-ocr page 1-

Joh. van Bever vvycks

inleydinge

• TOT Ό Ε

HOLLANDTSCHE

genees-middelen.

ofte

Kort Bericht,

Bai elc\Landt φεηοεφ heeft, tot onderhoudt van het
Leven, ende de Gefontheydt der Inmonders.

__-^A Μ S Τ Ε R D Α

^edruckTin't laer onfes Heeren7K^ji.

-ocr page 2-

INLEYDINGE
Tot de

HOLLANDTSCHE

genees-middelen.

Fol.1

Het eerfteCapittcl.

^^t elck^jTolp^jfj haer eyghen Landtghemegh
k-ft tot noodtdruft.

''t elc^ Landt verfien is met Rrnydcn voor de
^ ^^ckten^ ^ig aldaer voor-vallen:

daerom fo menigerhande Krnjden hier ende
in'tmldt vanfelfs voort-komen.

Γ ö,

daerom oockje H. Schrift ure alleen gswagh
^'^eckt van de Kr tij den, die in 't H, Landt

Vfafen,

de Grieckjche, en Arabifche (jenees-mee-
J^^^s niet anders endoen-,felver oock^deBoe^
^'"yende Beeflen t
hierom die op't.
^'^οφ te loopen.

ξ rj^'^i^fide Beeflen eenighe mten.

hierom die op 't Landt is,in de Stadt niet en

'i aenmercken,

te hee Γ Landen, alwaer de ftralen van de
^"en verK > ende de Lichamen fcbijnen te

^tverfciif ^"'^«n . daer werdt de Lucht alle jaers
pinden j " J'^^koelt door het waeyen van koele
L^'il ov " niet en regent,loopt

< ^aeck^h t""^® 't landt facht, ende vruchtbaer
^^''otn W "^til'ende, beo-oefr het water hem w^e-
Iwc^wwin'tS.Boeck:

Ault ■^""'''"^tenta bonts, non indimamercis,
^ ^ "'^'^'^.infolo tamaefl fiducia%lo.

V ^^ ee&Ï» (gelijck Seneca fchrijft 4-^at. 4.2.)
nf®'' ofte^^ -P" 'len Nijl ftelt,ende na dat hy
Η ® Vet η ^"'gh overloopt, fo is 't Landt fchrael,
niet etrT® behoren deHuyüuyden al-
te ΙΛ ' fy elders dickwils doen) om

^'««^Pen. ClaHdiJn.Epi^.6.

Fcelix qui ThartMprofcindit vomere terrM,
IS^jtmina non jperat tenebris cendentta calumi
NeegraviterfUntespluviali frigore cmros
Invocat, aut arcpim variata luce ruhentenjt
ey£gjptfii fmsnuhe ferax, imbrefque fercnos
SoU tenet,femra poli, non indtga venti,
^atidet aqnis, quof ipfa vehit, Niloq·, redmdat.

Dat het behouw,ende de welvaert derEgyptenaren
is , foudeons bederf wefen , ende derha ven laer
Godt deHemelfche vochtigheydt over ons Landt
ftotten, In't Noorden, daer de Menfchen fchijnen
te fullen van kouw bevriefen, hebben de Inwoön-
ders overvloedt van alderhande Bont,kleederen na
haer kouw. Hier teLande.daer wy naulijcks eenige
βoffchen hebben, ende dienvoighende teghende
Winter niet wel van brandt fouden verfien wefen,
hebben wy de Venen, die ons in overvloedt Turf
voort-brenghen. Een
dingen foo vreemt in andere
Landen, dat Doótor
Platerm, die te Bafel twee Ka-
mers vol alderhande vreemdigbedeti
hadde, daer
Onder mede vertoonde een Turf. Pliizim fchrijft,
dac het Landt ongheluckigh is, dar fijn eygen acrde
ghenoegh overblijft. Hier van is by de gheeftighe
Poëi
C^er Barlteus dit laedtfel gemacclct:

Dieqaibus ia terris peremt tot rnracolonis,
Ipfaque concept0 fomite fl igrat htimm^
Et mox ejfojfi wilantur nuwbm α^ή,

Naiadejqiie natant nmc, ubi Fefla fietit ?

In de Landen, daer gheen Terwe, ofte Rogge en
waft,eten fy in plaets van Broodt, Rijft uyfde
handt; fommighe backen oock Broodt van Cafta-
nyen, ofte eenige voedfame Wortels.
De Sause van Broodt.en meeft alderhande Spijfe

ishetZout,fuonoodigh,datmenachtons rictdien-

ftiger te zijn, als de Son, ende het Zout {ΓοΙ,ξ^ΓαΙ:)

m!ii>rnm her van ίίρη ___r> r»__________

waerom het van den Grieckfchen Poet Homertif,
Goddelijckgenoemt werr. Ende de Heere Chrifius,
Matth. f. I?. fevdt re^hens fijne Difcipulen, ofte
(gelijck Heer
Hugo é Groot, in fij

η Aeninerckingen
op die plaets meent) tegen de geloovige Gemeen-
te, Ghyzijc het Zout der aerden. Want het Zout

A. 2 houdt


-ocr page 3-

4 HO L LA Ν

houdt goer,endereyni^ht alles. Met Zóut placht-
men verbondr te maken, (fiec hier van den noyt-
ghenoegh-geprefen Ridder ¥lünfm,m fijnheyiige
Oeffeninge over den Euangelift
Marais op 't vijfde
Capitrel) daer roe voor heyligh fclfs^oock by de
Roovers ghehouden, So plachtmen hier te Landei
om yet te beveftigen. Zout en Broodt te eten. Die
dit
fo nootwendigh Zout in haerLandt niet en heb-
ben, vinden noch al raec, om haer te behelpen,ende
yet anders inde plaets te gebrnycken. So Ichrijft de

£eleerfte Romeyn Vano, in 't'eerfte Boeck van de
andt-bouwinghe op 'r 7. Cap. dat te fijnen tijde in
Vranckrijck by den Rhijn, verfcheyde Landen wa-
ren, daer noch ghegraven Zout (gelijck eertijdts in
Zeelandt placb teghefchieden) noch het gemeene
Zout uyc het Zee-water gevonden
werde,maer dat
het vokk eenigh hout brande, ende de zoute kolen
befichdr η in ρ aetfe van zout. Dan dit moer (na mijn
oordeel) veiftaen werden,niet dat fy die f^varte ko-
len aten, maer wel het
zour,het welck uyt de aflche
van defilvige met warrri water getrocken was; ge-
lijck alle dingen luttel,ofte veel zout m haer hebben,
het welck, in het Loogh, uyigewaeffemt zijnde, op
de gront fiuckt, ende vergadert werdt. Ende aldus
maken de Apotekers haer zout van Alffen, Cardo-
benediftus, Wijn-ruyt, ende andere Kruyden.

Eertijdts en was niet alleen in Sweden,en Noor-
wegen: maer oock in alle de Landen,aen defe 2yde
■van den Rhijn, foo vele Wijn niet te krijgen,om den
dienft re doen (ghelijck wy lefen in de Verdeelinge
van de Rijcken onder de kinderen van
Charkmagnej
evenwel en vinden wy nergens, dat de Inwoonders
aldaerDorft leden. Want daer den Wijngaert niet
wel waflen en wil, om Wijn te gheven, dnncktmen
wat anders, gelijck Appel-dranck, Peer-dranck, en
Water, in Normandyen ^ Ae],inEngelandt; Bier,
hier te Lande ende elders; ofte eenigh Sap van
vruchten, ghelijck in Indyen, ofte eenighen anders
toeghemaeckten Dranck, gelijck in TuTkyen,daer
de Wijn, door Mahomers wet,verboden is. Diodo-
rus Sicuius,fchrijfi: in 'teerfte Boeck van fijn Griek-
fcheHiftorie, datOfiris eerft den Wijngaert,en den
Wijn ghevonden heeft, ende dat daer het land: den
Wijngaert niet en wilde aennenaen, hy een Dranck
leerde maken van
Gerfle, weynigh minder geurs
hebbende, als de Wijn felve. ]a men foude hem in
noodt met Water wel konnen behelpen, ghelijck in
Vranckrijck, Spaengien, Italien.niet alleen geichiet
by het ghemcea volck, en de Vrouwen, nnaer oock
by vele grooten.
Lumtius heeft dit beveftight in
fijn vierde Boeck; ^

N^mfieCeres firtur f^nges, Liberque Itanork
yutgem laticem mort^libm mflarnjh:
Cnm urnen ha pojet rehns fim vita mmere ·,
'Ut fm^efi <ιΙϊψα5 ttkm nnw vivmgentes.

D Τ S C Η Ε

Hier uyt blijckt nu, datter geen Landt en
de Luyden van ièlfs niet verfien en zijn regens
te, ende Koude, tegens honger, ende dorit. . ,

Als onlangs hier van te fpreken quam over tai
feyde daer op een wijs, ende verftandighHeer, ^
binnen en buyten 's Landts groote Ampten ^
bekleedt heeft,en noch bekleedt,dat wy van
den Koop-handel, niet en fouden konnen Π'·'"
Gout, noch Silver, die in ons Landt niet
bracht en werden. Voorwaeral zijnder weV·^
die geerne fouden feggenmet
de Apoftelen, wy j
hebben Gout, noch Silver: foo fouden wyevenj^p
beyde wel konnen ontberen,gelijcker al van oU
tijden, ende noch huydendaeghs
eenighe volck ^^
fonder defelvighe zijn. De Wet-gever
ghelijck Plurarehus, en Juftinus verhalen, he^LcK
ghebruyck van Gout, ende Silver, als een
van vee quaets, wech-genomen : foo datter "
die van Laccdemotiyen, niet van fuicks gh^^^" ie
mochte werden, ofte het was ftrafbaer
jc
doodt. So fchrijft oock Diodorus,dathet verf^O'
is ge weeft by de Baleares, Solinus by de
cf
ende Athenaeus by de Cordiften. De wijfe 1 jeii
begeerde Gout noch Silver in fijn Republij'''^. ^ ^e
Velt-overften Spanacusin iijn Legher gebr^c
hebben.

Mu/ta filem auro fape fubejje mala. pjei
Datmen wil feggen. Dat de Koopre33nfcp3^j,_iIs
en kan gedreven werden fonder Gout o^"· ^ ^jsei''
een middel, die in plaets van Waer is, ende
Maec, en Gewichte,die na de verfcheydeno^^^deti·
de Waer, vermeerdert, en vermindert kan ^ /^ouo
gelijck Α riftotéles fchrijft, i.Pa/ii. en oockda' ^pCii
ende filver, lichtelijcker
mede-ghedraghe"
werden, als eenighe grove ende groote dm?
—— auri pondera parvi
Bxttperant p. ' ' '

Hier teghen la
PHnius, die hy doet... c ucguui-i - ^ - ι,.Μη'-
OchofhetGoutghebeel ujtde tverele fe'»®^ ^
werden, dat van d'alderbefle veracht voert, eng^^^
tot verderf van de Menfihen: mt geluckiger^-"^ ^^fdef"
doen de Waren tegens ma Ikanderen verniangeUJ ^^^Ιί-
geltjck^ten ttjde van de Troyanen, als uyt Homcr ^^
So meen ick_dat de Ksopmanfchap gevonden » orn
Hyverhatlt datfimmtge
voorHuyden, andere

en Slaven, andere voor Koper, ende Beei.gco'

kochten, ende dat Laertes voor een (riffe ftia S ^j-^hc
en-twinuVh Üflen gaf. Soo fchrijftdeu-^ (5)0
Paufaniasmhaced. dat hetHuys vzi^Foiycior ^^
doodt by de Weduwe verkocht is
^"jirtfl''
DeRechts-geleerde Pauim heeft
tefoghetuyght ^Τ^'^'^ΛΐΛα^

koopen , ende verknopen begonnen heef:, van ν f^J'

lm, ende dateerghecnanderfcheydt en Plagh te^^^de»

fchen de Wm, ende é Prijs j. end^ dat emjo ^^odt.

ftr,


-ocr page 4-

•OeeF- anciers,dat hyvan doen hadde: gelijck^

g^iieun, dat, het lene den eenen te Ιφπ k^tjen
Hebben de Luyden eertijdts
tand 1 is^en, ende wy oock foo plachten te
het u Indianen, waerom en fouden wy

^er!] konnen doen ? Hoe veel duyfenden

^tt ρ onder de Koop-Iuyden verhandelt.fon-
ofte Silver te fien ? Het fel ve is noch da-
ttj^^.'^^.gebruyckelijck,onder onfe Huyfluyden. Ik
ben„ ontkennen,dat om alles te koopen.'t gele
^^4«aetnftis ^ dewijl men juyft niet hebben en kan,
^^ 3"der begeert ^ maer ick fegghe alleen, dat
"beh , ^y noodt oock fonder geit (ouden konnen
Silve ^'■y beter fonder het vreemde

Kaes"^' als fonder inlandts Broot,Boter,en

ah ajj werde de Koninck Midas wel ghewaer,
gout V (volgens fijnen wenfch) wat hy aenrocht in
3e te Λ ; waer door hy van honger meen-

g« Van "i'ckwils beter. Als in 't le-

Voey, "A'exander de Groot yemant in de ftede van
"oorw bracht, foo dede hy dat de Paerden
foo fevH^^t"' proevende.

En tjgj^ % · Waer t9e hebben wy dit van doen ?
tarchii brenger gevangen fetten,gelijck Plu-

V^t ?'"fijn leven verhaelt.
ïiiifi ^ ^^ gene nu geicydt is,kan klaerlijck afgeno-
nocgj, ^^öen^da^ den goeden Godt alle Landen ge-
kloet 'f^^^'^gent heeft met alles, is 't niet tot over-
^annminften,

dat tot onderhout van het leven
fevH alfo, gelijck de Poet Martialis

bellaet in üechts te le-

Eoedg ρ gefontheyt te leven: foo heeft oock de
hevlr ^antit fonder twijffel begenadight
^'«ckten ^ j Kruyden voor de Onheylen , ende
i'ootfae'k'; r ^^^'^n, ibnder dat yemandt ghe-
rf ^°»de wefen, dcfelve elders in verre ge

ft · De treffelijcke fchrijver

' hoe irfvan den grooten Pom-
ft^'Sende 1 ^^eck zijnde, ende van alle fpijfe
ν otn Van " Genees-mee-

als 1 eten. Ende alfoo dat ge-

l· i^^een d-, zijnde.niet te koop en was,

WaSn ? defelvighe genoegh te

f V ote wepU ■ 7 ί -ucullius (een rijck Romeyn van
in ηΓλ ' 'l'e i^lve een Vy ver van Zee-

^^^^^ uvt , ontrentNapels,daer'tZee-

in liep, waer van de överblijffcls
r'^Zee.aL^'ii'' '^aclde doen uythouden,foo dat hy
'^ilde « ■■ , felverin de viiTcherye niet

ftP'c evnl"'''^"' gheliick Varro van hem fchrijft
liet Boecken dcH^K) ^e Ly-

7 overhiel; dat Pomp^ius daer

l'^'^dettelcn antwoordt gaf: Indien Lucullus
Ende Pompeius niet konnen

«at hy daer mede ΰμιεη Genees-i»ee-
fter bedanckt hebbende, t

ebbende, gebruycktcn fpijfe,& ge-
reet ende wel te bekomen was. Op defelfde manie-
re foïjden wy oock wel mogen fegghen : Indien de
gelt-fucht, ofte eer-fucht, om rijcic. ende machtigh
te werden , de reyfen in verre Landen niet en had-
den opghebracht, fouden wy dan van onfequalen,
ende kranckhedcn ongheneesbaer zijn ghebleven?
Voorwaer dewijl den Menfche, door fijn overtre-
dinge van Gods gebodt,de door,ende daer toe ley»
dende Sieckte onderkeurigh geworden zijnde,door
den felven Godt uyt'grondeloofe barmhertigheydc
begenadight: en begaeft is met behulp-middelen:
foo was wel van noode, dat defelve in elck lande
voort-quamen. Wy bevinden dat de Genees-mid-
delen, voor algemeene Sieckten,allefints voort-ge-
bracht werdenjende in de landen,daer eygene ende
byfondere in fwangh gaen, voor defelfde oock by-
fondere Kruyden van felfs groeyen. In de heete
Landen, daer veel Slanghen zijn, waffen de Spe^e-
ryen,of Kruyt,en het Tegen-gift. Weft-lndien zijn
de Pocken en het Pock-hout eygen.Wy fien dat dc
Kruyden voor de Blauw-fchuyt hier te Lande van
felfs in overvloet uyi de Aerde fpruyten, dat fy in
Italien, alwaer de Sieckte onbekentis, niet en
groeyen, en aldaer gheplant zijnde, naeuwlijcksere
willen waflen, en qualijck tot het tweede jaer kon-
nen over-gehouden werden,volgens het getuygenis
van Dr. ]ohan Prevotius, over weynigh jaren noeb
Profeffor tot Padua; daer nochtans Italien alder-
bequaemft geoordeelt werdt vanColumella,om al»
derhande vruchten voort te brengen. Soo fchrijft
oock Bapt. Porta, van Napels, datter vele vremde
Kruyden rot Romen geièt,en gezaeyt waren,maeE
datfe allencxkens (ghelijck hier en elders oock be-
vonden werdt) afnamen, en gantfch vergingen:
oih
datfe, fonder twijffel,voor de Siecken aldaer zijnde»'
ondienftigh fouden hebben geweeft: daer de dien-
ftige van felfs in 't Wilt voort-komen, ende alle jaer
fonder yemants hulpe over-bli ven.

3 Daer-en-boven, dewijl de Nature,den beften
konftenaer (ghelijck Galenus haer noemt) niette
vergeefs en doet, volgens het getuygeniffe van
Ari-
lloteles, en de Waerheyt: foo en ftaet gantfch niec
te ghelooven, dat onfe Duynen, onfe
Dijcken, onfe

Venen,onfeVelden,onfeSlooten,Grachten.enPoe-.

3

G Ε Ν Ε Ε S-M I D DELEN.

len te vergeefs,of tot niemandts gebruyck van fdfs
fouden voort-brengen,fo veel,en verfcheyde Kruy-
den,foo veel lieffelijeke Bloemen, die met haer ver-
wen, ende konftige veranderingh het ooge verma-'
ken,met haren reuck,fmaeck,ende gedaente merc-
kehjcke teyckenen van haer krachten aenwijfen.
Scheppen wy geneuchte in de Hoven,daer alles ge-
d-wonghen waft, hoe aengenamer behoort onsdien
Hofte Vi-efen, in den wekken alles fonder moey te.
van felfs uyc de rauwe (gelijck Columella fpreeckt)
en ongetnoeyde aeide fpruytêVerwonderen wy ons.

©ver

Α J


-ocr page 5-

Over de kracht Gods, die hy in de vremde Kruyden

feftort heeft, laet ons meerder verwonderen, ende
aer over fchuldige danckbaerheyfbewijfen.dac hy
ons niet minder daer in gefegent en heeft, als ande-
re. Want door wat reden foudede,Nature (dat is
Godts werck-tuygh, ghelijck; de wijfePIato haer
noemt) dewelcke altijt het befte doet, en in 't gene
noodigh is, niet en ontbreeckt, ghelijck Ariftoteles
wel feyt,alleen voor het Ooften een goede moeder
zijn.om'tfelfde van alle Genees-,middelen tot over-
vloet te verfien,et)de andere Landen, als een quade
ftieiFmoeder,van't gene haer noodigh
was.ontbloot
te laten, ende door den noot defelvige dwingen,om
fuicx uyt een ander werelt te gaen balen ?

Hier op feydt D·^. Primerofe, Fran<;oys Ghenees-
meefter in Engbelandt: Dat wy wel alledaegh ge-
bruycken
fVijn,Sujclier,Peper,en ander i(r^i>die ons
van andere Landen moeten toekomen. Dat Godt
niet gewilt en heeft, dat elck landt van alles, en al-
tijt foude verfien wefen.op dat de menfchen onder-
linge vriendtfchap met malkanderfouden houden.
Dient tot antwoort: Dat ons voorgeven met en is,
Wijn, Sujicker, en Piper.gantfch uyt het landt te ban-
nen , als in goet gebruyck zijnde j maer alleen, dat
dei^lve ons ibo noodigh niet en zijn, of wy fouden
die wel konnen miflèn.en wat anders,dat ons eygen
landt geeft,in haer plaets befigen, gelijk voor Wijn,
Bier, in de pJaets van Suycker, Honigh, voor Peper;
Water-f eper, &c. Die van Weft-Indien en hebben'
oock niet bevonden,
èz.tPaerIen,Gout,Qn Siher haer
vorderlijck geweeft zijn, om in vrientfchap te ftaen,
met vremde volckeren; maer wel dat die Waren
haer alleen geftreckt hebben, tot haren deerlijcken
ondergangh. Soo dat het Landt, het welck niet en
heeft,daer de vremde op loeren, het geluckigfte is.
Want daer niet te rooven,ofte te halen en va t,wert
wel met vrede gelaten, ende heeft geen gevaer van
vremdelingen te verwachten.

Cantabat vacuus cormi Utrone viator.
Die kruys noch mmt heeft in fijn tas^
Tafl op de flroopers niet een hroi j
Want hy-, vtiem teer-gelt u een niety
Bet ach den roover met een hedt»

De Aerde.feyde ApoUonim (by Philoflr. j. 12.) is
een ghcmeene Moeder voor ons allen, om dat iy
rechcveerdigh is. Nu wy weten dat de rechtveer-
digheyt mede brengt, een yegelijck het fijne te ge-
ven, lo en kan dan niet verftaen werden,dat het on-
fe de Indianen toegevoeght foude wefen. Seer wel
fchrijft
Columella voor aen in 't 8. Capittel van 't
Boeck der Landtbouwinghe:
Indien iPy de nature der
dingen alsmet fiberpe oogen des verflants welinfien, wy
[uilen bevinden , datfeghelyc^ wet van vruchtbaerheyde
^efielt
heeft over de groente, els overde menfchen, ende

il:

.■„: li

andere dieren^ en dat β fi geen andere knden en vo^lsffj**
ejghene gaven verleent en heeft
, dat fy geheel aen ander
éergelijcke fiudegeweygert hebben.
Nu dat fulcks al»®
is, en dat wy niet van doei} en hebben, het gene uy
andere Landen te balen is.fcbijnt felfs uyt't «laecK-
fel, en de fcheydingh van de Landen afgenomen/^
konnen werden.Dat defelvige door fo wijde RiV'C'
ren, foo hooghe Bergen, foo vervaerlijcke Zee,^
malkanderen, gelijck als af-gepaelt zijn, wil iuics
anders feggen,als dat elck genoegh voor fijn
heeft,fonder van nooden te hebben,fulcks met g^
vaer elders van daen te krijgen? De Viifchen fwef"
menin't water,de Vogels vliegen in delncht^f

de Menfche is (als de ghemelte Columellah^P

noemt) een Aerdts dier,ende niet gefaoren,.?i» i»^
kende het verbondt der Naturen, fijn felven te 0
geven op de ghenade van de onftuymige Zee.e^
gelijck een vremde vogel altijt te dwalen in
bekende werelt. De Poet Horatius
klaeght ove· ^
vermetele ftoutigheyt van den genen,die heta e
pp de woefte Zee met een broos fchip heeft derv^ ^
begheven - ende feydt: Dat den wijfen
Aertnjck van de onvermenighfameZee tev^r.g,
afgefneden heeft, als evenwel de godtloofe JC
pen over die plas fpringen.

Jlli robuT} & xs triplex.

Circa pecltu er at, qaifragiler»
Commifit peiago ratem .

Trimus, nee ttmm pracipitem
Decertantem eyiqmlomhm,

Nee trifles Hyadas, nee rabiet»
.^em mortis timaitgradum,

.^t ficcis oculis monfira natant ia,
J^ividkmaretHrgidMm,& ^
Infamesfcepulos, (>Acrocerami<^ ·
l^eqHiquam "Dens ahfcidit

Prtidens Oceano dtjfociabili
Terras: β tarnen impmt ,

Non tangenda rates tranfdmt vit^"·

4 Hoe meenen wy, dat onfer aller
als hy terftont na den Val de fieckten onöe ^^ jg
was,dadelijck een
fchip-timmer-man wer '„^l·
Kruyden (van alle dewelcke hem volkomen ^^^ jg
fe gegeven was) tot fijne gefontheydc ov je-
gaen foecken: oft gelooflijcker te
felvige overvloedigh in, en ontrent oett^^ vo''
vonden heefr.?Wy en lefen ook nergéns,da^
gende Na-faten van onfe eerfte Ouders,uy gjc
legene plaetfen, voor haer leven, Kruyden ^^s,
hebben, met een fchip, dat fo veel van de au ^^^^
gelijk
Αηαώφ certijts feyde.als het vinger jj.

Η ο L L Α ND Τ S C Η Ε


-ocr page 6-

G Ε Ν Ε Ε Si-M

»· Het welck wel uytgebeelt is van den Poè't luve-
fijn 12. Schimp-dichc:

i" ^ ^/entü animam committe^ dolato
^^nfifHslignojdigitisAmorte nntotm
-^mtior^aat feptem,fiftt latijfma tada,
« dat niet het felfde,dat een andet Poet feydt, ne
vaer ^ ^^ ^«•'ven, om niet te fterven, om 't ge-
Zee y®" de Sieckren te ontkomen.in gevaer van de

On weder,en de Roovers te loopen? Daer-
cnisr>;--------------------

Olll

iijn wd h L twijffelen,oft die Voor-vaders
"^«fhoudt-- alles rot on-

Wp"""·· en gciontheytinovervloet hadden. Wy

Gods woon, dat hy (elve om de Heylige
do-n/' = mede hy den Opper-Priefter wilde
^üvte f" ^ »aen
Moyfes niet en belafte,

den f^ ®te reyfen.om welruyckende Kruy-
behoe over wy felve uyt Hollandt niet een voet
den ^efetten) te gaen halenrmaerwas te vre-
gen
 Calmm, en M^rrk,alle Droo-

MoyJi in't Lant van felfs waffen. De gemelte
XVech ' de bitterheydt van het water van
Mara
fant tv ' en het felve drinckbaer te maken,

relt (J^-r ^"Oogiften, of andere na de ander we-
kraJu^ "JK wv nu (TPftoriïn-h «u^rfi.

L als V,, , , wateren van lerkho met ander mid-
teli;^· weick .V. _______

^^lijck is Τ Semeen.ende in elck huys gebruyc-
-^'«.en h ^eten, het Zout? Een ander,iiamelijck
den ic^ ■ " "'er een quaet-aerdige fwerin-
r " V'jïhp TE.iechias met een papgen, alleen

» Om ,' waflende, gemaeckt? De jonge
i·^ hy ani^ ghenefen de blintheyt van fijn Vader,
Ρ '^y «vt-f ® ' als de Gal van een Vilch,

a jSeqiietl^^ ^'^iere trock ? De Samaritaen,
"^^sinde ^egh vindende , goot hy yet

inn' Otye.ende Wijt^dat hy |e-

meer Alle vvelcke ghenefinge,

maïif ?' dewelcke de H^Schrifture
P^i^^'^elc ' wel lichcelijck van fommi-

Sfi'Jck daer ^"^en by de wonder-wercken,
tó Pofteien Τ ^ ^ene die de Heere
Chrtflus,ends
do ^^"nckefn hebbenj 'tenware (hoewel
We^ ^^^ oneho^^" ^^ gemeene eygenfchap
fop "ytdruclelrTj"® boven geholpen is) dat
fi„ «ïaken u kracht, van het bitter water,
bel^^endekra u ^""'^o^Shefchreven werde ^ de
ih., en wa, 1 ^^^ K""!^ een yt·ghelijck niet
d T"de be„!f j die van de
droege Vwen rijp-
i^v ''^Francovrlf" de Gal van feker vifch,

hiy "oenien ; ? Griecks Collyonjm, ofte
Was -«K Ölindtheydt in geluct-Jgh ge-
d f' ^"de
dfv'^'^k Dr. Farefl daer toe mede Icx

^^er Van eenvr u

• , den Ael niet ongelijck, ende

iDDELËN. f

daerom Aél-pujt, oftePuyt-ael^ gefieetefiPO/rf.ende
Wijn, ftreckr mede om een Wonde te verfachten,
te fuyveren, en tegenefen. De wijfe Koningh
man, verftont hem grondelijck op de kracht, ende
de eygenfchap der Kruyd en ende Bootnen van den
Ceder tót den Hyffoop.dan wy enlefen niet,dat hy
eenigh werck maeckt om Genees-middelen {waer
toe hem anders fijn leer-fucht foude kennen ghe-
prickelt hebben) uyt verre Landen te ontbieden:
maer alleen.dat hy
?oi onderhoudt van de Gefont-
heydtraet tot de aidergeroeenfte, te weten, Sober
te le\'en, ende,als deMaegh overladen is,te Braken.

y Om nu noch nader tot de Genees-meefters
felver te komen, noch
Hfppecmei,Galenus,en andere
Griecken, die hare voet-ftappen volghen.noch de

Arabieis, die na de Griecken de Konlte met fo veel
Genees-middelen verrijckt hebben, ende fchrijven
gheen andere voor,als die haer eygen Landt geefti
ende onghemoeyt van felfs opflaet. Ende voor-
waerwat ontbreeCkt ons meerder, als andere? God
heeft ons foo veel Kruyden tot behulp verleent, als
andere Landen - waerom dan defelvige onwaerde-
lijck met den voet getreden, ende de ghene, die ons
foo dienftigh niet en zijn, tot groote moeyten*
koften , ende ghevaer van foo verre ontboden ? In
Vranckrijck is overvloet van alderhande lijf-tocht»
dan men wil evenwel wat vreemts hebben. Onfen
Gefant heeft my onlangs verhaelt by de grootfte,
felfs oock op desKoninghs Tafel, kleyne Schik-
padden in de grootfte achtinghetezijn. Heten is
niet minder waer van de vreemde Kruyden, als van
den vreemde Koft,'tgene de Poet
Lucanuj feydt in-
fijn vierde Boeck:

'a rerum

O predil·

Luxurtes, mnquam parvo content α farat».
Et quifitorum felago, terïa^ue cibomm,
j^mblttofa fames, gloria mnfs.

Difctte i^uam parvo liceat prodticere vitawy
Et quant um Λ' Mura pet at-, non erigit agros
Nobilü ignoto difffifus confuk 'Bacchw·,
Non auro, myrrhaque hémt, fedgnrgitiparo-
Fita redit,fatü efl popiilü fiuvmfqtie, cerefqne^

Wy laten ons hier in neerftigheydt van fotnmighe
Vrouwen te boven gaen, dewekke tot vele gebre-
ken behulp-middelen hebben vanghemeene din-
ghen; ende al ift, datmen met haren raer, om d'een-
voudigheydt, ende de ghene, die hem geven, dick-
wils den fpot drijft, foo en is by daerom niet te on-
dienftiger , endfe veeltijdts al bequamer als die van
verre komt, ende wat grooter on-ilagh heeft. De
oude Poet
Hefiodw fpot daerom wel te recht, met
de ghene, die niet en weten, datter oock groot be-
hulp in ilecht, ende ghemeen Kruydt fteeckt. Sijn

veïuea


-ocr page 7-

verffcn ζ'φι certïjdtsityt hetGriecks door D^ looft
mn Havelingea,
aldus overgefet:

'T dmfen onbedacht: Wantβ niet wel bemercken,
Dat dickivils beter κ dc helft, dan 't heel te willen.
En dat de Maluw flecht, en oock.de AffodiUen
Seer nut :{ijn,eufier goet,en krachtigh in hier wercks»·

Seer wel is gefeydt van Carrichter, dat de gene, die
met enckele kruyden, en worr len ghenefen,alder-

fheluckighft genefen; van wekk gevoeien mede is
en Biilchop
Guevara,in fijn Spaenlche Brieven. Wy
fien oock dateer naeulijcks een Dorpen is, voorna-
melijck als 't wat verre van de Stadt Ieyt,alwaer de
Huyfluyden niet eenige Kruyden, die daer van felfs
gegroeyt zijn,weten te plucken.voor baer eygen.of
haer vees (waer op fy infonderheyt acht flaen) quel-
lingen, en gebreken. Want elck Huysman (gelijck

dien groeten onderfoeckerder Naturen Ρ^γλ^^/ϊ»

wel fchrijft) heeft eeniechten Apoteeck voor fijn
wooningh: en foo feyde voor hem
ΡImius,dzt oock
de armfte, de rechte, ende fekere Genees-middelen
over tafel heeft,ende alle daegb in fijn hofken,ofte
ackerkenmet de voet treet.
Ift dan niet een groote
onachtfaenaheydt van de Ghenees-meefters, dat fy
daer niet eens op en letten, en forgbloofer in haer
Konfte zijn, als de eenvoudighe Vrouwen, ende de
plompe Boeren?lk en geloof niet,dat de oude Hol-
landers {hoe bot fy oock mochten afgheichildert
werden) eer dat fy haer veel met de Zee-vaert be-
moeyden, geen Inlantfche Kruyden voor haerge-
fontheyt en gebruyckten. Want anders fouden fy
flechtergeweeft zijn, als Honden, ende Katten, die
Grrfs, en
Nif, ( gefeydt K^tte-kruyt) t'huys weten te
■vindenjcn voor haer gefonthey t gebruycken.fonder
eens zeyl te maken om andere Kruyden uyt Enge-
Janr,oft elders over te fchepen. De Wijfe-man wijft
de forghloofe Luyaerts na de forghvuldige Mieren,

G^ LiiyaertSy die nu leght en fiaept.
En dan een wijle fit cngaept.
Op, op, engaet eens tot de Mier,

is een kleyn, maer neerfiigh dier,
Ώαί is voorfichtigh, ende ροψ,
'XJatgadert Someh fijne /ρψ,
Op dattet voor de flrenge kou,
^iet door gehreck^ vergaen en fou»

Souden wy mede de Kruyt-foeckers uyt verre lan-
den niet mogp.1 wijfen aen Honden, Katten, en an-
dere dieren,die^^alle wat fy van nooden hebben,hier
te lande vinden, ende haer Genees-middelen felver
weten uyt de naefte plaecfen te ^lucken ? Ofte ful-
len wy moeten ghelooven, da: Godc meerder forge

ι: :L;'ii

ίϊ

gedragen heeft voor de onvemBfte dieren.als vopf
den Menfche, die na fijn even-beeldt gefchapen « f
Datmen hier teghen foude willen werpen, jj
andere Dieren gekleet, ende gewapent ter were'

komen, ende metkenniffevan 'tgheneh^ei^S^^j^
ofte quaet is; den Menfche daer-en-teghen n^^gj
ongewapent, ende onwetende geboren wert:
te antwoorden, dat de Menfche tweederleV * ^^
deel heeft boven de Beeften, waer mede f^ Lj-
verre overtreft: de Reden, waer door hy alles ν
finnen, en leeren kan, en de Handen, waer doo ^^^
kleederen, wapenen, en alles, hem noodigh z'i
kan maken.

de

Voorder, is het wel waerfchijnelijck, dat, ^^^^
Venetianen op Egypten ( alwaer de Indj^e"
ende Arabifche droogen,voor de verde ^^f'pQftf'
Portugael, plachten gebracht te werden) der ^^fg
gyfen, ende ten laetften wy op Indien v^e^? ' geS'
Landen doen zijn gheweeft fonder
eenige ^ (j
middelen, ende dat de Krancken te dier tijt yju
gelegen, als verlaten van alle hulpe ? Wy .jjaei»
vericbeyde Volckeren, by dewelcke in o^^^gijoe"
de maniere plagh te wefen,hareSiecken op ^^ft^y
ken van de itraten te brengen.om van de"J ^el'
jaenden man eenigen raet te
hebben.metde ^^jjc
een te voren andere gheholpen waren. ^ gp ge'
derven dencken,dat lodanigen raet niet Lp ge'
meen dingen en was, en dat iy terltont ko" pvcf'
reet hebben ? Wy lefen oock, dat de je

fcheyde plaetfen, felver langhs de wegb, ^fMtH^'
boilchen, Kercken hadden ter eeren van Hjc'j^ t,y
in dewelcke elck op fchtift bracht den V»"

mede genefen was; waer uyt het voornaej"
de Ghenees-konfte onder de Griecken fi)"^ u be'.
fpronck ghenomen heeft. Het welck
wijft, dat fy fodanige middelen niet uy t ^^
uyt de winckels gehaelt, maer felfs op 't ^^^ godi
in de waranden, ofte aen de wegh
geplockt hebben. Sooismedegelooflijc^'
volck eertijdts hier te Lande, noch goet 5

Zeeus zijnde, en haer fonder Genees-ineei .jj^jt

helpende, felver eenige Inlantfche tniddeie 'ft^^er

in VOrii>e tiiden dp Rompvnpn.pn nOCh he

de Genees-meefters ovcrgekotiien zijn, die " „e'
heemfche Kruyden, volgens hare Boecke", J^^I-
woonte, in 't werck gheftelt hebben, waer α"
lencxkens de oude, ende eenvoudighe ;„f,ren'
genefen door Inlandtfche Kruyden,metlH''^"' na
ghen van vremdeafgenomen,en ten laet»en
geheel wecbgeiiomcn is. .go γ"*·

6 'Τ ware beft dat wy wederom wel keeia ^p
't gene by ons Voor-ouders qualijck ^ruy

dat wy mochten weté in alle ρ actiën wel ® „jicia-
ken de gaven,die God almachrigh aldaer io ^gjjjck

HOLLANDTSCHE


-ocr page 8-

genees-

•i^iick verleent heeft, fonder zelfs, als wy op 't Lant
^'jn. yet gebreck te hebben van 'c gene uy ι de Stadt
halen is; dewijl zelve die van de Stadt vele Kruy-
«en van het Landt moeten krijgen, hoewelde Boe-
'cnzulcks
zo nauw niet wijs gemaeckt en wert. Dit
^ 'eet aetdigh uy tgebeelt by Heer
lacé Cats, in fijn
geeftige Heider-klachte:

Dan, al treft om fieckt' en pijn,
Gantfch het landt is medicijn,
tiet gefonde fchapen-wej)
Vtrfch gedroncken in de tJHey,
Doet den lant-mm groot gerijf,
^ant het jaeght hem Hjtet i^f
Hiïfiir in 'tgeheele jAer^
vergadert hier of daer»
I£erjemant in de fiadt,
^1» een heete koorts gevat,
W vm ander quaelptfielt,
^iracx "ζο loopt men na het velt·,
^f» een mrtelj om een kruyt,
Dat hier aen de wegen fprfi^ti
"^athieraendedijckenvpafi,
daer niemant op en ραβ i
^oyt envferter yet "ζο fl£chtj
den tyipothek^s knecht,

'^thet veltinfladtgebrocht,
9f 't en mrt vpeldier verkocht,
^enigh fprHjtpnujttet ^antt
een hollen delUf-kant,

^ietfii^ck^,effchorrgehaelt,
y^^rt ten dierfien daer betaelf,

' Schiim -----^ '■........

'W/r L j ^^ J^JJ F'
2) en geen maeckt vgijs

OfT'^"'^ ^oren-lant,

/ aen Barbaryfche iirant,
^^'"■^^ndeHlndiaen

komt gedreven aen :
^'^''"'^ktdeJUchtelmdenhefi,
öan O vremtgewefl,

Galen*?,?" grooten Geneefmeefter, en voorgan-
.Vkonn. Ü flechte gevoelen niet geweeft.

^nieJ?? ^^ « Landewaeits by feker Huyfman,
virfarh ^"«bbelen op de gewrichten had,de-
Van Ρ')'' «^^de doorbreken met

een fterk geworden was,in't fap

Μ I D D Ε Ε Ε N. 7

bladeren van Patigh,in wekkers plaets,als die niet by
de handt en zijn , men wel nenien mach Wijngaèrt-
bladeren. Beet, bf Lattouw j oock een wonde op de
Zenuwen geluckelijck genas met een plaefter van
Propolis [dat is, een walachtigheyt, die men vint aen
de gaetjens van de Bye-korven , waet van Varro j.
R.R. i6.)met wat Zuur-deeg vermenght.En 't felf-
de in een ander met het zap van Woifs-melck,die by
had fien waiTen ontrent des huyfmans kot. Als hy
mede op't lant quam l^y een Smir,daer hy Teer vont,
die leyöe hy op diergélijke quetfure met Zuur-deegh
gemenght: gelijk ook by een andere het zelve onder
Erven-meel gedaen. So verhaelt de Keyferlijke Ge-
fant Bufbeke,dat op fijnTurkfche reys de Peft onder
fijn volk quam,die genefen werde met Scordium.een
kruyt dat fy by geval daer aen de weg vonden. Wélc-
ke,en verfcheyden andere genefingê,die Gale. gedaen
heeft met ghemeene en flechte dingen, betoonen ge-
noegh, dat wy na fijn voorfchrift, ons wel lichtelijck
konnen behelpen,met'et gene wy aen ons feilven heb-
ben. Sodat niemant, die de Sieckten, en de Kruyden
wel kent,behoeft
verlegen te wezen,oftehy kan hem
wel behelpen met de Kruyden die in't wilt wairen,en
'tgeneinyedershuysaltijt te vindenis. Dit heeft dc
gemelte Galenus beweeght, een treffelijck boeck te
Ichrijven van degereedegenees-middelen,waer mede
hy ,of den Auteur( want Mer aen wert get wijffeit) η iet
anders en ichijnt voor te hebben, als om ons aen te
wijzen,dat de Aerde in alle plaetfen vol is van genees-
middelen, en dat de boomen, en vruchten (gelijck de
Scythen by dé hiftory-fchrijver luftinus wel feyden)
bequamelijk onderfcheyden waren,volgens den aert
van eicklanc j als mede, dat den grooten hoop,en de
mengeling uyt (b veel verfcheydeónnoodig.en ce ver-
geefs is,te weten, als men tot het gene, met wey nigh
enflecht gedaen kan werden, zo vele.enkoftelijcke
droogen overhoop haelt, dat elcken Dranck, elcke
Conlerfi diefommige voorichrijven, fchijnt een toe-
ruftingh van Thetiakel te wezen,niet alleen tot fcha-
de in de beurs, maer occk in't lichaem.in'c welcke ίγ
dickwils eenen ftrijt regens malkander aenrechten,
Calida pu^bant frigidé ^humentiaficcü.

Het I I. Capittel! "

I KkckevmTlinittsoverdeWtheemfchedroc^

gen.

Ζ Vergelijckingeder^elvigemet de Inlmfchei in

3 Sekerhejt,ofteOprechtighejtf

Verfsighejt·,

s Sftyverhejt, ofte onvervdfcht te yijit,

6 Onkofien, ^^

Cemeenfchap met den aert der Inmonders j

O aer dat het gene van verre komt meefi ge-^
acht k

De


-ocr page 9-

De Rotneynfche Schrijver Plinius, heeft al in
voortijden geklaeghtover de vremde, en ver-
gehaelde Droogen, als over een belacchelijcke fake,
en die meerder ftreckten om de Apotekers rijck, dan
om de Krancken gefont te maken i feggende, Daer
de Nature gereede, licht te vinden, onkoftelijcke uyc
de Aerde van zeifs had voortgebracht,het bedriegen,
en dvi^ars-drijven der Menfchen gevonde hadde de
winckels, in deweicke een yeders Jeven voor geit te
koop ftont. Daer werden (fcL\ijfthy) terftontver-
fcheyde, en onbegrijpelijcke Mengel-moeflen opge-
pronckt. Arabyen,en Indien komen te voorfchijn,en
voor een klcynefweringe moet een heel-middel uyc
de roode zee gehaek werden: daer nochtans zoda-
nige middelen voor ons niet en waffen, zei ver oock
voor haer niet^ want fy en zoudenfe anders niet ver-
koopen. Dan op dit laetfte kan te zeggen vallen, dat
fy alieen verkoopen, 't gene fy over hebben,gelij k wy
alhier het Koren uyt Ooften.en dé Wijn uy t Weiten
krijgen. En wat heteerfte aengaet van de Apotekers,
hoe haer yet minder ftaet, hoe fy meerder konnen
winnen. Want die het in-neemt, en weet met ofhet
aen den dijck gewaffen heeft, ofte dat het van verre
overgekomen is. So datter ongelijck meerder voor-
deel,en winft fteeckt in onze,alsin vremdeKruyden.

2 Om nu noch nader ons bewijs aen te trecken
dewijl, volgens deleere van den wijfgerigen Anftote-
les , als dingen, die regel-rccht tegensnialkanderen
ftrijden, over-een geftelt werden, de waerheydt daer
uy t klaerlijck kan blijcken: zo zuilen wy het merc-
kelijk onderfcheyt, datter valt,tufl'chen de Wtheem-
fche droogen,en de Inlantfcfae kruy den, gelijck recht
by krom,tegens malkander vergelijcken,op dat door
het tegen-een flaen, de voncken der waerheydt ende
waerdighey t uyt dezelvige mochten fpringen.

3 Voor-eerft, zo en jonnen wy ons niet verfekert
houden, dat de Droogen , die van zo verre gebracht
werden.alle dezelvige zijn,die wy vinden in de boec-
ken van de oude Geneefmeefters, aengefien de ver-
fcheydenhey t van haer benamingen, en dat wy hare
ken-teyckenen dickwils zo fober beichreven vinden,
dat daerom de nieuwe Ktuyt-befchrijvers nootfake-
lijck in verfchil, en oneenigheyt vervallen. Hoe vele
Droogen komender in den Theriakel, voor dewelke,
om dat fy onbekent, ofte niet te krijgen en zijn, den
eenen Apóteker dit, den anderen dat neemt, en het
blijft evenwel al ïheriakel, doch in den wekken wy

rj na niet en bevinden de krachten,die hem van
de Oude toegefchreven werden. Wie weet als noch
te zeggen, wat het rechte Amommn is? Wie kan
tegenwoordig het Opobalfamum vettoonen,ofden
oprechten Eenteren, die nochtans van hem zoo veel
doet praten ? Het en is noch niemant bekent wat
Amber-grijsis. Het gele Sandel-hout werteeichre-
YCO dieïdei te zijn in Indien, als in Poitugael hoe

li

noch zo veel jaren . verwachten haren
dien al gevonden zijnde,blijvenfedickwüs , ^eH
in de Apotekers doozen, waer door fy^nl^' r,
verolmen, (gelijckmen veelfiet aen de lange r r^j

wortel China, en al dat wat overtollige vocni'g^g

by hem heeft) en wormftekigh werden,en zo »
verfligheyt oock haer kracht verliefen. rhol^'^"

y Ten derden, laet de Wtheemfcheal
komen, en verfch gebruyckt werden,
wy ^/iLiijP·
ons niet verfekeren,datfe fuy ver en onvervaU^ y t'
Matthioluseen treffelijck Geneefmeefter, en ^^gh
befchrijver getuyght,dat wy
tegenwoordig ^ ^j^pfe
fuyvere, en oprcchte 'Droogen krijgen,di^^^lj^n,
moeten gaen door de handen van Moren, ί sis
en loden , die Godt een dienft meenen ^^
fy de Chriftenen bedriegen.En zulcx i^'

Bedriegers zo veel te met rder, hoe yet kofte'-Q^ljift
DeBezoar-fteen werdt feer volkomen '"fëfyeS^^"

ofte een ander fteenken (zelfs oock uyt de ρ .^ets

een menichc) hem feer na gelijckende

uiciJiciic j ncm leer na geiijCKenuc,g^u'
de Apotekers in de hant gelteken,
waer mede "
fte oock wel bedrogenzijn geweeft. De Mus», V
vermengen fommige hier met fijn rurf-m"'' fcb·
iaftraen met het draeyigh en hayrigpaerde--^jj^les
Al over lange plach den Aloë, ghelijck fvH'

getuyght, vervalfcht te werden met beti^Pj
de pruymkens:het Opium met'et fapV^'^.^'t \ ir.e^
(wat het zelfde was,ftaet noch in twJjn'^Vhuy·-
gomme, en fap van wilde laitouw: ende no^
dendaeghs met reuze!. Onder de Scammof/
fy lap van wolfs-melck met erven-meeJ · rdef
Manna, als h^verpietert, en krachteloos g^^^j (net

is, Scammonye. Waer van de Geneefoiee'^^^hie-

wetende, in plaetzevan daer mededen ^^y^Lo,
lijck ios te maken, een ftercken loop verweer ^ ^yO,
hjck Dr.Foreft klaeght hem zelfs
De Tamarinden werden gelenght met'ie^ce te
of morgh van zuure pruymen: ,ί^der
den, dewijl fy beyde, als niet tegen
dende, wei te famen mogen gaen, w'^Jf'^ntïsntbi^'
pruymen betaelden voor pruymen,
feite deel minder gelden, als de Tamarinde- ·
& So dat ten vierden^ier noch in achting
deOnkoften. De Wtheemfche Droogen, ooi

fy zijn oprecht, verfch, fuyver.onvervalicn" ^^^e

onsbequaem: zo koften fy dickwiis zo veu, ^eo,
gemene man, die de onkoften niet en J^^^opge»

Η O L L Α Ν D Τ S C Η Ε

konnen wy dan het rechte hebben ? So zoudefl «'X

van vele andere het zelfde Konnen bybrengen. ti]^.

tegen zijn de Kruydé van ons Lant buyten alle twip
fe , en 'tgene wy dagelijcx
fien, valt licht te kennen-

4 Ten tweeden, al gingen wy al vaft in de tey^^
nen, en dat de Kruy
den, die wy in gebruyckhebne j
de eygene waren,die
by de Oude befchreven z'J"'^^
hapert het evenwel veekijts aen de verflïgheyi:. vVa

de Droogiften,diezc eerft krijgen,al hielen fy deze'

nrii-h tn .,οί,Ι ;„„„ ---------u.„_ 1_____


-ocr page 10-

GENEES -

gedwongen is te verwachten (gelijk vertelt wert.dat
ciierte van het touw,yeniant het gebruyk vaneen
top uy titelde)meegroote benauwcheyt.ofcedat de
de^c ■ "ioor de Nature.of de Nature door

de W c*·^ overwonnen wert.En zulcx enfchijnt met
^ "-Schrifture niet wel over-een te komen. Want
^«elfde beveelt,Ecc/f^^ji.38.dat een wijs man dege-
""ddelen.die God uyt de aerdegefchapen heeft,
IjQnS^oruycken. Nu dewijl de rijcken alleen de on-
ioo ver-gehaelde droogen, konnen lijden,

hj ^'^ude fchijnen, dat aen de arme verboden was
tij^ ^?"gebodenewijiheyt te plegen,'t welck onge-
Vofjj -"°^wel anders niet dan al te waerachtig be-
geach " het Spreeck-woort, Datter niet minder
is,alsrchameleluyden wijlheyt.Daer wyin
het n^ ' > al üuyt

7 evenwel al voor watgoets dootgaet.

öe i?^*^ ftaet ten vijfden noch te letten,datde vrem-
etiicQ niet meerder met ons lichaem over-een

eiiQ als de vremde manieten met onzen Geeft
had DeSpartaenfcheWet-geverLycurgus,

fenQ^"''Olck verboden niet buyten 'slants te rey-
gë V vremde manieren in't vaderlant te bren-
wT ^^ ^""ftont(fchrijft Plutarchus in fij η leven)
H^ade ^^."O^ten voorfien, dat de Stadt met geen
^^eiïid'^r"'^'^®" zoude vervult werdé.als datter geen
'uydtn met befmettelijke Siektenin dezelve
tiaeu J* "^ponen woontn. Daer de wijfe Wetgever zo
Γ heeft op t Gemoet.daer zijn wy gantfch
f^hc en lichaem,'i welk wy met uy theem-

"HecVr droogen niet laten te befincften, als

het p, gantfch niet over-een komende. Want
dier ^aft. dat de Dieren, Kruyden, Vruchten, en
voedfeluyt-trecken, genietende
gë cti olfif inftorting uyt den Hemel,omvan-
etige"^°elftwerdendevandefelveLucht,befptoeyt
Spijfg zijnde van't zelve Water,daer uyt wy ons

groojg ^"^en.enonsbier brouwen.hier door ook een

^'fen hebben met onze Lichamen,en

i ' ^^ Genees-middelen op ons Lichac
al 'tgenp onsHierIantfche,(felverook meeft m
Ofti fej,^· ons voedfe! geeft) fonder dat fy daer-
Jure te a^^.y®" met haer gantfch wefen tegen onfe na-
t °οι·ΓογΓ u"· heeft dit verftaen een Fran^ois
f
'^anfcL t*^.' ^fl'ennePafMtier, in't 2. boeck van fijn
fuv V. ^'''^"''^aer hy handelt van de Talen,welc-
^e.niet dl y '"et vremde woorden bedorven wer-
^'^^eonarhrr^^'^··^'' i" de tael,maer in ons felven,en in
''^ö"aemheyt,evé-eens(fchrijfthy)gaet'itnet

MIDDELEN. 9

oniè geneefmeefters.die in haer jonkhey t geleert heb-
bende in de fchriften van
Hippocrates,GalenUi,Avicen^
m, en diergelijke,de kruyden gaen halen uyt de Oo-
fterfche landen, verachtende de gene, die voor haer
voeten waffen, na de gematigheyt van de lucht, de-
welke gelijkformig is de gematigheyt van onfe licha-
meii.En in fijn Zg'boek.daer hy in feker brief aen den
Raetiheer
Xournebut met opftel van de Geneeskonfte
handelt, berifpendc het halen van de Droogen uyc
verre l anden. Als wy lefen, feyt hy,de wercken van
Himcrates,dan wei,dat hy 't zelve ge-
daen heeft? Elck lani heeft fijne luchr,aert,en gema-
tigheyt, waer van wy verfcheydelijk ontleenen de ge-
ftaltenis van onfe lichamen en ge^ften. En voorwaer
de Nature foudegrootelijcx een ftiefmoeder, en on-
dankbaer geweeft hebben,indien fy fendende de fiek-
ten in elck lant na de gelegenthey t van de Lucht,niet
met eenen aldaer voortgebracht en
hadde,Kruyden,
Boomen.ende andere Geneefmiddelen. En dit is,
daer den ouden
'Cato over klaegden. Want als hy riep
regens de Geneefmeefters vanKomen.dat was tegen
de gene, die van Grieckenlant ontboden waren, die
haer nieuwe Geneefmiddelen in 't werk itelden,t)ala-
tende de oude,die in Italyen wieifen. Gelijk hy met-
ter daet wel betoonde,want het is daer fo verreaf,dat
hy de geneeskonfte foüde verachten,dat hy in tegen-
deel daer van een boek gemaeckt heeft voor hem en
fijn huyigefin:maer dat was op de wijfe vanfijn
voorouders,getrocken uyt de kruyden,en geneefmid-
delen,die Italyen voortbracht.fonder om die te gaen
bedelen in Grieckenlandr. En bet felve, indien ick fo
derffeggen,is eertijtsonderhouden in Vrankrijk,Cdat
bevinde ick uyc onle
S^ntans, of oude Storyen,rech-
te beelden van 't gene doen ter tijt gebruykelijk was)
dat een liiddergcquetil zijnde .gemeenlijck geheelc
werde door eenlotfrou.en fo kreegby den Italiaen-
fchcn Po'ét
Αηοβο eenKrijghsknecht Medor, leggen-
de onder de doöden.midden op't velt,genefiugc door
defchoone^«^e/>c<t. Ia men zal nochby ons eenige
overblijffels van die outheyt vinden op 't platte lant,
daer men fiet dat het gemeene volk genetft van hate
Koorden, niet door Geneefmiddelen, gdijck wy in
de fteden gebruycken,maer met geftampt kruyt,dat
fy op de pols binden, en daer eenige dagen op laten
leggen, waer van fy geen minder bact en hebben, als
wy van onfe drancken Men feytjdatinen in oude tij-
den in deketk van
Efculapim plag op te hangen 't ge»
nedaer yemanc tnedegenelèn was.endat
Htppocrates
daer uyt een deel van fijn werken gemackt heett.ln-
dien wy het zelve deden,en dat een braef veifameiaet
de moeyte wilde neme om by een te itelle« onze ge-
neefmiddelen, diein Vranckrijck waflèn, en uyt dien
grooten hoop een vetkiefinghe dede door een wijs
oordeel, en vergehjckinge met andere verzochre,ge-
loott dat wy vooitaen niet veel van doen en zouden
hebben op uyc Qoften te gaen bedden de JDroogen,
β 2 met


-ocr page 11-

ÏO Η O L L· Α Ν

met dewike wy tegmwoordigh onze Genees-kon-
fte opftelkn, Dus verre hier van dc hoogh-geleeide
Pafquier, wiens gevoelen bet mijae gants beveftight.
De Grieckfche hiftory-fcbrijver Herodotes fteit
een circkel, eo omloop in den handelen wandel der
Menfchcn,aengewezenin den Spaenfchen Xerxes j
de wijfgerige Ariftotelesinde Groote werelt,de En-

telfche Geneefmeefter Hatvcusin de Kleyne werelt,
at is,ons Lichaem,beyde verhaelt en uytgeleyt voor
in 't Steen-ftuck j zoo voelt oock elck in lijn zeiven
eenen omloop uy t beyde dezelfe werelden. Want de
Aerde door het Water bevochtight^ende door den
vruchtbattn Regen befproey t zijnde, tn daer op de
ftralen van de Son met de Lucht ontfangende, uaet
fonder yenriants toedoen Gras.en ander G oente op,
zulcx ftreckt tot voer van de Beeften , die mer haer
McIck,Bottr,Kaes, en haer eygen Vleyfcb de Men-
fchen voeden.en bet Menfcheu-vleyfch wert weder-
om dickwils (gelijck tegenwoordigh in Duytilandt,
en elders, daer den oorlogb veel volckverilmtj van

de Beeften gegeten: ten niii-fte met het ftof de Aer-
de tenlaetftengemift. De Poët Lucretms heeft dit

geeftigb uyrgebeeltinfijn z.Boeck :

SiCtemfefitvis ex imbribus humida tellus
Vertit fe primum in frmdes, & pahnla Uta
In f ecudes ivertmt pecudes in corpora nofirα
2^aturam, & noflro de corpore fapeferartim
vy4ugefcunt vires, & corpora pennipotemum,

Wt de Redenen, die wy nu wijtlóopigh tegen mal-
kanderen geftelt hebben, meene ick voJkomentlijck
te blij ken,dat oniè Inlantfche kruydcnonfe lichamen
dienftiger, bequamer, en nuttelijcker zijn , als ons
meb aengeboren aett en gematigheyt, gelijck als in
Maeghrchap beftaende: daer de Vremde, en Wt-
heemfche daer van gantfch vervremt zijn, als die
onder eenen anderen Hemel, in andere Lucht, uyt
andere Aerde, en Water haren oorfpronck, en on-
derhout getrocken hebben. Waerom wel te recht in
de vóorgaende eeuwe geichreven is by den ΡΓβηςοϊ-
fchen Kruyt-bcich rijver Ruellius, Datter geen dtel
van de Geneelkonftè onzekerder en was, dan het
weick uyt een ander Landt, als het onze, de Genees-
middelen kreegh j en een ander, ontrent twee hon-
dert jaren ouder, Arnoldusde Villa nova, Geneel^
meefter van Keyzer Frtderick de II. dat by onwe-
ren de, of een bedrieger is, die vremde genees-midde-
len zoeckt.daer by met gemeene kan helpen.Nu.om
met een rouwe gelijckenifle de twijffelinghover de
deugbc van onze Inlantfche kruyden wech te voeren,
genomen datter Droogiften waren, die den droogen
Kaes van Lombardyen ('den wekken wy na de Sradt
Parma, üaer ontrent hy meeft gemaeckr wei t, Par-
mefaeti noemen) uyt Italien.dat in verte noch al vry
wat fcheelt van Indien,dede komen,en van den zeif-
<kn
pack-huyfen vol hadden, uyt dewelcke de Apo-

tl

D Τ S C Η Ε

tekerstweedrie 's jaersontboden-, cndedat
moefen wachten, tot datter yemant (die juytt
den Inlantfchcn walghden> uyt luit een ' f
balen j zoude men zodanigen Kaes we) keuren y
den onfen, die wy weten waer van, en hoe by g
maeckt is, en wy t'allen tijde verfch konnen heD^^,
die daerbenefFens oock lichter te verteren is, ^
gelijck beter voedzel geeft > Ick geloove een y ^
lijck wel kennelijck te wezen, dac onze Ho·'^"
Boter, ongelijck beter is, als die uyt eenige La ^^
zoude mogen overgefonden werden, en waer^ -jj
gelooven w y zulcx oock niet van de Kruyden.o j
defelvige de voomaemfte oorlaek gevé
aende ^^^
van de boter ? Het gene wy, gefont zijnde, οΓ^^ι
dereLanden liet en zouden begeeren, zullen ^ρ
in onze Sieckten, en Kranckheden zo dier

8 Cicero en kan hem niet genoegh va"

hoe dat wy zoo een vremde walgirgb hebP j^jet
onze eygen dingen, i ^fe
Finib. My dunckt jg
van tweederley oorzaken ζ;jη, de
Gewoonte» jjg

Seldenheyt. Van de Gewoonte fpreeckt de ge ^

Cicero aldus in lijn boeck van de Vrientfch»P^^^i^
Outhejt, en Gemonte heeft een groote kracht. N^ jg di
in dat, 'i wekkeen dkr κ ; moer
oock^inde /Keei^
Gjtvoonte, demjl wj op bergen en wtlde fj^f^^^^ici

^tjn, om dat wy ons aldaer Ιαηφ onthouden

zelis in de borgelijcke regeringh, daer yer, -^^r/'

ren meerder gedaen is, voor een νοοτ-fchi" ^e

neer de zake maer tot het voornemen dien^^

gene,die meefter van't fpel is)als quanfuys g^^^j. „jet
wigheyt zijnde, by gebracht wert: gelijck ο
meerder te letten was, watteRomtng''j^attc'
gelijck de vrome Rechtfgeleerde fpreeckt, a) ^g^eö
behoorde re gefchieden.
Laet de Gewoon^
de tweede Nature,gelijckmenieyt,wy
wel eenvafterftock-rejel
houden inde Me
ke handelingen, als deTyrannije (geüj
fpreeckt) van een oude Gewoonte. Le" ^je^i

hoe ouwer, hoe argerj endehoehy, eer

wortels maeckt, lafler dient uytgeroeyt· ^„efiei'^

De Seldenhpvr ( Hm «nHer ooü^e^'· e,

-----------,fey.......

Suic^uid quaritur, optimum vtdetur ·
maer hy voe^ter by,Dan het water is beft rf j" {feftc
en aldeibefte koop, daer het evenwel bet aif' aer
dinge is,griijkdc PoëtPindarus ièyt.Laeto"^ i^e
water.laet ons maer meel fiebben( (èyde de
Lpicurus}
enwycn behoeven Jupiter zelve^^r,
nier te l)e,iijden. De gemeltc P.ato prijft le^e ^
waer by verboden werde,yemant by fij" '^'^'fdkp
ter te gaen halen, voor aleer hy op fij" eygen t
nadlaten graven: zijnfe niet grooter berrfpmë '^eb"
dig,die ii) haer eyge beke fchoon en kiaer «at^
bende,'tfelvelsté ftaen,en met gtooce ? die

derigh water uyt vremde gronden gaen pat -^^^js


-ocr page 12-

G Ε Ν Ε Ε S . Μ·

Godtsgaven, die fyt'huyshebben, en waer van alk
«nclen vetfien zijn,verachten,en die op een ander zijn
®'leen achten ? Maer dit iit.ons en behaeght,noch en
^ met,als dat van verre komt,en met gevaer

gehaeltwert.

• HÏtimk ab oris

•^ttrailm fcarus, mt arata Sjrtis
Si ^uid mufragio dedit , prohatitr,
XPe^'^'^ gelijck wat yremt is.by ons geacht wert, fo
len r*' het onfe by de vremden.Indien de volcke-
houA^^^ ^""t^igne, daer wy van daen balen 'tPockr
x^^f^^^t^rilla.m China
geneefmeefters hebben,hoe
hevt r Μwy , dat fy niet door defelfde vremdig-
en t,en dierte.en houden van onfe Kool

de ku^··^'-^^· ^ Matrofen,die na Ooft-I ndien.op
^ ba y^^G^J'^^'i-enandere vaetten doen,zijn door
^fUVcW van
Leek,om onderwege re ge-

hoqden "' van elck bolleken, dat fy over

hoüdr ' en handen vol nagelen, en dat voick
heyd' Loockkoftelijckèr, als bare koftelijck-
eenig ■ ^J belachten de indyanen, doen fy regens
haef jj , en by ons weynigh-waerdige dingen,
enfpgu^^ waren plachten te vermangelen: maer
Örooö" ^ niei^ w^l betaelt.als wy voorhaer

goede ft fy anders niet en fouden achten, zoo
den Qie ί achten moeten betalen? Wy fou-

by alH"^ reden hebben, om met haer te Ipotten,
ïiier te u ^^ grooten zee quamen overvaren, om
bloe' ^'«nonfe Graswortels, Broenetelen,Paerde-
aldtis h
1 'iiergelijcke. Want het gene wy van haer

Jfteerde^ ' ^^^ b^*^^··) ''Χ ®

niet. Γ) S^^cht, en felfs voor ons nergens na fo goet
iirtj c«»f" hier al mede plaets,
Familiaritas

Oodet (j 1 dat gelijkal te grootegemeenlcnap
allencxkens kleynachtinge broeyt,
^yoocii verachtinge " zo verachten

gelijcx ρ ^ruyden, die by ons gemeen zijn,en da-
"iïtmen " werden. Datmenkent enwilmen nier,
hapiffj "^emt men graeyighaen.

. '*'genio/umui omnes: noflrinojmetfènitet.

ψφ jeder Hoen een vollen huck^
Ρ dat het ete met gemac\·,
η kt i^gg ij^j. yergaeti»
•%iet een en [ulaer blijven flaenl

« volheyt is hm geenfins foef,
^^er tsgeen Infi m overvioet^
yeder
loopt heiden af,^
^ gr^en te foecken het

ri" kruyden.die tot onzen dienft

''«ieWC ^vsaffen zijn, met de voeten, enlar^n
aueiaer onnuttelijck vergaen, ais geen

I D D Ε L Ε Ν. II

meerder kenniffe daer van hebbeade, öaD den Eib~
pifchen haen,van den diamanr,die hy met de pooten
wechfchardelde: ende wy halen onzekere, oubacke,
vervaifctite, ondienftige, met grootekoften, en ge-
vaer uyt vergelegene Landm De Vrouwen, die
fwanger gaen, hebben dickwils een verkeerden Luft»
dat fy haer eygen eren, en goeden kort niet en men-
gen, maer verlangen na yet.dat felfaem.buyten tijts,
of anders niet te krijgen, ja oock hinderlijck is: my
dunckt dat wy aan defelfde fieckte vaft zijn, als ons
de goede middelen j die wy t'huys hebben, tegen»
ftaen ,en alleen gebtuycken willen de gene, die van
fo verre moeten gebracht werden. lek neem beyde
voor eengebreck op,het welckbyfondereGenees-
middelen van doen heeft, doch die niet in 't eylandc
Anticpa en behoeven gehaelt te werden,maer die elk
in fijn eygen lant genoegh kan vinden.Dr.Primero/ejp
hier voor vermeit, wenfcht dat Engelandt (daer hy
woont} gelijck het by fijn felven genoegh heeft tot
nootdruft, en kleederen, oock verfien was van Ge-
neefmiddelen, befluy tevenwei,dat,indien 'r felve met
evenveel voordeel konde gefchieden, de Inlandtfche
altijdt voor de Wtheemlchebehooren genomen te
werden. Nu dat fulcx met meerder voordeel ghe·»
ichiet, meenen wy by ons bewefen te werden.

Het 11 L Capittel;
I Redenen, tegens de Inlamfche krujtden^ als nie»

en onverfocht, vuederlejt,
Ζ Dat defelvtge niet alleen veranderende en ^ynr
maer oockJÏmgerende^
j Dat tot de inwendighe Aiengel-middelen j- met
den Honigh ,de Snjcker vs^el k^n ontbeert ναίτ-
den y

4 En tot de Wtmndige den QlyCfin memplaet"
fe wy de Boter hebben,

J Ί)Μ de vrem'de Krai^den, al mrden fy in onfe
Hoven aengehonden, haer vorige klacht niet eu

Na dat in'tlaetftvoorgaende Capittel, uyt het
tegen een ftellen van delnlantfcbe.en Wtheem»
Iche kruyden, klaerlijck aenghewefen is, hoe veel de:
Onfe in deught de V remde overtreifen,en niet alleen
en behooreo boven d'andere gehGuden,maer felfs al-
leen ghebruyckt te werden : lbo fullen wy nu tegen-
woordigh gaen beantwoorden de tegenworpingens,
die aen het ghene wy beweren en bewijfen , eenige
verhinderinge ichijnen te maken.

i.Voor eerft kan ons tegengeworpen werden,daE
alle nieuwigheyten het verfoecken,gelijek
Hippoara:·^
m felve f^ireeckt, gevaerhjck is, en derhalven lèker-
der te welen,darmen hem houdet by het
oude,ende
fcf V eelhoiideit jaren beproefde.

β j Eeemm


-ocr page 13-

%z

lek en wil hier nu niet op feggen, dat al wat van
oucs gedaen is.daerotn nier voor beter te rekenen en
is, of dat de Outhey t niet en ibude zijn een moeder,
gelijck den Outvader
Armbius daer van fpreeckt, vol
van misilagen: maerik fal alleen vragen de gene.die
op her oudt ghebruyck foo vaft ftaen, indien de
oude Grieckfche, cnde Arabifc|ie geneefineefters,die
wy alleen navolgen.in Holiant geboren waren,en al-
daer geleeftiiadden, liare Droogen in Grieckenlant,
Arabyen, oflndyen zouden gehaelt hebben, of veel
liever,dat by haer niet zouden gebruykt,en befchre-
ven zifn geweeft, die hier waffen, en uyt onfe aerde

van felfs voortkomen ? lek geloof,dat een yegelijck

my dit geerne zal toeftaen. Wel waerom en dom wy
dan zelve niet het gene wy
meenen,dat die treitelij-
ke mannen alhier zouden gedaen hebben,gelijck wy
weten, dat by haer ghedaen is in haer eygen vader-
lant, infonderheydt dewijl ons daer toe niet minder
ftoffe, noch gelegentheytenontbreeckt ?

€ommoda Nature ttuTh tibi tempor e deerunt,
Sifuerts contemus ea, quad poflulat ufui.

My dunkt hier tegens al te hooren een gemeen ge-
roep , Niet tegenftaende 't goet zoude geweeft heb-
ben,dat in 't begin fel de Genees-konftegeftelt ware
op kruyden van ons lant,evenwel,dewijl van de Wt-
heemfcheal over lange de proef genomen is, en hare
krachten door de ervarentheyt van zo veel hondert
jaren beveftight zijn.dathet tegenwoordigh niet al-
leen onnoodig zoude wefen om andere in te voeren,
maer oockgevaerlijck, om met onverfochte Kruy-
den de gefontheyt in de waegh-fchael te ftellen.

Om hier op te antwoorden.en fal ick geen nieuw
verhael maken van het los gebroyck der gebruycke-
lijcke Wtheemfcfae droogen : maet alleen zeggen,
gelijck de Oude, door Reden en Ondervindinge, de
krachten en werckingen der kruyden van haer Landt
hebben leeren kennen,dat even den zeiven weg noch
voor ons open ftaet, gheiijck wy in't naeft-volgende
capictel nader fullen aenwijfen. Behalven noch dat-
ter vele onder de Oude zijn,die veel van de krachten
dergeneefmiddelen fchrijven.om datfezo voor haer
Van andere beichreven zij η, fonder dat fy zelve daer
van de minfte proef genomen hebben. En zo werdt
den eerften misflagh in ghevolgh getrocken, diemen
daneerft gewaer wert, als men tot de ervarentheydt
komt. VanfoeenverhaeltGalenus i.Simp.27. die
dapper ftofte.een wonderbaerlijck genees-middel te
hebben tegens de Qicht ,en dat daerby gevalover
qaam yem^ant die dezelfde in de voeten hadde, maer
niet foo fwaerofhy konde noch gaen: der balven
verzocht zijnde om die groote kracht aen de man te
toonen, en hy daer mede geftreken zijnde,den ganc-

Fvm^óarks res mvi^ femper habet.
Honne placet melius cenu &mfidire rebm !

Quic^uid neveSum furgit, olim non ƒ««· ^^
Daerom mach ick de gene,die al by 't
bruyckelijcke willen gebleven hebben,wel p^f,
den met de verffen van de meergemelte
auier .Aie hv f &\ve{n{{\n f)/^iVi«vrpnasbracht,2' ,,

quier, die hy zelve in fijn flaidoy te pas Drac»"·, -
Iprack voor óe Paraceljifien (die alle nieuwe en
goede ditwen hebben) tegens de ge woonlijck^
nees-meeffiers:

Dicitur ejji tiovus vebü Paracelfus, ob Φ"

Crimen, in obfcurum peüitur exihum. . &
At novui Hipoocrates, novus Chryfippf^'^

^mig j^Jclepiades, tempore quifque fuo-
fiuinova damnatis, veteres damnetü opoït'^'
Aut ίβ4 nihil ejl in mvitate novi.

-------------orenbydeGrieckenW ^

bruyck waren, en evenwel by dezelve ganti^''^^
kent zijn geweeft. Waerom en zouden wy .igeo?
lijck voorichrift hier te Lande niet
mogen
Waer toe en zouden wy niét met danckba« ^li
gebruycken de Kruyden,die Godt tot onsg^D'^j^Ice
hier zoo mildadelijck doet groeyen.en van ^ j,)jc
al een groot deel van outs verzocht is, e""^
daegh gebefight wert ? in't

2.Dan hier op valt wederom tegen,dat
gebruyck hebbeneenige kruyden hier
wy
Alterantia, ofte Veranderende noeme"''^ j,jrre,
die wercken door hare hoedanigheden

koude, vochtigheydt, en drooghte, dat is,»
vochtigheden ofte deelen konnen vervverifei
verkoelen, die te vochtigh
zijn verdrooge"' [,aet
drooge vervochtigen ^ als oock die van w & ^pjn,
Itofte verdunnen of verdicken, openen jjht.i"^
maer dat ons Lant geen kruyden e" "^ygrW^'^'
den buyck weeck te maken, ofte aftf^ck t
ken, die wy Purgantia, ofpurgerende hevod^"
Dit is zoo een ghemeen, ende valt g ^^jgr-
by eenyeghelijck, datmen meent jj,, ζ^σ

iprekelijck te wezen, lek meene „„e t^^^
door de Reden, als door de OndervindiD|
vafte fteunfels van bewijs , volkomentii^^^^jdei-
toonen,dat ons Landr mede
voortbreng
ley Kvuyden,die zoowel, als de kitvsi"

derhande quade vochtigheden door oe

gangh afdrijven. Want alzoo wy dagelijt^ ^ae

den, datter onder onfe Inlandtfche kruyds"' ^^^ts

hollandtsche

fchen nacht van pijn niet en konde flapen,en dat,
te voren nóch gegaen hadde, 's anderendaeghs
lijden en kondedatmen hem droegh. Om verdekt®
>aen
,ten tijde,dat de GriekfchegeneefmeeftersM^
cruyden eerft in't werck ftelden.doen was 't by

fonieu als het tegenwoordigh by ons zoude weie"'
' .....
f* · f - -


-ocr page 14-

G Ε Ν Ε Ε S-M

'"τΐ zijngéweeft.fommige het (lijm

yc net Hooft door Nieffen, ende quijlen, Ibmmige
ophoeften de borft fuy veren,fommige deMaeg
braken ontlatten, fonamige het Gtaved en het
ken^*^ ^f^et!:en,fommige de Maent-ftondenvérwec-
^ njcle Wtheemfche daer in gantfch niet wijckende:
de d en zouden in her zeive Lant niet wairen,die
ip -"^^^.en 'tander Ingewant van hare vuyiigheyt
Vea^r" ^^^ wel gelooflijck.dat de Nature,die een
rechtvaerdelijck geeft, ghelijck Galenus
Van^ ηnoodigh, en dienltigh is, en die ons
Vefp^^^^^^lere Genees-middelen fo volkoinentlijck
ReÜof" "^^ft.haer hant alleen in Purgerende zoude
ïo V ' gedwongen hebben defelvige uyt

onrk:"! Landen met fulcken gevaer, ende kotten te
De Dit zoude voorwaer niet veelfluyten.

Doe^^^'^'g^emelte Galenusbewijtt in fijn noyt ghe-

liebben^f ^eftjde Indyancn ten overe zoude gegeven
t»e Oni) wy gettadig gebreck zouden lijden,

gerend ^^^ Reden vaft itellen.De pur-

Wcrcki^ ®^iddckn zijn, volghens de mate van haer
lïijg, "Se,driederhande,fommige maken den buyck
^efeiv/" ^eynigh weeck, ende 't en zy darmen van
nige^i'·^^^^ inneemt, fullen weynigh wercken, foda-
ί ruy'J" onder de Wtheemfche, en gebruyckelijcke,
l»ierte, 'famarinden,Caffia,Manna,waervoorwy
^'^aerl ® hebben,roode Kool (fiet Cato de R.R.
feti.s · "y toebereyd'inge befchrijfr) bleycke Ro-
Van 5e ^S^®'^eetiSuyring,Patientye,Violen,&c. en

k,

ïye

dewelc-
wer-

de verh, f,"'^ede,foete en fuere Wey, in de^

Bie '^'^"ydenbequamelijckgefoden
een oii gebruyckt werden het Sap

r^ijck RhT ^®®"· Sommige fetten matelijck ai,
i^'^ycken i®^'·^®'·'»" wiens plaetfe wy kennen ge-
Waterpatigh, die oock Rhabarbarum
i^'nderK^^henoeint werdt, als ofhy by detwee
'"^breven over den Arabifchen Mefue ge-

f^'^^as-aic ^"'"^^oi^den rechcê Rhabarbergehou-
' in w-i?® „ 't zaet van lenneitekens,hec affiet-
f ^'-kruvt o" ''-et hout van Alfs-rancke,fap van Bin-
°.™achmen in plaetfe van Sene-blade-
feeel Η het zaet of fap van S alo-

6 jonge icheutjens^ofwortelen van wit-

IDDELEN. 13

te Bryonye, ofte wilde Wijngaerr, Speerwortel, ofte
Water-kalfs-voet, de jonge fcheuten,knoppen,bloe-
men,befyen, bladeren, zadekeris, ofte wortelen van
Hadigh,ende van Vlier, en die geweldigh afdiijft,de
middeltte fchors van de tacxkens,die wel voor Gutta
gamma, Scammonye, Turbitb, en andere fterck ai-
drijvende mach verttrecken; als oock het fap ofte
poeyer van Rhijn-befyen, van Zeewinde, of Zaute-
nelle, Bremzaer,de wortel van Vyerkruyt,ofte fwart
Nieskruyt, het fap vp Muer-peper,het fap, zaedt,
wortelen van Wolfs-rnelck, Duyvels-melck, en veel
meer andere van die flagh, die wy hier na fullen be-
fchrijven. lek weet wel, dat dezelaettteuyterma-
ten fcherp, en fterck zijn,en zo zijn oock de verhael-
de Wtheemfche :dan ghelijck diefcherpigheyt door
vermenginge van wat anders verzacht en verbetert
wert, hetzelve konnen wy oock bequamelijck doen
in onze Inlandtfche, gelijck oock onder wat Boters
mengen,of met ver Vleefchnat, waer in de fcherpig-
heydt blijft tteken. De eertte (gelijck zeker Grieck
van't vetttant zeyde) hebben een fpoor,delaetfte
den room van doen. Nu waer beyde tevinden is, en
hoe dat uy t de verhaelde, en andere Kruyden voor
de winter Syropen, Gonferven.en diergelijcke Men-
gel-middelen konnen bereyt weiden ^ zal ick hier na
wijdtloopigh aenwijzen.

? .Hieriöude wederom een nieuwefwarigheytkon-
nen vallen, dat dewijl de gemelte Syropen, Confer-
ven,&c. nootfakelijken met Suyker moerê gemaekt
werden, en het Suyckerriet by ons niet en waft, wy
jedwongen zij η dezelve van buyten te krijgen. Dan
:iier in en tteekt gantfch geenzwarighey t.De Suyker
wert by de Geneesmiddelen gemenght ^zoo om dat
het door fijn zoeten en aengenamen fmaeck de on-
aengenaemhcy t van dezelve zoude verminderen,ofte
wechnemen, als inzonderheyt om die te bewaren, en
goet te houden, op datze altijt by noot gereet,en by
de hant zoude wezê.Tot beyde inficht is onzen Ho-
nig bequamer als deSuyker,Want wat de fmaek be-
langt,daer en is niet datdé Honig in foetigheyt over^
treft. Wel iswaer datter een weynigfcherpigheyton-
der is,dan die wert betoomt door 't vermengen van't
Water,met het weicke men gewoon is den Honigh^
tot de Geneefmiddelen, opte koken. Want het wa-
ter, als of het was een
geiaeene ftofFe, van al 'c gene,,

daer't mede vermengbt wert, en verwermr niet met
verwermende,noch verkoelt met verkoelende,gelijck

tegensdenltaliaenfchenMoncanus wel a?ngeweiènis

van den Franioifchê Fer«e/i«j.· maer verdoofren ver-
mindert altijdt de kracht van de werme, en Dunma-
kendedroogen,die daer ingekookt werden.Dat den
Honigh oock becjuamelijck bewaert, blijckt genoeg:
aen 1 henakel, Muhtidaet,en andere Mengelmidde-
len, die mer Honigh gemaeckt zi)n,dewelckezo vele
jaren dueren,datter naulijcx eenige rijdt dezelve kan;
doen bederven,als den Ronich maer goer^bequame-


-ocr page 15-

14 Η Ο L L Α Ν

lijck gemenghr.en na de konfl gckoockt is. Want hy
is van dien aert,(èyi Plinius.dathy mede de lichamen
voor de bedervinge bewaert.Waetoin oock het lijck
van
Akxander de Grom n:Kt Honigh isgebalfemt
geweeft.
Smku in Syivius:

Duc ξ^ ad /Emathios manes, ubi beEiger urbis
Conditcv Hyb'lao fetfafus neitare durat.

Daerenboven bfenght den Honigh, de Genees-
middelen,onder dewelcke hy ffermengr wert, her zy
defelve veranderen, of aftreck maken, noch een an-
der voordeel by, zo vordert de kracht van defelvige.
Want door fijn afvegende kracht vermengt met wat
icherpigheydt werdt de afdrijvende kracht vermeer-
dert , en by d'andere helpt hy de verftoptheyt ope-
nen, en de grove en taeye vochtigheden ontdoen, en
verdunnen.So dat de Syropen (in dewelcke de Suy-
ker meeft te pas komt) flaende byiia alleen op die
twee werckingen, veel dienftiger, en bequamer zijn,
van Honigh gemaeckt, als van Suyckcr. Men zoude
mogen feggen,dat den Honigh wel dienftigh is in
fodanige Syropen, die alleen ftrecken om te openen,
cn de vochtigheden te bereyden: maerdat hyaen
d'andere zijde fchadelijck foude wefen in de gene die
verkoelen, en daer toe in brandende Koortlèn, ende
andere heete Sieckten ingegeven werden: daer op
ftaet te antwoorden,dat de Suycker felve(waeruyt
blijckt de misflag van onfe vrouwen,die meenen,dat
fy met Suycker de kracht van de Wijn breken) ook
een hitte en fcherpigheydt by haer heeft, ghelijck de
Chy miften fulcx met haren uy tgetrocken geeft vol-
komentlijck vertoonen, en dertialven onbequaem is
om gemenght te werden onder het gene darmen tot
verkoelinge wil ingeven. Dit is de oorfaeck dat de
Bene,die een onftekinge, of de fprouw in de keel heb-
ben , klagen dat fy felfs van
Sj/roop van Violen fulcken
brant,alsof fy enckel peper lickten,in de keel gewaer
•werden. Derhalven is beter voor de ontftekinge een
verkoelent gorgel-water te befigen,en voor de fprou
veriTe, ofte ongezouteboter te licken, ende voor den
brant te drincken Gerftewater,daer de Verkoelende
zaden mede uytgetrocken zijn,of ft gene de vrou-
ASien in Vranckrijck doen) daer de rootachtige wor-
tels van Suyringh eens lucht in opgekoocktzijn, het
welck liefFelijck in 't gheficht (als rooden wijn niet
qualijck ghelijckende) ende niet onaenghenaem van
fmaeck en is. Ter het felfde ftreckt mede onfe Suere
Wey,die wy ,heet gemaeckt zijnde, met Suytingh,of
Schaeps-Suyringh konnen uy tperflen, en alzo, ofte
oock alleen, laten drincken.

4. En gelijck wy met den Honigh de Suycker wel
konnen deryen.eveneensift gelegen met den Olye.in
wiens plaetie wy hier de Boter in overvloet hebben,
dewelcke geen minder kracht en heeft, als den ülve,
om te verfachten , en te doen rijpen. Kan oock z'eer
Ia ngh bewaert, en fonder zout goet gehouden wer-

.'ι '

ψ

D Τ S C Η Ε

den, wanneer men defelve in 't eetfte met
de Son ftelt, en de wey, daer op komendc,gelta"

af laet loopen: anders bederftfe lichtc.ijck, en g ^

van haer een onlijdelijckenftanck. Maerwelgen,^^^_

oiyf'

den zijnde werdt beq'uamelijck, in^
jedaen in Pappen, Plaefters,Salven*,ende
rieel-middelen.

5". Yemant foude ons noch tegen mogen
dar, alfo vele van de vremde kmyden in onfe ρ
konnen onderhouden werden, datwydiei" J^jjg
bruyck fouden mogen houden, fonder dcBve e^^
reys van buyten te ontbieden. Dan dir «« ^'ρ^σ
lichtelijck te beantwoorden. De wijfgerig^^/^ièu
heeft eertijts feer wel gezeyr,dat verfcheydep'®
op der aerde verfcheyde dinghen voort-/;«; ^yt
Doen in de Scheppingh de Kruyden en Boome"
het aercrijck opfloegen,
Co droegh elck
fes fchrijft) zaet na fijnen aert.
Dezen aert ο
uy t de nature van de aerde, water,en lucht 5 ^„tc
op wat graed het onder Son ,en onder wat g ,
het Lant gelegen is. De wijfe Anaxagat'ü zey ^^ jg
de Aerde was de moeder van de Plantloene".^ gjg-
Son de vader, dat is , den Hemel met de ^fte
inenten, onder welcke de Aerde de icrü)"
ftofFe geeft, die van felfs volgens haren
sert ^^pdt
den voortbrenght. Soo bevincmen dat in ^A^sg^'
Candia,de aerde geroert zijnde,alflir Ufeiigl":
zaeyt en wert,daer uy t Gypres groeyt.
α j-^by^"
het loodfche landt alleen Ballèm voort,^ „{e

Myrrhe,deOoft-lndifcheeylanden Spe^^^^l po^i
Landen mede haer byfondere kruyden.

Virgilius heeft dit mede wel aengewefen.

Diverfa arhoribmfatria, fola India rtigr»"'

Fm ebenum, folü efl tburea virga SabiSi^·

Qmdtihi odorato referam fiidantia %»» ^·}

Balfamaque, C? baccas femper flotent^ ^„det

Van wegen deferi ingeboren aert en K®" jvef'
de vremde kruyden,en boomen de êw^^h

gebracht werdé.omalhier te waiTenrfom"
wel,maer onvolmaeckt,fo datfenoch Woei
vruchten voort en brengen, en gaen dan tc ^^^
uy t, gelijck ick noch onlangs in Aiofe ^HiveP.'"^
be. Nu die al weligh waifen, en wel ^^^[^'AeP
dat fy een geheel ander voedfel weten j^g-
vremdeAerde, en ondereenen anderen η ^ ^pegc-
gen, verliefen de kracht, die haer van d (jyen Z''
fchreven wert.Sy
ichxi]vtn,dePerfikf* 1" „.ombref'
vergifcigh te wefen, dat fy terftont ye®®"! e"
gen: ende by ons, daer fy een lichter agj^^heef
hebben,zijnle een aengename vrucht.ic»" . φ»
hier weynigh kracht,daer men met
tijts te Athtnen de mifdadige dagh te ^oof
in't exempel vanSocrrffw eldersby ons vern
en kan in Egypten niet gegeten werden ο ^^es
tirheyt,daer hy by ons,en elders voor f^aet
een aengename
fpijfeis. DeC-iffW"^ yoorc-


-ocr page 16-

G Ε Ν Ε Β S-M

ΚηΓ fcherp om te eten, daer de

Ënd r ftrccken voor een lieffelijcke Sauce.
Lanl ™et andere. Selver in eick

daer h een byfondcreplaets.

Son f t^'· fijnen aert, eude eyghen voedfel waft.
Oude,dat
Samorye inden Eiifchen
in Α J^^uchtbaer was, op de Bergen onvruchibaer,
maereen Öloem en kreegh, in de
^v u Bloem en konde voort-brengen,

ten, Bekl^" merckelijck, dat Lepel-blade-
kracht andere K,ruyden, veel van haer

pljgj die erghens verplant zijn, van de

van felfsna harenaert opflaen. Virgilm
aengemerckt in't 2. Boeck van
^ "*nat-bouwinge,

qua fi toUunt in luminis aurat,
^ '«te, l^forttaJiir^ntiiiuipfefob Utttura,βώββ,

ijnen ae -------- —.......-

«i^eritiJi' infuygende, foo goet niet enis, wat
gQeydtdaeroock toe-gedaen wert.
e^e feg^ ^^ ^ jpea^a labore,
tamm.

by oo^'iï'gaertwert hier wel onderhouden, fo dat
«lat, ucf f'^P® fmakelijke Druyven voortbrengt,
^'ytleve! konnen evenwel geen goede Wijn

Bheojj "· i^e Meloenen werden metgroote ior-
«Hen g' ^"equceckt, fo dat fy oock tot haer volko-
«leugL'^'^'c komen, dan en hebben nerghens na de
"a hare'^^ gi>ene, daer fy uy t Aerde, en Lucht,
•liet dat k'"Sheboren aert gioeyen. Sien wy oock
«ene Kr een Landt üe ver, endeweeldigher het
ghcleerd ρ ^^et draeght, als het ander. De
j'^idt-bo ^«gilius (ende de Schrijvers van de
S®) heeftT"^^^''^'^'^ voorgemelt,hem volgen-
Van met goede reden, in fijn eerfte

vn ?^®"<it-bouwinge,de Huyfluyden ge-
Η ƒ zaeyen, hier wel op te letten, ieg-
Ver r- '^en beginne elck Landt, als een
^«ekreo.u ' byfonderen aert van de Nature
gnen heeft.

fcindimm aquor,
Qtirar ^ pr^dtfcere morera

i-t ajf* p^trios cultm hahimfque locorum,
^ ferat regio, & ψιά qmqi recajeu

'^enitint fdicm uvs^
Gram,' virefcmit

hdi '"'^'"""'^^'^'descroceas utlmlitsodores,
molles fm thura Sab&h
"^Jbesnudi firrnm, wrofaqae Pomns

ï D D Ε L Ε N. ΐξ

Cafloreat Eltadumpalmoi Epirus eqmrum ?

Continm hos leges, neternaque fcedera certü

Impofmt Νatura. locis, qm tempore primum

Deucdion vacuum lapides jaSlavit tn orbewo

Dit en heeft niet alleen plaets in Boomen, Kruy-
den, ende alles wat de Aerde voort-brenghc: maer
oock in de Beeften, Vogels,Conijnen,en alle andere
Dieren, diemen houdt, hoe goet voedcfel datmera
haer gheeft, foo en ïieeft bet dien aert ende deughc
niet, dat fy felve in 't wildt fouden rapen, ende waer
van fy beter varen. Men fiet oock dat de Luyden,
die uyt een verre Landt verplaetft werden, eerft
fclve, ende daema hare navolghers, door den aert
van 't Landt haren ouden aert allengskens veran-
deren. Soo fchrijftJF^;^^^ in fijn Hiftorye van Sici-
lyen, dat de Siadt van
Ma^ra, daer de Hoenderen
grooter waren, als erghens in Europa, ofte Afriken,
door deoproerighe Spaengiaerts, in het jaer lyi/,
overrompelt, en na 't uytjagen van de Borgers, vijf
jaren bewoont, ende in die tijdt alle de Hoenderen
veïnielt zijnde: als de Inwoonders daerna weder-
quamen, mede-brenghende een deel paren uyt de
naefte fteden, dat hy felve gefien heeft,de Kuykens
van die Hoenders komende , door inftortingh van
den Hemel, allengskens tot de eerfte groote zij»
ghewaffen. Kan de gelegentheydt van de plaets dit
in de Dieren, hoe veel te meerder hebben wy dier-
gelijcke veranderinge te verwachten in de Plantfoe-
nen, die vaft in de aerde
ftaen, ende dat wy fien,hoe
fommighe (gelijck felfs de
Made-lieven) door dick-
wils verplanten, elcke-reys veranderen.

Het I V. CapittcI,

I Hoe de krachten der krujdm te k^en "ζψ up de
%
Smaeck^

K^ttck.

4 Gelijckenijfe van Fervpe,

f l^an Gedaeme met de Deelen des Lichaems·^

6 Ofte met de Gebreken^

Dan jekirfi door de Ervaremhejdto

I

Na dat met goede redenen, gelijck wy meenen,
bewefen is het recht gebruyck der Inlandtfche
Kruyden: fo ftaet nu te verroonen, hoe datmen tor
kenniffe van haer Krachten fal geraken. De krach-
ten moeten in fimpele, ende gheen gemenghde Ge-
nees-middelen onderfocht werden: ende dan oock
geler, gelijck G4/e««ibeyde vermaent,niet wat hoe-
danigheydt fy inhaerfelven hébben, ofte na haren
aerr ende gantfche nature, ghelijck de Natuyrlijcke
w ijfgerige doen, maer na datfe met otis, ende onfe
nature geftdt zijn. Te weten, niet ofte yet in'tge-

C meen


-ocr page 17-

 Η O L L A Ν

meen heet, kout, Vochtigh, ofte droogh is, ofte dat
het eenigh ander Dier kan verwarmen, vericouwen,
vochtigh maken, ofte verdrooghen, maer dat het
foodanighe hoedanigheden het Menfchelijcke Li-
cfvaem mede-deelt.

De Encke!e,ofte ongemengde Genees-middelen
hebben hare kracht na driederley Hoedanigheydt,/
gelijck breeder aengewefenis in heteertte Deel van
den Schat der Ongefontheyt, op 't
6. Capittel. i^a
de eerfte , te weten, het uytlle,ken van teiiigb Ele-
ment , dat boven de andere deoverhandtheeft,is
eenKruyt heet, kout, vochtigh,ofte droogh. Na de
tweede, te weten de ItofFe, is het een dun, ende fijn
vanDeelen, het ander grof, ende taey. De derde
hoedanigheydt en fpruyc niet uyt de gematigheyt,
nochuytde ftofFe, maer uyt de geheele felfftandig-
heydt,ende en is niet anders als een verborgen ey-
genfchap van ha'er gantfche wefen, gelijck daer zijn
dieaf-fetten.ende het vergif wederftaen.ofte dier-
gelijcke kracht hebben: geUjck die van den eerften

lkgh,verwarmen,verkoelen,Scc. van den tweeden,
openen, fluyten, &c. Van dcfe twee konnen wy
door kennelijcke teyckenen komen tot wetenfchap
van haer krachten: maer de derde hoedanigheydt ·
cn is niet als doorervarentheydt te ondervinden.

De Ken-teyckenen werden gheftek in Smaeck,
Reuck, Gelijckenifle van Verwe, en van Gedaente
met de Deden onfes Lichaems,ofte met de Gebre-
ken.

2 Wel te recht berifpt Gjleniu, een bottert, die
voor-gaf, dat,om de Krachten der Kruyden te ken-
nen, de Sinnen gheen plaets en hadden. Want hoe
(feydt hy) weten wy dat het vuur heet, ende het ys
kout is, als uyt het gevoelen ? Ende die ontkennen
wil.'tghene de Sinnen ons merckelijckopenbaren,
die en fal niet vreten waer hy het beginfe van fijn
Bewijs-redenen van daen fal halen. De Poet La-
r/«i«iisvan het fclfde gevoelen in fijn4. Boeck:

/nvenies primü α fenfibus ejfe creatam

Notitiam ver'h Keque fenfus pojfe rejelli:

η 'φ fint veri, ratio quoque falfa fit omtiis.

De Grieckfche Genees-meefters , Htppocrates,
Theophraftus,Galenus,als oock de Kruyt-befchrij-
ver Diofcorides, ende na haer de Arabifche,hebben
aflegaderde kennelijcke teyckenen van de Krach-
ten der Kruyden, ende Droogengetrockenuytden
öma^k. Want alfoo den fdfden voortkomt uyt
baer itoffe,ende gematigheydt,fo kan hy te kennen
gheven wat heet, ofte kout, grof ofte fijn vanDee-
ten
iS. Her^ouderfeheydt van den Smaeck wert ge-
fteJr negenderley, Scherp, Suyr, Vetachtigh, Zout,
Serp, Soet, Bmer,Wrangh,Smets: waer van de
drie
eerlte Ipniyten uyt een dunne ftoffe.de middel-
fte uyt een middcl-matigcde laetfte uyt een grove,
«nsie aerdadinghe»

I I ΠΜφί'·
iJiili

.til I ■ j

'''Üi

D Τ S C Η Ε

Scherpe fmaeck, is in 't gene geproeft zii"'^^'.
de Tong bijt, en met eenen verwarmt, en fomtij
oock als brant^ gelijck Peper, Loock, KeriTe. ^ ^
ftaet in een heete hoedanigheydt, ende een ")
drooge ftoiFe. Derhalven al wat fcherp,
ende υ
tende van fmaeck valt, dat heeft eenen aert na
vuur : den welcken als hy noch niet te iterck^ ^^
( de hoedanigheden der Droogen, werden na
llappe,oftc ftercke werckinge in
vier graden o'i
fcheyden) maer buyten den derden graed ^^^^
Ijjckin HyiToop, Peterfelye,Venckel, heeft krac^^
binnen in 'tLichaem,om door te dringen,de
te openen, en de dicke vochtigheden te verdu""
van buyten opgeleydt om de huyt open te ijg..
de vochtigheden uyt te trecken, en te doei? vfj
gen. Dat noch fcherper,ende heet over dender
graed
IS, en geproeft zijnde, niet alleen eeng^ ^
fcherpigheyt op te tong en laet.maer nocb
dunnen damp in 't Hooft opftijg^ht, 'tfelve
maecktpuyskens, gnelijck
Mofiaert, ofte vef^^^
bladeren, gelijck
Loopigh-krujt,otïc SondaUV>,>·
k^uydt, cndtWmr-haneTi-voet, oitt doet
ende verrotten, ghelijck
B^tte-kruyt, ofte jg fij-

Suffe finaeck^^nckthmtAz meteen
nigheydtdeTonge,doch fondereenigc "^^"'^ïlif
komt voort uyt een dunne, en drooge zC

kers warmte, ofte door bederven vervloge" '^^n
lijck in Azijn,oftedat de koude ongematigP^.Li^ jo
begin de
fijne ftoiFe byghewoont heeft > ^^ jyyfe
Sujiring, en Citroen βρ. Derhalven en is ^^*· |s
niet minder doordringhende, en
ontdoende, ^^^
Scherpe: ja daer toe en is niet krachtighe^' ^i"
A^ijn, inibnderheydt wanneer hy oudt," iijtael'
'ghehaeltis: viiant dan doet hy
felverhet
gelijck hetC/i>-fle«-74/>dcPaerlen,af-ere^ena j^fg
teeren. Dan dit onderfcheydt valt Ijeyd^'

twee Smaken, da*" hec Suyr van buyten opfi^/het
niet en ontdoet, ofte en doet vervliegen, ^^

Scherp, maer in tegendeel te rugge ftoot, e^^^
Sinckingheniteut.ende fulcks veel ftercken gj-
gene kout, en t'famen-treckende is; S"^

nigheydt kan het de kouw dieper in-dring ^g'fUjrh
bevinden wy, dat den Azijn, de Sincking^" .^nde
ftoor, het bloeden uyt den Neus, ende ^l^^p/elfs
Bloet-gangh, ende Loop, fo door fijnen cia·^ r^^jji
alleen, ofte met water inghenomen, T^^^entlij'^^
yeue, ofze Smeerachtighe fmaeckj> en is ger»
gheen fmaeck, maer evenwel onder deie
ghtictkvmThcofhrafiui. Hy en vertoon b ^r
gheen hkte,noch fcherpigheydt op de i ο |
alleen eene lijmerigheydt, ƒ^ïé
beftreken blijft. Soodanige is ■^"/^^ί,Γ^,πε,

Vet., Hemfi-mortel. Hy beftaetin eendunn

luchtachtige ftoffe, dewelcke i" hitte,enK® ^erS
matight is , fonder drooghte ( w^ant louQ
mede, gelijck Scherp, ende Suyr.doo£dxing ^goj-


-ocr page 18-

^jj mt niet van feer ibherpe hitte, maer die evenwel
^^"S^i'ens cn metter tijdt de aerdachtige Deelen,
dr^ inde waterighe vochtigheydt zijn, op-
fiïi ° v"·' verbrandt; foo datmen in de zoute
Suf V '^eerder drooghte, als hitte ghewaer wert.
end'^ ^l'jckc voornamelijck in het
Z^outytn Salpeter,
ftae ^^ Zs^tensUe. Het gene zout is,be-

^'at'' ftofFe, als vermenght hebbeode,

ende aerdachtige Deelen, verdunt,prtc-
Voch ■ opdrooghende de overtollighe

jj, "gheydt, bewaert voor bedervinge, te weten,
ghebruyckt zijnde ·, want anders valt het,
^^ te veel verdrooghen, hinderlijck.
geen" is de Mont lieiFelijck,en aengenaem,

de aftekende hoedanigheydt deelachtigh zijn-
hej^ Wat na de warmte treckende. En gelijck
Vf jJ^®·^"^ Water ons koude Leden met vermaeck
vligp?·'^':. tot dat de koude Deelen daer uyt vcr-
de p] donder aldaer eenige moeyelijcke hitte in
Waft^^*·? brenghen : fo is oock alle foetigheydt
blij„p , maer fonder eenighe fcherpigheydt,

Wht ^'""εη de palen van verfoeten, ende ver-
S«yc/" „^0"danigenfmaeck proeven wy in
Honkh,
and Γ Boom-varen,l^ijgenjoete Appelen, en

geiri^!^® '^tte Vruchten. Defen imaeck heeft groote
Waj^^^fphap met den Vetten, ais beyde matelijck
in > dan verfcheelc in de ftojfe, dewelcke

gro

Wat dunder is , in de Soete een weynigh

^'dde? evenwel niet en treedt buyten de

>heti| Derhalven verfachten de Soete din-

ijck f?^^ "^εη deele, maer minder als de Vette,ge-
(hoewel Ftf/-ne/ii« anders ghevoelt) de
iy in iïjo wei niet en vereffenen. Dan alfo

Ribben ρ ^"'^^g^cmatigheydtde ™aet houden, fo
rijpen ^'^''acht om de pijn te verfoeten, te doen

»iyt in Jii^^'^^ 's onfoet, en tegenilaende, fteeckt
Ve, end '
 Santorye. Komt uyt een gro-

hitte J^j®"=rdachtige ItofFe, dewelcke door groote
ghene k- verdrooghtis. Waerom al het

aert hc j-^^'^^'^^aeckt, eenen heetenende droogen
Veghen "'/"^^een fonderlinghe kracht om at te
tiende ê^i] ®'^® fuyveren,onderwegen almedeQe-
fulcks'uaffchrappende, dat het ontmoet, ende
ftopchevrf °'"erder, hoe ftercker. Opent alle ver-
Vüyij. wederitaet de verrottinge, reynight de
die daor i verdrooght dé waterigheyt

Voor bed ■ y^· korte, kan alles langh

> ïit4«„„rr'"g^'sbewaren,endegoet houden.

, t'famenïreckende op de tonge.

GE Ν Ε Ε S-M I D D Ε L Ε Ν.

deelachtigh van een luchtighe voch-
j^gneydt, waer door het gene vet is, infonderheydt
vale omte verfachten, cnde vochtigh te

{• [^""'f/wiiec^en verhit de Tonghe niet feer, dan
oraptfe door fijn fterck verdrooghen. Want hy en

«7

So feyde Plato,dut d'aerdachtige deelen in vochtig-
heyt gefmokenzijndejt'famen-trecken.en verdroo-
ghen de vochtige, ende gevoelijcke Deelen van de
Tonge. Is tweéderhande. Sommige, gelijck in i^r-
juys, en onrijpe Vruchten,beftaet in een middelmati-
ge ftoffe, tuUèhen waterigh en aerdachtigh, waer in
niet de hitte, maer de koude, de overhandt heeft.
Want alfo d'onrijpe Vruchten metter tijdt rijpende,
van wrang foet werden, fo blijckt dat de foedgheyt
haer aenkomt door de warmte,maer dat den wran-
ghen imaeck onftó'nt uyt koude. Alwatwrangh
fmaeckt, is daerom verkoelende, verdroogende, en
de Sinckingen belettende,en dit is de fmaeck die in,
Latijn
Auflem,ende by ons Seip foude moghen ge-
noemt werden. Andere wrangigheydt, ghelijck in
Gal-mten, en Granaet-fchellen, en is niet deelachtio;h
van merckelijcke vochtigheydt : maer gantfch
droogh, en aerdachtigh, derhalven als koude ende,
t'famen-treckende,houden iy de Sinckingen tegen,
als verdroogende fluy ten fy de Wonden, daer over
een Rove makende, en als aerdachtige verdicken fy
de vochtigheden;
Acerba in 't Latijn geheeten.

Onfinakelijckheydt, ofte Srmmgheyi:,x\oen\en wy dat
gantich gheen fmaeck en heeft, noch eenige merc-
kelijcke hoedanigheydt op de Tonge en vertoont.
Indienmen de fmaeck van fuyver Water vint in yet
dat droogh is, het felve magh gheoordeelt werden
by-nagematigt, doch wat na de koelte,en droogh-
te hellende. Dan alfo beyde niet uy ten fteeckt.foen
kander gheen fmaeck, noch eenige hoedanigheydt
vernomen werden, ghelijck in fommighe Vruchten,
als
Pompoenen, ende Cautvoerden, als oock in Terwe,
Spelee, ende Stijffel.
Welckers ftofFe, alfoo fy recht
klevende is, daerom volt, ende ftopt alle wegen, fo.
binnen, als buyten, verfacht de rouwigheydt, ende
heelt toe, her gene van een gefcheyden was.

Dit is fo veel belangt de fuy vere,en ongemeng-
de fmaken: maer de dinghen, die verfcheyde fma-
ken hebben, zijn oock van verfcheyde krachten. In
AlJJenfToevea wy behalven debitterheydt.die haer
eerit openbaert, eenige t'famen-treckinge,waerom
hy oock boven de fuy ver-makende, een t'famen-
treckende, ofte verfterckende kracht heeft.

3 Het tweede Ken-teycken van de Krachten der
Droogen wert getrocken uy t den Galenus

is hiergantfch tegen in't 2.Boek van d'Ongemeng-
de, ofc Enckele Genees-middelen op 't 5 .(Jap. feg-
gende 't felve eenen grooten misilagh te wefen,ende
dat niet al wat heet is.juyft wel ruyckt,ofte
dat wel
ruyckt,juyft heet is.Dan hy ichijnt tegen fijn felven
te zijn,als hy in 't lo.Boek
fchrijft.uyt denreuk van
oude Kaes ('twelck een yegelïjk licht is) geoordeelt
te hebben, dat hy fcherp, en fterck was, en daerom
hem dede leggen op een Gichtigh Been, gelijck hier
voor verhaelt is;en infonderheyt alshy in 'i iS.Cap.
vaii fijn 4. Boéck ghetuyeht, fommige Kiuyden te

C'a ' ■ ■ wefenj


-ocr page 19-

iS Η Ο L L Α Ν

wefen, die ons terftont met haren reuck tegen zijn,
en eengeheelenftrijdt tegens den Menïchebcteyc-
kenen, geüjck hetSap van Scheerlinck, Mane-bol-
len, en Bilfen-kruyt. Aldaer verhaelt hy oock een
Kruyt gefien te hebben, ontrent Egypten gewaifen
zijnde,van fo ftercke en onaengenan^e reuck,dat hy
het niet en derft proeven,maer oordeelde het felve
doodelijck te wefen. Wel is waer.dat den Reuck fo
vaft niet en gaer, als de Smaeck.alfo de Smaeck ge-
fchiet door het raken van de Tjonge, fonder datter
yet tiiflchen beydc is: maer in den Reuck fchiet de
Lucht tufichen beyde, die dickwils verandert (fon-
der dat wy 't ghewaer werden) van wat anders, als
het gene wy ruycken. Daer-beneffensis het wefen
der Drooghen ongelijck, ende uyt veel verfcheyde
Deelen beftaende, ghelijck wy terftont met eenighe
Bloemen fullen aenwijfen,ende derhalven door een-
derhande reuck geenken-teycken en konnen geven
van haer krachten. Dingen die niet en ruycken, en
vertoonen ons geen merckelijke hoedanigheytj'czy
heete, oft koude, gelijck onfmakelijckeeen koude:
maer alleen een grove felfftandigheydt. De meette
Kruyden hebben eenen byfonderen fmaeck, maer
Weynige reuk. Die geen fmaeken hebben.zijn oock
fonder reuck,als mede de wrange,zoiue,en bittere.
Want alfo haer Wefen, grof, en aerdachtigh is,fo en
kan het niet uytwaeifemen,om daer door reuck uyt
te gheven. Nu datter veel bittere dinghen zijn, die
ïuycken, fuicks en komt niet door de bitterheydt,
inaer datter een andere fmaeck by vermengt is,de-
welcke uyt dunder ftoife beftaer,gelijckmen bevint
jn Citroen~fchelien,cndiergelijcke.Doch al ift dat
G4/eMt«denReucknietenfcbi)nttoe te fchrijvcn,om
de gematigheyt van de Droogen daer door te ken-
nen : fo hebben evenwel veel van de Oude gelooft,
ghelijck oock van de Jonge beveftighc wert, dat, al
't gene wel oft lieffelijck.en fwaer oft ftetck ruyckt,
heet ende droogh was. Waer van de reden klaer
is.
Want den Reuck wert in een Kruyt.ofte yet anders
ghebracht, door koken, op dat het fijn van Deelen
Kiude werden, om aïfooin ruyckende Dampen te
konnen uytwaefiemen. Waerom heete, en drooge
Landen veel wel-ruyckende Kruyden geven ; hoe-
wel oock foodanige, doch weynige, by ons.ièlverin
deflooten groeyen. Maer alfmen alJe Ruyckende
Kruyden heet en droogh ftelt, wat falmen dan feg-
gen van Rofen, Violen, en diergelijcke, dewekkc,al
ghevenfe van haer een lieffelijcken reuck, evenwel
voor kout gehouden werden ? Tot antwoort dient,
dat in die Bloemen verfcheyde Deelen ziin,eenighe
warme^η veel meerderkoude,waer na hare gema-
tigheydtgerekent wert: maer de warme ge ven een

dampigheydt op, van wegen hare fijnigheydt.de-
welcke leydt m t uyttertte van de blidlren, dat Ts,
Baeft aen de Jucht. inlcks blijckt volkomentlijck
Mer
uy r, dat foodanige Bloemen, geftooten zijpde.

ΜΓ

D Τ S C Η Ε

gantfchgeenen reuck van haer en geven. Wantjff
hetftooten werden veel grove, ende
koude DeeJe
vermenghtmet de warme, ende fijne,die a^nniee
vervlieghen. Ende datdefelvige gantfch weynigB
zijn, is ghenoegh te mercken aen den
lieftelijc» »
maer onftercken reuck van foodanige
de meefte wel-ruyckende Drooghen hebben na
warme, en drooge Deelen, ofte alleen van i""".? j
als de ghene die niet en ruycken,dan geftooten
de, (want fy zijn van buyten
bekleedt met
aerdachtigh.grof, ende kout wefen, waer g,
uytwaeflemen van den reuck,uyt d
'inwendige ^
len belet en ingehouden wen) oft in eenigb by' .
der Deel, ofte door haer gantfche felfltandigbey^p^
ghelijck de gene die foo wel geheel, als
goeden reuck uyt-geven. De NapoUtaenfch^-^^fl
Pcrw,fchrijft
2.Phjtogn. 40. dat Kruyden van ee ^^^
reuck, mede van eender kracht
zijn, en dat ly " ^^^
omopenbaerlieghen, die ontkennen, dat uyt j
reuck de krachten voort-komen. Hy verhaelt .
toe verfcheyde exempelen, waer van wy gfl
ge, die by ons bekent zijn, fullen ftellen. IcO
Confilte de Gr^/n {daerom Citrago genoemt) ^
na de Citroenen, verftercken het Herte.verq»'
de Gecften,en wederftaen het Vergif. So doet ^^^
Ocymum citratum, vel Caryophjllattitn, Bafih^^'^li
den reuck van Citroenen,ofte Nagelen. De ƒ
van
Caryofhyüata (datmen Nagel-kruyt foude ,
gen noemen) volgen in reuck,en kracht de N^g jjjj*
Lavender-bloemen de Nardusj Scordiutn^" ^e
ria, ofte Loock fonder Loock,hetLoockjKer ^yi
Moftaert;Velt-cypres de Pijn-boom;S. fjip
den Hers; Muer gheftootcn de Concom»"^'^''

de Poley, &c,

4 By defetwee Ken-teyckenen van d'Oade, ^^^
gen eenige jonge Genees-meefters een '^«'■",ν,πσ'
wekk fy wel voor 't voornaemfte rekenen; gj^ jy

men van d'uytterlijcke gelijckeniife: waer oie^^p
met alleen aen en wijfen van dc
kennelijke Kfa^
in hoedanichey t en ftoffe.maer oock van de
gen eygenfchap. Hier komt voor-eerft in af^^^^a-
kinge de
Veme. De Grieckfche Galenui.en de"
bifchen
Avenoes, en houden niet van de
die uyt de Verwe genomen werden,om dat ƒƒ ^^jg
wen beftaen in het buytenfte van 't gev^^^'^ge"

dickwils gefchiet, dat de hoedanigheydt va" ·

verwdedeel, heel verfcheyden vak vanhoe^J-j,
hey t dieder isin'tgeheele,en dat buyten Vr^ick»
En dat derhalven de Wittigheyt in Snee, ^ „gle-
in Canfer,en Zout gefien
wert: dat het ander^^^^.
gen is met den Smaeck, die
d'inwcndige , y^u
heden vertoonr. Maer defe (volgens't fa-

den gemeken Pmaj. P^/.?.>en overwep" ^^^g
ke niet in de rechte fchale. Want wat heett ^^
gemeens met de Kalkjiet Zout met «^^^"^^aef '
wijl wy niet en fpreken, feydt
by, van alle W«>


-ocr page 20-

~ G Ε Ν Η Ε S-M

oSi^v^^^i 'dat juyft niet boven op, maer
het wr-" men komen kan door

ftiet hlll^" vingers, gelijck tot den fmaeck,
binnen» «loof buytentte.met het

Wv· g^PiOeft werdt. De bloemen van S. lans
na de„ geel. de bladeren bleyck groen, wat

'^Teven · " treckende, ende gheftanmt, ofte ge-
'>iet on u''"?-^even een verwe, het fWart bloedt
Sinaerir® . * veranderinghe oock in de

•fotnt ρ Pjaets heeft, die met de Verwe over-een
'"«Iers p" r*^® hoedanighedenaenwijfen,

^etelr over-een-ftemminghe van de

Quytenmoet vatt gaen, op malkander niet

KruvX*^ %veren,veranderen,ende af^drijven de
'n eeUi^u Vochtigheden onfes Licfaaems,dacr fy
lle'j^^f verwe mede ftaen. '

sfr^ gefuyvert, ende kracht gegeven
roode Bloemkens van Βσηα-
kuyt ^^^^^»gh,Duyve-ksrvel,Guygé-heyl,lQoot!igni.
den Bi van Mee-lqappe. 600 Helpen oock

ktppe ai^'^'^-^oop defelfde roede wortels van Mee-
^atijih
j® van Tgrmentille, van Herts-tonge,vaa
We ' Hofen,root Sandal-hout, Drakn-bhedt,

bereyj ^ hebben gemeenicfaap om defelfde te
' ferten,
Citroen-Jap, Sajfiaen,groo-

^"^ler, ^fnt»rye,Ve!t'Cj/pres,Stinchgndegouiv,I^a·

^eoiii^ de fwarte Gal is in Gappers, Varen,

^an '^^'"^fwarte Wijngaert,Sene-bladeren,dc wortel
'^-drij^^ "'""^'■«J'' ·· die defelve bereyden, eenighe

®en ^"tita.oht Slijm komen in verwe over-
jfoi-tei; γ · ^aet van
mlde Sajfraen, witte hHes-
''ive akia · die defelve uy t den

^^telen α ^^"'Relijck de witte Bloemen van dedoove
,· Dan^"^'«en.vloetftelpen.
'^•^enifT^®, dat dit van wegen de ge-
'j^loop^K Verwen in ontelbare Kruyden feer
r^" Porta-f "Sewefen wenin't gemelte ?.Boeck
'enus w r wel waergenomeii, 't gene

wj/ioi ye/tMnt (feyt hy i. Simpl.

dingen^ eenigh bewijs
wee» „ ' ^ hebbK ij.1. . «,Λί» iV./. U^yn

w^'fialvei weghen ombedroge,>. .tr

^eerder d^!,"-?]''^'· aHeenniet veel op te ftaen, te
V na hae/I ^ Kruyden,gelijck Poita felve be-
kornis haren ouderdom,iri

rl^'^^ achtinge, deüyter-

P^^lenonfeA Kruyden hibben met de

Κ van wv ^ ■ u ' des felfs Ghebieken :
^'•^ent aijnfSh · by ons waffen, ofte beft

' ' ® lulien by-brenghen, beginnende

I D D Ε £ Ε H.

van de ghene die een Ken-teeclcen draghen van de
Deelen.

Oekernoten hebben de gantfche teyckeningh van
het
Ηοοβ i den Bolfter vao het Panne-^lies,ende is
derhalven het zout van den felren feer bequaena
voor het ghequeUte Panne-vlies^ de fchelpen heb-
benfe van del ?an, en geftooten zijnde, werden be»
quaem ghehoudcn tot des felfs quetfuren j de twee
binnehite Vliefen, die om de keerne zijn, gelijcken
feer na de twee, die de Herflenen bekIeeden
,geliiGk
oock de Keerne de Herflenen, die hy verfterckt»

f;eftooten, ende tnet Brandewijn befproeyt, op hes
ooft geleyt.

De Knop van Pemye,etT de bloem noch onfloten
is, vertoont een ghelijckenifle van faet Hooft, mee
lijn naden, ende de aderkens die om de Herflène»
gaen, ende is dien-volghende nut voor alle fijn ge-^
breken. De Bloemen, die daerna uyt-komen,ope~
nen het buytenfte velleken't beckeneel niet qua-
lijck gelijckende, als oock het zaet.'t welck daerna
als een blixem uyt fijn hauwen berft, verdrijft de
Vallende-fieckte.

De Flompen ghelijckenen mede het Hooft, wiens
heete fieckten ly oock helpen.

S!aep-bol,o(Man-kop,hetiÏ fijnen naem na de ge-
daente van 't Hooft.en zijn bequaem voor Hoofi='
pijn, ende in verfcbeyde Sieckten,om lïet Hooft in
rufte te brengen.

De teyckeningh van het Hooft, en van het Hayr is
in de Spongiekens, ofte dat hayrigh faeht gewas, het
welck in'c midden van de doornen aen wilden
Rofelaer fomtijts walt, verweckt mede den Slaep,
daerom
Schlaf, en Duytfchlant genoemr,en

d'aflcfae met honigh vermenght, belet het uy tval-
len des Hayrs,ghelijck Plinius getuyght i y.
Nat. 2.
Waertoc,om deièlvige reden,mede doen de
mlli?e
hayrkgns
vaia Lifih-donfin, van S^et-veders , en
diflel,Ae: WaKgheytAK aen de gceeMgroeyt.de^Boorw'·
mofch, Venm-L·yr, ofte ('c welck wy in de plaets ge-
bruycken)
Steen-ruyte, en alle d'andere gnenaemde
Hayr-kruyden.

De Bloemen van Oogen-troofl,Havighs-kruyt, (foö
genoemt, om dat de Havicken.of Vakken het feivé
tegens haer doncker geficht gebruycken)
Ganferick,
of Stlver-kruyt, Gouts-bloemen,Aneimne,Moeder-k^uyn
Stene-kruyt,
hebben eenighe ghelijckêniffe me: den
Oogh-appel, ende is derhalven haerfap in de Oogen
ghedruypt zijnde, feer bequaem voorde Duyiter*-
heyt, en andere gebreken der Oogen.

Mam-oaren,hebben na de gelijckeniflèvande bla-
deren haren naem. De
Conferve vzn haer bloemen is
goet om't gehoor,en de geheugeniife te verfterken.

DegommedieuytdeStruyekenvanVliervloeyr,,
Vlier-oor, of Ivdas-oor genoemt (om datmeri meent
ludas aen een Vlier-boom verhangen te zijn, 'twelk
feer anders verftaen weri van den hoogh-geleerden

G j Heere


-ocr page 21-

20 Η O LL Α

Heere Hcinfius in iTjn H. OefFeniiigen op 't N. Te«

ftament) is bequaem tot alle gef^ellen van 't Oor.

Muyfin'oor doodet de Oor-wormen.

De bladeren van Verckfns-broodt hebben groote
gelijckeniiTe met de Ooren,ende de wortels helpen
tot het Tuyten, en de Doofheyc.

Slecken mee langhe oorkens werden gekoockt in
water met zout j.dan gefchuymt, ende
gedrooght,
daerna gheweeckt in Ólye van Amber,en over-ge-
haelt. Den Olye, die daer uy|,druypt, is feer goet
voor de Doofheyt.

Brtiyn-he^igh vertoont met fijn rouw langh-wer'·
pigh bladt de ghedaente van denNm, en doet met
fijn fap den verloren reuck weder komen.

Muer-peper heeftde teyckening νΛη\Ίαηί·νΙςφύ,
cn wert over-fulcx bequamelijck gebruyckt,als het

ièlve doorde Blauwfchuytbedorven werr.

Het zaer-huysken van BUferi-kïuyt ghelijckteen
i^w.ende ftilc
den uytgheperften Olp.ofte het af-
fietfel in azijn gedaen, ende daer mede gelpoeIt,de
Tant-pijn; fo (Toen oock de
Paerde-bloemen^m'c La-
tijn
Dentes leonis, ofte Leeuwen-tanden geheeten, als
mede
Dentaria, ofte Tant-viole.

Varen, wortels, die als Tanden over een leggen,ftil-
len de pijn
van de Tanden, maken defelve vaft, en
zijn nut in de Blauwfchuyt. Het felve doen tc keer-
ncn van Gr.tnaet-afpelen.

Pingels hebben groote gelijckeniflè met de VooT'
fandea,wekkers bladeren in azijn gefoden deTant-
pijn verfachten.

HertS'tonge, oiBiflorta, Honts-tonge,of Cynoghffum,
ghelijckenen met haer langhwerpighe bladeren een
"Tongettn zijn feer bequaem totgorgel-water, om
de gefwollen, en ontfteken Tonge, Amandelen, en
andere deelen
van den Mont te helpen.

Hals-kfuyt, wekken naem het oock voert in het
Griecx en Latijn,om de gelijckeniffe die fijn klocks-
wijfe bloem { daerom mede
Campanula ghenocmt)
heeft met de
Keel, bi-enght van wegen die gelijcke-
niffe groot behulp, fchrijft
Lobel, fo wel inwendigh,
als uytvvendigh aen de Keel, gefwollen, op-gewre-
ven, ofte vervelt zijnde,alsmen daer van een gorgel-
water, pap,ofte ftovingh maeckt. Het welck oock
ftreckt voor de gefwo Ien,en onfteken Amandelen,
als mede voor dén Huygh , waer van het
Vvularia
geheeten is na VvuL·,άa.t is, het lelleken, 't welck in
den Huygh te langh hanght.
Winter-green {dat
foo wel als des fómers groen is) heeft dc
felfdegelijckenis. en kracht.

Longen-kruyt, ofOnfer-vrouwen-tnelckcku^,Steen-
longen-kruyt,Wael-wmd,7:\\n
wonderlijck goet,vol-
frens de gelijckeniffe van haer bladeren,voor de ge-
breken van de Longen, felver oock de Teringe; als
mede zijn de Spongiachtrge, die overvloet hebben
van luchtige wermre (gehjck de Lonsren) en rouw
zijn, als
Bem-mfib, de foorten van WoUe-hiuyt, die

NDTS CHE

om datfc vol Lucht zijn, de Longen, Slagh-aderen.
en de Herffenen felve toeghe-eygent werden,enac
derhalven veel bequamer vallen voor dc Tering '
om de Borft te fuyveren,en de Sinckingen te beie ^
ten,als de Sy rdpen,die daer voor int
gebruyck ζ) ■

Cttr9enen,Oraniien,Queen.,Granaet-appelen,Conpi

de Grep, hebben alle groote ghelijckeniife met η
Herte, en dienvolgende fonderlinge kracht om "
felve, felver oock door haren reuck, tc verftercRe^^

EdelLever-kruyt heeft bladeren als een groot κ
verblat, uytbeeldende daer mede de
Lever,
fwackigheyt uyt hitte fy te bate komen. ^^ „Vm
mede ftreckt het Steen-lever-kruyt. De
oock om defelfde gelijckeniffe de Lever dicom^^e^
Herts-tonge,ofte Phyllitis,zh oock Steen-vff'^i
Milt kruytyom de gelijckeniffe die fy hebben m'
lange bladeren met de
Milt, ontdoen, ende oP®
'haer verftoppinge.

Geneer, de wortel vznAngelica, ^j^yr^cf
nebben de teyckenen van een Koude Λΐ<ίζ?" ^
warmen.

Het draeyen van de Darmen volgen Uopp^' ii^n"
wekkers afiietfel ionderling^
ftighisvoorhetCo/y'ei:. . ^^^gls

. Daer én is niet dat de Nieren beter gelij'^"'^ tjite
de
TurckJche-boontjens.iiÏeditVide om haer kf^
vermeerderen.

Kiieck^n over :{ee,oock VefKaria,oke BldeS'K·^^
de ghelijckeniflë genoemt, fetteh het watei
graveel af. «-hfffib^^'

Kalfs-voet,ende Speer-mrtel krijgen
bladeren een fteel,ontrent een
fpanne hoog' ^jji
brenghende een lanckwerpigh omwinfel»
fchey wijtopen ftaende,uyt het midden van
ke een langhachtigh doddeken voortkomt> ^
wortelen m'et wijn inghcdroncken, ver\vec fcK

geerlijckheytomdiergelijkegereetfchap m pftC

teftellen : gelijck mede doen de Ow^fW^yên
Z^ee-Campernaelye, dat is de ?hallui, 'oeÏcnre^
denhoog-gcleerdenDr.^Wi^i-Mewi/el-jw^^^^fJ^ouiie"
De
Satyrs zijn by de oude Heyder.en fcb.c"

geweeft voor Velt-goden,die gantfch j^gj· roe
ritfigh waren, waerom de Kruydendie Je
ftrccken, en trecken,
Satyria genaemr 'ίξ"' ^oot'
gelijckenis van haer twee ronde WortdKC^ > ^^^^^
jens-kjuyt. Welcke wortelkens, benefiens· u ^
noten, die het vetfte van het Landt rocmj^' j^d^e·'
wederom hefteden. So doen oock Bus '^jelij^"
tvorteU; en Boonen, waerom de laetfte wei
van den
wiissierigen Fytfjagoras aen vp^

verboden zijn Sktyigell 4. N^a. H- ^"f^eiH"'
meel wert mede bequamelijck geley t op "
gen van't Gemacht. ^ , , , «an

fuy veringei gelijck dc SAvd-boom oock do^u ge-


-ocr page 22-

dati")"'·' -----------------

tre w ' ^^^ vochtigheden uyt de Ghewrichten
cicen, ghelijckenis hebbende met de knobbelen
opkomende.

Varm-tBiJfliêns,hehhea de teycke-
Vail
^.'^gh■graet,endc genefen de Pijn aldaer

^^nde als mede Sciatica. uf Heup-pijn.
Ken vertoont de gflijckenitie van Aderen, en
Vo] · ghelijck oock
Savel-hom, e« komen dien
«ende hare gebreken te hulpe.

S.lans 1^uyt,by de Apotekers Perfo-
jeftsH^^^'^t.pm dat de bladeren vol kleyne gaet-
de onfienlijcke gaetjens van de huyt,
Dit^·^'" uytdrijvende,

Vati O 'V-^" ^^gen de gelijckenifle met de Deelen
^^^re^n volghc die van de Sieckten, ende

iX^^^^'^^oi^nkgns^o'i Lelyk^ns van den £>«/e,hangen
de j· ^PP^'s > en zijn dien-volgende bequaem vour
Oniiv!^'?^'^' ende andere Hooft-iieckieii,daer uyt

Var, j ^^^f~®aens-wijfe-Steen, die boven het oogh
groeyt.werdt geptefen in de
Pofe!0,
digu aenkomt met ueckingh van de Ipiereo,

"ien Steen afdrijft is meeft met eenige
Men^k geteyckeni, gdijck Steenuyt een

fitm^ri'^fyt een Offen-ga\,uyt em Spongie,Ufch'

^«et.oft ρ P^fichfleenen, van Kerjf:-Sieenen $teen-
^ejygy, ^ Ί '^'le-kruyf, Creeften-oogen; Cicers,Genever-
'^Heyi^T^^'^'*"^ K^eJwane Aelbe3en, AeU befyen.

Van Ca'; t' Lcpigh^kruyi, heeft de teyckeningh
^airicht 7 f Mm\mn. met het welcke

ien te hlhb^^'^' Canckersin de borlt gene-

'ieWo'^^^elen van Ledt-gmgelijckenen feer wel
^•^'fel Ita 5 kmderen.die daerom oock haer af-
[chen bev^®®"^^"' af-iagen. lek moet hi-r taf-
'^Iver, tji ■ een klucht van feker Quack-

^at fy itf L vindende in een Apoteeck, vracghde
''^^Wootd ^'^^" Worm-koeck deden » wacr op hy
^"fm-kruvT'^ beteren was.ak het.gemeene
iy in'^PP ft Keewar-:iaet[dAt hydaer koft)maer
eerit, ais fy ovel-qμamen» het felve daer

G Ε Ν Ε Ε S-M I D D Ε L Ε Ν.

^ Ρ' ^y de Moer-aderen.

<ïen nJ ronde ende bolle bladerkens

eevlil wekken fommigbe de plaets van

in lieten backen,en in't laetfte maer enckel koek en
verkoften. Daerna gevraeght zijnde,hoe iy terftone
aen foo veel wormen quamen, feyde, dat fommige
hier,en daer lieten foeckeD.oock eenige in haer gla-
fen hadden van wtt Was gemaeckt.die uyt de rech-
te niet te kennen en waren,maer dat die ftil moften
ftaen. Dan als ly de glafen draeyden,roepende hier
zijnfe met honden duyfent hoofden^dat fulcxGras-
wonels waren.Het felve doen fy oock mee de VfioS"
tehvunKirabbenltlam'.

Inde hollighey t vande knoppen der%/èii vintmen
fommighe witte Meluwen, ofte kieyne Wormkens»
dewelcke ghedrooght, ende gepoeyert Eijnde, feer
nutrclijck voor de Wormen gebruyckt werden.

Agarkum, en diergelijeken Aenwas van boomen,
geneeft den Aenwas onfer Leden,

Voor de fcherpe, en ftekende pijn,werden nutte-
lijck ghebruyckt, Kruyden die ftekende bladerea
hebben, gelijck
Genever, flel^nde Palm, ende alle dc
foorten van
Difielen.

Kruyden met Knobbelige^ondm, werden dieti-
ftigh gebruyckt tot knobbelen, en gefwellen,gelijk.
Scrophularia, foo genoemt, om dat het de Klieren in<
den hals.ofte Krop-fweren
(Scrophulit geheetenjkan.
helpen. Hiet oock groot
Speen kruyt, om defelfde
reden.Waer toe geen minder kracht en heeft
kjeyw
Coutee,oockkleynSpeen-kruyt
gefeydc.niet alken van
buyten opgeleydt, ofte mede gheftoofr, maer felf^
oock in de kleederen gedragec. Tot 'tfelfde wer-
den dienftigh ghehouden
iQeyne Speer-mwl, Witte:·
l^ly-Wortel,Ajuyn,Loock.·

Kruyden,dii' doorboort zijn,ofdegedaenteheb·»
ben van een fage, bijl, pijI,ofyet anders dat quetfen
kan , heelen de wonden, ghelijck
S.Ians-hxuyt-.Detfr"
ms, kJeynMaen kruyt-, Sanikel, Betonye,Oyevaers bec^,
Dwfim-bladt, Agrimonye,Synnauw,Heydens~wont hjtuytt
Senatula.oifaeghaώtiφ kfuyt,Securidaca, oi'Byl-kruyt,,
Paerdtyfir,Water-ruyterskjruyt,oi Krabben klauw.
Hec
ielve doen oock alle Kruyden, die een langh, eridc
klevend fap hebben , als mede die gomme, en hars-
uyrgeven,gelijck
Wae[-wortel,Heem]i-wortel]Fabari^i
ofte Crajfula major, in Hooghduytfcblandt daerom;
JVundtkraut ^benoemt, Aloë, Mynhe, Drakpi-blaedfy
Terebmhyn, Maflick^gomme Elemi, Sarmcolla,

Kruyden met vlackigeenfchobachtige bladeren,
beteren het Scborft, ende ander vuyl feer, ghelijck
Scabieufe, DuyveMeet,Patighgroot Sfeen-ipm,Varen^
Boom-varen,Perββn-kruyt,Hens'tongeiSavei-boom.Soo·
doen oock de Mafelen.ende andere vlackskens van
de huyt uytflaen, ^aep-^m, ende als defelve·
gelijckende.

Kruyden,die Slangen,Schoypixnen-,oïeenige andere
vergiftighe beeitengheli)cken, genefen haer beten,·
gelijck
Adder kjuyt, ofte Slangen-hjmt,Srangm-heofr„
Adders-tonge-, Smpaen-k^uyt,
en veel andere,,die ick-
fcier nies ets
veihalcjals oms weynig tegas komende.,

Bns


-ocr page 23-

En dit ïs van Weghen Se Teyckerange der Kmy-
den, dewelcke geheel anders opgenomen wert van
Quercetanus, Genees-meefter van Henrick de IV.
een Heer die van de Konfte, en de Genees-midde-
len wel verdient heeft. Defe verftaet by de inwen-
dige reyckeningh.niet de byfondere geJegeniheydt
van verwe, gedaente, ofte maeckfel: maer het on-
derfoeck der
krachten uyt drie beginfeJcn ( waet
«yt de Chymiften fegghen , alles te ontftaen)
S^ivaveUn Qukkcfilver.'Wa.nt hy feyt dat de Smaeck
van het Zout komt, de Reisck van het Zwavel, de
Verwe van beyde.maerinfonderheyt van 't C^ick-
filver, en dat derhal ven de Kruyden hier in anders,
en anders geftelt zijn,na dat iy meerder van't eene,
en minder van het ander hebben.

7 Nu al ift.dat de Teyckenen.uyt de gelijckemf-
fe te trecken, voor een nietige keringh ghehouden
werdt van D^. Dodoens.en D'^· Spiegel,ja oock dat
Libavius wel derft feggen.by geval te komen,als de
dinghen,
methaer uyterlijcke ghedaente over-een-
ftemmcn: foo en is evenwel fu cx in t miufte niette
verwerpen. Want de uyterlijcke gedaente en is de
Kruyden nier by gheval toegevallen, maer door de
ehene, die alles gefchapen heeft, met te vergeefs en
londcr
reden ingeftort. Ende al ifö dat ons defelve
«onbekent is, als mede wat de gedaente, en de ver-
wen in vele Kruyden beteeckenen.daerom en is de
fake niet te minder, dewijl wy wel moeten beken-
nen, noch weynigh te weten,by 't gene noch te we-
ten ftaet. Seer wel feyt den Ouc-vader Ladantius,
dat niemandt en behoeft te dencken alles te weten,
'tweick Goddelijck ispoch niet met allen te weten,
'twelck beeftelijck is;maer datter wat tuifchen bey-
de is voor den meniche, te weten, een wetenlchap,
met onwetenheyt vermenght. Vele luyden ontken-
nen al 't ghene fy niet en begrijpen , ghelijck of de
waerhey t aen haer onverftant gebonden was. Wy
bevinden gemeenlijck dat uyt het uyterlijck wefen
wel geoordeelt kan werden van yemants aert,gene- ■
gentheyt, en manieren, en daer van is het Spreeck-
woort: Wacht u voor de gene,die Gndt geteyckent
ÏKeft.Therftes wert by den Poèt Homerm befchreven
voor de leelijkfte van alle de gene,die voor Troyen
trocken, en in fuicken lichaem diergelijcken ziel te
dragen. Soo fpreeckt de Puët Martialis oock van
Zoilus, dat mede een groot fpotter was:

Crine ruber, niger ore, brevü pede, lumine Ufm^
R£mmagnamfrafldS,\oile, fi bonus es.

So wert yemant.die bruyne,en wat ingevalle oogen
heeir, ghelpck een Leeu,geoordeelt fterck en moe-
digh te welen. Die groote, klare, fchierlijcke.ende
ilraffe heeft, werdt gehouden voor ftraf,wreer,ende
roofacbtigh , gelijck de Beeren, en Wolven. Ende
die , gelijckerwijs de Leeuw, een ruyge borft heeft,
werd't gelooft heet gebakert te wefen, en wilt hayr
wjc ucicuuc
ν¥ΛΛ , ciiuciuctu'gneiiiiati"-»·-·' jij

|tl ι

I I

m i

Ed. gantfch onbekent was, oordeelde hiet-K-^^,
uyt het uyterlijcke,foo van fijne
manieren.ende S
negentheden, dat niemandt,die hem van {„„β
ghekent hadde, daer van foude beter belcbniy'.»^
konnèn geven. Even-eens weten oock baroers»)^^
gers, ruyters, ende vogelaers uyterlijck te ^^"Left
de dieren, daer fy mede omgaen.inwendigB ê r^^^
zijn. Diergelijcke teyckenen zijn de Kruyden^
der twijffel ingeprent. Men feydt, üroomeP „
drogh; maer foo uyt de Droomen (die «Xƒ ,ge-
achte» voorDroomen,dat is beulèlingen)
lijckeniife de waerheydt kan voorfeydi Je
waerom en faimen het felve niet aennetBC" ^ j^jiJ
Krayden, die altijdt op defelfde maniere wc'' ^^^
komen ? Den Droom van den Schencker. j
wijngaert drie tacken ghefchoten hadde, ^".^pclf»
den wijn daer toe uytgheperft,aen
Pharis gniS'
leyde
lofeph uyt,tot ontflaginge van fijn gev^ h^^e
en herftclteiiis in fijn vorigh ampt. En fay jjooi"'
den Backer, dat hy hanghen foude, als ë^^^.gge"'
hebbende, een broot-korf op het hooft« "'^ooH
daer de vogels uyt quamen eten; gelijek fy ^^^{elf'
2ijn,de gehangene op't hooft te picken.O"^

de gelijckeniflè konde hy oordeelen.uytden
van
Pbarae, dat de feven vette, en So'

foo veel vruchtbare en fchrale jaren beduy'^j^ jjcb*
danige Droomen fouden veel konnen oo"

werden: dan uyt die drie is genoegh te gfr va"
in de Droomen de ghelijckeniife teycke" ^ „lijcl"
waerheyt.Het felve en kan in de Kruydef
ontkent werden, dewijl oock by de ^^f^iet^

fters, die van defe teyckeninghe niet gH^^pjeois»
hebben, door lange ervarentheydt oi'^et" jjjc^
dat vele Kruyden voor de Deelen, welcke^'i. β/
kcnis fy draghen,dienftigb ende beguaein -i) jici
exempel,
Pemy,ea Man-l(pP,^h geffydt >ƒ'
Hooft, en> de Herifenen : deHayr-kruyi^^^^y^tit'
gebreken van 't Hayr :
Varetp-wmels voor ^^^^ je
pijnj
Citroenen voor het Herte; Boom-»>oj' ;

Longben^ Hms-u,nge,tv> Steen-varen ""^^un o^^'
ronde Arijhlocbta
voor de I-'lf-moe'^/'^ ' n.e»
:{ee voor de Blaes; Steen voor de stc
andere van de gene»die hier voor ver^e ^ ^geo

8 DangelijckindeSieckteneenteyt

vaitienevdt en geert, maer vele te lam^-.^eflur
by exempel noch hoeft alleen,
noch
men,noch korten ^dem,noch koortfch,noc

de zijde-pijQ,noch harde Pols, noch met ι<= ^

HOLLANDTSCHE

in den neus te hebben; en die ruyghe beenen hee^'
om dat by daer in de Bockea ghelijckt, geyhg"
zijn.fien geck.fonder dat hy yet geckeüjks
ofte doet,is licbtelijck aen fijn wefen
te if®""®? gjt
voorleden weke feker Heer, van de Stadt
ontna .


-ocr page 24-

GENEES-M

•eggen op de goede zyde.cn wijfen elck geen Pleuris
'en, maer wel als fy alle, ofte meeft by malkander
2i]n: op defelfde maniere en moetmen nier ftaen op
en teycken, om daer uyt te oordeelen van de
J^achten der kruyden: maer alflèr veel op een flaen.
fih
 ISSoten-rmfcaet is fterck van reuck,ende

^aeck, geelachtigh van verwe,en heeft de teycke-
mge van 't Hooft, waer uyt wel af te nemen is,dat
moet wefen in de koude ghebreken der
: en moet
voor een ^

—, V itiïc luuuci. onderfcheydt, ghelijck de
^etende doen, ibude ingeven in heete,oft ïcoude
^ ®"'^eken. Danhieris infonderheydt noodigh de
^^enAeydt j want de enckele reden fal dickwils
oeV toe te ftaen, het welck daerna in de

J'^^'nghe anders uytvalt. Dit bevintmen infon-
ji,; in de Chymiften,die haer nieuwe Genees-
d u" ^°"'lerbare krachten toefchrijven: maer
ètvar °°g^dravende vleucken aen de Son van
ÏC4„„ "'^^eyt raken,dan fmeltenfe.en fchieten met
duycker. Vorders gelijck alle Konften.en
^'^'^ken door dagelijcx gebruyck.en geftadige
fo en hl® gevordert werden,alsi'e^e»«i welfchrijft:
iftrg^^iwetd'Ervarentheyt oock niet in het gene
eij da "^aer in 't gene dickwils bevonden,

wel op gelet is. Het welck aenkomt op het
niog^^~®iddel,en 't Lichaem. In 't Genees-middel
hoe^ .^gefien werden op de menichte,het wefen,
en oq r-^ .y·' of het op fijn eygenplaets gewaflèn,
dittjj'^ '^ijdt geplockt is. Hierom foude wel noo-
ΐϊιΙςΛ J" > dat al de Genees-meefters (hoewel de
Ktuyl "'er mede haer weynigh bemoeyen ) de
eens 'elver kenden j want anders zijnfe even-
'^Pen Oinroepers, die een verloren Kmt uyt-
^ijn, «^e teyckens die haer van andere gefey t
eens en r
^^ ^^ ^^^
^liffe t>u V kennen, gelijck Galenm defe gelijc-
«Ockbe Ó.Srap/.alwaerhy foodanighe

vergehjckt by Schippers, uyt de
^etj, pj "· Nu de Krachten moeten genomen wer-
iichaem andere,roaer alleen na 't Menfchelijcke
Hde ' · 'Want dat andere niet en fchade, het felve
'Hlclcs Menfche Vergif konnen wefen. En

^atit and gefchieden,met een Kruyt fevens,

^'et konne"^^ ^ ^^^^ by-een waren, fo en foudemen
^«•ocht hadrT^'^®"' genefingege-

^e.o raer, ■ ^oec oock gedaen werden volgens
ri^^^ilelenr;"^?,gefondedeGenees-
^®''jclt ζϋή ondienftigh.maer oock fcha-

ftï ^ Siecken, en in een enckel, en ón-

foiÜi®

Γ Levpr Α rV-------J^"· na ƒ uy CeU VCr-

^adde, in fulcken geval en
^ 'ie rechte proef r.iet kon-

H t . ofte kout was. Wantlaet
at ae Koortf^achter-blijft: fo en wect-

moet welen m de Kouae gh
P^fflenen. Want niemant en moet lo üecht zijn,als
j^? Weet datter yet goet is voor eenigh deel van ons
chaem, 't felve fonder onderfcheydt, ghelijck de

rx^j

I D D Ε L Ε N. ii

men noch niet of de Ckhor^ iulcks ghedaen heeft
met verkoelen, ofte met openen van deverftopt-.
heydt. So dat hier oock in achtinge komt, of eenigh
Genees-middel yet van eerftcn,en recht uyt werckt,
oft door yet anders, en by toeval. Men bevint oock
datfommighe Genees-middelen tot yetandersge-
bruyckt zijnde, by geval ons een andere werckinge
leeren, waervan
PUnitu vele exempelen heeft in fijn
Natuyrlijcke Hiftorye. So fchrijft
Galenm, dat een
Melaetfche drinkendeWi)n,daer een adder by geval
ingekropê,en gefmoort was,van fijn lafernye genas,
Waer toe fuicks daerna in gebruyck getrocken is.

Het V. Capittcl. ~

1 Inlanéfche Kruyden voor het Hooft, Oogen, Oomi,

Tanden, Keel,

2 Borfl, ende Longen,

3 Herte,

4 Maegh, ende Darmen,

y Lever,

6 MM,

7 H^ieren, endeBlaes,

Lijf-moeder,

9 Lidtmaten,

IC Ge/wellen,

II Wondt-kjruyden.

NU genomen de verhaelde Merck-teyckenea
en gingen altijdt (het welck wy oock niet en
fegghen, want dan foude het wel licht zijn, aen de
kenniife der Kruyden te komen) nietvaft.ib en fou-
de evenwel ons voorftel daerom niet te minder vaft
gaen over 't ghebruyck van ons Inlandtfche Kruy-
den : als,

1 Voor het Hooft,en 't verftercken der Herffe-
nen,en om de Sinkinghen te beletten,zijn dienftigh
Honts-tonge, Yfer-kruydt, Linde-bloeifem, Mey-
bloemkens,Penfée, Witte Plompen;ende de Hooft-
pijn wert verlicht door roodenHeul, ofteKoren-
rofen,ende Bilièn-kruydt.

Quade Ooghen werden ^holpen doorBraem-
bladeren, Ende-krooft, Havicks-kruydt, Gele-vio-
letten, Meliloten, Mey-bloemkens, Oogen-troolt,
Rogge-bloemen, Stinckende-goüwe.

Voor de Ooren zijn Beeren-klauw, Kleef-kruyt,
Melilote, Muer, Onderhave, Oyevaers-beck met

den knobbelachtigen wortel.

Tot de Tanden helpen eenige de pijn verdrijven,
eenige de lofle vaft maken van de volgende,Biifen-
kruydt, Braem-fcheuten, Ganferick, Prang-wonel,
wilde Paftinaken, Vijf-vinger-kruydt, Weeghbre,
Wolfs-melck.

De Keel wert ghcbetert door Bramen, Duy vels-
beet, Hals-kruyt, Heer-moes, fwarte lacea.ludas-
oore, Yfer-kruydt, Keel-kiuydt ofte Mont-hout,
Penningh-kruydt.

2 Borft, en Loggen fuy veren, en genefen deTe-

D ringhe»


-ocr page 25-

»4 HOLLANDTSCHB

ringhe, Aerd-noten, Broe-netelen, Caryophyllate,
Claveren-zaet, water-Claveren, Cliifen-kruydr,
Qeef-kruyt, Kooren-rofen,Duyvels-betc, Hoef-
bladeren , Longen-kruydt, Mairove, Onderhavc,
Penfée,Scabieufe, Zeep-krnyc, Sceen-ruyte,wateE-
Speer-wortel, Wacer-loock, Wael-worcel.

5 Otn het Herce te ftercken, zijn bequaem ghe-
VondenHerte-gefpan,Mcy-bIoemkens,R.obrechts-
kruydt, Slangen-kruydt.

4 Voor de Maegh zijn AlfTen, Angelica, Bruyn-
heylighe, Cruys-wortel, of Cruys-kruydt,Gras van
Parnaffe, Havicks-kruydt, water
-Peper, Rakette,
Zee-por5eleyne, die ingeley t,luft tor eten verwekt.
De Darraen werden gjheholpen in alderhanac

Buyck-loop,door Aerd-noten,üonder-baert,Eyc-

ken, Fonteyn-kruydt, Ganferick, Geruwe, Halen-
pootkens, Krake-befyeir, Lifch, Nagel-krayt, Par-
tike, Paerde-ftaert, Penning-kruydt.Reynette ofte
Geyten-baert. Robrechts-kruydt, Steen-Iongen-
kruyt,onrijpe Stekel-befyen.Teskens-l£ruyt,Verc-
kens-gras, Weegbre, Water-weegbre, Wedcnck:
In Colijck door Beemd-kiaveren, Camille,Gan-
ferick, Heyde, Yfer-kruyt, Meldc,.MeliIo:en,Mec-
fter-wortel:

In Scheurfel met Donfen, (de re Jen van Lobel
en doen hier niet teghen) Ende-krooft, Heer-moes
(al ofmen feyde Heel-moes) Knawel, Sene-groen,
Steen-ruyte, Valeriane,Wael-worteI,Water-eppe.

Voor cie Wonnen dienen Alflen , Cruys-wortel,
zztt van Hoppe, Gras-wortels, wortefe van Ledi-
gras,Negel-bloemen,Peftilenty-WOrte],Reynvaer,
kleyne Santorye, Varen-wortels.

Voor het Speenzijn EenTbladr,Eeren-prij3,Key-
kens, groot en kleyn Spcen-kruydt, Water-lopck.

f Tot verftoptheyt,Gele-fiichr^water,en andere
ghebreken van de Lever zijn bequaem bevonden,
Agrimonye, Alfs-rancke, Beeren-klauw, Bingel-
kruydt, Boelkens-kruydr, water Boelkens-kruydt,
Brem, Caryophyllate, Conyza,Eercnprijs,ftinkend·
Gouwe,Havikskruyt,Helleborine,Hoppe,iennette-
kens-water-Klaveren,Lever-kruyt,Motten-kruyr,
Onderhave.Faerdebloemen.kleyneSantorye,Sene-
groen, Zcep-kruydt, Vlier, witte Wijngaerd, Zee-
winde, ofte Zautenelle.

^ 6 Om de Milt t'ontdoen, en het grof bloet daer
in te bereyden,dienen Brem,Boterbloemen,Du-y ve-
kerve!, Eeren-prijs, Gamanderlijn.Lepel-bladeren,
Prang-wortel, Robrechts-kfuydt,kleyne Santorve,

Zeep-kruyt,Splich,Varen,boom-Varen,Veyl,Vijf-

vingeren-kruydt, Water-eppe.

7 Om de Nieren, en Blaes te fuyveren, ende het
Water, en Graveel af te fetten, hebben, langhende
dikwils verlochte kraeht, Aerd-mofch.Bekeboom,
Bingel-kruyt,BorCTb]oemeB,Braem-befyen,Brem.
Broe-netelen,Camille,Chflen-kruyts-zaer,Conyza,
Ciays-diiteJ, Cruys-kruyt,· Diftel onfer vrouwen,

Ε y Ν D E.

GENEES-MIDDELEN.

Dotter-bloemen, Duyvcn-voet, Eeren-prijs,GlaS'
kruyt, ftinckende Gouwe, Hadigh, Herte-gelpa"»
Hoppe, Yfer-kruyt, Ledt-gras,Look
fonderLooK»
water-Look,Ma]uwe,witteMaluwc,Negclbloei"'^1'

Onderhave,wilde Paftinaken, PeftiIenty-Worte|^

gele Plompen,Prang-wortel,QEendel,Radijs,Ka

kette, Riet-wortel, Robrechts-kruydt, Salomo·"

zegel, wilde Savye,Spuyrye,Steenruyte,Stcenzae ι

Valeriane, Veyl, Verckens-gras, Vitfen,wildt V^S'
Water-eppe, Water-kerffe, Zee-porteleync. ^

8 De opftijgende Lijf-moeder gact neoef ^
zaet van Loock fonder Loock; de Stonden,dic
geftopt zijn, werden verweckt,ende den i^ai^
beydc verlicht, door Byvoet.Bruyn-heyligb'
kruyt, Conyza, Gruys-kruyt.Diftel onfer
Gele-violetten, Hêrte-gefpan, S. lans

■,Mater ofte Moederkruyt,Meekrappe,

. ι ^

Ιΰ ■

Gele-
rove

bloemen, Paddc-bloemên," wiTdëpIftina'kcn.^®^"^
iuendel, Riet-wortels, SiJfLe,

lenty-wortel, Qjendel,

. ------ Kiet-worteis, J^'y -jne,

zeghel, kleyne Santorye, wilde Savyc, V^^'lor'
Water-eppe,Water-loock. De overvloedign^'
lingh der felver wert gheftelt, ende de

veriterckt met Aerd-noten,Beemdc]averen>p'
kruydt, Boom-mofch, Eycken,Ganferick,Oer ^^^
Lifch, Partikc,Penninghkruydc,Peerdeftaerr.^

kruyt, groot en kleyn Steen-longe-kraydt,

Stekelbefyen,.Teskcnskruyt,Verckens-g"S>^ .

wortel, Wal-ftroo, Wederick, Water-W^'^
Water-weeghbre, zaet van witte Maluwe. jj-fl,

9 In d'uytterfte Lidtmatengenefen het tie^ff
en andereSieckten.Byvoet (het welck feer S^L^ar
wert in Bier, ofte Zee-watergekoockr,van
Jafon van Praet,iafijn tweedt Boedc j^j-cij"'
houdingedër Gefontheyt) Gerard, jgïba»'^'
kruydt , Hens-hoey, Madelieven, ^"r -agrr.
Verckens-broodt, wortelen van Witte-WiJ^,gocs»

10 De Gefwellen werdenverfacht,ontdaeibV-ej^j,^j,df,

oftegherijpt, onderontallijcke, door Alllen.BiRS," QuenJp'"

Boonen-meel,CUHi;n-kruyt,.Glas-kruydt,Mal«wcj^g.;niS.

Zeep-kraydt, Speen-kruydt, Weedt: oock war™
Robr.echts-kruydt,w&effhbre,8cc. ^efaV^^^Ï'

l'i Om de vuyle en verouderde S wenngfn i? /.toOg^^;

f/

iiLiif:

m

μ-
ι» >

•rdc-
Tb^-

_____ JM UVUL.tM^Uii'i-iJ^^^^"·""»"-^ Γ . --l^.irniiw

ghel, kie
Iidrum,

kruy tAVater-ioock.Water-peperAv ^^^ is

Wthet getal van de ;,oP

te-fien dat^ons Landt niet^^ebreckejyck .s ^nnoWi^ji'uy?

er hebben. By de K-ruyaen