ο
bij de
' ' , *
van het
. V
VERBEELDENDE
ZTNE KONINKLÏKE HOOGHEID
WILLEM FREDERIK
GEORGE LODEWIJK,
den zevenden, uit den huize van
oranje-n as sau,
VAN
Gedrukt voor rekening van dm Auteur,
en te bekomen bij
J. H. DUISDEIKER, Boekverkooper, op de
Haarlemmerdijk, het vijfde Huis van de Korte
Prinfengracht, N". 276. te α μ s τ ε r d λ m,
ä 4 Stuivers voor den Armen,
12
.ψ
Door V waar gevoel voor V fchoomt Tafereel f
Gepaard met V levendigsi verzoeken,
Om V ftoutit en loflijkst Kunstpenfeel,
Ten toon gefpreid, ook nu te boeken;
ïVil ik (^fchoon foms niet naar den fmaak
Fan hen, die 's Lands heil niet bedoelen.
Maar door een ander zielsgevoelen,
Niets hechten aan der waarheids zaak.
Noch aan "'s Lands wel of kwalijk varen i)
Nu echter V meesterfluk verklaren.
Op eenen ouderwetfchen trant ^
Van zelfgevoel en ondervinding;
Zoo maakt mijn pen de vlechting, binding^
Γαη den historieelen band.
Om V Heiligdom der fchoonfle gaven ,
Fan V Goddelijk befluur te ftaven.
Dat acht geeft op het fnoodst gevlei;
Wie zich daar aan ooit kon verbinden,
Ferlaat dien weg der valschheids winden
Dien Zangtoon zingt nu η ε ν d r i κ η ε ij.
iVWWWWWWW*
Amster^m, Leiden Ontzets Verjaring, 3 Qctober 1818,
, 1
i
Tis
m
aär vindt m' in 't wereldrond een edeler tafreel,
t)an men hier wonderbaar, zieltreiFend, raag ontmoeten?
Jan willem ριενεμλν doet, door zijn ilout penfeel,'
Dus, levensgroot, op V doek van vijfmaal vijftig voeten,
Uit V Weit van BrusfeVs ftraat, naar Charleroi geleid,
Langs 't Bosch van Boifu, nabij Gemiencourf s Hoffiedct
Op driemaal honderd roê, gemeten door beleid,
Van Quatre-Bras gêiiucht, dien Oorlogs grond betreden,
Betreén in V middag.uur voor V vier uurs klokkeflag,
Den zestienden van eeti der vijftien zomermaanden,
Die men hßde achttiende eeuw^ op het verfchriklijkst zag.
Maar welke maand en dag ook Neêrlands redding baanden,
Wijl GOD, deALMAGTiGE, vcr boven 't ruim verfchiet.
Den moed en krachten fchonk, aan'τ vorstelijk gebied.
a Gees
-ocr page 4-— 4 —
Geen wonder, dat die moed met hemel klaarheid blinkt,
Door 's kunst'naars fiks-penfeel nadrukkelijk hier te aanfchouwetiy
Daar de Oranje held 't ge^veld aan 't heilzwaard klinkt.
En Elba's vlngt'lingsrot hnnne euv'len doet ontvouwen.
Zie, dezen Wonderzoon, uit den Oranje-itam:
Des Konings eersteling, ter juister tijd geboren, (^a^.
Vóór Dumouriez Qb) van 't erf den zek'ren aftogt nam,
Schoon toen al reeds den val van Neerland was befchoren.
Wie dacht toen dat ook nu, na zóó veel jaars verloop.
Dat we aan Napoleon geweldig cijnsbaar waren.
Doch eind'lijk ook verlost: dat nu 's volks liefde en hoop
Der Batavieren kroost zou bij zijn vanen fcharen.
Om den meineedeling, knarstandende, vol wraak.
Te doen gevoelen de hem opgelegde taak.
Deez' taak, voorzeker reeds bij 's Vorstens bakermat^
Door ééne Cherub's-fchacht, op 't heiiigfte befchreven.
Dat hij, de ontroover zelfs van 's lands en 's vadors fchat,
Het zekerst blijkbewijs van 's hemels zorg zou geven;
Dat god, der Vad'ren god, zou toonen door dat kind,
Zoo ras de gruwelmaat eens zou zijn vol geroeten.
Door den tiran; — ja wat hij ftout nog onderwindt.
Van voor 's helds ilalen vuist, zal worden weg gefmeten.
Zoo iteeg die Vorst te paard, bij 't blikiemende lichte
Bij 't raat'len der metalen, en ijz'ren donderflagen
Des vijands, reeds op moord en roeven afgerigt.
Wiens oogen, vol geweld, fchier alles deén verfagen.
Dus rukt zijn paardevolk, met helwrok overlaan.
Op 't vijfde bataljon der. Land-Militie aan..
jÖns ziet men hier den Prins, aan Bato's legcrfpits,
Slechts'met een handvol volks ney's duizenden hQwQcXMQwl
Dc waarheid , trouw en moed zijn d'cdlen held ten gids.
Hij kent Napoleons list, den vloek-eed zijner knechten:
Links is de worstelilrijd met 's landmagtsbataljon;
Hier is 't bepaalde ptint waarin Euroop' moest vallen;
Zie door een doodftuipstrek, bij 't heldre Hcht der zon,
Uit 't ridderlijk fchakot, nu Elba's lof-gefchallen: Cc)
Hoe 't fansculocten rot, in Neerland vet gemest.
Door Brusfel's voorportaal nieuwlings weer zou herleven.
Maar neen, nooit ziet hij weer zijn' dwang zijn trotsch gevest;
Hier is het hachlijkst punt, waar voor 't geweld moet beven,
't Bevel naar Bosfus bosch, door 's Vorstens Adjudant,
Veriterkt, d'Oranje Vorst, door der Nasfauers hand.
Zie daar 't eélaardig kroost der oude Duitschren iloet.
Aan willem's linie thans onfchroefbaar vast verbonden i
De fiere Prins wenkt hier, met zijn' beplulmden hoed
Beveelt en fnelt vooruit, van 't moordlood ongefchonden,
Geeft 't paard de fporen , rent naar 't heetfleen hachlijkst purit,
Waar kerkhqrs bloemen, en ook lauw'ren zijn te plukken.
Verbeeldingskracht! 't wordt aan uw linkerhand gegund.
Die fchuinfche linie, buiten 't ftuk, te zien voortrukken:
Die linie waar de Graaf van stirum en van heerdt.
Van zijn -vooruit geraakt, zich vonden afgefneden;
Ja had één Nasiauer van Limburgs witte peerd.
Niet mannlijk'omgehaald, dan lag hij wis beneden;' ■
Maar neen, hij werd gekwetst door één' verwoed' lanfier:' ·
De voorgrond toont de wraak van Elba's moniterdier.
De voorgrond en 't verfehlet verfpreiden ftrljd om ftrijd,
De zwaveldamp van 't kruid ftijgt naar den heldren hemel;
Het vloekrot grijnst, knarstand van woede en bitt're fpijt;
Men ziet, door 't vierkant heen, dat fidderend gewemel.
Straks wordt het doel gemist, van V nachtverblijf in V land^
Dat Korfikaam beftel., om Bmsfeh levensmiddelen.
Zoo floeg hij reeds zijn' klaaiiw hier in 's Rijks ingewand.
Des Hoogflen^s raad en wil zijn voor dit land de midd'len.
Voor GOD, voor Koning, 't land wordt hier de ilrijd gevoerd;
Straks zal des konings zoon^sRijksdeitr op V nachtflotfluiten.
De Dwingeland heeft te lang de wereld reeds beroerd;
't Is hier, nadrukkelijk : Napoleon er buit en.
De Hertog wellington rent op den kruisweg aan^
En ftt^L· heeft onze prins aan ο ο ë l s -iVil voldaan»
<sss>
Zie op den kruisweg tusfchen V ßagveld, wel te regij
Den derden en tweeden grond, ook hier, ter regter zijde,
De hulp aanrukken en den reddingsgrond gelegd,
Door 's Prinfen kalm, heldhaftig, en voorbeeld'loos ftrijden.
M'erkent hier 't ware punt van 's Rijks en Volks behoud*
Daar zal nu Brunswijks kroost, Schotten, Hanoveranen ,
Boreel's Huzaren, hier door Neerlands Vorst^ zoo ftout.
Weldra een' ruimer weg, tot meer behoud'nis banen,
Terwijl de groote held, des Konings Wonderzoon,
Reeds fchittrend kennen doet, dat geen historie blaêren
't Beleid bij dag en morgen ooit fpreiden ten toon.
Als hier de dierbre Held de wereld doet ervaren.
Die inet geringe magt, van Ruiterij ontbloot,
Een' toegang, zoo als deez', voor hel en afgrond Üoou
Een
-ocr page 7-Een hel en afgrond, ja, die ftonden voor de deur;
Hier kon hij een' Maarfchalk, de list van neij verfchalken;
En 'c Koningsmoord'ren rot nu (lellen gantsch te leur,
pat alles moet gezegd, om niemand te bezwalken:
Maar om, door waarheidstaai, het wonder te doen zien,
Hoe god, en Vorst^ en Volk, genad'rijk wou verfterken.
Wie kon ο Held! als gij ooit zulk een' hoofdilag biên?
Gij gaat inmiddels voort, een groot heil te bewerken.
Gij ftrijdt ten bloede toe; ilaak ook niet eer uw' kamp.
Voor 't hagch'lijkst oogenblik is aan een zijd' gefchoven.
Zoo dat m' alom, bij bajonet en fulferdamp.
Als met een' donderftem, galmt *t fchoon Oranje boven i
Daar gij 't veld niet verlaat, dan door een zware wond
Die meê de grondflag werd van ""t heilig fchoon verbond^
Wie dankt, naast g ο d , u niet, doorluchte Krooneling! »
Wie geeft d'Almagtigen geen' lof met blijde pfalmen,
Eerbiedigt niet het ftof van eiken fterveling.
Die hier den geest uitblies; — wie vlecht geen gloriepalmen,
Om 't hoofd van ied'ren held, die met u overwon? ("</_)
Dat voorwerp kon gewis het zonlicht niet verdragen.
Neen, aller braven hart erkent In u de bron
Van voorfpoed. Heil den Vorst van 't Godd'lijk welbehagen I
De dank'toon rijst ten top, bij 't heerlijkst fchilderij,
Gevormd voor de eeuwen, door 't penfeel vol wonderkracht'ea.
Zoo ziet het nakroost, hoe ge ons redde' uit flavernij,
Daar mijne ziel fteeds bidt, dat 't Koninklijk gefliehte,
Met u! o ed'le Verst! op 't zegenrijkfte leeft.
En elke vijand Heeds voor uwen heilroera beeft,
^R) Zijp.c Koninklijke Hoogheid v/erd geboren in '"sGmyenhage , den
6 December 179a·
ib) DUMOURiEZ, als Bevelhebber der Franfchen, trok van de WiU
lemftad, cn verliet bet land, den 3 Maart 1793.
De Franfche Sansculottes trokken de Nederlanden binnen, op den iS Janti-
arij 1795 , en verlieten , na achttien jaren in deze landen vet ^ame'st te
zijn, voor de ichimra;n van hun eigen onrustig giweten, als door eenen
Alinïgts-adem weggeblazen, op den, zoo iang verlinidon, Oranjtgalta ,
Gode zij lof! dit Vaderland, op den 18 November 1813; zoo dat Napoleon
Buonaparte , ten gevolge daarvan, mar Elba moest verhuizen , doch zichi
op nieuws veriloutte, o.n Frankrijk., als 't ware, weder te overweldigen;
vandaar dat op clen 16 Junij 1815, onder de Souvereine Regering van
Nesrlands dierbaren Koning , da beginlelen van dezea gcdJChten ilag
voorvielen, en door het kloek beleid, cn den dapperen moed van Noér-
iands jongen Vorst, aan zijn formidabil leger de intogt en doordringing
werd belet, en te eenen male voorgekoinen , hetgeen de redd'ng voor
gansch Europa in de gevolgen te weeg bragc. L,of zij god, de geduch-
te Vorsten en Helden, die daar toe alles, alles hebben bijgedragen, oitï
hem verder naar St. Helena te verbannen.
(c) Het gevecht is hevig j een onzer Landgetiooten, door de pcging vun
eenen Franschman in woede geraakt, werpt hem op den grund, en doorfteekc
liem met de bajonet; een ander heeft met handgeweer gevochten, tegen
eenen Franfchen Ridder, doch heeft zijne overwinning, boven op dezelve
liggende, met den dood betaald; de uit deszelfs ichskot gevallene papieren
leveren de voornemens des Dwlngelands op; een Fransch Kurasfier, ver-
wond van zijn paard gevallen, wordt door een' faer' jongeling met de ba-
jonet gedreigd, welk gevaar hi] minder opmerkt, dan wel door 's Prinfen
paard te worden \ertredcn. Een Nasiauer toont, door de komst met het
vaandel, het aanrukken van deszelfs regement uit het bosch aan, en men
ziet een'Sappeur op den voorgrond, met zigtbaar godsdienstig medelijden,
den zwaar gekwetften en ftervenden Kapitein stevknaar van den grond
opnemen; daarbij ligt deszelfs reddeloos gclchoten kanon, waarmede hij
zoo veel dienst gedaan heeft; ook ziet men een' Flankeur, in woede, op
den vijand aanleggen, oui den dood zijns Kapiteins te wreken; men fchuwt
deszelfs bajonet, als buiten het ihik uitkomende. De Kolonel westen-
berg, diü zich op een gevaarlijk punt bevindt, fchijnt daarvan aanwij-
zing te doen. — Het ruifchende graanveld ichijnt in beweging, fen levert,
ineteene beflijkte troin, het heerlijkst voorwerp van natuur, kunst en waar-
heid op.
Qd) Men vindt op het Kunsttifereel, als het hoofdonderwerp, liet uiiile-
kend fchoon getroffen portret van den Kroonprins te paard; nabij Hüogst-
denzelven den Adjudant ampt, — ziet den Luitenant Generaal ρ κά-
ρο ν che r, fprekende met den Adjudant ducaylar, achter den Kapitein
stevenaap.; ook flaat de Kolonel grunenbosch, voor het rege-
mant jagers, No. 27. en in het eerfte gelid, de Luitenants colson en
van heerdt; de Generaal constant rebecque, heeft aan zijne
regterzijde de Adjudanten van η00ff, en aan zijne linkerzijde croc-
quembourg en wauthier; —de Kolenel westenberg en do
Adjudant Graaf van stirum en van heerüt, zijn onder de vech·
tenJcH zeer kennelijk.