UITVOERIG
ONDERWYS IN DE
PERSPECTIVA,
O F
DOORZICHTKUNDE,
|
||||
I
|
||||
ÜITVOERIG ·
ONDER?YS INDE
Perspectiva,
DOORZICHTKUNDE, Voor alle
L I E F Η E Β Β E Jt S
Dezer aaiigenaame en nutte Weetenfchap, en
inzonderheid voor degeenen, die dezelve
noodzaakelyk dienen te oeffenen,
Als;
TtEKENAARS, SCHILDERS, -PLAAT*
SNYDERS, ARCHITECTEN, STEEN- HOUWERS, TlMMEftLIEDEli, METZELAARS, j?N2. Naar eene zeer gemakkelyké en veritaanbaare
METHODE Opgefteld, en in 60 KonfcPlaatén afgehandeld
CASPAR PHILIPS Jacobs*.
Konfi-Plaatfnyder in Jmflerdam.
_ _ 7 E AMSTERDAM, *y JAN CHRISTiAAN §£?*»
|
|||||
t
|
|||||
V Ï Ï R RE E DE
|
|||||||
V ÁÍ' D Å Í
|
|||||||
Á U Ô Å U R.
|
|||||||
ZEderd veele Jaaren my verleedigd
hebbende tot hei Ondcrwyzenin de Doorzichtkunde , ben ik altoos daarop bedagtgeweefif om de befie Methode dam-- toe te verkiezen, en ten dien Einde, zo ivel tot myn eigen, als myner /Difci- Pelen Geryf, deze en geene Ontwerpen 3 Gedeeltens op te â e Hen. Vervolgens "^rd ik niet alleen door 't aanhoudend Vers^oek tnyner Leerlingen, maar ook door de groot e Geneegenheid, die ik zelfs voer. deze aangenaam JVetenfcBap al· * ò töQS |
|||||||
VOORREEDE
toos gehad hebbe, dikwils aangezet, om
tnyne Ontwerpen, in Orde gebragt, het Licht te doen zien. "Doch eensdeels her,, denkende, dat verfcheidene vermaarde Mannen reeds groot e en aanzienlyke Wer~ ken over deze Stojfe uitgegeven hebhen; zo kon ik niet ten cerflen een vaft Be fluit in dezen neemen. Anderen deels echter o- verweègende, dat verre de meefle dier Werken in 't Latyn, Hoogduitfch, lta- liaanfch en Franfch gefchreeven zyn, en dat ik derhalven veelen myner L>ands- gemoten, in die-Taaien onkundig, geen qeringen 1)ienfl zoude doen, door hun in on&e Moeder-Taal een uitvoerig Werk •van die Natuur mede te deelen, te meer, alzo hetzelve naar eene duidelyke en kor- te Handelwyze ingericht was, die door anderen in veel Omflags ingewikkeld en dus niet klaar genoeg is voorgedragen % zo helde ik,hoe langer,hoe meer, daartoe over, om myn Foorneemen ter uitvoer ie brengen. *De Handelwys, waarvan ik hierfpree-
ke,is eigent lyk de Manier: om door Mid- del van de perfpe&ivifche Schaal, of |
||||
VAN DEN Α U TEÜR.
ijkende Voetmaat, doorzicht kundige
•afbeeldingen te maken, 't Is hekend dat de Heer Defargues dezelve uitge- vonden y en dat de Heer BoiTé daarover een aanzienlyk Werk in 't Franfch ge~ fchreeven heeft; maar 't is ook niet-min- der hekend, hoe hetzelve in 't Neder·· duitfih vertaald, en zo onverflaanbaar uitgevallen is, dat men 'er genoegzaam geen Gebruik van maken kan. Gevolglyk oordeelde ik·» myn Voorneemen zo veelte billyker te zyn. Hademaal het dan ook de Ψ licht van
ieder-' Menfch is, dat hy zynen Évennaa- fien naar: Vermogen diene · zo hebbe ik de uitgave van dit Werk niet langer 1>ο?&· %«V2, noch willen uit feilen , te me er,, al- &Q. ik daartoe eenen Uïtgeever vond, di$ zelfs in déze Wetenfchaf ervaaren is. ■Zoude het niet na den Smaak vanzom*
wige Konflo effenaar en. zyn , dat ik de "Plaaten uitvoerig met Licht eti Schadu- *ve hebbe,bewerkt, maar dat ik liever, n* hun Oordeel, de Voorwerpen door en·* f Ι bekken had\ moeten vertoonen, en dc 'b^i-t ken geheel enal^rmydm·,,^ • * 4 dien* |
||||
VOOR R E E D E
diend hierop: dat ik zekerly k hunne Mee-
ning goedkeure, om die Reeden, wylals- dan de Merkletters beter konnen geplaatfi, en gezien worden ; maar dat ik ook de eerftgemelde Manier niet minder nood- zakelyk vinde, om dat daardoor zo wel de T>uidelykheid der Zaak, inzonderheid voor beginnende en niet zeer kundige Oef- fenaaren , merkelyk bevorderd, als ook aan 't Oog meer Vermaak gegeeven word. Vit tweeën dan het befle te kiezen, hel- de ik tot de Uitvoerigheid over, en heb- be my dus liever der Moeite willen troos- ten-, om de Ø laat en in die Hoedanigheid te Voorjchyn te brengen, gelyk ze nu zyn; niet twyffelende, o f men zal, over 't algemeen, 'er Genoegen inneemen, te meer, om dat ook Zorg gedragen is, door Omfchryving in den Text hetgeen te ken- nen te geven, wat 'm de ØÉááÀåç niet door Merkletters heeft konnen aangewee- zen worden, ter plaat fe, daar de Scha- duw nu en dan in den weg was, het welk men echter maar in eenige weinige Gevallen zal ontmoeten. Vermits bet ook altoos noodza,akelyk
en
|
||||
VAN DEN AUTEU R.
|
|||||
en zeer natuur lyk is, dat, als men e ene
Konfi^ Wet en fchap of Handt eeringe wil Ie eren, dezelve niet van achteren diend te beginnen, noch als by Sprongen, maar Wel-voet voor voet daarin voor te gaan; z>o moet ik dengeenen, die zich zonder mondelyke Onderwyzing in de Weten- fchap der 'Door zicht kunde met voordeel "willen oejfenen en ten dien Einde zich van dit Werk bedienen, dezen welmee- nenden Raad geven .· dat ze tot hun froor- Werp niet de eene en andere Les tuffchen beiden gelieven uit te lappen, maar het geheele Werk van den Beginne tot het Hinde toe door te gaan, en telkens by ie- der Les vooraf de Ø laat met een op- iettend Oog te befchouwen, het Be- 0op der Linten naauwkeurig gaade te
■flaan, de Merkletters opt e zoeken, en als- ?n ■> naar Aanleiding van den Text,
Bewerking voor de Hand te nee-
men. rffiand dan, dezer wyze in de Tioor·*
Jc 'kunde reeds verre gevorderd zyn- Ji en xicfj n0g meer jn dezelve willen- wlwaaken , diend ztch eindelyk aan
* f de |
|||||
V Ï Ï RREEDE
' de grootfle Meeflereffe 'm deze Weten-
fihap, ik meene, aan de Natuur zelfs , te addreffeeren, en met dezelve Raad te pleegen, dat is : in alle Gekegenheeden het natuurlyk Voorkomen der Voorwer- pen naauwkeurig gaade te âááç, op alle Omfandigheeden te letten ,. en 'er Nut uit te trekken. 1)eze getrouwe en aller- gedienfiigfie Leeraarejfe zal hem onfcil- baare Regelen aan de Hand geeven, Re' gelen, die altoos bcfiendig en geene Ver- andering onderhecuig zyn, vermits ze haaren Grond in eene nimmer wankelen- de Wet hebben. Hoe gemeenzamer men piet haar is? hoe minder men in difficile Voorvallen der Êïçâ hoeft verleegen te zyn, en voor Misfiagen te fchroomen. Ja 4e ondfgebrokene Verkeering met deze oprechte Leidsvrouw tot die Waarhee- den, welken in V Nabootfen der zicht- baar e <Dingen alle zins moeten doorfir aa- ien, is voor eenen O effenaar der Tee ken- Schilder- en andere Konfien, die met de- ze vermaagfchapt zyn, zoo noodzaa- kelyk, dat hy dien gemeenzaamen Omme- gang nimmer ontbeer en kan ; want dui- |
||||
VAN DEN AUTEUR,
zenderlei Gevallen kannen zich voor»
doen, waarvan men geene Regelen, noch Aanwyzing-, in e enig Werk vind, en 'waar over men gevolglyk de Na- tuur zelfs om Raad moet vragen, gé" merkt het volfirekt onmogelyk is, Voor-» welden te geeven van alle Voorval* len. Het ware 'Doelwit van alle, zo mon-
delyke, als fihriftelyke Onderwyzin- g?n, komt dan eigentlyk hier op uitt dat men daardoor den beginnenden Oef fenaar vooraf bekwaam moge maken ^ en zo lange als by der Hand gelei* den, tot dat hy in fiaat is, om einde- tyk hy 4e Natuur zelfs ter School te kom&Q gaan en zich onmiddelyk door haar te laat en onderwyzen. Tot dat Einde lyord fj 0ok, konfiUevende Le* zer! dit Werk aangebooden, gebruik het dan met Veei Vermaak en Nuttigheid, s» vaar geduurig wel, |
|||||
INHOUD
|
|||||
INHOUD.
Is LEIDING. Pag. 1-XVI.
Eerste Afdeeling. '
ï C Ç Í O G. R Á Ñ Ç É E. I. Les. Van 't maaken der Perfpectivifche Schaaf,
Pag- 3
II. Les. Van 't Gebruik der Perfpeólivifche Sch-r!. 5
III. Les. Van bet Doorzichtkundig Verbeelden van
een Rechten-Hoek. 7
IV. Les. Van een' gelykzydigen Driehoek. 8
V. Les. Van een Quadraat. 9
VI. Les. Van eenen Cirkel. 10
VIL Les. Van eenen fcheefleggenden Driehoek. 11 VIII. Les. Vaneen fcheefleggend Quadraat, 12
IX. Les. Van den Omtrek eener Veiling. 13
X. Les. Van een Zolder-Stuk. 14
Tweede Á ã õ e e l é ç g.
O R Ô Ç O G R Á Ñ Ç É Å.
I. Les. Van 't Doorzichtkundig Verbeelden eener
overendftaande Vlakte met eene Ruit. 17
II. Les. Van eene overendftaande Vlakte met een
Paneel. 18
III. Les. Van eene op zyde ftaande achterover hel-
lende Vlakte met eene Ster. 19
IV. Les. Van eene op zyde ftaande vooroverhellende
Vlakte niet eene Ster. . 21
V. Les. Van eene vooroverhellende Vlakte. ' 21
VI. Les. Van eene achteroverhellende Vlakte. 23 Derde Afdeeling.
scenographie.
I. Les. Van 't Doorzichtkundig Verbeelden van
verfeheïdene achtereenvolgende Gron- den. 27 II. Les. Van eenige achtereenvolgende Vloeren. 23
III. Les.
|
||||
INHOUD.
III. Les. Van den Omtrek eener Kamer. pag. 30
IV. Les. Van eene Kamer-Vloer op den Afftand
van 16 Voeten. 31
V* Les. Van eene Kamer-Vloer op den Afftand
van 6 Voeten. '32
VI. Les. Van eene Zoldering met van vooren na
achteren toe leggende Balken. 33
VIL Les. Van eene Zoldering met dwars leggende
Balken. 34
VlII. Les. Van eene Zoldering met Kruis Balken. 35
IX. Les. Van eene vlakke Zoldering en geruitte
Vloer. 36
X. Les. Van een uit halve Cirkel - Boogen be-
iïaand Gewelf. 37
XL Les. Van een Kruis-Gewelf. ' 37
X1L Les. Van een vierkant Blok. 39
XIII. Les. Van een hol zeskant-Biok. 40
XIV. Les. Van een rond Blok. 41
XV. Les. Van een leggend Kruis. 42 XVI. Lés. Van een overendftaand Kruis. 43
XVII. Les. Van een overendftaand Kruis en Kruis-
Blok. 44
XVIII. Les. Van een voor-en achter waards leggend
Kruis. 45
XIX. Les. Van eenzylings voorovervailendKruis. 45
^X> Les. Van een voorwaards vallend Kruis. 40
J~r· Les. Van een achterwaards vallend Kruis. 43
4ûéôÃ L E s' Van een omhoeks va"end Blok. 48
Yviv *"Es· Van de Vakken eener Deur en Venfier. 51
XX.V. Lts, Van twee zylings op-en neederflaande
Luiken. 53
XXV. Les. Van eene openftaande Deur en Venfter-
÷ Luik. . 54
Ë×íÀ. Les. Van eenen Doorgang met een ronden
XXVtt r TT Boo§ §edekt> enz- 56
**· Les. van eene dubbeld openftaande Deur,
VYVTTr enz. ? 7
• Les, yan een driemaal opertflaand. Vehfter,
XXIX L enz' $9
• i*Es. Van twee voorwaards op- en neder-
flaande Venfter-Luilten. - tfo
XXX.
|
||||
ß Í Ç Ï Ü Ï,
XXX. Les. Van een Plaffond. pag. 61
XXXI. Le s. Van eene zydwaards opgaande Trap.
63
XXXII. Les. Van eene voor waards opgaande Trap» 65
XXXIII. Les. Van eene rondsorn Opgaande vier-
kante Trap* 6ó
XXXIV. Les. Van eene voorwaards nedergaande
Trap. 67
XXXV Les» Van eene zydwaards nedergaande
Trap. 68 XXXVI. Les. Van eene vierkante Wentel-Trap. 65»
XXXVII. Lbs. Van eene ronde Wentel-Trap. 71 XXXVIII. Les» Van de Spiegeiing of Weerfchyn in 't Water Van drie byzoudere Voor- werpen. 73. XXXIX. Les. Van de Spiegeling van twee diffe- rente Kruis-Blokkcn» 74 XL» Les. Van de Spiegeling eens naby zynden Boogs, en ver afgeleegenen To- rens. 7ö Vierde Afbêeling*
S C É Á G R Ä Ñ Ç É Å.
Van de Stag-Scbaduwen by 't Kaars-Lkbt.
I. Les. Van 't Vinden der Hulp.Licht-Punten,
welken by 't Kaars-Licht ontlhan. %%
II. Les» Van 'C Doorzichtkundig Vertoonen der
Slag Schaduwe eener Kaars zelve , en
van een vierkant Blok» 85 HL Les. Van de Slag-Schaduwe van een vierkant
Blok, waarop in 't Midden eene Kaars ftaat. 87 IV. Lss. Van eene tegen de Muur oplopende Slag-
Schaduwe van een vierkant Blok. 87 V. Les. Van de Slag-Schaduwen van twee Blok-
ken , welken door eene Kaars van achte-
ren befcheenen worden. 88- VI. Les· Van de Slag-Schaduwe van een ftaand
Blok,
|
|||||
»
|
|||||
Ι Ν Η Ο V Ü.
|
||||||
Blok, over.een leggend B!ok tegen ee-
y,. ne leunende Plank vallende, pag, 89
'· J-Es, Van de Slagschaduwen van verfcheide-
y,,' ne Voorwerpen. 90
ll· Les. Van de Slag-Schaduwe van drie Nis-
j fen. · 91
**»vLj^ Van.de Slag-Schaduwe van een Poorts-
gewys Voorwerp tegen eene achter
v Muur -vailénde»' .s*«i ■ ■· ■ -93
"*« Le s. Van de Stag'Schaduwe van een dergelyk:
Voorwerp tegen eene ZyMuur val-
y lende. - ■' ■'■'■'■ 94
*L Les. Van . de Slag-Schaduwe'van een dergelyk
Voorwerp, ftaande met den . eenen
. Kant dicht aan eene·Zy Muur,enz 95
*ÏI. Le5. Van de Siag-Scbaduwe van een dergelyk
Voorwerp, ftaande met den eenen Kant
, . dicht aan de achter-Muur, ■ . · 96
•X'II. Lis. Van de Slag-Schaduwe eener Plank, door
v twee Kaarilèn te gelyk b.eicbeenén...97
*"V. Les. Van de Slag-Schaduwe eener Plank en
Blok, by 't Licht van twee Kaarilèn,
vy. , enz. ,09
_"ƒ Les. Van de Slag-Schaduwen van een Blok,
vut > by 't -Licht van drie KaariTen. ico
AVU ^üs. Van 'tLicht-Perk op de Vloer,' by den
Schyn eener Kaars door een Zy-Ven-
yvn τ " fter. 102
. , UKS' Van 't Licht- en Schaduwwerk ineen
Vertrek, door eene anders gepiaatfte
^Vlir r ι ^aars veroorzaakt. 103
«. Les. Van 't Licht-Perk, ontftaande door eene
van achteren in 't Vertrek fchynende
XIX. , Kaars. 105
**«s. van de Slag-Schaduwe eener Lantaaren
op een paa|. iqS
|
||||||
Fm
|
||||||
INHOUD.
|
||||||
Fan de Slag-Scbadurteti hy 't Zanne-Licht.
XX. Les. Van de Slagschaduwen der Voorwer-
pen, door de Zon recht van ter Zyde
befcheenen. t0$ XXI. Les. Van de Slag-Schaduwen der Voorwer-
pen , door de Zon vlak van vooren
befcheenen. IIO XXII. Lïs. Van de Slag-Schaduwen der Voorwer-
pen , door de Zon vlak van achte-
ren befcheenen. JI2 XXIII. Lïs. Van de Slag-Schaduwen der Voorwer-
pen, door de Zon overhoeks van
vooren befcheenen. 113 XXIV. Les, Van de Slagschaduwen der Voorwer-
pen , door de Zon overhoeks van
achteren befcheenen. 115 Van de Slag-Schaduwen by 't Dag-Lkbt.
XXV. Les. Van de Schaduwen in een Vertrek
waarin het Dag Licht dooreen Ven'-
Iter valt. uy XXVI. Les. Van de Slag-Scbaduwe van een vier-
kant Blok, waarop dooreeneOpe-
_vrtI t ning het Dag Licht valt. 120
AaVH. Les» Van de Siag-Scnaduwe van een'dertre-
lyk Blok , gedaagd wordende door
twee Venfters. I2
XXVIII. Lis. Van de Slag-Schaduwen dei Voorwer-
pen by den Maane-Schyn. i%% |
||||||
INLEI-
|
||||||
inleiding.
VErmits de Doorzïshtkunde voor 't grootfte
Gedeelte eene meetkundige Wetenfchap rf' ^° Vo!§^ van zel^s' ^at Ieraand, die zich in
dezelve wjj oefFenen , noodzaakelyk van de vjrond-Beginzeien der Meetkunde eènige Ken- nis moet hebben; ten minfte diend hy te xvee- ten · wat een Cirkel, Driehoek , Quadraat, of urkanï , enz. wat eene Rechte - Överiwerjfe-
J^allel, of Even-vsydige- Waterpas- en Lood' mze> enz. wat een Rechte- Spitze- en Stompe-
yöe*>; enz. zy, en hoe men diergelyke Figuren . or t Gebruik van PaiTer en Lineaal op 't Pa-
Piej m®et brengen. Nademaal men dan ver- orideriteld, aat Niemand zich tot het Beoef- j^tien der Doorzichtkunde zal begeven, ten zy j^y in de Meetkunde eenigzins ervaren is; zo roerd Inen ^er ^erzelver Beginzelen onaange- P0 5. .gelaten , en is voorts tot hetgeene de Zlchtkunde zelfs betreft, overgegaan. |
|||||||
*♦
|
|||||||
J. t.
|
|||||||
ç inleiding,:
§. é.
Wanneer wy eenig Voorwerp aanfchomven,
.20 gaan de Gezichts- of Oog-Straaien, als rech- ' te Liniè'n uit onz Oog door de Lucht heenen na hetzelve toe, of ('t welk eveneens is) ze komen van het Voorwerp af, en door de Lucht pafleerende tot in onz Oog, verëenigen ze zich aldaar in een Punt, en formeeren 'er eene Beel- teniffe van het Voorwerp. §. 2-
Het Getal der Gezichts-Straalen is onbepaald,
zelfs by een enkeld Voorwerp konnen 'er on- eindig veel zyn, ten minite zo veel, als 'er Stippen op 't Voorwerp konnen gemaakt wor- den. Maar men bediend zich in de Doorzicht- kunde alleen van zulke Gezichts-Straalen, die zich van kennelyke Hoeken, Deden , Punten, enz. van 't Voorwerp tot naar het Oog ftrek- ken, en welken men dan door rechte Liniè'n aanwyft. PI, I. Het Voorwerp zy de Ruit A. by O. hec
pig, é. Oog. De kennelykfte Punten van 't Voor- werp , waarop men bier de Gezights-Straa- len bepaald, zyn B. C. D. E. en dus ontftaan de Gezichts · Straalen  O. CO. DO.
|
||||
INLEIDING, m
D O. I o. welken in het Oog het Beeld
Vao de Ruit formeeren. |
|||||||||
5· 3-
z- ^ Beeld van 't Voorwerp, door de Ge-
ciits -Straaien in onz Oog overgebragt, wor- 2g,P ØÕ wel gewaar, en hebben 'er voor ons [s de Bewuftheid van ; maar om hetzelve onH ten ons zichtbaar te doen worden, ver* hetvr^ 1Ïien : ^at 'er tu^cnen onz Oog en techt °°TwerP eene doorfchynende Vlakte lood" de à °^erendftaande geplaatft zy, door welke her> ]fjIc^ts-St:raaIen heene gaan, en gevolglyk onz O - BeeIc* van 1 Voorwerp, 't welk ze in paal formeeren, ook op deze Vlakte be- te r i?n' fer Maatre, daar de Straaien en de Vlak-·
Pander doorfnydÊn. Pi. ô
Fi'p é ^et Voorwerp zy hier het dorreStam-
6* · *>etje A. B. C D. E, F. en by O. hec <r°§ des Aanfchouwers. De Gezichts* ,,^aalen Á O. Â O. CO. DO. EO F O. Q j* door de doorfchynende Vlakte , '. , henen , en bepaalen aldaar by a. o, c. a. e_ j: dezelfde Beeltenis van 'c Voorwerp die ze in >t 0og des Aan- ^houwers overbrengen |
|||||||||
*#
|
|||||||||
S· 4'«
|
|||||||||
éí INLEIDING.
5· 4.
De doorfchynende Vlakte word derhalven al-
toos aangemerkt a!s het Tafereel, waarop men de perfpefitivifche Gedaantens der Voorwer- pen tekend, of doorzichtktmdige Afbeeldingen maakt. S· 5.
Hoe nader de doorfchynende Vlakte, of hec
Tafereel, by 't Voorwerp geplaatft, en verder van 't Oog weggefchoven is, hoe grooter het Beeld van 't Voorwerp zich op deze Vlakte vertoond, dewyl de Gezichts-Straalen naar den Kant van 't Voorwerp zich meer en meer van elkander verfpreiden; in tegendeel hoe verder de doorfchynende Vlakte, of het Tafereel, van 't Voorwerp afftaat en dichter by 't Oog ge- plaatft is, hoe kleiner het Beeld van 't Voor- werp gezien word, vermits de Gezichts-Straa- len naar 't Oog dichter te zaamen loopen. Pi. II. De doorfchynende Vlakte A. nader, dan
Fig' I. B. aan 't Voorwerp C. geplaatft zynde, verfchynd op de eerfte by D. het Beeld van 't Voorwerp grooter, dan dat by E. op de Vlakte B. doch anderzins zyn beide die Beelteniflen van Gedaante volmaakt eveneens. |
|||||
S-*
|
|||||
Í L E I D I Í G. í
|
|||||
§•6.
í ç devryl men altoos in de Doorzichtkunde,
onHneer.Van dendffiand gefprokenword,daar- der niet de Diftanz tuffchen den Aanfchou-' - ^r eH het Voorwerp, maar wel den Affiand s danfchouwers van de doorfchynende Vlakte erftaat; zo kan men begrypen, waar het by e°ekomt, dat het Beeld van een Voorwerp, op tT 'jnSer geQomen Afftand, zich grooter ver- °!\d> en in tegendeel, de Afftand korter be- d I? Zynde> het ze!fde Beeld zich kleiner voor- ^oed» welke Waarheid in den eerften Opilag fMadöx en ongerymd fchynd te zyn , doch deze ynbaare Ongerymdheid verdvvynd ten eene- ^aaie, wanneer men begrypt, dat in dit; Ge- el· ^Tf &tzxen word (äÖ^ reeds gebeld is) op 3 en Afftand, die tuiFchen den Aanfchouwer en ^Voorwerp is, want deze ftaat vaft en blyft iujT6^ e' "iaar de doorfchynende Vlakte, word %éë keiden heen en weder verplaatil; komt 2ici e've d'chter aan 't Voorwerp, zo moet tef1 noodzaakelyk het Beeld op de Vlakte groo- icheneK0Qnen', (§'s') temyl de Afflaad tui>'
plaatft r en '£ °°ê in der Daad ïangei" is; te dichte 6n ™teëendee]de doorfchynende Vlak- Voorwe/ ^ 'å Oo°' zo word het BeèId van '£ ^ntlykkortiiner ^" 5>) en de·Affland is we' ** 3 ß·7
|
|||||
vi INLEIDING.
|
|||||
S-7.
Vermits nu de doorfchynende Vlakte, en ds
Manier van door dezelve naar het Voorwerp feèeft te zien, eigentlyk als het Middel kan aan- gemerkt worden , waardoor men verklaaren kan, op wat Wyze de BeelteniiTen der Voor- werpen, zo als ze zich in onz Oog vertoonen, ook buiten ons konnen zichtbaar worden, of te voorfchyn komen; zo heeft men aan dit Deel van de Optica, of Gezichtkunde, den latynfchen Naam; Perspectïva (van per/pc ere, door- heen zien, duidelyk zien,) gegeeven, en deze Wetenfchap in 't Duitfch de Doorzicht* kunde genoemd. 5·8'
De Perspectief, of Doorzicht kun-
5E, is dan eene Wetenfchap, om ieder Voorwerp zodanig aftebeelden, £%* bet zich van Gedaante vertoond, wanneer men het op zekeren Afstand, en uit zekere Standplaats, en naar zeke* f e Ç Q o o ô ñ í á í 't Oqq be/cbou-wd, $•9.
Gevolglyk word door de perfpectivifche Af-
beeidin§ de? Voorwerpen niet dew*w#, maar |
|||||
1 Ν L E I D I Ν G. vïï
|
|||||
Τ dffchynbaare Gedaantederzelvenvertoond;
e^ met tegenftaande komt ons meeit altoos de ,e^e daarby te hulp, en doed ons, op dit Ge- lcflt, een Befluit maken van de waare Gedaan- te der Voorwerpen. zien , by Voorbeeld, op eenigen
lS' z, Afüand, dat het vierkant en gelykzydig Blok A. zich öreeder vertoond van voo- ren, dan boven op , en van ter zyde, nochtans twyffelen wy 'er niet aan, dat de Zyden C. en D. niet even zo groot zouden zyn, als de voorfte Zyde B. en dus houden wy het voor een gelykzy- dig vierkant Blok, fchoon het zich m Perfpeclief niet gelykzydig vertoond. §· io.
j^Mtynbaare Gedaante van 't Voorwerp ver»
rüel"d. telkens, als men of den Jffland, of de standplaats Gf de Hoogte van 't Oog, Of alle fee te gelyk veranderd. 5· "·
Door2icr?uien deze dria Omftandigheeden in de
tPMhni. ktmde voornamelyk in Aanmerking,
^vesnaiven wy dezelven hier zo duidelyk, als
** 4 moge·.
|
|||||
vin INLEIDING.
mogelyk, zullen trachten te verklaaren; als me-
de een bevatbaar Bericht geven van de overige Hulpmiddelen, zynde zekere wiskundige Liniè'n en Stippen, waarvan men zich in 't Bewerken der perfpeftivifche LeiTen moet bedienen, en dus deze Wetenfchap regelmatig en op vafte Gronden behandelen , want gelyk de Natuur zelfs, volgens den gewoonen Loop, niet wil- lekeurig werkt, maar aan eene algemeene Grond- wet bepaald is; zo mag ook de ÊïçßÀ, als eene Nabootfter der Natuur , geenszins willekeurig jn haare Verrichtingen te werk gaan. $■ is,
Onder den Affland verftaat men (gelyk g. 6.
gemeld is) de Diftanz tuffchen den Aanfchouwer en de doorfchynende Vlakte, of het Tafereel. Dezelve, fchoón willekeurig zynde, diend ech- ter naar eene goede Keuze bepaald te worden; want op een' langen Affland vertoonen zich de Voorwerpen wel grooter, g, j. maar die ter syde ftaan, komen minder te voorfchyn; inte- gendeel doen zieh de Voorwerpen op een kor- ten Affland kleiner voor, g. 5. doch van de lydlingfèhen ziet iner> meer. |
|||||
$■ 13·
|
|||||
ïnleiding. ïk
|
||||||
5..I3·
^e Standplaats heeft met den Afitand de
&T°otile Overeenkomil ten Opzichte van de Ver- en Nabyheid, als beteekenende in dien <wn eene en dezelfde Zaak. Maar in gevalle n^en een Voorwerp of recht van vooren, of van ter Zyde ; insgelyks van eenë Hoogte, r uit de Laagte gezien, vertoonen wil,komt et wel op de Standplaats, maar niet eigent-
Jk «Ρ den Afitand aan. Men bepaald liefft e ^tandplaats zodanig, dat men het Voor-
werp eenigzjns op Zyde ziet, 't welk aan de Vertooning meer Bevalligheid geeft, 't en ware , om Reden, het Voorwerp vlak van Gooren moeit vertoond worden. 5- 14.
o ? fio°gte van 't Oog is wederom met de
standplaats a!sdan een ze]fde Zaak, wanneer en Voorwerp m0et vertoond worden , gelyk
et zich voordoed, als men het ofvandeHoog-
' of uit de Laagte befchouwd ; maar indien
^Veronderfteld, datde Aanfchouwer, of o-
dan k ftaa!:' of 2it' of op den Grond ieët'
en niet^ Voorliarne]yk ^ Hoogte van 't Oog;,
Zo z.eer de Standplaats in Aanmerking.
|
||||||
•*'5 5· 15.
|
||||||
X INLEIDING,
§· 15.
Door de Hoogte van 't Oog word de zicht-·
baare Horizon , of Gezichteinder (het uiterfte , dat men van de Lucht ziet) bepaald , want beide, het oog en de Horizon zyn altoos even hoog boven den Grond verheven , en ieder Menfch heeft gevojglyk zyn' eigenen Horizon. Dus ontftaat dan uit de verfchillende Hoogte van 't Oog, of een hooge , of laags Horizon. PL Hl. Op de doorfchynende Vlakte, of het
lig. i. Tafereel T. verbeeld de waterpas Li- nie H. R. den Horizon, en word daar- om de Horizont-Linie genoemd, de- wyl ze recht tegen over den zichtbaa- ren Horizon Z. Z. en even hoog met denzelven ftaat. Wanneer men zich verbeeld , dat uit het
Oog eene waterpas - Linie rechthoekig getrok- ken zy tot aan de Horizont-Linie, zo ontftaat ter Plaatfe, daar ze elkander aanraken, een Stip, of Punt, 't welk het Oog-Punt genoemd word, en van de uiterfte Noodzakelykheid in de Door- zichtkunde is. PI. III
|
||||
1 Í L Å É D É Í G. ÷é
|
|||||||||||
ç
|
■ ÐÉ, gy ï Zy ^et Q0.g5 u}t hetzelve de wa-
|
||||||||||
*»* h terpas - Linie O. P- rechthoekig ge-
trokken tot aan de Horizont - Linie H. R. bepaald aldaar het Oog-Punt. F. |
|||||||||||
§· 17.
Het Voet- oïGrond-Punt is een Stip , 't welk
^oos loodrecht onder 't Oog ftaat , en moet -Ã4, Zodanig op 't Tafereel onder 't Oog-Punt &eplaatft worden. Uit het Oog O. de Loodlinie getrokken
ï°t op de Grond · Vlakte G G. bepaald in V. het Foet- Punt. Uit hetzelve de wa- terpas. Linie V. W. rechthoekig tot aan 's Tafereels Grondlinie , of Bafis B.B. gehaaid, geeft aldaar het Foet -Punt WV 't welk loodrecht onder 't Oog· Punt P. «aac. 5. 18.
■De DifianzLime geeft den Afiland , in een'
£"Pe&ivifchen Zin genomen, (g, 6. en 12.) te des ÐA1" Ze w0rd Veronderfteld van uit het Oog Tafer ?fchoUWerS tot ßç 'C °°g'Punt °P 'å
Aarereel ^ ujttefl;rekken, daar men ze op de Hori'
|
|||||||||||
χιι INLEIDING.
Horizont Linie uit het Oog.purit naar de eene
Zyde, het zy aan de rechter, of linker Hand, overdraagd, als wanneer te gelyk haar uiterfte Eind op de gemelde Horizont - Linie het T)i- fianz-Punt bepaald. PI.UI. De Unie O.P. js <je Diflanz-Linie; de-
Fig, i. zelve op.'t Tafereel uit het Oog-Punt P.
in de Horizont-Linie H. R. naarden
ICant van R. overgedragen bepaald aldaar
{iet Diftanz-Punt D.
i 19.
Onder de Hulpmiddelen, die tot het bewer-
ken der perfpeólivifehe Leflèn vereifcht wor- den , zyn de voornaamften het Oog- en Difianz- Punt, dewyl de Liniè'n uit beide getrokken altoos elkander doorfnyden en men eigentlyk daardoor zyn Oogmerk in 't maken der door- zichtkundige Afbeeldingen bereiken kan, het zy men die, of naar de Geometrifche Manier, of door de wykende Voetmaat, bewerkt, want de laatfte word mede alleen door de opgemelde Liniën gevonden, gelyk wy in 't vervolg zullen zien. Hierby diend aangemerkt te worden , dat men aan de fchuinze uit het Diftanz-Punt getrokkene Liniën den onëigenen Naam van Diftanz-Liniè'n geeft, welken men veel eerde Sny-Liniën zoude konnen noemen; doch ver-. mits
|
||||
INLEIDING. χπϊ
mits de eerftgemelde Naam reeds door de Ge-
woonte ingevoerd is, zo zullen wy 't 'er ook §. 20.
Om nu van al het voorgemelde zich een des
te klaarder en vafter Denkbeeld te mogen kbn- "en maken, zullen wy het Tafereel, of de dóor- icnynende Vlakte, die wy tot hier toe als in de ^chiiinte moeiten vertoonen, thans in de vol- bende Figuur vlak van vooren befchouwen, n °P dezelve de voornaamite laniën en Stip-
Pen > als de Grondbeginzels der Doorzicht- ende , nevens hunne onmiddelyk 'er byge- Joegde Benamingen aanwyzen , en te gelyk erzelver Gebruik door een gemakkelyk Voor-
meld ophelderen. J-; /Z* Het Vierkant A. B. C. D. zy de door-
<■·' 2· fchynende Vlakce , of het Tafereel, °P 'hetwelk, by Voorbeeld, een gego yen Quadraat E F. G. H. van 3 Voeten T,ang en breed, en in de Wyking van 2 voeten,doorzichtkundig moefl: afgebeeld worden. De Grond-Linie, of Bafis, zul- len wy jn I2 Voeten verdeelen. Den willekeurjgeu Afllani hier op 9 zulker Voeten bëpaalen. De Standplaats naar <*e linker Hand neemen en door't^oei- - ^unt aanwyzen ; loodrecht boven het-
|
|||||
ze!-
|
|||||
INLEIDING.
zelve de Hoogte van 't Oog op 6 Voe-
ten, en dus aldaar het Oog-Punt, ge- volglyk den ■Horizon ^λώ 6 Voeten hoog flellen. Door 't Oog-Punt eene water- pas · Linie evenwydig met de Bafis ge- trokken , geeft de Horizont - Linie; op dezelve draagd men uit het Oog-Punt naarde rechter of linker Hand, hier na de rechter Zyde, den Affland, of de Diftanz■ Linie van 9 Voeten over, welker Einde het Diflanz- Punt is. Om nu het gegeven Quadraat in perfpeöief te brengen, verkieft men 3 van de Voe- tegi der Bafis : dewyl het Quadraat 3 Voeten lang en breed moeft zyn ; by Voorbeeld: hier de Voeten 3.4.5.6. en haald uit het Oog-Punt op 3 en 6 de Oogfiraal- Linten ; en vermits de Wy- king van 't Quadraat op 2 Voeten be- paald is, zo trekt men uit 't Diftanz- Punt naar den Voet 1. zynde 2 Voe- ten terugwaards van 3. de Diflanz- of liever SnyLinie. Deze en de Oog- ftraal - Liniën doorfnyden elkander in e. en h. Uit e trekt men evenwydig met de Bafis de Linie e. ƒ. als mede uit h. de Linie h.g. welke laatfte van de Ba- fis 5. en de eerfte 2 wykende Voeten afftaat. Laatftelyk de Zy-Liniën e. g. en f. b. gehaald zynde is het gegeven Quadraat regelmaatig in perfpeöief gebragt. |
|||||
C. ai.
|
|||||
inleiding, xv
|
|||||||
% 21.
Onder de Manieren, op welke de Doorzicht'
We behandeld word, zyn de Geometrifche Me- ë l0ae, en (jje met de ivykende Voetmaat , of Pe,:ipemvifché Schaal·, het meeft in Gebruik. De aaute fchynt ons toe de gemakkelykfte te zyn, ^ereifcht ook, in der daad , onder 't Be- jyr ·ç minder Ruimte; weshalven wy deze g-er"1^ tot ons Voorneemen verkozen en vol- ff d^elve de Doorzichtkunde in dit Werk verhandeld hebben> |
|||||||
§. 22.
.En vermis men alle perfpeéuvifche LeiTen
^gentlyk in vierderley Soorten verdeelen kan, *e Weeten: in (x) Ichnographifche, die uit hori- ontaaie, of waterpasleggende Vlaktens beftaan; rech ^ 0rthoëraPhifche , welken verticaale, of (O 5Verenditaande Vlaktens vertoonen ; in YOQ^.noSrapMfche, waarin men lichaamelyke di° varT?0 afbeeld; en in (+) Sciagraphifche,
]pn· ? u, Schaduwen der Lichaamen hande- deelinTen ïQn w? dit Werk onder vier Jf~
çïðáþú ?-a 8t> in de eerfle w0*d de Ich-
ö ß e j in <je tWeede de Orthographie; in
de
|
|||||||
INLEIDING.
|
||||||
de derde de Scenographie; en in de vierde de
Sciagraphie verhandeld. De Merkletters en Cyffers heeft men , zo
veel doenlyk, gemenageerd, vermits door der- zdver Veelheid Iemand ligt in Verwarring ge- bragd word. Om die Reden is ook het Oog- Punt doorgaans met geene Letter, maar altoos met dit 0 aangeweezen, waardoor men telkens mede eene Merk-Letter heeft uitgewonnen. |
||||||
EER-
|
||||||
t
|
|||||
eEr.ste afdeeling,
BEHELZENDE DE
ICHNOGRAPHIE,
vervat in TIEN LESSEN,
115 welken verhandeld word: bet MAKEN en
GEBRUIK <ter PERSPECTIVISCHE SCHAAL, o*
Wy KENDE-VOETMAAT,
En toe men Waterpas leggende Flaktens, door lnid~
m van am Ssbmli in ftrfptöief frengd. |
|||||
BOORZICHTKUNDE. l ^fdeH.
eErste les.
Plaat IV.
õ% eene PerfpeBimfcbe Schaal, of wykendg-
.Voetmaat te maken, (Volgens eene gegevens Difianz en Hoogte
- van 't Oog.) Verdeeld de Bafis van 't Tafereel Á. Â
n zo VeeZ Voeten, als de Schaal diep
^ moet zyn, bv voorb: hier in 1.2.3.4.5 gt loodrecht uit Á
J^oogte van 'c Oog, by voorbeeld: van 3
Van lten» t0tia °
J aaar trekt evenwydig met de Bafis de
Hori20tlt. LinJe O.H.
c op deze Linie de gegevene Diftanz,
■tiayv°orb: hier van 4 Voeten, uit O.inD
ø¢ d de Oogilraal Liniën Oi. O2.03. O4.05
|
|||||||
/„! e° de Oogftraal - Liniën doorfny-
met dÏEr,.deze D°orfnyc3ingen,en
2o is de SchaaftWydiS' ^ U^H ^'b** * 5 wykende Voeten verdeeld. *'
Onjon _ Anders:
llLil Jafls zy een Voet de Wydte . E. C.
deJLÖ l H. TrektUufcvn.. n H.C.
tot in deVP,ftanz"PI">t E.
flans- of ?oek va" 't Tafereel de JDi-
Dese en de j &'Linie E £·
U(- J-«inie jj> (^
Á ss door-
|
|||||||
4 ONDERWYS IN DE
doorfnyden elkander in t.
Trekt evenwydig met de Bafis de Linie i.a.
Zynde die de eerfte Voet van de Peri peclivifche
Schaal. Haald wederom de Linie E. a.
welke de Linie H.C.
doorfnyd in 2.
De met de Bafis evenwydig getrofckene Linie 2. b.
geeft den tweeden Voet der Schaal. Dit herhaald men zo veel Ì aaien, als men Voe-
ten in de Schaal van noden heeft. 1. Aanmerking.
De Punten O, en H. vefbeelden bier de Oog. Puw
ten, gelyk D. en E. de Difianz - Punten, dus volgd van zcifs, dat altoos door middel van 't Oog- en Dl· ftanz.Punt de Perfpeölivifcbe Scbaal, of wytend' Voetmaat, moet gemaakt werden. 2. Aanmerking.
't Is een groot Gemak, dat men de Scbaal aan den
Kant van 't Stuk kan plaat/en, daar ze weinig hin- der doed; ais mede, dat_, wanneer,ze eens door 't Oog- en Biftam- Punt.gemaakt is., men bet Biftanz-Punt •verder in 't zelfde Stak niet meer van noden beeft i, docb bet Oog-Punt kan 'er niet gemijt, maar wil . naar de rechter, of linker Hand op de Horizont · Li- nie bepaald worden. 3.. Á Á Í Ì Å R Ê × Í G.
Men kan de Voeten der Perfpeêlivifche Schaal twee-
%im aanmerken, of gev.aeglyk in wykende, en ver- kortte Voeten vtrdeekn. Onder de wykende, ver* (laan wj de zulken , die van de Bafis af en naar bin- nen in't Stut wyken, en deze moeten altoos, wan- neer ze zich na achteren tue recht uittrekken , op de Lood·Linie der Scbaal A.Ö. "of B. H. afgemeten worden. Be verkortte Voeten in tegendeel zyn de Dwars'
|
||||
¿ D°0R2ICHTKÜNDE. /. Jfdsel. 5
Iner^totJ11^'' °f TraPJes> in de Schaal, welken
Wydin 1 Meeting der leggende en met de Bafis even- id'n 1$âç-ßâ> als mede der recht overendfiaande Li- ■ß-ej ^i *kt. JVy zuilen dit in de volgende tweede nee '/? verfcbeidene Voorbeelden nantoonen, en tot ^ rder Duidelykbeid ons doorgaans in 't Vervolg van dus°^^enti^e Benaaming der Voeten bedienen, om zff Ïa« elkander te konnen onderfcbeiden. Tweede les.
Plaat IV.
Fig. 2. an 'i Gebruik der Perfpeclivifcbe Schaal. ctle tVaterpas - Linie K. van 3 Voeten lang en cvenmoydig eenen Voet van de Bafis afwy- kende, in Perfpeftief te brengen. eemt met den Paffer op de Schaal den™, ô A.i.O.ofB.C H. |
||||||||
1,
|
||||||||
*£ëá , fn'lo°drecrit op de Bafis in.
Let de J>?rar eene LiDie' e^nw^''g
met ae Lafls, en zee op dezelve den ^verkortten Voet V f.a.oft.a.
r«tnaal voort yaa I.tot3.
^ is 't gedaan.
·£*" 3^ Ziefe L. op 3 Ãïâßß /^ftng
Neeret\ &**»«».
Voeten*Ð de Schaal de 3 wykende
Zetdezeiv A.b.of.B.c. Haald van ? Van de Eafis tot in Ðß*
met de Barar eene Linie> evenwydig
verkortfrn \-s' en zec °P dezelve den Á <ï drie
|
||||||||
6 , ONDERWYS IN DE
drie Maal voort van lll.tot^. jtfog eên zelfde Linie M., op 5 Voelen PVyking,
te vertoontn. Dit gefcbied wederom op de vorigeManier, want:
De 5 wykende Voeten A. k. of. B. e.
worden op de Bafis overend gezet in V.
en van daar haaid men evenwydig met de
Bafis eene Linie, en zet op dezelve den verkortten Voet k,of^.e. drie Maal voort van V..KK3.
Eene Perpendiculaar· of Lood -Linie N, van 3
Voeten lang, en eenen Voet van de Bajis
afwykende, doorzicht kundig te
vertooneru
Trekt eene Lood-Linie op de Bafis,
en zet den wykenderi Voet A./.ofB. «* op dezelve van de Bafis af tot in I.
Van daar zet den verkortten Voet ƒ. a. of 1, a,
drie Maal voort tot in 3. Een zelfde Linie O, of Ζ Voeten Wyling%
in PerfpeSlief te brengen. Neemt van de Schaal de 3 wykende Voeten A.b.ofB.c.
Zet die van de Bafis af tot in III.
Van daar zet den verkortten Voet b. of 3,0.
op de Linie 3 Maal voort tot in 3· Een zelfde Linie P. op 5 Vosten Wyhng te
vertoonen. Dit gefchied in allen deele op de vori-
ge Manier,men merke Hechts aan, dat ins- gelyks tot de Wyking moeten genomen worden de 5 wykende Voeten A. k. of B. e· en voor ds overendft&aade Linie neemt
men
|
||||
D°0RZICHTKUNDE. l Afieel. 7
men drie Maal den verkortten Voet *. of j.e. n Aanmerking. ze j e ^htiger Iemand in deze Les zicb oeffend, en
Srit) λ"" Baeer^fr Voorbeelden uitbreid, boe vafler Be- en elve van '* Gebruik der PerfpeStivifcbe Scbaal, ïn^11'^ zo veel te meer Vaardigheid in 't maken n woTzichtkundige afbeeldingen zal verkrygen. DERDE LES.
Plaat V.
Hg. i. m rechten Hoek, of Winkelhaak, wiens Zyén
e^n lang (by voorb: ieder van 4 Voeten) in Perjpetlief te brengen. (Gegeven zyn^ 3 voeten voor de Oogs-of Horizonts. .Hoogte, 7 voeten Afitand, en 1 Voet Wyking.) ^t deö platten-Grond van den Rechten- ek A. (Willekeurig van Orootte, doch zo, dat ieder Zyde
^. 4 Voeten lang is.) erdeeld de Bafis van 't Tafereel in
ZetdV£ten Λ l. 2,3· 4-5-Ö. ?.
Haald >0o8te van 't Oog, van 3 Voeten uit 7.1η Β.
ik Ho«z<>nt ■ Linie B. C. nu 7 Voeten lang en gevolglyk ook te.
. Selyk je gegeveae Afftand Is.) ^|kt:uit de Punten B.C.
Ve 1 Β 6.7.
w&d d°or eene blinde Linie den eerftên'' *
insgèl3?«n Vo*h <■ - r< Zet, naar ft".-Vyfden genden Voet 5.
het Oogfp„even» op de Horizont-Linie
Α 4 Haaid
|
||||
8 ONDERWÏS IN DE
Haald vat) daar naar deBafis, op de Voeten 2. <$.
de Oogftraal - Liniën /d Qi.Q6. Deze doorfnyden de Liniën der verlengde
wykende Voeten in a.b.c..
Haald deze te zamen door de zicht-
baare Liniën a. b. en b c.
Zo is de gegevene Rechte Hoek inPeripeftief
gebragt, en de wykende Zyde bc is zo wel4. Voeten lang, als de verkortte Zyde ab. VIERDE LES.
Plaat V,
Fig, 2.
Een gelykzydigen Driehoek (van 4 Voeten Ieder
Zyde) in PerfpeSthf te brengen. (Op de Horizonts ■ Hoogte van 3 Voeten, Afftand
7 Voeten, en 1 Voet Wyking.) Maakt den Platten - Grond van den Driehoek A. Verdeeld de Bafis van 't Tafereel •in 7 Voeten 1,2.3,4.5.ö.7.
Zcc de Hoogte van 't Oog uic 7.ini?.
Haald de Horizont-Linir B.C.
(Deze is hier te gelyk de Diftanz - Linie)
Maakt uit de Punten B, en C.
de Schaal Κ 6.7,
Verlengd door eene blinde Liïiie den eer-
ften wy4fetrd'en Voet %. . als mede door zulk eene Linie den wylcsa-
dea Voet 4*. (om dat de bovenfle Punt van den Driehoek inden
Platten-Grond tegen over 4l Voet ftaat.) • Bepiald willekeurig op de Horizont-Linie
het Oog - Punt 0. ! Haa,li
|
||||
DOORzicHTKUNDE. L Jifdeel, o
ten Vafl daar na~ar ^e ^a^s °P de ^oe-
dp ë „ 2.4-6", |
|||||||||||||||||||
B
|
,^e doorfnyden de Lieiën der ver»
Tj^ngde wffeeade* Voeten in |
È4.06.
a. b. c.
|
|||||||||||||||||
- deze te zaraen door de zicht-
^aere Liniën ab.be.ac. <ü is de gegevene Driehoek doorzichtkun-
dig afgebeeld. VYFDE LES,
Plaat VI,
Fig. i.
e<» Qiiadraat, of gelykzydig Vierkant, Perfpcc-
tivifch te vertoonen.
(Op de Horizonts - Hoogte van 3 Voeten, Af-
: ftand 7 Voeten, en 1 Voet Wyking.) Ma*t den Platten - Grond van 't Vierkant A.
V Welks Zyden by voorb: 4 Voeten lang zyn.)
Verdeeld de Bafis van 't Tafereel Tin 7 Voeten 1.2.3.4.5.6.7. 4 rekt op de Hoogte van 3 Voeten defjo-
3uïl?;Ont- Linie. B.C. ô*¸, gelyk in de vorige Lellen gemeld,
Bee Schaal C.6.7. •£«aid op de Horizont-Linie het Oog-
-Haaij · ' vJ'
"de On Ult hetzelve op de Voeten der Bafis 2.0'.
|
|||||||||||||||||||
kendld v00r blinde Liniën den eerïtén w^-
als m<te &«_... _____i_S^ ã |
|||||||||||||||||||
De?;e en" <j e!kvvfden wY'ceilïden Voet
|
|||||||||||||||||||
't tonder^ ø^^Ãá Üïï^Ü™
|
a, b. c Ü.
Haald |
||||||||||||||||||
Á ,Ô
|
|||||||||||||||||||
ίο Ο Ν DER W YS IN DE
Haald die Punten door ïicbtbaare Liniën ' te zaamen , zo vertoond zich hetgegee- ven Quadraat in de Perfpe&jvifche Ge- daante a.b.c.d. ZESDE 'LES.
Plaat VI. Fig. 2.
Eenen Cirkel in Perfpettief te brengen. (Op de Horiz. Hoogte van 3. Afih 7. Wyk. 1 Voet) Maakt den Platten- Grond van den Cirkel j\, de- zer wyze: Sluit den Cirkel in een Quadraat a. b. c. i. Trekt uit de Hoeken van 't Quadraat door
'tCentrum des Cirkels de Kruis-Liniën α d en b. c.
Deze doorinyden den Cirkel in de Punten e. f. g. h, Haald door 't Centrunj des Cirkels tot op de Bafis de Lood. Linie i. k. 3.
Insgelyks trekt door 't Centrum, tot aan
de Zy-Linie, de Waterpaslinie /.«2.4.
Als mede uit de Punten e.f.g. b.
tot op de Bafis de Liniën g.e.\.tub.f.^\.
En tot aan de Zy - Linie de Liniën e. f 11. en g, &,6f
Zo is de Platte-Grond in Orde gebragt.
Maakt nu, volgens de gegevene Bepaaling, op dezelfde Manier, als in de voorgaande Leflen aangeweezen is, de Schaal en Hori- zont-Linie, en zet op deze, willekeurig, 'C Oog-Punt 0, Merkt in den Platten-Grond, op welke
Voeten der Bafis de Lood-Liniën val- len, en haald op dezelfde Voeten der Bafis van 't Tafereel uit het Oog-Punt de Oogftraal-Liniën Qo.Q^.Q^. Qji-Os- D-3 Waterpas-Liniën ia dea Piattea- Grond
|
||||
0°fcZlCHTKUNDE. /. jifdeeh .11
LinÏÏdi dezelfde Situatie tegen de Zy-
daar et)bende komen gevolglyk al-
Derha?Ce ftaan in de VoeCen 1.1^.4-61-7.
de ι3 ver*en#d ^001* blinde Liniën
- Vojgeude wykemie Voeten der Schaal
Deze 1.1|·4·6<.7·
frn fn e Oogftraal- Liniën door*
J1Jyaen eikander in de Punten I]a)] a.b.cd.e.f.g.b.i.LLm. Welk- ÜOor Z]Cntoaare Liniën te zaamen a. <&. e. d.
l^n het Quadraat forcseeren; in hec- ~?Ive trekt uit de Hand door deSny- ύιψζη e.f.g.b.i.k.l.m. aen begeerden Perfpeftivifchen Cirkel,
Aanmerking. taaien l Sny dingen e. f. g. b. nog naauwkeuriger te be- Q. . Kan men uit de Hoeken van 't Perfps£livifcb xpaaraat door 't Centrum n. de Kruis-Liniën a.d. m b-c- balen. Z E ν E Ν D E LES.
Plaat. VII. £ Fig. 1.
4 *Méoekfihent offchcefleggenèn gelykzydigen
f η uithoek in PerfpeSlicf te brengen. vP e Hoiizonts-Hoogte van 3.Afft. g Voeten, ivr , Wykfog 1 Voet.)
***** den Pjatten Gropd A>
Laat in,, TT , aldus:
Linigtde«oekenvanden Driehoek Lood- bePaa^VaIIen °P de Bafis> welken zich Haald insp ?P de Voeten 2. af. 7.
terpas - rf Vks uit dezelfde Hoeken de Wa-
de Voeten n tesen deZylinie aan» °P |
||||
12 ONDERWYSINDE
Wyders de Perfpe&ivifche Schaal gemaakt en de Horizont-Linie getrokken zynde bepaald willekeurig op deze het Oog· Punt Q. Merkt op welke Voeten der Bafis in den
Platten-Grond de Lood-Liniën vallen; op dezelfde Voeten der Bafis van 'c Ta- fereel trekt ook uit het Oog-Punt deOog- ftraal-Liniën È2 02i ©7. •Insgelyks verlengd door blinde Liniën de-
zelfde wyk&nde Voeten der Schaal, op welke in den Platten-Grond de Water- pas-Liniën getrokken zyn , te weeten: de Voeten é·3é·6|· Deze en de Oogilraal- Liniën doorfnyden
elkander in de Punten a.b.c.
Eaaid deze Punten door zichtbaare Li.
Biën te zaamen, zo vertoonen ze den cegeeven Driehoek in de Perfpeftivi- fche Gedaante a, ^ c, Á C Ç Ô S TE L E S.
Pl á kt VII..
Fig. 2.
%cn overboeh, «f fchcefieggmd Qaadraat in
Perfpeëtiefte brengen. * f Op de HorizoiJts-Hoogte van ò. Afih 8 Voeten,
Wyking 1 voet.) De Platte.Grond ^
word gemaakt, gelyk in de voorgaande
Les is aarjgeweezen, vallende de Lood- Liniën uit de vier Hoeken van 't Qua- draat op de Bafis in de. Voeten 1.3.5.7. En op de Zylinie lopen insgelyks de Wa-
terpas-Liniën in de Voetea é·3·ß«*7· Ns
|
||||||
fïaD00R2lCHTKDNDE. /. Ë f deel ï3
Lioie u ^e Schaal gemaakt, de Horizoöt-
• ber,-, &enaald, en op dezeive het Ooog-Puat þÏ tiett-
derdV men n')l netze've °P ^en e-erften, fis vyfden en zevenden Voet derBa- Van 't Tafereel de Oogdraa!-Liniën
'Weivt , j Ïé·Èô3·.È;·È/-
Jp'/ftS verlengd men door blinde Li-
â '^n de t^^ykeBëe Voeten À·3·5·7· j^ en de Öogilraal-Liniën doorfnyden
Wen t!er in dePunten a.kc.S, ,ei*en door 'zichtbaare Liniën te zaamen ge-
jijd worden, en dus is hec gegeeven over- lQQk$ Quadraat in Peripeclief gebragt. NEGENDE LES.
Plaat VUL A?« Omtrek eener Vefiing in PerJpeSief
U brengen. \ °,tlz· HooSte van 6. Afft. 10 Vost. é V. Wykrag:)
InJen Platten-Grond 'ik
worden uit alle de Punten en Hoeken der V«-
jVg. Loodliniën tot op de Bafis;en Waterpas- 'nien tot aan de Zy-Linie gehaald. Voorts Hei-H ■ men' §e}y^ m dc vo"2:e Leflèn erin- on JS,' op welke Voeten der Bafis, alsmede jlf welke Voeten der Zy-Linie de geflipte 0^inien aanlopen. & *
w«ezeifde voeten der Bafis vart 't Tafereel
Behaal Ult hec °°g-Punc de Gezichts -Liniën Lom ô'- welken in de Plaats der opgeroeide Inseeivk,,len k°men.
Tafcreoi °rden ook de Parallel-Liniën op'å cu Wc dezelfde Voeten der Schaal ge |
|||||
trol
|
|||||
j-4 DOORZICHTKÜNDE. 1. Jfdeel
trokken , uit welken de Waterpas - Liniën ia
den Platten - Grond gehaald zyn. Waar nu de Oogftraal - Liniën en Parallel-Li- niën op 't Tafereel elkander doorfnyden , daar zyn de Punten, die men te zamen moec trekken, en waardoor dePerfpe&ivifcheVer* iooning der Veiting ontitaat. TIENDE LES.
Plaat IX.
Een Zolder - Stak , doorzichtkundig te
vertoonen.
(Hooriz, Hoogte van s|. Afft. 9 Voeten. §V. Wyking.)
Om dit ter Uitvoer te brengen , is dekortft©
Weg : dat men het eveneens behandeld, als ia de voorgaande Les, enilechcshetStukomkeerd, brengende de Schaal aan de Zoldering zodanig 3 als het de Oogichyn hier te kennen geeft; ver- volgens bewerkt men door deze Schaal en heC Oog-Punt alles op dezelfde Manier, gelyk men doed , wanneer het Stuk op den Groad moec vertoond worden. Aanmerking,
Meer Ichnographifche heffen bier byte voegen, dunkt ons overtollig te zyn, wam als Jetnand h de gegeevene Voorbeelden 'zico Maar viy tig gelief die oef e* jien t daarby een weinig Oordeel gebruikende, waar- Aoor by zeer gemakkelijk een volkomen Begrip dezer Handel-vayze zal verkrygen ; Zo kan bet givolgiyk nut tnijfen, ofby zal tnaar.4f aangensezent Mamer, allerhande flans,zelfs ook zulken, die van.grwter Qm- flag zyn, als by Voorbeeld: aebeele Tuinen , of Ho' •ven, Hoffleeden, Leegers, Landerysn, en wat dies meer is» doorzicbtkundig kennen afmlden. TWEE-
|
||||
TWEEDE AFDEELING,
'BEHELZENDE DE
°RTHOGRAPHIE,
VE*vAT in ZES LESSEN,
In welken aangeweezen word:
°eTn f*» ^rendfiaande en hellende Vlakt em,
wor Middelvan de Pafpeetmijcbe Schaal, # -wy kende Voetmaat, doorzicht kun- &S afbeeld. |
||||
0RZICHTKUNDE. IL Jfdttl. r/
E E R. S Τ E L E S,
Plaat X.
r ïïg> i.
^te 6^iWc recht-merend- en opZyêefiaanik
' koffie» gt»^ CH #0i?g} doorzichtkun· dig aftebeeldcn. £ «: hoogte 3. Afft. 8. Wyking ι Voet.)
j 'e pj^ Laac uïe,i?r«nd der Ruit en Vlakte zy A.
valfen dl f°elcen der Ruit Lood-Liniën
terpas- £· d.e krond.Linie; insgelvfei Wa- ia,He Vb?'len ceKen de Zy-Linie der vier- meö<Jehpn ,ln den Platten-Grond, ko- plaa ft ueiaeriei Liniën in de Punten 1.3. j.
(*Sjl C Pcrfpeaivifche Vlakte e. i>. f. d.
BaflS van V T^rVoorb· hiei" °P dcn lften Voet der
iatereeï, en op 1 Voet Wyking van VerlenL , Qe2e!ve) aldus .-
kortie ν blinde 0irien de ver-
Paal« «it h°ee/n derr, Schaal *·eö 7.
^ Voet der u ¥°&mPani naar den iften
°cze en de s de 0oSftraal-Linie ©. r. rv^rfnvden ^ecge^elde blinde Liniën
r -be'de d e ρ ander in de Punten α· en &'
,DiSh «„ α Unten haald perpendiculaar- Rehaalü i« ?aag<3 °P die> wefte uit & op-
zes tviaaii„ Ün vr?rko"ten Voet der Schaal ï. -1 rckc vaQ da" de Hoogte tot in d. ΛΑΐ naar bet Oog-Punt de Oog·
Β * ftrasl
|
||||
ïS O ND ER W Υ S Ι Ν D E
ftraal - Linie ©. ê.
Door deze word de Perpendiculaar-Linie,
uïc α opgehaald, doorineeden in c.
Trekt door zichtbaare Liniën te zaamen
de Punten a.b.c.d.
Zo is de Vlakte in Perfpeöief gebragt.
Om nu de Ruit daarop te vertobnen: Verlengd door blinde Liniën den 2de». <j(kn. 4den. jden. en 6den Voec dev Schaal
tot aan 's Tafereels Grond-Linie a,l·.
waar door dezelve in 6 Voeten verdeeld word.
Zet, (naar Aanwyzing in den Platten ■ Grond) Lood-Liniën op de Voeten Ι·3·5·
Uit dezelfde Voeten der Zylinie b. d.
trekt naar het Oog-Punt de Li-
niën ©ι 03·Θ5· Dese en de Lood .Liniën doorfn-yden elkander in de Punten e.f.g.b.
Haald deze door zichtbaare Liniën te zaamen,
zo is de Ruit doorzichtkundig vertoond.
TWEEDE-LES.·
Plaat X. Fig. 2.
Een Paneel op eme recht over end- en opZydeflaandt
Phkts, van 6 Poëten hoog en breed, in Per· fptüief te béngen. (Hor. Hoogte 3. Δ f ft. 8. Wyking 1 Voet.)
De doorzichtkundige Vlakte / a.b.c.d.
word op dezelfde Manier afgebeeld, gelyK
in
|
||||
.^OKZICHTKUNDE. II Afdeeh >,
De P]a Voo*gaande Les is aangeweezen. Merkt rond van >c kaneel zy Á tem' ' r ^elke Punten de Lood- en Wa-
Linie ;tlféa te§en de Grond- en ZY-
en de\door Middel van 't Oog-Punc
pei-fDp^ch.aal» dezelfde Punten op de dezelve lfche Vlakte > en haald uit
uien, vf ide Lood- en Qogftraal-Li- jken zich doorfhyden in Deze Punten . e'f'g·b-l k' l m'
2ichtkundiVeer?a?en SetrokI5enSeve? dedoor-
"UJ&e Gedaante van t Paneel. ^ERDE LES.
Plaat XI.
*'ig. I.
Eens Ster <w>
de Vié ,eene QchteroverheUcniie op Zydeâááç*
klakte doorzichthxniig ts venoonsn. (Hor. Hoogte 4. Affl. 8. Wyking 1 Voet.)
Maakt v, ^ Grond. de VIakte en Ster den Platten-
En dewyt ë Ë· Zo verlengd "Wyking op 1 Voet bepaald is;
^en verkorrf^oor eene b^nde Linie den eer-
Ti11^ de Ro<7„ Voec der Schaal'"evenwydig Verkïei?ewf.f£.s v*n 't Tafereel. de viabi ,UI'ë de Plaats, daar de heïlen-
vierden Vo? aQ » bY Vo0^· hier op den
 * Haald
|
||||
üo .' ON.DE.RWYS IN DE
Haald de Oogftraal - Linie O· 4* Deze en de verlengde eerfte verkortte
Voet der Schaal doorihyden elkander in ü·
Trekt van daar, naar eene willekeurige Helling de voorite Zy - Linie der Vlakte, en zee op dezelve den verkortten Voet I· zeven Maal voort, van a.toip- (Om dat de Viakte 7 Voeten hoog en breed zal zy»·)
Verlengd insgelyks den 8ften. verkortten
Voet der Schaal door eene blinde Linie; deze en de Oogilraal-Linie :. 0.4· doorfnyden elkander in b.
Trekt van daar, parallel met a-p·
de achterüe Zy-Linie der Vlakte b. q.
Deze en de Oogftraal-Linie O·?·
doorfnyden elkander in q.
Haald door zichtbaare Liniën te zaamen
de Punten a.b.p.q· Zo is de achterover hellende Vlakte
doofzichtkundig afgebeeld. Merkt nu verder, op welke Voeten in den Plat'
ten-Grond de Punten en Hoeken der Ster cor refpondeeren , en haald dezelfde Voeten op de doorzichtkundige Vlakte,door Middel van de Schaal en het Oog-Punt, met blinde Liniëfl tezamen, waardoor, gelyk in den Platten' Grond, de Bepaaling öneftaar, naar welke de Ster gemakkelyk op de Vlakte; deorzichtkuu' dig kan overgedragen worden. |
|||||
VIEP
|
|||||
DO0RZrCHTKUNDE. II. Jfdeel. ֎
V I E R D E LES.
Plaat XI.
Fig. 2.
-/"' Ster opeene mor over bellende op Zydefiaan-
"e Vlakte doorzicbthmdig te vertoonen. ®*ï Hoogte 4. Afft. 8. Wyking 1 Voet.)
Wv7 t Bew.ei'king in allen Deele op dezelfde
lp e Sei"chied,gelyk in de naaft voorgaande z\ lS a:jP§eweezen; zo zoude het overtollig de Ë ZUr j k'er te herhalen, te meer, alzo geej oglchyn alleen genoegzaam te kennen w ci hoe men in dezen moet te werk gaan. Vyfde les,
Plaat XII.
|
|||||||
Fig. 1.
|
|||||||
" de tnU''tte F^mr nP censvIa* van vomnftaan-
^ over bellende Vlakte , {van 7 Voeten & en h-eed,) in Perfpecliefte brengen.
(Hor: Hoogte 4. Mü. 8. Wyking 7 Voet.) Om rm* ji°n,d van de geruitte Figuur zy A.
*ici«fcS overhellende Vlakte door- lig te vertoonen , moet cien vao
E 3 de?. |
|||||||
aa ONDERW Y S INDE
derzelver Helling een Profil, of Doorfneeit
maken, gelyk hier by B- De fchuinsie Linie 0#j.
verbeeld den Kant der hellende Vlakte, die
men naar eene willekeurige Schuinte trekt, (indien ze niet uitdrukkelyk bepaald is.) De Linie C. Ό>
wyft aan de Hoogtens der Helling.
En de Linie C.E.
moet aangemerkt worden als de Schaal.
Op deze Linie laat Lood-Liniën vallen uit de Voeten , waarin de fchuinsfe Linie verdeeld is; In welke Punten nu deze Lood-Liniën
vallen, uit dezelfde Punten der perfpec- tivifche Schaal haald Waterpas-Liniën evenwydig met de Bafis van 't Tafereel. Verder trekt uit het Oog- Punt op alle
Voeten der Bafis de Öog-Straal-Li- niën,· de laatite derzelven doorfbyd de even gemelde Wacerpas*Liniën in de Punten i.k.l.m.n.o.p.?. Haald Lood-Liniën op deze Punten;
en dewyl de Hoogte der Helling in 't Profil, teweeten: de Linie i. 7. 4J Voet beilaat op de Linie CD.
Zo neemt uit de pèrfpectivifche Schaal
den verkortten Voet ^ en zet denzelven op de eerfte Lood-Linie
van 't.Tafereel 4's Maal opwaards ,uit i.in7. Trekt de Zy-Linie der Vlakte · 7.7.
Deze doorihyd de Lood-Liniën in 1.2.3.4. j. 6.
En de Zy-Linie der Vlakte word daardoor in
7 Voeten verdeeld Haald de Grond Linie der Vlakte 7.0.
Deze word door de Ooglbaal-Liniën insgelyks
ia
|
||||
^ 7 vliiCHTKUNDE·IL Am- **
Trekt ui? <ÏÏ,Ve"Jeeld.
evenwvdirr bovenften Hoek , f. derzelv„A 'nec de Gr°nd-Linie der Vlakte
|
||||||||||||||||||||||||||||
en yP. „r b°venfte Linie.
|
7-r.
«·
r. r.9.
|
|||||||||||||||||||||||||||
u ^t on 7t JLvinie,
r>2eVen Mo ,eze den verkortten Voet
Öaald J* ,9?1 voort tot in Zoisd lnie
|
||||||||||||||||||||||||||||
^ §ebrayreHhellende Vlakte ia Perfpeöief
\ uev4l η?0; de LiniÜD r 75 7 7; 7 0; en o r.
boven i eze Vlakte van onderen en van
is; 2o\aiSniede op Zyde in Voeten verdeeld
Zamen , Jezelven door blinde Liniën te
geeft.' ëelyk het de Afbeelding te kennen
V°eten ν ^ ls de hellende Vlakte overal in
°P dezelvl ld" 0m nu de geruitte Figuur
ke Voeten -e vert0orieri; zo merkt, door wel-
^.ePaald wom denPla"eri-·Grond de Figuur
v?PaaJinad»rX7en draaSd ze naar dezelfde
akte over ^ΐοη °P de doorzichtkundige
|
||||||||||||||||||||||||||||
Ζ E S D
|
||||||||||||||||||||||||||||
E LES.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Plaat XII.
|
||||||||||||||||||||||||||||
■%.
|
||||||||||||||||||||||||||||
*b^mheuZd?iïnn Vlak mn Tm Ïamds
en hreed- ïIakte> mn 7 Voeten boog |
||||||||||||||||||||||||||||
η breedy üoorzkhtk
|
£«»/% ie vertomen.
|
|||||||||||||||||||||||||||
CÜ0t;
|
||||||||||||||||||||||||||||
Dit Werk:.Bo°ste4· Am. s. Wyking , Voet>)
riSe behoord in allen Deele, gelyk het vo
|
||||||||||||||||||||||||||||
***"«>» ea dezelfde Platte Gron
Β α
|
en
Pro. |
|||||||||||||||||||||||||||
24 DOORZICHTKUNDË. II. Jfdeel
Profil, tot het eerftegediend hebbende, word ook by het tegenwoordige gebruikt. Iemand dan de vorige Les wel begreepen hebbende en beide Afbeeldingen naauwkeurigmet elkan- der vergelykende , zal in de Uitvoering der tegenwoordige Les ook geene Zwarigheid vinden, |
|||||
DER'
|
|||||
DERDE AFDEELING,
Behelzende de
Scenographie
9
viRvAT in VEERTIG LESSEN,
In weiken aangeweezen word:
**" Ikbm"*¥e/oorwerpen docrzickhnilg
«jbeslL |
||||
D°ORZlCHTKUNDE.m^. 2?
^rniits, A A f M E R K IN G·
Phifche Jfu*1,^'* waken van zom?nige Scenogra- ??B r'oden ipfin8en de Perfpeïïivifche Schaal niet j.eVaUen fa -fl » z<> zullen wy verjcbeidene zulker e dcor de 11*6*" ne^er' fie^en > en daarop anderen,
ooaal bewerkt worden, laaien volgen. LeJTen zonder Schaal.
Eerste les. Plaat XIII.
Vtrfcheiiens „ t .. F%S' h
even ƒ chtereen volgende Gronden x doel) alk
êr°ot, doorzicht kundig te vertoonen. Verdeel/00"-000^6 6' AfIL 8> Voeten)
2et OP i^Eafis iD 8. Voeten. l>Ooes-Öonder Zy-°f-Sluit-Liniën de Haald de H£e' vaTn 6 Vöeten » uic Aa in B. (2^e dfZelve ?0nt"Llnie * C'
nier te gelyk ook de gegevene Afflatid
Trekr Van 8 Voeten·;
tQtzMt.het Diftanz.Punt Bi
van -t^ tegenover ftaande Hoek
Insgelvks ,f,1"e,reeI de Snv-Linie B.3 |
||||||||||
tot in (£'"■ nee runt
τ> Linie andereHoek van 't Tafereel |
||||||||||
η
|
||||||||||
*c eri ie ev
Haafft ;:1^Se™el=tdPu;rLiBie d00r*
-7 &/6 uL Punt parallel met de Ba- Zynde dit | D.E. Grond. , e achterfte Linie van den eerftea
|
||||||||||
'Trekt
|
||||||||||
a§ ON'DERWYS IN DE
Trekc wederom uit het Punt B· tot in 't Punt j>
de Linie ;. f 2
Deze doorfnyd de Linie A.t»
in 't Punt &'
Haald door dit Punt parallel met de Bafis
de Linie F.**
Deze bepaald den tweeden Grond.
Trekt ten derden Maale uic & tot in 't Punt y'
de Linie Β ^'
Deze doorfnyd de Linie A. ^"
in 't Punt' c·
Haald door dit Punt wederom parallel met
de Bafis de Linie H·*
die de achterfte Linie van den derden Grond >s-
Aanmerking.
Deze en de volgende tweede Les beboren eifrentlyk mede onder de Iehnos;raphifche Les/en, maar ver- mits ze zonder Schaal bewerkt zyn,~en de Floeren als een Begin, of Gedeelte, van een Vertrek kon· ven aangemerkt moorden; zo beeft men ze hier onder 4e Scenographifche LeJJen geplaatfl. TWEEDE LES.
Plaat XIII. Fig, 2.
Emige achtereen volgende Floeren in Steeven, ie
der, van een Voet lang en breed, doorzicht·
kundig te verdeelen.
(Hor. Hoogte 6. Afihnd 8. Voeten.)
Deeld de Bafis in 8 Voeten.
Zet op eene der Zy. of Sluit* Liniën de
|
||||
Oogs°HZlCHTKUNDE UI- fideel, η
??,aaId de H°gCe vm 6 Voeten «it A.inB.
■*■ rekt jii^ L JZOnt- Linie r η
TdeS^if DiftaM.Pont β!
^sgelvL- · nie Β f?
■.n^tnieUUhetM:-' e.'
Deze Cep ..... , CA.
t,ln 't pnn. Llmen aoorfnyden elkander
Haald d nt a ·> ds lin,? dic Punr> Parallel met de Bafis,
2o is dir d L « DE·
■^eerften r> achterfte Linie van den
Trekt ^ond. bef« *ï^,e roTm de Line B. E. %fc doyorVtnnC Punt *
Sls de achrpiftPunt' Parallel met de Ba-
p Grond ieute Linie van den tweeden 4S'«>°Phtd0,?0Dt:V"if,het0^-p"ntF0:
ae Bafi» izei!e °P ^eder Voet van
de Oogftraal-Liniën ΟΑ-Ο'-Θ*.
^der Voec ^ Bafis de Li. ?·
„^fendéLinfé C'· <*·<*.««.
Haald 4*n-en,eIka^r in de Pu»ten f. d. e.f. *. b. i.
"de Bafig. deze Punten Parallel-Liniën met
. -Liniën dè 2 ls door.dezelven en de Oogftraal-
Wang en 'breC''r 0r°qd in Steenen, van'i Voet
W^rom woS'/eidfId>
?eelfe Liniën d00rds°Pge'_ r ■doorzie C1.C2.C3.C4. enz. Door dgden in de Punten ?*. Lm. n ^
JeI ■-Liniën ten,,aald men insgelvks Paral-
J» welken met de Oogftraal - Liniën de
|
|||
go ONDERWYSINDE
de Steenea des tweeden Gronds bepaalen. DERDE LES.
Plaat. XIV. Eenr doorzkhtkundigen Omtrek van eene vierkante
Kamer, vlak van vooren , te maken. (Hor. Hoogte 6 Voeten, Afft. 16 Voeten.)
Verdeeld de Bafis in ió Voeten.
Zee de Horizonts-Hoogte ,6 Voet,uit A.inB·
Haald de Horizonts - Linie B.C
(die hier tegelyk de Diftanz-Linie is.)
Bepaald op dezelve, hier net in 't Midden,
het Oog-Punt O· Trekt uit hetzelve tot in de vier Hoe-
ken van 't Tafereel de Oogftraal- ' Liniën · r. . QA;Qi6;QD;0E.
Haald de Sny-Linie B· iö.
Als mede de Linie C. A.
Deze doorihyden elkander in 't Punt a.
Haald door dit Punt parallel met de Bafis, en
tot aan de Oogftraal-Liniën, de Linie b.a.c. Zet loodrecht op de punten b.enc.
de Liniën b.dence.
Trekt wederom parallel met de Bafis de
Linie d.t- Eindelyk haald de zichtbaare Li-
niën A.b;c. i<5;D.J;E e> Zo is de begeerde Omtrek gemaakt.
Á Á Í Ì Å R Ê É Ì G.
In bet bovenflaande Geval is bet eveneens, of me»
htt Punt Â, dan bet Punt C. voor bet DiflaaZ' Punt aanneemt. VIER'
|
||||
ÖOORZICHTKÜNDE. IIL Afdeel, ff
Vierde les.
Plaat XV.
Jücne ë*
op f"1^-Vloer van 8 Voeten in't Vierkant,
en -dfjlandvan 16 Voeten, doorzicht' kundig te vertoonen. j\ r (Hor. Hoogte 4. Voeten.)
Ven zvnH °tte der Voeten hier zodanig gegee- de Bafis í ' dat daarva" ™et meer, dan 8¼ñ de nlen in 't Tafereel konnen komen; zo zou- ® Voeten ]a. .r5zont" Linie, die hier insgelyks ken en duf ls' no8 eens z0 ^an§ mt>et(;n ma- oin op 3e de Helfte buiten het Stuk brengen, Voeten te 1 ve den bepaalden Afftand van 16 ï°t in de tï onnen ftellen, en van hef Einde ievPr Srv reli A- de Zr>genaamde Diftanz- of z'C!i in \y'p'-'me te trekken. Doch men kan Waar«iQn, al van zeker Voordeel bedienen, fereel cP me? am çï*§ heeft, buiten 't Ta-
ð* feSlSÏ hTet Punc 8,
tcWn ç é nie opwaards 2 Voeten a.eni».
haaiï f? A.
r>de Snv n ?P dei> tweeden Voet è.
D?ze 4üjnle, á.*.
Linie age op den zeftienden Voet der Hor.
iafereel "Pen> wanneer men ze buiten het nodig. erlengd had, maar dit is nu niet Trekt Wit het p,
naar jcd(.v Mnt B. °P de Snv. r · der Bafis korte Streepjes
y ^e . A.4.
wei-
|
||||
ga O NDERWYS IN D E '
welken dezelvedoorfnyden in c.d.e.f.g.bJ·}'
Haald door deze Snydingen parallel- Lini£'n met de Bafls; jnsgelyks uit het Oog - Punt °P ieder Voet der Bafis, de Oogftraal-Liniën ·, zo word door beiderlei Liniën de begeerd6 pGiTpeótivifche Vloer geformeerd. V Υ F D E LES.
Plaat XV.
Fig. 1.
Dezelfde Kamer- Vloer op den Α/β and van 6 f°e'
■ ten in Perfpcclief te brengen. Op den Zesden Voet der Bafis zet men de
Zy of Sluit-Linie ó.B. en trekt uit den Hoek A·
de Sny· Linie A· «■
De. verdere Bewerking gefchied in allen Deels
op dezelfde Manier, gelyk ze in de naaftvoor* gaande Les is aangeweezen. Aanmerking.
Hetgeen <wy in de Inleiding §. 6. hebben betoogd)
voord door deze twee Voorbeelden insgelyks bevefiig^i dat namelyk bet Voorwerp op een langeren Affiani zicb grooter, en op een korteren ,zicb kleiner vertoond', •Kant de achterjle Muur C. in Fig. i. ' doed ziet grooter -voor, op den Afjiand van 16 Voeten, dari de Muur D. Fig. i. op den Afftand van 6 Voeten- Hieruit blykt, dat in de Doorzicbtkunde onder bei Woord Afftand niet verflaan word de eigentlyk1 Wydte, of Verbeid des Aanfcbowwers van lt Voor', ixserp, want boe langer die is, boe kleiner zicb bd Voorwerp natuurlyker Wyze moet vertoonen; mo-aT men verjiaat onder den Afitand: de Diftanz tüS' fchei*
|
||||
fchen0dlR?iCHTKUNDE· W-4M-33
'Ñde ^orfl-£taJ!fchouwer en ^ Tafereel, gelykdit s .We/ae P/aaix breedvoerig is verklaard. 2 E s D Ë LES.
|
||||||||||
Plaat XVL
|
||||||||||
Ëene
Ai
|
||||||||||
die ^ f^ · Zoldering , ruflcridë op Baïkm t
j "e Lengte van moren na achteren tos S&n , doorzichtkuhdig aftebeelden. ëßç il " Çïïä1â 3 Veeten, Afft. ñ Voeten.)
getis de°R eerft den 0mtrek der Kamer vol*
(In i geIen der Dóorzichtkunde Verder bn ^6 LeS' Ïhat XIV· 8eëeven0 Öikte fö á het GetaI der Balken , hunne
(by v^' °reedte en Tuiïchenwydtens, en c;phi!ri Öalkfcfc ieder é Voet dik en breed*
Verdeeld uiIbl!enw7dte telkens van I Voet,) ™ öeeeiV\ovenfte Sluit-Linie A.
iedc- eenS\; yke Deelen, zynde
ïCtenfÐ Voet' dus ontftaan de rek' i,iziIven Lood Linië" vallen;?
§%ks uit Janten i. 2.3.4. j. 6.7. Si
«Jen *> ^Uot de Li-
wlcSN* daar Á r '·©'*·©a·©2·È^enz,
É ·£> W7ar deze Limën de achcer Muur V ð * uffche"len fe aldaar de Dikte, Breedte, yoor het 0v^ydtens der Balken. b* geeft, de afbeelding genoeg-
t· zaaiS |
||||||||||
«4 ONDERWYSINDË
zaam te kennen , hoe ieder Balk door di
zichtbaare Liniën moet vertoond worden. Aanmerking. Door de geflippelde Linim worden de bedekte oj
van 'i Gezicht afgekeerde Kanten der Balken aangt'_ weezen, gelyk in tegendeel door de vol uitgehaalde Lï' niën derzelver zichtbaare Deelen vertoond worden- Dit bier eens aangemerkt hebbende, zal het vervol· gens in foortgelyke Gevallen niet nodig zyn, betzei' ψβ telkens te herbalen. ZEVENDE LES.
Plaat XVII,
Eene Kamer * Zoldering , op dwars leggende Balkte
ruflende, doorzichtkundig afiebeeldetié (Horiz. Hoogte 3 Voeten, Afft. 7 Voeten.)
Maakt den doorzichtkundjgen Omtrek der Ka'
mer, (volgens de Derde Les, PI. XIV.)
Bepaald hec Getal der Balken, hunne Breedte
en Tuflchenwydtens, (by Voorb. hier 4 Balken, ieder 1 Voetbreed, e» de Tuffchenwydte telkens van 2 Voeten.) Verdeeld de Vloer in Voeten
(volgens de Tweede Les PI XIÏL' Fig. 2.)
zodanig, dat dezelve io Voeten diep word
(wyl 4 Balken, ieder I Voet, en 3 Tuflchenwyd-
tens, ieder 2 Voet breed bepaald zyn.) Haald van de Zy-Linie der Vloer
uit de Voeten 1.3.4.6. 7· 9*1°' Lood «Liniën opwaards tot aan de Zoldering/
α*
|
||||||
^b^!IdHTKtjNDË-i/7-^^3^
Geeft ald Siuit-Linie der Zy-Muur.
teriien r f °^ aari den vöoriten,öf acfi- Öaald ,"·;^ ν eene willekeurige Dikte a.X
eerib n^Oog-P^t ® zo LbJ fe Linie naar't Punt *·
Loori f1 Pyden deze en de opwaafds gehaalde
Uit weïke"nen elkander.
■Pumpn VQori"nydinSeil 3 a's mede uit de door d τ de Sluic-Linie der Zy-Muur haaM W d- Liniën doorfneeden word ^ Mm,,. ,aterPas · Liniën tegen de andere Zy-
z^uraan; ö J (v0fjillen de Balken zich doorzichtkundig»
86:ns c.e Regelen> vertoóneu. A C Η Τ S Τ Ε LES.
* . Plaat XV1IL
7" jdering, op Kruis - jSalken rusten·
aèi aoorzicfjtkundig afiebéelden. tfïor. Hoogte a| voet. Afït. 7 Voeten.) athtereo to^6 Kr"is - Balken uit van voóren na
öe Balken hJ? de IenSte> en uit dwars leggen- cVvied · ΰ' en van beiderlei Vertoning, 111 de£re.rin tbyzonder, reeds een Voorbeeld dcn hiev S ?Ö Zevende Lesgegeevenis; zó wor- den* cVe cwee Ba'ken A. en B, Sebragtt ae iaaftgemelde Les in Perfpeéïief
De ÖrnV : anders:
Ferfpeftjef^F Kamer, naar de Regelen der
^ichetit zynde3 maaké men van' de e 2 Krüii»
|
||||
36 ONDERWYS IN DE
Kruis-Balken op de Vloer een doorzichtkundï'
gen Platten - Grond D. E. $· Uit deszelfs voornaamfte Punten worden pef
pendiculaar-Liniën opgehaald tot aan deZolde' ring, welken aldaar de Bepaaling maken tot d£ perfpeclivifche Vertoning der Kruis-Balken» gelyk dit uit de Afbeelding ten duidelykitefl· blykt, en het eene ook uit het andere volgd. NEGENDE LES.
Plaat XIX.
Eene vlakke Zoldering en geruitte Vloer in Fer-
fpeïïief te brengen. (Horiz. Hoogte qJ Voet. Afit 6". Voeten.)
Het Vertrek naar de Regelen der Doorzicht*
kunde geteekend zynde komt de vlakke Zolde' ring van zelfs. tVat de Vloer betreft, dezelve word eerft #
Quadraaten , of vierkante Steenen verdeeld» (volgens de tweede Les, PI. XIII. Fig. 2.) Vermits nu eene Ruit ontftaat, wanneer vief
Quadraaten in 't vierkant by elkander leggen» en elk door eene Diagonaal-Linie in tweeêtf verdeeld word , zodanig, dat de Eindens dei Diagonaal-Liniën aan elkander raken; zo geeff het hier de Oogfchyn alleen genoegzaam ts kennen , hoe deze Les moet uitgevoerd wor' den, en het zoude overtollig zyn, iets meer'ei by te voegen. |
|||||
Τ IE tf'
|
|||||
'0RZlCHTKUNDE. ÐÉ. Af deel. 37
T I E Í D E LES. Plaat XX.
â* ™ hpend en uit halve Cirkel- Boogen bc
J «and Gewelf doorzichtkundig afiebeelden. Wetiz, Hoogte 4* Voet, Afft. 14 Voeten.)
;n feJd de bovenfte Sluit-Linie van 'c Stuk
t>lu tweeën 2, l»t hèt Midden A.
Ter é, c Oog-Punt de Linie A,B.
neea£ati5> daar ieder Boog zyn Begin
EamllfU "aald eere blinde dwars Linie,
iniën met de Bafls' by VoorbeeId de in de Ñ fn, door%den de Linie A*B. |
|||||||
íå^'ëð allfer in deze Punten en opend denzel-
dwers; ô ?ns tot aa" de Eindens der gemelde nintren ^niirn ; maakt alsdan met deze Ope daan BooSen, zo is het Werkftuk ge |
|||||||
elfde les.
Plaat XXI.
Een Je *
'Uls · Gewelf doorzichtkundig afiebeelden.
jjet (Honz· tIo°gte a} Voet. Afit. 9 Voeten.)
SeJpuis - Gewelf tuffchen twee Boo- ten-, , A.enB. ð, gehaald1!Lzy«de > moeten deze eerft irekt te^oi-den, te weeten aldus: liegin nern^atre >"daar de Boogen hun 1L«» de Waterpas Liniën et. en Ë
C 3 Deeid |
|||||||
S8 ONDERWYS IN DE
Deeld ieder in twee gelyke Deelen, ko-
mende dus de Punten , ?,en/. ι welken de Middelpunten zyn van de
twee gemelde Boogen, die gehaald moeten worden. Verdeeld den Boog A.
' van 't Punt. e.
in acht gelyke Deelen door de
Punten l" i.2.3.4.ƒ.6.7.fa Haald uit deze Punten tegen de Zy-
' Liniënvan de Muur de Waterpas-
Li η i ën ig. <ib. 3,14«. 4.I, $m. 6n. JO, Brengd deze Liniën, of Lengtens,
' over op de Bafis van 't Stuk p.%· te weeten: de Linie gi-
uit p.inq>
Pe Linie b$-
^kr:. . ρ.ίύΎ·
Jje Lmie ig.
uit β.ΐηί.
De Linie *4·
uit p.int-
Dusdanig word ook de andere Helft
van den Boog overgedragen.
Haald de Oogitraal-Liniën O?. Qr. ©i. enz.
Insgelyks op de Vloer de Kruis*
Liniën p.y..enx.z· Ter plaatfe,daar deze en de Oogftraal-
Liniën elkander doorfnyden , trekt parallel met deBafis de Liniën 8.9.10.11.12* Haald tegen den voorften Boog A.
' de Oogih-aal-Liniën O1O2.O3.Q4.en2-
Insgeh'ks aan de Zy-Muuren
de Öogftr·· Liniën Qb. Qi. Qk. Ql. Qm. Q"' Zet op de Punten 8.9.10.11. &·
* perpendiculaar-Liniën, deze en de
laaiigemelde Oogftr. Liniën door- fnyden elkander in de Punten 13.14.15.16. Ή '-■··'■ ··. Haal* |
|||
HaaId°i°RZlCHTKUNDE· lIL AfieU' 39
aan Λ" deze Punten, uit de Hand,
Dit word y;Muur den Boo§ A *5·&* Trekt ν !? aan de andere Zy-Muur gedaan.
Water* üit de Punten 13. *4· IJ· I6· 17·
nië lPas-Uniën, welken de Oogftr. Li- , doorfnvrt« - Θ 6· Θ 5· Θ4·
Haaid} ^en in de Punten 18.19- 20.21,22
de voofji Sand, door deze Puncen en dp , u ^elfc van den Kruis-Boog 20. ö. ^Boog achterfte Helfc vanden Kruis- Ρ dezeIfM wr 2°"^*
de anri ** yze worden ook gemaakt
Booten twee Helften der Kruis-
«oiK" . 20. α. en ao. p. JS * gedaan.
|
||||||||
•£tf#m met de Schaal
tWaalfde les. Puat XXII.
|
||||||||
*"' ifot» Aoog 2 ^óerra, i« Perjpeiïief
te brengen. De ρ 0rïZ' H°0gte 3· Affl. 7. Wyking 1 Voet.)
Ve'-lensde"Frond van 't Blok zy A.
Zyden tot0or blinde Liniën deszelfs
HaIs mede tel.^^i0. . . I'en^
Vd Uit het o*1 dn Zy-L,n,e in ï· en5·
Sen v«f^» S-Punt tot aan den eer-
t/ St,ult de (Vnil Voet;der Bafis van het nen vyfdeï01 ?htlde Liniën den eertten V
,Je2eende0Vern0rtien v«et der Schaal; elkander in°lit™al"Liniën doorfnyden Q^ puncen · a,b.e.d.
C 4 Haald
|
||||||||
4o o Ν D E R W Υ S Ι Ν D E
Haald uit deze Punten Lood-Liniën opwaards en zee den eerften verkortten Voet der Schaal twee Maal in de Hoogte uit a. in e. Als mede uit d.inb
Zet insgelyks den vyfden verkortten
Voet 2 Maal uit fc. in/, en uit c. ing.
Haald de Waterpas Liniën e. h, en/.g,
3£n naar 't Oog-Punt de Liniën e.fenb.g.
Zo is het gegeeven Elok in Perfpectief
gebragt. PERTIENDE LES,
Plaat XXII·
Mg. 2.
Een hl zeska,nt Blok, boeg % Voeten, doorzichH
kundig afiebee'den.
(Horiz. Hoogte 3 Voeten. Afft. 7·. Voeten,)
Laat uit alle Hoeken van den Pl.-Grond A*
Lood-Liniën vallen op de Bafis, ko- mende aldaar in de Punten o], ι f. 3.4!· 5$· Insgelyks haald uit de gemelde Hoeken
waterpas-Liniën tegen de Zy-Linie aan, in ' .■ ., , ΐ.ΐΙ.2.4. 4ί,5·<5, Uit dezelfde Voeten der Schaal haald
waterpas-Liniën. Merkt, op welke Punten der Bafis van
den Platten Grond de Lood-Linien vie- j|en; op dezelfde Punten der Bafis van 'c Tafereel trekt uit het Oog-Punt de Oogftraal Liniën Oof.0ifO3-O4i-O5?· Ter plaatfe, daardeze en de evengemelde Wa-
terpas-Liniën elkander doorfnyden , haald Lood-Liniën opwaards, en maakt ieder, door Middel van de verkortte Voeten, zo lang* Sis hec Blok hoog moet zyn, o,p dezelfde Ma- ■.".' " , Bier^ |
||||||||
BeV^ ook nVlr% Le,S,-is f Ogeweezen,
L P|Wn h« / Afbeeidiog b]ykc. haa]d door SnLleZe ^fPe^ingveroorzaakt,
iert0°ndzich h ?mr® LlDiën te zamen< ™
Hef, u ZIcil het Blok regelmatig in Per/pee Dertiende les.
p Plaat XXIir.
■m rond tij é 7
Wk, hoog vier Voeten, doorzkhtkundh
te vertoonen. Bren»fd°r: H°°gte S' Am 7' Wyking l Voet*
ten á"^]Âßäç op deszelfs Pun-
akt ieder „„ j Q-b.cd.e.f.ff.b. 4 Joecen é 3n de?e Lood"U™™
4Ma'aij"janI§) door op dezelve verkortten Vn£ogtete zetten dien
wiens verlengt £?f iH3?1·' °P ^Lood-Liniéfe;Ver,\n7c,e Llnie de
•^ec den eeXn 5,by Voorb:
h ^>^eïïen verkortten *^*
-Usdar,- r MaaI-uit »«S ff' F?"·."* aao alle de. '"" "'
«e v^"','?1™ ^bepaalde c J VYF-
|
||||
42 PNDERWYSINDE
VYFTIENDE LES. Plaat XXIV, % i.
Een leggend Kruis in Perfpeftief te brengen,
(Hor: Hoogte 3. Afft. 7. Wyking 1 Voet.)
In den Platten Grond £
vallen de Lood-Liniën 0p de Bafis in
de Voeten 0.4.5.6. En de waterpas - Linien lopen tegen de
Zy Linie aan in de Voeten 1.2.3.4, Haald derhalven uit het Oog Punt naar de
Bafis van 't Tafereel de Oogftr.-Liniën - 0o04.O5.Oo.
£.0 verlengd door blinde Liniën de
verkortte Voeten der Schaal I. 2.3.4.
Beiderlei Liniën doorfnyden elkander
in de Punten a. b.c. d.e.f.g.b.i.k.I.m.
Zet op alle die Punten Lood-Liniën;
En de Dikte van 't Kruis bepaald zynde, by Voorb. hier van eenen
Voet; zo moet ieder dier Lood-
Liniën eenen Voet hoog gemaakt
worden, 't welk aldus gefchieden
kan:
get den eerften verkortten Voet der Schaal uit «. in ra. en uit &. in e*
Den tweeden verkortten Voet der
Schaal zet uit ^ c. in p. en uit/, in q.
iïaald Liniën uit *c Oog-Punt naar
de Punten no.p.q.
Dus v/orden de Lood-Liniën door-
fneeden in de Punten r.s.t.u.v-no.x.y-
Alle de zichtbaare Liniën dan gebaald zynde,
geiyfc
|
||||||
PDQRSICHTKÜNPE. Hl J/deel 43
tornn n-^e afbeelding aangeweezen is, ver-
• J}® zich het leggend Kruis, regelinaatig. ^n ftrfpefitief. ZESTIENDE LES.
Plaat XXIV.
Fig. 2.
■ tyiïngs en rechtover end fiaand Kruis, door
Middelvan Cirkel-Boogen } in PerfpeÉiief te brengen. (Hor. Hoogte a|. Affi. 7. Wyking 1 Voet.)
Volgens de Bepaaling in den Platten-Grond A.
Maakt den perfpe&ivifchen Platten Grond B.
.mam Lood-Liniën opwaards uit de
Pwten a.b.c.d.e.f.g.b. £et den PaiTer in b'.
upend denzelven tot in i. en k.
en maakt de Eooaen f t.enku.
yV ederom den PaiTer gezet in d.
en geopend tot in l.m.ru
^geeftde Boogen ïv.mw.nx.
usdanig worden ook alle de overige Boogen
Introkken,gelyk uit de Afbeelding blykt,wel- ifMn de voorfte Lood-Liniën Doorfnydingeq |.,.makei].
' iC 1 ZeIven haald Waterpas-Liniën tot aan de
'cnterfte Lood -Liniën, waardoor ook dezen. Uit °nfnee'den worden.
Oo»i? ^le Doorfnydingen naar 't Oog-Pun£ KriTis riaal * Liniën gehaald zynde , zo is hei ^Qrzichtkundig afgebeeld. |
||||
44 ONDERWYSINDE
ZEVENTIENDE LES.
Plaat XXV.
Een recht overend ftaand Kruis en Kruis- Blok ,
zonder Behulp van Cirkel Boogen,in Per/pee-
tief te brengen.
(Hor; Hoogte 4·. Afft· 7· Wyking ι Voet.)
De Lood-en Waterpas-Liniën bepaalen
zich in de Platte Gronden Α. Β. op de Bafis in de Voeten o. i. en3·4-5·6·
en aan de Zy-Liniën in I. 2.3.4· Derhalven haald uit de Voeten der
Bafis van 't Tafereel de Oogftr:- Liniën Qo.Oi.03.04.O5·©0· Verlengd insgetyks door blinde Limën
de verkortte Voeten der Schaal. 1.2.3.4»
Deze fin de Oogftr:- Liniën door-
foyden elkander in de Punten a. b. c. d. e.f. g. h. i. k. Lm. n. 0. p· <?. r. s. t. 11.
Zet op alle deze Punten Lood-Liniën en bepaald
op dezelven de Hoogte der Deelen van de Voorwerpen door de verkortte Voeten, op welker verlengde blinde Liniën dezelven itaan, gelyk in de voorgaande LeiTen is aan- geweezen. Haald door Oogft^al-en Waterpas » Liniën
' alle Punten te zamen , als uit Fig. 1. en 2.
Zo is het Kruis en Kruis-Blok doorzichtkun-
dig afgebeeld. |
||||
ACH-
|
||||
Dichtkunde, hl ë/<&é. 45
^Htiende les. Plaat XXVI.
ur' en een acbierwaaris leggend Kruis door-
zichtkundig te vertoonen. (Rn
™t: Hoogte al Afft. 7. Wyking 1 Voet.)
eenkom?'1]3 dezer Les in alIen °eele over-
ÑÀáá?÷$}Æ met die dfr ryftiende Les, blykt· £» AFtg' T' ge'ykuicde Afbeelding melde'Les „agen wy ODS aan de evenge- Cb> en gaan toe de volgende over. NEGENTIENDE LES.
Plaat XX VI. ô- "*%■ 2·
J éS erover val/end Kruis in PerfpeSHef
te brengen. Vol (HOr· H°°Ste 3- Afft. 7. Wyking 1 Voet.)
denXïJep,aaliDgin den P]a»en - Grond A.
gemaakt ic?ïkundiSen Piatten Grond B. Punten, ^ ^ende ' trekt men "« deszelfs
^zelfde MnH.oeken> de Cirkel - Boogen op ?*ââß ×÷éé?¢é™ > a]s in de Zefiiende Les, ë ,Qverio-e ^â 2' is aangeweezen , en voor de ^beweï ?°k alIes naar deze^e Han-
T? ?cKi Xfrj t; alleen maar beftaat het On- r-Lniën , h:!ai J?:,dat men'in Plaa« va" Lood- niengebruiwr lch"'nsfe parallel lopende Li- mt welken door de Boogen door- fnee-
|
||||
φ ONDËRWÏSiNDÈ
fneeden worden; en dat men de gemelde
fchuinsfe Liniën trekt üit den geilippeldeii doorzichtkundigen Platten- Grond a. b. c.di Het overige geeft de Afbeelding genoegzaaiiï te kennen. TWINTIGSTE LES.
Plaat XXVII.
Êeh voorwaards vallend Kruis doorzichihundig afie*
beelden. (Hor. Hoogte 5, Afft. <s. Wyking 7. Voeten.)
Maakt, volgens de Bepaaling in den Platten v
Grond A· den doorzichtkundigen Platten Grond 1»·
Maakt ook van het Vallend Voorwerp
een Profil C.
In hetzelve wörderi de Verdeelingen
op de Linie D. E» aangenomen voor de verkortte Voeten ,
en Voet· Deelen der Schaal. . En de Verdeeling op de Linie . D.F.
wyft aan de Hoogtens der Valling van 't
Voorwerp, welken op 't Tafereel met de verkortte Voeten der Schaal uit den perfpectivifcheh Platten-Grond moeten opgemeeten worden., jjy Voorb. In 't Profil ftaat de Linie fcfc
een 8fte. Deel verder achterwaards, dan <*·"
Derhal ven verlengd uit de Schaal den Voet »»
die een ach'tfte Deel van een Voet verder in 't Stiïk wykt, dan * Haald in deri perfpeftivifcheri Platteo-
Grond uit de Punten ».0· Lood-Liniën opwaards, en zet óp
dezelven in de Hoogte 31 Maal den •verkortten Voet ♦*·' |
||||
D°ORZlCHTKÜNÜE. ui, Aföml. #
en uit · øÑ'
dewvl i*., ^ o. in #*
* 31 VW fc Profil de Linie LL·
Wed °!^ç beflaat op de Linie D.F.
uit den ln 'C Profil valt de Linie ÷l*
Van 't ^v°0,'ften onderften Hoek des Arms
der À ,'»-ru's kort voor den tweeden Voet 6, Derhalve?0' D-K
Jcortcen y erIengd a*ê de Scnaal den ver-
Ç IC r-m ^ »·
doo/e^e ^OTt voor den tweeden Voet t.
Laat Loo<?e b^nde Linie tot in u.
La verrniri ^iniën vallen op de Punten f.en».;
in'tpr^i.de voorgemelde Linie r.l. 31 Voe?ei ?P de Linie D.F.
ten Voet "aat> z0 zet den verkort-
*5i Maai s' en uif. a' °P de Lood - Linien uit i. in ^
BUsj . «.inw.
Liniën2 Worden ook alle de andere Lood-
uit den ^^Sens de Bepaaling in 't Profil, opgerneetee p.eftlvirchen Platten Grond B'
OfürfrhTrn n ' en Voor hec overige geeft de
32n genoegzaam te kennen, hoe de is in H«r^es moet bewerkt worden. Ook *tt F' yfde 0rtbo§raPbifcbe Les , Plaat c* rn ' ë r|eds uitvoerig aangeweezen , ^aferPe? .de valling van 't Voorwerp op 'c Les dat1 in PerfPea:ief brengd. Dezelve de Afbe 7el begreepen zynde , zo geeft "^oordig^^ing van 't Kruis op de tegen- tot de dr> aat genoegzaame Aanwyzing hetzelve, dichtkundige Vertooning vaa |
|||||
Áë÷·
|
|||||
48 ONDËlWYS IN DE
Aanmerking,
Indien men deze Les van Stuk tot Stuk bad <wül&
uitvoeren, zoude men in eene groote Meenigte vu® Merk - Lettertjes vervallen z^fï en daardoer ineif Verwarring , dan Duidelykbeid veroorzaakt beb* hen. De Beoefenaar diend derbalven maar ei^ •weinig Overleg mede ie bulp te neemen, zo zal Μ Bewerking dezer Les niet zwaar vallen, EEN-ENTW1NTIGSTE LES.
Plaat xxvin.
Een ackerwaards vallend Kruis doorzïchtkundig
te vertoonen. (Hor: Hoogte 5- Affl- 6. Wyking ι Voet.)
De Uitvoering dezer Les wederom dezelfde
zynde, als die der naait voorgaande: zo word voor eerft van den Platten - Grond &· de perfpeftiviiche Platte Grond B»
als mede van de Valling van 't Voorwerp ,
het Profil & gemaakt; en vervolgens het overige naar
de reeds gegeevene Regelen bewerkt. TWEEËNTWINTIGSTE LES.
Plaat XXjX> Een overhoeks vallend Blok, van 5 Voeten lang en
Wee Voeten dik in 't Vierkant, doorzichtkun- Mg aftebeelden. (Hor. Hoogte 6. Afft. 7. Wyking 2» Voet.) jDe Strekking van 't Blok naar eene willekeur!' :
ge Schuinte bepaald hebbende en verondef- ftel'
|
||||||
ftéIle^2I'CHTKUNDE. III. meel. 4S
zo is j5» dat het op den Grond lag;
Hiervan tS2e,fs PiaCCeGrond A'
Plarr-^^t men den perfpeöivifchen
(volee nd B·
ëranLrSLde Regelen in de Aehtfte Ichno-
filcKeheLes.Pl. VIL Fig. a.)
bep3aj- nu willekeurig van j Voeten lang
in den pfn ^erhalven hier de voorfte Zyde
len v ptten - Grond Λ. in 5 gelyke Dee-
Voorft JeId hebbende ; zo moet ook de
ren Ae %de in den Perfpettivilchen Plat-
in r"vrond B·
te ν aeten verdeeld worden , maar wel
Om 4ic rrlta,ao * in 5 PerfpeÖivifche Voeten.
inde>« a n» laac uit ae Verdeelingen Linï» eerftgemelden Platten Grond Lood- Merkt nvallen °P de Grond-Linie CD.
der/pi,, welke Voeten en Gedeeltens |
||||||||||||
somen
|
||||||||||||
te ftaan.
|
||||||||||||
n aldaar de Lood-Liniën kc
|
||||||||||||
.
|
||||||||||||
de'vf^lfde Voeten en Voets Deelen op
ze en h Iaï& Tafereel af, en legd aan de- Hanl eC,°°S-Punt hèc Lineaal; roaakc
«dn langs hetzelve telkens eenSchrapjepp
ge voorfte Zyde van den Perfpeftiviicheo ti at.ïen ■ Grond, waar door ze in δ Perfpeo Vefip cije Voeten verdeeld word. doo ΤLverdei' de Zyden ac.enbé. Linf "nde Litriëfl tot aan de Horizont-
in > -A welkeii aldaar elkander aanraken '•S-Ptt nt word het Accident- of Toeval-
, Jn de»»f ?enoemd, en is verder van Dienft
Waakt nu Les0
, nec Profii>ok van de willekeurige Valling
Trekt Lood. τ · · E,i
^'niën uit de Hoeken van bet
D zei»
|
||||||||||||
50 Ï Í D E R W Y S I Í D E
zelve tot op de Grond-Linie F. 6* komende aldaar te ftaan op den Eerden 4
Twee een kwart, Vyfden, en Zes een kwart Voet. Op dezelfde Voeten en Voets-Deelen inden
Perfpeftiviichen Platten - Grond, namelyk: , op de Punten f.g.v zet Lood-Liniën.
Trekt uit de' Punten f.g. bJ·
naar het Accident-Punt t-
de Liniën fk.g l.bmJn'
Zet insgelyks op de Punten k. l-n'
Lood-Liniën.
Dewyl nu in 't Profil de Lood - Linie % die op den eerften Voet valt, drie Voeten hoog is; zo maakt de Lood-Linie f·"' ftaande op den eerften Voet in den Per-
fpeöivifchenPlatten-Grond, ook drie Voe- v. ten hoog, nemende daartoe den verkort- ten Voet der Schaal fi, dewyl de evengemelde Lood-Linie daar-
op correfpondeerd. Wederom in 't Profil de Lood - Linie ö
vier twee derde Voeten hoog zynde , zo
maakt ook de Lood-Linie g,f· in den Perfpeaivifchen Platten - Grond ,
vier twee derde Voeten hoog , daar toe gebruikende dien verkortten Voet . waar- op het Pant g. correfpondeerd. De Hoek 5 in 't -"'°çÉ wyst aan, dat ook de
Hoek . lu in den Perfpeaivifchen Platten Grond moet
ftaan op $■ Eindelyk ö Lood - Linie óf.
' in 't Profil j, hoog zynde een twee derde
Voeten; moet de Lood-Linie i-i, in den Perfpeaivifchen Platten Grond, ins- ■
|
|||||||
e-
|
|||||||
5*
|
||||||||
hoog z?,en twee derde zulker Voeten
|
||||||||
u
|
||||||||
i. correr*5 Waai' «Ρ het Punt
Öaald ^Weetd. naar Λ de Punten ö.p.?;
blind^ec accident-Punt *.
fte Loörf τ^η ··' waar(ioor dé achter-
in de Ρ liniën doorfneeden worden endu^nten ■*'*■*> 'ï'enia-fft ze^er Hoögtens bepaald.
te zas trekt door zichtbaare Liniën iUE EN TwiNTltiSTE LES.
Plaat XXX.
Öe **" *«»" Deur en fenfief Ui ètne Zy-eü
™oter-Muur doorzichtkundig te teekenen. (Hor·. Hoogte 3. Afftand §. Voeten.)
wJSS dTr K™eÏ regelmatig , volgens
*·Η°Ρ ?f Voeten der Bafis 0.1,2.5.
SM: het Oog.Piinc de Oog-ftraal-
b*fij . ΘΟ.0Ϊ.0 2.Θ51.
beiStïS 4er Zy-Muur word hier
Vlffd -door,df Lini«n Θ ο. 0 r, de vil 1Esge]yks door blinde Liniën
vOrde'Tfiey.oeten,der Schaal i-3'4-J*
bepaald ede Dlkte der Achter-Muur
tweelaam°0/ae sPaie tusfchen de Zet LoiSJe Voeten 4.5.
Bepaald de u"ên °P de Punten a. b. c. d. e. f.g.b.
hiervan7v°n0gte der Deur,
« voeten, Ρ 8 $eem£
|
||||||||
5z ONDËRWYSINDE
Neemt derhalven den verkortten Voet der
Schaal · ^ *' en zet denzelven 7 Maal in de Hoogte
uit bia*: Trekt uit het Punt ''
naaf de Lood - Linie . a'
de Waterpas - Linie > *'
Haald Oogltraal-Liniën naar het Oog-Punt _
uit de Punten *■ *' wordende daardoor de Snydingen '•'j
veroorzaakt op de Lood - Liniën c.<*·
Trekt de zichtbaare Liniën der Deur, vol-
gens Aanwyzing in de Plaat. Het Venfter2Voeten bovenden Grond, eri
5 Voeten hoog bepaald hebbende; neemt den verkortten Voet 4' en zet denzelven 7 Maal in de Hoogte
uit e. in 0' Haald uit de Punten «.<"
|
|||||||
(T,
|
|||||||
Waterpas-Limen tot aan de Lood-Linie
waardoor op deeze Lood-Linie veroor- zaakt worden de Punten p.f Trekt Oogftraal - Liniën naar 't Oog - Punt
uit de Punten n, o-p· i' waardoor de achterfte Lood· Liniën f·13'
doorfneeden worden inde Punten r./.ί·Μ1 Haald de Waterpas-Liniën r. t. en*·**'
Eindelyk wat zichtbaar weezen moet,
ook zodanig gemaakt hebbende, vol- gens de Afbeelding, Zo is dit Werk- ftuk gedaan. |
|||||||
yjÉ^
|
|||||||
DO0RZICHTKUNDE. UI. Aftel. 53
ViERen TWINTIGSTE LES. Plaat XXXI,
'e °P-en neierflaande Ven fier Luiken, van Ut
?yde, doorzichtkundig aftebeelden. (Hor. Hoogte 4. Afft. 7. Wyking 1 Voet.)
jKamer na de Regelen der Perfpeftief ge- ripl hebbende bepaald in dezelve willekeu- tw \ Venfter, hierop eenen Voet Wyking, lviaaue boeten breed en zes Voeten hoog.
't vL,?11 doorzichtkundigen Omtrek van = Verifter b a.d.i.g.a. *oibens de Manier, op welke in de naaft-
7^1?rgaa°de Les de Deur gemaakt werd.
OnPd!n/asfei· in «·
Pend denzelven tot in de Helfte van 't
eif, ,» te weeten tot in ï>;
Weder den halven Cirkel b-c"
af-7Pt°™ den Pasfer met dezelfde Opening
gcz.cc ia " ^ trekt den halven Cirkel b.e.
^ald naar 't Oog-Punt uk h.
>áå blinde Linie h.f.
en n Pasfe* in · e-
^Maak?PInd denzelven tot in ƒ.
Weder den haIven CirkeI f'b"
bo,";!11 den Pasfer met dezelfde Opening
f? LC in j EepaS den halven Cirkel f.L
Stand dU willekeurig de Valling , of den
onderen r^uiken > hier °P den voorften
en on den Vlrkel in l· Trekt naar he?0r^en bovenften CirkeI ™ m-
■ . net Oog. punt uic l. en m. ¼ 2 *°t
|
||||
54 ONDERWYS IN DE
tot aan de acbterfte Cirkels . de 'Liniën' Ze.en*ft
Insgelyks trekt de Liaiën al.gn.endmJ''
zo zyn de op- en nederflaande Lui-
ken doorzichtkundig afgebeeld. VYF EN TWINTIQSTE LES.
Plaat 'XXXII.
$enc epenflaande Deur^ en Venfier-Luik in W'
fpeÏÏief te brengen. (Hor: Hoogte 3. Afftand 6 Voeten.)
Maakt eerft den Omtrek der Kamer, en in de-
zelve' de Vakken van de Deur en het Vel1 fter, volgens de Drie en twintigfte Lei» PI. XXX. ■ypewyl het Vak der Deur 2 Voeten wyd is,
zo.rnoetookdeDeur zelfs aVoeten breed zyn, om dit in de Verkortting , of Per- fpeftivisch te vertoonen, haald uit den derden Voet der Bafis van 'c Tafereel , als zynde 2 Voeten'van den Voorkant der Muur af, de Oogftraal - Linie 0.3' welke ook te gelyk diend , om het Vak
van 't Venfter te'teekenen. Verlengd de Linie ".*'
correfponderende op den derden verkort-
ten Voet der Schaal , deze en de Oog- ftraal-Linie / ' 0.3' doorfnyden elkander in't Punt c' Trekt uit de Hand door dit Punt den Per-
fpeöivifchen halven Cirkel d.e·? üfewyl' nu de Deur in 't open- en toedoen
' langs dien Cirkel bewogen word; zo be- .
pa*'1*
|
||||
paald°^ZICHTKUNDE. III. Af&eti. SS
|
||||||||||
by Voo^de,nzeïven den Stand der Deur,
2etopd">\hierin'tPunt ƒ. deVoni eene Lood-Linie, zynde
ve zo é nc der Deur, en maakt dezel
|
||||||||||
'hièrv^Q *?*' a*s de ^eur hooS ^061 z^n>
|
||||||||||
Neemt nL 1 Voeten, aldus -. -—
Voet de Schaal den verkortten
deerd Voorkant der Deur correfpon-
¹ïïóË en zeE denzelven 7 Maal in de TrektX °P de Lood - Linie uit ƒ. in *.
de p„ r zichtbaare Liniën te zaamen
Z°isd"f,en - bf.fb.bi.ib.
Het Venn eui"Td°omchtkundig afgebeeld,
nier „er*,Luik word op dezelfde Ma- Haald 0gnen?aakc3 namelyk:
Tafereel'D vyfdeQ yoec der Bafis van 't . fter o iAveronderftelIende, dat het Ven- Linie Ceii breed zy O de Qogftraal- Vertened d O'5"*
den ve ' eene blinde Linie den der-
de twee»!^9 Voet: der Schaal, als zyn-
da'ar her V /?de Voeten van de Muur af, Beide d-- ô ?n"er in 'is·
. Punt lniën dooifnyden elkander in 't
St df °fTr dit p«nt en het Punt ft!
W^niaiHlden PerfpeótivifchenCirkel, en
,Ìæ t 0p deazelven den Stand van 't Luik, Zec al£, r »*·
d,"aaRd ee"e Lood.Linie overend , en
de'· Sch°p, dezelve den verkortten Voet iP°t»deerd> waar °P }iet Punt m. corre- Cverondewi ? raaal ln de Hoogte tot in j 0. ten hoo» j llende, dat het Luik vyfVoe- Grond ftaats ^11 iitwee Voeten» boven den D 4 Trekt
|
||||||||||
$6 Ï Í D E R W Y S I Í D E
Trekt laatitelyk door zichtbaare Liniën
te zaamen cie Punten no.up.pq,q_tt°, zo is ook het Luik in PerfpefHef
gebragd.
ZES EN TWINTIGSTE LES.
Plaat XXXIII. Menen Doorgang, met een! ronden. Boog gedekt, f*
deszelfs twee openfiaande Deuren in Perfpec-
tief te brengen.
(Hoï: Hoogte 4. Afftand g. Voeten.)
In de vorige Lesfen is reeds aangeweezen, wat
ten opzichte der Deuren moet gedaan worden* Eu den Doorgang betreffende, geeft de Ai* beelding genoegzaam te kennen, dat daarby* niets anders aantemerken is, dan dat de voor ite halve Cirkel Boog A· gehaald moet worden uit 't Punt E?
en de achterile Boog C-
uit het Punt P»
Om deze Punten nu te bepaalen, moet ter
plaatfe , daar de Boogen hun begin nee- men, eene blinde Linie gehaald en deze in twee gelykeDeelenverdeeld worden, komende dus de Punten B. enP° ■welken de Middelpunten zyn van de
ïfoogen A.en& |
|||||
Æ E*
|
|||||
DOORZiCHTKüNDE> IJLmesl n
EN EN TWINTIGSTE LES,
φ Plaat XXXIV. een τι °Petlflaande Deur, én loven dezelve
Penfier doorzkhtkundig te vertoonen. Maakt H°ogte 4. Afftand 8. Voeten. ven he^ ^et ^ak van de Qenv>- en DO·-
Aanwv?elve de ronde °Pening> volgens Linten g 'n de Piaat 5 dienende de Kr'uis- vinX Vierkanten, om het Midden te ft fn \ en door hetzelve Lood en Oog- Punten^11'011 ge»aald zvnde komen vier door 11 Ll.m.n. «n hu^Üf 7? de perfpecTtivifche zichtbaare
VeV w ™ ,ClrkeIs gehaald moéten worden,
en £nTakïrVan den Stand der Deur en van het Venfter den Platten Grond A. ^i-dende de Stand der Deur aange-
en ln o00r de Liniën a.b.enk.c. Linie nd van 'c Venfter door de
Trekt uit het paqt *'*.
, door het Punt i
^«jgelyks uit het Punt h.
5°or het Punt r
°P d ke!s e.fc./.ena.c.g,
^a^n5 Cirkels draait altoos de Deur,
t)eur er ze gebogen is, en als ieder halve Buiai^or zich zelfs draait; en hoe deze zelfdef °ok %y ' blyven de Cirkels de- leen Van ρ ocn de tweede veranderd al- gen zyn<Llaa(ts; ^331" de Deur niet gebo- te Lyn fta'^ is: wanneer ze in een rech- befchryft Ι*' Selyk hier het Veniter, dan Cirkel e °£> den Grond den halven , b. d. i. D 5 Deze
|
||||
$d ONDERWYSINDE
peze drie Cirkels moeten derhalven door- zichtkundig overgedragen worden , 't welk gefchied door 't verlengen der Voe- ten en Voets-Deelen uit de Schaal, en het haaien der Oogftraal - Liniën uit hec Oog-Punt naar de Voeten en Voets-Dee- len der Baiis, volgens de Bepaling in den Platten-Grond, ennaarAanwyzing in denzelven worden de Cirkels in Per- fpeclief gebragt, en opdezelven de Scan- den der Deuren van 't Venfter bepaald, komende hier in de Punten o.p. q. en o.f- Zet op deze Punten Lood-Liniën en be-
paald op dezelven de Hoogte der Deur, (zynde hier tot aan 't begin van 't Rond 7 Voeten, en in het midden 81 Voeten.) dusdanig : neemt den derden verkortten Voet der Schaal, die op het midden der Deur correfpondeerd, en zee denzelven 8| maal in de Hoogte uic p \ΰ ι. Insgelyks den vierden verkortten Voet
correfpondeerende op 't Punt ' o- zet 7 maal in de Hoogte uit o. in «·
Laatitelyk ook den verkorcten Voet oï
die op 'c Punt ■■* q, aanloopt, zet 7 maal in de Hoogte
Uit „ jjjf.
Trekt dan uit de Hand de perfpeetivifche
kwart Cirkel - Boogen t. s. en s. V· zo is de Deur doorzichtkundig afge-
beeld. ° Het ronde Venfter word dezer wyze gemaalct:
Zet eene Lood- Linie op het Punt f·
en dewyl dit Punt op den ^ea verkortten
Voet der Schaal correfpondeerd, zo draagd
denzelven tien maal in de Hoogte tot aan
fc. den onderften Rand, en nog 3 maal tot
|
||||
:r:
|
|||||||||
a^°d°enRfICHTKUNI)E· lIL ^
Com dl Tenften Rand vaö 'c Venfter Voeten κ CtZelve hier bePaald is *° ' Voeteï , ven de« Grond- te ftaan en 3 / punten δ te zyn^ dus komen de
"aald van α ν·^% Punten aar blinde Lil"ën naar de
|
|||||||||
welks it^ ,het Vierkant v. 1». x. y.
het Ceni, den *·
utrUm van het ronde Venfter is.
4cht en twintigste les.
Plaat XXXV.
' e-r, Zl^1· &boSm Venfter, en boven hetzelve
2 r' !mgelyks üit drk Bladm beflaan'
e> m e™ter niet gebogen zyn, maar in
een rechte Lyn ftaan , doorzichtkundig
aftebeelden.
(Horiz. Hoogte 3. Affl. 7 Voeten,)
d"ndpLttSn-G"ondVenfterS "** ™* .
ÏSSÏ het onderile Venfter aan^-
τ,6* het κ,?001' de Liniën "· «*» Deze u bovenfte door de Linie a. e,
, draaien eiLen de Cirkels> daardezelven op
zulks fn brengdmen in Perfpeclief, gelyic ssen. "doorgaande Lesfen is aangewee- Dq verdeL i?1, °P '* Tafereel vertoond by B.
even ee^ Bewerking gefchied in allen déele
en de Afb3 als die der Daast voorgaande Les,
zaam3 hoe t inS totmd daarenbovengenoeg-
het Stuk moet behandeld worden.
|
|||||||||
NE-
|
|||||||||
€o ÖNDERWYSINDE
NEGEN EN TWINTIGSTE LES«
Plaat XXXVI.
.Twee op-en nederflaande Venfler- Luiken, vanvQ°*
ren doorzichtkundig afiebeelden. (Horiz. Hoogte 4. Af ft. 7- Wyking 5 Voeten..)
Het Vak van 't Venfter zy hier 3 Voeten bo-
ven den Grond; 5 Voeten breed, 2 Voeiei1 diep, en 6 Voeten boog. Hetzelve dan, volgens de Regelen der Doo^'
zichtkunde (in voorgaande Lesfen aaDgeWclT zen,) geteekendzynde, moeten nu de L^' ken in Perfpeftief gebragt worden; en ν&Γ mits ieder, als ze toegedaan word, deHel>c^ van 't Vak bedekt, zo is iederLuik 3 Voeten lafle en 5 Voeten breed. Beide open gezet en vla£ aan de Muur gelegd zynde beilaan onder'cVa^ van 't Veniler 3, en boven hetzelve ook 3 Voeten; hier by gerekend 6 Voeten , als oc Hoogte van 't Vak , maaken te zamen ^ Voeten. Verlengd nu door blinde Liniën de
verkortte Voeten der Schaal 2.3.4.5. 6* 7' Haald uit het Oog-Punt op den ι&™ en
6den Voet der Bafis van 't Tafereel de Oogftraal - Liniën ©i.en0^ Beiderlei Liniën door-ftyden elkander in ,
de Punten a.b.c.d.ej- Haald uit deze Punten Lood-Liniën op- .
vvaards, en zet op de voorite Lood· Linie. * den verkortten Voet 2'
twaalf maal in de Hoogte tot in ë'
waardoor deze Linie in 12 Deelen ver-
deeld word. XreKc
|
||||
Ti-ektORZiCH^KUNDK 1U' ^Μ'6ί
^aar iP^raal" Linien uit her. Oog - Punt door f Verdeeling , zo ontftaan daar lipo/ Wederzyden van't Veniter de tra- «et Se Figuuren "··£·*·ƒ·
"luf en tlerzelven word bepaald door
Vermirgftl'aal-Liuie »'·*·
en 's du de Luiken , wanneer ze open-
20 e§edaan worden, zich in halve Cirkel-
den ^etl Deweegen, zo moeten deze Boo- hie Peripe£tivisch vertoond worden, ea Jrla=ii Coe dienen de evengemelde Tralies. 7ld derhalven uit het Punt i. t°0r de Snydingen l.m.n*
uit?aar * en**
Cir^e Hand de perfpe&ivifehe halve
Langs d " BoGSen *'■m'd·en *·m'b'
«én JZe ^°ogen worden de voorfte Hoe-
dan Luiken bewöogen ; men kan ft,l' naai' willekeur, op dezelven be- Paalen de Punten o. enp. te taan de Luiken deze en geene Schuin- hee>?ri!even *\en voor de rest dezelven af* sternen, gelyfc hec hier de Öogfchyn te • bennen geeft.
DERTIGSTE LES* j
Plaat XXXVII.
of Zolder- Stuk , doorziibtkundig
te vertoonen. (Affland ia. Voeten;)
jairjg vzrfx? ^anSeQde Schildere! eene Verto-
van ons Γ y°0rwerPen is . welken horizontaal
fond in tp ynen we§ te wyken; zo is een Plaf-
ct-gendeel eene Schildere!, die parallel
bo-
|
||||
62 ÖNDERWFSINDÈ
boven den Grond ftaat, en welker Voorwerp60
zich vertoonen als of ze verticaal boven öO5 Hoofd van ons weg wyken. Vermits men nu in de eerftgemelden zich vf*
de Schaal bediend, om daardoor de Gedaan*5 en Grootte der. wykende Voorwerpen regelm*' tig te vertoonen; gelykerwyzegebruikt men oo> de Schaal in 't bewerken der Plaffonds. Όο& in de hangende Schildereiën moet men zich de Sehaal als eene leggende, maar in de Plaffond$ als eene overend ftaande Ladder imagineerec· Dus volgd natuurlyk, dat in de hangende Schil' dereiën de horizontale Voorwerpen s by Vóorö* de Grond $ en wat op denzelven legd* verkort' ten of inkrimpen; maar deverticaale of overend ftaande Voorwerpen behouden hunne doorzichcJ kundige Hoogtens ; in de Plaffonds integendeS1 is de Zaak anders omgekeerd, te weeten: De horizontale Voorwerpen% ëë' lyk de Vlaktens A. B. C. et& krimpen niet in, maar behouden
hunne doorzichtkundige Breed- tens ; doch de verticaale Voor- werpen,' als D.E.F. en#' verkortten zekerlyk, of krimpen in, naar maate de wykende Voe- ten der Schaal inkrimpen· Voorts worden in de hangende Schilde- reiën de horizon taaie Liniën naar het Oog-Punt getrokken; in te- gendeel loopen de perpendiculaa- re, of Lood-Liniën, in de Plaf- fonds naar 't Oog - Punt, gelyk dé Liniën αΒ.οί.εΦ De Liniën ef.gb.eai' welken zich hier als Lood - Liniën vertoonen, zyn eigentlyk als Wa- . ,g terpas-Liniën aan te merken. £il |
||||
AlJe^°leedCHTKüN]ÖE' *& 4fM.
|
03
|
|||||||||
die der vie,-Kns der Voorwerpen, gelvk
yoordig Vnnalte Gaten enz. in het tegen- de ^Ddsom ubeeld' wordcn rondsom op
g^fteld enÏ loPende Bafis \ k j n*%Setr<>kken het °°g-Punt in de Hoog-'
e Voorwern ^rondemPen3 welken in andere Schildereiëa
'^ler als vi,/,iw°rden overeind teilaan, zyn Öoo6·11 aanziet. aan temerken> tegen welkea
V*> ^orfe^y0""· der Schaal, of Lad-
v°orwernR , andere Lesfen de Verheid der !?e* doOr L b(;Paald> doch in deze verkrygd •Pen,' ^ie in Helve de Hoogtens derVoorwer- V e,d Wen aezen 0P^chte ook als eene Ve*.
V°Pr 't oS aangemerkt worden.
ires w« nadtnïp? t0t h,et Bewe**en dezer
daa% de AfhSf vereifc,ht» en men moet "ueeiding te hulp neemen. ^N EN DERTIGSTE LES.
Plaat XXXVIII.
Jf ** tef *yde ™ Pcrfpemef te brengm
öe Η0ο0Γ' H00gte 3· Am- 7- Wyk a. Vort.)
*£ti ^l?Jedv TraP ^ 5» de Dkptea;
^aakt den Pi te 3 Voeten. * *
B^ld Lood atCen" Grond « ,
rfnnd e* 2Vv0.^erPas" u^èn tegen de #
men op de VnnLlnie aaD i de eerften ko- Linie v°eten der Grond-' ei? de laatften on j o.2.4tc
Linie. cn °P de Voeten der Zy- 4
|
||||||||||
2. en ƒ.
TrekE
|
||||||||||
ö4 Ο Ν D E RW Υ S IN DE
Trekt derhalven uit het Oog-Punt
naar de Bafis van 't Tafereel de -.§, Oogftr. Liniën © o. 0 2. Q 4· *
En verlengd de verkortte Voeten ,,
der Schaal % t.&}
Beiderlei Liniën doorfnyden elkander in ^
. de Punten a.b.c·- Zet op ieder van deze Punten eene Lood-
\ Linie, en draagd den halven verkortten ,, Voet . E drie maal uit e·!0/
twee maal uit _ b· }H,
en een mial uit c. in g.en uit d· &
Haald Waterpas - Liniën, evenwydig met *
. de Bafis, door de Punten e.}·' Deze en de evengemelde Lood «Liniën u
doorfnyden elkander in de Punten »·** Trekt door zichtbaare Liniën te ,,
zamen ae.ei.if.fk.kg.gb.bd.ew
zo geeft dit de voorite zyde der Trap.
Zet nu ook Lood-Liniën op de Punten, welken veroorzaakt worden door den verlengden Voet der Schaal " en door de voorgemelde Oogftraal-Li.
niën, najnelyk op de Punten l.ffl·11 Haald de Oögftraal - Liniën .
■O'.Oi.Qf.Qk.Og.0>·
Deze en de laatstgemelde Lood-Liniën doorfnyden elkander in ρ. q. r. s. (-ö*
Trekt eindelyk. volgens de Afbeelding, al-
les door zichtbaare Liniën te zamen, wac zichtbaar zyn moet, zo is de Trap ift Perfpeftief gebragt* |
|||||
τψ$$
|
|||||
R 21CÇ Ô Ê U Í D Å. III. Áƒ'deel :ä$
W£-E EN DERTIGSTE LES. Plaat XXXVIIL ■GfSe fa. i r °
t> yke Trap van vooren doorzichtkundig of
te heelden. (Hqi·· ij
De _ ' "oogte 3. Affl. 7. Wyking 1 Voet.) , en <\®f}Q van ieder Trap zv I , de Diepte 2
&a!*t di!'e^dte 5 Voeten,
^lerkc^ Patten- Grond A,
Zv"Linie"d^ë Voeten der Grond- en
vallen· d> Lood-en,,\Vaterpas-Liniën TTen de ßô,ðô. ten namelyk op o. en5·.·
de ÂéË ■ e? Ult he* Oog-Punt naar
vLï4a4ls Van C Tafereel de Oogitraal- TvSgï^deScnaaIdeyerkom(P°--o^
der doorfok be'derlei Linien clkan-
in C00lfnydenj tewceten 2et Ô r,~ É ô . â. &. C. d.S ƒ. ff. (&,;
die^^-Liniën, en maakt
cener> hal0 ei, en&i toe de ijgjp n Voet hoog (neeöieride daar
Voet.) z0 van den eerfteft verkortten r, eerften Ti.?«eft dic de Hoogte van den eta maal · den derden verkortten
€n uit x Jn de Hoogte uk t. in l en m. zo geeft rf· in?2· en "-
v. de HoGfffp j i. m. m o*
Wederom zet Hn deo twee'deft Trap.
ue «eifte van den ver- |
||||
66 OND.ERWYS IN'DE
kortten vyfden Voet drie maal
uit t.'mp.q.·*' en uit f.ms.t.v
zo geeft q.r.t**'
de Hoogte van den derden Trap.
Haald eindelyk. uit het Oog- Punt .
naar i. en*'
de Liniën Hen»11'
Als mede naar m.en"'
de Liniën qm.ent0'
Laatftelyk ook naar r. efl*
de Liniën vr^en1®*'
Alles wat nu met zichtbaare Liniën moet
te zamen gehaald vvorden, geeft de Af- beelding genoegzaam te kennen; dit dan gedaan zynde is het gegeeyen Voorwerp in Perfpeftief gebragt, DRIE EN DERTIGSTE LES.
Plaat ^XXIX.
Eene rondsom opgaande vierkante Trap doorziet?
kundig tevertoonen. Van den Platten - Grond ^*
word een perfpeftivifche Platte-Grond
gemaakt, gelyk zulks voorheen te meer- maaien is aangeweezen , en uit ^enzel- ven gefchied de Opmeeting. Nademaal nu het tegenwoordig Onderwerp g"'
vóeglykst kan aangemerkt worden als e& Opëénftapeling van vierkante Blokken, waaj' van het onderfte het grootile is, het tweeo* een kleineren Omtrek heeft , en het derde nog kleiner is, enz; en vermitswy bereids i# voorgaande Lesfen afgehandeld hebben , ho* een Blok regelmatig moet vertoond worden f |
||||
^Öft^ICÜTKÜtf DË. Hl Jfdeel 6f
delwï- men gemakkèlyk naar dezelfde Han-*
y*-e ook deze Les uitvoeren. ViÊH EN DERTIGSTE LES.
Ρ t Α α τ XL.
|
||||||||||||
*,· Fis:,
|
||||||||||||
ent·
|
||||||||||||
^ZQïds neder■gaande Trap perfpeStimsch ié
vertoonen. Be Π 2i Ho°gte 4. Afftand 7 Voeten.)
waa?£inS a.b.c.d.
gaat :°T™en langs deTrapnederwaards
verkop hlevr bepaald door de Bafis en den aIsmed?,!1VoetJderSchaa- *
Verouder* 11 or de Oogftraal-LiniOn ab.cd*
breed 7nevdei da^ ieder Trap 1 Voet **le Vn„ aoor blinde Liniën de verkorc-
•De2e pne'eö der Schaal έ.ξ.6.
, "" βη rie r\ 0 , r . · τ·ο*υ«
doorfnvjp^°gftraal - Linie a. &.
Uic de Punten er in de Puntea ?·ƒ·£
v?nC wS:Unien Va^n , door icicl·'** ''
pen word de Breedte der Trappen be. r^ nu hare Dikte, of Hoogte, regelma-
"k°rtteilV VoeCn' zo'neemt den halven rer- ïnsSeI?K d,enztlvren een Maal uit h. in b.
™lWee MH ,n l-alvea -verkortten Voet 6.
Wedero^uic g.ini.eni"·.
r,.*1"0 Maal n· *erkortteü halven Voet ρ
Emdelyk ook1! /.intern».
Voeg *«n halven verkortten
E a vier
|
||||||||||||
68 ONDERWYSTNDE
vier Maal uit e,inn. en'·
zo zyn de Trappen bepaald.
Trekt Waterpas ■ Liniën uit de
Punten b.i.k.l.m.n.O' tot aan den Kant der Opening #*·
Insgelyks naar het Oog- Punt de
Liniën ibJLnf1' Laatitelyk haald door zichtbaare Li-
niën te zatnen de Punten bb.ik.lm.no· zo is de Trap doorzichtkundig afgebeeld. VYF EN DERTIGSTE LES.
Plaat XL
Fig. 2.
Eens nedergaande Trap van ter Zyde doorzichtluü'
dig te vertoonén.
(Hor: Hoogte φ Afftand 7 Voeten.)
De Opening, waarin de Trap zal zyn ,
word eerft gemaakt, en is hier aange- weezen door de Punten a.b.c.d* lopende de Linie fl*·
naar 't Oog.punt
Laat eene Lood - Linie vallen uit het
Punt i' Bepaald-op dezelve het Getal en de Dik-
te der Trappen door de Punten 1.2.3.4.5* Zynde voor de Dikte genomen |,Voet, die op den zesden verkortten Voet der Schaal moet gernecten worden, -wyi de achterfte Eindens der Trap- pen op de Wyking'van zes Voeten ftaan. Hauld uit de gemelde Punten Waterpas- „ .
W
|
||||
D O O R Æ é c Ç Ô Ê U Í D Å, ÐÉ. Af deel. 69
-'niën; op de onderfte derzelven $9-
c de Breedte der Trappen, hier be-
paald op l Voet, welke ins.se lyks uit den r-"sden verkortten Voet/der Schaal moec genomen worden , en dus komen de Q^ften 6.7.8.9.
Ñ deze Punten zet Lood - Liniën, wel-
ven de waterpas Liniën doorfhyden Tn i.ef.g.hi.k.l.9.
*** door deze Punten naar het
Y°§-Punt dt zichtbaare Liniën aer Trappen im,en.fo.gp.hq. |
||||||
ir.ksj t. s>u.
aald insgelyks door zichtbaare Lood- Waterpas-Liniën te zamen de Pun- Zc£ A\t X7 le.ef.fS,Sb.bUk.kl.h> , J5 V. voorwerp doorzicht-
*Undlg afgebeeld, ZES EN DERTIGSTE LES.
Plaat XLI.
ene Vierkante Wentel- Trap doorzichtkundïg af te
heelden, (Hor. Hoogte 3, Afit. 7. Wyk. 1. Voet.)
Waakt van den Platten . Grond Á.. 2· «en perfpedlivifchen Platten-Grond B.
rc,°pdemiddelfteLood-L
inl% a*s ^ ^tyl ^er Trappen moet aange- of-p worden.) het Getal der Trappen , o0jj ïeeden, gevende ieder Deel tegelyk welke rP''<t3' °^ H°°gte derzelven , toe hortte íÑÀçåå"ð^ ^ier ^e na^ve derde ver- öen v°et der Schaal moet gebruikt wor- OD rif» 'vür ^at de evengemeldè Lood-Linie ** u? WykiBg vaQ 3 Voeten ftaat. E 3 Zee
|
||||||
yo ONDERWYSINDE
Zet verders Lood-Liniën op alle Pun-
ten van den perfpeclivifehen Platten. Grond, te weten: pp b. c. d. e. f. g. h i. k. I. m. n. o, p. q f» De eerite Trap zullende beginnen
met de Linie d.&, zo neemt den halven verkortten Voet i·
Zet denzelvep een Maal op de Lood-
Linie 4- twee Maa! op de Lood -Linie ς, e. en drie Maal op de Lood-Linie ƒ. Wederom neemt den halven verkortten
Voet Q.
Zet denzel ven vier Maal op de Lood-Linie g>
insgelyks den halven verkortten Voec 3·
vyf Maal op de Lood-Linie p.
"Verders den halven verkortten Voet 4·
zes Maal op de Lood-Linie '%.
gevende telkens het laatfte L>eel de Dik-
te, of Hoogte, der Trap· Dezerwyze vaart men voort met Oprneeten,
den peifpeft: Platten-Grond omlopende, en telkens dien halven verkortten Voet tot de Meeting gebruikende, op wiens Verlen- ging de Lood-Linie ibiat, waarop de Mee- ting moet gedaan worden. Haald nu uit de Verdeelingea op den Styl,
of Lood-Linie 0. alle opgemeetene Punten op de voorheen
gemelde Lpod-Liniën te zamen; by Voor'o: de Liniën st.tu.us. geven den eerften Trap.
Wederom de Liniën vw.oox.xv.
formeeren den tweeden Trap.
ijogmaals de Liniën yz.ztz.tzy-
maken den derden Trap. en zo voort,
gelvk uit de Afbeelding kan gezien wor-
|
|||
^OORZICHTKUNDE, IIL Afdeel W
doL,0:11,' ,Zo is de vierkante Wentel-Trap Q00rzicfukundig afgebeeld. Aanmerking,
ô* rigbeii '* ^.C!a)er^en dezer Les word veel Naauwkeu-
de nam Ver«iscbt , en Iemand deze afbeelding willen·
hn bel^D1 ^eve t? begf"yPen> üM door bet Druk·
neer bet fa^r re^ > m wederom inkrimpt, wan·
gg f* droog geworden is, waardoor dan wel eeni-
U^elke a*fering in de Accuratesfe veroorzaakt word.
foeldi' ~ oynerking mm ook by alle de overige Af-
Wel'*!!*611 *n 'J Oogdiendte houden, want ze zyn
maakt "^ de kopere Plaaten zeer naauwkeurig ge-
Pier verPaar dooT het rekken en krimpen van 't Pa-
bunne $■ **? .de Drukken veeltyds min of meer van
ZEVEN EN DERTIGSTE LES.
Plaat XL1I. ;
c ronde Wentel- Trap in Perfpeclief te brengen.
(Hor, Hoogte z. Afft. 7. Wyking é Voet,)
fs^«te Grond A.
orjFpieel ovsreenkomftig met dien
Verd ^ XU· behalven dat hier de klingen der Trappen " a. b. c. d. e.f.g.
op den o·, i.i.*.i.iJi.n.o.p«f. daarentegen f Semaakt Zyn »«Ã»úåç
oq ho<· \7- 1 ln de evengemelde Plaat de ì - rkat»tbepaaldVaren. Doch
ting fsa?Ie|' v.an Bewerking en Opmee-
Dens,11? keide die Lesfen eveneens.
TrappIJ» in wiens Middel-Linie de
©f rond tcLz3men komen, kan men
> of vierkant maken, of ook
E 4 ge-
|
||||
~2 Ï Í Ñ Å R W Õ S É Í D Å
geheel weg laaien , blyvende in 'c
laatfte Geval eene doorgaande ronde Opening in Plaats vanden Styl. Á Á Í Ì Å Â, Ê É Í G.
Dezer wyze kan men allerbande Gedaantens van
Trappen teekenen, als: ovaale, driehoekige, lang- werpig-vier kante, enz. Zynde, mat Gedaante dezehen ook hebben , de Manier van Opmeeting altoos zoda-_ •nig, gelyk ze in de tiaajivoorgaande Les is aange- |
||||||
Van deSpegelingy offfleerfchyn, der Voor*
werpen m V ïVater. Aanmerking. Gelyk de Voorwerpen zelfs, zo moeten ook derzefc
aer Spiegelingen in 't Water naar de Regelen der Door' zicbtkunde afgebeeld worden. DU " voljtrekt noodzaa· kelyk, wyl qnderzins geme Spiegeling zicb, natuurlyk kan vertoonen. Feelen zyn met die Zaak verlegen, ja zommige meenen voldaan te hebben, wanneer ze flecbts het Voorwerp anders om, of bet onderfle boven, zon- der eenige Verandering, in 't Water afbeelden , 't welk een groote Misfiag is, en tegen de Ondervinding firyd. De Handehvyze dan, op 'welke men de Spiegelingen tegelmatig kan en moet teekenen, zal in de volgende Xesj'en klaar en duidelyk aangeweezen worden. ACHTEN DERTIGSTE LES. Plaat XLïH. De S0ëe^ê van ^'ie h!Zmdere Voorwerpen doof'
zichthmdig te vertoonen. De Voorwerpen, welker Spiegeling of Weer-
" fchyn hier vertoond ïdocc worden , zvn : J : ' hcï
|
||||||
^Vierkante Blok ?
£ filter Muur £'
jiSfeftompeTooren C
S1 τ·/1", POg" PUnt d0<W dC Vier ΟΠ-
Wna H?,eken van 't Blok tot aan den bo-
eten Kant vanden Wal de Ooeftraat- gt tot aan den onderden Kant van den
r», *v ai vallen de Lood - Liniën ac. en id. fSkt naar bet Oog-Punt uit de
Unten c d
jöe Liniën 0 c. en O*
^eze en de voorgemelde Opgitraal-Liniën
oepaaien de pikte van den Wal onder
nee Jbiok.
Laat nu uit de vier Zyden van 't Blok Lood-
Liniën vallen, twee derzelven maken in de rjte Snvdingen *$-f
<et den'Pasfer in 't Punt 'T'
|
||||||||||||
.en opend denzeh'en tot in /
fl9aakc met deze Opening des Pasfers den ^
^Cirkel - Boog ?
v ederom zet den Pasfer in 't Punt 7
^p. deneelven geopend tot in /,'
|
||||||||||||
^^aakt den Boog
*?'d uk de Punten
|
o.m,
f. en m. |
|||||||||||
LainÏÏTrpf' Lirf'* ι * »'· en » *.
na κ lyk trekf UIt ae Pinten ' 2· /
tig ^s «e Spiegeling van 't Blok regelma-
Om^cf5 bekend. verto spiegeling van de achter - Muur te doorunen, zo haald uit hec Oog-PuI3C * Punc v n.
& 5 naar
|
||||||||||||
Y4 . . Ï Í D Å R W Õ S É Í D Å
naar den bovenften Kant van den Wal de
Linie n, o. Laat uit 't Punt o,
tot aan de Oppervlakte van 't Water val-
len de Lood-Linie o.p, Insgelyks uit 't Punt n.
eene Lood - Linie van eene aanmerkelyke
Lengte. Haald uit het Oog-Punt naar het
Punt P- de Linie P-1·
Praagd de Hoogte q.r,
over in 't Water tot in s.
en van daar trekt eene Waterpas-Linie
achter de Spiegeling van 't Blok heenen; zo is de Spiegeling'van de achter Muur geteelcend. pievanden ftompen Tooren, verkrygtraen
door Overdraging der Hoogte n.t, uit het Punt q.
naar beneden tot in u.
Eindelyk de bovenfte Lyst van den Tooren
ook in't Water overgedragen, en van het Punt v, de Zy-Linie naar het Oog-Punt getrok-
ken zynde Cgely^ ze in 'c Voorwerp zelfs ook na liet Oog-Punt loopt.) zo is dit Werkftuk gedaan. NEGEN EN DERTIGSTE LES.
Plaat XLIV.
De Spiegeling van twee differente Kruis - Blokken
regelmatig aftebeelden. De twee Kruis Blokken vooraf doorzicht-
kuodig geteekend hebbende, Laat
|
||||
DQORZICHTKUNDE. ΠΙ. Afdeel 75
valleli: a^e derzelver Hoeken Lood-Liniën
hl™a-t0} °P den Grond en door deqzelven Verleid) Water,
«uengd de Grond-Liniën der Blok- tot ab.encd, Verje aa° de Lood- Liniën in e.f.
rd?"§d insgelyks de Liniën ae.id.enef,
a-!ieJnaar nec Oog-Funt lopen) tot Jl° den Kant vifti den Wal ia g.hA. ; borden de Lood-Liniën m.enn.
n dus ontftaan boven op den Wal de
"oorzichtkundïge Platte-Gron- •Mczeiide Platte-Gronden, parallel mee de
vongen, moet men ook onder den Wal, or, als het ware, op de Oppervlakte van J V/ater maken , en om dit te doen laat *-<ood-Liniën vallen uit de Punten g.b.i. zot op het Water in o.p.q. zynde dus de Dikte des Wals van voren
oepaald door de Hoogtens go.ofbp.ofiq «aald uit. het Oog. Punt blinde Einiëq
Ilaar o p.f, *° zullen deze en de Lood-Liniën, wel-
*en van de Hoeken der Blokken neder- fnaards getrokken zyn , elkander door- QVden en dus de perfpeclivifche Platte- rii»°.n^en onder den Wal formeeren, die teg' door de geih'ppelde Liniën, aange- , tïit deZen ζ^π·
•jvq^?0 doorzichtkundige Platte-Gronden den Ρ a*'e Hoogtens der Blokken mee
oven?/"61- opgemeeren en in 't Water <yeef,?eciragen , by Voorbeeld de Hoogte r*; ^e ^ogte rti:
geeft
|
||||
76 O Í D E R W Õ S É Í D E
geeft t. *·
De Hoogte x.P
geeft x'z'
En de Hoogte y»>
geeft y* ^°
Dus ook alle de overigen.
Engeiyk de Zyden der Blokken naar 't Oog-
Punt lopen; zomoeten ookdeZy-Liniën in de Spiegeling naar 't Oogpunt getrok- ken worden. Alles dan wei en naauwkeung uitgevoerd
zynde zal zich de begeerde 'WeeVfcbyn, of Spiegeling, regelmatig vercoonen. Aanmerking.
Hoe ongerymd en onnatuurlyk bet zoude zyn, <wnn·
neer men de Spiering van emig Foor werp zidlet vertoonen, hetzelve jïecots omgekeerd, of met bet on- der fte boven, in 't Water Seüde afbeelden , blykt thans voornamelyk by 'f kofteKruis- Blok. Want men tJM. bier boven op hetzelve; daarenteegen is in de Spiegc ling de bovenfle Zyde van dit Voorwerp niet alken ten eenemaale onzichtbaar, maar men ziet zelfs te' een de omlerfle Zyden der Armen aan, gevolglyk is %r in dit Geval een merklyk Onderfibeid tusjcben de Vertooning der Sfiephn& m die V(m 't Voorwerp zelfs-. VEERTIGSTE LES.
Plaat XL ã, · De Spiegeling van een' nabyzynden Boog en veraf*
geleegenen, Tooren te vertoonen. De Voorwerpen, welken de Spiegeling in 'c
Water veroorzaken, moeten eerst, volgens 'de Regelen der Doorzichtkun.de afgebeeld; vervol- '' gen* |
||||
â00âZICHTKÜNDE. III, Afkel. ft
beninf? Dikte van den WaI' °P die P^^ea
lykjn ,w°rden, daar men ze nodig heeft, ge- tJQQj, , "e twee voorgaande Lesfen , en hier 4 ■En zh §eftippe3de Liniën , is aange»veezen. ter ê a^s Iïien a^aar de Overdraging in 't Wa- fCL-^eft behandeld , op dezelfde VVyze gö- Bêt ffZe °°kin de tegenwoordige Les. v!e/%ide de Spiegeling van den Torefj * jf.'ipiits op, eenen zo verren Afftand de lf3e van den Wal aldaar genoegzaam feSene Dikte meer blyft, doordien de "ogftraal- Liniën ter zeiver Plaatfe na- ^vn?e<? in elkander lopen , en dus de wal ilechcs als eene Linie zonder Dikte ri^nr?ar!genomen worden; zo draagd men jl "oogce tusfehen den oriderilen Kanc aer Vest Muur en den Top des To- rens ^ic des gemeldgn Kant in 't Water over
Wanneer het Oog in de gewoone Hoogte van 4,
Jl 5 / veten hoven den Grond verbeeven is, kan P* ^ de Spiegeling van eenen Toren , of ander boog ie^0r1eerP j op eenen zeer verren Affland in 't Wit- OppUn ' 'f we^ c-anmerkelyk is , en in den eerflen $jtiP%rongelooflyk voorkoipt ; by Voorbeeld: De fen/d S van een srout Gedeelte des Wefter- To- fiaande ^' ^ ^e Haar^emmer Poort, niet tegen-
derd ñ- ç daar ter plaatfe vier duizend en vyf bon- dus •tsel^ ' (™ eene recbts l*inu genomen,) en flaat d íøéßâç ^aa^ verder van dien Toren af- ds Vlak'1 ^00% 'f' ^t-^omt daarvan daan, dit m tusfebeh beiden, feboon zeer uitgejïrekt |
||||
* # ONÖÊRWrs ili DË
zynde, ongemeen veel inkrimpt; ja indien men of ie gemelde Plaats het Oog dicbt aan den Grond bragt> en 'er geene andere Voorwerpen in den Weg waren j xoude zien genoegzaam den gebeelen Toren van den Top tot aan den Voet in 't Water konnen zien; maat hoe boogef de Horizon genomen word, dat is : boe iooger het- Oog boven den Grond verbeven flaat', boe minder raeti van de Spiegeling der Voorwerpen gewaar moord, dewyl alsdan de Vlakte tusfcben beiden meet' der Breedte behoud, en gevolglyk een groot Gedeelt* van de Spiegeling bedekte |
||||
Vierde afdeeling,
1 BEHELZENDE DE
SCIAGRAPHIE,
VERVAT IN'
ACHT EN TWINTIG LESSEN,'
Waatii, aangeweezen vrord:
men de Slag - Schaduwen der Voorwerpen, veri
6°ÀÆáö door 't Kaars-Zonne-Dag en Maan* Licht, doorzichtkmdig afbeeld. |
||||
}°RZICHTKUNDE. IV. A/deel 81
Aanmerking,
fVanneer eet, ô*
beJcbeenm J:a f oorwcrp door bet een of ander Licht °P v<dt-t Ver/·,' zo z"Jn de Deelen, daar bet Licht
,ienKant dr ; ' inUÜendeel " bet Voorwerp aan *en kan d ßë ' daar het ^icbt niet °P hetzelve wer- CBe" zulk. V ß Donkerbeid noemd men Schaduw; doch \!nthk ni cbaduwen handeld de Doorzicbtkunde ei- haduisaen ' maar TOe* over de zogenaamde Slag- Ï-Ucbt 5 ",^chaduv/ is niets anders, dan een Deel der
?ider W1 Mt-voelk, door Tusfchenkomst van 't een of
n > en h ^^P J de Licht - Siraalen niet hmnen val·
ºâæ' Straal f Sevolglyk donker blyft. Vermits nu
^oor-voert» h alsrecbte Liniën over de Zyden van 't
*#"» iets nj ^to2 > cn» °f teg™ den Grond, of
el a'er j*fersfiwten , zo krygt bet onverlicbtte
^byfirykenJ ô dat acbteT bet ^oortioerp door de
eMenilyke y/ Licbtfiraalen ingefioten word, en de
?,e zicb r^i' Scbaduw is, eene zekere Gedaantev,
Koorvaerp Stf'erd , deels naar de Gedaante van 't
e/2 van bet I /l' deels mar dm Stand Van hetzelve
JSu^ers 1 Æ dedi 00k naar d^n Stand des Aan-
* "> of «É 7 °Pmbaar ™ord, of op den Grond al.
r' 'toelL · " m teSfhk ook °P andere koorteer.
|
||||||||||||
üJldera ^''f?· '-o dikwils nu de gemelde Standen ver-
|
||||||||||||
Fjders bt ·Perk > °f *e» die Slag
-^iebten tepe^:?'nneer een Voorwerp door twee, of meer a8~Schadi2i ^efebeenen word, ontflaan 'er zoveel
i®Bn 0Ver gi en, a[s >er Lichten zyn; deze Scbadu- daar %e eikand va^mde veroorzaken, ter Plaat/e % de&noerndmpn^' ^dekken, meerder Donkerheid, en, d*wen om/L· Öe|fern-Schaduw; zulke Kern-Scba-
dan .«. fJtaav - ■ |
||||||||||||
ÌË Kaars. T? a^een a^sda^i wanneer meer ,
ƒ Lamp-Licbt ep een Voorwerp wer* |
||||||||||||
F ' ken,
|
||||||||||||
§2 ONDERWYS IN D E
ken , maar ze komen ook te voorfcbyn , ah bet ' ..
Licht door eene, of meer Openingen op bet '-^, werp valt, dewyl bet dan langs de Zyden der yL ning indringende de Werking doed van zo veel ^.^ ten, als de Opening Zyden, of Kanten beeft» , ^ de Slag- en Kern-Schaduwen zyn in dat -Ge** >f verre na niet zo difiincl , als die, welken do<>r Kaars - Lamp- en Zonne - Licht veroorzaakt nsoTW ' De Slag-Schaduwen worden kleiner, en gro<>te vaar maate bet Licht en 't Voorwerp of dichte? L· of verder wan elkander afflaan; Ook zyn in 'f ee'L· Geval de Slag - Schaduwen flerker , en in 't l^J fiaamver. ^ Als het Licht kleiner is , dan het Voorwerp 5 .,
word de Slag Schaduw grooler; maar het Licht ê\ „, ter zynde dan het Voorwerp, zo verminderd de $Tj Schaduw naar het Einde toe in Breedte; dienvolfr ,, zouden alle Slag - Schaduwen, welken door 't Zor>.jt Licht- veroorzaakt 'worden, theoreticè moeten P^m uitkopen; doch vermits onze gebeele Aardbol %*$"'# 't verbazend groote Lichaam der Zonne maar ^j. klein is, en nog oneindig veel maal kleiner alle ^,j ' Jche Voorwerpen by hetzelve zyn ; zo kan mefl ê, puntig uitlopen van derzelver Slag- Schaduwen, *jL gens bare Kortheid-, niet merken, maar ze fchynef1 '" paald te nx,ordm door parallel lopende Lichtftra^fL weiken men dan ook, in dat Geval, als zodanig1*' niën aanneemt. Uit al het voorgemelde blykt , dat men de S™.
Schaduwen der Voorwerpen geenszins willekeurig1' -t afbeelden, maar dat ze noodzakelyk naar zekere ^ , konflige Regelen moeten geteekmd worden Deze & gelen zyn mede in de Doorzicbtkunde begreepen - wy zullen dezelven in de volgende Lesfen aantoM*' |
||||
d°QR?ï
Vah de sL HTKUNDE· W- *M 83
ƒ 'Lamp- Licht veroorzaakt
worden. E E R s Τ Ε LES.
Plaat XLVI.
der ^ag!V)' funten te vinden tot het vertooner*
o^aduzven, welken by't Kaars, of EeI]eKaar UmP-L^t,ontflaan. fc" 2Vndf f ,der Licht> ™ een Vertrek ge-
£? deo 2oldeïal aan de M"">-en, imgelyk» fc^gïnaire ]ich^ geht tegen over de Vlam, lichr erfcer refWï ekken ,veï0°ï™kcn , wet-
e, r^Plaatf^^i dan de overige ier- de W^eld men pMlddel*Pont der Vlam
der o^akelyk m βΒ, ■n0emd ' en die *«»
gefe OBmidIU,Wien Vatl ZUlke Voo™erpen,
VoB d'c dik«?f1?k aan de Muuren itaan, ^\iïïé' de VOJgende f·**™*
g^geweeze'^01:· Punten worden hier
dan ii!^ÏRderGiSï ί^*™^ on- f'
fieldι ?0r«aakr , s ls' word medeals- Sdl' dac SSn^B5^r men verondel- "nderS geeft hy «η geheel vry ay., wanc |
||||||||
<ec Lichaam de*·
|
Kaars zelfs
eene
|
|||||||
54 ÖNDERWYS IN DE
eene Schaduw, gelyk in de naastvolgen- de Les zal aangetoond v/orden. Om nu de 'eigentlyke Plaatfen der Hulp-Licht*
Punten te vinden; .. Haald men door het rechte Licht-Punt, ot,
door het Midden der Vlam eene horizontaal Linie , als mede ecde Lood- Linie tot op den Grond en tegen "e Zoldering aan, komende dus op de eerftge' melde Plaats het zogenaamde Grond Lichc'/( Punt, of Grond-Punt ' Haald uit dit Punt wederom eene horizon-
taal-Linie tot aan de ZyMuuren; ter plaatfe, daar deze deMuurenraaken, zet Loodüniënopwaards, welken de horizon- (, taal· Linie, door 't Punt gehaald, zullen doorfnyden in de ·ΰ, Punten a-c
dezen zyn de Hulp-Licht-Punten aan de
twee Zy Muuren. De opgeroeide Lood-Liniën tot aan de Zol-
dering opgehaald zynde , trekt ter plaatfe» daar ze den Zolder raaken, eene horizoO' taal -Linie, deze en deLoodlinie, uitbeC g, Licht-Punt tot aan de Zoldering getrokken, doorfn?' ι
den elkander in 't Punt zynde dit het Hulp Licht Punt aan de Zoldering. Om nu hetzelve ook aan de achter Muur /,
te bepaalen, zo haald uit «<Ê naar 't Oog Punt Oogftraal- Liniën; ter
plaatfe, daar de onderfte aan de achter Μ uur raakt, zet eene Loodlinie, deze zal /( de Oogftraal Linie, uk c- gehaald, doorfnyden in 't Punt ψ
|
||||||
D°0RZICHTKUNDË.IV. Af deel. fe
*S\A^ het Hulp-Licht Punt aan de ach- |
||||||||
Â
|
||||||||
*S |ÚË6 Hu'P· Licht-Punten, wel-
____■ -£e Les voorkomen, bepaald.
Tweede les.
Plaat XLVL
f>" Schaiww der Kaars zelfs, en van een vief'
wm Blok, doorzicbtkundig te teekenen. En0de'?' der Kaars zy a.
TJJ Kaars zelfs b.
d?n R ën uic het M'dden van't Licht over
jsv ^Dcl der Kaars, en dewyl deze rond als'mpn men zo veel zulker Liniën halen, ïen Þ ?°diSte hebben oordeeld ; Wy zul- Üaaid iS 51Cr met vier behelpen, daar ç Munten van den Rand der Kaars, pen é afgemelde Liniën doorheen lo- kenV, t Liniën tot °P den Grond, wel- Punten · Ã Vler Puncen maken, die óp de deeret 'Ð ^en Dovenfi:en Rand correipon- ]'ekr d ' ^nd Ç°Ã die VIer Punten i° den onderften
een» k-er Kaars blinde Liniën, waarvan de dere *, Parailel met de Bafis, en de an- IVf ";ar»c Oog-Punt loopt. ovel j" p Liniën, welken uit het Licht zyn á ?Ven Rand der Kaars gehaald r purjtW?00lfnyden elkander in de iiaa,duitH u e.d. e.f, ^Peftivif u nd door deze Punten den per-
Van 't r; un Cl'rkel, die de Slag-Schaduw 1 Schaam der Kaars is. F 3 , Hier-
|
||||||||
8ö ONDERWYS IN DE
Hierby· diend aangemerkt te worden dat,
verspits het Lichaam der Kaars boven aan „ oy de Vlam en hier aangeweezen by ** doorfehynend is, de ronde Siag - Schadu-
wegevolglykooknietkantigzyn kan, maar derzelver buitenfte Rand a!s verdwynd ; dien men echter hier icherp gemaakt heeft, om Reeden, dat de eigentïyke Beperking der Schaduwe moeit aangetoond worden. Om nu ook de Slag - Schaduw van het vief
kant Blok te teekenen: Trekc uic het Licht- Punt (t.
over de Boven-Hoeken van 't Blok de bo-
venfte Lichtftraai Liniën; insgelyks uithet Grond-Punt der Kaars door de Onder- Hoeken van 't Blok de Grond-Lichtftraal- Liniën ; daar dezen en de eerftgemelden elkander doorfnyden , bepaalen ze de Ge- daante en Lengte der Slag-Schaduwe van 't Blok Doch men moe: wel opletten dat men alleen die Snydingen gebruike, wel- ken door op elkander correfpondeerende Punten gehaald zyn, by Voorbeeld: Ue Lichtftraai-Liniën door de Punten ε e0&·
getrokKen, maken de Snydingebv *· En dus is het met alle de overigen ^elee-
g€ρ, gflyJc wy hiervan in de volgend?Les- fen meer Voorbeelden zullen ontmoeten |
|||||
£)£#'
|
|||||
Doorzicht kunde. iv. Afm. β?
derde les. Plaat XLVII.
De Fïg' l'
in>&" Schaduw van een vierkant Blok, waarop
1 Midden ecne Kaars flaat, doorzicht kun· ■-p dig te verwonen. o£LUi,thet Licht -Punt a,
de r ·~f vier boven Hoeken van 't Blok
ab.ac.ad.ae.
Ra lnsgelyks uit'het Grond-Punt der B]0uS ?ver de vier onder-Ploeken van 't Zen e ? Grond-Lichtilraal-Liniën, de- dom-r" eerftgemelde Lichtfiraal-Liniën iiaa'd Hyden Pander in de Punten b.c.d.e. Iw r recn!:e Liniën te zamen de LU"ten * c.fd.de. e*. Zich!, Slag-Schaduw van 't Blok door-
*lc«tkundig afgebeeld. Vierde les.
Plaat XLVil.
|
|||||||||
Üesia
|
Fig. 2.
|
||||||||
an^,' Schaduw van een vierkant Blok, dooreen"
' °n Stand der Kaars veroorzaakt wordende 'n teegen eene Muur oplopende, regel· T> 7 matig te vertconen. over de c Grond"Punt der Kaars *·
^elken Τ60 onderfte Hoeken van 'tBlok,
Gr0tjj , .et naaft by de Kaars zyn , de de A/t„ .Ca!;ii:raal-Liniën,deze ftuiteaaan «aaurin depun£en cd. F 4 Zee
|
|||||||||
S8 O Ν D E R W Υ S INDE
Zet op deze Punten Lood-Liniën aan de
Muur. Haald ook uit bet Licht-Punt f <*'
over de twee voorfte boven Hoeken van 't
Blok, welken opdeevengemelde twee on- derde Hoeken correfpondeeren, deboven- ite Lichtitraal-Liniën, dezen doorfnyden de Lood-Liniën aan de Muur in e.en;· Trekt laatitelyk , volgens Aanwyzing dei-
Plaat, het befcfraduwde Perk door rechte Liniën te zamen, zo is deze Slag-Schaduw regelmatig afgebeeld. V Υ F D E "LES.
Plaat XLVIIL
Fig. i.
De Shg-Schaduwen van tixiee Blokken, door eeve
Kaars van achteren hefchemen, te vertoonen. Uit het Licht-Punt ; a"
haald over de boven Hoeken der
Blokken d.e.f.S' de boven - lichtitraal - Liniën;
En uit het Grond- Punt der Kaars h
trekt de Grond- lichtitraal-Liniën over de
onder Hoeken der Blokken, doorfnydende zich beiderlei Liniën, naar 't Blok in- gehaald, in de Punten b.iJ'
en b.epaalen gevolglyk de Slag-Schaduw
van dit Voorwerp. Maar het Blok 3-
tegen de Muur itaande, z0 WOrd tot het tee-
kenen der Slag-Schaduwe van hetzelve een Hulp- Licht -Punt vereischcj 't welk hier tangeweezen is by ƒ· |
||||
Ha^ld°RZlCHTKUNDE" 1V' Jfdeel 8?
den Rlt uetze^ve eene Minde Linie over T?ektCvituic op den Grond In m.
aan d κ daar' Parallel meü de Bafis, tot
den u b°ven-Lichtftraal-Linie, die over £ïP?°sk T.. ' ■ *
HaaW lSaift f1?16 ur- m'n'
Zo ■ A«atitelyk ook de Linie ». o.
re„ , de Slag - Schaduw l. m. n. o.
Swiuatig vertoond.
ZESDE LES.
Plaat XLVIII.
Fig. 2.
anJenflaandBlok de Slag-Schaduw tevertoonen%
0Xier een leggend Blok tegen eene leunende Plank valt. Sf ψ h-et Licht -Punt a.
BlrX f Ver boven Hoeken van 't ftaande
Haalri Liclnftraal-Liniën ae.ad.ae.af. |
|||||||||||
Kaar°0k uit het Gn>nd-Punt der
|
t„
|
||||||||||
dPen de vier onder-Hoeken van 'c Blok
|
|||||||||||
de Pi-
Ter pi^d-Lichtftraal-Liniën bg.bb.bi.bL de v?'^ > daar deze op den Grond aan jBlokr°v" en acnter Zyden van 't leggend de bov ' zet Lood-Liniën, welken aan ken depn"^ancen van dit Biok-veroorza- akt dooïT?" l.m.n.e. zyride rl· ö^'n te zamen ln.mo. ' de Blok Slagschaduw van 't itaan- Verder h*aa?? hec leggende. aan de SS Ult de Punten £.&.».*, icunende Plank parallel-Liniën met F j der-
|
|||||||||||
©α Ο Ν D Ε R W Ύ S I Ν D E
derzelver Kanten , waardoor de boven
Lichtftraal-Liniën doorfueeden worden in de Punten cd.e.f Trekt dezelven door rechte Liniën te za-
men, zo is de geheele Slag - Schaduw van 't ftaande Blok regelmatig geteekend. De Slag - Schaduw van 't leggend Blok word
gevonden, door uit het Licht-Punt a. over de vier boven-Hoeken, en uit het
Grond-Punc S. over de vier onder - Hoeken van dit Blok
de Lichtftraal-Liniën te halen; Daar zich dezen elkander doorfnyden, te
weeten in pmqt r%s, bepaalen ze de Slag - Schaduw van 't leg-
gend Blok, gelyk de Afbeelding toond. ZEVENDE LES.
Plaat Xlix. Fig. i. De Slag - Schaduwen van verfcheidene Voorwerpen,
op den Grond , aan de Muuren en aan de Zoldering vallende , doorzkhtkundig
te vertoonen. Trekt Lichtftraaf- Liniën uit het Licht-
Punt ^ over de Hoeken der Voorwer-
pt . , , sf-ë'bi.kJ,m.n.o.p.q.r,sJ' Insgelyks uic de boven- en opder - Licht-
Punten b.exic. de Grond Lichtftraal - Liniën over zoda- nige Hoeken, welken ©p de Hoeken cor- yefpondeerea, waarover de Lichtftraal· Li-
|
||||
'ORZICHTKÜNDE. IK Á f dal. g*
t'^uit het Licht-Punt e.
Tgehar.]d zyn.
terf ^e' daar dezelveii aan de Muur ftui-
mel'^et .Lood-Linien., waardoor de ge-, á· c Lichtftraal-Liniën doorfneeden en Jnv<)1gens de Slag-Schaduwen'dezer Voor- Dp erPCr> bepaaid worden.
SWhet eene Blok hier dicht aan de Muur i.aac> zo inoèt tot het Vertoonen der ô .aS· Scha du we van hetzelve een Hulp- **'cht. Punt gebruikt worden , 'c welk hier y^ögeweezen is by - d.
■r*« uit hetzelve over den Hoek u.
(^etle Linie, waardoor achter het Blok de
2?^elde Schaduw bepaald word, gelyk ze Z1eh iu de Afbeelding vertoond. Aanmerking·
^Wanneer men dit Tafereel anders omkeer d, zo bly-
.4 n de S'-ag - Schaduwen der twee Blokken volmaakt
*tlfden 5 als of ze op den Grond waren , en dan
nJ\het Pmt b* al* bet Grond-Licht-Punt dange-
'll~rki marden.
ACHTSTE LES.
Plaat XLIX. ýßá&'Schaduwen van drie Nis/en doorzichtkun-
ilig afieheelden. |
|||||||||
B
|
lS!js p den voorftèri Boog der
Draaa|eriPunten, by Voorb: hier een*!
£00å ?elven over °P den achterften
à *»' door ujc gemelde Punten blinde |
||||||||
Li-
|
|||||||||
92 ONDERWYSINDE
Liniën te haaien naar 'c Oog-Punt, ko-
mende dus de Punten g. en v» De vierkante Nisfen hebben van zelfs hare
Punten, namelyk de voor- en achter-Hoe- ken i. k. IV" Trekt Lichtftraal-Liniën uit het Licht-
punt e· over de vóorfle Punten · h c. e. l> Insgelyks naald uit het Grond-Punt $>
over de Hoeken n.o.p>
Grond-Lichtitraal- Liniën tot aan de ach-
ter- Muuren, makende aldaar de Punten r. s. t· Trekt nu uit de Hulp-Licht-
punten f.d.b- over de achter Hoeken i,g. b. W» blinde Liniën, dezen en de eerftgemel- de Lichiftraal ■ Liniën doorfnyden elkan- der in de Punten «.Ό. x.lO· Haald uit de Hand boogsgewys ce zamen
de Punten v.s. Trekt de Lood-Liniën «r.enw*·
als mede naar 't Oog-Punt de
Liniën xuenytv* zo zyn deze Slag- Schaduwen doorzicht-
kundig afgebeeld. |
||||||||||
Aanmerk in
|
||||||||||
G.
|
||||||||||
De Hulp - Licbt Punten ƒ. d- b.
moeten aangemerkt worden, als of ze aan de acbter
Zyden der Mmren waren, dewyl de Slag ■ Schaduwen der Nisfen eigtntlyk aan 4ie Zyden vallen. |
||||||||||
NE-
|
||||||||||
DOORZiCHTKUNDË. IV. Jfdeèl. 93
NEGENDE LES.
Plaat L.
Fig. 1·
e Slag. Schaduw van een Poortsgewys Vm>
Werp, tegen eene achter-Muur vallende, doorzichtkundig te vertoonen. Trekt Lichtftraal - Liniën uic het Licht-
*önt a. o ver's Voorwerps boven-en binnen
.Hoeken cd.e.f.g.b.
Als mede uit het Grond-Punt b.
over 's Voorwerps on der-Hoeken i.kJ.m.n.0.
^.r piaatfe, daar deze Liniën aan de Muur «uiten, zet Lood Liniën, welken en de eerftgemei^e Lichtflraal-Liniën elkander doorfiryden in de Punten ρ q.r.s.t.tt. *iamelyk: de Lood-Linie, op de Grond-
Lichtftraal-Linie bi. gezet, doorfnyd de boven Lichtfïraal-
»L.inie ac inr.
Wederom de Lood-Linie, die op de Grond
t'cfitftraal-Linie |
|||||||
vaat, doorfnyd de boven Lichtftraal-
relyker wyze worden ook alle de overis
^nydingen gevonden , en dus ontftaat (-_ ^SelmatigeVertowng der begeerde Slag- ocnadii^g^ |
|||||||
TIEN-
|
|||||||
ì Ï Í D Å R W ã s É Í DE
TliNDE LES. Plaat L,. i%. 2,
De Slag-Schaduw van een dergelyk Foorvoerp, »
gen etm :lf,Muur vallende , perjpefthuch
ajtebeelden.
Haald uit [iet Licht,Punt „
...over's Voorvverps vier boven Hoeken edel
en de twee bmnen Hoeken ' > Lichtflraal- Liniën. s
Jflsgelyks trekt Grond -Lichtilraal-Liniën
. uit't Grond-- Punt b enTonri 0rWTpSf,oht?'fte °nder Hoeke"
en voorite onder Hoeken ,- h
Deze evengemelde Grond - Lichtilraal J i-
■.men tegen de Muur in Lood-Liniën oploopende ontmoeten, of doorfnyden de boven-Lichtilraal-Liniën in de Punten ' , , waardoor volg,ns de Afbeelding*, "£ ···*'*
Gedaante dezerSlag-Söhaduwe bepaald Aanmerking.
nelt^r \de^cbaiuw Hen eene Zy-Muur
valt, dw naar Çèïò Punt wykt. zo moet de Scba- duw W:fs ook naar t Oog-Pum ^yk lk Mer de Limen m n. mpq nkt alkm r J^j dmr
de Snydingeii der Lwbtfimal. Li7iièn ,maar teffens ook naar >t Oog ■ Punt loopm. Zynde dit, als bet ware, de Proef, of de Bewerking naauwkewig uit- gevoerd zy. In ds Slag? Schaduwen* welken tegen |
||||
DOORZICHTKÜNDE. IV, Afdeel 95
twaebter Muur vallen, of vlak van vooren gezien
nZT1' vind dit £een Plmts j SelJk %vlks uit de
naa-lt worgaande Les blykt. ELFDE LES.
Plaat LI.
QFig. 1.
e $fog~ Schaduw van een zelfde Voorwerp, das
"*** den eenen Kant dicht aan de Zy-Muur fiaat; als mede van een vierkant Blok% boven aan deze Muur vafi zynde, . doorzichtkundig te vertoonen. Haaid Lichtftraal-Liniën uit het Licht-
Punc a. d,c.e.
w * — — t>ll, tlHH KUIV^IUIVU V* Ô *-■* S V ÏÏÃ"
55£ps onder -Hoeken. g.b.i,
Reende deze Liniën aan de Muur in de
>J:Umen k.l.m,
c,c °P deze Punten Lood-Liniën, wel-
«en en de bovenfte Lichtftraal-Liniën ã. iKander doorfnyden in de Punten n.o.p.
*v£r'fn*dins «·
Lirh °ok bePaa^» door uit het Hulp-
je· Punt · «0 een e ô * ^** jT , LlQie te halen over 'sVoorwerps ovIb'e.Linie, alsmede de Lichtftraal-Linie
peha--,?fn Hoek d-
Punc * en de Lood-Linie, die op 't
ac > elkander ontmoeten in 't Punt ra.
Zyn-
|
||||
ONDERWYSTN D E
Zynde dus deze Slag.Schaduw regelmatig ·
vertoond. Om nu ook de Slag-Schaduw van 't Blok
aan de Muur te vinden, zo naald Liniën uit het Licht-Punt "· over de Hoeken q.r-s'
Trekt ook Liniën uit het Hulp - Licht - Punt *ü'
over die Hoeken van 't Blok , welken vlak aan de Muurzyn, dfeenen de eerft- gemelde Liniën doorfnyden elkander in de Punten i.«.«* waardoor de Gedaante dier Schaduwe be-
paald word, gelyk de Afbeelding toond. Τ WA ALEDE LES.
Pla α τ LI.
Fig. 2.
De Slag'Schaduw vaneen dergelyk Foomerp, te
gen eene achter Muur vallende, doorziebtkun-
dig oftebeelden.
Trekt Lichtftraal · Liniën uit het Licht-
punt é> over 's Voorwerps Hoeken i. c. d» Als mede uit het Grond - Punt e*
over de onder Hoeken f,g. b·
tot aan de achter Muur, makende aldaar
de Punten· £.£,/. Op deze Punten zet Lood-Liniën, welken
de boven Lichtftraal ■< Liniën doorfnyden in wi-»·9' Het Punt 0>
word ook bepaald, door uit het Hulp-
Licht-Punt r f- 0vCt
|
|||
van't Voor ;cllterfl:e boven Hoeken
doordezeivVVeiP eene Lin*e te llaaIen>
ftraa1 - Ã in; ?/ord de bovenfte Licht* |
||||||||||||||||||
ftraai: SV17°__________________
Se!WSiedie°ver i^^H
4e op í ç' eD de Lood - Linie, ilaan-
'7doo>ÏiePH nE
|
||||||||||||||||||
ffik,
|
||||||||||||||||||
ynde darf ç ln 'c Punt
rc§e]mD,· begeerde Slag-Schaduw * Jtna«g afglbeeld. DeRtiende les
|
||||||||||||||||||
Plaat LIL
|
||||||||||||||||||
Fig. i.
|
||||||||||||||||||
eenen'lf"rdaen mn eene Plank> Memels &H
en á"™ écht am eme achter Mmrflaat% «oor twee Kaars/en befcheenen o?w4, regelmatig te vertoonen. °ver denU]t ^t Grond -Punt d.
!eneGrSn°^rHoek *<
^de Muur n"^lchtftraal-Linie> dieaan
§P dit Pan U1C ia 'c Punc |
||||||||||||||||||
""ekc uit hl /et eene Lood-Linie;
over den ê "ulp-Licht-Punt Plank een7Tenften achter Hoek der '?er%raeldp ôßè» deze doorfnyd de „ Lood. ô ■-.£ . Lichtftraal - Linie en ^edu^f^^Punt òò alag-schaduw, die door
|
||||||||||||||||||
*.
|
||||||||||||||||||
#8 ONDER WYS IN D
de achterfte Kaars
veroorzaakt word, bepaald. Om de tweede Slag-Schaduw , ont-
itaande door de voorfte Kaars te vinden; trekt uit het Licht·Punt over de twee boven Hoeken der Plank twee Lichtilraal-Liniën, alzo de Kaars
lager, dan de Plank is, en gevolg, lyk de twee Hoeken der Plank eene Schaduw konnen ^werpen, I-Iaald ook uit bet Grond-Punt
over de twee onder Hoeken de Grond-Lichtftraal· Liniën. Ter plaatfe , daar deze aan de Muur
fluiten 5 zet Lood Liniën; Trekt nu uit het Hulp - Licht - Punt
over de twee boven Hoeken der Plank , welken dicht aan de Muur (taan, twee Liniën; dezen en de bo- ven Lichtftraal-Liniën, alsmede de laatstgemelde Lood-Liniën ontmoe- ten elkander in de Punten en bepaalen de Gedaante der tweede Slag-Schaduw , gelyk ze zich ia de Afbeelding vertoond. |
||||
D°°RZICHTKÜNDE. IV. Aftel, ß©
V E E R Ô I E Í D E LES.
Plaat LIL
Fig. 2.
mié' ^u^ mn eme Plank m Blok, ds
J ttiet eenen Kant aan de Zy Muur fiaan- "e > en beiden door twee Kaars/en be- fibeenen wordende t perfpefthisch aft e beelden. pau^L,ch^i-aal-Liniëa uit de Licht-
X>Vpi· j ô», â· ß·
Hom, r PIank e" 's Bloks boven
ï'èkfS . c.d.e.f.g. Qver !? Ult de Grond Ñ^ç^ç Ë <·
Bloj- Ge Vlei" onder Hoeken van 't
de ftl en, dfn onder Hoek der Plank *. ftydeVJad".L,chtf*raa· - Liniën , door-
ken o« Zlch beiderlei Liniën, wel- Punten** 'C Blok ëehaald zYn in de
en benQ , p.q.r.s.t.u.v,
„ dmVePJa'en daar door de Slag-Scha-
°?nufe'£Blok.
i-ooci. r; -!.c der Plank te vinden; zet ti'Ond- //'t"1 ter plaatfe , daar de f^et Çñ'10^^·1"3^' Liniën (over den fta^]dUrC'en;lank ëehaald ^ aan de
ever den1e liu,p Licht-Punten é Lm.
*aan de Mboven Hoek der Plank, die
ezen don,cUr ftaat> bljnde Liniën. uul%den de bovea Licht- G 2 ftraal-
|
||||
ïoo O Í D E R W Õ S É Í D E
ftraal-Liniën en de gemelde Lood-Li- .
niën in de Puoten ».eöf'
Zynde dus beide de Slag-Schaduwen
der Plank regelmatig vertoond, ge- lyk uit de Afbeelding blykt. V Õ F TIENDELE S.
Plaat LUI.
Fig, i.
De Slag - Schaduwen van een Blok, door drie KaüfS'
Jen veroorzaakt, regelmatig te vertoonen. Trekt uit het eerfte Licht-Punt 'V
over's Bloks boven Hoeken ^-e i
de Licbtüraal-Liniën áß.áî·á
Wederom uit het tweede Licht-
Punt *' over de vier boven Hoeken £ c. é· ,'
de Lichtftraal-Liniën im.il.in^'
Insgelyks uit het derde Licht-
Punt ' 0> over de boven Hoeken e.b-c'
de Lichtftraal-Liniën op,ei-°{'
Haald nu uit het eerfte Grond- ^^^
|
|||||||||||
ö
|
|||||||||||
Punt Â
over de onder Hoeken van *c
Blok ƒ_#, de Grond -Lichtftraal Liniën,
welken de Lichtftraal-Liniën ,
uit 't Licht-Punt
gehaald, doorihy den in de Pun- s
|
|||||||||||
ty
|
|||||||||||
ten
|
|||||||||||
'ORZICHTKÜNDE. ir. Jfdiil. éïß
So'te' * * «-
over á Blok ð Vier onder Hoeken van 't
jjen öe Grond-Lichtftraalen, wel- de vip ide Lichtftraal-Liniën , over her ô rboven Hoeken van 'c Blok uit Sehaa?HCln-Punt L
Pun/ ' elkander doorfnyden in de
iaatiï?n l.m.n.k. *Pnr yk tfekt uit het derde Grond-
, y*
d'eepS^loks onder Hoeken ».*.*·
wei£! °nd- Lichtftraal · Liniën , door
niiin j. de boven Licht-ftraal-Li- Eeha ,?e uit het Licht Punt e. ð! ç zy°» doorfneeden worden in
2°e Punten p.q.r. Wle.düs a"e de drie Slag-Schadu-
|
||||||||
i>e f ftPaaId» c« weeten:
Punt ' tegea over het Li<?tu- ÖiweedeePunten '***"£
donád^ 0ver he* Licht-Punt <.
öj r.dö Punten t.l.m.n.k.v.
..C*' °ver het Licht-Punt o.
en d!Ve Puncen U.p.q.r.t,
duwe ern dezer drie Slag-Scha· w« door de Punten s.f.p.u.
|
||||||||
Á Á Í Ì ER KI N.G.
Ô7"
^ç·> naur aS' Schaduwen fierker, offiaawwer
''* °f Verd maJe hst ^icht dicPter by '? Voorwerp
er daarvan afflaat; zo beeft mm zulks ook
G 3 bier
|
||||||||
los Ο Ν D E R W Υ S I Ν D E
tier in de Jfbeeiding dezer drie $k%-Schadu^ aangetoond.
ZESTIENDE LES.
Plaat LUI. Fig. 2.
Het Licht- Perk op de Floer, veroorzaakt tiaortf^'
de door tene Kaars , die buiten het Vertrek
jtaande-door een Venjler in hetzelve
fcbyndf perjpeftivisch te vertoonen.
Trekt uit het Licht-Punt *·
over de buuenite boven* en binnen-
fte onder Hoeken van 't Venfier de Lichtftraal-Liniën ad.a/.ac.^e' Haald nu ook uit het Grond-Punt *»
over de onderile Hoeken g. b*
de Grond-Lichtftraal Liniën , wel-
ken de boven Lichrftraal Limën door- fnyden in de Punten c.d.ij' 'Trekt deze Punten door Liniën te za-
men ; zo is het Licht-Perk doof. sichtkundig afgebeeld. |
|||||
■ l
|
|||||
D°0RZICHTKUNDE. IV. jifdeel. 103
ZEVENTIENDE LES. Plaat LIV.
Fig. i.
■Licht, en Schadww-Perk in een Vertrek, door
cetle Kaars veroorzaakt "wordende, die op eene
andere Manier van buiten door een Ven-'
âåô naar binnen fchynd, regelmatig
te vertoonen.
tfaald uit het Licht-Punt e.
eene Lood-Linie opwaards en tot
V°P den Grond in ^ «a daar haald eene horizontaal-Linie
y tot aan den Voorkant der Muur; ï. °P het Punt, daar deze Linie ein-
^gd, eene Lood-Linie, makende aan
Van n.Zolder het Punt ft v <m daar trekt wederom eene horizon*
taal-Linie , doorfnydende de Lood-
^nie, uk e.
ingehaald, in 't Punt 4
ÀêÀ ,e dit het Hulp-Licht-Punt.
laa? het Licht
|
|||||||
],„ § en naby het Venfter ftaat, zo
om }&& den Zolder verlichten, en Licht ñReden moet men het Hulp"
dS«viken > om dat daar door de Ge·
/Ä c Van 't Licht-Perk aan den Zo,l- \Vvdë?eeaald word.
><«·* haald uit het Licht-Punt
|
|||||||
G 4 «vcT
|
|||||||
i©4 ONDERWYS IN DE
over de vier binnenfte Hoeken van 't Veniter e. ƒ. g. "" Lichtftraal-Liniën.
Verlengd tot aan den Zolder en Grond
de Zyden van 't Veniter hf. en eg· makende aldaar de Punten n. o.p.ï·
Trekt uit het Grond - Punt #■
over de Hoeken ».*»
Grond-Li chtftraal-Liniën, welken de
Lichtftraalen , over de Hoeken bJ· getrokken, döorfnyden in de Pun*
ten. o i. »»♦ En dewyl de achterfte Grond-Licht·
ftraal-Linie, over't Punt ïï· gehaaid, aan de achter Muur ftüit
in 't Punt f* Zo zet op dit Punt eene Lood-Linie,
die aan den Zolder raakt in 't Punt ' * Haald nu ook uit het Hulp-Licht- Punt <*·
©ver de Hoeken ρ. q.
rechte Liniën, welken de Lichtftraa-
len, over de Veniter-Hoeken f.g· getrokken, döorfnyden in de Punten &*> en teffens de Lood-Linie raken in 't Punt f· Haald laatftelyk door Liniën te zamen
de Punten m, i. en k* k (welken te gelyk ook naar 't Oog-
Punt loopen,) - go zvn hier de Licht- en Schaduw-
werken in 't Vertrek ■, doorzichtkun- ■ dig afgebeeld.
|
||||
ACHT-
|
||||
^OORZIChtKUNDE. IV. Jfdeel. Ï0J
ACHTTIENDE LES.
Plaat LIV.
Mg. 2.
ζ fó'PM'k op de Vloer eener Kamer, veroot-
*aQkt door een Kaars-Licht, dat van achteren
'foor een Fcnfler naar binnen in da Kamer
fchynd, volgens de Regelen der Door-
zicbtkunde aftebeelden.
iaa.ld uit het Licht-Punt a
buhlchiill^aal ~ Liniën over 's Veniters
|
|||||||||||||||||
«itenfte boven-Hoeken ^^m
|
c.e.
|
||||||||||||||||
y«n binnenfte onder-Hoeken &J
|
|||||||||||||||||
e'iengd door blinde Liniën de *
|
oor-
|
||||||||||||||||
^e Zyden van 't Venfter tot op den
Trpi°nd·' makende daar de Punten. I k *ξ* uit het Grond-Licht-Punc ƒ.
q*t de evengemelde Punten de
Lj'^d-Lichtftraalen , welken de ρ ntftraal-Liniën, uit hec Licbc- |
|||||||||||||||||
s.
|
|||||||||||||||||
|u^aa'd j doorfnyden zullen in de
^aald^f g. h. i. m
rjiej. ueze Punten door Liniën te za-
gevö}5? is liet Licht·Perk afgebeeld, Sanie · ^ °0^ de Bei*cliaduwing der te P]e'k5 want alles wat buiten de lich- |
|||||||||||||||||
Gj KG.
|
|||||||||||||||||
ONDERWAS IN DE
|
|||||||
ic<5
|
|||||||
NEGENTIENDE LES.
Plaat LV«
Be Slag-Schaduw eener Lantaarn, op eenen Faal
fiaande, doorzichtkundig aftebeelden. Het Beftek , waarin men hier de Af-
beelding heeft moeten brengen , te klein zynde, om 'er alle de MerkleE- tertjes in te plaatfen, welken men no- dig zoude gehad hebben, wanneer men deze Les op dezelfde wyze had willen uitvoeren, gelyk de voorgaan-' den; zo hebben wy ons hier moeten behelpen, met de Handelwyzeflechts door't Haaien der Linien aan te wy- zen "} vertrouwende, dat Iemand, die zich in de vorige Lesfen wel geoeffend heeft, ook in ftaat zal zyn, om insgelyks deze Les te kon- nen uitvoeren, mits daarby wat Na- denkens gebruikende en de Afbeel- ding te hulp nemende. De Slag-Schaduwen, doorde vierHoek-
ftukken der Lantaarn veroorzaakt, konnen zich hier , by Gebrek van Spatie, niet geheel vertoonen , be- halven de eene van 'cachterfte Hoek- ftuk , ֓ , *
Deze loopt tegen de Muur van t te-
genoverftaande Gebouw op, en diend
hier, om de Schaduw van 't Dak der
|
|||||||
ÖOORZiCHTKÜNJDE. IV. Afdeü. ro?
Lantaarn te konnen vinden, worden- de dezelve bepaald door de Licho "raalen uit het Licht Punt gehaald ver de boverifte Hoeken van 'c op- wp??elc3e Hoekftuk der Lantaarn, en Bon · ι ei?c^Sen m ^e Punten hq.
Geh e Punten eene Linie aan 't Zy-
°°uw naar 't Oog Punt gehaald j en
Uic d. tot ia 0.
Secontinueerd zyode , bepaald de·
£elve hetSchaduwPei-k, dac door het
jQ ak der Lantaarn veroorzaakt word.
och Mtïby diend aangemerkt tewor* ?en» dat nooit,de Scheiding tusfehen pet Licht en de Schaduwe zodiftinét. . is, inzonderheid op eenigen Afftand, ge.yk hier, rnaar dac beide meer in pander imelcen; men heeft die ech- ^er zo fcherp vertoond, om Reeden, |<tt men het eigendyk Begin dier DeCi uwe beei*c W:'lien aanwyzen·
Latitaaj-n-paal is hier zo donker niet bewerkt, gelylc hy wel behoor- ^e tezyii, dewyl hy geheel in Scha- ^we (laat; men heeft dit gedaan , 11 de Lood - Liniën te doen uitko- riifa' ^ie 'n denzelven van de on- deï Puncen der Hoekflukken ne- het-tjarcis iooPen> en °P den Grond £r, *egin der Breedte van de Sla?» ï>c-,iaduWeQ der Hoefcftükken bepak- ^vierkante Schaduw f.g.b.t,
νΛ„7 Van den Paal, en word ge-
|
||||||||
:u«üen
|
i door uit het Licht-Putte
«e vier boven-Hoeken des |
|||||||
Paals s
|
||||||||
*o8 ONDERWYSIN DE
Paals, en uic het Grond· Punt over
de vier onder- Hoeken deszelven de Lichtitraal LiniBn te haaien, waar- door vier Snydingen, of Punten ont- ilaan , welken te zamen gehaald , de even gemelde vierkante Slag - Scha- duw bepaalen. Op dezelfde wyze vind men ook de
vierkante Slag-Schaduw k. I, m. Λ* welke door de vier dwers. Roeden
t der Lantaarn veroorzaakt word. Al het overige, aangaande deze Les,
zyn wy genoodzaakt aart het eigen Nadenken des Beoeffenaars over te laaten. *, * *
Vm de Slag-Schaduwen» door 't Zonne»,
Licht veroorzaakt, TWINTIGSTE' LES.
Plaat LVI.
Fig. i·
De Slag Schaduwen van verfcheiiem Vootwcrpen\
door de Zon recht van tér Zyde hefcheenen,
regelmaatig te vertoonen.
|
||||||||
A.B.C.
eB.
|
||||||||
De Voorwerpen zyn de Blokken
de Nagel |
||||||||
D ° ° R ÆIC Ç Ô Ê U Í D E. IF. Af deel. iojj
hSu* Anker E·
*«aid over de Blokken A.B.
Qe Parallele Zonne-ftraal Liniën
Naar ce.df.il.km.
de ^^te deze Liniën meer of min-
onT) ^0 getrokken worden , ver-
►„ „'"fteld men de Zon hoog, of laag
TreV an·
esc evenwydig met de Bafis uit de
onderfte Hoeken der Blokken de
p-'^en ae.bf.gl.bfn.
\ we-lken men ook Grond-Licht-
ñ waal- Liniën noemd.)
beiderlei Lichtftraal- Liniiin doorfny-
_oen elkander in de Punten e.f.l.m.
jf'u door rechte Liniën te zamen
?e Pinten e.f.en/.a
V Welke Liniën ook naar 't Oog Punt
*°open,) zo zyn de Slag-Schaduwen
Je>-Blokken A.B.
vbepaald.
voorwerpen, welken vlak aan eene
iX1 uur geplaatit zyn , geven in dat ueval eene genoegzaam onmeetbaar l5*ge Slag-Schaduw , ten zy de- ^'ve onderfchept word door den de°cd ' °^ iets anders » gelyk nier
t)er. 'aS- Schaduwen der Voorwer- Seftari· D.E.
Joon ä *an,^s de Muur zouden voort-
Gro ç ' maar ze fttiiten op den rw-J? ' waar door haar Eind be- öPerkt word
wm nu de»»i !
Hen · *ven regelmatig te vertoo-
»„ vZo haald parallel niesde vori- 6t «One. straal-Liniën,- uit de Pun»
|
||||
iio ONDERWys IK DB
Punten n.o.p q-r' de Liniën ns.Ot.pu.qv.f'
Trekt uit het Oog-Punt dóór de
Punten s. t. u. o. Oogftraai-Lmiën.
Haald nu ook parallels Zonneilraal-
Liniën over de Punten x.y.z* Paar dezelven op den Grond de laatst»
gemelde Oogitraal- Liniën doorfny- den, bepaalen ze deze Slag-Scha- duwen, geiyk in de Af beelding kan gezien worden. EEN EN TWINTIGSTE LES,
Plaat LVI.
Fig. 2.
ï)e Slag-Schaduwen der Voorwerpen, welken door
de Zon vlak van voor en bejcheenen worden,
doorzicht kundig aftebeelden.
Laat uit de Toppunten der Voorwer-
pen, (hier twee Pyramiden) Lood- Liniën vallen , welken het Midden derzelven op den Grond bepaalen. Uit deze Middel-punten trekt Grofld-
Lichtitraal Liniën naar 't Qoy;-Punt. Laat insgelyks uit het Oog-Punt ee-
ne Lood - Linie vallen, en bepaald, op dezelve het zogenaamde Licht- Punt : a> (Hoe lager men dit plaatst, hoe hoo-
ger men deZon verQflderfteld te ftaan.) Üi£
|
||||
^t h°RZICHTKüNDE. IK Afded. ui
de^|pen!3eychC-punthaaldnaar
ftTaal-1ri?..derPy«niiden de Licht- Grond-Ti*?aj deze" doorfnyden de
ten ^lclltitraal - Liniën in de Pun- refa na-i λ kf·
cerile n" j de^e Punten uit de ach-
rechL ?der"Hoeken der Pyramiden
duwen Vmëni zo zyn de Slag-Scha- ^ afgebeeTd V°0Werpen reSelma-
|
|||||||||
■"ANmerk ing.
|
|||||||||
vooren ftWr ^e Voorwerpen door de Zon vlak van
Oog. ρ Reenen worden , moet men altoos uit bet
is, ee^l' fiboon hetzelve niet in 't Midden geplaatst
Licbt. ρ ^ ' Linie laten vallen , en op deze bet
gedaan · μ* ^m^») gelyk wy in deze Les bebben
*a« acht ar indien de Voorwerpen van vooren, of
uit bit jere" overh°eis befcbeenen worden, baald men
Plaatst t'Punt, (dat men of laager , of booger
"nderïïèlJlaar maatemen de Zon of hoog, of laag ver-
°rizon t^mn') eene Lood-Linie tot aan den,
ι^α3Γ .* die aldaar een tweede Licht - Punt bepaaldt
gelykufJ™" de Grond-Licbtflraal-Liniën baald,
<®èezen dé ogende 2^e en 24^ Les/en zal aange-
^ordeTi.
|
|||||||||
TWEE
|
|||||||||
•
|
|||||||||
112 ONDERWYSINDE
TWEE EN TWINTIGSTE LES- Plaat LVII. ■Fig. i.
De Slag · Schaduwen der Voorwerpen , wel-
ken vlak van achteren door de Zon bei fcbeenen worden, perfpeclivisch af- tebeelden. De Zon veronderitellende zo hoog
ce ftaan , dat ze in dit Geval niet kan gezien worden ; zo laat Lood- Liniën vallen uit de Toppen dei- Voor werpen , ζ zynde hier vier vlakke Pyramiden ,) waardoor der-' zelver Middel-Puncen bepaald wpi> den. Door deze Punten haald uit het Oog-
Punt de Oogftraal Liniën Qa.Qb.Qc.Q^' Tei plaatfe daar deze Liniën de
Grond-Linie der Opening raken, te weeten in e,f.g-u' haald Lood-Liniën opwaards tot
aan de bovenile Sluit-Linie der Ope- ning, komende aldaar de Punten i.kJ-,li' Uit deze Punten trekt over de Top-
pen der Pyr,amiden de Liniën ia.kb.lc.fi11*' Deze en de Oogftraal-Liniën^door- , fnyden elkander in de Punten a.b.c·*'
en bepaalen dus de Lengte der Slag-
Schaduwen, ; . fa»
|
||||
v Q0 R- Æ é c ç Ô Ê U ND Å. ÉÑ. J/deel. 113
den6 Qiderfte Hoeken der Pyrami-
tCn j1*^ naar de evengemeldë Pun- c]0or e^hte Liniën ; zo word daar- Slair.o f Gedaante en Situatie der Paald uwen 'O'v*iït ^Geval be- |
||||||||||||||
Aanmerking.
|
||||||||||||||
Me-,
|
||||||||||||||
hctald ^ ïra ^ze Les de Lichtfirad · Liniën ge«
•neer J1*1^ Punten i. k.l m, dit vind plaats, wan· deze h e^ eenzekere Zohs Hoogte veronderfield; maar Lood r^ci %Tlde j moet men op bes Oog - Punt eene |
||||||||||||||
Zon'
aan |
||||||||||||||
ne pi' Arnie zetten, en óp dezelve de Hoogte der
|
||||||||||||||
eigen,! jf1» gelyk in deze Les bet Stip ëoven'uwt
Licht ñ de ZonS'Plaats aanwyst. Uit dit bepaalde de Li'cltitnt over ^e boven Hoeken der 'Voorwerpen §las. c ! ?a^ * Liniën gebaald zynde , worden de Zyn. c"adu'Vuen in.dit Geval e-ven zo lang als ze nu is:ieyaar ^n^en men bier bet evengemeldë Stip, dat %ilde plant ãÇïï^1) °f '* Licbt·Pwn»b(WSer · oflaager
£. b æ uatJen, zo zouden de Lood-Liniën, uit e. f, P&ebaald, bier niet te pajfe komen.
DillE EN TWINTIGSTE LES. Plaat LVII. Fïg. 2. ot),f'ja^u'won der Voorwerpen, door de Zon
oeks ^an vooren befcbeenen , doorzicht- kundig te vertoonen. Bepaajj
cenaami1 ô2 Horizont-Linie hetzo-
:^aiöde Licht.Punt a. ■ Ç La&c
|
||||||||||||||
114 Ï Í D E R W Õ $ É Í D E .
Laat uit hetzelve eene Lood-Linie val-
len en plaatst op dezelve het tegen- over geftelde Punt der Zonne Hoe laager men dit Punt zet, hoe hoo-
ger men de Zon veronderfteld te ftaan. Haalduit deonderfte Hoeken der Voor.
werpen h> naar het Licht-Punt
de Grond- Lichtftraal-Liniën. Laat uit hetbovenfte Punt van 't Voor-
werp eene Lood-Linie vallen tot op den
Grond, welke aldaar het Midden be- paald. Uit hetzelve haald insgelyks eene
Grond - Lichtftraal - Linie naar hec ^ Licht-Punt Trekt nu ook uit de bovenile Hoeken
der Voorwerpen naar het tegenover geftelde Zonne-Punt 3e boven-Lichtftraal-Liniën; Deze en de Grond-Lichtftraal-Li- ,
niën doorfnyden elkander in de Pun- ten e.d.e.f.g.P· Zynde dus de Slag-Schaduwen bepaald
door de Punten: kcdel.mfgbnJi |
|||||
vit*
|
|||||
D°0RZICHTKUNDE. 1F. Afdeel uf
Vier en twintigste les.
Plaat LVIIi.
Fig. I» 7 ^ · Schaduw van een vierkant Blok , door de
"*Ë overhoeks van achteren befcheenen, ^er*'
fpeclivifcb aftebeelden.
fiepaal,
]a/i/° , naar Willekeur hoog, of Üa^l» '.h« Zonne- Punt ö
ß uit hetzelve over de boven Hoe-
nl? van 't Blok de Lichtftraal-Li-
r,u°Q. *-aat · , tot opgemelde Zonne-Punt í,,ÀìÑ den Horizon eene Lood-Linie
é'. en, bepaalende aldaar het Grond- |
||||||||||||||
ig: Punt
|
e.
|
|||||||||||||
ken Ult .hetzelve over de onder-Hoe-
„ Li„;ïan'c 'B'ok de Grond-Lichtitraal- Linr eerftgemelde Lichtftraal-
PUntp° doorfnyden elkander in de
|
||||||||||||||
wv?;^eze'ven tezamen, volgens Aan-
r Sc-h ,'^op de Plaat i zo is de Slag- De ul ë regelmatig afgebeeld. ter o ,ö de Slaa-Sciiaduw van 't ach-
|
||||||||||||||
te
|
||||||||||||||
„ Aanmerking,
^itó^a / 2e*er '·"> þß * Zonne-Straalen altoos
" "e l^oar-werpen vallen, gdyk wy <w&
Ç % daar-
|
||||||||||||||
ji(5 ONDERWYSINDE
daarvan een Voorbeeld in de Ô wintigfte Les PI- LVl·
Fig· i. gegeeven hebben; zo moet men evenwel l' zulke Gevallen , 'wanneer de Voorwerpen vlak va vooren, of van achteren; of ook overhoeks van voor6 en van achteren door de Zo» befcbeemn worden, ijl' Zonne- Licht als een Punt aanmerken, waaruit tw de Licbtfiraalen over de Voorwerpen baakl., nsgelkf alsdan zekerlyk niet parallel hopen. Men denke W dat dit ongerymd zy', want alle inderdaad eveniüf dige Liniè'n der Voorwerpen, fcbynen in een P^t te zamen te hopen, wanneer ze na ons toe gaan, "' van ons Weg wyken. By Voorbeeld: als mene&K Straat, of Laan, welker Zyden wezentlyk paraW: hopen, naar de Regelen der ïhonichtkunde,, dat Ü[ natuurlyk , wil afbeelden; zo moet men noodzaakel")t de gemelde Zyden naar een Punt haaien, zodat V fcbynd, als of ze eindelyk in hetzelve zouden ¢ elkander komen, fchqon die Straat, of Laan, acbU^ aan even zo wyd is? als van vooren. Dus is bet f', mt de Zonne · Straalen gekegen , welken íáÞ]'Ç njoeg wyken , of na ons toe komen, maar wanneer :-im zerecbt op Zyde ziet, dan vtrtoonm ze zich ze$' lyk evenwydig. |
||||
D°0RZICHTKUNDE. IV Afdeel. 117
* * * n de Slag-Schaduwen, door het 'Dag-
Lkht veroorzaakt. VYF EN TWINTIGSTE LES.
Plaat LVIII. Fig. 2.
0 Schaduwen door het Dag-Lkht veroorzaakt, dat
"°or een open Venfler in een Vertrek valt per- fpeiïivifch te vertoonen. J^ opene Venfter zy A.
^aJd uk de onderfte achter Hoeken a.b.
*joor de twee onderfte voor-Hoeken
3v1 iniön ad. en bc. rekt uit den boven-Hoek e.
j over den onder. Hoek - ■ ƒ.
, 5gelyks uit den boven-Hoek I g.
jyer den onder-Hoek b.
drJchturaal» Liniën , welken de on-
X)e l'ite Liniën daorfnyden in de Punten c. d.
s il nu het Punt c.
haaien Voet der Zy-Muur ftaat; zo
odw ϋ'ε 'ietze^ve eene Lood- Linie
Kg aards tot aan de Zoldering der
^aald ' makende aldaar het Punt l,
t' Var> daar eene horizontaal-Linie
^eLafn 'c Vierkant van 't Tafereel,
ane aan die Zyde geen:Muur.is,
^Oon rS Z0Ul*e ze langs dezelve neder?
Pen tot op den Grond en weder-
tH 3 *fö
|
||||
118 ONDERWYSIN D
om te zamen komen met'die hori-
zontaal-Linie , welke men op den Grond moet haaien door de Punten Het Perk, dat door deze Linie inge-
flooten word, is Schaduw, Om den Kern van deze Schaduwe te
vinden , haakl uit den boven - Hoek over den onder-Hoek eene Linie , die op den Grond de Linie doorfnyd. Trekt door deze Snydingopden Grond
eene horizontaal-Linie tot aan de Zy- Muur; van daar eene Lood-Linie tot aan de Zoldering, langs deze weder- om eene horizontaai- Linie tot aan 't Vierkant, zo geefc dit de Kern- Schaduw. Trekt verder uit hét Punt
in 't Vak van "t Venfter tot aan den voorden Rand eene Linie , parallel met de Linie makende in 't Venfter de Hoek-Scha-
duw Trekt uit het Punt
eene horizontaal - Linie aan de achter Muur, .fluitende tegen de Zy-Muur in 't Punt liaald uit het Oog-Punt door het everi-
gcmelde Punt eene Linie tot aan de Linie komende aldaar het Punt Van daar naald langs de Zy-Muur f
parallel met de Linie eene andere Linie, die hier tegen 'e Blok aanloopt; zynde alles, wat aan |
||||
^OORZICHTKUNDE. IK Jfdeel iig
flpa„Cer Hand dezer Linie is, eene
Om de*e Schaduw. •Blok- aduw van het even gemelde ove je v'inden: haald uit den Hoek b. t,,^1* den voorften ODder Hoek van 'c
|
||||||||||||||||||||||||||
».
|
||||||||||||||||||||||||||
Iiaae^eene Lood-Linie.
*ïd "ie den Hoek JiW ,den Hoek van 'c BIok I____
0°eiyks uit dea Hoek q.
> -eJ" den Hoek s.
dpC t^raal-Liniën , dezen doorfny-
T .n.zich op de eveneemelde Lood- |
||||||||||||||||||||||||||
^Uniein * b
|
».
|
|||||||||||||||||||||||||
J
|
Paald.
|
us de Schaduw van 't Blok bc
|
||||||||||||||||||||||||
â
|
||||||||||||||||||||||||||
Kern dier Schaduwe word dezer
^ uk den Hoek g>
Jntof ,den Hoek ÷
J^elyks uit den Hoek e.
£jeï den Hoek x.
fn j'-ftraal-Liniën j welken zich door-
W n in 'c Punt 6'
c v"3n daar eene Lood-Linie vallen
Tw\op deD Grönd·
«e u,c ,s Venilers onderften Hoek . ü.
't m é vool'^eD onder Hoek van „,'oki eene Linie, die de laatirge· |
||||||||||||||||||||||||||
w, , Lood-Linie doorfnyd in't Punt
Bint,01- de Kern-Schaduw van 'å le ok, bepaald is, Zold duwen van den Ba,k aan de
|
||||||||||||||||||||||||||
v.
|
||||||||||||||||||||||||||
ïrekr é ·Ãßçä vind men dusdanig: . „
lUlt den Hoek q.
Ç 4 over
|
||||||||||||||||||||||||||
ÀæóÌÔÏ Í Dp RWYS É*Í D Å
over 's Balks voorden onder-Hoek ,_,
de Linie 1^'
Van 't Punt, daar deze Linie aan de
Zoldering ftuic, namelyk in jiaald eene horizontaal-Linie langs denzelven tot aan 't Vierkant; zo is de flaauwe Schaduw des Baiks bepaald. Derzelver Kern word gevonden: door
uit den Hoek f' . over den voorden onder-Hoek des
Balks eene Lichtftraal-Linie te haa- ien, die aan de Zoldering fluit in 'c Punt *· En van daar eene horizontaal-Linie te
trekken tot aan't Vierkant, of Sluit-' Linie van 't Tafereel, gelykdic in de Afbeelding kan gezien worden. ZES EN TWINTIGSTE LES.
Plaat.LIX.
Fig. i.
De Slag· Schaduw van een'vierkant Blok ,,', veroof"
zaakt door het Dag- Licht, dat vlak van ach- teren doof eene Opening invalt, regel- matig te vertoonm. Trekt uit den Hoek e'
over den eenen rechter , en twee
linker Hoeken van 't Blok de Licht- , ftraal- Liniën ad.ab.a0,
Jnsgelyks uit den Hoek
over den eenen linker- en twee rech- .. |
||||
D°0R2ICHTKUNDE. IV. Jfdeel. 121
Sa ¥°^ç van 't Blok de Licht- Haald iniön eb-e f. eg. n u ook uit den onderften Hoek der
twe · onderften eenen rechter- en
Q ee linker Hoeken van het Blok de Ak r*0tlc*' Lichtftraal - Liniën i d. i b. i c.
o*ede uit den Hoek *.
twer den onderften eenen linker- en
ç ee rechter Hoeken de Grond-Licht- Alft1- Liniën kb. k f.kg.
de eze Lichtftraal-Liniën doorfny-
^ ¿ elkander in de Punten c, b.b. d,f,g. ^ 'lardoor de begeerde Slag-Schaduw
~Paald, en teffens derzelver Kern b, d.
"ar>geweezen word.
ZEVEN EN TWINTIGSTE LES.
Plaat LIX.
Fig. 2.
van een vierkant Blok, 't welk
«oor twee Venflers tegelyk gedaagd word, ,
doorzicbtkundig aftebeelden.
De j> ,
^^andeling dezer Les in allen voo ^ezeIfde zynde, als de naaft-
jjjn J§3j>nde , gelyk uit de Af beel- aanr5 y^tl zo valt hier niets meer |
|||||||||
duw erken» dan dac de Kern-Sc'^-
|
á. £. e.
|
||||||||
te v't"tev'a^ eene driekante Gedaan*
^at'f i"gc» 'c weIk daar°y toekomt, fier, -^ag-Licht door twee Openin- b Q tegelyk op-het Blok vak. Ç 5 Á á Í-
|
|||||||||
ONDERWYS IN DE
|
|||||||
122
|
|||||||
Aanmerk ing.
• De Slag- Schaduwen, door 't Dag- Licht veroof'
zaakt, konnm op veeierbande Manier, door de Ms' dewerkingder Omfiandigbeeden, offierker, offiMV' voer te voorfcbyn komen. Want voor eerjï is "& Dag-Licht zelfs niet altoos even fierk, maar %$&' tyds, by donkere en betrokkene Lucbt zo zwak, dt* daardoor de Voorwerpen bynaa geene Slag - Scbad»' nsen konnen maken ; in tegendeel zyn deze zo *?** tefierker, wanneer de Lucbt belder is en door de'lo^ verlicht word. Ten tweeden vertoonen ze zich ool· fierker, of flaauwer in een Vertrek, naar maa^ hetzelve meer, of minder donker is. Ten derden mof vien ook in Aanmerking neernm, dat de RefleXÜ1* der Muuren, Vloeren, Zolderingen, enz. zo wel op de Slag- als eigene Schaduwen der Voorwerpen wef' ken. Docb vermits deze Stoffe niet zo wel tot de Doorzichtkunde, als wel 'tigmtlyk tot de Regelen df Scbilderkonji behoord, zo zullen wy dezelve bier nte* verder uitbreiden. sjc $ Ϋ
V&n de Slag-Schaduwen by den Maant'
Schyn. ACHT EN TWINTIGSTE LES.
Plaat LX. De Slag-Schaduwen der Voorwerpen, door 't LiC
der Maan veroorzaakt, regelmatig te vertoonen, De Regelen, welken hiervan konnen ge%%
ven worden , zyn genoegzaam dezelfden» ?^ |
|||||||
D O O R æ IC Ç TK U Í D E. 1F. Afdnl. 123
diV^ reteds by 'c Verhandelen der Slag-Scha-
ben^n' '-'oor 't Zonne-Licht veroorzaakt, heb- |
|||||||||||
k
|
reiner
|
· ia§c· ^Ve* 's waar> dat de Maan veel
|
|||||||||
lyk de TS-S dan 0nze Aardkloot, en dat gevolg-
ver *P Lichtftraalen der Maan niet parallel o- oWr etlZe^ven konnen heene ftryken; maar wan- gjja ^60 de fchaduw - werpende aardfche Li· Lich?en ' k°e groot ze ook immer zyn, by 'e naa ain der Maan vergelykt, zo hebben ze by- te fe^ene, ten minite geene aanmerkelyke Groot- Wqj.j á konnen flechts a!s Stippen aangenomen torc ' we^er Slag.· Schaduwen gevolglyk te ïichte^H r iten Aanzien der Grootte van 't ver- dat m" Vicnaam·> waardoor ze ontftaan,) dan *oud!u re Verfmalling aan de Üiteindens öoe ■0Bne.D'inerken., weshalven ze zich ge- ^gzaam ais parallele Schaduwen vertoonen.
Oo^rPlts,dan hieruit volgd, dat men indien dan1 ai te Lichtftraalen der Maan niet anders, 20 ls parallel lopende Liniën kan aanmerken; Per!1 r men de Slag-Schaduwen der Voorwer- v0t ' die d001. djt Qcilt veroorzaakt worden, ^ell Ze^de Regelen vinden en bepaalen , Sch,fn Wv in de vorige LeiTen over de Slag-
sest uwen 'die door hetZonneLichtontftaan, fcegjven hebben. de Ì ede lichte Straal, die zich recht onder
derze'9an *n 'c Water vertoond , is eigcntlylc beid 1Vefr .Spiegeling, wanneer het Water kab- het ë£* jn Beweeging is, welke Straal niet na iw S- runt loopt; maar-de Maan in 't opko- JTiee' * 'Jog in oen Horizon zynde, wykt de zich ^e,rne*de Straal naar 't Oog-Punt en ilrekt Wt,'t0ver, de geheele Oppervlakte van 't Water In eenlvi eene aangenaame Vertooning geeft, lyke o y Water ziet men duidelyk de eigent- Jedaante der Maan, en wei op dezelfde Di-
|
|||||||||||
Ï24- Ο Ν D E R W Υ S Ι Ν D E
Diftantje'onder den Horizon, gelyk de Maa
boven denzelven ftaat. r ■, Onder de- KonüoefFenaaren is een Gele»1
over het al- of niet verbeelden der Maan in ^ Schilderei. LaireJJe beweerd ityf en fterk "e laatfte, en houd het voor onnatuurlyk, als Ü12*. de Maan in een Stuk brengd; de Reeden, v/aaf' op zyn Gevoelen fteund, beftaat voornamen* daarin: dat men de Maan niet mag verkleinen» vermits men ze altoos even groot ziet, of me^ zich eenige duizend Schreeden van haar **** wydere, of tot haar nadere ; in der daad eet; ilechte Reede! Die vermaarde Schilder m°^ zeker'lyk , toen hy dit fchreef, niet daarop gedacht hebben , dat een Schilderei eigentiy^ niets anders is, dan : eene Vertooning der aW'* haare. Voorwerpen in 't kleine, naar dezelfde E^n' reedigbeid , gelyk ze zich nmezentlyk aan ons Oo£ voordoen,, en dac ónder alle die zichtbaare V0^' werpen de Maan allezins mede bëhootd. & wel als men nu eenen Tooren , Boom, Hu,s?; \Volk, enz. in't kieine mag vertOonen, al ^ wel mag men oolcde Maan in 't kleine af bei'1* den 5 doch wel te:'verftaan, naar dezelfde Pr°" portie, die ze by. het Voorwerp fchynd te beö" ben, dat men te gelyk met de Maan ziet, eP_ op 't Tafereel wit brengen. Deze Pfoport1 kan gemakkelyk gevonden worden , door he_ een.en ander Gedeeke van zulk een Voorwerp by de Maan-Schyf,, zo ais ze zich dan '■ vertoond» te vergeiyken ; ja, men kan die Evenreedig' heid zelfs roet den Paffer meeten , wan»e<^\ men denzelven dicht aan 't Oog houd, en al* dan de Punten zö ver opend, dat men 'er-'' Maan-Schyf taffchen. vat, en met deze Οψ ning dan, den Palier nog aan 't Oog houdend*» zeker Gedeelte van een■••■Voorweïρ meet» ^ |
||||
pO'ORZlCHTΚüNDE. W.'Afchtl. isy
^ch daaromtrent bevind. Ik zal de-Nietigheid vg0-!1· .Voorgeven, dat men de Maan niet mag aar leinen en in een Stuk brengen, nog nader z.-nt°Onen. Het is bekend, dat men een Ge- ke p n>et accurater en in zyne waare natuurly- ^ .^Venreedigheid kaa teekenen, dan door mid- j^1 eener Camera obfcure; men plaatfe: dan deze achine by heldere Maanefcbyn zodanig, dat 0 v,eHs andere VoorwerpentegelykoakdeMaaa
,P cGlasvalle, zo zal zich derzelver Beeld in "■yne v/aare Proportie- by de overige Voorwer- V^ïi vertoonen, en· wel zekeiiyk verkleind. Ver- ^!^atft men nu die Machine, het zy eenige dui- j^od Schreeden , ja Roeden , verder, van de ^aan af, 0f na dezelve .toe, zo is het zeker ^ }w ,naar Beeld altoos dezelfde Grootte zal [j ttden , echter blyft het ook verkleind, en ftaat ir ^c > °f dat Gedeelte van eenig Voorwerp >e4r2ekere Proportie. Wat Ongerymdheid fteekc Tei ^n» a^s lnen de. Maan in eene Schilde·? { Te»toand V Zoude Iemand 'er tegen in wil- ïnn A.rLin"en» dammen, ze ..daarom.uit h'ec Stuk: ^'Oeit laaten, wyl.haare Klaar- en Helderheid zo°r Seene Couleur Kan nagebootft worden; jj. ^ntwoorde ik: dat: men dan honderd andere r°§en ook niet in Schildereiën mag vertoo- 1 ~· öet Vuur, de 'Vlam van eene Kaars,
w jP; en Vlambouw; de gloeijcnde Kanten der ee v1 > de fchitterende Glans der Glafen ia fCL° ***fter, daar de Zon op fchynd; de Weer* Ïyk^D\7 Zyde-Kleederen, ja meeffc alle natuur- zQ ^"00I-werpen konnen door geeue Couleurea gej ,°liTiaakt en levendig nagebootft. worden, ^ocn Ze Ζ'°^ wezent'y'<; in. de Natuur zelfs voor- sis d 111aar ma§ men ze daarom niet zo naa, nJigj.j° ei%k , in Schildereiën af beelden ? dan ae ^en'er genoegzaam niets in te.bréngen.
De
|
||||
li6 ONDERW'YS IN ¼ t
De Vraag derhalven van het niet- of ^ vef°
beelden der Maan in een Stuk is, myns bedun- kens , ten eenemaale overtollig. Men voeg, hier by : dat zekerlyk het prachtig Beeld de' Maan, inzonderheid als ze vol is ,, zich rcC. ■ Majefteitifch voordoed , en den Aanfchou*eJ, als vervrolykt, waarom zoude men dan zonder Grond (gelyk ik aangetoond hebbe, ) dit ovei" lieerlyk Voorwerp der Natuur uit de Schilde' leien verbannen? Mogelyk zoude men my ook konnen tege°r
werpen: dat de Maan, in een Stuk Schilder?1 gebragt, te veel van haare eigene Helderheid zoude verliezen, vermits dan de Voorwerpen> rondsom dezelve geplaatft, te veel U4lt van haar ontfangen; hierop diend: dat dit nïct met de Regelen der Natuur ftrydig js, waIïc dikwils zyn de verlichte Voorwerpen veel he** derder en treffender voor 't Oog, dan liet-ooi" fpronkelyke Licht zelve , gelyk men dit æïçã tyds ziet in 't Water, op de Kanten der Wol' ken, die omtrent de Maan itaan; in Spiegels» of andere witte en blinkende Voorwerpen. 'Het is en blyft dan eene vafte Waarheid: dat niep in 't Nabootfen der Natuur alleszins haare ei- gene Regelen moet gade Haan, en geene'nieu- we tegenftrydjge fmeeden. Zeer ongerymd is het derhalven, wanneer men zommige Konft- oeftenaars boord zeggen: dat men nu en dan ge- noodzaakt zy, de Natuur te verbeeteren; maar ik geloof, dat zulke Lieden de waare Schoon- heid in die gewaande Gebrekkelykheid der Ma- tuur niet kennen. De Natuur alleen te volgen» -is ten allen Tyde de Richtfnoer geweeft, die de vermaardfte oude Meefters in 't Oog hebbe" gehouden,.en waardoor hunne Stukken zo lui' fterryk uitgevallen zyn, dat wv ze thans &&■ |
||||
v£°ORZICHTKüNDE. IF. Jfdeel. X27
fpo0T0nderinS aanfchouvren. Op hetzelfde Voet-
lyk i-L en m diezelfde Regel diend men zeker* tlers in §r°°te jannen natevolgen, wil menan- V'oC é ,; ^nft toc een' aanzienlyken Trap van Vj'aktheid geraaken.
een jjhet overige is, omtrent het Verbeelden van öat ^aae-Schyn, myne Meening geenzins , ge0 U)en altoos de Maan in 't Stuk moeil bren- c'§en \*?e£Vmen kan dit doen» of laaten naar
Gfon /Verhagen. Ik hebbe maar , op goede beeiH en' Ien beweeren, dat het niet-Ver- »ood_ea:der Maan..in een Schilderei geenszins deru*aakelykis. Uit dien hoofde , entotrneer- Wo0 *erluftiging hebbe ik ook op onze tegenr b°\'eh f laatfte PIaat twee Maane - Schyntjes
het ."alkander vertoond; het eene zonder, ea kadere met de Maan. |
||||||
E É Í D E.
',U .11
|
||||||
VERANDERINGEN.
Pag. 7- õð. 29. en 30.I ' ' /va
;-----. 8. lin. 4. 16. 27. j op alle deze PlaatHJ
.—- 9. lin. j. 29. 31. ! moet het Woord ^,
—— 11. lin. 5. r kende veranderd *°
.----- ia. lin. 10. den in verkortte.
——13. lin. 9. J
BERICHT aan den BOEKBINDER'
De Plaaten moeten alle penter den Lett·^
druk gebonden, en het wit Papier, dat aan d.fl ielven is zodanig gevouwen worden, dat iu Plaaten zelfs geene Plooi kome. |
||||