-ocr page 1-

Β Ε R I G τ

VAM DEN

ZAAKLYKEN INHOUD

VAN

TWEE LESSEN,

GEGEEVEN ΛΑΝ DE LEDEN VAN DE TE-
KEN-ACADEMIE TE AMSTERDAM,

Op den lilen en Sften Augustus 1770 , door
den Hooggeleerden Heere

PETRUS CAMPER,

Λ L. Μ. Phil. & Med. Dr. Anat. Chirurg,
ξβ Botan. Prafesfor'
op de Hoo^e Sclioole
te
Groningen , &c.

Zo als het zelve gevonden wordt in No. IX. van het ïVde
Deel der
nieuwe vaderlandsciie

letteroefeningen.

ic

-ocr page 2-

Β Ε R I G τ

VAN DEN

ZAAKLYKEN INHOUD .

van

TWEE LESSEN.

T^E I-Iooggel. Heer petrus camper heeft alhier, als Lid Ho-
norair van de Teekeii-Academie deezer Stad, op den lilen
en vervolgens op den 8ften Aug. laatstleden, voor de Leden dier
Academie, op de Kunstzaal, in twee Lesfen gehandeld, eerftelyk,
fiver de Merkt cekenen van het verfchil des Ouder doms, en die
der onderfcheidene Natiën
, en daarna over het Schoone der An-
tieke JVeezens^ en over een nieuwe Methode van Teekenen.
Wy
zouden hier van eerder gewag gemaakt hebben, zo wy niet van ge-
dagten geweest waren, om een vollediger Berigt, dan wy in dien kor-
ten tyd konden magdg worden, van deeze fraaije Lesfen den Lee;
zer mede te deelen. Zie hier dan het Iloofdzaaklyke:

k

In de eerfie Les , heeft die Heer, in de Aanfpraak, zynen Toe-
hoorderen onderrigt, dat hy van Jongs af aan de Teekenkunst ge-
oefend hadde, zynde daarin onderweezen geworden door den Rid-
der
de Moor , de Fader, en vervolgens door den Zoon, en dat
zyn Ed. nu federt dertig Jaaren zig op de Ontleedkunde toegelegd

Α 2 ' heb'

-ocr page 3-

<J. 2AAKLVKE INHOUD

hebbende, door het te zaameii paaren deezer twee Weetenfchap-
pen, ontdekkingen in de Teekenkunst gedaan badde , die liem in
ftaat ftelden, om door Voorbeelden volgens Regelen , den Tee-
i kenaar en Schilder te kunnen aaiitoonen het Charafter des Ouder-

1 doms, en dat der byzondere Natiën, waarin tot nu toe de meeste

en voornaamite Schilders gedwaald hadden.

Om dit aan te toonen had de Heer camper , op twee Schil-
derdoeken, eenige Hoofden met kryt getekend. Op heteerfte Doek
was verbeeld het Hoofd van een Kind , voorts dat van een Man
van middelbaaren Ouderdom , en eindelyk dat van een oud afge-
leefd IMensch; alle met hunne Doodshoofd-beenderen boven de-
zelve, en alle in het Profyl geteekend. Volgens het geene nu die
Heer zynen Toehoorderen deed opmerken , en hun in zyne Af-
teekeningen aantoonde, zo böilaan de Kenmerken deezer byzondc·»
re trappen des Ouderdoms hier in : naamlyk, die van een Kinds-
hoofd in het vooruitfteeken van het Voorhoofd, dat naar de Neus
toe eenigzins invvaards plat afloopt, in den korten afiland van de
Oogkasfen tot beneden de Onderkaak, om dat de Tanden nog niet
uitgegroeid zyn , in de breedte van het Hoofd byzonderlyk na
agteren , en in het platagtige van het bovenile gedeelte van het
gelve.

De Merkteekenen in het Hoofd van een Mensch, van middel-
baaren Ouderdom , zyn kennelyk aan het vooruitpuilen van het
Voorhoofd even boven de Oogen , dewyl dit gedeelte vooruit
groeit zo lang de Menfchen leeven , hier door fchynt het boven-
ile gedeelte van het Voorhoofd meer agterwaarts te wyken, en
maakt een veel fchuinfcher Lyn dan in het Kind ; de boven en
onderkaak zyn dan ook aanmerkelyk verlengd geworden, doordien
de Tanden, die in de Kindsheid als opgeilooten lagen, nu voortge-
duwd zyn , waar door de Onderkaak veel fchuinfcher zig ver-
toont , en een veel grooter hoek maakt: door dit alles word
d^in ook het onderile gedeelte van het Hoofd, te weeten, van de

Oog?

-ocr page 4-

VAN TWEE LESSEN. .'J

Oogkasfeii tot beneden de Onderkaak, baarblykelyk. veel vergroot.
De Heer
camper bewees hieruit de valschlieid van het ovaal of
eirond, als een algemeene regel by de Schilders in gebruik , die
het zelve in de hoogte verdeelen in vier gelyke deelen , plaatfea"
de de Oogen in het midden,daar het egter zeker is, dat dezelve,
door dit verlengen der Kaaken , meer haar boven dan midden iti
het hoofd geplaatst zyn ; dus is ook deezc zelfde regel valsch,
in het verdeelen van het Ovaal in de breedte in vyf deelen of
oogen, als cén deel tusfchen de beide oogen, en twee ter weder-
zyde tot aan den omtrek, gelyk
Fitruvius reeds geleerd heeft, en al-
le zynen
Commentatoren, tot zelfs Perreault toe; hebbende de
een den anderen maar nagefchreeven ; zelfs
A. Dtirer , anders
een naauwkeurig onderzoeker der Natuure , heeft dit ook zo ge-
field. Op deeze Voorbeelden hebben alle, zo oude als laatere Schry·
vers. en alle Schilders, tot nu toe gedwaald, waar door het gebeurc
dat zo veele Portret-Schilders in hunne Gelykenisfen zo ongeluk-
kig flaagen. Zy zien de Natuur volgens deezen valfchen regel, daar
egter, in de Natuur, de Oogen nooit midden in het hoofd, en nim-
mer vyf Oogdeelen in de breedte gevonden worden ; want de
Plaats van de oogen, tot aan den omtrek, is niet grooter dan de
breedte van een half oog, gelyk aan de doodshoofdbeenderen teti
duidelykften gezien kan worden , die aan de zyden geen Spieren
dan de dunne Slaapfpieren hebben , welke onraogelyk die breedte
veroorzaaken kunnen; dewyl de Menfchen , hoe vet zy ook mo-
gen worden, daar altoos mager blyven. Dus bewees zyn Ed. de
valschheid van het Ovaal, waar van het denkbeeld den Schilder, in
de beginfelen ingeprent, meesttyds byblyft, en bezwaarlyk te ver*
anderen is.

Voorts overgaande tot de Kenteekenen eens hoogen Ouderdoms,
toonde zyn Ed. denzelven te beftaah, in het nog meer voorwaards
uitgegroeide gedeelte van het voorhoofdsbeen, even boven de oo-
gen , zo dat het voorhoofd nog meer agterwaards fchynt te wy-

A 3 ken.

i

c

-ocr page 5-

C eaaklyke inhoud

ken, en de plaats tiisfchen de Ooghollen als weg zinkt; waardoor
veroorzaakt word dat deftige, dat agtbaare in de Troniën van be'
jaarde Lieden : de gedaanten der boven- en onderkaak, door het
verliezen der Tanden en zelfs van de Kasfen der tanden , 't welk
in hoogen Ouderdom gebeurt , niaaken dan weder een veel kor-
ter gedeelte, te weeten , van onder de Neus tot beneden de On-
derkaak , dan in het Hoofd van een van middelbaare jaaren. De
Onderkaak fchiet vooruit en na boven, hier door ziet men duide-
lyker het fpannen dier draadige fpieren van den Hals; ook trekken
de Lippen binnewaards, door dien de Tanden , die haar anders
onderiteunen, weg zyn, en de Spieren ter zyde des Monds wor-
den flapper, om dat zy haare gevvoone uitrekking misfen , ver-
wonen zig vetter, en rimpeleu; welk rimpelen altoos dwarsdraads
de fpier gefchied. Uit dit alles wierd nogmaals beweezen, de val-
fche verdeeling van het fchilder-ovaal of eirond in de hoogte in
vier gelyke deelen, daar hier wederom het onderde gedeelte veel
korter word. In deeze Merkteekenen des Ouderuoms hadden meest
alle Schilders gedwaald, gelyk getoond zou kunnen worden uiteen
menigte Voorbeelden, dog byzonJerlyk uit een Prent, gegraveerd
naar het Schildery van den vermaarden Franfchen Schilder G'-^/z/f',
genaamt
Lc Retour de foimême , waarin verbeeld word , eene
oude Vrouw met een groot getal Rimpelen, daar anders, in de ge-
daatite van het Hoofd , en in die der kaaken, geen merkteekenen
des Ouderdoms te vinden waren. Niet alleen dat de Heer
cam-
per dit alles met zyne op het'Doek geteekende Hoofden bewees,
maar ook met de Origineeie Doodshoofden, welke zyn Ed. ten.dien
einde by zig had, cn met welken hydeezeopgegeevenKenteekenïn
bevestigde : voegende daarenboven hier nog by, dat het nu aan
den Schilder itond , om , op dit voetfpoor, de tusfchengraden des Ou-
derdoms te bertudeeren, en het dacht zyn Ed. niet onmogelyk, dat
de Kunst zo ver te brengen zoude zyn , wanneer men alle deeze
Kenteekenen M'el gadeOoeg, om, ten opzigte van een Kind , te kun·
oenbepaalen, wat ver^:idering het zelve zoude onderi^aan , al op»
^ ' klim-

-ocr page 6-

van twee lessen. γ

klimmende als by trappen tot een hoogen Ouderdom ; en bygevolg
ook, hoe oude afgeleefde Menfchen, in hunnen middelftandigen Ou-
derdom en Kindsheid, geweest waren.

Dit afgehandeld hebbende, ging de Heer camper over tothetaan-
toonen der Merkteekenen van byzondere Natiën; en bragt tot dat
oogmerk een tweeden Doekte voorfchyn, beteekend met vierver-
fchillende Figuuren, als, met twee Koppen van ee» onderfcheiden
füort van Aapen, met het Hoofd van een Afrikaanfchen Moor, en
met dat van een Kalmuk of Afiaan , alle wederom met derzelver
Scelettcn boven de opgeteekende hoofden geplaatst; het Hoofd van
een Europiaan was reeds op het eerile Doek geteekend en het zelf-
de dat gediend had voor het Charader van een middelbaaren Ouder,
dom. De Grondflag waarop zynEd. het verfchil der Natiën bouwde,
beilond in een' regte Lyn, getrokken door de Oorholten jot op den
bodem van de Neus, en in eene andere regte Lyn, die, raaken-
de het uitfteeken van het Voorlioofdsbeen boven de Neus, getrok»
ken word, tot op het uititeekendlle gedeelte der Kaakbeenderen,
wel verflaande , als men de Hoofden volkomen in het Profyl
bcfchouvvt: in den Hoek nu, die deeze twee Lynen maaken ,
beftaat niet alleen het onderfcheid der Dieren, maar ook dat
van byzondere Natiën; en men zou kunnen zeggen , als of de Na-
tuur deeze Hoeken gebruikt heeft, om alle die verfchillendheden
der Dieren en Menfchen te bepaalen, en als by trappen te doen opklim-
men , tot het Schoon der fchoonüe Menfchen, Dus maaken de.Vo-
gelen de kleinfie Hoeken, en deeze Hoeken vergrooten , naar maate
het Dier nader aan de Menfchelyke gedaante gelyk is; zo als bleek
uit de Aapen-koppen, waarvan de eerik een hoek van 42 graaden,
en de volgende een Hoek van 50 graaden vertoonde ; deeze laatfle
was de kop van een Aap, gemeenlyk Doodshoofden genaamd, en
het meest naar een Mensch gelykende; hier naast aan was geplaatst
het Hoofd van een Africaanfchen Moor, hebbende een Hoek van
70
graaden, waarop volgde het Hoofd van een Kalmuk, mede een Hoek van
7P graaden hebbende, dog de Europeaan had een Hoek van 80 graaden,

Α 4 Wat

-ocr page 7-

ft iSAAKLYKE INHOUD

Wat nu het véifchil van de Moor met de Èuröpeaan betreft, Kec
zelve beftaat hierin, dat het Voorhoofd meer agterover helt, en
de
bovenkaak met de Tandkasfen veel meer vooruitfteeken; hier uit
volgt dat de Neus minder vooruitfteekende zyn kan, en dewyl de
Lippen altoos de Tanden moeten kunnen bedekken, zo vloeit daar
uit voört, dat ze niet alleen veel meer moeten voomititeeken, maar
öok dat ze veel breeder en grooter, dan die der Europeaanen, groei-
jen moeten , zullen ze den dienst verrigten, waar toe de Natuur ze
geformeerd heeft. Dit verfchil was by
Rubbern, van Dyk, Jor-
daam
nog by de meeste voortreiFelyke Schilders waargenoomen, zy
waren daarin onkundig geweest, en hadden zwart geverfde Europe-
aanen in plaats van Mooren , verbeeld; de beroemde Plaatfiiyder C.
de risfchet·, alleen, had daarin het allergelukkigst geilaagt.

Het Charailer van een Calrauk is kenlyk aan de fmalheid van
deszelfs Hoofd, aan het geweldig uitfteeken der Jukbeenderen,
aan de grootte en fterkte der Kaaken en Kaauvvfpieren, en aan de
langvverpigheid der Oogen , veroorzaalct door het ilerk uitzetten der
Jukbeenderen; door dien de oogronde Spier, in het Jukbeen ingeplant,
daar door als ter zyde uitgerekt word. Waar door de Heer
campeii
gelegenheid nam van tegen te fpreeken, hetgeene Plinius, de Bujfon
en veele Reisbefchryvers ons verhaalen, van het gebruik deezer Vol-
ken , om de Hoofden hunner Kinderen tusfchen twee planken te
beknellen; van het uitrekken der Oogen by de Chineefche Vrouwen,
en hét indrukken der Neus by de Mooren; gelyk ook van het plat
drukken der Ooren aan het Hoofd by de Europeaanen, door het
binden der Mutfen in de Kindsheid, en wat dies meer is; willende
dit verfchil der Natiën liever toefchryven, aan het onderfcheid der
Landen en Lugtftreeken, als aan diergelyke vertellingen.

I

Ten opzigte van de Europeaanen, dezelve onderfcheidenzigmer-
kelyk van andere Natiën, door den Hoek van 80 graaden, 't welk
10 graaden verfchilt, en daarom fchoè>ner , dewyl het Blaxiraum
der fchoonheid by de Antieken in eeu Hoek van loo graaden be-

ilaat.

F +

-ocr page 8-

VAN TWEE LESSEN. .'J

itaat, waar van nader gefprookeii zou worden. Voorts was de Heei'
CAMPER van gedagten , dat men, op dien voet, met een naauwkeurige
oplettendheid, voortgaande, nog wel iets meerder in het Charaéleris-
tic zoude kunnen ontdekken , waar door men zelfs de byzondere
landaart, of zodanigen van byzondere Provintien , zoude kunnea
onderfdieiden. Eindelyk beiloot die Heer deeze eerde Les met zy-
iie toehoorders te verzekeren , dat door het waarneemen der opge-
geven merkteekenen , en byzonderlyk der graaden , alle begeerde
Hoofden, Natuurlyk en gemaklyk te teekenen waren, gelyk zyn Ed,
niet alleen met de reeds geteekende Hoofden bewees, maar, tot nader
overtuiging, voor het oog van alle die daar tegenwoordig waren ,
met een fluk kryt, meer dan levensgroote Hoofden teekende; maa-
kende,met het verkorten van dat gedeelte onder de Neus, den middel-
baaren tot den hoogden ouderdom, en, met het veranderen van den hoek,
het zelfde Hoofd tot een Moor of Europeaan enz. cn verrastte dus
met deeze Teekenvvyze de Aanfchouwers zodanig, dat ze hem,alge-
meen , van verwondering als toejuichten.

Oitwecde Lts op den 8fl:en Augustus,gefchiedde vooreen noggrooter
getal Toehoorders, om welke te plaatfeneenigeverfchikkinggemaakt
was: want by het doen der eerde Lesfe was men op zo groot een
getal niet bedagt geweest. In deeze tweede Les, volbragt de Hocg-
leeraar het geene hy by zyne eerde beloofd hadde , naaralyk, te
zullen rpreeken over
het Schoon, byzonderlyk over het Schoon der
/Intieke ivcezens
, en voorts eene andere wyze van Teekenen voor-
tedellen, beter dan tot nog toe by de Schilders gebruikelyk was.

Ten opzigte van het Schoon was tot heden niets zekers vastge-
fteld: de meeste Autheuren hebben gefchreeven over ons gevoel
en onze gewaarwordinge omtrent het Schoon ; dog het Schoon
zelve onbepaald gelaaten. De Poeëten zoeken het by de Schilders,
cn de Schikiers tragten het by de Poeëten optefpeuren. Veelen
ftelden het te bedaan in de Evesnredigheden, gelyk in de Bouw-
kunst, In welke de Toscaanfche, Dorifche en Jouifche Colommen

Α 5 min-

-ocr page 9-

ft iSAAKLYKE INHOUD

Blinder Γο':οοη g:agc worden dan de Corintifche , die de ryzigiïe
van allen was,-dit vergeleek men met de Beelden,en daarom wier-
den die van agt en negen hoofden fchooner genoemd dan die van
zeven;welke proportie van zeven hoofden, door
Rubbens gevolgd,
te gedrukt, te zwaar, en niet zo edel zig vertoonde, dan die van
agt en negen hoofden; zelfs de Coriolanns, een Beeldtje van
Mi-
cbel Angelo, berustende in het Kabinet van den Fleer Hemflerhuis ,
heeft in zyn Proportie, nog onlangs door zyn Ed. zeiven gemee-
ten, negen en een half Hoofd , en wierd algemeen by alle ken-
ners voor fchoon gehouden; moogelyk worden daarom de Laplan-
ders, de Hottentotten, de Braziliaanen , menfchen die het Hoofd
heel groot hebben , in evenredigheid met het ligchaara , by ons
niet voor fchoon gehouden. Dog was het Schoon in een proportie
va;i agt of negen Hoofden gelegen, dan kon een Kind, dat maar
vier hoofden heeft , onmogelyk voor fchoon gehouden worden;
waaruit te beduiten is, dat 'er nog iet anders dan de evenredig-
heid zyn moet: daar waren 'er ook die gefchreeven hadden over een
Idealisch fchoon, 't welk in de Natuur geen beilaan hadde; dier-
halve, alles daar omtrent was nog onzeker. In alle deeze onzeker^
heden wilde de Heer
CAMPKRzig liefst houden by het Schoon der An-
tieken, ^Is ten allen tyde algemeen goedgekeurd zynde ; dog ten
opzigie van de ganfche Geftalte van een Beeld, nog geen genoeg-
zaam onderzoek gedaan hebbende, bepaalde zyn Ed. zig alleenlyk,
om zynen Toehoorderen te verklaaren , waarin het
Maximum
van het Schoon des Antieke Weezens beftond : tot dat oogmerk
vsrtoonde die Heer weder een Doek , waarop hy drie 'Hoofden
geceekend had, waar van het eerrte een hoek van po , het tweede
een van 95, en 't derde een van 100 graaden behelsde , en dit,
ais het
Maximum der Schoonheid , had de meeste overeenkomst
met het hoofd van den Apollo Pythius , en met de Meduza van
Süfoclis (*) twee Antieken, die algemeen onder de overblyfzelen der

Oud-

zie P/erm antijuetf par PHILIFPR DE SÏOSCH, Tab, LXV,

-ocr page 10-

VAN TWEE LESSEN, tl

Oudheid voor de fchoonfle gehouden worden. AI wat nu meer-
der dan een hoek van loo graaden behelst, word een Moniter;
dierhalven is dezelve als het uitcerrte , tot welk de Antieken de
Schoonheid van hunne Hoofden gebragt hebben·; dog met dee-
zen hoek zeiven, zou men het Schoon alleen niet kunnen veroor-
zaaken, wanneer men het Herzenhol teekende op die wyze zo als
de Natuur het zelve vertoont, en gelyk men het teekent aan een
algemeen Enropeaansch Hoofd. Een ieder weet dat een vierkant,
meerder hoog dan breed, ons oog beter voldoet dan een gelykzy-
dig vierkant; daarom hebben de Antieken , om de plaats der Her-
zenen dezelfde ruimte te laaten, als de Natuur vereischt, denhoek,'
die wyder dan den regthoek is, boven aan het Herzenhol aangezet
en agter afgenoomen, waar door een Hoofd van loo graaden, veel
langwerpiger word, en hooger bovenhoofd verkrygt; 't welk de oor-
zaak is dat de Oogen alsdan midden in het Hoofd komen. Om dit
beter te veritaan, zo verbeelde men zig een van klei geboetfeerd
Hoofd van een Europeaan , dat men, terwyl
de klei nog leenig
was, met de hand het agterhoofd voorwaarts en na boven gedrukt
heeft, tot dat het den hoek van loo graaden uitmaakt; zodanig
vertoonen zlg ten naasten by de Hoofden der Antieken : doordien
nu het bovenhoofd hooger, en het voorhoofd regter word, zo
word ook de Neus regter, genoegzaam loodregt; de Oogkasfen
holler, om dat, by de Antieken, het invallen boven de Neus min-
der en regter afloopende is; de plaats tusfchen de Neus en den
bovenlip kleinder, wyl dezelven eenigzins afhangende zig ver-
toont, en door dit alles verkrygt men alsdan de proporden van
vier neufen in de hoogte. Al het welke de Heer
camper , met zy-
ne geteekende Hoofden niet alleen, maar ook met het Hoofd van
den Apollo Pythius aantoonde , van welk Hoofd de Academie
een uitneemend fraay afgietfel bezit, en daarom ook ten dien ein-
de door zyn Ed. gebruikt wierd. Na eenige aanmerkingen over
de Ooren, die in de Antieke Hoofden meer naar agteren geplaatst,
door het afneem en van het agterhoofd, en meesttyds bedekt zyn,
als zynde dezelve meer noodzaakelyk dan derlyk; en over de ver-

plaat-

-ocr page 11-

ft iSAAKLYKE INHOUD

plaatfing van het zwaartepunt , raeer binnewaards in de Antieke c'aii
iti de Nütuurlyke hoofden, ging de Heer
camper over tothetonder-
wys zyner nieuw uitgevondene Methode van Teekenen.

Alvoorens deeze nieuwe wyze van Teekenen te deraonftreeren ,
wilde zyn Ed. eerst aantoonen de Valschheid van het trekken van het
zogenaamde Kruis in een ovaal of eirond, tot nog toe als een regel
by alle Schilders gebruikt wordende ; dierhalven teekende hy een
Ovaal op de wyze der Schilders, en trok daarin het Kruis gelyk ge-
bruikelyk is. Het Ov^aal verbeeldde een Hoofd op zyde te zien, dog
niet in het Profyl; de andere zyde vertoonde zig ook; dus zag men
de Boog, die van de kruin tot de kin gaat, fterk geboogen: na het
teekenen van de Oogen, Neus en Mond, in het Ovaal, zag men dui-
delyk, dat de Mond, op deezen Boog geteekend, te veel naar de
grootfte zyde, en dus geheel niet op zyn waare plaats kwam. Alle
Teekenboeken hadden dit egter opgegeeven, en men vond het als
iets gewoons, zelfs in de allerbeste boeken over de Kunst, en wat
meer was , de grootile Meesters waren door deeze regel misleid,
en hadden gedwaald , gelyk beweezen zou kunnen worden, by-
zonderlyk met de Prenten van
Bloemaart , Goltzius en anderen :
dus deeze regel geheel verwerpende als valsch en misleidende, en
geheel niet overeenkomende met de Natuur, waarin de Hoofden
gantsch geen Ovaal uitleverden, en meede verworpen hebbende
het trekken van een Driehoek , om de plaats van het Oor te vin-
den, kwam· zyn Ed, eindelyk tot de Demonftrantie van zyn regel
van Teekenen , en bewees, dezelve meerder met de Natuur
overeenkomitig te zyn dan alle andere. Deeze Regel beftond,
gelyk de Heer
camper voor aller oogen voorteekende, in
,hst trekken van de waare gedaante van het Herzenhol ; een
trek , die , zo dezelve van Jongsaf aan geoefend word, minder
moeilyk is dan die van het Ovaal; aan deeze trek gevoegd wor-
dende de onderfcheidene hoeken naar de verkiezing van het geene
men maaken wil, en dan de kaaken voortgeteekend tot aan de
Lyn van den Hoek, zo verkrygt men het Hoofd dat men zig voor-

flel-

-ocr page 12-

VAN TWEE LESSEN. .'J

flelde te maaken , .het zy een Europeaan , Moor, Kalmuk, An-
tiek enz. of de Kindsheid, den middelbaaren en hoogen ouderdom;
mids de merkteekenen daar by in agt genoomen worden , gelyk
zyn Ed. volgens deezen nieuwen regel, met weinig moeite en raees-
teragtige trekken , alle deeze Hoofden , de een na den anderen
aan het zelfde Herzenhol teekende.

Na een korte Dankzegging aan de aanzienlykite Heeren daar
tegenwoordig, aan de Direfteuren en Leden van de Teeken-Aca-
demie , en aan alle de overige Toehoorders , over de aandagt en
het genoegen waar meede zyne Lesfen gehoord en ontfangen wa-
ren , beiloot zyn Ed. deeze Lesfen met eene Belofte, van de-
zelve in een vollediger Werk, dat teifens ook nog veele an-
dere diergelyke zaaken bevatten zal, met de nodige Plaaten naar zy
ne Teekeningen gegraveerd, het licht te doen zien , waarin alles
duidelyker en klaarder , dan in den korten tyd deezer twee Lesfen
hem mogelyk geweest was, zoude voorgefteld worden. Dus ein-
digde de Hooggel. Heer
camper deeze twee Lesfen , waar
meede die Heer , gelyk ook met zyn vaardig en meesterag-
tig Teekenen, allen, die daar tegenwoordig waren , verrast, verrukt
en het uiterile genoegen gegeven heeft, zo dat een ieder met eea
ongeduldig verlangen het beloofde Boek te gemoet ziet.