjne jeugb gefiojbe» ben ζ ban #fttober 1661. ■ |
||||||||
α
|
||||||||
« «'i-f 't:'f t·
«•Uw·*)'·:
|
Joha
|
|||||||
t
|
|||||
Oudheden. 331
johan Sturing, een Utrechtenaar/ i§in$p
m ψafïorg ban ^icuioboop 0efïo$ben ÏÏtn %$ ban december 167** · Α rw ei ie», een ïttrecïjtenaar / ton*
tornen Racete tn be <£obt j)ett / geeft aan üe
amten / boo^naraentïp aan öe arme binbereit/ 0joote müöabigöcit betoont, €ot een teften ban banhbaarljeit / om bat ög in 't fiubeeren öooj be mübrjeit ban be <0ecfieïpöeit set)0l' pen fc»a£ / Beeft ö& eene jaaripfc jje rente öooj te armtti nageiaaten 5 en $ géfttffHtti ben 8 Sjanuaro ïe%6. Andrcas Schuurmans, een S^abanber.
Evert Amoidi, te €mmen& gebooren/ en
eenï*enïfcö<0obtgeïeerbe/ φ ben *o$Haart i7o<5 i\$t öetïebengefcöetben* §n 3!Jne giaatg té&OOJ ben Nuncius 0e5onben Johan Verfttë*·
len, eenlltrecötenaar/ en een3Üobenfcö<^ob^
öeleerbe*
NOORDEN.
m\ntuê be öttbe fgeïïing Noerden, $ Jet
noojöer gebeeïte ban ^ieutofcoojj; 3jtabeeene ïjaï^eeriniiöeit ban be ïtollanbfcïje ^aaben/ en htrft banoub^een feajteï/ of een ten W ber f arociji-reeijten m&> ψ* W¥ï25? JMfteti / en ban be öeerippt ban SHofr löttb / të in be böojgaaube eenloe beMeebt ge* foeefïboojben ï^cer en PfeMJöhaft van in- g™, bö!&omen 2$aceüer in be <£a&Minbe: oe* foelfcealbaar öefl&ben ï§ ben j 1 ban pepten* m ftf7. lp ftëeft tot na3aat #ρρ Ahtoni Zonsbeek, Sléeraar in be <^o^
nnnbe: befoelfce te Htree&t i§ gefloten og *m 11 Siarorare χ660. $a 39« öertreft |
|||||
;j2 Rhynlandschb
foierb Ijem tot opvolger gegeeben Jakob Kos,
te #efïgecfl gebooren / een Sobenfcg Φοϊ»& ©eleeebe: ben toelïten/ a$ gg «« üeele jaaten arbeibeti^ oub en biinb getoo^ben toa$/ baoj ben Nuncius boo^ noobguin i$ toegefelji&t Frederik v*n Winden, een l|agéliaar/ Üft*
«οιιηίη te <6mmenït/ en Mbattg te Miüinga,
Ζ W Α Μ Μ E R D Α Μ.
zwammct- g^ naam ban ^toammerbam / een bo&> aati
dAm- ben #eber-iiijön geienen / too# bg be ouöe
<êcf$jt>er£ berfegeibentlp gefpeït* * $u fcï)#
ben 3p Swadenburch j ban Swaiburch, öa«
toebeeom Swackenburch ^elfë binbt men öè>
5e pïaat£/ in een oube ïtjfi nan be goeberen ber ïitrecgtfege teïte/ onber ben naam ban Swattingabu.i bermeïb. $an oub$ foa$ get öe ïjoof oplaag ban een nïein <0,aaffcgapje: Bet touHt gelp Voffios in sijne 3jaatöoe&en ber^ gaaït V benebemj get «^aaffcgap ban ^oöe* g^abe/ boo$ Didcryk <ö^aaf ban f olianb oni* tueibigt $ aan eenen Xeounati ber ïttrecgtfeje ïierïte/ met naame Bavo <: ban 't foelfte nocjj biribeïper befcgeib te binben t£ in eenen open fyief ban Geiser Hendrik rv, ban't jaar 1064» Willem ι, in itm oorlog tegen ben <&*aaf
ban loon/ gab gier eene fïecnte tegen ütW trecötenaar^ opgefoojpen : betoel&e gg/ bok gen$ get feg$ben ban Melis c Stoke, naacben oubenbam Swadenburchdam geeftgenoemt. (0 (Cegentooojbig i$ be$e naam / fy? berno^titl·'
ge/beranbertin ^foammerbam. (1) fier geeft gefïaanget fïot^manenöurg/ 3pbe getfïaw α Menfo Aiting. Notit Gerrm inf. p.irt, 2, p, 1*7,
£ i.ife. i» c Orcr het jaar 1404· |
||||
■
|
||||
Oudheden. 33$
ftuté ban ïjet fciööedp gefïagt ber ^i»anen'
batten ν 't toein tn öe oorlogen öer ^oeï\$- m ïtabeijaubj|i gejtnöen bertooefï en afgeö^anöt li ^anöit geflagt $ getoeefi öe &!ÖÖer Vin-
cent Zwanenburg i öebaeïfte/ 300 el$ Bokken- b:rg in 't ïeben ban Walraven π i^eer ban Brederode behaalt / öe fïab en gei fïot ban Statiën ÖQ0£ toeöoen franGysbert van Beefde,
en met öe ijulp bet llttec&tenaaren/ in 'tjaac
1481 obetlaeiöigöe > öe Sussen ber rpeingese* tenen taiüföe i öetfetfieei ugtplunöeröe-, en g^oote Herfcooeflinge in,tganfcöeïanöban$!a* nen aanrecfjte. ll«t ftet 3eïf öe gefïagt i$ naar jft fc^peU ban Simon van Leeuwen gef&Ö>
ten öe I§eer en .Ji&eefïer Pauius van Zwanen-
burg, ^iiL'gemeefïetöecjïaöHeiöen/ en 300η ijan Kor nel is van Zwanenburg , 3||O00Ïeeeaar
ber üecïjten te Eeiöen*
|etbo;jj gtoammeröam/ eenejjaï$)eerlp*
Seit onber aöönïanö/ en ban ouö£ ben Brederoden toebe^oo^t geböenöe / i# aan öe iunfter$pe ban ben föj)p μ ö^ie öni3enö fc&ee* ten öoben Mftn gelegen, <3|n 't jaar 167* toag Ster een fcj)an$ tccren öe ^ranften opgetoo^ pen: öeöjelfceöesefbc/ bcioij! öe ftljtjn bebjo* ren hia^ / aangetafl en oberrompeit fycWbrn. %% öie geïectenöljeifc 39η öe guiten en öe telt jammcrïp bertooefr: öoeïj naöerljanö i§ aïïeg fraaöee afë te boren fterbautot: en öe beril foeöetom met een fcöóoaen en fpit3en toren betciert. ®e ftatoïpen ba 1 ^toammeröam / befoel*
te toeimg in getal 38» ' tobben boo$ ben pa* tïoo^ ban ^aöegiabe iteöfent· AAN*
|
||||
534 Aantekeningen or d'b
AANTEKENINGEN.
a. Volgens Simonvan Leeuwen ^h de oude en oor-
fpronkelijke naam van dit dorp "Zpjanenburgerdam; welke naam afkomftig zoude zijn van Zwanenburg^ 'een Ridderlijk flot, daar omtrent gelegen, van't wel- ke de Heer Auteur ook gewaagt. En ik bekenne dat ik dit gevoelen zeer ligt zoude toevallen: want inen weet, en ik heb het meer aangemerkt, hoe dat de Schryvers der middelIte eeuwen het voor eene cierjijkheit der tale fcheenen te rekenen , de naamen der plaatzen door het tuilchenvoegen van letteren en iettergreepen langer te maaken en als uyr te rekken. 3. Üyt een brief van Keizer Frederik I. fehynt te
blyken dat dit dorp ook Stekede genoemt is geweeft, En dewyl deze brief, dewelke by IV. Hedab gevonden word, eenige aanmerkenswaardige zaken behelfl; zul- len wy den zelven ten dienfte van den Leezer uyt fiet Latijn vertaaien* IN de naame der H. en onverdeelde Drievuldig-
4 heit; frederik, door Gods genadige goedertieren- heit Keizer der Romeinen , altijd overwinnaar. De waardigheit van 't Roomfche Keizerdom vereifcht het, en tendien einde is het Keizerrijk ons van Godt te regeeren gegeeven , dat wy de nootwendigheden van 't gemeene befte altyd vooroogen en byder hand hebben; en dat de goedertierenheit, zonder dewelke wy Godeniet behaagen konnen, ons in alle de»vejr- ken der gerechtigheit ten allen tyd.e vergezelfchappe. Want dan houdt de eer des Keizersdoms den rechten weg , en dan wordze meer en meer beveiligt, als 'er gezorgt word voor 't welvaren van 't ganfche vader- land ; en de armen in hunne behqeftigheden barmher- tiglijk geholpen worden Dat het dierhalve.kundig zy aan alle de getrouwe luiden van ons rveizerrijkt æ,ïï tegenwoordige als toekoomende, dat wyjejerfte- lijk uyt liefde tot Godt, en vorders ook op het gpdt* vnichtig verzoek van onze getrouwe Princcn, te wee- rt Bat. Illuftr, pig. iifil. b Pag. iSi. tes
|
||||
KhyHL#AIP$£H£ OPENDEN. 33j
imGodfffridusLiiflchop van Utrecht, Floris Graaf va#
Holland 1 Hendrik Graaf van Gejderiand, en Dfderyk Graaf van Kleefsland , en voor de trouwe dienüen van verfcheide andere jnenfchen onder het Bisdjanj van Utrecht woonende, dewelke dagelijks, door df geduurige överitroqmingen der wateren, zeer zwaare rampenen onverdraaggelijke verwoeftingen in hunne land«rye.n en goederen geleden hebben, en de dood als alle dagen te verwachten hadden ; dat wy, ze,g ik, aan de voornoemde imenfchen » zooellendig vei> nield zijnde, deze genade vergunt, en volgens ons Keizerlijk gezag verleent hebben, dat de landzaateu aldaar, dewelke voor 200 groote fchade en gevaar van wateren bloot ftonden, het laqd Noda, andéi* de Niedam, tot het maaken vap een vaart, zodanjg zullen mogen doorfteeken , dat het water van den Rhyn door dezelve vaart ten alle tyde zonder eenig letzel zal konnenloopen en voortftroomen in de na- by-getegen zee. Welke (vergunning ) wy door ons Keizerlijk gezag bekrachtigen; en, op datzeteneeu- wigendage (land houdeen onderhouden worde, door ^e tegenwoordige handvefte beveiligen. Hier,voe- gen wy noch by dat wy die opftopping van d§rji Rhyn , dewelke doorgaans genpemt word de Dam, by dehiidWiebgenaamd, welkeopftopping van oud^s gemaakt is om eene zwaare verwoefling der wate- ren afteweeren ; dat wy, zeg ik, op -het verzoek der voorgemelde Princen en voor den trouwen dienft van die menfchen dewelke aan dit algemeeiie bederf der wateren deelachtig waren , de gemelde ïñâïñ,- ping voor welgedaan houden; door onze Keizerlijke ordonantzie beveiligen ; en door den tegcnwoordi- gen bevélbrief igehieden dat ze ten eeuwigen tyde in. den Zelfden ftaat zal blyven, en gehouden zal worden» joegt hier noch by dat wy de andere opftopping v.ajt een Rhyn , dewelke de Graaf v»an|H©Uand op zeke- re plaats , Stekede vf Swadeburg gerjaamd , pnrecht- Vaardigiijk en by geweld opgeworpen en gemaakt had, en waar door ook op verfcheide tyden ontelbaare p'enfchen en plaatzen verdronken zyn, achtervolgens £cr vonnis van onzen raad vernietigt hebben ; met fccve"! dat dezelve tenemaal vernietigt zal worden. En wj
|
||||
3j6 Rhynlandsche
vry ordoneeren, en gebieden uyt krachte van onze*
keizerlijken bevélbrief, dat de voornoemde opltop- ping tenemaal weggenomen werde ; en dat het Rnyn- water zijnen vryen loop daar nebbe, en langs den hcir- tv eg zonder eeniy,e verhinderingeten allen tyde voort- flroome , gelijk van ouds» plagt te gefchieden. En op dat dit te beter geloof vinde, en van een ieder te naaritiger onderhouden werde; hebben wy on ten te- genwoordigenbriet daar over doen opltellen, enheb- ben ons zegel op den zelven doen drukken. Ten welken einde wy ook geloofwaardige getuigen daar by ontboden hebben ; welker naamen hier volgen: Heiman , Bifïehop van Werden ; Everhard, verko- ren BiiTchup van Regensburg , Philips, Domdeken te Keulen,· Aarnout, Prooft van S. Andries kerke; Adi· lous, Prooft te Godslaer ; Reignard, Proolt ; Ulrik, Hartog van Bohemen ; Marquardus van Grumbach, Emicbo, Graaf van Linrigen ; Folkmaar% Graaf van; Sarewarde ; Hendrik , Maarichalk van Papenheim; | Koenraad Colbo , Schenker ; Willem de Kaluwe; Roe- lof van Steenforde ; Konflantyn van Berge ; Cyno, de Kamerling; Bertholf Pris ^ de Kamerling ; C uw van Malberge\ Hendrik Frefo ; Menard, Graaf van Niea- mage; Folpert \ Gerrit, Schout van Utrecht, WüUm van Schalkewik ; Lutbert van Odyk ; Helyas ; Egbert van Amejiel; Herman vanW'trdene ; en deszelfs broe- der Godvfchalk ; Dideryk van Judifax; Alhert Pauw, (Pavoy en zeer veele andere zoo kerkelijke perfoo- nen als leeken. Het leken van Mijnheer Frederik* den alleronverwinuelijkften Keizer der Romeinen ?* Krijüaan , verkooren tot het Bifdom van Ments, Aartskantzelier van 't keizerlijke Paleis, heb dit na- gezien. Gedaan in 't jaar van 's Heeren Menfch- wordinge mclxv, in de τ τ, indiktzie, onder het kei- ïerdom van den zegenrijkiten Heer Frederik , Kcuer der Romeinen ; in't dertiende jaar van zijn koning- dom $ ia 't elfde van zijn keizerdom. Tot geluk. |
||||
Ο υ O Η E DEM. 3|7
χ,--------__------------------_---------------------------------------------'--------β------
AARLANDERVEEN,
®an onb£ ffiïrebèen genaamb/ &gebgttip ó
onitcr jjet SMjntofcöajp en mbmft&Q l)anvanAri3ö. fógynïanb/ baar ^. Jan de Dooper aï$ &tljUt- derveen.
jjeiiig bjojb gcbiert *
3jnt jaac 1366 geeft öietafê J^ftouj.'g^ (ïaan Philips Gerritsz., etl Itt 't jaar «5*73
Johan Adriaanszoon van s'Gravenhage: itiiCUp bOO^aat foa$ getöeefï Jakob van Leeuwen. $aberganb geeft Floris van Vianen , foatl toten tog boben geloften jjeööen / törfanber*
been/ en be pïaat3en aan ben fögijn naajï Mv* lanöeebeen tot ^bjammerbam toe geïegen/ al^ f afloop Bebient. %n toteng jiïaat^ gefco* ttien $ Pieter Pek van Vianen, mi CltrtCÜte*
naar i na toien aujitt a\$ ©afloop gcjïaan
geöben Gysbert Boeman , een Utrechtenaar *, betoelue ben 6 ban december 16zj in be ïjoo* öe ^cgole ban ^njoubooj licentiaat in MH be ftccfjten toa$ aangenomen* %n toa$ een goeb Jtaeef ?. en i$ in 3ijneJ£afïorpban t$rian* berbeen gefïojben. jgfo Egbèrc van Borculo, een Htrecfjtenaar/
SBacciier tnbe <0obtgeleerbïjeit: befcoeïlte tzM* tnergfaojt i$ gefïojben ben 17 ban ©ecembetr 1670. Johan Pelt, een Cttrccï)tenaar / betoeïfte in
3ijne$afïory ban Klarïanberbeen oberïeben i§ ben 6 sjan September 1704* Andriesjanfen, een <0elber$nan/ en5.
|
||||
Rhynlandsche
|
||||||||||||||||
33*
|
||||||||||||||||
ALFEN.
mfèn/ in 't Utatgn Alphenum, Jïaat in be
|
||||||||||||||||
Alfens
eudkcit» |
fce$baarten * bermeïb onber ben naam ban
Albmiana en Albaniana ·, foaar BOOj/ bg tmp
|
|||||||||||||||
berfïaub/ 0eïe5en bjö# Albimama en Albama-
ma. ®an Of men Aibiniana of Albaniana mm ïeesen/ ban 3ooIigteIp nietugtgetae^enfo^
ben. ^ocf) ongettoijftft moet Albimana of
Albaniana in 't on3ijbi0 geflapt geïee3etiimp
ben ·, maar niet Albmiana: in 't b^outoelp ge*
ffagt/ geïp Vaiefius jjet gelee3en bjilSeöuen,
. , 3Bant 't tö jeber bat'er onber berfïaan moet
Ji!SIcgcr*foo#ën«Caftra; maar öeen&in^ aqus, a#
l wïcrcn/ of Ster een bjon ban jnuracötme/ Seete/ of
houtachtige toateren toaargetoeeft: betonimen
ftier om fïree&S noit ban biergeïpe bannen
fteeft gefoeeten. $ocö minber φ bie teoul*
ben / betoeïbe Aiphtmana gefcfeeeben tomen
fiebben; a$ toaar bie naam aftebaalt ban
Alphenus Varus. Ifêant jjoetael bat bie Alphe-
nus Varus <©uartiermeefïer ban een leger fsp
toeefï/ en bat'er inoat leger eenigebenben ban i^atabieren toaren; 300 &dökn ecïjterbie ben* ben/ boïgenSSet bergaalbantTacitus, jjum ne legerplaats in ijet ïanb ban Eangreg berre ban ben töï$nfïroom geïjab. (1) mfen i$ be geboorteplaats ban Willem Hc-
da, ^oofi en «CartSbiaïten ban fi. Walburg fterb te Harn&em/ betten ban &. hj>! wn* tt ültrecöti en een berniaarb^fiori-fcMbtf· betoeïbe bOO? alOOOJ mm Hiitoric der Graa-
ven van Holland , |U befcel&e %Q ttyttt fOW * ZieMenfo AlcingNo:it.Germ.part. i. pig· *.
|
||||||||||||||||
J
|
||||||||||||||||
£
|
||||||||||||||||
OUDHEDEN. 339
tofjfenmfêtafi/ en der Biflchoppen van Utrecht.
een groten naam ijeeffc geïtreegen. i|g fë te
Èntfwrjpeu oberïeöen tn 't jaac ?z6, en al- baar in öe jjooföherlie ban ®.%.&twfa 6e* gja.en. mifen geeft een feïjoone fterfti öefoeïfte op
ben naam ban otgen geIoofëp?ee!tet/ öen gei* ïtcjen Bonifneius, mgetopt i$ -, en öaar btp $tïf§ afoeelöseï ten toon piagt te fïaan. 2£e* galden Set öooge outaar / tua^ 'et* noeö een outaar ban de %. |&aagö ·, in öetoelfte eene m* pellano of alti)ö-önurenöe btnarn ioa$gefft'efjt. ^eiefticijting/betoeÏReöooi David win Bor- gonje goeögenenrt iuag/ i$ öen 30 ban <®cta* hw 15-5-6* op get behoeft ban Niklaas van Al- fen, Niklaaszoon, ÖÖ0£ Gcorgins van Egmont, Davids na3aat/ taeöerom uebejtigt.
3|n öe natoïpe tijben Jeeft ïjieraï^aifoo^
5C|ïaan Germ Voppens; öebaelhe öe paflovg boo^ eenen 3Miar$ liet öeöienen <Pe pafiorn toiera öooj öen 5fibt ban β Pauks Ifcoöne te Utrecht öegeeben, ®t ïtofïer faiierö boot öen &mf ban $>oU
Ianb aangefïeit: maar Jjeeft ban onö$ geringe fohom|ïen gegaö,* AANTEKENING.
I. Laat ons ook, om ons naar den gemeenen flen-
«er te voegen , de naamreden van Alfen met eert Woord of twee aanraaken. Ahing wil van Alpbenus Vatus, als of hy den naam aan Alfen gegeeven had, ntet eens hooren fpreeken. En ïijne reden fchynt al *ry te binden. Om dat een Alphenus Vatus , Quartier- nieefter van een legerplaats by't volk van Langres is geweeft , en dat *er in die legerplaats eenige bende» Ecu oneediukc boekje ναυ Hartog Maximtl» vw't jaar fi % tas
|
||||
340 Aantekeningen ot de
van Batavieren waren , is dat blijk genoeg om het
opbouwen van Alfen , zoo verre van Langres gele- gen, aan hem toe te fchryven? Maar men zoude mif- fchien ook kannen zeggen dat de Heer Aiting de re- denen voor Alphenus op het zwakfte vooilielt. AU phenus Varus is niet alleen Quartiermeeiter van eene legerplaats in 't land van Langres, en over eenige Bataviiïche benden geweeft. ; maar hy heeft de Bata- viiïche hulpbenden ook aangevoert«tegen ütho: 200 dat hy veel onder de Batavieren verkeert , en 't ge- bied over hunne ferygsbenden al eenigen tijd bekleedt moet hebben. Is het dan eene 200 ongerijmde, ja onverdraaggelijke giffing, dat hy in't eiland der Ba- tavieren zy geweeft, en den naam aan een kafteel ge- geeven hebbe? Evenwel bekenne ik dat ik het noch liever met de giffinge van Aiting zoude houden. De oude Kaart of Reis boeken noemen deze plaats Albi· niana% 't welk ik voor Albamana zoude ftellen : De oudfte getuigenirtèn zijn in zodaanige zaken de befte. De naam Albiniana is zekerlijk arkomftig van AU binus; 't welk een deftig geflagt onder de Romei- nen is geweeft. Voor Alphenus heeft men niet an- ders in te brengen , als dat 'er een groote over- een-komfte is tuiichen de naamen Alphenus en Al- phen : en dat Alphenus eenig gebied over de Bata- viiïche krygsbenden heeft gevoert. Dit kan tegen de oude Kaart- en Reis- boeken niet opweegen. bBox- kornius zoude den naam van Alfen liever afleiden van eenen Alfinus: en hy geeft het opfehrift van een ou- den fteen op ,· welke fteen veel van dezen Alfinus weet te vertellen. Indien deze fteen te Alfen opgedohen was, zoude het zeggen van Boxhorniusniet tenemaal te verwerpen zijn: maar dat beduidt hy ons niet; en ik weet'er nergens befcheidvan te vinden. Dus wil ik diegiiTing liever ongemerkt voor by treeden Dat fom- migen meer voor Alphenus zijn, zal zekerlijk zijn om de groote ovcr-een-komfte of volkome gelijk heit tuiTchen Α lp he mus en Alfen. Maar 't zal die Heeren believen aan te merken , dat het in onze Nederlandfche taal α Zie Tacitus Hift. lib. z. eap, 43. En Pluurchus io 't le-
ven van Otho. b in defciipt, LugduniBar»
tctt
|
|||
Rhynlandsche Oudheben; 341
leer gebruikelijk is de b of de ρ in een ν of f te ver-
anderen. Dus hebben onze Voorouders de Hoog- duitfche woorden lebcn / ttabcn/ fcïü / Itebc/ falb / &aib > qibü / rjebrn / ftaïb / lob / rabc / raub / alaub/ ïtofbf/ Difb/ jïfcbetl / ffCflb» en zeer veele anderen verandert in leven, draaven, lijf, liefde, faif, half, gevel, geeven, kalf, lof,rave, roof, geloof, kolf, dief, fterven, graf ; zoo dat het geen wonder is, dat on- ie Voorouders Albinus ook verandert hebben in Alfen. Het gene zy in hunne moedertale beilaan heb- ben , konnen zy veel ligter gedaan hebben in een vreemde taal. Vorders, hoe dat Alfen eerft een kafted isgeweeft,
en op den Rhyn tegen het muiten der ingezetenen en hetrtroopen der buïtenlandfche vyanden isgebouwt; hoe dat het daar na, zoo wel als de andere kafteelen op den Rhyn gebouwd , voor een magazijn verftrekt heeft; hoe dat hier kopere en zilvere penningen , be- fchreeven fteenen, en andere oudheden, uyt den grond opgegraaven zijn; daar van hebben fommige Schry- vers zoo omftandig gefchreeven , dat het my niet en luft hunne woorden na te fchryven* |
||||||
KOUDEKERK.
I«r anberebojpn bjaagen bm mam ban KoUd
tatbetoït -, e&§ tm tn 't eiïanb 4J£aïcf)cren;
en tm auto fa't eiïanb £cï)ouhjen/ ertpton
onbcr ^eeïanö al aangemet-nt ïjeböcn. ftou*
örhcrft / baar tat fytv ban f^ctltcn/ i§ grtc
8«t bo\ien %tïbm aan be vufyttt s^tst ban bm
fbm; enfë eene jjeeripljeft/ onber %ollmb
Wflmnbt: bmtlkt/ naar Jj'et wsem ban
Boxhornius, ttm boinplanting 30itbe φι bati
w oube (1) Cauchi. φε peeren ban bit&ou*
befterh fïaan öttoifé bermcib in bt oube hm
bm. 3ln ben böïgenben Bjief / öetodue in ï»e $&
"tttofrfcfietafe öefc&eeben i§/ ίηφ berjaaït |
||||||
q±x Rhynlandsche
hoe bat Alvcraat, 3&outö ban Honbeftecfc/
fcOO* Öe Saïlgpt ban %CCtr Dirk van Podgecft,
en ban {jaare bozere tyienöen/ in't jaar ι $o$·
tmt bifcarg βΦΦ fieeft in öe Jjoofötofce te ^aarïem» XÜY Jlveraet, Vrouwe van Coudekercke, doen
™ condt allen luden , die defen brieff feilen fien of hooren lefen, dat wy om falichcden on* fer fielen Haren Dirck van Poelgeeft ende anders onfen vrienden, hebben gemaecki eneCapelrye vanxu. ponden jaerlixer renten ce verdienen Haren Amife tot fijnen lyve totHaerlem in der kereke. Ende wanneer Heer Aroys Hervet, fo fal die Capelrye weien te verdienen euwelyck enen Priefter met dier felver Rente, die hier voorfz. fiaet , na onfer doot, daer wy kielen onfe legerftede. Ende defe xv, ponden bewy- fen wy jaers ende hebben b wyft ende quytge- fcouden voor Scoute ende voor Bueren tnit on- fes mombaers hant in te nemen van 't landt dat heet Ver Riflende camp, of die Vievenne, totc twee merckt tyden van den jare, alfe tot roor- fcoter merckt f, ende totte Falckenborger merckt, ende defe xv. ponden fullen weien aen paye* mente als dat lant te huyre geit. Ende want die rente van dien lande beter is dan xv. pon* den , fo en fal niemant niet innemen , eer os Pape dat fijne in hevet. Voort ware dat laec- ke dat dit lant quade, fo foude die Pape voort aen fijn fekerft lant hebben went hy dat üjnc hadde. Op dat dit vatte ende ttade blyve,, w hebben wv onfen fegel hier ane gehangen- V» Hcerc van Brederode , Ver Abele uter Wikc t Hier uyt konncn vy de oudkeit van de Voorburger-
en- Voorfthoter jaarmerkt: affleemcu, r^ |
|||
Oudheden, 343
onfe ervenaam , Haer Gerard van Tctroede,
Florens van Adrichem onfe mombaer, om die meerre fekerhede hebben't mede befegelt, in 'c jaer onsHeeren 130c, desSaterdags na S. Mar* tym dach in den wynter. ®e jeïbc^outo Alveraed, BejjaUttn 't gene
Ψ fian tmW nerfcen öuiten ^müm en th pcrpn mttxftm toiUe öef&often öeeft/ öceft ooft aan öc nerfte ban trit mouoeteï* Me »on* oen ϊ)ρ 'tbolöcnöe tefiamcnt nagelaaten: Τ ν den naame des Heeren, Amen. Ik Aheradis9
Vrouw van Koudekerk, dochter van de ede- le Mevrouwe Hillegond, Vrouwe vanBredenro- de, acht geevende op de broosheit van het te- genwoordige leven·, en de vergelding van Godc den eeuwigen rechter verwachtende, myn ver- iland en myn lichaam magrig zijnde, konnen- degaan, ftaan, zitten, te kerke gaan, en de goddelijke dienften bywoonen, maake en be- ftellc van mijne goederen, die ik te Leiderdorp bezitte of noch bezitten zal , met de toeftem- minge en den wille van mijnen beminden broe- der , Mijnheer Dideryk Ridder en Heer van Bredenrode ; van mijne zufter Vrouw jiieidis, van mijne erfgenaamen, en van mijnen broe- der en Voogd Floris van Adrichem, het volgen-, de teftament. In den eerite geeve en befpree- ke ik Mijnheer den Abt en het Kon-vent van Egmond vyf ttollandfche ponden : zodanig te Weeten dat hy voor die vyf ponden zal zien te bekoomen of te koopen eene jaarlijkiche ïn- komfte van ïo fchellingen: welke to Ichelhn- genik begeere dat het ganfche konvent op Kyn jaargetyde jaarlijks zal hebben, bezitten, ** 4, - en
|
||||
544 Rhynlandsche
en genieten , voor een blyde maaltyd ; en om
myn jaargeryde getrouwelijk te houden. En die moet even eens onderhouden worden omtrent de volgende kloofters en kon venten , dewelke eigen goederen hebben, en niet bidden of bede- len.; aan dewelken ook vy f ponden tot een bly- de maaltijd befproken zyn. Aan elke kerk in Kennemerland make en befpreeke ik vyf fchel- lingen y aan den Parochipriefter der zelve kerke vyf fchellingen j aan de kerke van Velzen twee ponden; aan den Paft oor aldaar 6 fchellingen é aan den Kofter aldaar ? fchellingen. Noch maake en befpreeke ik voor myn kruis twintig ponden: dewelke in bewaaringe zullen blyven by de Broeders van S. Jan den Dooper te Haar" hm $ ten tyde toe dat *er een algemeene tocht zal gefchieden over de zee : en dan zullen ty dezelve door hunne broeders getrouwelijk over- zenden tot onderftand van't H. Land Noch geeve en befpreeke ik aan 't konvent van S« Jan den Dooper te Haarlem vyf ponden voor een blyde maaltijd; op dezelfde wyze gelijk van 'c konvent te Egmond is gezegt. Noch geef ik broeder Aarnout aldaar een pond: noch tien fchellingen aan broeder Menfo, Noch geeve en befpreeke ik, ter vergoedinge van 'c geene ik op ecne onrechtvaardige wyze gewonnen mogt hebben, twintig ponden: zodanig dat de uytvoerders van myn teftament daar voor zui- len koopen jaarlijkfche renten : dewelke be- fteedt zuilen worden , om jaarlijks fchoenen v.nor de armen te koopen. Doch ik wille en begeere dat een gedeelte van die twintig pon- den, of ook de geheele fomme, liever gegee- ven werde aan de genen ; dewelke by getuige- rufle', of door voorgaande bewys van waarheir, zul*
|
||||
Oudheden. 34?
zullen konnen betoonen dat ik ten eenigen tydc
eenige van hunne goederen op eene met al te rechtvaardige of wettige wyze bezeeten hebbe. Noch geeve en befpreeke ik aan de kerke van Haarlem drie ponden voor een lamp. Noch aan ieder Parochi-Priefter te Haarlem tien ponden * en aan ieder Kapellaan vyf fchellingen. Noch aan de Preekheeren te Haarlem twee ponden. Noch aan de Broeders van den Berg Carmelus twee ponden. Noch aan de arme Begijnen aldaar twee ponden. Noch aan 't gafthuis aldaar een pond. Aan den Kapellaan van 't gafthuis vyf fchellingen. Noch geeve en befpreeke ik aan de Nonnen op Oye vyf ponden voor een blijde maaltijd. Noch aan Chrifiinamn Tethngenaldaar vyf fchellingen. Noch aan Hazekin aldaar een pond. Noch aan het Konvent van Rhynsburg vyf ponden voor een blyde maaltyd. Noch aan myne zufter Ritbardis aldaar vyf ponden, indien zy dezelve van my by erfeniiTe niet ontvangen moet hebben. Noch aan Heer Adam van Lei* den een pond. Noch maake en befpreeke ik aan de Nonnen te Loosduinen vyf ponden voor een blyde maaltyd. Noch aan de Nonnen van Ko- ningsveld vyf ponden voor een blvde maaltyd. Noch maake en befpreeke ik aan S. Katharmaas Konvent te Utrecht vyf ponden vooreen blyde maaltyd. Noch aan het gafthuis aldaar, ten be-! hoeve van den armen, myn befte bedde met al Zijn toebehooren , en mijne befte klederen. Noch aan de Duitfche Broederen Dy de ftads- muuren aldaar vyf ponden voor een blyde maal- tyd. Noch aan den * ïerminarius van Kenne- |
||||||
ls 5>
* Termtnarlm was een Predikant, doorgaans een Monnik ,
dewelke uyt het eene of andere kloofter gezonden wietd , om in een zekere laudftreek , op zekere tyden van ket jaar, te gaaa precken» |
||||||
34<S Rhttnlandschb
tnerland, die het weezen zal, een pond. Noch
aan de Minncbroeders aldaar twee ponden voor een blyde maalryd. Noch aan Broeder Govert aldaar een pond. Noch aan de Preekheeren al- daar twee ponden. Noch aan de Nonnen by S. Servaas een pond. , Noch aan de Witte Vrou- wen aldaar een pond. Noch aan de Minnebroe- ders te Dordrecht twee ponden. Noch aan de kerke van Koudekerk drie ponden. Noch aan 't gafthuis van Leiden 10 fchellingen. Noch aan. mijnen broeder Johan fVonne 15- ponden, met een wel toebereid bedde. Noch aan mijne Staac- juffrouw, die het dan weezen Zal, vyf ponden. Noch aan mijn Zufters dochteren 20 ponden: waar voor de uytvoerders van myn teitament haar zullen bezorgen een lijfrente van twee pon- den. Noch aan Wyvenxwee ponden. Noch aan dezelve een paar klederen. Noch aan mijne dienftmaagd, die her dan weezen zal, een pond. JNoch aan mijnen knecht een pond, enz. ®n$Jnmt bt$t figfef om beonöjjeit berfcoit*
öefterfcfcöe üer&e / en oer peeren ban m& Seefï/ teöebwjsem (2) <&nöer öe Seerlpgeit ban Honbe&erft/ aan
£$£*!5ΨΙhmi*m *Ö*« * ft"* W teef*
Sfè%.°£*i5a*,*i ^Qtlmft/ ban tm wmmpnt te ϊ|οο#ι genaamö: ttoel&e/oe* mom öe öeerltj tytit ban itonoefrerlf/ onlang métotfr # Ög MM™ Genk Schatter.
get Begon ^ebert öe öooo ban öenfioos-eoelen
teer ban goelgeefï jammerïp te berbaïïen: maar tegenujoo#i0 foo# 'er öe ftanb beter aan gpliouben. Patroonder ^jtoo^erft $ op ben naam ban ben kerke, f λ Sfoffcfiop en solooer Nicoiaus inaefcijat: en
|
|||
Oudheden. 547
tn npt eenen fyief ban 't iaat? ι γη öïpt bat
'er J. Wïiiibrordus oonafê patroon b^onöew m geütert i$ ö^toetfï* ©03e neen flonö onöec ie tfcoflegiale «erbban<a&.3MmbJ in^<0^ tauïiage: öetoelne oor oen f afïooj ban ïüoit* fceherfi aanfïeïöe. ©tt öeö in ugt een autenty- ken fyief bail Wilhelmus Diaiaii Lindanusj
betoeïfie in t jaar ι f66 betten toag ober Set
boo^noemöe kapittel gn 't jaac >4Π 8<*ft ^«dolphus &WWPW di
ban Htcect)t3önenS©g-6iffbÖ0ö/ Judocusjfcip™ hec fchopbanHieropoiis, öoo$ ben bolgenöentyiefkoor <ici gemagtigt om ijet fcoo; öer boojnoemöe neefte k«ke. te tojjaen, <£oft geeft ijo in ben 3eiben bjief allen oen genen / öetoelhe met betoutogebiecgt: jjeööenöe De ftetbirienfien baar 3ouben bnfooo* nen/ of tettoe^ ten beijoebe ban öe 3elbe ber* fee 3ouöen opfcöteten / beertis Dagen aflaat^ berleent* ]2 Udolphus, door de genade van Godt en van
den Apoitoliflchen Stoel BiiTchop van U- trecht, wenfcht aan den eerwaardigen Vader m Cbrifius Heer Judocus , by dezelve genade Bif- fchopvan Hierepolis, Hoogleeraar der Godkun- de, en onzenalgemecnenVikarisindeBiiTchop- pelijke zaken , de zaligheit, en eene oprechte liefde in den Heere. Wy gceven u onze mede- ftemming , toeftemming , en verlof, om het koor der Parochikerke te Koudekerk , onder oni= Bisdom , 't welk onlangs gebouwt , maar noch ongewiidt is, na het voor afgaan der ge- woonlijke en behoorlijke pkgrighcden, zoo als betamelijk is , te mogen en te konnen wijden > behoudens altijd een ieders recht. Daar-en-bo- ven , geneeen zijnde om de harten der geloo- vigen
|
||||
34* Rhynlandsche
vigen tot de werken van liefdadigheitop te wek-
ken: zoo is het dat wy aan alle menfchen, zoo van 't mannelijk als vrouwelijk geilagt, dewel- ke waarlijk en met een oprecht berouw gebiecht hebbende , in 't gemelde koor of kerke eenige JMiiTen zuilen bywoonen, of die eenige liefdadige hulp, 'c zy goud, zilver, of boeken, kelken, linde kerkcieraaden, of iets anders, voor 't gemelde koor, of voor den goddelijken dienft die daar gefchieden zal, in hunne tefhmenten of kodi- cülen uyt godvruchtigheit zullen gegeven of befprooken hebben j of te weeg gebragt zullen hebben dat iet van 't zelve door andere men- fchen op die wyze gegeeven of befproken wer- de; zoodikwils, wanneer, en waar, datzeiets diergelijks gedaan of te weeg gebragt zullen hebben j dat wy, zeg ik, betrouwende op de barmhertigheit van den Almogenden Godt, en ftrunende op de verdjenften en voorfprake van Gods heilige AporreJen Petrus en Paulus, en van onzen roemruchtigen patroon den heiligen Mar· tinus, aan de zodanigen van de boeten die hnn opgciegt zyn, door den regen woord igen brief veertig digtnafflagsfaflaatsjgenadiglijk in den Heere verleenen. Gegeeven in't jaar desHee- re 1+5-$ $ 's avonts voor het feeft van den H· Martelaar Lam ent lus ^ Outaar van 3fn bt$t httïi tua^ tm outaar fcan 't H*
f« η. üriiö^: gier mbtn# te fiicötmg fyitf $tlf: hwys,
Jck 'ieryt van Poelgeefi , Ridder, Heer tot
Hoechmade, doe kondtallen luyden, lyebe- kenne^ende ceitificiere mits defen, dat alfoe za- liger memorie Heer Jan Dirkfz van Poelgeefi, in fyn leven Paituor van der Parochiekerckc < van |
|||
Oudheden, 349,
van Koudekerck des Bifdoms van Utrecht, in-
den jare ons Heeren 1377 up ons Liever Vrou- wen avont Annontiationis, mit goeden devotien ende mit goeden voorbedachten raede , tot troeftenifle ende lavenifle van fijne ende fijne Voorouders zielen, binnen der voorfchreve kerc- ke van Koudekerck , een outaer van nieuwes geerigeert, geftiebt, gefundeert ende gedoteert heeft inder eeren Goidts Almachtich , zynre gebenedider moeder Marie, ende des heyligen Cruce, waer toe hy ewelicken gegeven , ge- tranfporteert ende geaflïgneert heeft van fijne goederen, hem by Gode Almachtich verleent. In deneerften, een huyfinge ende hofitede, daer hy fondator inne te woenen plach, gelegen in den Ambachte van Koudekerck, mit alle tym- meringhen ende bepotinghe daer up ftaende. Item nog 4 en een halve morgen landts in de voorfchreve Parochie van Koudekerck. Item nog 3 morgen landts gelegen in den Ambachte van Eflelickerwoude: ende heeft die felve fon- dateur den gifte, collatie ende prefentatie der felver Vicarie gegöit ende gegeven Heeren Ge- rvt van Poelgeefl, Ridder, fijnen broeder ende fijne nacomelinghen die in rechte linie volgen en de befitter is des huys. van Poelgeefl;.....
Heer Geryt van Poelgeefl , Ridder, en andere
van defen huyfe hebben dc(e Vicarie met defe goederen geaugmenteert. 5 morgen lands in. den Ambachte van Outshoorn. Nog elf mor- gen lands in den fel ven Ambochte. . . . .* Die pofleflber in der tyt der voorfchreve Ca-, {>elrye fal gheobligeert en verbonden wefen al-*
e weecken een Mis te leefen op den outaer vati den den heyligen Cruce voor my en myn ouj·* ders en vrienden zielen. |
||||
35Ό Rhynlandsche
Georgius van Egmont 25ifTtl}üp batl ftocfit/
geeft bese ftitfyttiiQ ooft bebeftigt.
Outar «ι 3ln öe3e ©arocginerft fionö oaft een outaae ▼ikary van ban ben ï^. Laureniius, aan 't toeilte eene W dcmH.Uü-ftMg op ben naam ban ^.Lauremius tm§ %c* sentius. IftcJifc
φώ neben^ be jïicïjting 5eï$ :
Τ ν den name ons Heeren, Amen. Allen d<m
genen die defen brief fullen fien of horen lefen, doe ie Jan van Poelgeefl, cond en kenlic, alfoe in den foenen by myn ghenadigen Heer Hertoge Willem van Êeyereny Grave van Henegouwen, Holland ende Zeeland, faligen gedachten ge- maiel: van den doodtflagen die aen Juffrouw A' leiden van Poelgeeft myn moye gedaen was, on- der andere punten begrepen is, dat myn gena- dighe Hertoge Willem voirichrevetweeCappel- rien ftigten loude, clck van dertich pont Hol- lands payment t'sjaers, daer van de eene Colla- toirs of weien foude myn Heer vader, Heer Geryt vanPoelgeefi faliger gedachten, ende myn neve Adr'taen van Toll, te weeten dat myn va- der dair af die eerfte gifte geven foude, ende alfo dan weder verfcheen myn neve Adriaen van Toll of fyn nacomelinghen, ende dan wederom myn Heer vader of fyne nacomelinghen ende foo voorsoveren weder......dat men de- ie Cappelrie verdienen fal binnen de Parochie- kerke tot Coudekerck. Des foe foudet wefen en myn genadighen Heeren koer defe voir- fchrevc Cappelrie binnen t'sjaers te mogen fon- deèren en te doteeren, of dair voorwyt tereyc- ken en te geven drie hondert croonen, daerfe myn Heer vader ende Mriaen van'foll myn ne- ye felfs mede fondeeren fouden. Ende hoewel
dat
|
|||
Oudheden. 3 ft
dat by mynen genadighen Heere voorfchreve
die drie hondert croonen eens gegeven heeft en tot ter Cappelrye behoef aen fekere landen belett fyn, te weeten 5- morgen lants in Cou- dekerck in de Lage Waert. Item een en een half morgen in den (elven Ambachte. Nog 1 morgen in den felven Ambachte. Item nog 3 Willems fchilden t'sjaers vry geit, op een weer lants in den felven Ambachte. Item nog een cnmp lants van 3 morgen in EiTelikerwoude,.., Soe ift dat \cjan van Poelgeefl alle dievoirfchre- ve landen foe groot en goct alfe fyn, en alle toe- feggen dat ie dair toe hebben mach, overgeve ende afiïgnere, rerftont mynhande dair van af- treckende voir my ende mynen erven en nacome* lingen tot ewigen daghen , totter voirfchreve Cappelrie behoef, datfe dair mede gefondeert en gedoteert fy om verdient te worden up fin- te Lauweryns outaer in de Parochikerck tot Cnudekerck in der Cappelle mit eene Mifle ter Weeck , behoudelick dat ie dair af hebbe de eerfte gifte......In kennifle der waerheyt
foe hebbe ie Jan van Poelgeefl voirfchreve de-
fen bnef befegelt met mynen zegel. In 't jaer onsHeeren 145*5, up den 4 dach in April. Rudoiphus, 25iffcgop banïtttecïjt geeft bit
ta 't selfbc jaar bebefïiat .31*!*t jaac ifoo tDiecb öese btëarobeïiïeeöt uOOJ Gerrit van Poelgeeft*
1 ro9 toierö üsgeite biitaru ooft öeftleebt Ö003
eenen anöeren Gerrit. iri8 foag ïêeec Jacob Dirckfz, neef ban $tlt Gerrit van Poelgeeft, pïfiOOJ ban 3fa*
fobömouöe en ®icariug ban Ijtt ^. Mtu%$ ow
t*w te ftonfterft· ©e$e Sjees Jacob geeft öe bica>
|
||||
^t Rhynlanösche
bitavgt iïbtV$t$tt\)tü aait Ifrec Dirk'van Poel-
geeft-, tymUv ban Den Hiitfott Gerrit van Poel- geeft. 3[n 't }aac ifi9 $ Gerrit van Poelgeeft,
bt na3aat ban Pieter vanPoelgeeft, in 't ht$\t ban 005e binar» öcfïeït*
ifó^ toa$ i^eec Hermannus de Vecht MW
tv§.
Eeuwige Jaargetyden die gefiicht zyn in de kerk
'- .·■<■·; van Koude kerk.
Heer Diri* ve» Poelgeefl, Ridder, en Wou
Jfcrte w» Waelwick zijn wyf, een memorie na S. Jakobs dagh, met een fingende vigilie van o leffèn , en's anderendaags een fingende Mis, met 9 godtshuis - kaarfen. De Cureyt zal ten grave gaan , en dan genieten to fchellingen, de Capellaan van Poelgeeft 7 fchell, de Cofter f fchell. Den eerftenSondag na S<Joris dag, 's avons
een fingende vigilie met 9 leden, en's anderen daags een fingende Mis van Requiem voor Heer Gberit van Poelgeeβ y Ridder, en VrouItófag®** te van Dvernick zijn wyf, met 9 kaarfen , de Cureyt, Capellaan, en Cofter, weder yder zoo veel.
Op defelve wyfe een Jaargetyde voor Gberit
van Poelgeefi , en Vrou Gillis Jans dochter van Hodenpyl zyn vrou, de Cureyt 1 o fchell. de Capel- laan 5· fchell. de Cofter 7 fchell. den armen 4 fchell.
, Op defelve wyfe een Jaargetvde voor Ghertt
vanPoelgeeft^ Ridder, en zijn Vrou Maria van
Culenborch.
Een Jaargetyde of Hoochtyt voor denfelven
Heef
|
|||
OtJÖHE.BEN. |f|
Heer, ter eere van de η Ween te doen op $é
Bonifacius dach , met lichten fingende Mis m Predicatie , de Cureyt zal genieten ιψ fehell* de Capellaart met de Cofter ρ fcheÜ. Soo de Kerkmeefteten defe Jaargetyde ükt
quamen te laren doen , foo fal de Leenhouder van Poelgeeit dat mogen verhalen op de gereët5· fte goederen der Fabrike van Koukerk, zyridë de Comme van iz8 Rhyns guldens en i^.ftu}^. van 40 grooten Vlaanris, Hebben Cornelis Joris tnjan Albrecbts alsKerkmeeiteren dit getefeeilS en Heer Gherit Adams Viee-Cureyt. i^QUitt Ëeatfix van SchoofthoVe , $:0Ulii
van Poelgeeit, geeft een Sfaargetobe mgeflelt
hoofeer Gen-it van Poelgeeit, gaai* mail % t\\ tJQQ^gne moeber/^OUüJeClcmentia Van IS'ye-
veh,te gouden op ben r?Hj$l: optoelftenfp
%iti Gérriï gefïojben töa^-^a gaaredoob mutfi 'er oaftop benseifton bageen3[aarattüde boo| Öttar gegouben toojben: en 9$ etöèntif tojpifc Bftnöenbaii 9 leffen/ en '$ autoren Öaa^ uu Singenbej^i^met pftaar5etige3an0en tó^deti. ®aar booj 30ude be^outoe aan bë fterft jaarv ïjjftg ten eeutoigen tgbeörcbcn 10 fegellingett* Baertie van Naeldwyck , £>?OUiö van Poel-
geeit, geeft ijooj gaar \mn§ en gaat eige ψ* k een gaargerube aefïicijt = 't toeïft met be %ït\l öetDben/ een Ringende «$/ Μ 9 ftfltfrffefi maejt δφιιοεη fooien na β. ] ukobs bag> ^t $&$qo$ Soube jjeuösn lofcgeü.bcitöpetïaan banjpoeï** pfï s fcgeïl be foofter f fcgeü be Kerft 40 feg, β jaar& ©aar Uoo^ geeft bese ^ouui be «erft tifeolien 10 pont oan gereeb geld/ m fcorg 16 pont* ,: |
||||
3 24 Rhynlandsche
JVegens een Draag - outaar.
|
||||||
puGENius Biflchop, de Dienaar van Gods Die-
naaren, wenfeht aan zyn beminden zoon den Edelen Heer en Ridder Gerrit, Heer van de plaats Poelgeeft onder het Bisdom vanUtrechr, en aan zijne in Chrifius beminde dochter, de Edele Vrouw Margareta , deszelfs Gemalinne, de zaligheit en den ApoftoliiTchen zegen. De oprechte genegendheit, die gyl. ons en de ψ Roomfche kerke toedraagt, verdient het wel dat wy uwe fmeckingen , voornamentlijk de zodanigen die wy uyt eenvierige godvruchrig- heit zien voorkoomen, zoo verre als wy inGo- de vermogen, gunftiglijk inwilligen. Hierom is het dat wy, door uwe ootmoedige gebeden bewogen, aan uwe godvruchcigheit door den tegenwoordigen brief toeftaan dat gyl. met de behoorlijke eer en eerbiedigheit moogt hou- den een Draag-outaar > om aan 't zelVe op be- quaame en eerlijke plaatzen, zonder een anders recht te benadeelen, voor ui. zelf en voor uwe huisgenootcn door uwen eigen of door een an- der bcquaamPrieiïer te laaten leezen de H.MiSj of andere kerkelijke dienfien. Gegeeven te Florence in 't jaar 1442.. 3Mt «l^aajj-outaar $a! bt gcradoe ^m van
Poeigeeit ïjeööen fm'Uen gefcuiften op 30» gm$ 5pod0ce|i : toant in öien rtjö foa$ 'er aï mi liapeïiaan og get gmirïbe ljni$, %>kt mbm$ milge 3&afïoQ$/ oje öieriW
of omtrent öe taanocrsng ban οςή op&iöaa* vm 4&tib$aiéhft 'gcfïaaü Ijjeööen: 3[!1 't jaar 1505 Ut^ttV Gerrit Johanszoon.
|
||||||
OUDHEDEN, |jrf
^n't jaar * yi+jeeftjjter aï$ <$nber-$af!QO|
geftaatï be ï^eer Gerrit Darnafuszoorh
3|eee Willem Johansz Kerftantfe. omtrent gct jaar i?i8 geeft Dier α\$ Φ&
öec-^atioo^gefïaan Gerrit Adamsz. 15-49 ï|eee Gerrit Damafuszoon.
i?<58 ïfeetjohan Adriaansz. Aalbout: iöietï^
«asaat i§ gefoeefï 3|eer Gillis Johansz.
3n t jaar 15-71 3|eee Gerrit Taling.
0[n 't jaar . . . i§eer Johan J^iefier en $a>
jïooj te feoubenerïh $a be boo^semeïbe beeanberiiiQ; 3$η be bö£<
pen ïtouöelieiit en ^aser^luouiie booi be boï^ 0cnöe l^afïoo^ bebient gebjeefï: Otto Lichtenberg, een fitreeïjtenaar} ba»
tuien fog onber lltrecgt geffeoften Rebben. Dirk van Zanten, een Seibenaar i betoelfce
te ïïeiben aan be gefï oberlebeii i$ ben bierben HlligUfii in 't jaae 1636. Hendrik Velthoen:
ban toien botsen onber %tihm pfeoiten i§.
Jakob Schendcl, een fltreeötenaar; befcoeïtie
ttabergaub J^afïooj ban ^. Jakobs berue te W ttecfjt té gefcoo$en. Jakob Verhaar, een Ittreciv tenaar: befcoeibe op berfcöeibe pïaatsen aï$ f afïooj geeft gefïaan. Kornelis Duk , naber* ipub g^afïoo? te Setben gebjo^ben. Niklaas van Mei, eenjjfóonrfbo^bei': öcfcoeïiie naberfjanb totbe $aftorg ban <©eïft beroepend: en ban hntn ton onber 3Mft bjijbloojoiger geloften Wen. Erneilus Schade , unt een aan3ienïp Sffïagt te ïltrccgt geboorrn7 J^iefïer ban t' fmovi y m in be buurt ban <&;oenenbijft se/ Wen ben ι SCugUfïUo^S. Hendrik deB»-uin,
een ïltrecgtenaar / en een ïieulfcïj <&obtge*
X*tx*t. %l\ de Bruins pfoaf^ $ böO£ ben $IW*
ril$ ge^onben G errit de Rot re. .,,,>. *? & 2 (Cen
|
||||
35"6 Aantekeningen op de
Cen trjöe ban ï|èec de Bruin geeft te fyw
öeïferft Op 5ICÏ) $tibm geÜJOOnt Petrus Ignatius
Pek , een Rotterdammer : bctoeïfte ban fflv
öüftjenaar een <0a&tbt?ucöti0 J^iefïer toa$ ge* tooien / en ooft puiffelpe 3&;otonotan$ $ getoeefï, Igg $ te Honöcneeit gefïo^ben ton acgtflen ban #ctoöer 1704, AA NTEKENINGEN.
I. Dit zal de Heer Alting niet zeggen 5 dewelke
f eenszins bekennen wil dat'er Kauchen tuflehen den
/cidfehen Rhyn en het Vlie gewoontzouden hebben; en met alle kracht beweert dat*er by Plinms inde plaats van Cöwc^'geleezen moet worden Auchi. Doch dit gevoelen hebben wy, daar we over de Voorberich- ten van Batavia Sacra fchreeven , zoo wy meenen genoegzaam verydelt. Doch 't zal niet ondienllig zijn , die eige en zelffte zaak noch wat naarder op te helderen ; en de oudheden van ons Vaderland, fcoo vee) doenlijk is, in een helder licht te ftellen. En daarom dienen wy de plaats van Plinius , daar het ganfche verfchil op loopt, noch eens op te geeven. Midden in den Rhyn, zegt<*hy, ter lengte van omtrent 100 duizend febreeden , legt het aldcredelfie eiland der Batavieren, en dat der Kaninefaaten : en noch andere eilanden; ah man de Vriezen, van de Kauchen; van de Fri/iakonen ; van de Sturiers en van de Marfakken; alle* maal gelegen tujjchen de Helle en het Vl'tc .* Dus worden genaamt de uytwateringen, langs dewelke de Rhyn Ζ*Φ noordwaarts in eenige moerajfen verfpreidt , en zuid* ■vjaarts in de Maas gaat rollen. De Batavieren befloe- flen het ganfche land tuiTchen den Middel-Rhyn cit de Maas: zoo nochtans dat, volgens den zelven Alt'tng, de Kaninefaaten aan de zee of "duinkant, eneenige mylen vorder land waart in, van den Rhyn af tot den Hollandfchen Yifel toe,gewoont zouden hebben. Maat deKanmefaaten, dewelke by gevolg een groot gedeelte van Rhvnland^n vorder ganfeh Delflanden een gedeel- te van Schieland bewoont zouden hebben, zullen Wy «■ Lib. 4. c. 5.
|
|||||
<
|
|||||
Rhynlandsche Oudheden. 357
nu geruft laaten zitten; en als we te Haarlem aange-
koomen zullen zijn , ergens een bequaame woon- plaats voor hen opitooten. Maar volgens dat zeg- gen van Plinius zouden de Vriezen , de Kauchen, en de andere voorgemelde volkeren, het vorder land tuflchen de Heivoet en het Flie beflagen hebben. Dus zoude Vriefland , 't welk Alüng echter gaarne heb- ben en doordringen zouw , niet geürtkt hebben tot den Middel-Rhyn toe. Doch de Heer -Alüng, om zijtï gevoelen echter itaande te houden, beweert dat die volkeren reehtfehapene en oprechte Vriezen zijn geweeit, enopden VrieiTcben bodem woonden. En, om eenigen glimp aan zijn zeggen te geeven , veran- dert hyde Cauchi'm Auchi. Plinius w'ü hy aldus gelee- len hebben . . . Nobilijfima Batavorum mjula & Ca- rimefatum. Et alhe Fri/ïurum ( Aucborum, Frifiabonum, Stur'torum, Marfatiorum) qua flernuntur\ Dan zoude die tuflchenftellingte kennen geeven dat alle die vol- keren, teweeten de Auchi, deSturiers, deFrifiabo- nen, de Marfaaten, op VrieilcheEylanden woonden: en dan zou het rechte Vriefland ziin begin genomen hebben aan den middel ft en Rhijn. Hieraan hebben wy, wat achting dat we ook voor den Heer ΑIting hebben, ons zegel niet konnen hangen : dewyl geen een ge- drukt affchrift, geen een ongedrukt handfehrift, geen eene plaats van Plinius of van wat ander Schryver dathetzy, dezegiifing onderfteunt: en omdat men, met de woorde van deSchryvers aldus te verminken of te verdraayen , alle hifloriiTche waarheden , hoe vaft dat ze ftaan, zoude konnen ondermynen. Maar ik moet deze zaak noch wat dieper opnaaien,
en mijn voordeel uyt de woorden van den Heer Al- t'mg zelf zien te trekken, Hy overhaalt dan hoe dat de Schryvers over de gemelde woorden van Plinius over hoop leggen ; en ieder, als het op een uyrleg- gen van woorden aankoomt , een byzonderen weg inflaat. De eene kan zoo veele fchreeden tuflchen beide de uytwateringen van denRhynftroom niet vin- den. Een ander wil aandeKauchen en Stuners gee- ne plaats tuflchen dieuytwateringen geeven: en wat de FrifiUbonen belangt, die bant hy zelfde ganfebe wereld uyt: of, 't welk het zelfde te neggen is, die zyn 'er * Nou;. B*uv. &Frift antiq, vcbo Anaii.
% % noit
|
||||
3f8 Aantekeningen op de
noi't en nergens ge weeft. Een derde, die deKauchen
en Friiiabonen daar noch dulden zouw , kant. zich jTegen de Sturiers aan3 of verandert hen uïFrifii, Dan zyn 'er die de Marfaatenaan de zeekant niet geplaatft willen hebben ; maar hen hooger op , en ik weet niet waar na toe, doen trekken- JDan koomt 'er een in ft fpel, die Marjatiorum, qua .. verandert wil heb- ben in Marfatiorumque. Een vyfde of fesde, even op verandering gezet, wil van geen Helwshooren fpree- ken. Neen , zegt noch een ander, Hellus moet //<?- Uns blyven ; maar voor het Fievus , 't welk door- gaans ja van ieder een voor het Flie genomen word , moet een andere plaats opgezocht worden, Om kort te gaan , ieder heeft het even drok , om eene goede , verftaanbaare , onvervalfchte plaats te veranderen , en te verbrodden Wat zegt de Heer Alttng daarop? De gemeene leezing, als in alle manu· ren de befte en nauwkeurigfte, moet behouden en gehand' baaft worden , zpnder de minfle veranderinge. Daar wouw ik weezen : anders zoek of beweer ik niet, Alle de drukken van PUnius 3 alle de handfchriften, zyn voor my, of tot noch toe voor ons beiden. Maar de Heer Α hing, zyn byzonder gevoelen geduurig in *t oog hebbende , koomt niet tegenftaande zyn eige wet met een ten zy of behalven voor den dag: Behal- ven, zegt hy , dat'de letter G van het woord Caucbi afgenomen moet worden: teweeten, voegt hy'er by, indien de tekenen van eene tuffchenfiellin^e ( Parenthe- fis ) aan de Ouden nnhekent zyn geweefl ; zoo neen, dat is zoo de ouden immers vaii zulke tekenen geweeten hebben , moet men Plinius aldus verflaan dat hy denaa.' men der vier volkeren , die achter de Vriezen volgen, tujfchen twee zodanige tekenen befloten zal hebben En dus zal door die eerfte boekftaaf, te weeten inCauchi, ïiiet betekent worden de letter C: maar diezal geno- men moeten worden voor het Begin van een tuïfchen- fteilinge , enz. Doch ik boude my aan Altings ei- gen regel : De gemeene leezing is de befte en d$ nauwkeurigfte. Daar gelden geene giifingen , daar de handfchriften en drukken klaar leggen: cn,zoo?er plaats voor giften waar, ftond het aan die eërfte Schry- yers zoo vry als aan den Heer Alting En wat het begin van eene tulïchenftellinge belangt ; en dai zoo een |
||||
Rhynlanüsche Oudheden. 35?
begin, te weeten ( groote gelijkenis heeft met de
letter C, WY hebben elders getoqnt dat de.Ouden van geene tuiTchenitellingen géweeten hebben. Ja, „de giffinge van Heer Mim,, *üuw men hier een dubbelde verandering moeten maaken. p^ letter L, zoude verandert moéten· worden in ^^U^t^B Marfatiorum.zouw men , tegens alle drukken en hfndfchriften aar^ .een ) moeten.(rellen. Deger^e- neleezwz, als malle-manieren demuwkfurigfle moet hémden en gehandhaaft wordfnT zonderde mnfle %er- au der i η re. , ,_ . , j_
Maar hoe zeer ik ook voor de Kauchen ben, en
hier geen Auchi mag lyden, kan ik echter onzen Jumut daarin niet volkomentlïjk toevallen^dat Koudekerk zij- ne benaaming van de Kauchen gekreegen W^&fa ben/en zoo veel te zeggen zoude zyn als KauchenTterk. Behalven dat die verandering van Kauchen m Kouden wat hardachtig is , en op de ooren fchynt af te flui- ten, wat zal men van beide de Koudekerken in ge- land zeggen? Hebben de Kauchen daar ook gewoont? Daar zal niemand, zoo ik meene,'noch tegenwoordig ja opzegden. En zoo die Koudekerken hunne benaaming vau de Kauchen niet gekreegen hebben, en hunne naam- rede opentlijkfchy nen mede te brengen, en als aatvte wyzen · waarom zal men den naam van ons rioude-
kerk op een harde en ftootende manier verdraayen, om een onzekere naamrede op te zoeken ? Ik zal my dan aan de gemakkelijkfte naamreden houden ; en zeegen dat de kerk , 't zy dat ze te zeer op den.wind gellaan mag hebben, 't zy om het gebouw zei , wat tè koud zal zyn geweeft. Even gelijk'er een kerk te Bruflèl is , die Koudbergen word genoemt; en de- welke , zoo als uyt den Franfchen c naam Tchynt te blyken , niet anders te zeggen is als een kouden berg. : -i >■· „ . ., ι. Men vindt de Heeren van Poelgeefiji\ vermeld
io 't jaar 115Ί , gelijk by Gouthoeven en FanLeettwm gezien kan voorden. 54 Frpid-mont, U [: ■*"** ■■■■■» ■'.-■'■,- \-- •••ff\ ■ #. 1 ■
|
||||
jtfO RHYNtANDSCHE
' fi AZERSW OUD E.
Η»»- Ij^ergiooube / in fommige öjieben Adu.
νάμα, warrwoude genaamd/ $eeneöaï^eeripïieit:/
öeiödfte on be J$affe«ijat-en ban Utemonb al ban oub£ to$tmn iggttotèfa <&tM%m ton** jJP* to£$ °P öeu naam Wi öen fjei%M
$var$eng$ Michiel. <E»e ^afïooj tan te tofte/ gdp ooft ban bc parorjperftr ft go* tertooube/ toicrb booj ben Hommanbcur ban U β* 3fan| feerni te ^aadem aamjefïeife Zi OETERWOUDE
Zoem. M ^et Möte Wfi «»W / naar Set foateu (ie
voiuic, «Wet/ ^inetertooube foierb genaarab/ i^ reti bojji onbeu ISöpïanb/ en een ïeen berfol*
OucJlicit. lanbfcöe ^aafftïpïjeiti 't toew de Mer oiicns booj bejen toeöefjoo^t Beööetibë/ boo? be ffat
bie een fpit3en tpren geeft/ tf £ Jap den Doch
patroon, per tOegetUÏjbt.
In eenen tykf ban 't jaar 13107 befoeïfce
Bofcen aangetoogen fïaat / noemt Piercr van Leiden 3icf) seïben Perfona ban be foeter* bJOUbfcÖe to&e, Simon*van Leeuwen, be50
pïaat^ ö^engenbe/ neemt Perfona booj ben
jjatcoon i bat i$ bie 8et recgt gab om be es* fïorg te bergeeben, j&aar baar in feiït ïfê* Mv$ Perlona, geïp Anr. f Maitharus ooft aan*
genieriit ïjttft/ boïgemj get gefïabig gèöpr
öer fcetfie aïtp genomen toojb booj ben f a* * Brfchr* v.m Leiden , p« 138.
|
|||
OUDHEDEN.
φβ &tbbet$ ba» inaïtja jjefcöen pet? eeti
fóommanbeuifcfiap $t%&ü ·, 't bjelït onber beaeurfcha» Söalïc of öet 3£attbftomnmnbeinfcgap öan'jnMai- $ aanem öeïjoo?be / en filet: ont|iteefi| beeie ijjiS* ïaiibernen fieefit b^eeten* ^ettplin'tjaar ι+4Γ tuffc6en öe^uttfcge
ÜiiiDeif / a$ $afïoo;$ ban J|* Pieters ^erïte te ïeiben/ en be J>. fans föibbet$/ obet be #aa* ïen ban ijun geefieitjn tecfit^ebieb een$we£ Ütmyn toa^j 300 ijeöoen be2Sut0emeefïet$/ be ^eöont/ be ^cfiepenen/ en be ïïaab bec fiaö &eiben tn eenen fytef ban't 3elbe jaar bec* Waart tiat 3gbeefci)eiöene aetttt0en ban 'tman* neip en t bjoniioeip 0efïa0t 0efioo# fiabben* öetoeihe aüemasï betKlaaeben bat be uitfcfyt ftioöerg/ 500 lang afë öet be tnenfefien fieu* gen ftonbe / be berfteipe bebtemngen tot be i$e!poo;t toe/ aefitee fiet fïot fëbnttm/ bet* ticjit Dabben, «tëcfiter fcf$nt fiet te blpen bat to$,jans Heeren-ofjllaïteeflefie^ibbet^bati ^üctertooube/ be nerit fcan ^oetertooube ban oubg a$ $ajïoo$ bebient öeöben. Klitfian^ bujftt fiet ttgt beti boigenben fi^ief
bat Willem van Henegouwen , <&}&af batl
^ollana / ïfet recfit ban boo^flellinge tot be
Éerft ban ^oeterfcooube / en bie ban ^erg* toouöe/ 0e0eeben fieeft aan ben ütommanbeuc ban be jlaltöeeffcfie 0tbbet$ te gaatfem* ^Γ Mem Graaf van Henegouwen enz. en Broe-
der Qerrit van Hamerflein Kommandeur van t Konyent en 't huis van S, Katbarina te U- trecht, wenfehén allen den genen, die den te- genwoordigen brief zullen zien, dezaligheit en de kennis van de verhandelde zake. Het zy aan een ieder kennelijk dat wy, Graaf fFHlem voor- % f noemd.
|
|||
$$l RhY/NLA ND SC Η Ε
jioemd ^ ter yef meerderinge var» deaGoddelij-
ken ^iaail, en om de genegendheit die wydeö ceFF-"-Ma4er en Heer Jakfib > vporheneBiiTehop v$n:Zy,L· en Kpmmancleur van 't. voprfqhreeven huis, en des zelfs huis toegedraagen hebben^ frètVïecèt ',ygn;,ï*g,t;rppnfchap tot de kerken van Hafairdswoiide en; .Zoeterwoudc .aan den Bif- fchop ym Zn4a voornoemd en aan des zelfs konyent gegeeyen, en hun meer andere rech- tenep v,rydQiïime,n toegedaan hebben : zoo fisin onzen brief5; die daar over gemaakt is, kreeder uyrgedrükt ftaat: en dat daarom de ge- melde(territ van Hamerflein. Kommandeur van het Konvent en het huis voorfchreeyen, tot een foort van vergeldinge , aan pns , en aan onze erfgenaamen en nazaaten, de volgende Graaven van Rolland , mitsgaders aan hunne huisvrou- wen j en aan hun pudile kinderen , 't zy zoon of, dichter, na, rijpe beraadslaging gegeeven ea yerjee^t: hebben Vr.en ^door den inhoud deezes geeven en, verleenen, huisveilinge in de huizee van de voornoemde Ridders ; zpp te Utrecht, als te pudewaterj je Haarlem; tevMiddclburg» en vofders in alle de huizen, die zy tegenwoorf dig hebjben , j»f na deezen zuj 1 eji, bezir teni * iö onze <3raaffchappen van é^Mwsk. of Zeeland* %$£·$,# ^aete$öauöe itocp een geiiedte
bm pnne gt^mge in m$m Qtmben -, 't fodft öe 2£e&ienaar ban hm Q#mbaavm><&Qb§üienfi j 00et get ^M$mbt$Mat§tebM &o&
tttimyfotiigejtegm? üz^offtthe €%$] anö«$ *fitmib}tc$t genaamö / tm Um $an fce Hol' lanbftye 4&zaafFèlifif}tit. <&ob fïaat'ee j^tott' itè m tfftMPv &lQt ïftonöifiei» : 't üielö Floris ι
|
||||
O U D Η E D E N· 3 6$
Floris van Alkemadé tn 't jaar tyiï U&t $ijtte
eigen goeberen aan be^aaffeïpijeit geeft op>
geD?aagen / en toeberom te ieen geeft ontban* gen. 3(n't jaar i47f i$ ïf& 3^beflni^/ b$'t Diiedijbeil ban 3|ltffeOUto Margarera van Alke-
fliade, beriijt Op Öaaten 300n Tieiman Oem van Wyngaardtn ; boeg tn't jaar i6%6 i$ get ge*
ftomen Op Pieter van Panhuizen. JJn 't jaar
1664. i$ \ytt bOOJ Bartholomaeus van Panhuizen te hoop gefïeït / en genaaft ön ben 3|eer ®*
lEeefïer Willem Huigen.
Jiet berre ban bit ||u$ / 't toeïïf nocg seet
fraai en aan3tenïp 'i$ / en ban onb# naar be Be5ittei$ ooft Sineniabe toierb genaamt / on* bcr bc getnelbe gteeocgie ban ^oetertoonbe/ Sceft eertgb^ een napeïietje of nernje gefïaan: 't toel&e be van Alkemadens , Tieiman Gems
boo|ouber£ / nor gnnne eigen goeberen ge*
fucgt/ en aan tst'M liaagb Maria opgeb^aa* ge» gabben, %&w napel/ 300 tod al| bejtè* rocgtttern ban^oeterfoonbeself/fionb onberbe fofdjerminge / en get op3igt / ban get $tom* manbenrfcgap beu ^Mans bibberen te ïgaar/ Φρ bat be3e fcapeï be$ te netter opgefcgint
en beeöetert 3onbé tooien / en bat 5er be gob* beïpe bienfï en Wt eeeen ban be & J&aagb 3oube aantoaftneren en bermeerberen/ geeft Lucas ^iffcöop ban Sibenica, op get behoeft ban Tieiman Gems, booj ben boigenben Ö^ief Öotiöert bagen aflaat toegefïaan aan alle be Senen / bie be geineïbe ïtapei op 3enere bageti 3ouben poenen/opfcgiïtïten/ of'er be begnïp* ^ame ganben toe sonben öteben. • ■■ >. ■•ν·/·.. /· ■ i . ;%«-■1 " ',.· ■- -■■■·' ' ■·*■■ r ' - ■ ■ * .- tai
Lucas
|
||||
36*4 Rh YNZ.ANDSCHE
] Ucas, door de genade van Godt en van den
ApoiloliiTchen Stoel BiiTchop van Siknka^n Referendaris, van wegen onzen heiügiten Va« der in Chrtflm , Mijnheer Sixtus IV , en van wegen den voornoemden Stoel, aan den edelen en in Cbrifi&s beminden man, en den doorluch· tigften Vorft Max'mitiaap, Hartog van Ooilen- rijk en Borgonje , en aan deszelfs Domeinen; mitsgaders aan eenige andere plaatzen en oor- den daaraan paallende, voor Nuncius, Gezant, en KommiiTaris met de magt van (1) Legaat λ latere afgezonden, wenfcht aan alle perfoonen die den tegenwoordigen brief zullen zien, en aan ieder van hen in 't byzonder , de eeuwige Zaligheit in den Heere. De onuytfpreekelijke verdienden van de hoogverheve Maagd en Moe* der Gods Maria mer eene godvruchtige opmer- . kinge overwogen hebbende , en met het bin- nenite van ons veritand overdenkende hos dat zy , gelijk de ellendige gefteltenis van onzen ftaat vereifchte, den herftelder van de zaligheit der menfehen uyt haar alzuiverile lichaam heeft voortgebragt } en den genen , denwelken zy met haare moederlijke borften gezoogt heeft, voorde voldoeninge van onze broosheit, ern- iiige gebeden opdraagt; zoo is het dat wy het voor een billijke zaak , ja voor een pligt, aan- gezien hebben, de kapeJlen en andere plaatzeni die ter eere van haaren naam ingewydt zijn» met gunffcige voordeden en giften van aflaaten te verderen. Dierhalven, wenfehende dat de kapel van de H. MaagdMarta^ dewelkebinnen de paaien der parochie vanZoeterwoude, byde ftad Leiden, onder het Bifdom van Utrecht» gelegen is , van de Chriftcne geloovigen be- hoorlijk bezocht en ge-eert, in haare timrne- raadien
|
||||
OUDH E DEN. %6$
raadien en gebouwen naar den eifch der zake
verbetert en gehandhaaft, en met boeken, kel- ken, en andere kerkcieraaden verciert, en lof- felijk voorzien worde j daarenboven dat de goddelijke dienit in de zelve opwakkere, en de Chriftene geloovigen dezelve kapel des te vly- tiger uyt godtvruchtigheit bezoeken, en hun- ne behulpzaame handen.tot de gemelde veibe- tering, handhaving, en al het voornoemde te vaardiger uytfteeken , ten einde zy daar door een overvloediger verquikking van de goddelij- ke genade in Zich zelven gewaar werden: zoo is het dat wy, door de gebeden vanden in Chri* flus beminden 'Tieinian Oem van Hryngairdeny Raadsheer van . . . Maximiliaan Hartog van Borgonje (wiens voorouders dezelve kapel uyt de goederen, die Gudt hun gegeeven had, ge- fticht hebben) bewogen zynde, en betrouwen- de op de barmhertigheit van den almogenden Godt, op de voorfpraak van deH. Maagd Ma* rie, en op het gezag van de HH. Apoftelen Petrus en Paulus , aan alle Chriftene geloovi- gen, dewelkemet een oprecht berouw gebiecht hebbende de gemelde kapel 's maandags na het hoogtyd der VerryzeniiTe van onzen Heer Jefus Cbrifius, en 's maandaags na het hoogryd van Pinxteren , en op de feeftdagen van Mariaas Bezoekinge, Hemelvaart, en Geboorte, tuiïchen de eerfte en de tweede Vefperen (de Vefperen 2-elfs daar in befloten) jaarliks godvruchtiglijk bezocht, en hunne behulpzaame handen tot het Voornoemde uyrgereiktzullen hebben, voor ie- der dag dat ze het zelve doen, voor nu en ten eeuwigen dagen van de boeten die hun opge- ; leit worden honderd dagen affhgs genadiglijlf' ln den Heere verkenen. Tot oiikonde en tef:> ge*
|
||||
$66 Rhynlandsche
getuigenifle van het boven (taande , hebben wy
dezen onzen brief door onzen Sekretaris doen ondertekenen, en door het aanhangen van ons zegel doen bekrachtigen. Gegeeven te Brug- ge , onder het Bisdom van Doornik, in 't jaar van's Heeren Menfchwoordinge 1479, ^er> 8 Mey, in 't achtfte jaar des pausdoms van Paus Sixius IV. kapei aan f£ niet aiïe |aai*e goeöeren eii Qmct}ti$f)ttim/
ie s. ja» mt öe toeftmmitiQt ban oen mtvttytfcfym hSV &Φ&6&'/ &°°2 oen fïicljter btmvt aan Den jegcevca.
Üommanoeur en §et liomnianoeuifciiajp ban
t»e & Jan peeren/ of jEaiteeffcIjje fóMevm/ te i^aariem* üfieé neben^ öe öjfef ban 003^ Γ Ν den naam des Heeren, Amen. Door den in-
houd van deze openbaare akte zy kennelijk en openbaar aan een ieder dat in 't' jaar na 's
Heeren geboorte 1487 , in de vyfde indiktie, op eenen maandag, den twaalfden Februarii ? onderde uure der Nonen of daar omtrent, in 't derde jaar des pausdom van. . . . Paus/#»0- tmtim VIII , voor my openbaar Notaris en voor de ondergefchrevene getuigen , dewelke byzonderlijk daar by ontboden en verzocht wa- ren, in eigen perfoon verfcheenen is de eerzaa- me en zeer voorzienige man, Tielman Oem van JVyngairden , leek van 't Utrechtfcbe Bifdom; en dat hy op de befte manier , rechtswyze, form 3 en plegtigheit als hy moeft en konde doen, zuiverlijk, eenvoudiglijk, en om Gods wille, door eene onwederroepelijke gifte onder de levenden, dewelke ten eeuwigen tyde zal gel"
|
||||
\
|
|||||
Oudheden. 3U7
gelden en duuren , voor zich zelven en voor
zijne erfgenaartien en nakomelingen, aan den eerwaardigen en godsdienftigen man en Heer, Mijnheer Joba»HiIkmszoon9 op dezen tyd Kom- mandeur van S. Jans huis of konvent te Haar- lem (van de order der Gafthuisridderen van S. Jan te Jerufulem) hoewel afwezig zijnde* $* en aan het voornoemde S. Jans konvent re Haar- lem, mitsgaders aan de volgende en toekomen- de Kommandeurs en Broeders van't voorfchree- ven konvent en huis, gegeeven , vereert, en gelevert heeft zekere bidplaats of kapelie, met haar ganfehen grond en gebouw, en met al haar vorder toebehooren; welke bidplaats of kapelie dezelve geever tegenwoordig opgebouwd heeft ftaan in het dorp Zoeterwoude 5 en dewelke onder het gebied van Rhijnland, in de quar- tieren van Holland , onder het Bisdom van Utrecht, niet verre van het flot Alcmade, den voornoemden Heer toebehoorende, gelegen is. En heeft de voornoemde Heer geever aan de gemelde Heeren, den Kommandeur en de Broe- deren van 't voorfchreeven S. Jans konvent te Haarlem, eene volkome, vrye, en onbepaal- de magt en toeftemming gegeeven om de dus vereerde bidplaats of kapelie , dewijl dezelve noch ongewijdt is , onder het gezag van oen BiiTchop der plaatze, of van wat ander Overitc dat het zy, tot eene gewyde bidplaats of kapel °P te rechten en te luchten ; en heeft toege- Icaan dat dezelve voortaan gehouden en aange- ven zal worden voor een bidplaatze of kapel- je van de Komroandeurs, en van het S. Jans konvent te Haarlem voornoemd. Hy belooft °°5 ï voor zich zelven en voor zijne gemelde !rgenaamen, aan den Kommandeur en de Broe- deren |
|||||
3d8 RhynlandSchs
deren van het konvent voornoemd, en aan hun*
ne nazaaten» dat hy de bovenftaande gifre cri alles dat boven uyrgedrukt is , ten eeuwigen tyde voor welgeda η , aangenaam , en beften· dig zal houden , en achten j en dar hy daar te* gen-, 'c zy door zich zelveh.of door iemand an* ders* om war reden, en op wat voorwendzel dat het zy, het zy van rechtswege of met de omdt niets zal doen of onderneemen: nochte de gif- te , uyt hoofde van ondankbaarheir zal weder- roepen: waar over door dengeever het gewoon- lijke verding aangenomen is. En de eerzaamc Heer en broeder Pieter Wybrands, geprofeflyde medebroeder van 't voorfchreeven S Jam kon- vent te Haarlem , heeft de voornoemde gifte uyt naame en van wegen den Kommandeur en het konvent voornoemd aangenomen». ü# ^tm gier nocg boïgen moefï jjeööen öf
titet gebonöen, <©nirer öc ^atrocgie ban ^oetertoouöe ii
nok gdegen bc buurt &m\ipiüffi. <®e 3§afïoo$ ban éortertoou&e 3uïïen tog
onöer ^entfpii5enapgeeben· AANTEKENING.
i. Zoo was hy amNmncitts, Gezant en Kommif-
fariis met de magt van Legaat α latere , dat is van een Kardinaal Legaat. Wy zullen hier ten dienfte van den Leezer, die in de zaken der Roomfche ker- ke niet al te ervaren is, aanmerken dar door de Ka* nonilten drie foorten van Pauifel?|ke Legaaten on- der fcheiden worden. « Voor eer ft zijn 'er afgezon- deneLegaaten (Legatimïjfi ) dewelke door den Paus naar eentg rijk, of eenige provincie, afgezonden wor- a Barbofa lib, I. Juris ^ccUc, f. Vau £fpcn in Jus Cao*
|
|||
Oudheden» $<
den. Zodanige zijn de hedensdaagfche Nutic'mjfen,
oilnternunciujj'en, dewelke by Koningen en Vorft.en, als Pauflè! ij ke Legaaten (dat is Gezanten) refideeren. Ten tweede zijn 'er Legati α latere; dat zoo veel
te zeggen is , als van dePauffelijke zyde afgezonden j of Legaaten die t'zamen Kardinaalên zyn. Want, zegt de hGlofla , gelijk de Keizer en zijne geheime Raadsheeren een lichaam uytmaaken , welk lichaam uyt den Keizer als het hooft en de Raadsheeren als· de leedemaaten beftaat; zoo maaken ook de Paus en de Kardinaalên een lichaam uyt; waar van de Paus het hoofd, en de Kardinaalên de ledemaaten zijn. Ten derde zijn 'er gebooren Legaaten ; dewelke
zoo genoemt worden; om dat zy het Pauifelijk Le- gaatfehap uyt hoofde van hunne wiardigheit bezitten: en, zoo ras als ze die waardighcit verkrygen , zon- dcrnieuwe aanftellinge, ook de magt vanPaiiiTelijkc Legaaten bekoomen. Van deze Legati nat't hebben wy, in het tweede deel van het DuUfchei Batavia Sacra, het eene en 't andere aangetekent. Doch het gebeurt fomwylen dat een Legaat die
geen Kardinaal is, of een Nunc'ms, afgezonden word met de magt van Legatm α latere, dat is van een Le- gaat Kardinaal. En zoo een Legaat is deze Nnjscius Lucas ge weeft. Dit d byvoegzel, met magt van een Legaat α latere , word volgens den dender van 't Roomfche Hof doorgaans uytgedrukt in de brieven Van zulke Legaaten : dewelke, om op zijn hooifch te fpreeken, de eer gehad hebben van den boord van 't pauiTelïjke kleed aan te raaken; dat is, die hunne be- delen mondeling van den Paus ontvangen hebben. Hoe groot dat de magteder Legaaten altijd is ge-
weeft, hoe dat ze het rechtsgebied van de Biffchop- Pen en andere OrdinarilTen niet mogen ftooren; hoe ?at *e zoo wel in Spanje en in de Nederlanden, als Jn Vrankrijk , door den Vorft niet aangenomen wor- den als met zekere bepaalingen en inbindingen van Jjnne magt, zullen wy hier niet breeder uytleggen. "K zullen wy maar aanmerken dat het gezag en de * GloiTa ad cap, i. ds offic. Legati in 6,
' P« ff f. d Barboia'ut ftipra. e Vin Efpcn 'm jus Can, part. ι, ttt. it, c.ip. 5.
?t α waar-
|
||||
37® Aantekeningen op de
waardigheit dtr Legaaten , volgens het fchryven va*
de Kanoniften, zoo verheven en uytfteekend is, dat noch de ƒ Aartsbiiïchoppen, noch de Patriarchen zelf, in de tegenwoordigheit van een Pauifelijken Legaat, die de pronktekenen van zijne waardigheit gebruikt, het kruys voor hunne perfoonen mogen laaten draa- gen. Want, zegt g Barbofa, in de tegenwoordigbeit van een hoogerperfoon worden de magt tekenen van een minder iterjoony voor zoo veel de eerbewyzingen aangaat, afgelegt,
Ln hierom is het, zégt de zelve Barbofa, dat het ee- nen BiiTcriop in zijn eige ilad en Bifdom, als 'er een Legaat Kardinaal tegenwoordig is, niet geoorloft ïs hit volk te zegenen , of klederen aan te hebben die de ordinariife magt van den BiiTchop betekenen. Ook is dit in eene vergaderinge van h Kardinaalen valtge- iielt den "tweeden vanO&ober 1601. Doch hoe vol- mondig dat de Kanoniften dit verzekeren , en hoe fterk dat de ItaÜaanen hier op ftaan, zoo achten de Franfche Biiïchoppen zich niet verpligt, om hunne waardigheit en hun gezag aldus te verkleinen. Aldo- brandinü was Pauflèlïjke Legaat , en daar by Kardi- naal , en vervolgens Legaat α latere. Hy zoude te Chambery ingehaalt worden ; en de Biiïchoppen van Evreux en van Bayonne meenden hem in hunne Bif- fchoppelijke klederen te gemoet te gaan. De Legaat liet hun aanzeggen dat hy , met zoo eene magt be- kleed , niet mogt noch konde dulden dat ze met de pronkgewaaden van de Biflchoppelijke magt voor hem verfchynen zouden. De Biiïchoppen deeden hem antwoorden dat de .Legaaten dit voorrecht miiTchien over de Alpen gebruikten. Maar dat zy , gemerkt dat Chambery door hunnen Koning verovert was, in Vrankrijk waren : en dat zy het recht en't gezag* 't geen hun van Gode gegeeven was , meenden te handhaven ; en niets zouden doen , 't welk hun by hunne MedebifTeh oppen tot een verwyt konde ver* ftrekken. Hendrik IV, die den Paus verpligt was, en hem noch van nooden had , bemiddelde de zaak f Cap. Antiqua extra de Privil·
£ Barbofa de jure Ecclef. lik, 1, c f.
" vide Gavanuim 10 Manual. Epifc, verba LegntüS
i Z»e Wicquefors Ambaiïadeur Jivre I» feft. 10.
10'
|
||||
'St . Λ
RhYNLANDSCHE OüDHEftEK. J?!
zodanig, dat de BiiTchoppen den Legaat niet te ge*
moet zouden gaan. Hetzelfde voorval heeft de Kar- dinaal Barberini in zijn gezanttchap ontmoet. Als hy te Orleans aangekomen was; zijn de BiiTchoppen van Auxerre , van Nimes , van Malefais', en van Klermont daar ook gekomen, om hem te begroeten en te verwellekoomen. Maar de Kardinaal , iteü* nende op het zeggen der Kanoniften , begeerde niet dat ze rnet BiiTchoppelijke pronktekenen voor hem verichynen zouden De BüFehoppen , een ander en milfchien beter begrip van hunne waardigheit hebben* de, bleeven op de vrydommen der Franfchc kerke, en op de BiiTchoppelijke voorrechten (taan. En dewyl zr wederzyds niet eens konden worden ; zijn de Biifchop- pen, zonder den Legaat gefproken te hebben, ver·; trokken. De Legaat te Parys aangekomen , daarvee- lc Bifichoppen vergadert waren om hem in te haaien, vond hen even eens gefield als hunne vier gemefde Mede-biiTchoppen. Doch daar wierdeen middel weg uytgevonden ; waar in de Biiïchoppeu echter, zoo als de zaak my voorkoomt, meer toegaven , of hunne- rechten meer lieren vallen , als de Legaat. Want hoewel zy hun ^BiiTchops rok mogten aantrekken, en het biiTchoppelijM hoofddekzel op mogten zetten,· moeiten zy echter beide die pronkgewaaden op een ïekere wyze bedekken : welk dekzel zy .afneemen ïouden, zoo ras als ze in O. L. Vrouwen kerk zou- den aangekomen zijn. De Legaat konde zich daaf medeügtelijk vergenoegen; want dezelfde eerbiedig- heit word door de BiiTchoppen , in openbaare plegttg- heden, aan den Koning beweezen. Maar als de Le- gaat, eenigen tyd daar na, op zijn BiiTchops uytge* Qoii, de Mis wilde leezen inde groote kapelle vanfó»- tamtbleau 5 heeft geen eene Biiichop die plegttgheiE Willen bywoonen : ten deele om dat hy eeuige Bif- ichoppen , dewelke hem met hun ongedekten bif- ichopsrok, en biffchoppelijk hoofddekzel, bezoeken Wilden, afgeweezen had: ten deele, omdat hy, nief tegenftaande het gemaakte verdrag, geklaagt had dat de* ^rügemelde BiiTchoppen hun biiïchopsrok en hoofd- tieKzel in O'. L. Vrouwen kerk ontbloot hadden, Κ &σφι«* / Camail»
^αι ton-
|
||||
372 Rhynlandsche
ZOETERMEER.
^oetcrmeer/ tm bom ban &gijnïanb nmii
goetcrfajoiibe gelegen/ en tmMÜanbfchltal gab ban oub^ eene ütvh aan be^odu»eg/fo be tïnaarfïoot: befcelfte ober menige iaacti aferiW&fii#. ^etnerfcgof 3df/ ofget» ms te itera gefïaan gab/$ omtrent obee μ gen jaaren öoo^ get ngtbdben ban be been in een #Ia$ beranbert, (Cegen gottormm aan fïaat get &om gtop
baart / t'gai$ % berïio#inge gfegfoaarr* ttaamb, fier geeft ban onb£ eens bmtl ρ ftaan / befoeïne ter eere ban <a HL $#nt{tó geboomte ingebjgbt f»a$: 't fodft be reben tf/ bat be&erm$ albaar neeg tcgeübjoo^big om* trent Φ, £♦ ^ouio^ geboomte αεήου&ειι iöo?b. opese napel fïonb recgt oijeröe jMefoen; fce* fcjeïïie om bie reben 00& be üaaeile-ïaan ftMuti genoemt* ^enern/ bte'ertegeni»oo?big fïaat/ en een
Dooien en fcgoonen toren geeft/ té op be no^ fïen ban Beibe bie oojpen opgeöoutot / en ter gebagtcniffe ban ben 1|* ^iffcgop Nicaiaus ftt? ötfmjöt gfu 'tjaar if7z geeft gier a?£$ate geftaan 3|eer Picrer Kornelisz. KoninS. ©C
ïaatere ©afïoo# $ullm onber ^entgunen ojp<
geteitbio^en, J <pnbcr bese farocgfe $ ooit adeaen befi^
ierbam / ban oub^ bc isegniieren-bani genaamfc om Ut baar / aan be oofeijbe ber plaatje / een nloofïer ban fceguïtere Hattömtteéh Ö# geftaan, ^oetermeer $ Gerric Om van Wyn- gaarden, ï^efïbentbanben 3|obe ban ioïïanö/ beiiielitein 't jaar 15-98 oberieefbe/ ten |aiöf Ρ
|
||||||
Kerk te
Zoeter- |
||||||
Oudheden. 373
Ρaa«0$IOmett met Sandrina Kroezing, erf-
boeijtet· ban ten ï|?eeban 2$entpt5en engoe*
termeer. <£En i$ onïatt0^ / £$ ïjtt oberïij^en batl ïjfeee Karel Oems van Wyngaerden , ge-
fcomen aan ben foeï-ebeïen ï|eee Daniël van
Wyngaerden , ||ecr t>ail %ütttttl\ttt tü ffltfr
Renöam / &$$i$ttt obee be 3|ooge &tlpk ban
Seiben / 0113. -Cepniöoo$i0 $ Johan N« §m ban ^oetenneeiy enjohan van Dieü ïgeec ban ^eigtoaattf, BENTHUIZEN.
^ent^nisen $ ooft een bo$p / en een Ijooge Benthamen,
Seerfpjjeit/ onber&Dpïanb: foeïite ïjeedp* Beft in 't jaar 1667 ben boo.moémben 3%m Karel Oems van Wyngaarden jjeefi* tOegeftO*
men.
Ja be meergenteïbe beeanbenng bet eegee*
tmge ïjeööen öe boïgenbe $af!oo$ be Hatou> ta banlgoeteebjoitbe/ ^totnpbjp/ boeter* meet / en ban be naafï gelegene plaatsen Öe* bieiït. Maarten van Velden, tt %Ühtïl Op tm
3° ban ΜρμΙ 1603 «gt een aausienip geflagt
gcöooren / bol&omen $*aeeïier in be ^obtee* teö§eiti en toeï-eer / naae öet fel&pen ban Jakob de la Torre , $}kfttC ban 't'^ratOll
Rine I^p5eï^ in 't jaar 16vj te fte&er$en
entbangen gdtatbe / t§ jjn tut ^afïeo? ban goeterbjoube/^oetccnieets/^egtDaart/^tomp^ NVen^aangefMt ï|n foierö te J&sbbeïöurg ög «anbenïmrg of fóaaniöurg/terbiiï gg fee$ig teajS met be 3$j$ te kt$m I met een nmghet ftïjtut iiri ge&onbt: en geeft albi$ jffn ïeben |
|||||
fta 3
|
|||||
174 Rhynlanpsche
Herfte a&ttgete&enb fiaat Chriitiaanf Vermeu-
kn, een %ltvuïjmmav boo^ be toanbehng Mo-
lina genaamb/ toa$ een jèoïenaar^ 300η i en geeft mifTripen om bie reben oen naam ban Vander Meulen of Veimeulen aangenomen,
igg &a$ bolnomen S5aeelier in be eobgeleetfy
jfetj maar beljoefbe/ 500 toel in be befcjjaaj? iie tóeienfröappen a$ in be <0obimnbe /itooj '■jeer beelen ttit totljoopreeitrappen gebo^rt ibaren / niet te topen, ï|g toa$ baar bg jeec iueïfp^eenenb / ban een bengosaam leben / en 3eer gierig: booi toeine gaben itn be aeïjting en be gejiegenbiMt ban 3ijne gemeente öaöge^ jonnen, 0a van de Veldens boob / bg tuien gg bOOJ
Hapelïaan jjab geftaan / hjierb ijn booj ben
JW£$jP Hati «ipftfen tot J$a$oov? aangefïeït $|n bejeit toijngaatbijeefeïjD ttomtigjaaitB/
en langer/ met een groote jo^gbuïDfggett/ gber/ en bdrib gearbeibt: en een rpoot getaï ban tmnftfyzn boe,? $ijne p^ebinaatsien beheert, ^nöerttiffcgen i$ ijn/ b^ener toebaï/ roet ben bennaarben j^ebifïïmt Kabeljauw meenhw benffrijb geraa&t ober be berfcgil-pnnten W8 ?t geloof: toaar op öe jeïbe Kabeljauw, naar jet feljJtjben ban # Verm uien , genteï en aar* be be&gen geeft / om btn $eïben Vermeulen ligt ï}ci ïanb te boen bevbamien. ^00 fó lj$ ban öen 2.1 'lurrnfïi i6f 5-/ bgeen
pk&aat ban ben 3|obe ban l|oïïanb / ten iaw be uitgebannen. Sfa.eenenögief/ aan t Schade jjefc^eebcn/
t Dit is voor een groot gedeelte getrokken uyt liet tweede
dlecl van -"J-tfavw Kacra pag. 179. l^ertaxlder * Ineen.cn brief aan. ic^j gcfchrceveri dco 17 Juny ï^Si*
* Den if Sept. i6f f.
brr>
|
||||
Oudheden. 375"
bermeïbt gg be reegte rebenen ban 3gne ugt*
fianninge, 3[n't beginne ban ben fysef boet ggt 3p ftlsgtenober ben tfitibaftaat de Jon. . ., oetoefóegem/ om bat gg 5eltereng(efiigt Itracïp tigen tegenfïanb geboben gab / aï ober lang ongenegen iua$ gemeefï -, m sieg met ontjten gatr te seggen bat gg / te toeeten Vermeulen, met rcegt en reben uitgebannen teag-, bat gg öageïp^nicume uitbanningen lierbtenbe: bac gg aïie b80c?f$aaïi ontoaarbig ma$ ; en bicrge* ipe bingen meet. daartegen bergaaïtgg goe bat be tebbobaaten Rofend. . . en Ded. . . , bic get $eïf$ ugt ben^oo^itter ban 'tgemeïbe |of berfïaan gabben/ gemaangebient gebben bat gg niet gebannen ma$ om $ijite rebentim* jiing met ben j^ebiïiattt Kabeljauw: maat bat $pe aï te gberige p^ebieaatsien / $fjn ai te gjooteb^iftboc^ get ftoom^ïtaroipeaMoof/ en be beeïtmlbsge beneenngen ber <&uftato!if' fcen bieboo^gem gefegiebt maren/ gemgabben boen uitbannen/ ©e ^iefier^ Lelieveld en van Rhijn , bï'e
$ne ïtapeïlaanen meï-eer gemeefï maren/3p
met gem ook in öaüingfcgag gesonöen, %n een anberen l^kf aan ben gemeibettj^o*
bihar$ Schade bïaagt gu/ bat gg bmj ugt $ijn bsberianb gebannen 3pöe / en niet ioeetcnDe baar §g noeg Öeïanben 53Ï/ tot noeg toe geen öchjeiifcgten of befjuaamen nasaat gab geferce* 0et1, Want,3Cgtgg/Johannes IgnariusRuifch ,
die my toe nazaat toegefchikt word , is mijns oordeels de man niec om zoo een zwaaren la(t te draagen. ^tt| boo^ 3pc itubbe öcanpfc spbe / i$ gg
tocber geimelp in syne ^paffeg gekomen: en begon be geloobigeu in'jtgeimelp tebebsenen·, Ua 4" öoa^
|
||||
57ö Rhynlandsghe
goopenbe bat $n bonn$ mettertgb betgacïjt
3onbe tooien. jjfeaar g$ ioferb boo^ eeltige öc^ trtjber$ berraaben en berWilt: toaar o$> Jet 3gof eenige gereegt$-bienaai$ g^onben geeft: bebMïte in 5ijn gu$ geftonien / en alk gaten en golen boo^oenenbe/ metgmmebegenj ooft beo^ be berben ban jgne boe&ern gefïo!ienl)eö* hcth Vermeulen, hit 0icg baar atgter bcrfcjjo* iet? f|ao / bjierb baar boo^ genoot^aa&t booi oen Dag te ndomen: toaar op gn gebanfefp naar ben 3|aag $ geboot, 34,'ïg ng baar tan* gei? tnb grseeten gab/$gg einiieiijit metg^oot $e!b io$ genoegt: en oen 11 ^annarg itff8 op nieufco berbannen, ^0ö 0tii0 gu ban bg be oratoren te Keve-
1aai-tooonen, fenbertuffegen btierbgemoel^ jïorn ban Seentoaarben / met get Kano-w fernfegag ober jPjiegüianb / booj ben $$ί$φρ hmi ïjafiorie aangeboben |&aar ote $afïorp geeft gn / sonber bat men be reben ban 3ijne ibeïgermge toeet/ niet aangenomen, fgoo té' S^ ban gafïoo^ te èee$ getoo^ben : in toelfte &# bientnge gg 5<cg met groten lof gequeeten geeft/ en geflqfteu i§ inbemaanö^fui^ 1668. jEen bergaait ban bejen 500 ervaren üterft-
gar&er / bat gg ben ©00$ / en eenige anoerc ^nlit-ammten/ begaïbenbeffym/ boo^gaan? tn be jjkberbm'tfrge tale öebienbe: bebonöeii geb&eiibe / bat $u!b^ tut g^oote b;ucgt en ftitfy tinge berfïrete ban be <2§oaaroïpen/ öelueïfte be gemeïbè beleningen bibtoiïl b^-bjoonbea, ïgn geeft ren öienfte en totg^oot nnt ban oe
ïiatoipen ttjitgegeeben een boeltje ober ψ boo;iieamfce gcïoóf^-berfegtücii / den Karoiij- ken Mondilopper génaamö: ioeift boeltje booi 3ii«e boob sebehmaaï gebjuïtt $ geioeefi λ fc |
||||
^n
|
||||||
Oudheden. $77
Φο% geeft 9g/ onoer oen «aam ban Pieter
Broekiand, een öe&noptberijaaï en een beröe* fcigittg ban 3ïjnen reoenttófiinge met Dominc Kabeljauw in 't Ucljt gegeeben. $a Vermeulem Ütmeft t$ bt& Ψaftorg »«
fyt'e ^afïorgen beeoeelt* m JMtorn ban
$tompbjp $ ojjge^aagen aan Pafteow johanTgnariusRuifch: emia 3011 bertreft aanvan
Kornelis Wykeriloot, een lltrecgtcnaac / stompwyki
boï&omen 33aeel!'ee in öe <gS>oö&utiöe. üg $
f afloop ban^tomjrtöp gefloten öen t%mq ie??. %n $i)ne p\aat$ $ geïtomen Everhard Staal, eentttreeötenaas/ en $m
Sijne $aftot$ ban ^tomptop gefloten öen ?o jj&ep 1704. $a 3pe öooö $ öoo? öen flte ïtarig Potkamp tot #afiO02 ban gtomgtop aangefïeït Floris Bemont, een ïfagenaae: öe# toefóetegenbjoo^öig nocf} in't lebeft %$. (Cat^afïDo^ban^aetei'iöotiiietuierti na Ver- paftoert
meulens beeteeft aatlgefMt Willem Ypelaar,om? van zoete*
trcntHdöeii geöooren: oetoelftetotongetlaat^woudc.
fïr boo^ ïiapeilaan ög %eee Vermeulen gaö ge? fiaaii^a oat öpsijiwj&afiorp en 3pgeïoof bee? ïaaten fjaö/ fë in 3pe jiïaatse j^afïaoj getoojöen Johan de Vos, een llteec|)tenaae / fcoel-eet Wtfttt ban 't (^ratoit gijn opboïgee i$ se? toceft Tohan Dobbius, ecnï^agenaae: öeiaeifce öaarnaj&ifïooj te%tmn i| getoo?Öen·, en tot ttö5sat in öe jèafïorg ban gaeterfcoonöe fjeeft gefcreegen Gcrrit Pek i te ilttrecQt unt een boo^ |
||||||
ie V *έήϊ J&ieflcr in 't <$eatoe< geloeeft -, en
Beeft boo* öe'f afïorg / öaar &g ïange jaacen gefïaan treeft / een fraaje feeën geöoutot* 16 a 5Γ &w
|
||||||
378 RHYNtANDSCHE
(&en tfybt ban Everhard Staal $ 00 ^afïOüg
ban ^lonipbip booj be tfoeebe maa!berbeeït:
en i| aan Die ban ^oetermeer een bgsonte J&afïoo^ gegeeben. <&t mftt pafïoo^ ban ^oetermeer x$ getoerfï Amandus van NiTpen , U$t cm aat^teulp
en abeïp gefïagt in ^eeïanbgeöoomt/en^
relier in öe «èaölmnbe, 2|f £ $ te ^oetermeer gefïo^ben öen ι ban jjlobemöer i5 ♦ ♦ en öeeft tot nasaat genreegen Theodorus de Greef, |0
lïimne onber be j&egerg ban 'g ^artogem
bafcï) geöooren / een geïeertr en beagb5aant $$* per / befrieïïie be ^afior^ nocjj tegenbjoo^fl |
||||||||||
Paftoors
ran Zoe- termecr. |
||||||||||
VOORSCHOTEN.
itoojfeïjoten / in be onbe ö^'eben Forfchate
genaamb / en 't toellt in öe ölafferb ber flttre* fcïje fóerne/ in * eenen ö^'ef ban <^aaf Fio- ris V , en op berfcöeibe plaateen ban Melis Stoke bermeïb bio$/ $ eene öetrlpfieit öer onbe feeren ban ©ooifefjoten getoeefi jjiett bmbt be jaarmarkt ban $oQ?fcjftoten in $w oiiöe ö^ieben bermeïb. «omtrent ^oo^fefjoten φ tefeïjeibe floten
en f eeren-pi5en gekuen: toaar onber toeï be boo^naamfie φ 33o$ïm3en / ïtoöeï / Mxp gaeroeii/ ©aibenboo?be/ ^anbrteé/ gufó/ Εφ$/ ütouHoop/ U^enöurg / eiK, <@? mm I t nnber^ ^abbing genaamb/
iieDüen b»e ban ben soogenaamben fjerbo^mben <0<%bieti$ ijnnne ecrfie bg-een-ftomfie in 't jaar ι 57 6 gezouten. Wanneer 3uïï$in ψ Φ^ * Van't jaar \χ%ι,
f Qrlers Befchr. van Leiden»
|
||||||||||
Oudheden. 379
benjjage rucïjtöaartaa^ getoo^ben/ $n befoeï-
eÖCÏe^éeï Chriitiaan van Waad , fóuab^Ijttr
en j^eftbent ban ben googen töaab / en Gcie-
nus Zegerus van Waflenhoven föaabjïjeer / be
eerfïe op ben %6-f be ttoeebe op ben 18 ban ^ep*
temöer/ bco^er^ofberbjaart ge3onben/ om fcenn$ ban be3afteteneemen/ en te onber3oe* nen tme bat begemeïbebergabtdngbggetoOQttfc gaböen, &it Ijtbftm tog nnt be aft» .ban bie besenbinge/ befoeï&e onber on$ bertifï* €en ban be aïieroubfïen $ ijet gu$ &03en# Ölirg: 'ttoeïh be kibbel* fakob Waflenaar, Ö|00#
ber ban ben 23nrggjaaf te 3£eiben/ getimmert
geeft in 't jaar 1300 ·, 300 ofeop 3e&erenfteen/ bie in ben muur gemetjeit $/ te ïeesen flaat ^et ϊμι$ of fïot ©mbcnbooibe / 'ttocmbooj een tian oemooifiefjeeren^engerefeenttoo^b/ teb tegentooo^big öe3eeten ορ ben goog-cöe- ïen ï|eec Aarnout van Duivenvoorde, ï|eecban
©oojfcgoten/ &mt/ eii5.
®e# arocptern ban $ooifdjoten/ befoellie ben %4 Laurenrius tOCÖCtöi)üt i§ / \$ ttm $tt
ouöemaeberKerfc (1): enfcaataïop Ijet jaar 8 tf 6
bermrib in een regifïer of iyfï ban be goeberen Γ en tnfoomfïen ber fttreeötfcge üerfec: toeïne Reeft ban Ittrecöt onber be J£arocï)tRerR ban Boojfcïjoten b?ie Janbïjoeben of öoeren-iöoo* iHngen gab leggen. %\\ ben ^paanfcïjen 00^ ioS $ 3? / 300 fcoel aï$ mecfï a!ïe be ncrhen baaromftei^/ boo? een gebecite afgeöjoftem 5fn t jaar 1701 geeft 3g be fpit^ ban öaaren toren / en gaare niolinen / boo^ ben öltrem berïooren : boeg be fpit^ \§ 'er toeberom 30a mooi a$ 3e te boren toaé aangemet3eït/ en be fóoftton ïjerflelt. |&aar ijet t erbaïlen muur- foerfc betreurt «och tegenbjoo^bigbebermeiing ban
|
||||
38o Rhynlandsche
bat! bt bori^e ïmk: get plm & ben fcoffa
mn bt wtfjtn· 3ijüe ban be ten neeft booί
SM fftw» : m Öefce Je bc |7 ÖilW^ ***** ®m lw «SS
«e. Waflcnaaren- van-Duivenvoorden
«aa0b gegaan / aan 't bjeïne oofc een ®itó
Jen öe f j^a0b fa«# gefiicöt Φφ*5 ty / waftaante bwt bt boeiι ban leer Aar- nout van Leeuwen , i$tn'tmun?7i httiW
bm aan »** Johan de W W&S
CVih ^ln ,laöSÖoi?b aflïanb ban öe jft £?«Λ^0^?,!5 ^ 3e in't jaar imfip
mn aan ^ttv Simon de Haze
h Jff* Öeeft in be se&e ten' een ontaar tan
Sr*?· LTentIUS Ö^fiaan * aan 't toelne öco? be Woqmta* ban beinfoböer jooft^SziS Se/? SCT *m meimmwt-
üaoer / oen «oer Aarnout van Levenbure.
5Πο£!! Laurentius. (α) m^^W^^fiaan&ciioo^ be boob ten
Wn■ ^ten%e op^aapn aan Am» Jius Uiiylo/lomuszoon van Oy.
bafLS van ®a^Öatcn / tetorDte net
22L*·*^*» ««««W of töine feftjoi m»
iK^TL^ Leeuwen' κι QH3C Hernia* «tt» ban liooifcflotcn / a# rai |$«Wate
|
|||
Oudheden. 31S
htni 3nnbe / met bier torentje^ of ftitje»
wonftte. baareen ïtateö^aïefterö igtm %&φ Moxmtim fe«6 te $e0gen : e» be nerjï Ban bwcjoten ftao op gaar femin uier fpk$m ftaam om Dat 3e/ ai$ eene mocberaern / ge* eebscö ftaö ober biet- ftapeïïcn· ©e eeefle ïtapri/ befoelfce naafi mn %cibm
fïonb / &£$ ter eere ban Den i|, Nicokus ge* Bouiöt ter plaatse Daar &. Niklaas fceelb mtïj teeentooo^osg ten toon tïaat. ®e ttoeeöe ftapeï öeeft gefïaan in be Saurt
^cbaftenöofcS: toeïfee öuact/ boÏ0et$ fcmnifc gecgefaoelen/ gejjonbén moet tooien Uoc^ ije£ Sacrutn nemus, of't Jjeflifl feofcft / &? Tacituü
beniieib. ©C3e napel/ betoeïfce be $. l^aagti
cu l&attelareffe Agacha toegefcmjbt toag/ flonö op een berfjcbe pïaat£/ en j|eeftnoeI)|jaaron; ben naam ïjegmibcn. <®on 31311 'er nocij eenfgc fhtëften en ftjoltfttn ban obergeölebeïi 5 en i$ örje plaats noelj fegen&oo^ng benuaarb b$o$ tie öcbebaarben oer S&atolpen* ©e iie^öe moet ergeng in 't &mt of 't$aoj
gcfïaan fteöSen> baèifce glaat$ / 300 a$ fom* niioen fefeijben / öien naam geftreegen 3o**sbe ÖeBöen ban gaar bermaarbe jaarmacht / in 't Satijn forum aenaarab. 3 η be3* napel/ befcje> ne be aDcnr-töpei genoemt tukrb / # öe %♦ Rcgenfrcda^bolgetï^ïjetfcönjben ban * fakob de ia Torre ,s gebtert getueefl. ΦηΙ\ toaé 'er ecne &iftarg mftkljt j "ban öefcoetëe fca^ ïioben aï 0efp?often |eboen« ®e bierbe/ öeineUtcbe I|. J&aa0btoe0efoi)bt
foag/ flanb tel®i$becn: en t£ onlang/ ten bienfïe ban be a^nfeatoïpen baar om ft?eeis£ foöonenbe/ bjebcrom cierlp opgeooufcot. 3Daar In zyn Roomich Vcilual»
toag
|
||||
$8ζ Phynlandsche
toa£ boo|geen een ^eben-^outoen-öeeïb·
't toeÏH om berfcpbene mirafcfót in bjaaröe imerb rreïjoubfn. mw§ hit öeelö φ al obmaua naar ©elft geboert/ tn in bederft banoeBa? ber^ 1 efniten gejiiaatfL 3fn Öe5eïfbe itapdie / aan 't otitaar ban be
f, paagö/ toa$ ooft eene mUamqeiïkht 3an be ψaffooirn / betoerae gier booj &ê
3oogenaambe jftefa^maatsie gefïaan ïubbm/ 3tjn be bolgenbe maar bdienb: Johannes, bebjelfte in emen b^'ef ban't jaar
n8o bermeïb fiaat a$ Priefter m de kerk van
Voorfchoten. ,. "' Petrus a Gouda (Pieter van terGoude) ié
in 't jaar 157.3 f afïoo^ ban tóoojfcftoten / en
fcnonntn ban Φ, %, $joufa# ftapdie in ben laag gebjeefi Jbhan Lens .be&el&e afiïanbgebaan öeööen*
be tot nagaat geeft geitreegen Judocus Gafpars zoon : beiuelne sdg $aftau} bermeïb fïaat op jjet jaar 15-71/ m gefïojben i$ tn t jaar 15-73. ^ijn opboiger$ getaeefï Volkerd Niklaaszoon, ^ebert ïjet inboerenbanben nimtotn Φαψ
bmft #1 be Itatolpen ban $oo?feiioten Φ vandelL '^^ 000Ι'0ΙΙ£ Ö9£^ Kornelis Schaik , eetl &
ure tijden, fcwjjtttiaar / boiliomen Sncelier in be <0a&#
muiöe : betoeïite be $afïorg ban ^aojfeïjotett ïange jaar «1 öeïtleebt fjeöbenbe / aïbaar i§ ober' itbni bm 19 ban ^etoöer ι66ς>, ^ $ opqe*
bnlgt O0O£ Adriaau vm Omheufden, een <&Ψ
Kommer' / bolnomen saaeeïier in be SaUww
be: en een man ban geïeerbïjett enbanoo^eei: beiueïne baaroin ög benaöimrige ^aftooren/ rn 3*1$ ορ ben feer ban momftïjootm / ge* acijt en md ge3ien toa^. ^ fyuft baar ooft berfcöeibene jaaren gear&ei&t: boel) in 't ober bao-
|
||||
Oudheden. 583
Haaren ban öe baart/ i§ gg/öoo^ gct oittfïaan
fcau get fcguitjc/ ftt'ttoater gebaïlen: en baar' mi Qtftmhm ben 14 ban j^obember itfpi. gil. $jjne jplaatp i£ öooj ben &art$£jfftfjo$ ban §cöa|ïe/ 3aït0et* gebagtemffe/ gesoubeu jakob Ploeg, te <£iiime£!ft geboovcn/eneen
queeMingban t U-rbanus feoïïegie te bonten: be* toelfte ^afloo^ ban ^oo^fegoten $ ge jïo^ben ben; 17 ^[anuarg 1717- 3fu 3Öneplmt§ i$ gefromei» Geraard van Muylwykjeen^Unei^föOjbeE/enS*
AANTEKENINGEN.
i, Moederkerk , in 't Latjn Ecclefia matrix , is
hier, en in dir werk doorgaans, niet anders te zeg- gen als Parochikerk. Ik wil hier maar aanmerken dat het gemelde woord moederkerk, volgens deKa- nonilten of geefte'ijke Rechtsgeleerden, ten mindert drie betekeningen heeft; en niet als oneigentlijk voor een parochikerk genomen word. aEerfielijk word Ecclefia matrix, eene moederkerk , in den allereigen- ften en 'natuurlijkftén zin genomen voor de katedra- le of biiïchoppelijke kerk ; gelijk in het kapittel Fe- nerabili, de vertor\ figntficatione, duidelijk aangetekent öaat; Ten tweede word die naam in een eigen zïii genomen voor de hoofdkerke van een ftad; dewelke geeiie katedraale of biiïchoppelijke kerk en heeft; om dat die hoofdkerk , in zoo eene ftad , de plaats van de katedraale kerk bekleedt; en de Paftoor van zoo eene hoofd kerke den peribon van den Biiïchop ver- beeldt. Ten derde word door moederkerk;, doch in ef? 0ne'gen en zeer ruimen zin, betekent eene paro- chikerk. De parochikerken worden moederkerken Renaamt -> zeggen deHCnnoniften doorgaans en een- P3r'£, om dat de geloovigen daar herboren worden ö°or het Sakrament des Doopzels. De katedraale kerken worden voor eige en rechte
moederkerken gehouden ; om dat de andere kerken yiae Ricciï praxïm Foü Ecclcf. Decif <?. irtter omiflnf.
",ω· Vide Sairum de Ceuf, hbro 3, c. } 5,11,46. van
|
||||
384 Aantekeningen ïß» j>e
van 't ganfche bisdom doorgaans als afzetzels of doch-
ters zijn van de katedraale kerken. Dat is te zeggen, dat'er, als het getal dergeloovïgett genoegzaam ver* meerdert was, van tyd tot tyd meer kerken zijn ge- bouwt ; dewelke door de preeking des goddelijk Woords , door de bediening der Sakramenten , en vordere harderlijke bedieningen, uyt de eer (te kerk gefproten waren. Deze nieuwe kerken, uyt de eer- fte voortgefproten, en daar by eene gelijke magt ont- vangen hebbende om het Woord te preeken.', en de Sakramenten te bedienen, wierden niet zonder reden als dochters van de eerde kerken aangezien Dezelf- de reden heeft ook plaats in de moederkerken, inde tweede betekemnge genomen : dat is dar de hoofd- kerken, volgens de gegeeve uytlegging, ook moeder- kerken , of moeders van andere kerken zijn , en ge- noemt inogen worden. Maar de moederkerken in den derden zin , of deparochikerken , zijn geen moe- ders van andere kerken; Wel «is waar dat ze fomwy* lcn moeders zijn van kapellen; dat is, dat 'erbyaan- wafch van geloovigen kapellen zijn gefticht, onder deparochikerken behoorende, en uyt de parochiker- ken als voortgefproten: maar de kapellen , geene pa- rochirechten hebbende , worden by de Kanoniften geen kerken, maar alleenlijk kapellen en bidplaatzen genoemt; en konnen voor geene dochters der Paro- chikerken gerekent worden. ■x. In eenige oude en ongedrukte brieven, dewel-
ke ftraks te pas zullen koomen, heb ik gevonden dat de volgende Priefters » of kerkelijke perfoonen , de vikary van S.Laurentius in de Voorichoter kerke be- kleedt hebben: Meettttr Dideryk, Pieterszoon, heeft die vikary be-
kleedt in 't jaar r^ii, In 't jaar é^ôé wierd dezelve vikary bekleedt door
cenen Heer DirkSplmterfz* Priefler \ dewelke in een anderen brief genoemt word Heer Dïderyk Splinter, Johamzoon. Over het vergeeven van deze vikary, van eene vi-
kary te Voorburg , en van eene kanonniksdy in S. Pankras kerke te Leiden , is in 't jaar ijili, en wat laater, groot gefchil geweeft tuiTchen den wel-edelen Heer Flor is Oem van Wyngaerdm, enden meergeme! den |
||||
ïtHïNtANDSCHE OUDHEDEN. jtg
Heer Vincent Kornelifz. Welk gefchii by deze gele-
eendheit opgekomen was. De Heer Dirk van Zwietenf wiens Voorouders die kanonniksdy en de twee vika- ryengetticht hadden, en die het recht van vergeevinge, ! in 't Latijn 'Juspatronatus genaamd, beoeffende, had net lelve recht in 't jaar é ^i\,om zekere redenen zijngemoed tngtiuijfe daar toe beweenende, en zonder daar toe gedwon- gen of'in eenigen deele mifleid of bedrogen te zijn, maar vnwillig en om niet, op de befle wyze en form als hem mogelijk was , . . voor zicb zelven en, zoo verre als *# aan hem âïçÜ, voor zijne nazaaten, .... gegeeven en overgedaan aan den eerzaamen en geleerden man^ Metfter Floris Oom van Wyngaerden , Leeraar in heide de Rechten. Kort daar na is de gemelde Dirk van Zwieten overleden : waar op zijn zoon en eeni- ge erfgenaam , Joofi van Zwieten, het zelve recht om de drie gemelde kerkampten te vergeeven in 't jaar 1522 overgedaan heeft aan fincent Kornelifz. Reken-' meefter van Holland. En is deze overgifte door den Utrechtfchen Bifichop, Philips van Borgonje, goed- gekeurt en bevefiigt. Als hier over een proces ont- waau was , of te verwachten ftond , is de ganfche ïaak wederzyds verbleeven aan den eerzaamen Heer €ii Meefler, Pieter van der Goude, Deken van S A- driams kerke'te Naaldwijk, en Kanonnik in's Gra- venhage. Zoo is dan door den gemelden zegsman in t jaar 1514.de zaak zodanig bemiddelt, dat de kanon- niksdy van Leiden door Vincent Korneliszoon, de vt- kary van Voorfcboten door Floris Ocm van Wyngaer- **', die van Voorburg door hen beiden . te weeten ty beurten, zouden vergeeven worden. Hendrikvan fiOw»,totBiiTchop van Utrecht verkoren, heeft deze uy%aak in 't zelve jaar beveiligt. |
|||||||
WASSENAAR,
â %n öc oubc fyieben 3&önare aenaamb / w*ffenaa<
f» *W en öa$-ijeedpï)e!t in t StanöfcöaiJ ™ «^ ^ouisc (é) nam'tiefaaten/ ߧ ö Ì&̼ ' * Alting Nor, Gerra. tof. parr. 1. pag. 195,
23 ä (öí
|
|||||||
~\
|
|||||||
3-86 Rhynlandsche
feï^eben ban bm mom be$ $tjnfiroom$ / m
tinte biri3enb fcjtèeben ban be ^eefïranö gde* gen: bitöo^p/ucïtjhbemerfïcDompenban|oI> ïanb/ geeft öen geflfögt-naam aan sijnelw ren/ teioeeten/ de Waflenaaren gegeebcm &t WaiTc naaren jtjn gier ban oub$ 3eer mag*
tig geiKeefï : en fcoaren ook öe peeren ban öe pareren: toaarban 3$ oor/ naar'tgemeene geboeïen / oen naam i) ban J^aflenaarp toefen Ijebfttn. Φο& öesaten 3g ïjjet 23urg- graaffcijap ban Seiben: en / al# 5obanige Sftirg- graben/ l)abbcn 3g gei tec&t/ getp Henncus Thaborita * biiibdtjn getnigt / om niet alten iten ^cgont / maar ooit bier 23urgemeefie$/ tn 3eben Jkïjejienen / te Heiben aan te fUV ïen* 3Mrecöt Rebben 35 langen tijb öeïjouoen, Hendrik van Waflenaar, behjeïne ben ï^artOg
Jan van Beyeren tegen be fïabSteiben/ jatepn
5011 eigen baber bienbe/i$ bc eerffegehjecfi/öf' toelfee ban bit veeïjt/ $tlf$mtt ö^egelbenö^ be / affïanb geeft gebaan, Jlaeïj öaböeii öe Waiienaaretï groote erfgoeberen buiten bc fïaö ïeggen : beftaanbe in be bo^eo en fleeripj^ ben ban ^affenaar/ ^alnenöurg/ Hattop/ «Stefïgeefï/ «13. ©ese goeberen / beteeïne booj (3) Mwa
Crf-b^buïbe ban ièajpnaac aan be <£5rajicit ban Ligne genomen fojaren : 3tjn booj etiijw jaaren berteïjt Jo.han Hendrik WaiTenaar,
|
|||||||||||
5aron
|
|||||||||||
ban <%baro / ί§ tegenbjoo^big %&
|
|||||||||||
<**->
|
|||||||||||
ban n^aflettaar.
netelt/ Dieop ben naam ban bm i Wl1*
Jibrordus mgetoijitt tm$/ ip aïbooj ben^p^ fefien uüfmg/ en fcoaaifeöönefp ten tfjöe w» be foeiiffïje en ïtabeïjawbifeöe beroerten/ w i» Ghromc, Jib. n» cap. 18,. "_,
|
|||||||||||
Oudheden* %%j
ge&janbt minetft. ï|et ftooj alken i$ öiijbeii
ftam/met een iiïeinen tovm: in fcueinen toren in 't jaat 141* tw Wo& gejjangen ïjttft: be* fod&e/ naat be % J&aagb / Maria \na$ ge* naamb en toaat* op te ïeesm fïonb: Bid voor ons.
2£eneffei$ fjet fioo^fïaat eenefcapeïi betoeï*
¥ic noelj ten ffissbigen bage beitent if onbet oen pPc'Je|r naam ban be&apeï ber Raaphorften : en toaar^110'" iu &e Raaphorilen, ok een föibberlp fiamöof^ onbec ^affenaac gabbeo flaan / pfcgitu be* graaben te tooien. 4&ribtv oese Raiphofften fiaat Ög c Sinion van Lreuvven tetlieïö Gep-
nt Raaphoi'ft j betoeïfte iii 't jsatr 1 f 08 eene
Catharina, Pieter Grebbers en Aaltje Tetrodens
botytt/ tm meisje ban 13 jaaren/ in 'tög-
3jjn ttan gaare onbtif / 300 aï$ 3e t' jamen naai beiterit 3onben rijben/ gefcjjaafuy megge* boert / en buiten^ ïanbgl ten fanjbe genomen tytft. ®e bei'3oenni0 t$ gefejjiebt in 't jaat? ifir op boo^fcöaaröé bat jjB / niet φκ niebe- tabet$/ op 3ekeren bag in umie Uitbeten/ Sloot^-goofb^/ met eentua$Etaat$ in beïjanb/ 3oube berfeïjijnen boo.jbfuf obc ban ï|oIïanb; tn bat ïjg bnp toegetaiteïb <eabtenijet QttecQt ouiber$ffen$ 30110e öibben; bat ïjn ben naaf!* bolgenben ^onbag tegen το miren '^boo^nnb^ N$ in 't 3eif be getoaab 3oube betfeffijnen boo$ til ^aftrament in & Pr ten fterftete %eibtn: jtoöeïijït bat gg aanffotiitë aan be ïiernmee* m§ ban 30affenaar öetaalen 30itbe ïoo Phi- rT 3ui°ei$ ï brtoeïfte binnen een jjaïf jaar wfïecbt souben fooien tot een gïa£; op {jet «önhe öe tuapenen ban ben ^oiïanbfcprt ^aaf/ >.c In ïyn Eatav, illuflr. éniiizyne Inlcidinge tot 3e Rechten
• koftuuncn van Rhijnland. **m «WW |
||||
388 Rhynlandschb
en get gefoeesen bonn$ / gefefjtïöerö $wk
jïaan. vikarycn. g„ ecn j?aneijnen ïjanöfelffêift / onöee mg berufïenöe / fiaan öe bolgenöe ©iltarpen ban tn 3e licrït bermeiö: g^e biftaeg / of ïtapeïïang / aan £. Jakobs
onraai\ 3Nbffear£/ of ïtapeUang/aan 't ontaarfeatt 1 tie lf ♦ ^iebnlöigöèit: Öetoeihe / openfïann&e ÖOO| öen afjfiano ba» Aalberc Raaphorft, in't
jaar ij-74 gegeeben i| aan Willem Gerritsz.
<3^e bmarg bon öen % Petrus .· stjnöe Soee
Myhg met tmee Jfótffen öelafi #e bifmrgi ban öen üXaurentius, tntttm
J&iffe ter iuecït öeiafi ®t$t bmarg $ toel-eer Seftieeöt getoeefï öoo^ eenen Jakob Hugoost Cn al£ öe^elbe naöerïjanö open toa$ getallen ÖOO^ öe ÖOOÖ ban looit Jafperszoon, t§ $titft
|aar 1573 öegeebenaan Fioris Heermaie.
3?et#argban'ti| Kruis: met öen iafïban
tbiee bjeefeeiijfifcge Jpfeiffen. <Pe biftarg öer peeren van Kralingen , Ö00J
öe toanöeïing öe Kraüngs Vikarygenaamö^ feeïfte möe fteefce ban 3®af|enaar gefïreijt to# öoo^ Gillis van Kralingen, en foeefeelpiöetoi toa$ met tmee J&iffen. 3£an moeft 'er nocij bjeefteïp^ een öecöe $&$ geleden toojöf»; Öttoelfte Gillis van Kraimgen , om Öat Ö? #rt
öooöfïag begaan ïjaö/ 't 3jjnen lafïe geeft 0^
nomen, jporïj eene bföarp oj» ïjet ön$ SüfcfoP g
guift/ onöer U^aflenaar gelegen/ metöeu m ban eene toeeheïpfcïje ΜΦ* :É ©an 3ijn 'er noeij ban tjjö tot φ berfcg^
giffen gefcieöt/ en mfcomfïen ten öienfieUö» öe beöienaaren/ en ooft ban öe armen/aan ?* |
||||
->
|
||||
Oudheden, 389
Μ jpijeebm· 't meïh i& a!ïe$/ &eneffhi$ oe
iafïfii öaar öe gemeltic ürrït-&eöietiaat$ toe geftou&en taaeen/ Uiec «gt een out» jjaiiiifclfeifl: Salopiefotttt. Van clcke Memorie die men doet van den
Kerken wegen, daar heeft diePnftoor dubbelt, te weten een ftuyv. tfamen voer Memorie ende offerhant. f Elcke Priefter die ter Memorie behoeven tot
vyf roe, behalven die Paftoor elcke Priefter voer
haer Memorie een grootgen , voer haer offer-
I bande twee penningx , behouden dat zy Mi0e
I doen Tullen als dan.
Die Cofter heeft van elcke Memorie een
grootgen. Die vier Scholieren van elcke Memorie tfa-
men 1. grootgen. Die kerke Memorienzyn intgetallnu ter tyt
HP ende een half Memory , Anno 1 j%%. Vari elcke MiiTe ter vvcecken eens, dieande
Kerck gefundeert is, daer ghevet die Kerck of sjaers van arbeyrs loon een Priefter die deiêlve MiiTe doet alle weecken van Mey tot Mey ver- fchynende ende omcommende, 4. pond Hoü. Heer Jan Dirckz. die Paftoor was van defen
Kerck , heeft een eeuwige MiiTe ter weecken eens gemaeór. an die kerck mit noch twee Me- sonen sjaers, die men doet Sc. Michiels dach of daer omtrent. Alman Aerntz. heeft gemaeel: an den kerck
een eeuwige MiiTe ter weecken, mit noch een Memorie sjaers, die men doet St. Pouwels dach ]oden winter of daer ontrent. MargrietNannert dochter, weduy wylen van
Mr. Pieter Jansz. ende daer ane weduwy van 2$ & 3 Dirck
|
|||
Ipo Rhynlandsche
Dirck Clatfz. Colf heeft an den Kerck gemaeft
een MifTe ter weecke eens. Aernt Boenenfz. tot Berckerheyt, heeft gcroac&
een Mifte ter weecken eewich an den kercken, Lysbeth Philips dochter, heeft an den kerck
gemaecl: een eeuwige Mifle ter weecken; ende een fimple Memorie jaerlicx , die men doet in Maert Ee?nfe S'mon Heynrhxz. dr. heeft an den kerk
gemaeét alle Vrydachs een fingende Mifle ten eeuwigen dagen vant Heylige Cruys in den per ons Heeren 15¼9. in Mae ð e geilorven , weleke Miilè gema< £b is mit dienaers , mit orgelen en beyeren, ewich alle weecken, gelyck of Paes- dach waer, ende ornamenten daer toe gemaecl» ende beyde die heylige Cruys-dagen. Nanne Paedzen heeft an de kereke gemaecl:
alle jaers die■ Verrilenis op ten Paefch- dach, s* morgens als die gefcreven is, daer diePaftoer of heeft twee fch. elcke Prielter ofte Scholieren elcx 1. ftuyv. Noch die felve Nanne Paedzen, heeft gefun*
deert ende gemaecl: alle jaers te delen den armen op ten goeden Vrydach an broot l. pont voer £yn ziel. AlleVrydaechs heeft die Paftoer vandieMif-
fe te fingen jaers 8. pont. Die Organilt van die MiiTe te orgelen alle vrydaechs als men fe fingt sjaers 26" ituivers of alle weecken een gronrgen hoe hy will. DieCotier heeft alle weecken van defe Mifle te fingen een oorrgen, ende voer die grote clock te luyen totrer felver MiiTen, ende die ornamenten da ô toe te bereyden oock een oorrgen of sjaers oock 26 ftuy v. Elcke dienaer die Epiftelen ende Euangelium fingen elcx een grootgen alle weecken of loot daer voer ter fel" |
||||
Oudheden* 391
ver pryfe. Allen andien Priefteren die die felve
M'iTe helpen fingen ende t'Choor houdende elcx 4 penn of loot. Den Scholieren t'famen alle weecken 4 penn. of loot daer voer. Den Beyer- man van beyeren een- uyr van acht uren tot ni- gen uren toe telcken s'vrydaechs s'morgens een oorrgen Van blafen op d'orgelendie felve Mif- fe alle weecks een oorrgen, of voer beyeren en- de blafen tfamen sjaers 2.6 ftuyv. Alfe vrydaechs heylich daeh is, foe en fingt
men die Mifle niet, mer men finghet da;*r voer s'avonts dat heylige Cruys lof mit orgelen ge- lyck die donderdaechfche heylich Sacramems M-fTe gefundert is, an den Paftorale by den ou- den Heer van Waffenaer zal. gedachren , ende dan foe gheeft men loot geiyek van allen ande- ren looncn hier nae gefcreven. Die voorfz Mifle ende lof of coften sjaers
20. pond % fchel.
Heer G<?mï Simonsz. Pneiter tot Leyden, oom
van Μ . Jacob Hmck , onfen Meefter ende Pa- ftoor ?al gedachten, heeft in die kerek gefun- deert die vrooch Miflè alleSonoendage mit zee- kere gueden die hy daer toe gemae6t heeft, en- de daer of heeft die Paitoer van die Mifle te Ie- fen sjaers 4. pond. Die kerek moet beeoften ende doen alle die
Vrouwe loven alle Sonnendaechs ende al den heylige daegen, behalven dynxsdaech ende don- derdaechs, ende daer zyn feecker renten toe gemaeébdacr die kerek pofleflie of heeft. Van etck lof hebben in den eerden die Pa-
"oor telcken een grootgen. Eicken Prietter ende Cofter telcken een oort-
Een , of loot daer voer , die kerek sjaers Son- nendaechs 7. looven, ende die ander looven 32. °f daer ontrent sjaers. S5& 4 Dat |
||||
35)2 Rhynlandsche
Dat Ghilde van onfer Vrouwen cotnpt die
kerek oock hier in te baten, ende voer was ende oorden tfamen 4 feilden sjaers. Van alle Hoochryden, Apoftel-dagen ende
Vrouwen dagen 40. inr jacr, gevet die kerk sjaers om dat haer aengaet, Mey verfchynende, i. pond. VanOrgelen, Mvfle, Metten ende Vefperen,
*t Lof buyten , hreft die Cofter van den kerc ken jaerliex 1. fchildcn , voer elx fchilden 14. iruyv. ende hier voer moet hy cloppen mittca grooten clock alle middachs als die plocktwaef flaet. Een Regifler van alle die Mijfen die tot
Wajfenaer jaerlyks gedaen moeten we/en,. fingende ende lefende. Alle Sonnendaechsende heylige dagen s'mor-
gens die eerfle Mifle te lefen aldaer die Paftoer believet, vuytgenomen alle Vrouwendagen en- de alle dinxdagen ende (aterdagen dat heyligen dagen 'zyn, want die Singmiflen die dinxdagen voer finte Anna vant Gilde wegen van finte An- na ende die ander dagen voer onfer Vrous in der manieren hier nae verclaert. Alle Sonnendaechs ende heyügen dagen die
Hooch mifle fingende op't hoge outaer van den Pa florale wegen. Alle faterdaechs , fonnendaechs ende manen*
daechs heeft onfer Vrouwen Gildt een MhTe uyf die fundatie vant felve Gilde , die twee lefende ende die derde fingende alft: werek dach is. Alledynxdaechs alft werekendach is, foeheeft
finte Anna Gilde op haer outaer een fingende Mtfle5 die Hoochmifle fonderorgelen ende die- naersj alle heylige dagen , dynxdagen foe fingt men defe felve Mifle smorgens mitorgelen, fofl" der dienaeren, „ afl |
||||
Oudheden. 393
Alle donderdaechs werckcndagen opt hoge
outaer die llngende Mifle mit orgelen, mit die- ners vant Heylige Sacrament } iit heylige dach dan favonts loffvanden Heyligen Sacrament, Allevrydagen werckendngen die hooch Mifle
fingende van den heyligen Cruys, gefundeert by Eemfe Simons Ö. mit orgelen ende dienaers,alft SacramentsMifle vooriz. ende aifoe vant loff, i£t dattct heylige dach is. Die felve heeft noch gefundeert een lefende
Mifle ter weecke.
Myn Heer ende Vrouw van JVaJfenaer, nu
ter tyt wefende , laten alle faterdaechs ift hey- lich dach o ft werekendach iingen een MiiTe van die Ccven ween van onfer Vrouwen, mit orge- len ende dienaers. Des heyligen daechs fmorgens ende des werekendagen diehooch MiiTe, begon- nen ende aengenomen Ao, lyif.Mey. Sinte Pieicrs Capellanie of Vicarie heeft twee
MiiTen lefende ter weecken. St. Louwerys Vicarie heeft een Mifle lefende
ter weecken.
Dat Heylige Cruys Vicarie heeft twee Miflen ter weecken lefende.
Cralinx Vicarie heeft twee Miflen ter weec*
ken lefende, gefundeert by Heer GieL van Cra» %?», Ridder, in den kerk vanWaiTenaer. Noch een Mifle ter weecken van den Vicarie
opt huys plach te leggen van Zuydwyck. Noch een Miffe ter weecken van den doot*
flach die GieLvan Cralinxdede, ende zyn erven mede belafl: heeft te laten doen. Alle Vrouwen dagen alft voorfz is, fmorgens
voer den Metten of nae , (oc fingt men een Miffe mit orgelen endedienaers van onfer Vrou- wen dach. 2S& r %n
|
||||
394 Rhynlandsche
3fn 't 3eïbe jjanDfcï^fï" fïa^n ttoee S&oebep
fcjfjappen bermeiö; öetoeïne in öe teu ban
IPafTenaar opgewfjt toarcn : te toeeten ïjet
^oeöetfcïjap ban öe i|eiii0fïe J&aa0ö/ en^#
AnnaKs $$>£is>0erfc{)ap, φϋ\χ tuo^ö'er ban ten
^efttgen &ttft$-l)Ui$ getoag gemaant
inkomften Φ* innamfïen ban öe5e herh geböen in t jaag
van de ι f'io öeö^agen 400 Hf oteöfcge ponben enbiec
kerk· fcgiïöen: öe iafïen/ öetoeïne in 't baojfcftëeeben
jjanbfefeift opgetelö tooien / öaae af getroït^
ften.
Sfn öet 3eïfbe ljanöfcï$ft fiian be boïgenöe
f^iefiei^aangetehenö: öetoeilieöe jjaftorg ban 3Pafienaar ban oub$ bebieeöt gebben; Oude ,Johan Dirkszoon, Dirk Pieterszoon, Jakob
Paftoorr, Dirk'Zoon.
3fn 't jaar f 4^0 geeft gier ^efïaan Dideryk
van Haarlem
<2En in't jaar 14 . . öe %eer en |ïlec|ïee
Jakob Houk , öe neef ban Gerrit Simoii.z.
j^iefïerte J£döen / brtoel&e öe ^anöaagfcfte
b;oeg-m$ te ^affénaat geeft 0efiici)t. ®& toaö i$ öe oom/ ban moeöer| 3jjöe/ ban öcn gcieeröen j^aaïttogner vhrtmws Dorpiu-. i%# toa$ beften te $aaittop/ en een boesero-bjienö ban öen bchenöen 4$}oningtt w fin f■ i ώ #nöec llaalttop / baar Ijg feiten getoeefï $/ ö^ ben tog toijöïoopiger ban getn gefpjohen. '9fil tjaac 15*70 geeft Hieronymus Hortcn-
ijus, boïgen^ get fcfepen t*an * Schokius,öe
tiieutoe gesinögeit gier berïtunöi0t. ®e 0eioobi0en ban ini öo^p / öetoelfie 5eee
tafcp $p / en öie ban öe nabnuri0e öo^pen/ 3ijn in 't be0in öec 17 eentoe beöient getoerfï ÖOOJ Johannes B.qni.u.s , licentiaat IU öe dEtoÖ'
'*<itttnb&
I · JBe Canon Ultujcft,
|
||||
O XJ Ό Η E DE Ν. J-9-J
^ebert get jaar \t\7 ïjeeftijter gefïaan
Komen* vaiuier Putrèri, ttgt (Da^tfc'Qe b.OO^
onbergi gefloten / maat iu ben ï|aag gebao*
xm/ SUcrmiaat in beibebe ftectjten/ enj^auf* fpipe j^ot&rtö. ^ab 11$ öese l&afïorg lange jaaren beMccbt enopgepafï l)ab/ ïjceft Ijn ein* ttdp De ^ajlarg en be toereib fcerïaaten m bc maanb jfetyuarg 1679, Hcndnk Snabci te <g, Seento in $^aban&
ge&coren / toeï' eer g^eflee onber be <&ratao* ren, βα bac bese gafïarg / befcneltie niet toei seboït ftonbe toojben / langen njö jjab open- öffïaan/ jjeobenbe Herhoberfien i\$t lief be tot öel)arb?rïoo3e getoobsgen ' m uot3ucf)ttotbe b0t j einbelp met iytt jpebbmben fcan bert |eer ber plaatse toegefïaan / Μ bc bolgenbe Wtftet/ 5onber be rechten bcr $cejïelpöeit tt hrenfeen / be J&afloeg booj 3ijn ïeben sonbe fceöienen. ®aar op i'£ ban öe gafïornm'tjaae 1707 opgeb?a&gen aan Pieter Dobbefe, een H!m|ïrrbanimcr / b)ien$ ouber$ albaar met be aan3ienip|ïe ijlden bermangfeïjapt toarem % toa$ een $Q$ertp/ ngt g>. Mtchiejstfiö* ö|?e tz iHmfcoerpen: borg eenigen tijb baar na $ Ö& ngt be pafïorg bertroftften / en geeft tot na$aat geftreegen Muibert Deüonieur, ooft een tCmjicrbammer, bebjeihe te j^aarben/ en e£ bttil boo3 ©afïoo? ïjab gefïaan* AANTEKENINGEN.
. 1. De Schryver gebruikt hier de woorden van den
Heer Menfo Alt'tng. Maar oiAltmg zoo veel gelijk heeft, met de Kaninefaten aan den Oceaan tuiïchen den Rhijn en den HoUandtchen Yflel te plaatzen, daar over xullen wyonze gedagten uyten, als we in Kennemerland zullen aangekomen zijn. |
||||
$ot> Aantekeningen op de
2. Ja, dit is het gemeen gevoelen; en Waffenaartn
loude volgens dat gevoelen zoo vee) te zeggen zijn als iVajfer- of Wat^r heer en Anaere meen e ð dat zy dus genaamr zijn naar de vjaffrnde maanen ; dewel- ke iy in hun wapen voerden: Maar dat zoude op het zelfde uytkoomen want dewyl het gebied en de magt over de wateren aan de Maan toegelchreven word; hebben de Wailenaaren, om hunne magt over de wa- teren te betekenen, dat wapen aangenomen. Maar hier over hebben*t onze Schry vers * zoo druk , dat wy den Leezer maar verveelen zouden met zaken, daar anderen zooveel vangefchreeveu tu b>en, van woord tot woord na te fchryven, Wy willen maar aan- merken dat, volgens den bekenden Meyer, wafaar^ wafda , wafna^ in oude ryden een bofch of foreeil be- tekende. Dun zegthy vorder, Wajda , daarna Waf- md', is nu een dorp tujjchen heiden en ys Gravenhagt enz Dit zoude de naamreden van Wflflenaar tene- maal veranderen. Evenwel bekent hy dat WalTenaar ecu halve maan betekent : en dewyl de Wajfenaaren halve maanen in hun wapen voeren ; zal iemand mif- fchïen denken dat de naam der IVoffenaaren, met grooter waarfchijndijkheit , in de laatfte beteke- ning genomen zou worden. Maar hier op zoude voor eer/r geantwoord! konnen worden dat de getui- genis van Meyer, dewelke wafoaarhier voor een bof- fchaadie neemt , niet behoort verworpen te wor- den. Ik kan verklaaren dat de uytlegging , die hy in zijn derde deel aan verfcheidene woorden en naamen geeft , my dik wils geflooten heert , en on- waarfchjj nelijk voorgekomen is t maar dat ik, de ou- de Schryvers en handfehriften doorleezende, door- gaans bevonden heb dat hy gelijk had, en dat ik ver- volgens my ten onrecht aan zijne uytleggingen ge- flooten had. Her is waar t laat het my geoorlofdzijn een weinig Ie buiten het f>oor te t/eeden, dat hy ver- ibhddene Dunfchewoorden en naamen voor ouwer- wetfche of ongewoone woorden en naamen opgeeft; dewelke zeer gebruikelijk zijn, en dagelijks inden ommegang voorkoomen. Maar, behalven dar hy dit aelf in zijne Voorreden bekent, en 'er de reden vaa á Zie Pars K.itw» Oudhedea, Moutanus over Guiccardyn,
Junii iJatavia , ena. geeft,
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 397
geeft ·, 100 ziet een ieder dat dit gaiifch niet ter
zake doet. Ten tweede zoude ik daar op kon tien antwoorden dat de wapens altyd geen va(l bewys van de naamreden geeven Dit is met alleen door Ý def- tige mannen aangemerkt : maar het blijkt ook in de iteden Antwerpen , Vliifingtn . Emmerik enz. in het wapen van Antwerpen itaan twee nanden afge- beeld: de Itad Vliihugeii veitoont in haar wapen een flefle ,. Emmerik een emmer : echter worden de ver- waande naamredenen , dewelke aanleiding tot die wapens gegeeven hebben, tegenwoordig uytgelagchen. Ten derde zou men konnen zeggen dat in de oudfte wapens van de Wajflenaaren, zoo als by Boxhormus ge- zien kan worden, geene maanen , of i«;ts dar naar maanen geleek , maar vier balken vertoont wierden. 3. De vader vat: deze Maria was lohan Waffenamr\ dewelke van djunius niet zonder redeneen tweede Achilles word genoemt Het is hier de plaats niet om zijne heldhaftige daaden op te tellen : te meer, om dat ze by Simon van Leewwen , en elders, r.age- zien konnen worden, Wy willen hier maar ver haa- ien hoe dat Hem, terwyl dat hy Vriefland voor Kurel V hielp veroveren , volgens de getuigenis van Nan· mm mjunius., een diergelijk fpook is vertoont, als eertyds, naar het fchryven van DionenSuetonius, ver- toont is aan den manhaitigen Drufus, De gemelde Nannius, zoo als Junius verhaalt, heeft de gefchie- denis in een gedicht befchreeven en opgedraagen aan den Aartsbiffchop Frederik van 1'autenberg. De ver- telling koomt hier op uyt. Als de gemelde Wajfe- *aar, terwyle dat hy Vriefland ten onder hielp bren- gen , op zekeren dag tulTchen licht en donker de fchildwachten ging beiigtigen ; is hem een vreeflelij- ke en overgroote gedaante van een vrouwsperfoon verfcheeenen ; dewelke hem met een vreeflelijk ge- baar toegraauwde: Wat doetgy hier in Vriefland,· Ka~ .fet\ tuien door het nootlot befchoren is, uw leven alhier in *i kort te laaten, Ja in Vriefland, en nergens an- ders, moetgy fterven. En hy is 'er ook geftorven. b Zie Menfo Alting in Vliffingen, en Papenbr. in Refp. ad
Exliibuicmem errorum artic. 19 uum» ëï* c Boxliorn. in Thearr. pag, tSf» „
«i'Juniui in Bauv, f41»'
OEST-
|
||||
35)8
|
|||||||||
Rhynlandsche
|
|||||||||
OESTGEEST.
φφ^ηϋ/ batlOUb^ ϋϋϊί Ofregefl:, (f) Os. geit, enOisgeft genaamtr/ fïaat in een ouben
jfeief ban öe tnttomffcn oer iiitrccijtfcöc ïterfte/ en in een ojpeti-fytef * ban Wiiem , ^oogi ban üüllanö/ bennela* &o$bw$ $ Ocft niet antiek te 3egger. aU O »ü: en ooo? Geeil too$ een ö^oog en berJje beu ïanï» bttekent ©an Bet 0efÏ4ï0t öiT «©efïgeefïen toojö ge*
toag gemaaM m aen bofgenoen f ojief ban <foaaf Willem II.
ïk fVillem, Graaf van Holland , maake bekent
aan alle de genen dewelke dezen brief zullen sieri, dat ik aan mijnen zeer lieven, Hier Dirk van Oeft^ed, gegeeven hebbe her land , dat tuf- fchen Moniter en Sünkenderwaal geleden is, en 't welk hy van my te leen plagt te houden. En op dat alle menfehen, zoo tegenwoordige als toekoomende , hier van kennis mogen heb- ben , zoo hebben wy ons zegel aan den tegen* woordigen brief gehangen. Gegeeven te Lei- den, in 't jaar des Heere 1^41, donderdaags na S. Lambertus dag. Φο% geö iit onöee m» enen fyief ban get
feïoofïer jiEarieit-pöei/ getekend in 't jaar 1437/ feaar in Gerrit van Oeitgeeil, Spurgemeeffee ban %tibm/ ixto^ö bermelot, ι ζ) ^aöerïjanö $h oe ü^aflenaaren langen φ
peeren ban <&efïgeefi getöeefï. Z&atfy in 't jaat; 1616 $ öe3e öecriijufieit oe fïab &eioen Dooj ïmp aangekomen* • Van 't jaar 11 f 8.
t By Boxhora , in zyn Latynfche Toneel van Holi, p. 274*
|
|||||||||
Oeftgecftj,
hoe van ouds ge- ' rïaamd» |
|||||||||
Oudheden» 399
$Ct plagt OOtt Kirkwerve , Kirkwerf, etl
Kn k wei ve, ge noemt te mo?ben ·, en fiaat on* £c™n oud
bet bien naam bermcïb in ïjetbeebjag * met ben y*n ?™~ fdbt ban Cpternaei). ΦοΙ\ Beeft ïjet 5öne Φ noemt ge- gen peeren geïjab; bemeifteKirkwerf genoemtwceft· toicrbcn : weine gefïagtnaam onbee anbecen boojf>oomt in een open fyief ban be&j&arn* : $abinne λ da. ©tt Iternmerben geeft ïtei'3ee Hendrik IV,
ban be ïanben öie 3ijn JMier getoonnen gab/ in 't iaat 1064. toeber gegeeben aan ben %ty fcijop ban fttrecgt Wilhelmus. ©e naam geep te Itennen bat gier een ftecft
Sceft gefïaan. <Pe3e feeën $ boigenjg ftet ge* boelen ban Oudaan, en anberen/ geboutot op \jtt gconömeen ban een oub / en miflTci)ten een fóomeinfcï)/ fcafïeeh en fiaat bolgen^tjen 300 jjoog; bat be onbetfïe tyempel ban De been* beur in 't rqoj geuju i§ met be fpit$ ban be êpnarenbamfeijen toeen, ©e te« ban <$efïgeefi bio?b onbec be oub*
fïe uerïien ban ï|al!anö gerebent: <tënReinier iSnoyc toeet on$ te beetcïlen / ijoe toeï ήρ 38*
ncn $eggman bergeet te meiben/ bat £. Wii- lehioord f^- be3e ten niet alleen gefïicijt/maac ooit mgetmjbt ïjeeft: ja bit 3onbe jjn na 3tjne öoob geöaan Rebben, &it gaat ecïjtec bajï/ 3«lfS Volgen^get fci)$ben bandAlting, bat3e et η ban bé $ioebetfeerKen $/ en bat eentge ^lciuft fternen en napellen baae om flreebg booj ^aare boc&ter$ gerefcent ioojben. %$ töa£ ingetDtjbtopöen naam ban β. Wil*
lebrordus, tti eerbe ïjem berbolgen^ atë ïjaa* ttn ^cïmt-ljeiiig. ©e gafioo? ban ^eïïgeefi «Van 'c jaar Ï063. b Van't jaar ucf.
c Ub. Rer. Bat. ' Λ In EirkWervc,
8*0
|
||||
409 Rhynlandsche
I»airouii^rt)ii^ceii0^ootrecöt^0pbieiïi $oote
re bat be liapei ba ' Φ, %. J^on&i ómneit öe fïab Eeiben/ öeioeifte nabrrijanö eot een jfo rocfjinerfe upgerecïjt i$/ Daar onöec Oeg^egen toa^ Be«ever* ^100 &*# ferftttl/ $00 af^fjig ItfeO^ Ottöec
van de pa- Seioen aangemerkt fytbbm I yeboen ua ι ouö|
ftory. ter beegeebinge ber Höoiffe ban tóöijn^öurg
geffaan, ®otfy boo^ be opreeïjting Dee nfew
toe ö$bomraen fë (0gfigeefï onbeu {jet bi|öont
ban %aadem geraaht,
3[n een boel* ban öe pafïoene/ 't toeli* met
Bet jaar i-ftfS begint/ too^ö getoag gemaaitt ban tfoee ofb^ie fiicjjttnge i/ betoeiïte bantod tng öeïang 3ijn: en bolgen^onaer gtftfyiebm/ te iüttten ban 't jaar 1$83 en 1449/ §et |« <0eefï$fjn$ toege-eigent haaren. J^oïgen^ eenen ojief ban't jaar 1464 t£ jjfep Broeder- ooit een 2feoeöerfciap ban ben %, <#»eefi 0^ fchappen, fc^jj : eJ| ^0^η^ cm atlbtmi Mtf/ te \3tö&
ten ban 't jaar 1467 / fcoa$ 'ee ooft een SUjop
berfcijap ban be φ, $fèaagb Maria, en öea f. Wiiiebrordus, torend infïeiïingen tog ïjieeïa' ten bolgen; WY Gfory/ Pos, Provifor, en Claes van Zijl, De-
ken van Rynlant, doen kondt allen luyden mitdefen regen woord igen brieve, dat voor ons geeornen zyn Jacob Cïaez en fPillem Eggertfz , als Procuratoirs en Hooftmans van onfer Prou- iven en ftnte Willeboirt Broederfchap, geordo' neert en geftigt in der kereke van Oeitgeeft» daertoevande gemeene broeders enfufterfchap» voirfcrevegefaet, gefintengemachtige, entoe- gedaen/aïfulcke itatuten en ordonnancien als hier na geicreven itaen, welcke ilatuten enor- " ..-- donan- |
|||
ÖUDHEDE K 4ÖI
donancien fy als Procuratoirs vander broeder*
fchap voirfcreven, rait horen mede-broeders en mede-fuftereningeftelten ordoneerthebben, en voirden als Procuratoirs daer toe gemachright voir hen en voir die ghene die gebroeders en fufteren inder broederfchap voirfchreve zyn en in toecomenden tyden broeders en (uiteren in den broederfchap voirfchreve worden feilen, de* fe nagefchreven ftatuten en ordinancien op al* fulker peenen als zyze begrepen hebben ewelik onverbroekelik te houden , en om een ewige getugeniffe daer off te hebben foe begeerden die Procuratoirs voirfchreven dat wy die ftatuten en ordinancien als zyze gemaekt en ordineert hebben bezegelen wouden , welke ftatuten en ordinancien hier na volgen indefer manieren; In den name des Vaders, des Soens en des Meill·
gen Gcefi*. Soe hebben wy wt rechter minne en om den dienil Godts te vermeerderen, gheor- dineert een broederfchap en een fufterfchap in dereeren Goedts en finre liever Moeder en die Heil igen ConfeiToir finte Wilkbroert tot Oeft- geeft, in manieren als hier nagefchreven itacn. In den eerilen , zoe wie in defe broederfchap en fufterfchap ontfangen wil weien , die feilen daer in ontfangen welen by den Hoomans die dan Weien lullen van der voirfchreve broederfchap en fufterfchap. En die fel der broederfchap en fuftertchap geeven tien groot. Item als een broe- der of fuiier oflivig ge worden is zoe feilen alle die broeders en fufteren te kerken cornen eer dat liet Ojfertprium gefongen is, en offeren over den doden broeder of fuiier, en die daer niet inqua- fre en offerde als voirfchreve is, die verbuerde cenen grootcn toeten dienfte Goidts mede te <€c doen,
|
||||
4oz Rhyniandsche
doen, ten wair dat hem nootfaken dede en dat
foude ftaen op zyn confciencie. Item als een broeder of folter ofiivigh geworden is Toe fel die broedcrfchap en fufterfchap hebben desdoo- den befte cleet dat tot zynen liven hoort ofan- derbalf pont Hollanfe payment daer voir,en dat, foude gaen totten dicnile Goedts daer mede te doen. Item waireenich broeder of fufter die ai- Zoe arm wair die oflievich worde enhyzynwt- vaert niet vcrghelde en mocht, zoezeldie voir- fchreve broederfchap en fufterfchap hemteraer- den helpen en zvn wtvaert betalen op hoeren colt. Item wanneer daer een folter of een broeder af- lievich geworden is, zoe zelmen over den ghc- nen vier ftuvers fchoen broets den armen om Goedts willen voir die ziel geven. Item zoe zei- len alle die broeders en folteren alle jaer een maeltyt te zamen eten, en daer zelmen eenen ygelycken broeder en fufter ellic byzonder ee- nen weet of doen acht dagen te vooren, en als men een v/eet doet zoe zei elc broeder en fufter geven twee groot tot een orkontspennynck,en zoe wie ter maeltyt nietquaemen die zoude ge- ven halfgek dat elck verteerde, ten waer dat hem kenlick nootzaken dede. item als die mael- tyt gedaen is , zoe zelmen des zelven daegs dec avons een Vigilie laten doen , en smanendages daer aen des ochtens te Homis tyt een Mis van Requiem over alle de levende, en dode folteren en broederen zielen , en als die Vigilie gedaen is en die MiiTe, zoe zelmen vifiteeren een be- quam'e ftede daer men lefen zei een Mifercre en een Profundis mit een Colleft voir den vöirfcnrc- ve zielen , en dan zoe zalmen deelen den Paro- chipaep en allen Prieltcrcn die daar broeders in zyn een ftuver en den Cofter een halve ituver. J Item |
||||
Oudheden, 403
Item als die maeltyt gedaan is zoe zeilen die Ho-
mans die dan zyn rechtevoert kiezen andere Ho- mans , die mannen twee en die vrouwen twee eer dat fchdden, bi horen confeiencie , die hen daer nuttte toe duncken, en daar fel altoos een van den ouwen an bliven. item zei geen broe- der offufter langer dan twee jaaren an een bli- ven Ho man , ten wair dat h y of zy zeer beqüaara toe waar. Item des anderen dagen daar naar dat die maaltyt is gedaan, Zoe zeilen die oude Ho- mans rekenynge doen voor die nye Homans. Item voirt zoe en zelmen geen oncoft op die; maaltyt vorder doen dan men verteert, en wac oncoil dat boven die maalryt is te gelden, dat zei men betalen van den gelde datter in gecomme is vander broedeifchap en fufterfchap , en wat daar meer te gelden waar, dat ioud men garen van de gemeene broederen enfufteren ïeemfoe en Zullen de Homans geen dinc doen maken of coopen datter voirfchreve broederfchap en fu- fterfchap an gaat ten zy bi confent van de ge- meene broederen en fufteren , en waart dat zy des niet over een en drogen zoezoudement doen by ommevragen van de gemeene broederen en fuiteren, en waart zaken dat hier boven ymanc waar die dat niet volgen en woude het waareen twee of drie, en zonderlinge een hinder daar in wezen woude, verbuerde 10. fchellingc en noch- tans foude hy een broeder of een fuiter bliven, en nochtans foudet voertgaanby die rneefte om- jagen. Itemtgelt datter voirfchyntvande voir- fchreve broederfchap en fufterfchap dat zei gaan totten dienit Goids en zyner liever moeder Áßá- r'en mede te doen. Item zoe en zelmen geen van defe voirfchreve punten doen daer die Paro- chiepaap by veraftert zoude mogen wezen , of Cc ^ die
|
||||
404 Rhynlandschê
die hem tegensmoehte dragen, ofdatter kercke
tegen mocht dragen. Item als daar een broeder of fuiler fterft zoe feit erven opten naaften en outften en die fel dan geven vyf groot Hollands payments van infehriven , en du fel hy verfoe- ken binnens jaars na dat die broeder of fut'ter afJivig geworden is. Item waan dit enieb broe- der of luffcer yer lovede der broederschap te ge- ven dat fel vaft en van waarde wezen, of die Homans fellent hen mitren recht afhalen. Item foe feilen fy laten doen agt Milfen d:^s 'ne\s voir levende en voir doden. Die eerde Mifle tul- len fy houden nader Ocl:ave van PaafTen , die an- dere van fin te Willebroot onfe Patroon, en die andere fes na onfer Vrouwen fes Hoochtyden die zy hevet binnen de jaar, en dan die Parochi- paap twee g< oor, endiecotter een groot. Item foe felmen alle Hoochtyden nader Vefper doen onfer Vrouwen lof als die Vefper en Compleet gedaan is en die benedixie gegeven is , loe Iel- uien die toertyiTen opfkken en gaan voir dat bcelt van onier Vrouwen, en iïneen onfer Vrou- wen loff, en als onfer Vrouwen loff mitter col- leclal gefongen is , foe feilen fy allegader neder knielen mannen en vrouwen , en foe fullen fy allceader prueten onfer liever Vrouwen en leteri die Ave Maria , en dan foe fel die Priefter op- ïhan en geven die benedixie van onfer Vrouwen lof. Item onfer Vrouwen loff voirfehreve en felmen niet houden dan opter grote Hoeehry- oen die coemen binnen den jare, als die luy ^n van Goeds wege niet en horen te doen 5 ^an ter kerken te gaan en Gode te dienen en onler Vrouwen loff felmen doen , wanttet bidt voir lyffen voir ziel, op dat dat broedeifchap te bet vermeert mach worden. Iiern voirt foe iulic'1 |
||||
Oudheden. 405·
zy hebben eenen dach binnen den jare dair zy
horen Hoechryc van onfer Vrouwen feeilelyken en heerlyken metVefper, Metten cnM)ifenop houden Z'üleh ah behoirlyken is, want alle Gil- den hebben eenen dach binnen den jare daar zy horen Hoechtyt van horen Heilich ophouden, dus foe lullen zy hebben eenen fonderlingen dach des jairs daar zy horen Ì laltyt en horen Hoechtyt op zullen houd ç, en dat lal aUyr we* fen de eerfte zondach na finte FiÏÏoor, wantrec dan hier den luyden wel dient , om dat zy niet te hoeken, noch te binden , noch te hoyen en hebben. Item loe zullen zy dan des zaterdachs comen te Vefperen diet bybrengen mogen, en des zonnedachs des fmorgens re Metten met ter Mifle, zoe zullen zy al legaeder comen die broe- deren en (uiteren eerlyken en devoetelycken als bhoerlycken is, en dan te laaite offer zoe zul- len zy alteiamen itatelick ç gaan offeren, eerft die broederen en dan die fuiteren, en alsdan den uienir. gedaan is zoe zullen ze gaan altefa- men ftatelicken en eerbeken daar die Homans een maaltyt hebben laten bereyden......
fo hebben wy Gberyt F os Pro í 1 for, en Claes van
Z)''"Deken van Rynlant voirfchreve, om bede Wille der Procuratoirs en der gemecne broederen en fürteren des broederfcap voirlchreven inge- tuygeniife der waarheyt , alle der punten voir- ichreven onze zegelen der dienite hier angehan- gfn, daar bi waren als tugen die eerbare en be- icheiden mannen en Heeren Dirck Fos, Dirck Van Oyefi en Dirck Yerninck Pr ie lier n. Gegeven Jn 't jaar ons Heeren duyfent vierhonderten vyf- tich, op ten derden dach in Aprille. |
|||||
Cc 3 <2>â
|
|||||
Rhynlandsche
oude ra ^c boïgenöe IMtoo^/ öeiwifte tëngtte
&xU fcjjeiöene bieben öy een^ogt tjeboe/ ijeööen ttt aern ban #e)Ï0eefi in öe ïtatolpe tgqen
Öeöient,
g|eerjnban van de Kerkwerve, in 't jaar 1312,
l|eer Gysbert van Avcnfate, OlUtreUt ijCt jaui ïj|eee Henricus Spikers, 1364.
'^ttv Simon, Cnreut omtrent ïjet jaar ι-]..
ïfeee Johan, Hugoosloon, in't jaar 1394.
Ijcec Simon , Niklaaszoon , ÏJttft ï)W QV fïaan in 't jaar Γ42.8 j en fïaat aï«n j&jfïaojban
#ef%jeef! bcnneib in öe tioee b^ieben / öetod* fte tog 300 aanffonb$ ^iiUen opleberen. J&eefïerFioris, Gy.hertszoon, beioeïfte Jjiec
$afïoo.? toa3 in 't jaar 15-37/ i$ w 't 3"^ jaar Op beo ^ HlUgUfli OOOu2 Maria Paeu van
End^grcit booj! getuigegefcuiht in Öe saalibau
Jjaai*e ÖQCJjtCC Gecrtruid , Kngeibcrt^ dochter,
Paos van Rndcgeeft : en 1$ OT t$Cf getest op Set ï)üi§ 4*nbegeefL·
311 't 3e!föe jaar 'f37/ ben 27 ban J>cj);
teiüöee/ Jjceft öe booinoembeFionsGy btrts- algcngi ijetgeb^uinban öie tijoen/ aï$ f&afloo? gefïaan ober Refter teftament Gei rit Wiilemiz in 't jaar 1768, Jjg fiaat
aï$ J^afïoo^ ban #eftgeefï bermeïö tn een ouö ftegïfïer ban öe fonöergen en innomfïen öe3cu neriïe Φρ oen jelfbenήβ tDa^ heer Nan- ningszoon uofïer ban öe <&fïgeefïer fiern; en ÖC ïfeer Adriaan, Adriaanszoon, beöienöe Jit
feloojier j^aneü-poeï aïpiapellaao, ïf et ge
nieïöe ^etjifïer i$:ap l>t ue^oen ban ben bmp tioemoen 'paftoo? / eii mn öe ïtcrhnieefïerö/ befej^eeben gebjeeft, <£n Ijier ngt biyHc aat ser oub&ijö$ een 3g. <0£cfïïju$ te Φζβ&Φ tjeeft gejiaaït, Φ°" |
||||
Oudheden. 407
<®o« $'e* ober emi$e jaaeen ten$&te§Mtè Wpp<ihfi:s
0f öoniöt 3(n 't jaar i4fo geuöen be &ernmeefïee^ / Ι Fioris Ëw-oudszoon en Jakobszoon , aait Jet
Moofiee j&atien-poel een Ijalbe rnergen ïanb$
■bcrhocöti om jjet beröeeteren ban haaren to* I mi te öetaaien
®nit£t be parochie ban ^effgeefl Jeöijen
ρ£$$ bier nioofïei^ gelegen : te toeeten/ mk b|oumenïfioofier$ / aï^fban £. Agatha, ban Maria Magdalena, bie b)g mi opgegeebcn Poen in onsebefcöjgbingbanïïeiben/ en bat ban Marienpoci, battog aanfionb^ ooft 3UÏÏC11 opgeebeti. βη milm big gier laaten boïgen [jet Moofier bet? Heguitere ïtanonnimien/ g>. Hieronymus nfoofter/ anber$ Lopiengen^amt: Ι ijcböetibe ban oub^gefïaan baar nu be %eifc
fc.ijc2$eefïeniarnt!^ *Jakob de la Torre meent bat be föegUÏiere
lianomuftnen ban oub$ eene ψιίον$ gdjab
Seööen tuffdjen Seiben en Itciberbo^p -, bjeifse Ifjiorg/ 300 ög meent/ «eabetoegetoijbf toa^
I op ben naam ban £. Hieronymus i en osiber 't ■ 'f ïtöniiteï ban 3$inbe$jemt be goo^be.
jj&aat nocgte Orlers, norgteGoudhoeven, ï noeste ienianb ban 0113e ïiromjïtfrg3gbei'£/
foecten ban bit blaofttv te f^eeiten ^y fp:ee^ fan hjeï ban een Moofïer ber förguliere ïia- Honniftnen/ 't tueïft naar £.Hieronvmus \&ζ$ jpoemt: maat' 3g 5eggeu ooit eenjarig bat
Sft öniten be $i)ii£bui*gcr poo?t geeft geffa-m ïfet plagt ijet nonbent banïïopsen genoemtHkrony- jfe tooien : en gier ban foierben oc Jui^nigen ™"*! luo-
,aanbe ^iantocpooit Jet nu$ banieren m,0V"gCr
ι ouöe tijben genoerat. ^e Itanonniftnen bró^ naamd,
* In zijn Roomfch verbaaJ»
Ce 4 ben
|
||||
4oB Rhynlandsche
ben be Winlwtg genoemt \ maar bjaaeom/
ïjcö in noci) nering? nonnen binden* <S^el[) ift geïoobe bat 3e Du$ genaamb 3ijn naar Wihem Hermanfz EChnkert ·, ^betceitie §t$€ O^berUl betl
J|em ön gegaonöoben bao#ge3et fteeft, 9(8
geloobe/ 5€0 ift / batöeïtanonnmnenbanljrt ilOltbCltt 1£op5CU/ biitieïfte OOÏt Hieronymiaa-
nen of Hieronymus- broeders genoemt toferben/ betoijï 3η grenen SJnfïeïber |abben bie in [jet
getaï ber heiligen opsefcöjeeben toa£ I ïjem boo? gunnen patroon aangenomen geöben, 2$ant onber bien naam i£ ög in 0113e ©ato ïmsbfclje jaarboeken bebenb: betoellie ooh %v toag maaftenban eerie$ergabiednge; betoeitte ïjier / boojget mibben ber bijftienbe eenloe/ beroepen ié gefcoeefï. i^anr a!^ fin-d van Rorgonje, öpgenaamïi
d · Stoute, om bat 3$η geïbna# boa: Ijct ge/ buurig oorlogen uitgeput toa$ / be <0eefïeiij> nen 300 ban ben tefteipen a$ isfoojiedptfi fïaat/ oebjefèe ytï) baar toe onberpligt tjscï^ ben/ met lafien en fejjattingen begon te guel' ïen i '*i§ bse $aaït boo^ ben ïttreeijtfeljen 23$ feijoji David vanBoigonjc m p^oceggetrohheiif s^aar op geeft be^aaf/ om (jet toerït aan te b^ngcil Antoni Hanncron 3Mieil ban ^. Do-
natu-, teft te 2$?Ugg£/ eil Arrurus Boyhon ^auffeipen Ji^otonotar$ enj^afioo,? ter<0aw
'be/ tor gen afge^onöen, ^oei) get gjootfee heel ï)teft 'g <fcben bebeï tegengegaan ; en gebben be Reguliere üanonninnen in 't jaar Η7Γ eene Ög-een-iïtomfie UI β. Hieronymus
«onbent bg Steiben geijonben : altnaar be ïia^
lionmWien met eenparigljeit ban fïemmen bc* floten geböeii/ J)et bebeï ban oen <Gfeaaf nfeC te geöooitaamen -, en ïjebbeη 3ici) berbofreité op ben ^au^ ban Komen beroepen. £^Ö |
||||
Oudheden. 409
Φοφ Karei liet 'er onDectuffbQen eenigen
ontfjoof ben *, en ftcefr Daar boo^ beeïe anbercn tot 'jet opbrengen banbe fcgattingen gebtoon* gen.- 4) <^e jaah 30« «öe§ erger afgeïoopen poen·» ten foaar Karel fto# öaar nab^Jan* t\) berfïagoi toag gefcneefï ·, toaar op ï)et bol* genbe jaatfeöaift toierb gemaaltt: noCte regVM fVCCVbVIc CaroLVs.
*^n 't jaar Hfo/ opbenganbagCmrate,
ί$ίιΐβ> Hieronymus-dal een algemeen ïtapuv tel geljouben, Uudolf Gerrit van Wezop , eertf O^nber^
pno.1 en ^oenrato^ ban get Moofïer ^ien bn
timerj&fbötf / toierb m 't jaar i^u tot ^io| baa ftojpfen b$ Eeiben 0*60501 j en i$ een 3cer gobébienfïig man gebjeefï. Sjil't jaar 1470 mas Matthys tfuigenfz J^tO^
ifo4 FCornelis KlaaiTen, Jp^to;* Matthys Hugens, (©nöerp^J, 1% Jakob Anronis, J^OCUratOJ. mt nïoofïer/ 't toeift rebelpe mftomfien
geïjab ïjabbe / i§ naberijanb b$ berarnit / en al boo^ be ^paanfcije beroerten tcnemaalbee* ballen, ï|et toterb / in be ngtleggmge ban ïetben/ binnen be fïab betrobben j en geeft toeï eer gefïaan ter p!aat3e bie nu booj be Öeeficnmarht fcoo^b gebmibt. IHÏ500 be Ha* noimihnentö^ Wooffer 300 ten acgteren ge* Sttjabbcn/ bat 35 ijnnne feijniben niet beraam ïcn bonben , geeft be fïab/ bg obergifte ban biüeber Niklaas van Harderwijk , J^iö? batl
^inbe^jjeim en generaal ban be3enje<2^ber/
* Libdl MS. Stat Ecclef Tiajrft.
* 2ίς yan Leeuwen lkfclir. van Leiden p,ig. 478»
€ fm ÏJtt
|
||||
4-ïo Rhynlandsche
Öet Mouftct aangtflüiien. *®t gemeïbe fïab
jjeeft baar op \)tt ïuoofter / met be inïiomfïen/ onergegeeben aan £. Catharinaas gaffj)u$ 5 <^cïj öeeft met tm öebongen bat ijet seïtic gafH)l«$ aaijfeOitoJohan, m fymtt Adnaan,
öie in 't ttloofter geftleeben toaren / 300 ïaug
atë 3g ïccfben/ jaaHgiig 30uöe uittoren ftó
pont groot Blaaiiifcïj grib. <Poeij aan bw^
oer Fians, Me ijtt öiüoftec berlaaten ïjaö/
moeft jjet'g jaar^ itgtfceeren b^ie ponben/ ft$
fcïjellingen / aeljt penningen ; en noeï) eet$
tfoee ponben / tien fcöeilmgen / om ïjmi baac
meöe te ftfeebeti»
#nber be parochie ban^efïgeeftV niet ber^
kiooiïcr te ban Seiöen/ jieeft eertijb^ een 3etr btv
onder oeit- maara enrp$oimchIooffer gefïaan: getto*
* «ε/ oen gaf baar onber gereftenb/ bier mw
gen en bpf gong in 31J15 ommetreft öefïoeg,
Hpfc een otiö fjatftfftfctft / ïjet toeïfce mg tff
gano gefïeijt $/ fjeö in be p?ent ban ïjtt feïoo* fier trii öiaifie ban ben2iee3ee iaaten fyultim i>ct ixioofttt i$ omtrent get jaar 1429 g* ftïesjt op een moerafftge pïaat£; gelpbe Uw oerren oaar om Ijecn ooojgaan^ 39η ge&ecfï. Ca foa$ be5e plaat£ piiaihen-poeï genaamt: onoer toeilie Benaminge be3eïbe ngtgefynftt fr at in oen eerfïen en cnöfïen fyief ban öen 2Νιφρ ban ïttrerljt Jfn een föcljtiiigBMcf ban t jaar τ 451 #aat3e bermelb onber ben naain han Pöbinaen-poeL J^aberfjanb ίφ $ Jaabbeti poel genaamt gehieeft: bjeifee benaa* uiiiïg be3e plaats $cfeerhjh genreegen 3ai Jjfo- oen ban be faoben öetoeme boot?gaan£ in groote menigte gebonben tooien op raoeraffi' ge pïaat3cn. |
|||||
<£cp
|
|||||
Oudheden. 4ir
<#ertt)t$ &eeft gier een (ïot of goffïebe ge*
ffcaii : bememe bg naar 2.8 mergen groot / en cm ieen ber ï|oIlanbfri)e <0raben 3tjnbe / tsm ^wg-graaben ban Seiben toebepoo^be, &écli ü\§ J-.in van Bcyeren be fïdö Eeiöen til 't jaar
14x0 belegerbe: ijeeft f$ om 3911e b#aaftlu(ï
teerett Philips van Waflcnaar, bit ÏJtt lltet bett
23iflTcïiop ban ïltreeïjt ïjteïb / te boeten / {jet
gcmdöe fïot met meer anbereïfafleeien eit^ee* ccu-gttt'5ett berbelgt i&ant een otigetyultte tonp ban HUfmtaar/ berïjaaïenbe jjoe bat Jan van Reyeren be floten ban 3t}iie tegenfïree* bo# bernteïöe / en bie floten opteïïenbe / ber* ntclbt ooft Ijtt §ui$ ^abbenpoeï: en boegt eu ban öü/ 't foclfc nu een $onnett-Woofïee $/ CM Nonnenpoel iöO$l genoentt
! U\$ bit fïot hn§ bernteït en afgebeten toag/
Beeft Hendrik Waflcnaar , be OUOfïe 30011 batl
öcn 25urg-gcaaf Philips, ïjet muurtoerb en be
ïanbergen aan jjet fïot bejjooeenbe berhocgt aan Boudewün van Zwieten , föaab^ljcer en ®ntbanger ban ^olianb : maar / befcuiji ïjet ienleen ban be a^aaffelpgeit toa£/ ïjceft fjg aÜioren$/ om bte berhooptng te boen/ een ber* ïof-ö^jcf ban Jan van Bcyeren beritreegen: bael* \\t bikf getefcent t$ ben iySHugufli 14-?-8. ®aae op gebben Dirk Waflcnaar ^oofiban a§. fans tterhe te Ittreeïjt / en Jan Waffenaar
ïtsbber/ bolle b^ocber^ ban bett berltooper/ op
öcn 2.x $ugu(tt ben gemelben ftoop goebge* touw; 300 afë m eenen fyief / onber my beru^ fanöe/befcf#eeben (iaat ©eboomoembeBou- d-wijn van Zwieren, op bÉeit tjjb tC Eeiben
fooonenbe/ ïpb aanbegemeibe^u$eegiof$ow
nen uut Kef be ijui^oefttnggegeeben. 's
©03e
|
||||
412 Rhynlandsche
®t$t jonnen fjaböen eerfï tnffc^m^djmw
ïjoben en (Buftttiosttv gebjoont; maar baattu om be oorlogen / bemelfoe ïjet platte lano oiu beïng maabten/ in ^aoebjater getoeehen, j^aberganö t$ jjet 25l^öom ban Utrecjt/
boo^ Sjet beraden ban ttuee onberfcjjeiOene Mfftfyüggm/ tC beeten f Zurderue van Kuilen-
burg -enRudolphusvan Diephout, tl? ΓίϊΙΐΤ patv tgen berbeeït gefajeefï. <Ü*n baar op !)eööcn öe
boo2iioeniör gnfferg/ b*eöe part g ban Zuederus bolgben/ ttgt boerse boa^armoebe/ en om pan geene itcr&fcïjennnge of bjeöerfpanmgöeifc fcijul* big te tooien / geïp ίο oen apen-b^ef ban Zuederus ngtgebiubt fïaat / #uöefc8ater üw laaten: en jijn oober bebefrguttmgebanBou· Öewijn van Zwieren, bjien^ miïöabigfjeit gOOg
geroemb foojb / ni ar %tmm berguifh
Opbou- ^°a tytft 0öli or3c van Zwieren be ^Ollltitl
•wmjjr van fytenöcfp ontbangen : en na bat be jpafloo^
het kioo- ban Oeitgeeft (tot gct bantoen ban een hioo^
ftcr· fier) berïof gegeeüen jjaö/ en bft berlof 00$
öen^iffcgopbaii ïitrecgt bebefïigt ma$/!jtffi
gn in ïjtt gemelbefïot een nioofïer geootitot·
't ioeïit ben naam ban β. Ma» ye-poel, of
Onzer Liever Vrouwen poel, SjOUbè boeren.
IHan bit nienbje Moofïer fajicrb be^ebaet W
gcfrïfêeeben / bat Ijet getal ber gepjofefT^ jonnen nset groter 3onbe 3911 aï^beertig: Φ bat er niet meer al£ tien ieenen óf bniteiHU' fïer$ sonben aangenomen tooien *, ten toaac bat ijet algemeen Hapitte!/ en ögbg 3ijn W& ooit/ Betanber^mogten berfiaan. Φοϊί mov fïen be jonnen / alg; föeguïtere StaoomtiftW fen / naar ^m töegel en be infMüng ban $· Auguftiuus ïeeben. ^efiicgting b;iefbm$W 1 Ziet hun Ieveu in BaWvia Sacw.
oen
|
||
Oudheden, 413
bm gettieïöen Boudewijn van Zwieren Regelt:
en op öat öie £$ef te groeit «racöt 30uöe
Jeftben/ Ö^ft Ö£ Willem Klinkae'rt, J^ïO^ te
^mt/ ÖUtten^it|OOnÖOl!en/ 0η Herman Jans.z. po^ban gct nïoofïer te«g»teut ög öer4E>auöe/
öetoeifte tot &3igtigerj£ ban oit Moofïer aaage* jMttoaren/ geöeoen/ gun jegeï ooit aan oen jeïben fyief te gangen, ©it aiïe$ geeft van Zwieten oug geöaan opïjet f&# banl^outoeu Sirïjtmfê tn 't ?aai? 1451 ♦ 't toeïïte in oen fefc genöen ojief bjgbloopigep öefcöieeben fïaat: I *
Τ η den naem ons Heren Ihefu Chrlfii, ende der
gloriofer maghet cnde moeder ons Hereen Ihefu Crifti Marien, Amen. Ie Boudyn van Zweten y Ticfoiier van Hollanc , van Zeelant, ende van Vricilant, doe cond allen luden. Want ie be- kenne dat. alle goede ende volmae&e gaven co- men van dat overbelicht, ende goet, dat God fel- vc'sj endehi my wt iynre groter ghenadigher goedertierentheit, die tyt myns levens vanhnen goede menichfoudeliken verfien heeft; fo ilt wel niogelic dat ie die nu bekennetewefeneenllerf- hc crearuer , bi iynre groter ontfermherticheic ghennaecT:, wt alle mynre herten ende craften dac overlte goet love endedancke mitten finen, ende den lof daer of op hem werpe* alfo hidat felve IS) ende daer alle goede wtcomen. Soheb ie daer- °m, ende of ie mochte na minen armen vermo- gen , hem te love , ende der gloriofer ghebe- nedider maghet Marien fijnre wtvercoren moeder enich dancbaerheit ghedoen om mee! re gratiën ende ghenaden te verwerven in defer tyt, ende glorie na defen ellende inder ewicheit. In rech- ten teftamente ende mitten utcritc wille, wt puer- re cantaten ende minnen gheoh dineert een Cloe- iter
|
||||
414 Rhyniandsche
fler van .Nonnen RegulariiTen , die nu ter tyt
wonnchtich iyn ende namaels wonen felien ten ewighcn daghen opter hofileden diemen tehie- ten plach Podiken Poel , ende voirtan fe) bieten Sunte Marien Poel, of Onfer Liever Fr ouwen Poel mit alfulkcr oirdinantien ende goeden als hierna ghefcreven ftaen. Inden eeriten fo oirdinier ie, want die reyne gloriofe maghet Maria , die een moeder is alre ontfermherticheit, ende myn troe- ilerinne geweeft is van minen kyntfehen daghen, dat hair lieve Soen dat ouilegoet,die hairnym- mermeer en weighert, fel wefen hier of een Pa- trpen: ende fi van haerre ingheborenne goeder- tierentheytjéen PatroneiTedes voirfcrevens Cloe- fters, ende op dat die voirfcreven Nonnen, my- ne lieve ghemindegeeilelike vriendinnen, dienu fvn ende namaels welen lullen, Gode ende der ghebenedider maghet Marien te volherteliker * dienen fullenj foe hebbe ie hem van dat myvan den overften goede verleent is, ghegeven, ende gheve mit defen brieve vojr my ende voir mine nacomelingen tot ewighen daghen, die hofilede van Pokken Poel voirfz. mit acht ende twintich merghen lams, luttel min of meer, in den am- bochte van Oejlgeefl gheleghen, tot enen vryen eyghen, mittcr tymmeringhe ende mit allen ho- ren toebehoren, in alre manieren endevorwair- den, als ie die ghecoft hebbe jeghen Heren Heyn* f/V/éHere van Wajfenair. Ënde die brieven die daer of fijn ende ie hun luden overghcgeven hebbe, datclairlic wtwifen ende begripen. En- de fchelde den voirfz. Nonnen, die nu .fijn ende .naemaels wefen feilen, clairlic quyt alle recht, ende toefegghen dat ie an der voirfz. hofilede, mittén voirfz. lande ende horen toebehoren ghe- hadt hebbe, voir my ende voir minen nacome- lingheri
|
|||||||
O U Ñ Ç E DE Í. 4rf
linghen tot ewighen daghen, Bchoudelie dat die
voirfz. knt nemmermeer vanden voirfz. Cloefter vereoft, of in enigerwys verfcheyclen en fel wor- den. Voirr fo heb ie den voirlz. Nonnen Regu- kilTen gegeven ende geve mit defenbrievedric dulent Philippus fchilden , die ie hem gelovet hebbe ende gelove mit defen brieve , wt alle mi- nen goede wel te betalen mit alfulker voirwair- de: rot wat tiden dat dit voirfz. geit betaelt fel wefen, fo felmen dan dat geit bi minen rade be- leggen an! goeden erve ende renten; ende datge- daen fullen dan die erven of renten alfo gecoft tot ewighen daghen anden voirfz. Cloeiter bli- ven, fonderarghelift. Voirt fo fullen die voirfz, Regulariflen nu ende tot ewighen daghen beilo- tenweien ende bliven j ende oic mede nyement tot hem ingaen, dan nae wtwilinge des geefte- Üken recht», ende hairre ftatuten bi oirlof des biechters ende der Priorinnen; ende in gheenre wifc en fel yement mit hem binnen eeten , dan Tufteren van haren capitel. Voirt meer om ver- fttoytheit ende ongheoirdineertheit te fcuwen, die dicwyl van veelheit der perfonencornet,ende mede om darmen der begheerten ende becom- ^eringe tytliker dingen een eynde fetce , ende Ø veel te vliteliker ingekeert ftae tot godliken «ienften: Soisdaerom myç hegeeren ende uter- "en wille, dat in defen Cloefter voirfz. nemmer- meer wefen en fullen of meer ontfanghen worden dan veertich ProfefHder Nonnen, ende tien an- ^er)fo Converfinnen, die binnen fo butenfuilefen, uic buten fullen dienen ·, Ende niet meer tot ghe- nw toecomenden daghe, ten wair dat hair Generael Caphtel mde my bi minen leven famentlic yet anders mr in goct docht e. Mer ofbi minen leven daer niet wen wghedaen en worde, fofel dat vwfz. Cloe- fler
|
||||
416 RhynlandscIhe
fier fiatnde hliven opten voirjz. veertkh perfhneH
ende niet dair boven tot ewighen daghen* Jindedefe voirfz, vyftieh perfonen f uilen moghen htbben in fckerliken erflike renten naeinhottt der ftatu· ten hoirs gbemeens capittels, honderr mare lil* vers des jaers, of die wairdedaer voir ende niet meer, in erfrenten tot ghenen daghen. Mervoir den oncoftder tymmeringhe, datCloeMTÏnraec ende in daec mede te houden,ende höfêfi Priefte· ren,moghen fi hebben een redelike renten,als hem dair voir bi horen ghemenencapittel geoirdineert fel worden. Ende gheviek tot enigheriyr. dat die voirfz. Nonnen mervercreghen in erfrenten, dat fouden hair Viiïtierres van hairs gemeens capit- tels weghen ey fehen. Ende dan fouden die Non- nen dat bi hoirre confeientie teritont den Viii* teerres overgheve, ende die fouden dan die ren- ten vercopen , ende gheven 'r. ghslt daerofco* mende andere armen gheefteliken menfchen,diec van node foude wefe. Voirt meer , want ie nu bekenne een ilerflic menfche te wefen, ende tnj niet fekerre en is dan die doot, foo heb icdaer- om vercoren ende verkiefe myn fepultuer myni lichaems inden voiriz Cloeiter van finte Muru» Poel,, pp dat die voirfz. Nonnen te meer oirfa- kes hebben te bidden voir myn zieJ, mynswyfsj myns vaders ende moeders, mynre ouderen, myn" re Heren dien ie ghedient hebbc ende vrienden. t Ende na mynre doot, fullen die voirfz» Nonnen alle tijt tot inganc des choers , alfo dicke ende meniebwerven als ü dair inghaen , ten eer* ften gaen tot minen grave , ende fpreken dair een Ave Maria -. ende dair na feggen in den or* ganc : Anima e jus cj? animtf omnmm fidelium dt* funblorum perpiam mifericordiam Dei requiefcant tf face, Amen. Voir myn (iel, myns wyfsjtfiynre
kulde-
|
||||
Oudheden» 417
kinderen, mijns vaders ende moeders, mijnre
heren ende vrienden. Item fo fullen fi mit ho- ren priefter alle weke voir mi ende minen wi- ve ende kinderen , mijnre vader ende mijnre moeder, mijnre heren ende vrienden, doeneen iinghende fielmiiTe van Requiem, ende na der miflen dan gaen tot minen grave , ende lefen aldair : Miferere mei Deus, ende De Profundisy met eenre collecten diemenvoir die iielen te le- fen pleecht, onfer fielen te troofte endeghena- de. Ende désgeliken fullen fï doen mit haren Priefter, op al onfer Vrouwen avonden die co- men fullen, een fielmifle, met Miferere mei Deus, De Profundis^ een collecte als voirfz. is; ende van jaer tot jaer na minen fterfdach fullen ft doen Memoire mijns, mijns wijfs, mijnre kin- deren, mijns vaders ende moeders, ende die be- gaen mit miiTen , vighüien ende beganghenif- ftn mijns graefs, alfo fi van minnen ende eon- fcientien weghen horen Fundatoers hoers Cloe- te fcbuldich fijn te doen. Item fullen die voirfz. Nonnen voirtan tot ewighen daghen ver- bonden wefen, alle faterdage met haren Priefter MiiTe te doen van onfer liever Vrouwen, ten Wair dattet opten faterdach Hoechtijt waer, fo fouden fi dan die Mifle doen binnen der fel- Vcr weken, ende dan feilen elke Nonne lefen na der MifTe voir my vyfJve Maria. Jtem op allen punten voirfz. defer fundatien , ende dat "ie ymmer onverbroken bliven tot ewighen da- gen, fo fullen die Vifitierres, van horen gene- rael capittel daer toe ghefchicket, inder vifita- t3en jaerlix een onderfoec doen daer of, ende vonden fi daer ghebrec in, dat God voirhoeden f^oet^oe fullen die felve Vifitierres, die ghebre- *c alfo corrigieren, als β dat voir dat bevende ® tl oir-
|
|||||
v.
|
|||||
4t8 Rhynlahdsche
oirdel Goids verantwoirden willen ende moe-
ien , mitten welken ie hair confeiencie belafte, want ie Gode te tughe neme, dat ie in etiich noch in ghenen der ponten voirfz, yet anders meyne dan die ere Goids te vorderen j endeme- de wel gonne den Convente voirfz. een redeü- ke bequaeme noturfte , buten befloten alle o- vervloedicheit, die welke rnenighen van Gode ende goeden opfette ghetogen heeft, ende na- raaels trecken mochte. Ende mijn lieve fufte- ren nu ter tijt Nonnen des Cloefters voirfz, ende die nae u in toecomenden tiden aldair co- men, ende Nonnen wefen fult, bidde ie uwer liefden in kenniflen te nemen, hoe u onfe lieve Heer God vriendelic voirfien heeft in bequaem- heit der fteden dair ghi in ghefetfyt: ende oec nader naturen begaeft, tot uwer noturfte in re- deliken renten, ende bequaemheit des getim- mersj ende dat ghi dit wael voirdenckende op u confeientie u pinighet, onfen lieven Heren Gode ende fijnre waerdcr moeder der rnaghet Marien hier of te loven , te dancken ende te dienen , in gheheelre iimpelre gehoirfaemheit uwes Biechtvaders ende Priorinnen , in minli- ker eenhertiger eendrachcicheit, in pure behoe- der reynicheyt , in claerre dervinge alre ey- ghenlcap , in cleyn of in grote, op dac onfë lie- ve Heer gheeert worde van de menichfoudiebeit fijnre graden 5 alle ding fonder arghclift. In kennifle der waerheit, ende om defe voirfz. ponten ende beloeftcn vaft ende itade te hon- den tot ewighen daghen : So heb ie Boudyn van Ζ wieten, Treforier voirnoemt, defen brief enJe fundatie befegelt mit minen feghele j En- de tot meerre ghehuechniflè en vafticheit, (o heb ie ghebeden ende bidde den eerbaren ghee- iteli-
|
||||
Oudheden» 419
fteliken Vaders , Prioers ende Vifitatoers der
yoirfz. Nonnen RegularifTen, als: Heren Wil- lem Clinckert, Prioer der Regulieren buten Scoenhoven , ende Heren Herman Jans foen y Prioer der Regulieren int lant van Steyn bi der Gouda* defe fundatie mit mi te befegelen, En- de wi Prioers voirnoemt, om begheerte ende deuotic des TreforJers, ons gemindes vaders in Gode voirfz, ende om meerre vafticheit, heb- ben defe fundacie mit goeder devotien mit hem bcfeghelt Ende want wy Pryorinne ende Convente van onfer Vrouwen Cloefter ten Poel voirfz. alle yoirfz. ponten in alre manieren als voirfz.is, voir ons ende voir den ghenen die na ons in den voirfz,. Cloefter Pryorinnen, Non- nen ende Converfinnen wefen fullen, vafteende gheftade gheloeft hebben te houden , houden willen, endeghehouden willen hebben tot ewi- ghen daghen : So hebben wi oec defen brief in ghetughenifTe der waerheit mede befeghelt,met onfen Convents feghele hier anghehanghen. Defer brieven fijn twe alleens fprekeniie. Ghe- geven int jaer ons Heren dufent: vierhondert een ende dartich , opten anderen dach in Fe- bruario, op onfer Vrouwen dach Puriücatio. %rx tien fooïöenöen öjfef fïaan öe fontorgen
en inïiomfïeu uotgei^ulit/ öeinellte j)£ aan 't $be Moofïet: Öetoee3en geeft: Je Boudyn van Zwieten doe cond allen luden,
want ie den Convente der befloten Su(leren RegulariiTen tot Sinte Marien Poel bi Leiden, daer ie Fundatoer of ben,·bi der gracien Goodsgelooft hebbe te betalen drie dufent burgs feilden, ende die te beleggen bi minen rade an renten ende er- §il £ ven.
|
||||
420 RHYNLANDSCHE
ven, na wtwifinge der fundacien van denCloe-
Her voirfz, die fi van mi hebben. Ende fi nu ooc in anderen faken verleic hebben vierhon- dert twee ende tfeventich Wilhelmus feilden: Soe bekenne ie ende belye mit defen tegenwoir- dighen brieve , dat ie hem dair í ï ir gegeven ende bewyfthebbe alfulke renten, gelden ende de particulen van erven, als datclairlic op beide de fundacien op gefcreven is, ende mit mynre hant, ende Heren Boudyns Recloers van State Marien Poel onder geteykent} welke erven en- de renten dat Cloefter voirfz vry ende volco- melic hebben endebefitten lellen terftont, ende voirt ten ewighen daghen fonder yemants we- derleggen van minen nacomelinghen , als hier na in defen brief, ende op die fundacien ge- fcreven ilaan. Ende hebbemet hem doot ghe· rekent ende alleding vereffent. Inden eerftenfo bekenne ie Boudyn van Æ wieten voirfz. dat ie den Cloefter voirnoemt fculdich was driedufent burgs feilden , na wtwifinge der fundacien, tftuckactitendetwintich groot gerekent, maeel: drie hondert vyftich pont groot. Item noch twe ende tfeventich Wilhelmus feilden vanlyf- renten, die dat Cloefter voirfz vercofte bi mi- ren rade, maeel twalef pont groot. Item noch van twyntichmorgen 3ants5 dievoirtyts in minen orber gecomen zyn , vierhondert Wilhelmus feilden, maeel: fesenvyftich pont, dertien fcel- line, vier pennync groot; fumma datten Cloe- fter voirfz. gebreftan mi vierhondert acht ende twintich pont, dertien fcellinc, vier pennync groot. Hier tegens heb ie Boudyn van Zwie- tcn voirnoemt, dair of eerft beraelt, an lande, renten ende geit, ende an alrehande particulen van erven, als hier na befcrcvcn ftaet. Eerft |
||||
O U D Ç E D Å Í.' 4ÆÉ
die helft vanden hogen camp, gelegen afterdac
Cloefter van Poelvoirfz, die tefamen hout vier- dalf morgen , ende gecoft wort regen Hiighe Codden, om hondert ende tachtieh burgs feil- den , maken een ende twintieh pont groot. Item noch an die renten die ie Boudyn voirfz, leggende hadde in die Wairde bi Leiden, ende belopen, behalven die voirhuren ende boven die genten dier van outs plegen wt te gaen, ende boven die tien ponr 's jaers, die ie denCIoefter Poel voirfz. mit Katherinen mynre Dochter ge- geven hebbe, ende geve, drie ende vyftich pont, viemen fcellinc, fespennyncHolIants payments sjaers, die maken, denpenninc voor twintieh gJierekent , hondert drie ende derrich pont, viemen fcellinc, feven penninc groot. Itemfo heb ie Boudyn voirfz noch den Cloefter voir- noemt gegeven, die Ci an gelde ontfinghen van Jan Ruuchroc van mynre wegen, twe hondert oeyerfe guldens, die maken drie ende twintieh P°nt, fes fcellinc, acht pennync groot: item floch fo hebbe ie den Cloefter voirfz, gegeven vyf engels nobelen 's jaers, die ie cofre tegen JanWouterszoen, om hondert engels nobelen, Wt een ftucke lants gelegen in den ambocht "«»Leiderdorp, dair dat Cloefter voirn. diebrie- Verj van Jan Wouterszoen of over hebben, dlc maken veertich pont groot. Item noch een fa- e lants mit een huus, gelegen in den ambocht %« Wajfenaar, getaxeert voir vyftien Wiihel- mus feilden 's jaers, beloept, den penninc voir tw»ntich, vyftich pont groot, dair dat Cloefter 0lrn. van mi die brieve of over hebben, die ie °jrt hadde vanden genen dair iet tegens ghe- c hadde. Dit beloept, te gader gerekent, an gelde twe hondert acht endefeftich pont, een 3£ö 3 feel-.
|
||||
422 RhynlandSche
icellinc, drie penninc groot. Aldus gebrac dan
hier of den Cloefter voirfz, hondert tfeftich ponr, drie icellinc een pennync groot , den Wilhelmus feilt gerekent voir veertich groot, Voir defe hondert tfeftich pont, drie icellinc, een penninc groot, hebbeicBoudyn van Zwie- ren voirn. den Cloefter voirfz. bewyft fommi- ge particulen van landen, gelegen in Jpcoude, die jaerlics gelden twe en dertich VranclTe feil- den ende vierden cronftart , dat is te weten: eerft twe morghen lants, die gebruyét Pieter Scutter. item negen morgen lants , die ge- hruyét Reyner Truytgeszoen. Item drie mor- gen lants myn een hont , die gebruyft Geryt Jan Spruyt zoen. Item elf morgen lants, die gebruycl Roeloff Dirc Arent zoen. Item ks morgen lants, diegebruycÏJanGysbrechtzoen. Item vyftiendalf morgen lants , die gebruycl; Geryt Toll. Welke landen voirfz. dat Cloe- fter voirn. terftont voir hóir vry-eigen antaften fullen, ende alfo voirt tot ewigen dagen ghe- bruken. Ende hier mede is die fundatie des Cloeftcrs voirfz, ende ander fculden vol ende al bctaelt, ende alle dinc door, die tuffchen den Cloefter voirfz. ende my Boudyn van Zwieten voirn. geftaen hebben tot defer tijt toe. Defe rekeninge is gefchiet ende gefloten twflchenffli Boudyn van Zwieten an die een fide, ende He- ren BoudynReétoer van SittteMarien Poelvo'ufo· ende Heren Peter fyn gefelle, Regulieren ende Conventualen des Cloefters inden lande fë# Steyn, bi der Goude, an die ander fide van des Cloefters wegen van Poel voirfz. * In tegen- woerdichcit Gysbrechts van Zwieten ende Jans van Zwieten myne twe ionen, op ten leftcfl dach van Marte , int jaer ons Heren dufent» |
||||
Oudheden* 423
vierhondert ende vyftich Ende om meerre ie-
kerbeit willen, fo heb ie Boudyn van Zwieten voirn. defen brief bezegelt met myns zelfs ze- ghel , ende met myns zelfs hant mede getey- lent. ligt een anoeren fytef / onoer mg öerufïen*
te/ ölpt öat Boude wyns 5oonen öe fïtcjjtmö ban gunnen baoer goeögefceurt m öebefïigt ïjeü&en, Philips, ïlartog ban ^gonje en <&mf
tan ï|oIïanö / fyteft niet alleen öe gemeioe fït(#mg m 't jaar 14ΦΤ öinnen oen ï|aag öe* foejiigti maar geeft 'er ooft nieutoe gunfïcn en booarecgteti ög geboegt: fcel&e boojreejjteti boo^uautciitltjli flier m öefïonöen: Dat deze Maagden een inkomfte van 100
marken zilvers, en ook niet meer, mogten be- zitten. Dat ze voor haar kloofter 5*0 morgen lands,
en niet meer, mogten hebben} dewelke in doo- ier hand geftelt zouden worden. Dat het haar vry zoude ftaan, te Leiden of
elders, twee of drie bequaame mannen te ver- teen, om haare goederenen inkomften te be- ftieren en te befchermen. Dat de Nonnen niet gedwongen mogen wor-
den, zelfs niet op den naam van den Graaf, om een'ge zufters boven het voorgefchreeven getal aan te neemen. Öat de Nonnen , zonder op de perfoonen,
goederen , of afkomfte te zien ·, de zodanige n?ec de toeftemminge van den Regent , Prio- rinne, en'tgantfchekonvent, voor zufters zul- te*1 hebben te verkiezen en aan te neemen, de- welke zy voor de bequaamfte en nutfte zullen aan£ien. ©ö4 Ein" |
||||
J
|
|||||
414 Rhynlandsche
Eindelijk dat ze ten allen tijde onder de be-
fcherminge der GraafFelijkheit van Holland zul- len ftaan igter neben$ be open fyief ban ben öerneta
ï|artoa Philips, bieniogi ugt een oo;f$onfi# ïptn ï#ef ban get Moüflet-getro^en tjeööen. p HiLipsbi der gracienGods Hertoge vanBur*
goengen, van Lotharingen, van Brabant en- de van Lymburch, Grave van Vlaanderen, van Arthois, van Boergoengen, Palatyn van He- negouwen, vanHollant, Zeelant ende van Na- men, Marcgrave der Heiligen rycx, Here van Vrieflant, vanSalms ende vanMechelen: Doen cond allen luden. Alfoe onfe getrouwe Ratt Bouden van Zwieten, wt minne ende caritate gefundeert heeft, ende doen maken buten Let' den, inden ambocht vmOêfigeefl9 op die hof- ftede genoemt Pudekin Poel1 die men voirtyts van onfer Graeffcap van Hollant te leen te hou- den plach , een beiloten Cloefter van Regula- riiTen van Sunte Auguilyns oerde. Soe hebben ons die Rectoir, Priorinne, ende gemeen Con- vent vanden felven Cloelfer doen bidden, dat wi die fundacie van horen voirfz Cloeiter con- firmeren ende beveiligen wouden , die welke hier na van woerde befcreven volcht: In den name ons Heren Ihefu Crifti, &c. aU
vooren bladzijde 413. Wmt op beuboïjgt fartog Philips aïbt$:
Ende want wi altois geneicht zyn tot die ver-
meeringe vanGodsdienilen: Soe hebben wi ge- eonfirmeert ende geveftichCj confirmeren ende vefti"
|
|||||
Ï ý ¼ Ç Å ¼ ¸ Í, 4^ß
vcftigen mit defen brieve die fundacie ende do-
tacie van den voirfz. Cloefter, gelyk als dat by onfen getruwen Raet Boudyn van Zwieten ghefundeert ende doteert is : ende nemen dat voirfz Cloefter ende alle hoer goeden, conven- tualen ende dienaren , mannen ende vrouwen perfonen , in onfer prote&ien ende befcermyn- ge, Ende hebben hen vorder onfe gracie dair toe gedaen , inden punten hier na volgende. Eerit, alfo die fundacie voirfz, inhout: Dat fy feilen mogen hebben veertien profeflider beilo- ten Nonnen , ende dair toe thien andere con- verfynnen bynnen ende buten, die hem dienen fullen, ende niet meer; ende dat defe vyftich perfonen iullen hebben jairlicx tot er flik en ren- ten, hondertmarek fulvers'sjairs, ofdiewair- de dair of, ende niet meeV. Ende die felve Nonnen noch ter tyt alfo veel renten niet en hebben: foe hebben wy geconfenteert endege- oerloft , confenteren ende oerloven mit defen brief, dat die voirfz. Nonnen fullen mogen ver- engen van horen ouderen, magen ende vrien- den, het fy by ghifte , by beftorfte, by tefta- rnente , of anders, goede, lande , erve ende renten , dat geen heerlicheit noch leengoede ^efen en fullen, ioe lange ende tot der tyt toe, dat fy hebben fullen in jairlixen erfrenten hon- dert marek fulvers, ofdiewairde dair of j en- de dair toe vyftich morgen lants omtrent horen Cloefter , dair op dat fy hoir Cloefter, in rake ende in flake fullen houden : Ende 't eerft dat «y fo ryk zyn van erfliken renten, ende als fy die vyftich morgen lants hebben, ßï enfullenfy niet meer erflike renten noch lant mogen heb- ^en» ende dair en tenden wefen, ghelyck an- dere Cloefteren van hoirre oerden. Ende alle ÖÏ ƒ die
|
||||
4*6 Rhynlandsche
die goede die aldus eiflike an den voirfz. Cloe-
fter comen Tullen, ende die fy op defe tyt heb- ben, dieammortiieren wy met defenonfen brie- ye , tot der fommen toe van honden marck fulvers 'sjaers, ende die vyftich mergen lants, die fy Tullen mogen hebben , ende niet meer, gclyck vojrTz* ftaet. Behoudelic , dies wairt dat hier namaels enige laiten van beden oT an- ders gebuerden gelet te worden, in onTen lan- den van Hollant, Zeelant ende Vrieflant, op die morgentael vanden lande , dat overmits der voirfz. ammortizafie der voirTz Nonnen landen niet vryer weTen en Tullen dair in te gelden, dan ander landen omtrent haren landen gelegen: maer Tullen daer of betalen gheiyck andere hair ommefaten, Voirt fo gonnen wi hem , dat fy Juefen mogen twe of drie goede mannen wt on- fer flede van Leiden of dair buten , die hair goeden ende Taken hem onderwynden mogen, ende verand woirden in den rechte of dair buten, over al inden onfen of Tyt felver waren tot ha- ren wederfeggen. Ende oic mede, foe wie fy wtfenden mit horen Convents brieven ende ze- gel , die willen wi dat mogen ende macht heb- ben in alzulker Taken als hem bevolen worden nae inhouthoirre brieven, als of die Rectoir or Priorynne dair felver waren , tot horen weder feggen. Voirt To willen wy ende bevelen: dac fy ongemoyt blivenvan enigen dwangeliker be- den, van perfonen die Ty in horen Cloefter ont- fangen zullen, al wairt oick van onfee heerlic- heit, of der Graeflicheit van Hollant. Ende dat fy niet aen en iien na haren ftatuten, mo« gentheit, geboorte, noch rycheit der bidders, of daer menvoir bidt, mer alleen die eereGods principaliken, ende hairsQoeilers duechdelike voir-
|
||||
Oudheden. 427
voirtganck endebequaemheit, ende ontfanclic-
heit des perfones diemen ontfangen foude, en- de nyemanten ontfangen dan by welbehagen des Re&oirs, Priorynnen, ende des gemeents Con- vents. hem gevielt, dat God voirhoedenmoet, dat ycmant van horen profeffiden onderfaten af- keerden van hoiire ghehoirfaemheit, ende hore regule ende die ftatuten hairs capittels verfma- den, ende den Reófcoir, der Priorynnen, ofdac gemeen Convent wederftonden , ende onghe- hoirlaem waren: Soe bevelen wy ende confen- teren, dat fy te hulpe moghen nemen over al inden onfen, onfe Dienaren Rechteren, Baliu- wen, Scouten,. ende allen den genen die recht of macht bevolen is van onfer wegen, ende wil- len dat fyhem biftant doen; die ongehoirfami- ghe perfonen te vanghen, te fluten ende te cor- rigeren na hoirre itatuten ende regule , alfo dicke als fy daer toe ge-eyfchet worden vanden Re&oir , Priorynnen , off dien fyt gemachti- gen, mit horen bevelen ende zegele. Ontbie- den ende bevelen voirt allen onfen Baliuwen, Scouten, Rechteren ende Dienaren, over al in den onfen, die nu zyn of namaels wefen zullen, dat fy den voirfz. Cloefter met horen Geefteli- ken perfonen, Dienaren ende Dienftmageden, ende alle hore goeden nemen in hore befcher- menuTe , voir alle onrecht ende gewelt , ende hem ghehulpich fyn in allen ftucken diefy aen hem te doen mogen hebben, met recht te ple- gen, of in anderen behoefliken redeliken faken, fonder hem enigen hynder te doen, of laten te gefchien in eniger wys. Des fullen die Re&oir, Priorynnen ende Convent vanden voirfz;. Cloe- te voirtan vier warf 's jairs Gode ter eeren, toe onfer voirfpoedicheit fyngen vier MiiTen van-
|
||||
428 Rhynlandsche
vanden Heiligen Geeft -, ende nae dat wy van
defer werelt overleden fulJenwefen by derghe- hengeniiTeGods, foe fullen fy tot ewigendaghen vierwerf's jaers memorie begaen, onfer zielen te troofte, mit vigilien ende zielmiflen te fyngen, als behoirlick ende betaemlic weien zal. Ende wantwy den Cloefter ende Geeitelike Perfonen voirfcrevenalle defe punten, privilegiën ende be- loeften van ons ende van onfen nacomelingen ghehouden willen hebben, Toe hebben wy onfe zeghel an defen brief ghehanghen. Ghegeven inden Haghe, op ten eerften dach in Decem- bri, int jaer ons Heerenduyient vierhondert vyff ende veertich. ψ*? mbm$ ook tm gefcöjift btt ^mm
han %tibm ; toaar öo 5$ getuigen öat 3e öw %ief ban ï|artO0 Philips» smkn fieööen, W y Scout, Burghemeefters, Scepenen ende
Rade der Mede van Leyden, doen cond al- Jen luden : Dat wi op datum des briefs ghefien ende ghehoort hebben enen brief, gans gave, ongherafiert 9 ende onghecanfeleert, wel befe- gelt, mit ons genadichs Heren van Burgoengen, Grave van Hollants grote feghel , fprekende van woerde te woerde als hier na ghefcreven ftaet: Phillips bi der gracien Goods Hertoghe van
Burgoengen , van Lotharingen , &c, , · ■ ''; ' ■■'■■■■ :· ■ \\ ', ' ": " ■ .
Gegeven in den Haghe op ten eerften dach in
Decembri, int jair ons Heren dufent, vierhon- dert vyf en veertich. Want dit heeft defe brief vander β e de van Leyden begrepen van woerde te woerde aldus eyndende, In kennifle der waerheit, |
||||
O U D Η Β D TÉ K. 429
fo hebben wi Scout , Burghemeefters, Scepene
ende Rade der ftede van Leyden voiriz. des te orcoode defen brief befegelt met onfer ftede fe- ghele hier an ghehanghen , int jaer ons Heren duient , vierhondert les ende veertich , opten feftiende dach in Augufto. te'5er Karel, a$<0raaf banï|uïïanb/ geeft
tt flicötinfl ban btt Itïoofïer op nienbj öebe* fïtgt / en nieutoe boo^recgten ean 't 3eibe 0* gcebeη in 't jaar 1 r 16. 3£e fyief / baar fog bit ugt grfjöen / en bie naar ben oc^ffeon&elpeii W op jfranefln gefc&eeben toa| / toa$ ban i>cnboï0enbeningoub: TT aerïe by der gracie Goeds Coninck van Ca-
ilülen , van Leon , van Gfenaten, van Ar- ragoen, van Navarre, van beydenSicilien, van , van Valence, van Majorgne, van Sar- dene, van Corfïce, &c. Ereshertoghe vanOi- ftenryck , Hertoghe van Bourgo -ngen , van Lotharingen, van Brabant, van Steyr, van Ka- rinten, van Cram , van Dimborch, van Luxem- burg ende van Gelre. Grave van Vlaenderen, van Habsborch , van Tyrol, van Artois , van Bourgoengen. Palsgrave ende van Henegouwe, Lantgrave van Eliaten, Prinfche van Zwaven. Maickgrave van Burgauw , ende des heylichs Rycx , van Hollant, van Zeelant, van Phirt, Van Kiburch , van Namen ende van Zuyrphen Grave, Heere van Vrieiland , vander Windis- ftiarck , van Povtenauw , van Salms ende van Mechelen. Doen te weten, allen luyden, jegen- ^oerdich ende toecomende, datwy ontfanghen nebben die oetmoedighe fupplicatie van onfen beminden in Gode, die Re&oir, Priorinne επ- ί de |
||||
43° Rhvnlandsche
de Convent vanden Regulieren Cloiftrevanfïn·
te Auguftins oirden buyten onfen ÜedevanLey· den in Hollant : Inhoudende hoe wyli-n Herto- ghe Philips van Bourgoeng-n, onfe oude Groot- vader faliger ghedachten, met fijnen open brie- ven in daten vanden eerften daghe in Decembri Anno i44f , gheconflrmeert ende ghevefticht heeft ghehadt alfuicken fondacie ende dotacie, als een genoemt Boudin van Zweten, uyt can- tate ende devotie den voerfz. Cloefterghemaeckt ende ghegheven hadde. Endeachtervolgbende dien hen gheconfenteert ende gheoerloft te mo- gen vercrighen lande, erve,renten of andergoet totter fomme toe van hondert marck filvers 's jaers, oft die wairde van dien , mitgaders oick vyftieh mergen lants omtrent hoeren Cloeiler gheleghen , om daer mede 't felve Clpifter in rake ende dake te houden , admortiferende als doe die felve goeden. Hem voirts gonnende fe- kcre privilegiën, vryheden endehantveilen, int langhe begrepen ende verclaert in fijnen voirfz, brieven, welcke brieven wylen onfe lieve Heere ende Vader, Coninck Phillips van Caftillen fa- ligher ghedaehten, oick gheconfirmeert, ghe- vefticht ende belieft heeft ghehad , met zynen open brieven , in daten vanden xxiiij. dage in Septembri Anno xvC. vive, daer inne die brie- ven van den voirfz. ouden Hertoge Phillips van Bourgoengen gheinfereert Haen , van welcke brieven't inhouden hier nae volcht van woerdc te woerde: Philips by der graeie Goeds Coninck van Ca-
ftillen, van Leon, van Grenaden, &c. Eerts- hertoghe van Oeftenryck, Prince van Arragon, Sec. Hertoghe van Bourgoengen , van Lotha- ringen, |
||||
Oudheden. 431
ringen, van Brabant, van Steyr, vanljCarinten,
van Cram , van Limborgh , van Lutiemborch ende van Gelre. Giave van Vlaenderen , van Habsborch, van Artois, van Bourgoengen. Pals- grave ende van Henegouwen. Lantgrave van EI- faten, Marcgrave van Burgauw, ende des hey- lichsRycx, van Hollant, vanZeelant, van Phirt, van Kiburch , van Namen ende van Zuyrphen Grave , Heere van Vrieflant , opter Windif- marck , van Porrenauw , van Salms ende van Mechelen. Allen den ghenen die defen onfen brief (uilen zien faluyt. Van weghen ons bemin- den in Gode , die Reéfcoir , Pryorinnen ende Convent vanden RegulariiTen Cloefter van finte Auguftyns oerden buyten onfen Mede van Leyden in Hollant, is ons vertoont ende te kennen ghe- geven geweeft, hoe wylen onfe lieve Heere en- de ouder Vader Hertoge Philips van Bourgoen- gen faligherghedachten, met fijne open brievc in daten van den eerften daeghe in Decembri, int jaer duyfent, vierhondei t vyfende veertien, gheconfir meert ende ghevefticht heeft ghehad, alfulcke fondacie endedotacie, als een genoemc Souden van Zweeten, in fynen leven Treforier van onfen landen van Hollant, Zeelant ende Vrieflant, wtcharitate ende devotie den voerfz. Cloeftergemaccthadde. Ende voorts heeft noch onfe voerfz. oude Vader, tot vermeerfinghe van Goedsdienftc, den voerfz. Cloeiter ghegunt en- de ghegeven zekere privilegiën, vryheden ende «antveiten, in *t langhe begrepen ende verclaert *n fijne voirfz. brieven, daer of t'inhouden hier nae volghet. &c. Phillips hy der grack Gods ^& e, ziet bladzijde
414.
|
||||
43* RfïYNLANDSCHE
Φηί bt$t milbaöigfjeit ba» Boudewyn van
Zwieten geeft öe ψΰΛΧ$ Martinus V, fa't fcijf* öe jaar 3tjn$ Jpaufbom^ / ijem magt en beritaf
gegeeben om $t$mn eigen éiecijtbaöei* te ber? fcie^en; Jet itid&e/naar Ijet fcj^nt/ tegen fjtf geö^ufó en öe toet beeftecfsein ïnen rpgefto ben $aï fjeööen, 3Pg 3uïïen ben ojief ban i>«i gau$ giec ooit ïaaten buigen: Ά/ί Jrtinus BiiTchop, de dienaar van Gods die-
naaren, wc nicht aan zijnen beminden zoon Boudewijn van Zwieten 9 en aan de in Chrifim beminde dochter. . . . deszelfs tegenwoordige huisvrouw, onder het Bifdom van Utrecht, de zaligheit en den ApoftoliiTchen zegen. Het is om uwe groote genegenheit, dewelke gyk ons en de Roornfche Kerke toedraagt, dat wy uwe beden -, voornamentlijk de genen die de zalig- heit uwer zielen betreffen , gunftiglijk verhoo- τςη- Hierom is het dat wy , door uwe gebeden bewogen , uwe godvruchtigheid door den in- houd dezes vergunnen dat een Biechtvader, den welken ieder van ui. beiden zal verkooren heb- ben, ui. indien gyl. in't oprechte geloof, inde eenheit der Roornfche kerke, en in de gehoor- zaamheit en fchuldige genegehtheit tot ons en tot onze naZaaten de volgende Roornfche Pau- zen , dewelke op eene wettige wyze tot het Pausdom koomen , beftandig blijft , eene reis alleen in doodsnood, uyt krachte van ons Apo- flolifch gezag , zal mogen verkenen volkome vergiffenis van alle uwe zonden, dewelke gy'· met een hartgrondig berouw gebiecht zult heb- ben. Wel vcrftaande nochtans dat dezelve • Biechtvader in zulke zaken, waar over aan een ander voldoening moet gegeeven worden, ^ie
vol-
|
||||
Ü Ö Ç E D Å ßß. 43!
voldoening aan ui., indien gyl. noch in 't leven
zyt, of aan uwe erfgenaamen, indien gyl, on- dertuiTchen mogt overleden zijn* zal opleggen. En op dat gyl* door deze gunit, 't geen Godt verhoede , niet h'gter aangezet mogt worden om in 't toekoomende ongeoorlofde dingen te begaan ; zoo begeerea wy5 indien gyl. door het betrouwen op deze vergiffenis diergelijks dingen mogt begaan, dat de gemelde vergiffe- nis ui. tot het bovenifoande geenszins zal hel- pen. Noch begeeren wy dat gyl. een ganfeh jaar, van dien tijd af te rekenen op den welken deze onze vergunning tot uwe kennis zal geko- men zijn, alle vrydagen buiten wettelijk belet zult vaften. ^ En ingevalle gyl. op de gemelde vrydagen, 't zy uyt hoofde van het gebod der kerke, van eene dienrlpligrige onderhoudinge, van eene opgeleide boete, 't Zy wegens eenige belofte, of om wat reden dat het zy, gehou- den zyt tevaften j zult gyl. op een anderen dag van iedere week, in 't zelfde jaar, op den wel- en gy anders tot geen vallen verbonden Zyt, poëten vaiten. En by aldien gyl. in 't zelfde jaar, of een gedeelte van dat jaar, wettig be- kt mogt hebben; zult gyl. gehouden^ zijn dac vaften in 't volgende jaar, of zoo ras als 't ui. toogelijfe zal zijn, in te haaien. Vordersjindiert pp. het voornoemde vaften om eenige reden, .f.zy 'Ð t geheel 't zy ten deele, niet gemakke* >jk zoud konnen volbrengenj in zulkengeval- e zal een bequaam Biechtvader, den welken Syl-daar toe verkoren zult hebben, dat vaiten jn andere werken van godvruehtigheit, zoo als et voor de zaligheit uwer zielen dienftig zal ^Cn!jnen , mogen veranderen : welke werken 8VI· dan op eene gelijke wijze zult moeten vol- $B t breiï-
|
||||
434 Rhynlandsche
brengen: zullende deze vergunning anders geen
kracht of uytwerking hebben. Her. zy dan gee- nen menfeh geoorloft dezen brief van onze ver- gunningeen ons believen te overtreeden,of den zelven door een roekelooze verrnetelheit tegen te ftaan. En indien iemand zicht mogt verftouten om zulks te beihan, die moet weetendat hyde gramfchap van den Almagtigen Godt , en van zijne heilige Apoltelen Petrus enPaulus^ op zij- nen hals zal haaien. Gegeeven te Romen hy S. Pieter^ in 't jaar 1419, op den derden dag van November, in't vierde jaar van ons Pauidom, |
||||||
Xfht gemeïbe jonnen albu$ boo? BMe·
wün v^nZwieie 1. onber be øáíïöÀ ÊáçÖö geeffgeplaatfl toaeen;, tjttftbe øaffoo^ te» <3t$8Ctft / Simon Niklaaszoon , fjaar DM 4
foan Jbobemöer 1418 boo^ ben nofeenöen öjicf
oerlof 0e0eeben om baai- eeneiierR met ou* taaren/ een ht&tyof/ni{9t geen üaptv tot tm Moufttt öejjoo?t/ op te maafen en toe t*W ïen en ooït/ ög ttjb en gelesenböeit / teïaa* tm tojjben: Ô ê Simon Niklaaszoon , Paftoor der Parochie-
kerke van Oeilgeeft , onder het Bifdom van Utrecht, maake aan allen, en een ieder in tby- zonder , die den tegenwoordigen brief zullen zien of hooren leezen , mits dezen bekent da ik, dewijl ik die dingen geerns in acht öfjj® dewelke tot vermeerdering van den GoddelijKc* dienit verftrekken , en zodanige dingen o°° bequaame middelen begeere te begunftjge"' dienftig en billijk geoordeelt hebbe , om eg altijd-duurende vrede en eendragt in 't toeK mende te hebben, de begeerten van dievrou\ |
||||||
O U D Ç Å D Å Í, 4?V'
Wen, dewelke een ftrenger leven wenichen
aan te gaan , door mijne toeflemminge ter za- hgheit te begunftigen. Dewijl ik dan van we- gen de Pnorinnc en de Ziiiters'of Reguliere Kanonnikeflên dewelke te Oudewater opge- floten geleefc hebben , doch met de toefteoi- minge en den raad van mijn Heer den Biflchop van Utrecht en van haare Klooftervoogden, door den lofwaardigen en edelen Man Boudewyn van Æ%øçç$ Penningmeeftcr van den doorluch- tigen en grootdadigeu Vorir. mijn Heer Philips van Borgonje, om billijke redenen te Leiden ziin gepïaatii, ootmoediglijk daar toe gebeden be'115 *oo ç het dat ik aan de gemelde Zufters, zoo tegenwoordige als toekoomende, op dat ze den alraogenden Godt des te aandachtiger en god- vruchtiger zouden kennen dienen , en op dac de godtvruchtigheit van 't Chriften volk door naare gebeden mag aangewakkert worden , de volgende punten vergunne: Voor eerft j nade- maal dc Priorin, en de Zuiters of Reguliere Ka- nomkeiTen voornoemd , met het overleg en de toeftemminge van haare Klooftervoogden , en door de godvruchtige beftelling van den voor- noemden Boudewijn van Zwteten, die door Gods genade het voornoemde kloofter gedicht heeft, oeüoten hebben onder mijne Parochie van Oeft- gceft, op een zekere plaats Podiken Poel genaamd, dicht by de ftad Leiden, in eene altijdduurende opfluitinge te leevcn 5 dat ze daar een Kerk en haaren,, met een kerkhof, en 't gene vorders oc zoo een kloofter noodig is, mogen oprech- en en aanleggen; en ook, by tijd en gelegen- £ei^ laaten inwijden : dat ze aldaar Gods lof, y uag en by nacht,ootmoediglijk en godvruch- B»jk mogen"opzeggen en zingénjGods woord €n door
|
||||
4£Ö RHYNLANDiCHK
dooreen bequaam Priefter, wie dat het ook zy,
mogen laaten preeken j en alle vordere plegtig- heden, onderhoudingen , en inzettingen, die in haare order voorgefchreven worden, mogen verrichten: dat ze de voorrechten, die haar door den Ordirtaris gegeeven waren, of noch gegee- ven zouden worden, mogen gebruiken en ge- nieten : noch geef ik haar een byzonder verlof, indien zy eenig verlof boven het gemeene recht van nooden hebben, om op haar kerkhof aller- hande Chriflene geloovigen, dewelke dat kerk- hof uyt eige beweeginge tot hunne begraafplaats zullen verkiezen , vry en naar het gebruik der Kerke te begraaven. Ook zullen haare huisbo- den , en geduurige tafelgenooten j 't zy dat ze voor altijd aangenomen zijn of niet, en ook de huurlingen der zelve plaatze, zoo tegenwoor- dige als tockoomende, rriogen biechten aan defl Prior, of den Biechtvader , of een ander Prie- fter der zelve plaatze , die daar toe gemagtigc zal zijn: en zy zullen daar ook begraven mogen "Worden. Ook zullen de vreemdelingen en aan- komelingen, die onder mijne Parochie niet be- hooren, en in't gemelde ldooiter aangekomen zijn, aldaar mogen biechten in doods-nood, en daar ook begraven mogen worden : zoo noch- tans dat ik voor my , en voor mijne nazaaten» het recht benoude dat zoo een Biechtvader van ons verlof zal moeten ontvangen om het Sakra* ment desOutaarsaan zoo een zieken te berech- ten : doch ik beloove ook , voormy en mijne nazaaten , dat wy met Gods hulpe rekkelijk zullen zijn in het verleenen van zodaanig verlor. Ook zullen alle maakingen , zoo tegenwoordi- ge als toekoomende, mitsgaders alle offergiften en aalmiiTen, zoo van levenden als dooden, t?ï |
||||
OUDHËDÏ N. 4^7
dat ze van mijne Parochiaanen of van andere
koomen , door de voornoemde Zu(Iers volko- mentlijk gebeurt worden. Behoudens nochtans dat ik , en mijne nazaaten , zullen hebben een loot louter zilver, of de waarde van dien : hec welke de meergemelde Zufters voor ons wette» lijk gedeelte, mitsgaders voor de offergiften, die zy tergelegenheit van eenige begraa/Ft-niiTen of lijkdieniten genoten hebben of genieten zul- len , of by eenige andere gelegendbeit te ver- wachten hebben ; en vorders voor de vryheit der Kerke , en voor alle andere vervallen, alle jaaren binnen de Paafchweek , indien wy of iemand vart onzentwege zulks verzoeken , zul- len moeten opbrengen. En ik , Paftoor voor- noemd , doe door den tegenwoordigen brief, voor my en voor mijne nazaaten , afftand van de voornoemde en alle andere rechten , en in- komften > en van al het gene my en mijne na- saaten in 'c voorfchreeven klooiler toekoomt en toebehoort , of ons in 't toeköomende toe- koomen of toebehooren mag ; wel ver Maande nochtans, indien de BiiTchop van Utrecht het bovenftaande door zijn ordinaris gezag beveiligt. En ik bidde denzelven BiiTchop ootmoediglijk, dat het hem believe het gemaakte akkoord, of het boventiiande verdrag, met de gemelde voor- Waarden, ter eeuwige gedagtenifle der zaakete «eveftigen, Töto'irkonde dezes, en ter eeuwi- 5e bekrachtiginge der zake , is het zegel van den eerwaardigen Heer Jamout Bareholom<eus- 2ööV Deken van S. Ρ ankras Kerke te Leiden, °m dat ik geen eigen zegel hebbe, ter begeerte J° op hef: ootmoedig verzoek vanmy Simon Ni~ ttaaszoon^ Paitoor voornoemd , aan den tegen- woordigen brief gehangen. Gegeeven in 't jaar 4£t 3 'des
|
||||
43? Rhvnlandscme
des Hcere 14.2.8, den vierden dag van de maand
November, ^ l5 fio? op Qeeft Zwêderus, $£iffcïfl# hm ϊί*
Ι κ Zuederus, by Gods genade BiiTchop van Utrecht,
weniche aande in Ckriflus beminde Prioriniie, en de opgeflute zuiters van de order der Reguliere Ka- nonikeUèn te Oudewater, onder ons Bisdom, deu- llghdt ψ den genen, die cje waare zaligheit van allen is. Na dat wy verdaan hebben dat de nood der ar- moede , en de ongemakken der fcbeuringe en we· derfpanuigheir tegen de kerke \ dewelke t'hans , eilaas , In onze ftad en ons bisdom in zwang gaan, u!' tfepootzaakt en bewogen hebben om (met onzeor·? dïnarifle toeitemminge nochtans) uyt Oudewater te vertrekken , uw kloofter te^verlaateri ; en dat gyl. door de gunft Van den doorluchtigen en grootdaadi- gen Vórft, Mijnheer den Hartog van Borgoni'e, en het beleid van Boudewy» van Zwïeten . Penning' meefter van gemelden Heer Hartog, de ftad Leiden* onder ons bisdom , tot uwe woonplaats gekozen hebt.; zoo heeft ondertuifchen de lofwaardige en ede- le man Boudewyn tan Zvjkten voornoemd, door en- kele genegendheit tot het vermeerderen van den god· dehjkendienn;, zooalshetfcbijnt, gedreeven, voor- genomen en belooft, zoo als gyl. verzekert, buiten de ftad Leiden, onder de parochie van Oeftgeeft, φ een sftuk lands Padieken poeJ genaamd , 't welk wy begeeren datvoortaan ■ Marien-poel .genoemt zal wor- den , een kloofter op te rechten en te bouwen ; e« hy zal ui. ook 5 op dat gyl. Gods lof aldaar des te vryer en te godvruchtiger by dag en by nacht zoud konnen zingen, noodige levensmiddelen en bequaa- me inkomften bezorgen. Dewy! wy dan deze god- yruchrigheit en Jofelijken wil van Boudewyn van Zwietendoor behoorlijke gunden willen beantwoor- den , en genegen zijn' om uwe behoeftigheden naar ons vermogen te hulp tekoomen; zoo verleenen wy wl. door den inhoud de2.es, uyt een byzondere gunft, |
|||
Oudheden. 439
dat gyl. op het ftuk lands en onder de parochie voor-
noemd , en behoudende de voorrechten die aan uwe order en Kapittel geichonken zijn , een ander kloo- fter van dezelfde order moogt oprechten en bouwen; en de gemelde voorrechten ter zelve plaatze , zelfs eer het werk noch voltimmerr is , moogt genieten en gebruiken ; en eindelijk ui metter woon naar dat kloofter moogt begeeven. Maar na dat gy!, op het gemelde (tuk lands, te weeten Marienpoel, vaneen bequaame woonplaats verzorgt zult wezen, en gyl. uw verblyf aldaar genomen zult hebben; dan zult gyl. van dien tyd af de voorrechten, die gyl teüudewa- ter genoten hebt, niet langer mogen gebruiken. Hier toomt noch by dat wy het verdrag of de fchikking, die gyl. met den Pailoor van deÜeitgeelter kerke aan- gegaan heeft (welk verdrag in den tegenwoordigen briet, door denwelken onze brief geitoken is, bree- der uytgedrukt ftaat) en alles wat daar in bevat is, door dezen brief goedkeuren, voor welgedaan, krach- tig, en beftendig houden ( willende dat allesten eeu- wigen tyde, zoo verre als het aan ons (laat,onverbree- kelijk onderhouden werde ) en door ons ordinaris gezag beveiligen : behoudens echter in alle andere dingen het recht der parochikerke. Gegeeven in 't jaar des Heere 1425», op denderden dag van de maand Maart.. $te bit jaar-öeïö / 't foefö öen ^afroo^
«loeft ojP0^a0t foojöen / i§ na&eröanö ηφ fcöcn öen^aftoo^ ban<££eftgeefr en ben<&htv* feban jEarien-goeï/ Reaieel ontftaan : get foelhe boot öen <Belmi ban ïïfjtjnLnö / ten too$eeïe ban't Moofrer/ bemiööeit ig ben 16 ftbnmvf* '447. ®ofy öp öen \η fefyiwvï* %q t§ 'er een ttoeeöe en piegtigei* tófc|ag Q^egaaii bOO^ Öen 6$0tar$ Picrei Schouten:
fitt toelfce tuu gier ooft ïaaten boïgen.
|* den naame des Heere, Amen. fn 't jaar des
Heere 1450, op den 17 Febrtiary, op of omtrent
"£t uur der Vefperen, in 't derde jaar des pausdoms
Ce 4 van
|
||||
44° Rhtnlandsc Hf
van , . Nicolaus V , in de 13 indikrie, lijn voor my
openbaar Notaris onderfchreeven , en voor de on- derfchreevene getuigen , die byzonderlijk daar by ver- kocht en ontbüden waren , verfcheenen 'de eerzaame en belcheidene mannen, Heer jafob, Maartenszoont Prielter} Heer Niklaaszoan, itan Eten, Meefter in de Kuntïen, en Licentiaat in beide de Rechten: dewel- ke door den Overiie en het konvent dtr Keguüere KanonikeiFen van Marien-poel by Leiden aan de eene zyde., en door HeerSimon^ Niklaaszoon, Paltoorvan de Óeirgeeiler parochikerke , aan de andere zyde, zoo als zy verzekerden , tot goede mannen geko?.en waren over zeker gefchil of twift tuifcheu het kon- vent en Heer Siinün voornoemd : welke twiïi geree- zen was tergelegendhcit van -zeker verdrag den 4No- vember 1428 aangegaan, en met het zegel van Heer Aarmut, Bartholomauszoon , Deken van S. Ρ ankras kerke te Leiden, bezegelt: ioopende het gefchi! over Zeker jaargeld, 't welk aan· den voornoemden Heer Siman, en aan deszelfs nazaat en , voor de rechtenen het fchadeloos houden dei zelve kerke , door 't ge- melde konvent betaalt moét/worden; en over eeni- ge twyfelingen , dewelke omtrent het zelve verdrag opgekomen zijn. Na dat zy (de goede mannen) zoo als zy verzekerden , alles, wat de partyen wederzyds in te brengen en te vertoonen hadden, gehoort, ge- zien, en rypelijk overwogen hadden hebben zy over 4m twift en het gefchil voornoemd de volgende uyt- fpraak meteendragtigeiremmen gegeeven : Vooreent dat de brief, denwelken het gemelde konvent van den voornoemden Heer Siman, raakeiide het voorfcbree- ven verdrag, ontvangen heeft, welke brief met het zegel van Heer Aarnout Deken van S. Ρ ankras kerke te Leiden bezegelt, en van den Ordinaris , te weeren \-\tzx Zwederus IMchop van Utrecht door zijnen briet geftoken en beveiligt is, raakende alles 't welk inden zei ven brief uytgedrukt (laat, zonder eenige tegetueg" ginge. beknibbelinge, of bevechtinge, zijne volk0^ me kracht en beitendigheïr, zoo als hy luidt, zal v& houden ; zoo aan de zyde van het konvent, als aa de zyde van Heer Simon en zijne nazaaten. ?ί^\1 hoven , dewyl in den zelven brief eene uytdrÜKTO flaat; dewelke, om dealgemeenheit der bewoordm- |
||||
Ï õ b ç â b å í. 44*
ge, eenige twyfeling fchynt te baaren hoe dat zever"
ftaati moet worden 5 en van woord tot woord aldus luidt: ü uk zullen alle maakingen, zoo tegenwoordige als toekomende; mitsgaders alle offergiften en aalmijfen} zoo van levenden als dooden, V zy dat ze van mijne paro- chiaanen of van anderen koomsn, door de voornoemde zu- fiers -volkirm^ntlijkgebeurt worden: zoo hebben de voor- noemde goede mannen uytfpraak gedaan, gevonnift, en verklaart, dat de gemelde uyrdrukking h\ deezen en geen anderen zin genomen moet worden; dat het konvent, uytkrachte vandieuytdrukkinge, moet beu- ren en behouden de offergiften , aalmifien , en zoo tegenwoordige als toekoomende maakingen , die aan 't gemelde konvent gegeevtn of befproken zullen worden ; maar niet de zodanige , dewelke gegee- ven of befproken zullen worden aan de paftory van Oeilgeeft. Daarenboven, vermits in den zelven brief noch een andere uytdrukking ftaat ; dewelke eenige twyfeling in 't toekomende zoude konnen ver- oorzaaken , en met de volgende woorden is opge- ftelt t Zoo nochtans dal ik voor my, en voor mijne nazaa- ten, het recht beheude dat zoo een Biechtvader van' ons "verlof zal moeten ontvangen, om het Sakrement des Ou- taars aan zoo een zieken te berechten. Doch ik beloove ook, voor my en voor mijne nazaaten , dat ivy met Gods hulpe rekkelijk zullen zijn in het verleenen van zodanig een verlof. Dus hebben de zelve goede mannen ver- klaart , uytfpraak gedaan , en redelijk geoordeelt, dat zodaanig een verlof eens in't jaar verzocht moet Worden; te weeten, binnen de Paafchweek : en als dat eens gedaan is, dat ze daarmede het ganfche jaar beitaan konnen. Omtrent het bedienen van het laar- fte Olyzel aan de vreemde gaften, dewelke in 't ge- melde konvent koomente iterven ; daarover hebben de gemelde goede mannen deze uytfpraak gedaan , en verklaart; dat, byzoo verre het konvent bewyzen kan dat aan hun Order of Kapittel een diergelijk recht ge- geeven is, om hef laatfte Olyzel aan zodanige men- fthen te mogen bedienen; dat zv , in zulk een geval- le, het laatfteOlyzel, uyt krachte van dievergunnin- Re , aan de voornoemde vreemde gallen zullen mo- gen berechten : zoo nochtans dat ze om zulks te doen , van den Paftoor van üeugecft, die het dan |
||||
44* RhYNL ANDSCHE
weezen zal, eens in 'tjaar verlof zullen verzoeken^
op dezelfde wyze gelijk zoo even gezegt is van het Sakrament des üutaars. Doch ingevalle zy niet be- wyzen konnen dat'er aan hunne Order, of aan het Kapittel, zoo een recht verleent is; dan zullen zy xich niet bemoejenmet het laatiteÖlyzel aan de voor- noemde gaften te bedienen : ten zy dat ze alvorens daar toe een byzondere magt van den voornoemden Pailoor verzocht en verkreegen hebben. Dan volgt 'er dat bet konvent aan den gemelden Simon tot noch toe niets gegc even heeft van het jaargeld ·3 't welk in den brief vermeldt word: waar op de voornoemde goede mannen deze uytfpraak gedaan en verklaart hebben; dat het gemelde konvent aan den voornoemden Heer Simon, tuiïchen nu en halfvalïen naaftkomende , zal betaalen zoo menig lood louter zilver, als 'er 't ze- dert het tekenen van den brief jaaren zijn verloopen. Dat het konvent insgelijks voortaan alle jaaren, van nu af met het oktaaf van PaaiTchen te beginnen, aan den Pailoor en deszelfs nazaaten, volgens den inhoud van den zelven brief, zal betaalen een lood louter .ïilver :. endat het zelve konvent, voor half vaflen naailkoomende, aan de voornoemde goede mannen eens ter hand zal Hellen tien ïchilden___of de waar- de van dien: op dat zy (goede mannen) daarmede "Ί voor den voornoemden Heer Simon, en voor deszelfë nazaaten, mogen koopen zoo veel e jaarlijkfehe ren- ten , als die penningen zullen (trekken : 't welk zal zijn voor dat andere lood zilver, 't welk Heer Simon b^ven het andere lood, waar van de brief gewaagt, van het konvent had ge eifcht. Insgelijks, om dat die fornme van tien fchilden door het konvent niet eerder betaalt is geweeit , en vervolgens geene ren- ten daar voor gekocht zijn geweeft; dat het konvent binnen den voorfchreven tijd, dat is tuiïchen nu en half vallen naaftkoornende , aan Heer Simon , voor zijne fchade die hy daar by geleden heeft, zal moe- ten geeven vyf fchilden van de voorfchreeve munt. En hebben de voornoemde goede mannen by deze hunne uytfpraak gevoegt dat alle tweedragt en twift» die 'er tuiïchen het konvent en Heer Simon voor- noemd, uyt hoofde van het gemelde verdrag, en van de twyfelingen die daar omtrent gerezen zijn, tot nu toff
f
|
||||
Oudheden» 443
tonijn geweeft, nu volkomeiitlijk moeten eindigen en
ophouden. Welke goede mannen uytfpraak JHeer Büudewyn , Overile van het voorfcbreeven konvent uyt naame en van wegen het zelve konvent, en de voornoemde Heer Simun , 7.00 als m die uytfpraak in hunne tegen woordigheit hadden hooren voorlee- 2en ; aanftonds en op /taande voet goedgekeurt ge- preezen, en voor aangenaam, welgedaan,· en beiten- dig aangenomen hebben; en belooft hebben dat2ede- zelve, ais zodaanig, ter goeder trouwe zouden on- derhouden ; verzoekende dat ik , openbaar Notaris ondeiichreeven , oyer deze hunne goedkeuringe , en overal het bo^enftaande , eene akte, of meer akten, zoude opmaaken. Gedaan te Leiden,.in mijn eigen woonhuis, in 't jaar, in de maand, op den dag, op de uure, in het pausdom, in de indiktie, als boven, feu overftaan van Niklaas Diderykszoon van Haarlem^ en Meindert Diderykszoon; dewelke als getuigen daar fy verzocht en ontboden waren. En ik Pieter van Schoten, kerkelijk perfoon on-
der het bifdom van Utrecht, door Keizerlijk en ordinaris gezag openbaar Notaris nebbe de gemelde uytfpraak der goede mannen en bemiddelaaren , en de voornoemde goedkeu- ringen , en alles en ieder in 't byzonder wat'er boven vermeld ftaat, benevens de voornoem- de getuigen bygewoont; en heb alles, zoo als her boven verhaalt is, zien en hooren gefchie- den. En daarom heb ik , des verzocht zijn- de , en ter getuigenifle van het bovenltaande, deze openbaare akte, die door iemand anders getrouwelijk befchreeven is, daar over opge- maakt , ondertekent, op deze openbaare form gebragt, en met mijn gewoon) ij ken naam ea zegelring ondertekent. , $0?&er$ fyttft Tohan, ^rfffljop ban Gebelde,
jfe fa 't ^iffcöoppeïpe öe mhm§ im$ ban
«ÌûßÃåöÃöç ^ijfcöojpZwcderus, intMoo* ftec met öe^seifg fm$ült ingetogfct bm £o.jjpK
|
|||||
r
|
|||||
444 Rhynlandsche
ϊρ ΐφ3ο: en geeft/geïp in bm boïgettöen ö|fef
te tec$m fraai / toeerrtg tragen aflaatg ög Jjet immjöni uedeent* JOhannes,, by Gods genade BiiTchop van Gebelde,
de Vikaris in Biifchoppelijkezaken vanden Hoogw, van het . Vader in Cbriftm Mijnheer Zwederus, by dezelve kioofter en genade Biüchop van Utrecht, wenicht aan alle zoo- de keik. nen en dochteren der H. kerke de eeuwige xal'gheit in den Heere. De luifler der vaderlijke glorie , die door zijne onuytfpreekelijke klaarheit de wereld ver- licht , begunÜigt en verhoort dan allermeeit de godtvruchtige begeerten der geloovigen , 200 mans- a.ls vrouws- perfooncn , die op zijne allergoeder- tierendfte Majefteit betrouwen , als hunne en haai e inwendige en ootmoedige godvruchtigheit ge- holpen word door de gebeden en verdieniten der Heiligen*, hoewel ook dat degene, van wiens wel- dadigheit het koomt dat de geloovigen hem behoor- lijk en loffelijk dienen, uyt den overvloed van zijne goedernerendheit, dewelke de verdienden en begeer- ten der gqnén die hem aanroepen overtreft, den ge- nen die hem wel dienen veel grooter weldaaden ver- leent , als zy verdienen konnen. Daarom is het ook dat wy , wenfehende het volk Gode aangenaam te maaken, goedgevonden hebben de geloovigeChrifte- nen door aflaaten en quytfcheldingen op te wekken om hem door giften te behaagen;* op dat ze daar .'door bequaamer mogen worden tot het genieten van de goddelijke barmhertigheit. Dierhalven , op dat het Nonnenkloofter der Reguliere KanonikeiTen van S, Angiijïwus order by Leiden, 't welk wy begeeren dat Sinte Marien-poel genoemt aal worden, en door ons daar ter plaatze iogewydt is, met behoor- lijke eerbiedighqit en godvruchtigheit bezocht en ge- eert worde', en dat de genen dewelke daar in aea dienil des Heere leeven dagelijks van de eene deugd tot de andere voortgaan; zoo is het dat wy aan alle de genen 3 dewelke met een oprecht berouw gebiecht hebbende, het voornoemde kioofter en kapelle, op den dag van deszelfs wydinge , en op de feeiidagen * De L.itijnfcJie zin is hier duifter: heb *er 200 wat aaar
ö b - tan |
||||
O Ü D Η Β D ϊ Ν. 445
Van de allerheiligfte Maagd en Gods Moeder Ms-
na, die de patroneffe des gemelden kloofter is, met eerbiedigheit en godvruchtigheit zullen bezoeken ; of 'er op andere lijden uyt godvruchtigheit naar toe ïullen gaan , of het gebed des Heere met de Engélfcbe groeteniire daar zullen leezen; of, op wat dagen dat het ïy, daar by wyzevaneen beevaart, of om te bidden, naar toe zullen reizen , en hunne behulpzame han- den voor het gebouw, of voor andere noodzakelijke en nutte dingen uytfteeken , of met vriendelijke woor- den ten befte zullen raaden ; en diedaarde kerkelijke getyden en dienften , of de uytvaarteu en begraafTe- nifien der dooden zullen bywoonen ; die de Mis en de kerkelijke getyden daar zullen hooren of leezen; of de klok voor den godd e lij ken dien ft zullen luideiij die de gaften met genegentheit zullen ontvangen ; die den zufteren de noodige koft zullen voordienen en bereiden, of in andere noodzakelijke en godvruchti- ge werken zullen oppaiTen ; die voor de reliquiënder Heiligen, of voor hunne beelden die daar gefchildert ten toon ftaan , 't zy in de kerk onder de getyden, 't zy op andere byzondere plaatzen en tyden, eenige gebeden, buigingen, nederknielingen, en aanbiddin- gen zullen doen ; die op het luiden van de avond- Klok al knielende, indien het gemakkelijk gefchieden kan, drie maal het Weesgegroet zullen leezen ; die f2n behoeve van de zufleren by uyterften wille iets uyt godvruchtigheit nagelaaten of haar iets gegeeven fcüllen hebben, of teweeg zullen brengen dat zulks van anderen gedaan werde; die de plaats zelf zullen noe- men het kloofter van SinteMariw-poel; die alle hunne goederen aan 't zelve voor't gemeen gegeeven zullen hebben ; die om de vrfede en de liefde te bewaarenr haar eigen wil en goeddunken aan den wil en het goeddunken van anderen zullen onderwerpen i die haare ampten , bezigheden , of nedrige en liefdadige berken die haar op de geboorzaamheit bevolen wor- *kn , in ftilte of alken eerbiediglijk bevlytigen , 't ty met tefchryven, te waiTchen, te melken, of met <je keuken te bedienen, den hof te bewerken, en zoo dikwïis als haar door den Overfte eenig werk opge- teit is, het zelve met een eenvoudig, ftilzwygend, cn gehoorzaam herte te volbrengen ; en vorders die op
|
||||
44Ó Rh Υ NL Α ND SC HE
op de aarde,, onder de tafel, in den geeft van boet-
vaardigheit en ootmoedigheit zullen eèt'èrr: zoo is het, 2egge ik, dat wy . betrouwende op de harmhartig- heit van den almagtigen Godt, en op het gezag vin de HH, A'poftelen Petrus en Paalus, mitsgaders op het vermogen van den Η Marünus Patroon der U- rechtfche kerke , aan alle de zodaanigen , zoo dik- wils als zy zulks gedaan zullen hebben, van de boe- te die hun opgeJegt is φ dagen aflags, zoo veel als wy vermogen, genadiglijk in den Heere verkenen: by dewelke wy, uyt eene byzondere gunit van mijnen He*r en hoogwaardigen Vader, Zvjederus Biiïchop van Utrecht, ten overvloed noch zoo veele dagen by voegen. Ter getuigen iiTe van dit alles hebben wy den tegenwoordigen brief, door het aanhangen van ons zegel, doen bekrachtigen. Gegeeven in 't jaar des Heere 1340, den 20 July. ■ '' '\ 'l ' ■:■■■■ ", / ■
9[n 't bijf&e jaar baar na geeft Marrinus
$&φΐ}&Ρ ban Magione, be altijMJuureiiöe &v fearfë/ m30$o$mWit jaBen/ ban Walraven Meurs berden mftiïm ba» filtreert / ï)tt fe&Öof gebsij&t / m tógelp^ 40 üa$m ap imt§ berleeiit* ©e tyicf ban öe$en Martinus, betoclïie in Qet tbieebe bed * ban 't %αψ*ΐφ Batavia Sacra tt Xtt$t\\ ftmt / hctfcljtüt tlfet
beeï ban ben boo^gaanöen fyief en 3a! baar*
om bjeï mogen atfyev gelaaten iuo^ben. Sim't jaar i4i7 %*Φ JuJocus ^iffcl)o.n ban
Hieropolis, i|aof leeraar ber 45obtaibe / De aïtijö-öiïureiiöe ΜΜή§ in ^if)cifo$pe!pe Ψ fcen ban ben ittreegtfefien ^Iffcljoü D. vid van Borgonje ™φ to« niet bier ontaaren tjebnjöt ^amentiijft ïjet goog ontaar geeft gg ter mz ban öe aüer3iilberfte jï^aagb Maria, ban öe %< ï|. Hieronyrnus , Auguftinus . Katharina,
rn ban & ürfuia met gaar geselfegajp/ typ
* Pag. 347.
b»j#
|
||||
OU D Η E D EN. 447
topt 00 ben η $⪚ en moeft be sefrijttfng
jaaclpj ^etsiert tooien og Den eeeften^onba# na Φι %t a^onb$ <0eboo#e* <&# Den 3eif ben tp $ pt ontaar be$ aïfer*
jjeüigften ^abrament^ ook ingefopt ter eere ban Un eerften jjEarteiaae £>. Stephanus.ban be % iuebntoe üiizabet, en ban aïle be i^einv gen: toelne Ifëping jaarip^ gebiert moeft tooien a$ boben, φρ ben 3elfben tp $ pt ontaar ban A-
driaan van Zwieren, ttt tttt bail ben ptfr'gen
mpofteï Andreas, ban ben piïigen Hpoftel en
€bangehft Johannes , ban be ptlige Maria M^daiena, en ban alle be %oftelen / mge* fopt ®e ^pittg moeft jaat*lp$ gebieettoo^ Den a$ öoben. <©p ben 3elfben tp $ pt ontaatban Vrank van Boekhorft iet? eete ban jS; Barbara, ba»
g, Dorothea, ban be 1 o bui3enb jj&aütelaaren/
en ban aïïe ïf %♦ jjïlaapen ingetopt: en moeft Bet Jfög-feeft toebet'om jaadp$ gebieet too^ iien a$ boben, %n 't jaar ιφι fyttfk Davjd, ^iffcpiiban
fiteeep / in ben boigenben b^'ef / oj» pt ber* 3ocïi ber jonnen toegeftaan bat Jet $£ij-feeft ban pt nïoofter en uan be biee ontaaren op een anbeeen bag gebtett soube bio$en* [κ David van Borgonje, by de genade van Godt
en van den ApoitoliiTchen Stoel Biffchop van tJtrecht wenfche aan de in Chriftus beminde, Öe Priorin of Moeder, en het konvent van finte Marien-poel, binnen de parochie van Oeftgeeit, van de Order der Reguliere Kanonikeflen van S. yiuguflinus, onder ons Bifdom , de eeuwige fcilighejt in den Heere. Wy
|
||||
448 Rhynlandschë
Wy geeven geerne achc op die zaken, de*
welke den goddelijkendienft en de zabghei&der zielen betreffen ; op dat de billijke en heilige verzoeken , die ons voorgeftdt wordtn , door de Zorgvuldigheit van ons Hardersampt hunne behoorlijke uytwerking hebben. Her. verzoek, 't welk gyl. ons voorgedragen hebt, behelfde dat het Wyfeeil: van uwe kerk, huis, ofkloo- iler voornoemd , en van de vier gewijde altaa- ren der zelve kerke, tot nu toe jaarlijks geviert is geweeft op den eerften Zondag na hetOktaaf van O. L. Vrouws Geboorte j en dat gyl. daar door, orn zekere oorzaaken die uk laftig val- len, dikwils veele ongemakkeu moet uytilaan. Weshalve gyl.onsootmoediglijk hebt doen bid- ben datwy het gemelde Wy-feeit, 't welke tot nu toe op den gemelden Zondag na het Oktaaf van O L. Vrouws Geboortegeviert is geweeli:, Zouden verzetten op den eesften Zondag na het voornoemde feeil van O.L* Vrouws gebocre* om op dien dag allejaaren na deezen geviert te worden. Zijnde dan genegen om uw gemelde verzoek,
als redelijk en billijk zijnde, gunftiglijk in *■* willigen >} zoo verzetten wy bet gemelde Wy- feeit, met alle deszelfs Ariaten, op den eerrtea Zondag na O.L. Vrouws Geboorte, gelijk gyl. verzocht hebt; en wy ordoneeren door den in- houd dezes dat het jaarlijks ten eeuwigen ryde, in Gods name, op dien dag geviert zal worden. Gegeeven onder ons zegel ter zaken, 't welk
aan dezen brief gehangen is, in't jaar desHee- re 1461 , op den tweeden d;ig van September. N'colaus de Nova-terra, Ctvfte 23iffcBOJ?Ö^lf
$aoriem/ öceft jjet mtööelffe tmtaat tct cm
|
||||
Oudheden.1 44p
bm bm aïmoflenbeneoot/ banbefè i&aaob
en |&oebee<0ob£Maria, ban be $$.aijpofte ïtn Andreas, Thomas , Johan Evangelift tn
m alïe be %ofteïen / mtëfgatecf ttt me
bmbt SeiïIfleNicolaus, Wiliibrordus, Adel-
bertus, Maria Magdalena, Maria van Eeipten ban alïe ^eiii^en/ eneinöelp ban'ti* totté/
mmm ben 17.f 1% if7r+ ^e5e ^pö£ toiero jaarlp$ gebiert op bm eerften %onbm na ïf - <D|iebufiM0gett^ba0. fcrt ölpt ugt een oubeiifigfefbatt bitaito
ftee oat baar/ begaïben öen Regent of ©atar/ nocj tfoet$jfeffo$ öe jfe$ pïagten telmen. $oïgei$ een gefcö?eeben reojfter ban ben
Wtec 5Hn aïïe be booöen ngt get nefïaat öee ?'afikJe Van Zwietens, Gysbert van Ζ wieten alïeeti ttpt* Zwietenï
W?W/ öwaabtti gefoeeft onber een oroo*
te ölaauioe garft 1100? j^t ^oog-on taar. ©e Settteïbe Gysbert van Zwieten , om bat 'er atl*
tenurit jjet $elföe pfïagtfto^t na fiem ge*
nmn inaren/ bjierb δρ oe fiaplfe ban 't *,. |
|||||||||||
fni$ besraaben. <©m öe $eifbe reben $ Bou- B
|
van
ockhor-
|
||||||||||
öewijn van Boekhorft in 'tseifbe sraf bearaa* ften,
wn oetoeefï: anber^ toierben be Boekhorften, w ote ban bat gefïagt foamr/ Um &. Barba- raas outaar begraaben, $umie naamen/ niet η^Ρ^^Φ** / ^an boben in be
fócnt ban Set Mooflee afgebeeïo, wl?öerfïe/of^ater/ Jjnö gfm oraftïebe en var1,
mL·^ Iyri3/ oen ' ^un£ / $ obedeöen ter. AViichid van Helmont, Michielszoon, ©on*.
Μ te tttrctgn en ίο Sier in 't booj begraa*
wn} öebbenoe aan be jonnen ban Marien- ff a&
|
|||||||||||
45"° Rhynlandsche
9fft geööe onoer nig een 300-genaamb φ#ι#
feffl-öoeit i iigt tjct telhe b? jonnen / ten o* betfiaan ban oen j^onnen-J^ater of ban öen Wmfttv-ht$mhct l getuoon fcoaren gaare g^ ïoften op tejeggen; en 3tcï)aïöi$ tot (jetMoo? fïer-lebeü öüo^ openbaare geloften te beröin* ïrni. <êihe jj^onne fef^eef ijaare gelofte op een francijuen foief/ fcoaae op een ftrufë afgeöedö fïoiiö* 3fft öeö / om 300 te fp^eenen / een m éinöeïp getal 5oöanige &?fefje$ : maar oe g# ïoften toaren öoo|göan'^ met öe3e of diergeltj; &e öeb)oo$inge öpgefïeït: Met wat Ik (βρ boo^ÖeeïO ^tlfïer Maria Egberts doch-
bewoo diw. ter) belooveaan Godt, en alle Gods lieve Hei-
ge de Kioo- ijgen, in de tegenwoordigheit van den Regent, gedaan eeuwige zuiverheir. mijns licnaamss en gehoor- wierdcu. zaamheit jegens onze Moeder , de Priorinne, en haare wettige nazaaten ; en uyt loutere lief* de tot Godt geeve ik haar over alle de goede- ren , die ik thans bezitte , of die my na dezen mogten geworden; van welke goederen ik voor eeuwig en altijd afilappe. 3fn fommige ban oie B^'eben bm&e fê&atöe
gemelöe nïoofter-geioften fomttjty? geöaan 3tjn ren oberfïaan ban %m Jakob, j^ioj ban SW* tgame te '$4£rabe3anöe: fomtijo^ 3t)n öie ge^ Iqfren / boigena anoere Ö^iebtn / gêoaan ten oberfïaan ban ^eer Jan , ψ0} oer ïïeguiiere ïlanonniH&en te <£niatuj &n oer <i5onoe : font* tojjïen ijeeft er öe ψnojbanöet uïoofter^ion/ öiiiten ©elft/ ober gedaan, ©tt 30! seïterip gefrjneot 59η / om bat öe gemeï&e $m$tot 6e3fgttger^ ban bit ïtfoofïer aangefïeit ioaren 3 toant t>e β onnen ban jèatien-poei ioaeenmet *ï*^ss· "^ "■'*■■■ ïlv
**:ί #ΐ 1
|
|||
Oudheden* 4?r
bc $tmtlbt Moofïetf / en boo^tamentïp tmt
bat ban ,^ιοη a$ ïjmt Jjoofb / boo^ eene on* berniuje gemeenfegajï berlniocgk $an be ojprécgtinse ban bese $muttftïj&p/
bergaöeringe/ of napiftei/ en ban be bereemV 0iU0eber Moofleren mei batbanjtan tn&ioti/ tnit$gabtt$bm bc öebrfeinjie en boo^etgten ö^5cr brreettf0iii0e/ Ijeööen &$ öoben fopto piger 0eft#oE&ti; U^g Rebben eeltige mtfpmüwMffit fyiehm /
op parftemenr gefcifiecbeii j bejjeteenbe be bc& tmigmgm ban Set Moofier jj&arien-jtoel met fcerfeifeibe anbere Uoofitvg j est met get ö|»3ött* öe^egeï ban icbrr bereeingb Mooflet* bt>lb. ■ $£et 5e0d ban be$t jonnen ioa^ jjet Öeetaer kiod- bto Φ* jfeaasö/ b^aa0enbe in pare armen gctftc« ^sc]' fciitbene Jefus, en met ren ϊίι*ίπ0 ban firaaien (S) om|aar goofö Öeiiranfr. fg& fjaböest tioefj fcerfcfjeibeiie anbere $e0eï$ : onöer befoeïne be 0ef!a0t-bjape!ien ber peeren ban <^efeeefï öoo^aan^ afgebeeïb fioiiöem !f ft btntte bat fonimi0C ponnen / bk Jjaarc
geloften in bit nloofïer gebaanljeööen/ ugtbt ebeïfïe guiten ban fooiïanö/ a!$ ttgr be $Nt* fcenboo^ben / Jtel0eeficn / SCi&emnöen / $e* ffeoten toarem <S£it öïpt onber anberen n$t een boobBoeïf be^ nïoofïcr^ s turnt in bt jaar* S#tjben ban be ftieïboenber^ bt$ Mmfttx§/ w$0aber$ ban ben ^onne-JDater/ be j^oc^ m/ tn bc jonnen/ niaanb boo^ maait&ean* Setefeenb fïaan, ligt bit booböoeft 5aï in bt naamen ban bt
$mmt^attv$ / J&oeber^ of jEater^ / #011» uen/ tn boo^naamfïe toeïboenbet^ opgeeben, I fff m
L________:_______________
|
|||
4^o RhtnlandSchts
Bet iaametn ban omen eerto. $aber Jakob
tTlei-MEenSf «eeutekanonmfc te Mte/ boenders, on^n aeftt jïen föegent i betoelfte 14 jaaren lang ïonnc' ïof elp geregeert geeft / en bier jaaren een ge* Paters'e troWe mebegeselof Hapïïaani^ getoeeMe $ gefloten in't jaar 1 f 2.6; spbe j-o jaaren
ouö gebjo^ben.
g[n't jaar 14S9 Voppo, f atet? m be f oei/
(öat^j^anen-foei) <£en enfceib jaargetg ban onsen eerbx$aöet.
Gysbert, ^teguïier Refter te^onn/ benbnf- ten JÉtegent: öeiuefee $ity in #iw tmmm fcefïieringe ïoffelp geeft gebeten, ip 4 f floten in 't jaar 1496 / i» '* 6J *mt *m 5gn leb en ,*- 3fn 't jaar 1491/ i4p<V Gerrit Dirksz. ftc
^en enfceïb jaargetg ban onsen eatojBw
te/ ^eer SimonNiklaaszoon, ftCgUUerf^'
ftetr ngt £tein/ oii3enberDen Regent > bew
ïte 60 jaaren ouö geiw&en / gefloten 1^1»f * let jaargerg ban onsen eerbjaarbigen f»
gettOUbjen f attC/ Gerric Dirksz. van Hcitoo»
öetoelfce Jjet beioütb mv on§ Moofïer bertie»
jaaren iangmet groote bieeö3aamtgöeit tnm baarfieit geeft geboert Sfe $ S^M/^ let jaargetg ban oi^rt»«L« Boudewiin Pieterszoon , ftegute fI^W?
^ttitt / en eerfïen Regent ban bit ïüonbew*
Debjeine obedeben i$ in 't jaar 14 ♦ ♦ letiaargetu ban Niklaas Dirksz, Bent, ro^
begesd (oftopeitaan) ban bit W/JgJ ïser f^iefier in be tem * befoeifee 5-3 Jaaren ow getoo^en/ gefïojben ff t» 't jaar 14^ ^ |
|||
Oudheden; 45Ί
€m pk$tiQ jaargetg ban ben eersaamen
BoLidewijn van Swieten, ben baber en fïicfiter ban on£ &ïoofïcr: betoeï&e/ 83 jaacen oub ge* tooien/ gefloten $ in 't jaar 14 , .. €en enfceïb jaargetg ban o^en eeriu. $aber
Jan Chriiliaanszoon , Regulier J^tffïee in 't
ftfoofïee ban ^tein / ben bierbeu ïïegent ban
bit jjufê: betoelfte bier jaaren ïoffeip geregeert fieeflt / en gefïojben t$ in 't jaar be£ leeren
1495.
|et jaargetg ban ben eerbx ®aber/ feer
Voppo janszoon, töeguuerj^tefïeeugt^tein/ ttoceben töegent ban bit gufë: bebjeUte ïjet öe* fornb ii jaaren en 5" maanben Jjceft geboert: c» tó gefïojben in 't jaar 1476/ 3?jnbe in 3ijn iwen-fefïigfïe jaar getreeben, Sfn'tjaar ifo8 ï|eee Jakob Schout, ©ater
en SSieeijtbaber te #oel, %n 't jaar ipz ^eer Jakob Maartensz. fte*
0cnt in be goei, 9» 't jaar irz? ï|eer Lambert Johanszoon,
Regent nt be goei
%eee Gen ir Dirksz. aïbaar öegeaaben. f et jaarget» ban on3en eerfo, ©aber Seba- itiaan Vranken van Heiloo : betoeifte sefnwbeil
ï|in't jaar ir ...
€en en&elb jaargetn ban ben eerto. $ater/ jWber Matrijs Willcmszoon , ψ^ \n fce
mü /toeï-eer onsen negenben Regent \ betoeïfte
«öonfcöe guïben^ booj een b^oip maal / en
itocij X4 ftgijnfefiie gulben^ booj be ïterH/ neo Sceben. Servaas Rogier f£ ban J&IOJ itl 't «ÏOOfïer tC
mm Regent ban bit iUoofïer getoo^bea: en
1? Wt öegraatsen : 3pbe oberïebeu bm 3 3a* Ütó^i/40. f f3 *$m |
||||
514 Rhynlandsche
<toi buBöelb jaatgetg ban 0113011 eetf&'$&
feei' en^gCïlt/ J^ater Pieter Antoniszoon i öe?
toeïfts ón| üonbent bgnaa 7 jaareti ïang b$
ïoffeïp geeft bejÏiert·, en gefloten \§ uitjaag 1 f47 / 3fjnbe r 1 jaaren onb getoo^ben* i5Tf7 i|eej; Thomas Hcrmansz. Regent te
fèoeï,
IfV*
In van de gn 'fc ^ j,^ ^Ufe Zoet , J^lOtftt tt
Hmxu foei
Φρ b^'e^oningen-bag een etiM jaargetg
ban 0tt3e ^UjiCUdementiaJillis dochter, j|ott'
ne en Jj^iorimie ·■» betoelne gefio^neni^intjaat
1440/ 3ijnoe45' jaaeen onb getoo^ben. i|et jaatgetn ban 0113e eerto, ^ufïeu Gecr- truid Adriaans dochter ·, beboellte on$ RÏOOJ&t
40 jaaten ïang aï$ ]&?ΐο;ίη geeft geregeert/ tn
't 3eibe in cene gehmifcgte fyebe en eenbjant geeft gegonben, ^t$c gobfyuegtige j^omte geeft Sz jaat-en geleeft / en i$ gefïo^ben in 't jaar 14 ♦ * ♦
ïfet jaargeti» bano^e^ufiee Margarcta Phi-
lips dochtervan Mac.enefl", J^Olllie batl bit ÏW ' bent: betuelne gefloteni§ in 't jaat* 1415Γ·
£f et jaargetg ban 0113e ^nfïet Lysbet Jans dochter van Poelgeelt, ^Olllie*
ïget iaarget|t ban 0113e ^nfïec Qmera, boeïj'
ter ban Vrank van Boechorit, j^onne: betoe^ l\e/ tn gaar ?6 jaar getreeben/ oberïeben$ in 't jaar 1488. gaatgetgi ban 0113e ^nfïet Margareta,&'oc8#
ter ban Arent van Η . . . en j^onne ban bit itloojier; befoeï&e be eerfïe plaat^ban *$nbet- ^ïonnne ïofelp geeft behleebt (6) 3|aarget$ ban 0113e ^Ufïec Margarcta Hen-
driks dochter vanYflèlftein* sfèontte· $aat*
|
|||
Oudheden* 477
3faargern ban 0113e eerba, 0ifïer Zoetje Pie-
ter van Oitns dpchrcr, t^onne : bebaelne b0 berbe pïaat$ ban g^iorimie 93 Jaaren ioffeip Scefr öehïeebt i en/ 84 jaaren onb geoao^ben/ nefïo^eii $ in 't jaar be^ i|eere 1476. €en enneïb jaargetg ban 0113e ^lifter Elbur-
gis, Jan van Duivenvoiidrn< bOCÏJter / J^OIltlip
ban bit ïtonbent: bebadfte öefïo^ben $ in 't
jaar I4P9
Sfaargetg ban on3e ^ufïer Jutta, boeïjter
ban Antonis ^an Hnogtwoude, tj^onne ; be* toeiïie be baereïb bedaten geeft m 't jaar 1 roo. Φρ ben eerfïen ^feöw >rg Jet jaargetn ban
0n3e buffer Alveradis, bOCf)terban Floris van
Alkemade, $onne-, befcoeïheji jaarengcïecft
Öéö&enbe/géfïa^ben $ in't jaarbe^eere iyoo# faaegetPban 0113e ^Ufïee Katharina, Jan
van Wail'eiaatsboeötet/ $onne te $oel
laargetn ban 0113e ^ufïer Barbara, boeïjter
ban |&eeffer Philips van Wyiand, 0aab$()eer ban ben öoogetuüaab / tod&e Barbata , jionne ban bit honbent 3Jjnbe/ gefïo^ben i$ in 't iaat ifo6.
%n't jaar 1 r *1 en 1 f23 $gnfïerGéertruïd,
Admam boeïjter / ^iorin te ψζύ gebaeefï. Üaargetg ban 0113e ^ufïer Lysbet va-. Boek-
™r<t» Jans boeïjter/ $onne baii bit gui^: be* Wie/ ntct ouber a$ 2. f jaaren getoo$en/ge; ffaben $ in't jaar 15*17. 3faargetP ban Aleidis , Gerrit van Hoog-
woudens boeïjter / ^onne,
3kargetg ban on3e gufïer Μargareta, ïfeer *hiiips van Waficnaars bOCÏ)ttr / $Qt\W faail
ö,t Buig: beaaeï&e/ in gaar negen-en-fefïigflte
^aetreeben 3gnbe/ ugtïjet leben gefcöeiben φ in 't jaar ij-ztf. $ f 4 gaar*
|
||||
^6 Rhynxandsche
gfaaraetn ban on3e »fïer Machteld van
Hwïthorft, Jonne: betoelfte/ 8x jaaren onb gefcoojben/ gefïa?ben$tn tjaar 15-37« 3aai#0etg batl Lysbet Jans dochter van Poel-
geeft, Jlotuie. . SJaaraetg ban 0115e gnfierHeiiwig, boctj* ter ban Splinter van Nyenrode. ^tt $ Jjeftop
ben in 't jaar-------m 't 5η jaar ban fiaac
Sjaataetg ban Ott3e ^Ujier Anna jans doch-
ter van Haalwijn : betoeifce in gaat* feben-en- febentigfïe jaar getreeben / en flet amjJt ban 3|n$-üe50&jïer&ebienenbe/ gefloten $in t jaar if3f· s *,
3faaraetp ban Maria de Leidis , Jans bOCtJ'
ter : betoei&e in Baar bgf-en-febentigfïe jaar
getreben/ gefïo^ben $ in 't jaar 15-41- xK <&m enfceïb jaargetg ban 0113e gtaffcr Mar- gareta de Leidis) JansÖOCBter: betoelfce«1 ψ
fof-en-sebentiöfie jaar ban Baar leben / en w
fiet bier-en-3efii«fie jaar ban Baar reïigie^en fïaatgetreeben 3Ïjnbe/ oberleben i§ in Bet jaar 15*43* * ·
€en enMb jaargetg ban gufïer Antoma,
Arent van Duivenvoirdens bOCBter / lFnne;
befoeï&e/ 69 jaaren oub gebao^ben / gefïo^e»
is in Bet jaar 15-44- c ^ .n„ €m enïtelb jaarget^ ban on3e eerto. fW
itnte jjlater Adriana jooften bocBterl Wj <02abenöage: bebaelïte ♦ . jaaren ideeftjg: öenbe / geftojbenrê in Bet jaar W fjg bat 5e fïierf / B^ft 3* oe cerfïe pïaatg oue^ aïïe be J^iormnen beftïeebt , Gerardina van Rietwijk , |&ater en P^
in in 't jaar ij-ytf.
SP
|
||||
Oudheden; 457
gffl 't jaar 1T70 foa$ ^Ufïetr Gerarda , Ys-
brands iiocöte?/ J^io^mne te $oel Margareca, Jans bofyttt/ h)ö£ ( itft$Üfbt
jaac tre ^u$-öe30$jïet; ban fiet nfoofiee te
foei ^n 't seïfïie jaar jje&öen öe boïgen&e $otv Adeiijke
mn/ ban tfioeïpen ïjuise / in 't nloofiee Ma- ΝοηΒ«,ί* rien-poel gefcöOOnt: hetklooftcc
Antonia, Arentvan BuivenvoirdensDOCÏjteE. p^i*ea"
Lysbet Vranken van Boekhorft. Johanna , Lodewyk van Sehengens QOCÏJtti** Jacoba, Floris van Koulfters böCÏ)tCl\ Barbara Meifters , Philips van Wielants Maria, Lodewijk van Sehengens ÖOCljtCT,
Margareta , Philips van Waflenaars frocïjtei** Seïjaïben Setboojnoemoe öooöBoen/ gebtft
«ocö onöer rag een 0tbtttmitft% jjanofcïfêtft: öe[jcl$enöe oe ïegaatenen giften/ öetoeifteaan öit Muofttt/ 1qfoztt ist§ $t\f$ op&omfïe / bc poften en öetoeesen stjn. ®it ganofcg?ift öeö * soeogebonoen gier in te ïaffen: oe^temeer/ °*n öat |Earien-poeï/bol0en^iiatganöfcö?ift/ wiet aïïeen ugt <®uoetoatet/ maat oor ugt j§. ^gnes ftonbent te ^tgoonöoben /1$ boo^tge* f&oten. Tnt Iaer ons Heeren i?pp. doe fende Heer ri&**«.«
> ^^cdieBiechter derSuitcren vanScoenho- »t kloofter
ven op de oude haven, endeHeer CiaesBieeh- Marienpoel ter der Sufteren van finte Jgnieten te Schoenho* Scdaan» V£n in die koeftraet, dieeerfte Sufteren wt ho- ren hufe, daeronfe Sufteren voert wt gefproten 2jJn ί ende alre eerft vergaderden fi int heilige ff $ fcv»
|
||||
4y8 Rhynlandschs
leven te Oadew-dter ) ende daer na vergaderdefe
by Pieter A'ven zoen over die flufe. \ Daer na int.jaer ons Heeren 14.12,. doe coft fufter Clement Gelis dr. onfe eerfte Mater in die derde oerde, gheboren van eerbaren ouders van Scoenhoven, dte Hufinghe die den Heer van Vtieiiot hooide^ die ftont in die Capelftraet, daer ht ons goederuerenheit#inbewyide om be- de wil zynre vrouwen die hdor fufter Jriaen Jam dr. in onfeCloéftet broche In coften ja- ren daer na fcoetj^» Melifz. hufinge boven wc dattet op onle werf vallen woude, dat ment mit balken onderfcoerde, ende defe hufinge coften wi, ende van dat voirhuisan die ftraet wort ons Capel ghemaeét, endeafter daer an onfe buren huus After teghendie ftède muerlanghesS onfe werf lieten wi een ftenen huus tymmeren, daer wi in weefden, boelen ende brouden, ende torf- den ende verperifcot. Daer voer dat huus ftont enen fconen put die wi lieren graven, daert wa- ter in ende wt vloeydeendeebbede, dooreenzyl Wtd'Yfe! Beliden den put hadden wi enen fco- nen viver laten graven, dacrwi vifeh in hielden. An die ander zide van onfe werf coften wi Heer Bertelmtus hufinge, onfe Cureyt, dat was ons Priefters hufinge, onfereventer ende fiec-camer ende koken, Oec coften wi Ouwerogs hufinghe mit enen berch , daer fulieren in woenden die die heeften ende tfuvelbewaerden, die dooreen poort mit een ilot in quamen eten. Noch coften wi z. hufinge dat voorhuus ftont an die Capel- ftraet, ende dat after huus ftont an onfe werf, mit een berch. ' Irtt jaer ons Heeren 1430. coften diefufteren
van Over IfTel al defe voeriz'. hufen mitten erf- renten daer wife mede ghecoft hadden ende mit- ten |
||||
Ou D heden) !45Tp
ten lyfrenten die wi daer op vercoft hadden §
defevoerfz-fufteren worden verdreven vxciDtép- bout, omBiiTcopiwi^rj willen, dieteWtrecht Biflcop ghecoren was ende van Diephout wt ver- dreven wort. ^φϊί^η öe i)O0^noettitie ïegaaten / fïaatt in
't öemeSöe |janti|ci$ft öe tnol^entie giften Uw Tnt jaer ons Heeren 1413. fterf Peter Ave foen /
op funte Lambrechts avont, die onfc fufteren eerft verfamende, behalvenmenigherh inde goe- dicheitdie hionsdeej fogafhionsif. Nobel en- de f. pont tsjaersewighe renten, i^. groot voer een pont. Leye Wittender fterf int jaer ons Heeren 1418.
I°P funte Katrinen dach, ü gaf ons in aelmiflen
18. Engelfche Nobel. Int jaer ons Heeren 14x8. op ten zo. dach in dieMaert, doe quamen onfe Sufteren eerft te Leyden i ende dit zyn die aelmiflen ende welda- den die wi fint ontfangen hebben. In den eerften Boudyn van Zwieten, on ie fon-
dator die ons ghegeven heeft defe Hofftede, hu- finge ende x8. merghen lants, alib als onfe fon- dacie wtwifet, diegheleghen zyn om onfeCloe- "ef· Voert ίο heeft hi onsgheghevenxoo.Bor- goenfcen fchilde tfiaers ewighe renten. Noch ghegheevn tot onfer Kerc 400. Rynfche gulden. Ende 2.00. Poftulaets gulden. Ende hadden on- fe Heer God ghefpaert, noch veel meer daar toe ghegheven foude hebben. Welke Boudyn van Zwieten voirn, onfe gheminde vader ende fonda- toer oflivich gheworden k int jaer ons Heeren HH· op ten 17. dach in dieMeye, zaliger ge- dach-
|
||||
4<S© Rhynlandsche
- dachten, voirwelkeszielwy grote fcult hebben
voir te bidden tot ewighen daghen voir allen an- deren menfchen, want hi ons oec bovenal dat hier voirfz. ftaet, menichfoudighe weldaet, ael- miiTen ende minne bewyft: heeft. Int jaer vanfz. in dierrraentjuliusopder xm.
Martelaren auont, fterfD/Vc van Zwieten, tien dagen nadat hi Ridder gheworden was ten hei- ligen grave, op die wech herwerts. Int jaer ons Heeren I4f4· in die maent No-
vember, gaf ons Claes die Fries, Rentmeyfter van Hollant , welc te wyf heeft myn Joffrou van Zwietens broeders dochter, f o. pont rotter Kerc. Noch in teftament 8. fchilden, dat ftuc. p. ilont. Int jaer ons Heeren 1428. Wort defe Hoffte-
de te Pö<?/teghenHeer Heynric, Heere tot PF&fm fenaer, ghecofc, daer zyn goede wyf myn Vrou ons feer behulpelic in was totten coep, ende dat wife cregen. Ende Heer Heynric voern, heeft ons ghegeven twee Nobel des jaers erfrcnten. Myn Vrou zyn goet wyf heeft ons ghegeven
300. pont, voer dat pont iy. placken, erfrenten mede tecopen. Int jaer ons Heeren 1496, hebben wi ontfan-
ghen doer onfe Pater Gloeryt Dircfz. 33· Rh· gulden ghevalueert ghelt, voer die hoechtyt van onfe Vrouwen prefcntacie, ende voer die twe fuffragien ter weke te lefen. In dat felfde jaer hebben wi vercoft fommighe cleynoten wt onfe Kerck, als cralen, vyftighen, vier heefelen, een paerlen treek , vier fulveren lepelen ende twe fulveren coppen, die zyn weder gheleit an een nuwe Cybori mit fommige ander teftamenten. Die Cybori heeft ghecofl; 100 Rhynfe guldens current ende iy. DatHeilighe Sacraments ou- |
||||
Oudheden; 461
taer te verderen heeft ghecoft 27.Rhynfeguld.
min een ftuyv. Diecrens voor dat hoech outacr heeft ghecoft zz, Rh.guld. ■" ■ 'fa
Adriaen vander Boeckorft gafS. Peter.
Florys van Wingaerden gaf S. Bartholomeus,
Jan van Boeckorft gaf S. Jacob.
Jan van de Werf gaf S> Jan Ewangelifi.
Willem van Remmerfwael gaf S. Pouwels.
Myn Vrouwe van Kats gaf S> Philps.
Jan die Baftert van Invoerde , die gaf S. Si*
mm ende S. Judas, ende hi was die eerfte. Jan Meynertz. gaf S.Andreas.
Jacob Symonz. gaf S. Mattheus.
Heer Ghysbcrt onfe Pater , Heer Gheryts
broeder, gaf 5", Thomas. S, Lucas gaf Claes Jacobz. half, ende dat Con-,
vent dat ander. Ontfangen van dieeerwairdighejoufrau Mar-
griet van Tfelfleyn, Heer Arent van Duvenvotr- «* huyfvrou, ƒ0. Rynfche gulden tot jaerlixe pitantye. ïnt jaer 15*3 2.ontfanghen van die eerwairdighe
Meyfter Jacob Ρ iet erfz, AJJekns, alias ïollenair, Priefter, hier by ons begraven: in den eerften cerikelck alfoegoet als ons befte kelck, dairtoe twe cleyne Miffalen ende noch een leggher int Choer legghende. Noch ioo. Rynfche gulden °nsgheleenc ende die ons quytghefcolden. Noch ae& ghelt ghegeven 100. gouden Andriefe guld. Noch aen fulverwerck twee fulveren fcalen daer roenwt monicht, noch fes fulveren chroefen, m>t fes fulveren lepelen. 20 Rynfche gulden l°t ons deel vanden huysraet ofte inboel. Noch lQQ. Rynfche gulden tot onspaert ofte deel van dat
|
||||
4^2 Rhynlandsche
dat huys dair hy inghewoent heeft tot acht jae*
ren dach. Noch z. coye weye gheleghen tot Heyloe, jaerlix gheldende 5-. Rynfchegulden, tot ^. pitantie jaerlix nae wtwifinge den brief daer of wefende. Noch 3. Rynfche gulden jaerlix tot pitantie op zyn iterfdach, die God zalich ghe- iriaeét moet hebben , die welcken was den if, dach Novembris, anno ut fupra. Anno fó*. den la'.O&obris, foe heeft't Con-
vent van Poel ontfangen van Sufter Gerritgen, Tsbrants dr. beilei iFenifTe yjO. Rh. gul. welcke voorfz. penningen gegaen zyn tot behouff van 't Convent. 15TZ* 1S ghegeven die Choerftoel beneden in
dieKerck, te weten van Cornelis van Ryetwyck, die oem van Sufter Gerritgen Tsbrants dr ende Floris Maertenfz. haer neve, ende Wouter Covne- lifz. haer fuftersman, met tfamender hant, en- de heeft gecoft 30. Rh. guld. 15*77. hebbe ick Sufter Gerritgen Tsbrants &.
Priorinne, ghegeven 't Convent van Poel, if* Rh. guld. daert Convent voort die reftetoe ge- leyt heeft, ende hebben daer eenthuyn om ge- coft van de erfgenamen van Phillips van Noort, gelegen in de Ie ik Laen an die Minderbroers- padt in de Waèrt, waer voer ick begheer dat het Convent voorfz. hier voor jaerlix fal.vuyt- reylcen óp myh fterfdach 20. ftuvers, te weten ro. ftuvers voor die Pater , ende 10, ftuvers voer beyde de Capellanen ofte focien, dat zy \villen bidden voor myn ziel ende voort voor allemyo ouders ende vrienden zielen. Amen. crootcn ?£># ftïoofïer fytcft $m Utït %mtitt%tn ett
rijkdom sii^iomf^cit fogecteii ï 300 a$öïpt uyt ten ouï» kiono£ toffitetot&m$ottew/ 'ttoem ongmfianjj |
|||||
m
|
|||||
ι Ο V Ό Η Ε D ΕΝ, 4(53
# gefïeït l^erffee Koenraad Pieterszoon, >m&
nintf gc$tooren Manbmeetee / geeft in tiaat
if7o op ijet bloeit ban öe jonnen §atetia groote ban be Kanbcrgrn opgenoineü : en öe* tomben b^t aiie be Sanbergen / trainen ge* nomen/ ljsmolenen87roeben ngtmaaUtetti Karel vandcr Mjndc. fc^jft ,',, oe ^^
ban be $eberianbfeFje ^cijiiber^ / bat'et in be
nerh ttoee obetbeftige ^cïjiibergfn ban Kor- nehvEngelbertsz. te p^outi gehangen hebben: öfüjclhe boo^ be boo^tigöeit ber jlHaiefïraat ban ïïnbcn te0en be tooebe ber beelbfïojmeren öeöo^en sijiibe / imberljanb op fjet ^tabiiutó tm toon stjn geïjangen : toant ten ttjöe ban be èjiaanfetje oorlogen / en in 't geetfte ban toe öetodbnige geloofd-beroerten/ i$ bit hlooieer/ mt tierfföeibefeioofiet^baar omijene geiegen/ mmahm/ en in aMmf en tuaien beraiiöert * Stenig bat'er niet^ ban t ganfcjje hloofïer o^ebieebei? #/ a\§ een beeïberbaïïen mm «Wï8 / ftaanöe ter pïaatse beioeifte norfi m* mm tOO^b de gebrande Kelder.
|iet berre ban baar/op een plaats be&o& veto.
uiii genaamb/ geböen bie ban be meutae m mm öunne eerfïe beroering geijouben? mm I 't ioelït be 3flft*n ban <%monb booi
mt bertreït plagten te öouben. Jan*Ger: hSt !&*?idfö'' WfePöcnbe be beröie3ma Ρ tettOfit Jordaan van Driel, getuigt ban hem
mmm öeeft ©an bepuin igcm ©eerenöuisi
m®m / 't toeïh be S* toefcoomt / en mtu tegentooo^big in toesen p Annal, Egaaopd, cap, 89,
|
|||||||
4#4 Rhynlandsche
Paftoer? ^t tttfo ï&afïooj/ befoelïie <$efïgeefï ψ
ieriwtetc bet* ftet beranberen ban ben openöaaten goï$* »Ydcn. öietifï öebient geeft/ toa$ genaamb Francais de Heere, te |èan^ ΙΠ $?atlfep
geöooren/ bdftomen Racete in be<£obtïstm>
öe, iCot een googen onbetbom genomen/$ gn te Seiben gefloten op ben 8« ban ^obnw fier/ tn 't jaar 167(5. ϋ|ρ geeft tot nagaat ge* fcreegen. Kornelis Bernard Hartman, een fCttljïet&am*
ittee} en aï£ Hartman nabetganb tot be pafïoi
rn banïjfomabe beroepen tuserb/ $be pafïorji ban #ejfgeefï opgefyaagen aan Bernard Verhorft, tm ÏÏQtterbainmec; \W
toefóe in be Beenen op betfcgeibe plaat3en /
en ooft og 30" bollen fyoebee ben j^afïco? ban ütoojteg/ boo^ Itapeïïaan gab geftaan. |ö geeft in ben beginne groote <jue!&abien t\\ moegeïpgeit «gtgefïaan j iöiero gencotsaaSt get gn$/ bat gg genoegt gab/ tefceriaatenj en albugi/ sonbee een bafïe hjoonpïaat^ te Sefc ben/ gufë af ïju$ aan te 5toerben 5 en ön fa . "boeten gm$ te góuben. Hï$ 3« esn&Cft toat g^ootet b^bom bernixegen gab/ en besefte m# otnsigtiggeit en matigip geo^mnte; geeft j$ get boerengn$/ baat-g» boo^gaan^ 5Üniierj blgfgegouben gab/ genoegt; ai alfenggfeen? tot een $afïoo$gu$ ber timmert %\\*tyNM gn$ geeft gn ooft een fraai feec&je geöoufot* «ftnbdp geeft Verhorft, een neb^ig man/ en ban geïoof^ nbet bïaftenbe / get fïtübcrtje / bat gg boo^gne fpaarsaamgeit obergehjonuen gab/ tot get opqneefcen en be30£gen banfonjje ^tubenten öefieebt <^nb getoo^ben/ e» W «en trjb met een 31'enelp licgaam gegaan gco* benbe/ $gn naat'een beter ïeben berreifr°P |
|||||
Oudheden» 46$
tren 4*foan <&ctobev 1716. SJn^tte nïaat$ f$
0C3OnOCtl Niklaas de Reeder , een ΦαβΟΙΙΡ
met-, Die te Doren te&oo^&wg ïjab gefïaan.
$o;lta$ (iaat te toeeten öat ae$afïoo^nan
$efÏ0eefï; 't seDert langen tijö getooon 3jjn öe ttaöiinrige fooien/ a!$ ^allienSurg/ neiöe öe fóattopen/ en$j^$oui$/ ooit renettenen. AANTEKENINGEN.
ï, In dé lij il van de goederen en vrydommen der
Otrechtfche kerke dewelke ons door W a Heda op· gegeeven word , ftaat het vermeld onder den naam van Oftresgeill. In het oud gefchreeven Regifter, daar ik onder Ho η t fel aardijk van fpreeken zal, word het niet üflresgeift, gelijk by IV.Heda ftaat, maar O· ftereis genoemt, 2. Men vindt'er noch meer van dit geflagtin onze
hiftorien vermeld, als 1285· Willem vanOejïgeefl. Ca· tharina Heerman van Oeftgeeft; dewelke geleeft heeft in 't jaar 1439, en getrouwt was met Gerr'tt van Lok· horfl; Judit Heerman van Oeilgeeft; dewelke op het afgaan der vyftiende eeuwe getrouwt \s met Jan van &gmont van der Nyenburg : N, Heerman vanOeftgeefl% enz. Ja 't (laat aan te merken dat het adelijk geflagr. Qer Heermannen, 200 als by Gouthoeven en van Leen· we» gezien kan worden , ook bygenaamd was va» Oeflgeefl. 3· De fchrandere Janus Douza, of Heer Jan va»
der Doesb, verzekert ons dat hy inde oude en onbe- twiftbaare brieven der Biifehoppen vyf Parochikerken heeft gevonden : en dat ze daar op deze order opge- telt worden: Waardingen , Kirkwerven , Velferburg , Heil'tgeloo,
Pettem. Hy is ook verzekert, en heeft het in zijne geflagt-
brieven gevonden, dat dit Kirk- of Kerkwerve, ge- 3lJk de Heer Auteur ook verzekert, de oude naam is *an het dorp Oeftgeeft. I p»g 64. éf.
* Douza Annal. pag. 29$.
<0 g Vor-
|
||||
466 Aantekeningen oi» de
Vorders verzekert hy noch dat de Η IVillebrorim
de gemelde kerken , behalven een groot getal ande- ren , plegtiger wyze heeft ingewydt. Noch merkt hy aan , *t gerte in dit werk meer als eens te pas ge- komen is , dat die Parochikerken enkelijk kerken (Ecclefne) en ook Moederkerkengenoemt wierden: daar de andere kerken , die geene Moeder- of Paro- chiekerken waren, onder een mtnder benaminge, te weeten van kapellen, uytgedrukt wierden. Duza zal die naamen der vyf Parochikerken on-
der anderen gevonden hebben in het verdrag van het jaar 1063 , tuiïchen de kerken van Utrecht en Epter- nach. Onder de kapellen dat is hier te zeggen ker- ken die geen parochirecht hadden, telt hy de volgen- de plaatzen op: Arkoma (in't Latijn Harinchemuw;) Schiep Rbynsburg\ Warmond'\ Leimuiden; Rhynswnert- vjoude, (want dus fpelt hy den naam van het dorp Rhynfaterwoude;) Ooftivoude , zoo als hy den La- tij nfchen naam van Asklekerwoud vertaalt; Aachttn- kerke oÏBcverwyk; Ajjendelft; Sloten; Egmmd\ Alk- maar ; Mijnen ( t'hans Mtfen; ) Woggenem ; Ouden' dorps Vronen. Doch in 't gemelde verdrag , uyt het welke hy die naamen fchijnt getrokken te hebben, flaan ook Heemskerken en Scirmere, onder de kapel- len opgeteld: en alle die plaatzen worden daar uyt- drukkelijk kapellen genoemt. Dit is nier te zeggen dat 'er toen geen andere Pa-
rochikerken in deze landen waren. Daar word maar gehandelt van zodanige parochikerken en kapellen, dewelke voor de helft afgeftaan zijn aan den Abt van Epternach. Dit blijkt onwederfpreekelïjk uyt den brief van Keizer e Hendrik IV ; alwaar , behalven Vlaardingen de kerken van Kerkwerven, en Petten, ook Voorhout en Noortgo met de kapellen, en Oü- dendorp met de kapellen , vermeldt worden. Kerken, die kapellen hadden, waren zekerlijk Parochikerken. Echter worden de kerken van Vlaardingen, Oeft- geeit of Kerkwerven, Velzen of Velzerburg, Heilp en Pettem , met goede reden voor de oudfte Parochi- Λ By Heda /laat Ftarago; en zoo heeft de Heer Alttng den
naam van deze plaats ook geleien. e Apud W\ Hcdam pag/ii?, 13·» kei*
|
|||
Rhynlandsche Oudheden. 467
kerken van Holland gehouden : want in 't gemelde
verdrag ftaat duidelijk aangetekentdat de Moederkerk van Vlaardingen , met de vier anderen , door Karel den Grooten aan S. WUlebrordus , ten behoeve van de kerk te Epternach , gefchonken is geweefL Wy zullen het gemelde verdrag, 700 verre als het hier te paflè koomt, ten dienftevan den Leezer hier inlaffen: TT Ennelijk zy allen geloovigen Chriftenen ,,. dat ik
Wilhelmus.....hoewel onwaardig , genoemd
Biffcbop der Vtrechtfche kerke, door handen van mijnen
Advokaat Gerolf, aan den eerw. Reginbertus , Abt in de H. kerke van Afternach, en zijnen Advokaat Dide- ryk , toegeflaan hebbc de helft van de kerken, die hier ondergenoemt worden: waar van de Moeders, te vjce- nn deeze, Vlaardingen, Kirkwerven , Velfenburg, Heiligelo, Pettem, voor de e zen door Karel en anders recbtgeloovige Voorvaders aan onzen Patroon S. Wille- brordus , den eerften AartsbiJJ'cbop van onzen Stoel, voor de zelve kerke van Afternach zijn overgegeevcn . . .. 'met de nagenoemde kapellen, Harrago, Schie, Rines- burg, Warmunde, Liethemuten of Leimuiden, Rin- faterwald , Asklckerwalt , Agathenkirken , Heme- ienkerke (Heemskerke) Afcumandilft, Spernerevvald, Sloten , Egmond , Alcmere , Scirmere , Alisven (ivaarfchijnlijk Alsmeer ) Woggenom , Óaddorp , Vronen , dewelke nochte binnen de paaien van dezcl- Vtn gelegen, nochte ook moederkerken zijn ; dewijl al- daar nochte wijding nochtepaatfch.idirggedaan was, noch- te dezelve ingewijdt waren: en vervolgens alle de tienden, 9aar het voorfchrift der geeftelijke wetten , in de handen "«» den Bijfchop waren... . En op de^evoorwaarde [heb ik hem deze kerden toegeftaan) -dat de gemelde eerw. ™w) en alle zijne nazaaten ïn de kerke van Afternach, "e helft zullen hebben van alle de gemelde kerken , vry 1<M allen Bijfchoppeiijken dien β ι zonder eenige bezoek- Itlden ofte ojferpenningen aan den Bi(fchep te moeten be- zaaien ; of den Prooft in eenige zaken ten dien ft e te moe- tenftaan^ of tot hetopbouwen , inwijden, of af paaien van «tlefoe kerken eenige onderftandpenningen te moeten op- foengen. Zy Zullen daar zelfs dienaars mogen aanftel- 'jti,om hun gedeelte daarintezamelen. En die de'gemel» df kerken bedienen , zullen eene gelijke raagt met den <00 1 Bi f-
|
||||
4<)S Aantekeningen op de
Biffchop hebben. Zy ( Abten ) zullen in alle profeten
of vervallen , die van gemelde kerken mogen koomen, 'f zy in de vrykoopinge der ze/ven, 't zy in bet aanwinnen van tienden , 't zy in het vergoeden van aavgedaane fchade, de helft genieten. En 'zoo daar tets door de Prie· fiers verzuimt mogt worden, zullen zygeene fchade daar ■van lyden. In de plaatze van Asklekerwald, gelijk 'er hy Heda
ftaat}, wil Janus Douza geleezen hebben Afterwald; om daar dan üoftwoud van te maaken. Ik heb daar zoo veel niet tegen, als dat ik Asklekerwald veel lie- ver zoude neemen voor Eiïelikkerwald , of EfTelik- kerwoud. Dan behoeft men geen verandering ßéé de oude fchriften te maaken; en ieder ziet dat Askleker- wald een groote over-een-komire heeft met Eifelik- kerwald. Doch ik begryp niet hoe dat de Heerf/i/- ting de gifling van Douza tiyt dezen hoofde in twyfel trekt, om dat het verdrag tuiTchen den Bilfchop van Utrecht en den Abt van Epternach alleen gezien zou- de hebben op de kerken van Amfteland en Kenne- merland, en het niet en blijkt dat daar een Ooftwoud heeft gelegen. Vlaardingen, üeftgeeir of Kerkwer- ven, Harago, (waar doorhyi de landen aan deAar, of Aarlanderveen, en die landilreek daarom hene, met groote waarfchijnelijkheit verftaat) en vorder Schie, 't welk hy voor de Mye neemt, Rhynsburg, Valkenburg, Warmond^ Leimuiden, RynfatTwoude, zijn?ekerli)k buiten Amileland en Kennernerland gelegen : en ech- ter werden dezelve voor de helft aan den Abt van Ep- ternach toegedaan : en daar ftaat niet een woord in 't zelve verdrag , 't welk meer op Amileland of Ken- nernerland, als opRhijnland, en't vorder Holland, gepaft kan worden. Hoe dat deze kerken weder on- der 't Bifdom van Utrecht gekomen zijg ; zullen wy, op dat deze Aantekening niet al te lang zoude vallen, onder Warmond te pas brengen. Ik hebbe gezeit dar de naam van Ecclefia ■ 't welk
wy niet anders als een kerk konnen verraaien « vol- gens Douzaat zeggen , enkelijk gegeeven wierd aan de parochikerken ; en dat de mindere kerken, dewel- ƒ Alcing í Asklekerwaldj»
e IJ. y,Har.i£0, ;
|
||||
Rhynlandsche Oudheden; 4^
kegeene parochirecht hadden , zich moeden verge-
noegen met den naam van kapellen. Dit hebben wf ook in onze Aantekeningen al meer als eens aange- merkt : maar by deze gelegendheit willen wy den Leezer berichten hoe verre zulks verftaan moet wor- den. Voor eerit ziet dit meer op den Latijnfchen naam Ecckfir*, als op den Duitfchen naam kerk : De Leezer zal zelf in het behandelen van dit werk wel aangemerkt hebben dat veele dorpen, zoo in Holland, als in Zee- land , Vriefland , enz. den naam gekreegen hebben van kerk; zonder dat ze allegader, ik zegge allega- der, van den beginne Parochikerken zijn geweeft. Dewyl de zaak geene tegenfpraak kan lyden , zullen wy geen ander bewys bybrengen, als uyt het /.oodik- wils gemelde verdrag met den Abt van Epternach: daar worden Aachtenkerke en Heemskerke uytdruk- kelijk onder de kapellen gerekent. En wat den La- tijnfchen naam Ecclefia belangt; daar moet de gemel- de'regels ook , gelijk alle regels doorgaans , met eenige uytzonderingen aangenomen worden. In het geding h tufichen de kerken van Slydrecht en
Houweningen word de kerk van Houweningen wel duidelijk een Ecclefia genoemt: zonder dat ze even- Wel de proeve van een Parochikerke heeft konnen üytftaan : want zy wierd verweezen om de kerk van Slydrecht voor haare moeder te erkennen. In de Kronijk van Egmond , door Á Matthans uyt-
gegeeven , word verhaalt hoe dat zeker Priefter de kerk Ecclefra van Egmond weder heeft opgetim- mert. Echter hebben wy gezien dat de kerk van Eg- toond, volgens het voornoemde verdrag, niet meer Was als een kapel 4 Het is mijn inzigt niet, de al te groote en on-
matige vrydommender Geeftelijke perfoonen voor te Wreeken. Maar of het gedrag van Karel den Stoute» °P dit (tuk verdedigt kan worden ; en of hy,ais Graaf van Holland, gerechtigt was om de Geeiklijken al- dus met geweld te fchatten en te fcheeren , en tot °Pbrengen van zoo zwaare laften te dwingen , daar 0ver wil ik liever een ander hooren redeneeren Dat te in eenenalgemeenert nood ook eenig deel behoo-i *» By W. Hcda pag, 145.146.
Ö0 3 ren
|
||||
47G Aantekeningen or de
ren te hebben in de algemeene laften Ë en alles wat
daar uyt door een redelijk gevolg befloten kan wor- den , wil ik niet tegenfpreeken. Maar zal men den Graaf zoo rneefterlijk en zoo geweldaadig laaten be- gaan in het lchatten en mishandelen van de Geefte- lijkheit; zoo zou iemand konnenfpreeken, waarom zal hy dezelve magtniet mogen oeffenen over de we- reldfche perfoonen ? En nochtansklaagen onzeSchry- vers hemelhoog dat de laatite Graven, in 't gewel- dig invorderen der fchattingen, in't gebruiken van dwangmiddelen, enz. zich eene onregtvaardigemagt aangematigt hebben. Maar , zeg ik , in dit onder- zoek wil ik myniet fteeken; en zegge wederom, dat ik alle die vrydommenen voorrechten der Geeitelijk- heit, die dikwils buiten het fpoor loopen , nietzoe- ke voor te fpreeken. Ik zal hier maar in 't kort en door eenige fchetzen aanwyzen hoe verre datdievry- dommen door fomroige Schryvers , die het gezag van den Paus in tijdelijke zaaken zoo hoog doen gel- den als't hun mogelijk is, nytgerekt worden. Maar wy zullen voörnamentlijk by de fchattingen, tollen, en pachten blyven : want daarvan word eigentlijknu gefproken. Zy leeren niet alleen dat 'er geene ongelden en
pachten gezet mogen worden op de geefteh'jke goe- deren zelf, maar ook niet op de ë erfgoederen der ker- kelijke perfoonen. Het zelve verftaan zy van alle goederen , hoedanigerwyze de Geeftelijken daat aan mogen koomen ·, 't zy by gifte,'t zy by uyterften wille; by koop, by "ruiling enz. Zelfs mogen deGeeftelij- ken , zoo als die SchryVers willen , niet van ter zijden en op eenctftdirekte wyzegefchat worden Enal had de Vorfteene wettige reden, maghyde allerminfte pacht op geene zaak zetten ,om in 't gemeen door deGeeiïelij- ken en Leeken betaalt te worden. En daarom magde prys der eetwaaren, zonder de toeftemminge van de Geeftelijken of van den Paus zelf, al waar het noch zoo weinig, niet verhoogt worden. En als 'tal noo- dig waar de prys der eetwaaren eenigzins te verhoo- gen ; in zulken gevalle willen £fommigen eene by- Ë Vide Sunnnam Diana verb. Gabellic, äò alios pliiies apud
j'pfum b Enriquczapiul Dian.ib*
ÏOQ-
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 471
zondere winkel voor de Geeftelijken geopent heb-
ben , daar zy de gemelde waaren voor de oude prys zouden mogen koopen. Maar volgens e andere Schry- vers is dat noch niet genoeg ; en in zulken gevalle zouden de Geeftelijken evenwel te veel bezwaart wor- den ; om dat ze gebonden zouden zijn aan eene win- kel ; daar zy van van rechtswege over al te markt mogen gaan. Als een wereldfch perfoon eenige goederen van
Geeftelijken koopt; mag de Vorft, zeggen zy, voordat koopen, of dat komrakt, geene ongelden invorde- ren: want een Geeftelijk perfoon zal meer van zijn goed maaken, als 'er voor het koopen of verkoopen geene lallen betaalt moeten worden dlïi eenen zeer dringenden algemeenen nood zou de
Voriteenige fchattingen in 't algemeen, dat is op de Geeftelijken en Leeken,mogen heffen : maar daar wor- den zoo veele voorwaarden en omstandigheden toe ver- eïfcht e: datdiemagt bynaaop niet zoude uytkoomen. Voor eerft zouden de goederen der Leeken , om tegen dien algemeenen nood te voorzien , niet groot ge- noeg moeten zyn. Dat is niet alleen te zeggen, dat de Gemeenten geen goeds genoeg daar toe· hidde: Maar dat de goederen van ieder in 't byzonder, als men tam juift zoo veel liet behouden als tot zyn onder- houd noodzakelijk was , evenwel niet genoeg; kon- den helpen Dus zoude men eerft alle de goederen Van't Stadhuis, van de Weeshuizen , Gafthuizen enz. boeten aanfpreeken : Had de Vorft daar nier genoeg aan ; zoude ieder byzonder menfeh al wat h.y had Moeten opbrengen ; en niet meer behouden,, als hy juift van noden had om 'er met zyn huisgezin van te leeven. Al bepaalingen genoeg, zal iemand denken. Maar neen denoodzakelijkheit moet zodanig open- er en algemeen zvn , datze de Geeftelijken zoo na *n zoo onmiddeli)k raakt a!s de Leeken. ls't maar tygevolg, en vanterzyde, dat'er de Geeftelijken deel aan hebhen ; dan is 't geenopenbaare nood.; en zyn de Geeittlijken by gevolg van alles vry By voorbeeld, Moeten de ftadsmuuren en veilingen verbetert, de brng- Ren vermaakt, de wegen gezuivert en ge-cffent wor- ^a ; moet 'er een leger op de Rijksgrenzen op de c Diana ibid» d ibicJ, « ibid,
<00 φ been
|
||||
472. Aantekeningen op de
been gehouden worden tegen den inval der wanden·
moet het volkeenigeonkoirenmaakcn, als defcohinê ïimeeerfte intrede in de ftad zal doen; dat raakt on- middelijk de Leeken, de Geeftelijken niet Her is immers bekend dat het onmiddelijk voorwerp van de Geelelijkheit is·, de geeftelijke zaaken en den di η ft des rieere te behartigen Maar genomen de noodza- Jtelijkheit waar algemeen, en raakte deGeeireli.kheit zoo na als de Leeken.; en alle de goederen van alle de gemeenten en van alle byzondere luiden, konden met genoeg helpen om den algemeenen nood te hulp te koomen ; zal dan de Vorft de Geeltelijkheft om geen■ nulp mogen aanfpreeken? Neer» Dan moet het volk en de geeftehjkheir hunne toeftemming daar toe eerft gegeeven hebben : dat zal wanrfchimeliik te zeggen zyn; de hoofden of voornaamiter, der Geeft* lijkhetr; het Kapittel van de hoofftai . of ten mïnfté de Kapittels van't gaöfcheRfjk. En dit hebben forn- migen, d.e noch wat gematigder fchynen, aldus be- • greepen Maar dejtofte Romen heeft de zaak an- ders verftaan ; en verklaart dat het geene een ieder raakt, van een ieder eeriïgoedgekeurt moet worden. Zoude de nood wel ergens zoo groot zijn geweeft, of oitkdnnen zyn, dat alle de Geeftelijken tot een toe hunne toeftemming zouden geeven om iets van hun inkomen te mi/Ten: het zoude konnen gebeuren; maar zelden. Maar dat zeldzaam geval quam al eens voor te va Hen, en alle de Geeftelijken waren gereed om den Vorft te helpen ; dan was de Vorft noch even na; en-hy zonde noch geene laften mogen in- vorderen; De Paus'moet 'er al vorens zijne toeftem- mmg toe gegeeyen hebben : endebulle derPanflèlij- ketoeftemmingemoet ook alvorens door de Biflchop- pen onderzocht zijn geweeft, om te zien of men den Faus met eemge valiche redenen opgegeeven heeft. V^ α κ, e'ZC,yrydoni 2al waarfchijnelijk zodanige
Geeftelyken alleenlijk genieten, dewelke de groote Wijdzeisontvangen hebben; nis de Priefters, Diake- nen en Onderdiakenen : en fommigen hebben het in- daad aldus begreepen .* maarjeandere houden 't als een vafte waarheff (taande, dat het genoeg is de kleine ƒ in Pofthïimis Fariiiacii t. z, déciC+z." g Moliiia t. jv tra#. 2, <lifp, %yo, h. j. contra Ane-ies* -ι Wijd-
|
||||
Rhyniamdsche Oudheden. 47^
Wijdzels ontvangen te hebben. Jade enkeldekruin-
fcheering, dewelkeinde katülijke landen zoo gemeen is geeft iemand volgens dezelve Schryvers zoo veel vrydom omtrent de tollen, pachten, en ongelden als de groote Wijdzels. Maar, zoo genomen , het waar bekend dat iemand het geeftelijk kleed met een be- drteggelijk inzigt aangenomen had ., te weeren om tol· en pacht-vry te zyn ; zonder de genegendheit te hebben van oit in den geeitelijken ftaat te treeden : zou eenen bedrieger , zou iemand denken , zai zyn bedrog niet mogen baaten , om van de ongelden en pachten bevrydt te zyn. Ja zekerlijk, althans volgens eenige h Schryvers, .en 't kleed kan hem zoo wel hel- pen als de wijdzels. Het is waar dat de genen, die de kleine wijd/els ontvangen hebben , en geen kerke- lijk ampt bezitten , in fommige Rijken volgens een oude gewoonte tollen en pachten betaalen : maar te- gen deze gewoonte heeft 'Garfias veel te zeggen , en zou die gaarne verandert zien. Doch een kerkelijk perfoon, om de voorrechten
van de geeltelijke rechtbank te genieten , moet vol- gels de uytfpraalj van de kerkvergaderinge van Tren- ten een kerkelijk ampt bezitten; of met een geefte- Hjk kleed en een gefchore kruin gaan, en aldus eeni- ge kerk ten dienften ftaan ; of moet ten minite, met veilof van den BiiTchop , ergens te Schole gaan om zich tot de groote wijdzels te bereiden. Men zon dan denken dat het zelve in een kerkelijk perfoon ver- effent word om pacht- enfchatting- vry te zyn: maar dat zoude gemiit zyn ; de geeftelijke'<Rechtsgeleerden willen op het iluk van kerkelijketi vrydom zoo naauvr n,'et gekeurt hebben. aar wat dan, indien kerkelijke perfoonen eeni-
ge goederen erft, koopt, ofop eenandere wyzever- ^rygen; op dewelke eer zy dezelve kochten of erfden, Voor eeuwig en altyd, onwederroepelijk en onverbree- kelijk , eenige latten geftelt waren? zullen die Gee- flelijken zodanige laften niet moeten betaalen? Diana antwoordt in 't eertte ja : maar zijnde even daar na w Duard'us in Buil. Cceiiic ap» Dianam.
* Garfias de Benef 1.1. pare, 3, e* 3. Κ Vide Dianani ut fupra, <0 0 5 gram-
|
||||
474· Aantekeningen op de
gramftoorïg geworden op den geleeiden en beruch-
teti'PriWo, omdat hy beweert dat alle de landgoede- ren , die de kerk. in bezit krygt T gehouden zyn fchat· tingen te betaa.len , zoo verandert hyfchielijk vange- Voelen j en houdt het ander g voelen, 't welke de Jpéelteliiken ook in zulken gevalle fchatuug vry ver- klaart ', voor probabdl of waarfchijnelijk. Nu weet imen dat al wat waarfchijnelijk in de befpiegelingis, ï>y. die Zedemeellers voor zeker en veilig gehouden jWurd in de oerFeninge. ,, Van de Monnikkeu , Reguliere Kanonnikken enz,
ijehoeven wy niet te ipreeken ; huu vrydom is buiten „alle twilt. Maar de zoo genoemde B'ichi, wel eer ook Be-
gynen genaamd , die zich onder den derden Regel van S Francijcm begeeven hadden , al leefden zy in geene kloolkrlijke vergaderinge , worden ook van dommige "Schryvers fchatting· vry verklaart. Echter is het bekend , en ik meen dat ik 'er ergens van ge- fproken heb, dat veele luiden , die met rninder als Re- l'gieuzen waren , den derden Regel plagten aan te neemen Men had maar eenige gebedekens telee* 7.en, op eenige oeffuiingen te paiFen, en zich by de Franciskaanen te laaten opfehryven, daar mede was men een deftig onderhouder van den derden Regel, Vryersen Vryilers, gerroude luiden, ambachtsmanen, Officiers , Oorlogsluiden , Vorften en Vorilinnen, nlyvende by hunne ainpten en bedieningen, wierden „van den derden Regel niet uytgefloten : Hoe ligt waar fret dan geweeit , zich van alle lallen en pachten te bevry.den,; en waar hadden de Vorften, indien ze zich aan deze regels gehouden hadden, de noodige fchat- tingen van daan gehaalt ? , Zoo hebben dan die Schryvers de betekening van
kerkelijke en geellelijke perfoonen zoo wijd uytge- rekt als zy konden ; om hunne bende zoo groot te maaken als mogelijk was Dat was noch juet genoeg: men wift noch mid-
delen te .verzinnen om zoo veele leeken, als doen- lijk was|· onder den zelfden vrydom te betrekken: 200 nochtans, dat alles eindelijk op het profyt van / Driedo de liberr, Chrift. Jib 1. c. }♦
m Squillante apud Dianaaj, &c. |
||||
Rhynlandsche Oudheden. 47$
de Geeftelijkheit uytquam. Van de nieuwelingen
of beproevelingen der Monnikken zal ik niet fpreê* ken, dat heeft noch zijne reden. Die de Mon* niks kap binnen zeer korten tyd liaan aan te trekken, behoeven volgens die Schryvers geene fchatlingen te geeven ; om dat ze in een ruimen zin reeds beproe- velingen genoemt mogen worden. Dat is noch ia te fchikken; en die tyd zal doch niet al te lang duu- ren Maar daarenboven worden de werkluiden van alle kerkelijke en kloofterlijke perfoonen, de boeren die hunne landeryen ingepacht hebben, hunneboden* die hunne zaken waarneemen , onder den zei ven vrydum begreepen. Die de landeryen van kerkelijke perfoonen in erf-
pachthebben, behoeven volgens dezelve leeraars gee- ne laften voor de gepachte landen te betaalen. De vrouwen der geenen, die de kleine wijdzels ontvan- gen hebben, worden ook onder 't getal der kerkelij- ke en fchattingvrye perfoonen betrokken ; want » zeggen dien maats, de vrouw en de man v/orden ge- rekent van eenen en den zelfden Maat tezyn. De wettige kinderen der kerkelijke perfoonen > te
Weeren dewelke zy, noch wereldfchzijnde, gewon- nen hadden, zijn ook fchattingvry , doch niet langer als voor hun leven. De vaders en de broeders der Kerkelijke perfoonen, in een en't zelve huis met die Kerkelijke perfoonen woonende , worden uyt den Zelfden hoofde van't inlegeren dr Soldaaten vry ver- gaart. Ja de leeken , ene in gehuurde huizen van geeftelijke perfoonen woonen, zouden om die reden ook verfchoont moeten worden van de gemelde in- «geringe. Maar ,al lang genoeg van deze vrydommen , van
schattingen en pachten, gefproken. De gelegendheit 2al zich waarfchijnelijk wel opdoen om van de ande- re vrydommen der geeftelijken ook te fpreeken, V/f nebben'er dit maar by te voegen, dat men in Vrank- r,ik, en in meer katolijke landen, die vrydommen zoo hoog niet en fchat, als ze van zodanige Kanoni- «en geveilt worden. . » Diana verb. imrnunitas Ecclcfiaft» Sauchez in opufc» t. z*
ilb**· cfI, dub, j. |
||||
47Ö RhYNL AtfDSCHE
r 5- Met een kring van flraalen , enz. Ieder weet
dat de Heiligen t' hans altyd, met zoo een kring van ilraalcn , om hun hoofdafgebeeldt worden: Hoeoud dat dit gebruik is zoude ik metgeene zekerheic kon- nen zeggen: Dit is zeker dat deChrilrenen, in de vier eerlie eeuwen , van zoo een gebruik niet geweeten hebben. Om geen andere.bewyzen op te zoeken; blykt dit volkomentlijk uyt deRomeinfche tomben, die in het onderaurdichc Romen van Armghius , of liever van Bofius, afgebeeld Haan Op die tomben, dewelke meelt .iltemaal by het leven van den (Prooien Konflaxtyn of niet lang na zyne dood opgerecht zyn, ilaat Cbrijius, zoo wel al;» de Apoltelen en de andere Heiligen, zonder zodanige kringen en (traaleii afge- beeld 6 Dewelke de eer/ie plaats van Onder-priorinne lof
fciijk heeft bekleedt. In het Latijn ilaat : h Officio Suppriorijftc laudahiliter miniflravit. Dat is niet te zeg- gen datz> , naarden tyd gefproken , de eerlte Onder- priorin van't kloofter isgeweeit: want van Adriam, Juofiendochter·, ftaat beneden ook aangetekend datzyde eerile van alle de Priorinnen isgewceft; daar zy noch- tans geltorven is in't jaar 1^44, en vervolgens, naar den tyd te rekenen, een van de laatite Priorinnen is geweeft 't Staat dan te weeten dat 'er in fomni'ge kloolkrs, tot onderhouding van de tucht, verfchei- dene mindere Overften aangeitelt wierden ; dewelke bet opzigt over tien Monuikken hadden, en daarom Decani wierden genoemt. Doch die naam van Deca- nus zegt o Hatftenus , is mettertiid verandert in deH naam van Prior, de tweede Onder-prior genoemt. l*e andere Priors, die daar aan volgen, worden de derae, de vierde, de vyfde Prior genoemt, enz> En dit zal ook plaats gehad hebben in fommige Nonnekloo·
fiers. • Difquif, Monafo lib. }♦ tra&. i. diCq, 4.
|
||||||
VAh*
|
||||||
•
|
||||||
(Oudheden. 477
VALKENBURG. j * gfnöen open-öjief ban Hendrik IV, tfan valken-
't jaar 1064/ ioo$ iMbenburg een curriic t>urgs.«Λ genoemt: bat $ te 3eggen/ öet ïjn$ ban tarrS'if* $ntbanger; (O baaraiïe ör ituiottifïrn ugt ' bc omieggenöe ïanöfïreeb naar toe jieb^agt tooien. J^en toii 5eggen bot {jet eerttjö;3 een <0jaaffcöap $ getoeefi: en öetljeefr 3jjnc ^ee* ren geïjaö: betocine öen bnïiaam ban $>al\m* ïnirg boo^ gunnen geflapt-naam aangenomen Öabbcit: en in berfcyeiöene opene barben ber* mdöt tooien. ©at öet een fóomeinfcïje SlMtrgt / en mip !
fttym een ban bie ?obafWeïen i£ getoeefï/ öe*
tofllteöoo^ Drufus Gcrmanicus, boIgen$ öe ge* 1 tuigen$ ban Lucius Florus , aan öcn fótnjn* 1
JJroom opgebjo^pen 39η / fcgijnt boo* eerfï te ί
open nut be gronbfieenen / öeioeihe bchjefien !
öc herft gebonoen 3|jn. <3Cen ttoeeöe öient toe
örtDij^ een merbeipe floogte bg Ijet {μι$ Co* rcnbiiet gelegen: öetoeine benedenzoen föijijn* öp tot öet gaaröenbelt toe loopenöe / $itQ onber E1002 be pfsen tot aan be gronöfïagea ί kan öe neen en ben toren / en ban tueöerom
onbee anöere Ijlden beifp^ciöt Φϋ$ fjono men »002 bafï bat be tolt en De toren op ï}et onöe Stonotaera ban öe genteiöe 23nrgt 3ijn gebonk ^n bit fefujntfcoeaerom te blpen ngt be tra$- l ro geoaabe fïeenen/ ban isatnemfcj) maahjei/ f
w ugt öe penningen öer itainfelje $tei3tren \
tn Beïöïjeeren / öetoelbe fyitt ban trjö tot tp r
npgegraben tooien : 300 a!£ 'er eenige ban l
wtyt Caiiguia, en nocö oniangg/ te toeeten
• Α hing, γ» Valkenburg, ξ
be» \
|
|||
47& RHYNL ANDSCHE
ben 17M^ l7l° I to&n anberen 3p opgcbok
htih §et i$ eene toaarfcfjplper gtfftng oat ött bobben naam$ati*en&atg banken öuc0/ en ban be menigte der ©ainen/ geStreegei^a! geöben * a!$ bat een 3efteee Valk, de 300ηban feoniog Α rundel ius Of Ezel-oor, Cll Oie flJWIfe
fiigs 500 fegeeg nonde 3ien al$ een Baiö / öen
naam aan fjet bo#p gegeeben 3owbe getto: 500 ai$ Henricus f Thaborita 5 Veldenaar, eil
anberen / on$ bjtïïen biet$ maaien, €n öifc
iijo^b 006 öebeffigt 000^ ïjet nafieeï en de ttoee IMnen/ bie ïjet bo^jj in 3p fcjagen boert. ïPtt bo$ï i$ f gan^ eene ïjoogeijeerïpQejt on^
öer töfjpïand: öeööenbe boo^ öe^en ben ΜΦ fenaaren toegeïtomem ^e^eïben ïjMm öe Öeerïpüeit naderhand berfcocljt: debjeïfte int jaar 1667 btptttm toierd öooj ïfeer Joris de Hartog. Cmdeïp i$ de ^eet* Korneiis Wit-
tert, een rijft Koopman te Rotterdam / öooi
ftoop lieer ban ©aïnenÖjirg gebm^ben, ρ #e Iterïi/ öie ban tuffleen en grootc geöafc chikerk," Bene Reenen opgeöoumt i$ / tg lrti^-geb#
getimmert: en φ bootene / 300 aï^ ngt 8# maalsel afgenomen ïfan tooien/ een ^arocjji- of moeder-ïierif gebjeefi t^e ïterït geeft boo,? öesen een langen/ en
fpitsen toren geïjab: befoelne baarom genoemt fcöierd be lange Maai, ïPoef) in 't jaar 16*65·/ op hm 5· ban ^eptetnöer/ i$ be toren $ aboni$ tn een3tuaarontoeerboo^ ben öürem afgeö^ant. jpaberjjand i$ ïjn / 300 a$ ïm tegentooojDiff paat / bjeber opgeïjaaït ? fjeöbenbe ioeberow een ftitg/ en een tameipte btïtte. jj&tbbeu op öe nerii ftaat noeïj een anber torentje. t Lib. 4, Chron» c, 7,
|
|||
Ο υ D η e τ> ε ν. 47«
©e Serft !# ban oud$ een ^arocïjïTierft ge>
toerfï: daar teiö|j& binnen en duiten '/' die tnaar eene ftapeï padden/ onder flonden. Wiiiem II <ö%aaf danHoUano / naderhand Komman.
ïioomfcö Honing getooien / ïjctft öe^e nerfc ^"'jc,ljp in 't jaar 1141 gefejjonnen aan öe ïïidder^ban Duitfci» öe ©liftfcfle <^der. <i£u daar op ijeööen be^tU üider. to ir«aoer$ een Jtanmanbeurpfcgapre Balken* Burg opgereejjt: toaar ober jft Ijet boigend£ in tm ouden b^ief aangetenend time: Willem , Graaf van Holland, naderhand Dekerlfe
Roomfch Keizer , heeft aan de Duitfche c^ft een Order gefchonken de kerk re Valkenburg: waar j'aipci]i. ondcr twee Parochien ftonden: de eene van Kat- c ' wijk aan den Rhijn : de andere van Katwijk aan de Zee. En dit heeft aldus geduurt tot het jaar 1378: want ten tijde van Hartog Aalbert heeft Splinter Uten-eng^ Landkqmmandeuis, de Paftory van Katwijk op Zee en Katwijk aan den Rhijn , benevens het Kommandeurfchap, afgezondert van het huis te Valkenburg: en heeft eene Paftory, meteen Paitoors huis, opgerecht te Katwijk aan den Rhijn : en toen heeft Val- kenburg een Parochie op zich zelven gehad. Want van ouds had Katwijk ikgts eene kapel, in dewelke dagelijks Mis geleezen wierd : maar om dat de Katwijkers op Zee een al te grootcn weg naar de kerk te gaan hadden $ daarom is die verandering gefchiedt. J^aöerganö i$ de ïterfc öanBaïfienbtirg/öm daar na ten
dat 3e 300 armelp ban mftomfïen bao#ienkaPei; toapi/ tot denfiaat fcau een fcapelle bernedertj «1 de l\tvk ban liattop undettoa$ett. Ulaar in 't jaar 1444 if 3^ öaoj den bidder
Hen-
|
|||||
' (
|
|||||
480 Rhtnlandsche
enein&jijk Hendrik, ^m ban fflafftmatm ban$afaii
vederom^ fturg/ toeïierom tot ογ töaartugïjeit ban cenpa* kcrk.aroc rocöifecrft beröeebem 500 a^inöen bolaeii&w ö^ief öcsien iian fooien: ΎΝ den naame der H. onverdeelde Drievuldigheid
Ik Jakob van Lichtenberg, Prooit van S Pie-
ters kerke te Utrecht, by het openilaan van
den Stoel tot algemeen Vikaris over de itad en
het ftift van Utrecht aangefteld, wenfchte aan
alle Chriitene geloovigr-n, zoo tegenwoordige als toekoomende, ter eeuwige gedagtenifle der zake, de zaligheit in den genen, die de waare zaligheit van allen is. De in Chriflus beminde mannen , te weeten de edele Heer Hendrik, Heer van Waflenaar, Ridder onder het ftift van Utrecht, en de ingezetenen en inwoonders van het dorp Valkenburg onder het zelve itift, heb- ben ons ootmoediglijk doen bidden, aangezien in 't gemelde dorp Valkenburg opgerecht en ge- bouwt is geweeit eene zekere kapel dewelke van ouds eene parochikerk geweeft zijnde, na- derhand om de geringheit van haare renten en inkom Men met de parochikerke van Katwijk vereenigt is geweeft ι maar tegenwoordig, door Gods gunftige byitand, van de voornoemde in- gezetenen en inwoonders geno. i^aam voorzien is om een Prieiler te onderhouden ; dat wy de gemelde kapel te Valkenburg, uyt krachte van het ordinaris gezag , 't welk ons by het ópen- Haan van den itoel toebetrouwt is, zouden aan- bellen tot eenparochikerk. Zoo is het dan dat wy, het boven (taande aandagteiijk ingezien heb- bende, en na dat ons blijk getoont was dat aan de gemelde kapelle genoegzaame renten bevvee- zen zyn om den Priefter, die in zijnen tyd Pa- ilooi
|
|||
OUDHEDENi 48ï
ftoor zal zyn, te onderhouden, door deze open-
baare akte van den volgenden inhoud, met de toeitemminge van den eerzaamen en godsdien- Itigen broeder, d-n Kommandeur van het huis en de Balie' der Duitfche Ridderen te Utrecht, die het recht heeft om eenen broeder van de gemelde Order tot de voornoemde kerk van Katwijk voor te itellen, en alle andere oraftan- digheden die in dezen deele overwogen moe* Her» worden overwogen zijnde, op het ootmoe- dige verzoek zoo van Mynhieer den Ridder Hendrik ι dewelke da.ar.de wereldlijke .heerlijk- Jieit bezit, als van de inwoonders en ingezete·* nen voornoemd $ dat wy, zeg ik, de voornoem- de kapel van Valkenburg totdewaardigheit vaii een Parochikerk oprechten -, en daarenboven door den inhoud dezes ordoneeren dat de goe- deren , dewelke dezelve toegeweezen zijn , en na deezen door de gunii des Heere toegewee- zen zullen worden, kerkelijke goederen zullen z'jn en aireede zijn , en onder den kerkdijken vrydom befchermt zullen worden. Ook verlee- nen en vergunnen wy dar deze nieuwe Parochi- kerk voortaan de zielbeftiering zal beoeffenen ï de bewaaring der R.eliquien ζ il waarneemen j een doopvont, een plaats om 't allerheiligiie Sakrament te Bfewaaren , en daar by een open plaats (voor de kerk) en een kerkhof en vrye °egr;iafTenis zal hebben; en verders alle de voor- rechten en eerrekenen van een Parochikerk zal genieten. Ën wy beveelen aan alle en iedere inwoonders en perfoonen van 't voornoemde dorp Valkenburg dat ze de voornoemde kerk * dewelke wy, gelijk gez'eg'tis, tot een Parochi- £e'k- opgerecht hebben , indien en na dat ze Voorlijk ingewijde zal zijn , voortaan voor Ï2 ÏJ haaren
|
||||
482 Rhynlandsche
haare waare Parochikerk zullen hebben te hou-
den, én als zodaanig zullen hebben te bezoeken en in waarde te houden j dat ze de goddelijke vermaningen aldaar uyt den mond van den Pa· ftoor en Regent , die het dan zijn zal, zullen hebben te hooren, te onderhouden, en aan de- zelve te gehoorzaamen, zoo als zy gehouden zijn, en gelijk aldaar van ouds plagt te gefchieden. Maar het recht om de Paftory te vergeeven, ot een bequaamen en gaauwen Broeder van de ge- melde Duitfche Order tot de Paftory van deze nieuwe kerk , zoo wanneer en zoo dikwils als ze open zal ftaan, voor te ftellen,zal den Kom- mandeur van 't gemelde huis der Duitfche Or- der te Utrecht ten eeuwigen dage toebehooren. Noch is het'zoodatwy den befcheiden man, broeder Johan Bor, Priefter van de voornoemde Order, dewelke ons door den gemelden Kotn- mandeur voorgeftelt is om hem de kerkmatige inftelling inde gemelde kerk voorde eerfterei- ze teverleenen, in de voornoemde Parochikerk beveiligen ; en hem tot de zelve aangenomen hebben, en door den inhoud dezes aanneemenj en vorders hem de zorg der zielen, en de bewaa- ring der Reliquien , in Gods naame toebetrou· wen. En wy beveelen aan alle en iedere PriC" fters, Kapellaanen, en kerkelijke perfoonenon- der ons ftaande, dat ze den gemelden broeder, denwelken wy in de nieuwe Kerk van Valken- burg beveiligt hebben , in het lichamelijk be- zit van dezelve, en van alle de rechten dezelve kerke toebehoorende , met de behoorlijke efl gewoonlijke plcgrigheden zullen hebben aan tf neemen, in te leiden, en te ontvangen. f tt opcnöaarc fcenm#-fc&ift / mat pm
fcoojnoemöe vmtm oen fce semefoe ww |
||||
Oudheden. 481
&et$ tot$ttote5tn imttüm/ toa§ hm öen bol*
genten ingoufc: Τ Λ7* den naame des Heeren, Amen. Door dit o-
penbaar kennisfchrift zy kennelijk aan alle zoo tegenwoordige als toekoomende peribonen dat in t jaar des Hcere 1414, in de tweede in- diktie, den derden January, omtrent de derde uure der getijden of daar omtrent, in't zevende jaar van Paus Martinus V , voor my openbaar Notaris en voor de ondergefchreevene getui- gen, die daar by verzocht en ontboden waren, in eige peribonen verfcheenen zijn de voorzie- ■ nige en eerzame mannen Gifelbert van Egmond9 en Gerrit Willemsz. Moer, behoorende onder het Bifdom van Utrecht: en dat zy, door eene god- vruchtige begeerte bewogen , en wenfehende de tijdelijke goederen door een gelukkigen koophandel tegen de eeuwige te verwiiTelen Λ tot lof en verheerlijking van den Aalmagtigen Godt , van deszelfs allerverhevenfte Moeder de H. Maagd Maria , en van 't ganfche Hemelfch Hof , en vorders voor de zaiigheit van hunne Zielen , en van de zielen hunner voorouderen, ten einde en op dat de kapel van het dorp Val- kenburg dewelke onder de Parochikerk van Katwijk, in't Bifdom van Utrecht gelegen is, tot cene Parochikerk o pgerecht Zoude worden, van de goederen die Godt hun gegeeven heeft aan de voornoemde kapelle , tot eene inkiimfte voor haar en voor het onderhoud van den Prie- "Cr die daar (tot Paftoor) aangeftek zal wor- y§ti, me^ eene zuivere gifte dewelke onder de levenden genoemtword, en op een onherroep- haaren tijtel, gegeeven en beweezen hebbende °nderiiaande landeryen en goederen die in het f Ö 2. derp
|
||||
4S4 Rhynlaudsche
dorp Valkenburg , of onder des zelfs rechtsge-
bied, gelegen zijn .... Gedaan te Utrecht voor de noorder deuren der Utrechtfche Ker- ke, in het jaar , in de indiktie, in de maand, op de uure, onder hetPaufdom, als boven : in de tegenwoordigheit van de eerzaame en be- fcheidene mannen, Heer Gifeïbert Heerman Ka- nonnik , Meeiter Aarnout Eliasz. eeuwig Vi- karis der Utrechtfche Kerke, en Tydeman Hom· bout , Kommandeur van de Duirfche Order te Katwijk , en Dideryk Koek Kommandeur van dezelve Order te Rhenen. Gegeeven in *t jaar des Heere 1414, op den dag van de H. Maagd Jlgnes. %r\ ïjet boeft ber^eïbe fcerfte toojb befoaatt
eenberb?ag/ op ftanegn gefcj^eeben: 'ttoeïft tuffcjjen He rman van Keppel ^tentl^ontittdtt^
benr ban be ^m'tfcfje mta te ïltreeïjt/ Hen-
drik Waflenaar fóibitt / en be ééttM tets boo^noembe tebe/ aangegaan i$ ben eerfïcn
Sfanuarg 1424/ tn te fitrecötbeniteufot tfW*1 bisrben jteeg 15*04 $oïgen$ bit berbjag foojtoti ben jpafioojboo^ een jaarujnfcjjeinbomfïe toe* getoeesen tien ^ngeïfcge gonbe Jlobeïen: tej ioeï&e lebre foaarb 3onben$ijn fe$ ioot gffitftf/ en baarenbobcn fjet berbe gebeelte ban 't g«M aan 't ^Mmi$ geoffet* 5onbe tooien* ®aflC bg 3ouöen 5$ gent boter/ tncf en fiout/ cnö* bozere ïeben^mibbelen/ moeten fcso&tft* Kneuen, ^at '# m be5e fierït ooft ftapeïïen gefiaa» Rebben/ bipt nnt Jjet maande* Der fcerfte/ 300 ai^ ö^t 3ïcö Hocö ugentooofaiQ bertoont, Φ™ bïpt ïjet unt get boen bei* jelbe berTte: i" * toeifte op {jet jaae 1413 / en op eentgeöecbol· gcnbe jaaren / ge&ag too$ geuianlit ban $w* |
|||
O U D Η E JJ I Ν,1 48/
iieïïaanen / m ban bt infiomfieu bit bc %nft
j)tm öe3O^0ire. $oi0en$ get *eïbe ütthenhatk $yn 'ee tfoee Broeder--
2^oeöerfcgapjpen 0eioeefï: te foeetenget 3Me* ^«w- öetfcgag ban & Mauritius, en öat ban 't $♦ Kruis: bjant &e 0oeöeren en inïtomfïen be$tt ^oe&etfcgappen fooien in öat öoeit / op get jaar 145-0/ opgeteït, 3(n be iterft ban $afêenönt#0 5fln nocg onire
fijieben oberj öetoelfte/ goe ouö öat 3e 3ön/ &oo$aan$ 0emaft&eïp 0eïejen ftonnen \mp öeiij cnberfcgeiöeleegaatenuegeïsen/ öieban φ tot t#ö aan 't 0emeïöe 0ilöe 3ijn öefpjo? 3$g gefiöen 0oeö0ebonöen een ban öe aflto
otibffe öjteben/ öaat: tie naam ban't %\\bzbm* &eK(ft genielöt foojö/ aïgieeop te0eeben: ]C }^# v^» Λ» Berghe , Scout in den Am-
bocht van Valkenhoren ende van Catwyc, doe condt allen luyden, dat vor my quam Mer· etly Wilkms dochter, mit Symon Symonfz als haer rechte Voeghet, ende gelyede dat fy vercoft heeft Jacob D'treks Hazens ende Willem Spronc detfierfz) vinders van finte Mauricius ghilde tot Valkenborch , tot des Ghilde voorfchreve be- noef ach te hont lants luttel min of meer, lig- gende in den Ambocht van Catwyc voorschre- ven om't feventich FhilippinfeheBourgonfche Schilden voor defe tytgeilagen, die Mercely voor- fchreve gelyt ontfangen te hebben ende haerwel oetaelc is den leftenpennincmitteneerften: en- de wes dit voorfz lant beter is dan dit voorfz ghelr, dat geeft zy GW, finne waerder Moeder, den hei' "ghen Cruce tndeftnt Mauricius Qhilden voirfchre- v«n, voir hacr ende hoir ouders zielen, welc ÜÖ 5 voir-
|
||||
Rhynlandsche
voirfchreve lant belegen heeft an die oeftzyde
Heer DircJemfz, an dat zuyteynde finteMw- ricim Ghilde voirfz. an diewetfzyde Wouter mn Endegeefi en andat noorteynde die Heerwcch, ende dit voirfz. lant glovet Mercely met haer voeghet voirfz. te waren ider ende dat alsmen vry erve fchuldicb is te waren, alle dinc zoodec argelift ende nieuwe vonden wtghefeyt, die de- zen brief hinder of fchaden moghen. Hier heb- ben by , an ende over geweeit als tuugli Dirc Ghevytfz en yacob Cys. In oirconde des bneves £00 "heb ie Jan van den Bergh Scout voirfz. om beden vrW'Mareely en haer voeghet voirfz mi- nen zeghel beneden andezc brief gehanghen in kennifle ende in tuughe der waerheyt, int jaer 1444. op finte Matthys avont. 0m% 5ön 'er tw ud)oebe ban öc^e fwft
berfejeibe fïic jtiimen" bg upterfïen toiUen ge- maant: fcoaar b® befj>?oBenb»erb bat ijttwv mtn ban be fikljtttg met bier of meer tua^ fcöfrffcn/ hit ög Jun graf oEiber ht$m$*mV/ hm moefïen/ iaatipl moefi gegouben bw ben; en bat'er tsphm |elfben öag eemge mm hm met tartoen-tyoob aan hm armen ugtg* Öccït nicefïen toatfien; beijalben Dat ben φ& pm/ m hmmftzt/ poli seftere penningen $dUm£ ïjeeft ïakob Moer eben booj 3IP
bööb / bat tö öaag^ bOO^ ^Pieters banden Λ
't jaar 1414/ ecne $&'4$φφ-> befoemejaar
hm' Jp afioo^ ban ^amenbnrs gebaan tfiont
boiben met bier toa^ïiaarfienj hit ban t w» her ifetfre tot {jet emöe toe moefïen feanoen· sifflpu Willemszoon, een Steibenaar/ öfnj |
||||||
Stichtin-
gen, |
||||||
Oudheden· 487
in 'r iaat? 1434« op 3ön ugterfïe ïeggenbe/
booj 3pe jfeï/ en boo^ be 5ieï ban fijnen fyoe* Ut Gei rit Willemszoon, aatlbe «erft banaal*
ftenöurg öefp^often een jjont ïanb$/ ïeggenbe
öeoofïen ben gemeenen foeg: met bit bebing/ bat öe fterft jaarip^ boo^ ïjun beiber jieïen boo? ben ^afïooj 3onbe boen Ïee3en een Jj&tffe met bier ioa^ftaarffen j en aan ben jpafiooj/ a$ ooft aan ben Hofïer/ 3onbe geeben tyk1$oU ïanbfcge feïjelnngen 5 en bnf fcjjeHingen aan ben armen boojbjoobgeïb/ aile^naar be wlw «ing oer ftoopluiben, ^00 een jaargetijbe jjeeft in't jaar 1444. ooft
öeflicgt Willem Simonfz j en öebongen bat be* jeïbe ten booj gem eene jaarlpfejje $&iffe/ met bier h)a$ftaerfien/3onbe boen ïeesen op ben eerfïen b$bag na ïtmi^-binbing. ifcant be gebagtcn$ ban 't $. &cii$ b)ierbGed nis
m oe3e fterft met een 3eer g^oote fïaat^ie ge* van fHi fe: en fjet tenen ban *t % !tru$ pïagt niet Kruis, öïïeen op {jet fpit$ bee fterfte / maar ooft in öe netftbenren / ten toon te fïaan : en in be suibee fternbeur t§ noeg tegentooo^big een jjofc te te3ien/ fcoaar 111300 eenaru$ ïjeeftgefïaan* iierom &a$ ïjet &at 'er in be^e fterfte/ op be jaarïpfejje gebagteniffe ban 't $.$mifë/ een Pfegtige ommegang geijonben toierbi betoelfte feanbe fterft af beginnenbe/ en ben töifujnbp omgaanbe/ ïang$ ben toeg ban 't ïpif iCoren* Wiet toeber omftïerbe. <£n be üatoïpen 3p ^ocgguibenbaag^ getooon op 3efteee tijöen 300 eene ommegang te gonöen. ®e jaarmarftt fcieï/ öïbanonb^/op ben bag ban$ini$bcrï}cpige: toanneer baar ooft een paarbenmarftt grijou* ga bjierb ·, betoelfte niet alïeen booj ganfeij wfenb/ maar oberal/ 3eer bermaarb toa$. tÖ 4 ®W
|
|||||
4&S Rhynlan'dschb
Φ^3ϋ parbenmatftt begon at|)t bagen booj /
en embigbe atjt bagenna/ $ Laröbercus ba$: toanneer Jet öe manier toag/ befoelfce manier nocg in fcoesen i$/ öat era lang gseren fcru$/ $00 fang a!^ be paarbeumarftt bimrbe/ aan 't §ufë ban oen fóoftcr ten toon Ding» o?n faoa# be5c paarbenmarnt 500 bermaarb / öat 'et be Üooplniben / ngt %tt btnnetijïe ban Spanje/ naar toeqtianien ïoopen·, en bat'er fomto^Iee ^ooopaaroen op eene marftt beenoeïjt tuiert hm %ü bese paarbenmarat toa$ ober beele jaaren 500 öefoenb ·, bat men gefcooon \$a§ / * t»$ Iietaaling ban ftoopmanfeijappen en renten te* gen ösen tijö baftte fttflen· W% fjeböen öoben gezien bat ïjet reeïjt/ om
ben paftoo; te benoemen/ oenlïatibliOinmaiv beur ban be ^aitfeije !£ibber$ te ïitrecjjt toe* bcB00$e, 3Pe eetfte gaftooj ban be nieubje parocijt-
ïserft i$ getoceft Sloeber Johan Bot, een ψήΡ fier ban be pmtfefje Jftiöb r o$er. ^esejo- han Bor, ais ©afloop ban 3M!tenDnrg/ &Φ ^eftere gsffcefeief getehentop ^.Gregoriusbajj/ m 't jaar 145*1* ïfeer Gerrit Vermaat wa$ &ommanbeur (tt
gsatunjft) en f»afïooa banlMnenönrgmtjaaï ^eer Willem Willemszoon , j^iefïer / 1?
JDafïooi ban ©altenburg getoee|ï na |et jaae 3fη 't jaar 1 w Beeft baar a$ J&afiooj ψ
fïaait De ï|eer Heertgen fans.
Idan 't jaar ijt?/ tot Bet jaar 1*63/ Beeft
* Zie fut teflametit van Alvei.-idi, Vrouw vau Koudekerk,
yan'c jaar nof* Ziet pok verfcheiiJe ftichting-brieven onder E.Qttcidsm, enz» 3|frt
|
||||
Oudheden. 489
Heet? Francois Worms, $t5ie#er ban be %&uite
fcfje éibbes^iber I be §afïor» ban kaftten* öurg bef*Ieebt 3fn een berbmg/ 't todnïjn itt 't jaar 15-93 obee tjet tecijt ban be J^afïocy en ban get jpafïoe$»ïjui$i met be üec&nirefieri ban ®aifcenburg geeft gemaaat/ noemt ög3td| jciben/ geweezen Paiioorvan Valkenburg, en
Kornmandeur te Katwijk. i|eerJakobpirkszoon, $$efïer/ geeft in 't
jaac 1440, aan be fterït ban^a&enöurg/ be* jjaïben eenige anbere paften/ gegeeben btijüft ban een eebe te ïtatfcop gelegen} o$> bat *ec jaarïgi$ op ben bing^bag en ben moen^bagp ban be <®natertentpee-bag?n boo? 'g peeren ^cmeïbaaet/ booj gero / boo^ ben^iefiee A- dam, fcoojgnn be?bee oubei$/ en be bozere Meren (ban be seibe oubet$) een jaargetp 3oube gegouben hjo^benmet bieeïtaerffen. <tf*ti ïwoefïen be3e naeeffen/ gebunrenbe nt gbi$/ fcg gun gjaf feanben; meln gjaf/ m be 31110* 3ijbe ban be beeft/ met een befneebe ölaantoe &th toa^ bebent Niklaas Dirkszoon , $}itffal·,/ <É^geïfpeei*
bet en ^cgooïmeefïer op Cefteï/ toog te bo*
ten bert&meefïet te 3t>a!feen&urg gefoeefï. I|et üommanbeur$ gn$ / aïtgan$ δρ bm
SBebienaae ban benopenbaaten^abgbienfl be* toaonb/ geeft aan be fïraat/ baar get flaat/ ben naam gegeeben ban be foomnianbeur^ ffraat: torïöe benaaming/ ban bie #raat tot nutoeinb3e3eni^gebieuen, <&m anberefïraat/ nnaft be boo?gaanbe geïegen/geeft ooft ben naant ban be uïeine üommanbeurgfiraat begouben. ®eiaatjïe pafïoo? ί$ ban 't onöe geloof af* Atepwite
Sftsieeïicn / en geeft te Hattoijlt een openbaarsi,ailoor· Ptbitiiiug benieebt. ms Wil-
|
||||
49° Rhynlandsche
Willem Vink, * fë&mmtbm öen jjerboira*
tien 0oö^öientÏ tot Baiftenömg/ en öaöe öe i^atiupen/ ïjeeeft öe u^tïeggiu^ ober öerifta* tecïjifmu^öer «itoefo^meeröe talie/ öieüaoj Kornelis Koffterjszoon ^cMftatit te <SMf£f|a>
ben öefcfeee^en toa£/ op nienfo nagelen/"en
te Seüien iaaten ö^aftea ög Hendrik Haef- tens.
* Zie Adriaan Pars Katwijkze Oudheden pag. i$y.
AANTEKENING.
. i. Ik verkïaare in alle oprechtigheit dat hetmy ver-
drietig valt, en tegen de borft ftoot, dat ik den zeer geleerden Heer Alting nu en dan moet tegenfpreeken. Die deftige man verdient op het ft uk van de Aard- klootkunde onder de befte meefters gerekent te wor- den : en ik zal altyd verklaaren dat ik hem daar voor houde. Maar wie is in zyn fchryven onfeilbaar, en om zoo tefpreeken, dooling-vry ? Wie is altijd even oplettend? Ook is het niemand, dat,ik weet, oit te fchande gefproken Jat hy den beften Schryver, die'er uytkoomen mag, met alle eerbiedigheit en zedigheit tegenfpreekt. Om dan tot de zaak te koomen , de Heer -Alting, wiens woorden de Heer Auteur Herge- bruikt, zegt dit Valkenburg van Keizer Hendrik IV, ïn een oper-brief van 't jaar 1064 > genoemt word een curtile: en dat curtile een Ontvangers huis bete- kent, enz. Keizer Hendrik IV. heeft geene brieven, die van Valkenburg in Holland fpreekeii, uytgegee- ven in 't jaar 1064; als eenen alleen, dewelke by W. Meda α te leezen ftaat. In dezen brief word Valken- burg geen curtile genoemt; gelijk de Heer Alting door te groore haaftigheit gelezen moet hebben; maar daar ftaat dat 'er 16 curtilia te Valkenburg waren; dewel- ke met de landeryen daar toe behoorende, met noch drie ilukken lands, weder gegeeven moeiten worden aan den Biifchop van Utrecht, In Hdtreka 7 manfi. In Fükkenbourgh 16 curtilia cum terra ad e α pertinen' ti* ibidemque tres manfi* Zoo was Valkenburg dan * pag. 119. |
|||
OUDHEDEH. 45)1
geencurtile, maar onder Valkenburg hebben verfcheï-
de curtiïia geftaan, Ook was Valkenburg geen Ont- vangers huis, of men zoude moeten zeggen dat *er 16 Ontvangers huizen geltaan /ouden hebben. Daar- enboven geeven die woorden , met de landeryen daar aan behoorende, duidelijk te verdaan dat een cmt'tlc wat anders is geweeft als een Ontvangers huis. En by Da h Cange k an gezien worden dat cmrtile doorgaans een boerenhuis, meteen tuin of bogaert daar aan, heeft betekent. b V'Ctutile* |
||||||
KATWYK AAN DEN RHYN.
®aat? 3jjtt tbrcelattapen-, beften allebei* Katwijk
den / 300 a$ 't gemeen geboelen i$/ albn$ ge* aan de» naamb 3tjn naar öe berocïjte(i)natten, %ύ* Khïn· te öese bo#en / 500 foei a$ Ijet ïju$ t'^anb/ $u een ïjooge Jjeedpljeit / en geööen bati mi&gben j^aflenaaren toegenomen, ?|eteerfïe ïtattop/ 't toeiït aan benftijtjn gelegen ί$/ύ m moot en boïnrp bo^: baar eertp$ ooft tm bermaarb üommanbemfcjjaj) i$ getaeefï. <Mt fcÖ^Öft hkob de la Torre in 3p&00mfCJÜ
Bergaaï bat baar een ütommanbeorfcöap ban
&. Jan te Jerufalem i$ getoeefï / en gefïaatt
Sccft onber ïjet Sianöftommanbeurfcöap ban |
||||||
^it&ommanoeutfcïjap/ geïp öoben reeb£
aangrtü^tti t$/ i$ gerbjaart obergebjagt ban Batenburg: öe fïraat/ baai* jjet ütomman* öeiir^ ïjoi^ gefïaan ïjeeft/ $ noeïj beftenb on* öceöen naam ban 't $$ommatt&em$ jiab* 'r%eiiigen-eee^Su$albaar/ 't torfftineea 't Heugen-
Bafïijm'^beranöert$/ $3ebertbeberanbering βαΑΛιφ ban get ïanbbefiler booj (jet aannoooen ban !£cenfa . fietnaafïg&egen 'mi§/ mtyt aanleggeiman veïSdi" eenen
|
||||||
mamm
|
|||||
492 Rhynlandsche
eenen tuin / merftelp begoot en ber&e*
tttt %&t fterft/ bebjcïfte eerfï onbee be ^arocgt-
fceeft ban $afëenöurg jjab gefïaan/ en naber* ïjanb get geöieb ober be5elbe geltreegen gaii/ foa$ op oen naam ban j$. Jan den Doopcr \w getopt* ï|et recïjt ban bè fterft te bergerbm i$ boou2 «0L:aaf Floris V« in 't jaar n ♦« aanbe ©aitfcijeiiiaaer^ bergunt: meifte bergmmmg lil 't jaar 1396. Öebefiigt i§ bOOj Aalbert van
Beyeren. 't Koor der Splinter Utm- enge , be bgftl'eube ïïanbftom* kerke, ntanöeur te ïitrecgt/ Beeft omtrent get jaar
1490, een feoo^ aan üe3e fterft getimmerte Toren ©efcerft/ bstoemc nocö omtrent ban't 3#
be maaft3ei $/ ijab een fraajen en flitsen to* ren met eenige ftïoïmen $oejj fïonö 'er tm torentje op't mibben ban be tolt/ ge&oenbe een ftiember ftloft: ioelfte toren/ om bat 8g b^eigbe in te fiolen/ in 't jaar iö8x $ afgc' bjoölien 3dan be eene 3pebanbe fterft fïonö een boop-ftapei: in 't mibben fïonb be M* jüaagö afgeöeeïb / ïjeööenbe eene 30η / met een ftroonban uftamn/ om gaar pofb* ®Ψ ber$ bja$ öe fterft rpelp boo^ien ban aller* ïjanbe fterftgcreeöfefiap > 't foeïft in be reftetf boeften ban fluft tot finft ngtgeb^uftt fiaat* $ocg bja£ in be3e fterft / aan $. Jans outaar/ Yikary* ecne bïteg gefriCÏ)t bOO£ Bartholomaeus, Wol-
fertszoon, Refter, Dirk Huigenszoon geeft in 't jaar 1489« &g
tigterften mille aan be fterft ban üattop b^ fp?olien een fiampje ïanb£ ban bier {jont· ^ teftamettt / toaar in bie gifte gebaan toop/ (laat geöceï tn be ïiatfopfcïje <0nb5eben ban ^cer Adriaan * Pars.
|
|||||
Oudheden. 493
ψ& neben^ oe$aftoo$ban ï&atfops 5oo0ude ^
a\$ oiein oe ouoe ï$eben m hotlmi £ebonoen(to<>rS vail J#ö$CO: Katwijk»
|eee jakob, toa^aftooj ban fóatfop in't
Üecc Tyman Hombout , Üomtnanoeur m
f aftooi ban Statiop in *t jaar 14» 7.
i|ea*Dirk van Walisdorp, J^aftOO^ ttt ü$om^
manoenr in 't jaar 1440 en 1470.
ïfeer Kornelis Willemfz. van Haaftrecht i$
ban 't jaar 147 f tot fiet jaar 1490 Komman*
fceur en J^aftoo^ ban ïtatfop sefoeeft. §tet Lamberr. Kot! ffcaat a$ JDaftOOJ til
fóommanaeur tian Hatfop bermelö ogftetjaar
1504/ m ι f 06.
ïjfeer Thomas i'n 't jaar 1 f oo.
ICCt: Kornelis V ree m ban't jaar if39 tot
Set jaar i^z.
^m Willem Reyerfz , in't jaar if5"8*
%tet Frangois Worms , ban töicn big 300 eben geloften ïjeu&en.
i|eer Lukas Wouterfz. ban 't jaar 15-5-9* W
fietjaar if6p4 %eer N. Boetzelaar ioa$ 'er fóomnianoeur tn
't jaar 1570. Wouter Barneveld , fco$ bOOJ ben eerffen Gcrrfor
geljouben befoelïte be ieere oer 300genaambe rneerder"
<0erefo2nieerben in bdöe ire üattpijlten berhun* Predikant* bigt geeft, üè1 i$ reiiatfcöp opben aflijn ge^ fto^ben/ en aïbaar ingetHooi oer fceriie öe* 0jaaben, Kornelis Kornelifz. geeft ÏJtt ïtOïtimattbenr*
fcöap bol0et$ een gefejj^ben refcenöoelt ber
tee beMeebt ban get jaar 15:83. tot get jaar Willem Vink, <tf5erefo|mecrb ^ebilant /
Bar-
|
|||
494 Rhynlandsche
Barnevelds tiaSQ^t / toa$ ttlft tt $0Ot?beïOOg
ftebefïigt öen ujftifcuarg rr8o, Jtöberjijanö/
te tomen in 't jaar ir857 ï$ ö£ te ©ootfclja* ten aangenomen, ©otï) in t k-op ι v 89 $ {$ teJMfóenbnrg/ en in öeiöe öetattopen/ be* beftigt: toeïnebiie bo#>en fjg/ om fjet ftïetn getal bee toepo^iereii/ oüeen ïjeeft bcöient, Hijn Öienft i§ ïjkv ngtgegaan oen ïaatften %<, Plil if9P·
3^en if ban iS&jiï / in 't jaar ι ro8 / geeft
Hattop aan be feee / een n$m ^eOienaac berjoeSt* David Jakobsz. Reverfet, batl toten bt^ttt
Adriaan Pars , itt $m * I&attopfh> Φΐίϊίίφ ben/ nagelen fein tooien. <Pe anbere J^eoi*
«anten fïaan ooft ög oen seïben %eee bermeïo* vliegt bg bit üattop i§ gelegen KATWYK (z) op de ZEE.
i/
^it ^ee-bo$> / 300 toeï al$ «gkljebeïingen/
Katwijk op fc)Q$ ban tp tot tp (3) boo,? be see-go&en |
||||||||||
Zee.
|
||||||||||
merneïp afgefcnaböelt
^e ftern / bttoeffee ben % Andries toege*
topt i#/ i$ öene&en^ (jet bo$ in 't jaar irz1 boo^ be b$ömtet$ ugtgephtnaert;. 3f11 * Jaai: 15-71 $ 3eboo^be rooberj£entypuiter£/bnari fcjpeïp ban be ^paanfcïje partn/ aftefy anbt· $an jjet muurtoerft / oat'er obergeblebentoa$/ i$ be httfc toyte a$ te boren opgcbautok ' fiecfïaatooii een 0afi-of$.t<0ttfNM£/ 't toelft Hugo van Zwietcn en Lurgardis Bos-
huizen gefïicjjtöebben turn i6g&eg 1481· «^ * pag, 2,87* , .
t Aldus genaamd , om dat de licfdadigheic een gave »
van den H. Geeft» (4) . vtv
|
||||||||||
Gafthtiis,
|
||||||||||
Oudheden· 495·
fceeSetöen tybbmtog behaalt jjoe bat $tbaav/
m 't iaat 1477 / ΰοίί &φφ Ijeböen jjet ftofje ban ^ία» fn öen fiic9tin0-&?tcf toojti onöer an&ereti
frtongen öat öe J&afiooj aïle Eonöagen / en oofejaarfp^op goeöen b$&ö0/ opöen^toeï bcr ^aat?t)cit moet bsööen booi öe 3ieïen ban Hugo van Zwicien , en ban B<?CMto Lutgardis
Boshuizen, eti^, ®t$t ojief ftaat geïjed en bol·
Urnen δη öcn gemeden ï|eer # Pars: inaae Êfgtec oofc bolgt öe örbeflmj-ö^ef ban 3|eec Johan , üetr ban Mafmaax/ ^aï&en&nrg/ l^ooifcöotrïi/ e» ^ntg^aaf ban Eeiöen:ton
Suilen öe3elbe{|ier iaten boigen: W γ Hugo van Swieten, ende Jongvrouw Luit-
■ gaard Klaasdr, van Bofchhuifen, fijnen wijve, doen kond allen Luiden : Dat wy met goeden voorfien onfer beiden Sielcn, enonfer beide Ou- deren Siclen,fuiverlijk om Gods wille,gegund en gegeven hebben , gunnen en geven met defen Brieve, voor ons en onfe erven ten vryen eigen, de gemene Buren tot Katwyk op te See, die daar nu fijn ende namaals wefen Tullen, een Huifinge en Erve , die wy (taande hebben binnen den dorpe voorfehreven om een H. Geefihuis toe Katwijk voorfehreven te wefen : durende tot eeuwigen dage. Op welke Huis en Erf (laat toe jaarlijkfe renten, een pond .... jaars, diedat kloofter tot Rynsburgdaar op heeft, ende daar toe drie bedden, met haar toebehoren, met an- dere roerende huisraat, alle Tinnewerk, Ko- perwerk, ende houtwerk , als redelijk tot een ■*· Geefthuife voorfehreven dienen en behoren w, welke huifinge en erve belegen heeft aan* * Fg. 180.
die
|
||||
49<> Rhynlandsche
dié ene fijde die Lydweg , ende aan de andere
fijde FilipiPietérfZ) {trekkende voor vandc ftraat agter aan de Lydweg : Des fo en iallen in dit voorfchreven ¹. Geefthuis geen arm perfoon, ofte Perfonen onthouden werden ^ dan die ge- ne die in den dorpe gewoond hebben. Ende waar 'r fake dat iemand in den voorfchreven H. Geefthuife, of binnen den dorpe voorfchreven aflyvig worde, en die Van des H. Geeft goeden geleefd , ende fijn nooddrufte daar van geno- men ende gehad hadde, ende goeden agter lie- te, (y waren veel of luttel, die goeden fnllen kooien aan den H. Geeft voorfchreven, en niet aan des doden erfgenamen, gelijk dat van ouden herkomen, enderegc, ende gewonelijk, ende tot veel (leden gehanteerd werd, Ende om een Çö Geefthuife voorithreven te weien in goede ordinancie : fo fullen die Paftoor van de kerke tot Katwijk voorfchreven ende die vier Kerk·* rneefteren van defelve kerk, die het nu fijn en namaals weien fullen, onder hen vyven,Ton- der meer, gehouden weien alle jaar op den goe- den vrydag te kiefen by haar gemoed , twee goede , eerbare , gelovelijke mannen , om H. Geeftmeefteren van den felven H. Geefthuife te weien , den tyd toe van haren wederfeggen» die den H. Geefthuife ende den armen Perfonen bewaren en regeren fullen, als fy van Gods we- gen fchuldig fijn te doen. Die welke twee H. Geeftmeefteren in-der t/d
wefende, ende alfo gelee ende gekoren, magt hebben fullen den armen perfonen in en uit oeu H. Geefthuife voorfchreven re ierten, fo henlui* den dat oorbaarli,k ende van 't beften dienen ial, fonder iemand, wie hy ware, verder enig feggen ofte willen anders daar in hebben of ge- brtiikea
|
||||
Ï õ ô> ßß ç õ è ê, 497
bruiken fal mogen i.n eniger manieren, Ende hier
toe (Lillenden Ç Geeftmeefteren indef tyd wcfcn- devan des Ç G-eltwegen,enopderh Geelt knft gehouden Wt Ten cww mannen Perfoon, ofte vrouwen prfoon, die alle dage, of tot eiken getyde, als 't vin noden weien fal, gaan fal op de (ïrande van der Seé± hebbende in fyn hand een Schelle , ende daar mede klinken, en als dan verwagren die Schepen, dit met Vis aankomen , biddende den Schipluiden diè met Fis aankomen, om hem een liefdegift re ere* ven rot behoefden H.Gceithuife voorfchreven ende den armen perfonen, die in den Ç Gceii> huife onthouden werden. Voort fo lullen de Ç Geeftmeefteren in der tyd wefende. van dert H. Geelt wegen gehouden wefen, alle Sonnen* mmy ende alle jaar op goeden Frydag, bydenPa- jW van de kerke tor Katwyk voorfchreven, je laten bidden op den Stoel der waarhei/, in de We , voor die Stelen Van Hügo van Swieten, ende Jongvrouw Luidgaard Klaafdr. van ÂïþáÀ- Jcnj, fyn wyf voorfchreven , ende voor haar h'der Onderen zielen, fonder daar in tor enigen ø gebrek te laten gefchien, in eniger manie- rcn· In kennifle der waarhein fo heb ik Hup van Swieten voorfchreven defen brief voor myn *y»e befegdd met myn fege)e. Ende om der niere fekci heden, fo hebben wy Hugö vanSwië- e» » ende Jongvrouw Luidgaard Èteasdr. van xmutfen voorfchreven, gebeden Adr'man van oHgeefl ende 'Jakob van Boihxifen , onfe Neverl dc'en brief om onfer bede willen , mede over ? o Willen bcfcge|en. Het welk wy Mriden Wt oelgee/lende Jakob vanBoshuifen voorfchre- cid t0i hfCr beidebede grerne gedaan hebben,
ae delen brievr geftgeld mer onfe fegelen hier
^gehangen. In 't jaar ons Heren 14.81, cm
%i ■ den
|
|||||||
.'
|
|||||||
L
|
|||||||
/
|
|||||||
498 Rhynlandsche
den ï6. dag in Bloeymaand. Ende was bete-
geld met drie waffe iegelen , aan dubbele fran» cyne (taarten , waar van het middelile rood was, en het uytterite wefende het halve boven- ite ichilde afgebroken, wefende detweeuytrer- ile van groenen wafle. Na vergelijking gedaan jegens den oorfpron-
keiijken brief, en is daar mede bevonden over- eentekomen, op den 18 van Sprokkelmaand, des jaars J^qS, by my Geheimfchryver, G. ENGELS.
*&% btft geïcgentiïjdt binden fog Wbtt tm
tym ban Hattop/ uit bc H^afTenami αΦ* ten/ öieiiesenö^ef bebefïigtö^ftm't jaar 1481. Wy Johan , Here tot WafFenaar , tot Kat-
wyk, tot Valkenburg, tot Voorfchoten, ende Burggrave tot Leyden, enz. Doen kond allen luiden, dat wy tot vermeerderinge van de wil- le Gods, ende rot hulpe en liefde, die wy heb- ben tot den Armen Perfonen gefeten in onfen Dorpe van Katwyk op de Sce, den fel ven onlc onderfaten toegedaan en beveitigt hebben > toeitaan en beveiligen mies defen onfen brieve, voor ons , onfln erven en nakomelingen , alle alfulke (tukken ende vryheden als den brief, daar defen onfen brieve dooriteken is , uyt· wyft en begrypt. Gelovende voor ons, onfen regten erven ende nakomelingen, tegen't inhou- den van den oorfprong-brieven nimmermeer o te doen, nogte te doen doen, in gener manieren. Dan geloven voor ons en onfe nakomelingen» den H. Geeft rot Katwyk op See, te ftyven en te iterken in al het gene dat in de ooripronke* lijke brief verklaart itaat, tegen alle die gene. |
|||||
Oudheden.
|
|||||||||
499
|
|||||||||
1
die het tegendeel van den . . . .brief fouden
wilen doen. ,· In kenniiTeder waai heit Co hebben wy Johan^
Here tot Wailenaar, enz. defen brieve belegeld met onfen fegele hier aangehangen , in 't laar ons Heren 1481 ? op den 17 dag in Bloeymaand, Doorgeftoken door de oorfp7onkelijke Grond- veft bn>/, met een groot rood wafTen fegele, aan dubbele francynen Itaarten, gefchreven, . den i<5 Bloeymaand, in 't jaar ons Heren 1481. m bo#> ïjetft ook m*mcMjm$/ 't-mm
Daar begonnen i$ m 't jaar 16 tf. 3« 't ja ac 16871$ 'er aan be oofïstjbe een iange fttmm jnwmy eneenaansiemnUepootf/ aantimmert. <% een ban öeppiaareii fïaatbe 3| <0eefï U\bt Sfoaante ban een önif afgebrciö. ®e bozere geree&tigjjeben ban be &atfo|)*
g/ en t?an gunoe feeren/ fiaan in öege* Jlieiüe Katwijkiche Oud heden Oefenen. 3£>aat'
m ooit gefpwiten ban 't %mtj een oaa en
aDCtü« flot bet maffeimaven/ 't toelfc etjani met Gnöer# $ aï£ een beéï berbalïen en beiv mo^feld tmmrtoeriti en tn een toïftuié téber* anöect. r f o?ber£ mbten femanb eenig bcfcöeib ioil t*HllJi
?5» ban ijet baojtreffèlp gu$ te bitten/β nll * wem be domeinen gier bolgensü get gemeen scooelm geboubit Ijebuen/ enöe giffingen bes; üncerbe mannen baar ober Suil gooren * öie «au L Guicciardyn, Adnanus Junius, P.Ciu-
Ier,.Us * Beibe be vander Doezen , til Petrus öcr,verius lla5,en: öetöelfien geïeerbeip en
«ömoopig ober bit §u$ / toaar ïjet geflaan fa/λ °f Öeteen toapenï)U$ ber iïomemen go ***$ i$/ en5. geöanbeït geböen. ©e gemeïbe j u- Sfl ζ nius
|
|||||||||
ίϋ
|
|||||||||
Aantekeningen op de
|
|||||||||
s°°
|
|||||||||
geeft in (jet timht I|aoföi>ed ban $η
iberft öe obcrbigfsetea ban t seibe iiu$ / 300 ei$5? 5icf) ögt laas toatcebmoont öaööen/ «1 j)ffent ugi^egeeïm |
|||||||||
AANTEKENINGEN,
1. Van de overkomfte der Katten in deze landen
ïs zoo veel gefchreeven, en alles is dien aangaande zoo naaukeurig gezift en uytgepluift, dat het onnoo- dig en overtollig fchynt eeue zoo afgehandelde zaak wederom op de baan te brengen. Het zy my even- wel geoorloft eenige opmerkingen op fommige ver- fchillende gevoelens te rnaaken. Dat de Katten, door inlandfchen oorlog verdreeven,
deze landen ingenomen, en hunnen naam aan fom- mige plaatzen gegeeven hebben , is een vailewaarheitj en word uyt Tacitus , om andere bewyzen daartelaa- ten , onwede'fpréëkelijk beweezen. Maar eenige Schiyvers, willende onze Voorouders in alles verde- digen, en het inneemen van deze plaatzen rechtvaar- digen , zeggen dat zoo wel dit eilajid zelf, alsdeuy- terfte plaatzen van de Gaulen aan het eiland paaien- de, leeg en onbewoont lagen, JVIaar de plaats van Tacitus dewelke ten dien einde bygebragt word , in- dien ik 'er iets in veriïae, geeft deze onbewoontheit geenszins te kennen. Hier nevens dan de woorden van Tacitxs zelf: De Batavieren dewelke , zoo lang als zy over den Khyn woonden , een gedeelte van de Katte» "ivoren, hebben , door een inlandjcbe beroerte verdreeven zijnde , de u\'terβe grenzen van de Gaulen , deW'lke o»" bewoond lagen, en t1 zamen bet eiland tujfchen de Wat' ten leggende, ingenomen : welk eiland van voren door den Oceaan , en van achteren en aan beide de zijden va den Rhynflroom word befpoelt. Dit onbewoont leggeH paft Tacitus zodanig toe aan de uyterfte grenzen van de Gaulen,'dat het geenszins op het eiland gepaft kflj worden. Voor eerft dan zert'Tacitus niet dat hef «" land onbewoond en volkeloos lag; en vervolge"*» dewyl 'er geen andere bewyzen voor de hand zi)"j hebbeu wy geen reden om zulks te zeggen^ JVÏÏ. deze pla'ats fchynt zelf te volgen dat het eiland d* |
|||||||||
RHyNLANDSCHE OuDHFDENV fdt
volkt j's geweeil: want indien het geene inwoonders
had gehad , wat reden zoude Taatus gehad hebben, om dat onbewoond l'ggen alleen aan de uyterlie g.ens- pliiac/.en van de Gaulen toe te paften ? Evenwel i's dat niet te /.eggen dat het , ten tijde van de aankomite der Katten } ganfeh en al bewoont is geweeil. De Katten konnen het evenwel , daar bet onbewoond was, zonder flag of floot en zonder iemand te bena- deden, ingenomen hebben. Doch dit zijn maar loiiè giflingen : en in een zaak, daar bet .gillen ieder'ee'tit even nae is, wil ik liever Uil zwygen , en eenieder' zijne vryheit laaten. Dan is'er noch-een verfchil of dezelve Katten!oofc
den naam gegeeven hebben aan het eiland der Bata- vieren : of, om hu verfchil met andere woorden uyt te drukken , of de Batavieren den naam van Batavie- ren al voerden, toen ze μ och over den Rhyn woon* den, en een gedeelte der Katten waren ; dan of zé dien naam van her eiland zelf ontvangen hebben j of ten derde , want dit alles hangt- iaati malkander, of de Katten dit eiland voor of na de tiyden vmChnfius, of liever van den ;Keizer Nero j ingenomen hebben. Wy willen de zaak v,an den grond ophaalen ' Wy hebben Tacitus zoo even hooren zeggen dat de Batavier ren oorfpronkelijk Katten zyn gtiweeft ; deweikcy 4oor een binnelandfche beroerte, verdreeven ,· zich' 'neelier van dit eiland gemaakt,hebben. Darr'/ver*\ haalt hy op een andere plaats hoe dat de * Katreti» ter> tyde vünNero., met deHmnonduuren over hoop Kraakt , in een grooten vseldflag geflagen en, ov^i wonnen zijn. Zoogelooven dan- fommige &rhry>! rers dat de binnefandjche beroerte , waar door de Katten uyt hun Vaderland gedreeven zijn , niet. an- ders is geweeil: als deze twiit en oorlog met de Hep-i M'nduuren. Én d.us zouden zy na dezen ongelukki-i Ken veldilag, dat is!ojider Keizer iWro, uyt hun landi 8e*veeken en in ons land aangekomen ?->jn. Hier uyt; Ι *pude dan vorder volgen dat ze den naam van Bata* Vleren in dit'eiiand tiiet gebragt, maar daar gevonden en *elr"aangenomen hebben: want lang te voren heeft^»*; "xsCtefarhdk eiland befchreeven, en het eiland der,. * De Bello GaJUib.z.
5| ί 3 Bata-
|
|||||
*
|
|||||
fOP AAffTERENtiiGËN ΟΊ* DE
Batavieren gt noemt: iciauui het dien naam* niét ge.
kreegen Kan hcboen onder Keizer Nero En' daaf volgt dan vorder nyt dat de voorvhigrige Katten, rW- dien zy Batavieren iyn. genoemi naar het eiland Ba* tavuis geen Batavieren Waren eer dat ze uyt hun Va- derland waren ge wecken. Maar dit alles , gelijk de LeeZef al gemerkt ti\
hebben, lieunt tot noch tüeenkèlijk op deZe (telling, dat de binnelandfehe beroerte daar 'Tacitus op de eene plaats van ipreejjt," eirde oorlog thet de Hétmonciuu- i£n dien hy;op een andere plaats vermeldt, voureene dezelfde beroerte, en denzelt'den oorlog, genomen liioetnword'en- Doch hier kan iföêh bygevoegr Wor- den ') en 't word 'er ook bygevoegt, dat de Katten hunne naamen zekerlijk aan eenigê dorpen en gehug- teii-gegéeven hebben, als aan déKatwyken, Katten- broek / Kartendrechr, KatswOüdéehz. waar uyt wel fcoude ichynen te t'otgeh dat ze niet anders genaemt Wierden als Katten: want waarom zouden zy niét He- Ver bun eigen en byzondereh uaani aan zoo Vcele dorpen gegeeven hebben' ; als den algèmeenen naam van Katten ? Noch kan men tot Ityvfng van dit ge- voelen doen gelden , dat vorens DionCaffiw zelf, die in de derde eeüwé gebloèit heeft en vervolgens noch ouder is als'taeitus , de Batavieren aldus ge- nbëmt wierden >nSar het eiland Batavia: Deuth^m- fche 'Rmtkrs , zegt hf, dewelke Batavierengemenit war- den naar Batavia , een eiland van dtè Rhyn enz. Dit alles fchynt zich redelijk wel voor1 rfe doen:
maar. iki zie echter 'dar de rrieëiriv én miflehiende ge* Jeejdttè, van"önteïiHfUtOriichry^er^den anderen'w?| inflaan , en bewee^n drit dëzë övêrkömfte der Katten lange jaared vöotGèrfftkf is geTcritêdf;' én dat zydert naam van Batavieren bier gebrast en den naam νa'ti Ba- tavia,aan 't eiland gegéé'vëh hebben, ja dit gevoelen ftaat by hen allenvof ifiëëli allen, zócVvalt eri zeker; dat ze het ëerfre gevoelen als ongetvierkt eil geehë wedér- Jeggihge walrdigvborbygaan. Wy willen zbo veelé geleerde Mannen , en Onze deftigflè HtirOnTcrVryverS, geenszins hier in tegehfpreek'en : Wy znlfeh aHëèriItjk aanmerken wat dat 'èr op de bewyzfen van heide de partyen, indien echter het eerfte gevoelen eene party |
||||
Rhynlandsche Oudheden. 5Ό3
kan maaken, geantwoordt kan worden ·, en den Lee- \
zer zelf de vryheit laaten om de partye, die hem beft
aanitaat, toe te vallen. Zoo zeggen dan de vooriïan- ders van 't laatfte gevoelen voor eerft , dat 'er geen genoegzaame reden bygebragt kan worden, om de in- landiche beroerte by Tacitus vermeld, en den oorlog met de Hermanduuren , voor eene en dezelfde be- roerte re moeten houden. Dit is waar; maar miffchien is'er ook geene genoegzaame reden om 'er twee be- roerten of oortogen van te maaken. Ik zegge, mif- fchien : want eene innelandfche beroerte , en voor- namentlijk fedttio domeftica , fchynt geenen oor- log tuiïchen twee nabuurige volkeren, maar een be- roerte tulTchen de Katten zelf, te betekenen. En hier in , te weeten voor zoo veel deze bewysreden aan- gaat, zoude ik delaatite partye liever toevallen. Ten tweede zeggen de voorftanders van het laatfte gevoe- len , dat de naam van Batavieren , of de gelijkenis van dien naam, by de Heffen of de oude en oorfpronke- Jijke.Katten noch overgebleeven is in Baddenveld, Batenhauzen, enz. Dit heeft zoo eenigen fchyn : en, naar het fchynt, zoude het al heel gevallig moeten ïyn dat de voorvlugtige Katti Battenveld en Baten- hauzen verlaaten hebbende, wederom een Batenburg en een eiland der Batavieren gevonden hadden. Ie- mantzou konnen zeggen dat deze reden niet vol komen doorflaat ; en dat het dikwils gebeurt dat dezelfde of gelijkluidende naamen gegeeven worden aan plaat- een, die noch verder als Heffen en ons Vaderland van Malkander leggen. Evenwel zou het al zeer gevallig; ^ijn, gelijk reeds gezeit hebbe , dat ze de naamen van hunne Vaderlandfche plaatzen, die zv verlaaten had- den , wederom in hun nieuwe Vaderland , om het 2oo te noemen , gevonden hadden. Ten derden doet men de plaats van Tacitus zelf voor het tweede gevoelen gelden. De Batavieren dewelke, zoo lang *w zy over den Rhyn woonden, een gedeelte van de Kat- ten waren, enz. Zoo waren dan de Batavieren, zoo als de woorden fchynen te luiden , reeds Batavieren, ecr dat ze het land der Katten verlieten. Doch dit fchynt niet al te vaft te fluiten t want hoe dikwils gebeurt het niet, in debefchryvingevan eenige land- schappen , dat de landen en volkeren genoemt wor- 3H4 den
|
||||
fοψ Aantekeningen op de
■
den by dien naam , denwelken zy eerit lange jaaren
daar na gekrtegen hebben? En om nu buiten Tantus niet te gaan daar vinden wy hoe dat. U/ixes, zoo als fommigen verhalen, in die lange-en fabelri k omtwer* "Vtnge, m G er manie aange landt ïvas ; en dejlad si (jet. burg daar hadgebwwt En even te voren hau Tacttus aan- gemerkt dat de naam van Germanie onlangs opgeko- men was. 'Zoo konden ook ae voörvlugu'ge Katten den naam van Batavieren eeilt gei reegen hebben on- der Keizer Nero y en evenwel als ""er van hunne af- komiïe te fprteken viel , Batavieren genoemt wor- den. JVlaar gelijk wy de bewysredenen , die voor het
tweede gevoelen ingebragr worden, opgewogen heb- ben; dienen wy ook die van 't eerite gevoelen even eens op te weegen. Op de giiïing . dat de flag met de Hcr- manduuren en de iniandlche beroerte , voor eene en dezelfde beroerte genomen moet worden; hebben 'wj reeds onze aanmerkingen genma' t ; en getoont dat het niet meer is als een enkele giffing, Op die bemerking , dat de Kanen hunne naamen aan zoo veele dorpenen gehugten gegeeven hebben, waaruyt dan zoude fchynen te volgen dat ze geen anderen naam gevoert hebben als van Katren , kan ook ge- makkelijk geantwoordr worden dat ze ook hunnen byzorideren naam aan eenïge plaatzen gegeeven hebben; als aan Datenburg, Batavutiurum, de iiad der Batavie- ren enz. Üf, om noch eftender en naarmyn eigen gevoelen te antwoorden ; om dar fommige plaafzen naar de Batavieren, fommigenaarde Katten genoemt zyn, zoudeik wel eenigzins tot een nieuw gevoelen hellen; te weeten dat allede Katten, die deze landen in bezit genomen hebben, geen Batavieren zyn geween1, de Batavieren, gelijk by Tiuitua (raat, wareneen ge- deelte van de Katten. Die Batavieren, allemaal of voor het grootiïe gedeelte, zyn nyt hun land n3ar deze landitreek geweeken. By die Batavieren , diedeaan- zienüjkOe waren , zullen zich noch andere Katten gevoegt hebben; en deze Katten zullen den naam aan de Katvvyken , Kattendrecht enz. gegeeven hebben. Doch, om dat het ganfche eiland, naar den groot- |
||||||
se Lib, de Gerni.m.
|
||||||
ft en
|
||||||
Rhynlandsche Oudheden,, $ïò
ften en voornaamiien hoop, het eiland der Batavie-
ren wierd genoemt, zullen de Katten vvel haalt onder de Batavieren gcrekent zyngeweeft. Ik zie wel dat 'er ook een andere reden van die tweederhande benaa- mingen gegeeven Kan worden; te weeteH dat de Ba- taviers , als ook Katten zijnde , fommige plaatzen naar den eeilten , fommige naar den tweeden naam, genotim konnen hebben . even eens gelijk de Hol- landers dewelke ook Nederlanders 7.yç , eene plaats Nieuw Holland, en eene andere plaats Nieaw Neder- land, in de nieuwe wereld gedoopt hebben. Maar, in allen gevalle, giffing tegen gifllng. Zoo koomen wy dan tot de plaats van D'ton Caf-
fius; dewelke, alhoewel zy ten eerden aanzien wat belemmering maakt , evenwel genoeg opgeloft kan worden De Batavieren , zullen Ge anderen zeggen , hei ben den naam gegeeven aan 't eiland Batavia. En ?t eiland Batavia , dien naam ontvangen hebbende, geeft den naam van Batavieren aan alle de inboorlin- gen van 't zelve eiland. '' Hier heeft de Leezer dan alles, wat voor en tegen
beide die gevoelens ingebragt kan worden; en heeft nu de vryheit om dat gevoelen,''t welk hem als het waarfchynelijkfle voorkoomt, toe te vallen. Ik geef hem echter te beden; en of hy, alles overwogen, die nieelterachtigeforsheit van fommige Schryvers wel kan pryzen ; dewelke , als of hun gevoelen zoo klaar door alle duiiterniflen doordraaide als de zon , het eerfte gevoelen als kinderlijk en beuzelachrig uytjou- vven. Mérafuntgerrcs, zegt zeker Schryver, het eer- fte gevoelen tegenfpreekende : en nochtans heeft hy geen ander bewys in te brengen als eenige waarfchy- nelijke giiTmgen : dewelke wy, zoo ik althans ver- * trouwe , noch meer opgeheldert , en in een grooter Kcbt geitelt hebben als hy. Watmy belangt, ik kan het voorgeene voorzigtigheit houden dat men in dui- ftere zaaken , en daar men zich alleenlijk met eenige R'ffingen behelpen kan , zoo een beflechtend vonnis durft firyken. * Wy moeten hier, 't gene echter boven beter te
Pas had gekomen , de naamreden van de Katwy^en rstich eens met een woord of twee aanraaken. Dat de Katwijken aldus genaamd zyn naat deK<i«/',daar in %t s koo-
|
||||
$ό<5 Aantekeningen op i>e
koorneft de Schryvers genoegzaam over een. Maar
ik lic fommigen noch dutten over het naamwoord Wykoi i/teiis. Daar zijn'er dewelke aangemerkt heb- ben dat wik oï wig by deSaiien, en by de Duitlchers die aan de zeellrand woonen, een inham der zee be- teekent $ waar voor, zoo als zy getuigen , de andere Duitlchers wog zeggen? Maar is dat niet lofle en on- zekere giffingen nageloopen, in eene zaak daar men vall en wis befcheid kan hebben ? Wy hebben veri'cnei- dene fteden en dorpen, dewelke geen zeelieden of Zee·dorpen zyn ; en echter, gelijk jumuszX aange- merkt heeft, wyken zyn genoenu: als iiaartwyk, Be- verwyk* Bleiswyk , Ijrantwyk, Hondswyk, Schalk- wyk i Ryswyk , Stol wyk , Wyk te Duurllede, enz. En , of iemand miifchien zeggen wilde dat de zee in oude tyden daar al een vryen loop heeft gehad , en boezemen en inhammen heeft gemaakt, wat zal men van Bronswyk enz. zeggen ? Of zal men de eene wyk dus, deanderezoo verlraan; en zeggen dat wyk in Katwyk, en rmffchien in eenige wyken meer, zoo een zeeboe- zem of inham betekent ; maar dat het in Ryswyk, en diergeHjke dorpen , genomen moet worden voor een wykplaats of voor, eeh dorp : daar nochtans de laatile berekening zoo wel op de Katwyken als oj> Ryswyk en diergelijke dorpen paft ? Ik meen dat de meefle Leezers op beide de plaatzen liever eene en dezelfde uytlegging aan wyk zullen geeven: 'tzydan dat wyk afkomirigzy van het LatijnfchewV«j, en een dorp betekent: 't zy dat het een inlandfche naam is, en voor een wykplaats genomen moet worden. Laat het my ook geoorloft zyn myne gedagten te
uyten op een ander zeggen van fommige Schryvers de- welke, om dat de naam Katten, of Catti, ook de beken- de huisdieren betekent, zoofchynen te fpreeken, ais of die (hydbaare volkeren hunnen naam van die huis- dieren of katten ontleent hadden : of die tentenmin- fte door een zinipeeling, clie my wat koud en onaar- dig voorkoomt, de volkeren Katti met de katten ver- gelijken. Naart de leeuw , zeggen zy , is 'er geen dier, van't welke wy meer behooren te houden, en daar wy meer op konnen roemen, als een kat. Inde tttelpiaat vmFnffms jaarboeken word deHollandiche Maagd verbeeld., zittende op een leeuw, en hebben- |
|||||
•
|
|||||
Rhynlandsche Oudheden. i&j
it een kat in haaren fchoof. Ook, zeggen ïy vor-
der j word een kat noch wel een hes genoemt ; gelijk dt mde Catti uyt de Htjfen quavnen. Maar ik bekenne, gelijk ik heb beginnen te zeggen, dat die gedagte of Zinfpeeling , of wat men daar van maaken wil , my Wat koud en onaardig voorkoomt. Waar heeft men oit gelezen dat de katten onder de Iterke en kloek- moedige dieren gerekent worden ? Of dat iterke ert kloekmoedige mannen by katten zyn vergeleeken? Ifc ineene dat niemand gedient zoude zyn met den toe- naam, of inden men ï.oo ipréeken wil, met den eer- naam van een kat. Is het niet gevallig , en gebeurt het niet in andere gelegendheden meer, dat de naam vau zeker volk ook een andere betekening heeft? Zyn de Romeinen groote kermers en klaagers ge weeft, om dat Quitites zoo veel als kermen en klaagen fchynt te betekenen ? ik heb ook niet gelezen dat de oude Gauloizen, hoewel zy Gallt genoemt wierden , heb- ben willen bekend liaan voor haanen ; daar nochtans een haan veel gevoeggelijker voor een zinbeeld van dé kloek-moedigheit genomen kan worden als een kat. Doch'hier op kan noch geantWoordt worden datGW- &i geen haan betekende in deGalÜiïche taal. Maar étJEifiii, èèri volk van't oude landfehap der Latynen, hebben diedehnaam gehad dat iy rechtvaardiger waten als hunne nabuuren; om dat het naamwoord oèquirecht- vaardige menfeheri beteketit ? Of waren de Brktii zoo veel dommer en botter als de ahdere Italiaanen, om dat brutus een dom en bot menfeh te zeggen is? Voegt hief by dat C^z/'waarfchynelijk deoorfpron-
këlijke naarh van dat ftrydbaar volk niet is géweeft; en dat Catii,aohr verdraying of verandering van de uyt- fpraak, gefnaakt is van Ham. Want dat de Katten ook Hatten , ja Halten , Chatten , en Batten , ge- noemt zyn gëweelt ■ (laat by d Cluverius eti e Alting be- v^eezen Düs is het door bene gevalHge verdraying vart den riaarh gefchiedt dat de volkeren Catti > eh de kal en. defi zelfden naam gekreegen hebben X· In dé katwykfche Oudheden van f Heer Adriaan
Van (laat aangetekend, hoe dat'er in 't jaar inleen d De Germ. esp. 34
- Pnma par te v. JÏatavi. fï*&* iyo,
ver*
|
||||
$oS Aantekeningen op de
verzoekfchrift aan de He-eren Staat^n ingelevert is;
waar in door de gezworenen verklaart en verzekert word dat 'er zedert 15 j.aareii, door den zeevloeden anderszins, afgefpoelr waren 79 huizen: en dat dezee- golven te voren noch eens 70 huizen weggenomen hadden. Noch getuigt hy dat 'er zedert *f jaarcn , te rekenen voor het jaar 6^7, veele huizen, herber- gen, werven, duinen , en eens elf huizen gelijk, zijn weggefpoelt, 4. Ik kan dit Heiligen Geefthuis zoo niet voor by
gaan , zonder een korte opmerking op een fcherp ftrafvonnis van Samuel Ampzing te maak en. Hyzegt dan dat de H, Gtefi dikwils vcor de Weeshuizen in de gedaante van een Dmv e , naar het oude grouwelijke Paap- fche misbruik, gefcbtldert ivord; dat dat in de Gerefor- meerde landen en /leden niet behoort geleden te worden. Ik hebbe meer maaien verklaart dat het myn inzigt m'et'is overgeloofsverfchillen tefchryven : maerdaar- om moet het niet voor ontydig geacht worden, een vinnig, en onverdiende (teek , dewelke een ichampe- ren Schryver niet alleen uytde penne rolt; maar ook, als tot een altydduurende verwyt der Roomskatol'j- keq, door het drukken vereeuwigt word, in 't voor by gaan en opzyn beleefde af te weeren. Te meer daar een ander Schryver voor wien ik ook achting hebbe, ik zegge de Heer Pars , die woorden van Ampzing 'm zijn werkje te pas brengt , en 'er zijn zegel aan- hangt. En noch des te meer, om dat menig Onkato- lijk Leezer, dewelke zich miiïchien gewaardigen zal deze Aantekeningen eens te doorleezen, op dit (tuk het rechte begrip niet zal hebben van de Katolijke leere. Voor eerrt zal ik dan aanmerken dat het geenszins een kerfluk is van de Roomfche kerk dat de H. Drievul- digheit mag geichildert of uytgebeeldt worden. Ver» fcheidene Schryvers, als b>Abulenfis, i Durandus, kPe· rezins, j Johannes Heffetius, zeggen rond uyt dat het niet en paft dat men Godt doorfchilderyen tracht uyt te beelden,; en fchoon de kerk diergelijke fchilderyen verdraagt , dat ze dezelve in geenen deele goed efi h Ïncaput4« Deur* qu. f1.3,
* In ^ Hift. 9. qu. f.
k He Tracht, part. ?. traft, de irmgïa.
/ HdTeliï Carechiimus*
keurt.
|
||||
Rhyniandsche Oudheden, 509
keurt. En wy konuen den Leeztr verv.ekeren dat
deze Schryvers al gróoten aanhang ,.zelfs onder de allergeleerdfte Godkündigen , gthad hebben. Zoo 'pall het dan voor eerlt niei een gebruik aan de Rooms- katolijken toe te fchryven, over 't welke de Rooms- htolijken zelf malkanderniet verliaan ; en't welKe, volgens de getuigenis der zelve Roomskatolijken, inde katolijke kerk ten hoogiie maar loegelaaten word. Maar, genomen dat dit gebruik door de Kerk goed-
gekeort was, en vervolgens een gebruik der Κ ooms- kat olijk e kerke genoemt mogt worden ; wat reden is 5er om het voor een grouweli,ken Paapfch misbruik uyt te maak en? Dat gemeene en half geitnd eerde luiden, die hunne Predikanten tegen de zoogenaamde Fapi- ften luitig hebben horen uytvallen, of een bewysre- den twee of drie tegen de bedden in den eenenofden anderen Verfchilfchryver geleezen hebben , zodaanig üpgeeven ; en de zoogenaamde Papiiren 3 als of iy geen enkeld woord daar op te anrwoorden hadden, ik weet niet waar voor uytmaaken ; dat kan ik in- fchikkren : ieder fpreekt naar zijne bede kennis ; en dat is aan deongeitudeeruen en halfgeleerden van bei- de de partyen gemeen Maar dat geleerde Schiyvers, die de redenen en tegenredenen van beide de partyen wetten of behooren te weeten, op her enkeld gezag- van hunne Verfchilfchryvers , of om eenige plnatzen of tegenwerpingen dewelke hondertmaal op een krachtige en dooi flaande wyze beantwoordt zyn, noch al van gruwel, en misbruik, en papery blyven roe- pen j dat is bv my het belle leken van oprechtightit niet. Ik wil hier het gebruik, van de Η Drievuldig- heit uyt refchUderen, voor nochte tegenfpreeken ; en ïïiaartoonen, indien het al beter achtcrgelaaten wierd, dat het evenwel voor geen gruwelijk misbruik ver- dient uytgekreeten te wordenden bygevolgdatde Kerk, die het zelve toelaat, daarom geen gruweldaad begaat, Τ en dien einde behoef ik maar te toonen dar de op- werpingen, dewelke door de Andersgezinden tegen t 7,clve gebruik gedaan zijn , gemakkelijk beant- woordt konnen werden , en beantwoordt zyn. En a's ik die opwerpingen en antwoorden tegen malkan- der vergeleeken zal hebben ; wil ik debefcheideuften fin rechtmatigften der wederpartye zelf laaten o<>r- cteelen,
|
||||
510 Aantekeningen öï ñå
cjeelen , of die tegenwerpingen zoo bondig wel zyn
als hunne y veraars meenen ; ja of ze , op dit (tuk , de antwoorden der Katolijken wel konnen opweegen. Doch, om beter order te houden, zullen wy eerit
,de redenen bj brengen , op dewelke de voorftandcrs van zodaanige fchilderyen en verbeeldingen lieuneu; en zien of die redenen door de tegenparty zoo krach- tig wederleir worden, dat ze recht heeft om hier over 200 een misbaar te maak en. Zoo word dan ecrft Van die Katolij e Schiyvefs, die dat verbeelden van de H. Drievnldigheitvcrweeren , ingtbragt dat de En- gelen ook onlichamelijk geeften zyn; en nochtans in *C oudemTeftament gefchildert en uytgehouwen zyn geweeii, Daar tegen brengt Calvinus-in dat dit toe een kindertucht voor de oude wet is gefchiedt ; en dat die kinderlijke tyd nu voorby gegaan U enz Zoo volgt dan hier uyt dat onlichamelijke geeften om een zekere oorzaak afgebeeldt mogen worden : en dat die afbeelding tot een tucht en onderrechting voorkind- fche , dat is voor onwetende en ongeoeffende çêç- fchen , kan verftrekken. Dit is voor ons genoeg En was de tyd van de oude Wet een kinderlijke tyd ten opzigt van de nieuwe Wet ; de nieuwe Wet i« ook een kinderlijke tyd ten opzigt van den toekoo- menden en eeuwigen tyd. En daarenboven zijn 'er noch tegenwoordig menfehen genoeg, die maar kinde- ren zyn in 't geloof. Kan dit antwoord op de opwerping van Tegenparty niet beftaan voor een onpartydigen Rechter? Godt heeft zich zeer dikwils in eene lichamelijke
gedaante vertoont; als by voorbeeld aan Adam o, aan Mofespem,. Ja, om tot de Duive zelf te koomen; de H. Geeft heeft zich in de gedaante van een?Dui- ve vertoont. Nu is de vrage waarom dat Godt niet ïoo wel vertoont mag worden in fchildery , of op een andere wyze , als hy zich zelven wel heeft willen Vertoonen. Hier op weet Cahnnus te zeggen dat Godt Z'ch
fbmwylen in eene menfehelïjke gedaante vertoont heeft , om een voorbeduiding of voorteken van de |
|||||||
m Exod. 2f. ?■ Reg. 6,
» Lib. f. Inftif, cap. 11.
* Gen, 5» ñ Exod. 33« ? Matth, 3.
|
|||||||
Mcnfch-
|
|||||||
. Rhynlandsche Oudheden. fit
Menfchwordinge te geeven : en dat de Duif aanftonds
verdweeuen is, tot een betekenis dat de H. Geeft on- zigtbaar is En doorgaans hebben de Andersgezinden dit antwoord gereed, dat 'die verfchyningen maar voorbeiekeningen zyn geweeft, en een korten tydge- ciuurt hebben: en dat ze vervolgens voor geen altyd- duurende wet mogen veriirekken. Is aar de vrage is niet tot wat einde, en hoe lang, dat Godt zich onder eene lichamelijke gedaante vertoont heeft. Hy heeft het gedaan. Zoo is het dan geen quaad in zich zel- ven dat Godt onder eene lichamelijke gedaante word vertoont: want het geen in zich zelven quaad is, is altyd quaad in zich zelven: en heeft Godt het zelf ge- daan , waar zal dat gruwelijke misbruik van daan koomen ? Maar , zeggen zy ofzullen zyzeggen, die fchilde-
tyen en verbeeldingen konnen de eenvoudige zielen verleiden ; en haar een indruk geeven als of Godt lichamelijk was. Zoo word dan ook gezeit dat de Schriftuur zelf
menichelijke ledematen aan Godt den Heere toe- fchryft ■ wanneer zy zeit dat hy zat, ftond , wandel- de, enz Ja zy gewaagt uytdrukkelijk van Gods han- den, voeten, hoofd, enz. Wat is de fchüdery an- ders, als een boek der eenvoudige menfchen ? En Waarom mogen die ledematen zoo wel niet vertoont Worden in een menfchelijk als in een Goddelijk boek? Daarom niet, zeittegenparty, om dat de Schriftuur
op andere plaatzen de menfchen tegen zodanige ge- dagten genoeg wapent , en Gods onlichamelijkheit op verfcheide plaatzen beveftigt, Maar die Schriftuur Deernen wy ook tot onze baat; en zeggen dat ze de menfchen even krachtig wapent tegen de dooling, die ïy uyt deichilderyen rnogten opvatten. Waarom zal rnen de H. Schrift in de eene zaak te hulp roepen, in de andere zaak als ondienftig laaten ftaan? En wat degenen belangt, dewelke de Schriftuur niet kon- nen leczen die worden in de eerfte Katechifmuiïcn in die waarheit genoegzaam onderweezen ; die heb- oen. hunne Paftoors en Predikanten enz. Maar, bullen zy zeggen , daar zyn 'er genoeg die wel fchil- deryen zien , en echter noit ter Katechifmus gaan, * Zie de Waienburgcn trad.de Inwgia, Sanftor»
noit
|
||||
5"T2 Aantekeningen op de
rolt in de Preek verfchynen enz. Maar, behalven
dat die on weetend zyn door hunne cige fchuld, iytj 'tr ook geen menfehen genoeg , dewelke üyt nieuws- gie igheit de eerlte hoofdihikken van het Boek der Scheppiuge leezen , daar zy Gods aangezigt, itemme, wandelinge, vermeld vjnden ; en die de lult ot den tyd niet hebben, om de Schriftuur vorder in te iien? Is dit hunne eige fchult; 't is ook deeige fchuld van die onwetende menfehen dat ze op Katechilmus noch Predikaatzie paffen Ik laar den befetieiden Leezeral wederom v.yn oordcel over de redenen en tegenrede- «en üryken. Maar het word tyd om de opweipin- gen der Andersgezinden te hooren. Zydöen ten eerlte die gemeene nlaats uythetfwin-
tiglte hoofdftuk der Vytgangtn gelden. Gy zult % oor fi geen gel nee den breid 'fee- tg, geli kèhijfe maaken Gy Zult die met aanbidden-. En watlaager: G'y zult geënt goude of zilver e Goden voor ui. maaken. Hier op is zoo dikwils geantwoord , en zyn zoo goede uytleggirt* gen aan deze en diergeliike piaatzen gegeeven , dat het my zelf verveelt over eene zaak , die voor afge- handelc gehouden moet worden, veel papierrsvuil te maaken. Om het dan kort te maaken , zullen wy maar aanmerken dat deze plaats, door een goed ge- tal van onkatolijke Schry'vers , niet alleen gebruikt word tegen de fch il deryen van de Α11 crhei It^fle Drie- vuldigheir : maar ook mgebragt word om de beelden der Heiligen, en het eeren van die beelden, te belïry- ói.'n. Dit zoude ons eenigzins buiten her fpoor doen gaan: echter willen wv ons om dat het zoo te puife koomt, en ook tot beflifling van het voorgeflelde ver* fchil kan dienen, in deze zaak wel wat dieper inlas- ten ; en voor een wyle tyds een weinig buiten het fpoor treeden. De Andersgezinden om eenig voor- deel uyt die piaatzen tegen deRoomfche kerk te trek- ken , koomen met zoo veele uvrleggingen · beteke- ningen , verklaaringen . nvrhreidingen , inbïndingefl voor den όηξτ , als /y tot htm voorneemen noodig achten, en konnen dan evenwel hun oogmerk noch niet bereiken. Zv zegeen dan ten eerfte datGodth'er niet alleen tot dejoodeo maar ook tot de Chriftenen fpreekt: en dat dit gebod voor geen ceremonieel ge- bod , maar voor eene wet der natuure , gehoudcfl moet
|
||||
Κηυνιαν»5€ηε Oudheden. j-i^
moet houden. Zy zeggen ten tweede dat door beeld
orgeit)kenifle niet alleen verboden wordeij de beef- den of gelijkeniiïen van valfche goden , hoewel da£ 'er in 't voorgaande Veers van de valfche goden ge- handelt Was; maar dat 'er alle beelden , ook van Hei- ligen, verboden worden, fchoön dat'er van geené Heiligen was gehandelt. Zy zeggen ten defde daf hier geen burgerlijke eerbewyzing verboden word; en ten vierde dat 'er beha! ven de eer, die Gode alleen toeknomt, en zekerlijk aan de beelden der Heiligers niet bewezen mag worden, ook een mindere eerbe- bewyzing, doch groöter als een burgerlijke, word ver- boden enz. Eii alle deze uytleggingen moeten zy ge^ zamentJijk, en by malkander, doen gelden: en, in- dien'er maar eene achter gelaaien word, vervalt hun- ne ganfche tegenwerping. Want ten-eerfie, indierf dit verbod de Chriiteneii niet en raakt, kaii het onsf nietdeeren. Ten tweede, indien het ook de Chri- fienen raakt, maar alleenlijk het maakenen eerefi vaiï valfche goden verbiedt, kan het ook regen ons niet gelden. Ten derde, indien hier verboden word eenige wr, zelfs burgelijke, en hoedaanigdie zy, aan de beel- den te bewyzen ; dan zullen zy vorder gaan als ze zelf Spoelen, gelijk onder zal blyken. Ten vierde, indien nier alleenlijk verboden word de opper iïe of godde- '•jfce eer aan de beelden te bewyzen ; daar karibet ge- wd al wederom tegen deKa'tolijken niet gelden/ Zotf ycele uytleggingen en onderirellfngèn moeten zy wande houden, om de Roomfche Kerk te beff-ryden. En hoe zullen Zy uyt de Schrift bewyzen, daf alle die onderikllingen zoo ter goeder trouwe moeten aan- komen worden? Öm kortte gaaft: wy zeggen dat dit gebod ofvoöf
^ceremonieel of voor een natuurlijk gebod genomen jfloet worden. Indien het een ceremonieel gebod is, «an het tegen óns niet dienen ; als zynde met de ce- ie&ionien afgefchaft. Is het een natuurlijk gebod; *?° kan men hier eene driederhande nytleeging ver- ^tien. ι. t)at alle beelden en geltjkenifTcn verbo^ *en worden: maar dit is Zoo ongerymd , dat Befnfef "«hoeft wederleit te worden: en de Proteftanten zelf* *'nden2oo weinigzwaarigheits in het maakerf vnnal- letnande beelden, als wy, i. Dat God alleenlijk de H ft 3fg0"
|
||||||
fï4 Aantekeningen ©ñ *>*
afeoden beelden verbiedt : te weeten, dewelke ge
St worden, om voor.afgoden, houden te wor- den. En dit is de uytlegging'der meefte Katolijken, en dus hebben de Anderïgezinden wederom :gom op ons. En dat deze plaats aldus verdaan moetwor- den fchynt te blyken uvt de reden, dewelke Godt 'df'van dit geboi gegeten heeft : **** hen * Heer zeit hv: dat is, de glorie der Godheit, en de iodddHke eer , koomt my alleen toe , en niemand !nders.J Daaro'm zeit hy wederom wat Ittga: g zult voor ulgeene zihere ofgouJe pd^ma^n^ is een verklaaring van zyn gebod en s verv^en; ook eene rechtvaardiging van de Katolijken, Mu .s de vrage wat onhebbelijke wat^l.n d«e leere fteekt , en of Tegenparty wel kasïiet, om deze uvtleraine van valsheit te overtuigen. L»e derde u^léf "ngg zoude zyn , dat me ç geene, be* den mag maakeii , om 'er eenige eer, hoedanig me zy" aangte bewyze'n. En voor dexen,tlegpnge^; den de Proteftanten xich verklaaren. Maar ten eer fte , hebben zy wel beter bewyzen vpor dez^«de uyt egginge, als wy voor de tweede>> Ãì tweede hoe kan het ceren der beelden door deH.Schnttvet boden worden , daar het in tegenüeel door de ç Schrift op verfcheide plaatten vaftgeftel J rd r u Arke des Verbonds was volgens de Proteftanten ig feue verbeelding van Godt. En leeft men niet da Jofitêt p\*t ter aarde , of op zyn aangezigt , voor iL heeft gevallen , en aldus is blyven leggen tot ç avond toe? Hoe dat zy dit uytleggen, wydoenj meer voor de beelden als ƒ ojuê gedaan heeft voo Arke. Sraat'er ç-et-in den,98 Pfalmen, *gj£die vot***»* «*>ô oerti».,· e» ^ *c r u ^ nVvGerefor- voetbank word wederom by l^chcf^^v\a meerde uvtleggers de Arke verftaan. Staat er ð den y8 Pfalm B«ft* ê voor den berg ""WjfJ,*, heit: door welken berg zy zelf den Bejgvan a verftaan ? En die aanbidding van ^ods voetbank, die buiging voor Gods heiligen Berg, moeiten dien 1 Zie de VValeuburgen ibid.
t lofue'7,6 í 1'÷ 98* ß* .
*"Zic Jen Staaten Bybcl hier. ^
|
||||
------,-------^—,
|
|||||
S.HyNtANÏ?SCHE OüfcHEÖÈiï, . £tj
fileteerbiedigheit gedaan worden? Wat doen wy an-
ders voor de beelden ? Urn kort te gaan , Pater Veron heeft al over lang
aangemerkt dat, indien de Katolijke leere maar een- voudiglijk en behoorlijk voorgeitelt word, de Gere- formeerde Leeraars (te weeten diebefcheidenheit en oordi-el gebruiken ) ons niet zullen tegenfpreeketi. En ditzyn geen loiTe giflingen. y DailUaszclt'CpÏGekt bet niet tegen dat'er aan alle de initrumenten vanden Godsdienft een zekere eer en eerbewy7ing betoont moet worden. Hy meent maar dat de Katohjken te verre gaan, en beweeren dat men dezelve eene gods- dieniiige eerbewyzing en eene evenredige aanbidding fchuldig is. Doch hier fchryft hy aan de Katolijke kerk toe, 't geen hy noit bewyzen zal dat door de Katolijke geleert of voorgefchreeven word. Het is niet redelijk, en de Andersgezinden zelfskonnen"het niet goedkeuren , dat de gevoelens van byzondere Leeraars op de rekening van de kerk geüelt worden. Maar om byons ftuk tcbljvenyduberth, by heu?oa hoog geacht, bekent ook dat 'er aan alle de initru- menten van den Godsdienft, en aan de perfoonen eti Zaken der kerke, een zekere graad van eer en ontzag bevveezen moet worden : die eer is naar zyn zeggen geen burgerlijke eer ; en ook geen eer die de Godt- fleit alleen toekoomt. Ende deze eer, zegt hy, moet aan heilige en godsdienftige zaaken, 2eif aan onge- v°elige en zielelooze, beweezen worden. Het zou* «e te lang vallen , alle zyne woorden uyt te fchryvem Men ziet hier uyt hoe veel dat het fcheelt, met een bedaard gemoed te fchryveii, en de reden en befchei- ^ntheit plaats tegeeven; of de gefleltenis ïn'tfchry- *£n te hebben, van te willen befchuldigen, te willen wielden , te willen mlsdaaden in iemand vinden. aCahinus , gerioeg begrypende de ongerijmdbeic
Hn het voorgemelde gevoelen dat alle de beelden trt { lo Kapittel van het Boek der Uytgangen verboden gouden worden , beweert dat 'er de beelden Van dz Godthcit verboden zyn. Wy hebben reeds ge?.eit «« verfcheidene Schryvers van onze kerk die beelden f Lib. 3, de Imag. cap. 1.
^ De Euch.ir. irfTheodoreto cap. %
* In cap, ai. Toftc,
ft ïl l ■:*
|
|||||
516 Aantekeningen op de
ook niet goedkopnen keuren, en dat wy dit verfchil
nu niet willen intreeden. Wy beweeren maar dat dit verbeelden van de Godtheit voor geen gruwel ver- dient uytgemaakt te worden : en ik meen dat we het vry wel beweezen hebben. Wy willen hier maar ee- ne aanmerking byvoegen op de woorden van Calvi- nus, dewelke dit verbeelden vau de H. Drievuldig- heit als een afgodery beitraft. Ik vrage waarom dat het minder afgodery zoude zyn, de valfche goden in fchildery te vertoonen, uyt te houwen, tegieten, inf zyne kamers te pronk te hangen , enz. als door eene fchildery te vertoonen dat Godt zich zelven in eene menfchelijke gedaante heeft vertoont. Gy zult geene goude of zilvere goden voor u maaken , zegt de Heer; en het ontbreekt echter aan geene Andersgezinden, ei) millchien zelfs niet aan Predikanten, die zulke afgo- den beelden als koftelijkeoudheidsftukkenbewaaren. En op die gemeene opwerpingen uyt blfaiat en de Handelingen der Apoflelenc-y waar in te kennen word gegeeven dat Godt niet afgebeeldt kan worden; daar op antwoorden dwy dat eene zaak op drie wyzenuyt- gefchildert of verbeeldt kan worden. I. Om de na tuur van die zaak door eene volmaakte gelijkenis af te beelden. En dit bekennen wy dat geene plaats kan hebben in Godt, of in geeftelijke zaken: en hier op zien de plaatzen der H. Schrift. Ten tweede kan iets gefchildert worden, om eene hiftorïe te verbeel- den. Dus, om het verdryven van Adam en Eva uyt het Paradys te verbeelden , word Godt gefchildert, in de gedaante van een menfchdoor het Paradys wan- delende ; terwyl Adam an Eva zich onder de boomen verfchuilen; en een Engel, in een menfchelijke ge- daante , en met een lichamelijk zwaard in de hand , hen beiden verdryft. Zoo een Schilder denkt'er niet eens op om Gods natuur, of die van den Engel, door zijne kunir af te beelden. Ten derde kan iets, zelfs buitende hiitorie, gefchildert worden om de natuur van eene zaak, niet door eene onmiddefijke en eige gdijkeniiTe, maar door eene zekere over-een-kornlte» of door geert el ijk e ea verbloemde betekeningen , ** t> lfai. 40. item 46.
£ Handel. 17.
d Zie Uellan», de Imag» I* 2, c, S- {,
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 5-17
te beelden. Dus worden de Engelen als fchoonejon-
gelingen, met wieken, en bloote voeten, gefchildert; om den luifter van hunne glorie , hunne fnelle be- weeging , onbezweeke kracht, enz. af te beelden. Dus worden de Evangeliften als een Menfch , een Leeuw, een Kaf ,t en een Arent , Chrtfïm als een Lam, de H. Geeft als een Duif afgebeeldt. Het is waar dat de vryheit van de Schilders hier te verre zou konnen gaan, en ook wel te verre gegaan is : En daarom behooren de kerkelijke Overften het oog ook op de geeftelijke fchilderyen te hebben. : |
|||||||
;7"
|
|||||||
R Υ Ν S Β U R G. y ί
$öurg / 300 beeï d$ een burg ojr bett Rhy™burs
tö$ngt$ctt I i$ eewbog) ban ïtïnjnianb /encnz' i$mtt <&cfl8Ctft / en tettop op oen ifïip/ m mi ö^Éegoelf &zkgtn. (1) $et iett beneden %tibm in eene §tet b^ncStbaare m tacforpe tei$oouhje: tee p!aat3e oaauDiderik il, nvt jaar 975· / na bat f)ö be ®W5tn op =£· Laurens öa0 gefïagen [)ab / tot teften ban ban&öaat^ciLkaureRS §eit eene ïtern op oen naam ban β, Laurens Öccft getimmeet* ^i-i^h . .- λ t mïi ©03e ouoe fteeft i$ ooft in 'tbertyag begree*
»cn/ 't toeïft in 't jaac.1065:tnffcöen Den S5ip fffiop ban Ittredjt en oen loc ban €pternacö gefloten. folpty - v.: ir €enige jaaren baat; na geeft"Pietemeiiè-;- be ^t,(!li'k
Wee ban Üei5er Lotharius II, en be bjèbutae £°X~r, fcati 45raaf Floris den Dikken, gaar fïot bat 3g
Jj ïïyn^bnrg Jjab fïaan beranbect in een ^tifï
Wiaofcee (5) bpojHbelpegnffeontoen/be* Wte naae ben töettel ban j§« Benedi&us 30η* jm ïeeben. φ& ^tift/ 't todft tec eere ban 0e ^ J&aagö Maria aangeleit toa$/ ig na om* lift 3 tcent
|
|||||||
fl% RHtNLMDSCHE
tttnt tint jaaren timmeren^ afgeöonibt Μ $
tW'Vw.'-:'^W&f$im.b^'i% ugt jjet ^aftïffcgeiüloóiiei; ^titter!fitge&ur0 / of g^ Jp y..óflius fcÖagftSupplenteburg■, ttntge^on»
tien ontboben / en Baar in bit nieutoe ntooffer
iejilóatfï. '(4) { : ; ;/.*3Mgen$ een naamloo^n fcï)$ber ban get
ftjoofier ieaBgmoiïb/ fcjfeöbenbe ober tyttjmt ιιγβ ι ψχχ^ζ be ^oïïanïiftöe <0rabin Sophia Ut RÏoofïer 0gfï!föt geöben : ioant jjg galmt gaaren ïof ugt met be3e tooo^ben; Zy is waar· lijk een tweede Dorcas voor de armen geweeil:
voor dewelke zy rokken en klederen maakte. Tot bewijs kan dienen de Kerk van Rhijns- feuig:: dewelke zy van dèn grond opgehaalt,en gelukkig voltimmertheeft, ύ δ! iin't jaar 1,1.8-3Ö 300 gaat bie fcj^jjber boö#/
den\;i-,Mey , is de-Kerk te Rhy.nsburg inge-
^yijdüdoor Heer Boudcmyn ^ificfiop van Utrecht. JPoeÖ %Q$ baaraan i$be3elbelier« Döoj Μ
bïam berteert: foant bu$ fpjeent be gcmelbe feg$berjn It berboigjOpden dertienden dag van
jhaareinwijdinge is;de:kerk, benevenshet-kio'o> iter9 door een deerlijken brand verteert: en φ rneefte jonnen, buiten het land vertrekkende, hebben met ter daad een blijk van haaré ellen- den gegee ven. 'j~$Ê fut :r- '"rvvr ' R. Snooy &eet ban bit aföjanben niet te
f$ee&èn: maar gg getaaagt# ban een nie'iitoi ftern/ betoeïhe te fëtn^lmrg 3pube 3911 getint tttertj Daar is noch een nieuwe kerk opgebouwt,
Jeit §£ / dewelke door Andreas vBiflchop van U.t recht , aan de H. Maagd Marta plegtiger wijze is toegewijdt. 'ïi II ί KcrumBatav. lib. é, p.7©# ■ (r^aS '·■ '.':\>'' «
|
|||
O U D Η Ε Ρ Ε Ν» f lp
®u$ meenen be nienfo^gierige mbotftljtvg τν« ker.
(011301* ^aberlanbfcije <®nb{|eben) bat ει* te*cn: ccn ïlïjjjn^&urg tfoee herpen gefïaan ijeööen: te^k Tn tprÉrten eene j^arocöi-frern/befoeïRe boo£gaan$ een buiir- öeS&uirnerit foierb genoemb/ en be&loofïer- ofi'arocw- fterft. AncManh^us, ögben ï|eer t Pars aan?keik· geljaalb / tracïjt 2nt geboelen ooft te öebefïi* 0cn/ en brengt tot eenboo$eeIbö» bat'er ooft toe nernen te «2gmonb geööen gefïaan, ^et jeïbe fcgijnt ooft giet* ngt te bipen bat eenige öuoe buuren ban tfoee torend tueeten te fpm* ften / befoelne te &öijn$mrg geflaan ^ouben jjeö&en. <ên t$ be tfoeebe toren naberïjanb afi 0cöjofcen: om bat be 3eebaarber$ gebunrig in U toren^ btoaaiben / niet toeetenbe # of 5$ €gmonb of &jjgn£bnrg in 't 003 {jabben. (?) ^e a5eabin Pietemeiie i£gefio;ben in 't jaar
1144/ en te iftgijti^ourg in f et üioofïer / bat 5? baat* gefïieïjt j)ab/ öoogfïatelp begraaben, tier tp ooit een pwfytiQt en bo^fïeipe ifca/Kapel,
pel gefcoeefï : ban betoelfce in een onben fetef l?an||art03 Philips van Borgonje, ban'tjaar ]4<>3 / geioag bjo$ gemaant ^e^e onbeb^ef fïaat bn ben i|eer Pars te ïee3en ·, en ugt ben #iben bïpt bat 3jjne boo^aaten / be <iB>raa* ton ban^olïanb/ baar ttoee toefteipfc§e jlif* #n gefïieijt jjabben/ om boojbelaaffeniffeban Jjutme pielen geïeesen te tooien. I^g sullen ben fyief gier laten bolgen: Philips, by der Gratiën Gods, Hertoge van
Bourgoenjen, van Lothryen, van Brabant,
-**c. doen cont allen luiden, dat wy ontfangen
,; * Katwijkiche Oudheden p. 526, en in de Byvoegzels Ρ·4ϊ9»
2ie den Heer I*ars fCatw* en Rhynsb* Oudh» in deBy- Hft 4 heb-
|
|||
f 20 RhYNLANDSCHE
hebbende die ootmoedige bede ende fupplicatie
onfer welbeminde in Gode, der Abdiflen, ons Godshuys van Rynsburch in onfen lande van Holland , inhoudende , hoe dat van ouden ty- den by onfen Voervaderen Graven ende Gravin- nen van Hollant ialiger gedachteniiTen in onien voerfz. Godshuyfe geiticht ende gefondeert is geweeft eene notable Capelle, aldaer ibiene van onfen ^oervaderen Graven ende Gravinnen vm Hollant begraven leggen, in welker Capellen, al is 't dat fy die anders notabelick gebout hadden, de felve onfe Voervaderen, en hebben befet en? de gcfundeert , niet meer dan twee Miflen ter weecke &c. ;x 3[n oe üïoofïer-fcetïi toaren ttoee ontaareni
't entaat ban öen fy <&tzft / w {jet 0mm
of j^ipteiwiutaar. «I
De ftich- -SSett beeie ftoomfdje $au$en / foaat ban iingdoer fotnmige te tornen fommisen te tflbinjon ψ de pauZel) jeetrti geööeu / öcööeu ftct fïicöten ban öitaari^ &JT 3<enïp fïift goeööefteuit/ en 'er fceifd)eiöe*# ïjeöen en boomteelten aan gegeeben,
3^e naamen fcer ^aufleïpe builen fïaan fi? f Boxhornius op öe bolöenoe o^öet opgeteïïn
Clemens, gegeven te Avinjon, den 24 April?
in 't achtite jaar van zijn Paufdom. Noch eens Clemens, gegeeven te Avinjon den o April, in h-x vierde jaar van zijn Paufdom, Honorius, te I-ateranen (\en 6 April, in't eerfte jaar van zijn Paufdom. Alexahder, te Viterbio, den n van December , in 't derde jaar van zijn Paufdom. Bonifacius , te Lateranen den 2,1 van Novem- ber, in 't achtfle jaar van zijn Paufdom. Jo- hannes te Avinjon", den 13 van December, in'1 f Theatj-, Holland, pag. %%u ',"'.
•c .■; ; eerfte
|
|||
Oudheden. f21
cerftejaar van zijn Paufdom. Noch eensjohan-
nes re Avinjon, den 13 van April, in 't vierde jaar van zijn Paufdom. Innocentius re Lyons, den derden van December, in 't achtfte jaar van zijn Paufdom. Nicolaus te Romen, by S. Ma- ria Major den derden January , in 't eerfte jaar van zijn Paufdom. Noch eens Nicolaus re Vi- terbio, den 24 van September , in 't tweede jaar van zijn Paufdom. G?egorius te Lyons, den eerilen Juny, in het derde jaar van zijn Pauf* dom. Clemens te Avinjon den 4Mey, in'cvyf- de jaar van zijn Paufdom. Noch eens Clemens te Avinjon, den n, January, in't fefde jaar van zijn Paufdom. Johannes te Avinjon, in't eerfte jaar van zijn Paufdom. Innocenrius te Larera- nen den 18 Maart, in't veertiende jaar vanzyn Paufdom. Clemens te Avinjon, den zo April, in 't achtfte jaar van zijn Paufdom. Innocentius te Perugio , den leften van September, in 'c tiende jaar van zijn Paufdom. Urbanus te Vi- terbie, den derden Maart , in 't eerfte jaar van zijn Paufdom. Clemens te Avinjon, den tl O- &ober, ih'c achtfte jaar van zijn Paufdom. 3fn 't jaat! 1499 ΪΡΦ P&u$ Alexander III
ten ^omöeften en öen beften banj^. Jmsner*
ht te ïltrecljt / mit^gaöer^ öen <&e«en ban & Pankras ntthe te Xeiöen / öapj tm ö#ef ijeriüitti0t öat öp 8# gemelöe «toofïérift $$nt %onöere fiefcörrmin0 jjaö aangenomen. " In i}t$m fyief o.öoneeit jjn öat (jet getaï
öec jonnen niet groöter $al $η al§ beectig: w öat 3e allemaal ban aöd maeren 3911. ^» kerftïaart öat fiet bebefïigen ban öe Mbitiffm/ *n Jet besoenco en gerbo^men ban (jet nfoo* |wf/ ban ungeöen&baaretööenaföen^fffcöop teil s ban
|
|||||
.
|
|||||
ƒ22 RhYNLANDSCHE
ban ï|tt*ecöt toe&oomt m$. ^itt mbtn§ gaat
tie $$! batt Alexander ^eïf:
I/Llexander Biifchop , de dienaar van Gods
dienaaren, wenfcht de zaligheit enden AporlolifTchen zegen aan zijne bemindezoonen, de Dekens van de Hoofdkei ke en S.Jans kerke ie Utrecht, en van S. Pankras kerke te Leiden. Heden hebben wy eenen brief van den navol- genden inhoud afgevaardigt, i f / Akxwder Biflchop , de dienaar van Gods
dienaarep , ter eeuwiger gedagteniiTe der zake, PeWfijl wy grootelijksbezorgtzijnorndenvoor- fpoedigen en gelukkigen .{tand van.alle kerken, jdoofters, enperfoonen, voornamentlijk van't vrouwelijk geflagt dewelke den Allerhoogften aldaar onder het zoete juk des kloofterlijken le- vens dienen, zoo als wy volgens den pligt der Apoftoliffche dienftbaarheit gehouden zijn, ten goede t,e fyeftieren;, zoo is het dat wy, des ver- zocht zijnde , die dingen , dewelke daar ten «dien einde door eene-.loffelijke gewoonte inge- voerd, zijn, gamie.door de ApöltolifTche beve- iliging bekrachtigen , op dat ze ten eeuwigen tyde,|ie4endig en onwrikbaar fno@en blyven. Van w qgen dein Chriflus bem i nde; tjpch ter en/, de AbdiiTe en het konvent van't Nonnenldoofter te ^hynsbyrg, van S BenediSius or^er, in 'tOraat- |ch:%;^ap^Holland, onder het Bisdom van U- tfecïit^ is,onlangs aan ons een verzoek voorge- ftelt -, behelzende dat in 't zelfde kloofter een loffelijlc gebruik van zoo langen tyd herwaart, pat geene menfchen van deszelfs begin of van het tegendeel geheugenis hebben, onderhouden js geweeft ; te weeten dat de BifTchop van U- trechc, die het op zoo een tyd is, gerechtig |
|||
O ü D Η JE l> E N. 523
is om de verkiezingen van de Abdiflen des ge-
melden klooftere , ten tyde als die gefchieden, tebevettigeni en om het kloofter zelfs, endes- zelfs perfoonen, te bezoeken en te beveiligen: dat 'er geene Nonne mag aangenomen worden, te» zy dat ze van Vaders en Moeders zyde van adel zy, en vier adelijke Grootvaders hebbe: dat de Ab- dis geene Nonne boven het getal van ■ veertig mag aanneemen : dat de Abdis, die het op zoo een tyd is , twee gedeelten van de inkomften des kloofter, iedere Nonne een gedeelte * en de Regent van de kloofter kerk , uyt hoofde van zijne zielbeftieringe, een gedeelte geniet: dat de gemelde Abdiflen ook gewoon zijn iemand, die een waardigheit bekleedt, te ontbieden of aan te ftellen ; in wiens; handen de Nonnen, die gezindsijn om zich door de klooftergelot- ten te verbinden, haarè geloften moeten dóen : datze ook gewoon zijneenen bequaamen Biecht- vader te verkiezen} om',debiecht vande Abdif- fe en van de Nonnen met oplettendheit te hoo- ien ; en haar^ behalven in de gevallen die voor den Apoftoliflchen Stoel bewaart zijn, vanhaa- re zonden te -ontbinden j en een heilzaame boe* te op te leggen. Dierhalven zijn Wy'wegens de AbdhTe en het konvent voornoemd ootmóe* diglijk gebeden de voorgemelde gewoonte, op dat ze des te beter in ftand blyve, doordeApo^ ftoliifche beveiliging te bekrachtigen'; en ten delven einde andere bequaarae middelen achter- volgers onze Apoftoliflche goedertieréndheit in 'c werk te ftellen. Zoo is het dan dat wy, de Abdis en het konvent voornoemd, en ieder van haar in 't hyzonder , alleenlijk om de uytwer- king van den regenwoordigen briefte konnen erlangen, van alle banvonniflen, opfenortingen, inter-
|
||||
524 Rhynlandsche
interdikten , en andere kerkelijke uytfpraaken,
JlrafvönnhTen , en ftraffen , 't zy dat die van rechtswegen of door menfchelijke uytfpraak ge- velt zijni, indien zy in eenige van die ilraffen mogen ingewikkelt zijn , door den inhoud de- zes ontilaande , en voor ontilagen houdende,· dat wy,. zeg ik , door de gemelde gebeden be- wogen, ide gemelde gewoonte, zoo verre als ze in 't gebruik is ^i.ajjft krachte van ons Apofto- lifcb gezag door den inhoud dezes goedkeurea en beveiligen j en dezelve door dit tegenwoor- dig gefehrift bekrachtigen; niet tegenftaande eenige;Piiuflelijke ordonantzien en bevelen; of eenige ?gewoonte, van ïhet kloofter en de order voornoemd, zelfs: die" door Paufielijke beveili- ging, of anderszins, bekrachtigt zijn; ja, niet- tegenilaande alles*, wat hier tegen mag ftryden. Het zy dan geenen roenfeh geoorloft dezen brief van ionze onüflaginge, goedkeuringe, bevefti- "ginge jijen bekrachtiginge te ovcrtreeden, of den; zejven door een rukkelooze iloutigheit te twederilaan, enz. Gégeeven te Romen, by S« JPietffii$ in 't jaar der Menfchwordinge 149P·» den^fvMaart, in't achtitejaar van ons pausdom» - E^ierhalvenjbeveelen wy uwe befcheidenheit datgylieden, sof twee of maar een van u lieden, door ui,zelf of door een ander of meer anderen, dert gevoelden, brief en alles wat 'er in begree- penis?,- waar en wanneer het dienftig zal wee- zen» en zoo dikwils als gyl. van wegen de Ab- diiTe en:het konvent voornoemd daar toe ver- zocht zult worden, plegtiglijk zult hebben af te kundigen; en dat gy haar in het voornoem- de krachtige hulp biedende , uyt krachte van ons gezag zult hebben te maaken dat de ge- woonte^ea de brief voornoemd onverbreekelijk . ',; onder- |
|||||
!
|
|||||
Oudheden, $z f
onderhouden werden; en niet zult hebben toe
te laaten dat dezelve Abdis en het konvent, te- gen den inhoud van den voorfchreeven brief, door wie dat het zy, in eenige maniere gequelc werden j maar dat gyl. de tegenffreevers, zon- der acht op hooger beroep tegeeven, door ker- kelijke ftrafvonniflen zult beteugelen j ten wel- ken einde gyl. zelfs de wereldlijke magt, in- dien het noodig is, te hulpe zulc roepen : niet tegen (taande wederom al het bovengemelde, of al waar 't zake dat het aan fommigen, in 't ge- meen of ieder voor zijn hoofd, door den Apo- ftolifichen Stoel vergunt waar dat ze met geen interdikt geftraft, niet opgefchort, of niet in den ban gedaan konnen worden door Pauflelij- ke brieven, dewelke zodanige vergunning niet volkomentlijk , duidelijk , en van woord tot woord, uyt en drukken. Gegeeven te Romen, op den dag en in de jaaren als boven. Dideryk VI, <£5raaf ban Hoïïanb / t$ op $fr
tie ^aïefftjnfcge teig/ 300 al# Boxhomiusber* fiaait/ «aar tomen gegaan s en geeft baar ban 3&U$ Innocentius II fötftvetgm bat ï)Ct RÏO0#
te ban &f$n$&nrg/ 300 toelaï£ bat ban €3*
monb/ ontfieben soube 3911 ban be^iffcöo^ gelpe magt. ®en pauffeïpen fyfef /in ben memen3nlï#
fcergnnt foo^b/ jjeöuen tog opgrgeeben in 'de* ben ban ^iffcfjop * Henbtrtus ·, teellie"23i£ Γφορ tne bergnnnmg ooft in een open-öjief bermelbt €n niet aïïeen i$ 'er booj be£ 3eïf£ geefteïij*
«en baeïfianb ge3o^gt: maar be <0^aben ban ifoïïanb / en anbere bo^nogenbe perfoonen/ * Ia 't cerfte deel ran het Dm'tfche Batavia Sacra pag.8S. enz»
gek
|
||||
fi6 Rhynlandsche
gebben get 3eïbe ban ttjöeïpe mibbelen en int
ïbmfïen rpeïp bdo^ien,
oraote n^mit Mjalbtn bat be <l&abtn Piétemelle
yin ah1 ^an get 3e!be / a$ Set fïonö gebontot te toop
kloofter, bm / get bo$ en be jjeerlpjjett ban W$i\$>
bneg I en betfctjeiöe ïanberuen tt .jj&oojtfop/
te $BaI$mter/ ög ®e!ft en eïöet$/ gefcijonlien
geeft, 300 geeft gaar 300η Didcryk , öekjeifte
be getneïbeb$!jeitban Ihnocentiüsli beetoo^
t sommige ***n 9*Φ I aan Ijet 3eibe t zoo tnergen Iani$
fchrijvcn fo in 't eiïanb 3$dlcöeren bereert
va» Mo Sophia be teebltftie ban Dideryk VI , Dide-
ttwSen· ryk VII met 3#neSUi^ÖUbJ Aleidis, Willem I,
Maria be gtlggStyOlttO batl Willem ί, FlorisIV,
Willem II, nabetfjadb föoomfcj) fioning ge/
töO^ben/ Aleidis honing Willems 3Ufïec/ Flo-
ris V, en meee anbeuen / jjeböen beefcïjciÊie
ïanbet#en en innomjlen aan 't 3elbe nioofïec bereert -, 300 al§ u» ben ï|eee Pus, en nocj) bjeebet? bn Boxhomjus, aangete&ent fiaat $&$ ben 3eïben Boxhornius fïaan berfc&eibene otiöe gift-fejeben te Ïee3en: ban betoeiïie fcoy i>e uier boïgenöe/ a$ be boo^naamfie ban aïfen/tigfc genipt öeböen. , In den name des Vaders, ende des Zoons, inde
des H. Geefls, Amen. Ik Willem, Graaf van Hol- land , make bekent zoo aan de tegenwoordige als aan de toekoomendedat ik gezind zijnde om voor de zaligheit van mijneeige ziele, van mij- ne vrouws ziele, en van ons kinds ziele te zor- gen , 100 gemeeten lands , dewelke gelegen fcyn onder Ooftkapclle en de kerke van O. L· Vrouw te Rhynsburg toekoomen, ten eeuwi- gen dage, zoo verre als hec de reeb ten van Hol- |
||
Ï õ
|
|||||||||
D Ç E D E N.
|
|||||||||
f*7
|
|||||||||
land aangaat, vry en tenemaal ontflagen laate
van allen lait van beden en vordere fchattin- gen; behalven dat land, 't welk myn broeder, de Graaf Dideryk, op dezelfde wyze aan dezel- ve kerke vry gelaaten heeft. En op dat deze mijne daad vaftelijk en onverbreelijk ftand hou- dc, heb ik goed gevonden den tegenwoordi- gen brief door myn zegel en getuigen te be- krachtigen. En dit zyn de naamen der getui- gen, dewelke deze ondertekeninge bygewoont hebben. Pteter van Duin, Daniël van Tholan^ Ñ iet er van Middelburg, Abten: Hugo van Foor» »i, Gover t van Breda, Willem vanRyswy\, Di- deryk van 'Teilingen , Jal\ob Burggraaf van Ley- den, Willem van Koude kerk, Mouter vanKrunia- ge, Gillis vanSabbinge, Simon Neekin: gedaan in 't jaar van 's Heeren Menfchwordinge 1213, in de maand December, Gegeeven door de han- den van mijnen Schryver te Middelburg. II.
In den naam des Vaders, ende des Zoons, ende
des H. Geefls, Amen. Wy Fernandus Graaf van Vlaanderen en Henegouwen , en Johanna des- zelfs huisvrouw , wenfchen allen den genen, die dezen brief zullen zien, de zaligheit. Het *y aan allen kundig dat wy, tot vergifFeniife Van onze zonden, en van de zonden onzer voor- naaten en nazaaten, 100 gemeeten lands, de- welke binnen het ambacht van Ooftkapelle ge- legen zyn en O. L. Vrouwen kerke te Rhyns- burg toebehooren, zoo verre als het de rech- ten van Viaandcren aangaat, ten eeuwigen da- ge en in allen deelen, van alle laften van beden en van vordere fchattingen vry en ontflagen laa- ien. En op· dat deze onze daad beitendiglijk ftand
|
|||||||||
flS RHTNLANDSCH8
ftand houde, hebben wy het tegenwoordig ge*
fchrift door het aanhangen van onze zegels doen bekrachtigen. Gedaan 's maandaags voor Kers- mis, in 't jaar van's Heeren M^nfchwoordinge 12,13. ï ï t
Ik Floris, Graaf van Holland, doe kond al-
len den genen die dezen brief zullen zien dat ik voor valt en welgedaan houde de gifte dewelke Mevrouw Maria , wel - eer Keizerinne , ge- daan heeft aan de AbdiiTe en het kon vent vanS. Maria te Rhynsburg: te weeten van vyf pon- den 's jaars 3 twee ponden tot eene vrolijke maaltyd voorde Mevrouwen^ en drie ponden op •S. Pontanm dag voor de zielmifTe van mijnen va- der, Graaf Willem goeder gedagtenifte. En de gemelde vyf ponden zullen zy , achtervolgen» de getuigeniiTe van dezen brief, ontvangen in 't ambacht van Dordrecht, 't welk door de wandeling genoemt word S er ot-ambacht. Ge- geeven te Leiden, in 't jaar der genade iij^j op den eerften zondag na S. Mattys. IV.
Ik Maria, voor dezen Gravin van Holland,
wille dat aan alle perfoonen , zoo tegenwoor- dige als toekoomende , kundig zy dat ik , tot een hulpmiddel voor de ziel van myn gemaal godtvruchtiger gedagteniife , Urtlkm wei-eer Graaf van Holland, gehouden ben aan S. Aft- riaas kerke te Rhynsburg (en voornamentlijk ten dezen einde dat 'er aan 't outaar , 't welk daar aan de voeten van zijne grafftede gefticht is, alle dagen als zulks geoorloft is en gewoon js te gefchieden , een Mis voor de overledene gelo0- I
|
|||
O TJ D Η £ D E TT. $2$
geloovigen geleezen werde) binnen twee jaa~
ren te betaalen ƒ o Hollaadfche ponden, op dac daar renten voor gekocht werden: z^d-wig ook dat ik , ten tyde toe dar ik dezelve beraalt zal hebben, gehouden zal zyn jaarlijks, tegen Kers- mis, aan dezelve kerke te betaalen vyf ponden Hollandlche munt. Ter gedagteniife en be- krachriginge van deze zake heb ik dit tegen- woordig gefchrift door her aanhangen van myn zegel , en de onderrekening vin de getuigen die 'er tegenwoordig waren, doen bekrachti- gen. Het zegel van Florts Graaf van Holland 5 iet zegel vanfViUem van ctheUngen\ van Philips Vm PP effenen; van Maarten van Monfierj Rid- ders, enz. van Florts Kapellaan j van Meefter Hendrik van der Stene^ Kanonik te Brugge} en van veele andere, zoo kerkelijke perfoonen als keken. Gedaan te Rhynsburg , in de tegen- woordigheit van de AbdilTe Emeffa^ en van het Kapittel van Rhynsburg j in't jaar der genade Uï$, in de maand Juny. <Doeïj foeter Kornelis van Alkemade, ten
fffcanbere en onbermaeiöc o#5oe&e? ban bier*
fltöjfte 3a&en / Qecft beeï meer fïufiben / te teen omtrent 800 of poo fyfeben in ft§ of 3fbm folianten , h§ een ber0abert ; en ύ $e* $ïï$ ban elnen fyief lakten aftellenen |et $ buiten tegenfeaah bat be ^löim hait
%nsüurg untermate oefti'0 en ηβ $j 0e* teefi; en bat 3e niet alleen in be nabaurige fonöffreeh/ maar ganfefl galland boo^/ en in w omleggenbe ianbfcöappen/ ontaOpe ianbe* 1 gen/ erben/renten/ blommen/ en anör re 00e* "tfen geeft be3eeten: 300 bat ftaare innomfïeii nirer aï^po bmsenb Qulbmg beliepen» %i 3fa
|
||||
Rhynlandsche
|
|||||||
£3®
|
|||||||
ga öe ï|eer Adriaan Pars geeft öe inftomfÏen
öer Wfogt l ban Iniöen öie ïjet fcoel ftouaen toeeten/ gooren begroten op iooötti3enö8iili ■ öen& <^nbertuffcgen foa$ ïjaare milbaöiggeit d*
300 öioot aï^öaare mftomfïen Want, ^tgt Jakob de la Torre*, geloofwaardige Schryvers
verhaalen dat 'er uyt de Abdye van Rhynsburg drie-maaPs weeks meer als tweeduizend en dne- hondert ponden broods aan de armen, byzon- derlijk van de ftad Leiden, uytgedeelt wierden. ©e Heer Pars be&ent 3eïf operojartig öat'ec
ö^emaai ter toeelte meer al§ 2.000 menfcjm öoo? öe ïieföaöige jonnen scfënjfï toier&en. Üiïïe öe tnftomfïen en goeaeren tan öeseïiööge/ 300 toeï al?! öse ban öe $öt?ge Eeeutoenïjo?ft/ 3yn ten begoebe ban öe itaiïanöfcj)e ftiöiw* fcgap aangeflagen, In deze Abdye, zeit Junius in zyn Batavia,
dewelke met zoo veele heerlijke gebouwen praalde, heeft een gebouw in konft en heerlijk- heit uyrgcmunt: 't welk de deugdrijke en wel* daadige Abdis, Elburg heiliger gedagtenïffe, om 'er perfoonen van hoog aanzien en van eene ver- maarde deugdzaamheit te huisveften, over I f» jaaren heeft gtbouwt. Op de gevel van dit gebouw plagt dit jaargedigt te ftaan: rMLltas probltasVe IstVC s\bl IVreLegV»*»
bofpUWM , eUVrgh dVLQes ffod feCU » ViVi. J^aar naöien de rijkdom, geïp Gregorius
«abcrfïe ban get fttreci»tfcF)e 23$oom ft#w
een zoet vergift is , t\\ Öe OberbioeÖt0i)ftt DC
* in zyn Roomfch Verhaal. mof'
|
|||||||
Oudheden* f$t
mtott i$ ban oberöaaö en ongebanöenoïjetti
300 taa^ öe Itbon fcauföögn^önrgoou omtrent ^mi va* |er imoöen oer bijftienöe eentoe ban Me nïoo^!clooftcr jïeripe tueijt af0efcueeiicn; 300 a$ öïpc imttuclt' U niagten l oenene baar ober omturnt bieit tgö naat* tomen 3tjn ge3onben, daarom öeeft I §m$ Ni^oiaus v , om be berbaüe tucgt te jjcrfïeïïen / ben Ubt ban ^. Maximinas in t jaar 145Ό gertuaarc ge3onaen j en pem / tot tü\m ban 3011e magt / een J^auffelpe Stille meöe gegeebea <Poeïj öe Mftoi§ en öe üïoo* jïetHnaagben / om öem aï^ een ugtlanoer af te toeeren/ ïjebben jjaare toebïngt genomen tot Philips van Borgonje <ö%aafban i§oïïan&: oe* foelfteïjaarooK tn 3ijne befejerminge genomen Secft/ en een berboö tegen om gemeïben Mbt Ijttft ugtgegeeben» ^&it aïie^ ffaat in oe25nüe ban Nicokus V, en in ijet babob om ^aitog Philips, b^eeöet* ugtgctyuftt: fcodlse fïu&ftcn / a$metneïpe omffanDigöeöen beöelsenöe / ijler Μ eene piaatsi mogen jjeöbeiu Nlcolaus Biffchop , de -dienaar van Gods die*
naaren, wenfcht aan zijnen beminden zoon* tan Abt van S, Maximinus kloofter buiten de fods muuren van Tricr, heil en den Apoftolif* fchen Zegen. Het ampt der Apoftol.iflchc dienftbaarheit,
1 welk ons van boven opgeleit is, en door het Welke wy aan alle de kerken en kloofters der I Gereld gebondenzyn, dringt ons zeer krachtig Ι ftn om geduurig op haaren voortgang te letten: Ι en wy ftellen ons ampt gaarne te werk ten einde I «ezclve (kerken en klooilers) mitsgaders haare I ^dienaars de gewcnlchte hulp onzer beftierin- I §e naogen genieten , en uyt alle ongemakken s %l ζ dis
|
|||||
■■■ü
|
|||||
532 Rhynlandsch*
die haar nadeelig zyn , geredt mogen worden,
Nadcmaal ons door geloofwaardige berichten ter ooren is gekomen , dat de kloofters van de Monnikken te Egmond en van de Nonnen te Rhynsburg , van S. Benecliüus order onder het Bifdom van Utrecht, onmiddelijk ftaande on- der den Apoftolifichen Stoel , en gelegen in de landen van onzen beminden zoon , den edelen man Philips Hartog van Borgonje, van de tucht- regcls van den voornoemden BemaiÜus groote- lijks afgeweeken zyn ; zodanig dat aldaar, ver- fcheidene jaaren herwaarts, de Regel zeer wei- nig of geenzins onderhouden i? geweeft, en dat (die kloofters) ecne heilige hervorminge ten hoogfte van nooden hebben. Zoo is het dat wy , dewelke daar belang in
hebben , en behoorlijke middelen daar te- gen in't werk willen dellen, aan u, of aan een ander Klooftervoogd of Religieus van gemelde order die door u daar toe gemagtigt zal wor- den, door den inhoud dezes een volkome envryc magt geeven om , zoo dikwils als gy het goed zult vinden , de gemelde kloofters te Egmond en te Rhynsburg tebezigtigen, en de vereilch- te hervorming in al het gene , dat tot het on- derhouden van de klooftertucht en den godde- lijkcn dienft aldaar en in vordere zaken oorbaar en djenftig zal zyn , uyt krnchte van het Apo- üohfch gezag in 't werk te ftellenj naarde on· gercgcltheden en misbedrijven van den Abt van Egmond , de AbdifTe van Rhynsburg, en de Religieuzen der voornoemde Abdycn, tevernec· men j en dezelve volgens de voorfch riften der kerkelijke wetten en de kloofterlijke irifteuiJJ" grn dor gemelde order te ftraften en te kaftif fan-, den Abt, de Abdiile, en de Religieuzen |
||||
O U D Η E D E N. 5-^3
van de kloofters te Egmond en te Rhynsburg f
indien zulks tot de hervorming noodig is, in het bewind en de bedieninge van gemelde kloofters op te fchorten; te befchikken, te beftellenven middelen teberaamen, dat de ldoofterlijke tucht aldaar voortaan onderhouden worde; mitsgaders om alles en ieder in 't byzonder, dat in en om- trent het voorgaande eenigerwijze noodzakelijk en dienftig zal zijn, te doen, in 't werk te ftel- len, en uyttevoeren. En wy beveelen en gebieden u wel fcherpe-
lijk, en uyt krachte van ons Apoftolifch gezag, dat gy , volgens de gemelde en reeds gegeeve magt, de vereifchte bezoeking in de gemelde kloofters van Egmond en Rhynsburg , door u zelven of door andere hervormde perfoonen van dezelfde order, zonder verzuim zult hebben in 't werk te ftellenj en zelfs daar toe, indien hec noodig is, de wereldlijke magt te hulp zulc roepen. Niet tegenftaande eenige ApoftoliiTche be-
llen en ordonantzien , en de gewoontens en mftellingen van de kloofters en de Order voor- noemd, al waren die door eede, door Pauflelijke oevcftiging, of op eenige andere wijze bekrach- tigt; ja, niet tegenftaande alles wat hier tegen m°gt ftrijden : of alwaar het aan den Abt , de AbdiiTe, en de Religieuzen voornoemd, of aan xvat andere perfoonen dat het zy , door den zél- V£n (Apoftoliflchen) Sroel vergunt dat zy niet gehouden zyn eenige perfoonen, tegen devry- taden die haar verleent zyn , tot het bezoeken (yan hunne kloofters) of tot een ander einde aan te neemen > en dat de gemelde Abten, Ab- «iflen, en Religieuzen , of wat andere perfoo- ne« dat het zy , daar toe niet gedwongen , en , %l 3 niet
|
||||
5^4- Rhynlandsche
niet opgefchort of in den ban gedaan, noch ιγ
noch hunne kloofters met het interdikt gefla- gen konnen worden door ApoilolifTchebrieven, dewelke zodaanige vergunning niet volkoment- lyk , uytdrul^kelyk , en van woord tot woord vermelden, Eindclyk niet tegenftaande alle an- dere zou algeraeene als byzondere voorrechten, vryheden , en vergunningen , van wat inhoud dezelve mogen wezen, dewelke in dezen brief niet uytgedrukt of volkomentlyk ingelafcht zyn· .„des het rechtgebied over den Abt > de AbdiiTe, en de Religieuzen voornoemd , eenigermaten zouden konnen verhinderen , en dewelke wy niet begeeren dat iemand ten deezen einde zul- len konnen helpen. Het zy dan geenen menfeh geoorloft, dezen
brief onzer vergunninge en dit ons bevel te o- vertreeden , of dezelven door een rukkeloozc vermetendheit tegen te ftaan : en ingevalle ie* mand zich mogt verilouten zulks te beitaanj die weete dat hy in de gramichapvan denalmogen- oen Godt, en van deszelfs Apoftelen Petrus en Paulus, zul vervallen. - Gcgeeven te Romen byS. Pieter,'m'z jaar van
'sBeeren Menfeh wordinge 14^0,den ifJunV) in 't vierde jaar van ons Paufdom. g^an bc ftöt ban <£aman& m bt ffi&$ W
ffljymbütQ/ geïp al^Hjy gfbbcn Beginnen » 3C0gc« / ijthbm Ijkt fïerif u$m gebjoeit W * meenöni/ en 5ciöenfjet rond ugt/ öat itf ®aug 3tcjj tommp ben ftaat ban Ijtt bef^ef/ rit ban öe bioofiertucgt/ toat jjaö ïaaten üirt? (6) maahenj bat öp önnne miöe ttdjttn/g^ * Dit ii getrokken uyc her eerfte deel van het tatynfche ïa"
tiviaSacra ps»g. ■ z'i%, tooot*
|
|||||
O U^D Η E D E ,N. 5% f
tooonten / en b$?)eben be^aft* öat Βρ onfi^
jooiïpe nienbrigöeben tegen gen in t toern jïdtie, 3^u£ gebben sgben^ojfï Philips op get öeemoebigfïe geöeben / öat fjg / betoijl öe ge* ttiriöe fflbbgen booj 3jjne boo#aaten geflitst en begiftigt toaren/ enberboigei$ onöecjijne Ijetoaaringe en befcöermmge fïonben / §m w genöe3e onoejjoo$)Re metitoigöeben 3onbe i»e? fcljutten en Öefcöermen. !©e ï|artug Philips, op gun betgoeït en op
de rebenen öie $$ inbjagten geïet jjeböenbe/ geeft booi eerfï obee be$e 3aRegefcI#eeben aan oen f&jfoj öee töegnfeeüanonninben ban ^ion öttiten ^eift: op folen^ aangouöen öe gentel* oeSuile öoojöen J£an| beeieent bia^gebjeefc %n öien fyief tateeb öe gemelöe^no^ geöeben/ om öe ^uïïe 0003 öen Übt ban & Maximinus te boen tnteennen: en te taeeg te brengen öat ee fttoofierfcfjonimng en öe {jecbo^ning nocö boo^ öen boo^noemöen Uht / nocj) öooj eenlg ugtlanbet/ onöecnomen toieeb. (7) 241$ {$ met fweefeen en bermaanen niet sag op te boen/ Öecft öp get boïgenbe becboö tegen öeugtboerii torg ban öe 2$uïïe ngtgegeeben, I^T υ Philips , by Gods genade Hartog van
Borgonje , va'n Lotteringen , van Brabant, cn van Limburg, Graaf van Vlaanderen, van Artois, van Borgonje, van de Pales , van He- negouwen, van Holland, van Zeeland, en van Namen, Markgraaf van't H. Roomfche Ryk, IHeer van Vrieiland , van Salines , en van Me-
chelen, doen kond aan allen: dacdeeerw. Abd VanEgrnond, en de eerw. Abdis van Rynsburg, leder uyt zyn eigen naam en uyt den name van zijne Kerk en Konvent» aan ons te kennen ge- %l 4 geeven
|
||||
jrgó Rhynlandsche
geeven hebben dat zijne Heiligheir dePatisvan
Romen, vermits hem aangedient was dar zy en hunne konventen dekloofterlijke tucht niet on- derhielden, nochte zich volgens dezelve ge- droegen, den Abt van S. Mamminus kloofter buiten de ftad Trierdoor zijne BuÜe gemagrigc en.hem bevolen heeft,de voornoemde klooirers re gaan bezigtigen, en dezelve zoo we! in 't hoofd ah inde ledematen te hervormen, te beftraffer, afte zetten: en, zoo dikwils als 't hem believen zal, alles te doen, of dóór andere Pi elaaten van dezelfde Order die door hem ten zei ven einde aangeitelt Zullen wordenitelaaten doen, 't welk in dat ampt van bezoekingeen beitraffingenoo- dig zal weezen r zodanig dat het hem geoorloft zal zyn , de werclufebe magt ten voorfchreven einde te hulp te roepen : zoo als alles breeder uytgedrukt ftaat in de gemelde Bulle, waar van ons een affchrift is getoont, en dewelke gete- kenr js den 15-Juny i+fo. ' Noch hebben de Abt en de Abdis voornoemd
aan ons te kennen gegeeven dat , niet tegen· iiaande dat zy aan onzen Allerh. Vader vertoont hebben dat het tegendeel van 't gene hem aan- gedient is waarachtig is , en dar dusdanige een manier van bczoekinge en beftraffinge een on- betamelijke nieuwigheit Zoude zyn, en ren aan- zien van henl. noit gedaan of in "'t werkgellelt was ge weert j de gemelde Abt van S. Maximi- nus evenwel in zyn voornemen volharde , van tegens hen en hunne Kerken , volgens den in- houd der Bulle , voort te gaan , en 't gemeUe in 't werk te itellen. Weshalve zy ons ootmoc- dighjk gebeden hebben, nadien hunne Kerken en Klooiters voornoemd , met de goederen tot dezelve behoorende, door onze Voorouders za- |
|||||
«ij 't j
|
|||||
Oudheden* ^f
liger gedngreniiTe, de Graven en Gravinnen van
Holland, geacht zyn gcweeftj en dezelve, zoo wel als hunne eigene perfoonen , onder onze bewaringe, verdedigmge, en befchermingeftaani dar wy hen en hunne Kerken tegen de voor- noemde onbehoorlijke nieuwigheden , door be- quame middelen , wil den verdedigen en be- fchermen. Het is waar dat wy, hoewel dat wy wegens
den toeftand van hunnen ommegang en regee- ring , mitsgaders van hunne tucht, een ander begrip hadden , als onze Allerh. Vader voor- noemd, zoo als wy uyt zyne Bulleverilaan, des wegen onderrecht is geweefr j en hoewel dat wy om het gemelde imeekfehrift , en vorders noch om dat ons inzigt is gecne bezoeking of hervorming in de gemelde Klooiters van Eg- mond oi Rhynsburg door den Abt van Maxi- w.'«»j,nochre door iemand anders die uyt kracht der vo'orf Bulle daar toe gemagngt mogt zyn, en in onze landen of onder ons gebied niet moge woonen , te laaien gefchieden ; het is echter waar, zeggen wy , dat wy , om voldoening (aan zyn H.) te geeven , aan den Abt van S. Maximinm onze meening daar over gefchreven, en hem uyt eige beweginge aangeboden hebben, indien't hem beliefde den eerw. Abt von'S.&f- W in onze ftad van Gent, ofdeszeifs Prior, of den Abt van Oudenburg, die van de zelfde Or- der is, en ook in ons Landfchap van Vlaanderen Woont, die hem belt van die drie mannen behaag- de, tot de zaak der gemelde bezoekingete magti- gen en in zyne plaats a*n te fteilen j datwy hem ^°uden laaren begaan. Doch de gemelde Abt van S Maximinus heeft dat niet willen doen: waar- omme wy naderhand aan den Prior der Regu- |
||||
538 Rh ynlandsche
lieren op Sion , buiren onze ftad Delft, op wiens
verzoek de gemelde Bulle verkreegen was, ge- fchreyen hebben dat hy by den gemelden Abt van S. Maximinus zyn beft zoude doen om de voornoemde Bulle te doen vernietigen , ofte aan onzen beminden en getrouwen Stadhouder van Holland, Zeeland, en Vriefland, den J-Jeervan Lanoy, te doen behandigen. Ook hebben nnch anderen van onzent wegen aan den voorf. Abt over deze zaak gefchreeven. Maar, zoo als wy waarlijk bevonden hebben, zoo is die zaak niet gelukt. Ook hebben wy door eenen brief, den wel-
ken wy zelfs gezonden en met eigen hande on- dertekent hebben, aan onzen voorn. Stadhouder gefchreven en belaft, dat hy gene bezoeking, her- vorming , of eenige andere nieuwigheit, door den Abt van S. Maximinus voornoemd, of door iemand anders buiten onze landen en ons gebied woonende , die uyt krachte der gemelde Bulle daar toe gemagtigt ofaangeiteldmogt zyn,om- trent de voorn. ( Fyonventen ) van Egmond en Rhynsburg, zal hebben toe te laaten. Maar wy verneemen dat niet regenftaan·
de al het voor verhaalde de Abt van S Ma- ximinus by zijne meeninge blyfc van de ge- zeide bezoeking en hervorming omtrent de ' voornoemde ( Abt en Abdis ) van Egmond en Rhynsburg te vervorderen, of naar zyn welge- vallen te laaten vervorderen. En die van Egmond en Rhynsburg , zulks
verftaan hebbende, hebben ons wederom laaten weeten dat hun en hunne kloofters door den Abt van S. Maximinus aldus tegen onze ordo- nantzie en ons bevel groot ongemak zoude kormen aandaan worden op die tyden, als onze ii Stad- |
|||||
^^
|
|||||
Oudheden* ƒ39
Stadhouder voornoemd, denwelken wy ons be-
vel , als boven, over die zake toegezonden heb- ben, uyt onze landen van Holland vertrokken mogt zyn. En daarom vreezen zy dat zy alsdan in ons
land geen bequaame hulp of tegenmiddel daar tegen zouden vinden. Om welke reden zy we- derom als boven ootmoediglijk verzoeken dat het ons believen mag, om haar in deze zake re helpen en te befchermen , aan een ieder door onze opene en bezegelde brieven, en op de be- fte rorm, over deze zaak te fchryven, en ons be- vel toe te zenden. Om deze reden is het dat wy, achtervolgens
onze voorgaande brieven, en zoo als het onze voorgemelde bewaaringe en befcherminge pait, aan alle onze Baanderheeren, Ridders, Staats- dienaars, Baljuwen , Droften , Kaiieleinen, Schouten , Schepenen , Boden , Officieren > Dienftknechten enOnderdaanen, in wat oorden van Holland , Zeeland , of Vriefland , dat ze zich bevinden , die dezen onzen brief zullen zien, of aan dewelken een wettig afichrift van denzelven getoont of bekent gemaakt zal we- zen , en aan ieder van hen in 't byzonder, be- veelen en ernftelijk gebieden In gevalle de voorn. Abc van S.Maximinus of
iemand anders, dewelke uyt kragte der gemel- de Bulle daar toe gemagtigt ofaangeftelt moge zyn, en geen inwoonder van onze landen of van ons gebied waar, ten eenigen tyde beftaan mogt de voornoemde van Egmond en van Rhynsburg , of eenigen van hen , of hunne kei ken , na dezen met bezoekingen , hervor- mingen, of andere nieuwigheden , eenigerwy- £e te queilen of te bezwaaren % dat zy zulks «iet
|
||||
j4o Rh ynlandschb
niet zullen hebben toe te laaten , of te laaten
gefchieden: maar dat zy op de waarfchouwinge van de voornoemde van Egmond enRynsburg, of van hunne bedienden, het zelve uyt onzen naam door allerhande middelen en voorzorg zul- len hebben te beletten % het uytvoeren van 't Zelve tegen te ftaan ; en hun beft te doen dat die van Egmond en Rynsburg van hunne cjuellinge en bezwaringe bevryd blyven, Dat ze dit niet zullen hebben achter te laa-
ten, en het gezeide niet hebben te verzuimen j £00 lief als zy ons hebben. Want dit is onze wil en begeerte. Tot oirkondedezes hebben wy ons zegelaan
dezen brief doen hangen; den4Mey, in'tjaar des Heere I4fi. Door Mijnheer den Hartog , op het be-
richt van den Stadhouder en den Raad van Holland. A. van CLEVE.
Zm &?00t ftm£ jjet smeten en ïjtt #t$w
ban oe itböifie ïjiev te ïanöe. %% ïienöe geen <®$pt?$m/m niemanö bobenflaac a\§<&otit. &it$ iuiero 3η niet alleen Mevrouw, en fjaare ïfoogijeit genoemt: maat feïfeeef ooit / Abdis by Gods genade j geïp bipt Ugt betfeJ)ei&ei1C
b^eben I öeiueïfte ban oen 3Jfeee * Pars aange*
Öaaït tooien ^miïiedp blpt ïjet «gt eeu Opeiib^ief l^an JJ&etyOUtO Glarifla van Socnjen*
öetoeïhe onoer ïïeiöen / ηρ geïegenöïieit ban
Φ. %t &£outo£ tene/ opgegeeben if. (8) Ü|aare tpeïpe recgten fïaan bg oen ^ttt
Pars bermelo. ®x\Xm anoeren toa$ 35 J^outo ban ïtgp^bueg / SSo^noop / Hiner^Dp / en * Katwijkfche Oudheden pag; j6H, 400,40 i, &c
|
||||
Oudheden. 541
öe $jöutoe-beenen * bjelbe pïaat$ b» öe ïjeer*
ïpïjdt ban tCifcemaöe gelegen i$ ·, en aiïe öie plaatsen fhmben onöer gaar recöt^-gdueö. ^ocö / öebjtjï big 't meefl gemunt ijebben Geefwykc
op jjet befcfepen ban nerMpe saaften/ 3"ϊ'7^^ vae len ίορ Οίε ttfueipe reejfjten oberfïaan: en aan? merken bat een ban ïjaare geefieïpe recfiteit i§ gefoeeftV ïjee ber$eeben ban öe ïSötjn^burg* fcïje J^afïorn. SNtbUjnt ttgt eenbjief ban Fre- derik f Schenk ·, öaar i)g bebent öat l)$ öooj o? aanflfeïïinge ban ö?* ftböiffe J^aflÖPi ban If$!jti$&ut0 bia$ getuo^öeiu Wg g ;ö liet recgt om öe berben ban Φφ
geeft/ $$o|ftoop/ en ffial^meer te bergeeben· ®e ^teflei; ban öe jBarien-bapeïie te fciöen/ geïijlt b)|i onöer Seiöen gesien ïyiïfom / brferti ooft öoo^ fjaar benoemt: en a$ öie ftapel na* feerïjanö tot een J$aroe!E)iberft opgereefjt fcoag/ i$ Ijtt htgzchcn ban öe J^afïorg 00« aan gaar gebleeben· 3n öe J^arocPierft te ftljtjn$&urg toa$ een
outaar of Mtarg ban öen ï§. «èeefi: fïaanöe |
|||||
btenaar / boïgen$ eenen bcnef ban get jaar 144c/
ooi* öoo^ öe Wtönp toiero aangefmt* <®t <é^aaben ban l|o!fanö toieröen bfótoft£ g ratten o
in öe &Ioofierberbeteèggn£Uurg ^enbanCg^^^" mono) begjaaben; 300 al£ tog ban bc 4$;abin? Graven i* tie i'ieterncilc, öie {jet ïtïoofïer gefïicgt geeft/ <ic kiooter* teeöéaangemerkt geböen. Philips van Boqgonje&& te betuigt «1 een open-fyief * ban getjaae τ 45 3/ Μ™" bat 'er tien ban $pe boo^jaaten öeg^aaben ïa* gen. $a - t Zie het Leven vsn Fredcrik Scheuk in *t 3 duel van 't Duit·
frhe Batavia. #y Pais Rhynsb. Oadlicden , pag. 328.
|
|||||
4%f RhY NL Α NDSCHÏ
j^a bat Ijet üïoofïer nu ober be bier eeutoen
gentoeit jjab / $ fytt in öten ram$>5aïtgen en berberfelpen oojïog met be^panjaarben/oe* tieffen^ be &ern / bao^ be moeöhjtüigj)eit ber tigtlanbfc&e ftrrjg^-gesenen in öjaob gcfioïten/ cnaannoïengeieit <Pit$gefcï)!ebtm tytmt -1571 : foanneer meefï aiiebe Uloofïer^ ban Üolïanb eben een^gebaarensp; <Pr &ioofto fcerït / geip in een fmeenfcSjift ban ben 18 30* g?fl if79 te berfïaan toojb gegeeben/ toierb booj een paarbefial geö^uttft, <$e rompen ban get bermeïbe üïoojïer 3p nocjj tegenbjoojbig in fcoe3én 5 met be boïgenbe b^ie g^affcïj^ftcn; te toeeten ban Willem 1, ban Aicdis Wiliems b^oubj/ en ban Ada 3pe bocïjter / bie totr öe> ^aben ïeggen* JL *
Willem I Graaf van Holland, ilierfin'tjaar
112.?.
ΙΓ.
Aleidis, dochter des Hartogs van Gelderen,
Wilierns gemaalinne, itierf in't jaar 1218. 1ΙΓ.
Ada de dochter van Willem I , Graaf van
Holland, Abdis te Rhynsburg , ilierfin't jaar 12,f7-
SBegaïben be3c bn'e mfftMftw sceffc be
ï|eer Pars be3C fe$ letteren op / PETRONi bjaar boo^ / 500 a$ men meent / be fiitytftM Petronella töO$ Öereïtent.
€ot befliut 3a! m uier be ffiöbiffen / op öe
ojber ber jaaren / ïaaten bolgen, Jjjfn be3e lijft
3aï men 3ien bat bjieMbbiffentiit ben Ijuty ber
3|oïïanbfeJje <0^aben / en bier ngt be Wafle-
naaren gefp^ooten toaren, &t$ 39η 'er in n$t
Eeeutofcften SCbel gebooren / temllït in be
gecutti'
|
|||
Oudheden. 5-4$
gmifofcïje Üronp ban Reigersbergen 0#&#
tefó fïaan.
Boo^af *aï iif bc $afïoo$ ban fö!jtjn;é&tir8/
«1 be tórtgpdlaanen öer UiBögie/300 ai| 3c mat fcauber 0CboÏ0t 3tjn o#0ceben* Kapellaawn van de Abdljfe en bet Kloofier
van Rhymburg. ^OCbetï Theodori, %\\ 't jaar 1317. Kapclla».
Rutger, . . . I327 nen der
Fioris de Lover, itagdlaan ban 't&onbent $?l\vaa
in't jaar 13 3P. burg?"
Pierer Alvenik, . . J ?49·
Dirk Robberr, in bt jmvtU 1364,13<ίό\ 13 69,
1370, t^8i.
3[n get jaar 1381 bia^g ooft ï$anomii&ban
& Pankras üerfc te Seiiien* Wilitm Sruvezand, . . *37f'
Johan Nagel, 1384 ttl 1414. %ti Jet jaar
1414 bja$ öpooft <Defcen of oberman banijet
^oröerfcöap bt§ $, <0erfï$ trtöpffcurg, Jakob Johansz, van Kranenborgh, tU 't jaar /
1388.
Daniel Johansz. Ben, . # H°3- Johan Üter-wyk.
Dirk Johansz. . . 1415', 1417. ,
Johan Ben, . . *4P*
Philips johansz. $}&ft& tïl<®btvftt bail^.
Barbaraa* 4&ajïfjU$ te $00$top/ 1483. Dirk Reyerszoon , . . ifio",
Tyman Wilkmsz. föajjdïaan öer üböiffe in
't jaar 1^7.
^00 geeft bt %bbi$bm/omtvmtljct emöe/
wn mibmn föapeïïaan seijaö a$ bt jonnen,
Pafloors
|
||||
ƒ44 Rhynlandsche
Pafioors van de Parochikerk te Rkymhttrg,
feftoorg Dirk Minne, . . ttt 'tjaar ixrL ta£ yM? Dirk Willcmsz. . . ijyj, ** Johan Boenen, . . . 155-9,
Hademan van Hetere, 1368, 136*9,- 1394,
Johan Pietersz, Voet, H0** Η'4· Faulus Hermansz. . ". 1414,, 1419,
Gerrit Vos, . . . 1448, Hendrik Gerritsz. . . typ,
Hendrik Mauritsz. . . 14;!.
Mr. GooiTen Larrynsz. . Hf?? Hf9'
Mr. GooiTen, (miffcï^imht^Üfht) 1471· Johan van Waflcnaar, . . 1499. Ü|CCC Johan, . V: . IJO7.
Gerrit Jansz. . . . if^J.
Frederik Schenk van Tiurenburg, 1 f43.
^t$t t'£ naöerganö f&ait|-^iffcïjop ban ft*
Duncanus Francoiszoon fïaatitt ÖepjCHttWU
g>. Bavoos It^cïi te Haarlem bermelo a$ HM'
fïoo,? ban ^öijn^burg, i$tW Grauanus.
Abaijfen van Rhymhurg.
AbdiiTcfi. I. CuniiTa, (of Cunera) ht $ïlfttt balt tttl O&aaf ban ber (ρ) Bichte ig ïjmmm^0.
mm in 't jaar mi. / m in 't jaar 11 ty I °f 500 a$ anöeren bjlïlen 1178 / iigt JjetfeW1 gefcgeiöen. 2. Bonifacia, 1178 ν^ζ b)0^& batt Anton.
Mattharus ObCrgCflagCll. 3. Sophia van Holland,&Ê öücjjtctban<&im
Dideryk VI: Jjpcft get fotoiub itl 't jaar ι »>4 obergegeeben aan fiaarewcijt
|
|||
OUDHEDEN* f^f
4. Agnes van Holland, t»e öocgter bat* ïtttt
loiïanöfdjen <Bmf Fioris in.
f. Aleidis van Waflenaar, Wtöl§ geiö0$etï
iit't jaae ιχ*8,
6. Aleidis van Deventer.
7. Erdifla', of EmiiTa , ttQtttbt itt 't jaac
8. Ada van Holland , oe &OCf)tW batt ÖCrt
ïfolianöfcöen <02aaf Willem i, t§ ge^oibcw
m'tjaat iif8* 9. Clarifla , ÏCCfÖe «ÖC§ «1 't jaat* 12.^5.
10. Aleidis, ban Anr. Matthieus ub?l*g?f!a'
gen / ioa| $öö$ tn 't jaat' 1187.
11. Jutra van Deventer, in'tjaar I2p8. JJti
eenwi&jief ban 't 5cïföe jaartoo^i * 5^ öe nicfji
bait (0^aaf Jan I. genóemt* ii. Elizabet van Wieldreeht, Ugt t ÖCnïJUlV
3c öcr oube peeren ban ^trgen m ^ebente-
0C1Ï5, ftofiti 't jaar 1316. 15. Ada van Teilingen , τ^ιό".
14. Ada van Leiden , ïïOCjjtet? ban ^ttt Di-
dcryk, 25nrgg*aafban2ieiöen/ 1310,
if. Sibilla Of Mabelia van WalTenaar, ^ett
van Wagenaars bocgttt/ fïl'Crf in't jaar 1318. £oi0Cl$ A. Match sus (10) $ $e $CÖb$ ge* tooien in 't jaac 1316 / m gefloten in 't jaac
i(5» Machtek van Duivenvoorde, gcftofoüi
»349. 17· Margareta van Langerak, gefïo^ben Öetl 4Jfèaart i3f8#
18. Clarifla van Schengen, ü$t tttt %Μίβ
|*ffagt in ^danö geöoomi / tn ög bm Peet·
kttaiiegange in 5jjne &ronp ban^eeïan&bct> niffo i $ afïtjbig getoojfcn tn 't jaar 13%. * Zie Pars pag, 365". f Zie ibid.
|
||||
54# Rh Υ NL AND SCH E
19, Agnes van Heurn, ÏCCfÖC HOCF| 1Π 'tjöat
1392. 20 Sofia van Drongelen , leefbe ttOCÏj tn 't jaar 13.97.
21. Catharina van Romer.'waat, llgtfemdkltk:
φ / sonöer bat men be reben fcoeet / ban ijaac
ampt afgebet/ en gefïo?benin 't jaar 1.408. 22. Margareta van Bunrcn, ft|if|CtïecbeiiiJfltt
Catharina van Romerswaal tot %$b\§&ÜXl$t>
fitlb/ i§ gefloten tn 't jaar 1411«
23. Benradis van Langerak , Oberïeöett ÖCII
6SCPJ1I1441. 24. Clementia vander Hord , OberïeÖeilin't
jaar 1442, 3DocI) bOÏgeH^ Ant. Matthicus (Cl!
ben Ipet Pars) i§ 50 gef!oL?ben in't jaar 143*:
m 5UHÖC berbolgen^ booi dementia moeten Sefïeït bjo^en. 2 f Margarera van Oorlende , gefloten Öfïl
8 banj^obember 145%
16. Margarera van Bruel is t!«t ^CeïatlD/geeft
bc toerei^ faerlaamt op ben 3 |ιηιρ 1470.
27, Kljzabei van Marenes , gefloten Öett 4
ban September 1499.
28. Beatrix van Romerswaal, gtfÏOlbttl ttëtl
ι $φ#ηαν$ 152-9-
2-p. Adriana van Bosland, gefiüjben ben 14
ban 3Ej$ï in 't jaar 15-34
30. Maria Schenk van Toutenburg , $Upt
ban bilt Ifiart^biffcÖOIJ Frederik Schenk , ί§ \ oberfeben iim 14 ban december in 't jaar 1 f f *·
31,. -Elburg van Boetzelaar, anbcr^ van Lan-
gerak , tycCV van Afperens bofgtei*/ bat! öCÜjefc lw ton boben berijanït Rebben goe bat 35 ecu
ncboiSÊo aan §et iilooffrr geeft boeit tftimicrcn.
%^ k in ben $>tm prttjï ben 29 jjttaart in t
jaar ir 66. . '' !
:|2.Stc-
|
|||
O U DHR D >E W. 54^
1%. Stefana van Roiïum , Ugt <0eföerïattö/
ÖOCÏjter bail ï|eer Johan van 'RoiTum f Maarten van Rpfliims fyOCber) *1$ttt fean ^JtlbMOgm/ m ban^otttoOda erf-bocijter ban S&iütMjni*
$cn, ®e$t Mbbfê toa§ be ïepe bic m bc Jolige gctnoont geeft: sfjnbe be fibbg b£ ijaarcn tijit bcriüoefï. gjtf öeeffc jjaare bwonpiaat^ tseöert jciiomcn te teiben o^bel^oogfiraati 'taarsg ög öe ioo jaaren ouö $ getoo^en / en gefio^ ben $ ben 17 ban «December 1 <So 3. itoÏ0en|öeaantebeuin0ban een ouö Hfytinp
ötirgerδ erhöodt/ beginnende met Bet jaar 1 j- 8 f/ $ met be betoiïiiginge en op fjet &c$a& banire* fiWbbïffem Öetegentooo^bigüeté ban benföen* temeefïer Dirk van Kcflci en ban ben %tiï}ftt)tn PjCblfomt Petrus Hakkiüs , be ïfem Karéi A-
gn'coia op ben r6 ban €^ttobct 1 $91 aangeuojf
men boo? &eöièJiaaebanbe^fli)nébureeefterm 35. Barbara van Oyenbrugge, Wgt^aÓant/
obetïeöen tn 't jaar itfn* Cu)
54. Anna van Berchem, Hendrik,1; öOCgtCe» ·
<®t$t tbjee ïaatjïe bjicröen geen lObbiffeit/
om fcat öienaamte fjateïiift ioa#/ maar ll^on? torn ban ftggrijg&iirg genöemt ©e eerfïe jjlmme/ban öefoeïöegeïeesen foo;b
N:je ijaareËïaofier-geïoftctt berfcoften geeft/ ^0fioeeff Maria van Poelgeeft , Gerrits öocfj*
ter 5 behjeiiie in 't jaar 15-71 getroiibjt i$ tntt
Bcrnard t' Zerk laas, een &%aÖanaet\ (ι i)
®e iaatfïe £Ebö$ / fteurip naar Set ïebcn
Sefcijilberb / ftan gesien bjojaen op ottb "Müw «taöe/ bcoofien lêarmanö. Zie den Heer Pari»
u * ! |^m ^ aan-
|
||||
54$ Aantekeningen op de
AANTEKENING EN.
I. Rhynsburg ïs wel eer eene ftad geweeft , waar
van wy onder Kenenburg wijdloopiger zullen fpree- ken, z. Het is waar dat deRhynsburger Kerk in dat ver-
drag vermeldt word: maar zodanig, dat zy 'er fiegts vermeldt word als een kapel. 3. Reinier Snoy by Goudhoeven á aangehaald , Wolf·
gangus Lazius insgelijks by b Goudhoeven vermeld, en.de Kronyk-fchryver c· Fetdenaar dewelke geleeft heeft omtrent het jaar 145¼, getuigen dat de Abdy van Rhynsburg in 't jaar 973, wat vroeger of wat laater, geiticht is door GraafDiderykII. En W.Goud- hoeven , dewelke dit krachtig tegenfpreekt, en dat zeggen van R. Snoy niet kan verduwen , bekent dat hy het zelve gevonden heeft in een ongedrukt Kro- nï)kje. Ik kan echter niet zien dat dit gevoelen,hoe- wel door vier getuigen geftijfd , grooten indruk op onze Schryvers heeft gedaan. De voornaamite rede- nen , dewelke tegen Dideryk II op dit ftuk ingebragt worden , koomen hier op uyt : dat IV. <\ Heda uyt- drukkelyk ichryft , dat de Gravinne pteternelle te Rhynsburg by haar flot een Klooiter heeft gefticht; dat Melis e Stoke die ih'chting ook aan Pietemelle toe- jfchryft; dat dezelve ftichting ook aan Pietemelle toe- gefchreeven word door de Kronyk vanfEgmond: dat de Abdis Cuniza , dewelke ten tijde van Pietet- nelle geleeft heeft, voor de eerfte AbdiiTe van Rhyns- burg word gerekent. Hier zouw in bedenking kon- pen koomen welke getuigen voor de gcloofwaardig- ire gehouden moeten worden , en de zaak beter ge- weeten konnerj hebben. Maar alle vergelijking is volgens het geraeene zeggen hatelijk; daarom zal ik daar tegenwoordig niet op dringen. Zouw iemand, die zich door beweeggelijke uytroepingen en uytjou- wingen zoo ligtelijk niet laat verbluffen , niet ken- nen antwoorden dat het de eerfte regel in het Jeezeii á p.TS. 27 ß b ibid. c pag. IO.
d in GoJebaWo e in Dideryk VI.
f Ô. á Lcidis Anna!. Anual. Egmond. cap. ÷é*
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 5^
der hïftorien is, als de Schryvers malkander, naar de
klank der woorden tegen fpreeken , te overweegen of'er waarlijk wel eene tegenfpreeking , of ftrijdig- heit, in hun zeggen is. Om buiten onze floife niet te treeden; Ant. g Matthceus bewijft zeer wel dat het Minnebroeders Kloofter te Utrecht gefticht is in 't jaar 1246: echter zeit Henricus h Tbaborita dat de Heer ■van der E,em met de dochter des Heeren van Arkel is getrouwt-in "'t jaar 1308.· en dat deze (van Ark els dochter ) na bet overlijden van haar gemaal het Min- nebroers kloofter te Utrecht heeft ge/licht. Wat doet de Heer Matthaus daar op ? Gaat hy het zeggen van Thaborita, als vals en ongegrond, verwerpen? Zeit hy dat het niet t'zamen ftaat met de bulle van fono- untius IV: waar in de gemelde Paus verklaart dat'er te Utrecht ai een kerk , met huizen en andere gebou- wen , voorde Minnebroedersgetimmert wierd in het gemelde jaar 124.6? Geenszins. Eer dat hy het zeg- gen van een defrigen Schryver , als Henricus Thabo- rita is , verwerpen zouw , wil hy liever fceggen dat de gemelde weduwe van den Heer van der Eem het eerlïe gebouw verholpen, verbetert, of voltrokken zal hebben. En , om noch een ander voorbeeld by te brengen,
het is zeker ' dat de Abdy van Ooftbroek al getim- mert was In't jaar 1t2.1V én rniiïchien heeft zy'er al ge/taan in 't jaar 1113. Evenwel heeft KBucbelius in zijne oude papieren aangetekent gevonden dat de Ah- dyen van Ooftbroek, en het Vrouwenkloofter, door den Bi/ïbhop Godebaldus gefticht zyn in 't jaar inf. Bu- tbelius wiil wel dat die Abdy, en dat Vrouwen kloo- fter, vroeger gerticht en getimmert waren; en hy be- wijfl het uyt den brief van BiiTchop Godebaldus zelf, Zeit hy daar op dat de opftelders van die oude brie- Ven tgro{fe'l.ijk gedoolt , en; den rechten tijd der ge- Hielde rtichtinge niet geweeten hebben ? Geenszins. Dit zal beter aldus verttaan worden, zegt hy, dat die Abdyen, dewelke al gerticht en begiftigt waren in 't Κ öe Fatis Ecclcf. p. i'4K!'
» Lib. 9. Chron, c 14. * Zie Befchr, van 'c Ucrechtfche Biiilom in Je Abdy van
Ooftbroek. . ...,';-.;. · , :, :. Κ Buchcl. ia J. Bekaiii fub Oodebaide.
Μ Π1 3 jaar
|
||||
5?ö Aantekeningen op »e
jaar iii% , door den Biflchop Godebaldus naderhand
beveiligt zrjri, ik make my iterk om ioo dièrgelijke voorbeelden voor den dag te brengen. Zouw'tfemand dan op den zelfden voet, enomdie
gewaande (t.rijdigheden over een te brengen, niet mo- gen peggen dat Üideryk II de eerfte [lichting in een zekeren iiri begonnen heeft, met daar ter plaatje een JkJoofter voor de Ben edik tyrïen te beginnen ; of'er een plaats toe uyt te zieii en te koopen ; of'er zeke- re renten toe te bewyzen ;; en dat het gebouw, byge- brek van geld , of door opkoomende beletzcls , ten halve, of noch niet ten halve, h blyven fteeken:tot dat de Gravin Pieternelle de hand aan 't werk heeft geflagtn. Dit zoude iemand des te waarfchijnelijker kónnen voorkoomen , omdat de voorgemelde/Λ-/- denaar.weï geweeten heeft dat Pieternclle veel gehol- pen heeft tot het opbouwen van dit kloofter. Petro- nella , zeit hy , dede Veel goets ende veel fundi er en en iymmeten aan dat Cloefler van Rynsborch, ; . Zoo is hem dat bouwen en (lichten van de Gravinne Petro- nelle niet üubewull geweeft ; en bygevolg is het uyt geen misvérltand , dat hy van een ouder /lichringe gewaagt. Maar, 't geen den knoop fchijnt toe te haaien , Guuclardyn fchryft uitdrukkelijk in zyfie be- fchryvinge ϋβη de / Ν derlanden , dat deze fchoone en hèerlij-ke Abdy niet eènen Stichter alleen maar wel vier , dpi eènen na den anderen, heeft ?ehad; en dat alle Vier die Stichters by zijnen ryd'óp.hunne rye, en niet hunne uaariien , gefchilderd Monden in een g!aze'venfl,T var) de' kerk.:' te wéeten Graaf Dlde- ryk, Graaf Flpris , de Grzyin Petrönella en efen ande-' re adelijkè yröuw'uyr het'!tiuis Van Sajfih.' Ik zie niet dat het zeggen van Guicelardyn met eemgen fchijn van "reder)verworpen kan 'Wbrdên : en.' 'indien het aangenomen word , zie ik'wederom niet waarom dat de opehbaa/re getuigenis van de Abdye zelfs , door zoo veele getuigen en waa^fchijnelijkheden g'eitfifr en onder fchrangt^ minder' behoort te weegen als, ik zeg- ge niet de tegen verklaaringen,, want die zyn'er niet, maar de ftilzwijgendheit van fommige Schrijvers- ■ Wnt de lijft derAbdiiTen' belangt, die fchijnr ook geen volkomen bewys tegen dit gevoelen te verilrek- |
||||
Rhvnlandsche Oudheden. jji
ken. Daar zijn meer Jijlkn van Abten en AbdiiTen,
dewelke, door de onachtzaamheit der onnikken en den alvernielenderi tijd lijn verminkt; envandeneer- ilen Abten Abdifle niet beginnen En die voor Graaf Dideryk pleiten , getuigen dat zijne dochter Arlindis , by andere Geerliéve genaamd, de eerde Abdis van het Kloofter is geweell ; en beginnen deze lijft veel vroe- ger. Lijft tegen lijft. Tot nocb toefchijnt de verweering van dit tweede
gevoelen op een effebaan te gaan. Eene zaak is 'er evenwel, dewelke my noch belemmert . en in het vellen van mijn vonnis wederhoudt. £)ezelfcje \ elde- »aar , dewelke onder de Schrijvers de voornaamfte ftutvan dit gevoelen is (de ichildery van het Kloo- fter; zullen wy zoo lang ter zijde ftéllen) die 1/HdU war.-aegge ik ,. fchrijft noch vorder dat Graaf Dide- ψ in zyn nieuwe Kloofter Benediktyner Monnikken neett geplaatft : maar dat hy daar.na deze Monnik ken «aar Egmond heeft overgebragt ,*o,m dat Kloofter te- gen de Vriezen ie helpen befchermen ; en de Nonnen van Ëgmont geplaatft heeft in de Abdye van Rhyns- wrg, Maar. de. Jaarboeken van Egmond, dewelke <M verplaatzen ook vermelden + zeggen dat de Non- nen van Egmond geplaatft zyn by Heemftede te lien- nenbroek ; met bevel van - eene Kloofter-zuftersmeer fan te neemen :;want deGraaf, zoq.als dezelve jaar- boeken getuigen, heeft het konventvan die Nonnen «aten uytfterven ;. en haare inkomften aan de Mon- ■WKen van Egmond toegeweezen. Ik bekenne dat ik J? ïaaken , die eene Gemeente , een Bifdom , eeji Abdye raaken , voor al als 'er geen eigen beiang on- «ef vermengt is t doorgaans liever geloof wil geeven «n de Schryvers van zoo eene Gemeente , Bifdom, J«.Abdy, als aan andere Schryvers. Te meer, om ™ Jan Qerbrandn, van Leiden , die de Jaarboeken Jan Egmond opgeftelt heeft alles * uyt laft en onder net optflgt van den Abt,van Egmond uyt de oude be- ichrjjvingen , brieven, graffchriften,, regiflers , en iiand^eften heeft, getrokken. mdien fcldenaar . gelijk waarfchijnelijk is, gemiil
neeft in dit verplaatzen van de Nonnen , en vervol- gens niet wel onderrecht is geweeft omtrent den eer- Annal. Egm. cap.ii. * ibid. in PruJogo. m 4 Öen
|
||||
^2, Aantekeningen op de
ften toeftan d van het Rhynsburger kloofter; zal'er
waarichijnelijk ook weinig ftaat op zyn verhaal, we* gens de itichiing van het kloofter, gemaakt konnen worden : en nochtans moet hy onder de vier getui* gen, die voor de ouder ftichtinge ftemmen, voor den voornaamiten aangezien worden. Het is waar, en dit gebeurt andere Schryveren ook wel, dat hy in ee- ne omftandigheit gemift kan hebben , en de waarheit gezeit kan hebben'in eene andere omftandigheit. En, 5tal men zeggen , de drie andere Schryvers die met hem ftemmen, en voornamentlijk de glaze fchildery van de Kloofterkerk , moeten om eenen misilag van Veldenaar , indien het al een misilag is, hunne acht- baarheit niet verliezen. t: - Ik laat een ieder zyn oordeel volgen , zonder hier
uytfpraak te willen geeven. Ik zie wel dat hier noch meer zwaarigheden over en weer konnen ingebragt worden; dat fommigen zich weinig zullen kreunen aan het zeggen van eenen Reinier Smy> de getuigenis van Lazius als eenen uytlander , en die wel andere ïaken op ëen los gerucht te boek heeft geftelt, zullen verwerpen: van de glaze fchildery , fteunende mif» ichieri op een loiïè overlevering , weinig werks zul- len maaken ; anderen in tegendeel zullen Jon Ger' fa-andsz,. ook voor geen oufeübaaren Hiftor'ifchryver aanneemen. Om kort te gaan , het luft my beter, den weg té wijzen als zelf te bewandelen. 4. Dit ftaat ook in de Jaarboeken van Egmond aan-
getekend ι te weeten dat Petronella de Abdye vsn Rhynsburg niet alleen gefticht heeft; maarookdatzy de Kloofter-Nonnen uytSaifen heeft ontboden, Hier uyt zoude iemand konnen beiluiten dat 'er te voren geene Nonnen gewoont hebben; en dat Petronella vervolgens zonder eenige tegeufpraak voor de eerfte Stichtfter gehouden moer worden. Doch dit zal de keezer zelf uyt het voorgaande gemakkelyk konnen ©ploffen. De Abdy kan eerft , volgens het fchryvep van Veldenaar, van'Monnikken zyn bewoont: en die Monnikken konnen uytgeftorven of te Egmond zyn geplaatft. Of iemand, die op het zeggen vkïiVeldenatXT geen ftaat wilde maaken , zouw konnen zeggen dat pideryk II het Kloofter maar begonnen had ; en dat PetroxelU, die het voltrokken heeft,daar opdeNori* Uën uyt Saflen heeft ontbgden. 5· D* |
||||
Rhynlandsche Oudheden. 5-53
?. Dat 'er te Rhynsburg , in ouder tyden , twee
Kerken, te weeten de Klooilerkerk en de Buur- of Parochi-kerk, geilaan hebben , mag wel zonder eeni- ge hapeiinge aangenomen worden. De Klooilerkerk word dikwils genoeg vermeldt, en heelt geen vorder bewys van noden. Van de Buur- of Parochi-kerk word gefproken in den volgenden f brief van de Abdiiie Agnes, VL7 Υ /igniefe van Hocrn, bi der genade Godts AbdiiTè
" tot Rhynsburg, oirconden: dat by onfen, ende bi fomme van onien ouden Vrouwen goetduncken, Vrouwe Machtelt van Zuytwyc, onfe Coilerinne, en- de Heer Hademan onfe Parochipaep in onfer kercken tot Rhynsburgh eendragtelijk over een gedragen ?.yn, als van fcheel dat fy hadden van den Mispenningen, die'over den Evangeli comen tenoutaer, voer in die Buyrkercke, endevan den felven offeranden, die op dien felven outaer komen , in defer manieren , dat die Coilerinne, wie fe fy, en de Heer Hademan, alle Mispenniugen , alle offeranden , en al dat op den voorix. outaer komt, dat fullen fy alle deilen, geli- ke half ende half enz. Noch ftaat de Parochikerk van Rhynsburg vermeld
in den brief van Fnderik van Toutenburg, den welken boven te pas is gebragt. . 6. Dit verval van de klooilertucht wil ik niet te-
genfpreeken' en het itaat wel te denken dat de Non- nen van Rhynsburg, alles 7,00 vol-op hebbende, en van de wereld en alles wat in de wereld bekoorlijk is zoo vriendelijk toegelacchen, niet (landvailiger in het onderhouden van haare tucht zyn geweeft als andere Kloofters. Maar dewyl haare zaak , óp het ft uk van bervorminge , gemeen was met de Abdye van Egmond ; en de hervorming der Abdye van Eg- mond een ganfeh ander uytzigt had als het verbeteren van het klooilerlijke leven ; zoo konnen onder dit betichten van de gemelde Nonnen, en onder dat her- vormen , ook wel menfchelijke inzigten gefcholen hebben. De woorden zelfs van den Hartog * Philips t % den Heer Pars pag, 316.
* Ziet zyncn brief boven pa£. f:?f,
jflltll f fchij-
|
||||
554 Aantekeningen op de
fchimen daar henen te willen. En die den Abt en de
Monnikken van Egrnond maar belchuldigt hebben, om' hun verdriet aan te doen, den Abt afgezet te krij- gen, den Monnikken hei ivloofter te naauw te maa- ken , de goederen der Abdye onder hun geweld te krijgen; en die anders niet gedaan hebben als den ge- çô Ideii Abt ende Monnikken, daar zy maar konden en mogten, te vervolgen, te berooven, gevangen te neemcn, en naar hun leven te liaan; zodanige nien- fehen, zeg ik, zyn de bequaamitt en geloofwaardig- fte geruisen niet op het iïuk van een los en onge- bonden leven. Doen hier van naarder onder de Ab- dye van Egmond. Ik zegge maar dat 'er ook andere inzigten onder gefpeelt hebben Maar dat de Paulle- Jijke bulle, tot het herftellen van de tucht, verkree- gen was op het Merk aandringen, van den Prior op Sion; dat Hartog Pbtltps gelijk in de volgende Aan- tekein'nge gezien zal worden , in 't jaar 145¼ zyne toelicmining tot het verbeteren van die tucht al ge. geeven had; dat de Kardinaal de Kufa , dewelke ze- kerlijk een voortrefrclijk en deugdzaam man is ge- weeir ; ten dien eindeook groote moeiteaangewendt heeft:, dit alles zeg ik , lchynt een teken te zyn dat 'er evenwel aan't leven der Monnikken en der Non- nen iet gefchort moet hebben. .. : ; 7. * In het jaar 1450 had Philips zyne toeiremming
aan den Abt van Maximiaus al gegeeven om dentoe- Jland van dékloóflerlijke onderhoudinge te Egmoud, en waarfchij nelijk ook te Rhynsburg, op te neemen. IVïaar in 't jear 145« heeft hy, ziende dat het op de afzetting van den Abt van Egrnond (en waarfchij ç e- lijk ook van de Abdifie van Rhynsburg ) aan zoude koomen , zyn verlofingetrokken; en niet begeert dat een uytlander, omtrent perfoonen van zulk een aan- dien- zodanig een gezag, zoude hebben. . ,8. JEen groot bewys van dit aanzien is, '-datnietal- leen de grootfte Heeren van het land , als ze de Ab- •duTe op wegen of üraaten te gemoet quamen , maar ook Vormelijke en Koninkliikeperfonaadjen, gewoon rwaren haar mer gebogen knien te groeten. Geenaan- merkelijker of.doorluchtiger voorbeeld kan hier van é
ë Zie Annales Egmond, cip 8o«
* Scluiverius in zyn Toerfteen, Pars Rhymb.Oiidhcd.p ^,6i*
opge-
|
|||
RhynlanDsche Oüdhfden. 55-5
opgelevert worden, als dat van Keizer KarelV. De-
ze Vorft , van Haarlem naar Leiden met de wagen rijdende, heeft de Abdis van Rhynsburg te Oeilgeeft ontmoet: ylings is hy van de wagen geklommen; en, met de eene knie op de aarde leggende, heeft hy zijne groetenis aldus begonnen: MYNE GEBIEDENDE VROUWE VAN RHYNSBURG. En, 't geen aanmerkelijk is , hy bleef in die geltalte, dat is, op de eene knie leggen, tot dat hy van de AbdiiTe opgc- heeven wierd. 9. Ik mag zeggen dat fchier ieder Schryver v die
iets van Rhynsburg aangemerkt heeft, den naam van Cunizaas broeder, of liever van deszelfs Graaffchap, op eene byzondere manier heeft gefpelt ; en dat ze doorgaans ook in zijnen voornaam verfchillen. By den Heer Auteur flaat hy te boek voor den Graaft Bkhe, en word daar Frederik genoemt: de Heer Pars en Boxhornius noemen hem den Graaf f λ» derBiechtei een oud Schryver van Egmond , by Ant.cMatthaus vermeld, geeft hem den naam van 'Dideryk Graaf van Bichte. By JohandGerbrandfz. hiet hy Frederik Graaf van Bickle. By*GoudhoeveeF/orisGraaf vanBelke, enz» Deze verfcheidendheit, in den naam van het Graaf- febap te fpellen, zal zekerlijk hier uyt ontftaan zyn, dat de oude brieven, daar zy het uyt getrokken heb- ben , met eene zoo lelijke of onleesbaare hand ge- fchreven waren. , *o. Zoo zyn 'er dan binnen een en 't zelfde jaar
Wer Abdiifrn geweeit: Elizabet van Wieldrecht, de- welke in dat jaar aflyvig wierd: Ada vanTeUïngen en Ada van1 Leiden; die in 't zelve jaar tot Abdi/ïen ver- kozen, wierden, en uyt het leven zyn gefcheiden : en eindel i j k 'Sibylla of Mabelia van Wajfenaar. E η d i t flaat ook duidelijk aangetekend in den voorgemeldcn Schry- ver van Egmond; wiens woorden in eenen brief van A. fiflatthaut by den Heer "f Pars nagezien konnen wor- den. ' Π. Déze' Abdis zal waarfchijnelijk een zn ff er, of
ten minfie eene nicht, zyn geweeit van Conradus vaa c By den Heer Pars pag. 4fo,
d Ann.il. Egmond. cap. %lï e Goudhoeven ais boven. fkhymbt Oudhedca p. 4fïl |
||||
SfS Aantekeningen op de
Oyenbrugge; welke Conradus door de AlgemeeneStaa-
ten , als zyder regeeringe magtig waren , tot BüTchop van Doornik was aangeftelt.& Maar toen de Har- tog van Parma Doornik verovert had, en hetBifdom van Doornik aan Maximiliaan Morillon had opgedra- gen ; is Conradus naar Holland geweeken , en te Rhynsburg gaanwoonen: daar de Staten van Holland hem tot het jaar 1613, dat is tot zyne dood toe, on- derhouden hebben. 12. Dit trouwen van Juffrouw Maria van Poel-
geeft ftaat by den Heer h Pars met deze woorden uyt- gedrukr: juffer Maria van Poelgeeft, Gerrits dochter, \y béidde daar na Jongheer Barent Tjerklaas uyt Bra- band.) Maar of zy baare kloostergeloften verbroken heeft, daar van wenfchte ik naarder en klaarder on- derrechtinge te hebben, Althans fchynt het met het Zeggen van den beruchten Oudaan, en van den Heer Pars y niett'zamen te (taan. Üudaan, in een gedicht op zijne geboorteplaats Rhynsburg , * ipreekt aldus van de Rhynsburger Nonnen: Noch bleeft gy een geruimen tyd
Het weeldrig hof der eed'le Nonnen
Op dat haar kuisheit ongejebonnen > ■
Dus bleef de <>odheit toegewyd: .,
Die 's morgens naar de klbojterwet
Hier paffen op haar kerkgetyen;
En dan 's namiddags fpeeien ryen
Aan 'jonkers rug te paard gezet, enz*
Hier op heeft de Heer Pars de volgende Aantekening gemaakt ; dewelke ook eenige andere omfta^dighe- denbehelft; Het kloofUr te Rbymburg werd gezegt van zodanigen ordir te zyn, dat 'er de Nonnen (zij»de de dochteren der voornaamfte adelijke geflagten van Holland) des voordeniiddags ge e (lelijk , en des namiddags wereld· lijk waren ; als wanneer ze met de Edelluiden mogteti koveeren , danffen , uyt fpcelen ryden , en zich in alle hoffelijkheit vermaaken: hebbende het klooft er zelf zeke- re zaal, of vertrekplaats, daar zich de Edelluiden fes we e ken lang mogten ophouden , en gedienflig verblijf en herberg vinden : welken tyd verftreeken zijnde, zy ge* ζ Zie Bor over her jaar iiij,
h pjg. 37r. t By den Heer Pars pag. 386.
mot·
|
||||
Rhynlandsghe Oudheden. 557
nootzaah waren zich voor een week of twee te vertrek-
ken ι wanneer zy vryelijk mogten wederkoomen: en zegt men dat de verdreeven Koning van Denemarken, Chri- fliern II j Keizer Karels zujlers man, alhier omtrent een half jaar gehuisvejl is geweefl. Indien men hier op vait konde gaan , te weeten
dat de Nonnen 's voormiddags geeitelijk, 's namid- dags wereldlijk waren ; dan zoude het klooÜer van Rhynsburg zoo een (lift zyn geweeft ■ gelijk'er noch tegenwoordig in de katolijke Nederlanden en in Hoogduitfland gevonden worden : en daar de Non- nen, met alle eere en met een goedgewüTe, mogen uytgaan, om een man te trouwen: en dan zonde dat trouwen de voornoemde Maria -van Poelgeefl ook niet ie ichande gefproken mogen worden. |
|||||||
WARMOND.
* 3fn ïjet berb^ig / 't todlt tufFcïjen ben Sfóp,
fcïjop ban tltrecïjt f π ben Ubt ban <t£ptmwtti« gefloten $ in 't jaar 1063/ tao$ ^arraonö οοδ onber be littftm öeoofïen bm töjjjjn \^ genbe gercïient/ en een Itafïeeï genoemt. (1) 3fn een open-ö^ief ban «0raaf Didcryk VIr,
ban 't jaar izox / too$ ïjet 30oLnnonb (2.) ge^ iiaamt. (Cegentooc^big bio?d §et niet anber$ Benoemt alp Warmond ·, 3jjnöe een ïftilgtyw Ipïjeit onber ftjjijnïanb geïegen / en geüben&e een^tot/ ooft 3$armoob gênaamb, ^ttigal omtrent be 400 jaar en §ct ftanfynig en be fooon* #Iaat$ ber peeren van Warmond en van Wou- <te gebaeefï: en të I in 0113e bagen / ïj^eer Johan 23aron ban 3®affenaar/ bieoofe ^eer banber* fcljeibene bojpen baar om ftvctti$i§/ aanöe* lïojben. * Ahing. Not. Gcrm, Inf. part. z+.
|
|||||||
®e
|
|||||||
J58 Rh γ NL Α Ν DS CHE
f«ocM ^e ^atotfpern / betóeföe ter begeebinge
fcerk. " ban be i|eeren ban mavmmb pagt te fïaan/ toa£ oen Ι^ΜρφΙ Mattbias torgetöpt, £>ofgen$ een ouöen ojief ban get fïot te 2$ar* mono i§i)tt feooj ber Serïte begonnen in't jaae irif / en afgetmimert in 't jaar if*7· g^OUte jacoba van Woude , tocblltoC ban
föeeE Gysbert van Raaphorft , gab Öeïooft bat 30 be eene grift ban be onïtofïeti jouöe b??a*
«en i toaar toe gaare erfgenaamen / na bat $ onbertuffegen oberïebcn toa£ / 3icQ beröonben ftebben: booj be anberegeift gebbenbe buuitn ïtmefïaan. ©irê geeft be ieee Johan van Dui. venvoirde , $eer ban 3Panttonb/ na be booö ban gemeïbe foebubje / tot bit opbon&en be^ taait 7fp 3ponöen/ 17 fcgdlingen. ©it selbe liooi ig in't jaar 15-7?/ «iet De
«atifcge itctli en roet get fïot .ban 3Darmonö/ öftcbiaJitit. 3»'t jaar iy · ♦ $8# 6o«upt siiiic affegen meöer opgegaaït: maar ijetboj* ber gebeeite ban be nerït blijft noelj oftgctim* tnerb leggen, ,.K
mt gemeïbe abeïp geflagt geeft ban tijö
tot tijb beefegeibe goeberen en mfanfïen aan ■ be htvlt bcrccct. Φοο? al geeft teer Jakob, Gysbcrtszoon , gelp in een gefeïj?eeben boeit ba- ^armonbfege iuü\t aangetenenb fcaat/ beeï goeïté aan be$e neeït geöaan. ^n baarom moefï 'er alle bonberöagen en bjgbagen na & Pankraa bag/ cm opöejelbe bagen na&Lam- berts bag/ booj be $iel bangeraeiben igeet Ja- kob , ban 3911c gui^fyouto / f^outa johanna v?n Poeigeeit, ban 5ÖW0 oubcr$/ Mnberen/ mirêgaberg ban aile be peeren en fWtoen ban^oube en^armonb/ baar gemeïbe Jakob «Pt gefpjoten &a$ / een jaatgetg of jaawnu* |
||||
Oudheden» 5^9
fcne geöagten$ geïjotiöen tooien. €n moefïen
o$ι Öie ö gen/ ter ^efperen/ öc 3selcn gctijöeu niet uegen Heffen / e» !# mo;gtii$ een Sttelintf/ «e^ongcn tooien. J*a öe J&# mocflen öe f^e* fteré naat ö«* gtaf ban ïfetzt Jakob gaan * en Öaar Öe ©falmen Ontr< ' nr« u mijner , en uyt de
diepic , met fjet ïiojt-gebeö booj öe obetieöc*
nen/ omeggen. <ên tong ten Dirn etnöe aan öen ψφαΒϊ tn «^nöer-yafïoo^ ban3©armonö/ en aan öe anöere gjiefferp W öe M? t)ielJM« ktm en tentmnfien bgf in getaïmorften 39η/ en öaareübotsen ooi1* aan öcn foofcee/ een $ü\tt jaargeiö beteken. %i bet booj / bg öe#ïaat^ öaar ijet pofo-
ontaar geftaan fteeft / ig öe graffiete Öer van Warmonden, ^e tym Hendnk vander Gra^t,
een ^oö^ncUtig ï&iefta onöer Heiöen ber'
mr* / en öie bn 't jeibe geflagt $eer mei ge* jien toaö / Ijaö atöaat by 3«» ï^btii 00b een graf bom 3ielj 3eiben iaatcu bereiöen: rn leit baar/ met nocöecnige goö^öienfiige ^iefier^ en |éaagöen/ begraaiten. Φοίαεή? een öooö- of jaargetn-boefc ban öe ou*
Cfflcrcl-IföoniiïliheH fybbm aUjierban ouö£PaiW* öe boigenöe f afïoo$ gedaan» * 3ju tjaar 1366. ïfeer Gcmt jakobsz.
Frank, SufFndus 300η/ &aneilaan.
^eer Wilhelmus Magnus (de Groot) bail
3&a riem.
i|eer lakob Vriend.
ï|eer Thomas Blanckert.
feetr iohan Bouwens.
4in F'oris Arentsz, tttMH 00& ψafÏ00|
ban ^aaf&ccïjt $ gebieefï·
i|eer Niklaas.
|
||||
f6o Rh ynlandschè
&t i|eer m g&Ztfttt Chriftiaan, (bOOJ 00
toanöcltug j^eejler Kerften.)
ïfeer Gerric Hoogftraaten*, öriöéïfic OOftHöi
nonmft ban β. Pankras ïterft reïïeiben/en %&t*
ïm\ ban fö^nianb $0efcoeeff/ in 't jaar 1419. I^ecr Willem Pietersz. in't jaar 15-61.
Aiwarcn. èeïjaiben jjet goofö- outaar fjeöben nocïj oe
boïgenbe ouiaaren in be ^arocïjï&erftgefïaam £)et outaar ban 't %♦ Kruis: Dat ban be 1. Jjfeaagiï Maria, bat batl ^. Catharina.
<^oft meenetft bat 'er 00η outaar ban 't ^oog*
toaaroigfïe ^aftrament geeftgefïaan. 3§ϊφι$ bmoe in in fjet ge&neioe fyanUftïjtift bat 'er toe* &dp£/ op 3cnere basen/ giffen ntoeffenoti ïeesen b)j,?aen ter tere ban 't %♦ Sakrament, baiï <§* Jolef , ban &. Anna , ban & Urfuia,
0113.
vikaryen* aMgeng een gefc^eebtm fijfef ban be Heeft te itèlnenburg / geteïtenb in 't jaar χ 5*2.1 / i$ gier aan £. Katharinaas outaar eene ^föarg ge&cefL· €n boïgen^ een gefcïjjciben boeit ban t>e
Mtvht te «égitionb i£ tii oe lier&e ban Ww mono crue =&Ü*arg getoeefc / Ifeer Volpens ^inarg ger.aamö / beüjeiïte öoo^ be W&u ban <£amonb begeeben toierb. Sin 't jaar ι ?74 i$ öe^e Piïtarn / betoeïfie
ugt be ©aroeïjiéerft ban fearmonb berjtïaarfl \xw§ in 't <£Uibmanncnlju$ te j^ontfbo^t/ 0^ geel'Cil aan Pieter Dideryksz. van Leeuwen.
Kiooftcr ^ίφ hn öe garocjji-'fcerfc ijeeft gefïaan cm
van adeiykc Üioofler beoj aöeipe iBaagben/ Detoeine tot
joch ver. arnioebe berballen toaren, ©it ftïoofïer/ 't toen* aimde Juf- §ω 0fcöcll ^^j fcön ^. Francifcus böigÖC Ctjj
trouwen. ^^ ^ ^ ^^ |^aag&m ü,a£ genaamö/
$ in 't jaar 1410 gefïieöt en met fnftoniffr»
tioo^
|
|||
Oudheden» $6ι
M%im &0O2 Johan I, tym ban -i&atmonb tn
€ffenjteto0Uöe4 €toee3«fïet$ban stjiiegni^ tyOUfo Agnes, öocgter^ i3ön Jan van Kruimn-
gen een ^eufcofeï) doelman/iuaren bt mftef
W 31CÖ in bit Moofïei: öegeeben Jjeööen, 3^e3e jonnen ioaren gtimtttóg opgefloteii: en Iton* öcn öaoi een Beöeltte galoeeg/ toaae ban nocïj tmiqé olierb!i|f3cIen gesien tooien / naar bz Jtocïjtteïi tgaatn ©at- öit Itiooffer naar bc tlfbm$mt j&aag;
oen genaamö &ia$ / öïpt onöer anöerea ugt mi gefcijjeeben öoeii banfyu^Bmbtvftljapbtt Bavmonbftïjc Hccfte, f£oigen$ ïjtt 3eibe öoeft l'gAdriaan Pietersz, Blok tn 't jaar 15Ί52 jjiec
^omie-patcE gefoeefL
3n een gefc j^eeben öoeft ban öe ^aïitenöni·^
fcje Üerit binöe i!t aangetetaii bat öe # £3e* feateffe en ïjtt ïtonbent ban öe elf Eminent |&aagöen te 3$annonö in 't jaat j 443/op ben Utbm MngUfit / öan Pierer Burchaert, ψ$ίζ*
fier/bcrïiogt gebben eengeöeelteban eenljalbe
inergm en3«" ^at 5e opgejïoten geïeeft ïjthhm Bïpt u$t
w bolgenöe getmgemffe / öcbietöe in 't 3eïbe °»0tti^utite öaeft te ïeejen (iaat; \Y y Gerrit Hoogflraatenι, Priefter, Paftoor te
Warmond, Kanonnik in S. Pankras Ker- ke, Provifor. en Deken vanRhynland, en 7^- kobvan fProyde, Heer in Warmond, op dezen tyd Baljuw van Rhynland , verklaaren dat uyt den naam van eene zufter te Warmond opge/ïo- leni in 't jaar 1420 op S.Gerirudis dag, by ons §ekomen is Boudewyn Feytgens^tn verklaart heeft * s w'er<* & Klüoftcrvo&gdes uyt ootmoedigbeit ge-
*m· Vmaalder, ·■;,/.. #tl dat
|
||||
$6ι Rhynlandsche
dat dezelve zufter aan de Kerk van Valkenburg
gegeeven heeft twee mergen, iets meer of min- der, gelegen onder de heerlijkheit van Valken- burg: met dit beding dat 'er op donderdag en vrydag, na het feeft van Kruisvindinge, voor haar gehouden zal worden een jaargety metwas- kaarflèn , dat 'er een achteling tarwe onder de armen uytgedeelt werde, dat de Paftoorfes, en de Kofter drie fchellingen geniete, enz. Bartha (öf Baertje) Gerrits bOcSter/ ÖebA
per 300 eene opgefïote $onne toa$ / geeft in
tjaar 1734 ban Hermannus van Gouda, aÏ0^
mtttt Mkati$ ban 't openflaanöe 2£$&om/
berïof btv^ocïjt en bttbm&m/om mümitly ting ban tmige $aftm een vti$jt te ooen tiaat '§ <02abenga0e+ ^efytef/ toaarm8aar$ull$ toepfiaan too$ / ftan in get %αφι(φ * Ba- tavia Sacra nagelen tooien, ffiotfy geeft oe boo^noemoe ï|eer Jan van Warmond met 5Jjne Qm^tyoutt) Agnes, 500 &\$
Jakob de La Torre CU Simon t van Leeuwen ffetfjaafen/ in 't jaar 14-13 onoer öe $&wp
ban I©arraöttD / en niet berre ban 5et *ψ' gemelöe 3&ïoöfïer / een Hkonninnen - fetoofltf ban be €iftmi-<&$€t gcfiicQt en met inïw fïen begiftigt HenricusThaborita \ fcï$jftöat
oe gïaat&z baar %tt 0ettmnierttotero/ een W
fit of berlaate plaa$ toa^ / Φηο ecriïin0cn genaemb; 't iDeiftöe%oiïantifcBe^aben Ag- bert en Willem van Beyeren , boi0en$ W
frijnjben/ aan Jan van Woude om 'er een l\W
fier te öontoen 0egeeben Jjcbbem 3$ant Du? * In appendice, pag. f J4*
1 pie· Μ17- , , nig,
* Chroo, cap, 6. Apud Ant* Matthaeum Απ,ιΙ· tom. *· P·
|
||||
Oudheden. 563
freest SS ttt gemeïbe plaatst tan bt$t #ίφ
iillge: Omtrent den zelfden tijd heeft Heer Jo-
ban van Woude in het dorp Warmond, op eene woefte of verlaate plaats, een kloofter van de Cifterci-ordergefticht. Dezewoefte en verlaate plaats wierd Oud - Teilingen genoemt: om dat de Heeren van Teilingen daar plagten te woo- nen, ter plaatze daar nu het bouwhuis der Broe- deren ftaat. Deze heerlijkheit was by gebrek van erfgenamen aan 't Graaffchap van Holland vervallen j om dat de eerfte Heer van Peilingen de broeder is geweeft des Heere van Brederode; eu dat zy beide de zoonen waren van Graaf Aar- »0«/, die van de Vriezen verflagen wierd. Daar- om hebben Hartog Aalbert], en Willem Aulberts 2.00η , dit oud Teilingen vereert aan den Heer Jan van Woude, om daar een kloofter op te tim- meren. Dit heeft de gemelde Heer ook gedaan, en heeft het kloofter ook van inkomftcn voor- zien. Daar op is hy geftorven in 't jaar 1417; en is in *t zelve kloofter voor 't hooge outaar begraaven. ®i't ïlïOOfïrr toierb finte Maryen-have tó Naam vail neemt: 300 aï^ te ltt$tn fïaat in een frannj*diikio0fter;
«en fyief ban 't jaar 14.80"; in toelfcen ö?ief ooft aangetefcenb fïaat öat bt$t liloofTcr-feoüöcr^ Ν fcijonto of oc oberbaartng be $oeï/ bekoel* fe nocfl *» 't jaar 1317 be &ööiffe ban %tm* foeugojfi eigen toa$/ banjakob ^tet van Wou-
de boo2 een 3etee jtëp ttt ttf#ad}t obcrgencM men Rebben. ®e eerfïe |&onniit&en / bctodïte ten getaïe Eerfte op-
«an feg ugt get &loofïer ban gflVIfiein oiitöo*komftc van ben fcoaren/ 3yn op be3eboo$warbeaan0eno ditkIüüftcr* nien ·, bat 3e 3ieï) met een 3ehec getal Om\ !an? ^gen te tyeben 3onbén Jouben ; en onbe£ ' $n 2. 3Par*
|
|||
7„T Rhynlandsche
ifêarmonb «iet meer aï$ f o merken ïanb^ou*
ben tartten, ^aar tegenJeeft be teer Johan van w oude aan ben g$o$ en jjet tóoojïer %v looft bat jjg boo? Hen een fïaap-feamer / een IteriiQof/ een&apeï/ een Hageïïaang/ en tent* ge outaaren soube boen fïtcïjten -, bat Sg §\m Jui^raab en noobige inftbmften $o«be ber3o?i %nu en einbelp/ bat ög Öe« be tocfiemmmg fcan ben ^afioo? ban 33£armonb / en toan ben SBiffeljop ban ïitrecl)t / ^oube boen §Mm. «Fit alie$ fïaat in ben bofeenben ö^ef/ betoek ïie in be j^eberbnitfefie taïe befcï^eeben \$/ ontfïanbtger «gtsefyuftt: WY broeder Jan^ Prior,endetghemeneCon-
vent van onfer Frouwen Berghe tot Yfelftcyn der Oirden van C'iflercïen , doen kont ende ken- lik allen luden, die delen brief feilen fien of ho- ren lefen ; als dat wy overdraghenzyn mit He- ren Jan van denffroude^ Here van Warmonde, van ghetimmert ons te maken , ende goeden te gheven tot beghin van enen Cloiüxr van onfer Oirden , als hier nae befcreven ftaer, ende wi Prior , ende Convent voirfz, (es Moniken tot Warmonde te fenden , op dit voirghenoemde ghetimmert, endegoet, alfet ons ghefekerten- de. gheconfirmeert is, ende dat ghetal daer te houden , ghelikerwys ons. die goeden ghehou- oen warden. In v'oirwaerden, waer dat die Mo- niken voirfz. van Warmont toghen,buten ver- driven of ghewelt,. fo mach tiere jan voirfz· alle fine goeden weder nae hem trecken , diehi hun gheghevcn heeft. Item , in den éerften fo fel Here Jan voirn. binnen dat jaer, nae dercon- jfirmacien des Öveiften of Oipittels der Bruede- ren voirfz, van défen faken voirfz hun luden een
dormtcr
|
|||||
■
|
|||||
0U D Ç E D E N» $S f
dormter maken hondert voeten lank, ende les
endetwintich voeten breet, langhes ende elders onderfcoten tot den folre toe mit ftienen muren, endedenvoirn. dormter fel hi folren, cellen ma- ken, ende die hemelen, te,minlten van dier cel- len fefle. Ende die woninghe beneden , ende die cellen boven te glafen, in eiken houten ko- fyn. Ende an den voirn.dormter, een heyme- licheyt, als noot is, voir een heel Convent van Moniken. Item enen Reventer veertich voeten lank, ende mit redelike ende betaraelike breette langhes onderfcoten, mit enen ftienen muretot enen pandenader oirden, ende onderden voirfz. Reventer een kelder doirghaens. Item Here Jan voirfz. fel dit voirn. ghetimmert fo matigen in der hooghten , ende daer nae fteen ende houte fo paffen iir den ghetael, ende iuderdi&ennair den eyffche , dat een den anderen ce draghen, fo dat belceide gheeftelike menfehen daer in hoir vleyfchelike natuer der werelt moghen on- trecken. Ende die Broeders feilen met firnpel- heyt cnde betamelike oetmoedigheyt, fonder grote coileligheyt of nywigheyt, hun laten ge- noeghen. Item Htxtjan voirn, fel ghevenden Bruederen voirfz. des derden jaerstwee hondert Nobel tot eenre Kerken te hulpe. Item hi fel hun vererighen confirmaci endeconfent van den Biffcop van Utrecht, ende den Cureyt van War- ronde. Item die ftede te laten wyen mit der Kerke , kerchof, outaren, ende alle ghetim- mert dat behoirlic is ende betamelik na der oir- den , buten der Broederen cofl: voirfz. Item Here Jan voirfz. fel hun gheven een Cappelrye van twintich Vrancrixe cronen tsjaers of daer omtrint, als fi verfcynt , ende tot dier tyt toe mit twintich cronen voirfz. hun anders waer te $n 3 voir-
|
||||
$66 Rhynlandsche
voirfien. Item^ higheeft hun dat lantdatjacob
Willamfz. bruyét, ende hiet Verjans Camp, groot f. marghen ende twee hont: ende heeft beleghen die Hoelmaer, ftreckendeopdenPoel, ant zwtooll heeft beleghen die Abt van Egmon- de. Item Ryken Kamp , die is groot xv. mar- ghen j ende heeft Here Jan van den Woude fel- ve alom me beleghen. Item van der Gheerraade feven marghen; ende heeft beleghen an die zwt- fide Claes Renghers woninghe, an die noort- fide Heynryc vander Does, aht weft-ende die Zyl, ende ley t ghernengheder vuer mit der Cap- pelryen van Teyllinghe. Dit voirn. lant isghe- leghen in den Ambocht van Warmonde. Item voirt fo feilen die Broeders voirfz. heffen xv. No- bel des jaers, wt vyfrien marghen lants,ghehe- ten die Hagheweyde , ende bruyóÏ nu ter tyt Willem Doe, tot dier tyt toe; waenthunHe- re Jan voirfz. alfo veel an renten of an lande be- wizet heeft, daer ii welan verfekert zyn binnen Hollant, of anders waer. Item den Brueders die in den beghinfel noot zyn te corrien als men tymmert, iel men gheven naden beloop der ren- ten van fes Moniken. Item Here Jan voirfz. ghe- vet hun vier marghen veens tot barninghe. Item ii feilen mogheri copen vyftich marghen lants in den lande van Warmonde, ende niet daer bo- ven. Item waer dat hun lant befet warde of an- fturf in den lande van Warmonde, dat moghen die maghen, of die naeften loiTen, daer't ofcomt, den penninkmit dertien offi willen, of die Broe- ders feilen dat anderlude vereopen tot horen fcoonften. Item die Broeders voirfz. feilen op Heren Jans molen malen fonder loony ter tyt toe waent ü felve een ros-molenfetten, daer fialle- nc hoir behoefte op malen feilen, ende nietan- '; ders.
|
||||
Oudheden. 567
ders. Item mede fu feilen die Prior ende Brue-
ders'van Yfelftcyn die renten, die fi voirryts mit den Convent van Heufdom te Warmonde ghe- hadt hebben, der ftedc' van Warmonde laten bliven. Item voirt mede , fo fel hun Here Jan voirn. gheven alfulke tilbaer have, kleynoot, ornamenten ende huysraet, tot fuiken uden, als hi hun befeghelt heeft in enen anderen brief. In kenniflen der waerheyt aller defer voirfz. pun- ten ende voirwaerden, fo hebben wi Prior ende ohemenc Convent voirn onfes Convents feghel hier an ghehanghen. Ghegheven int jaer ons Heren 14.13. °P &ntQ Pieters avonc ad Cathem
dram.
mt mïoofïec fïonö onfcee öefCö&g baniam*
3©armonii 0ebiert og & BwtMpnww m* Priors van dit Kloofier.
ail'tjaac 1413 ^OCÖec Johan Klcy, Uyaonl
eetfïe φροί· i44!, $&%+ Jakob.
omtrent 1460 2&j.Gysbert, ïHe0efoeeft$
te eerfïe p? te igeemfïeöe. 1462. $$, Willem van Schoonhoven, WWV
fee §et fietointi ttoaalf jaaren geeft umttt.
1485 Sè^ Aarnout van Katwyk.
1486 2$2# johaii. -, ,.
Ifo4 SS. Jakob van Rhyn, een Stei&enaat::
8ρ f$/ naee»eii?ie-en-iiectt0jaaei0ere0eenn0/ sefïojbeii m't jaac 1537» (3)
iff7 SS^.Dirck.
φ. Lambert Willemfz. gefWwil ifSn-
#n4 #*·
|
||||
5<>8 Rhtnlandschb
f&%. Willem Nachtegaal.
%z. Gen it, öefoeïïte in %tt öo$» 4$tin bm
bm Mipem t$ geöooöt. 25|» Gysberc.
SBfc Johan Verhak, $ irjaaretl J&foj 8*'
töeefï: rη naöerjjanö tot 0nbtc-$m aan^
fielt. $5^ Johan van W island.
§β$, jakob van der Goude. Onder-Priors,
·" " JJn 't jaar 1490 $$$.. Simon van Waffenaar.
Onder- 15*57 3ÊJ. Kornelis Mierop. norS> 1 ^ 8 ^ pieler van Katwyk>φ O0 beettiew
öe Φη&αΗ^ίο? getoeefï. 2$3* Qurgert van Haarlem.
Frederik, fëtftftèt m (4.) (&pb$a$Uttl$/ ί$
bt $$iec{)tbabH; ban öit en ban nocf) ttoee an*
bm M0&(ttr$ 0CrtDCCfï : 300 aï$ Ög * Boxhor-
,p i u s aangetenenö fïaat.
^e J^!0| ban öit nïoofïer foserö öooi Ζ we-
derus 2?iffrgop ban mtetïit gemagtigt / om bt jonnen ixm&. Barbaraa* Moofïerte^oo^ top/ bit bm töegeï ban &. Aïigiiftynus aaw genomen gaööen / iti te bJijöen eii5. tajt öit 3clbe lüooficr / geïp iigt een
ouöcn blief onöer %eemfïeöe 3aï Blijken / # in 't jaar 145T boo<?t gefp?oten fjet Hïoöfïtf ban 3|eenif!eöe: 't toeift n$geip$ onöee Ö* <ttfcm\ - o$er öegoo^öe. Vernieling (&m tffit ftm p0 ^ecïÖfïOJIflerg $ 8^ &Ϊ0°'
7dvC ffct ^an ^antionö niet beter gebaren a$ 300
ι Λ». «leüige anöere nloofïer^/ en tos» in toefen e» - * In Appentlicc ad Tlieatr, HoJJ.
|
|||
Oudheden» $69
fioutoïanben beranbert: <&ese b3eg-en«bonb>
ïanben/ betodite niet btm ban 't Ücïjooïmee* fta^-öui^ gelegen gijn/ bnagen nocfj tegen* üjoojbig oen naam ban 't Éïoofier-Sanö. Ant. Matthaeus fjeeffc 3$CÏ> Op be Dobett ge*
meïbe pïaat$ bergifï 5 afê ïjö bit ^onne-Moo*
jïer/ 't toeln big nn öefcfeeeben jjeööen / niet onbeifeïjeibt ban get ïiioofter J&aobenpoeï: jjet toeïfte/ geïp bjgöoben aangeb^en tjeööen/ gelegen toa| onber be J^arocïjieban <Sefïgeefi. benige anöcren tajten oott tm# / betoeerenöe bat öitïtïoofïec gejïaan sonoeljeböen ter plaats 3e baar üet fïot 3£o^go^fl fleeft gefïaan: bjeïn f!ot oofc <^ub Ceiïingen imecb genoemt / en beu peeren (5·) ban Utomotio toegekomen Seeft: maör ban öen berlföctjt i$ in 't jaar ÏÖ72. ^e$e/ $eggeift/ tafïen ooit mig: bjant be öobenfïaanbe öjsef topfï buibelp aan bat Öet recgt ober bie piaat$ / en naarber aan Ut ψaeoeïji-ïtern/ ïfeeft geftaan. %n be ten ban a&armonb $ban onb$ een*"**»
bermaatb S&joebeifcïjaji getoeeft; 't toein aï*fch3p# baar ter eere van den almagtigen Godc, van
Gods Moeder Maria , en van den Patroon der kerke S. Matthias^ was opgerecht : b$antbu£ \uM be tijtel ban get ^oeberfeïjap^-boeit:
't bjeïft mg ober eenigen tjjö te leen gegeebeti fé. $00* aan/ in bit boeit / ftaan be toetten ban ïjtt èioeberfcflap : baar achter bolgen be ttaamen ber ^oeöeren en gtifïeren % betoellte te ütemonb of tn be Haag / eene f£arocï)ie osïber 3©armonb / bjoonaegtig toaren: onber hitiht ^oeber^ en gufïer| berfejjeibene per* foanen ban Bbeï en groot aaneen opgetelc |nr 31«
|
||||
Aantekeningen op de
|
|||||||
Ï7°
|
|||||||
3fn een boob- of jaar0etn boen ban'ttttmtb
be Csfïerct-Rïoofïer/ 't toeïB in onber mg ijefo èe/ too$ getoag semaa^t ban tm&wto& ftïjap: §et snbatöetbo^emelbe^oeberfcgöp ban be ψamcfyhttlw 30 / gct 3g dat {jet een ante ^oeöerfcfjap 3g/ 't toeift inbe üetft ban 't gemeïöe Moofïer op0erecï)t toa$. <$n* ber beeie anderen bie baar opgeteït tooien/ ffëan 'er b^onderïp nnt0eb^niit be naattteti ber jenen/ bit ttnige niftomfïenaan getS3^ berfcijan flegeeben jjeööen, jèaar berraitg öee^ 3e ttjfi niet be0üijnt aï$eeni0e namen en 0i#cn bie öe boo^noemde perfoonen aan get ïtïoojift jjeböen 0edaan/ en baar ön 3eee ïan0 $ / 300 3tt!ïen ton bie gier oberfïaan/ en ben nfeu&p' ri0en See3er togfcen tot öet Satijnfege tóetë Hiftoria Epifcopatus Uluaje&enfis 5 pag. fop.
510. 5-11. 'l AANTEKENINGEN.
1. Dit Verdrag hebben wy onder Oeftgeeft voor
het grootfte gedeelte , en 200 verre als het tot deze hiftorte dienen kan, in 't Nederduitfch vertaalt. Ik vinde daar niet dat Warmond voor een kafteel te boek ftaat: en ik vind 'er geen een kafteel vermeld. De kerk van Warmond ftaat 'er vermeld als eene kapel: en de helft van deze kapel word aan den Abt van Epternach, die een oud recht op veele van onze kerken en kapellen had , by wijze van etn Verdrag overgegeeven/' Maar iemand zal mïflehien zoeken te weeten hoe
dat het eindelijk met deze kerken en kapellen afge- loopen is; en hoe lang dat 'er de Abt van Epternach over te zeggen heeft gehad Hier van is het rechte befcheid mijns weetens nergens te vinden als in de Jaarboeken van Egmond : en dewyl het merkelijk dient tot op- heldering van onze kerkelijke hiTtone, heb ik goed- gevonden de ganfche plaats van de gemelde Jaarboe- ben te verduitichen, en hier te laateii volgen. „Ten
|
|||||||
Rhynlandsche Oudheden. 571
,Ten tyde van deezen Abt Walterus, het zyn de
woorden van dezelve Jaarboeken , „heeft de Abt en „het konvent van Echrernach, ten benoeve van Di- „deryk den negenden Graaf van Holland, en van des- „zelfs huisvrouwe Sopbis, afftand van verfcheide ker- sten gedaan , onder de volgende bewoordinge: „Tn den naame der heilige en onverdeeldeDrievul-
„ A digheit den Vader, den Zoon , en den H. Geeft: „Wy willen dat alle menfehen zoo tegenwoordige „als toekoomende weeten dat ik Gerardus genaamd „Abt , hoewel onwaardig , van de Echternachtfche „ kerk, en alle de Broeders der zelve kerke, aan den „eerzaamen man DiderykGxwï der Hollanderen , en „aandeszelfs gemaalinne, de edeleGravinneSopbia , „ mitsgaders aan, hunne nazaaten , tot befliffnig van „twilt, door handen van onzen Advokaat Hendnk , „gewillig en voor altyd gegeevenhebben al hetrecht „'t welk wy hadden op de volgende kerken, en haare „ aanhangzels, welker naamen hier volgen: Flerdin- „ge, Kerkwerve, Velferburgh, Heiligeloo, Puten, „Hariche, Schi, Rhinesburg, Warmunde, Leithemu- „the, Rinfatwalt, Afleterwalt, Agathenkerke, Yma- „zankerke, Afcamannasdelft, Sparnereswalt, Sloten, „Egmunde,Alcmere, Schirmere, Mifnem, Wegnem, „ Alterndorpe , \^ronle : Doch dat de Graaf en de „Gravin voornoemd, met haaren zoon Flons, voor „de zaligheit hunner e?ge zielen , en van de zielen „hunner bloedverwanten, aan de kerk van Echter- „nach, ten behoeve der broederen dewelke Gode al- „daar dienen , gegeeven hebben 120 gemeeten lands, „gelegen in het eiland't welk * Schade word genoemt; „om die met dezelve vryhcit en gerechtigheit (te „bezitten, gelijk die bezeren zyn geweeft door den „Graaf. En dit zyn de paaien van't zelve land : aan „de ooft en noord zyde al het naaftgelegen land : aan „de weftzyde het land van Floris b van Porren: aan de „weftzyde is geleden het water , \ welk genoemt *»WQtaHUdekerefchc<, dat aldaar ook zijnen uytloop ^heeft. En opdat ons tegenwoordig verdrag na de- * Bokkenberg leeft Scholden: en alk* fftfk op Schouwen,
b Voren of Voorn.
« Miiïchiwn Hcidenzec.
„zen
|
||||
f
|
|||||
571 Aantekeningen op de
ß,úåç beftendig blyve ; hebben wy het zelve in ons
», Kapittel, met de toeftemminge der Broederen, door „eene openbaare afkundiging beveiligt ; en den te- „genwoordigen brief met het zegel van S IVillebror- „dus, en met ons eigen zegel, bezegelt. En indien „iemand zich mogt verftouten dit verdrag te over- „ treeden; dat die in de gramfchap van den Almogen- „den Godt , van S. Willebrordus , en van alle Gods „Hdligen vervalle ; dat hy, zoo lang als hy onbe- o,keerd blyft , geen deel hebbe aan het Lichaam en „Bloed des Heere; en dat hy, 't geen hy onderno- „men heeft, niet ten einde brenge. Dit zyn denaa- „ men van de Broederen ; Tbeojridus Deken; Athal- „berttts , Walftein , Reinbold , Wilbrand , Koenraad, „Wouter y Ottcé, Lambert, De naamen van de vrye „perfoonen zyn ; Elias vanVienne, DiderykvanElle, „Volkman vanArendroch, De naamen van de kerkelij- ke perfoonen; Hartman van S. Ptetersberg, Govert „ van Mominthorum, Humbertus. Pe naamen van de „ Dieiimannen zyn ; Csno van Bollantdorp , Winter „van Bollantdorp, Winriky Werner; Schattinggaarder „te Epternach ; Garfilius van Eire , Markquarddvan „ Ofwifire, Winter van Sme. Gedaan in 't jaar van 's ,,Heeren Menfchwordinge elf hondert fes en vyftig, „in de vierde indiktie, onder de regeeringe vatl Kei- ,,zer Frederik, in het vyfde jaar van zyne aanilellin- „ge, en het tweede van zyn Keizerdom. Gedaante „Epternach ten overftaan van Heer Wouter, Abt der „Eymondfche keke, dewelke door Dideryk Graaf „der Hollanderen, om dit te beveiligen, overgezon- „den was ; en van Theobaldus''s Graven Kapellaan. „In Gods name, tot geluk, Amen. " , '". (- .' ,·»■. ■· ■■·■■ ■
Uyt de woorden , tot b"flijfmg van alle twtft, kan
men wel vatten dat de Abten van Epternach in geene gerufte bezittinge van de voornoemde kerken zyn ge- weeft. Biiïchop Wilhelmus , een geflagen vyand van de HollandfcheGraven, had de helft van die kerken» dat is van de inkomften, aan de gemelde Abten over- gegeeven : maar het ftaat wel te denken dat de Gra- ven, welker.voorouders veele van die kerken gefticht hadden, en dii vervolgens, als patroonen, ook een d Of Ofwilrc.
ooi
|
|||||
Rhynlanpsche Oudheden. 5-75
oog in 't zeil mogten en moeiten houden, zich aaa
dat weggeeven weinig gekreunt zullen hebben. En om dat de Abten van Eptarnach evenwel hun recht, zoo goed en zoo quaad als het was, deeden gelden; zullen zy eindelijk het openftaande verfchil op dege- zeide wyze met de Graven vereffent hebben. 2. Dit Wormand zouw ik voor een fchryf fout hou-
den: want in het meergenulde verdrag tuilchen den Biffchop van Utrecht en den Abt van Epternach, en in dit laatfte verdrag tuffchen Graaf Dideryk VI en een jonger Abt van Epternach, dewelke beide veel ouder zyn als de brief van Dideryk Vil, word het al Warmunde genoemt. Het zouw hier de plaats zyn om iets over de naamrede van Warmond te zeg- gen ; te meer, dewyl deze naam, indien men fom- mige Schryvers gelooven mag, een koninklijke oor- iprong zoude hebben. Warmond , zoo als zy waa- nene, is gefticht van den FranküTchen Koning Fara- mond>, en heeft den naam van zijnen ftichter behou- den. Het is waar dat Koning Faramondm deze lan- den geweeft is ; en dat de Franken uyt deze landen hooger opgetrokken zyn. Het is ook waar dat 'er weinig of geen onderfcheid is tuifcben Faramond of Varmopd, en Warmond : Het is al vorder waar·, dat deMirwe, volgens het gevoelen van geen onbillijke Schryvers , zijnen naam gekreegen heeft van den FrankiiTchen Koning Merovaus; hoewel andere voor- geeven dat de Koning NLerovam zelf zijnen naamver- fchuldigt zoude zyn aan deMerwe; en dat het by ge- volg niet ongerijmder of ongelooflijker moet fchy- ncn dat Koning Faramond zijnen naamgegeeven heeft aan een dorp; als dat Koning Merov<eus zijnen naam heeft gegeeven aan eenen (troom. Maar die oude en hoogdravende oorfprongkelijkheden willen t'hans weinig aan den man: en men acht het voorzigtiger en oordeelkundiger, eenvoudige en gemeeneafkomiten , zoo van naamen als van p!aarzen,op te zoeken.Daarom Wil men f liever zeggen dat niereen vlietje geloopen, enzyne uytwatering gehad heeft, met naamen Warm'. en dat het dorp, om die reden, den naam van War- üiondt gekreegen heeft ; gelijk andere dorpen , om * Zie Junii Batavia c. 8.
ƒ ZXz Aking parte i,
eene
|
||||
574 Aantekeningen op de
eene diergelijke reden , den naam van YiTelmonde,
JLexmonde, Egmonde, enz. gckreegen hebben. Ik verklare my doorgaans ook tegen die weitieheen, om 200 te fpreeken, heldhaftige oorfpronkelijkheden, en houde het ook vooreen goeden regel: de eenvoudig- ste naamredenen de belle. Maar, indien iemand lult tot het redentwiften had, en zifting met zifting betaa- len wilde , zou die niet mogen vragen waarom dat een Koning, dewelke zekerlijk hier omtrent, en hier te lande zelf, heerfchappy gevoert heeft, niet zoo wel zijnen naam kan gegeeven hebben aan Warmond; als een Albinus of Albanus, volgens die zifters zelf, zij- nen naam heeft gegeeven aan Alfen ? of als Keizer Hadrianus zijnen naam heeft laaten geeven aan Forum * Hadriani; of, dat vry wat miiïelijker luidt, als dat gErkelens zynen naam heeft ontvangen van Hercules"1. Zoude zoo een woorden zifter niet al vorder kontien in- brengen, dat het althans gewis en zeker is dat/? Koning Faramond, met zijne Franken, in deze landen gewoont of ten minite gezworven heeft ; daar het ilegts eene giffing en een los zeggen is, dat hier oit zoo een vliet geloopen heeft; en datgeenegedenkfchriften,geenehi- ftorï-of jaarboek-Schryvers, van zoo een vlietje, of watertje , of beekje , weeten te fpreeken. Evenwel moet ik bekennen dat die naamreden, de-
welke van het vlietje Warm en van mond afgeleidt word , hoewel op eene giffing (leunende , zich zoo waarfchijnlijk en bevallig opdoet , en het gemoed door haare ongemaakte eenvoudigheit zodanig om zoo re fpreeken bekoort, dat ik my al ligt aan die kant zoude voegen. 3. Hier heb ik den Leezer maar te waarfchouwen
dat hy ligtelijk mifleidt zoude worden door het on* voorzigtig fpreeken van Simon van Leeuwen', dewel- ke het geflagt der van Wouden optel lende, en tot Ma- ria van Woude gekomen , verhaalt hoe dat zy , met Philips van Mateneffe getrouwd, in barensnood is ge* ilorven. Daar op" vervolgt hy aldus : By {Philips •van Mateneffe ) reisde naderhand naar Romen , en wierd daar Priefier. Van daar wederkomende, wierd hy AbP * Voorburg.
g Alrifig p. r. , λ
" Zie Mezerai enz» χ \
tt
|
||||
Rhynlandsche Oudheden. 5^
teWarmond in "'t jaar 1492 ; en aldaar4; jaaren geleeft
hebbende , is hy geflorven in ^t jaar \$\\. ik wil daar nu niet op dringen dat de Ciiterci- monnikken van Warmond onder geene Abten maar llegts onder Priors gellaan hebben : dat onderfcheid is aan meer Prote- ftanten onbekend. Maar ik zegge dat Philips vanMa- tenejfe noit Overfte , 't zy Abt, 't zy Prior, van dit klooiier is geweeft. Voor eerft ftaat hy niet op de lijftvan het tegenwoordige werk. Ten tweede fchryft van Leeuwen zelf op een andere plaats , te weeten in het geflagtregifter der Matenefen, dat deze Philips zij- ne vrouw verlooren hebbende, en te Komen Priefter gewijdt, Monnik is geworden in het klooiier te War- mond. Monnik, zegt hy , zonder een Abt, of Prior, of iet diergelijks, van hem te maaken. Ten derde, om tetoonen dat men zich aan dit zeggen van vanLeeu* vjen niet moet houden, en dar het eerfte hem by on- voorzigtigheit en onoplettendheit uyt de penne is ge- rolr, heeft men maar in acht te neemen dat hy zyn zeggen , op beide de plaatzen, van woord tot woord getrokken heeft uyrdeKronijk van*Goutboeven; met dit onderfcheid alleen, dat dezeMatenejfe by Gouthoe- w», op beide de plaatzen, vermeld ftaat als een Mon- nik, maar niet als Prior of Abt. 4· DeLeezer moet het my ten beften houden, dat
>k geen beter woord vindende om het Latijnfche woord donatus, naar den zin van deze befchryvinge te vertaaien, een nieuwbakken woord heb verzonnen Wat een Donatus van een kloofter is, en wat onder- fcheid dat 'er is tuflchen een Donatus en een Leke- broeder, daar van is elders wydloopig gefprooken. f. By Goutboeven l\ en by Simon -van ! Leeuwen kan
Rezien worden hoe dat het flot Lokhorft eerft van de Poelgeeften beneeten is geweeft. Maar in dit ganfche verhaal, te weeten dat Oud
peilingen , gelijk Henricus Thaborita boven getuigt, »y gebrek van erfgenaamen aan de GraafFelijkheit ver- vallen is; dat Lokhorft of Oud Teilingen door Graaf halben, en zijnen zoon Willem V, gefchonken is aan * Gouthocvcn in het geflagtreeifter van MatcnciTcn en van
Wouden. Ê Pag. 8t.
1 in de Befchr. van het flot Lokhorft.
"Johan
|
||||
fj6 Aantekehingen op de
Johan Heer van Wonde, gelijk de zei ν e Thaborita ver-
haal^ ; dat de Heeren van Uud Teilingen plagten te woonen daar het bouw-huis der Broederen ten tyde v&ïiTbahorita heeft geftaan ; dat het kloofter, zoo als de Heer Auteur beweert, niet geitaari kan hebben daar Oud Teilingen plagt teilaan; in dit ganfche verhaal, ïegge ik , doen zich eenige zwaarigheden, op daarik nauwelijks weet door te koomen. Vooreedt, hoe kan 'tzamen ftaan dat Oud Teilingen ten tijde van Hartog Aalbert, by gebrek van erfgenaamen,aan de Graaffeïijk* heit vervallen was;en dat 'er noch eeuwen daar xxzmitan tTeiiwgenuythat echte en rechte geflagt gekeft hebben? En indien de oud ft e mannelijke tak al uytgeftorven waar geweefl, zoo zien wy by Goudhoeven ';n S. van Leeu- wen dat Oud Teilingen , of Lokhorft, zoo wel van vrouwluiden als manluiden bezeeten is geweeft. Dat meer is, Lokhorft of Oud Teilingen, word «van den Prins van Oranje , als Heer van Naahwijk , te leen gehouden. Nu, dat de Heeren van Naaltwijk Leen- heeren van Oud Teilingen geworden zijn, kan niet anders bygekomen zyn , als door het huwelijk van Willem van Naalt-wyk met Sofhia, Dirk van Teilitigem dochter: en dat ét'Poclgeeflen in 't bezit van Oud Tei- lingen zyn gekomen, kan ook niet anders bygekomen zyn, als dat Willemyne van Naaltwyk^ Heer Willemt dochter , in 't jaar 144-6 getrouwt is met Gerrit van Poelgeefl-, en hem Oud Teilingen ten huwelijk heeft gebragt. Heer Willem van Naaltwyk heeft ten tyde van Hartog Aalbert geleeft: Willemyne, Heer Willem* dochter, leefde ten tyde van Hartog Aalbert en van Willem VI Zoo is Oud Teilingen dan, ten tyde van Hartog Aalbert, en van zijuen zoon Willem, door de eigenaars ten huwelijk gegeeven; voor een leen uyt- gezet ; van 't eene geflagt in het ander overgegaan, enz, Hoe is het dan tebegrypen, dat het aandeGraaf- felijkheit vervallen was 5 en dat het door de gemelde Graven gegeeven is aan Johan van Woude"1. Teu tweede , fchynt het wat te ftooten dat Oud Teilin- gen, ofLokhorit, in't begin dervyfriende eeuwege- geeven is aan johan vanWeudc; en dat de Poclgeefle» m Zie Gouthoeven en S. van Leeuwen ia de van Tellin-
gen- Vidz et jam Pontum Heurer. &c, η Zie S« van Leeuwen, p, 1261» al
|
||||
RHYNtANDSCHE OUDHEDEN. 577
al op het jaar 144-7 vermeld worden als Heeren van
Oud Tellingen of o Lokhorft. Ten derde , hebben de Heeren van Oud Tellingen hunne woonplaats niet gehouden op OudTeilingen? De plaats, daar hetCi- llericikloofier gefticht is, was volgens Henricm Tha*' horita Oud Teilingen genaamd , om dat de Ç eren van Teilingen daar plagten te woonen ; ter plaatje, zegt hy, daar nu het bouwhuis der Broederen (raat. Zoo hebben zy dan op Oud Teilingen gewoont , en die wooniiede is in een bouwhuis der Broederen ver- andert. Maar hoe kan dit f zamen ttaan met het ver- haal van Gouthoeven , dat Oud'Teilingen , nu genaamd het huis te Lokhor â., in Warmond gelegen, in 't jaar 1447, (als Jan van Woude al omtrent 30 jaaren overleden was,) bezeetcn ivierd hy Jan van Poelgeefi ; die her. ge-erft had van zijne moeder Ifillemyna Dan Naait- ■ivjk ? Ja in't jaar 15*11 is het van de PoelgeeOen op de Lokhorden, en naderhand van de Lokhor/ten op de MateueiTen, en van de Ma-teneilen op de Heeren van Warmond gekoomen. Ten vierde fchijnt het wat duifler te luiden dat het klooiter , gelijk Ihaborita. fchrijft, op Oud Teilingen is gebouwt ; en dat het nochtans, volgens het zeggen van den Heer Auteur, recht over die plaats en naarder aan de kerk heeft ge- ilaan. Wat het eerfie belangt, dat Oud Teilingen door
Graaf AaIbert aam Johan van Woude ten voorfchree- Ven einde gefchonken is geweeft , (laat ook by ñ W. Goutbeeven en by S, van q Leeuwen aangetekend. Als Wy hier hy voegen de getuigenis van Henr'tcus Thabo- Ttt&, die het zelve noch omitandiger verhaalt, dunkt 'j1)' "iet dat het in twyfel mag getrokken worden, en 4J1& is ons die uytvlugt glad afgefneden. Ik zie'er dan "jet beter uyt te koomen , als met het verhaal van idsahrita in eenïgeomitandigheden reveranderen. Ik ø fan ten eerfie zeggen, of onderftellen, datOud- ^cilingen niet by uytftervinge van de erfgenaamen, ^aar om de bekende zamenzweering tegen Ftoris V, |
||||||||||||
iJasr
|
eurt is verklaart, en door de Graven is aange-
|
|||||||||||
gen: en dat Hartog Aalben en Graaf Willem VI,
0 Zie van Leeuwen en Gouthoeven in Oud Teilingen,
!i' '1c^ gfflagt van de Van Woudc. ®Q een
|
||||||||||||
57^ RHYNL ANDSCHE
een gedeelte van het land, tot Oud-Teilingen behoo.
rende, en onder den naam van Oud-Teilingen begree- pen, tot het bouwen van een klooüer weg gegeevea hebben : en dat de heerlijkheit aan de Van Teilingen -wederom is gegeeven. Dat Oud-Teilingen om't ge- melde verraad aangeflagen is , moet des te gelooffe- lijker fohijnen , om dat Teilingen zelf zekerlijk om diereden is aangeflagen: en ikxiegeene reden,waar- om dat Oud- Teilingen meer verfchoont zoude zyn als Teilingen. Dat de heerlijkheit aan de Van Tellin- gen weder gegeeven is , blykt daar uyt , dat Sophia Van Teilingen het zelve ten huwelyk heeft gebragtaan den Heer van Naaltwijk ; en dat het naderhand, ook door een huwelijk, aan de Poelgeeftenis gekoomen. En hier mede zouden wy, en zoo het my voorkoomt zonder veel ommeflags, een groote fteeri dieonsden weg belemmerde opgeruimt hebben. En ik vje geen beter kans om dit wargaren anders te ontwarren. Maar hoe (lellen wy het met de woorden van de
voorgemelde Schryvers , dat Oud-Teilingen door de Graaven weg gegeeven is tot het opbouwen van een Klooiler ? Hier door fehijnt immers het Hot zelf ν er- ft aa-n te worden : te meer, dewyl Henricus Thabortta dnidelyk en uytdrukkelyk fchrijft dat de Heeren Van Teilingen gewoont hadden ter plaatze daar het kloo- iler is getimmert. Ik heb maar onderftelt dat de heer- lijkheit aan het geflagt der van Teilingen wederom gegeeven is: wat' het flat zelf belangt, laat dat al vee- vallen, laat het weg gegeeven en tot eenkloofterop- getimmert zyn ; den naam van Oud-Teilingen zelf kannen de erfgeuaamen aan een ander Heeren huis gegeeven hebben. Op de tweede zwarigheit kan rm ligtelyk geant-
woord! worden, datflegts eenige landeryen van Oud- Teilingen , de hofftede daar onder begreepen , aaö Jttn van IVonde weg gegeeven is : maar dat de heer* 1 lijkheit weder aan 't geflagt is gekomen. Het antwoord op de derde en vierde zwarigheit is §
ook in het voorgaande befloten. f |
||||
Oudheden;
SASSENHEIM |
|||||||
519
|
|||||||
%% Melis Stoke ZaiTenem, Ctt tit tttt Opcn^Saifem5
D>ief ban Dideryk V 5 ban 't jaar 1048/ Saxnem oudkit,
genaamd/ ioojö t'gangï bg beriio#tn0e Saflem
genoemt/ ctt i$ boÏ0en|# Boxhornhis eeneboïfb planting oer (O &&pm. ®e garocöi-toftP3?^1" plagt ter öenoemmge ber Höten ban Cgmonö ei c' te ftaan i tn i$ ben Qciïignt Pancrauus, debiel Pitroon> l\t in $ijne fctnöfeöe jaaren boo^ 't geloof ge* martelt if/ torgctütjöt** 3fEt btnoe öe boigenae ψ&$αύ$ bermeïb/omTc
betoel&e ^aftem tn de üatoljjhe tijden bedient ί>αα·ϋ°4 Ijcbben, 3ftt 't jaar 1461 Bartnolomeus Simons van
Schiedam , ©afïooi ban $affettt en %i$ / in
toiet$ tijd be Maptl ban&$ i£ gefcöetdenban bé Uztft ban ^affêm, ^tt'tjaar 15-06 Willem Sybrandsz, deibefe
öcjioibcn i$ tn 't jaar 15-10%
Jöhan Vorfrius, bcloelfir in *tjaar 1^1 aan
Albertus Pighius, Utanomiift en «gcïjatntceff er bet ïitrccütfclje lüerite / ecnen b^icf geeft ge* fcS?ecbenober de pïigten ban'ti|arder£-ampt» 2n't jaat iff$ Kornelis Johatisz.
BoIget$ een ïijfï bande <£0mondfcöefterli- ΚμμλλΛ
saeöeren $ 'er te ^affem een tepeïïangi ge* p y tefï ban eétiett 3|eer Dideryk. Sedert get berauberen ban ben openöaaren
6oö^biettfï Ijeböen de boïgcnde Pafbo$ niet ogen ^affent/ maar ooft Warmond/ feoo^ Öout en Stfle / tot bat %$ een mm ©afïooj ge&reegcn geeft/ in 't geef&ïpe bedient 3 Boxhorn. Theatr. Ho!l, p. i?z : waqt hcim is by de Duit*
*hers 2®s> veel ïe neggen als (i) huis. #0 2, Kör*
|
|||||||
5? o RhynlaN'DS c η ε
Kornelis Johanszoon , tta 3tjne geboomte*
pïaat# Van SaiTem genaamb -, betoeïSe nabcr?
t)auii ïtapel aan/ met$afloo$ maat/ m%w ïimmüx ie ïf aarïem të aetoo^en, johan Alrjus, i^pafïoojbatt i&awtonb ge*
tooien... en öen 2 j^obembei* 163 ? tan öe pcjl gcftoaben, kngeibert Vochelius , eett 3t^Cftfaïii10 / ί$
ben 19 banSCp$ i6yo te j^armcmbobeeieben.
Adriaan Hoekgeeft, een ï|agenaar / mtm
2£otenftï) <0obtgeIeerbe/ te i^armonb in cc» jjoogcii ouberbom obetleben öen 2.3 gjanaaq? 1667, #itbet* Hoekgeeft j$ be^e ^afïotg bcrbceït/
cnïieefi Siffe een eigen ©afloop genveegen, %m i$ ban / na bat öe gemeïbe Hockgeeit tiutuv hm btaë/ tot ψψοοί ban ^aflem en^ar^ ntonb aangcficïtTobias Nomi$s? een Hfaciriciw ttier/eu eeiliobenfr|j 4E>obtgeieerbe:befcDe!Ke&en 20 ban lip?ü ι η \ 5- in 3öne^afiory $ obetleben, Reinier Vehhoen, tt fgutfeeil gebOOWtt/ Cll
eoïi een Hcbcnfcfi <£3obtge!eerbe.
25g ^affem ftaat ïjet flot Ceiitngen: sptie
toeï-eet öe toconpfóat^ öetvVnn TeUing-.n ge toeefi: tot bat ijct sclbe/ om bat begeer Van Teilingen ooft ö&fcööaabig &a$ aan tic nioo:ti ban Floris V, beo? be 02aa0tijiiöeit i§ aaw Bcflagcn. Eébert bien tijb ïjebben be €>?aabcn ban l^oUanb bit ϊβ\ί§ aitijb boba een jagtf)U$ gebruik. ^tt ^eigentlp Jieuto-Peilingen: toant
<©uö-(€crtinsen/ gelp b)g teeb$ gejcgt OT ben / bm$ bg #armonb gelegen / en blaast altïjang ben naam ban Mtöö^fï. |et abelp fïot Mieniabe/ ban't toeifcetoj|
boben gefpaofcen Rebben / toa£ 00^ bg βΨ JCIl»
|
||||
Oudheden.'
|
||||||||||||
m
|
||||||||||||
fcm odezen: m t§ in£grïp£ in ben &#amv>
fcijen o^lo0 bmtfelt. ν^οφ in tiaar 1615· jjeeft Syto mU van Alkemade,3003$ an Lcru-
ν υ fcfeöffc/ öet30lbetöcbcromap3Ctimmnrt
^αίΒ ijet ander föincmabe/ atiöci'^ ftrmieftótt genaamd / örftöen tog onder goeter&aube gfc? fpjonen. AANTEKENINGEN.
1. Dat niet alleen Saflèm zynen naam van de Sa*
xengekreegen heeft; maar dat dit ganfche landfchap, van Nimwegen af tot de zee en de Schelde toe, Ne- derfaxen plagt geuocmt te worden , is een bekende zaak. Maar men zoude met reden konnen twyfelen wan- neer, e.n by wat gelegendheit, dat het aan dien naam gekomen is. Vöoreerftis het zeker dat Kerel de Groo- *f, om dat hy de weerbarüige halsfterrigheit der Sa- xen niet anders te betemmen zag, het puikje van hun. volk, ten getale van loduizent, uyt hun Vaderland heeft doen verhuizen, en hun de kuiten van Vlaan- deren, Zeeland, en Holland, tot eene woonplaats heeft aangeweezen. Of dit maar eens gefchiedt is, gelijk A'imoinm te kennen fchynt te geeven ; dan of dit kunsje λ twee - of b drie - maal , gelijk ande- re Schryvers bewee-ren , door den gemclden Keizer te werk is geftelt dat zal geene verandering in de za- ke maaken. Wat bier van zy , zegt Douz.a zelf, dit 'S gewis dat een gedeelte van dit overwonnen volk (te Weeten deSaflèo ) op de zeeku/ien van ons Batavia zy» koomen vjoonen : ende de naam ( der Saiïen ) is noch Un deele overgebleven in Saxheim .... Zoo fchynt hy dan terneenen dat deze vervoerde Saxen, den naam aaoSaflem, ofSaxheim, gegeeven hebben. Dit zyo. gevoelen wil ik in geenen deele afkeuren oftegen- ipreeken; ja ik bekenne dat ik het voor waarfchijne- Jijk en aanneemelijk houde. Indien men evenwel enderftclt , gelijk het fchynt dat men onderitellea * Inccrtus fcriptor apud Pithaeiun,
b Paul Mmil lib. z. |
||||||||||||
c Annal. lib.a, pag. 86.
|
||||||||||||
moet,
|
||||||||||||
φϋ 3
|
||||||||||||
sl% Aantekeningen of de
moet, dat Nederfaxen, voor 200 veel als het Hol-
land en Zeeland betekende, en het dorp Saxenheim of Sailem, hunne benaaming van dezelfde Salien ge- kreegen hebben ; fchynt het wat te ftooten dat men aan een hoop overwonnen en verdreeven volk , en op een zekere wyze een deel ballingen en vlugtelm- gen, de eer gedaan of gegunt zoude hebben, van zoo een edel en roemruchtig eiland om hunnen t' wille van naam te veranderen. En dit fchynt des te meer te ftooten ; omdat die verwonnene Saxen met alleen ïn Holland , Zeeland , Gelderland , en het Sticht van Utrecht , welke landfehappen onder den naam van Nederlanden begreepen waren, maar ook, en wel meerendeels, in d Vlaanderen en daar om nene geplaatft zyn geweeft. Indien men dan bewyzen kan dat dit eiland al veel vroeger door Saxen bewoont geweeft: door Saxen, zegge ik, oewelke hiermet een overwonnenen verdreevcn volk, en als een de ballingen en ontembaare muiters , tegen hunneniwü en dank, naar toe geftouwt engedreeven:iyn; maar het ganfeh eiland met den degen in devu.ft verovert, ingenomen, en overheerfcht hebben ; zouwheniet ru?m zoo waarfchijnelük voorkoomen dat dezelve, als overwinnaars en beheerfchers, hunnen naam aan h eiland gegeeven hebben? Indien men daarenboven bewyzen kon dat de veroveringen en de heerlchappy van die ouder Saxen binnen ons eiland, Zeeland·paar nu onder gerekend, befloten zyn geweeft, en dat κ nimmer op dien tyd tot in Vlaanderen doorgcdWB gen zyn; zouw het dan niet van zelfs en ten ecru» aanzien blyken, waarom dat de naam yan Nede rttx» ook niet vorder heeft gefprongen ; 't welk, indien men het eerftc gevoelen beweeren wil, zijne zw righeït al hebben zouw? Staat dan te weetendat ana de vierde eeuwe, te weeten onder Keizer J&**i een gedeelte of byzonder volk der Saxen, '^jgfS. genaamd , met een deel fcheepen in t eiland der t» tavieren zyn geland, het zelve verovert, en deöaiier die het te voren ingenomen hadden , als naar.een hoek toe gedreeven hebben. Eindelijk is Jult^u 'zelf, die de Saliers niet ganfeh uytgeroeit of onae d Vide Meyerum I* 1«
« Vide Zozymmn libt. %* ^ . ^rU&
|
||||
Rhynlandsche Oudheden, 583
drukt wilde hebben, in hetfpel gekomen : en zyn de
Quaden of Saxen, die het tegen zoo eene magt niec uythouden koften , te raade geworden , of genoot- zaakt gewe#ft, de vrede te verdoeken. De vrede is hun toegeftaan; doch onder beding dat ze hetRoom- fche rijk getrouw zouden blyven, en met de Saliers in vrede zouden leeven, Zedert / dien tyd zyn de rechte en oude Batavieren, de Saliers, en de Saxen of Quaden, als in malkander ingelijft, en een volk geworden. Nu is dan de vrage of deze Saxen niet al ïoo wel hunnen naam aan Nederfaxen en Saxhelm gegeeven konnen hebben, alsdelaatere Saxen. 2. Dat heim by de oude Duitichers een huis of
woonplaats betekent, en dat Safienheim vervolgens zoo veel te zeggen is als de woonftede der Saxen» word van J. Douza· fterk tegengefproken. Hy is ver- zekerd, gzegt hy, en hy weet het uyt het leezen der oude Staats-brieven, dat heim by onze voorouders niet genomen is voor een huis of woonplaats ; maar voor een kring, of fcheidpaal, binnen den welken de grens- paalen van zekere plaats of gebied gefloten waren Dus is SaiTenheim, zoo als hy het verftaat, eigentlijk eni oorfpronkelijk te zeggen, eene volk planting der Saxen, binnen haare rechtsbannen en fcheidpaalen befloten. Doch ik zie niet dat die twee betekeningen, in zo- danige manieren van fpreekenals hier, zoo ftrydigen qualijktepaarenzyn, ofzy zouden omtrent op't eene en't zelfde konnen uytkoomen, en in het tegenwoor- dig verfchil gepaart mogen worden. ƒ Vide J.Douzam in Batavia.
g AnnaL lib. 1· |
||||||
VOORHOUT.
* 3[tt een openfyief banïüeiser Hendrik IV, voorkom*
bantjaat 1064/ fïaat^oo^out iicrmdö aï^eudeIiaaa,i ttm tern met flaare üajjelien 3fti een open kkf ban pideryk V, ban 't jaar 1083 / mop ïjet Forenhokc jjenoemt, * Ahing, Notit. part, iz»
Φο 4 ®it
|
||||||
5S4 Rhynlandsche
p.rochu ©rt bom I in 't ^raaffcöap ban 3|oïïan&
k«k, gelegen / ïett aan be recQter 3ijbe ban be baart bie ban Welben naar K|aatfem loopt. ï2^e $a; rocQt-ïterft $ op ben naam ban & Barthoio- mxus ingetoijbt: en noejj tegenhjoo^btg taojti öe l\mni§ tMn na ^ Barthoiomaeus bag ge* ïjonben· Ifrt recjtf ban beJ^arocï)!-iiera teber* geeben cjtiam ben jpatté en ben Λ ban €φ iiionb toe 3Ia bic nerït haaren tfcuee 0itagen: beeeneban f LysbctSimons-dochier Hagensj
Vikaryen. fte anbCre ban Jjéeb^OUtue Van Teilingcn1: bc* toelfic beibegaar booa ben lilbt ban ëgmoub
bcr^eeben imerben. Sjn't jaar ijoo/ ben Spaart/ geeft Mei-
nardus Mannius , Of Meindcrt de Man , fHÖt batKËgmonb/be ïtapeïïan^ ban be^. jÉaasb
Maria, en ban d$* Jakob, te $0O$out / bciv geeben aan Maareen Baarthoudsz.
3fu be oube b^ieben binbe iït be boïgenbe
oiuk gafïoo^ ^öli $oo$out bermeïb: tafloors. ' i^eefier Willem, in 't jaar πυ, Aaibcrc Terning , ai bermeïb op ïjtt jaar
1321/ en oberïeben in 't jaar 134-0. Hufjo Poiiaert, ütanonmn te lltreegt en
fèaflao} te $oo$out / ïjteft in 't jaar 1533 nocg eene plaat^boo^ een^onne te Seeubten- Ijü^fï gefïïeïjt. Johan de Wie fïaat aï£ gafioo^ bermefót
in't jaar 1441. Mattys Johanszoon, rtn ©eïbenaar/ en#'
penöaar jpotari^ / geeft 'er ban 't jaar w tot 1468 a$3Pafïoo?geffaan: en i$ gefloten in t jaar 1477. Ban.'holomaeui Johansz fïaat H\§ $φ*1
bermeïb m 't jaar ^z9 w li6&<
t Intjiculi Bonor. Ecclef» iEgmoni* „H
|
|||
5*5
|
|||||||
O V Ό Η Ε D ÏS Ν.
|
|||||||
gin be$eïbe ïfterit / aan β. Mariaas tmtaar/
toaé eene #ft«rg geftidjt; betoelfte naat Dirk Boneertja bntjenaamb Krol, ^kfttt en m X\m§ te ©ooiSout / genoemt tojeröι Krols |>i* fcarp, ©e$e $inarn fïonb ten ïafïe ban be ^ö" Diffe ban aeeutaenljo^t. Φιφ Ieeji men bat De ^iitan^ Krol in 't jaar ι rro ugt öanben bec »# ontbaii0en fjeeffc - - ιχ - o - · toeïfte penningen jaarfp^ betaalt bHecoen, fntjaar 1571 / op^to^efliöeti-bag/
fieèft Hendrik Broek ontbangen bier gnïDeiu DUtbat ftpinbe pïaatseban Roeland Vincents-
zoon , ble Kroic ^ftatn beftïeebe / eene b»ee# fteïpfcïje ΜΦ te$ mx #· Marms ^™*5
boo^noemb. LIS.
1« tf een te» met een ^cMfft tuf* £«■*
feïjen ^affem en iiiiegom: 't toelft De ii- a- Patroon oatha ban onb£ a\§ ©atconeffe öeeft ntWtt. ?m l* ®e ïtapeï ban %$/ Detoelne te boren ottber
bc #aracïii-fcerti öan ^affem ïjab gedaan / \f tot eene töarocïii-fterlt aangcfMt/en ban ^ap fem afaeSmbert in 't jaar ιψόο. ©e bolgenbe feief / Daar De gemelDe lierh aan De ©awfit- feeeft ban ^affem onttronen too^D/i$on$«c JjanD geflelt Dooj Ν. Ν. Wouter va» ter Goeie, Prooft en Aartsdiaken
W van S. Pieters Kerke te Utrecht, door den H, ApoftoliGchcn Stoel tot Rechter, Komrnil- faris, en gemagtigden in de onderftaande zake aangetteld, wenfcht allen en ieder. . · de eeu- wige zalighcic in den Heere, eneene vafte ge- hoorzaamheit aan onze bevelen . * . De bnet <£>0 5- van
|
|||||||
5$<S Rh ynlandsche
van den allerheiligften Vader in Cbriflus, onzen
Heer Pius II , door Gods voorzienïgheit Paus van Romen, mee zyn eige en waare loode bul- Ie , enuythangende kennip-koordetjes, naarde wijze van 't Roomfche Hof bezegeld , en daar by gaaf, volkomen heel, onbedorven, onge- fchrapt, niet verdagtvande minilevervalfchin- ge, dewelke ons van wegen de eerzaame man- nen den Schout, mitsgaders de inwoonden en ingezetenen van het dorp Lys , onder het Bif- dom van Utrecht , die in den gemelden brief ook vermeldt worden , ten overfhan van een openbaaren Notaris en van getuigen, behandigt is, hebben wy met alle cerbiedigheit, zoo als het betaamde, ontvangen 5 zynde van den vol- genden inhoud: PIUS Biflchop, de Dienaar van Gods Die-
naaren, wenfcht aan zyn eerwaardigen Broeder den Biflchop van Utrecht, en aan zyne lieve Zoonen de Prooften van den Dom en van S. Pieten Kerke te Utrecht , de Zaligheit en oen ApoftolhTchen zegen. De heiligegenegendheit, dewelke on^e beminde Zoonen , de Schout, mitsgaders de inwoonders en ingezetenen van her dorp Lys, onder het Bifdom van Utrecht, ons en de Roomfche Kerke toedraagen , ver- eifchc dat wy hunne begeerten , zoo verre als het ons mogelyk is, inwilligen j vooral de zo- daanige , dewelke dienen om de prykelen van hunne zielen en lichaamen af te weeren ; om hunne zaligheit en de vermeerdering van den Goddelyken dienft te bezorgen j en om het ge- ne vorders tot hunnen welftand verftrekkenkan uyt te wérken. Vorders hebben de Schout, in- woonders , en ingezetenen voornoemd % ons een bede
|
||||
Oüd'heoïk, 587
bede voorgeflagen : hier in beftaande dat hec
hun, voornamentlyk de oude en zwakke luiden, zeer laftig viel dat zy, om de MiiTen en andere Goddelyke dientten te hooren , mitsgaders om de Kerkelijke Sakramenten te ontvangen , en de kleine kinderen,dewelke daar gebooren wor- den, te laaten doopen, gehouden zyn te gaan naar de Parochi-kerk van SaiTenheim,onder hec voornoemde Bifdomj welke Parochikerk, onder dewelke de Schout, en de inwoonders en in* gezetenen voornoemd, alsParochiaanen behoo- ren, en gerekent worden, een halve myl, zoo als de mylen in die gcweften gerekent worden» dat is drie Italiaanfche mylen , van 't gemelde dorp gelegen is: Zoo dat het fomwyien gebeurt dat de ingezetenen en inwoonders voornoemd , om dat ze den Priefter die zoo verre van hen af woont niet tydig genoeg konnen bekoömen, zonder het ontvangen van de Sakramenten , en de kleine kinderen zonder het doopzel te ont- vangen, koomcn te fterven, tot geen klein ge- vaar van hunne zielen. Daarom zyn wy wegens den Schout, en de inwoonders en ingezetenen voornoemd, ootmoediglijk gebeden, wy zou- den ons doch gewaardigen de Koninklijke Ka- pel, dewelke door Willem Roomfchen Koning, toen Graaf van Holland, roemruchtiger gedag- teniiTe , gebouwt is in het gemelde dorp Lys% en dewelke, zoo als de Schout en de inwoon- ders en ingezetenen voornoemd verzekerden, door den gemelden Koning, toen Hartog, daar toe gefchikt is ge weeft , tot een Parochi-kerk op te rechten 5 en tegen de voorfchreevc onge- bakken van den Schout, inwoonders,en inge- zetenen voornoemd, te voo* zien. Zoo is het dan dat wy, als geen rechte kennis van het boven- ilaande
|
||||
5$B Rhynlandschï
ihande hebbende , en voor 't gemelde verdoek
wel gewgen zynde , uwe beicheidenheit door dit Pauflelijk gefchrift bcveelen dat gy-lieden, of tenminite twee of een van ulieden, den Re- ent der voornoemde Parochikerkevan SarTen- etm , en de anderen die 't behoort, by ui. te ontbieden hebt; en, indien gydan na eennaar- itig onderzoek de * zaak aldus gelegen vindt, de gemelde Kapel tot een Parochi kerk , die ha re doopvonten, een kerkhof, en de vordcre cei tekenen van een Parochi-kerk hebbe , hebt op te rechten j den Schout, de inwoonders, en de ingezetenen van 't voornoemde dorp, dewel- ke tot nu toe gewoon zyn het Wy feeft der gemelde kapelle jaarlijks te vieren, en hunne nakomelingen , omtrent de zielbeftiering en an- dere Parochi-ampten, uyt krachte van het Apo- ftohich. gezag van de gemelde Parochi- kerk van Saffenheim af te zonderen j dezelven, mitsgaders het voornoemde dorp, na dat zoo eeneoprech- ting en afzondering door ui·gedaan zalweez?n, als rechte Paroehiaanen en Parochi- Priefters aan de voornoemde kapelle vaft te hechten en toe te eigenen 5 het beitier over de zielen van de gemelde menfehen aan den Regent der gemelde kapelie voor akyd op te draagen; en aan den Schout, inwoonders, en ingezetenen voornoemd verlof te gceven om in de zelve kapelle, als zijn- de dan haare eige Parochi-kerk, de goddelijke dientlen te hooren 5 en dat gy zult maaken en * De wyl wy roear een üccht affchrift van een ander flecht at-
fchrift te leen gekreegen hebben , en alies niet konden kezen. ef verdaan, fïebbcn wy'er, tier en daar , wat moeten naar flaan : doch wy «yn uyt den ganfchen inhoud wel vet zekert dat we niet geraift hebben in de zaak: en dat 'er ten hoogfte , h«r en daar, het e^nc weord root't andere eeuw moeten ftaatu Vtrtaaldtr, te
|
||||
Ï õ D ç e D ê ê. 5%9
te weeg brengen dat aan den Regent der voor-
Bocmdc Kerke van Saflenheim alle jaaren ten eeuwigen rilde twee of drie oneen louter zilver, of zoo een andere vergoeding als gyl. volgens dr redelijkheit billijk zult oordcelen, door de Parochiaanen die uldus afgezondert zullen wor- den voor het bovenftaande inderdaad betaalt; weiden: zodaanig dat gyl de regenftreevers door kerkelijke ftrafvonniffen, zonder plaats aan ee- nis beroep te geeven, zult mogen bedwingen: niet trtsenftaandc alles wat hier tegen mag ftnj- den. Gegeeven te Romen by S Pieter, in tjaar van 's Heeren Menfch· wordinge 1460, den achtften der maand November, iri rtderde jaar, van ons Paufdom. Waar op wy de voornoemde kapel van Lys
tot eene Parochi-kerk , die doopvonten , een kerkhof, en de vordere eertekencn van een L a- rochi-kerk hebbe , oprechten ; den Schout, de inwoonders en ingezetenen van 't voornoem- de dorp, dewelke tot nu toe gewoon zyn het Wy-feeft der gemelde kapelle jaarlijks te vie- ren, en hunne nakomelingen, omtrent de ziel- beftiering en de vordere Parochi-rechten , van de gemelde Parochi-kerk van Saiienheim uyt krachte van het Apoftolifch gezag afzonderen ·, de voornoemde (Schout en inwoonders) mits- gaders het gemelde dorp zelf, zynde nu op de gezeide wijze van de Parochi-kerk van SaiTen- hcim door ons afgezonderd , als Parochiaanen, aan de gemelde kapelle als haare Parochi-kerke- valt hechten, en toewijzen ·, hetbeftier over de Sicien der Parochiaanen van't gemelde dorpi^J aan den Regent der zelve kapelle , dewelke nu tot een Parochi-kerk opgereoht is, door't zelve: Apo-
|
||||||||
f 90 Rhynlandsche
Apoilolifch gezag aanbeveelen j aan den Schout,
de inwoonders, en ingezetenen voornoemd, verlof geeven ow in dezelve kapelle, als in haar cige Parochj-kerk, de Goddelijke dienften te hooren; en volgens de gemelde redelijkheit or· dineeren dat aan den Regent der voornoemde Pa- rochi-kerke van SaiTenheim, die het op zoo een tijd weezen mag, tot eene vergoeding voor het bovenftaande, door de Parochiaanen die dus van de Parochiekerk van SaiTenheim afgezondert ïyn, jaarlijks ten eeuwigen tijde betaalt zullen worden vyf oneen louter zilver: en dat aan den Heer f Earthokmaus Simons^'riefter en Paftoor der Parochi-kerke van SaiTenheim. ... Gegeeven te Utrecht in ons woonhuis, in 't
jaar 1461, in de 9 indiktie, 's maandaags, den 27 der maand April: ten overftaan van de eer- zaame getuigen, Yheobaïdus Niklaasz. en Reinier van Oy. ^tt $aftQtyftyap pïagt bom fcedfoabeti bm
5|oïianii / fcc tnfïeüios öoo^ bm fïart^iriaïiea ban Utrecht gegecben tt fkfo^Deii* gn'tjaar ïyi^tcft gferal^pafïoojscfïaa»
Jjför* Ewout Floriszoon , $$J0öC tOSil CCH !HflH
ban 70 jaaren/ öetoeïne in 'tgcmclöc jaar ber*
Maart geeft öat Jrj ten ttjbc ban Den lartog Karei tot ^afïoo^ ban %φ toaé aangefïrit· ÖOO^ OCH 3MiaVï$ Gruitduinen. ·. . s < *;-■■?.
©e iiiKonifie tscr ^afrorge Mfcpca 4° ^ÖÖnii
fcfje guiten^, ©e ïiofier toicrö ooft oooi iré 4frab'?n Benoemt Ü|eer Laurens, aitp-ounreno &fóarfë aan
't Ontaar ban ^Jakob den Meerderen tcïfaa^
1 f Hy word ook genoernt Baitholomaus Simons van
Sih'sfdam, i "",' |
|||
O U D Ή E D Ε Ν. 59Ι
lm/ i$ in öe Hatoïpe tijben ooft$aftoojban
%i# itefcoeeft. i^ut Laurens fïaat &l$ $afïooj bermelö op
Jet jaae if6*$ ·, en $ gefloten in 'tjaar 15-89. Didéryk Oofterwyk i§ tt Hl öie tijben OOft
f afïoo? getuüefï*
Zthttt get beranberen ban ben openBaaren
6ob$>ienfï i§ %i$ / geïp ίο? öo&en aï ge3eit Jjcpöeii/ niet 3$armoiib / &oö;fjout/£affem/ bgnaav tot öesen tgb toe / öoo? eenen en oen jelfben gafioo^ öebient getoeefï ■, befoetfte $\}n kröïgf boo&|aan$ te ^aflem plagt te gouben. goo öan be oieï eerfïe gaffoö?#K.orneiis jo-
hanszoon , Johan Aalrius , Engelbert Voche-
Hus, Adriaan Hoekgeeft,3ijnreeb# onber^ap
fem opgegeeben. $a öe öoob ban Hoekgeeft i$ %t§ ban be
atiöere bo&ien afge$onbert / en geeft een eigen ψajïooj getegen. Φε eerfïe $ getoeefï Johan van de Werven , te ï|aarïem ü$t een
SSurgemeefïerïp gefïagt geöooren / en een I£cm bmfeg <0obtgeleerbe: betoeïfte in öe ïente ban gn ieben/ te ioeetenben 1 gfuip 1697/tt%\^ i$ obedebest %n $\jm pfaat£ ψ geboïgt Lamberr Schaap, een fOmfïerbatnmw / en een
ïiot ban 't -ifaanemfcge Hiapittei. ïf# 4 f in $$nt ^afïorp oberfeben ben 1 o ban $Cp^ü 1709: en Seeffc tot opböïgcrgeftreegen h Aarnout de Leeuw,een $BofCcl}£nmv/ tuniï
5£obenfcI) <0obtgeieecbe i bie 'er een nieufcoeen fraaje toft getimmert geefr, Begaïben nteee anbere jecc groote en be#
niafteïij&e peeren-gutsen fïaat gier ooft getfïöt l^eercnburg / ben 3§cer van Alkemade toeöe» sjooeenbe ·, 't fcoeïU ober eenige jaacenp^acgti* m i$ becti'mwerr, NOORT-
|
||||
Rhynlandsche
|
||||||||||||||||||||
5pi
|
||||||||||||||||||||
Ν O O R Τ W Υ Κ.
|
||||||||||||||||||||
Woertwïjks Noort wyk, in ÖC ïijjl ber Uttttί$(Φ &Λ
oude naa- goeberen Nortgho genaantö / b?o|b «ι eernn
|
||||||||||||||||||||
wen.
|
||||||||||||||||||||
ogen B#ef ban Dideryk ν ban 't jaar 10S3
Noigha gfiionilt Melis Stokc en Beka gCClJCit
Set oen naam ban Noemch, *$$ oen m\ïtn
bmbt men Bet ooit Noordïke genaamö*
$an oub$ f$ 'et* οαίί een abelp gefïagt gc^
|
||||||||||||||||||||
flagt
naan Noo yoerende. |
taecfï / 'tbjel& ben naam Dan Noort wyk of
Noirtig gelagen Ijttft. &u§ binbe ift bat een
k Johiin van Noirtich, ^ÏtV te Noorcicherhout,
|
|||||||||||||||||||
tïl tClX ^ïefïet Floris van Noirtich , K^OUhJ
Lysbet van Alkcmadens-zoon , bieïfte Lysbec P<?ouiti ban Noinickerhout en taeöutee ban
Johan van Boukhorfl folQ^b geSIOemt/ tSCCHieïtït
ïoojben in een ouben ojief ban |&arienpoeI.
fyt Vander Doezen v öeiödEte $00 tod tÜC*
gen$ Junite geïeerb^eit ai$ tuegèn^ gun Φ&
lp gefïagt geroemt tuo^ben/ 3ijn aïtBanéïfeo ren ban j^o0|ttop. $oo#b)p / tegenbjoojbig een IfofianbfcS
tro-p/ fïaat bg Aibertus ffiöt ban Jltaöen te boeit boo^ een bo;p ban (i) ^ic^ïanb : baant ober ï)et jaar$76 fcB^benbc/ fi^eefttBö D$fy boïgenbe bJijse: * Het is ten dien tydc door Gods oordeel ge*
beurt dat de Normannen zyn koomen afzakken naar zeker dorp, in verre landen aan de groo· te zee gelegen , en Noordzvege genaamd Dit dorp hebben zy beginnen te beitor men : doch op den zeiven tyd was aldaar de hoogwaardige |
||||||||||||||||||||
Oudhcit
|
||||||||||||||||||||
Matth. de Nobil. I» I* cap. iS. p# 6j-
|
||||||||||||||||||||
m-
|
||||||||||||||||||||
O U Ό U Ε D E &♦ $93
BilTchop β Remkrtus: door wiens vermaningen
en onderrcchtingen de Chriftenen zodaanig aan- gemoedigt en opgewekt wierden, dat ze op de vyanden los gegaan zyn, en 10367 mannen ver- flagen hebben. Noch grooter getal is 'er ónder het vlugten, in het overzwemmen van de (hoo- rnen , doodgebleven. Adam van b Bremen, fjet $t\Üt Ütvfyaiütüht/ noemt get Ö023 Nordwick 23ρ tien naamloos
$cn j&cjteper / bie getbertjaa! ban Adam fleg«3 nagefcfeeebeti fjeeft / too$ &et Norden ge* noemt. a^1 8^ öcrtïoïs op öe gnatboctten / tlOO? Pithieus ligtgegCCbeit / c ftmt Norditum.
€l\ hit geeft d Conringius OOlt ÖetöOgeil Ottl Boxhomius te öefïraffeii ·, om bat \yq be plaat$
ban oen naamfoosen feffêijoer ögfyrngcnbc/ Norden ïjccft beranbert in Noortwyk. 3j|g (Conringius) 5egt bat $ojben al ban oub$ een befki^t gaben geeft geljjab > baar #00$; top integenbeeï opbienHjbsooberïpbenhja^ ®oc]f) be5e reben fïaat metboÏHomen öoo^. ^ct i§ hiel alttjb l)et betïigfïe/ 500 fcoeimg aï^ mo* Seïrjfs iö banbeijanbfcljjiften af topen, |&aat |oe gering 3onbj öe beranbering 3911 / inbien men / met eene letter te beranberen / booj Nordwide , Nordwige fielbe* ^OO^ be aejjte^
ïoo$)eit ban be untfe||L?!jbergi nan er $eer ligt
ftne letter beranbert of berfseerb gefci^eebei! tooien, ga 't $ niet een$ nooöig bat 'er itt§ « S· Rernbertus is na S. AnfcUarius Aarts-biiTchop van
Hamburg geweeft , en word gevicit op den 4 February, Zyn Jeveii kan in de LevensbefcbryVingen der Heiligen door de Bol- Isndiften uytgegeeven , ia het cerfte ftuk over Febiuaiius , na- gezien worden» b Hift.Eccl.cap. jf.
£ Apnd Lamb. lib. i, commenc. de Bibl. Csefar. ad An« 8&4»
* De Urbib. Gcrm. th, 8*
ψ$ ber^
|
||||
594 RhynL ANDSCHE
beranbat too$e, iU^aarom dan ïjtt bo$/ önt
nu Nordwige genoemt fcoo^b / eertijb^ niet - Nordwide, geïjeeten ïjeböcn * 3®ant toat ben I tiaam£oo3cn f'efeper belangt: bat go anöcrê I gefefeeeben $onbe ïjeö&en al| Adam , tuiend I tooo#en ij» nafeïfêeef / baar ftan ift tocinig I fajaörfcï)tjncïijfegcit^ in binben» &t fcooo^cn ] 3CÏf ban ben ^tjffêper ftrpen tegen ïjet 5ctj> j 0tn ban Conringius: Een dorp,3egtbe^CÏ)$M
bet/ in verre landen aan de groote Zee gele-1 gen. 4£nttn bJCUlig Imgtt: Om deze wonder· daad worden de verdienden van den heiligen j Rembertus tot den huidigen dag toe by deVrie-1 zen in groote waarde gehouden : zodanig dat | de heuvel, op dewelke de H. Man onder het 1 gevecht zijne gebeden itorte, . . ^g^OO^I iöp / gelp beftent i$ / 3911 geiibeïen of bui> 1
«en/ bg Jto^ben niet, Stëatöcjjatocn belangt/ ïiat φ ïijgt te beantfooojben: toant jjoe fïuit öit gebolg Γ baar iua^ geen jjaben te $oo#t#i en betbo!gen$ 3911'er geene jpeojmannen aan* 1 geftotnen* i|oe beeïe 31311'er in b^eembeïanöc11 j aangekomen/ 3onber eenigc §abenaangeöaan I te Ijebben* <®at meer t&/ öe &f$n geeft ban 1 enb$/ bolgen^ ijet gemeen geboelen/ nfctbtf' 1 re ban |^oo|ttop eene unttoatering ofip'i Honneti be $oo#nannen baar niet aangeland 1 3pi (2.) Boilandus eil Hcnfchcnius , in jjtttt e ^ I
Beriep op {jet ieben ban £♦ Rembertus, 0f'|
toaagen ooft ban bit berfrïu'ï; en goetoeï batg 1 cenig5ing tbnjfelcn friien^ seggen naafï aan IJ toaarfjeit mag ftoomen; 300 Béngen 3» ecijtrt 1 oin jjet geboelen bat boo? $oo$ttop i§ JjfD; 1 beftigen / be boïgeabe plaats ö£ «fft to S** e Tom. i.Febr. §*6.p, f j9* «..-
|
|||
O U ϋ Η Β D Β Λ' $91
Boeftrtl bötl * fuXMn t De Vriezen» dewelke
de Weitvriezcn genoemtworden, met de Noor* mannen in een gevecht geraakt, hebben de over- hand gek reegen. Zyzyn mceiter geworden van alle de fchatten , dewelke de Noormannen uyt de plunderingc van zeer veele plaatzen by een verzamelt hadden; en hebben die onder malkan- der gedeelt. Cll / \ %tt\\ HOCÏj htt ttt Öebeffo ringt ban bit seborlen dient/ 300 313η te$*W
mannen/ aïg 5e ijnnne nederlaag op öc Croi* énen 3011001 gaan berïjaalen / 0? €en$ nset afaebaaren *, of Seööen daarom Ijeue tnet ge* Maant en geroofh Maar i Jet 3ίί» b* bedelt ban Oen bOO^emeïÖen Adam , om het verhes ,
dat zy in Vriesland geleden hadden, op hetgan- fche "Keizerrijk te wreeken , of te vernaaien > fcynzy met de Koningen Sigafridus cuGotafridus den Rtfyn , de Maas, en de Schelde opgevaa- ren, en aldus in Vrankryk gevallen; daar zy de Chriftencn dóór floegen, Cn3, OWt gebÖÊit $® boo?namentlp mjjet jaar 881 en in de boicen*
öf jaea-en «ntgereeijt i 3®° a$ de rjeJptijof0e Mmfterö seringen > en gdp Boiiandus en Henichenius, f feïpjbende ober ïjet ïebrn ban $, Anfcharius, ooft aanacmer&t Rebben* Melis Stoke fei)$ft bat Joojttoijft eene 3eer 0li£jc kerk
oude lierfc beeft rjebad ·, dorf) bat 3e 000? de te nuoi«u $onnannen ίί afecbjanot, ft berb/ die er ^· fegcnfooojbiö fïaat / $ $m fegoon en #βφ tig-, en té maetondt op ben naam ban oen §tv ïinen Jeroen. Mtt iwbetig een to&byti» ban ft. JcVoens ïeben ·, 't toeln Molanus 4. \m een ljanbfeïj?ift ban de ^bdge te «tëgraonb öeefc Setrobhen. ! AiAnaf87^i * l· ?■ 4 N«A S. S. Bdgü.
|
||||
$(J& RhïNLANDSCHI
&t i|, Jeroen, j^iefïee en „fl&artcïaar/ toap
af «omfïig ngt ^ejjjotlanö: ca ïjoebjel gg ban ren beftigen abei en be ecnigfïe 300η ban 3pe mibet$ b$a$/ üeöben öc öenoo^pïjeDen en aam logden becbjereib geen bat op öem geïtreegen. jjlaac gg ïjceffc 3^6 Ö& &£ <SM«iaarói be^eere ftcrbocgt i en rracijtc be beugtien ban tthtv m 't ö^onbcs na re boigen* llï^ggboo^ijneto iü'enfïen tot bc bjaarbigïjeit ban J^iefïec opge* Mommen toa$ i geeft gg beeïe menfcgen tn be gebjefïen ban li^ie^Ianb ban beifcgetbe boonn* jjen afgetreden en becloff, ^inton'jït geeft ϊ)ρ/ geïp aï$ gp getuenfcgt gab/ ben hcllt be$ Itj^ bcn$ geronnen : mant onber be berbolgüige ber Reenen en „^mannen iöiera ggboo^gun* lic rccgtbanlt gefïeejptj en geeft/ na batgyöe gceffel^/ ben &erto/ en iimme bozere fco^ ieöen ngtgefïaön gab / be matte&roon booi |et 3bjaacb bcrbient. SStjii jjoofö iuo^b te $00$* kap/ bepraat^3i)iiet*raarteiie/^ebiaact gijn ïicgaam tuicrb ïto# baar na öóu| ben 23iffcgop ban ïltrecgt/ en booj Deu^cHanVcgen&raaf Dideryk II, na εειιbafïen ban fytt bagen/eu onber een menigte ban micaaeïen / naar €ψ monb berboert/ en in bc Slöbge ban <§♦ Adal- bercus grptoatfL p. Opmeer geeft een frpjoojpige? befcg#
buig ban Jeroens ïcbcn uptgcgeebèn : en b$ geböen 006 m 't ectfte beei ban Batavia Sacra, in be boo^eben ban jijn ieben/ omftanbiges ban gem jgfftKoften. (3) ©e niarteiboob ban 1m$en ^eiug pïagt oy
gctgetucïfbanbe Üern 3cec mmfïig gefcgilbfrt te ftaan. 3|a een gebeclte ban bit gefcgiïDft' if ■. nor g in tDC3en geöïceben i 3pbe be rrfï Dooi een mjbige ganb uptgelicaöbcit* Guido, ]
|
|||
Oudheden.' ^7
Guido, SSiffegop ban ïitreegt / geeft in 't
jaatM^o} boo^ tenen openb^tef beriofgegee;* ben om te j^oo^ttop eene nern te bontoen. Ζ wedcrus ^tffegop ban fttwegt/ oieopbat
p$ te 3£eiben toa*i/ aegt geebenöe op betoon r" ceie üttöcaben ban <&« Jeroen, en goe bat be Kien*va"s.Jc fcgen eene ongemeene 3negt boo^ bien Heilig iS3.,ngc" m boo^ be£ 3e?f$ ftettquien gaoben / geeft 111 't jaar 14^9 op ben if ban $obembec eene o^bonatttjie untgegeeben bat g>. Jeroens bag iii$oojtgotaib / 3$e|ïbaie$tenb / en be om* feggenbe plaatsen/ op be seifbetotfóe met een octaaf gebiett $oube tooien afë &. Laurens tag. 2&g ht$thjt o^öonantste geeft g|» 40 ba* gen aflaat^ berïeent aan aïïe be geenen / be* toetëe be Jteocgi-ten te $ao#top op $, Jeroens bag/ of op een anbeten plegtigen feefï* öa,g / 3ouben be3acfcen en3. * %et gemeibe feefï ban &, Jeroen , 't toelït
tïjan$ aile jaaren m\$ gebiert toojb/plagt υαη ouïté tWt maal In 't jaat / ttn§ bt$ zomert πι itn§ b*$ tointecg/ gebiert te tooien: 300 al$ BKjftt «gt een stfcfytwa iïehenbaeö ban öc $oojih)pfege §)atoegiton. Buigen^ eeniiegïfiertie ban be goebeten en
ftttecgtlggeben bef füboge ban Cgmosiö Qeefc te ftecn ban E#oo^ttoijU/ in ouöe tijben / ber* fcfjeibe bapeïien/ outaaren/ en biHarnen ge* 8ab. Ifian 't outaar ban be 3^ Jfèaagb Maria toa* K „
ten ttoee btnargen geffcegt. oulparen, èa ^ebelienbe Martinus Dorpius geeft In 3lJ* vikarycnt
ttmtijb eene eeutoigebifiarp te $O0jtiap be*
fteten.
* Ziet de ganfche ordpnamic ία liet 2, deel vaa bet Duic-
I(*c fcatavU Sacra in Biflchep Zwedcrus. gp 3 3Can
|
|||||
ƒ 9$ RHYNLANDSCHE
man 't ontaar ban $ Jeroen, 'tfodft in't
ntiöben ber fcerfte flfonb/ foa$ ooft ten biftarg geflïc^t. &t bermaarbe Atbenus Pighius ban dampen / Heeraar in be geefïelpe tep* ten/ ^oo0Ïceraai4 ber <0obfmnbe/ lianonnift en ^tliaimeefïer ber ïltrecijtfcïje fterfte/ toag in 't jaar ι ? ban retfjt|lwgen be b^tttcc ban öcje biüarg: maar gg ïjab tot mebebinser Hendrik Aalhei tszoon.
«Paar bsaren meet? anfcere biftargen -, eene
aan 't ontaar ban 't Η Kruis j eene aan & UrfuUa? ontaar > en een berbe aan 't outaac ban 't HUïecöriïiöfle ^aftrament. Φαη toa$ 'er nocj) eene biftarg aan β Ni-
colaus en en atiaere aan ^ Lebuinus outaar. β®φ ina£'er een biftarg/ beioeïfte gemeen*
ïp J*n van Nüorcicks biftary fcoierb genoemt: éoft taa$ 'er aan j$. Catharinaas ontaar eene biharvj itan §. Jeroen. q^an b?a$ 'er noefj eene bitog ban & Ca-
tharina.
gin (jet lioo^gemeïbe töegtficrtie öer.fflB&B*
ban <$gmonb fïaat een t Dwangbricf van 3e Bazelfche fierkveigaderingc, rankende S. Ni-
cohus vikiry te Noortwvk. T>t bfttoemtnn; tot be gafiorg ban $wP
tttp/ en tot be bifeargen ber i$aroeÜifter&c/ qn&m brn %U ban <8gnumb toe. «^jnbegarot^fteffteban^oo^ttop/ aajj
&. Antonius outaar/ toa$ in't jaar μ il noc9 ten anönt biliarg gcfiicgt boo? bsnïïiötïcrFlo- ris van Boukhorit, ^t$t biftary flonö ten \v fïe ban beffiöbgelieenöjeiüjo^ ·, en tmerö oor Ito be Xöbiffe ban bat ftiooftec bergeeben. t Compulfom,
* Uyt 4e oude gefchiiffea van de Abdyt ter Lee,
|
||||
Oudheden. 599
Bolamé be oube bjieben m patupimn ber oude v»
M&m» teïte Öeööen altaar m &^™k mm mm te Mwm* ®Φ*$ ö^*n* '
Mtt Hendrik in 't jaar i*i6\
Hu2o van Leiden f afïoo^alöiec/ enïtanon*
aft ban ^ Jans fictKe in 't Jaar 1303· 3η t 5eiföe jaar binfte in eenen leer Johan aï£ W* pcUaan ban Jfcootftop bermelb. . *,Η Simon van der Zee, &apeïlaa!1 B» htll feet
ban $0o#fcp/ foa$ alpr ^afiooj tn 't jaae
13Aaibert Terning, eenb*ö$*ageïïaante$oo^
top in 't jaar 1318/ taa^ in be jaaren 152,2. en 1340 $afïooj ban ©ao$ont, AainouTvan Vilvoorden toa£ fafiOOJ batt
ioo^ttop in't jaar 1310*.
^eee jakob tn 't jaar 1344- ,
Willem Nagel fïaat op Jet jaar i$r« beu
nteïb atë ©atfooj ban $0a#lt)p i en op Ijet jaar 1378 al£ üapilaan ban öe napeüe ber Gerrit Hoogeftraat foa£ ©afïOOJ tg«#0gtj
top m 't jaar 1370 5 en ijeeft/ gelnft m tjec
Cefïament ban Philips van Leiden te leeseti jïaat/ eenize bvzondere brieven, oudere ze-
kere leenfpreukcn , met eigen ïjanöe ugtaej* fcfi?eeben. <©oft ficeft ïjg met eigen ïjanbe ujp SCfch2eeben Boëthius van de vertrooitinge der
Wijsgierigheic. ®e igemelbe Philips van Lei- den ïiccft'*mie korte Verzameling, Of de latei van zijne Verhandelinge over het beitier van C gemeene beft, enhet lot van den gezag-hebber, Opaciljaaaen aan Öen cerwaardigen Man, Mijn- heer Gerrit, Paftoor der Noordwijkfche ker- ke, onder het Graaffchap van Holland. Pp 4 si-
|
||||
6qo Rhynlandsche
simon Pinge ί»0|ο a$ pifioo^ bermeïöfc 09
bt jaaren 1359.1375·. Johan vanNoortwijk, bmttCÏil Ü# &£ jaamt
141)" en i43f-
J.ohan Dirkfz, «^niisrgaftoo^ ban ^oojttop/
tn^aftoo^banj^otftoparj^t/ in be jaateti 1417.1457.
üeCL' Laurens ©aftOO? tt J^OOjtfttpt, !tt 't
jaar i5*4p*
Urbanus Hcrding 5paftOO^ ban ,$00#fop/
endenen ban J^Pieters {terne te litöbeïburö/
in 't Jaar in 7. <2^e ïfcft4 en jHeeftee Jnkob Ruifch foa$ al»
Sier J&.'iftooj ίιί r btgin bet seftientie eenfoe: l&ant in {jet· ifctgiftmfc ban öe 0oeteen öcc Hüböye ban gggmonft binöe ίίί fiet bolgen&c aansetenenit: In 't jaar if 18 den derden van April heeft
Meiniert de Man, Abt van Fgmond , aan den voortrcffelijken en hoog-agtbaaren Heer, écn Heer en Meefter Jakoh Ruifch , Leeraar in de geeftelijke Rechten, Deken van O. L, Vrouws Kapittel in 's Gravenhage, en Pailoor over de Parbchikerk van S. "Jeroen te Noortwijk, ver- lof en volkome vryheit gegeeven om de voor- noemde Parochikerk met den eerw.HeerZ^»- dnt Janszoon Paftoor van S. Pankras kerke te Middelre, te verruilen oftevermangelen tegen de gemelde kerk van Middeland, of voor eeni- ge andere kerkelijke bedieninge. Frederik Schenk van Tautenburg , öebjeïïte
naötrgantt Μανφί^φρ ban ftttecjjt gebw
benig/ tua$ in 't jaar 15*34JN*00* ban$oop tup : gelp in ben üpmfyitf / bitn tog in bt öefc^ijbingÊ ban$ijn Ubm aanhaalt öenben/ aan^telienü fiaat Jakob
|
||||
Oudheden. 6&x
Jakob Stark, |&omtfö in t»C Wbtyt bait <&%>
monb/ en ®fer$ ban stjnliioofiee ƒ fïaat op
fjetjaar 157$ berme!b ai| ©afloop ban $οο#* top* 3« 't jaar 15-08 jjeböen be üerïmieefïerg
ban j^oojttoijK / ten oberfïaan ban gemelbeti Stark, cenenin0 ban be üerneipe inftomfieti ^eöaan, # Nicokus de Nova Terra, eerfïe ^iffegop
ban Haarlem / geeft ben gemeïben Jakob in 't
jaar 15-69 gemagtigt om cenige ïanbergen / öe feerft ban Jbo^ttop toeöegoorenbe / en onbec Boo^feïjoten aan ben Papenweg geïegen / tot een erfjjaeïjt op te reegten en ugt te 3etten. 3®$ geböen eenen ö^'ef ban bm 10 decente ιηί/ öie booj gent/ a$ ^ajfooi ban $ooifc> fop/ onberteftent i$. ligt een fóeïtenöoelt ber $oo#iöpfcïje ψ&
rocöt-neeïte öemerne in ten eerfïe/ bat 'erin 't jaar 15-70 ten minfle bier ^iefïer£ te $00^ top 5jjn getocefï: te fcueeten / be reeb$ genoemd tie Jakob Stark, ^afïOOJ } ijfeer Willem, be*
toeïïte / naar jjet feBgnt / jakobs föapeUaan
toa$ i ïfeee Folpert en ï|eee Q^iryn. «®en ttoeeöe bat 'er atfe bing^öagen ter eer·
ban &, Anna, en aïle f$oen$bagen ter eere ban & Jeroen , een iingenbe jj&$ toierb ge* taan boo^ ben gcmeïbcii Igeer Folpert: en bat be boo^nocmbe 3|eer Willem gegouben toa^ öï!e bonöerbagen ter eereban'ttfiüerg. ^alira* ment/en aïïeb$öagen ter eere Kan9tl£Mvui$/ een biergeujne Jfoiffe te boen, ^ier «gt fcgjjnt te bïpen bat 'er tm minfïe bier outaaren jij» Betoeefï: te toeeten β. Annaas outaar/ ^Je- roens ontaar/ 't outaar ban 't IfiUerg, ^aftratf * Uyt een gefebreven boek van de F.^mondfche kcik,
$&p f ment/
|
||||
CO! KHYNL ANDSCHE
ment/ en bat ban t$« Üru$ : öegaïbenbaê
'tt setóp / en 5onbet eenigen tfcotjfeï / ooti ten outaaü $ setoeefi ban ben &♦ 4$eefï, Willem Dirksz. van Terrode , mijfcijiCtt be
*clfbe éeer Willem ban toienfog 300 eben $t*
fmoïten hebben/ ®inar$ te#oo#iop/ <ise* floten ben 1 ban mtobtt 1601 / en te #00$' top in be f at'oc!)i-teli begraaben, iSa ftet onöerttëuïtëen ba&iben ouben <&w§'
ïnenfï ïjebfien be boïgenbe f afioo$ te #oojt* top gefïaan / [ohmnest Benius, toeï-eer %eetmeefïei' bee
45obïtnnbe in be bermaaube Itibbge ban ufifc Adrmn vander Aa, een$ieulfi;ö<0obt0deer*
tot/ boïïtomenSSaceliec in be «Sobtininbe -9ta in 3pe f afïorge banjoo^tiop obetfebenöen 11 MuOTïi 1640. Hendrik BieiTius, boïïtomen Racete m öe
<0obïmnbe / en pmffelpe $jotonotar$ / ί? te 3flmfï ecöam oberleben ben 8 ISppl 167 $ ♦ Francoist Vermaat, J^iefïec ban't<©catOCl/
ïieeffc ïjfer öefiaan in 't jaar itf6. ^abetïjanö
i$ ïj5 3(efugt aebjo^ben ; en Beeft tot najaar Sfeteegeil Picter Langeveld, illbe ïiüUVtWV
mMo gebooren/ een %obenfcS<0obtgeIeeröe/
in üieentsiaat in be <0obthunbe: betoeme te jtagttop/ in't bïoegen ban spe jengb/obet' ïeben $ op ben ζ ban €>ctote 165-7, Bartholomaeus van de Velden , Langevelds
nagaat/ een gebooren&eibenaar/ SabteïW
ïen op be <0obnunbe gefiitbeert. Theodorus van Groenhout , tipt ttll beftl0
gejïast te ^aarïem geöoomi / öeeft te gsrgg
r J. de Ia Torre, in zya Roomfch Verhaal.
ί J. de Ia Torre, enz. ' *■
|
||||
Oudheden. 603
δη bc Babei$ ban 't ^retort ojt be ^obïmnbe
nefïitöeert, fn tf oberïeDen öen 7 fefyuarg 1716/ en öceft tot nasaat 0eïii*ee3fn Hendrik van der Lee. ttlt ^OffCÖenaaC/ «1
gen 3£sbenfc& eobtgeieeröe,
€e f^oo^top öeeft eerdj&$ een&ïoofïerff:^ itiooft«ts paan/ £.Barbaraa> ftOllbClIt genaöUtÖ/ettUgt Noaitwykf
get ieiöfröe Honbent Komen boo^ef&otett*
Hot ben baïnenöen open fytef öipt bat Vrank van Bochorft , £cgiHtitnaag / mbt§*
%t\f§ gentaïinne / Katharina van Bakeneflc., Ög eerfïe fïïcöte^ ban bit üïoofïer sön geitteefc ;
Τ iV" ^» naame des Heeren , ^fe». Door deze
tegenwoordige akte zy kundig aan alle men- fchen dat in't jaar na's Heeren geboorte 145*6, in de vierde indiktie, den 19 dag van de maand September, omtrent 10uuren voor den middag, in 't tweede jaar des Pausdoms van den heilig- ilen Vader in Chrifius , onzen Heer Kalixtus^ door Gods toelaatinge den derden Paus van dien naam, volgens den ilyl en het gebruik des Hofs en Bisdoms vanUtrecht,voormy openbaar No- taris, en voorde onderfchrevenegetuigen, die byznnderlijk daarby verzocht en ontboden wa- ren , in eigen perfoon verfchecnen zyn, van de cene kant de edele en hooggebooren mznFrank vanBocborft, Schildknaap, en de zelfs huisvrouw de eerzaame Catharina van Backmejfe ·, en van de andere kant Heer Hugo, Hugooszoon^ Priefter, en ten dezen tyde Regent van het huis of kon- venr der Zuileren of Nonnen te Leiden, door de wandeling her konvent op Rapenburg ge- naamd , mei Clara Willems dochter, Overfte of Priorinne van 't gemelde huis of konvent } ett dat de gemelde partyen vrywillig, eendragtig, en,
|
||||
6©4 Rhynlandsche
en, zoo als zy zeiden, na goede en rype bcraa-
ding, voor de ondergefchreevene getuigen, en ten overftaan van de Bezoekers des voornoem- den konvents of klooftere» tewceten den gods- dienftigen man en Heer Nikaas de Wit, Prior van \ Regulieren-kloofter by Schoonhoven, en van Mijnheer Joban dejonghe^ Prior van 't Re- gulieren- kloofter te 's Gravezande, op de befte manier, wyze, form, enplegtigheit, als bun mogelijk was, aan my openbaar Notaris ter hand gefteit hebben zekere aantekeningen ofgefchrift, op een parnpieren briefje gefchreeven, om het naar 's lands eifch op te ftellen; welk gefchnft hunne wederzydfche en eendragtige ordonant- zie bebelfde, zoo als zy in't openbaar voor my openbaar Nota.iis , en voor de ondergefchree- venegetuigen, beleeden hebben, Diigefchnft heb ik volgens den wil, en met de tocitemmin- ge der gemelde partyen , in 't operbaar voor de voorgemelde Heeren en de ondergefchreeve- nc getuigen met een luide en verftaanbaare ftem- me van 't begin tot het einde toe geleezen. De inhoud van hetzelve briefje luide op de volgen- de wyze> 1 Die ordinancie twisken Franc van der Bochorft,
ende den Convent op Rapenburch kinnen Leyden, In den eerften, foe ghevct Franc vander Bo·
chorfl den voerfz. Convent op Rapenburch, om een Convent ende Cl >eiler op te maken , een hofftede mer den lande binnen der (4; muyren gheleghenmit horen toebehoren daer dieSufte- ren vander der der Oerden of zyn ghefceyden, o- vermits don bram, gheleghcn binnen den Dorp van Noortwyck, eenpareliken om Goods wil- |
||||
Oudheden» 6of
]en, van welken bemuyrde hofilede ende lande
voerfz. Franc 'vanden Bochorfi voern. een open- baer initrument ontfanghen heeft , roerende die ceffie ende ghifte van den ielven landen en- de hofitede ghedaen by den eerbaren ende gee- ileliken Vader Hecren Jerfl Munfier, Gmerael vanden derden Oerden van finte Fancikus van der penitcncie , ende oick vander gemeenre Oerde voerfz. van welken inilrumcnt Vrank voerfz. oick een copye au&emyck den voern. Convent op Rapenburch overgbeievert heeft. Ende noch foe geeft Vranck vander Bochorft mit fynre huysvrouwen voeriz. den felven Con- vent voeriz. drie ftucken .lams ende erve, met walryfen met haren toebehoren achter ende be- zydendefe voerfz. hofilede gheleghen tot enen vryen eyghen. Belent na wtwifinge der brie- ven die hi hem daer of overleveren ende grie- ven lal. Voert foe heeft Vranck vander Bochorft voerfz. ghetymmert een huyfinghe mit haren toebehoren binnen der muyren van de voerfz. hofitede by confent des voerfz. Convents, ende noch tymmeren fal mit enen achteren wtganc te weghen of te paerde, alfa dat daer by con- fent des voerfz. Convents bepaelt is mit zynen toebehoren , cnde dele voerfz. tymmeracie of die hy of zyn wyf noch tymmeren fullen, geeft Vranck van den Bschorfi den felven voirfz. Con- vent oick puyvliken om Goids willen, hehou- deliken dat hy ende zyn huysvrouwe Jonc- frou JCathry. oan Bakewffe, zyn gheechte huys- vrouwe, dele voeriz. huyfinghe mit horen toe- behoren , bcwairen , befitten ende ghebruken fullen hoer leven lanc, ende oick dielancfte le- vet van hem beyden, ende zy fullenfe moghen doen bewonen van redelike perfonen by goet- duno
|
||||
6o& Rhynlandsche
duncken van den Convent voerfz. Êndedesfo
xynt oick voirwaerden, dat dit voerfz. Convent voer defe voerfz. huyfinghe gheven ende beta- len fullen na dcde Vranck van den Bochorft en- de zynre Joncfrouwen of huysvrouwen denghc- men daert hem believen fal te laten, voer elcx van hem beydcn vyhich gouden Enghelfcbe No· beien te betalen op tien jaren, elc jaer voer elcx van hem beyden vyf Ν oberen, ende wair dat Vranck ende zyn huysvrou voerrz. dc(c voerfz. gbelden ontfaen wilden by horen levenden live tot tien jaren alft voerfz. ftaet, ende die voerfz. huyfingbe ruymen wilden , fo fal dit voerfz. Convent van Noertich verbonden wefen defe voerfz. ghelden te betalen foet voerfz. ftaet toet x. jaren, ende dan vry weien vander betalmghe die na der doot ghefcyen foude. Ende Vranck van den Bochorft ende zyn huysvrouwe voerfz. of die gbene die defe voerfz ghelden na hoerre doot ontfanghen fullen, feilen verfekert wefen an defe voeriz, hufingbe ende andat toecomen- de Convent van Noerüch voerfz. behoudelick dat dit voerfz huys mit zyn toebehoringhe tot cwighen daghen bliven fal na dode Vranck en- de zynre huysvrouwen an dit voerfz. Convent van Noertich , ende dat oick dit voerfz Con- vent tot ghenentyden of daghen dit voerfz. huys dat Vranck ghetymmert heeft of lymmeren fal, belaften, vercopen, noch verfetten of vervreem- den en fullen erflic van den voerfz. hofftede of toecomende Convent. Des fo hebben Vranck van den Bochorft ende Joncfrou Kathryn van Bakeneffe voer hem ende horen erfnamen ghe- loeft ende loven ter eerenGoidsende zynre ghe- benedider moeder Marieny ende finteKathrimn 9 finte Barbare», finte Francifcus, endealreGoids Hey-
|
||||
Oudheden* 607
Heylighen, defe voerfz, hofftede als zy nu be-
muyert ftaet vry te waren als zyn eygnen guec den voerfz. Nonnen of Sufteren voer hem ende horen erven of nacomelinghen tot ewighen da- ghen van allen commerdiedaer opcomenmach. roerende voer datum de briefs, arch ende lift in allen defen articulen ende punten voerfz. altyc wtghefondert, Ende wederom fo heeft dit voeriz. Convent totzaligher ghedachten voer defe goe- like gracien ende doechdelike ghiften voerfz. ter eren Goods, fïnte Juguftyns, finte Kathrinetty finteBarbaren, ende alreGoidsHeylighen, ge- loeft Vranck van den Bochorft ende Joncfroa Kathryn van Bakenefle, zyn voeriz. huysvrouw defe naghefcreven goelike gracynen, dienften en- de ghedenckenilTeu dat ft in horen loecomen- de Convent van Noertich alle jaer fullen doen houden, inhoirrebefterghewoenliker manieren, twee memorien , een des fomers endc een des winters, fo dat behoren fal voer zaligher ghe- dachten die hoech gheboren ende edele Vor- ftinne Vrou Margriet van Bourgonge, Gravin- ne van Hollant, Zeelant, &c. ende oick voer den moghenden Prince ende hoech gheboren Hcrtoghe Philips van Bourgonge , Grave van Hollant, Zeelant, &c. die welke dek voerfz. hofftede mit horen toebehoren van leenguedea belieft heeft wtgheven ende te gunnen om een Cloefter ende Convent op te ftichten, ente te funderen. Ende oick voer denedelen ende eer- baren Vranck van den Bochorft ende Joncfrou Karh ryn van Bakenefle zyn gheechte wyf endc huysvrou voeriz. Voert fo fal noch dit voerfz. Convent van Noertich tot ewighen daghen doen lefen in haren huyfe ofConvente alle weke twee MiiTcnvoer defe voerfz. perfonen,te weten met een
|
||||
éo8 Rhynlandsche
een Collcc"r., een Decreet ende eenComplencn,
als dat beit ter eren Goids na den daghe diet is behoren fal. Ende daer toe fel noch dit voerfz. Convent deelachtich maken, ende rnaecl dcel- ■achtich an der graden ende hulpen van Gode alle die guede oetmodighe dienilen ende wer- ken, als vallen, bidden, duciplinen en anders .güede oetmoedighc werken die men in dcfen toecomenden Cloefter of Convent tot ewighen daghen noch doen Ct\. Ende voert ghevielt alfo, dat God verhoden wil, dat dit voerfz. Convent van Nocrtich tot enighen tyden van de voerfz. hofftede fceyde, het waer by ongheval van brand of anders , of dat zy daer geen broor. winnen en mochten hoir notrufte of behoeft te hebben, ende zy opbraken ende van danen toghen , foe fullen ende moghen zy mit hem nemen ende of breken alle dat zy daer op diefeive hofitedc gc- brocht hebben of ghetymmert ende ghemetfck; behoudeliken dat zy haer fculden betalen fullen die zy daer ghemaecl" hebben. Ende waert oick dat zy enighe ghelden betaelt hadden Vranck van den Bochoril of zyn huysvrou , ofyement van haren weghen van den hondert Nobelen voerfz. die fullen zy moghen houden ende ver- halen an die voerfz. huyfinge ende erve die Vrank van den Bochoril: daer binnen dermuyrenopdie hofilcde voerfz. ghetymmert heeft. Ende wat dair dan bliven ende overcomen fal van defen voerfz. hofilede, huyfinge ende landen , dat be- velen Vranc van den Bochoril ende zyn voerfz- huysvrou den Convent der Regularijfen van den Puel by Leyden wederom te reformeren tot c- nen geefteliken ilede of plaetfe , of dat al gne* heel te vercopen 5 ende dat ghelt daer of tegne" ven ende te deylen in gucden armen geefteliken J e huy- |
||||
ö Ü D Η E D E 3f» 6ep
huyren of Cloefteren in Hollant, om ymmer
niet te comen an Vrancken of zynre huysvrou- wen voern erfghenamen.Ëndeal ift dat ïc Vrank van den Bochorft met Joncfrou Kathryn van BakeneiTe voern. an die een zyde defe voerfz* ghifte,waringhe ende lofteniiTeghelikent voerfz. ftaet, mit ripen rade ende gueder voerfiennic» heit ghcdaen hebben in alre manieren als voerfz. flaet, voer den eerbaren ende wyfen Mceftef Matthys Janfz, van Delft, Paftoer van Voer- hout, als Nötarius daer toe van ons beyden ge- beden ende gheropen , nochtans om die meerre vaftieheit ende fekerheit, fo hebbeicmijn zelfs zeghel hier onder an dit openbaer open inftru- ment mede wtgheftcken ende an ghehanghen int jaer ende op ten dach als voerfz. is boven in den lelven inilrument. Ende wi Claes Willems dochter, Re&rice van den ghemenen Convent van ümcjeronymushuys opRapenburch,bycon- fent van onfen Vaderen ende Vifitatoers, als Heren Claes die Witte, Prior der Reguliren buy- ten Seoenhovcn, Heren Jan die Jowhe, Prior der Reguliren van tSgravenzande, Heren Boyrt Pietcrfz. Regulier ende Conventuael tot Steyn j an die ander zyde, fo hebben wy oick ons ghe- nieen Convents zeghel hier onder an dit open- baer open inilrument mede an ghehanghen, om «at wy oick alle defe voerfz. punten ende arti- culen gheliken dat zy voerfz. ftaen van waerden houden ende kennen willen , arch ende lift in allen dcfen oic mede wtgefonderr. Ghedaen ende ghefcreven int jaer ons Heren op den tyr3 dach ende uer ghelikent voerfz. ftaet. En na dat ik Notaris onderfchreeven , in de
tcgenwoordigheit van de hier onderftaande ge·* <Ö q tui-
|
||||
6io Rhynlandschts
tuigen , het gemelde briefje met een luide en
verftaanbaare itemme geleezen en opgezegt had j hebben de voornoemde partyen openbaarlijk en vry willig gezeit dat ze het aldus onder malkan- der eendragtig befchikt en beftelt hebben, ge- lijk als het hier boven gelezen , opgezcit, en befchreeven was *, en dat zy , zoo veel als het aan hen ge ft aan heeft en noch tegenwoordig aan hen (laat , begeert hebben dat de gemelde bc- ■ fchikking en beftelling omtrent deilichting, begiftiging, en oprechting van het toekoomcn- de nieuwe Kloofter onwederroepelijk ftandzul- len houden, volgens het recht der teftamenten, kodicilkn, of uyterfte willen i of op de befte en krachtigfte wijze , als ze anders van rechtswc· gen of uyt kracht van de gewoonte , zouden konnen en moeten ftand houden. En hebbende partyen wederzijds endragtig verzocht dat ik, openbaar Notaris onderfchrceven , over al het bovenilaande en voorgelcezene , en over ieder van 't zelve in 't byzonder , op de befte wijze als het door een wijs en ervaren menfeh voor- gedicht kan worden, eene openbaare akte, 01 meer openbaare akten, zoude opmaaken. v]l alles is gedaan te Leiden op het hof en in het huis derPrieftcren , die de Overftcn Àø^ het Huis-konvent, of Nonne-kloofter derRc* gulariflcn van S. Hieronymus op Rapenburg» in Vjaar, in de indiktie, indemaand,opdenoagt op de uure, in het Paufdom , als boven: in f tegenwoordigheit van de eerzaame en befien dene mannen en Heeren , Diederyk ÇáÖîß ' Priefter en Biechtvader der Nonnen of RcB^* rillen van S.Jgnes Konvent te Delft; ^l! J. Jamz. Biechtvader van het Nonnen- oh KJS, lariflcn-konvent van de H. Maagd öÐáú^ |
||||
O U D Η ï D Ë Κ. 6tt
by Leiden; Heer Jan Janfz. Prieiter, en Biecht-
vader van S. Catharinaas Zufterhuis te Leiden $ en Even Hendriksz. leek ; zijnde allemaal ge- loofwoordige perfoonenj onder de Urrechtfche Kerk j dewelke by het bovenitaande byzonder- jijk ontboden en verzocht Waren. En ik Mattyi Johamz. van Delft, door Keizerlijke magt en met 's lands goedkeuringe openbaar Notaris van de Kerke des Bifdoras van Utrecht , enz. ®an boiler in >t$mt Smiöfcliitft een Mè*
mmUtfcïJ tCfiament ban Vrank vanLokhorft·
sVcltcr ÏJCt *ΦΜΜ& boi0t bc uebcfimiim /
octoelfte aan be gemelbe frcïjtm& beeïeent iê *m bCU Wtrecötfcöcn ^iffcQop David van
^orgonje. φ00} ben open ö^lcf be^er hebt*
mm ftceïit een open fyief ban 23tffcöau SJ'Ehus, Davids boo^aat/ toaar in aan&et *J«raeMoofïec jefierc. toetten boo^efcfaee* wη en eemge boo^reejjten gegunt tooien: * maar m ben open ojief ban ^iffcöop David ?L /JLm,aan 8«t ftloofïci? te Jtettonft ak L22£e b00^?cÖ^n be^mit/ betoeme ur o ηι cerffen open b&f boo^efcipeeben en ber* mnt toaeen aan Set UUa^%m%mm 1ΒΦ i^fffl opene^ieben/ 300 toeï biö san Rudoiphus. a$ bie ban ^ifTcfom Da- &tJMJ * **«M* BataviaJ/sacra
Kffie ff toaren be jonnen ban.
» /,a^ Saai? ^oebetviiioöfier / ftaare
^erfïen te outbauflen. y aJI* j?a!l '4?* *"*# #Ö weitere jj&eefletf
^nes ^onne-patêe ban bit ïtfoofïer; »««^^^£mCt kcnnfc ™" *" Heer Awcui**!**
|
||||
$oïgeng een franctfnen bjief ban ïjetjito
fïcc iflf anen-öoei lyMm be SSeöienareffe ί of lïe xoogenaamöe Mater) en tyt Itonbcnt ban g# Barbaraas-fjlltf tt $OOjtfc»p Op ÖM 4 **
Sm 145-7 aan Ijet mioofïer J&ancn-jjoel Bp
Beften bcrftoeöt ecnige racegen ton*; / onwc
l^t&peröout gelegen, ^^tt(W
%ï net laar im/ mtber bc betan&ennge
ban ben openoaaren «rttftfcnft /J^LS
toetnme gufier#/ öie er öbergebïeebenimrcn/ . tm fmttmm fin ·# mtiintf iNf^
fterlte^o/b^ïjtWïebert: bersoehenae&at k fiftomffen ban pacmioofïer/öet^^n^ cm ban te ïeeben gatten/ aanJ&aai:*m geïaaten tnogtcn tooien. |et fw'g £# ftaneftn gcfcïtëeeben / tuft onbec on5e w> ^Suttoernban Saarenetft / Wj» *«
tlaauibe ^ecefoameeröe fcern ban ^ïjtjn^urg
tt berbeteren* ~Λαχ»,ίά af ©dltgen ^eeftijn^ gebaeefï, ,,,._-**««,
f| ς£τ Dirk ti der Does, mm « ïarö/ en ©JOUto Toflna van Zuilen, ftlJC"
ban Set 0βΓ«ι« * jSfffl^S
gefitcöt tt"? eere banι ben i^^,Aanvao b t i/eb ilt ui eencn naïef ban Jeer*^« aetenenö gebonben* , - 7 $ öi
S«$ ban j^oo^titsfjh seiaecfL
* Van den ι Febr» ι f erf, 3^$£
|
|||
——·—
|
|||||
O U D Η E DEN. 61%
^ccr Johan Hugoos 300η / ©uefïcr / fïaat
ooft a$ $iftar$ban get £ oo^ttopfcjje <0afï* §u$ bermeïb op Qet iaat? 1487. Sfti 't jaar lyii toa^ ^cfter ji^ecfi^ Ferdi-
nandus Bontius (de Bont) 0C OC^tttCr baa 0030
Mtarn. «tën ban 3nncnttoc0cn toierben pc
faceftdpg ttoce Juffen gcfr^en; öe cenebooj eruenj|ecr M'chiel, bcanbere 000^ eenenlfcec Jakob, f;icffrr#: bctoelnc öaar boo^aarïpg senooten bijf aulben. <Pc3e bijf gulben foier* oen ïjea / op ojber ban ben gemeïöcn Ferdi- nandus , betaalt böoj Dirk van Spangen, ϊ&& „Λ U<>
peïïaan bec ft&biffe ban %mmmï)o$.
ïptV Pieter Jakobszoori , een èoilfoCttöar/
e» ^ieficc / foa£ Sier ΒΜνί§ in 't jaar 13-46
Cl! 15-6^
Maarten van Mechelen fïaat aï£ &ί&*Τ$
Dan btt <0afïgu$ bermeïb op bc jaaren 15-98
ttt i6oit v7
3n 't jaar r<?i8 3P be in&omften ban bhe
B&arn aan bet mtt$W$ tocgeh^em 't foeift re $oo#top op bc ïieruftraat netimmert toatf *n t)aar 1017. <£n bit 3ijn foei bc boojnaamfre pïaataen/
onbcrtiötjiiianbberjoorcnbc: bcbjrine/ bchal* h^» ^ΐ en fcwöeifïaart/ Öet23i£bom
«an Haarlem 5oti toegefcoee^en, AANTEKENING E N. · '···. .Λ
fizl'Jl !fht hetL niet nood'£ · a]h'" met veele om*
is en Ι η'" beWy*en' 'f Seen elders al beweeien wil 1/ ! 0ηΛ* J^boek-fchryvers vaii iïaat ; ik vat, ν?" Η Holland van ouds onder den naam Non»™ "ï .. be£reePcn is geweeft : en dat vervo^ens legen ii' fWd ™&™Φα4*φ in Vrieikndge- pi;eVf?wel a,tvd voc"- «é6 Hoilandfch dorp is 6 rcKeat. Ik zegge, voor.een Hoilandfch dorp; zon- #93 der
|
|||||
0ßö Aaktekeningen op de
der dat ik, zoo ik meene, beknibbelt of achterhaalt kan
worden over het woord Hoilandfch. Het is waar dat de naam Holland, voor zoo veel als ons tegenwoor- dig Vaderland daardoor verftaan word, noch niet op gekomen of bekend was ten tyde van S. Rembertm. Evenwel was 'er het byzonder landfchap, 't welke naderhand bekend is geworden onder den naam van Holland; en altyd voor een byzonder landfchap ge- houden is geweeft. á. Alles in acht genomen, en tegen malkander op-
gewogen, kan ik noch niet duidelijk ïien aan welke van beide deze plaatzen , Noorden ofNoortwijk, de eer van deze overwinninge behoort toegewezen te worden. Het is waar dat de naam vanNordwige,zoo als die by Aalbert van Staden uytgedrukt ftaat, wel beter op Noordwijk als Noorden fchynt te pallen. Het is ook waar dat het, volgens de Jaarboeken van Fulden, Weft vriezen 7 yn geweeft, dewelke in t jaar 876, dat is op 't telfde jaar als de Normaunen Dy Nortwige verflagen wierden , een groote zegen op ae Normannen bevochten hebben: en dat de naam va» Weftvriezen, zoo als een ieder oordeelen zal, w« paffen kan op Ooiïvrieijand, daar Noorden gelegen is. en te willen zeggen dat de Noormannen in \}™* jaar op twee plaatzen door de Vriezen zoo lelijK g havent en afgerofl æãç ; dat zoude eene loutere £eer loiTe giffing zyn, dewelke nochte de getuigen van eenig Hiftori-ichryver, nochte de minite W""e reden, nochte de toeftemming van de Leezers,op>J kant zoude hebben.Het is ten derden waar dat de JNO mannen, om deze nederlaag te wreeken, niet de c, 1 maarden Rhynen de Maas opgevaaren zyn :dewrw» aal men zeggen, diende genomen te worden, daar 17 fchade behaalt hadden. Het is ten vierden waar 3er heuvelen, of duinen, omtrent Noortwijk itw 1 en buiten alle twyfel al indien tydgeftaan ^n'h0? ben. Evenwel kan ik noch voor NoortwijK , genegen dat ik'er voor ben, met geene volkome ^ tuigiuge en geruftheit Hemmen. Voor «rit ê het my wat miffelijk voor dat S. Rembertus, &"*-< van Hamburg, of zoo gy wilt van Bremen, naar W« wijk isgereiftten tyde van Lodewyk denGoedene rtlden Kaaien; daar dit ganfche land al een gw^ |
||||
Rhynlandsche Oudheden. ^
eeuw, en langer, zyne eigene Bjflchoppeu had gehad.
Men leeft wel in zyn leven , by<*L. Surius , dat hy hier en daar ging reizen en preeken onder de Afgodi- ften , maar dat hy in ons Vaderland gekomen zoude zyn, kan ik 'er.niet vinden. Om te preeken behoef- de hy 'er niet te koomen, daar toe had het zyne ei- gene en. zeer deftige Biflchoppen : om andere rede- nen te reizen , was zyn gewoonte niet. Ten tweede worde ik in myne twyfelinge geftijft
door de woorden van den FuldiiTen Jaarboekfchry- ver : Om deze wonder daad worden de -ver dien β en van den H. Rember tus , tot den huidigen dag toe, by de Vrie- zen mgroote waarde gehouden. Dat S. Rembertus by de tegenwoordige Ooft vriezen , dat is te Hamburg, teBremen, en daar om ftreeks, hoogftatelijk is ge- viert, is buiten tegenfpraak. Maar is 'er wel eenig het minfte blijk , of ftaat het by eenig Hiftorïfchry- ver aangemerkt, dat'er oit in Hol land,'t zyteNoord- Wijk , daar het beft gevoegt zoude hebben, 't zy daar omtrent, ja op 't ander einde van Holland,eenig werk is gemaakt van den H.RembertusHs'er wel eene kerk,eene kapel, een kloofter.'udjnergedagteniile gebouwt?Een outaar op zijnen naam ingewijdt ? Eene vikary 't zijner eere gefticht ? een menfch in den doop naar hem ge- noemt? ik meeneen zegge, neen. Nochtans zalmen bevinden dat de Heiligen , dewelke hier byzonderlijk geacht wierden, tot eenen Theobaldus, Pancratius, Vi- ttor, Era/mus , Vitus , Jodocus toe , hunne kapellen en outaaren gehad, en hunne naamën onder degeloo* vigen uytgebreidt hebben. Zoomoeten het dan , zouw men zeggen , andere Vriezen zyn geweeft , dewelke zoo veel van S.Rembertus gehouden hebben, en ver- lnr?fnu Ι ΐ7e,ken de Noo™annen in 't jaar 876.
fcoo Ichandehjk zyn geflagen. En wat de redenen voor Noortwijk aangaat, d\e
fchynen niet onoploffelijk te zyn ; en vervolgens hn verlchil met beOechtender wyze teeindfgen. Word de plaats , daar de ilag voorgevallen is , by Aalbert •van Maden Nortwige genoemr; de naamlooze Schrv- ver geert ze den naam van Norden, en een ander Schrv- ver noemt dezelve plaats Norditum. Wil men daar op üeunen auAalbcrt van Staden een ouder Schryver * adi6Ji».
|
||||
Aantekeningen op de
is als de Schryver ponder naam; Dat kan, om Zoo
groot als dat onderfcheid is, weinig ter zake helpen. Ik zal daar tegen zeggen dat denaamlodze Schryver, die Aéilk'tts verhaal maar nagefchreeven heeft, beter geweeten heeft alswy, wat dat Norwige byAlbertus te zeggen was. De naam van Weftvriezen, als op- zigtelijk zynde, kan ook gegeeven zyn geweeft aan de tegen woordige Ooftvriezen : want die Ooiivriezen zyn ten opzigt van de rechte Vriezen, en van de te- genwoordige Weittriezen of Noordhollander- ; die zyn WeiHriezen ten opzigt van de volkeren tuflchen Ooftvriefland en deElve woonende; welke volkeren van ouds ook onder den naam van Vriezen bekent zyn geweeit. En men zier tegenwoordig noch dat de «aam van Weftvriefland gegeeven word aa,n het rech- te Vricfland , om dat het wettelijk is ten opzigt van het tegenwoordig üodvriefland; en dat 'er evenwel een ander landfchap is, te weeren Noortholland, 't welk ook den naam van Weitvriefland draagt, om dat het wederom wettelijk is ten opzigt van het rech- te Vrieiland. Wat het derde belangt dat de Mormannen, om hun-
ne nederlaag te wreeken, de Eems niet afgezakt zyn, maar den Rhyn, de Maas, en de Schelde zyn opge- vaaren ; dat behoeft zoo niet verftaan te worden dat zy die wraak hebben willen neemen door het dood- flaan van hunne verwinnaars; daar toe behoefden zy naar Vrankrijk niet te zeilen: maar het kan ügtelijk aldus, uytgelegt worden, dat ze het verlies van zoo veele roofgoederen hebben willen inhaalen: en dat ze ten dien einde die ftroomen met hunne rooffchrpen opgevaren zyn, daar zyden heftenen vetften buit za- gen op te doen. En, zoo zy in allen gevalle hunne moordluft ook hebben zoeken te boeten , daar toe hebben zy de ingezetenen van 't ganfche Keizerrijk gefchikt : want de Schryver betuigt zelf dat zy het op 't ganfche Keizerrijk geladen hadden, γ men daar tegen al redeneeren en inieggen wil , a's -of de Normannen , indien ze op het wraakneemen zoo gezet waren , hunne verwinnaars eerft voor a^ hadden dienen aan te taften ; hunne eerfte en voor- naamfte zucht was, te roovenen buit temaaken: e de eerfte en onverwrikbaarfte regel van zulke root- ° vogels
|
||||
RhYNLANDSCHE OüïViFDEN. δι J
vogels en kaapers is, de ichöoflfte en voordeeligfte
iians de befte. Omtrent de heuvelen zie ik zoo groote 7,warigheit
niet: door die heuvelen zal men naar allen fchyn dui- nen willen vetltaan : want andere heuvelen weet ik niet dat'er omtientNooriwijk geiraan hebben. Maar dewijl Norden in Ooftvriefland ook aan de zeekant gelegen is , weet ik niet waarom 'dat 'cr ook gcene duinen, of ten minften hier en daar eenduintje, kan opgeworpen ofaangewailen zyn geweeft. En , In al- len gevalle, wat behoef ik het aanteneemen dat cotl/s by den gemeldenSchryver, een duin betekent? Collis is eigent lijk een heuvel te zeggen ; en kan'er niet een heuvel of bergje omtrent Norden geitaan hebben ; 't welk mettertyd, gcli)k meermaalen gefchiedt, door den akkerman met den grond is effen gemaakt ? De Leezer zal my daar in wel gelooven, dat ik onze land- zaaten de eer eu glorie niet misgunne, van de Nor- mannen, die onbefchofte vyanden niet alleen van de Chriftenheit maar van het ganfche menfehendom, zoo heerlijk overwonnen engekailydt te hebben : maar 't is eenc bekende fpreuk*> Amicus Plato, amicus Soera' tos, fed magis amica -verkas. Ik durf het niet verze- keren dat ik de waarhek voor my hebbe; ook '/egge ik hec niet: maar ik meenedat alles overwogen, de kans om naar deze prys te dingen Zoo fchoon voor Noorden ftaat, als voor onsNoortwijk. 3. Omtrent het jaar, wanneer S. Jeroen gemartcjjfc-
is, hebben de nieuwe Schryvers ook eenige zwarig- heden uyrgevotiden. J. Beha en Willem Heda fchrij- ven duidelijk dat zijn marteli voorgevallen is ten tijde van Biflchop Huvgerusinh jaar 85-6. "In't jaar ^8y(i, 7egt b Johan Beka, zyn de Deenen en Noor· mannen met hunne vlooten in Holland gelandtj 'daar zy eene ongehoorde moordery eneeneonmen- ^fchelijke wrtedheit gepleegt hebben, Zy hebben ^Duurfteden , het beroemdfle dorp van het ganfche ^'land, daar 5·^ Parochikerken getelt wierden, ver* ^woeft: de ftad Utrecht belegert, en al les in't ron- de vernielt. TeNoertich, gelyk het ge'noemt word* Ik houJe veel van PUto ea van Sokiaiei, mui ik huuds
nsKhmeer vm de waarheit."' * BekaiuEpiic, Hunger. <&q 5 heb-
|
||||
6ι%
|
||||||||||||
Aantekeningen op de
|
||||||||||||
" hebben zy den zaligen Priefter Jeroen onthooft, en
"het zeer fterke flot van Aurindulim , dewelke hier "wel eer Koning geweeft is, by Voorburg verdelgt. Het zelfde vind men ook aangetekend byW.Heda. Hier op zegt c Aarnout Buchelius, dien ik anders voor een geleerd man houde , dat de Normannen , die in alle de plaatzen van het Franfche Rijk , daar zy met hunne fchepen maar kollen landen, 20 jaaren lang gemoordt, gerooft, en geplundert hadden, in't jaar %4, al hun volk by een vergadert hebben, en we- der naar hun vaderland zijn gekeert. Ook vindt ik , zegt de zelve Bnchel'ms , niet aangetekend dat de Noormannen omtrent dezen tyd hier gerooft of geplundert hebben : en daarom meent hy dat het voorgemelde verhaal van J. Beha eenige jaaren vroeger is gefchiedt. Het zelfde doet hy wat laa- ger andermaal en derde maat gelden ; en hy Haat 'er al krachtig op dat de Normannen deze landen in 't jaar 85-5 niet aangedaan hebben; en dat ze vervolgens S. Jeroen niet omgebragt , noch Duurftede vernielt of afgebrandt hebben, in het gemelde jaar Hfó. Zijne redeneering, gelijk wy gezien hebben, fteunt hierop, dat de Normannen , volgens de Jaarboeken van Pi» thaus, 'm 't jaar 85-4 naar hun landzyn gekeert; en dat de Noorman Roruck , of Roricus , die te Duurftede woonde , en 's Keizers Stadhouder daar om henen was, in't jaar 857 naar Denemarken was vertrokken enz. Voor eerft is'er in zich zelven weinig aan ge- legen of S. Jeroen eenige jaaren vroeger of laater ge- martelt is; en of Duurftede in't jaar 83? door de Nor- mannen vernielt en afgebrandt is ; dan of zulks ge- fchiedt is in 't jaar 856. Ten tweede ftaat hetBuche* Uns vry, zijne gedagten over Bekaas en Hedaas zeg- gen te uyten, en reden van zijne twijfelinge te gee- ven : taft hy ergens mis , dat is in allen gevalle niet erger als mcnfchelijk. Evenwel heb ik het dienftig geoordeelt dit ganfche verhaal van Beka en Heda, en de zifting of berifping van Bttchelius, wat nauwkeu- riger te onderzoeken ; en den Leezer noch eens te toonen , gelijk ik in andere gelegendheden getooiit hebbe , dat men zoo driftig en onbezonnen niet te werk moet gaan in het tegenfpreeken van oude en |
||||||||||||
e BuciieJ. iu Bekam
|
lP32-
|
|||||||||||
z$.
|
||||||||||||
goea
|
||||||||||||
Rhynlandsche Oudheden. 6i$
goede Hiftorifchrijvers. Het moet fomwijlen al ge-
daan worden , ik beken ne het : maar het mag niet gedaan worden zonder goede en dringende redenen; en men zal dikwils bevinden dat een onbezuisde en vermeeten zifter , dewelke om de eene of de andere opgeraapte zwarigheit , om eene moeyelijkheit daar hy niet doorbooren kan , om eene geringe onwaar- fchijnelijkheit, tegen oude Hiitorifchryvers, als of het grolfchryvers en fabeldichters waren , met vollen monde uytvalt, tienmaal berifpelyker is als deSchry- vers , daar 't hem belieft zodanig over te vallen, ik Zegge het noch eens, ik heb het hier op Βuchclimniet gelaaden : ik zoek niet anders als dé al te grootedrif- tigheit, in het hekelen en bcrifpen, wat in te binden. Om tot de zaak te koomen ; wy hebben gezien hoe dat Buchelius dit vermoorden van S. Jeroen , en het verbranden van Duurfteden , gaarne eenige jaaren Vroeger geplaatfl: zoude hebben. Een laater fchryver, dien ik nu niet noemen zal , Hout op het zeggen van Buchelius, maakt het voor eene volflage valsheit uyc dat de Normannen omtrent het jaar 85-f? Dunriïede ver- woed; zouden hebben. Het is, zegt hy verwoed in*t jaar 837: en "'t is nietonv/aarfchijnelijk, voegt hy'er 5y, dat ze Utrecht insgelijks kort daar na ingenomen en verwoefl: hebben. De Bollandiften zelf /preken e- ven eens als Buchelius; Men leeft niet, zeggen t zy, dat de Normannen iets ondernomenhehlen in^tjaarZfó; en vervolgens moet men ναββ'ellen dat S. Jeroen eeni- gen tijd vroeger of laater isgemarteh. Wy hebben maar te bewijzen dat de Normannen hier omtrent den baas gefpeeit, en hunne roofgierigheit geboet hebben in de jaaren 8y4, 855, .8^6, en eenige jaaren laater ; en daar door zullen alle die opwerpingen tegen hetfchrij- ven van Beka en Hèda, ik wil zeggen, tegen de ver- Woefting van Duurilede, de marteldood van S. Jeroen, en het afbranden van Utrecht, voor zoo veel als die voorgevallen zouden zyn op het jaar 856 , van zelfs vervallen. Dat de Noormannen Utrecht en Duur- ilede lang te voren afgebrandt hebben , ipreek«ik geens- zins tegen. Maar men moet niet denken dat alles \\\ de eerfre verwoeflint-'een afbrandinge vernielt en ver- delgt is geweeft. Men weet hoe het in dié ye'rwoe- * Ad dicro 8 Maji §» μ · - fiïngea
|
||||
6io Aantekeningen op de
itingen der lieden dik wils toegaat: de brand word 'er
ingedoken; dat verbranden wil, verbrandt; dat door de meedoogende of bezwijkende vlammen gefpaart word, blijrc onverbrand of half verbrand ftaan: 't ge- ne tenemaal afgcbrandt is , word dik wils met eene ]igte hand, en fomwijlen ook beter als te voren, we- der opgehaalt. En 't is bekend dat Duurfteden al ver- icheide reizen door die verdelgers van 't menichelijk geflagt aan kolen is gelegt. Zoo volgt het dan niet, Duurlteden en Utrecht zyn door de Normannen ver- woei! en verbrandt in 't jaar 837: gevolgelijk zyn 2e door de zelfde Normannen niet verwoeftin't jaar 856. Om nu tot deHiftorien zelf te koomen : ik vinde by Mezerai, * Paulus Mntlïus, en om ook ouder Schry- vers by te brengen, by<* AibertusSiadenfii, dat de Nor- mannen in de jaaren 8?Χ> 853, en de volgende jaaren, Vrankrijk plat geloopen , en fchier alles te fchande gemaakt hebben. Al wierd Vriesland hier niet ge- iioemr, men weet dat het toen onderde heerfchappy van Vrankrijk begreepen was. Maar het word 'er wel duidelijk genoemt. Albertm van Staden zegt wel uytdrukkelijk dat Vriesland in't jaar 8jS onderde alvernielende wapenen der Normannen heeft moeten buigen. Dit is t wee jaaren laater; ik beken het: even- wel vervalt daar door het zeggen van Bucbelius dat de firoperyen der Normannen , dewelke door Beka en Heda befchreeven worden , eenigen tyd fe voren gefchiedt zouden iyn. Daarenboven ftaat in de * Franfchc Hiftorïfchryverl
wel duidelijk te leezen dat Karel de Kaale in 't jaar Ef6 en Ss7 met zyn leger geftaan heeft aan de Loire, om den Normannen het hooft te bieden. En wat de Bertiniaanfche Jaarboeken belangt, dewelke door ze- ker fchryver ook bvgebragt worden , en by den ge- leerden c Coufin voor de wijdloopigfte en nauwkeu- rigfte gehouden worden van alle de Hïftorifchryvers die over de acht (Ie en negende eeuwe gefchreeven 'hebben ;, wy zyn bereid ditganfche verfchil aan hunne getuigcniire te verblyven. Daar ftaat uytdrukkelijk *; * Rer< Frafic. lib. 3.
* Adann, SfS&c» b Zie Mvzerai &c. $ iJr*face a i' HiR* d* Occitlent. torn, u |
|||||
*
|
|||||
Rhynlandsche Oudheden. €i%
aangerekend hoe dat de Normannen, die in't jaar 8^2 en
?>$·+ Vriesland overrompelt en verwoed hadden, gnnfch Vrankrijk in 't jaar 85-5 «n ^6 afgeloopen htbben. Dan volgt 'er hoe dat zy in U jaar 857 het ganjche ei- landder Batavieren verovert, en al het omleggende land afgeftroopt hebben. Die Jaarboeken melden wel dat de Noormannen in 't jaar 85-4. naar huis zyn gekeert: er» dit is al de (leun en 'c ganfche bewijs van Buchelius: maar daar zyn 'er ook gebleeven ; en anderen uyt die koude landen in hunne plaats gekomen. De d Beichryver van de Daadeu der Normannen
fpreekt omtrent op de zelfde wyze : en verhaalt hoe dat de Normannen de Koopflad Duurdede omtrent het jaar 855 geweldigcrhand hemagtigt, en het gan- fche eiland der Batavieren met de omleggende lan- den uyrgeplundert hebben. Dan verhaalt hy hoe dat ze in 't jaar 859 met eene gelijke dolligheit op het gemelde eiland zyn gevallen , en even eens huis ge- houden hebben als te voren. Zoo hebben wy dan oude en voortreffelijke Scbry-
Vers, die het zeggen van Bekaen Hedabevedigen ; en wy vinden niet eenen ouden Schryver, die hun zeg- fen tegenfpreekt. Het verhaal van de Jaarboeken door
*ithaus bygebragt; te weeten dat de Normannen in 't jaar 85·+ naar huis zyn gekeert, de eenigfte flut van Buchelius om Bekaas en Hedaas getuigeniffè te ver- werpen, dat verhaal, zeg ik, flaat ook in de Berthi- niaanfche Jaarboeken, En nochtans getuigen dezelve Jaarboeken dat de Normannen in de jaaren $5fHSj$f 8y7, hunne perfonaadje hier te lande al zoo gruwe- lijk gefpeelt hebben als oit tevoren: Een klaar bewys dat dit wederkeeren der Normannen wel t'zamen iteat met het verhaal van Beha en HcdtL En dit zal men des te ligter begrypen, indien men
«yt de c Daaden der Normannen aanmerkt , dat de Normannen, of die onder den naam van Normannen bekent waren , niet altemaal onder een hoofd of Co- verde donden. De eene hoop Normannen liet zich door giften en gaven omkoopen om een anderen hoop Normannen te beoorlogen, In de gemelde jaaren was .er zoo een hoop, die den baas op de Seine fpeelde· d Gcila Normann.aH A»n, 8 f y $c S f9*
* IbitL ad Aoo« 8óo & 861, en
|
|||||
t
|
|||||
6ii Aantekeningen op be
en die alles , wat hun gading was , tot buit maakte j
en dat hun gading niet en was, verdelgde en verbran- de. Daar op zyn'er een deel andere Normannen, of Deenen, gekoomen; en hebben hunnen dienft voor 3000 ponden zilvers aangeboden om de eerile uyt dien hoek te vernettelen, of in de pan te hakken. En een derde hoop Deenen is met 200 fchepcn uyt Bri- tanje wedergekeert , en de Seine opgevaren. Daar hebben die Deenen een kafteel of fterkte, die door de Normannen daar opgeworpen was, en de Norman- nen zelf, belegert. Het geeft den Leezer eenige be- lemmering , in het leezen van deftroperyen der Nor- mannen , dat alle die Noordfche volkeren , dewelke hier omtrent 200 gruwelijk aangegaan hebben, by de laatere Franfche en Britfche Schryvers niet onder- fcheiden worden , en altemaal als vereenigt worden onder den. naam van Normannen. Krantz'tus is on- der de laatere Schryvers de eerfte geweeft , of word 'er ten minfte van J. f Douza voor gehouden, dewel- ke het fpoor van Whtikwdus, Helmoldus , en dierge- lijke Schryvers opvolgende , een net onderfcheid tuf- fchen die volkeren heeft gemaakt; en de Normannen of Noorwegers van de Deenen , de Zweeden van de Gotten, de Hunnen van de Wandaalen, enz. heeft onderfcheiden, Veele Leezers , ja goede Schryvers Zelf, die zoo veel van de Normannen leezen , gaan maar eenvoudig voort , en neemen flegts Norman- nen voor Noordelijke mannen. En daarom heeft £#* chel'ws ook gedagt , als d*i Noormannen op het bevel van hunnen, üverfle hy een geroepen en naar huis ge- keert waren , dat alle de landen hier omftreeks van dat gefpuis gezutvert waren. Maar ieder Overfte had maar over zyn eigen volk te zeggen; waren de re«* te Normannen of Noorwegers vertrokken, daar wa- ren Deenen en Jutten, en andere Volkeren * onder den naam van Normannen fchuilende, in 't land ge- bleeven. Dit zy. dan ter verdediginge van Beha en ifeaa ge*
zeit. Wy zonden 't hier by laaten : maar op dezelfde plaats fmaalt Buchetius op een ander zeggen van ot- ka ; te weeten , dat te Duurftede , eer het door de Normannen afgebrandt was, 3^ Parochikerkeh geflaau f Annal. Jib. i; i ,
heb*
'f' '
|
||||
ƒ
RHyNLANDSCHE OUDHEDEN. 62% hebben. Dit had beeter onder Duurftede verhandelt
geweeft. Maar dat is nu voorby ; en Bmhelius heeft het doch ter gelegenheit van den inval der Norman- nen gezeit; en daar om zullen wy'er nu, by de zelfde gelegendheit, ook van handelen. Zoo rekent Bucbelius dan de gemelde fs Parochikerken onder de droomen van Lucianm. Alle de kerken van deze Provinciën, zegt hy , zouden dat getal niet uytgemaakt hebben, enz. Maar ik zouw'er zeer aan twyfelen, of hy niet al te veel gezien heeft op den tegenwoordigen tyd ; en uyt den tegenwoordigen ftand onzer kerke heeft willen oordeelen over den kerkftand van die tijden. Voor eerft hebben wy de Kronyk van Herzaugen,ge- lijk de Heer g Auteur al aangemerkt heeft , dewelke met het verhaal vznBeka over-een-ftemt, en ook van die 55- Parochikerken gewaagt : en de J3ollandiften, gelijk die Heer ook aangemerkt heeft, willende ker- ken van de voorrieden , en van hetnaaftgelegen land, ook onder die 5-5 Parochikerken begreepen hebben: met deze onderftellinge houden zy dat groot getal zoo ongerijmd en onmogelyk niet : en men weet dat de Bollandiften op dit ftuk zoo ervaren , en op den ftand dermiddelfte eeuwen zoo afgerecht zyn, als ie- mand. Ten tweede, S. Rembertus, een Schryver die onder Karel den Kaaien heeft geleeft , getuigt in het leven van S, Anfcharius dat ^exszeer veele Kerken te Duurftede ftonden. S. Anfchar'ms word naar Duur- ftede gezonden , om dat daar zoo een e menigte van kerken was. Dit fchijnt een duidelijke blyk te zyn dat veele deftige fteden , in 't getal der ker- ken, het niet konden ophaalen tegen Duurftede. Ja ik weet niet of die uytlegging van de Bollandiften, te weeten dat'er de kerken van hetnaaftgelegen land onder begreepen moeten worden , wel eens nootza- kelijk is. Ik ftelle voor vaft en onbetwiftbaar dat Duurftede, hoewel verfcheide maaien afgebrand, e- vetiwel in die tijden een zeer groöte en vermaarde Koopftad is geweeft. Ja om dat het zoo een vermaar- de Koopftad was, en geftadig even jeugdig enmagtig uyt haare aflehen verrees , daarom heeft 'er de roof- zuchtige Noorman zoo menigmaal op gevlamt. Ten tweede is het bekend dat'er van ouds gene of weini* 1 Bac, Sacra ñ. é» ßá S. Hieron» Item in Prolegom, par, 10. ge
|
||||
6l4 AAHf JLKEUlHGEH OF BR
ge Klooflerkerken in de (leden plagten te Maan; Zdo
dat 'er meer andere kerken noodig waren als tegen- woordig. indien men nu alle de Kerken van eene groote Katolijke ftad , by vooi beeld van Antwerpen of Keulen , ging optellen , zou men het getal van 5? niet vinden ? Ten derde is het even bekend, en vij hebben het in onze Aantekeningen op Batavia h Sa· tra getoont , dat 'er van ouds maar eene Mis daags aan 't zelfde outaar wierd geleezen. Ja fommigen meenen dat 'er maar eene Mis in dezelfde kerk , op eenen dag, geleezen inogt worden. Hier uyt is ge- volgt , zegt Goar , fchryvende over het Griekfche Ponrlfikaal , dat de kerken in verfcheide (leden 200 dicht en als gepakt op malkander flonden ; teweeten, op dat de menfehen altijd gelegendheit zouden hebben, om Mis te hooren. Tot een voorbeeld brengt hyPa- rys en Romen by j daar men als kerk op kerk bad i'taan.,; en daar iedere kerk haar eigen Priefter had f en als voor eene Parochikerk gerekent mogt worden. En Luput, fchryvende over de Roomfche Synode van Á Ie ÷ ander II, getuigt even eens dat by het vermenigvuldigen dergeloovigen de kerken ook ver- menigvuldigt wierden: en wel zodanig dat'erbinnen Antiochien 360, en binnen Konftantinopolen veel meer kerken geftaan hebben. Dat koomt hier op geen 5$ kerken aan. Laat Romen, laat Parys, laat Antiochie, laat Konftantinopolen, al andere fteden ge weeft zijn als Duurftcde , 't welk echter volgens onze jaarboeken wel onder de aanzienlijke fteden ge- rekent mogt worden , het onderfcheid tuflehen 360 of 56 kerken zal vry meer verfcheelen. Daarom Zeg ik niet dat die Parochikerken zoo groot wa- ren , als menige Parochikerk tegenwoordig is : dit meen ik evenwel beweezen te hebben, 'dat #<?&* n*ar alle fchyn beter bewys van zyn verhaal, als sutm* Uns van zyne hekelinge, zoude konnen opleveren. Ik had deze Aantekening van de 55 Parochikerken
al afgebroken: maar ik zie Buchelius, en het gevolg van zijne redeneeringe, noch eens na; en ik bevind de redenen van zyn uytvallen tegen Beka hoe langer hoe lofier. Het is 'er wel verre van daan, zegt ç?é dat eene ftad , die de vermaardfle niet en ivas 7 Mitr h 1. Deel pag. 383. ^
|
||||
Rhyklandsche Oudheden. éïf
Parochikerken gehad zoude hebben, als 'er zelfs by de·*
zen tyd in de grootjie Jieden van V Chrijlendom ge- •vonden zullen worden; te meer daar Utrecht de hoofd- ftad van den Godsdienfi was, en de Biffckop dezelveJlad tot zyn woonplaats hield; en daar Duurflede niet meer was als een vryheit. Dat is ten eerfte te zeggen dat- 'er by onzen tyd, althans doorgaans, zoo veele Pa·4 rochikerken in geene lieden van 't Chriitendom ge- vonden worden; ten tweededat dit noch minder van de voorgaande eeuwen te denken ftaat; ten derde dat de Billchoppelijke (leden, als de zetels van de Kerk- voogden en de hoofdfteden van den Godsdrenft , al- tyd het grootfte getal van kerken hebben. Ik zegge altyd: want mill het nu en dan, kan het ook wel ge- miit hebben onder Hungerus. De loffigheit van deze ganfche redeneeringe blykt genoegzaam uyt onze voorgaande aanmerkingen: maar ik acht het dicnilig noch wat naarder tot de zaak te koomen ; en iedere opwerping in 't byzonder te beantwoorden. Dat fommige iteden, in laatere tyden , zoodnanig
een getal van Parochikerken wel gehad hebben , en tegenwoordig noch hebben, blykt voor eerrt daar uyt dat 'er te Venetieii, zoo, als by Comin<cus*tc lcezen ftaat, al in de 15 eeuwe 71 Parochikerken flondcn. En dan hadden de Bedelmonnikken, en meer andere Religieuzen, hunne eigcen byzondere kerken. Mi- lanen heeft omtrent 230 kerken , waar onder 96 Pa- rochikerken gerekent worden. Het iull ons niet al- le de groote fteden van Italië, Vrankrijk, en ande- re landen , te doorwandelen · en het getal der Pa- rochikerken aldaar op te neernen : wy willen'er hier maar een voorbeeld van de ouder tyden byvoegen. Van Antiochie hebben wy reeds gefproken : maar Antiochie, zoude iemand konnen zeggen, is Antio- chie ; Antiochie zoo eene ftad ! De zetel van een Pa- triarch ! de luider en de parel van ganfch Ooften f wil men een Duurftede by zoo eene plaats vergelijken? wel aan dan, is Aha zoo een vermaarde flad , Afm, *eg ik, daar menig Leezer niets van gehoon of ge- leezm-lal hebben. ïk bekenrce evenwel dat dit Alm, 'Jl, . men,e gelegen, eene vermaarde en zeer groote ma is geweeft; en uyt honderd-duizend huizen heef* - Dg ik-llo Neapol, lib» »
|
||||
6ió Aantekeningen. oi\ #£
beftaan, Maar deze zoo groote ftad, en diehonderd-
duizent huizen, hadden f duizent kerken. Zoovecle honderd huizen, zoo.v-eek kerken : part dat op Duur- ftede. Maar , zegt Buchelius , Duurftede was geen Bif-
fchoppelijke ftad , geen hoofdplaats van den Gods- dienft: maar, zal ik daar tegen zeggen, Mm was ook geen Bifichoppelijke ftad. En , zal ik vorder zeggen, ziet men het niet dagelijks dat andere fteden dikwils kerkrijker zyn, ais de fteden daar de Biiïchoppen hun hof en woonplaats houden? Te Brufièl, zoo ik het wel hebbe , zal men meer kerken vinden als te Me- chelen: en, om niet buiten ons land te reizen, Am- fterdam heeft meer Parochikerken , en ook andere kerken^ gehad,als Haarlem. Amfterdam is een ver- maarde koopftad ;ik beken 't: maar Duurftede was ook een vermaarde koopitad. IsBruiïel in't wereldfche de hoofdftad van Brabant, de groote koopfteden zyn dik- wils al zoo volkrijk, en volkrijker, als de hoofdfte- den. Was Duurftede 'toen niet bemuurd , en wil men 't daarom den naam niet gunnen van een ftad; het was bemuurt geweeft : en 't afwerpen van de rouuren, 't welk deNormannen gedaan hadden, be- lette den koophandel niet. Dit heb ik wat wydlooper willen verhandelen; om,
'x gene ik by andere gelegendheden meer gedaan heb- be, de voorbaarigheit van fommige beknibbelaars wat in ie toornen. Hoe menigmaal ziet men niet dat ie- mand , die iets geleezen of gevonden zal hebben t welk op zijne vooroordeeien of inbeeldinge fteuit, aanfconds alle degeleerden, om zoo te fpreeken, by malkander fchreeuwt; en zoo eenen Schryver voor de rechtbank der geleerde wereld, als een onnoozè- len lul, of fabeldroomer, niet alleen dagvaart, maar ook op eigen gezag veroordeelt ? Het is waar dat het aan zulk ilag van Schryvers geenszins ontbreekt, t® dat hunne onnozelheit of fabel zucht dikwils verdient ten toon geftelt te worden. *Wy hebben de vryheit ook wel eens genomen, van hun deongezoute waar- heit te zeggen. Maar het ontbreekt ook n,et,a^ waanwyze zifters, die hunne inbeelding voor den tien r S. Antonitis in Summ, Hifi. tic* 19, c, 3. Vincent. Bc"0,
vac in fpeculo Hift. Iib, 5. c 9 f. ^ocr, |
||||
:
|
|||||||||||||||
Rhynlanösche Oudheden, é&j
fnoer, van't gene in de hiftonen gelooft en verwor-
pen moet worden, gehouden willen hebben. Ik bekenne evenwel dat de befte Oordeelkundige
wel eens mis kan taften: en daarom wil ik deze be* ftraffing 'in geene deele gepaft hebben op Buchelius. Ik hoüde Buchelius voor een doorgeleerden enoor-
deelkundigen Schryver : maar, by gelegendheit van deze zijne ontydige en averrechtfche zifting, heb ik getracht die voorbaarige en heethoö'fdige vitters, die het maar op ziften en vitten toeleggen, endoorgaans flegts by hun eigen brein te raade gaan, watomzigci- ger in 't fpreeken te maaken. 4. Uyt deze; woorden, en uyt den ganfched draad
der Ordonantzie, fchynt te blyken dat 'er te vooren al een konvent van den derden Regel van S. Franci- fcus had geftaan : en dat het eerfte konvent afgebrande zijnde , de Heer Floris van Boucborfi te raade is ge- worden binnen de muuren van 't zelve konvent een ander kloofter op te rechten. |
|||||||||||||||
NOORTWYKERHOUT,
van ouds Λ jvr,
|
|||||||||||||||
NOORTGERHOU*
|
keil
|
*?
|
|||||||||||||
$oo#topci'ï}ont / 't fcueïit ben peeren ban<fc«ri&
$oo#top plant toe teftoomen/ i$ Vi)m£ ce;Heercu> fteteripgetë ban be<0raapprjeiL fyet &eeft «ncgarocöiftcrfe/ beitjeffte op ben Maiiibanbe ftW ^.SljPOflcten PerrüsenPaulus tne?toijöt$i en Patroon,
taterb % htnttm booj ben mt ban éemonb/
uni ψαι\§ j m be <0bbeii öegceben: ^otkaiug te toéeten bat ieber öegeeber Jftné maanben Dab. mt ïjCtft be ®mfo^fimt Gerbrand
Hendr.k,2. ^np * betMaart m 't jaar 15*14.
wt mtm ban <£gmonb öeböen bit recflt lan> Se jaaren aïïeen ö^eeten, Uyt een Regiiteirje van Maximü. *an 't jaar ΐ f 14,
'M 1 %|
|
|||||||||||||||
6x8 Rhynlandsche
%η öe gemeïöe teït / aan &. Mariaas o&
taar / foa$ eene MMvg ban öe 3g. jjiaagö Maria: oefcüeiee in 't jaar ι ƒ73 öeMeeöt toierö büQ£ Bcrnardvan Boechorft. ^ijiiÖoo^aatiüS^
getöeefï Quiryn Gandulphus 300H* Oude $**** wU$ geööen öe bof0enoe $afïoo$ te
Paft oor s, ^oo^tiopergout 0efïaan:
Johan Koppaart, iïl 'tjmt 1378*
Gysbert Willemsz. 1402«
Floris Arentsz. 14.1$.
Johan Dirksz. i$ ^aflOO^ batt $0O#foP*H?
gout en ^nber-j^affoo^ ban j^oo^ttop ##
toeefï in öejaaren 1427 en i43f* Arent Danielsz. 146*0.
Johan ten Walle, 1488. j&eefïer Frangois, belten ban &gijnïanö/
tn i$afioo2 ban ^oo^ttopergout/ ui 't jaar IJ06\
3fn 't |aat 1^3 geeft giet* aï# fafïoo^
fïaan Aaibert Simonsz. ban njteniheenfmtffc feg?ift geööe / 't toein 000; gein twtletevt if Ög Nicolaus de Nova Terra , ^ïffcÖOJP ba»
Igaariem.
$a get ber jïooten ban öen oiiben «öSoÊrêö w
Φ jpoo^oitnj&etrgout en Jiaoogtfop iw cf nc"
en Η*-*»- C11 ÖCis 5riföcn #afiooj öeöient 0ci»eefi: nu»P
dugichc ö!^ OS %eei* Van de Velden te ÖUb £të0M »
ijaftoow. lamoen / geeft ^oo^ttogfteegout 3pe tipw
$&ftGö$ ge&reegen: te mttm Steven van der Werve, te^aarïem tlöt tcn
burgermeefïreïp stfb^t gcöooren / tn #»
Sobeiifcg <éoöt0eieeeöe. - Pieter Maas, een ^gagenaac / tn tenw
benfeg iÊ5oiit0eïeeröe, ltxx Herman Daeldorp, een ftolf&r&aiWIIfl? / ll
een Sobeufcg <0cat0eïceröe* ^,
|
||
O U D Η E DE Ν. 6l<J
omtrent ,$oo#top enj#oo#töperJout i§ η««π-
gelegen ïxtt huig en be fjeerïpöeit #ffcm;hUi*enie» mi$gaber£ ijtt fïot mm^m / 't freïfc toeï-dh;nerI,Jkhc- eer eene uapel geeft geïjab. 9n 't jaar 1378$ * aujier üapeilaan getoeefï %eer Willem Nagel. ©e jfjeerïpjieit ban SÊoeüfjojfï / gemeenelp {&$ $$oen§offi genaamb / ψ ttQttx aan oc ïjcerlpljeit ban $lneniabe gelegen. Gebuurt 3£angebelb geeft eertp^ ooft eene
fopi geijab/ betoelKebelfillerijetligfïe jmaagb toegefcoijb £oa$/ en onöer be nerlt ban $oo$t* top fïonb. gjn be$e napelle toa^ eene Stapel* lang gefficöt / bebjeiue boo^ ben UU ban <0g; monb foierb bergeebeur 3[ii be3e napel i§ begraben Aamout Jobansz.
ban ^erg-ambacöt/ een Steibfeg ^iefier/ eit ^Ïui3enaari betoelïteop ben 1 jjfobemöer 1 <>yz/ , 1 ugt gaat ban 'cütatolpe geloof/ te ^eenijie*
ben Dg Haarlem i§ boobgefcijoten* » " ■■ * '■ <■■■■ ».-,■■.■ -..' *■' ,■■■■■■ ■-* -■■*, .: ;"ï Λ^ Wnfc-'-'i 1
LEEUWENHORST. j
t ïïeeutoengo^ $ eertp$ eene $eer betv Leeuwen
tnaarbelSubg gebjeefï: en toa$ bui3enb fctyw*horft «nc ben ban ftfjpgöuro; / anberljalf btusenb ianSkc #oojtimjft gelegen· üet fïonb op eene seer y' brrmafteïpe pïaat$/ aan be baart ban&eibeit naar Haarlem } en $ omtrent 130 jaaren na be mun ban &i$n$&urg opgcooutot. 9[n 't eerflc tmerb get naar jjet fluit ïanbt / baar ijet op OcOoubJt ,toa#/ be 28bbn €er-1Xee genoemt ^>& geeben ïjier get aföeeïbjeï ber 3lbone:
t taeifs on| boo^ ben i|eer Komelis Alkemade sanftigïp ter ganb φ gefMe. Aor. JuQÏus # ^ntt Mattharus ^ <je Ia Torre, enz,
Hr 3 ®s
|
||||
6|0 Rhynlandschê
<Pe Jonnen ban leeubjenïjöjp toaren ban
be Ciperci-<2I%ber: en 3ijn giet eerp öenomen tint be Iböoe ban marien-daaï / of bn ber* l^ttngeTer-Waai, Mttn fttrecgt ^ρ flon^ öeii onber ö^t recgt^gêöicö en get öesoen ban ben SUbt ban Üamnen in &;ie$Ianb. ^e^e löbg 0 9et toerïs niet öetoeep ban ' eenen ^tieïjter aïieen, (Ctoee boïïe fyoebergi ban aöelpen öi«3e / te bieten Aarnout en Waalwyn.van Alkemade, 3p be eerfïe $ίφ
ter$ sebjeefi ||nn$aber/befóadbee Waaiwyn,
tóa| bc $>afïöö£ öf Regent ber Haarïemfcïje- ïteïne; en i$ in bat ampt opseboïgt boo? 3^ nen 300n Aarnout.
gn 't jaar iifti 3paanbe3e t&bn 3^re
jnnompen bg tefiament befoeejen : taant be gemelde öjoeber^ Rebben nnt elft suibere lieföe boo* <0ob£ glorie bn unterpen bjiïle bef^oïten bat alle be goederen / bie 3η in Hangebeïö on* ber be Ijeerlpöeit «i Jjet rookgebied ban ben ^ibbet' H-jgo van Noortich, en onder be geep Ipl)eit en ïjet cecöt^ebieb ban ben töiöber Aalbert van Velzen , gabben ïeggen / befttcöt
^ouben fooien om on 3eïtcr landgoed / onber
be ïjeerïpijeit bari#oo#taperi)ont/een κίοο* pet boo? &ipercHÏonnen te bontoen* 3(n 'tbolgende jaar latfr/ ap-g., Thomas
abond / na bat 3e be goebïtenring ban ben II* trccgtfcQcη 23iffc8on benomen Dabben / i$ be eerfïe peen ban get nïoopee geïeit n% *j 1 johan a * Leidis ,: Menricus Thabörita , A.
junius, en be anbere;^c&obet$ boo^aan^/
'geetan boo^ticöterbanditMoofler on eenen α rent van SaifenHètd,#apoo? bei' iaariemjicm Merite/ m &tkïjtct ban ïjtt üaarïemfcSe^e* * Hift Jib. 4, cap, u Chrop. 1.8. *P«d A. Matth. &c
|
||||
Oudheden, 621
gjjnïjof; beteeïite bede goeberen / aan get op?»
öoubjen ban jjet 3&egpjjof en be Mkhg / te nofïe öeeftjgeijangen, Junius ftelt be tïicijttng ojjöetjaat! 1209: mifTcïuen/ ombatbell&bn in bat jaar boltunmert i$ gebieefll <0m bit ïlioofier te bebofuen/3nn 'ereenige
jonnen u«t j®arien-bale / een njoofïei* ban Cifterci-nonnen buiten fttteeïjt/ naai* toe ge* 3&nDenv Sommigen meenen bat 'er niet meet* alp aejjt gespnbeu fcDierben. jjEaat* Hemicus Thaborita getuigt bat 3e ttoaaif in getal 31J11 geioeeft: in 't jaar ια6ζ, segtöé / ζνη in ΗοΙ~ land, ter plaatze,die nu Leeuwenhor 11 genoemt
word , twaalf Nonnen van de Gifterci- Order aangekomen^dewelke de Heer dr ent van Saf- Jenhem , een Haarlemmer , uyt fylarieivdaal by Utrecht had gehaat. Tien jaaren daar na is de gemelde Heer, Arent geftorven :en in 't derde jaar na zijne dood-is dé gemelde plaats ingelijfc in 't JCapïttel-der Gifterci- Monnikken j en on- der de bezoekinge van den Abt van Kampen geftelt. . α 2Sg pareinfcpttbing toiêrb bit geöeebtje ban
ben.i|· Willebrordusgef^oUen; DeAlmagtige
Godt, die albeheerfchende Geeft, en de Heer al- ler heerfchappyen, verleene u dat gy zodanig in deugden bloeit als Tbecla, zoo kloekmoedig zyc als Agnes j en dat gy na uwe dood met Maria het befte lot in alle eeuwigheit bezit, i|eev Gerrit, ^cöooïboogb te ^aadem/
geeft in 't jaai; \·\%\ 300 beeïe nieubje in&om* jten Ön unterften toille aanbelöbge gemaakt/ bat 'et· nocg bier bonnen/ boben l)et eerfïe ge* taï / aangenomen nonben tooien. Cn bit ge*· taï %$ aïleng^en^ meet* en meet; aaugegroeit. 9}n be jaami 141a en 1417 bwen'ei· 2-3 Ép il/ ffir 4 bjieibe
|
||||
6$'% Rhynlandschb
toietöe jonnen / fceïjaïben feg nieufoeïmg:en.
Sfn t jaar ifop / geïp in eenen fytef ban bat jaar teïeesen fïaat/ toag Set Öttaï oerjjfêaag* öen tot go aangegroeit ^e i|eee Dirk Spanj'aart, beiöeïïie&aarj^oni'
itepater ioa^ in 't jaar 1488 / geeft öe naameu öergeenen/ trie'er h$ jtjnen tjfö getooaut %Φ ben/ met eigen ganöe untsefejjreeuen: toelfte ïtifï fon aüjfer/ om öei>eöa0ten$ ban öe ouöe gefïagten te öefoaaren / eene #Iaat$ totlïen gjeeben : Euftachia van Brakel, fC&b$.
Elburg van Meereftcin, J^lOritt* Lysbec van Bronkhorft, De OUÖfïe J^Otltte» Alverardis Spiering, ^eutfcoaeilffes. Johanna Staal.
Agatha van Wouw, Herftöefoaarftet?.
Aleidis vanHaeften, &pi)$httioaavftW.
Gysbertje van Vianen, in öe ^ieftetlftamei?.
Cornelia van YiT'elftein, liamettOaCÖfïer*
Johanna de Belois.
Johanna de R^nefle.
Zwedera van Nyenvelt, <$ttöet?#L«Oritt. '
Margareta van Meereftein, ^geïfjieeïfiei?.
Adriana de Roeden (van Roden )^ail0fïec.
Elizabet van Ryswyk, $*apelföacï)fïet:.
Geertruid Spiering.
Agnes van Nijpen*
Lysbet de Baax, 4£nperfpy3Öefa>aarfïei?.
Heilwig vanBoekhorft, <®uDet-fietïtöe&mat*
lïetv
Margareta van Kenenburg.
Lutgardis van Boekhorft.
Maria van Poelgeeft.
Engeltje van Aalft.
£ïeflwig van Daasdonk. _
|
|||||
ι
|
|||||
Oudheden.
Mabilia van Brakel.
Walravia van Herwynen. Machteld Mulers. Adriana van Berkhuizen. Engeltje van Hemert. Lysbct de Baax, tt OUöfic* Chrittina van Roilum. Catharina van der Does, Gysbertje van Waardenburg. Lütgardis van Itterfon. Catharina van Wyngaerden. Heilwig van Amerfoyen. Catharina van Boekhorft. Anna van Noirtich. Pietertje vanKoulfter. Lysbet van Bemmel. Cornelia van Delwyken. Ermgardis van Boshuizen. Sophia van Schoten. Agnes Mulers. , Catharina van Heemskerk. Johanna van der Does. Lütgardis van Sonnevelt. Lysbet van Spieringshoek. ; Chriftina Spiering, Adriana van Vliet. Haasje van Ooftrurh, Maria van Poelgeeft. Sotheris van Schoten. Lysbet de Baex, öe JOUigftev Lysbet van Dorp. Willemina van de Werf. Chriftina de Waal. FrancOisje van AiTendelft. Maria van Varik. Johanna van Varik. |
||||
d34 Mhynlandscöe
Pietertje van Roflum.
f ©e3e Moofïermaagben/ ja bel'öbiffenseïf^/
iÜn ferft" totoben in ben beginne niet anber^ genoemt 7-ufterS *\$ 3Ufier& C*) Jaberganb Snoeit be ftiööip genaamd, feu bm ttjtü ban ï^outom/ en ban fHöbiffen by Gods genade- Of by Gods voorzienigheit,
aangenomen: 500 al£foptigt berfcgeibenebjie'
bm / befcoeïfce to^ ter gereber ganb gebben/ feoniten betogen. <^e Mbi$ tóierb boo^ be jonnen 3eïf ög
meerbergett ban fiemnien berfcooren > en booj fcen ^aaf/of iemanb bie ben^aaf berbeeïbe/ fcebeftigt 3|to neben$ be ïtjfï ber löbifien ? 300 ai§
fog öeseïbe ugt be befïe Jgeffeber^ m fyèmfc fcö|!ftcn bg eenge3oegt en gier en baar ge* fegaaft geöben, u - ir Mabiiia van Wulven * ttgtget ttxtï geflagt
ber Renefien > ban Ant, MatthiEus obergefla*
gen. .s'·. i/. -il:/.
Sophia van Ëraïcel', berïtören itl't jaatηΰβγ.
Z&tft geeft get mibbeïftoo^ getimmert.
Aleidis van Alkemade', fn 't jaar ι297, ïPe*
3e bjo^b ban Ant. Matthapus booj be eerfïeltlö
öiflé oijgegceben ; en gaare berfcie3ing getfelt o$s get jaar 1264. ^ geeft bie bebiening 17 jaaren beMeebt βΰηιχίιί&η Öetoeeren bat 3g ^öb$ i$ gefcueefï in 't jaar 1270: en bat Lysbec van Nyeveid bat amjitbeMeebt geeft
in 't jaar 119?./'©ès'e Lysbec i$ 19 jaaren lang 3üöb$ gebjeeft Claia, Eggerts dochter, berftoren in't jaar
μ 14/ geeft getbefïier ^ jaaren toaargeno* men: goetnci fommige ^cg^ber^ gaar niet meer aï$ 8 jaaren toeleggen. Chriftina van Teilingen, geiK>3en in 't jaar
|
||||
Oudheden. 635
Π16. enteren peggen bat 3g tot £Cöö$ bcr^
hOtm igttt 't jaar 1330: ÖOCg Ant. Matrhafus
brengt gaare beraie3in0 op get jaar 1331. ^n
i$ 13/ ofboÏ0en$anberen 17 jaaren/ Hbbijs getoeeft. Aleicjis van Duivenvoorde , bcrfiorrtt ilt 't
jaar 13435 i$ 6 jaaren löb$ getoeeft*
Heilwig van Velzen , berïiOren lil 't jaac
134P / ö^ft bie fcoaarbiggeit negen jaaren be-
hlttbt. O&t ifettt Perfyn van Waterland töa$
gaar baber: en 35 foa$ $onne getoo^rn in 't
jaar 1334. Lysbet van Oeftgeefl:, beenforen in 't jaar
135-8/ geeft get betoinb 9 jaaren geboert: an* bere frg$ben ban 8 jaaren. ©eje ftaat ber* roeïb itt get teftanient ban ïjfeer Jakob van Krommendam, Refter enüapeilaariban&eeu* foengo^ft. BadelogevanAdrichem, lil 't jaar 1367/ of
bOlgen^ Ant. Matthaus 1366* $ biet*/ OfbOÏi gen£ anbere ^cfonber^ 7 jaaren / MW$ ge*
toeeft- Margareta van Wateringen , berfcoóren ttt %
jaar 137^: anberen 3eggen ttt 'f j#ar 13 ;r. ^ρ
geeft be 2£öbg 28/ of boïgei$ fommigen $r jaaren Ïatt0/ geregeerd <Ροφ bat 35 in 't jaar 1374 nocg ^iorinne
foag/ en get amot ban SB&oiflriiórjj riiet&e* Meebe/ bïpt ngt get teftament ban gaare $xi fterGhriftina van Wateringe.
Badeloge van der Does^ ttfrftOul'fll fit ?t jaaE*
140 3;; geeft böïrjcii^ eenige ^cgigberg 8 / boi*
gen^ anbere 10 jaaren/geregeerd: ehi$ (bofr gen$ be eerfte) gefto^ben in 't jaar 1411. Heilwig van Ooftcrwyk, in '1 jaar 1411 of
1413 bertaren/ geeft 17 of 19 jaaren get bei
fttec foaargenomen. -. e Mach- |
||||
6%6 Rhynlandsche
Machreld van der Does, btvhoOVttïttt'tjaat
1430 i geeft W öocgboïgett$anDeregefeg#'
ten/ niet tenger a$ ï ι jaaren öe taaaroiggeit ban lööiffe üeMeeot* en i$ in't jaar 1441 of 1443 oberleeoen. vVillernina van der Aa, igg $100$ geiöO$en
f η't jaar 1443 j en geeft öie pofï «6 jaaren
inaargenomen* Lysbet van Ry'wyk , in 't jaar 14*9/ Of
boïgen^ Am Mattharus 1460/ Bbo$getooj&en/
geeft 2. jaaren getbebjuiö ober teUftixguw boert Agnes vander Boukhorft en Noortwyk, i'll
't jaar 1471/Of 300 Matth;euso$ft 1477/ Ufc fc$gefcoo$en/ i$ ι ζ jaaren liloofierboogoeffe
getoeefï. %.n't jaar 1481 en 148% geeft35 geoo* te gefcgiiïen gegatr met gaaren «Sntbanger> in toeiïie gefcgiiïen 3g 3ieg jdüeseer boo^igtig geeft grö^aagen/ en 3tcg geenen ar&eiö geefï katen ber^ieten. Euitachia fan Brakel, in 't jaar 1484; Of/
300 aï$ Ant. Matthaeus' meent 1483 / beriioo*
ren/ i$ 9 jaaren ïtloofïerboagoeffe gefoeefL f Gysberrje van Vianen van Ryzenburg, befc5
fiqoren in 't iaar 14P2/ geeft öe foaaröiggeit
ban t&öö$ 8 jaaren öefeïeeöt, Adn'ana van Roon, berïrooren in'tjaatM4P7/
geeft 19 jaaren ïang 3eer ïoffelp geregeerfc D-rk Spanaard, ftaprifami oer ^uöiffe/ geeft get boigeièe bjcgen^ get ïebenen öe öooö ban hi$t Sbööiflfe aangete&ent: In 't jaar.ιƒ17, op den I4juny, zynde ee-
pen vrydag, des nachts, is overleden de eerwaar» dige Mevrouw en Abdis Adriaw vanRooden^ godtvruchnger gedagteniflè ; dewelke deze 4bdy zeer loffelijk , zoo in het tijdelijke als geeilelijke, 'ι χ jaaren lang heefc beiiicrt, Φ# |
||||
Oudheöen* 637
Φρ pare 3arft fionb j)et boïgenöe reïeesen:
De eerwaardige en godsdienftige Mevrouw
Adriana van Rooden , Abdiiie van deze plaats, moet de eeuwige belooning hebben. Zy heefc over de 30 jaaiengeregeert: en is geilorvendert I4juny ι f27. Bidt voor haar, Elizabet van Baafcs, in t)Ct jaar 1^16/ bok
$tn$ anöere i'f 17/ tot %bbi§ geno3en/ jjeeft
öe ïiioofïeeisoogög 4 jaaren behieeöt. N. van Drenkwaert j Oetod&^ÖO foei ftt 00
gefïagtreiieniiige Oer Drenkwaarden , a$ ög Simon van Leeuwen in 3!)He Batavia Uluttrata, Wbbi$ ioo^b gefïeït op fytt jaar 1y j'o.
Gysberrje van Waardenburg, ber&ÜQren itt
't jaar ryW t^fCötii^ gefoeeft tot ijet jaar
1 r Γ4: en $ ttoee jaaren na ijaaren afflanb ge* fiojbett. Johanna van der Does, tteeftOOten in 't jaar
ijT4/ fjceft Set öetoinli «p of 20 jaaren ge*
boert; te ioeetcn 17 jaaren onöerfconing Phi- lips, en ttoee jaaren onber öe ïfobbeefcöay. Zy was, zegt Junius^ eene aanzienlijke enwy-
ze Vrouw, niet onbedrecven in de Latijnfche tale, en heeft de goederen der Abdye zeer ver- meerdert, j&aar m 't jaar ^72 toierb 3$ om öe fïroojjergen ban ben <0L?aaf Van der Mark 0enoot3aant / met öe anbere jonnen naar %tibm te bingten ; baar 5^ iien io fCuguffr if74/ ten tijbe ber benenae öelegeemge/ itt Üen 3|eere $ geruft ^g tg in 't fcoo* ban M. Picters nerlte onber een biaaufcoen 3arhfteén öe* g^aaben, ^00 i£ ban öoo* öe berging ban öe ilibberfeijap in ïjaare piaat^ gekomen lohanna van Naffaw, 3I)ïlöe tOt fSÖDtó ber-
Gooren in 't jaar 15-95-: boeg 3onaer nieter/
regeermg/ inttomfïen/ ofeemg recjt teljcfr ben*
|
||||
638 Rhynlandsche
6en j niet anbet$ besittenbe a$ ben bïooten
naam ban Mööiffe, $a Jjaare boob/ en na bat bie pïaat£ tmU
öen tïjö open gab geffaan/ $ tot Ijaare ojm bolgffer berftooren Sufanna van Etten , bOCÏj 5onbet eeni0 bt*
ioinb te ïjeööen* gg foa£ geöooren in 't jaar
iffo ; tn in gaar bgf-en-taeötigfïe jaai* ge* treeben/$3g te%titm\/in 't jaar 1634/ op't $of je ban f ίΦη gefloten, %Tt Ϊ$Φ be fïaatberanbering ban be*
5e ïanben htluft en öefcöeent. fee fc^eebe niattefboob ban Comelius Mufius jjeeft gaai* $ttt aangeïjangen : en $$ fyeeft be^ $elf§ boob Itcïjaam / na bat $ get niet beeï öibben^ en boo^ gnsot geib ban tom bnlien Lu mei bciv teegen Sjab/ op be noo^frgjbe ban & Pieters fecrltflof öegraabcn, ^e boigenbetfloo^ben ban Eftius * 3ien op 005e Suzanna van Etten.
Ter naauwer nood heeft eene godvruchtige en zeer edele Maagd zijn lichaam met veel biddens en fmeekens verkreegen , om het ter aarde te mogen beitellen. Zoo wierd het lichaam dm vliegens in eene gemeene kift geleic, en door de doodgravers in alle ftilte naar S. Pieters kerk gebragt: daar het in den ingang der kerke zeer 'haailelijk,en zonder eenige lijkpligten, begraa- ven Avierd. &ommi$m meenen eeStcr te hjeeteo bat 5sjn
liefjaam in jjctiioo^ $geb?agt / en in be graf' fiebe ban Johanna vander Does begraabetl ip.
t Dit Hofje van SeiTen zouck altlus genoemr zyn gewceft om
iit hec uyt 6 huisjes bdtond ; of om dat 'er 6 voorvlugtigc Nounen gewoont hebben» * Hut. Martyr, Gorcom, c, ij.
|
||||
Oudheden. 639
Cen tijde batl Mabilia van Wulven, tttffcfym
be jaaren 1x64 en 1270 / gabben de j^oimen
neeg fcerft noeg toren: aiïeeiilgb gadden 30 een beï aan een eikenboom gangen ; öoo? bjien$ gefcgeï 3g naar de gebeden / en andere oeffe* ntngen/ geroepen taterden, I&ettertgd $ 'er eene herft met een booj en een iiapelïe gebontat/ ten o^gel gehoegt / 0113. 3n't jaar 135-0 geeft Aalbert Temink,^^ $♦ Michielf
fïer / 300 al£ tog ngt 3ijn teflament ban get kaPd·
jaar 1349 bemerftcn / in oe ftïooffrrfterft eene itapeï gefïiegt ter eer e ban oen getltgen Michiei. <Pe3ebapeï/ 300 al£ top ooft iheenen E#ef ban 't jaar 1439 gebonden gebben / totera β. Mi- chicls ftapel / en de fóapellaan / die de 3eïbe bediende / oe liapeiïaan ban &, Michiels fca- peiie genoemt, 23egallien den gemeïoen fóapeïïaan 3gn 'er
toeïeerttoee ïiapeliaanen geïp geineen een boogde übdiffe/ een boo^ de jonnen. 3Φη 3nlien gier de üapeilaanen ofj$tefkt$/
300 ban bc Siöaiffe afê ban öe jj>onnen / tn)t een oub ganbfeg^ft laaten boigen: Willem van der Lee, 1 Lijft rande
Willem Keizer, S 1301. Kipeila*.
|
|||||||||
nen»
|
|||||||||
Joban Veren, Aleidisz. v
Niklaas Veren, Aleidisz. -*
Radbodus, SMeegtbader ban be
fübdiffe/ c
Joban van Aarnhem , $$kftw/- j 125*0
Jakob van Krommendam , fëtftftfV/ U Johan Huigens, Λ Marcijs Diïksz, jj^iefïer/ en üapeïïaan ber
SöBdiflfe/ 1413,
Pauius Gerritsz. J^fefïer/ 7 Ι^Ε'
Johan Golliferoon, J^tefier/ > ^ l-
I Pieter |
|||||||||
é^ö Rhynlandsche
Pieter Suurmont, Üapeïïaan / 142,9.
Hendrik Rikartsz. ^ttfttt/ 1439» Jakob Simonsz. $$tfttt/ i4fi. Niklaas Willemsz. tlajpelïaatt Der H&bge/ 145-1.
Marinus Willemsz. fëjtefttt/ ΐ4<Γ9, Johan . . . ïtapeUaanbanbel&biffe/i47f.
Dirk van Delft, J^iefïep en liapeïlaan ban 'tHonbent/ \\η^ ♦ , 1489.
Johan Fiorisz. ^apelIaanbertCöbifTe/'1489,, L ς ν* Dirk Spangert, föageïïaan ber fCöbiffe/i 5-05*,
1 g^ gefïo^ben in 'fc jaae 1 f49* Willem van Kalkar, $?iecfttbabe£ ban bt
möbg/ 15-1 δ.
Pieter Hoek, Üagetan betJÜÖbifTe/ if4U
Pieter van Roo, ifgó" . . 1^41.
Aarnout van Harwen , 1^49.
Johan Willemsz. if49-
Pieter van Kreveld, ^iecïjtbaber/ 1^66.
Niklaas Willemsz. van Spaarvvouw, Ib&ptt*
ïaanbeeltööiffe/. J4f4, 14^5·.
Adriaan Willemsz. vander Wiel, ïtapeïlaöii
ban Jjet gtonbent/ Hf4, 1457-
Pieter Jakobsz. van der Gouw , flajjeïïaatl
ban get ïionbent/ 1 y6S,
fnkomiien Wt goeberen / initomfïen / en qctct§ti$)tt «Ier Abdye. ^, fcm, §ψ %Qfyty / βΟεί^ΟΟ QVOOt ttltt (ܧ
bie ban iïijijn^öurg / 31)11 eeötet' seer aansfew
ïp oetoeefi. fflg fjeööen onbre mi§ becufïen een Wen* hoth ÖeC Mbügt/ Opgeffelb b00£ Adriaan Mau-
rynsz. bie δε gemagtigöe toa$ ban ï|ecr Jakob
van Wyngaarden, ^ntbaiijerbrt $Üb«e. il?t
bit &oe& leeren ton bat be oitfbangft ban Dct
, :r; jaac |
|||
r «■
laat ff8| betyaagen geefr 8^03 jjonbéri/enl|È
0en 3i!bere feöeïlmgen. %t ïfeje ftrëomfieir piesten be SHobiffeti doöj {jet jaar groote aafr nuffen aan ben armen tipt te retftei'i i beftaanbe in fyooben / fcijoenen/ en anbere gobbjneljtfV ge giften, #nber anderen bja£ 'er eene aïf aï? terneene ngtbeelnig ban diergélpe aaïmtffeii beftend onjfeer den naam ban \ 'rouw geef je wen; ^eeje tigtdeêung gefeijie&e op drie Koningen abonb fcoanneerbebehoeftigejongeng? ofmiip fmf/ met een finnen faïi geMccd/ ugt be ü#l öunrige tronen $öo#top/ Jootftopergour/; en Bootfjout/ bj? toij3e ban een Proeeffie naai bit iiïoofter 0iti0en^ ,. '■..·.. ^ber^ ίφ bit öeroembe nlooffer ten tijbeoéαbÉ'
ban be ^paanfcDen oo^ïog ooft berbjaefï/bc^vekigi· M#t I en in bogaarden en tuinen' beranbert. <©an be goederen en inftamften sjjn doo^ be ^taaten ban Rolland aansefiagem - ■■£ ANTE KENIN Θ;
1. Hier uyt' fchijnt zeker' Schryvèt fê'be fluiten" dat"
de Nonnen van Leeuwenhort! van minder Adel wa- ren, dan die van Rhynsburg. Deze Nonnen, zegrhy, ♦ fpreekeiide van de Abdye i^zm^cv\\\otft,vjareii vdn Uo groot en Adel niet als de Rbynsburgfe, en vjcrdengeen 7uf~ fersgenaamt, maar Zn ft m ; als,zufler Syiab'elia van den' Boukhorft enz. Maar daar kan ik ganfeh geene waar- l· f9 h ij η el ij k h e i t i η. ζ: en.. Her is waai; dat'er verfchfi- de dochters enzuftérs van HoilandicheGraaven N&fe nen zyrï geworden té RhynsbuYg, maar geen eeii' té' Leeuwen hor & Doch dat is maar geichtedt omdat deAbdy vanRhynsburg noch vèrmaard'er,' rijker,, en· aanzien lij lier, was, dap die van Leeuwenhort. Maar j?e .i°nge Juffers', dewelke edel genoeg* waren om te •LeeuwenTiorir' aangenomen te wórden v waren pok edel genoeg óm voor Nonnen aangenomen te moï* «<ίη te Rhyii'sbbrg'. Dit blvktjnyt 'de lijft deï Non-' 0f "ivir//-
|
||||
f
|
||||||
6b ζ Rhynlandschë
nen, dewelke onder beide de Abdyen opgegeeven zijn:
en men heeft 2.00 wel ■Duivenvoorden, Wa£enaaren\ Poelgeeften, Renejfen, van IVouwen, Yjfclfteinen, Boek- horsten , Perfynen , van der Doeden , van Wyngaerden, man Jer Kouijl er s, Heemskerken, van Vlieten, van de Werven, van Dorpen, van Adr'tchemmen, enz.teLeeu- wenhorit gehad als te Rhynsburg : en my dunkt dat die geflagten, allemaal of meeitalternaal, wel nevens de edelfte van ons land mogen gaan. De woorden van Junius, dewelke de gemeldeSchryver bybrengt, begunftigen xyn gevoelen niet: en 'Junius zegt wel uytdrukkeiijk * dat ''er op beide de plaatzen even zorg- vuldiglijk op den Gods dien ft en den Adel wierd gepaft: maar dat de een e Abdy aanzienlijker- was, en een grooter naam bad, als de andere. En dit kan ten deele daar op zien, en fchynt 'er ook door den gemelden Heer op geduidtte worden, dat de Nonnen van Leeuwen- hord Zuilers, en die van Rhynsburg Juffers genocnit -,Wierden. Doch dat ze te Leeuwenhort! zullers ge- noemt wierden , moet geenszins genomen worden voor een teken van minder adel; maar voor eene ze- digheit van de Cifterci-nonnen , of van haaren Regel; dewelke den tytel· van Juffers aan geene Nonnen wil- de gegeeven hebben : welke zedigheit in de eene Abdy vroeger, in de andere laater, vergeeten is ge weeft. * Relimoaii iipbüitatisgue par utrobique cura: Ccd impar
iioiniiiis lionor .iKjue dtgnicas,. |
||||||
■ . Η I L L EG OM,
„.« ^iüegom l in bc oitöe B^'eben Hiilinen $&
onoer fje£ ®eltmft$a# ban fttjijnlanö Qut$m.
parodii- <&e$arotl)ïftcxli / dd&eï&eDen$..Martinusto?* kek, $etmjbtim$/ bjiei-fc öoojöni$au$ m bm%bt auoon, ^ai| ^gmoiiö (ögöcuitrii) Dergccbcn, Oude <£>U*J ÏJttft Willem van der Goes , $j&t baïl
i'aftoors. «ÊgmoHö / tot öe pafïorg ban $mm$ I #fe
fcaanöc
|
||||||
ÖUDMÈDÉK, 6$!
ffaanbe booj get oberltjben bat} Govert Arcnts-
zoon, tn't iaat is f 7 öoo^jgtcfïeiC I^eer Johan Johanfz. van Kampen.
<ên a\$ be pmeïbe paflorn ópen iöa$ jjebal*
ïen öooLj be boob/ of oen b&biftftgen afltanl/ ban gemelben Johan van Kampen i jjeeft be boo^noembe SSÖt fy't jaar ι f 5-8 tot be3elbe öe> noemt tenen Laurens Willemhi 23>eibe be3é benoemingen fïaan in tm ganbfcfeift ber €& monbfcjje W&tyt/ 't foeln onber 01$ bernfï $oïgen$ be &?ent bair^. Bavoos fcerne te
Haarlem geeft te ^iffegom aï§ $afïoor ge* fïaan jEeefïéc Simon, MMtig aan 't Jjeiiigèrt
&rii$ outaar te %aarlein. #ocÖ Sibben Ijkt/ inhe itatolpetgiïm/
be boïgcnbe ^afioo^ gefïaan: Jakob Matthysz. in 't jaat* 14Ó0.
Johan van Poèlgeeft, ifoo, öebJCÏFte tiaat ttt
een goeben ouberbom geflo^ben i|,
Frangois Gerritsz. de Jonge tba$ glCïf JefcflM
fïooj in 't jaar 15Ό4. en {§ qtftofatn «f19.
Simon Pietersz. h)a$ aï ^aflOO^ III 't jitóC
ί 5:5-9/ en $ gefloten ifj?.
Sgeöert öeberanbenng 31)11 beltatoïpenban Het/ef]i
^rllegom en ban be naafigelegene plaatsen dhamiaiié ïeceerfï bebient gefoeefl üan vi&unu Gerlacu.s ab Angel is, tooonettbc in be ÖttUrt
Sillik, boïhonten ^aeeïiei- in be <££>oo£itnnbeH
betoel&e ober be 70 jaaren geteeft gebbenöé/ en eïïenbigïp ban4 ben fïeen gepfjnigt φι&έ/ te ïfaarlem $ obetleöen hm 10 gfuïp 1683, 3n 5ijne pïaat^ $ ge feomen Johan van Tik, tC ^mmenTl ώΟΟ0ΓΠ1; 8& ·
iueïfte ecnigen tsjb J^afioo^ ban tjfiUegom / ht
l^ogeïensang/ ens. gefetfefï $tjnbe/ éinbeïpre |
||||
êèl RHYNLAND5CkË
iêtnttittimi gefloten fcen 5· mèjsfi&s: W$\
ispbolger i§ getoeefi pieter Tromp, een ^&atnmet/ eh een %&
fcenfeö<00&igeïeet$& BENNENBRÖËK.
fat $$mnu$èth/ een &% Bg 3|aarlem aan
bm %tibftïjm %-ixteg geiegen / φ teel-eer/ fooigen$ J. de ia Torre , rcne-^iorg getoeeff. Ultant öê Skncotftfcijner-nomieu / tfctoelfte De ^Öögfoan <i*gmond aliereetii entjoo^oe j&Qfr tiihlicn öetoöont fydibm/Mevbm tigt Cgmonö beritotfi en pier geBiagt omtrent' fiet jaar «poov <Pe3e $?iprg $ boigen^ gét jeg^en i?aii de la Torre $&bafü# te niet gegaan / öat 'er iiautöeïps? eentje geïjeugem^ ftan otiei'ge&Ie' ben *& (1) if ANTÈKËNING, :
ï. De reden van het te niet gaan dezer Priorye fs
*vel te vatten : want de Nonnen, gelijk wy boven onder Rhynsburg al aangeroert hebben, wierden niet alleen \ genootzaakt de Abdy van Egmond aan de Monnikken in te ruimen, en te Bennebroek te gaan woonen: manr haar wierd ook van 's Graven wege verboden, nieuwe Nonnen aan te neemen : op dat de Nonnen aldus zouden uytrterven ; en haare goe- deren toege- eigent zouden worden aan de Abdye van Egmond. En dus kon die Priory, of dat Nonnen- kJooiler, niet langer geduurt hebben, als het leven fan die verplaatile Nonnen. f Λ Smak Egmond. cap. it.
|
|||||
HEElVi-
|
|||||
O U D Η E Ds Ei M* 66f
HEEMSTEDE.
Jteemfïebe/ ten bo$ tuffcgen bebwneneirHceraiiedc
be haarlemmer Jtergeïegen/geeft öien traauicuz, ban get oube gefïagt ber ï|eemfieöen geftree* gen: toant in eenoubenö^ef ban'tjaar 1334/ bentoeïtien Boxhornius, 300 al§ gg. getuigt/ ge* 3ien en geïeesen geeft / foojtral getoag ge* maaïtt ban tty'eHeemfteden, te toeetetl San-
der, Borre , ei! Niklaas Heemftede , boïïege* Ö^oeber^* Gerrit van Heemftede, U$tfytt$dfi be gefïagt gebooren / ïeefbe in 't jaar i^rr*
$OÏgeil$ get fcgiijlien lianf Johan van Leiden
moet ïjjeemfïeüe a! beïsenb $jjn getoeefï m be
negende eetiUie. ^et geeft meer a$ een$ öïoot geffoan. boo; bc tooebe öer oo^ogen -, en \$/ bol*' . gen€ben 5eIben*johan van Leiden, tenemaaï bernieit m'tjaae 1404. ©aarfïaateenoub fïot/ 'tloogergm^booi
be toanbeimg genaautb/ 't taem \xmt Aaiberc yan Beyeren in 't jaar 1301/ en boo^ be üauei? jaittofcge $att$ in bejaaren 1404 en 14x5-/ ge* fïeegt en onber be boet $ gefmeete». J^aber* gauo i$ get toeberoni ciedper cmgegaalt/ e» metttoee ronbe torentje^ booten: enig nocg onlange öetooont boo^ ben bibber Adsiaan Pauw.
Φ002 get jaar r 347 geeft bit bo&j geene ψ&
roegi-iierft gegab j en gab maar eene nagel / oc wr »n ftaanbe onber be Imk ban ^aarïem. ©ocg in cm p«<*. 't gemeïbe jaar $ öe3c napei / met be toefiem^chi kcrk unuge ban<0^aaf Willem V, in eenegarocg(9veril,der^ ij Lib.7. Hift c 3. 5c f.
* Wem ji, Hift, uit. |
||||
666 & ΗΥ Ν L AND SC HE
ferït htvmtyiti i|te nebej$ öeB|ief ban Wil-
lem V. ^WlIlem, &c. Hertoge in Beyeren, endeGra·
ve, &c, maken cont allen luiden, dat wj om bede onfer goeder luden van Heemftede, endp om Godsdienft te meeren, gegeven heb- ben , endegeven gehcngeniiieendeconfent, dat die nyweCapelle, die gefticht is in Gods eere, ende in gedenckenifie Grave Willems ziele, die ten Vrifen bleeff, ons liefs Oems , ende onfer Voervaders Graven van Hollant, ii een Prochikerke , ende gefceyden van der Prochi- kerke van Haerlem, alfo verre alft gerechte van Heemftede gaet, daer in te hantieren doopfel, ende doode-gravinge, ende anders dat een Pro- *. chikereke toebehoort. Waeromme wi bidden onfen Eerfamigen Vader in Gode, Heren Jan van Arckel, BiiTcop t'Utrecht, ende den ge- nen die 't toebehoort , dat fy s'confirmeren, ende delen die luden, aie wonen in't gerechte van Heemftede, ende in 't gerechte van Haer- lem , alfo verre alft: gaet, ende fceydent van derProchie van Haerlem mit allen fynen toebe- horen, ende daer toe willen geven haren con- fente, in manieren, wanneer die perfone, diere nu in is, of die in der tyt wefen fal, fyn confent toe geve. in oerconde , &c. Gegheven in Middelburch, des ManendachnaPalm-Sonnen- dach, in *c jaer ons Heren 1347. ^t$t teït foa$ ttt #ctia$temfft ban &* %*
&#>uto$ femdbaait iiigetoij&k _ Φ$ get ïjnmm htfcïpt ban öe^e teft fïaat
tt fyt$tn/ m öe oube toft ban ^ttmpto w 'ptfcofefn i§ (n 't jaac ij%i. |
||||
* ·
|
||||
OUD Η E D E'^N.
®m lifltmg lóii geeft ÖeïtlöÖer Niklaas Pauw, Verban#ofïerfop/ öeneerfïenfïeen
ban öe nientoe fterft gefeit. ©en 14 Sfnng/ in 't jaar 1624/ 3jjn öe öaïhen in öe nientoe fierfc geö^agt 5 en $ öe fcerii onöerbjjjlen onöer 't öait geraaftt. 3fn't3elbe jaar 1614./ in öen 3omer/ jjeö*
öen öe$ieubjge3!nöe S£eöienaar£ aïöaar botf$ öe eerfïerei3e ge^eöiftt. 3fn 't jaar 1572,/ öen 14 9fnng/ $ öe iterïj
ban 3geemfïeöe en ^iilegom/ bolgengi Amp,- zing, öooj öe ftrij0^nec§ten öefïo^mt en ηφ 0epïnnöert. 3fn öeïterftban Üeemfïeöe i»a$ eenel^i&arg vikary.
0eflicöt/ met öen ïaft ban ö^ie giffen '$ bjeeï$/ öefcuelfce jaarlp^ xr &l$nfcöe QUtom opbmQt. Willem Pietersz. Balling ÖeftJeeÖe Öe$e ί)ίη*αΓ»
in't jaar 1 f 14,
#nöer ^eemfïeöe geeft ban ouö$ eene JS$&* Priory van
^0eïe00nban€i|ïaTi-monnWen/ 's Hemels cifie.ci- Poo/t 0enaamö -, öetoeïfce öaar / öen %i Ber-f0001^- nardtereere/ gefïicjjt $ in't jaar .145-5·. ©e* cn* 3e J^ioru / een afl&ait3eï bati get Cifïerefe nloofïer te 3®armonö / fïonö baïgen^ * San-! derus onmiööeip onöer öe Hoog ban £>. Sal- vator te Hnttoerpen. Henricus Thaborita , Ögi Ant. φ Matthxus H ·ΜΓ cn
aangegaalö / 0etni0t met öe boï0enöe faaojöen & piL/.
öat 3e gefïicflt i$ in 't jaar 141 <s. J η 't zelfde der itkh- jaar , op S. Amonh dag , hebben de Ciiterci* tin£e·
monnikken te Heemftede by Haarlem eenkloo?! fter gekreegen, door de iHchtinge van Hugo van\AJJendelft, en Meeiter Joban Niklaasz. * Sanderi Brabantia, fub. Abbatia S. Salvatoris»,
* Anaieft. c 6, ρ. 115.
&§ + Jakob
|
|||
^|*S deJf Torre fröiöft bat 'er te tem*
ESSWSiS* ilgt *ei1 *WI fttef bidt
ooft öat j^ecfiet Hugo van AfletifclS Ληίαι
jH^MemA*: Johan Niklaasznon\ fteiÖC
gtofltt* yr«m* fïicöre^ ban öit ftbbftö
guur-geeft·/ genaamö taa£ Willigen hoorn.
9Maï met tien fyief ban Johan Niklaaszooq Je >i Glnejt. Prieirer, Vicarius in die Pro-
■ cbikerc van HaHem, doe cond'allen luden, dat ie totter eeren Goeds -ende zynre gebenedi- de Moeder,, ende des heyligen Vaders finten fards defe nagefcreven goeden gpfchykt: geiei ende gcordineerr hebbe, tot hulpe ende troeft inynrezide, m men ouderen 2yeien ende allen den
ghenen daer ie die aelmiiTen van genoten mach hebben, )n banden des Prioers van Warmond en- ^ezyn gemene Convent te hulpe een Cloefter mede te maken in den ban- van Heemitede, op een hofftede d.egeneren is milegen Hoem, wel- k§ hofftede Meeiter Hugkvm AJfendelft, daer -toegegeven ende gefchykr. heeft, mie anderen goeqeri dié hy daer toe gegeven heeft Item in den eerften ίο gheve ie daer toe drie campe ïants die een'an den anderen leggende in die ley jn die ban van Heemitede an die oeftzyde van *iarlemmer hout daer die landen of zyn,cndezyn groot negen morgen luttel meer of min, ende ghelden op defe ryc 2.8. Wilhelms feilde tsjaers. Jtem noch fo geve ie hier. toe 14 rhorgen lants, luttel meer of min, leggende in den fel ven ban vm
|
|||||
UDliK D È ** 6fy
van Heemftede an die weftzyde vanden hout,
récht yegens die landen voirfz. over, mit enen laert geheten fP'Wems ken, endc zyn geheten die Coren-laen but.en an Harlemmer hout, en- de ghelden op defe tyt 4.1. Wilhelmus fcijde jaèrs daer lenden of zyn^ Item noch 6 hont gheefts lants leggende in den ban voerfz. an die wech die gaet an willeghenhoern voerfz endc gelden op defe tyt vyfBeyers gulden, Irem nochV een morgen lants leggende in denman van Heem- ftede voirfz. int Sparen-lant, endèghelt op de- fe tyt ij*. Wilhelmus feilde. Ende van allé deie landen voirfz. daer fal ie Jan'Giaefz. Priefter voern. voerwaerde ende quytfcellyngeofdoen als dat behoren fal, .alfa verde als zy 'daer op die hofftede voerfz, een Cloeiter op ma'kenals voerfz. llaet i'maer waef dat zake dat datCloeiter nyét gemaeci: en wort pf begonnen binnen twee ja- ren nadarum des brieFs, fohoudéic defeghifte ende qwytfcellinge van gheenre waerde te we- fen, alle dyne fonder argh endelyfte, In ken- niiTe der waerhëyt fo heb ie defe cedel gheftelt: mit myns felfs hant, ende mynfegel hier op ge- drucl; , int jaer on? Hèeren i4ff. des manen- daechs na beloken Paefchen. ψ&}ύ$ iaat ifc bolgen öen ö^tef tan Hugo
van Afl'endelft:
Τ c Hughè va;s Affènddft, Priefter , Doe cond
allen luden, dat ictotter eerenGoeds, zynre ghebenedide Moeder, endedes heylighen Vaders iïnte Barnaenf, dele na gefcreven guedenghe- fchykt, ghefet endegheorden"ert hebbe tothul- pe ende troeft mynre zyele ende mynre ouderen ende vryenden zyelen , in handen des Pnoers Μ S van
|
||||
Rhynlandsche
van Warmond'ende zyn ghemene Convents ter üulpe^ep ploeiter van finte Bamaerts Oerde mede te maken : In den eerften een huus met- ter hoef^ede, meteen boemghert, met ichuer, barch, huus, endeeen barch vanvive roeden, ende met allen potinghe ende plantinghe die nu ter tyt op die hoefitede voirfz. ftaen, welke hoefitede gheleghen is in den ban- Hemftede, ende is gHhetzn mileghentfoern.tot welke huus ende^hoefitede toebehoert: eerft derdalf campe weydeiands, die te famen groet zyç bet dan ks morghen, qnde noch omtrynt dmyen achtelen iaetlands, welke weydelandende faetland al tót- ter voirfz. hoefitede behoert, ende is verhuert •yoir Teven ende dertich gouden Willems feilden jaers. Ende van defe faec voirfz. foefal ïcHughe voirfz, Priefter5 voerwaerde ende quy tfcbeldin- ghe of doen alsdat behoiren fal, alfo verde als zy daer oPj die hocfftede voirfz, een Cloeiler op maken, als voirfz. ftaet; macr waer dat zake dat dat Cloefter nyet ghemaeckt en worde off begonnen bynnen twe jaer na datum des briefs, foe houde ie defe ghifte ende qwytfceldinghe vaiy ghenre waerde te wefen, alle dyne zonder argh ende lyile. In kennifTe der waerheyt fo heb ie defe cedel gefcreven mit myn felfs hant, ende myn zeghel hier op ghedru<a, int jaer ons Heren 145-5·. op den derden dacli in Apriile. Philips van Borgonje tytftbt $tmclbt |ßßö
tiUQ wcbQtlituvt 0003 tmm open fi&ief ban 't
jaac 145-5, ■. ñ Hilips^ bi der gracien Goods, Hartoch van
Burgongen, van Lotringhe, van Brabant en-
cc van Limborch, Grave van Vlaenderen, van
Ar-
|
||||
O U Â Ç E D Å Í$ 671
Arthoys, van Burgongen , Palatyn van Hene^ .
gouwen, van Hollant, van Zeelant, ende van Namen, Marcgrave des heyligenRycks, Here' van Vryeflantjvan Salins ende van 'Mech.clen.T0t een ewige memorie deier zaken : Onfe fcarpe aenfien ende ftarke ghemoe myt ftadighen vlite. fetten wy date tue, dat wy altyt forchvoldieft zyn die Godtdienfticheyt der ghelovigen men* fchen ende falicheyt der zyelen ftarkeq, ende meer bedencken wy" den geefteliken ftaet der heyligher Kercken mitten perionen in Goeds·» dienft te verzien ende te vermeren die alremee» fte in vuerigerynnicheyt ende onghebrekeliker mynnen vlitelic volharden, op dat die acker of datlant der felver gheeftelicheyts overmitsonfefl vlitichile aernft, gelyc der overclaerc margen^ fterre alte claervoir den ogen Goods mach fchi- nen ende Gode behaghelicke ende menichvol- diehe vrucht aendregen , op dat oec die wyn» gaerde des Heren-alre Heren in finen bouw en· de vrucht meer vruchtbaerre ghemaeö:, grieen •doorn of dyftel der bitterheyt, ^mer alte fuete druven den Alrehoechften Schepper voort mach bringen. Want ons dan voir is ghecomen van onfen liven onderzaten Priefteren, Meefteriïii- gbe van JJfendelf, ende Meefter jan Claefz. wo- nende in onfe ftede van Hairlem, ghelegen inj onferGraeffcap van Hollant, dat fi inGodliker ende ynnigher begheerten beruert zyn een Cloo- fter der gheefteliker Oirden van Cyftercien of finte Bernaerts Oirde, tot love ende eren ons Heren Jefit Chri(tï endezynre moeder ende jonc- frouwen Marien, ende des voirfz heylighencon- feflbors finte Bernaert, in den Dorp van ileem- fieden by onfer voirn.ltede van Hairlem, op ter {haten of ftede gheheten fVtlligerboorn, anderf |
||||
$M R Ç Õ Í LAN D ■$ â ç Å
. ÓW:Heweltwta,,mchtcn,, begaven ende doen
Jammeren wrllenyende dair tuc van horen ey- gben lande^ renfen ende erven die hem van Go- de verleent. zyn , tot vermeringe Goodsdienft ende teGheeilelicheyt, ende tot hoiren zye- fcn zalicijeytwtletten endegheven willen, bid- dende oetmoedelic ende ynnichïïc, begherende dat wyonfen'oirlove ende confent daer tueghe- Werd,gen te gneven, ende dat die Gheefteiike perlonen die daer op ter voirfz. flede Tullen wor- den inghenomen , die voirfz. renten , lan- den ende erven, ewelyc feilen raoghen holden mde befitten: So maken wy kundich allen tc- gnenwoordigen ende toecomender luden , dat Wy defer voirfz. Priefteren heylich opfet, yn- *Wt?^begheerte, endeoetmoedighebede, pryfen code^ftadighen myt guniteliker aendacht ghe- scycht tot hem ende tot horen ghebeden, over- mits langhe, voirberaden onfer ghemynder ende gh-etrouwër: Stedehouders ende Rade van Hol- Jant, ende, oec onfer Raetsmannen die by ons zyn , dat &op defer ftraten ende itede voirfz. ■ pulken gheeiteliken Cloofterder voirn. Oerde funderen, begaven ende doen tymmeren mogen, ende dat fi van horen cyghenen lande , renten ende erven, die buten onfen leengheleghen zyn, |Qt defen werek gheven ende wtfetten mogen, dair wy hem oerlof ende macht toe ghegont hebben ende gonnen , ende onfe volberd ende believen-daer tue hebben ghegeven ende ghe- ven. Oic alle die lande, renten ende erven die dele voirfz. Priefteren tot fundcringe ende be- ganmghe des voirfz. Cloeirers ghegeven hebben pf gheven willen die buten onfen leen als voirfz. is ghelegen zyn , die hebben wy voir ons myt onlen iëkeren weten , myc onfen volcomender macht
|
||||
&¥w1i e-'d" 'ivK- tfi
macht ende fonderlinger glienaden/liVörtizierfc
ende mit defen bfieve amoftezycrën1 voir H£n ende onfe naecomende Holkn'tfche G?aVen 'e«|· de Gravinnen tot nööturft dër vöifiz: gheeilé- liker perfoncn die in der gliedden "als. dat güc- woenlic is nacht ende dach ewelyc Goded")ènem Daeu tue gheven wy ende bekennen den voïrrij Gheefteliken perfonen in dier tyt in den voirizi. Clooiler wonen, dat fi die voirfz-.landen, ren- ten ende erven buten onfen leen ghelègcn, hol- den, mogen ende ewelyc myt vreden ende tufte bermen , als güede die Gode ende der heyliger Kerckenghedoot , gheheylicht ende ghegeven zyn, alfo dat ft van ons of van yement onfer nae- comelirïgen nyet en fullen noch en moghen ge- dwongen warden die voirfz, guede een deel of gheheel te vè'rcoperi of té fchéyden , of ίίι eni- ger wys wt hore macht te fetteri. Ende oëc al- zo dat il ons of onfen naecömenden Hollantlche Graven van deCcr arnortiziërin£nen ende van an- deren voirfz. onfen graden in gheenre wys eni- gen financiën fculdich zyn te gheven, want al- lo dat wy fiwiricien hebben w,: m^t milder ge- naden ghegeven,'verlaten cndequytgh'efcoldeti, gheven , verlaten ende quytfchelden van gort- ilen deicf fundacien , o^ dat wy der Miiien, ghebeden ende ander güede wereken die daïi ghedaen feilen worden deelachtich mogen we- fen. Oec te verfien dat defe voirfz. lande, renten ende erven, die defen voirfz. Prieilercn tot de- fer fundacien wtghcfet ende ghegeven hebben, in alle vryheit ende cyghendom eweiic feilen weien ènde blive'n. Ende dat defe voirfz. Prie- ftèren byniicn' een jaer na datum des brieves de- fen voirfz. landen , renten ende erven' mit fcrif- teη feilen fculdich' wefen te vcrdfreti of open- bare» ' * |
||||
#74 KHtttLAïiDSCHÈ
baren in orts Raets-camers onfen Lants van Hol-
lant ghehetendes.Gravenhagé. Hyerbi ghebie- den wi ende bevelen den voirri. onfen Stcde- houwef , allen ons Raetsmannen van onfer ca- rneren , ende allen anderen onfen Ambochts lu- den in Hollant of waer fï zyn ghefeten, tegen* woordich ende toecomcnde , ende een yeghe- lic van hem allen dien dit toebehoort of angaet, dat ii defen voirfz, Priefteren ende Gbeeiteliken perfonen die in defe voirfz. ftede gheordiniert ende ghefet werden, ende allen anderen dien dat fal angaen in toecomende tiden, defer tcghen- Wooruigher onfer ghenaden verleninge, oirlof ende believen, amortizeringe, gaven ende qui- tancien tenewigen dagen vredelicdoen ghebrui- Jken ende datr van verbliden , ende teghen in- holt defes brieves in ghecnre wys nyet verftoren noch vermoyen, noch van yement in eniger wys laren verftbrch of vermoyen fonder cnich wederilaen enigher. ordinancicn, ghefetten, ge- beden of befchermeniiTcn die hycr teghen ghe- maket mogen zyn ofghemaket moghen werden. Op dat dan dit ewelic van ende iiadich fel bli- ven fo hebben wy defen onfen brief met onfer zeghelen teyken doen vefligen, behouden altoes onfe rechten in anderen ende anderen rechten in alle dingen. Gegeven in onfer itede van Dor- drecht op ten tienden dach Oelober in den jaer ons Η eer en 145- o". Phillips, by der graden Goids, Hertoge van
Bouigongen, van Lotharingen, van Brabant* ende van Limburch, Grave van V*laenderen, van Arthojs, van Bourgongen, Palatin vnn Henegou- wen, van Hollant, vanZelant, ende van Namen, Marcgravcdes heyligenRycx 5 Heer van Vrïes- |
||||
i»
|
|||||
O 10 D Η E D E *K» «62$
knt , van Salyns cnde van Mechelen , onfeii
eerften Duerwairder of gezwoeren Bode hierop verfoeht, faluyt: Laten υ weten, datdie eerbae- re geeftelicke perfonen, alfle Meefter Huge va» AJJendelf ende Meefter Jan Claefz. Priefteren, wellicken ons te kennen hebben doen geven, dat zy zeer beroert tot devotien, in wille ende meyninge waeren een Cloofter van finte Ber- nawts Oirde te ftichten tot Heentflede», op eene plaets genoemt Willigen Hom , ende dair toe te geven van hoeren goede zeker lande-* renten ende erve, indien wy dat confentieren endebe* kenen wilden, 't welek wy tot hoir ernftigen verfoeck , geoirloefFt, geconfentiert ende be- lieft hebben, mit onfen openen brieven, befe* gek mit onfen zegele, voir ons ende voir onfen nacomelingen, Graven te Hollant, met condi- tien, dat de voirfz. Priefteren bynnen een jair na datum ons briefs, de voirfz. landen , renten ende erven , mit fcriften feilen iculdich wefen te verclaeren of openbaeren in ons Raeds-camer ons lants van Hollant geheten des Gravenhage. Ende want den wtganc vanden jaire zeer naken* de is, ende wy niet geerne en hadden dat de voirfz, devotien by ons veiaftert fouden mogen werden,, hier om zo ombieden wy u, ende be- velen dat gy terilont tree!: ande voirfz. twêPric* (leren ende an eiken van hun beteykent ende beveelt, dat zy op overmorgen naeftcomende, te weten, den 8.dach van Oétobri, comen by onfen Rade voirn. om te verclaeren of openbae- ren in.gefcrifte de voirfz. landen, renten ende erven , indien zy dat niet gedaen en hebben, ende dat alfo by u gedaen wefende, certificiert defeive van onfen Rade 't geche dat u dair op wcdervaert, fonder des te laten in eeniger wis, want
|
|||||
Il'
|
■^^^^
|
||||||||||
&i6 RiïYNLANDSciiE
■tfflft wy dat alfo gedaen wiilcn hebben. In oif-
Cönde dèfen brieve ende onfe fignet bier op ge- dru&. Gegeven op ten 6. dach in O&obfi int jaer ons Heren 14.J-7. . - :r: ι By mynen Heer e den Hertoge,
ter relacye vanden Rade van Hollant. [ Φο% fytft 'tt bt fttttcgtfcge &$&φόλ.
vul vanBorgonje, ÖOO^ fceil bolflttlöeil MtfJ
$tjm totffemmiiQ tm mwbnu
jyjvid van Borgonje ,door de geriade vtfn
Godt en van den Apoftoliflchen Stoel Bif- fchop van Utrecht, ter eeuwiger geheuggenif- feder zake: Wy meenen dat wy Gode eenaan- genamen en behaaggelijken dienft doen, alswy de mftelling van nieuwe klooftèrorders begun- stigen , en zoo wel die klooiterordersy als dk den Heerè daar dienen, terwyle dat de geloo- vigen door hunne giften de behulpzaam e hand daar ook aan bieden,' achtervolgens den pligt van ons hardersampt, tegen de quellingen van boosaardige rnenfehen befchermen. Dat het dierhalvert' zoo aan de tegenwoordige menfehen als aan de nakomelingen kennelijk zy, hoe dat de mCbrifius bemindeMcefters, Hugo vanAJfen- eklft en'Joban Niklaaszoon, Fricftervan ons Bis- dom, door eenyverige godvruchtigheit en lief- de ontfto-ken,- tereere van Godt, en om zijnen" dienft te vermeerderen 5- als ook ter eere vande hoogverheve Maagd Maria, en van Gods hcili* ge Bciyders Benediclus en Bemardus, en van alle Heiligen, op hoop van de (eeuwige) vergel- ding , voor de zaligheit van de zielen hunner ouderen yen van alle de genen in \ gemeen en |
|||||||||||
Ö V D Η 15 D E iff 677
in 't rjyzonder, van dewelke zy huririe goede-
ren gekreegen hébben, en voor dewelke zy ge- houden zyn te bidden , op de befte manier,-'' wyze, form, en rechrsgêbruik als hun moge* lijk was, in't jaar desHeere duilend, vierhon- dert , les-en-vyftig , den derden dag van de maand April , met een zuivere en eenvoudige gifre, tnop een onherroepbaaren tytel, als eeri zuivere aalmiiïe , en voor andere irizigten dié boven uyrgedrukt worden, tot optimmcring éri voorde vafte inkom ft en va rt het toeköoméndé kloofter van de Cifterci- order binnen den bari( van Heemftede, 't welk voortaant Hemels poort genoemt zal worden, en tot onderhoud van deri Prior, en van ieder Monnik of Broeder in 'tby- zondér, die daar woonén zal, deondérgefchree- venegoederen, zaaken* landeryen, hoffttden| vruchten, renten, en inkomftenj vry van allé zoo operibaare als byZönderè fchattinge en bc*' zwaaringe , efa zoo als zé hier onder in 't ge- meen Nederduitfch uyrgt-drukt ftaah,gegeeven| vereert? en afgeitaan'hebben : zoo alswy des- wegen door hunne brieven, en Zegels volko- mentlijk verzekert zyn. VooreerftbreftMeeftér Bugo van Ajfendelft voor eeuwig en uxfa gegee* ven een huis mettèr hofftede ^metten boorn- gaert, metter ichüre, bachuis en'ecn berch vati vyf roeden, endc met alle potingeen plantin- ge die nu ter tyd op de voorfchrevd nofftedé itaen, weJke hofftedegelegen is in dén banvarf Heemflede, en is geheten WilUgerhorn, rot wel-, ken huyfen en hofftede toebehoren eei ft derd^alf èamp weylandts , die te (amen moeten fyn bjr, dat feft'alf morgen, én nu ontrent dertien achValf 2*fyik faetlandts, welk weylandt en faetlandt al 'tottef :-" "%■ voorfchreve hofftede behoort, ende is verhuéic Mt vcèf
|
||||
678 Rhynlandschè
Voor feven ende dertich gouden Wilhelmi Schild
<den des jaers. Noch heeft Meefter Johan Ni* klaafzasL&r toe gegeeven drie campen landts^ die een en andere leghende in die Ley in den ban van,Heemftede, aan die ooftfyde vant Haer- lemmerhout, en fyn groot negen morgen luttel meer of min, ende gheven op defen tyt achten twintich Wilhelmus Schilden jaers. Noch heeft hy gegeeven vyftiend'alf morgen landts, luttel meer of min , leggende in den felvcn ban van Heemftede aen die weftfyde van denHoutj recht tegens die lande voorfchreve over, myt eenen laene geheten Willems-laen ^ en fyn ge- heten de Coerveen buten Haerlemerhout * ende gelden op dé defe tyt veertien Wilh. Schilden des jaers. Item noch feftalf hónt Geeftlandts gelegen in den ban voorfchreve aen den weg die gaet mWtlUgerhorn, ende gelden op defety-t vyf Beyerie guldens. Item noch een morgenlandts leggende in den ban van Heemftede voorfchre- ve int Sparenlandt) en geit óp defe tyt ander- halve Wilh. Schild, Zoo zyn wy dan van wegen de voornoemde
Order, en voorriamëntlijk wegens den Prior en het konvent te Warmond j van dezelfde Order zijnde , tiyt welk konvent eenige Broeders of Monnikken gezonden zullen worden om die nieuwe klooiier te beginnen, uyt liefde in den Heere gebeden, aan deze godtvruclnige gods* dienftigheit of genegendheit de behulpzaame hand te bieden} de gemelde begiftinge gunftig- lijk toetëftemmen·, dezelve door ons ordinaris gezag te beveiligen ; en ons beft te doen om het godvruchtig, loffelijk, en liefdaadig inzigt van de gebelde begiftigers tot een gewenfcht einde en ter uytvoeringe te brengen. Hierom |
||||
6 Η »> %'ΐ £&Μ
Ü β Η Ε D ϊ Ν| 6?§
Is het dat wy, na dat wy al het bovehflaandë
èn hieronder volgende rijpelijk overwogen lïaa* den, goedgevonden Hebben het zélve ter èeff van den Almogenden Gddt , van de allerheiiigj- ile Maagd en Gods Moeder Marta, van de hei* lige Brlyders Benedidus en Bernardu's , eh uyè eene zonderlinge godvrüchtigheit en genegen-· heit röt onzen Patroon, den heiligen Èelydci Mart'mus % gunftiglijk toe te ftaanj zoo als wf het zelve door den tegenwoordigen brief toë- ftaan. Weshalve wy de plaats, de gebouwen^ de inkom (ten, en alles en ieder in't byzoriderj zoo als het boven uytgedrukt itaat ^ en cloor dè voornoemde begiftigers ge^geeven is, üyt naai"* meen van wegen deCiiterci-order endeCiirèf- . €i-monnikken van nu afaanneemèn en aanvaar- den : en wy hebben dezelve goederen, plaats^ én inkomften a'ah de Cifterd- Order- èn Moh- nikken voornoemd tot een eeuwige en zuiitérd vereeririg gegeeveri: en de plaats, met de gebou- wen die daar reeds ftaari or* nadeézen getimirtè'ré gullen worden , réchten wy op en Heileg ψ§ aan tot een Kloofter, *t welke door eenénPriorj' èn door Monnikkèn van de Ciilerei-ordér, be* woont zal worden: onder beding dat de Prior en de Broeders van het toekoömènde ÉJoofter gehouden zullen zyn onzes Perfoons , onzer Voorzaaten èn Nazaaten , de Biflchoppen van Utrecht , mitsgaders onzer Kerke , ert haa- <· ren welftand , van nu af aan in hunne gebeden gedagtig te zyn; en pp hoope dat hy het ons vergelden zal, dewelke den genen,die hcrr» iets gegeeven zullen hebben , honderfout en 't eeu* wig |eve.n heeft belooft. Wy begeeren dat het jpelye Kloofter voortaan genoemt zal worden *i Hemels Poort. Daar by hebben wy de gemel- |
|||||
■
|
|||||
6$o Rhynl λ ndscir e
de renten, goederen, erven, landeryeri,beem>
den, weylanden, boflehaadjen, moeralTen, poe- len, viflcheryen, jaargelden, en andere vruch- ten , en roerende of onroerende goederen , de- welke den Prior en den Broederen voornoemd in 't toekoomende , 't zy door de miltheit der geloovigen , 't zy op wat andere rechtvaardige wyze dat het Zy, geworden zullen, op de voor- gemelde form, aan het Klooiler, den Prior, en de Broederen van 's Hemels-Poort te Heemfte- de voornoemd, invallen eigendom overgegee- ven. Wy hebben ook door den tegenwoordi- gen brief vaft geilelt dat alle de voornoemde za- ken voortaan kerketyke zaken zullen zyn, voor kerkelijke zaken gehouden zullen worden ; en den kerkelij ken vrydom zullen genieten. Ook hebben wy het voorneemen van de Kerk , de outaaren, en het kerkhof ter zelve plaatze,-met Gods hulpe, en by bequaame gelegendheit, te wijden, én 'er de werkplaatzen té zegenen: en Wy geeven aan onzen algemeenen Vikaris in Biflchoppelijke zaken, die het dan weezen zal» byzonder verlof en volkome magt om het zelve te verrichten, Daarenboven geeven wy van nu af, zoo wel als. voor het toekoomende, aan de Zufters en huisgenooten van 't zelve kloofter, mitsgaders aan de genen die uyt genegendheit ofgodviuchtigheit hunne begraafplaats aldaar gèkopzen zullen hebben , volkome vryheit om daarbegraaven te worden : behoudens nochtans dat de kerken , de welke het recht van die be- gravingen toekoomt, het gedeelte fin de pen- ningen daar uyt voorkomende) dat daartoe ge- ilelt is, zullen hebben. Ook liaan wy toe dat de Prior en her Konvent voornoemd, van nu af en voortaan, klokken en klokhuizen zullen mo- gen |
||||
OUDHEpE HU 681
gen hebben j de plegtigheden der Miflen , en
andere goddelijke dienften , zullen mogen ver- richten en zingen j het kloofterlijk leven vol* gens den Regel van S. Benediïïus , en volgens de gebruiken en inftellingen van dezelve Order, zullen mogen onderhoudenj en om alles , zoo in 't gemeen als in 't byzonder, te hebben, te dóen, en te verrichten ; 't welk geoordeelt zal worden, en blyken zal, dat de Broeders en het Konvent van't gemelde Cifterci - Order vaq rechtswege , uyt hooftie van hunne voorrech- ten , of uyt krachte van de gewoonte, vermo- gen te hebben of te doen. Ook ftaan wy top dat de Prior en het Konvent van het Kloofter te Warmond hunne Broeders van tyd tot tyd mogen zenden naar het huis 's Hemels-poort te Heemftede; en aldaar, benevens den Prior van 't zelve huis, de beproevelingen, naar dat met de inkomften van 't kloofter over-een-koomt, mogen aanneemen tot het doen van hunne ge- loften. Ook vergunnen, ordoneeren en verke- nen wy door den tegenwoordigen brief dat.de Prior van het Kloofter te Warmond gerechtigt zal zynom, op het gezag van zijne Order,bin- nen in 't gemelde huis te Heemftede en alle des zelfs vertrekken te gaan ; en om den Prior, de Broeders, en alles wat v.order tot het Kloo- fter behoort, volgens de voorgemelde Regels, inzettingen , en or-donantzien , te bezigtigen; en alles aldaar te befchikken en te beftel- len, zoo verre als het aan hem zal ftaan : mits- gaders dat de Prior en de Broeders voornoemd van Heemftede gehouden zullen zyn den gemelr den Prior van Warmond , als hunnen Opzien·» der, ten eeuwigen tijde voortaan onderdanig te zyn en te gehoorzaamen : behoudens nochtans <Ct 3 dat
|
||||
R Η Υ Ν ϊ, Α Ν D S C Η Ε
èn ψγ aan ons, en aan onze nazaten de Bif*
fchoppsn van Utrecht, houden aUe ordinarifle gerechtigheden en rechtsd wangen en teder van <cfe zglyert in?t byzonder,\Jie óns van'rèchtswe- gen of volgens de gewoonte over het Kloofter, pen Rnor, het Konvent en de Broederen voor- jioetnd in k bqvenilaande , en in alles wat hee Klooiter aangaat, toekqomen: behalvenin zul- &C~zaaken, in dewelke zy bewijzen konnendac ±e aan We magt door'eene Pauflelijke gunft piHÏrokken 2yn Noch vergunnen wy den Broe- deren van Heemftcde dat ze aan hunne gafte'n m kerkelijke gerechten zullen mogen beclienen^ én dat ze alle de voorrechten en vrydommen, die hun door de Roomiche Pauzen of eenige Vorfleh vergunt zyn of noch vergunt zullen Worden, voortaan zullen mogen genieten. Ter! fetuigeniflë en eeuwige gedagreniiTe van het
ovénitaande hebben wy ons zegel ter zaken jftgg den tegenwoordigen brief doen hangen.' Gcgceven in't jaar des Heerc duizend, vier hon- gert, zeven-en-vyftig, den zo Maart, |
||||||
<tën om bat m ïtïoofter mbet fce fêaro*
m* Öaiif akiem fmm/ geeft ii'irk van Waf-
m*M 3jjiiie toeftemining oaac toe ooft mam
$)en *· ^f*:-1 *· ■ · w * ^/7 Υ Rideryk vm Wajfena&r, Protonotaris van
den Apoft. Stoel; Prooft en Aartsdiaken van S.?*»* kerke te Utrecht, en Paftoor van de Baiprhikerke der itad Haarlem onder het Bis- dom van Utrecht, :willen'dat een ieder koome ψ weeten, en wy laaten'i hemdoor dezen brief ^eeten, cjat wy, vqar de godvruchtige bewee- |
||||||
.
|
||||||
Ï Ï Â Ç E D E K. 6B%
gtnge, en genegendbeit van de Eerw. Priors,
Broeders , en 't konvent van Marienhave te Warmond , van de Cifterci-order , onder het Bifdom van Utrecht, wel genegen zijnde, hen door den inhoud dezes, voor ons en voor onze r^azaaten , de Paftoors der voorn. Parochiker- ke, volkomen verlof en magt geeven, om op zekere plaats Heemftede genaamd, buiten de muuren der voorn, ftad Haarlem, en binnen hee Hardersampt van onze gemelde Parochikerke, een nieuw kloofler van dezelfde Order te plan- ten en te ftichten, of te laaten planten en (lichten j en om aldaar te wopnen , en Gods lof by dag en by nacht met optmoedigheit en godvruchtigbeit Zonder ftaatfie of met ftaatfiei te zingen j en om alle en iedere ceremoniën, die tot hunne Order behopren, te verrichten; en vorder, om het gemelde klopiter en deszelfs kerkhof, als het gebouwd en opgemaakt zal ^yn, en als 't hen oirbaar zal dunken, volgens de iriitellingen en voorrechten van hunne Or- der te laaten wijden : gehoudens nochtans, en met dit beding, dat de Broeders, dewelke in dit nieuwe l^looiter geftelt zullen worden, ge- houden zullen zyn aan ons en aan onze nazaa- ten , voor de gerechtigheden van onze Pa'ro-. chikerk voornoemd jaarlijks, ten eeuwigen tyde het regelmatig*gedeelte, te weeren een halve Rhynfche gulden, metter daad te betaalen: en* dat zy zich zelven gereed zullen moeren maa^ ken j indien wy, of iemand van onzent wegen, iemand vau henlieden verzoeken. Ter getui- genilTe dezer zake hebben wy goedgevonden 5 Caoppicam poitionetn»
|
||||
$&£ Rhynlandsche
pns zegel aan den tegenwoordigen briefte han-
gen. Gegeeven in 't jaar des Heere 145-6 "■ jn ge maand December, op S.Ïbomas ;dag. |
||||||||||
Ι
|
||||||||||
^ £Wr den geselden brief was de volgende brief
gefioken: jyjvtd van Borgenje s door de genade van God*
. · en van den Apoïfoliflchen Stoel Biffchopvan Utrecht : Wy willen dat het allen menfehen bekend zy, en wy maaken 't hun door den te- genwoordigen brief bekent: datwy terootmoe- öigen bede van den Prior en her Icohvérit van het Ciilerci-kloofter te Warmond, onder ons? P'sdom, de vergunning, het verlof, en alles en ieder in 't byzonder't welk in den brief van den eerzaamen VttttfBWjrj'k Wajjemar, Proionota- ïis des Apoftolifllhcn Stoels, Aartsdiaken van pnze S Jam ker|<e te Utrecht, en Paitoor van de Parochvkerk té Haailem onder ons BiTdorn voornoemd (door welken brief deze onze brief geiloken is) vorder vermeld en uyrgedrukt itaat, voor zoo verre als het wel en behooirlijk* gedaan is , teneinde het zelve vatten onver- bréekelijk onderhouden worde, uyt zekere ken-r flïïrè door den tegenwoordigen brief goedkeu- ren , bekrachtigen, voor wel gedaan houden en gehouden willen hebben , en uyt krachte van ons gezag door deezen onzen brief in H°ds naame beveiligen. Grg even onder ons zegel ter zaken, 't welk aan den regenwoordi- gén brief gehangen is. In 't jaar' des Heerc f457» den 30 Maart. |
||||||||||
3«
|
||||||||||
ΗΗ1ΕΗ_«ιΗΜΜ
|
||||||||||
Oudheden. 6%
.. 3fn Set 5eïföe Qanöfcö^ift/ ftaattmbiet#t*
ïps? toefïemming ban Nicoiaus S&ffcfjoji ban ffiimφ ι öetodhe in i)tt jaar 145-7 öe v ι tan* menöatan^ m§ ïirr 3|aaricmfct)e ψ lOCgite^ fee, 30η 3u0«i öte opR tmt piaarg alfwer ijor* gunnen; XJ icolays, door de genade van Godt en van
. den Apottoliflchen Stoel Biflchop van A- trecht, en Kornmendatans van de Parocbikerk der ftad Haarlem , onder het Bisdom van U- trecbt, wenfcht (den Leezer) de zaligheit in den Heere. Wy maaken aan allen bekenr dat de godsdienftige mannen, de Prior en her Kon- venr van het kioofter, door de wandeling te Heemrtedegenaamd, van deCifterci-order, en op de grenzen van onzeHaarlemfche kerk voor- noemd gelegen, ons door een ootmoedig ver- toog gebeden hebben dat, zoo wanneer iemand van de Parochianen der voornoemde kerke zy- ne regelmatige begraaffenis in 't gemelde kloo- iler gekozen mogr hebben, deszelr's lijk zonder eenige ftaatZ'e , en zonder alvorens in de ge- melde Paiochikerk gebragt te moeten worden, door hen bcgraaven mogt worden. Hier om is het dat wy , het godvruchtig verzoek der ge- melde Monnikken opvolgende, opdat de vre- de en eendragt tuiTchen ons en onze nazaaten , de volgende Paftoors van Haarlem van deeene» en de gemelde Monntkken van de andere kant, ten eeuwigen dage mag onderhouden worden, hun door den tegenwoorJigen brief magt gee- venen yerleenen , om, zoo wanneer en zoo dik- wils iemand van de Parochiaanenonzer gemelde kerke zyne begraaffenis in't gemelde klooirer gekozen zal hebben, zyn lichaam ofte lijk, '.m iCt f zon- |
||||
éSó RH YN LANDS e HE
zonder het zelve alvorens in onze kerk te bren·?
gen, of onze kerk met het lijk te bezoeken, te inogen begraaven: zoodanig dat wy aan ons en aan onze 'nazaaten voor ons wettig gedeelte behouden alle de offerpenningen dewelke in 'c gemelde kloofter, zoo lang als het lijk daar ten toonftaat, geofferc zullen worden, alleargheic en lilt buiten gefloten, en zonder eenige ande- re korting te maaken; en dat wy het vorder ge- deelte ter befchikkinge van de voornoemde Monnikken laaten. Tot oirkonde van al het bovengaande hebben wy goed gevonden het rond zegel van ons voornoemde Bifdom aan den tegenwoordigen brief te hangen» Gegeevente Mechelen, in h jaar des Heere 145*7 j denvyf- tienden van de maand Maart. Het tegenwoordig affchrift koomt met den
oorfpronkelijken brief over een, verjdare het zelve met eigen hande. Was ondertekent,
Ik Hugo van JJfendelft, Ondcrpa-
iloor der voornoemde kerke. %φ mergett ïani$ / fo$ ban ttmbm/ 3511
bo\gm§ öen itoigenöen 3&^ief aan t seibe itloo* fttt in eigmtaam 0£geebem W" γ Jacob van JJfendelf^ Cairelein van Adriaen
vandeFoirde, Schout van Hemftede, doen kondt ende kenlic allen luyden, hoe dat die Broederen van iinte Ècrnardus oirde in Hemftede buyten Haerlem ons zeker brieven getoent ende wy gelefen hebben, by den welcken den Con- vent voerfz. gegont ende geconfenteert is vib Jan, Ambocht Heere van Hemftede, ende ge- confirmeert van wyleq onfen genad. Heere Her-? m toch
|
|||||
__»_^n^M^^^MI
|
|||||
Oudheden. 687
toch Philips van B&rgongen, faliger gedachten»
4at zy achte margheri gheeitlandtsin Heraitede ibude mogenbegripen énde betimmeren, bepo- ten ende befayen, of anders oirbaren ende ge- bruycken tot hoiren meeften qitbaer ende pro- fyt, fonder Jan van Hemjiede voern, of eenyge Zyner nacomelingen Ambochtheèren van Heem- ftede eenige thienden ofte heerlicheyt te hebben ofte eyflcheni te weten, als vande thienden of vanden profytën die zy daer op hebben mogen, maer van die weylandedaer offoe fullen zy mo- gen bepoten ende begripen, allbeveel allt hem belieft, als die brieven voerfz. dat broeder ver- duren, begripen endewtwyfen Ende want fi · ons te kennen gegeven hebben datzy fommigen mergen geeillandrs mit tymmeringe, bepotin- ge ende begravinge van graften ende floren ge- menget hebben of verenicht mit fommige ftucke weylants, beduchtende, anxt ende vrees heb- bende, dat in toecomende tyden hem luyden of hoiren Convent yemandt beclagen, moynifTc of fchade doen fouden mog n, dat zy verder ge- bieden fouden mogen welen in thienden re hou- den ofte ontfangén, dan hemluyden geconfen- teert ende geoirloft ware, dat zy feergaren be? let ende verhuet fouden zyn , nebben daerorn voer ons gebrocht ende gedaen komen JanCo- manfz. Pieter l^ynaf, (Mats Symonfz. , gebuyreq ende inwoenders tot Hemftede, waerdich rége- loven, die by haeren beften weeren, by hoiren. ïielen ende confeientie getuyget ende gefeyt hebben, dat die Broeders oft voern Convent ntj ter tyd niet meer geeftlandts binnen haer Cloe- fter ende krofren ,"die zuytweftwairts an haer Cloofter leit, begrepen ende hebben,- dan hyer nae by naem entfe maet gefcreven ftaet ; ïn den eer-
|
||||
f·
|
|||||
68S R,.HïNlANDiCHE
cerften die cleyneharft dienoertwaertsvan haer
Kercke lek ende plech groot te wefen drie hondc. Item vier hondt daer haer Kerck ende Convent meert op ftaet, ende plech Jan dieFoechts lande te hieten, item noch een hond ende plech dat Farrulant te hieten, endeiszuydweftwaerts van h-air dormter in hairbomgaert. Item oeftwaerts dat Farrulant voern, noch twee hond landts, en- de plech te hieten die Horskroeft, die myt bo- men bepotet waren, eer ende voer die tyt dat zy luyden die achre mergen geeftlandts lyender vjy negen als boven , 't welk die voern. goede vrienden ende gebuyren feyden ende affirmeer- den hem noch wel indachtich ende kundich te wefen. Item noch een hond ende een vierendeel dat zy geroik hebben tegen Pieter Havixz, kin- deren, ende is nu ter tyt dat zuyteynde van haer Cloefter an die laen. Item noch anderhalf hond dat zy gecoft hebben van die banne kinderen noertwaerts daer an. Item noch feftalf hond an die noertweftzyde van die voern. laen, ttrec- kende langes an die laen tot Hemftedewts, en- de is hem angekomen van Meefter Jan Claefz, falig gedachten. Item noch drie hond tenderi andie feitalf hond voern. iireckende weiïwaerts an die voern, laen, ende plech dat memorie land te hieten. hem noch een hond ende een vier- endeel weftwaerts an dat memorie landt voern. langes an die laen voern. dat zy geroile hebben an(Pieter Havixz. kinderen voirn. Item noert- waerts van de voern. landen een lange acker, ende was groot drie hond, die zy gecoft heb- ben van Flor is Gysbrechtfz. ende plach weleer toe te bchoeren Symon Peterfz, in die JVtlligen Horn, Item noch een lange acker van drie honc noertwaerts vaa die voern. lange acker, die zy gecoft
o
|
|||||
O Ü D Η E D E N. #85>
gecoft hebben van Symon fjvygm/z. ende plech
oec toe te behoeren Symon Ρ iet erfz. voerfz. hem noch weilwaerts van die voern. langhe ackeren twee hond, die zy gecofc hebben van oude Jan Barthohmeus. Item noch derdalf hond noort- waerts van oude Jam voern. gecoft van Comatt Claes Jan. Item noch derdalf hond oeftwaerts daer an, die zy gecoft hebben, die zy geroelc hebben tegens Claes Pieterfz. Item noch vier- dalf hond oeftwaerts daer an, diezy gecoft heb- ben van Meefteriflen van die groete Begynhoff tot Haerlem , alle welcke landen boven ende wtgefeyt die horcroft om rede wille voerrt. te famen maken fes mergen lants ende een hond. Ende was daer an gebrecht an acht mei gen geeit- landts, dat fullen zy mogen nemen ende verha- len an ander landen die zy in Heemftedeby haer Cloefter hebben leggen nae inhoudt der brieven die Jan van Hemftede voern. voer hem , ende voer zynen erven, ende voer zynen nacomelin- gen, daer van gegeven heeft. Ende want men altyt behoert ende fchuldich is van reden ende rechte wegen te gheven getuychgenis der waer- heyt , ende fonderlinghe als men des verfocht Wert, foe ift dat wy Jacob ende Adriaen voerfz. dair om oetmodelic gebeden ende verfocht van den Broederen , ende oec van den drie gueden vrinden ende gebuyren van Heemilede voern; in getuychgenis der waerheyt van alt gund dac voerfz. ftaet onfe zegelen an defen brief gehan- gen hebben int jaer ons Heeren 1476. op ten dach in Novemb. |
|||||
Cöpié
|
|||||
6$Q Rh rNLANDSCËB
Copie van den proteSlien ende thienden om gegonnê
van Jan van Hemfiede, Ambacht Heen. JC Jan van Hemfiede ± Hecre van Benthüfen^
Sciltknaep, doe corid alten luden, dat ie om Goids wille, ren voiriten ende om affectie, liéftè ende mynne die ie hèbbe ende drage totten ge* menen Broederen ende Convent vander obfer* vanrie van fynte Bernardus Oirde bynnenmynre Ambochts-heerlicheyt vanHeemftede,alzoew4el orn hair goede leven dat zy dageJycx harttiercnj als om ionderlinge vrienden die my voer hetrï gebeden hebben,denfclven Broederen ènde Con- vent die nu zyn of namaels eomen lullen, ge- gonnen ende geconfenteert hebbe, gonnen en- de confenteren myt defen minen brieve in alio veele als in my is, vdir my ende voer minèri erven tot ewigen dagen dat zy een Cloeftër en- de Convent mit boemgairden, bepotingen, bou- werie ende anders na hore gelieften Tullen mo- gen begripen ende maken tot achte merghert gheertlandts toe ende nyet meer, endeweshem van den felven achte morgen gheèftlandts over- fchiten fal, datzy niet bepoten noch betymme-» ren en fullen willen , dat fullen zy mogen be- fayen ende oirbaren ende gebrukén tot hairent rm-eiten oirbaer ende profijt , Tonder my ofte mijnen naécomelingen, Ambochts-heeren van Heemftede, eenvge tyende ofte heerlicheyt te hebben ofte eyiTchen , te weeten als van den tyenden of van den profyten die zy da'er opheb'- ben moghen of in ecniger wys , als van den wey- lande daer of fullen zy mogen beporen of be- gripen alfoe veel als hem gelieft, behoudelic dat dit my genad. Heere van Bourgondien * Grave |
||||
U D Η E D Ε Κ» 6^1
van Holland , dair ie myn voerfz. Ambochts-
heerlicheyt ende tiende van Hcemilede of té leert houdende byn, believen ende confcliteeren wil. Voirt foe heb ie den voern. Broederen en- de Convent genomen ende neme mit defen brie- ven voir my ende mirten erven in myn proteófcie fauwegarde, ende fal hun luden alcyt befcutten ende befchermen na mynen vermogen tegen on- recht ftiveri ende ftereken in horen rechten. Ende want dit myn uterfte wille ende meninghc is, ende dit aldus gedaen ende gefloten hebbe by rade van eenyge van mynen magen ende vrien- den , foe heb itk myn zegel an defen brief wr> gehangen, befegelt. Ende om die mere zeec- kerheyt wille, foe heb ie gebeden Mcyfter/&«- ric vander Mye, ende Jan Ruychrock, defen brief mede over my te befegelén , 't welck Wy Mey- fter Henric vander Mye ehde Jan Ruyehrock, ter begeerten van Jan van Heemfleden voern. al foe gedaen hebben op ten xxx. dach van Augufto j int jaer ons Heeren 14.59· gpftottien$n:
^oebCC Gysbert, ^ieffec/ ttvfl $}i0} tt P»orS νίίί
3tèaemonti/ttatierï)anööe mftt$}io$tt^ttm ^Ser
fïe&é. ji477 Johannes, Jfty'OJ.
1494 Kornelis van Rotterdam. if1% Reinier Niklaasz. ijf& Willem Arentsz. van Utrechts Niklaas van Arnfterdam.
Dirk van der Hage.
Andries van Haarlem'.
Tohan WaiböudS,
Kano;
36
|
||||
&<>2 K«YNt ANÖSCHfe
3H §d& nkt mttv a$ i#e <2£nöeH$o$te&
tnéïö geboiifteu: ^Ot'öet* Gerrit Willemsz. ia t jaar i^ö*.
S^öeÖer N'kiaas. ^.OfÖtT Johan Wol. ν (%:> ®it iiioofier $ ten tjjiie örr teoettett
ooft af0fyubm / w in ten iaiiöjfut^ en inppf üevamttt: 't toelh öe l|cerru Fafewi , faot|eii^ * Ampzmgs fc^ijben / öriöoont geööein /♦•Pag. SS. . , :1tu
·· AANTEKENING È :R ··- -
τ. ïk weer het half Latynfchen woord Comvnendd-
ïar'ins nier beter te verraaien, ais door het onduit- fch.e woord rvommeiidataris. Aan,/oo een fComrnen- dataris was quanfuys het ppzigt en de zorg over ze- kere kerk opdragen, zonder dathy gehouden was de- zelve kerk 'te bedienen, of de harderlijke dienden waar te nemen i ik zegge dat hem bet opzigt quanfuysop- gedraagen w>ierd: want dat toezien en borgen beftond maar in den naam. 't Was alles maar gedaan Om zoo een guniielingof goeie kennisvan den Graaf, ofvan όάι ecnen of anderen Hoveling , aan de inkomftert van eene Parochikerk te helpen. Zoo een Kommen- dataris, even gelijk wy van fommige Perfona of Pa- ilooren gezegt hebben, ging jaarlijks met de voor- naam (ten inkomften itryken: en had anders weinig te doen, als ergens maar naar een leegloopend Prieitér om te zien ,· dewelke doch niet anders te doen hebr- bende, en de eerftegelegendheit voor de befte aanzien- de , zich door het aanbieden van een fober loontje liet beweegen , om den zoogenoemden Pafloor de ganfche zorg en al den hardcrlfjken laft af reneemen? én onder den naam van Vikaris het ganfche kerkbe- ftier waar te neemen. Maar zal iemand zeggen, 't geenewy hier van dê
KommendatarifTen /eggen, dar hebben wy elders vari de Perjona of zoogenaamde Paftooreiï gezegt : en, zaf
|
||||
Ö Ό D. Ιί É D fe ft. S§i
ïh\ men vorder vraagen ; wat ohdericheid was *&£
dan tuflchen zoo eenen Paftoor, die zich met gee'n^ Paftory behoefde te bemoeyen , eti tuiTcheri eeneti Kommendataris van een Paröchikerk. Hier op zal ik met korte woorden antwoorden dat'er in het aan* (rellen van zoo een gertaainden Paftdor maar eeri künftje gebruikt wierd, en behoefde gebruikt te wor- den : maar dat men in hetaanitelleri van éérien Kom- mendataris twee kunftjes van noodeii had, eri in der daad twee kunftjes gebruikte. En dit quamniet alleen te pas in het vergeeven van Paftoryen ; maar Ook va'ri liifdonirrieri , van Abdyen eiiz. tiet eerte kuüftjef 't welk in beide die aanftellingen gebruikt wierd, bé- ftondhieV in, dat men iemand deinkömften van eené Paftory, van een Bifdom j &d. deed genieten, zofi- der hem tot het bedienen van die Paftory1, vah dat Bis- dom, &c. te verplïgten. Men gaf hem de Paftoryΐ of het Bifdom , en men gunde hém de vryheit om dê Paftory, of het Bifdom, door eenen Vikaris ie laateÜ bedienen. Maar wat dan, als zoo een Peirfobh, die' nien dus begunftïgen wilde : volgens de kerkelijke wetten dnbequaa'rn was om zoo een ampt te b'eklee- den. Hy was by voorbeeld geen kerkelijk perfoqn 4 en fchikte zfch zelven ook niet tot den kerkelijke!! ftaat: hy had zelfde vereifchte jaaren niet: hy had eert ander Bifdom, een andere Paftory, of een ander ker- kelijk arhpt; *t Welk hem, volgens de kerkelijke wet- ten , niet toeliet éeri ftieuw Bisdom of eert nieu- we Paftory aan te neemen , zonder zyn voong ampt' te verlaaten. Dan had men , om de begeerlijk- heit van zooi een perfoon , en dat quanfuys zonder de kerkelijke wetten te overtreed η , meer als eeü Ί kunftje gereed : Pauflelijke difpenzaatzten ; ν er een i- gingen vah verfcheiderté kerkampieri ; en deze kom- menden öf aanbevelingen. t)e Paüifelijke.^?»^^- zien zyn genoeg bekend : van dé vereeuigingen der' kerkampten zu'len wy by gelégendheit wel iets te zeggen-hebben : hier hebben wy maar van de kom- menden tefpreekèn. * Van oudsis heéeene loffelij- ke gewoonte geweeft dat de openftaande keiken , als" ze om gewigfige redenen, by vö'orbeeld om het inval- λ Zie van Efpen in Jus Canon. Paölö Sarpi des Iknc&cei ρ
-Hift. des Reyemis Ecclef. &c, && ie§
|
||||
6§± Aantekeningen öp de
len en ftroopen der vyanden, van geene Harders voor-
zien konden worden , aan de zorg van een nabuuri- gen BiiTchop of Paltoor, naar dat het BiTdommen of Paftoryen waren , b aanbevolen wierden Die Bif- fchop ofPaüpOï mag iets voor zijne moeite getrok- ken hebben -, maar pafte voornamentlijk maar op den welftandvan hei Bifdom. Doch dit oppaiïen. en de- ze aanbeveeling, duurde-maar tot het aanftellen van eer nieuwen BiiTchop of Paftoor: en deze oppaflen- de Biflchoppen of Paftoors, omdathet Bifdom of de Pailoryhun aanbevolen was, wierden Commendatarit genoemr. Allengskeris hebben zy, onder voorwend- zel van betaamelijkheit , behoeftïgbeit , enz. de in- komften van die aanbevolene plaatzen begirfnen te eigenen: en, om dat zy daar wel mede (tonden, wi- tten zy verfcheidene middelen te verzinnen om het aanftellen van een nieuwen BiiTchop of Paftoor ilee- pende te houden : want hoe de plaats langer open ilond , des te langer genooten zy'er de inkomften van. Zoo een BiiTchop of Paftoor meende het zeer vlak te hebben · en tegen de kerkelijke wetten, dewelke het bezitten van meer als een kerkelijk ampt verbieden, in geenen deele te zondigen, Hy bezat, zoo als hy redeneerde., niet meer als een kerkelijk ampt , te weeren zyn BiTdom, of zyne Paftory; en had ilegts het opzigt op het ander ampt. Mettertyd is men noch verder gekoomen : en, om voor zyn leven van dat opzigt verzekerd te zyn , en vervolgens de vruch- ten van deaanbevole plaats tot zyne dood te trekken, heeftmen zoo veel by de Pauzen te weeg gebragt * dat zodanige Kommendatar.iflen het opzigt over de o- pentlaande kerken voor hun ganfche leven verkree- gen. Dit opzigt,, en deze zorg, gaf hun geene magt om de harderlijke bedieningen in die kerken te oeffe- nen, om'er de Sakramentcn te bedienen, de geloo vigen in 't geeftelijke te regeeren enz. Het was maar een Pauifelijk bevel, om 'er eenoog in 't zeil te hou- den , en toe te zien op het gedrag der Geeftelïjken, het behandelen van de kerkgoederen enz. Sommige Pauzen meenden hunne rekening by de-
ze Kommenden ook te vinden : en hebben daarom de h AaiibcvccJen , in 't Latyn comaiendaic. En hier va»
Jcoomt lkt Wüüitl conimeada, zwak-
|
||||
RkYNLANDSCHE ÓübHEDE&. Söf
Stwakheït forriwylen gehad , van den flender té vdi^
gen; en de onheilen, diedaar üyt volgden, överhet hoofd te zien. Zy meenden hunne rekening daar b^ te vinden ; ora dat ze daar door de handeri van dé rechte Begeevers als bonden', en zich zelven ffkefter van alle kerkampten maakten. Want dat aametee- len was quanfuys geene rechte vergeeving ; en dué konden de vergeevers niet zeggen dat de Pauzen de begeeving der kerkampten naar zich trokken, of dé begeevers in hun recht verkorten. En nadien 'er wel gelegendheden voorquamen , daar het dienllig wal H'at de openltaande Pairoryen, Abdyen, of Bildom- men door den Paus aan iemands öpzigt aanbevoleti en opgedragen wierden , zoo kon men, en mogt meR," in den beginne over dat aanbeveelen zoo niet vallen» Naderhand, als die aanbeveelingen maanden en jaa- ren duurden , ja voor iemands ganfche leven gegee- ven wierden * was het al te laat. De begeevers" móg- ten wat roepenen fchreeüwen, het gebruik was voof den Paus. Klemens V.c beklaagt zich zelven zeer ernilig dat hy den flender ίη 't bCgiii van zyn Paus- dom ook gevolgt hadde; en, dat hy uyt menfchelij- ke inzigten, om een goed vriend te beguniligeh, ö'rfi oude dieuften en vriendfehappen te vergelden, enz, verfcheidene kloofters en kerken aan den eenen eri anderen by wyze van kimmende had opgedragen5,; Hy bekent by ryper overweeging bevonden te hebbeti dat de welitand van kerken èn kloóilers daar door verloorengaat, geene zorg voor het tijdelijke ofgee- ftclijke gedraagen word ; en dat die Komrnehdatanf- fen, nergens anders óp doelende als opeigen belang, alles in 't wild lieten loopen. Door die quaalen be- wogen» gaf hy eene ordinantzie uyt, waar door aile' kommenden , zelfs die aan Biiïchoppen en Kardina- len gegeeven waren , ingetrokken wierden. Maat- wat een Hechte verbetering op die ordinantzie ge- volgt is, blijkt uyt de klagten van Durandus BifTchop' van Mende ; dewelke vier jaaren na her uytgeéven van de voornoemde orejonantzie aan de Kerkvérga- deringe vah Vienne mét een vryborftigen^yvef ver- |
|||||||||||
c In Conftit. anni 130^.
i Dé Reformat, |
|||||||||||
© b 1
|
|||||||||||
io'ori-
|
|||||||||||
6<}6 Aantekeningen όρ dë
toonde hoe dat de Kardinaalen dé kommenden , zelfs
over katedraale en overzeefche kerken , wiften te verkrygen. Op dezelfde wyze, zegt hy, wiften zy ook het beftier over kloofters en konventen in han- den te krygen ; of deeden het aan hunne vrienden en goede kenniiïen geeven ; fchoon dat nochte de gemelde Kardinaalen, nochte hunne vrienden en goe- de kentriifen, de minfte gedagte niet en hadden van de kap oir aan te trekken. En daar op gaat hy de on- heilen van zulke kommenden met naare jammerklag- ten befchryven. Daar door, zoo gaat hy voort, is de kloofterlï'jke tucht ten eene maale vervallen ; want geen een van hen allen, (te weeten van die Kardi- naalen en andere KomfnendararifTen ) f aft op het be- ftrajfen of onderwyzen van de Monnikken. .... De dude herbergzaamheh van zulke Prior yen ( of kloo- fters ) word niet meer geoeffent ; de goederen van de Pnor^ en worden verquijl en ofgegeeten , enz. Maar, zal men vraagen, indiea de Pauzen alle de-
ze misbruiken geweeten hebben , gelyk zy zulke on- ordenrüjkheden behoorden te weeten, waarom heb- ben zy zoo lang gewacht met diergelijke misbruiken tjjt te roeyen; en waarom hebben zy de Kardinaalen in die baatzuchtigheit zoo dikwils opgevolgt ? Om »u daar te laaten dat de Pauzen ook uyt vleefch en bloed beilaan , en vervolgens ook wel eens van een menfchelijke drift bekroopen konnen worden : om ook nu niet te doen gelden dat eene en dezelfde zaak wel eens met tweederhande oogen aangezien kan worden; 't gene wy beneden te pas zullen brengen; zoo zal ik tegenwoordig op de voorgeftetde vrage al- leenlijk antwoorden dat de Pauzen dikwils in de voorgemelde kommenden een goeden loffelijk inzigt gehad hebben ; maar misleidt en bedrogen wierden door de looze baatzuchtigheit van eenige Kardinaalen. Even na de middelfte eeuwen , als de yver en liefde toi de kloofterlijke tucht in meeii: alle de kloofters en genootfehappen van Kanonnikken verkoelt en als uytgedoöft was; e als de Kanonnikken meeft over al van geen gemeen kven meer mogten hooren j de e Zie va» Efpen ib'U. (
|
||||
Rhyktandsche Oudheden. 697
goederen der kerken en idoofteren verfpilt en verdo-
mineert wierden ; de /\bten , als of zy de eigenaars der goederen waren , niet anders deeden als teeren en fmeeren; de vrienden en maagen der kloofter- toogden en kerkharderen met de kloofterlijke enker- kelijke goederen, als meteen gevondenfchat, door- gingen ; eindelijk als de kloofterlingen het zoo grof en zoo bont maakten dat 'er de ganfche wereld als van waagde; indie eeuwen, zeg ik, hebben fommi- ge Kardinaalen over dat onhebbelijk gedragen flordig leven der Monnikken by de Pauzen jammerhartig ge- klaagt } en de Pauzen ingegeeven dat die rijke Ab- dyen en kerken , in eene zoo algemeene bedervingc van de kloofterlijke en kerkelijke tucht, beter aan def* tige en aanzienlijke perioonen, buiten die kerken en kloolters woonende , zouden aanbetrouwt worden, Dat die perfoonenzoo veele inkomften aandiekloo- fters en kerken zouden konnen laaten , als hun noodzakelijk was; en 't overfchot op een behoorlij- ke wyze, by voorbeeld ten behoeve der armen , zour den konnen befteeden : dat de Overften der kloofre- ren, en de kloofterlingen zelf, den toom zoo ruim niet hebbende , zoo fchandelijk niet zouden hollen. De Pauzen, door de waarfchijnelijkheit van die re- denen getroffen, en al dat zeggen voor een louteren yver aanziende , en millchien fomwylen ook door een goeden vriend van zoo een Kardinaal aangezet en bepraat, meenden een goed werk te doen met die kerken en Abdyen aan zulke yveraars in kammende op te draagen. Maar het bleek wel haaft , waar op dat al dat yveren en jammeren gezien hadde ; en die opzigt hebbende * Abten Maken de inkomften ëer Ab- dye zoo wel in hunne beurs , en teerden'der alzoo ruim en ruftig op, als oyt van de rechte ilbten was gedaan. En men denke niet dat dit aanbeveelen van kep-
ken en kloofters nu en dan een enkelde reize is ge- beurt. In de kerkfcheuringe , dewelke onder Urba- nus VI. begonnen is , en tot Martinus u. geduurt heeft , hebben de Pauzen van beide de partyen , om aanhang te maaken, en hunne party aan hunne fnoer vaft te hechten , den ruimen toom aan dit gebruik * Abbatct Commendatarii. ψ
©13 3 &"
|
|||||
mmmmÊÊIÊimelM
|
|||||
' -V ■ '■'.'
$o8 Aantekenïngei* @i> de
gegeeyen. In de vyftiende eeüwe heeft f Paulus I|t
aan den Kardinaal van JPor/o verklaart dat ?er zedert
ftet Pausdom van zijnen voorzaat Calixtus II meer als 500 Abdyen op zoo een wyze vergeeyen waren. Veele Pauzen hebben de onhebbelijk heit van deze kommenden in hunne ordonantzien vertoont en af- gekeurt ; deftige en welmeenende mannen hebben, daar hemelhoog overgeklaagt: ganfche kerkvergade- ringen hebben die verfoeit. En , niet tegenftaande alle die afkeuringen, klagten, en verfoeyingeh , heb- ben zy niettertyd meer en meer land gewonnen : en men weet dat 'er in Vrankrijk en Italië niets gemee- ner is als diergelijke kommenden. Wat zal meri daar yan zeggen ? ik heb boven aangemerkt dat een enhet zelfde voorwerp dikwiis met een tweedei bande pog aangeichouwt kan worden. Zaken, die in den beginne wanftallig en onhebbelijk voorkoomen , fchynen metrestyd haare leliji heit te verliezen of af te leggen De mode maakt aPes goed. ^00 is het met de kommenden ook gegaan; Ook konnén de om· iïaudigheden van tyden enzaaken een andere gedaan- te aan zekere zaken geeven. ja een doorgeleerd en verltaudig χ i>"chr}ver meent dat de kloofters beter (taan met' die opzigt hebbende Abten, als ze met de kloolterlijke Abten geftaan hebben ; en , gelijk de 'zaaken ftaan, zoude hy geen groot ongelijk hebben. De misbruiken , zegt hy , zyn noch grooter geweeft 6nder de rechte Abten, als zethans zyn onder de op- %\i\ - hebbende Abten. De opzigt-hebbende Abten Rebben flegts het derde gedeelte van de inkomitender Abdyen t'hunner befchikkmge : het. tweede gedeelte; word aan de Monnikken toegeweezen; het derdege- deelte is voor de bedieningen. De rechte ofkloo- fterlijke Abten in tegendeel hadden het bewind over alle inkomften : zy leefden daar op als Vorflen, en ^eten de Monnikken van honger verquynen en der- ven. Wel is waar dat de rechte Abten geene bullen |ireegen , die hen voogd en meelier van de inkomllenj maakten, gelijk de opzigt hebbende Abten den eigen- dom over hun deel ontvangen. Maar daar (tonden de ^/ionnikken niet beter by: die Abten gedroegen zich ƒ ■Caulin.id's Papicnf, ep, 9$. .
g tiift. & orktue desi<cveaus Ecckfiaft. p» 282»'
even*
|
||||
RHYNtANDSCHE OUDHEDEN. 699
evenwel als rechte eigenaars, en lieten de Monnik-
ken hun hart maar ophaalen met klaagen. Ik ben verzekert, zegt de zelve Schryver, dat de Monnik- ken , die nu onder Ksmmendatarijjen Haan, naar geea rechte of klooilerlijke Abten verlangen: want het der- de gedeelte der inkomiten, 't welk nu tot onderhoud der Monnikken beileedt word, zoude wel haait van de Abten geeigent worden. En dit gevoelen is heni alleen niet eigen: veeleBenedikryner-monnikkenyzelfs van de yverigften , begrypende zaak even eens. Dat laat zich zoo al zeggen; en ik heb 'er zoo veel niet te·* gen. Maar waarom geen kloofterlijke Abten aange- lleld ; en hun de handen even eens gebonden, gelijk; men de handen aan de opzigt-hebbende Abten heefc beginnen te binden ? Hoewel deze Aantekening op de KommendatariiTen, en opzigt bobbende Abten, reeds vry wydloopig is; moet 'er ik echter, om het gedrag van zulke Abten door een Haaltje aaiitetoonen, noch eene geichiedenis by voegen uyt een hedendaagfeh Schryver ; welke gefchiedenis ook in onze dagen is voorgevallen, h Zeker Kardinaal had ook het opzigt over eeneAbdy in Vramcrijkop de voornoemde wyze, verkreegen. Hy flokte niet alleen de inkomüen op, 200 veeleals hy'er konde bekoomen; maar al wat'er mooys en kouVlyks in de Abdye was, dat was zyne gading: zoadat hy dezilverevaten, doozen, enkaf- ien, uyt de Abdye ligte, en alles verfmulde en verqui- ile. Zoo gaat het dan zoo valt niet, dat zodanige Abten zich altyd met een derde gedeelte van de in- komiten laaten paajen Hy koon» te fierven , en als of hyeen groot guuileling van de Abdye was, wil- de hy zyn hart aldaar begraavin hebben Maar wat is'er gebeurt: zyn hart wierd'er van de rotten opge- geeten: omdathy de zilvere doozen, waar in zyn hart had moeten bewaart word» π 5 opgegecten of verdo- mineert hadde. Dit hebben de Monnikken van de Abdy, die het beleeft en gezien hebben, aan den voor- noemden Schryver mondeling vertelt. Maarfornmi- gc fnaaken , die alles zoo eenvoudig niet aanneemen, gullen dit miiïchien zodanig uytleggen, datdieMon- nikken daar in een kunsje gebruikt hebben : en i,m h Voyagc Litteraire &c.
$U * de
|
||||
f
|
|||||
f®& Aantekeningen op þå
de rotten gelegeudheit tot dat opeeten gegeeven kon-
nep hebben. 's. In de Afip SanSlorum van Pape^brochius 3 'm de
aantekeningen op het leven van S. Patrictus , word jet verhaalt vaneenen Monnik of Regulieren Kanon- pik van Eymttede ; door welk Eymitede zekerlijk ø\ Heemilede verflaag moet worden. Het zal deri .Leezer, zoo ik vertrouwe, riiet onaangenaam zyn: en kan omtrent het zoogenoeirjde Patricms Vagen* vuur, daar we elders al iets van gemejdt hebben, en wegens de bedriegeryen die daar omtrent gepleegt Wierden, een naarder openinge geevep. Onder den Paus AUxan&r VI, 4en tyde van Da-
sHd van Borgonje BiiTchop van Utrecht , was 'er iq het KlqofterEymftede, in de geweften vaji Holland, pen godvruchtige Monnik of Reguliere Karjonnik; dewelke het onderhouden van zijnen Regel, en van de uizettingen des. Kapittels van Windesheim , met eene uyterfte ppletten'dheit bevlijtigde. Als dezelve lanKe jü^ren 'm de Order had geleeft, en het gebed, de veritt-rying, en de aqdere godvruchtige oeffenin- gen boven zyne Broeders behartigt had j heeft hy, men weet niet door waf geeft gedreeven, zonder op- houden, en of het te paflê quam of niet, verlof verzocht pm zich in een ftrenger Order te begeeven ; of, als een arme bedelaar j naar verfcheide landen in pelle- |fimaad|e te trekkeq. Als h.em zyn verzoek eindelyk ingewillfgt was,
heeft hy yeejprhande lajidfchappen al bedelendedoor- wandelr; en is eindelyk in Ierland aangekpmen; om t>. Patrictus Vagevuur , van 't welke zoo veele din- gen vertelt wierden , te bezigtigen, en'er zelf in te treeden. Zoo heeft hy dan van den Prior-of Ovcrfte dc$ Kjoofters verlof verzocht, om in het vagevuur te gaan. De Overfre zeide, hy had daar geene magt roe zonder de toeftemminge van hoogerOverfte,en wees hem naar den BiiTchop, Hy ging dijn naar den Bit fchop toe: maar dewyj hy een bedelaar en geldeloos. Was , is hy door de Bedjenden nauwelijks ter aan- fpraake toegelaaten. Als hy dan zyn voorftelaan den BiiTchop voorgedragen had ; heeft de BiiTchop een }omrne gelds geeyfehr; dewelke hem, zoo als hyver^ ze·?
|
|||||
Rhynlandsche Oudheden. 7«f
zekerde, door de bezoekers van het vagevuur van
rechtswege gegeven moeft worden. Hy autwoorde dat hy arm en onvoorzien van geld was; en al had hy al eenig geld ; dat hy, uyt vreeze van zich door fimony te bezoedelen, het minfte om zoo eene reden niet zoude durven geeven. Na veel talmens heeft hy de toeftemming des Bïiïchops verkreegen; dewel- ke hem een foort van een voorfpraak-brief ter hand ftelde,om den zelven aan den Prins vandielandüreek te vertoonen, Deeze Prins begeerde insgelyks eenige penningen te hebben : maar ziende dat 'er van een armen bedelaar geen geld te krijgen was; heeft hy hem evenwel, na veele woorden en wederwoorden, zyn verzoek toegeftaan. Zoo is hy dan weder naar den Prior der plaatje gekeert, en heeft hem den brief van den BiiTchop, en van den Prins der plaatze, ter hand geftelt. De Prior antwoorde: Eerft'en vooral moet gy, ó Broeder, de gewöonlyke aalmis aanhetKloo- fter betaalen; en gaf hem zelf eene zekere fomme op, Maar hy antwoorde den Prior, gelykhy den Biffchop en den Prins geantwoordt had. Zoo geeft de Prior dan bevel aan den Kerkbèwaarder , om hem ter ge- melde plaatze te geleiden. Maar hy (de Hollaudfche Monnik of Bedelaar ) heeft alvorens het Lichaam des Heere genuttigt. Daar op hebben zy hem met een touw laaten zakken in eenen diepen onderaardfchen poel ; en hebben hem een weyntg broods , en een kopje met water, toegeftoken ; op dat hy zich daar .mede, tegens dat hy tegen de Duyvelen gingitryden, wat zoude vetiterkcn. Daar zat hy dan in den poel, ridderende en beeven-
de , en den ganfcben nacht vierige gebeden tot den Heer ftortende : want ieder oogenbHk verwachte hy deaankomfte der Duyvelen. Als het ochtend gewor* den, en de zon gereezen was, heeft de Kerkbèwaar- der hem een touw toegefmeeten ; en heeft hem dus uyt den poel getrokken, Maar hy, te weecen, de Reguliere Kanonnik of Bedelaar , was ten hoogfie verwondert dat hy niets gezien, gehoort , of geleden had : wan* hy wift niet dat het oude mirakel, zedert dat het ge- loof daar geveftigc was, had opgehouden. Maar de ingezetenen der plaatze, happig op geld en gewin, zeiden dat de zuivering daar noch gefchiede. De ge* ©Ü <· mei·
|
||||
JGt AANTEKENINGEN OP BE
melde Broeder alles overwogen hebbende , en wen-
ichende dar dit bedriegen van eenvoudige menfchen een einde zoude neemen, is daar op naar Romen ge- rent. En dewyl hy geen toegang tot den Paus konde krygen ; heeft hy aan den Pent ten dar ijs , die een eer- lyk man en kcrkelyk perfoon was , verflag van de ganfche 2aake gedaan : en op hem verzocht dat hy alles aan den Paus wilde aandienen. De Penitencia- ns heeft zich zeer gewillig gètoont ; hebbende hem alvorens eenen eed afgenomen dat de zaak waarlijk aldus gefchapen was Zoo is hy dan by den Paus ge- gaan : dewelke dit bedriegen van de eenvoudige men- fchen euvel opneemende, den Penitenciaris bevolen heeft eenen Brief, met het PauiTelyk zegel bezegeld, aan den BJffchop den Prins der plaatze, en den Prior te zenden; en hun te beveelen dat zy het gat, 't welk voorhenen de ingang van het zoogenoemde Patricius Vagevuur was geweeft, zouden hebben te vernielen: en dat zymet den brenger van den Pauiïèlyken brief, te weeren den voornoemden Kanonnik , eenen brief met hunne zegels bezegeld aan den Paus zouden zen- den , om hem kennis van die vernïelinge te geeven. Zoo is dan de gemelde Broeder , met den Pauflcly- Ren brief, weder naar Ierland gezonden. DeBiiTchop, de Prins der plaatze , en de-Prior , den PauiTelyken brief gezien hebbende , hebben de plaats der bedrie- gcrveren eenemaale verdelgt; en den Paus, door hunne brieven, kennis van dat verdelgen gegeeven. De Schryver meent dat het mirakel daar opgehou-
den was: en, was 'er nu geeft Patricius Vagènvuup meer; het was 'er, volgens hem, evenwel geweeft. Maar ik zonwt'er voor houdenldat de lefte Monnik- ken noch de befte zyn geweeft. Zy lieten dien Ka- nonnik flegts in't gewaande Vagenvuur nederzakken* zonder hem het Vagenvuur te doenlyden, en door al- lerhande vertooningen van duivels en monfters ver·? vaard te maaken MaardeMonuikkcn van ouder ty- den zullen zoo wat gemaakte duivels vertoont, en zoo wat geraas en gerommel. ja de vreeiTelijkfte ver- tooningen die ?ybedenken konden, gemaakr hebben. E«n reiziger, die eeöyöftdlg genoeg was om hetVa- genvuui ia Ierland te gaan 2oektn» en daar by door |
||||
Rhynlandsche Oüpheden, 7©3
de naarheit van den nacht, en alle die νreefïelijke ver-
toningen halt dood zijnde, zal ook eenvoudig ge- noeg zyn gewedt om al die grimmailen en fratzea voor duivelfche aanvechtingen aan te neemen. Zie onze Aantekening op het klooiter van Oor}-
broek , in de befchrïjvinge van Utrecht , daar wy wydlopigérover dit vagevuur ymb.P^tricius gefpro- ken hebben. fc.l.i i
BERKENRODE.
$&ttMlWt$t t§ tm 01100 fymlimtit &!Cgt Ögt Scrkenro.
J^ riem ·, baar een fïot fiaat / 't ioeïft ooft oen c'c · d«zelffi
naam ban 23erjtenrode boert, ï|ier p!a#t ooft f££?» eene napel te jïaan/ baar &. Agat.ia ai$ j^hctiig'cnzf troneffe bjierb gebiert. ^e&atonjften/ g(ec omtrent moonenoe/ 3jjn omtrent ijtt niiötten oer boo^naanor eeutoe bebsent ajetoeefi öoo? Kornelis Lambertïz. van Duinen, HuiltOltlCtt paftQ0If<
25aceÏ!'er in be <0oöftimoei bie te boren b*i FVan-
cncu» Vermaat, J^afÏÖOj bau$öO#i0tjll/ bOOJ
ïiapeïïaan ïjab geffaan, l|g tooonae op ïjet fl0^
23erftenrabê/ en $oaar oberleben ben a43fa* nuary 16S%. omtrent sijne boob t$ baar een J$afïoo$ gttfë met een nerftje gebautat 5 en $#11 beboigenbe ]$afïao;£ ben $tmtlbm Van Dumén inöet 3|arDcr$ amnt opsebolgt: Pierei Hanm-rran, een Xobenfcïj <0abt0eïeer#
be/ behjeUtenaöertjana^afiqoifbaii^öam ge* toifiml a&aaroberieöen i$ oen3o !5φ#Ι1704. Fra aciicus Ba h<is, te <¨itvlmi gebooren /
en een %obenfci) <03bt0eleeeöe, bi ioeifte naber* ïjanb jp^onnift i^gebjo^en ce ΦΜΙ Fiaiicifcus Huc^ia, een ümfïerftammer / 0*
iïerïeöen ben 31 September ίο f* . Ph'iiipp(h Kavaiier, eenimfieroanimer/ï)t%* fjf nbe tqtba^er een ^ran|inan/en oaft een qnec* neliïïs
|
||||
7©4 RhynlandSche
Mim tw Ijqoqï g>€ljuk ban ïïoHen. $a bat
öe f eer Kavaüe mtt$ beroepen ta$/ té ftem tot opöol0ec toegcfciiiftt -Jïf^^1"!9 «a?**ft«iw/ enw^eïpa
een lobenfcf) <0oat0eieerbe. £*»?£<? Huizen om Haarlem gelegen.
Andere flo-
#naec öe Jfr^of floten/Me ban ono£ öicftt
ten omtrent ^ f aatlem gefïaan Ijeööen/ ^ijn bjeloe boo^ Haarlem. Waümftt
't Huis te Haarlem , get fiamj)U$ bet; tMt
mmn ban Haarlem $ ban 't foeï&e niet anbetó
m een öeel berbaïfen jpufateA ιό obernebïe* ben (0· > r »
Bakenes, foeïfte plaa$ ban oni$ jeer öicöt
nietiöijngaarben enoïiben toa£ bemant: foaar* ma fonnnigen ooit geb^omt §tWm bat foet Bacchus tw&fo&t foa£/ (.i) en 3Önen naam ban btm ingoot geeft geïireegen. Mttf/ Ceirooe/enmeer anoere ïjnwn/ftmiïm Amp- zing opgeteib. ff r .AANTEKENINGEN.
1. Van dit huis dient Simon vanLeeuwen nagezïen ;
daar men, om andere omftandigheden voorbyte gaan, be weezen zal vinden dat de Heeren of Bezitters van dit huis van ouds Baronnen van Haarlem eenoemt zyn geweeft. ö ' x. Nes is een lage en vochtige Iandftreek te zeg-
gen. Waar het begin van den naam, te weeten Bah, van daan gekomen zy, daarover hebbenwy de krakeelen onder de Schryvers weer gaande. Cornelius Aurellus is op dit ftuk voor Bacchus. Dat klinkt in fommiger ooren al te fabelachtig 5 en alzoo fabelachtig als de godtheit van Bacchus zelf. Anderen willen dat op dit ii' °/vochtiSeP!^s, een toren heeft geilaan, de-
welke den zeevarende luiden voor een Bake diende. Som·
|
|||
Ö U D Η E D E H. _„70y
Sommigen ««willen die benaaming liever van de var-
kens afgeleidt hebben. Baak ofBake, zeggen zy, is op zyn oud HoUandfch een varken te zeggen: en't is kennelijk, fceggen zy vorder, dat'er van ouds veehi bolïchen om Haarlem geftaan hebben; en dat 'er voor de varkens geen beter koiiisals ekels, dewelke in de boflchen gezocht moeten worden. Dezegifling zou* de hier door bekrachtigt worden , dat de Haarlem- mers van ouds Spek-eeters zyn genoemt. Anders zoude Bakencs, naar Heer Ampzings giffing, ook af- gedaalt konnen zyn van de Beek, dat is het riviertje Cinheim, 't welk daar omtrent zijnen loop heeft ge- had. Ik laat een ieder, die met zulke naamredeneQ gedient is, zyn eigen oordeel hier in volgen. α Zie Ampziiig p. az.
|
||||||
NIEUWEN KLOOSTER,
Φ# ben toeg naar ben tytrnt Jeeft ree*
tijög tmt ftapeï mtmWuuftttQtftaatii foei» ftioofïee htlxtnb toa$ onber titn naam ban $ieutoen ïtlooflec. ütgt bm boigenben ίϊίφ tmgfyief öïpt bat be$e ftapd/ met ïjet gemei* be Mooftec/ in be maaub $®eg 1311 gefticïjt 1$ b00| Willem van Egmond,
Tk Willem van Egmondt makecondt, kcnlyck^
ende oircondé allen luyden , die defen brief feilen fien ofte horen lefcn , dat ick gegeven hebbe ende quytfcclde eewelyck te ilaen tot dien Capelle , ende tot die vergaderinge, die ick gemaeckt ende geiHcht hebbe van mynen eygelycken goede tot diere behoeff diere innc woonen, ende hoire familie, die dier woonach- tich zyn , ofte hier na euwelicke woonen fe\* len , dat leyt ende ftaet op die uyterftc grafce van Haerkm by den Houtc, dat geheten isNie* |
||||||
j?OÖ RHYNLANDSCtiE
%en Μοοβετ , omme Zalicheyt mynrè Ouderen
zielen, mvns wyfs ziele, myns felfs fiele, en- de anders tnynre nacorrielingen , aldusdanighe renten ende goet leggende in fo wat banne hec is tuffchen Maes ende Zipê. In den eer ken de Hofftede, die defe Heeren befeten hebben i mie alledatteropfhet hoe foo het geheten is Voort drie pont geks leggende in Haerkmmer weyde ende Grimmencamp, ende aén den lande dat ge- Coft wert regens Qerrii den Man. Voort negeri morgen lants in den Lier e , die Hughèn wareri üter Liere, ende beyde hy ende Dirckvan Waf· fenaer den eygendomme of gegeven hebben, en- de tjuyrgefcouden, als ter Heeren behoeffvoor- feyt , die jaerlix renten ix. pont. Voort in Coudenböve by Delft χ ι. pont geks jaarlics, en- de achtien fcellingen geks jaerücs, die ick heb- be génbeen liggende in Coudenböve ν oer Ccyi, mit myne broederen j ende mit % Borchgraven kyn- der van Leyden. Voort in Crajenborcb acht én- de veertich fcellingen geks jaerlicx, ende in. pont ende xiv. fcellingen geks jaerlicx in Hey· tienoortby Leyden. Ènde want myn finne endé begeerte altoos van beginfel was, ende noch is, öp defelve ftede mit dufdaniger renten voerfegt ludën te hebben van Ordenen , ofte van colle- gie, die ick hope by mynen lyve daer te bren- gen, des myn Godt gunnen moer. Ware oock dat myns gebraceke, eer defe dingenaldus toe- gebracht waren van der collegie alk voerfegt is,' fö fouden die Heeren die't befeten hadden, bin- nen mynen jaergetyde Tonder alle verdrach ecri collegie aldaer maecken , vaitelick ende euwe- lick daer te ftaene te Gods diende, daghelyx itï mynre rnemorie euwelycke, ende myns wyfs, endé der fielen alii voerfz,, ftaec. Waer datfé |
||||
OüDHEDÉ Êf. 70?
dit niet en daden binnen deler tyt voerfeyt , fo
fouden myne erfgenamen defevoerfcyde Heeren dair uyt doen, alle (y verwilcoert hebhen , en- de binnen dier felver maent andere goede luydcn dair in doen in defer renten , in deler goedf-rV myne Godsdïenft mede te doene , alit voorieyc is. Op dat defe dingen in delen brief gefchre- ven valte ende ftade blyven , ende onvei breee* kelick van allen mannen, ertde euwelyke ong# let , heb ick t'felve betegelt mit mijnen fegele uythangende. Hsren GtrrUs fegel Provifoers s'BirTchops ende Deken, Haren Nicelaes van den Sande Priefters, Jam van den Sande, ende Jühart Dullaerts Schepenen in Haeriem, die over acCë voerwaerden , gifte , ende 'wilkoer geweeft Zyn,' gelien ende gehoon hebben , in 't jaerons Heeren 131!. des Vrydachs na Meydacjh. Antonius Matthacus mtlU niet buil foat 0#
oee bit Moofter 3g %&m$i Haar öe cueië
^ttV Pieter van Aorichem, atlD?c£ van D<>'p,
3aïi0ei* geimgteniffc / een gjoot %&fljt&
öer/ltan 0115e baiierianöfcöe Git&fptai/ öeeffc baai? obtt öet bolffeuöe met eigen ijaoae aan* getenentj tfoeln miöee ae pampieten ban bkn 3§eet: $ gebonocn/ en ηψ bt$azQt ψ Doücj Den eeetU. ^ttt Petrus Lobs. In Duitihnd heeft
men de Templieren zachter gehandelt: want dé Aartsbiflchop van Ments , hebbende alvorens een Synode gehouden, heeft de Templieren, die zich onnozel verklaarden, en op den volgenden Paus beriepen» in'tlevengekaten, en heeft hen met hunne goederen in andere klooftere verdeelt. Even eens zyn de Templieren gevaaren i de- welke in de voorftad van Haarlem, op den weg naarden Hout, gefticht waren door Willem Heer van
|
||||
7θ8 RhTNL, ÓUDHEDfeïi,
van Egmond. Want door bemiddeling vanhuri·*
neti ftichter voornoemd zyn , zy met hun·1 ne goederen overgegaan in S Jans Gafthuis : welkGarthuis deBiflchop vznSuda$ Comman- deur van S.Katbarinaas huis te Utrecht, in de iïad Haarlem op een erve van MetÜer Gerrit fet- tenrode$ Kanonnik van S. Mariaas kerke te U- trecht, gefticht had in *t jaar 1310: hebbende de voornoemde Heer Gerrit het gemelde huis en erve ten voorgemelderi einde overgedaan aan ócn voornoemden Kommandeur. De ftichting- brief van dit Templieren kloofler buiten Haar- lem , Nieuwkloofter genaamd, was door Wil- lem Heer van Ëgmond , en Heer Gerrit Landde- ken vanden Biilèhop van Utrecht, \getekent in *e jaar 1311 , op vrydag na den eérilen Mey. Dirk Schrevel muttljitt 00&-iétg Üatlgdttfó' tm geö&en: toant in $m öefcïj^limge ban
Haarlem t, ftï)$ft Ög Ültttlg * De Broeders van
deze Order , dewelke in den Hout by de ftad woonden, hebben in 't jaar 1315 , op het aan- raaden en aanzetten van derr edelen Heer WilUnt van Egmond , hunne woonplaats verlaaten $ eri zyn met alle hunne goederen, en hun ganfehen inboedel, overgegaan in S.Jam Gaithuis. b P. 16»
Zie onze Aantekening wegens de Templieren, p^g- %%7*
In het II. Deel van Batavia Sacra* |
||||||
Ét AD-
|
||||||
>
|
||||||
Blad-Wyze&
Van de voornaamfte zaaken, in de Oud-
heden en Gedichten van Rhijnlaud begreepen. |
||||||||
Bancbem [ Johan ) ver-
maard Leidenaar y 257 Baren [Aalbert van) Kom-
mandeur en Paitoor te Leiden, 45? Bafiüs ( Francifcus) Pdftooi'
te Berkenrode a 7®3 Batavieren , of ze den
naam aan heteylanddét* Batavieren gegeveil heb- ben, jTOI Becvaarden buiten Iands^
van fommigen nietge- preezen, 6z-6i .. misbruik omtrent dé
beevaerden, 63 Begijnhoven te Leiden : zie
Leiden. Benius (Johan) bedient de
Katolijkeii te WaiTe- naar, 394 .. Paitoor te Noortwijk,
ëoï
Bennenbroek : Pn'ory al-
daar , 664 Berkenrodè: deszelfs Hee-
ren, Patroon, Paitoors, enz 703 Biechtvaders: baatzuchtige
Biechtvaders, die de iter- vende menfehen ver- maanden Om hunne goederen aan de kerken te laaten, 164- iójr £ t ÈU/i
|
||||||||
A.
Λ Α ( Adriaan vander)
^"*- Paitoor te Noort- Wijlï, 6QZ
Aade en de Oud-aade, Pa-
itoor s aldaar, 318 Aarlanderveen , deszelfs
Paitoors enz. 337 Abfpoel waar" gelegen enz.
Abbas': Abbas CoW/iienda-
tarius wat te zeggen is,
6<?7 - 693
.. die Abten voor en te-
Ren gefproken, 698-699 Alfen: waar van aldus ge-
naamd, 338-339-340 . ι befchryving van de
kerk, 339 Altius ( Johan ) Paitoor
van Warmond, SaiTern, enz. 580 Angelus ( Gerlacus ab )
Paitoor te Hillegom , 663
B.
BAkenes, enz. 704
Bakker {Jan de) zie Ρ'/'-
florius. Ban , fehrikkelijke pleg- tighedenin het uytfpre· ken van den.ban, 69-70 |
||||||||
»
|
||||||||
Blad- 1
BkJJius (Hendrik) Paftoor
te Noortwijk, 602, Bloemevenna (Petrus) ver-
maard Leidenaar, 154 Blokhoven ( Theodorus ) Pa-
ftoor te Leiden , 263 Boekery te Leiden , 130
Bokkenberg ( Arent Dirkfz.
ven) Kommandeur en Paftoor te Leiden ,50 Borculo (Egbertvan) Pa-
ftoor van Aarlander- veen, 337 Boskoop , deszelfs oude
naam,Parochikerk, enz. ,. debegeevingvandePa-
ftory plagt de AbdiiTe van Rynsburg toe te koomen, 325 .. Paftoors aldaar, 32.7
Bofman ( Gysbert ) Paftoor
van Aarlanderveen, 337 Brienen( Abraham)?'aft oor
van Langeraar, 323 Britten, 't huys te Britten,
499
Broeder (Jac.Fr ancifcus de)
Pailoor te Leiden ,; 266 BruKoiHenrtcus'jVCïnSWÏa
Leidenaar, 25^ Bullen: wanneer men net
getal van de Paoirelij- ken Bullen beeft begin- nen uyt te drukken, 176 Burggraven van Leiden,
,. datampt door deWaf-
fenaaren bekleedt, 6 .. of hunne magt . met
recht door de Graaven gekortwiekt is., 19 .. 2 ie de doorreden.
|
|||||||
Õ Õ Æ E R.
Bmgt van Leiden : zie
Leiden. C.
fpAucU , of 'er by Plt-
^* nius voorCauchi ge- leezen moet worden Auchi, 35-8 Curtile, of een Ontvan-
gers huis betekent, 477- 490
Cufa (Nicolaus de) Kardi- naal : zyn lof, en ver- richtingen in ons Va- derland, 270 271 D.
T\Obbius (Johan)? áßúïïÀ
*~* te Leiden, enz. 26? 4< te Zoeterwoude, 377
Does (Damafui vander)?a- ftoor van Homade, 3 17
Duinen ( Komelis van ) Pa- ftoor van Berkenrode,
Duivenvoirde(Aalheri van)
Kommandeur van de Duitfche Ridderfchap te Leiden , Sz Duk (Komelis) Pailoor te
Leiden, 263 . . teKoudekerk, _ 3 S f
Duffeldorp (Francois) ver-
maard Leidenaar, \%% Duur (Ie de : redeneering
over de f^ Parochiker- ken van Duurftede, 61 é- ïß 3-ói4enz. |
|||||||
Bel-
|
|||||||
È L Α D -
E.
ΊΠ Elkens (Francais ) P*-
•^ iïoor van Langeraar* 323
EngeUndaal, kloofter der Reguliere Kauonnikken onder Leiderdorp, 28Ó 287 enz* .. verdelgt, enz. 2S9-190 .Er/v/ ( Franfois van ) Pa- iioor van Roelevaartjes- vc'en, 319 £>/r/ ( Lambert van) Pa-
iioor van Roelevaartjes- veen, 319 Er kei { Niklaas van ) Pa-
floorteKoudekerk, 355* 1 Ermers (7°^w ) Paiioor van Langeraar, 324 EjJeJikkeruioude, parochi- kerk, patroon Λ enz. 311 31a
|
||||||||||||||||||||
f Υ 2 E 1
Goederen; zijne goedeferi
aan de kerk te laten j zonder de armen te be- denken , enz. 163. ιό'ψ Goes {Adriaen van der) Pa- iioor van Waddijixveciii Goudka {de) onder Wad*
dinx veen: zie Waddinx* veen. Gr aft {Hendrik vander) be-
dient de Katoltjken té Leiden, 262 i. is Paiioor te Langeraar^
3*3-3-4«
Gregorms IX. eilcht de
tienden, om den Keizer
tebeoorloogeti, 15"4-.ï 551 Gronendyk {Kornelis) Pa- iioor'van Ryniterwou* de* 31S H.
TlJarlem , 't Huls te
*-*- Haarlem, 70+
//rfo-fl (anders Haquyn )
word Koning gekroonc door de Legaaten van Paus , 58 .. zyn wijs antwoord aan
dezelve Legaaten , jS Hééften {Paulus van) Pa-
iioor van Nieukoop , 330
Hanneman{Pieter)FiilooÏ
te Berkenrode, 705 Hanfen ( N.) 'Paiioor van
Raamburg, 318 Hazersvjoude; deszelfs pa»
rocbikerk ,enz 360 *» de Malteefïche Riddert
waren de bcgeevers vaif dePaüory, ?ói |
||||||||||||||||||||
F.
|
||||||||||||||||||||
Η
|
ör??/? {Adriaan) Ko'm-
|
|||||||||||||||||||
-1- mandeur en Paiioor te
|
||||||||||||||||||||
Leiden 3
|
/
|
48
|
||||||||||||||||||
G.
|
||||||||||||||||||||
ΛΖ Eeflelijkc rechten : zie
^1 Rechtboek.
Geeftelijke perjooneM, hunne
vryheden hoe hoog door
ibmmigen opgevyzeld,
470,471 enz.
C er ar dus ( Joban ) ver-
... fnaard Leidenaar , 2f4- Coede {Paulus de) altyd
duurend Vikaris f On- derpadoor) van S.lVJa- riaas kerk te Leiden , 2?Q
|
||||||||||||||||||||
Β L Α D -
Heemflede: waar gelegen,
66?
.. de kapel in een parochi-
kerk veranderd, 66^
.. Priory van Cifterci-
monnikken aldaar, 667
668
.. wanneer j en door wie
geflichr, 668 .669 enz. .. inkomften, 686.687
. . Priors van 't zelve
klooiler, 690.691 .. wonderlijke vertelling
van een Monnik uyt Heemftede, 700 Hècla (Berg) voor dm
mond der Helle gehou- den, 269.170 Ileere (Franfoisde) Paltoor
van Ueftgeeft, 464 Heïmenberg ( Laurens) Pa-
ftoor van Homade, 317 Heujfen {hlugo Franc, van)
Paftoor te Leiden enz. 2Ó7
Hillegoms oude naam , pa-
rochikerk, 661 .662 .. Paftoors van Hillegom,
en de Vogelenzang, 663 664
lloelgceft ( Adriaan ) Pa-
ftoor van Warmond, Saiïem, enz. 580 Homade : van ouds heeft
daar maar een kapel ge- ftaan, 304 .. die kapel tot een paro-
chikerk aangefteld, 331) .. oude Paftoors van Ho-
made, 310.311 .. laaterePaftoors, 317
llongaaren: de Hongaaren
krygen een Koning van den Paus, 53* |
|||||||
r r ζ e R,1
Honorifts 111,verzoekt twee
prebenden in iedere ka- tedrale kerk, 153 «. en ook eendubbeld ge-
deelte in ieder klooiler, 154
Hortèftfius ( Hicronymus )
heeft het nieuwe geloof allereerfc te Waffenaar gepreekt, 394 Joban (van Houten) Pa-
ftoor van Nieukoop, 33°
Huegla{Francifcus)?ZUoot te Berkenrode, 703
I. JAgtr (Kornelh de) Pa-
iroor van Waddinx- veen, 3*9 .. zyn lof, yver, enz. tbid.
jfakobstvoude: zieEilelilo· kerwoude.
Janskind (Pieter) Paftoor van Nieukoop enz. 330 JavJJen (Johan)K.Qmmm~ ^deur en Paftoor te Lei- den , 50 Jeroen (Sint) Priefteren Martelaar teNoortwyk, 59Ó.S91
. . ofhy in't jaar 85-6 ge- martelt is, éi 7.618 enz. Ingen (Johan van ) Paftoor van Noorden, 331 Innocentius \\\ heeft aan
de.Geeftelijkheït fchat- tingcnopgeleitenz. 2^2 tnnocentius IV heeft de
kerk zeer uyrgeput, as<>
., hoehy', ua zyne dood ,
daar
|
|||||||
BBDOBH
|
|||||||
Blad-
daar over beichuldigt
zou zyn geweeft voor den opperften Rechter, ibid. Joannes IX ( Paus ) dwingt de Geeftel ijk heit tot het opbrengen van de tien- den, enz. 156 K.
TT" Jlflagen waar gelegen
enz. 311 Kapellen, waa'ren kerken
die geen parochirecht hadden, 466 .. oude dorpen *in Hol-
land, die maar kapellen hadden, ibid. Kapittels by wat gelegend-
heh aan de BhTchoppe- lijke magtonttrokken, 150
Kavel van Borgonje (de
Stapte} plaagt de Hol- kndfche Geeftelijkheit met Schattingen, 408 4°9.
Katten y van hunne over- komfte in deze landen,
500
., of zeden naam aan het
Eiland der Batavieren gegeven hebben, j-oi «. of de Katten dien naam
van de bekende huisdie- ren gekreegen hebben, ?oó
Katwyk aan den Rhyn ,
Kommandeurfchap al- daar, 491 ·, kerk, toren, vikaryen,
49*
|
w y æ e R.
.. oude Paftoors van Kat-
wyk , 45>3 Katwyk aan de Zee^deszeU's
kerk,gaiïhuis, enz. 494 49Ã
.. 't Huys te Britten, 45)9 .. waar van de Katwyken
dien naam gekreegen hebben, s°S · 5°6 .. huizen te Katwyk afge-
fpoeld, 507.^08 Keizer: de Italiaanen ken-
den niemand voor Kei- zer , die te Romen niet was gekroond, 54 Kerkelijke wetten : Zie
Rechtboek.
Kerker'de Monnikken om wat reden gekerkerd, 30*
Kermis te Leiden, 18j Kerken voor parochiker- ken genomen;maar niet altyd, 4.66.46% Kerken in Holland, die den
Abt van Epternach toe- quamen, 467 ., verdrag over die ker-
ken enz. 57Ã Kloofiers aan de BiiTchop- pelijke magt onttrok- ken : zie Ontheffingen. Kok (Theodorus) Pailoor te Leiden enz. %6â Kommendataris , wat te zeggen is, 6,9% .. misbruiken in het aan- ftellen van Kommenda- tarhTen gepleegd , 6yz .. zie Abten.
Koningen "van Vrankryk, wat de PauiTêlijke Le- $P 3 gaattu |
|||||
 L Ë Â - 1
gaaien omtrent het kro-
nen van dezeKoningen beweerden, 59 f^oningen van Spanje ,
kroonden zich zelven met tlgcn handen,6o,6i Rottingen, door de Pauzen
aan fommige Rijken gegeeven, ' 55. f 6 %.oningUjke pronkiekcnen
van de Pauzen verzocht, ƒ5 ■ 5<5 57-s8
.. hoe hoog iommige Pau- zen het geeyen van die pronktekenen doen gel- den hebben , 5-5 . 56 lion'mklijketytel,ten geval- le van den Paus, achter- gelaten, f6 .. Koninklijke tytel door de Pauzen gegeeven, 55 ƒ6.57. 58.59.60 ♦ . wat gevolgen de Pau- zen daar uy t trokken, 59 60
RouJckerk aan dep Rhyn
enz. 34t
,. goederen aan de kerk
vanKoudekerk gemaakt,
343
,, Patroon der kerke,wij-
dinge,enz. 346.34.7
.. oütaaren en vikaryen,
348.3SQ '. . jaargetyden daar 'ge-
(licht j, 35Z ,. or Koudekerk aldus ge-
noemt is naar Cauchi, 356. 357enz. Krooning \ zie Keizer.
.. de krooning,door Pauf-
ielijke handen gedaan, plagt zeer hoog geacht te worden, ƒ51 |
||||||
Õ 2 E R.
.. zie koninklijke pronk-
tekenen. .. de kroning der Konin-
gen , ten geval Ie van den Paus achtergelaten, $6 .. wat de PauiTelijke Le-
gaten omtrent hetkroo- nen der Koningen van Vrankryk beweerden,^ L.
Ô Anger-aqr en Korteraan
■^-*parochikerk aldaar, 322, ♦ . Paftoors aldaar, 322, Legaaten : driederhande
PauiTelijke Legaaten ,
" q6S
.. hunne groote magt en
waardigheit, 369 . 370 .. hunne al te groote magt
in Vrank rijk niet aan- genomen, 370.371' Leeuwen ( Willem van )
ilicht eenvikary te Lei- den, 18 Leiden-(Pietervan) fiïcht
4 vikaryen te Leiden, i8 Leiden ( Gerrit Gerritfz. )
ilicht eenevikary te Lei- den , 34. Leiden (Philipsvan) aan-
merking over zijnen naam enz. 1 ƒ8.162.163 .. Adelijke proven door
hem gedicht, 15-9 .. Boekery door hem te
Leiden opgerecht, 230 .. zijne Schriften, 231
Leiden (Jan Gerbrtindfz*
van) geleerd Leidenaar, hei*
|
||||||
Blad·
Lelden ishetoudeLugdu- num, 4 , of ten deele op den
Vrieffchen bodem is ge- legen,- 4.- 5-6.7.8 , oorfprong van den naam
Lugdunum, 4· S . Burgt van Leiden door
wiegebouwd, f. 9.10 . in wat aanzien Leiden
is geweeft, 6 , drie parochikerken te
Leiden, 11 . S. Pieters kerk, 11.12
13 enz. . wanneer gebouwd, ge-
wijd, enz 11 . Keizer Willem teLei-
den gebooren, 1 2 . koftelijke doopvont in
S. Pieters kerk, iz . voorrechten^ wapenen,
enz. 12.13 . 7eer groote toren van
deze kerk ingeftort, 1+ . 34outaarenßçS,Pieters
kerk, t% ♦ 4-vikaryen door P.van
Leiden in S.Pieters kerk gefticht, 18.19. 64. enz. . twift over het v^rgee-
vender zelve, 7*·73 , kapellen en Broeder-
fchappenaldaar, 26.27 , de paftory van S. Pieters
kers door de Duitfche Heeren bekleedt, 45 . Kommandeurs van de
Duitfche order, en Pa- floors van S, Pieters kerke, te Leiden, 47.48 . groot Rechtsgebied van
S.Pieterskerk, 52 |
||||||||||||
í y t e R.'
.. ftichter van de vikary
des H. Kruys, 73 .. berigt ontrent eenige
vikaryen in S. Pieters kerk, 74 .. S.Pankraskerk, 76.77
78 enz. ,. Kapittel daar gefticht,
77
.. luchters van S.Pankras kerk, 9°-91
.. naamei) van de Proo-
iten, 91-92 .. Gereformeerde Pr 00- ilen, 98
. ♦ Dekens van S.Pankras
kerk, 98. 99
. . eenige Kanonnikken
van S.Pankras kerk, 99
100
., Ordonnantzien van het Kapittel, 101.102 enz.
.. Eed van den Deken, de Kanonnikken, en Vika-
. riilen, uc. é it
.. S, Paukras Kapittel aan
de magt der Biifchop-
pen onttrokken, 112
4. vikaryen in S.Pankras kerk, 117.118
.. getal,laiten,inkomlten,
enz.der prebenden, 112
113. 126. 117 enz.
,. Paftoors van S.Pankras
kerk, 126
.. Broederfchap van 't H.
Sakrament,i 34,135 enz.
. . icheidpaalen van S. Pankras parochie, 145-
. ..prebende van S. Bene- dictus, 160
.. meer omftandigheden
noopendede prebenden
|
||||||||||||
?M
|
||||||||||||
van
é
|
||||||||||||
Bi AD»
van 8. Pankras kerk,
tC)ö. 161 t. Andere vikaryen aldaar,
163
f. Parochikerk vanO.L.
Vrouw, 16?. 166 enz. .. wanneer tot eene paro-
chikerk opgerecht, i6s 'i. de nominaatzie tot het
Paftoorsampt quamde AbdiiTe vanRhynsburg toe, 165,166 ff de Paftory wïerd by
beurten door den Paus en de Abdiiïe begeeven, 167
» . kapellen en vikaryen
aldaar, 167.108 t. BroederfchapvandeH.
Maagd, 177 . . drie Nonnekloofters
onder deze Paftory, 178 .. Pafloors van deze kerk,
181
. . Kermis te Leiden enz.
182,
.. andere KermiiTen , 191
. . byzondere gefchiede-
iiiiten /te Leiden in 't
begin der Reformaatzie
voorgevallen, 183.184.
enz.
',. Minnebroeders kloofter
te Leiden , 192 .. Alcxiaanen l6f Cel le-
broers te Leiden , 198 *. 't Huys der Duitfche
Ridderen, I^x .. S, Michfels kloofter,
S. 'Urfulaas konvent, W
|
||||||
ψ γ τ e r.'
.. S. Agnes kloofter , S.
Geciliaas kloofter, 100
.. het kloofter Schagen , de Grauw zufters, ibid.
., de zufters van Abkoude, 201
.. S. Katrynen kloofter, de
zufters van Romen, ioi ,. Voorrechtenen ordon-
nanztien van 't lefte kloofter, 201. 203 enz. ".. andere ordonantzien ,
'212.213 ,. Nonnepaters van dit
kloofters, ƒ 209 . .Witte Nonnen kloofter
te Leiden, 214. ♦. in de Akademïe veran-
derd, 215* .. S.Barbaraas konvent te
Leiden, 219 .. Begynhoven te Leiden,
220.211 enz. .. Ordonantzien van Ger-
rit Lams Begynhof>/£/W. .. Maters en mkomften
van 't zelve Begynhof»
227.228
.. FaK-begyn hof,229.230
.. Boekery te Leiden op-
opgerecht, *3? .. S. AgathaasenS.Mar-
garetaas konvent by de ftads veften, 232 ,. Gafthuizen te Leiden ,
232.23?enz. .. S. Catharinaasgafthuis,
239.240 enz. . , verfcheide Hofjes te
Leiden, 246.247 enz» ,. vermaarde en geleerde
Leidenaars, 253.25-4.
enz.
Pa ft o or s
|
||||||
Blad·
l", Paitoors van Leiden
zederd de Reformaatzie,
Leiderdorp \ deszelfs oude
naam, par ochikerk enz ♦ 277
.♦ oude Paftoors aldaar,
278
,. vikaryenenz. 279.280
enz.
.. twift over den voorrang
indekfrk, 283. 284 enz. . . het Aoofler Engelen-
daal lïldaar gelegen : zieEnL^endaal. .. NonneTiloofters te Lei-
derdorp : zie Romen- burg en Poel. ,, Paitoors van Leider-
dorp, 291 Leeuwenhor^, Abdy, 619
630 enz. ,. ftichter van deze Abdy,
630. 631 .. lijft van eenige Non-
nen, 632 . . lijft der AbdiiTen, 634.
., lijft der Kapellaanen,
639.640
.. inkomften der Abdye, 640.641
.. verdelging van de Ab~ dye, 661
. . of de Nonnen van
Leeuwenhorft van min- der Adel waren dan die van Rhynsburg, 661,661 Leimuiden, kerk van Lei- muiden enz. 320 Lsüveld , (Kap.ellaan in Stompwyk ) gebannen, VS
Lichtenberg (Oito) Paftoor ran Koudekerk, 3^
|
|||||||||
▼ Τ Ζ E R.'
Linden (Gafpar van der'). Kommandeur te Lei- den , $1 Lis, de kapel van Lts wanneer tot een paro- chikerkaangefteld, 585- SU
.. Paftoors van Lis enz. 59*
Lokhorfl : zie Oud - Tel-
lingen. Lopfen, kloofter van Re- guliere Kanonnikken onder Oeftgceft, 407 408 .. Priors van dit kloofter, 409
Lugdunumt zie Leiden. |
|||||||||
\K Aas (Petrus)Paftoor
-^VA te Noortwykerhout,
628
Maafland ( Joris Florisfz
van) Kommandeur en Paftoor te Leiden , 49 MakeeJJcheRidders te Zoe-
terwoude, 36 c; .. hadden het recht van
voorftclling tot de pa- ftory van Hazerswoude en die vanZoeterwou- de, ibïd. S, Mariaas kerk te Leiden: *
zie Leiden. Martenhave , kloofter te
Warmond, f63 .. doorwiengeflicht3en2.
564
», Priors van het kloofter,
568,
^)j ? - wan-
|
|||||||||
/" '
|
|||||||||
Blad-
. . wanneer dit klooiier
verdelgt is, $66 . S69 .. waar dat het geilaan
heeft, 5-09 fj6 Maryepoel; Nonneklooiler
onder Üeiigeeit, 450
4»i enz,
.. opbonwing en wetten
van dit klooiier,411 enz. .. inkomllen van het kloo-
iier, 419.420 .. voorrechten door Har-
tog Philips aan 't zelve verleend, 423 .. de Nonnen krygen ver-
Jofom een kerkhof te roaaken, enz. 4^4 . , verfchil tuilchen den
Paftoor van Oeftgeeit en 'deze Nonnen, 438 .. verdrag tuifchen de par-
tyen, 4.39 .440 enz. .. inwyding van het kloo-
iier en de kerk e ,444.44«) ,. de Van Zwietens, en
Boekhorfien,wierden 'm
deze kerk begraaven,
449
,. hoe de Nonnen haare
geloften deeden, 4^0
i. Nonnen uytde Edelfte
Huizen van Holland,
.. Naamen van de wei-
doenders, Nonnepaters, enz. 452 ..-en van de Maters, 4^4
.. giften aan dit klooiier
gedaan, 457 .. groote rijkdom van dit
klooiier, 462. ,. het klooiier .verdelgd,
*<*3
|
|||||||||
ψ y ζ e R.
Marnef{ Pieter ) vermaard
Leidenaar, 2^-4 Matenes ( Adriaan ) ver-
maard Leidenaar, 257 % 25"8
Mcdenblik ( Rombout ιαη )
Pailoor te Leiden, 25-9
160
Mercator { Regnerus ) Pa- iioor te Leiden, 2Ó0 . . zijne geleerdheit en fchriften, 26c.ïór Meieren ( Ludolphus Fre-
dericus van) Paftoor van Ho made, |$ 317 Michiel(Sint)patroon van Leiderdorp, 278 .. waarom dat hy met een
weegfchaal in de hand wordgefchildert, 292 Middelburg in Rhynland had een parochikerk,32Ó . . Paltoors aldaar , 327 Minnebroèders te Leiden: zie Leiden.
Mifl'en \ menigvuldigheit der Miifen door fommi- gen afgekeurd, 61 Moederkerk in drie beteke-
ningen genomen, 383 Momz'ikken om wat reden in de kerker opgeiloten, 302
Mulaert {Willem) Kom-
mandeur te Leiden , fl
Mufius{Cornelius) waar en
door wie begraven, 638
My , de My , de Myzyde:
behoort onder depafto-
ry vanNieukoop, 33«
|
|||||||||
Naait*
|
|||||||||
 L Á Ñ · Ø ç £ É.
|
||||||||
Noortwyk zyn geflagen,
59"*·" 593· 614.615 enz. .. oude kerk te Noord- wijk, ( S9S ., kapellen en vikaryen, 597. 59S .. Paftoors van Noort-
wyk, ƒ99,600 enz. .. kloofier te Noortwyk,
($03. 604. enz. .. gafthuis te Noortwyk,
enz, 612 Noortwykerhout ; deszelfs
oudheid, oudeHeeren, parochikerk, enz. 6zj ,. Paftoors van Noort-
wykerhout, enz. 6xZ • O. ,'\
r\Eflgeeft: reden van den
*~* naam, 398
.. hetgeilagt derOeftgee-
ikn, 398.46^ ., van ouds Kerkwerven
genaamd, 399-46f t. de kerk op den grond
van een oud kaiteel ge- bouwd, 399 .. en was een moederkerk,
ibid. 465* ,, groot rechtsgebied van
die kerk, 3ß>.9·4<ê> .. Broederfchappen in die
kerk, 400.401 .. otidePaftoors, 406
♦ , Hieronymus kloofter
aldaar: zie Lopfeti. . . Nonnekloofter onder
Oeftgeeft, 410.4 f ï .. zie Marye-poel.
., Paftoors zedert de Re-
formaatzi, 4^4
Ontf
|
||||||||
Í.
"Kl/faltwyk (Simonvan)
·*- Kommandeur en Pa-
ftoor te Leiden, 48 Naamen: het getal van den
Pauflelijken naam in de Bulfen uytgedruk't: zie Bullen. Nanning (Joban ) Paftoor
te Leiden , 267 Najfouw ( Willem Frederik
van) Kommandeur van de Duïtfche order te Leiden, ƒ2 Ntewwenkloofter buiten
Haarlem, 70? Nieukoop, deszelfs paro-
chikerk, Paftoor, enz, Jxteuwveen, Nyeveen, pa-
rochikerk aldaar enz. 321
Ntfpen (dmandns van) Pa- ftoor van Zoetermeer, 378
Nonnen&Ioo/ïer te Leiden: % ie Leiden»
Noorden: had van ouds maar een kapel, 331 .. deszelfs Paftoors enz. 33ô· 33*
Noormannen: of de Noor-
mannen omtrent hetjaar %$(> m Holland niet ge- rooft en geplundert hebben, 6ï7.éi8enz. .. ilonden onder verfehei-
de hoofden, enz. 6zi Noortwyks oude naam ,
oudheit, enz. 5ß>2 ·. of de Noormannen by
|
||||||||
I
|
||||||||
B L Á ×
Ontheffingen van de kloofters : der zelver opkomfte, 14
. . misbruik van de ontheffingen enz. 148.14
,. fteunen fomwylen op
vaifche brievenJi49.i5-o ., ontheffingen der Kapittel en, 150
Qoflerlaan (Kornclis) Pa»
Hoor van Raamburg 32S
Oud- aade : Paftoors al- daar, 318 Outhcufden ( Adriaan van ) Paftoor van Voorfcho- tcn, 3B2 Oud-Tey tingen , kloofrer aldaar gebouwd: zie Marienbave. , . eenige zwarigheden omtrent Oud Teylin-gen of Lokhorft , en TeiJingen 3 onderzocht, 57S -57Ö |
- Ø Õ Æ E JU
drog daar omtrent ge-
pleegd, 700 Paujfelijke Legaaten of Gezanten : zie Le~ gaaien. Pauzen hebben Koningen aan eenige Kyken ge- geeven, $$· ♦. z/e Krooning: Konink- lijke pronktekenen : Koninklijke tytel. .. de Paus zendt een Ko- ning aan de Hongaaren, enz. 55" «. Pauzen wanneer fchat- tingen aan de Geefte- Jijkheitopgeleit hebben 5 zie Schattingen, Ñ ellegrlmmaadien; Æ ie Ëeevaert.
Petrus \\3 Koning van Ar- ragonie , zyne eenvou- dige godtvruchtigheit, 59.60 .. hy verklaart zich zelveri een vazal van den Room- fchen ftoel, 60 Petrus ( Cornelius ) ver-
maard Leidenaar, 257 Piek (Jakob) Paftoor van Raamburg, 327 Pieters kerk; zie Leiden.
Ñ't e ter, Jan Maart ens zoon,, fticht een vikary te Lei- den, 8 ƒ Pifiorius {Johanms) Pa- ftoor van Jakobswoude, van 't geloof gevallen en verbrand: 31? Plaat ( Antoni vander ) Paftoor in de Heerlijk- heit van Alkemade, jif 316
zyn |
|||||||||||
P.
|
||||||||||||
)
|
||||||||||||
T)Addenpoel: zieMaryen-
X poel. Ñ ankras kerk: zie Leiden.
., leven van S.Pankras, Parochi - kerken wierden
moederkerken/en enke- Jijk kerken genoemt, 4.66
,. oudeparochikerken van
Holland, ibid.
,, groot getal van parochi-
kerken in een e ftad,
624.61 f
S^Patriciuj vagevuur; be-
|
||||||||||||
Β LA»·
,, zynlof,yver, en?.. 310
.. behoudt voor zich iel-
ven de paftory van de Oud-aade, 318 Poel Nonnekloofrer te
Leiderdorp, 291 Poelgcejl {Gerrit t'<2#)fticht
een vikary te Leiden, 33 Poelgeefl {Juffrouw Maria
van) of zyde kloofter- geloften te Rhynsburg verbroken heeft , 5-47 55-6
Pelen: Koningen van Po- Jen hebben eenigen tyd den koninklijken tytel, om den Paus tegehoor- 2aamen,achtergelaaten, Preekheeren die te Leiden
als zendelingen geilaan
hebben, 2Ó7
PÊtdincpoel: zie Maryen-
poel.
Putten ( Kornelis vander ) Paftoor te Waifenaer, VA
R.
"P Aamhurg% Randenburg,
-*-** Paftoors aldaar, 32.7
Rarn(Adriaan)Prooi\ van
S. Pankras kerke enz.
zyn teftamenr, 91. 93
Rechtboek : het geeft e lijk
Rechtboek is niet ge-
fchikt om het geloof te
verklaaren, enz. 272
, .het geeftclijk Rechtboek
word noch gebruikt by
de Proteftantfche Vor-
ftcn van Duitfiand, 272
|
||||||
ψ y 2 E R.
.. dat Rechtboek heeft een
groote verandering ge- maakt, in de regeeringe der kerke, 274 4. verandering in de ker-
kelijke wetten zelf, 274 ,. oude en nieuwe kerke-
lijke wetten, ibid. Rceder(Gysbertde) Paftoor
vanLangeraar, 324. Reewyk : patroonen vat»
Rewyk, 32^ , . Paftoors, 327
Renejfe ( Al ex ander van)
Kommandeur te Leiden, Reneffe van Wulp : zie
Wulp. Reguliere onder Leider-
dorp : zieEngelendaal. Rhyn {Dirk van) Paftoor
en Kommandeur te Lei- den , 48 Rhyn, of aan eene ïydc
vnefland heeft bepaalt, 67.8
R/^nefteia^kerlijc vanRhy-
neliem,. waar gelegen ,
$24
Rhynlcnd is voor dezen
grooter geweeft, 1
.. Dekens van Rhynland, t,%
.. plaatzen onder het De-
ken fcfiap van Rhyn land behoorende, ζ.·$ Rhynfaterwoude, paroch ï-
kerk aldaar enz. 313.3*4 , , Paftoors van Rynft.
3i7-3'S
Rhynsburg(de Abdiife van) had het recht van nomi-
naatzie |
||||||
Bl AD-
iiaatzie tot de paftory
van O. L. V. kerk te
Leiden, i6$.i6ó
.» en tot die van Boskoop,
Rhyxsburg waar gelegen,
deszelfs kerk, enz. 5?7 .. Adel ijk Nonne kloofeer
of Abdy aldaar, door wien gefticht, 517.5-18 ., twee kerken te Rhyns-
burg, __ 519 553 ♦ . Vorftelijke kapel in
d'Abdy, 519.520 .. deze Abdy fiondOiimid-
middeiijk onder den Paus, 52i.f25-.52c?.53o . . groote rijkdom van
deze Abdy, 5-26 .. groote mildadigheit van
dezelve Abdy, 530 *. verval van de kloofter-
tuchtenz. 531 . . hervorming van de
klooftertucht onderno- men enz. 531.5-32 enz. . . bedenkingen over dat
hervormen, SSI-^'h . . hoog aanzien van de
AbdiiTè, 540. 5-4r. 5*4.5 .. graffteden in deze kloo-
icerkerk, 5-4 [ ., Kapel laan en der Abdye,
en der Abdifte , 543 ..Paftoors vanRhynsburg,
SH
,. Abdiilen van Rhyns- burg, 544. 545-
«. Rhynsburg '1$ wel eer
een frad geweeft, 548
,, wie dat de Abdy heeft gefticht , 517. 51H
,. wydioopiger redenee-
|
|||||
Ø Õ æ E ¢.
ring over den eerften
ftichter , 548, 549 enz. .. miiTcbien zyn den Non- nen voor den middag geeftelijk,naar den mid- dag wereidfeh geweeft, Ridders van Maltha : zie
Malteeffche Ridders. Roelevaertjesveen 3 kapél
aldaar, 314 . . Paftoors van Roele-
vaartjesveen, 319 Ro-nienburgJioQmburg.eni.
Nonnekloofter aldaar,
290 enz.
,. boekjes op Romenbnrg
gedrukt, njt .. waarom dat het du-n
naam gekreegen heeft, 2577
.. word veel beter voor de
martelplaats van S. $r- fula gehouden als Keu- len, 298.299 Ruifcb {Johanncs Ignat'ws)
Paftoor van Stompwyk, 377
S.
QAlomon\ Koning van
^ Hongarye,v'an den Paus
beftraft, om dat hy dat
rijk te leen ontvangen
had van Hendrik IV. 5 ô
Saffem (Ksrndis van) Pa-
ftoor van Saflem, 580 Sajjhn)Saffenbiïim% deszelis
oudheid, parochikerk, enz. f79 . . Paftoors van Snflenv^
wan-
|
|||||
Blad-wyzer*
|
|||||||
.. wanneer de Saxen hun-
ne benaaming aan deze plaats gegeven hebben, 58«.ƒ82 Schattingen : wanneer de
Pauzen de Geeftelijk- heit tot het opbrengen van fchattingen hebben beginnen te nootzaaken, iff ,éf2enz. *. hoe fommigeMonnik-
ken zich daar tegen ge- kant hebben, tfz. 153 '.. wat tegenitand de Pau-
zen van al Ie kanten ont- moet hebben , if3 enz. ,. zy zagen de Vorften op
hunne hand te krygen, enz. 15-5 . 156 Schcndel (Theodorus ) Pa-
floor te Leiden , t6z Schendel ( Jakob ) Pafïoor
teKoudekerk , 355 Schuur man 5 (Á ç dr e as ) Pa-
ftoor van Nieukoop,3^i Sloot{ Hendrik) Komman-
deur van de Duitfche order te Leiden, 52 Sluipik, Sluipwyk, 316
.. Paftoors aldanr, 317
Snel (Hendrik) Paftoor te
Leiden, 16$ SneHaart ( Á albert \ Kotll-
mandeur en Pailoor te Leiden, 40 Spanje .· æ i e Ê o ç i ç ge ç í an
Spanje. Steven (Sint) Koning van
Hongarye verzocht de koninklijke eertekeneh van den Paus, 5? Stompwyk , Paüoors van
Stomp wyk,Zoetermeer,
enz. 373· 37+enz.
|
|||||||
Svjammerdam en deszelfs
oude benaminge, 331 .. den ouden loop van den
Rhy ç aldaar, en deszelfs opftopping in'tjaar 1165", 335·33<*
Ô. "TUrning {Willem") Pa-
1 ftoor en Kommandeuf
te Leiden, 43 Tuningiu^x Gerardus) ver-
maard Leidenaar, x$$ Tujfchenrede ( Parenthefis)
by de ouden onbekend,8 V.
XTalfanhurg, wel eer een
Graaffchap, 477 .. is een Romeiniche burgt
ge weeft, tbid. .♦ waar van het dorp aldus
genoemt, 478' ..befchryvingvan de kerk,
4/8.479 ,. de kerk was een paro-
chikerk, enz. 479 ,. daarna is ze een kapel
geworden, 479.480 .. doch eindelijk weder-
om een parochikerk , 4^0.481: .. ïnkomften van den Pa-
ftoor,kapellen,I3roeder-
fchappen,enz. 484,48?
enz.
. ,hetH Kruyswierddaar
hoogflatelijk geviert , 487
,. Paardemarkt van Val- kenburg , 487.488 |
|||||||
Blad·
* . Paftoors van Valken-
burg, 488.489 ».of Valkenburg een Ont-
vangers -huis van den Keizer is geweeft, 477 49°
Velden (Bartholomceus van de ) Pailoor te Leiden ,
263
. : Pailoor teNoortwyk, 602,
Velden (Maarten van ) Pa- iloor van Raamburg ent. .. onder 't leezen van de
Mis gequetft, en daar vangeilorven, 32,7 373 .. Pailoor van Benthuizen,
Zoetermeer ·. enz. 373 Vehhoen (K^melis) Pailoor
te Leiden, 262 Veltboen {Hendrik) Pailoor
te Koudekcrk, 355 Vergceving van Vikaryeu;
zie Vikaryen. Virhorfl (Bernard) Pailoor
van Öeilgeeft,, 464 Vermaat (Francois)PaCtooÏ
te Noortwyk, 602. Vermeulen ( Chrijlianus)
Pailoor van Stompwyk, Zoetermeer, Benthui- zen , enz. 374 .. zijne groote geleerd-
heit, yvcr, gaven, 374 375"
.. word gebannen, en Pa- iloor van Rees, 374. 375 .. zijne Schriften , 37Ó Vermey (Jufius) Paft oor van Langeraar, 324 Veur : kapel in *t Veur, 3^
|
||||||
V Υ Ζ Ε Ά.
Vikaryen^ hoeveel dat men
zich aan het vergeeven der vikaryen gelegen liet leggen, 68. 69 .. fchrikkelijke Ban tegen
de ftoorders van die ver- geevinge uytgefproken, 69. 70 .. twift over de vergee- vingen, 71.73 Vogelenzang: Paftoors van
de Vogelenzang: zie Η ii leg om. Vochelhis (Engelbert) Pa- iloor van Warmond, Saifêm, enz. 5-80 Voorburg : verfchil over
het vergeeven van een vikary aldaar, 384.385" Voorhouts oude naam pa- rochikerk,vikaryen,enz. 583.584 ;. Paftoors van Voorhout, sH
Voorfebootens parochikerk,
patroon, enz. 37S ,. Heerenhuizen daar ge-
legen, , 378·379 .. outaaren en vikaryen 'm
de kerk, 380 .. kapellen onder Voor-
fchoten, 381 , . Paftoors van Voor-
fchooten ^ 38a Vor/lius ('johan) Paftoor
Saiïem, $79 Vos (Jande) Paftoorvan
Zoeterwoude , - 377 Voskuil, eerfte vergader-
plaats der Nieuwgezin- den , 463 Vrankrijk : zie Koningen
van Vrankrijk. Urfn-
|
||||||
Β L A Ö .
Ürfuïa ($mt): het is veel
waarfchijnlijker dat zy
te Romenburg is gemar-
telt als te Keulen, 298
299 enz.
Vryheden van de Geefte-
lijkheit : zie Geefte-
lijkheit.
W.
TT7 Aalskappellc (Maximt-
** liaan ) Prooft van S.Pankraskerk,zyn kodicü,enz. 9$·. 96 Waddinxveen : Noord- waddinxveen, en Zuid- waddinxveen, 328 .. Paftoors van Waddinx-
veen, 329 Waknburg ( Gysbert van ) Proolt van S. Pankras kerke , enz. 90, 91 ♦ . Paftoor van Leider-
dorp , 278 Warmond waar gelegen
enz. 5J7 ♦ « parochikerk, en haare
inkomften,énZ'. 55 8.5 59
.. oude Paftoors, 5-5-9
.♦ outaaren,vikaryen,enz.
560
'., kloofter van adelijke
Maagden 3 5"6o;. 5-61 .. kloofter van Monnik-
ken aldaar, f61.563 \. zie Marienhave.
♦« af komfte van den naam
Warmond, 573.574 Wajfenaar waar gelegen ,
38f
.. de kerk afgebrand, 386 ,. de kapel der Raaphor-.
ften» 387
|
||||||
W Υ t E &.
. ♦ vikaryenindeketk^S
.. verfcheide MuTen in de
kerk gelucht, 389.390
** Paftoors, 394,39?
* . Redeneering over de
naamrede van WaiTe- naar, 39$ Waffenaar ( Heeren van )
hunne magt, enz. 386 é. waren Burggraven van
Leiden, 386. 387 * ♦ wanneer het Burggraaf-
fchap aan hen gekomen
is : in de doorreden. WaJJenaar ( *Johan van )
een fpook aan hem ver- fcheeneu, 397 Weert s (Pieter ) Paftoor
te Berkenrode, 704. Werken : goede en quaade
werken of in 't laatfte oordeel tegen malkan- der opgewogen wor- den, enz. 293 .♦ verfcheide Schryvers die
dat beweeren , 294.. 295* Werve ( Johan van der)
Paftoor van Lis, 591 Werve {Steven van der) Pa-
ftoor te ISoörtwyker- hour, 628 Wtllebrordus : fint Wille-
broords kollegie te U* trecht, 97 Willem Keizer , of Graaf
Willem II, te Leiden gcbooren, 12 .. word onder de kefkclij-
keSchryvers geplaatft,277 Woerden (Jakob van~)Kom*
mandeur en Paftoor te Leiden, 48 Wolf ( Dirk de ) Paüoor
gp Kom- |
||||||
 t Á D ·
Koromandeur te Leiden,
47
Plfyp^drtaan Renejfe van) Kommandeur te Lei- den» . Sl ty'yk te Puurflede ; zje Duuritede.
Wykerfloot (Kornelis) Pa- spop van Langeraar , 323
Wykerfl.vot (Kornelis) Pa-
i'toor van Stompwyk,
enz» 377 y.
Õ P*W («?//«*) Paöoor
van Zoeterwoude, 377 lf valt van het geloof)^· fj /inten ( Dirk van ) Pa-
<Ì ftoor van Koudckerk, 355'
Zeeuw (J'ohmde) Paftoqr
en Kommandeur te Lei- den , 48 %1'gyjttart : kerk en Pa-
ftoors van Zegwaart, 371 %'inftiyiingen, ( eommata,
puntatwi.) pudheit der zinfnydjngen, 8 ,. hoe dezelve eerfr, uytge-
dfukt wierden, 9 $>ietermcer, oude kerk al-
daar , 37* |
f Õ À, E R.
meer, Benthuizen, enï»
373 374 375
Zoeterweude hpe van ouds genaamd, enz, 360 ,. Malteeflche Ridders al* daar, 361 ,, Heeren huizen onder
Zoeterwoude, 36* 363 ,. kapel van O. L. Vrouw enz. 363 «. de gemelde kapel aan
de Sjans Heeren gegee- ven, 3óf> .. Paftoors van Zoeter-
woude, 377 Zuidvjyk of Zwii adelijk huis onder Waflenaar: Mis aldaar gefticht, 38$ Zyjammefdeim , hoe van ouds genaamd, 33* ,. was van ouds de hoofd- plaats van een graaf- fchapje, ibid. .. van ouds Stellede ge- naamd , 3 34 Zu,'angnburg{Kor7selis)SGr- maard Leidenaar, 257 Zwanenburg (fiot ) waar gelegen enz, 332. Zwieten {Dirkvan) fticht eene vikary te Leiden, enz. 33 Zwieten ( Boudewyn van ) fticht het kloofter Ma- rienpoel, 411.41 æ .. hoe de Paus hem daar over beloont, 43* |
|||||||
„ f Paftoors van foeter*
|
||||||||
£ É Í D E,
|
||||||||
Τ\ Ε Leezer, hoop ik, zal de goedheit hebben van
•*~/ de drukfouten door de vingeren te zien *, en het wel in de beite vouwen willen fchikken ,· indien ia een werk, 't welk niet op dezelfde plaats gedrukt en nagezien word , eenige drukfouten mogten ingeflo- pen zijn. Eenige drukfouten zyn'erdie nietverzwee- gen dienen; Het geen op het 49 zijdje onder Aalbert van Baren
aangetekent ftaat van het inftorten van den Leid- fchen toren, moet onder zyn nazaat gelezen worden. Üp het 57 zijdje, jn de 28 linie, ilaat in 't 1613 5
waar voor geleezen moet worden 613, Pag. 77 lin.4· 1415, lees 1315.
Pag. 306 lin.ip. Adrianus kerk te Leiden, lees te
Naaltwyk, Pag. 5-68 lefte regel dat ttt, lees in.
Pag. 62 j- en 626 ilaat eenige reizen Aim\ 'm de plaats
van Am. Noch is'er een mifllag begaan in de getallen, de-
welke boven benevens den loopenden tijtel ilaan: want na het getal 640 volgt onmiddelijk óór, en zoo voort; doch den Leezer zy geruft dat 'er niets uitge- laten is. |
||||