-ocr page 1-

HISTORIS C Η Ε

BESCHRIJVING

VAN HET

GEBOUW

DER

MAATSCHAPPÏJE

VAN VERDIENSTEN,

TEN SPREUKE VOERENDE:

FE L IX Μ Ε RIT IS.

2

-ocr page 2-

'lifinxtfriM* c/yi ssn, van οία (fjcsufa (j/dicAfotó

e-yt

rjrjw'43

J

xlcfsin .

uyyi yi'.

r'. 'Jy/t.i A'/r/s·

-ocr page 3-

Η I S Τ Ο R I Ε

DER

; ïjir h '"vl·!WWM) :ΪΙ<"' ! hW^ÉlS

MAATSCHAP Ρ IJ Ë

-■**- « « " Τ - 1 tiu· w l j>>mrt

VAN

VERDIENSTEN,

ten spreuke voerende:

FELII MEHTlSi

-——«-0-&K»- -4<>>—-—

Maatfehappij felix meriTisis hen-
re geboorte verfchuldigd aan wijlen den vlijti-
gen W
illem writs, in zijn leven Hor oh-
gkmciciker
hier ter iiede, die, zeer waaifchijn-
lijk, het Ontwerp daar van zelf uitgedacht
heeft; vermids onder de menigvuldige aante-
keningen en handfchriften (*) deswegens,

' ! ' ■ '

(*) Thands berustende bij den Heer jan pieïersse,

welke ons het merkwaardige, betreffende deze ftichting?

daar uit ontleend, wel heeft gelieven medetedeelen,

Α

-ocr page 4-

'er flegts ééne, van eene andere hand dan de
zijne , in zijn' boedel gevonden is 5 immers ,
alhoewel 'er dikwerf in deze aantekeningen
van een voorig Kunstgenootfchap gewag ge-
maakt wordt, dat onder de zinfpreuk
Libertas
Artium Nutrix
beftaan hadt en door welks
Leden wijlen
willem writs, tot de uit-
voering van het Plan dezer Maatfchappijë
zou aangefpoord zijn geweest, zijn 'er toch
nimmer eenige Leden van dat zogenoemde
Genootfchap bekend geworden. De vinding-
rijke en fchrandere
writs fchijnt ilegts een
ngebeeld Genootfchap gebezigd te hebben,
om zijn groot oogmerk te gemakkelijker te
bereiken , daar toch ieder eerder tot eene
reeds gevestigde zaak toetreedt, dan mede
wil arbeiden om den grond tot eenige om-
ilagtige en tevens nieuwe onderneeming te
leggen

. ; - 'v' ff f* r\ >;>·> : "· -1 '"ί" ■ 'V;

Dat hij aan het meergemelde Ontwerp een'

.. . ij ... ^ » - ·, ,.·...,. .1 . , ...

geruimen tijd beileed hebbe, het zij dan tot
het daarftellen van het zelve , of wel tot
deszelfs befchaaving, blijkt insgelijks over-
vloedig uit de menigte van aanteekeningen

daar

-ocr page 5-

< 3 >

f

<b>

daar van voorhanden , waaronder 'er gevolg
den worden , die reeds met de jaartellingen
van 1770, 1771, 17745 1/75 en gete-
kend zijn. Alhoewel de Maatfchappij dus
heure geboorte aan zijn vindingrijke brein ge-
heel verfchuldjgd is , fchijnt het echter dat
hij niet fpoedig tot een befluit heeft kunnert
komen , 0111 haar van een' eigentlijken naam
te voorzien; wel is waar dat zij op het oud-
fte handfchrift, van 1770 of 1771, reeds den
naam draagt van een
Konstgenootjchap der Vei-
diefisten of de Sociëteit der vrije Broederfchap ;
doch, aan den anderen kant, blijkt het, uit ver^
fcheidene papieren , in de gemelde verzame-
ling voorkomende , dat hij haar ook nog een
menigte andere benaamingen gegeeven heeft,
die allen, als om fti-ijd, omflagtig waren, en
van wier uitfehrijving de Leezer ons wel
gaarne zal willen verfchoonen, daar dezelven,
als nooit gebezigd , niet anders dan vervee-
ling, zonder eenig nut voor denzelven, zou-
den veroirzaaken ; van meer belang is het te
weeten hoe de Ontwerper dezer Maatfchap-

α 2 vm

-ocr page 6-

< 4 >

pije vervolgends derzelver Stichting heeft wee-
ten te bewerkftelligen.

Het was dan in het ndjaar van 1776, dat
meergemelde
writs, zig als Lid van ze-
ker, waarfchijnlijk door hem uitgevonden,
Genootfchap , onder den naam van de
Maat*
fcfiappij der I/erdiensten, opgericht onder de Zijl-
Spreuk :
sapientia et libertate, be-
kend maakte, ten minden zig als Lid van
dat Genootfchap , in zeker Leesgezelfchap,
waarin hij, (zo wel als de Heeren
marcus

doesburg, jan p1etersse , jan
schutte hoyman en j o α ν hendrik

kemp er) onder meer anderen , een mede-
lid was , het eerfte opening gaf van zodanig
een Ontwerp ter oprichting van eene Maat-
fchappij van Verdienften; echter was het zel-
ve , ten dien tijde, nog ruüw en zeer uitge*
breid, wegens veele omflagtige Fondfen, die ,
volgends het zelve , tot nut der Weeten-
fchappen, Landbouw, Koophandel en Zeevaart,
daarbij zouden behooren te worden opgericht;
welke groote uitgebreidheid, gevoegd bij de
verhaaste voorleezing, ten gevolge hadt, dat

'er,

-ocr page 7-

< 5 >

'er,dien avond, weinig of geen acht op gefla-
gen werdt; dan, bij een herhaald onderzoek,
vermeenden de vier, met naamen hier vooren
genoemde , Leden van dat Leesgezelfchap ,
daar in zeer veel goeds te befpeuren; zo dat
zij meergemelden w.
writs nu met meer
ernst aanfpoorden , om zijn Ontwerp eenig-
zins te befchaaven , minder omflagtig te maa-
ken , en 'er als dan ook meerder algemeene
bekendheid aan te geeven ; hier aan fchijnt
hij veelal gehoor verleend, en dit hem aan-
gefpoord te hebben , om hetzelve in beknop-
ter orde te brengen , en van dien tijd af, met
andere kundige perfoonen daar over te raad-
pleegen.

In het begin des Jaars ιγγγ, was hij reeds
zo verre met zijn verbeterd Ontwerp gevor-
derd ? dat hij van het zelve gedrukte Requifi-
ten en Declaratoiren uitgaf, aan zodanige
Perfoonen , als hij tot Leden van deze opte-
lichtene Maatfchappij aangemoedigd liadt, en
het was ook in den Herfst van dat Jaar, dat
hij de gedrukte Advies Billetten rond zondt,
en de
Korte Schets wegens de Stichting der Ba- +

Α 3 taaf>

-ocr page 8-

< 6 >

taaffche Maatfchappij der edele Verdiensten ,
(welke Stukken gedrukt en in veeier handen
zijn,) in 't licht gaf; als 't ware op last en
voor rekening der Leden van het
Genootfchap
der Wijsbegeerte en vrije Koristèn, onder de Zin-
fpreuk:
sapientia et libertate, doch
wel voornaamlijk , zoo niet alleenlijk , vol-
gends zijne uitvinding en op zijne eigene kos-
ten ; terwijl hij reeds , op den goften Octo-
ber 1777 , als
Provifioneele Adminiftrateur, de
Leden hadt befchreeven tot de Eerfte Alge-
meene Vergadering, op Maandag, den derden
November daar aan volgenden, ten huize van
de Maatfchappij, op de Lelijgraft; welk huis
hij ook bereids, voor de maand Meij van dat
Jaar, gehuurd hadt.

Op deze wijze dan werdt deze thands zo
zeer bloeijénde Maatfchappij, van dat tijdftip
af, door
veertig Liefhebbers van Weeten.
fchappen en fchoone Kunsten gevestigd; wel-
ken ,met recht,den naam van
leden stich-
ters
verdienen;immers de ijverige writs,
hadt, wel is waar, den, ruuwen klomp daar-
gefteld , doch de befchaving daar van is ei.
;v ·. gent-

-ocr page 9-

•C 1 >

gentlijk ter uitvoer en wezenlijk tot ftand
bragt, door de navolgende, veertig Leden :

willem w rits. » '

j o hannes klok.

j λ c o β d ε j o ν g. · - » o 'i !>. τ

JAN STRAALMAN.
willem de jong.

eddo hendrik tekenburg. :γ

benjamin bosma, J. L. M. et Pft. DoCt.

barend van loo.

jan ever hard gr ave.

BAREND VAN DER HOOP.

jan willem van arp. . :; u

marcus van arp.

abraham ij ρ ε la ar.·· - ' λί

marcusdoesburgh.
jan schutte iioyman.
jan pietersse.

j o α ν hendrik kemp é r. λ

c o r ν ε l i s sebille'roos.
, jan van' den ' ' |

theo do rus petrus sc η on ck.

Α 4

-ocr page 10-

< 8 >
mr. daniël gilde meester, jansz,

Γ ψ ' ·

j'acobu s de la lande
jan christiaan sep p.
ciiristoffel leer.
jacob catsi

dirk wa and er τ ε ν gert.
steven daniël cart1er.
daniël sebille.

willem van britten de jong.
α dri aa ν o τ τ er.

c o r ν ε l i s d i d ε r i κ van ε r ic η ε μ , μ- ε*·

jean grandjean.

hendrik steenbergen.

Mr, hendrik gildemeester.

jacob van bunschoten,

j&aac lodewijks, junior.

cornelis slaap, junior,

pieter ρ ij pers.

jan anthonij van μ i l l i ν g ε n.
hendrik de f li ν es.

Deze Leden , oordeelende dat 'er niets
prijswaardiger is dan zich verdienstelijk te
' ' h Α maa-

-ocr page 11-

< 9 >

maaken, en zijn geluk, zo wel in aanhouden-
de poogingen om verdienstelijk te worden,
als in verdiensten zeiven te zoeken, koozen
tot het blafoen hunner Stichting, een Bijen-
korf, waar uit men Honigbijen zag vliegen,
welken , op eene, daar nevens geplaatfte, bloem
aasden, met het opfchrift:FELix
meritis,
dat is: gelukkig door verdiensten;
niet om dat zij oordeelden reeds verdienstelijk
te zijn , maar om dat zij zich het geluk, dat
door waare verdiensten verkreegen wordt,
tot een beftendig doelwit voorftelden ; en
plegtig voornamen, alle hunne poogingen aan-
tewenden , om het zelve eenmaal te bereiken.
Doch over dit blafoen en deszelfs beteekenis
zullen wij , bij gelegenheid der befchrijving
van den fraaijen fpreekftoel in de gehoorzaal,
nog omftandiger moeten handelen.

Hoewel alle de Leden Stichters, door ge-
lijken ijver tot Weetenfchappen en Kunsten,
in het oprichten dezer Maatfchappij aangedree*
ven werden, beöeffenden zij echter niet allen
dezelfde takken van ftudiën; zij voorzagen
dus, met grond, of dat zij de Weetenfchap-

A 5 pen

-ocr page 12-

< 10 >

pen flechts zeer oppervlakkig en in het alge-
meen zouden moeten behandelen , of dat,
zoo' iemand hunner eenige meer ingewikkelde
Verhandelingen over dezen of genen tak
van Weetenfchap voorlaze, allen, die in den-
zelven niet genoegzaam ervaaren waren , hoe
groot ook hunne kundigheeden in andere tak-
ken zijn mogten , weinig vermaaks , geduu-
rende die voorleezingen, zouden kunnen ge-
nieten > en weinig nuts uit dezelven trekken.
Deze reden deedt hen beiluiten zich in
De-
partementen
te verdeelen , ten einde de Wee-
tenfchappen en Kunsten, met meerder nut, en
na behooren, te kunnen beöeffenen.

Het eer ft e Departement, 't welke, ingevolge die
fchifting, tot ftand kwam, was dat des
Koop-
handels
, onder welken algemeenen naam men
ook de
Zeevaart, Landbouw, Fabrieken en Tra-
fieken
betrok. Het doel van deszelfs werk-
Zaamheeden is den Nederlandfchen Koophan-
del, Landbouw, Fabrieken, Zeevaart, en an-
dere bronnen vaii 'sLands bloei, door nuttige
Verhandelingen, behelzende de vóordragt van
algemeene en bijzondere kundigheeden, nieu-
m-i _ r, h we

-ocr page 13-

< 15 >

we uitvindingen, of verbeteringen in die vak-
ken, te bevorderen.

Het tweede Departement, naamentlijk dat der
'Natuurkunde , was , op 't einde van 't Jaar
1777 , ook reeds in volle werkzaamheid : de
Leden werden, van tijd tot tijd, talrijker, en
hun ijver en weetlust bezorgde der Maat-
fchappijë eene fchoone verzameling van
werktuigen , onder welken men eenige aan-
zienlijke gefchenken telt. Doch riaauwlijks
hadt men zich eenigèn tijd met het doen van
Redevoeringen , en van Proeven, bezig ge-
houden , of men begreep, dat een grondig
en geregeld onderwijs in de Natuurkunde,
van een groot nut zoude zijn; men verzogt
derhal ven den Heer
h. ^ene/e die taak op
zich te neemen; en zijn onderwijs deedt wel-
haast nieuwe behoeften ontdekken, dien men
te vooren niet bemerkt hadt. Men begreep
daar bij ook, dat de meeste deelen der Na-
tuurkunde niet, na behooren, behandeld kun-
nen worden, en dat anderen geheel onaange-
roerd moeten blijven , zo lang men geene ge-
-noegzaame ervarenis in de Wiskunde verkree-

gen

-ocr page 14-

< 12 >

gen heeft; en dit gaf aanleiding dat men den
Heer
i-i. de hartog aanftelde, om ook,
voor het Departement der Natuurkunde, de
Wiskunde te onderwijzen.

Het derde in rang volgend Departement ,
zo verre de oudheid of oprichting aanbelangt,
is het
Departement der Tekenkunde, 't welk
de beöejffening der Teken-, Schilder-, Gra-
veer- , Beeldhouw-, Boetfeer- en Bouwkunde,
en van alle de Weetenfchappen, die daarmede
verknocht zijn, ten doelwit heeft; federt de
eerfte oprichting zijn in hetzelve merkelijke
verbeteringen gemaakt , zo dat men thands
niet meer enkel na Pleister, gekleede lee-
vende Modellen, mans en vrouwelijke Leden-
mans , (waarbij fraaije antique; klederen ge-
maakt zijn,) maar ook na twee naakte leeven-
de Modellen tekent; en des Saturdags, om de
veertien dagen, Kunstbefchouwing houdt, waar-
toe de Tekeningen en Prenten, dat Departe-
ment in eigendom toebehoorende , niet alleen
de voorwerpen ter befchouwing opleveren,
maar de voornaamfte verzamelaars der voort -
brengfelen van dezen fchoonen tak van Wee-

ten-

-ocr page 15-

< 13 >

tenfchap zetten bereidwillig hunne Cabinetten
open , om , op hunne beurt, een gedeelte
daarvan ter befehouwing, in dit Departement,
voor te leggen ; behalven dat , bezit het
zelve thands eene fraaije verzameling van de
fchoonfte Pleisterbeelden, te Romen , op de,
zich te dier tijd aldaar bevindende, voornaam-
fte Antieken zeiven, afgegooten; gelijk dan
ook de kunstminnende Leden, hunne nuttige
bijeenkomilen en leerzaame oefteningen, met
behulp van dezen rijken voorraad dier akmde
kunstgewrochten, zo wel als in de ftudie na
het leven, den geheelen zomer door, bii het
daglicht voordzetten ; waardoor dit Departe-
ment zeer ilerk in werkende Leden is toege-
nomen, onder wier getal zeer groote Kuns-
tenaars geteld worden.

Het vierde, of het Departement der Muziek,
was ook reeds bij de oprichting der Maat-
fchappijë in ftand, en is, door den onvermoei-
den ijver van verfcheiden voornaame Lief-
hebbers , van tijd tot tijd, tot een' hoogen
trap van volkomenheid gebragt.

In den Jaare 1779 werdt het vijfde of De>
.. - par-

-ocr page 16-

< Η >

partemem der Letterkunde, dooi' vijf Leden uit
het Departement des Koophandels, opgericht.
Dit Departement, dat zich met Dicht-, Taal-,
Gefchied- en Oordeelkunde, gelijk ook met
Wijsbegeerte en Welfpreekendheid bezig
houdt, bloeide ook welhaast , en bekwam
verfcheiden groote Redenaars tot Leden.

Men zoude dus, alleen het oog vestigende
op de gemelde verdeeling, deze Maatfchappij,
als vijf bijzondere Maatfchappijën kunnen aan-
merken ; doch die, door de vriendfchap en
eendragt, welke onder allen heerscht , dooi-
den vrijen toegang, welken de Leden van een
Departement tot alle andere Departementen
hebben, door eenige huishoudelijke fchikkin-
gen, en door denzelfden ijver, tot voortplan-
ting en beöeffening van Kunsten en Weeten-
lchappen , één éénig lighaam uitmaaken. Der.
zeiver Leden zijn in
Honoraire, Effe&ive, Al-
gemeen Titulaire
, voor alle Departementen , en
Bijzonder Titulaire, voor een enkel Departe-
ment , enz. onderfcheiden; waarbij nog on-
langs eene nieuwe clasfe, onder den tijtel
van
Buitengewoon Titulaire, gevoegd werdt.

De

-ocr page 17-

€ 15 >

De werkzaamheeden van dit eendragtig
Gezelfchap, werden regelmaatig, over alle de
dagen der week, verdeeld ; zijnde in den
beginne de Maandag en Dingsdag voor de
Tekenkunde , de Woensdag voor de Letter-
kunde, de Donderdag voor den Koophandel,
de Vrijdag voor de Natuurkunde , en de
Saturdag voor de Muziek gefchikt; dan , door
dien veelen der, tot het Concert behoorende,
Muziekmeesters, in den Schouwburg geënga-
geerd waren , heeft men hier omtrent eenige
verfcbikking gemaakt , en het Departement
der Natuurkunde heeft den Dingsdag voor
deszelfs bijeenkomften gekozen , en den Vrij-
dag aan het Departement der Muziek afge-
ftaan ; wordende de werkzaamheeden van het
Departement der Tekenkunde, door die Le-
den deszelfs, welken de werkzaamheeden van
dat der Natuurkunde willen bijwoonen, ge·
duurende den tijd der Verhandeling 5 geftaakt.
De door deze beurtverwisfeling openvallende
Saturdag , wordt niettemin tot een allernuttigst
gebruik gebezigd, wordende dezelve de eene
week beilemd voor de Kunstbefchouwing, en

de

-ocr page 18-

4 ιό >

de andere tot het houden van een' Curfus, in
de Natuurkunde , ten dienfte van de zoonen
der Leden.

De goedkeuring welke deze Maatfchappij
door, voor de aanmoediging en opwakkering
tot het beöeifenen van Kunsten en Weeten-
fchappen, zo juist berekende middelen , bij
een aantal waardige mannen , wegdroeg, die
jaar op jaar zich als Leden aangaven , was
oirzaak, dat men, reeds in 1783 , van de
Lelijgraft, een grooter huis moest gaan be-
trekken : waar toe zig de gelegenheid als van
zelve voordeedt, daar een der Leden van het
Departement der Natuurkunde,
hendrik
stille
, eenige vertrekken in zijne woo-
ning, lhande op den Fluweelen Burgwal, bij
het
Menccum Illustre, der Maatfchappijë ten
gebruike aanboodt; welk aanbod door dezel-
ve, behoudens daar toe te maakene onderlinge
fchikkingen , bereidwillig werdt aangenomen,
en ten gevolge hadt, dat derzei ver Vergade-
ringen aldaar vijf jaaren achtereen gehouden
werden.

Het groot nut en de aangenaame leerzaam-
heid

-ocr page 19-

< ï7 >

heid der werkzaame bijeenkom ften dezer Maai*
fchappije, intusfchen meer en meer bekend
wordende, groeide dezelve, geduurende die,
vijf jaaren , dermaate in getal van Leden
aan , dat ook dit verblijf voor haar te be-
krompen werdt, zo dat men zig, in 1785*.
andermaal in de noodzaaldijkheid bevondt,
om, of geen nieuwe Leden meer aan te nee-:
men, of immers een nog grooter gebouw,
voor de Vergaderingen der Maatfchappij te
zoeken. Het eerfte kon geenszins in aan-
merking komen: 'er werdt dus tot het laatile
beilooten.

„ Men bevlijtigde zich derhalven, om naar
verfchillende huizen, die meer of min ter
bereiking van de oogmerken der Maatfchappij
gefchikt waren, om te zien; doch men begreep
weldra, de zaaken nader inziende, dat heC
zeer moeilijk zoude zijn een huis te verkrij-
gen , dat alleszins aan de behoeften van
alle de Departementen tevens zoude voldoen v
èn dat men, ondanks al de noodige ver tim-
meriogen en veranderingen in het een of an-
der huis, dat men zoude kunnen bekomen9

Β *'· - J te

-ocr page 20-

♦C Ï S >

te maaken, echter gevaar liep van altoos eea
gebrekkig Gedicht daarteftellen. Men kwam
d/us, na rijp beraad, overéén, een geheel
' nieuw Gebouw voor de Maatfchappij te {lich-
ten, en beiloot naar een bekwaam erf tot
dat einde om te zien.

Daar nu deze onderneeming van een' al te
omflagtigen aart was, dan dat- Commisfarisfen
dezelve, bij alle hunne menigvuldige, aan het
foeftuur verknogte , bezigheeden, alléén op zig
zouden hebben kunnen neem en, vondt men
goed· uit ieder Departement een Lid aan de-
zelven toetevoegen, welke vijf Leden te fa-
men met dezelven zitting houdende, de
Com-
misfie Μ dm Bouw
zouden uitmaaken; zijnde
te dier tijd Commisfarisfen:

cORNELis SEBILLE roos, van wegens het De-
partement der Tekenkunde.

CORNELis slaap, jüNioR, van dat den
Muziek.

jian. tuqt',. &ir.es,ï.., MOM dat der Lettenkundei,

j;q hannes. mapwinu s ver i i; o es en* YAfl dat,

den Natuurkunde* en.

w β .........a ·.·:'■ ;ΐν- ■■■.; ...... ■·, ~ -■ ■-■ t.- ■■■ i ·. ... ... ,· L

j-οηία ν ne s ger ai^ us ?au. va^cq; V0H dat

des Koophandels

Ea

-ocr page 21-

< 19 >

En de daar bij gevoegde Leden:

jan τ Ε Rs teeg, voot' het Departement Teken-·
kunde.

ti1eodorus johannes weddik, VOOf dat
der Muziek.

Daniël bleecker, voor de Letterkunde.

ρ iet er kerkhoven, voor de Natuurkunde.

jacob küijper, voor den Koophandel,

Willem writs, Adminiftrateur.

en

hidde heeremiet, Secretaris.

Deze Commisfie opende heure eerfte Verga-
dering, op Maandag, 24 April 1786. Men hadt
het geluk , een ruim erf, op de Keizersgrafc
11a bij de Beereftraat gelegen, aantekoopen: en
den 9den Augustus deszelfden jaars werdt men
nog twee kleine daarnevens ftaande huizen,
insgelijks door aankoop, magtig: men befloot
de oude huizen die 'er op ftonden, aftebree-
ken, en 'er een Gebouw te ftichten, dat
voor alle de Departementen der Maatfchappij
volmaakt gefchikt zoude zijn.

Inmiddels overleedt, op den 6den October
daar aanvolgenden, de eerile Ontwerper en
Voortzetter der geheeie Onderneeming,
wil-

b2 lem

m

-ocr page 22-

2 O j>'

LEM writs, op het punt dat deszelfs ftich-
ti'ng tot den top van luister ftondt opgetrokken
te worden; gelijk hij dan ook wel kennis ge-
draagen heeft van den aankoop der huizen , en
het voorneemen om een pragtig Gebouw op
te rigten; doch nooit cenige tekening of ont-
werp tot den nieuwen aanbouw heeft kunnen
zien.

De Bouwcommisfic, om, zo veel mogelijk
was, de zaak te befpoedigen, en de kundig-
ftb lieden te kunnen raadpleegen, fchreef eene
Prijsvraag uit, en beiloot, den 3often Octo-
ber, een Programma op te Hellen, 't welk
ih de maand November in 't licht kwam ,
bevattende een fchets van 't geen 'er hoofd-
zaakelijk in het te ftichtene gebouw begeerd
werdt, nevens een* platten grond van het aange-
kogte Erf, volgends eene naauwkeurige voet-
maat getekend. Men beloofde een . praynie
Van zeventig gouden ducaaten aan den ge-
nen, die het volledigst
Plan tot het be-
geerde Gebouw, vóór den eerften Maart
1*787, zoude ihleveren: terwijl men nog eene >
beloóning van dertig gouden ducaaten toezeg-
-' 2 JC s. & de

-ocr page 23-

< αϊ >

de aan den genen, wiens Plan in de tweede
plaats in aanmerking zoude komen. Men hadt
het genoegen te zien, dat, op den 3den van Len-
temaand 1787, reeds zestien Plans waren inge-
komen , waar van 'er voornaamentlijk drie in
aanmerking kwamen. Het eene onder de fpreuk:
Ornet & Proficiat; het tweede onder de fpreuk:
Felix β Merear; het derde onder de fpreuk:
Pour Satisfaire. Dezen allen behelsden veele
fchoone (lukken, en gaven de blijkbaarile
bewijzen van de kundigheeden hunner opftel-
4eren; doch, na rijp overleg, vondt de Bouw-
Commisfie goed, van, op den 3often van die
zelfde maand, eene keuze te doen, en den
Vervaardiger van het Plan, onder de fpreuk:
Ornet & Profiel.t, met den beloofden eerprijs
van zeventig ducaaten te bekroonen: aan den
Vervaardiger van het Plan,
Felix fi Merear,
den tweeden eerpi'ijs van dertig ducaaten toe
ie wijzen, en den Opfteller van het Plan*
Pour Sat is faire, ten blijke. van goedkeuring*
■eene fomme van twintig ducaaten aan te bie-
den. Bij de opening van het Billet, werdt
de bekroonde Schrijver bevonden te zijnde
v: ii Β 3 be-

-ocr page 24-

«C aa " >

beroemde Architect, jacob ο τ te ν hus-
ljj
, en als Opftellers der twee andere Plans
maakten zich vervolgends bekend, de Bouw-
kunstenaars,
jan willem le normant
en piERRE esaÏe DuijvENé; de eerstge-
melde voor het Plan
Felix ft Merear, en de
laatstgemelde voor het Plan
Pour Satisfaire.

Deze zaak dus afgeloopen zijnde, beiloot
men het Gebouw na het Ontwerp van den
Architect
huslij te (lichten, met die veran-
dering echter, welke 'er in gemaakt moest
worden, ter oirzaake dat men, na het uitgee-
ven van het Programma, nog een naast aan-
gelegen erf 5 door aankoop magtig geworden
ware, waar door de Voorgevel breeder, en
het voorfte gedeelte van het Gebouw grooter
werdt.

Men hadt zich intusfchen bij Requeste
aan de Staaten van Holland, en bij de Regee-
ring van deze Stad vervoegd, ten einde van
dezelve vrijheid van Impofitien op de Bouw-
materiaalen te verkrijgen * en van beiden een
gunstige toeftemming van dit verzoek bekomen.

Waarop men tot Timmerman aanftelde
-Sii " 'I HEN-

-ocr page 25-

< £3 >

Hendrik, blomberg, en tot Metfelaars

cornelis twisk cn zoon.

Dit alles bevoorens bezorgd zijnde, werdt'er,
op den tweeden van Grasmaand daaraan volgen-
den, een aanvang met het afbreeken der oude
huizen gemaakt, nk dat dezelven bevoorens,
door den Kunstfchilder j.
elffers, ter na-
gedagtenisfe aan derzelver voormaalig voorko.
men, afgefchilderd waren. De groiid iiu ge-
heel geilegt zijnde, begon men op den 25ften
van Zomermaand den eerften mast te heijen,
en het was op den ?den van Hooimaand, dat,
door den toenmaligen Prefident Coriimisfaris ,
gornelis seöille roos, als vertegen·
woordigende de geheele Maatfchappij 4 met veel
plegtigheid, de Eerfte fteen op den hoek van
het Gebouw, aan de zijde van de Beereftraat $
gelegd werdt, in het bijzijn van de overige
toenmalige Commisfarisfen:

C Η 11 I S Τ I Α Λ Ν Ε V Ε R II Λ R D \V Ε I Τ S ,

JANLUGT, DIRKSZ.

JO HANNES MARÏNUS VÈRflÓESEN,

ëtt

| 6 li Αν jtf F. s ÜÈRARÜÜS FAUVARCQi

Β 4 en

-ocr page 26-

Χ 24 >
en verdere Gecommitteerden tot den Bouw,

; r' '.)

JAN SWART,

THEODORÜS J O ΗΑ Ν Ν Ε S WEDDIK,
DANIËL Β L Ε
Κ C IC Ε R ,
Ρ ΙΕTER KERKHOVEN,

en

CORNE LIS SLAAP JUNIOR,

geadfifteerd door den Secretaris

f

IIIDDE HEEREMIET,

en den Adminiftrateur

Α L 13 Ε R Τ STROKKEL,

benevens een groot aantal der respective Le*
den. Op dezen Steen, die van wit Marmer,
ter grootte van een' gewoonen metfelfteen
was uitgehouwen, las men de woorden r

"Gelegd door
de Maatfchappij:

FELIX MERITIS. VII JULIJ,

i ·

mdcclxxxvii.

.>.

Voords werden, bij cjie gelegenheid, door de
Dicht- pn Letteroefenende Leden, j.
l^jgt

1 ) ; λ PJRKS&

ν

-ocr page 27-

< 25 >

dirksz. eil daniël bleeck.er, toe-
pasfelijke aanfpraaken en dichtregelen uitge-
fproken.

- Het werk werdt met zo veel ijver voortge-
zet , en de .zagte winter begunstigde het
zelve zodanig, dat men, bereids in 't begin
des jaars 1788, verzeekering van de Bouw
meesteren ontving, dat men het huis in het
volgend winterfaifoen, hoewel in het ruwe,
echter, het zij geheel, het zij ten deele, zou-
de kunnen gebruiken.

Van dat oogenblik af beraamden Commis-
farisfen de noodige fchikkingen , om de eer-
fte Vergadering der Maatfchappij in dit Ge-
bouw met alle mogelijke deftigheid te vieren;
de Directeuren van het Departement der Mu-
ziek boden zich ten dien einde aan, tot het
uitvoeren van een buitengewoon, en op de
plegtigheid zelve toepasfelijk, Muziekftuk.
Men begreep dat de eerfte Vergadering , als
zijnde de algemeene Inwijding van het ge-
heele Gebouw , in de groote Muziekzaal,
niet eene plegtige Redevoering, behoorde
geö.
|>end en met het gemelde Muziekftuk beiloo-
* ■ - - Β 5 ten

-ocr page 28-

< aö >

ten te worden: en· dat 'er naderhand, bij de
eerfte Vergadering van iéder Departement,
in het vertrek tot deszelfs bijeenkömften be-
ilemd , eene afzonderlijke Inwijdings-Rede-
voering van dat Departement, tot welks
werkzaamheeden zodanig een vertrek gefchikt
ware, zoude kunnen gedaan worden> dool?
die Redenaars^ welken de Directeuren van
ieder Departement daar toe zouden noodigen*
-« De eerile zórg vati Commisfarisfen, welke
post te dier tijd door de.'Heereh
r · V

y ή r · > . - ■; ,·

~f · ^ ■ ,if; :· t ■>·; ·. ο r U. '

C Η 111S ΤI Λ Α Ν Ε V Ε R" II Α R D WEITS,

zr.o t mièJ'ii r- 'Lm' ;f l.> ι V · >

TAN PIETERS SE,

f ' ■ ■ ■ ■ - · ■· · · r / · ,

DANIËL BLEECKER,

" ; *■""· ,·'■!■ ' ' ' ' ' 'f Λ ' -. : - l\- · V"i'·, r

F RA NS LAÜ RÈNS WOLDOItFF,

en

«:,,.■♦■ »i - ~ ' < T · ' V ' ; t ■ ' ■ ' ' -T

. · M.' - ■ / ■ ' . ■ · ·■ ! ν Λ : ! i. · .

CORNELIS SEBILLE ROOS,

So fï?> ttuOtiW:^ f·''; en·/ vvivuv''·

bekleed werdt, was om een' der Leden van de

• 'r ·1

Maatfchappij, tot het doen der Inwijdings*
Redevoering te verkiezen : ten dien einde
verzochten zij den Hoogleeraar5
j h. van
s winden, die taak op zich te willen nee-
men: het gene dezelve, met veel bereidwillig-
i? ,'V heid,

-ocr page 29-

< 27 >

heid, en met dankbetuiging voor de eere die
men hem door deze uitnoodiging aandeedt,
aannam.

Na dat men nu van den Architect en de ver-
dere Bouwmeesteren bericht b'ekomen hadde,
dat de Muziekzaal tegen het einde van de
maand October geheel voltooid, en de beide
Entrèekamers, zo als ook eenige andere ver-
trekken , voor de bijzondere Vergaderingen
van Commisfarisfen en zo voords, dienende,
in het ruwe gereed zouden zijn, beiloot men
Vrijdag den 3iften van Wijnmaand tot de alge-
meene Inwijding te bepaalen·, en den daarop vol-
genden dag een talrijk gezelfchap Dames, door
de Leden daar toe verzocht zullende worden,
ter bijwooning van de Inwijding van dit gefticht,
te noodigen a vervolgends alle de bijeenkomften
der Maatfchappij in het nieuwe Gebouw te
houden, en zich daartoe van de Muziekzaal
te bedienen, tot dat de vertrekken voor ie-
der Departement in gereedheid zouden zijn.
Het Departement der Tekenkunde, dat eene
bijzondere inrichting vereischte, zoude alleen
deszelfs Vergaderingen in het oude huis blijven

hou-

-ocr page 30-

< 28 >

houden, alwaar men ook, des Dingsdags, de
lesfen in de Wiskunde zoude vervolgen.

Men gaf bij tijds kennis van dit beiluit
aan alle de Leden der Maatfchappij , die
door circulaire0 brieven tot de Inwijding ver-
zocht werden, en aan ieder van welken men
een billet van toegang voor eene Dame , ter
zijner befchikking, tot het bijwoonen van de
Aanfpraak en van de Muziek, op den eer-
Hen November, ter hand ftelde. De Regee-
ring, alle de Profesforen, en eenige weinige
perfoonen , aan welken de Maatfchappij oor-
deelde bijzondere verpligting te hebben, wer-
den daar bij genoodigd , en men vergunde
den Redenaar een klein getal zijner vrienden
tot de plegtigheid toe te laaten.

De dag dezer Inwijding genaderd zijn-
de , verzogt men de Leden vafi de Rcgee-

*

ring, de Profesforen, Honoraire Leden , be-
nevens de algemeene en bijzondere Directie
der Maatfchappij, in de kleine Entreekamer;
t terwijl alle de overige Leden zich in de
groote Entreekamer vervoegden. Na dat de
Leden zich in de zaal geplaatst hadden> be-
r i ga-

-ocr page 31-

4 29 >

gitven zich de gezamentlijke Directiën, met
hunne genoodigden, naar de zaal, bij wier
inkomen men terftond een aangenaam muziek
hoorde, uit blaasinftrumenten en pauken be-
ftaande. Na dat alle de Leden van het aan-
zienlijk gezelfchap, ten getale van omtrend
vier honderd perfoonen, plaats genomen had-
den, werdt, onder de directie van den Com-
ponist
j ο s ε ρ η s c η μ ι τ τ , die de muziek
gecomponeerd hadt, en de uitvoering als Or-
chest-meester beftuurde , door het volle Or-
chest, beilaande uit honderd en twaalf perfoo-
nen , waar onder zig dertig Zangers en Zangeres-
fen bevonden, eene fraaije Ouverture gefpeeld,
welke een half uur duurde, en ten doel hadt
de toehoorers allengskens tot eene gepaste en
bedaarde vreugde op te wekken, en ze daar-
na wederom tot die klamte te brengen, wel-
ke hen gefchikter zoude doen worden, om
de Redevoering met de vereischte aandagt
aan te hooren. Op het oogenblik dat deze Ou-
verture geëindigd was, werdt een leezenaar
in het Orchest op de Piano Forte geplaatst;
de Iioogleeraar
van swinden, die inmid-
dels tusfchen de overige Profesforen zijne

plaats

-ocr page 32-

< >

plaats genomen hadt, werdt door den Preü-
dent - Commisfaris tot bij die leezenaar ge-
leid , en deedt vervolgends, uit naam der
Maatfchappij , eene zo doorwrogte, als fier-
lijke en gepaste Redevoering, waarin zijn
Hooggeleerde „ het nut aantoonde 't geen de
,, beöeffening van Weetenfchappen , fraaije
„ Letteren en Kunften, aan heure beöeffenaa-
„ ren, in alle hunne betrekkingen aanbrengt;
,, en vervolgends verklaarde, hoe de inrich-
„ tin gen dezer Maatfchappij eigenaartig ge-
„ fehikt zijn , om dit nut ten hoogften te
„ bevorderen."
Zo dra dezelve geëindigd, en
de Redenaar naar zijne voorige plaats te rug
gekeerd was, maakte het Orchest een begin
met de uitvoering van verfcheiden Muziek-
en de n&volgende Zangftukken:

C II O O R Ζ Α Ν G.

Triomf.' Triomf! Triomf!
Wat heil is op deze Aarde,
Voor u van grooter waarde,
Dan nu gij juicht uit éénen mond :
„ Triomf op onzen eigen grond J"

Hier

-ocr page 33-

< 3* >

Hier moet Athenes grootheid wijken;
Gij tart de laatre koningrijken;

Geen volk verwierf zig grooter* roem;

Triomf! Triomf!
Dat men u vrij gelukkig noem'!
Elk uwer grootfche chooren
Treffe ieders hart en ooren,
Met een herhaald, triomfI

RECITATIVO.

Hoe zeldzaam ook de wreed© tegenfpoedeu
letsfpaaren in hun alvernielend woeden,
Deejz" loffelijke Maatfchappij
Blijve echter altoos vrij,
Men hoore eerlang, uit alle monden,
Heur' luisterrijken bloei verkonden;
Heur lof, heur waarde, itreele elks oor,
En klink' de gantfche waereld door,

ARIA*

-ocr page 34-

< 33
Α R I Α.

Gelijk een rots niet wordt verwrikt

Door 't klotfen v*m de baaren ,
En als de donder 't al verfchrikt,

Doet fiddren voor gevaaren,
De felite flagen weêrftand biedt;
Wanneer de blikfein nederfehiet,
ja alles dreigt te treffen,
Zijn' kruin nog blijft verheffen;
Zo vast ita ook deez' Maatfchappij,
, Voor nijd en dwinglandij.

R Ε C I Τ Α Τ I V O.

Door onvermoeide vlijt verkrijgt men 't hoogst geluk;,
En heeft men voor geen' ramp te vreezen:
.Gelukkig door zigzelv' te weezen,
Verheft ons boven allen druk.

RON4

' ·

-ocr page 35-

< 33 >

ROND

Het beitjen, dat geen moeite fpanrt^
Als 't uit de bloemtjens honig gaêrt*
Verftrëkt met recht ter fchilderij
Van deez' beroemde Maatfchappij :

De zoete honig voor den geest,
Dien zij uit menig bloemtjen leest,
Bevordert deugden , kweekt veriland,
Legt fianfsch vooroordeel aan den band;

Ö.

Wat ook geboorte, of hoog gezach;
Wat ook het blinkend goud vermag,
Hun zoet heeft zuur, hun vreugd heeft druki
Verdiensten fchenken w£ar geluk.

RECITATiVO.

Laat ons de bei, in heure vlijt .
Zo onvermoeid, zo vrolijk, evenaarenj J

Zo kunnen wij, van zorg bevrijd *
Den honig van 't veriland vergaêren.

c

D U O.

-ocr page 36-

< 34 >
DUO.

De Wijsbegeerte, die uw harten kan bekooren,
Geeve uwen ijver dubble fpooren;
Heur invloed lichte u altoos vóór;
Zij leide u 't leven blijdlijk door;
Zij doe u alle wezens kennen,
Die in 't heelal beftaan;
Zij voere uw' geest , op englenpennen,
Tot voor den troon van God,
Den fchikker van uw lot:
De Wijsbegeerte fterke uw poogen;
Zij maakt, op een verborgen' wijz's

Deze Aarde tot een Paradijs.

ij) j ; i l'

0 U O.

De zuivre Deugd , die uwe harten kan bekooren s
Geeve uwen ijver dubble fpooren;
Zij ga, met Wijsbegeerte, u vóór,
En leide u 't leven blijdlijk door;

-ocr page 37-

< 35 >

Zij leere u uwen Schepper kennen,;

En eeren, in uw daên;
Zij voere uw' geestj op englenpennen
Tot voor den troon van God,
Den fchikker van uw lot:
iïoudt altoos wédre Deugd voor oogenj
Zij maakt, op een verborgen' wijz',
Deze Aarde tot een Paradijs*

II Ε C I Τ Λ Τ I V O.

Lieflijke Eendragt, Godlijk beeld !
Daal, op een wolk van zegeningen,
Op de Aarde neer;
Om, keer op keer*
Uw gunstgenooten met uw heil te omringefo
Een heil, dat braaven ilreelt;

Dat hunnen moed,
Hoe fel het lot ook woed',
Met onverwinbre kracht bedeelt*

C a AÏUA<

J

-ocr page 38-

< 36 >
ARIA.

t Wat hoofdrol ook de Tweedragt fpeelV

Op 't onbeftendige aardsch tooneel;
Nooit moet ze uw' vasten ftand verwrikken;
Maar Eendragt leide u, hand aan hand ;
Zo blijv* deez' Maatfchappij in ftand,
Tot 's waerelds jongfte fnikken.

RECITATIVO.

God, die rt heelal uit niet heeft voorsgebragt;
Op wiens bevel ontelbre waereldbollen
Door de eindlooze uitgebreidheid rollen;

Die 't air kan doen bezwijken voor zijn mr-gt;
Wiens vriendlijkheid de morgenfterren zingen·;
Van wiens voorzienigheid de dag gewaagt,
En van wiens trouw de nacht het kenmerk draagt;
Hem, de onöorfpronglijke oorzaak aller dingen,
Der ftervelingen Opperheer,
Zij eeuwig dank, zij eeuwig eer.

SLOT-

-ocr page 39-

< 3 7 >

S L Ο Τ Ζ Α Ν

C Η Ο Ο R.

Hallelujah! 't Opperwezen

Zij gepreezen,
Zij geloofd, met hart en ftem!
Hij, die alle ding deedt worden,
Onderhoudt in ftand en orden,

Hallelujah ! zegent Hem !
Looft en dankt het Alvermogen,
Dat uw poogen
Allerwenschlijkst heeft bekroond,
En zijn liefde u gunstrijk toont.
Hallelujah! 't Opperwezen
Zij gepreezen,

Zij geloofd, met hart en ftem!

\

Hallelujah! zegent Hem!
Zingt, met heilgen eerbied, famen:
Hallelujah! amen! amen l

-ocr page 40-

< 42 >

Zo dia de Muziek ten einde gebragt was 9
werden de Leden der Regeering , Profesfo-
ren, enz. door Commisfarisfen in de kleine
Entréekamer geleid , alwaar men het gezel-
fchap eenige ververfchingen aanboodt. Ver-
volgends werden alle de genoodigden voor de
eer die zij der Maatfchappije hadden aange-
daan , bedankt; en Commisfarisfen deeden
dezelven behoorlijk uitgeleide.

De Leden hadden zich intusfchen weder in
de groote Entréekamer begeeven , alwaar zij
nog eenigen tijd vertoefden.

De volgende dag, zijnde Saturdag den eer-
fte November, was tot de herhaaling van het
Muziek des voorigen daags, voor een aan-
zienlijk gezelfchap, van omtrent vier honderd
Dames, gefchikt. Dezen werden , bij heu-
re aankomst , door eenige Directeuren der
Maatfchappije , met behoorlijke eerbied ont-
vangen , en in de Muziekzaal naar heure
plaatfen geleid. Men verzocht de Leden in de
Entréekamers te gaan, en, voor deze keer, ge-
duurende de plegtigheid , of aldaar, of in de
groote gaanerij, die boven , langs een groot

-ocr page 41-

< 39 >

gedeelte van de Zaal gaat, en het gezicht op
dezelve heeft, te vertoeven: dewijl de Maat-
fchappij beilooten hadt, dat , deze keer , in
de Zaal geene andere Leden, dan die van de
algemeene en bijzondere Directie der Maat-
fchappij, benevens de Honoraire Leden , zou-
den toegelaaten worden.

Toen men zag dat het Gezelfchap van ge-
noodigde Dames voltallig was,' traden ge-
melde beftuurende en Honoraire Leden ter
Zaale in, en plaatsten zich op ftoelen9 die,
ten dien einde, in het middenpad, tusfchen
de twee rijen banken, gefteld waren. Hier-
op werdt de ouverture van den voorigen dag
aangevangen : zo dra deze geëindigd was ,
werdt de Hoogleeraar
van swinden, door
den Prefident Coinmisfaris, naar, dezelfde
Spreekplaats als den voorigen dag geleid, en
deedt voords , wederom uit naam der Maat-
fchappije, eene fierlijke en uitmuntende aan-
fpraak aan de Dames , om dezelven met heu-
re eerfte verfchijning in deze nieuwe Zaal
te verwellekomen, deze gelegenheid bezigen-
de , om den invloed , dien de befchaving der

C 4 Man-

-ocr page 42-

< 40 >

Mannen, door beöefFening van Weetenfchap^
pen , fraaije Letteren , en fchoone Kunsten,
op het geluk der Vrouwen heeft, af te maa-
ien , en tevens aan te toonen, op welke wij-
ze, en hoe verre die beöefFening in de fchoo-
ne Sexe , niet alleen een fieraad, maar ook
een bron van huislijk genoegen en waar ge-
luk voor de Vrouwen worden kan.

Men vertoefde eenigen tijd mi de gedaane
Aanfpraak, om het Gezelfchap eenige verver»
fchingen aan te bieden , waarna men de Mu-
ziekftukken van den voorigen dag herhaalde.
Eindelijk werden de genoodigde Vrouwen,
na de orde in welke de rijdtuigen zich voor
de deur bevonden, uitgeleid , en deze dag
liep met dezelfde gefchiktheid, en even veel
genoegen als de voorige, tei\ einde.

Deze Redevoering en Aanfpraak tot het
gantfche Gebouw, en tot alle de Departemen-
ten in 't gemeen betrekking hebbende, zijn de
overige Departementen vervolgends, meer bij-
zonder ook met veel plegtigheid, ingewijd.

Daar de Departementen der Letterkunde , en
$es
Koophandels, derzelver werkzaamheeden ver'

ι-

rich-

-ocr page 43-

4i >

lichten in dezelfde Zaal; gefchikt tothetvoor-
leezen van Redevoeringen waar, bij gee-
ne Proefondervindelijke aanwijzingen gedaan
worden , welke men daarom door. den naam
van
Auditorium , van de overige Zaaien van
dit Gebouw onderfcheiden heeft , en, deze
nieuwe Zaal, eerst in 't begin van 't Jaar
ιγ?>9 voltooid werdt, zo wijdde de welfpree-
kende Hoogleeraar, Mr.
h. c. cras, dezel-
ve voor de Letterkunde in , op Woensdag,
den ?den Januarij, met eene zo fraai bewerk-
te als juist ter gelegenheid voegende Rede-
voering, over : Eenige verfchillende foorten
„ van het fchoone , zo in de natuur, als in
9, de kunsten en weetenfchappen: en over de
«,, toevalligheeden , die het gevoel en den in-
„ druk van het fchoone dikwijls of verfter-
„ ken of verflaauwen."

Deze plegtigheid , waarbij de Regeering ,
Profesforen en Honoraire Leden, genoodigd
waren, en dus met de Leden een getal van
ruim vier honderd Perfoonen uitmaakten, ging
gepaard met een ftreelend muziek, opzette-

c 5 m

-ocr page 44-

*C 42 >

lijk daartoe gecomponeerd, door den kundigen

joseph schmidt.

Met gelijke ftaatigheid gefchiedde, daags daar
aan, de Inwijding van het Departement des
Koophandels, door derzei ver Mede-Directeur,
w.
wagtendorp eekman ; hij handelde
in zijne Redevoering, op eene gepaste wijze,
over: „ De noodzaakelijke aanwezigheid van
,, Koophandel, Zeevaart, Visfcherijen, Land-
„ bouw, Fabrieken en Trafieken, in de Bur-
„ gerlijke famenleeving in 't gemeen, en der-
,, zei ver befchouwing of beoeffening als be*
„ roeps- en handwerkkunsten , in eene Maat·
„ fchappij van kunsten en weetenfchappen in
„ 't bijzonder."

* En het was op den 3den November, 1789,
dat de kundige Hoogleeraar,
a. lonn, de
werkzaamheeden van het Departement der
Tekenkunde opende, met eene fierlijke en
doorwrogte Redevoering , over ; ,, De voor-
„ deelige famenwooning der Tekenkunst, met
„ andere kunsten en weetenfchappen."

Tot het bijwoonen dezer Redevoering 3 die
in de Gehoorzaal werdt gehouden , waren

de-

-ocr page 45-

4 43 >

dezelfde aanzienlijke Perfoonen genoodigd als
bij de voorige Inwijdingen. Dus was de Ver-
gadering talrijk en aanzienlijk ! Nè. het eindi-
gen der Redevoering , werden de Toehoorers
geleid naar het Tekenvertrek, dat nu vol-
tooid , in orde gebragt, en bij deze gelegen-
heid geheel verlicht was.

Op den 9den daar aan volgenden werdt,
voor de eerfte reize, na het ontkleed mo-
dél getekend.

Eindelijk wijdde die zelfde Iioogleeraar, op
den 2often dier maand , het Departement der
Natuurkunde in.

Het onderwerp dezer uitmuntende Rede-
voering was : ,, Over het voortreffelijk nut
„ eener beöeifening der Proefondervindelijke
„ Natuurkunde.5'

Voor en ni deze Redevoering werdt een
allerfraaist, opzettelijk daartoe, door den ge-
melden
j ο s ε ρ η . scHMiDT , gecomponeerd
muziekftuk , alleen uit Blaasïnftrumenten en
Pauken beftaande , uitgevoerd.

Veele bijkomende omftandigheeden , en
onontbeerlijke vereischten , maakten dit Ge-
bouw

-ocr page 46-

< 44 >

t

bouw kostbaarer , dan men in den begin-
ne gedacht hadde ; echter, de bereidwilligheid
der welmeenendfte en gegoedfte Leden hielp
wel rasch die zwaarigheid aan kant; men
vormde een plan van Negotiatie , en men
ftelde daarover tot Commisfarisfen aan, de
Heeren Leden :

JAN GILD EMEE STER, JA NS Z.

JAN Α ΝΑ Ν I Α S WILLINK,

J Ο Α Ν GOLL VAN F RANCKENSTEIN,

Λ Ν Τ Η Ο Ν IJ D U L L ,

RAKEL D'AMOÜR ")

en

JEAN Ε Τ I Ε Ν Ν Ε GUERIN.

welken reeds, op den /den April 1790 , de
eerfte aflosiing van 85 Aandeelen, bij uitloo-
ting , bewerkftelligden, en waarmede men
jaarlijks voortgaat.

Slaan wij voords het oog op de oeffenin-
gen , die men nog, behalven de gewoone
der vijf Departementen, te weeten, de Toon-,
Teken-, Natuur en Redeneerkunde , welke
laatfte , zo wel door het Departement des
Koophandels , als door dat der Letterkunde

be-

-ocr page 47-

< 45 >

beöeffend wordt, in deze zo werkzaame Maat-
lchappij ingevoerd heeft, ten einde geen' tijd
te laaten verlooren gaan, zonder eenig nuttig
gebruik van de , in dit Gebouw voorhanden
zijnde, gelegenheeden tot beöefFening van Kun-
ften en Weeten fchappen te maaken ; dan valt
ons voornaamlijk in
't oog de wegens gebrek aan
gelegenheid, hier te lande zo fchaarsch beöeffend
wordende
sterrekunde: ook aan deze ver-
hevene kundigheid is in dit prachtig Gebouw,
eene, zo veel de omftandigheeden zulks toelie-
ten , gefchikte oeffenplaats aangeweezen, welke,
zo door de vlijt en ijver tot aankweeking· van
deze zo nuttige Weetenfchap, van den Hoog-
leeraar
j. η. van swinden, en de overige

kunstminnende Leden van het Departement

«

der Natuurkunde, bereids tot een* aanmerke-
lijken trap van vordering gebragt was , wan-
neer genoemde Hoogleeraar , ten dienfte des
Vaderlands ? in andere bezigheeden gewik-
keld werdt, als wanneer dit kortftondig
gemis van dezen doorkundigen ij veraar voor
den roem en het nut der Maatfchappij, we-
der vergoed werdt, door het, in de Sterre-

kun-

-ocr page 48-

C >

kunde door en door geöeffend Lid j. f. ν α $
beek calcoen j
die met denzelfden ijver
en lust, de belangens dezer aanzienlijke Maat-
fchappij ter harte nam; en zig tevens met de
deskundige Leden van het Departement der
Natuurkunde , met de verdere , nog in het
werk te ftellene verbeteringen, op eene, voor
de Leden zo aangenaame als doelmaatige
wijze , belastte.

De natuurkunde in het algemeen *
die een' zo grooten invloed op de behoef-
ten des levens heeft, en zo veel ter befchaa-
Vinge des verftands bijbrengt, wordt ook in
deze Maatfchappij, bij uitzondering, behartigd.
Daar 'er, behalven de ftoffen, welken de Le-
den van het Departement van Natuurkunde
«

in hunne afzonderlijke Verhandelingen en
Voorleezingen, zo over de Werktuigkunde ,
Electriciteit , Luchtkunde , Verhevelingen ,
Natuurlijke Historie , Scheidkunde, enz. al-
tijd vergezeld van de daartoe betrekking heb-
bende Proefneemingen en toebereidfelen, (prae.
paraaten) ten onderwerp kiezen, nog een' al-
gemeenen
curfus of doorgaand onderwijs, in

die

-ocr page 49-

< Λ 7 >

die nuttige Weetenfchap gegeeveη wordt;
door een' daartoe aangeftelden Lector, welke
post weleer, door den tot een' gewigtiger post
in den Haag beroepen
h. ene/e, uitgeöeffend
werdt, en thands door het kundig Medelid
johannes buijs bekleed wordt, die, on-
der anderen, daar toe bezigt - de in het ,Ne-
derduitsch overgezette
Pofitiones Phyftca van
den Hoogleeraar
van swinden; alle de
daar in voorkomende Hellingen , zo wel Wis-
kunftig, als met de daartoe noodige Proef-
neemingen bewijzende; gelijk dezelve ook des
Saturdags een' diergelijken
curfus over de
Gronden der Natuurkunde , van benjamin
β
os ma , ten aanhoore van de Zoonen
der Leden dezer Maatfchappije, houdt; ter-
wijl ook des Zomers deze werkzaamhee-
den worden voortgezet, en de Natuurkun-
dige lesfen, op eene meer Mathematifche wij-
ze, behandeld worden ; daar en boven nog
afzonderlijk , des Zondags voormiddags, in
gevalle daartoe bekwaame gelegenheid is , te
famen met het in dit vak ijverig Medelid van
het Departement der Natuurkunde
jan an-
thonie van hemert
, proeven doende

met

-ocr page 50-

< 52 >

mét de Zonnemicroscoop, en andere gezicht-
kundige Werktuigen, en de regelen der Ge-
zichtkunde verklaarende 5 alles tot ongemeen
nut en aangenaame uitfpanning der Leden *
wier zucht tot Weetenfchappen, deze bloeijen-
de Maatfchappij in ftand houdt.

En op dat de bijwooning van alle deze
zo nuttige lesfen , met te meer vruchts
zoude kunnen gefchieden, wordt ook de
wis-
kunst,
op wier onveranderlijke wetten, de
geheele Proefondervindelijke Natuurkunde ge-
grondvest is, hier in derzelver geheelen om-
vang regelmaatig geleeraard, door den kundigen
Examinator der Zeelieden,
de hartog,
die, zo wel de hooge als laagere Mathefis,
deze laatfte ook ten nutte van de Zoonen der
Leden , die den Saturdagfchen
au jus in de
Natuurkunde, bijwoonen, van derzelver eerfte
beginfelen af, volgends een' regelmaatigen
curfus behandelt; daar toe bezigende de Wer-
ken van
euler5 steenstra en anderen^
welken, wegens derzelver juiste orde en klaar-
heid, tot diergelijk een onderwijs het meest
gefchikt gevonden worden.

Al-

-ocr page 51-

< 49 >

Alle deze werkzaamheeden der opgenoemde
Departementen verfchaiFen niet alleen derzel-
ver eigene Leden nut en vermaak, maar heb-
ben daarbij nog een' algemeenen invloed op
eikanderen; daar zij zelfs ook hun nut door
verfcheidene, bij voortduuring in 't licht ver-
fchijnende, Verhandelingen en uitgevoerde
Muziekilukken naar buiten doen werken; al-
leen het Departement van Tekenkunde
fcheen, uit den bijzonderen aart van deszelfs
werkzaamheeden, min gefchikt te zijn, om in
die onderlinge, en ten algemeenen nutte die-
nende , famenwerking, te deelen, wijl de in het-
zelve verricht wordende kunstoefening zig door-
gaandsch bij de werkende Leden bepaalt en de
kunstgewrochten die door dezelven in de Maat-
fchappij vervaardigd worden , enkel tot hunne
eigen oefïening en bevordering in de kunst die-
nen. — De overweeging van deze, tot het be-
lang der Maatfehappij over het algemeen, zo
weinig bijdraagende werkzaamheid, hadt bereids,
federtlang, bij eenigen van deszelfs ijverige en
verdienstelijke Leden , het denkbeeld doen ont-
ilaan om. een? pooging aantewenden, ten ein-

-ocr page 52-

< 5o >

de, door eenen meer uitgebreiden werkkring,
met opzicht tot de beoefening der Tekenende
kunsten, dat gene te vergoeden, waar in dit
Departement, ter bevordering van de genoe-
gens der Leden, in het algemeen, in verge-
lijking van andere Departementen, mogt te
kort fchieten. Te meer vondt men zig tot
iets diergelijks aangefpoord, daar de poogin-
gen dezes Departements, reeds bij de eerste
oprichting dezer Maatichappij, daar heenen
geftrekt hadden, om, door deszelfs werkzaam-
heeden, zo veel mogelijk , het groot doel
derzelve te helpen bevorderen; doch waar toe
men, tot heden , uit hoofde van \^erfchei-
dene ongunstige omftandigheeden, de gefchikt-
fte middelen nog niet hadt kunnen bewerk-
ftelligen.

Eindelijk, daar de trap van aanzien tot
welken deze Maatfchappij is opgeklommen en
de roem welken zij zich, niet alleen binnen
dit Gemeenebest, maar ook buiten 's Lands,
verworven heeft, aan het lang gefmeedde ont-
werp een* doelmaatigen uitflag fcheen te be-
looven, oordeelde het Departement-* om,

tl als

-ocr page 53-

< 5i >

als een der bestgefchikte middelen , zo wel
tot onderlinge veraangenaaming en aanmoe-
diging der Leden, als tot eene algemeen nut-
tige uitwerking naar buiten, aan de gecombi-
neerde Vergadering van Commisfarisfen en
Prefideerende Directeuren voorteftellen:

„ Om, door middel van eer en vergelding,
„ niet alleen de Leden dezer Maatfchappij,
„ maar ook andere, bij de uitnoodiging na-
„ der te bepaalene,Kunstenaars,aan te moedi-
„ gen, ter bevordering van Teken-, Schilder-,
„ Graveer- , Boetfeer- en Beeldhouwkunde,
,, en, ten dien einde, Jaarlijksch één of meer
,, Medailles uittelooven, voor de genen wier
„ ingeleverde ftukken, na de beöordeeling
,, van deskundigen, aan de vereischten van
„ het opgegeeven onderwerp, het best heb-
„ ben beandwoord ; — dat voords deze Maat-
„ fchappij, heure goedkeuring aan dit middel
„ hechtende, zoude dienen te beiluiten , om
„ dien eerprijs met heur wapen en ilernpel
te doen pronken en het getuigfchrift van
,, verdienden, door de ondertekening van den
„ ïijdelijken Prefident Commisfaris en een
cD 2 „ der

-ocr page 54-

< >

„ der Secretarisfen, mede te doen bekrachti-
gen, en om verder de uitdeeling dier eer-
,, prijfen , op eene plegtige, en der Maatfchap-
„ pijë alleszins vereerende, wijze, in heur Ge-
„ bouw te doen verrichten."

Dit voorftel werdt op den ιγ Februarij 1800,
in dc gecombineerde Vergadering gearresteerd,
vervolgends voor de Leden gebragt, en door
dezelven goedgekeurd zijnde , daarop befloten,
om den {tempel van de bedoelde Eerpenning,
derwijze in te richten , dat ze, bij voorkomende
gelegenheid , als een' eerprijs der algemeene
Maatfchappije, door alle de overige Departe-
menten zoude kunnen gebezigd worden; wel-
ken als dan de ftoffc,goud of zilver, bekosti-
gende, op dezen ftempel, elk hunne benoodig-
de medailles zouden kunnen doen vervaardi-
gen , en de uitdeeling , op eene plegtige wij-
ze, door het beduur,in tegenwoordigheid van
alle de Leden , zoude kunnen gefchieden.

Het Beftuur dezer Maatfchappij beftaat uit
vijf Commisjarisfen, die drie jaaren achter een
dien post moeten bekleeden, waartoe elk De-
partement een Lid uit deszelfs midden ver-
«!? «-- - kiest,

-ocr page 55-

< 53 >

kiest, die echter onderling, als Commisfarisfen
der geheele Maatfchappij, werkzaam zijn en
niet zo zeer, alleenlijk voor de belangen van
hun eigen Departement opkomen ; a$i dit
collegie zijn
twee Secretaris (en toegevoegd,
die ook thands te iamen de werkzaamheeden
van den vernietigden post van
Adminiftratcur
vervullen. Wat het Finantieele der Maat-
fchappij 'betreft, daar over zijn
v:j[ Thefaurie-
ren
gefteld , die mede uit elk Departement,
door deszelfs Leden, gekozen worden,en ins-
gelijks drie achter een volgende Jaaren aan.
blijven; de post van Boekhouder der Maat-
fchappij, die weleer op zeker Jaarlijks Trac-
tement gefteld was, wordt thands door een'
der Leden ,
gratis waargenomen ; terwijl
het fonds van Negotiatie , geftrekt hebben-
de ter bijeenbrenging van penningen gefchikt
tot den bouw, beftuurd wordt door
zes Cot/i-
misfarisfen
, waar van, om de twee Jaaren, in
de maand Junij , en wel op den dag der Jaar-
lijkfche uitlooting der aandeelen in de nego-
tiatie, drie aftreeden, wier getal weder uit de
Leden, die deel in de negotiatie hebben aan-
ι D 3

-ocr page 56-

4 54 >

gevuld wordt; het welk gefchiedt door de,
alsdan in de Vergadering tegenwoordig zijnde *
Deelhebbers in de Negotiatie, uit een dubbel-
tal door het collegie van Commisfarisfen over*
de Negotiatie daar toe opgegeeven. Dezen be-
zorgen de bepaalde iiitlootingen, die "s Jaar-
lijks in de maand April plaats hebben, zor-
gen voords om den geregelden afloop dezer
leening, zo veel mogelijk, te befpoedigen. De*
ze Directeuren hebben dus alle betrekking op
het belang der Maatfchappij in het algemeen;
ondertusfcben heeft 'er, in ieder Departement,
nog een bijzonder Lighaam van beftuur plaats*
*t welke de Werkzaamheeden en eigene ver*
eischten tot de bijeenkomften der Leden re-
gelt: beftaande deze directie uit drie Leden
des Departements , waar van de eerste den
post van
Prejident vervult en de voordellen en
rondvraaging doet in de Departements Verga-
deringen, die geregeld op den laaiden ver-
gaderdag in de maand, onder den naam van
Huishoudelijke Vergaderingen, gehouden worden 5
de tweede bekleedt dien van
Thefaurier, welke
de boeten op het achterblijven der Leden aante-

£ ■ kent

-ocr page 57-

Λ SS >

kent en Jaarlijks in doet vorderen, en de derde
neemt dien van
Scriba waar * welke de notulen
der Vergaderingen houdt, en tevens de convo-
catie billetten ondertekent. Jaarlijks wordt een
nieuwe
Scriba gekoozen, als wanneer de Pre-
fident
aftreedt en de Thefaurier zijne plaats
vervangt; terwijl de
Scriba in den post van
Thefaurier optreedt. Behalven deze Directie-
posten hebben de Departementen nog Op-
zichters over derzelver bijzondere kabinetten
en bezittingen , wordende de Kunstzaal der
Tekenkunde en de Bewaarkamer der Phyfi-
fche Inilrumenten, door een Lid uit elk de-
zer Departementen, onder den tijtel van In-
fpecteur^ gadegeilagen en de Boekverzameling,
welke voornaamlijk de Departementen Koop-
handel en Letterkunde aangaat, door een Lid
uit een derzelven, onder den Tijtel van
Bibli-
othecaris
, in behoorlijke orde gehouden.

De vijf Commisfarisfen der algemeene
Maatfchappij houden maandelijks, en wel al-
le eerste maandagen der maand en wanneer
de werkzaamheeden aan den gang zijn, van
November tot April, mede op den derden

D 4 maan-

-ocr page 58-

< sfc >

maandag in de maaricl;'hunne Vergaderingen,
in welken zij de belangens der Maatfchappij
behartigen, en voords om de drie maanden,
behalvèn'in April, Maij en ' Augustus, eene

. - » η

gecombineerde Vergadering met Directeuren
der Departementen, waar in, uit elk der De-
partementen, een Prefident - Directeur tegen-
woordig moet zijn , om aldaar de belangens
van deszelfs Departement te handhaven.

'Voords wordt 'er, eens in het Jaar, en wel
op den eersten Maandag in November, eene

. ■ I . f · .

Jaarlijkfche Vergadering gehouden , waartoe
alleen de Eifectivé Leden befchreeveri wor-
den; in deze'wordt de ftaat der Maatfchappij
voor dezelve Leden opengelegd en de nieuw
gekozene Commisfarisfen en Thefauriérên, na
het affcheid neemen der af treedenden, in hun-

'V- ··.·".. ί y r. V ·! ·:·:= «> A · -r . *■· »· *

ne posten plegtig ingeleid. Gelijk ook in de
maanden October, November, December., Ja-
nuarij en Februarij een algemeene Vergade-
ring gehouden wordt, tot het Balotteeren der
perfoonen die zig als Candidaaten aan de
algemeene Secretarisfen hebben opgegeeven.
Iemand Lid dezer Maatfchappij verkiezende

-ocr page 59-

< 57 >

te worden, meldt zulks .aan een' der Secretaris-
fen, tevens met de opgave van het Departe-
ment onder het welke hij zig wil rangfchik-
ken, en of hij zig als
Werkend, dan wel al-
leen als
.Befchouwetid Liawil aangemerkt heb-
ben. De Secretaris plaatst hem daarop ter-
ilond op de Candidaaten lijst, en zo dra 'er
eenige vacatuure in het getal van vierhonderd
perfoonen, waar uit de Maatfchappij moet be-
ilaan, plaats heeft, wordtterftond een zig daar
toe opgegecven hebbend perfoon in het door
hem verkozen Departement voorgeileld ; en
door de Leden, bij ballotage, goed of afge-
keurd. Wordt dezelve als dan afgekeurd, dan
dient hij een Maatfchappijlijk Jaar te wagten
alvoorens hij zig weder in hetzelve laat voor-
dellen, het geen echter niet langer dan tot
drie jaaren achter een herhaald worden kan;
doch, in gevalle van goedkeuring wordt dezel-
ve op de maandelijkfche algemeene Vergade-
ring door alle de tegenwoordig zijnde Leden
geballotteerd.

De onderfeheide Clasfen der Leden zijn de
volgende:

L D 5 £ƒ-

-ocr page 60-

< 5B >

Ejfective Leden welken alle de Werkzaamhee-
den kunnen bijwoonen, en den gantfchen dag
den toegang tot het Huis der Maatfchappij
hebben, bij hunne intreede een prefent ter
waarde van een-en-twintig guldens , of
daar boven, in geld, kunst, werktuigen of
boeken aan de Maatfchappij, ter verrijking
van derzelver eigendommen, verpligt zijn te
fchenken , en elk een Dameslootjen, ter bij-
wooning van het Concert, ontfangen.

Honoraire Leden, die wegens hunnen ver-
kreegen roem in eenige Weetenfchap of
kunst, of wegens eenige aan de Maatfchappij
beweezene diensten , zonder eenige contribu-
tie, als zodanig, door de Maatfchappij worden
aangenoonien.

Algemeen Titulaire Leden, die toegang tot
de IVerkzaamheeden van alle Departementen i
echter geert ftem in het beftutir, noch eenigen
eigendom aan de bezittingen der Maatfchappij,
hebben. Dezen moeten ook in het Departe*
ment, waartoe ze zig aangegeeven hebben,
werkzaam zijn.

Bijzonder Titulaire Leden, welken alleenlijk
:γΙ ld de

-ocr page 61-

< 59 >

de bijeenkomsten van dat Département, waar
toe ze zig aangegeeven hebben, kunnen bij-
woonen, en ook verpligt zijn in het zelve
werkzaam te zijn, en eindelijk:

Buitengewoon Titulaire Leden van verdienflen,
die toegang tot de Werkzaamheeden van alle
de Departementen hebben * doch aan geene
contributie of boete onderworpen zijn, en al-
leen uit aanmerking van verdienden, tot die
Clasfe worden toegelaaten; genietende voords
alle de voorrechten der EfFective Leden, be-
halven dat ze geen Hem in eenige zaakefi,
raakende het beduur of eenig aandeel in de
goederen der Maatfchappij hebben.

Behalven deze onderfcheidene Clasfen van
Leden die te famen, zo werkende als enkel
befchouwende, het geheele Lighaam der Maat-
fchappij uitmaaken, wordt ook aan perfoo-
nen , geen Leden derzelve zijnde, doch die
der Maatfchappije met eene voorleezing of
verhandeling wel gelieven te vereeren, de ge-
legenheid daar toe in dank vergund, ten ein-
de het genoegen der Leden, door gedadige
afwisfeling van Verhandelaars, zo veel moge-
lijk,

I

-ocr page 62-

< to >

lijk, te vermeerderen, en elk gelegenheid te
verfchaffen, om, door eenige nuttige of fierlijke
voordragt, voor een zo aanzienlijk Gezelfchap,
zijne bekwaamheeden aan den dag te leggen.

Het Gebouw der Maatfchappije wordt be-
woond door een' Huisbewaarer of Pedél en
deszelfs bedienden, wien de bezorging van
al het noodige , als ook die der gevorderde
ververfchingen, geduurende de bijeenkomilen,
overgelaaten is.

Zodanig is de inrichting en het huishoude-
lijk Beftuur dezer alom beroemde Maatfchap-
pij, die door het verbinden van den welvaart
welke uit den Handel voortvloeit, met de be»
oefening der Weetenfchappen,
amsterdam
tot geen gering üeraad verftrekt en wier we-
dergade, tot heden, nergens elders wordt aan-
getroffen.

-ocr page 63-

BESCHR,jVINg

v a n het

G E β O ü V

D β R

MAATSCHAfPjJ!;

mekitis.

-ocr page 64-
-ocr page 65-

< «3 >

Alvoorens men in dit prachtig Gebouw
treede, is het wel der moeite waardig, dat
men deszelfs uiterlijk aanzien, naauwkeu-
rig betrachte. Hier toe echter verfchaft
de daarvan uitgegeeven Prentverbeelding
betere gelegenheid, dan men die, zich
voor het Gebouw zelve plaatfende, heb-
ben kan; daar het zelve, op een graft ge-
dicht zijnde , dat voorrecht mist, 't
welk Gebouwen, die op Pleinen aange-
legd zijn, uit den aart van derzelver gele-
genheid, genieten, naamlijk dat men ze,
op een' behoorlijken afftand, van onder
tot boven, geheel kan overzien, waar
door dus de evenredigheeden en fchoon-
heid des geheels, beter beoordeeld kun-

»v'

nen worden. Men verbeelde zig dus,
dat men,aan de overzijde der Keizersgraft
ftaa, en de boomen die anders het gezicht

'.τ';-·...- - '·-'' ^-i·'·->1 ''TÏOifj ί ί i * ■r r-

belemmeren, weggenomen zijn , als wan-

^ neer

-ocr page 66-

«c 64 >

neer deszelfs voorgevel zig nagenoeg, ge-
lijk als op de uitgegeevene Prentverbeel-
ding, aan ons gezicht op doen zoude.
voorgevel. Een gi'ootsch colosfaal blok, geheel van
breed bij de Breemer Hard deen, ter breedte van bii na

66, en hoog J

bij (ie 3o Öó en ter hoogte van bij na Oo voeten,

voelen.

daar ter neder gezet, en als 't ware door
deszelfs hechtheid het denkbeeld van de
duurzaamheid der eendragt , welke het
beo effenen van fchoone Kunften en Wee-
tenfehappen ten gevolge heeft, in de ge-
dagten der Befchouwers opwekkende, treft
terftond het verwonderd oog, daar dit ge-
bouw, boven alle de andre fraaije reeks
van huizen, op eene aanmerkelijke wijze
in het gezicht valt.

Wanneer wij het geheel, ft uksge wijze,
van onderen naar boven, met het oog
volgen, zien wij dat het in vier voornaa-
me verdiepingen (etages) verdeeld is, die,
in den eersten opflag, echter ilegts drie

[i λ'.·.,·. . ,·; i ff ^Xi'S'ftr' ■ rr -«f»·-. t: Γ! · . ·· »

in getale fchiinen te zijn.

De onderpui, of het foushafiment, is,

tot

-ocr page 67-

4. 6$ >

tot aan de cordon lijst, geblokt met fchifUooiidiïVEL,
tingen, en heeft vier lichten, tusfchen
welken de fierlijke ingang zig opdoet, die
met een' iloep van drie treeden, in het
gebouw geleidt, en Welker beide deuren,
op eene kunstige wijze·, met twee , aan
Festonnen opgehangen, antieke medaillons
in hout gebeeldhouwd, verfierd zijn, op
welken aan die der rechterzijde van het
Gebouw, de faamgekoppelde hoofden van
Ρ alias en Mercitrius, en aan die ter linker
zijde , die van
Jpollo en Urania gezien
worden; rondom deze deur loopt een ar-
chitraaf, welke gedekt wordt door een
flotftuk, waarop een acanthusblad uitge-
beiteld is, en waar van een feston van
loofwerk ter wederzijden afhangt; boven
de vier lichten zijn insgelijks diergelijke
flotilukken geplaatst en de afftand der
breedte, van den iloep tot het gebouw,
is ter wederzijden met vijf blaauwe ardqin
fteenen paaien, door ijzeren ketenen aan
een verbonden, van de ftraat afgeflooten,

Ε Β σ-

}

-ocr page 68-

«c 66 >

voorgevel. Boven de Cordonlijst van deze verdie-
. ping rijst een viertal pragtige Colommen
naar de Chorintifche orde, elk bij de
veertig voeten hoog en voor een drievier-
de gedeelte van derzelver diameter uit
den muur voortkomende; deze onderfteu-
nen de eigentlijke Frontespice, welke,
met derzelver Fries en Architraaf, op de.
zeiven rust. In den Frontefpice Trommel,
(gelijk de Bouwkundigen, het voornaame
bovenftel van den voorgevel van eenig,
na de,regelen der Bouwkunst ingericht,
gebouw noemen) ziet men het blafoen
der Maatfchappije, gedekt met de onge·
rande Phrygifche vleugelmuts van Mer-
curius , rustende op twee te famengeftrik-
te Palmtakken, betekenende dat de voor-
deden , uit den Koophandel voortge-
vloeid, dit gebouw tot dien iland ge-
bragt hebben, en onderlinge eendragt de
grondflag is, waarop het zelve fteunt;
vöörds hangt van dezelve af een Feston
van eiken loofwerk , op eene bevallige

ίψ ■ .r · ··

-Ütt V-. Wij-

-ocr page 69-

< >

wijze aangevuld. Terwijl de Sïangenjdfcafvoorgevel*
van Mercuur aan de eene zijde , en een
Roeiriem , benevens den drietand van
Neptunus ter andere zijde, nevens het
blafoen uitfteeken; al zinnebeelden dat de
Koophandel en Zeevaart de beide voor-
naame oirzaaken zijn , waar aan deze
Tempel der Weetenfchappen en Kunsten,
deszelfs aanzijn verfchuldigd is. In de
Fries, onder den Trommel, leest men,
in zwaar vergulde Letteren , het devies
der Maatfchappij : FELIX MERITIS.
Achter en ter zijde dezer Frontefpice,
ftaat, op de Kroonlijst van het Gebouw,
eene Borstweering , ter wederzijde met
acht Chorintifche Balusters voorzien , waar
achter de Kap, benevens de Schoor-
fteenen van de beide vleugels des Ge-
bouws, aan den Kap met ijferen Stengen
verbonden, zig opdoen , en den geheelen
Voorgevel dekken.

Tusfchen de Kroonlijst, welke op het
viertal Zuilen rust, en het Sousbafement,

Ε 2 ver:

-ocr page 70-

«c 68 >

voorgevel, vertoonen zig, in het naakt des Gevels,
of in de ruimte , waar tegen de Co-
lommen geplaatst zijn, en die ter we-
derzijde met twee, insgelijks met fchiftin-
gen geblokte , Pilasters beperkt wordt, de
tweede en derde Verdiepingen , elk met
vijf fraaije Lichten voorzien ; tusfchen
de tweede en derde Verdieping , wordt
de vlakte des Gevels gebroken , en ver-
fierd door vijf, tusfchen die lichten ge-
plaatfte, Basrelieven, allen drie vierde ge-
deelte verheven, en door wijlen den kuns·
tigen Beeldhouwer jan s w α r τ , be-
werkt ; vervattende dé
Symbolen of merk-
tekens der vijf bijzondere Weetenfchap·
pen en Kunsten, die in dit Gebouw be-
.oeffend worden , en wel in het midden-
punt des geheelen Voorgevels , dat des
Koophandels, hebbende ter rechterzijde dat
der
Letterkunde en Schilderkunst, en ter
linker, dat der
Natuurkunde en Toonkunst,
In het Basrelief 't welk de merktekens
des
Koophandels ? Zeevaart en Landbouw

ver-

—_

■ ■ ■ _i_i_>_

-ocr page 71-

«c 69 >

vervat, ziet men den Staf en Geldbeurs voorgevel.
van Mercurius , wordende door den Staf,
de
Welfpreekendheid, en door de Geldbeurs
het
Vermogen, beide zo onontbeerlyk in
den
Koophandel, aangeweezen. De Zeevaart
wordt verbeeld door den Drietand van
Neptunus, waar mede de
Zee, en door
een Roeiriem, waar mede de vaart op de
Rivieren en Stroomen wordt aangeduid. De
Landbouw wordt door ν een Spade uitge-
drukt. De Feston waar aan deze merk-
tekens gehegt zijn, met deszelfs hanger
is van Olijf, om het nut en den arbeid
des
Koophandels voor te (lellen , doorvloch-
ten met Wier- en Waterblad, als voort-
brengfelen der
Ze:, voor de Zeevaart, en
hier en daar uitfteekende Koornairenwel-
ken op den
Landbouw toepasfelijk zijn.

Het Basrelief waarin de Merkbeelden
der Letterkunde vervat zijn , behelst een
Pook en Kroon, ter aanduiding van het
Treurdicht, een Trompet voor het Hel-
dendicht, een Marotjen voor het Hekel-

Ε 3 dicht;

-ocr page 72-

Λ 7 ο >

vooROEvEt. dicht ; eefi opengeilagen Boek, waarop de
Staf van Meic'urius ligt, voor de Wel-
fpreekendheid, en eenige Medailles om de

/

Oudheid- en Historiekunde te betekenen.
Het Feston waar aan deze Beelden ver-
bonden zijn, is famengefteld uit Lauren*
Hulst en Eiken Takken , zinfpeelende op
het Helden-, Hekel-, Lier-, Minne- en
Leerdicht. —

De Tekenkunst wordt uitgedrukt door
een Tekenpen en Tekening ; de Schilder-
kunst, door een Palet en Penceelen; de
Beeldhouwkunst, door een Hamer , Bij-
tels 9 en het Beeldjen der Natuur; de
Graveerkunst, door een Graveerftaal en
Prent; en eindelijk de Bouwkunst, door
de Winkelhaak en Pasfer; terwijl de bij
alle deze Tekenende Kunsten, onontbeer-
lijke. Oudheid en Historiekunde door Me-
dailles worden aangeweezen.

De Feston waarin deze zaaken famen
verbonden zijn , en deszelfs Hangers,
verbeeldt de vier Saifoenen , wordende in

de-

-ocr page 73-

( γι ) t

dezelve de Lente door bloemen, de Zo-voorgevel.
mer door koornairen , de Herfst door
vruchten, en de Winter door hulst, wor-
tels , uijens , gedroogde boonen en ranu·
me nas aangeweezen. : ί. .3

Ter linkerzijde van liet mïddenfte Bas^
relief, volgt dat voor het Departement
der Natuurkunde, waarin men een AartU
globe, Telescoop, Graadboog, Verkijker
Winkelhaak 'en Pasfer, aanëengeftrikt
ziet; zinfpeelende op de Aardrijks-, Sterre-
en Wiskunde.

De Festonnen en derzelver Guirlandes
verbeelden hier de vier Hoofdftoflfen, wor-
dende de Aarde door vruchten, het Water
door hoorns , fchelpen en coraalgewas,
met paerelfnoeren aan elkander verbon-
den ; het Vuur door fcherpprikkelende
brandnetels; en de Lucht door bloemen
verbeeld , wier uitwaasfeming en geur ons
door dezelve medegedeeld wordt.

Eindelijk het vijfde Basrelief, dat ter
linkfche zijde, nevens het laatstgenoemde,

Ε 4 ge-

-ocr page 74-

< >

voorgevel, geplaatst zijnde , op het Departement der
Muziek doelt , is famengefteld uit een
Viool , Walthoorn , Dwarsfluit, Fagot
en Muziekboek, en in de Feston han-
gen roozen en druiven, fchetfende de
vreugd en lieffelijke harmonie der Toon-
klanken, en ook om dat de Ouden zich,
óp hunne vreugdefeesten en maaltijden,
piet roozenkransfen pleegen te verfieren,
en de druiven, even als de Muziek, uit
veele gedeelten één harmoniesch lighaam
te famen Hellen, en 's menfchen hart tot
vreugde opwekken.

JtQkf <. ' ' •'Mffcv: ■ : vx Mn'&r, Ό
inivM ,;; vW - rrii^-y

j . ff ' 'I

1 %'A " « , * *·

EER-

-ocr page 75-

C 73 )

EERSTE VERDIEPING.

De Voordeur ingetreeden zijnde, komt gang,
men in een' ruimen Gang, ter breedte Vanbrced7svo3t.

langjevoeten.

fé, en ter lengte van 50 Amfterdamfche
voeten ; ter wederzijden deszelfs heeft
men de looze en waare deuren der beide
Entréekamers en Keuken, en het oog rust
op de ruimte van het heldere trapportaal
en den, met halve colommen verfierden,
grooten ingang der Concertzaal ; welk
doorzicht een' treffenden indruk op den
Befchouwer maakt. In het midden
van
dezen Gang hangt een groote vierkante
ganglamptaarn , met weêrkaatfende Ech-
ten , welken denzelven, des avonds in-
zonderheid , een luisterrijk aanzien gee-
ven, geholpen door de lampen , die,
ten einde van dezen Gang, tegen over
den ingang der Concertzaal geplaatst zijn,
en op denzelven een bevallig en 'glans·

Ε 5 rijk

-ocr page 76-

C 74 )

rijk licht werpen, dat aan het geheel het
voorkomen van een deftig Hoftooneel op-
levert , en bij de intreede het oog, op
eene aangenaame wijze, verrascht en ver-
rukt.

Het eerfte vertrek, waar men ter rech-

brecd as ter van ^ezen Gang inkomt, wordt
voeten.''Ca 3° gemeenlijk genoemd de
kleine Entréekamer,
met betrekking tot het daar tegen over
zig bevindende grootere vertrek,
't welke
de
groots Entréekamer genoemd wordt.
Ondertusfchen beilaat deze kleine Entrée-
kamer , in deszelfs breedte, een ruimte van
2$ , en in deszelfs lengte die van circa
30 voeten. Zij is zindelijk behangen, en
met een geilucadoord Platfond en Schoor-
fteen voorzien; ook zijn 'er in den muur j
tegen over de glasraamen , verfcheidene
kasfen geplaatst, ten gebruike van Com-
misfarisfen en van -de Directie der vijf
Departementen, welken in dit vertrek
hunne Huishoudelijke Vergaderingen hou-
den, Zijnde het zelve voords ook
nog

gang.

kleine en-
treekamer.

ge-

c " , *

-ocr page 77-

«c 75 >

)

gefchiktj om,in den rusttijd of paufeering gang.
van het Concert, aan de Dames gelegenheid
te geeven, om aldaar die verfrisfingen te
nuttigen , welken in de zaal zelve niet
kunnen worden voorgediend; als ook om,
bij het eindigen van het Concert, onder
eene vriendelijke converfatie, de geregel-
de opkomst der rijatuigen aftewagten.

Achter dit vertrek , en ten einde van keuken.

.1 ir breed 95, lang

den Gang, vindt men eene ruime Keu-CirCa23voet.

ken, welke met alle benoodigdheeden tot

de vereischte bediening gefchikt, voorzien

is. Eene breede haardfteede, fournuifen,

regenwaterspomp , gootfteen , en k^fen

ter berging van het noodige porcelein ,

glas- en aardewerk zijn de onmisbaare

behoeften, waarmede dit vertrek voorzien

is, het welk deszelfs licht van een dei-

vier Binnenplaatfen, breed 20 , lang 28 EN

voet, die door de halfronde gedaante des plaats.

breed ασν

agterilen Gebouws gevormd worden, ont- lang 28 voet.
vangt. Met veel oordeel is deze Keuken
alhier , in de nabijheid der beide Entrée-

ka«

-ocr page 78-

< >

binnen- kamers en Concertzaal, geplaatst, ten ein-

i' laat s.

de liet in dezelve zig bevindende Gezel-
fchap,ten fpoedigften, met het begeerde te
voorzien, welke plaatfmg inzonderheid op
de avonden wanneer 'er Concert gehouden
wordt, allernuttigst is, daar als dan alle
deze vertrekken tevens moeten bediend
worden, en 'er fomtijds meer dan zeshon-
derd perfoonen op hun begeeren van het
gevraagde moeten worden voorzien , het
gene , uit hoofde der welgelegene plaat-
fmg van deze Keuken, op de geregeldfte
en fpoedigfte wijze gefchiedt.
cRooTE en- Regt tegen over de Keuken, is de in-

treekamer. „ , . ..

brcc(1?5vl;mggang van de Groote Entreekamer , welke 44
44 voeten. voeten jn iellgte beilaat, en voords de-
zelfde breedte als de kleine Entreekamer
heeft. De zoldering en de beide fchoor-
ileenen derzelve zijn insgelijks geftuca-
doord; doch, wegens den geduurigen ta-
baksrook, is men genoodzaakt geweest,
alles, met een daar tegen beftand zijnde
verw, te dekken. In het midden dezer

gr 00-

______

-ocr page 79-

•c ν >

groote Zaal, die voor de ontfangst en groote en-
treekamer.

het verblijf der Leden, voor en na de
Verhandelingen, gefchikt is, vindt men,
tusfchen de beide fchoorfteenen, onder eene
fraaije Pendule, in een fierlijke Lijst, de
aankondiging der Werkzaamheeden van al-
le de vijf Departementen, zo wel geduu-
rendê het zomer als winterfaifoen, en de
naamen der Werkende Leden , welken op
de bepaalde dagen op zig genomen hebben
eene Redevoering, Verhandeling of Voor-
leezing te doen , als ook de dagen waar-
op het Departement der Tekenkunde ver-
gadert, den tijd der Kunstbefcliouwingen
en de aanwijzing der Leden, wier beurt het
is om het leevend modél in de houding te
ftellen, welke meest gefchikt is, om een'
tekenachtigen omtrek aan het nagebootste
beeld te verfehaffen. Ook wordt op deze

Lijsten het houden van Concerten en Huis-

_ ** ..... ï „ *

houdelijke Vergaderingen aangekondigd.

— Tegen over dit bord, aan den ande-

. : . - r - - , r "

ren muur, ziet men het blafoen der Maat-

fchap-

-ocr page 80-

<7 8 >

cRooTE EN-fchappi], in hetgraauw gefchilderd, boven

TIUSEKAMËK.

het welke de navolgende Latijnfche Dicht·
regelen, door den Dichter
jeronimtjs
de
Bosch JERONIMUSZOON , ver-
vaardigd, geplaatst zijn.

MINERVE , MUS IS ET MERCURIO.

S.

Qui Felix Meritis veneratur Palladis aras ,

Mufarumque domura Mercurijque focos;
Lietus in augusto ponat vestigia templo,

Ingenuisque fuas artibus addat opes;
Dumque Camcenarum refonant haec atria canta

Majugena» exhilaret lingute vigorque lares;
Sic Dea,qua; doctas quondam celebravit Athenas,
Hi-c ilabilem Arailelia figet in nrbe pedem.

Dat is:

Aan Minerva, de Zanggodinnen en Mer-
curius gewijd.

Wie, door verdiensten gelukkig, de
altaaren van Pallas, de woonplaats der
Zang-Godinnen j het verblijf van den
God des Koophandels, eerbiedigt, zette

-ocr page 81-

«c 79 >

verheugd zijne fchreeden in den luister-GROOTE

TR.EEKAMER.

rijken Tempel, en deele zijne ichatten

aan de edele kunsten mede ; zo moet,

' \

terwijl deze Gewelven van de klanken
der Zang-Godinnen weergalmen , de wel-
fpreekendheid en ijver van Mercurius het
Gebouw verfieren ; zo vestigt de Godin ,
die weleer de roem van het geleerd Athe-
nen was, in de Amilelftad heuren beilen-
digen zetel.

't Welke wij, in de volgende Dichtre-
gelen , aldus nageaamd hebben :

Wie, door verdiensten, zig met recht gelukkig ziet,
Der Mufen , Pallas en Mercuur zijn hulde biedt,
Zette, onbezorgd, den voet op dezen nchtbren drempel,
En offre van zijn' fchat in aller kunsten Tempel;

Terwijl dit huis weergalmt van der Camoenen (*) toon.
Verheug' '
l zig in de vlijt van't kroost vanMaja's zoon(f)

Op dat de Godheid, die weleer Atheen verlichtte,

* ' *"

In deze onze Amftelftad een' vasten zetel ftichte!

- l·· ■■ ·- ■ 'Λ r, ; n;v . ·.;>

(*) Zanggodintien.
(t) Mercurius.

Voords

-ocr page 82-

< So >

groote en- Voords zijn de wanden dezer Zaal

treekamer.

grootendeels bedekt met de, door de hand
van den kunstigen r>.
waller, fraai
gefchreevene Naamlijsten der Leden , van
de
eerile Stichters af tot heden — als ook
van die Leden, welken, geduurende dien
tijd, het algemeen Beftuur der Maatfchap-
pije achtereenvolgend waargenomen hebben.
Ook worden in deze, of in de Concertzaal,
de veertiendaagfche Kunstbefchouwingen
gehouden, en dikwijls de kunstwerken van
Gravure , door fommigen der Leden van
het Teken-Departement vervaardigd, open-
lijk ten toon gehangen, gelijk dezelve
dan ook met de fraaije afbeeldingen der
voornaamfte Zaaien van dit treffelijk Ge-
bouw verfierd is. Tegen over de raamen
is, in een daar toe gefchikte nis, een fier-
lijk Bufet geplaatst; voorzien van een na
de tekening van wijlen den Beeldhouder
j.
swart, uitvoerig bewerkte Water-
vaas. .,-11, '

üb'iGP / Ach-

-ocr page 83-

< 8ι >

Achter deze Entréekamer, is, tot ee· mantelkap

mertjen.

mak der Leden, een Vertrekjen, ter breed- breed 18,lang

xo vosien

te van 18, en ter lengte van ι ο voeten
afgezonderd, 't welk deszelfs licht door
een groot raam van een der opene Bin*
nenplaatfen , ter breedte van 18, en ter
lengte van 15 voeten, ontfangt. Dit ka-
mertjen is langs de wanden met kapftok-·
ken behangen , ten einde aldaar de man*
tets , jasfen , pellen , enz., der Leden,
op eene veilige en gefchikte wijze, te kun-
nen bergen.. Een groote dubbele deur,
voorzien van een' floep van drie treeden i
geeft hier toegang tot de Binnenplaats^
Voords vindt men hier ook een gemak s
en een' trap welke naar een daar boven
zich bevindend vertrek geleidt , 't welk
ter ilaapplaats voor den Bedienden van
den Castelein gefchikt is.

ν

De Entréekamer weder verlaatende* porïaal,

groote

vindc men, ten einde van den middengang, trap en

corrido&«

een ruim en zeer helder Portaal, ter breed ruj(n23,

, , , la"g 22 voe*

breedte van ruim 23 en ter lengte varteen.

F ai voe-

-ocr page 84-

«c 82 >

portaal , 22 voeten , in het welke de groote en
trap en fraaije Wenteltrap, voorzien van eene glad-
corridor. ^οα1:£η balluftrade 9 ^^ het geheele Voor-
gebouw, tot de bovenile verdieping toe9
doorflingerende , met deszelfs lugtige en
fierlijke Gallerijen, een bevallige en groot-
fche vertooning oplevert; zij beftaat, van
onder tot boven, uit 65 treden en 6 Om-
gangen, en eindigt met een' zijdtrap,van
26 treden in een lugtig en licht Boven-
portaal, waar ze insgelijks met eene glad-
houten baluftrade omgeeven is. Ter rech-
ter en linker zijde van dit fraaije Portaal
vindt men den ingang der beide
Corridors
of Gaanerijen, welken de Concertzaal om-
ringen, en waarvan de rechtfche toegang
geeft tot een gemak, het welk tegen een
der agterfte Binnenplaatfen ftuit ; terwijl
de linkfche het beloop der Zaal volgt, en,
achter de Concertzaal, tegen de Paufeer-
of Muziekantenkamer ftuit. In deze Gaa»
nerij komen de deuren der beide Binnen-
plaatfen, welken zig aan deze zijde van

het

-ocr page 85-

< a3 >

het Gebouw bevinden, als ook twee zijd- portaal ,

grootk

deuren, die toegang tot de Concert-zaal trap en

corridor.

geeven, uit; gelijk mede de deuren van
de hier nevens aangebouwde afzonderlijke
wooning van den Castelein, en die der
vertrekken, welke ten gebruike der di-
rectie in de onderfte verdieping van dit
gebouw afgezonderd zijn , en vervolgends
nader befchreeven zullen worden.

Wanneer men zig in dit groote Trap-
portaal, met den rug tegen den ingang
der Concertzaal plaatst, levert het gezicht
naar de voordeur, insgelijks een fraai
doorzicht op; daar de muur, welke het
voorgebouw, door middel van dit Por-
taal, van het achterfte Gebouw affcheidt,
ter wederzijde van den doorgang met twee
reizige gecanneleerde Pylasters van de
Chorintifche Bouworde bezet is, die met
derzelver fierlijke capiteelen, de boven-
verdieping fchijnen te onderfteunen, en
waartegen, des avonds, heldere lamplichten
geplaatst zijn , die den ingang der Con-

F λ eert-

-ocr page 86-

«c 84 >

certzaal op eene treffende wijze verlich-
ten.

concert- Wendt zig de Befchouwer om, dan

zaal.

brced4r Ian, treft hem de Portique van vier half rond

70, en voorkomende Colommen, met bafemen-

bij de 34

voeien. ten en kroonlijst van de Toskaanfche or-
de, die den grooten ingang der Concert-
zaal vertieren; door welken ingetreeden
zijnde, het oog verrascht wordt door het
ruime, heldere en prachtige voorkomen ,
waar mede deze Zaal, in eene lengte van
70, ter breedte van 47, en ter hoogte
van 35 voeten zig opdoet, Op de hoog-
te van circa 12 voeten, wordt deze Zaal·
omringd door een rondgaande lijst, voor
zien van een plint, waarop 28 Chorinti-
fche gecanneleerde Pylasters tegen eiken
dam, tusfchen de lichten, twee , waar-
op een rondgaande kroonlijst, verfierd
met modillons, alles na de Chorintifche
orde; vervolgends gaat het naakt des
muurs coupelsgewijze over tot de vlakte
van het geftucadoord Platfond. Dertien
:; j groQ-

-ocr page 87-

< >

groote glasraamen tusfchen de evenge- concrrt-

ZAAL.

melde 12 Pylasters geplaatst, en waarvan
negen ter linke zijde, in de fterk verlicht-
te Corridor, en vier ter rechte zijde in
de vrije lucht uitkomen, verfchaffen de-
ze Zaal een bijzonder helder aanzien ,
daar de zig kruisfende wederzijdfche licht-
ftraalen, door het gepleisterde muurwerk
derzelve, aangenaam terug gekaatst wor-
dende, een' zeer luisterrijken dag in de-
zelve verfpreiden.

De Bouwfieraaden, welke in deze Zaal
het oog vermaaken, zijn allen met frnaak
en zinfpeelende op de kunst, die in de-
zelve geoefend wordt, gekoozen; ter we-
derzijden van den ingang, zijn kagchels
geplaatst , wier ftookplaatfen achter in
de Corridor uitkomen ; voor dezelven
bevinden zig twee fierlijke Dekftukken of
Maskeeringen, in de gedaante van Naal-
den of puntzuilen (obelisquen) rustende
elk derzelve op vier ronde Ballen, die op
de hoeken van vierkante Voetftukken

r. . F 3 of

-ocr page 88-

< fl'6 >

concert- of Piedeftïtleia geplaatst zijn. De Naald

ZAAL·.

ter rechterzijde van den ingang, is ver-
freï'd met een Medaillon, waar op men
het hoofd Van Apollo, in verheven 'werk
ziet uitgebeeld, als zijnde de God dés
zonnevuurs, én der Zang- en Speelkunst:
Die ter linkfche zijde, is insgelijks met
een Medaillon voorzien, waarop het hoofd
van
Vulcamis, de God des aardfchen vuurs
en vinder van den maatilag is afgebeeld.
Beide deze Medaillons zijn verfierd met
derzelver toepasfelijke fieraaden; als die
van
Apollo, met deszelfs ;boog, pijlkoo-
ker en zonnefakkel, en die van
Vulcamis»
met nijptang, mooker, dn wat tot de
fmeederij dienilig is; voords zijn beide
deze naalden omhangen met Laurier-Fes-
tonnen, welken-tot agter om de ballen,
waarop de Naalden fchijnen te rusten,
heenen flingeren, en weder voorwaards
afhangen : boven aan den top der zuilen,
hangen Festonnen van eikenbladen , met
•derzelver akervruehtën , terwijl een vuur-
ίο - ' ' vlam

-ocr page 89-

< >

vlam uit de toppen van beide deze Punt- concert-
zaal.

zuilen, opbrandt.

De Piedeftalen zijn van onderen met
ruitsgewijze, geheel doorgeftookene plin-
ten, en met onderfcheidene iieraaden, be-
ftaande uit
Rofelten ά la Grecque, Fer-
metten
en blaadjens, op de hoeken der ver-
dekken , voorzien.

De groote deur of ingang is gedekt
met een aanzienlijk Pleistedhik, verbeel-
dende eene verzameling van allerleije
Blaas- en Speel- inftrumenten , als zijn
Waldhoorn, Vioolen, Basfen , Hautbois ,
Clarinetten, Trompetten, Pauken, Mu-
ziekboeken en Rollen , 't welk een zo
t-rotsch als bevallig aanzien aan dezelve
verfchaft.

Boven elke der overige deuren zijn, bin-
nen den dag van de Architraaf, geplaatst ze-
ven Basrelieven , alle zinfpeclende op de
vermogens van uitdrukking door middel der
Toonkunst, en wel in de volgende orde.

De eerfte geplaatst boven de deur, ter

F 4 reg-

-ocr page 90-

«c 88 >

ν

concert- regte hand des Orchestmeesters, duidt het

ïaal,

Boerfche Landmuziek aan, afgebeeld door
een Herderftaf, Hoed, Fluit, Doedelzak,
Viool, Roozenkrans en Muziekboek, al-
les omhangen met klimop; als zijnde dit
een en ander tekens der uitdrukking van
het
Herderagtige en vrolijke.

Boven de volgende deur vertoont zir^i
het
[chertfende en [atirique of ftekelige
door een Thyrfus met Wijngaardranken
omwonden, een Term van Momus, Sa-
tersfluit, Tambourin , Triangel met rin-
gen en faam verbonden door een Feston
van ftekelige Hulstbladen.

Daaraan volgt, boven de derde deur,het
Zangmaatige en Verliefde, verbeeld door
een Cyter, een blad met zangmuziek,
maatrol, brandende Liefdesfakkel en Pij 1-
kooker, alles omhangen met Myrthebla-
deren en derzelver knopjens , als zijnde
dit loof weleer aan Venus en de Liefde
gewijd geweest.
£)e vierde deur is gedekt met een zin,
; ipee-

-ocr page 91-

«c 89 >

fpeelend fieraad op het Verpligtende en
Dankbaare; voorgefteld door een' hoorn
van overvloed, vruchten en geld uitftor-
tende, daar nevens een autaar, waarbij
een Oijevaar en Arend uitgehouwen zijn.
Wordende door den Hoorn van over-
vloed de
Perpligting, en door het outaar

met deszelfs bijüeraaden de Dankbaarheid

■h- ■

aangeweezen.

Na deze volgt, boven de vijfde deur,
het
Staatige en Deftige, verbeeld door den
Romeinfchen Roedenbundel (
Fascis Confu-
laris)
, een Violoncel, Trompet en Or-
gelpijp , omhangen met een Feston van Ei-
kenbladen en akers.

Boven den grooten ingang, onder het
Dekftuk van Pleister, is het
Verhevene en
Grootfche verbeeld, door Apollo's Lier door
de zon omftraald, den Lauertak, wel eer
aan Helden en Dichters vereerd, en voords
aan alle verheven daaden toegewijd; ver-
der nog Oosterpalm en Overwinningbeel-
den, welke de overwinnaars weleer bij

F 5 hun-

-ocr page 92-

< 9© >

concert- hunne zegepraalen in de hand hielden 9

ZAAL.

waarbij ook nog een Muziekboek ge-
voegd is.

De zevende deur, eindelijk, draagt het
kenmerk van het
Droevige, Wanhoopende en
Klaagende, of Treurende; voorgefteld door
eene Tragifche Tooneelgrijns , een in
distelen geprangd en doorboord menfchen-
hart, en eene omgekeerde uitdoovende en
fmeulende fakkel , alles doorvlochten met
Cyprestakken.

De Muziekbladen zijn in elke dezer
Basrelieven afzonderlijk gegraveerd, ver-
vattende muziek , die overeenkomt met
de voorftelling der zinfpeeling van het
ftuk, en de afzonderlijke figuuren in de-
zelve voorkomende, hangen geestig door
elkander gefchakeerd , en faamgeftrikt
aan Festonnen, die van boven aan knop.
pen gehecht zijn, en ter wederzijden door
ringen afhangen,
oRCHEST. Het Orchest heilaat eene breedte van
ftrceksTs, bijna 43, en eene lengte van
22 voeten,

lang 2fl voe-

/

-ocr page 93-

'< 91 >

wanrteer het óp het breedst, en voorbij orchest.
de agterfte zijdingangen ivit gezet is, ge-
lijk het zelve Zodanig op den Plattegrond
Ν1*, ι. wordt afgebeeld; echter deze uit-
zetting, is ilegts een behulp, otn te meer
Muziekanten te kunnen plaatfen, ingevalle
zulks vereischt wordt ·, doch de regelmaa-
tige bouworde der Zaal, vordert, dat het
Orchest , bij deszelfs
eerfte bepaaling
binnen de zijddeuren blijve , en de vrije
toegang der Zaale, aan dien kant, niet be-
lemmerd worde; gelijk zulks ook, over-
eenkomftig het Plan des Bouwmeesters,
alzo ingericht is geweest, dienende de
twee agterfte deuren tot een' uitgang der
Muziekanten, en de beide daaraan volgen-
de, tot toegangen der Zaale ; die ter

rechter zijde van het Orchest, tot een'

#

toegang uit de Corridor, en die ter link-
fche zijde tot een' toegang naar de Bin-
nenplaats,, welke zig daar achter bevindt;
,gelijk ook het voorfte gedeelte van het
Orchest, dat , wanneer het op zijn breedst

uit-

-ocr page 94-

< 92 '5*

orchest. uitgezet is, voorbij die deuren fpringt,
en dezelven onbruikbaar maakt, ilegts een
los aanvoegfel is, het welk ten allen tij-
de, des begeerende, kan weggenomen en
opgeruimd worden. Men treedt in dit or-
chest, uit de Zaal, met drie treeden op ,
wordende hetzelve, door middel van een
fierlijke Baluftrade van de overige ruimte
der Zaale afgefcheiden; in het midden
deszelfs is eene
forse piano geplaatst, en
rondom den wand zijn de zitplaatfen en
leezenaars voor de Muziekanten, die hier,
ten getale van meer dan tachtig , zonder el-
kanderen eenigzins te belemmeren, geplaatst
kunnen worden, waarbij ook de Wald-
hoorns, Clarinetten, en meer diergelijke
Blaasinftrumenten gerangfchikt zijn. Binnen
het orchest, tegen den achtermuur der Zaa-
le, is een kleiner verheven orchest, tot
de plaatiing der Pauken en Trompetten ge-
fchikt, en insgelijks met eene Baluftrade,
van het orchest afgezonderd , over welke,
bij bijzondere gelegenheeden, een pragtig
• blaauw

-ocr page 95-

«c 93 >

blaauw fatijnen dekkleed, met gouden orchest.
franje en afhangende kwasten, en met
het blafoen der Maatfchappij, in goud ge-
fchilderd, gehangen wordt, het gene der
Zaale geen geringen luister bijzet.

In het midden dezer pragtige Zaal
zijn, ter wederzijden,
ιγ half ronde, en
met blaauw laken bekleede, Zitbanken ge-
plaatst, welken naar vereisch der ellipti-
fche gedaante van dezelve, allengs naar
den grooten ingang verkleinen, en een
middenpad overlaaten, waar langs men,
van de groote deur, tot aan den trap van
het orchest, een' vrijen toegang heeft, ter-
wijl de wanden der Zaale, insgelijks met
diergelijke banken bezet zijn, zo dat men
zeer gemakkelijk een getal van zeshonderd
menfchen in dezelve ontfangen kan.

Ten einde deze Zaal des avonds behoor- verlicii-
lijk verlicht worde, is in het midden der- "vonds^
zelve , een groote Lampkroon, voorzien
van twaalf Lampen, elk van twee pitten,
na de uitvinding van
Argand? en ter zijde

-ocr page 96-

< 94 >

verlich- derzelve, twee kleinere, elk van acht zó·

τ ing des

avonds, danige Lampen , in de beide brandpunten
van het ellips des verwulfts geplaatst,
welke te fameii een licht aan de Zaal
verfchaffen', 't welk, in helderheid en
glans, aan het daglicht zeer nabij komt.
kelder on- In dit middenpad, tusfchen de zitplaat-

der de con-
certzaal,
fen, en juist in het midden der geheele

voeten

___

7?d1c9p ie18leegte van de vindt men in de

vloer een rond en een vierkant luik,
't welk, geopend zijnde, toegang geeft
tot een vierkante in cement gemetfelde
kelder, ter diepte van circa 19 voeten,
en ter breedte van 9 en lengte van 7
voeten waar in men langs een' trap van
5 fteenen en 1Β houten treeden afdaalt *
en welke kelder, door middel der in alle
de verdiepingen van dit achter gebouw,
zig bevindende, ronde openingen, die tot
op het fterrepht of obfervatorium toe,
voortgaan, den baiis van een cylinder of
rolronde koker uitmaakt, die bij den aan-
leg gefchikt is geweest, om eene regfr

ftan

-ocr page 97-

«c 95 >

ilandige hoogte van circa 120 voeten te kelder on-
der de con-

verkrijgen, ten einde, op het obfervato-certzaal.
rium, proeven omtrent den verfnellenden
val der lighaamen te doen; gelijk men
dan ook in dezen kelder zig bevindende,
en alle de ronde openingen ontdekt zijnde,
uit denzelven , op klaaren dag, de fterren
die zig in het
zenith deszelfs bevinden,
zou kunnen waarneemen; doch daar men
de verfnelling der vallende lighaamen door
een beknopt werktuig, 't welk de maat-
fchappij , weldra door aankoop magtig
werdt, met veel minder omflag en veel
wiskundiger, aan een groot gezelfchap te-
vens, kan doen zien, is deze toeftel, tot
heden, nog niet gebruikt geworden.

De Concertzaal, door de groote deur,wooning

van den

weder uittreedende, en de Corridor ter huisbewaa-

rer.

regtehand derzelve ingaande , ontmoet brccd |81ang

, λ 30 voeccn.

men een groote deur, die toegang geeft

tot de Binnenplaats, breed 18, lang 15 binnen-
plaats.

voeten, welke achter het Mantelkamer- brced ,3,

lang 15 voet»

tjen en de groote Entreekamer uitkomt, en

voor-

-ocr page 98-

«c 96 >

binnen- voorzien is van Gootfteenen, als ook vafl

PLAATS·

een' toegang tot den Wijnkelder, onder
de wooning van den Huisbewaarer, die
van dezelve aan deze zijde heur licht
ontfangt, en beftaat uit een fraai vier-
kant vertrek, voorzien van een Schoor-
fteen, en nevens hetzelve een ruime Keu-
ken , die , met een deur en trap van vijf
treeden , op de daaraanvolgende tweede

binnen- Binnenplaats, breed η , lang 30 voeten,

PLAATS.

breed lang uitkomt; in het portaal dezer Keuken, be-

30 voeten. vjncjt zjg een trap ^ ^ie liaar tweede

verdieping van dit Gebouw geleidt, en een
deur,welke in de onderfte Corridor, tegen
over den kleinen ingang der Concertzaal,
uitkomt, ten einde de Iiuisbewaarer en
deszelfs bedienden, zo veel te gereeder
ten allen tijde in het Gebouw bij de hand
kunnen zijn.

de kamer Voords deze Corridor al verder door-

van com- , .. . , ,,

missarissen,gaande, voorbij de groote deur, welke

i^iang^circatoegang tot de tweede Binnenplaats geeft,

ao voeten. ^omt men ^ ter zjj^e ? aan het vertrek

van

t

-ocr page 99-

«c 97 >

van Commisfarisfen ; eene fraaije vierkan-de kamer

van com-

te kamer, ter breedte van circa 15, eriMissAiussEN.

t · · breed circa

ter lengte van circa 30 voeten , voorzienX5 }langcirca
van een' fchoorileen, en de noodige kas- voucn'
fen, tot berging van papieren ,en hebbende
derzelver licht en uitzicht van en op de
achterfte- of Openplaats van het Gebouw.

Voorbij dit vertrek vindt men den groo AC1ITERSTE

j ° tra1'.

ten achterften Wenteltrap, welke toegang
tot de boven verdiepingen van het Agter-
gebouw verleent , en nevens denzelven
de groote Achterdeur , die naar de achter-
fte Plaats geleidt.

Deze Plaats is breed 38, en lang ^oachter-
voeten, en bezorgt het licht aan de ach'.
terfte vertrekken van bet Gebouw ; ten voeLn?
einde derzelve is eene Remife geplaatst,
ter berging van Turf, Steenkoolen en an-
dere benoodigdheeden ; van deze plaats
achterge-
vel.

heeft men het gezicht op den achtergevel
van het Gebouw. Terwijl men, zig op
het nevens het Gebouw paaiende R. C.
Hofjen ,
Liefde is V Fondament, bevinden-

G de,

-ocr page 100-

< 9δ >

ZYDGEVEL. de, den opflal des Zijdgevels in aanmerking
kan neemen (*).

Het Gebouw door de achterdeur we-
pAusEER- der intreedende, en de linkfche hand vol-

kamer. .

breed 20, ïan^ gende , komt men in den engen doorgang

ten. achter de Concertzaal, waarin het groot

Fournuis eener Kagchel geplaatst is, die
het Orchest verwarmt, en welke door-
gang voords tot in de Paufeerkamer ge-
leidt , 't welke een zijdvertrek is ter lengte
van 14, en ter breedte van
20 voeten ;
waarin een fchoorfteen, en deur, die in
het Orchest uitkomt, als ook een raam
dat deszelfs uitzicht op de Binnenplaats,

binnen- breeci ιθ9 lang 23 voeten , aan deze zij-

plaats* ^

breed 10,lang de van het Gebouw, heeft, en een trap,

23 voecen.

die naar het vertrek van de Directie van
het Departement der Muziek geleidt.

TWEE-

* (*) De. Opilallen van den Voor-, Achter- en
Zijdgevel , als ook de doorfneden van het Ge-
bouw in de lengte en in de breedte, zijn allen ,.»!
nauwkeurige afmeetingen , tevens met de Gezich-
ten der voornaamite Zaaien van dit aanmerkens-
waardig Gebouw , in groot folio, in plaat uitge-
geven, en bij deu Uitgeever dezes te bekomen.

_____

-ocr page 101-

«c 99 >

TWEEDE VERDIEPING.

van i-iet achtergebouw.

In dit vertrek gekomen zijnde, bevinden kamer van

DE DIRECTIE

wij ons op de tweede Verdieping van het der muziek.
Achtergebouw, en ter halve hoogte van de
Concertzaal, die zig door drie Verdiepingen
uitftrekt. Dit vertrek is omtrent in alles op
dezelfde wijze ingericht en van dezelfde
grootte als de Paufeerkamer der Muziekan-
ten , behalven dat hier eenige kasfen, ter ber-
ging van Muziek en Muziekinftrumenten,
gevonden worden, en een der groote glasraa-
men der Zaale een zeer fraai gezicht in
dezelve oplevert, 't welk inzonderheid
des avonds, en bij de verlichting der Zaa-
le in een talrijk Concert 5 verrukkend is,
wijl men van hier de geheele Zaal in de
lengte , tot aan de deftige groote deur
door kan zien , en al den klederzwier
en bevalligen tooi van zo veele Dames,

G » als

-ocr page 102-

«c 100 >

kamer van als zig in de ruimte der Zaale bevinden,

DERDjvu!ziEK. bij het helder lamplicht, 't welk den duis-
teren nacht in een' klaaren dag hervormt,
onderfcheidentlijk waarneemen kan.

tweede Dit vertrek verlaatende, komt men in

corridor. . .

de tweede Corridor, waar uit de overige
glasraamen, aan de zuidzijde der Concert-
zaal , hun licht fcheppen, en waar men ,
door middel derzelven, insgelijks een fraai
en onbelemmerd gezicht over de geheele
Zaal heeft; waarom ook, in zeer volkrijke
Concerten, van deze Gaanerij gebruik
gemaakt wordt; alzo de Muziek , bij
het fraaije overzicht der geheele Zaal ,
ook aldaar befcheidentlijk gehoord kan

I

worden.

kamer van Ten einde van deze Gaanerij, en bij

thesauiue-

ren. den achtertrap, vindt men de kamer van
Thefaurieren
, van dezelfde afmeeting als
die van Commisfarisfen, welke 'er juist
onder geplaatst is. Behalven de noodige
ameublementen, en nette ftookplaats, zijn
hier ook verfcheiden kasfen, ten gebruike

vaia

-ocr page 103-

< ΙΟΙ >

van Thefaurieren, en eene Alcove, waar-kamer vak

THESAURIE-

in de Geldkist geplaatst is. Ter rechter ren.
zijde van den Corridor zijn twee groote
glasraamen , welke hun licht van de zui-
delijke Binnenplaats fcheppen ; ook zijn
hier, langs den wand der Concertzaal, eeni-
ge langwerpige openingen gemaakt, wel-
ke ter ververfching der lucht in dezelve,
door middel van fchuiven , kunnen geo-
pend worden; van daar den voorften of
grooten trap eenige treeden opgaande,
komt men op de

TWEEDE VERDIEPING

van het voorgebouw.

Het Auditorium , of de Gehoorzaal, audito-

rium.

welke de geheele breedte des Voorgevels brecd 60}Iang
beflaat, en , binnen het muurwerk, om-45 V0UU1"
trend 60 voeten , bij eene lengte van
bij de 45 voeten heeft, doet zig hier
ter befchouwing op. Ter wederzyde
der groote of middendeur dezer Zaale,
heeft men een Kabinetjen , dat ter

G 3 recht-

-ocr page 104-

«c 102 >

KABINET- rechtfche zijde breed 17, en dat ter

breed^z', eniinki>che 15 voeten 5 en beide ter leng.

lïngTcTvoe'te van bij de 10 voeten, ftrekkende het
tcn*

eerstgenoemde tot een ingang in de Zaa-
le , geduurende de Redevoeringen, als

wanneer de groote deur gefloten is , en
%

dat ter linker zijde tot een rustplaats voor
den Redenaar, eer hij den Catheder be·
ftijgt, ten einde de vermoeijing, veroor-
zaakt door het optreeden van den trap,
hem, in de uitfpraak zijner rede , niet
hinderlijk zoude zijn.

Beide deze Kabinetjens ontfangen elk
heur licht door twee groote glasraamen,
welke op de beide voorfte Binnenplaatfen
hun uitzicht hebben. Boven de groote
deur dezer Zaale ziet men eene meer dan
levensgroote buste, verbeeldende miner.
va, de Godinne der Wijsheid , na de
tekening van den Heer
j. κ υ ij ρ er, door
wijlen den beeldhouwer
j. swart, in
Jiout uitgewerkt; voords zijn de beide
zijd wan den dezer Zaale voorzien van twee

nis-

-ocr page 105-

< io3 >

nisfen, in welken Kagchels geplaatst: wor-
den , ten einde aan dezelve des winters eene
maatige warmte te verfchaffen; boven deze
nisfen ziet men, de groote deur intree-
dende, ter rechtfche zijde, de bust van
κ poll o, en boven die ter linkfche zijde
die van
mercurius, om aan te dui-
den , dat in deze gehoorplaats zo wel
Voorleezingen , betreffende den Koophan-
del , als Redevoeringen en Verhandelin-
gen , betreffende de fchoone Kunsten en
Weetenfchappen, gedaan worden.

Het gewelf dezer Zaale fc-hijnt op
twaalf colommen , van de Joriifehe ge-
mengde orde, te rusten , welke allen van
hout gemaakt, echter door derzelver gees-
tige befchildering naar wit geaderd mar-
mer, en derzelver voetftukken naar zwar-
ten toetsfteen zweemen, 't welk, inzonder-
heid des avonds, eene prachtige vertooning
oplevert; de hoogte van elke dezer zui-
len is, van de bafis tot het bovenfte
Ueüïer capiteelen gereekend, 20 voeten.

G 4 Tus-

-ocr page 106-

< io4 >

vRRLicH- Tusfchen elke dezer zuilen hangt een

ting»

fraaije lamp, met twee lichten, waardoor
de Zaal, des avonds, door vierentwintig
lichten zeer aangenaam verlicht wordt;
terwijl zij over dag , van de vijf groote
glasraamen der voorpuijë , een ongemeen
helder licht ontfangt.

zitbanken. In de ruimte , tusfchen de beide reiien
colomnieii , zijn ter wederzijden 14, en
dus te famen <28, met groen laken be-
kleedde zitbanken geplaatst, zodanig dat
'er een vrije doorgang tusfchen dezel-
ven is opengelaaten. Op deze plaatfen
zig de sleden, ter aanhooring van de Re-
devoeringen , terwijl de Directie en de
Genoodigden , regt voor den Catheder ge-
zeten zijn; in een halfrond, dat door
middel van een houten befchot van de ove-
rige zitplaatfen is afgezonderd ; niet juist
0111 daar door eenige onderfcheiding van
rang te willen in acht neemen, welke in
dit gezelfchap van beöeffenaaren , en lief-
hebbers van Kunsten cn Weetenfchappen,

. ge-

-ocr page 107-

< ΙΟ 5' >

geheel vreemd is, maar alleen op dat de verlich-
ting.

Directie te beter in flaat zoude zijn om
de Genoodigden van de Leden te onder-
kennen, en dezelven, vóór dat de Rede-
naar op den Catheder treedt, hunne En-
trée-billets te kunnen afvraagen , ten ein-
de de naamen der Genoodigden, in een
daartoe gefchifet boek, te kunnen aanteeke-
nen ; wijl de Huishoudelijke Wet der De-
partementen van Koophandel en Letter,
kunde , welken deze Zaal , uit hoofde
hunner zulks vereisfchende werkzaamhee-
den, meest in gebruik hebben, den toe-
gang niet meer dan driemaalen in een fai-
foen, aan denzelfden perfoon, als Genoo-
digden, kunnen verïeenen.

Regt voor deze halfronde balie , of

SPREEK-

baluster, ter linkfche zijde van de groote stoel.
deur , of aan het einde der Zaal, is de
zo fierlijke als kunstige
Catheder, of Spreek-
floeZ
, geplaatst, wiens bouw en fieraaden
dubbel waardig zijn dat wij 'er onzen
aandagt een poos bij bepaalen.

G 5 De.

-ocr page 108-

«c 110 >

spreek- Deze Spreekftöel, door wijlen den

stoel.

boog6,breedkuiistigen Beeldhouwer, j. swart, op

4 voeten. j{0Sten van den Heere philippus

taddel vervaardigd, en door den laatst-
genoemden , op den 6den October des
Jaars 1779 , bij gelegenheid van het op-
richten van het Departement der Letter-
kunde, waar van hij een der Mede-Op-
richters was, aan de Maatfchappij ge-
fchonken, heeft omtrend de hoogte van
zes voeten, en de breedte van vier voe-
ten min twee duimen , is vierkant, en
geheel van mahoniehout fam en gefield ,

llaande op een houten voetftuk , van

• ' ■ '··■ ■'·■ i \
circa een en een half voet hoog ; aan

de Voorzijde deszelfs , ziet men het bla-
foen
der Maatfchappije, zijnde een Bijen-
korf, op een voetlluk geplaatst, nevens
welke, ter rechter zijde van den Befchou-
wer, een Zonnebloem, en ter linker zijde
een Roozelaar , gevonden
Wordt; achter
dezelve rijst de Zon uit de kimmen, en
befchijnt de zig naar dezelve wendende

Zon-

-ocr page 109-

«c 107 >

Zonnebloem, terwijl de Bijen uit de roo- «preek-

STOEL.

zen hunnen honig leezen en denzelven in
den korf verzamelen ; ter aanwijzing dat
de rijzende Zon der verlichting door de
Maatfchappij, even als de Zon door de
Zonnebloem , achtervolgd wordt, en dat
de ijverige Leden uit de bloemen der
geleerde werken honig vergaderen , en in
dezen korf, of het lighaam der Maatfchap-
pije , opleggen. Onder in het Voetiluk,
waarop de korf geplaatst is, ziet men de
Letter V., met het getalmerk 7. ver-
bonden ; 't welke de Ontwerper der
Maatfchappije zeide een geheimzinnig te-
ken ,
afkomflig van de Broederfchap der
Vrifèmetzelaars
te zijn; en, volgends een
fchriftelijk bericht van den Heer
j. pie-
tersse, die den Stichter, w. writs,
herhaalde maaien, over de betekenis de-
zer letteren ondervraagd heeft, zoude dit
geheim hier in beftaan, dat door dit let-
ter en talnierk de zeven in deze Maat.
fchappij gekweekt en geëerd wordende

zaa.

-ocr page 110-

< ιοΒ >

zaaken bedoeld zijn, welken allen in on-
ze taaie, met een V. aan het hoofd,
geboekftaafd worden , als :

i. Ver dienste , die hier geëerd en be-
loond wordt.

α» Vrijheid , die hier bemind en hoog-
gefchat wordt.

3. Vrede, die algemeen begeerd en hier
aangekweekt wordt.

4. Vriend]chap , die hier uitgeöeifend
wordt.

5. Vermaak , 't welke hier, door de
Toon-en andere Kunsten, opgewekt
en aan het nut gepaard wordt.

6. Vergenoegen, dat uit de gulle vriend-
fchap en de nuttige famenleeving ,
gepaard met fchuldeloos vermaak ,
hier gevonden wordt.

γ. Vaderland, het welke men hier leert
hoogachten , en , zo veel mogelijk 9
nuttig voor het zelve te zijn.

Men heeft dit geheim voords ook nog an-
ders trachten te verklaaren; fommigen mee-

nen

-ocr page 111-

«c 109 >

nen dat het getalmerk 7 , 't welk aan spreek-

, , tt 1 1 · 1 STOEL»

de ophaal der V gehecht is , de zeven
vrije kunsten aanwijst ; als zijn de
Let-
terkennis 9 Redenkunst, Redeneerkunde, Toon-
kunst , Rekenkunst, Meetkunst , Sterre*
kunst;
alle welke in deze Maatfchappij
beöeifend, en bij onderfcheidene gelegen- 1
heeden van dezen Spreekftoel verklaard
worden ; draagende den naam van vrije
kunsten , wijl het bij de Romeinen den
Slaaven niet geoorloofd was, zich in dezel-
ven te oeifenen.

Of dit alles echter de waare meening
en het bedoelde van den Ontwerper met
het gebruik van dit talmerk zij, is ons
nog niet volkomen gebleeken.

Onder op de Socle, of Grondfteen ,
van het Voetftuk , ziet men het jaartal
MDCCLXXVII.

Voords is het fchild zelve met een' ver-
gulden olijfkrans omgeeven, en boven de
Bijenkorf leest men,in vergulde Letteren,
felix me rit is, of, Gelukkig door Ver*

diens-

-ocr page 112-

«c 110 >

spreek, diensten, zinfpeelende deze regel op de

stoel,

Bijen, die hun voedfel uit de bloemen
leezen, en dus door deze hunne
verdiens-
ten gelukkig
worden.

Boven het fchild hangt een festonsge*
wijze opgehouden iluijer , met de woor-
den :
honor et gloria , Eer en
Roem;
en op de onderfte lijst van den
Catheder leest men het woord
ingeni-
um,
Vernuft, om daar mede aan te wij-
ze , dat de eer en roem a waarin het ge-
luk beftaat, 't welke de verdiensten ver-
fchaffen, het Vernuft ten grondfiag heeft.

De linkfche zijde van dit kunstig en
pragtig werkiluk, vervat, in het midden*
panneel, de voornaamfte werktuigen, wel-
ken in den Koophandel, Landbouw, Zee-
vaart, Fabrieken en Trafieken, van dienst
zijn; allen tot een' groep vereenigd, en zo
aartig als uitvoerig, in half verheven werk,
of basrelief, uitgebijteld. In het midden
van dien- groep ziet men den ge vleugelden
ftaf van
mercurlus , omringd van

baa-

-ocr page 113-

<V«.

< ii r >

baaien, vaten , koopmans- fchrijf- en spreek-

stoel.

comptoir boeken , brieven, geldzak-
ken , enz., voor den
Koophandel; feheeps-
iprieten, ankers , compas, enz., voor de
Zeevaart; een, koornmaat, fpade, feisfen,
ploeg , enz. , voor den
Landbomv ,* een'
ftapel zijden ftoffen, fpinwiel, ftrengen en
klos , aambeeld en hamer, fuikerbrood,
enz., voor de
Fabrieken en Trafieken. Bo
ven deze verzameling leest men , in een'
fluijer , de woorden:
commodum et
ρ r
o s ρεr.itas , Gemak en Welvaart, en
onder op de lijst het woord
libertas;
ter aanwijzing dat het gemak en de wel-
vaart , welke de Koophandel, Zeevaart,
Landbouw, Fabrieken en Trafieken > ons
aanbrengen, alle gevolgen der Vrijheid zijn.

De rechtfche zijde, naar den ingang
der Zaaje , draagt in een' diergelijken, op
het panneel geplaatften, groep, de merkte-
kens der verfcheidene Weetenfchappen en
Kunsten welken in deze Maatfchappij
geoeffend worden,, In deszelfs midden

ziet

-ocr page 114-

Α >

spreek- ziet meti den knods van /Esculapius,

stoel.

met den Epidaurifchen flang omflingerd,
rustende tegen het fehild en de, met een'
lauer krans omhangen, fpeer van Minerva,
benevens de Trompet der Faam; waar door
de Wijsbegeerte in het algemeen en derzel-
ver invloed op alle Kunften en Weeten-
fchappen fchijnt aangeduid te worden ; ne-
vens dezelve ziet men Apollo's lier, voor
de
Dichtkunst; een ontrold blad waar op
het woord
Eloquentia, voor de W'elfpree-
kcndhcid
; eenige muziek - inftrumenten ,
viool, bas, walthoorns, opengeilagen mu-
ziekboek enz. voor de
Toonkunst; een
fphsera en ontrolde waereldkaart voor de
Aardnjks befchrijving; een ilapel boeken
voor de
Gefchiedkunde; eenige antieke
penningen voor de
Oudheid en Penning-
kunde;
een doodshoofd , infect in liquor
aloëplant voor de
Ontleed- en Kruidkunde
en Natuurlijke Hiftorie; een papier met
meetkundige figuuren befchreeven, pasfer,
transporteur, zonnewijzer, voor de
Wis-
kunst

-ocr page 115-

«c 113 >

kunst; een pallet en penfeel, om de Schil- spreek-

stoel.

derkunst; een tekenpen en graveerijzers ,
om de
Graveerkunst; een hamer, bijtel en
architectuur tekening , om de
Bouwkunst
aanteduiden ; een brandfpiegel, micros-
coop , voorwerpglaasjens en verrekijker,
voor de
Gezichtkunde; electriciteit en lucht-
pomp voor de
Proefondervindelijke Natuur-
kunde;
eenige katrolfchijven voor de Werk'
tuigkunde
, enz. Boven dit vak leest men,
in een weêrzijds afhangende banderole, de
woorden,
voLUPTAS et recreatio,
Wellust en Uitjpanning ; en onder op de
rondloopende lijst,
sapientia,Wijsheid,
betekenende dat de Kunsten en Weeten-
fchappen tot een' wellust en 'uitfpanning
voor den menfchelijken geest verftrekken,
en allen in derzelver gemeenfchappelijk
doel, dat is de Wijsheid, uitloopen.

De achterzijde van dezen Spreekftöel is
voorzien van een' trap van drie treden; en
op de deur die den ingang fluit, ziet
men, in een achtkante koperen plaat, het
navolgend Latijnsch opfchrift gegraveerd :

Η ··-

-ocr page 116-

«c 114 >

s o cl ε τ ati artium et sciektiarum,

f "

rr.< iv i . ' ■

c υ i s υ μ β o l υ μ ,

FELIX Μ Ε R I Τ I S,

* .·„'.,· JJ i

anno MDCCLXXVII amstelodami fundatae,

,, , hoc s uggestum

ΉφΛ) s»¥ Ρ ■**

*

in perpetuum amoris sui et observantie

si)' islxiü iïti'.'1 · ·' VV* ·: i ·■
Μ O Ν U Μ Ε Ν Τ υ Μ ,

ij ο ν α v i τ α c dedicavit

V.·' ' ''

Ρ Η I L I Ρ Ρ U S TADDEL,

■·ψ'% Ι ί.. ; ψ·' -' "f ϊ: ' f·· ' * , j .· γ

vi. ο c τ. αν Ni MDCCLXXIX.

ί ;.[ V'T si"':!.· t,f. ί ; V--V lf -i' 1 '.·"/'
» λ t isï ί

spreek»

W , <

stoel·.

a _

■v r-

-ocr page 117-

riq

< hi >

';·-,··, r:É nom.·'^*·; itm^tqo %t

aan de

- ' JJ Τ τ 5 < J JA 3 n'4»10OW

Μ -Α Α Τ S C HAP Ρ IJ,

bxoow jmï {'qj;·:: tt& wiffo&j $mi ημ®®

tell zinspreuk ε voerende!

j^b'g^to&nsit r ?*ί ΓΛ1.Υ

F Ε L I X Μ Ε R I Τ I S,

fcjïö jtshüos rlw aijrogü c

IN DEN JAARE MDCCLXXVII TE

-sin Φ t^i f rr.'-ï^iijrrrjoY uJ

t.: amsterdam gesticht,

• . r ψ·
'i'nr
 f ■ - . ' ft f I "t't* "f ' ' 1 -1 ·! <: ·' f

? >->· h e £ ■■'· · c " '

Ρ II I L I Ρ Ρ U S. Τ,Α D D Ε L,.,

' "' ' ê ct « £ ''·*·«a ■■ ·■ '4

dezen s ρ re ε ld sf ó-el ,

' sj jfbii t

TOT EEN, VAN Ζ IJ Ν Ε LIEFDE EN Α C II Τ I Ν G;,

kpreek-
stoel.

DUURZAAM

IJ' *· iJ j I ' .....*

mix 'SiCfiA. jijïi itl:jnjTiluijiiij-

tl /1 ■ t . -
'P 17 T.'

G EDEN K' T E Κ Ε Ν,

? .....'

> j t :!

, IlSiïMO aii;

geg. eeven en opgedraagen

.. Π 5 :. '·. "> Λ 0 V ' ·. 1 ' £ -' ; Ή1 *-' 1 '1 " ' ·' ' '

den vi. van wijnmaand, des jaars

safroS sso-d .'-*· e ' ■ Licuf:

MDCCLXXIX

'■f 5fi?.R^fIT007 i/nSV.

(is ς nsic&inol iphïik ui o'd
.ν Η 2 Bo-

-ocr page 118-

< I τ 6 >

spreek- Boven dit opfchrift leest men, in een'

stoel.

fluijer , de woorden sa lus et utili-
tas, Heil en Nut, en onder in den rond-
gaanden Lijst (achter den trap) het woord

r ;i ο ν ■ ■·' ■ " ' ' '

virtus, Deugd, ter aanduiding dat uit
de Deugd alle Heil en Geluk voortvloeit.
Eindelijk , immers wij zouden ons

te lang vertraagen, bijaldien wij de me-

/

nigvuldige fieraaden van dit Kunst-
werk, elk ter naauwkeurigften, wilden

befchrijven , is deze Spreekftöel ook

t f.

voorzien van twee iierlijke Girandoles,

ten einde den Redenaar het, tot zijne

t ... '·..

voorleezing benoodigde, licht te verfchaf-
fen.

biblio- De beide Zijdmuuren der Zaale zijn ,
111LLK' naast de nisfen welken ter plaatfinge van
de Kagchels dienen, van twee groote

! 5 ι'

en twee kleinere Boekenkasfen voor-
zien , In welke de Boekfchat der Maat-
fchappije , geplaatst is. Deze Boekver·
zameling behelst veele voornaame wer-
ken in allerlei formaaten , en allen zeer

. 7 ziiv»

-ocr page 119-

«c 117 >

zindelijk, in halve franfche en andere fier-
lijke banden, gebonden, en op den rug
met den ftempel der Maatfchappij ver-
fierd; zijnde meest alle gefchenken der
Leden, behalven eenige weinigen, die de
Maatfchappij door aankoop is magtig ge-
worden ; wordende 'er uit de algemeene
kasfe der Maatfchappije, tot de verrijking
dezer Bibliotheek, 's jaarlijks, eenige pen-
ningen afgezonderd. Zij ftaat onder het
opzicht van een' Bibliothecaris, die den
aankoop en plaatfing der boeken bezorgt;
en den Catalogus in orde houdt. Dage-
lijks van elf tot twaalf uuren voorden-
middag , behalven des Zondags, ftaat de-
zelve ten gebruike der Leden open;
edoch geen boek mag, zonder voorkennis
van den Bibliothecaris, uit het Huis der
Maatfchappij vervoerd worden, doch ie-
mand iets uit een der Werken willende
uitfchrijven of aantekenen, begeeft zig
met hetzelve in een der Kabinetjens, en
fchrijft, in een daar toe ingericht boek, de
-ί..·Ί Η 3 No.

-ocr page 120-

< na >

BiBLio- No. en Tijtel van het boek, en den dag

theek.

waarop hij 't in gebruik gehad heeft,· om,
ingevalle van befchadiging , dezelve te
kunnen vergoeden.
vertrek Het verwidft der Concertzaal tot op de

DER COM- , ι f τ τ ··

MissARissEN-tweede verdieping van den Voorgevel rij-
ToKDsf zende, maakt hier de verdeelingen van
het voor- met die van het achtergebouw
ongelijk: 't welke de reden is dat men
hier eene Corridor aantreft, welke geen
uitzicht in de Concertzaal heeft , en
zijn licht alleen van de plaats ontfangt.
In deze Corridor komen insgelijks twee
vertrekken uit; te weeten een vertrek
boven de kamer der Thefaürieren, het·
welke thands gefchikt wordt , ten ge-
bruike van de Commisfarisfen over het
fonds der Maatfchappij, welken in hetzel-
ve, eenige dagen vóór en na de uitlooting·
der aindeelen in de negotiatie der Maat-,
fcb?ppij, hunne zittingen houden, en een
apartcment,. ten einde derzelve en boven
de Kamer van de Directie, van het De-,

Μ . , - P^·-

_

-ocr page 121-

«c 119 >

partement der Muziek geplaatst, trekken-
de ten bergplaats van eenige papieren,
tot de Secretarie der Maatfchappij betrek-
king hebbende. In den muur dezer Corri-
dor , welke de Concertzaal omvat, zijn
drie ronde openingen gemetfeld, waar door
men gelegenheid heeft, om de ruimte tus-
fchen de zoldering en het ftukadoorwerk
der Concertzaal, lucht te geeven, en als
't noodig is, fchoon te maaken , gelijk
dan ook , door middel dezer ruimte, de
lucht in de Concertzaal verdund en zui-
ver gehouden · wordt; met welke deze
balkruimte , door middel van daartoe ge-
maakte openingen , in de ronde opening,
waar in de groote lampkroon hangt, ge-
mee ηfchap heeft.

c · ■

u

, j. * , ι,

Xjki *;·■< ■..·!'·>λΙ}\1 . n:.v ^iHföüW bli qo

pi-Ai* .V .ü ftf'/ >t' TS-VSi Π3 t W'tftïfir
^ Η 4 DER-

vertrek
ter berg-
plaats
van
papieren.

-ocr page 122-

< 120 >

DERDE VERDIEPING.

van het achtergebouw

U it dit vertrek komende , en den ach-
tertrap optreedende , komt men aan de
derde Corridor , of rondgaande Gaanerij,
van het Achtergebouw, en vindt aldaar,
in de eerfte plaats , boven het vertrek
waar de Commisiie tot het Fonds derzel-
ver bijeenkomilen houdt, een vertrek van
gelijke grootte en afmeeting, gefchikt tot
een
Chemisch Laboratorium , ten welken
einde het/elve met de noodige ilookplaats
en gootileenen , waterkraan en fournuifen
voorzien is, zijnde de grond deszelfs, tot
verhoeding van ongelukken, uit het ftoo*
ken kunnende ontdaan , met geele bak-
ken fteenen belegd. Dit vertrek ontvangt
deszelfs licht van de binnenplaats , waar-

•i

Op de wooning van den Huisbewaarer
uitkomt, en tevens ook van de buitenfte

i' of

chemisch
laborato-
rium.

_

-ocr page 123-

< 121 >

of achterplaats van het Gebouw. Hetzel- halfronde

zaal voor

ve verlaatende , treedt men uit de Corri- γ>ε na-

tuurkun-

dor in de halfronde groote Zaal, gefchikt dige voor-

leez1n-

ten gehoorplaatfe van de Natuurkundige 'gen.
Lesfen en Verhandelingen ., hebbende de'^ftog %

voeten.

lengte van 4ó, en 111 derzelver grootite
breedte omtrent 52 voeten,bij eene hoog-
te van omtrend 25 voeten. Zij beflaat
een gedeelte van het langrond der Con-
certzaal, waar boven zij gelegen is; zijn-
de het overige gedeelte voor de berg-
plaats van het kabinet van Natuurkundi-
ge werktuigen , waar van in 't vervolg
nader gefprooken zal worden , afgezon-
derd. Bij het intreeden dezer zaal, ziet
men tien reijen halfronde zitbanken ,
fchouwburgsgewijze boven elkander ge-
plaatst ; indiervoege , dat een groot aantal
perfoonen , gelegenheid heeft van , zon-
der elkander hinderlijk te zijn, de Natuur-
kundige proeven, welken, op eene aan het
einde der zaale geftelde groote tafel, waar
achter de Verhandelaar zig plaatst, in 't werk

Η 5 ge-

-ocr page 124-

< 122 >

halfronde gefield worden, te kunnen zien. Achter de-
7'
jde κλ- λ ze tafel wordt een zwart gefchilderd teken-
lmgi voor- hord gefield , waarop de figuurlijke aan*
J
oen. wijzingen en wiskundige betoogen, tot de
Verhandeling betrekking hebbende, door
den Verhandelaar, waar zulks noodig is,
niet krijt worden aangeweezen. Ter link-
vERTREK fehe zijde van de Kagchel is een Vertrek

tot het . . . ,

doen van boven dat der Secretarie geplaatst, en ge-
ï'ROEvi-N. tot hct doen van ruuwe proeven,

waartoe het van Gootileen, Kraanen enz.
voorzien is; wordende de geheele zaal des
avonds verlicht door een Lamp met vier

verlich-
ting des
lichten, rondom welke een blikken Kooker

avonds. i .

hangt, die belet dat het licht in de oogen
der aanfchouweren fchittere , en veroor-
zaakt dat hetzelve alleen op het tekenbord
en de tafel zo veel te fterker terug gekaatst
worde,' waar door men in ilaat gefield
Wordt, om, zelfs op den versten affland,
de kleinste voorwerpen, die ter aanwij-
zing op de tafel voor handen zijn, te

kunnen befchouwen: terwijl 'er boven de
•ij ' Η Licht-

V

-ocr page 125-

< 123 >

Lichtlamp nog een enger Kooker hangt, verlich-
ting des

die men, ingevalle het noodig is, om bij avonds.
proeven met de Electriciteit, ais anders-
zins het vertrek geheel duister te maa*
ken, over de lamp heen kan laaten zak-
ken ; zonder dat het licht uitga , en die ver-
volgends weder opgetrokken wordende, de
zaal weder eensflags van het gewoone licht
kan voorzien. Ook vindt men hier in het
platfond weder eene ronde opening, wel-
ke met die der Concertzaal overeenkomt,
en te famen den hollen kooker uitmaakt,
die van het obfervatorium tot in den kel-
der van het gebouw doorgaat. Achter het
tekenbord , is eene groote Kagchel ge-
plaatst , ten einde de Zaal des winters be-
hoorlijk te kunnen verwarmen. Boven deze
Kaa'chel is, met veel kosten en niet minder '

• 5 windwy-

vernuft, een half uit den wand puilenden ZEa·
aardbol geplaatst, in diervoegen ingericht,
dat het middenpunt deszelfs in
Amsterdam
valt; rondom denzei ven, ziet men een bree-
delijst, waarop alle de hoofd- en bijftree-
ïuH ' ken

-ocr page 126-

€ 124· >

"wiNDwij- ken van het coiripas afgemaald zijn, en uit

ZUR.

het middenpunt van dezen bol, komt een
beweegbaare Wijzer,
welke, door middel
van een krukwerk, langs een' fpil op het
plat van het achtergebouw uitkomende, en
aldaar met een windvlag
Voorzien zijnde,
de geringde verandering van den wind zeer
juist en naauwkeurig aanduidt. Deze bol
heeft omtrend drie voet middellijns, en is,
op eene zeer kunstige en uitvoerige wijze,
met alle de landen,zeeën en eilanden5 wel-
ken ons halfrond, voor zo verre het door
de plaatüng van den bol in 't gezicht valt,
vervat, bemaald; wordende op denzelven
ook de Hoofdfteeden met gouden flippen
aangeweezen. De Maatfchappij heeft dit
zo nuttig als aangenaam werktuig te dan-
ken aan heur Medelid, den Heer
jan
ananias willink
, welke hetzelve
bekostigd heeft, en tevens aan de kunde
en vlijt van den Heer
η. μ ν e^ , volgends
wiens opgave, en onder wiens naauwkeu-
rig toezicht, hetzelve vervaardigd is.

Het

-ocr page 127-

< "5 >

Het daglicht valt in deze Zaal door windwij-
acht glasraamen, die,, na vereisch, met
luiken kunnen geilooten worden, ingeval-
Ie men, bij het voorleezen van Verhande-
lingen over dag, wijl dit Departement
den geheelen Zomer door werkzaam
blijft, eenige vermindering of verandering
van licht noodig oordeelt. Langs deze
lichten, en boven de fchouwbnrgsch-ge wij-
ze zittingen, loopt , ter wederzijden der
Zaal, nog eene breede, van eene balus-
trade voorziene Gaanerij, waarop insge-
lijks een groot aantal perfoonen zig kun-
nen plaatfen , en ingevalle van druk be-
zogt wordende Verhandelingen , bekwaam-
lijk kunnen zien en hooren. Deze Gaane-
rij heeft, door middel van twee wentel-
trappen , gemeenfchap met de Corridor
der tweede verdieping.

Achter en onder de reijen banken ,
vindt men een' breeden doorgang, welke
van veelerlei ruime bergplaatfen en kas-
fen, als ook met twee toegangen tot de

Zaal

-ocr page 128-

< 126 >

LucHTROND.Zaal zelve, voorzien is; ook komt Hier
het groote of midden fle luchtrond der
Concertzaal uit, 't welke alhier met een
balustrade omgeeven , en tegen het in-
vallen van ilof, enz. met een gaazen
raam gedekt is. Bij gelegenheid dat eenig
in de Concertzaal uitgevoerd wordend mu-
ziekiluk, eenigen beandwoordenden weer-
klank vereischt , worden hier ook wel
Blaasinstrumenten geplaatst, wier geluid
als dan zeer liefelijk en onverwagt, als
van boven in de Zaal vallende, de Toe-
hoorers verrukt en opgetogen houdt. Eene
kunstgreep, die inzonderheid bij het jaar*
lijksch uitvoeren der Kerszangen, bij wel-
ken het gezang der Herders door de En-
gelen beandwoord wordt, een doelmaatige
uitwerking doet/

Achter de Zaal der Natuurkunde vindt
men, tusfehen de Corridor en de kamer,
gefchikt tot ruuwe Proeven, eene kleine
Gaanerij, voorzien van eene Balustrade in
de open lucht, gefchikt om aldaar Hydro-
. * ita-

-ocr page 129-

< 127 >

ftatifche of Waterweegkundige Proeven en kléine bui-
tenste

tProeven over de Electriciteit van den damp- gaanerij.
kring te doen , waarom ook in den muur
'der Zaale drie openingen geplaatst zijn ,
waar door men Conductors leiden kan, ten
einde het electrieke vuur uit den dampkring
'in de Zaal te voeren. In de Corridor, wel-
ke toegang tot dit Gaanerijtjen geeft, vindt

' Η

men den achterften wenteltrap, waarmede
men weder naar de onderfte verdieping
van het Gebouw afdaalt, en bij de deur
der opene af achterplaats uit! omt.
 museum

der νλ-

De Corridor, welke nevens de zaal tuurkun-
der Natuurkunde loopt , naar het voorftehna ™'|,rccd
gedeelte van het Gebouw doorwandelen- νυαΰ'ιΓ"
de , komt men aan de Gaan er ij bij dén
grooten trap, en aan den deftigen groo-
ten ingang van het MuJQeum of Kunstka-
binet van het Departement der Natuur-
kunde ; deze beftaat in een grootfche Por·
tique van, met fchiftingen geblokte, pij.
lasters; boven deze Portique ligt een kuns-
tig Pleisterwerk, in eene bevallige groe-

Ping,

-ocr page 130-

< ia8 >

MUSEUM ping , de voornaamfte Werktuigen, wel-

der na-

tüürkün- ken tot de Proefondervindelijke Natuur-,

de,

Wis-, Sterre-, en Aardrijkskunde betrek-
king hebben, voorftellende. Wanneer men
deze deur intreedt, komt men in een
halfrond vertrek , 't welk tegen de Zaal
der Natuurkunde paaiende , met dezelve
de elliptifche gedaante van het Achterge-
bouw uitmaakt , en over de Concertzaal
heenen gaat. Dit vertrek heeft de lengte
van 25 , bij eene breedte van omtrend
32 voeten, binnen de betimmering der
diepe glafen kasfen , ter berging van het
kabinet van Natuurkundige Werktuigen ,
welke in dezelve de wanden verfieren ,
en voor ieder zichtbaar zijn. De hoogte
van dit vertrek , met deszelfs daar boven
geplaatfte rondgaande Gallerij , komt over
een met die der Zaal voor de Natuur-
kunde. In 't midden dezer Kunstzaal
ftaat een inzonderheid kunstig
Planeta>
rium
, waar in te gelijk een Tellurium ,
Lunarium
en Joviarium , aanhoudend door

een

-ocr page 131-

< 129 >

een uurwerk bewogen wordt, derwijze museum

der νλ-

dat niet alleen de loop der Planeeten en tuurkun*

de;

van onzen aardbol om de Zon, aanhoudend *
overeenkomftig de natuur, gefchiede; maar
ook die der Satellieten om derzelver Hoofd-
Planeeten; zelfs zodanig dat de Maan*
om den aardbol beweegende , heur ver-
lichte zijde geduurig naar de Zon ge-
keerd houdt, en in heur' loop zodanig
een' hoek met het vlak van de Ecliptica
maakt, even als in de natuur plaats heeft;
't welk dus de volle en nieuwe Maan met'
de
Eclipfen aanwijst5 zo dat men, ten al-
len uuren op dit werktuig de gefteldté-
nis vati den Starrenhemel, met betrekking
tot ons Planeetgeftel, zien kan, Hetzelve
is voords geheel omvat, met een' fraaijen
koperen Ring-Spheer (
Sphara armillaris)
overdekt met een glafen ftolp, ihande op'
een colomvormig voetftuk, van nooteiï-
boomen hout, voorzien van een uurwijs
zerplaathet uurwerk, waar door die
kunstftuk bewoogen wordt, loopt zé$

I m&ïfo

-ocr page 132-

< I30 >

MUSAUM maanden, en is gemaakt door jan van

der na

tüürkun- dam, te Amfterdam.

de.

vE-RiicH- Boven dit middenituk hangt aan het
TING· geftukadoord platfond eene Lamp met
drie lichten, welken, op die avonden als
het Departement der Natuurkunde des-
zelfs werkzaamheeden verricht, ontftoken
worden, ten einde het kabinet behoorlijk
verlicht zij, om de daar uit benoodigde
werktuigen, zonder dezelven te befchadi-
gen, te kunnen vinden en weder bergen;
ontfangende dit vertrek, bij den dag, des-
zelfs licht van vier half ronde glasraamen,
die boven de gallerij in het verwulft
geplaatst, en aan die der Zaal van de
Natuurkunde gelijkvvijdig en overeenkom·?
ilig zijn. De werktuigen zelve zijn in
de kasfen na hun foortelijk gebruik

wERRTui- gerangfchikt; al wat tot de Electriciteit

gen.

(Vis Electrka) behoort, vindt men bijeen,
zo ook wat de Luchtkunde
(Mroïogia)
Gezichtkunde (Optica) Werktuigkunde (Me*
chanica)
Water weeg- en Waterkrachtkun·

de

-ocr page 133-

< 131 >

de (Hydrostatica en Hydrodynamica) en Be-
weegingkunde (Phoronomia) enz. aangaat,
onder deze werktuigen munten uit de Elec-
trieiteit met deszelfs zwaare Batterij, welk
werktuig , na eene nieuwe verbetering j
zodanig is ingericht, dat 'er pofitief en ne-
gatief tevens mede gewerkt kan worden;
een groote Brandfpiegel van 15 duim dia-
meter ; een fraaije Luchtpomp met deszelfs
toeilel; het werktuig van
atwood, ter
aanwijzing van de toeneemende fnelheid der
vallende lighaamen, na de vierkanten der
doorgeloopene ruimten ; voords een zeer
compleet ftel koperen katrollen, ter aanwij-
zing van de krachtkunde; verfcheide nette
modellen, als van een Oorlogsfregat, Mod-
dermolen, Kraanen, Rokken, enz. Ook be-
zit de Maatfchappij nog een naauwkeurig
van hout vervaardigd model , eener met
eene volledige vesting verfterkte Stad, on-
der het opzicht van den deskundigen Heere
c. R. τ. κ ra jj ε ν HO f f, vervaardigd,
en gefchikt tot het geeven van lesfen in de

I 2 Krijgs-

-ocr page 134-

< 132 >

wERKTui- Kif gsbouwkunst. Boven de deur , welke

gen. '

toegang tot de rondgaande gaanerij geeft,
ziet men eene getekende en juist afgemeete-
ne afbeelding, van eene, den gden Septem-
ber in den jaare 1^93 , te Warfchouw ver-
fcheenen
Annulaire of Ring - Zon - eclips,
door den Prins
ρ ο ν ι α τ ow s κ ij , broeder
van den laatsten Koning van Poolen, zei-
ven waargenomen , eigenhandig getekend
en met eene beichrijving in de Poolfche
taal voorzien. Deze Vorst, de Maatfchap-
pij befchouwd hebbende, zondt, bij zijn
thuiskomst, deze tekening, met een' zeer ver-
pligtenden brief aan den Hoogleeraar j. h.
van s win den, ten einde deze, die,
uit zijnen naam aan dezelve, zo ter aan-
denking aan die groote zonsverduistering,
als tevens ter betuiging van zijne hoog-
achting voor deze kunstöefenende Maat-
fchappij , ten gefchenke zoude aanbieden,
en in deze Kunstzaal doen plaatfen. —
Bij het uitkomen van deze zijddeur ont-

ZYDTRAP. moet nien een' zijdtrap, welke tot de gaa-

-ocr page 135-

< 133 >

nerij boven dit Mufaum geleidt, waar nog verlich-
ting,

twee breede glafen kasfen, gefchikt tpt
een kabinet van anatomifche prieparaaten,
infecten in liquor, opgezette beesten,
hoorns en fchelpen, enz. welke de Maat-
fchappij ter eeniger tijd, 't zij door ge-
fchenk, of bij wijze van aankoop, magtïg
mogt worden, geplaatst zijn; te midden
dezer kasfen geeft een groote dubbele
deur toegang tot, en gemeenfchap met de
gaanerij van de Zaal der Natuurkunde.
Dezen zijdtrap al verder optreedende ,
geleidt dezelve ons tot den Zolder bo-
ven de Zaal der Natuurkunde, en laatfte-
liik tot op het
Obfcrv atoriiim of Sterreplat er-

icing we-

doch van dit alles zullen wij nader fpree- gens den

ji.' . oordeel-

ken ; alleen dit hier bijbrengende om kundigen

sm α λ ic van

aanteilippen , met welk een juist oordeel den Bouw-
de Architect dezer Maatfchappij, alle de'IELU*
zo verfcheidene behoeften van alle de
Departementen verdeeld en gefchikt heeft,
dat elk zijne benoodigde vertrekken en
plaatfen, als bij een verbonden vindt, en

I 3 de

-ocr page 136-

< 134 >

αANMER- de toegangen tot dezelven zo oordeelkun-

k1ng we-
gens den
dig geplaatst zijn, dat ze elk een afzon-

oordeel-

kundigen derlijk geheel uitraaaken, dat echter, tot

smaak van -

den bouw-de regelmaatigheid en fchoonheid van het
geheele Gebouw, in een juist en overeen-
ilemmend verband ftaat; welke opmerking,
die, bij de oppervlakkige bezichtiging des
gebouws, niet terftond in de zinnen valt,
bij eene naauwkeurige en oordeelkundige
betrachting deszelfs, niet nalaaten kan een'
diepen indruk van zo veel regelmaatig-
heid bij zo groote verfcheidenheid van
behoeften , in den opmerkzaamen be-
fchouwer te veroorzaaken , en de waar-
dij van het Bouwkundig genie, van wij-
len den Heere
jacob otten husly
op derzelver waaren prijs te ftellen. Deze
Natuurkundige Kunstzaal door derzelver
groote Deuren voords weder verlaatende,
en den grooten Trap naar boven volgen-
de, komt men weder naar de Voorpui,
en wel op de

V * ·. I „■ 'Li; ς

DER-

-ocr page 137-

< 135 >
DERDE VERDIEPING.

van het voorgebouw.

........v- ·"' ' -'O ■■ ,·'"1"·"

Op deze vindt men al wat het Depar-
tement der Tekenkunst tot deszelfs werk-
zaamheeden behoeft; zo dat hier onze
aanmerking, bij het befchouwen der ver-
trekken , welken het Departement der
Natuurkunde in gebruik heeft, al weder
in den volften zin toepasfelijk is, gelijk
uit de nadere befchrijving der Zaaien en
vertrekken, welken deze Verdieping ver-
vat, ten klaarften in 't oog vallen zal.

De derde verdieping van het voorge-
bouw, die boven het auditorium ftaat,
is in twee groote Zaaien en eenige klei-
nere vertrekken en kabinetten verdeeld.
De eerfte Zaal, welke men, den grooten
trap opkomende, en de deur ter linkfche
zijde openende, intreedt, is de
Tekenzaal, tekenzaal.
gewoonlijk, doch min juist, de Tekenacade-\^hoogde

voecen.

mie genoemd wordende, een vertrek dat,
bij de breedte van omftreeks 35 voeten,

I 4 de

-ocr page 138-

< 136 >

tekenzaal. de lengte van iets meer dan 30, en de hoog-
te van 20 voeten heeft, waar boven zig nog
een met glas gedekt val-licht, door een
Lamptaarn van circa
22 voeten verheft. Dit
ruim vertrek bezit alle de vereischten, wel-
ken het gebruik, waartoe het gefchikt is,
vordert; regt tegen den wand naar de voor-
pui is een groote kagchel geplaatst , die
des winters tot dien graad van warmte ge-
ftookt wordt, dat het naakt model, ook
in de felfte koude, geen' hinder van de-
zelve lijden kan ; voor deze kagchel is
een uitgefpannen zijl, voor het welke
het model, na zig in een klein daar toe

ft.-vBiNETjEN gefchikt, en daar nevens geplaatst kabi-

ten gebrui-

ke van HETjietjen, ontkleed te hebben, op eene ee^

model,

brced7jangjiigzins verheven zoldering, zig in die

δ vpet.

houding plaatst, welke het Lid, dat den
post van fteller waarneemt, (welke post
beurtelings verwisfeit)
hem aanwijst. Zijn-
cle 'er voords een halfronde ijzeren
hoer
pel aan den zolder gehegt, waarvan ee*
fiige verfchuifbaare Koorden afhangen»

aan

-ocr page 139-

< ï37 > '
aan welken het model, in moeijelijke hou
stelplaats

voor het

dingen, met uitgeftrekte armen, als anders- model,
zins, zig vasthouden en (leunen kan, ten
einde den tijd van een uur, zonder merke-
lijke beweeging, in eene zelfde lighaams-
houding te kunnen volharden: waarom ook,
op die zelfde zoldering, verfchillende ileuil-
en zitblokken van onderfeheidene hoogte

geplaatst zijn, op dat het model door de-

t

zeiven onderfteund, allerleie zo rustende
als werkende lighaamshoudingen, zonder
groot ongemak, den vereisehten tijd zoude
kunnen uithouden; wordende in den rust-
tijd de plaatfen, waarop het ïighaam en
deszelfs ledenmaaten fteunen, zorgvuldig
met krijt, op deze blokken omgetrokken,
ten einde , bij den weder aanvang der
werkzaamheeden, het model weder in
dezelfde houding te kunnen plaatfen.
Voor deze zoldering zijn de zitplaatfen
der leden, amphitheaters gewijze, in een
half rond geplaatst, en zo laag van zit-
tingen ingericht, dat men gemakkelijk

I 5 het

-ocr page 140-

< 13» >

KABiNETjEN het Portefeuille, waarop de tekening, die

ten gebrui-

ke van het men vervaardigt, ligt, met de kniën on-

model.

derfteunen kan; wordende deze zitplaat-
fen beurtelings verwisfeld, ten einde den
Tekenaaren gelegenheid te geeven, om
het model van alle zijden te kunnen be-
iludeeren. De achterfte bank is van
eene breede lijst voorzien, ten einde zij,
welken het voorwerp verkiezen te bootfee <
ren , ' hunne bootfeerftoelen op dezelve
zouden kunnen plaatfen. Voor het ge-
fpannen doek en naast dezelfde zoldering,
waarop zig het model ter aftekening ver-
voegt, ftaat een fraai afgietfel in plaister
van het groot Anatomiebeeld van den be-
roemden Franfchen Beeldhouder
kou-
don, welks origineel weleer in de Fran-
fche Academie te Romen geplaatst geweest
zijnde, aldaar, bij gelegenheid van een'
opftand, door het gemeen verbrijsfeld
werdt. Dit fchoone en naauwkeurige
. kunstftuk, waarin de werkingen der meest
zichtbaare fpieren van het menfchelijk

-ocr page 141-

< 139 >

lighaam ten duidelijkften zijn aangewee- kabinetjen

tengebrui-

zen, is hier ter plaatfe gelteld, om, ou-kevanhet
der het tekenen na het leevend model,Λιϋ1 ' '
de werking dier fpieren, welke in de na-
tuur min zichtbaar zijn, des te juister te
kunnen waarneemen, en met derzelver
gedaante zo als die zig, van de huid
ontbloot, vertoonen, te kunnen vergelij-
ken , om dus van derzelver waare plaat-
fing en richting te meer verzeekerd te zijn
eene kundigheid, die voor den tekenaar
van het fchoone, en in deszelfs nabootfing
onuitpiitbaare, menschbeeld onmisbaar is,
waarom ook, eens of tweemaal in het
-jaar,door een deskundig lid, fpierkundige
aanwijzingen op het naakt model, verge-
leeken met dit kunstbeeld, en een uit-
muntend
Skelet, 't welk de Maatfchappij
insgelijks bezit, gegceven worden, welke
nuttige lesfen tot heden doorgaandsch
door den Hoogleeraar in de Ontleedkun-
de
andreas Bonn, tot een heilzaam
nut voor de tekenende kunsten alhier

wor-

-ocr page 142-

< 14° >

veulich- worden gegeeven. -- De verlichting van

AvoNPs!S deze Zaal, des avonds, is insgelijks, na
derzelver bijzondere vereischte, zeer vol-
doende ingericht. Een blikken van vooren
open bak, waarin 20 fterk lichtende lam-
pen geplaatst zijn, is zodanig aan den Zol-
der , aan een' halfronden ijferen hoepel op
gehangen, dat deszelfs fterke licht alleen
op het model afftraalt, waardoor in hetzel-
ve , als door bet zonlicht verlicht wordende.,
de fcherptekenende flagfchaduwen en de
geringde tinten en nuances der golvende
onëevenheeden van het fchoone mensch-
beeld, op den afftand der zitplaatfen, zeer
duidelijk kunnen worden waargenomen;
terwijl dit helder licht, van achter,
door den blikken bak gedekt zijnde, geen
den minsten hinder aan de tekenaars ver-
oorzaakt; wier tekenpapier door in de
rondte hangende lichtblaakers, elk van
twee lichten voorzien, genoegzaam ver-
licht wordt; welk licht weder, van achter
naar den kant van het model, met een

blik-

-ocr page 143-

< 141 >

blikken bekleedfel'gedekt is,om alle fchic- verlich-
ting des

tering, of valsch licht, op het zelve te avonds.
verhoeden.

Niet min vernuftig en doeltreffend isv£RLICH-
de verlichting dezer Zaale bij den dag, ™N° ™sGi
voor welke, daar het Departement der
Tekenkunst, den geheelen Zomer door,
werkzaam is, insgelijks gezorgd behoorde
te worden. Een van boven gebogen glas-
raam, beftaande uit vijftig glafen ruiten
en van na genoeg vijftien voeten hoogte,
en omftreeks agt voeten breedte in den
muur ten Noorden van het vertrek ge-
plaatst , bezorgt, bij den dag, in het zelve
een ftil en helder licht, zonder fchitte-
ring of veranderlijke weêrkaatfing van
zonneftraalen; welk licht nog aanmerkelijk
vermeerderd en na vereisch gewijzigd kan
worden, door middel der groote glafen
Lamptaarn , voorzien van 228 zo groote
als kleinere glasruiten, wier licht, door het
openen en fluiten van daartoe vervaardig-
de luiken, in het vertrek gebragt of afge-

iloo-

-ocr page 144-

< 142 >

vF.RLicH- flooten kan worden ; kunnende deze

ting jsij

den dag. zwaare luiken door een bijzonder daartoe
vervaardigd kostbaar werktuig, op den
Voorzolder van bet Gebouw opgericht,
na believen, en met gemak, geopend en
geilooten worden.

KABiNETjEN. ^eze Tekenzaal is nog een Kabi-
netjen, voorzien van fchoorfteen en kas·
fen, ter berging der Portefeuilles van de
Teekenaars en een en andere noodwen-
digheeden, 't welke boven het noordelijk
kabinet van de Gehoorzaal (laat, en met
dezelve eene gelijke afmeeting heeft ^ als
ook een afgezonderde ruimte van zes
voet in 't vierkant, waar men gootileen,
en zo voords, bij een vindt

kamer van ln den oostelijken muur der Teken-

de direc-
tie van het
Zaal, ontmoet men een deur, welke toc-

departe-

ment der gang geeft tot een kamer, ter breedte,

teken-
kunst.
binnen de betimmering, van 25 voeten ,

ΪΓvief.'largbij eene lengte van 13 voeten, welk ver-
trek, gefchikt voor het verblijf van de di-
rectie van het Departement der Teken-
- kunst,

-ocr page 145-

< 143 >

kunst, deszelfs licht van twee glasraamen kamer van

de d1rec-

in den voorgevel ontfangt. VerfcheideneTiEVAN het

departe-

hier geplaatfte kunstftukken houden de ment der

teken-

oplettendheid van den opmerkzaamen be- kunst.
fchouwer bezig. Men ziet hier het af-
beeldfel van den Stichter der Maatfchap-
pije
Willem writs, door w. Hen-
driks
, met zwart krijt en Oostindifche

inkt getekend, aan den noordenlijken wand

#

hangen, waaronder een zeer fraai fchil·
derfluk geplaatst is, verbeeldende de Te-
kenzaal , waarin alle de Leden des De-
paitements, met aandacht, de fpierkundi-
ge Lesfen van den Hoogleeraar
a. bon ν
op het naakt model, aanhooren, en waar

in alle de Pourtraitten der, te dier tijd

ψ

aanweezig zijnde, perfoonen, uitmuntend
gelijkende getroffen zijn. Dit fchilderij
is, in den Jaare 1792, door den voornaa.
men Pourtrait- en Historiefchilder
a. de
lelie
, medelid dezes Departements,
vervaardigd , en door denzelven aan de
Maatfchappije gefchonken. Voords zijn

in

-ocr page 146-

< 44 >

kamer van in deze kamer > nog geplaatst liet ge-

de direc-
tie van het
craijonneerd Pourtrait, van wijlen het

departe-
ment der
verdienstelijk medelid jan ε κ els, wel·

tf ken-

kunst. ke, bij deszelfs overlijden, der Maatfchap-
pije, eene fomma van duizend guldens gele-
gateerd heeft, als ook dat van den kunst-
kundigen
d. versteegh, die zeer
veel ter verrijkinge van den Beeldengaa-
nerij en het kabinet van Papierkunst der
Maatfchappije toegebragt heeft, door
η ο d-
ges, en het afbeeldfel van den bekwaa-
men
tozelli, door hem zeiven ge-
craijonneerd. Voords is dit vertrek nog
verfierd door een zinnebeeldig Tafereel,
op de inrichting en werkzaamheeden der
Maatfchappije, met Oostindifche inkt ge-
tekend, door
noë van der mee r 3
waar eene verklaaring in Dichtmaat, door
denzelven vervaardigd, nevens hangt.
Voords is hier een gedeelte van het
kabinet Papierkunst der Maatfchappije,
beftaande uit tekeningen, zo door de
Leden, als verfcheidene beroemde Mees*

ter»

-ocr page 147-

< 145 >

ters vervaardigd, en der Maatfchappij ten kamer van

de direc-

gefchenke gegeeven, in eene gladhouten tie van het

. departe-

kunstkas geplaatst, op welke in een glafen ment der

teken-

kas, een zeer uitvoerig van Papier, door kunst.
wijlen den kunftigen hendrik voer-
man vervaardigd, model van het Stadhuis
van Amfitrdam
geplaatst is, welk kunst-
iluk derwijze is ingericht, dat men het
bovengedeelte, of dak, daarvan afneemen
kan, als wanneer de Burgerzaal van buiten
met alle derzelver vertrekken en marmeren
fieraaden van Beeldhouwwerk, ten uiter-
ften naauwkeurig bewerkt, den befchou-
wer zo over het geduld van den kunfte-
naar als de bijzondere netheid, waarmede
dit alles in zo kleen beftek nagebootst
is, verbaast doet ftaan. Boven dit Kunst-
ftuk, hangt, in een mahoniehouten kas,
een diergelijk Papieren werk, door den,
in dit vak van kunst, insgelijks zeer be-
dreeven
w.van irhoven, vervaardigd,
en een zinnebeeldig tafereel op de Maat-
fchappij 9 derzelver Stichter en onderfchei-
-..'.■) ■ ......i

Κ ■ de-

-ocr page 148-

< >

kamïïr vAN^ene werkzaamheeden voorftellende; men

Ρ Ε DlREC

τι ε van het ziet in het zelve een boomrijk Landfchap ,

departe-
ment dir
waarin een Heen, waarop het blafoen der

teken-
kunst.
Maatfcbappije ftaat opgericht. Op den voor-
grond liggen de voornaam fte behoeften en
werktuigen, zo bij de Departementen der
Natuur als Tekenkunde, Muziek en Letter-
kunde in gebruik zeer aartig in papier na-
gebootst, en bijeen gegroept; in het ver-
fchiet vertoont zig, aan de eene zijde , naast
den ileen, een woelende zee, zinfpeelende
op het Departement des Koophandels, waar-
op een fchip met volle zeilen gezien wordt,
't welk achter in den fpiegel de fpreuk
FELix MERiTis, als zijnd^è 'er ten tijde
dat dit iluk vervaardigd werd, een lchip,
waar van eenige Ledjn van het Departe-
ment des Koophandels Reeders waren ,
met dien naam in zee gezonden, en aan
de andere zijde een Landgezicht met een"
Graanakker, Ploeg, Egge en Koornfchoo-
ven, zinfpeelende op den Landbouw. Dit
Papieren kunstftuk is in eene fierlijke

ma-

-ocr page 149-

< 147 >

mahoniehouten kas geplaatst, welker ar- kamer van

de d1rec-

chitectuur door den Beeldhouwer j. tievanhet

departe-

SWART geordineerd, en met Pylasters ment der

teken-

volgends de Chorintifche orde voorzien kunst.
is, wier Capiteelen en Voetftukken, zeer
kundig van Zilver vervaardigd zijn; ge-
lijk dezelven ook met ongemeen tedere en
fraai bewerkte bloemfestonnen van zilver,
door den in dat werk kunftigen j.
h. mid-
delhuizen,
welken door hem aan de
Maatfchappij gefchonken zijn, verfierd is.
Behalven dit ziet men hier nog andere
fraaije papieren kunstftukken, van wijlen x
den bekwaam en
voerman, als zijn, de
voorgevel der Maatfchappije, eenige Co-
lommen na de vijf onderfcheidene Bouw-
orden, fierlijk en naauwkeurig bewerkt,
een Egyptifche Tempel, waar in de of-
ferdienst van binnen zichtbaar is; en ein-
delijk nog een Landfchap 111 wasch ge-
bootfeerd; boven de zuidelijke deur van
dit vertrek, welke toegang tot het Por-
taal, tusfchen het zelve en de Beelden-

K 2 . gaa-

-ocr page 150-

< 14^ >

kamer van gaanerij, of het Mufasum der Tekenkunst,

de direc-
tie van het
geeft , ziet men een gefchilderd afbeeld-

departe- <

ment der fel der wooningen, welken ter plaatfe, die

teken-
kunst.
het Gebouw der Maatfchappij thands be-

ilaat, geftaan hebben, vóór derzelver af-
braak, door den kunstfchilder j.
elf·
fers
naauwkeurig afgemaald, en door
c. s.
roos aan de Maatfchappij ten ge-
fchenke gegeeven.

portaal. Deze deur uittreedende , komt men
breed 7, lang in een portaai ? ter breedte van om.

ilreeks en ter lengte van 8 voet, 't
welk deszelfs licht van het bovenfte mid-
denraam in den Voorgevel ontfangt. In
dit Portaal is esne kas geplaatst, ftrekken-
de ter berging van een zeer kunftig,
door den Graave
lespinai vervaardigd,
Vrouwlijk Ledenbeeld, met de daar toe
behoorende antieke klederen. Tegen over
de deur van het vertrek der Directie ,
vind; men hier eene deur, welke tot het
oneigentlijk genoemde
Mufaum der Te-
ken-

-ocr page 151-

< 149 >

kenkunst, doch beter gaanerij van Pleis- pörtaal.

terbeelden, of Beeldenzaal, toegang geeft.

Deze zaal heeft binnen derzelver muu- beelden-
zaal of

ren, de breedte van 25, bij eene lengte gaanerij

van pleis-

van 39 voeten, en ontvangt deszelfs lichtterbeel-

, , _t den.

van de twee overige glasraamen des Voor- brml25,ian|
gevels. Hier kan zig het oog verlustigen 39 voecc"'
in de befchouwing der beroemdfte mees*
terftukken van Beeldhouwkunst der beste
Griekfche Kunsteeuw, meest allen op de
te Romen daarvan voorhanden geweest
zijnde origineele antieke Marmers, afge-
gooten, en met veel kosten van daar
naar herwaards gevoerd. Men ziet 'er te
midden van den westelijken wand, welke
in vier nisfen verdeeld is, de onnavolg-
baar kunftige Groep van den, door flan*
gen ómkrinkelden ilervenden
Laocoön met
zijne twee zoonen, uit het Mutëeum van
het Vaticaan, door de Griekfche kunfte-
naars
Agefander, Polidorus en Athtnodorus
van Rhodus
, omtrend het Jaar der wae-
reld 3600 vervaardigd, ter wederzijde van

Κ 3 dc-

-ocr page 152-

< 150 >

beelden- deze waereldberoemde groep zijn twee

zaal of

gaanerij colosfaale antieke Busten, zijnde de hoof-

van pleis-

terbeel- den der twee zoogenoemde Paardenmen-
ners van den
Monte Cavallo geplaatst, naast
dezen naar de raamen, ziet men het edel
en overkunftig Beeld van Apollo, in de
houding als den ilang
Python doorfchietende *
afgebeeld, en van daar onder den naam
van den Pythifchen Apollo bekend, een
verheven kunstftuk uit het
Mufaum Capi-
tolinum
of van het Vaticaan; zoo men
meent door de hand des Atheenfchen
Beeldhouwers
Scopas, omtrend het jaar
der waereld 3611 voltooid, welks ede-
le omtrek en goddelijke zwier den aan-
fchouwer verrukt en onverzadigd laat;
aan de andere zijde naar den westelijken
wand, ilaat de beroemde zo genoemde
An-
tinous
, welke, door winkelman, voor
een Beeld van
Meleager gehouden wordt,
en ten tijde van. Keizer
Hadrïanus, om-
trend in het 112 jaar onzer Jaartelling
.gemaakt is, Voords is deze zuidelijke

- wand,

-ocr page 153-

< 151 >

wand, nog met twee andere antieke, af.beelden-
zaal of

gietiels bezet, zijnde de eene de Antinousgaanerij

van i'leis ·

en de andere de Adonis van het Vancaan, r> rbeel-
en voords met allerleie antieke BasrelievenDLN*
behangen, onder welken uitmunten de be-
roemde Groep van
Perjens en Andromeda,
uit het Mujkum Capitolinum ·, drie afgiet-
fels van Romeinfche en twee Hetrurifche
Basrelieven, verbeeldende de laatst ge-
noemde zes der twaalf oppergoden,
DU ,

m?] >rum gentium, der Romeinen. Tegen

k' '

den daar overilaanden noordelijken wand,
ziet men den grooten Egyptifchen Priester,
mede een te Romen, in de
Villa Hadria-
ηι
, bij Tivoif, opgedolven antiek ftand-
beeld, en daar naast den in den Tijber
gevonden
Dwscobulus of Griekfchen Schijf-
werper
uit het MufcLum van het Vaticaan ,
en de beroemde Venus van
Praxitcles, be-
kend .onder den naam van
de Griekfihc F nus,
en omftreeks het jaar der waereld <95ο
vervaardigd. Voords ziet men hier de Venus
uit het bad komende , bekend onder den

Κ 4 naam

-ocr page 154-

< 152 >

beelden- naam van de Venus Callipiaa, en teffen

zaal of

gaanerij den oostelijken wand, naast de groote

van pleis-
terbeeld
deur der zaale , den beroemden rug van

den.

Hercules, onder den Italiaanfchen naam il
Torfo
meest bekend, zijnde een ongemeen
groote en allerkunftigst gevormde romp van
een beeld, waarvan het overige door de
woede des tijds vernield is, volgends een
Grieksch opfchrift op hetzelve gevonden
wordende, vervaardigd door
Apollonius van
Athecnen
, welke kort na Alexanders dood,

en dus na het jaar der Waereld 3681 aldaar

t

gebloeid heeft; en eene tweehoofdige Term
verbeeldende
Sappho en hetir' minnaar Phaön,
als ook aan de andere zijde der deur, een
jongelingsromp uit het Mufeeum van het
Vaticaan. — Alle deze Beelden zijn op
voetftukken geplaatst, welken op eene zeer
gemakkelijke wijze, op rollen loopen, en
door één' man, waar men dezelve plaat-
fen wil, verfchoven kunnen worden, ten
einde dezelven van alle zijden te kunnen
beftudeeren en nateekenen; een zwart ge-
schilderd ligt houten hekjen, zondert de-

zei-

/

-ocr page 155-

< 153 >

zeiven van het overige der zaal af, ten beelden-

zaal of

einde deze kunstftukken te beter voor gaanerij

van pleis-

befchadigen te bewaaren; rondom dezeTERBEEL-

* DEN

zaal zijn nog verfcheiden antieke Bus-
ten, als die van den
Hercules van Farue-
fc,
van Alexander en Jupiter Olympius,
Anünous , Esculapius , Ariadne
, de klei-
ne Apollo
(il Apolline) enz. op cow
foles geplaatst, 't welk alles te famen
voor den kunstlievenden befchouwer een
onverzaadlijk gezicht opleevert, daar
de fraaiheid en zindelijkheid van deze
uitmuntende verzameling elk opgetogen
houdt, en in zulke eene nette orde el-
ders te vergeefsch gezocht wordt. De
muuren zijn met een ligte blaauwe verw
gedekt, ten einde de witte Pleisterbeelden
zo veel te beter tegen dezelven zouden
uitkomen, het geen een zeer bevallige
en zagte uitwerking voor het gezicht
doet, waarbij de invalling van het licht,
door middel van bijzondere, daar toe in-
gerichte luiken, zodanig geleid kan wor-
den, dat de Teekenaar het beeld, 't welk

Κ 5 hij

-ocr page 156-

< 154 >

beelden- hij verkiest te beftudeeren, na zijn believen,

zaal of

gaanerij verlichten kan. Eindelijk vindt men in

van pleis"

terbeel- dezelve zaal, aan de hnkiche zijde van de
groote middendeur, een ruime kas, tot
berging der overige Papierkunst, en in
't Portaal, waarmede men naar het Kabi-
netjen dezer Zaale gaat, insgelijks nog
twee kasfen, tot berging van kleine Pleis-
terbeelden en andere kleinigheeden.

kabinet. De groote middendeur uitgetreeden zijn-
de, komt men in het kabinet der kunst-
zaal, 't welk ter berging en plaatfing van
kleine Pleisterbeelden, tot ftudie der Te-

1 ■ ' e

kenaaren dienende, gebezigd wordt, waar
toe hier ook eene daar mede opgevulde
kas gevonden wordt. Voor den fchoor-
fteen, welke hier even als in het tegen-
overgelegen kabinet gevonden wordt,
hangt een fraai afgietfel van Pleister, van
een antiek Basrelief, verbeeldende Bac*
chus met wijngaardranken gehuld „ en on-
der den fchoorfteen is het beengeftel van
het hoofd eener cachelot-visch geplaatst.

' f J . , ή Λ m

W' <··..* · * f.'*^ 11 weiwiw»*» Mf. C

ί»r| i|

-ocr page 157-

< 165 >

Dit vertrek is van dezelfde groote en af» beelden-

zaalof

meeting als het kabmetjen van de Gehoor-gaanerij

ι 9 11 5 j τ · νΛΝ PLEIS-

zaal, t welke er onder gelegen is. terbeel-

Dit kabinetjen langs de zijddeur uitko^™'
mende, bevindt men zig weder op de
gaanerij der derde verdieping van het
Voorgebouw, en voords de regte hand
omilaande, vindt men een' trap, welke
tot den zolder van het Voorgebouw ge-
leidt, en den Befchouwer brengt op de

VIERDE VERDIEPING

van het voorgebouw.

welke tot een zolder en bergplaats van vöokzol-

der.

verfcheiden benoodigdheeden gefchikt is;
hier worden ook des zondags de proeven
met het zonnemikroskoop, ingevalle de
gelegenheid zich daar toe aanbiedt, door
de ijverige medeleden
j. λ. van he-
μ br τ
en j. β υ ijs genomen ; ook is
hier het kunftig werktuig, waar door de
luiken in den lamptaarn der Tekenzaale,
met verfcheidene katrollen en draaifpillen

be-

Jl vKi

-ocr page 158-

ι >

vooRzoL- bewogen worden , geplaatst; op dezen Zol-

der.

der ontmoet men een trap die naar een'
hooger Zolder geleidt, welke boven de
leidekkersPortaalen loopt, en waar de Leidekkers
hunne leijen, ter dekking van het rond-
ioopende dak van het achtergebouw ge-
reed maaken, waar men ook, door middel
van een aldaar geplaatst Dakvenfter, de
beste gelegenheid heeft om over het met
lood belegde plat, het welke de Portaalen
dekt, het fchuinfche dak van het achter-
gebouw te bereiken, en op deszelfs bree-
de rondgaande lijst de ladders , tot dekking
van dit dak met leijen, te plaatfen.

Van daar weder den trap aftreedende
en op den Voorzolder komende, verleent
een vertrek boven het kabinet der Kunst-
zaale gebouwd, toegang tot de bovenfte
gaanerij van den grooten trap, die hier
met eene rondgaande gladhouten Baluftrade

eindigt; uit dit helder en door middel van

vier ronde glasraamen verlicht Portaal, treedt

* ' li ' 1 j ί >' ί

men een' trap op, welke geleidt tot de

DER-

-ocr page 159-

< 157 >

DERDE VERDIEPIN Gbeneden-

zolder van

van het achtergebouw.

• terge-

het ach-
terge-
bouw.

. juuuvv.

Zijnde dit een groote Zolder, van de-breed60)iang
zelfde breedte der zaal van de Natuurkun- 7° voetcn'
de, en derzelver Corridor, waarover hij
heenen loopt, en dus ter breedte van 60,
bij eene lengte van jo voeten. In het mid-
den van dezen Zolder, is eene ruimte met
een fchot en glafen deuren afgefchooten,
waar in de door de geheele hoogte van
het achtergebouw loopende Koker, met
een Baluftrade uitkomt; welke plaats ge-
fchikt is om aldaar de, naauwkeurigheid
en afzondering vereisfchende, proeven over
den verfnellenden val van lighaamen van
gelijke oppervlakten en ongelijken inhoud,
te doen. Binnen dit rond afgeilooten ver-
trek is eene glafen deur, welke toe-
gang geeft tot een vertrek , 't welke
vlak tegen het zuiden geplaatst is, en
waar in de Meridiaan , ten dienfte van
de Sterrekundige waarneemingen getrok-
ken

-ocr page 160-

< 8 >

meridiaan ken is. De muur des Gebouws, welke tot

kamer.

deze hoogte ftrekt, dient voor de plaatfing
des Meridiaan Kijkers, zijnde daar in eene
opening gemaakt, ter breedte van de hori-
fontale as van dit werktuig, 't welk dus
als op een' masfiven voet ftaat, en in de
koperen pannen ter weerzijde in den muur
bevestigd, bewogen wordt. In het zuide-
lijk dakveniïer is een klep gemaakt, die
naderhand nog vergroot werdt, zo dat
men thands door den Meridiaan een boog.
van 82 graaden overziet, en de Hemel-
veifchijnfelen in den zuider Meridiaan,

van den Horizon tot op deze hoogte, kan

.. ,„... . ...'.,■ . j\ ■ ■

waarneemen.

Daar de vloer der Meridiaan Kamer,
zo wel als die der geheele zoldering
dubbel ligt, verkreeg men gelegenheid,
0111, behalven dezen Meridiaan Kijker,
insgelijks een Astronomisch Quadrant, ag-
ter den zei ven-, zodanig in den Meridiaan
te plaatfen, dat men door hetzelve, den
geheele Dierenriem, en dus de Zon,

Maan

-ocr page 161-

< 159 >

Maan en Planeeten, ten alle tijde kan waar- meridiaan

kamer.

neemen; men nam ten dien einde ter helft
van de Meridiaan Kamer de bovenfte Zolde-
ring weg, hier door de vloer bijna 3 voet
laager wordende, konde het laatstgenoemd
Inftrument een' daar toe gefchikten iland
erlangen. Ter linkerzijde van den waarnee-
mer, hangt het Sterrekundig Horologie, in
dier voege, dat de tijd op hetzelve, bij het
gebruik van beide inftrumenten kan gezien
worden, in het midden der zoldering is een
ander vertrekjen voor de andere Sterrekun-
dige werktuigen. ·-- Voords hangt hier
een fraai Astronomisch Slinger Uurwerk,
den waaren tijd zonder verloop aanwij-
zende, en waarvan men zig dus in de
Astronomifche Waarneemingen, gemaks-
halven bedienen kan. — Dit kunstiluk, is
een gefchenk van den Heere
jacob jan

van hagen.

Voor het overige is deze zolder voor-
zien van acht glasraamen en beziens waar-
dig, wegens het zonderling famenftel van

het

-ocr page 162-

< ι6ο >

kap- en het kap- en bindwerk, waarop zo wel de

bindwerk.

bovenfte Zolder als het Starreplat rust,
en welks famenftel, wegens deszelfs hecht-
heid en fterkte, de goedkeuring van des-
kundigen mededraagt.

De Spil van den Windvlag loopt door
dezen en den boven denzelven gelegen
Zolder, terwijl, dezelve onder dezen Zol-
der een bogt neemt, om den Windwijzer,
op de Zaal der Natuurkunde geplaatst, te
kunnen bereiken.

zijdtrap Van dezen Zolder den zijdtrap die naar

naar het , , . . „ ,

oBSERVATo- beneden tot m het Mufaeum der Natuur-

rium.

kunde geleidt, optreedende, komt men op
een' hooseren en kleineren bovenzoldervan

bovenzol-

DER. het achtergebouw, mede met acht lichten
voorzien , en zo verre boven de rondom
zich bevindende gebuurwooningen verhe-
ven, dat men overal in 't ronde een on-
gehinderd en vrij uitzicht en onbelemmer-
den Horifon heeft, waarom dezelve ook
dienen kan, om, bij den winter, wanneer
de koude niet duldt dat men zig lang in

de

I

-ocr page 163-

< 61 >

---

de open lucht ophoude, Telescoopen te bovenzol-,

depv.

plaatfen, ten einde fterrekundige waar-
neemingen te doen. Aan het zuidelijk
vengfter van dezen zolder ilaat de
Gno-
mon
of Middagwijzer, welke den waaren en
tevens den middelbaaren tijd aanwijst; welk
werktuig als zeer eenvouwdig en niet te
groot, van een algemeen nuttig gebruik
kan zijn. Van daar den Trap vervolgen-
de , genaakt men het bovenile plat van
het achtergebouw, dienende tot een Ster-
refchouwplaats of
Obfervatorium, observator

Dit Plat, dat met eene Baluftrade, terluUM'

breed circa

hoogte van viif voeten omringd is, heeft 23 > 40

J 05 voeten, hoog

de lengte van circa 40 voeten, en rijstvandcon8r0nd

(O "Τ 7 j rmm 2o voet<

ruim 80 voeten boven den grond- Hier
heeft men een fchoon en onbelemmerd
uitzicht over de gelegenheid der geheele
Stad, en kan derzelver uitilcekende en
Hoofdgebouwen, alle in eens befcheiden-
lijk overzien, gelijk men ook verfcheiden
Dorpen in Waterland , als ook de Duinen
en Groote Kerk van Haarlem, zeer gemak-
kelijk, met het bloote oog, ontdekken kan,

L ter-

-ocr page 164-

< 16z >

oBSERVATo- terwijl men als men op het in't middenftaan-

rium. .

de Coupel - dekfel van den doorgaanden
kooker, eene Telescoop plaatst, den Dom
van Utrecht zeer befcheidenlijk zien kan.
Hier is ook een Standaart geplaatst, om
den Parallelkijker op te ilellen; edoch men
heeft hier een
Chronometer, of ander goed
draagbaar uurwerk bij alle waarneemingen
noodig , wijl het ilinger uurwerk, of zelfs
de
Tikker, in de Meridiaan kamer hangen-
de, hier niet kunnen gehoord worden.

Wat aanbelangt den toeftand van het
Obfervatorium en de werkzaamheeden op
hetzelve,
ui dat, door het verdienftelijk
Medelid j.
f. van beek c alk oen,
de verandering aan de vloer en de klep van
het dakvëng'fter gemaakt was, liet hij het
Quadrant in den Meridiaan kamer brengen,
ftelde het zelve in den Meridiaan, zodat
een en dezelfde Waarneemer den doorgang
van het Hemelsch lighaam door den Meri·
diaan kijker, en tevens deszelfs middag
hoogte aan het Quadrant, kan waarnee-
men.
Hij bepaalde zijne werkzaamhee-
den,

-ocr page 165-

< 63 >

den, tot het naauwkeurig vinden der Pools- observato-
rium.

hoogte ter dezer plaats, vooral door het fex-
tant van
dollon b, het welk deHooglee-
raar
van s win den, ten zijnen gebruike,
vriendelijk voor eenigen tijd afitond; no-
pends de lengte deedt hij insgelijks eenige
waarneemingen, maar werdt hier in meestal
door een ongunftige lugt verhinderd; de
Meridiaan kijker werdt door hem met alle
nauwkeurigheid gefteld, om dit gewigtig
punct te bepaalen, plaatfte men op het
Aelmoesfeniers Weeshuis een teken , ten
einde hetzelve geduurig weêr te kunnen
vinden; wijders bepaalde hij den ftand der
draaden in den Meridiaan kijker, en be-
rekende een tafeltjen voor dezelven na de
onderfcheidene hoogte, op welke de Ster
doorgaat; door gedurige beproeving van
den ftand dezes werktuigs, overtuigde hij
zig volkomen van de hegtheid van het
Gebouw; hoe zeer men ook, met reden,
hier voor bij den losfen grond dezer Stad,
bedugt ware Dus is men thands alhier in
ftaat zodanige waarneemingen te doen wel-

L s, ken

»

-ocr page 166-

< 164 >

C>tb~fa I yxc.

LJ ι

©bservato- ken voor den Meridiaan kijker niet hooger

k1um.

dan Βσ°, en voor het Quadrant 60 boven
den Horizon in den Meridiaan voorvallen;
Sterrebedekkingen, Zon-, Maan- of Satelli-
ten-Eclipfen, kunnen door het Teleskoop,
aan een der vengilers worden waargenomen;
terwijl het voortreflijk Slinger uurwerk den
tijd tot nog toe fteeds zo naauwkeurig aan-
wees, dat de ijverige Sterrekundige c
al-
koen
in de 24 uuren zelden 2//, meest-
al niet ι // onregelmaatigheid in deszelfs
Gang, geduurende een Jaar heeft kunnen
ontdekken. Intusfchen vorderen de waar-
neemingen buiten het Meridiaan kamertjen,
eene bijzondere Oplettenheid, indien men
alleen zij, daar het horologe als dan niet
kan gezien, en dus de oogenblikken op
den tikker geteld moeten worden. —
besluit. Dit Obfervatorium de laatfte beziens-
waardige plaats van dit aanzienlijk Ge-
bouw zijnde, zullen wij hier mede van
onze Befchrijving een einde maaken.

v,. ί