Mil. Hosp.
E. 1098
|
|||||||
BIBLIOTHEEK YAN 'S RIJKS KWEEKSCHOOL
TOOK
MILITAIRE GENEESKUNDIGEN.
PRACT. GEN.- HEELK. WETENSCH.
GENEES- EN HEELKUNDE.
IN HET ALGEMEEN.
TT
|
|||||||
'
|
|||||||
<f/M<p.
|
||||||||||
f
|
||||||||||
fflïïli*. f^.ifo
|
||||||||||
#'
|
||||||||||
9Hi
|
|||||||
VERHANDELING
VAN DE
TEGENNATUURLYKE
GEZWELLEN,
In haare verfchcidene
SOORTEN, OORZAKEN, TEEKENEN,
VÜORSEGG1NGEN en GENESINGEN F E RT 0 0 NT
Eti op onwrikbare Gronden van
REDEN en ONDERVINDING,
Door vyftigjaarige Konftoeffening en veel op-
merkelyke gevallen beveitigt; Ten dïenfien voor Leergierige jonge Htélmêéfieri.
D O O R T&q,UTËR SCHOUTEN,
»__<?? Heeiméelier en Prablifyn in Haarlem.
NSp~^5 TIVEEDE DEEL.
|
|||||||
TE ROTTERDAM*
By HERMANUS KENTLINKi
Bockverkooper agter 't Stadhuys 17^7.
|
|||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 4 f 5
|
||||||
þ2 'Ss· '4' iV ßÚë '3ñ *Ss -i" -in *£<" "Ö" "V -ï*1 *Jt 'Ë'" "Jf1 -i/> -2/> ·&■ ·Ëë «2ë é!/· 'in ·ß*
HET XX. HOOFDSTUK.
Van de Roos., Erifipeks.
I. Befchrjving van de Roos. z. Des-
zelf s verfcbeidentheit. 3. Verfcheide Oorzaken. 4. Teekenen. j. Voor- zegging, 6. Geneezing, en éü at daar ontrent al dient waargenomen. 7. Dat hy'de Belroos fomwylen zeer zwaar e toevallen komen, en welke, met een, waarneeming. I.
WY hebben in onze Verhandeling Sefihry-
van deOntileking en deszelfs^fjf onderhoorïge Gezwellen, veel zaken Zo omftandig vertoont, dat wy oor- deelen, van de Roos otMietRoos-en Galgezwei weinig te zeggen zal val- den, nademaal deze twee voorname qualen, al doorgaans mal kanderen zo gemeen zijn, of ook gezelfchapjhou- oen5 dat ze meermaals niet wel van malkanderen zijn te onderfcheiden. |
||||||
F f 5 De
|
||||||
4f 4 Verhandeling van de
|
|||||
De Roos is een Gezwel tegen na-
tuur, uit de Galachtigfte ftoffê des bloeds voortkomende, meeftdehuit en vleefchachtige dekfelen , doch fomwyl ook wel de meer inwendi- ge deelen beflaande , met fcherpe hitte , fteekende pyn , geduurigc Koorts, enz. 11;
ÏKszelfs Zy is volkomen , wanneer alleen
w/<A«- u;t de Gal, of met een heet bloed ge- n'ett' mengelt zynde, voornamentlijk ont- ftaat. öfonvolkomen, als die metflym,
wind, wei- en waterachtig vocht , of met mekncolie vermengt zynde , Erifipelas. een Roos, flym of hardachtig Roos- jEdtmata-gezwel, enz. genoemt word. des. Scirrhoides τ τ τ Verfcheide De oorzaak is, of uitwendig door
Oormhsn. vallen, ilaah, ftooten, gelijkdievan ouds met recht de eerfte oorzaak ge- noemt wïerd, zodanig als in de ver- handeling van de Ontileeking ver- toont is. Deze eerfte of uitwendige oorzaak
ontftaat ook al meermaals door de ont-
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 4^5*
ontfangene koude des luchts,. waar
'door de fynfte bloed-gal-wei-of wa- terachtige ftoffe , Zoo als die dan voorkomt 9 komt teftollen, enicherp te worden, fcheurende de fynfte vaat- jes (die zich zo menigvuldig in de huitkliertjes komen te eindigen) open en vermeerderen aldus (en dat fora-» wyl zesr haaftig ) de hevige pyn s ontfteking, zwelling , enz, en dus dees ontftelde vochten verfcherpt , en door een geduurigen aanpers ver- menigvuldigt zynde , zo loopt wel de huk met. blaren, bellen en puiften op, dewijl alles op eene geweidi·*. ge wijs, de ontlafting komt te zoe- ken. Want de inwendige oorzaak hiep
by gevoegt zyr.de, zo dient vaft ge- ffeit, dat een ware Roos uit een n« meer dan minder opfieding, Giftinga en ontitpltheit der Galle met bloed vermengt ontftaat, dewijl de wezeut- lyke ftoffé van dit Roos- of Galge·» sswel s daar die ons in haar grootfte foevigheit voorkomt s zo fyn % heef3 fcherp en licht vervliegende j OtG©K; fchielijk iriö^aöde s menigmaal ».©© F f4 g©·? |
||||
06 Verhandeling van ie
gevaerlijk , jadoodelijk word bevon-
den. Het is dan deze licht ontfteldefy-
ne Galitofre, die buiten hun vaatjes tot in devliefigevefekjes, huitklier- tjes , enz. uitgedrongen, blijft ftil- fiaan, itolt, verdikt en verderft,be- lettende aldus de beweging der dee- len. En zijn zodanige deelen dit onge-
val meert onderwarig, dewelke dooi een zo konftige als tedere t'famen- fchakeling zyndegemaakt, de dage- lij kfcheongemacken van de lucht ver- dragen moeten, gelijk dan de Roos en Belroos in 't aangezicht hier in deze onze koude landen zo gemeen zijn , daar men in heete Gewerten diequa- len nauwlijks kent j wantte lichter geraakt het Galachtige bloed, door een fchielijk ontfangene Koude aan 't Giften, blazende mee geweld de tedere bloed- en watervaarjes, en alle vlieiige deeltjes zo vreefeiijk op, dan dus, ook zelfs in 't Aangezicht wel Zeer groote Gal- en Bloedgezwelien ontflaan, en zuix wel meermaals çéåå een gevaarlyke oiïtfteking der. Pan- en |
||||
Tegmnatuurlyke Gezwellen. 4^7
en Breinvliezen vergeièlichapt zyn- .
de; gelijk alsook door 't iterk op- zetten en fpannen der teergevoelige vliefige deeltjes des Aangezichts, de geduurige Koorts, pyn, ongedurig- heit, en wat noch meer in 't gevolg van deze woedende quaal zich op- doet, onaficheident'yk ja een gewel- dige Belroos worden gevonden. Want een zo merkclyke ryfing of
uitbruifchende Gifting, die als dan, buiten twyffel in 't bloed is, dringt voort, wil en zoekt een grooterust- breidinge, dan de veelvuldige vaat- jes der zo beftormde lydende deelen konfieh verfchaffen, en de fterke aan- pers of toevloeijing van het al te drif- tig ontftelde bloed en der Galle in deszelfs omloop , door- en omftra- ling, zynde gefteuit en verhindert , itaat itil, verdikt, hoopt op, ver- meerdert, en komt dikmaal tot een zeer groot Gezwel, zodanig als dan de (toffe, die deze quaal voortbrengt, in baar v'erfcheidenthcit , naam , en vennengeling te valehaffen. I V.
De Kenteekenen,. inzonderheit 'vagith
Fff die |
||||
4f § Verhandeling ψαη <&
ijjeyan de Belroos , behooren.genoeg·*
faam bekent te zyn5 wanneer dit ver- fehrickelij k monfter, in alle zyn hoe·» $anigheden en booiè' qualiteiten, te Yporfchyn komt, want bier ziet men die fiere fchoonheit, met,alle de cier- lyke luifter van desmenfchenAange-. zicht, 'm eenvervaarlyke monftreqs- l^.ei.1 en afgryflyk wezen verandert. i^omt nu hbvaerdig menfch, niet al VfW gewaande fchoonheit hovaardyes tioogmoet, optooi jingj verfoeijeiy- \® trotsheit , ende Jaacdunkentheis |er baan 5 ende fpiegelt ow in deze afgryfelyke ende rampzalige befpiege·* |ing m.ec opmerking, want hy fpie-i geit hem zacht, die zich ineen an-. «tef fpiegelt, hier kond gy klaarlyk ?iens wies wat, en hoedanig dat gy ■'Sfyt ? Gy, die uw ftinkend lichaam |'t welk toch niet anders dan een vat vol ftank is) zo verfoeijejijk en moih |keuss voor Gods Heilig enAizien·? |e- oog, en voor "tgezicht aller vro- ipen3 durft optoojen % ja zoodanigs $at gy zo, weinig na, redelyke vee| fjiftChriftelyke menfchen, maar veel Ier 4«ive3skppnen gelykï % ko,ra ïwcj |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 45·$
die uw, of in fchoonheit, hovaerdy,
pracht en laatdunkentheit, of in jeugt, frisheit en krachten , noch mogelyk wel over weinig uuren of dagen ver overtrof, ziet nu eens hoe dat alle die fchooiie gaven zo ganfch verwelkert, engelykde allerfchoon- ile welriekende bloemen ter neêrge* vallen, verrot en Hinkende zijn ge- worden. Hier leid nu dat fchoone fchepfel niet alleen van alle zyne uit- wendige pronkcieraden , maar ook van alle deszelfe aangeborene fchoon- heit ontciertenontluiftert, zijnHul- fel is niet meer zoprachtig en weits, maar een wollige lap is nu het Kap- luur, daar deze moo je pop mede op- gepronkt is: Doet dit open, enbe- fchouwt en oyerweegt eens, hoe haait het met uw, met my, of ook met andere def omftanders, dus, en mogelijk noch elendiger zoude kon- nen geftelt zyn, ziet wat een ver- vaarlyk monfter , dat hier zig op- doet j gyziet hier een Hoofd als een roompot, een Aangezicht daar de Zwadder, vuilen Etter, en het ftin- liende brandige water, aa,n alle kan- ten uitfopt, en by nederloopt, den ban-
|
||||
460 Verhandeling van de
bangen benauwden Adem, de vuile
wafem en brandende ja befmettelyke hitte blaaft u den Lyder in 't Aange- zicht, zo dat men waarlyk fabrieken moet over deszelfs uiterfte elende , de oogen gefloten, als ballen opge^ zwollen , de neus en neusgaten af- ichouwelyk, en vol ilinkende ζ wee- ren, 't voorhoofd, de flapen, de öo- ren, de wangen, de lippen, de kin, keel en hals, als een vuurigen oven, vol hitte, van brandige blaren en puiften, en dit altemaal fomtyds zo quaadaardig en boos, dat ylhoofdig- heit, razerny, nachtwaking, droo- ge tong, mond en keel, onlydelyke dorft, hitte , droogte , flauwtens , benauwde Ademhaling, en een fo-. bere, kleine, duifcere bevende pols, wel meermaals de vooiloopers zyn , die ons verkondigen, dat eerlang dees Ademtogende ziel , uit dit elendig en bouwvallig Schepfel , de reis na diegrooteen onbegrypely ke Èeu wig- heit , ja na dien zo gelukzaligen He- mel, of na dien zo verdoemden Af- grond der Hellen , Itaat aan te ne* in en. Doorgaans openbaart zich in een
Bel-
|
||||
YegeHnatuurlykeGezweJkn. 46*1
Belroos een haaftige voortloopende
roodigheit in de huit, met bellen, blaien en zweren, die meermaals het gantfche Aangezicht, de neus * en inzonderheit de oogen, en die ook wel met zeer groote verharde pyne- lyke Gezwellen afgryflyfc bezet, zo dat desfelfs vail toegeflotene dexelen meermaals met een beginnende ver- iterving befet zyn, te verrotten ofte verzweren. Want dit verfchrickelyk toeval
doet fomwyl 't Hoofd , 't Aangezigt en de Hals, tot een afgryfelyke ge- daante, vervaarlykzwellen, meteen uitnemende ftekende en fpannende pyn, ongedurigheit, maling, nacht- waking en gedurige fterke Koortfe, dewelke gemeenlyk met een groote benauwtheit des herten, kort Adem- halen, een zwacke, duiftere, onge- nadige pols, en een dorre , bruine , ^iOoge tong j wel fomtyds zo quaad- aardig word bevonden, dat den lyder door zoo veele vyanden aangetaft , ende beftormt , in weinig uuren of dagen , kan weg gerukt war* |
|||||
V,
|
|||||
45a Verhandeling van dé
V. Somwyl worden by zo veel quade
teekenen, ook noch wel zware Keel- en Longontstekingen gemerkt, ge- volgt van een zware Sprouw, fchie- lyk verlies van krachten, en haaftige dood. Want dusdanig een vehemente Bel-
roos gaat doorgaans kort en fcherp , en keert zich haaft na de eene of de andere kant, doch meeft wanneer ie dus heftig en zwaar is, ter quade zy- de over. Doch niet altyd is die van zo qua-
den aart, en als dan begintfe wel van de eene zyde des Aangezichts, ende desHoofds, en eindigt niet, voordat fe meeft alle desfelfs deelen heeft om- gewandek. Sorntyds vertoont hem de Roos ,
voornamentlijfc indebeenen, ganfch paars en bruinachtig van couleur, wanneer het lichaam vol icheur- buik is. Somtydswinderig, zuchtig, wa-
terig, glinfterachtig, blinkende, enz. Het Roosgezwel komt in allerlei
deelen des lichaams, doch te lichter i»
|
||||
til \ Aangezicht $ om desfelfi tedefs
heit cö öngedektheit voor alle oniiia3· tige hitte ert koiide* Voorts rftoet de Roos enderfcheis
dentlyk wofdeii aangemerkt» na dal desiêls ftilftaande vochten heet/Gal- achtige fcherp^ zwavclachtig^ endë met Woedende , hitiïge § brandigi Koürtiên Veriêlc ,'j of anderfints 'til* tig j zuur of iiymerig worden béa Vonden. Want hoe Gal- en Zwavelachtia
geren meerderopgiftende5 hoepijcp lyker dat de Roos zal worden beven* den. Zy eindigt ooit op die wyze j gëa
iyk Van de Longontitekinggezegl is§ naülefttlyk door öntdoening j Etter- wording 5 verharding j of door een beginnende verïierving en verrotting} enz» De Belroos in *t aangezicht s moet§
na dat zy ons groot en gewichtig voorkomt 5 verdacht zyn gehoüdeö j en in haar nevensgaande zwarighëa den 5 toevallen j woede., groöihèitj pkats en verder hoedanigheden of gé» vaarlykj of anders Van meer belangd geenfints zo beköffiiSetlffe fvofdeis geöordeelc, Oök |
||||
4Ó4 Verhandeling van dn
Ook kan het Roosgezwel, fchoori
in zich zelfs nier zwaar, geagtmogc zyn, als die fchielyk inflaat, doode- lyk worden bevonden , volgens de lefTe*van den Griekfchen Hippocrates, Aphorifmus if Lïb. 6. daar hy zegt: De Root) nabinnen w)'kende, isquaady maar na buiten uitflaande is goed, en zulx leert ons niet alleen de reden , maar ook de ondervindinge. Als ook dit Roosgezwel, zelfs on-
der 't gebruik der dienitigc middelen nochtans iniiaati zo getuigt ons zulx, dat devervallenekrachten, de quade ftoffe niet meer uit konnen dryven , zo dat die zich wederom onder 't bloed vermengt. De Roos, en inzonderheit de Bel-
roos, niet wel behandelt zynde, en uit een zo licht bewegende ftoffebe- itaande, keertlicht weder nabinnen, ende veroorzaakt wel meermaals de dood. Maar wel behandelt zynde, enuiE
oifis. een afleiding der ziekmakende ftoffs; voortkomende, kan tot de gezond- heit veel goeds toebrengen, dewyl de deekn, en de vochten, van hare^zo fchadelyke ftoffe worden ontlaft. De-
|
||||
Tegmnatüurlyke Gezwellen. q$f
|
|||||
Deze ftilftaande Vogten van 't
Roosgezwel met het daar onder ver- mengelde Zenuwfap en wei, door een zo verhit bloed en galle ver- warmt, en dus, als uitbruiflehende, geraken zeer ligt aan 't zweren, ma- kende , terwyl 't fynfte vervliegt en uitwaaflemt, de reft totcenbequame EtterftofFe noodzakelyk. V I.
En aldus tot de Genezing komen- <?««*«»£*
de, beftaat desfelfs eerfte betrach-^tf tmg j in een goede manier des Ie- dient waar- vens. genomen·.
En zulx moet in 't Roosgezwel,
daar de gal met het bloed heerft, zo als van de Ontfteking. gezegt is, zyn waargenomen. Anderiints, in de fcheurbntike
Roos, of daar die met flym, water en zugt, of zwartgallige Ftoffe ver- mengelt is} moet de levenswyze ge- fchiktzyn, nagelegentheit van zaken. Ten tweeden, m«ët onze betrag-
ting zyn, dat wy op de allervoor- zigtigite wys, deontftelde Gaiagti- ge ftoffe bedwingen , en wederom tot bedaren ioeken te brengen, op G g dat |
|||||
446 ^manMkg Φα® ie
dat die piet nieer zo, geweldig de ly*
dende dealen beftormt. En zuhfc gefchied wel *c veiligiie,
dóór inwendige Geneesmiddelen j dk een matelyk domen én zwceten ver- wecken, éndé met een de levendige Geeften ende 't Herte verfterken en yerquieken^ dog evenwel niet te ver- hittende nog 't ontftelde bloed meef entfteekernde moeten worden bevon- den, gelyk wy dan by gebrek of af- wezen van er vare Geneesheeren, die kennifle moeten hebben, en die zo- danig, als in de Verhandeling van de algemeene Ontfteking en Oogontfte·4 king zyn voorgefchreven, den lyder voorichryven. In alle ware Roos en Belroos, daaf
die van eenig gevaar of belang mogt Zyn , mogen geen braakmiddelen , nogte buikzuiveringen worden ge- bruikt i en daar deze laatfte nog ee- nigilnts veilig rnogte worden geöor- deek, daar moeten de Seamoniata s en zelfs'alles 9 wat zeer fcherp werkt,-en by gevolg, zo licht eea meerder ontfteltenis baart, noodiake« ly'k worden vermyd. JDienftiger zjn ds zagte afdryveo* uê
|
||||
TegematmrlykeGezwelka. 46"'f
de Hulpmiddelen , geïyk de €öá £
Mama, Cremor Øáôßáç, 't Ele&m* tiunt ÜidcathoHcüm, Syrupus Oïdcodi '± en diergelyke: Als mede de Pruim- en Krentfopjes $ waar mede' al door- gaans Galryke lichamen ligt konnen worden beweegt. Maar die voor 'c alderraadfaamft
bequame Klifteren verkieft ,. fal myns bedunkens op de veiligfte wys* de behoudenis van zyn evenmenièh be- tragten. Voornamentlyk moet in een Bel-
roos des Aangezichts, die al veeltyds quaadaardig en gevaarlyk ons voor- komt, dit alles op de voorzigtigfte wys betragt zyn. De Aderlating kan fomtyds in het
begin van een zware Belroos, voor-? ftamentlyk in de Ëloedryke, groot Voordeel doen , waar mede dat ik meermaals de grootfte hevigheit van dit holziek paard gefteuit heb , dog dient dan alvorens, indien den lyder ^at hardlyvig mogt zyn, een ope- nende Klifteer, en na de Aderlating *e« fpoedigften een matelyk Zweec- verweckend en Hartfterkend Genees- middel gebruikt. G g æ T)%\
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
Defe Aderlating gefchied (doch
fpaariaam en op de omzigtigfte wys) volgens de leilè van den vermaarden Willis, en andere, om 't bloed in deffelfs Gifting een weinig lucht te geven , en deflelfs ontfteltheit te fpoediger tot bedaaren te bren- gen. Dog mag, nog moet de Aderla-
ting geenfinrs gefchieden , wanneer defe quaal door een afleiding der ziek- makende ftoffe voorkomt, of daar een bluts- of quaadaardige Koorts , Mafelen, Kinderpokjes , enz. haar bekende voorteekenen , door be- muwtheit aan't Hert, zwaar adem- halen , maling , ylhoofdigheit, en nagtwaking komen te vertoonen j op dat men een zo fchadelyke» ftofFe niet wederom inwaards onder de mafla van 't bloed trekt, en dus de ge- vaarlykheit der ziekte vermenigvul- digt. Zo moet men dan wel met regt,
die heilloolè pra&yk van fommige waaghalfen oniès tyds , verfoeijen , die zig niet ontzien, in alle deftrax- genoemde qualen, fchoon zy die zien uitbreken, de arme lyders het bloed |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 46 j>
af te tappen, en die dus in weinig
uuren aan 't Graf op te offeren ·, ge- lyk men getuigt, dat zelfs ook die Godtfalige Koninginne van Engeland, op den 7 January iöpf. door zulke afaardige Heelmeefters, die voor de ervarenite Geneesheeren by haar Ma- jefteit verfchenen, zo doodelykvoor haar, als fchadelyk voor degantfche Chriftenheit, is te beurt gevallen. Men fal dan veel liever altoos nauw-
keurig letten op de ware oorzaak , teekenen, tyden en 't wezen der Ziek- tens, op de grootheit en hevigheit van 't Gezwel op de nevensgaande qualen, plaats, vermengeling en wat meer daar ontrent dient waargeno- men. Op de oorzake of die waarlyk uit
een afleiding der Ziekmakende iloffe is voortgekomen of niet, of dat die toevallig zynde, by eenig uitwendig toeval verfchynt. Als ook op deflèlfs hoedanigheit,
namently k, of de Roos uit een fcher- pe Galle, met bloed vermengt, ont- itaat, of in een minder hoedanig- heit, kragt en hevigheit met flym, Wei, of GalftoiFe vermengelt, of G g 1 ook |
||||
J|7ö' Verhandeling van de
ook verzworen, met blaren, feelleö
én Zweeren, of anderfints ons niet geopent voorkomt. Gelijk als mede op desfelfs groot-
heit , namentlijk, of die maar een , of meer deelen onfes lichaams, be- flaat. En op de nevensgaande qualen zo
Wanneer dit Roosgezwel met andere zware Qefwellen en toevallen voort- komt. Desgelyx of die in 't Aangezicht,
dicht by de Herfenen, indeOogen, Hals, Keel, Long, Borft, Buik, enz. of in de andere uitwendige deelen van minder belang, ons voor- komt. Èn alfo moet ook op den tijd van
het toeval gelet fijn, namentlijk, of dequaal, in 't begin, fterker aan- groei , ftaat, of in zijn vermindering, en dit laatfte met toeneming van de gefondheit, word bevonden, fonder dewelke alle vermindering van Roos, Belroos en Ontfteekingen, verdagc gehouden moeten worden. Dus veel moet men, ten minften
in de verfcheidentheit der zaken, in opmerking komen te nemen, wil me«
|
||||
Tegematuurlyke Gezwellen. 47I
pien'na de Konft de verfchuldigde
voor- en omzichtigheit tot de Gene- zing betrachten. En niet zo rouw$ los , wild , woeft en onbezonnen , als de veragters van de oude Konft- leeraars en nieuwe Konftbouwmees- ïers der Heelkorift, gelyk zy zig heb^· ben durven noemen,denonbewufteri Leerling aanbevelen. Tot ftilling van 't opgiftend bloed
en der ontftelde Galftof, en afwering van de onmatige toevloed (nu Zegt men den aanpars) der fcherpe voch- ten na de lydende deelen, behoorlijk zynde gezorgt, zo moeten ook on- derwyl de plaatfelyke Hulpmiddelen wel en behoorlyk worden gebruikt | tot dien einde ftaan, mijns oordeels, voor 't noodzaakelykft, deze be- trachting waargenomen te worden. Eerftelyk, dat de opgeleide plaats-
jmiddelen niet verkoelende,verdicken- de,en by gevolg geenfins terugdry ven- de mogen zijn, opdat niet door zulx een zo fchadelyke ftoflfe wederom irt- v/aards word gedreven, en een quaad einde veroorzaakt. Zo acht ik de fchadelyke terug-
dry vende middelen het Unguentum G g 4 Mé· |
||||
47* Verhandeling van de
Nittritum, 't Diapahna Diffolutum ^
't Oxkratum, de Gekarnde Melk, de Room, en diergelykej als mede alle fterke t'faméntreckende middelen en des Buks zweetgaten fluitende , flop- pende en toebackende Geneesmidde- len, fchadelyk, als die de natuurs- werking in de uitdryving van't quaad beletten, 't welk dus weer inwaards keerende, quade gevolgen kan ver- fehafFen. Zelfs het Tarwe of ander Meel,
't welk ook fommige Heelmeeiters', tot de Roosgezwellen in 't aangezigt ordonneren , behaagt rny geenfints , nademaal dat ik dikmaais gezien heb, dat de Roos, na desfelfs gebruik,o£ Haag weder quam, of dat een lang- duarig gefuckel van Koorts en ont- flekheit in 't lichaam ontftond , of immers ten minften nog lang daar na , eene harde weêrbarftigheit in de Huit des Aangezichts wierd be- fpeurt. Alles wat dan aldus op een krach-
tige wys verkoelt, bluft licht in dit Roosgezwel de ingeborene warmte uit, wat krachtig droogt en flopt , Hopt ook met een alle doortocht ter uit»
|
||||
Tegefinatuurlyh Gezwellen. 475
waaflèming, die in alle ontfteekin-
gen ende Gezwellen nochtans zoo noodzakelijkft moeten gekeurt zyn. Zo moeten ook alle vette Oliën ,
Gommen, Zalven, ¼öçâíø, enz. in alle voorname eerit opkomende ontftekinge, ende Roosgezwellen, quaad gekeurt zijn, als die de ont- itelde Galftoffe nog krachtiger gaan- de maken , licht doen rotten , de zweetgaten fluiten , en zo, by ge- volg , des deels verwerving konnen veroorzaken. En mogen ook wederom over de
andere kant de plaatfelyke Hulpmid- delen geenfints zo uittermaten ver- hittende zyn, gelyk als dien dappe- ren Verbeteraar Overkamp zo yverig den Leerling aanpryft, of de zo py- nelyke en alreeds hevig beftormde deelen, zullen wel baaft als in vuur en vlam gezet worden , en fterker aanpars der ontftelde vochten, veel zwaarder pyn, droogten en brand , en heviger Koortfen zullen worden verwekt. Luit iemand de proef daar van te nemen, hy zalzulx tot zyn Ichaude, en tot geen kleine verzwa- |
||||
474 Verhandeling van de
ring van de elenden, in zyn even*
menich bevinden. Zó komendan 5 voornamenÉlijkin
de Belroos, zodanige Stovingen en watertjes beft te pas, die niet zo uit- termatert verhittende, en nochtans doordringende, verzachtende en een weinig opdroogende moeten zyn, de zulke, die de natuurlyke of ingebo- rene warmte der Jydende deelen be- hoorlyk konnen koefteren, verfter- ken, ftoven en bewaren. Of ook anderfints , daar de pap-
pen noch beter dienfl: konnen doen, daar ordonneert rnen die na de ge- legentheit der zaken, als verhardde Gezwellen by de Roos zyn. In een hevige , of ook mindere
foort van Belroos in het Aange- zicht , gebruik ik doorgaans die volgende met een gewenile uitwer- king: ø. dq. Still. Sambue. îê
Spir. Vin, 31'ij Caphur. 9g Sief. Alb. 5g Qroe, Britt, gr, vj m, f. Eftthema.
Dog
|
||||
Tegtmatimtyké&iMiêtteiti iftf
Dog dö Brandewyri eü de CaitN
|>hef neeöi ik meerder of mindcf m gelegentheit van zaken» De Drukdoeken^Vierj zesöfagÊ
dik gevouwen * hierin natgemaakt}. en ftyf üitgeperft zynde $ moeten zo heet als 't behoort s eerft over 't Vöör^s hoofd £ en zulx terilond bedekt $ eri. voorts wederzyds over de deelen des Aangezichtsj' daar 't van noödeh is* Zo gevoeglijk worden gebruikt en verzekert j als mede met een zachte woile Kapluurj over en om de dee- len des Hoofds bezorgt en bekleed zyn , dat alles zyn behoorlyke Warm- te blyft behouden j op dat op* deze wys de lydende deelen des te beqüa-» met bevochtigt 3 geftooft, gekces*- tert ? ende verwarmt > het ejüasd te vaardiger uitgelokt mag wof* den» Meö zal zülx op deze wys kiea
ververfchen 5 zo dikmaals als 't fioo- nig zal zyn, al eer de opgeleide t&* medien t namentlyfc de Drukdoefeèn 3 door droogte vaft konlefi aan te Ide-* ^en s die anders doof hun' hardigheif flie*»we ötiS'ttekingee ïöötefi ie ?êi«·
weekgfi.
|
||||
Verhandeling vm de
|
|||||
In een Belroos des Aangezichts,
als mede in Keelgezwellen, daar men verplicht is, ftovingen of pappen te gebruiken, behoort voor al wel toe- gezien te worden, datdiebehoorlyk worden geplaatft: Anders doen die (hoe dienftig dat ze ook mochten wezen) meer quaad als voordeel. Hoe menigmaal heb ik de groot-
fte fouten (in dezen gepleegt) ge- zien ? In een Belroos word het aan- gezicht dikmaals, zelfs in 'c midden van de Winter, voor des luehtsbit- tere koude gantfch blood geftelt, zo dat daar door, en door 'c misbruik der vochtige Geneesmiddelen, haar fchadelyke werking komen te dóen : 't Is my nog onlangs gebeurt, dat ik by een oude verzwakte Juffrouw, met een ingeflagen Belroos in 't Aan- gezicht (ook dus veroorzaakt) wierd geroepen. Zy lag in een nypende koude , in't midden van de Winter, onder 't gebruik van opgeleide wa- tertjes, met het gantfche Aangezigt bloot. Ik vreesde voor een onver- mydelyke blindheit, alzo de voch- ten in 't ftraal der oogen, haar even als verftyfc ea bevroren vertoonden, door
|
|||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen, qrjf
door loutere warmte en dringende
middelen, daar in de Spiritus Fint , de Cr'ocus, en de Caphkra, niet wier- den vergeten, bragr ikdefebedroef- de lydfter zeer geluckig teregt: En aldus gebeurt hec meermaals , dat men ook desgelyx in gevaarlyke Keelgezwellen en Önrfteekirigen ^ daaic de Keel- of Slokdarm, de Strot en de wegen des Aderhs byna wor- den veritrikt^ de verordonneerde ge- kookte Zwalüwe neften en pappen zo nat, los, koud en hompilomps op die zo tedere deelen worden ge- voegt, dat ik tot de zodanige zijnde geroepen, die meermaals in 't uiter- fte gevaar van haaftig te fmooren , kom te bevinden , zo 'als wy dan daar van in de Verhandeling van de Keeïgèzwellen breder hébben gewag gemaakt. Oï zulx niet menigmaal de voor-
Hnnmiiε oorzaak mogt zyn, dat niet aÜcén een Belroos , maar ook wei ten gevaarlijk Keelgezwel zo licht Wederom inilaats zulx dat het eerfté een fchielyke verzwaring van de ziek- ïe' Ve5Ües van Krachten, maaiing ? ylnoöfdigheit én de dood , én het Hh twee» |
||||
47^ Ferhandeling van de
tweede een doodelyke verftickinge
veroorzaakt, zulx wil ik veel liever andere laten oordeelen, als breder daar over 't vonnis tot nadeel van iemant te vellen. De Genees-Heeren,die wy de voor-
rang ontrent de driederlei bedieningen in de Geneesmiddelen komen te ge- ven , behoorden in alle voorvallen van Belroos in 't Aangezigt, Keel- Gezwellen, Ontftekingen, enz. ge^· oeffende Heelmeefters tot hun hulp te verkiezen , die zorge droegen , uitwendig de plaasmiddelenwel en be- hoorlyk te plaatfen, en zulx geen- lints de agtelooze en iloffe byftaan- ders, wy ven, meiden , enz. zo als wy menigmaal zien gebeuren, aan te pryzen j want zeekerlyk daar aan 't leeven der lyders hangt, zo da- telyk klaar genoeg is aangewee- zen. Ik zoude van vele voorvallen, dies
aangaande, konnen gewagen, maar 't zal genoeg zyn, 't gene dat goed of nadeelig mogtzyn, klaar te ver- toonen, veel voorvallen op te halen, doen niets ter zaak, wanneer den Leerling uit de Verhandeling recht moge
|
||||
Tegemaiuurlyke Gezwellen. 479
fliogt begrypen, hoedanig de zaken,'
onder een zeer omzichtige beftiering met vermyding van 't tegenoverge- ftelde, moeten beyvert en behandelt zyn. Het bovengeftelde Epithema ^
iemand niet behagende, kan uit zo veelerlei middelen by de Auteuren beichreven, verkiezen 't geen hem behaagt. Sommige nemen dit vol- gende , dat ook al doorgaans zeer goed is. ø. Caphur. Ââ
Sapofi. Venet. §â in
siq, Sambuc. |xv Soïutïsl f. Fotus, De geringe luiden kooken genoeg-
faam Vlierbloemen in zoete melk , drinken de melk , en leggen de uit- geperfte Vlier op 't Roosgezwel, en zulx is mede niet te mispryzen, wan- neer die behoorlyk warm, en voorts ^el toegeftommek ofte gedekt, ge- buikt word. |
|||||
Hhz VIL
|
|||||
480 Verhandeling van de
|
|||||
V II.
vathy de Zeer groote Gezwellen der oögen
Belroos verzeilen ook meermaals een hevige fomw^len Belroos, die of tot aen Ettergezwel z.eer zware , c j r\ j 1
toevallen c'es °°gsj or van des Oogs dexels ,
stomen, e» of ook wel tot een beginnende ver- wel{e, met fterving en verrotting komt uit te eenwaar- barften_
Wanneer een Belroos de Oogen
krachtig beftormt, 20 kan't gebeu- ren, dat die met een zeer groot ge- 1 welt, pyn en opzwelling ten hoof- den uit worden gedrongen. De teekenen zyn zichtbaar , de
gantiche deëlen des Oogs of der Oo- gen , zwellen met een geweldige furie , Ontfteeking , Hardigheit , pyn, ongedurigheit, maling, nacht- waking , flauw tens , benauwtheit, geduurige Koortfen, enz. uitwaards, dreigende , door 't fterk aanperfen der vochten, alles door verfticking te verflinden. Verfchrickelyk konnen op dusda-
nig een wyze, het gantfche Aange- zicht, doch inzonderheit de Oogen komen op te zwellen, met een ver- vaarlyke brand , Hitte ende quaad- aar-
|
|||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. 481
aardigheit, makende korte gangen
Eoi vernieling des lyders. V ï I I.
Een bedaagt Schipper tot Amfter-
dam , van dusdanig een vreefelyke Belroos zeerfchielyk beilormt, von- den wy niet alleen't gantfche Aange- zicht en de Hals, tot een verwonde- renswaardige grootheic opgezwollen, maar ook de ballen der oogen wier- den met een verfchriekelyk geweld ten Hoofde uirgedreven, den beroem- den Geneesheer en Burgermeeftcr Mahu Ie Felmre, konden met al on- zen yver geenfints beletten, dat niet alles terftond van een geheelever Ü er- ving ;wicrd gevolgt , zoo dat hy al malende , zonder verftand , op den vierden dag zynes lydens, zyn qualen beftierf: Wy twyffelden. niet , dat ook in dit voorval de Berfenen en ■Bteinvliefen van dit boosaardig quaad n'et minder alsd'uitwendigezigtbare deelen bezet zyn gewdeft. In diergelyke voorvallen gebruik
ik zodanige pappen, ftovingen, bet?
tingen , enz- als jn de beginnende
verwerving gebruikelyk zyn, zullen
Η h 3 wy
|
||||
4§i Verhandeling van de
|
|||||
wy, daar't hoort, oraftandig hopea
te vertoonen. Sorowyl komen deze groote ver-
harde Gezwellen haar wat meer uit- wendig, en voornamentlyk totinde verdubbeling der Oogfcheelen te zet- ten , alwaar men die door de beft- dienftigfte pappen tot Etterwording zal zoeken te brengen, en ryp ge- maakt zynde', ten fpoedigfte te ope- nen, daar 't behoort, en voorts de Genezing zo konftelyk voltrekken , als tot behoud van 't Gezicht, zal worden vereifcht. Een aanmerkelyk ftaahje is te vinden in onze Verhan- deling van de Beckeneelsbreuken , Kap. IV- pag. 46. De fchoone Huisvrouw van zeker
Koopman, anderfints bloedryk, en van een vrolyken aart, vond ik door een voorgaande hevige Belroos , die door een vry onbedreven Geneesheer met verkoelende waters maar pafle- lyk was behandelt, van al haar fchoon- heit berooft 5 want als nu haar Aan- gezicht meerder afgryflykheit, dan ichoonheit vertoonden. Ik bevond haar rechter oog en de oogfchee- len met een zeer groot, fteenhard, hoog
|
|||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen. 485
hoog rood , en uittermaten pyn-
lykGezwel uitermaten bezet, dat zy my zeer erbarmelyk klaagde, van zulx niet langer te konnen uitttaan s zy lag in een Heete Koorts, met on- geduurigheit, nachtwaking, drooge tong, en door pyn afgemat, elendig te kermen , dit groot Gezwel des Oogs, breide zich opwaards tot in de rechter ilaapfpier, en nederwaarts langs de zyde des Aangezichts uit, den Geneesheer verfchoonde zich , dat zy geen Heelmeefter had willen hebben, 't welk ik van den Lydfter . en byftanders nochtans haaft anders verftondj dan zulx daar latende, zo« heb ik niet de Vrouw maar de Man 't gevaar des Oogs bekend ge- maakt , en daar op dit volgende ge- daan : ty. Rad. lilior. alb. %)
Herb, Betonic. Altb. Scord. Flort Chamomill. Melikt* ax. Mi
Sambuc. Calendul. an. pj Coq.iaf,q. Cerevis, Opt,Colatur. Contm adde Hh 4 Farl ;
|
||||
4&f
|
Verhandeling van þ
|
||||||
Far. Hord. é
Li».
'Foenugrac. <w.%$
Croci. 5} m, f. Cataplafina.
Onder dusdanig een heetgemaakte
pap heb ik t'elkens nog een weinig Brandewyn gedaan, en die over de deelen des Qogs, der flaap des Hoofds en zydedes^angezigts gebruikt, al- leenlyk heb ik zagte platte wiekjes tegen de kanten der vaft op malkan- der gefloten Oogfchelen gevoegt, die in dit volgend watertje w^ren be= yogtigt, 'ø. Aq. Sambuc.
fcenicul. an. î']
Spir. mn, jij Qaphur, CrociBritt, an. gr. vj
Mifie. Over de opgejeide Geneesmidde-
len heb ik een beknopt verband, en een zagte warme wolle ïap heen ge- voegt, en dus den lydfter driemaal daags bezorgt. Onderwyl wierden ook, op myn
verzoek, door den Geneesheer föm- ' ··· ' ' wyl |
|||||||
Tegewatyurtyke Gezwellen. 48 ƒ
wyl een Klifteer, als mede de zagte
zweer verweckende en hert fter kende Geneesmiddelen denlydftergeordon- neert , en wy kregen eerlang 't ge- wen fte einde van onze devoiren, want twee a drie groote Ettergezwellen quamen in beide de Uogfcheien voort, ik Opende op 't fpoedigfte de groot- fte met een gewenfteontlading,daar na ook de andere, dewyl ze alle , door de fcherpte der zo langonthou- dene ftoÖe, uitnemende pynly k wierd bevonden. Ook waren de oogfchelien des flinker Oogs, met een vry groot Gezwel bezet, dan 't zelve verdween voorfpoedig, zo als mede't verharde Gezwe! desSlaapfpiers, als mede van des Aangezichts rechter zyde, des- gelyks 't groot en meeft jydend1 uit- puilend Oog, bevonden wy nu door de verhaalde ontlading meer en meer te flinken, tot dat ik eindelyk krag- tjger terugdryvende, verfterking en opdrooging zoekende, 't Emplafirum P.Datbcmcn de Mucilaginibm^ te faam onder een gefmolten, gebruikt heb, waar mede dat ik denogovergebieve zwelling der Üogfchcelen (dien ik çì tot ontlading der fcherpe tranen Ç h f we* |
||||
485 Verhandeling mn de
wederom lucht en opening gaf, ge-
luckig herftelde , tot ophelderinge van 't Gezicht, heb ik toen dus- CeWmum. danig een Oogwater laten gebrui- ken. I£ Aq. Euphrag.
Foenicul. cm. §j
Sambuc, |r> Spir. vin. jj Croci Brht. gr. iv Sief alb. gr. vj m. ƒ. Collyrium.
En aldus heb ik onder Godts Ge-
nadigen zegen, en door een zorgvul- digen yver en verdere aangewende devoiren , deze Vrouw weder volko- mentlyk in haar voorgaande Gezont- heit herftelt. Zo dat men naderhand geene de minfte teekens noch over- blyffels van haar geledene rampen heeft konhen befpeuren. Somwyl komt na een langdurige
fuckeling ende inwendige Hoofdpyn een verrot Ettergezwel in de Herfe- nen te ontftaan , een quaadaardige ontfteking en verharde opzwellinge des Aangezichts, als mede dësOogs, ■ komen, als de voorloopers van een groo-
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 487
grooter quaad, doorgaans voor af,
daar op dan eerlang wel 't gantfche oog met al zyn geweijen, door een inwendige verrotting ten hoofde uit- berft f zulx is my nog onlangs in twee verfcheidene arme Vrouwen , die veel kommer en droefheit had- den uitgeftaan , voorgekomen , in beide ftorten't rechter oog, meteen groote veelheit Goore , ilinkende , quaadverwige Etter ten hoofde uit, de Gezichtzenuwen, Spieren, en Vliefen des oogs, was ik genootzaakt dagelyx door een fcherpe Knipfchaar, voor zo veel die met haar verrotte fledders tel- kens wierden uitgedreven, weg te ne- men, dog niettegenftaande alle onze aangewende vlyt, zyn zy 't beide (als onze voorzegging geweeil was) be- dorven. De Roos, in de andere deelen des
Aangczigts, en des lichaams, moet desgciyx , na de verfcheidentheit der onder een gemengelde vochten, die 't Roosgezwel komen te maken, be- handelt zyn. Is de Galftof met het bloed ver-
mer>gt, zo dat 'er een Belroos. vef- fchynt, als dan moet op dezelfde wysj,
|
||||
^8S Ferhandeling mn de
wys, als van de ontftekinggezegt is,
de Genezing in 't werk geiielt wor- den. Is die met flym, of met een water-
of weiachtige itofte vergezelfcbapt, Etyfifieïas Zoo dat zich hier een zuchtachtig teïdn* Roos-ofGalgezwel, Sl'ymroosword gemerkt, zo moeten de zaken daar been beitiert zyn,dat men met meer- der verwarming, 't zy door een door» dringende betting van Spiritus Finiy jfqna Yheriacalis, Sambuci, Capbura, Croius, enz. 't zy door een verster- kende pap, de taai je flym , en al wat van dusdanig een koude ftoffe mogt zynt zodanig zoekt te vermeeileren, dat doch voor al de warmte van het lydende deel bewaart en verilerkt raag Worden, om des te bequamer al wat in't Gezwel een vertraagde beweging maakt, te overwinnen. Want al is dusdanig een flym- of
ïuchtachtig Roosgezwel , met een vry hooge roode couleur bezet, zo rjochtans zullen de ingedrukte putten en kuilen ons genoegzaam verzeeke- ren , Bat hier meer koude als hitte fchuilti en al wat van de Galftof de. ropdigheit maakt, als eenltoffe, die door-
|
||||
Tegmnatuurlyke Gezwellen. 489
doorgaans haaft en 't vlugtigft ver-
ciwynt, moet worden aangemerkc, en gewoon is de lymerigfreen meeft verdikte ftoffe des Gezwels over te laten, zo dat die doorgaans, ai zyn geen verkoelende Geneesmiddelen ge- bruikt, zeer lankïaam en traag ter vermindering word bevonden. Gelyk ook de Roosgezwellen uic
Scheurbuik ontftaande, dewelke om in de quaadfappige lichamen veekyds in de benen voorkomt, en aan der- zelver paarfe couleur genoegfaam be- kend zyn, latende voorts in alle dus- danige een ervare Geneesheer voor't inwendige zorgen. En aldus moeten allerlei Roos- en
Galgezweller. na hun aart, dat is, na de hoedanigheit, van hare onder een verraengeide ftoffc , aangemerkt en behandelt zyn , acht gevende, dat men de Geneesmiddelen na het lic- haam, de jaren, de krachten en de- len , en na den tyd , grootheit , goed- of quaadaardigheic van het gebrek , enz. wyfelyk weet te ge- bruiken , zoo als een wys Stuur- snsui zijn Zeikuig en Roer , na Wind
|
||||
490 Verhandeling van ds
Wind en Getyen verordineert ^ op
dat wy in alles dus doende 't befte voor onzen Evenmenfch komen te bevly- tigen. Ziet dus veel, Konftlievenden
Leerling, hadden wy kortelyk van de Roos , en inzonderheit de Bel- roos , te zeggen , als die ons me- nigmaal zeer verfchrickelijk zyn voorgekoomen > en dien ik weet, dat meermaal zo jammerlijk worden verzuimt of mishandelt. |
|||||
HET
|
|||||
TegematuurlykeGezwellen. 4pi
HET XXI. HOOFDSTUK.
Van het Slymgezwel, Oedema.
t. Befchryving van het Slymgezwel. z.
Deszelfs verfcheidentheit. 5. Teeke- nen. 4. Oorzaken, f. Voorzegging. 6. Genezing, en wat daar ontrent al dient waargenomen. 7. De Pra- ter- en JVindgezwellen worden op de zelve wyze als de Slymgezwellen ge- nezen. I.
TOt dus verre heb ik kortelyk deBefchry-
voornaamfte foorten der Bloed- ving va» en Galgezwellen verhandelt, endaar^g^ ontrent de noodzakelij lcfte overwe- ging, zo klaar als my doenlijk is ge- weeft , vertoont : Wat wyders de vordere qualen j dewelke uit een te- gennatuur lyk bloed ofte Galle voort- komftig zyn, aangaat, die vinden yy 20 overvloedig befchreven, dat ik onnoodig geacht heb, daar ietsby t& voegen. En snogelyk zullen wy ia
|
||||
491 Verhandeling van de
|
|||||
in 't vervolg fommige noch aanroer
ren, die wel onder 't Roos-Gezwel worden gerekent, en nochtans (myns oordeels) bequamer onder de noch volgende twee voorname Gezwellen behoorden gefchikt te zyn, en aldus Qedsma. komen wy nu tot het Slym-Gezwels onder welkers rang de Slijm- Vlies- Water- Wind- enZucht-Gezwellen moeten geftelt zyri. Waarvan ik het nöodigfte zal trachtEÈf op tè ftel- len. Het Slym Gezwel is een tegen-
natuurlyk zacht, bol en oripynelijk Gezwel, wel meeftin de benedenfte deelen des lichaams door overvloed van flymerig wei, 't welk buiten zyn vaten gedrongen blyft ftilftaan ^ ma- kende in zijn ophooping de lydende deelen koud, traag en machteloos 'm haar beweging. I I.
ijeszelfs Zy komt ons voor, óf zonder óf me t
t/erfekei- het bloed, de Gal, of zwartgallige dmtheit. fto{pe Vermengt, en word dus in een ware, dat is, die uit flym alleen j en in een niet ware, dat is, in een vermengr: Siym-Gezwel onderfcheidéntlyk af- gedeelt. En |
|||||
Ι
' Tegmnatuurlyke Gezwellen. 495
En aldus een waar Slymgezwel s
of een ontftooke Slymgezwel, of een hardagtig Slymgezwel genoemt$ op dezelve wys, als van deLongontfte- •king vertoont is, enalsnoggenoemt konnen worden. - iii.
Of Zy konït düs alleen i of toe-M?»^
vallig, en zulx by Tering, Water- zucht, en tot uitwendige Gezwel- len. Zy bszet eenig deel < onzes lig-
haams alleen, of ook Wel't gantfche lichaam, als inde ongezonde^ ver- zwakte en waterzugtige word ge- merkt. Zy komt ons vöor^ of t'eenemaal
zonder Ontfteking ί Hitte en pyn , en zeer zacht, bleek, putagtig en Koud in't aantallen, en moet dan een waar ofte niet vermengt Slymgezwel genoemt zyn. * V".
Ontftaat zy uit Slym met bloed ot>naki*\
vermengelt , zo is dit Slymgezwel
met wat Hardigheit en roodheit ,
met de Gai j met een glinilerend rood
I i en
|
||||
494 Verhandeling van de .
en wat pyn, en met eene Zwartgal-
lige Hardigheit vergezelfchapt , fomtyds zyn de onthoudene Vogten van dit Gezwel, zo ziltig en fcherp bytende, de Huit doorknagende en ftinkende, dat by des Gezwels Hard - neckigheit nog wel een verrotten- Herpes de Dauwworm, ofte eene algemee- ne ontvellinge alle de deelen in- neemt. Na dat danwyders den aart der in-
gelegerde en t'faarnvergaderde Slym, die 't Slymgezwel maakt, is, zo zal men 't even als boven gezegt is, on- derfcheidentlyk vinden. Of is der- zelver op een gepakte ftoffe visceus, Glaasachtig, of als Kalk, fmeer of pap, zo zullen die met een vliefig bekleedfel doorgaans worden bevon- den. Het Slymgezwelj komt meeft de
qualykgeftelde en ongezonde lichaa- men, mitsgaders alle oude verzwak- te lichaamen, te quellen, lichtft in befchadigde Ledemaaten, en meeft in koude Landen en vogtige Saifoe- nen. '.,·■* Zy komt uit een veelvuldig Slym en overvloed van flymerig wei in 'c lic-
|
||||
Tegennatuarlykè Gezwellen. 4$>f
lichaam voort: Dit maakt, door ge-
brek van om- en doorftraaiing zeer licht, inzonderheit in de benedenfte deelen des lichaams opzwelling , fpanning, verftoptheit, fcheuring , enz. qnade gefteltheit in de zeer te- dere en dunvliefige watervaten , zo íáâ Lym- dat deze koude ftoflfe, die dus meeri^'^- en meer op malkanderen hoopt 5blyft ililftaan, nog kouder word, de Ze- nuwen en by gevolg 't gevoelen ver- dooft j des deels warmte vermindert, of wel t'eenemaal uitbluft, zoo niet nog tydelyk de vereifte Hulpmid- delen machtig zyn , dit aangroei - jend Slymgezwel te overwinnen. Klaarder nog korter kan ik de Ge-
nerale oorzaak van 't'Slymgezwel niet vertoonen. Voeg hier by de flyme- odemd. righeit, de koude en traagheit in 't omloopende bloed zelfs, 'c welk in zyn doorftraling alom in de fynfte bloedvaatjes, pypjes en menigvuldi- ge vefèkjes der deelen blyft hangen, tei'wyl de fynfte bloedftoffe nog door- eet, en zulx aldus in zyn omloop j over 't gantlch.e lichaam vertragende cn- d^szeifs flymerigfte gedeelte in de meelt uitwendige deelen verbly vende ß i 2,' en |
||||
49 6 Verhandeling van de
en ophoopende, maakt gevolgelyk
niet alleen daar een bollighejt en zug- tig Slymgezwel, maar ook wel over 't gantfche lichaam , gelyk wy dan dagdyx in zodanige qualyk gefielde ongezonde, opgeblazene, koude en magtelooze lyders komen te onder- vinden. De teekenen ftaan uit dit verhan-
delde bekent, en komt ons dit Ge- zwel zo taftelyk en zichtbaar voor, dat iemand licht een Slymgezwel in zyn verfcheidentheit en oorfpronk , uit allerlei andere foorten van Ge- zwellen , zal weten te ouderfchei- den. Wat de voorzegging betreft, traag
is dit Gezwel doorgaans in zyn voort- komft, aangroei en genezing > zon- der groote pyn , quaadaardigheit s Koorts, of ontfteltheit des lichaams, anders als die de voorgaande quaalen reeds hebben gemaakt en veroor- zaakt. Daar 't lichaam anderfints redelyk
gezond is, ende de kragten in ftant zyn, daar valt de Genezing licht, en an«
|
||||
Tegmnatuurlyks Gezwellen. 497
anders bezwaarlyk, wanneer de zvvak-
en ongefondheit groot en veroudert is : Voornamemlyk daar dit Gefwel gantfche deelen des lichaams bellaar, en uit een quade gefteltheit der in- wendige deelen.-, of der Vochten , of uit die beide is voortgekomen. In de verouderde en kragteloofe
veranderen dusdanige ilymerige Ge- lwellen, ligt in een doodelyke begin- nende verfterving en Heetvuur. Hoe dat dit Gezwel door 't druk-
ken der vingeren dieper indrukfelen nalaat, en derfelver putten langfa- merryfen, hoe kouder, lymeriger, dicker, en traager deze ingepak- te Slymftoffe moet geconfidereert zyn. Hoe dat ook den overvloed defer
koude Stoffe grooter is, hoe dat ook de inwendige warmte de levendigma- kende Geeften en Krachten meerder uitgebluft, en't gevoelen der Zenuw- achtige, als mede anderfints lydende deelen, meerder komen verdooft te Worden, in zulx, als mede in Koude Landen en Saifoenen moet insgelijx de Genezing bezwaart worden geoop- deelc. I i 3 Door
|
||||
4p8 Verhandeling van de
Door al te Koude, als mede door
al te Heete Geneesmiddelen, kan 't Slytiigezwel in een Hartgezwel wor- den verandert. Zelden komt het Slym-Gezwel ,
van wegens dcsfelfs Koude tot Etter, ten zy de Gal en 't bloed , daar on- der vermengeltzijnde, d'onthoudene ftoffe tot een Zwering bevordert en rijp maakt. Dusdanig een Slym-Gezwel, met
het bloed en de fcherpe Galle ver- mengt, plaatft haar wel meermaals met een zeer groot Gezwel onder de Spieren tégens't Gebeente, of in de Gewrichten in 't hartje der vliefige banden, pefén, Kraakbeenders, enz. makende (inzonderheit wanneer ook de daar tufTchen ingedrongene t'faarn vergaderde Slym verrottende, of zeer Ziltig, fcherp, knagende ende weg vretende word gemerkt) feer pijnlij- ke diepfchuilende Ettergezwellen of verzweringen , en een gevolg van booze quaadaardige Pypzweren, met verlies van de werking der lydende de- len, bederf in't Gebeente, verftijft- heit der ledematen, enz. of ook wel met een uittering der lyders. |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 409
Zulke foorten van fcherpe en uit-
terrnaren pynlyke Slymerige Gezwel- len, hebben ons in den Herfft en aan- komende Winter des jaars 1Ö94. on- gemeen zwaar gequelt, de Kinderpoc- ken hadden zeer zwaar, veelvuldig, en in vele, zo wel bejaarde als Kinde- ren, vry quaadaardig de overhand ge- had , door een uitwerping der ziekma- kende ftoffe (inzonderheit daar die niet genoeg uitgebroeit waren geweeft) ontilonden dusdanige Slymerige en Harde Gezwellen, die meelt debin- nenite vliefen en banden van de Ge- wrichten befloegen , de allerminfte beweging konden zy, van wegen de fchrickelijke pyn, zonder 't allerer- barmlijkite Gefchreeuw , geenfints verdragen, als wanneer alles', zelfs in de Gewrichten, zodanig kraakte, even gelyk men in een veelvuldige Beenbreuk merkt, zo dat hier zeker- lijk een beenbedcrving en verrotting van alreeds afgefcheidc ftucken been zig fchenen te openbaren, nochtans door 't gebruik van verzachtende en rypmakende pappen, die defe fcher- pe flymen ontbonden, uitftoofden , of tot Ettergezwellen vorderde, heb I i 4 ik |
||||
f po Verhandeling van de
|
|||||
ik (doch evenwel niet anders dan
ïangfaam) defe taaije fioffe ontdaan of ontlaft door verfcheide openingen dien ik in yder Ettergezwel ofEtter- gezwelletjes,door't brandmiddelhcb gemaakt, en deze lydcrs of lyderes- ièn, op deze wijs geluckig in haar gezondheit en 't gebruik van haar le- den herftelt, zonder dat'ereenighec minfte ftukje van bedorve been uit- geworpen is. Deze taftelijke kraaking der been-
ders kan (myns oordeels) niet anders dan door de loffigheitvande geledin- gen des lids ontftaan, dewyl banden en vliefen door de veelvuldigheit der onthoudene fcherpe wei- enflymftof verflapt, en haar vaftigheit en iterkte quyt geraaktzynde, zodanigenftoo- ting en gekraak van de einden der beenders, en der Kraakbeenders, in sc bewegen des lids nootfakelijk en ontwyffelbaar moeten veroorzaken, gelijk ik'die dan ook door de Vaneen ïêheiding en ontlafting der onthou- de vochten, zelfs na 't gebruik der pappen, inzonderheit door 't Em~ plafirum de Mucilaginibus, en de lit-; ten dikmaals (als degrootfte pyn ge- |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, joi
ftilt was) te laten bewegen, geluc-
kig heb overwonnen. V I.
Ontrent de Genezing moet gelet
zijn, of dit Slym-Gezwel toevallig, of op zich zelfs is voortgekomen j de toevallige, die door eenige Ziek- tens , Krankheit, quade geftelihcit of ouderdom en zwakheit des lio haams ontftaat , of die na geledene Ziektens en Krankheit volgt, of die by eenig toeval voortkomt: En zal niet eer konnen worden genezen, voor dat de quaade gefteltheit in 't lichaam verbetert, de Ziekte verdre- ven , en d'inwendige deelen en krag- ten herftelt zullen zyn, zulx bydefe gelegentheit van zaaken , daar het gefchieden kan, den Geneesheer aan- pryzen. Dog daar 't (zo als op Zee en op
verre Oorlogstogten, Dorpen, enz.) doorgaans alleen op den Heelmeefter aankomt, daar moet die ook weten op d'oorzaak te werken: Hy zal dan eerftelyk (zoo veel doenlyk is ) dat een goede manier des levens betragt word. Dat de lyders (daar 't we- I i f zm |
||||
foz Verhandeling van de
zen kan) des luchts onmatige Koude
vermyden, en die door warmte, vu- ren , kleding en dexel verbeteren , dat de fpys niet ilymig, koud, rauw, zuur of zout, maar gematigt en lis- ver verwarmende en de maag verfter- kende, als dieverkouwende en meer verflappende , als ook des lichaams voedfel niet al te overdadig moet in- geflokt zyn, want die flymerig van aard zijn, zijn doorgaans iterke Eters, en doen wel de Maag daar mede ge- weld aan: Desgelijx moeten alle kou- de, zuure, fchrale en waterachtige Dranken geweert, en daar tegen die wel gekookt, bereid en voedende wordengeoordeelc, aangeprezen zyn, de ontydigedagflaap, luiheiten vad- zigheit, daar 'c de kragten toeflaan, dienen geweert, een matige flaap , en vry wat beweging zijn deze Ly- ders dienftig en noodfakelyk, daar't gefchieden kan, de volheit en meer- maals opgevultheit der wei-enflijtri- ftof ontlaft: Dog evenwel niet daar voorgaande ziektens en qualen , de Kragten berooft, en 't lichaam, als een bouwvallig fchepiêl komen voor oogen te Hellen, alle verkeerde be- we-
|
||||
Tegennatuwlyke Gezwellen, f o 3
weging des gemoeds,als toorn, fchrik.
Vrees en ontftekheit, zyn fchade- lyk. Voor al dient in deze Lyders be-
tragt, dat de Maag, de Herfenen , 't Zenuwgeitel, Geeften, Kragten, en inwendige natuurlyke warmte , worden verftcrkt, en zulx niet alleen door ligt en goed voedfel, maar ook door aangename Conferven, Confi- tuuren , en diergelyke veriterkende middelen. De tweede betragtingbeftaat inde
evacuatie der veelvuldige ilyrn- ende Waiftof, tot zulx komen doorgaans de zweetuitdryvende en wyders de vereifte flymafdryvende middelen te pas, de flymerige menfchen zyn al meermaals, wegens hun koude en veelvuldige flym , zoo ligt niet tot het zweeten te brengen ; en daarom mogen de zweetdryvende middelen wel wat fterker zyn , als die wy in de Verhandeling van de algemene ontfteking voorgeftek heb- ben j als by exempel: |
|||||
ø. Dia-
|
|||||
Ferhandeling van de
|
|||||
ø. D'tafcord, Fracafl,
Ocuh Cancr, pp. an, £â Croc. Britt. gr. vj Reb, Sambuc. 51V Aq, MeUff, m a a m.f. Haufius.
Of,
f ø. Therïac. Androm, $j
Ocul. Cancr. 9j Croc. Britt. Ââ Syr. Bacc. Laur. jiv Aq.Card, bened. |ijö m. f, bauflm,
Of,
]jt htgn.Columbr. %j
Rad. Comrajerv, jij Crocus 3i Rob. Sambuc. Jj DecoB. Scorjoner, îí tn. ƒ, potio,
ïn driea viermaal.
Om de drie a vier uuren in te ne?
men.
ty. Rad, Angelic.
Contr, jerv. an. 5J
Flor, Calendul. Herb,Card, bened.an,ø) Ra-
|
|||||
Tegetmatuurlyke Gezwellen, fof
Rafur. Corn. Cerv. Jij
Coct.f, q. Aq. Com, adCoIaturadde §ij£
Diafcord. Fracafl. Jj Rob. Sambuc. jiv m, ƒ, potig.
Of,
ø. Fin. Rhenan. îí
Crocns Briti, $j Rob. Sambuc. |j Mifc,
Dog al waar merkelyke Hitte, on-
geduurigheit, Hoofdpyn, en gedu- rige Koortfen prefent zijn, daar mo- gen dusdanige Geneesmiddelen niet gebruikt zijn; komende deze alleen in de Koude Lichamen, daar't bloed en vogten in een te trage beweging zijn, te pas. Na een behoorlijk zweten, dient
ook de grove ilymrtoffe . doorflym- en weiafdryvende middelen, ontlaft, als by exempel, ø, Pulv. Rad, Jalapp.
Crem.7'i,rt. an. Ji? Cort.Aurantior. 3i5 m. ƒ, fulvis.
|
|||||
ø, Pulv.
|
|||||
fo6 Verhandeling van de
ø, Puh. Rad. Jalapp, £ij
Tart ar. Vltriolat. 9â Diagrid, gr. Üj Ol,Anh,gUtt. ij ƒ. pulvls,
IJ£. Spec. Diacarth. jj
Tartar. Vitriol. gr. vi yfy. Fcenicul, Jij $ S)T. Byzant'm. jiij m. f. haufiusi
Anders ,
Z? iSjPii·. Diacarth, $â
Rad. Mecboacaa.^ Harmodaéi. an. Ââ ü\ô. i^i? jlechad, Dïacttic. an, jij
/i^. Betonic, Jij â j». ƒ, haufifc:.
Of,
JJ£. Fol.fenn. mand. Jij
iütfii. Meehaacan.eteéi, 3 â
Rabarb, eie£l,
Crem. Tart. Sem. Anis. an. 3} Coq, 'wf q. aq.fumar. Colat vr. adde |ij Mann, Calabr. Jj m. f. patio.
|
|||||
Of,
|
|||||
tfegennatuurlyke Gezwellen, joj
Of, Jji Extraél. Catholic. gr. xv
Refiti. Jalapp. gr vij 01. Ams. gut. ij .ƒ./»■//. No. 7
Of,
Refin, jalapp. an. j{J
S««·. Glycyrrhize 3j f.pfll.Nöxx.Jostv,
Tot vier a vyf purgatien.
Of, ^i, E/. Diacathol, |j
Ce»/. F/or. anthos. Jij Pa/w. Rad.jalapp. ëiv ypec. diantbos. 3^ Syr.Ciebor.eumrheo, a.f. m. f, Conditum.
Hier van , op een punt van een
mes, een Kaftanje grootte, ingeno- men. Of,
ξί, /?<?<£ Agar'ic, alb.
, Mechoacan. an. Jj Yol. fen.mund. gis Feffitl* Corintb.Contus §j|J |
||||
5"o8 Perhandeling van de
Sem, anis. jj(J
Cer/. aurantior. 3J ƒ, Nodulut.
Dit in eenpints Kannetje 4 guldens
Bier gehangen , en 's morgens een roemertje heet van gedronken. Of,
ø. Rhabarb. Eleél.
Agaric. trocijc. an. Jj Fel. Sen. MuncL. 3$ Crem. tart. 3 â Sem. Ëçß[. Citri. an. æ]
ÑáâáÉ. Corintb. gj f. Pappa.
In een pints Kannetje 4 guldens
zoet Bier een weinig aan 't vuur ge- weekt, en dan digt toe geftopt, in de Kelder gezet, en 'smorgenstwec a drie oneen heet van gedronken. Purgeerwyn op 't Phlegrm.
IJ£ Rad. ErytigiL
FxnicuL
Petrocelin. an. Jg Agaric. trocifcat.
Jibei eleél. an. 3ij
Fol. Sen. Mund, 3VJ
|
||||
Itegennatuurlyke Gezwellen, jag
C'tnamom. gj[$
Cariofbyl. fyy m.f. Nodulus.
Öefe pop in een Kan oude Rijnft
Wijn gehangen , digt geflopt j cri *s morgens een roemertjevangedion» keri: Nota: Alle deiè bovengefteldë
buikzuiveringen zijn voor volwaflene perfonen : De minderjarige, oude, verzwakte, Zieken en teringagtige ^ willen nog mogen met ftrenge buik- IZuiveririgên nimmer aangetaft zijn. öok virid men zo grooten o^derfetieid in de fubjeören, dat bok de fterkfte •wel met het minfte buikzüiverend Geneesmiddel geraakt zijn, waar op nootzakelyk moet gelet zijn. Meermaals kan in de quaadfiippige,
Waterzugtige, endlergelyke langduri- ge fuckelaars, dusdanig een Finum Medicatum uitnemende dienftig zijn. J&. Herh, Scard.
Melif, e». Mj
Agrimon. Pol. Ribefii Nigr. an, Pj Flor, Calendul, Centaur·; min, en. Μβ
Κ. k CqU,
|
||||
ƒ ι ο Verhandeling van de
Cort, Aurentior, gvj
Cinamon. Gariopbylor, an, Jj De Kruidjes er. Bloemen , klein
geknipt, 't anderdaar onder gekneuft, en gefamentlijk op een Kan goede Rynfche Wyn gefet, digt toegeftopt, , en by gelegentheit eenroemertje ge- dronken. Ten derden moet het Slymgezwel
zelfs behoorlijk aangetaft zyn } dog vooral niet gelyk ons Aqua-pendens * aanraad, als mede vericheïde andere Schryvers^ hebben gelieven op dien zelven voet aan te pryfen, namentlijk dat menop dit gebrek t'famentrecken- de,verkoelende enterugdryvende mid- delen , afynige natte zwagtels (die dog datelijk koud zijn) en ftyvebin- dinge opwaards na 't lichaam te ge- bruiken } zo als dit laatfte nog wel zo plqmp als verkeerdelyk hedendaags wort geoefFent, welke fchaadelyke praétyken behoorden te worden ver- bannen. Op die eenigfte reden , nament-
lijk * Lib. I. Cap. X. pag. 329;
|
||||
Tegennatuufïyke Gezwellen, fit
lijk dat deze Slijm- en Wateragtige
fiofre door koude en terugdryvende middelen nog meerder verdikt, ver- koelt en vaftef ingepakt ftaan te wor- den, als mede op de ondervinding onfe grondveftftellende, zal het veel veiliger zyn, de beft dienftigfte ont- doende middelen te gebruiken , dié Krachtig zijn, de verdikte taijevaft- zittende Slymen te ontbinden , te verdunnen, te verteren j of te doen evaporeren en uit te ftoven, en op deze wys de lydende deelen met een te verilerken, én de levendig maken- de Gceften, Krachten^ en inwendi- ge warmte, die alle deelen zo nood- zaakelijk zijn, zo veel doenlijk k ? zorvuldig te bewaren. indien de Lyders in een Krank™
heit, of ook de Kraamvrouwen een of beide de beenen ( gelijk wel meer- maals gebeurt) met een groot ilyme- 5'<g Gezwel worden aangetaft,zokan IT1en daar toe wel een ftooving van •dkfïiithium , Ruta^ Scoriium, PheU landrium, Salvia , Marubium, Men· lve$Rorifffi0rimts, Lqvcndule, fjbymisj Majorana, Flores CbamomilU , Me~ liloti$ Semina Áçø , cumini s  aces Ê k 2 LaarL· |
||||
ƒ12, Verhandeling van de
Lauri, Jenuperi, en diergelyke meer
in goed bier gekookt, ordonneren , daar in bequaame wolle lappen nat gemaakt, ftyf uirgeparft, en heet op geleïc en bezorgt, fomtyds met voor- deel worden gebruikt : En dien ik dan ook aldus, of met maar eenige van de bequaamfte bovengenoemde middelen bereid, na 't voorbeek van andere KonftoerFenaars gewoon ben ïn 't werk te ftellen , maar even- Wel heb ik dit tegens de StooVin- gen , dat ze voor onze zindelyke Hollandfche Vrouwtjes ontrent een rein bedgewaat, te moriig worden gekeurt, dat de nattigheit de Le- demaaten verflapt, dat ze te dik- rnaals dienen ververicht, en te nat, te Koud , te hompflomps, en te flordig, dewyl den Heelmeefter niet altyd naby is, opgeleid zijnde , meer fchaade als voordeel doen, en dit is de reden , dat ik heel zelden de ftovingen gebruik, verkiezende liever ( en doorgaans met veel be- ter uitflag ) de dienftige pappen of plaafters, na geleegentheit van zaa- ken. |
|||||
Uit
|
|||||
fegenmtuurlyke Gezwellen, ƒ15
Uit de bovengenoemde Kruiden s
Bloemen en Zaden kies ik dan liever de bequaamfte tot een uitftoovende pap: Als by exempel, ø. Htrb. fiord,
Salv.
Rorifmarix. an. Mj
Phellandr. Abfintb. an. M$ Flor.Qhamomill. Miv melilot. Mij
Sent. Cumin. §ij Cop. ex Cerevis. Crajf. Colatur. Cqntus adde , Far, Foenugrcec. Lupinor, an. .$) â
Spir. Vin. q, f. ra. f. Cataplafma.
Of aldus : ø. Herb, Agr'imon. M.enth. Meljf. Sfibin. yiajoran.au.yi]
Slor. Qhamomill. Miv Melilot. Mij
Sent. Levefiic. .' Qumitt. lOq. tn Cerevis. opt. Colatur, Contus. adde
Far. Lupinor. Orob. áç.%]â
spir,V'tn. q.f, m.f. Cataplafma.
Ê k 3 54 Herb. |
||||
'f 14 Verhandeling van de
Of maar aldus:
Qi Herb. Mah.
Scord. Arthemh.an. Mj
flor. Chamemill. Mej fZpiï, 'm Cerevis. opt. Colatur. Contus, adde
War. iocnugnec. |ij m. f. Cataplafma,
Of maar aldus :
ψ. Herb. Mah.
Scord. Arthewjs, an. Mj
Flor, Chamomill. Mvj Qoq, in Cerevis. Upt. Colatur. Contns. adde Far. Yosnugrac. ^ij ?». ƒ. Cataplafma.
Meenigmaal heb ik geringe men-
fchen met pappen uit wat Malva , en voort altemaal Camille Bloemen jn Goed Bier gekookt, en met Rog- gen- of Fcenugriek Meel vermengt, van zeer groote Slymgezwellen in de beenen en elders voorfpoedig ge- nezen : Konnende den Leerling wel verzekeren, dat in een waar Slym- gezwel onder allerlei Kruiden, Bloe- men en Zaaden, niet zo voordeeHg als de Kamille Bloemen, in hoeda- nig- |
||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. 5· 1 f
nigheit in de pappen gebruikt, zul-
len worden bevonden. Anderiints, daar het Slymgezwel
niet zo groot is, of toevalliger wys, by eenig toeval verfchynt, als mede nu voor 't grootfte gedeelte door de pappen mogte ontdaan zyn, daar fal men niet qualyk doen, dat men wat meerder droogt en verfterkt, en als dan tot dien einde ver Herkende, en de Siymftof verterende Ceroenplaas- te'rs gebruikt : Komende zulx voor- namentlyk op de Gewrichten te pas, daar alle vochtige Geneesmiddelen , als pappen en ftovingen, meermaals fchaadelyk moeten worden geoor- deek. En konnen dusdanige Ceroenplaas-
ters, op deze wys, met voordeel be- dacht zijn. ïjt Empl, de Labdan.
Petri Dathen. an. §j
' Meliht.
Santaliii. nofir, an. gij Spr. "vm. 3j · ■ m. f, Emplaflrum]
|
|||||
Κ fc 4 Pfï
|
|||||
f 1.6 Ferhcwd?Iingvancl$
Of,
ø. Etnplafir. Cumin, ·
Lab da», an. Jj
Oxicror. Melilot. an. Jij ƒ♦ Emplafirutn, De Water- Wind- en Zuchtge-
zwellen verfchillen wel eenigimts in hun wezen, en onderfcheidentlyke oorzaak, dan moeten zo in- als uit' wendig meeit op defelFde wys, als van 'tSlymgezwel vertoont is, wor- den gehandek, dies fcheiden wy hier van af, om van de vliesachte Slytn- gezwellen het noodigfte voor te hel- len. |
|||||
HET
|
|||||
ÏÏsgmwtuwiyfo Gezwellen, ƒ■ ι f
H£T XXil. HOOFDSTUK.
Van het Vlies- of Papgezwel 9
[ Atheroma J , Hooning Ge- zwel [Meliceris], Speek- gezwel [Steatomer] ι. f)e verfcheide benamingen der Fties-
ofPapgezwellen. z, Derzelysr on* derffheid. 3. Oorzaken. 4. Een zeldzaam geval', en hoe de Fliesge- zipqllen weggenomen kannen worden. f. Een andere waarneming. 6. Nug een andere wyze om Vlieigezwelleri weg te nemen. 7. Dat de verouder- de Pliesgezwellen fomwylen open har·- flen. 3. En wat den Heelmeefier dan te doen fiaat. 6. Eenige won- derbaars en zeldzaams ivaarnemin· I.
DE Ouden hebben de Vliesge- verfclnïAt
zwellen veelerlei benaamingen ^^«-?* toegepaftj dien zy, of na de plaatfe 0/Pa"gl'. des lichaams aldaar zy quamenj of zwellen. KIe f na |
||||
jiS Verhandeling van ie
|
|||||
na de vérfcheidentheit en hoedanig-
heit deronthoudene ftoffe, medeon- derfcheidentlijk hebben gekeurt, dog ik meen, dat ze meeft alle onder de drie beft bekende foortèn ende bena- mingen zeer gevoegehj k konnen wor- den gebragt; ten einde, op dat den Konftlievenden Leerling onder den rang van zo velerlei benamingen van deszelfs moeijelijkheden en verwar- ringe zouden verloft zijn, om recht en te beter te weten, wat dat hem té doen zal ftaan, wanneer de Ge- nezing van dusdanige Vliesgezwel- len hem toevertrouwt zal worden. II.
Dsrzdver Deze driederlei voornaam fte foor-
enderfcheid ten van Vliesgezwellen zyn het Pap- Athtroma. gezwel, roed- of fmeergezwel, en sttatoma. Honiggezwel, daar onder dan ook struma' het Halsgezwel, deKropzweer, het Ranula. Kikvorfchgez wel, als mede het blind- gezwel, enmeerdiergelyke behooren gerekent te zijn , zoo als wel mo- gelyk in ons vervolg zal worden ver- toont. Atheroma. Wat het Vliesgezwel, waar van wy onderfcheidentlyk hebben te fpre- ken3
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, fio
*· ken, aangaat, 't word van wegens
deszelfs Hardigheir, van't Honigge- zw'el, welk Gezwel zagter is , en _ door zijn onpijnlijkheit van 't Smeer- gezwel, 't geen meermaals z,<?er pijn- lijk is, genoegfaam veifcheidentïijk onderkent. Zo overvloedig vind men by de Oude Schryvers dezedriederlei foorten van Vliesgezwelien beichre- ven, dat ik onnodig achte, ietsdaar by te voegen. III.
Want zelfs , op wat wijs deze oorzakeni
Vliesgezwellen ontftaan en veroor- zaakt worden, daarin zyn'de Schry- vers niet eens : Wy zullen haar de de verichilitucken , dien klein van belang zijn, zeer gaarne lat en beiteg- ten, en ons vergenoegen, den Leer- ling aan te wyzen, hoedanig die ons zijn voorgekomen, en op wat wys die wel 't veiügfl: en vaardigft wor- den weggenomen, zoals uit veelvul- dige Papgezwellen, my voorgeko- men , alleen maar eenige itaaltjes zal vertoonen. |
|||||
I V.
|
|||||
f20 ferhandeling van ds
|
|||||
I V.
Emztlt- Een oud Klein Mannetje, zynde
/*»w spleen Metfelaarvan zijn Ambagt, von- rlieste- ^en wy zyn hiurig opperhoofd met zwellen vyf onderfcheidene Vliesgezwellen Tpeggeno- bezet, en deze tuflchen de verdub- 4M *.«»«»beline van des Hoofds buitenfte dek- leien zo vaftingemetfelt, dat die niet anders dan door de Handgreep kon- den weggenomen worden: 'tGroot- fte was als een Ecndenei, dé andere wat kleinder, egter zodanig, dat de klein (Ie ontrent de grootte van een Kievitsei ophaalden: Een rood muts? jen, maar geen Hoed kon hy draa- gen j want al veel jaaren had hy met deze Gezwellen op 't hoofd gepronkt, die doorzyn korthair, dathydroeg, zo naakt wierden gezien, dat hy de Metfelaar met zyn wennen genoemt wierd. Wy namen, opzijn verzoek,eeril
"t kleinfte weg, 't welk, na zijn zin, zo wel gelukte, dat hy zeide, neemt 'er nog een weg ·, en zulx ook zynde gefchied, tot de wegneming van 'c derde, als mede 't vierde V"liesge- 2 wel beftond te refolveren , toen fchooE
|
|||||
TegennatmrlikeGezwelUj?. f ֎
fchoot nog den grootilen bullebak
over, die hem als noch beletten den Hoed te dragen. Dit deed hem tot de wegneetmrige beiluiten, 't welk mede zo wel en voorfpoedig geluk» ten , dat hy eerlang van alle zyne Vlies- en Wengezwellen verloft, zyn rood mutsje de fchop gsf, het Hoofd fraai liet fcheren, en nu roet een nieuwe Hoed (dien hy op drie hairtjeswiftte zetten) zogeeiiigzyn mackers de loef af Mak, dat niemand hem voortaan het Mannetjen met zijn Wennen behoefden te noe- men. Als wy nu niet op een klare wys
vertoonden, hoe dat wy zulkegroo- te Vliesgezwellen zoo gevoegclyk hebben weggenomen, zo zoude ons fchryven fommige der nieuwe Refor- mateurs onzer Konft j doeh die nooit zelfs met dit Kalf hebben geploegt, gelyk zijn, die wel met zo wat op* gefmukte vertooningen ons de zaken willen befchryven, maar daar 't op de Handgreep en de veiligfte Gene- zingen van de Ziektens en toevallen aankomt, de zaken niet anders dan wild, woeft, en als loutere onbedre- |
|||||
ve-
|
|||||
fit Verhandeling van de
velingen den Leerling hebben opge*
dift, tot verwondering en verbaaft- heid der in de Konft welgeoeffende mannen. 't Hair, 't welk doorgaans weinig
op deze Gezwellen gevonden word „ rondom heen weg gerüimt hebben- de, zo bekleede ik 'cPapgezwelmet een wel klevende Dïapalm-flaafler op Leer gefmeert, met een groot gat in 't midden geknipt, dat men'tb'o- venfte gedeelte van des Gezwels vlak- te bloot behoud, waar over een plat- te wiek, met dit volgende brandmid- del beftreken, moet worden geappli- ceert. Men neemt een weinig levende of
ongeblufte Kalk, die fyn geftooten met de allerfterklteZeepfiedersloog, en een weinig zwarte Zeep, tot een klomp, die gevoegelijk op een platte wiek kan worden gefmeert, gemengt word: Hierkomt voeder een welkle- vende Dïapalm- of andere plaafter , en voorts een Drukdock en 't ver- band over heen , men laat die niet langer geplaatft, dan tot dat maar de 'bovenfte huit des Gezwels, dewelke doorgaans door de onderfchuilende SlyiB"
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, f æ |
Slymbeurs verdooft, en maar weinig
gevoel heeft, volkoomen verftor- ven is, als dan legt men een plaas- ter met wat veel Bafilicum in't mid- den , voor zo ver de doode huit zig begrypt , over 't Gezwel, waar door die wel haait begind af te fcheiden , een gewenichte plaats en occafie vind men als dan tot dit Vliesgezwel door uitpelling weg te nemen, want men brengt eeafubtyl fpatelcje of dierge- lyk inftrurnentje, tuiTchen de rand van de noch levendige Huit, en het Vliesgezwel in , voegende rt zelve tot zoo verre rontom heen onder- waarde, dat alles haaft en met wei- nig moeiten en pyn, in zyn geheel ukgepelt, en den lyder voor een ge- fchenk van kleinder waarde kan wor- den vereert. Nooit heb ik in deze Handgreep eenige bloedinge van be- lang , uit een ondergelegen Siagader- tje, waar door het, geljkfommige fchryven, zoude gevoed zyn gcweefr, vermcrkt, 't Gezwel met zyn dik vlies dus in zyn geheel en volkomen ■ukgepelt hebbende, zo fchikt men de verhevene kanten weer neer- waarts , een Diapalm. of Mucilagi*;: num
|
||||
j24 t^erhmSeling van de
num plaafter , met wat BafiUcum Μ
't midden, om Etter te maak en, en daar door het vleefch te bezorgen , dekt de grond, en een Drukdoek en maatelykc binding (zoo dit laatfte mogt noodig zyn) befluit voorts het ■werk, en a)du§ vordert men tot dat de fpeckige holte door de behoorly- ke Etterdracht is uitgezuivert , en de hait tot malkander neergezakt en begroeit is, als wanneer de Genee- ainge voorts door een velmaaken- de plaafter fpoedig kan worden vol- trócken. Ik kan mét waarheit zeggen j dat
ik zeer veel dusdanige Vliesgezwel- len , op deze■ wys , geweofcht en voorfpoedig heb weg genomen en genezen. Dan nergens laten haar de- ze lichter uitpeilen, als in dedeelen des Qpperhoofds, van wegen deszelfé vafte grond, die ons tot dit werk 't gevoegtlykft dient, in andere deel·η des lichaams en zyn die ook zo ge- meen niet, en hebben al meermaals de hoedanigheid van't Honiggezwel Overmits deze Beuisgezweilen ons aldaar fomwyl veel zachter, bolder, en grooter voorkomen, zo als in 't ver-
|
||||
fteggnnatmrhkeGezwellen, fzf
|
|||||
vervolg raogelyk breder zal worden
vertoont. V.
Jacoh Korneliszoon, Huisman, droeg Een andere
eenige jaaren een groot Papgezwel , ζ?""1'- ter linker zyde onderwaards tegen de s' Kin: Hy vroeg my, dewyl dit Ge- zwel noch dagelyx toenam, om raad, dien ik hem gaf, doch ftelden hem tot in het Voorjaar, dat haaft aan- üaande was, uit} toen heb ik het op de bovenftaande wys weggenomen : Doch de uitpelling viel hier vry wat moeijelyker, en evenwel alles^oor- fpoedig uit, zo dat ik hem zeer ge- luckig genas» Doch nu maakte men defen Huisman wys, dat dit Wen- Gezwel zekerlyk met 'er tyd weer zoude komen aan te groeijen, en wat gebeurt 'er: 's Jaars daar aan krygt hy weder een groot Gezwel in hec aangezicht, maar juift, en tot myn Seluk , aan d'andere zyde van zyn Koon j want anders was myn Konft *n t verftand van dezen Huisman , niet goed geweeft, en men zou de wyze voorzegging van deze Profeten, voor waar en ontwyffel- L1 beajf |
|||||
Verhandeling van ie
|
||||||
baar hebben geoordeelt: Ook quam
dit groot Gezwel tot een Etterge- zwel , en fonder een vliefig bekleed- fel tot Etter, dat ik dan mede voorfpoediggenas, waar op defennu meer als te voren vergenoegden en den vrolyken Huisman , my weer dankelyk betaalden. V I
'■Rog een Evenwel neem ik het Papgezwel
a>!derewys,aiet a]t d dusc[ariig WCgj wantfom-
zwellen wv* maak ik ook wel, als my dunkt
veg te ne- zulx beft te konnen gefchieden, voor- mm- zichtig een kruiswys fneedje, tot aan het vlies, 't welk moet worden ver- myd , door de bovenfte Huit, ik fchei dan met een teer fyn mesje de vier hoeken van een j en zoek al- dus vorder en vorder tot onder en ach- ter de vliefigc rok te komen, en al- dus heb ik 't felve dikmaals op een- maal en op ftaande voet uitgepelt, de vier hoeken, die doorgaans in- krimpen , weer neêrgevoegt, en even als boven gezegt is, voorfpoedig ge- nezen. |
||||||
yiii
|
||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, fzy
|
|||||
VIL
De onpijnlijkheit van dit Gezwel, Dat at
en der lyders iloffigheit maakt fom-^J^ Wyl dat ditPapgezwel door zijn aan- ^JX, groei, fcherpteder ingelegerdeflym-jemwyU» itof, en 't dunder worden van 't vlies, eftnbtrfiti is doorgebroken, eer men ons tot de Genezing verzoekt, en als dan is het dat de uitpelling wel meermaals wat moeijelijk vak, inzonderheit daar die niet boven op 't Hoofd, maar elders op een zachter en teergevoeliger grond isgeplaatft, nochtans is de uit- pelling 't dienftigfte Hulpmiddel om tot de gewenfehte Genezing te gera- ken. VIII.
Want het gebeurt, dat de inge-£»»***»
flotene ftoffe van dit Pap- Honig- of ™„l™eJier- Smeerachtige flym, tot de doorge-dZ%m broken opening uitgevloeit zynde , desfelfs vlieiig bekleedfel, zoo dun, ^ap, vaftzittenide en licht affcheu- rende word bevonden, dat het door dezachtigheit, teêrgevoelensheiten megeveuthejt Van het gebreckelyk ucd, OBiQpgelyk is, door uitpelling Lis te |
|||||
f z8 Verhandeling van de
te bekomen, en dewyl, zonder de
volkomen wegneming van defe vlie- fige rok, veel eer een langduurige , ilinkende en pijnlijkeZweer, als Ge- nezing ftaat te verwachten, zo heeft my de nood in dit voorval op dien- fiiger middelen, als die tot noch toe bekent zyn, doen denken, teneinde om in desfelfs genezing de kortfte weg te vinden. Overwegende dan, dat alle weg-
etende, fcherpe, alknagende midde- len, pyn, ontfteltheit, ontfteking, Koorts, enz. als mede een langfame trant van Genezing verwekten, en dat ook de uitfnyding zelfs of gant- fchelyk niet, ot immers al doorgaans zeer bezwaarlyk konde gefchieden , en dat nochtans de wegneming van dit vliefigoverblyffel, tnoeft worden c&nthart- betracht, zo heb ik opdeSpaanfchc fa* Vliegen beginnen te denken, als die cmkula. zo bequaam zyn, om het oppervel-
letje van de huit op te lichten, dien ik dan fyn geftooten, en ( volgens myn gewoonte) met een weinig Wynafyn vermengelt, op platte wiekjes gefmeert, en tegens de vlie- fige overblyffels gevoegt heb, doen- |
||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. fi$
|
|||||
de wyders het verband zodanig, dat
zulx , en ook de vordere opgeleide Etterverweckende Geneesmiddelen , Drukdoeken, enz. zorgvuldig wier- den geplaatft, waar door het myver- fcheide malen gelukt is, dat ik. met weinig moeiten en pyn te verwecken, een gewenfchte affcheiding heb ver- kregen, en zonder lang martelen zeer voorfpoedig de gewenfchte Genezing aangetroffen» ï X.
Dat dezeVliesgezwellen nooit iets Etmgewon-,
gevaarlyks komen voort te brengen, derbare m Zo als fommige hebben getuigt, zulx "Wi*™' ™. ■ ■ é- é ivaarnee-
vertoont ons de ondervinding anders, mj„gin, '
zekerlyk de qualen moeten zoo wel, ja fomtyds meerder, na haar Groot- heit, Standplaats en ingeworteltheit ais uit de hoedanigheic der onthou- dene Stoffe 5 ( doch die ook wel moet onderkent zyn , geoordeelt borden. Een Eerbare Godvruchtige Doch-
ter > Jozina de Wit genaamt , oud veertig jaaren , had van haare jonk- heit af aan , in haar flinker borft, een vry groot en diep ingewortek LI | Klier» |
|||||
5"$o Verhandeling van de
Klier- en Slyra-Gezwel omgedraa-
gen·
De kleine pyn, de gewoonte, de
fchaamte, en vrees voor de fnyding,
drongen haar deze quaal zo bedekt te houden, dat ze niet eerder (fchoon meermaals wegens ontftekingen in de oogen, jicht, lammigheit, enz.) on- der myn handen geweeffc was, my na haar borit. liet zien, als in 't jaar 1Ö78. als wanneer ik die, tot onder den oxei, met zo vele diepingewor- telde verouderde Vliesgezwellen be- zet vond , dat ik niet raadfamer keur- de, als die door een onderhoudende Genezing te behandelen. Deze Gezwellen , die als groote
Muscadeldruiven meeft alle de Klie- ren der borft en des oxels befloegen, fielden ik onder den rang derPapgc- zwelien, zo van wegens deszelfs jn- gelegert papachtig Slym, onpynlyk- heit, zachtig!ieit,enz. dewelke daar in wierde ver merkt, en van't Hart- 'Schrkfis. gezwel, de Kanker, Kropzweeren,
en diergelyke foortcn van Klier- en BcrsphiiU. Knuifgezwellen licht waren te on-
derfcheiden. |
|||||
Haar
|
|||||
Tegennataurlyke Gezwsïlen. f$i
Haar van overlang zwak en onge-
zond Geitel, en. de ohgeneeflykhéit van deze onpynlyke en verouderde quaal, deden my haar een ervare Ge- neesheer aanpryzen , de Heeren Le Febure, Van Zyl, en Langeditït heb- ben haar meermaals bezocht, enden laatften haar, tot aan haar einde, met my bedient, een goede manier des levens, in fpys en drank, bezadigde zinnen, gematigde exercitie, als me- de een zachte uitzuivering voor het lichaam wierden haar voorgeilelt, en door baar behoorlyk onderhouden. De plaatsmiddelen beftonden uit
plaafters, die doorgaans (doch even- wel niet altyd uit het Emplafiram) de Ranis cum Mercurio , met een wei - nig Emplaflr-urn P.Datheni ende wat Diapompholigos t'faam gefmolten, wa- ren tTaamgeilelt, fomwyl een wei- nig veranderende na gelegentheit van Zaken, waar mede wy deze borft wel drie a vier jaaren hebben onderhou- den, en zonder veel aangroei, taa- roelyk in ftand gehouden , fomwyl quatn wel een weinig opening met uitfypeling van wat weiachtig vocht, dat genas t'elkens wederom toe, geen L 1 4 foor- |
||||
f$t Verhandeling van de
foorten van pappen dorften wy ge-
bruiken , vreezende voor een gewel- dige openbarfting, algemene verrot- ting, fchielykebloedvliet enhaaftige dood En aldus hebben wy (meeftopde
bovenftaande wys voortgegaan,) tot in het laatft van 't jaar iö8i , als wanneer de borft, met wat meerder fuckeling , Koorts , en ontfteltheit des lichaams , als wel naaft twee a drie jaren, vryfterk begon te groei- jen, en uit te zetten. Ja met de op- komende Winterfe Koude, zo won- derbaar van dag tot dag in zyn groot- heit toenam, dat yder bult of Ge- zwel (want vele Gezwellen vertoon- den haar) tot de grootte van een ge- meene vrouwe borit quamen aan te groeijen, onderwyl vermagerde het gandche lichaam , en de Krachten verminderde onder dien zwaaren laft van dit pakjen te torfen, 't welk zy met een Sluijerband om den hals , met een zacht Kuflentje, en met de handen moeft onderfchooren, want dit groot gevaarte van onder de Oxel en 't Sleutelbeen beginnende , ver- drong en verdrukte de andere borft, eo
|
||||
Tegenmtuurlyke Gezwellen, f 3 3
en aldus de plaatfe der beide borften
beflaande, hing voor een groot ge- deelte tot over de buik, druckende (inzonderheit als zy te bedde lag) de Long, het Hert, het Middelrift, de Ribben, en Spieren der borft,en des buiks, zodanig, dat zy bezwaarlyfc Jkonde ademen. Waarom zy dan ook, of in 't bed of in de ftoel, meeft zit- tende, moeit ruilen. Nu begonnen eenige dezer groote
Gezwellen door te barften , en te met zo veel Goorachtig- Wei- en Slymerig vocht te lbièn, dat ik haar tweemaal daags moeit verbinden, het welk noch wel tien weken lang duur- de, zonder dat evenwel eenige ver- rotting noch ook de minfle verwer- ving wierde gezien , blyvende uit- wendig alles noch levendig en goed, Van couleur, waar over dat wy, en veele andere Konftoerrenaars, die baar fomwylen met ons bezochten , gemerkt de foobere ommeloop des deels, ons moeiten verwonderen : Eindelyk iszy op den zy Maart 168 3. gantfeh vermagert, en uitgeteert zyn- de, Godtzalig in den Heere ontfla- pen. L 1 f Wat
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
"Wat zullen wy nu befluiten, dat
hier de eerfte oorzaak van dit quaal geweeft zy, niet anders, myns be- dunkens , dan den overvloed van Siyro, Zenuwfap, Wei, of hoe dat men het hedendaags belieft te noe- men, 't welk door zyn Goorigheic, Koude , dikte , Kaasachtige lyme- righeit en traagheit geen genoegfame doorftraaling in de Borftklieren heefc konnen bekomen, maar, by gebrek van natuurlyke warmte, alfints heeft beginnen re ftollen, en aldus meeren meer zynde verdikt, eindelyk in de Kliervliefen, en Zo by gevolg in de gantiche borft en des oxels tot een zo vervaarlyke grootte is aangewaiTen j doch dit alles zou vry wat om Han- diger en nauwkeuriger uitgepluift konnen worden, zo wy niet de tyd, die ons kort omkomt, en de moeiten ontzagen. Op den 25 November 1688. wier-
den de Heeren Mahu Ie Febure , en Anthmy van Dalen, als Geneeshee- ren, de Heer Gysbers Abeels^ en ik, Heelmeefters, ten huize yan de Heer Pieter Colaart op een confultatie ver- Zocht, om de Huisvrouw vmSimon van*
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. f$ f
vander Schalken, haar bedorve borft
te b.efchouwen, die wy overal van Pap- Smeer- Honig- en Knurfge- zwellen zodanig vonden bezet en in- genomen , dat daar in gantfch niets goeds, maar welde verwachting ve- ler elenden kon te gemoet gefien wor- den. Daar op wierd ons gevraagt, wat
raadfaamft was, deze borft af te zet- ten ofte behouden. Wy oordeelden gefamentlyk ( na
dat wy de borft noch eens hadden be- zien, en daar op dit Vrouwtje had- den laaten vertrecken) dat de afzet- ting het raadfaamft was, dewyl zy noch maar ontrent zes en dertig jaa- ren oud, gezond van wezen, kloek- hartig en wel gemoedigt was , de pyn der afzetting te ondergaan: ten tweeden, de Klieren des Oxels wa- ren noch zacht en gantfch onbefcha- digt: ten derden, de borft was met al zyn Gezwellen achterwaards noch t'eenemaal los , konnende langs dé Borftfpieren gevoeglyk worden ver- fchoven, gevat , en op een veiliger WVs>als fomtydsgefchied, opgelicht zyn en weggenomen. Men
|
||||
ƒ j 6 Verhandeling van de
Men diende ons daar op aan , dat
tkn Heer ProfeiTor Govert Bidlo, in *s Gravenhage, met wienzyook h*d geraadpleegt, alvorens nu al hadde raadfaam gekeurt, en goedgevonden om defe borft ten fpoedigfte weg te Bcmen , waar op zy tegenwoordig omen raad en toellernming hadden ¥erzocht en begeert , verzoekende nu dan ook noch daar benevens, dat •Je Heer Bidlo , met onfe hulp, de afzetting, en alsdan wyders aan ons de Genezing mocht aanbetrout zyn, *t welk wy (dewyl zy met Bidlo tot dus ver waren ingewickelt) toefton- den. De tyd , dag en 't uur beftemt
zynde, quam de Heer Bidlo, endaar op het gantfche Gezelfchap byeen , juiii terwyl een buijige koude met fachtfneeuwontftond j evenwel vong men de Handgreep aan, en ik moec betuigen, dat onzen Bidlo (doch mee onze hulp) in tegenwoordigheit van verfcheidene Heelmeefters, 't werk zeer handig en fpoedig verrigten , ne- mende de borft met een fcherp ge- tande Gaffel gevat, opwaarts gelicht, en van de Borftipicren vry ilerk afge- t,lOC·
|
||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. f$j
trocken hebbende, met een omdra-
jende fnede vaardig weg, de Bloed- ilorting , die niet zeer groot was , wierd met welopgevulde Stupaden ,■ en Stofmeel geftampt, een groote Defenfyfplaafter, verfcheide genoeg- zaame dicke Drukdoeken , en een vierdik gevouwen Servet vryvaitoii- der de Oxelen door, om 't lichaam gefpeld, en met een houwvaft over de fchouders , voor 't nederwaards glyen, bezorgt en wel voorzien, be- floten de Handgreep, Wy vonden in deze afgezette borft;
een wonderlyk neft van allerhande Vlies-Gezwellen en beurfen , die van honig- pap- fmeer- flym- en Kalk- achtige Stoffeopgevult, alsookfom- mige met verhardde Kraakbeenige Knurven voorzien waren, zo dat van deze bedorve borft niets goeds, maar Wel een grooter verderf en zwaarder gevolgen van denden verwachtende zoude geweeft zyn. Wy, namentlyk den Heer Aheels
en ik, genazen deze Vrouw, zon- der eenige toevallen te ontmoeten , met Etterverweckcnde, toen met Vleefcfagroejjende 5 en eindelyk'mec |
||||
f 5 8 pT&kandeïmg vatt de
de veltnaakende Emplaflrum Qrifium^
op platte wieken gefmeert, zovoor- fpoedig, geluckig en volkomen, dat alles zeer gelyk en eiFen wierd, en nooit eenige opening, noch 't minfte ongeval (dies aangaande) wederis op- gedaagd Als wy eenig groot en verouderd
VHesgezwel tot Etter en ontlafting, niet alleen van deszelfs onthoudene Stoffe, maar ook van 't vlies, kpn- nen vorderen, zo gefchied zulxover geluckig, en ik heb dies aangaande wel meermaals een onverwachten ze- gen, in't Genezen der gener, die met bekommerlyke qualen, en mee de armoede te gelyk moeiten wor- ftelen, aangetroffen: Den dauw van Gods lieven Hemelfchen zegen on- trent de herftelliog der arme elendi- ge menfehen daalt niet minder af tot het laage en verdrukte, dan tot wat in de wereld zo hoog en aanzienlyk verheven is, zo als wy uit vele ftaal- tjes maar dit eenige zullen vertoo- nen. Een arme Vrouw, die meer dagen
van droefheid en hertenleed beleefde dan van voorlpoeden vreugde, treur- de |
||||
Tegennatuurïyke Gezindten. j*5 9
|
|||||
de ook noch daar benevens over een
groot Gezwel in de flinker borft, dat zy veel jaren had gehad j te meer de- wyl 't van vele, en zelfs van verfchei- de Konftoeffenaars, metdenaamvan een ongeneeflyk Kanker-Gezwel was gedoopt geworden. Defe arme floof quam eindelyk tot
my, verzoekende hulp en raad: Ik bevond dat ditGezwel,'t welk blauw- achtig, bol, niet knobbeligjdoch wat pynlyk, en in een vliefig bekleedfel zynde begroeit, zo groot was, dat het de gantfche flmkerzyde der borft, die noch in zyn geheel en niet klein was, befloeg. Ik verblydde aanftonds deze arme
lydfter, met haar te zeggen, dathec geen Kanker was, en dat ik hoopte haar te genezen: Ik bragt dit Gezwel door't gebruik van rypmakende plaas- ters tot meer pyn, opfpanning, uit- Zetting, en kreeg het eerlang volko- men ryp, dat het quam open te barfte, en een groote hoeveelheit van honig- achtige Etter (gemerkt deszelfs cou- leur en hoedanigheit) uitfpoog, ea dagelyx quam te ontlaften.Ik vervolg- de met Etterverweckende middelen, tos
|
|||||
ƒ40 Verhandeling van de
tot dat het ray binnen twee a drie we-
ken tyts gelukte dit vlies in zyn geheel te bekomen, zynde door de veelhcit des Etters, daar ik met voordacht op had gewerkt, t'eenemaallos geraakt, en wierd nu aldus ter opening (daar toe ikvoortmetdeKoorntang hielp) ge- heel uitgeworpen, waar op wel haaft de volkomen Genezing is gevolgt. Nodig is't, dat men den aard der
Gezwellen wel kent en onderfchei- dentlyk aanmerkt} want de rypma- kende en Etterverweckende middelen zoude ik geenfints hebben durven on- derilaan te gebruiken, wanneer dit groot en veroudert Gezwel verhard was geweeft j want alsdan had ik geen gewenfehte ontlading der ingeleger- de ftoffe, maar wel een quaadaardige ongeneeflyke zweer, en mogelykeen booze Kanker, waar in de Gezwellen licht voortzetten , konnen verwec- ken. |
|||||
HET
|
|||||
TegematuurJyke Gezwellen, ƒ411
HET XXIII. HOOFDSTUK.;
Van het Kikvorfch-gezwel ^
£ Ranula, J I. Befchryving -üan het Kikvorfchge-
zwel 5 en waarom het zefae $ ge- opent en ontlafi zynde, wederom aangroeit, z. Deszelfs Oorzaaken. 3. Genezing , en wat daar ontrent by den Schryver in overweging word genomen. 4. Twee zeldzame Waar- nemingen. I.
DAt het KikvorfchgeZwel, ©fan-
dersBatrachïum in 't Griekfch vingvan'i genaamt, komende doorgaans in feKikyorfck- Klieren onder de Tong, niet akyd^^^ eenderlei ftoffe in zich befluit, ge-zelve (ge- tuigen roet ons rneeft alle de onacPm'e»ont- Schryvers > want fomtyds zal des- $j%£> zelts (meeft altyd) flymeng Vochtj Mngroéti als Honig worden bevonden, en als dan gevoeglyk onder den rang der Honig-Gezwellen k©nnen gefchikt Μ m zyns |
||||
Verhandeling van dt
|
|||||
zyn j gélyk het ook den gèóeffenden
Aquapendens in zyn tyd al heeft aan- gemerkt , fomwyl bevinden wy des- zelfs onthoudene ftoffe als Eiwit, of als deszelfs dooijer, of ook wel een * onvloeibare verhardde t'iaamgedron- gene ftoffe te zyn, dieditKikvorfch- gezwel maakt. Doch hoe dat het zy, raeeft akyd bevind men het in Tunka. zyn eigen rok befloten, en dienvol- gens vry wat bezwaart in zyn Gene- zing te zyn. Want, geopentzynde, groeit in
zyn beursje lichtelyk weder aan , en maakt andermaal dit Gezwel, de- wyl alle de overtollige Vochten van deze en omgelegene deelen, als op- wellende, en zelfs uit een koud en vochtig brein , zeer licht derwaards komen te vloeijen. I I.
Deszelfs ^e oorzaak, gelyk van meeft alle
Qtrz.a\en. Vliesgezwellen , moet (myns oor- deels) in den overvloed van een té koud, te dik en te llymerig vocht, in het lichaam , voornamentlyk in de Herfenen , en voort by gevolg in een al te traage beweginge der voch-
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, ƒ45
vochten worden gezogt, dewelke
in deze vochtige en zo ontfankelyke deelen komende Uil te ftaan, teilol- len en te verdicken, de veelvuldige quyl- en watervaten en Kliervliefen Zodanig doen uitzetten j dat zelfs groote Gezwellen zich onder de Tong verheffen , die geenfints de gedaante van een Kikvorfch (gelyk als fommige Schryvers hebben ge- wilt , maar wel de lyders dervoegen de fpraak doet belemmeren, dat die eenigfints het geluit der Kikvor- fchen verheelt, waaromme dan dit Gezwel (het welk ook een Honig- of Papgezwel, na dat de hoedanig- heit van deszelfs ilymerig vocht isf, kan worden genaamt, de naam van Kikvorfch heeft verkregen. En dewyl dit Gezwel meer in de
Kinderen als bejaarden my is voorge- komen, zo geloof ik dat deszelfs kou- de en vochtige geftekheit, te zwak- ke herfenen, en by gevolg een al te kleine inwendige warmte , als ook het gebruik van veel koud , zuur , fchraal en te "Wei- of Kaasachtig voedzel en Fruit, voornamentlyk toe derzelver oorzaak komen toe tebren- Mmz gen a |
||||
Verhandeling van ds
|
|||||
gen, en noodzaakelyk dienen verbe-
tert, indien men de wederaangroei, die dit Gezwel onderworpen is, wil vermyden. I I I.
Genexinz Men zal dan wel op de oorzaak
pnvatdaernebben re letten, des lichaams over- ^sX^J^vloedige flymen door zachte flymaf- inoverwe- dryvende middelen zoeken te zuive- gingvord ren ? $e Herfenen en het vordere Ze- genomen, nuwgeftei verfterken en meer warm- te geven , de krachten opwekken , door goed en het quaad verbeterend voedzel, en alle zuur, rauw en koud Fruit, enz. als ten hoogften fchade- ly-k, ernftelyk verbieden, om dus , na des oorzaaks wegneming te ge- voegelyker het Gezwel te overwin- nen. Het kan gebeuren, dat dit Gezwel
(inzonderheit in zyn beginfel , door ftrax vertoonde Waarneming, en een verwarmend en verterend mondwa- ter, zonder opening daar in te ma- ken , tot zyn vermindering komt, maar doorgaans wil de genezing beft door de Handgreep gelucken, dog op wat wys, daar in zyn de-Schry- vers
|
|||||
Tegematuurlyke Gezivelkn. 5-4 j*
ã-ers niet eens. Celfus wil, dat men
het bov-enfte huideken door ■lal fny- den, en vorder de Kikvorfch dus ont- blootende, even als een Vliesgezwel die op een vafte grond ftaat, uit zal pellenj doch dit leert ons de onder- vinding anders, en dat zulx door des- zelfs zachtigheit , vochtighek , en demeegevemheitderdeden, devafie vereeniging des Gezwels, a!s mede door de ongeftadigheit des lyders , inzonderheit als die noch jong zyn, onmogelyk kan gcfchieden : Aqua- fendens maakte een opening door een Infnyding, want als dan (zeithy) verrotten het blaasje , gebruikende voort een zuiverend en daarna een op- droogend mondwater: Thomas Bar- tholyn bewyft de Genezing door twee infnydingen gedaan , te zyn uitge- voert. Paulus Barbette zeid aldus : Sommige gebruiken het gloeijend yfer , waar hef Lancet ftaat hem beter aan: en zeker, dien naarftigen Konftoef- fenaar heeft groot gelyk , maar wat raad, daar een minder remedie vrng- teloos zy , daar moet een meerder worden gebruikt. |
|||||
Mm | Dos
|
|||||
f^S Verhandeling van de
|
|||||
Den Heer Nicolaas Tulp bewyfl: de
vruehteloosheit van 't ibyden, en de goede uitwerking door de branding gefchiedj evenwel fluit hymet deze woorden : Maar indien de flojfe van het Kikvorfchgefwel Jacht en volgende fy , 't welk licht door d''aanraakinge bekend ·, denkt niet eens op 't branden, maar fnyd alleen de bovenfle rok door, en de dunne flym, gelykende'twitvan een Ei^ dat verf eb gebroken is, en uit de fchale valt, zal van felfs uitvloejen óf gemakkelyk met de vinger uitgedouwt konnen worden. Evenwel houden wy het met dien
beroemden Heelmeefter Pareus, als hy om het Kikvorfchgezwel zeker- lyk te genezen, zegt: Dat men die liever door het gloeijend yfertje, als met de vlym [al openen. Van dit gevoelen zyn ook Petrus Ρ'igreus en Guillemeau. Ook zuilen wy dit met een klein iïaal- tje of twee, ons voorgekomen, be- veiligen. IV.
Tme x.eld- Een Dochtertje, oud zeven jaren,
z.ame van zeker wel bekend Burger, vond ^minim l^ mCt CCÜ Vr^ Sr00t Kikvorsgezwel |
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen, f47
onderde tong, die tegen des monds
verhemelte opgezet wierd, bezogt, dit Gezwel was eenigfins bol en week in 't aantallen, en bruinachtig blauw van couleur , onpynlyk , gevende langs hoe meer, een groote verhin- dering in de fpraak en in't zwelgen. Den ouden Heer Burgermeefter Le Febure, met my daar by verzocht zynde, vond zwarigheit over de qua- de couleur, en in myn voorftel, het welk was, na een zachte bereidinge van het lichaam, het zelve door een klein Brandtyzertje te openen , willende liever 't gebruik van de vlym. als't veiljgil , ende minft voor het Kind verfchrickelyk zynde. 't Kik- vorfchgezwel dan in zyn lengte met het Lancet geopent hebbende, kre- gen wy uit deszelfs vliefig hol, een gemeene lepel vol flym, zynde het rosachtig doijer van een Hoenderei zeer gelyk. Nu was dit Gezwel wel weg, maar niet het vlies, doch ik hield de fneede open, zoo lang als het kon zyn : Gebruikende on- derwylen Mondwaters ecde Syroo- pcn, die tot zuivering diende, ver- Mm 4 ho- |
||||
'f 4$ Verhandeling van de
|
|||||
hoopende aldus de verrotting endc
de verteering van de rock te vol- brengen 5 maar zulx en wilde my geenfints gelucken $ want de ope- ning eindelyk fluitende , groeiden dit Kikvorfch - Gezwel , even als vooren , vry fpoedig weder" aan : Daar op de infnydinge andermaal doende, viel alles ten laatften weer vruchteloos uit: Dies de Ouders verlegen, en ik het gloeijend yzer- tje onfeilbaar , en zonder eenig ge- vaar keurende , als mede de Vader en Moeder tot Amflerdam met voor- naame Konftoeffenaars raadgepleegt hebbende , en door die., in myn voorftel geftyfe zynde , zo heb ik haar zu!x volkomentlyk aanbevoo-! Jen , en op haar toeitaan , zoo ge- luckig voorvoert , dat nooit geen Kikvorfch Gezwel weder te voor- ichyn quam , maar de Geneezinge in weinig dagen volkomentlyk is ge- volgr. Het zesjarig Dochtertje van zee^
ker aanzienlyk Heer, bevond ik met een vry groot, bol, ende onpyne- lyk Slym- Vlies- en Kikvorfchge- 2wel
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, ƒ49
zwel onder de Tong bezet, het
welk de fpraak belemmerde, en in zyn grootte noch dagelyx toenam, dies heb ik de Ouders, om het kind voor dubbelde pyn en fchrik , en- de myn zelfs voor vruchteloos raon- nicken werk te hoeden , de ver- geeffchen arbeid , door de vlym voorgeftelt , en daarom in plaatfe van de fnyding , de zekerile raad door de branding aan te pryzen , het welk dan toegeftaan , doch de Moeder wat fchrikachtig zynde, zoo heb ik dit Dochtertje eenige dagen (terwyl ik het lichaam zacht- jens liet zuiveren) komen bezoe- ken , ende niet anders gedaan, dan maar de Mond ende het Gezwel eens bezien en behandelt, hetwelk dit Kind zoo gewoon wierd , dat 2e onbefchroorat de mond t'elkens wyt voor my opende , en op de- ze wys nam ik myn flag , en de bequaamiïe gelegentheit waar , dat de Ouders uit zynde , myn werk door het behulp van een knaphan- dige Dienftrnaagt , in een oogen- biik tyds was befchikt , bedriegen- M m f de, |
||||
Verhandeling van de
|
||||||
de", om geene ontfteltenis te ver-
oorzaaken, niet alleen het Kind , maar ook de Ouders, de gemaak- te korft fcheidde , en de rosachti- ge Slym wierd uitgelooft. Ik hield de Zweer eenige dagen open, tot dat de Genezing onder het gebruik ¥an eerft zuiverende, en daarna op- droogende mondwaters voorfpoedig ïs gevolgt. |
||||||
HET
|
||||||
ffegennatuurlyke Gezwellen, f ft
HET XXIV. HOOFDSTUK.
Van het Wolfgezwel [Lupia.]
S. Befchryving en föaats van dit Wolf-
gezwel. z. Deszslfs Oorzaken. 3. Dat hei zelve fomwylen zeer groot. word. 4. Oorfpronk van den naam dezes Gezwels. f. Teekenen. 6. Ee- nige aanmerkingen over de behandeling van dit Gezwel. j.Eenige zeldzame Waarnemingen. I.
ONder den rang der Vliesgezwel- Befihry·
len, kan ook het zo van ouds™^"* genaamde Wolfgezwel zyn getelt /J"^™ wordende al doorgaans, ook in een gezwel. vlieiig bekieedfel, ende wel meeil ontrent de Gewrichten gevonden. I I.
Dit Gezwel veekyds wel voorna- Diszelfs
tnentiyk door den eerft uitwendige Oorzaken* oorzaak ontftaande, kan door geweld van vallen, flaan, ftooten, enz. voort- ga |
||||
f ƒ 2 Verhandeling van de
|
|||||||
gebragt worden. Waar door de dee-
len gekneuft, en een of meer Water- vaten zyndegebarften, haar vloeibaar uitgevloeit fap , in den ommeloop dus verhindert, verdikt, en meer en iiieer lymerigzijnde geworden, door de veelvuldige rontom daar aan vaffc vereenigde vliefige vefels, zeer lichc mijns oordeels een vliefige ftoffeover ah ftilftaande geftremde vocht doen begroeijen, waar door 't Gezwel , vermits de aanwellinge van het noch vloeibaare en geduurig aan en byko- mende Wei , dagelyx aangroeit, en (zelfs op een onpynlyke wys ) door de goede hoedanigheit en gematigt- betc dezer vatlgeraakte ftoffe , die dan ook daarom eenigfins het gevoe- len verdooft, tot een verwonderens- waardige grootheir. kan komen aan te, groeijen. III.
|
|||||||
Dat kt En dewyl deze zeer dunvliefïge
zeh-e /em- Watervatcn met hare tedere ranken, v1l zeer ' de Aderen en Slagaderen, doorgaans grm 'in haaren loop omftrengelen en ver- zeilen , en dat derzelver menigvuldi- ge yefelen, die alleiints de overtolli- ge |
|||||||
TegeMatüurïyke Gezwellen, f f |
ge Weiachtige ftofFe des bloeds tot
in de Watervaten komen over te bren- fofa Lym- gen, en die aldus vervullende, be-phatk*. quaam te maaken, om met dit we- deromkeerende vocht, als met een Zoeten dauw , de deelen onzes lig- haams , en wel inzonderheit die der geledingen te bedauwen, te bevoch- tigen, en alzo tot haare beweging de vereifchte lenigheit, gladdigheit en vaardigheit toe te brengen, zoo moet het ons niet vreemd voorko- men , dat ook aldus, op een voor- gaande kneuzing der Gewrichten, die met zoo weinig befchutfel van vleefch, en met zo grootep overvloed van vliefïge banden , pefen, veiêlen en Watervaten voorzien zyn, zoda- nig een vliefig Gezwel kan voortge- bragt worden , 't welke met'er tyd dooi' de overtolligheit der aandrin- gende vochten, en de gefchapenheit des deels dus meer en meer tot een groot Gezwel kan komen op te zet- ten. Uit zwaare kneuzingen en verbre-
kinge der gemelte Watervaten, kon- tien dan zekerlyk dusdanige Vliesge- zwellen ontftaan, die haar (zoeven |
||||
Verhandeling van de
|
|||||||
5T4
|
|||||||
gezegtis) op een onpynlyke wysj
meermaals van langer hand komen te verheffen, en eerder een verfcwac- Icing en onmacht des lids, alspynof ontfteking verwecken, en komt ons dit Gezwel ordonnaar voor , op de buitenfte deelen des lids j immers heb ik die meeft op de punt des fchou- ders, meer op den elboog, 'tgrootft op de heup, en noch wel het alder- meeft op en ontrent het Gewricht van de Knie gezien, en fomwylook wel in de holte der Gewrichten ge- vonden. IV.
Oorfprong De Oude Kónftoeffenaars hebben
'"Τ/"!. dit Wolfgezwel na het woordeken Tesulzmëls Lupas, het welk een Wolf betee- kent, gelieven te noemen, mogelyk om dat dit Gezwel, zeer groot zyn- de geworden, het voedfel der omge- legene deelen fchynt op te flocken, dewyl die als dan doorgaans verma- geren, en als uitterende worden be- vonden. Doctor Stephanus Blankaart, ge-
lieft in zyn 'Nieuwe Konflkamer der Heelkonfi dit Gezwel een Ganglion te noe-
|
|||||||
Ztgennatuurlyke Gezwellen, fff
noemen : Maar die de HeelkonS:
veel jaaren zelfs geoeffent, en difc- inaals met dit kalf geploegt beeft, Weet lichtelyk, door de groote ver- ichillentheit niet zo veel in de oor- zaak , als wel in het wezen ende de hoedanigheit dezer Gezwellen be- ftaande , als ook ter Genezing eeo Wolfgezwel van een Ganglion te on- derfcheiden. V.
Dit Wolfgezwel vertoont hem inr«%jw»,
zyn beginfel eerft zacht, platachtig, onpynlyk en van klein belang, waar- om het als dan ook doorgaans zeer Weinig word gade geflagen, grooter Wordende, zet het zich in zyn ronte watvafter en hooger, dewyl nu het ffaamgevloeit wei verdikt, en de vliefen beginnen te recken en op te fpannen, uitwaards, en overmits de huit in zyn couleur niet verandert t 2o vertoont hera dit Gezwel meer- maals in zyn form en grootheit als een Vrouwe borft, en zulx voorna- mentlyk in de fchouder, elboog en de knie. In dit laatfte deel heb ik het in een oud man (zyndeeenBak* |
||||
Verhandeling van dg
|
|||||
leer) zo groot, veroudert, en vafê
gebacken gezien, dat het zelve tot de grootte van een gemeen manshoofc was aangewalïên, zo dat hy het met een zaksgewyze band moeit on- derfchooren, wezende met zo veel vliefige dekfelen tot in 't Gewricht van de knie begroeit en beveiligt, dat niemand het raadfaam keurde , om deze ongeneefelyke Wolfgezwel door de Handtgrcep weg te nee- men. V t
Etmge Uit het befef des oorzaaks de groei,
aanmer- en het wezen des Wolfgezwels, ver-
£TLTftaan wyterft°nd, hoe die op de vei- deling van
ligfte wys moet worden gehandek ,
diiGezwel. en waarom dat men veel liever met krachtige verfterkende en verterende Ceroenplaafters verteeringe van het Wolfgezwel zoekt te betrachten als dat men, buiten nood, lichtvaardig opent. Dit eerfte is my zeer dikmaals vol-
komen gelukt, wanneer dit Gezwel alhoewel tot een byzondere grootte was toegenomen, noch in zyn groei en niet te veroudert geweeft is, toe |
|||||
Yfigennatuurlyke Gezwellen, ffj
hec ander, namentlyk de opening ,
kom ik nietgaarn wegens de zwarig- heden , die ons daar ontrent konnen bejegenen. Wy zien dan op de onthoudenc
StofFe deiès Gezwels , dewelke wel zeer licht door een gemaakte opening kan worden ontlaft, maar dewyl door de ontflotene Wei- of Watervaten , die in de boefetn van dit Gezwel , haar aanvloeijende Vochten nu gedu- rig gewoon zyn uit te lozen, nood - zaakelyk volgt, dat een grooter on- larting van dit zo dienilig Weifap , het welk als dan bezwaarlyk word geftopt, de partye zal doen verzwak- ken , vermageren en uitteren, want de gemaakte opening zeer lichtelyk «n een Pypz weer verandert, en moei- jelyk is te genefen. Te meer , dewyl de vliefige be~
kleedfelen defes Gezwels, die door- gaans met devliefen, banden en me- nigvuldige vefelen des Gewrichts (in- zonderheit in de Knie, wel vaftzyn vereenigt» en gedurig, zo als reeds gezegt is, de aandringende vochten ontfangen, niet licht, zelfs door Et- tennaakende middelen j en als al Et- Í ç ser |
||||
ff8 Verhandeling van de
|
|||||
ter gemaakt mocht zyn, tot affchei-
ding van de andere vliefigedeelen des lids konnen worden gebragt: Waar- om dan ook dit Wolfgezwel geen- fints, zo als een Papgezwel de uit- pellingtoelaat, niet licht komt men ook daarom tot de weg- en afneming door de fnyding, of ten ware dat dit Vliesge^wel met geen vliefen noch banden des lids vereenigt, gantfche- lyk los, beweegiyk, ende gints en weer fchuivendc, zo als wel fomtyds doch minft gebeurt , wierd gevon- den. Dus verre heb ik dit Wolfgezwel
volgens myn bevinding en oordeel , zoo my dunkt , omftandig genoeg ontdekt5 ten einde, om het zelve van meer andere Vlies- en Gewricht- gezwellen te onderfcheiden, hoeda- nig die van my gehandelt zyn , fal , ik nu wyders den jongen Konftoef- fenaar kortelyk toonen. VIL
Eenige Otto Brugman ^ een Schipper, oud
zeldzaam tuflchen de vyftig en feftig iaaren ,
Waarnee- ç ■ n ·
mingen. "vmeng van aart, vollyvigen zwaar
van lichaam, vertoonde my tegen de Knie·*
|
|||||
Tegennatuudyke Gezwellen. $ò$
Kniefchyf en in het Gewricht van de
Knie, een vaft begroeit groot Hym- en vliesgezwel, 't welk hy door des felfs onpynlykheit al veel jaaren had omgedraagen j doch nu open geftoo- ten, en 'c been door d'uïtvloeijing van'tflymerigWai, zonder dir Ge- zwel nochtans kleinder te roaaken , verzwackende, vefzocht myn raad en hulp, dewyl hem dit moeijelyk pakjen nu hoe langs hoe meer ver- veelde. Ik heb aan hem de langduurigheit
van de Genezing voorfegt: 't Lic- haam door Slym- en Weiafdryvende middelen zachtjes gezuivert , een goede manier des levens aanbevolen , beftaandevQornamelyk in goed voed- fel, gematigdefpys en drank, lichaams oerrening» enz. de opgeftoote ope- ning heb ik door platte wieken in een opdroogend poeder gewentelt, we- derom trachten te fluiten , en een Slytxiverterende en 't lid verfterken- de Ceroenplaafter over 't Gezwel, mitsgaders een matelyk dicke Druk- doek en taamelyk vatle binding eeni- ge dagen gebruikt, waar door het roy quam ce gelucken , dat ik de Í ç % ope» |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
opening, dien ik ten hoogden nade-
lig keurde , en ook bevond, volko- men floot en genas: Op defe wys , wat meer kracht en voedfel in't been en in 't lichaam te weeg gebracht hebbende , en meer warmte inwen- dig zynde verwekt, 20 heb ik dit Gezwel , het welk de grootte van een Vrouwe borft behaalde , en ik de naam van een Wolfgezwel gaf, met 'er tyd tot een merkelyke ver- mindering gekregen, en in vyfa fes maanden tyds (want wy troffen de Wintertyd aan) met de onderftaan- de Ceroenplaailers, dien ik ordinaar alle drie dagen vernieuwde, en door een goede beknopte binding eindelyk overwonnen, ende vernietigt heb , 200 dat 'er t'federt nooit geen Ge- zwel in de Knie meer is vernoo- men. By dezen ouden patroon zal ik een
Geeftelyke Dochter voegen , zon- der dat ze nochtans quaade Kiekens zullen uitbroeijen. Dit Klopje (dus noemt men tot Haarlem deze Heili- ge Maagden) van een traag, koud, droefgeeftig en mager geftel, en die al wat te veel op de Koude harde ftee-
|
|||||
-Tegematuurlyke Gezwellen. f6i
iteenen hadde geknielt, droeg ook
even zodanig een Koud en Slymerig Wen- en Vliesgezwel in de Knie , het welk door zyn langfaame groei, veroudertheit, onpynlykheit, bol- ligheit, enz. my genoegfaam ver- toonden een Wolfgezwel te zyn , dringende zulx baar nu tot my waards om hulp, alzo het door zyn groot- heit, in de figuur van een Vrouwe borir, tegens en in de breede band van de Kniëfchyf geplaatft en beves- tigt des deels krachten meer en meer wegnam. Deze Dochter heb ik op deièlide
Wys, als ftrax verhaalt is, in drie a vier maanden tyds, volkomentlyk Genezen, de opgeleideCeroenplaas- ters zyn dusdanig geweeft, %L Refin.
(Zalophon. an. ññâ
Cer. Citrin. %iv Therebint. Venet. Pulv, Santali. Rubr. au. fiij Spr. V'w. %v F.Emplaftrum Santalinum.
Nn 3 qt.Gums.
|
||||
jéj Verhandeling van ie
Ijt Gum, Ammoniac.
Opoponac. an> JjjJ
Galban. Bdell. an. §iij 01. Olivar. pp. iij Laurin. Hyperic. Spie. an. %} PhIv. Lythergir. aur. pp. f$j Anfiohch. Rotund. Long.
Lapid. Qalaminar. Myrrh, Maft'tc* an, §j f. f, a. Emplaflrum,
Deze plaafters heb ik dusdanig ge-
bruikt, IJt Empl.Sautali.noflr.^W)
Petr, Dathen. ξ]β m.f, Emplafir umï,
Of aldus :
jji, Empl, Santalt. »ofifJx
Petri Dathen. dehabdan. an. ^ij m.f. Emplaflrum,
Doch by aldien deze iemand niet
genoeg mochten behagen, die kan noch
|
||||
T'egennatuurïykeGezwellen. fó*$
noch het Emplafirum Stichtïcum Pa·
racelfi , de Ranis cum Mercurio , of andere tot zyn gebruik er» voordeel kiezen. De zulke, die na den trant van
fommige nieuwe Heelmeefters , de zeer heetedoordringendeOiien, Plaas- ters , Speceryen , Kruiden , Bloe- men en Zaden, willen gebruiken, om te fpoediger dezeonthoudenevaft ingelegerde iioffc te overwinnen , zullen zeer licht, ontfteking, pyn , Koorts, en vermeerdering defes Ge- zwels, door te krachtigen aanparsof toevloed der vochten konnen ver- wecken, 'c fynfte van de vaftzitten- de flymen doen verfmelten , en 't grofite gedeelte tot een ongenees- ielyke'Ζwering komen vaft: te bac- ken. Daarentegen de al te vochtige ver-
flappende en by gevolg de deelen weekmaakende middelen uit fletfche Oliën, Hovingen, pappen, enz. be- ftaande , mogen hier geenfints ge- bruikt zyn, of dit lydende lidt zal mogelyk eerlang haar vaftigheit , kracht en fteünfel, door weekmaking der banden, zenuwen, pefen, vlié- Nn4 feiis |
||||
ƒ64 Verhandeling van de
fên, enz. volkomen quyt geraakenj
en daarom is 't noodig die te verfter- Icen, de t'faamgepakte vochten, zo veel doenlyk is, te verfterken, ma- telyk te verdroogen, en zo met de bovenftaande middelen, en een ver- eifchte binding, de vaibgheit der al te vervochtigde en verilapte vlie- fen, banden en vefelen te vervorde- ren: En zulx in deze Gezwellen myn oogwit zynde geweeft, mag ik met waarheit zeggen, dat ik niet alleen in de twee bovengemeke perfoonen, maar ook in zeer veel andere, doch daar die Gezwellen juift zo groot niet geweeft zyn, de volkomen Genezing geluckig heb verkregen. 't Gelukt ons evenwel niet altyd,
dat die Wolfgezwel op de verhaalde wys, door Geneesmiddelen verteert word. Anders heb ik het in myn eerfte Huisvrouw Adriana van Mas- fcbel bevonden : deze myn waarde Vriendinne behield uit een zwaaren val op de flinker heup en lenden zo- danig eenSlym- en Vliesgezwel, het welk uit de gekneusde banden en vliefen des lids quam opgezet, ende ijiettegenfuande alle bedenkelyke |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, f6 f
vlyt van ontdoende en verfterkende
Ceroenplaafters, krachtige verteren- de ftovingen , enz. zodanig in zyn grootte quam toe te nemen, dat als een acht- of tienjaarig Kinds hoofd zich rnet 'er tyd uitwendig quam te gaan , ja even als of ze van Kinds- been af, dus haddegeweeft, meteen toenemend verlies van de Krachten in de lenden , heup, en de gantfche deelen nederwaards, groeijende het Gezwel noch dagelyx aan, zo dat by ons noch een veel grooter elende, en eerlang een volkomen Kreupelheit 5 ontleding, en dus de bedlegèring wier- de ge í reeft. Dit Gezwel vertoonde zich in zyn
couleur, gelyk als de andere deelen des lichaams, 't week licht voor 't drucken des vingers, maar itond ftrax wederom in zyn volle rondte volko- mentlyk opgezet, de uitpuiling was zeer groot, zonder merkelyke har- djgheit, door d'opfpanning van de uitgerekte huit, en eenigiinrsbol en zacht in 't aantallen, zulx dat ik niet behoefde te twyfFelen, dat dit Ge- zwel met een vliefig bekleedfel was omvangen, en wegens d'onpynlyk- IN ç f heit |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
lieït met een dun, Koud , lymerig
vocht of weiachtig Zenuwiap opge- valt. Tegens 't openen, 't welk my als
iioch maar 't eenigfte middel ter Ge- nezing voorquam, vond ik my uit- termaaten bekommert , vreezende , overmids de lydfter al over veel jaa- ren door een geduurige fuckeling, een verzwakt lichaam had omgedra- gen : ten eerften , voor een tocaale verzwacking ende verval van Krach- ten, door't fchielyk uitilorten van zulk een grootc overvloed der inge- legerde ftoffe: ten tweeden, de we- derom aangroei des Gezwels, door 't inblyven van desfelfs vliefig be- ideedfel, 't welk ik door zyn groote en uitgebreidheir. oordeelde vry dun te z,yn : Ten derde was ik beducht voor een gedurige uit- en wegvloei- jmge van het wei, 't welk tot deze lydende deelen fteeds aangezet quam: Én ten vierden , had ik, dat wel waarfchynlyk fcheen , ten minften een ongeneeslyke Pypzweer te vre- zen. De ervaare Geneesheeren Le Febure^ de Klerk, Van Zyl, en Van den Bost badden ons meermaals met |
|||||
TegennatuurJyke Gezwelkn. f6y
haar hoogwyzen raad de behulpiaa-
me hand geboón; Maar hier quam nu dit werkje, als de Heelkonft be- treffende, meeft op myaan, om met een ryp overleg 't nodigfte te betrach- ten. Op en tegens deze vier zwarighe-
den, die tny, onder meer andere de grootfte fchenen, moeft ik verdacht zyn, eer ik de opening onderftond , evenwel alles wel rypelyk overwe- gende, zo befloot ik totzulx: heb- bende om de eerfte zwarigheit te bo- ven te komen, een dicke Steekwiek, om de gemaakte opening aanftonds wederom dicht toe te fluiten , ten tweeden een welkleversde plaafter , ten derden bequaame Drukdoeken , ten vierden een daar toe gefchikte band , en ten vyfden een glas oude Rhynfche Wyn vaardig: Aldus ge- wapent, en alvorens de band om de lendenen vaft gemaakt zynde,beftont ik dit groot Vliesgezwel door de vlym te openen. Ik maakte een taamelyke groote
opening, doch dien ik aanftonds ge- noodzaakt was wederom met myn duim ie. fluiten , zo geweldig, en met
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
met een barft quam dit waterachtig
dun ilymtrig vocht daar uit gevloo- gen} want in een oogenblik tyd was meer als een pont der ingelegerde ftoffe gelooft , de reft bedwong ik van iionden aan door de Steek wiek, plaafter , drukdoek en binding zoo wei, dat niets tegen myn wil daaruit kon barften. De band was aldus, de eerftewierd
om de middel met naftelingen toege- ibikt, zynde van zacht, dubbelten een weinig met watten ge voert bom- bazyn gemaakt, d'ander beftond uit vyf a zes ftrooken vaft Lywaat, die boven t'iaam genaak, en met Luur- fpeiden achterwaards tegens de flin-
ker heup en lendenen aan de middel- band wierd beveiligt, en aldus neêr- waards, over de wyduitgefrrektheit en breedte van dit Gezwel, tus- fchen de benen langs de flinker lies paiTerende op de buik vaftgefpelc wierden. Dus heb ik dagelyx een gedeelte
van des Gezwels beflotene Vochten afgetapt, en die, terwyl ik onder- tuffchen de Krachten met allebeden- kelyke vlyt onderfteunde, tot een met"
|
|||||
Ifegennattturlyke Gezwellen, ƒ <So
mcrkelykc vermindering verkregen ,
toen heb ik zuiverende infpuiting beginnen te gebruiken, als mede door Etterverweckende Zalven ge- tracht een beter Etter te verkrygen, op hoop , om des Gezwels vlitfig bekleedfel dus los en ter uittocht te vorderen, 't welk my quam te ge- luckenj doch alles met ftucken en broeken, vermits deze rok doorzyn uitgerektheit zeer dun, en (zoo 'c fcheen ) al aan 't vergaan was ge- weeft, wordende nu en dan dus ter opening uitgedreven , en op deze wys quam ik dan ook nu de tweede zwarigheit te boven , alzo ik eer-' lang 't gantfche vliefig bekleedfel , waar van ik niet mee» vernam , ge- loofde ontlaft en met de Koorntang uitgehaak te zyn. Nu wierd het tyd, om door wat
meer opdroging 't overtollig uitvloe- jen der Vochten te bedwingen, die dagelyx in veelheit ter opening qua- tnen uitgeborrelt, tot dien einde ge- bruikte ik nu infpuitingen, die uit opdroogende en t'famenhelende mid- delen beftonden, namentlyk dusda- nig» iji P'&fal
|
||||
fyo Verhandeling van de
ø, Pah.vlor,Rofar.Rtibr. \
Balaufl.
Cort, Granator, Nux Capreffl an. gjjj Myrrh. Oltbdn, Maflix. Sarcocoll. an. î} Coq. in f. q, vin. silb,gener. ad tert, partl Confitmpt. ex Colatura. ,
ƒ. Injetfio,
Hier van fpuiten ik (doch niet
met een fterkgeweld, zo alsfommi» ge verkeerdelyk doen) maar alleen een weinig feffens, warm en zacht- jes tot in de holte, op dat aldus de noch ontredderde deelen en ontilote-
ne watervaatjes zachtjes wierden be- fproeit, en met derzelver Krachten bevochtigt, dus met'er tyd moch- te komen te fluiten, t'faam te heg- ten, en aan malkanderen te begróe- jen. In de opening gebruikte ik nu in
de plaats van de Steekwiek eenige korte loode pypjes, een klein plaas- tertje vol gaatjes, en een grootedic- ke drukdoek in gemaakte Roode Wyn, die met een weinig roode Roo«
|
||||
ι TegennatuurlykeGezivdien. fj%-
Roofen en Granate bloeiêm opge-
kookt was, gedompelt, en roet een maatelyke vafte binding bezorgt, Waar door , dat dan nu de vochten niet rtieer van 't een verband tot hec andere opgeftopt zynde , gedurigen uittocht bequaamen, als mede daar op eerlang de gewenfchte vaitigheit en verfterking des deels , en zo by gevolg de vermindering en ,verdroo- ging des Etters, tot zo verre , dat ook de vierde zwarigheit, namerit- lyk de vrees voor 't behouden van een ongeneeslyke Pypzweer, geluc- kig wierd overwonnen, vermits de gewenfchte Genezing, zonder meer mank, of eenigfints Fqualyk te gaan, door des Heeren Genade en byftant volkomen is gevolgt. Had ik hier't gebruik van'tpypje
niet verkolen, de Genezing had ik onmogelyk zo voorfpoedig konnen volbrengen , want met een Steek- wiek floot ik de opening toe, en ftopte de uittocht des Etters van het een tot het ander verband , waar door de Etter ophoopende en ver- scherpende , inwendig grooter ver- wydering maakte, vliefen en vefels door-
|
||||
Verhandeling man de
|
|||||
doorknaagde, meerlecking verwekte
en alles verachterde, liet ik de Steek- wiek uit, zo zoog de opening toe , en liet de Etterftof binnen, fneed ik die ruimfchoots open , dat liet de ichrik, de vrees , en de licht ont- fteltheit van deze tedere lydiler aan my niet toe, ik maakte een grooter wonde, zo in 't gemoed, als in 't lichaam , een meerder lecking , en werk om wederom te genezen , zoo dat my 't gebruik van een kort pyp- je, deaiderzekerfte, veiligfte, kort- fte en gemackelykfte wys ter Gene- zing toefcheen, zoo als 't in de uit- komft bleek. Welke weg dat wy akyd , inzonderheit daar de lyders zoteder en zwak zyn, moeten in- ilaatii Evenwel vinden wy fomwyl ons met zulke lompe en plompe E- zels in de KenniiTe der Heel- enGe- nees-Konft ingewickelt, dat wy moei- te hebben, om haar te overreden i wantzy willen en zoeken by de voor- rang ook 't hoogfte woord, dit gaat wel tot zo verre, dat wy moeten na- laaten, 't geen tot de kortfte, vei- ligfte en gemackelykfte Genezing dient, %o als roy noch onlangs daar vats
|
|||||
Ifegennatuurlyke Gezwellen. 573' -
|
|||||
van in zekere jonge Dame een leven-
dig itaaltje is voorgevallen, in deze 1 noodigde my, in haar zwerende borft I de veelheit des Etters, tot het ge-
bruik van een Kort Pypje» op dat
door deszelfs geduurige uittocht de vermindering, en dus by gevolg de fpoedigfte Genezing mochte beko- men i zy was wat fcbrick ig, en vrees- de, dat zulx haar eenigfints pynlyk Zoude wezen, ik verzekerde haar 'c tegendeel en op deze wys de gemac- kelykfte en vaardigfte Genezing, en dit zou in der daad, zo als my dage- lyxde bevinding leert, aldus geweeifc zyn, zo niet haar Geneesheer, die in dat huis zo gezien, als in dit ons "Werk een onbedreveling, ja een gro- ten plompaart was, haar niet noch vervaarder vooreen zo geringe zaak, als deze was , hadde gemaakt, ik moeft dan deze bevreesde Dame, Zoo als ik beft konde, van haar 2wering, die veel Etters, dewelke diep lag, loosde, zien te Genezen} en dewyl de opening, vermits haar Kleinzeerigheic, vreeze en fchrik voor de vlym niet zo groot, als ik hadde gewild, gemaakt was, en tot O o de |
|||||
Verhandeling van de
|
|||||
de ontlafting geduurig diende, zoo
was een Steekwiek pynlyk ende na- deelig, door 't opftoppen des Etters, dus die dan nalatende, ontftond een toezuigende enge Pypzweer, belem- merde ontlafting des Etterilofs , en op al myn vlyt een langwyliger Ge- nezing , als anderfints was te ver- wachten geweeft. Zulke fchadely- ke en onwetende KonftoefFenaars verkrygen noch meermaals by de on- kundige de naam van braave Genees- heeren, daar ze in der waarheic ons tot hinderpaalen van een voorfpoedi- ge Genezing verftrecken. Dat dusdanige Slymgezwellen ,
waar van wy in de twee voorgaande Hoofdfiukken hebben gehandelt, tot een verwonderenswaardige grootheic konnen groeijen, en alsdan doode- lyk zyn, zulx is in de driee'ntwin- tigfte Verhandeling vertoont, en zul- len 't zelve met noch een ongemeen voorval beveiligen. Steventje Gerriis, een veertigjaari-
ge Vryfter, van eenflymerig, droef- geeftig, fcheurbutig en ongezond lichaam , klaagde my, dat zy , na eenige pynlykheit in de flinkerheup, |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. ?γ$
dewelke van haar en haar raadgevers
niet wel in achting was genomen, van een toenemende zwelling en on- macht in 't gantfche been , daar op dat ik aan haar, 't gene my noodig dacht, ten hoogden heb aangepre- zen , dan zy, na dat ik bemerkte, uit een te groeten hardigheit , als mede , om dat dit gebrek niet zeer pyniyk was, de onkoilen ontziende, floeg myn raadgeving, als mede die van meer andere Konitoerrènaars, in de windj flofïende , niettegenftaan- de het aangroeijend quaad, noch al een geruimen tyd heen , en aldus, zonder eenige dienftige middelen te gebruiken, wordzy ten Jaatften uit- nemende elendig. Na 't verloop van ontrent vyftien
maanden wierd ik eerft wederom by haar verzocht: Ik vond haar nu re bedde, zeer pyniyk en gantfch vol e!ende, leggende op Kniè'n en Elbo- gen met de rugge om hoog , en dé oeenen wyd van malkanderen uitge- ilrekc, zynde 't gantfche lichaam diervoegen vermagert, venfchrom- pelc ea uitgeteart, dat alles, tot op Ooi de |
||||
fjS Verhandeling van de
de magere ichonken toe , verteert
was. Zybaar, op myn verzoek, ont-
blootende, vertoonden het alder- verfchrickelykfte Gezwel, diergely- ke my noch nooit was voorgekomen, 't welk zyn beginfel van de bovenile boord des Heups- en Darmbeens ne- mende, in de voet en tonen eindig- de, komende over de dye, heup en lendenen ontrent de dikte van een half vat op te halen, en zoo voorts van gelyke neérwaards, zynde aller- wegen buiten omheen met fteenhar- de Knobbelen bezet, waar van fom- mige een dunne, weiachtige, fcher- pe vochtigheit van zich begonden te geven ·, ontrent de heup was alles t'eenemaal hard, uitgezondert in 't meeft verhevenfte des Gezwels, daar ik niet alleen minder hardigheit maar ook eenigerodigheit, pyn, en (doch maar alleen duiftere) teekenen van Etter vermerkte, 't vordere deel des Gezwels na beneden, namentlyk in de dye, de Knie, 't been en de voet was ook wel eenigfints hard , doch evenwel voor het merendeel zachter als
|
||||
TegeHnatituriyke Gezwellen, fjy
a's' opwaards, in de diepe. Kreu-
ken , ruflchen , of onder de inge- krompe Knie , vond ik een zeer pynlyke vervuilde ontvelling, waar uit een dunne Hinkende vdbhtig- heit vloeide , rontom de voet en op de Knie , als ook in 't been , be- gon het ( door aldus geduu.rig op de Kriiën te leggen) te verderven, .waar in de verilerving, wegens hec niet doorftralen der voedende voch- ten, nu hand over hand ftond toe te nemen , daar in dat zy nu ront- om heen groote pyn lydend'e , my om hulp verzocht , om, waar het noch doenelyk , in haar ellenden , een weinig verzachtinge te beko- men. ik bragt aan haar zo veel Hulp-
middelen tot veriichtinge toe, als my doenlyk was, doende ook eeni- ge infnydingen door *t verftorvene , tot ontlafting der onthoudene fcher- pe vochten, waar op ik wyders de bequaamfte Ettermakende middelen quam te gebruiken. Zy , op myn raad', om dat het
yerbedden aan haar, en die haar be-
O o 5 diep-;
|
||||
fyS Verhandeling van de
dienden , zeer moeijelyk viel, uit
de bedftede tot in een laage ilaap- bank zynde verplaacft, klaagde my dat ze nu haar water niet konde ma- ken , ftiebbende nu al meer als een Etmaal zonder een druppel te kon- nen lozen, met groote pyn en per- iing doorgebragt : de oorzaak hier van terfcond befeffende, heb ik door een Timmerman de voorplank van de Slaapbank haten afnemen , en die een voet wyder doen maaken , toen heb ik de benen wat verder van een gevoegt , zoo dat nu de blaas, en om her gelegene deelen, door de geweldige zwaarte van die afgryfelyk Gezwel , zoo zeer niet meer wierde gedrukt of befloten , en zy nu haar water en gevoeg, al- hoewel zeer bekommerlyk konde maaken. De vervuilde Kloven , Zweren,
ontvellingen , enz. der Kniën , des voets , en meer andere deelen heb ik wyders met doeken , in warme Brandewyn gedompelt, en die dik- maals wierden ververfcht, zoo wel onderhouden, dat daar geen vor- dere
|
||||
tfegennatuurlyke Gezwellen. fj9
dere Mank noch verrotting quam toe
teflaan, met ilerke tafellaakens en lange fervetten moeit die been, om van onderen by te komen, van drie a vier fterke mannen of vrouwsperfoo- nen opgetut worden, zo menigmaal als men haar met de noodige midde- len ververfchte. Op de heup vernamen wy nu langs
hoe meer een uitpuilende bolligheit, en klare tekenen door't gevoel en op- drucken des vingers van de Erter , ziende overzulx nu haaft de opbar- iïing van dit afgryilyk Gezwel, en alsdan ontwyffdbaar de zekere dood Voor oogen. De beroemde Geneesheer en met
een regerend Burgermeefter Mahu Ie Febure, als mede veel andere voortref- lyke Geleerde Mannen, zo in de öïÜ- geleerdheitals Genees-Konft, hebben haar met haar beao e k vereert, 't befte VOOt' ziel en lichaam aanbevolen en toege wenfcht, en hare verwondering over dit wonderlyk toeval betoont. Zy maakten 't langer als iemand had
gelooft, verfcheide mindere quaalen
quamen wederom tpt Genezing, en
2elf de verfterving van d'andere Knie
O o 4 quam
|
||||
f$o Verhandeling ýáç de
quara niet alleen, gefluit zynde, tot
fcheiding, maar genas noch vooreen goed gedeelte eer zy ftierf, alhoewel 2e gedurig nagten dag daaropmoeil ruften en leggen, en een geduurige Koorts haare tioch weinige levens- krachten verteerde. -Ik liet haar gebruiken al wat haar
luilte, doch lepelfpys, Kandeel en voedende foppen beminde zy meeft, zy was wat eenzinnig , en toonde haar van de middelen byzonderafke- rig, ook van zulke die tot hare ver- fterking diende, verlangende uitter- rnaten zeer na uitkomft en verloffing om dit haar elendig en rampzalig le- ven , voor de eeuwige Hemelfche vreugde te verwiiTelen, betoonende een byzondere lydzaamheit, uitboe- zemende zelfs hartgrondige Chrifte- ]yke gebeden enfmeekingen3 'totdat het eindelyk Godt den Heere belieft heeft, haar ziel uit die elendige romp en tabernakel, zo vol van elende , te verloffên. Want dit groote gevaarte ('t welk
nu noch al veel grooter, als toen zy my tot haar ontbood) was uitgezet, quam eerft rnet wat ontvelling, een fcher»
|
||||
Tegennatuurlyke Gezlvellen. j 81
fcherpe zweer op de .uitpuiling dezes
Gezwels te maken, en alstoen twee a drie dagen daar'na, zo geweldig open te barften, dat van ftonden aan baar legerplaats vanden vuilenEtter, en 't idein vertrek aan de ftraat, zo- danig met de alderafgryflykfte ftank vervult was, dat fchoon deuren en venfteren open gezet, geen menfchen daar bykondeduren, de Etterftroom- de over de vloer en ten huize uit, en onderwyl was ook de zielopdateige moment des tyds, uit een zo elendig fchepfel tot in de eeuwige rufte ( zo als wy met reden geloofden) opge- nomen. |
|||||
O05 HET
|
|||||
fSz Verhandeling van de
|
|||||
HET XXV. HOOFDSTUK.
Van het Hartgezwel [Scirrhus.]
I. Befchryv'ing van het Hartgezwel.
z. Deszelfs verfcheidentheit. 5, In •welke deelen dit Gezwel zich ver- toont. 4. ÏVelke lichaamen dit Ge- zwel onderworpen zyn.. ƒ. Deszelfs 'uerfchnde Oorzaakm. 6. Teekenen. 7, Voorzegging. 8. Genezing , . 1?« wat daar ontrent dient in acht ge- nomen, y. Eenige nuttige waarnee' mingen. I.
Befchry- _ Τ TEt Hartgezwel is een tegenna-
vmg-u»ntjfji tuurlyk verhard, koud en on- rjwlï' pynlyk Gezwel, wederftrevig, ver- doovende het gevoel, de door- en inftraling der vloeibare vochten, en de werking des befchadigde deels be- lettende. II.
Deszelfs Dit Gezwel kan tweederlei wor- verfihei- den bepaalt, namentlyk in een vol- denthett. * J uQ„
|
|||||
TegenmtuwJyke Gezwellen. ƒ83
komen of ware verharding, dewelke
ons veroudert en fteenhard voorkomt, als in zich een vaft ingepakt verzuurt flyrn of zwartgallige bloedftof beflui- tende. Ofte onvolkomen , dan is noch
aangroeijende, of met het bloeden de galftof vermengeit, als wanneer die, na de naam van 't vermengelde fap , zo als wy van de drie andere groote voorname Gezwellen hebben gezegt, een onwaar of vermengeit Hartgezwel kan worden genoemt. En aldus vinden wy dit Hartge-
zwel of noch in zyn groei, goedaar- dig en wel te behandelen, of alreeds vaiter gezet en fteenhard beklonken, en by gevolg wel ongeneeflyk, hard- "eckig, quaadaardig, ja Kankerach- Ook keuren wy 't onderfcheit der
harde Gezwellen na derzelver Stand- plaats, want meeft alle de deelendts Üchaams zyn dit Gezwel onderwarig, u'twendig komt die tegen ofwel in de deelen der beenderen, in de Pees- en ZeiittWachtige deelen, indeGewrig- ten, i« je Klieren, fomtyds in de Spieren, enz, III,
|
||||
ƒ84 Verhandeling van de
ur.
iH-welk? Inwendig kan dit Gezwel de Keel
deelendit en de Longepyp fluiten, de Milt, Gez.welz.igfe Lever , het Alvleefch , Darm- -vertoom, £-cfjejj} >t Gf'darmte , en Krop van de blaas worden wel meermaals won- derbaar door dit Gezwel en deszelfs onderhoorige foorte , bezet en be- fchadigt. In 't laatstgenoemde deel bezet zy 't watermaaken, en in de Lyfmoeder en deszelfs hals verhin- dert zy wel in de zwangere Vrouwen de gewenichte verloffinge : zo als te zien is by FabritiusHildanus, Cent, 1. Obf. f4, 67. enz. Ook hebben fomwyl dehardeGe-
zwellen een ganfeh deel, namentlyk , een arm, bil, dye, of het been zo- odanig bezet en ingenomen, dat alles uitwendig fteenhard , ongevoelig, Koud en verftyft word gevonden , ν en by gebrek van dooritraaling fchie- lyk verfterft : Of noch tot dusverre niet zynde gekomen, zo verzweert wel het binnenfte deel des Gezwels, druckende de vliefen, zenuwen, pe- fèn, en zelfs meermaals 't Gebeente, maakende eindelyk grooCe Etterge- zwel· |
||||
TegmnatuurJyke Gezwellen, ƒ 8 ƒ
|
|||||
zwellen, gevolgt van ongeneeflyke
of ten rmnften lartgduurende Pyp- Zweeren , bederf in de beenders, of in de Gewrichten een onreddelyke verityftheit, waar op ook wel een verdorring en uittering der lyders een einde van hareelenden komt tema- ken. , I V.
De jonge Dochters, en de be-
daagde, of ook ongezonde Vrouws-fe"w'»*' perfoonen , die vol wai, koud en ^«wc/*»- zuur iiym , traag bloed, en by ge-^JS, r volg ongezond zyn, en de Maande- lyke zuivering bevonden worden te miflen, zyn veel meer als andere die Hartgezwel onderwarig 5 doch in- Zonderheitin de borften, daar in dat Jfc meermaals dit toeval zeer ver- ichrickelyk heb gezien, zo als daar van in 't vervolg breder zal worden gehandek. V. ■
, De Oorzaak is uit- of inwendig teneszeifi
vinden; De uitwendige zyn vallen ^af¥m fjaan, ftooten en bonfen, waardoor ' M" de gekneusde Vochten ? inzonder- heit
|
|||||
f $6 Verhandeling van dè
heit, als een ontnaatige koude , ea
een verkeerden handel daar by komt, worden verdikt, t'faamgepakt en op- gehoopt, en tot een ver koud, ver- hard en onpynlyk Gezwel: Dewyl daar in de Zenuwen toegedrukt zyn- de, en aldus het gevoelen verdooft, kan komen te groeijen. Of als op eenig Gezwel al te wran-
ge, te Koude en t'famentreckende, ©f wel al te heete middelen worden gebruikt, te koude, die als gezegt is, de ftilftaande vochten op eenon- maatige wys verdicken, en doen ver- harden : te heete, die 't fynfte ge- deelte van des Gezwels ingelegene ftoffe doen verteren, terwyl 't aard- achugfte, groffte en Slymachiigfte overbiyffel, als Kaas t'faam geronnen en als een Koek vaftgebacken, ver- droogt, verhard en bemetfelt zynde, dusdanig een Hartgezwel komt voort te brengen. Ook kan by de uitwendige oor-
zaak noch gevoegt zyn de fchadely- ke manier des levens, als bittere koude, quaad, zuur, rauw, koud, bedorven, licht verrottend, grof en Slyraerig«yoedfel, zwaaren arbeid , |
||||
U'egennatuurJyke Gezwellen. jBj
als mede te grooten ledigheit, een
volheit van quaade , en gebrek van goede bloedmaakende iappen , van levendigmakende Geeften en Krach- ten des lichaams, voor zo veel die van d'uitwendige oorzaak ontilaan , zo als alle verkeerde bewegingen des gemoeds , als fchrik , ontftehheit, vrees, toorn, droeihek en onruft s aanleiding tot dit Hartgezwel komen te geven. De inwendige oorzaak ontftaat uit
een quaade geftekheit in 't bloed en der vordere vloeibare vochten, doch inzonderheit door 't al te groote , droefgeeftig , zwaarmoedig , traag en aardachtig fap, de oude ftellen een verbrand en zwart galachtig bloed, of ook wel een veelvuldige taaije onthoudene ftoffe van't Hart- gezel te zyn, hedensdaags acht raen den overvloed van een verzuurde Sly- merigheit, of een Kaasachtige wei- ftof in 't bloed, of in 't Zenuwfap , den oorfprong dezer Gezwellen (ver- mits deszelfs vertraagde en door kou- de licht ftilftaande omloop des bloeds) te Wefcen: alles kan waar zyn, ge- jnerkt de verfcheidentheit dezer ver- hard- |
||||
f88 Verhandeling van de
hardde Gezwellen, die uit de ver^
fcheidentheit van des zelfs onthou- dene vochten , ons haaren aard en toeftand klaarlyk komen te vertoo- nen. Want deze quaalykgeftelde voch-
ten van haar noodig endienftigvuur, de galle, en by gevolg der inwen- dige warmte der levendigmaakende Geeften, en van haar vereifchte vlug- heit zo foberlyk zynde voorzien, za komen die licht hier of daar , doch inzonderheit in de Klierachtige dee- len ftil te ftaan , te ftremmen , en t'faam te hoopen ; en dus , terwyl deszelfs fynfte gedeelte noch door- tocht vind , de meeft lymigfte ftofFe t'faam te packen , maakende door dea aanpars van d'achterfte noch aan- vloeijende vochten, een zo verhard, wederftrevend, koud en onpynelyk Gezwel: 't welk dus eenmaal zich vaft gezet hebbende, en veroudert en ingevvoneit zynde , zo bezwaarlyk word overwonnen. VI.
Teekentn. De teekenen zyn uit dit voorge-
ftelde openbaar , en men kend het Hart-
|
||||
iegênnatuurlyke Gezwellen, f 8$
Hardgezwel door't gezicht, endoor
de behandeling , de waare , volko- men , verouderde harde Gezwellen Vertoont zich fteenhardj önpynlyk $ bleek i en fomwyl (inzonderheit als ' '> ■ hy na den boozen Kanker zweemt $ blaauw ende loodverwig van cou- leur. Het niet waar e, verouderde j ori-
volkome en noch aangroeijend Hard- gezwel, vinden wy meermaals noch wel met een kleine öntfteeking $ pynelykheit, en zachtighek voor- zien. VTT.
't Ingewortelde, verouderde, vol-rw«|? J
komene Hardgezwel ( inzonderheit^· als die de Klieren der Borft of des Hals heeft ingenomen) laat Zich nies 2° licht, immers heel felden i gene» ten-, en verandert zeer licht, inzon- derheit daar die getergt en verkeert behandelt word, of daar deszelfs in- gelegerde vochten airede zeer fcherp, 2uur, bytende, en dus de Kliervlie- fen doorknagende worden gemerkt in «eu Kanker. In de fpierachtige en vleeiïge dee«
Γ ρ le% |
||||
j-j?q Verhandeling van de
len, als met beweging en warm bloed
ineer.zynde begiftigt, zet zich het Hardgezwel heel zelden dus vaft, en heb ik menigmaal, zelfs die onge- meen groot en verhard zyngeweeft, zeer geluckig genezen. 't Kankerachtige Hardgezwel we-
derilaat doorgaans alle genezende Geneesmiddelen, meermaals heb ik die zeer vaardig in zyn aangroei , en van een geweldige grootheit, en haaftige dood gevolgt gezien. Het noch aangroeijende onvolko-
men of vermengelde Hardgezwel, en die noch eenige pynlykheit en zach- tigheit vertoont, laat zich onder een voorzichtig beftier» noch doorgaans wel genezen, maar wil voorhal niet getergt, maar gemaatigt, en na de Grondregels der IConft , met alle voorzichtigheic gehandelt zyn. VIII.
Genezing De Genezing, voor zo verre die Ican
en wat en ^«^ betracht moet zyn , beftaat daar on- J Λ * / ·
trent dient voor eef" en voornamelyk in een goe-
ïn acht de manier van leven, dat zo veel mo-
gemmen. gelyk een warme lucht zy gezogt, en,
alle fcherpe koude geweert, dat het
voed»
|
||||
Tegmnatuwtyke Gezwellen, ƒ 9 $
froedzel goed, luchtig, en niet zwaar,'
noch zuur, zout, rauw, flymerig* Icherp gerookt, noch te verhitten- de zy } en den drank insgelyx niec zuur, zwaar, noch 't bloed verkou- Wende, of ook ontftekende lüaarge- maatigt, en liever heet, gelykalsde Koffy en Thee , als Kilkoud word gebruikt, dat het flapen en waaken ordentelyk , en de oeffening des lic- haams op een gematigde wyze, voor een te grooten ledigheit zy gehou- den, devolheitder quaade vochten moet (gelyk wy daatelyk zullen zeg- gen; geevacueert 5 en daarentegen de ydelheit, dat is, de zwakheit, vermagertheit en tederheit door goed voedfel worden verbetert : desgelvx moeten alle verkeerde bewegingen desgemoeds, als toorn, ontfteltheir, ichnk, vrees en angftvalligheit, die in dusdanige lichaamen en toevallen chadelyk 2yn, zorgvuldig worden vermyd. Het twede oogmerk gefchied door
oe behooriyke ontlafting der fchade- !u Ji°?hten in 'C lichaam5 20 door
maateiyk zweeten, inzonderheit daar
«ec uym en een fcherp wei de over-
P Ρ * ' hand
|
||||
f9'2 Verhandeling van ds
band heeft j als ook voomamentlyk
door buikzuivering : De zweetver- weckende middelen mogen hier door- gaans wel wat geeftryk en krachtig, en de buikzuiverende middelen op dusdanig een wyze voorgefchreven zyn. Exempel van een zachte buikzui-
verende afzetting, tot bereiding van de uitzuivering der flym en zwartgal* lige vochten. ø. Rad. Foenkul,
Meliff,
Betome,
Scabios an, Mj
Uvar. Cor'mth. Contus. Jj Qoq. infaff. quant, aq, Cotn, bujus Colatur, gxxiv. affunde. Fol. Sen.mttnd, %] Sem, Anis. Citri. ana. gj
ColatUr. adde Syr. rofar.fol. |j m, f, /1po%ema*
|
|||||
Of
|
|||||
Yegennatuurlyke Gezwellen. j*p|
Of aldus: ■A
■-,■--
ø. Rad. Scrophular.
Scorzoner. an, |j
Polipod.qaerc$& Liq. Ra/. 31'j ' Herb. futnar. Scolopendr.
Borrag, Melijf.an. Mj Tres Flor. Cordial, au. Pj Uvar. Corinth. Qont. 51 Coq. infuff. quant, aq, Com. Colatur. 5XX1V infund. per Noa. Rhabarb. eleéi. §ij
Agarh. Recent. Trocifc. 3j$ tol. Zen. Mund. jiij Turn cola & f, Apozema,
Hier eens of tweemaal daags een
roemertje, warm gemaakt, van ge- brui kt. Ofte , voor die wat bol, fcheur-
buttig en koudt zyn , dit volgen- de : JJi. Spir. vin. %\v
Cohlear. Jij
i Sal. Armoniac, |â Sal.Fol.C.C. 31
Aloès Lucid. 3jfi *,i.·. Mifeei |
|||||||
Pp É Ã' Omf
|
|||||||
•«í- .j
|
|||||||
Verhandeling van de
|
|||||
Omgqroert zynde 's morgens een
lepel voljan ingenomen. Medicinale Wyn, in deze voor-
Tallen dienftig, tot verbetering der quaadfappige lichaamen tot opwec- king der krachten, enz. Àì, Fol. Ribef,Nigr.
; Hsrb. Melijf. an. Mj Scord, Flor. Calendid. Centaur, min, au,MS
Corl. Aurantlor. 51V C'tnaïmom. ijjfi Cariophii. 5$ De Kruiden en Bloemen klein ge-
knipt , 't andere onder een t'faam gekneuft, en dus alles op twee kan- nen goede Rbynfche Wyn gedaan, dicht geftopc, en's morgens ook wel namiddags een klein roemertje van gedronken. By vorder gelegenthek verhoop ik
noch een weinig omftandiger van de buikzuiverende middelen te fpree- ken. De Aderlaating kan in dit Gezwel
geen voordeel doen, maar wel tot eieer zwakheit en koude gedyen: Even-
|
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. y$f
Evenwel tot verweckingen van de
Maandftonden , word die noch wel in jonge Dochters, of die zwartgal- lig, ofbloedryk zyn, voornament- lyk daar 't Gezwel hardachtig of Kan- kerachtig mogt zyn ofgevreeft word, op de voet aanbevolen. Tot voldoening van 't derde oog-
merk , dat tot genezing der Hardge- zwellen behoort, behooren deplaat- felyke Hulpmiddelen, en konnen driederlei worden verdeelt: De eer- fte gelukt door plaatsmiddelen , die dit Gezwel volkomentlyk overwin- nen ; de tweede manier gefchied door het onderhouden, datisj dit Gezwel door dienftige middelen zorgvuldig- tyk te onderhouden, en zo te bezor- gen , dat niet in een quaadaardig én Kankerachtig Hard gezwel verandert enuitbarftj ten derden, kan fom- ^ wyl een Hardgezwel door de Hand- * greep worden uitgefneden j van deze driederlei behandelingen kift het my dit volgende te vertoonen. Eerftclyk moet in achting zyn ge-
nomen , of ons dit Gezwel geneës- lyk voorkomt? Zo ja, en is die noch i^zyn beginfelj pynlyk, en eeriig- Pp 4 ^nts |
||||
Verhandeling van de
|
||||||||
finrs met bloed of galftof vermengt,
20 kan hy doorgaans, of door krach-r tige verzachtende plaafters, of door een dienftige pap, na dat dit Gezwel geplaatft of groot is, worden ver- meeftert, als wy dagelyx komen te pndervinden. Als by exempel, ø.. Empl. Petri Datken.
Mucilagin, Lab dan, an. q. f. f. Emplaftrum, 1
Of aldus,
îß. Empl. Stichtte, paracelf. five Petr,
Dathen. Lab dan.
De Ranis cum Men. an. q.f.
f. Emplafirum. Of is dit goedaardig Hardgezwel
geneigt tot Etter te worden , zoo moet de verwachtende EtcerftofFe ' geenfints door 't Emplafirum de Ra~ nis cum Mercurio inwaards worden ge- dreven , maar door dusdanigen plaas- ter uitwaards gevordert zyn. |
||||||||
S& Empi{
|
||||||||
é.,A\
|
||||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 5*0.7
ø. Empl. Meltlut. |j
Labdan, Stichtic. par, an. %â f. Emplafirum.
Bezet dit Hardgezwel, gelyk fom-
wyl gebeurt, een gantfch deel, als in de bil, dye, 't been, of den arm, alle derfelver fpieren en ondergelege- ne deelen, daar de beledigde deelen uitwendig fteenhard , en inwendig met een vehemente pyn, zwaarte , onmacht, en geduurige Koorts ons voorkomt, zo moet een diepfchui- lend Ettergezwel gevreeft zyn, het Welk licht van groote verzweringen der binnenfte deelen, van doorknaa- §'ngen der been vliefen, bederving in 't Gebeente, ongeneeflyke Pypzwe- ren, uittering, enz. kan worden ge- volgt. Tot voorkoming van zulx kan men niet beter doen , als deze veelvuldige taaije verharde itoffe het verhard gezwel inwendigdoor zweet- verweckende middelen, en uitwen- ' ^JS door krachtige vermurwende s uittreckende, en rypmaakende pap- pen, tot verdunning en ter ontlas- ting te brengen: Zulx is myn prac- Ppf tyfc |
||||
ƒ9.8' Verhandeling van ie
iyk en gewoonte veel jaren geweefr,
en ik heb menigvuldige vervaarlyke groote verharde Gezwellen op defe wys ter Genezing gebragt, waarvan ik trsaar een of twee (taaltjes uit zeer veel andere kortelyk, tot onderwys des Leerlings, fal vertoonen. Een ryk Huisman kreeg door zyn
armelyk leven , en 't drinken van wei en gekarnde melk , een zeer groot verhard Gezwel in 'å been ^ als mede een Gezwel en zwering in de hand, eerft alle mans raad , en daar op de mishandeling van een on- bedreven Dorpmeeiter, en 't gebruik van zeer koude terugdryvende mid- delen moeiten eenigs weken vooraf i»aan, eer dat men op den ñ Juny des jaars 1678. my uit de Stad tot Zyn hulp ontbood : Ik vond hem waarlyk in een zeer elendige ja wan- hopige Haat, namentlyk meteenge- duurige fterke Koorts, vervallene Krachten, haaft uitgeteert, en met een gantfch ongehavende, verrotte, Hinkende verzwering inde hand en een van de vingers bezet, en't been, de dye,enz. van de buik, de heup, en fsGcmacht af, tot in de voet en to- nen ^ |
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen, f 9$
nen , met een vervaarlyk groot en
öeenhard Gezwel uitwendig alles in- genomen , en van binnen tegen 't Ge- beente, zo het my wegens de inwen- dige vehemente pyn toefcheen , al- lerwegen met een zeer fcherpe wei- en flymftoffebeftormt: Ik vond hem in een ilaapbank geplaatft, twee fter- ke mannen hadden 't quaad genoeg, om dit been, dusverfchrickelyk op- gezwollen, te heffen en op te beu- ren : hy was , gezond zynde, van een koud , mager , zwartgallig ge- ftel, en ontrent vyf en veertig jaren oud. Ik heb de Vrouw en Namaagen
£anftonds des mans fobere toeftand betuigt 3 Heerooms laatfte plicht 5 (want zy waren goed Roomfch) toe- gedaan , en den beroemden Genees- heer Doctor Simon vanZyl, totmyn hulp verzocht, en onderwyl dusda- nig een pap van boven tot beneden over de voet, om dit groot Gezwel geilagen, *?£ Rad.Liiïor.alb.^lv
Angelïc. yiïicetaxic, en. §ij Herh
|
||||
Soa Verhandeling van de
|
|||||
fierb.Scord.'Miv !
Rut.
Abfinth. Salvia, Rorismaria. Althaa:. an. Mij Hor. Chamomill. Mx Melilot, Mvj
Ficus. §viij C*y. infaff. quant, Gerevis. Opt.Colatur. adde Far. Fxnugrxc.
Lupinor. an. §iïj
£/'». gij ' iS^«V. V/ff. q.f.
ut. f. CataplaffflA.
Zulx heb 'ik tweemaal daags on-
bek! onspen, en zo heet als hy konde verdragen, over dit zo verdikt, koud, ■va£r. , onbeweeglyk , fteenhard ge- vaarte gelegtj doch den Geleerden Heer Van Zj//heeft insgelyx metmy in't kort zyn dood, alsontwyfelbaar voorzegt. livenwel heb ik alles willen doen,
■wat roy de Konft, de reden en on- dervinding, alsook zyn groote be- geerte, om 't lieve leven noch wat te behouden, quam aan te pryzen , en daarom, onder 't behulp va" in- wen·» |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, dor.
wendige hartfterkende Geneesmidde-
len , mee de bovengemelte pap ver- volgt , tot dat wel haaft van de bil af, tot nederwaards verlcheidegroo- te zweren opgedaagt zyn , diepe en vry taamelykegroote openingen beb ik door 't ihymes gemaakt, en aller- wegen de zo lang onthoudene, ver-» rottende, ilinkende wai- enflymftof in overvloed, voor zo veel zyn fo- bere krachten toelieten, by beurten ontlaft en afgetapt, de openingen door dicke Steekwieken genoegfaam zynde verwydert, loode pypjes , en daar over heen de plaafters, de pap- pen, als ook devereifchte bindingen gebruikt, goedvoedfel, en wat ver- der tot vordering van zyn behoud ende herftellinge konde bedacht zyn. Met arbeid krygt men vuur uit
een fteen, ajdus heb ik ook tegens en buiten alle verwachting, dooreen langduurigen en volftandigen yver, en niet zonder veel tnoeijelykheden, met verfcheide zeer diepfchuilende holUgheden, inzonderheit in dedye3 en ontrent en ook onder de Knie 9 «ndclyk alles tot behoorlyke dunte es
|
||||
éoz Verhandeling van de
|
||||
en vaftigheit verkregen : verderving
in 't Gebeente, ongeneeslyke Pyp- zweer, noch uittering van dit ver- magert lichaam j zo by ons met re* den gevreeft wierd, ontmoeten ons niet, dewyl wy zeer geluckig alle deze zwarigheden te boven geraakt zyn: Eindelyk heb ik als nu de qua- de vochten ontlaft, de holtens ver- dwenen , en 't Gezwel dus vermin- dert was, de pappen afgelaaten , en onderwaarde de voornaamfte openin- gen noch open houdende, allerwe- gen verfterkende en de noch overige verharde flymftof verterende Ceróen- plaafters gebruikt, als ;
Jjt Empl. Vetri Dathen. §iy
Mucilagin,
Santali. noflr. an. ij ƒ. Empiafirum.
Doch op 't Gewricht der Knie ,
't welk door de verharde flym , en langduurige ftilte, geen kleintje ver- ftyft was, zo heb ik het Emplafirum de Mucilagïnibus alleen gebruikt, en zo veel het doenlyk was, de bewe- ging door beweging bevordert, en met
|
||||
TegenmtuurlykeGezwellen. ü¼$
imet knge zwachtels alles maatelyk
vaft, de Knie uitgezondert, bezwag- teit, en aldus de vereifchte vaftig- heit van zo veel diep ingewortelde verzworene Etterboezeras verkregen, Zo dat hy van onder een cuur van ontrent zes maanden, waar in wy de Zomer tot ons voordeel hadden, ia zyn langgewenfehte gezondheit en gang herftelt is geworden; alieenlyk dat hy wat ftyvighert in't Gewriclit van de Knie heeft behouden, leven- de noch eenige jaaren gezond, fris en wel vergenoegt, van dat hy diea zwaaren ftryd zo geluckig ontwor- ftelt was; tot dat hy eindelyk ineen Zydewee verzuimt, door nalatigheit van de Aderlaating , en 't gene be- hoorden gedaan te worden , zo als ik naderhand verftond, fchielyk om hals geraakt is. De Huisvrouw van zeker Rente-
nier , van een koud, dor en droe£- geeftig geitel, ontrent acht en veer- tig jaaren oud, ontbood my op den 14 Mai i68i. tot haarder hulp: Ik- vond een kleine doch zeer pynlyfce ontfteking in de fchouder , en den gantfehen opper- en onderarm, met eea
|
||||
io4 Verhandeling vatt de
een ongemeen groot, koud, verdikt
en zeer verhard Hardgezwel bezet en ingenomen, haar tong was vochtigj doch de pols klein j kort en Koort- Gg, met walging,flauwtens^ afkeer van dienftig voediel, verval van de ibbere krachten $ enz. Daar by vond ik haar vry wat een-
zinnig j willende gantfch geen mid- delen gebruiken, als dat zy fomwyL, door hard aandringen , een zweet- dryvend middel, of ook noch wel een zachte buikzuivering gebruikte* ik beval haar daar benevens een goede manier des levens, zodanig als in dit Hoofdftuk vertoont is, oraderwylheb ik insgelyx tot dit groot toeval zoo- danige verfterkende, doordringende en met een ontdoende ende verzach- tende pappen gebruikt, en die zo heet geappliceert, en zo wel met zachte warme wolle lappen over 't verband toebeftoramelt, dat, door dusdanig te ftoven, dit groot en ver- hard Gezwel allengskens begon te verminderen, en zulx te zekerderen te bequaamer, als onder den oxel en onderwaards langs den opperarm , dien traagen wolf, met deszelfs al- daar |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. tfof
daar lang onthoudene fchaadelyke
vergoorde flym- en weiftof uit de ded iepte, binnen de Spieren en langs 't Gebeente gelegert, uitwaards ge- lokt, tot Etter en ter ontlaftingzyn, gevordert geworden, zeer icherp is de uitvloeijende Etterftof, en lang- duurig desiêlfs ontlading geweeft , zo dat ik met reden voor een bederf in 't Gebeente vreesde, en zy van Jobs troofters, en talmachtige men- fchen gaande gemaakt heeft (dat tny in myn veeljaarige KonftoeiFening Zeer weinig is voorgekomen ) ook noch een meefter met my begeert, 'c welk ik haar zeer gaarne toeftond, dan deze dit moeijelyk quaal befchou- wende , ende myn gedaane vlyt en hulpmiddelen overwegende, en on- verbeterlyk keurende, nam en ver- kreeg ook met deze eerile beichou- wing weder zyn affchcid: ook quam kort daar dicht by den oxel in den Opperarm een fponsgewaszeerfchie-^^J •yk uit te barftenj doch dien ik door £e afbinding, en voorts door 't ge- brui^ van de Spiritus Vini weg nam, daar by was den onderarm en hand yan wegens de traage bloedsomme- Q*q 1oop
|
||||
6o<? Verhandeling van de
loop weinig beweging, als ook doof
de zwakheit des lichaams met een zo gantfeh koud, verdikt en taai Slym- gezwel ingenomen, dat byna geen verwarming, zo door't gebruik van zeer heete middelen van verfterkendc plaafters , als dekfel daar in was te krygen : Evenwel ben ik noch ein- delyk alles te boven gekomen : Ik liet haar dagelyx een DecoStum Ra- dkes Gïnce , Salfaparillg , Saffafras , enz. heet gebruiken, den veelvuldi- gen Etter , die in dusdanige harde Gezwellen, (wanneer die tot verzwe- ringen gekomen zyn ) niet licht wil verminderen , kreeg ik door pappen van Flor. Chamomill Rofar. Rubrar. Herb.primul. ver. Verhafi. Agrimon^ Plantag enz. in oud Bier en roode Wyn t'faam gekookt, ontlaft, de hokens opdroogt, dePypzwerenge- il ooten , en dus deze taaije , koude, verhardde Slymftof fdes gantfehen arms verteert, waar mede dat dan ook 't aangenaam Zomerfaizoen (het welk ons grootelyx hadde gedient ) verloopen was, en de Winter op handen, eer dat zy volkoomen was genezen. Zy heeft noch lang nadien |
||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. 6¼7
tyd in gezondheit, en zelfs haar zorg-
vuldige man overleeft} want isWe- duw geworden, en weder getrouwe en nog tegenwoordig Anno 1 óof. dat ik dit fchryf in't leven. Een bedaagt Jongman, want dus
willen de vryers, al zynze wat oud, genoemtzyn, van een dor, mager, koud , en quaadfappig geitel, be- vond ik op den 18 Auguilus, Anno 168$. door een zwaare voorgaande bedlegering en Krankheit haaft t'ee- nemaal uitgeteert, en als nu meteen zeer groot Hardgezwel zyn gantfche dye, van de heup tot in de Knie be- zet , inwendig onderwaards tegens het heupebeen klaagden hy van een bittere pyn, alhoewel alles zich uit- wendig iteenhard vertoonde, de Kniëvvas t'eenemaal krom ingetroc- ken, zo dat deszelfs pefen als koor- den ftonden gefpannen, hebbende ' noch daar beneffens een geduurige Koorts, met walging , flaauwtens, afkeer van fpys , nachtwaaking enz. °er» beroemden Heer Sinion van Zyl v/as ï.yn Geneesheer tot nochtoege- weeftj (j[och die fchoothem op, ge- joovende eerlang de dood op hafoden Q.°j æ Óâ |
||||
6Ό8 Verhandeling van de
|
|||||
te zyn: Dus vond ik hem uitterma-
ten kleinmoedig en zwak. ik ver- trooften hem na myn vermogen, or·* donnerende hem Schapen en Kalfs- nat, en voort allerlei zacht en goed voedfel, en op zyn groot Gezwel dusdanig een pap, IJ4 Rad. Iilior. alb. §iij
Herb. Mah. Arthemïs'.
Flor. Chemomill. Melilot. an. Mij
Sambuc. Mj Ficus §ij Coq, in Cerevh Crajf. op. ColaUira, Contusl, adcle Far. fxKttgrtec*
Lupinor. an> jjvj
Lin. S'iv
m.f, Capaplajma.
En telkens tegens 't verband een
kluit Boter daar onder gefmolten : Ook dorft ik geen heeter Kruiden , om de verhaalde opkrimping, ge- bruiken , en ik kreeg wel haaft een zeer groot, doch diep, en tuflchen den afloop der fpieren en pelen inge- legertEttergezwel, en door,een ge- maakte opening, een zo overvloedi- ge |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 609
ge ontlafting van raauwen, fcherpe,
quaadcouleurden Etter, dat ik die , om zyn zwakheit en uitgeteertheic genoodzaakt was , by beurten , en niec veel t'feffens af te tappen, vree- zende dat hy my zoude ontvallen , haaft kreeg ik dus dien geweldigen uittocht door een loode pypje, de- welke maar even tot aan de verzwo- ren holligheit reikte, en door na de Konft en wat vafter te drucken tot een gewenfchte vermindering, zoo ook de Koortfe en nevensgaande qua- lèn, den appetyt wackerde, en by gevolg de krachten : Evenwel heb ik al vry wat moeiten gehad, met de vaft in- en t'faamgekrompene pefen, en kromme Knie weer tot de ver- eifchtereckelykheitte! . ngenjdoch. door zachte bewekende lenigmaken- de pappen en oliën heb ik ook ein- delyk deze zwarigheit overwonnen , en hem door veel geworftel ten laat- een volkomentlyk gered en in Ja- "üary 1Ö84. tot zyn gewenfchte ge- zondheit en gang herftelt, doch hy itorte jn Maart daar aan volgende (alzo deze Winter zo ftreng en lang- durig was) alsby menfchen gedcn- Oq 5 ken |
||||
6ßï Verhandeling van de
ken gebeurt was, door de ontfange-
iie koude , wederom in ; want hy wierd overvallen met een zwaare Koorts andermaal een groot Gezwel in de dye, doch daar van ik hem ipoedig genas, hy trouwden een jon- ge Vrouw, doch is eindelyk , na veele opkomende fuckelingen , in het jaar 169f- in het Graf ge- daalt. Zeer veel groote diergelyke harde
Gezwellen zynmy voorgekomen van een die doodelyk en zeer affchouw- lyk is geweeft , ik heb in 't zesde Hoofdftuk een wonderlyk voorval verhaalt. Hee.1 zelden komen dus- danige harde Gezwellen tot ontdoe- ning en tot vcrzwering gevordert Zynde , en Jsn van zich zelfs, ko- mende door te breken , ftorten wel met het open barilen, op een ftond, 20 veelvuldigen Etter t'iêffens uit, dat ook de zie] uit het afgematte lic- haam uitbarft, zulx vrezende, moet de opening liever in tyds door de vlym, daar 't behoort, gemaakt zyn, ais dat men die afwacht, en dus 't ge- vaar van 't leven der menfchen ver- dubbelt , of immers, ten minften meer-
|
||||
fegennatuMyke Gezwellen. 61ι
meerder ontfteltheit, Koortien, ver-
zweering en groote Etterboeièms verwekt. Zoo begaan ook in dusda- nige lyders de zulke een zeer groote fout, dewelke door een opening van een fpan lang, te tnaaken , alle den Etter doen t'ieffens uitftorten, waar door de fobere inwendige warmte , en by gevolg de noch weinige levens- krachten noodzaakelyk moeten ver- ftuiven , en verftrook zynde , be- zwykt den lyder wel eens, eer 't den onbedachten Meeiler verwacht, of voorzegt heeft. Onlangs heb ik een dertigjaarige
pochter onder handen gehad , dien ik ook met dusdaanig een geweldig groot Hardgezwel in de gantfche deelen der bil, der heup en dye be- zet vond , 't welk uitwendig fteen- hard, inwendig met een vehemente pyn tegens 'c Gebeente en met gedu- rige Koorts , flauwtens, zwakheit, «achtwaaking s enz. verzelt is ge- weeft, jfc heb die door maatelyk zweeten en door krachtige uittrec- kende en verwarmende pappen uit- jyaards gelokt, vermurwt, ryp ge- haakt, door de vlym ruimfchoots, 0-4 4 ^*1 |
||||
Verhandeling van de
|
|||||||
Si&
|
|||||||
dewyl hier de krachten noch taame-
lyk waren, geopent, en een vervaar- lyk neft vol ongekookten en rouwen Etter, by beurten ontlaft, en afge- tapt j want met een onbefuisde groo- te opening te maaken , zo konden wel mogelyk meerder Koortfen, en eenfchielyk verval van krachten ver- wekt zyn geworden, een zeer groo- te inwendige vervuilde verzworene holte, heb ik toen onder de bilfpic- ren tegen 't Gebeente gevonden, en daarom een bequaam provet met een fluif tér opening ingebragt hebben- de, zo heb ik die door een bequaam ïfactfirium, fnymes, ontrent de lengte van een vinger langs de loop der fpieren en vefels verwydert, opgefneden en gro- ter gemaakt, door een infpeuiting van Scordium en roode Rofen de grond verbetert, en daar op de ingebragte platte wieken met ons Bafilicumzyn- de befmeert, en dus met het poeder Myrrha, Maflix , en Olibanum be- ftrooit, op een luchtige wys, om den Etter niet op te floppen, tegen dediepte gelegt, en voorts met druk- doeken en maatelyk te drucken , Tontom heen alles tot een gewenfeh- |
|||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 613
te groei en vaftigheit verkregen ,
Zulx dat daar op in het kort de gewenfchte genezing is ge volgt. Dusdanig is doorgaans de behan-
deling dezer harde Gezwellen in ipier- en vleefchachtige deelen, in de Klie- ren is de genezing, voornaamemlyk als de vaftzittende vochten noch niet lang daar in geneftelt, goedaardig, en geen deelen befchadigt hebben , fomwyl geluckig, en ik heb zo ia de hals, deborften, als elders, die zeer veelvuldig, zoo door ontdoende en verterende plaafters, als mede door rypmaaking en ontlading van desfelfs ingelegerde ftoffedoor krachtige pap- pen enz. genezen. Maar gantfch anders is 't met een
vaft ingewortelt en veroudert Hard- gezwel in deKlierachtige deelen ge- legen , want die laat hem door Ge- neesmiddelen niet zo licht overwin- nen, dewyl deszelfs onthoudene ily- men en vochten , zo vaft als Kaas t'laam geronnen, gedroogt, en dus fteenhard op malkander gepakt, ook noch daarenboven het verderf van degens hun goor , zuur , of ook zwartgaiügen aart, en fcherpheit, QjlJ ver- |
||||
614 Verhandeling van de
vermits 't langduurig ftilftaan, heb-
ben aangenomen , zulx de vliefen , Klieren , vefels, bloedvaten , enz. bedorven zyn, en aldus frooorende , en noch ongetergt, wel, zonder uit te fpatten , een tyd lang, zich i'oxa- •wyl onthouden : maar door iterk- treckende plaafters getergt, als me- de door eenige pappen of ilovingen ontbonden, beweekt, vermurwt en los gemaakt zynde , zo komt wel dien ilapenden Wolf eens fchielyk uit den band te fpringen , open te barilen, en dus den onvoorzichtigen Mceiier , of de lapzalvers en lapzal- verefTen , met verrotting en ftank te beloonen, en zelfs heeft dan ook wel een verftandig Heelmeefter de Wolf by de ooren, en zal, hoe dat hy 't ook maakt, dezen vuilen bullebak , of opengebarften Hardgezwel, dat mogelyk nu al Kankerachtig is, of haaft wezen zal, niet licht komen te fluiten. Een zaak kan niet levendiger noch
klaarder, als uit de alderopmerkens- waardigfte voorvallen, dies aangaan- de , worden vertoont 5 en daarom aal ik, uit roeer andere, met een ftaal-
|
||||
Tegemiatuurlyke Gezwellen. 6if
ftaaltjen of twee, de Verhandeling
van 't hardneckige Hartgezwel be- fluiten. Op den 14 February des jaars 168p
verzocht my zeker Burger by zyn Huisvrouw, dien ik kloek van ge- ftalte, levendig van wezen, en on- trent veertig jaaren oud , bevond , hebbende nu maar naait eenige wee- fcen, na 't ophouden van haar maand- ftonden, doch met weinig alteratie des lichaams, een Hardgezwel in deSchirrus. rechter borft gekregen , waar over haar Heelmeefter doepmaals (gelyk men my berichte) een fterke tree- kende Ceroenplaafter had gelegt, waar door van ftonden aan deze borft Za geweldig was komen op te zwel- 'eri, dat men goed vond, hem we- derom af te danken, 't Sedert was by deze menfeheh wel iets , rnaar weinig gedaan, en noch minder ver- richt. Jk verbeeldde my haa-r quaal zo zwaar niet, dan zy my die qua- ^en te befchryven, doch vond my fijet weinig verzet, wanneer deze vrouw (Zo levendig en fchoonrood van Wezen) haar boefem opende, en aan my een borft vertoonde, zo ver- vaar- |
||||
616 PTerbandeling van de
|
|||||
vaarlyk groot, en met een gantfch
en bruin blaauw couleurig Gezwel zodanig opgezwollen, dat niet goed noch onbeichadigt daar in was over- gebleven , daar by was dit affchou- welyk Gexwel ('t welk niet anders dan de nare dood vertoonden) rond- om been, tot in de Klieren des oxels, tot in de fchouder, den opperarm , en langs 't Sleutelbeen tot aan de hals zodanig uitgebreid, en onderwaards tegens de tuiTchenribbige fpiercn zo vaft bezet en vereenigt, dat deze af- gryflyke borft in alle zyn delen ganfeh onbeweeglyk wierd bevonden , en nam dit vervaarlyk HardgeZwel als nu , (zo als men my berichte ,) van dag tot dag geweldig toe, den gan- fchen arm en hand was met een ver- hard , koud zuchtgezwel bezet, zo dat by gebrek van doorftraaling niet anders dan een algemeene verfter- ving, en de zekere dood te gemoet gezien , ende voorzegt konde wor- den. Ik bedroefde my, deze fchoonc
Vrouw, die van haar man uitermaa- ten bemind wierd, in dezen bedroef- den itaac te zien: Ik gaf aan haare Echt-
|
|||||
ïegennaiuurhke Gezisuelkn. 6ι j
Echtgenoot baar ongeneeflykc en
jammerlyke toeftand, en haaft aan- gaande dood, alhoewel dat zy noch over huis en vry kloek was, te ken- nen } en ging daar op aanftonds, met Zyn believen, den Heer Burgermees- ter Mahu Ie Febure, als zynde een der uitmuntenfte Geneesheeren on- zes tyds, dit verwonderlyk voorval aandienen:« Wy bezochten haar bei- de , en hy bevond het zoo als ftrax verhaalt is, met geen minder ver- wondering over zoo ongemeene en ongewoone tegenftrydige zaken, als die van haar levendig wezen en fchoo- ne gedaante, en een zo gantfchdöb- delyke vertooning van naar borft : yyfendertig dagen gingen wy deze bedroefde lydiler bezoeken, doende , zo door inwendig goed voedfel, en verfterkende Geneesmiddelen , ais mede met uitwendig op de borft een plaafter van 'c Emplaflrum de Ranis cum Mercurio, met eén weinig Dia- pompholig vermengelt, te leggen, en op den rechter opgezwollen arm , fterk verwarmende pappen te gebrui- ken, 't geen onze plichten deKonft ons gebood; En wy behielden deze borft
|
||||
äé$ Verhandeling van de
borft, niettegenftaande de$zelfskleï«
ne inwendige warmte en fobere toe» iland, noch levendig tot aan 't ein- de van haar leven j want eerlang quam een aangroeijend Koortsje, 't Welk wel haait de Eetluft en Krachten wegnam, zo dat zy op den zo Maart heel zachtelyk in den Heere ge- ruft is. Op den zi Mai l6j$. wierd ik by
een jonge Juffrouw, oud vyfentwin- tig jaaren , ontboden, zynde braaf vangeftalte, zeer fchrander en vroom doch van een fcherp, zwartgallig et* droefgeeftig geitel, dien ik de flin- kerborit met een zeer groot en ver- oudert Hardgezwel gantfchelyk tot in de Klieren des Oxels bezet vond, de moeder verhaalde my, dat zy dit Gezwel al van 't begin hares levens af hadde gehad, engelyk deKraam- kinderen veeltyds niet alleen zogh , maar zelfs ook harde Gezwelleijes in de tepeltjes hebben, dat zy ook even alzo een kleine Knobbel van dien tyd af aan, in de flinker tepel hadde omgedraagen , dat zulx toenmaals niet gered, en voorts niet geacht, en wegens onpynlykheit in de wind ge-
|
||||
Tegennatuurtyke Gezwellen. 6* é £
geflaagen zynde, tot deze grootheit
met haar op- en aangegroeit was , en die Gezwel meeft altoos met zo Weinig ongemak zynde geweeft, zo Was zulx, en daar by de Maagdely- ke fchaamte , de oorzaak, dat een verder verzuim tot op dezen dag deze borftquaal haddeverzelt. Doch als nu drong haar een gewel-
dig uitzetfel en uitbreiding dezes Ge» Zwels, en een zeer vehemente pyn- lyke ontfteking, en fchielyk aangroe- iende hardigheit, fpanning enz. my r°t haar hulpe te verzoeken, ik vond deze brave Juffrouw zeer bedroeft en kleinmoedig', en deze borft zeer groot vpl fteenharde Gezwellen, bruinach- £lg rood, vol pyn , en niet zonder petykel van geweldig open te bar- iten y dies vond ik over dit zwaar en gewichtig voorval my eeniger maten ontzet} doch evenwel kort beraad dienende, en zy haar quaal bedekte- tyk zoekende om te draagen , be- geerde niet, dat iemand meer daar medc gemoeit zoude zyn j dus heb ik haar door Galzuiverende midde- len zacht gepurgeert, een Aderlaa- tipg ( dewyl zy taamelyk bloedryk was)
|
||||
Szo Verhandeling van de
was) op de voet gedaan, een buikzui-
verend middel, maatelyk droogendc ftoving ex Flor. Rofar. Rubr. Balaufi* Samhuc , in witte Wyn gekookt, beftaande , op deze ontftelde borft warm gebruikt} als mede een goede manier des levens, en zo veel moge- Iyk wat goeds moeds en wat vrolyk van geeft te zyn, haar ten hoógften η oodzakelyk aangeprezen, waar me- de dat ik dan , onder den zegen des Heeren, voor dien tyd, zeer geluc- kig dezen grynzenden wolf geiuft en wederom tot zyn voorgaande ftilte gebragt heb} zodat ik op den veer- tienden dag van myn komft, nament- lyk op den derden Juny myn af- fcheid wederom quam te nemen. Tot in Maart i()8z, heeft dit ge-
-weldig Hardgezwel haar, en zy my ongemoeit gelaten, wezende in alle dien tyd gezond en wel te pas, maar doen van een verzwore ontfteking in beide de onderarmen zynde beftormt, heeft ze my ontboden, enhebikhaar daar van , door de vereifchte alge- meene Geneesmiddelen , en 't ge- bruik van verfterkende middelen, de ftovingen in.de tyd van tien dagen Wéét
|
||||
Tegetinatuurlyke Gezwellen. 6z i
weer tot haar vorige gezondheit ge*
bragt. Maar op den vyfden Juny daaraan
Volgende s begon dezen flapenden Wolfi dewelke nu drie volle jaarera Zich ftil had gehouden , met een ge- weldige furie wederom uit den band te fpnngen: Zy ontbood my, en ik vond haar niet alleen over 't verlies van haar Moeder, die onlangs geruft Was, bedroeft, maar ook Wederom ontrent in de zelfde toeftand, als drie jaaren te voren, doch ik verhoopte andermaal op de zelfde wyze, want 2y van wegens haar fcherp Galach- tig Vocht geen Zalf, Olie j noch benige vettigheden konde verdragen, d ontfteking, \pyn, opzwelling enz. te tullen, maar zulx wilde geenfints geluckenj want alles drong zeer ge- weldig voort · Dus beweegde ik haar den rieer Burgermeefter Le Febure *ot onzer hulp te verzoeken, ik gaf dien vqortreffelyken Geneesheer haar zwaar axecient, ons wedervaren voor d"e jaaren , \ geen toenmaals met goed gevolg gebruikt was, en wat my nu wederom voorquam, te ken- nen, Wy bezochten haar aaaftonds? R r e© |
||||
6it Verhandeling van de
en hy bevond roet my , dat deze
borft, door een groot Ettergezwel, waar in wy den Etter veelvuldig be- fpeurden, ontwyftelbaar ftond open te barften, dat niet alleen eengroote quantiteit Etter , maar ook verrotte Klieren ftonden ontlaft te worden : Dies floeg dien Heer zelfs voor, om (dewyl wy van verfcheidene zwarig- heden, de veiligfte moeften verkie- zen) aanftondseen rypmaakendepap te gebruiken: Ik vond my daar in bekommert, en nochtans genood- zaakt zulx goed te keuren, niette- genilaande dat ik 't aanftaande gevaar van deze Juffrouw , of immers ten minften een moeijelyke behandeling en langduurig werk te gemoet zag , ook miften ik in die verwachting nietj want in 't kort quam deze ge- corrumpeerde borft, met een zo ge- weldige furie open te barften , dat niet alleen een groote hoeveelheit van welgekookten Etter, maar ook een menigte van opgezwolle verrotte Klieren, waar van fommige de groo- te van een kloek Hoenderei konden ophaalen, ter opening quaamen uit te ftorten, wezende aïtemaalrosach- |
||||
Ifegennattiurlyke Gezwellen. ó"z|
tig roodcouleurig, hard, Knurfach-
tig, en als kieine fponcien van ge- daante: Dus hadden wy nu de wolf by de ooren , vreezende voor een ichielyke bloedftorting, voor fpons- gewafTen, of ten miniten een orsge- neeflyke pypzweer, 't eerfte kregen Wy niet, maar wel veel fponsachti- geVleefchuitwafleo quamen eerlang als DruiftroiTen te vöorfchyn, en uit de diepte der borft ( die nu zeer klein Was geworden) ter opening uitge- wrongen, waar van datfommige zeer groot, geweldigen haaftig, meteen goorachtige ftank vermengt, uit- ■^aards groeiden, eenige heb ik door eer> Tinctuur van Speceryen , na- mentlyk Notemuskaat, Kruidnagels, Kaneel, met wat Myrrhe en Aloës vn gepoedert, en daar Brandewyn °P gezet, weggenomen, want voor geen andere middelen, dien ik ver- Jcheidentlyk gebruikte, wilden deiê iponsgewaiTen eeoig'fints krimpen en icherpe aiknaagende middelen dorfc ik niet gebruiken} andere groeiden noch evenwel daartegen zo krachtig uitvvaards, dat ik die (voor zo veel iny doenlyfc waS) in haar beginfel en R.XZ eng- |
||||
6^4 Verhandeling van ds
engte, met ilrikjens dagelyx nauwer
toebindende , en dus verftervende , eindelyk affneed, en wegnam : Ook waren onderwyl, zo nu en dan meer Ettergezwellen voortgekomen , die eerft wel een goeden Etter ontlas- ten , maar eerlang al mede dusdanige SponsgewaiTen voortbrachten. Som- ma , de gantfche borfl: fcheen met deze onnatuurlyke Vleefchgewaflen vervult. Ondertuffchen liet de Heer Le Fehure niet na, het lichaam door Galzuiverende middelen zachtelyk te zuiveren, te verflerken door een ge- regelde levenswys te verbeteren door dranken uit Sals parill, China , Sojfa- f ras, Polipodi. ghierc., enz. en met fomwyl, als't hem goed dacht, een kleine aderlaating op de voet te or- donneren, alhoewel dat de Maand- itonden noch taamelyk haar loop be- hielden : Onderwyl voer ik voort met doordringende vluggeeftige, verfter- kende middelen tegens de Pypzwee- ren en SponsgewaiTen te gebruiken, tot dat, na veel moeitens en arbeid 9 deze deugdelyke en zeer lydzame Juf- frouw, door Gods genadigen zegen5 tot zo verre gebracht is geworden > |
||||
Tegetmatuwrlyke Gezwellen. 6æã
dat zy wederom tot een zeer gewen-
fte gezondheit en welvarentheit her- ftelt is geweeft, alleen bleef van ver- fcheide Pypzweren maar een klein Pypzweertje, als een fpeldegaatje open, 'c welk fomwyl noch wel een drupje vochtigheit loosde , met zo weinig overgebleven hardigheit (want deze borft nu zacht en natuurlyfc was,) dat zy uittermaatenverheugt, nu vaftelyk geloofden , volkoment- lyk uit dien ilaat der elenden ^ en van dac zwaar gebrek verloft te zyn. Maar onze bekommering daar on- trent was grooter als de hare, doch ^eten haar in die vrolyke vergenoeg- £aamheit zo lang als 'ckon zyn, mee ernftig bevel, van alles, wat tot het aanhouden van een zo lang gewen- fte welftandkonde dienen, en duur- de Waarlyk deze welftand en voor- fpoed een geruimen tyd,. tot dat zy op den zz Auguftus 1084. by jong gezelfchap vrolykzynde, haar reeh- or fchouder volkomentlyk uit 't lid quatn te vallen , doch ik heb deze ontleding aanftonds geluckig herftelr, en in September drie zweeren onder de flinker oxel genezen, waar mede Rr j voor |
||||
é%6 Verhandeling van ie
|
||||
voor dien tyd weer alles na wenfch
ïs afgeloopen. Tot op den zo" April i68f. duur-
den haar taamelyke welftand , maar toen my ontbiedende, vond ik haar met een hevige Koorts bevangen , en daar op deze borft weer op nieuws met een zeer pynlyke ontfteking en verfcheide groote harde Knurf- en Knobbelgezwellen bezet en aange- taft. Ik bragt haar tot een zachte- ]yk zweeten , en trachtte wyders door een verfterkende ftooving uit Flor. Ho/ar. Ruhrar. Samhuc. in ge- noegfaam Vin. Ruhr. Opt. gekookt , doorgedaan en maatelyk heet opge- ]eit, dezen grimmenden bullebak we- der tot frilte te brengen, maar ver- fcheide Ettergczwellen quamen eer- lang daar tegen aangedrongen,waar- om ik dan wederom den meergemel- ten Geneesheer Le Febure tot onzer hulp verzocht, als wanneer wy an- dermaal goed en ons genoodzaakt vonden, door verfterkende pappen, de SponsgewaiTen tot rypigheit, en de Ettcrftof tei ontlafting te vorde- ren, 't welk eerft met voorfpoei ge- lukte , zo dat een zeer goede Etter wierd
|
||||
Itegennatuurïyke Gezwellen. 6ιγ
wierd ontlaft, maar volgens onze ver-
wachting, ν rees en voorzegging qua- Oien even als voormaals weer een me- * nigte groote fponsgewaffen te voor- fchyn, en met kracht, inzonderhéit
tot de voornaatnfte opening die on- trent de tepei was, uitgedrongen , fomraige fcheenen verrotte Klieren te zyn, en vlot geraakt zynde wierden met de Etter uitgeworpen , andere door ftrikjes om haar beginfel geleit, uitgeloft, en weer andere, die uit de diepfte deelen der borft voortquamen, , dervoegen,, dat ik die op deveiligfte Wys dcor een krachtig Tinctuur uit Speceryen, Saffraan, enz. beftaande en met wiekjes tot diep in de holte gebragt, en dus maatelyk opgevult 2ynde, noch beft koft bedwingen j Want nergens fcheen deze boriiquaal noch meer te luifteren. Deze menigvuldige fponsgewaffen
fchoon vry vaft en hard van natuur, groeiden (in weerwil van alle vlyt s ?org> afwering van alle koude,enz.) inzonderhéit als ons Tin£tuur niet ge- bruikten, in Weinig uuren verwon- derlyk aan, fommige die uit de groot- ste dieptp voortquaamen, gaven een R r 4 yui^ |
||||
âúÌ Verhandeling van de
vuile goorachrige ftank. Ook ver-
hinderde eindelyk alle voorgaande gewenfehte digeftie, maar geenfints een icherpe bloedwaterige ftofFe, die nu veelvuldig uitvloeide) onder den oxel kregen wy fomwyl noch kleine Ettergezwelletjes, maar niet zoo quaadaardig of genazen vooi fpoedig, noch een Heelmeefter, haar van ie- mand voor een goed Borftmeefter aangeprezen, quam mede in't werk, maar defe toonde zich zelfs geen klein- tje verftelt, wanneer van zoo veel zeldzame zware voorvallen, ons we- dervaren verftond, keurende allesfeer goed, wat gedaan was, ik verzocht wanneer hy dus weer affcheid wilde nemen, dac mocht vervolgen om tot inyn hulp tezyn, zoalsdangefchie- de, en dus verliep degantfcheZomer met veel moeiten en weinig voordeel en quamen nu fomwyl zware Koort- fen haar qoaal te verzeilen, zoo dat den zorgvuldigen Geneesheer Le Fe- hire mede met ons zyn werk vond , om de afnemende krachten zoo veel doenlyk t'onderlteunen, want met de komfr van den Herffc quam zy hand pyer hand f e vermageren en te ver- zwac-
|
||||
Tegmnatuurlyke Gezwellen. 6Æâ
zwacken, en een gedurig uitteerend
Koortsje, by een zo geduurige ont- lading van een dunne fcherpe voch- tigheit uit de bedorve boril, ver- minderde tot zo verre de krachten, dat zy eindelyk op den 6 November löSf. haar Godvruchtige enlydzame ziel, in de armen van haren Zaligma- ker Jefus Chriftus heeft opgeoffert. Zo nu iemand dit wonderlyk quaal
(alhoewel het met zo veel Etterge- zwellen en zo goeden Etter meer- maals verzelt is geweeft) noch even- wel den naam van een Kankerachtig Hardgezwel wil geven, enzalmyfis oordeels niet veel van de weg zyn , dewyl de voornaamfteGrondquaalen dcszelfs grootfte hardneckigheit niet Zo veel in d'uitvvendigedejen der boi ft, als wel in dcszelfs diepte, en (zowy geloofden) tot in de tufichenribbige fpieren geplaatft zyn geweeft , van waar dan ook de meeft ftinkende fponsgewaflen , en de veelvuldige vergoorde , Weiachtige , fcherpe , quaadcouleurde bloed waterige vocht,
voortquam, die deze quaal zo verou- dert als diepingewortek , zo onge- Ejeeflyk gemaakt heeft. Rrj" Meer
|
||||
éjo Verhandeling van ie
Meer , en ook mogelyke opmer-
kenswaardige voorvallen, zouden wy van 't Hardgezwel konnen voort- brengen , maar uit de klaau word de beer wel gekent. By veel def- tige Schryvers is omftandiglyk we- gens de vordere hoedanigheit defes Gezwels te vinden : Dus treeden wy over om ook van den boozen Kanker het noodigile te verhande- len. |
|||||
HET,
|
|||||
fegennatuurlyke Gezwellen. .651
HET XXVI. HOOFDSTUK."
Van het Kreeftgezwel [Cancer] I. Befchryving van het Kreeftgezwel,
z. Deszelfs verfcheide foor ten. 5. Oorzaaken. 4. Teekenen. f Dat dezehe zeer wel cekent kan worden. 6. Voorzegging. 7. Een opmerkens- waardige waarneeming. 8. Dat men dit Gezwel niet Uchtveerdig moet ope - nen. 9. Een andere Waarneeming. 1 o. TVaar uit Zes leerflukken getrok - ken worden. 11. Dat de zwaarfle hulpmiddelen nooit lichtveerdig moe- ten te werk gefelt worden. \%. Dat ten Konfloeffenaar de Handgreep noit lichtvaardig in dit geval vtoet toe· fiaan. 13. Een Aanmerking en des· zelfs'nuttigheit. 14. Dat een verou- dert Kreeftgeziiel fchietyk do er een Jchrik kan uitfpatten , wordt door twee gevalkn bevefligt. if. Dat de onderhoudende Geneezing meefien tyd "tt hefie is. 16. Een onverwachte Geneezing, 17. De onwaarfchynlyk- heit
|
||||
6 $2. Verhandeling van de
|
|||||||||||
hit der Geneezing van groote Kreeft*
gezwellen. 18. Onderhoudende mid- delen voor het KreeftgezweL ip. Wy- ze van geneezing door fnyding. zo. Door uitbranding. æ é. Eindelyk word aangetoont dat de verouderde Kreeft- gezwellen ongeneeflyk zyn. I.
|
|||||||||||
Sffchn
ft/ing van 't |
Õ vinden in meeft alle Konft-
boeken van dit Gezwel zo veel- |
||||||||||
i^reefige- vuldig gehandelt, dat ik onnoodig
•tosetl. acht, een brede befchryving daar van te maaken, hebbende maar alleen voorgenome , door de aanmerkens- waardige voorvallen , die my daar ontrent zyn ontmoet , de zaak zo klaar als my doenlyk wezen zal, zo in dcszelfs wezen, verfcheidentheit ais dienftige behandeling kortelyk te vertoon'en. Het Kreeft- of Krabbegezwel is
een Gezwel tegens natuur, volgens de ftellmg der Oude, door een te- gennatuurlyk verbrand, zwart, Gal- achtig bloed. De Nieuwe noemen 't een bytend en fcherp doorknagend zuur, tneeft, de Klierachtige , ook ■wei de vleefige deelen innemende, é«åå
|
|||||||||||
Tegematviirlyke Geiwellen. 6 j 5
met een geduurige fcherpe ftekende
pyn , hardigheit, knobbelachtig , "Wederftrevende allerlei anderfints dienftige Geneesmiddelen. II· , ■ . .
Des Kankers verfcheidentheit is u«»//i
opmerkelyk , de beflotene , by de verfcheiik Grieken Carcinoma genaamt, pronkt^wiee· noch met een geheele huit, de ope- ne of verzworene, by de Latynen , Cancer Exukeratus , by de Grieken Phagadena , en by de Duitfers Wolf genaamt, is meermaals zo vervaarlyk pynlyk, wegwreetende, Hinkende, en afknagende, als wederfpannig en , ongeneeflyk in het behandelen.
Desgelyx in zyn grootheit en aan-
groei , want fomwyl vertoont hy maar een klein verhard Knurfgezwef- letje , als een Erwetje, ja als een groote fpeldeknop groot, blyvende "Wel jaaren lang, zoo niet verkeert v"?rd gehandelt, of door ontftelt- heit des gemoeds, en verkeerde ma- nieredes levens getergt word, in zya Meinheit en engte befloten, maar ge- *erEt} en aan de gang geraakt zyn- ae, ka0 zecï haaft een gantfch deel» als
|
||||
5j4 Verhandeling van de
|
|||||
als lippen, hals, Keel, ftrot, tong
ofdeborften, zo als ik zelfs meer- maals gezien heb, ja zelfs ook wel een Vleefchachtig deel verfchricke- lyk komen te verflinden, niet ruiten- de, voor dat den elendigen menieh de vermoeide ziel uit het lichaam uit- geblazen heeft. I I I.
, De Oorzaak, zo uit- als inwen-
dig, zyn veelderlei, zo ook de ge- voelens der Oude en Hedendaagfche Schryvers en KonftoefFenaars, waar aan wy ons zeer gaarne willen ge- draagen, dqwyl ik oordeel , dat in deze de verfcheidenheit der gevoelens bequaamelyk konnen worden veree- nigt. Want de Kanker is my in lichaa-
men voorgekomen, daar in aan alle kenbaare teekenen, een zeer heet eu fcherp bloed, vol van Gebrande Gal- ftof regeerde, menfehen, die wy ièer haaftig, oploopende , driftig, dor, mager , heet, droog en fcherp van ' lichaamsgeftel en hoedaanigheit be-
vonden , in dewelke dat wy genoot- zaaktzyn geweeft, vaft te flellen, |
|||||
Vegennatmrlyke Gezwellen. 6$f
dat haar Kreeft- Krab- of Kanker-
Gezwel niet juift zo veel uit een ver- goorde verzuurde flym of koude wei- flof, maar waarlyk uit een verbran- de fcherpe Gal was voortgekoo- men. Zo wederom heb ik verfcheide
Kankers gezien in lichamen , die Wy zeer koud flymerig en vol vaa een fcherpe S!ym- en Weiftofbevon- den: Dies wy niet wel konden ge- looven, dat haar boofe Kanker-Ge- zwel uit een verhit verbrand bloed en zwarte Galftof ooripronkelyk was geweeft: maar veel eer , dat of een Zeer fcherp en wegvretend zuur, of wel een zout pekelachtig Slym , door het lang ftilftaan en verblyf in 't ly- dende deel , af knaagende zynde geworden , de voornaam fte oor- zaak des Kankers mochte geweeft zyn. De bevinding leert dan zulx uit de
verfchcidentheit der lichaamen , de- welke ons, met dit quaal belaft fyn- de, voorkomen, Kinderen daar een zo verbrande Galle, ten aanzien van haar v0gtig lichaamsgeftel, noch niet in kan zyn, en oude luiden, daar in de
|
||||
• Verhandeling "jan üe
|
|||||
de inwendige warmte voor 't mees£
tendeel weg is, konnen van dit Ge- zwel worden beftormtj gelyk naau- keurige Heelmceiters meermaals on- dervinden , en mogelyk noch in dit Hooftftuk met exempelen nader zal worden beveftigt. Veeltyds ontfraat een Kanker
uit hertzweer, droefheit, fchrik, ontftekheit, toorn , en diergelyke gemoeds driften immers geraakt de- ze quaal door zulx al doorgaans te eerder aan 't woeden, of ten minften in zyn grootheit haaftig aan te groei- jen,, geen wonder, want dit kan in een verhit, fcherp, verbrand bloed, ontroerde Galftof, door des bloeds ontftelde, beweging, fterkeraanpars en toevloed, ofook wel door deszelfs vertraagde bewegingenfulftand,alle géfchikte vereeniging in des bloeds omloop komen om verre te ftooten f de gewenfehte Huishouding derdee- len, die tot hetaanqueeken der voe- dende vochten gefehikt zyn, verbre- ken, het bloed doen fchiften , ver- dicken , en ftremmen, en des zelfs meeft lymige ftoflfe (voornamentlyk in de Küerachtige deelen, waar ia |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 6yj
dat alles wat zo lymig, traag, taai,'
en aireede eenigfïnts verdikt en ge- ftremt is, zo licht blyftttollenenftil ftaan, doen vaft hechten en ophoo- pen, en deszelfs Konftig geweef, in Zo veelvuldige pypjes, bloedvaatjes, vliesjes, zeniiwtjes en vefeltjes be- itaande, verftoppende, doorknagen- de en weg vretende, zo dat deze al» reeds bedorven (toffe en fcherpe voch- ten, door hun ftilitand, broeijingen aanwas, noch boozcr, arknagender, fenyniger en quaadaardiger komen te Worden,.en zeer haaft dusdanig een hardneckig, verhard , Knobbelach- tig en blaauwcouleurig Kankerge- zwel, of konnen verwecken, of die eenig dee\ ingenomen hebbende en getergt zynde, krachtig doen bevor- deren. Hetzy dan een fcherp, verbrand,
Zwart, Galachtig bloed, 't zy een *oud flym » 't zy een wegvreetend loogachtig zuur, die ook wel uit de onnatuurlyke Galftof kan worden ge- boren , alles kan door zyn verblyfen ophooping zeer haafE een bytend , door- en afknaagende hoedanigheic verkrygen: Tc
meer, wanneer de
§ s qua*
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
quade gefteltheit des lichaams , dei
vochten, en een fchaadelyke manier des levens, daar toe , op een ganfeh krachtige vsyze, komen aan te bren- gen. Na dat dan de verfcheidenheit der
iichaamen, zo in de jaaren, de Sex, manier des levens, aart der lydende 1 deelen, der Krachten, enz. en daar benevens de hoedaanigheit van het t'faamgeftolt bloed, of anderfins ver- hardde vochten des Kankergezwels', ons voorkomt, daar na moet de ver- fcheidenheit des oorzaaks verftandig worden waargenomen, en zo wel de wyze voorzegging als de zorgvuldi- ge manier des levens, de hulpmidde- len en de behandeling van dit Kruid- Noli me je roer my niet, voorzichtig worden Tangere, befiieit.
Somtyds is de oorzaak des Kankers
een erfgoed van de Vader, doch meeft van de Moeder overgeërft, als wan- neer in 't Zaad , en 't Moederlyk bloed, de oorzaak des quaals, moet gezocht zyn, zo als de dagelykfche bevinding ons meermaals vertoont 9 en by ons dan ook in de overweging voorzegging en behandeling des Kan- |
|||||
^egennatuurlyke Gezwellen. 60
kers, als van meerder nadruk zyh*
de, moet worden waargenomen. De Koude moet wel een groot
Vyand van ons leven, en de Warmte onze vriend zyn j want veel toeval- len , als mede de Kreeftgezwellen , meer in de Koude als Warme Lan- den voortgebracht worden : Eenige jaaren heb ik in vele Geweften en Koningryken van Afia doorgebracht, maar nooit in die heete Landen een Kreeftgezwel vernomen. Uit een verkeerd behandeld Hard-
gezwel in Klierachtige deelen, kan mede wel een boos Kreeftgezwel voortkomen, namentlyk als men die met een domme drift, en gantfeh buiten noodzaakelykheit, door fterk yerhittende, treckende, of rypmaa- kende middelen, zo door pappen als plaafters en zalven , aan het rotten helpt, en alzo doende openbarften , tot een oegeneeflyk , ftinkend en ^eg'retende Kreeftzweer vordert 3 °P deze, als mede op eenige van de andere ftraxgenoemde en verhaalde wyzen j kan ook een ongeneeflyk Kreeftgezwcl uit een Hardgezwe! voortgebracht worden. |
||||
< 0*40 Verhandeling van dè
|
|||||
I V.
Teekenen. , Gelyk als de Kreeftgezwellen zoo
komen ons ook deszelfs Teekenen zeer onderfcheidentlyk voor, in het begin vertoont zich wel meermaals niet anders, dan maar een fteenhard, ongelyk, klein Knobbelgezwelletje, zo groot als een boontje , of noch kleinder , in de diepte der Klieren geplaatrt, fomwyl t'eenemaal zonder, meermaals met eenige, of ook wel met vehemente fcherpe ftekendepyn verzelt, veeltyds, (inzonderheit als die zich meeft uitwendig vertoont ) loodverwig en bruinblauw van cou- leur, anderfints ook wel lyfverwig , en onverandert van gedaante. Des Kreeftgezwels figuurlyk we-
zen, van wegens deszelfs Schildge- zwel en rontom doorfchynende Ade- ren , na de gelykenis van een Krabbe iS niet altoos, en in veel Kreeftge- zwellen geenfints te vinden: Even- wel komt die ons fomtyds voor met rontom heen bruin blaauwcouleurige Kromgekronkelde opgezwolle Ade- ren omcingelt, daarin het bloed in zyn doortocht verhindert, gantfeh fti)
|
|||||
Tegennafuurïyke Gezwellen. 64. ι
|
|||||
ftil fchynt te ftaan; waar door, als
mede om dat dit boosaardig Gezwel, het alles, waar het zich inzetalseen Krabbe vaft houd ende vernielr, de naam vaneen KrabgezwelbydeOud- heit verkregen heeft. De teekenen konnen uit deze ver-
handelde zaaken bekend ftaan, doch die moeten in de beiloten of niet ver- zwore, en in de opene of verzwore Kreeftgezwellen vericheidendy k aan- gemerkt worden. De beflotene moet, hoe klein dat
hy ons ook voorkomt, uir zyn wc- tlerftrevende harde Knobbelachtig- heit, fteekende pyn , Klopping, blauwcouleurigheit, bruine gekron- kelde Aderen , fcherpe , inwendige hitte , enz. van alle andere iborten van Gezwellen wel naarilelyk onder- kent zyn} fomwyl komt dit Kreeft- gezwel als kruipende en langzaam , fomtyds te poft en krachtig voort- gezet. Doch deze verhaalde Teekenen
worden heel zelden altemaal in een Kreeftgezwel gevonden, want zyn kotnft fean wel zo bedriegelyk zyn, dat hy 'm Zyn eerfte beginfel, in S s 3 ee» |
|||||
#42. Verhandeling van de
|
|||||
ëenig deel des lichaatns gelegen ,
en vaft gezet, als gevoelt is ge* weeft, V.
Somwyl groeit dit Kreeftgezwel
tot een geweldige grootheit, eer dat komt open te barften, eri hy kan in een taamelyk gematigt en wellevend lyder , onder een goed beftier , en voorzichtigen handel, veel jaaren , ja fomtyds tot aan 't Graf, worden omgedraagen : Gelyk als ik zelfs meermaals gezien heb. Maar komt 'er een botterik, met zyn vermetele ftoutheic, en verkeerde middelen ag- ter her, zo zal 't eerlang (gelyk \vy
meermaals weten ons voorgekomen te zyn) zo vervaarlyk komen uit te fpatten, dat het den elendigen- lyder, met de bittere dood·, en den ver- waanden waaghals, met een zó las - terlyke fchande , zo als hem toe- komt, zal komen te overdecken. Deverzworene ofopene Kanker
vertoont zich zelfs (inzonderheitals hyin dien toeftand aireede veroudert of diep ingewoitelt is) affchouwe- iyk , leelyk , diep uitgeholt, mei: Knob-
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 645
Knobbelachtige, hooge, verharde,
omgewelfde kanten, werpende door- gaans niet anders dan een fcherpe , dunne , quaadgecouieurde bloed wa- terige Vocht uit, fomtyds vervaar- lyk ftinkende , fomtyds llerkbloeden- de, bytende en wegvreetende , met een onlydeiyke itekende pyn , zon- der ophouden de teergevoelige dee- len wegknaagende, met flaauwtens, ongeduurigheit, Koortièn , en an- dere zwaare toevallen, na dat de grootheit en de quaadaardigheit des Kankers , als mede het ongezond geitel der lyders mocht komen te ver- wecken. V I.
Van dit boos en hardnecksg quaal Voorzeg-
en valt dan (zo als uit de verhande-£%< hng blykt) niet goeds te voorzeg- gen : want tweederlei fenyn of quaad- aardig fap, zo gelyk als de Oude wel «ebben aangemerkt, heerfcht in deze Gezwellen, namentlyk een wegrot- tende hoedanigheit, dewelke door't gebruik van verzachtende Oliën, psppea of ftovingen, haaftelyk ailes 2al doen verrotten en ftinken; En Ss 4 een |
||||
<44 Verhandeling van de
|
|||||
een afknaagende, voortvretende en
doorknagende hoedanigheit,die meeft alle de Geneesmiddelen, dewelke an- derfints tegens en in de verrottingen worden gebruikt, wederftreeft} de nare dood is doorgaans 't einde van deze elende. Hy verricht doorgaans het meefte
die tot de Genezing van dit toeval het minfte doet. De lapzalvers en lapzalvereflen, en al de gene die dit Kruidje roerd my niet, niet kennen , en meermaals door hun fnorkeryen met veel te beloven , (en daar doch deze monfters op loeren) met Geld op de hand te bedingen , den baas willen fpelen, beloont het doorgaans met itank enfchande, en dealtelichc geloovige, en die van goede mees- ters licht komen af te wyken , met een verhaafte doodkift, waar van ik tot nut der Konftlievenden 't opmer- kenswaardigfte , ons voorgevallen , zal vertoonen. VIL
^Zmaar- "^0"0· l6S>Z' ^1131" Êç 3ÃÌ VroU-'
fytwïuir-fy my 'n myn nins bezoeken , om
neming, hulp, enbadmy, datikhaaronvcr- dra-«
|
|||||
^tegennatuurlyke Gezwellen. 6*4 f
draagelyke bittere ftekende pyn, die
Zy gedurig nachten dag inhaarborit gevoelde, wilde verlichten : Zy o- pende my haar boefem , en ik vcnd haar rechter borftmet een zeer groot fteenhard, bruin, blaauw couleurig Knobbelgezwel bezet, en by de te- pel een gemaakte opening, daar uit niet anders dan maareen weinig dun- ne , quaadcouleurige fcherpe voch- tigheit vloeide. Ik vroeg haar, wie dat deze opening hadde gemaakt? Zy antwoordde , Doétor Kobboter , (dit was een quant,) die van een wol- fpinder, zo my bericht was, tot een lapzalver fcheen gevordert, veel men- ichen bedurf, in 't Kobboteriteegje Woonde, (en daarom met den naam van Doótor Kobboter in de wandeling TOierd verheerlykt) dat dezen 't voor £er> zwering aanziende, metdevlym had geopent: Dat de pyn van te vo- ren wei zeer groot maar't federton- verdragelyk hadde geweeft, enz. en m der waarheit, na het my toefcheen, fco kon deze borft, onder een wys en y°orzichtig bettier, noch wel veele jaaren toe gebleven hebben : Doch als nu was dit monfter getergt, en |
||||
é4<5' Verhandeling van de
zy, door een plaafter van het Em-
plafirum Diapompholigos met een der- de van het Emplafirum de Ranis cum Mercurio daar onder gemengelt, niet te vreden, om dat die niet zo volko- men op haar inbeelding de pyn be- dwong , dus bleef zy weg} dies nam ik degoedheit, om eenige dagen daar na, haar in haar wooning te gaan be- zoeken: ïkvond haar te bedde, zy, en ook de vrouw van 't huis, beje- gende my, op myn vraag, hoe dat zy al voer, nors en onvriendelyk } als haar klein verftand en ongema- niertheit geliefde voort te brengen , zeggende, dat zy nu, door veel be- ter Geneesmiddelen , als de myne , vry wel voer, dat nudepynegeitilt, en zy weer onder de handen van Doclor Kobhter, was : Ik nam het gedult van haar (zo als men toch by dat foort van menfchen akyds dient te doen) verdraagfaam te bejegenen, begerig zynde de borfl: eens te zien , dit ftond zy my toe; Ik vond die met een Bafilicum plaafter, wel vet befrneert zynde, bedekt, en de won- de nu wel een Ducatons grootte j fponsachtig uitgezet, geen kleintje aan
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 647
aan 't rotten, de ganfche borft zwart
opgezwollen j met een geweldigen ftank , mtftorting van een verrotte bloed waaterigeitofFe, enz. Ikwaar- fchoude daar op, deze al te licht ge- loovige menichen met een woord , dat (indien men dus voortging) de vermeerdering van elenden 5 de ze- kere dood, en 't Graf, in het kort, dezen plompaard zyn plompheit er. reukeloosheit zoude verwyten, zoo als 't ook was : Want na my niet willende luifteren, quam in 't kort de verrotting met de vervaarlykfte ftank de gancfche borft te vernielen, daar op volgde Koortfen, en flaau- teris, en eerlang de vrienden om haar dood lichaam naar 't Graf te gelei- den. Wy , als daar toe gewettigde
hermannen en üpzienders van het "eelrneeiters Gilde, dienden zulx , e° meer andere doodelyke misflagen van dezen Houten Lapzalver, de Edele Heeren Burgermeefteren aan, doch die beftraften hem wel ernftig roet woorden en dreigementen, maar vorder niet: En daar op voer hy we- der voort de arrn.e elendige menfehert |
||||
Ö48 Verhandeling van de
|
||||||||||
te bedriegen, te mishandelen, en te
bederven, en met Geld op de hand te bedingen, de lyders zo wel in haar Geld en beurs, als leven te kort te doen, tot dat hy eindelyk doorging. Zeker het is te beldaagen , dat de Edele Magiflraat zo flaau en nalatig word bevonden , om zulke fnoode bedriegers en moordenaars , als de grootfte quaaddoenders, na verdien- ite tydig, eer dat de reukelooshèit dezer Waaghalzen zo veel menfchen koftj te ftraffen. VIII.
^kG^lwei D'e (JeoPene» dieP ingewortelde,
niet ikht- en zo met: eer) verouderde Kanker , ■veerdig zo licht ontdoen door een geweldige moet ope- fnyding weg te nemen, zetten haar |
||||||||||
nen,
|
||||||||||
meermaals tegens een fterker vyand,
als de grootheit van haar kloekmoe- digheit haar heeft ingeboezemt : Want dezen alverflindenden Wolf dus hard en rouw by de ooren gevat en aangetaft zynde, fcheurt, buldert en baard, in weerwil van zyne be- fpringers, wel eens zo verwoed, op dien hy reeds t'onder heeft, dat hy, met kracht uitbrekende, alles ver- flina
|
||||||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 649
flind en bederft, wat tot noch toe,
door zyn fenyn en quaadaardigheit , door Konft en beleid bevryd is ge- geweefti niet ruftende, voor dat de beftormde is overwonnen, en door een onlydelyk lyden ten Grave is neêr- gefcort. I X.
De lydende Izahelle, die ons u-Eenanden
hier ten voorbeeld dient, was niet ^amee- Zo ongeluckig in 't genot van tyde- mmg' lyk Goed en vermaak, gezegent Hu- welyk, Kinderen, enz. als wel in't uitftaan van een lyden , het welk haar uit dien welftand tot in 't Graf deed neêrfcorten. Zy kreeg in den aanvang haarder
genden, behalven een diep klein Knobbelgezwelletje, eenpynlyk Et- J^gezwelletje dicht by de tepel in de ilinker borft, 't welk wel voor een tyd een goeden Etter, maar ook eer· 'ang > doch maar fomwyl , eenige dunne, fcherpe, bloedige vochtig- heit loosde. Dit laatfte maakte de quaal verdacht, de lydfter beducht, en de vrienden omzichtig, te meer, als in de diepte der borft, in plaats van
|
||||
6f o Verhandeling van de
% van Genezing, een fcherpe ftekende
pyn ontftond en aangroeide. Hief by quaamen , zo als 't als dan ge- meenlyk gaat, de Jobs troofters ter baan, die haar andere Meefrers ver- keerde middelen, als ook lapzalvers aanprezen: Doch ik was de eerfte , die in 't afzyn van Do£tor Petrus Lange duit en Meefrer Jafper de Bus- fcher, (een oud en ervaaren Heel* meefter) die beide over haar gingenj by haar verzocht wierd: Zy toon- den my haar borft, den goeden wit- ten en welgekookten Etter, die uit de zwering voortquam , 't blaauw verhard Knobbelgezwelletje ontrent een kleine .Ockernoot groot , daar benevens, en voorts de rontom ge- legene welgeftekheit en zachtigheit van de borft. My daar op fterk aan- ziende , met deze vraag : Of ik geen moed had) daar ik zo veelmenfchenge- nas , om zo een klein toeval te komen genezen? Twee zaaken hielden in my 't ja-
woord te rug, namentlyk de blaau- we fteenharde Knobbel, en 't ver- haalde pypzweertje, 't welk ik vas» telyk geloofde, dat niet alleen tot aan
|
||||
Tepmtatuurïyke Gezwellen. 6$ ι
aan de uitwendige zwering, maar
verder pypswys tot binnen de tus- fchenribbige fpieren indrong, dewyl dit Jangs de verhaalde Knobbel be- nevens de tepel recht inwaards gaan- de , van daar de gemelte fcherpe bloedwaterige vocht loosde , waar heen ook in deszelfs diepte de groot? fte ftekende pyn gevoelt wierd. Ik Zocht met een klein fnymes een klein °nderzoekje van deszelfs diepte te ne- ttien, maar dit weigerde zy, getui- gende dat zy dit niet zoude konnen verdraagen, begerende op de ernftig- fte wys van my te weten, of ik geen kans zag om haar te genezen ? Doch myi antwoord was, dat ife haar be- val het wys en voorzichtig beftier van haar Genees- en Heelmeeiler , of indien zynoch evenwel myndienft ^geerde, dat ik beneifens defe voor- zichtige en wel in de Konft geoef- fende mannen , ook aan haar myn Konft en vjyt wilde hefteden , om, Waar 't doenlyk, haar ter gewenfter Genezing te brengen. Maar dewyl zy airede eenig mis-
noegen tegen haren weldoende Heel- rneeiter had opgevat, als ook , om daE
/ /
|
||||
$fz Verhandeling van de
dat myn antwoord, op haar vraag ,
haar niet voldeed} en ook, om dat eerlang een harde omgewelfde rand rontora de opening zich begon te ver- heffen , met uitzetting des Knobbels, en meerder uitlozing van zeer fcher- pe, dunne, weiachtige vochtigheit, zo onderneemt zy, op d'aanraading van haar vrienden, heel fchielyk na Amfierdam te vertrecken, om haar aldaar (mogelyk met die inbeelding en verwachting , dat een grooter Stad , ook Konftiger Mannen ver- fchaft) 't ging zo't ging, volkomen te laaten genezen. Deze J uffrouw was, voor zo veel
ik had konnen bemerken, meer van een fcherpe flymftof, als met een zwartgallig vocht bezet, ruim veer- tig jaaren oud , een weinig aan de bolle vollyvige kant, wat bleek en vry ongezond van wezen. Zy begeeft haar dan m Amfierdam
onder de handen van den beluchten Borftafzetter Meefter PieterAdriaanft Deze maakt haar, na den aard der voorzichtige Heelmeefters, wel het befte, maar geenfins 't quaadfte be- kent , zoekende (zo my bericht wierd) op
|
||||
Tegètonatuurlyke Gezwellen. 6f$
óp een omzichtige wys, na zyn ver-
mogen, met een afknagend Genees- middel , de verharde verhevene rand rontotfime de opening weg te nemen, maar zulx viel eerlang gantfch anders Uit, en alle de aangediende hoop , van een goed fucces, eerlang in dui- gen j want deze bedrieglyke quaal , dus te veel getergt* Wel haaft uitdê pruilende holte zodanig quam uit te oarften, dat men haaftelyk befloot'de ganfche borft door de handkönft weg te nemen. Zulx dan door den hafldigen Mees-
ter Pieter Adriaanfz^ in het byzyn van de Geneesheeren Galenus Ahra- hamfz,, Petrus Langedult , Meefter Allardus Ciprianus, en andere uitge- Voert zynde, zo is de Genezing wel voor een tyd, ten minften in fchyn, geluckig gevordert: En alles, tot zo verre, Zoo voorfpoedig geheelt , dat in 't midden maar een klei* °e opening is gebleven, als wanneer men goedgevonden heeft, delydfter, dewyi 2y na huis verlangde, weer te laaten vertrecken, daar zy, (vervro- jykt, van wegens den goeden uit- zag) in ^melyke welvarentheit, haar Tl kin* |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
kinderen, vrienden en magen nu weer
befchouwde. Ik hadde te voren voorzegt, dat
nooit de gewenfchte Genezing door de borftafzetting, zoude gelucken , befchouwende dat op de hoedanig- heit van de Kankerachtige Pyp- zweer, dien ik oordeelde, dat tot in de tuflchenribbige Spieren doorgin- gen , en by gevolg door geen wegne- ming van degantfche borft kon wor- den vermeeilert. Als nu was de man van deze al te
vroeg verheugde Juffrouw zelfs den Heelmeefter, die, zo goed als hy kon, de mede gegeven Geneesmid- delen gebruikte , zynde tweemaal , ofte by quaad wéér ten minften een- maal ter week bevolen tot Amfierdam te komen, 't welk ook vooreen tyd niet tegenftaande het aankomende Storm- en Winterfaifoen, wierd na- gekomen, dan eerlang begon nu 'c reftant defes openings, in plaats van voort te fluiten, weer uit te {pat- ten , fluitende in deszelfs verwyde- ring, 't verwydert hart van deze on- geluckige Ifabette, met een zo ge- weldige droeiheit weer toe, dat alk yeri
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 6ff
verkregene vreugt, beneffens hoop
van gewenfchte Genezing t'eenemaal qiiam te verdwynen. Ik moet bekennen , dat ik deze
lydfter, in haar Genezing tot zoo verre herftelt heb gezien, dat maar een kleine verzwering van ruim een dubbelde ftujvers grootte meer ove- rig was, dezelve rood en zuiver ftaan- de, uitgezondert een klein witach- tig plaatsje, waar in dat zy eerft een weinig, en met'er tyd meer en meer ftekende pyn begon te gevoelen, niet tegenftaande dat de gantfche borft » tot zeer dicht langs de ribben afge- zet was: Zy getuigde my toenmaals "öok noch daar benevens, dat die nu dagelyx fteeds vermeerderde , voor- fiatnentlyk als den Meefter tot Am- fterdam dees fpeckige wittigheit met iets, 't weik wat fcherp en bytende was, zocht weg te nemen} in fom- oia, zeer haaft quam dus weer op nieuws , ter zyden de verzwering , een zeer hard, blaauw, loodverwig Knobbelgezwel te voorfchyn, de- welke zich in weinig dagen tot een Ockernoots grootte verhief, trek- kende met een ongewelfde rand, dé Τ t ζ boord |
||||
6$6 Verhandeling van de
boord des zweers, na de zyde des
oxels wederom tot zich , even als voor de borftafzetting gezien was 5 de verzwering brak nu meer en meer op , wierd dagelyx grooter , ver- grootende ook met eenen de ontftel- tenis, fchrik en droetheit van deze lydfter , de man , en de gantfche Maagfchap, te meer, dewyl nu de wel in de Konft gcoeffende mannen tot Jmflerdam, aan de verhoopte ge- nezing t'eenemaal wanhoopte. Nu wierd ik wederom beneffens
den meergemelten Geneesheer Petrus Langeduït by deze bedrukte Ifabella ontboden , en 't volgende by ons 't raadfaamft keurende, haar aanbevo- len , namentlyk, benevens een goe- de manier van leven, de Spaanfche Vlieg, door my te voren haar aan- geraden, en die haar federtop'tflin- kerbeen gezet was, ter dracht te be- houden , een kleine Aderlating op de rechter arm, want zy nu wederom zwanger, en ontrent ter halver dracht was\ te doen, en wyders een on- derhoudende Genezing,' (immers voor zo veel ons doenlyk zoude we- zen) ontrent de borft aan te ftellen: |
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 6 ff
|
|||||
Alles behaagden haar wonder wel,
uitgezondert dit Jaatfle, dewyl zy a! Weer op de volle belofte van een ge- wenlchre Genezing aandrong, maat- huis kon zy van ons niet verluygen, dus vertrekt ze, en geraakt, op ie- mands aanraading, met haar man na een Dorp in 'c Sticht van Utrcgt, dog aldaar by dien Meefter meer onkun- de dan welgeoeffentheit bemerkende, komen ze wederom t'huis, en an- dermaal op reis, na 't Land van Over- maas , daar zy onder de handen van een haar aangeprefene Meeftreilè ver- valt, die haar quaal befchouwende , voort met een volvaardige ftoutheit , veirnetelheit en onbekrompe taal be- looft , dat zy (door Godts hulp) ^aot dit woord gebruiken of liever ftiisbruiken ook deze menichen, deze bedroefde en gepynigde Ifabella vol- komen zal genezen. r ^y» deze te lichtgeloovige men- ichen, (die anderfints voor fchran- Qer ende voorzichtig waren bekend ) door zulke groote belofte tot in haar bedrieglyknet, op hoop van gewin, gelokt hebbende, vangt daar op aan- stonds haar ongegrondde Genezing Ttj aan, |
|||||
êf% Verhandeling van de
aan, en geeft, na eenige dagen ver-
blyvens , de Hulpmiddelen mede , dien zy, t'huis komende, op zoda- nigenwys, als zy hun voorfchreef, zoude gebruiken j belovende haaft , en voorts dikmaals tot Haarlem over te komen, om wyders de kuur vol- komen te vokrecken. Dus quam deze Man , met zyn
vervrolykte _//%//<«, doch die alsnog van uitnemende pyn klaagde, weder t'huis, doende zelfs 't verband, tot dat wel haaft deze vermaarde Mees- treffe Elsje (dus wierd ze genaamt) tot Haarlem overquam, en zelfs het werk met ernft aanvatte, ook fom- wyl eens weer t'huiswaart vertrok , (dewyl zy 't overal diende waar te nemen) geen wonder, want zy ook tot Haarlem al eenige te licht geloo- vige menfchen met ongeneeflyke ziek» tens en quaalen begon te bezoeken , die zy dan ook in haar net gelokt heb- bende , alle beloofden, volkomen te zullen genezen. Önderwyl verloftede elendige I/a*
hella van haar voldraagen Dochter- tje , maar niet van haar quaal, de- welke nu van dag tot dag laDgs hoe meer
|
||||
TegenmtuitrJyke Gezwellen. 6j§
meer uit begon te fpatten , doch
trooften haar deze beroemde Mees- tres Elsje, dat alles, na de gewoon- lyke ontlafting van de natuur, zich beter zoude ichicken, maar de be- kommerde man, als toen ook noch het tegendeel ziende, en my daarop, in 't laatft van January ió"77.byhaar verzoekende, zo heb ik deze ganfeh afgemartelde Ifabella , met weinig krachten, gedurigeKoortièp, nacht- waaking, en uittermaaten vervallen te bedde, ende de gantfche deelen, voornamentlyk 't flinker deel der af- gezette borft met een afgryflyke ver- lorene Kanker bezet gevonden : Pe vervaarlyke uitgroejing van ver- hard blaauw Knobbelachtig vuil ftin- kend vleefch, vertoonde nu weerde groosheit en gedaante van een groo- ts Vrouwe borft, en alles mee harde omgewelfde kanten, alleenlyk fcheen ontrent de plaats des borftbeens noch Wel de Baeefte holte, als ook 't meer- gemelt Pypzweer 5 alles ftond uit- termaaten vervuilt en quaadaardig, niettegenftaande, dat zy nacht en dag door een zeer fcherp fte- kende pyn beftormt wierd, en dat Tt4 % |
||||
66o Verhandeling van de
die (gelyk zy ray klaagde) de gele-
dene fmarte van de Borftafzetting , en deszelfs affnyding ver overtrof, deze afgryflyke quaal wierp nu gedu- rig een zo grooten hoeveelheit ver- vaarlyk ftinkende quaad couleurige vochtigheit uit, en meermaals met een vry fterke bloeding verzelt, dat daar door alle de noch overige le- venskrachten voort wierden verteert en naauwelyx iemand by haar kondé geduuren, de lapzalffter was nu voor eenige dagen na huis vertrokken, dus dede den man het verband, en zulx ook in myn tegenwoordigheit, met zodanig een toeverzicht en behendig·» heit, als of hy zelfs een handig Heel- meefter was geweeft -t doch waren de Geneesmiddelen niet alleen bytende en fcherp , maar ook noch daaren- boven Ettermaakende j zynde een zalf waar onder eenige atknaagende poe- ders fchenen vermengelt te zyn, dit wegvretende , verbitterde en voort- knagende de hoeveelheit des Kankers, dewyl 't de pyn onlydelyk maakte , en 't andere bragt door zyn vettig - heit noch een veel grooter verrotting Voort* Evenwel leefden deze men* fchea
|
||||
Tegemafuurly&e Gezwellm. 6"6º
fchen noch al op hoop, want haar
Meeftres Elsje t nu noch in haar laat- fie vertrek, zo flout en vermetel als ooit in haar belofte geweeft was, Zeggende, dat tot noch toe de kraam en deszelfs nafleep de voornaamfte hinderpaal van de Genezing moeft geacht zyn, doch dat alles nu uitter- niaaten ichoon , ja zeer gewenfcht flond, om haaft te fcheijen, dat die geheele uitpuilende hoogte, waar mede zy de vervaarlyke groote uit- groeijing des Kankers meende, eer- lang van 't gezonde zou komen af te fcheiden, en af te vallen, alwaardat dan voort een goed zuiver vleefch en rontoni heen de voorfpoedigfte Ge- ding zou worden gemerkt. Som* n,a > Ifabella moeft maar goeds moeds zvn> dewyl zy zekerlyk in 't aan- ilaande voorjaar , in April of Mai volkomentlyk herftelt, endevan alle haar qualen zoude genezen en verloft 2yn. En in der Jaat y deze afgetnartelde
Ifabella van Wezel, is niet alleen vol- gens deze vermetele voorzegging , maar ook, gelyk als ik zelfs (alhoe- wel met een ganfeh andere meninge) Ô t f had' |
||||
66ζ Verhandeling van de
|
||||||
ι
|
||||||
hadde voorzegt, op dien tyd van alle
baar elenden volkomen genezen , en uit haar langduurige elende verloft gewordenj want zy ftierf op den 17 April 1Ó77. Kort voor haar dood wierden de voortreffelyke Gences- heeren S'imon van Zyl en PetrusLan- gedult^ den ervaren Heelmeefter Ger· rit Houtwyk, en ik, te gelyk opeen raadpleging by haar verzocht, doch viel nu niet anders te doen , als de pyn wat te ftillen , en d'afgematte ïydfter , door voedende fopjes en hartfterkingen , zo veel het wezen kon, te verquicken en t'onderfteu- nen, tot dat zy eenige dagen daarna door de dood't einde van hare elende heeft verkregen. X.
raar uit f k heb dit geval wat omftandig
Ikikkm' vernaa'c > alzo daar in (myns oor-
gnni^sr, deels) deze Leerftucken worden ge- iz3rizn, vonden. Vooreerft, dat alle Klier- en Knurfgezwellen, voornamentlyk in de borften der Vrouwen en Maag- den, zeer voor- en omzichtig die- nen gehandelt, en dat ook wel by een Ettergezwel en ontlafting van |
||||||
I'egennatuurlyke Gezwellen. 66$
goeden Etter , een boozen Kanker
in de inwendiger deelenderborftkan verfchuilcn , daar op dat alle jonge Heelmeefters wel degelyk dienen ver- dacht te zyn. Ten tweeden, dat men nooit een
volkomen Genezing belooft, in toe- vallen, die eenige tekenen van de na- tuur des Kankers, of van ongenees- lykheit vertoonen. Tenderden, dat men de Kanker-
achtige zweeren, fchoon dat ons noch maar een kleine uitwaifching daar toe mocht noodigen, evenwel met geenfcherpe en wegetende mid- delen aantaft, en daar door de quaal Verbittert en uit doet fpatten , want alle dusdanige booze quaadaardige Kankerzweeren met gemaatigde , Pynftillende en maatelyk droogende maar geenfints met bytende fcherpe afknaagende middelen willen behan- delt zyn. Ten vierden , dat men niet zoo
lichtelyk toC (je borftafzectingkomt, °f om een verouderde en alreeds ope- neen verzworene Kankerquaal, door 't fcherpe ftaal uit te roeyen, en ten eeneraaal weg te nemen , wanneer men
|
||||
éö"4 Verhandeling van de
|
|||||
men alvoorens niet die verzekering
vind, dat men die in zyn uitbreiding en ingeworteltheit, of ook met des- zelfs inwaarts loopende Pypzweren niet t'eenemaal zal konnen bevatten , en zonder iets over te laaten, volko- mentlyk weg te nemen: want alwaar dat ons de Kanker dusdanig niet ver- toont , daar zal een verftandig Heel- meefter (myns oordeels) beft doen, dat hy de quaal na de Konfc onder- houd , en nooit in deze elendige men- fchen de geweldige hand gebruikt , hy moet den Lyder de voortreflyk- heir, de veiligheit en noodzakelyk* heit van't eerile, en de verfchrikly- ke gevolgen, als deze quaal de Hand- greep uitlachr, vertoonen, en zich op de Schriften van alle wel in de Konft geoeffende Schryvers , op de veelvuldige voorbeelden , en op de reden zelfs, vaft en onwrikbaar ko- men te grondveften, immers die, in deze voorvallen, wat fpaarzaam in 't geven van zyn beloften , en voor- zichtig in zyn betrachting word be- vonden, als ook niet al te voorbarig noch onbedacht een anders lyders aan- grypt, zal (zo ik geloof) niet qua- lyk
|
|||||
ftegennatuurlyke Gezwellen. 66y
lyk beraden zyn, en vry meer ach»
ting en Eer behouden en waar- dig zyn, als die, die zich meermaals Zo lichtvaardig, als belpottelyk, in dusdanige quaalen , om eer, groot gewin, endenaam van beroemt te verkrygen, een ruukelooze fnyding komen aan te vangen. Ten vyfden, dat men tegens het
fluiten van alle dusdanige Kanker- achtige zweren , dewelke groot , langduurig , hol, of quaadaardig mochten geweeft zyn, ook als dan voornamentlyk de behoorlyken yver en toeverzicht niet onderlaat te ge- bruiken, die door nalatigheit niet te klein gemaakt zyn: want ook alsdan, deze zweren, wel meeft 't weer op- breken onderworpen zyn , zoo als met alleen de reden , maar ook de ondervinding ons leert, want door'c vereenigen en fluiten van een zo ver- ouderde opening, waar door de na- tuur des lichaams afaardig fap en on- gezonde ftoffe nu dus lang ontlaft heeft, zal zeer licht (wegens 't op- ftoppen, en tegenhouden van die ge- .Ul?rig uitvloeijende fcherpe voch- tïgheit) niejtegenftaande daartegen» be«
|
||||
ϋ66 Verhandeling van de
behoörlyke middelen zyn aangewend,
geworden, eerlang fchrik, Koorts, pyn, uitvloejing , en aldus by ge- volg 't weer opbreken van 't toeval, de hoop van de zo lang gewenfchte Genezing t'eenemaal doen verydelen, waar op dat mogelyk een neerflach- tigheit zal volgen, zo pynlyk voor de Geeft, als hinderlyk tot de her- flelling des lichaams, veel liever dan zelfs zo met de oogen als handen ge- yvert, tot dat de Genezing volko- mentlyk mochte gelukt zyn, of im- mers, tenminften tot dat alle gedane vlyt, deKonften 't gemoet des Mees- ters hebben genoeg gedaan. Tert zesden, zien wy in dit voor-
val de godlooze vermetelheit van de- ze ftoute lapzalffter, die (recht na den aard der Quakzalvers en bedrie- gers) zo lichtvaardiglyk deze quaal aangreep, en beloofde volkomentlyk te genezen : Betoonende daar door genoegfaame teekenen van haar on- kundigheit en onwetenheit dies aan- gaande, en meteen haar ftoute be- drieglykheit, niet overwegende, dat tot Genezing dezes Lyders, zo veel yoortreflyke mannen dus vruchteloos had·;
|
||||
Tegennatmrïyke Gezwellen. 66y
|
|||||
hadden gey vert, begaande noch daar
by zodanige plompe fouten met haar verkeerde middelen, dat wy ons over de floutheit van dit moortdadig wyf, niet minder als over de lichtgeiovig- heit van de man deslydfters en'tver- Val der Konft, ook in dezen mee re- den moeiten verwonderen. X I.
f. ' ' f
't Is wel waar, dat in de zwaarfte n*tde
gevallen, ookdegewichtigfte hulp- Sm»- middelen worden vereifcht, maar de- Unmat Ze moeten ook niet anders, dan daar UcUve^- \ behoort, en als dan ook kloekmoe- <#?»*««» diglyk uitgevoert worden : De ge-jjy^Jgw weldige hand moet aan geen toeval úíç geflagen , als daar de noodzake- lykheit en reden, ons ter liefden en tot behoud onzes naaften, ons drin- gen, zelfs harde middelen te gebrui- ken , als d'andere vruchteloos worden geoordeelt. XII.
. "^en moet met alle vereifchte voor- nat een
zichtigheit wel overwegen , of aeK0nfioffe' Kanker door de Handgreep volkoo- £^ «lentiyK kan worden weggenomen , »»» licks- |
|||||
66$ Verhandeling van dé
|
||||||
vitrdigm of niet, en In dezen komt het voor*
dit geval naamentlyk op des Heelmeefters wys moet toe· en voorzichtig oordeel aan, die niet ■aa~- door de baatzucht beheerfcht, op 't aandringen van andere, otn de Kaa- kergezwellen door de Handgreep weg te nemen, 't jawoord moet ge- ven, daar by de quade gevolgen en de doodelyke uitkomften zekerlyk te gemoet ziet, veel liever tydig, daar hy zyn goede raadgeving niet gang- baar bevind, zyn affcheid nemende, als toe te ftemmen , tot zulx , het geen 't gemoed van een eerlyk en wel geoeffent Heelmeefter onmoogelyk goed kan keuren. XIII.
te» Aan· Hier van kan uit meer andere dit
wrkjngen eenige ten voorbeeld dienen. Twee mvüLit. Zoontjens, Tweelingen, van zeker Koopman, bevond men beide onge- meen groot van hoofd, en vochtig van herfenen te zynj doch het een muntte boven 't ander uit, inzonder- heit door een gebrek in het oog , waar vanwy dit volgende zullen ver- toonen. |
||||||
De
|
||||||
Tegennatmrlyke Gezwellen. 669
|
|||||
De Moeder (zo my bericht wierd)
Was in haar zwaar zyn in de Kerk dikmaals niet ver van een quantje af- gryflyk van Aangezicht, door een vervaarlyk ooggezwel, gezeten ge- weeft, en deze wel mogelyk meer als goed was beglurende, vond men ook ingsgelyx des Kinds rechter oog , grooter en harder, dan des deels ge- fchiktheit toeliet, 't welk na eenige weken in grootheit aangroei jende , ook met een zo zwak en ontfanklyk is bevonden geweeft, dat eerlang °ntiteking , pyn , toevloejing der vochten , en meer afgryflykheit dat deel des aangezicht t'eenemaal heb- ben ingenomen. Den Geleerden Geneesheer Jo-
hannes Vlakveld, daar by verzocht zynde, ordonneerde, beneiFens een goede manier van leven, ontrent de Min, en voor 't Zoontje zodaanige Middelen , dien hy tot verfterking van de Maag, Herfenen, en 't Oog, noodig keurde > en dus verliep een geruimen tyd, totdat eenLapzaJver ( want dit foort van menfchen, by de neuswyzen, al doorgaans, de voor- tocht verkrygen) aan dit Kind de V y ver- |
|||||
670 VerhanMiag van de
vermetele handen geflagen hebbende^
dit pynlyk oog met fcherpe midde- len zo fel aangetaft heeft, dat wel haaft des oogsvliefen dervoegen zyn uitgezet en opgefpannen , dat die recht in de ftraal, met verlies des Ge- zichts en uitftorting der vochten zyn open geborften. Dezen Bedrieger 't ontfnapt, den
Geneesheer ontboden , en haar ge- woone Heelmeefter daar by verzocht zynde , zo hebben die beide een tyd lang, de onderhoudende Genezing betracht, fielden ook (want nu dit Zoontje al ontrent twee jaaren oud was geworden) een Spaanfche vlieg in de nek, dewelke men, tot afwe- ring der fcherpe vochten, na't ly- dendedeel, ter dracht behield, dan zulx , en alle de gebruikte plaas- middelen konden geenfints beletten , dat dit verhardde Gezwel des Oogs van dag tot dag niet meer en meer in zyn wangeftalte en grootheit toe- nam ; dies beiloot men, zo wan- neer 't do^nlyk mocht geoordeelt worden, door d'uitfnyding, dit af- gryflyk oog t'eenmaal in zyn grond en beginfel weg te nemen, danzulx 05
|
||||
Tegennattturlyke Geztaetteri. €yi
de Ouders aangedient zynde,befloot
lïien noch eenige dagen te wachten: Eindelyk wierd ik daar by verzocht, 't toeval my vertoont, en naverhaal der zaaleen, myn raad verzocht: Ifc oordeelde terftond, dat dit toeval zo oud als 't kind was, en niet alleen tot in de diepfte grondpkats des Oogs, maar tot in de Hcrfenen was gewortelt, zo dat vry meer een fo~ bere uitflag te duchten, als wel de gewenfehte Genezing door de uitfny- ding kon worden verhoopt 5 doch overmits in de grond van dit Oog , de hals des Gezwels na de form des deels fmal toeliep, zo kon men de uitfnyding wel ondernemen j te meer, dewyl de wyd ope nftaande ooglche- len noch onbefchadigt wierden ge- keurt , en anderfints, niet alleen zwaarder elenden , maar de dood onvermydelyk moeit verwacht zyn, doch evenwel de Handgreep niet te ondernemen, als onder voorzegging, dat 2ulx j als noch het eenigfte middel tot behoud des Kinds, doch onzeker van de uitkomft, moeft ge- acht zyn. |
|||||
yv.ê . Μ
|
|||||
572- Verhandeling van de
Ik bevond dit bedorve oog niet al-
leen, als gezegt is, van 't Gezicht berooft, maar ook dermaten gezwol- len en opgefpannen, dat tot buiten zyn holte uitpuilende, degroote van een niet gebolderde Ockernoot ry- kelyk konde behalen, wezende t'ee- nemaal hard, knobbelig en bruinag- tig blaauw , droevig en inwaards zwartachtig rood van couleur ontrent de omtrek vanden regenboog, doch die men niet meer konde bekennen , als ook het bind vlies voorwaarde t'ee- ncraaal verfworen, gevende een quaad- aardige fcherpe vochtigheit van zich, d'Oogleden ver van malkander ilyf open gefpalkt , maakten te grooter verfchriklykheit in 't aangezicht. De Vader, den Oom, enz. maar
niet de Moeder, die nu. weer in de Kraam lag, 't voornemen bekend gemaakt zynde, als ook het gevaar van het Kind , 't zy, hoe dat wy deden, zo heeft men 't kind des an- deren daags in een Buurhuis befchikt, en op de fchoot van een fterk man gezet, 't hoofd, de armen, handen en beenen door onze dienaars wel la- ten houden, en daar op met onze In- ftrw-
|
||||
Tegematuurïyke Gezwellen. ó"7|
ftrumentjes, daar toe bequaam , de
onder- en boven fte oogfcheel , zoo Veel 't raadfaatn en doenlyk was , Van malkander gevoegt, terwylMr. N. N. als de luiden haar gewoons Heelmeefter, met een daar toe ge- fchikc krom mesje , na 't deel ge- fchikt en deszelfs aftekening by Fa- britius Hildanus, in zyn Eer β e Deels eerfie Obfervatïe te vinden , zulx langs de loop van 't bindvlies in- brengende, 'c gantfche gedeelte van 't oog tot in zyn grond en begin- fel, ontrent de uitfpruiring der Ze- nuwen desGezichts volkomen en be- hendig heeft uitgefneden en wegge- nomen. De bloedftorting was (volgens
onze verwachting) niet gropt, even- wel hadden wy kleine ronde gerolde Steekwiekjes vaardig, die wy in een "vveinig Eiwit genat, en in een zacht bloedftelpend poeder gewentelt, in- brengende daar mede licht des deels bloeding ftempte: De Oogleden wa- ren door deze Handgreep onbefcha- digt gebleven, die wy nu, als ook 't voorhoofd, de flaap des Hoofds, Vv 5 de |
||||
ëy4 Verhandeling van de)
de rechter Wang, den Hals, enz;
met befchermende middelen bezorg- den, endaar op 't lydcrtje ter ruft gevoegt zynde, de ftilte aanbevoo- len. Des anderen daags verftonden wy,
dat men in 't lydertje fomtyds ee- nige Zenuwtrecking, in de flinker- öfte gezonde zyde des Aangezichts hadde befpeurt, vonden het pols- je wat Koortfig, het Kindt wat fchrikachtig, enz. het welk ons alles (dewyl de affnyding zo dicht aan der Vliefen en Zenuwen oor- fpronk, de Herfenen, gefchied was, niet vreemd voorquam , 't verband losmaakende, vonden wy de Oog- fcheelen een weinig opgezwollen , inwendig alles taamelyk wel, en- de de wiekjes, en opgeleide Druk- doeken , met een vry fcherp dun weiachtig vocht doordronken. Wy hebben daar op de ronde gerolde wiekjes , met dit volgende Diges- l tyf Zalfje zynde befmeert, op de iachtfte wys in de holte des Oogs gelegt. |
|||||
T£. The-
|
|||||
TegennatuurJyke Gezwellen. 6jf
|
|||||
[ Jfc Therehinth. Venet, Lot, in Aq,
Betonic. %] L Gumm, Elemn. Jij Difoh. 'm 01. Rofar, §â
'Vitell, Ovon No, j Croc, Opt. 3j m, f. Digeflivum,
De Oogfcheelen met een zachte
wiek, in warm roofe water genat, en voorts de zyde des aangezichts weder als voren beforgt, de Spaanfe vlieg, om den aanpars der fcherpe Vochten van 't lydende deel aftewe- feq , ter dracht behouden , zacht voedfel, en al wat kon tot zyn Ge- nezing dienen, aanbevolen, en wat fchadelyk was, verboden. Evenwel behield dit Kind noch al '
eenige dagen een gedurige Koorts , uit de holte des uitgefneden Oogs quam fomtyds wel wat beter Etter- dracht, maar die ook fomtyds wat bloedig was, voort, zo dat wy ons JDigeftyf zalfje dusdanig hebben ver- andert Ijj, Thereb'mth.Lot. in Aq.Betunic.%}
Gum. Elemn. gj • Difgfo, in 01. Rofar, ^ij VT4 ÑÖ*
|
|||||
'6j6 Verhandeling van de
Pulv. Rad. Arifloloch. Rot,
R.ad,irid,¥lorent.an.'$i 1 Myrrb.
Maflix. an, "§â
Thuris. 3j
Viel. Rofar. gj f ir. Vin. 3 â . m, f. Digeft'tvuml
Nu kregen wy een gemaatigder
dracht, de zwelling derOogfchelen minderde, zo ook die des aangezichts, enz. de Koortfen naamen meer en. meer af, een vaft, goed , fchoon , rood, zuiver Vleefch, bevonden wy uit de diepte des oogs voort te ko- men: Wy begonden te fpreken van eerlang een Glaafen Oogje daar in te voegen. In 't kort, de Genezing fcheen gantfch na wenfsh volkomen gelukt en voltrocken te zyn , dat ik ontrent veertien dagen na de uitfny- ding des oogsmyn affcheid genomen heb , laatende de vordere toe ver- zicht aan de ordinaris Heelmeefter , die voor my 't Kind hadde waarge- nomen. Het leed ontrent een Maand hier
na, dat ik andermaal by dit Zoontje verzocht ben geworden. Nu vond |
||||
"Tegennatuurlyke Gezwellen. 6ãã
ik het wederom in een geduurige
Koorts, en met een zeer hard blauw couleurig Gezwel in 't Aangezicht^, even onder 't benedenfte Oogfcheel des weggenomen oogs bezet, wel- kers beginfel en oorfpronk inwendig tot in de holte des oogs doorging , ik lichtte de oogfchelen open, ea vond daar het zelfde, namentlyk een harde vleefchachtige uitgroejing ko- mende ( zo genoegfaam kon worden bemerkt) uit de Herfenen voort, 't Gezwel des Aangezichts had men al in 't begin (zo als den Heel- en Geneesmeefter my betuigden , mee de vlym ) geopent, dewyl zy het voor een bloedvin of een Ettergezwel- hadden aangezien , doch was niet anders dan een dun fcherp wei daar uit voortgekomen , ook had men de opening ( dat nu wyd gapende en fpekachtig ftond) niet wederom kon- nen fluiten, en daarom flond men nu als op 't point, om dit Gezwel des Aangezichts door 't fnyden weg te nemen, verzoekende, dewyl dit na haar oordeel gevoegelyk konde ge- fchieden, en dat geen groote bloed- yaten die werk verhinderde, myn Yyf goed-; |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
goedvinden en hulp; doch ik koö
deze Handgreep, even als 't eerfte, gee nfints toeftemmen, dewy 1 ik oor- deelde, dat alles tot in de Herfenen zynde ge wortelt, het onmogelyk in en met deszelfs beginiêl zoude kon- nen worden afgezet, en deze Ge- zwellen Kankerachtig zynde, zo als wy zekerlyk moeiten gelooven, wat dat dan van't fnyden anders kon wor- den verwacht, als dat men een veel grooter gemaakte quaadaardige en on- geneeflyke Kankerzweer hadde ver- wekt, die met een verbitterde ver- rotting , ftank en wegvreeting der deelen des Aangezichts , 't lydertje ftont te verilinden, men voerde my hier op te gemoet, Wat dat dan te doen ftond? Myn antwoord was, op de allervoomchtigfte wys te onder- houden : Daar op wierd my weder toegedient, dat het Kind dan nooit zoude konnen worden genezen, maar ellendig fterven. Ik wederom, dat zulx onvermydelyk was te verwach- ten , en dat zekerlyk 't fnyden 't ly- dertje (boven deuitgeftanepyn)noch al veel elendiger ftond te tmaken , dewyl door de Handgreep des quaals oor-
|
|||||
Tegennatmrlyh Gezwellen, 6j?j
oorfpronk, beginfel en ingeworteit-
heit onmogelyk konde weggenomen Worden , enz. Doch dewyl ik nu 2ag en merkte, dat men vaftelyk tot Qe uitfnyding fcheen gefchikt te zyn, en zelfs de Vader ook daar toe zyn genegentheit toonde, zoo hebbe ik (my beleefdelyk verfchonende, myn affcheid genomen , hier op ontbood men Meefter Pieter Adrimnfe van ■dmfierdanti die ophunlieder vertoog en voorflag, 't fnyden toegeftemt hebbende, ving men zulx aan, en fcheen de Genezing daar op, doch maar in't begin, wonder wel te ge- mcken, maar eerlang rezen weder- om Hardgezwellen uit de grond des o°gs, en uit het hol der uitfnyding, en daar rontom heen zeer harde, bruin blaauwcouleurige omgewelfdc kanten , die genoegfaam de onge- neeüykheit dezes Kankerzweers, en der zo diep ingewortelde Gezwellen vertoonden , waar op wel haaft de voortlooping, uitbreiding, wegvre- tmgder dcelen des aangezichts, de PVn, ongeduurigheit, Koortfen , Z-enuwtreckingen, enz. als ook de ?ervaarlyke verrotting en ftank, 20 mer-
|
||||
>58o Verhandeling van de
merkelyk groot wierden, dat men 't
elendig lydertje, om de Moeder niet: al te veel te verbazen, tot buiten de Stad in de afgelegentheit verplaatfte; tot dac het wanneer de wegrotting en de wegvreting nu mond, hals en keel beftormde, door de dood tot in de eeuwige rufte verplaatft is ge- worden. Wy moeten geen jabroers, om 't
geen oris de reden en ondervinding verbied, laihartiglyk toe te ftemmen, noch ter behaaging van mannen van aanzien ons Gemoet bezwaren, veel min om vuil gewin of om naam te verkrygen, lichtvaardig een Hand- greep , zoo onnoodig als pynlyk en rampzalig voor den elendigen komen toe te ftemmen of aan te vangen de voor- en omzichtigheit , medely- dentheit, konft, raad , wysheit en Chriftelyke befcheidentheit, moeten onze Gezellinnen zyn , maar nooit de wreedheit, fnyluft , noch beul- achtige onbarmhertigheit ons doen uitmunten als dappere mannen. On- zen goeden naam word wel door de ftraxgenoemde deugden , maar niet door wreedheit verkregen, veel min ge-
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 68*
Inzegent, en daarom veel liever eeri
goeden naam, een goed Gewifïè en Gods Gunft behouden, alsdevrient- fchap der zulke, die zo lichtelyk 9 even als hedendaags by veel nieuwej doch onbefonrié Konftbaièns de mo- de word, de arme menfchen zo beuï- achtig te fnyden en te kerven, zelfs daar Konifc en behendigheit het an- ders , beter, koniligcr, en veel veiliger weten te fchicken, ende öntwyffelbaar zoude konnen verrich- ten.· ■ ■ , XI V.
Gelyk als een vruchtelooze uitiby- nat tm
ding der Kankergezwellen dié km™rouderê
öoen uitfpatten, zo dat dit KruidjeZwelfilL·
roer my njêt>t dus getergt, wel door- /χ door
gaans rontom heen de naaft aangele-i<?»/^r^
gene deelen, en zelfs den armen \y-ï™ utt~
j ι 1.1* · Jpat ten, der wegrukt en vernielt, zo Ziet men Wrd ^,0/
ook wel door fchrik, omft^ltheit en *-"·*,<>£«- toorn, een lang, ömgedraagen Kin-Val^néé' •^ergezwei, zeer fchieiyk uitbarften,™'''·^- en als een verwoedde Wolf het alles verflinden : Du volgende voorbeeld zal uit meer andere zulx kort konnen beveiligen. X X Saar"«
|
||||
681 Verhandeling van de
Saartje Jansy Getrouwde Vrouw ,
en Moeder van houwbaare Kinderen, zowel melancolyk, mager en fcbraal van natuur, als door tegenfpoed, had pu al een goed getal jaaren een vry groot 5 verhard , blaauwcouleung Gezwel, zeerpynlyk, in haar rech- terborft omgedraagen , en op veel moetgeving weinig trooft, en geen hulp verkregen , wanneer ik einde- lyk met den beroemden Geneesheer Simon van Zyl-> tot haar hulp ver- zocht , haar in een fobere toeftand vonden , want zy door een onver- wachte overkomft der Pachters, de- wyl zy Bier verkoeht, uittermaaten verfchrikt, verftoort en ontftelt ge- weeft zynde, en daar door de ver- brande fcherpe Galftof en 't Bloed zo hevig ontroert, is zulx in een zo ongeregelden overvloed na de bedor- ve borft gevloek', dat niet alleen de groote maar ook de kleine bloedva- ten , zo geweldig zyn opgezwollen en uitgezet , dat door de hollende drift, opgifting en fcherpigheit des bloeds, haar ontfluitende , 't zelve tuiïchen de Klieren en Spieren der borft allerwegen diervoegen is inge- dron»
|
||||
Ïegennatuurlyke Gezwellen. 683
drongen, dat alles in weinig uureri
verfchrickèlyk opgezwollen en opge- vuld zynde, nu klaar genoeg de ge- vaarlykheit des toeftands van den ly° der vertoonde. Wy, voor d'eerfte rhaal by haaf
komende, vonden haar uittermaten verzwakt, meteen geduurige Koorts droogen hoeft, korten adem en on- gedüurigheit bevangen : Zulx ge- tuigde ons haar gevaarlyke toeftandj' maar als wy de borft bezagen , die verzekerde ons haar haait aanilaande dood, want die vonden wy niet al- leen ongemeen groot en opgezwol- len, maar ook aireede met een ver- vaarlyke verfterving ingenomen, en ^aar van een pgroot gedeelte rontom den tepel glinfterend , blinkende , zonder klopping , zeer mtirw , en als op 't uitbarften, zynde bruin s; 2,wartachtig , blaauw van couleur , hier was 't gevoel t'eehemaal ver- dwenen , dan Wat verder rontom neen was de pyn onverdraagiyk groor,< en breidde haar met een geweldige ipanning, ontfteking, enz. totover het rechter Sleutelbeen üit, als ook tot in den hals, tot onder den oxel, . 'Xx 2, enz» |
||||
684 Verhandeling van de
enz. daar op wy de vrienden haar
haaftige dood voorzegt, de fobere krachten zo veel doenlyk onderfteunr, een verfterkende pap over de borft gelegt, behalven dat wy tegen ront- omgeloope dicke ftupaden in Spiri- tus Vini gedoopt, of in 't doorbre- ken een fchiely ke bloedvliet ontftont, aanvoegden : Wy waren dan haalt genootzaakt de pap na te laten, de- wyl de borft rontom de tepel, daar zy verrot was, opbarftende , even gelyk wy zekerlyk verwachtte, eeri geweldige bloeding ontftond, die door de geweldige drift en aanpars des bloeds, ('t welk dun, verrot en ais water, en waar van de gantfche borft opgevult zynde) zo hevig was, dat wy genoeg te doen vonden, om met dicke Stupaden, bloedftempen- de poeders, drukdoeken , en goede bindingen met lange zwachtels, die te bedwingen ·, onderwyl nam de verrotting in twee a drie dagen zo- danig de overhand, als ook de Koorts, de flaauwtens, de zwakheit, enz. dat wy in de twee laatfte Etmaalen haar geeniints meer dorften verbin- den, alzo-de borft t'eenernaal in zyn ver-
|
||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 6 Sf
verrotting van malkander open ge-
bariten, de uitftorting van 't bloed, haar onder onze handen zekerlyk zoude hebben doen fneuvelen, gelyk zy dan zonder verband meer aan haar te doen, Godzalig in den Heere ge- ruft is. Wygeloofden, dat een verborgen
Kanker, onder die vorige hardigheic al een geruim en tyd poli gevat heb- bende, aldaar zyn voedfel en fchuil- plaars gevonden heeft, en des te meer alzo deze Vrouw nu dien ouderdom quam te bereiken , dat de gewoone Maandftonden begonden op te hou- den, waar door't zwartgallige bloed vermenigvuldigt, verhit, verbrand, verrot, ongebonden, en eindelyk toe ienynigheit uicgefpat zynde , een overvloed van quaad fap aan dit ge- brek verfchaft heeft, en nu door de voorverhaalde krachtige Gemoedsii· drift· als daar zyn toorn en gram- fchap s wyders ontroert , getergt, aan 'c hollen, en dus door een fter- ke drift der woedende Galirof tot de<- ze Kankerachtige borft, op een krach- tige wyze ingeilort zynde, en de natuur daar heen haar ontlafting zoe* Xx 3 ken« |
||||
06 Ferhmdeling "jan de
leende, zo is de ongematigde bloed-
ftof zeer licht door zynGitting,uit- bruifing , en aanpars voortgeftuwt zynde , en dus de mondekens der bloedvaten door 't quaadaardig, fe- nynig, bytend en verrottend vocht des Kankers, alreeds verwydert en ppgefcheurt wezende , alom heen Zeer verward buiten zyn vaten tot de borft ingeftort, en dit met zodanig een furie , dat ook eerlang, als ver- haalt is, de huit rontom heen verrot en opgefcheurt zynde, zo bezwaar- lyk ja onmogelyk deze geweldige bloeavliesis te ftutten geweeft, heb- bende zulx of een doodelyke bloed- vloed , of een onvermydelyke verfter- ving moeten veroor^aaken. Hier zien wy dan in den zwacken
menfch de krachtige werking der on- geregelde bewegingen en Gemoeds- drift , en de verfchrickelykheit des Kankers, wanneer die aan 't hollen raakende , tot de verfchrickelykfte furiën komt uit te fpatten: Elendi- gen menfch, dat gy uw zelfs recht kende en kond bedwingen, watzoud gy geluckig zyn: Daar nu in tegen- deel , door de onkunde uwes zelfs, en
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 687
en d'onbedwingfaamheit uwer Ge-
moedsbewegingen , zo veel ramp- spoeden u overkomen en ongeluckig maaken, zo dat zo veelderhandever- fchrickelyke elenden , uw leemen- hutje zeer haaftig en dikmaals op 't onvenvachtfte ter neer doen Hor- ten. Op den 2.0 Junius iöpz.quameen
ruim vyftigjaarige Geeftelyke Doch- ter , of Klopje, (zo men die tot Haarlem noemt) wezende droefgee- ftig, hardhoorend en koud van aard, tot mynent om raad: Zy toonde my een zeer verhard, veroudert, biaauw Knobbel - Gezwel, waar mede de gantfche borft vo'lkomentlyk was in- genomen , alleenlyk waren de Klie- ren des oxels noch onbefchadigt, en kon ook de borft noch gevoegelyk van de borftfpieren byzonderlyk op- gelicht, en over en weder gefchor ven worden, zo dat zulx de"~beq.ua- me gelegentheit tot de afzetting ver- toonde, mdien niet haar ganfeh zwak en fcheurbutig Geftel, her tegen over geftelde had vereifcht, den wel in ^e Kon ft geoefFenden Geneesheer Werkhorfi had haar tot mynent ge- Xx 4 ' zon» |
||||
ä8§ Ferhandeling van de
zonden. Wy fpraken malkander en
befloten door onderhoudende midde- len zo in- als uitwendig haar te be- houden zo lang wy konden, en geen- fints , om haar zwakheit en onge- zonde geftekheit de Handgreep te ondernemen , een goede manier des levens, zachte weeklyvigmaakende middelen, en wat tot verfterking van de krachten, enz. dienden, wierden haar met ernft aanbevoolen , en op de bedorvp borft deze plaafter gé- legt: ø, Empl, de ranis. hum Mercur. î}
jDiapomphoItg. 3;â m. ƒ. Empla/irum,
Deze wierd om de drie dagen ver-
yerfcht of vernieuwt, dan zulx een tyd lang duurende, zo is zy door het aanraaden van haare vriendinnen na Amfltrdam by eenige van de vermaar- fbe Heelmeefters geweert, doch mee ^atbefcheit wederom t'huis gekomen, dat zy met het gebruik van dusdanige plaafters moeft valharden, en dat niet anders konde noch mochte gedaan ayn : Daar mede zy haar dan zelfs yoort waarnemende, zo heb ik haar voor.
|
||||
TegennatuurJyke Geztvellm, 6E9
voor een geruimen tyd niet meer
vernomen, gelovende dat haar quaal, (dewyl haar borft wanneer ze. d'eer- fte maal tot my quam , ontrent de Tepel al op het doorbreken itond , haar t'federt in het Graf gerukt Jhadde. Doch op den 28 Junms ió*p4.
wierd ik. weder, daar zy woonde , tot haar , met een wondere haafr. » verzocht: Nu vond ik haar borft, met een geweldige uitftorting van bloed vervaarlyk open gebarfcen, al de Klopjens, haare Gezuf.ers , zeer ontfteld en verbaafr, en door dit al- les de iydfter op 't alderfchielykfte ten uitteriten verzwakt , evenwel hadden zy noch de bloedvlied voor 't meerendeel met fervetten en doe- ken geftoptj terftond heb ik die wel vorder door een Steek wiek in eiwit εη ons bloedhempend poeder gedoq- pelt, geftemtj snaar fomvvyï is die wel eens weer fchielyk ontfprongen, Want in den tyd van vier a vyf dagen wierden meeft al de verrotte Klieren (genoegfaam de gantfche borft uit- Hiaakende) uitgeworpen, zo dat de ^uitenfce huit, voor zo veel die noch , Xx f on* |
||||
6"po Verhandeling van de
|
|||||
onbefchadigt was, ons een vervuilde
holte, tegen de borftfpieren vertoon- de : De bloeding was ik nu t'eene- maal meefter geworden, en wy be- gonden wederom eenige moed tot haar behoudenis te fcheppen, beve- lende haarden HeerWerkhorfl debe- quaamfte hertfterkinge, die zy beft konde gebruiken, en ik kreeg door 'c gebruik van deze volgende bet- ting, ø. Spir. Vin. %v
Ñulv.yiyrrh. Maftiche «»,Biv
Therlac. üptt jij m, f. Lavamentum*
In deze vervuilde en ftinkende hol-
te, vermindering van de verrotting en wat zuiverder grond , door een vierdubbelt gevouwen Servet om de rug, en dus over de boefem de bin- ding maakendej maar dit alles niet- tegenftaande, zo begaven haar de eetluft en krachten, en wy konden niet beletten, dat een gedurige Koorts flaauwtens en fluimerflaap, haar op den 10JUI1US1694. tot in deeeuwige ruft heeft doen verhuizen. - In |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 6$l
|
|||||
In alle dusdanige vertoonde Kan-
kergezwellen zal men dan wel op de krachten letten, en geenfinrs de ge- vaarlyke fnyding toeftemmen noch onderftaan, maar liever de veiligfte Wegen inikande, die voorzichtïglyk onderhoudende , gebruikende zulke middelen , dewelke (immer zo veel het doenlyk zy ) dit holziek paard bedwingen, en daar maar alleen d'uit- fnyding doende, daar dit Gezwel met Zyn beginfels, wortels en tacken, zo in zyn uitbreiding ais Grondplaats volkomen en veilig kan uitgeroeic worden, anders zal koften, moeiten, geledene pyne, en daar by de gege- yene hoop, niet alleen vruchteloos komen uit te vallen, maar ook het quaad en d'elenden veel zwaarder ais eer men de fnyding beftaat, bevonden worden. XV.
Zeer gelukkig heb ik die, zonde/ Dat ie
opkomit van eenig toeval, uitgefne-onderhou- ten , en yolkomentlyk uitgeroeit, f"^"' wanneer die my zo, gelyk ftrax ver-meefitn tyd toont is, zyn voorgekomen, ander-bëtbefieïs. fincs heb ik. dezelve liever doof een on-
|
|||||
6<jz Verhandeling van-de
|
|||||
onderhoudende Genezing willen be*
handelen , en ik mag wel met waar- heit zeggen, dat ik al meermaals meer op deze wys uitgcrecht heb, als an- dere die 't 1'nyden zo licht onderfton- den. XVI.
Ken onver- Eens , en nooit meer , is 't my
wachte gebeurt, dat ik niet anders beoogen- snezjng, ^^ ^ een onderhoudende en volko- men Genezing in een verouderde, en (myns oordeels) waarachtige Kan- kerzweer heb aangetroffen. Deze quatn my voor in eea bejaar-
de Vrouw, by de feftig jaaren oud, wezende vry Gal- en bloedryk , fchrander, wat haaftig, en, die haar niet licht door lapzalvers liet bedot- ten, in 't kort, een wackere bazin, deze vertoonde my een al van over- hing open gebroken en zeer pynlyk Knobbelgezwel in't aangezicht dicht by de neus, met blaauwcouleurde verharde omgewdfde kanten , wel- kers holte niet anders dan een fcherpj, dun , waterig vocht uitloosde : Ik heb haar quaal een geruimen tyd be- kandelt , zo met de Geneesheeren Je,
|
|||||
Tegematuurlyke Gezwellen. 0*03
JohannesFlakvdt, JohanmPvan En-
tgn j als andere, en zy ook met meer andere Heelmeefters ( ook fomtyds buiten ons weten) raad gepleegt,doch die alle zyn (volgens haar eigen ver- haal) met ons van eene gedachte ge- weeft, namentlyk dat haar quaaleers ongeneeslyke Kankerzweer was, de- welke onder een wys en voorzichtig, beftier, behoorlyk onderhouden, en zo veel doenlyk, in zyn uitbreiding, verhindert moeit worden, enz- Echter, niettegenftaande alle ver-
eifchte vlyt, zo ontrenteen geregel- de manier des levens, inwendige zui- vering en Dranken , Salfa parUU , China, enz. als uitwendige Hulpmid- delen daar toe aangewend zyndc, bebben wy nochtans geenfints kon- nen beletten, dat het zydelykfte ge- deelte der neus, en de daar naait aan gelegen deelen des aangezichts meer cn meer aangetalt en weggewreten zYn geworden , zo dat deze vuile Zweer al een vry groote rondte be- floeg, en ons deede vreezen, dat ne- derwaarts de bovenfte lip , of op- waards de benedenite oogicheel zou- de aangetaft en-weggenomen hebben» fcher-
|
||||
6"P4 Verhandeling van de
fcherpe plaatsmiddelen mochten wy
niet gebruiken, om dat als dan meer Verloren als gewonnen wierd, ook was zy zo eenzinnig, en daar by nog zo hovaardig, dat zy het over daggeen- fints begeerde gebonden te hebben , maar met een zwarte plaaiter over de wiekjes bedekten, ook wilde zy geen middelen meer gebruiken, maar wel dat ik voortaan alleen haar welftand bezorgde, zeggende, dat onzen lie- ven Heer machtig Was, haar tegens myn en ieders opinie te genezen ^ on- derwyl.kreeg zy een Gerechtsgefchil met haar naait beftaande vrienden , waar door zy (als van zich zelfs zeer haaltig en oplopend zynde) veel on- ruft , ontfteltheit , en Gemoedsbe- weging moeft uitftaan ; ik zoche haar een Spaanfche vlieg , om de ontroerde vochten van 't quaal af te leiden,' op den arm te zetten, maat zy wilde geenfints , zo dat ik nu , niet zonder reden, wel 't aldermceft bevreeft ben geweeft, dat dit hard- neckig en voortvretend quaal tot een gantfch önbedwingelyke groothei* zoude komen uit te fpatten . E- venwel zyu de zaaken t'eenemaai an«
|
||||
Fegennatuurlyke Gezwellen. 6gf
anders uitgevallen, want zydoormy
onder den Genadigen zegen des Al- derhoogften, in't midden der groot-, fte onruften en beroering des Ge- moeds volkomen is genezen is gewor- den. Ontrent drie jaaren heb ik myn
Zorg en plicht aan haar befteed s en met vericheide middelen , die men gewoon is op Kankerachtige zweren te gebruiken, hare verzwering waar- genomen. Watertjes quamen hier niet te pas , om dat een vafthou- < dende Diapalmplaafter, zonder bin- ding , de platte wieken moeit aan- houden en decken 3 doch 't hielp veel, dat zy het met een Druk- doek , en de vingeren doorgaans, Wanneer zy binnens huis was , ne- derwaards drukten , het Zalfjen , daar ik my onder meer anderen beft oy bevond } en waar mede dat zy volkomen is genezen , is dusdanig geweeft, J}£, Empl, diapompnol. §j
de ran, cum Mercur. gij
Ñ ah, bol. Armen. '$] â rnifie.
|
|||||
Zo
|
|||||
ëp6 Verhandeling van dé
Zo dat het hier niet in de veelheis
of Konft der middelen beftond. Ifc befmeerde met zülx de platte wie- ken, die ik haar doorgaans voor drie a vierdagen bezorgde, komende ge - meenlyk tweemaal ter week haar be- zoeken. Aanmerkenswaardig is het geweefc , dat deze wederipannige 7,weer, van dien tyd af aan, dat zy door het Gerechtsgefchil, ende met zelfs dikrnaals voor de Rechters te moeten verfchynen ., zo veel ontftel- teniffen, hartstochten en Gemoeds- bewegingen moeit uitfuan, zich tot de gewenfchte Genezing heeft ge- fchikt , de zeer harde omgewclfde wederitrevige kanten wierden zach- ter, bedwingiaam , en (lonken ter neder,- de ontlaftingderfcherpevog- ten verminderde hand over hand, en alles begroeide zo voorfpoedig, ge- lyk en effen, én met een zoo vafte Genezing, dat naderhand, wanneer zy de zwarte plaafter ook afliet, geen wanfchickelykheit in het lidteekeri befpeurt wierd. Ik vreesde dat zy na de Genezing een ziekte mocht krygen, waarom dat ik haar ernftig· heb aangeraaden, en met eenen ge- waag |
||||
Tegttmatuurlyke Gezwellen. 6^y
yaarfchouwt ontrent haar maniere
'an leven, wel opbaar hoêdet&zyn, «och zy heeft noch eenige jaren daar na in welvarentheit geleeft, tot dat zy eiodelyk, navyf a zes dagen ziek- te, zo my bericht wierd, is overle- den. XVII.
Vervaarlyke groote Kanketzwee-d'onweari
ren, inzonderheit in der V rouwen fthnhL- ' borften, zyn my zo nu en dan voor- *?" de' gekomen, die zelfs de deelen tor in vZgrcL de tuiTchenribbige ipieren, zo doorKreefige- een verouderde wegvreting had ver-^velle^i teert, fomwylen met fterke bloe- dinge, doch altoos met de bitter-. ite pynen verzeld , die deze arme elendïge tot in haar uitterfte heb- ben gepypigt, draagende vele jaa- ren haare bittere fmerten en den- den , zonder dat wy , en ook an- dere geoeffende Heelmeefters , met alle onfe bedenkelyke goede Hulp- middelen , iets tot haare Geneezing hebbqtï konnen bevorderen. |
|||||
Yy XVUL
|
|||||
€o8 Verhandeling vati M
|
|||||
XVIII.
■onderhoit- Tegens de opene Kankerzweren
dende mid- hebben wy doorgaans tot een goed iS- overhoudend middel defe volgen- fMwï * de betting geoordeeld ende goed be- vonden : ø. Aq, Solan.
Rofarum an. §ij
troehifci albi Rhafis Jj mifce. Hier mede gebet en wieken van
zacht plukfel daar in nat gemaakt en warm op gelegt. Of,
îß, Aq, Sperm. Ranarum fiji
Plantag.
Rofarum. an. §)â
Pompholyg, div mijce.
Het Emplafirum Diapompholygos,
heb ik ook opverfcheide foorten van Kankerzweren goed bevonden. Ook kan dit volgende worden ge-
bruikt j |
|||||
TegematuurJyke Gezwellen. 6$§
Jjt Litbargyri auri.
Argenti an. §j
Tuïta prt JPlumbum uftum an, §β
Succi femper -uiyi, 01. Rofarum a». §j I
Te famen in een loode mortier tot
een Zalfje gewreven, doch de Poe- ders moeten zeer fyn gepulvcrifeerd zyn. Of ook als dan met genoegfaam
wit was tot een harder Itoffe gemaake fcyn. , Of,
J£ Cera Cltrin. §ij
01. Solani. Ri'/e»·, au, §jil
Plnmbi ufii, §j m. ƒ. Gerotum.
Op de noch geflootene Kanker-
gezwellen kan men 't volgende ge- bruiken : Men wryft .twee gladde plaatjes
lood, zo lang met genoegfaam Olie van Roofen , of ook in een loode mortier, totdat die dik als een zalfje is geworden ? hier mede kan men 't Yyz, Kan- |
||||
yoo Verhandeling van êe
|
||||
Kankergezwel, doch warm gemaakt*
dikmaals beftryken. XIX.
S^ir Maar daaF men in de noch i>eflo'"
d"orfnyg. tene Kankergezwellen de middelen
ding, vruchteloos ondervind, en de uitfny- ding in de zulke, die noch los, be- vattelyk, niet te groot, en in be- quame lichamen het noodigil mocht worden geoordeelt, daar bevat men die met de vingers, bequame tang, of door een Set onnaald of Koordeke onderwaards kruiswys doorgeltoken, en dus opgelicht, terwyl men die vaardig en volkomentlyk uitfnyd, de bloeding moet door Stupaden en wie- ken met rykelyk Stofmeel alleen, of met Bolus vermengt, en voorts door goede drukdoeken en bindingen wor- den bezorgt. X X.
Hoor uit- Sommige Heelmeefters hebben de
branding. Brandmiddelen door'tgloeijendyzer, Cauterium Df ook door brandende aiknaagende imti'ïum ™ddelen genoemt , believen aan te puntïak. pryzen, doch dan moet de Kanker- zweer noch klein zyn, enter goeder plaats
|
||||
Teginnatuurïyke Gezwellen, yo i
|
|||||
plaats ftaan, als wanneer de gantfchs
ïvankerzweer door de gepoeijerde Witte Vitriol zoude konnen vol ge- ftrooit worden , zelfs ook over de kanten heen , om dus, een loutere korft gemaakt hebbende , die dan voort door't Bafilicum te doen fchei- den, om dus de zuivere hoite, mee goed vleefch begroeit zynde, vuorts de Genezing te bevlyr:gen. Ik kan met waarheit zeggen, dat
ik vele zeer quaadaardige Zweren , zo in Ooft-Indien , als ook in de- ze Landen , maar die juift niet Kankerachrig geweeft zyn, op dus- danig een wys ter gewenfehter Ge- nezing heb gebragt, XXL
Maar verouderde Kankerzweren, EinMyi^
met zwaare (tekende pynen , ge- ™'á af° »,,11 . 'J é °- gttocnt.dat
zwolle op. en uirgcvreece verhard- de zerou-
de kanten, vuil, affchouwelyk ,Ë«·Ë ^°1, donker en zwart couleurig , ê™/ø- ™ rontom heen met een verhard ^Zl™ Gezwel bezet zynde , dan zal men zyn. nooit onderftaan , noch door uit- fnyding, noc{j door het Brandyzer, Yy | npdi |
|||||
joi Verhandeling van ie
noch ook door bytende en korft-
maakende middelen, ooit of ooit weg te nemen ', op dat het quaal niet tienmaal boozer zynde gemaakt, door grooter wegvreting , heviger pyn , en fterke bloedvliet, de Koort« fen, flauwtens, en verval van krach- ten de dood te eerder verhaaft mocht komen te worden. Meer behoef ik van den boolèn
Kanker niet te fchryven, achtende, 't geen dus opgeftelt, is tot een baak voor den naarftigen Leerling , om zich in-allen dezen verftandiglyk te gedraagen. |
|||||
HET
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 70 j
HET XXVII. H09FDSTUK.
Van de Hair- of Dauwworm
[Herpes], en van de Schurft
[Scabies J.
1. Korte befchryving der Oorzaken en
Genezing van de Hairivorm en het Schurft. |
||||||
DEze alle zyn bekend door het Korte U-
Gezicht, de Oorzaak fs een^w'^ fcherpe , ziltige Gal- ofte WciftofJSST in 't bloed en verdere vochten onzes nezmgvm l'chaams. deHair-
Totdeszelfs Genezing word een^J«*3S
gemaatigt voedfel vereifcht, en al "*'*'■ wat zout, zuur, fcherp en't bloed verhittende zy, vermyd. Het maatelyk zwecten, en 't ge-
bruik der Dranken uit Salfa pariïïa , China, Safafras, enz. konnen veel goeds doen. |
||||||
704 Verhandeling van de
Wyders de zachte Gal- en Wei-
ui tdryvende middelen, die meermaals dienen gebruikt. Uitwendig kan men , uit zeer
veel andere, dit navolgende verkie- zen. j£ Sevi Hircinu
01. Raparum an. §j
fulphur. 31 ij Ceruja 3J ' Camphora 9j mifce.
Op het Hoofd , en elders, kan
een weinig Teer hier onder worden gefmolten. |
|||||
het:
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 70 ƒ
|
|||||||
HET XXVIII. HOOFDSTUK.
Van de Jicht [Arthritis] ilve
morbus. Articularis. 1. Dat de Jicht een lekende quaal is.
z. In "welke deelett onzes lïchaarns het zelve gevonden word. 3 Des- zelfs Oorzaaken. 4. Verfcheident- heit. f. beekenen. 6. Foot zegging. 7.' Genezing^ en wat daar in dient 'waargenomen,. 8. Groot e nuttigheit der Haardrachten in dit quual 9. Dat een langdurige Heupjicht lubt een ontwrichting , en ook wel een leenbeaervmg veroorzaakt. 10. Een Waarneming. |
|||||||
TTTAt dat de Gicht, of JichtpynDat de
*" genaamt, voor een pynlyk toe- 9'ehtf*n val of ziekte zy, vinden wy doorbe- JjJ ,h schaafde pennen zo veelvuldig heden- daags befchreven, en is by de Heel- raeefters, doch wel inzonderheic by de Jichtige lyders zoo bekend, Yyf 4at |
|||||||
joê Verhandeling van de
|
|||||
dat wy vm die ilofFe onnoodig heb-
ben geacht j omftandiglyk te fchry- ven. I I.
in welk? Wy "weten , dat deze quaal een
dulenenfisplaag is, die de Gewrichten in haar tltTèhe teêrgevoelige Zenuwen , Vliefen , gevonden Peiên en banden beftormt, en daar- ■word, om, wanneer die wat fterk aanzet, Zo zeer pynlyk word bevonden, in.:
Deszelfs ^e Qorzaaken moeten zoo wel
oorxaa^muh- als inwendig worden aange- merkt. De uitwendige zyn alle fchielyke
of ook lang geledene koude, vallen, flaan, fiooten,enz. maar wel inzon- derheit een ongeregelde en rouwe manier des levens, 't inflaan van al te veel .zuur, en van alles dat raauw, koud en wrang is,' of, ook over de andere boeg, het bloed te veel ver- hittende, te fcherp, te heet, en te brandende moet gekeurd zyn, gelyk het te veel gebruik van Brandewyn, of ook andere overgehaalde Waters, Tabak, Peper, Gengber, enz. P53
|
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 707
Onder 't fchadelyk zuur zyn aüc
fchraale onrype Rhynfche of ook andere Wynen, denAzyn, Viryuis, de Gekarnde Melk , Fruiten , die Wrang, raauw, te veel verkou wen- de , zuur, en onryp , als klokipys worden ingeflingerd , als daar zyn de Kruis- en Aalbeziën, rauwe zure Appelen, onrype Druiven, enz. alle de welke onze vloeibaare fappen ver- dicken , verzuuren , doen Hollen , ftilftaan , en in de fynite pypjens ftremmende, al deszelfs vereifchte vlugge doorftraling komen te verhin- deren. Want zekerlyk, wy moeten we-
ten, hoe fchaadelyk dat een fcherp Zuur in ons bloed en 't Zenuwfap zy, daar in, als zo even gezegt is , tot behoud van onze Gezondheit, een geduiirige om- en doorftraaling moet zyn. Doch ik oordeel, dat hier de niet doorftraaling, niet alleen in de bloeditoffê, maar ook, en welvoor- natQentlyk, in het vlug en fyne Ze- nuwfap fchuikj 't welk tot in onze uitterfte Ledemaaten fnel, ais een blixem , doorgevloeit zynde , zyn overfchot aan de veelvuldige bloed- en |
||||
7©8 Verhandeling van de
en watervaarjes weer over doende,
noodzaakelyk tot vervochtiging der Gewrichten, beweging der vliefen, pefen en Spieren, verftrecken moet, zulx door't zuur verdikt engettremt, blyft zeer licht in de Gewrichten, «die lymeriger en kouder dandefpier- achrige deelen , ik fpreek met de Ou Je Schryvers , moeten geacht zyn, ftilftaande, noodzakdyk door de opfpanning der zo gevoelige vlie- ien, en 't prickelen der fcherpe en noch fcherperwordende vochten,de hevigfte pyn, ontfteltheit, en't ver- lies der nodige bewegingen moeten verwecken. Voeg hier by een fcherp pricke-
lende Galftof in't bloed, die 't lyden verzwaart, zo dat een ongebruike- lykheit en onmacht door d'ontftee- king, zwelling, fpanning, enz. in't pyniyk deel of deelen, en een groo- te ongeduurigheit , nachtwaaking , Koorrièn, en gekerm in de doorgaans onverduldige lyders komen te vol- gen. Steld by deze uitwendige oorzaa-
ken, de ledigheit, leuiheit en vad- Zigheit in het lichaam niet genoeg te bei
|
|||||
ι
|
|||||
Tegwnatuurlyke Gezwellen, jog
beweegen , zoo dat de ratuurlyke
wa mte rot in dr uitwendige leden oitt genoeg voortgezet kan worden· Voegd hier byjde zwakheit der Ge- wrichten door voorgaande ongeval- len, enz. De inwendige oorzaaicen zyn de
quaade gefteltheden in 't Woed, des Zenuwiaps, de veelvuldige wei- en ilymitof, zwakheit, en koude in de Maag , Herfenen , en het vordere Zenuwgeitel, ook wel eene Exf- ziekte van de Ouders overgtè'rft, enz. Wat de byzondere benaminge be-
treft , als van Cbiragra in de handen, Podagra in de voeten, IJfcbiatica in "e heupen, enz. Zu'x doen niets ter Zaak, dewyl der zelver Jichtgf zwel- len voor eenderlei moeten gereekend zyn. IV.
Haar meefte verfcheidentheit be- Verfihei-
fiaat, of in een vaii gehechtheit in******'· eenigdeel of deelen, of ook wel een Regende Jicht van't eene Gewricht , in tanderj want fomwyl befchanft Zich deze meeft lymerigfte Slymftof in
|
||||
^ïq Verhandeling van de
in het binnenfte der litten, beletten-
de derfelver beweging, door Kalk- itof , verdroogde flytn , t'laam ge- backe fteentjes, enz. Zulx voornaa- znentlyk ontftaande door het te veel gebruik, of veel eer misbruik van al te heete middelen, als Spiritus Vinïj Matricaria , en diergelyke, die de fynftc ftoffe der Jichrgezwellen ver- teeren , en 'c groffte vaft backen , tnaakende voorts de quaal ongenee- felyk. V.
ÔÀ'1'Ö' De Teekenen zyn uit het voor-
geftelde en door de bevinding open- baar. V I.
Veorxjig· Is deze quaal van de Ouders ge-
gtng' erft, zo wordfe heel felden volko- men genefen. De ftrenge Noorden Wind, barre Lente, koudeHerfft, en felle Winters lullen de Jichtpyn licht verwecken , Kolyk , Graveel en Sceen, zyn defe lyders ook zeer onderwarig, als doorgaans uit een diergelyke fcherpe ftoffe ontltaande^ fommige Jichtige komen tot hooge |
||||
Tegematuurïyke Gezwellen, yi %
|
|||||
jaaren, om dat de hevige pyn haar
aanzet tot een goede manier des le- vens, in een langduurige Heopjicht Wy kt wel het Dyebeen, door de ver- OsfemorU, flappiog der banden en vliefen, vol- komen uit zyn geut , de beenvliefen of buitenfte rand der Kraakbcenders in eenig Gewricht door de icherpe fiofFe zynde doorgeknaagt, komt licht een bederf in het Gebeente, en ongeneeilyke Pypzweeren des ]y- ders pyn en elenden te vermenigvul- digen. VIL
Tot de Genezing word, voor het Genezing,
a'denioodigftv, een goede manier dese."wftaaar, levers vereiicht, met een ftriktever-ieAi,2i , royding van alles, wat een zo pyn-^,^ " lyke ziekte veroorzaakt heeft j des- gelyx alle gramfteurige Gemoedsdrif- ten> als toorn, ontfteltheit, ichrik, onrufts enz. daar defe rampfpoedige lyders door d'onverduldigheit hares lydens wel meermaals aan vaii: zyn, eer zy 'c weten, voorts tegen de on- gemacken der lucht het lichaam met genoegfaame Kleeding en dek, in- ïonderheit het Hoofd, deGewrich- |
|||||
Verhandeling van ie
|
|||||
ten, en 't Zenuwgeftel verwarmd fal
geen klein behulp tot verlichting de- zer pynlyke ledequaal komen te ge- ven, daar toe het Mofcovifch Bond- werk, zo als ik in Noorwegen, Zwe- den , en Deenemarken, in de dracht der ïntt'oonders gezien heb , zeer dienftig konnen worden bevonden. inwendig kan door matelyk zwe-
ten , en daar het de Koortien , de bloedrykbeir, en daar in de ontftelt- heit, G'Oi'ig, en de Krachten des lyders vereifchen , wanneer de pyn zeer hcevigh is , een maatelyke Aderlaating, doch vooral in geen pynlyk deel, maar dat als noch t'ee- nemaal vry is, gefchiedenj desgelyx zullen de zachte weekiyvig makende middelen, veel meer dan diefterkde vochten ontftellen en gaande maken., te pas komen. De plaatfelyke middelen moeten ,
voornamentlyk in 't begin, pynftil- l'-nde zyn : Deze konnen op ver- Tchiide manieren worden gebruikt. V ele zeer pynlvkejichtgezwellen heb ik door ons Empïaflrum Defenfimm Vygonis^ de pyn en toevloed geftilt, en voorts met ons Emplafiruw Petri Da*
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 711
jbaibem, de Mucilaginibus , of door
een weinig van ons Emplaflrum San" talinum , daar onder gefmolten, ge- nefen. En zeker, deftrax genoemde De-'
fenfyfplaafter, recht gemaakt zyn- de, iseen uitftekend middel om de hevige pyn derjichtgezwellentefr.il- len , aanbrengende , wegens haare verdunnende Kracht, gantfch geen. nadeel noch zwakheit in 't pynlyk Gewricht, wat ook de Nieuws zot- tebollen uit Bontekoé's School, zo in 't gi*os en in 't wild, tegen de Defen- fiven raazen en rammelen mogen, ik heb die in myn Werk van de Bekke- veels Breuken befchreven, doch'voor die zulx niet heeft, zal ik die noch andermaal hier in Men. ?i Rad. cum. fol. eonfolid. tna^
Mentha Crijpte a». Mj Sumttat. falie, frax'm. < Cori, Eearum. an. Mj|| 01. OU var. fgij Vin, Ruh. Op. fèï Alles klein gefcherft, wat gekneuft
en in de Olie en Wyn vier a vyfwe- ken , dagelyx eens omgeroertzyndej % ζ g@* |
||||
714 Verhandeling van de
geweekt, dan zachtjens gekookt ,
tot dat de Wyn verzoden is, dan wel ftyf uugeparft zynde, zo fmelt ø, Cera Ciirina W$
Tberebinth'tn. Venet. §iij
Ung. Popui.' Axun, Ovi. an. f$j Doch 't vet moet eerft gefmolten
en vaêi zyn vellen gezuivert zyn,dan roert men 't uitgeparfte fap daar on- der, als mede deze volgende poeders fyn geftooten, Lythargyr. aar.
. _ Argent.an.^w jerr. Stggilat.
Bol. Armen. an. §iij Mimum. ^ij Myrrh. uitban, an. £â Mafiix jij ƒ. Emfl, Defenfivmn vigones.
Deze maatelyk verzachtende plaa-
fter konnen meermaals allelydersver- draagen. Doch men kan ook met een gewenfehte uitflag de doorgeftikte zakjes gebruiken, die met Bloemen, Zaadenen Kruiden, niet dik, maar luchtig opgevult zynde j in een vlac- |
||||
TegènMiüurlyke Gezwellen, fif
ké aarde pan gewarmt, dus droog
gebruikt, enfomtyds eens weer ver- warmt j men neemt de Kruiden en Bloemen dyvers, na dat de pyn en ontfteking groot zy, als daar zynde Flor, Rofar. Rubrar. Sambuc, Cha- inomilL Malv. Scabios^ Verhafe. enz. geraakt de pyn aan 't itillen, zo ge- bruik ik , tot meerder verfterking van het Gewrieht, de Scord. Agri* won, Rut<e, Salv. Chamomill^ Me- liïot, CalenduL Sem. Anis, Cumin $ en diergelyke, waar uit men de beft dienftigfte kan verkiezen 3 dus om de twee a drie dagen de zakjes en Ge- neesmiddelen vernieuwende, heb ik ^ dikmaals een veel voorfpöediger nerftellinge , als met Watertjens $ Pappen en Sróvingen , die te veel de Gewrichten verflappen, te weeg gebragt. Sommige gebruiken een vlug of
doordringend, andere een verdovend -*In£tuur, men pryft het Elixir pro- prietatis^ Sfir.VoUtiles., de SaliaVo« fotihayhetJq. Mt. Arthritica, Sfir. Comu Cer-vi, enz. doch moeten, myns oordeels, alle dusdanige beter als de de hevigfte pyn geftilc is, dan |
||||
716" Verhandeling -van de
als die fel de deelen beftormt, geagt
zyn. Evenwel daar de ontftekihg, pyn
en fpanning der vliefen zeer zwaar en groot is, gebruik ik wel eens een pynftillende pap, tot zo lang dat de zwaarfte furie tot bedaaren gebracht is, want de (pappen te lang gebruikt .zo zal toen zekerlyk de 'banden en vliefen in de Gewrichten , door de ftoffe der Jichtpynen alreets verflapf, noch meer verzwaeken , en daarom moet men ten fpoedigfte tot de ver- fterking komen, en verfterkende plaatsmiddelen gebruiken. In de alderbitterfte pyn verkieft
men dan wel een pap, uit Kamillen, Vlier , Roof en en Goudsbloemen, met wat Malv*, in zoete melk of in klein zoet bier, of in die beide gekookt , en met wat geftooten Biscuit, Al- théa Meel, een weinig Saffraan, met een doojer van een verfch Hoenderei tot een pap of papje gemengt, of ook uit andere middelen, na dat eei voorzichtig Konfloeffenaar 't dienftig zal vinden* |
|||||
yin,
|
|||||
Tegennafuurlyke Gezwellen. 71 y
VIÉ Ã. Maar zo wanneer de Jichtpyn aterootenut-
tyders 20 vinnig beftoroit, dat die na tlghimkr geen opgeleide middelen , ' fchooii"*4^- 11 '& ë-éé j r , 1 ten in dit
ook hoe pynihllende , oF ook door^^
daar onder vermengde Opium , ver- dovende, die mochten bereid zyn , Wil lui fleren, zo moet men de ont- houdene ftoffe der Jichtgezwelien door ontlartinge uittocht geven, op dat niet de ondergelegen vhefen, ban- < den, zenuwen , Kraakbeenders , ja zelfs Je beenders des Gewricbis bedorven en aangetaft zynde , on- geneeflyke verzwenngen en pypzwe- rer>, als ons in de verkeerd behandel - de zo nu en dan zyn voorgekomen , worden verwekt. Ik maak dan, wanneer de pyn te
pevig is, of my 't werk te lang duurr, •j Zy op de punten des fchouders , e»bpgen, 't zy in de heup, deKniën, of in de groote toon, een matelyke Blaardracht zo groot of klein als de Eood vereifcht, en houw die zolaug *er dracht en open, als nodig is, dat , *s, tot dat de hevige pyn en deszelfs verheffingengeftilt zyn, daar over Æ Æ é door? |
||||
718 Verhandeling van de
|
|||||
doorgaans ons Emplafirum defenfivum
Vigones gebruikende, doch als nu de pyn geftilt is, zal men door verfter- kende Ceroenplaafters, of door bo- vengemelde benaaide zakjes met Ka- mille- en Goudsbloemen, Salie,Ko- mynzaad, enz. alles na dat de zaak zig toedraagt , en 't lichaamsgeftel der lyders heet of Koud is, dunnetjesop- gevuld, of ook met Brandewyn daar wac Saffraan met een weinig Kam·' pher by gedaan is, de verzwakte k> demaaten, zo veel doenlyk zy, ver-r Herken, en tot haar gebruik en va$i ïigheit zoeken te brengen. IX.
pat een. I" allejichtpynen en Jichtgezwel-*
langdurige len zyn die in de heup van'tgrootfte Bwpjkht gevolg, en, daar 't quaad de deelen ILlkh- telangentehevigbeftormt, de ly* tïng, en ders in geen klein gevaar van een ont- ookjuel een wrichcing en voor altyd mank te gaan beenbeder- en zu[x te lichter in oude, vochtige ucriaakt. verzwakte en fuckelende lichaamen, want door de verflapping der vliefi- ge banden , en voornaamentlyk de & femorh. ronde band, die 't groot Dy ebeen , ©iiffchioK.ia't diep pannetje des Heupbeens, ves-
|
|||||
Tegennatuürïykè Gezwellen. ~j\$
veftigt, zo fehiet zeer licht dit' been
door zyn zwaarte uit zyn gelit, ma- kende de ontwrichting onnerltclbaar Ook zyn my ongeneeïlyke .Pypzwe- ren, zelfs met onredbare verderving in 't gebeente van dit Gewricht voor- gekomen , waarom dan te noodzaa- . kelyker alhier de fcbaadelyke fcher- pe en der Vliefen doprknaagende itoffe ter ontlailing moet gebracht zyn. X.
Uit veel meer andere zal dit Üaal-Een waar-
tje kortelyk dienen. De Huisvrouw neming, van Fr. M. voornaam Fabriceur, oud vyftig jaaren, voos als een raap, als kezende groot van lichaam, Koud e» vochtig van geitel, enz. Deze v°nd ik in't begin des Winters Anno I <5pa# elendig door een fcherpe heup- jicht gefook, en door veel nachtwa- kens, geledene pyn , en toevallige Koortfen, flaauwtens en onmacht , ter dood _toe afgemat. Haar Genees- e.r » die haar weiryk geitel door
"w^ > door den afgang, en door het
zweeten al vry wel aangetaft had ,
was ziek geworden. Dies wierd ik
Z24 nuj
|
||||
7 IQ Verhandeling van de
hu, by zyn afwezen, tot haar hulp
verzocht: Ik vond haar, als gezegt is, uittermaaten verzwakt en mach- teloos , en als noch , zelfs met de minde beweging, op haar legerfte- de fchreeuwende, wegens de bittere pyn, mee een radde kleine duiftere pols, biddende my, dat, indien ik konde, haar onuitfprekelyke pyn wilde verlichten : Ik beloofden haar myn beft. te zullen aanwenden > doch dat zulx in zo een verouderde Heup- jicht door de tyd en met verdraag- zaamheit zoude moeten gefchieden , en dat myn naafte raad was, aanftonds, om lucht en ontlafting aan de ont- houdene fcherpknaagende vochten te geven, een groote blaardracht op 'c lydende deel te maaken , zulx van haar, de man en vrienden, my toe- geftaan zynde, zo heb ik eenbereid- ièl van fyn geitoote Spaanfche vlie- gen , met Wynazyn vermengt, op groote wieken geftrooit, die al een goed gedeelte van 't pynlyk Gewricht
efloegen , opgclegt , en daar over een groote Defenfyf plaafter, boven befchreven , als mede Drukdoeken. cn goede binding gevoegt, en aan haar ι
|
||||||
fegennattiurlyke Gezwellen, jzi
haar daar benevens haer gewoon
Zweetverweckend middel van haar Geneesheer aanbevoolen ; ik vond des morgens een blaar van een klei- ne fpan groot in het rond , met een zo grooten uitloozing van goor weiachtig Water, dat dik gevou- wen Drukdoeken , zelfs geheele Servetten , dagelyx door het be- hulp van onfe Bafilicum plaafters doornat wierden afgehaald : 'K heb eenige dagen deze ontlafting zoeken te behouden , waar door deze af- gematte Lydfter de lang gewenfch- te verlichtinge van haar bittere py- nen verkregen heeft. Voorts heb ik haar het verzwakte Gewricht der Heup verfterkt, door loutere ver- warmende Gerocnplaafters, en het draagen van Wilde Katte vellen , Zo dat ze door des Heeren genade voorfpoedig ter gang geraakt en vol- komen in haar gezondheit herftelt is geworden. Zeker, de Spaanfche Vlieg is een
deftig middel, wel gebruikt zyn- de, in dit gebrek, 't Geheugt my dat ife s van een derdendaagfche Koorts zynde beftormt, ikjuiftop Æ æ f dig |
||||
j>%z Verhandeling van de
die tyd, dat ik door 't zweeten des-
zeifs ontlading moeit zoeken des win- ters by fterke voril noch buitens huis myn lyders waarnemende, dat ikfeer fchielyk van een bittere pyn in myn flinker Knie wierd aangetafl: Myn laatfte bezoek deed ik 's avonds ten tien uuren by een oude Vrouw, die ik van een vertterving in des Entel- darms Siuitfpier genas, van waar ik niet wlft hoe t'huis te komen, zulx met de allerbitterfte moeite en pyn noch zynde gelukt, zo heb ik aan- ftonds een blaardracht, een fchellings grootte, eneenpynftillend papje daar over, op myn gebrek gelegt, en een klein zweetdrankje my voorgefchre- ven, maar eer ik noch te bed was , kreeg ik door de uittreckende Kragt der Spaanfche vlieg al een gewenlle verlichting van pyn, en ik vond des morgens een groot e blaar en door be- hulp van een matig zweeten , myn pyn volkomen geililtj invoegen dat ik de lyders als voren weer waarnam, <:n aldus fpoedig van myn ongemak ben veiloft geworden. Eens wierd ik op den laten avond
ten huife van een bedaagt Burger ver- Zochs*
|
||||
fegenmtiiiirlyke Gezwellen. 72 3
£ocht, ik vond die vriend fchreijende
van een bittere pyn in dé Knobbel van Zyn groote toon, 't ganfch huisgezin, Vrouw en Kinderen, alles was in al- larm , fchreijende van de weêromftuit. Hy bad my om hulp, ik beloofde ze alle, onder Gods zegen , noch een goede nachtruft en delydergewenfte verlichting van pyns leggende maar een klein bereidfel Spaanfche vliegen tot een blaardracht, met onzedefen- iyfplaafter op 't pynlyk deel en fchreef hem -alleen maar een klein zweet- drankje voor? 's morgens voiid ik na wenfch zyn pyn geilüt, hebbende wel geilapen en wat gezweet, zo dat ook aldaar de droef heit in vergenoegtheit en vreugde verwiiTek was. Dus heb ik veel menfchen , die
Schreeuwden van pyn, van dejicht- pytl verloft, zonder eenig ongeval in de lyders haar watermaken door het gebruik der Spaanfche vliegen te we- dervaren , die ik nochtans niet als daar 'ede nood vereifcht, en dan noch mee onderfcheit en met de grootfle om- Zlchtigheic ben gewoon te gebrui- ken. HET
|
|||||
I
|
|||||
7^4 Verhandeling van de
HET XXIX. HOOFDSTUK.
Van de Slymprop of Veelvoet}
[Polypus] I. Inleiding, z. Befchryving van den
Veelvoet. 3 . Deszelfs verfcheide foorten. 4. In welke deelen dit quaal zich vertoont, $\ Deszelfs Oor zaa- ien. 6. Voorzegging. 7. Des men- fchen elende word byzonder aange- toont in een Kankerachiige Veelvoet. 8. Genezing, en op hoe veelerbande eyiyz-e dezelve gefchied. 9. De onder- houdende Genezing. I.
inleiding. TYEhalven de Steenharde Gezwel-
J-J len, die zelfs van uit het merg der Beenderen komen te groeijen , en ons nergens verfchrickelyker dan in de deelen des aangezichts voorko- men, zo vinden wy noch wel daar benevens deszelfs binnenfte deelen met harde Kraakbeenige Knurfuit- waiTen, die aldaar in de inwendigfte ho-
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, yzf
|
|||||
holen tuflchen des Breins grondbeen,
des monds verhemelte, onder het Neusbeen geveft igt, begroeit en ver- vuilt, zoo als den Heer Johan van Beverwyk , in zyn Schat der Onge- zondheit) Kap. 9. ons daar van een levendig voorbeeld vertoond : Dus kan een zogenoemde Slymprop uit de Herfenen en 't Zeefbeen, 't zy in de Neus, 'tzy agter in de Keel, of ook wel in die beide komen uit te groeijen. I I.
Van deze Slymprop denken wy 9JBefebry-
doch maar zo kort als ons doenlykis™^? tefpreken, en by deveelheit, daarwWi " van bekend, alleen maar 't onze te voegen, voot zo veel den Leerling Zal konnen te pas komen. I II.
De Slymprop, na de veelvoetigeij«»#} Vifch Polypus (doch die ik in aWeferfcheide myn reizen noch nooit gezien heb)^?^.·· dus genoemt, komt ons voor zacht, %raerig , vochtig , fnotterig , en °°k alsdan wel goor en vuil ftinken- •e, ver%woren , of met een dicht |
|||||
Verhandeling van de
|
|||||
vlies bekleed, ofweêritrevig,Knob-
belachtig $ verhard, Kraakbeenig , Kankerachtig, veelvoetig of enkeld gewortelt, enz. verhinderende de wegen des ademhalens , des reuks en in de Keel uitberftende, de fpraak , defmaak, en 't zwelgen, met een gevolg van zwaarder pynen en den- den. I V.
JjTelk^- ®e Slyrh* ofte Vleefch prop groeiÉ
JuaalJch en bezet doorgaans de voosachtigfte vertoont,
deelen der beenderss 't gebeurt wel?
dat zy haar tot in de binnenfte inge-
wanden onzes lichaams veftigt. C. Stalpart vander ff iel * getuigt van een Slymprop.in 't hart, een duim- breed dik 5 en tweeëneenhalf duim- breed lang, door al de vaten van 't hart verfpreid, verftoppendede holle Ader. Tulp f van een Slymprop in de flinker holligheit van 't hart, wiens racken de groote Slag- en Longader* Hopte. Doch dat zyn geen plaatièn om
|
|||||
' ïegennatuurlyke Gezivelkn, 72,7
om by te komen, en voor 't oog en
oordeel verborgen. V.
Doch in deze deelen des Aange-^^f
lichts komt zy doorgaans , uic des ^ breins voorfte delen, tepelswyze uit- fteeklêls, en wel uit de verdubbeling van 't Zeef- en Sponcieus been, of door een uitwendige Kneuzing, of Zware verwonding, of ui c de Hinkende Neuszweer, doch meeft uit den over- oiuma. vloed der taaije Slymen voort, die na haar verfcheiden aart, de Veel- voet goed- of quaadaardig komen te «laken. VI.
De goedaardige, die noch klein, Voorzjeg-
niet veroudert, flap, bol, eng ge-W Wortelt en vatbaar is, kan worden geholpen of weggenomen, maar die Veroudert, quaadcouleurig , groot , yeeltackig, verhard, pynlyk en niet m zyn grond vatbaar, quaadaardig, °f Kankerachtig ons voorkomt, en konnen, of die wel inwendig eng ge- Wortelt, nochtans uitwendig wyden ©reed uitgebreid zyn , onmoógelyk noch
|
||||
ãé Verhandeling van de
|
||||||
noch geholpen , noch uitgefneden
worden, groeijende wel zo vervaar- lyk uitwendig, dat zy deze elendige zeer afgryflyk en affchouwelyk ko- men te maaken. VI I.
Dis men- Dit is waarlyk, daar dit Gezwel
wf.Wedus verfchrickelyk uitbarft, wel een zender erbermelyk quaal, die , dewyl de mangetoend noodige loozing en uittocht van des meenKan- Dreins veelvuldige taaije ilymen wor- rti1vt>lfe den vern'ndert cn binnen gehouden,
~ " ' noch des te geweldiger doorgaans komt uit te groeijen, doende, daar die hard , Knurfachtig, Kraakbee- nig, of Kankerachtig is, niet alleen de beenderen der Neus, maar zelfs die van de Opperkaak zo iterk uit- wendig dringen, dat het aangezicht geen aangezicht meer gelykt, ach- ter- of inwaards in de Keel uitgroe- jende , moeten deze arme menfchen op een langzaame wys, alzo de weg des adems en des voedfels van fpys en drank , zonder dat Konft of naar- ftigheit haar kan redden, opdealder- «lendigfte wys verfiuoren- |
||||||
^ili»
|
||||||
TegeHMtuurïyke Gezwellen, çæ$
VIII.
Hier valt dan niet anders ter* Ge~ Genezing]
bezing (dewyl de ongeneeflyke maarwophoe een onderhoudende Genezing Scx-vederh,an^ .- . , i. i ° · vazede-
eiicbt, zoo als in net zes en twin-^/^
tigfte Hoofdfluk van de Kanker ver- gejchiei, j toont is) te fpreken, en dat de zul- ke, die bykomende 3 bevatbaar en goedaardig zyn , of door dienftige toiddelen , of door de Handgreep konnen worden behandelt. Deszelfs Genezing gefchier. door
Geneesmiddelen, om- en afdrajing, e*i afbinding, als mede door uitfny- ding. doormiddelen, die maatig, op»
droogende en verteerende zyn, ver- rnydende alles wat fcherp , atknaa- gende , bytende , en wegvreecende js., zelfs het Fnieskruid , Snuifta- "ak s enz. want die des breins tee- dere deelen ontftellende, veroorza- ken zeer licht een meerder aangroei en uitzetting des Gezwels , en ze- ker de Veelvoet, hoe goedaardig, moet niet getergt zyn, maar op de voorzichtigile wyze worden behan-
delt. - |
|||||||
Ds
|
|||||||
Aaa
|
|||||||
Verhandeling van ie
|
|||||
De fyn geftooten HermodaSlili l
Cortices Granatomm , Flores Balau- fiiorum^ Nux Gallarum, Cipreffi^ en diergeiyke, worden , met een pyp- je, in de Neusgaaten geblaazen , wei meelt aangepreezen j doch ik heb tot de verteeringe dezes ge- breks my nooit beter , dan by de fyn gepoederde Sabina, die verfch geplukt en gedroogt was, en waar mede ik'er verfcheide geholpen heb, .konnen bevinden. De om- en afdraajing word by
jiquapendëns ■> en andere Konftoef- fenaars , geprezen, doch ik geloof dat zulx beft wil gelucken , daar die wat hard en eenigfints Kraak- beenig is , het welk my eens, in een Dochter, woonende in de Vo- gelenzang , buiten Haarlem , zeer wel gelukten , draajende die met een fyn en klein Tangetje, tot zo hoog als het my doenlyk was, eer Neusgat ingebracht zynde, zo lang doch zachtelykom, tot dat ik hem in zyn grond afgebrooken , naar wenfeh bequam. Voorts heb «k haar het Pulv. Sabina, tweemaal daags in de Neus te blaazen, om de Grond-
|
|||||
TegennatuurJyke Gezwellen, 731
Grondplaats te droogen, aanbevoo-
ieq. Of men kan, om het reftant in
den grond op te droogen , oude Roode Wyn, die veriterkende niet Zuur, noch fchraal, maar nochtans van een t'faamentreckende kracht is, fomwyl laaten opfnuivenj fommige pryzen opdroogende Zalfjens, met penceel of Steek wiek jes aangebragt, van 'ïutia, Lapis, Hismatitis , Ca~ laminaris, enz. met eenige vettig- heden vermengt. Den Geneesheer Paulus Barhette , het water , waar in de M. Sublimaat gekookt is j doch ik kan alhier geen vettigheic Zoo naby het wegrottend Gebeen- te , noch ook het laatfte , om de nabyheit des breins , aanpryzen de befchermende middelen, die aan de veiljgfte kant zyn, verdienen de goedkeuring. Wat de wegneming des Veelvoets
door de binding betreft, zulx wil zelden gelucken, of ten waare, dat hy in zyn eng beginfel vatbaar en ge- naakbaar zyn, als wanneer men door ftrtkjes tot aan zyn hals of beginfel gebragt, die met verdrag en niet op Aaa 2, een- |
||||
751 Verhandeling van de
'eenmaal toe zal binden tot dat verfterft
en afvalt. Eens is my zulx voorgekomen in
een zeer magere tengere Vrouw, my klaagende , dat zy een brok als een iluk vleefch in 't achterfte van de Keel gevoelde, niet konnendc zwel- gen, als met groote moeite, en het geen noch dagelyx meer en meer toenam: Dit zo bevindende, heb ik, doch niet zonder moeite, door het beilier en behulp van bequame Ko- rentangetjes , de ftrikjes Zo na aan deszelfs beginfel toegebragt en meer en meer toegeftrikt , dat ik het in vier a vyf dagen afbond, en voorts met een vry fterk opdrogend Mond- water genas, zonder dat ooit iets meerder, alzo zy noch t'federt veel jaaren geleeft heeft, ende noch leeft, opgedaagt is; degroótfte moeite be- jegende my, om dat zy, onder dit werk, dikmaals zwelgen moeft, en dan fchoot het voor my onzichtbaar tot in de Keel , en flopte deszelfs doortocht voor het voedfel. Sommige Schryvers pryzen ons
aan den Veelvoet*in de neus met een heet yzenje , door een pypje in het neus-
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 733
neusgat te brengen, dikmaaltebran-
den, om die door opdrooging dus te verteeren , 't geen wel mede goed tan zyn, doch, men kan daar mede de grond niet raaken, zo als tot ver- nietiging van de wortel des Veelvoets wórd vereifcht. De af- en uitfnyding, die in de
neus met een half rond en binne- Waards fnydend mesje gefchied, valt moeijelyk en doorgaans onmogelyk te verrichten, om dat het Neusgat door de Veelvoet alreeds zoodanig is vervuld en opgefpannen, dat niets tot aan zyn begmfel kan ingebracht Worden. Binnens monds in de Keel wil de
uitfnyding, om dat men de wortel, in'c binnenfte van deszelfs oorfprong niet bereikt, ook zelden gelucken , cer» te ilerker aangroei , bloedftor- ting, vermeerderde pyn en der elen- den , zal doorgaans doen ondervin- den, dat men Monnikkewerk gedaan en de benauwde lyder, tegen alle ge- geven hoop, noch des te elendigeï gemaakt heeft. |
|||||||
Aaa 3
|
IX;
|
||||||
Verhandeling van de
|
||||||
IX.
De onder- De onder- en tegenhoudende mid-
hmdende delen daarom het befte keurende, heb Genezing, jfc my a]toos ailceerig van een wan- hoopende ibyding betoont, gebrui- kende veel liever , en immers veel veiliger, de fterkopdroogende en ver- teerende Mond- en Gorgelwatcrs , zoodanig als na vereifch van zaken, de dienftigfte mochren gekeurt zyn, om dus, zo lang als 't ons doenlylc is, dcfce arme elendige. lyders in haar nood de hebulpfame hand en midde- len aan te bieden. |
||||||
Ç Åº
|
||||||
Tegennatmirlyke Gezwellen. 7 3 f
|
||||||||
HET XXX. HOOFDSTUK.
Van de Ambeyen, Speenen [Hx-
morrhoides ] en Pypzweercn
des Endeldarms [ Fiftula
Ani].
I. Befchryving der Speenen. z. DerzeU
ver ver/cheide foorten. 3. Foorzegging. 4. Oorzaaken, f. Genezing en naat in dezelve dient waargenomen 6. Hoe de Pypzweeren des Endeldarms die- nen behandelt te worden. 7. Einde- lyk noch een Foorfchrift voor de . Speenen. I.
DE Ambeijen, Speenen zyn zeerW^n-
pynlyke Gezwellen in de plo-*iw**r jen of rimpelen des Endeldarms en ^tm Sluitfpierrneeft hardachtig,blauwen qöaadcouleurig, floppende de wegen der uitwerpfels. |
||||||||
m
|
||||||||
Aaa 4
|
||||||||
7 J 6* Verhandeling van de
I I. ?erf£Z Z^ Zytl gl'00tj klein' in" °f0it"
fiortj! S wendig, befloten of open en geulce-
reert, werpende alsdan een vuile Et- ter of bloedftof uit. III.
. voorzeg j)je yerzworen en veroudert zyn ,
s'"s' worden doorgaans zeer pynlyk on- dervonden, word dus den Endeldarm in zyn onderdeel t'eenemaal doorge- , vreeten , zoo komen eerft uitwen- , dige Gezwellen ? en zo by gevolg eerlang Drekloozende Pypzweeren .' voort. Want zy fchuilen fomtyds in de
diepte des Ëndeldarms, en zyn voor het oog onzj^htbaar : Andere zyn tegen of in de Sluitfpier des Aars- darms, en wederom andere t'eenê- "roaal of rneeft uitwendig en Druifs- gewys tegens het Fondament ge- piaatft.· IV.
mrx.a«ken De Oorzaaken zyn alle feberpe ,
aoute en zuure voetfels, als mede het on-
|
|||
Tegennatuurïyke Gezwellen. f$J
onmaatig gebruik van Brandewyn ,
Tabak, Speceryen, enz. ook lang- duurige hardlyvigheit,- fterk perflen en drucken. Sommige Mansperfoonen zynder- Zelver bloedontlaitingen, byna even
als de Vrouwen haar maanditonden,
onderwarig. De ontlaftingen , 't iy bloed- of
Etteriioffe, moet nooit ontydig op- geftopt zijn, of zwaarder quaalen , als Koortiën , Hoeil, Kortborftig- heit, Teering, Waterzucht endier- gelyke, zullen k'pnnen veroorzaakt Worden. V.
Tot de Genezing is voor al een Genesing,
goede levenswyze noodzakelyk alles^watin wat zout, zuur, raauw, fcherp en" ^^ «erk verkouwende, of ook zeer heet gmomm. * en op de tong bytende is, dient ver- ^nyd, pn een gemaatigt voedfel noo« dig- In Ooft-lndiën was in veelGe- wefton deze quaal, door de gedroog- de Zoute Vis, Zout, bedorven Pe- ^elvjeefch en Spek, de Tabak, het- "Se Drank, en door de heete lucht veroorzaakt, zeer gemeen in het Scheepsvolk, Aaa ƒ De
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
De zachte buikzuiveringen, daar
in het Scammonium , de Aloë, en zelfs de Zenebladen, dienen vermyd, worden meermaals met baat gebruikt % Pikt de bequaamite uit de gene, die in het derde Hoofdfiuk van de Ontfle- k;ng, pag. po. en de bloed verfriifen- de Dranken , in 't zelfde Hoofdfiuk befchreven zyn. Immers de zulke, waar door de oorzaak dezes gebreks, door d'uitleiding der quadis vochten, word vermindert 5 en zo veëldoenlyk zy, weggenomen. De plaatlelyke Hulpmiddelen daar
de pyn zeer groot en heftig, en de befloten bloed ofEtterftoffe de ont- iafting zoekt , zyn verzachtende , vermurwende, rypmakende papjes, warm tegens 't gebrek aangeleid, en dikmaais ververfcht. , Men doet een band of Servet om de middel, daar aan agtér dubbeld doek, met Luurfpelden gefpeld, en tufleheh de beenen door paflerende , die voor op de buik word beveiligt, dus wordende middelen bequamelyk opgehouden. Tot een pynftillend papje kan men
dit volgende om ryp te maken, ge- bruiken « gt Rad, |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 739
ø. Rad. Lil'tor.Albor. |j
Herb. Mah, Mj Verbafc. Scord. áç.Ìâ 1 F/or, Chamomill, Melilet, an. Mj
Cef. in Cerevifia opt, Colatur a, Contas adde Far. Lupinor, zin, an. q. f.
ƒ. Cataplafma,
Of, ty. Cf/M? |j;
,AW. Lilior. all·, $â
Õ lor. Chamomill. Melilot. an. Mj , '
Yicuum. §]â
Co^. /» Cerevifia opt. Colatur. Contus. adde Sar. Lin, ; #er<£ ë/æ <7._/I ƒ. Cataplajma.
Na de ontlafting kan, totverfter-
king dezer verzwakte deelen, dit vol- gende worden gebruikt, *&. Flor.Rofar.Rub. Mj
Chamomill. Rom,
Herb, Agrïmon. Ferbafi. an. M#
Loq. ex fTtn. Rubr. Op, Colatur. Contus adde |
||||
74ö Verhandeling van de
Far, Lm.
Orob, an. <f. f.
, m.f.Cataplaftna^ Of deze volgende ftoving,
ψ. Vin, Rul·. Op t. §X
PuivS'Ort. Granator. Flor. Balaufl. an, Jj
Een derdedeel t'faam verkookt s
en doorgedaan zynde5 een dilcDruk-
doekje daar in gedompelt, ftyf uit-
' genepen., en warm op het deel ge-
plaatlt.
Js'er verrotting, en eenbeginvan
verfterving, so als my meermaals is voorgekomen, zo kan deze volgende betting met platte wieken daar tegen Worden gelegt: ψ. Spïr. Fin. giij
Theriec. opt. $j Pulv. Myrrh, 9ij mifce.
Daar de zweerenopen en zeer pyn-
lyk zyn, en geen verrottinge word gemerkt , daar kan een papje van zoete Melk, met wat VKer- Kamil- en Goudsbloemen, en tot verdickmg - een
|
||||
Tegènnatmrtyke Gezwellen. 74I
|
|||||
een weinig geilooten Bifcuit, en te
iaamen gekookt, wat Saffraan daar onder geroerd , met groot nut op het pynlyk deel gebruiken. Men zoekt onderwyl noch de
Vleefchgroei en de Genezing door de vereifchte Etterdracht, zo kan men de wieken, 't zy in verrotting, 't zy anders met onsBafilicumbeih-y- ken, en daar 't noch noodig is, in de betting ingedompelt, opleggen. VI.
Drekloozende Pypzweeren bttm-me de
gen ons, dat die uitwendig tot in den Pyp^wrt» Endeldarm doomaan, 't welk voort desEndeJ; j „ , r ° r ι ι j darms die·
door t tnymes , of ook door aünnm^i3a„.
Wafchlicht, als de Pypzweer wyddeltns>Qr~ genoeg is, in wiens loop en hoeda»**· nigheit nagefpeurt zynde , door de bequaame Fiftelfnyders uirgefneden, en zo ter Genezing moeten bevlytigt zyn, zo als ik meermaals met een gewenfehte uitflag verzocht heb, en ^ie zelfs zeer pynlyk waren , voor- spoedig genezen. Deze pypzweer-fnyders moeten
Irom, de buitenkant ftomp s ende ds
|
|||||
•jf42 Verhandeling van de
de binnenzyde fcherpfnydende zyh}
aan de punt met een klein Knop- je-of fcherp : Men brengt een van beide, die ons het bequaamfte voor- komt, in het fondament, langs de loop van het fnymes, of ook al- dus van uitwendig op het gevoel des vingers, tot in den Enteldarm, en zoo tot buiten het fondament, dus uit-en opengefneden, wordwy- ders 't wondetje op de [zekerfte wys genezen. VII.
Bhdelyi Voorts kan men in de gemeene
noch een Speenen verzachtende Zalfjens , op Voorfihrift jjg opene of befloten Aambenen, go· voorde é .; »« , , J ö spmn, bruiken, die verzachtende en gene-
zende zyn, als JJ£. Cerae Citr'mce %]
Olei Lini. $'Þ Pufo. sulpburis jij ƒ. Vnguenttm,.
Of,
ø. Ung, pepulium jy
|
|||||
Al-
|
|||||
ïegematuurlyke Gezwellen. 74^
Alleen of met fyn geiloote moflel-
fchelpen gemengt, en diicmaals me* de beftreeken. Of,
J§4 Ceroe Alba Jvj
Axung, Ovii, O lei Raparum^ an. Jjf Croei Op, Sj m. ƒ. Ungmntuml
|
|||||
hei:
|
|||||
^44 Verhandeling van 4e
HET XXXI. HOOFDSTUK.
Van de Darm- en Liesbreuk l
[ Hernia Inteftinalis Sc
Omentalis. ]
ï. Befchryving der Darm- en Net~
breuken, benevens deszelfs verfchei- de foorten. t. Oorzaaken. 3. Tee- kenen. 4. Nader befchryving van de breuken der Darmen en Penszak. f. Welke Gedarmtens doorgaans lichter uitzakken 6. Welke Breukgezwel- ïen nooit recht ingebragt konnen wor- den , en waarom, 7. Genezing der Breuken in de Kinderen. 8. Genezing der Navelbreuken in de Kinderen. 9. Aanmerkingen over de breukban- ■den. 10. Eenige Waarnemingen. T.
Ve/ehT *-pOt dus verre zyn door my de
^narm^en vöornaamfte foorten van allerlei Netintt- Tegennatuurlyke Gezwellen, zo in haar
ken, £«»«-verfcheidentheden, als mede in onze vemdes-^ gewoonlyke behandelingen, tentoon fihe'ide^ gcftelt, Volgt nu noch een andere foorten. faoït |
||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen, y^j
fbort van TegennatuurJyke Gezwellen ,
namentlyk de zulke, door een niet onder den rang der Vochtbreuken behoorende , door een uitgefchokt Gedarmte, of des Nets veroorzaakt 2yn. Dezulke,(hoewel oneigen) darm-
en Netbreuken , of fcheurfels ge- noemt, en zyn niet anders^ als daar het Net of Gedarmte ^ 't zy alleen j of die beide te faamen in de Navel $ of in de Lies, of tot in het Ge- macht zyn gezakt i eo dus een ie- getinatuurlyk Gezwel voortbrengen. Zy zyn in haare verfcheident-
heitj of noch in Έ begin, of ver- oudert. In Kinderen of bejaarden j in Man>
«en of Vrouwen. Tb de Navel of in de Lies, ofin't
Gemacht. Groot ofrklein, zacht en handel-
baar, of door een opgeftopte verhar- de drek, zo vaft en verhard opge- zwollen , dat onmoogelyk tot die enge doortocht, waar door 't Ge- darmte uitgefchokt leid, weêringe- PnBl· kan worden. |
|||||||
II,
|
|||||||
Bbb
|
|||||||
ç\6 Verhandeling van de
II. De oorzaaken zyn uit- of inwen-
dig , of door die beide. De uitwen- dige oorzaaken zyn in de Kinderen het fterk perfen en fchreeuwen, Kou- de des Luchts en des voedfels, daar byin die ouder zyn, het vallen, flaan, fc hoppen en fpringen, fterke uitrec- kingen, en alle onmaatige bewegin- gen konne» worden gevoegt, waar door het algemeene Buikvlies , de 'Perito· Penszak uitgerekt, of in de holte des nmm. Navels, in de onderbuik, 't zy bo- ven of in de Lies, of, in de manne- lyke Sexe, door deszelfs wederzyd- p?rti»ei fciie fcnee^e u'tgerekt, tot in het
Gemacht verwydert, en verflapt, het Gedarmte komt uit te fchie- ten. In de bejaarde konnen, benevens;
de bovengenoemde, alle geweldige bewegingen, zwaar heffen, Kruijen en tillen, 't fterk te paard ryden, 't fchocken op Karren en Wagens, alle Koude, Koud en quaad voedfel» al te veel nat gedronken, enz. de oor- zaken der zogenaamde Darmbreuken Worden bevonden. |
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 747
Inwendig kan by zttlx de quaade
verzwakte Koude gefteldheit des ïichaams, de reckeiykheit en losheit des Penszaks j het Kolyk en winde- rige opzwelling van het Gedarmte s Voor de medeoorzaken des Darm- breuks Worden gehouden* III.
De Teekenen zyn in dé eerft voort- r«t<w^!
komende, zo in de Kinderen, als in bejaarde , fomtyds cwyffelachtig , aanftonds openbaar. Twyffelachtig kooien ons, die
noch klein zyn, voor, wanneer die in de Lies alleen, of tot in 't Ge- dacht zich ftreckendei in- en langs des Penszaksfcheede maar een lang- werpige kleine verharde zwelling vertoond, ontrentin die gedaante, 2.0 als wel meermaals eenig verhard Gezwel van een ingelegerde verdikte Koude 'Slym-ftoffe zich opdoet. Als mede in de Liesbreuken der
ν rouwsperfoonen, die zich mede als eer,ig ander verhard Liesgezwel ver- loanen. Nochtans worden deze 't zekerAe
bekend, door een fchielyke onmach r,
Β b b ζ en
|
||||
74-8 ' Verhandeling van de
en wel in 't korte een haaftig ver-
val van het gamfche geitel, heevi- ge pyn, niet alleen op de plaatfe des Gezwels , maar ook in de gamfche buik j met walging , ftank in de mond , Gal- en Slymbraakingen , enz. Somtyds dringt wel den drek ter Keelen uit , wanneer den darm door een Kink omgebogen , door- gaans maar een klein Gezwel in de Lies zich vertoont, en dus denoodi- ge doortocht ftopt, zyndezo vaften pal gelegen, dat geen behendige be- handeling die machtig is weer binnen te brengen. Anderfints zyn de zekerfte Tee-
tenen het geborrel van het uitge- fchoten Gedarmte, welk men onder 'e inbrengen merkt, en die aanftonds weer uitwaards puilen , 't fchielyk opkomen defes Gezwels, 't welk des nachts ingeweken, des daags door de minfte beweging weer uitwaards puilt, doorgaans, inzonderheit daar de kleine verwydering 't Gedarmte knelt, met hevigebuikpyn, gevolgt van walging, brakingen, ümwteas, hardlyvigheit, enz. |
|||||
Oe
|
|||||
■ Tegennatuwlyke Gezwellen. 740
|
|||||
De verouderde Darmbreuks-Ge-
2Wellen, die fomwyl door 't gewel- dig uitftorten der darmen, yerwon- derlyk groot zyn, toonen zichtbaar genoeg de Teekenen, die haar van andere Gezwellen ondericheiden. I V.
En de zogenoemde Darmbreuk op Nader ie-
dusdanig een wyze voortkomende,JCJ'yym£ Is dan geenunts een opicheurlel oite^mi^ breuk der buikvliezen, zo van oudsher Dar· de onwetentheit gelooft heeft, maar""8 ** alleen, zogezegtis, een verflapping ailifc of verwydering dezer houdende dee- len. Doch kan ook, zelfs dePenszak,
"oe Zenuwachtig, verdubbelt ende "erk, door zwaar gezweld opfcheu- ren> of gewond, en niet wel in haar verdubbeling zynde genezen, mede dusdanig een Darmbreuk - Gezwel komen voort te brengen, V.
Doorgaans word gelooft het omge- ^%G«-
Wondegedarmte tot eenDarmbreuks- ddZ?gaZ gezweluitgedrongentezyn, doch ik lichter uü~ twytte] niet, of ook den Colykdarm **&*»< Bbb ι km iUuMi 1 |
|||||
Verhandeling van de
|
|||||
kan door een hevige Kolyk, of ook
anders, voornamenrlyk in Vrouws- perfoonen5 de Liesbreuk komen te maken, V I.
æ<\ Het Net gelooft men dat heel zel-
zwellen den tot in de Balzak uitzakt, alzoo
neohrecht zyn bereik tot zoverre nietuitftrekt,
ingebragt nochtans vind men verouderde darm-
SZ,«brcuksgc2^ellen , die nooit volko-
■waarom me" ingebracht konnen worden, en
'Qmentum, met ^danigcn zachtigheit omzet en
ais tegens de Ballen zo vaft begroeit
en vercenigt, dat men niet behoort
te twyffelcn, of het net. moet toe zo
verre tot buiten zyn plaatfe uitge-
fchokt zyn, zo niet ? ten minften ,
door zyn veelvuldige vefels en vetach-
tige vliefen, die met het Gedarmte
vercenigt zynde, door uitfehietende
en die weder-uitfehietende fcheuten,
voornaamentlyk in de vollyvige, die
zulx meeft onderwarig zyn, tot aan
de deelen des Balzaks komen vaft te
heehten, en meer en meer tebegroe-
jen , waar door het volkomentlyk
inbrengen des Darms noodzaakelyfc
word verhindert en tegengehouden·
-.: Als
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 7 ƒ 1
Als mede de groote verouderde
Navelbreuksgezwellen in de bejaar- HewiaUm* den, zo Mans- als Vrouwsperfoonen, **< die door geen middelen volkomen in- gebracht konnen worden , daar het net , dat zich over de darmen uit- Omntumi ftrekt, buiten twyffel uitwaards aan de binnendeelen des Navels begroeit, en met hare uitfchietende vefelen aan- gewaflchen, door de groote uitbrei- ding des huits, onmogelykin te bren- gen, en zo te behouden, bevonden word, moetende alleen door bequa- tne banden, van welgevoert Bomba- iyn, en op de plaats des Breuksge- zwels zacht tegens de drukdoek met een ingenaaide Kopere plaat, die Knipsgewysfluit enverfekert is, het grooter worden des Breuks, en het verder uitfchieten des Nets, en het Gedarmte belet zyn, zoo als myu practyk daar ontrent met goed fucces geweeft is. Dusdanige Navel en Gemachts-
breukgezwellen zyn dan t'eenemaal ongeneesbaar by my geacht, hoe «out, vermetel en onbezonnen ook deQuakzalvers alle foorten van Darm- ircuken beloven metfmeeriogen (diey |
||||
ø f æ- Verhandeling van ds
dewyl noch meer loffigheit komen te
maaken, akyd nadeelig moeten ge- acht zynj of met Oliën en Banden te fullen genefen, want die de hoe-> danigheit defcr Breukgezwellen wel kennen , weten dat die onmogelyk konnen worden heritelt. Gelyk ook alle verouderde Darmbreuken , in bejaarde en oude perfoonen, wei door dienftige Banden konnen be- dwongen, maar zelden rot een vol- komen Genezing worden gebracht. VII.
Genezkig De Breuken der jonge Kinderen,
der Breukenen de niet Iai te verouderde, heb ik w de Km- een menigte 0p volgende wys gene- zen. In Kleine Kinderen zelfs vind men
da Breukgezwellen wel meermaals zo groot, verhard, en tot in deGe- machtjesvaft gehecht, dat onmoge- lyk met de vingeren weder ingebragC konnen worden, zo is alsdan alle har- de handeling fchadelyk, dies ik aan- flonds belaft de deelen in dit geval op volgende wys te ftoven. Neemt Kamille- en Melotebloe-
■Àçåç, Aiiys- enKomynzaad, zoveel van
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. jf$
van elx, als tot een zakje over bet
Breukgezwel in zyn groote verejfcht ■Word. Men ftoot de Zaaderi , ende men
doet fe onder de geknipte Bloemen , hier mede het zakje be.naait en luch- tig doorftikt, in goed zoet bier ge- kookt, ftyf uitgeparft, op de breuk gelegt, ende lyder met hetonderlyf Wat hoog geleid zynde, ftooft men de deelen zo lang dat alles na binnen geweken is. Duurt het wat lang, zoo Kookt
Wen andermaal verfche Zaaden en Bloemen. Op deze wys heb ik het voordeeligfte de vaftgepakte verhar- de Darmbreuken niet alleen in Kin- deren, maar ook in de bejaarde zelfs, die wonder groot zyn ge weeft, weer binnen gekregen. Ingebracht zynde, is't eerfte werk
in Kinderen , bequaame binding te gebruiken, in de bejaarde bequame Breukbanden, die na de.grootte des 'yders en der Breukgezwellen moeten gehaakt zyn. Ik gebruik doorgaans een zwach-
tel , twee a drie vingeren breed, en Vier 5 vyf a zes ellen lang, nadat de Bbbf Kin- |
||||
7f 4 Verhandeling van de
Kinderen gróót zyn, van vaft Ly-
waad , wederzyds opgerold : Een Breukplaafter uit ons Diapalm tegen de Kneufing onder malkander gefmol- ten, leg ik op de plaatfe des breuks een driekantige drukdoek, die door zyn dikte bequaam is, 't Gedarmte binnen te houden, voeg ik daarover dicht tegens de holte des breuks in de Lies, in 't binden gaat de eerfte flag om de middel en het tweede op- rolfel brengt men van achter tuflchen de beentjes door en over de plaatie des Breuks, die telkens voor en ach- ter onder de rontom gaande duikt , 20 vaft als't behoort, zondereenige nocken of Knoopen : Deze manier van binding is de gemackelykfte en Zekerfte, en kan licht door de moe- ders geleert, en voorts, tot de vol- le Geneezing is, na gedaan wor- den. Is de Breuk wederzyds ? Zo moet
de zwachtel een weinig fmalder van voren nedergaande, overhands, over de beide de Lieflchen laaten gaan , 't geen ook dus op dezelfde wys, als boven gezegt is, gevoeglyk kan ge- fchieden , gebruikende wederzyds |
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen, jff
een Breukplaafter en drukdoek j en
men gebied de beentjes in 't bakeren niet al te dicht by malkander te voe- gen , op dat het Schaftje en *t Ge- machtje door de Knelling niet op- zwelt. Schiet het Gedawnte, niettegen-
flaande deze binding, noch daar de verwydering groot en veroudert is , onderwaards tot in 't Bal zakje uit, zo als wel gebeurt, zo moet men 't in de binding mede bevatten, alleen de drukdoek of drukdoeken in de Lies of Lieflchen behoudende, en zoo Kruiswyze over 't Gemachtje laten- de gaan, dat niets van 't Gedarmte wit haar plaats kan uitfchieten, zulx doende tot eenige dagen binnen ge- bleven zynde, de voorgaande manier moet worden gehouden. VIII. De Navelbreuk der Kleine Kinde-Genezing
ren word met onze bovengenoemde^er Nav.el" üreukpiaafier, als mede met de Oxi-J%S™n crociüm plaafter, dicke en maar op de navel drackende Kleine drukdoek , zonder, of met een Koper plaatje , een Schellings grootte, daar in ge- wonden, en voort met de gemeene ■ . Na-
|
||||
Verhandeling van de
|
|||||
Navelband behoorlyk en totdenein-
de van de genezing verzekert zyndet~ doorgaans voori'poedig hcrftek, zo f een achtelooze Bakers , Moeders ,
/3»iden of Minnen , de band al te los b'ndende, of te'vroeg aflatende, 't werk verbrodden, tenminftelang- durig kooien te maken. Zyn de Kinderen wat ouder, dik
en vet, en dus de Navelbreuk ver- oudert en groor ? Zo dat met geen maar eens omgaat,de band kan bin- nen gehouden worden, zo gebruik ik een vyf a zesmaal omgaande be- zwachteling , zoo vaft als het be* hoord, totdat alles volkomen gene·? zen te zyn, bevonden word. I X.
'Acmmtr- I" alle verouderde Lies- Gemacht-
k'mgen over en Navelbreuken der bejaarde moe- ae^teuks len geen imeeringen, noch Oliën, *' als de onwetende Quakzalvers willen, maar dienftige Breukbanden het goe- de befte doen: De bequaamfte wor- den (myns oordeels) van nieuw en met watten wei gevoert endoorftikt Bombazyn, waar van de Drukdoek na de form en grootheit des Breuk* |
|||||
Tegennaiuurlyke Gezwellen, jfj
gezwels moeten gemaakt zyn, men
vuld die zo dik en vaft op als 't be- hoort, met watten of zoodaanigen ftöffb , die bequaam zyn , maar geenfints met oude vodden en todden Zo als de vuile baatzucht: doet , en voorts moet de band zo gt maakt Zyn, dat het Kuflentje recht op de plaats des breukszyn indrujt mag ko- men te geven. Sommige maken de Breukbanden
van Zeemleer, maar ik heb dieftoffë niet zo goed als het Bombazyn be- vonden j evenwel, daar dit laatfte in fterke Ijchaamen, of die zwaaren ar- beid doen, te veel mocht recken , daar laat ik die met dun Tuchtleer of °iet een fterke zelfkant voeren , en eenwel om dezachtigheit met wat- ten bezorgen, zullende dus zeer wei- nig uitrecken, ook moet de Breuk- band om 't lyf, niet boven beide de «eupen komen, maar, om de Knel- ling op de gezonde zyde boven , en op die van de breuk over de heup gaan, als wanneer die, inzonderheit ln magere perfoonen , wel het ge- mackelykft word gedragen. |
|||||
Is
|
|||||
Verhandeling van de
|
|||||||
7f8
|
|||||||
Is de Breuk wederzyds , zo moe»
ten de Drukdoeken ter wederzyderi gemaakt zyn, en twee fmalle reepen tuflchen de beenen door gaande * achterwaardsvaft beveiligt5 zodanig de Breuk influiten, dat die niet tus- fchen de band en *t Gemacht uit- fchiet. Somwyl is evenwel de Breuk Zoo
veroudert en zwaar, en de verwyde- ring zo groot en flop , dat het Ge- darmte door zodanige banden onmo- gelyk binnen te houden , bevonden word, en wel zo vervaarlyk uitfchietj dat den lyder op 't fchielykft hem in het uiterfte gevaar des levens bevind, en men met bovengemelde Bloemen en Zaden, ftoven, en daar benevens Klifteren gebruiken moet, als mede door het hoog leggen des onderlyfs* de darmen tot in haar plaatfe moet zoeken te krygen: In dit geval moet het Gemacht door de band worden ingefloten, laatende opening voor de fchaft, zo als de figuuren daar van verfcheidentlyk by de Autheuren te vinden zyn, en konnen die by yder goed praétifyn zoodaanig gemaakt zyn, als dan de toeftand des Breub ι £11
|
|||||||
*fegenmtuurlyke Gezwellen, jfp
en groote des lyders ons zullen komen
aan te wyzen. Veel geoeiFende Konftoeffenaars
pryzen de yzere Breukband aan , het fatzoen is allerwegen bekend, en zyn in de Darmbreuksgezwellen, die niet te groot noch veroudert, en de be- giniêlen van de Penszaksfcheuten niet Prottfftö^ al te flob en te veel verwydert zyn ,*"»*«* noch daar de lyders niet al te mager ■Worden gemerkt, niet ondienftig 5 Waar daar het Gedarmte zelfs op de minfte beweging onderwaards uit- fchiet , acht ik dezelve t'eenemaal fohaadejyk, Knellende al wat buiten Syn plaats gefchokt leit, met de he- vigfte pyn , opfpanning, zwelling , verharding , en wel met een gevolg van verfterving, en uitftorting van den verharden drek en onthoudene bocht, zo ais ons meermaals is voor- gekomen , en uit verfcheide gevallen niet dit aanmerkelyk ilaaltje lal wor- den vertoont. X.
Een bedaagt Hujsman, wonende nmige
een quartieruurs buiten Haarlem oud ^^«e- tuffehen de vyfb'g en feftig jaaren ,*'Bi»* vond
|
||||
':,· 6o Verhandeling van de
vond ik , by hem zynde gehaald j
mee de dood te worftelen, door een zeer groot Steenhard Darmbreukge- zwel uitgefchoten tot in de onderfte Icrotum. deelen des balzaks, zynde opgevuld · van een t'faamgehoopte verhardde drek $ waar van ook, na de loop des darms, de Lies en de reehterzyde des onderbuiks opgevult fchenen te zyn, het gedarmte lag met een Kink of draai onbeweeglyk vaft en verhard tot in de onderfte deelen des Balzaks gefchoten: hy had nu al eenige da- gen en nachten in deze uiterite elen- j den met de dood geworftelt, met flaauwtens, geduurige Koortfen s braakingen, Kleine verzwakte duis- tere pols, enz. Heerom had nu al het laatfte Olyfel voltooit, den Ge- neesheer was heenen gegaan, de bu- ren en vrienden naby , en alle den toeftel voor hem tot de rcize na de Eeuwigheit klaar en vaardig , als wanneer men, op iemands aanraden,, befloot, om nog voor het laatfteens om my te zenden, meer tot geruft- heit, als op hoop dat iets uitgerechc Zoude konnen worden. 'K vond hem dan in de bovenverhaalde toeftand» |
||||
TegennaUiurlyke Gezwellen, jót
betuigende wel, hem in 't uitterfte
gevaar zyns levens te zyn, maar met aanbeveeling zyn Geneesheer noch eens wederom te ontbieden 5 doch die komende , aanftonds weer zyn affcheid nam , betuigende niets te konnen verrichten. Evenwel, om dezen vriend niet zo
abfoluit tot de dood te verwyzen , heb ik aanftonds door een Krachtige Stoving uit de Camllle- en Meïote- bloemen, Mfem, Anys- en Komynzaad^ 't faam in een zakje plat- en losach- tig benaaiten doorftikt, in goed bier gekookt, en ftyfuitgeperft, dit groot drek- en darmgezwel doen ftoven , 5n meermaal in 't heet gemaakt zap *ngedompelt, op'tfterkft, alzo hier flofFe helpers waren, de zaak aange- drongen. 'K vond hem, waarlyk buiten ver-
pachting, binnen tweea drie dagen *j*nigiïnts beter, cnde met minder Koorts: Hy kreeg afgang, zonder Klifteer ( dié de Boeren, al is de dood op de lippen , doorgaans te koftelyk valt) te gebruiken j doch <juam nu als een groot Ertergezwel in het onderfte des balzaks te voor- Ccc fchy% |
||||
j6z f er handeling van de
fcbyn. Strax heb ik een pap meeft
uit de bovengenoemde middelen ge- bmikt, verwachtende dus de komil en het uitbarften van dit ftinkend Kalf, en met een, in zo een gewei- ! dige ontlaftinge des opgehoopten dreks, zynverloffing uit dit rampza- lig leven : Het eerfte gebeurde met ι een geweldige openbarfting en ver- vaarlyke ftank, 'K volharde in hem getrouw by te ftaan, de Balzak, als een Kinds hoofd opgezwollen , dus doorgebroken , vertoonden niet al- leen een groote verfterving , maar een hoeveelheit van afgryflyk ftin- kende vliefen, zo van dit deel , als van het gedarmte : Ik knipte alle verrotte uithangende fledders zo vaar- dig af, als doenlyk was, wiefch en * zuiverde de groote holte van dit ftin- kend neft met Brandeiayn, Theriaca, Myrrha, Aloïs, tra. Kreeg niet al- leen reddering, fcheiding en uittogt, maar de óntlafting des dreks in groo- ter overvloed i dat my behaagde > waot zyn afgang en loozing was nu niet meer door 't fondament, maar uit de rechter zyde des onderbuiks * Hes en verrotte Balzak, met eea |
||||
Tegennataurlyke Gezwellen, γ6$
geweldige flank, verrotting en uit*
werping van ilinkende vlieren, fled» ders, enz. Dus hield ik hem , buiten ver-
Wacht ing, in 't leven, zyn voedfel en drank was zoete melk, die maar een weinig opgekookt was, en dus Warmby hem gelepelt wierd, bege- rende geen Kalfs- Schapen- ofHoen» Qernat te gebruiken, waar mede dat hy als wederom op look , want de flauwtens, walging en Koortiën ver- minderde, alsmede de ftank en ver- rotting : Ik kreeg vry voorfpoedig de gaten geZui vert, en door Vleeich- ver weckende middelen van Myrrha9. Mafiix en Wierook, in Brandewyn , Want de Triakel en Aloë liet ik nu n% en door groote wieken met ons Ba- ftieum befmeert, en in het JavaniejiE gedoopt, als mede in plaats van de PaPpen nu verfterkende plaafters tot "ekfel, en goede drukdoeken en bïn- dinge gebruikende , heb ik eerlang een gewenfehtë Vleefcbgroejing in de zo groote drekboefems hooien en gaten verkregen j en door dit fluiten des toevals hem weder tot zyn ria- tuurlyk gevoeg door den Ëndeldaras |
||||
η'64. Verhandeling van de
te doen gebragf. En om geen lang
getalm van dit afgryzend ftinkend toeval te maaken, zo heb ik, als de zweeren met vleefch vervuld zyn ge- worden , door groote platte wieken met de Grtfium zalf befrneert, door vaile bindingen, en een volftandigen yver, alle de gaten, want op ver- fcheide plaatfen was dien bocht uit- gebarften , volkomen gefloten , en het gedartnte aan de vleefige deelen des penszaks vereenigt en wederom vatt begroeit, verkregen, zodat hy tot veler verwondering, daar onder die van zyn Pafior en Geneesheer , waren, door Gods genade , in zyn gezondheit is herftélt geworden. Zyn oude yzere band , die zeer
Knellende en hard was, voldeed my geenfints, zo om dat hy mager zyn- de, die te voren zyn Darmbreuk niet hadde konnen beletten uit te fchieten, als mede om de tederhcit der deelen in haar verfche genezing , en vermits het zo laag nederzinken van het ge- darmte, wegens de met Vleefchbe- groeide doortocht van des Penszaks fchede, niet zoo veel ftond te vree- zen, zo heb ik hem het dragen va«* .een
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. jlSf
een Bombazyne Breukband aanbevo-
len , daar in hy myn raad dan voor een ry j met een goede uitllag heefc öagevolgt. Maar nu quam noch de grootfte
Zwaarigheit, namentlyk de betaling ophanden, help, wat maakte deze goede vriend zyn Huisvrouw niet ai een droefhcit en gekiag , over twee Zwarigheden, die haar perile , waar van zy de eené in de figuur van de andere zocht te verbergen, de eene uitwendig toonende, en de tweede, die ik geloofde de voornaamfte te wezen, zoekende te verbergen, deze Was de genezing en opkomft van ha·» *en verzwakten yriend , die zy lie- ver, nadat ik bemerkte, zyn afreis dan weder herftelling hadde gezien , Zy als haar Zufter, fpotrender wys, oiy toedouwende; Dat ik qualyk bad gedaan, haar Zwager te hebben gene' Zent dat zy anders een gladde JVeduwe fynde geweeft , zy , en de Vrienden , haafi een Mruiloftje hadde gehad, daar nu niet van viel, enz. De andere Zwarighcit was de betaling, die my van deze gierige Boerin, (want zy droeg den tas,) zo fchaars op myn Cec | zeer |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
geer gemeene reekening, voor myn
arbeid, yver, Konft , geleedene ftank en vuiligheit, die zo groot, als ik ooit heb uitgeftaan, was ge- weeft , wierd toegepaft, dat het zich zelven fchaamde , daar zy nochtans zonder Kinderen, in een goede ge- iegentheit zat, zo dat haare droef- lieit over 't behoud haares mans, en het miflen van'tgeld, door haar ver- foeijelyke gierigheit, hier blykbaar op een aardige wys haar rol wift te fpelen. Dus had ik weinig dank, verge-
noeging, eer, en een al te ibhraale voldoening voor een zo grooten ge- nezinge, die , buiten alle verwach- tinge , dus na wenfch was uitge- vallen. Achttien maanden na dezen tyd,
wierd ik andermaal by hem verzogt. *K vond hem door zyn uitgelchoore Darmbreuk weder ten uiterften in de- ly, die nu alecnige dagen, door het nietdraagen des Breukbands, uitzyn- de ge weeft , hem zwaar perfte, ik vond, zyn Breukgezwel langs de loop des onderbu.iks tot in 't begin des Bal- 2aks wederomfteenhard·, endoorden op-
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. ã6ã
opgehoopten drek als onbeweeglyk
vaft, als mede door een hevige Koorts Wet walging, braakingen en flaauw- tens, als op de vorige wyzebeftormt. Dies ftelde ik aanitonds weder de fto- Ving in 't werk, en wierd, volgens inyn laft, des anderen daags met de Cheie (dewyl ik door een ziekte , om te voet te gaan, noch al te zwak was) noch eens weder gehaaid : Ik Vond zyn groot verhard Breukgezwel merkelyk vermindert, als mede de braakingen, de walging, flauwtens e" Koortfen , zo dat andermaal hoop en moed kreeg hem te zullen behou- den, en beval voort weder een ftoo- ving uit verfche Kruiden, Bloemen, åç Zaaden. Maar kreeg van 't Wyf. de Boerin ten antwoord, dat zy het met deze ftoving een dag twee a drie wilde inzien, dat zy geen onkoften meer meende te doen, en gezind was net werk op zyn beloop re laaten , dat, wanneer zyhetnoodig oordeel- de, my weder zoude laaten haaien , foz. Onderwyl zuchtte dezen armen «als op zyn legeritede, en zyn Wyf, dat een wackere bazin was, over zy aanziende, dorft niet een woord zeg- Ccc4 êe0> |
||||
Verhandeling van de
|
|||||
gen. Tk prees haar de noodzakelyfc-
heit var» de goede middelen te gebrui- ken aan, te meer, dewyl nu niet een 2o grooten gevaar , noch Koften , als in het voorgaande geval, ftond te vreezen , verhopende alles met fto- ven, zonder eenige openbarfting in vorige ftaat te zullen herftellen , en dat zulx in weinig dagen konde ge- fchicd zyn. Maar al myn preeken was voor den dooven, Tryn flapte de Kamer uic, en liet my ftaan j ik nam dan myn affcheid van onzen elen- digen lyder , hem noch andermaal beiaftende, dat hy my door zyn Knegt zoude laaten haaien , alzo ik noch moed hadde, dat hem zoude helpen, maar hy antwoorde my meteenzugt, als V myn wyf wil hebben. Dus heb ik hem moeten verlaten,
en ben niet weer by hem gehaak ge- weeft, horende weinig tyds hier na, dat zyn Koortfen en ongevallen ver- zwaarende, dien lydzamen Huisman vyfazes dagen na myn heengaan was overleden. Maar weinig weken hier na, ver-
ftond ik, dat deze Boerin met haar Knecht, een jongen hekfpringer * |
|||||
Tegettnatuurlyke Gezwellen. J69
getrouwt was, die licht de ipil is ge-
Weeft , daar het gantfche werk op draaide. De beweekende windverteerende
Klifteren moeten in de vaftzitten- de BreukgezwelJen niet worden ge- fchroomd , maar geen buikzuiverin- gen vinden hier plaats, omdatfeden drek t©t de gekmkte verftopte darm nochvaiter aandringen, ennoodzaa- kelyk een noch grooter ophooping', verharding en verftopping komen te maaken , en dus een haaftige dood veroorzaaken. Een eenig ftaaltjelal by de reden ter ondervinding genoeg Zyn. Zeker jong Koopman , noch in
de fleur zyns levens, kreeg een Darm- hreukgeznxiel, tot in het Gemacht, 't geen wel haaft, mögelyk dooreen Verkeerde fchaamte , met drek en Winderigheit vervult, vry groot en verhard is opgezwollen geweeft : Twee Geneesheeren met een voor- naam Heelmeefter, die my zelfs na- derhand dit geval verhaalde, en vol- gens zyn eigen belydenis, hem al te •licht hadde laaten overreden, wier- den by dezen lyder ontboden. Men Ccc f liet |
||||
γγο Verhandeling van de
liet hem wel een- en andermaal
Kiifteren, maar de opgeleide pappen lot ftovingen by de Geneesheeren worgefchreven , beftonden uit zeer beete en den drek noch vafter bac- iende middelen j als daar zyn de Abfinihium, Saïvia, Lavenduïa, Ma- joram , Phellandrium , en zodanige. Dan zulx d'elenden verzwaarende , wierd een goede buikzuivering, om dien bocht voort te zetten, aange- raaden , maar met een rampzaligen sïitflag, want niets konnende door- gaan , zo zyn daar op de ontroe- ringen en de gevolgen der elenden ZO groot geworden , dat hy maar weinig uuren daar na de ziel uit'het afgeworftck lichaam heeft uitgebla- zen. Men zal zich dan wel te wachten
hebben van zodanige fouten, die zo zonneklaar de reden en ondervin- ding beftryden. Elendig zyn deze ciendige lyders, maar noch elendi- ger , wanneer zy zulke bazen aan- sreffen, die door hun aangemaatigt gezag den Heelmeefter overfnui- ven , en het hoogfte woordje voe- lende, tot kofte van d'elendige ly- |
||||
Yegmnatuurlyke Gezwellen, jjt
ders, zo verkeert haar onwetentheit
Detoonen. De Liesbreuken der Vrouwsperfoo-ifTurw/eBe-
nen zyn wel doorgaans klein, maar-*'****' nochtans bezwaart, ibmwyl onmo- gelyk, en, wanneer fc al op zyn al·· derbeiie uitvalt, niet anders dan door loutere Stovingen wederom binnen te brengen, om dat het Gedarmte, doorgaans de Darmbreuk, en fomwyl de Colykdarm, met een Kink tot in deze engte ingefchoten, pal en van: kid, en door de t'faamengehoopte vuiligheden verhard en opgezwollen, niet wederom door zyn enge door- tocht ingebracht kan worden , ten zy'de beweekende Kliileren in- en de Stovingen uitwendig de verdun» ninge, en het weder in fchieten ' des darms noch komen te weeg te- brengen. Verfcheiden Vrouwen heb ik van
dit ongeval zien Iterven, niettegen- ftaande alle bedenkelyke vlyt aange- rend wierd, waar by quam een langs ^°e meer aangroeijend Koortsje,dui- «ere polsË walging, flauwtens, ila- Pci'igheit, en zo voorts de dood. I
|
|||||
Even-
|
|||||
jjz Verhandeling van de
Evenwel ontworftelen fommigen
noch wel de dood, wanneer niet al te lang met noodige Hulpmid- delen is gewacht; fommige braken den drek de Keel uit, en zyn uitten maten elendig. De Moeder van zeker Fabrkeur ,
ruim feftig jaaren oud, vonden wy Hernia B»-door een vervaarlyk Liesbreukgezwel henscüe. als met de bittere dood te'worftelen, met geduurige walging, flaauwtens, Koortfen, duiftere, ongelyke pols, komende haar dikmaals den ftinken- den drek met een geweldig braaken ter Keelen uit, en nochtans vertoon» de zich in de rechter lies niet anders dan maar een klein langwerpig ver- hard gezwel, met weinig verheven- heit en pyn, de onbedrevene zouden het zeker veel eer voor een Bubo, dan voor een Breukgezwel hebben aangezien, maar alle de nevensgaan- de ongevallen deden ons anders oor* oordeelen : Haar Geneesheer en ik hebben haar aanftonds doen Klifte- ren, gebruikende daar toe zachte» windverterende, openende en darffl- ftovende Geneesmiddelen , als daar zyn de Rad. <*ul **% Herb. M^lva |
||||
Tëgwnatüurïyke Gezwellen, yjf
Mercurialis , Meïijja , Afthemifia £
■f/or. Chamomilla, Melileti, Sem A- vifi, Fceniculi, Carvi, en by 't Kook- fèl het jE/. Diacatholicon , dagelyx hebben wy met de Klifteren voortge- gaan , en over 't Breukgezwel en de rechterzyde des onderbuiks de pappen van Flor. Chamomillay Meliloti, Sem. •dnifi) Carvi) Fceniculi, Cumini, in goed bier gekookt, doorgedaan, ge- iloren, en by gedaan de Farina., Al- thaay Fcenugraci. Wy hebben die da- gelyx vry heet doen gebruiken , en dikmaal ververftjenvoordewalgingj, flauwtens, en 't Drekbraken de maag en ingewanden met dusdanige verfterkt. yt Aq. Mentha: :>'-
Meliffa: α», ξι)
Cinnamomi |β Co»/· Alkermes. div Syr. Carminans gvj m.f. Mixture.
Als mede uitwendig de Maag met
yerfterkendeCeroenplaafters bezorgt, aoor dusdanige middelen met een vol· ftan-
|
||||
Verhandeling van ek
|
|||||
ilandigên y ver gebruikt, is binnen de
vier a vyf dagen 't Breukgezweleeaig- iints en voorts meer en meer vermin- dert, zo ook deDrekbraking^ flauw- tens, walging , Koortfen , enz. tot dat wy alles geluckig te boven geko- men zynde, zy voorts door zacht en goed vöedfeluit haar Krankbedde ge- raakt is, en noch vele jaren daarna ge- leeft heeft, En noch Anno 1704. le- vende, ontrent de tachtig jaren oud geweeft is. Ik maakte haar een Breukbantje
van zacht Bombazyn j want zy was een magere tengere Vrouw $ daar Zy haar wel by bevond , en waar door zy voor het andermaal uitfchie- ten'desDarms, veraekert en bewaart was. Wyders gebruik ik geenen vor-
deren ornllag van uitwendige Ge- neesmiddelen op de plaatfe van het ingebrachte Breukgezwel anders, als die ik in dit Hoofdfiuk vertoont heb , behalven dat ik fomwyl wel gen weinig Emplaftr. de Labdano daar onder meng. Ik misprys met oen woelenden Boniekoe, het Emplaf~ trunt
|
|||||
TegematuurlykeGezwellen, jjf
tfum ad rupturas Ferneïh, als noch
in de Amflerdamfche Pharmacopaa 3 op pag. ito. te vinden, om de onnoodige veel heit van alle de daar in komende middelen, gelyk als Waarlyk daar van een groote me- nigte t'faamenftellingen in den A* potheek gevulc en opgehoopt zyn, In myn geheele pracfcyk , hoe vol bezigheden dat die ook ooit of ïïßå geweeft is, hebbe ik alle myne Olia , Unguenta , ende Emplaflra , doorgaans zelfs gemaakt: Gelyk als ook meeft alle andere zoorten van toebereidde middelen, en maak die na myn eigen behaagen , vol- voerende met weinige , doch dien ik my verzeekeren durf^ dat goed Zyn , alle myn zaaken. Ende be- tuige den jongen Heeimeefter, dat dien grooten hoop der Gediftilleer- de Wateren , Azynen , Syroopen 9 Conferven j Eleiïuarkn, Trocifcen, Poeders, Pillen, enz. der Oude modenfche ende veele noch- heden- daagfche Aptheeken, tot een zeer klein getal, die goed ende krach· £i§ ^ya, konnen worden vermin- dert, |
||||
Verhandeling van de
|
||||||
dert, dewyle die genoeg zyn , eti
dat alle dien grooten fleep en om» flag t'eenemaal onnut, onbequaam, te verkoelende, of te krachteloos, te haaft verderfFelyk. Ofte is het dick , drabbig , miers , of zoet, te walchelyk, om door de Keel te jagen, behoordenafgekeurt te wor- den. |
||||||
HET
|
||||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, yjj
|
|||||
HET XXXII. HOOFDSTUK.
Van de uitzinking des Endel·
darms [Proeidentia Ani.] i · Èefchryving van de uit&inking dei
Endeldarms. z. Deszelfs Oorzad~ . ken. 3. Gevaarlykheit, wanneer 't zelve vcrzuimi word. 4. fVant het kan Aan doodelyk zyn. ƒ. Deszelfs Genezing. Dit gebrek komt onS rrieeft voor
in de Kinderen , en ook wel fomtydsin oude luiden, enwelvoor- namentlykin dezulke, die door lang- durige voorgaande ziektenS enfucke·» ^ngéii verzwakt zyn. I.
Den Aars- of Endeldarm, de laai- intefimm
fte van de drie zogenoemde a\cktRe£Ilim·
Parmen , langs des Staanbeensjg^;
Dinnenfte bekleedfelen afdalende, en de mizfa
tot in den Endeldarm eindigende 9kj»g Λ*
word aldaar met de Sluit- of Ring-f ^;
r, j , r ° dame; JDdd; %«"»
|
|||||
778 Verhandeling nntn de
|
|||||
fpier, zo als mede in de Krop van
de blaas gefchied, bevonden van den Alwyzen Schepper gefchapen te zyn, die den Endeldarm als met een ftrik of Koorde befluit , op dat den rc- delyken menfch zyn Drek niet te- gen zyn wil en geduuriglyk, maar'zo als 't behoort, zoude konnen ontlas- ten. I I.
üeszelft De oorzaak dan van des Ëndeldarms
Oors44#»ujczjnkjng moet jn verflapping dezes fpierswelvoornamentlyk gezogtfyn, daar de zwakheitvandes Ëndeldarms ophoudende of optreckende fpieren bygevoegt konnen worden , door- gaans gevolgt op een te geweldig perfen , langduurigen afgang , los- lyvigheit, enz. dewelke wel meeft de Kindertjes , van wegens hunne zwakheit, Koude , en overtollige vochtigheden, onderwarig zyn. III.
Gevaar- Den Endeldarm dus tot buiten
lykheit, hetj lichaam uitgezonken, vertoont wmneer 't zjcn omgekeert, en zyn binnenfte Swuiwaards, hatende ons des zel<* jOOÜ*
|
|||||
Tegennatutirlyke Gezwellen, jj$
roodheit, ende naaktheit zien , die
Wel haait van Couleur zal verande- ren , opzwellen , verharden , ende verfterven , zoo wanneer achteloo= ze Moeders , door een té harde be- handeling, Koude, verkeerde hulp- middelen, enz. dit ongeval nóch veei érger kómen te maken. IV.
't Is my voorgekomen dat ik niet »*»* ,
alleen den Endeldarm , maar ook de h,et *"*,
i η ι j-i /^ j ν dm dooit' relt van t dik Gedarmte, voor 't me- uu &%
Rendeel met zyn Krinkelen én bogten
^orid uitgefchoten, gceri warme ver- nachtende Stovingen noch pogingen tot inbrengen hielpen, door't gedu- rig perfen endrucken des Kinds, tot Öïï het eerlang zyn ongeval met de d'ó'od' verwiiTelde. Waarlyk dit zyn droevige befpie-
gelingen. Eens is't my gebeurt (dog ult.\vas'een' ander geval) dat ik des nachts by een Kraamvrouw gehaalc ben geweelt, die eerit verioft was vad een Kind, dat ik al zvn darmen bui- ende buik vond uirgeftorty de buik was van de Ν avei rot aan't Gemacbtje («ven als men dcGcüach'te Schaapjes D'ddz én' |
||||
7S0 Verhandeling van de
en Varkens ziet) als met een mes in
deszelfs middel of witte linie gefne- den, t'eenemaal open , de ontftelde - Kraamvrouw noch niemant kon de oorzaak befeffen, alleen dat ze naaii eenige weken zeer fterk hadgehoefts ik fchreef aanftonds een verwarmende ftoving voor op defe naakte gewei- jen, alzo 't Kind noch eenige uuren leefde. V,
Btszdfi Zo den üitgefchooten Endeldarm1
Gentxangi eenjgen tV(j ujÉ z.yn plaats geweeft is, en zeer opgezwollen mocht zyn, zo kan men, alvorens *t inbrengen, 't welk nooit met force moet zyn , een verzachtende Stooving gebrui- ken van Althéa, Flores Chamomilte, Melilote, Sem. Anis^ Fcenkul^ Fcenu- gr<ec. enz. in zoet Bier of zoete Melk gekookt, na een uur of tweeftovens \ tieftrooit men den naakten Endeldarm met een p©eijertjej dat verfterken- de en opdroogende is, uit Flor. Ra· far. Rubrar. Balaufi. Cort. Granator- Ibuj. Maflisi, en diergelyke t'f*3" men geitelt. Men bewind een of rneer vingers mee zacht Lywaat» m
war-
|
||||
Tegemafuurlyke Gezwellen, jSt
^armeWyn of zoete Melk bevoch-
tigt, en brengt den Aarsdarm zaeht in zyn plaats. Voorts dienen kleine dicke druk-
doekjes in oude t'famentreckende roo- de Wyn, daar in een popje met geftotc Bloem en fchillen van Granaten, roo- de Rooien, wat Gal- en Cypresnooc gekookt zyn , dikwyls warm in de holte van 't Fondament gebruikt, is 't noodig met een bandje bezorgt, en 't Kind, zo veel mogelyk, voor fterk huilen, fchreeuwen en porfen, §ls mede voor Koud Bier en Koude bewaard. |
|||||
Pddj HET
|
|||||
jSz Verhandeling van de
|
|||||
HET XXXIII. HOOFDSTUK.
Yan de beginnende verfterving
[ Gangrama.] |. Inleiding en Befchryving van de be-
ginnende verflervinge. z. Deszelfs Oorzaaken. z. Teekenen. 4. Twee JVaarneemingen. f. Noch eenigetee- . 'kenen. 6. Waarfthouwing. 7. Foor- zegging. 8. Genezing. p. Ferfchei- de zeldzaame Waarneemingen \o. Noch eenige Aanmerkingen, rakende de Genezing. I.
inleiding ºÃ\¸ zwaarfte gevolgen der Tegen-
'ZiüiltT *S natuurhke Gezwellen , zyn de ving van _ . j , 7 '
/fc%i»- verfterving van de lydende deelen ,
i»e»<ii f«r-beginnende verfterving en heet vuur
Jltrvmg. genoemt, waar van op onze wys, zo
kort als doenlyk was, het noodigfte
zullen vertoonen.
De beginnende verfterving, is een
uitbluflching en vernietiging des le- vens, derdoorftraaling des bloeds, der
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 785
der Geeften, en aller natuurlyke
Warmte. 't Heetvuur is een volkomen ver-
fterving, daar de deelen volkoomen dood, gevoelloos , ~yskoud, en aan 't rotten is, beginnende ie ttinken en zwart te worden , moetende, om het levendige te behouden , daar van gefcheiden en afgezet wer- den. De beginnende verfterving is dan
niet anders dan een verfterving, die eerft beginr, daareen gedeeltevan de lydende deelen eenquade couleur be- gint aan te nemen, van zyn fcherp en eerft zeer pynlyk gevoelen meer en meer berooft word, daar de bui- tenfte bekleedfelen alreeds dood en verfcorven , en inwendig de beende- ren, banden, pefen en zenuwen noch v°Hconnen of eenigfints levendig en gevoelig zynde, en de verfrervjnge kezende gefteuit, de deelen noch mogelyk wederom in haar volkomen Genezing herftelt zullen konnen wor- den. Het Heetvuur vertoont ons de dee-
len van alle levendigheit, gevoel en inwendige warmte t'eenemaal be- Ddd4 rooft, |
||||
784 Verhandeling van de
|
|||||
rooft, en volkomentlyk tot in de
binnenfte deelen verftorven en dood te zyn. Sommige oude Schryvers, als Fa-
hritius Hüdanus , en andere, hebben Gingr&nm ^e beginnende verfterving een Heet- s$hauius. en het Heetvuur een Koudvuur ge- lieven te noemen, waar over DoSior Boniekoe geen kleintje fchrolt: Even- wel de verfterving, in haar geweldi- ge ontfteking, hitte, brand en ver- flindende furie , en het Heetvuur , even als het dóode verrotte Fruit ? daarin men zegt het vuur te zyn , pm dat als een vuur voortkankert en alles wegvrect, aangemerkt zynde , zo zal men zulx zo vreemt niet vin- den , daar men die recht komt aan te merken. I I.
$t>rx.ti,ake>t. J)e Oorzaaken kpnnen , zoo als
ook van de Gezwellen gezégt is, in uitwendige en inwendige worden af- bedeelt. De uitwendige oorzaaken zyn vee-
lerlei, als door een geheele verftik- king in het doorftraalende bloed, des ^enuwfaps, en verdere omvloejende voch»
|
|||||
Tegemataurlyke Gezwellen. 785*
vochten, wanneer in zeer Ijevige ont-
stekingen alles, als in een vollegloer? noch daar by door al te verhittende ? tekleefachtige, flymachtige, te vette en olyachtige middelen, die dezweet- gaten verftoppende, de nodige door- waafleming beletten, en de ontilee- king noch grooter maaken , waar door het beftormdedeclof deelen zo- danig konnen worden verhit , dat door de geweldige uitbruifchende Gifting der nietvoortvloeijende ont» ftelde, fenynige, fcherpe, tenmin- ften quaadaarjige vochten, vermits de verbreking der pypen, alles nood- zaakelyk moet verftjekenj zoo dat eindelyk deze geweldige hitte word uitgeblufcht, de onverdraaglyke pyn verdooft, het fynfte gevoel der Ze- nuwen en vüefen verteerd, de Gees- ten verflonden, en de vinnige rood·* heit der deelen ? tot in de bhauwe loodverwige en zwarte couleur ver? andert, en zulx te haaftiger, daar de beflotene ftoffe niet tydig ge- noeg ter uittocht zal worden gevor- dert. Ten anderen, als mede in alle dus-
danige hevige ontftekingen al te ver- D d d f koe* |
||||
7?5. Verhandeling van de
koelende, te koude, te zuure, te
verteerende, t'faamentreckende, en by de onwetende zelfs verdoovende middelen worden gebruikt , en die noch wel te koud daar op geleid zyn- de, noodzaakdyk een fchiclyke ver» dicking , verilyving , verfticking , verfterving en verrotting moeten ver- oorzaaken, en des te vaardiger, als de (toffe desGezwels bederflyk, quaat- aardig, befmettelyk,enz. zal worden bevonden. Zo komen tot de uitwendige Oor-
zaaken ook alle vervriezingen door een Ürenge Vorft , Sneeuw, Kou- de, en daaringeledene ongemacken. Zo meermaals onderde Soldaten inde Legers voorvalt. Voorts alle gewel- dige verbrandingen, afgefchoten le- demaaten , zwaare verpletteringen, vermorfdingen der beenderen in ge- weldige Beenbreuken , en Kneuzin- gen, groote ontwrichtingen, won- den met vreeslyke bloedltortingen , of in de zenuwen, pcfen , vlieten , banden, enz. fenynige wonden , te llerke bindingen en toeknellinge der Aderen, Slagaderen, Zenuwen, enz. waar door de voedendevochtendoor de
|
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 787
de uitwendige deejen onfes licbaams
haar vrye doorftraaling moeten heb- ben , alles fpreekt van zelfs, zo dat wy over zuls geen verdere uitbrei- ding noch uitlegging behoeven te ma- ken. De inwendige oorzaaken 2yn een
verrot, fcurbutig, te wei- en water- achtig bloed, en by gevolg ook die van de andere vochten, langduurige Ziektens, zwakheit, uitgeteertheit, honger, ouderdom, en gebrek van Oatuurlyke warmte en levendigegee- ften, en dus, door gebrek des voed- fcls tot in 't gebreckelyk deel; des- gelyx alle hevige en quaadaardigc ontftekingen, Kinder- Pockige- Kan- ker- Peft- en verharde Breukgezwel- ïen, het te lang leggen op de ftiet, heup en lendenen, door droppelpis Cn geduurige ontlooping des waters» alle groote Watergezwellen, en wat vorder de ophouding der doorftralen- £e voedendefappen kan komen te ver- hinderen. UT.
Ï3e voornaamfte teekenen van een T«t*«>»,
oeginnende verfterving zyn de ver- an-
|
||||
7§B Verhandeling man de
|
|||||
andering van de couleur des Huids \
als die, voornaamentlyk in alle hee- vige ontftekingen , eerft: zoo boog rood, zich begint bruin, paars, blauw, en eindelyk zwart te vertoonen; of daar de ftoflfe kouder van aart is, geel- achtig, wit en bleek word, de he- vigfte pyn vermindert en verdooft hand overhand, de opkomende blei- nen geven een taanig water, en too- nen een fpeckigegrond en eendoode huit , voorts volgt een minder en minder geyoe!, en fledderigheit der verftervende deelen, afgryflyke ftank, verrotting, Koortfen, metwalging? braakingen en flaauwtens , bevende pols , ftuipen, en dus, zoo 't niet gefteuir. word , de onvermydelyke dpod. In de beginnende verilerving door
ftrenge Koude, Vorft, Sneeuw en vervriefing veroorzaakt, bevind men eerlang de zeer fcherp ftekende pyn in doovigheit en ongevoelig- heit verandert ? zo ook de fomtyds eerft hevige roodheit , tot in een paarfe, blaauwe, of ook wel witte fletfe doodverwige couleur, alles verfterftj en word fchielyk dood? en |
|||||
Tegennatuurïyke Ge&wellen. 780
|
|||||
yskoud, van wegens het niet meer
doordraaien des bloeds en der ïeven- dighoudende Geeften , en aldus to£ in een volkomen Heetvuur veran- dert. De verfterving , die door gebrek
des vöedfels en Ievënsgeeften, en al- dus 5 door ophouding der natuurJyke Warmte word veroorzaakt, zoo als die doch doorgaans in de oude, uit- eleefde en uitgeteerde, of anderfins oude en zwaclie lichaamen, meert: voortkomt, zo zyn ook in't gemeen de teekenen openbaar, en ik heb die Wel meermaal, zonder eenige de min·* fte verandering indeeouleur deshuits gezien, daar ik deze haaft voortloo- pende verfterving in de uiterfte dee» len des lichaams zeer Ichielyk, zon·4 der 't minfte gevoel yskoud, en zo °°k den lyder in 't kort dood gevon- den heb. I -V.
£ulx is my over eenige jaren zeer Ttvtt
aanmerkelyk voorgekoomen in eenujf'c jong Boerinnetje, oud zeftien a ze-*"**' ventien jaaren, woonende een ft'uk Weegs buiten Haarlem, op aeEaar- hmtf.
|
|||||
7P0 Verhandeling van de
lemer Lyede^ aan 't Meir, en op laag
en waterryk Land. Deze was van een zeer koud en vochtig geitel, heb- bende, behaiven 't dagelyx gebruik van 't qüaade voedfel, tot haar ge- Wöonlyke drank, door Gierigheic van de Ouders, en qüaade gewoonte der Boeren, meert wai en koude ge- karnde Melk gedronken, en daar by des morgens vroeg en 's avonds laat,' door 't nat bedauwde of beregende Gras, zelfs bloot beens, de Beefteiï door goed enquaad weer gewoon ge- weeft te melken: deze vond ik, daar by verzocht zynde, met een kleiri Koorts je, duiftere pols , en flaauw- tens, beide de beenen, voeten en to- nen, zelfs tot in de kuiten, volko- men yskoud, vetftorven en dood te zyn, zonder dat men de minfte ver- andering in de couleur des huids be- merken kon, die wezende bleek wie zo als de andere deelen des lichaams: Ik heb de Ouders haar kort einde voorzegt, Heerooms plicht (wantzy waren goed Roomfch) aanbevolen, en niet anders dan verfterkende middelen om de beenen, voornaamentlyk daar die noch levendig waren, gefla^en- Doch
|
||||
YegemtatuurtykeGezwellen, jpt
Doch deze haaftige verfterving was
door gebrek van doorfcraalend bloed der levendighoudende Geefcen en in» wendjge warmte , in weinig uuren toe in en boven de kniën gevordert, en zy wel haafc in haar bleek en zeer koud geitel, dooreen algemeen heet vuur, dat is, door de bleeke dood, van uit dit rarc^alig leven tot in de eeuwigheit verhuift. Zo komt eens een baas Timmer-
man uit het Dorp Felfen, totinmyn huis om hulp , dien ik de langite vinger tot aan de knobbel des hands volkomen verftorven, dood, yskoüd, en alreeds tot affcheiding vond gezet, vorders waren de hand als ook de an- dere vingers goed, warm en leven- dig, daar in men gantfeh geen ont- fteking , ontfteltheit, noch eenige de minfte zwelling vernam, zo ook, volgens zyn getuigenis in dezedoode vinger niet was geweeft, hebbende daar in niet anders dan maar een tra* teiende dovigheit, ongevoeligheic, er> koude gevoeld, en door den Heel- meen: er in Feljèn een papje uaar op geleid zynde , zo had men de Via- |
||||
γ$& Verhandeling van de
|
|||||
ger in 't kort dus t'eenemaaldoodbe»
vonden. Ik oordeelde zulx door de ophou-
ding en niet meer doorftraalirrg des bloeds en der levendiger Geeften in'c Zenuwfap ontfraan te zyn, en nam niet alleen met zyn believen, maai" zelfs op zyn verzoek, dien dooderi vinger, na dat dé bereidzelen waien gemaakt , in een oógenblik tvds , door de houte hamer, en een fcherp fmai beitelrie vlak op een blok ge- voegt zyndè, recht in zyn affchei- ding weg, en genas hëm vóorfpoe- dig. ïk ried hem, zo wanneer hy in 't vervolg weder iets in de andere vingers gevoelen mocht, die met lou- tere vryvingen met, of ook zelfs, zónder Brandewyn ,. zo veel moge- lyk, des bloeds ddorftraaling te be- vorderen. Doch ik heb hem noch veel jaaren na dien tyd gekent, zon- der dat hem ooit diergelyx is weder» varen. V.
Einm ^e Teekenen van een beginnende
Tukjmiff, vérfterving door Seheurbuik , ver-
toont |
|||||
Fegennatuurtyke Gezwellen. 79$
toont ons alvorens paarfe, bruinroo-
de , en ook wel eerlang t'eenemaal Zwarte plecken in de huid, diegroo- ter en groocer wordende, en ook tot inde binnenfte of ondergelegene dee- len invretende, haait een groote yer« ilerving konnen komen te maaken , en zulx treft wel meeft de Water- zuchtigen aan. Ook komt wel al- vorens in dusdanige wei- water- en zuchtgezwellen een Glinfterachtige Roos of ontfteking, die in 't begin vry hevig fchynt j doch daar noch- tans de ingedrukte putten in blyven liaan, werpende haar fterk uitfpou- wende waterblaaren en bleinen vry vuil en quaadcouleurig op , die of door verkeerde middelen, of ook wel tegens dank watfchielykopdroogen- de, ondervvaards een Speckige, Geel- taanige, of ook wel een t'eenemaal zwarte, doode en ongevoelige huit vertoonen. Meeft alle de vordere foorten van
verftervingen zyn haar teekenen uit derzelver oorzaak bekend, inzonder- heit daar die uitwendig zyn, zo als door fcwaare vermorfeling, wonden, afgefchc-te ledemaatcn > gevaarlykc Ego ■ . ' Been- |
||||
794 Verhandeling van as
|
|||||
Beenbreuken, ontwrichtingen, ver-
brandheden, venynige fteken of be- ten van Adders, Slangen, dolle Hon- den , Katten, Menfchen, enz. en vorder alles, waar by dat dit droevig ongeval toe kan flaan, zo dat men daar van geen byzondere bepaling be- hoeft te maaken. De teekenen van 't Heetvuur zyn,
daar in de deelen alle gevoel, leven, en inwendige warmte, zelfs tot in de binnenfte vliefen en zenuwen t'eene- maal uitgebluft en vernietigt zyn s het deel of pok de deelen volkomen dood, zwart, yskoud, en vreefelyk iïinkende worden bevonden, en die door Konft noch middelen wederom levendig konnen worden gemaakt, V I.
*?*r~. En alhier moet zich niemand be-
jc otiw ng. jjrjegen s ontrent een kleine bewe- ging en onvolmaakt roeren, 't welk de lyder zelfs in een t'eenemaal doo- de hand , of voet, noch met haar vingeren of tonen weten te maken 9 en dat niet alleen de lyders maar ook wel de omftanders bedriegt, geloo- vende, zulx befchouwende, de des» ·"' "" "' Ie© |
|||||
Tegefmatuurfyke GèZ'wêlïen. ypf,
len noch levendig te zyn, die daar
op wei doorgaans gereed zyn, de naarftige Konftoeffenaars te befchul- digen ^ die, wanneer dit gebeurt j om haar goeden naam te behouden s den zelven moeten vertoonen, dat op de beweging der grooter en noch le- vendige fpieren , ook deszelfs noch daar aan vaft zynde einden of pefen , gelyk als derzelver fnaaren en Koor- den noodzaakelyk moeten volgen ^ hoe dood die ook mochten zyn, want daar de verrotte huk en buitenfte dekfelen al mochten gefcheiden zyn, daar zullen de zeer taije peiên en ze- nuwen noch wel met haar beginfelen daar ook haar verderf, als dan ^ nog Wel dieper en dieper voortkruipt, Vaft vereenigt , worden bevonden , zulx dat de lyders, door de intree- king der bovenfte Spieren, even zoo als in de döode Hoender· Een- den- en Ganfe pooten kan worden vertoont, de roering van haardoo- de vingers of toonen konnen komen te maaken. |
|||||||
vu.
|
|||||||
*—ί ε ν 3s
|
|||||||
yg6 Verhandeling van ie
V I I. Niet zekers vak in een beginnen-
de verfterving , daar die groot en hevig is, en alles ons vol onzekerheic voorkomt, te voorzeggen, daar in dat alles na de heftigheit, kleinheit, of quaadaardigheit van de verfterving, als mede in wat deelen des lichaams» en desgelyx op de jaren, gefteltheir, en krachten des lyders, ons worden vertoont, moet gelet zyn, endaar op en meer zaaken, die ons mochten voorkomen, wyonze voorzeggingen hebben te richten, betuigende, dat de verftervingen noch wel geneeslyk zyn, daar de krachten en inwendige warmte door ouderdom, Krankheit,, Koude, Waterzucht, enz. noch niet teveel zyn verfpilt, de beginnende verfterving door gebrek van natuur- lyke warmte, bloed, en zo by ge- volg door ophouding en niet meer doorftraaling van levcnsgeeften , is meeft altyd , daar die de groote uit- wendige deelen inneemt, een gewis- fe voorbode van de dood. Hoe voch- tiger deelen des lichaams, en hoe quaad-
|
||||
fegmnatüwlyke Gezwellen, ypj
cjuaadaardiger deverfterving zy, ge-
lyk in der Kinderen monden , hoe Zwaarder de Genezing moet worden geftelt, of ook ongeneeilyk , daar die met harde en blaauwcouleurige Gezwellen voorkomen, daar in men die kleine lydertjes wel doorgaans ,, niettegenftaande alle bedenkelyken yver en goede middelen geen klein gedeelte van mond , neus en kaaken, dood , koud , zwart, en ilinkende vind, eer dat zy komen den laatften fnak te geven. Dusdanige verfter- vingen , en vorder alle die in een zwaare Krankheit, uitgeteertheit, geweldig fcheurbuik, koude lichaa- rnen, en in groote watergezwellen der beenen, voornaamentlyk in ver- zwakte en uitgeleefde, ons voorko- men ) daar ontrent zullen wy mogen voorzeggen , dat mogelyk de dood een einde van zoveel e lenden zal ko- men te maaken. Maar daar de krachten en de in-
wendige warmte noch in ftaat zyn, om wat noch levendig is, alzo te be- houden, ten einde een goeden Etter mocht voortgebracht worden, en door den'Etter de affcheiding van 't Eee 5 doo»; |
||||
ypS Verhandeling van de
doode gevprdert mocht zyn, zo kan,
wanneer met alle kracht daar op ge^ werkt word, de Genezing noch worden verkregen , uitgezondert in deelen van vingers of toonen, dieal- reeds volkomen dood en verftorven zyn, en nu van de noch levendige deelen of afgezet, ofdoorfcheiding, zo ook wel fomtyds gefchied, gevor* dert, voorts ter goeder uitflag kon- nen bevlytigt zyn. De verftervingen, door uitwendi-
ge oorzaak, als door zware verbrand - heden, wonden , afgefchoote lede- maaten , beenbreuken, vermorfelin- gen, ontwrichtingen, enz. moeten geneeflyk of ongeneeflyk voorgeftelt zyn, na dat die ons zwaar of in min·? der gevaar voorkomen, zo ook, die door te fterke bindingen , groote bloedilortingen, quaadaardige beten en quetiïngen zyn veroorzaakt, in haar verhoopt goed gevolg, of ge- vreesden quaaden uitflag, voorzich- tig, dat is twyffelachtig, op het be- houd van onze goede naam denken- de, worden voorzegt. |
|||||
vin.
|
|||||
T-egennatuarlyke Gezwellen. 7 pp
VIII.
Wy komen nu tot de Geneezing Genezing.
van dit droevig quaal, die na de ver- icheidentheit van de beginnende ver- ilervinggerichtigtmoet zyn, vooraf befeffende, dat alle verftervingen uit uitwendige oorzaaken ontftaan, haar byzondere toeverzicht en Genezin- gen vereiiTchen, en daarom niet zo in 't algemeen konnen worden aan- gewezen s maar na dat die ons komen voor te vallen , moeten behandelt zyn. Wy fpreken dan eerfl: van die be-
ginnende verfterving , die ons ge- meenlyk als de hevigfte en groot Me , in zyn geweldige furie voorkomt , namentlyk, die in een vol lichaam met een zeer groote brand, hitte, vier, opzwelling, ontfteking, pyn, zware Koortfen, nachtwaking, en onftui- migheit de lyders, op 't vinnigft be- ftormt} en zeer haait een hand, arm, been of voet, door enkele verfticking der veelvuldige t' faamengehoopte flerk uitbruiflchende ftoffe^ of ook den lyder zelfs overweldigen, en in 't Graf kan komen weg te rucken. Eee4 Zul»
|
||||
8oo Verhandeling van de
Zulke lyders vinden wy doorgaans
noch met een zwaare Krankheit ten minften met een geduurige en ook wel met een quaadaardige Koorts aan- getaft, waarom dan ook noodzaake- lyk een er vaare Geneesheer, ten ein- de om des lyders Krankheit door ver- xifchte algemeene Geneesmiddelen in acht te nemen, gezocht moet zyn, anderfints daar den Heelmeefter zich van zo nodigen hulp ontbloot vind, daar moet hy hem in dit gewichtig voorval ontrent de twee eerfte be- trachtingen na ons voorfchrift in de verhandeling van de onttteking ver- toont, gedraagen. Dus treden wy over tot de derde
betrachting , dat is, onder de ver- eifchte waarneminge der twee voor- gaande, dejbeitormdedeelenbehoor- lyk te bezorgen , zodanig als dan de grootheit, furie, goed-of quaadaar- digheit van de beginnende verfter- vinge, en de hoedaanigheit der aan- getafte dee!en zullen vereifchen. Men zal dan aanitonds, daar men
de onlydelyke brand, hitte, ontfte- king van de beginnende Verfterving, zo groot bevind, pappen gebruiken, die
|
||||
Tegennatuürlyke Gezwellen. 801
die niet zo fterk verhittende , droo-
gende , fchroeijende, en de deelen, die als in een volle gloed ftaat, noch meer verhittende en ontftekende ma- ken , zo als die den beruchten Over- kamp (ook een der Nieuwe Reforma- teurs der Heelkonfi) en verachter der oude Schry vers ) den Leerling voor- fchryft, maar die op een zachter en verdraaglyker wys de deelen konnen ftoven , koefterén , vervochtigen , verzachten, en dus de onverdraagly- ke pyn en de vinnigite hevigheit van dit quaal zullen zoeken te bedwin- gen , nochtans ook daar op letten- de, dat die Vooral niet te flets, te verkoelende , te feleeverigh , en door te veel, inzonderheitLynzaad- meelen, re flymerig, of met Oliën en vetten vermengt, gemaakt zyn, maar indien men eenige van dedien- ftigfte Malaïïica daar onder wil voe- gen , dat men die fpaarzaam , en met onderfcheid onder de krachtiger Hulpmiddelen weet te vermengen. Byzonder moet men ook daar óp
letten, of niet zelfs maar een kleine
wonde ofte befchadiging voor 't op-
liomen vaq de beginnende verfterving
Üeej· ge-
|
||||
8ïò. Verhandeling van de
geweeft is, en die zo maar paflelyfe
behandelt, tot geen Erterdracht is gebracht. En op deze wys een ge- vaarlyke verfticking der om- en door- ftraaling der vochten veroorzaakt heeft. Een klein ftaaltje zal tot waarfchouwinge der onkundige los- bollen konnen dienftig zyn. Hendrik Janfz, die meer goed bier
als water dronk , in de kracht van zyn jaaren , gezond , fris , en vrolyk, kreeg op den 18 September des jaars 1690. onder 't fpotten van zyn medegezei, onkundig in'tfchie- ten, door 't aflofTen van een Roer , een kleine papiere prop, daar in ge- daan zynde, inde kuit van hetbeenj zyn lyieefter of baardfeheerder, daar by gehaalt zynde, neemt hem opeen violyke wys, en als geen zwaarig- heit in zyn ongeval makende, onder handen, en op een lofle hoUebollige wys, niettegenftaande dezen armen hals door de hevige pyn, ontftekrng Zwelling, enz, zyn flapen en goede geftekheit verloor, voortgaande toe op den vierentwintigften September des avonds, als wanneer den Genees- heer Borfenius, daar by verzochc Zyn-
|
||||
Tegennattturlyke G eziveïïen. 8 o |
zynde, tegen 't befef van dezen vro-
lyken baas, vry groote zwaarigheic maakte , ordonneerde een hartfter- ftend Drankje , en wilde dat ik des morgens daar mede by verzocht wiert. Wy vonden gezamentlyk defen ramp- Zaligen lyder in een flechten ftaat, met een gedurige Koorts, benauwt- heit des herten, flauwtens, waking, en ongeduurigheit bevangen, en 't verband ook los gemaakt zynde, de gantfche deelen des vóets tonen, tot in den Enkel yskoud, wit van cou- leur dood en verftorven, de wonde in de Kuitfpieren droog, doren zwart, zo ook rontom heen de Kuit, en het grootfte gedeelte van 't been opge- zwollen, fteenhard, blaauw, bruin, zwartcpuleurig. Den Meefter itond nu verftek, getuigende twee dagen £e voren noch alles zacht, bequaam , levendig, en goed bevonden te heb- ben, maar tot noch toe geen Etter- dracht had vernomen, dan zulx en het gene gebruikt was, daar latende, deed ik aanftonds eenige diepe infny- dingen in de Kuit na de loop en tot door de Kuitfpieren , maarv vonden alles droog, dor, en zonder gevoel, tot
|
||||
$04 Ferhandel'mg van de
tol dicht onder de Knie, ftaakte dit
werk, en ftelden voort de krachtig- ite bet-tingen en dienftigfte pappen, 20, als die in 't vervolg zullen ver- toont zyn, te werk, maarzulxkon- de, als te iaat in 't werk geiteld , geenfints beletten , dat dit groote Heet ν uur 's avonds volkomen tot in de Knie bevonden wierd, als ook de dye tot aan de buik fteenhard opge- zwollen , zo dat hy op den tweeden d;ig van myn komft, en de negende zyns ongevals, 't gevolg van dit ge- ring quaal met de dood heeft moeten bezuuren. Wie twyffelt hier aan een volko-
men verfticking des bloeds, en der vórdere om- en doorftraalende voch- ten ? Daar gantfch geen Digeftie zynde gemaakt noch voortgebracht, ceritelyk in en rontom de wonde al- les geftremt, verdikt, verzuurt, en vergoort, al vorder en vorder de doorftraaling des bloeds en der le- vendige Geeften, in haar noodzake- lyke wegen, verilopt, verhindert en belet heeft, daar de Bloedvaten en Zenuwen zynde toegeprangt en ge- floten, en alle deszelfs leyendigma- ken:
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen, tof
kende vochten veriïyft, wat wonder
is 't, dat dan dit quaad in de tweea drie laatfte dagen zyns levens zoo gantfch haaftig is voort gezet, en de natuur/yke warmte zo fnellyk ver- ftikt en uitgebluft is geworden ? De Heelmeefters behoorde geen
loflebollen te zyn, die zelfs een ge- ring quaal, noch wel te gering kon- nen achten , en de gevolgen in de windflaande, haar lyders eerlang van zwaareja doodelyke toevallen kon- nen beftormt zien. Alle gekneusde gefchooten en gepletterde wonden moeten door Ettervorderende mid- delen op de alderfpoedigfte wys ter dracht gebracht worden, alle fterk- verkoelende afdryvende Waters, en die noch te koud op geleid, als ook wat de deelen verhit, dort, droogt en verhard, moeten, als zeer fcha- delyk, zyn vermyd, .om dat de eer- fte alle vloeijende ftoffeverdicken en doen verftyven, zo dat al wat ter doortocht gefchapen is, geftremten vaft gepakt, bederft, verrot, en alle natuurlyke warmte en 't leven uitge- bluft komen te worden, de midde- • len die te verhittende, te droog, en te
|
||||
8o5 Verhandeling van de
|
||||||
te fcherp zyn, beletten den Etter s
zo dat de vermorfelde en gepletterde huid, 't Vleefch, de Spieren, enz. tot geenaffcheidingkonnen gebracht zyn, zo dat door zulx zeer lichteen haaftige en voor 't oog des onvoor- zichtigen Heelrneefcers een onver- wachtte verfterving, zelfs doodelyk Zynde, kan komen te volgen. In alle gedreigde verfterving, daar
men noch in dusdanige zwaare ont- ftékingen met kracht op ontbinding Verkt, en, om een haaftige verftic- king der inwendige warmte voor te komen, noch verhoopt de ontlafting der ingelegerde quaadaardige ftoffe door een of meer Ettergezwelien te verkrygen, en door die ontlafting de beginnende verfterving te verhoeden en zo veeldoenlyk is noch voor te ko- men, daar kan een pap gebruikt zyn9 die de gevreesde Verfterving Weer- houdende, en met een de gehoopte Ettermaaking bevorderende mocht zyn, zo als my zeer dikwyls gelukt is, als by voorbeelt, |
||||||
Jg4 Hert-
|
||||||
Tegematuurlyke Gezwellen. 807
ï£ Herb. Scord. Mij
Rtitee ) Althate
Scabios, an. Mj
Flor, Sambuc. Miv ChamamilL Melilot. an. Mij Ci^. ia Cerevis dulc. Colaiur, Contus, adds Faria, Lupinor. O rob. an, fji5
Lint, |j f. Caiaplafina,
Of,
ö. Herb, Melitf,
Agrimon. Scord. an. Mij f^erbafc. Ma/v. an. Mj Flor. Chamomill. Sambuc. an, Miij
Calendul. Melilot. an. Mj Coq, infuff. Quant. Cerevif. dulc, Colatur Contuf. adde Faria. Tècenugrcec.
Lin, áá.î)â f, Cataplafma.
Men kan de hoeveelheit der Krui-
den en Bloemen vermeerderen of ver- minderen, na dat de grootheit des «juaals ons zal komen aan te wyzen. Maar
|
||||
$o8 Verhandeling mn de
|
|||||
Maar 20 wanneer zich alles tot een
geweldige verfterving aanfteld , en dat 'er als noch geen Etter, tot ont- lading der quade ftoffe te hopen is, zo kan men dusdanig een pap in 't werk ftellen : ïji, Rad. Angelic.
Vincetoxic. an. 33
Herb. fcord. Miv fcabios. Rut. Ree. Abfinih. an. Mij Flor. Chamïll. Miij fambuc. Mij Centaur, min. Mj Coq. in f. q. Cerev. dulc. Colaiur. Contus, adde Far. Lupinor,
Foenugrac. an. JjS
Lin. fj ƒ, Cataplafma,
Ofte aldus 3
ψ. Herb. fcord.
Phyllandr. an. Miij
Abfinth. Mj Arthemis. Mj Flor. chamomill. Mij Calendul. Sambuc. Hyperk. an. Mj
Coq,
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8op
Cof, in f. q. Cerevif. Opt. Colatur. Conttif
fidde . iar, $aenugr<ec. Oroè. an. gij
f. Gataplafma. Sommige koken de Kruiden eri
Bloemen in pekel, oude pis, 'mHy- dromel^ oiOximel, om dat den Azyn de verrotting wederftaat, en de be- ledigde deelen verfterkt j evenwel daar mende ontlafting der ingeleger- de ftofre beoogt, die hier de oorzaak van 'tquaad is, daar wil iklievereen goed Bier daar in, myns oordeels , de Kruiden , in het kooken veel beter hun kracht behouden, verkie- zen. Andere kooken die in een gemene
Barbiers Loog, zo als ons den Ge* neesheer C- vander V^rden^ pag. 541,, voorfehryft, maar ik acht, indien de lyders vermogende, en zyofdenaaft beftaanden niet al te gierig zyn, niet dienftiger als goede Franfche Wyn, die conforterende , de deelen noch beft bewaart: Anderiints ben ik ge- woon in yder verband wat Brande- wyn, zoveel men dan nodig keurt, in de gewarmde pap te vermengen, Fff ops |
||||
810 Verhandeling vm de
om de verfterving daar door, zoveel
ons doenlyk zy , in toom te hou- den. Byzonder komt het daar op aan ,
dat men met alle bedenkelyken yver, de fpoedigfte ontlaftingen van't ver- derflyfc qüaad beoogt, bewerkt, en al waar dat maar eenige bolligheit word vermerkt, dat men daar niet door ondiepe vlyraingen , zoo als fommige doen, en vruchteloos doen, om dat zy de Grond niet bereiken , maar tot in 't hol, daar 't fenynige voeht zich verfchuik, de nodige in- fnydinge moeten maken. Zo heb ik menigmaal vry zwaare verftervingen gefteuit, en door die ontlafting de befchadigde deelen bewaart, de ly- ders behouden, en alles weer tot eer* gewenfchte Genezing, daar zulx die Meefter niet dorft beftaan, verkre- gen. Maar daar men nu tot in, en door
het verftorvene zelfs, tot aan de noch levendige deelen, de infnyding ge- maakt heeft, daar zal en moet men niet fpaarzaam zyn in 't gebruik vaa dienftige bettingen , daar de ver- ftorvene deelen warm mede gebet, eq
|
||||
itegeknatuurlyke Gezwellen. 81 f
ende waar in de wieken zynde ge-
doopt , rykelyk, oio het verderf te fteüiten j in de holte en tegen de kanten moeten gebruikt zyn s Waar over dat men de pappen en het verband twee- of driemaal daags zal bezorgen, om dus alles wat noch goed en levendig is, zoveeldoenlyfc zy, te bewaren. In de bettingen zoek ik alles ^
wat zo uitnemende feherp , t'faa- mentreckende , afknaagende of dro- gende is , tevermyden, als daar zyn de levendige Kalkj Aluin, de Vi- triol , het Spaansgroen, buiten den Mgyptiac j geloovende, dat die de noch levendige en teergevoelige dee- len, 't welk doorgaans de onder- gelegene vliefen , pefen , en zenu- wen zyn , veel meer beichaadigen als befchermen , immer ten minften de verflerving fteüiten, en de fchei- ding , van wat nu zoude begin- nen los te worden j beletten , dit < navolgende achte ik veel dienfii- ger: |
|||||
Fff* TQLJP»Ï
|
|||||
ñÀ 2. Verhandeling van de
j£ spir.Vin, gx
Tberiac. Opt. îâ Pttlv. Myrrh, Aloës an, 3ÜJ·
Caphur. jij m. ƒ, lavamentumr
Of,
Caphur. Jiij
>». ƒ. Lavamentnm*
Of,
I£ Herb.fcord.
Abfmh. Fol, Laur. an. Mj Co^. /»j£ f. J7*'». Alb. adConfumpl, tertia Part. Colatur. adde Puh. Myrrh. Akes. an. îâ
m.f. Lavamentum.
Daar noch evenwel de verrotting
en ftank mocht onlydelyk groot zynj daar zal men den JEgyptiaac■', doch met beleid, onder de bettingen konnen vermengen, onder dien toe- verzicht, dat men daar de fcheiding hu mocht aanftaande zyn, de plaats- |
||||
I'egennafuurlykeGezwellen. 913
middelen nooit al te fcherp tegen de
onder gelegene teergevoelige Zenu- wen en Vliefen, die goed zyn geble- ven , onvoorzichtig korae te gebrui- ken. Zo zal men ook, daar zich maar
eenige teekenen tot fcheidinge van't alreeds veritorvene vertoont, of daar de verfterving ftand houd, en zich ook totfcheidingzer, de wieken mee ons Bafilicum beitryken , en zo in de betting gedompek, na dat alles wel is gebet en uitgewaflehen, die tus- fehen de ingefnedene zomen tegen de ondergeiegen noch levendige deelen, zo vee! doenlyk is , aanvoegen, op dat alzo den Etter verwekt en door den Etter de fcheiding meer en meer gevordert mag zynj en dus in yder verband alle naarftigheit worden be- tracht, dat men met een welfnyden- de fchaar van onder het doode inge- bracht zynde, de ftinkende vochten oplicht, die affnyd, en wegneemt, óp datrnen dus ruimte krygende, al wat no'ch levendig is, mag redden , zuiveren, en voorts met vleefchgroe- jende middelen weer ter Genezing bevlytigen. Fff 3 IX.
|
||||
8 i 4 Verhandeling van de
|
|||||
IX.
'Verfche'ide Want als men niet op de Etter
ftlT werkt, zo kan men geen affcheiding waarnee· ' ·, ■ _ » o
^/8^e», van t doode verkrygen , daar zulx
anders, zelfs in groote veritervingen wel meermaals zeer voorfpoedig ge- lukt. Deze weinige {taaltjes zullen, uit
veel meer andere, den Leerling kon- nen ten voorbeeld dienen. Hendrik Paulufz, ruim feftig jaren oud, vol, koud, üymerig wai, zwaarlyvig en als een voofe Raap, vond ik op den 2,8 Oétob. i6oo. na het uitftaan van een zwaarc Krankheit, dood zwak, en noch door een geduurige Koorts beftormt, verzoekende myn hulp en raad, toonende my daar op een zoo groot Gezwel en ver derving in het Gemacht , en tot aan de deelen des onderbuiks ingedrongen, dat ik die met de eerfte opüag (gemerkt zyn fobere toeftand en zwakheit) oor- deelde geheel doodelyk te zyn, den wel in de Konftgeoeffende Genees- heer Johannes Werkhorfl , was zya Geneesheer. Wy hadden gantfch geen hoop noch moed tot zyn op- komit:
|
|||||
Ttgematuurlyke Gezwellen. 81 ƒ·
ksmft: Het Bakakje een xienjaarïgscrotim
Kinds hoofd in grootte gezwollen , uitwendig hard , dor, en droog op- gefpannen , verftorven , dood, en zwart, niet wetende of ook niec de ballen mochcen aan 't rotten zyn.Tefliculi. Aanftonds heb ik dan een groot deel wieken, wel vet met ons Bafilicum feftneert, rontorn langs de boord van
et doode en noch levendige geleid, zu!x met zodanig een pap als in ons 'X.'X.Vl.Hoofdfiuk te vinden is, over- dekt, onderfchoort, en alles zooda- nig bezorgt, dat ik ten fpoedigften door verfcheide vry diepe infnydin- gen te doen, door 't zwarte verftor- vene tot aan de binnenfte holtens die vuilen verrotters bocht ter ontlafting heb gekregen, ais ook met 'er tyd den overvloed van Etter en meer in- fnydingen doende, meer en meer af- fcheiding van het doode, veel riemen en vochten heb ik, met een fcherpe fchaar daar tuflchen te brengen, da- gelyx weggenomen, ook zelfs tegen den onderbuik de verfterving zyndc gefteuit, is de gewenfchte fcheiding vry voorfpoedig gevolgt. Nu von- den wy de ballen in haar vliefigebe- Fff 4 kleed- |
||||
ÈiS Verhandeling van de
kleedlèlen noch behouden, maar die,
als ook des Pcnszaks fcheuten, Zaad- vaten , de opfchortendefpier des Bal- zaks, enz. de eerfte zeer naakt en blood , en de iaatfte elendig aan 'c rotten-, en voor geen klein gedeelte in de loop geraakt, zynde alles nu uittermaaten pynlyk en gevoelig. Ik heb dan zachte afdry vingen gebruikt van Cera, Therebinth. Venet. 01. Hy- perie. Pulv. Myrrh. Mafiix^ Oliban. Sarcocoll. op die wys, zo als van ons te voren befchreven is. Dus heb ik niet alleen over de naakte en zeer te- dergevoelige ballen, maar ook in de groote holtens tegens de onderbuik na de icheiding en zuivering van wat verrot was, eengewenfchteVleefch- groeijing verkregen, daar op met'er tyd de volkomen Genezinge is ge- volgt : En is dien Vriend noch veel jaren daar na in goede gezondheit ge- bleven. In diergelyk voorval verzocht my
den ervaren Heelmeefcer Kaffer Baasy ontrent dien zei ven tyd, by een van zyn lyders tot Hilgom, ter hulp. Ik vond die met een zwaare beginnende yerfterving, de gantfche deeJen van |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 817
het Balzakje bezet, maar deverfter-
ving niet zo hoog als in de voorgaan- de geklommen, wy zyn in alles op dezelfde wyze voortgegaan, en is de gewenfehte Genezing ook even zoo geluckig uitgevallen. Een Eerbaare bejaarde Dochter ,
(haar Heelmeeftcr zynde ziek gewor- den ) en ik in diens plaats daar by ge- roepen, vond haar doodkrank, zwak, en als met de dood (onzen laatften vyand) te worftekn, hebbende een groote verfterving, met een gewel- dige wegrotting, die van de korte Ribben af, den geheelen buik, voor- naamentlyk de rechter zyde tot aan het ys- of fehaambeen befloeg, een zeer groot Gezwel, ontfteking , en zwering had zich dcsgelyx in de rechter zyde tegen de ribben in de borit geplaatfc. Hier kreeg ik viy fpoedig, door loutere afdryvingen , 't Gezwel ryp gemaakt zynde , de ontlafting van een veelvuldigen Et- ter, maar de groote verfterving vry droog , en noch al verder rontom heen loopecde, myns oordeels , wa- ren al te verhittende plaatsmidde- len gebruikt, en niet genoeg op Fff f ont- |
||||
Si8 Verhandeling "jan ds
ontdoening gewerkt, en dus doende,
moet noodzaakelyk de verfterving meer voostloopen , en dieper invre- ten, ik heb dan aanftonds dezevoor- naamfce betrachting bezorgt, en , om kort te gaan, zulx op die wys, a!s in de voorgaande gevallen ver- toont is, beyvert, gebruikende over de vet met Bafilkiim gefineerde groo- ts wkken , verfterkende pappen , daar al vryeenige verzachtende mid- delen ónder waren gevoegt, over de gaiitfche deelendes buiks. Dus kreeg ik iitccr, en by gevolg, niettegen- staande de zwakheid deslydfters,een gewenfehte fcheidinge van het doo- de, dien ik te mets met groote ree- pen en vachten , door een fcherpe ivnipfehaar , wegnam. Maar alles gefcheiden zynde, vertoonde zulx een zeernaare befpiegeling, dengan- fchen buik tot op en tuffchen haar gevoelige fpieren, die zelfs ook voor een groot gedeelte aan't rotten waren geweefr, zo naakt en van hare zo noo- dige dekfelen ontbloot, te befchou- wen: ik heb daar op groote tafelbor- den vol zachte platte wieken met ver- nachtende ontdoende middelen in een Warm
|
||||
ttegennatuurlyke Gezwellen. 8 é,ï
warm Vleefchgroeijende betting ge-
dompelt , opgelegt, en daar over een pynitillende pap , warme doeken , met zachte gevouwen Servetten, om rug en lendenen gaande, en voor met luurfpelden gefpeld , dagelyx twee- maal bezorgt, en deze naakte buik niet altemaal t'feffens ontdekt, maar het eene deel voor en het andere na met verfche wieken overdekt , en , Zo veel my doenlyk was, voor alle uit- en inwendige Koude bewaart. Haar uittermaaten verzwakt geitel met luchtig Vleefchnat en zacht en lucht voedfel gefpyft, de ruft, ftilte en donkerheit aanbevolen voor fchie- lyke opkomende ftuipen, verval van Krachten, uitteering, enz. ben ik het meeft bekommert geweeft. Haar Geneesheer, die haar fomwyl noch eensbezochr, doch niets voorfchreef, beveiligende zulx, betuigende tegen de naalibeftaande, dat het onmoge- lyk was deze elendige lyditer te zul- len konnen Genezen. Doch fteu- nende op de Almachtigheit Godts , ging voort in myn yver, de groote zweering in de zyde kreeg ik roet'er tyd ontlaft, opgedroogt, en Gene- zen , |
||||
8 ίο Verhandeling van de
zen. Des Penszaks naakte deelen ,
als ook de meeft van haar vliefen ge- fchilde fpieren, vry vodrfpoedig mee een goed zuiver vaft vleefch over- dekt , en , tot zo ver noodig was , begroeit. Wyders heb ik door het Emplafirum Grifium^ zo als het by ïny gemaakt word, opgroote platte wieken geftneert, en met onsdiges- tyf, om des zelfs droogte, mager over geflreken', de Genezing meer en meer gevordert, de pappen al ty- delykafgelaaten, heb ik het Empla· firum de Mucilaginibus, en diergelyke, tot verzachting, als ook nu een vas- ter roebinding gebruikt, en zo door 'Godts Genadigen zegenden byfiand, de volkomen en gewenfehte Gene- zing verkregen. En zy heeft, in goede Gezondheit, noch een goed getal jaaren na dientyd geleeft; ook leefd zy noch in 't jaar 1704. dat ik dit ichryf ineen goede welvarent- lïeit. Het langduurig aanhouden van een
el endige Vrouw, en haar man, als ook van haar naaftbeilaande, by den Geneesheer en zeker jong Heelmees- ter , konden deze twee praftifyns niet ovej>
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8* e
|
|||||
overhaalen, dat men my tot haar
hulp liet verzoeken, onderwylwier- den de pyn en elenden zo zwaar,dar. de man my op den zesden April des jaars 16S8. quam in der nacht op 't yverigft verzoeken , om aanftonds zyn afgefloofde Vrouw ter hulp te komen, dewyl haar pyn onverdraag- lyk was} doch ik weigerde het, maar dit was niets, ik moeft met hem voort. Ik vond deze afgematte lyd- fter van de zeer groore pyn zodanig vermagert, verzwakt en uitgeteert, dat ik haar naauwlyx kende, zynde voor dit ongeval een kloeke fterke Vrouw geweeft. Zy verhaalde my, dat zy eenige weken geleden een zeer pynlyke zweer in den enkel had ge- Kregen, dat zy den Genees-en Heel- meefter , die malkander verftonden en aanprezen, en ongenegen waren my daar by te hebben, tot dus verre had gehoorzaamt, maar na zeer veel elende nacht en dag te hebben uitge- daan , nu door de langduurende bit- tere pyn overwonnen , zy my tot haar hulp verzocht, willende daarop net verband los maken, maar ik wei- gerde het quaal te willen zien, voor dat
|
|||||
Êzt Verhandeling van dé
dat Genees- en Heelmeefter aldaai?
tegenwoordig waaren s en wy met malkander konden fpreeken. Des morgens vond ik den Heelmeefter, maar niet den Geneesheer (die vor- der weg bleef) ter geftelder uur. Hy verhaalde my, hoe dat hy defe Vrouw met een groote pynlyke zweer, on- trent den enkel des beens, had ge- vonden s dewelke eerlang zich met een zwarte korft veripreidde, zo ge- weldig toenam, dat dagelyx rontom heen alles verftierf, enz. Het vér- band daar op losgemaakt zynde j be- vond ik het been van de oppervoet af beginnende , opwaards langs en over de enkelen opgaande, tot in de Kuit meeft in de rondte 't gantfcheS been beilaande, met een t'eenemaal zwarte, droogeen dorre verfterving} niet alleen de huit > maar ook het vleefch- et^vliesachtig bekleedlèl der fpieren* pefen en zenuwen, bezet, bedorven, en volkomen dood, waar onder en rontom heen langs de noch vordere kanten in 't gevoelige en ge- duurige wegknaagende onlydelyke pyn befpeurt wierd ·, te meer, dewyl onderwaards alle die fcherpe weg-»
yre-
|
||||
Fegennatuurlyke Gezwelhï. 8 21:
vretende ftoffe, zonder uitwaards
een drup Etter te konnen geven 3 de deelen met de bitterfte pynen weg- knaagde, opwaards na de Knie ver- toonden zich alles als vooreen ge- deelte uitgedröogt , zonder eenig Gezwel of ontfteking, alles noch wel. Ik bemerkte, dat den Genees- heer en den Heelmeefter door mid- delen , die veel meer door hunne verhittende ende fterk verdroogende kracht, als door Etterverweckende,. vervochtigende en beweekende mid- delen , de verfterving hadden gezocht te fteuiten : Maar dat zy onmogelyk op dusdanig een verkeerde wys hun oogwit hadden konnen bereiken , bleek uit de droogte en dorheit van deze groote verfterving, waar in men tQt noch toe niet een drup Etter tot fcheiding van 't verftorvene had kon- nen verkrygen. Ik heb dan aanftonts getoont, dat men in dusdanige qua- len niet na de fchadelyke leflen van ■ör. Over kamp , en hedendaagfche nieuwe opgekomene mode, zodani- ge verhittende en fterk droogende , maar veel eer de Etter verweckende zalven en beweekende pappen moes- ten |
||||
814 Verhandeling van de
ten gebruikt zyn, zo zou de voort-»
löopende verfterving gefteuit, het verftorvene gefcheiden, de quaadaar- dige wegvretende vochten van on- derwaarde ontlaft, en deze elendige Vrouw van haar geduurige bittere pyn verloft, én ter gewenichter Ge- nezing konnen gebracht zyn. Op zulx geliefde my dien Konftbaas te gemoet te voeren, dat deze Vrouw geen zalven konde verdraagen, dac ook de lydfter aanftonds beveftigde , waarlyk ik ftond over des mans on- bedreventheit verftelt, dien ik ten antwoord gaf, dat hier zalven moes- ten gebruikt Zyn, of datonmogelyk geen Etter, geen loifigheit , fchei- ding, noch ontlafting der fenynige ftoffe te weeg gebracht konde wor- den. Dus vond ik noch werk, om dezen vriend (die veel eer verdiende afgefchaft te zyn) dan dat ik hem myn Konft toediende, over te halen; En zou ik, zo zyn goede vriend den Geneesheer aldaar mede by was ge- weeft , noch al vry meer tegenfpraak hebben gevonden, alzo die zyn af- gunftigheit tegens my , my niet on- bekend was, en alhier man, vrouw, en
|
||||
Tegennataurlykê Gezwellen. 8zf
en namaagen grootelyx tot zyn voor-
deel hadde : Deze dan verzochten $ dat ik aanftonds aan haar de hand wil- de ilaan, en doen 't geen ik tot de ipoedigfte verlichting van haar bit- tere pyn en ter Genezing oordeelde bequaamft te zyn. Ik hebdangroo- te platte wieken van zacht vlas in me- nigte gemaakt, en met ons Bafilkum vet befmeert, dierontom heen op de dorre en verdroogde boorden vanhec verftorvene, zwarte, ende noch le- vendige witte geplaatft, na dat ik de wieken in zodanig een zacht en heet gemaakte betting, als by ons getoont is, ingedompelt hadde, voorts pap- pen , die pynftillende, beweekënde en vervochtigende waaren, en uit Mafo. Althéa, Ruta Flor. Chamomill. SambuC) Melilot, Farin. Fafrar, Lu- pinor. lin. enz. beftonden, en in zoec hier gekookt, daar over geflaagen 5 dus heb ik dracht gekregen, denEt- teruitgelokt, rontomheen devoorc- looping gefteuit, en in weinig dagen loffigheit en affcheiding van't zwarte verftorvene te weeg gebracht, dein- fnydingen door het doode konde my 'm her. begin geen dienft doen ,01» Ggg das |
||||
Sao* Verhandeling van de
dat alles zo dor, verhard, en droog
onderwaards, en zo vaft aan de teer- gevoelige vliefen , zenuwen , fpie- ren en pefen kleefden, maar als nu meer en meer los raakende heb ik , door groote infnydingen rontom heen te maken, en onze wieken daar tus- fcheo te voegen de gewenfchte Et- terdracht ge vordert, en door een fcherpe fchaar de doode vachten da- gelyx weggenomen, en op de naak- te deelen der pynlykeGefchilde Spie- ren , pefen, zenuwen, enz. de zacht- fte afdry vingen, zuiverende en vlees- groeijende zalven en bettingen, ge- bruikt , en zo te met meer en meer een goede zuivere Grond en Vleefch- groei verkregen : En daar op dit zalfje over de pefen en al wat zo uit- termaten raauw en pynlyk was ge- bruikt , Et Cera citr'tn. fvj
01. Li». 1% f. Ungnentuml
Met dit eenvoudig middel, het
welk ik niet alleen in de verbrandhe* den ,. maar ook in alle dusdanige foor- |
||||
Tegennatmtrlyke Gezwellen. Szf
ten van pynlyke zweren met een ge-*
Wenichte uitflag ben gewoon te ge- bruiken , hebben wy een zo voor- ipoediee voortgang en Genezing aan- getroffen} dat alles met ftilling dei zwaare pynen op een gewenfchte wys geheelt is geworden} zoo dat deze elendige lyditer, diewy nu de zoge- noemde expulfive bezwachteling hebben geleert en aangeprezen te ge- bruiken, door den Genadigen zegen des Alderhoogften , weer ter Gang geraakt zynde, ineen volkomen Ge- zondheit is herftelt geworden, Hier ziet men de gewenfchte uit-
komften door de Etterverweckendé middelen, dewelke men ter rechter tyd en plaatfe moet weten te gebrui- ken, en daar van nochtans onze niew· 'we Reformateurs der Heelkonfl, die malkander tot den Hemel toe weten op te vyfelen, zo Weinig gewag heb- ben gelieven te maaken, vertoonen- <Ie ons de kiaare blykèn, van dat zy als Geneesheerén, en niet als ervaren Heelmeeftérs, noch weinig met dk Kalf hebben geploegt, én haar op· gepronkte redenen zö fobei op de Ggg * UK |
||||
êiS Verhandeling man de
Maare bevindingen hebben weten te
beveiligen. Doch moet ook den naarftigen
Heelmeefter daar op verdacht zyn , dat hy in het wegnemen van al wat dood en verrot is, de onderleggende beenvliefen , beenders , Kraakbeen- ders, enz. befchermt, en voor de lucht, Koude en vette middelen be- waart, ftrooijende op deszelfs naakt- heit een Vleefchgrocijendpoeijervan Myrrha^Mafliii^Olihanum^Arifiolochia, Jrias Florentin. enz. tot dat ze met een goed en vaft vleefch bedekt zyn, be- warende aldus met alle mogelyke vlyt en zorg, al wat men noch goed en levend zal bevinden. Doch byaldien een of meer vingers
of tonen, of ook een gedeelte van de hand ofte voet in de loop geraakt zyn, en door een Heetvuur t'eene- maal dood en verftorven worden pe- vonden , zo moet men die, op de gevoeglykfte wys , ten fpoedigfte , tot behoud van 't noch levende , in de fcheiding , of liever een weinig in 't levendige, 't zy dan met een fcherpe beitel, afknyptang, klein zaag-
|
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. Sip
laagje, al na 't raadzaamft gekeurt
word, worden weggenomen, of ten waare, dat deszelfs afïcheiding zo naby mocht zyn, dat die door het opftrooijen der bovengemelde poejers drooge wieken, enz. kan worden uit- gewerkr. Op den zp September 1678, ben
ik verzocht rot Lis, een Dorp ter halver wege tuflchenHaarlemenLei- den, by eenen Hendrik .... Smit en beroemd Paardemeefter, in de wan- deling by de Boeren Hein Smit ge- noemd, hebbende in quirel een groo- te wonde over dwars met quetiing der pols, des hands en onderarm ont- fangen, gevolgt van een zo gewel- dige bloedftorting, dat die niet ty- deiyk zynde geftremt, ook meteen, verfterving in de hand en onder- arm veroorzaakt heeft: Ik vond hem, doen eerft daar by verzocht zynde , in de uitterfte zwakheit, als met de dood te worftelen, de ping, en van daar langs heen een gedeelte van de hand , volkomen verdorven , doch waar heen ontrent de beenders van de Carpml voorhand een klein begin van fchei- ding zich vertoonde, 't overig deel Ggg 3 des |
||||
$$o Verhandeling van de
des hands en des onderarms rontom
de verfterving bevond ik, door al 't uitgeftortte bloed, zo dor , bleek , mager en koud , dat geen teekenen ons toefcheenen , om iets daar van levendig te zullen behouden, gemerkt zyn Krankheit, en groote zwakheir, vericheiden Heelmeefters der naaft bygelegene Dorpen waren ter baan, en verzochten myn hulp. Wy zoch- ten hem met hartfterkendê middelen én voedend nat zyn verftroide krach- ten wederom aan te queeken, en wat van de hand noch levendig was , zo veel doenlyk, te behouden, en zyn dwarswonde ter dracht te vorderen , gebruikende krachtige verfterkende pappen en Etterverweckende midde- len , zo op de wonde, als ook ter plaatfe van de verhoopte fcheiding, maar 's anderen daags met de Chaize weder dervvaardsrydende, wierd my onderweeg een- en andermaal geboot- fchapt, dat het Hein Smit al afgeleid had, en myn tocht vergeefs zou zyn, doch daar komende , vond ik hem eenigfints beter als daags te vooren , zo dat wy op dezelfde wys geyvert, zyn ydelen romp van bloed, warmte |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8 3 i
en levensgeeften ontbloot, gekoes-
tert, en dus de verfterving, door lou- tere verwarming, verfterking en uit- gelokte Etter geluckig geftuit en te boven gekomen zyn ; zo dat hy in den tyd van vier a vyf weken, niet* tegenftaande zyn vyftïgjaarigen ou- derdom , wederom, buiten onze ver- wachting , opgelooken en uit zyn Krankbedde geraakt is, als wanneer ik, en ook niet eer, om zyn vervlo- gene Krachten, de achterhand dicht tegens de beenders van de voorhand, recht in de fcheiding, dwars door't Gebeente, de fcherpgemaaktebeitel over dwars daar op gezet, en de hand op een vaftblokgevoegt zynde, met een houte hamer afgebeitelt, en voorts het overig deel van de doode hand door een goed fnymes, tuiTchen den loop van de achterhand weggenomen heb, met behoud van de voorhand en de andere vingers, die alle weer tot haar gewenfchte beweging zyn gebracht. Nu zocht ik myn affcheït, maar hy is my tot in de Stad gevolgt, daar ik hem voort door den zegen des Alderhoogften tot zyn volkomen Ge- nezing heb gebracht. Ggg 4 Om
|
||||
8j2 Verhandeling van de
Daar dan , zo als 't ons hier ge-
beurde , door een fterke bloed ftor- ting, door een geweldige Krankheit of andere voorgegaane ongevallen , de krachten vervlogen zyn, en niet anders dan de magere dood verwacht word, daar zal men geen afzetting van eenige t'eenemaal doode ledema- ten , hoe noodig het anderfints ook wezen mocht, behoeven te dpen, of immers niet eerder voor dat, gelyk het ons ook alhier gebeurde, de krach- ten, buiten verwachting, weêraan- gequeekt zyn, of ook met een on- noodig fnyden en kerven (maken- de fneeden als in een Weftfaalfche Ham, tot tegen 't Gebeente , die een fpan of meer lang zyn) veel fi- guuren behoeven te maaken , tot ontfteltheit des lyders en vrienden, en ook wel tot haar eigen nadeel, daar dit doch niets in dien toeftand ten voordeel kan doen, en den gehe- len menfch in 't kort verftorven zal ïyn, |
|||||
X.
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 833
X.
Van deze foorte van verfterving JNecbtenig$
uit een onmaatige hitte, door eenaa.nmir- haaftige verfticking der ingelegerde g*)*' quaade vochten, als ook over de an- Genezing. dere boeg, door een te grooten uit- ftorting des bloeds, acht ik ter Ge- nezing genoeg gefprooken te zyn. Komen nu tot de behandeling van de beginnende verfterving door Koude veroorzaakt , deze moet , volgens onze voorgaande befchryving , ver* fcheidentlyk zyn aangemerkt , ech- ter kanze, mynsoordeds, om geen verwerring van te grooter omilag te inaaken, onder deze tweederlei foor- ten worden betrocken; namentlyk , of die door een zeer groote uitgeda- ne Koude, en aldus door vervriezing is veroorzaakt, of die tot waterzuch- tige en fcurbutige koude Gezwellen is toegeflagen. De beginnende verfterving , die
door bittere uitgeftaneKoude, fneeuw en vervriefing veroorzaakt is , moet in de eerfie behandeling weer twee- tierlei zyn aangemerkt, of daar noch een uitnemende fcherp prickelende |
||||
8 34 Verhandeling van de
pyn, een tintelend gevoel, en eeni-
jge levendigheit van inwendige warm- te in de beichadigde deelen befpeurt, of daar die aireede verdooft en t'ee- ïiemaal als uitgebluft word bevon- den. Zo ons noch eenige hoop van be-
houdenis vertoont, zo zal men met loutere wryvingen beginnende , en ïulx niet alleen met koud Water , maar zelfs , zoo de Wintervlocken hebben gevlogen, met fneeuw, op dat dus de geilremde itilftaande en noch ecnigiints levendige Vochten wederom meer en meer , door die wryvinge , met dit Koude Element geprickek, beweegt, de bloedvaten en zenuwen geopent, en de verilyf- de deelen, als beginnende te gloeijen, de doorftraaling der levensgeesten mogen bevordert zyn, met zulx zo lang aanhoudende , tot dat men , is 't doenlyk , het beoogde mocht ve-rkregen hebben , om als dan vor- der door de bequaamfte Geneesmid- delen het fober leven, en kleine in- wendige natuurlyke warmte, met alle bedenkelyken yver weer aan te foc- Icen. Daar
|
||||
fegennatuurlyke Gezwellen· 83 f
Daar in beftaande, dat men de
haaft uitgebiufchte verdoofde levens- geeften verqui kt, de vervallene krach- ten verfterkt, en zo door in- als uit- wendige hulpmiddelen het behoud van den armen lyder betracht, men geeft hem de Feneetfe Triakel, of ook wel daar by of alleen een braave kop heetgemaakte Rhynfche Wyn, met Foelie , Saffraan , Suiker , enz. en men vordert het zvveeten. Ukwen* dig ftelt men een krachtige verfter-» kende ftoving in't werk, die op dus- danig een wys kan worden voorge- le hreven. ty. Pulv. Rad. Vincetoxic,
Angelic. an. §j
,. Fe/, Laur, Mij Rorifinar.
Salv, Flor, ChamomiU. Meïtlot. an. Mj
Coq. in f. q, Colatur. Vin, Klb. five Cerevïf, dulc. f, Foius,
Of aldus:
ψ. Herb. fiord. Mij
Rut* Me-
|
||||
8j<S Verhandeling van de
Melif.
Mentb. Heder. Terreflr. au. Mj
Flor. ChamomUl. M^j Galend. Centaur, min. an4 Mj
Coq, in f. q. Celaiur. vin. Alb. five Cerevif. Op. f. Fetut.
Byaldien men de Kruiden nieuw
of verfch kan bekomen, zal men de betie werking daar van teverwagten hebben. Met dusdanige ftovingen konnen
de befchadigde deelen vlytig worden befproeit en geftooft, men ververft dikmaals, het zy met Wolle lappen die zacht zyn, of ook met doek, en men zoekt de deelen dus koefterende en den lyder met voedende fappen verilerkende, alles , zo veel doen- lyk zy, te bewaren, en weer tot zyn eerfte vigeur en levendigheit te bren- gen. Dit alles is tot zo ver goed in 't be-
gin, maar vind men de verkoudebe- vrozene ledernaaten alreeds met een algemeene verüerving bezet en inge- nomen , zo dat het opperhuideken op
|
||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. 857
op de minftewryving affchildofzich
met waterbleinen vertoont, dat de buit blaauw, of ten minften dood- bleekj yskoud, en met de onderge- legene deelen haar ongevoelig en le- venloos opdoen, zo komen de wry- vingen met fneeuw, koud Water , enz. niet te pas, maar wel de pap- pen uit bovengemelte Kruiden en Bloemen toegeftek, ofeenigfins ver- andert, op deze wys gemaakt, JJt Rad. Vincetoxic.
Angelic* an. ξ}
Herb, fcord. Abfinth. Mij
Rut. Meug:
Fe/. Laur.
Rorijmaritt. an. Mj
Flor. Chamom'ill. Mij Melitoe. Mj Coq. faff. quant. Vin. Alb. Cerevif. OpS. Golatur. contus. addejar. Lupnor. q.f. m. f. Cataplafina. Voorts moet men de onderwaards
fchujlende bevrofene vochten, alwaar de deelen rontom bezet mochten zyn, door infnydingen , die de bedorve holtens bereiken j de fpoedigfte uit- > tocht |
||||
838 Verhandeling van de
tocht en ontlading geven, en mei
onze vooropgeftelde bettingen bet- ten, reinigen, en alzo behandelen, als vertoond is, en zo voorts de Ge- nezing zoeken te voltrecken met zo- danige pappen, als boven zyn aan- gewezen. Den Geleerden Geneesheer Abr»'
ham Kinkhuifen verzocht myn hulp by de Knecht van de Lake- of Ly- ivaadbleeker Fanden Boogert, in de Zandpoort) een myl buiten Haarlem* Ik vond atltn t\cx\aigen Hendrik-van Hefen onder de handen van eenen Mr. Kornelis , Heelmeefter tot Vel· fen, geholpen door den ervaren Ge- neesheer Kinkhuifen voornoemt, niet alleen tot 'er dood toe krank , maar als een gantfeh uitgeteert Geraamte, met een zeer groote verfterving, die van de plaats der uitftekende Lenden- wervelbeenders en Stiet begon , en de vermagerde rechterbil, heup, en de dyë toe in de knie befloeg , ne- derwaards langs de knie tot in de voet vertoonde haar vericheide Etterge- zwellen, groote verzworene Etter- boefems, en dehieldesgelyxmeteen ver Iterving bezet j alles met een zwac- |
||||
lsgetmatuurlyke Gezwellen. 8jp
&e, kleine, duifterepols, dorre tong,
nachtwaak, ongeduurigheit , enz. 20 dat hier niet anders dan kort werk en de dood te gemoet gezien wierd. Zulx voorzegt en raadgepleegt zyn- de, zohcb ik terftond indezegroote verfterving na de lengte en loop der ipieren en vefels, van de lenden, bil, en heup ned'erwaards tot in de dye , door de verharde zwarte en dooden huid en ondergelegene deelen onbe- · Ichroomt de infnyding gedaan , tot dat ik tot by de verrotte bloed wate- rige ftofFe, (alzo men dien Hinken- , den bocht gelieft te noemen) gena- den:, die uit liet ftorten, die als een verrot ftinkend pekel van couleur ïich vertoonde , en zo quaadaardig moet geacht zyn, dat ze in weinig uuren alles wat in't gebreckelyk deel noch levendig is yerftikt, verderft , «loet rotten , en 't leven uitbluft : t>ien vuilen bocht dus uittocht be- komende , zo vond ik des anderen daags, de verfterving in zyn voort- gang (boe zwak dat ook dezen ar- men hals was) volkomentlyk geftuk, toen hebben wy, om al wat dood Was, tot fcheiding te brengen, ge- zochte |
||||
?4<3 Verhandeling van de
zocht de Etterdracht te verwecken 'j
en daar toe geen fterk verhittende , noch verdroogende, maar vette zal- ven moeiten gebruikt zyn; Schotels vol groote wieken van fyn werk met ons Unguentum Bafilicum beftreken , en in een betting van Spir .Vïnï ^lhe' riac, Myrrha, Aloë , Mafiix , enz. gewenteld , wierden gebruikt, en vorder een pap van Scord. Rut. Flor. è Chamomill, Sambuc, Melilot, met de Far. Lupinor. Althéa, Orobi, enz. en aldusvrymatelykfluitende, twee- maal daags verbonden, de Etterboe- fems heb ik, door verfcheide groote openingen te rdaaken , voorfpoedig gered, de verfterving in de hiel, zo als in de bovenfte deelen bezorgt, en vorder dit morfig werkje te mets den Heelmeefter van Velfen aanpry- zende , heb ik om de twee a drie dagen komende , alles tot een ge- wenfehte fcheiding gekregen , de groote vachten met een fcherpe fchaar uitgeknipt, gered, en door abondantie van te met beter en beter digeftie, een fpoedige vleefchgroei- jing bekomende, deaihaogendehuid en vleefige rok, daar die goed was » |
||||
Tegbtmtuuïlyke Gezwellen. . 841
éóór groöte hechtplaafters en bïndiii^
gen weef, zo veel doenlyk, na mal-* kander gevoegt, en eerlang dé pap- pen afgelaaten, eh dus deze groote vacken tot zo verre vereenigt gekre·» gen , als de zeer groote verzwe- ringen en Etterboefems , de hiel, enz. ter Genezing gebracht> dat hy iris, vrolyk, en Welgedaan met zyn Broeder (dié te voren getuigde lie- ver ontilrot en vaardig vermoord te willen zyn, dan in die èlenden zoo veel pyn uit te rtaan , doch die nu den lof onzer Konft hoog roemde ) de reis na Zyn Vaderland aannam. Ik gaf hem de noch noodige middelen mede. Doch verftond naderhand * dat hy, t'hüis gekomen zynde, doof de ongemacken en koude , op reis uitgeftaan j tot Heefen geftorven Was. Maar in het voorjaar quatn hy ge-
jond en vrolyk my in myn huis be- zoeken, en bedanken voor het goe- de hem in zyn ongevallen bewezen. Een klein pypzweertje, door te klei- ne toeverzicht j was noch open \ daaf ik hem raad toe gaf, en ook haaft Was gefloten. Hy was zo vet ende Hhh wel |
||||
ferbandeling van de
|
|||||
wel gedaan, dat ik hem, voor dat
hy zich openbaarde, niet en kende, vertrok nu wéér na zyn Bleek , om weder als voren dien arbeid aan te vangen. De verftervingen in de Koude ,
Scheurbuikigc, Waterzuchtigen en diergelyke qualyk gefielde lichamen komen ons voor, of met blaaren en zweren, die uitwendig zynde, noch met dienilige itovingen , pappen , bettingen, en daar 't geraden is mes Ëttermakende zalven, konnen wor- den gered en Genezen, inzonderhek daar de lyders noch niet al te veel zyn vervallen. Maar daar in tegen- deel de beginnende verfterving in ou- de verzwakte lyders, de diepte der deelen alreeds heeft ingenomen, daar moeten ook tot zo ver in de diepte d'infnydingen worden gemaakt, en 't verftorvene mede, zo als vertoont is, worden behandelt. Maar ondervind men de verfter-
vingen zo algemeen, groot en voort- loopende, en de Krachten zo klein te zyn, dat ganfeh geen hoop tot be- houd des lyders verfchynt, zo moe£ men zich van alle infnydingen » die |
|||||
TvgshnaimrlykeGezmlïeh. 84$
its dan vruchteloos zyn | onthouden*
Hlzo die niet anders dan haklachten korinen verwecken. De beginnende vérfterving, dooi
gebrek van voedfel en levensgeéfteni daar 't bloed $ en by gevolg de na- tüurlyke warmte, t'eenemaal ophoud tot ih de uitwendige deeleh door te ftraalen; zo dat die met geen óf im- kiers met weinig voorgaande pyn, in Weinig uuren gantfeh dood, bleek > flets en yskoüd bevonden worden ^ daar riioet gelet zyn op de hoedanig- heit van het geitel, én de voortloo- pende vérfterving, vind men heteer- fte gantfeh krachteloos, koud , en flaauwji en het ander van uur tot uur opklimmende en toenemende, 20 val- len hier niet veel figuuren te maken.; a's dat men inwendig, 20 veel doen- lyk, de krachten verfterkt^ en uit- wendig, wat noch levendig is, met èen welgecamferde BrandeWyn zoekt te bewaaren. Maar daar den lyder noch niet Zó
vervallen, en de levenskrachten noch i^delyk worden bevonden j de vér- fterving of niet i of zeer weinig 4 ineer opkruipt en voortloopt, ofal- Hhha reedt |
||||
044 Verhandeling man <k
reeds volkomentlyk ftil ftaat, en zicri
tot fcheiding zet j daar moet met al- len yver gewaakt worden, dat men de overige delen in haar levendigheit zoekt te behouden , dat men door Etterverweckende middelen de fchei- ding bevordert , en dus het doode zynde gered en ontlaft, de Vleefch- groeijing, en voorts de volkoomen Genezing, zo veel doenlyk is , be- yvert. De verfterving door fteken en be-
ten van Slangen, Adders, Duizent- beenen , Scot pioenen , Pylftaarten , enz. zyn Adams Kinderen hier niet zo veel als in de heete landen onder- hevig : Derzelver wondekens , hoe klein, moeten aanftonds geopent en voorts door Etterverweckende mid- delen, daar die noodig zyn, werden behandelt, zo ook , die door feny- nige pylen, fpatten en aflègaijen ver- oorzaakt zyn, op dat deszelfs quaad- aardige hoedanigheit, met het om- loopende bloed, niet inwaards word gedreven, en 't herte mede gedeelti onderwyl zoekt men den lyder door een goede Rhynfche of ook andere ,Wyn, met Triactl, of Saffraan , |
||||
Tegmnatuurïyke Gezwellen. 84f
Foelie^ Mujfchaainoten, enz. vermengt
en heet ingenomen, aan 'ε zweeten ie brengen, zo als breederin unzeveiv handeling van de fcnynige wonden in Ooft - Indien , by ons verhandelt s en in't jaar 169$. gedrukt, gefpro- ken is. In de verfterving der vermorièlde
vingers, hand, voet oftooaen moet men al wat t'eenemaal dood is, op de gevoegelykite wys weg nemen , en al wat noch maar eenigfints levendig is, of noch met eenig klein gedeelte met het levendige vereenigtis, dient met alle moogelyke zorgvuldigheit bewaard, en met Etterverweckende zalven, bettingen, poeijers, enz. en goede bindingen, die alhier ook hun voordeel konnen doen , behandelt, zo als breeder in de Genezing der ge- fchoote wonden met vermorfeiing der beenders, pefen , zenuwen, enz. kan worden vertoont, of ook al in ons Werk van de Bekkeneels Breu- ken , enz. omftandiglyk zyn verhang dek. Om in alle zwaare, zo gefchoten
als andere wonden, en in alle gewel- dige vermorfelingen en afgefchooten Hhh 3 Ie* |
||||
2^6 Verhandeling van fc
ledemaatcn , voorzichtiglyk een be^
ginnende verfterying (die in dusda- nige voorvallen zeer gewichtig, he- vig, ja dopdelyk kan zyn) voor te komen, en te verhoeden, is nodig, dat men op de alderfpoedigfte wyzè den Etteir verwekt, behoudens, dat men alle de t'eenemaal loflè beende- ren uitneemt, de andere door een goede toeverzicht voor de lucht en vette middelen beichermt , zo met poeijers, drooge wieken , als dien- ftige bettingen, en vorder met ons Bafilicum of diergelyke zalven en be- quaame afdryyingen, zo als in onze verhandeling yan het Gewonde Hoofd befchreven zyn, de vermorleldc zach- te deelen van haare doodc verplet- terde hoedanigheit, door ujtloozing des Etters, ontlaftj op da? dus ge- zuivert , de gewenfehte Geneezing mag worden bevlytigt, daar in ver- mydende alle hecte, fterk droogende en vaftbackende middelen, die den beruchten Overkamp, en andere hel- den , en zo geroemde Reformateurs der Heelkonjl, in onzen tyd opgeko- men , zo fterk hebben gelieven aan Ie pryzen , óp dat de jonge Konft·' |
||||
ÏÏsgennatuuriykeGezwellen. Sqf
©effenaars, door zulke fchaadelyké
voorfchriften, niet by de neus om- geleid, den armen lyder een begin- nende verfterving en heetvuur heb- ben verwekt, eer dat zyhet wiften$ en dus, in de verachting der geoef- fcnder Heelmeefters en Schryvers, zo verkeert, zo redenloos, zo on- bezonnen , als t'eenemaal dwaas en ongeoefFend, op die fchaadelyké Grondveften van deze verachters der Oudheit fteunende, het alles beder- ven en den elendigen noch veel elen- diger komen te maafcen, Want zekerlyk, die Helden, zo
als zy in hun Boeken malkander noe- men, hebben in 't nederwerpen eri om ftöoten van een door en doorge- oefFende praétyk in de Hcelkonft , alle vorige Schryvers icbandelyk ver- acht , en in hun boeken voor droo- niers, blinden , zotten, en zo ook °nze oude meefters, als ook noch in deKonft welgeoefFende mannen, op de alderverfoeielykfte wys , voor al de wereld als de domfte efels en moor- denaars believen ten toon te ftellen , tmytende alle de noodige Grondfla- gen en voorzichtige betrachtingen , Hhh4 die |
||||
§4§ Verhandeling van tk
die in de Genezingen van allerlei
zwaare quaalen moeten betracht zyn, rmx eenen bons onder de voet, zo als in bun Boeken, dien zy Nieuwe Gehouwen , Nieuwe Konflkamers der liselkonfi enz. hebben gelieven te noe- mer, kan worden gezien, daar in zy beloven ons een veel klaarder, netter en bondiger manier van Genezing te zullen vertoonen. Maar helaas! hoe dat veel van haar leeringen tot ver- zwaanngen der elenden voor den elendigen zyn uitgevallen , is ken^ baar , by ons veelvuldig ondervon- den, en kan noch, door die d'on- dervindingenhebben, klaarlyk wor^ den gezien, en zuilen van de Leer·^ lingen , die geen beter Leermees^ ters hebben gehad, rampzalige Heel- meefters voortkomen . De oude, als ook vele onzer Hedendaagfche Schry vers , hebben de quaalen, zo in haar wezen , alg Genezing , in Iiaare verfcjieidene foorten vertoont, en klaarlyk voorgeftelt , maar de- zen volcrecken alles , zonder eenig onderfcheid te maaken , met eenen fprong. By ons, is in dit ftuk van de y er handeling van de Gezwellen *
en
|
||||
fegemt&tuurlyke Gezwellen. 84^.
en de beginnende verfterving in des-
Eelfsverfcheidenheit, als behandeling en Genezing, maar't nodigde zoals de zaken ons konnen voorvallen, ver- toont, evenwel ben ik verzekert dat den leerling daar uit een klaarder in- ftruélie, om in tydvan nood zig daar van te konnen bedienen, zalverkry- gen, als uit ailedeSchryversvanden nieuwen trant, daar in noch wel als de voornaamfte de verhandeling der beginnende verfterving van den be« roemden Konftyveraar Stefanus Blan- kert, die in zyn Boek , de Nieuwe Konflkamer der Heelkonfl y gegrond op n.euwer Gronden als ooit voor dezen Kap.Zf. fchynt uit te munten, ende nochtans zo los, zo wild, ongeoef- fènt en kort daar van fchryft, dat niets voorden onbedreven leerling, tot zyn onderwys, en tot hulp der eiendigen, daar in kan worden gevonden, als't gene by voorname Schryvers vry def- tiger, onderfcheidentlyker en klaar- der airede befchreven is; alhoewel die yveraar in zyn Voorreden alle die bra- ve KonftoefFenaars op de alleronwaar-* digfte wys gelieft ten toon te ftellen en te verachten: En daarom vermaan *' Hhhj |
||||
%ó Verhandeling van de
ikallejongeaankomelingen, in zo een
gewichtige KonftofFening , wyzef jleermeeiters op te zoeken, niet de zulke die nooit of immer weinig al- lerlei zware toevallen behandelt, maar zelfs een reex van jaren met dit Kalf geploegt, en daar in veelvuldige op- merkingen , die deze bazen, zo als uit haar Schriften blykt, niet eens bekent 2yn, nauwkeurig waargenomen heb- ben , zo zullen in tyd van nood geen zaken verbrod, geen elendedooron- wetenheit verzwaart, geenmenfehen bedorven worden, maar met eer en lof, behoudende een goed Gewifle, de Konft geoeffent konnen worden , en de Konft, die dus tot verachting gebragt is, eens weder opluiken en met eer en luifter bloeijen. |
|||||
HET
|
|||||
1 Tegennatuurlyke Gezwellen. 8/ï
HET XXXIV. HOOFDSTUK.
Yan het Koutvuur [Sphacelus].,
ei\ yan de Afzetting [Ex- tirpatie] I. Befchryving van V Koutvuur. z.
Wat zaaken 'er in overweging die- nen genomen te worden voor de Af- zetting % met Waarneemingen beves- tigt, j. Korte befchryving van de Afzetting in Ooft Indien. 4. Wat Werktuigen 'er tot de Afzetting be- loeren ? ende hoe dat een Heel- tneefter het, lydende, deel behandelen moei. γ. Befchryving van de Af- zetting van V Been , met deszelfs verdere behandeling en verband. 6. Nieuwe wyze van Afzetting van V Been. 7. Van de Afzettinge des Arms, en andere deelen. 8. Stoute aaad van zeker Lapzalver. I.
DE droevige dood , daar ttmgWchry-,
deel of deelen onzes lichaams^J^ vol·
|
||||
Êfz Verhandeling van de
|
|||||
volkomen verftorven, kouden dood
zyn, diens vervaarlyke ftank en ver- rotting de fpoedigfte Afzetting ver- eifcht, om, wat noch levendig is , zoo veel dcenelyk zy , te behou- den. I I.
w*t zaktn Maar ons ftaan alvorens, eer men
'erin. «ver- tot die droevige onderneming , en wegutgAe-fat aanftoottlyk en jammerlyk hand- fnemewor-werk komt, verfcheiden zaaken te dm voor tkoxzx wegen: Eerftelyk, of het ver- efzettmg, (torvene tot een vereifchte ftilftand , W»^»r"-en affcheiding van het noch levendi- fcvefiigt, ge is gebragt, zo dat niet meer op- waards voortloopt, indien ja, 20zal de afzetting, dies aangaande, mo- gen gefchieden. Maar wanneer de verfcerving noch al van uur tot uur voortkruipt, en geen ftand houd , zo zal men tot de afzetting , dewyl ons daar in geen hoop van goede uit- ilag tbefchynt, geeniïnts beiluiten , om dat, al wat men noch dezen dag zoekt te behouden, ook morgen me verftorven en volkomen dood kan zyn, en dus, deze verdrietige Handgreep vruchteloos zal zyn aangevangen en ui tge voert. Ten |
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8j*|
Tentweden, moet men ook wei
en volkomen verzekert zyn, dat dit deel, of die deelen, die men van een levendig lichaam zal willen afzetten* geheel en al verftorven en tot in de binnenfte vlieiên, peiên, zenuwen * banden, bloedvaten, Kraakbeenders en beenderen dood zyn, zo als door de voorzichtige infhyding kan wor- den vermerkt , want zulx is wel de ftouté en al te voorbarige reukelooze afzetters fchandelyk gemift, wanneer in haar onbedacht voornemen zynde efteuit, haar lyder noch door an- ere zyn behouden en ter Genezing gebragt. Ten derden, moet gelet zyn op
de plaatiè daar de Afzetting zal be- hooren te gefchieden : Wy weten hoe hooger na 't geheel, hoe groter gevaar , hoe fterker bloeditorting , en hoe bekommerlyker de vorder be- handeling en de genezing moet ge- acht zyn, ook daar in eeniggewrigc de genoegfaame fcheiding van 't ver- ftorvene gedeelte van het levendige ons voorkomt, daar kan wel fornwyi de Handgreep goedgekeurt ,\ en fom- wyl ook niet raadfaam worden geoor» deelu
|
||||
tf4 Verhandeling van iït
deelt, al na de geleding Van het Ge-
wricht 5 en dé verdere zaaken zicH öpdóeri, inde juncturen der handen| Vingers en roonen, wil zülx wel beft gelücken, maar in den Elleboog, de Knie, enz. door de t'faamen invoe- gende geleding vefeenigt, zal de af- zetting meer moeijelykheden ver- fchaffert. Boven de knie komt men niet lichtelyk tot de afzetting om de grootheit der vaten, zo ook, daar't yerftorvene tot boven den èlboog vtf hoog is opgeklommen j evenwel heb ik dit laatlte geval bygewöont ± eri aldaar de afzetting met een gewenfch- te uitilag in Oöft-Indiën gezien, en Zelfs helpen verrichten, daaf wydoor een qiiaadaafdige Kogel, benederi den elbaog alles vermorfelt en vruch- teloos1 de afzetting hebbende ónder- ftaan,* al voort $ eri öp nieuws, tot in den clbdog alles verftorven bevon- den | als wanneer wy aanftonds tot de tweede afzetting quaaimen ,J die zo wel gelukte ; dat den lyder , dooi- den Goddelyken byftand, en onzeni yver, voorfpoedig is genezen gewor- den. |
|||||
Zsö
|
|||||
TegennatuurlykeGezwellen. %ff
Zo wierd ons een braaf jongman f
een Hagenaar van Geboorte, en noch geen twintig jaaren oud, in de Be- legering van de Stad Cochin , op de Kuil vm India, in hetGafthuis toe- gebracht, diewy de flinkerarm door een Kanonkogel glad in 't lid de» fchouders, uitgezondert een klein iluk van 't been des opperarmpyps , bevonden afgeibhooten te zyn , de bloedftortingwas klein, gemerkt de grootheit der bloedvaten, aie door- gaans , door de groote vermorfeling, die de Kogel maakt, worden geflo- ten , en tegens de fcheiding van het verpletterde, onder de vleefige dee- len met haarafgefchoten einden wor- den ingetrocken: Ik heb dezen vriend nicttegenftaande de grootheit zyner wonde, de rondte van een gemeen tafelbord beflaande, door dien ook een gedeelte van de Opper-borftfpie- *en verfcheurd, en met doode fled- ders afhangende, in de loop geraakt ^aren, door Ettermaakende midde- len voorfpoedig, en binnen de vier weken tyds, zoverre gebracht, dat alles gefcheiden,gezuivert^ metgoec yleefch begroeit en vereenigt was 9 en
|
||||
igj-ó* Verhandeling van de
en 'er als doen niet meer , dan maai*
een platte drooge wiek, een Duca- tons groote , tegen het ftufc been }- het welk noch ftorid af te fcheidenj op behoefde gelegt te Zyn, als wan- neer ik hem aan eene van onze mede- broeders * die hem voort genas *, overliet j alzo ik, als Opper-Heel- meefter van den Veldheer Ryklof vm Goens, met hem op 't Schip ó&Mus- kaatboom,(krioelende van ongezonde^ zieken en gequetften, die voort op de reis en op Zee^ door Gods hulp, en myn yver * voorfpoedig wierden genezen) na Batavia moeit vertrec- ken. Maar niet zo geluckig bragt men ons een braaf Soldaat, genaamt Samfon'fj hy was Sergeant in't Hos* pi-
* Deien jongman heb ik , twee a drie
jaarea na dien tyd , op Batavia noch in een goede gezondheit aangetroffen, zyn dankbaarheit noch aan my betoo- nende, voor den yver en Konft, die ik tot zyn Genezing aangewend had- de, f Dezen Samfon was myn zeer goede
Vriend, en van Batavia tot Ceylon op ons Schip myn Reisgenoot geweeft : Van dezen man zyn vroomheit envol- vaaf;
|
||||
' iegettncfiuurlykeGezweiieti. %ff
pitaal, toe, die wy bevonden dedye$
dicht by de Lies, door een groote Kanonkogel, op een klein gedeelte; van de huid na* glad afgefcboten te zyn : Wy fneden Voort de afgefcho- ten dye en het been, van zyn geheel, en verbonden hem, beitelden hem voort een Ziekever troofter , dewyl hy noch dien zelven dag zeer Chris- telyk zyn ziele in de handen van on- zen eertigen Zaligmaker Jefus Chris·» tus heeft opgeoffert. Ten vierden, moet men alvorens
de afzetting letten op de krachrenen toeftand des lyders , want daar de dood alreeds op de lippen is, zalmen dit jammerlyk Handwerk veel lieve? ftaaken, dan beginnen. Ook wil ik den jongen Heelmeefter gewaar* fchou wd hebben, zich niet op 't aan- dringen der KonftoefFenaars, zo dei Geneesheeren als Heelnieefters te la- ten overreden , de afzetting aan te vangen j daar de krachten by hem niet fterk genoeg in den lydergeoor- lii deelt; yaardigheit heb ik ook in myne Ooft-
Indifche Voyagie, in het tweede Boek in het VII. Hoofdftuk ? pag, i7?.gewag gemaakt. |
||||
Verhandeling ·àáç de
|
|||||
deelt worden $ op dat hy, by voor-
en toeval van geen gewenfehten uit- flag, óok niet de fchuld der aandrin- gers met hem zal behoeven weg te draagen. Zo ook in alle verftervin- gen door gebrek, ophouding en niet doorftraaling des bloeds, des voed- fels en natuurlyke warmte, zal geen afzetting noodig zyn , om Redenen , by ons te voren vertoont, of ten wa- re, dat de krachten verwackert, de beginnende verfterving gefteuit, en een gewenfehte fcheiding wierd ver- merkt , als wanneer , en anders in geenderlei wys de afzetting zal beho- ren aangevangen te worden. Daar dan noeh deze vier goede
voorwaarden worden gevonden, daar k,an en mag, ja moet men de afzet- ting ondernemen , overwegende de hoedanigheit der deelen , waar in de afzetting zal moeten'gefchieden. Wy zullen hier eerft van de zwaarfte fpre- ten} namentlyk, daar het been een grootehandbreed onder de knie moet afgezet worden. Is een been gantfch afgefchooten,
of zodanig vermorfek, datonmoge* lyk de Genezing kan worden ver- hoopt,. |
|||||
fegennatuurlyke Gezwellen. 20
koopt, zo moet, terwyl den lyder
ook dan noch in zyn eerfte verbaaft- heit 1S, aanftonds ter plaats daar het or in het Hofpitaal, of onder eenig dak, beft kan gefchieden * een ge- Iyke afzetting, ,om tot een goede genezing te komen, zyn aangevan- gen. Maar nu is de vraag.· wanneer niaar alleen de voet tot in of ontrent de enkel is weg, of tot grufs vermor- zelt en te fchande gefchoten, of men ook de afzetting tot een groote hand- breed onder defcnië, zo als men vol- gens de oude manier, ook in onzen ydj gedaan heeft * doen zal, opdat «e btornp, daar na de Genezing een ötelt gebruikt word, te minder van achteren uit moeht fteeken, en hin- oerlykzyn* of dat men, zoals inde afzetting des hands en onderarms ge- ichied j zo veel van de deelen den ly- der zal laaten behouden, alsdoenlyfc ^y? Zekerlyk, dit laatfte moet wor- öen beoogt, alzo men nu 't kunftje «eeft uitgevonden, dat men de vriend «e 2yn been is afgezet en genezen, een noUte voet en been, zo groot en lang als 't van „ooden mocht zyn, Slaakten, bezorgt, en zulx zoo lii % bel |
||||
$óo Verhandeling van de
|
|||||
behendig aan de Stomp verzekert ea
vaffc maakt, dat hy gevoegelyk de Kous en fchoen daar over aan doen , en 2,0 , dat men het naauwlyx be- merkt , de ftraat bewandelen kan. Het zelfde kan ook betracht zyn, daar de afzetting in hetKoutvuur die uit een verfterving door inwendige oorzaak ontftaanis, gefchied, zodatopdeie wys een afgezet been geen wangeftai- te voor 't uitwendig gezicht veroor- zaakt. * III.
Korte bi- Om tot de zaak te komen, zal ik
fibryving kortelyk toonen , hoe dat by ons de
va» de Af-afzetting in de Belegeringen derPor-
èÉâ%Ì·ßá^ááøÇ Steden in Ooft-Indïén zyn
geichied. Wy hadden een goede
welfnydende Zaag, met het groot,
krom en klein fnymes, alsook hegt-
eaa|-
* Daar maar alleen de voet in de loop
geraakt is, daar zal men het been be- houden , op dat den lyder, zo als men nu uitgevonden heeft, zonder ftelt en wangeftalte met een houte onderbeen en voet, met kous en fchoen, mag ko? men te wandelen. |
|||||
Tegetinatuurlyke Gezwellen. 261
naalden geduurig gereed , als mede
de ruimte van Stupaden', goede bo- vift, bloedilelpende poeders, voorts wasdoek , drukdoeken en zwach- tels , op dat wy ons in geen verle- genheit, daar 't nodig was, quameti te vinden. I V.
Het blad van de Zaag was RevigWat werk*
en vaft ingezet, fyn, fcherp en wel'e'£'*V'w getand, en wy hadden behalven de-tf^{^_ ze noch meer goede blaaden, of de- «», en boe ze cerfte by ongeluk een of meer »*dezelve tandjes onklaar raakten , op voor- dmfeej- \ '1 777 Β6ftËT hit
raad, 't welk in de Handgreep om 't /yc„^
horten en itooten voor al niet vang deel beha»- Zyn, waarom den Heelmeefter altyd aelm moeU by zyn Zaag noch van twee a drie goede blaaden behoort voorzien te zyn, om daar het aan de eerfte mocht haperen, weer aanftonds een andere in te voegen. Het gemeen krom Snymes moet
met een goed, hecht en ftevig hand- vatfel voorzien, en fcherp, welfny- dende, en voor al niet fchaarig zyn bevonden, op dat het inde vaardige fhyding 'c taaije Beenvlies ook met Perkfl'mm Iii 5 eene |
||||
§6z Verhandeling man ie
eene veeg t'eenemaal door kan fny^
den. Zo ook het kleinder fcherpgepunt
enweêrzyds fnydend mesje, omtus- fchen de twee Beenpypen het ge- dachte Beenvlies volkomentlyk door te fnyden, op dat in het werk de fy- ne tandjes der Zaag daar niet hape- ren. De Stupaden hadden wy in het
Leger in groote menigte op voor- raad, van fyn werk gemaakt, in ei- wit doornat, gedroogt, en dus voor de nood bewaart, by gebrek van werk hebben wy Hoilandfch Lont , aan endjes gefneden, klein geklopt, uitgerafelt. , en dus tot Stupaden moeten gebruiken, zo kan men ook, by gebrek van eiwit, het Oxicraat, of Goifïwater van de drabifche Gom , 't flym van Queen, ofdiergelyke daar toe verkiezen. De Bovift zeer groot en ilofryk,
zacht en gewenfcht, zyn ons met de keurlykfle Kift van Geneesmid- delen door de Heeren Bewindhebbers van uit ons Vaderland voor de Bele- geringen op de Kuft van India toe- gezonden. in
|
||||
Yegennatiiurlyke Gezwellen. 8 <5§
In onze bloedftelpende poeijers
hebben wy met voordacht de Vitriol en alle diergelyke fcherpe korftmaa- kende middelen , gelyk als ook de gloeijende yzers niet eens gebruikt , om dat, behalven de pynenontftelt- heit daar door verwekt, of korft in 't afvallen wel eens op 't onverwachtft een fterke Bloedvliet verwekt, mee dit navolgend bloedftoppend poeder hebben wy in alle gewichtige Afzet- tingen de bloedftortingen zeergeluC' kig geftrernt, IJ£, Bol. Armen. ^ïij
Sang. Dracon. Tirr. Lemma. na. §ji5 Mafiix.
Oliban. Sdrcocoll. Myrrh. Aloës. an. î') f. Pulvts.
Nota, in de Legers maakt men dit
of diergelyk poeijer in igrooter hoe- veelheit klaar te hebben. Of dit volgende, dat oofc^eer goed
sa van minder omflag is, |
|||||
Iii 4 ø,Âïû
|
|||||
$$4- Verhandeling van de
|
|||||
ö. Bol, Armen^ îéí
Sang. Dracon. §ij Oliban. Sareocoll. au, î)â f. Pulvis,
Of,
IJ£ Bol, Armen.
Far. Volatil, aa. îßí f. Pulvh;
Nota, zelf zware bloedftortingera
Iconnen, daar vaardige handen, goe- de banden en drukdoeken zyn, alleen met de ruimte van Stofmeel, of mee wat bolus daar onder vermengt, ge- voeglyk worden geftremc. In ons Leger op de Kuft van India
of Malahar, konnen wy geen Var- Jcensblaazen bekomen , om dat de Mooren geen Spek mogen eeten, en de Heidenen geen dieren lichtelyk dooden. Wy vonden ons dan genoodzaakt
Wasdoek van zacht Katoen, te ge- bruiken, 't welk in die heete landen genoegfaam lenig en zacht, wy maak- te vaardig te hebben, enzobequaatn als de Varkensblafen konden gebrui- ken. Zo
|
|||||
fegennatmrlyke Gezwellen. 26f
Zo hadden wy ook tot yder afzet-
ting, twee kruiswyze drukdoeken , vier dik gevouwen , fcheuinsdraads gefneden, vier vingers breed en twee ipannen lang, klaar, als mede noch twee dunder van doek, rechtdraads, en van zulk een lengte, als de be- zwachteling noodig hadde, om op- waards niet op de blpoten arm of 'ε been te worde geleid , daar by een zwachtel drie of ten hoogften vier vingers breed, van goed, vaitenzachc Lywaad (wy namen, by gebrek van zulx, nieuw Guïnees Katoene Ly- waad) en acht, tien a twaalf ellen lang, na dat een lange omwinding moet gefchieden , doch fchaad hier de ruimte niet ·, deze moet vaft en %veêrzyds opgerold zyn, voorts noch een matelyke lange zwachtel vaneen eind opgerold. Sommige hebben ook een welfny-
dende Setonnaald , met een fmal reepje van fterk plat Honde Leer van een genoegiame lengte, tot de hech- ting kruiswys klaar, zo wy in Indien geluckig gebruikte, andere gebrui- ken die niet, om door die belemme- ring geen tyd te verliezen. lii ƒ t Maar
|
||||
Ë
Âää Verhandeling van de
Maar zekerlyk s deze kruiswyze
hechting is van een groote nuttig- heit, want daar debloedftortingniet al te geweldig mocht zyn, ende de huid des Stomps, voorts na de afzet- ting met het losmaaken van de bene- denfte band neêrgelaaten, zo dat ze weder de vleefige rand van de Stomp bedekt, zo zal deze kruiswyze hech- ting, daar in geleid zynde, de huid noch al eenigfints verder over de Stomp konnen brengen , en door reepen en hechtplaafters onderfteunt zyn : En aldus zullen derzelver ran- den, die door de nalatigheit van de hechting , optrecken , en zeer ge- voelig en pynlyk zyn, bewaart , en aanftonds met haar bekleedfel, na- mentlyk de huid, in plaats van een langzaame groei, overdekt, en den lyder van veel bittere pynen, dieyder verband anders maakt, verloft zyn, de wonde veel kleinder, zal veel Ipoe- diger worden genezen, alle de bui- tenfte bloedvaten voor het uitftorten des bloeds bevryd, en de Stomp , wanneer die genezen is, veel vafter en iterker zyn bevonden. Gelyk wy zulx door d'ondervinding konnen ge* |
||||
Tegennattturlyke Gezwellen. 86j
|
|||||
tuigen , daar in andere , de kruis-
hechtingniet zyndegefchied, de Ge- nezing veel langfaamer, pyneiyker en moeijelyker zal worden bevon- den. Alle den toeftel, zo die zyn aan-
gewezen , moet in ordre zyn ge- plaatft, opdat dit Handwerk fonder gefutiel vaardig mag uitgevoért wor- den» V.
Zynde alle óeCe omftandigheden2¥"c%-:
dus voor af vertoont, zo zai het te J2ft%** minder zwaar vallen, de manier vanvaritheen', de afzetting zelfs den Leerling ì oox met ^esfelf$ re ftellen. iMen verkieft dan"de be- ™rdff. h- ç ■ é- é é j i~ handeling
quaamite zit- of legplaats, '/o de ôç-mwrban^
zetting in't been zal zyn, voor den lyderj, en den Mcefter zet zich na des beens binnenile zyde, na darmen de lyder met'cenig hartiterkendmiddel, of met een voedfaam nat, daar in men nochtans alle Wynen vermyd, ver- quikt, en de Heere onfe Godn om zyn byftand aangebeden is, men laat hem door twee lierke mannen, een, om de fchouders en opperarmen vaft £e bedwingen, en de tweede om de |
|||||
§<58 Verhandeling van de
feovenfte deelen, waar in men de af-
zetting doen zal, en die hemterbui- tenfte zyde moet voegen, weldege- lyk vaft te houden, doch eerft zal den Meefter de huid, fpieren , enz. zo veel het hem doenlyk zy , op- waards tree ken , en maken met een fterke band van ongebleekt fteevig Lind, en twee vingers breed boven de knie, wanneer de afzetting op- waards in 't been , of beneden de Icnië, wanneer die nederwaardsmoet gedaan zyn, een vafte binding , laa- iende de band vry vyf a zes keeren om gaan, om des te bequaamer de Slagaderen te beiluiten $ voorts lege hy een tweede band" van een vinger breeds lint, een duim breed boven de plaats, daar hy de fneede zal doen , en zulx ook insgelyx zó vaft, dat zy de bloedvaten befluit j daar op doet hy voort de derde binding, eenduirn breed beneden de plaats der afzetting ook zo vaft, dat alles ftrak ftaande , niet medegevende word bevonden j dan fnyd hy zo gezwind , als hem doenlyk zy , met zyn krom fnymes alles wat fnybaar is, met een veeg of twee in de rondte volkomentlyk af, |
||||
fegeflnatuurlyke Gezwellen. 8 6$
beginnende buitens beens onder-
waarde, tot dat hy, daar hy begon- nen heeft, eindigt, weidaar op let- tende , dat hy de beenvliefen door- fnyd, op dat die voor de Zaag geen belemmering komen te geven, voorts veegt hy, met zyn tweefnydend mes- je , alle de tuiTchenbeenige zachte deelen volkomentlyk af, fchrapende in dit werk de beenvliefen van een , om ruimte voor de Zaag te geven s daar mede hy, zo fnel als mogelyk vzy, de beide pypen door- en afzaagt^ maakende gewifïe, doch korte fne- den, en zo, dat de buitenfte klein- der beenpyp de eerfte afgezaagt is y h de groote pyp ook haait door, hy drukt in het zaagen wat zachter s op dat het afgezaagde niet te fchie- lyk afbrekende , eenige fplintering. uitftekende punten overblyve, voort daar op maakt hy de benedenfte bin- ding boven de afzetting los, gebied den op waards treckenden vafthouder dus; maar de huid en fpieren neder- waards voegende, het been vail te houden, terwyl den Meèfter 9 alles afwaards ftrykende, daar mede , zo veel hem doenlyk is? de rand van de |
||||
tyb Verhandeling van dè
Stomp door dit overhalen met deszelfs
eigen huid en vleefch bedektj voorts doet hyde hecht door de huidkruis- wys, voegt de groötfte dicke Stu- pade, en daar op de ruimte van dé andere, alvoorens in eiwit bevocht^ en vol van 't bloeditempend poeijer tegen de bioeduitftortende vaten, die indruckende en opvullende zoo het behoort : Sommige voegen een dik fluk goede hövift y andere ftueken Vttrïol. Cipr. tegens de monden der groötfte Slagaderen, maar door den overvloed van Stupaden alles wel op- gevuld zynde, hebben wy in Ooft- Indiè'n altoos geluckig de bloedvlieC geftremtj maar in dit werk de Stomp zo vol met Stupaden door ftevigé vafr tegendruckende handen bezorgt^ dat niets kon doordringen: Dus al- les fterk bevat en tegen gehouden , 20 beveftigt den Heelmeefterdoordé twee ftrooken hechtplaafters, die welklevende moeten zyn, en kruis- wys de huid noch al nederwaards overhalende , als ook dan noch een breeder vafthoudende plaafter daar over voegende, de Stupaden, waaf over hy voort de Varkensblaas dichc eü
|
||||
Tegematuurljke Gezwellen. Bji
en beknopt fchikt, word de fchuins
gefnedene kruiswyze Drukdoeken , als ook de andere zynde gevoegt, zo volgende twee zwachtels, die we- derzyds opgerolde voegt men tegens en over de Stomp, en men laat daar van de twee oprolfels om hoog vaft houden, tot dat men de aan een eind opgerolde band beknoptelyk, om de rand van de Stomp beginnende, ma- telyk vaft toe r.a boven geleid heeft, dan bind men met het eene oprolfel 9 met dichte flagen, tegens de eerft- geleide band omgaande ,' de andere zwachtel, alles wel dicht beiluiten- de , neêrwaards daalende, insgelyx niaatelyk vaft om de Stomp , waar over en tegens deze aangeleid , om de huid en /pieren niet te verdrajen, 't ander oprolfel dit Konftwerk en 't verband befluit. Op deze wys is by ons in Ooft-
Indiè'n deze Handgreep en 't verband met gewenfchte uitflagen verricht, en in den arm alleen met dat onder- fcheid, dat men in d'afzetting den ly- der zoveel van wat noch levendig en goed is, laat behouden als doenlyk %y9 daar men in 'ε been met voor- dacht |
||||
tjz Verhandeling van de
dacht de plaats tot een handbreed on*
der de knie verkieft, ten anderen dat Hien boven den elboog maareen pyp ofte focildoor een vlugge omfnyding en de Zaag heeft weg te nemen j daar by komt, dat men den lyder * wat hooger zittende, in zodanig een poftuur, als den Heelmeefter zal voor hem 't handigft keuren, zal komen te zetten , als ook , wanneer men den opperarm wat hoog nadefchou- der mocht afgezet hebben , dat de bezwachteling, voor het af- en ne- derfchuiven, over de fchouder en den gezonden oxel omgaande, wel dege* lyk moet beveiligt zyn* Voorts word na deze moëijelyke
verrichting (die veel fnelder eri vaar- diger uitgevoert dan befchreven kan zyn) voor den lyder de ruft en ftilte vereifcht, en aan hem , en dié by hem zyn, ten hoogften aanbeveelt , deWyn, Brandewyn, als ook toorn, ontfteltheit, en alle gemoedsbewee- gingen verboden. Menfteld, of'er eenige bloeding ontftond, een zorg- vuldige waker by hem, en men laat het verband twee dagen en twee nag- ten beruften, zo als zelfs in de heete Lan»
|
||||
Tegènnatuurlyke Gezwellen. By%
Landen, daar de wonden Iichr ro£«
ten, by ons in't gebruik is geweeft\, als dan alle den toeftel vaardig zyn» de, maakt men zacbtelyk de bezwach- teling los, het wasdoek of de blaas wat aangedróogt zynde, kan zacht- jes met lauw water worden bevoch- tigt: Men neemt de hechtpUafters behendiglyk af\ of men kniptfedoor, alledeStupaden die gemackelyk vol- gen , worden afgenomen, de binnen- ite tegens de grootlte bloedvaten noch aangedróogt klevende , roert mea niet , maar men bedekt voort alles met verfche Stupaden en bloeditem- pend poeder zo zorgvuldig als in het eerite verband , of men voegt ook wel een dik ituk goede boviit tegen de naakte bloedvaten, waar overry- kelyfc de Srupadenj Hechtplaafterss als ook noch een die de Stomp over- dekt j en zo het noch noodig geacht word, met een andere Varkensblaas bezorgt, voorts word het verband met twee lange fcheuinsdraadsgefne- den drukdoeken , en met de andere$ rechtdraadsgevouwen entweezwag- tels weder als voren, doch juift ze» Kkfe ' yaf |
||||
$74 Verhandeling van de
vaft niet als in't eerfte verband , be-
zorgt. Den volgenden dag doet men het
derde verband, met minder in bloed- ilemping gevulde Stupaden, die men nu maar alleen tegens de plaats der grootfte bloedvaten aanvoegt, of ook wel de ftofryke bovift, men bedekt voorts de Stomp met Stupaden of wieken met ons digeftyf, in gefcho- te wonden gebruikt, befmeert, met de hechtplaafters, waar mede men de ikanten des Stomps al meer en meer afwaards en na malkanderen toe zoekt te brengen, en dus de kruishecht te onderfteunen, en de wonde kleinder te maken, tot zo lang nodig is, ver- volgende, voorts doet men het ver- band tweemaal daags, bezorgende , dat tegens 't afgezaagt Gebeente geen vettigheden maar droge wieken wor- den geplaatft, quelt uw, zo als wel gebeurt, de Vleefchgroei te veel , zo gebruikt tydelyfc velmakende mid- delen , daar in ik het Empïaflrum Gri- fium^ na de oude Amflerdamfche Dif- penfatorium gemaakt, op platte wie- licn gefmeert, en zeer mager met ons
|
||||
TegennatuurJyke Gezwellen. Êjf
ons Bafilicum over geilreken of ge-
fcbrapt, de bequaamite acht 5 ook brengt men de binding nu meer en meer zo vaft over en om de rondte des Stomps, dat men die niet in een welvoeglyke dikte, maar met'er tyd tot een beknopte rondte afdalende , en aldus fluitende, tot u en des arme lyders vergenoeging volkomen mag genezen. Verwacht gy noch eenig® aflchil-
fering van de afgezaagde einden der pypen , 'zo als doorgaans gebeurt s v zo moet gy voorzeggen , en ook verwachten, dat de wonde niet zal fluiten $ voor dat die gefchieden, en uitgeloit zyn, waar opde gewenich- te Genezing haalt, in een lydef ^ die niet ongezond, of noch krank, maar welgeftelt is j zal komen te vol- ge"· V.
Tot Jmflerdam heeft men èen nieu- khuvü
\ve manier van afzetting in 't Been^?4^ j . ° afzetting
uitgevonden, immers, zo my van^^^^,
voornaame KonftoefFenaars berigt is, doch die maar alleen té pas komt, Kkfca daar |
||||
2γ6 Verhandeling van de
daar de afzetting een groote band-
breed onder de knie zullende zyn , de ïvuitfpieren noch in haar geheel en goed bevonden worden, in de zul- ke fnyd men, na dat de twee vafte bindingen boven de plaats der afzet- ting geleid zyn, eerfi; de Kuitfpie- ren van on der w aards na boven, tot daar de afzetting moet gefchieden , van des beens binnenfte fpieren, met een vaardige fnede, zodanig af, dat deszelfs opperfte deel aan haar ge- heel blyft, daar men hetlosgefnede- ne zo lang opbeurt en vafi: laat hou- den, tot dat de afzetting volbracht is, daarop word aaniionds de ftomp roet deze Kuitfpieren, als met haar eigen bekleedfeloverdekt, t'faam en zo vlug en beknopt, als doenlyk zy, door eenige hechtingen aan een ge- voegt , en rotitom heen met de ruim- te van Stupaden , Bloedftemping , Blaas, Drukdoeken , en een goed.e bezwachteling, zo als vertoont is , bezorgt j en op dusdanig een wys , tan een veel veiliger, zekerder, on- pynlyker , vafter en voorfpoediger Genezing, als op de ordinaremanier :· wor-
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 877
|
|||||
worden verkregen, en den lyder zal
veel fterker in zyn Stomp zyn , als ook voor minder opbreking , door fchuuring tegens de Stelt, zich zelfs bevryd vinden. Alleen fchynt deze Konitgreep wat harder en eenigfints wreeder te zyn , maar waarlyk is dit heele werk der afzetting niet zeer bloedig , hard , fcherp en wreed ? Doch wat raad ? Daar die tot behoud van't leven zo noodzakelyk word ge- keurt, en niet bequamer kan uitye- voert worden, en ook op deze noch pynlyker wys, deszelfs moeilykheic en pyn, met een veel gewenfehter en korter Genezinge kan. vergoed zyn. VI L
De afzetting des onderarms ge- Vandeaf-
fchiedook, zo in 't leggen van de *'"'*? <*« twee bovenile banden en een beneden ^^'tn de plaats der afzetting, mitsgaders in deden. de affnyding der zachte en afzaging der tweearmpypen of benige deelen, en in de vorder behandeling meeft op dezelve wys, zo als van de afzetting des Beens is vertoont} zo moet ook in alle mindere afzettinge der leden, Kkk 1 derj |
|||||
878 Verhandeling van de
|
|||||
den verftandigen Heelmeefter ïich ,
na de verfcheidenheit der voorvallen, Wyffelyk weten te gedraagen. V II Ã.
'stuutedaad Bchalven devoorfttl fommigerou-
van zeker de Scbryvers, heeft de ondervinding lapzaher. ons oniangs é¿ een jong mansperfoon geleert, dat men in een volkomen Koutvuur tot hoog in 't been, de Ge- nezing van wat noch levendig en goed is, zouder de pynlyke afzetting in't Werk te ftellen, verkrygen kan, want in dezen heeft men al wat verrot en dood was, niettegenftaande de ftank, door beweekende pappen en Etter- makende zalven laten afrotten, zo dat eindelyk 't gehcele gevaarte is afge- vallen zynde, zelfs de doode beenpy- pen tot aan't levendig gebeente afge- scheiden, zo dat de Genezing, hoe- wel met veel geknoei, en niet na de Konftbehandelt, gevolgt is, enden lydcr noch eindelyk meteenbequaam home been en voet , met kous en fchoen overdekt en bekleed, vry wel voor den dag gekomen is, doch is dit geheele werkje, als gezegtis, op een onhebbelyke wyze uitgevoert en lang-
|
|||||
Tegennatuurïyke Gezwellen. $γ$>
langduurig geweeft: En zul je is in't
aanzien van vele nieuwsgierige, zelfs jimfierdamfe Konftoefenaars gefchiet, door een itouten Lapzalver, waag- hals en plompen weecniec in de zware Konft van de Heelkonfi., zynde een Backer van zyn Ambacht, die veel meer door geluk aiswysheit die heb- bende uitgevoert, zyn Backersnering de fchop gegeven, aan 't meefteren isgevalienj doch door zyn onkunde en verkeerden handel ontrent iyn elen- dige lydersis hemdeStadontzeit, in den Hout, buiten de Vrydom van Haarlem neêrgefet hebbende zich niet gefchaamt heeft, hem in de Couran- ten en anders, vooreen ervareen def- tig Meeiter bekent te maken. |
|||||
Kkk4 HET.
|
|||||
'ÂÂý Verhandeling van de
|
||||||||||||||||
HET XXXV. HOOFDSTUK.
Van de kromgegroeide en ver-,
ftyfde Gewrichten. 'ï. Befchryving der verfcheide Gcwrhh ·
ten en deszelfs verfcheident heit. z. Oorzaaken. 3. Voorzegging. 4. Ge- nezing. I.
ïte/tfery- \JAn eene der bekommerlykfle
|
||||||||||||||||
vtngder \ ^
|
||||||||||||||||
ver
|
yfde
|
|||||||||||||||
Gewrich kon ft konnen voorvallen, onzes be*
tm enJer- dunkens, genoeg gefproken hebben- "'w.r?rrde, zo konnen ook, behalven de be- ■' ginnende verirerving en Heetvuur , noch andere ongevallen in, of na de
Genezing der Tegennatuurlyke Gezwel- Jen ontilaan, iozonderheit daar dei- zelver verzwaringen in deGewrch- ien zynde g-plaatft, des zelfs inge- legerde ftoffe fcherp, en de vliefen , banden, enz. doo knaagende word bevonden, namen.tlyk op-en inkrim- ping des huids, fpieren, pefen en ze-
|
||||||||||||||||
legennatuurïyke Gezwellen. S81
zenuwen, zo dat de litten gantfch
krom getrocken, endaarbydeilym- ilof in bet Gewricht, (zoo als dan zeer licht gefchied) tot een ortwrik- baare Eeit begroejende , alles zoo CeZ&wi. ftyf en onbeweeglyk beklinkt, dat eindelyk niet meer kan worden ge- bruikt. Van dit gebre^iiaat ons ook ontrent in of ha de Genezingen der Gezwellen en Verzweringen, en tot voorkoming en heriklling , indien zulx noch doenlyk zy, du volgende te zeggen. Dit Gebrek fchuild dan (zoo als
wy hebben beginnen te zeggen ) of in de zenuwen, pefen en dekfels, of in de Gewrichten, of ook wel in die beide, en komt ons voor veroudert en vait begroeit , of noch handel- baar, in Kinderen, of in bejaar- den, met , of zonder andere quaa- ien. , I I.
De oorzaken zyn veelderiei, doch oonaai^e
altyd uit- of inwendig, of t'faamge- fchakelt, aisnamentlyk doof verwon- ding en afihydmg van zodanige pe- fen j zenuwen, banden en vliefen , Κ k k f * dis |
||||
S2z Verhandeling van de
die tot roering van het Gewricht,
't lic , of de litten , noodzaakelyk dienden, dus de beweging, of door de afknotting, of zo niet, door de veritrooijjng der dienftigfte vochten, voor een gedeelte , of t'eenemaal word verhindert, en ook wel niet weer herftelbaar gevonden word. Ten tweeden , komt dit gebrek
wel uit een zware verbrandheit voort, waar onder ook konnen worden be- grepen het fchadelyk misbruik der al te heetejabyna ziedende Balfemolien, waar door van wegens 't fchroeijen des huids, en de famenkrimping der zenuwen , pefen, banden en vliefen de litten t'eenemaal krom konnen worden getrokken. Ten derden, door al te heeteente
krachtige verteerende middelen, die het fynite der t'faamvergaderde ftoflfe des Gezwels in en zelfs ontrent de Gewrichten wel komen te verteren, maar ook daar door, en des te eer- der , het flymachtigfte doen drogen, t'faamen bakken , en vaft beklinken, 20 dat ook door zulx (zo als in on- ze verhandeling van de Gezwellen meerrnaalen vertoont is) het lit, of |
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8 8 $
de litten noodzakelyk moeten ver-
flyven , en onbeweeglyk komen te Worden , en dus ook de pefen op- krimpende onbequaam tot hun roe- ring worden gemaakt. Ten vierden, worden de verfryf-
de Gewrichten veroorzaakt door de al te verkoelende , te koude , en te flerk verdroogende middelen, die de t'faamgehoopte iïoffe van eenig Ge- zwel , te meer, daar die van zich zelfs koud en flymerig zynde, of in de Gewrichten, noch daarenboven geplaatil is, noch vafler doen t'faa- menpacken, de zwelling doengroe- jen , de zweetgaaten verftoppen en ïoefluiten, dedoorftraling desbioeds, der Geeflen en fappen verhinderen , en dus het lic ter beweging onmach- tig konnen komen te maaken, waar by dan ook komt het'gebruik of veel eer misbruik van al te drooge , te dorre, te ichraale velmskende mid- delen op verbrandheden en groote ζ weeren, waar door de vetile en bal- zaraykfie lappen , die de Genezing moeten voltooijen , worden uitge- droogd en verteert, zo dat geen le- nigheit tot de noodzaakelyke recke- " lyk-
|
||||
8?4 Verhandeling van de
lykheit van een nieuw gemaakt vel,
en der vordere bekleedfelen kan vol- gen, en zelfs de vingeren oftoonen t'eenemaal achterwaards konnen ko- men te groeijen , en dus verftyft , voor altoos onbequaam , ja tot laft der lyders worden bevonden , zoo als my de droevige voorbeelden daar van zulx meermaals zyn voorgeko- men. Ten vyfden, door zwaare Been-
breuken, ontwrichtingen , verplet- teringen, enz. inzonderheic, daar de eerfi; en laatftgenoemde ook in, of dicht by eenig Gewricht ons voor- komt, waarin door een langdurige Genezing enftillegging, van hetge- breklyk deel, niet alleen een onver- mydelyke, maar ook ongeneeflyke Eelt, diede deelen vaft beklinkt kan tuffchen de Kraakbeenders , banden en vliefen in groeijen ; zo ook in alle verouderde ontleedingen , die niet wel gereftaureert, verftyft, begroeit en onherftelbaar gebleven zyn. Ten zesden, door een al te onver-
ftandige verkeerde en beulfe uitrec- fcing, tot weder inzetting van eenig uit zyn plaats gefchokt been gepleegt, of
|
||||
Tegenn&tuurlyke Gezweïkn. 885*.
of ook, zo als veel beulen, Dorp-
ledëzetters , Lapzalvers , enz. door een duivelfche baatzucht gedreven, in eenig pynlyk lit, daar in maaree- nige verftuiktheit, Kneuzing of Ge- zwel zy, gantfch reukeloos, zonder cenige noodzaakelykheit beftaan , verfcheurende doorzulx de dunvlie- zige watervaten, met quetfing van zenuwen , banden , Kraakbeenders én vliefen, zo dat de dierbare voch- ten des lits, zo noodig tot een glad- de beweging $ buiten haar pypen en pypjens uitgeftort, aan 't zweren en verrotten zeer licht zynde geraakt, onlydelyke langduurige pynen, uit- terende Koortfen, en eindelyk , na veel gemartel, de bittere dood ver- oorzaaken konnen, of daar van het viuchite en fynfte zynde verteerd , vervlogen, of uitgeftort, zo moet de dikfte en meefc flym- en lymach- tigfte ftofFe noodzakelyktoteenEielc vaft backen , maakende een onbe- quaarn , verzwakt, pynelyfc , en dus met 'er tyd een ten eenemaaï krom en ongeneeilyk verftyfc^ Ge- wricht. |
|||||
Ten
|
|||||
SSó* farhandëling han de
Ten zevende, kan de oorzaak zó
wel van de inwendige quade geftelt- heit des lichaams, als van uitwendig cntftaan * namentlyk door een fcher- pe wegvretende fcoiFe j die langs dé binnenfte wegen tot in eenig Ge- wricht blyft ftilftaan , aldaar ftrem- mende, verdickende, verftyvende en Verhardende , en dus tot een benige weérftof kan aangroeijen j inzonder- heit daar quaadaardige Ettergezwel- len en diepfchuilende verzweringen , fomwyl van zeer pynlyke pypzweren gevolgt j zyn voorgegaan * daar de fcherpe afknaagende Etter de vliefen en banden verteert, de Kraakbeen- ders affcbüd, en zelfs de beenderen in haar randen wegvreet* de gladde beweging des Hts meer en meer ver- hindert , de dienftigfte Tappen ver- teert zynde , waar de langduurigé ffcilte kan toegevoegt worden, alles van binnen door het lymachtigfte overblyfiêl aan malkander vaft hecht en begroeit: Komende door eenon- geneeilyke verftyft heit alles onwrik- baar te beklinken. Ten achtften, komt ons dit ge-
brek in de Kinderen voor* 't zy of iioefe
|
||||
Tegennatmrlyke Gezwellen. 88^
noch redbaar, of naderhand door 'ε
verzuim der Ouders rneeft voortko- mende , ongeneeflyk de wichters brengen dit ongeval ter wereld, heb- bende handen of voeten, of ook die alle wel t'eenemaal verdraait, ver- ityft, kromgetrokcen , en het aeh* terfte voorwaarde ftaande , veroor- zaakt door de al te enge Gevangenis van daar zy uitgebroken zyn, doch die, als men tydig daar by word ge* roepen, zeer gevoeglyk worden ge* red, III.
Dus verre, waar door de verftyfde Voorz*$~
Gewrichten worden veroorzaakt ,£'**· in order vertoont en aangewezen. Uit aile deszelfs byzonderheden zul- len de voorzegging gereguleert zyn, in de hoedanigheit van het gebrek en nevensgaande quaalen de waarheit van de voorzeggingen moeten grond- veften: Want alle gekromde en ftyf- itaande Gewrichten, die alreeds raet een verouderde weêrftof gantfch be- nig begroeit en beklonken , onbe- weeglyk vaft en onwrikbaar worden gevonden, achten wy t'eenemaal on-
|
||||
S§8 Verhandeling van de
ongeneeilyk, 20 ook, waar in ds
vingers en elders derzelver pefen, tot derzelver uit- en intreeking dienen- de , zyn afgefneden, zo dat de be- weging dier iitten nooit kan worden verwacht, desgelyx daar in de Ge- wrichten zwaare vermorfelingen in het Gebeente gefchied zyn : maar daar noch maar eenige, zelfs kleine beweging worden vermerkt, en de verftyftheit niet te veroudert mocht zyn, als mede, daar de zenuwen en pefen noch in haar geheel, eerigfins reckelyken geen moeijelyke verzwe- ringen , noch yerróttingen , pyp- zweeren, vermorfelingen, enz. wor- den gevonden. Alle de zodanige ge- ven noch wel wat hoop tot herftel- ling, doch 't is een werkje van ge» duk, 't welk doorgaans niet anders dan door langheit des tyds, en door een taaije lydzaamhck kan worden verkregen. Alleen de verdraaide Kromme handen en voeten , Kniën en elbogen der Kleine Kinderen wor- den ordinaar, noch reckelyk zynde, licht herftelt. Maar ook" de zulke' verwaarlooft, veroudert , en door een beenachtig Eelt uit haar natuur- ]ykc
|
||||
Tegennatuurlyke 'Gezwellen. $8p
lyke holte zynde geweert, en dus
vaft gezet en begroeit, moeten al- toos met Kromftaande Gewrichten, en is 't in de voeten, met een on- geneeilyke verouderde Kreupelheif; pronken. i v.
Tot de Genezing is dan geduld , Gcmzwgl
Kon ft, behendigheit, yver en tyd van nooden, want meermaals loopt wel een jaartje heen, eer dat de Mees- ter .> na gedaan werk , behoeft zyn reekening uit te fchryven^ en is het dan noch niet al te wel ? Zoo licht kan gebeuren, meer ondank en fmaar, dan loon voor zyn yver , Konft , werk en raoeijelykheden ontfangt. Om dan een zo verhardde flymftof wederom te doen verfmeken, en het lit tot buigfaamheit te brengen, moet een goede maniere des levens aange- ftelt, en het lichaam, daar hetnoo- dig is, van deszelfs overtollige Hy- men gezuivertzyn, waarop dat menj al wat verhard, verdikt, en verftyft is geworden , door haate»£ggenftry- dende middelen , namentlyl?, dóór vermurwende, beweekende en los- L1I maa» |
||||
$9& Verhandeling van dê
maakende Stöovingen, pappeii en
fmeeringen, zal zoeken te ontbinden. Uit de belt dienftigfte Wortels , Kruiden en Bloemen, zyn deze na- volgende , myns oordeels , wel de bequaamfte , als de Witte Lelt, en parktam. Jlthie ffsorteis ? de Malva, hetGlas- Yeryrmmkruid, het Wolle kruid, Viole bladen.,
enz. de Vliet' Kamille- Goudsbloemen, en diergelyken, het Lynzaad- en Al- théa- meel, alle zadhte en flopmaa- kende vetrcn en fmouten, mitsgaders de OHen van Leliën , Chamillen, van Pierivormen , van Palmnooten , van jimandelen, Raap- en Lynzaad $ van Vi/J/èn } voorts de Mtbeazalf, mee ot' zonder de Gommen * het Emplaflrum de Mucilaginibus, het Pensfop, on- geïoute Boter , enz. Uit dusdanige (Latende alle die heeter zyn ) kan men de zodanige verkiezen, die tot de verfcheidentheden der verftyfthe- den beft zullen geoordeelt worden. Als tot een voorfchrift deze navol- gende pap, ty. Rad. Lilior. Albor.
Klih<e<e reeen/, e». §j
Htrb. Malv. Pa-
|
||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8p£ ·
|
||||||||
Parietar. an. Mij
Flor, Sambuc. Mj Chamomill. Calendul, an. Pj ,
CW. in f, ij. cerevif. duls. Colatur. Conikff
|
||||||||
.fit,
|
||||||||
Far. tin. Fabar. ah, q, f.
01. Lumbricor. Ja Hor, Albor. an. î] â
W,j, Cataplafma.
Öok kan dusdanig een ftryking
voor hec opleggen van de pap, of ooit Zonder dezelve worden gebruikt^ iji, Ung. Althaie gij
Adeps Urfi. , Anferis. an. §j|
Gallina. 51J 01. Lumbricor. Jj Liiior. Albor. palma,
Chamomill. á». î& m. f. LÏnimentum.
Zynde Zenuwen, pefen, en zelfs
'de huid der handen en vingeren, of der voeten en toonen verftyft en in- gekrompen, zo kan men alvorens dé ftryking of pap te gebruiken j de dee- len in een goed Pensfop doen ftoven , of ook met een Kookfel uit voorge- noemde Kruiden en Bloemen. Alles Lil 2, ni |
||||||||
8pi Verhandeling van de-
na dat den toeftand der zaken ons
zullen komen aan te pryzen. Op dusdanig een'wys, met ver-
ïnyding van heeter middelen j als Brandewyn·, Terpentynolie en dier- gelyke, di'efommige aanpryzen, heb ik altoos , zelfs bekommerlyke, verouderde , en vry vaft begroeide verftyftheden,- zo in de Gewrichten,, als ook die der huid, zenuwen, pe- len , banden en vlieten , overwon- nen , de vaftgezette Eelt en lym- ftof vermurwt, verdunt ende losge- maakt: doch onder dit moeijè'yken ïangduürig werk, zoekt ook de ver- ftandigen Heelmeefter de noodzake- lyke beweging met de handen , of ook daar 't nodig is, met dienftige werktuigen te vorderen , want ten zy het verftyfde Gewricht niet me- nigmaal getoèrt, beweegt, gewrikt^ en teruitrecking, (en daar geen pyp- zweeren noch ontfteking zyn) al met vry wat kracht gevergt en aangetaft word, men zal bezwaarlyk te rechte komen: En wel eens het werk, daar de onverduldigheit in de lyders en by- franders heerit, ten halven moeten la- t«o fteeken. Wat
|
||||
Tegetmatuurlyke Gezivelkn. 89 £
Wat nu de werktuigen belangt ,
die moeten na de grootheit van het befchadigdedeel, en de hoedanighett des gcbreks gefchikt zyn , immers dient daar op voor- en omzichtigiyk acht genomen, dat men door'cknel- "lender werktuigen de groei in der Kinderen Ledematen niet verhindert, dat die na de gekromtheit, ende de noch overgebleven reckelykheit des deels, en zodanig plaat- en fchroefs- gewys, 't zy dan de verilyfde Ge- wrichten ofmgetrocken of uitgerekt moeten zyn, dat ze wel dienft maar geen oadienft, ondank, of naklach- ten, enz. komen te verwecken, en Kien kan zich, in deze voorvallen , na de Schriften en opgeftelde voor- beelden, van zodanige werktuigen , als in ds Boeken der beroemde Man- nen Scultetus , Pareus , Guelmeau , Fabntius Hildanus, enz. vertoont zyn gedraagen. Maar zekerlyfc, zo als dit een werkje van gedult, en vol moeijelykheden is, zo wyft een Heel- meefter, die een zware praéty k hee ft, waar te nemen, de zulke veel liever tot de zodanige, die dagelyx daar van haar bezigheit komen te maken, Lil 3 ; pf\ |
||||
%4 Verhandeling van de,
of zelfs de werktuigmakers zyn, en,
baar met de Genezing voorts be- rnoeijen.
Komen ons in de Kinderen Krom-
groeijende Kniën, benen en voeten voor 5 zoo kan men de Gewrich- ten niet alleen met verfterkende, middelen , die nochtans van een lenjgmakende kracht 'zyn, maar ook met dienftige bezwachtelingen, druk- doeken en fpalken, zo veel het ons doenlyk zy, tot verbetering zoeken te brengen , ook konnen zachte laars- jes tot fteun en verbetering van de Wangefta'te derquaiykgefteidedeelen worden gebruikt , zodanig als des- zelfs Mand en verkeerde groei zullen vercifchen. De Eerilgeborene Kinderen wor-
den in haar verdraaide handen, voe- ten, elbogen en Kromme Kniën al- leendoor behoorlyke bindingen,met behulp van Kleine dicke drukdoeken tegen en in de holte te voegen, licht herftelt, doch deze wichters, ouder wezende, zoizal dit werk, hoevafter begroeit, hoemoeijelykerherftelling vinden. |
|||||
Sorn-
|
|||||
Tegennatuurlyke Gezwellen. 8ρ|·
Sommige Kinderen h .bben ook
Wel haar Kromgroeijende beenen, Zelfs het Scheenbeen, zo ganfch ie- der en buigfaam, dat die wel voor- zichtig mec.de handen kannen wor- den verbogen; zoals zulxmeermaals ten goede by my gelukt <s, doch men moet de Moeders van dusdanige Zwacke gebreckelingen ten hoogden aanpryzen, dat ze de hoofden , die doorgaans in de zulke noch niet zul- len gefloten zyn , wel voor de Kou- de bezorgen, zo met dek fel als brein- verfterkende rookingen uit de Gom- men Tacamacba , Benzoin ,,*Labda- num^ Syrax Calamita , Mafiix, Ca- rannay de Cariophylli, endiergelyke. Doch wanneer dat de werktuigen
of werktuigjes worden vereifcht, zo paft dit werkje beft aan zodanig een welgeoefTent Heelmeefter, die, als gezegt is, zyn dagelyx werk daar van maakt, want in deze waarnee- ming meer onluft en moeijelykheden als voordeel te vinden is, dewyl de langduurigheit, het fober gevolg , ilofïè Ouders, de ondank en wanbe- taling , al doorgaans de liefde u:tblu<i en denyver vertraagt, vordersal wat Lil 4 Miei |
||||
Β$6 Verhandeling van de
hier moet fluiten en prangen, moei
na de toeftand des lyders, tyd des ge- breks, en de hoedanigheït der deelen gefchikt zyn, en geenfints met een al te fterk gewelt al te vaft fluiten en Knellen, op dat dedoorftraaling des bloeds, der levensgeeften en vordere fappen, en zo by gevolg, de groei niet verhindert, noch ook pyn, ont- fteking, zwelling, Koortfèn en Ze- nuwtreckingen mochten verwekt zyn; ook niet te ruim, te k>s,tever- fchuivende, te mêgevcnde, veel min met fcherpe hoeken , punten , uit- fteekfels of randen, noch al te'plomp, grof en zwaar, de lyders of lyderrjes toe- en aangepait worden, ook daar 'c lang aanloopt, als doorgaans ge- fchied, dienen na de groei der deelen ibmtyds een weinig verandert. Somtyds komt wel na een gebro-
ken arm of been, meer door geluk als door Konft, een naaft bygelegen Krom lir, in zyn rechtheif. verbetert oft'eenemaal herftelt te worden, ge- 3yk den naarftigen Konftocitenaar Fa- britius Hi ld anus, Cent. f. Obf. 8f. ge- tuigt , a!s mede den beroemden Heel- meeikr 'Job van Mskeren, in zyn 6"ï Hoofd»
|
||||
Tegennattmrlyke Gezwellen. 897
.Hoofd(luk verhaak, zulx is my nu al
eenige jaaren geleden gebeurt, daar ■ik een al van óuds . Kromifaande Knie , na de herilelling', binding en fchicfcing, van een gebrooken been, onder de Kuur volkomen te recht gebracht hebbe , hoewel de betaaling voor myn yver en Konfë naderhand meer doorondankbaarhcic als onmacht op nieuws uitviel. .Ik zoude evenwel geen Kreupelen , of Kromgewricbte lydcrs raaden , om zulx, op hoop van herfteüing , te avontuuren , en haar beencn te bre- ken, als niet verzekert zynde , dat haar ongeluk zo geluckig zoude uit- vallen. Wy zouden noch meer van de
'Kromgegroeide ende verftyfde Ge- wrichten konnen zeggen , namenr- lyk van de verfterking der herftel- de deelen , maar achten van zulx zo nu en dan genoeg gefproken te zyn : Als mede van de nerftelling der verftyfde vingers door vinger- hoedjes , bandjes , en een plaatje met Gefpen of Haakjes öm de on- derarm , enz. maar zulx kan by LH ƒ Fa- |
||||
8pS Verhandeling van de
|
||||||
Fabriiius Hïldanus , Soolingen , en
anderen ,.. worden gezien > üikwyls is my dit onder het gebruik van jeenigmaakende , en der pefen ver- zachiende Srovingen wei getukt , doch dit werkje vejeift een volttan- dïgen yver en gedult. |
||||||
HET.
|
||||||
O-egennatUMrhkeGezwelkn, 8pj>
|
|||||
HET XXXVI. HOOFDSTUK.
Van de Scheefgegroeide Schou-
ders, Borftiutzettïng Rug- en. Β ukgez wellen, enz. ï., Befchryving der Bultgezivelien en
Scheefgegroeide Lendenen, z. Der- ze her verfche'ide foorten. 3. Oorza- ken. 4. leekenen, f. Fcorzeggivg. 6. Genezing. 7. Befchryving van de Lendevang. 8. Deszelfs Oorzake?}. 9. Genezing. 10. Be fluit van des Schryvers IVerk, 1.
Uït kngduürendc Ontitekingen ^Befchry-
Gezwellen, Zwerïngen , enVinfder toevloed van fcherpe vochten, ir>7-on~g,"v'eiïene derbeit in de verzwakte teringachti-fchetfne- ge Kinderen, en hoogcr bejaarde groeide fuckelaars komen wel, daar die delendmm- fchouders, borll, rugge of lendenen hebben befcormt, des zelfsoverblyf- felen met een naileep van meer an- dere ongevallen té voorfchyn , ver- |
|||||
'900 ' Verhandeling van ds
|
|||||
krygende die deelen wel mede haar
deel door een opkomende verkeerde groei , door icheye lyven , Bulrge- zwellen, enz. daar van wy, tot een toemaat en befluit dezes werks, noch dit weinige zullen zeggen. Onze Gedachten vallen dan wel
vóoi namentlyk op het beenig Bult-
gezwei, dewyl doch alle andere been-
tfels daar nevens konnen worden
betrockeo
Een Buitgezwel is een Tegenna-
tuurlyfce uitwaffing der Wervelbeen- deren des Ruggraats, of" daar by des fchouderblads, der Schouderblaaden, als mede wel des borllbeens , daar door uit- of inwendige oorzaken., of door die beide, de beenderen uit haar behoodyke Standplaats worden ge- drongen. Pntelver Zy komen ons verfcheidentlyk
"foorim'de voor ' zo ten aanzien van deszelfs
gedaante en ftandplaats, als mede in ' de waarneming van den tyd des ge- , brefcs, en de hoedanigheit der voor-
werpen, fomtydsvind men alleen de
Ruggraat uitwaarts of na de rechter- ©f
|
|||||
Tegenn&tuurïyke Gezwellen, pof
of flinkerzyde gekromt, fomtyds
worden wel de ribben , ja zelfs de fchouderblaaden ustwaards gedron- gen, in andere groeid wel bet borft- been voorwaards kromhoebng uit , of hebben de Ruggraat de Letter g gelyk, bynagebogen, en zulke met alleen de mismaakfte, maar wel door nevensgaande iquaalen, de elendigfte van allen , forftmjge zetten der Rug- wervel beenders y andere die van de lendenen uitwaards, in eenige wykert veel beenderen te gelyk met een ver- uitgebreid Gezwel boogsgewys uit5 in andere Kort,Krombukig/iclseip· mtfteekende , zoo dat maar weinig; wervels uit haar plaats gedrongen zyn; Ten tweeden, moeten de bul- ten ontrent haar tyd worden aange- merkt, want fommige zyn noch in haar beginfel, andere voor een ge- deelte veroudert, en noch al aan- groeiende, als mede noch andere , die zodanig veroudert, vereelt en be- groeit zyn , dat , als in haar mis- maaktheit voltooit, geen verdere groei meer kan worden vermerkt : Ten derden, overweegt men dehoe- danigheit der perfoonen, namenriyk, |
||||
jtai Verhandeling van de
of die niet wel van een bultige Va-
der of Moeder, of wel door die bei- de, dus wangeftaltig zynde, dit bul- tige Schepfel hebben geteelt, en wy- ders op de gezondheit of ongezond- heid , op de tederheit, jaareri , en Krachten des lyders, opdegroótheit of Kleinheit der nevensgaande quaa- len en ongevallen, enz. daar by dan noch op de oorzaak lettende, zo zul- len uit zulx de goede of quade voor- zeggingen, en by gevolg, wathoop en middelen der Genezing verfchy- nen, in opmerking konnen worderi genomen* 1 I I.
èorkaakenl |)e Oorzaaken zyn uit- of inwen-
dig, doch komen doorgaans uit die beide voort : Uitwendig gefchied zulx door eeri verkeerde fituatie des lichaarhs, van al teveel en gewoon- lyk Krom te zitten, Krom boeken, zwaare lallen te Kruijen, te heffen en tillen j en vorder alle geweld door zwaare vallen én quetfingen, voegd daar by het fchielyk omzwicken der Kleine Kinderen j of door die al te iterk te rygen en dus te benaauwen * waar
|
||||
fegennaïMrlykè Gezwellen, pof
waar door de ribben een wangeftalté
verkregen hebbende, ofookdevlie- lên , Kraakbeenders , de banden eii zenuwen al te veel worden gedrukt en beknelt, ontfteken en zwellen j dewyl dus haar dienftige fappen uit- ftortende, en die bedervende, alles ontftellen, endoorzulxdegewemch- te groei en de welgelchapentheit in een misftaltige wasdom doen veran- deren. Onze Boerinnen , Turftonfters ,
Tonneboeniiers, tot Schooifters in- cluis, en ai!e de zulke, die met baar tengere Wjchters niet al te hovaar- dig zyn, als mede de gene die baar Kinderen t'eenemaal ongezwachtelr, orgerrgen, los, Jiber en vry in de eerlie jaaren opcjueekende , zullen mede dit wanitaltig gebrek veel min- der ais d'andere in haar afzetfels we- dervaaren , indien maar eenigfints van een goede gematigtheit zyn. In Oolt-indiën , daar de Kit.deren , Dochters en Vryiters niet worden geregen, noch in haar jongheit be* zwachtelt, daar vind men gepropte Steden , ja Landen vol menfchen , zonder dit bultig Gezwel of eenige wan-
|
||||
£04 Verhandeling van de '
wisgeflalte des lichaams, en nooi£
heb ik^raeer gebulte, Kreupelen en qualyk gaande, als hier in ons Va- derland gezien, daar nochtans de fi- dele Geneeskonft tot des menfchen Gezondheit in zuüc een top van Eer woont. Ik geef dan een iegelyk te bedenken , of het onmaatig rygen en 't perfeu der deelen , die noch tenger zyn , en hier te Lande zo ge- bruikelyk is, niet wel een der voor- rtaamfte oorzaaken der Bulrgezwel- len , en vordere wangeftalte van Schouders i Heupen en Lendenen kan zyn? Het is ook ons Koud, ongezond,
fcheurbutige en vochtige Lucht- iireek, en daar by het onmaatig inflingeren van zoute Gedroogde Schol, en daar op AalbeiTen, Kruis- befTen , backen vol kropiala, Afyn'j de gekarnde Melk , fchraal , fcherp en zuur Bier, enz. daar dit en veel meer andere quaalen door worden verwekt , van wegens den grooten overvloed der vicieufe , raauwe en flymerige Vochten, die tegens * of in de Gewrichten der Wervelbeen·* ders vergaderden vafcgezet zynde ,- der»
|
||||
TegèfJtöi{tmrlyk'e Gezwellen, pof
derzelver holtens vervuld eh verhard^
de noch loflê ^eleeding in haar Ie- nigheit beklinkt\ bemetfelt en vaft maakt, zo dat aïdus de beenderen uit haar ftandplaats meer en meer worden gedrongem V Zoo ftellen veel S^hryvers * als
sdquapendens j Pigreus \ Barbétte t tfulp j en meer andere , de inwen- dige oorzaak der Bultgezwéllen alle verdikte j verhardde en taaije Sly- men te zyn. Fabritius ffÜdanus £ Cent i. Obferv. 4f. befchryft de voornaamfte oorzaak van eèn BulE in een Jongman de Tegennatuurly- J?e Verftoppinge van 't Zeeibeen $ het welk begroeit en wangeftaltig zynde gewordep i en dus de flymen door de Neus geen ontlafting ton- nende vinden , zyn dezelve neder- waards tot op het Ruggebeeti ge- zakt , zoo dat hier door de Kraak- beenige banden verflappende , de Wervels tot een Bultgezwel uit- gezet zyn. Alhier waren de uit- iieekfels der Beenders * (zoo als dien ervaren Konftoeffenaars getuige en fchryft) zoo week als wass en fommige t'eenemaal aan 't rotten. Mmia Ook |
||||
j>o5 Verhandeling van de
Ook komen de Bultgezwelïen
wel uit een al te onmaatige hitte, dorheit , en droogte des bloeds en der fcherpe dominerende Vochten , die de Balfamyke , beft voedende, en de noch dienftigfte fappen in de zenuwen, banden , en vliefen, ver- droogende en verteerende, de Rug- graat in haar Kraakbeenige Ringen krachtelyk in- en t'faam doen tree- ken , zoo als in de teringachtige , magere, dorre, drooge lichaamen , als mede in de Kinderen , door fcherpe hitte, droogten en Koort- fen uitgeteert zynde, dusdanige on- gevallen veeltyds en gevolgelyk zyn vermerkr, en ook in de opde en als uitgeleefde ons voorkomt. I V.
Tee\enem De teekenen zyn doorgaans open-
baar , voor zo veel zich dit Bultge- zwel uitwendig vertoont, doch uit wat oorzaak moet nader nagevorft worden, alzo ter Genezing de ver- fcheidentheden in haar oorfprong moeten gezogt zynj want die door de vêrflapping der zenuwen, banden en vliefen ontftaat, dat zal ons de |
||||
Têgennatmrlyke Gezwellen. "$6J
ioüde en al te vochtige famenfteldes
lyders en de nevensgaande als ook de voorheen geledene quellingen konnen beveiligen , als mede de voosheit i onpynlykbeit en flapheit van het ge·· breklyk deel en der Gewrichten ons klaar genoeg vertoonen. Of is de Bult door onmatige droog-1
te, dorheit en ouderdom, zo veeltydsi gebeurt, ontftaan , zulx wyft ons 't vermagert en uitterend lichaam, de kortborftigheit, hoeft, benaüwtheitj en een drooger en harder pols door- gaans klaar aan, alles na dat ons de ly- ders in jaren en toeftand van malkan* deren verfchillende, voorkomen* V. Ontrent de Gebulte valt niet veel *f<w>S$?
goeds te voorzeggen, want alle ver-^'< ouderde t'eenemaal ongeneeflyk zyn, als mede die in de vermagerde, uit- terende, oude, kortborftige, ofan- derünrs qualykgeitelde lydersgeplanC zyn $ en ook daar dit Bultgezwel zich met een fchielyk en fpits uitzetiêl of puntig uitfteekièl vertoont: Endaar deze bultgezwellen niet alleen achter in dewervelbeénders, maar ook voor in't borftbeen zich hebben geveitigt, Mmraa an« |
||||
po2 Verhandeling van dè
anders worden de eerftbeginnende en
aangroejendein goede lichamen meer- maals gefluit, en in haar vordere groei verhindert, maar zelden ganfch weg- genomen , alleen in d'eerfte beginfekn in de Kinderen, die in de fleur van h aar wasdom, mals, vleefig en zacht van lichaam zyn, word noch wel wat goeds bewerkt, doch altydmoetby- zonder op de oorzaak gedoelt zyn , als mede op deszelfs lichaamsgeftel, jaren en 't vorder geitel, waarna de voorzegging en de aanleiding ter Ge- nezing moeten gereguleert zyn. V I. Genezing. j)e Genezing gefchied of door de Geneesmiddelen, of door de Hand- greep, of door die beide, door de Geneesmiddelen moet niet alleen uit- maar ook inwendig 't dienftigfte wor- den betracht, en daar in bezorgt dat des lichaams qualykgeftelde vochten , 't bloed, zenuw- en vordere fappen verbetert, en al wat van uitwendig de groei tot het Buitgezwel mocht ver- fchaffen, zo veel doenlyk worde ver- hindert, waar toe wy degeoeffênde Geneesheer willen aanpryzen , uit- wendig moet op d'oorzaak gelet zyn,' PI I
|
||||
fegennatuurïyks Gezwellen. $op
op dat wy ter Genezing niet onnodigs
veel min dat onmogelyk is, ons ko* men te onderwinden. , Daar dan noch eenige hoop tot wat
goeds verichynt, daar dienen alle ver» dikte, taaje vaftgroejende ilymen, zo veel doenlyk is, verdunt en verteert, de beenders, kraakbeenders, de ze- nuwen, banden envüefen verfterkt, bequame fmeeriêls konnen gemaakt zyn van \Ung.Jltb<e, met of fonder de Gommen, en uit de Olie Lilior. Al- bor. Rut. Nardin. Palm. Violar. Muca- gin.enz. als ook uit de dienftigile vet- ten en fmoucen, als in ons Hoofdfiuk van de verfiyfde Gewrichten vertoont is, zo alsook deplaafters StiSlic^pa- racels, ac Muciïagin. Sant alm. en dier- / gelyke met voordeel konnen worden gebruikt, alles na dat den toefland dezer Bultgezwellen zal vereifchen. Doch alle Oliën, fmeeringen en
plaafters (fchoonook hoe dienftig) zullen hier vruchteloos zyn, zo niec bequame ryglyven en platen tegen dit Buitgezwel worden in 't werk geftelt, die of wat zacht en met befcheiden- heit, ofwel vafter, ofook, daar 'c wezen mag, vrylykditlompenwan- Mmm 3 ftal- |
||||
jpiQ Verhandeling van de
flallig Bultgezwel komen te drucken,
om 20 't verder uitzetten der beenders te verhinderen. De tengere Kinderen , de Kort*
borftige, hoeft, Koortfige, tering- achtige, en by gevolg alle verzwakte vermagerde, dorre lichamen, moe- ten zo vaardig als maar eenig Buit- gezwel verfchynt, die door een plaat wel gevoert, en na de geftalte des deels en des Gezwels, wat uitgehok in't ryglyf benaait, haar gebrek zagt worden ingeregen en bedwongen. De platen moeten niet te dun noch
te dik maar eenigfints mêgevend fyn, zy konnen van Zilver, Koper, Yzer of Blikzyn gemaakt j doch 'tlaatfte verkies ik doorgaans, haar grooteen geftalte moet na vereifch van't Buit- gezwel en gelegenheit van't gebrek- Jyk deel gefchikt zyn : Als ook ront- om gegaat, op dat het benaaifelzyn vaftigheit heeft en behoud, en daar behoord zodanig met Watten, Ka- toen, of andere iioffe gevuld en ge- voert, dat op een vermagerd geitel tegens een fcherp uitftekende Buk geen ontvelling, pyn nochontfteking worden verwekt; de toeryging moet |
||||
'Fegennatuurlyke Gezwellen. s>ii
ook daarom in de zulke niet met een
al te krachtig -geweit, maar meteen vereifchte verdraagiaamheit aangeftelt zyn, doch in de anderfints gezonde en welgeftelde lichamen kan ook een vafter toeryging en fterker drucking daar 't behoort op 'c gevoegelykft worden gemaakt en bevlytigt. vir.
Dus verre van wat des lichaams Be/dry
wangeftalce door de Buitgezwellen ™"s ™n betreft, zouden noch wel iets van de^J1 e~ zogenoemde Lendevang by deze ge- Jegentheic konnen zeggen, dan is ons bedunkens in 't vertoog der qualyk geiteldegewrichten en krdmgegroei- de beenders, als ook in dit Hoofdfluk van de Bultgezzvellen van zulx genoeg als hangende tneeit aan malkander, gefproken, die noch maarin'c voorby gaan my in de gedachten komende , dat de fuckeling van deze Kinderen, ora haar dikbuikige verftoptheden desingewands, mikgezwellen, groo- te noch ongefloten hoofden, Krom- groeijende beenen, enz. doorgaans met de Engelfche ziekte gezegt wor- den aangecait te zyn, zeker ik kan Ì mm 4 nien |
||||
£χ 2 -% Verhandeling van de
niet bedenken, waar men die in onze
dagen met de naam van Engelfche ziekte gedoopt heeft: daarin ons land waar in van wegens deszelfs itand en hoedanigheit) de Scheurbutige ziek- téns veel meer als in Engeland heer- fchen, en deze quellingen mogelyk honderde jaren bekent zyn geweeft, dan ik geloof dat dit een kunitjedoor de baatzucht bedacht moet zyn, om de lichtgelovige wyfjes, die'er mooi mê zyn, dat haar kind mctaeEngeU fche Ziekte behebt is, wat en temeer Geld uit de beurs te locken, en deze Geneesheer krygt licht de naam, dat hy een kenner is van de Engelfche Ziekte, die geen Genecsheeren (dit kind bezoekende ) zo net op haar duim witten op te zeggen en bekent te maken. Doch men mag ook wel een Len-
devang noemen, die den menfch feer haait en op't fcnielykft bevangt, een Lendepyn, die de lyders zeer vinnig beftormt, en, myns oordeels, is dan een fchielyke verrucking of verdrajing der lendefpieren en vliefen de voor- naamftc oorzaak, inzonderheit door fcheuring der menigvuldige dunvlie·* |
||||
Tegetmatuurlyke Gezwellen: #i|
fige Watervaten, waar op veeltydss
een inwendige ontfteking met een groote pyn, koorts en onmacht haaft komen te volgen. vut
De uitwendige oorzaken zyn door- ^esMfs
gaans heffen en tillen, fpkten en del-°Ar^mB ven, waarom dit Gebrek mogelyk'e ipit in de lendenen genoemt word , zware lafcen te kruijen, krom boe- ken , vallen, flaan, ftooten, enz. waar door de ipieren, vliefen, banden of zenuwen worden verrukt, geforceert,, verdraait en beledigt, endaardoorde dunvliellge Watervaten (zo even ge- Zegc is) fcheuren en breken, zo dsE haar vloejende fappen in haarveelheit tuflehen deze teergevoelige vliefïge deelen uitgeltort zynde, zulk eeja groote pyn, ontftekingen, koortièn, en onmacht in de beweging komen. te verwecken, wel meermaals ge- volgï van groote verzweringen, zo als wy by die gelegcnheit meermaai hebben vertoont en aangemerkt. Ook kan dusdanig een zware len»
depyn van inwendig door fcherpe vochten ontftaan, zo als wy in de Per*
|
||||
PI4 Verhandeling "jan de
Verhandeling van de Jichtgezwelk®
hebben vertoont en aangewezen. In de verdraajing der vliefen, ze-
nuwen, banden of fpieren, zal men de lyders met dezelve achterwaards of voorwaards over , of ook zyd- waards» waar heen 't nodig zal zyn, te bewegen, te buigen, of zich recht op te rechten, zoeken in beter ftant te brengen, doch evenwel geenfints met een al te fterk geweld, kracht en dommekracht, zo als den boer tot Jifpi dien beroemden Mr. Kornelis zyn lyders, met deze en diergelyke qualen in de lendenen bevangen, han- delden , doende een fterke Boer den rug betreen, zo dat den elendigen s dus onthaalt, noch veel elendiger is t'huis gekomen, zo als ons daarvan de droevige blyken vertoont zyn ge- weeft: Zo moet men niet doen, op dat geen zwaarder en fomtyds onge- neeflyke ja doodelyke ongevallen (zo als ik zelfs gezien heb) worden ver- wekt. Ook dient wel in acht geno- men , dat men ook dit gebrek van een onvolkomen ontwrichting der lende- wervelbeenders weet te onderfchei- den. IX,
|
||||
Tegwmtuurlyke Gezwellen. $ip
IX. Wyders word in dit pynlyk ott-Gtn(zi^
geval, by een goede manier des le- vens, de pynftillende Klifteren, de Aderlaating, daar het de nood ver- eifcht, doch voor al het maatelyk zweeten, in't werk geftelt, uitwen- dig kan een plaafter van Befenfivum Fygonis alleen, of met andere, die wat meer verfterkendezyn, vermen- gelt worden, in't werk geftelt. Een Rogge Meelzak word veeltyds, voor die niet te vies noch te zinnelyk is, met baat gebruikt. Voorts belafte men, als de pyn geftilt is, veriter- kende Oliën en plaafters, gelyk wy, op deze wys de Konft oefFenende, al veele, onder den genadigen ze- gen des Alderhoogften, vandit pyn- lyk ongeval vooripoedig hebben her- üelt gezien. X.
Ziet daar, Goedgunftigen Lezer,BefluhvM
het geen my geluit en goed ge-<*«&%- dacht heeft, rvan de Tegenmtuurly-Vm Wrki ke Gezwellen 3 mitsgaders van hun- nes |
||||
51 $ Verhandeling" van ds
tien aanhang en nafleep te fchry^
Ven, vry meerder konde worden vertoont en verhandelt j maar het Verhandelde zal genoeg zyn, ons ook het overige daar in te vinden $ en dit fpoor bewandelende j onder den zegen van onzen Opperften Ge- neesmeefter, Jefus Chriftus, te ko* men tot een geluekig |
|||||||
Ë Ι Ν D Ê,
|
|||||||
:J
|
|||||||
L ' Υ- S Τ Ε
Oer Medicinale ^ Chirargicató 1
en Chymifche β O EK E N»
Die in de Boekwinkel van
HERMANUS KENTLINK
te bekomen zyn.
BLankaart (Stefanüs) nieuwe hervormde A-
natomie, Duits, defe derde druk veel ver- meerdert, enallemetnieuweplaten verryktj in groot Oéiavo. «------- Cartefiaanfche Academie, of inftitutiè
der Medicynen, in 8.
Nieuwligtende Praöyk der Medicynen
|
|||||||||||||
Chymie, in 8.
-----. JCnnftkainer der Chirurgie, in 8.
Verhandeling van de genezing der fcheur-
|
|||||||||||||
buik, in 8<
Verhandeling van de Operatien of wer
|
|||||||||||||
king der Medicamenten, in8,
Nederlandfche Herbarius of Kruidboek
|
|||||||||||||
met fig. in 8,
te, in 8.
Blankaart (Arent) Scheeps Geneesoeffening we-
gens de ziekte dieop de Ooft-Indifche vaart en Goft-Indiën voorvallen, in8, Barbette (Paulus) Medicinale en Chirurgicale
Werken, in 8. Nnn . %*i
|
|||||||||||||
Lyft van Medicinale Boeken.
L,Schacht, Medicinale Collecie ofkoneVer-
handeling der Medicynen, in 8. J« Ie Mort Werken compleet, beïlaande in ï. Ligt der Natuurkunde, in 8. 2. Chymia, Medica, Phyfica, in^. 5. Pharmafia, nevens de afbeelding der Wet- * kelykheit der lichamen, in 8. j. Muis, pra&yk der Chirurgie, beflaande in verfcheide deftige Heelkonflige Aanmerkin- gen, in 8. Κ iHeihfius nauwkeurige Verhandeling van het Podegra en Jicht, in 8. -------- Verhandeling van 't Quikïilver, in 8.
Blafius verhandeling van 's menfchen Lichaam t
in 8.
S. van Rufting, nieuw gebouw der Heelkonft; in 8- .------- nieuw gebouw der Geneeskonft, in 8.
Vaugion de Heelkonft in haar volmaaktheit, in 8.'
J. Verbrugge, Zee-en Land-Chirurgie, in8, N.rErneryChimifteStookhuis, in 8. S. vander Wiel , Heelkonflige Aanmerkinge > zdeelen, in 8.
E. Daalmans nieuwhervormde Genees-enHeel- konft, in 8.
De Heelkonflige Verbandhuismeefter, door den ' Heer Belofte, in 8. Kokburn verhandeling van de fceeïiekte, in 8*
Lift en bedrog der Medicynen, in 8. j. Yleman feventig HeelkonftigeAanmerkingen in 8.
R. de Graaf Anatomifche enMedicinaleWerken met veel figuren, in groot 8,
Buyfens pra&yk der Medicynen, in8. ?..."·,'.·■ $5«
|
||||
Lyft van Medicinale Boeken?'
Sydenham verhandeling om alle ziekten te gene.'
zen, met aanmerking van Dr» Buiien, in 8.
Goris verhandeling der Peilziekte, ïnS- Zee-Chirurgie of Matroozen trooil, in zeer veel gebreken den zeevarende overkomende, dooi
Jan Kouwenburg, in 8.
Baggaert (Johannes) de waarheit ontwart van veel vooroordeelen ontrent de Medicynen, S
Mazelen, in 8.
Helvetius verhandeling van alle de ziekten, in 8. —-— om de Koorts te genezen zonder ingevet in 8.
J. leGrue van denuttigheitder ialivatie en gene- zing der Venusqualen , in 8. OverkampallezyiieMedicinaleenChirurgicale Werken, in 4.
Dekkers Geneeskonftige oeffeningen, in 4. Bartolini Anatomie, in 4. -------- dito in 8.
Palfyns Heelkonft ige Anatomie, in groot 8 fig,
——— Verhandeling van de Oogziekte, in 4. —----- Oftologie of befchry ving der Beenderen in 8
«
.-------- Anatomifche oeffening der twee Aan-
eengebore Kinderen, in 8.
Dionis Chirurgicale Qperatien met fig. in gr. 8 ■—— Algemeene Kraamkunde, in 8. Paarde Boekjes of heilfametoevlugttot degene· iing van Paarden en Koebeeften, in 8.
Steenihyden na de wys vsnFrere Jacques de Baillieu, in 8.
Lambregt van de ontfteking der oogen, in 8 Keil Anatomie, in 8 Nbdi, Willis
|
||||
Lyft van Medicinale Boekend
Willis van de Peitziekte, in 8. ,"
Willis van de Koortfe te genezen, in 8» Geopende deure tot de Chimie, metfig. in ä P.Nyland Nederlandfche Herbarius of Kruid- boek , in 4 J.MunnikspraclykderHeelkonft in 4 Mauriceau Tfaétaat van de ziektens der zwange- re Vrouwen, in 4, Wouter Schouten, verhandeling van de Tegen- naiuurlyke Gezwellen, in 8.
_———— het Gewonde Hoofd, of verhandeling van de Opperhoofdswonde, en Bekkeneels- breuken, van de Wonde des Aangezichts e» des Hals, in 8. tweede druk. F. Ruyfch ontleedkundige verhandeling over de vinding van een Spier in de grond des Baar* moeders, in 8. Erietvan den Heer Hecquet, Med. Dr. te ParyS gefchreven aan den Heer . . . aangaande de Spier des Baarmoeders, door den vermaarden Heer F. Ruifch ontdekt, in 8. G.Herls examen der Chirurgie, in8. B. de Bout 't nieuwe examen der Chirurgie in 8* Ä. de Heide ontleeding des Moffels, Ontleed- Genees- en Heelkundige waarneming, in 8·
Aarnout Helvetius korte Ontleedkunde van het geheele Menfchelyk lichaam, in 8.
■ Verhandeling der Kinderpokken in 8 F.HaliTialeMercurius verheerlykt, in 8.
J. van Wyk verhandeling der Beengezwel'en 8 P. Verheyen Anatomie of Ontleedkundige be- fchryving van 't Menfchelyk lichaam in gr, 8 Hamilton van de GiersKoortie, in 8. T. Willis, de algemeeneen byzondere werking der Geneesmiddelen in 's menfchen lichaam» in 8. twee deelen. T« |
||||
Lyft van Medicinale Boeken,
T. Willis nieuween Geneeskundige verhande-
ling van de Fermentatie, in. 8. Noodige Aanmerkinge over de Chirurgie, en
praciy k van Paulus Barbette, als mede nieuwe Operatie der Chirurgie, in 8. De Hedendaagiche Reukwerken in 12.
.Aforifrnen, of Kortbondige Spreuken van Hy-
pocrates, in 12. Aforifme rakende zwanger gaan, deziektensen
andere toevallen der Vrouwen door de Heer Mouriceau, in 12. Apotheken Amfterdamfe, in 12.
·,-------- Haarlemfe, in 12.
--------- Leeuwaerden, in 12,
——— Dordregtfe, in 12.
.--------. Rotterdamfe, in 8.
En vorder verfcheide andere foorten van
Nederduitfche Boeken. |
|||||
\
|
|||||