L.
O V Ε R. D Ε
v α ν d ε ,
Tt AMSTERDAM^
Gedaan ter gelegenheid van 't UITDEELEN
der PRYZEN, enz.
Op ff^oemdag den 5 O Stol· er 17^8·
'DOOR
■s.
ï'
X,
/ ,
,α it „.'■ ;·.ί Y O
ρ
T>T ,'τ;, ^::·· Λ > ^ψ' Γ\ ' . J
Ta uur: ι-'..fa «..Λ
- ' - , V, v·^ .. V ■ ^·
π' O O .a
¥ 1Τ Τ θΜ.Ό·α Ai
ΛΙ
........„^ftdi..-^. .i _- _u
-ocr page 3-: Cs)
NAAMLYST van alle de LEDEN
der TEKEN ACADEMIE.
HOOFDDIRECTEUR
de Wel Edele Geilrenge Heer
BEER νΑΉ HONCOOP,
Regeer end JBurgemeeßer ^ en Raad deézer Stad^
musgaders Bewitidhebher van de O, /, Com-
pagnie^
' Oudile Diredeuren, m Stellers van
1746. CORNELIS PLOOS van AMSTÉL
JaCQBS CorNELISZ. Zid van de Hol-
lanÏÏfche Maatfcbappy van fVetenfcb 'appen
te Haarlem.
Jongde Diredeuren, en Stellers van
het modél.
De fieeren ί . . '
1743, Ρ IET ER LOUW.
1759. ANTHONIE ZIESENIS.
i^da. REINIER VINKELES, Secretaris.
C 4 Stel-
-ocr page 4-I /
' De Heeren
GUILLAUME SAINT.
IZAAKSCHMIDT, -Commisf^ris^
JAN GERARD WALDORP. .
Ï76q. JURRIAAN ANDRIESSEN.
JACOB MAUilER.
I7(ii. JURRIAN COOTWYK.
"" , Leden van de Eerile Clasfe,
t 1
De Heeren .
JAN MATTHIAS. COK,
JOAN GEORGE HOLTZHEY,
MARtEN HOUTMAN.
. JULIUS QUirsfKHARD. *
DENIS DU LIGNON.
JOSEPH LAQUY. '
BALTHAZAR BESCHEY, ·
J7^8,COilNËLIS BÜYS, ^
\ Leden van de Tweede Clasf^, ,
ν .
f
De Heeren - i
ϊ754. ISAAC de WIT, Jansz,
1765. HARMANUS VINKELES. ,
FREDERIK CHRISTIAN^JACOBI,
flARMANUS van JEEVßRJ
HENRICUS van der WINDEN,
WILLEM KETELHO.ED,
JOANNES VAN DREGHT.
1768. GODEFRIDUS PIETERSOri
l'l
Xe-
Ao, De Heeren
17^1. ADRIANUS van HARDE|SiBERG*
?763. BRUNO ZWEERTS,
'ANDRIES SMIT,
1765, DIRK van DYL,
PEETER van VLEUTEN, .
HENDRIK BEYERINK.
JAN LEER. '
'WYBRAND HENDRIKS.
Ï766. CHRISTIAAN WELMEER,
ANTHONY ANDRIESSEN.
JOHANNES van HORSTOK,
PIETER WAGENAAR,
CORNELIS WEVER, '
1^67. WARMOLT WERNINK,
DAVID MULDER.
" HERMANUS HI,LSMAN,
DANIEL DU PRE,
PIETER REMMERS,
\VYNAND AKKER.
GERRIT DYKHOFF,
FREDERIK BOODE.
HERMANUS TUYLEN,
J7i58, ABEL DE SAAIER,
JOSEPH XRICO.
JOANNES VAN DEN BROEKi :>
WILLEM TENGELER.
DIRK AALDERS. /
PETRUS PRACHNER,
ECKERT VA« DRIELST,
" - . i
-ocr page 6-Λο. De Heereiï
Ϊ75Ρ· PIETER VAN DEN.Bi3GAERDE, ^ ,
I j765. JAN LAMBERS. de Jonge.
j; PAUL. van LIENDERi te Haarlem,
r^ WESSEL BLÓEMRODER.
! ROBERTUS be VRIES.
HUYBERT KETELAAR.
PIERRE YVËR.
JAN YVER.
JAN GILDEMEESTER, JANSZ.
FLORIS BONTEKONING.
HENDRIK DE WINTER.
HENDRIK OTTO ARNTZENIUS»
JAN HENDRIK TROOST vam -
GROENENDOELEN.
Ï766. JAN DULONG, J υ ν i ο r.
ISAAC DULONG. ' " '
DAVID van HEYST, Junior.
HENDRIK MAARSEVEEN.
JAN DANSER NYMAN.
i PIETER FOUQUET, Junior.
FREDRIK WiLLEM GREEBE. '
PAUL AUDROUIN. i)
JOANNES ROSIERSZ.
PIETER BERNARD TEXIER.
GERRIT HO OFT, J uni 0 r, Secretaris deezer
Stad,
-.......—--Γ
Leden Honorair,
PIETER VAN DER EYK, te Leyden,
}
É
rfrii
(r)
JONAS WITSEN, Commisfaris deezer Stad,
JACOB FRENI,
P. R. NAUTA BEUCKENS.
CORNELIS JACOB van der LYN.
Mr,NICOLAAS WILLEM ROËLL. /:
J. HOPE, Schepen en Raad deezet; Stad, ,
J.H. TALBOT.
ABRAHAM GRILL.
HENRIK ZWEERTS.
. , JOHANNE~S SCHREUDER. "
HENDRIK MÜILMAN, Nic. Zn. -
J. Cv HARTSINCK.
J;67. MATTHYS VAN HEYST.
JACOB HULK.
WILLEM WRITS. ' ' .
*. - · >
B. J^ DOUWES. . «
FRANS van de VELDE. - .
JACOB van de VELDE, Fransz.
RINZE LIEUWE BROUWER.^.Z.il/j-«/ï^//.
Doêior.
SI GM. CHRIST. HARTTMANN.
Mr. J.W. SMIT.
JAN VANNIER. , ,
Mr. jan van LOON, Secretaris deeztr Stad,
PIETER SLAGREGEN. '
ISAAC KOCK.
WILLEM DUYSENBERG.
C. A. DE MOLO.
PIETER de QUAY.
JOH. EVERDINGEN.
VALENTYN BROUBAGH.
LOUIS METAYER, Ph. Zoon»
JAia
-ocr page 8-(8)
JAN van WICKEVOORT CROMMELIN.
JOAN FREDRIC d'ORVILLE, Schepen dee^
zer Stad. '
EVERT DE MARRÉ.
JAN PIETER LOBE, Λ/ί^. DöÄön
GERRIT BRAMER, Nie. Zn.
B. PASCHEN.
E. VAN BELKOM.
PETRUS CAMPER, /1. L, M. Phil, ξ^ Medé
Doäor, Mediana, Anat. & Cbir. Pfof. Honor. in
het Illuftre Athenäum te λνιΑ^χά.''Medicus Amt*
Chir. & Botanice Prof. Ordin. aan de Univerß'
teit van Stad en Leinde te Groningen. Lid van
de Koningl. Societeyt van Wetenfch. te Londen,
en van Edenburg. Van de Hollandfcbe Maatfchap*
Pye van pf^etenfch. te Haarlem; en van de KoningU
Academie der Heelkonßenaars te Parys. enz.
JOANNES NOMSZ.
JÄN CLÏFFORD, Kegeermd Burgemeeßer dee-
zer Stad,
DAVID KOCK, te Oofterhout, by Breda.
ABRAHAM MOLENTIEL, te Rotterdam. '
GATZE COOPMAN5, Candid. m Med,
te Franeker» · - .f
.0 ^ Γ
κ κ i ■
■·/.;-..-. » »-χ
' ν. ■;;· .w: AU
1768.
151
In
·|·ίί : r :
y t
ί < -
Λ f, ·j; Ι
,··% ■ V -i - 'i
-ocr page 9-OVER DE
f
»
VAN DÉ
Te Α M,S Τ Ε R D J M,
Wel Edele Geßrenge Heer Hoofd-Dlre^eun
Wel Edele en zeer aanzienlyke Heeren, Hono·^
raire Leden deezer Academie, nuttige ypor·^
fianders en Aankweekers der Tekenkunß ;
Heeren Mededirecteuren:
En gy vergevorderde Meeßers in de Kunßen^
die bier geoeffend uoordenz
Η
Eindelyk alle gy Leden deezer Academie^
Ecis voorlang bekend geweeft, én alseene
door de ondervinding genoegzaam bewee-
zcne waarheid aangenomen, 'dat, waar Eendragt
heerfcht, en Vrede vs^oont, de Kunften bloeien:
Eendragt maakt raagt, zegt ons oude fpreekvvroord,
en door Eendragt worden kleinezaakengroot, ié
de bekende zinfpreuk. -
(10)
Hoe veele landen zouden ons geene voorbeei-
deb tot beveiliging hier van können opleveren ?
De Kunden wordendoorden Vredegekoeilerd en
opgekweekt, haare beminnaarsblyven'welaltoos j
maar zyn dan in het byzonder haare begunftigers.
De Kunden zyn gelyk de deugd,om haar eigen
zeiven beminnelyk, zy kwynen wel, wanneer zich
deeze hunne voorftanders in minder aantal, of met
minder yver vertoonen , zy worden wel eens
ziek, maar zy ilerven niet: Zy verfchuilen zich
voor het oog van de tweedragt, zy vlugten voor
een poos, tot dat zy zich in eene aangenaame
ftilte weder met opene armen van haare lief-'
hebberen ontvangen zien.
Hoe zeer zouden wy van deeze Waarheid over-
tuigt worden, indien men het begin, den voort-
gang, en den ondergang der Kunflen, nafpeurde?
Zy bloeiden by de Grieken en Romeinen, wan-
neer deezen zich door hunne onderlinge eensge-
zindheid zoo magtig gemaakt hadden, dat zy hun
gebied zoo wel, als de kunften, door de geheele
Waereld uitbreideden: zy vervielen daar en te-
gen, zoo draa de geweldige oorlogen de Waereld
beroerden. De ondergang der Grieken, daarna
die van de Romeinen, de overvoering van den
Zetel des Ryks naar Conltantinopelen, en het
pionderen van Rome door de woefte Gotthen,
(die de Waereld overftroomdcn,) zyn tezamen
de ondergang der Kunften geweeft: de Turken in
't doordry ven van het gevoel en van Mabomet, heb-
ben het geen nog mögt gefpaard zyn vernielc;
en Keizer Lio^ uit bygeloov alle de beelden
en Schilderyen in zyn gantfche heerfchappy
-- / . Ί " ■ ver-
/
VErdeigendcj waaruit de beelden ftorm haareri
oorfprong nam , wiert de Kunfteh de laac-
fte flag toegebragt. Door alle deeze οπι^·
keeringen eeuwen achter een bleev de barbaar-
fclie fmaak der Gotthen de overhand behouden ^
en de waare kunft onder haare eigen puinhoopen
begraaven, tot dat een vreedzamer en gunftiger
tyd haare liefhebberen op haare hèrftelling dee-
de bedagt zyn, In Italië begon zy heÊ eerft te
herleeven; vervolgens vondt zy haare voorilan-
dersin Duitsland, en Vlaanderen, daar ^'flW'i'an E'jk
van Bruggen het eeril de ólyverwe uitgevon-
den heeft, waar door de Schilderkurift tot dö
grootfle volmaaktheid gebragt is.
Maar wat behoeven wy in andere landen dé
waarheid hier van te zoeken? Ons eigenland,
ja deeze Stad zal ons zulks genoegzaam beveili-
gen , wanneer wy, eenige jaaren terug ziende, dé
Lotgevallen deezer Academie met een oplettend
oog befchouwen.
Billyk mogen wy zulks heden doen,iiflar nay thans
bet l^yftigfle jaar zedert baarc eerfiegrondligging be-
keven. Laat ons dan dit halveEeuwgetyde met des
te meer vergenoeging vieren, dewyl zy thans dooi
alle de wederwaardigheden der tyden heen zich on-
der debefchermingvan een zeer aanzienlyk Hoofd
zodanig geveftigt ziet, dat wy mogen vertrou-
wen haaren voornaamfteu flap tot de volmaakt-
heid te zien.
Wy komen gevoeglyk alles nx^at deeze Acade·
mie overkomen is ^ in vyf byzondere tydperken
afdeelen, en zullen vooraf kortlyk nagaan , boÉ·
danig zy allengs tot eene openbaars Oeffenfcboot
is opgeklQumetu
h % Am»
-ocr page 12-(t2)
'Amfterdam, zich zoo berucht gemaakt heb-
bende dopr haaren uitgeftrekten Koophandel en
Zeevaart, datzy,tot een wonder aller Eeuwen,
geen plaats, op den Aardbol bekend, onbezocht
Iaat; heeft, onder het gewoel haarer naerilige in-
gezetenen, altoos voorbeeldige Marfifien in Wys-
heid en Kunit voortgebracht en gekoeftert: ech-
ter ontbrak 'er totdienfl der Kunilenaaren, eene
openbaare oeiFenplaats,om naar het naakt levend
menfchbeeld te tekenen, 't welk een van de
iioodzaaklykite itukken hunner ftudieis, voor
al voor de genen welken zich toeleggen op het
fchilderen, of tekenen van Hiitorien of andere
zaaken, waar in men door de Kunil het menfch-
lyk lichaam afbeeldt. Dierhalvenbey verde zich
reeds in de voorgaande eeuw,datberoemdelichc
der Schüderkunil, de groote Lairejfe^ met an-
deren zyner tyd en kunftgenooten, dit aller-
noodzaaklykfl: middel, om zig in de kunft te oef-
fenen, in gebruik te brengen. Daar toe vereenig-
den zy zich onderling, en maakten eenen aan-
vang aan hunne huizen, 't welk met een ge-
wenfcht gevolg verfcheidenejaaren geduurt heeft,
tot dat door den dood van Lairejfe, en andere
1711. voorftanders, dit na den Jaare 1711. allengs ver-
minderde, en eindelyk geheel heeft opgehouden.
Hoewel de Tekenkunit dus haare voornaame
ileunzels verlooren hadc, echter bloeide in ons
Amilerdam, in het laatil van de voorgaande, en
in het begin van deeze eeuw de Schilderkunil·.
En,hadt in dien tyd LaireJJe pooginge gedaan tot
het oprichten van een OeiFenfchool voor de Te-
kenkunft, Burgemeefteren toonden hunne toege-
negenheid voor de Schilderkunft:'Zy vergunden
het ^gebruik van eene Zaal op dit Raadhuis aan
li
'C 13 )
de Schilders, om hunne Schilderyen aldaar open-
lyk ten toon tehangen voor het oog van binnen en
buitenlandfche Liefhebbers, welke zaal zedert de
naam van Kunftzaal gekreegen heeft. De Heer Jo-
nas JVitfen^Secretavls dcezer Stad, wierdc te dier tyd
tot Hoofd-Diredteur van dezelve verkooren (a)i
en twee uit het genoodfchap der Schilders
tot Direfleuren (b)* Op deeze Zaal wierd Jaar-
lyks de algemeene vergadering der Schilderkunfl:
gehouden, waar in over alles wat ten befte der
Icunft verftrekken konde, gehandelt wierdt: alle
de leden van het genoodfchap werden daar top
by een briefken Cc), door de twee Direileuren
ondertekend verzocht.
Dus werkten inüien tyd deBurgemeefcers, zoo
wel als de Kunfcenaars zeiven, tot opbouw van
de kunft-, en dit zoo pryswaardig voorbeeld lok-
te ook anderen uit om zich als waarevoorftanders
van dezelve te vertooiien* Do6tor Micbiel Ty-
mensz Uinlopen maakte in den Jaare 1709. by
uitterften wilje fzyner gedacbtenijje tot oeffening
fn bßfpiegelitig der Kunßenaars en Liefhebbers ecne
. wcei·-
(a) Deeze Heet Jona! Wttfen wa« den Vader van onzen
laatft overleden Hoofd-Direfteur , en een groot voorftandejc
en beminnaar van Kunden en Wetenfchappe».
(b; Uit eene oude Rekening blykt, dat in den Jaare i-of
Ltidtlph BAkiitiyz.en , en Michiei Mußeher, Ducdeiticn vi;n
de Kunftfchilders geweell zyn.
(c) Dit Briefken was van den volgenden inhouJt.
Monfr. werd
verzogt t op den te ko-
men op V Stadhuis, ter Konflzaal^ by de Algemeene
Vergadering der Sehilderkonft, Amflerdam^ de»
Α.
Ludolph Bakhuyzen,
Michiei MulTch'cr.
A3
-ocr page 14-( 14 )
weergalooze verzameling van omtrent zevenduH
zend iluks Prenten ,· vervat in twee en vyftig
boekdeelen, by hem zedert zyne jeugd tot den
ouderdom van een en negentig jaaren vergaderd,
en waar in onder andere zeer fraaije werken uit-
munten twee boekdeelen, welke door Prinsyz/x?
tiniaan zeiven aan hem vereert zyn, ten tydedat
hy te Rome was. (d) Deeze Prentfehat is in
dat zelve jaar door den Oud BurgemeefcersA'ico-
laas Wit/en (e) als Executeur van den uitterften
wil van den Heer Hinlopen aan het Kunftgenoot·?
fchap uitgeleverd, en Avordt nog heden in eene
daar toe vervaardigde kunftkafle, fcaande in het
Cabinet van de Kunftzaal, bewaard.
Om aan het oogmerk van den Heere Hinlopen
te voldoen, wierden 'er op den 8 Odtober desf
zelven jaars de noodige Reglementen gemaakt,
' voor de genen die hec gebruik van deeze Prenc-
fchat tot hunne Studfe maaken wilden. Waar by
het opzicht over dezelven aan de Diredteuren
wierdtaanvertrouwd, dewelken aanhuniieopvol-
geren dezelven in behoorlykenilaatmoeften over-
leveren. Doch ik keer weder tot onze OeiFenfchooI,
Lairejfe geftorven zynde, werde 'er eenige
weinige jaaren niet naar het naakte leven
getekend; de KunftoefFenaars waren echter te
zeer van deszelvs noodzaaklykheid overtuigd,
om deeze oefFening geheel achter wegen te
laaten: dies begonnen zy weder als voorheen,
aan hunne huizen te tekenen, en wel met een
zeer
(d) Dit getu!g:t zyn §igen handfchrift dat'in deeze twee Boe-
ken pevonrlen wordi.
(c) Deeie Biirg;emeeftet Ifiolais Wltfen ^ was den Oud-Oon|
ran onzcu gpwecaciie Hoofd-Diicéteut,
zeer goed gevolg; want het klein getal nani
toe, en vermeerderde jaarlyks, zoo dat zy zich '
genoodzaakt vonden, door gebrek aan plaatsten
huize van de Kunftenaars, op hunne eigene
koilen een byzoudere Kamer te huuren, daar
zy al het nodige uit hunne onderlinge beurzen -
toeilelden. ·
Dus begon men reeds een foort van Maat-
fchappy van dit gezclfchap van KuniloefFenaa-
ren te 'maaken, viraar in de geene die mede tot
de onkoften zouden helpen draagen de noodige
voorrechten verkreegen, en onder zekere Re-
glementen verbonden wierden. Eenige jaareri
heeft dit aangehouden, tot dat zy zich onder- _
wonden hebben, voor deeze oeffenplaats eea
ruimer en beter vertrek in een der Stads ge-
bouwen te mogen verwerven. Waar mede wy
het eerfie Tydperk zynen aanvang zullen doen
necmen.
Immers, was 't nu de tyd hunne poginge daarSER-
toe aantewenden, deeze Maatfchappy, uit eenp^J,.
gering beginzel voortgefprooten, waar toe L.iï' pkkk.
reße den grond gelegd hadt, was weder opge-
vat en zoo ver voortgezet, dat men reeds daar
toe al het nodige in eene gefchikte plaats hadt
by een gebragt: *t was eene Maatfchappy ge-
worden door onderlinge Reglementen beftierd,
en waar aan nu niets ontbrak om den Naam
van een OefFenfchool der Tckenkunfl: te ver-
dienen,dan eene van Stads wege openbaare plaatfe,
die bekwaam ware, tot het tekenen naar hec
naakte leven. Ten dien einde vervoegde zich
JanWandelaar, wiens naam onilerflyk geworden is,
door zyne künftige Anatomie plaaten in het
uitrauutend wgrk van den bero«imden Albinus^
met andere zyner Kunfl: en. tydgenooten (f) by
Burgeraeeftercn, ten einde zy voor hunne Maat-
fchappy eene openbaare plaats tot oeiFening der
Tekenkunft naar het naakte leven in eene der
Stads gebouwen mogten verwerven* Die Bur-
gervaders waaren te groocevoorftanders van alle
fraaije kuniten en wetenfchappen, dan dat zy
hunne gunil in deezen zouden onttrekken. Hun
verzoek wierdt voldaan, en zyverkreegen inden
i7i8.jaare 1718. het gebruik van de Kamer boven
het Corps du Guarde op de Leidfche poort.
Dus verdiende deeze openbaare Qeffenfchool
• ook door bekwaame Meeilers beitierd te worden;
men verbeterde dan de voorige Reglementen,
men maakte al het noodige in beter en ruimer
gefchiktheid, men verkoos een opzigter over het
Modél, en de Steiders, om yder op zyn beurt
het Modèl te (lellen; men hadt een Caiïïer en
CommiiTarisjOm de nodige penningen te ontvan-
gen en uittegeeven. Dus begonnen zy met
twaalf Leden op deeze openbaare plaats te teke-
nen , en hebben het zelve geduurende eenige
jaaren voortgezet: in welken tyd, voor zoo veel
my bekend is, niets merkwaardigs is voorgeval-
len. Doch 't zy om het vertrek van Wandelaar naar
Leiden, 't zy uit andere oorzaaken, dit getal be«
gon na dien tyd te verminderen, en het tekenen
■wierd dus zeer koilbaar voor de weinigen, die het
pog wilden doorzetten, waar door deluft, en
met
^an Wandetaar
^uhiel Elfersma
L: F: du ßourj
y: M' Quinkhard
(f) De geene die, als de voornaameoprichterszynaan te mei-
ken, waien de volgende.
F. Ottens
Η. van CuicUftn
J. Rtiiter - .
^s Μ' QHink'i^td Κ, KJtclhttt,
-ocr page 17-( 17 )
met dezelve ookeindelyk het tekenen, begon ie
vervallen.
Die kunil werdt dus ziek, maarzy ilierf ech-
ter niet, hetwelk wy nu in het tweede Tydperk
deezer OeiFenfchool zullen bevinden.
Bernard Picart, een Man door de Geloovsver-twee-
volging zyn vaderland ontvlugt, had zich alhier?y„.
nedergezet, en door zyne beroemde plaatfnykunft'''^»'«^·
zich wel haafl: algemeen berucht gemaakt. Dee·
ze was de gene, die het tekenen naar *t leven
weder met eenen nieuw en luft begon aantevangen,
en doortezetten, en doord-ien hy een goed aan-
tal Leerlingen hadt, en zich het tekenen naar 'c
leven byzonder wel verftondt, als hebbende zulks
te Rome en in FrankrykgeoefFend, deedthy wel
haail de Oeffenfchool herleeven; men verbeter*
de de voorige Reglementen, de voornaamfte
Meeilers van dien tyd werkten mede tot deszelfs
opbouwt de Leerlingen hadden dus het geluk
van by een goed onderwys ook goede voorbeel-
den te zien. Te recht wierdt het nu een Acade-
mie der Tekenkunit. 't Getal der leden groei-
de jaarlyks aan, en wel zodanig, dat *er in den
Jaaré 1743» en dus vyf en twintig jaaren na des-if43,
zelvs eerfte oprichting , reeds Twee-en dertig
Leden op dezelve gevonden wierden. (g)
(g) De volgende naamlyft aal dienen, ten einde menweete,
welke voornaainc Meeileiü sicli ia dien tyU^ op dcse
deiiiie bevonden.
7' M. Q_ninkhard Jacthus Crejfant
'Jacob de Wit Jan Punt, Jnnior
J. Yottrnier Pieter Tanji
Michiel Êl^ersMa Ficter Bern; Texier
L: F: du Bonrg F. van der Myn.
tintent Eiliger J^n Cispar Pkilipt
Jacobus v'afi der Schley Tieiout Regten
M^Ttinui H'ltxjhej Simgn Ïelsjff
-ocr page 18-( iS )
Dit zoo aanmerklyk getal wierd te groot voor
lipt vertrek, om naar behooren te können geplaatfi:
worden, het welk aanleiding gaf tot misnoegen en
oneenigheden van de genen die zicli kwaalyk ge-
piaatfl: vonden. Waarom *er veele van voorneemen
warende Academie teverlaatenj ten zy men daar
toeeenebekwaamer,en grooter plaats konde beko-
men ; dierhalven beflooten zy de handen in een
te flaan, en aanzoek tot eene betere plaats te doen,
3746. Daar toe beleiden zy in den Jaare 1740. eene
vergadering, die naar ouder gewoonte in de Wit-
te Moolen gehouden wierdt: men vondt raadzaamfl:
zich deswegens by Requefce aan Burgemeefteren
aantemelden ; het wierdt ook inderdaad opge-
Iteld, en men beklaagde zich hoofdzaaklyk in het
zelve wegens de afgelegenheid van de plaats, den
onvryen en duifteren ingang, den damp en rook;
en het gebrek aan behoorlyk licht op de Kamer,
waar door men des zomers wanneer men by dag-
licht tekende gehinderd wierdt. Zy fielden voor
een gedeelte van het ledige boven de Beurs ten dien
einde te mogen gebruiken,het welk hun als de befce
plaats toen bekent was. Die Requefc, hoewel reeds
door de voorgemelde twee en dertig leden onderte-
kend, wierdt echter niet ingeleverd, doordien 'er
fommigen gevonden wierden, welken met eenigc
Jsedenkingen tegen het zelve opkwameo, endee-
^en
Jd* Mdttkiat Ctk^
Phter TvtT
Gerrit Berlage
F. vän der Elfi
J. De Groot
Daniel de Beer
Pieten Louw
Matthtfii Mttkg
ΤτΛηζβίί Thurti
Jacobus Buys
X.· Ba^ftiien
H. Pothoven
Fieter Fouqutt^ Junist
Jan Wiilemsz,
Fitttr BelUnger
HtltX,hej
!
( 19 )
zen 'er iets by, geenen weder uitgedaan wilden
hebben, waar door de zaak zeer vertraagde, en
men eindelyk beilooc, dewyl Burgemeefteren ia
dien tyd niaar al te veel met Requeften vermoeid
wierden , zulks tot bekwaamer gelegenheid
uitteilellen. 't Was dan ook van dit gevolg, dat
zich het volgende Jaar niet meer dan achttien i74f-
leden tot het tekenen aanboden, waar van nog
het meerder gedeelte zich onder voorwaarde ver-
bondt, dat de balk, die dreigde in te ilorten, ver-
maakt moeil worden: anderen weder op zulke
voorwaarden, die het voordeeligil voordeKunfl:
zyn; het welk ik alleen bybreng, om aan te too-
nen dat zy ten dien tyde niet al te eensgezind
waren, en zeer in hunne oogmerken omtrent el-
kander verfchilden; en deeze onéenigheden,'die
het bederv van alle Maatfchappyen met zich flee-
pen, veroorzaakten ook hier zodanig een verval,
dat 'er het Jaar daaraan volgende maar vyftien 1748»
Leden op de Academie gevonden wierden. Men
voorzag eenen geheelen ondergang, indien niet
' fpoedig een bekwaamer plaats verworven wierdt:
't getal dér leden was nu meer dan de helft ver-
minderd, eenigen van de bekwaarafte Meefters
hadden die verlaaten, 't ilondt te duchten, dat
het overige getal, indien 'er geen heritel kwam,
mede erlang zoude verminderen; dies wierdt men
te raade in den Jaare 1749, zich door Requeft by ij'49,
den Burgemeeiler Rendorp te vervoegen, met
verzoek van zyne voorfpraak ter verkryging van ,
eene bekwaamer plaatfe: doch dopr de afvYezig-
heid van een der leden werdt het zelve eerft op
den 25 Septr. des Jaars 1750. aan zyn Wel Ed. 175a
Geilr. ingeleverd. Dit Rcqueft wierd door Een
pn twintig leden ondertekend > en Ludolpb Bak*
tul'
-ocr page 20-/
( 20 )
luizen, deezeCommiJJie op zich geöoinenhebben-
de , overhandigde, om de zaak aan te dringen, kort
daar na aan zyn Wel Ed. Gefcr. eene Memorie,
bevattende de vyf ongemakken van,dezelve Ka-
mer. Op den 7 Nov^, daar aan volgende deedt
liy een fchriftelyk verilag van den uitflag zyner
Commißef waar in hy onder anderen verklaarde,
dat de ßurgemeefter Rendorp dit alles naaukeurig
onderzocht hebbende, vreesde, dat, byaldien'er
niet meer als Een en twintig Léden waren, zulks
niet zoude gelukken; datzy ten minften dertig
of veertig fterk moeften zyn; dat, wat betrof de
ongemakken aan zyn Wel Ed. Gertr, aangetoond,
dezelven van zulken aard niet waren, die de zaak
eenigen kragt konden byzetten enz:
Zyn Wel Ed. Geftr. uit alle deeze omftandig-
heden, de waare gefteldheid der zaaken genoeg'
zaam vernomen hebbende, befpeurde ras, dat hoe-
wel wezenlyk deeze plaatze alle de opgenoem-
de ongemakken hadt, echter de oorzaak van hec
verval der Academie meer , was hec gebrek
aan genoegzaame Reglementen, en Beftierders;
als wel het gebrek van eene bekwaame plaatze;
Dierhalven ontwierp zyn Wel Ed. Geftr, een Con-
cept Reglement voor de Teken Académie, waar
by aan zekere perfconen genoegzaame magt toe
handhaving van billj^ke voorfchrifcen en regels
gegeeven wierdt; welk ontwerp onder verbete-
ring aan de Leden wierdt overgegeeven. Zy on-
derzochten hetzelve, en maakten een verilag van
de aanmerkingen, die van hun gemaakt waaren,
cn gaven dezelve onder verbetering aan den Bur-
gemeefter te kennen. Uit deeze|beide Papieren
blykt, dat men toen reeds aanmerkte, dac dejonge
tekenaar-s nooit beter aangezet worden, dan door
■ ■>,
HP
(äi)
eenigc openbaare belooningeu ; Dus hadt men,
behalven eenige Leden tot de Direitie af te zon-
deren , reeds noodig geoordeeld, jaarlyks een Prys
voor te ilellen, die beilaan zoude in eenen pen-
ning, hangende aan een gecoleurd lint, en die uit
de penningen der boeten gevonden zoude wor-
den. —
Hoewel alle deeze heilzaame oogmerken be-
hoorden gediend te hebben tot. aanmoediging en
opwakkering van de tekenaars , echter hadden
dezelve geene andere uitwerking, dan dat door
eene onderlinge verdeeldheid, de een den anderen
niets willende toegeeven, alle verdere poogingen
afgebroken, en de Academie geiloóten wierdc: dus
bleeven de leerlingen zonder gelegenheid, om zich
te oeffenen, en de Meefters vervielen in eene
onderlinge verkoeling van vriendfchap»
Dusdanig waaren de zaaken geiteld, de Aca-
demie door Eendragt groot geworden, was door
Tweedragt zoo ver vervallen, dat ni^emand zig
des bekreunde, of bevlytigde, omeeniggebruik
van deze OefFenpIaats te maaken. Zy bleev ge·
flooten tot d^ Jaare 1758» wanneer 'er echter 1758.
met goed gevolg weder voorflagen tot herftel der
Kunil gedaan wierden, gelyk wy in het derde
Tydperk zien zullen,
^ Tien Jaaren waten *er dus verloopen dat menOER-
geen gelegenheid hadt, zich in het tekenen naar?yjj.
het naakte leeven teoeiFenen, verfcheldenelief-PERK,
hebbers en Kunftenaars verzuimden echter niet
de Tekenkunfl: te onderhouden; zy bedienden
zich van het geene hen gevoeglykit konde bezig
houden, en hadden een genootfchap opgericht,om
tot onderlinge uitfpanning eens ter weekeaan hun-
ne huizen naar het gekleede leeven te tekenen,
( 2θ
waar in de een aan den ander, yder op zyri béurt$,
tot modèl verftrekte: dit verwekte zoo veel luïl ,·
en nam zodanig toe, datmenbefloot, ten einde
zulks gevoeglyker te doen, eene Kamer tot dat
gebruik te huuren, en 'er een Collegie van op
te richten; bet welk ook tot heden toe, onder de
zinfpreuk, de F'riendfcbap vereenigt de Kunfien,
vervolgt worde. In dit gezelfchap van Kunfte-'
naars en Liefhebbers was het, datmenvoorfloeg
weder gebruik te maaken^van de geflootene Ka-
mer; dit heilzaam voorilel wier gretig aange-
noomen en goeljgekeurdί men opende dezelve,,
maar de ilegte toeftand, waar;n zy was, zoowel
als het gene tot'het tekenen nodig was, belette
dat zy nog dienzelven zomer gebruikt wierdt:
echter wierdt alles daar toe in orde gebragt, en
men verzocht inmiddels alle de genen, die eertyds
Leden van de Academie geweeft waren, weder
tot deszelvs opbouw en herftel mede te werken,
hoewel voor het meerdere gedeelte te yergeeffch.
Dit fchrikte echter de anderen ijiet af, zy vol-
hardden in hunne onderneming, en begonnen mee
een aantal van twintig Perfoonen (h) op den
cerflen Woensdag in Odobcr des Jaars 1758. En
dus is heden tien jaaren geleeden meteenen nieu-
wen
(h) De gene die dus voor de tweede ^eize de Academie op-
lichteden waren de volgende. 1
T.vandenEogKerdeiCommisf. A, Blliger
J. Buu G. Van der Myn
aPleosvanAmfitlJb. Corn. J. G. Waldorp
J. Ottert Hmly
P. Lenw
G, Saint
J. HuinkJiaTA
J. Ëutner
■D» Oulignon
H. ÏtthQVen
J. Schmidt
Η. van der Windtn .
J, Dilhcff ■
y. Creenmocd
7. Humbert
H. Schregardut
fK, ICettihted
■Ν
H^SBB·
iH)
wen lufl: wederom opgevat, 't gene tien jaarea
lang fchandelyk verwaarloosd was. Zy tekenden
weder als voorheen naar het naakte leven, en heb·
ben zulks niettegenilaande veele wederwaardighe-
den en ftribbelingen, dan met een meerder, dan
met een minder getal, voortgezet tot den Jaare
^1765, wanneer men wegens verfcheidene voor-17^5*
vallen voorzag, dat het even, als in voorgaande
tyden, door twift en verdeeldheden zoude te niet
geraaken, indien men geene fpoedige hulpmidde-
len tegens dezelven aangreep: want het is ligt te
begrypen, dat diergelykeoneenigheden noodwen-
dig ontdaan moeten in eene Maatfchappy, waar
van de onkoilen door yder lid voor zyn aandeel
gedraagen wordende, geen perfoonen genoegzaa-
me magt hadden, om de Reglementen, die noch
ternaauwernood behoorlyk ingericht waren, ter
uitvoer te brengen.
De Twaalf Stellers O") a^s zynde de eenigea
die doenmaals door hun Cbara£ler zulks beft kon-
den uitvoeren, beilooten derhalven daar zo veel
mogelyk in te voorzien, en maakten eenige be-
tere en volkoomener Reglementen, waar by men
onder anderen vaft fteldei dat uit de Twaalf Stel-
lers, door alle de Leden by meerderheid vaa
ftemmen zouden gekoozen worden zes Perfoonen;
aan wien men de Directie of het beftuur van de
Academie geheellyk zoude aanvertrouwen : ea
die dan ook verpligt zoudenzyn, tot aanmoediging
der
f i) Deczc waaten in dien tyd de volgende.
J: Buys R: Kmkil^s.
C: Ploos van Amfiel Ji Ct j! Schmidt, Commijßrii
J: Otten Husly ' J: "G: Waldorp
P: Ltu·» J: ^ndrießin
ß: Saint Α: Zix.tnis
Ji {^ΗίηΙφατΛ J: Äiaurtr
ν
•■'4
( HJ
der jonge Kunftenaars, jaarlylcs drie Pryzen uïé
hun eigen beurs uictedeelen , tc zamen de waar·*
de van Hondert Guldens uitmaalcendc, waartoe ,
de drie oudfte betaalen zouden tweederde, en
de drie jongfte Direfteuren een derde gedeelte.
De tekenende Leden zouden voorts,naar maate van
hunne vermogens in de Kunft, in drie onder-
fcheidene CiaiTen verdeeld worden, en dus werde
voor ieder, die in zyneClaiTe het befte tekende,
jaarlyks een Prys gefchikt,
:. Bovendien vondt men goed een Articul vafc
te ftellen , om eenig aanzienlyk beminnaar en
voorftander der Tekenkunft tot zich te kiezen
sis Hoofd-Diredteur, en eindelyk om ook eene
Clafle van Honoraire Leden te maaken, welken,
even als de Tekenende Leden, tot de önkoften
zouden helpen draagen, en dus ook in alles de-
zelve voorrechten genieten» Deeze Reglementen
ianj onder de bellers ontworpen zynde, wierden
op den 28 Sepf. aan de Leden voorgeiteld, die
dezelven allen eenpaarig goedkeurden: het eerfte
werk was dierhalven tot de verkiezing van Di-
recteuren over te gaan, gelyk dan ook gefchiedde*
Deeze verkoozen zynde Ck) beflootenj de Re-
glementen aan Burgemeefteren ter goedkeuring en
beveftiging aantebieden, gelyk dan ook byRc-
quefte op den 19 Decr. deszelven Jaars 1765 ge·
fchied is, en daags daar aan, de gunftige goed-
A' Iceu-
(k) Uit de voorgemelde twaalf .Stellers zyn de volgende tot
Diredleuren verkoozen.
yacehif Jsuys Fieter Loum
·/
C; Phos van Amfleljhst Cor, ^ntony Zifeitis
Jacob Otten Husly '' Reinier VinkfUs
tv,
welke laatfte terzclycr tyd als Sccxetatis wierdi aaji£eileld.
-ocr page 25-( is O
keüriiig van hun wel Ed. Gr. Achcb. verwiefv,
onder het Opperbedier, van den Heer Burgemee-
iter Jonas Witjm: waar mede oas Vierde Tyd-
perk zynen aanvang neemt»
Dus was al het bepaalde door Burgemeefter-ViEa-
lyk gezag beveiligt; de Leden wierden beituurd^yo.
Daar goede Wetten, die door de zorg van Dï-p^^k,
reóteuren ter uitvoer gebragt konden worden:
de Kunftenaars werden tot Yver aangezet, om
raa de voorgeftelde Pryzen te ftreeven, zy ver-
kreegen bekwaame gelegenheid tot onderwys.
De Academie verkreeg een fteunzel door de
HonoraireLeden, en wierdt verfierd door een def·
tig, achtbaar en kundig Hoofd,
Welhaaft .kreeg ook'alles eene andere gedaan-
te, €H ging ver booven dé goede verwachting die
■wy daar van hadden ; en geen wonder, hierhadt
nu de Eendragt plaats, hier woonde de Vrede ,
geen wonder dan dat ook de Kunften bloeiden.
De Tekenaars namen niet alleen dagelyks toe
jnKunil, en in getal, maar ook een aanzienlyk
aantal van Liefhebbers· booden zich vrywillig aan
tot Honoraire Leden ren ilcun en fieraad van de
Academie: zoo dat van twintig Leden, waarme-
de men begon ten tyde dat de Reglementen op-
gefteld wierden , in het volgend jaar het getal 17Ö6.
reeds tot bynaa zeventig was aanp;egroeid, gelyk
blykt uit een verzoekfchrift van byna alle die
Leden aan den Hoofd-Direiteur en Direfteuren,
waar inZy zich beklaagen wegens gebrek aan plaats,
en dierhalven dei'zelver voorfpraak tot eene be- .
"ere by Burgemeeiteren verzochten.
Klaagden eertyds Een en twintig Leden, we-
-gens den flegcen toeftand, en de engte van het
vertrek, en hadt de Burgemeefter Renior/) goe-
de verwagting, hun verzoek voldaan te zien, in-
dien zy dertig of veertig fterk waren, hoe veel
te meer redenen hadc nu die zoo aanmerklyk
getal, en tot klaageb, en tot hoope.op eenen
goeden uitdag ? . ί t
Wy vernamen dan en zochten naar eene ge-
fchikte plaats, tot dat wy onderricht zynde,
dat die vertrekken, in welker eene ik thans de.
eere heb van te fpreeken, ledig, en zonder ee-
nig gebruik vvaaren, en dezelven daar zeer be-
kwaam toe bevonden hebbende , by Requeite
aan Burgemeefleren verzochten, met het gebruik
van dezelven te mogen vereerd wordeni en ver-
kreegen op tuiTchenfpraak van onzen Hoofd-
Direfteur den 3 Dec% 176Ó, een gunilig ^ai«
1767. Ons Vyfde Tydperk zal zynen aanvang nee-
VYF- men met het begin van het Jaar 1767. Want al-
Yyjj. les aangewend hebbende w_at mogelyk was, om
PEKK. fpoedig gebruik te können maaken van deeze
gunft, die hun Wel Ed, Gr». Achtb«. de Kunft
beweezen hadden, wierd alhier op den 7 January
van 't gezegde jaar, het'eeril naar hetii naakte
leven gerekend, by wclkegelegenheid.de Oud·:
ften Medediredleur ^aco&tti Buys eene Redevpe·
ring deedt over de orde in bet onderwyi der Te'"
kenkunß. -ν.
Door deeze aanzienlyke plaats, gevoegd by
de wy ze Opper-Diredlie,· van den ßurgemeeiler
Wit/en, is de Academie zodanig ,toegenomen,
dat het getal der Leden, thans Hondert zeven-t.
tien bedraagt (0. te weeten Vyftig tekenende
Ledea,jen zeven en feitig Leden Honorair ; on-
(I) Dit g'ïtal is na dien fyd met nog negen Leden ver-
inierdert^ zooais tiir de naamlyft,aanhet liouid van deiic Re-
devoering IC zien is.
( 2?)
der de eerile durven wy ons beroemen reeds
Meeilers te vinden , die tot roem van deeze
Academie verftrekken, onder de tweede vinden
wy οηδ vereerd met de aanzienlykile perfoonen
van deeze Stad; veele voornaame Liefhebberen
en beguniligers van nutte Kunften, en Weten-
fchappen. Uit (lekende vernuften, Mannen van
verdienden , en naarilige opbouwers van Amftels
Koophandel en Zeevaart!
Ziet daar, myne Kunitgenooten,.hoe ver dee-
ze OeiFenfchool in korten tyd is opgeklommen.
Ziet daar, wat Vrede en Eendragt können uitwer-
ken. Dat wy ons dan bevlytigen om dezelven
op het zeerfl: aantekweeken. Het zaad , waar uic
de Twift en Tweedragt ontilaan zyn, is thans zoo
veel mogelyk uitgeroeid, de wyzebeftiering van
den Hoofd-Direileur heeft het meefte daar aan
toegebragt: Wy zyn het voornaamfte van dit al-
les, aan Zyne zorgen verfchuldigt: enZyneaan-
geboorene neiging, om de kunften van dienft te
zyn, zoude niet nagelaaten hebben, ons nog meer-
der aan Zyne weldaaden te verplichten 5 indien een
langer leeftyd de gelegenheden daar toe aangebo-
den hadt.
Maar ach! dat minzaam voorwerp van onzen
eerbied, hocpe, en verwagting de Burgemeefter
Jmai Witfen wierdt ons . op den 9 Dec^. des
yoorleden jaars , weinig minder dan twee Jaa-
ren, naa deszelvs verkiezing tot onzen Hoofd-
Diredteur, door den dood ontrukt. Hy, diezoo
wel als Zyne beroemde voorvaderen gebooren
fcheen te zyn ten fteun en eere der kunilen, is
geftorven: maar leeft voor altoos in ons hart,
daar Zyne deugden en loflyke hoedanigheden die-
( 28 )
per en onuitwisbaarder dan in *£ Marmer gegra-
, veert zyn.
' Zyne gedachtenis was ons te dierbaar, dan dat
wy die Cwas het mogelyk) door den tyd zouden
zien flyten: en de nakomelingen dienden niet on-
kundig te zyn van de Hoogachtingen Eerbied,
die deezen onzen Mecenas door Zyne gulle, op-
rechte , en gemeenzaame Vriendfchap, in aller
harten wifl te voeden, waarom Wy door eenen
ijÖB.gedenkfteen den laaftleden 30 Maart in deeze Aca-
demie opgericht,aan onze nakomelingen,met alleen
Zynen naam te melden, alles gezegt hebben, ("m}.
De Academie dus haar hoofd en befchermer
verlooren hebbende, was het noodig, dat dit ver-
lies zoo draa mogelyk herileld, en een nieuwe
Hoofd-Diredleur aan dezelve gegeeven wierd.
Waar toe Wy ons by hun Wel Edele Groot Achtbs.
aangemeld hebbende, weder een nieuwe en ver-
fche blyk ontvingen van de Vaderlyke zorgen, die
hun Wel Ed. Groot Achtb. ons toedraagen; de-
wyl het hun behaagc heeft '^en flagtèheelen, die
ons te vroeg getroffen heeft, en te verkiezen op
den 6 May laatsleden den Wel Ed. Geftr. Heer
Mr. WILLEM HUIGHENS, HeervanHon-
'ςοορ, Regeerend Burgmeefler ^ en Raad deezer
Stad^
(m) Deeze gedenkfleen van wit Marmer met cencn zwaitea
tand is van deezen inhoudt. ,
TER GEDACHTENISSE
VAN DEN BURGEMEESTER
JONAS W I Τ S Ε N, .
EERSTEN HOOFDniRECTEÜ R
DEEZER ' TEEKEN-AKADEMIE,
TOT HAARESMERT OVERLEDEN
IX. DEGEMB. MDCCLXVII.
1
-ocr page 29-( »9)
Siad, mitsgaders Bewindhebber van de Oojl Iw
difcbe Compagnie , tot Hoofd-Dire£ieur van dc$'
ze Academie. Ja waarde Kunftgenooren die ge-
luk beftraalt ons heden I Wy lier)eeven, Wy mo-
gen ons op nieuw beroemen, een onzer Burger
Vaderen als ons Hoofd te begroeten! Éen Man,
die Ons endeezegeheeleStad, fpreekendebewy-
zen van Zyne bekwaamheid in dekunfl: vanregee-
ren gegeeven heeft. Zyne grondige kennis, Zyne
wysheid en omzichtigheid, hebben zich in alle
omilandigheden, maar in het byzonder in den
moeilyken en zwaaren poft van Hoofd Officier
deczer Stad, geduurende eene lange en meer als
gewoone reeks van jaaren zoo duid'lyk doen be-
fpeuren, dat zulks de verwondering en 4en roem
van Amftels ingezetenen altoos heeft weggedraa-
gen.
Hoe veele reedenen heb ik dan niet, Myne
Heeren, Ulieden eenpaarig met deze verkiezing
geluk te wenfchen, die ons de heilzaamfle voor-
uitzigten geeft; en waar door niet alleen het fmert-
lyk verlies van onzen eerilen Hoofd-Direfteur
verzacht, maar ook alle onze hoope en verwach-
ting in eens beantwoordt wordt.
Onze fchuldige Plicht roept my dan, om U Wel
Ed. Geil. Heer Hoofd-Direfteur, in deeze Aca-
demie te verwelkomen, en te betuigen, dat hec
met een algemeen genoegen is, dat Wy U
thans als ons Hoofd hier aanfchouwen mogen»
Wy allen juichen, en zyn gevoelig, zoozeer
men kan, over de Eer waar mede U Wel
Ed» Geftf. ons vereert! en Hoopen dat wy Onsee-
nen langen tyd in Uwe wyze beftiering mo-
gen verheugen; dat deeze Academiegeduurigftof-
fe tot Uwe blydfchap moge uitleveren, en onder
(3θ
Uwe zorgen geftadig bloeije, en' meer en meer
in kunit en Kunftenaaren toeneeme; Ja dat hec
onder Uwe wyze opperdireèlie zy, dat 'er Man-
nen van naam, dat 'er beroemde Meefters uit
voortfpruiten.
Witfen^ die alom beminde Witßn, heeft den
grondilag daar toe gelegd. Hy heeft'dit gebouw
. begonnen, en maar even zoo vtr gebragt, dat het
met luiller uit hec moeras van twift en tweedragc
begon opteryzen; hoe gaarne hadt Hy het zelve
in top gezien! maar dat mögt dien waardigen
voOrilander nier gebeuren! Dit fchynt thans voor
üWel Ed. Geil', bewaard: nu wacht het alleen
naa U, om in haaren tweeden Hoofd-Diredteur
haare volmaaktheid te bereiken: VoltooiGy hec
dan, ó edehnoedig Heer! en verßer het met al-
les wat Uwe wyze voorzienigheid ontdekken zal
te ontbreeken; Immers zult Gy, daar Amftels
Vierfchaar nog op U roerad, daar Gy het zwaerd
der Gerechtigheid met den uitterften lof gedraa-
gen hebt, daar thans ons Cap'ltool U als Burger^
vader ontvangen heeft; zcio wel een voorfran-
der en befchermer haarer Academie, als een Zuil
aan haar Raadhuis willen zyn.
De Edele en Vrye Teken, Schilder, Beeld-
houw, en Gravcerkunfren, begeeven zich thans
gewillig onder Uwe wyze befcherming ,· kunfcen
die weleer geen flaaf mögt oeffenen, - en die Aw
gußui en /ilexander het tot ;eenc eer rekenden
te mogen begunfiigon .· kunften die in bj'zon-
dereihoogachting by de Wyzen onder de Ouden
gewceft zyn, doordien zy overtuigd waren, dat
'er onder alle de Kunften , waar voor's menfchen
geefc vatbaar''is, geen edeler nog verwonderens-
wa^rdigef is dan d? Schildqrkunf?; waar door
mqq
-ocr page 31-( 31 )
men een tweede natuur voortbrengt en door de
vermenging van zeer weinig coleqren, het beeld
der voorwerpen, die zich aan onzeoogen opdoen,
zoo juift weet te vertoonen, Kunilen,diezy niet
alleen geacht, maar zelve geoeffendhebben. Om
van een Pytbagoras, PlatOj en Socrates niet te
fpreeken, zoo zoude ik my op eenen Fabius,
Marcus Agrippa^ Alexander Severus, VaUntiniam^
en meer anderen onder de grooten , als ken-
ner en , beoeiFenaaren, en voorftanders van de
Teken, Schilder, en Beeldhouwkunften können
beroepen.
Dat dan ook de ledige uurenUweruitfpanning,
waar in Gy niets minder dan ledig zyt, waar in
altoos bet nuttige ü vermaak is, tot aankwee-
king, opbouw, en grootmaaking van deezeAca-
demie gefchikt moogen zyn. Zy is nog in haare
jeugd en heeft eenen voorzichtigen beftierder, en
eenen getrouwen leidsman noodig. Wie ooit beter
daar toe uitgekoozen, als zulk een, die by de
wysheid , voorzigtigheid , en by naaukeurige op-
letcendheid, geduurige minzaamheid en Vriendlyk-
heid weet te paaren* Hoedanigheden , die ü
Wel Ed. Geftr. eigen zyn, en die den groei en
bloei der kunilen ten onbetwiftbren gevolge
hebben. Dus mogen wy vertrouwen, dat ÜWel
Ed. Geftr. in Uwe Opper-Diredie, een aangenaam
vermaak genieten zal, wanneer alle Uwe pogin-
gen tot herftel en verdere opbouw van de kun-
ilen door Onzen onderlingen ,vlyc, ftudie, en een·
dragt beantwoord worden.
Hier zoude ik können eindigen, indien ik my
niet verpligt vond, om ook,by het optellen van
de lotgevallen deezer Academie, te gedenken,
boe veelen, zoo onder de Leden die tekenen, als
(32
in 't byzonder onder het getal der Honoraire Leden
zich door· zeer nutte giften'aan dezelve hebben
waerdig gemaakt, 't zy door het geeven van
fraaije Pleifter-Modellen, Booczeerfels, Teke-
ningen, Prenten; 't zy door andere Kunftiluk-
ken, als zoo veele aangenaame bewyzen hunner
medewerking tot opbouw en grootmaakingdee-
zer Academie ζη). Gy alle Myne Heeren, die
dit OeiFenfchool door deeze overtuigende proe-
ven van toegenegenheid aan ü hebt verpligt ,
Wy betuigen Udat VVy dezelven roet het uitterile
vermaak omvangen hebben, en wenfchen, dat zy
mogen beantwoorden aan Uwlieder oogmerk ,
naamlyk dat dezelve tot nuttige Studie en be-
fpiegeling ilrekken zullen, en te gelyk tenfpoo-
re aan andere liefhebberen, om dit U loflyk voor-
beeld natevolgen, ,
Ziet daar, Myne Heeren, U de lotgevallen van
deeze Academie in 't kort afgefchetft. Dit alles
behoorde wel in beterordegefchikt tezyn, maar
geregelder gedachten, en eene befpraaktertong,
voegd zulk eene ftoiFe : ook heb ik, doordien
veele van de oude Papieren,in handen van den Heer
Pieter van dén Bogaerdß waren , welke ^er-
tyds CommiiTaris deezer Academie was, myn
toevlucht, tot zvn Êd. moeten neemen, die zich
ook zeer gaarne liet vinden , om my al het nodig?
daaruit mede tedeelcn: en die, dezelven'deezen
dag aan Ons heeft overhandigd; ' voor.welke hul-
' f pe
^
/
en onder de Honoräire Leden zyq
het de volgende
Htndk^de }V~»riter
Ρ : Β : Texter ,
Pi Tv er
Hk: OttQ jirntx.eniut
in) Onder de Tekenende
Leden zyn het deeze, ·
C, ploos vAn^mßtl Jb; Cernt
Jacob Otten Husly
^ntlicnie Ziefenis
Guiilaume Saiut»
Bruno Zxeten\
ijAae de Wtt^
\
-ocr page 33-( 33 )
pc ik Zyn Ed. by deezen openlykmyne dankzeg-
ging toebr enge. Ik beken gaarne dat, buiten hec
gene federt de laatfte oprichting, door Ons ge-
fchied voorgevallen is, geene of weinige voor-
naame gebeurteniflen zulks merkwaardig maak-
ten; doch ik oordeeldev echter, dat het altoos
van eenig nut konde zyn, dat dezelve eenvouw-
dig befchreeven wierden,opdatdeeze Academie,
gelyk ik hoop en durv vertrouwen, totftandbly-
vende, de nakomelingen hier door echter iets
van derzei ver eerfte opkomft en voornaamfte
gebeurteniflen mogten te weeten koomen.
Al het gene na déezen tyd voorvalt zal hunnen
weetlufl: niet onkundig blyven, dewyl Wyvan
alles, zei VS het geen door Ons ten nutte eg wel-
zyn van deeze Academie beflooten wordt, be-
hoorlyke aantekening houden.
't Ts ook op heden dat wy de drie jaarlyk-
A fchePryzen zouden uitdeelen,aan de genen
die door hunne verdienden boven andere uitge-
munt, en dezelve gewonnen hebben,laat ik dierhal-
ven niet langer uitftellen, uwe nieuwsgierig-
heid te voldoen.
Dederdeof laagfle Prys deezer Academie is be-
haald door ü. Joannes van Dregt, Gy hebt dezel-
ve, hoewel niet zonder moeite van Uwe mededin-
gers gewonnen:zie daar,het geneWy als een Erken-
tenis van Uwe verdienden voor ü gefchikt hebben,
ontvang het als een openbaar bewys Onzer goed-
keuring. Gy hebt getoond, dat Gy ü met vlyt
en aandacht oeiFent, en Uw gelukkig geheugen ,
waar doorGy tot verwondering al heel naaukeu-
rig het geilelde beeld , zonder behulp van Uwe
gemaakte Tekening , in buis weet te volgen,
Β j kan
-ocr page 34-C 34 ).
Iran^CJ tot grooter zaaken bekwäammaakeö j en
krachtig in de kunft te hulp komen. Maak
dan eên nuttig gébruik van dit voorrecht dat ü
boven andere gegeeven is, en tracht door meer
verdienften meerder Pryzen te winnen. Indien
Qy nayverig zyt, zult Gy daar na trachten, en het
ook niet opgeeven, totdat Gy niet alleen de vol-
gende, maar ook dehoogfte zyt magtig geworden.
Gy gaat nu over in de tweede Claffe; daar zal
een nieuwe, maar ook te gelyk een moeilyker
baan voor U geopend worden. Span dan alle Uwe
vermogens in, om ook in deezen overwinnaar te
zyn. En dit zal U gelukken, indien ü deeze Eer niet
,te zeer in Uwe eigen denkbeelden verheft. Ver-
trouvj derhalven, dat Gy nog veel zult moeten lee-
ren, eer Gy tot den hoogften graad geklommen zyt,
laatÜhet getuigenis van zoo veele voornaanieMees*
ters ten breidel dienen, die, naar maate zy vol-
maakter in de kunft wierden, meerder gebreken
in hunne werken ontdekten. Acht U zeiven dan
zwakker alsGy zyt, zoozult'GyUgeduurigiler-
ker trachten te maaken, daai^ Gy in tegendeel,
indien Gy ü Üerker acht, te ligter zoudt ver-»
wonnen worden.
Gy CoRNELis BüYs, hebt voor de twee-
demaal den Prys gewonnen: ziet daar het looa
Van Uwen arbeid en viyt, Gy^^hebt mee algemeen
neftemmen denzelven verworven, vaarzoo voort;
't is veel, dus twee jaaren achtereen, in de twee
Claffen.den Prys te behaaleö, en het moet Uwe
glorie prikkelen, twee zoo voornaame flappen in
de kunft gedaan te hebben. Bevlytig U verder,
om door verdienfte ook de% eerfteD, den rech-
ten Prys te winnèn j maar weeft verzekert, dat
it'
ii
( 35 )
Gy voortaan magdger mededingers krygt, die
zich niet zonder moeite den Prye ontwringen laa-
ten; des zult GyU door eenen aanhoudenden Yver
daar toe dienen bekwaam te maaken. Dat werk
kan U tot eenen leidsman verilrekken in fraaije
vindingen: in groot.fche en verhevene Ordinantie,
Waarheid van GefchiedeniiTcn, Tekening, Groe-
ping , Licht en Bruin, ja in al het gene men no·
dig heeft te kennen, om een vermaard Meefter
te worden* Gebruik het dan ten Uwen nutte mee
vermaak, en geniet nog lange byhet befchouwea
van heczelve het zoec genoegen, dat Gy het als
een Prys in Uwe jonge Jaaren gewonnen hebt.
Den Eerften en hoogfcen Prys is door ü gewon-
nen , Jacob Maurer , geluk met denzel-
veni Gy hebt naa tweemaal den kans te waagen
en echter niet verflaauwt zynde, dien in de derde
keer behaalt. *t Is pryflyk, dat gy Ü daardoor
niet liet affchrikken , maar met denzei ven
moed weder in het ftrydperk getreeden zyt. Gy,
hebt *er dus te meer KereVan, doordien Gy dien
niet dan metmoeitegewonnen hebt, enhoemoei-
lyker den kans geweeft is, hoemeermendeover·
winning waardeeren zal. Zie daar, het geene wy
U ten bewyze van Uwe verdienften toegefchikc
hebben: ontvang het meer, als eene byzondere er-
kentenis dat Gy Ü boven alle dé anderen gekwe-
ten hebt, dan als eene .vérgelding naar waarde
van Uwe verdienften. Gy hebt U reeds door Uw
mals en lieflyk penceel beroemd gemaakt, en men
oordeele van Uwe vermogens uit Uwe Werken.
Het moet U echter aangenaam zyn, onder de ge.
ren gerekend te worden, daar deeze Academie
zich op beroemt, onder die, die den lauwer in
C 3<5 3
dezelve hebben weggedraagen; .tliaar voor al, en
in het byzonder moet het U aangenaam zyn, de
EeiTte te zyn, die denzelven' van onzen nieuw-
verkoornen Hoofd-Direfteur ontvangen moogt*
Ziet daar dan van Zynent wegen het openbaar ge-
tuigfchrift van den Roem jdienGy heden behaalt
lïebt; welke ik vvenfch datU fteeds tot Eere en
vooi'fpoed gedyen zal , en aanzetten , om
U meer door Uwe Kunftilukken, als door dit open-
baar bewys van onze achting, te vereeuwigen:
■waar toe ik wenfch dat een lange en gezegen-
Üe Leeftyd U de gelegenheden aanbiede.
Gy allen, zeer Waarde Leden deezer Academie,
die U door de kunft zoekt groot en beroemd te
te maak-en; die eene keuze gedaan hebt, waar
door Gy by tydlyke vermogens, indien Gy uit-
munt, eenen onilerflyken naara verkrygt, eenen
naam, die veeltyds grootér geacht word na Uwen
dood als in Uwleèven, wanneer Uweoverblyven-
de werken door onbevooroordqelde oogen be·
fchouwd worden. Gy*allen, indien den Yver U
bezielt, die noodzaaklyk is in eenKunilenaar, Gy
moet weder door het voorbeeld deezer drie aan-
gemoedigd v/orden tot nieuwe pogingen. Daar
zyn'er onder ü, die mede 'groote flappen tot de
Pryzen gedaan hebben, ja die den kans moeilyk
gemaakt hebben aan hun, wel ken thans met dezel-
ven pronken: Wy geeven ü de Eer dat U L. werk
pryswaardig is , en het meerdere deel van U on-
gemeene vorderingen indeKunit maakt; derhal ven
zyü ook deswegen onze lof openlyk toegebragt,
met verzekering dat Wy Uw werk altoos naar zyne
vyaarde zullen beoordeelen. Houd dan mocd,be·
geev U>'eder in het ilrydperk daar men met Eer
ι
i:
i)
sü'
"Τ!»!
vèrlieft, en daarüwe pogingen door geduurigen'
winft bevorderd worden.
En Gy Wel Edele en zeer aanzieglyke voor-
ftanders van de kuniten, Heeren. Honoraire Le«
ren deezer Academie: Gy hebt gehoord, hoe
Doodzaaklyk een ftean Uwe aanhoudende toege-
: negenheid voor Ons is. Door üwen byiland
bewaart Gy deeze Academie voor eenen nieuwen
val; Gy ziet, hoe zich alles tot meerdere vol-
maaktheid 4erzelver fchikt. Ons nieuw Hoofd,
onze waarde Hoofd-Direfleur, geeft Ons eenen
nieuwen luifter. Dus moet het Ulieden en Ons
allen aangenaam zyn, de Leden van het Lichaam
uittemaaken, dat zulk een geëerd en voortrcf-
lyk Hoofd heeft. Ik heb by myne voorige Ktv
devoeringgetoond, dat in het Menfchlyk Lichaaam
(het voornaamfte gedeelte onzer Studie-en raac-
volging,) alle de Leden zodanig gefchikt zyn,
dat zy ter bereiking van deszelvs volmaakt-
heid dienen. Wel aan dan, laaten wy ons dan
ook allen te zaamen, en elk voor zich inhetby-
zonder, beyveren, om allés toetebrengen, wat
verder tot de volmaaktheid van deeze Academie
llrekken kan; zoo zullen wy daar door onzen
waarden Hoofd'Direfleur tot zyn byzonder genoe-
gen beweegen en opwekken, om ook van Zynen
kantZyne vermogens en zorgen ten nutte en wel-
zyn van dezelve aantewenden.
Dat Vrede en Eendragt ons allen daartoe ver-
binde! dat wy onder het lang genot van.U Wel
Ed. Geftr«. wyze Qpper-Direftie, deeze Acade-
mie voor tyd en nyd beveiligd zien! dat haar iuifter
by 't vieren van haar Eeuwfeeft zoo veel ver-
meer-
C 38)
ί jncerdert 3εγί als die van heden verfchiltby haare
eerfte oprichting! jadatzy eerlang onder die voor-
werpen geteld worde, die, tot roem van deeze mag-
tige en verjuaarde Stad, het oog der verwonde-
rende Waereld tot zich trekke I
IK HXB 6EZEGP«
1
■ I