p^«ÌÑ^Â
|
|||||||
Mil. Hosp.
E. 1098
|
|||||||
BIBLIOTHEEK YAN JS RIJKS KWEEKSCHOOL
rooit
MILITAITIE GENEESKUNDIGEN.
PRACT. GEN- HEELK. WETENSCH.
GENEES- EN HEELKUNDE. IN HET ALGEMEEN.
|
|||||||
<T
|
||||||||||
/Ú
|
||||||||||
u-t.-·*- *>fr' Á ■
|
||||||||||
£/^·
|
||||||||||
\f
|
|||||||
VERHANDELING
• VAN DE C~/UQti&
TEGENNATUURLYKE GEZWELLEN,
ïn haare verfcheidene
SOORTEN, OORZAKEN, TEËKENEN. VÜORSEGGINGEN en GENESINGEN ' VERTOONT,
En op onwrikbare Gronden van f
REDEN en ONDERVINDING*
Door vyftigjaarige Konftoeffening en veel op»
mtrkelyke gevallen beveiligt. Fëndknfien voor Leergierige jonge HeebUefiers>
We^TBR SGHOUTENi
«^, 'fhelmeefief en PraffiCyn in Haarlem,
|
|||||||
TE ROTTERDAM,
*J HERMANÜS &ENTLINK,
Bockverkooper agter'i Stadhuis '1727;
|
|||||||
Ï Ñ DR Á G Ô
|
|||||||||||
È Í
|
|||||||||||
TOEEIGENING
Aan den Hooggeleerden zeer ver-
maarden Heer FREDERIK RUYSCH,
Nauwkeurig en beroemt Profeflbr in de
Ontleed- Heel- en Kruidkunde : Ge-
Iuckig en doorgeoeffent Geneesheer.
Nauwkeurig eri beroemt Medelid van 't
Keizerlyk Academie der Natuuront-
deckeren.
Roemwaardig Medelid der Koningtykc
|
|||||||||||
Sociëteit in Engeland, enz.
|
enz.
|
||||||||||
Hooggeleerde én zeer Waarde Coufyn, '
>Ierrtand wiile ik nader,
als U Ed. die Werk, zynde een Verhandel'mi
van de Tegennaumrlyke Gezwel· * i kut |
|||||||||||
Ï Ñ D R Á G Ô.
|
|||||
Ieny op te draagen, alhoewel
het zelve niet voor de Hoogge* leerde en Doorgeoefende Verban- den , maar alleen de Leergierige jonge Heelmeefierf, en de Aan- queekeüngen in de Heelkonfi, als een baake, om in haar hache- lyke Konflotjfeninggttn Schipbreuk te lyden, is toegepaft. U Ed. dagelykiche meenig-
vuldige bezigheden, lufi, yver en kturlyke Lejfen, om de opmerke- lykfie Zaaken, zelfs de Heelkonfi betreffende, aan al de Weereld openbaar te vertoonen, hebben my aangemoedigt, om in deze Konfl dit myn Tweede Papieren Kind, U Ed. op 't allergedien- fiigfle op te offeren. U Ed. zal het wel juift niet met een op- |
|||||
O ï D R Α G Τ.
|
|||||
gepronkte Penne der Geleerdheit,
maar in een ronde, klaar e en beft- verflaanlyke Styl, voor den Uer* ling bevinden opgeilelt tezyn, Waar in, myns oordeels, niet a»een deveiligfteendc^me*. keljrkfle, maarookdetfüferzf. kerfle Konfloefening, op de Re- denen ware Bevindingen gegrond^ veitï zal konnen worden ge- vonden, als zynde zelfs, ook m de Vertoomngen^ veler zware ende behmmerlyke voorvallen door gewenfehteuitilaagen geftaaft, enopdezewyzedus ongeveinft den Leerling voorgefblt en op- gedift. 5 F De Taalkunde moet in deze
°nzc Verhandeling niet gezogt,
η°^ daar het fomtyds op eert
* 3 wooi>
|
|||||
Ï Ñ D RA GT.
|
|||||
wpordetje van misfpelding mocht
aankomen, niet berifpt zyn; · gedenkende > dat de uitvoering gen onzer Konft, niet zo veel in de Cierlykheit der woorden. nog op een hoogdraavende Gekertheit als wel in een vafigegronde We^ ten/chapj wat tot de veiligfie en alderfpoedigfle Genezingen van al- lerlei zwaare Toevallen te doen zal ftaan, beftaat. De grootfte onbedrevenheit in
pnze Konfioeffening word ook Wel, gelyk de Ondervinding ons toond, zelfs in Taalkundige Konfi- oeffenaarsy vermerkt, daar an- dere niet zo geleerd, noch zo Konftryk in woorden, in de Behandelingen en Genezingen der é zwaare behmmerlyke Toevallen y de
|
|||||
OPDRA.G Ô.
|
|||||
de zulke ver overtreffen. Van
myn veertien jaaren af aan , ben ik in deze Konft, by voornaame Meeflevs, in een veèU vuldtgeKonfioeff'enmg opgequeekt, voortgezet en onderwezen. In het jaar 1658. tot Amfterdam in de tegenswoordigheit van twee Heeren Bewindhebbers der Oofl-Indifcbe Maatfchappye, door der Heeren D\ Hartogsveld, en Ì . Hartman, vry fcherp on- dervraagt , en uit geen klein getal Mededingers, zonder ie- mands Voorfpraak of Gunft te verzoeken, in de voMzAen- zierilyke Vergadering der Edele Heeren Zeventienen , in haare dienil, als Onder-Heelmeefier , aangenomen. Zeven jaren ea '* 4 ruim |
|||||
OPDRAG Ô.
|
|||||
ruim een half, heb in in myn
Oofl-lndifche Voyagten (doch met verhooging van rang en be- looning) meeil in de voor- naamfte Krygsfurien en Oorlogs- tochten, zoo te Land als te Water doorgebragt: 't Sedert in deze myn volkryke Geboorte- J&w/een reeks van jaren, voor- naamentlyk ten tyde van onze 1 oude beroemde Geneesheeren , een zware Konftoeffening gehad, dewelke 't federt door de wan- gunftigheden eeniger nieuwe opkomende Konftbazen in de Geneeskonfi, eenigfints geflremt wierd. Nu is den Ouderdom daar, de veelvuldige vermoeit- heden, onruften , ende myn Hernemende Zwakheh, als mede uit-
|
|||||
OPDRAGT.
|
|||||
*"lgeftaane zwaare Krankheclen
"eicellen my nu den taak van
een haaft afgedaan werk. Ik æïåê en verhoop te ruften van 2.0 een ganich ongcruftig, las-. llg» afgunftig en zwaar beroep (alhoewel tot op dezen dag , door des Heeren Genaden en vjoedheit, met zyn Zegenin- gen bekroont) en een gelukza- liger lot en keurlyker veiwiiïe- Jing af te wachten 5 latende de booze Wereld in al haarnoeftig gewoel, haat, nyd, valichhe% bedrog , en in de lafteringen en verduifteringen van de goe- den naam en eer der vromen en oprechten , haare vordere Konftrol fpelen. Ik zal, volgens myn ver-
* 5 zoek, |
|||||
OPDRAG T.
zoek, van U Edt8· befcheiden-
heit verwachten, dat UEd. dit Werk, dus in goed Hollandfchj dat is ongevemft % t'faarn geftelc en befchreven , ook met een Holland/eb hert zult gelieven aan te nemen, niet zo veel ziende na citrlykheh van woorden, als op het pit en kern der zaken, we- tende, dat daar de elendige men- fchen in de nood zyn, geen zin, ryke redenvoering, opgepronk- gfiiluitreden, noch twiftgieri- ^Ciredenkavelingen, maar veel eer vaardige handen en hulp- middelen worden vereiicht. Tot uitvoering van dit laatfte- heb ik den loop mynslevenstyd befteed en doorgebragt, offe- rende V Ed. dit Papiere Wicht, zyn-
|
||||
Ï Ñ D R Á G I
(zynde eene der vrachten, in
myn uitgepikte ledige uuren ge- teelt) , ^rbledigiyk èÑ , niet joelende, 0f het zal onder U Êd,s· IVysheit, Aanzien en be- fchfidenhek, eenigermaaten zyn belchcrming en ichuilplaats te, gens de Ultermonden en Be- kmbbelaars onzes tyds konneo vinden. Vaar wel, Hooggeleerde Heer
en zeer Waarde Couzyn : De Groote Godt wil U.fd. met Uw Beminde, onze Welwaar- de Nichte, en talryke uitge- ste Familie , onder zyne Vaderlyke beveiliging behoe- den , en kroonen met tyde- lyke welftand, en na dit kort en haafl vergankeiyke leven , met
|
||||
OPDRAGT,
met zyn eeuwige Heerlykheit,
door onzen eenigen Vrede- vorft , Jesus Christus, lAmen! |
||||||||
U Ed. DienflivtUige
Vriend en Coitzyn |
||||||||
■W. SCHOUTEN.
|
||||||||
VOOR-
|
||||||||
VOORREDEN
Á Ë Í DEN
GU Í STIGE
L E SER.
|
||||||
ilt Stuk, behelzende eene
15 Verhandeling der Tegenna-
tuurlykeGezwellen, is, voor het grootfte gedeelte, al ee" tyd lang meeft voltooit by mv beruftende geweeft, de ledige uuren hebben het in dien tyd, ais ik my noch niet een zwaare praftyk vond otüftommclt, doen opftellen , met die gedachten, ofikmogelyk iemand V*n myn Zoenen m de Genees- of Heel-
|
||||||
VOORREDEN.
|
|||||
Hcelkonft quam voort te zetten -, of*
anders ten dienfte van de jonge Leer- gierige Heelmeefters, die het, myns oordeels , om de verfcheidentheden der Gezwellen, die zeer groot zyn, recht uit malkanderen te onderken- nen ^ en in dit Werk y door veel raare en opmerkenswaardige Geval- len klaarlyk worden vertoont, ten nutte konde zyn , en aan welke het tegenwoordig met een Hollandfch hart goedgiinftelyk word gefehon- ken. Een ander Stuk, desgelyks tot de
Heel-konfi behoorende , zynde een Verhandeling aller foorten van Bekke- neelsbrenken, vertoonende haar voor- zichtigfte behandeling, en derzel- ver veiligfte Genezingen , als ook van de veelder lei Wonden des Aange- zichts en des Hals , gedrukt by de Heer Abraham van Zomeren , Anno 1694. heb ik doenmaals aan de jon- ge leergierige Heelmeeiters opgeof- fert, daar mogelyk, na des Mans dood,
|
|||||
y O Q R R E D E Í·
dood, by de hertrouwde Weduwe ,
noch Exemplaren van zullen konnen Werden gevonden. Zulks, als ook dit Werk was, en is
eigen reediel, geen Boeken uit Boe- ken , maar op de waare bevinding van eene vyftigjaarige Konfioeffening gehaalt, en, daar 't voornamentlyk op aan komt, op bondige redenen ge- grond. Geen moeijelyker Verhandeling ,
als die van de Tegennatuur- lyke Gezwellen, komen ons in de gantfche Heelkonst; voor , waar ontrent de verfchillent- heden der Gevoelens in onzen tyd zoo meenigvuldig zyn geweeft, en. die zoo veele onnoodige Twiftree- denen , Hairklooveryen, en Twift- gierige Verwarringen , hebben uit- geleevert 3 ende die nochtans zoo weinig tot de waare behandeling ,- en de Geneezinge der Gezwellen hebben te weeg gebracht ■, ja waar door dat men veel eer de weg ge- baand |
||||
FOORREÖEN.
baand heeft , tot mishandeling der
elendige menfchen. Dus heb ik my des te meer veritout en aangemoe- digt gevonden , de Aankomelingen in de Heelkonft, tot hulp der pyn- lyke Lyders 5 die door geen ydéle fpitsvinnige Twiftgefchülen , maar door de fpoedigfte Konft- en Hulp- middelen zoeken behandelt en ge- red te zyn , de zaaken , die tot Verklaaringen dezer Stoffen behoo- ren , zoo kort , klaar, en verftaan- ïyk voor te ftellen , als my doene* lyk is geweeft : Als wezende eene der noodzaakelykfte Wetenfchap- " jien , die tot uitvoeringen onzer da- .^elykfche Konftoeffening den Heel- meefter of heeft te weten of naarftig te onderzoeken. Evenwel heb ik in dit Werk maar
alleen van de voornaamfte foorten der Gezwellen gehandelt, om dat de reft by de oude Schryvers ge- fpeeifkeert, en van een minder be- lang j meeft onder den rang van onze I
|
||||
DOORREDEN,
|
|||||
onze Verhandelde Gezwellen behoo*
ren , ende zoo by gevolg , dezelf» de kuureri vereifchende zyn ·, doch die wy ook hebben befchreven,- al- hoewel hedendaags by veele Konft- °effenaars niet meer zoo onderfchei- dentlyk aangemerkt, heb ik noch- tans byzonderlyk willen opftellen ; om dat ik noch daar onderlinge ver- • fchülentheit zoodaanig bevond, dat ik die ook in haar behandelinge eri Genezing byzonderlyk moeft vertoo- nen. En alzoo uit ons lieve Vader-
land j (het welke by de Zeevaard moet leven ) een groot getal jon- ge Heelmeefters haar,: zelfs met zeer Völkryke Scheepen, naar alle Geweften des Weerelds heen bege- yen s en dat , niet alleen in bloe- dige Zee- en Landgevegten, veel zwaare Gequetften , maar ook wel in langduurige eri zuure tochten ,· ^eer gevaarlyke .Ziektens op Zee ^ # woee |
|||||
DOORREDEN.
|
|||||
woeden , eu zy j zonder de mede*
hulpe der Genees-Heeren s alle de drie gewichtige deelen der Genees- Konft geheellyk op hunne fchoude- rën hebben te torfen 5 zoo heb ik ook daarom de alderveiligfte inwen- dige Hulp^ en Geneesmiddelen, in de zwaarfte gevallen , daar het be- hoorde j gevoegt; op dat ook de jonge Aankomelingen , op Zee en lange reizen, haar Opper-Heelmees- ters komende te llerven , haar ver- ftandiglyk ende vporzichtiglyk , in een Schip vol Zieken en Kran- ken j mochten weeten te gedraa- gen. Ook paft het een Redekundig
Heelmeefter , 't zy , waar dat hy zich bevind, dat hy ontrent zyn zoo gewichtige Konftoëffeningen , in des Menfchen Lichaam uitwen- dig , ook desgelyks het inwendige, verftaat, én alzoo van de Oor- zaak , Opkomft:, en Voortgang , mits-
|
|||||
VOORREDE N.
Mitsgaders de Genezingen aller Ziet
^ns s Quaalen, en Toevalleny eeri Grondige Weetenfchap heeft, op dat hy zyn Konftuitvoeringe s dus geftyft 3 0p Vafte Gronden 3 weeü te beveiligen 3 en daar hy die on- bepaald i, vry en onbedwongen moet ende behoord te oeffenen , ten al- len tyden , en in allerlei zwaare gevallen s reeden van zyne verrich- tmge weet te geven 3 ende niet als een onkundigen botterik , verachte- lyk en flaafs, myn Heer den Doc- jpr , om , wat hy Zal hebben te ge- bruiken j na de: oogen zal behoe- den pm te zien 3 veel min uit na*· buurige Steeden Heelmeeiters tot zyn^huip te roepen , daar hy hem mochte fchaameftj die uit zyn Stad te Verkiezen s want zoo beleedigt men met alleen, zich zelveri , maar pok alle brave ende wel in de Ronft ervaaren Heelmeesters in zyn eigen btad s die ©m jeënf r pnkundigheids |
||||||
^K" *}?■ mf
|
||||||
FOOR R EDEN.
|
|||||
*%ille 5 alle tot verfmaadheit endë
verachtinge moeten gefteld zyn.: Daar die hem nochtans , zelfs be- houdens zyne Waardigheit, zeer gaarne zouden genegen zyn geweeft te hulpe te koomen : En daarom vermaane ik alle jonge Heelmees- ters , veel liever des te yveriger in het nafpeuren naarder Konftbe- trach tingen te willen zyn , op dat zy, als welgeoeffende Mannen, daar het te pas komt, de Monfterrol mogen paffeeren. Dit Wérk word dan , tot zoodanig een einde, aan UE. naarftige Weetgierige Leerlin- gen, gedienftelyk toegeëigend, dien het, myns oordeels, dienft kan doen , dewyl gy daar in een ge- baande en zekerlyk de alderveilig- fte weg zult konnen vinden , om uwen elendigen Evenmenfch voor- zichtig , en op de onpynelykfte wys (het welk altyd by ons beoogt moet zyn) van zyn pynlyke toevallen te genezen. Ook·
|
|||||
VOORREDEN.
|
|||||
Ook heb ik , 'm deze myne ver-
handelde Stukken , de Autheuren , die yoor ons in de laatit verloopc- ne -Eeuwe , of eerder geleeff, ge- lukkig gepraftifeert, en ons , zoo gulhertig als oprecht , van haar ge" zegende : uitvoeringen en Schriften gedient en nagelaaten hebben 3 niet zoo vuil j afaardig , en lafterlyk , als^ naaft eenige jaaren by fommige Nieuwe Schryvers zoo onbefchaamt; als fpooreloos gefchied is a willen noch konaen verachten , maar al- fchoon wy eeni?e van haare Stel- ingen geenfints goedkeuren 3 noch- tans ook die geenc , die ons noch dagelyks overtuigen , goed , kon- ftig uitgevonden , ende waarachtig te zyn , ende de waare Konftoef- renaars noch in veele zaaken bemin·? nen , en komen op te volgen, daar het behoorde, te moeten vertoo ^en : Zeeker \ die haare Boeken doorblaadert 3 en, immers voor het |
|||||
VOORREDEN.
|
|||||
grootfte gedeelte", haar voor- ende;
omzichtige maniere van Genezingen befpiegel'c , moet bekennen, dat ze in haare Konftoeffening den' elendi- gen menfch veel veiliger en konfti- ger hebben weten te genezen , als deze loffebollen met al haar Opium ende verhittende Drankjes komen te doen. Nu zyn, hy cenige van deze
nieuwe opgekomene , Konftbaazen , alle Gezwellen , Gezwellen , zon- derfcheid te rriaaken , ende met een eenige pap of plaafter te genezen : Nu leerd men den onbedreven Leer- ling . in alle geopende Ettergezwel- len , hoe groot 'ons die ook moch- ten voorkomen, en hoe zwak, uit- geteerd , en krank , door geleede- ne Ziekténs , dat ook de Lyders mochten zyn , de Etter aanftonds op eene reis iefFens , ende met een ftorting tot den laatften druppel af- getapt en te moeten uitgeperft zyn, er*
|
|||||
VOORREDE N.
|
|||||
en daar mede Genezen of den brand
«aar in. Nu vind men geen zwarigheid den elendigen als een vifch te fny- den en te kerven, niet alleen na den lQop der Spieren , Peefen ? en Ze- nuwachtige Veefels, maar zelfs ook overdwars, niet aanziende wat dee-> len des lichaams dat men voorheeft, ofte wat fchadelyke lekkingen , en de verzwaaringen der elenden, hier door zeekerlyk zullen ontftaan. Nu ipnngen dusdaanige nieuwe Bouw- meefters s en zoogenoemde Verbe- teraars der Heelkonft , met eenen fprong over alle de meenigvuldige Voorzichtige ende noodige betrach- tingen en Oogmerken by onze Va- d^rs in de Geneesmiddelen , niet alleen ons zoo ernftig aangeprezen, maar die wy ook noch dagelyks , behoudende een Goed GewiiTe, moe- ten opvolgen, onbedachtelyk heen, «nde men waagd het dierbaar leven Jan zyn Eyenmenfch, lichter én ** 4 9*ï |
|||||
DOORREDEN.
|
|||||
onbedachtzaamer, als meenig een
zyn Hond of Kat niet zoude wil- len waagen. Plaizierig, voorwaar! is het, by ervaarene Mannen, zuk ken grooven plompheit ende oner- vaarentheit, in deze verachters der. Oudheit haar Schriften te vinden , die niet zoo yverig , als deftiger Schry vers na te fpeuren , en op te volgen. En daarom heb ik de .opmerke»
lykfte niisilaagen 3 die, of door on- kunde , eenzinnigheit , of door die waanwysheit, dat men die , of die Heelmee-fter , dewelke voorgeftelt word ? uit enkele nydigheit 3 bene- vens hem niet wil gedogen , ende waar door wel meermaalen vry zwa-: re mistaftingen by deeze on bedree-· Yenen koomen te gefchieden , die noodzaakelyk moeten vertoonen , volgens de voorbeelden } ons dies aangaande voorgekomen ende beje- gend , zullende zulks den. opmer- ken-
|
|||||
V>0 Ï R REDE 'Nf\
|
|||||
kenden jongen Heelrneefter konnen
wenen tot een baaken i om in de -£ee van zoo een ongeruit en bache-? lykberoep, tot fchade van den elen- ^gen meiiich geen droevige Schip-- breuk te lyden. . Op vailer gronden heb ik dan
m dit werk de veüigfte wegen en- ge middelen voorgeftek. Leeft , herleeft ? en doetSer uw voordeel mede', zonder over de Drukfou- ten , die den Autheur , inzon- derheit, daar zyn Werk in een an- dere Stad gedrukt word , doch nooit tot zyn genoegen beletten kan , te berifpen. • Ontfangt' myn yver tot UE;
dienft 3 njet met ecn vooroordeel , noch met een nydig en afgunftig °°Se 3 gelyk eenige van dat foort, myne Verhandeling van de  e k- K e .N e e L s Breuken hebben gedaan , maar met zoodaanig een oprecht herte van toegenegen theit ** 5 ge- |
|||||
VOORREDEN.
|
|||||||||
gelyk het aan Uwe befcheidentheit
van my gefchonken word. Vaart wel.
|
|||||||||
UE. gedienflige Vriend %
|
|||||||||
W. SCHOUTEN.
|
|||||||||
DEN
|
|||||||||
4
|
|||||||||
■'■:-<-
|
||||||||||||||
^W^:^^^^
|
||||||||||||||
PEN
|
||||||||||||||
DRUKKER
|
||||||||||||||
AAN DEN
|
||||||||||||||
LEZER
|
||||||||||||||
\Ogeljk zal yder verwondert
zyn , dat dit Werk, Ver- handeling VAN DeTe- gen'natuurlyke G e- ZWEhen, enz, drieentivintigiaren na 'toverijden van den Auteur eerft in't licht komt. 3 Zo dient tot hericht» dat den Auteur
Wouter Schouten is overleden int jaar 1704. oud zynde 66 jaren} na dat hy met veel
|
||||||||||||||
De Drukker aan den Lezer.
|
|||||
veel moeite en arbeid dit Werk ffaamen
geflelthadde, alzo hy een beroemt Heel- meefier isgeweefl, die alles wat hem voor- quam zeer. nauwkeurig aanteekende,vol- gens het getuigenis van den fieer Profes- for Kuyfch, zo heeft hy het op zyn krank- bedde voor zyn dood noch voltooit, met een Voorreden en Opdracht aan den Heer Fredenk Ruyfch, Profeftbr in de A- nathomy, enz. tot Amfterdam, welke al bereikt heeft den ouderdom van 88 a 89 jaren; na dat ik in't voorleden jaar had herdrukt het' Boekje, genaamt het Gewonde Hoofd van denzelven Auteur, zo wierd my kort daar na onverwagt een jirief toegezonden van de Weduwe, die mi oud is 74 jaar en, (ik niet wetende da f er een Weduwe ivasj waerinzy niet diufter te kennen gaf, dat het haar niet onaangenaam was, dat haar overleden Mans Werken wel getrokken en herdrukt wierden, by welke gelegentheit haar in gedagten quam, dat zy dit Werk zo lan- gen tyd onder haar hadde gehouden, zon- der het in Drukkers handen te geeven ; iü" den* |
|||||
De Drukker aan den Lezer/ ?
denkende, waar toe houde ikhetzo lang
onder myn leedig leggen, het konde ook nuttig zyn gelyk de andere Werken van mjn Man Zaliger, zo heeft }j myn het zelve aangehden, of ik hét ook wilde Drukken: En dus helbe ik haar e aan- bieding aangenomen, en ik helle het Gedrukt, en zo komt het in de Wereld. Doet 'er uw voordeel mede , en vaart wel) |
|||||
BLAD-
|
|||||
 L Á D W Õ Æ E R
DER
HOOFDSTUKKEN;
I. HOOFDSTUK
. ■ · Sladk,
Van de Gezwellen irit gemeen. i
I I.
Noodige hedenk'ing over de zo van oüds ge-
naamde terugdryvende Geneesmiddelen ± \_Medicamenta repel!entia.~] / lp I I I.
Van de Onifieking [_Phlegmoneï] 6i
I V.
Van het rypmagken en openen der Eiterge-
zwellen. 11 æ Van de Genezing der Ettergezwellen, mei
groote Holligheden en Etterboezems, lzf V ß.
Van doodélyke Ettergezwellen, verzweriri·
gen en Etterboezems* 168 VIL
|
||||
Êladwyzer der Hoofdftukkcö'
V I t
Van de Öntfieeking der HerfenvUefen, é»
halve Hoofdpyn of Scheele Hoofdzweer. 183
VIII.
Van de Öntfieeking der O ogen. 19$
I X.
Verfcheidè Waarnemingen ontrent ver-oudere
w, langduurige en weder omkomendeOogs- öntfieeking. zzf X.
Van den Helderen Drop of Gutta Serene
X I.
Van de Ontfieking , Gezwellen, en Etter-
gezwellen der Ooren, zff. X I I.
Van de Ontfieking der Keel £Jngina.~J z6£
XIII.
Van de Zydewee Plewitis, Zp4
|
|||||
XIV
|
|||||
•Bladwyzer der HóofdftjjfckÊtt?
X I V.
Wan de Öntfleeking en Gezwellen der hhrh~
<wen haar Borflen. jio X V,
*Vm de Liesbuil Bubo, ι j ι
XVI.
Van het Negenoog, Antrax, Bloedvin, Fw
ruticulus, endeVyi Panaritum. jj-S XVII.
Van de Vuthïbrêuk Hernia Humeraïis. %J9
XV I I I. "m V(tn di Vleefchbréuk, Hernia Sarcooele. 408 x lx.
Van den Slagaderbreuk Aneurifina. 436
X X.
'Van de roos3 Eryfipelas, 4f I |
|||
Biadwyzer der Hoofdftukfcen.'
X XI.
Vm het Slymgezwel ÖÊdema. 49 ï
XXII.
X X I I I.
Van het Kikvorfchgezivel [Ranula]. f 41
XXIV.
Van het Wolfgezwel [Lupia~\. , ffl
XXV.
t Van het Hardgezwel [Scirrhus'j. f81
XXVI.
Van het Kreeftgezwel [Kanker]. <$|i
XXVII.
Van de tfair- of Dawwworm [Herpes") en
van de Schurft [Scabies~\. 703 ._ XXVIII.
'a*jb^icht [Arthritisfiye morhus JrticU'
7°f
**» XXIX |
||||
Bladwyzer der Hoofdftukken.
|
||||||
XXIX.
Fan de Slymprop of Veelvoet \_Polypus~\.
XXX.
fan de Amheyen^ Speenen {Hamorrhoides)
en Pypziveeren des Endeldarm (Fïflula Ani. jXf XXXI.
Fan de Darm- enLieshreuk (Hernia) Intes-
tinalis & Omentalis) 744 XXXII.
Van de uitzinking des Endeldarm (Proci-
dentia Ani.) 777 X XX II I.
Van de beginnende Verfierving (Gangrgna).
78*
XXXIV. Van 't Heetvuur {Sphacelus) en van de Af- zetting {Extirpatie.) 8j"i XXXV.
'Van de kromgegroeide en verflyfde Gewrich-
ten. 880 XXXV I. Van de fcheefgegroèide Schouders y Borfluit-
zetting^ rug-en Mtgezwelle^ettz. 899 |
||||||
1TER-
|
||||||
Bladz. 'f
|
|||||||
VERHANDELING
van de tegensnatuurlyke
GEZWELLEN,
In haar e verfcheide SOorten, Oor-
zaaken, Kenteekenen, Voorzeg- ging en Genezing. |
|||||||
Uooftstuk.
Van de Gezwellen in't Gemeen. i. 'i Oogmerk van dén Schryver.
2, 5. Gods Eigenfihappen worden geroemt in't fcheppen van den menfcB. 4. Oor/pronk der Gezwellen. f.Be- 'fchryving der Gezwellen én hare veir- fcbeide fóorièh. 6. Nader aanmer- king over den ouderdom , groótheit, fiantplaats en ingebmdene floffen der Gezwellen. 7, Dat alk de deelen joiizes Liehaams gezwellen onderwor- pen zjh. 8. Verfcheide oorzaken der tegensnatuurlyke gezwellen. 9. Oer Ztlyer teekenen. io. Voorzegging. Λ ι χ» |
|||||||
i. Verhandeling van fa
|
|||||
11 .Nootzakelykheit van de gezwellen
wel van elkander te onderfcbeiden. ι ζ Zwarigbeit over't inflaan der gezwel- len. 13. Op boe veelerbande wyze dezelve eindigen, 14. Wat zaken *er in aanmerking komen tot de Al- gemeene Genezing der gezwellen, ι f Fier voorname gezwellen. I.
'/©ögw«r^|jg&jS||S<f|M kort te gaen, was myn
V<*h dm fll§lÉ«n3 eerfte oogmerk, rnaer van C ryVer' W>Ê˧ÊJi een'Se der opmerkens- ®§sÊ5SS3 waerdigfte Gezwellen te fchryvenj ende voor eerft, van de Bel-Roos te beginncnj maer zulks drong my tot een korte verhande- ling van het Roosgezwel (Eryfipelas) deze tot de befchryvinge van het Bloetgezwel (phlegmone) en die we- derom, en alvorens tot een vertoo- ninge van de Gezwellen in't gemeen, dewyl men niet wel van het eene, zonder het ander vertoont was, on- derfcheidentlyk kon fchryven, en al- dus heb ik buiten verwagting in dit werk meer werks gevonden als eerft myn voornemen geweeft is. 'k Zal dan, zo kort als doenlyk is, de Hoe- da- |
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. f
Qanigheit der Gezwellen in 5t alge-
rneen, waar van alle de anderen in'c byzonder afhangen, befchryven. II. Die het uitmuntend en verwonde- Gods £i» renswaardig gebouw van den Menfch, genfihap- Microcofmus, de kleine Wereld, niet tenVDfde* alleen uiterlyk» maar tot m deszelfs·, schepptn binnen fte deelen , verftandelyk wil van de» befchouwen, en aldus, op deohtel-Ìþßþ· bare meenigte aller deeltjes, en op deszelfs niec min tedere als konilige en ordcntelyke Samenhang, Oor·^ fpfong, Loop j Vereeniging , en Doorttrengeling , van zo veel dui- dende grootër en kleinder Buifén en Pypjesi zo van Slagaderen, Aderen, Zenuwdn, Pcfeti, Vefels , Melk- Way- en Watervaten, zyne'gedach- ten laat gaan, en op ieders werking, aieaft en noodwendigheit nauwkeu-^ "gtyklet, moet niet als een Godt- vergetene Atheift , maar als een yodtvruchtig Chriftcn door ver- wondering worden als opgenomen s over.de or.nafpeurlyke Wysheit, Al- machtigheit en Goedheit des Groo- te" Scheppers!, Die een zo konftigj als teder Schepfel, als daar is hec Á æ Men- |
||||
'4 Verhandeling "van de
Menfchelyk Lichaam , zo heerlyk
■weet te voltooijen, met een leven^ dige en onfterfelyke ziele verfykt s met wysheit, deugd, en gaven be- genadigt, en mc.iinaals, fchoonzo bouwvallig , nochtans tot een hoo- gen 'Ouderdom , zo verwonderlyk door veelvuldige rampfpoeden heen geworftelt, in een gewenfchte ge- zondheit weet te behouden. I I I. Want niet alleen moeten alle de uit- en inwendige deelen en werk- tuigen van dat fchoone Konftgebouw, het Menfchelyk lichaam, welgeftelt en gezond zyn : maar ook alle des- zelfs vloeibare vochten, naraentlyk het Bloed, het Zenuwfap, de Gal- Gyl- Melk-en Waterftoffe, dienen gematigt en van een goede geftalte ie zyn, en aldus in hare gewenfchte getempertheit een gefchikte omloop, en doorftraling door hun verordon- neerde paiTagie te behouden : Of haaftelyk zullen anderfins de ±o wel- geltelde raderen van dit konftig Uur- werk, en by gevolg van dit bouw- vallig Lichaam, als ontradert, ge- dreigt zyn, om haait geknelt, ver- . brö·»
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. f
otoken, of nèdergeftort te wor-
den, ι I V.
Deze tedere vliezige vaten kon- oorfprong
nen of door uiterlyk geweld, ofookier<le· wel door een quade geftalte van dezwe "raxgenoemde vochten, of ook wel door een onmatige drift, opzieding, gifting, en een te geweldige perfing des bloeds komen te verwyderen, op te ipannen, te fcheuren, te verzwe- ren , te verrotten, enz. Waardoor dan Gezwellen , Ontfteekingen , Zweeringen , Pyn , Koortfen , en andere qualen, pntftaan, alles na dat dan de geftalte der lydende deelen , en de hoedanigheit der ontftelde voch? ten komen voort te brengen. V. Tweederlei foonen van Gezwellen Eefihryr
komen ons met den eerften opflag,*J^^ in het Menfchelyk lichaam voor , Jt™^ Want terwyl een Gezwel een verhe- -verfièeide ventheit en uitzetting vaneenig deel/^rrt»· of deelen onzes lichaams is, zo moe- ten die natuurlyk ot tegennatuurlyk Worden aangemerkt. Öe natuurlykc Gezwellen zyn het
opzwellen der üorften, in Kinderbed.
Α 5 en
|
||||
4 Verhandeling van de
en zuigende, en het opzwellen des
Buiks in- zwangere Vrouwen , het opzwellen van de met fpys opgevul- de Maag , kan voor geen tegen- natuurlyke Gezwel worden geree- kent. De Tegennatuurlyke Gezwellen
Tumores komen ons wederom twee- derlei voor, de eerftc fportrcrfchynE in een Beenbreuk, Ontleding, enz. door het uitfteeken der beenders, makende in het befchadigde deel een tegennatuurlyk Gezwel en wange- ftake? gelyk als ook doet een Darm- breuk, Netbreuk, enz. Waar van hier na, daar 't behoort, zal dienen gehandelt te worden. Ten tweeden , noemen wy een
tegennatuurlyk Gezwel, het welke deor ophoopinge van tTaam en byeen vergaderde Vochten, in eenig deel of deelcn onzes Lichaams, zodanig is, uitgezet, dat deszelfs zichtbare yer- heventheit tegen de goede gefchikt- hcit der deelen, welkers beweeging doorgaans verhindert word, zulk een tegennatuurlyk Gezwel veroorzaakt, en daar van is 't dat wy tegenwoor- dig hebben te fpreken. Deze
|
||||
Tegennatumlyke Gezwellen. 7
|
|||||
Deze tegennatuurlyke Gezwellen
fcyn wederom tweederlei, nament- lyk eenvoudig of famengeftelt, de eenvoudige zyn die alleen, en uit de bedorve ftoffe, ook door inner- lyke quade gefteltheit der Vochten ontftaan, geen andere toevallen verzeilen noch komen voort te bren- gen, de Gecomponeerde Gezwellen Zyn met Zweeren, Kneuzinge, Won- de s Beenbreuk , Ontleding , enz. verzeld, en, toevallig, of komen zelfs Zweeren, Pypzweeren, Verfteryin» ge en bederving in de befchadigde deelen voort te brengen. á VI. f ·
Voorts worden deze Tegennatuur- ^'Ë'
lyke Gezwellen aangemerkt na haar k™™r~
Ouderdom, Grootheit, Standplaats,
over den
en Hoedanighcit der Ingeflotene ftof- Ouderdom,
fej die dan ook daar na een onder- %2Ú-Ì ' fcheide voorzegging ende behande-^,, m ling komen te vereifchen. ïngehoitde- Ten aanzien van haar Ouderdom ,™âÖ &*
ßï zyn de Gezwellen noch in haarGe^to' beginfel, wanneer deszelfs Vochten n°ch eenigiins vloeibaar worden aan- gemerkt i of in haar Aanwas, Staat, Á 4 en |
|||||
$ Verhanieling van dé\
en Vermindering, als wezende de
vier tyden van de Tègennatuurlykë Gezwellen , dien zy nochtans niet alle bereiken 5 want fommige zyn veroudert, diep ingewortelt, en on- wrikbaar als door een ciment al valt gemetfek en beklonken, konnende door geen middelen tot vermindering werden gevordert. Of ten tweeden van haar<Groot-
heit, want fommige zyn zeer klein en gering, andere grooter, en ko- men een of meer deelen onzes Lic- Baams te beflaan. Ook andere tot een zolgrooten aan te groéijen, dat onder dien zware" ïaft het gantfche Menfchelyk lichaam komttebezwy^ leen'. '■ Ten derden moet op des zelfs
Standplaats gelet zyn j want zy ko- men of in geen deelen van aangele- gentheit, als in de Huit, de Spie- ren, enz. ontrent Vleefchagtige deelen , of hebben noodzakelyker werktuigen, als daar zyn de Zenu- wen , Peefen , Vliefen , Banden , Bloedvaten, of eenig werktuigelyk deel, als een Oog, Tong , Hand , |
||||
Tegematuurlyke Gezwellen. 9
Gewricht, of ook wel, en met ge-
vaar des levens, de Keel, de Strot, Longcpyp, Long, Lever, Milt, bieren ? de Blaas, of andere der in- wendige deelen bezet en ingenov men. Ten vierden , komt des. Gezwels
onthoudende fteffein onze bedenkin- gei narnentlyk, of die van een ge- matigde hoedanigheit, zacht, en goedaardig is, of dat in tegendeel heet , fcherpknagende , verrot, of anderfints qüalyk gefteld word aan- gemerkt , en aldus op een felle wys het lydende deel geweldig komt be- ftornien. V II.
Doch niet alleen de zachte, xa-èsxAllededu·
ook de harde deelen , en zelfs de J^^x Beenderen, zyndeTegennatuurlyke^ "^ ' Gezwellen onderworpen. zwdhnon- y III, denvorpen.
DesGezwels oorzaak is uit- o?'m->verfcbeide
wendig, 0f η\χ die beide voortko-i""'x'?ie» mende/ . derugm- Van .uitwendige kan allerhande Gezwellen.
gebeld, als vallen, flaan , bonfen , ?n ftooten, niet alleen Kneuzinge , >*onde, Beenbreuk, enOntwrich- A f tia-
|
||||
é ï Verhandeling van de
|
|||||
tinge, maar ook een Vochtighoudend
Gezwel voortbrengen , zo dat de Bloed- en andere Vliefigeivaten ver- broken , verfcheurt, of geplettert s en toegewrongen, tuflchen de deelen in uitgevloeide en dus ililftaande Vochten , aanftonds een Tegenna- tuurlyk Gezwel komen te maken. De inwendige oorzaak is, of de
veelheit, of ongematigheit en qua- de geftalte der vloeijende Voch- ten, De veelheit, als 't bloed of der
andere vochten onzes lichaams, de vliefige vaten doen fcheuren, zo dat die te veel opgezet, vervult en ge- fpannen, dus komende open te ber- ften, haar doorftralend fap uitftor- tende, en tuflchen de deelen ophoo- pende, de Gezwellen konnen ver- oorzaakt worden. Dan heel zelden geloof ik dat zulks
gefchieden kan, zo niet de uitwen- dige eerftbeginnende oorzaak , daar onder de koude des Luchts, ook be- hoort, of de inwendige quaade ge- iteltheit der Vochten, het opfcheu- ren der vaten, of't ftremmen, ver- dikken en itilftaan desBloeds enom- vloq-
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 11
vloejende vochten, desgelyks komen
te verwekken en een Gezwel doen voortbrengen , want als der zelver omloop te traag, te ongeftadig, of ook wel tefnel en te driftig gefchied, zo ontftaan zeer lichtelyk Tegenna- tuurlyke Gezwellen , gelyk ons de ondervinding leert , en in het ver- volg klaarder vertoont zal wor- den. Na dat dan deslichaams vloeibare
vochten ongematigt 5 namentlyk te heet, te galachtig en fcherp, of te zuur, te koud, te flymerig, te dik, of te waterachtig worden aange- merkt, daar na zullen ook deszelfs Tegennatuurlyke Gezwellen haaren aart en hoedanigheit vertoonen. En aldus kan dan, als gezegt is j
des Gezwels oorzaak uit- en inwen- d'g te faamèn zyn, wanneer op een uitwendige befchadiging , Koorts , ontitelthert , en inwendige quaade geiteltheit, te lichter de vloeijende vochten in 't lydende deel doen ftrem- men, en ftilftaan, en aldus toeval- lender vvys het Gezwel voortbren- gen. |
|||||
IX.
|
|||||
tl VeïhanMingvm <k
|
|||||||||||||||||||||||
IX.
De teekenen der Gezwellen in 'ε
algemeen aangemerkt, zyη openbaar, de byzondere behooren tot yder Ge- zwels befchryvinge in het byzqn- der. X.
Zo ook de wyze voorzegging, die
beft, na dat de hoedanighcit, groot- heit en ftandplaats van een Gezwel ons voorkomt, en na den toeiland des lyders ons toeichynt, kan wor» den gedaan, alleenlyk dient dit vol* gende kortelyk aangemerkt. X I. i. Dat de Gezwellen zeer wel en
|
|||||||||||||||||||||||
Derzeher
feekenen. |
|||||||||||||||||||||||
Voprzeg-
gmg* |
|||||||||||||||||||||||
Noodzakj-
|
|||||||||||||||||||||||
lykhutvan onderfcheidentlyk
|
|||||||||||||||||||||||
uit malkander
|
|||||||||||||||||||||||
t
|
of den onkun-.
e/^/weri» digen Heelmeefter za^ niet alleen
ie onder- lichtelyk in zyn voorzeggingen j
|
||||||||||||||||||||||
fcheiden.
|
|||||||||||||||||||||||
maar ook in den weg der genezing
komen te dwalen.
z. Dat de Gezwellen, uit een ge-
matigde Bloed-en Waiftoffe beftaan- de, in vleeiige en uitwendigedeelen ook daar by, niet groot, niet ver- oudert, noch diep. ingewortelt zyn- de, heel zelden bekommerlyk in haar genezinge worden bevonden. 5. Dat
|
|||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||
legennatuuriyke Gezwellen. ι j
3· Dat daar en tegen van de Ge-
zwellen, die uiteen verbrandeicher- pe galftof, vergoorde , verzuurde üymen enz. beftaan , en doorgaans verhard , 0f ook wel moogelyk Kankerachtig zyn> niet veel goeds, niaar wel zulks kan worden voor- ^gt, als daar het behoort, wat na- aer getoont zal worden. * 4. Dat alle groote, verharde, ver-
dikte, koude flym- klier- knurf- en vhesgezwellen, ontydig , verkeert, of al te lichtvaardig by een losbol zynde geopent, de genezing al door- gaans langdurig zal komen temaken, ende wel meermalen quaadaardige ^weeren en Pypzwcercn plegen na te laten. f. Dat in de Watergezwellen, in-
z°nderheit als die grootindebeenen, 1 Gemacht , en de Lyders zwak , ongezond en oud zyn, zeer lichte* Jyk een verfterving kan ontftaan $ die door des natuurs fobere warm- te meermaals doodelyk word bevon- den. ö\ Dat alle zeer groote Gezwel-
ien , tot een of meer Zweeringen, en aWus tot een al te geweldigen ont-
|
||||
*4 Verhandeling van ds
óntlaftinge des Etters zynde geraakt
öf gebragt $ gevaarlyk eh fomtyds doodelyk Zyn , nademaal alle des lichaams voedende Vochten, in Et* terftof veranderende en wegvloeijen» de, deLyders, doorgaans komen üit te teeren. 7. Desgelyks zyn het gevaarlyke
Gezwellen, die of uit een fenynige, of ook wel uit een peftige ftoffe be- ftaan , diens infchuilend quaad zap gemeenlyk meer in de hoedanigheitj als in de hoeveelheit, de lydende deelen befchadigt , gelyk in Feny- nige en ook in Peiigezwellen de bevinding ons komt te vertoonen. 8. Meeft alle Gezwellen in deGe^
wrichten, Banden , Peefen en Ze- nuwen , ©f ook onder de Spieren $ en tegens de Β eenders geplaatft i verfchaifen een moeijelyke genezin- 9. En kan en moet ook voorzegt
zyn , dat de Gezwellen des oogap- pels, der Keel, des Longepyps, des Levers, der Milt, der Nieren , en Blaas, voor zo veel die ook de Heel·; meefter te behandelen, konnen voor- komen , fomtyds doodelyk > meer- maals |
||||
TegematuurJyke Gezwellen. t f
maals gevaarlyk , immers ten min-
iten bekommerijk moeten geacht zyn.
io. Zo ook de Gezwellen , die
meer in- als uitwendige, en ontrent de van ouds zogenaamde edele deden °f tuflehende groote Bloedvaten in- gedrongen , of door een Crifis in zwakke , ongezonde, of haalt uit- geteerde Lyders haar opdoen, welke alle nooit gering behooren geacht te Worden. X I I.
Slaat het Gezwel door koude mid- zwarigheid
delen en verkeerde behandeling fchie- T^Z' lyk na binnen, of wykt het aldus in- Gezwellen, Waards, niettegenftaande dat mende rechteGeneesmiddelen gebruikt, en tQt deszelfs beletfel alle vlyt aan- wend, zo zal wel mogelyk eerlang de magere dood , de vermeerderde Jvoonfe, Zenuwtrekkinge, Flauw- tens y-enz. die van dezelve de vooiioo- pers moeten geagt zyn , komen te v°lgen. |
|||||
XIII,
|
|||||
*6> Verhandeling van de
XI I I.
opboevee- De Tegennatuurlyke Gezwellen'
krhande eindigen op vierderlei wyze of wo'r- XJ*~- den andere qUll?n·
digen, ι Namentlyk door ontdoening. als
de vailxitteride Vochten der Gezwel- len noch tydelyk worden verdunt „ ontbonden , en wederom vloeibaar gemaakt, ofuitgewaaffernt,weikers maniere van genezinge doorgaans de bequaamfte rrioet worden gekeurt. Ten tweeden, door Ettermaking
waar door des Gezwels ingëflotene Stoffe ontlaft, in alle peilen dierge- lyke verdachte Gezwellen de veilig- iie geneezinge komt té verfchaf- fen. Ten derden ^ door Verhardingh 9
zo gelyk in de verhandeling van de verharde en Vliesgezwellen , klaar- der getoont zal worden , wanneer die door de Handgreep moeten wor* den weggenomen. Of ten vierden, door bederving ,
ende verrotting , het quaadfte van alle, alzo de veelvuldigheid of quaad- aardigheit des Gezwels ingelege- ne Stoffe , de natuurlyke warmte verftikt en uitbluft, des deels wet^ kinga
|
||||
ftltnnatmirïyke Gezwellen. 17
llr>g i leven , en geeften verllind ,
overweldigt, dood , en doet ftin- ken. XIV.
1 t °ri §enez'nge der Tegennatuur- w*t ****»
lyke Gezwellen, moeten in 't alge- 'erin aan' meen drie onderfcheidene zaken wor- Γ*"* Apn „ . Mivui wui komen tot
aen aangemerkt. A*fcw»*j
. *en eerften j dat men nauwkeu- "egemzjng
riglykletop des Gezwels oorzaak /"T fyd, grootheit, nevensgaande qua'*"*" len, enz. ·. . Ten tweeden , óp des Gezwels
ingeflotene StoiFe ; namentlyk , of die u,t Bloed, Gal, Slym , Melan* s°'te, Water, Wind, of uit Feny- "'^.» of ook uit Peftige, Pokkige, , v* dtergelyke befmettelyke Vochtea voortgebragt is. deTl·" deiden ' moet §elet zy° °P
deel danigheit van hét ]ydende > ontrent deszelfs temperament, t*eeiSev°elentheit, Maakfel, For* ZV wkinS' Aangelegentheit, in r na dat dan ook alle de
fchik ter 2ene2;inge moeten ge- 7. XV.
|
|||||||
^ daar, Konit
|
ra^^^^^H *-" name Ge~
o een &»«//#»„
|
||||||
•i8 Verhandeling van de
een korte Verklaaring ofte Schets
van de Gezwellen in 't algemeen , van ouds heeft men die, in vier on- derfcheidene foorten verdeelt, als namentlykin een Ontileeking (ƒ»- flammatio of Phhgmone) in een ont- ileeking des Aangezichts , anders Belroos {Erifipelas) genaamt, in een flym of koud gezwel {Oedema) ge- naamt, en in een hardt Gezwel (Scirrhus oïSckroma) genaamt. Waar onder dat ook als nog allerlei Te- gennatuurlyke Gezwellen ordente- lyk konnen gefchikt zyn. Of ten ware , dat men met fommige he- dendaagfche Nieuwe Konftleeraars alle Gezwellen , zonder eenige de minfte onderfcheid te maken, daar de verfcheidentheden nochtans zoo groot zyn, leerde die flechts met een een eenige plaafter of pap te genezen, om zo den leerling niet anders dan een verfoeielyke domme onwetentheit, tot fchade van den elendigen, in te prenten dedwaasheit van zulke wak- kere mannen, die alles weder tot een klomp van duifternis en woeftheic zoeken te brengen, zal voor al de Weereld 'm onze Verhandelingen veel·
|
||||
Tegematüurlyke Gezwellen.' ip
veelvuldig blyken. Ziet S. F. R*
reld-Chiriïrgie > Cap. KUL Fan dé Gezwellen. II. HÖOFTSTUK.
Noodigc Bedenking over de zó
van ouds genaamde terugdry- vende Geneesmiddelen (Me- dicamenta Repellentia. *· Inleiding van dit Hooft deel. ζ en^.
Dat de terugdryvende Geneesmidde- len voorzichtig moeten gebruikt tuor- &n. 4. 't Gevoelen der Oude over · dezelve, f. V Gevoelen der heden- daegbfche Schryvers óver dezelve. β· *t Gevoelen van Mr. Böntékoe on)er dezelve. 7. Haare verfcheide fiorten. 8. Ί Gevoelen der Oude» over de vernvarmende terugdryvende middelen, y. Hoe fommige de naam *>an terugdryvende in verjlerkende of ^Samentrekkende middelen hebben zieken te veranderen. 10. Jbat dé Qude de koude terugdryvindi midde- B 2 lm |
||||
ßï Verhandeling van de
len fchaadelyk oordeelde, · ii. Hei
gevoelen van Joh. 'fhegnultiusOver'» gebruik der tsrugdryvende middelen Lib,VI. Cap. i. 12. Dat de keu- de terugdryvende middelen by de Oude in geen zwakke, ongezonde, noch in geen vergiftigde lichamen, nocb in de Pefl- of Pokgezwellen, noch in een Cr ifis, noch in de zogenaamde ont- lafiplaatfen of andere plaatfen van het aangezicht, Keel, Borfl, Buik^ enz,, noch in geen koude, wind, wa- ter , flym en verharde Gezwellen , noch in de gezwellen der Gewrichten, noch wanneer des Gezwels ingehou- dene floffe reeds vafigezet was en in andere gevallen meer, enz. mochten gebruikt worden. 13. Dat de Oude het gebruik der terugdryvende midde- len zeer nakuw bepaalt hebben. 14. Schaadelykheit der ffaamentrekken- de en verdroogende terugdryvende middelen ontrent de Gezwellen. 1 f. Antwoord op de vraag of men dan gantfch geen terugdryvende middelen mag gebruiken ? 16. Een tweede ant- woord op de tweede vraag, of men dezelve in Wonden, Beenbreuken if Ontletdingen magh gebruiken ? . 17.
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. æ é
|
|||||
ij. Waarfchowwingen voor de Leer-
lingen. Ë Leer ik my ve'rder tot de Ver-fj^f
■*** handeling van de Gezwellen in- Hooftdul. ^at, zo heeft het my goed en raad- zaam gedacht , om eenige van de noodigfte Aanmerkingen, raakende het gebruik van de repellerende Mid- delen, op teftellen. II. In het algemeen zyn in het gebruik Dat d>te-
der Middelen, die uitwendig werden 2gMiïdT gebruikt, de zogenoemde repellee- ünvoor, rende of terugdry vcnde meermaals zo zichtig bedenkelyk, en achterdenkende, dat f "'«»i«- Ze of gantfchelyk niet, of immers dm> ten minften , en al doorgaans , zeer voor- en omzichtiglyk moeten ge- bruikt zyn , derhalven zullen wy daar ontrent deze vier zaken tot on- ze betraehtinge verkiezen. I I I. Voor eerft , wat by het woord
repelleren van ouds verftaan is ge- morden , en hoe dat zulks als noch , .kan worden begrepen. Tcq tweeden , wat voor foorten
 | van |
|||||
֎ Verhandeling van ie
van Middelen onder dien rangbehoo^
ren. Ten derden, waar ontrent dezelve
roeeft of minft, of ook geenfinsdie·· nen gebruikt. En ten vierden , of eindelyk, op
wat wysdieop de lydende declenbe- hooren gebruikt te worden. I V. 'Gevoelen
Om voor eerft kortclyk tevertoo-
der ouden nen, wat al van ouds door 't woord ever de- repelleren verftaan is geworden, zo weten wy, dat de Oudheit de Ge- ? zwellen in vier tyden quam te ver- deden 5 als narnentlyk, in beginiêl , aanwas, ilaat en vermindering, waar , na dat zy dan ook in ordre de ver- fcheidentheit der middelen, tot des- zelfs iluiting, ontbinding, vermur- wing of rypmaaking, en hunner al·? toos, door de meeftbequaamfte we- gen, tot haar declinatie endevertee- ring zochten te brengen. In het be- gin der Gezwellen zogten zy den aanwas der vochten , in 't lydende deel, door terugdryving te fluiten , om dus, waar't doenlyk, inhetbe? gin der Gezwellen, het fchaapvoor den dam te ftutten. Pc
|
||||
TegennatuurlfkeGez'mlkn. z$
De Ouden hielden 't voor Re-
pellerende, of terugdryvende Mid- delen , die door hunne verkoelen- de kracht en aflri&k , de, hitte , en fcherpe vluchtigheit des Bloeds , en deszelfs nevensgaande Vochten , in eenig deel t'faamen hoopende en aandringende, konden als tegengaan, matigen , koelen , verdroogen , of ook verzachten, na dat de gelegent- heit voorviel. Pareus verftond on- der de naam van repellerende Mid- delen ook die, die wat asftringeren- de en corr ober erende wierden bevon- den, dewyl ook deze wel-byzondcr- lyk de vergadering der Vochten in't lydende deel beletten. Johannes Jé- gnultius hielt het ook met de zulke , die niet te vochtig maar wat verdroo- gende, ende met eenige corrohoreren- de wierden verbetert,op dat des Bloeds meeft andringende ftoffe , door de naafte weg eenigfints te fluiten, tot of ook in het gebrekkelyk deel, dus den toeloop mogt worden geweert. Dies, het bloed dus verdikt en ver- traagt , een meer inwaarts loopende doortocht moeit zoeken, waar door al meermaals een merkelyke vermin- B 4 de- |
||||
£4 Verhandeling van de
dering van het Gezwel of d'ont'ftee-
kinge wierdbefpeurt, temeer, wan- neer men by de verdroogende repel- lentïa, ook des Huits Pori- Zweet- of Tochtgaatjes gefloten, endusdes deels tranfpiratie als verhindert zyn- de, te lichter, dooreenige Corrobo- rantia onder de eerfte te mengen, de warmte in het deel wederom tot zo verre quam te vermeerderen, dat de- ze voor een korten tyd opgehoudene itoffe, en te bequamer, wanneer die wat vlug was, door de Bloedvaten wederom tot zich getrokken , hun voortgang nam , zo zat zy, alhoe- wel juift in de loop van de heden-» daagfche bekende verdeeling miflen- dej egter, myns oordeels , niet zo grof noch onwetende hebben ge- dwaa!t, als wel in onzen tyd eenige waanwyze nieuwelingen haar heb- ben gezogtte befchuldigen, die zelfs wel mogelyk meer met ydele opge- blazentheit vervult, als met de geeft der wysheiten ondervinding begaaft, die Schryvers na haar dood voor de Wereld hebben getragt te brandmer- ken, ende ten toon te ftellen, want 2-ekerlyk haare aanmerking ontrenc |
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen, if
het gebruik , misbruik en fchaade-.
tykheit van de Repellentia , zyn zo verwerpelyk niet geweeft , fchoon toenmaals noch maar in het rechte begrip van de vermenging miiTende, leeft Thegaultius, Fr.Razin, Pigreus, Pareus, Scultetus^ Hildanus^ en an- dere , en men zal bevinden, dat haar leeringen tot genezinge van de Ly- ders, hetwelk tog altoos onseenig- fte doelwit moet zyn, nog dagelyks in verfeheidene zaaken worden met voordeel gevolgt, en haar ftellingen konnen ontrent het weinige voor-en groot nadeel der Repellentia met on- ze hedendaagfche gevoelens zeer lich- telyk overeen gebragt worden, ge- lyk wy mogelyk, in het vervolg de- zer Verhandeling, nader zullen ver- tonen. V.
^y hebben dan ftraks gezegt, hoe Gevoelen dat de Oudheit de terugdry ving der*^ f&f t'zaamvergaderde Vochten verftond, ^Lilrs en dat zelfs in de beneveling der on- over dtztlz «ennifTe van de vermenging, als niet*'? recht begrypende des Gezwels rech- te °orzaak, en de loop des Bloeds, en der verdere omvloeijende Voch- B f " ten3 |
||||
z4 Verhandeling van de
|
|||||
ten, waar in wy dan ook (even ge-
ïyk alle andere Konften en Weten- fchappen worden verbetert, in klaar- heit verfterkt, gelooven , dat door het repelleree of te rugdryven , het aannaderend Bloed, Zenuwiap, enz. door aangebragte koude, verkoeling, verdikking, drooging, enz. van de buitenfte na inwendiger deelen Ican worden gedreven j want door de verdikking der t'zaamen gevloeide "Vochten, toeiluiting der uitwendi-
ge Bloed- Zenuw- en Waterpypjes, daar by gevoegt zynde, de koude , verdikkende , verkoelende , en des , Huits alleruitwendigfte Vaatjes toe-
fluitende Geneesmiddelen, gelyk als de Repellentia zyn , zo moet ook noodzakelyk het Gezwel eerlang tot meerder grootheit, of tot eenmoei- jelyker verharding zich komen uit te breiden, of anderfints een inwendi- ger doortocht zoeken, en dus kan 9t gefchieden, dat door het onvoor- zichtig gebruik der Repellentia , de Vochten, die door het itilftaan al- reeds het verderf hebben beginnen aan te nemen , of die Fenynig , Scherp, en vaneen quaden aart zyn, |
|||||
Zegennatuwlyke Gezwellen. 2.7
en in cenig uitwendig deel zich tot
een Gezwel begonden te vertoonen , wederom inwaards werden gedreven, en aldus door de voortgedrevene Vochten tot onder een vlugger ftof- fe gerakende , met deszelfs voort- gang , tot onder 't lichaam van 't Bloed, tot in de Long, tot in het Hert, en tot in het edele Brein enz. kan worden vervoert en verplaatft, van waar die dan al doorgaans, dog veeltyds te laat, de begane mi sflagen publykelyk komen ten toon te {lel- len. En aldus doen al doorgaans de
repelkrende Geneesmiddelen niet anders , dan dat ze de geftremde verdikkende Vochten noch meerder doen ftremmen, verdikken, en t'fa- men hoopen, als dat ze noch vafter bemetzelen alles wat in of ook bui- ten zyn Vaatjes in de doorgangen, komt te verftoppen , dat ze noch, meerder verftoppinge komen te ma- ken , en zo by gevolg 't Gezwel ^oen aangroeijen en verharden, dat ze des Huits uitwaaflèming dienen- °e» komen te fluiten , dat ze de sannaderende vloeijende ftoffe des Bloeds,
|
||||
xS VerhmitUng van de
|
|||||||||
Bloeds, des Zenuwfaps , ende van
't verdikken derzelver doortocht verhinderen , en aldus het lydende deel van de natuurlyke warmte, voe- dinge, geeften, enz. en van't leven konnen beroven, fnydende aldus het wederkeerende bloed en het Lympha de pas af, om door die party weer na haar oorfprong te vloei jen , zoo dat aldus niets, inzonderheitdoorde fynfte pypjes, konnende door paiTe- rende, noch al meer en meer Bloed- en Watervaatjes, zo door 'taanpers- fen van de noch vloeijende en aan- dringende, als door den aanwas der goore, verzuurde,en langs hoe meer fcherp wordende vaftzittende ftoffe, komen te breeken, en zo haar dien- ftig fap, in, het aangroeijende Ge- zwel te ftorten, daar alles, dus t'faam gehoopt , de lydende deelen op doet fpannen, en zo niet uitwen- dig, ten minften meer inwendig het Gezwel, of ook meer andere qualen veroorzaakt. V I.
irï* 'Dat nu Dr· Bontekoe tegen de Oud- ~Bontekö* heit inwerpt, dat door geen repellen- overde- fi& de ingevloeide vaftzittende ver- |
|||||||||
xjtlvt.
|
|||||||||
dik-
|
|||||||||
Teginnatuurjyke Gezwellen, z&
dikte ftoffe des Gezwels* wederom
door de verftopte of ook verbroken Vaatjes te rug en naar binnen konnen Worden gedreven , zulks getuigen Wy met hem, en hier heeft de Oud- heit wel meeft in gedwaalt, als on- kundig de vermenging aller omvloei- jende Vochten, waarom dan ookby ons de maniere van terugdry ving van eenig t'zaam gezet fap, zodanig als boven getoont is , namentlyk door een andere loop langs inwendiger deelen te zoeken, zeer wel kan ge- fchieden , en by ons worden begre- pen. VII.
Dus verre kortelyk van het woord Haare
spelleren , nu dient vertoont, watw/^«'^ foorten van repeïienüa dat'er zyn, enf0<>rts*· "Wat Geneesmiddelen onder dien rang behoorenj om die, alfchoon wy die nooit gebruiken , nochtans in haar onderfcheidene qualiteiten en wer- king recht te kennen , ten einde , om in deszelfs gebruik of misbruik ons verftandiglyk te gedragen. De repelkrende Geneesmiddelen
2Vn dan verkoelende , koudt verdo- vende, of die wat veiliger fomtyds kon-
|
||||
ρ P'erhanMing mn Ui
konnen gekeurt zyn , t'iaamcntrek-
kende, verdroogende, of ook corro- iorerende van kragten* De verkoelende, köüde en voch- ■ tige rêptlkntia zyn dan of maar een weinig, of middelbaar , of krach- tig verkoelende , of ook wel doof hun uitnemende koude verdoovende; Want of fchoon de ilellinge der Ouden, wegens de Elementen , en Temperamenten in onze Eeuw door de uitvinding van dienftige zaaken, by veele niet meer zo gangbaar en zyn: Zo dient nochtans aangemerkt, dat by de Oudheit de Geneesmiddelen van wegens haare verfcheidentheit van krachten , ontrent hun koude, hitte, droogteen vochtigheit, ver^ ilandiglyk in vier trappen of graden zyn afgedeelt geworden, daar in de eerfte graad het minfte, en het vier- de het krachtigfte beteekende , op dat men alzo van yder Geneesmiddel 't bequaamfte kon oordeelen , ten einde op dat niet alles als een klomp van dikke duifternis, maar yder Ge- neesmiddel met order en wysheit konde gebruikt zyn. |
|||||
De
|
|||||
TegtnnatuurtykeGezwellen. 31
De zachtelyk verkoelende en ver-
vochtigende acht men het Alfine 9 LaUuca^ Lens Paluflris^ Nympixea^ Pariet aria, Borrago, Cichorei, Spi- nacia, enz. AhookhctFarifiaffor- dei, Album Ovi, en diergelyken te zYn > onder de vermengende het Oleum Rofarum , Solani, Unguentum Rofa- rum , Populeum , Nutritum , enz. Waar van dit laatfte nog juift in een looden Mortier moeft worden ge- maakt. Onder de fterker Repellentia, die
noch meerder verkoelden, telde men de Pwtulacct, Ace/os , Solamm, Papaver Erraticum, Cucumer, Melof enz. uit welke dat of de bladen, het fop of de zaden voor Medicinaal wier- den uitgepikt. Onder de gene, die tot noch een
"ooger trap verkoelende, of ook verdoovende zyh getelt, zyn de Ci- cuta, die , inwendig gebruikt, van ibmmige doodelyk wort geoordeelts en volgens het getuigenis van den beroemden Plato, den wereldwyzen 7°c/'a*esi na d'andere wereld zoude oebben gezonden. |
|||||
De
|
|||||
γ. Verhandeling van dé
De Campernoelie , Duivelsbrood s
Paddeftoel, itf^tlSaryn Fungus ge- naamt, worden in hair verfcheidene foorten en figuren , om haar groote koude en vochtigheit, fehaadelyk voor de gezondheit geoordeek, het heeft, zo Hildanus, Fabr.Hild. cent. 4. Ohf. 34, 3 f, 36. volgens de be- vinding getuigt, een fenynigheit by zig, zo dat het in zyn tyd al eenige van de nieuwgierigfte Lekkermon- den, niet al te wel was bekomen , verwekkende verfchrikkelyke braa- ken en kamergang, en andere onge- vallen. Het Swart Bilfenkruit, als ook
het Geele en het Witte, worden ook in h'aar koude, tot in den vierden graad gereekent, en uitwendig wei- nig, en alleen het Witte, dat in den derden graad gefchat word, in- wendig ter genezinge gebruikt. De Maankop,, of Tamme Heul,
met enkelde, dubbelde, witte, roo- de, paarfe, of ook gefprikkeldè bloe- men , worden tot in den derden graad verkoelende ende vervochtigende ge- oordeelt, waar van de bloemen en het zaad, doch wel sneeft maar de bol»
|
||||
"fegennatuurïyke Gèzwïïen. ty
holten , ter genezinge werden ge*
bruikt. De Mandragora, werd tot in den
derden graad verkouwende, dog ook een weinig -, of tot in den ecrften graad verdroogende geoordeclt, ver- wekkende hevig braaken en Stoel- gang j verdoovingè van het gevoel * enz. de wortel, fchors en blaadcren Worden Van fommige nog wel ter ge- nezinge gebruikt. De Gulden Appel j Appel der lief- PomtM
de, word met zyn geele bloempjes ,--*»«·& en ronde roodfappige Vruchten, en bleekgroene gekerfde bladerkens * fterk en zwaar van reuk, en ook verkoelende ende verdoovende be- vonden -, ende daarom van fommi* ge maar alleen uitwendig gebruikt. Of men nu uit dusdanige verkou-
wende en verdoovende Geneesmid- delen, niet de bequaamfte, totpyn- ftilünge fommiger accidenten verkie- zen , en veiliglyk mag gebruiken, dat zullen wy andere laten betwillen, cn voortgaan > om ook een Weinig van de verkoelende, t'famentrekken- de> ende verdroogende terugdryven- de middelen te fpxeken s die in dus- C 4φι |
||||
54 Verhandeling van de
danige kragten een weinig of flerker
werden bevonden. itrugiry De zagtelyk verkoelende en ver- d£ droogende terugdryvende middelen zyn deTuffilago, Taraxkum^ dog die gedroogt zynde , nog eenige kleine verwarming worden toegefchreven , liet drgentina , Confolida , major , Sympbitum, of Water wortel, zo uit deszelfs bloemen, bladen als wortel, worden dienftige defenfiva gemaakt, het ïrifoliüm^ zo de bloem, de bla- den, als worteltjes, het Mi liefolium, zo het kruid als de bloemtjes , het Burfa Pafioris, de Bellis, of de Maag- delieven , die fomtyds ook wel zo heet zyn, dat Ze met malkander te kooi geraken, het Nummularia, Pen- ningkruit, (dat meeft overal gang- baar is) de Cyanus of Korenbloemen, Pyrola of Wintergroen, Cynoglojfum lingua Canis ofHontstonge, het Her- tiiaria of Duizentkoren, Sophia Fie- kruit, (fomtyds worden de Sophiaas welFoeikruit) Perficaria, Plantage, Centumnodia, Pulmonaria, Fragaria, Mufcus ferrefiris Aardmofch, als ook het Mofch van Eiken- Boeken- en «ndere Boomen, en meer Kruiden, BJoe-
|
||||
TegènnaïuuriykeGezwellen. %f
Bloemen en Wortels, die nagezogt
konnen worden. Onderde fterker t'iamenttekken-&»·£*»■*£
de en verdrooeende tenigdrvvende"'^'?^ middelen konnen geitelt zp/debla-****** ders, bloemen en Vruchten van de Karnoelieboom, in 'c JLatyn Corms genoemt, de bladers en Vruchten van de Ëikeboom , in 't Latyn quer- cus, desgelyks van deQuee- Pruim - Mifpel- Moerbezië- en Cypreflebo- inen, de bladers en bloempjes , als ook het zaad van de Smak- of Su- machboom , de bladers en bezien van de Myrteboom, van de Sauce- boorn, van de Aalbeziëboom , dog inzonderheit van de zwarte, de bla- deren en vruchten van Braamen, de bladeren en bloempjes van de Hage- "°orn , de bladeren en klawiertjes der Wyngaartranken, de wortel en 't kruit van de Hertstongen, de Ro- zen na haare verfc heidene foorten , de fchillen , bloemen en vruchten van de Granaatappelen, de Galnoten en meer andere. Tot deze worden nog bygevaegt sandelhout
j*etwit, geel en rood Sandelhout, het welk ons Petrus Njland t ι ζ Deel G z, $agi |
||||
yS Verhandeling van ds
pag. 319. uit Garcias,- Chfius en Mat*
tbiolus befchryft, koud in den der- den, en droog in den tweeden graad, en daar by nochtans openende , en het Hert en de Lever verfterkende van krachten te zyn, dog hoedanig een zo gantfch koud en verdroogend Geneesmiddel zulks kan doen, ismy onbewuft, want ik bevind het San- delhout uitwendig op de Gewrich- ten en Zenuwachtige deden gebruikt, ( dog met andere gematigde Simplicia t'faam gemengelt,) geenfintseen zo ' koud, maar wel een bequaam ver- fterkend Geneesmiddel in kracht en werking te wezen. sanguh Het zoogenaamt Draakenbloed 9 Draconis. een roode Traan uit zekere boom der Kanarifche Eilanden, of ook elders uitgetyfert, gezuivert en ons toege- bragt zynde, bevinden wy mede ma· telyk verkoelende, vry verdroogen- de , en wat t'faamentrekkende van kracht te zyn. Desgelyks ook de Bolus in haar verfeheidene foorten , het Goud- en Zilverglid, de Menie, Pompbolix, Tutie, Cerufa, gezegel- de Aarde, Koraal, Spodium , ens. Waar by dan ©ok nog den Aluin., |
||||
Tegeffliatuürlyke Gezwellen. 57
<3ie, alhoewel zo verdroogende en te
faamentrekkende, nochtans by fom- migen verwarmende word geoor- deelt. De Kampher wierd insgeiyks on- cafiuw.
«er de terugdryvende middelen ge- / telts koud van kracht gefchat, ook dat ze de Mannen tot de voortteling onmachtig maakte , gelyk als ook Beverwyk de Kampher koud van krachten befchryft te zyn, zo bevin- den wy nochtans dagelyks het tegen- deel, en dat dezelve buiten allecwy- fel zeer fyn van declen, doordrin- gende, openende, en by gevolg niet koud, maar zeer penetrant en ver- warmende word aangemerkt. VIII. Ook heeft de Oudheid noch eeni-^t«^ ge foorten van verwarmende terug- ^Jj^ Qryvende middelen weten op te tel- len , gelyk als daar was de Gentiana, Agrimonia, Jbfinthium, Mentba, Sa~ hina^ Abrotannm^LauruS) Cardamo- mum, Crocus, Nux Mofiata, de 01. •^kfitithii, Nar dim τ Mafiichmum, en j^dere, welke by Pareus aardagtige "jeete t'famentrekkende Geneesmid- delen wierden genoemt. Dog heeft C 3 ons |
||||
!§ Verhandeling van de
ons de klaare ontdekking desbloeds*
ommelöop, en aller vloeibare dieri- iiige fappen, geleert dat alle dusda- nige verwarmende Geneesmiddelen, alhoewel fommige eenigfints grover van deelen mogten bevonden zyn. Nogtans het aanvloeijende bloed en der vochten uit eenig deel onzes lichaams geenfints konnen te rugge ilooren , veel min deszelfs paflagie fluiten, en alles verdikken , gelyk de uitwerking van de terugdryvende middelen is. Waarom wy dan zul- ke foorten van Geneesmiddelen geen- fints te rug enindryvendej maarlie- ver (immers eenige van de bovenge- noemde) onder de heete refohentia , die het iubtylfte deel der verdikte vailzittende vochten verüinden en 'c groffte verharden , hebben zoeken te flellen. I X.
Terugdry. Andere hebben gezogt de naam van wndeen terugdry veilde middelen in die van Conobore.- Corroboranita te veranderen, doe weet mèsmidh- men dac tuffchen te rugdryving en fcn.Haare verfteriung een te groot onderfcheit TO^ei- zys dan dar men het eene voor het .««.«f. andere zoude komen te ftellen, want alles,
|
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. $p
alles, wat door zyn koude verdikt,
Verftopt en toefluit, moet onder den rang van de terugdryvende middelen maar geenfints onder die van deCor- roborantia zyn geftelt. Zo ook we- derom alles, wat door het woortw- roboreren of verlterken word verftaan, kan voor geen terugdryven worden opgenomen, ik fpreekvoor zo veel, door de terugdryvende middelen, die niet anders dan ongeval konnen toer brengen , moet worden verftaan , maar anderfints genomen als men daar tegen, in plaats van de fchaadelyke terugdryvende middelen , de voor- deelige Qonoborantia fielt, die ter regter tyd en plaatfe gebruikt, kon- den doen , wat eertyds zo verkeer- delyk, door de terugdryvende mid- delen wierden beoogt, zo geloof ik dat een veiliger weg ter genezinge zal zyn ingeflagen. X. Om de fchadelykheit der meeft- Deoudhe'd verkouwende terugdryvende midde-'""'^** len, heeft men ook al in de vorige ^? keuw, het gebruik van deze, in diehnfcha*' Vao de Corroborantia willen verande-<%£. ren, gelykin de boeken van Pareus, C 4 HU- |
||||
4» Verhandeling van de
ffildanus, en andere klaar is te zien,
zejfs ook in de Ontftckingea en Ge- zwellen, die of alleen , of met een Wonde, Zweer, Beenbreuk of Om> leding verzelt, de Lyders aantrof- fen, zegt men of al in 't begin, de Corroborerende, of ook de fefolveretiT de en ontbindende, onder de terug- dryvende middelen te vermengen , niet dat ik zulks in alle die voorval- len kan pryzen, want meeft alle ver- kouwende terugdryvende middelen by my verdagt en van flegt aloi zyn, maar alleen tot betooning, dat ook de Oudheit alle koude, verdikken- de, en inzenderheit het gevoel ver- doovende, of ook, daar de Vochten wat fcherp of heet waren, de noch meer pyn verwekkende en vaft pak- kende terugdry vende fchadelyk heeft geoordeelt, en om diverfche andere §chryvers van den ouden tyd voorby te gaan , %itt hier eenige ilaaltjens van den weleer zo beroemden Dr. Johannes Tbegaultius, wiens Boek al in de voorgaande Eeuw, Anno iffp. niet voor de eerfte maal gedrukt , maar doen al uit het Latyn in het Nederduits overgebragt, en tot Brui- |
||||
¥egj$natuurlyke Gezwellen. 41
fil herdrukt is geworden, dus zegt
°nder anderen dezen Auteur. XI. Dat al wat koud in zyn kracht is, J^J*
de Vochten verdikt, en inwaards IZms' dry ft, of een Scirrhus verwekt. Tbegauh Dat hy , zelfs in hevige pyn ? uus>
allc koude , en ook de verdooven- de Geneesmiddelen , als de Man- dragora , Hyofciami, en diergelyke veragt. Dat men geenfints op alle deelen
deslichaams, de terugdry vende mid^ delen mag gebruiken. Dat de verdroogende conflringeren-
de beter , dan de Koude , Natte , vervochtigende by hem wierden ge- oordeelt. Alle verkoelende middelen moes-
ten gematigt, en niet al te verkou- Trende zyn, om geen vermeerdering desGezwels, verdickinge der Voch- ten , als ook om geen pyn, verhar- ding en Scirrhus in't lydende deel te verwecken. Dat alle dusdanige ingepakte ver-
hardde Gezwellen, niet lichtelyk naderhand wierden ontdaan, enz. |
|||||
C f Als
|
|||||
4& Verhandeling van de
Als eenig inwendig deel, of het
gantfche geitel, door ziekte wierd aangetail, zó vermogt men ook geen- fints uitwendig eenige terugdry vende middelen te gebruiken, op dat toch niet iet fchaadelyks (alreeds uitwaarts zynde gevordert) wederom inwaarts werden gedreven. Dat in de gezonde en iterke men-
fchen, wel eenige t'iaam vergaderde itoffe, uit eenig deel tot grobter va- ten , na de inwendige deelen konde vloeijen zonder perykel, maarander- fints altyd bedenkelyk wierden ge- oordeelt. Men moeit ook wel toezien, dat
men de t'faamentreckende Genees- middelen met difcretie quam te ge- bruiken , alwaar dat eenige over- \4oet van een vergaderde itoffe, die grof en verdikt was, in zwackefub- jeóten, of ook wel fcherp, heet en pynelyk wierden befpeurt. Want dan veel eerde weg behoorde gébaant te werden door 't welk de evaporatie en ontiailinge mogten gevordert zyn. En op dat dan ook de pyne moge
worden gemodereert, zo moeft men zyn toevlucht nemen tot relaterende en
|
||||
Tegenmiuurlyke Gezwellen. 45
en ontbindende Geneesmiddelen, im-
kers tot de zulke, die de groocfte Weedommen quamen te verzachten. Men yermogt ook geen fenynige,
peftilentiale, nog andere quaadaar- oige liorre, die zig in eenig uitwen- dig deel openbaarde, te rug te dry- ven> maar dezelve moeft met krach- tige uittrekkende middelen meer en meer uitwaards werden gelokt. Op dat dog vooral niet fchadelyx weder- om onder 't lichaam van 't bloed mogr. Worden getrokken. Dus verre de Hellingen van dien
Autheur, diens Boek al mede , als ÷ï veel andere, hedensdaags in deze °nze verwaande Eeuw, met befpot^ tIngs verachtelyk achter de bank word geworpen , Hildanus niet al- ^een, in zyn boek, van de Obferva- tien, maar ook in zyn Verhandeling van de verftervinge, doet by na niet anders, dan de jonge Chimr^yas af- tefchricken van het veelvuldig, on- doorzichtig en fchadelyk gebruikal- *er koude, verdickende terugdry ven- °e middelen. Zo dat, indien deze iviannen } die nu van veele heden- uaaglche ai £e waanwyze nieuwe Konit-
|
||||
44 Verhandeling van de
Kunftbazen, zo onbezonnen worden
veracht, alleen maar de opheldering van de CircuhtioSanguinis, enz. hadden verftaan, noch deftiger Schriften toe nut van den Lezer, en dienftderLy- ders, zoude nagelaten hebben , niet tegenftaande haarpraïïyk ontrent den al te grooten omflag van Geneesmid- delen niet nagevolgt behoeft te wor- den. X I I.
25« koude Nu is de vraag, in wat voor gele- ttrugdry- gentheden de terugdryvende Midde- 7eki"^f'.lea fchadelyk of n'et fchadelykmoe- ie»^ X^"^11 geoordeelt zyn? Ikantwoorde, ouden in dat de Oudheit die zaken al tamelyk .gee»*»*£,-opgcftelt heeft, zulxhetonderfcheit %zondt°n~van haare met hedendaagfche me- Uchamen thode niet veel verfcheelt: overmits •worden ge- alle zeer Verkoelende, Koude, Voch- hmtkt, tjgC en verdoovende Geneesmiddelen by meeft alle de Schryvers des Ou- den tyds, voor verdacht gehouden, en in vtel foorten van toevallen, en wel by zonder op de voornaam fte deelen des lichaams wel fcherp ver- boden geweeft zyn, dewyl men agt moeit geven op de fterkte, zwak- heit, gezondheit of ongezondheit, jaren,
|
|||
Tegermatuurhke Gezwellen. %f
jaren , Sex ? en de maniere van 'å
leven der Lyders. Want alle ver- zwakte, ongelondelichaamen, ook tedere delicate Vtouwsperfoenen , Kinderen, oude Luiden, of die in ledigheit leefden, en by gevolg die eenigfims Koud van temperament , °f met maar fobere inwendige hitte Waren begaaft. In alle de zulke ver- mogt men geenfints haar opkomen- de toevallen met dusdanige verkoe- lende terugdryvende middelen tegen te gaan, om geen vergaderde, ver- dikte , grove, noch ook fcherpe ftoffe der Gezwellen wederom in- ^aards en te rug te dryven j en hier d°or het bloed, en alle des lichaams*» yochten ontftellende, grooter onge- tetnpertheden, Koortien, Krankhe- den, en w el mogelyk de bleeke dood te veroorzaaken , of ten minften in't lydende deel een verfterving te ver- wekken. Daar en tegen had men in fterke, robufte, gezonde, enz. die «iet meerder krachten en warmte , en ook met beter Vochten waren be- , gaaft, zo lichtelyk ontrent het ge- bruik van je meefl: veiligfte terug- dryvende middelen niet te vreezen, de-
|
||||
4<ί Verhandeling van de
dewyl het vergaderde in de zulke
lichter verftrooit en verdeelt, zyn voortgang met de andere ftoffe des bloeds, quamte nemen. Of kon dit niét zyn , nog altoos gevoegelyker als in de tegenftrydige lichaamen, - *t zy door difcutie, 't zy door fuppu- ratie , konde worden geremediëert, zodat, onzes oordeels, opzulxniet anders valt te zeggen 5 als dat ons de ommeloop des bloeds zynde bekend geworden, wy liever in allerleie foorten van lichamen gantfcli geen zoo verkoelende en verdikkende te- rugdryvende middelen willen gebrui- ken , om des te veiliger door losma- kingen ontbinding, of ook door ont- lading des Gezwels oorzaak weg te nemen i 'jpsnyiiige Ten tweeden , geen Fenynige QgetsMren StofFe uitwendig het lichaam toege- bragt zynde, als allerlei fteken, be- ten en quetzuuren van Fenynige die- ren, of ook van dolle Honden, Kat- ten, Menfchen, enZ. mogt worden teruggedreven, noch door de min- fte verkouwende en verdikkende Ge- neesmiddelen verkeert behandelt en na binnen gedreven zyn. Op dat niet door
|
||||
TegennatHurlyké Gezwellen. 47
«korzulx het bloed, de geeften err
nobelfte deelen des lichaams , meer e" meer wierden befmet} en aldus cen haaftig bederf en ongeneefelyfc ?0!ËÀç menfch overquam i welk
verbod dan nog klaarder en zekerder °°or de bewuftheit vandeommeloop acs bloeds, is bekrachtigt geworden, Jfant deze quaadaardige en fenynige ïtoffe, in ernige deelen onzes lic* naams alreeds ingedrukt zynde, dient vaardig ontlaft , maar geenfintsdoor ae toefluitmgder^w/, na binnen ge* prangt, of dit quaad zal eerlang , door des bloeds ommeloop, inwaards worden gedreven i en dus alles ver- giftigende na zyn aart en qualiteit , ?°ê ichadelyk in uitwerking worden * en derden , vermogt men ook Ñ'âñæíÖ
geenfints eenige Peftilentiale ftoffe 'f "och ™ge Gezwellen, Zweeringen fS. nopegenoogen, Bioedvinnen, als ook geen Pofcquaalen worden te rug gedreven, op dat ook niet zulx we- «erotn onder 't lichaam van 't bloed fvk r > etl dus met dit befmette-
/*' ?herp , loog- en quaadaardig ?aPj eenobelftedeelen des levens, |
|||||
wier-
|
|||||
48 VeYhandeling.van dé
wierden beftormt, en dus den Iydeir
een doodelyk lydenwierd toegebragt het welk dan al wederom door de ontdekking van den ommeloop des bloeds word bekrachtigt, als ileu* nende op dezelfde redenen, die ftrax van de vergifte vertoont zyn. Wifis. Ten vierden i mogten geen qualyk
gefielde vochten» dewelke by ma-
niere van een Crifis^ den Lyder be- ftormde, en zig uitwendig tot een Gezwel zettede, wederom inwaards werden gedreven: En zulxwasregt, want wy weten volgens des bloeds ommeloop, de reden, en ook de bevindinge, dat door de quaade ge* flekheit in eenig gedeelte, ofookjin de Vochten onzes Lichaams , zeer lichtelyk de gantfche mafla desbloedsj en by gevolg, meer deelen, en fomwyl 't geheel, de ziektens ert quaalen ontfangt. Men heeft ge- twiftredent, dat'er geen fl uxien kon- nen voortkomen, en dat niet anders ohfiruSlie, dan de Verftoppinge en de Verbre-
kinge van de vliezige Bloed- enWa- tervaten alleen, de waare oorzaak der ontfteekingen en gezwellen moe- ten geacht zyn 9 het zy zo het wilj de
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 4^
ψ bevindinge leert ons dagelyks;
dat in veel foorten van hevige of ook langduurige; quaalen , door een uit- ^erping, t'faamenhooping of verga- dering van een gantfch fcfaadeiyke, vmlaardige enfomwyl ftinkende ftof- te> naar eenig uitwendig deel, en al.daar ter ontlaftinge gevordert, en «Jtgelooft zynde , den Kranken als dan ook niet eer zyngewenfchteger zondheitverjsrygt, daar in tegendeel t quaad weder inwaards keerende j ks den lyder van 'tleven berooft, uie vuile uitwerpfels van ongezont en quaadaardig Bloed en Weyftof, nebben de Ouden door 't woordeken Lrijs verftaan, en gewilt, dat men Qie door geendeminfte terugdryven- oe middelen weder inwaarts dreef j •naar zo veel doenlyk was, inwaarts ter ontlaftinge vorderde, opdat niet Aaiyder tot in een zwaarder of
öoodelyker ongeval quam te verval- . Ten vyfden, vermocht men apk*""*^
|een Gezwellen, noch Ontftekin-rw· sen der zo van ouds genoemde Snui- N°s m *. atntcr deOorén, des Herten, op-iUófi» '
D der |
||||
fö Verhandeling van de
der de Oxels, ende des Levers , in
de Lieflchen , door eenige koude , verdikkende terugdryvende middelen wederom inwaarts te dry ven, opdat niet een zo fchadelyk fap, weer tot in de edele deelcn wierd verplaatft. Hier voegen wy, volgens de bewuft- heit van desbloedsommeloop, noch maar by, dat alhoewel deze klierige en by gevolg ontfankelyke deelen , wel juift zo eigentlyk de ontlaftplaat- fen der Herfenen, noch van 't Hert, noch ook van de Lever , niet wei konnen zyn, zo erkennen wy noch- tans met de Oudheit de fchadelyk- heit aller koude verdikkende terug- dryvende middelen op dusdanige dee- len, die, alsgezegt is, klierachtig, en dus, als uit een konftig gewelf , en bordu,urfel van Bloed , Zenuw- Way- en Watervaatjes , en allerlei vocht, zo uittermatén ontfankelyk zynj waar in het verdikte t'faamge- hoopte, als ook noch aandringende Vocht, geenfints door koude, noch meerder beklemt, maar verdunt , verwarmt, geopent, en ruimte moet worden gemaakt, ofalles, wat door zyn aart noch meer verfcherpt, door- knaagt |
||||
ïïegennafuurlyke GezHoetten. ft
Icnaagt en wegwreet, of door zyri
hoeveelheit meerder verdikt, ver- kopt , en ophoopt, zal zekerlyk i door alle verkouwende, en verdik- kende terugdryvende middelen noch Zwaarder ongeval in de lydende dee- len, of in de inwendige , of in die beide i en zo by gevolg in't gantfche lichaam komen toe te brengen, ge- lyk dan in zulks nader te onderzoe- ken, niet alleen de reden j maar ook in die, die dit onbedachtelyk onder- ■ftaat, de bevinding zal komen te lee- fen. Ten zesden, verbood men op ee- ^gingm
«ig Roos- of Galgezwel, en ontttc-^jj^ king desAangezichts, Keel, Borft, ,«»£«&« Buik, enz. de terugdryvende midde-AM-B^A *en te gebruiken, op dat doch voor£**t,»'s** d Zodanige fcherpe galftof, niet we- derom inwaarts wierden gedreven » en dus tot in de edele deelen ver- plaatft, een veel zwaarder of dopde- lyker ongeval quam te veroorzakenj dat zulks gefchieden kan, leert de °ndervindmg maar al te veel, en de re<ien noch klaarder door het begrip ?aa deo ommeloop des bloeds. |
|||||
D ζ Ten
|
|||||
ft Verhandeling van ie
|
||||||
Ten zevenden, mocht ook geen;
gezwel in de diepte van eenig deel fchuilende, of met een koude, ver- dikte, verharde ftoffe gevult, door verkouwcnde terugdryvende midde- len inwaarts werden gedreven, want als dan had men zekerlyk een groo- ter gezwel, verharding, of immers ten minften een langduuriger gebrek en ook wel een verfterving, of een noch meer diep inwaarts fchuilende verzweeringe te verwachten, welke leere der Oudhcit al wederom, door de bekent geworde wegen der om- vloeijende Vochten bekrachtigt wort, want alwaar een groot Ge- zwel in de diepte verfchuilt , daar moeten ook des deels binnenfte bloed en Watervaten' voor geen klein: ge- deelte bezet zyn, of ook wel moge- lyk de fynfte Takken, Vliezen, en Vefels zyn open gebarften, zoo dat de voor naam lle wegen gefloten, ter doortocht verhindert $ of onbequaara ook noch daarenboven de buiten fte Vaten, doorzoverkouwende, ende verdickende middekn toegeprangt Worden. Dus de Vochten uit, en tuflehen de Bloed- en Watervaten uit-
|
||||||
ïSogbigeen
, loonde ,vïnt flym en •verhardde Gezwellen |
||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. y 5
ttitgcftort zynde, noch meerder ver-
dikt , en noch vafter t'faam gepakt, en alles dus meer en meer van zyn Warmte en bequaamheit ontbloot, en van zyn levendigheit verileeken , 2eer haaft tot een zuure, vergoor- de feherpknaagende ftoffe ontaart, en verbaftert, en zulks de sneeft dun vliezige deelen prickelende, fteken- de en doorknaagende , zo vermeer- dert nootwendig de uitbreidingc des Gezwels, ièzyngrootheit, metop- ipanning, Pyn , Koortfen, en wat voorts de quaal tot gezelfchap aan- kleeft i zo dat ook wel door het ge- bruik der verkoelende terugdryvende middelen de noch overgeblevene , kleine, inwendige warmte, hetge- v°el en het leven in 't lydende deel VerftikE, en voort t'eenemaal uitge- bluft worden, zo dat dus denLyderspatelm byna zo vaardig van een Heet vuur, Gangmnal als van een beginnende verfterving kan worden vermeeftert. Ten achtften, mochten (gemerkt Nog 'm de
de verfcheidentheit der deelen desGi*w^«# "chaams) geene zo koude vervoch-^.J^ '!Seode terugdry vende middelen, op ac Gewrichten en Zenuwachtige D 3 dee- |
||||
f4 Verhandeling van ie
deelen worden gebruikt.-, om aldus
met noch een veel meerder verdikt- heitj t'faamgepaktheit, en onthou- dinge der vaftzittende Vochten, en by gevolg een veel grooter onmacht, flappigheit, Joffigheit en onbequaam- heit in 't lydende deel te verwekken, welke laatfte insgelyks door de op- gehelderde ommeloop des bloeds is bekrachtigt. tgtgioor Ten negende, wierden alle dusda- desGezweU nige terugdry vende middelen verbo- ingekgene (jcn f wanneer de Vochten aireede íßâÞ? ,ge&ieaiti tot een gezwel gezet, en
zig vaftgezet hadden, want die dus volkomentlyk t'zaamgezet zynde, zo ftont die ftoffè noch meer ver- dikt , en ontwyffelbaar tot een Verhardingh te worden, het welk al mede door de bewuftheit van de ommeloop des bloeds word beves- tigt. En aldus mogt in veel anderedïer»
gelyke gevallen geenfints worden te rug gedreven, als, ten tienden, de t'zaamvergaderde itofre zeer koud, waterachtig, en winderig> als-inde water-s flym· en zuchtgez wellen, of grof,; verdikt» verhard, en aardag- |
||||
¥egtnnatuwl$ke Gezwellen, ff
t'g, als inde. Kalkbuil, Kropzwee- Thopbi,
ren j en diergelyke ons voorquam 9ScrophnU, 20 wierden ook insgèlyks alle terug- dry vende middelen verboden. En wederom ook over de andere
Doeg» en ten elfden, als de Vochten zeer vinnig en fcherp , in veelheit met hevige pyn, Koorts, flauwtens enz. het lydende deel beftormde, zo rnogt door geen terugdryvende mid- delen verkoelt noch verdikt zyn , om niet by dit alles een haaftigé ver- fterving , door verfticking eu uit- bluifing der innerlyke warmte te ver- Wecken , 't welk al mede door de wetenfehap van des bloedsommeloop Wort bekrachtigt. XIII.
Doch benevens dit alles, heeft DeOude»
noch de Oudheit zulke enge palen hebben·t in >t terugdry ven geftelt, dat ze die,* J™*.*' immers voor 't grootfte gedeelte gz-ZZe'L·· noegfaam uit deKonftoeffeningheb-ifete^fr ben verbannen , want alle verkou- naauw bei wende en verdikkende terugdryvendetaalt middelen mogten niet anders, dan in «et begin, op eenig gezwel ofont- fteking gebruikt zyn, en ook als dan oog met eenige ontdoende middelen D 4 wor- |
||||
jrö Ferhandelmg mmn ds.
worden vermengelt, en wyders alles
daar henen beftiert, dat nooit geen vaftzittende ofte byeen vergaderde itoffe des gezwels of ontfteking nog Vafter wierden bemetfelt: In fomma, dat ook als noch de leere der Oud- £eit, in alles , wat voorgefltelt is , feenfints vernietigt, veracht noch
, eipot, maar in haar waarde gehou- den, en achtervolgt moet zyn,want of fchoon de Oudheit de zaken in 't lluk van de terugdryvende middelen als onkundig van den ommeloop des bloeds, niet zo klaar en begreep nog verftond, zo is die nogtansmetyver en naarftigheit bezig ge weeft, den ieerling te vermanen, zeer voor- en omzichtig ontrent het gebruik van de terugdryvende middelen te zyn. XIV. scbadelyk.- Wat nu de zo verkouwende t'fa- heitder mentrekkende en terugdryvende mid- *'â"™ç- ^elen aansaat.die nemen al mede door- -verdrogen- gaans geen goed einde, want door hun detemg- t'faamentreking, droogte en koude, dry,dTfe worden de gaatjes en pypjes noch fntrmZe vafter geftopt, de Vochten verdikt, GtzweUtn. de zwelling verhard en vergroot, en, iferi. alle de naait aan gelegene bewegen- de |
||||
ÏegennatuurlykeGtzwlltn. ff
de werktuigen verftramt en verftyft:
ja zelfs ook v/el de gewrichten,tot een gantfch onbeweegelyke toeftant ge- bragt, gelyk wy in de Verhande- ling van de vérftyfde Ledemaaten moogelyk breeder zirilen yertpo- nen. ( XV.
Nu mocht iemant vragen, ofmen Anmort dan gantfch geen terugdry vende mid- °P <*?■ ^raas delen mag gebruiken ? tweede dient S^ ten antwoart, dat wy veel liever ae..neterUg. zagte, openende, ontbindende, en der dryvende geftremde Vochten losmaakende mag ge- als de Vochten noch meer verdik-: r*'"*' kende , ende vaftpakkende Genees- middelen willen gebruiken, als door- gaans hebbende ondervonden , hoe voordeelig by ons de eerfte, en hoe fchaadelyk by dien, die het onder- ftont, de laatfte geweeft zyn. Dan zo het noch iemant mogte luiten , de zogenoemde terugdryvende mid- delen te willen verkiezen, dien re- commandeer ik dan noch veel liever de zaphte en verkoelende , als het ■*■**ƒ. Paluflris > de Nymphaa, Parie- taria ^ Scmpn Cafoniorum, de Gummi |
||||||||||||
ïragacantha,
D y |
het Farina.
Her- |
|||||||||||
Arab
|
'icum.
|
|||||||||||
ƒ8 Verhandehng van de
Hordei, en diergelyke , als die vry
kouder, en meerder verdikkende worden bevonden , gclyk de Portu- laca, Sempervivum, papaver horten/e, Solanum, Acetofa, enz. Veel min zou ik houden van die nog meer ver* kou wende 5 zelfs ook het gevoel ver- dooven , gelyk als de Mandragora , het Hyofcyamus, de Cicula, en an- deije. Doch wederom over de an- dere boeg, konnen uit de maatelyk verkoelende ende verdroogende te- rugdryvende middelen, de Ihffilago, ffaraxicum, jirgentina, Confolida ma- jor, Burfa Paforis, Beïlis, Cyanas, Pyrola, Plantago , Pühnonaria , als ook de Roozen, de Blaaderen van zwarte Aalbeziën, ende meer andere worden gekozen, alsook het mofch van verfcheidene Boomen, inWyn, of anders gekookt, en wil men nog fterker t'faamentrekkende ende ver- droogende terugdryvende middelen gebruiken, zo kan men dèbequaam- fte uit de gene verkiezen, die op haar plaatfe genoemt zyn , doch die on- der de éerfte foorte van terugdryven- de middelen de verwarming, en on- der de tweede de verfterking zoekt te
|
||||
ïïgennatuurhke Gezwellen. ƒ9
te voegen, zal myns oordeels, beft
doen, waar mede wy dan ook deze vraag voor beantwoort houden. X V I. De tweede vraag is, of men niet Antwoord veilig en met voordeel op, ofomrent?* w aUe Wonden , Beenbreuken , Ont-*^*· ledigingen, Kneuzingen, Ζ weeren , enz, de raatig verkoelende terugdry- vende middelen mag gebruiken? ten antwoort dient, dat wy ter plaatfe daar 't hoort, van zulx op een on- derfcheidender wys verhopen te fpre- ken, doch om (als met een woort) myn meening te uiten, zo zeg ik , dat ontrent Wonden met groote bloedftortinge, de maatig verkoelen- de, t'faamentrekkende, en toefhu> tende middelen , niet alleen goed , maar ten hoogften noodig zyn , dat in Beenbreuken , Ontledigingen en Kneuzingen^ die wel in't begin, maar vorders de verfterkende beter en dienftiger, dan de terugdryvende middelen behooren geacht te zyn , om redenen by ons te voren getoonr, en in allerlei foorten van Gezwellen genoegZaam meenen bewezen te heb- ben. Wat de Zweeren belangt, veel
|
||||
*
|
|||||
@q Verhandeling van de
veel Unguentum Nutritum , of dier-
gelyke verdikkende , vette, en des Huits floppende, koude Genees- middelen , rontom dezelve , door-? laliia. gaans harde kanten te ftryken, ver- acht ik , om vorige redenen , ver- kiezende yeel liever de warmte, ope- ning en ontbinding aller vaft t'faam- vergaderde , geftremde en onthou- dene Vochten. XVII.
wmt- Nu zouden wy noch vanhetmis-
fcbouwwgebruik der verkoelende , koude ea
■voorden vochtige Geneesmiddelen iets kon-
jrmg. nen peggen, maar daar van zal
in het vervolg, en daar het te pas
komt, byzonderlyk worden gefpro-
ken.
Dus verre heeft het my goet ge-
dacht , een korte Verhandeling over het ftuk van de zogenaamde terug- dry vende Geneesmiddelen te doen', eer wy tot de Verhandeling van de Gezwellen yoortvaaren , dewyl zulks aan den Leerling in het ver- volg den weg zal baanen , om de hoedanigheit der Gezwellen in 't byzonder, en de kracht der ver- cifchte Hulpmiddelen klaarder, en- |
|||||
Tegem&tuurlyh Gezwellen. 6%
de volkomender te begrypen , als
ook töt. aanmaninge , de boeken der Oudheit niet zo lichtyaerdig en als verfoeijelyk agter de bank te wer- pen. lil. HOOFTSTÜ K.
Van het Gezwel Phlegmoné
Ontfteeking. ι. Ver deeling der verfcheidé foorte van
ontfieeking. z. Èeszelfs befchryving. 5. Oorzaken en verfcheidé gevoelens hier ontrent. 4. tVaar(chou<wing. f. Teekenen. 6 Voorzegging. 7. Gene* zing en wat daar ontrent den Heel- Üeefler te betragten fladt- 8. Teeke- nen van verdivyning der Öntfleeking. 9· Teekenen wanneer dt< ontfieeking tot een vtrzweering overgaat. |
||||||
\7Ierderlei foorten van Gezwellen
komen den Heelmeefter in zyn
konftoefïèning voor, daar onder dat
alle
|
||||||
ê
6Ί Verhandeling van cté
alle Tegennatuurlyke Gezwellen ge*
voegelyk worden gerangeert. Oedetna, Deze vierderleie foorten zyn Ont- sdrrhus. fteeking, Gal- ofRoosgezwel,ilytn- gezwel,en Knoets- of verhard Knurf- gezwel, hier vinden wy een groot velt geopent, waar van dat ik maar de voornaamfte zaaken, zo ontrent de verfcheidentheit dezer Gezwellen, als onderhoorige foorten, enmetop- merkelyke voorvallen doormengelt, kortelyk denk te verhandelen. Om in de Konftverklaaringdege·*
woone loop te volgen, zo beginnen wy eer ft van het Bloedgezwel. phhgmme> Ontfteeking is een Gezwel (tegen Bryfipl", ratuurj door OpgiilingedesBloeds, meelt in een Vleefchachtigdeel met een geweldige hitte, rootheit,fteek- te, klopping en fpannende pyn in- vloeijende. I I.
phlegmoni, Zy komt ons , of met een vehc-
Infamtna- merite brand , hitte , roodigheit, fpanning, pyn, en een continueele Sterke Koortfe voor, en dan kan zy» als meeft met een geweldige On- ftuiraigeGiftinge desBIoeds enGal- &o£
|
||||
i
Tegematuurlyke Gezwellen. 6 $
ftof Zynde bezet, een ware Ontftee-
king word genoemt. Maar in een bleeker gedaante en P\mt»\
minder hevigheit, 't zy met Slym- ftof, 't zy met Way- of Scurbutig- fap vermengt, of dat ze met eenige Scirrheufe hardigheit verfchynt, zo kan zy een niet ware ontfteking wor- den genoemt. I I I.
De Ouden hebben des GezweIsc<I^pr£:
Oorzaak in 't generaal driederlei te catartica. Zyn verklaart, namentiyk in de uit- CaufaAni wendige Oorzaak, de voorgaandetuedem· Oorzaak, en de bygevoegde Oor- Zaak, op dees ordentclyke Stelling, (als nu noch door de bewuftheitvan des bloeds ommeloop geftyft) kan °P dusdanig een wys, de Oorzaak van eenOntfteeking vertoont zyn. De uitwendige oorzaak gefchied
door allerlei uitwendig gewelt, die de deelen kneuzende, pletterendeen. de Bloedvaten verbreekende, toe- fluitende, of ten minften ontftellen- ^ej en de verdere welgeordonneerde 1 Samenhang der deelen quetzende s en aldus, bygevolg, hetomloopen- de Bloed enz. doet ftilftaan, en op- heo*
|
||||
ó"4 Verhandeling van dé
Boopende tot, een Gezwel formeert^
met een gevolg en hevige pyn, ont- fteeking j vermeerdering en'uitbrei- dinge des Gezwels, toeneemende Koorts, ontfteltheit des Lichaams, enz. 'cauja Ex- Onder deze uitwendige Oorzaak, m»a. behoort ook de koude des Luchts , ende (vöornameritlyk als de Menfch verhit is) alle fchielyke ontfarigene koude, die zo vehement kan zyn , dat zy haaft het verdunde bloedende de verdere öm- en doorvloeijende Vochten verdikt, doet ftremmenen ftilftaan, zulx dat deszelfs doortocht PrïtnitivA verftoppende, de eerfte oorzaak van de Óntfteking, ofte van dat Gezwel kan zyn, het welk ons na den aart van deszelfs onthoudende ftoffe voor- komt. Noch kan tot deze uitwendige
Oorzaak gevoegt worden alle hevige Gemoetsbewegingen, toorn, gram- fchap, en diergelyke beweginge des Gemoets: Dewyl die zeer licht de grootfte Ontfteitenis in de anderfints welgefchiktheit van des Bloeds om- jtneloop, kónnen veroorzaken, zulx dat in eenig uitwendig deel te lichter ge»
|
||||
Tegematuïirïyke Gezwellen. ~6f
êeftremt en vaftgezetzynde, een onf-
«eeking of een ander Gezwel veroor- zaakt. De voorgaande oorzaak komt door chülk 2a|'
de inwendige völ- en veelheit destetéiatiï< Blocds, of ,in de vermengelde ont- fteking door den overvloed van des bloeds nevensgaande vloeibare Voch- ten , het welk, of doof de uitwen- dige eerfte oorzaak » ófdoordeszelfs veelheit, groote en geftalte, of ook door die beide de aanleiding cenont- fteeking veroorzaakt. By deze inwendige oorzaak ver- caufacofc,
«aan wy dan niet anders, dan zoda-j»»^· n,g een gefteltheit des bloeds , die op de uitwendige oorzaak, ook zeer "chtelyk de inwendige voortbrengt. De bygevoegdc Oorzaak y is dié
Bloedftoffe, die in het lydende deel door ftremming , verdicking } öp- hooping, enz. blyft ftil ftaan , en dus de ontfteeking veroorzaakt en Voortbrengt, zo groot, Zo geweldig en zwaar ^ óf ook minder als de over- vloed der onthoudene itilftaarde f mochten tot desGezwels uitbreidin- ge komen te verichafFen. Ë Docfe
|
||||||
66 Verhandeling van de
Doth hedendaags ftellen veele de
oorzaak van de Üntfteking, en by gevolg van alle Gezwellen maar twee- derlei te zynj namentlyk de voort- Cdufa Pre- treckende uitweadige en voor- catarotka. gaande of inwendige oorzaak te feZaf "wezen> dewyldochde bygevoegde Caufa /«-Oorzaaken noodig, en als onaffchei- tema.Cau- delyk aan de laatfte is behoorende y fa Anttce-tf voor ggn en dezelfde kan worden aens. ·■
genomen.
Dr. Stephanus Blanktrt zegt van de
Ontfteking: De Oorzaak is vry wat duifier, en breekt tegtnweordigmenigefi kop,-enz. Zie daar de wysheit van zulk een
deftigen en beroemden Schryver. Leeft deze Verhandeling, zo zult gy zo klaar als den dag de ware oorzaak vinden» Deze geftremde BloeditofFe in ee-
nig deel onzes Lichaams dan aldus vall gezet zynde , maakt aanftonts een zeerpynelyk Gezwel, met een geweldige hitte, roodigheit, fteek- te , fpanning, uitbreiding en uit- zetting der lydende deelen : Geen wonder, want in het lichaam word (voor-
|
||||
TegennöiüUrJyh Gezwellen. 6f.
(voornamentiyk als een fcherpe Gal
net ontftelde bloed verhit, ontftoke en gaande maakt) een geduurige Koorts immers doorgaans gemerkt, toet ongedurigheit, nachtwaaking, oenauwtheit, hitte j dorftj drooge tong} enz. en door deze drift, hit- te en giftinge, (die als dan in het bloed en vooral niet minder in het gebrecklyk deel is) alle Bloedvaten en Vaatjes krachtig opgezet , want alle Gittinge der Vochten een rui- mer uitbreidinge zoekende , en die niet vindende, en zulx met een groot ge welt makende, zo komt door des- 2elfs uitbruifchende kracht wel alles, wat zo een geweldige werking te- gen hield , te fcheuren te breken, en aldus barften in dit Gezwel de fynileBloedvaatjes opens enftor- ten haar anderfints voedzaam doch nu ontftelde Bloedftof, in overvloet tus- fchen de Spieren, Vliezen, Zenu- wen, Pezen en Vezels uit, waarop dan deszelfs ftilftand , verdiktheit, ftremming, broeijing, vergoortheit f enz. rneej- en meer zynde gevolgt, 20 moet noodwendig eerlang dit groot Gezwel, indien 't niet rydig E 2, word |
||||
68 Verhandeling man dg
wort ontbonden, en uitgewaaffemt ^
ter ontlaftinge der onthoudene iloffé Gmgrama,1®*·' een Ettergezwel, of door ver-
fticking tot een beginnende verfter- ving komen uit te barften. Deze vaftgeftelde, klaare en on-
twyiFelbaare , zo uit- als inwen- dige Oorzaaken van het Gezwel, konnen de verloochenaars van de pkthera Volfappigheit, om haar nieuwe Stel-
lingen te handhaven, en niet geloo- , ven, zoekende de Oorzaak van de Ontfteeking niet in de Bloedftof j
maar in de ryzende deeltjes van het Zenuwfap, het welk verdikt, en dus door zyn ftilftatid dit gezwel maken- de , en de Bloedvaten verdruckende, des Gezwels kloppende pyne veroor- zaakt) zodat, door zulx, het bloed in zyn doorloop vertraagt en belem- mert, de broeijing , de roodigheit en ontfteekinge maakt, maar geen- fints de eigentlyke ftofFe van de ont- fteekinge kan zyn$ en uit deze be- lemmering van des Bloeds doortocht ontftaat wel een Koortsje. Dus be- fchryft Dr. Blankaart, in zyn Chi- rurgie , Lil·. III. Cap. z. de oorzaak van een Ontfteeking, in zyn nieuwe Konnv
|
||||
IfegennatuurJyke Gezwellen. 6$
Konftkamer der Heelkonft, waarop
Wy in 'c vervolg ons antwoord zul- len geven. Dat dan de onthoudene Ttoffe der
Ontfteekinge niet uit het bloed, en maar alleen uit het verdikte Zenuw- %> ontftaat, zoekt men ons uit deze volgende Redenering te bewyzen , Zy vragen ons dan eerftelyk, dat zo wanneer deze Ontfteekinge uit de Bloedftoffe, die tufTcben en Spieren, Pezen, Vliezen, en Vezels blyft ftil {taan, voornamendyk ontftaat, hoe dat het dan bykomt, dat in eenver- ipreidinge en onderloopinge des Bloeds, door een geplettertheit uit de Bloedvaten gedrongen , door- gaans zo weinig, en menigmaal geen Koorts ter wereld, veel minder zo een ontfteking, opfpanning, rodig- "eit, hitte, Klopping, pyn en on- macht der lydende deelen, als ordi- naar in de Ontfreeking word aange- merkt ? En hoe dat een zo grooten Qnderfcheit tuflehen het eerfte en t'Weede kan zyn, nademaal de we· 2entlyke zaak, en deszelfs ftofFe, 20 Geinig van malkanderen fchynt Ì verfehiUen. E 3 De
|
||||
γο Verhandeling van de
De tweede vraag of queftie is t
waarom dat een ontfteeking zo licht door een zweering tot ontlaftinge komt ? Of wel tot een verftervingen verrottinge uitberft ? Daar in tegen- Btekym/ït.décl (zelfs in een zware overlooping des bloeds, des zelfs ftoffe niet al- leen doorgaans zo licht, zonder de minfte zweering, ontlafting of ver- rotting , word overwonnen , maar nooit tot een bequame Etterftof kan 'werden ge vordert. Op 't eerfte kan, myns oordeels,
dit volgende geantwoort, dat tus- fchen de oorzaak dezer twee qualen, als ook tuffchen deszelfs onthouden- de hloedftoffe, zo van die, dewelke de Ontfteekinge , als die , die de onderloopinge maakt, een grooton- derfcheiczy; want eerftelyk, wat de oorzaak belangt, wy moeten zeker gelooven, dat een ontfteeking nooit zonder voorgaande en geduurige Kooitfe , ja meermaals met geen kleine beroering des bloeds, tevoor- fchyn komt, nu dat de Koorts uit een zo grooten ontfteltheit in 't lic- haam, en ongeregelde beweging des bloeds 3 en uit deszelfs opzieding , ten
|
||||
f
Tegenn&tüurlyke Gezwellen. jt
ten rninften ryzing en opgtfting voort-
komt, waardoor denatuurlyke huis- oefemmia houding verfcheidenlyk beroert wort, zulx ftellen wy met dien beroemden Engelsman, Dr. Thomas Willis voor ontwyfFelbaar vaft, als mede dat door dusdanige beweginge, opgiftingeen ryzinge des bloeds, de ontftekingen oer waare Bloed- en Galgezwelien ontftaan, als in de Breinvlies- Oog- Phrmïth Keel- Ribbedies- en Longontftee-J*'**^ kingen, die onder den rang der ont- pkunti's, iceekingen behooren , klaar genoeg Peripmu- word ondervonden. mmia- Door welkers ongeregelde bewe-
§'ng» gifung en ryzing des bloeds, de bloedvaten (gelyk te voren gezegt 3s) krachtig worden uitgezet, vcr- Wydert en opgefpannen, ja wel zo geweldig, dat eerlang de fynftetak- jes komen uit te barften , en aldus deze werkende en opgiftende ftoffe een meerder plaats en uitbreidinge boekende, zo gefchied meer en meer de verbreeking, niet alleen van de Menigvuldige haarswyze Vaaten , vafaCapi· n^ar ook der zo tedere zeer dunvlie-lar,a 21ge Watervaten, als ook der zo ge- voelige Zenuwtjes, Vezels, Vlie- E 4 zen, |
||||
9
jz Verhandeling van de
zen, enz. zulx dat deszelfs uitzype-
rendfap, met de onthoudene bloed- ftof vermengek en vaftgezet zynde, eerrzo uitermaaten pynlyke ontftee- king, of ook wel een min pynelyk gezwel, na dat dan den aart van des zelfs onthoudene (toffe zy, komt voort te brengen. Daarentegen word een ondereen-
loopinge des bloeds alleen door een uitwendige befchadiging veroor- zaakt, zonder.dat een alteveelheit, omfteltheit, ofquaadegeftalte in het bloed word befpeurt, en zo by ge- ïtmmta- v<%> zonder eenige gifting in een ito' welgeftelt lichaam. Daar in dat een Barmmia gefc.hi.kte onderlinge vereenigingon- trent des bloeds ammeloop komende aan te houden, geen ongeregelde aanpars der Bloedftoffe gefchied: en. aldus, door zodanige middelen, die. geenfints in een ontfteeking mogen gebruikt zyn, licht worden genezen. Of ten waare in tegenfbydige licha- men , die (zelfs op de miniie uit- wendige befchadiging) door de in- wendige geftalte der Vochten, deze ofltiieckinge desgelyks onderheevig zyn, daar in dan pok (evenals bo- yen
|
||||
Tegmnatuurlyke Gezwellen. η $'
ven gezegt is, de ontfteeking, doch
toevalliger wyze , worden geboo- ren. En zo is dan ook de verfcheidentheit
tuflèn d'onthoudene Bloedftof vande ontfteeking, en een Ecchymofis groot, want in het eerfte zyn de Vochten (ik Ipreek van een ware ontfteeking als woedende)en doen de veelvuldigeteer-. gevoelende deelen met een geweldige drift van malkanderen fcheuren en breeken, met de grootfte pyn, hitte5 brant, roodigheit, opfpanning , Koorts, ongedurigheit, riachtwaa- king, enz. Daar in tegendeel ineen onderlooping des bloeds, door Kneu- zing veroorzaakt , de ingelegene ftoffe niet alleen met een grooter hoeveelheit Way- en Zenuwfap bezet en vermengt is, en zulx door des- Zelfs verdiktheit en koude ftilftaan- de.» en by gevolg hetfcherp gevoel, de ontfteltheit en pyn tot zo verre verminderende en verdoovende, zoo Js 't geen wonder , dat deze quaal doorgaans zo licht, zonder opko- kende Koortfen, of toevallen, door loutere verwarming, door verdroo- gende terugdry vende middelen, als E f mede |
||||
74 Perhandeling van de
|
|||||
'Curroho- ook door dienftige verfterkende mid-
ruwe, ^ejen wort vermeeftert en overwon, nen.
Op dusdanig een wyze deOntfte-
king, en een onderloopinge des bloeds, wel en afzonderlyk van mal- kanderen moetende onderfcheiden , Zo is dan ook het antwoord op de tweede vraag uitgeronden, en kan zeer lichtelyk worden begrepen, waarom een Ontfteeking zo licht toe een Zweering en Ontlafting deront- houde ftoffe, uitbarft of ook wfi tot een verfterving ende verrottinge komt, want alle de ftrax verhaalde hoe- danigheden van de Ontfteeking moe- ten, indien dit Gezwel niet ten fpoe- digften verdwynt, of tot een Etter- gezwel , of door verfticking der onthoudene Vochten, Geeften, en Warmte, tot een verfterving, ftank, en verrotting uitbarften. Daar in tegendeel in een verrotting gantfeh geen Koorts , Ontfteeking , hitte , ryzing, uitbruizing noch Kooking zynde, deszelfsverdikte, verkoude, geronne bloedftoffe onmogelyk tot een zo wel gekookte Etter, als in de Ontfteeking kan worden gebragt. |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. ff.
Een waare Ontfteeking, zo die
ons dagelyx voorkomt, en daar dan ook de heete, fcherpe, en zo licht ontroerde Galftof, onder fpeelt, zo pynelyk, heet en vol vuur, en kan „ n°ch moet daar geenfints, ontrent des zelfs onthoudene ftoiFe, by zulx nen geen in zich zelfs , zoo koud , verdikt en geronnen, ja zonder eenig inwendig vuur, hitte, geeft en wer- king ftil leit j in vergelykinge wor- den gebragt. Evenwel is 't bekent, dat fommi-*
ge hier uit een fluitreden, en, zon- der iets verder te overwegen , een Vaft gevolg hebben gemaakt, dat n°oit het bloed, ftilftaande of buiten 2yn vaten uitgevloeit, ja zelfs niet in een ontfteeking, in Etter veranderen kan j want (zeggen zy) men ziet het in A\\e Gekneuftheit en onderlo- pi«ge des bloeds, dat zulx buiten zyn Vaten gedrongen , ftilftaande , en Zig dus tuflehen de deelen onthou- dende, hoe verwarmt, geftooft en gebroeit , geopent zynde , in zyn "itloozinge geen de minfte Etterftor. vertoont j ergo , het bloed in het Bloedgezwel Ontfteeking komt tot geen
|
||||
í
|
|||||
j6 Verhandeling van de
geen Etter, maar wel deszelfs inge-
legcne Zenuwfap, e»z. en daarom is de zogenoemde Ontfteeking geen Gezwel van de Bloedfcof, maar van de ftraxgenoemde fappen beftaande , die door deszelfs verdickinge en ftil- ftamd, als mede door de verftopte weegen opgehoopt zynde , de be- lemmerde onrr* en doorvloed des bloeds in't gebreckelyk deel veroor- zaakt , makende door zulx de klop- ping, de roodigheit, braeijing, en een gewaande hitte, en aldus een zweering ontftaande, zo is den Et- ter geenfints uit het bloed, maar uit een verdikt en verkoud Zenuwfap , hec welke de eigentlyke ftoffe des . Gezwels ge weeft is, voortgeko-
men. Uit deze ongegronde Stelling van
des bloedgezwels oorzaak,waarin men Bktbora, jan 00k <jc Bloedrykheit, die ons in de ilerke lichaamen zo klaar als oogen- fchynelyk voorkomt, durft looche- nen, ontftaat het, dat hedensdaags zo veel nieuwelingen in de Pra&yk 1 (die veel meer de Boeken van Bon-
tekoe^ Blankaart,Overkamp, Gehe- ma9 en andere, als die van beter ge- |
|||||
TegematuurlykeGezwUetf. 'ff'' ;
oeffende en ervarener Mannen heb-
ben doorbladert, na de voorfchriften van baare fchaadelyke Leermeefters en Timmerlui vanhaar niepwe Ge- bouwen derHeelkonft, zulke open- baare fouten begaan , gebruikende (zelfs in een volkomen ende waare Ontiteekingj en in allerleie hevige Ontfteekingen) zo fcerk verhitten- de, ontfteekende, verdroogende en der fynfte ftoffe des Gezwels ver- bindende Geneesmiddelen j dat zy de vehemente pyn (door de noeh meer verwekte aanpars des bloeds, en der ontftelde Vochten* de brandende Hitte, Ontfte'ekinge, Koorts, On- geduurigheit, Nachtwaaking, enz, °och grooter makende j alles als in cen volle gloet en in vuur en vlam komen te zetten, en willende op de- ze wyg ^e verftopte Bloedftof ruimte verfchafFen , en de by haai Zo gewaande 4 verkauwende , ver- dikte j geftremde Vochten verdun- nen, en wederom vloeibaar maken, / *° befehikt men het zo , dat wel baaftig een beginnende verfterving ^GangraSe door verfticking kan worden veroor-
zaakt, Of
|
||||
^§ Verhandeling van ds
Öf daar de ontfteeking of ook een
ander Gezwel j niet met zodanig een hitte, maar met meerder flymerig- heit en koude moehte vervult en op- gezet zyh , daar verflint men door zulke verhittende Geneesmiddelen het fynfte gedeelte van de ingeleger- de Vochten -, terwyl het groffte en flymachtigfte gedeelte tot een meer- der verharding t'faamgedroogt zyn- de , tot een hard Gezwel wordt vaftgelymt ende beklonken. Opent een waare Ontfteeking dié
ten deele tot Etterwording is gevor- dert, tot in haar binnenfte^boefem, al eer de onthoudene ftoffe tot zyn volkoomen rypheit volkoomentlyk moehte gebragt zyn. Wat zal in't be- gin anders uitvloeijen als een hoeveel- heitvanbloed, doormengelt met een klein ftraaltjen Etter, en geen Wei ter weereld ? Öf word door 't op- drucken des vingers wat meer ende nochtans geen volkomen rypheit van de Ontfteeking aangemerkt, zo zal men noch al in't openen nietanderss dan een onvolkomen, ende noch niet genoeg gekookte Etter, of bloeden etter t'iaam vermengelt, uitloozen , |
||||
Tegênnatuurtyke Gezwellen, jp
gelyk trien dan meermaals, door de
zwaare pyn genoodzaakt werd , de opening voor den tyd van gewenfch- te Etterwording te maaken j daar in t begin niet anders dan bloed, maar ryp gemaakt zynde, een welgekook- ten Etter ontlaft word. En of fèhoori den Etter voor een
gedeelte uit het verdikte Zenuwfap* ( gelyk wy ontwyffelbaar "Hellen) voortkomt, zo nochtans moet de onthoudene StofFe van de Ontftee- king zo koud niet geacht zyn s dat men zo gantfeh onbedacht als onbe- dreven, de genezing door zulke over·» Wate verhittende Geneesmiddelen 5 even gelyk als Dr. Overiampaie voor- "elt, zouden beftaan te ondernee- men. IV.
Dus verre moeiten wy onze ge* dachten en penne op de eigentlyke oorzaak eïï het wezen van de Ónt- fteeking laaten gaan, dewyl over- zülx (om de Stelling der Oude gantfeh onder de voet te werpen) nu al ee- nlSe jaaren zo veel gehairklooft en getwiftredentiSj verhopende dat de- ze onderrichtinge tot waarfchouwin- •ge
|
||||
S& Verhandeling van dg
ge voor den Konftlievenden Leerling
dienftig zal zyn, op dat hy niet door een verkeerde befeffing, door fcha- delyke Leermeefters verleid j de pyn- lyke menfchen verkeerd handelt, maar op een veel zekerder grondfhg gebaander fpoor ^ en door veiliger Geneesmiddelen zyn Evenmenfch zoekt te behouden. V. Èïelenen. De teekenen van een waare Ont- fleeking zyn fdunkt my) in 't geene aangetoont is, genoegfaam vertoont^ namentlyk ontfteltheit in 't gant- fehe bloed ^ een geduurige ert fomwyl fterke Koorts, meermaals met ongeduurigheit, nachtwaking $ benauwtheit des herten, droogetongj flauwtens, enz. verzelt ^ en in het lydende deel een zeer fcherpe hitte , roode eoleur , hevige pyn, met klop- ping, fpanning , opzwelling, har- digheit en wederftreving. Welke teekenen altemaal klaar genoeg be- toonen, dat dit Gezwel uit een veel heeter ftoffe j als daar is een koud en verdikt Zenuwfap s is beftaan- de; y. i
|
||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen. 81
De vermengelde ontileeking ver-
toont de teekénen der onder het ftil- «aande bloed vérniengelde Vochten, gelyk als ik mogelyk in het vervolg breder zal vertoonen, ofalreedëge- zegt is. VI.
De Öntfteeking der uitwendige voorké§\
deelen ontlaften wel meermaals deging* inwendige van zwaare opkomende Ziektens , maar zeer groot, zeer geweldig, of uit een fenynige, quaad- aardige ,,:peftige j df ook verrotte bloedftoiFe voortgekomen zynde, zo verandert diewei ièer ligt in een begin- nende verfterving en heetvuür.: hy'is Gangroenéi gevaarlyk in deBrein-enPanvliezenjSA"^ lr> 't aangezicht, in de Keel, Lon- SePyp, Longj in de Ribbevliezen j in de Blaas, en in andere inwendige deelen, ais mede in 't Gemacht, eri bekommerlyk in de Gewrichten, ia groote fpierachtige deelen, onderen tuffchcn de binnenile Spieren, on- trent de Beenvliezen ^ én in de Ze- nuwen - Peezen , enz. Wyders m° jtetl ^ Voorzeggingen, na de vordere toeftand des Gézwcls, en F èë |
||||
$z Verhandeling van de
de verfcheidentheit van de lyders ge*
fchikt zyn. í é i.
®mtun% Tot de Genezinge worden vierder-
*»»«i**rjej betrachtingen vereifcht. ontrent den -, n i . ° , . , . ,,
Heeimeefler Eerftelyk moet (gelyk m alle an*
ubetragtmèsxt ziektens en quaalen) een goede flaat. maniere van leven gerecommandeert zyn, de Lucht dient gematigt s en zo ook de fpys en drank eerder een weinig verkoelende als noch meer het bloed ontfteekende te zyn, de Olie, Vettigheden, oud fterk Bier , de Wyn, Brandewyn, Tabak , Peper en andere Speceryen > en al wat het bloed kan verhitten , ontftellen , en al te driftig maken, zyn uittermaten fchadelyk; De flaap , de ruft en ftil- te konnen veel goed doen. Hardly- vigheit, onruft en toorn, maken zo Wel de Koortfen in- als uitwendig de Ontfteekingen noch zwaarder, en fomtyds gevaarlyk. Ten tweeden, moet aanftonds de
al te fterke drift, ontfteltheit, Gis- ting en werking des bloeds (zo veel mogeiyk is) tot bedaren gebragt , zyn , en daar deszelfs overvloed , en fcherpe hitte de oorzaaje vaa (te
|
||||
'FegeimatuurlykeGezwelka. $$
°e ontfteeking mocht zyn, die wor-
den vermindert na gelegentheit van Zaken. Tot zulks is, daar dit Gezwel
groot en geweldig, met zwaarc Koortfen, enz. vermengt, ofander- lints bekommerlyk ons voorkomt ^ een wel in de Konftgeoeffênde Ge- neesmeefter noodig, om den Hant- Konftenaar, daar het behoort, in't ftuk van de Algemeene Geneesmid- delen te hulp te komen, dan zulx oen Heelmeefter overal niet geluk- kende, en dat hy hem genoodzaakt vind, dit pakje van zorg en wyze oefticring alleen op zyn fchouders te boeten torfTen, zo zullen hem deze v°orfchriften dienftig konnen zyn , 0,11 zich, daar na, in tyd van nood Verflandiglyk te gedragen. Wy moeten dan noodzaakelyk:
(eer Wy jets komen aan te vangen) nauwkeurjg letten op de eigentlyke oorzaak van de Öntfteking, op des- zelfs heftigheit, grootheit, nevens- gaande Koortfen , êhz* En of die ^ezwel uiü de hitte en volheit de j>Ioeds} of uit deszelfs quade geftelts iieit is voortgekomen. F? Noot-
|
||||
y *
|
||||||
§4 Verhandeling van de
Noodzaakelyk moet een goed
Heelmeefter, in alle voorvallen, doch byzonder in de ontfteeking, kennifle van de nevensgaande Koortfe hebben op dat hy weten mag, oi die ook quaadaardig, of eenigfints befmette- lyk Zy, en alzo het Gezwel en de Ontfteeking uit een peftige ftoffe s of met een blus Koorts vereenigt, (gelyk wel gebeurt) mocht voort- komen j op dat hy doch voor al niet (dit zo zynde) door onvoorzichtig purgeren en Aderlaten, dit holziek Paard tergende j alles wat ter ont- laftinge uitwaards gevordert mocht zyn , weer tot in 't bloed komt te trecken, maar liever alfints wel toe- ziende , dat hy ontrent de Grondre^ gels der Konft, de wyze voorzich- tigheit komt te gebruiken. Zo moet men dan altoos de Gene-
zing van de algemeene of inwendige oorzaak, de Opziedinge , Gifting s Ryzing, of ten minften ontftekheit, of ook quaade gefteltheit, die in het bloed is, beginnen, en die op deal- lerveiligfte wys zoeken of weg te ne- men , of te bedwingen. |
||||||
tk
|
||||||
"**
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8y
Ts 'er hardlyvigheit, en durft men
om de heftigheit van de nevensgaan- de ziekte, of verdachte Koortfen ., enz. geene buikzuiverende middelen gebruiken , zo opent men des lic- haams verftoptheit veel veiliger mee een Zetpil. Ot noch bequamer mee dusdanig een zachte en weekmaken- de. Klifteer. 54, Rad. Lilior, alb. ree. §i
.Althxce § â Herb. Malv. Violar. Mercurial. Flor. Chamoemill. an. mi Melikt. Sambuc, an. pi £oq. in f. q, aq. Com. ad Colat. hujus |v(| adde el, diacathol. § i $ SaU Gsmm. 3i m.f. Clyfier,
Doet dan na deszelfs. ontlaftinge,
Zodanig een Aderlating op de Arm, de hand , of de voet, als de niet' xjuaadaardigheit van de ziekte, ende j*c volheit en hitte des bloeds, het begin vart de quaal, en de krachten vereifchen> want op alle deze ende meer zaken, moet wel gelet worden, F 3 op |
|||||
>*» · -
|
|||||
§<5, Ferhandfling van de,
op dat men niet te los toegaat, en
in 't verkiezen van het naaftaan ge» legen deel, ter ontlaftinge , of tqt pmvatk. aoodige afleiding, nooit de befcha- digde deelen zelfs en komen te ne- men. Men doet deze Aderlaating, niet
in het hevigfte van de Koorts, waar
wanneer (onder een maatelyk zwee-
ten) die eenigfints is afgenomen: of
^chrh in- \r\ een tuflenpoozige Koorts, wanneer
pTwttttinu jje t'eenemaal is geëindigd en eer
de naaftkomende weder begint, doch
in een waare Ontfteeking zal, door-
. gaans, niet alleen een gedjiufige
Koorts, (gelyk te voren ge zegt is)
dit Gezwel voortgebracht hebben,
maar pok gezelfchap houden.
Is 't een Vrouwsperfoon, die haar
gewoonlyke Maandftonden vertraa- gen, of door fchrik en ontileltheit öpgeflagen zyn, en waardoor mede weleen Qntfteeking voortkomt, zo zal men haar de Aderlaating niet in den Arm, noch op de Hand, maar op de voet, indieri ze niet bevrucht is, doen, om het bloed aldus eenig- |ints nederwaarts te trekken y of ten Vare dat de Ontfteeking in beide de |
|||||
Tegematuurlykc Gezwellen. 8ã
oeeiien (zo als fomtyds wel gebeurt)
gcplaatft wasj of dat een zeer he- vige Oog- Keel- Long- of Rib- bevlies -Ontfteeking de naafte plaats, iq de bovenfte deelen^ begeerden. Wy moeten geenfints luilleren na zulke onbezonnen nieuwe Leermce- "ers , die_zo veel klaare bevindingen met de voeten vertreedende en ver- achtende, getuigen, dat het onver- fchillig is, in wat deelen de Aderla- ting gefchied, dewyl doch het bloed door des menfchen lichaam rontom loopt j zulx in vergelykinge Hellen- de by een vat, daar men de Kraan lr> willende fteeken, het evenveel is, van welke zyde men deszelfs Vocht aftapt; Waarlyk zulke wakkere ba- zen toonen haare groote onervarent- «e't in de Konft; ja tot zo verre, dat wy daar tegen niet behoeven te Ichryvcn, nademaal digelyks de con- trarie bevindingen , de verkeertheit dezer d warsdry vers zonneklaar kon- nen getuigen. * F 4 Be-
ø* de Notulen van A. de Heide, in
^hotnas Willis tweede Deels derde W» Pag. 386, |
||||
*
|
|||||
§8 Verhandeling van ds
Bezet de ontfteeking geweldiglyk
den arm of hand, of die alle beide, zo kan men een ader openen in den gezonden arm j is 't een Vrouwsper- foon, waar in de Maandftonden op·^ houden, zoverkieft men de voet der bèfchadigfte zyde, en wederom an- ders bezet de ontfteeking de Heup en Lendenen, zo verkieft (indien het ïioodig is ) in een Mansperfoon de Aderlaat ing op den arm van de meeil lydende deelen : In een Vrouwsper- foon kan de voet van de minftbefcha- digde zyde, of ook wel de anderena gelegentheit van zaaken worden ge- nomen. Bezet de ontfteeking de Schaam-
deelen in een ManspeiToon, (gelyk 2ferw>H«-een heftige Vochtbreuk ons voor- ■mordis, komt) zo kan den arm van de meeil befchadigde zyde word verkozen in een Vrouwsperfoon een zwaare ontf ileeking, door eenig uit- of inwen- dig ongeval ontdaan in de fchaamte- Jyke deelen kan in een onmaatige vloejing , op de hand^,, of in het Kraambedde, daar des bloedsvloejing ontydig ophoud, doch alles met dii- cretie op de voet worden voorgehou- den," , ' Be· |
|||||
ïegenmtuurlyke Gezwellen, 8p
Bezet een waare en nochtans niet
quaadaardige ontfteeking de Dye , «et Been, of de Voet, of die alle, Zo kieft in een Mansperfoon (indien t noodig is) den Arm van de meeft iydende deelen , en in een Vrouws- perloon de voet van de onbefchadig- dezyde. ; ' Doch is de ontfteeking niet zoo
hevig, fel en geweldig , noch uit een zo heet en opziedende Bloed- en Jjalitof, noch uk een zodanige vol- heit, maar uit een minder Galachtig Bloed, met Slym vermengt, ont-PiVtó*, itaande , χ0 moet de Aderopening gantfch niet noodzaakelyk worden geoordeelt 5 of ten waare dat, om Qe nevensgaande Koortfe, een 'klei- ne ontfteltenis in de verkeerde bewe- gïnge des bloeds mocht worden ge- maakt; als wanneer met aflating van maar d/ie, vierj 0f ten hoogften vyf . oneen bloed, meermaals alle d'onf- jteltheit (uit des bloeds Giftïng ont-Ferme»t<t- ^aande) kan worden wech eenoo- '■">· ;
men. & vrnf"-' gelyk als de ^Vyn ''die in
iciieidene zaken eenige gelykheit
mct ons bloed heeft, daar die zouxv
ψ f be-
|
||||
!Ñß> Verhandeling van de
beginnen te werken, zulx door maar
een weinig Gezwavelde Lucht kan worden gefluit, zo ook ons bloed , aan 't ryzen , opgiften en werken zynde geraakt, kan (als't op zyn tyd en ordentelyk gefchied) al dikmaal door kleine en geringe Hulpmidder len , en door maar een weinig van deszelfs opryzende ftoffe t'ontlaften, en uit te laaten, in zyn ontftelde be- weging geftilt, en wederom tot ber daren gebracht zyn, gelyk ons niet alleen de reden, maar ook de dage- lykfchc bevindingen , menigvuldig komen aan te wyzen. Vind mep het, wegens de niet
quaadaardigheit, noch hevighcit van de ziekten, ende nochtans vereifch- te toeftand der ontfteekinge, gera·*· den, om 't lichaam te zuiveren, zo konnen dusdanige zachte buikzuive-? rende Geneesmiddelen worden, geoi> donneert. Als by exempel; Jji, Manna 3º
Crem, tart. 3 â Decoéi. hord. q.f. ø,/, haufius.
|
|||||
&&<
|
|||||
Tegmnatuurlyke Gezwellen, $ %.
Anders, en een weinig fcerker. ø. Rhei opt. 31
Crem. tart. Jijj Foï. Sence^ij Sem. Apifi. dl foq. in Aq.fnmetr, hujus Colatur gij addq Syr.Refar.Solut. §($ m.f. haujius. Of,
ty. El. diaprun. Solutiv..
Shcc. Rofar. an JjJ Diatwb. cum Rbeo. Crem. tart, an. 9i Aq. Cichorei. §ijf$ m. f. banftm>
Of,
Jijt Cajf. recentis extrali.
El. diacatbolic, an. 5? Refit>a}aiapp.gr. vi Aq. Cichor. gij m.f. baufius.
Of,
Ëò/ú#· 3*^/^. ir. viij
Aq. Fjtmar. Jij ƒ. baufim.
|
|||||
Of.
|
|||||
$Æ Verhandeling van ds
Of,
Bi, Ahës Lucid, $t&
Myrrh<e. Rhabarbarum opt. an Ji
UI. menth. git. iv m.f.plluL dof, iij, iiij. V
Of,
ø, Fol.fen.Mund. §â
Rhabarb. opt. Polipod, áç,æ,ú) Paf. Corinth. |i|J Sem> Anis. 31 Ctnamum. 3ij , ƒ. f^/xa.
Zo een popje in een pints kannetje
fcoet bier, eer ft een uur of twee aan den warmen haart, en dan in de Kel- der gezet", en des morgens een roe- mertje warm gemaakt, dan gedron- ken. De Francfortfe pilletjes, uit Aloës^
in Succ. Vïolar. gewafTchen, beftaan- de, de PUL· Ruffi, en diergelyke , konnen mede, daar men in ziektens, en quetzuuren, die uit den bloede voortkomen, zachtelyk zoekt te zui- veren , met nutügheiE worden ge- bruikt. Of
|
||||
J-egennatuiirïyh Gezwellen, p$
. Of indien men , wegens de he-
>>gheit van de ontfteeking of quaad- aardigheit van de ziekte, genebuik- 2u»veringen dorfl voorfchryven , zo moet (als te voren gezegt is) byoc- cafie, daar het behoort, eenClifter, of Zet - pil worden verordon- s*^/»* neert. rium. % Want daar de ontfteeking dus he-
vig verfchyntj en met des zelfs ne- vensgaande Koortfe uit een zo fcher- pe hitte,.en wel meermaals uit eeri quaadaardige ftoffe voortkomt, daar moet men in zodanig en ontftelt bloet noch de buik te zuiveren noch Ader- laten , om geen meerder ontroerin- geen ontfteltheit te verwecken, want gelyk alle verhittende ziedende vet- ten en olyachtige déelen , door het omroeren noch hooger opvliegen 9 zo wil ook de Galftof, noch iets quaadaardigs zoo veel niet geroert zynj en daarom zal men a!s dan op ten veiliger wys, door gemaatigde, ende geenfints te heete zweet ver- weckende en hertfterkende middelen, de °nftuimigheit van des bloeds on- geregelde beweging zoeken te ftil- ien , en de inwendige oorzaak van de
|
||||
>an dr
|
||||||
94 Verhandeling
de ontfteeking op'dusdanig een wy-
ze trachten weg te nemen , als by exempel: jjt D'tafcard. Fracafior.
Cotff. Alkerm. an 5 {£ Cia/. Cancr. pp. 3i .sRi^.&wjaaiVsiij , Aq.Borragin. §ijfi »?. ƒ. haufius.
Of j in hevige dorft, bmnd , hitte
en droogte ø. Ocul.Cancr. pp. 31
Sal.prunell. Bi Syr. Papaver, errat. Rob. Sambue'. an jij Af. Betonic. î'éí m.f, mixtura.
Of» daar de ftoffe eenigfints quaad·3
aardig is ø, Spec. Margarit. Frig. 3$
Ocul, Cancr. pp. / Corn. Cerv. an. 3! Syr. Byzantini l Papav.alb.am jij
A<l. Meliff. Betonic. an. 3" ij
m, f, mixtura', |
||||||
wndïuurlyke Gezwellen. 9 f
|
|||||
Öf daar de pyn en ongedurentheit
groot, en de 'flaap weinig is , dk volgende fy. Co»f. Hyactuthor. Jg
Pulv. Octtl. Cancr. hi Land, Opiat. gr. i o tSyr. Papav. Errat. Rob. Sambuc. αν. 31$
rfcj. BetoKic, f ij m.f. eau ft ut,
ijt Aq. Mêlitf.
v Cardui-Benediét.an. §ij$ Syr. Papav. Alb- jij Rob, Sambuc. jvi m.f mixtura. '
, Lepelswys, tot dat de flaap eenig-
«nts mocht verwekt zyn, gebruikt. Maar in de quaadfappige, onge-
bonden en zwakke lichaamen mogen het Laudau-Opiat. of diergelyke flaap- Verwekkénde, en by gevolg verdo- vende middelen, nooit, of immers n|et anders, dan met degfootiteom- Sichtigheit worden verordineert. Anderfints in de bloedryke en dié
Vol hitte en fcyrand, en zeer dorftig zyn5
|
|||||
9<j Verhandel
|
Uns. van ae
|
||||||
zyn, daar kan dusdanig een bloed-
verkoelend en verquikkend middel verordineert zyn. ïj£ Decoii.hord. |§i
Syr. Violar, Berberor.
Rob. Sambuc. an. Jvi Spirit. Vitriol. gutt. xïj m, ƒ. Julapiunii Of 5
ijs, yff. »ßß/ß^: ,
Cardui-Benediéii
Barrag, an. Jij
iSyr, Berberor, Rob. Sambue, an. q. ƒ"♦ m.f^ulapiuyn.
Somtyds een middel heet van ge-
bruikt. Doch wil meoj om de haatelyk-
heit , die fommige hedendaagfche Geneesmeefters , tegens de bloed- verkoelende Dranken opnemen, die niet gebruiken, zo zal dusdanig een arkookfel noch dienftiger 2yn bevon- den. |
|||||||
î£ Hord*
|
|||||||
Tegettnatmrlyke Gezwellen. $f.
lj£. /for^. mund. %i
Rad. Scorzomr. Jij Herb. Betonie. Violar, Laéiur. au. mi
Flor. tres cord. au pugill. ß Raf Com. Cerv. î\ Paf, Cor'wt. Coutus. %Àâ Cof. in f. q. Aq. Com. ad^xxiv. tolatur.adde Rob.Sambuc. jvj Sal. Pruuell.di m,f. Afozema.
Hier dikmaals een Roemertje heet
van gedronken. of,
ïj£ Rad. Scorzoneu §ij
Gromt». Cichor. ati, |i
Herb. Violar. Eudi'i). Primul. ver, an* mi
Flor. Borrag. pi Uvar.Corint. Coutus. %\\ Coq,mAq,Com.ad%xx, Colatur.adde Mob. Sambuc. q.f, m, ƒ= Apozema.
|
|||||||
&
|
|||||||
*i
|
|||||||
5)g VwhanMingnicdÌ
of>
jji- Hord, mttnd. mi
Rad. Sborzoner. § ij Ëë/ Cor». Cm>. §i Co»/ F/o/·. Borrag. §â Cof.»'» <*$>. Cow. ad gxx. Colaturt addi Rob.Sambuc. Jvi Sal.Prunelh ëi m. ƒ. Apozema.
Nota, daar Hoeft * Kortbofftig-
heit en rauwigheit in de Longepyp word gemerkt j daar moet niet al- leen de Sal-Prunell, maar ook al wat eenige zout· zuur- fchraal- of fcher- pigheit of amperheit by zich heeft 9 worden vermyd. En dus verre zal dan $ myns oor-
deels, genoeg gézegt zyn van 't ge- ne tot de inwendige middelen mocht behooren. Zulx hebbende opgeftelr,j> op dat ook een jong Heelmeefter, daar het de nood vereifcht j en by gebrek van de voorfchriften der Ge- neesheerenj niet verlegen j maar be- reidvaardig ter hulpe van maren E- venmenfch zoude ftaan: Om op de voor- en omzichtigftewyzejdebeft- dieii-
|
||||
^nnmuurlykeGeixwelkn. 'ς$.
öienftigfte bovenftaande middelen te
gebruiken. Anderïïnts hem , daar «et kan zyn, recommanderende, dat hy nooit te traag , te nalatig ; te waanwys, noch al tebefchroomtwil 2ynj om een wys Heelmeefter, die . ook de Konft van de Chirurgie ver- ftaat, tot zyn hulpmiddel zoekt j op! dat hy, niettegenftaande dat hy de Konft wel oeffent j zyn eer \ goeden naam , by Voorval van ongelukkig fucces, voor alnietnahhetonbefchei- den oordeel der dwaaze onwetenheit en afgünftigheitals in de waagfchaal komt te Hellen. De derde betrachtinge beftaat iri
de wegneminge van de byeenverga- derde opgehoopte ftoffe, die dit Ge- zwel Ontfteeldng voort gebracht heeft. En rripet hier alweder naarftiggei
let en onderfcheit gemaakt zyn , of dit Gezwel ons als een waare ofver- taengelde Öntileeking voorkomt £ als ook op den tyd, dé hevigheit , Plaats, degröotheiti goed-ófquaad- aardigheit des GezwelS , mitsgaders ^rSex> de jaren, de krachten j het faifoen des jaars, enz. Waar na dat |
||||||||
d*n
|
||||||||
G 2,
|
||||||||
ι οο Verhandeling van de
dan alle de zaken ter geneezinge 5
voorzichtiglyk moeten gereguleerc zyn. Daar dan de óntiteèking noch in't
begin, klein en goedaardig , in den JLyder ons in zyn volle kracht voor- komt , daar kan dit volgende middel . worden gebruikt. I£ Aq. Stillat. Sambuc, |s
Spir, Vin. §iv Gaphur. SU Siëf, Alb. 3i m. ƒ. Epithemfö
Of is'er alreeds teveel gezwel, op-
jpanning en hardigheit, 20 kan dus- danig een ontbindende ftoving wor- den verordineert. jji, Flor, Sambuc, mi
• Rofar.Rubrar, pi Htrb. mah,
Verbafc, Parietar, Scabios, a», mi C»f. in Cerevis. dulc. ad §xxx, Qolat. adde Spirit, Vi»,j,f, f, mus,
Hicï
|
||||
Tegennatmrlyke Gezweïkn. é ï é
Hier een, zagte Wolle lap in nat
gemaakt, ftyi uitgenepen, en zo heet als doenlyk is op 't Gezwel geleit, en als't begint te droogen, wederom ververft. Maar veel liever gebruik ik (zelfs
in het begin der Ontfteekiag) een verzachtende, refol verende, en ont- bindende pap, dewelke men op zyn tyd, en beter met ordre kan verver- fchen, als een ftoving, die zeer haaft droog w®rd, en dan al wederom dient ververft, en by het afwezen vanden meefter te koud ofte" nat, of ander- fints verkeert gebruikt word. Ge- lyk als ik in myn boekje van het Ge- Wondde Hoofd, in het jaar 1694. gedrukt, in 't vierde Hoofdftukvan de Bekkeneels Breuken, op pag. 44, 4f· omftandiglyk heb vertoont en aangewezen: Als by voorbeeld. 3Ji. Rad. Althace. §i ,
Herb, Verbafc, malv.
Scabios,
Flor. Sambttc. an, mij Chamomill. mij — . melilot, mi **°ï*'»f. q. Cerevis. dulc. Colal, Cont, adds
Far, Hord. |i G % Oroll
|
||||
toz Vtrhanieling van dq
O rob»
Juin, an. Jfii $
'm,f, Catapfafma? Of is de Ontfteeking niet zo he-
vig, met minder ontfteeking, of ook met flym , zwart bloed , enz. ver- mengelt, zo moet tot fcheiding en ontbinding des Gezwels wat meer verwarming worden gebruikt: Als by exempel ψ. Rad. Altbaa §ï
Herb, rnalv. mij Scerd. Scabios.
Agriman. an. rnï
FJor, Chamomill, an. miij melilot, Sambuc. an. mi
Qoa, ex f, qf Cerevis. Opt, adperfed, mollit, Coéiis Colatur. Contus, aide * tar.Lin.Secal. (roggemeel) Orob. an-, q.f,
m,f, Cataplafma,
In fcherpe en zeer pynelyke Ont-
fteekingen, acht ik alle Zalf, Olie, en Vettighèit fchadelyk , dewyl zy de onthoudene Galttof licht doen potten, en lïchtelyk een beginnende verfterving en heet vuurkonnenver- <"'"[' -'. ' wek- |
||||
ïïêgênnatuwlyke Gezwellen. ι q 5
wekken, daarom dat ik de ontdoen-
de pappen, wanneer ik verhoop het Gezwel te ontdoen , niet gewoon ben voor te fchryven. Zo ook niet de fterker verhitten-
de ontdoende middelen, als teAbfin-» thiumyMentha) Anethum^ Origanum% Safoia, Rorismadnus^ Lavetidula^Abro- tanutn, Tbymus, Sabina, Bacae Lauri'% Seminay Cwinini^ Foeniculi, Leviflici% en diergelyke, dewelke men ander- ^nts onder de ontdoende middelen telt. Alle dewelke dat ik in een Waare Ontfteeking zeer fchaadelyk 3eht} dewyle zy in zodanige zwaare pntfteekingen alles in vuur en vlam komen te zetten, en de Koortfen , Pyn en opfpanning onlydelyk maken. Onze bootfchap moet zyn, de hevi- ge pyn, en deszelfs oorzaak, op de zachtfte en veiligfte wys te ftillen , maar geen quaad tot quaad de elen- dige menfchen aan te jagen. De Apotheekers droogen de Krui·*
den en Bloemen alvorens op 't vuur tQt een Poeder, waar door deszelfa voornaatnrtg krachten vervliegen,en, CZe ^et de verordineerde Meelen
vermengd,^ en tot de dikte vaneen
0 4 PaP
|
||||
104 Verhandeling van ie
pap gekookt en opgeleid zynde, 20
zal die doorgaans in 't naafte verband, gelyk als een deeg, aan de huit van het pynelyk deel vaftkleevende wor- den bevonden. Wy daar en tegen knippen de Kruiden en Bloemen, en Itooten de Wortels, tot dat ze ge- noegzaam gekneuft zyn, doen alles, murw gekookt, dooreen Zeef, en itooten de Melen (doch maar zo veel als noodig is) daar onder , vermen- gende zulx vorder tot de behoorlyke dikte van een pap, die dusdanig ge- bruikt, geenfints tegens 't pynelyfc deel zo vaft zal komen aan te klee- ven. De dikte of lyvigheit vaneen pap
moet ook niet altyd alleens zyç, zach- ter en vochtiger moetzytotheeteen Zeer pynelyke Ontfteekingen, en als dan voornamentlyk op drooge Pees- ■en Zenuwachtige deelen, die lichte- lyk de opkrimpingen onderwaarig zyn , worden gebruikt , als elders op klierachtige en vochtige partyen, tegens de keel, op groote gewrich- ten , koude gezwellen, enz. Of die dit niet en betragt, zal mogelyk meer- der en moeijelyker qualen verwekken. Des-
|
||||
ïegennatuurlyke Gezwellen, ι o f
Desgelyks mogen ook op de Keel,
Hals, Boriien , Gemacht, Öxels , Liefchen, Gew richten ,· enz. de pap- pen wel wat meer verwarmende en verilerkende worden gemaakt, cm dat dezedeelen vochtiger, en eenig- «ntskouder, ook by gevolg ontfan- ielykej- zynde, v/at meer verdroo- ging , verwarming en veriicrking noodig hebben, dog alles, nadat de noedanigheit der gezwellen het ver- eifcht. Wy zullen dan door debovenftaan-
de of diergelyke zachte, verdunnen- de, ontbindende en pynftillende pap- pen de zwaariie ontfteekingen, hit- te en furie der ontfteeking, die uit «et Bloed en de Galle voortkomt , tot bedaaren en vermindering zoeken te brengen j gelyk a!s ik menigte de- zer Gezwellen, doch onder 't ge- bruik van de bovengemelde algemee- ne middelen tot een voorfpocdige ont < doening (zonder eenig Ettergezwel) ter gewenfter genezinge hebben ge- bragt. £*og als de ontfteeking, in zya
grootfte hevigheit geftuit, de Koorts,
uS Ontfteeking,defpanning, enpyn,
G ƒ ver-
|
||||
'%&$ Verhandeling van dt
vermindert, en aldus de hoop van \
gezwel te gullen ontdoen, ons voor- komt , zoo zal men ook fterker ontdoende middelen, die denogvaft- zittende ftoffe des Gezwels vorder tot verdunning vorderen, komen te gebruiken 5 om die dus ten eenemaal met haar tai en lymerjg overblyffel weg te nemen. Desgelyx wanneer de ontfteeking
niet zo heftig", rood , pynlyk, en ontfteeken, maar met wai, llym of GalftofFe vermengelt, ons voor- komt, daar moeten ook op dit zugr tig, flymcrig, of verhard Bloedge- zwel 5 de pappen krachtiger ver- warmende, en het flym verterendea worden gemaakt, doch altyd zo , dat ze zo wel de dikiie, lymigfte , en alderlichtft verhardende StofFe des, Gezwels, komen te overwinnen, en te ontdoen, enzulx kan op dusdanig <£>en wyze geichieden. ø. Rad. Lil'tor, Alk
Altbate, Brio», an. % é Herb, Agrimon. Melijf, an. mij
|
||||
Jëgennatuurlyke Gezwel!?^, iag;
J/'iolar.
Bismalv. Scord. an, Mj Flor. Chamomill. Miij MelilosMy yoq. ex f, q, Cerevif. opt, Óolatur.Comu.s: adde Far. Lin.
Qrob. an, q.f.
m,f, Cetaplafma,
Is't noodig, 20 kan wat Bxande^
wyn hier by gevoegt worden. Maar nooit daar intreckinge der
Peezen en Zenuwen, of een krom- heit en inkritnpinge der Litten, of Cen vaftgroeijinge door een C&ïïus 'm "e Junïïuren gevreeft word. Want Man zal de Brandewyn, en al wat zo ~eet, doordringende en indroogen- Qe is) de verllyftheit noch meerder verwecken, en alles noch rneerdoen yaft tnetfelen en beklinken. *ot de vordere verdry ving van het
vrezwelj fcan men noch wyders de middelen veranderen, na de yerfchei- "entheit van zaken, altoos betrach- tende, dat men tot de doorzetting van de flymigfte ftoffe des Qezwels, 9ie ons doorgaans het meeft en lang- ~uriSft quelt, de verzachtende on- der |
||||
ι o8 Verhandeling van de
der de ontdoende weet te vermengen,
om die dus vermurwende niet alken des fe beter te doen fmelten, maar ook op dat op deze wys beft da verlooren a&ien der lydende deelen wederom kan en mag worden ver- kregen. Op de Keel, Hals, Oxels, Lies-
fchen, en diergelyke klierachtige deelen, als ook op de Gewrichten des Schouders, des Elboogs , der Heupen, der Kniën en Voeten, daar de Ontfteeking of tot een gewenfch- te refolutie en vermindering komt , of daar ook des Gezwels ingelegerde itofFe door Etterwording voor het merendeel ontlaft is , vermag men niet al te lang te pappen, of de klier- achtige deelen zullen wel mogelyk al te los, te flap, te veel opgezeten verwydert, te ontfankelyk , en de Gewrichten te veel verflapt en los- gemaakt worden, en daarom gebruik ik als dan veel liever verfterkende , verwarmende en verterende Ceroen- plaaflers, die de noch meeft verdik- te flymige overblyfféls des Gezwels voorts komen te confumeeren, en die met een de verzwakte; deelen verfter- ken,
|
||||
Â_____________
TegematuurlykeGezwellen. '169
ken, gelyk als daar zyn acEmplafim
Ketrt Datheni, Sticticum, de Lah- <Mno Mucilaginum, en diergelyke. ■Evenwel daar op lettende, dat men ßç de zodanige , die niet wel Zalf noch vettigheit konnen verdraagen , zulx veel liever nalaat, en als dan Wet de verfterkende pappen aanhoud, als dat men weer op nieuws een ont- «eekinge zoude verwecken. VIII.. De teekenen van een gewenfchte Teekenen refolutie, zyn de vermindering van ^» w- <le Koorts, de ontfteltheit en pyn ,^S^ Cn wanneer (voornamentlyk als den^s. " tyder vry maatelyk zweetende en Zoomende is gehouden het Gezwel r'Jet fchielyk , maar met verdrag s en op een eenparige wyze tot ver- mindering komt, als ook in de pap men afneemt, een goorachtige
vunfe lucht 9 gelyk als ik menig. rnaais heb ondervonden , word aan-
gemerkt. Als de Ontfteeking dus, door een
gewcnfchterefolutie, t'eenemaal wort 7,er^°nnen, zo vallen de zaken ten
aiaerbeften uitj maar ge]yk de Ge- zwellen niec auyd zo gewenft eindi-
gen ? |
||||
Siè Verhandeling vmii'
«gen 5 zo ook niet de Ontfteeking \
die zo veel te lichter als alle de andere foorten van Gezwellen tot een zwé- ringe komtj of ook wel ter verrot- tinge uitfpat$ als deszelfs onthoude- ; he ftoffe hebter , onftüirniger j eri Hieer bpgiftencler werd bevonden.
Dewyl het dan zo licht kari gebeu-
ren j dat eeri ware ontfteeking (fchoori bok hoé voorzichtig ëh na de Konft gehandelt) tot Etter;, en by gevolg deszelfs licht in Etter gekookte en veranderde ftofFe, ter óntlaftinge komt Uit te barften, zo moeten wy de ongegronde befchuldiging vari de Heer Bontekoe, daar hy de Heelmeefters $ die de Gezwellen tot Etter laaten komen, wel dapper heekelt * geenfïnts achten j want daar wy meermaals in een geweldi- ge Ontfteeking van een zwaare be- ëangïcem.ginnenae veT&erviïig en een gevaar-
sphacelm. lyke Heetvuur de lydende deeleri zien gédreigt j hoe bezig en zyn wy als dan niet, óm op de alder- fpBoedigfte wyze den Etter \ én zö de óntlaftinge van het infchuilende quaat, in plaats van ftank 5 verrot- ting , en het verlies der aangetafté deè»
|
||||
Fegematuifrlyke Gezwellen, úéú
f,fle" te verkrygen : Wy laten dan
auc dusdanige nieuwe Konftbazefi rammelen na haar believen, om vor- der op zekerder gronden * en véi- «ger wys, ónzen Evenmenfch (daar iietdoenlykis) te herftellen. 7 I X.
Ëü wanneer dan de ontfteekingofT<«^
°°k eenig ander Gezwel, de Kanker""»»**«· & ^Wouderde hartgezwel alleenlyk 2£**. 5czondert > tot geen ontdoeninge
an Worden gebragt, zo dat de Koorts ovtrgaéK
Pyn, zwelling jopfpanning^ ontfte-
flng> Klopping, enz. toenemende *
«et Gezwel zekerlyk fehynt te zullen
ot Etter komen $ zo moet het werk
ofc aanftonds daar henen gevordert
_Vn, zo door krachtige iypmakende
L P? °f P,aaftersi ç» dat dan dcri
aart des Gezwels * de gelegentheit van het lydende deel, de jaaren, de machten,enz, bullen vereifchen,ge- V ?miUnaig^ indenaaftvolgende Verhandeling getoont zal worden. |
|||||
1 V-
|
|||||
y
|
|||||
112. Ferhandelingvan de
IV. HOOFTSTUK.
Van het rypmaken en openen der
Ettergezwellen. I. Inleiding van dit Hoofddeel, z. Hoe
en waar door een Etter gezwel behoor- lyk ryp gemaakt en verder geneezen word: Als mede welke inwendige middelen hier noodzaakelyk zyn. 5. Teekenen dat het Ettergezwel ryp is. 4. Op wat wyze de opening gefchie- den moet. 5·. In wat gevallen de opening haafliglyk dient te gefchieden. Met eenige verdere Aanmerkingen* I.
'ïoktd'mg "\T7Y hebben in 't Eerfte Hoofd-
IZfaL·. ftuk g62^ > dat de TegMna-
' tuurlyke Gezwellen op vierderlei wy-
zea komen te eindigen, van de eer- fte en aldergemackelykfte, nament» lyk de ontdoening is nu afgehandelt, volgt de tweede, daar de Gezwellen door ontlafting der ingelegerde ftof* fe, dat is 9 door uitftortinge des Et- ter |
|||||
TegennMuurlykeGezwellen. ti|"
*ers eindigen, waar van. wy in het
vervolg al vry wat hebben te zeg- gen. s De kleine en groote Verzweerin-
gen, Etterboefems, enz. worden he- densdaags van de Heelmeefters ver- fcheidentlyk behandelt: Ik zal van ^ulx , het geen my de Reden, On- dervinding, en goede uitvallen heb- ben geleert, den jongen Konitoeffe- naar gaarne mededeelen. II. Daar dan de Vaare ÖntiieëkingHoe etl , vol vuur en hitte, vry hevio- cn *""*;-><"" root, door teekenen van een ver-ge^eiryp
^akkerde Koorts , aangroeijende^«»ï<i^w Pyn, ontfteeking, klopping, fpan-*"""*» ' "'"g , enz., genoegzaam vertoont ,ZtJi UclL geenünts zal konnen te ontdoen, inwendige 2o rrioet- inen aanftonds, door de beft middelen dlenftigfte rypmaaking de koking enh'™,d' Typmaking dezer opgehoopte woe-^l/3^ dende fcherpe ftoffe, cot een bequa- ^en Etter , en dus ter ontlaftinge boeken te vorderen, op dat den lyder 1 a<? f° Vce^ ratIiPen ï die hem zo on-
yaelyk drukken, ten fpoedigfteri m*£ gered. zyn. ':ƒ |
|||||
H IÏL
|
|||||
ï 14 Verhandeling van de
Tot zulk een einde kan dusdanig
een rypraaakende pap, zo warm als 't den lyder kan verdragen, twee- of driemaal in 't Etmaal worden ge- bruikt. Iji Rad. lilhr. alb. gij
HerKAltl·. Violar, an. Mj
, Flor, Cbamomill. Miij Samb. Mj Melilot. Miiij Ficuum, No. viij Coq. inf.q, Cerevis Opt.Colatur.ContUSadde Farin. Fóenigrac. gij β Alth. Lm, an. %β m, ƒ. Cataplafma,
Wanneer geen beginnende verfter-
ving gevreeft word , mag wel wat Boter tegens 'c verbatnd , onder de heet gemaakte pap geroert worden. t. Of men kan ook de pap nog wat fter- ker rypmaakende masken, ψ. Rad, l'ilkr.Albor. gi$
Cep* gij Fol. Braffica Herb. mah, an, Mj Flor, Cbamomill Mii? Saré
|
||||
TegemattturlykeGezwellen. Hf
Samhuc. Mj
MeliktMvr ··
Fïctiv.m §vj ^H'f' $· Gerevis opt. Colatur. Gontm adtk Faria. Fcenigrcec. Jüj lm. §j m. ƒ. Cataftafm*,
flor. meliloi.
Chatrwniill.an. MiV
ficuAm. §vj Coq.f.q.Cereuis opt, Contus.adde fürin.fxnigrac. §ij £»'#. §vj >». ƒ. Cateplafma. ■
Onder dusdaanige heet gemaakte
PaP j kan'tegens yder verband eeii goede klomp van ons Unguentum Ba- filicum worden gefmolten : Of by- zonderlyfe tegens de meefte uitpui- ling gevoegt zyn ^ waar over de pap oehoorlyk heet gevoegt wezende,de rypmaking 't fpoedigft zal worden ^vordert. . ^aar ook de quaal een groote plaats uaatj en eengroot fpierryk deel,
öt «leer deelen heeft ingenomen^
Η λ daar
|
||||
iiê ■ Verhandeling van ie
|
|||||
daar konnen de pappen , of in een
grooter hoeveelheid , als iiraks ge- zegt is,1 worden gemaakt, of alleen dus fterk rypende, op de voornaam- fte piaatfe des gezwels, daar den Et- ter ge vordert word, gebruikt Zyn , §n dus de overige zwelling, met een andere meer gematigde ondoende pap worden bezorgt. ;· Het Unguentum Bafilkon word op
dusdanig een wys by my gemaakt. $i Colophon.
Refin. ': Pix.
Ceré favce.
Axung. poré. an. l'ibr, unam.
01. Olivar. libr. unam & femis. f. f. a. Unguentum, pix. DePik en Harir. byzonder, ende
cdaphoniaandere t'faam gefmolten, en dan de
eerfte onder de laatfte gedurig om- roerende , gegoten $ anders doende, zal de Pik tot een klont wederom t'famen loopen, en de Zalf zyn voor- naamfte kracht en werking niet kon- nen doen, gelyk als ikdie, dusqua- lyk gemaakt, meermaals by luiden uit den Apotheek gehaalt, heb on- dervonden. Het
|
|||||
Tegennatutirlyke Gezwellen. 117
Het gebeurt^ook wel , dat men
iwyfek, of de Ontileeking tot een Ettergezwel, of tot een beginnende Verfterving uit zal barften , als dan moet men op beide verdagt zyn en werken s en onder de boven voorge- fchrevene pappen, die meeft uit ver- zachtende middelen beftaan 5- ook an- dere dienftige Wortels en Kruiden vermengen, die de rypmaaking niet verhinderen , en nogtans des deels verfterving wederftaan, als by voor- beeld.· ^i. Rad. Angelic.
Vincetoxtc.
Althce<e an. |j Herh. Scurdt. Phillandr.
Rut. an. Mij , ■ Melif. Malv* an. Mj * F/ar. Cbamomill. Mc/i ot. 0», Mij
Calewdul. Mj YicHum §i> Coq.inf.q, Cerevis Opt. Colatur. Contas adde Fariii. Foe»isr<ec. Luptnor. an. gj â
Orob.
Lin,an.s;v]
m,f. Cataplafma,
Ç 3 Cp
|
||||
118 Verhandeling van de
Op deze wys zal men de twee
rereifchte oogmerken , die als dan moeten betracht zyn, gelykelyk konnen voldoen: De Geneesmidde- len veranderende , na dat dan het gezwel of tot een Ettergezwel, of tot een beginnende verfterving zal willen uitbarften. Onder dusdanige middelen uiter-
lyk te gebruiken , kan men ook, om des Gezwels ingelegerde ftoffe meer en meer uit te zetten, en 't werk te vorderen , inwendig de maatelyke % we etver wekkende en hartiterkende Middelen aanpryze. De Geneesheeren behooren ook als
dan de pynelyke lyders met geen onty- dige,en voor dien tyd geheel fchadely- Ise buikzuiverende middelen te quellen gelyk als ik weet, dat door onerva- rene fomtyds gefchied, en meermaals door my is verhindert geworden : Om dat, door zulx, de vuile ftoffe des Gezwels, door het omloopende bloed weer inwaards word getrokr ken , en zo de Edele deelen, het Hart, de Herfenen ? Geeften, enz. \ op uieuws befmet en vergiftigt zynr > de, weer zwaarder Koqrtfen , ber iiaauwt-
|
||||
'Fegennatuurlyke Gezwellen.
|
||||||
____"9
oaauwtheden en flaauwtens verwekt,
en (op zyn alderbeft genomen) de vordering van de rypmakingkomtte veragteren. Dog alle k binder en minder foor-
ten van gezwellen, tot Etter komen- "e» hebben juifi: niet van nooden , dat men door pappen deszelfs rypma- kingc zoekt, want men al veeltyds net werk door verzachtende en ryp- rnaakende plaafters en zalven, die een maatelyke verwarmende kragt inzig hebben , volvoeren kan , gelyk als daar zyn het Emplafirum, Petrid'A- theni, Meliloti, Labdani , Mu* ulaginum , enz. voornaamentlyk, als devereifchte Gommendaarinniet Seipaart zyn, vorder ook ons Un- giientum Bafilicon,- doch evenwel in a|lc üntfteekingen, of daar de pyn jeer geweldig mogt zyn, het ge- K van de pappen den voorrang
gevende. In de heete Geweften van Ooft-
Indien, en elders, daar deJLugtveel ynder, de doorwaafemingen groo- ter> en het Bloed, het Zenuwfap , Pn de Geeften fynder en vlugger m aare bewegingen worden aange- H 4 merkt, |
||||||
I ïo Verhandeling van de.
|
|||||||||
merkt, zyn my (zelfs tot verwon-
deren? toe ) zeer weinig diergelyke Ontfteekingen, veel rhin zeergroó- te Ettergezwellen voorgekomen , ook heb ik aldaar tot degröotite Et- tergezwellen zelden eenige pappen gebruikt, maar doorgaans alles voor- fpoedig door een bequaame ftooving of ook wel door de beft dienftigfte plaafters overwonnen. Ι ί I. ?^α%· ^e tee^enen, dat het Gezwel zyn tergend "gewenfchte rypheit heeft bekomen, rypis. Zyn, als de geweldige roodheid, de vinnigftepyn, en de Koorts eenig- fints fchynen vermindert te zyn, men verneemt op de plaats van de meefté uitpuilinge, een zachtheid onder de vinger, den Etter wykt gins en we- der, enz. I V.
En op wat Of die nu door des Natuurs wer- wyzede king, door het fteekmesje, of doo? e^Tl"gd een brandmiddel dient geopent, word m$t' '* ^cnt u'c ^'c volgende begrepen. |
|||||||||
Als de ftoffe vlug, en, vol vuur
|
j
|
||||||||
niet diep , en maar even onder dë
Huit is geplaatft, zo maakt die wel meermaals van zelfs een fpoedige ope- ning, |
|||||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, iai
|
|||||
n'ng, en onder een wys beftier, een
J aardige genezing. V. Maar daar deEtterftof door haareIn »<«#»■?
hoeveelheit, of ook door haare hoe-™^** danigheit, in bet lydende deel è&Taafldyk naaft aangelegene Zenuwen, Veien> dient te g^ Vliefen, Banden, öf Beenderen he-fchieden: fehadigen kan, of lichtelyk tot in ZtdlrF de binnenftedeelen kan worden ver- Aanmer~ plaatit, zo moet ten alderfpoedigftei'»s«*· en zo vaardig als 't doenlyk is , de opening door het fteekmesje gemaakt Lancttta Zyn, dm de Etter tydelyk te ontlas- ten. Doch ftaat, of komt het Etter-
gezwel ter verkeerder plaatfè, na- inentlyk in het opper- of bovenfte, deel des gezwels open te barften, zo moet (om geen lang gefutfel ontrent de genezing te maaken) de opening nederwaarts worden gemaakt» op dat dus de ipoedigfte ontladingen veiliglyk mogen bevordert zyn. Doch is den lyder zeer fchrikach-
t'g voor het fteekmesje, en heeft men lancttu, "en tyd, degelegenheit, en een be- quaattie plaats, daar de veelheid des Etters ons de gelegentheid aantoont, Hf om |
|||||
11$. Ferhmdeling van ie
cauflkum.om de ontlaftinge door een Brand-
middel te zoeken , zo kan die kon- flig en voorzichtig' in 't werk geftelc worden. 'AHuaak ^et werkelyk brandyzer, waar iautenm. mede de Ouden de Ettergezwellen plachten te openen, is nu tot dar ge- bruik , als al te wreed en te beuls ? genoegzaam uit de Kon ft verban- nen. Wanneer de Ettergezwellen vol-
komen ryp gemaakt zynde, van zelfs doorbarften, zo volgt wel meermaals de kortfte genezing, a!s den Etter niet diep, en maar onderde Huit ge- plaatft is geweeft , en goedaardig zynde, geen naaft aangelegenc dee- len befchadigt heeft: Anderiins moet men het niet afwachten, of de ver- keerde barmhertigheit zal kleine ag- ting voor den Meefter, en een lang- duriger , moeijelyker en pynelyker genezinge voor den Lyder verwek- ken. En zulx kan ook wel ten alder-
1 hoogften gevaarlyk , ja zelfs doode-
iyk zyn, als ineen verzwakt en haaft
uitgeteert meivfch , een zeer groot
Gezwel te voorfchyngekomen, den
veel-
|
||||
ïegennatuurlyke Gezwellen. 125
veelvuldigen Etter in het doorbreken
teffens uitbarit ^ als wanneer door het Veriluiven van de nog kleine overge- blevene Natuurlyke warmte, en door het bezwyken van de weinige levens- krachten en geeflen , den lyder zeer lichtelyk voorts ter neder zal komen te ftorcen > daar in tegendeel, zo de Etter tydig en voorzichtig, met ver- drag , en by beurten, door een be- knopte opening , met de vlym ge- maakt, word uitgelaaten, den Ly- der, onderden zeg«n desAllerhoog- ften , en hét gebruik van dienftige hertfterkinge en voedzel, nog mo* gelyk zoude konnen gered zyn. Men begaat ook in dusdanige groo-
te Ettergezwellen der verzwakte Jy- ders de zelfde fout, wanneer men die, in plaatfe van door de vlym , yoorzichtiglyk de behoorlyke Om> laftinge te geven , zo onvoorzich- Pg 5 als beuls, met een Scheer- of ander fnymes t'eenemaal in zyn uit- geftrektheid open fnyd, om dus oa- trent de genezing, quanfuis met geen VerzWorene Etterboezems, noghoi- "jgheden gequelt te zyn, latende al- ®üs > regt tegen de wyzegrondregels der
|
|||||
/
|
|||||
124 Verhandeling van ds
der Ouden, alle de menigvuldigheid
des opgehoopten Etters, teffens op eenen reis uitftorten, waar door dat ' dusdanige arme lyders, wel zeer haaft tot zo verre konnen gebragt zyn , dat deze Konftbazen in hun nieuwe Konftoeffening met geen verzworerie Etterboefems der dooden meer heb- ben te worftelen. ë Ziet men ter behaaginge, en op
't verzoek der Lyders bequame gele? gentheit, om het ryp gemaakt, en niet diep fchuilend Ettergezwel j door een Corofyf te openen , zoo neem ik een weinig van dexleven- dige Kalk , die met de fterkfte Zeepfieders Loogh , en een wei- nig Zeep is vermengelt: Hier mede befmeer ik een klein plat wiekje,zo groot als een befemftuiver ·, ik leg een weiklevende plaafter, met een gaatje in 't midden, tegen de meeft uitpuilende plaatfe des Etters, en dan het wiekje met Corofyf in 't midden des plaaiters tegen de bloot gelatene huk, om die zo ver dood endoor te byten, als de opening des plaafters daar toq gemaakt is, en men voegt nog een andere klevende plaafter daar over
|
||||
¥egmnatuurlyke Gezwellen, ι zj
°v?r heen, en wyders 't verband na
oehuoren, zyn dan de materialen van dit Corofyf krachtig genoeg, .zo zal ψ v.yf a zes uuren , of immers ten Jangiten tuffchen den morgen en den avond, opeen vry zagte wys, een genoegzame doodé vlek in de haic gemaakt zyn, hier de vlym doorge- stoken , veroorzaakt geen pyn, maar ^vel het geftadig uitvloeijen des Et-, tjrs, die voorts door een vette Bafilicon plaafter kan uitgelokt wor- den. Nog moet in't openen der Ètter-
gezwellen dit volgende bet ragt. zyn £ i. Dat men't Gezwel opent op de
de voornaamfte plaatfe des Etters. 2- Zo veel het wezen kan inde be-
"edenfte plaats. 3· Na de loop dei' Spieren, Pefera
en Vefeis. 4· Dat men, daar het de kragten
tQeftaan, en den Etter niet in een te
g'Ooten overvloed uitgeitort ftaat te
borden , de opening groot genoeg
^kt, inzonderheid daar men geen
gen0eg2ame {3incjing joen garij a]s ™ede daar de Ettcrftof koud, dik ,
' ^miS entraag teruitvloeijinge word |
||||
125 Verhandeling van ds
geoordeelt, in dusdanige worden vry
groote openingen vereifcht. f. Dat men de onder en naait aan
gelegen Zenuwen , Pëièn , Aders j Slagaders, enz. voorzichtig komt te vermyden. 6. Dat men den Etter, daar zy
veel en 't lichaam zwak is, voor al niet altemaal teffens, maar als boven gezegt is, voorzichtig en by pofen$ na dat dan de krachten komen toe té laten, ontlaft en uitlaat. 7. Of ten laatften, dat men toch
alles met de mmfte pyn en meefte ver-* zekertheid handelt, enalduszofpoe- dig en veilig, als 't doenlyk zy, de genezinge zoekt te betragtem |
|||||
V. HOOFDE
|
|||||
Fegenpatuurlyke Gezwellen. 127
y.' hoofdstuk.
V ati de Genezinge der Etterge-
^vvellen, met groote Hollighe-
den en Etterboefems.
ï. Dat de Ettergezwellen niet altydge-
-'/leefilyk zyn. z. Hoe in groote Ët- - tergezwellen of Etterboefems degene·
- zing kan verkregen worden, 3. Tot
welke Et tergezwellen geen pypjes of fieekwieken behooren. 4. Dat men
uit de groote Etter gezwellen de Etter wiet altemaal op eene reu tnoet laten loopen. y. Nuttigheid en hoedanig *e Steehwieken in deze Ettergezwel- len behooren te zyn , en derzelver misbruik. 6. Nuttigheid der holle pypjes , en hoe die moeten gemaakt ζγη. ■dis oek een kort beflier man het ver- band. 7. Schadelykheid van de Egyp~ ïifche Zalf of Smeer fel in de Etter- &szwellen. 8. In welke gevallen de epening der Ettergezwellen dient ver- mSd u wgrden, m im de fnyding |
|||||
t'r
|
|||||
12,8 Verhandeling van de
|
|||||
volgens den loop der Veefeïen moe f
gefchïeden. o. "'t Welke bevefiigt ivord door een Hifiorifch voorval'.· 1 o. Dotlor Vander Sterre en de zy~ nen worden tegengefproken over het y. 'maken van grote openingen. 11. Nog eenige voorvallen. 12. Nog iets ra-
kende de verdere genezing der Etfer- gezweïïen. I.
DatdeEt-^r-^vn Etter ontlaft, en het' Étter-
ΊΖΆΧ* 8eiwel behoorlykna de Konft Oii«»5f»e-gchandelt zynde, zo zal doorgaans, plykjvyn. m een welgeftek lichaam, en daar geen deelen of deeltjes van aangeïe- gentbeid befchadigt zyn, de gene- zinge voores zeer lichtelyk konnen werden volbragt 3 rnaar fomtyds ge- beurt het anders, en dat des LyderS herftellinge of langduurig en zwaar, ten minften bekommerlyk , of ook wel onrnoogelyk word bevonden. I i. "tt'ewerT A is een ont^eeking 5 of ook eenig
zr»elten% zndcr Gezwel, tot een veYz, weer ing genezing die groot , of ook diep inwaards kanvtr- fchuilende is, en met aanmerkelyke worden hoU'gheden of Etterboezems , ons
voor-
|
|||||
^egem»tuurlyke Gezwellen, xtp
^orkomt, zo moet op de volgende
^ys ons oogwit, dat is deherfteling des lydérsj zó veel doenlyk is, be- tr*gt zyn. De Ontlaftplaats in hét benedenite
deel des Gezwels bekomen hebben- te» Zo dient de gemaakte opening j °Pen gehouden, tot dat alle de Et- terftöfisontlafts en de rontom gele- gene deelen, tot de vercilchte dunte en vattigheit zyn gebragt en begroeit Cn zulx gefchied door ontklling va» Canm®l tig zelfs, of door Steekwieken , of Qoor Pypjes. ï ι i.
γ£ Ontlaftingé van zig zélfs, wilToi welke
^'nfommigei dog niet in allerlei Em$°- oorten van Ettergezwellen gelukken, J™ 'vypjü °pening door een Brandmiddel ofsteiks
gemaakti kan doorgaans langft zon vuksnhe- derPypjeof Steekwiek, öpfn wor-hoorm- Jen gehouden, de Negenoog en ^ntrax. O1oecfyin , eri diergelyke behoeven rurmcuhti °°k dit Gereedfchap niet ; als mede s^n Ettergezwellen , die als half rpo0t' vanzelfs°pbarftcnde, groo- welkten-i°men te maken» alle de"
1 '* doorgaans genees j zonder I ee«
|
||||
15 Q Verhandeling van de,
eenige Steek wieken of Pypjes daar ßï
te gebruiken. Sommige hedendaagfche Nieuw-
modenfe Geneesheeren , beftaan het gebruik der: Steek wieken en pypjes, als ondienftigj nadeelig, en t'eene- maal fchaadelyk , geheel te verach- ten en te verwerpen} willende dat een gemaakte opening door de vlym, genoegfaam van zelfs, zonder die te gebruiken , open zal konnen wor- den gehouden, maar dat deze manier los en ongegrond is, leert ons de bevinding dagelyx anders ; want al hebben wy in een Ettergezwel al in een vry groote en taamelyke ruime opening ter uittocht voor den Etteir gemaakt, zo niet een Steekwiek in die opening word geftooken, zo zal die voor het grootfte gedeelte van ilonden aan wederom komen toe te zuigen , en dus den Etter binnen gehouden , ons dringen , die we- derom ( zelfs niet zonder verwon- dering der byftaanders, over onze taftelyke plompheid en onvoorzich- tigheid) op nieuws te maken. 't Gebeurt wel fomtyds, dat in't
Gezwel, een zo vlugge Etterftof fchuiltf
|
||||
tyehttaimriyke Gezwellen. ï 5 ί
i?uJ'n» dat <üe de vleefigè bekleed-
*ejs der Spieren doorboort hebbende; legen de buitenfte Huit aanfpèclc, *ls wanneer tóeh gevoegelyk ; met e ope°ing ontrent twee-of een vin-
gerbreed lang te maaken, de Steêk- wieken nalaten kan; die men ander- «nts j ten miriften in de twee of drie ^erfteverbanden, verpligt is behoor- tyk te gebruiken. Andere , ziende de gebreklykheid
van deze Koniloeffening, en dat zulx al doorgaans niet wel wil ge- lukken , hebben, om geert Steek - gieken noch Pypjes te gebruiken ; Λ , Γ^Ρ gemaakte Ettergezwèllén ; jlcnoön ook hoé groot) door des puits ondergelegene deeleri; in haar engte t'eenemaal open gefneden, la- ende op deze wys niet alleen allé de
veelvuldige opgehoopte Etter; re- gens de welgelegde Grondregeis °er Konit , op eene reis uit-* «orten, maar vegen onbefchroomt; ^s loutere plompaarts , en op zyn _eu's:> door Spieren; Pefen; Zenu- gro en Vefels heeni gelyk als dieri
fL oen °pfnyder in woorden; ènin aeOezWelle^ eenèn D ^ $ & Ι ά heui
|
||||
ï$2 Verhandeling van dé
|
|||||
hem niet ontziet te fchryven , naaf
welkers voorbeeld zig veele waan* wyze broddelaars niet fchaamen, de elendige rnenfchen als beulen te fny- den en te kerven, makende met een Scheermes $ of loutere knipfehaar # alzo het hen beft behaagt, openin- gen , die niet alleen de lengte van ttri vinger of twee, maar van een gehee- le fpan of meer fpatie, komen te be- Éaan. In plaatfe van door een zagt en wys beleit te werken, veroorza- kende door hun beuls en verfchricke- lyk fnyden , dat, zo zy nóg al, ten beften genomen , de Spieren, Pee- fen, en groote bloedvaten komen te myden , ten minften een meenigte Zenuwachtige Vliefen,Veièls, Wa- tervaten, en kleine Adertjes en Slag-1 adertjes, worden af- en döorgefnee- den, en dat by gevolg een gedurige iecking en uitzypering van zo veel afgetornde deelen, en deeltjes, nood- zaokelyk moet ontftaan , maakende aldus een langduurige en zeer pyne- lyke genezing, en wanneer men daaf nog by de nieuwe KonftoefFening ie'" flaat, en de deelen zo heet, en dof maakende, pappen van dbfinthiuw * |
|||||
fegennatuurïykeGezwellen. 135
Afeniha, Salvia , Mayorana , Bacca
yauri^ met Spiritus Firn, Matrica- 'js3 enz. vermengelt, op de Pees-en Zenuwachtige deelen gebruikt heeft, *° Pronken deze verkeert gehandel- de Lyders wel voor altoos met ver- tyfae , verdorde , verdroogde , en t laam gekrompeGewrichten, voor- naamentlyk de hand en vingers, moe- tende voor al haar leven de battig- heid van haare mishandelaars betreu- 'enj gelyk ons daar van de (taaltjes en met eén het na-getalm, om hulp, Wanneer het te laat en te verre ge- oragt is geweeft, al menigmaal zyn Voorgekomen. Zo groot een Held en Meefter ,
0rn in des menfchen vleefch , even gelyk als
in een Weftphaalfche Ham,
tefnyder^ heb ik gekend, dieonder
werk vervaarlyk vloekte j dezen
ontzag noch fchaamdezich niet, de
grqotile Holligheden en Etterboe-
*ems, meermaals door agteloosheid
«n verkeerden handel veroorzaakt,
gemaal in haare lengte en veruit-
feftrektheid open te fnyden, ja zelfs e ililke njet verfchoonende, die
aoor een Uitteeringe haare kragten AtrepU*> |
|||||
I I ver^
|
|||||
ϊ 14 Verhandeling vm ds
verteert zyq geweeft , door de ver·?
magerde Spieren, zelfs in 't boven- ile van de Pye, en in andere deelen, ptn, tot aan het been, de grond te bereiken , heen te vegen , zig nog op zulx beroemende, metveragtingvan andere KonftoefFenaars, die tot hun iïout heftaan , in zulke uitgeteerde verzwakte meqfchen, met reden ge- weigert hadden, haare toeftemming te geven, gelyk my zelfs voorgeko- men is. 't Geviel eens, dat ik een raadple-
ting met dezen onbarmhartigen
►onfthaas, ten huize van een aan-, zienlyk Koopman, geweigert heb- bende. Zo verzpgt men my des an- deren daags, met nog een ander Ge- iieesmeefterj en (zpnder dezen Konft- baas ) wy vifiteerden , door ordre van de Opzieners der Mennonite Ge- meente eh Vrienden, een zynerLy- ders, namentlyk een Jongman, oud negentien jaaren, gantfch dor en ver- magert, die (om een Beenvreeter in 'QsSacriem: het onderile Wervelbeen van 't Hei- ligbeen na te fpeuren, met een in-. fnyding van een groote fpan lang » toE aan het gebeente van de ilraxge- noem-
|
||||
Tggennatuurlykc Gezwilïen. ι j f
"oemde plaats, niet na de lengte ,
maar meeft overdwers door de boven- «e Bilfpieren, afgryfelyk was geha- ^ent geweeft, zonder dat in het be- dorve been iets was gevordert: deze groote fcheiding was na een langduu-Sifoi»; "S gemartel, van die geweldiglyk door opvullinge van wieken open te willen houden, nu wederom tot op een kleine ronde holte na, toegéloo- Pen> die noch tot aan het Heilig osSacmm; been doorging. Ook had dezen verduldigen Lyder noch een kleinder Pypzweertje in den Opperarm, daar °ok, door alles tot aan het Opper- Os Rumori atmbeen open te fnyden , op dezelf- de Wyze mede geleeft was, zonder "at ook deze infnyding eenig nut had §edaan. Want als men al doorzulx het been tot zo verre ontbloot, on- derzogt, en voor de inperfende logt, aan vorder bederf wel fioutelyk had- de blank geftelt, zo en was noch zo aanftonds de nette geftaltenis van de ^eensbederving niet te vinden, en het §ene men vond, had tyd van doen , *?m van 't gezonde been af re fchei- den> en onderwyl quamen zo groote Wonden, tegens wil endank, tot zo I 4 verre |
||||
13 6 Verhandeling' van dt
verre weer te genezen , dat, en ifl
den arm', en in de lenden, maar een kleine Bypzweer, als boven gezegE is, overlieten. En daarop wilde nu onzen Man weder aan 't fnyden, met een bedreiging, den Lyder nog anr ders te zullen kerven, hier doorniec alleen hy, maar ook zyn Vrienden , zynde verichrikt geworden, was zulx de oorzaak dat ik tot deze raadpleer ging verzogt wierd. Wy hebben hier op eenonderhou-
rj>alltativa dende Genezing aangeprezen, enmy £ψ#· dit werkje zynde aanbevolen, zo heb ik op diëwys, als wy naderhand zul- len zeggen, dien Jongman in't kort Zo verre gebragt, dat een of twee beentjes uit den arm , en tot noch toe gene uit de lenden, zyn opge- daagten uitgenomen, zo dathyhem zelfs met Plaaflertjes bezorgt, ende van dsen tyd af aan, wanneer men de vrees en fchrik voor het fnyden uit zyn hene verjoeg, gezond en welva- rende is geworden. Maar overmits het niet genoeg is,
dat men, tot waarfchouwinge aller jonge KonftoefFenaars, de misflageö $er onbarmhertige Heelmeefters ten toon
|
||||
fegematuurlyke Gezwellen, χγ?
?oon ftelt, zo betaamt het ons daar
benevens een veel veiliger, zekerder, «orter en onpynlyker Kontthandeling te vertoonen. IV.
wy zeggen dan, dat een Etter-j^T gezwel van byzondere grooteen aan- Ettergï-"" gelegentheid, geopent zynde, de Et - zwellen de terltoffe doorgaans zeer voorzichtig, Etter niet en niet altemaal t'feffens, moetwor-^"^ . APn .,· , / ,. opeenereis
«en uitgelaaten, om redenen, aietemoet \atm
voren omftandiglyk zyn aangewe- hopen* zen. V.
Dat ook (als men een groot Ge- Nuttigheid
zwel tydig opent) doorgaans nog ^steet"^
fer» goed deel van des Gezweis inge- J^jjjjj»
ft°udene Stoffe tot Etter gemaakt en deze Etter-
gevordert moet zyn, zo dat men als£MiwW<!e
da" niet qualyk doet, dat men de^«
^uaiykgemaakte opening door een ZO derzelver
Korte Steekwiek, als tot aan 't bc-misbruik.
reik des Etterhols word vereifcht ,ftwA
«•enige dagen na Konir. en Reden open
«oud, op dat doch vooral den vui«
en Ütter mag worden ontlaft en uit-
geworpen ^ eer jat. men ^g 0pening ? mec dc Steekwiek al te vroeg uit te
I f ne- |
||||
ï j8 Verhandeling van de
riemen, toe laat zuigen, of komt te
genezen. Men zal, of men kan my (tegen''
werpen, dat zo lang als een Steek-* wiek de opening flopt, dat ook zo lang Etter van het eene tot het ander verband word opgehouden en beflo- ten, makende aldus nog een meerder holte, of immers ten minften, een veelvuldiger en langduriger ontlaftin* ge van de Etterftof, en dit is waar- achtig , ook daarom het langduurig gebruik der Steekwieken grootelyks te mispryzen. Om deze oorzaak heb ik voor een gewooate, met de der- de of vierde dag ,| zo dan de Etter niet en vermindert, aanftonds een pypje en vereifchtc bindinge te ge- bruiken , door dewelke dat ik dage·^ lyx zeer groote Et|ergezwellen, Hol^ ligheden en Etterboeferns, zoo ge-^ wenfcht en voorfpoediglyk komt te genezen. Eerftelyk komen ons die Steek-
wieken te pas, welke van zodanigen groote zyn , datzede eerftgemaakte opening tot een bequaame rondte yerwyderen, en'met haar einde toe aaö
|
||||
fegenmttturlyke Gezwellen, ι $$
*a« depkatfe des Etterhols komen te
reiken. Zy moeten niet al te dik gemaakt
£yn, op dat ze niec met kragten in- gebragt Wezende, en dus de opening al te vinnig opfpannende, op nieuws, P7n ·> Koorts , en ontfteltheit ver- Wecken. Zy mogen ook niet al telangzyn,
op dat ze niet tegen de Pcfen, Vlie- en en Zenuwen komen te fteken, als mede niet te kort, want dan zal den, Etter (inzonderheid als die dik, fly- cierig, koud en traag is) wederom }>cht in zyn holligheid worden be- w>ten„ Als mede niet te dun, of gclyk
ottimige Heelmeefters zo verkeerd doen, aan het begin en einde van generlei dikte, en zo vaft en hard als Pykers in een gedraait, zo dat ze dus tegen de teergevoelige Vliefen en vordere deelen aanftekende, een zeer bittere pyn en zware toevallen ver- °°rzaakt. Want niet zonder reden hebben dé
oude Meefters haare Nakomelin-
Pen a^bevoolen, de Ettergezwel-.
j Woncjen en Pypzweeren van
alle
|
||||
ï 40 Verhandeling van de
alle deszelfs Tegennatuurlyke Stoffë
te ontladen, maar zig geenfins van al te lange Steekwiekén, veelmindoor- tochten, te bedienen» en vooral daar ontrent voorzichtig en ipaarzaam te zyn, daar de lydende deelen zeer ge- voelig, bewegende, en de toevallen licht onderwarig , worden bevon- den. De doortogten weleer in gefcho-
te Wonden, verwekten in den elen- digen een bittere pyn j zo ook de nog hedendaagfche gebruikelyke al te lan- ge Steekwieken enPypjes, enz. waar Van ik, uit zeer veel voorbeelden , maar dit eenige zal vertoonen. Een behoeftigen worm, komend-
de tot Haarlem'c kosje zoeken, oud dertig jaaren, van een grof, flyme- rig en droefgeeftige aard , kreeg uit den overvloed dezer quaade vochtig- heden , een groot Ettergezwel, in't Gewricht van de Knie, htrt lichaam door een ervaaren Geneesheer rede- lyk wel gezuivert, en de onthoude- rie StofFedesGezwels, dooreen jong Heelmeefter, nu al eenige weken uit- geleid zynde, zo quam nogtansgeen genezinge voort, maar wel een ge- |
||||
fegêfmatuurlykeGê&welkn. 14 f
«üurige toegift van hevige Pyn *
koorts, Flauwtens, Nacht ^rliesderEetluft, nieuwe Gntiiee- *Jnge, enz. ïk eindelyk door den Lyder daar by verzocht zynde, be- vond, dat den Hedmeefterindezeer Pynelyke opening , die regt tegens j>e K-Qiëfchyf aanquam , een al te 'ange, dicke, ftyfin een gedraaide «teckwick gebruikte, die hy, wel 1 \ met Bafilicttm zynde be! meert i en'gzins met gewelt ter opening in- Ofagt, verweckende aldus een zeer oittere pyn in deze teergevoelige «eelen: Ook wierden de rondom ge* iegene kleine Holligheden of Etter- "°len, in yder verband , door een ^uchtelooze infpuiting, die al vry Wac aan de verhittende en. fcherpe «ant was, noch meerder verfcherpt, ycrwydert, opgeblaazen enoverlaft, immers niet verbetert. Den Etter ^as uittermafen feherp door 't ziK t'ge flym, dat tuffchen yder ver* oS1» door de Steekwieken dus op-
s?«opt zyndc, een grooter ophoo- ticu^ ^aak te» het £^¥rum Stic-
l *?Par*ctlfi, endaar op een druk- oott en ftyve binding befloot het |
|||||
ver»
|
|||||
ï^t Verhandeling van dé
verband. Dan ziende, dit niet wel
te tullen gelucken, zo heb ik tér- Hond een andere weg ter geheezing ingëflaagen, hem onder vier óogen de oorzaak van de bittere pyn en wan- genezing vertoont, maar een klein kort Steekwiekje laaten gebruiken , de infpuiting onnodig gekeürt, eeri pynftillende pap voörgefchreven $ een zagter binding in 't werk geftelt,en Voorts een kort loode pypje^ alsme- de een zachte buikzuivering uit flym afdryvende middelen beftaande , ge- ordonneert. Hier door verdweehen wel haait de Pyn, de Koorts , en vorder ontfteltheid j doch hier óp een weinig te vroeg myn affcheid nemende, moeft ik weder aan 't werk , en daar op andermaal dezen weg inflaande, zo is de gewenich- te Geneezing vooripoediglyk ge- volgt. De Steekwieken moeten dan niet
zo ftyf en zo vaft als fpykers in een gedraait zyn , maar kort , en een weinig dicker aan haar beginfel, als aan het einde, niet icherp , maar rond toe loopende , en van zacht pluxel maar losjes gedraait. Menig- |
||||
FegmMtuurlyke Gezwellen. 145
inaal heb iZc my moeten verwonde-
*enï dat deze noodige betrachting, 200 weinig aldus, en meermaals gan tich. anders ih't werk geftelt wierd* Ik beimeer die veel liever met ons
Uniuentum Bafilicon\, als dat ik de- zelve in eenig verhittend en fcherp artr?fcfel indoop j gelyk nu ook al «lede by fommige Nieuwelingen de banier begint te worden. Het is ook onnoodig j de losge-
raakte teergevoelige deelen der Et- tergezwellen, die goed en levendig %J* s met zuiverende, fcherpe, en jagende middelen te pynigen, 11a- «cmaal die zo gemakkelyk, als den Etter ontlaft is, aan en tot malkan- ueren komen te vereenigen. V I. Maar wanneer door de grootheid nuttigheid
des Gezweis, gelegentheid der plaats, der.holle 2 viïlh«id*es Etters' eem'ge' zeIfffi-·
ue niimte holtens , ofte ondergele- ten ge-
Een verzworene Etterboefems ofte**^* *?» nolligheden worden gevreeft, ofai- reeds daar zyn, zo moet men (wan- neer nu een of meer bequaame ope- mn£en gemaakt zyn) de Steekwie- ken , die ;ii te veel ifoppen, en den Et-
|
|||
144 Verhandeling vatt dè
Etter doen ophoopen, niet meer?
en in plaatfe van dien bequaamepyp- jes gebruiken, alzo die de opening open houden * en de Etter zeer ge- voegelyk doeö ontlafteri. Deze pypjés pryzen fommige der
Quden zeer aan, dat van Zilver moes·* ten worden gemaakt, doch die niet Zo curieus is, en wat veel pracltyk heeft, zal zig, met die van dun ge- Hagen Lood, zeer wel vergenoegen, te meer, dewyl die zo wel in d'on- ïsoftelykheid als bequaamheid , het Zilver overtreft ·, en geen Mynftof zo wel met onze natuur overeen- komt j gelyk j zelfs in de quaadaar- dige Kankergezwellen j en meer an- dere qualen, veelvuldig kan worden aangemerkt. Deze Pypjes moeten haare groot-
heid, wyttej lengte, enz. hebben^ na dat dan de opening en de Zwee- ring vereifcht, en ook vooral, zoö als men tot de gefchiktheid van hec lydende deel zal bevinden te behoo- ren. Zodanig, dat ze de opening be*
quamelyk open konnen houden , en den Etter uitgang geven $ evenwel |
||||
Tegêinafmrïyke Geéweïh
|
en.
|
||||||
20 dat de ondergelegehe deelen dooi
S^en ilerkilekende puntjes, lengte j °* ongelykheit konnen befchadigt Worden. En dient bezorgt, dat zy met haar
einde de voornaamfte zitplaats des Et- ters konneri bereiken, wat fpits, dog niet al te èng toelöopende, ende rnec drie a Vier vleugeltjes voor- dien. De plaafters, die hiin bedekken ,
moeten vol knipjes zyn, op dat des Gezwels onthoüdene ftoffe , ruim- te , ter uitvloeijinge , mag beko- elen. Wyders konnen bequame Omk-
eken en Zwachtels de verzwore- "e deelen ter genezing groot voor- del doen. ^•yn het Vleefchachtigë deelen $
ë° Voegt men de Drukdoeken tegen ~egr°ndvan de holte, men begint Qe omwindinge een weinig lager, én oiaatelyk fluitende, tot aan de ope- ^ng, daar dan een fpelt geibkenen de»rt *°^er Sponden moet zyn j op ij ^ys kan de Etter uitgelooft, en 4å7^·íÀÅåæßäåçäïåÜ» doSdoor
*wcring los geraakt i*, weer te Ê (urn
|
|||||||
145 Verhandeling vanÌ
faam en aan een gevoegt worden l
gelyk als ik dagelyks kom te onder- vinden , dat zeer groote verzworenc Etterboezems voorfpoedig genee* zen en aan een gelymt komen te worden. Infpuitingen worden by my heel
zelden gebruikt, alzo die doorgaans de lydende dcelen ontftellen j even- wel daar, of de ftank, of de veel- heid des Etters ons nootzaakt die te gebruiken , daar kan voor de ftank en verrotting dit volgende worden verordineert. ø. Rad. Scord.
Melijf. Agrinto». Summit Abfinth, au. Mj
coq. in f, q. Aq com, Cohiur. §x addt Pttlv, Myrrè. Alois, an. *g
Mei. Rofar. îâ m.f. Injeffio.
_ Cf, daar de bederving zeer groot
is, dit volgende: ø. Spir. -vin, %v
ThèriacaOft.^xj Palv.Myrrh. Moes, aa. |$â
m, f. Injeftiol
Waar
|
||||
Tege'töwtwirtyke Gezwellen, ι qf
Waar mede dat, ik doorgaans de
en verrotting kom te overwin- nen. V I I.
'tUnguentum JEgyptiacum gebruik
ik heel zelden ^ om dat die voornaa- mentlyk van de t'faamtrekkende A- luin , 't Spaans Groen, en den Afyn haar kracht heeft i en dat alle teder gevoelige deelen j niet wei dus fcherp, maar liever met grootef omzichtig- heid en befcheidenheit willen behan- delt zyn. En is 'er geen itank noch verrot-
ting j maar wel een te groote loffig- heid der van een gezworene deelen , 2o kan dusdanig een lymerige of ver- injeak_ eenigende Infpeuiting fomtyds met^*"" voordêel worden gebruikt. ijt Herh, Cofifolid. Moj.
Sanicul. Alcbimill. Primtili Per. άη. Mj
f lor-. Uyperkt , \ Centaur, üii». M. Pj
^"1· i»aq Com.adColatur. §x adde Pah, mafiiche. Oliban* K. 2, Myrrh,
|
||||
ï4§ FerhanMïng van de
Myrrh. an. 30
Tutite, pp Alum. Crad. <*». 5j m.f. InjeStio. Wil men nog meerder opdroging
ίο kan men die door de Flor Rofar. lluhr. Balaufi. Nux Cuprejf. Cort. Gra- nator. enz. noch meerder opdrogen- de maaken. Doch op de voorver- Cannula. haalde wys, door her pypje, druk- compres- boeken en binding, en een bequame Lkatura, pap, ftoving, ofplaafter, geneesik voorfpoedig zeer groote verzworene Etterboefems, zonder infpeuitinge te gebruiken, die wel by gelegentheid goet zyn , maar nooit (gelyk vele die quaade gewoonte hebben) gewel- diglyk en met een zó grooten drift en kracht, maar wel zachtelyk en met verdrag móeten ingebragt wor- den. Voorts kan men, éoï meerder op-
drooging des veelvuldigen Etters, wanneer het de quade geileltheit des tyders niet verbied, dusdanig een fto- ving gebruiken. 94 £?»«
|
||||
Tegeimatuurlyke Gezwellen, - 14£
|
|||||
IJ» Fin. Rubr. opt. î÷÷
Alumen. £x Cef. tfi/ Confumtion, tert, part, Colatur} F. Fotus. Of,
ø. Flor. Rofar. Rubr, M)
| Balaufi. Jij é ß Nuces Cuprejf.
Cort. Granator, Alteme» an. jj Coq. ia vin. rubr. Opt. Colatur.f.fotus. In deze, of diergelyke, de drukdoe-
ien nat gemaakt, ftyf uitgedrukt, en heet tegens de holte aangevoegt Zynde, zoo zal het (wanneer daar een goede binding by komt) onder den zegen des Alderhoogiten , zeer belden aan een gewenftên uitflag hV Peren. VII I,
Evenwel, zo het mogt zyn , ge-frwlkP
lyk veeltyds gebeurt, dat het Etter-J^J'* gezwel zeer groot , en de holtens AerEtur- Veelvuldig, en in verfcheidene plaat-gezwtllm fen> ons mochten voorkomen ,. zoo ^'*'wr" moeten daar het behoort, dog altyd^'Ia' op de veiligfte en befcheidenfte wys, dat'èfnjx Ê 5 een |
|||||
I f o Verhandeling van de
|
|||||
'éfngt «*■ een of njeer vry groote openingen ge*
gens den maaict zyn, immers daar het de ge* /Xl»r3egeïltheic Vim de beledigde deelen • ie gejcbit- toelaat j want zekerlyk, wy weten, Mi of bebooren te weten, dat het in veel deelen van ons lichaam zoo veilig
niet is in te fnyden als in een Weft- faalfche Ham, den Etter moet wel ten fpoedigfte worden ontlaft, maar de ruukeloosheit verre van ons ge- weer t zyn. 't Gebeurt ook wel, dat of de
fcherpe of ook veelvuldige Etterftof- 'titmbrtut*ïe9 het Vleeiig bekleedfel, het wel- Qerüofe. jsie onder de huit de Spieren dekt , verzworen , verrot , en aldus met ftinkende, immers ten miniten met doode fledders, ter opening uit worc gedreven, alsdan wil daar ter plaat- fezeer bezwaarlyk deze magere buit, aan de bewegende en meermaals af- geknaagde Spieren vait hechten j en in dit voorval vind men zich wel en doorgaans, om kort te gaan, genoot- zaakt, dat gedeelte der lofle en van onderwaans halfverilete dunne ge- knaagde huit, tot zo verre te ope- sinus.. nen} a]s tje verhaalde grpef enbeder- &rr*tm- ying fti-ckt, een fcherp 3 fyn , en voor*
|
|||||
Tegenmiuurlyke Gezwellen. ïfi
^oórnamehtlyk aan de punt welfny-
<Jend Knipfchaartje is hier toe wel be- güaam , maar fomwyl gebeurt her., dat de holte neerwaarts, en alzoo dieperen dieper inwaards afdaalt, 20 dat in deszelfs gront niet wel met de viym, zo vobrdeelig en*veilig, als men wenfcht, geopent kan zyn, en dat nochtans dit Etterhol door geen konftige bindinge $ noch aangeftelde devoiren, van Wegens de geduurige Zakking des Etters kan worden ver- meeiiert: Als dan is 't den tyd , dat den Hantkonftenaar word genoot- ' zaakt, niet een fchaar, dat wat te hard en te beuls, en nochtans fom- wyl gepleegt word, maar wel een Groef provet tot de Groef inge- bragt zynde, die met een dienftig Snymes na de loop der Spieren en Ve- incifirium' fels te incideren, en zulx moet niet anders, dan daar 't hoog nodig ge- acht word, en als dan noch op de aldervoorzichtigfte en befcheidenfte ^yze gefchieden, en daar op de hol- 5e met ronde gerolde wieken of wiek- jes verwydert, en wat opgezet zyn- de, zo zal deze holligheid, die of 4oor de quaadaardigheit des Etters, * Κ 4 of |
||||
é f æ Verhandeling van de
pf door deszelfs gelegenheit, of ook
door die beide, de gewenfchte Ge- nezing weigerde, ten genoegen ont- dekt , en zo van de grond op gezui- yert en ter Genezing konnengebragt zyn. Dan fommige vegen, wanneer æã
diepfchullende Etterboefems niet zo daatelyk konnen vermeefteren , zo ftout en onbefchroomt toe, als of geen Aders, Slagadeis, PefenenZer huwen, konden worden befchadigt: Ontziende zelfs geen dwarfche fny- dingen, in zodanige deelen, die vol Vefels en Watervaten aangemerkt , en aldus afgefneden 5, noch een veel meerder denden, pyn, toevloejing, Koortfen, yitftprting der dienftigfte fappen, pf immers, ten minften, een geduurige uitlekkir.ge van het Ze- nuwfap en vezwakking der iydende deelen komen te verwekken. De grootfte beulen zyn tegenwoordig by de zodanige de befte mannen > men fnyd en kerft de arme menfehen al meermaals daar't niet en behoort, zonder eens aandachtig de lefle der oude Meeiters te overwegen, die ons wel ernftig hebben aanbevoo» |
||||
Tegennatuurlyke Gez'wdlen. é f\
ïerj, de fnydingen , daar die noot-
zaakelyk mochten zyn , nooit an- ders , dan na den loop der Spieren en Vefelen te volbrengen. Daar ook noch eenige fledders vara
Terzworene Pefen zyn te verwach- ten, daar zullen de daar ontrent ge- legene holligheden niet eerder tot een gewenfchte vaftigheit konnen Worden gebragt, voor dat die t'ee- nernaal zyn afgefcheiden en uitge- worpen, waarom men ook als dan Zo veel niet met pypjes, drukdoe- ken en zwachtels behoeft te yveren, nademaal dat doch de Genezing niet eerder, als nadeszelfs ontlaftiog kan Worden voltrokken. Als ook de ontfteeking tot Etter
Zynde gekcynen, of desgelys eenig ander Ettergezwel, een Zenuw· of Peesachtig deel, gelyk de hand en vingers, bezet heeft gehad, daar moet men zieh ook (zo meermaals gczegt h) niet alleen onder de Genezing, maar inzonderheit tegens het einde v*n de Genezing wel wachten , dat men geen al te verhittende en te ver- droogende middelen gebruikt, of de oorzaak zal wel moogelyk op des Ê f Heel-i |
||||
If4 Verhandeling van de
|
|||||
Heelmeefters quaade toeverzicht
Iconnen worden gefchoven, zo wan- neer na de Genezing de hand en vin- geren niet zo rekkelyfc als wel be- hoorlyk, maar door het inkrimpen des Hints, der Pefen, Vefels, Ban- den en Vliclên ganfeh krom begroeit en verftyft bevonden worden. En daarom moeren in alle dusda-
nige Eitergezwellen ontrent Ge- wrichten en pezige deelen, maar zachte middelen worden gebruikt s op dat men vooral deszelfs loiïigheit «n bewegelykheitj daar het doch na de Genezing voornamentlyk op aan- komt, mag behouden. Een pap van de enkelde Malva,,
in mollig zoet vier guldens Bier ge- kookt , geftooten 5 en met een wei- nig Lynzaat-meel , Olie van witte Leliën , of met wat Olie de Palm vermengelt, heeft my menigmaal, ten einde van de Genezing der Et- tergezwellen , daar de deelen wil- den inkrimpen , geen kleine dienft gedaan. Doch van de ingekrorapene en
verftyfde Ledematen , zal, op zyn plaats, daar'tbehoortj watomftan- di-
|
|||||
'ïegennatuurlykeGezwellen, .éff
|
|||||
diger dienen gehandeltj zoo my de
gelegenheit niet ontbreekt, zullende ... ^ nu maar alleen noch tot flot der waar- nemingen van groote Ettergezwel- lenen Etterboefcms, en tot beveili- ging , dat men die niet naar den nieuwen trant zo licJv'vaardiglyk ib haar wyduitgeftrektheit moet open fhyden, dit volgende vestoonen. I X.
Daniel de Graaf, oud ontrent zeis '* vylt ht-.
en dertig jaaren, van een zwak, ma - íå^ø, ger, droefgeeftig geitel, kreeg, m™Bip. dat ik hem , met behulp van den rifch -ven- Geleerden Heer Dr. Johannes Sïjr-'val- Wus , van een vry zware verfterving *n de voet gered, en op een weinig na hadde genezen, wederom , met een nieuwe verheffing van Koorts, een zoo groot fleenhard, eh bruin blaauw couleurig Gezwel in , ertde langs de Kuitipiereii des beens heen, dat het zelve, onder de knie begin- nende , aan de hiel eindigde. Met Matura»* ^er> loutere Ettermaakende en ver - '"*' Ce?~ fWnde FPpen dienvuilenboehtc^S.
ipoedig ryp gehaakt Zynde, Zó heb mat*. ik my wel gewacht 5 in dezen vi'ittt-
|
|||||
ι f6 Verhandeling van ie
maaten verzwakten lyder, op die
heillooze nieuwmoderife wys , een groote infnyding te doen, alhoewel dat ik nu de gantfche kuit des beens, zelfs in weinig uuren, met een zeer groote boefem vol Etters, oordeelde bezet te zyn : Ik maakte dan maar een taamelyke opening met het fny~ mes, in 't midden van dit groot uit- geftrekt en zeer opfpannend Gezwel, en daar op vloog dè Etter , in een klein oogenblik tyds, zo vcrvaarlyk uit, dat ik die niet alleen aanftonds weer genoodzaakt was, door de al- voorens daartoe gemaakte fteekwiek te floppen , en door een beknopt verband te fluiten, maar ook genoeg te doen vond , om dezen gantfch krachteloozen lyder, met oude geu- rige Rhynfche Wyn , dien ik ook tot dien einde al vaardig hadde , te verquikken, en zyn bouwvallig ge- itel te onderfteunen} onderwyl liet ik den veelvuldigen Etter by beur- ten en dikmaals uit, na dat dan de fobere krachten quaamen toe te laa- ten , en aldus kreeg ik lens: En binnen twee a drie dagen tyds , de zaaken tot zo verre gevordert, dat ik
|
||||
Segetinatuurlyke Gezwellen, ifj
ïk fleehts door een pypje van Lood,
en een goede binding te gebruiken , opwaards na de holte der Knie een gewenfchte vaftigheit kreeg, als mede onderwaards, na dat ik daar noch twee openingen had gemaakt, en daar ik ook door het gebruik der holle pypjes voorfpoèdigte recht ge- raakte , en onderwyl groeiden de krachten wederom aan, zo dat eer- lang dezen elendigenfukkelaar, zon- der dat aan hem éenige andere fny- dingen zyn gebruikt, door Gods ge* nadigen zegen , in zyn gezondheit herftelt is geworden. X.
Den Konftlievenden Jongeling er- Dr.vandef
ïnnere zich noch eenmaal uit dezeSterreendi aanmerking, dien ik uit zeer veel^J»-' andere diergelyke uitgepikt heb * acgëfproken fchadelykheid en verfchrikkelykheid«w'"»<*- der leerlnge van de zodanige, diedeg^™" nieuwe Boawmeefters en Reforma- opmfagt». *eurs van onzeKonftoeffeningen wil- jje genoemt zyn, dewelke in haare Schriften, zo ruukeloos als onbe- dacht y den Leerling ftoutelyk dur- ve» aanpryzen , zeer groote open- ihy-
|
||||
>ƒ$ Verhandeling <uaft dé
fnydingen in allerlei groote en gé*
weldige Ettergezwellen en Etter·* boefems te daen j gelyfc alsook dien voorheen genoemde Doctor by de Boeren zo onbefuift toeveegt, zeker indien wy ook onzen Lyder , daaf ftrax ν an gefproken is, zo rouw en onbezonnen , hadden gehandelt, hy was aanftonds, door het uitvliegen van alle den Etter gefneuvelt ge- weeft. Maar die geoefïende Mannen zyn
geen kleintje met dusdanige hollig- heden en groote Etterboefems Verle- gen, en diekonnenzy, volgens haar beproeft verftand, niet redden, zon- der (zelfs door de fpieren, en al wat haar voorkomt, heen te vegen. Wel gewiflelyk , zyn wy dan noch veel grooter Konftenaafs, fpoediger Hel- pers, en veel-zachter Genees- en Heel- meefters , als die afaardige beulen , dewyl wy, op de bovenftaandewys, menigvuldige zeer groote hallighe- den en Ettergezwellen, zo gewenft als kort en voorfpoedig hebben ge* nezen. Zy maken malkanderen wys , en
voeren 't ons, daar men geroepen wortj
|
||||
%genwtuurhke Gezwellen, ι ƒ jf
Wort, om haar te belpen, in 't by««
zyn van de Lyder en omftanders, te gemoet, dat de pypjes verharde kan- ten en Pypzweeren maken} dit is zo onwaarachtig, en toont haar onerva- rentheit zo klaar , dat ik met waar- heit kan zeggen: Dat mynog nooit (die wel gebruikt zynde) het min- fte ongeval, dies aangaande, is voor- gekomen. Door een provet, ftilet, of wat
anders, onderzoeken zy pp een rou- we, harthandige , en dikmaals on- noodjge wys, (waar in dat de voor- Zichtigheit fchynt verbannen) na de grond, loop, en lengte der holligheden, ftraks toont men aan yder, dat tot zo verre, al isdiehol- te een fpan of anderhalf lang, want "et komt die Baazen op zoo een ileintje niet aan, moet opgefnedèn 2yn, dewyl doch, na hun goeddun- ken, de cjuaal niet anders , als op deze wys, kan gezuivert en van de Stond op worden genezen. %n aldus worden deze elendige
^nfchen misleid, en zo onbarmher- £lg aU een viich gekorven en gefne- dsrij daar die meermaal, ja door- gaans |
||||
ÚÉäï Verhandeling va» eb
|
|||||
gaans zoo vaardig , zacht en veilig
/gelyk door eenwys beftier de bevin- ding ons dagelyks toont) ter ger wenfehter Genezing konnen gebragt zyn. A.K. een man oud veertig jaren,
van een grof, lymerig , traag eri droefgeeftig geitel, vond ik niet al- leen zeer verzwakt en door gedurige Koortfen beftormt, maar ook met een zeer groot ingewortelt Gezwel, ('twelk allerwegen zeer hardenvaii gepakt was) den gantfeheö arm vari de fchouders tot in de vingers bezet. In de buitenfte zyde des Elleboogs was een veroudert Ettergezwel, en daar in v©or eenige wëeken een lou- tere fnede gemaakt, waar door (al- zo die al vry wat overdwars was) uit de Vefelen en Watervaten een gedu- rige lekkinge zynde ontftaan j ook als noch veel Wey van onderwaarde ter opening uitgevloeit quam : Ik tymjfoa. bevond , door zachtelyk het tintel- fytcülum. yZer in te brengen, noch een lange uitgeftrekte opwaardsgaande holte boven den Elboog, die zich in deze opening eindigde, als ook noch ee- aige kleinder Etterboezems daar rontom
|
|||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. i6%
r?ntom heen, de vingers waren, van
Wegens de verharde Gezwellen, by- ï>a volkómentlyk en den Elboog voor geen klein gedeelte verftyft* en voor Zo veel ik konde bemerken, waren ι de pappen van Saly, Alfem , Phil- landrium, en diergelyke, mctBran- dewyn gemengelt, dewelke het fyn- fte gedeelte der ftilftaande vochten wel verdunt en verteert j maar ook met een derzelver iymigfte ftoffe dus vaft gemetfelt hadde, hierd'oorzaak van, zo dat meeft alles op een gantfeh andere wys, als tot noch toe gefchied Was, de Genezing quam te vereis- fchen. Aanftonds heb ik dezen krachte-^^/ï
löozen lyder, een krachtige verzach-|^w?ww. tende pap over den gantfehen arm t "and en vingers gebruikt, den recht- ungeftrektleggenden Elboog i zoo veel doenlyk was,gekromt, endoor ons Unguentum Bttfilicon wat ryke- lyk, op de groote, en ook op eeni- ge kleinder openingen te leggen, ge- dacht een beter Etter te verkrygen, die dan wel haaft, op deze wys, vry beter, vetter, en balfemachtiger vbortquam, Toen liet ik my aan de L _ groot- |
||||
ió°i Verhandeling van de
grootheit van des Gezwels hol-
ligheden zoo veel niet geleegen zyn , verhopende die ter rechter tyd wel zonder fnyding vereenigt te krygen: Want ik vond noch al wat werk, om een 20 groot en uittermaaten verhard Gezwel , het Ttnd'mes. welke tuflchen de Spieren en Pees Mitfiulit alotnme zo vaft gepakt lag, te ver- murwen en te verdunnen, ende des- zelfs daar in zo vaft bemetfelde ftof- fe te ontbinden en weder vloeibaar temaakenj teneinde, om langs die weg de rekkelykheit der deelen, en de beweging der Ledematen weerom te ver krygen. En dit alles is my na wenfch Vol-
komentlyk gelukt, als wanneer dit groot en verhard Gezwel verdunt en geflonken, voorts door een matelyk fluitende binding alle der zelver hol- ligheden vaft aan malkanderen zyn geconfolideert, en de gewenfchte rekkelykheit der deelen , door da- gelyxdikmaals te bewegen, en voorts door zagte lenigmaakende fmeerfels , uit de Oliën, de Palm, Lynzaat en van witte Leliebloemen, daar ond<* een weinig Unguentum Althaa eI* |
||||
Tegfömtuurïyke Gezwellen. i§|
Emplafiruiïi MuüUginum zynde ge«
finolten, beftaandej want heeter en dorit ik3 van wegens d'opkriropin- ge, niet gebruiken j waar mede niet alleen de volkome Genezinge, maar Ook het gewenfchte bewegen, inde Elboog, Hand en Vingers, is ge- VoJgt. Nu tot een klaar bewys, dat alle
overdwerfche fnydingen, onvermy- delyk de Wei- of Watervaaten aktvafatymi minder als andere deelen .overdwars^'"''*· moeten treffen, en dat die, dus af- geknot zynde, al mede wat moeye- lykheit verfchafFen. Ziet hier, uit veel andere, een klaar exempel: Eeri Vrouw j ruim 40 jaaren oud * van een dor, mager, heet enicherpGal- achtig lichaamsgeftel, dewelke uic een zwaare Krank heit j Gezwel , Ontileeking en Ettergezwellen in *t been $ noch een zweeringje aan den binnenften enkel in 't Keft van de voet, °>ec een overdwars achterwaards na £e hiel toe ftreckende holte over nadde gehouden , ik Zocht in de grond dezer holte de openinge door de vlym te maaken , om al- £0 daar de Etter vangende, alles JL £ ten |
||||
1Ö4 Verhandeling van He
ten fpoedigften tot een goed einde te
brengen : Maar haar Geneesheer , daar zy zeer veel afhield, en die na den nieuwen trant was, wasmy hier in zodanig tegen , en had in myrt afzyn die menfchen wys gemaakt , dat niet aldus, maar wel flechts met een klein fneetje door de loop van die holte te maaken, de grond moeft be- reikt en ontdekt zyn, en dat als dan de Genezing veel fpoediger konde gefchieden. Zy dan , dus omgezet zynde, bad my, zulx op die wys te doen, niettegenftaande dat ik haar de lecking, dien ik uit de overdwars afgefnedene Vaatjes zekerlyk te ge- moet zag, hadde voorzegt: Ik bragt dan een Groefprovet in, en fneed de holte, gclyk het dien wyzen Arts begeerde, in zyn tegenwoordigheit, tot in derzelver Grondplaats open , toen had men een dwerswonde van ruim twee vingeren breed lang, waar uit dat eenige dagen en nachten het heldere water van onderwaards uit de overdwars afgeknotte Watervaten , (dien ik aldaar in dwerswonde meer- maals veelvuldig te zyn, heb aange* snerkt) al geduriglyk druppende en |
||||
Tegennatuurïykc Gezwellen, 16f
fomwyl onder 't verband mee een
ftraal quam uitvloeijen, toen bevond men myne voorzegging waarachtig, en dat de bevinding, wel meermaals de Leermeeilrefle der onervarene moet geacht zyn, evenwel met een opdroogend Poeder van Olïbannm , Ìáâß÷, Sarcocolla en Bolus Jrmeniis drooge wiekjes, Drukdoekfes tegen het grootfte Watervat, en een goe- de binding, floot ik noch haaft dit opwellende Vocht s als wanneer toea ook noch de Genezing van onze ge- maakte dwerswonde volbracht moeft £yn. Van dien tyd af aan, nam ik vaftelyk voor, nooit ter behaaging van eenig Geneesheer Lyder, of Qmftaanders, dusdanig de opening overdwars te maaken, dewyl ik my koude verzekeren, dat de Genezing °P een veel korter en gemackelyker wys, zo voorheen vertoont is, kon borden getroffen. Hier mede meende ik deze verhan-
deling te befluitenj doch fchiet my n°ch een diergelyk Konftftuk, (het ^elfc ik mede nooit wel zag geluk- ken Mn de gedachten , daar in be- ftaande, dat men, in plaats van een L 3 dien·» |
||||
166 Verhandeling van de
dienftige pap, die de deelen zachte-*
lyk ftooft, de pyn ftilt, de Zweet·» gaten opent, en de ftilitaande Voch» ten verdunnende, gewenfchteGene- zing verwekt, in tegendeel een ganfch verkouwende,verdickende,enZweet- gaten toefluitende Diapalma Dijfolu- ^««zbeitaat te gebruiken. Zyndenict anders dan het Emplafirum Diapalina% met wat Olie van Rofen en Wyn- afyn gefmolten, die, zelfs daar de ont- ilekingen noch tegenwoordig zyn, als 't vyfde wiel aan de wagen te pas Jcomtj doch om haar oogwit kon-» ilelyk te bereiken , zoo leggen zy eerit een kleine dicke drukdoek na de loop en recht op de plaats van de holte , en daar dan deze beroemde plaafter koud overheen, dus drucken zy het gebreckelyk deel vry vaft, zonder in de opening iets te gebrui- ken , en dit is het Kunftje om de verholde Etterboefemstot een te kry- gen, en fpoedig te genezen. Maar ik heb in dezulke fteeds ondervonden de fobere uitkomft van deze Kinder- lykc pra£tyk, die tot verfcheidemaal dat ik die bygewoont heb, en daaf men heel byeed van opgaf, ilecht is |
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 16j
|
||||||
uitgevallen, verweckende nieuwe
pyn, Koorts, Gezwel, ontfteking, Oiet een verharde huit rontomencen Zeer verdunde, onder de plaatie van de nederdruckendedrukdoeki zodat men daar op t'elkens genoodzaakt is geworden , de openfnyding van de Groef in haar lengte toe te itaan. × ß I.
Is'er dan noch een byzondere zaak Nocbim
of zacking des Etters, zo dat die daar rakende ds t'elkens poft vat, en met moeijelyk- Z'zln^ heit, geiuckel, en pyn ter openingntterg»- uit moet worden gedreven j zo maakt zwellen, men veel liever noch een opening tot in die holte} of wil den Etter door des deels diepte, en het gevaar van Bloedvaten, Pefen, Zenuwen of an- dere deelen te quetfen, ons geen be- quamegelegentheit genoeg verlchaf- feo, noch ophopen, zo kan de ope- ning dooreen Steek wiek eenige uuren Vat opgeftopt worden, op dat alzo "oor de vermeerdering en ophoopir/g des Etters, de plaats tot bereik van ons oogwit mag worden getroffen. |
||||||
L 4 HET
|
||||||
i<S8 Verhandeling van de
iSc 'ie. *9ñ "if º? *X* ºÉ* *3/· «l·1 'ir *Ë* ºô *3f "& *if *^ *l· «X* ^f» «^ *4" *J<* ■!»■ «ts
HET VI. HOOFDSTUK.
Van de doodelyke Ettergezwel-
len , Verzweeringen en Ettêr- boefems. i. Welke Ettergezwellen ongeneefelyk
zyn. z. Etnige "waarnemingen hie% over.
I
Zfilll TK heb in 'c voorgaande Hoofdftuk
Xnïngem-*; gezegt, dat Genezing dergroote Jhlyizyn. Ettergezwelkn en Verzweeringen ,, wel meermaals langduurig en zwaar, ten minften bekommerlyk, of wel onmogelyk worden bevonden , van de eerfte foorten dunkt my omftan- dig genoeg gefproken te zyn, van de andere, dien ik ongeneefelyk oordeel, heb ik dit volgende noch te vertoo- nen. De ongedaanheit en ongezondheid
des lyders veroorzaakt, in Koude Landen en Saizoenen, wanneer de. Voch-
|
||||
fegennatuurlyke Gezwellen. 16$
|
|||||
Vochten zo licht ftremmen , zeer
licht zodanige Ettergezwellen , en Verzweeringen, die bezwaart en wel fpmtyds onmogelyk ter Genezinge konnen gebragt zyn. Onmogelyk is de gewenfchte Ge-
nezinge te verkrygen , wanneer de. quade gefteltheit des Bloeds, Zenuw- faps, en de Weivocht, of die der Ingewanden, pf ook wel van die alle gezamcntlyk tot zo verre gekomen is, dat alles wat genutrigt word, tot een zo quade geftalte komt, dies alle vloeibaare ftoffe, dus ongematigt in haar omloop, tot in 't verzwakt en gebreckelyk deel gekomen, in Et- ïerftof homt te veranderen, zoo dat fcelfs alle noch eenigiïnts dienende hu- meuren en lappen, en zo by gevolg des levens fobere krachten wegvloei- jende, deze elendige Lyders , doof éen uitteringe komen te fterven. II,
Verfcheide voorvallen zou ik van.^»^
zulx konnenvoortbrengen, maarde-w/w,»*- ze twee a drie zullen genoeg zyn, om f !ngm m de Klaauw de Leeuw te kennen,hlerov^ L f en |
|||||
Ijö Verhandeling van de
|
|||||
en om de jonge Heelmeefters aan te
maanen, op diergelyke ontmoetin- gen wel te willen verdacht zyn, ten einde om zo wel ontrent deszelfs be- handeling , als mede in wyfelyk te voorzeggen, wat dat 'er te duchten is, zich verftandiglyk te gedraa- gen. Op den 23 May desjaars iö8o.
ben ik ten huize van zeker aanzien- lyk Koopman verzocht, oud ontrent j"o jaaren, van een dor, mager, en fcherp geitel: Deze kreeg, na een langduurig gefuckel ,i een Klein , Koud en flymig Ettergezwelletje in de Spierachtige deelen van 't been , het welk van my , in 't byzyn van den beroemden Heer Dr. Simon van Zyl, die zyn Geneesheer was, ge- opent zynde, dagelyx meer en meer een veclvuldigen rypen Etter uit- fpoog. Wy verhoopten in 't eerft hier door de vermeerdering van zyn gezondheit te zullen verkrygen, maar zulx ontfehoot ons, dewyl de Etter niet eer tot vermindering wilde ko- men, voor dat weer eenander onpy- nelyk Ettergezwelletje niet verre v»« 'ε eerfte te voorfchyn quam, 't geen |
|||||
TegennatuurJyke Gezwellen. % 7 %
dan mede geopent zynde, noch een
veel grooter hoeveeiheit van Etter , dan het vorige, dat nu genas, quam te geven; En zulx wederom eenigc dagen voortgaande, 20 quam weder een nieuw Gezwel, en daar op eer- lang het vierde voort, dewelke (zon- der dat wy die behoefde ryp te ma·, ken ) zo vaardig de volheit van Et- terftof toonden, dat die al mede, om geen ©ndergelegene deelen te laaten verzweeren, genoodzaakt waren te openen, en of fchoon deze Etterge- fcwellen in zulk een veelheit ontlas- ting bequamen, zo verminderde nog- *ans des Lyders langduurige fucke- Jing niet, dies wy zyn verftandige Huisvrouw zyn uitteering en haait §enaakende fterftyd geeniints ont-t veinsde j alhoewel dat hy noch rede-- Jyk fpyS en goed voedzel gebruikte, en door geen zonderlinge hoeil noch kortboriligheit afgemat wieid j want niettegenftaande alle de aangewende *Q- en uitwendige middelen, waar v*n de eerfte in verfterkende midde- pQ> afzietzels uit Radix Cina^ Salja fariUay enz. en in goed voedièl be- tonden , zet nochtans quaamen ntj meer
|
||||
lyz Verhandeling vm de
meer en meer dusdanige Ettergezwel-
len in de dyen en beencn te voor- fehyn , die, indien ze niet tydig wierden geopend, een zeer fchiely- ke wasdom en grootheit kregen, en ter ontlaftinge zynde gebragt, on- mogelyk waren te fluiten, of op te droogen j zo dat dus ten laatften , in Weerwil van al onzen arbeid , zoo grooten uitloozing des Etters ge- volgt is? dat hy in 't laatft van July van alle zyn krachten berooft , en gantfch uitgeteert zynde, is komen te overlyden. Zo is my qoch onlangs, nament*
lyk itft Jaar 1705. een diergelyk ge-^ val voorgekomen, in een uitgeteerd Dochtertje, dat ik de Armen,Han- den , Schouders, Lendenen , Heu- pen, Dyen en Beenen, met een me- nigte van zeer groote Gezwellen be^ zet vond. Deze quamen zeer fchie- lyk op , en wierden terftond door aulk een grooten hoeveelheit van welgekookten en rypen Etter ver- vuld en opgefpannen bevonden, dat fommige doorbrekende, zy als in de Etter zwom, ik opende eenige, die iiaar de pynelykfte waren, waar uit |
||||
Tegematuurlyfa Gezwületi» 17!
den Etter mei eerigroóte onftuimig-
heit vloog, doch genas én door ver- werkende opdroogende plaasmidde» icn voorlpoedigj maar deze Gezwel- len quaamen , niettegetiftaande het goed voedfel, dat wy haaf lieten ge- bruiken, hoe langer hoe meerder iü zulk een veel- en grootheit te voor- fchyn, dat ik, om haar toenemende zwakheit, afliet, die meer te ope- nen, zo dat zy, na noch éenige We- ken lydens, gantfch uitgeteert zyn- de, haar elenden en quaalen beftierf. Nooit Zag ik zoo een menigte Ge- zwellen in een uitgeteerd Schepfel s zo fchielyk opkomen, zo vol opge- spannen van rypen Etter, en zöö groot, dat fommige , die van een ÏCindshoofd ophaalden , wy hadden fliet onze komft terftond haar dood voorzegt, gelyk het nu ook op deze wyze quam uit te vallen. Een zwacken armen hals, van
Houtzager in het zwaar Kuipers ^laphout, tot Korendraager gevor- kt , bezweek mede onder dien laft, Want hy gevoelde hem als vertilt en verrekt, en eerlang zoodanig een awaartej loomheit en traagheit van |
||||
Ï74 Perbatideliftg itan cté
de rechter zyde, den Oxel, Heup^
Dye, en in hec gantfche been, eti %u\x van groote öeiwerleo ·> Pyn , Koortfen , enz. gevolgt , dat hem een Zwaare Krankheit , droogen Hoeft en uitteering haait van alle zyn krachten beroofden. Daar by verzocht zynde , vond ik een ver- fchnckelyk groot Gezwel, van de rechter lies af tot in de voet, en al- daar , door verfticking der onthou- dene ftilftaande Vochten, geen klei- ne verfterving en wegrotting , de gantfche Dye was opgevult en fchom- melende van de menigvuldige Etter, als mede de rechter Oxel, Schouder* enZyde5 met flaauwtens $ nacht wa- king , ylhoofdigheit , geduurige Koorts 9 en een fobere pols. Met den ervaaren Geneesheer Dr. johan- nës Werkhorft , alles befchouwende* vonden wy zyn toeftand t*eenemaal hoopeloos, evenwel de dye en hét been met verfterkende pappen, ver- zorgende, zo heb ik eerft het Ge- zwel des Oxels, met een kleine ope- ning door het Soymes geopent, eO dagelyx (doch by beurten) zeven of acht. oneen, want meerder dorft ik om
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, i jf
om zyn zwakhëit niet, witten en
welgekookten Etter afgetapt, en daar op telkens de opening met een Steekwiekje, Kleevende Plaailer , Drukdoek, enz.geflopt, op dat niet tegens onzen wil, dien geweldigen bocht teffens , en zo met een de nog weinige levenskrachten quamen uit te ftorten. Den Heer tFerkhorfi ver- klaarde my, dat hy noch nooit de Etter uit geen Gezwel met zulken grooten fnelheit en force uitzag vlie- gen j want in een oogenblik tyd was de Kop vol Etter, en ik nam de wiek So vaardig niet uit, of de opening moeit terftond weer worden geflopt. Onderwyl verfterkte wy de Krach- ten, door Vleefch nat, en diergelyk Voedfel, zo veel het kon zyn , en DCgon dezen armen lyder merkelyk °P te luiken, en meer en meer het voedfel mee iraaak te gebruiken, en kreeg ik nu met het aftappen des Et- ters, onder den Oxel en tegens de 2yde eindelyk ledig, en zulx re lich- ter> met, zo ras de Etter wat ver- minderde, d'opening met een pypje te bezorgen j cn Drukdoeken in goe- de oude heetgemaakte Roode Wyn op
|
||||
sjê farhandelingvande
op 't Gezwel te appliceren, tpeo
maakten ik ook een opening in het benedenfte van het groote Etter Ge- zwel der Dyë , daar de Etter ook met even zó geweldige fnelheit en Kraeht, als éerft in den Öxei uit- vloog, doëh dien ik mede op dezelf- de wys, by beurtéh aftapte, maar éveri, gelyk by voorgaande ervaring onze verwachting was , zo viel het bok uit, namentlyk, dat wy geloof- den, dat meeft alle de noch eenig- j fints voedende fappen tot Etter zou- de verfmelten, en zo dè noch wei- nige levenskrachten komen te verte- ren. De beginnende verfterving des voets was wel geftuit, maar aldaar ontbrak het ons aan Etter j tot de' Scheiding dienende , önderwyl ha- men de Koortfen wederom toe, en desgelyx de vermagering, zwakheit, droogte des monds, de flauwtens , enz. zo dat hy éindelyk t'eenemaal zynde uitgedroogt, uit dit zyn èlen- dig en rampzalig leveh in den Heers geruft is. Gelyk als door zwaare Kneuzing
en Verpletteringen der zachte dee- lén, de groote Bloedvaten, dieP°g- tani
|
||||
¥egefffi(ituurJykeGez,welhn. ijj
tans met vry fterke Vlieiên bekleed
zynt opfcheuren en barften konnen, Zo gebeurt het ook meermaals, dat niet alleen de veelvuldige Zenuwag- tige Vefels, maar wel inzonder- heit de zeer dunvliezige Watervaa- ten door zwaar gewelt en groote verreckingen komen te fcheuren en open te barften, waar uit dat nader- hand wel (myns oordeels) dusdani- ge groote ja doodelyke Gezwellen en Verzweeringen, zo als ftrax van dien elendigen Korendraager verhaalt is, konnen veroorzaakt worden. Ik moet van iets diergelyx, uit meer andere , noch dit volgende vertoo- nen. feen Timmerman, zynde een zeer
geichiktJongeling, ontrent vieren twintig jaaren oud, ftorte van een hooge zoldering door een luik, doch bleef door het fchielyk uitfteeken van zyn armen , noeh by de Oxelen hangen, zo dat door dien zwaaren fchok (zo als het ons naderhant toe- *cheen ) na alle waarfchynlykheit , eenige Van de voornaamfte Waterva- 'e"> Vefelenj Vliefen , enz. in en iöiichen de Spieren der Rugge, Zy- M ds |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
de en Lendenen zyn verbrooken en
opgefcheurt geworden. Het Wei- vocht, dat noodigevocht, tuflchen de Spierachtige deelen uitvloejende, groote vergaderinge gemaakt, en hem al een gcruimen tyd heeft oota klaagen van æ wakheit, vermagering, moeijelykheit des ademhalen*, rug- zyde- en lendepyn, nu eens zyn ge- wooneGeneesheer, en dan eens zyn Meefter bezoekende, dech alles met weinig vrucht: EindeJykis hyganich dor en vermagert tot my gekomen', khagende van een zeer groot en py- nelyk Gezwel in de Lies: Dit zien- de , en daar op na de eerfte beginfe- len en de oorzaak zynes ongevals vorfchende , vond ik de oorfprong , en meteen zo grooten Gezwel en ophooping der vochten in de Heup, van om hoog langs de boord van het Qsifcihum. Heupebeen tot in de lies afgezakt > zo dat ik reden had, vry wat zwa- righeit te maken, om zo een groote en langduurige vergadering van ver- zuurt, vergoort en verrot Zenuwiaf» nu in een vuilen Etter verandert, in zodanig een dor en vermagert lig" &aam., ter ontlafting te vorderefl- . - .Noch} |
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen: if$
Nochtans in het byzyh van den «Ge-
leerden HeérDr. Abraham Kmkhuifen^ dezen geweldigen Etterzak in zyn benedenfte deel > ontrent de regtei: Lies geopent hebbende $ zo is dien vuilen en zeer ftinkende Etter, wel by pooien en langiaam^ ontlaft het lichaam geduriglyk door zacht voet- fel verquikt, door Geneesmiddel ver- fterkf^ en uittërlyk alles door ver- fterkende plaasmiddeleii, en zuive- rende Infpuitinge verzorgt, en door dit alles den Lyder wel eenige wec- ken , merkelyk in zyn toeftant ver- betert geworden $ en tot zo verre gevordert* dat hy eh zyn vrienden nu wederom eenige hoop tot zyn herftelling begonden te krygen. Maar zulx duurden niet lang, want fnet 'er tyd verwackerde weder deri droogen hoeft $ en vermagering door een geweldige toevloed des veelvul- digen Etters j zo dat die langs· hoé ttieer toenemende $ en aangföeijen» "3e, alle des Lyders Kragten weg- nam: en was de· ftank verrotting zo ohvefdraaglyk groot $ eh de ontdec- ^*ng van zeer groote Ettergezvvel- M % lea r."
|
||||
18o Verhandeling van de
le'n allerwegen tuflchen en onder de
Spieren der Borft , des Schouders , der Rugge , en Lendenen tot in de regter Heup zo meenigvuldig , dat wy het overal, waar dat wy voel- den , met Etter geloofden vervult te zyn, waar in wy , om zyn uitge- teertheit, en byzondere zwakheit geen openinge dorften maken , be- merkende dat aldus alle de Weyvog- ten, en vordere Sappen tot ftinken- den Etter wordende ten deelen ont- laft, ten deelen onthouden , geen hoop ter behoudenis konde verfchaf- fen. Zo dat dezen uitgeteerde» elen- digen Jongman eindelyk zeer Godt- zaliglyk in den Heere geruft is. Het doode lichaam m deze groo-
te Etterboefem onderwaards geo- pent hebbende, vonden wy die van de regter Lies af5 langs de Opper- os _ Ce»»»-boort van het
Kls' ( het welke zonder Beenvlies , ont-
fchilt en bedorve was) agterwaarts na, en langs de ruggc tuflchen des- zelfs Spieren en de Penszak dervoe- gen opwaarts te gaan, dat die zich tot omhoog ondej; de Schouderbla- |
|||||
l
|
|||||
Tegmnatuurlyke Gezwellen. 181
den wyd en zyd iïrekten , en bé>
öierkte men der zelver holte nu dies algemeen, endeszelfs holte zo groot en ruim te zyn , dat men wel van onderwaarts dehandenganfehen arm daar in Iconden brengen, maar ver- vaarlyk was de ftank des veelvuldi- gen Etters, die wy in een emmer onder de tafel lieten uitftorten , in de Borft vonden wy de Long goed, en noch onbefchadigt: maar het. her- tezakje, zo vaft aan het Hert veree- nigt, dat het zelve, als een eigen vlies, geen de miniie affeheidingè toeliet, ik zwyge van eenig vocht daar in te vinden,, het welk ik vyf a Zcs dagendaar na tot Amfterdam door °nzen Welwaarden Couzyn denPro- ïeflbr Frederik Rhuis in een ander ver- magert en dor lichaam, nochtans in een Lepel overvloedig daar uit zag nemen, die zulx aan de aanfehou- wers liet zien ea proeven. Anders Jonden wy in de Borft van dezen J°ngman niet aanmerkens waardig, ™aar in de Buik was de Lever droog f VerWt, zo ook de Milt , en daar *L ,,IailUff) dor> knobbelig en
«zwollen, dat na geen mild geleek,
t~ Μ 3 - de
|
||||
18 ζ Verhandeling van de
de blaas was door zyn Kleinte, wans
hy waterde in zyn laatfte Krankheic weinig, niet te vinden, en dit was, dan wel het opmerkenswaardigfte dat ons met haaft, om de geweldige ftank in dit lichaam voorquam, zynde ge- noegzaam om ons in dat gevoelen te beveiligen , dat door een zwaaren fchok en verbrekinge der Vlies- en Watervaten, dusdanige rampen den menfch konnen treffen en van het le- ven beroven. Veel meer andere diergelyke op-
merkenswaardige exempelen zyn my voorgevallen , doch die ik door de gedurige veelheit yan lydersniet heh aangeteekenrj te meer, om dat men 2o wel uit weinige als uit den over- vloed het pit en het oogwit der %sr ken kan komen te trecken. |
|||||
HEï?
|
|||||
Fegmnatüurlyke Gezwellen, ι % j
HET VltHOOFTSTUK.
Van de Ontfteeking der Herfen-
vliefen, en halve Hoofdpyn of
Scheele Hoofdzweer,
I. Verfcheide henaamingen van Ontflee--
kingen, i. Hoofdpyn en baar e ver- fcheide toevallen. 3. Twee Waar- neemingen? 4. Scheele Hoofdzweer. f. Een pF&arneeming. 6. Een twee- de , met de Geneezing van de Scheele Hoofdzweer. 7. De nuttigheid der Spaanfche Vliegen. 8. fVaarme- winge van den Schryver in zich %elfs. I.
GElyk de Ontfteeking byzondere^^*
deelen onzes lichaams beflaat ,^"~ £o verkrygt ze door zulx ook haare o^;»,' Rondere benaamingen, zo als die ge». "er Breinvliefen , Ontfteeking der , .. Herib^ derOogvHefen, Gntftee-^Xl «yngderöoge, der Keelontiteekio- A»ginak Μ 4 gen, |
||||
184 Verhandeling van de
|
|||||||
Zyde wee , en der Longe Ontftee-
king , genoemt word, Als mede worden de Bloedvinne, de Neegen Ooge , de Liesbuil, de Vyt, de Vochtbreukj endiergelykeOntftee- kingen ende Gezwellen , onder de .Ontileekingen getelt. Het luil my, de gewichtigfte zaken van deze bovengenoemde, in dit vervolg waf Kader eq kortelyk te vertoonen. I I.
|
|||||||
Hoofdpy* Van de Ontfteking der· Breinvlie-
ZrfihL· fe" Zullea ^ de Verhandeling by de
toevallen. Geneesheeren (die deze ziekte beft paft te geneezen ) opzoeken. De Cephalal- Hoofdpyn komt ons of in- of uit- wendig voor : De inwendige , die door hetftremmen of ftilftaan der on- getemperde fcherpe Vochten , de Breinvliefenbeftormtj als mede door vuile dampen die deelen bezwaart, word na haaren aart 4 of uit deszelfs oorzaak beft onderkend, die uit dronkenfchap voortkomt, gaat· wel doorgaans haaft over, maarzulxdik- ïiiaals gebeurende , is machtig gen #, noeg, |
|||||||
Tegennatamlyke Gezwellen: 18ƒ
^oeg, om de Edele Ziel, en het
Lichaam rampzaliglyk te vermoor- den. Anderiints is de Hoofdpyn wel
meermaals, met meer nevensgaande quaalenvergezelfchapt, en komt ook Wel een woedende rafernye uit haar,^«»/>tó wanneer die uitwendig is , te vol- gen , die met een hevige brandende Koorts zeer haaft des levenskrach- ten en geeften uitbluflchen kan , of immers , ten minften , een zwaare Krankheit verfchaft, die niet eer overgaat, voor dat den Zieken ten uiterften heeft geleden. III.
Op onze uitreis na Ooft-Indiën ,TweiWéarZ
in 't jaar i6f8. overviel ons in het »*«%«»· Scheepsvolk dusdanig een rampipoed op Zee, waarfchynelyk door het te veel of onmaatig gebruik, of liever misbruik, van Brandewyn en Ta- kak, daar toch Zeevarende luiden ge- ldig op zyn verflingert, daar by komende het oud fcherp Scheep?- bier, de heete brandende Lucht en f •Minnefcbyn, zo dat.wy met onze
Μ j twee |
||||
S §6" Verhandeling van de
twee Heelmeeiiers genoeg te doen
vonden, om haar mee tydige kleine Aderlaatingen, Klifteren , zachte Zweetmiddelen en Gerftewater met Hamhoorn, Zoethom, Korenten, enz. gekookt, te onderfteunen, kry- gende door dusdanige middelen een gewenfchte en goede üitflag , want ontrent een derde deel van ons volk (dus neêrgeflaagen) voorfpoediglyk wierden herilelc, Doch kort daar na beiprong ons ander volk, die tot noch toe waren gezond geweeft, een belmettelyke Koorts en Krankheit , met een raazende Koorts, die zo af- gryilyk was, dat wy ons wel wach- ten, de minfte Aderlatinge te doen, alzo de Peftbuilen , Bleinen , Ge- zwellen, het Peper Koren, deKeel- en Neusbloeding, met grooteflauw- tens, benauwtheit des Herten, duis- tere Pols en verfchrickelyke hitte , droogte en brand in de Mond, Tong, Keel, enz. beneffens de vervaarlyke rafernyen, en al wat dusdanige ziek- tens doorgaans verfchaffen, tevoor- ichyn quamen. Deze bliezen mcefc alle, al fchuimbeckende, zonderec- nig verftand, de bange ziel uit hec lic-:
|
||||
fegennatuurhkeGezwellen. 187
Schaam , en aam deze woedende
ÏCrankheit van het getal van hondert en t'feventig, in weinig dagen on- trent dertig menfchen weg, en noch doorGodtsgoedheit een voorfpoedig einde. Alzo wy een friflc-her Lucht t en het Eiland Sumatra bezeilde, van
Waar 't ons gelukte noch met gezond volk, tot voor Batavia,^ aan te lan- den. Doch wat deze , en meer andere
ziektens en quaalen der Merfenen raakt, die willen wy alle den Ge- neesheer aanbevelen, alleen dit noch zeggende, dat vooreenigen tyd bui- ten Haarlem een lompen dronkaard, die onmaatig op de Brandewyn ver- Zot was, de Kleine Pyp zyns Beens gebrooken hebbende, onder myne «anden geraakende , en, tegens ons Verbod, veel Brandewyn zuipende, met een loutere Koorts in een raa-■?&«»»«* Zende Koorts verviel, die hem, de- Wyl men hem nu de Brandewyn wei- gerde, ten bedde uit joeg. Hy kroop **es nachts, door een te kleine toe- Ver*icht, ten huize uit, en langs de weSr daar hy de fpalken en het vér-. -Jtand van· hcui weg wierp, doch hielp
|
||||
Ί?8 Verhandeling van de
|
|||||
hielp hem weer in 't bed, en wy
hem door een zacht en voorzichtig flaapvorderend middel, ftilte, don- kerheit enz. tot ftilte, zo dat hy wel weder voorfpoedig herfteld en gene- zen , maar evenwel niet van zyn vuile Brandewyns luft, die hem by- bleef, gered is geworden. I V.
SeheeU De uitwendige Hoofdpyn , die
Hoofd- meermaals , van wegens deszelfs
zjwteri flandplaats, de naam van halve Hoofd- nia. pyn Terltrygcj bezet gemeenlyk de PtrUr*- teergevoelige deelen van het Pan- iwm. vjies, Het zyn ftilftaande Vochten, die na haaren aard het Panvlies ont- itellen, en meer in haar hoedaanig- heit als hoeveelheit beftaande , de pyn, die zich meermaals zeer hef- tig, en fomtyds hardneckig, langs de gantfche zyde des Hoofds en des Aangezichts uitbreid, de nachtwaa- king, ongeduurigheit, en vordere moeijelykheden verfchaffen. Deze halve Hoofdpyn komt ook
wel inwendig de Breinvlieiên te be- zetten, maakendeeen zodanige pyn j on;
|
|||||
Tegettnatuurlyke Gezwellen. 18p,
ongeduurigheit, en nachtwaaking *
als van de raazende Koorts gezegt is: Aileenlyk is in deze Ziekte, de Krankheit en Koorts, niet zo hevig, en meermaals van weinig belang, na dat dan de ililftaande Vochten, fcherp en ongematigt worden be- vonden. V.
Deze quaal, voor zo veel die ons Een wa»r§
meeft uitwendig voorkomt, roept neminl< meermaals niet alleen den Geneesheer maar ook den Heeltfleefter tot hulp, meermaals heb ik (zelfs de uitwen- dige halve Hoofdpyn) zo vehement en hardneckig gezien ,' dat in het OsCoren^ Kroonbeen, een verzweeringwierde^· gevreeft. Zeker jong Koopman en Wedu-
wnaar, behield na een zoodanigen vehementen Hoofdpyn, ter flinker- Zyde des voorhooids, een klein Ge- zwel , het welk in 't voorhoofd en ^derwaards, nevens de bal des P°gs, tegens de holte van't Kroon- ^e.e°5 een ontlafting van al ontrent dne maanden verkregen hebbende, ^5 wierd ik eiudelyk door den Ly« " . e * der, t
f
|
||||
*oö> Verhandeling wn dé
der, den Genees- en Heelmeefbr §
daar ook by verzocht: Ik vond twee kleine verengde Pypzwèeren, na- mentlyk een m't voorhoofd ter zydè 'tem de loop van de voor hoofdsader en het Wrtmtts. anderwaards, als gezegt ι is j in deze beide fluitend provet op het bloote been $ w y worftelde eenige dagen met hulpmiddelen, die men gewoon is, iartesójjisjn dusdanige Pypzweertjes te gebrui- ken , doch vruchteloos j dus vree- zende, dat hier een Beensbedefving mocht fchuilen, zo heb ik , op al- gemeene toeftemming een refolute iüfnyding in 't voorhooft tot op het been gemaakt, en kort daar aan nog eens fcheuins opwaards , dit werk vervat, dewyl wy aldaar *t Panvlies bedorven , en her been aldus van Zyn dek iel en bddeedfel ontfchilt be- vonden ; dus tot de plaats van de Grondquaal genadcrt 4 hebben wy 't been met het Poeder van Myrrhe en Mafiix beftrooit, het ikdderig Panvlies gered, en daar op de neêr- zypeling der Vochten na beneden ophoudende, zo is de onderfte Pyp·* zweer, tegens bet hol der Oogen » ook eer wy het noch verwachtend V/a?
ι
|
||||
Tegennatuuvlyke Gezweïten. i£t
Waren, voorfpoedig opgedroogt, en
die in 't voorhoofd, zonder been- -< Schilfers uit te werpen, ook volko- men, genezen geworden. Daarop dezen vervroolykten Weduwenaar , ons dankbaar voldoende, wel haaft met een brave jonge juffrouw, niet dooreen moeijelyk verband van Heel- meefters, maar door die van een lang gewenfchre Huwelyxknoop veree- Oigt is geworden. V I-
Op den derden December i6go.Eentweedi
ontbood my zeefcere Timmdcm&zsmetdeGe' V,. ,, . ι neztns van
rouw , dien ik rusgeiyx met rai^y^fe
onlydelyke Hoofdpyn (dewelke langs mo/d-
de eene zyde des Voorhoofde , des*-"**«■ ®°gs, des Aangezichcs, en na het flinkeroor zich verspreidende) be- ftorint en aangetaft vond, zo dat zy «acht noch dag, op deftoel noch in het bedde, geen ruft noch ilaapkeft v*«den: Hebbende zulx naaft eenige ^eeken uit een fchielyke fchrik be- *°u^n, en te vergeefs verfc heiden pwnketi van haar Geneesheer ge- stuikt, zo dat zy die wederom af- ge-
|
|||||
t-/
|
|||||
'ïyz. Verhandeling van de
gedankt hadde, alzo die haar alle ver-
zochte ruilmiddelen hadde geweigert te verordineeren j dewyl zy dan in gevaar itond, om van't verftand be- rooft te worden, enz. het welk den man ook aan my (dewyl de fchroef met haar al wat los begon te worden) beveiligde. Ik heb deze Vrouw terftond, want
het avond was, een flepje met Ger- ftemeel voor het voorhoofd en over de flinker Slaapfpier geordotmeert , een tamelyke groote Blaardracht ag- terhet oor, in de pynelyke zydege- maakt , en alzoo den afgang genoeg was, haar dit volgend Drankje voor- gefchreven: Laud.Opiat.gr. ij
V Syr. Papaver, alb. Betonic. an. BifJ
Aq, Betonic, §iv Haar beïaftende voort het warm^
bed, de ililte en ruft te zoeken, ^n dit dan t'feffer» warmtjes in te ne- men? |
|||||
V
|
|||||
Tegennatmrlyke Gezwellen. 103
men, waar door zy tot eengewenfte
flaap en verlichting van pyn gebragc Js, en daar op een kleine aderlating Van vieravyf oneen bloed uit deflin- fcerhand (om dat zy twyfelde zwan- ger te zyn) doende, en de blaardragt Vyfazes dagen open houdende, zo is deze Vrouw, vrolyk en wel te pas, Zonder van dusdanig een middel gek te worden, van haar geweldige Hooft' pyn vcrloft geweeft. v i i.
Op deze wys heb ik meermaals de ƒ*"«*««
Lyders van haar halve Hoofdpyny^f^!"" voorfpoedig genezen. Met een wel -ge». gemaakte blaardragt, kanopzyntyd eo daar 't behoort gebruikt veel goed gedaan worden j doch moeten de Spaanfche Vliegen altoos, zeer voor- Cmtharh en omzichtig gebruikt zyn. <*"-. Dat ook de flaap- en ruilmiddelen
Qie uit verdoovende middelen be- gaan, niet altyd veilig zyn, ftaatons gekend. Maar ook waar, wanneer , j^edanig en op wat wys, die niet al- eri goed, maar ook nootzaakelyk
2yns ftaat yder Heelmeefteroftewe» tcn, of naarftélyk te onderzoeken. 5 * Ν Vli, |
||||
iP4 Verhandeling van de
|
||||||
VIII.
waar-nee- De Hoofdpyn, dien ik doorgaans
mmgvan met een vinger konde bezetten, is Zin£cH™f> van myne jongheit af aan, de zxlfs. langduurigfte quelling geweeft, die ooit my befprong in myn grote Ooft- Indifche reis, heeft my in alle de me- nigvuldige uitgeftane ongemakken, vermoejingen, onruften en gevaren, geen andere qualen als dezebeftormt, zy heeft my ook hier in ons Vader- land noch al een goed getal jaren ge- quelt, dikmaals heb ik my een ader doen openen, of ook my zelfs geo- pent, en altyd na een kleine ontlas- ting van maar vier a vyf oneen bloeds , een gewenfehte verlichtin- ge verkregen ·, doch dit ongeval ge- itadig met de vier of vyf maanden weer fterk aangroeijende, en myn bloed als dan na de Aderlaatinge be- fchouwende, vond ik het (zelfs als 't al een etmaal hadde geftaan) wel zeer fchoon van coleur, en vaft van fnee, maar ook 20 droog, dat byna ganfeh geen Vocht noch Waiftof3 daar by wierd gemerkt. Ik befloot hier uit, dat niet anders, dan de |
||||||
\
|
||||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen, ipf
al te groote droogte en dikte van 't
bloed, in my de Hoofdpyn veroor- zaakte } inzonderheit in heete Zo- mers, door zware pra&yk, veel lo- pens, en een te fterke tranipiratieen verteering der fynfte Pappen en gees* ten verwekt: Gebruikende daar op voortaan naeeft alle morgens na myn ontbyt, vier, vyfazes kopjesheete Theedrank, en als my de Hoofdpyn ook dan noch befprong, des namid- dags noch eens, en ik kan met waar- heit zeggen, dat ik van dien tyd af aan (myn bloed meer dunte en by ge- volg bequamer doorftraling in deze lichtverftopte Bloedvaatjes verkregen hebbende) zeer gewenfcht van myn geftadig weêraangroeijende Hoofd- pyn verloft ben geworden. |
|||||
Ν 2 HET
|
|||||
ip<$ Verhandeling van de
iHu rffj trpj ^4^ *^ *J$C ^Jj ^C ^p^ ^^ ^i ^J* rfj^ */J- i^i J^C vj* j^r ^V ./JV *^- Jp Jp *£*
HET VIII. HOOFDSTUK.
Van de Oogontileeking. Haare
befchryving, verfcheidentheit, ocrzaaken, teikenen, voor- zegging, en zeekerfte Genezing. Befchryving van de Oogontfieeking. z°
Hare verfcheidinheit. 3. Haare tel- kenen. 4. Voorzegging, f. Genee* zing) en wat daar ontrent dient in acht genomen te worden. 6. Een aanmerking. I.
■Btfcbry- ÔË^ ontfteeking der Oogvliezen
•ving van Ë-â js een Gezwel met roodheit, %!kZ"''hhte·> Py"» traanen, verhindering
* &' van 't Gezicht, verzelt. Dat de ontfteekingen, niet alleen
de Vleefchige, maar ook de vlieiige deelen konnen treffen , blykt hier zichtbaarlyk in de Oogen , en be- tuigt ons, dat ook de vliefen die el ,ran
|
|||||
Ë
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, é 07
|
||||||
van ouds, onder de koude en zade-
lyke deelen onzes ]ichaams wierden gereekent, nochtans de ontftekingen onderhevig zyn. I I.
Hare verfcheidenheit beftaatvoor-HAw-i w·
naamentlyk in de verfcheidenheit dcrJ^.e'den' ftoffe, die de ontiteekinge maakt , dieof algemeenofquaadaardig,hard- neckig, en wel befmettelyk worden bevonden. De algemeene ofte ware Ontftee- ophthd-,
king komt doorgaans uit een heetm"' bloed, met een fcherpe Galftof ge- mengelt , voort, maakende een zeer pynelyke Ontfteekinge der Oo- gen. De onwaare komt uit een gemen-
gelde bloedftoffe voort, daar onder, dat een ziltig flym , fcherp ferum ,pituim. of ook zwart galachtig Vocht, het bloed verzeilende, het gebrek voort- brengen, en overzulks by veele een "aftaart Oogontfteeking cenoemt0^^' Word. ma' Sotnwyl· bezet zy, voor het mee-
rendeel, de vüefen der oogen alleen, Í 3 en
|
||||||
1
|
||||||
ro8 Verhandeling ·υαη de
|
|||||
ïunica en dan we^ inzonderheit het Hoorn-
Corneat achtige vlies, die meermaals met uit-
puilende zomen, tot buiten haar ftant- plaats uitgezet komen te worden , ook word wel het gantfche deel des Oogappels uit haar holte tot buiten het aangezicht uitgedreven, ten min- flen heeft ook de oudfteder oogdek- zelen ingenomen. Ook komtzy enkeit, dat is, met
simplex. geen andere quaalen vergezelfchapt,
of ook wel dubbelt, namentlyk met andere toevallen, als met een ontfté- Cêmiofita. kinS der Breinvliefen, met een ont-
fteeking des Aangezichts, met Kin- derpocken , Mafelen , Zweeringe , doorknaaginge van het Hoornachtig vlies, metverftoppinge der Gezicht Zenuwen , met verwondinge, enz. als ook of noch in haar aanwas, of aireede veroudert en vaftgezet, ons voor te vallen. III.
reeenen: De oorzaaken zyn uit- of inwen-
dig, of ook door die beide ontftaan- de. De uitwendige komen door aller- lei uitwendig geweld, door vallen , flaan?
|
|||||
Tegennatmrlyke Gezivelkn. é pp
flaan, ftooten,: enz. ook door ver-
Wonding, door vuur, rook, ftof, fterke wind, heete Zonnefchyn, en alles wat van buiten deze tedere dee- len kan befchadigen, en het Gezicht ontftellen. Inwendig door een aanperfing van
de qualykgeftelde Bloed- Gal- of Waiffcof, of het welk reeds inge- vloeid zynde, en aldaar verdikt, ge- ftolt en opgehoopt, de tedere Bloed- en Traanvaatjes verwydert en doet opfpannen j zulx , dat ook wel de vliezen des Oogs door 't aandringen en niet doorftralen der vochten,met hevige pyn en ontfteltheit tot bui- ten haar Standplaats worden gedre- ven. Doorgaans heerfcht in dit voor-
Val een fcherp, verhit en Galachtig Bloed in het lichaam, het welk on- rnatig opdringende, met een hevige pyn des hoofds de Breinvliezen be- ftortnt, en aldus uit de naait bygele- gene tacken van de Skapflagader tot^>-««<* *»* de kleine fyne Slagadertjes der cart>tids% ~ogen zeer krachtig aandringt, en aldaar door de eerfte oorzaak airede geftreaxt, of ftremmende , en ver- N 4 die- |
||||
200 Verhandeling van de
dickende alle deze tedere deeltjes ver-
wydert, opfpant en ontfteekt; zo dat zelfs de alderfynfte Bloedvaatjes (anders byna onzienlyk) tot een ver- wonderenswaardige grootheit wor- den opgezet en verwydert, gevende zelfs deTraankliertjes, door dit aan- perfën der icherpe Vochten een groot getal van traanen. I V.
De teekenen van een waare ont-
fteeking der ooge zyn roodigheit der oogen, inzonderheit in het bindvlies, of het wit des oogs, met een fcher- pe hitte, fceekende pyn, geduurige traanen, fomwyl meteenontfteking in 't aangezicht, drift in het bloed, Hoofdpyn, ongeduurigheit en nagt- waking, endoorgaans meteen ge- duurige Koorts vergezelfchapt gaan- de. / Of is deze BloedftofFe met een
fcherp water of ziltigflymgemengt, zo is de geweldige hitte, depyn,de ontfteeking, en zelfs de roodigheit in het aangezicht minder, meermaals zonder Hoofdpyn en Koorts, doch met
|
||||
'Tegennatiiurlyke Gezwellen, zo é
roet wat meer vocht en vaftbacking
der oogfcheelen. Of is't bloed zwartgallig, zozyn
Ook de traanen wat minder, 't ge- Zicht is nevelachtig en donker en evenwel (fchoon ook de ontfteeking als dan zo groot niet fchynt) zo be- vind men nochtans dezelve doorgaans Vry moeijelyk , herdneckig , ende langduurig ontrent de Genezwge te zyn. V.
In alle hevige oogontfteekingen Genezing
Vord den lyder met blindheit ge.m»*td**r Á · ontrent
dreigt. ^ dient magt
Want in dezulke is de pyn uitne- genomen «
öaende groot, van wegens hetfubtylwv"v^· en teder gevoelen der Vliefen en Ze- euwen , die zo digt aan haar oor- fprong en vereenigt beginfel, dus fel door den geweldigen aaripers des Bloeds en der icherpe Vochten ge- prickelt, beftormt en uitgerekt \vor- ^eiide, meermaals d'elendfge lyders a^s bazende komen te maken , van Wcgens de ongeduurigheit, pyn en ^pfpanning, en zulx-'by uitncment- ^eit? als de ontfteeking de pan- ea Í f Brein- |
||||
zaz Verhandeling van de
|
||||
Breinvlieiên insgelyx heeft ingeno-
men. Die quaad kan zoo heevig zyn,
dat de oogvliefen, te zeer opgefpan- nen, van raalkanderen komen te bar- ften. Of dat door een te geweldige op-
fcwelling des gantfchen oogs, en zulx van wegens de veelheit der in- gedronge en nu ftilftaande Vochten, deszelfs bederf, verrotting, enz.een algemeene verfticking, verfterving , en uiibluiTchinge des levens in het lydende deel veroorzaakt; zulx de elendige lyders niet alleen het Oog, maar ook wel het leven daar by ko- men in te fchieten. Of zet zich ook wel een zeer
fcherp en loogachtig drupje vocht by deze ontfteeking regt in de ftraal des oogs, of ook wel tuflehen de ver- dubbeling der oogvliefen zo vaft en aan, 't zweeren, dat eerlang de ftraal desGezichts en het Hoornvlies door- geknaagt zynde, des Oogs dienftige vochten en geeften verftrooijen, zo dat wel een ongeneefelyke blindheic in dit lydende deel door zulx veroerf- gaakt word, Hard-
|
||||
Tegematuurlyke Gezwellen. 205
Hardneckiger, langduuriger en
«chter wederkomende, is de oogont- fteeking ook in de Kinderen, als in de bejaarden, voornamentlyk als die Zeer vochtig van lichaamsgeftel, vol Zout of goor flym, of ook met een fcherpe Galftof bezet, gevonden worden. De Oogontfteeking uit de mazelen
ot Kinderpocken voortkomende, voornamentiyk als die niet genoeg uitgebroeit zyn, of die ook in , of kort na een brandige ziekte ontftaan, worden ook al doorgaans moeijelyk enhardneckig in de Genezing onder- vonden. In langduurige droogtens, heete
bomers, fterke Zonnefchyn , enz. ^ord de Oogontfteeking ook meer- ophdmu. maals zeer vehement, licht weêrkó- ffiende, en zeer pynelykaangemerkt. V I.
Tot de Genezinge worden byzon-4»«»«i
^e%k vierderlei betrachtingen ver-te^ •eifcht. Tot de eerfte waarneming behoort
een goede manier van leyen, daar in be-
|
|||||
>-
|
|||||
ï 68 Verhandeling van de
beftaande, dat alles wat een ontftelt
en verhit bloed maakt, de Galftof ontfteekt, of fcherpe dampen (hier fpreek ik tegens't gevoelen der dwars - dry vers, en evenwel door de bevin- ding ) na de Herfenen verwecken j moeten worden afgekeurt, en ver- myd: De Wyn, Brandewyn, zwaar en oud Bier, de Loock, Moftaart, Ajuin, Tabak, gekruidde Spys, en alles wat hetzig is, verboden en na- gelaten : het al te heldere daglicht f, ilerke Zonnefchyn , het vuur , de rook , te veel etens , inzonderheit tegens de nacht, en zwaar voedfel » de nies- en braakmiddelen, desgelyx toorn, ontfteltheit, droef heit, kry- ten en fchreeuwen, ook Bacchus en Venus , zullen deze quaal veel eer grooter, als kleinder komen te ma- liën. In tegendeel dient de lucht getem-
pert, de fpys en drank gematigt en luchtig te zyn, als ook het flapen en waken, en wat dies meer is, orden- telyk beftiert, en alles tot een behoor- lyke regelmaate aangeftelt te wor- den. |
|||||
τ><·
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, tof
De tweede betrachtinge beftaat
voornamentlyk daar in, dat de toe- vloeijing (of om met de nieuwe te ipreken) den aanpars des bloeds, of der fcherpe vochten, op 't vaardigil gefluit, en van deze tedergevoelyke en felle pynlydende deelen afgeleit Worden , doch niet door zeer fterke buikzuiveringen, maar wel doorbe- guame weeklyvigmaakende middelen indien ook de brein- en panvliezen met dezelfde ontfteeking mogtenbe- 2et zyn, en by gevolg door zulxden lyder met een geweldige Hoofdpyn, «itte. Koorts, nachtwaaking , en ^aazernye, of ook nog daar by uit- wendig met een hevige Belroos mogt borden beftormt, zo zal niet alleen fret klifteren veel dienftiger en veili- ger s maar ook noodzakelyk moeten geoordeelt zyn. De Aderlaating dient niet alleen
eens, maar ook fomtyds wel ander- maal in 't werk geftelt: Voornament- vk in die volfappig zyn} doch al- *-°°s na dat ook de nevensgaande qua- ■Jfn de grootheit van deontftekingen de jaren, deSex en de krachten ko- men te vereifchen. Wy-'
|
||||
ÏQó- Verhandeling van de
Pijhatom. Wyders moeten dienftige Blaar*
drachten agter de ooren, of fomwyl ook wel in de nek, wat digt tegens 't agterhoofd aan geplaatft worden, en die door Ettermaakende plaafters ter dracht gevordert, wat lang open gehouden , of fomtyds vernieuwt zyn, na dat dan de nood of langdu- righeit komt te vereifchen. Van de gefcharificeerde , of ook
'setaceum. looze koppen op de fchouders, des-
gelyx van de halsdracht, kan zich een yder, na dat hem de nood van den lyder, en ook zyn goeddunken daar toe aandringt, bedienen, zo als het hem wel gevalt, veel lyders heb ik, zo door de halsdracht, als wel inzonderheit door het zetten van fon- tanellen van blindheit, die haar of overquam , of dreigden , gelukkig verloft. Het maatelyk doornen en Zwee-
ten, doch vooral niet door bloed- verhittende middelen, acht ik, daar depyne zeer hevig en fcherpis, zeer voordeelig, dewyl door zulx een al- gemeene ontlaftinge der ontftelde fcherpe vochten over 't geheele Kg-' haam verzachting word aangebragt. Daar
|
||||
'Tegennatuurlyke Gezwellen, z&jt
Daar den Heelmeefter genootzaakt
13 j zonder Geneesheer de Konft te °effenen, gelyk het my in alle myn Ooft-Indifche reizen, en zelfs in zo veel zware Oorlogstochten en furiën rien is wedervaren, en gelyk het op de Dorpen veel Heelmeefters gebeurt, van deze of diergelyke inwendige Hulpmiddelen ter gelegener tyd be- dienen. ijt Ocul, Ccmcr. pp 3«
Sal. prunell, dj Syr. papav. alb. Betonic ant £â
AfrMelijf. îßí m.f. mixtura.
Of,
JJt Conf. Hyaci&thor. 2$
Spec. Diatragacanth. Frig. Ocul. Cancr. pp. an. 3j Syr. papa-ý. errat. gij Aq. Betonic. §iv m. f.mxtura.
®f is 'er ruft, ftiïte en ilaap van
fl0°den, zo konnen de zachte Ruft- ïniddelen met omzichtigheit worden gebruikt. Als by exempel, |
|||||
O-
|
|||||
2o8 Verhandeling vcm de
ø. Rob. Samhuc. ^ßâ ,";
Laud. Opat. gr. j
Croc. Brittan. gr. iy m. ƒ. Bolus
Of,
ø. Hord.mmnd.admoll.Goêt, %\&
Sem. papav. alb. Cucumer. a». Jiij
Coniusf. cum DecoS. Hord. jxij Emulfio, cui addo Julap. Rofar, §ij m. M. detur ufut.
Somtyds een Theekopje heet van
gebruikt tot dat 'er flaap en ruft be- gint te komen. En om het bloed van zyn fcherpe
Galle, hitte en ontfteltheit te verbe- teren, zo konnen de Alkookfels in'c derdcHoofdftuk, van de ontfteking voorgeftelt, of ook deze onderftaan- de, met voordeel werden gebruikt. ø. Hord. mund. Ìâ
Rad, Scorzoner. §j Ra/. Corn. Cerv. g8 Herb. Beton'ic. VioUr. an. Mj
Tres Flor, Cord, an.pj |
||||
Tegeïmatuurtykè Ge&wellen. 殧
Ccj, i» Aq. Conti f ♦ ƒ. Colatnr* î÷í, admifee
Rob. Snmbuc, §j Sal. Bmnell. Bj m. fi Apozema'.
De Slagaderopening indeflaapdes^f'"'^
Hoofds, weleer in'c gebruik, word mM' tegenwoordig , moogelyk wel. uit vrees voor een Slagaderbreuk, fter.*ineiirifm ke bloedvliet, enz. zeer weinig in't Werk geftek j en deze Heelmeefters hebben groot gelyk, want de hulp- middelen moeten nooit bekomraerly- keren zwaarder, dan het Gezwel of de ziekte zelfs is, gemaakt zyn. E- venwei meen ik , dat ze by wylen "Wat goeds doen kan, en die de grond des Slagaders behoorlyk en wel met kleine dicke Drukdoekjes belegt en kezorst, en 't werk door de hooft- oand knaphandig weet te fluiten, dat die voor de toevallen zeer weinig zal hebben te vreezen. Ook wierden weleer, na het ge-
bruik der algemeene middelen , voor de Oogontfteeking de Halsaders met ref!,a *%$ goed gevolg in de hals geopent, ge-lam' ïf?^y den welgeoefFenden Fabritius tiildanus^ Ceut.^Obferv.i^. te zien ■O' isj |
|||||
■>-
|
|||||
at 10 Verhandeling va» de
|
|||||
is i doch hedendaags geneeft men dit
quaal veel veiliger , zonder dezen weg, die in ongeduurige Lyders al wat gevaartyk moet geoordeelt zyn, in te flaan. De derde betrachting beftaatinde
wegneming van alles, wat in het lydende deel 't gezegde quaal heeft veroorzaakt. ÜïSlnentlyk al wat uitwendig toe-
gebragt, hindert, als ftekende hair- tjes, Zand, Stof, Rook, Vuur, föherpe lucht van Tabak, enz. Wyders moet op de hoedanigheit
der ingevloeide en vaftzittendc ftofFe gelet zyh. Is die zeer heet, Galachtig en
icherp , en door het aanperfen der vloeibaare vochten , noch in het aangroeij en met Nachtwaaking , Koorts, ongedurigheit, en een uit- nemende pyη, zo dient van ftondea aan, op de voortreffelyke fpreuk van den Griekfchen Hippocrates gedagt» daar hy zegt: V Is een Goddelyk -werk depyn te fiillen. En daar toe pryzen fommige de
narcotica, verdovende Geneesmiddelen krach- tig aaa, dewyl zy 't gevoel van de |
|||||
ttègenwtuurhke Gezwellen. ,2ïï
ïydende deelen verdoven j de ilaap
verwecken, d'ontfteking verminde- ren , en by gevolg d'onmaatige hitte des bloede bedwingende * dus aan den óngeduurigen lydef veel goeds toe- brengen. Doch dient hier op dok geweten,
dat zy niet machtig zyn dezes .duaals' Oorzaak weg te nemen, ook dat zy Zo in- als uitwendig zeer omzigtig, en niet als in de bitterfte pyne die- nen gebruikt j dewyl zy het lydende deel uittermaaten verzwacken 5 en daarom altyd met andere dienftige middelen behooren verbeeterd te Zyn. Wyders moet de Genezing door
de beftdienende Oogwaters worden betracht, die, in het begin van dit gebrek , ( onder waarneming der twee voorgaande betragtingen) wel een weinig verkoelende en terugdry- vende mogen zynj doch altyd met eenige verdunnende middelen dienen gemengt, welke laatfte naderband **^er en meer dienitig moeten geoor- deelc zyn , en eindelyk t'eenemaal verfterkende en 't Gezicht opklaren- de, als by exempel, in 't begin |
|||||
->-
|
|||||
æ é Æ Furbandeïing van ie
y£ Aq, Plantag. \
Rofar. an. |i ■■-■■;
Alb. Ovi Jij
Croc, Brilt, gr. iv m. f. Collyrium.
Of in hevige py ç,
ø. Mucag.SemtCydonior,CQntuf,
Pftll, Contus. In Aq, Rofar. extraB, §ij Trocifc, Alb. Rhaf. d} Opii. gr.iij m, ƒ, Collyrium,
Of,
jji. Aq, Rofar.
Euphrag.
Plantag. an. g$ Lae. mulïebr. %] Succ. Semp. vïv, ^ij Puh Sachar, Cant. Alb, 2y Sief. Alb, cum Caphur, dj
m.f, Collyrium, Het zog moet niet met eengeheel
Oogwater gemengt, maar apart ge- houden, telkens vers gemolken, en ftaag onder een weinig Oogwaters gebruikt zyn, want het zeer haa^ goor word, en dan 'tOogwaterfcberP zoude maken. ,
Heel
|
||||
-C
|
||||
TegetinatuurJyke Gezwellen, æ é j
|
|||||
Heel zelden gebruik ik flymachri-
ge middelen, of die byzonder ver- teelende zyn, voor de oogen : Ge·? lyk die niet anders dan met onder- fcheidy in 't begin, en alsgczegtis, in de alderuitnemeniie pyn konnen te paffe komen. Somwyl komen ook matelyk ver- £»/&-
koelende en pynlliliende beicrmtren-·/·™/?8 de plaafters over het voorhoofd, crivkews. flapen des Hoofds van eengewenfch- te nuttigheit te zyn, zo als ik tot dien einde ons gewoon befchuttende pleifter van Vigo , meermaals met een voorfpoed.'g gevolg gebruikt heb, en fomwyl, daar de pyn zeer vehe- ment was, zes of acht Grein Opium. ( In wat O Hum Solanis ontdaan, daar
onder doende. Gf9 Jji, Pufo. Flor. Rofar. Rubr. ~æ\]
Calendul. Primit\t ver. JBalaufl. aiu. jj f ar. Hord. §i#
01. Satan. Rofar. ^ , ÷
• Cer.Alb.an. gj
Acet.CakndvA. q. f.
i_... f,EmplafirumDèfenfivumi p-j Pf
|
|||||
414 ' Verhandeling van de
|
||||||
Of men kan óok van deze vyf eerft?
genoemde enkele , een doorgeftikt zakje maken, en binden het warm gemaakt tegen 't voorhoofd, en over de flapen des Hoofds. Of ook in nevensgaande groote
hoofdpyn dit volgende op 't voor- hoofd gebruiken: ø. Aq, Rofar. §ij
Solani. "Betontc. Plantag. an. §j Acet, Calendul. Sambuc.an. Jvj
m.f, Fotns.
Of daar de pyn der Oogontfteking
?.eer heftig en fcherp is , kan ook wel dusdanig een papje pp de oogen Worden gelegt: Jji Medul.pomor.dttlc, ^ij
Flor. Rofar. Rub. Savnbuc, an. pj
Rafur.pan. Bifcoil, 0j â -: Far.Hord. î)
Vitell. Ovi. No.) Croc. Brittan. Bi Coq, in Laê.Vaccm.ififorwsmCaU" flafraatis. |
||||||
Of,
|
||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, zif
Of,
ψ. Msdull, pomor, Cofitor. |ij
VhelLÓpi. No.) Far. Hord. ξ) Jjdél, Vaccin. q,f. Croc.Opi.S) ra. f, Cataplafma,
Qf als 'c wat verder is , kan tot
meerder ontbindinge der Geftrem- de Vochten, dit volgende gebruikt zyn ï jgi. Pidii, Flor. Rofar, rubr. jij
Gbamomill,
Melilui.
SantbtH.an.fy) Far. Hord.%i] Coq. in Decoéi. Betonic.ftve Cerevifia dtilc. ia formam,
Cataplafmatis. adde CrociBrtttan, di F, Cataplafma, Evenwel gebruik ik op de oogen
geen pappen, als in de grootftepyn, of daar de Oogfcheelen zelfs ook zeer, °Qtitoken en gezwollen zyn. .'t Kan ook gebeuren, dat het oog
Binder ontftooken, en niet zo pyne-
lyk is, 't welk voor een grooc deel
O 4 uit
|
||||
£ï6" Verhandeling van de
uit een ontftelde en verzwakte Maag
kan ontftaan, en alsdan kan men niet alleen licht en goed voedfel, en niet te veel teffens, maar ook tot des Maags verfterking, wat conferf van Rozen , van Rozemaryn , en van Oranje fchillen ordonneren. Men kan in dit geval uitwendig een ver- fterkende plaafter op de Maag leg- gen. De pyn der oogontfteeking zynde
geltik , zo moet men de middelen , na dat den toeftand der zaaken ver- eifcht, weten te veranderen, als by exempel^ tot herftelling van't Ge·? zicht, dit volgende: I£ Aq Euphrag.
Rofar.an. §j$
Fxn'tcu]. 5 j Pulv. Sachar.Cant.alh.h]^ "Tutia pp Ssef, alb. áð. 3â Groc.Brïtt. gr. iv m, ƒ. Coilyfium, Of tot meerder opheldering van
het Gezicht :
|
|||||
■ø. %fc
|
|||||
Tegmnatiiurlyke Gezwellen, æ é j
ø. Aq.Fxmcul. §j
ttofar. Sambttc. an. %&
J7"m. alb. Dulc, Jvj Caphur. gr. vj l f roei Opt. gr. iv m.f.Collyriitm. ·:
Of,
ø, ~A<[. Fxnicul, Jij JJ
CrociOpt.gï.v) t'Zaam op een "weinig vuur een
fclein uurtje en door een floersje door- gedaan zynde , dikmaals ■ raaatelyk warm , hier van in de oogen ge- drupt. De vierde betrachting tot Gene-
zing der oogontfteeking, beftaat r°ornamentlyk in de wegneming der overgeblevene qualen des oogs, ira- , '"'■■ Biers, voor zo veel die redelyk ende
genefelyk zyn ; als daar zyn de ver- ^uiftering des Gezichts, de verftop- Ping der Gezichtzenuwen, Parels ,obflmB'u, J^ecken, Zweertjes , doorknaging Nery{ der Vliezen, enz. van dewelke wy0?""'- m net vervolg het noodigfte zullen O f Hoc
|
||||
ziS Verhandeling van det
Hoe ongemeen fel en vreefelyk de
venfteren van de ziel (die niet min verwonderenswaardige als voortref- felyke deeien onzes lichaams ) ik meen de oogen, door overmaat van fcherpe vochten konnen worden be- ilormt, zulx hebben Wy niet alleen in de voorgaande Verhandeling van de Oogontiteeking vertoont, maar ook in zeer veel menfchen, die door dit ongeval wierden aangetaft, on- dervonden. Onder vele anderen hebben wy dit
gebrek zeer geweldig en zwaar be- vonden , in de Huisvrouw van een welgeftek Lywaad Bleek er tot Ael· bertsberg: Deze ontrent vierenveer^ tig jaren oud, en vaneen zwart GaL·· lig en zout flymerig lichaams geitel, kreeg in 't laatft van November des jaars 1680. meteen fcherpe geduü- rige Koorts, een geweldige ontftee- king in 't rechter oog, die eerlang 5 met een ongemeene zwaare en ver- fchrickelyke pyn, de gantfche zyde des Aangezichts quam te befte*" men. |
|||||
p*
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezisejlen. z\$
Den Geleerden Heer Dr. Abraham
Kinckhuizen, uit Haarlem , en Mr. £rommert, Heelmeefter van het Dorp, hadden alreeds met floproaa- kende, Klifteren, Aderlaating, en fommige plaasmiddelen op de gebrek- kige deelen te gebruiken, hun plig- ten betoont: Maar deze quaal Spat- ten (recht jegen haare gedaane de- voiren) zo vreefelyk uit, dat ik, op haar verzoek , ontrent den vierden dag, mede in 't worilelperk , van dit woedend hollende Paard geraak- ten. Ik vond deze lydende Magdalena
door een geduurige Koorts beftormt, en gantfch afgemat door ongeduu- Hgheit , nachtwaaking , en vehe- Wiente fcherpe fteekende pyn j^ geen . Wonder, want de gantfche bal des Oogs wierd door de veelvuldige in- gedrongene fcherpe vochten , (als krachtig voortgeftouwt zynde ) ten hoofden uit, en voor een gedeelte ^t buiten het aangezicht uitgedre- ven . {^et bloedroodverwige bind- VJles3 bedekte, door des zelfs ge- Memira· weldige opzwelling, uitbreiding,naCtnjm-, opfpannig, enz. de omtrek van émmva' Ne-
|
||||
■ ito Verhandeling van de ,
pdfelre,. Negenboogj en zwol met een noch
langs hoe meer toenemende hardig- heit, uitpuiling en fpanning, zoda- nig ten hoofde uit, dat de oogfche- len als opgefpalkt, wyd open fton- Ü&ç , ook vonden wy de middelfte ftraaldesoogs, dervoegen bezet,ge- obflrueert en verduiftert, dat zelfs een brandende kaars in deze donker gemaakte Kamer en bedilede, dicht voor het oog gehouden , nochtans ■'het-ra infte licht nietby haar kon wor- den gemerkt j dus vreesden wy niet Alleen voor een volkomen blindheit des rechter oogs, maar ook voor het ander, het welk nu al mede door een geweldige ontfteeking, en fterk aan- groeiend Gezwel wierd beftormt , ja zodanig, dat ook daar in het Ge- zicht al t'eenemaal fcheen verloo» ren. Dusdanig een fobere toeftand ge-
zamentlyk overwegende, zo heb ik voor 't aldernoodzaakelykfte geoor- deelt, niet tegenftaande de groote zwelling en ontfteeking des aange- zichts, dat men aanftonds tot de al- dervaardigilc afleidinge der zo gewei" dig aandringende fcherpe Vochten moeft
|
||||
^egsnndtuurlyke Gezwellen, ææé
snoeit koomen , zulx goedgekeort
zynde, zo heb ik terltond , achter* yder oor een groote blaardracht ge- maakt, en des anderen daags (dewyi 'tnutegens den avond was j noch daar by de Seton in de nek voorgeilagen, *t welk in dezen hoogdringende noot van de twee andere Heelmeeiters ook ingang verkregen, en by den lyder > de man åç vrienden toegeftaan zyn- de, zo heb ik dit yan ouds beroemt doch hedendaags zo veracht hulpmid- del in't werk gdtelt, waar in wy dan ook niet ongeluckig geweeft zyri , ■Want door deze alderfpoedigfle ge- maakte Blaar- en Etterdrachten, on- der 't gebruik der openende Klifteren, fcachte afzettingen, hartfterking, enz, als mede door zachte pynftillende en ontdoende Geneesmiddelen, tot ont- binding der Gezwellen en der verga- derde ftoffe, zo als in de Verhande- ling van de Oogontfteeking vertoont
*s, op de lydende deden te leggen,
£o zyn (door Gods Genadigen zegen) de zaaken in weinig dagen zo verre gevordert wierden, dat dezohevige vloeijing der Vochten, of, om met de nieuwe teiprekcnx die overdadige . ' on»
|
||||
ιιζ Verhandeling ν dn dé
ongeregelde aanpars des bloëdsendcf
feherpe Vochten $ vóorfpoedig ge- weert en afgeleid zynde $ de oogen met haar vliefen géfloökén,' en we- derom tot inhaarplaatfegekéertzytv wyders is ook de hevige pyn,deont- ilèeking, en by gevolg de fcherpé Koortfen, nachtwaking en ongedu- righeit hand over hand afgenomen , en daar op het Gezicht, waar aan wy t?eenemaal hadden gewanhoopt, weder te voorfchyn gekomen: alleen bleef in het rechter oog debinnenfte ftraal ter halver ronte nederwaards noch bezet, en aldus tot aan den om- trek van den Regenboog, met een witachtige fchil, doch die noch da- gelyx fcheen te verminderen, over- trocken. Wy hebben dan noch de Seton 3
die nu in overvloed een taai en zeer flymerig vocht uitloosde, open ge- houden, en als die wat fcheen te ver- tragen, en dan de toevloejing (voor- namentlyk na het rechter oog weer datelyk fcheen teverwackeren, fom- wylen noch een Blaardracht achter het rechteroor gemaakt, tot dat \vy den vorderen toevloed der fcbe>"Pe Voch-
|
||||
Tegmnatmrlyke Gezwellen. 225
vochten van de lydende deelen wat
verder zoekende af te leiden , een Fontanel op de rechter arm hebben gezet, en die ter dracht gebragtzyn- de, de Seton Genezen. Wy vervolgde met verfterlcende , Coiliml
en op een zachte wys afvagende oog- waters in de oogen te gebruiken, de Genezing zo geluckig, dat men na- derhand voor en dicht by baarftaan- de niet konde bekennen, welk oog dateenig ongemak had gehad, want zy haar Gezicht, doch onder't hou- den van de Fontanel op den rechter arm, en die zy noch tegenwoordig, namentlyk in't jaar 1694 draagt, door Gods Genade volkomen weder ver- kregen heeft. Dit voorval en goeden uitflag uit
veel meer andere zware oogontftee- kingen, die my zyn voorgekomen , en op dezelve wyze (de Setaciumuit- gezondert) gehandelt, zooogfchyn- tyk, als geluckig, langs den weg van •afleiding door de Blaardrachten, hals- ^racht en Fontanel verkregen, zelfs daar %\\e de andere in het werk gefiel- de. midcleiei] t'eenemaal vruchteloos Wierden bevonden, verplichten ons, m
|
||||
U4 ' Verhandeling van de
na de uitfporige leffen van Bontekofj
Blankaart, en alle de zulke, die dus- danige Operatien , zo ongcfondeerC als onverzocht verachten, geenfints te luifteren, maar ook de ondervin- ding (die deleermeeftrefle der zotten is) ten minften zo veel plaats en ge- loof te geven, dat men de wegen ■> waar langs dat dusdanige pynelyke menfchen moeten en konnen gered zyn, niet zo lichtvaardig als obfti-* naat, door fchadelyke keringen komt te fluiten. |
|||||
HET
|
|||||
Tegemtatuurlyke Gezwellen, zif
HET IX. HOOFDSTUK.
Verfcheide Waarneemingen on*
trent verouderde , langdurige
en weêromkornende Oögs-
ontiteeking.
i. V Gevoelen van de Heer Dr. Step.
Blankaart, over, de Fontanellen of Mtterdrachten. z. Wederlegt. $ Ver- keerde handel van fommige nieuwe Konfloeffemars ontrent de Aderlaa- ting. 4. Door andere verbetert, γ. Wanneer, en iniióat gevallen de Et- terdrachten gebruikt worden. 6 Dat de afleiding en terugtrekking niet ont- kent kan worden. 7. V Welk Uykt door de werkingen der Etttrdrach* ten. 8. Verfcheide Waarneemin- gen. I.
fjEn vermaarden Verbeteraar der
j~ Heelkonft, Dr. Stephanus Blan->
tyarty redeneert, in zyn bygevceg-
P de
|
||||
χ χ 6 Verhandeling van de
|
|||||
de Notulen van de weder op nieuws
Gedrukte beroemde Heelkonft van dien braaven Thomas Fïénus, aldus: Epikpfia. Men pleeg tegen de Vallende Ziekte^
Gevoelt» "n andere. Hoofdquaalen, 't zy door
wn Dr st.branden, of Sny dingen, eenige Zweer-
Blan&art gaten, ofte Fontanellen te maaken, die
fontanel- hedendaags door de onkundigen noch in't
len of Et- werk ge fielt worden, en zo het dan ge-
terdragten. beurt, dat de quaal komt op te houden,
zo wyt men het op de Fontanel, daar
het veeltyds meer door de Geneesmiddelen^
13'iïta. of goede levenswet toekomt , dan door
de Fontanellen, want gemeenlyk helpen
zy niet met allen.
ι Wat voor een hulpe zouden zy ook
konnen toebrengen ? JVant in die zweer- gaten zypert geduurig een Galachtige fiof, die daar met ''er haafi vergoort, om dat de pypjes doorgebroken zynde, de zelve niet regelrecht door zyne pypjes konde heen poffer en: Eilieve zeg* my dan eens, hoe devcrgooring van dit uit- zyperend Vocht, eenige hulp kan by- brengen? Men heeft dit oudtyds verzon- nen, oni dat men geen kennis van de omloop des bloeds had, wanthaddenvf die gehad, zeekerfyk ma zoude de** |
|||||
Tegennaiuurlyfo Gezwellen, zij
konflige Zweergaten nooit in V werkge-
fielt hebben, 't Is dan te vergeefs van fommige bewezen , dat de Ouden den omloop des bloeds f oude geweten hebben, want hadden zy die geweeten, zekerlyk tnen zou beter Handgreepen in de Heel- hnfl gehad hebben. |
|||||||||
I I.
|
|||||||||
Öus redeneert dezen Goeden Man, mderlm;
en toont, dat hy noch weinig of hooit het uitwerkfel van die Hand- Jvonft ge2ien heeft, en daar uit eeQ Zonneklaar bewys van zyn önervaa- ïentheit in de öeffenirig der Heel- Konft : Hy oordeelt hier , en op £lCr ?a,?tfen » va" de Operatien ert
behandeling onzer Konft , 2oo als een blinde van de couleuren , daar ondei-wyl de Hand-Konftenaars inde geneesmiddelen, die met dit Kalf veel jaaren hebben geploegt * de ware gcichapcntheic der zaaken gantfch nders komen te ondervinden. Men aeneerr ak de jonge Scholieren, erï onS;n0fdee,l:rtdediBëen' na dac die *oorr^eCffte ^poge fchyneri
w ie Komen, zonder eens dieper |
|||||||||
Ρ %
|
|||||||||
2i8 Verhandeling van de
in te zien, om ter degen, en zo het
behoort, alvorens te befeffen, hoe wonderbaar, en aan veele noch on- begrypelyk, dat zo vele der inwen- dige werldngen, in dat groot en ver- wonderenswaardig Konft - Gebouw van 'c Menfchelyk lichaam, 'tzydat wy flapen of waken, komen te ge- fchieden. Wat ftaan niet noch vele van des
Natuurs Geheimeniflën, zoo in de Menfchelyke lichamen, als mede in de Dieren en Planten , ontdekt te worden ? En wat komen ons niet veel zaakennoch duifter voor, daar maar weinig Geneesheeren om eenige in- wendige ziektens te Genezen, wor- den t'faam verzocht? Hoe weinig en zelden gebeurt het, dat-zy in haare Gevoelens ontrent de toeftand van de quaal, het lichaam en Hulpmid- delen , wel en eenpaarig overeen- komen ? Akemaal klaare bewyzen dat noch zeer veele verborgenheden in de binnenftc Kabinetten, Spelon- ken en celletjes van het Menfchelyk lichaam fchuilen, en dat des natuurs werking daar ontrent meermaals %° konftig en wonderbaar fpeelt, dat |
||||
Tegennatuurjyke Gezwellen. zz$
|
|||||||||
Zelfs den Aldergeleerdften, en in de
Konft wel geoeffende mannen, zulx noch niet genoegzaam hebben kon- nen doorgronden. Doch deze goede man bekend voor
alle de weereld, dat hy noch nieten weet, wat voor een ding dat de Na- tuur is, daar nochtans onzen Groo- ten Schepper, in alle Schepfelen zo ■wonderbaar yder na zyn byzonderen aard, de natuur des lévens heeft in- geplant, waar in de Goddelyke Wys- heid, Almacht enGoedheitcotioder Schepfelen minfte deeltjes konnen Werden befpiegelt. III. \
't Sedert die edele ontdecking van verkeerde
des bloeds omloop, zyn mannen 0p-p,nde.lvar*- er> ook in ons Haarlem voortgeko-æ-^f men, die geenilnts de minfte Ader- êïçâïö-, laating wilden gedogen , fteunende Kaa>'s "»- |
|||||||||
zo vaft en onverzettelyk opdienieu-"
|
Aderlaat.
|
||||||||
We Gronden, dien zy, volgens hun m.
waanwys begrip, in haar Herfenen ^üaiïien tefmeeden} dat, hoe ramp- zalig o0ic jn den elendigen hare zaa- ien uitvielen, zy nochtans geenfints |
|||||||||
æ 3 o Verhandeling van de
begeerden daar van af te ftaan: Tot
dat ze ook noch daar en boven on- trent baar zelfs ongeluckig pra&ize- rende, alle jong inde bloei van haar leven geftorven zyn. De hevigfte tegens de Aderlaatinge kreeg zelf? iPkurUis. ecn Zydewee, dien hy (doch niet
door zyne Gemeene Braakdrankcn, maar door zyn verhittende middelen zocht te verdryven , doch metfel- 'phfirtittw. de daar door de Verftoppinge noch
vafter, ook dus by gevolg een fter- ker aanpars des bloeds, mitsgaders zwaarder pyn en Koorts verwecken- de, liet hy hem (toen de krachten haaft waren verteert, tot tweemaal toe 't bloed aflaten, begaande aldus een dubbelde fout, zo dat hy 't be- ftierf, en dus zyn eigen eenzinnig- heit met de dood heeft moeten be- koopen. Ziet dus rampzalig kanhy dwalen,
die voor een welbekende enmeeftal- tyd veilige , een onbekende, onge- baande en onveilige weg inflaat, ja ; zodanig, dat hy ook zelfs in de put van zyn eigen waanwysheit en ftyf" zinnigheit komt te verfiqoren. |
|||||
iV,
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, t^t
I V. Zulx heeft, van dien tyd af aan,D<wW^
andere jonge Geneesheeren doen om» ^verbetert zien , en die (op dat fpoor geraakt Zynde) een veiliger weg doen ver- kiezen : Gebiedende een kleine Aderlaating, daar die noodzaakelyk Wierde gekeurt. Ook heeft 't fe- dert de Reden, als die wat nader na- gevorft wierd, de bevinding geftyft, Zulx dat men van doen af, niet te- genftaande al het uitfporig dry ven en ichryven van Dr. Bontekoe, en zyn dappere medeilanders, de gematig- de Aderlaating in tyd van nood, als voren heeft goedgevonden aan te pry* Zen. De gewenfchte gevolgen , zelfs
door maar een geringe Aderlaating, doen fotnwyl (doch maar voor een tyd, het nienfchelyk oordeel en wys vernuft ftilftaan, tot dat men door een naauwkeurig onderzoek de oor- Zaak , tot in haar binnenfte, nader befchouwende, eindelyk klaarderen klaaptJer de reden uitvind. Dus kan het ook zyn, met het zo menigmaal goed en gewenfcht gevolg, door de Ñ 4 Fon« |
||||
z$t Verhandeling van de
|
||||||||
tanellen verkregen, zelfs daar aller-
lei andere bedenkelyke Hulpmidde- len te voren gantfch vruchteloos zyn gebruikt geworden. |
||||||||
V.
|
||||||||
frannetrm ^et '1S imniers zeeker, dat in de
in -wat ongezonde lichaamen, het of aan de gevallen de goede gefteltheit der deelen, of aan ^fj^derzelver vochten, of ook wel aan worden, die beide moet haperen, het bloed houd niet altyd de vereifte gefchikt- heit in zyn omloop, veel minder de vochten, die van het bloed gefchei- den, en Goor, zuur , fcherp, ver- rottende, bytende, en de deelen of deeltjes door- en wegknagende kon- nen worden bevonden: Deze komen door hunne ongetetnpertheit, onbe- quaamheit, enz. zeer lichtelyk in eenig teder en vliesachtig deel, zoo als ook zyn de oogen , de Pan- en Breinvliezen, ftil te ftaan , en dus verdikt en geftremt, en haar tedere pypjes doorgeknaagt wezende,' al- daar haare zo fcherpe ftofxe in over- vloed uit te ftorten, door zulx ftao sen vry hevige opwellinge , en een |
||||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 233
geduurigen fterken aanpers en toe-
vloejing der Vochten ontitaan j ja Zodanig, dat (gelyk als ik dik wils toet opmerking hebbe gezien) geen Aderlaatingen , Buikzuiveringen , Klifteeren, Blaardrachten, noch opgeleidde noch ingedrupte Genees- middelen , bequaam noch machtig genoeg ge weeft zyn, om te beletten dat deze deelen (ik fpreek nu van de Oogen) niet geduriglyk, of telkens weder aan komende, dus fel en on- vermydelyk wierd beitormt. Wat dan? Zal men nu door dien
geduurigen aandrang en toevloed der fcherpe Vochten, die zich dus da- gelyx komen te gewennen tot de oo- gen uit te flor ten, een onvermydely- 'Ce blindheit verwachten ? Of liever door Wysheit enKonft in eenigdaar toe verkoren deel onzes lichaams een afleiding zoeken te maken ? Ten Cinde, om door een kleine Etter- dracht eeh zo langduurende ontlaftin- ge van dit fcherp Zenuwfap, Slym, ^1, en wat meerdequaal heeft ver- oorzaakt , te weeg te brengen, tot dat deesontfankelyke vochtige, ver- zwakte , tedergevoelige , en noch- P ƒ tans |
||||
ί J4 Verhandeling van ds
|
||||
tans zo noodzaakelyke deelen onzes
lichaaras , door de afleidinge zulker fcherpe vochten van dien geweldigen aanpers en toevloed mochten bevryd zyn} en aldus door een veel bequa- mer ontlaftinge zynde verloft en ge- noegzaam herftelt, ons oogwit mocht worden bereikt ? Als wanneer , na geleegentheit van zaaken, de Fon- tanel noch langer open gehouden , of wederom toe genezen kan wor- den, V I.
Dat de af- Want waarfchynelyk is 't, alhoe-
rSS-U Wel dat het Dr· Bontehe loochent »
kjng nut en des bloedsommeloop , die doch cntkem niet altyd zo fix en ordentelyk toe-
k»»wqr- gaat, ons in haar eerfte bevatting^ eenigfints anders fchynt tevertoonen, dat 'er een afleiding, terugtrecking» enz. ontrent de loophoudinge der vochten in ons lichaam gefchieden kan, dewyl wy het dagelyx zo on- twyfièlbaar konnen bemerken , dac zelfs alle de redenen 5 die daar tegen ichynen te ftryden , voor' de waar- achtige, en zo veelvuldige ondervin- ding |
||||
Tegennatuurlyke Gez'weUen. %if
dinge, het zeil van eigen waanwys-
foeit elk laatdunkentheit behooren te ftryken. VIL
Ondervinden wy nietdagelyx,datv we\
door een geduurige Etterdracht des %i'door ïontanels, eerlang dien onrnaatigen j* w^,n} aanpars en tóevloed derfcherpevoch-^J^».. ten , in haar opwellinge na die zo lang beftormde en verzwakte Oog- vliezen geluckig s/orden gefteuit en afgeleid} zo dat de lyders haar dier- baar Gezicht (indien 't noch tydelyk gefchied) op dezewys komen te be- houden. Zeer veele exempelen zou ik v;an
2uJx hier konnen vertoonen , doch üit dien overvloed zullen alleen deze weinige ( zo het my toefchynt) ge- noeg Zyn 5 om (je Leer- en Konftlie- VendeJongeling, zohec behoort, de ^uttigheit van de Fontanellen in de Verouderde, langdurige en ftaagwe- derkomende zware Oogontltekfbgen aan »* wyzen.. |
|||||
VIII.
|
|||||
ijó" Verhandeling van de
vin.
Verfcheiie Het Dochtertje van de Heer B.
■waarnte- q ^ _ ■ r :aafen oucj en
mingen. ö -J «~ , ι ·
van een ongemeen Icherp Galachtig
humeur, wierd (terwyl de Vader noch een Speelreisje na Ooft-Indiën voor Bevelhebber deed) zo Sfel van een langduurende en ftaag weêrko- mende Ontfteeking in beide de oogen asngetait, dat, na veel martelens en het vruchteloos gebruik van alle be- denkelyke in- en uitwendige Hulp- middelen , onder het wys beilier van den ouden Dr. VlackvelA, ik mede in 't fpel raakte. Ik keurde , ter- wyl tot nu toe alles dus vruchteloos uitviel, en dat men aan 't behoud van 't Gezicht t'eenenml begon te wan- hopen, dex Fontanel het eenigfte en noodzaakely kfte Hulpmiddel voor dit k elendig Dochtertje te zyn, op hoop, langs dezen weg dien onmaatigen
toevloed en opwelling der'Zo fcher- pe Vochten, zo wel van de oogen te zullen afleiden, dat die eerlang in een beter toeftarid verhoopten herftelt te- zien. |
|||||
W
|
|||||
Tegtmatuurlyke Gezwellen. 237
Ongaarne quam dien ervaren Ge-
neesheer, en ook de Moeder, tot de fontanel, doch de vrees voor blind- «eit, en de ingeboezemde hoop van noch door de Ettérdracht het Ge- acht te behouden, maakte dat men tot dit laatfte befloot. Ik heb dsm dit Kind de Fonund op den arm ge- *et, ter dracht gebragt , en voorts door kleine Fontapelballetjes , dim ßßô gc,meenlyk daar toe gebruik, de Moeder die dagelyx een? of twee- maal te laaten verbinden, aanbevo- Jfn, waardoor dat dan ook wel haat ae oogen van die veelvuldige zwaare gevallen verloft zyn geworden, het Gezicht helderde dagelyx meer en naeer op, tot dat de Ontfteekingen £eenemaal opgehouden, noch voor eerft eenige kleine vlekjes tegenshet «oornvlies in beide de oogen wer-MemB^ gcDieven zy é,, doch dien ik ook door Cmnm, des Heeren zegen, door dit volgen- de Poedertje fomwyl eens in de 00« §en te blaazen 3 geluckig heb over- wonnen: Ø- Sach. Cand. Alb. Jij
Tutte pp. Jg f. fulv'is fubtilh.
|
||||
Verhandeling van is
|
|||||
Eindelyk het Gezicht al eenige
jaaren zynde herftelt geweeft, zoo heb Ik de Fontanel (dewyl nu de Vryfterlyke tyd genaakte) wederom toe genezen: En is zy tegenwoordig tot een brave jonge Juffer opgewas- fchen, Waar aan men niet kan mer- ken, datzy ooit eenig ongeval in de oogen gehad heeft. Het Züfters Dochtertje van een:
aanzienlyk Raadsheer van Amfter- dam , ontrent el£ of twaalf jaareti oud , en van een zeer ziltig en fly- merig lichaams geftel, had nu al een goed getal maanden aan een verou- derde en hardneckige Ontfteeking i« beide öogen gefuckek : Zy mocht geenfints lyden , dat men de oogle- den een weinig opende , om in te zien , of ook de middelfte ftraalen der oogen, met aangroijende vlek- ken of fchillen mochte bezet zye f zittende t'eenemaal lufteloos meeft gantfche dagen met het aangezicht voor over gebogen. en met de han- den voor de oogen, en ziltig fcherp water, het welk naderwaards de deel- tjes des aangezichts ontvelde, vloei- den haar geduurig met hevige py« |
|||||
TegmnatmrlykeGezmikn. t$&
ten oogenuit. Ik, otn iet anders op
deszelfs Hofftede, buiten Haarlem, tynde verzocht, wierd my ook degens dit Dochtertje om raad ge- vraagt, doch de veroudertheit en , hertneckigheit van dequaalverftaan- de, en wat voor Hulpmiddelen wa- ren gebruikt, zo heb ik haar lieden geraden , dat men een Fontanel on- der de Knie, in het been moeftzet- ten , dan zulx haar vericheidene Ge- neesheeren (als een te grooten laft) wel degelyk afgeraden zynde, Zo wou bydieHeeren en Juffers myn raad niet over de brug. Maar een gerujmen tyd daar na , weer op de Hofftede komende, zo vond ik de- 2e Dochter, als tot in een ander raenfch verandert ; want zy had- de11 haar eindelyk , als aile beden- »elyfee Hulpmiddelen vruchteloos en waren bevonden geweeit, dat deze cjuaal noch langs hoe meer verergerde geftyft door d*aanradingc v*n een der voornaamfte Geneeshee- fen van Amfterdam, een Fontanel in het beejj doen zetten, en federt den tya van die Etterdracht waren alle ^vallen geweeken, en zy tot dus verre
|
||||
24° Verhandeling van de
verre in haar gezontheit herfteld ge*
Worden. Het Zoontje van zeeker "Wynko-
per, oud negen a tien jaaren, van een vry fcherp en galryk tempera- ment , behield uit een zwaare Bel- roos , die niet al te wel in achtinge was genomen , een zo vehemente , langduurige, en ftaag weêrkomen- de ontfteeking der beide oogen, dié door het opkomen van vliezige fchil- len de vrees van 't Gezicht te verlie- zen , doch daarenboven verdubbel- de, zo dat alle hoop van Genezinge haaft t'eenemaal uitgeblufcht fcheen te zyn, de zuivering des lichaams » de Aderlaating, Blaardrachten agter de ooren , enz. noch ook het ge- bruik van dienftige Oogwaters , be- nefïèns een goede manier van leven* waren machtig genoeg om dit hol- ziek paard te bedwingen : Eindelyk heb ik de jonge een Fontanel op de flinker arm gezet, en daar door in't kort dien onmaatigen toevloed, op- welling en uitftorting der zo fcherpe vochten van de oogen afgeweert, en f, die tot zo verre herftelt, dat ook de vliezige fchiüen , en parels (getyk men
|
|||||
^
|
|||||
TegêiïnatuürJyke Gezwellen. £ 4 i
wen die plag te noemen) van het
Gezicht, door 't gebruik van eert diergelyk Poedeftje, als boven ge- Qielc ftaat, mèeir. t'eenemaal zyn over^ bonnen. L. J. bejaarde Dochter, van eed
vochtig, koud , zilcig en ilymerig' , geftel j was meeft alle jaaren tot ver- sheide maaien Onder myn' handen , £0 van hardneckige zwaare ontflee- idngen in de oogen, mee uitloozing Van veel vöéht en fcherpe traanen , als opk groote Kliergezwellen ront- scr^httti^ °m in de Klieren des Hals, die, 't zy "at zy quamen te verzv/eeren of niet, z^er hardneckig en wederftrevig in 'Jaar Genezing wierden bevonden ,' "pe dat dit ongezond lichaam, door dienftjge ilymafdry vende Geneesmid- delen van zyn onnatuurlyke flym ge* Zuivert is geworden j en dat déMaand- itöndery ordenteïyk waren gevorderr, Zo quamen nochtans de vorige q'ua'- 5en iiaag wederom : Eindelyk over- won ik al de afradinge van Zodanige «tiverftandige menichen," die het ftel- 'aQ %ari ^e aanbevolene' Fontanel we~ «erftreefiien, en zetten ik die nu on-* er de Knie in ■ liet been y jdewélké
Q' eer» |
||||
*4* Verhandeling van de
eerlang een veel vuldi gen Etter uit-
loözende, zo is zy insgelyx zeer ge- lukkig van haaf ftaag aan weder op- komende fcherpe Oogontfteekingenjj en van het toenemend getal van aan* groeijende Klier-Gezwellen, volko- 'mentlyk verloft geworden, en nu al een goed getal jaren (alleen dat zede Fontanel noch behoud) Genezen ge- weeft. De Zoon van zeefeer Ambachts-
man^ oud veertien a vyftien jaaren, van een flymerig en droefgeeiiiglig- haamsgeftel, wierd van zyn Ouders; (dewyl hy door zwaare verouderde Oogontfteekingeö en vliezige ilym- beletzels in beide de oogen, nu niet meer zien kon ) tot in myn huis ge- leid. Ik bevond niet alleen zulx $ maar ook noch een zeer verhard en veroudert Klier-Gezwel j zoo groot als een vuiftj inde Krop- en Hals- klieren geplaatft, en alles zo hope- loos, dat ik den Geneesheer, die nu het lichaam al vry wel meende gezai- vert te hebben, en de Ouders, het zetten van een Fontanel op den (lin- kerarm, want ook het Klier-Gezwel aan die zydewas, als het alderaood- za»;
|
||||
Tegennaitmrïyke Gezwètkn. 245
?aakelykfte en beftdienftigite hulp-
Piiddelcheb voorgeftelt, hét welke (alhoewel de Fontanellen by jonge Geneesheeren haait üit He Weereld fchynen verbannen ) dien Heer noch- tans, toeftond , als begerig zynde om, 9p riiyn redenen dien ik hem voort-, bragt, daar van de uitwerking te iien.,, Gelyk dan ook zulx Zo over- gelukkig in't werk geftelt en uitge-. Voert is geworden, dat ik voorts de geringe Ouders," de dienftigfte Ge- neesmiddelen wyders te gebruiken , heb aanbevolen, en dezen jongman daar; op, eeriï een tyd kng, daar na £ens; bezoekende, zo heb ik hem 9 S.elfs eenigfints tegen myn verwach- ting, zoodanig herftek gevonden , dat ik hem waarlyk niet Boeer kende S*töt. het. zo groot; en hardneckig Klier-Gezwel, alsmede de quaaleri der oogen, waren nu zo verdwenen, dat het Gezwel des Hals, door een verdunnende plaafter,' dien ik haar ^Qenmaals hadde voorgefchreyen,en p*"ft vry vruchteloos wierd gebruikt^ im ^eenemaal was overwonnen,' en πι het herltelde Gezicht niet anders ém m^ar een zreer klein' vielyen of (&i twee, |
||||
^44 Verhandeling van de
|
|||||
twee, doch byna onzichtbaar in het
Memh-amHoornvlies wierde gemerkt. Dezen
Qornea, Jongman was nu gezond en vrolyk
van Geeft, en de Ouders verblyd en
dankbaar, dat ik, door des Heeren
Genade en zegen, haar Zoon van zyft
\ qualen en gevreesde blindheit zo ge-
luckig hadde verloft.
Veel meer diergelyke ftaaltjeszou
ik konnen vertoonen, maar al te veel walgt, en zal dit genoeg zyn, tot overtuigingeder gener, die (hoe on- ervaren in onze beroemde Konft) haar nochtans onderwinden Boeken te ma- Ken , twiftzaaken vol verwerringen voort te brengen, en van de Hand- greepen der Heelmeefters zoo onbe- zocht als fpoorlooS te fchryven. Evenwel moet men met denken ,
dat ik zo licht een Fontanel zet, geeniïnts , want het is waar- lyk een nolligheit in dat fchoone Gebouw van het menfchelyk Lig- haamy én (volgens ons Hollandfch fpreekwoord ) goed , en met een geheele huit te gaan flapen. Veel- vuldige zwaare Oogontfteekingen , heb ik, zonder de Fontanel te zet- ten, genezen, en doe het noch da- |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 245·
|
|||||||||||
gelyx, maar evenwel, daar ons de-
ze quaal, zonder dit Hulpmiddel , ?ls onredelyk en ongeneefelyk voor- Komt, daar wil ik veelliever (om |
|||||||||||
geen rampzalige bliodheit af te
^achten) myne Lyders met een Fontanel , als met verlies van hec otiwaardeerlyk Gezicht, zien afge- ?aardigt. |
|||||||||||
/
|
|||||||||||
Q.3
|
|||||||||||
Hl Ã
|
|||||||||||
z\$ Verhandeling van de
|
|||||
HET X. HQOFTSTUK.
Vertoog van de heldere Drop,
Verftopping der Gezicht-Zenu- wen, dat die voornaamentlyk door de Seton of Halsdracht moet worden genezen. 'l. Befchryving van dei heldere Drop·
1 Z. Dés zelfs oorzaaken. 2. Geneé- zing van een Indiaan door de Seton. 4. Een Waarneeming. f. In- en uitwendige Geneesmiddelen. 6. Dat 'er in de Her eenen Ettergezwelkn, ontflaan. >■■'-■': %
Èefthrf Tpk. At door een zeer heete branden-
7e"„S&ulre-*-J ac Lucht én iterke Zonnefchyn T>rop, de Ontfleekingen in de Oogen , én door een fchieiyk óntföngene koude en verdikking der Way- Slym- Ze- nuwfappen, enz. als mede door gro- ve dompen de Gezichtzenuwen kofl- nen, worden verftopt, zulx leerc ons de'
|
|||||
TegmwtuwlykeGezrmUen. 247
de dagelykfche bevinding, het eer-
fte is ons eens onder de Zon weder- varen, dat wy recht boven ons dit groot en geweldig brandend Licht paflèrende 5 in die zwaare hitte en fterke Lucht ons meefte Scheepsvolk oiet deze quaal hevig vonden be- ftormt. Deze algemeene Gogont- fteking quam ons als jets befraette- lyx voor, nademaal de gezonde haar klaagende mackers nauwlyx moch- ten jn 't Gezicht zien, of hadden 't ook , dit gebrek was evenwel niet hardneckigj dewyl ik haar alle, door des Heeren zegen, voorfpoedig ge- nas. II.
De Gezichtzenuwen konnen (ge- DessLelfi
lyk ltrax gezegc is) door een ichie-Ooruaken. tyk ontfangene koude en verdicking van desoogs inwendige vochten ver- ftopt worden, desgelyx door al- lerlei uitwendig geweld, van vallen, flaan, bonfen, en?, waar door deze %ne gekneusde vochten geftremt en Verdikt, de Gezichtzenuwen derma- tetl toeparièn, dat geen Geeftenkon- ne» doordraaien, tot doorlating van Q 4 het |
|||||
(
|
|||||
£4·Ι Verhandeling van de
3het 20 dierbaar Gezicht: Insgelyx
door onmatig fniezen, en door Snuif· poeders, waar door de vochten met een al te groot geweld tot in de Ge- zichtzenuwen konnen worden ge- dreven , als mede door fcherpe hoofd- pyn , door voorgaande ftuipen, en inwendige flytnen , die de weegen des Gezichts toedrukken, ook door het gebruik of liever misbruik van veel zwaare Wynen, die veel rauwe dompen doen nadeHercenen ftygen, en dus de wegen des Gezichts ver- iloppen : Alle dusdanige oorzaaken zyn kenbaar genoeg , en al te ge- meen, om'daar veel van te zeggen , dat ook zulx door het gebruik van zodanige fpyze , die licht een op- walming var} haar voortbrengende dompen naar 't brein veroorzaakt, ontftaan kan, zuix heb'ik hier te Lande niet veel , maar in Ooft-In- diën, daar de inwendige warmte minder, en de ingewanden zwacker worden bevonden, dikmaals aange· merkt, en wel voornamentlyk door het dagclyx eten van heete gekookte Ryft, waar door ons volk van dit pngeval wel zo fchielyl? wierden g^ |
|||||
>r
|
|||||
WegennatuurlykeGezwellen. 249
|
|||||
boffen, dat de oorzaak, door zulx
yoongebragt zynde 3 lichtelyfc was te vinden.
III.
Een Zwarten Indiaan, in het Ko- Gentezing
tüngryk Arakan■> die my dagelyx met J*";/J" ayn Schuitje oppafte, om aan hand door de of aan Scheepsboord te brengen , stton. klaagde my, dat hy den dag niet veel, ?n des nachts gantfch niet konde zien, ja dat hy hem dan, zelfs dieht by 't Kaarslicht, en ook heldere Mane- fchyn, t'eenemaaiblind bevond, heb- Pende zulx nu alreeds eenige maan- den, maar noch nooit zoquaad niet, a's nu gehad. Ik heb deze Zwarte Schuitevoer-"
der de Jrakanfe Wy η, Qure genaamt, er* die men aldaar in een groote over- vloed uit de Bomen tapt j, en wat veel gedronken lichte zinnen en vrolyke Herfenen maakt, verboden: Gelyk ^ede den Arak , gekruidde Spys, jpof.en zwaar voedfel , en inzon- derheit het gebruik: van heete Ge-, fcoode Ryft , die. de Indiaanen , in Plaats van Brood , gewoon zyn te Q, f ce- |
|||||
tfo Verhandeling van de
eetcn, want zyn oogen waren uit-
wendig wel, en door geen de min- fte Ontfteeking, Vliezen , noch Parels bezet, de beide Oogappels vertoonden haar helder en klaar , dies kon ik genoegzaam befefïen , dat door het veelvuldig gebruik van heete gezoode Ryft, der zei ver gro- ve dompen na de Heriènen opge- klommen, de Gezichtzenuwen had- den verftopt, waar door de Dierly- lce Geeften wierden verhindert tot in de Oogen te ftraalen, of ook het Gezicht tot in de Herfenen door te laaten j dies heb ik hem wyders een goede maniere van leven aanbevolen, de pilletjes van ons ExtraBum Qatho- licumy tot vericheidemaal laaten ge- bruiken , doch dit alles en hielp gantfch niet, dies heb ik hem dicht tegen 't achterhoofd in den Neck de Seton gezet, ter dragt gebragt, en dagelyx, door zulx , hoeveel- heit van flyraerig Vocht ontlaft 5 waar door hy wel haait, zyn vo- rig Gezicht geluckig weder beko- mende , my ( zoo lang als ik al- daar diep te Landewaards in dat K.0-
|
||||
Tegennatmrlyke Gezwellen, ζ ft
IConingryk was) zyn dienft en dank-
Paarheit betoont heeft. ï V.
Als wy5 Anno i6f$> en 1660. 'mwaarme-
pnze Oorlbgstochten door de Oos-">i»g. teiiylcfteGeweften vanOóft-Indiën, narnentlyk , Tarnata, Banda^ Am· boina , Oeram , Gordm ,'Salloacki, 'Mannebocki , Solor , ende Makaffer omzworven, vond ik dit gebrek onder ons volk zeer gemeen te zyn, waar van niet alleen d'uitwendtge ongemacken ,l maar ook (en wel ïnzonderheit) door al het quaade voedzel van * Sagoww^ zwarte haii bedorve Ryft, Geritige zoute Vifchj en zout Vleefch, 't geen in de ver- ^aarlyke ftinkende Peekei byna tot ilym vergaan was, en om het wei- nig en iober randfoen , dat zy daar van kregen, rauw wierd genuttigr., de voornaamiie oorzaaken ontwyfel- baar
■* ïJet gerafpte «it de Sagouwboom , ia
normen inde brandende Zon ileenhard 8ebakken, en voor brood gebruikt, is "i taai, lymerig en ongezond voed- |
||||
Verhandeling va» de
|
|||||
baar moeten geweell zyn: want een
al zulk quaad voedfel teelden grof Woed en quaad iap , gal , en vuil flym in overvloed aan , bederven- de de tederfte ingewanden, verwek- kende het Scheurbuik, roode loop , waterzucht, enz. als mede (zo als gezegt is) de Heldere Drop? want door dit bedorven , zwaar en grof voedfel ilegen veel vuile grove dom- pen uit de Maag na de Herfenen op- waards, en deze vielen dan lichte- lyk, nevens de vervuilde flym , tot voor , en ook in de Zenuwen des Gezichts, waar door, de doorftra- ling der Geeften verhindert zynde , deze wonderbare gefchapene deelen, ik meen de oogen, ten deeleof t'ee- nemaal haar zo nodige werking qua- men te verliezen. De z'ujke onder myn handen ge-
rakende, zyn ook op dezelfde wyze? als boven gemeld is, namentlyk door des lichaams zuivering, door dien- flige flym afdryvende middelen, en maar voor eenige weken de Halsdragt te gedogen, tot haar vorigegezont- heit gebragt geworden. |
|||||
TfgennatuurJykeGezwellen, zjy
4 ■ . . f
Hier te Lande is 't my meermaals Ë· '* *»ß3
ook dus met goed goolg gelukt ,^ doen moet men in deze Koude en, |
||||||
Vochtige , ten muilen ongeftadige,
Geweften van Hitte en Koude, zo ■Wel de inwendige Maag- enZeniiw- Verfterkende middelen, als de zachte en meeftdienftigfre buikzuiveringen, benevens een goede maniere des le- vens komen te ordonneren, uitwen- dig kan ook een bequaam Krast- Gtmtgh^ Mutsje , zoo het. Vrouwsperiboheb, °f Kinderen zyn, met verwarmen- de Geneesmiddelen op de Herfe- nen worden gcdraagen , en wyders «et werk verricht zyn, na gelegent- «eit yan zaaken. VI.
Somwyl fkomen ook wel, m eeèD·*»
iangduurige en vehemente Hoofif- ^lmm Pyn , zwaare Ontfteekingen , en ^f*' Eeweldige Gezwellen uit de-Hatic-mttjtoM& n?n» tot in de Zenuwen des Ge- Sichts te voorfchyn : Als wanneer de
|
||||||
2j*4 Verhandeling mnföi
de inwendige wegen tot de door-,
jftraalinge der peeften, al doorgaans bezet j verftopt 9* ja fomtyds verrot iyri s eer dat uitwendig eenig Ge- iwel word gemerkt y Zoo dat wel' met de fchieiyke opzwellinge , erï net üitbcrften des Etters,' het gant- Iche lichaam des oogs, ten hoof- de word uitgedreven i gelyk my tot verfcheide maaien is yoqrgeko-, men 5 doch als dan komt bok dé ziel zyn leeme hutje wel binnen kor" ten tyd te verlaaten. |
|||||
HET
|
|||||
\e Gezwellen. *ff
HET XL HOOFDSTUK. |
Van de Ontfteking, Gezwellen^
en Ettergezwellen der Ooren. ï. Dat de Ontfieekingen der Ooren zeer
zwaar kontien zyn. z. Korte Be- fchryving van V Oor. $. Oorzaa* ken van de Ontfleekmg der Ooren, 4. Deszeifs Teekenen. f. Genezing 6. Plaashke Hulpmiddelen. 7. Wat te doen s zo men een Ettergezwel verwagt te ontfiaan. 8. Hoe men de Fificatoria zal bereiden. 9. Dat de fiinkende Ettergezwellen niet mee* *en opgefiopt 'worden. |
||||||
DE inwendige deelen der Ooren Hatdeóail
Zyn ook zeer pynlyke Gezwel-/i«^»x«» * Jpn en Ontftekingen onderhevig, die J^J"* (detyyl zy deszeifs gevoeiykfte dee-^j^, j ** al doorgaans beftormetij) aan.de «9«, tyders welforötyds een raazendepyne ?erfch.affen, of zweeringen, die nu licht,
|
||||||
Verhandeling ·ναϋ Aè
|
||||
licht, dan wat zwaarder, ook wel
tikt te veilig, en meermaals niet mogelyk om te genezen, worden' bevoöaCri» • I L
/(orteBe- Deze quaal moet ook uit- of in-
fihryvmg wen(j[jg aangemerkt zyn. van tOor. *v '. ö «■. r *-· <......
Doch om dit wel te begrypen ,
Zo dient alvorens verftaan, dat de Öoren na inwendig, door den Krom- holligen ingang tot aan het Trommel- vlies worden befchermt, zo wel voor alderhande fchadelyke diertjes in de Qoren te kruipen ; Als mede , op dat niet een al te geweldig, te zwaar en te krachtig getuit, de zin , . de kracht, en werking van der zelyer, inwendige deelen, zoude" komen cc quetfen. Want deze zyn uitermaten gevoeg
lig, en door iets fchadelyks licht be- fchadigt , van wegens deszelfs ge* ( meenfchap met deHercenen, want het buitenfte Breinvlies bekleed e» omvangt den binnenften omtrek des Oors, het Trommelvlies komt uit dit Moedervlies voort, wordeode' doos?
|
||||
TegenmtuurJyke Gezwellen, ζ f γ
door behulp van drie kleine beender- incus, sta.'
tjesj het Aambeeld, Stegelreep, enM-M*· 't Hamertje, trommelwys opgefpan- ^'J^-* pen, en de Zenuwen des Gehoors Jn haar'verdeelinge, door dit gehele Trommelvlies uitgebreid , en aldus het ingaande geluk terftond door het zelve zynde ontfangen, de Herfenen nxedegedeek en tóegebragt. Dit Trommelvlies is dan zeer ge-
voelig i en aan deszelfs goede geftelt- heit veel gelegen, alzo het zelve wel het voornaamfte behulp tot de Ge- hoor kracht geeft. i ι i.
Maar zeer pynlyke Ontftekitigeti Oorzakj»
*yn (als gezegt is) ook deze teder™" J gevoelige deelen onderworpen, waar derOmn. van de oorzaak uit-of inwendig wort aangemerkt. Ö«P uitwendige zyn vallen, ilaan,
uoocen, zwemmen, door de al té •chielyke ontfangene Koude , enz.' a's mede door verbrandheit, hitte, Verftopping van de Gehoorwegdoor iets onnatuurlyx , door inkruiping vanjcnig Gedierte, door altefcher- pe Geneesmiddelen, enz. R De
|
||||
ZfB Verhandeling mn de
De inwendige zyn ongemaatigde
fcherpe vochten, 't zy of koud en ilymerig, ook wel ziltigj ftinkende en quaadaardig. Een fcherp vocht, üit een heet,
fcherp, fyn bloed, of uit een ont- ftelde Gal, en ookwelüiteenquaad* aardige Stoffe ontftaande s komt meermaals uit de Herfenen zelfs, o£ uit haar alvorens ontftokene vliezen en dekfelen nederwaards afgevloeit, makende een ontfteeking in of tus- fchen het afdaalende Moeder- en Trommelvlies, en aldus deze gevoe- lige deelen opipannende, fteekende en knaagende, zo volgt Klopping * ruiflehing'1, en menigmaal een zeer bittere pyn, met fcherpe Koortfen 9 nachtwaking, ongeduurigheit, enz· I V.
De Teekenen zyn door het ijra^-
, verhaalde, en door het Gezicht, e0 het Oordeel kenbaar genoeg, en moe- I ten uit den toeftand der zaaken, der lydende deelen , den tyd , de oor- zaak , pyn, de nevensgaande Koort- fen, enz. de Voorzeggingen yry^e" lyk gefchikt zyn. |
||||
fegennatmrly&e GezweJUn. %fg
V. De Genezing dient tegen de oor- Gen»an%
Zaak overgeftelt , is die uitwendig 9 ^o moeten de deelen wordert gehan- delt na dat dezelve befchadigt zyn j daar van dat in ons Gedrukte Trak- taat va» de BekkeneeMreuken ,' om- ftandiger word gehandelt, ietstegeni natuur in het oor geraakt zyqde ^ dient uitgelicht ^ en dan zal d'ont- ftéeking al doorgaans (zoo die niet groot is) haaft vertrecken. Doch is de oorzaak inwendig, de
öngetempeftheit heet en fcherp j eü dat (zoals het zeer licht kangebeu- ren) na een gróote pyn, één meer- der opzwellinge volgt, alsdan moe- *eR hier wederom aan twee oogmer- ken worden gedacht, daar in beftaan- "é"> dat men den aanwas der fcher- pe vochten voorzichtig Wèeit, en'c ^fgadérde wegneemt. De toevlöejing der ongerhaatigde
^offe, zo die zeer pynelyk, heet en ?ev»g rnogt zyn , fteuit ik (indien net des lyders jongheit, ouderdom, zwakheit, ofquade gefteltenis niet Verbied o0ch verhindert) door een R 2 ty- |
||||
ï(5o Verhandeling Om de
tydige kleine aderlaating op den arm?
van de gepynigde zyde, of indien de Maandftonden der Vrouwsperfoo- nen mochten voorhanden zyn , op den voet j voorts kan het zachtelyk den buik zuiveren , of indien ook zulx niet veilig mocht worden ge- oordeelt , het Klifteren, voor of ook na de Aderlaating groot voor- deel doen. De zachte zweet- en rüftverwek-
kende middelen op haar tyd gebruikt* zyn alhier dienftig, gelyk die in de Verhandeling van de ontfteking over- vloedig zyn te vinden. V I.
plaaslyke De plaatfelyke hulpmiddelen moe-
Huipmid· ten pynftillende en verzachtende, of
delm· indien het een befchaadigende ftoffé
zy, wat fterk uittreckende zyn, tot
pynftilling kan dit volgende worden
gebruikt:
φ. 01. Amigddar* duk, rectexprejf,^)j
Alb. Ovi. 3j Croci Or. gr. iv \ Opü gr. ij |
||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. æ6é
Met Katoen warm hier van in 't
oorgeftookenen fomtyds vernieuwt, ofte ø. Laéi. Muliebr. ree. §â
Croc. Or. gr» vj Opü gr. iij Mifce.
Dikmaals warm in 't oor gedrupt.
Meer andere verzachtende en pyn- «illende middelen konnen worden verordineert, doch overwin ik de Pyn veel liever, en doorgaans zeer Voorfpoedig en geluckig, met dus- danige pynftillende ontdoende en uit- ^aafemende pappen, ø. Rad Lilior. aïbor. |j
Herb. AlthaiS. Malv.
Flor. Cbamomill. Melilot, an. MR
Coq, in Cerevis. dulc. q. f. Colatur. Contus. adde Far. Hord. Foenugr.an q,f„
Croc. Britt.dR 01. Lilior. Alb. U ut. f. Cataplafma
|
|||||
R I Doch
|
|||||
z6z Verhandeling van de
Doch is 'er uitwendig eenige ont-
fteking van aangeleegentheit , zoo moeten hier , en ook elders, geen Oliën onder de pappen gemengelt zyn. VIL
tpattedom En overmits de verdoovende , of
zomeneen verkoelende middelen, niet zo hoog t"eiSvêr- ty my te boek ftaan, en dat al door- ïcapté gaans de geduurige Koortze, de on- mtflaan. geduurigheit, de Nachtwaking, de Klopping en ftekende pyn, enz. ons zeker getuigen, dat 'er een Etterge» zwe] in deze gevoelige ontdoende middelen , tot deze pynlyke ontftel- de deelen te ftooven , te Koeftercn en te verwarmen , op dat aldus de verdikte fchaadeiylte ftoffe mag wor- den verdunt, of tot een zwering ge- vordert en rypgemaakt zynde, ten ipoedigften uitgelokt en ontlaft mag zyn; Tot dien einde gebruik ik een JCleine Steek wiek, wat vet met ons JtafiUcum beftreken , in 't Oor , ik maak een groote Blaardracht daar achter, en beftommel het lydende , deel, of deelen; want de pyn ftrekt zich fomwyl over den hals enhethal- |
||||
Tegetmatuurlyke Gezwellen. t6$
vc aangezicht uit, met zodanig een
pap, als boven gemelt ftaat, die ta<- öielyk heet daar op geleid zynde , liet wolle dekfels daar over zodanig bezorgt moet zyn, dat zyn warmte blyft behouden, en op deze wys is het dat ik doorgaans de fpoedigfte verlichting, en veiligfte Genezing door gewenfchte ontlaftinge, 't zy door het uitlocken des Etters door de Gehoorweg , 't zy door de ge- maakte Blaardracht komt te verkry- gen. Want flechts met een bequaame
en wel toebereide Blaardracht achter het Oor, en een Steekwiek met Ba~ filicum befmeert , daar in te gebrui- ken, genees ik noch dagejyx, zon- der iets anders van belang te doen , de pynelyke Qntfteekingen der Oot ren. VIII.
, Ik vermeng de fyngeftoote Spaan- m*mm as
fche Vliegen met geen vcttigheden, vificatori* "°oh Zalf, want dat maakt maar een *£*>«*+ *^ gemors, en doet weinig voor- en' R 4 deel, |
||||
264 Verhandeling van de
deel} ik neem van deze fyngeftoote
Spaanfche Vliegen 20 veel als tot een Blaardracht van een halve Schellings g'roote genoeg is, vermeng die met een weinig Wynazyn, en voeg die dus vochtig op de alvorens gemaakte platte wiek 5 en leg die kort ach- ter het oor, met een welklcevende Diapalm- of andere plaafter overdekt, een Drukdoek en dubbelde doek om de Kin daar over, ter wederzydsaan de llaapmuts gefpelt, en wel voor 'tverfchuiven verzeekert, dusdanige Elaardrachten , zo voor de hevigfte pyne der Ooren, der fcheele Hoofd- zweer , der Oogontfteeking, des Tandpyns, als ook m beroerthedens, flaapziektens, énz. maar in deze twee laatfte legt men die in de Nek, wy- ders in zwaarejichtpynen, gelyk wy (daar 't hoort) zullen zeggen, laat ik ontrent vierentwintig uuren be- ruften , eer ik haar afneem , dan <houw ik deze Blaardracht vier a vyf dagen, dooreen EttervorderendGe- neesmiddel ter dracht, en aldus is het, dat ik deze Blaardrachten in Mannen , Dochters, Kinders, en zelfs
|
||||
Tegenwtuurlyke Gezwellen. z6f
Zelfs bezwangerde Vrouwen, da-
gelyx gewoon ben te gebruiken , Zonder ooit eenig ongeval, dies- aangaande de Waterwegen , of in .. de uitloozinge der pis te hebben gemerkt. Doch komt ook wel, zelfs, na
een geringe pyn en ontfteeking , in 't oor een vuile zweering , met ftank en verrotting te volgen , die niet haaftig moet opgedroogt zyn, of eerlang zullen veel zwaarder qua- len den lyder beipringen. I X.
Deszelfs Genezing valt doorgaans Dat de
zwaar, langduurig, en ook wel-^'»te»^ gevaarlyk } want de Herfenen den^^*" overvloed vanhaar fchadelyke §.oi-met moeten fe dusdanig ontladende , zoo dient opgeflopt dezelve geenfints gefteuit noch op-"*""^ geflopt, maar wel de quaal zelfs, ontrent haar oorfprong , door een goede manier van leven, af- en uit- D'üta. leiding der quaade Vochten , en do°r de Herfenen, Maag, de Vlies- cn Zenuwachtige deelen te verfter- R f ken: |
||||
z66 Verhandeling van de
ken : Doch in alles , na dat detï
toefcand der zaaken vereifcht, ver- betert , en dus de oorzaak wegge- noomert, en 't quaad, daar het we- zen kan, behoorlyk uitgeleid zynde, zo zal de Genezing doorgaans wel tydig volgen. Wat nu noch vorder van deze
Qorquaal dient aangemerkt , kan wyders in ons Traktaat van 't Ge~ wondde Hoofd, en der Bekkeneeh- breuken, omftandiger worden ge- vonden. |
|||||
HET
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 267
|
|||||||
HET XII. HOOFDSTUK.
Van de Ontfteeking der Keel.
ï. Befchryvingvan de Keelontfieeking.
z. Deszelfsverfcheidenheit. τ,.Moet na de vérfibeidenheit der deelen, de- •welke dezelve bezet , onderfcheiden hehandelt worden. 4. Deszelfs Tee- kenen· f. Oorzaaken. 6. Voorzeg- ging. 7. Wat zaaken /"er tot de genezing dienen in.acht genomen te 'worden. 8. De Genezing. 9. Wan- neer het Ettergezwel in de Keel ge- opent moet worden. 10. Geneezing van meer andere Gezwellen en Et- tergezwellen in de mond. 11. De Strotfneede. |
|||||||
DE Keelontfteeking is een Gc-Sefih>y-
zwel in de Keel, of in des-^Sj ^elfs naafc aangelegene deelen, door-<^?, gaans met een geduurige Koorts, ■$et fteekende pyn, met hoeft, be- nauwt- |
|||||||
2ö8 Verhandeling van de
|
|||||
nauwtheit, enz. de weg des adems',
des voedzels , of ten minften hec zwelgen, en een gewenfchteraftbe- lettende/ 11.
ú&ßêß^ß Zy moet met onderfcheit, en op
«verfikei- (Jie Wyze, gelyk \vy van de ontftee- ^**"***· king hebben gezegt, zyn aangemerkt, en moet haar verfcheidenheit niet al- leen na deszelfs ingelegené ftoffe, maar ook na des quaals Standplaats gefchikt zyn. Wat de Aanmerking op deszelfs
jngeflotene StofFe belangt, zo ftel- len wy een waare of volkomen Ont- fteeking der Keel te zyn, wanneer een verhit bloed, of alleen , of met een zeer fcherpe Galftof gemengt, deze deelen beilormt, en een onvol- komen of niet waare Ontfteking der Keel, daar het ftilftaande bloea van dit Keelgezwel, met llym door- mengelt, het lydende deel is benau- wende. I I I.
rMoetna En zo word wyders haarc ver-
"jfajfofc'fafcheidenheit (zo als ftrax gezegt is) na
|
|||||
TegennatuurlykeGezwellen. io"o
na de verfcheidenheit der deelen diendeeb»; da
hy beilaat genomen. dezelvebe-' Namentlyk, of dat die des Strot-gj^*^
tenhoofds Spierene, en Lucht- of^^»,^ Longepyp , wezende den noodigennwA», Weg des Adems, beftormt ende be- nauwt. Of die den Slokdarm, de weg des
Voedfels, befluit , waar onder dan des Keels beginlèl, de Amandelen , de Lel, de Tong, het Verhemeke, en Quyl-Klieren, die fomwyl geza- mentlyk zeer vervaarlyk komen op te zwellen, moeten en konnengere- kent zyn. Deze twee genoemde foorten van
Keelontfteekingen, Cynanche en Sy- tianche genoemt, ( het welk in de uitfpraak ontrent even eens klinkt) konnen dan beide gevoegelyk onder oe naam van een waare Keelsontftee- king geftelt zyn. Of zy beilaat, met een zichtbaar
Gezwel, voor 't meerendeel uitwen- dig de genoemde naaft aan gelegene . deelen des Hals, en zulx kan geen ^aare £n volkomen Keelsontfteking Vv»rdengenoemt. |
|||||
Ook
|
|||||
ija Verhandeling van de
ι , ι
Ook komt weleen bozen Negeri-
óog (die in Pefttyden befmettelyk kan zyn) de Amandelen ofte Keel- Klieren te beftofneen. I V.
üeszeifs Dé Teekenen zyn, of zichtbaar,
Teemenen, als hetGezwel en de ontiïeking voor 't oog zich vertoont, en als dan kan uit de hoedanigheiten het wezen des Gezwels, de daar in onthoudene StofFe (even als in de Verhandeling van de Ontfteeking breeder vertoont is) klaar genoeg onderkent zyn. Of, als gezegt is, onzichtbaar,
daar nochtans de arme lyders, in de niterfté benauwtheit zynde, de bin- nenfte Spieren derLongepyp, of des Strottenhoofds, zyn bezet, en alzo de wegen der ademhaaling word toe- gewrongen, deftem belet, enz. Wil dan geenvoedfel en zelfs geen
drank noch vocht doorgaan, zo is de Keel, Maagpyp, of Slokdarm (al- zo men dit deel zal believen te noe- men ) met dit Gezwel meeft bezet, kan den lyder niet zwelgen, zo zul- len de Amandelen, de Lely de Tong, enz-
|
||||
iegematuurlykeGezwelkti, zjf
enz. zyn opgezwollen j en in de Strot-
tenhoofds Spieren zal ons (als gezegc is) de benauwde ademhaaling, de heefchheit, verlies der Spraak, enz,; de plaats der meeft lydende deelea genoegfaatn komen aan te wyzen. V.
De oorzaak komt van uit- en in» Owxaata®
windig, de uitwendige is al door- gaans ontftaande uit eenige voorige hitte , en daar op fchielyk ontfange- ne Koude ^ daar op een haaftige ftrem- tning , verdicking en ftilftand van het om- en doorvloeijende bloed , Wet Gal, iïym, of wat meeft de op- ZWellinge gemaakt heeft, word ver- oorzaakt. De inwendige verfchynt door een fterke Gifting, ontftelt- heJtj onmaatige driften toevloed der fterkaanperfende vochten, die (de- Wyl in 'c Gezwel alles ftilftaat) niet konnende doorloopen, het Gezwel haaftig doet groeijen, en meermaals . tot verftickens toe j in zyn grootheit kan doen ,. * oegt ook noch tot deze uitwen-
dige oorzaak een qüaade en ongere- gel-
|
||||
tjz. yerhandelingvan de
gelde maniere des levens, het onma·»
tig gebruik van Tabak , Brandewynj Gediftilleerde Wateren, fcherp oud Bier, Peeper, Gengber, fterk ge- kruide Spys , alle verhittende ende noch meer het bloed ontfteekende Geneesmiddelen. En wederom over de andere boeg, inzondcrheit als de menfch verhit is, te fchielyk een Koude Drank in het lyf gejaagt, desgelyxal té verkoelende, te voch·1 tige, en de Klierachtige deelen te veel verflappende Geneesmiddelen , ook alles wat wrang en zuur is, uit- of inwendig op 't Keelgezwel ge- bruikt, zal recht bequaam zyn, dé quaal en benauwtheit kragtig te doen groeijen. Als mede door een fterkverhitten-
de Lucht en brandende Zonnefchyn, die, door zyn verteerende ftraalen , ons Bloed en Galle ontfteekt, ons vermagert, droog , verdort, en (wegens de te veelvuldige uitwaafle- ming) de Krachten , de Geefcen , en befte fappen kan doen verilinden» , zo dat wel meermaals haaftig een ge- vaarlyk Keelgezwel esi ontfteeking kan worden veroorzaakt.
Wat
|
||||
V Tegennatuurlykè Gezwellen. 273
;VV"at noch wyders de* oorzaak be-
treft, die kan in onze Verhandeling van de Ontfteeking breeder nagezien Worden. V ί.
; Alle fchielyk en hefcig opkomen? Voorzti-
de Keelgezwellen en Üntfteekingens'»f- zyn gevaarlykj maar die de inwen- dige Spieren van het Strottenhoofd hebben ingenomen, moeten voor de alderzwaarfre geacht zyn, dewyldie den menfch zeer haaftig doenfticketij Om dat dan den weg des adems word toegewrongen, die van de Keel- of Spysvoerder bezet wel den doorgang des voedfels. Maar de Lyders noch adem konnende fcheppen, fyn niéc *n 't gevaar van dus haaftig te fmoo-
ï'en. Meermaals berft deze laatfte foorté
Wel tot een zeer pynlyk Ettergezwel en Zweering ontrent de Racchen en Amandelen uit, en dan kan de noot, jvoorts, pyn en benauwtheit, door Avonft en vlyt haalt worden ver- Jaagt. ^° niet dusdanige KeelGezwelleri
met K.racht verdunt of uitgelokt en
S ryp
|
||||
æ 74 Verhandeling van de
ryp gemaakt worden, en aldus des-
zelfs verdikte fterk opgiftende , of ook wel flymige ftoffe, de fluimen, den Etter, enz. haar uittocht en ont- lafting bekomen, en dat , of door verzuim, te weinig toeverzicht, of door een verkeerden handel , deze vergaderde vuile ftoffe, wederom in- waards wykt, of nederwaards zac- kende, op de Long valt, zo zal wel mogelyk binnen weinig uuren , de quaal en benauwtheit, als mede de vinnige Koortfen niet alleen ten uit- terfte konnen komen te verwackeren, maar ook wel doodelyk worden be- vonden. Wanneer dan de fluimen, zo vaft
als lym, de weegen floppen en vaft blyven hangen, zo dat ze, of door machteioosheit, of door geen ge- noegzaamen yver behoorlyk worden ontlaftj dat de Koortfen toenemen, de hoeft, ongeduurigheit en de be- nauwtheit aangroeijen , de tong dor en d;oog, den adem ftinkende , de dorft en inwendige brand groot is , ^ de fchuim en het zwadder de mond uitbruift, en dus de Krachten zeef vaardig verftuiven, zo kan verzekert zyn,
|
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen, zjf
|
|||||
%n, dat de dood met dubbelde fchre-
Öen nadert. Deze Keelontfleekingen en Ge-
zellen wyken zeer licht ihwaards, en dan vermeerdert de ziekte , be- nauwt heit, en het gevaar des lyders nieermaals met een gevolg van een haaftige dood. De uitwendige Hals- en Keelge-
ZWellen , Ondieekingen, enz. zyn niet zo gevaariyk, en dikmaals t'ee- hemaal ionder gevaar, zoo die niet* door een verkeerden handel gevaar- iyk worden gemaakt. Vil.
Ontrent de Genezinge der Keels- fat ^ktn
°ncfteeking moet dan gelet iynopde^^'?'1 ^°edanigheit van het meeft lydende^^ in deelj ten tweeden^ ογ ds gpoathui achtgeno- j-η heftigheit des gebreksj teri der-men*e. *n , op den tyd des GezWels cnw"s' ^'"titeekingj ten vierden, op de hoc- , ^nigheit der vergaderde ftoffe, die • .e Keelsontfteeking gemaakt heeft , a s nicde noch wyderè op de-jaaren, e ^'achten , de Sex , en verdere t0c"and des lyders j want het komt 8 £ hiei |
|||||
ij6 Verhandeling van de
hier al vry wat op de Keel aan, dies
moeten hier alle nodige bedenkingen zo wel ontrent het gebruik der beft- dienftigfte Geneesmiddelen, als mede over de verder uitvoering der Hand- Konft, en niet minder ontrent een voorzichtige Voorzegging, wantal- les hier meermaals in groot gevaar ftaat, in betrachtinge worden geno- men. Eerftelyk dient dan gelet wat plaats
de Keelsontfteking beflaat, nament- lyk, of die meeft uit- of inwendig ons voorkomt, want de uitwendige vry wat gevoegelyker, als die , die in de diepte fchuilt , te redden zal zyn, of dat dezelve in de voorfte of opperfte deelen des Monds, als on- der en in de Tong, in 't Verhemel* te, Lel en Amandelen voortkomt ■> of dat dit Wurggezwel (want aldus mag dit quaal wel genoemt zyn) de Spieren en vordere deeltjes des Strot- tenhoofds, de Longepyp, en zo by gevolg den tederen weg des adems beflaat : Of ook wel de Keel en Maagpyp innemende, de wegen voor* ( 't voedfel verhindert j want gevolge' lyk als deze eerfte foorte, zelfs door het
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, vjj
het openen van het Ettergezwel kan
borden geholpen, alzo bezwaart ja gevaarlyk, of wel doodelyk zal de *Ceelsontfteking, die deze tedere bin- Angina, nenfte deelen bcftormt, worden be- vonden. Ten tweeden let men op de groot-
of Kleinheit dezes Gezwels en ont- "eking , want fomwyl maar een ee- nig deel, of eenige t'faam, en ook ^el alle deze boven genoemde dee- len bezet zyn , zulx met een ook de grootheit van de benauwtheit en c gevaar verfchafFende. Ten derden , moet ook den tyd
des ongevals worden aangezien , en daar op gelet zyn , of de Vochten n°ch in haar toevjoejing en aanpers J° en tot de lydende deelen, of in '· «aar vaftzittinge worden gemerkt , Waar na dan ook wyders de zaa? &åç volkomen moeten gereguleerc 2yn. Ten vierden, moet men de hoe-
5|aanigheit van de vergaderde ftoffe Peichouwen, want daar die gantfch v^crig, Koud, dik en traag moge £vn j daar zal geen zo vaardige ryp- neit tot ontlafting konnen te weeg Sj ge- |
||||
278 Verhandeling van de
gebragt worden, ook zal die als dan
veel meer in de diepte ingepakt haar verblyf, als uitwendig haar ontlas- ting zoeken j voegt hier by de jaren, de Krachten en toefrand des lyders , als mede het gemaatigt of ongemaa- tigtSaizoen des jaars, enz. alle deze zaaken goed 5 of ook hinderlyk ? het oogwit tot een goed einde 5 voordeel of fchaade konnenverfcbaf- fcn. VUL
Na tot de Genezinge zelfs, waar
in wy de vierderlei inzichten of be- trachtingen , zo als die in de Ver- handeling van de Ontfteeking ver- toont zyn, moet bevlytigen. Deszelfs eerfte betrachting of oog-
merk kan volkomen op de Keelont- iteking worden gepatt, alleen met dit onderfcheid, dat geen verkoeling ontrent deze lydende deelen mag wor- den gezogt ; inzonderheit, daar de wegen van den adem mogten bezet zyn i op dat men geen meerder vei"? dicking in des Gezwels geftremde j verdikte, vaftzittende vogten veroor- zaakt , |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, æãâ
Saakt, en dus de benauwtheitenhet
gevaar vermenigvuldigt. Zo moet ook de tweede betrach-
ting op dezelfde wys, zo als van de öntfteeking gezegt is, worden be- yvert : Ten einde op dat het fterk opdringen des bloeds, met de Gal, of ook andere Vochten gemengelt, op het fpoedigfte mag worden ge- Weert. Komt des Keelsontfteekinguiteen
heet, fcherp, opziedend bloed, met een oploopende Galftof gemengelt , en belet ze den weg des adems , of °ok des voedfels, zo zet men indien den lyder niet veel afgang heeft ter- ftond een Klifteer, men doet (wan- neer de quaadaardigheit der ziekte , zulx niet verbied ) daar op voort een genoegzame aderlating op den arm, van de meeiilydende zyde, fommige roaaken daar bynoch eenBhardracht achter de ooren, of in de nek , or- donneereri looze of andere Koppen °p de fchouders, zuurdeeg met ge- , *cherf,je Wynruit, Mater, een wei- n,8 Zout en gerafpte IVIierickwortel onder de voeten, enz. waar by dan Wei het Klifteren, ja zelfs de Ader- ij 4 laa- |
||||
z8o Verhandeling van de,
lating, indien het de nood vereifcht,
vervat word, wyders moet men zich na de tweede betrachting of oogmerk zo die omftandig van de ontfteeking vertoont is, gedragen. Den Heelrneefter zyn derde oog-
merk of betrachting zy, dat hy dit quaad uit de lydende deelen zoekt weg te nemen , daar in beftaande , dat hy met alle naarftigheit de ver- gaderde , opgehoopte, en nu meer en meer vaft - zittende iloffe , zoekt los te maaken, te verdunnen, en voor zo veel doenlyk zy, weer vloeibaar, of wil dit niet gelucken , ten fpoedigfte tot ontlading zoekt te brengen j op dat haaftelyk de ge- wenfehte ruimte, in deze toegewron- gene deelen, tot verlichting voor des lyders benauwtheit mag worden ver- kregen j tot deze derde betrachting behoort ook de Aderlaating onderde r.ong, daar 't noodig is. Veel misbruiken worden ontrent
dit Keel-Gezwel gepleegt, het on- wetende volk noemt doorgaans aller- lei, en zelfs groote ontfteekingen in de Keel, de Huig, en zoeken, met Wat Peper en Zouc aan de lel te bren- gen, |
||||
TegennatuurlykeGez-wellen. 281
gen, die weg te nemen, en maken
aldus de ontfteeking noch grooter - Andere neuswyze plornpaarts weten door Konft, een of meer haireri bo- ven op 't boofd te vinden, en die 20 Uittermaaten behendig of uit of op- Waards te lichten; dat de Konft fix en de quaal voort verlicht is. By fommige Konftoeffenaars heb ik al mede (myns bedunkens) verfcheide- ne fouten ondervonden, en zu!x door te verkoelende, te vervochtigende , en by gevolg voor deze Klierachtige deelen al te verflappende middelen te gebruiken, als het Oxicraat, hetyf- qua PlantaginiSf Rofarum^ Solani^ Sy- tipys Succi uicetofa, Portuïaca, en dier- gelyke, tot Gorgelwaters, waar door deze Keelontfteekingen en Gezwel- len , zeer licht inwaards worden ge- dreven. Andere ftellen vry fterke t'faamentreckende Geneesmiddelen in 't werk, die deze Klierige deelen wel niet zoo ontfankelyk komen te oiaaken, endoen inkrimpen, maar > °ok met een de verdikte ftilitaande achten noch vafter beklinken ; en ?° het Gezwel de benaauwtheit en ivoortferi doen groeijen, belettende r ' dus |
||||
z%z Verhandeling van de
dus de ontbinding, of ook de ont-
laitinge. van de vergaderde ftofFe. Andere,', van de nieuwfte mode, ge- bruiken wederom daar en tegen, en dat zelfs in de alderhevigfte Keelont- fteekingen en Gezwellen, al te ver- hittende Geneesmiddelen, gelyk als Peper, Moftertzaad , Salie, Roos- maryn, Tabak, en diergelyke, ma- kende dus de hitte, de brand, ont- ireeking, dorft, droogte, en debe- nauwiheic , zo niet hopeloos , ten minften noch veel grooter. Of men beveelt ook wel (zelfs in
de gevaarlykite Strot- en Keelont- itekingen) een Zwaluwenen: in zoe- te Melk of Water gekookt, 't welk (indien het wel bereid, en behoor- lyk gebruikt word ) wel goed is , maar zulx , of anderfints een fletfe verkouwende pap , word wel zoo vochtig en hompfiomps opgeleit, dat het fop by den hals inloopt, op de Keel, en men laat , zonder de hand van een goed Heelmeefter te willen gebruiken , dit natte Geneesmiddel zo los, en meermaals maar laauw , tegens dit zo gevaariyk Strot- enKeel·· gezwel gebruiken, dat alles van Hon- den |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 283
der. aan koud word, en hier door de-
ze lydende noch meer verkouwende, en de wegen des adems en des voed- fels verdruckende, zo moet noodza- kelyk het Keelgezwel meer en meer inwaards komen te wyken, zoo als ik dikmaals, daar dan eerfl: by ver- zocht zynde, heb ondervonden, als wanneer ik dusdanige lyders in't uit- terfte gevaar wel meermaals gevon- den heb , en in ftaat gebragt, van door dien verkeerden handel haaft te yerfmooren. Veel veiliger en met voorfpoedi-
ger en geluckiger uitilag konneri (zelfs zeergevaarlyke Strot- en Keel- ontfteekingen en Gezwellen) worden gehandelt, zoo als ik aan een groot getal menfchen hebbe ondervon- den. Ik bevind meeft altyd, dat in't los
en rypmaaken der vaftzittendeTtorrc en in't uitloiTen van de verdikte vaft- zittende fluimen, de gantfche Gene- zing beftaat. Om dan zulx voorfpoe- dig uit te werken , ben ik teritond niet deze of diergelyke beweekende en rvpmakende Gorgeldranken in de Weel-: ø. Rad.
|
||||
æ 84 , Verhandeling van de
$ß. Rad. lilior. Alb.
liquirit, raf. an, Jiij
Herb, Ahh. pj Flor. Chamomill. Sambuc. an. Mj
Me Mot. Ì â Ficunm No. viij Coq, in Aq, Com. Colatur. |xvj. adde Syr. Violar. Kob. Sambuc. an. q. f, m. f. Gargarifma.
Zulx dikmaals, matelyk heet ge-
maakt zynde , mede Gegorgek, of ook een Roemertje van gedronken , of ^4. Fhr, Chamomill.
Melilot. an. Mj
Ficuum. No. ÷ Liquer'it. Raf. jüj Coq, in Aq.Com. Colatur. î÷í'} ad ie Syr.Capiil. Ven, q.f, m.f. Gargarifma.
Of ik laat ook wel de lyders zoet
mollig vier Guldens Bier, met klein gefneedeVygen gekookt, op dezelf- de wyze gebruiken. De rauwigheit, hoeft, Kortbor-
ftigheit, heefchheitj enz. die fom- •wyl
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. zSf
Wyl wel een Keelsontfteking verzei-
len, kan men door dusdaanig eene 'ilinking desgeiyx trachten te rerae- diëeren. ψ. Syr. Hyfopï
Liquerit.
Capill. Ven. an. Jyj
m, ƒ. Liuóiut.
Uitwendig gebruik ik dusdaanig
een pap ; JJi, Rad.Lilior,alb, jjvj
Ficuum No. χ Herb. Alth£<e, Verbafc.an. pj
Flor. Chamomill. Meltlot. an. Mj
Coq inCerevis.du/c.Colatur. Cotitus adde Far. Foenugrec, §j m.f. Caiaplafma,
Zoekt men noch meerder rypmaa-
king der fluimen , of van het Ge- zwel , zo konnen meerder Vygen en Melüote Bloemen , als mede wat &oter, of ook ons Bafilicum^ onder Pap gebruikt zyn.
t>e pappen moeten vooral behoor-
v* Worden gebruikt, en zulx zoo heet
|
||||
z%6 Verhandeling van de
heet als 't de lyders konnen verdraa-
gen, en met een zachte warme wolle lap daar over gevoegt, zodanig be- zorgt zyn, dat alles zyn vereifchte warmte kan en mag blyven behou- den: Om aldus des te bequaamer dé lydende deelen te Koefteren en te fto- ven , en de lymigite taaje verdikte ftofFe te eerder tot haar behoorlyke verdunning, vloeibaarheit, ofander- hnts tot een gewenfchte'ryphek en ontlafting te brengen. Of ik gebruik ^ en al doorgaans
met een voorfpoedigen uitflag , in plaats 'van de pappen, het Empïaftrum de Me'liktla, waar in dat de Vygen verdubbelt zyn j of alleen , of met het Emphflrum de Labd&no, of Petri Oatbeni) of Mucilaginum daar onder vermengek , waar mede dat ik zeer veel Keelgezwellen en zwaare Önt- fteekingen, door de bevordering der ontlafting, van de rvp- en losgemaak- te fluimen, of des Etters, heb ge- nezen. Voorts moeten de Geneesmiddelen
uit- en inwendig , na den toeftand der zaaken , worden verandert. |
|||||
I X.
|
|||||
f"egennatuurlyke Gezwellen. 287
I X.
Zo wanneer dan aldus, door de be-^*»'»"
quaamfte verzachtendeenrypmakcn-jet '"?*' ] ... , ·'■··'. V gezwel tn
de middelen ons oogwit, in de rypma- deiQelge-
Icing van dit gevaarlyk Keelgezwel opent meet verkregen moge zyn, zo moet men, writew· wanneer het Ettergezwel niet haaft Mat>fran· doorbarft, en daar het den grooten nm()at nood, de pyn, en benauwtheit vor- dert, den lyder door fpoedig de ope- ninge te maaken , zoeken te red- den. Daar den Etter dik, taai, lymig
en traag is, daar fchuilt ze gemeen- lyk dieper, als daar des zelfs verga* derde ftofFe heet, fcherp, en vlug- ger van aart, veel vaardiger door de beletfelen doorboort, en aldus wel de opening, of zelfs maakt, of im- tner den Heelmeefter als in het ge- ftioed komt, ende den weg baant. In deze traager voortkomende æ wee ringen moet de opening , daar het Veilig gefchieden kan, wat grooter, ^1 dieper, als anders gemaakt zyn , aewyi die ook haaftiger, als in de neeter Gezwellen, genegen is toe te zuigen. Ia-
|
||||
288 Verhandeling van de
|
|||||
Indien dan de rypheit van het Et-
tergezwel, uirde zachtigheit, wit- hett en uitpuiiinge des Gezweis word beipeurt, zo zal men met deMond- fpiegel j als iemand het oude gebruik zoude willen volgen, of anders, en veel liever flechts met een gemeene Mondfpatei in de (linkerhand geno- men, de Tongj zo veel noodig of doeniyk zys nederdrueken i en met een bequaam Snymesje, of wat toE dit werk goedgekeurt mocht zyn 5 't Gezwel ter benedenfter plaatfe , of immer daar de meefce Etter fchuilr, Zo gevoegelyk openen, als doeniyk zy , de ètterftoffe uitgelooft zynde^ zo kan de zweeringe, en ook met een de ontfteeking, door een zuive- rende en verfterkende Gorgeldrank doorgaans licbtelyk worden genee- zen : Als ψ. Rad liq. %ƒ. |i$
Flor. Chamomiil. Me'Itlot. an. Mj
Rofar. rubr, Balaufl. an. pi Herb, Verbafc. Agritnon. an. MJ5
Fknum Up. jj Coq*
|
|||||
fegmnatuurlykeGezwellen. æÅ$
|
|||||
"■ Coq, in Cerev'ts. dulc, Colatur, adde
Syr, Liquerit. q, f. m.f, Gergarïjma,
Of'is men genoodzaakt van wegen
de los heit en flapheit dezer Klierach- tige ( en by gevolg) ontfangelyke deelen des Monds en der Keel, meer opdroogende en tTaamentreckende middelen te gebruiken, zo kan dit Volgende worden verordineert: IJi Rad,liq,raf,^i\j
Flor. Rofar. rabr. Mj
Balaufi, Pj
Cort, Granator. Nuc Cipref a». Jij Fol. &Luerc, Mj Coq, 'm Aq. Chalybeat. Cohtnrd, adde. Syr. Rofar, rttbrar. q.f. "\ ut, f, Gargarrfma*
Seflaat dit Keel-Gezwel ook voor
een groot deel de uitwendige deelen des Hals, en des Strots, en datmera te vreezen heeft, dat dit Gezwel, het welk ons meermaals zeer grooc . v°orkomt, en zo wel de in- als uit- T^ndige deelen beflaat en benauwen- ®e ï deszelfs veelvuldige Euerftoffe ■ Ô tot |
|||||
zoo Verhandeling van de
|
||||||
tot in de holligheit van de Borft, of
langs her Strottenhoofd en Longe- pvp, rot in.de Long neder mocht komen te zacken, zo zal men doof alle bedenkelyke middelen, dezelve trachten uitwaards te locken : Ge- bruikende tot d'.er: einde het Empla' flrum de Melilota^ of een zeer krach- tige uitwaards treckende pap, daar in dat geen Vygen , Ajuin , noch Meliloie Bloemen in gefpaart zyn, en zo wanneer dit gelukt, en dat men het Ettergezwel genoegzaam na bui- ten gelokt en verkregen heeft , zoo moet ook aldaar de opening op de voorzichtigite wys gemaakt zyn, en den Etter worden ontlaft, vermy- Larynx dende de Halsader en 't Strottenhoofd rena enz. Onder het maken van deze ope- JuguUrts. n jng met (}å flinkerduim en de vingers het Ettergezwel· van onderen en ter zyden opwaards lichtende, op da å men dus doende met des te meerder zekerheit de punt van de vlym v?el tot in het hol des Etters, maar voor al rot in geen ondergelegene deelen Xfi . treffen, mag komen te beftieren. |
||||||
%
|
||||||
Tegenndiuurlykè Gezwellen, zpï ,
X. Wyders moeten deze Gezwellen, Gmeeüng
gelyfc van-de Ettereez wellen öe\ecrt'vanlmeer il J . .■ ... r\ ■ andereGe-
is, gezuivert, en ter Genezing wor-zweUmm
Gen behandelt. Èftergé- Vóorts komen ook nóch in fez-wellen m
Mond zodanige Ettergezwellen, die *****< wel geen Keetgezwel verbeeldende , nochtans met een hevige Koorts, on- geduurigheit ^ pyn, ontfteeking en opzwelling der deelen vergezelfchapt gaande, ten ipoedigiïe moeten ryp- , gemaakt en geöpent zyn, indien men niet wil, dat deszelfs doorgaans zeer fcherpe ftoffe, zelfs de beenderen ver- rot en bederft : Gelyk ons d'exem- P£len meermaals van nalatige Konft- oeiFenaars of Lyders zyn voorgeko- men. Want zelfs kleine Etterge- 2wélletjes komen wel wegens haar teer groote fcherpe ftoffe, mee 3ue de voorverhaaide nevensgaande ongevallen verzek, haar ftantplaats ^fQchen of onder j of ook tegens de •yfiefen en Zenuwtjes, die dé Tan- oen en Kiefen vaft hechten, of tegen or onder het Beenvlies der Kaakbeen-' *ers Ee nemen, veroorzakende een ra- T 2. , zen* |
||||
zy± Verhandeling van de
|
|||||
zende pyn, en wel haaft't bederf des
beens, indien men niet aanftondsdoor de bequaamfte wegen lucht en ope- ning zoekt te maken, meermaalsneb ik ook wel, daar 't de nood vereifte, met een veerdige verloffing van de he- vigfte pyn en toevallige Koorts , de Kies, die doorgaans aan't rotten is, waar onder dit grootfte quaad fchuilt, uitgetrocken, en zo de quaadaardige ftoffe terftond ontlaft. Doch moet men zich altoos, na gelegentheit der zaaken ontrent de allervaardigfte en dienftigfte Hulpmiddelen komen te reguleren. X I.
Dismi, Nu zou noch wel in dit Hoofd-
fneede. ftufc paffen van de Strotfnede tefpre- Laryngoto- \icn} Jan ik gedraag my aan de be- fchry ving van veel beroemde Mannen, doch byzonder aan die van den wel i» de Konftgeoefïênde Thomas Fïénu^ Tc meer, dewyl ik noit zag vane- nig Heelmeefter dusdanig een Konft- greep aanvangen, want wie zal die anders, als in de uitterfte nood, be- ftaan? En dan alvorens aandenl^^r en vrienden dienen te verzekeren, ja |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 293
zelfs behooren verzekert te zyn, dat
deze bekoramerlyke Handgreep niet anders kan uitgevóert worden , als Oiet het uiterfte gevaar van het leven des lyders, en noch daar benevens met geen kleine Konftwaaging , om de goede naam des Handkonitenaars te Verliezen; want hoe wel, hoe voor- en omzichtig dat deze opening zal gemaakt zyn, zo zal die zeker noch evenwel met vele moeijelyk heden en ongevallen vergezelfchaptzynde, de Genezing wederitreven; gelyk in on- ze Gedrukte Verhandeling van de Strotwonde breder kan nagczien wor- den. |
|||||||
BET
|
|||||||
£3
|
|||||||
2g>4 Verhandeling van de
|
|||||
HET XIII. HOOFDSTUK.
Van de Zydewee.
ï. Befchryvingvan de Zydewee. z.Des
zelfs verdeeling. 3. Oorzaaken. 4· Teekenen. f. Van de Longsontflee· king, 6. Van de onrechte Zydewee. "j. "ïeekenen, om de Zyde pyn, lyk) en andere bedrieglykepyncn, van de Zydewee te onder fcheiden. 8. Des zelfs doodelyke en quaade teekenen. 9. fVanneefer een Etterborfl te vree· zen flaat. 10. Genezing der Zyde- wee, enivat daar ontrent dient'waar- genomen. 11 . Een waarfchouwing voor de jonge Heelmeefiers. iz. Ge neezing der Zydewee zonder AderU' iing, hoe rampfpoedig. 13. Nuttig' heit der Klifleer en. 14. Plaasty^ Geneesmiddelen, if. De veragtgrs der hor β openende middelen worden we- derlegt. 16. Hoe noodzaakelyk de· Borfl zuiverende Geneesmiddelen %yn' ij. Een opmerkelyk voorval. i%.Jfat |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 29 f
|
|||||||
te doen, als 'er in de Zyde een Et'
tergezivel ontflaat·. IQ. De behan- deling van een Etterborfl. 2.0. Dat de Longsontfieeking op dezelfde wyzei als de Zydewee, moet geneezen wor- den. |
|||||||
\7An de Zydewee, dewyl dezefrfibry-
* ziekte wel voornaamcntlyk aenvmS™nde
Geneesheer raakt, zullen wy niet ^ tu'ee' meer verhandelen, dan den Heelmee- !'lfum'. iter, die quaal belangende, nodig is te weten. De Zydewee is een ontftekingvan
't Borftvlies, en deszelfs naait aan ge- legene deelen, met iteekende pyn , bezwaarlyk ademhaalen, gcduurige Koorts , ongeduurigheit 9 Hoeft 9 sachtwaaking, enz. I I.
Zy is in een Waare, en niet ware. D"^fi
d*t is baftaart Zydewee, afgedeelt. nrMm&: öe waare beflaat de verdubbeling
van het Borftvlics zelfs, en komt ook
Τ 4 (ge:
|
|||||||
zpÖ Verhandeling van de
|
|||||||||||||
i!w(gclyk wy in onze verhandeling van
de ontfteeking hebben gezegt) uit een fcherp, verhit en opgiftend Slag- aderlyk bloed, 'c welk deze teerge- voelige dcclen, door deszelfs ftretn- ming en ftilftand opfpannende, ont- ftekende , en van malkanderen als opicheurende, de vrye ademhaling, en alle welgefchikte order komt te verhinderen. Beflaat ze met een diergelyke ont-
fteking de Long, zo word die een |
|||||||||||||
Bkufa.
|
|||||||||||||
"ptr'tpnm·
monia, Diafbrag·
pia.
Mediafii·
num.
Pirhar-
dam,
Mufiuli
Imercefia·
kt.
|
|||||||||||||
Longontfteking genoemt.
Somwyl is ook hetMiddelrift, of
. het Middelfchotj of ook 't Harte- zakje met een diergelyke ontfteking bezet. De niet waare, of de baftaart Zy-
dewee, beflaat inzonderheit de bin- nenfte tuiTchpnribbige Spieren, en die komt ook uit een minder ver- |
|||||||||||||
hitte bloedftof te ontftaan, want die
als dan met wai, flym en winderig- heit zynde verzelt,*een minder ont- fteking komt te maken. Dié in deze quaal het Gevoel van
den naa'rftigen IVUlis , ontrent zyn Verhandehng van het Scheurbuik > opvolgt, nameDtJyk, dat ook een ver-
|
|||||||||||||
Tegênnatuurlyke Gezwellen. 297
Verzuurt Zenuwfap xichmetdezout-
fte deeltjes des bloeds vermengt, en aldus in de vliefen en vefels een op- giftinge maakt, en zal, myns oor- deels , niet ver van de weg ge- dwaalt zyn. III.
De oorzaak is't bloed, of alleen, 00«^«
of vermengelt, het welk of door een fchielyk ontfangene Koude verdikt en geftremt, of door deszelfs quaade gefteltheit door een uitbruifTchende Gifting in deze deelen geftort, ftil- ftaande , en door het aanperfen van de noch fteeds aankomende ftofFe, V(Jor zo veel die vloeibaar is, opho- pende , de bloedvaten, de vliefen en Vezels zeer krachtig opzet, opfpant, en doet fcheuren, verweckende alle ^e tekenen en toevallen, waar aan de Zydewee uit andere qualenmoetregE gekenr zyn. Wat wyders de oorzaak betreft,
«an in de Verhandeling van de ont» "eking nagezien worden. |
|||||
Τ f IV,
|
|||||
2j>8 Verhandeling van de
|
|||||||||||||||||
I V.
Teekenm. Men kend een ware Zydewee aan
de groote ftekende pyn in de zy- de , onder of tuflchen de ribben , fomwyl ook wel recht voor in de borft, in of ontrent de verdubbeling |
|||||||||||||||||
'Mediafii
num. |
|||||||||||||||||
van het Middelfchoc, of agterdicht
|
|||||||||||||||||
tegens de Ruggegraat, waarop dat
alle Heelmeeiters wel degclyk beho- ren verdacht te zyn, met hoeft, ge- duurige Koorts , een radde Kort- |
|||||||||||||||||
jaa^nde pols,
haaknj enz. |
|||||||||||||||||
bezwaarlyk Adem-
|
|||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||
Zongsom- Ts 'er een Longontfteking by, zo
fieekjng. 2u)ien ons de uitwerpfeis van de bloe- rertpneu- dige fluimen, zulx klaar genoeg ko·* men te vertoonen. |
|||||||||||||||||
V I.
|
|||||||||||||||||
onrechte De onwaare of baftaart Zydewee,
Zyilewce. jient men aan ^et lichter verfchieten van de pyn, die ook, meer uitwen- dig zynde, zo zwaar niet treft, maar dat die gantfeh zonder Koorts, of dorft,
|
|||||||||||||||||
ïegenmtuurlyke Gezwellen. 2.99
dorft, gelyk Blmkaart befchryft ,
Zoude zyn, zulx leerd ons de dape- lykiche bevinding anders. V I I.
Een Zydepyn , zonder Dorft
of leekenen
Koorts,,komt de menfchen in aeze",mdeZ^
Koude vochtige Landen meermaals gf^"- over, voornaamentlyk na voorgaan- dmbedrie'. oeziektens, fuekeling5enz. aïè haar Pbktfy |
|||||||||
in hun zwakheit te vroeg in de Kou-
|
nen <õáç ds
'evee te |
||||||||
de begevende, door d'inademing van %£'-
een te barre windigelucht, zeerhaaft/iW*» konnen worden getroffen,'dan zulx lian geenfints, ook zelfs voor geen oaitaard Zydewee worden geacht, nademaal deze Zydewee voor niet an- üeïs , dan een winderige opblazing, G.oor weiachtig vocht, in de tuifchen- nobige fpieren en vefelen, door in- geademde Koude , fiilftaande , en °°« dus, zo als in de Zydewee hec aaem halen belettende en beknellen- de, moet onderkent zyn, en die zeer £cht, immers doorgaans, door een uCcl«aam Zweetdryvend middel, en ^'^endig door een verwarmende en verdunnende Ceroenpkafter van hec |
|||||||||
3 oo Verhandeling ·õáç de
EmpUfirum Petri Datheni^ de Mu-
cilaginum, enz. ponder de aderlating (dien ik geheel fchadelyk oordeel ) kan worden genezen. Zo moet dan niet alleen een waare
maar ook een baftaard Zydewee van dusdanig een Zydepyn wel onderkent zyn, op dat men niet het eene voor het andere nemende, den verzwak- ten het warme bloed aftapt , noch zwacker maakt, haar lyden verdub- belt en wederom in doet ftorten, de é vertraagde, zwacke, langzame pols» zonder Koorts, dorit, hitte, bloe- dige fluimen , enz. verzekeren ons genoegzaam , dat hier geen Zyde- wee (die de Aderlaating vereifcht) maar wel en alleen maar een Zyde- pyn, uit Koude en zwakheit der in- wendige warmïej word gevonden. En wederom , dat men dan ook
een waare Zydewee niet voor een winderige Zydepyn keurt en komt te behandelen, doende geen Aderlating daar die zo noodig vereifcht word » en op dat men geenflnts, door eeni- . ge middelen die zeer heet en quan- fuis windbreekende zyn, de fcherpe hitte3 pyns Koortsen bcnauwtheitj nocfe
|
|||||
V«
|
|||||
Tegematuurlyke Gezwellen, 3 o ι
noch zwaarder en heviger komt te
ïmaken, zoo als wy (tot des Ly- ders vermeerdering van haar ramp- ipoeden en pynen ) zoo menigmaal zien gebeuren. Noch meer , wy moeten ook de
pkatfe van deze Zydepyn recht on- derfcheiden en kennen , want ook een zwaare Kolyk, wei meermaals siet een zeer hevige pyn zo krach- tig tegens de Korte Ribben en het JMiddelrift, opwaards aandringt, dat de onbedrevene zekerlyk gelooven , dat hier een Zydeweeverfcbynr, noch onlangs wierd ik des nachts uit den bedde gefchelt, én by een oud man van ruim feftig jaaren verzocht» Ik vond het huisgezin in onruft, en men had alles vaardig , öm dezen Lyder voor zyn gewaande Zydewee., een Aderlaating te doen, en j ui il vond ik door de geftadigheit van zyn pols , en de grondplaats van zynquaal, dac niet een Zydewee, maar zwaar Ko- lyk di en man had getroffen : Ik ï>r~ . ^°nneerde hem aanflonds een ver- achtende en openende Küftccr, als mede verwarmende Kruiden, Bloe- den cnZaaden, tot een ftoying, en daar
|
||||
^at Verhandeling van de
|
||||||||||
daar opdeftilte, het zachtelyk zwee-
ten , enz. waar door dien lyder wel haait van zyn Zydeweeverloft wierd. Menigmaal is my zulx gebeurt, eïi daarom is 't noodig , dat ook den Heelmeefter een Zydewee van alle andere foorten van Zydepynen recht weet te onderfcheiden. VIII.
Jjestelft Wykt de pyn door geen tydelyk
dooddyke Aderlaaten noch maatig zweeten , |
||||||||||
teeügnen.
|
vervallen de Krachten, als mede het
|
|||||||||
wezen der Lyders zeer fchielyk, wil-
len de Fluimen en Kladden niet voort, en is 'er een drooge tong , fcherpe hitte, een duiftere korte radjagende pols, meteenige beving en trecking verzeit, en een toenemende benauwt- heit in't ademhaalen, nachtwaking, en korat 'er een gcreutel in de borft» zoo nadert het einde van 't leven des lyders te poft en met dubbelde fchreeden. Daar en tegen, zo de pyödoordé
Aderlaating vermindert, en zo voort door een maatelyk zweeten begint te' verdwynen, wanneer de Fluimen en Klad-
|
||||||||||
V'
|
||||||||||
^tegennatuurlyke Gezwellen. 505
|
||||||
Kladden opkomen , en uitgelooft
borden , de Koorts, de benauwtheir, fcherpe hitte en droogte verminde- ren , zo ftaat'er een gswenfchte Ge-' «ezing te verwachten. I X.
Hervat zig de Zvdewee, tonder Wm^eer'er.
een genoegzame rypwording en ont- hn ™ · lafting van deszelfs onthoudene ftof« weezen fe, zo volgt zeer HchteenE'terburftj/w. waar vao hier na breeder zal worden Empifmai gehandelt. Tot de Genezing is 't noodig dat Genezing
frien den aanwas, aanpeifing of toe-der zyde~ vloed der noch by komende ftofFe,^Jf Zorgvuldig weert ·, ten tweeden moet trentdient ïTien Tiet ftilftaaode, verdikte en op- »áá^çï- gehoopte, wederom of tot zyç vloei- mm' oaarheit, of ter ontlaiting zoeken te brengen. • ^elyk als tot Geneezing van de
ontftee|cing gezegt is, zo ftaat ook tot de eertte betrachting een goede maniere des levens tot aller tyd vaft, |
||||||
en
|
||||||
Verhandeling van de
|
|||||
en moet (gelyk doenmaals) en oofe
in de Verhandeling van de Kcels- ontfteeking . vertoont is , altoos aanbevoolen zyn de vermyding van alle Koude Drank, en van alles wat wrang, zuur en fchraal, noch een grooter verftopping en meerder ver- dicking, alsmede wat heet, droog, bitter, fcherp, en 't ontfteldc bloed noch,meer pntftekende, eengroorer benauwtheit, pyn en ontfteltheit zal komen te maken. Om de fterke drift en aanperiing
des bloeds in de lydende deelen te ftuiten, moet aanftonds, zonderuit- ftei, een Aderlaating in den arm van de befchadigde zyde gedaan zyn, en zulx, wanneer den lyder wat bloed- ryk is , ende vry wat ruim , het welk wel fomtyds ten tweede- ja ten derdemaal, zo de pyn zich ftaag we- der verheft, en de Krachten het toe- ftaan, moet vervat zyn, daar in zelf5 de zwangere Vrouwen, en ook de Kinderen ( doch die heel zelden ) meer als een Aderlaating behoeven , niet verfchoonende } doch moet Àâ alles op den tyd van de ziekte, en op de jaren, deSex, de krasten enz, een
|
|||||
Tegênnatuurïyke Gezwellen, -é oy
cCn zeer nauwkeurige toevefzigt ge-
komen worden. XI.
Want wy moeten ontrent de Ader- mar-
laating indeZydewee, niet zo rouwfihmmn£ noch onvoorzichtig te werk ea&ri,™'"')'"1*' Jat wy niet zouden acht geven op Je ^W- •K-rachten, de jaaren , de Sex, en Vorder op ut goede ofquade geftelt- nen des Ljders, en niet zoin'tgros oen elendigen Lyder zyn Bloed tot zö «ng op eene reis af te tappen , tot 'dat hy zyn adem wederom vry eri onbelernmürt doof kan haaien, vol- gens de ieife , die zeeker Schermer geneesheer S V. R. fo 2vn Boekje +>e Nteuwe Feld Chirurgie', de ion se «eelrneefters behefr te geven, daar zL· m fln Fierde Hoofd/tuk pag. 6j. /Jv '' , zo lan° moet VI het bloei %?* "Ô"' tut dat hy d°or de pyn
/f Verbindert zal -worden zynen adem en vollen % haaien., zonder opmerking hioTm op de veelheit íáçº Ìøýï-ñ*
' jn ea-> çé&™ verfcheidenereizen, maat
*CTaJ\ lka«woorde, datmea
Zet hei7 pyn z'xqh a,reeds vailge-
«cetc, gelyic men doch niét alt yd V ì
|
||||
jótf Verhandeling van ds
zo tydig by denLydergehaalt Wo#d}
dat men veel eer al zyn Bloet enKrachV ten zoude verfpillen, als dat hy zo aanftonds door zoo een ongeregelde Blpedaftapping zyn vryen adem be- komen zal, zonder dat dien itoütefl Leeraar de jonge Heelmeeiters op de Krachten, tyd, oftoeftand en bee- vigheit van de ziekte, de minile aan- merking»? belait te neemen : Voorts ■wil hy, dat men terftond, na zul- ken zwaaren aftappinge des bloeds ('t welk de fontein onzes levens is ) den elendigen lyder een fterke Braak- drank uit het Spiesglas in Wyn ge- weekt zal ingeven $ dus zyn die Man pag. 80. zyn vordere woorden. Ook moet men niet te gierig zyn in't ge- ven van Braakmiddelen, want te wei' nig gevende is 'er niet genoeg om door te 'werken, en nochtans te. veel om niet te werken, zo dat den Lyder , door te weinig te geven y in doodshenaauwthett en gevaar raakt , 't welk door de gefiel- de maate noch door iets meer, (Jchoon de helft meer) niet gefchied\ in't Liget^ en op Zee moet ruime maat gegeven wo?" den, enz. Zo den verftandigen Le- zer noch wat verder dit zyn Hoofd- ituk
|
||||
Tegenmtuurlyke Gezwellen. 3 07
«UÏc doorleeft, hoe dezen Geneesheer
(die al mede de oude Geneesbeeren en alle haar erbarmenswaardige me- deftanders, gelykhydie inzyn Voor- reden noemt) met de grove Kerf byl toehakt, hy zal zich over des mans iiout beftaan en practyk verwonderen moeten. Want na dusdanig een bui- tenfporige ontlaïïing door' het Ader- laaten, Braaken en afgang, zal men al voort, om de vochten vloeibaar en de pypen geopent te maken, jij The~ riaci Andromachi , met dertig drup- pen BalfemSulphur'mgeven, en hem' dicht toegedekt dapper dóen zwee- te", en zulx om 't half errnaal tot drie- of viermaalen toe herhalen, tot dat den Lyder geen pyn meer gevoelt, én zo die zich weer verheft, zo zal men een pilletje Opii Crud. of de ÏÏniïuraOpii'fartatiJatiy tot veertig, vyftig, ja feftig druppen, na des pyns grootheit, voorts de Tinêlura Cr oei 6nz. dingen die vol vlugtig Zout en ?Peceryachtige Olie zyn, denLydet . j^Seven, tot de eer fte zweering vol* ^ra§t is, zal men hem dorït laten ly- den » endc niets te drinken eeven, V ζ Zie
|
||||
Verhandeling ·ααη de
|
|||||
Zie daar de behandeling van dè
Zydewee , door dezen Konftoefre- naar, waarlyk ik beklaag de arme ly- ders, die Simfons Krachten zullen moeten hebben , of bezwyken, in dus behandelt te worden, zonderee- nig befef noch vlyt aan. te wenden , om in allen dezen , de zwarte Ge- fchroeide, dorre, gedroogde Tong, Mond, Keel, Verhemeke en Lon- gepypen, door de onlydelyke brand, hitte en dorft, door de zo hoog nodige Pettor dia. borilopenende middelen te bevogtigeo beweeken en verquicken, om aldus de vaftgebackene Fluimen, die als lyi*1 die deelen tT(aatn doen kleven, los te maaken , en zoo haar ademtoogende doodsbenauwde elendige lyders ruim- te en lucht te doen verkrygen , wie ichrikt niet voor zo een verfoeijely- ke praétyk en quade handeling, den elendigen aangedaan ? Ik waarfchou^ alle jonge Heelmeefters, zo rouw s wild^ woeft, noch onbezonnen nie- mand te mishandelen, maar op een veiliger , zachter en Chriftelyker ^ wys, zq als door deftiger Schryvers ' zo klaar geleerd word, uw zwaare Konftte oeffenen, of anders veel ü*5" |
|||||
Tegeünatuurlyke Gezwellen. 309
|
|||||
vsr "uwe handen t'huis te houden ,
3ls tot een plaag en verfoeijelyken Moordenaar der elendigen te verftrec- X I X.
Gtneezwg
Sommige (al te waanwyze) Konft- ^fif^-
°efFenaars onzer Eeuw hebben de Zy- deriaating, dewee, zonderde Aderlaating, wil-hoeramf- fen genezen, onder de zulke is ook-^*"^' dien beroemden Geneesheer Boniekoe Seweeftj uit welkers School al meer Van dat foort van fchaadelyke me.n- jchen zyn voortgekomen , hy ver- yed, met zo veel buitenfporige uic- "ruckingen, als blyken van zyn on- f*vaarentheit, het Aderlaaten , en beveelt daar en tegen, wel ftoutelyk £n onbefchroomtj den Opium te ge- lulleen. Andere werkende, quans- ^ys , op de vaft gezette Verftop- tln§> verdicking en ftremming des ^loeds, hebben ookdesgelyxgetragt e Zydewee, zonder het Aderlaten, te . erdryven door verhittende Zweet- ^'ddelen: En aldus de arme lyders, °r ^och veel heviger pynen afge- ^ 3 van zwaare geduurige Koört» V § fenj |
|||||
% é ï Verhandeling van ie
|
|||||
fen, brandende hitte , dorft en be?
nauwtheit, in weinig uuren gantfch afgemat zyn geweeft, zo heeft rnen ook dan noch, hoewel te laat en-oO- • lydig, deze elendige afgematte Ly" ders, het bloed doen aftappen, voor- waar ten minden een dubbelde fout) van deze waanwyze Mannen, die om haar driften en fcbadelyke dryveryen te volgen, haaren pvnlydendeEven- menfeh, die 'naar zyn dierbaar leven toevertrouwden, quamen te marteli- feeren, gelyk wy zeker weten, dat by dusdanige nieuwe modenfe Ge* neesheeren in ons Holland vooreenige jaren zoo wanfchickelyk is geprafti- zeert geworden, XIII.
"tfuttighehl Na de behoorlyke Aderlaating»
der Kbfiec-fan fan veel veiliger een Klifteer , indien de hardlyvigheit zulx vereift, geftelt, en voort een maatig zweet" dryvend middel aanbevolen zijn, °P dar niet alleen de fterke drift en aan- pers des bloeds verhoed en geweert, maar ook wat alreeds eenigïlns V3«" gezet is, ontbonden, en wedef°m |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 311
los en ter vloeibaarheit, of ook ter
Uitwaafleming zy gevordert. X I V.
Tegens de pijnlijke zijde kan men plaml^
ook onderwijleen verzachtend hulp- Ge»««- middel, van' het Unguentum AlthiecsymlMe· OleumPalmte, ChamomilL·, Lïliorum ■dlborum^ en diergelyke, met hect- gemaakte Servetten daar over, of een doorgeftikt zakje van Foïior.Verbafci, Malva^ Florus Cbamomilla^ enz. of droog, of in zoete Melk gekookt , en ftijf uitgeparitzijnde, gebruiken, dan zelden zoek ik, tegens het dik- tnaals ontblooten der deelen aanzien- de, dit gemors, en liever, ook in het begin, deze plaafter aan te pry- zen : JJ4 Kmplaftrum Petri Datheni §j
Mutilqgin. ξβ Olei Palma jiij ƒ. Kmflaflrum,
In een baftaard Zydewee gebruik
** het Emplaflrum Petri Datheni
a"een, of met een weinig Emplas-
trum MeliloiifOÏae Mutihginibus faam
■ V 4 ge-
|
||||
Ι ϊ % Verhandeling van de
gefmolten, alles na dat dan de geftelt-
heit der lichamen, en de hoedanig- heit van de omhoudene ftoffe komt te vereifchen. Zijn de ïljlftaande vochten aireede
vafigezet, en blijft de Zydepijn na de AJerlaating, na hetKliftcren, en pa het maateijk doornen en zwee- ten aanhoude, zo moeten ten lpoe- digfre de onthoudene ftilftaande voch- ten tot rijpheit en terontlalbng wor- den gevordert. Tot zuix komen de zo yerhjtten-
de, ende het bloed noch meer ont- fteekende Mixturen , Drankjes , E- Jextria en Oliën geenfints te pas : Maar wel de van ouds gebruikelyke ende noch hedensdaags goed bevoö- geéïoralia dene Borftmiddelen , die bequaarn zijn de taaije vaftzittende ilymerige fluimen te vervochtigen, te bewee- ken, rijp en los te maken. Als by exempel : 'ψ. Hord. Mttvd.
Rad. Gr n»u. an. |j
liq, raf. gij Herb. Taraxic, tot, » Tuffllag,
Malv. |
||||
Tegentiatuurlyke Gezwellen, jij
Violar.an. Mj
Pa/f Carinth, |j ticuum No. X Coq, in Aq. Com. adCoIatur%xx, addf Syr, Capili, Veneris. q.f. ' , m.f.Apozema,
Of? 352, Hord. Mund.
Rad. Scorfoner an, §j
Althéa recenf. %§ Liq. raf jij Herb. Taraxic. tot, Malv. Capill. Ven. Farfar. an, Mj Paff. Exaeinalor. gj Ficuum No. Vlij C°J. in aq. Com. adColatur î÷÷. addt Syr.jujnbin. q.f. m.fApozema.
Ook kan den lyder dusdanig een
Lmeius dikwils gebruiken.
ø. Syr, Capilfor. 'Ven.
Liquer!t,an.$vj «§ Althisa, ferntlif 31V m. ƒ. Linilus,
|
|||||
V f Dm
|
|||||
JÏ4 Verhandeling van de
|
|||||||
Dan in de gene, die van de zoe?
tigheden afkeerig zyn , kan men de Syipopen nalaten te gebruiken. XV.
'TteVersih- Sommige hedendaagfche nieuwe
T'ilote- Konftoeffenaars ( verachtende alle ntfidtmid-dienfoge Borftmiddelen, willen veel Mm war-liever met verhittende , doordrin- im-meder- gende Geneesmiddelen , het quaad egt' overwinnen , maar de dagelykfche ondervindingen geven ons de fobere uitwerkfelen van dit laatfte , en de goede gevolgen door de Borftmid* delen overvloediglyk genoeg te ken- nen. XVI.
Moe nood- Want byaldien de Fluimen , de-
Mii«iyk,de welke door hun taaije lymerigheit,
ç£"ïÔin h*™ ™ëe pyPJes en doortochten
neesmidde- als lyra blyven hangen, niet door be-
hnzy». quaame beweekende en vervogtigen-
de, zoetzappige Geneesmiddelen los
en ryp gemaakt worden, zo wetefl
wy zeekerlyk, dat geen verlichting
van de benauwtheit, geen verloifing '
van de nevensgaande Koortfe, noch
herftelling der Lyders kan worden
|
|||||||
Tegematifurlyke Gezwellen. $if
|
|||||
Verwacht, en dat hen de ziekte eer-
lang in het graf zal komen te flee- pen. XVII.
Een jong Heelmeefter, die byxsxyEmopmer-
geftaan, veel zwaare voorvallen ge-k^'"'0*"- zien, zyn Meefterfchap verkreegen,^ en toen myn Scheerneeriog (daar ik van afftond) overgenoomen hadde , begon ( recht regens myn goede ver- maaninge) wel yverig in de Boeken van Bontekoe, Blankaart, en Over- kamp te ftuderen, en verviel wel haaft mede tot derzelver grollen en dwaa- lingen, loochenende de volheit des bloeds, en veel andere kenbaare zaa- ken , willende naauwlyx iemand (fchoon ook hoe nodig) meer Ader- laaten. Deze kreeg zelfs , uit een , openbaare volheit des bloeds (want hy al vry wat gezet, robuft en bloed- rykwas) eenLongontfteking, ver- koos tot zyne hulp een Geneesheer van dezelfde foort. Des lyders Huis- vrouw ontbood my op de vyfde dag van zyn ziekte : Ik vond haar man doodkrank, en hem onder 't gebruik van
|
|||||
jid Verhandeling van de
van Kleine Drankjes, en niet anders,
met een borft vol Fluimen, drooge Tong, Keel en Verhemeke, bran- dende hitte , dorfl, benaauwtheit , duiftere Pols, en verval van Krach- ten te worftelen : Ik ried hem ter- ftond zeer ernftelyk aan, den Heer Burgermeefter Le Febure tot zynder -_ hulp te laaten verzoeken j het welk zyn Huisvrouw beloofde aanftonds te zullen doen, doch dit bleef ftee- ken, en ik vond hem den naaftko- mende dag te agniferen, klaagende nu aan my , met de dood op de lip- pen, over de onkundigheit van zyn Geneesheer, en dat hy nu in alle zyn vaftgedroogde en opgehoopte Flui- men , waar op gantfch niet was ge- werkt, en dien hy (zonder iets te kunnen loozen) dus altemaal by hem hadde behouden, moefcfmoren, ge- Jyk als 't ook was, want hy ftierf poch op dien zei ven dag, belaftende itldus de rampzaalige vruchten van zyne verkeerde Gevoelens, in de fleur? in de Kracht, en opgang van zyn bloeijend leven, het' welke hy op de nu verhaalde wyze , met een
|
||||
Tegematwrlyke Gezwellen. 5 ij
|
|||||
«en zoo ontydige doodt veiwiflèl-
de. Wy verkiezen dan veel liever een
veiliger weg, en houden het met de wyze en voorzichtige Oudheit, die ons, op veel veiliger paden, het Ipoor heeft gebaant, en ons (Ichoon by Veele hedendaagfche waanwyzen ver- acht) nochtans, immers tot noch toe Veel veiliger middelen hebben voor- gefchreven en nagelaten. XVIII.
Komt uitwendig, door een te lang wat te doen
verblyf der onthoudene ftoiFe, een*fcVi»A Gezwel in de Zyde, zo moet zulxjj^^ door een Krachtige uitireckende^^;^ plaafter ten alderfpoedigfte uitwaarts./&wf. gelokt en ryp gemaakt worden, hier «elpt dan weder het matelijk zwee- ten, en het niet fpaarzaam gebruik van 't Emplaffrum de Melilota, is des Gezwels ingeflotene ftoiFe {zo veel- tyds gebeurt) verdikt, taai, lymig <*n traag in't opkomen, zo doen ik . ^eer Vygen onder de ftraxgenoem- je plaafters, gedenkende aan'tGod- öe*yke Geneesmiddel, waardoorden . Ko-
|
|||||
318 Verhandeling van de
tiing Hiskias genas. Als 't Gezwel
rijp is, zo dient het wat tydig geo- pent, of anders zullen mogelik meer verzworene holhghedenzig opdoen, als den Hedraeefter en de Lyders lief zullen zijn: Voorts moeten dus- daanjge zweeringen, even als in de Verhandeling van de Ettergezwellen genoegiaamgetoont is, genezen wor- den. XIX.
ithani*· Komt'er eén Etterborft, zo word
Imgva» den veelvuldieen Etter, of door de emhtter- τ e- - «. ■
fara Longe , zo fomimge meenen , tot
zich getrocken, en door de Lochf
pyp , al hoeftende , uitgeworpen j
of, als dit niet wil gelucken , zoo
moet, wanneer den Lyder nog Krag-
ten heeft, in dé meeft lydende Zy-
de, een openinge tot in de hollig-
heit van de borft gemaakt zijn, waar
van wy in de Verhandeling, van de
als dan noch refterende Algemeen^
Handgrepen breeder denken te fpre-
ken.
|
||||
XX»
|
||||
Tégmftaimrlyke Gezwellen. , $ ι$
XX. |
|||||||
De meermaals genoemde Long-
óntfceeking verfcheelt in zijn oor- ipronk ende behandeling weinig van een Zydewee, de bloedige Fluimen, den korten adem, gedurige Koorts, de Hoeft, de bedwelmde en radt ja- gende pols, zullen ons deze ziekte, uit een ordinare verkoudheid, die de zieken doorgaans meenen dat haar bevangen heeft , genoegzaam doen onderkennen , en ons de tydelyke Aderlating, niet alleen , maar ook ontrent de zelfde Hulpmiddelen y als die in de Zydewee genoemt zijn, aanbevolen. |
|||||||
HET
|
|||||||
Perhandeling van de
|
|||||
HET XIV. HOOFDSTUK.
Van de Ontfteeking en Gezwel*
len der Vrouwen haar Borften. I. Dat de Vrowwen velerhande toeval·'
len aan hunne Borften onderhevig zytt· X. Dat de Gezwellen en Ontfleekin" gen der Vrouwen' haar Borflen mogen- en konnen onder de Ontfeekingen ge- telt te worden. 3. Derzelver Öof zaaken en haare verdeeling. 4. D^ de niet zoogende Vrouwen en Maal" den deze Ettergezwellen onderworp xyn. f. Dat deze Gezwellen zeer voorzichtig dienen behandelt te wof" \ den. 6. Derz°lver Genezing. 7. Dl fchadelykheit der heete Geneesmïddi'
len. 8. Wat een ^Heelmeefler te de?1* fiaat, zo het Borflgezwel wil zi&e~ ren. p. Op'wat wyze het Geztwl (ryp zynde) moet geopent worden, * I·
*>**Λ TTEt fchoone Vrouwe Geflacht is
Yrmvm Π. in het uitflaan Vande alderpyo* lyk-
|
|||||
Tegeénatuurlyke Gezwellen. $z ï
fyfeïte rampfpoeden niet fiiisgedeelt,velerhande
liet fmarte moeten zy haare Kinde- *»**«**
,,_ ι j r aan haare Jen baaren, ende wanneerzy, mzoΒοφη
Veel geworftel en 't uitftaan van de onderhevig
bitterfte pyn en elenden, nu tot 20 ay»· Verre gevordert is, dat zyhaarvrugt Tiet blydfchap aanfchouwt $ en van deszelfs bekleedfels nawenfch verloft as , zo treffen haar als dan noch wel ^eer pynlyke gevolgen van Krim- pinge, Naween , Flaaüwtens, Ze- ^üwtreckingen, Koortfen, Opftop- pinge derKraamvloejinge, en onge- vallen in de Zog- of M'elkgeveride' «orften : Deze fchoone bollen en Pronkfieraaden van het Vrouwelylc • Geilacht, worden doorgaans twee a
drie dagen na de Verloffing krachtig °Pgezet en gezwollen, en geluekig 2yn ze, wanneer die tydig uitgezo- gen en wel behandelt zynde , een gewenfchte Melk, tot onderftahd , verquicking en noodig voedfel van baar klein Schepfeltje, komen te ge- Ven. Maar wanneer het recht anders , §aat, en dat in deze Klierachtige ,
S? by gevolg ontfankelyke deelen , 1* egennatuurlyke verhardde Gezwel- ien> pijnlijkeontftekingeiïj en noch X piJQ"
|
||||
512, Verhandeling van de
pijnlijker Zweeringen , Verrottin-
sïfluk. gen , Pypzweeren, Kankers, enz. voortgebracht komen te worden» en dat van zulke rampen de be- ginfelen worden gemerkt, zo moe- ten noodzaakelyk voor de eeril- opkomende zwaarigheden zo vlytig de dienftigfte middelen aangewend worden, dat de laatfte voorzichtig- lyk worden geweert en voorgeko- men } want het valt doorgaans lich- ter deze laatftgenoemde quaalen, als het noch tyd is, wyfelyk te verhoe- den, als dat die tot in haar volkoo- menheit zynde gefteigert , ter ge- wenfchter Genezing konnen gebrag£ zyn. I I.
Onder dealgemeene Ontftekingen
montfle- worden ook deze Gezwellen enOnt-
kjngm ^ftekingen der Vrouwe borften doof-
haar hor- gaans gevoeglyk geplaatft, als komen
fim mogende gemeenlyk uit de vetfte, Melk"
enkonnm achtigfte, en dus by gevolg uit de
*OMfte%n- meeftvoedendettoffedesbloeds, waar
gen getelt uit ook dit Klicrfap der Borften b""
■worden., ftaat. En zulx kan wel met de n»*m
Lympba, van Weivocht genoemt zyn, f°aar
koms
|
|||
legenfmttturlyke Gezwellen. | ζ |
|
|||||
komt nier, ten zy dat eerft niet de
bloed (toffe veréenigt is ge weeft , en daar uic voortgekomen, in deBorft- Klieren tot Melk verandert en be- reid word , als in d'ophouding der Kraamvloed, als de borften, na de Lethia» Verlofling zoo krachtig opzwellen , ende in meer diergelyke gevallen , ontwyfFelbaar kan worden aange- merkt. III.
Dus dan het voedende bloed, en óortxa^H.
dW uit het vetite en aldetbequaam-^^/? fte Weivocht door de wondcrbaare umpbd'. ^c-rking des Natuurs, in de Borft- Klieren tot Zog, dat is $ in een be- raam y.. voedend en Melkachtig fap, E geen fmaak en zoetigheit heeft,
verandert zynde, kan licht door ee- nig uit- of inwendig toeval, ontftelc en van alle deszelfs goede hoedaanig- heden worden berooftj zo dat aan- ftonds geftolt, geftremt, verdikt , Vergoort en aan 't giften $ rotten of aan c zweeren rakende , de Vrouwen een
Py^ toebrengen, dien zy wel meer- ?2*afe boven de bittere ftnarte van *t ,nderbsaren komen te achten. X 4 De
|
|||||
jz^ Verhandeling van de
|
|||||
De uitwendige oorzaaken zyn alle
ontfangene Koude , waar door die fyne en zo licht ontftelde Klierfap» zo licht verdikt, ftremt, wrongeltj en dus niet meer ommeloopt, noch vlocijen kan; zoo dat een zeer haaft toenemend Gezwel, met pyn, ont- iteking, en wel, doch niet altyd , met een fcherpe Koortfe voortge- bragt word : Daar toe kan mede een verkeerd, te Koud, te zuur, en te raauw voedfel, verkauwende Genees- middelen , als mede toorn , gram- fchap, fchrik en ontfteltheit byzon- dertoebrengen. De inwendige oorzaken zyn quade
gefteltheit der Vochten, ophouding der Kraam vloejing, en der Maand- ftonden, vocfrgaande Koortièn, fuc- keling, ongezondheit enz. zo breder in de Verhandeling van de Longont- lïeking vertoont is. I V.
Dat denkt Zoo komen mede wel in andere 5
«.wgenii ende niet zuigende Vrouwen, zelfs 2XlTin j'önge Dochten, Gezwellen, en de^Etter-Ontdeclangen in de deelen der- gsïuwtiltn borften te ontftaan, en die insgely*
als
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 3 æã
|
|||||
sis andere Kliergezwellen, uit mal- ondervor*
kanderenmoeten,ondeikent en behan-^" *9n' dek zyn. V.
De Gezwellen der Vrouwe Bor- Sat ^ze ften moeten, hoe goedaardig onsdie^w^|". ichynen voor te komen, altoos voor- dimt» be- Zichtig worden behandelt: wanton- handelt te der het gras fchuilt wel een Slang ^dm. en onder een verhard Kliergezwel , byzonder in deze deelen, weldevaft- gezetheit van een diepingewortelde Kanker. V I.
Tot de Genezing moet (even usGeneezing
in de Verhandeling van de Longont- derz.etvs. fteking gezegt is,) voor de herftel- kng en welftand van 't gantfche lig- haam.gezorgt zyn, alle Koude des Luchts, en verkouwende Genees- middelen , zuur, raauw, en Koud Voedfelj en wyders alles wat een ge- knikte Huishouding in de voedende, Oeconom'i$, f11 doorftraaling in de vloeibaare en be,*eegende deelen en vochten kan yerhinderen, dienen zorgvuldig ge- X 3 weert 5 |
|||||
%i$ Verhandeling van ie
weert, als in't derde Hoofdftukom-
Handig is aangewezen. Daar het Zog Klontert, verdikt,
en door deszelfs verblyf en ophoping» een Gezwel maakt, daar moettydig met warme doeken, bandenen zach- te wryving, alsmede door een zuig- fter, die niet al te vinnig trekt, de borft of borften van deze overladenc ftoffe voorzichtig werden ontlaft, en zulx zo dikmaalshervat, alsdien- ftig zal worden geoordeelt, om het geklonterde te verdunnen j en zoo het noch doenlyk zy, weer vloei- baar te maaken, kan men dusdaanig een fipving aanbevolen. igt Rad. Althaae £j
Herb. Malv. Verbafc.
Flor. Chamomid, Sambuc. Artimis. an. Pj iQoq, in Vin. Qallic.Jiv. Cerevis. dalc. Coltó» ƒ. totus. Een zachte wolle lap hier in nat.
gemaakt zynde, zo heet als 't b*? t hoort, en ftyf uitgewrongenj geap- ph?
|
|||||
I
|
|||||
Tegematuurlyke Gez-wellen. 317
|
|||||
pliceert, wel toegeftommelr, en als
't nodig is, weder ververfcht. Of daar het Gezwel noch maar
Weinig plaats en Borft-Klieren be- flaat, noch verfch, en met geen of Geinig pyn en ontfteking verzeld is', daar genees ik die doorgaans in de Zuigende Vrouwen door het Empla- flrum de Mucilaginihus, en in de niet Zuigende door het wat meerder ver- droogende ende verteerende Empla- flrum Petri Datheni^ de Labdano enz. öoch deze laatfce gebruik ik zel- den , om dat ze al te heet en trecken- deis. VII,
Heeter Geneesmiddelen, 20 als de Schadely^·
Mentha , Major ma , Abfinthium ,**»d^ Phellandrium, Nicotiana, de Spiritus „'"nidde· Pini, Spiritus Matricalis, en dierge- &*. tyke, Cdiemenden * Leerling aan- Pryft) moet niemand alhier beftaan le gebruiken, zoo hy niet door het gebruik van het fyoite, en de ver- X 4 har- ^'eOverkamps nieuw Gebouw der Chï-
'"rgie, pag. 404-408. |
|||||
§2,8 Verhandeling van de
|
|||||
harding van het Kaasachtigfte en lyr
migfte deel des Gezwels, een hard- Eeckig hard Gezwel, en ook wél een Kanker, of immers ten mïnften indien de ingelegene ftoffe wat heet en Galachtig mocht zyn, een hee- vige pyn , Gntfteeking , Koorts , en grooter Zweeringe wil verwec- ken. VIII.
'mt een Zo evenwel de ingelegene Stoffe
Heelmeefier door de bovengenoemde veilige ont-
/£,*?** doende middelen zich niet wil ont-
het Borfl- doen , maar tot een Etterworaing
gezwel wi/neigt, zoo moeten aanftonds de mid-
s,y>eeren, dejen <]aar neen gewend worden, dat
men des Gezwels rypigheit, en des
Etters ondairing zoekt te bevorder
ren. Waar toe zoodaanige ryp-
maakende pappen konnen werden
gebruikt , als m het Vierde Hoofd-
.c ftuk, van het rypmaaken der Etter?
gezwellen, voorgeftelt zyn.
I X.
'op vat Ryp gemaakt zynde , zoo moet
wjze het hetEttergez.wel, indien her. niet ty-
dig
|
|||||
ïïegennatuurlyke Gezwellen. 32,9
^ig doorbarft, een grooter-verzwee-^,,^ ry^
iinge komt te maaken, door dez.ynde, ' Vlym worden geopent 5 doch ioxa-mm £e0~
wyl moet men in dit zoo licht be-^v"r'- vreesde Geilacht een brandmiddel ge- bruiken ; en dit is al doorgaans, in plaats van de naafle weg, een ftraat- jen omgewandek. Den Helfchen fteen dat eenige roemruchtige Heel- meefters tot Amflerdam , en elders, naaft eenige jaaren, voor een won- derbaar Kunitje hebben geacht en gebruikt , voldoet my zo wel niet , als het brandmiddel, by my gemeen-Ze/w in~ lyk in ?t gebruik , en in ons Vier-/"7"*'"· de Hoofdituk aangeweezen j want de helfche brandileen , in een wei- nig nat met de punt gedoopt, en tegens de Huit aangedrukt , wel aanftonds deszelfs buitenfte deel, en de Qpperhuit, zoo dat het zware word , maar. het en dringt niet zo haaftig , als men roemt, tot aan het Etterhol in : Invoegen , wan- neer men het zwart gemaakt plaats- , Jej dan noeh al met de vlym, om
εν(* > ter ondafting des Etters, en tot Verlichting der pyn, uit te win- \ X j* nen, |
||||
53ó Verhandeling van de
nen , wil en moet openen , zo zal
het doorfteeken fmertelyker bevon- den , dan of men geen Corrofyf hadde gebruikt , daar in het tegen- deel, het onze de huit voor 't door- fteeken gantfch ongevoelig gemaakt heeft. Vorders moet de Genezing, vol-
gens het voorfchrifc van de Verhan- deling, der Ettergezwellen gefchikt zyn , altoos acht gevende op de verfcheidentheit der voorwerpen , der ongevallen , en nevensgaande quaalen. |
|||||
HET
|
|||||
Tegennattmrlyke Gezwellen. Jji
HET XV, HOOFDSTUK,
Van de Liesbuil, Befcbryving van de Liesbuil. 2. Des-
zelf s verfcheide foorten, en daarom deszelfs 'verfcheide· naamen. $. Oor- zaaken, 4 'Teekenen. f .Genezing. 6. V Onderfcbeit van een Liesbuil of een Liesbreuk. J. Teekenen bier van. 8. Dat fomwylen by een Liesbuil ook wel een Liesbreuk gevonden word. S. 'i Welk door eenige aanmerkelyke waamêemingeH bewezen word. 1.
DE Liesbuil is een tegennatuurlyk mba.
Gezwel der Klieren, agter óesefchry- Ooren , onderde Oxels, en in de **»£ **»* Lieflchen, met een langzame voort-Liesèa'1' komit, hardigheit, pyn, ontfteking, en fpanning doorgaans de vingerep tyederftrevende. 11.
|
||||
3jï Verhandeling van de
|
|||||
II.
Verfcheide ^y is of niet befmettelyk , ende
tZT goedaardig, of befmettelyk , en ali êesielfs. dan Pockig, als mede wel Pettüen- tiaal. III.
®wzMk$n Evenwel komt de goedaardige s
zelfs uit een onzuiver bloed, 't welk of door zyn fcherpe hitte en ziltig- heit de teedere fyne bloedvaatjes en pypjes der Klieren doorknaagt, op- ipant,, en als Gillende uitzet. Als mede, enmèeft, dooreen flymerig zuur, die de vloeijende bloedftof verdikt, en in deze Klieren doetftil- itaan en ftremmen, waar uit deszelfs vorder bederf, vei itopping, opfpan- ning, doorknaaging, en fcheuring in deze lydende Kliervliefen , haalt en ontwyfelbaar volgt, waar door dat als dan dit Gezwel zich verheft, en aangroeit, ver weckende door de aanpars, of toevloed, en belemine- ring ter dooritraaling der vloeibaarc vochten, zodanig een pyn, ontftek- heit, flaauwtens en Grillige Koort- ièn, als dan de meerder of mindere hitte
|
|||||
Tegennatuurhke Gezwellen. \ 51-
|
|||||
kitte en fcberpte dezer onthoudene
Stoffe gemeenlyk voortbrengt. Somtyds word zy, dooreenlang-
duurig gefuckel, en vorig gequyn, "Wel door een Etterdragt voortge- bragt, en zot«r ontlaftingzynde ge- Vordert, voordelig tot de gezontheit bevonden. De Pockige Liesbuil komt voort
Uit een Pockig fenyn, meeft dooreen yuile byflaap aangewonnen, pronkt Jn deLiefen met die verfoeijelykety- ' tel van Klapoor, enz. Want in de byflaap met een on-
tuchtige hoer, komt zeer licht een vuile befmetting in't bloed, dewyl de geopende tocht en zweetgaatjes , ^«i en de conduitjesderTeeldeelen, zeer haaft des byflaaps pockig vergift ont- vangen , en zulx door de Adertjes van de Voorftanders, deSluicfpier, enz-G^jf* de wederomkerende bloedftof mede- ^„J!^ gedeelt, zo dat wel zeer haaft, het snotter. Hert, de Geeften, en het bloed be- 'Baet lionnen worden, waar uit dan gevo]gelyJc dat booze monfter , die •ichrickelyke Pokplaag { daar den reinen Godt, de onreine Venusjon- *ers rechtvaardig mede bezoekt) 20 mon-*
|
|||||
554 Perbandeüng van cte
monltreus te voorfchyn komt, zoo
niec deze pockige Licsbuil dit boos fenyn uitfpouwt, en aldus noch dien armen zondaar tydig door goede mid- delen y onder den genadigen zegefJ des Allerhoogften, gered komt te worden. üitho. DePeftige Liesbuil komt in Peffc- tyden uit een ontfangenpeftigfenynj waar door het Hert, het Bioed, en de Geeften zynde befmet, haar qua- de ftoffe tot in deZe ontfangelyke Klieren gedreven, en aldaar komen- de ftilte ftaan, zeer licht komen te verderven en te vermeten, waar uit zeer haaft dusdanig een vtisl enquaad- aardig Peftgezwel worde voortge- j bragt. Want de meefi: vergoorde, rauw-
fte en lymachtigfte ftoffe des bloeds* en der vordere niet genoeg om- en doorftraaleride vochten, maaken al- hier het voornaamfte Gezwel, ter- wyl het fynfte gedeelte noch eenig- ! fints doorgaat, waarom dan ook dit Liesgezwel, 't zy Pockig, 't zy Pes- tilentiaal, of goedaardig, doorgaans \ zo hard , zo traag, en bezwaarlyk te vermorwen en te rypen ons voor- komt. 1 V' |
||||
egcnnatiiurlyke Gezwellen. 3 3 f
I V. De leekenen dezer Liesgezwellen Teemenen,
üyn dan uit dit voorgeftelde, voor Buboms. 't grootfte gedeelte, kenbaar genoeg, niaakende agter of ook wel dicht on- der de ooren, het Gezwel, dat men (om van de andere te onderfcheiden) Oorgezwel noemt. Deze komt my Parotis. Veel meer in Kinderen, als in de be- jaarden , en meer in een vochtige Herfft en Koude Saizoenen, dan des Zomers voor,' gelyk als daar van de reden in 't bovenitaande kan worden gevonden. Men kent ze wvdersaan haar rraage opkomfc , hardigheit , wederftrevigheit, pyn, en maar klei- ne ontfteeking, geduurige Koorts, enz. Het Gezwel des Oxeis, die van
ouds Onderoxelbuil genoemt wierd,B*M**- fchuilt doorgaans in de holte des oxels, axt*ru' ^et een aangroejende hardigheit., fteekende pyn , Koorts , ongeduu- righeit, nachtwaking, fomtyds met , 9ualyktens, flaauwtens, benaauwt- iieit aan 't hert, en in de adernhaa- n8 verzelt, en dit alles noch wel ïïiet gantfeh geen ontfteking, noch hitte.
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
hitte. Hoe zwaarder deze laatftge-
noemde teekenen zyn, hoe gewich- tiger dit Gezwel moet geacht zyn» inzonderheit in befmettelyke tydeo / wanneer quaadaardige ziektens en verdachte Koortfen komen te heer- fchen. In de Lieflchen vertoont zich dit
Gezwel doorgaans langwerpig breed, en fcheuins nederdalende na de holte des deels, en de Grondplaats der Klie- ren, meermaals , inzonderheit in on- gezonde lichaamen, tot een gewel- dige grootheit aangroejende, verto- nende evenwel maar een vlacke ver* hevenheit, doch met een wederftre- vende hardigheit, nypende pyn, efl ' intrecking der Zenuwen, Peefen en Vliefen des Onderbuiks , doende de lyders gekromt gaan 5 veeityds meteen trage, duiftere, belemmer- de pols , benaauwt* ademhaalen, eö flaauwtens, doch alles na dat dit Ge" zwel goed- of quaadaardig word b^" vonden. De goedaardige Liesbuil veroor-
zaakt geen quaad , indien dezeke niet te diep ingewortelt, zeer groot» of alreeds verzworen ons voorfco011·'
oi
|
|||||
jftgemafuurlyke Gezwellen. 337
°f quaalyk gëhandeltword, die door
een ohtlafting der ziekniaakende ftof Crifik °pdaagt, word veel veiliger ryp ge-* haakten ontlaft, als dat ze (fchy- nende te ontdqen ) weer inwaards ^ykt, achter de ooren rypt zy door- gaans , langzaamer, als onder den °xel, diens' grooter warmte door de Bloedvaaten en holte des deels s de taaiheit der ftófFe dezes Gezwels, veel vaardiger verduntj en tot een vloeibaaren Etter ftobft en bequaam blaakt, als mede deze Liesbuil des ^xels, zo die groot is, niet tydelyk ^ord geopent, zo volgen zeer licht verzworene holtens en Ettêrboeiems, van weegen de zacking dés Etters , £uime fpafié, holte der deelen, ont- iank€lykhéit der Klieren , enz. de Settiaakte opening door Steekwieken te Ve^l gevexeert, en al te lang open gehouden, wil licht in een Pypzweer veranderen. Zo wanneer ook dePoCkige en de
^eftilentiaaleLiesbuil, niet krachtig ^setioeg ter ontlafting uit- en voort- Se^et worden, en wederom inilaan, zoo i,i jjg eerfte wel haaft de vuile pocken uitbroeijen, ende de laatfte Υ w4 |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
wel in weinig uuren zoo doodelyk
als eerft pynelyk worden bevon* den. V.
Gewzjng. De Genezing beftaat in een goede
maniere des levens, zo in de Verhan- deling vandeOntftekinggenoegfaam vertoont is. Ten tweeden, moet de quade ftof-
fe in het lichaam verbetert, danzulx mag in de meefteLiesbuilengeenfins door het purgeren, en veel min door het Aderlaaten gefchieden, of de al- reeds tot zo ver uitgedrevene fchade- lyke vochten,· zullen dus wederoi*1 inwaards worden getrocken, en het geheele bloed en levendige Geeften konnenbefmetten, en mogelyk haait de doodt veroorzaaken : Evenwel konnen in de hardlyvige de zachte afzettingen, en zulx voornamentlyfc in de goedaardige Liesbuilen achtef de ooren, noch wel wat goeds doen» anderfints moeten wy het gebruik des Zetpils, en het Klifteren, veel veiliger keuren, immers in allefoof' ten van Liesbuilen de wyze voorzie*1"' tigheit gebruikende, |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. \\$
liet zweeten is hier de boodlchap,
^Ð 2ulx* door zulke zweet- enhart- fterkenae Geneesmiddelen , ais in dé Verhandeling van de Ontileking' en elders vertoont zyç : Op dat door deze allerveiligfte wys, en zeekerfte Qianier , de traag-heit deZef onthóu- öene én dik wils quaadaardige ftoffe,; 10 haare taaje ilymerigheit verdunt,' èn voorts door de vereifchte plaats- •widdelen ontdaan j of dat wel het Zekerfte is, uirgebroeid mag wor» den. De plaatfelykeHulpmiddelen mo-
Eendan alhier geenfints terugdryven- "e zyn $ want alle verkoelende, zuu- re» verdicketide, of ook te vochti- Se en al te zachte Geneesmiddelen', ftOetcn hier woiden ge weert, Myn gebrmk is een krachtige uittrecken"» ^è pap 5 daardepyn, de Koortsen de reden tot een zwering groot zyn^ als by exempel: ijl. Rad.Mm. ËÀß.
Cef>ar. á», %j$
. HonCBamamill. , MelHut, an. Mj!
ticuum Íåßí xij SemtSinap. î â Èwtm Õ æ |%ï
|
||||
14o Verhandeling van ie
Coq.exCerevis opt'.Crajf Colaturadde
f ar. Tenugrac. f. f. ft - Uug.Bafilic.xoftr.
Emf>l,deMeiïlot. «oflr.q.f. m. f, Cataplafma.
Nota. Het Unguentum Bafilicnm
en het Emplafirum de Meliïota, doen ik van elx een mooije kluit onderde heergemaakte pap, waar mede dat de lyders telkens worden bezorgt, en zulx zoo veel, of zoo weinig» als my tot de rypmaakinge goed dunkt. Ofte men kan ook tot het zelfde
oogwit, eenplaafter gebruiken, die (door de Krachten der Gommen en vordere middelen verwarmt, ver- dunt , verteert, ot ten fpoedigften dit Gezwel uitlokt en rypgetnaakt j doch alles na den aart en toeftant, als mede de plaats van de Liesbuil kontf te vereiichen. Als JJi, Empl, Petri Datheni
Lal/da», e», §0 Metilot.%\) ƒ. Émplafirum,
|
|||||
Of
|
|||||
Tegenneiïuurlyke Gezwellen. 341
|
|||||
Of is dit Gezwel en deOntfceking
gelyk als wel onder den Oxel, en Uizonderheit in de Lieflchen gebeurt? veel greoter en verder heen Uitge- breid, als de plaatfe voor het Etter- gezwel vereiicht of gewenfcht word, en dat men aileenlyk maar in 't mid- den van het Gezwel wat uitpuiling en teekenen van een zweering ver- neemt , zo behoeven juifc niet over aHe die lydende deelen, zulke fterk Uittreckende Geneesmiddelen , im- kers niet in de goedaardige Liesbuil gebruikt te zyn. Maar men zal de v°ornaamfte uitpuiling daarmedebe- ^orgen, en de reft des Gezwete met Cen braave ontdoende pap beflaan, £n alles met een bequaame binding bezorgen, als de gelegenheit van het tydende deel benodigt zal worden be- enden. Of ik maak een plaafter zo groot
^s 't Gezwel is, van het Emplajlrum
jetri Datbemmr de Labdano, Mufci-
\inibus , of diergelyke, Ba dat tot
. ei**ïiorwing enonrbïiidingvandein-
SePakte verhardde ftofFe vereifcht
Wor^ i ik voeg in het midden een
£enoegfcaame klomp van ons Empla-
Υ ι firum
|
|||||
Verhandeling van de
|
|||||||
firum de MeliloU, daar al wat ryke-
"lyk van de vetfte Vygen noch onder genampt zyn ; Gedenkende aan de iGoddelyke plaafter des Konings HU" kia, en zeekerlyk met zulx gelukt het my dagelyx , de herdneckige Koude ingepakte Kliergezwellen , tetnunfio' der zo van ouds genoemde Ontlaft- W' plaatfen, en ook elders, daar die wil- len en moeten rypgemaakt zyn, ter
ontlafting te vorderen, ende de reft voorfpoedig te verteren. Wat vordcj* in't openen en ter Ge-
nezing ontrent de Liesbuilen moet worden bevlytig't , zulx is in onze Verhandeling der Ettergezwellen u't" yoerig vertoont. Sommige maaken. de Peiïiieutiale Liesbuilen alvoorens, om ts eerder ontlafting van haar in' fchuiknd peftig fenyn te bekomen j een loutere Blaardracht op de Krui11 ι des Gezwels; en zulx acht ik nieC quaad, maar p'yielyk, want de a'"
derfpoedigfte ontlafting , is ook a'? dan de aldcrzekerfte. |
|||||||
*to»der· Noch een noodzaakelykc vf^'
fdeidvan fchouftinge dient hier aangeknoopt* |
|||||||
ïegennatuurlyke Gezwellen. 345
dat is, dat men in't openen derJLies-«»£«*&*#
gezwellen met alle bedenkelyke voor- °feen Lies- en omzichtigheitj op een zeker foort mk·' ß Van een Liesbreuk , of een uit-Hemia Ba- en vaftgefchokt Liesdarmgezwel^»9^· verdacht moet zyn, want zeekerlyk Worden derzelver teekenen, zo ver- fc-heidentlyk altyd niet gevonden , sis wel een waanwyze onbedrevene ln dit werk, zich mochten verbeel- den, want zoo wel een verhard en Vaftgepakt Darm- of Breukgezwel, als een verharde Liesbuil, zullen on- trent dezelfde plaatfe der Lieffche nebben ingenomen, de Liesbuil toont Meermaals maar een Kleine roodig- heit of ontfteking, zo ook wel mede ^it Darmgezwel, het eene als mede "et andere is fomtyds pynelyk, fom- tyds onpynelyk, en doorgaans beide hard, wederilreving en onbeweeg- · lyk in het aantallen , beide met ver- lies des appetyts , met walging, Koorts, ongeduurigheit, benauwt- ^e*t des herten, belemmerde Pols- .iag» enz. en evenwel dit alles tegen-
J?snde, 20 moet nochtans een wys •"eeWefters het onderfcheit weten
|c vinden j of daar hy noch twyffekj,
Õ 4 niet;
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||||||
niet al te voorbarig de vlym of het
brandmiddel gebruikenj en bier ter plaats nooit anders beftaan, als daar de zekerheit des Etters, zonder eenig Darmgezwel, zichklaarlyk opdoet. V I I.
De hardlyvigheit, geduurige wal-
ging , braaking , zuure vergoorde oprifpinge, ja fomwyl ftinkendeop- qualming in de mond, hik, windrig- heit en 't gerQfnmel van het ontftel- de Gedarmte, de Krimpende Buik- pyn, fchielykeöpkomftdésGezwels als mede dat. het doorgaans een wei- nig hoogergeplaatft is, moeteri, uit meerder Kenteekens, denMeefterde Liesbreuk van de Liesbuil doen on* derkennen, vi ï r.
Doch 't kan ook gebeuren , dac
een Liesbreuk of Darmgezwel en ee° Liesbuil, gelykelyk in de Lies o°s voorkomt, waarvan, mynsweteDS» by de Aucheufen niet veel exempelen te vinden , zoekt de Konftlievende Leerling hier vaneenftaaltjeoftwee> ik zal het hem toonen. ι X.
|
|||||||||
teemenen
hurva». |
|||||||||
Dat firn-
wyhn by een Lies- buil ovl^ wel een Liesbreuk gevondm yjord. |
|||||||||
TegennatuurlykeGezwellen. 34 f
|
|||||
IX.
Een geiêhikte Vrouw, die alveel'^i^**·
Kinderen hadde gebaart , vreezeride T? flm van naaren ontuchtigen man (dieon-WlMnz£. langs ter Zee was vertrocken ) tot mingen be- fooi, met een zeer pynlyk lAe%-Ge-vex-mvor^ Zwel vereert te zyn , ontbood een Voornaam Heelmeeiler, en deze my ook tot dit werk: Zy verhaalde ons haaren droevigen ftaat, en wy von- den zodanig een Gezwel in de Lies, 't welk zy zeide na het uitftaan van een zwaare geledeneKoude, meteen vehemente Buikpyn en nevensgaan- de Koorts, vry fchielyk te hebben gekregen. Wy daar op dit ingepakt en verhard Liesgezwel befchouwen- de, twyfFelde zelfs, ofhiereenLies- °uil (gemerkt haar mans quaad le- ven, of een Darmbreuk fchool: wy ordonneerden haar dan aanftonds een openende en Darm verzachtende Kli- fteer, en ik liet haar op dit Gezwel een braave pap van Flores Chamo- catapkf- ^IL·, Melilota, Sem-Anifi, Cumini,« ^a% Cerevifite Opt. Farina Lupino- Tu>n Fcenugrtfri, enz. heet gebrui- *en> om aldus, hoe dat het mocht Υ f zyn, |
|||||
54^ Verhandeling van de
|
|||||
zyn, in 't minfte niet tegens de ré?
gels der Konll te zondigen, d'ewyl tot beide zoo grooten verdachtheit was, en zu!x gelukten ons tot zoo verre, dat binnen vier a vyf dagen een Ettergezwel voprtquam , zulx ryp gemaakt zynde, en van zich zelfs laaiende open barden, zo is de zwe- ling wel haail genezen geweeft, maar •was nochtans, van wegens het daar ©rider fchuitend Breuk- of Darmge- JRwe'1,. genoodzaakt geweeft een zag- \t Hreukband van wst Bombafyn te eraagen. Op den achtften Mei 1691, ver-
kocht my den Weigeleerden Genees- heer Jüfephus Butler met hem , tot zyn medehulp , na 't Dorp Benne- iroek, by de Huisvrouw van W. R' timmerman, dien ik (daar komende) verttond , dat zy eerft een zwaare Buikpyn, met een opitoppinge des Dreks hadde gehad, en dat daar op 't iêdert met een hevige en geduuri' ge Koorts een zeer pynlyk hard Ge- we! in de rechter Lies was gevolgd ïulxdoor een Heelraeefter van het iiaaiÏ by gelegen Dorp Heemfiede 9 tast pappen ryp gemaakt, en 0»eE eea
|
|||||
Tegennatuurïyke Gezisj ellen. 347
€en groote verrotting c)er deelen op-
gebroken, en dus ter ontlading ge- Vordert zynde, 20 is ook daar bene* vens, met een vervarjrlyke ftank, den dus lang opgeftoptcn Drek, in zyn ophooping geweldig ter opening uit- gebarlten, zoo dat door den afgrys- lyken ftank, daarnauwlyxmenfchen by konden duuren. Wy vonden nu deze elendige Vrouw in dien foberen loeftand en uittermaaten zwak, met een korte , ongel yke , duiftere , ja bevende pols, drooge tong, en het wezen als te worfielen met de dood, Vervallen j hebbende (zo als men ons wift te zeggen, noch dezen voormid- dag zwaare Stuipen gehad. Den Ch irurgyn 't verband afdoende, zoo vonden wy noch met een groote ver- rotting en ftank, uit de wyd opge- barften opening (welkers holte van onder het ichaambeen tot in de hol-of pubis. 1'gheit des onderbuiks en'tGedarm- te doorging de pittt:n van de fluit- jes Appel Csna, dier.y kort te voren ^adde genuttigt , in en met den uk- zomenden Drek geloft. Uit het fon- ^^ent wierd gantfch geen afgang aieet vernomen. In 't kort, de za- ken |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
ken ftonden hier flecht, en niemand
geloofde anders als dat deze Lydfter in't kort de laatfte fnak zoude komen te geven. Hier bleek dan zeker, dateenuit-
geichooten Darmgezwel , en een Liesbuil of Gezwel in de Lies de plaats gelykelyk ingenomen hadde gehadt, en dat de fcherpe ftof van de zwrering niet alleen deszelfs dek- fcelen, maar ook onderwaai ds het uit- puilend Gedarmte, buiten twyiFel, mede aangeftoken door de ophoping van de opgeftopte drek hadde doof geknaagt en doen rotten. Wy kon- den hier dan niet beter aanbeveelen , als de dienftigfte hartfterkinge , en, indien zy konde , wat Kalfsnat te nuttigen : De diep verzworen ver- rotte opening vulde ik aanftondsmet platte wieken (na dat dit ftinkend hol fchoon gemaakt was) in warme Brandewyn , met Theriaca , Alofo en Myrrhe vermengt , gedompeltj taamelyk op , met een heet ge- maakte Pap uit Scordium , J.hfit>' . tbium, Ruta^ Florjss Chamom'illa eti Melïlotg, in oud Blèr gekookt, en met een weinig Farina Lupnorum en pa· .
|
|||||
TegmnafuurlykeGezweJlfn. $45»
Fanugraci vermengt, befraande, voorts
Oiaatige dickd drukdoeken, en een beknopte band , met een ilag maar tuflchen de beenen doorgaande, be- floot ik dit verband vry tamelykvafr, bevelende zulx den Heelmeefter, des anderen daags 's morgens aldus weder te doen : Dien namiddag gezament- lyk wederkomende , vonden wy dc Lydfter wat beier, en het verband los doende , de ftinkende fledders , en wat zo verrot was, aan 't fchei- den j met minder ftank en uitftorcing van Drekj dus deed ik weder't ver- band als den voorigen dag, en wy kregen op deze wys, in't kort, een volkomen fcheiding van al het quaad, een gezuiverde zweer , verminderde Stank , en Drekloozing, met een inerkelyke toeneming van Krachten} dies wy haar, dewyl zy nu fomwyl Wat yoedzel begon te gebruiken, het Kalfs- en Hoendernat, Krentibpjes, Bier en Brood, en diergelyk zacht openend voedfel beval, en bragt nu tisgens de gezuiverde Grond met ge- 'ipegzaam vafte wieken s dit volgend ^eQeesmiddel, |
|||||
$£. Gaml
|
|||||
ySö Verhandeling van de
jjt. G.um. Elemn. 3ÏJ
Β al f, Cópaiva, |β Sp. Fin. SJ Hier mede de Ulceratie noch
maatig opvullende, zo heb ik nu', in plaats van de pap, met een ver- fterkende plaaftei1 , goede drukdoe- ken en binding, het Gezwel maatig vaft befloten, ende noch de voorige ililre met ernftaanbevoolen. In fom- ma, het gelukte ons in dit buitenge- meen voorval uitermaaten wel, mee de Grondplaats volkomen geflooten te krygeri, zo dat den afgang door de natuurlyke wegen weder te voor- ichyn quam. "K gaf order aan den Heelmeefter van Heemflede^ op deze wys vlytig voort te vaaren, en vor- der, zoo dra als het vleefch genoeg uitgezet was, opdroogende Genees- middelen , en als dan (vooral de vef- eifchte noodige binding) met opvul- ling van Drukdoeken in de holte vaO de Lies te gebruiken , tot dat de Zweer volkomen zoude gefloten zyn» * riemende daar op myn affcheid, metd£ wenfeh van een voorfpoedige Ge°c" |
||||
Tegenmtuurlyhe Gezwellen. j ƒ* ι ■
En alhoewel dezen eenvoudige»
Heelmeefter , op dien tyd , als de ftood 't grootft, en de Vrouw op 't Zwakft was, ons geliefde voor te ftellen ,- of 't noodig was, dit hol tot aan de plaats van het befchadigt Ge« darmte open te ihyden, om dus toe aan de Grond van de quaal te komen? Dewyl deze Vrouw toch anders ze- ker fterven moeft j en dat hy, als Wy hem vraagden, op wat wys, niee eens aan hetYsbeen, dat ons daar toe in de weg zou zyn, hadde gedacht, 2:o droeg zich nochtans dezen goe- den Konity veraar, zo vlytig, na al- les 't geen wy hem aanprezen, dat hy in zyn handelen gezeglykheit veel Waanwyzen en opzwetzers (die meer- maals zeer bandeloos worden bevon- den) befchaamden. Want eenige weken hier na konat
deze Vrouw zelfs aan myn huis, öiaar waarlyk ik kende haar niet, ^ynde nu welgedaan, fris, gezond, fchoon en bloozende van wezen. Zy êaf my te kennen, dat zy die Vrouw Vatï Bennebroék was , ende verzocht m3S dat ik haar, tot haargeruftheit 23och eens beliefde te viüteren, het welk
|
||||
Verhandeling "Jan de
|
|||||
welk doende, zo vohd ik nu noch
maar een klein fpelde gaatje van dit groot Gezwel ongefloten, en verder alles vaft en volkomen vereenigt. ïk gaf haar een rolletje Diapalmplaa' fiers, waar mede dat ook dit klein överblyffel wel haaft volkomen floot zy is t'federt gezond en welvarende geweeft, hebbende onlangs (dewyl zy noch jong is) in't Kraambed ge- legen , en een braave jonge Spruit overgewonnen, zonder dat iets van 't voorgaande Gezwel weder opge- daagt is. Op den eerftenjanuary 1604. ver-
Zocht my zeker deftig Geneesheer, by zyn Dienftmaagt, dieveertigjaa- ren oud was, dien ik niet alleen met een geduurige Koorts, Flaauwtens en verval van Krachten, maar noch daar bénevens, na 't uitftaan vaneen zwaareBuikpyn, eerft met een groot verhard ende nu zacht Gezwel in de rechter Lies , belaft vond te zyb j het welk in zyn opkomft uittermaa- ten pynelyk, nu gantfeh onpynelyk was geworden. Haar vifiterende , bevond ik de verhevene plaatiè des Gezwels al t'eenemaal zwart en ge" grao=
|
|||||
Tegennatuurly fa Gezwellen. 3^3
grangeneert te zyn, en in het op-
drucken met de vingeren, even als een Ettergezwêl, 't geen ons opge- vuld van Etter vóorquam. Myrï raad was terftond, dat hier wel eerit een zwering kon zyn geweeft, maar tegenwoordig, door de voorgaande opblaazingj Gifting , uitzetting en verrotting in het Gedarmte, de te faam vergaderde en opgehoopte drek eerlang, met een afgryflyke ftank , en 't grootfte gevaar des levens fton- den uit tebarften: de vrees voor dien Üeffelyken reuk befchikten haar^ op dien zelven avond noch, met een £verdekt Sleetje, van daar, tot in naar broeders huis $ daar wel haaft dien geweldigen bocht met een ver- Vaarlyke ftank uitftorte. Ik gebruik- te in deeselendige Dochter geen pap- Per>, om de deelen des onderbuiks n*et al te flob en week te maken , Waar wel het Emplaflrum de Lab· dano, krygende met dit volgend la- vement gewenfchte fcheidingvandes ^*ezvvels verrotte en Hinkende Sled- es en verftorve bekleedfelen dezer oelchadjgde deelen. Ζ y 1g.JPulvi.
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
ψ. Pulv, Myrrh.
Aloés. en. Jij
'Tberlac. Andromaeh. giïïj Spir, Vin. ξν ψ. f. Lavamentutn.'
Zulx heet, en met wieken daar in
nat gemaakt zynde, vulde ik, na de fcheiding en ontlafting van het be- dorvene, uit dit vervaarlyk hol, vry taamelyk op; daar over dat ik dan de Labdanum plaafter, voorts genoeg- zame kleine dicke Drukdoeken, en een bequame binding, die maatelyk 11 oor, overvoegden. Het verband was dusdanig, ik or-
donneerde haar een bandje van zacht Bombafyn om de middel, het welk zy aanhield: Voorts andere bandjes 3 die men in yder verband verichoon- de, beftaande zo een bindfel in drie a vierftrookjesLywaad, dieaanhaaf beginfel gezaamentlyk vaft genaait zynde, van agter aan't Lendebandje met twee Luurfpelden wierd gefpelr? de nederwaards hangende lïrookcn tuflehen de beenen over deze befcha- < digde deelen loopende , wierde*1 voor op de buik, aan het mid<lel·- bandje, als agter, doch yder ilroofc be;
|
|||||
Tegênnatuurïyke Gezwellen, ^ff
benevens ' de ander , verfpreidender
wyze, vaft gemaakt, zulx dat dus de vereifchte binding, zo los, of zo 1 ^aft als't behoorde, met weinig ont- blooting, beweging en moeite ge- voeglyk konde gefchieden. Zy was Uittermaten zwak, doch nu vermin- derde de Koorts, flauwtensen ftanks en begon zy nu weder wat voedzel , doch meeft lepelfpys, te gebruiken : ttaar die haar meermaals plotfeling weer ontliep, en zich (inzonderheic het Bier en Brood) tot de Lies uit- ftorten , evenwel kreeg ik dit hol zeer voorfpoedig met een goed vleefch vervult, tot zulx, zo draa de grond gezuivert was, niet meer de boven gemelde betting , maar ons vleefch groeijend digeftyf gebruikende, en öu een fchoon roode vlacke Zweer verkregen hebbende, zo heb ik die zeer geluckig ende voorfpoediglyk door platte wieken met ons EmpL·- firum Grifium beftreken , onder een oiaatige en vafte binding geheelt, ■m ^s dat noch eenige weken een " ^'ein Speldegaatje open bleef j het geer» eindelyk mede volkomen is ge- «ooteri5 en zy aldus, door des Ζ ζ Hee- |
||||
|f 6 Verhandeling mn dé.
Heeren Genade, tot haar voorgaan"
de Gezondheit herftek is gemor- den. Ik hield deze lydzaame Dochter,
onderde Kuur, als iemand, diezyn been heeft gebrooken, gedurig zoo ftil op de rug te leggen, als het haar doenlyk was; op dat den gequetften darm ('die ik geloof de Colön te zyn geweeft) tegens de vleezigftc deeltjes van de Penszak en des on- derbuiks des te bequamer mocht ko- men aaneen te hechten en te fluiten, want als zy naderhand, wanneer de opening alzeer kïein was geworden, maar voor een weinig tyd uit het bed begon te komen, zo quam noeh al meermaals een dun en taanagtig vogt, als met een tap uitgeftort, zo dat ik haar daarom te ernftiger, tot aan het gewenfchte einde, van de Genezing» de ftilte, en het leggen heb aanbc voolen. Onlangs te voren, zocht my dien
zelfden Geneesheer, tot hulp by een van zyne Lyders , zynde een jonge Vrouw, dien ik met dézelf" ' de quaalen bezocht vond , ik fti*~ noch al wat moed om haar te red- den ï |
||||
TCegennatuurlyke Gezwellen, ^fj
den , maar haar Heelmeefter , die
3ioch jong , ende my al vry wat j^aanwys voorquam , fchoof, zoo ocleeft als hy kon , myn volvaar- digheic, tot zyn hulp en byftand van der hand : Ende de Man , de °nkoften van twee Heelmeefters ontziende , zoo was myn dienft daar gedaan , met dat ze begon , €n deze Lydfter, vier a vyf dagen daar na, ontweid en op het Stroo geleid zynde, uit alle haare elenden Rerioft. |
|||||
TL· J[ HEi/æ
|
|||||
3f8 Verhandeling van de
HET XVI. HOOFDSTUK-
Van de Gezwellen Antrax, Caf
bunculus, of Negenoog, Fu-
runculus, Bloedvin, Pana-
ritiunij de Vyt.
X, Befchryving van het Negenoog. 2'
En in welke deelen onzes lichaaW^ dit gebrek gevonden word. 3. PeS" zelfs verfcbeide foorten. 4. En ge- dachten over deszelfs Oorzaaken· f· 't Gevoelen van den Schryver hief over. ó. Deszelfs verfchéide teeh' nen- 7. Voorzegging. 8. Genezing p. '/ Quaad gevoelen van W. B^" lette. 10. En van St. Blankfl&n'· 11. Welke voeder legt worden. lZ' Verdere Aanmerkingen aangaan^ e Genezing. 13. Genezing der Bloe®' winnen. 14. BefchryvingvandeVyt» lf. En deszelfs Genezing. . |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 5 ƒ o
|
|||||
Ê Ooi in Pefttyden, Peft-Kool of Befihry- ^
anders ook Negenoog genoemt, v'»gvatt't is een Gezwel tegen de Natuur, in 'ß*çïïß* eenig uitwendig deel des lichaams ycm-lm'cti- hard , Knobbeiig , wederftreevig , lm.' ignn$ met Otititeekiog, hitte, fpanning ,Perfims. Klopping, ftekende pyn, enz. I ï.
Zy komt in allerlei uitwendige i»W^e
deelen den menfch te befpringen ^deelm doch evenwel, volgens myn bevin- °i"^"ams ding, meer in de handen en vingers, dhpbrei-, als in de voeten en toonen, en alzo'gwondm gereed in ie Peezige en Zenuwach-lwA tige, ais in de Vleeiige, Spierach- t'ge en KI ierachtige deelen. In de Amandelen of Keel klieren,
fcyn my die meermaals groot en vin- nig voorgekomen. Zelfs de litten, einden en toppen
der vingers worden van dit Gezwel ^el zofel beftormt, dat met een ve- ^emente pyn, ontfteking enopipan- °'ng deze onreckelyke deeltjes van ^^kanderen fcheurende 5 komen °Peo te barften: bedervende deszelfs % 4 boQS·*;
|
|||||
5 60 Verhandeling van de
boos- en quaadaardig ingeftort fap ,
al meermaals, zonder dat eenigKon- ilig Meefter het kan beletten , de zenuwen, peefen, vlicfen, alsmede de beentjes zelfs van deze tedere werk- tuigelyke deelen. I I I.
Ww ^ 1$ °^ ^e^emn&^ en befmette-
lwm'.e lyk m tyden van Peil:, anderfints niet befmettelyk, maar nochtans wel fomwyl uitneemende quaadaar- dig. Zy word, wanneer ons groot en
Carbumu- quaadaardig voorkomt , Negenoog
&/~<fcM»v»jfgenoetnt, de byloopers en die klein
lurtmculusZyn , pronken met den naam van
Bloedvin, Bloedzweer, Puift, enz.
Somwyl komen de Negenoogen
in een meerder getal te voorfchyn , met een groote ontfteking en alge- meen Gezwel, de gantfche deelen be- flaande. I V.
Gedmhten De Ouden hebben des Negenoogs
iverdts- oorzaak, een onmatige hitte, brand,
ailfsOor- en 0p£jedinge in het bloed, ende de
Stoffe dezes Gezwels, uit een heet,
zwart»
|
||||
\tegennatuurlyke Gezwellen. 36Ί
|
|||||
iwart, verbrand, grof en aardach-
tig bloed voortkomende geoordeelt te zyn. De nieuwe zyn zelfs de zaake niet
£ens. Sommige ftellen , namentlyk in de niet befmettelyke Negenoog , die ons dagelyx voorkomt, vermits desGezwels fcherpehitte, aangroei, drift, fpoedige opkom ft, doorboo- Hng en uitbarfting door eene vafte «uit, fpouwende in een zo geweldi- ge veelheit deszelfs Kool en vuilig- heit uit, latende, als de fledderszyn uitgevallen , doorgaans (immers in de vleeiige deelen) wel een zeer diep n°l, maar nochtans eenfehoon rood v|eefch, en gezuiverde zweering na, die fpoedig geneeft, altemaal teeke- nen, dat alhier niet een Koud fly- ïoerig zuur, 't welk andere willen , öiaar zulx, als ftrax gezegt is, deze •^egenoog voortbrengt. Carbuncu- •Andere ftellen de oorzaak (voor- Us'
"aamentlyk die van de Peftige Ne- Eenoog) een vluchtig corrofyf zuur .e zyn, doende het bloed zeer fchie- yfe verdicken, verftyven en ftrem- metx» waar door dat zelfs de voor- «aarrie Slagaders worden als eenig- Z f ünts |
|||||
5<ïi Verhandeling van de
fints tTaamgetrocken en beklemt,zo
dat in het bloed geen genoegzaam vluchtig Zout en Geeften worden ge- wonden j waar door de ommeloop des Moeds word vertraagt en verhindert, ende de Lyders zo haaltig komen te {heuvelen. Daar dan het bloed door een fcherp en knaagend zuur 20 licht ftremt en ft.il Haat , daar worden ook (zo zy gelooven) te eer- „PejStfosua-der dusdanige belmettelyke Negen- Ie dr&ac-oogen voortgebragt : Ziet hier van «uk. breder Over kamp, inzyn zogenoemt Nieuw Ge huw der Heelkonfi, Kap. f - pag. zo^.· 2.1$. wiens omftandige en- de wydloopige Stelling, al vry wat waarichynlyk tchynt. Evenwel ge- loof ik, dat hier al vry wat op zou- de konnen gezegt zyn, doch die hier op een kort en bondig antwoord zoekt , wys ik tot de Pefifchryving, van den Geleerden Heer Paulus Bar' èettey pag. 6-8. v.
** Gewdm De oorzaak van Peftilentialc ziek-
■am im tens en accidenten, moet dan (myns ',, ikirvwit· oor^eels) voornaamentlyk in de be" fmettelykheit der Lucht gczogtzy"» de-
|
|||
, l'egennatuurhkeGezwtikn. 36}
dewelke 20 algemeen de behoorlyke
vaftigheit der menfchen bederft, los maakt en vernietigt, de Geeiten uit- blijft, de hitte verftikt, enzovoort de Krachten vernielt, waarom dan ook niemand zo licht deze bezoeking Godts kan ontvluchten. VI.
De Negenoog neemt zyn begin- ^eszeifs
fel van een Kleine Puift, met har-^g^f digheit , fpanning , ontileking , en een zeer hevige pyn: Zy groeit door- gaans haaftig, en baril eerft met ee- nige kleine gaatjes open , daar op dat de huit wel haaftt'eenemaal vanmal- kanderenfcheurt, dan vertoont haar de bruine, of tenminftenblauwcoa- ïeurige Kool, die onder het uitlos - fen des Etters met alle zyn vuile dot- ten en fleddersuitzweert, en laat (na , dat hy groot is) een holte na, die vorders na de Konfc moet worden ge- nezen. Sothtyds is zelfs deze niet befmet-
telyke Negenoog, met een geduu- ïigeKoortfe, beving, walging,bra- king 5 fiaauwtens, én groote be- aaauwtheit des herten verzelt5 alles, na
|
||||
564 Verhandeling van de
|
||||||
na dat derzelver ingeflootene ftoffe
quaadaardig befpeurt word. De befmettelyke Negenoog ver-
toont zich blaauw , ook wel bruin, ten minften loodverwig van couleur, het Gezwel komt al doorgaans wat kngzaamer als de niet befmettelyke voort, de pols is duifter en klein, en veeltyds met bezwyming , flaauw- tens, Koud zweet, en een bruinag- tige dorre tong, verlies des appetyts, itinkende adem, benaauwtheii des herten, flaauweftem en flaperigheit. Doch fomtyds zyn de lydersookwel ylhoofdig en raazende, alles, nadat dan de hoeveelheit van dit peftig fe- nyn, en de plaatfe, die zy heeft inge- öomen. VII.
Indien de befmettelyke Negenoog
inflaat, zoo komt deszelfs quaadaar- dige ftofFe wederom onder het bloed tot in't hart, en den lyder aldus haafc ten einde van zyn elendig leven. Zelfs de niet befmettelyke Negen-
oog kan zo quaadaardig zyn, dathy inflaande de dood veroorzaakt. |
||||||
U
|
||||||
fegennatuurlyke Gezwellen. $6 f
Zy Iaat V als de Korft of Kool is
uitgevallen , een diepe uitgeholde zwering na, als of die door een zeer lcherp arknaagend middel was ge- maakt, fomwyl met corruptie van het Gebeente, van Zenuwen , Pe- fen, enz. Zy is na haar grootheit, quaad-
aardigheit, en na de waardigheit des deels, 't welk zy heeft ingenomen, te vreezen. vin.
Tot de Genezing moet de manierG«»«*«^
des levens, als in de Verhandeling der^*^ algemeene ontfteking vertoont is, ge- reguleert zyn. Grooter onderfcheit moet men be-
trachten in de waarneming van de tweede oorzaak, want de Negenoog (zelfs de niet befmettelyke ) moet noch door het afzetten , noch door het aderlaaten wederom inwaards tot in het omloopende bloed zyn getroc- ken, of de quaade gevolgen zullen % den onvoorzichtigen Heelmecfter, ^c ichult van de dood des lyders wel ,,nogelyk haaft, doch te laat, doen hervinden. Hes
|
||||
3<fó Verhandeling van de
|
|||||||
Het maatig zweeten is beeter en
veiliger, zelfs al is de Negenoog van de quaadaardigfte foort niet, de be- fraettelyke vereifcht zweetdryvende, en vooral hartilerkende Geneesmid- delen , die wy den Heelmeefter aan- bevelen. I X.
|
|||||||
'/ Quaad In de goedaardige Negenoog be-
gwodm veejt jen Ouden Vader Jlquapendens, IZkttèT *°°T de achtbaarheit van Galenus ge- ftyft , het bloed (zelfs tot. bezwy- mens toe) af te laaten : Of wil dat niet gelucken, met verkoelende Ge- neesmiddelen, doch deze raadgeving is niet alleen verwerpelyk, maar ook ten hoogften verfoejelyk , als mede alle verkoelende terugdryvende mid- delen óp dit Gezwel te gebruiken , 20 als docnmaals de gewoonte fchynt geweeft te zyn. Ziet daar van wy- ders dien genoemden Auteur op pag. 39f.
Veiliger en noodiger is het, dat?
zelfs op de niet befmettdyke Negen- oog , vry fterke uit- en voorttrec- kende middelen worden gebruikt » die met een krachtig rypmakende er» |
|||||||
TegennatuwJyke Gezwellen. \$y
|
|||||
den Etter verweckende moeten zyn.
üccht tegen de leering van dezen ■dquapendens , die geen Et ter maken» de Geneesmiddelen wilde gebrui- ken. X.
Zelfs worden de Ettermaakende Exvansti
Geneesmiddelen by dien naarftigen£ίa^^^Myί,' en beroemden Pauïus Barbette ver- acht ; want, zegt hy, deFogten zyn Van zelfs tot de bederving genegen, en nochtans moet de Ettermaking en dus de ontlafling ten alderfpoedïgfien worden beyvert. XI.
Do&ör Stephanus Blankaart in zyn »«**«»·:
*o genoemde * Konflkamer der Heel- ^gtver~' konfiy pryft niet alleen aan zacht den "üik te zuiveren, dat wel fomwyl niet zo nadeelig kan zyn, maar ook ^en weinig bloeds af te tappen door ^et Aderlaaten, Koppen, of Bloed- zuigers. Maar hoe zal men dit van *kzen Geneesheer verftaan ? Zal men Ader-
' ^tePh. Blankaarts KonftkamsrderHes!»
|
|||||
^68 Verhandeling van de
|
|||||
Aderlaten? Zó komt zuïx immers in
het lydende deel niet te pas; doet menhetineenig ander deel, 20 word de fehadelyke ftoffe des Negenoogs weder tot onder het bloed getroe- ken} dóet men 't door Koppen, het geen hy belaft, ik wil immers hoo- pen, dat hy die niet anders, dan op 't Gezwel zelfs wil ftellen , eti zo mede de Bloedzuigers , evenwel zegt hy niet anders: wat zal dan den Leer- ling , die dezen man zyn Boeken zo greetig döorfnuffelt, beginnen ? Nademaal dat hy in dit geval geen verder onderfcheit, daar het onder- fcheit nochtans zo groot is, gelieft te maaken. Het zal dan beft zyn * dat de leergierigen , by geoeffende Heelmeefters , en bondiger Scbry- vers, eer zy tot zwaare fouten ver- vallen, haar klaarder laten onderwy- zen. Tot de Genezing wil hy de voort-
kruiping van de Negenoog beletten en tegengaan, en ordonneert tot zui~ vering het Butyrum Antimonn, ook in zyn eerfte plaafter eenonce JE>0£° of het Spaansgrom } in zyn tweede plaafter beveelt hy de Calxfiva, de Can«
|
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. $6^
Cantharides ,de j&rügoj Vitriolum Ro-
raanum\, Arfenecum, als mede wyders her Unguentum Mgyptiacum, of de urt-i fnyding der Kool, enz. XII.
Öp dit alles luft het my tot waar- -Aanmir- ïchouwing van den Leerling dit wei- ^'"s'"'s o ,ii- aangaand
nige te zeggen , dat de voonkrui- de Gene-
ping (waar door ik "niet anders dan^wg·
de aangroei van de Negenoog ver- ftaan kan) geenfirits moet worden Verhindert noch tegengegaan j want indien wy dezes Gezwels uit- op-ert Voortkomft willen bedwingen , zo bedwingen wy ook meteen, de uir- dryving van dit boos en verderfelyk quaadj'en houden wy het binnen j 't zal alles bederven, waar het aan- hecht : Want de quaadaardige ftoffe des Νegenoögs verbrand en verteerd zeer haait de Van haar ingenomenè deelen dien zy beilaat, met verzwa- ring van Koortfe, flaauwtens, be- "aauwtheit des herten , enz. gelyk . ^y zulx, zo klaar en Zichtbaar, da- Selyx in de verkeert gehandelde Ne- 8enoogen, Peftbuilen, enz. die met Vcrkoelende en te krachteloozé, of Α a irïeÉ |
||||
37^ Verhandeling van de
|
||||||
met de niet vereifchte uittrcckende
middelen behandelt zyn, komen te ondervinden. Het is wel waar, dat de Ontfte-
king en hitte in de omgelegene dee- len , als mede de pyn zeer groot kan zyn, maar daar toe moet een pyn- ilillende en uitwaaflemende pap , doch niet zoo zeer verhittende, fchroeijende en droogende, als ons die Overkamp * opdift: Maarzo als by ons in de Ontiteeking getoont is, worden gebruikt, en onder des moet evenwel dien boözen wolf, die in zyn ingenomen poft zo veel quaads doet, zyn lyders met hevige pyn en toevallen, en zyn bedwingers en te- genhouders met fchande beloont, met kracht uit zyn hol zyn gevordert , en zulx gefchied geenllnts met be- dwingende of inhoudende, maar met fterk uittreckende vorder uitleeken- de ryp- en Ettermakende Geneesmid- delen. Wat nu wyders de bovengenoem-
de fcherpe, indroogende, Korftma- kende en fcherpknaagende midde- |
||||||
* Kap. XII. pag, 382.
|
||||||
iTegennattiurlyke Gezwellen. ' yjl
len m och te betreffen, de zulke kan
ik geenfints pryzen , nademaal dac ook zelfs niet de befmcttelyke Ne- genoog niet aldus, fnaar door de al- derkrachtigfte uittreckendeen voorts Etterverweckende Geneesmiddelen j, onder 't gebruik van zweet- enhart- fterkende Geneesmiddelen, veel voor- fpoediger, veiliger en bequamer kan uitgelokt j en ter gewenichter ont- lading zyn gevordert. Ik weet zeer wel $ dat de vrees
Voor het wederom inilaan j het ge- bruik van een diepe Korft te maken Om'tquaad ook op dusdanig een wys te bedwingen , aanpryit , maar ik ben ook verzekert.* dat onder des de tyd tot des zelfs alderfpoedigfte ont- lading, diealhierzo noödig is, word verloren i en dat alle deze fchadely- ke ftofFe, die tot het lydende deel j of ingevloeit is j of noch invloeijen- de vaitbakt en droogt $ deZweetga- ten aldus meer en meer worden ge- ilöoten, en de uitwendige werktui- gen $ ajs aders, flagadefs, zenuwen*. P'efen, enz. zeer licht gequetit, of ter> minden onderwyl konnen wor- den befchadigc. Meerder pyn,. tyd Aa*. e& |
||||
37* Verhandeling van de
en arbeid zal het koften om den Et-
ter, die tot de losmaaking en fchei- ding zo noodig en dienftigis, te ver - krygen. Andere vreezen de verrotting, die
meermaals in eenquaadaardigeofook wel befmettelyke Negenoog word gemerkt, zoekende daarom liever het Mgypüacum , het Vitriol, het Spaans Groen^ en diergelyke fcherpe arknaagende middelen te gebruiken * . en dit heeft wat fchyn , en komen dusdanige hulpmiddelen , fomtyds zeer wel in de verrottende zweeren, maar nochtans (myns oordeels) al- hier geenfints te pas. 't Is wel waar, en zelfs heb ik in Peftbuilen, Pefl- kolen, en diergelyke Peftgezwellen, meermaals , en ook in onze uitreis na Ooft-Indiën, fommigen met een groote ilank en verrotting gemerkt $ maar evenwel daar benevens ook on- dervonden , dat onder het gebruik van de Spiritus Vini, de Theriaca , èfi Myrrha, Aloes, als mede het R&~ dix Vincetoxki , Angelica , Ar'f flolochia , Scordium , jRuta, Ah fin· thiwniy en diergelyke Hulpmiddelen, en zulx te eerder, als daar by den Et-
|
||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen. 373
Etter gevordert en ontlaft wierd, die
zware toevallen voorfpoedig wierden overwonnen. Wat de uitfnyding der Kool, of
. Korft , tot in het gezonde Vleefch. belangt, ik zegge, dat zulxvanDr. Blankaart vee! lichter bevolen , als doof een braaf Heel meefter met voor- deel kan uitgevoert worden : Want immers is doorgaans de Negenoog } gelyk die ons dagelyx voorkomt, als snede de befmeuelyke, wanneer die noch in.'zyn opkornft is, zoodaanig tuflchen, en aan de Pefen, Zenuwen, Vlieièn, Klieren, Bloedvaten, enz. vaftgehecht , dat dezelve geenfints zo gevoeglyk, als den onverzochten het toefchynt, is uit te fnyden, en Weg te nemen. XIII.
Wy laaten dan zulke onbedrevene Genezing
Leermeefters vaaren, en houden hetder Bloed' veel liever met onze oude, zekerfte en allerveiligfte manier, dat is , ge- . lyfc nu in dit, en wel voornaament- s ^yk in 't voorgaande Hoofdiluk ver- toont is, met de ald erkrachtigfte uit- brekende , ryp- en Ettermaakende Au 5 Ge- |
||||
574 Verhandeling van de
|
|||||
Geneesmiddelen, en is de Negenoog,
ofhardneckig en traag, of befmet·' telyk , en wil hy niet voort, zoo maakt men noch wel een voornaame Blaardracht recht op zyn Kruin, en men zit 'er voort met loutere ver-s warmende uitlockende middelen ag- ter her, tot dat dezen pruilende bul- lebak meer en meer voortkomt , en onder de verwackering des Etters zyn quaad komt uit te fpouwen , want zonder de vordering van den Etter, onmogelyk geen gewenfchte noch ontlafting van de boosaardige ftoffe des Negenoogs kan worden verkregen. Dusdanig is daarom in dit Gezwel
myn practyk, en zulx al doorgaans met een zo voorfpoedige ende ge- wenfchte uitflagj dat ik nooit eerder pm-mptio. de vrees voor verrotting of veriler- ■ ving te boven geraakt, als wanneer ik de alderfpoedigfte Ettermaaking betragt en verkryg : Gebruikende vryelyk en onbefchroorot de krach- tigfte uittreckende Geneesmiddelen, of een braave verfterkende en ryp- ' maakende pap, of ons 'EmplAflrumde Meliiuia, met rykeiyke Vygen daar |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, yjf
onder gewerkt, en voort met ons
Unguentum Bafilicum in, als mede na het uitvallen der Kool, waar mede dat ik noch dagelyx, zelfs grooteen OjUaadaardige Negenoogen voorfpoe- dig kom te genezen Doch wanneer eenig Pees- of Ze-
nuwachtig deel, of ook 't Gebeen* te , rnet het uitvallen der Kool, Oiogt bloot geraakt zyn, zoo moet men vooral de lucht, en de vettig- heit daar invermyden en weren. Be- 9^amer zal dan de holte met poejer- tjes uit Myrrha , Maflix, OUbanum -drifiolochia , en diergelyke konnen "Worden beirrooit ; en dus wel het veilig!t de groei en genezing, alsme- de de fcheiding van het gene be- derven moge zyn, worden verkre- gen. Men moet mede in alle Pees- en
Zenuwachtige deelen, als daar zyn de handen en vingers, alles zo veel als ons doenlyk is, voor opkrimping (die dezelve zeer onderwarig zyn,) kefchuuen , gebruikende in allerlei **ttergezwel!en en Zweeringen de- ^8r werktuigelyke déelen, verzach- Aa 4 ten- |
||||
§7<S Verhandeling van de.
|
|||||
tende lenigrnaakende pappen , en
.vordere Geneesmiddelen, op dac (je vltefen , yefels, huit, peefen en zenuwen haar vereifehte en noodige reckelykheit behouden,die anderfins met fterk verhittende, droogendeen der deelen inkrimpende Geneesmid- delen zeker zullen inkrimpen, gelyk dan van zu.lx hyzonder hier na zal konnen gehandelt worden, XIV.
fefch'ry- Wat nu de Bloedvin of Bloedzweer
■t/ws-uiiBifebelangt, dezelve konnen doorgaans, Γ-3"· in een meerder getal, en laten 't pur- Turuncu- geren vec{ veiliger toe, eVenwel dient
ï ' ook het zweetengevordert, deszelfs Genezing wil insgelyx beft door de
Etterwording gefchieden.
X V.
Deszelfs Als mede de Vyt des vingers, die.
Genezing, meermaals flechts uit een druppel of 'panari- twee fcherp corrofyvig vocht ónt- Upm. ftaande, zeerhaaftigdat deeltje, dat zy beilaat , doorknaagt en bederft. *
Waarom dan ook daar in de alder~ fpoe-
|
|||||
tfegennatuurlyke Gezwellen. 377
fpoedigfte ontlafring , ja zelfs wel
iomtyds door een voorzichtige in- fnyding (daar het de noodt en de hevige pyn vereifcht ) in de zyde des vingeis moet worden bewerkt, of ten zy dat men door een pyn- ftillende ftooving , ofjtep, en mee de buitenite huit watJ^Btit te ge- ven , of (dat my altoos na wenich gelukt is ) mer^^^erf groote Blaar- drachr, vanSpaanfchevliegenj in die pynlyk lid des vingers, te maken, dé gewenfehte verlichting komt te verkrygen, en zulx te lichter (daar ik het noodig oordeel ) onder het gebruik van een zweetdryvend ruft- foiddel, gelyk als dit volgende: Jji. Rob. Sambuc.
Di&fcord, an. Bij Laud. Opiat. gr. j Croci Britt. gr. iij m* f, bolus,.
Of,
ψ, ükjafcord. Fracafl. $j
Ocnl. Cancr. pp. $β Laud. Opat. gr. j.
Crm
|
||||
%jS Verhandeling van de '!
Croci Britt. gr. vj
Aq. Mei;f. |yg; " liob. Sambuc. jij »/4 ƒ. hauflus.
Nota. Men kan ook een pyn-
ilillend papje over de vinger en langs de loop der pefen op de hand bezor- gen. Hebbende nu al in meenigte van
jaaren , geen opening anclers dan de Blaardracht, in dit Gezwel behoe- ven te maken. De jonge Heelmees- ters konnen, zonder te fnyden, my dit na doen , indien bec haar be- lieft. |
|||||
HET
|
|||||
TegennatmrlykeGezwellen. yjs>
|
|||||
HET XVI. HOOFDSTUK.
Vaa de Vochtbreuk , Hernia,
Hijmoralis,
I. Befchryvhig van de Vochthreuken ,
dat dezelve van andere Liesbreuken, moei onderfcheiden moet worden. 2,. Deszelfs verfcheidentbeit. $. Oor- zaaken- 4. Teekenen. f. Twee aan· werkenswaardige waarnemingen. 6, Noodzakelykbeit van dit Gezwelwei te onderkennen. 7. V Onderfcheid tujfcben dè Vochtbreuk en Darm- breuk. 8. Waar op men moet ver~ dacht zyn, wanneer deze Vochtbreuk zich zeer groot opdoet. 9. Eenige toevallen, 111 elke deze Vochthreuken famwyknverzeilen. 10. Eenige aan- merkensw aardige Waarneemingen. f.
\T7Anneer de deelen des Gemachts Btjikiy.
* mee een üntfteking ofte Ge - w?i£ ™H<&
*>1, het welke uit hec Bloed, &£?***" ul a cf andere t'faamgemengelde ' ι
Voch-
|
|||||
3 8o Verhandeling van de
Vochten, voortkomt, word aange·
taft, zo hebben de Oude zulx een #«7K4H»-Vochtbreuk genoemt , als uit een merdis. vermengeling van t'faam- en inge* vloeide Vochten offappen, alzo men het hedendaags belieft te noemen j ontftaande. Wy willen deze naam niet betwiften, want het moet ons bekend zyn , dat , hoe fommige nieuwelingen daar tegens ook mo- gen fchrollen , nochtans een Qnt- iieeking in de oogen een oogontllee- king, inde Keel een Keclontfteking in de Zyde een Zydewee, en in de Long een Longontfteking voort- brengende, desgelyx deze deelenbe- ipringende, een zo van oudsgenoem- de Vochtbreuk maakt $ die voor al wel dient gekent, wanneer men ze van een Darmbreuk, Vleefchbreuk , en diergelyke ongevallen in 't Ge- macht , recht zal onderfcheiden en wel genezen. II.
|
|||||||||
Tteszelfs
■verfchei- dtmheit. |
Deszelfs verfcheidentheit beftaat
in het onderfcheit der itilftaande en |
||||||||
opgehoopte t'faamvergaderde Voch-
ten, die het Gezwel en d'Ontfteking heb·?
|
|||||||||
Yegennatmrlyke Gezwellen· 38 ï
hebben gemaakt, of in de vericbei-
dentheit der deelen, die meeft bezet lyn: Somtyds is dit Gezwel klein , fomtyds grooter, of wel tot een ver- Vaarlyke grootbeit opgezwollen eo aangewaffen. Somwyl zyn maar alleen de bui-
tenfte bekleedfelen van het Balzak- je, fomwyl ookdeOpperklootjesen^/»;^ de Zaatballen zelf, als wel meermaals niet alleen de Waterblaas, maar ook " het Gedarmte* deLieiïche, den on- derbuik, de Billen, en Dyen van de ïelv.c ontftceking. bezet en ingeno·* men. Qf zy is verhard , en ook wel
cjuaadaardig en pockig, en daarom ïDoet haar verfcheidentheit voorts uit de oorzaak worden gekent. Ι Ι Γ.
De oorzaak dan van een rechte OorzAhtn,
vochtbreuk is, gelyk in de Verhard deling van de Ontfteeking en de Belroos genoegzaam vertoont is, Uit- en inwendig. Van uitwendi- b * Se komt dit Gezwel door allerlei ^waare beweginge, te paart ryden, öoor vallen, flaan, fchoppen en ook door
|
||||
\ 81 Verhandeling van de
door het al teveel knellen der Breuk-
balden, en verkeeerde maniere varl binding voort, waar door deze te- dere en zeer ontfankelyke deelen * door de t'faamvergaderdeöphooping en het verderf der gekneufde Üil- ftaande Vochten ^ tot groote Gezwel- len uit- en opgezet komen te wor- den. Die door een onzuivere byflaap j
of door opftopping van een Druiper* of vuile Zaadloop ontftaafi is, zullen sarcocele wy onder den rang van een \<']ecfch- brcuk (tellen, waarvan in': naaftvol- gende Hoordrtuk zal worden gchan- delt. I V.
eéunen. ^e Teekenen zyη voor 't Gezicht
én aaneen geoeffent Meeftergenoeg" 7.aam bekend , doch moet evenwel dit Gezwel van alle Darm- Vleefcb- Water- Winderige- en andere foor- ten van Gemachtsgezwellen, ver ftarr „ delyk zyn onderfcheiden, ennahafe verlchillentheit worden behandelt * op
|
||||
Tegennatiturlyke Gezwellen. 383
op dat niet den lyder de onbewuir-
hek des Heclmeefters met een veel ftnertelyker lyden, ja wel met de bit- tere dood bezuure , waar van tot Waarfchouwing een exempel vaneen doodelyk voorval den leerling dienii kan doen. VI
Op den é Maart i6pi verzogt my Twee Aan*
des avonds laat, zeekervriend, dlenmer^ens- ik weleer van zware gezwellen ha.d-waarii'Se Qe genezen , dat ik aanitonds, mc^-mjmea, tegen (taande de zeer gladde ftraaten, zyn broeder wilde komen bezoeken, den welken hy my getuigden zeer elendig te zyn, dat die nu al eemge dagen met een zeer groet en pynelyk gezwel int Ge- macht had geworfleltf dat al het gene zyn Geneesheer, of immers die daar voor ffcbeep quam, daar tegens hadde in 't Werkgeflelt, gantfchzonder uitflagivas geweefi, dat die getuigde, dat het een Zyiiaare Darmbreuk was, die niet kon- de gered zyn, dat op de voorflag , van een goed Meefler, daar by te verzoe· ■ keny hy geantwoord'hadde, dat kunt iy wel doen, maar wat zal 't helpen ? Oai de Vrouw van de Mans ook zeer fiof
|
||||
584 Verhandeling van de
'flofenflaauwi de zaak haar ah nawW-
lyx aantrok. en die zeer veel van dezen Geneesheer hield, en dat hy niet langer zyn broeder in dien elendigen toefand konde befch ouwen, zonder ook my'daar iens by te verzoeken, enz. En in der waarheit, ik vond alles, gelyk mf verhaalt was: Een man tuifchen de veertig en vyftig jaaren oud, zynde door zyn uitgeftaane zware pyn door een Gezwel in 't Gemacht, en doof een gedurige Koorts ten einde van zyn Krachten, zyn gantfch dor en mager lichaam, drooge tong, duis- tere, zwackc en bevende pols, en de geduurige ontlooping van zyn wa- ter en afgang, getuigde my alle zeef klaar zyn haait aanftaande dood : bet Gemacht beziende, vond zulx met een Gezwel, zo groot als een acht- jaarig Kinds hoofd, en voor'tgroot- ile gedeelte met een beginnende ver- fterving bezet, dereilverzworen, af- ; geknaagt, pynelyk, en met niets tcr wereld bedekt. Maar zulx tegens het piffige natte hembt en de lakens aan- ^ fchuurende, zo lag dézen elendigeo , te kermen over zyn elendige pyn- Dezen Geneesheer ip den naam qua*11
twee-
|
||||
^teginnatUHthke Gezwttkn. % 8 f
tweemaal des daags, ende was even
Voor myn komft aldaar geweeft. Ifc Vraagde de vrouw, (want het warea "welhebbendeluiden,) of zy nietwiftj dat'cr ook goede Meefters in Haar- lem waren te vinden $ die tydig by haar Man verzocht zynde i hep^ onder den zegert des Allerhoogften $ ïeer wel van zyn Gezwel haddekön- nen genezenj daar 't nu te laat was; Zy verontfchuldigde zich met het heggen van den Geneesheer j dat het een ongenecflelyke Darmbfeuk was, dje onmogelyk niet kofide worden gered. Ik vraagde haaf daar op: hoe dit Gezwel was voortgekomen ? Zy antwoordde my , met een zwaard Koorts en aangroeijendepynj eriéën pezwel in't Gemacht; ik vraagde «aarj of haar man wel ooit een breuk "adde gehad? Of hymet deopkomft en verder uitzetting van dit Gezwel $ °ok haddegebraakt? En of ookeerft een Gezwel in de Lies gemerkt ? Of den afgang niet opgeftopt had ge- beft? enz. Op dit alles kreeg ik • ne«n ten antwoord. Ook voelde ik als noch in de Lies geen zwelling ter 'Gereld, maar wel een gefchommei 3h van |
||||
3 85 , Verhandeling íáö de
van een grooten overvloed van Ette-
rig wai in 'tGemacht, alle het wel- ke my verzeekerde , dat hier geen Darmbreuk, maar wel een Gezwel -van een vochtigeftoffe, Vochtbreuk genaamt, en daar in · dat nu de na- tuuilyke warmte , de Geeften en doordraaiende Vochten zekerlyk wa- ren verftikt geworden, deze ramp- fpoeden hadden veroorzaakt. Ik keur- de de opening tot ontlaftinge dezer lchaadelyke opgehoopte Etter anders noodig, nu niet raadzaam, van we- gens zyn verlorene Krachten en het uitteriie, daar in dat ik hem vond? voorzeggende, dat hy het niet lang zoude maaken. Jk floeg evenwel noch dien zelven avond ten alder- fpoedigfien een pap tegens de begin- nende verfterving, over 't gebrek , zeggende 's morgens ten zeven uuren weder te zullen komen, verzoeken- de, dat den Geneesheer daar van de
weet gedaan mocht worden : Dien
ik dan ook aldaar op 't gefielde uur vond, en was het Gezwel nu in de- zen nacht eenigiints doorgebrooken* met een geduurige uitzypeling vaö de vervuilde», verzwore, dunne ftin- ken"
|
||||
Tegennatuurlykt Gezwellen. $%f
kenden Etter, nu quam daar op wat
verlichting van pyri, en een begin- nende verfterving begon zich dieri Üag tot Ccheiding te fchicken, en ik verbond hem des namiddaags , alJ rhede des avonds, mei; merkelyk voor- deel , maar zyn krachten waren te verre vervallen', want op den naas- ten morgen, zyndeden derden Maarrs vond ik hem te agoniiëren. Dien vriend beliefde zich te verfchoonen, leggende, dat hy het Gezwel voor ien Darmbreuk badde aangezien j om dat het Gezwel zich in 't be- gin zo hard had vertoont, en waar- önodat hy dan al verfebeide Kltfte- ren hadde verordineert 4 enz. Ziet daar, Konftlievende Lezer, hoedat ny kan dooien, die de Gezwellen r|tet rechtuit malkanderen kent, in- dien hier met goede ontdoende ryp- tnaakende > verwarmende ende ver- werkende pappen, in;tyds, na Vereifch van de Kon ft gevigileert v^as geweeft, den Lyder kon door t ^e uicvordering en; ontlafting van die ^tergezwel, gered geworden, ende }Vel mogelyk zyn gezondheit weder öekotnen hebben. Zo als wy door Bb 2 Gods' |
||||
388 FerhanieVmg van dt
Gods goedheit veel zwaarder Vocht*·
breuken , als mede verftervingen in de declen der Schamelheit hebben genezen. Van de eerfte foort zal ik noch hier een klein ftaaltjen invoe- gen , fpaareride noch twee andere zwaare voorvallen, tot daar wy de Verhandeling van de verfterving zul- len vcrtoonen. Op den zeventienden February
1678, ontbood my zecker Burger , zynde een man ruim vyftig jaaren oud, wezende van een zwaarlyvig , ilymerig en vochtig Geftel, en die noch daar by maar taamelyk op zyn gezondhcit leefden. Ik vond hem te bedde, en met eengeduurigcKoorts te worftelen, klaagende my van een langs hoe meer toenemende pyn van wegens een groot Gezwel in 't Ge- macht, 't welk ik ook in waarheic zo groot vond als een gemeen mans hoofd, de roede was (even als meer- maals gebeurt) dervoegen door het wyduitgebreid bederf ingetrocken , dat ik hem naauwlyx konde vinden , dit groot Gezwel vertoonde zich » zeer ontfteeken , verhard , wedcr- ftrevig en pynlyk in 't aantallen, in
êc
|
||||
Tegennatuurlykt Gezwellen. 3 8p
de Lieflchcn bevond ik zeer weinig
zwelling, zo dat dit Gezwel t'ccne- xnaal uit een vochtige ftoffe beilaan- de, zeer licht van een Gezwel, die een Darmbreuk maakt, was te on- dericheiden. Vreezende voor een haaftige ver-
fticking dezer t'faamgehoopte Voch- ten , en voor een generale verftcr- ving van het Gemacht, zo heb ik hem aanftonds (dewyl hy niet hard- lyvig was ) tot een maatig zwee- ten gevordert, en daar op des an- deren daags, door een Aderlaating van vyf a zes oneen bloeds, uit den arm , gezocht, den grooten toe- vloed der Vochten en Koortfe te ftilleni en tc* plaatfelyke Hulpmid- delen , voor eei ft, met een zakje Van terugdry vende Kruiden en Bloe- men , door geflikt, in zoet Bier gekookt en ltyf uitgeparft zynde, eenige uuren zo heet, als hy kon- de verdragen, 't Gemacht geftooft, en voort dusdanig een pap daar ov«r , Worgt; |
|||||
 b 5 ty. R^d,
|
|||||
$90 Verhandeling van de,
ψ. Rad. L'ilkr. alb. 5jβ
Herb. Malv. .Scabios, an. Mj
Scord. Rui. - Flor, Cbamomill. an. Mij Melilot. Sambuc. an. Mj
Coq. in Cereiih Opt. q.f. Contns. addet Far. Alth. . ' Lftpinor. O rob.
Lin. an. ^β
Spr. -vin. q. f, m.f, CatapUfma,
Nota. DeBrandewyn, in'theet'
maaken , tegen yder verband maar eerft onder de pap geroert, dus kreeg ik eerlang een zeer groot Etterge- zwel , en de opening door de vlym gemaakt hebbende, de ontlafting na wenfch, zo dat wel haaft de Koorts pyn, en alle toevallen verdweenen , én het Qemacht voorfpoedig totbe- hoorlyke dunte, zachtïgheit èn ge- nezing gebragt is geworden, zo dat by op den vierentwintigften Maart ( volkomen in zyn gezondheit herileJd i is geweeft. |
||||
Tegenmfuurlyke Gezwellen, f$$
|
|||||
Des jaars daar aan, Anno i6yr> ·,
overviel hem weder dit zelfde-Ge- Zwel, hy verzocht my totzyn hulp, doch ik kon niet komen, leggende Zelfs toenmaals in een zware Krank- heic j dies moeit hy een ander Heel- meefter, en dezen noch een Genees- heer by hem verzoeken, doch daar1 na veritond ik, dat hem zyn quaal in't Graf gefleept hadde. V I.
Zo moet men dan dit Gezwel ver- Noodza^e-
ftandig, even als nu ten deden yer-lJ.^lt'v'"{ toont is, onderfcheidentlyk uit eenjeii^™e Da rm- en Vleefchbreuk weten te on-dcr<tes«e». deifcheiden ·, op dat men niet 'teene voor 't andere nemende, de Gezwel- len verkeerdelyk handelt, en in de Voorzegging groffelyk kome te mis- í ß r.
Want hier vertoont zich een groot 't onder-
Gezwel in 't Gemacht , 'dqorgaans^*^' ^ec ontfteeking, hardigheit, pyn en^Jp^ §eduurige Koorts, dorft, hitte, epDarm- ^eermaals met geen of zeer weinig ^rai/;·· MCZwei in de LitiTche , met geen  b 4 . Buik- |
|||||
pj: Verhandeling van de
Buik- nochdarmpyn, walging, bra·*
king, en ook wel zonder hardlyvig* heit, het Gezwel en de pyn word eerft in het Gemacht gemerkt: daar en tegen vertoont zich een Darm- breuk eerft met een Gezwel in de Ljes , en dan, by lager uitzinking tqt in het Gemacht, meeft zonder pyn of ontftcking in de uitpuilende deelen, maar wel met pyn en Krim- ping tot aan de Maag, in'tGcdarm- te, met walging, brakingen, hard- lyvigheit, enz. zonder merkelyke qorft, hitte en Koorts; of ten zy % dat het uitgefchoteGedarmte,komt te verfterven ; men voelt in een Darmbreuksgezwel de uitgebreidheit en loop des Darms tot hoog in de Lies, waardoor dan; als mede uit meer andere kenbaare zaaken , een zoogenoemde Vochtbreuk van een Darmbreuk genoegfaam is te onder- fchciden. mmh» J-Joe dat een Vleelchbreuk , van mmeraBi.eei^ Vochtbreuk word onderkent, Hpw'4 /«-zal in het naaft volgende Hoofdftuk ßöçáÀê, klaarder voorgeftek werden. |
|||||
vii^
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, 393
|
|||||
VUL
Ontrent de Voorzegging, en de ww »/
Genezing van dit Gemachtsgczwel,***"""*' aioet men (indien het ons vrygroot"^y„^a„. en hevig voorkomt) opeen fchie-iwr^ lyke veriterving dezer deelen wel de- Vocbtbreu^ gelyk verdacht zyn , op dat, wat*^f**£ haaftig mocht opkomen, tydig voor-4Ç(, zegt of bekend gemaakt zy} en om des te yveriger door ontbindende te- rugdry vende middelen , of door ryp- maaking, en immers altoos door de deelen levendig houdende pappen s zorgvuldig in de weer te zyn , vor- der moet met Gezwel, zo als van de Gntfteeking vertoont is, worden ge - leeft. I X.
Noch moet hier kortelyk worden Benige m·-
aangemerkt, dat meermaal niet aUJ^*^* leen de deelen der Schamelheit, maar breuken Wel de blaas, en inzonderheic deszelfs/»»uy«* hals en fluitfpier, door zwaare ont***^6"· ftekingen konnen worden beftormt, *^ec ophouding des Waters, nypen- ^eperfing, hevige pyn, en geduri- ge Koorts; Ja#zulx kan inwendig zo ' Bb f ve- |
|||||
394 Vctliandel'mg van de
|
|||||
vehement, ende nochtans uitwendig
met zo weinig Gezwel ons voorko- men ,s: dat-zeifs ( by anderfïnts taa- mely k g* eoëffende Heelmeeiters) ge- waant word, dat hier een Steen in de blaas zich verfchuilt, en dat men op die voet, en met die gedachten Buatbeier den Lyder met het Zondyzer be-
ilaat te ondertaften , ja dat men het Zondyzer , door deze opge- zwolle , en genoegfaam als toege- wrongene verengde teedere pynlyke deelen, zelfs tot in de blaas ('tgeen wel meermaals als dan gantfeh on- mogelyk is) zoekt in te brengen , om de gewaande Steen, en deszelfs hoedanigheit na tefpeuren, verwec- kende aldus noch veel zwaarder toe- vallen, ontfteltheit, en pyn, ja zelfs wei gevaarlyke Ettergezwellen en ongeneeilyke Pypzweren, zo alsmy dezelve meermaals zyη voorgekomen, ende waar uit wy maar een eenig ftaaltjen kort zullen vertoonen. X. Ee»k' Op den eenentwintigften Decern-
aanmtr- bcr χ 6g ^^ jfe b een Hpwyncjer,
kernwaar- , . ' J ■ <,T,'· digewaar-OM& vierenveertig jaren, verzogt. lic
ntm'inten. vond hem te bedde, en door een zeer grooC
|
|||||
ïï'egennatuurlyke Gezwellen. 3 of
groot Gezwel en Onrfteking, dje
hem niet alleen het gantfche Ge- raacht , maar ook de Licflchen en deelen des onderbuiks hadde ingeno- men , in een zeer jammerlyke toe- ftand. Ik vroeg hem na de oorzaak en de beginfelen van zyn quaal ? En verfcond van hem en zyn Huisvrouw, dat hem zyn ongeval met een vry fierke Koorde, en daar op een he- vige py η, met zwaare perfinge des onderbuiks , met moeijelykheic en onmacht in 't waterloozén, was be- gonnen, dat een zeker Geneesheer, (die veel over Steen en Graveel wierd geroepen) tot hem ontbood dat die aanftonds oordeelde s,- dat hier een Steen in de Blaas zich onthielt, die nu tot voor de Waterloop was ge- fchooten, dat hy daar op, door den Heelmeefter, die dezen Geneesheer dan daar toe gebruikte, een- en an- dermaal op een zo onverdraagelyken harden wys geviiïteert was, dat hem het bloed vry fterk tot de Schacht quamuitgebarften, alhoewel vruch- teloos, dewyl geen Steen wierd ge- vonden ; en dat hy noch fchrikten, als hy aan die uitgeftaane pyn, hem in
|
|||||
t
|
|||||
35<S Verhandeling van de
in dit ondertaftcn aangedaan qrara
te gedenken, dat federd een dusdaa- nig verhard en zeer pynelyk Gezwel en Ontfteking was voortgekomen , met geen kleine verzwaringc van de elendigftc perfing en pyn in het Wa- tcrmaaken, waar by dat noch qua- men de klachten , dat hemdit elen- dig bezoek gaan, voor den Genees- cnHcelmeetter (wiensraad, volgens haar beider getuigeniflc , niet meer begeerden) noch zo veel hadde ge- kort, enz. Ik beklaagde deze oprechte on-
noozele menfchen by my zelvcn met hart en ziel, verfoeijende zulke on- noodige voortgang ende onnutte quelling , die, 't zy door onkunde, of wel door een vuile baatzucht, ge- plaagt, afgryflykin aller vromen ge- dachten moeten zyn. Ik bezorgden dezen Lyder zyn ontftelde pyne- lyke deelen van ftonden aan , met een pynftillende terugdryvende pap, en verzogt (alzo my den lyder ganfeh Krachteloos, flaauw, Kleinmoedig, en met een vry fterke geduurige Koorts voorquam ) den wel in de Konitgeoeffende Geneesheer Jobafi' |
||||
TegenmtuurlykëGezweïkn. $pj
nti Sifinm, tot tnyn hulp,, wy kre-
gen door middelen, die de verftopte waterwegen zacht opende, zo door dieniiige afkookfels en Klifteren in- wendig, als door ontbindende ont- doende pappen uitwendig te gebrui- kende , wat beter ruimte en fchoc in het Watcrmaakcn, maar nu qua- men aan ons verfcheide zeer pynlyke Ettergezwellen, zo in, als ter zy- den, enook dicht onder het Gemachc te openbaren, die wy bemerkte dat haar tot in de diepte der Sluitfpier en Krop van de blaas doorgingen en zich als nu na buiten quamen te zet- ten. Dies heb ik de luiden moeten voorzeggen, dat waarfchynlyk met het open barften of openen dezer Ettergezwellen, niet alleen den Etter, maar ook de pis, daar door zynont- lading zoude komen te zoeken, en by gevolg ongeneeflyke Pypzweer- tjes moeiten gevreeft zyn, die tot in de hals van de blaas penetrerende, of nooit of ten minften zeer bezwaart Zouden [konnen worden geneezen : ' evenwel drong ons de hevige pyn tot de alderfpoedigfte rypmaaking, en de opening dezer Ettcrgezwellen, e»
|
||||
598 Verhandeling van de
en op deze wys de ontlaftingdoor de
vlym verkregen hebbende, zoo zyri door de groote uittocht des fcher- pen Etters , de geweldige pyn , de Gezwellen, ontftekingen en hardig- heden wel hand overhandgemindert doch daar op volgde wel haift de uit- ïoozing des waters j zodanig als wy hadden gevreeften voorzegt. Voorts volgden (als nu den Etter ontlafteri rheeft uitgelooft was) eenige kleine Pypzweertjes, waar door (wanneei* hy met geen kleine moeite) zyn wa- ter maakten, de pis wel helder uit- ftraalden, alhoewel die (als de Ko- nynsholen,) kromhollig rondom ert Onderwaards langs de Zaadbaüen in- Waards gaande , uitwendig naauwe- lyx zichtbaar waren. Veel moeite heb ik terhulpe dezes bedrukten ly- ders aangewend 4 en eindelyk door den zegen des Allerhoogiien met een onvermoeiden yver , zo door t'faa,- menheelende, als opdroogende Ge- neesmiddelen, Drukdoeken en bin- dingen , hem tot zo verre gebracht, dat meeft alle de Pypzweertjes tot flot en genezinge zyn gevordert | als dat noch een fpeldegaatje of twee |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 3 09
die niet wilde fluiten, en daar het
Water noch wel fomtyds eens door- firaalde , zyn overgebleven , en hy tot dus verre herftelt , dat hy zyn beroep weer waarnam. Tot dat hem, eenige jaren daar na, weder nieuwe onrftekingen en Ettergezwellen heb- ben beftormt, die zo wel de pis als den Etrer uit hebben gelooft, zoo dat hy in groote elenden op den zes- ent wintigflenjuly 1703.1ç den Heere · geruft is. De Kinderen krygen mede we!,
door een ontfangene Koude, ofdoor het gebruik van al te veel zuur, een nypende pyn ', met een geweldige perfing, lpanning en onmacht in 't Watermaaken, overmits de Zenuw- achtige vezelen de Krop van de blaas toewringende, de Sluitfpicr beknel- len en fluiten, zo dat by die Lyder- tjes niet eenen drup water kan wor- den gelooft. In dit geval wilde men al mede het Zondyzer gebruiken, om Decathtttr «a de gewaande Steen in de blaas te fcoeken, gelykmy dan ook dusdani- §e Kinderen zyn voorgekomen, wel · ^ers Ouders, op 't hooren van Steen, Ýá voor dit bezoeken ^alchrikt en ent-
|
||||
400 Verhandeling van dé
|
|||||
entiteit j haar toevlucht tot my ge*
nomen nebben, en dien ik met een doorgeftikt zakje van openende Bloe- men, Zaaden en Kruiden, in zoet Bier gekookt, ftyf uitgeparft, eri hier mede de deelen der blaas en des onderbuiks zyndc geftooft meeft al- tyd , en doorgaans voorfpoedig tot lozing des waters gebragt heb, zon- der dat zy het onnodig, pynelyk en fchadelyk viótercn* zyn onderwor- pen geweeft. Als iemand bedriegelyk te Werk
gaan, en door een vervloekte baat- zucht voortgedreven, ten nadeel van des menfchen herftelling, zyn zaken op vuil bedrog aanleid, zo geraakt hy wel eens ia zyn eigen wargaaren en verftrikt j zoodanige ondeugende Konftoeffenaars zoeken ook wel dus- danige Heelmeefters aan werk en geld te helpen, om dat ze daar zelfs hüö voordeel in zien en van trecken, efl zo een vervloekten practyk en han- del wil het alziende Oog niet gedo- gen , fchandelyk vallen die aanflagen meermaals aan duigen, waar vaneen klein (taaltje hier kort dient. Een tackelende Juffrouw > ontbood dien |
|||||
Tegematuurlyke Gezwellen. 401
zdven Geneesheer ^ dien liefhebber
van het onnoodig bezoeken, in haar Water zag hyden Steen en hoegrooc in haar blaasj dies moeit zy haar , na het gebruik van eenige Genees- middelen van zyn Heelmeefter doen bezoeken, doch hier wilde die Juf- frouw niet aan. Den Geneesheer, eenige dagen daar na haar bezoeken- de, ziet haar Mans water, datinhec Urinaal (dewyl hy ziek was gewor- den) bewaart wierd, voor de pis van de Juffrouw aan * hy vind daar in weder den Steen j die haar zo onrwy f- baar quelden, met ernftig verzoek , dat zy haar ten fpoedigiten moeftia- ten bezien: Zy verzoekt, dat hy het water ter degen bezien wilj hy doet het, en ziet daar in andermaal den Steen, en in wat grootheit dat die haar quelde. Eindelyk zegt ze, Doc- tor, het is myn mans water, hy is »ek geworden. Hier ftond dezen Held beteutert, evenwel houd hy eenige dagen daar na zyn woprd ftaan- de, ziet in haar eige water den fteen, en dringt op bet bezoeken iferkaan, zïn eerite fout maakt dat de Juffrouw C c rooi |
||||
4©2 Verhandeling van dé
voor een tweede beducht iss zy be-
denkt een lift, ftiert op dien zelfden dag des middags met een by hem on- bekend Vrouwmenfeh $ het zelfde water, des morgens door hem bc- . ztchtigt, aan zyn huis, die hem ver- zoekt, dit water eens te willen be- zien, met by voeging, dat het van een perfoon is, die men bezwaart heeft gemaakt, dat met Steen en Graveel mocht gequelt zyn. Hy be- ziet met al zyn wysheit de pis , en- de verklaart volmondig, dat dezen lyder geen Steen noch Graveel qüelr, en dat men daar op volkomen geruft mag zyn. Die was nu genoeg , hy wierd afgedankt, en een ander Ge- neesheer, die my dit geval voor de waarheit verhaalde, in zyo plaats ge- bruikt. Een rykAmfterdamfchHeer, oud
ontrent feftig jaaren, verzocht (met zyn Koets van de Hofftede kome* de , myn raad, voor een nypende perfing, pynen onmacht in 't wa- ter maaken,* dien ifc hem gaf, ende waar mede dat hy hem wel bevond , > maar eenige weeken daar sa bezocht ik
|
||||
Yegsnncihurïyke Gezwellen, 40J
ik hem (op zyn verzoek) tot Am-
fterdam, daar hy woonachtig was. Ik was verwondert, dien Heer zoo uitermaaten verzwakt 5 ende by na' van al zyn Krachten verilooken te vinden. Hy verhaalde my, dat men hem , als onlangs zyn pynelykheit in het wa'tèrmaaken hem weder be- ving, op het vermoeden van Steen s* Zoo pynelyk hadde bezocht 4 dac ónder dat werk een zwaare bloed- ftorting uit zyn roede ontftaan wasy net geen hem dus hadde vérzwakt , dat zulx wel zynde geitemt,' noch' evenwel fomwyl eens weder ont- ftond. Ik dienden hem van myn goeden raad, zoo veel als my doen- fyk was, hem voornaamentlyk be» veelende een goede en voorzichti- ge wyze des levens , met vermyd in- ge van alles, wat eenigfints zuur , fcherp , zout, of bitfig , en het bloed ontftekende mocht zyn j ge- tyk als mede alle fterke Water-af- dryvende Geneesmiddelen , ontroe- . r'nge des gemoeds, enz. Doch kort; daar aan verftond ik,! dat de- 2:6 quaale3' en bloeditortinge ,> dien' C c ζ Heer |
||||
404 Verhandeling vm ds
|
|||||
Heer , in het Graft gefleept had-
de. Het Zoontje van Jan Adams $
Metfelaar, vier jaaren oud, te on- verftandig op de Heup en Lende- nen geflaagen zynde , beving wel haaft groote pyn en moeijelykheit in het watcrmaaken , met een he- vige Koortfe , opfpanninge des Ge- machts, en een groot Gezwel in het Gemacht , de Schacht , enz. Een pap van zuure gekarnde Melk met Haver en Gort, waren de eer- fte Geneesmiddelen en raad der Buur- wyven. Dit maakten het alles ver- hard, en inwendig aan 't zweren y tot dat dit Gezwel in de Krop van de Blaas, onderwaarde tegens het begin van de Schacht is doorge- brooken, waar door niet alleen den Etter, als mede de pis, met kracht is uitgeborften , en dagelyx ontlaft geworden. Op den negentienden February
1670". verzochten my de Ouders, als 't nu te laat was, ter hulp, ik vond het in die elendige toeftand, nament» lyk de Krop van de Blaas, de Sluit- ipier?
|
|||||
TegmnatuurlykeGezwellen. 40f
fpier, de voorftanders en waterweg,
met een vervuilde en zeer pynelyke verzweering ingenomen, de pis mee den Etter gedurig uitvloeijende^ en "het verwaarlooft lydertje met een ge- duurige Koortfe , ongeduun'gheit , walging, flauwtens en zwakheit be- vangen : Ais mede het Gemacht, de Schacht en de bilnaadt noch t^Xperinmm. eengroot, verhard, blauwcouiéurd Gezwel zo 'bezet,, dat alles met een haaftige verfterving wierd gedreigt, de pis met den Etter door de al té kleine opening ondervvaards tegen het 'begin van de Schacht niet ruim ge- noeg haar ontlading vindende, zakte nederwaards tot in het balzakje, en in de bilnaat met opfpanning, ontr fteking en heiige pyns al te faamen vruchten van een verfoeilyke onacht- zaamhek en verachting.allerdienftige Geneesmiddelen. Dit verknoeit werk heb ik gezogt
zo veel my doenlykwas, te verbete- ren , met alle de verdikte, vaftzit- tende, vervuilde Stoffe desGezwels, door verfterkende ontdoende pap te °Atbinden, en los te maken,tedoen C c l uk- |
||||
,ήρβ Verhandeling van de
aitwaaffèmen, of ter ontlading U%
waards te locken, en onderwylen het gevaar des Kinds, of een minftende awangheit in de Genezing , en de vrees voor een of meer ongeneeflyke Pypzweeren , met uitvloeijing der Pis 5 aan de Ouders niet verzwygen- de.r De al te enge opening heb ik door
Korte Steekwiekjes wyder gemaakt, en een goede binding en drucking , als de opgeleide Middelen, de quaal, en de gelegentheit der lydende dee- Jen aan my toelieten , gebruikt. De yervuilthei.r en flank heb ik dooreen infpeuiting, uit Agnmonïa^ Meïijfa, Scordium, én by 't Kookiêl een wei- nig Met 'Rofarum, Myrrba en Mas· f.x vermengt , verbetert , driemaal daags heb ik dit arme lydertje ver- bonden 5 de zweering gezuivert, eo de deeleh geflonken zynde, de hulp- middelen wat verandert, de Steek- wiekjes en d'infpeuiting nagelaaten , en aldus door myn yver het Gezwel, de ontfteking, den Etter en zwee- ring wel gered, maar evenwel, na \ zo veele aangewende betrachtingen, ' ' zoo |
||||
Tegenmtmrïyke Gezwellen. 307
Zoo door de vereifehte Hulpmidde-
len , als noodige binding, geenfints konnen beletten , dat noch al een tyd lang daar na, een klein pypzweer- tje met uitzypeling des Waters is overgebleven , en zulx te lichter , van wegens de al te foobere zorg en roeverzicht van de achtelooze Ou- ders. |
|||||||
HEtf
|
|||||||
Cc 4
|
|||||||
40 8 Verhandeling van ie
|
||||
HET XVIII. HOOFDSTUK.
Van de Vleefchbreuk, Hernia
Sarcocele. %. Befchryving van de Vletfchhreuk.
2. Deszelfs verfcheidenheit. i>.Oor- zaaken. 4. Teekenen. f. Voorzeg- ging. 6. Genezing. 7. Waar op ■men te letten heeft, als een Etter· gezwel met een Vleefchbreuk ffaa- men komt. 8. Hoe de uitfnyding ge- daan kan "worden. 9. JVat in over- wecging komt voor V oeffenen van ds Handgreep. 10. Geneezing van de Vlecjchbreukj met verfcheide Aan- merkingen. I.
T&efihry f"S|E Vleefchbreuk is een Gezwel
vi!rTnde -*-' tegcns de Natuur > door eert
ïrtul.' bloedige of lymerige ftoiFe, aan de
, ballen of derzelver vliefige bekleed-
Bernia fels, tot een vaft vleefch aangroejen-
Carrnpf*. de.
II.
|
||||
legennatuurlyke Gezwellen., 40^
|
|||||
I I.
Zy is of enkeld en maar alteen of pttzdft
met andere toevallen, als Dai mbreuk,^#A«- Waterbreuk, of verzweringen , enz- *' e*~ verzelt. Somwyl zyn maar alleen de ballen,
ibmwyl ook de Zaadvacten , tot bin- nen de deelen der LieiTcheenhooger bezet: Als mede het vleezig vlies , en de opichortende fpier , met een zo hardvleezig Gezwel begroeit. Ook vind men deze Vleeichbreuk
noch groeijende , ende goedaardig , ofte veroudert, hardneckig, quaad- aardig , ende ook wel Kankerach- tig. Van ouds heeft mengetwiftrederjc
(gelyk den naarftigen Fabricim Hïl- danus getuigt) waarom dit Gezwel meer in de rechter- als linlcerzydc voortquam j doch ik achte dit ver- fchil onnoodig, dewylmydczequaal ■ zo wel in de linker als rechterzydeis voorgekomen. I I I.
De oomaken konnen zyn voor-®«r;uwtt»
gaande zwaare Kneuzingen , Ont-
C c f fte- |
|||||
4ï© Verhmdeïtng van ie
ftekingeo , Ettergezwellen , Won·»
den, enz. waar door het overige ge- deelte der bygevoegde Stoffe is ko- men te verharden, mitsgaders neder- vloeijing van een flymerige Bloed- ftofre, die zich aan de Zaadballen , Opperklootjes , of aan der zelver dexièlen vafï hechtende tot zodanig een Vkefqhgezwel komt te groe- jcn·
Somtyts komt ook wel de Vleeich-
breuk uit een fyn , goed, en zuiver
bloed voort, inzonderheit, wanneer de fyne Slagadertjes en Zenuwtjes dezer deden gekneuft of doorknaagt, verzworen, gebarften, en alzoo by gevolg verwydert zynde, het inge- vloeide tot voeding niet altemaal no- dig hebbende , deszelfs overvloed , voor zo veel het ftilftaat, tot een Vleefcbaehiige Stoffe doet groei jen. Zy komt ook wel door een onzui- vere byCtaap , mitsgaders door we- derhouding , alteratie en bederving des Zaads, ook daar een vuile Zaat- vloeijiag ontydig en al te fchielyk word opgeftopt, zo dat dus gefluit, en in de menigvuldige Kleine Zaad- vaatjes ( die de Ballen uitmaaken , bly-
|
||||
Tegenmtuurlyke Gezwellen. 411
•blyvende ftaan ? zeer haaftig pyn ,
©pfpanning , gezwel , enz. veroor- zaakt , tot zulx dan een fterker toe- vloed ? of aanpars des bloeds, of der andere vochten bykomende, en dus de altyd nodige ommeloop des bloeds zynde verhindert, zoo groeit alles gantfeh vaardig ende wel meermaals tot een wouderbaare grootheit aan. In Ooil-Indiën heb ik dusdanig een foort van Vleefchbreuk dikmaais in de ontuchtige Venusjonkers , ver- fchrickelyk groot gezien, en gene- zen 5 doch dit Gezwel word in zyn beginfel van de bovengemeke Vlecs- breuk onderfcheiden, en met de vui- le naam van Venuskioot verciert : Doch dit gebrek rjietwelnadeKonft in 't begin gehandelt zynde, of ook de vluchtigite ftoffe door al te ver- hittende middelen, en door de inge- fchaapene warmte der ballen zynde verteert, zo vind men des te lich- ter het overfchot tot een zeer ver- hard Vleefch - Gezwel aan gewas- fchen. Noch kan ook de Vleefchbreuk
worden veroorzaakt door al te harde en te vaft knellende Breukbanden in de
|
||||
4-1 t. Verhandeling van de
de Lieflchetï en tegeris het Gemacht,
20 dat aldus des bloeds ommeloop en doorttraaling der Vochten zynde be- belec , het bmerigfte gedeelte der ingevloeide ftoffe tot Vieefch aan- groeit. I V.
TetSgnm. De wareVleefchbreuk groeit door-
gaans fchielyk, doch de Venuskloot daar en tegen van langer hand aan. Vertoonende zich knobbelachtig » hard en oneffen, wederftreeft het ge- voel, met weinig, of (immers in het begin) gantfch geen Gezwel in de Lies j en fomwyl, inzonderheit als zy goedaardig is , met weinig 3 doch anders wel meermaal met een geduurige ende meeft knagende pyn, zittende vaft aan der Zaatballen ende deszelfs aanhangfel of byftander, en ook noch wel daarenboven een groot gedeelte des Balfpiers en van het Ge- macht innemende. V.
r»»rzig- is de Vlcefchbreuk veroudert, en
ñ*å' by gevolg ( als fomwyl gebeurt )
quaadaardig geworden , 20 bevind
uaera
|
||||
fegetmaiuurtyke Gezwellen. 415
men die doorgaans met een ftekende
pyn, bruin blauwcouleurig, Knob- belig, Knu.rfacbrig ende verhard te zyn, wederftrevende alle verterende middelen. De goedaardige ende noch eerffc
aangroei jende Vleefchbreuk , word •wel foratyds, doch evenwel zeer be- zwaaslyk door Genetsmiddelen , e» als dan noch maar alleen voor het me- rendeel verteert en genezen, ik zeg voor 't merendeel , om dat noch al doorgaans, hoe wel het ook moch- tegelucken, eenige weinige hardig- heit na de ommeloop oveiblyft. De verouderde word niet anders ,
als door 't manuaal, en als dan, ten minften met verlies van het eeoe bal- letje, weggenomen. Of ten ware, dat dit Gezwel maar
alleen aan 't inwendig Vlies van't bal- bart&i zakje, doch dat wel 't minft gebeurt s Was vaft gehegt, als wanneer het met behoud van het balletje aogwel uitgefneden kan worden. De Etterwordende Vleefchbreuk
Wil zeer bezwaart fluiten, komende licht een of meer kleine Pypzweert jes aa te iaaten. . De
|
||||
414 Verhandeling vm L·
De Venus- of Zandkloot, moet
vooral nooit weder inwaards worden gedreven , of de vuile Poéken zullen mogelyk uit deze met bloed vermeng- de quaadaardigheit voortgebragt wor- den. De Kankerachtige Vleefchbreuk
neemt wel verfchrickelyker wys de ballen en gantfehe Balzak weg, krui- pende langs des penszaks fcheede tot in de Lieifche en onderbuik in, be- roovende op een zeer elendige pyn- lyke wyze, de arme lyders van het leven, V I.
De genezing dan beiïaat, in de
t'faamgevoegde Stoffe dezes gezwels te verdunnen en te verteren. Of tot Etterwording, dat is, tot
Etter te brengen. Of uit tefnyden.
Of, dat voor geen waare gene-
zinge mag gerekent zyn, te onder- houden. Tot verdunninge dezer t'faarüge-
voegde StofFe, zoo dienen de ver- zachtende en ontdoende pappen ge- bruikt: Als by exempel, |
||||
fegémaiuuflyhGesweïïm. 4rj
J£ Rad. lil'ior. alier,
Ahh. a». |J' Herhi Violar. BismaJv. Mah. Pariet ar, <m.f}
Flor. ChamomllL Meliht. a». Mj
Caq, in Cerevis. Opt. ψ,f. Colss. Caxitts addé Far. O rob. ixnugrac.
Lin. an. |β m. f. Caiaplafiaa.
En zekerlyk met dusdanige zachte
gemaatigde ontdoende middelen zal men veel eer de hardneckighek de- zes Gezwels overwinnen , verdun- nen, ontbinden en doen uitwaaflè- men wat vaii is gezet, als door zeer fterk verhittende middelen, gelykde LavenduL·,. Majorans, , Mentha ,* Rorifmarinus, Sahia^Abfintbium, en diergelyke. Evenwel zoo wanneer eenige flaauwtens , winderigheit en zucht, gelyk in de Kinderen fom- Wyl dit gebrek gezien word , de quaal mocht verzeiien, zo kan men het Sem-Carui , Cumini, Anïfi\ met de bovengenoemde Bloemen al- |
||||
416* Verhandeling man de
|
|||||
leen, of met een weinig Scordium^
Jtgrintonia, Phellandrum , enz. tot
een papje gemaakt, gebruiken : En dus in alle voorvallen onze remedien, na de verfcheidenheit der gezwellen veranderen na de gelegenheit van za- ken. Gelyk als ook het Emplafirnm Pé-
tri Datheni, StiStkum , Paracelfi T Mujcilaginum^de Labdano', als mede in de bejaarden, wanneer geen Etter- gezwellen voorhanden zyn, het Em~ phftrum Ranarum cum Mercurio, weinig of ook wel rykelyk daar on- der gemengt, zelfs in de goedaardi- ge Vleefchbreuk veel goeds konnen doen, en waar mede ik zeer vele van deze Gemachtsgezwellen , noch in haar aangroei zynde, heb overwon- nen. V I I.
Waar />p Doch als t nu gebeurt, dat een
«.«wie iei-Etrergezwel in het Balzakje , de JJJSfiA Vleefchbreuk verzek, zo komen ze- fergezwel kerlyk de ryp- en Ettermakende mid- met tan delen beft te pas, en wyders alles , rfei/cfc- wat tot je genezinge dezer Etterge- m?}£JZ zwellen in 't balzakje behoort: ook we*iw'\ diens |
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 417
dient gelee, dat men by deze gele-
gentheit door geen onmatig gebruik van te lange Steekwieken, of ook door loodepypjes, de zwelling, ont- iteking en pyn verwackert, den Et- ter verfcherptj en dus eenongenees- lyke Pypzweer (die fomtyds Kan- kerachtig kan worden) verwekt 5 de welke in dezedeelen, voornaamelyk in een hardneckige Vleefchbreuk $ licht konnen veroorzaakt worden. Maar zo wanneer dit Gezwel en des- zelfs onthoudene ftoffe goedaardig is^ zo zal men de opening niet ten fpoe- digilen trachten te fluiten, op dat (zo veel doénlyk is) de ftofFe dezes Gezwels, door Ettergevende midde- len des te bequamer mag worden ge- bruikt. vin.
Öngaarn, en als metloode fchoe-**"'*, .,
nen, komt men tot de Handgreep,"$2η§ή evenwel wanneer de bovènftaandew^^ middelen vruchteloos zyn , en dat irien de fnyding noodig, gevoeglyk, en by gevolg raadzaam mocht komen te keuren, zo zal men alvorens (hec lichaam daar toe bereid zynde) het Da bal* |
||||
4ï8 Verhandeling van de
|
|||||
balletje, met deszelfs daar aan vaft
vereenigt Vleefchgezwel, met. de linkerhand vatten, dan maakt men een fneede zo groot als 't benoodigt mocht zyn, inhetbaizakje, enmen zoekt 't Gezwel van zyn dexelen af te fcheiden , en door de gemaakte opening uitwaards te krygen. Men brengt dan een kromme naaide, met een fterke zyde draad, met Wafch beftreken , boven 't Vleefchgezwel door desPenszaksfcheede, zo na aan de bal, als 't kan zyn, en men bind met de wederzydfche einden de Pens- zaks fcheede zo vaft als 't behoort, en dan moet alles, wat buiten deze binding is, worden afgefnedenj en vorders de wonde en omgelegen de- len , zoo als de Konft gebied, ge- handelt , befchermt, ter dracht ge- bragt, en ter Genezing zyn bevor- dert. I X.
Wat in Doch eer men alvorens tot deze
overweging Handgreep komt, zoo dienen alvo- 'tTeffeZn rens deze drie Zaaken in acht geno- van de men· Handgreep,
Eer-
|
|||||
" fegennatuurlykè Gezwellen. 41$
Eerftelyk, dat zo wanneer 'er een
hardigheit tot in de deelen desLies- fche, en vorder opwaards gaat 5 eti aldus, als met de deelen des Onder- büix vaft is vereenigt, als fomwyl gebeurt , dat als dan deze Hand- greep onnut, en al te gevaarlyk ^ geen fin ts'tbag worden in't .werk ge- itel t. Onnut $ vermits 't overblyffel een
hieuw Gezwel zal verwecken , het geen eerlang quaadaardiger i groo- ter, en licht meer en meer Kanker- achtig zal Worden bevonden | en duss by gevolg, al te gevaarlyk , dewyl de zeer tedere Zaadvaaten met des- xelfs naaft aan gelegene deelen (dus hoog afgerornt) den Lyder veel eer het Graf als Genezing zal verfchaf- fen. Ten tweeden, óf dit Gezwel noch
dus groot , noch diep ingewortelt niet word gemerkt , zo mag nocK evenwel deze pynlyke Handgreep ^ in geen oude, verzwakte^ noch on- gezonde liqhamen zyn aangevangen: Ook niet , in een fcherpe , bittere Koude, enz. ofte een hevige pyn s ontfteking, toenemend Gezwel en D d 2 aatï* |
||||
410 Verhandeling van de
|
|||||||
aangroeijende quaalen als Koortfen ,
Zenuwtreckingen, fiaauwtens, be- zwyming en diergelyke toevallen , zullen wel mogelyk konnen worden veroorzaakt, en den lyder ten grave doen daalen. Ten derden , foo wanneer defe
Vleefchbreuk airede t'eenemaal Kan- kerachtig mogt fyn, en met verou- derde Zweren en Pypzwerenbefeten doorwortelt, fo wil ik liever een on- derhoudende genefing, alsdefnyding aanvangen, en doen , fo als in een byfonder Hoofdftuk van de behan- deling der verouderde Kankergefwel- len en Zweeren vertoont fal wor- den. |
|||||||
Genezing De onderhoudende Genezing be-
•van de ftaat dan (immers voor zo veel die Heit" e "k a'gemeene middelen komt te be- verfiheids treffen, byzonder daar in, datmen aanmer- de quaade vochten in't lichaam door kjnge». goeci voedfel verbetert, en door zag- te afzettende en verterende Genees- middelen uitleid, dat men by gele- gentheit eens het zacht zweeten ver- vordert, en de Aderlaating, daar de toe»
|
|||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 421
toevioeijing des bloeds en der fcher-
pe vochten zulx mocht vereifchen , of doet, of hervat, ook kan , tot diverfie, een Spaanfche Vlieg, ter plaats daar 't beft word geoordeelt , worden geftek. Sommige Konftbafen pryfen ook 'm
dit gebrek ter genezing aan, 't af kook- fel van Cina, Sar/a parilla, en dier- gelyke te drinken; andere pryien de Thee, en de Koffy , doch ik acht, dat men altoos, en ook in dezequaal voornaamentlyk op de hoedanigheit der lichamen zal hebben acht te ge- ven. Sommige komen noch verder, en
fpelen (om het vervloekte Spreek- woord na te volgen) her onder of daar over, en vorderen de arme Ly- ders , na een langduurig en fterk zweeten , tot een fterke quyling , tot zo verre , dat alle delevenskrag- tent de Geeften, Sappen, enz. byna t'eenemaal verfpilt zyn, zo dat ze dus uitgeteert en verdroogt, gantfch krom gebogen, tevoorfchynkomen- de, een levendig geraamte vertoonen. Zulke zware behandelingen worden, zelfs tot Genezing van de niet poo D d 3 kige |
||||
412. Verhandeling van de
kige Vleefchbreuk, in 't werk ge-
ftelt, niettegenftaande dat de lichaa- men van een heet, fcherp en droog geftel, en 't gebrek, de grondquaal en oorzaak tot binnen de Nieren , pns komen aan te wyzen. Deze hel- den , of liever waaghaliên , hebben haar dan geen kleintje uitgeflooft , wanneer ze op zo een vigilante wys, de Genezing van de verouderde en hardneckige Vleefchbreuk vruchte- loos onderftonden, én eindelyk daar qp de Lyders genoodzaakt zyn ge- worden, haar wederom tot myn vo- rige raadgeving te wenden, 't welk was, dit gebrek , onder een goede manier des levens, enz. voorzichtig te onderhouden. En moeten op 't lydende deel de
bewaarende of onderhoudende mid- delen na de toeftand van de Vleefch- breuk gericht zyn: Is die noch niet opgebrooken ? Dat men die dan ook aldus zorgvuldig zoekt te behouden, of ten ware dat een Ettergezwel met voordeel wierd verwacht , gebrui- kende liever zulke middelen, die de- zelve koefteren en verzachten, doch die niet al te vochtig, veel minver- '"'·. " . kou- |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 425
kouwende, maar maatelyk droogen-
de, verwarmende en verfterkende zyn i gelyk dan in onze betrachting in deze en alle andere hardneckige Kliergez wellen doorgaans moet wor- den geoeffent. Is de Vleeichbreuk met Zweeren
en Pypzweeren bezet, zo moet men die niet te veel zoeken te fluiten en op te droogen, of de binnen gehou- den beflotene vochten, die deze teer 'gevoelige deeleo geduurig knagen en pynigen, zullen noch feberper wor- den , noch meer afknaagen, en alles noch zwaarder ontfteltheit toebren- gen. De Kleine Kinderen zyn een min-
der ibort dezes Gezwelsin'r balzakje onderwarig,die doorgaans licht door een verterende plaaiier: als 't Empla- firum de Labdano- Petri Datheni^ Stipt · cum, enz. qfdooreen diergeiyke pap kan worden ontdaan. Alleen dient het van een Darrngezwel of zogenaamc fcheurfei wel onderfcheiden, op dat niet het een voor 't ander genomen , verkeerd word behandelt. Op den achtentwintigften Maart
lópz. vond ik het Zoontje van ze-
Dd 4 ker
|
||||
4*4 Ferhandeïing van de
|
|||||
ker Koopman, oud vyftien azeflien
weken, onder de plompe handen van een onwetend wyf, die de Ouders voor een verftandige Meeftres was aangeprezen. Zy verbond dit Kind in de nypende koude met de gantfche buik bloot, en van't vuur af, want aldus en in dit poftuur moeft de Minne het vafthouden, terwyl zy dit wicht zyp gewaande Darmbreuk quam te bezorgen, 'tvfelk zymy verzekerde zwaar gebrooken te zyn. Ik afkec- rig van defen handel, liet defe lom- pe Meeftres aanitonds opftaan, voeg- den de minne met het Kind by 't vuur, bezag het , doch vond geen de minfte tekens van eenig Darmgezwel in de Lies, daar my de Minne ook ge- tuigde , noch nooit iets te hebben vernomen. Alleen was des Kinds buidel met een vry groot verhard en noch dagelyx aangroeijend Gezwel ingenomen^ 't welk door dit onnut ilyf bindenen knellen, nu meer en meer^uam te verharden, en pynlyk wierd gemaakt, fchreeu wende dit ly- dertje gantfche nachten van de hevi- ge pyn en Krimping desBuiks,door zo veel ontfangene Koude j dies heb. ik
|
|||||
Tegennatuurlyh Gezwellen, ^tf
Ik terftond alle binding der Lieffche
verboden , en dusdanig een verdun- nende pap op 't Gezwel van 't baj- zakje gdegt. ø. Herb. Mah. Mj
Fier, Chamomill. Melilot. au. Ìâ
Calendul. Pj Sem, Anis. Leviftic, an, $j
Cumin, 51J Coq,, inCerevh. Opt. Colmur, Comtti. adde Far. fanugrtec. Qrob, an, Jij m. ƒ. Cataplafma,
En zulx drie- a viermaal daags
doenververlchen, en de Minne, hec Kind, de volle borft, de warmte, ruft, enz. aanbevolen} ende voorts kort daar aan door ontdoende plaas- ter? 't gebrek overwonnen, zonder dat ooit eenig teken van Darmbreuk opgedaagt is 5 want het groeide van dien tyd af aan, tot vreugd voor de Ouders, en ruft voor de Minne, na • wenfch. Ziet zulke buitenfporighe- den begaan de onwetende Wyven , die haar met de Edele Genees- en Dd f Heel- |
||||
4&<5 Verhandeling van de
|
||||||
Heelkonft willen bemoeijehj dewel-
ke , om haar vermetele itoutheit, onwetentheit en dwaasheit wat meer ilraibaar behoorden te zyn, op dat niet dusdanige tedere Wichtjes, zo licht quaamen het ongeluk te tref- fen , van onder .de ongeoeffende handen dezer Beulinnen te verval- len. Op de by my vertoonde wys heb
ik menigte Kinderen van grooteGe- machtsgezwellen genezen, en al dik- maal zodanige voorvallen, als itrax een ftaaltje verhaalt is, by verwaan- de Wyven, die zich voor meeftres- fènuitgaven, ontmoet. Wy keren en bevelen het Vrouwvolk wei, der Kinderen zogenaamde Darmbreukjes zodanig te binden, als na'diens ver- fcheidentheit word vereifcht, maar niet, dat zy, zelfs, zonder ons we- ten, dit werk zich zullen aanmaati- gen. Zy hebben den geeft des on- derfcheids nier, veel min'tveriiand, dehoedanigheit, noch de kracht, offl zo ftout, als onkundig en dwaas, in het zwaar en bekommert beroep des Heelmeeliers te treden. |
||||||
W«c
|
||||||
Fegmnattturfyke Gezwellen. 427
Wat wyders de bejaarde belangt,
op den zeventienden January löSi, verzocht my een bedaagt Borger van een zwartgallig en zeer ongt matigt ücbaams geftely tot zyn huip, heb- bende nu al lang met een verouderde Vleefchbreuk in het Geraacbt ge- worftelt ; Ik vond dit Gezwel in zyn zeer groote en ■ uitgeilrektheit fteenhard, zeerpynlyk, oneffen ? en met aan de ballen yaft vereedigde Knurven, blaauwcouleurig, en on- derwaarde met een weinig zacbrig- heit, daar een Ettergezwel tiond voort te komen. Ik heb hem de hardneckigheit dezes Gezwels , en dé fobere hoop tot genezing , aan- ftonds voorzegt,, het lichaam voort op de zachtfte wys gezuivert, en al- hoewel ik eenigfints vreesde, dat dit gebrek met 'er tyd wel Kankerach- tig mocht worden, nochtans dusda- nig een pap op het zelve , tot vcr- rnorwing en rypmaakïng dezer ver- dorve ÖoiTe gciegt, Scord
|
||||
*μ8. Verhandeling van de
Scord.
Rut. an. Mj
flor, ChamomUL Melilot. au. Mij
Sambuc. Pj Cfff. ex Cerevis. Opt. Coiatar. Contus, addt Far. Yxnugrat, L'ttK'an. q.J. m,f, Cataplafma,
Het Ettergezwel ryp gemaakt en
door de vlymgeopent zynde, fpoog eerft een zeer vervuilde en ftinkende Etter in overvloed, en toen meeren meer een feherpe bloedwaterige ot dunne quaadverwige vochcigheic uit, en aldus verkreeg ik wel de vermindering van de grootheit dezes Gezwels, maar geenfints van de ver- ouderde hardigheit, quaadaardigheir, en hardneckigheit; diesik myein- delyk tot de ilymverterende plaas- ters, namentlyk de Mucilaginibus, Petri Datheni , Ranaruni cum Mer- curio, van eïx even -veel onder malkandergefmolten, gewend heb, de opening ter dracht gehouden, en dus dit hardneckig Gezwel m£t 'er ' tyd overwonnen, ik zeg met'er tyd, want
|
||||
'Tegennatuurhke Gezwellen. 4Z9
want eer ft in Mai de genezing volko-
men is getroffen. Een geruimen tyd hier na ontbood
hy my weder, en ik vond hem als doen zyn been met zeer diepe inge- wortelde, vuile en verrottende Zwe- ren 1>ezet: ik heb hem doen ander- maal zyn lichaam gezuivert, de af- kookfels vanCma., Salfa pariiïayenz. la- ten gebruiken, en onderwyl tot aflei- Derivaib: dingenontlafting der qualykgefieldeEvasuatU. fcherpe Vochten , een Etterdracht in het befte been gezet, en hem op deze wys, en door de vereifchte plaas- middelen, op zyn Zweren te plaatfen , door Godts genade voorfpoedig toe gezondheit herftelt. A. V. L. Kuiper, kloek Werk-
man , en een fterk Vifcheter , oud vyf en veertig jaaren, groot van per- foon, doch vry vochtig van geitel , en veel Buikpyn onderwarig, kreeg met zwaar heffen en tillen, een vry groot Darmgezwel , of zogenaamd Scheurfel in de linker Lies tot in de buidel. Ik op den vyfden February 1675*. daar by verzocht zynde, vond daar benevens noch een verhard Ge- zwe1 in 'c Gemacht, wefende vaft met
|
||||
4?ó Verhandeling van de
met de Ballen vereenigt , het ver-
hard, opgefpannen, en tot fyn plaats uitgefchokt gedarmte, eerft door een windbrekende Klifteer inwendig en door een verzachtende pap uit- wendig 'geftooft, en toen ingebragt zynde , zo heb ik hem wyders door een zachte en germckelyke Breuk- band van Bombafyn , waar van de met fyne Watten opgevulde Druk- doek met een rbookje langs de zyde des Breuks tufTchen de benen door pas- ferende gantfch geen Knelling , en dus by gevolg ^ gene de mirifte gele- gentheit aangroei van de Vleefch- breuk koft geven , zulx onderwyl met de ordinaire bovengenoemde ver- dunnende plaailers bezorgende , ia- voegen dat door deze Hulpmiddelen de zaaken zo wel en na wenfch zyn uitgevallen,' dat ik ineenige volgen- de jaaren, hem, en zyntalryk Huis- gezin wel van verfcheide qualen heb genezen , zonder dat van zyn ver- haalde ongevallen meer gerept is ge- worden, tot op den veertienden Juny iö8i, dat ik by hem zynde ver- zocht, zyn Breukgezwel weder een weinig vond uitgefchooten, en ver- hard, |
||||
TegennatuurJyke Gezwellen. 4 f1
hard , doch door een ontbindend
papje , een weinig geftooft, en dus weer in geraakt zynde, zo heeft hy zyn zwaar Kuiperswcrk , als voren wederom waargenomen. t'Zedert heb ik deze goede man,
noch zyn huisgezin , dewyl zy nu onder hun Maagfchap. een Heelmees- ter door 't Huvvelyk hadden aange- wonnen , niet meer bedient : Tot dat ik op den twinngftenjuny 1685. tot hem ter hulp verzocht ben ge- worden } als wanneer hy al eenige weken zeer elendig en bedlegerig was geweeft. Ik vond hem onder't be- ftier van den beroemden Geneesheer Simon van Zyl9 en onder de handen van een jong, doch welgeoeffent Heelmeeiter, die (als gezegt is) de Neef was geworden.* Men verhaal- de my, dat hy meteen fterke gedu- rige Koorts, die hem ook noch be- ftormde, een groot Gezwel met een zeer pynlyke ontfteking in de Lies- fche en in 't Gemacht had gekregen, 't welk rypgemaakt en geopent zyn- de, zo was op de groote ontlafting van een taamelyke goede Etter eerli, en federc van een quaadaardige dunne fcher-
|
||||
4ji Verhandeling van de
fcherpe bloed waterige ftoffe, ganfch
geen verlichting van Koorts , noch van pyn gevolgt, maar wel een al- gemeene verzwacking des lichaams, noch aangroeijende pyn , opfet- ting van harde verhevene kanten , met een zeer groote wegrottende Zweer, die niet alleen de deelen des Balzaks, maar ook ter eene zyde geen klein gedeelte van desPenszaksfche- de verteerde, de verhardde Zwelling breide zich tot in den Onderbuik uit, met bezwaarlykheitin d'Adem- haling , flaauwtens , bedorven eet- luft, nachtwaking, vervalle krach- ten, enz. Dit alles dan nu dusdanig geftelt vindende , zoo heb ik zyn Huisvrouw en Kinderen (dewelke met myn komft noch wat goedsver- hoopte) de hardneckigheit en onge· neeflykheit van dit Gezwel, de ver- der uitteringen en de haart aanftaan- de fterftyd van den lyder voorzegt, en onderwyl wel met zyn Genees-en Heelmeefter door de bequaamfte we- gen , zo in- als uitwendig , en dit laatlte door zachte, zuiverende, pyn- ilillende pappen, enz. de zaken zó veel als ons doenlyk wasj ten goede |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 435
behartigt, maar nochtans geenfints
konnen beletten, dat hy (alhoewel niet alleen door de grootheit van zyn pynlyk toeval, maar ook door de ge- durige uitterende Koorts j langiaam verzwackende) op den 30 Auguftus 168}. door de dood van dit elendig leven en lyden verloit is geworden. Ontrent dezelve tyd hadt zeker
Schoolmeefter, van een bruin, dor, mager, droefgeeftig geitel, aleenige jaaren een verouderde Vleefchbreuk omgedragen, hebbende daar toe den raad van verfcheideKonftoefFenaars, en vele verkeerde middelen van lap- zalvers en onwetende menichen ge- bruikt. Hy verzocht nu myh hulp, benevens dén toeitand van zyn quaal, en daar by wat hoop dat ik tot dege- nezing van zyn quaal had, te weten? Hem daar op beziende, vond ik zyn Gemacht met een fteenhard, bruin, biaauwcouleurig Gezwel, zo groot als een tienjarig Kinds hoofd, alom zeer vafl: bezet met een geweldige fpanning, ftekende pyn, en weder- zyds uitbreiding tot in de LieiTchey zynde tot noch toe nooit open gebro- ken , maar wel nu en dan wat ontftels Be ge« |
||||
6fi 4 Verhandeling va» êt
|
|||||
geweeft. Somma, ik vond Uier een
volkomen Kankeraehtige verharding, dies heb ik hem gantieh geen hoop ter Genezing konnen geven , maar wel de vrees en verwachting van des Gezwels openbarfting ^ en dan een verzwaring zyner denden, niet hem, maar de naaite vrienden bekend ge- maakt , en aan hem een goede manier des levens aanbevolen, alle zout, zuur en fcherpe fpys en drank verboden s en voor. zyn gebrek niet anders, dan maar een onderhoudende Genezing te werk geftelt, gebruikende een tyd lang deze navolgende plaafter, Met deze plaafter ,- dien ik om
de twee a drie dagen ververfchte, heb ik hem zyn zware neerhangende buidel bezorgt, en zulx met zachte Drukdoeken, en een daar toegemac- kelyke band behoorlyk onderfeheort, waarmede hynoeh lang daar na (fon- der datdefe Kankefaehte Vleesbreuk quam open te barden, of dat (van wegens, de belemmerde ommeloop, doei
|
|||||
ItègetmatuurlykèGezwelï&i. 4.$f',
doof verilicking der doorftraalende
tochten , een ontydige verfterving ópgedaagt is) gekeft heeft tot dat ten laatften zyn verouderde teringkoorta tot zo verre quam te verwackeren s dat zyn bouwvallig lemen hutje ein- delyk onder den laft zyns lydens is komen te bezwyken. Meer ftaaltjes van dit iegenriatüur-
lyk laftig Gezwel zou ik den Lezer konnen vertoonen , maar al te veei ■^ralgt, dies fpoeden wy ons ter Ver- handeling van de noch reftereride Ge- Zwellen. |
|||||||
HET
|
|||||||
E e %
|
|||||||
Verhandeling van de
|
|||||
HET XIX. HOOFDSTUK.
Van den Slagaderbreuk,
Aneunifma. é. Dat de Gezwellen recht gekent moe"
ten worden, z. En vooral den Slag- ®derhreuk. 3. Deszelfs befchryving. 4. Oorzaken, f. Teekenen. 6. Foor-' zegging. 7. Geneezing. 8. Twee zeldzaame waarnemingen. 9. Wat men voor de Handgreep te overwegen heeft, met een waarneeming van H. Rhoonhuizen. \o. Dat de Oude Konfloeffenaars zo niet veracht moes- ten worden. 11. Dat de hairkho- < - veryen van de Heer Overkamp voor de Leerlingen zeer fchadelyk zyn.
I.
Oat de Eu T"\E onderlinge verfcheidentheden
urgezwd', \_J van ,jc Tetennatuurlyke Gezwel- gtkent tm» by onze nieuwe Konftopbou- moeten wers en verachters der oude Konil- ■werim. Leeraars , zo weinig , of maar ter loops aangehaalt, wel van malkander te
|
|||||
Tegmnattiurlyke Gezwellen. 437
tekonnen onderfcheiden, is den jon-
gen Heelmeefter ten hoogften nood- zaakelyk ·, ten einde, op dat hy geen doodelyke fouten, misflagen , noch verkeerde behandelingen in zyn hach- gelyke Konftoeffening tot fehande eig ichade van zyn Evenmenfch komt te ondernemen. I I.
Vooral dient de Slagaderbreuk (zo ieveoml
bedrieglyk voor den weetniet en los- **? fag' febol) regc gekend, alswezendeop-*' gevuid vanSlagaderlyk bloed,bleek, bol, zacht , de couleur der andere deelen gelyk en onpynlyk. I I.
Deze Tcgennatuurlykc Slagader- Deszeïfi
breuk by de Heer J. van Horne, een kfehry., hartaderfpat, by H. Rhoonhuizen , ™ni° genaamt, komt doorgaans van een gequetfte of wyduitgebreide Slagader voort, haar verfcheidentheit kan en moet in derzelver oorzaaken nage- fpeurt worden, |
|||||
Ee I IV,
|
|||||
4 £o Verhandeling van 4e
IV.
kif Deze konnen tiit- en ipwendig
worden gefteltj uitwendig zyn alle geweld, vallen , flaan , bonfen, en zwaare Kneuzingen , zodanig dat zy een Slagader onderwaards in haare bjnnenfte dicke of buitenfte dunder rock , of ook wel die beide doen ïcheuren, en 't levendig bloed in en tufichen de Spieren uitftorten, ook als den onvoorzichtigen Heelmeefter jn de Aderlaating de ondergelegene Slagader quetft , en waar door de JHeer Thomas Eartholyn * getuigt , dat een perfoon tot Napels , Anno 1644, zyn gantfcheri arm verloor , waar in men, die ontledende, noch de groote verwyderdemond des Slag- aders , opgevuld van een grooten hoop zwart maar dun bloed , aldaar verrot > en de Slagader in veel Huk- ken verbroken bevond. Doorquer.- iïng van des, Slagaders binnenfte rok inoet noodzaakelyk ook de buitenfte zyn getroffen j zo dat het bloed al- dus tuiTchen de Spieren ingedrongen, al»
f Kap. h pag. 141.
|
||||
ïegBWMtuurlyke Gezwellen. 459
aldaar verrot, verftinkt, en wel den
gantfchen arm kan doen verfterven ·9 en zo doodelyk voor den lyder , als fchandelyk voor den Meefter woorden bevonden. V.
Evenwel geloof ik, dat niet altyd Tetketiea,
des beide Slagadersvliefen gequetit, maar ook wel door zware kneuzing, verplettering, enz. het binnenfte dicker vlies kan komen open te bar- ften, zo dat het buitenfte, dunder en reckelyker, heelblyfc, endebin- nenite niet weer genezende, de ver- wydering maakt, die de Slagader mét *er tyd meer en meer uitbreid, v/er- wydert, en dus deze Slagaderbreuk eeril wel klein, maar door de ver- meerderde geklonterde bloedftof , ' grooter en grooter zynde geworden, formeerd, makende in't begin wel een taftelyke Klopping van het le- vendig Slagaderlyk bloed, maar het Gezwel grooter geworden , en de onthoudene bloedltof van geeften en Warmte zynde berooft, zo moet ook noodzaakelyk en by gevolg de Klop - ping niet alleen vermindesen, maar £ e 4 ook |
||||
44Ö Verhandeling van de
ook eindelyk wel t'eenemaal koraeö
op te houden, zo dat die in een ver- ouderde Slagaderbreuk niet meer kan Worden gevoeld. En hier op behoo- ren'de jonge Heelmeefters weldege- lyk verdagt te zyn, en niet daar de Klopping juift niet word gevoeld , dit Gezwel ('t welk ons wel van we- gens zyn zachte bolligheit, als een koud Gezwel voorkomt) onbedacfa- telyk zouden onderfiaan te ope- nen. Nochtans gebeurt het wel, dat
de Klopping in een verouderde Slag- aderbreuk aanhoud. Fabritius Hil· danus * getuigt van een groote on- geneeflyke verouderde Slagaderbreuk die de geheele linker zyde tot aan de hals en het borftbeen befloeg, met een fterke Klopping, zonder pyn , doch met een benaauwde Adem haar Jingj en noch van een groote Slag- aderbreuk in den arm, door quaade Aderlaating , met quetfing van de Slagader, groeijende tot de grootte van een Ganfen-ei , met een Klop- ping niet alleen voor't gevoel, maar ook
* Obf. 297.
|
||||
¥egsnnatuurlyke Gezwellen. 44 ï
©ok zichtbaar, eenigfints verhard ,
en met weinig pyn, als alleen in het uitftrecken des arms, zo dat dit Ge- zwel ons verfcheidentlyk voorkomt, 't zy door uitwendig geweld , door querfing des Slagaders, enz. of ook wel door inwendige fcherpe Voch- ten , de vliefen doorknaagende , en in veel deelen-des lichaams, dog wel inzonderheit daar groote Slagaderen zyn, voortkomende. V I.
Uit alle dit voorverhaalde word
dan den Slagaderbreuk gekent, voor-#^· namentlyk dient geweeten, dar die al doorgaans, en wel meeft in of on- trent de Slaapfpiejen, die vry bloot \ voor 't uitwendig geweld, en door des Slaapsflagader doorvlochten, ont- ftaat. De Voorzeggingen konnen insgelyx uit het verhandelde zyn ver- toont. V II.
Wat de Genezing betreft, die ge- 'Gmssk§.
fchied door Geneesmiddelen, of door de Handgreep, de opgeleide Genees- middelen moeten loutere verilerken- E e f de |
||||
44 i Verhandeltfig van de
|
|||||
de middelen, die kracht mogen heb-
ben , om des Gezwels opgehoopte en verdikte bloedftofte verteren, te verdroogen, en deverwyderdeofge- quetfte Slagader wederom te doen fluiten; dan zulx wil doorgaans be<- ter in een eerftop komende Slagader - breuk, dan in de verouderde, ge- - lucken , 't zy met krachtige plaas- ters, of door verfterkende Stoovin- gen, ik zal, uit meer andere, maar alleen twee gevallen tot nut voorden leerling hier benevens voegen. VIII.
Tveeeztli· Een Jongman, ons in Maagfchap
xaame beftaande, van quaad ftof opgeleid , ■waarnee- mager) fchraalenbleek, vanKinds- mmgen. ^ååð ^ onge2oncj} hebbende in zich niet anders dan een fcheurbutig, dun, zwart, waterachtig bloed, genas ik van veelderlei quaalen en toevallen , die uit zyn ongedaanheit ontftonden, als neusbloeding , verrotting in de mond , fcheurbutige ontftekingen , Zweeren , Gezwellen , enz. kreeg ook, door de fcherpe quaadaardig- rAnmnfmahux- der vochten, een grootc Slag- aderbreuk in de flaap des Hoofds, txek
|
|||||
TegemuitMurlyke Gezwellen. 443
zich niet anders dan als een koud Ge-
zwel, vol en opgefpannenvan Etter, vertoonende , de binnenftc rok des Tunica, Slagaders fcheen my toe verbroken , en door de quaade gefteltheit der vochten doorgeknaagt te zyn , zoo dat my dus een meer en meer aan- groejende Slagaderbreuk, zonder eenig voorgaande geweld veroor- zaakt, voorquam, en dien hy eerft na eenige weken aan my vertoonde, een zachte pulfatie , de opgdpan- pentheit, de plaats, d'onpynlykheit de onveranderde couleur des Ge- zwels, enz· toonde aan my de ze- kere tekenen van een Slagaderbreuk. Jk heb dezen fuckelaar met verfter- : kende plaafters, voornaamentlyk uit ons Emplafirum Santalinum beftaan- de, en door. f en vry vafte bezwach- teling van cl/t Gezwel genezen. Deze p'aailer, in ons zeven en
twintigfte Hoofdftuk befchreven , geloof ik wel een der hequaamfce te zyn tot vertering van dit Slagader- lyk bloedgczwel. Men kan ook het Mmphfirum Oxicrocium, de Labdano^ en daar noch eenige fterk opdrogen- de en verterende Geneesmiddelen , ca
|
||||
444 Verhandeling van de
na dat de zaaken vereiflthen zul-
len , by gedaan konnen worden, ge» brui ken. Nooit is my, myns wetens, een
grooter Slagaderbreuk voorgekomen, dan in 't driejarig Zoontje van Ñ. Á. Mr. Zilverfmir, terwyl ik het ander Zoontje, oud zes jaren, van een breuk hoog in 't Dybeen geluckig genas : dit Gezwel beiloeg de ganfche rech- , ter zyde en flaapfpier des hoofds, vertoonde zich vry hoog opgefpan- nen, met klopping, onpynlyk, en j natuurly k gecouleurt, de Ouders ge- tuigde my, dat dit Gezwel zeer fchielyk gekomen wasj dochwiften niet door wat oorzaak, ik oordeelde aanftonds, dat zulx dooreen loutere bons of val moeft veroorzaakt zyn , én dat dit Gezwel door een borft of opfcheuring des flaapfhgaders, door Slagaderlyk bloed dus opgevuld was, 't geen door onvoorzichtigheit (alzo het ons als een Gezwel vol Etter ver- \ toonde) geopent zynde , het Kind , * aanftonds door een fterke bloedvliec de geeft zoude geven. Yder, zelfs y de Dienftmaagt, ontkende ftyf en fcerk, het Kind door vallen of bon- fes? |
||||
fegimiatuurïykè Gezwellen. 445·
fén eertig ongeval te hebben ontfan-
genj doch door hard aandringen be- kende eindelyk de laatftc , dat hec Zoontje, met een klein wagentje te ryden, een zware bons tegen de ftec- nen gekregen had. Terftond heb ik een ftoving van onvervalfchte goede Roode Wyn, daar in de verfchge- plukte Myrtis Laurier en Rofemaryn bladden^ met roode Rofen, in waren gekookt, bevolen, daar in een zag- te wolle lap gedompelt, ftyf uitge- nepen , en aldus heet het Gezwel overdekt, dikmaals ververfcht, het hoofd wel toegeftommelt en voor alle Koude bewaart, en zulx met een zo gewenfcht gevolg, dat deze grootc Slagaderbreuk meer ende meer ge* flonken en kleinder geworden , het lydertje in vyftien a zeftien dagen , door Gods goedheit, van ditgevaar- lyk Slagaderlyk bloedgezwel volko- men is genezen geworden. I X.
Op dusdanig een wys geloof ik , watmU
fot een Slagadërbreuk, die niet te *""""dt veroudert, noch met een geldonter- ^ï dc Bloedftof opgeveid is, wel beft te gen hetft r ge-
|
||||
44»~ Verhandeling va» dé
|
|||||
met te* genezen zal zyn, maar vind men zuM
■waamte- door de veroudertheit dezes Gezwels ^'"11"^ ondoenlylï, zo moetnfen komen tot buifen. de Handgreep j en dan alvorens wel naarftig overwegen, of door de Hand-Konft Wel wat goeds zal uit- gericht konnen worden; want daar dit werkje zich al te haehelyk op- doet, zal 't geraden zyn, een zogc- vaarlyke Handgreep veel liever te la·* ten beruften, als by der hand te ne- men , om niet de dood des lyders en eigen fchande, als mede een wroe- ging in't gemoet, zich zelven op den hals te haaien. Men zal dan wel in bedenking ne-
men , of en op wat wys de wegne- fning van de Slagaderbreuk veiligil kan worden volvoert, en zulx zal u deszelfs grootheit, veroudertheit , ingewortekheit, geftolde bloedftof, enz. maar voornaatnentlyk des Ge- zwels Standplaats konnen verbieden of aanbevelen, waar na dan uw voor- nemen en overleg vérftandig moeten gegrondveft zyn. Den braven Hmètik Rhoonhui/ên%
wet
*■ Obf. 4* pag, 4* |
|||||
TegematuurlykeGezweMen. 447
wel in de Konft geoeffent Heelmees-
ter tot Amfierdam, gewaagt van een verouderde Slagaderbreuk, een Oc«- kernooi groot in 't voorhoofd.* diea hy tot op het Beckeneel open weed, maar door de gevolgde zwaarebloed- ftortJBg met een groot werkelyk brandmiddel itenipte,na twee dagen 'c verband losmakende, voorts" de Korft en 't been tot fcheiding bewerkte , en geluckig genas. Op deze plaats kon een vaite binding, die veel ter Genezing fcelpt, gebruikt zyn, waar op dat, voor de Handgreep, altyd naauwkeurig dient gelet. Men moet nooit onderftaan de
Slagaderbreuk lichtvaardig en onbe- dacht te openen. Pareus #, geoef- fent Heelmeeuxr der Koningen vaflt Vrankryk^ getuigt des Gezwels be- driechelykheit,· dewyl ia des zelfs veroudertheit de fynfte bloedftof zyn- de verteert, 't groffte gedeelte ver- dikt en Klonrerig , wel eenigfints verdroogt en verhard , en eindelyk licht ter verrotting flaat, opbarft , zwaare bloedftorting en de dood ver- ©orzaakt. Be*
* Lib. VII, KafyXXXk
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
Bedriechelyk, om dat men in de
verouderde Slagaderbreuk wel meer- maal , van wegen deszelfs geklonter- de verdroogde bloedftof i meeft uit- wendig, zich als eenig ander Gezwel vertoonende, zonder Klopping, te lichter by den onhedrevenen word geopent. Den laatfrgenoemden Au- theur verhaalt een opmerkelyk voor- val van een Priefter van Si. Andnes ^ hebbende een verouderde Slagader- breuk in de deelen des Schouders. Dezen voorzichtigen Heelmeefter waarfchouwt den lyder op 't alder- krachtigft, dit Gezwel niet te la- ten openen, doch 's jaars daar aan (de Slagaderbreuk noch eenigfints grooter zynde geworden ) opend een Heelmeefter, dewyl die het vooreen Ettergezwel fcheen aan te zien, eerft met een brandmiddel en voorts door devlym, dit Gezwel, waarop aan- fconds een zo geweldige bloedftor- ting volgde, dat dien goede vriend eerder een lyk was, eer Pareus, daar voort ontboden, by hem konde ko- men. Jaques Guelnteau *, desgelyx als
* Kap, Vl/pag, 31;
|
|||||
Yegennatuurlyke Gezwellen. 449
Pareus, Heelmeefter des Konings
van Fïankryk vertoont ons ook een ftaaltje van wysbeit, kloekmoedig- heit envoorzichtigheit, alsmede er- varentheit in de Heelkonft verhaald een exempel van een Vrouw, heb- bende , door een quade Aderlating, een Slagaderbreuk een vuift. groot ifi Έ. vouwen des arms , het geronne bloed was , gelyk men uitwendig zien kon, al aan 't rotten, ende de huit begon eenigflnts door te bree- ken, dus was, om geen doodelyke bloeditorting af te wachten, zo we! een korte als Kloekmoedige refolu- rie noodig j hy bind dan, met raad en in 't byzyn van verfchcide Heel- mteiterSi de Slagader drie vingeren breed boven de Slagaderbreuk vaft toe, na dat hy, na de loop des Slag- aders, zo als die van de grooteOxel- Slagader afdaalt, de infnyding na de loop der Spieren zo diep gemaakt heeft, dat men de Klopping des Slag- aders merkelyk konde voelen , ont- dekt die verder, en fteekt een krom- me naaide met een fterke draad onder de Slagader door, en maakt dus een vafte binding, zo dat op. deze wys F f geeü |
||||
Verhandeling mm iê
|
|||||
geen zware bloedftörting ftond 16
vreezen, voorts ihyd hy de Slagader, onbefchroomt open5 neemt al de ge» ronne blaedftofuit, waft dit ftinkend log met Brandewyn en een weinig van ?t Ung.JEgyptiacum, en volvoert in een maand de gewenfte genezing zo geluckig, dat geen letfel in de bewe» ging, nog iets van de Slagader over- gebleven is. X.
OudeuuM Nu vraag ik de opmerkende leer* Êïçâïö- gierigen Heelmeefter, of wy niet nog nmrs ÷,ï gy dusdanige brave Konftleeraars rao-
met verast J * , ,°
moeflen gen fchool gaan, om te weten wac
worden, ons in diergelyke voorvallen te doen ftaat ? Diens Konftboek van' onze nieuwe Reformateurs en hun navol* gers al mede zo verachtelyk is agter de bank geraakt. Ik vond het zelve in Ooft-Indiën vuil en verflingert door een achteloos Heelmeefter (op «en ander Schip zynde overgegaan) in een hoek vergooit, ik nam dezen vondeling op , en liet hem , t'huis komende, met een nieuw Kleed be- kleeden. Zeker zo wy, inveelftuk» ken, deze en meer andere oude Konft- «erFenaars volgen, en die idaar 't ons doe»5
|
|||||
Tege/matmrlyke Gezwellen, 4fi
|
|||||
doenlyk is, trachten met ons verftand
teflypen, te verbeteren, wy'sullen gunft en eer behalen, en bequaam zyn onzen evenmenfch, door des Heeren genade, ook zelfs ontrent.een Slag- ader, uit het gevaar van doodelyke bloedftortingen en haaftige verfter- ving te redden. X I.
Wy moeten, tot nut van den Leer- Dat de
ling, zaken , maar geen woorden ^atrkioovt- noch belachelyke hairkloveryen be-X^* fchryven, opdathy in allerlei ZWare kamp -voor voorvallen niet bereutert noch verle- deUerlin· gen mag ftaan , maar afgericht infTJTj, de Kon ft , met vaardige handen ,£" ej^ goede middelen en bezwachtelinge, wat goeds kan doen. Die lieve zoe- te vriendelyke woordjes van honderd duizend mesjes, krings- en klootswyze bewegingen , de kleinfle fprankjes van de blaas balkjes der Zenuwen, de hon- derd duizend millhmen van deeltjes in eenfcrupel, en die in zo veel duizende vluchtige, zoute, zuure, vafle^geeftige^ waterachtige , Olie en aardachtige te verdeelen, en meer andere pleizierigc vertooningen, doea niets ter zaak , F f Æ CJ5
|
|||||
η
|
|||||||||||||||
ff
|
/'S O
|
||||||||||||||
Verhandeling van de
|
|||||||||||||||
4fi
|
|||||||||||||||
en nochtans dient den Leerling, wil
hy Dr.-.Overkamps Schriften veritaan, de kop daar me te breken, dus word zijn koftelyke tijd. verfpild , en hy maakt zich zelfs dom en onbequaam om wat hy in zaken van gewicht te weten en te betrachten heeft, kon- ftig uit te voeren. Nu zouden wy noch iets van de
verwyderde of geberfte Aderen kon- nen fchryven, maar die Gezwellen zijn zo algemeen en bekend, Üatzulx onnoodig hebben geacht, dit maar alleen zeggende, dat zo wanneer de lyder geen pijnlijke zweren nog fchie- lijke bloeding willen afwachten, zy ïn tyds de benen met lange zwachtels keren bezwachtelen, tot fluiting en befchut van deze Gezwellen. |
|||||||||||||||
HET
|
|||||||||||||||