, over eene nieuwe manier om
te vervaardigen,
De Omtrekken te drukken met Roest, Schrijf-
Ink, Potlood enz., en de gewasfche Tinten
met Roet of in Water opgelosteu Oost-
Indifchen Ink.
En om uit Inlandfche Voortbrengfelen
DOOR.
Uitgegeven door de
Nederlandsche Huishoudelijke MAATSCHAtPij*
TE Haarlem, «ij
A. L O O S J Ε S, P2.
Drukker van de^ Neder landfche Huishoudelijki
Maatfchappij.
»
*
"Τ' w
EXTRACT uit de HandeUngtn van de
Algemeene Vergadering der Neder»
landfche Huishoudelijke Maatfchappij
te Haarlem ; gehouden den loden
Junij 1817 en volgende Dagen.
Handelingen, IVe. Deel, 3e. Stuk,
bladz, 239.
Nopens Litter /. Monsters enz.
Litt, m· Op de twee Verhandelingen, 1®. Om Prent*
teekeningen te vervaardigen — en om uit Inlandfche
voortbrengfelen Ortikzwart te bereiden, (Refol. bl.
127) ingezonden door den Heer E, W^ J. Bagelaar,
wordt na het voorlezen der daarover ingekomene
Advifen befloten, deze beide Stukken, met zoovee!
mogelijke bekorting, doar den l>ruk algemeen te
maken*
Over eene nieuwe manier van
te vervaardigen enz·
ISiiettegenftaande de reeds menigvuldige be-
kend zijnde middelen, om Prentteekeningenin
de zoogenaamde aqua iinta of gewasfchen ma-
nier te vervaardigen, waardoor men , wel is
waar, het nabootfen van als methetPenfeelge-
wasfchenen Oost-IndifchsnlnkoÏ zeer nabij
komt 5 kan men echter in het grootfte gedeelte
dadelijk zien, dat het Prentteekeningen zijn, en
wanneer men dezelve met de originelen verge-
lijkt, dan vervalt het bedriegelijke geheel of
gedeeltelijk.
i-
Ik grond dit mijn gezegde op voorbeelden
door mij zeiven gezien en onderzocht; zelfs heC
zoo uitmuntend werk van Prentteekeningen,
van Wijlen den Heer C. Ploos van Amsïei.
niet uitgezonderd. Men behoeft de originelen
maar te kennen, en dezelve 'er mede te ver·
gelijken, om zich van de waarheid van het
geftelde te overtuigen,
■ I
-ocr page 4-Al wat ik tot hiertoe van Prentteekeningen 5
naar den grooten Kunftenaar Jax Luijken,
gezien heb, heeft niets van het geestige der
originelen. De Heer de Bosch Jeronimusz.
te Amfterdam^ bezit eenige originelen, waar-
naar de Prentteekeningen zijn.
Het fraaije Prentje van G. S α i ν τ, mede
naar Lu ijken, άδ Spinsters ^ kan geene
vergelijking uithouden met het origineel, en
mist al den geest van den Pennentrek , die
Lu ijken zoo zeer kenfchetst.
Het is bekend, dat bijna alle Teekeningeix
en Schetfen, door L υ ij κ ε ν , met fdoor den
tijd ros geworden^ Sehrtjfink zijn omgetrok-
ken , en de gefchaduwde partijen gewasfchen
met Oost- Indifchen Ink of Koet^ en dus alzoo
ook dienden voorgeileld te worden, om de-
zelve zoo bedriegelijk te doen fchijnen , als of
het wezenlijk Teekeningen zijn.
Mijne eerfte Proeven, om Prentteekeningen
te vervaardigen in eene geheel nieuwe manier,
bepaalden zich tot die ibort, daar ik een on-
gemeen welgevallen had in 's mans onuitput-
baren geek. in den beginne ben ik dikwerf in
twijfel geweest, of het niet beter zoude zijn,
de wijze, op welke de door mij vervaardigde
en gedrukte Prentteekeningeh voorcgebragc
zijn, voor mij tc houden, meenende aan dert
eencn kant, dat 'er reeds genoeg middelen be-
kend
C S )
kend waren, om Prenttcekeningen te vervaar-
digen 5 en duchtende aan den anderen kant,
dat men'door al die uitvindingen hoe langer
hoe verder van het ware fpoor afgedwaald
was 5 van zoo te Schilderen en te Etfen, als
die oude Bazen gedaan en ons nagelaten hebben.
De Etskunst moet men befchouwen als Tee-
kenen , zijnde immers door de eigen hand van
den'Meester op 't koper gcteekend en door het
inbijten flechts die Teekening verdiept en die
dus dezelfde waarde zoude verkrijgen, als de
Teekening, zoo men 'er maar één' Druk van ge.
maakt had; doch het is de mode in de Kunst·
wereld, dat de zeldzaamheid van iets, met de
Kunstwaarde gelijk geilejd en fomtijds nog
duurder betaald word.
De Êtskunst is het verkieslijkile van alle
manieren om in 't koper te werken, zoo als
de kostbare werken van Rkmbrand , Wa-
terloo , Potter, Boih, C. du Jardin en
andere getuigen; door de Etskunst werden de
ternedergeftelde gedachten van den Schilder
vermenigvuldigd en de voortbrengfels van zijn
genie voor de Kunstliefhebbers gemakkelijk
verkrijgbaar; en de boven aangehaalde Wer-
ken toonen, wat men al doen kan. In deze
betrekking bedoel ik, dat de Etskunst verkies-
lijker is, dan alle andere manieren, om't in
't koper te werken voor den Schilder of Tee-
kenaar als uitfpanning enz.
Om
■v ,
-ocr page 6-( 6 )
Om alle uitleggingen en misvatting van mijn
gefchrijf voortekomen en wel namelijk, als
of ik de volmaaktheid bereikt had in Kunst,,
kennis en Prentteekeningen te vervaardigen
en alle anderen wilde bedillen; ik gevoel maar
al te wel, zoo mij al eenige talenten worden
toegekend, dat dezelve zeer gering zijn. Ik ge-
voel wel, hoe het zijn moet, doch tusfchen'
gevoelen of doen is eene groote tusfchen-
ruimte.
Geen Druk met Olieverw, in gezwart geëtfte
Plaat, onder den Mangel (0) kunnende ten
voorfchijn brengen, deed ik een onderzoek
met Waterverw, en bevond, dat de Verw
met groêne Zeep gemengd, kon te weeg bren-
gen wat ik verlangde; dit bragt mij al verder,
om het met Koen te beproeven.
Ik kreeg hiertoe aanleiding op eene Katoen-
drukkerij, alwaar men met Vloeiitoffen (en
zoo ik meen den· grond met Koen drukt} en
houten· gefneden Platen gebruikt, dit bragt
mij op den inval, om op dezelfde·wijze Prent-
teekeningen te drukken; ik merkte al fpoedig
op , om mijn pogmerk te bereiken, dat de
houten Plaat met iets moest bekleed zijn, dat
het vocht inzoog en door drukken weder af-
gaf, diC leidde mij, om de houten Plaat met
Zeem-
(iz) Zie de Verhandeling, om uit Inlandfche Voort-
brengfels Drukzwart te bireiden.
7
Zeemleder te bekleeden ^ doch daarbij deed
zich weder eene zwarigheid op, namelijk,
hoedanig het Zeem *er op vast te hechten , en
wel door iets, dat hetzelve vasthield; doch
niet doortrok. Ik deed een onderzoek met
Vernis ; het refultaat van het een en ander
was , dat ik mij zelf verwonderde, bij het zien
der eerile Proeven mijner geheel nieuwe Prent-
teekeningen als met het Penfeel gewasfchenen
Oost'Indifchen 7//^ , te meer zonder «enig
bijtmiddel {Salpzttrgetit^ zoo nadeelig voor
het gezigt en de gezondheid) ten voorfchijn-
gebragt op zulk eene eenvoudige wijze, en
700 men al cenige modjelijkheid ontmoet,* in
den Oost'Indifchen Inkdruk^ zoo het zeer uit-
voerig moet zijn, zag vergoed.
Ik zal nu overgaan tot de wijze, waarop
men de omtrekken der Prentteekeningen kan
daarftellen.
0
Het nabootfen van Omtrekken, als of die
met de Pen gedaan zijn, kan op onderfchei-
dene wijzen gefchieden ; 1=. Door met de
Etsnaald; 2e. Of met het Potlood in den Ets·»
grond te teekenen; 3e. Of zonder Etsgrond
op het blanke Koper intefnijden De twee
eerite worden door het bijtvocht verdiept.
Met geene mogelijkheid is te bepalen, hoelang
'er zulks moet opftaan, daar hes van de kracht
van het Sterkwater afhangt, en de luchtsge-
ftcidheid 'er veel invloed op heeft; in dit ge-
B 4 vtl
-ocr page 8-val is, even als in vele andere, de ondervin-
ding de beste leermeesteresfe- De omtrekken
moeten niet dieper dan noodig is, in 't koper
gebeten worden, anders zijn de omtrekken te
veel verheven op 't papier. Zoo dit het ge-
val is, moet men die weder effenen door de
Prentteekening of omtrek onder de rollen der
Drukpers te laten doorgaan (è).
Om den omtrek zonder bijtmiddel in 't ko-
per te teekenen , behoort men eene vaste,
krachtige en welbeiluurde hand te hebben,
en hiertoe moet men zacht koper gebrui-
ken. (^c).
Men kan zelfs Platen, geheel op die vijze
graveren; daar hetgeringile krasje zelfs, door
toeval in de gepolijste Plaat gekomen , af-
drukt, en is inoeijelijker uitteflijpen, dan een
trekje met Sterk Water gebeten. Men noemt
het gewoonlijk Graveren met de drooge of
' kou-
(b) Zoo men lust Papier droog onder de rollen laac
1 doorgaan, wordt het glanzig , wil men die verhoe-
den, dan moet men het eerst vochtig maken, alvo.
rens het op eene gepolifste Pläat ,te leggen, en hcc
dusdanig onder de rollen laten doorgaan.
(f) Het gewone Phatlcoper is week, en verkrijgt
eerst zijne hardheid door het uitflaan. ilct geilagene
Koper wordt door het warm te maken of te gloeijen
weder week; men kan 'er zeer gemakkelijk met de
Etsnaald in teekenen, doch geeft zooveel afdrukken
Uiec ais het harde Koper,
■ 11 ί
i b
'J I·
^ Ö
'in
C 9 )
koude Naald. Om 'er zeer zwarte of krach"
tige afdrukken van te krijgen, moet 'er ge-
deeltelijk de braam opgelaten worden; neemt
men die geheel weg van de op die wij^e ge-
graveerde Platen , dan geven dezelve maar
weinig goede Drukken, en men moet 'er wel
degelijk gebruik van maken, bij de omtrekken
voor Prentteekeningen. Deze foort van om-
trekken is beter gefchikt voor kleine, dan wel
voor groote voorwerpen. Het werk van
Rembrand toont ons, hoe meesterlijk hij van
de Braam wisc gebruik te maken i^ä).
Het
Ik heb nooit eene uitlegging hooren geven,
wat Proef en Braanidrukken eigenlijk zijn; duch dik-
wijls die woorden hooren bezigen bij Kunstbeichou-
wingen; ik geloof echter, dat velen'cr zeer verlegen
mede zouden zijn , indien zij 'er eene uitlegging van
moesten geven. Ik meen dus, dat het noodzakelijlc
is, om mij te doen veritnan, vi'at ik eigenlijk bedoel
met Braamdrukken, mij op de volgende wijs te moe-
ten verklaren: dat men de Braamdrukken in tweeder-
lei foort moet onderfcheiden; namelijk: in Brcam-
drukken van gegraveerde, en in Braamdrukken vaa
geëtfte Pitten, De Braam ontilaat door met het Gra-
vcerftaai in 't Koper te fnijden, alsdan verheft het Ko-
per zich eenigzins, bij de zijde der infneden, boven
de oppervlakte der Piaat , en dus zieer natuurlijk ,
findien men zulks niet geheel of gedeeltelijk weg.
neemt) ais men die drukt, eencn zeer zwarten en in.
eengevloeiden Druk van zich geeft, doordat de inge-
zwarte Plaat niet fchoon te vegen zoude zijn, doch
de juist op zijn pas weggenomen Braam geeft de
fraaije fluweelachtige Braamdrukken, die den kun-
digen Verzamelaar over bekend zijn.
De Braam van de geëtfte Platen behoeft niet wegje-
iiomen, noch-verminderd te worden, daar bet bijtvochc
Β 5 «iav
-ocr page 10-Het nabootfen van het Zwart Krijt ^ is toC
zulk' eene volmaaktheid gebragt, dat'er niets
meer te wenfchen overig blijft; en de mid-
delen, wa^irdcor zulks geichiedc, zijn genoeg
bekend, dan dat het noodig zijn zou, om
hier de bebandclïng hos zulks gewoonlijk
gefchiedt optegeveoo Ook zoude men 'erzeer
geoefend in moeten zijn om het goed te kun-
nen voorilellcn. Ik zal hier, uit dien hoofde,
een zeer eenvoudig en mogelijk weinig bekend
middel , om het Zwarf of B^ood-krijt na-
te bootfen , en ook gebezigd kan worden
voor omtrekken van Prentteekeningen, opge.
ven.
Men grondt de koperen Plaat op de gewone
dstgene verrfgt, om in 't Koper te graveren, het-
geen door infnijden bi) het graveren gefchiedt, heeft
men dus gcene nndere verhevenheid dan het wei-
nige, dat door het indrukken met de Etsnaald onc-
fiant, en eenige ruigheid door het wegvreten vaii
het ontbloote Koper door het bijtmiddel, die ook
niet beh-oeft weggenomen te worden. Zoo lang de
Braam nog nier geheel weggefleten is door het ge-
durig inzwarten en afvegen der geëtfte Plaat,· bij
het Drukken, zijn het uitmuntende Etfibr-aamdruk.
ken en zeer wel van de andere te onderfcheiden.
Onder Proefdrukken meen ik te moeten verftaan de
Afdrukken die de Graveur laat maken, ("van zijne
onderhanden hebbende Plaat) ora te zien , of 'er
nog ictiï aan zijn werk ontbreekt, en het daarna te
corrigeren of vercier aftemaken ; dus bepalen zich
de Proefdrukken flechts tot weinige Drukken, ook
kan men 'er onder rekenen, eenige eerfte Drukken«.
> Wat Letterdrukken zyn, verklaart zichzelve.
ί i
lU
^ii:
-ocr page 11-( " )
wijze met een' Etsgrond, Cdie niet geblakerd
behoeft te worden} begaande uit twee lood
Asphalt, één lood Maftik, één lood Maagden-
was en een derde Schapenvet, met deze Com-
pofitie de Plaat overdekt zijnde, legt men 'er
een papier over, dat van achter de Plaat om-
ilaat of op eene andere wijze vasthecht, om
het verfchuiven voortekomen. Men ontwerpt
zijne gedachten op het papier, of naar een
voorbeeld of ook door eerst zeer fla.|uw opte·
teekenen, dat men in 't Koper wil brengen,
met Zwart'krijt ^ Potloodoi^iomxitEtsnaaldy
met fterk te drukken over. Door het druk-
ken kleeft het papier aan den Etsgrond,' in-
indien men het 'er afneemt, blijft de aange-
kleefde Etsgrond 'er aan vastzitten, de Plaat
op de gewone wijze met Sterkwater ingebe-
ten zijnde, levert Drukken, als met Zwart of
Rood - krijt geteekend.
Men kan ook nog een omtrek, als met het Pen·
feel gewasfchen, op de volgende wijze ma-
ken : De Plaat op de gebruikelijke wijze ge-"
grond en gezwart zijnde, teekent men den
omtrek 'er in, beftrooit de geheele Plaat met
jftjn geilooten Hars ^ en behandelt het ver-
der, als de aqua tinta» met Spiegelhars of
Asphalt.
i ·
Om Omtrekken in Koper met (vloel-
iloffen) Schrijf , Roest- of zoogenaamden Spij-
kerink te drukken (e) moecen die eerst opge-
droogd worden. De opgeloste Roest opge-
droogd zijnde, levert maar weinig uit om
mede te drukken, als ook den Schrijf Ink.
Ik vermeng den Rossi en Sohrijfink met
> Krijt,
Cf) De Spijker, of liever Roest-Ink heftaat nie
liet roest van ijzer, in azijn opgelost. Dit aftrekfcl
noemt men doorgaans Spijker.Ink, omdat men 'er
meest geroeste fpijkers toe bezigt. De roest iaat zich
ligt affcheiden van het ijzer, door den azijn. De
Teekeningen met roest omgetrokken en met Oos^t-
Indifchen Ink opgewasfchen, zijn aangenamer voor
het gezigt, dan die met zwart, en in de verlichte
gedeelten zeer Zonachtig. D. Lakgendijk, J. Ko-
bell, van Strijde's cn andere, hebben dit zeer wel
begrepen Het was te wenfchen, dat dit algemeener
bij de Teekenaars in gebruik ware.
De Teekeningen der oude Meesters fchijnen toe
dit gebruik aanleiding te hebben gegeven , hunne Om-
trekken zijn meest met door den tijd rosgeworde-
2ien Scbrijf-Ink. De Roest-Inkovergewasfchenwor·
dendé, als dezelve droog is, vloeit niet, zoo als de
gewone Schrijf-Ink doet, doch ond geworden zijn·
de , vloeit hij ook niet meer. Een kenner kan zeer
wel onderfcheiden , dat de Omtrekken van oude
Meesters met Schrijf-Ink door anderen in later tijd
opgewasfchen zijn , doch om 'er de uitlegging vaa
tQ geven, behoort hier hiet t'huis.
(ƒ) Hoe men de Omtrekken met Roesf^ Schrijf»
ink enz. (in vloeiilolïen ) kan drukken , zal ik op-
geven bij het drukken der fchaduwea der Prenttee·
ke«
Si ί
ί; I
; . s
l·· : #
r·'
Ik
'1
il'
I '1 ·
1 V«
pt;
C 13 )
Krijt, dat zich zwart of roestig verwt. De
Pap gedroogd zijnde, levert dan eene grootere
hoeveelheid uit, en is gefchikt, om zoo ge-
bruikt te kunnen worden» Zoo men de Om-
trekken verkiest te drukken , met Rood of
Zwari krijt, Potlood, behoeft men die maar fijn
te wrijven, als ook den opgedroogden Roes$
en Schrijf-ink'^ en dezelve te vermengen met
groene Zeep; deze Compofitie moet dikker zijn
dan de gewone Druk-lnk, en met een linnen
doekje in de groeven der Plaat ingewreven
worden en verder afgeveegd door een ander
doekje, geheel fchoon , met een weinig Krijt
*er aan te doen; op de gewone wijze, zoo rIs
men de koperen Platen drukt, worden de
Omtrekken gedrukt, het zij onder de gewone
Drukpers, of onderden Mangel, docïi men
dient dien met meerdere zwaarte te bela^
den. (g·) .
HET
keninget:. Men kan ook andere VerwftoiFen des
verkiezende nemen, ook Roet — doch het wijst
2;ich van zelf om 'er meerder over ter neder te
ilellen.
(g^ Toen ik geene Plaatdrukpers had, maakte ik
gebruik van den Mangel , ik meen hier te moeten
Soen opmerken, dat het Papier, hetwelk men wH
gebruiken , gelijmd moet zijn (het gewone Druk·
papier is ongelij'md en vloéit} zoo men Prentteeke-
ningen λνίΐ drukken met gewasfchcne Tinten, anders
is het niet noodig ; het Papier moet niet te voch-
tig gemaakt worden, om destebeter de lijm 'er ia
te behouden en het doorilaan van den Oost-Iridi-
fchen I«k of Roet te vermijden : één vel Papier
haglc
V
-ocr page 14-( 14 )
HET DJARSTELLEN DER ALS
' GEWASSCHENE TINTEN,
wordt op de volgende wijze behandeld: zoo
men op de omtrekken de gefchaduwde par-
tijen wil drukken, moet men de koperen Plaat
(^waar men een genoegzaam getal omtrekken
van genomen heefc^ met een Vernis over-
ftrijken, beitaande uit in Terpentijn, opgeloste
Hars of Mastik^ en iets dikker dan de, gewo-
nen Vernis, zoo de overftreken Plaat nog even
kleverig isj(^) bekleedt men alsdan de PlaaC
geheel of alle deelen, die fchaduwen moeten
voordellen, met Zeemleder van gelijke dik-
te; de vleeschzijde op 'c koper; legt 'er eeni-
ge zwaarte op, ten einde het zich overal op
vast hechte, en laat in dien tpeiland het Vernis
opdroogen; neemt een' met roodaarde over-
trokken gedrukten omtrek, om de Teekening
op *t Zeemleder overtebrengen, door 'er van
achteren over te wrijven of met de Zeemzijde
der Plaat 'er llerk op te drukken, (de Rood-
aardt geeft ligt af en het Zeem neemt ligt de
Röod-
'f'
li
t >
haalt men door het water, en legt *er één droog op,
dan weder één nat, en zoo vervolgens ; zij die
niet met de Plaatdrukkunsci bekend zijn, kunnen
het vinden in het Traktaatje vaa A. Uosse, over de
Etskunst enz.
(Λ) Zoo men het Zeemleder 'er te fpoedig op.
legt , dan zoude het Vernis tot aan de oppervlakte
klimmen en den Οοίί- Indifchen Ink nicc aannemen
of kunnen inzuigen.
<1'. f
f '1
lil
κ
Roodaarde aan) en daardoor de Omtrek zigtbaar
op het Zeem ten voorfchijn te doen ko-
men (O·
Men fnijdt vervolgens de gedeelten van het
Zeem weg Ceven als in de Houtfneêplaten en
met de zelfde Werktuigen ) die niet moeten
afdrukken, of geheel wit papier moeten blij-
ven. De Plaat zoo verre gereed zijnde, is nu
gefchikt, om den eeriten Tint te drukken. Men
zwart hiertoe het Zeem der Plaat in, met een
penfeel of fpons, met in water opgelosten Oost·
ïndifchen Ink (ä; en maakt van den eeriten
if
(/} Tkgeef dit middel op, om de Omtrekken op 't Zeem
ovcrtebrengen, dewijl liet niet alleen gemakkelijk gaat,
maar de Plaat juist kan liggen op den Omtrek, zoo
als de fchaduw 'er op gedrukt moet worden. Ora
de fchaduwen juist in den Omtrek te drukken bedien
ik mij eenvoudig van een Winkelhaak van Bordpa-
pier , die ik zoo op deu gedrukten Omtrek leg,
dat de fchaduw juist op hare plaats komt. De
middelen , welke men bezigt om te drukken , mee
onderfcheidene Platen, zoo van koper als van hout,
2ijn over bekend , op gelijke wijze kan meu den
Oost-Ïndifchen Inkdruk behandelen.
* (
Bij het inzwarten der Plaat moet men vooral
letten , dat, het niet meer vocht in zich bevat, dan
noodig is ; het papier , waarop men drukt, moet
2eer vlak liggen op een dubbeid gevouwen Hand-
doek , Linnen , Laken enz.; men zor^t met een
droog penfeel , zoo 'er op het van zeem ontbloote
hout, vocht is, dit wegtenemen, daar men iret verheve-
ne op de Plaat naar'de hoogte van het zeem heeft (men
tan het meer verhevenheid geven, des verkiezende,
door het uithollen der tusfchcnrulmten) en dus het
pjpier ligt de tusfchenruimten zoude kunnen beroe-
ren cn daardoor niet zuiver zoude afdrukken.
w
■w-
C
Tint op de Omtrekken zooveel Afdriikkeii 5'
als men voornemens is Prentteekeningen van
de PkaC te drukken. Om de twee Tinten en
de Toetfen te leggen, fnijdt men hetgeen niet
meer moet afdrukken weg; op die wijze kan
men met dezelfde Plaat den Omtrekroest (of an-
ders) en de gewasfcliene gedeelten met Oost-
Indifchen ^nk drukken. Men kan ook, zoo
als het zich van zelfs wijst, iederen Tint
op een Plaat afzonderlijk leggen en dus zoo-
veel drukken telkens maken , als men goed·
vindt; en de Platen bewaren, die, zoo men
met eene Plaat werkt, door het wegfnijden op
het laatst niet dan de toetfen overhoudt en dus
niet meer bruikbaar is; daar de Oosi Indi-
[che Inkdruk met de hand gefchiedt, zoo
moet men eenen klomp Was achter op de
koperen Plaat vasthechten, om die wel te kun-
nen behandelen.
Men kan ook, des verkiezende, den Om-
trek in '£ koper en het zeem op een plankje
kleven, iets kleiner als de koperen Plaat, en van
een duim dikte, hetgeen de Houtplaatfnijders
gebruiken, van Peren- of ander hout, het is
gemakkelijker op 't hout gekleefde zeem te
bewerken, dan wel op 't koper.
Het aan de Maatfchappij ingezondene ftaande
■Mannetje, met den ftok, is op die wijze behan-
deld ; ziet hier, hoe ik zulks be werkilelligd heb.
Ik voeg hie^ ook bij voor de Maatfchappij
hl'
C 17 )
de plaat en het plankje; meteen opilagvanheÈ
oog, kan men duidelijk zien , hoedanig daC
Prentteekenitigetje gedrukc is. Zoodra men
eenige hebbelijkheid in 't drukken verkregen
heeft, wijst zich de weg .als van zelf , en uit
dien hoofde wil ik alle langwijUgheid in be-
fchrijven der behandeling vermijden.
Het Zeem plakt men met ilijffel, de vleesch-
zijde achter, tegen een'gedrukten omtrek, ge-
wasfchen met Oost-Indifchen Ink, zoo als de
fchaduwen in de originele teckening opgewas"
fclien; met eene fchaar fnijdt men die gedeel-
ten weg, die men niet wil afgedrukt hebben;
verder legt men het Zeem, dat de Ichaduw
moet vooritellen op een' anderen gedrukten
omtrek met ftijffel befmeerd ; het gedeelte,
waarop het papier van de uitgeihedene Tee-
kening vastzit , maakt, men even vochtig,
trekr 'er het papier af, laat het droogen ; het
met Vernis ten dien einde beftreken plankje
legt men 'er op; zoo het Vernis droog,is, ^
3 behoeft men 'er flechts het papier afteweeken * .
j en 'er met een penibel de ftijfièl aftewasichen,
dan is het Zeemleer na^.uwkeurig op het
plankje, zoo als het met Oost-Indifchen Ink
ingezwart, op den omtrek moet gedrukt wor-
den.
' Ik zal nu nog kortelijk opgeven,Tioe de
omtrek der Prentteekeningen , zoo men die
met VloeiftoiFen (ßchrijf^ Ink^ Kom enz. zon·
C iS )
der bijmengfel) wil drukken, moet behand.ei<j
worden: Men bekleedt een ftak Perenhout,
met dun en gelijk dik Zeemleder, met het ge-
noemde Vernis , men üiijdt den omtrek in
hout zoo lijn als men verkiest, flechts zor·
gende , dac dezelve met het Zeem bedekt
blijve
Alvorens te beiluiten, zal ik doen opmerken,
zoo men den omtrek op de evengemelde wijze
in hout gewerkt drukt en de fchaduwen met
Oost-indilchen Ink (^J enz. men geheel het
Sterk
; i
' ■
Γ
(t") Alvorens men wil infnijden, moet men het
zeem nat maken, en daarna wel laten droegen, als-
dan is het hard en laat zich wel bewerken, (zoo
'er iets los gaat of b^gevoegd moet worden, wjjsc
zich die van zelf;) zoo kunnen de kleinfte din-
gen dikwijls van belang zijn, bij voorbeeld; wanneer
men een gedeelte van eene zwart , roodkrijt ,
of pocloode Teekening weder wil wegnemen ,
van eene plaats zonder her andere :e beichadigen^
legt men 'er een papier op, waarin een gaacje gefne-
'den is van dezelfde grootte on vorm: hierover wische
'mcQ men elastieke Gom of kruim van Wittebrood.
Ik zal hier bijvoegen hoedanig de bereiding
is, van die foorten, van door mij zelf gemaakten
Oost Indifche Ink, dien ik federt lange jaren tot
'het wasfchen mijner Teekeningen gebruik:
Men wrijft Kaars-, Lamp- of het gewone Ton.
tfeties-zwartfel zeer fijn met water, en laat het droo-
sen- op dezelfde wijze Indigo, gebrande Itali<
aansch Lak , ieder afzonderlijk; men fraelt gewone
ί ; i i.
I ^
i'!
•'l-i
ί i
( f
' i
( 19 )
Sterk Water kan vermijden; door de opgegs*
vene middelen, kan men ook , als het ware5
de iCopere met de Houtfneêplaten vereenigen-
Ik wensch dat deze mijne pogingen van eenig
nut en tot vermaak mogen verilrekken.
Timmermnnsüjra in Regenwater, dat koud geworden
zijnde de dikte van Gelei heeft, men vermengt liier-
mede de bovengenoemde ftoffen; de helft lijm ,
fmelt het tezamen in een potje, roert het wel om,
giet het in eeii' met vet befmeerden (om het aankle-
.ven te beletten} papieren of anderen vorm, laat het
langzaam droogen om het barsten voortekomen.
De vermenging is als volgt:
Gewone Oost-Indifche Ink, half Zwart en half
Lijm.
Blaauwe.
^ Indigo, I Zwart.
Bruine.
Β %
Ook kan men met \ Zwart en | gezuiverd Roets
tea zeer fchoon ïeiitenbruin maken.
rer-
-ocr page 20-( ^O )
Verhanäelifig^ om uit InlandfchcvoorthrefigfeUn
DRUKZ IV ART
U hardden.
ίί
Λ",
^ene Prijsvraag wegens Drukzwfjrt tnzAoox
de Mantlchappij uitgegeven, maakte mij op-
merkzaam , en heeft mij aanleiding gegeven
fecliter zonder oogmerk, om naar den uitge-
loofden Prijs te dingen) tot het inzenden van
door mij toebereid Inlandsch Drukzwart en
Proeven 'er mede gedrukt. Mogelijk zoude
het Inlandsch Zwart van veel nut kunnen zijn,
en geheel of gedeeltelijk het Uitbndsch kun-
nen vervangen , en hierdoor aanzienlijke fom-
nien in 't Land behouden worden; ook meende
ik dat het zoude kunnen verilrekken, tot een
gefchikt middeljom in gebruik te brengen een
mindere foort van Uitlandsch Drukzwart, dat
maar al te· gemeen in gebruik is en hierdoor
eène merkbare verbetering der Drukken kun-
nen te weeg gebragt worden.
Het Inlandsch Drukzwart kan een ieder met
geringe- kosten en moeiten zelf bereiden en
zich in overvloed aanfchaiFen. Daar mijn doel
alleenlijk is eenig nut te itichten, meende ik,
dat het allernoodzakelijkst was, het door mi]
^Êk
-ocr page 21-( .r )
gebruikt wordende Zwart, aan een onderzoek
te onderwérpen.
De loffelijke bedoelingen der l^ederlandfche
Huishoudelijke Maatfchappij kennencie, kwam
hcc mij voor de geibhiktlle weg ce zijn , mij
*er mede aan haar te wenden, eensdeels,
omdat Ibmtijds eene voorbarige bekendmaking
fchade zoude kunnen doen, duur ik meende
van nut te zijn , en ten anderen, zoo het be-
vonden werd, het Inlandsch Drukzwart alle
vereischten te bezitten, om te kunnen dienen
voor Plaat- en Letterdruk, het algemeener
bekend konde worden.
I
Mijn beroep (de Krijgsdienst') gaf mij
weinig gelegenheid , om wetenlchappelijke
kundigheden te kunnen aankweeken, doch
de korte Vrede van Amiens ( 18o2 ) ilelde
mij eenigzins in ftaat, door het Verlof, dat
toen aan de Officieren verleend werd, om
mijne gelieikoosde uitfpanning, deXeeken- en
Schilderkunst, voor eenigen tijd ongeiloord te
kunnen beoefenen. Reeds lang had ik ger
wenscht door aanleiding van het Traktaatje
van A. Bosse , over de Etskunst, eenige Ets-
proeven te nemen ςι).
(i) Die fraaije Werkjeïs nog in znlk eene algemeene
achting, dat het te verwonderen, is, 'er geene nieu-
we Uitgave van gefchiedt; waar het voorkomt hpï»
ik het wei eens voor een Dukaat en meer zien koopen.
Toen ik mijne krabbelingeii in 't Koper zag
ingebetei), verlangde ik 'er een* Afdruk van
te zien 5 doch geeue Plaatdrukpers voorhanden
zijnde, fin de Meijerij van 'sBoschJ trachtte
jk door een papier op de ingez warte Plaat te
leggen en 'or over heen te wrijven, een Afdruk
*er van te verkrijgen, ik bemerkte al fpoedig mee
01ieverw, (Drukink)dat 'er qp die wijze geen
Afdruk te verkrijgen was, als ook niet met
een onderzoek onder den Linnen ■ Mangel ge-
nomen , met lioeveel zwaarte die ook was belast,
geen klemming genoeg kunnende geven, die
de Drukpers eenigzins kon bijkomen. *
Ik was dus bedacht om iets te maken, na-
/iielijk, ecnen anderen Drukink, die gemak-
|:elijker afgaf, dan hec met Olie gemengde
Zwart.
Tot mijn genoegen deed ik toen de uitvin-
ding 50m van mijne Etsplaten, niet alleen zon-
der Drukpers tot mijn oogmerk voldoende Af-
drukken te nemen,doch ook was dit de eeriL©
aanleiding tot het vervaardigen van Prent-
t^ekeningen van eene geheel nieuwe foorc. f2)
(2) Den Heeren dê Bosch Jeronimuszoon en D,
Versteegm te Amilerdam, heb ik 'er eenige van ge-.
zonden, gedrukt mcc Roest en Oost-Indilchen Ink.
De gewasfchene Tinten in die Prentteekeningen zijn
zo^ider Bijtmiddel, Roulets, of Schraapkunst teft
ί y vooHchijn gebragt en het Grijn of gekorl volkomeu
' gelijk, als met hcc Peufeel giHvasfclii;ue Oost-indf·
-ocr page 23-C 53 >
Alhoewel zulks dadelijk geene betrekking
lieefc op het Drukzwait, zoo is hec echter
niet onbelangrijk , het beginfel of oorzaak
eener uitvinding te kennen. Ik denk zulks
in eene Verhandeling over het vervaardigen
van Prentteekeningen in deze nieuwe manier
optegeven.
De opkomende Oorlog (1803) iïelde mij
geheel buiten ftaat in't Etièn mij verder te kun-
nen oefenen, tot dat ik, eindelijk in den jare
18Γ3, eene gezegende Omwenteling zag ge-
boren worden. Ik maakte toen dadelijk vaa
den tijd gebruik waarover ik te befchikkeii
had, en fchafte mij eene Plaatdrukkers Pers
aan; zoodra ik eenigzins met de Plaatdrukkunsc
bekend werd , kwam het mij al zonderling
voor, dat men juist het Drukzwart van bui-
ten 's Lands moest hebben voor onze Druk-
kerijen, In mijne nafporingen om Inlandsch
Drukzwart te vinden en te bereiden, ontdek-
te ik al fpoedig , dat ons Vaderland ook
Zwart konde opleveren,.voldoende om eeneii
goeden Druk te leveren , dat, bijna koste-
loos , voor een ieder met weinig moeite ver-
krijgbaar is en waarvan ik mij nu ook tot mijn
eigen gebruik bedien.
*
Ik zal nu overgaan tot de opgaven om, uit
onderfcheiden Inlandiche Voortbrengfelen,
Zwart te bereiden, gefchikt voor Drukzwart, In
mijne onderzoekingen om goed Inlandsch Druk-
ii
Jll.fB«
( Η )
zwart te vinden, dat het Duitscli of zoogenaamd
Fraiikforter Zwart nabijkomt of evenaart, heb
ik ondervonden, dat bijna uit alles Zwart is
te trekken, het eene beter of minder als het
andere, doch echter bijna alle bruikbaar, en
overtreffende, zoo het mij voorkomt de ge-
meenite foort van Uitlandsch Zwart, die zoo
ik meen hier te Lande , om haren minderen
piijs, het meeste gebruikt wordt.
De Aardappel, de Kaftanjes, de Eikel en
verfcheidene Peulvruchten enz. , en eenige
Houtfoorten, leveren goed Zwart op, {3)
als ook de Walm, die zich aanzet van Lamp
en Kaarfen.
Doch daar van de bovengenoemdeVruchten
een nuttig gebruik gemaakt wordt en dezelve tot
voedfel verilrekken, zoo zal ik mij bepalen tot de
opgaven van eenige Zwarten en derzei ver-toe-
bereiding , die, als het ware kosteloos, ten
allen tijde in overvloed te verkrijgen zijn en'
wier
(3) Over her algemeen zijn de Houtzwarten moei*
jelijii om fijn te krijgen. Het aiïnoeifel vaii den
Wijngaard levert goed Zwart uit , en ik gebruik
zulks bij voorkeur ; ik weet niet of ons Land 'er
eene genoegzame hoeveelheid van zoude kunnen
opleveren. Ziet hier, hoe ik het toebereide: niea
brandt het affnoeifel (of ranken^ tot Kolen en dooft·
ze uit , behandelt het verder, zoo als van de toe-
bereiding der andere Zwarten'zal gezegd nvorden,
zoo ook het Lamp- ea Kaarszvvart, dac beide zeer
fraaije Drukkeu levert.
■Ί
iiè
'f
''i
äf'
Ί
ι ί\
- Jii
f3t| Ii
Γ ••iL·
"ίΙ
wier toebereiding, zoo eenvoudig als gemak-
kelijk is.
/
Zwart, getrokken uit het Inlandsch voorC-
brengfel der Turf, levert Drukzwart uit, de
toebereiding is de volgende: (^4.)
t
De Turf moet wel uitgebrand en doorge-
gloeid zijn, en uitgedoofd worden, ten ruw-
fie fijn geftampt of gewreven (5} en ver-
der geheel fijn gewreven worden met Regen-
water.
Zoo de Turfkool, Zand of Kleideelen be-
vat, zoude het Zwart 'er uitgetrokken, fcha-
delijk voor de koperen Platen zijn. Het kan
alsdan gezuiverd worden van die deelen , op
de volgende wijze:
Het Zwart geheel fijn gemaakt zijnde
mee
1
C4) De beste Tiirfkolen zijn die, welke weinig of
geen Zand- ofKleideclen bevatten; de Turf, beilaan-
de uit verrotte Planten , heeft geene fchadelijke
deelen.
C^) Zoo men het Zwart maalde of met een' Wrijf-
moletj fijn maakte, zoude men met zeer geringe kos-
ten eene verbazende hoeveelheid kunnen bereiden,
cn om de goedkoopte meer Zwart kunnen gebrui-
ken; de duurte van het Uitlandsch Zwart is, geloof
ik wel hoofdzakelijk de reden dat men te weinig
joed en ilecht Zwart gebruikt cn niet aan de flaauw-
leid van den Druk toetefchrijvcn.
xnet water C^) ^oet men zulks in een vat οί
pot met water gevuld, roert het wel terde·
ge om , giet fpoedig het Zwart (dat zich
eenigen tijd met het water vereenigd houdt)
'er at in een anderen pot, het zandige gedeel-
te van het zwart blijft op den bodem liggen*
Is 'er bij de eerfte afgieting nog te veel goed
Zwart in het bezinkfel voorhanden, dan vulC
men den pot nog eens met wateren verzamelt
het tweede afgietfel by het eerile. Dit nu ia
zoo verre gezuiverd Zwart, zinkt fpoediger,
dan de zich met het water vereenigd houden-,
de Kleideelen en is dus zeer ligt daar van afte-
zonderen ; door op het reeds van Zanddeelea
gezuiverd Zwart, water tegiecen, wel omte-
roeren, laten bezinken en het water zoo veel
men kan 'er aftegieten. Men laat dit Zwart
verder uit zich zelf droogen in de Zon, zoo
men het befpoedigen wil. Nadat het volko-
men droog is, dan is het gefchikt, om met de
Drukolie (even zoo als men gewoon is met
het Uitlandsch Zwart te doen) vermengd te
worden. ( 7^
' De tweede foort van Zwart, word uit Roet
ge-
(6) Het is mij voorgekomen, dat de Drukzwarten
•door wasfching meer glans verkrijgen,
(7) Door bij het Zwart, Indigo of Berlijnschblaauw
te voegen, kan men het Zwart kracht bijzetten en
fliiweelachtiger maken ; als ook door gebrand Itali-
«ansgh.JLsk, gloeijend Bruinzwart.
ψ
' Ί
'fe
- ■«■> ίϋ
ififl j.
t t
ί· ι
j i !»i
i 1· I
Mr
I
-ocr page 27-C 27 )
getrokken; ([de aan deze Miiatfchappij ingezon-
dene Boschgezigtjes en het grazend Koeije,
zijn 'er mede gedrukt).deszelfs bereiding kosc
wel is waar meerder moeite, dan het Zwart
uit Turf 5 echter meen ik dat dit de voorkeur
verdient, als zijnde iets bruin - zwarter en
dus aangenamer voor den Plaatdruk. De toe-
bereiding van het RoeCzwart;, behandel ik op
de volgende wijze; ' ι
Men neemt zooveel Roet, als men voorne-
mens is tot Zwart te maken, brandt zulks in
een ijzeren Bus of Kroes wel uit, (83 het
wel doorgloeid is en geen rook meer van zich
geeft, word het uitgedoofd in een' doofpot, men
wrijft het vervolgens droog, ten ruvvfte iijn
en verder geheel fijn met water, en droogt het,
z;oo als boven van het Turtzwart gezegd is.
Het Roetzwart behoeft niet gevvasfchen Ce
worden, als hebbende van zichzelf geenefcha·
delijke deelen, die het Koper zouden kunnen
kwetfen. Echter moet menomzigtig zijn, dat,
bij het uit den Schoorileen nemen van het
Roet, 'er geen Kalk of Steen aanzitj (p) doch
(8) Men moet zorgen dat door het dekken van deu
•Kroes of Bus 'er zich geene vreemde deelen met
het Roet vermengen, daardoor kan meo de moeite
"van het Zwart te wasfchen, befparen»
(9) HeVrettigst Roet, levert het beste Zwart iifc,
alhoewel allerlei Roet bruikbaar is. Ik meen hierbij
fö moeten aiinmerkea, ?oo men h^t vette of al he
vüch-
-ocr page 28-( 28 )
om geheel zeker te zijn 'er niets fchadeHjks in
blijft, behoeft men flechts hec fijn gewreven
Zware met water te vermengen en fnel afte-
gieten; het afgietfel bezonken zijnde, heeft
men zuiver Zwart. '
De derde foort van Zwart, die ik hier zal
opgeven, is wel uit geen inlandsch voortbreng-
fel getrokken, doch genoeg verkrijgbaar, zijn-
de toebereid uit Ivoffijdraf. (Oe twee Ideine
prentjes. Koetjes voortellende, bij de Maat-
Ichappij ingezonden, zijn met dit Zwart ge-,
drukc.}
De Koffij wordt, zoo als bekend is,in zulk
eene verbazende hoeveelheid ingevoerd, en
zoodra men 'er het noodige gebruik van
gemaakt heeft, weggeworpen. Om van het
Kotfijdik, zwart te maken, m-oet het gebrand
worden, even als van het Roet gezegd is,
doch daar de Kcfïijdraf reeds fijn is of liever
aan kleine itukjes, ontmoet men eenige zwa^
vochtige Roet in de Bus of Kroes doet,zulks bij hec
uitbranden overkookt en men dus van de kwantiteit
verliest. Het is noodig, zoo vnen brand befparenwil,
eerst den voorraad Roet te laten droogen, dien men
voornemens is uittebranden. De bereiding van't Roet-
zwart, kost meerder moeite dan dat uit Turf, ech-
ter is het nog altijd oneindig minder in prijs, dan
het goedkoopfte Uitlandsch Zwart : want hoe dik.
wijls brandt het vuur, zonder dat men 'er nut van
trekt; op die tijden kan m^en 'er gebruik van maken
en zich voor lang een voorraad , kosteloos aan»
fchaffen eii Lot gebruik bewaren.
? w,-
( ■
11
Hl
ufc-
'-· Jï'·'
φ:
t li]
' ί*Ι
'■'S
•Ιϊ
■'li't·
f m
f 29 >
righeid, namelijk, dat *er veel van weg*
brandt, doch daarentegen is het Zwart weldra
fijQ en drukt zeer gemakkelijk.
Het moet even zoo als de bovengenoemden
Zwarten fijngewreven worden. Na dat het fijn
gewreven is, kan het, zonder dat men 'er verder
iets aan behoeft te doen, gedroogd worden
In den beginne maakte ik proeven met het
Zwart, na de uitbranding zonder water fijn
te wr jven en met de Drukolie te vermengen;
f zoodanig is 'er mede gedrukt, het groote
Prentje met het drinkend Koetje, bij de Maat-
fchappij ingezonden) doch het kleeft te iterk
aan het Koper en heeft ook minder glans dan
het gewasfchene levert.
Ik fchreef zulks toe ilan eene foort van kle-
verigheid, (10) en deed de proef door de ge-
brande Zwarten met water fijn te wrijven en
te wasfchen, om ze daardoor vloeibaarder te "
doen, zijn: dit leverde betere Drukken dan
het gewasfchene , en liet zich gemakkelij-
ker bewerken. Ik kwam op deze gedachten,
door
(lo) Om den al re taai gewordenen Druk-Ink weder
bruikbaar te raaken, behoeft men 'er maar een wei-
nig ongezouten Reuzel bij te doen; daar de Inge.
zwarte Plaat gewarmd word, (omzc beter fchoon te
kunnen vegen) geeft het vet meer vloeibaarheid aati *
den üruk-ink. Men ksn den gemaakteu Druk Ink
einigen tijd goed houden, iiour 'er olie optegle.
ten.
( 30 )
door het vermoeden , dat het Uidandsch
Drukzwart tnoesc nat geweest zijn , daar
het in Stukken of Kluken word ingevoerd.
Het Zwart door mij toebereid, heeft ook
dien Vorm, nadat het gedroogd i^s, en gelijkt
dan, zoowel in Vorm, Kleur en op het gevoel,
naar het Uiclandfche.
Ik meen hier, kortheidshalve genoeg te
hebben ter nedergeileld en aanleiding tè
hebben gegeven, Drukzwarten te trekken
uit InlanJfche voortbrengfelen , die een
ie'der bij de hand heeft en wier toeberei-
ding zoo min kostbaar en tevens eenvoudig is.
Mijne Drukken der Phiten, die ik als uitfpan·
ning ets, en ze]f druk met Inlandsch Zwart,
kunnen ten bewijze ilrekkenj in hoeverre ik
geilaagd ben.
Mogen deze mijne pogingen tot algemeen nut
veriirckken en geheel of gedeeltelijk die aan-
zienlijke Sommen, die voor Drukzwart naar
buitenlands gaan , in 't Land behouden
worden, dit is mijn eenige ^bedoeling.
;ίί
jp
m
ί.1
li
I -'il
'i IKSS
! Vti
» ; Jj
li
■fiSii
•f 'Ö.