-ocr page 1-

JöH. rAN BetervvtCKs

STEEN-STUCK.

•3

Aenwijiènde

Dm oorfprenck, teyckenen, Hvo§r^
komen i ende ghmfen

VAN

Steen en Graveel ·

Λ '
'
Λ

τ AMSTERDAM,

<^edruckt in't laer onks Heercn» 1651.

-ocr page 2-

Fol,»

S τ Ε Ε N-S τ υ C κ.

Het eerfte Capittel.

I J^f'^HvmgtvandeWiem,

i

~ ^'^^ffinvande BUeSt

^^^^mdenaenhangh,
jj rnymtes

^muj/ckfn in t mtiymak^»
I

\ Ë Kieren leggen wat leeger als de Lever,en
i Milt, achter in de Lendenen, met haer hol-
ligheyt (feyiHippocrates) tegen de groote
Jïiag "· Sy en komen niet rëchr over malkander,
^aer ■ ^^y^ ^en weynig hooger,ak d'andere.
is nipdat by vele getnift wert. Want de rechter en
Arift„ als de üincker, gelijck na den ouden

licbb 1 Galenus, ende Pliniüs, oock ghemeent
Van v^" r" °nderde nieuwe Ont-leders,Dr.Andries
nelivK O ' Genees-meefter van Keyfer Karei,Fer-
Vati V van Henrick de 11. Komng

recijj ®"ckrijck = maer de flincker is hooger als de
^iltvi' d®^ des Menfchen Lever groot is, de
Oudp ^y"· Dan in de Beeften (wekkers Nieren de
Welcv alleen onderfócht tc hebben : het

feyt ƒoock van Vefalio ende Golumbo
^eeV η , " felfs die misQach heeft) ftreckt de Milt
^^iet Ie ^^"cden, ende daerom hanght de üincker
dan van ^Is de rechter. De ongelijcke groote
^^'-fted ende Milt maeckt de ongbelijcke le-
oiji van deNieren,niet,gelijk Galenus fchrijft,
Hde L 4 treeken van dei?lvighe niet verhindert
ginoh : want by aldien dat die reden vaft

foi^ijj'j foude in fommighe lichamen (ghelijcker
techi o" Snevonden xijn ) in dewelcke de Nieren
l^fchie ƒ Malkander legghen ,-defe treckinge niet
fel haer luyden nochtans fonder let-

maken. Maer dat de Nieren niet en
»an Gal "^'y terftont bewijfen.De ander reden
daetojn^ j"® is oock niet veel beter,te weten,dat
ftacti Nieren niet recht over malkander en
^oorbv"'" niet van de wey ofte waterigheyt
e " j vloeyen,want hetis nootfakelijck,
^^ydt nf" η ^ voor-by vloeyt, dewijl de waterig-
^Oedifp " ■ vereyfcht en werdt, foo lange het
^^us in de
Suygh-aderen ofte Levfii-aderen,

^fihryvingevmdeMelck-adere»,

om, daer mede verdunt zijnde, door dé name te
konnen loopen, ghelgck vele befchreven hebben -
maer was ooek nootfakelijck, datter een deel in her
Bloedt bleef, op dat het door de kJeyne tackskens
van de uyterfte Aderen van het vleeicfa mocht ghc-

bracht werden.

2 Al de Ontladers feggen uyt eenen mont, dat
de Nature ons twee..Niércn gegeven heeft, op dac
den eenen beler,ofteveritopt zijnde,het water door-
den anderen foude moghen loopen. Maer defe re-
den werdt niet fonder reden weder-worpen van Pi,
colömini, fegghei)d'e,dat de nature niet ghedaen en
heeft, teghen gheweldighe ofte gevallige oorfakeb^
Want de Nieren, fchrijft Mercatus,Genees-meefter
van Philips de III. Koningh van Spaengien, zijn
foo feer met malkanderen verkKocht,en foo gelijck
van wefen, dat daer uyt liehtelijck af te nemen isï
alfler een ontftelt is, dat den anderen dan mede
moet lijden. Haer werckende ampt is baer beyde
gheraeen, niet eick byfonder. Want al is 't, datter
rwee Nieren tot een ampt ghefchapen zijn, foo en
volght daer uyt niet, dat een van beyde fulcks uyt—
voeren kan, maer datfe beyde van nooden zijn, om
fo een fwaer werck te doen. My dunckt dat de Na-
ture,alfle tot een werck twee werck-ftucken maekt;
die famen-ftemminge en ghemeenfehap onder de-
felve houdt, al offe alleen om de gelegentheydt van
plaetfe een deel in twee verdeelt hadde,en dat daer-
om de gebreken van 't een aen 't ander haeft mede-
gedeelt werden. Sulcks fietmen dagelijcks in de oo—
ghen, en is oock by een Griecks Poëet aengeroert
met defe verifen:

M't licht varit rechter-ooghbedwelmm r^tgebrekgni
Soo kpmt het flincker oogh oock_ lichtelijc\ t'ontjiekfn.
Alfoo heb ick mede bevonden, datden eenen Nier
verftopt 2ijnde,den anderen medeonbequaem wer^
de,ende den loop van 't water tegen hiel: het welck
oock beveftight wert by de Dodoren Lud. Dure-
tus, Genees-meefler van Henrick de II1. Koning
van Vranckrijck, Pieter van Foreeft,Genees-mee-
fter van Delft, Ibhan Riolanus.Genecs-meefter van
Parijs, en andere. De nature dan heeft tWee Nie-
ren gemaeckt,ofte eenen verdeelt uyt oorfaeck van
de plaetfe ofte de gelegentheydt. Want indien,dat»
ter maer een was, foo foude hy noodtfakelijck fob
groot als de twee moeten wefen,gelijckmen fietaea
de Lever,ende Milt,de andere Deelen om bloedt tè.
maken. Maer dan en foude bet lichaem niet in even
ghewicht gcweeft hebben, ten ware dat hy midden
epden rugh-graet gheftelt was, leggende met fijn
holligheydt op de holle ader,en grocie flacb-ader J
dan defe leger-ftede foude door het
nedcr-druckea
van de verhaelde Aderin
, dfn viyen loop van het
bloet,en de levende geeften
verhindert hebben, ^o

li


-ocr page 3-

J. V. BEVERWyCKS

dat ni-!t fonder gewichtige redenen in plaets van een
grooten Nier,twee kleyne gefchapen zijn;oock om
dat den buyck niet te feer uy t en foude fteken, ofte
dat het ghewicht van den buyck niet te feer na een
zijde foude lielien.

3 De Gedaente der Nieren, is een Iialve maen, ofte
beter een Roomfche boon geiijck.Waerom Arifto-
teles, en die hem voigt Plinius qualijck befctrijven,
(dat de Nieren van de Menfchen even eens zijn , als
de OiTen-Nieren.gelijck als uyt verfcheyde Nieren
te famengevoeght.Daer zijn evenwel fommige on-
der de Ontleders.die uytdeTepdachtige vleyskens,
hier na te befchrijven,gelijk als druyf-beyen by-een
gevolght, feggen, dat de Nieren der Kinderen, ge-
fijck ie van de Kalveren,gemaeckt werden,en dat-
ter daerna,dooT toevloeying van bloet,cen vleyfigh
deckfel ronts-om groeyt, 'twelckhet uyterfte van
de Nieren glat en effen maecktrEn dat derhalven in
een Nier over den rug gefpout, te fien is blauachtig
vleefch, omvattende ander,'twelck rootachtigh is,
uyt by-een-gevoeghde klierkens beftaende, waer
van d<en Nier eerfl: begonnen is.So werden de Nie-
ren van een Beer uyt
verfcheyde als klierkens, de
groote van een Kers te famen-gevoeght, deweicke
door den bandt van een kleyn vliesken aen malkan-
der gehecht worden, de fcheyding tuffchen beyden
met vet ge volt zijnde, gelijck aengemcrckt is door
Euftaclüus: die oock getuyght, fomrijdts gefien te
hebben, Nieren van een Menfch.de Nieren van eea
Os ghelijckende. Maer fuicks gebeurt feer felden,
ende is buyten den gemeenen loop der Naturen.

4 Het Wefin vandeNieren,{&ytGalenus,is\zn hart
finyaft vleeich.omdaranders door de groote loifig-
heyt 'r water al te ras uyt foude loopen; als ook om
dat de fcherpigheydt van 't water haer vleefch niet
lichtelijck en foude doorbijten. Defe laetfte reden
heb ick gheleert door een Water-fuchtige, in wiens
doot lichaem gevonden is, een nieuwe, en waer van
niemandtdat ick wece , gefchreven heeft, oorfaeck
van 't Water. Een Soldaet die met een feer dicken
buyck, en gefvvolle beenen over-leden was, opge-
fneden zijnde , werde bevonden Lever en Milt wel
geftelt: waer over ick verwondert zijnde,en volgens
mijn gevoelen, dat de Nieren mede haer deel heb-
ben aen het bloedt, ofte water te maken,geboot den
Heel-meefter,de Nieren voor te brengen. En als by
de flincker Nier maer even aenroerde, foo faghmen
uyt fijn bultig deel,door eengat.daereveneeB pinck
in mocht, veel waters loopen. De Rechter was on-
der in fijn hol-deel noch niet gheheel door-boort,
maer een weynigh met het
rafitr aengeroert zijnde,
ίο fprong daer mede water uyt,doch weynig.Beyde
defeNier«n waren van wefen,en verwe,gelijck ge-
fonde.van binnen walTer noch Etter, noch fweriiig,
noch zant, noch fl:een,noch yet anders tegen de na-
ture.So dat ick my geen ander eorfaek heb konnen
in-beeldcri,als dat fy van de

fcherpigheytvan't wa-
ter allencxkens doorgebeten waren. Sulcx
dickwils van een fcherp fteenken, waer van
feer aenmerckens waerdig exempel Rebben by ^^^
vermelten Mercatus,in een man,die,by f „gf-
lantfche Hiftory-fchrijvers van Beroerten,leer
maerc is, leronimus van Roda. Defe ftaende op ^^
reyfe na Nederlandt,wert overvallen met uytef ^^
ten pijn.veertigh dagen lang,van een ftecnke" j,
rechte Nier.die fo groot en fel was,datfe vf^J^ji
middelen en wilde wijeken. Ten letten,na de V"
daghen, loiten hy een fteenken op de g'^o^^^f^t
daente van een Dadel-fteen, en bleef daerna^p
pijn drie jaren lanck. Na welcke tijt, kreeg»
een nieu diergelijcke pijn, foo van hevigheyt ® j^jg
kng dueren.in de flinckerNier: en werde«» ^Igen"
dagen,en na veel middelen,mede diergelijken! -jfl,
ken quijt.Waer door hy wel verloft was van ^Jat
maer niet van erger quaet. Want na drie ^^^th^e*

hy't fteenken geloft had.bleeffijn waterbed ol
ft.opt. Waer over de Ghenees-meefters verg^efS
zijnde, floegen daer in op malkander, datter a ^f
geen oorfaeck en was,als verftoppinge van ^
Steen, en Slijmerachtige vochtigheydt,
die man veel geguelt was.Het welck wel ge"
nelijck gelijckt in een graveelige, van vocW^gpc
matigheyt,en die in fpijs en dranck niet (^et^ go·'
lijck en leefde: ten leften , als het quaet tn^'· L· tit
derley middelen te helpen en was, foo
den dertighften dagh te overlijden. Op-gj^Ljlig'
zijnde,wert bevonden,dat de Nieren v^n d^j^^jof^
heyt tot de bultigheytmet een groot gat do^^^oi
waren, en daer was evenwel geen flijm,gee" ^^aie
yet anders.daermen 't ftoppen van't water o^^jgt'
mogen leggen,noch inde Nieren,noch ind®
qo^'
pekn(Vreteres genoemt) bevonden.Waef ^ ^ di··
fakclijck fehijnt te konnen afgenomen wef". „ uie'
de gkten ghelaten zijn van de Steenkens.d'e ' yfcP
fulcke moeyte quijt gheworden was, die»fgfö"''
van de Nieren groeyende,alIencxkens fooJ® Β"
zijn, datfe de Nieren felve door-boorr bebo

dat om de gefcyde gaten de Nieren

hebben konnen treckenrdatevenweldeneen j^gjit

door-boort zijnde.het water door den jai^"^
konnen getrocken werden: den tijdt van ^geO'
die gheweeft is tuflchcn het lofen van 't eerit
ken en bet tweede: het welck niet langer c ^^fcO'
ghcfchieden, na datfe alle beyde άοοϊ-ύοογ
Dus verre fchrijft D^. Mercatus. Den we^^^ jvjjef
voorwaer niet en kan toeftaen , dat den e ^^^ jgn
drie jaer foude door-boort geweeft ztj"'«
anderen ondertuffchen het werck alleen-ael^i

voeren,daerfe alle beyde nootfakelijcktoee^^ ^^^

zijn. En dit ftrijt oock recht tegen de woo'
Mercatus felfs,hier voren bygebracht. wa' ^ii
ghelij'ck
wy terftont fullen bewijfeD,net öi" ds


-ocr page 4-

èheei

f^Q ------ <-" n.uiiac maKcn; met om uai. uci vci-

nieeft gelijck Mercatus,ende d'andere Genees-
dcB, ®e^fden,maerom dat het in plaets van na
^^öiaes door de Water-pefen te l0open,doen door
Laaien van deNierenindcholligheydtvaaden

^ck gelooft was.

Kiie, Schrijver van het Boeck der Ghebreken der
^aif welckGaleno toegefchreven wert,ieydt
befonder lichaem hebben, beftaende uyt
Vefe e ^ vefelen. Maer fy en hebben anders geen
«eder 1 vaten.Want fy en gaen niet op en

Spier' het Hert.het welck daerom oock een
hebbp^®" Hippocrates genoemt werdt j noch fy en
ken Γ befondere kracht, om na haer te trec-
l>el4p" ^y^ ϊε werpen, gelijck de Spieren, dewelcke
vleefch en zenuachtige vefelen. Derhal-
Van fy onder de Klieren gerekent te wefen

gewa,!iP°^''ates.Dan Galenus fteltfe onder het In-
3enfta ^'^enchymata. Welck gevoelen my beft
Van Ef ^ alleen om dat fy de Lever (die eerft
ftortin h ''^^^sjn'cGriecks datis,toe-

WeeftN^r ' van geronnen bloedt,genaemt is ge-
Van Λ in haer vleefigh wefen, en in verdeelingh
VïercV ^fn ghelijck zijn, maer oock om datfeeen
is, ?^'pen uyt-voeren. Welcke leere,alfofc nrea

c ΤΛ '^^"^er dient bewefen te werden.
«lOöien „ ^^^ hebben dit gebruyck alleen aenge-
otti de Λ ^ deel desLevers.dat het ronts-

nialk^tid gheftort foude zijn, om defelve aen
fchri ft houden, ende te onderftutten. Soo

Van de groote Ariftmeles,. dat de Nieren

te aen de Dieren gegeven riin, om dat

Ven en defelfde foude geÏraycken tot het ftij-
|ot het van deAderen,en foude misbruycken
X gene b ü· ^^ overvbedighe vochtigheydt.
'^^kent^/'en Wijs-gerigen voor misbruyck ge-
P^l^ruv^ ü X t.y de Ghenees-meeiters het eenigh
nï Nieren.Voor my.alen kan icfcdit ge-
Van h " °"^kennen,fo en wil ik daerom de Nie-
'•^iendarr^''»'^®^'^^ "'et beroo ven-Want by
'^'in.Wap ^ Water te kleynfen gefchapen

hpr "^^L '^'enen fo veel aderen en flagh-aderen
^aer toe'^d f ''«^''aem van de Nieren verfpreyt?

defel - '«'leefch,.gelijk een geronnen bloet
fcude tn ^egoten?Om't water door te leydea,
'ieMrfic genoeg geweet hebben «en vat uyt

STEEN-

ofte de Mekk-flagh-
wcrt in de Nieren, en 't felve aldaer

V f----wtiiiiiuei"NiercH» cii nci·»-«""rtti

yan de overige wey of waterigheyt gefuyvert wert,

oaien de Nieren in den vermelten I{eda van d" een

^'Jae totde ander dwars door-boon ghewceft had-

l'en.ioo foude nootiakelijck de waterigheyr.gebjck

' ons verhaelt exempel,door de gaten in den buyck

sevioeyt hebben. Het v?elck buyten twijffel in die

•™gh dagen gefchiet is,ende dat hy daerom oock

'cen Water en konde maken: niet om dat het ver-
r 1·· . - . .... "

S Τ U C K. 5

tothetuytterfte van de Nieten deTacken van de
Aderenverdeelt zijn.Men foude mogen feggen.dat
fijlcks was om de Nieren haer voedftl aen te bren-
gen, Dan'tfelfdefoudê ick konnen antwoorden van
de Lever. Daer-beneffens fietmen oock.dat de Na-
ture om het ophouden, ofte uytfluyten van d'over-
toHicheytrtc vreden is met een vliefich lichaem,ge-
lijck blijckt aen de Blaes,Gal-blaesjen,en Darmen :
dewelcke oock felve iioch eenige kracht om te ko-
ken van de Genees-aeefters toeghefchreven wert.
Want, gelijck
Galenu fchrijft, al is't dat de Darmen
niet gelchapen en zijn, om den Gijl te koken,.maer
ghekoockt zijnde, alleen te houden en te verfprey-
dert: nochtans, alfoo de Nature nimmermeerleu
noch ledigh en is,lb wcrt defelve inden door-tocht
noch meer bewerckt, even ghelijck als in de groote
Aderen eenige krachtisomoloettemaken,dewelke
anders in de Lever geftek wert.Nu dan,indien Are-
t^us, een om en treffelijk Genees-meefter onder de
Grieeken,Aphrodif;EUs.VefaIius,Picolominus^Hor-
ftius,Bauhinus,Riolanus,en andere,(ie Milt,die voos
defen alleen gehouden is geweeft om't bloet van de
fwarte Gal' te fuyveren, mede aen-nemen voor eea
werck-ftuckom bloet te maken,waerom en foude-
men defelve wercking de Nieren ook niet toefchrij-
ven ? En gelijck de Milt niet alleen 't geen dat al té
grof in 't bloet was
,V€rleyt,op dat het bloet fo veel
te fijnder en klaerder foude zijn (waerom Plato feyi
dat de Milt by de Lever aen de flincker zijde geftele
is,op dat fy de Lever altijt fuy vcr,en gelijk een ipie-
ge],helder en bHnckende Ibude houden) maer oock
eenigh bjoet op fijn fel ven maccktjWaerom bet ook
een baftaert-Lever van Ariftoteles genoemtwertrfo·
is mijn gevoelen,dat de Nieren het Bloet niet alleea
en fuy veren van de wey of overtolfeh water: tnaer
oock datfe na de Lever en Milt,het Bloet,'twelk fy
ontfanghen, helpen koken. Daerom fietmen in de
Lichamen, die van fieekten geftorven zijn, meeft al-
tijt veranderingh in de Nieren ·. en die in ghefonde
roor» klaer,ende vaft zijn,werden na de aert van de
fieckte fomtijdts bleyck, ibmtijdts bruyn.ibmtijdcs.
heel facht, broos, ende al bedorven ofte verfworea
bevonden
ι hetwekk oock aengemerckr isby den
neerftigen Ontleder Euftacbius,en van my dickwils
ondervonden. Het felfde betuygen de rauwe wa.-
tcren,die by de genc,die met Iteen-gequelt zijn,ge-
looft worden ,,feer ghelijck de gene, die de Water-
fuchtigemaken.Waernoch by komt,'tgeneDr.Ecr·»
nelius fcbrijft,diGkwils ghemercki te hebben dat dc
naenfchen die den Steen hadden, het aengeficht bot
ende bleyek was,even-eens als de Water-fuchtige.
Bet welck de dagelijckfche er-v^rentheyt mede be-
vcftigt.Vandit gevoelen en kan ik myniet laten
af-

■ trecken doorOi:.AndriesduLaurens,,iCxtenGenees--
meeüa: v3.Ï[MendnckiisGmte^dk niet sa wü roeitae ïi, ·
, d^c biocï.-imiieii,xi)!!e€4eden»Ee watCBrfiel-ev^


-ocr page 5-

4 J. V. Β B V Ε R W V C KS

enjle Milt Foude bevolen «ijn. Want te vergbeefs
(feydr hy) foude de Nature meerderBlOet-maken-
de gereetfchap gefchapen Hebben,daer toe een
gc-
noegh was,ofte behoorden te wefen. Maer laet hy
ti'hs wel overlegghen de woorden van onfen leer-
meeftei· Galenüs, daer hy reden-kavelt tegens Era-
iIftratus,over het bloet-koken
-.Ghjfult ammorden,
feydt hyMt het Bioet in de Lévtr bereyit werit,en vm
dier in 't Hen kgmende, aldaer fijn vordere volmaecki~
heyt, ende eyghen wefen bekomt. Ket welclivoormaer niet
fonder reden
fchijnt te wefen Want-een groot ofvolmaeckt
0m\engefchiet niet fchierlijckoft in eenreyS-,ηοώ enk/i»
•eocli alle fijnvolmaeciiheydt van
een Deel niet bekomen.
Dat is immers recht voor ons. Het zy dan,datmen
met Vefalius en loubert het Bloet-maken de Ade-
ren alleen toefchrijft, het zy alleen het vleefch van
ée Lever, als Argenterius doet, het zy alle beyde,
ghelijck Galenus, foo en kanmen de Nieren dje vol
Aderen zijn, en Vleefch, des Levers niet ongelijck,
daerom ghefpreyt hebben, van de werckinghe tot
Bloet-makén, niet uyt-fluy ten.

En voorwaer als 'c Oogh gequetft wort, het Ge-
i;chr,als het Oor,'t Gehoor befchadight werdt,een
ontwijfFelijk teycken is,dat het Oog de gereetfchap
is van 't Geficht, het Oor van 't Gehoor. Wanneer
de Nieren alleen verteert zijnde,quaet Bloedt ghe-
maeckt werdt, foo gaet het niet minder vaft, dar de
ISTieren zijn onder de gereetfchap van 't Bloet-ma-
ken. lek fal daer van een exempel bybrengen, het
gene ick onlangs gefien hebbe. De broeder van den
verfnaerden D.Voetius, wel acht jaren Onghcdaen

fewreeft zijnde,verviel ten laetften in Water-fucht,
laeghde in de laetfte maenden over pijne in beyde
zijde van deii opper-buyck, ende dickwils van de
Droppel-pis, tot dat hy fijn ellendigh leven afleyde.
Het Lichaem.gelijck hy felve belait hadde.geopent
zijnde,werde bevonden het Net gantfch bedorven,
op vele plaetfen verhart,op fommige als been. Het
Β uyck-vlicsdoorgefneden zijnde,gaf menighte van
dick (alfoo daer Etter onder was) ende geel Water.
De Lever was groot, anders gaef. De rechter Nier
liadde in fijn holligheydt vier kleyne Steenkens,van
root izant, gelijckmen fien konde, by een gebacken,
en eenen grooter, by-na als een Hafel-noot: Maer
'de grootfte ftack in't begintfel van den Water-pees,
vaft zijnde aen 't andere die noch in de Nieren was,
gelijck in't volgende capittel uytgebeelt is.De flinc-
ker Nier was grooter, als na gewoonte, gantfch flap
en facht,geheel vol etter. Op de gront van deBlaes,
die gantfch vleyfigh was, lagh een Steen,de groote
van een ocker-noot ronts-om in wit flijm,'t welck,
als hy uy tgenomen werde, daer vaft aen bleef han-
gen. Sijn Herte was groot,vaft,ende gantfch onbe-
fchadight. Alle de Longen,als fy maer even gerocht
a
'ierden,gaven van haer Etter. Hier,alwaerLever,

Mit weJ gheftelt waren, moet de oorfaeck eerft

van fncht, daerna van Water geleydt wCrden op
Nieren,waer op mede de bedervinge in '

de teerfte Deelen zijnde,gevolght is.Het
, oock bewijft,dat in gefonde
luydendeNierenltre^
ken tot het Bloet-maken.

Derhalven befluyten wy dan,dat het ampt
Nieren is, het Bloedt te helpen koken (het we'': V
oorfaeck miifchien oock is, dat de Nieren
Schrifture foveel toegefchreven wert) ende ^ ^f^
van de overtollige waterigheydt te fuyveren. " g£
ghelijck elck bekent is, fy ontfangen het W'atef
Bloet vermenght. Suicks foude konnen geiC"'® jo
op driederley manieren; Of dat het door fij"
nature na de Nieren dreef, ofte dat het van de ^^^f
daer ghebrocht werde, of dat het de Niere* ^^jfj
trocken.Erafiftratus meende dat het water ,^^ί
na de Nieren liep.by vervolg van't gene voieo 4
uyt geloopen was. Sulck gevoelen had oocK ^
de Arabifche Averroè's .fchrijvende dar '^^f^Atei
van de Nieren getrocken werde,maer van leli®
in liep,gelijk het voetfel in de leden komt. ^'^pL·^
deel de oude Giiecken,Hippocrates,Diodes,r
goras, Galenus,feggen,datdeNieren door een ^jij
borgen eygenfchap (Dr.Bauhiaus,gelijck deJe ^^^
de gelijckeniife van't geheel wefenrmaerdiee „j
ick niet fien te zijn tuflchen hetWateren A^e-
de waterachtigheyt na haer trecken. En dat ö^gpus
ren het ielfde daer niet in en ftooten.foeckt je
tebewijfen
2.denat.fac.i. en6./oc.<«#3·' pja'et*
comp.med fec.loc.z. Hy feyt mede op een ander Ρ ^^
dat de Aderen én Slagh-aderen door het j jjaft
van de Nieren verfpreyt zijr.ende dat
dooi π ^gi
en vaft vleefch, het bloet behoudende,'t Wat^j^ de
wkt Gal, die by Bloet is, overgegeven wert^'^^

en

water-loop uy c-vloeyr. Ruftus üpheiius, ^
Onrieder onder de Griecken, ftelt in't bmne

holfte van de Nieren een vliesken vol kley"^ p^ijje
jens, ghelijck een Seef, waer door het wat^ ^g^f,
loopen.Welck gevoelen van vele
diedennaen j^p
als de daet van Ont-leders
hebbemgcvolg"^ jef'

wert wel te recht wederleyt van den gf^^f'^gt
foeckerder Lichamen, Andries van "^Vel"·' ^jj óC
Wekken oock ftaet Columbo, en andere,a' de
dagelijckfche bevindinge. Mijn gevoelen'S^^^ght
Weyachtigé vochtigheyt met her Bloej ^e je'
zijnde,door het bewegen van deMelck-liag.'
ren,het welck fy hebben van het Herte,gena"^,et»
fonder op-houden in deNieren gedreven w jcl»
dat aldaer het fijnfte bloet
als een dau ; ygbe"

van de Nieren hanght,allencxkensinhaer

wefen verandert, en daer mede vereenigut > ^ „o-
het Water, dat nu om het Bloet meer te ƒ > ^,οΐτ»

bequaem is, eerft gefcheyden werdt, en aac ^j
fijn clunnigheydt, door de Tepelacbngbe v^„de
leecfct, tot in eenighe «yt-ltekende p'Jpe „i

Watir-pefen.indewelckedieTepelkensiaw"


-ocr page 6-

S τ Ε Ε ϊί -

en Sel'^ckenis met de Tepelen genoemt) uytkomen,
^ ontfangen werden.daer door het dan alsgekley nft
werclt in de hoUighey t die midden in de Nieren is aen
Λ opgebogen zijde, en zo komr door de Water-pe-
" in deBlaes.Nu het ander bloec van 't overto] ige
ρ , " 8^1cheyden,en van 't voedfel der Ν ieren over-
ïn d nedergaen van de Slag-aderen

Mell· gedreven zijnde, houde ick dat door de
ken »wederom gaet in de Holle ader,getroc-
len k ^oor het ophalen van 't Herte.Dit gevoe-
treff v"^^ Φ leere die wel nieu is, maer die in
V^jckheyt, en nootwendigheytgeenederOuden
«Jen Dr.Willem Harveus,geneefmeefter van

^jj '^genwoordigen Koningh Karei Van Engelant.
ben ^ ionder dezelve,'t gene wy nu gefeyt heb-
1'ik 'v en kan werden,zo zal ik hier korte-

't gevoelen van dien vernuften Ont-
devi, J j" ^oeck van de beweginge des Herten·^
Eerft ^ t ichrijfc op deze maniere te gefchieden:
Sïo drii u Herten-oor fich in,en in dat intrecken
de Ad t>loet(waervan 't vol is.als't hooft van

''ghevf^"' en de fchappraey van 't Bloetj in de hol-
het he Hert,dewelcke vervelt zijnde,zo recht
Wen ip^nt van ftonden aen alle de zenu-

klooh' jholligheden in, en klopt, door welck
fanS^" «"jft het geftadig het Bloet van 't Oor ont-
Lo^p " Slag-aderen, de rechter holligheytinde
fchieru de Slagh-aderlijcke Ader,van waer het
hg). . m de flin<-Vpi- hcillio-hpvr
{fetrnrken werr.rlii»

terfto;

de flincker hollighey t getrocken wert,die

Bloei 'd" noemen, anders niet en is, als het

gantfcheLi'^b"^ het Hert voortgedreven wert) in het

''Sn ton'^i'i^^^em. Daerna of door eenige openheyt
Of op of door de loflighey t van 't vleefch,

^deten in η "i^^'^ren, gaet bet Bloet van de Slagh-
ader ip Τ '^^eren.en keert dan weder door de hol-
'echtc hoir ®hert,van waer 't in de

O 1 geftooten wert.gelijck nu gefeyt is.
^etdetj ^ kan ook in de grootewerelt gefien
^errntx;·^^"^ de vochtige AerdevandeSon ver-
^Pgetrockp ' '^^'"P en wafem op, die dampen,
Oïn tor ^'jnde, verdicken, verdickt fmelten we-
^ochtigk ^^ïer, dat valt op de aerde, en maecktze
/ 'cht Sn ^™eopdie maniere werdt alles voortge-
l^y ïbtnn ^^"eurt'et waerfchijnelijk in ons lichaem,
Γ gefeyt) dat door de

lem ^ Bloet rijzende,dampigh,en als voed-
i » f , alle de Leden verquickt ende

'^tlenverfc ■ dat in tegendeel het Bloedt in de
het en als onderbleven wert,waer-

'even^j è ^ °egin, te weten, het Herte, als na de
r hetTi 't lichaem wederkeert: aldaer

^^at de^?®'' " 3tuurlijcke en ftercke hette.als den
een ' ^'ederom gefmolten, met geeften.

•^"em, vervult, en zo op een nieus door het

S Τ U C K. ^

Lichaem verfonden ; hangende dit alles aen het
bewegen en kloppen van 't Herte.

Deze leere en zal niemant lichtelijck tegen wezen,
die het maeckze! van 'ï Herte iien,als oock der Slag-
aderen geftadigh kloppen , het konftigh gebouw,
gelegent heyt, ende gcbruyck van de klap-vlicfkens
neeiftelijck wil overleggen.

De voortrefFelijdte Ontleder van Padua Fabr,
AquapsndmsM^t eerfte , die de Klap-vliefkens in de
Aderen uytgebeelt t&efr, van gedaente een halve
maen gelijkende,en Neftaende uyt het binnenfte vlies
der aderen wat uytpuylende.Haer gebruycken heeft
de Vinder niet wel gevat ^ want het en is niet om 't
bloet, dat van boven neder zoudefcbieten,te ftutten;
dewijlze allegader ftaen tegen het beginzel van de
aderen, en gaen open na het Herte toe. Men fiet in't
opené van de aderen,indienmê van de
wort'Jder fel-
ver beginnende na de kieyne fprancxkens toe een
lange prieminfteeckt, darde klap-vlieskens beletten
zulkn dat hy doorichiet: in tegendeel, zo men van
buy ten van de tacken na de wortel roe fteekt,dan fal
hy fonder belet opfchieten. Alzo beletten fy ook,dat
het bloet van degroote aderen niet en kan fchieten
in de kieyne, maer laten het in, van de kleyne^in de
groote,gelijck nu verhaelt is.Dewijl dan mede fom-
tijs in de melk-aderen,van D'-.Harveus,en andere,de-
fe klap-vlieskens bevonden zijn, zoo valt het gemeen
gevoelen om verre,dat de nieren door defelve de wa-
terachtige vochtigheytuyi de holle ader foudê tnelc-
ken;en wert in tegendeel onze leere beveftightjdat'ct
Bloet door dezelve uyp de Nieren wederom fchïet in
de Holle ader. Want zulcx en belet de gelegencheyt
van de Klap-vIieskens niet, gelijck wel doet dea
loop van 't bloedt uyt de holle ader na de Nieren.
6 Aen elcke Nier komen twee Vaten, te weten een
Me]ck-ader,en ε«ι Melckilag-adet.alzo van de Ou-
den genoemt,als of,gdijck de kinderen met de lippen
door de tepel de borften uy tmelcken,zo ook de Ν ie-
ren door dezelve, als tepelen, de Bloets Waterigheyc
uyt de Holle ader melckten en uytlockten. Maer
alzo wy dit wat andets verftaen.ib zouden fy bequa-
mcr naem hebben met Nier-ader,en Niereflag-ader.
Deze Vaten zijn de grootfte onder alle de Aderen,
die uyt de Holle ader, en alle de Slag-aderen, die uyt
de groote Slag-ader fpruyten : 't welck geenfins van
noodê was geweeft,indienfe alleen gefchapen waren,
om 't bloet tot voedzel van de Nieren,daertoe wey-
nigh van doen is, aen te brengen, en de waterigheyt
uyt re voeré: maer wel om dat'et bloec met menigh-
te geftadigh door de Niereflagh-aderen in de Nieren
gedreven zoude werden, en daerna dicker zijnde,
alsgefcheyden van de waterigheyt, wederom door de
Nieren-adenn de Holle ader. Sy verfpreydcn baet
beyde door het gantfche lichaem der Nieren, in hun
ingebogen gedeelte ingaende, en verdeelen haer ter-
ftont, tot datze op 't laetfte zo fij η en dun als hayr-
£ kens

m


-ocr page 7-

6 ƒ. V. BE VER WYCKS

kens werden, waet van fommigc door de geheeleNie-
ïen tot het uy terfte haer verfpreyden, andere komen
uy t in de tepelachtighe vleefchkens, door de welcke,
als doorfpongiachtige klieren.^eWateracbtige voch-
tigheytindePijpkensdie onder defelveals beckens,
komen van de Water-pees,geyeynft werc. Want na
dat denUreter of Waterpees,van de Blaes inde Nieren
komtjfoo verbreet hy terftont,en wert in twee,fom-
tijtsindtiedeelen gefplift,waerjVan het een na boven,
het ander na beneden gaet,maei werden beyde in zn-
dertacken,fomtijtsvier,dickwi!svijfverdeeIt, fo dat
defe verdeelinge acht,ende ten hooghften negen,ofte
thien pijpkens uyt-brenght, die in een rent endt uyr-
komen, net welck als met een vleefigh deckfej van de
verhaelde tepelachtige vleefchkens gedeckt wert.ora
de waterighey t door defelve, gelijck door een Ypo-
crasfack.teleicen in elck water-pijpken^ van waerhct
door de Water-pefen in de Blaes gevoert wert.

7. DefeWater-pefen fchieten uyt het in-gebogen
deel detNieien over delenden-fpieren tuiTchen de vlie-
lèn,ende komen niet recht,maer fchuyns ende van ter
zijden in de Blaes.om dat het water met lichtehjck te
rug en zoude fchieté.Het welk fommige eenige klap-
vlieikens,die onder indeWater-pefen zoude itaen,toe,
fchrijven:welckersgebruyckzoudezijn,het water na
de blaes loopende te wijeken,en door-geloopen zij nde
gelijk een valdeur te fluy ten, dat het niet weder zou-
de keeren.En voorwaer dit fluyt hieronder Ib nauw,
datter niet een wint, gelijck men fiet in de verckens-
blafen, die de.kinderen op-blafen, ende aen den hals
yafttoebinden.uytenkan berften.Hetwelk Galenus
wel feydt.een teycken te wefen van de uyt-nemende
•wijlheyt en voorfichtigheyt, die onfen Schepper ge-
bruyckt heeft in het fcheppen van deLichamé cferDie-
ren.Maer hoe neerftigh darmen den uyrgangh vande
Water-pefen onderfoeckt.daer en is geen deckfel ofte
klap-viefken eygentlijck te vinden :ende in de ont-le-
dinge,ende werckinge der Nature moet men fijn
oq-
gen het meefte geloof geven,gelijck Galenus feer wel
beveelt in het boeck van het gebtuyek der Leden,
op het 3 capittel.De Water-pefen zijn van wefen vlie-
iïgh,ronr,ende hebben in gefonde de breete maer van
een ftroo,dan in de gene die fomtijts fteenkenslofen,
•werden fy feer uyt-gereckt,foo datick gefien hebbe,
datrer een vinger in fommige gefteken werde.

8. Ten leften weit hetWaterdoor deWater-peièn
gevoert zijnde,ontfangen als in een regen-back,in de
Blaes; dewelcke van wefen., gelijck de Water-pefen,
zenuwighisjop dat fy uyt-ghcreckc zoude konnen
werden.wanneer het »;ater overvloediger toevioeyt.

9. De Blaesis raruetlijk maereê.Coiter heeGeen
dubbelde gevonden. En Dr.B«Hi&iw»i,my eertij ts jg
Bafeljdacr hy Profeffor was,eg groot viient,getuygt
in fijn treifelijck boeck van deOntledinge,dathy ge-
fien heeft een blaes,onder aen gelijk als met eenfack
«yfpuylende.daejrvcelfteenenin waren.So gedenckt

my,dat Dr.Pauw fali-. Profeflbr te Leydenlons 1
jaer
1614. getoont heefteen gravceligen BUesi^L^^s
D.Cafaubon, uyt Engelant gefonden j acn we'
flincker zijde hing een ander (2) gelijck een ijn
het felfde weien,alwaer het Water door een S^^ usf
quam ende wederom uytleckte.OKi de
van'tgebrcck,ende in fo feldtfamen man van jj jj
heyt, hebben wy 't felve alhier
voor-geftelt:"
breeder befchreven in ons Latijnfch
Werck.

lo. DeGedaente van de Blaes is langh-W«P
ront.om foo veel te meerder te konnen lat^O;
dat wy niet gènootfaeckt zouden
zijn,geftaa>g
ter te maken. Waerom de krop oock inet ce
achtige Spier gefloten werdt, die als een poof^ β£ΐ»
Water op-hour,ende uyt-laet.Haer
ruy tnte i-
in de Blaien.die op-geblafen zijn,oftc vol wai
propt werden. ftelt^'i"'

I r. Wanneer de verhaeldeDeelen wel g'^'g^'
dan wetthacr werk wcluytgevoert:maere£"0(,jefe
breek krijgende, fo wert het felve,gelijck ^jigtit'
oock is aengewefen,op driederley wij fe beic ^^
te weten, dat het water gantfch op-houdt' c]oof·
nigh ende met pijne, ofte fonder ghevoelen ^ ^^iteti»
Doch het gebreck en is niet alleen in't ^^^^'^et^^t
maer oock'in't gene met het water g^^" ^ndes'^""
weten,Bloer,'Etter, Gtavee),ende Steen,
het laetfte wel het gemeenfte is, ende by-"^^ ^^η
der gebreken met hem fleept, foo zullen «7
felfde eerfl: handelen.

Het 11. Capittel.

I Steen m -verfihejde Tlaetfen onfes ^
νκακι· ■mpfO:i>fiijpi'l. in Ae
Wierentende ^

maer meefiendeelm de T^jereitjeth

2 Stjnbefchrijvmge, ι^φ

3 Inwendige,endeNaefleoorfakender Ut*

focht ende vpederkyt^
4 Recht aengevixp»·)

j Wtwend^ge Oorfaken, .

6 Onderfchep,Mmkre,endtTkm''


-ocr page 8-

TEEN-STüCK. 7

feggen.tot flavernye gheboren. My en behaeeht niet
in yemants woorden te fweren,maer de waerheyt al-
leen voor oogë hebbende,alles vryelick te onderfoec-
ken. Het gene dan vari^alle tijden de treffelickfte Ge-
nees-meelters uyt alle.volckeren, van het Graveel en
Steen befchreven hcblien.zullen wy overleggen met
het gene wy lange jar^ in Graveelighe bevonden.en
inLichamen,die van 4e Steen overleden waren gefien
hebben. En gelijck depcnees-middelen eerft door dc
ervarentheyt gevondjin
zijn,en dc Menfchen daer na
over defelve gepeyni^i, ende de oorfaken onderfocht
hebben, niet in tegendeel uyt de Philofophye.en het
onderfoeck deroorfakenden oorfpronck vandeGe-
nees-middelen voortgekomen is:lb en fullen wy ook
alhier niet ftellen 't gene wy door reden oft gevoelen
voor waerachtigh zouden aen-nemen, maer alleen
d'oorfaeck onderfoecken, van 't gene wy felfs gefien
ende onder-vonden hebben. Hetismenfchelijckte
dwalen: derhalven en behooit niemants aenfienlijck-
heyt foo groot te weien,by yemant,die de waerheyt
na-jaeght, dat hy niet meerder geloof zoude geven,
aen fijn eygen oogen,alsacn het fchrij ven van Arifto-
teles ofte Galenus. De Poëet Lucretius fey t feer wel:
Ghy X^ult bevinden dat des merheyts diepegront,
In οηβ kennis door de Sinnen is gegrom,
En foo de Sinnen oockjiiet ναβ en :{puden gaen.
Dat dan de Heden felfs nietvafl en :{oude βαεη.
Het is een oudt iprceck-woort,Socrates,ofte Plato is
ons een liefvrient,maer noch liever de
waerheyt. Want
(gelijck Cicero wel fchrij ft in't i boeck vande nature
der Goden) men moet in het onderfoecken, niet ίοσ
feer letten op 't gewicht van de Aenfienlijckheyt, als
wel van de Reden. Ja het Aenfien van de
Leer-mee-
fters doet dickwils (chade aen de gene,dieieeren wil-
len.Want fy houden haer eygen oordeel op:en ftellen
vaft 't gene fy geoordeelt vinden van de gene, die fy
achten.Icken prijs oock niet,(feyt hy )'t gene ons be-
richt wert van de Pythagorilchcwijlgerige, dat haer
leden gevraeght zijnde van het gene fy vaft ftelden,
voor antwoort gaven, Autos Epha,
Hy heeft het felve
gefeyt.
Hy felve was haren meefter Pythagoras.Soo
vele vermocht een vooringenomen gevoelen,dat ook
fonder reden de aenfienlijckheydt plaets nam. Qtn
welcke fteen-rotfe te fchouwen, zullen wy in 't be-
fchrij ven der Oorfaken, Teyckenen, ende Genees-
middelen van S teen, ende Graveel, kiefen de ruyme
zee der Ondervindinge.

2. Het is onnoodigh, hier veel beflagh te maken,in
het nauw onderfoecken,oftc de Steen de fieckte felve
iSjOfte de oorfaeck, ofte een toeval: als weynigh tot
de fieckte doende. Derhalven komendetot de Be-
fchrijvinge,foo ftellen wy de Steen tetijn,een hart li-
chaem, groeyende uyt een aerdtachtighe ftoffe door
doovighey t van de Nieren ofte de Blaes, ende in een
fteenige gheftalteniife verhait zijnde, feerpijnelijcke
fpantnnghe ende verftoppinge veroo rikkende.

Ε a 3 Ai

'^jeren,eti4e EUes ^mjt.

Ken-teyckenen,

f^oor-teyckenen,

9 fJHiddelen om Foor tn komnt en Mankre vm
/■even,

Gtnef.rjge.

Al is fulcx.dat by de Ü ude geen gevvach gemaekt
iieKk" eenigeS teenc,dan die haré oóripronk

Dben in de Nieren, ofte de Blaes: foo is nochtans
and' ondervonden, dat in verfcheyden, ende vele
lipL-^öeelen onfes Lichaems oock Steen groeyt.So
bla F'if^wils ghefien bruyhe Sreenkens m de gal
fte onder de tong,en gelijk hagel uyt de lon-

°P"oeften. Andere hebbenl'e oock in andere plaet-
I) ,^^onden,die uyt verfcheyde fchrijvets na dc
fij^
δ" °"^esLichaems vergadert fijn bySchenkius,in
Dea^^".-"^erckingen,en in 't korte by malkanderen,
^'j η indeO nderwijfinge detGenees-konfte van
ijoj "Pertus.Even-wel gebeurt het feet felden,dat in
rande plaeifen Steen (en wert oock by Dr.Va- ·
lïiaet g^e" rechte Steen gehouden) groeyt:

V/elck en meeftendeel in de Nieren en Blaes.

ende ^''^et.alfo het ons Vaderlant feer ghemeen is,
foo Jv^ om 'c leven brenght, en van niemant noch
is't on V'''^^'^'^eht ,ende volkomen berchreven is, al
Qftg dat vele de hant daer aen gehouden hebben,
ftrecUp noch wel wat over-ghebleven, het welck
^er tel" yemant op te wecken,alles noch na-

ick h-t ^"ecken.endenaecktervoort|ftellen:fo zal
Hierck^"® van my in die jaren verfof ht, en aenge-
ielve m " wijdt-loopiger verhandelen, ende bet
Getie^®' '•eAen-me rekingen der oude, ende nieuwe
HrviteniJ^^fters.op den toetz-fteen van Reden, en
tal niet ^ vergelijken.Want ick en wil onder'ige-
Oei ande 1 ^^ gelijck het een fchaep

volghen't ghene voorgaet ,ende,
onderfoeck, toe-ftaen al wat de Oude
^chrijvfr'nebben.Wel is waer.dat wy dc Oude
vele treffelijcke leeringen
"^^^er fulrv"'^ danckbaerheyt fchuldigh zijn:

J^y daerom even-wel foo verre niet gaen, dat
^ liiet de
c^^h ^"?""'gezoudë feggen,liever te wil-
Wel OP 1 ttiiffen, als met de Nieuwe fchrij-
'■e Van ^eb eenige gefien die na de lee-

^Qot hetn '^y l^lve nochtans, de gene, die

■^'•^niftenV^-i j"' "'et altijdt gcvolght en heeft)
r^^ ^eten «; j genoemt zijn,en buyten den felven
Ipneu · -ioodantghe menfchen,toe-eygenen haer
'.■ickhevr" u j ' ghevoelen.en door die nootfake-
Wijvende,moeten dickwils oock
^aftigh ip "jet goet en viiiden.om ftant-

^^''jckdTkev'r beweren. Menfchen,

eyierTibeiius.van deReineynen plaghte

-ocr page 9-

S J. ν. Β Ε ν Ε R W Y C Κ S

55 ΑΙ de oude Geneefmeefters, en meeft alle de
nieuwe zeggen, dat her Graveel en Steen uyt taeye,
en flijmerachtige Vochtigheyt, door de hitte van de
KierenofBlaes, tot een fteenachtige hardigheyt ge-
backen wett. Ariftotelesfchrijït,datalle dingen ver-
harden, of door hitte,die de vqfhtighey t opdrooght,
of doorkende,die dezelfde uytdrukt. Waeruyt mif-
fefaien Cardanus ftelt.dat ook in de Dieren,door de-
zelvige oorfaken. Steen gïoeyt,le weten,van Koude,
in de Siecken, Kreeften, &c. ·βη Hitte, in de Gal-
blaes. Nieren, &c. So zeggen iiwee Grieckfche Ge-
neefmeefters RufFus,en Aretaeub*,dat in oude luyden,
- welkers geheel lichaem, infonderheyt die deelen,heel
verkout zijn^ door ftrenge kouw, de (lijmerige en
aertachtige Vochtigheyt,gelijck als bevroren zijnde,
de Steen fijnen ooripronck neemt. Maer dewijl zo
grooten Kouw, die yet tot Steen zoude konnen ver-
anderen, in een levend' Lichaem niet gevonden en
wert; zo en is zulckgevoelen niet aen te nemen.Van
d'ander zijde , oude luyden, en andere, die weynigh
■wermte hebben,ais oock koude plaetfen,in dewelcke
Steen groeyt, betoonen genoegfaem, dat'et verhar-
den van de fteenige ftofFe, de hitte voornamelijk niet
toegefchreven kan wcrden.Want de hitte der Nieren,
infonderhey t zofe groot is, zoude het verharden veel
eerder beletten,als bevorderen. En dit is de oorfaeck,
dat de kinderen,die van Hippocrates vooralderheetft
gekeutt werden,mindergequek zijn met het Graveel
of Steen in de Nieren,om dat de ftofFe daer van,door
de Wermte fmelt en uytgedreven wert, gelijck wy
hier na breeder zullen aen wijzen. Het zelfde blijckt
ook aen het Water,dat gemaeckt is. Want indien het
zelve werm gehouden wert,en zal zo licht aen de pot
niet aenflaen, ofte eenigh zanj doen fincken.alswan-
lieer het kout geworden is. Dit is miifchien de oor-
faeck, waerom Galenus toeftaer,dat de Steen niet al-
leen in de menfch en groey t door felle hitte,maer ook
door matige Wermte.genoegh om defelve te verhard
den, alzo de dicke ftofte, tot Steen infonderheyt be-
quaem viel,maer indien de ftofFe dun was,dat dan ver-
eyicht wcrdegrooter hitte, waerdoor'tdunfte mocht
uytwaeflemen, en het overige tot Steen backen.
Dit is zo veel belangt de wetckende Oorfaek.waer
door de Steen mocht gebacken werden. Wy zullen
nu oock gaen wederleggen het gemeen gevoelen van
daStoffe, uyt dewelcke de Steen groey t. Want dat
dezelve niet is een taeye en flijmerige Vochtigheyt,
blijckt daer uyt, dat als men zodanige Slijmerigheyt
■wilopdroogcn.het zelve veeleer lijmachtigh wert,als
fteenachng.hetdik fnotgelijk.Ja hetisonmogelijck,
dat zulck Üijm , of door de nature, of door de konft,
kan verharden, en in Steen veranderen. Daerbene-
vens in de deden,daer het flijrn overvloedigh is,als de
Maegh, en Herifenen,zoude dienvolgendedickwijls

Steen moeten groeyen, 't welk in tegendeel werc be-

Tonden.Hier koau nochty,datindeNieren,alw3er

de Steen meeft fijnen oorfpronk heeft,rnulicx
Slijmerigheyt en komt, ende indien fy daer al quarn.
foo en zoude fy daer foo lange niet blijven. Wy

oock dat de Steenkens in het Galblaefken niet u)i·
Slijm,maeruyt Gal beftaen: ghelijck uyt
haren aer.
en verwe genoegh tefienis. Ende Cardanus vërh^» '
dat eenMonick van tachtentigh jaren,hem jgj
veel geronnen Slijm inde waterpot getoont heeft^^^jj
het de groote van eé Ganfen ey uy tmaeckte,waer
even-wel nimmermeer eenige fteenengroeyde.
fien oock dagelicx.dat een klaer en dun water.al»

wat ftaet,de pot met zant beflaet-Daer-en-bove"' ^^

fo het flijm voortkomtdoor kouw en rauwighey ' ^
was van nooden een uy termaren ftercke hitte,
het felfde een Steen te backen: daer wy nu in '^ggu
deel dickwils fien, dat oock in koude plaetfcn 5 ^^^
groey t. 'Ten ftaet oock niet aen te nemen,'t
fommiee voorgegeven wert,dat het flijm van noo
is,om ais lijm de ftofFe by een te
houden.Want
dien datter foodanigh üijm by was, fulcx
backêveeleerverhinderen.Wantmenfietfelfs'" ^Ijc
wendighe dingen,dat lijm in't water werm g^'^T^al'
zijnde,niet hart en werr,maerkomttefmelrcn-^^j.j5,
foSn de Nieren en de Blaes geftadigh wertn ^^^j^efS
fo en zoude die taeye en Qijmerige ftoff^'^lpstot
aert is van werme vochtigheyt te fmcltenjgee"''^ jat
Steen konnen verharden, Derhalven de oorlap
fommige veel Zant quijt werden.ende
Steen en krijgen, en is niet, dat in haer die uiP ^ ^^ci
Vochtigheydt niet gevonden en wert, die ^"^„gi'
Graveel by een zoude houden,gelijkHolle>^5"Vy vtl^
nees-meefter van Parijs ghemeent heeft,ε^^^ί,ΐιίε''
oock eevolght is: maer een geheel andere,die ^o'
na zullen by-brengen.Yemant zoude hier teg ^^^η
gen werpen, dat in't Water van de gene, die ^^ ^jpde"
in de Blaes hebben dickwils veel taey flliji" ^Leetd^
wert. la ick heb felve niet eens
gefien,dattei jy^^cl^,
flijm was;als Water. En dit is miflchien ^^ °"ufijvef^
waeromdeoudeGeneef-meefters,eneerftcs^ gjicJi
fiende dat in de gene, die den Steen hadden, ° »
foo veel taey flijm met het Water af-fcboo^'Lp v»"
hebben,dat het felfde de ftofFe was,daer de

groeyderende dat daeromme van andere,foO j^gbi'

der onderfoeck, na de geineene gewroonte,' ^^ι,ι^'
voelen gevolght is. Dan dat dit flij·" „'t
daer de Steen van gebacken wert, maer geeft»
fchot van't voedfel,dat eé
vleefigeBIaes va" ^ ^ef
zal ick foecken te
bewijfen JndedoodeLicn-^ ^^fcP
gener, die van de Steen geftorven waren, en ^^ jggd^
lange tijtgrootemenightevan taeyflijmg^

den,hebick dickwils ondervonden,dat ftet

de Blaes, anders vliefachtigh zijn^ie, ghene ^^^„eeo
was,eensineen kint van
driejaren op deaic^ ^^„eC^
pinck, in voIwaiTene dickwils op de dicK

■\οθγ
vil-

duy m ,fo dat indien de doot met voor en
tenleftenkomt toe tc groeyen,enallo asun


-ocr page 10-

STEEN-

Verhindetende, de arme Menfchen elkndelijck daer
doet fterven. In andere die dun, en klaer \yater
waeckten, heb kk gefien, dat de Blaes vliefigh was,
S^iijckfe oock is van naturen. De oorfaeck van defe
^ficheydenheydt, dunckt iiiy dat gevonden kan
erden uy t de Korcbondige Ipreuoke van
Hipfocra-
^ daer hy feydt, dar feer quaet is, als in quade ende
I oote Wonden fich geen gefwel en openbaert. Ga-
"^ gseft defe reden,om dat anders de vochtigheyt
tar I wegen de pijn na de wonde vloeyt, nu
Hv f 1 gheftelt heeft na de yoprnaemfte deelen.
>Sef ghetuyght elders, de Nature ingeboren te
eyl ' «Jat elck deel/t welck fterckfte is, door fijn
^mr 'tgene,waerdoorliet befchadight

^ac f snder deel, 't welck fwacker is,ende

h ^ voorfenden niet eerder op en houdt, voor
een aMérfwackfte gekomen is. Dewijl dan

dgj^^^etfte plaetfe niet fonder reden feer flap is, en
heyj bequaem om de toevloeyende Vochtig-
indien dezelve haren wegh keert
'^ack teycken, datter ander deelen

Oord 1 welck Hippoarates wel te recht quaet

Het felfde meen ick,dac mede plaets heeft
be s/^^® "ie gene die met deSteen gequelt zijn.
fteekt ii"' '"^onderheyt als hy begint toe te nemen,
der de Blaes,waer door Pijn,en meer-

hèt bi t in dat deel veroorfaekt wert.Als dan

ter an'rf'· "'^t na toe en loopt,fulcx beduy t,dar-
aoclerfdeelen noch qualijcker aen zijn ('t is wat
kot„ · de Steen ftil eyt) maer alshet in de Blaes
aengeL ° wert het aldaer verandert, en tot voedtzel
en alle Η = vvaer door defelve allencxkens vleefigh,
Êlaes en ^^ ^ert. Nu dat dit Slijm niet in de
Steen r ^^jg^iiert, en aldaer gehouden wert om den
Blaes van j groeyen, biijcktda?r uyt,dat in dc

teycij^ werden. Her welck ghenoeghfaem
t^-aecsalfj <Jefelfde vochtigheytuyt een ander
filaes dick ^^^^ vloeyden in de Blaes. En hoe dar de
^'erder ^erdt, hoe datter meerder toevloeyi, en
^^ ^et Sli "^ ^^ defelfde gevoet is, overfchict, en dat
^atero 'i!"'^ welck fo<ïdanige met menighte in 't
Het ρ ^'erden.

de nature vaneen Steen in de blaes
i-^jfaioedp?"^' ick dat natuerlijk gefchiet inde
Γ jf'»ioedpr ^"^r·''^ "i^^cht. De Nature heeft aen de
i" gbepw,' a^s aen de Blaes, een vUefigh we-
-'èlve Ι
ρηΓι ' gene die bevrucht zijn, is

•^'et dunde" r-Hytgereckt zijnde,en wert
r^·^ andere dingen doen ; maer hoeiè
^^datfein^^""^en wert,hoefemeerder verdickr,
I^ee vinee . maenden de dikte hakn kan van
^''^Uden gewS-: vooreen wonder ge-

fa weeit. t en fchipt nochtans met beiwaer.

S Τ U C K. ^

lijk hiervan reden te geven. Te weteis, dat de nature
alle den tijt van 't dragen,tot voedfel van de Vrucht
geftadigh veel bloet na de Lijfmoeder fent, en dewijl
het felfde altefamen ^nde vrucht niet genut en wert,
20 komrereengedeekeaen de Lijfmoeder, waer van
dezelve tot den arbew toe geftadigh groey t,en alzo
grooter en dicker w^rt. En dit is de oorzaeck, (de-
welke ick niet en me^ne, dat yemant oyt befchreven
beeft)datter tweeN|ivel-flaghaderenzijniom'r bloec
van 't hert tot de Lijfmoeder te brengen ,ende maer
een Navelader, wa;/r door het groffto bloet van de
Lijfmoeder weder ïeert tot her hette, om aldaer op
nieus verkoockt te werden, op de manier hier boven
verhaelt.Hierom meen ickoock,datde Slaghaderen
recht neder gaen na de Lijfmoeder, op datter 't toe-
voeren niet in de weegh zoude zijn, ende dat de ader
bultighen vol knobbelen is,om dat het bloet zoo ras
niet op en foude getrocken worden,en dienvolgende
langer in de Lijfmoeder blijven. Maer't gene niet
minder te verwonderen ftaet, terftont na de verlof^
fingh, neemt de Lijfmoeder wederom af,, ende keert
allencxkens byna tot de vorige kleynte. De reden is»
om dat het dickfte bloet na den arbeyt gelooft,ende
het ander als dan elders verleyt wert. Om tebefluy-
ten: Dat in wonden,flagen,breucken een Lidt fwekj
dat in velen, die de Steen hebben,de Blaes ;in fwan-
gere vrouwen de Lijfmoeder vleefigh wert; is deze
reden: dat iy 't bloet,'t welck fy van de Slaghaderen
ontfangen,door fwackighey t te lang behouden, waer
door het zelfde dicker werdt, ende over iulex van de
kleyne tacxkensder Aderen niet zoo wel ontfangen,^
of na 't herte gevoert en kan werden. Het bequaem-
fte wert geftadigh dé Blaes en de Lijfmoeder aenge-
hecht, waer door fy vleefigh en dicker werden : het
overfchot fchiet in de Steenighe alle daegh door her
water af, in de S wangere wert het na de verloiïïnge
mede uyt de Lijfmoeder ghefuyvert. Maer in dc
Wonden rijpt het, ende't bloet tot Etter gekomen
zijnde, ontlaft het deel, daer het op gevallen was.

Als't voorgaende in mijn Latijnlch werckgelefeti
was by den voorgemelten
O'Wtlkm Harveiii,weerde
geneefmeefter van den Koningh van Engelandt, zo
Ichrijft hy my , voor fijn gevoelen, dat het Slijtn,de
ftoffe zoude wefen van den Steen : dewijl als het fel-
ve alleen in de lucht geftelt wert, in eenen nacht, ofte
eerder, in Greus, ja Steen verandert,'t welck hy feyr
felver bevonden te hebben ; ja te kennen een lof-
frouw , die van fodanigh Slijm, in haer eygen Water
befmekende, kleyne ballckens plagh te maken, de-
welcke in een fchotel vaafelfsdroogende,tot Steen-
kens verharden. Wap ick op geantwoott hebbe, by
my vergadert: te zijn Slijm van een longhman, die
daer na van een groote Steen in de Blaes gheftorven
was,'t welck vier jaren in een open glas geftaen had,
waer van een deel vervlogen was,en 't overige geleek,
mul van verwolmt hout, in't welcke niet
vafts, ofte
Ε ? ^^^


-ocr page 11-

lö J. ν. Β Ε ν Ε R W Y C Κ S r-

harrs gevonden warde; waer van ick oock een deel
fija E. toefonde. Gaf oock Reden, na mijn gevoe-
len, van her onderfchey t; te weten, dat in het Slijm
by my gefonden,niet vetmenght en was, de aertach-
tige, en fuhige ftotFe, die inge'jroncken was in het
Slijmerigh .water van de Ioti-\i>uw, dewelckedaer
yan Sceene ballekens maeckte.ïjaer na hebbe ick het
felve tweemael in eene weecfo^ondervonden. Een
longman van res-en-derttgh j'^ren.hebbendeaidc
teyckenen van een Steen in de islaes ,en den felfden
oock voelende verichieten, maëi'kten water,waer in
veel dick Slijm belbnck.het weltïk opeen wit papier
geleyt zijnde.in weynig tijts in Steen verbarde.doch
foo hart niet, of men konde het met de vingers om
ftiïcken vrijven, en dan was het fcherp gruys. Het
ièive gebeterde een Advocaetskint van twee jaren,
hee wekk daer na ghefneden werde, van een Steen-
ken , de groote van een hafel-noot ■ doch zo dapper
iacht, en papachtigh, dat het in 't uy ttrecken meeft
van malkanderen morflelie,en een deel aen de
Lapi-
dil
bleef hangen. Overdekleynte was ick verwon-^
dert, door dien het meeften tijt, als het waterde, met
prootepij η ter ftoel gingh: dan,na dat het geen half
vierendeel uurs gefneden v;ras,feyde fulcksfonder
pijne te doen.

4. Dewijl datter foo groote gemeenfcbap is tuf-
fcben de Werelt en den Menfche, dat hy daerom de
benaminge van een kleyne Werelt bekomen heeft:
Ib dienter wel een algemeene Oorfaeck geftelt, uyt
de welcke de Steenen in de werelt, en in 't Meniche-
lijcke lichaem groeyen. Ick hebbe te Napels gefien
by Ferdinandus Imperatus, die van de vremdigheyt
der Natuetlijcke dingen in 't Italiaenfch gefchreven
heeft, Aerde van
Pos^:{ulo, een Stedeken daer ontrent,
in Steen verandert. j'iwZ'i^getuyebt vanfeker plaet-
fe daer warm water uytfpruyt, Bet welck zoo ver-
hart, dat de gene die water-loopen maken, gheheele
lïiueren daer van bouwen. In de riviere van de Ci-
cones, fey t PliniM,a]s oock elders,een hout geworpen
zij nde,wen met een fteenige fchorfe omvangen. De
Poët
Ovidius maeckt hier oock gewach van, wiens
verlTen wy wat brecder uytgefet hebben:
Bj de Cicons komt geloopett

Water van een vremden aert:
Die't drinckf moet het dier hekoopen.

Want het nïemants leven fpaert,
Σ)ίεfijn dorfligh hdrt wU laven-,

Oaer megeenen dorfi verflaet j
Maer, eylaes ! \)Qat droeve plagen^

'7 ingevsant tet Steen vergaet»
Wat in dees rivte-rkomt drijven^
Ofvan't water wertgeraeckty
Sietmen haeftelijck^verflijveny
En als M^rber hart gemaeckt.

Defe Verflen werden oock bygebracht van «J
wijfe
Seneca in het 3. N<if. quisfl. en hy voeght aa
by,
Datjodani^ Water eenengront heeft vm aert ·'
■alle dingen by-een te voegen, en te verharden, gelfjcK
fiof van
Pozzuola, és het maeraen t water
verandart het in Steen: eveneens
mtegendeeUitJ*^'* '
«Is hetyet hans l^mt te rak^n ,fi blyft het ναβ daer ^^
hangen.· Hier van is 't, dat al 't gene in deje f^^S'^^lpt
pen wert Jieenigh daer uyt
kpmt. Het welckja
fimmige plaetfengebeurt; werpt een tacxkctt, rf^o* ^^
m't water, ghyfult na weynig dagen een Steen fV^^^^f^
Vfam daergroeyt terflont van datjïeenachtighfijjf*
om. Leander Albertm
in fij η Ita iaenfche beicW'J j,
ge van Iralyen .vertelt, datter by 5iw«een Fo"
uyt een rotz (pruyt, wiens water in vijfihien"^^
al watter ingewoipen wert, in Steen doet
ren, ofte met een Iteene fchelp bekleet. Het o"^ ^jj
fcheyt hier van wert by
Faüopiia aengewefen»·^^ js,
fteenaehtigh nat, alleen onder het water gef'^^n^
en niet geheel vermenght, die dingen niet en ^^
dert,maer alken van buyten met fteen
jroeyen: en dat het felfde gefcfaiet, als
teenen met het watergemenght werden, ^"„icefl
Pifa,een andere ftadt in 1 talyen, en eenige ip^L^^r/»
van den bergh
S.luliaen, en in Vranckrijckby gn
fietmen het water van de fteenrotfen afdruyp^ ί
als lange Ys-kegels nalaten. Inde valleyenv» ^
ca groeyen allencxkensuyt het water gheh^^'^ ο o"

ten. Ick hebbe in het felfde Italyen ontreot ^^^

men, wat boven Tivoli,x.v,ce rivierkens gefi^"' aO'
welcke tacken, hour, bladeren,kruyden,oftey
ders, dattcr in rocht, met een fteenachtighe^ p^eU
vangen werde.En ontrent den wegh, die ^jtte
na
Tivoli gaet, wierden op verfchcyde p'®^ ^-„cfeif'
Steenkens gevonden, fo gelijckhet fuycker Ρ -jjs,
als Capittel-ftocken, gefuyckerde Coriander»
en diergelijcke, dat fyvan het felfde dooi'^^Ijjaer»
naulijx te onderlcheyden waren: en werde"
om defe groote gelijckenis,van 't gemeen ^"^„(ςεΡί
ket-Suycker van T/®o/» genoemt.
Sulcke Sc^
en groeyen uyt geen taey flijm,dewjjl't :
fe in gevonden werden, geheel klaer en hel''"
door hitte of koude, allo ander water
hoedanighey t fulcx niet en doet. Dan dit ^ Meelij'-''
niet alleen in 't water, maer men fiet ooc" jg v»^®"
uyt den Wijn een fteenachtighe ftoff"^ ijie''®
groeyen, gemeenlijck
Wijnfleen genacmr. 3 g^jjifif*
in't water,datde
meefte luyden hier Lf»·^^"'
als't wat lang in de waterpot
ftaet,foiet

Laet dan voor ftoffe van Steen geftelt„jcbt''
niet van uyt wendige hitte of koude,in een « ^jvert
ge hardighey t gcbacken wert.maer die by " pic

een inwendigh beginfel van verhardmge nec J^y

felfde is feer wel aengheroett by Strabo ffeiijt*
eeen Gheneefmeefter en was,
maer een j^^gjcj

ichrrijver,cn befchrijver van de wcrelt;iti"J" ^ ^,^,ίΖί


-ocr page 12-

STEE

alwaer hy feydt, dat in de Blaes van de gene.die den
hebben,de kracht van vereenigen,en verharden
t water ièlve is: want dar oock uyc het water van
J°"ge kinderen,de
ChryCocolla ('twelck een foorte van
^'^'peteris) gemaeckt wert. G<i/e««ifelveheeftfulcx
"och moeten bekennen in fijn uy tlegginge van
Bif-
daerhy toeftaet, dat niet zoo
uv j l^itte, als wel de Hoedanigheyt van deftofFe,
Ji^dewelcke de Steen beftaet,'t verharden te weeg
J^"g^-Nochransalfa de fteenë meeltendeelgroeyen
ejf^® Nieren en Blaes, en dat dit gebreck veeltijd:s
Q · waet van de oorfaeck nieten kan geleyt werden
^P overtollige vochtigheydt, fo dienter noch een an-
c '^^ckende oorzaeck geftelt. Deze zeyt een out
"feln^eetter, hier voor mede vermeit,
Aretatit, te

tU ^v. '^enfieenachtigc vruchtbmheyt,en hier op fien-
y"chien
Dr.Fernelim, mede meerder vermeit, een
j^^oren ^avedige offleenachlige Geflalteder ^lieren.
Wer '"^.len defe aerdighfte der Geneefmeefters,nart-
geftM^ "j" gewoonte, verklaert had, wat hy mee die
letie Γ ^'^fftont, zo zoude hy felvc't berifpen van de

fchev?""lucht hebben,en wy meteenen dever-

ϋτ ρι^^ van 't gevoelen der uytleggers.
ΐϊίςςα'^^Κ'ΐ'ίίί, een leer gheleert en veribcht genees-
fcew ^i^Je Bafel, verftaet die geftalte van de l·}aumg-
eenl"" ^^ooghteder meren, met welck gevoelen over-
'-*'■· Sdxo«M,ProfeirortePadua,en,gelijck
ProfgS.'" 'efleneertijdts gehoort heb. Dr.
Varandel,
tiau^ O'teMonrpelliers.Maerdatde droogh:e en
eeti aio ^^^ aengenömen konnen werden, voor
fte ei^'^^^yneoorfaeck,betoonen genoegde ruym-
Oock V^^'^vtighfte plaetfen des Lichaems, in welcke
itieeftp, Steen groeyt, gelijck by alle Genees-
^'«enko "^«kent is. kk heb nu kottelijck een ront
fpono-i-welck gegroeyt was in het zacht,
tong° "ievH ende vochtigh vleefcb, dat onder de
- ochter V ■ ^^ ftadr leeft noch een jonge

en op d eenigejaren van de Steen gefneden
p-^if wonr, die niet wil toehee-

l^^^.i^igh een fteenigekorft.dewelcke maer
Bfoeytgf ^ '^'JRi-ie, lichtelijck afvalt: maer terftont
V^'^emu^ T?*" een ander in de plaets. Dierge-
Oarl·^^'·
i^ntman,in een kint geilen te ht b-
V?Tanden waft, niet of
^ditfvdeV/ S^eender Nieren verfchillende, be-
• '^^oghre ï^^'chen in haerzelven. Maer wat
^ UsLl ^auwigheyt is in deze plaetfen ? wat
^^^lysenil^"*^^ Dermen ^in dewekke oock na de
Geneefmeefters, fo.ntijts Steen ge-
I de Lick by «J" noch komt,dat ick in al-

^teet) eeftn "iet weynigh, en zijn) van de

„n ' '

h Nieren gevonden hebbe. £nde

°"nea ftpU ^ ?oude men alzoo groote Droogbte
i'-cuenin fulck een plaets, daer het water ge- .

ftadigh door moet ïoopen ? Nu de grootere nau-
wigheyt blijft altijt > en de Sullige wey werdt oock
geftadigh daer door als gekleynft, en evenwel heb ick
dickwils ondervond-fh, dat vele, die langen tijdt met
groote pijn in de Leilden waren gequek geweeft, ea
vele Steenkens gelooft hadden, daer na eenige jaren,
of oock voor altijt, |evrijt bleven. Vootwaerindien
de Nauwte alhier oorfaeck was, zoo zouden de kin-
deren die kleyndeA en dien volgende oock nauwer
Nieten hebben, oflck nootfakelijck dickwils met
graveel gequelt zijri';; 'r welck nochtans terecht ont-
kent wert van
Hippocrates. En al konde de nauwig-
heytinde Nieren al toegeftaen werden,ro en heefrfe
doch gantfch geen plaets in de Nieren. Indien ye-
mant nier tegen mocht werpen 't gevoelen van den
hooghgeleerden
Fernelius, dat alle de Steenen van de
Blaes eenigh beginfel trecken uyt de Nieren, en al-
leen in de»ylaes vermeerderen, en grooter werden :
al is 't dat ick fuicx foude konnen ontkennen, en aen
mijne zijde daer toe hebbe de voorname Genees-
mecfters van verfchey de
\o\kam,i^ndeletms,Carda-
ms, Vidius, Mercurialü,
Augenm,Heurnius,lul.Alexan'
drinus, Saxonia, Durem, Septalius, Valletiui, Cafirenfis,
Fontanus, Varandaut,
 en andere; foo ita ick

evenwel toe,dat fulx meeftendeel gefchiet,maer dat-
ter nimmermeer van begin af,Steen inde blaes foude
groeyen, of groeyen konnen, dat en dunckt my niet
waeifchijnlijck. Want ick hebber veelgefien,die een
Steen in de blaes hadden, en nimmermeer te voren
met pijn in de Lendenen waren gequelt geweeft. En
indien het graveel in de Nieren nier en komt voor de
mondige jaren,gelijck
Hippoaates· oïis leert/o volghc
nootfakelijckjdat de kinderen, die veel ondérworpen,
zijn den Steen der blafe, geen begin ofte wortel daer '
vanontfangen hebben uyt de meren. Behalvendat
Hippocrates op een ander plaets, wel uytdruckelijck
fchii}ft dat deSteenen in de blaes groeyen. Het felf-
dc wert ook van
Arifioteles beveftigt. G^/e«!«fchrijfti,
dat de dickigheyt, die in't Water der Kinderen is,als
her lang in de blaes blijft, ende niet ras af en fchiet,
aldaer begint aen malkander te backen, ende hart te
worden, ende dat al 'r gene daer na afkomt, aen hec
felve backt, en alzo tot een fteen geraeckt. Wat be-
langt het Pit,of de Keerne,daer Fewe/iw van fpreekt,
die in alle fteenen van de blaes gevonden werdt, ende
dat defe! ve uyt de nieren gekomé foude zijn,om de-
welcke daerna't vorder in de blaes aengtoeyt: dient
voor antwoorr.dat al is waer,dat meeftal de fteenea
in de midden fo eenKeerne hebben,fo en volgt daet
niet uyr,dat defelfde juy ft uyt de nieren zoudegeko-*
men zijn. kk hebbe gefien , datter een fteen uyt de
kropvande blaes met gewelt getrocken zijnde,op de
aerde in ftucken van malkaiideren viel,wiens keerne

fo groot was als eenOckernoot,derhalvc-n onnnioge—

lijck om uyt de nieren door de waterpefen te komeir

iilde blaes.Daerbenevens, alfovan een ende defelf-
de

N - S Τ U C K.


-ocr page 13-

12 ι Ψ. BEVERWyCKS

de oorfaeck een Steen begint, ende toeneemt, en dat
hy, gelijck Fernelius toeftaet, in de Blaes vergroot,
waerom foude hy aldaer ook niet konnen beginnen?
Hier komt noch by, dat de gene, die de krop van de
Blaes geheel nauw is, en dun water maken, gelijck
oock die aldaer een aen was ofte gefwel hebben, be-
houden eenigeaertachtigeftoffe,dewelckedaer na in
Steen verandert, lek beware een tacxken van Verc-
kens-gras,dat eenkint (in wiens Blaesdaer na een
grooten Steen gevonden is) voelende in 't waterma-
ken eenigh belet, in de krop van de Blaes gefteken
had, waer door bet water eenige dagen opgehouden
werde, tot dat het ten letten met groot gedruys als
uytborftendv-'.het vootfchreven taecxken mede nam.
Aen den rechten fteel hangt een langhwerpig Steen-
ken , een Piftatie gelijckende, en aen elcke ader, na
haer dickte, hangt mede een kleynder Steenken, ge-
lijck bier afgemaelt is. Den eerlten oorfpronck van
defe Steenkens, dewijl het overige van de fteel in de
roede bleef fteken,kan de Blaes met afgefèy t werden.
Alfoo fchiijft Alexander Benediitus, van een jonge
Dochter,die by ongeluck haren naek (diefein't hayr
droegh) ingeüickt hadde,om dewelcke,totinde
Blaes gedaelt zijnde, een Steen gegroeyt was tot de
groote van een Hoender-ey.

Het fchijnt evenwel dat in 't groeyen van de Steen
van nooden is eenigh Pic.daer de Steenachtige ftofFe
om waft.Wanc men fietfeer weynig Steenen.indc-
welcke van binnen geen Pit of Keerne bevonden en
werc.So getuyght Di·.
Gar^iasab Hono,die langetijt
in 1 ndyen ge woont heeft, dat de
Be^^oar-fleen om een
dunkafgroeyt,en allencxkensnuitlchotlen vergroot

ende toeneemt. Het welckaltijdtindeApOtekg
winckels ghefien kan werden. Üp ''cfelfoe
groeyt oock de Steen in
het Menfchelijcke licW ·
In 't begin iffer een grof Zant,ofte een kiey" ^ Jt-
ivelck meeft in de Nieren, felden
in de Blaes gri"7

welck meeft in de Nieren, felden in de bw·-·' ^^^
en in't Water drijvende, wert omvangen
Steenachtige ftofFe, die in 't felfde is,en aengro^
de verhart,en tot een fchorfe wert, daer
derom ander ftofFe .devvelcke wederom een m ^^^
fchorfe maeckt, tot dat op dezelfde maniere a
over d'andere, door nieuwe toevloeying allen^x
komende, een Steen te famen gevoight ' o^i
verfcheydefchilferingen,gelijck bynaden 'id
een vergadert.Defe maniere van het aengroey
Steenen is oock onfen Galenus niet onbel'.?"

weeft :maer hier infcheelt by vanhergene»^.,,.
zoecken vaft te ftellen, dar hy volgende 't g" , de
gevoelen, daer by voeght.dat het taey fliji" u^c^cn
hitte det Nieren verhart, ende tot Steen ς^^Ο"
werdt, eveneens gelijckaien kan fien in onle

ovens. Maer hier op wert geantwoórtjCJa^oiei

niet taey en is fonder water,alfo de taey>g

en kan welen fonder vochtigheydt, ^ «tee" ^^ ι

door het vyer verdwijnt, al-eer de

werden. Dat wel 't vyer de oorfaeck is,^^' gr va"
fulcx niet en doet alleen door fijn f'^^Jht e"
wegen deStoffe, dewelcke bet opdroog ^i^et

hart,en van
de vlam en roock'

.,οηί

η wecnnecuii.,, . y,-

SfaSSS^SSi

het de waterige vochtigheyt

wegen de andere dingen, ω

renghr.enacw^-- . g^vc

Kley Steen temaken ,noodigh ziJ"-^ jckeb^'f^,
om dat het die dingen wechneemt, ae^ ; «^f"·
ten, dat de Kley niet!


-ocr page 14-

S τ Ε Ε Ν - S - Τ U C K, 1|

Ier inde ftofFe.die bequaem is om te branden:
fta fiet aen het Roet van defchootfteen,be-

fon V "yt veel roock by een vergadert. D erhalven
fij" voedtfel, &t is, Aerde,Zout,
het V ^» ende Dampen, dewelckcin dc StofFe, die
ta-J®'""rant,befloten zijn,voor eerftuytdriivendede
bfeC^ochtighey t,ende daer na tot Slick, ofte Kley
ten w lichtelijck in ftecn doen verande-

Gin β, oock fonder die dingen, ende alleen door
iCle^g^^ Zout, dat elcke Aerdlin fich heeft, kan de
ift^;J^X gebracht wrerden. So dat de rechte en
Geeft ^^ oorfaeck, beftaet, in een hart-makenden

felven ^^ t>y

v,n buv ^ verhart.MaerdeHitte ismaer yet,dat
ootfae tende dewelcke voor de werckende
Was κ felven niet en is te houden. Evenwel

\Petcke i ^^ door de Hitte, als een

«n Vol κ oorfaeck in de ovens gebacken werde, fo
Menf κ
 uy tjdat bet fo mede gefchiet in het

tigh Ij "^l'jck lichaem. Want fo lange de Kley voch-
eerft J j" '^^nfe in geen fteen veranderen: maer dan
fchefó 1 ep-gedrooght is. Nu alfo in 't Men-
fondè^ lichaem de Kley achtige ftoffe nimmermeer
Bla^. ^^εΐ vochtigheydt enis,voornamclijckinde
fclve ende Water-pefen, hoe zoude dan de

. αοηι· Γ - . I 11 »r I - 1

^'at anH fteen'gebacken werdenPHet moet dan
f^cht ftee^^j^^ien als de Hitte, ^t welck backt,ende

reiVp 1 —-iijcnae water-peicij, uoc zuuucuau ue
Vetdf^vg^^ «ie Hitte,niet kennende de Vocbtigheydt

tander

lijcke u^u" "^^«cktTSulöt" aifo't ^
,:. het vpli v^®·" door het Zout gedaenweit,fo gefchiet

Jtiaken '^'^«erin't Licbaem.Derhalven tor het fteen

iti nat „ vereyfcht veel Aertachtige ftoffe,enZout
■ ïftenshr - Want defetwee,door het nat ver-

^Tbfrdp'5ndc,kkven lichtelijck aen malkander,ende
fteen η ■ Geeft,daer in zij nde.re famen tot
^VejJg ^^ in beyde is noodigh een fekcre mate, en
fooveel·" Γ Aertachtige ftrofFe moet

haer ver^'bekteen kan, dat het Zout met
dat de apS'^^'^ itnclt: en het Zout foo veel,
deren Ion
d"'^*^ fchey t, en als Zant van malkan-
^ïider vp f defeOorfaken werter noch een

"ieelen fel?^· ' ^^ ' ^^^ Geftaltcniffe van de
"^ch in gefeyc hebben noch in Drooghte,

^anoveri voornamelijcktebeftaen.lNuis

^^ftacht"^ ftgevoelentier over te openen. De
Vertiien ^^ behoorlijcke mate met hetZout
'idicnf^ · b^t Water inde Nieren,by

laiigh bHT^ gelooft en werdr, maer aldaer

l^'^. uy t oorfat-ck van een verdooft gevoelen ■
^P-hnnri [^"«1'ick fulcks in de Blaes oock het water
Komt eeift tot een Pit oiie Keeroe, het be-
gintfel,gelijck wy hier voor ghefcyt hebben, van een
OTOOter fteen.De fteenige ftoffe is in alderhandeAer-
de ie vinden. Hier uyt raecktfein de Kmydeti.die bet
voetfel zijn van de Becften.Het zy dan dat de Men-
fcfae Groente, Vifcht pfte Vleeich eet.foo nut hy met
eenen die AcKachtigljsyr met het Zout. Indien dan,
het zy door fwacki^eyt van de verterende, fchey-
dende.oftc uyt-dri#ende kracht,het ,zy door de
Veelheyt van dieftoffi^ in't voetfel,defehe inde Maegh
niet wel gefcheydenifcft uy tgedreven en kan werden»
fo gaetfe met den G/il in de Lever,ende van daer met
het Bloedt door de holligheden van't Herte in dc
groote Slagh-ader, van dewelcke fy door de Melck-
ilagh-ader ghedreven wert in de Nieren,tot datfe ten
leften in de uytterfte kleyne tacxkens van de flagh-
aderen,ofhet vleefchvan de Nieren daer aen rakende
blijft fteken, alwaerfe door het geftadigh aendrijven
van Bloet ende Water om-gerolt werdt, ende foo al-
lencxkens tot ront Zant e^racht.By aldien dan,dat
het gevoelen der Nieren door de fcherpighey t van 't
Zant geprickelt zijnde,fulcks gewaer wett, fo drijvet
het Zant met het Water af. Want allede Deelen van
ons Lichaem hebben door de Geeften , die van de
Herifenen uytgedeelt werden,een gevoelende kracht:
waer door fy't gene haer mocylijck vair,kennen van
haer weren.Sulcx is in de Herffenen felve te fien,alife
ofte door de Vallende-fieckte gheflaghen, ofte tot
Nieifen geprickelt werden. Sulcks bewijft mede den
Hoeft in de Borft; Nock, Walgingh, Braken in de
Maegh.En een yeder verneemtin fijn felven die pric-
kel
,aTi hy de Vuylighey t in den leften Derm.ofte het
Water in de Blaes te langh moet ophouden.Het felve
is van de Nieren te oord^eeien. In de gene, die wei te
pas ende volkomelijck gefont is,werdt de Graveelige
ftofre met den Kamer-^angh geloft,eer datfe aen de
Nieren komt: ende ofter by geval yet ingerocbr,dat
werden fy terftont met het water quijt,ende ten hout
foo langh geen ftede, dat bet in Zant zoude konnen
veranderen. Die nu wat afwijckt vsn den gefontften
trap.laet wel Zant groeyen,maer de Nieren door de
fchercigheyt wacket gemaeckt zijnde,iètten het felf-
deaCeer dat het
tot Iteen kan backen. Men fiet vele,
die meeft altijt water maken , dat dapper aen de pet
aenièt, en van anders geen Graveel ofte fteen en we-
ten. Soo verhaelt oock Cardanus van fijn felven.dat
hy
dertig jareneerft root,daerna witZanr alle daegh,
en met menighrequijt geworden
is,fonder het min-
fte
achterdencken van fteen in de Nieren. Maer in de
gene,die flappeNieren hebben,en van doof gevoelen,
wert niet alleen Zant gemaeckt,maer oock op-ghe-
houden,tot dat fy te famen vereenigende,een Steen-
maken
: het welck de Nieren dan prickelende, mede
fijn uy t-komft vordert.Ten zy miilcbien dar deNie-
ren geheel verdooft, en alsverftorven zijnde, al hi;er
gevoelen verloren hadden. Wantin foodanigcge!e~

h

gentbeyr, de Steenen allencxkens vergtootende, be-

p Uatn


-ocr page 15-

^ J. T. BEVERWYCKS

ï 4 J . V. B E V Ε

flaen Wn laetften de geheele Nieren. lek heb een
Steen gefien van de foon des Godtfalighen D.Bedj
(die cock met twee fteenen in de blaes overleden is)
dewelcke alle het vleefch van de Nier allencxkens
verteert,ende felve met de plaet^j de gedaente van een
nier
aengenomen hadde,alleen%edeckt met hetNier-
vlies. Diergelijcke is van Ferné jus, ende andere oock
aengemerckt. Wat nu de Ongfj?voeiigheyt aengaet,
daer van konnen de Tanden menegetuygenis geven,
aen dewelcke uyt de gekauwde? Spij fe dickwils fteen
groEyt;jafomtijts fo veel,dat hjiï,de Tanden uyt haer
plaets drijft.En datter geen gevoelen in deTandenis,
infonderhey t van buy ten,daerre gevijlt konnen wer-
den ibnder
weedom,is wel bekent.Het felfde betoo-
iien de geheel Swaerlijvighe, de Swacke, als oock de
Siecke,niet alleen die te bedde legghen, {in dewelcke
fulcx gemeenlijck geweten werdt, dat door de hitte
van de bed-veren de Nieren te feer broeyen.en ont-
fteken) maer oock die het noch op gaende been hou-
den.Ick hebbe dickwilsondervonden,dat foodanige,
alfle nimmermeer te vore met Graveel w aren gequelt
geweeft,als dan vanPijninde Lendenen klaeghden,en
veel Graveel quijt wierden.So door berm-nemen van
Opium, werdt niet alleen het Water o^ghehouden,
't welck
lacchinus fchrijft; maer oock, ghelijck ick
dickwils gefien hebbe. Graveel ghemaeckt,door dien
't felve een ongevoeligheyt indeNieren veroorfaeckt.
Defe Leere wert mede door de Genefinge felfs be ve-
ftight.Want het gene Graveel ofte fteenfcens af-fet,is
ghemeenlijck fcherp, ende de flappe, ofte doove uyt-
arijvende kracht der Nieren prickelende. Soo heb ick
mede dikwils bevonden,dat van een ftercke Purgatie
veel Zants af-fchoot: het welck oock doet eenighe
fcherpe Spijs, ofte dat wy met fpijs eten, als Radijs,
Peper-wortel.fap van Citroenen,en diergelijcke.Werc
noch mede beveftight door de toe-treckendeMidde-
]en,die de Ouden, ghelijck wy daer na zullen fien, de
Graveelige, tot verfterckinge van de Nieren,plegen in
te geven.Ma'erwel aen,laet ons boven de Redenen,nu
verfaaelt.dit noch verder gaen vaft maken met de aen-
iienlijckhey t van de Prinsen der Genees-konfte,Hip-
Docrates, na dat hy in 't 4 boeck van de Sieckten ge-
Tchreven hadde, dat de fteenen in de jonge Kinderen
haer begintfel uyt hetSogh kregen,voeghtin'tlaetfte |
dit daer noch by, dat 't Kint van de min quaet Sogh }

' I ί

fuygende flap en fieckelijck werc. De Slappigheyt is
de wegh toi den fteë.Galenus na dat hy op vericheyde
plaetfen het Backen van de fteen de Hitte der Nieren

toe-gefchreven heeft.nochtans in fijn uytlegginge op
Hipp-3-Epid.i j-.alwaer hy reden geeft, waerom dat
Oude luyden meer ghequekzijn met den fteen der
Mieren, als de Kinderen» heeft nootfakelijck moeten
aen-nemen de Swackheyc van de werckinge: ende
voeght daer by.dat de Kinderen den fteen derMieren,
daerom minder onderworpen 2ijn,omdathaerfterke
weriare.ende werckinge met toe en laten^ dat in haer

de fteenachtigeftoffe lang blijft :maer al eer datleti^^

kan werden,ras uytgedreven wert.So fpreecKt β
den Arabier Avicenna, dat de ftoffe van fteen
houden wert,door de Swackigheydt „ ^at

pende ktacht der Nieren. Laet ons dan befluyten, j

tor het Steen-backen nootfakelijck moet welen

Aertachrip-hevt met Zout in water eefm0rten,en

heyt van de werckinge, ofte gelijck Avicenna,va"
Wt-dtijvende kracht. ^ ^fg-

? Welcke de naefte oorfaeck zy van fteen ottew ^^
veel, is wijtloopigh genoegh aen-ghew efen, V a ^^^
overigh.dat wy de verdere en
uy twendighe gae"
derfoecken,Onder defe,zijn fommighe, de^e' jg
genegentheyt van de Nieren, en Blaes, waer Jo
Steenen lichtelijck komen te groeyen. jgo

Wy hebben gelêyt,dat de fteenen gebacken ^
uyt een Aertachtige ftoffe metZout vermeogl'
'twelcke meeft in alle water wat,dan in'teen

der,in't anderminderis,nageftalteniire van'tV'lji-je

't welck genoten wert,en van de De£len,die ^
koken,
ende fcheyden. Derhalven indien de ^^et
Lever, Milt, en voornamelijck de Nieren fe^yeei
werck niet wel en doen,fo werterlichtelijck^j^ ^^jgt
ende fteen voort
-gebracht. Want als de Maeg. j^jgc
wel en kookt,noch het onfuy ver en fchey r.aan ^jp
't gene rauw is na de Lever,en van daer, allo
flagen vande eerfte kokinge niet verbetert en ^ j,[igb

in detweede,fo komt'tgeneonfuyverenaerta

is,inde Nieren. Dan niet alleen de Sjp^cW j,

Deelen,mzer oock felfsdeMi«iere -van Leven " gpde
doen tot de fteen. Infonderhey t
BmJJin, SuyPf'Qr
fierhf Oeffeninge
terftont na den eten.Daerott»' ^jgö
knusA^z de Kinderen dick ('twelck by hem " ^^ie^
is) water maken, om dat fy onerdentlijcket '
terftont na den eten loopen,fpringen, ende 'P. ι γί"
Onder dcSpijfen,die Graveel veroorfaken''^^fjitei
outsdeMelck gehouden. Daerom fchrijftHiPP^^yght'
dat eë kintgraveeligh wert,als het quaetSog" , jj^jgH
en dat het Sogh bederft, als de min veeloiJge ^r,
Koft eet. Want na het Voetfel.dat de minf^iies,
is 't Sogh oock geftelt. Hierom feyt Antto^^^^ aisot
een Droncke mm fo veel fchade aen't&t"^" te
het felver Wijn dronck. Derhalven ifli^

volgen,gelijck van Ctcerswel gefeytis,'tgew^ leere
de Melck innemen. Nu de Melck
van Galenus.dick en grof vaa naturen, enfl ^ye-
quaemft om fteê te maké. Want al is j.l^ti ^^^ggeo
gen deWey een afvegende kracht
deBoter verfacht.fo geeftfe evenweldoor ^
of haer Kaefachtigh deel ftoffe tot den.lteen· gfl-ene»
feyt Gelenus, dat hy gekent

die door dickwilsKaes te eten,fteenkcns in^ pa

kregen. Welcke veranderinge,byiC<i«'j^«^^,,i^/^

de Wijfe van het dicht dat deLanjnfchcl oe


-ocr page 16-

STEEN

gfeetnaeckt heeft op eén Schip,aldus uy tgedruckt is:
Lapillus ilkyqm tihimanum af per at,
•^itfmjfe cafeus Batavkus:
^ec heUmnïs uHmfitim impigri
^ ei^uijfe provocare, five resforet
^JM^evo gerenda Gallico^aut Iberico»
^t hoe negat patentü Amfierodami
Ι'ογΗτη negar'e: Cycladds Zelandicoit
^^itatmiat» Ïiltimam,horridofqHe WefifaloSt
^^abantiamque, Frifonumque pafcm;
l^bi ifie,paflUpillm-,ant€afnit
^mma vMca: mmque Frifonum in folo
^^<intefitpepe-fCiilitfobtiemm.
^''^oningapingais, Amapque lympidty
^^bih^c fiijfey& ejfe cognitijfima,
^tt lappillm: ultima ex origine
'^"fatetur ambHlajfe margintt
^'^o imbHiffe plantsdas in&qmre:

inde mtilclra tot per improhas manus
"^fleffe UaeJaBefwe cafe

fmjfetyiiHt Htrmnque fedula
^^^uholona miffitaret in forum.

vota nundinalibm diis
^'bi efe fa5la,C0m veniret Λ bove
^'^tavtcajjas ad«[qί{eμm fdex manW*

h<ec priusfaere; nmc inuttli
^enet qmete,feqfie confecrat tibi,
^ea^r^ Εηηψ,& ^egari^ £nnnyos,

liaecu^^^ '"«ent CardmusM deMelck n:ieer fteen
^oor r, ^^^ ^^ Kaes, ende meerder verftopt, en fulcks
foetiX^^ redenen,om dat defelvige van wegen hare
fchie?,^^ ""affer getrocke werr,endat fy dieper door-
'ïeèp'n Wegen haer waterigh, ende weyigh deel.
Van de fteen foude doen groeyen,moet

Kaesk ^^^figh deel komen. Endeonder alderhande
ae fchadeliickfte.Hiertoehelpt me-

onderkf, "ieï wel gebacken, of gerefen ende heel
felver^^^" 's:als oock alderhande Pluck-vruchten:
in ggu de
roode Erweten.VJam al is het nat.daerfe
om 't water en 't Graveel
^eel evenwel uyt deErweten felve Gra-

en XVfTn ^^Ifde doen mede alle Onrijpe,

ren One ^ ^oom-vruchten: als oock Mifpelen, Pe-

H^l Γ V^^^^yeti'ende diergelijcke.
ende -p ^^ u medeGraveeligh/tvirelck een groven
Offen ^"^^"gen gijl maeckt, als Verckens-vleefch,
Pekel "pf ®"^^''"i^ndcihey t dat out is,oft langh inde
^oockte l^eeft,ofre Gheroocktis: als oock ghe-
Svvanen Viich; Water-vogels,Denen,

Ganfen, Enden, ende Herde Eyeren.

- S Τ U C K.

Maer voornameiijck groeyt de fteen uyt\Vijn,die

onrijp,mangh, bmyn, dick., ohefoet is; ende aldermeeft
\mMofl,oke Wyn,Aie. op plaetfen waft.daer de gront

fteenachtigh.is.Enalif'tfake,datteringeenderhande

Wijn, fo veel Wijn-ft-ïen aen de vaten en hanght, als
in onfen Rijnfchen.eniro veel te meerder,hoedeniel··
vigen eelder is:nocbtif^s,als hy geheel klaer ende wel
uyt-gewercktis, en l^nick niet fien, dat hy, gelijcfc
't gemeen gevoelen rfcchtans is, veelquaets kan doen
aen de Graveelige. Want behalven dat hy, door fijn
dunnigheyt en fijnig',]eyt van deelen, lichtelijck door
gaet, ende het doof gevoelen van de Nieren door fijn
rinfchey t wacker maeckt, fo kan hy daerenboven de
fteenachtigheyt, die hem te voren
aen-geboren was,
ende daer hy dan van berooft is, wederom na nemen,
ende met hem felve uyt bet lichaem af-drijven. Dit
konnen ghetuygen, die al te met een luftigen dronck
door laten gaen, ende met eenen riiet op en houden.
Want fy voelen,dat niet langh daer na met een fachte
fnijdinghe veel Graveels af-fchiet; wel yerftaende in
dien't te voren in de Nieren geweeft is.

Tot het groeyen van Graveel, en fteen helpt mede
»g^,ende onhlaer Bier: als oock darmen deSpijfe
koQckt in onk!aer,moeraj]'igh,oh :{me-water.Htt water
indenXyber te Romertis heel dick en ilickengh ! en
daeronï, ièyden my de Ghenees-meefters aldaer, dat
de inwoonders meerder met Graveel gequelt waren,
als in andere fteden van Italien.

Maer al de gene,die iöodanigen Ipijs en dranck ge-
bruycken,en werden juyft niet graveeligh, om datter
oock vereyfcht wert een genegenthey t van de plaets,
dewelcke wy gefeyt hebben te zijn,een Ongevoelig-
heyt of
Doovigheyt in de 'Nieren.Μ 't gene dan 'twelck
de nieren verdooven,oft ongevoeligh kan maken,dat
baent den wegh voor het Graveel. En die foodanigen
geftaltenisvanhaerOudershebbé.dielijn van naturen
graveeligh, ende erven met het goet mede dit quaet.
Want van vaders en groot-vaders,gelijk Galenus wel
fchrijft,werden van vyegen't quaet Zaet iwacke leden
voortgeteelt, waer door de kinderen lichtelijk verval-
len inde gebreke van haer voorouders.Indienyemant
fodanigen Swackigheytin fijn Nieren aengeborenis,
die kan geheel qualijck hetGraveel ontkomen.-dewijl,
gelijck Dr.Ferwe/iaiieer wel feyt,geen gebreck meer-
der
erft,fodat inde jonge kinderen naulijcxde Nieren
felve fonder Graveel oft fteen gefchapen werden: het
^xtlckOr.I^ndeletiiu fchrijft,dickwils ondervonden te
hebben,gelijck ick mede kan getuygen.Soo dat fon-
der reden hier in
Mercuridis tegé den gemeltenFerweto
gaen wil,om datter,gelijck hy feyt,naulijxeen ander
Schrijver gevonden wert,die het Graveel oft de fteen
zoude ftellen erffelijck te wefen.la fulcx is geftelt by
deGenees-meefters
Vidius, Duretus, ende andere, die
my nu niet in den fin en komen.En genomen fchoon,
dat het
Ferneliusa.\ken gefchreven hadde, zou daerom
I minder waer zijn, 't gene ick in my felven ,


-ocr page 17-

Ϊ6 J. V. Β Ε V Ε R W Y C Κ S

1

broedeï zahdic van de fteen eeftorvcn is,bevinde van
mijn Moeders Vader crffelijE le zijn,en 'c weickdoor
dedtgelijckfe ervarentheyt genoeghfaem beveftighc
wert.Wantjgelijck de meet welrgemelteHippocrates
feydt,
na dat hetlichaem van di ouders gefteltis.foo
valt het oock uyt met de kindi,'ren. Gefonde ouders
telen gemeenlijck gefondekintS iren,endiefieckeIijck
gaen.mede gebreckelijcke. Het'jvelckeen Italiaenfch
PoeetBaptlfta Mantuanus eiedj"; aenroert in
fijn La-
tijnlè verflen,die by-na aldus lu5,den :
Hetgroen,dat in de hladeif^ blingkt
Na hoven uyt de Wartel dringht:
De kindas van haer ouders quaet.
De kjanckhejt in de lenden flaet*

Tot het voort-brengen van de fteen helpen mede
Schocken,Springen,lang Rijden,en alderhande fterc-
ke Bcweginge,die boekende gefchiet. Maer infoader-
heyt onmatigh byflapen, fo, om
dat door de groote
beweginge en ontftekingedet Lendenen de Vochtig-
heden na de Nieren vlocyen, als oock, om dat de na-
tuerlijcke Wermte daer door vervlieghc, en de Deelen.
die tot het kokenjeftelt zijn,verfwacken.

Daer zijn vele Ghenees-meefters, onder anderede
Griekfche
AlexanderTrallianusyde IraliaenfcheJWerca-
rialüyden Fran9oifch€n Varandaus,dit ick teMoojpe-
Iiers,ende D'-.Fonfeca
een Portugijs,die ick te Padua
eertij
CS gehoort hebbe,meenen dat het flapen opVeer-
bedden, alfoo het de Lendenen verhit,oock oorfaeck
geeft tot het groeyen van 't Graveel. Maer dat fulcks
niet
Vaft en gaet.blijckt daeruyt.dat wy hier telandé
alle-gader op fodanige bedden fl3pen,en dat evenwel
het meeftendeel van geen Graveel ofte
fteen en weet.
Nu dat het verhitten van deLendenen ofte Nieren tot
de fteen niet veel en doet,is hier voren bewefen.

My gedenckt datdehoog-geleerde Samorio,om te
Padua eerden,dat de oorfaeck van dé fteen infonder-
hey t beftont in
de^ymte van de Aderen des Levens en
dsMekk:a^eren:3i\s ook inde Naumgheyt vxrit ovderfie
der Nieren
ontrent de Water-pefenren dat hy dit ge-
voelêmet vericheydeplaetfen
nyiGalenus beveftigh-
de. Voor my, al is 't dat ick ontkent heb,dat deNau-
wigbeyt in de Nieren de algemeene en voornaemfte
oorfaeck foude zijn van 't Graveel, dewijl nochtans,
gelijck verhaalt is,een begintièl en pit van nooden is,
om 'twelck de aertachtige ftoffe allencxkensgroeyt,
en derhalven wat dient tegen-gehouden te werden:
fo
moge wy deNauwighey t wel voor een mede oor-
iaeck,en als de voornaemfte vande helpende oorfaken
aen-nemen.Hier toe ftreckt de vrage,die van Arifto-
teles voor-geftclt wert,Waerom datter geen Dier,als
alleen de MenfchGraveeligh en kan werden?En geeft
tot antwoort. Om dat de loop van 't water in de
Menfch geheel nauw,en inde Beeften ruym ende wijt
isrhet welk oorfaeck is,dai'£ gene in d'eene lichtelijck
door
-ichiet, in dc afldere blijft fteken,ende alfoo tot

■f '!

Jleen ten leften gebacken wetn ' . .

6 Hetonderfcheyt vande fteenêwertnaTerlcncy

de dingen genomen, maer infonderheytna depw^^^
daerfe groeyen ; waer van wy fommige fteeoe"
Nieten, fommige der Blaes noemen. Nu waero® ^
eenige de fteen meerderin deNierengroeyt,by
inde blaes,komt door deSterckheyt,of S

van defe deelen. Die fwack van Nieren
lichter in Graveel en fteen van
defelve:maer dien
keNieré hebbë.die groey t de fteen lichter inde ψ

HieruyttrecktG4/e>»/xredé,waeromdeVolwa»^

en Bejaerde luyden meerder met de fteen ^^^, ^jjo,
en de Kinderen met de fteen derNieren
gequelt \
Want alfo in de kinderen al de natuerlyckj
gen flerckJlijn,feo werden
(feyt
r'ochtigheden gefmolten,maer in de Oude liedf^ y
die kt igelijckmenfiet aen ujtwendige dingen j <
men yet dicx door een nauvfte vpil gieten,
luckt, als'tgefmolte» is j maer nietgefmolten ,
daer niet door ι '
Teek, Hars, ί

in de kaderen veel natuerlijcke ^^^

Werckingeflerck.yXoo komt de dickighej^^ j i^l·
fiojfe, verdunt pijnde,in de 'Z\(^iereti, en wert

ven li,chtelijckjoordei;clvegekleynfitotii>j(

daer toe niet wepigh helpende deflerckhej^^j^s,
uitdrijvende kracht» Aiaer vallende
die van vpefen :(enmchtigh is, ende wej^'i^ ^ ^gcK
heeft, en dien volgende kout ü, en daerbemp ^^
wijs van begrif, fo v/ortdefelfde floff^'^^Jr ^^te»'
te langh blijft, wederom dick^enhy-eenge^^^^
Daerenboven fe vfert die diekê flop in ^ yck
taey, als van de natuerlifke veermtetneer

pijnde. Want aCt gene door de hitte int kot ^^^

aert , k[ijght meiter tijdt een ^'^ψΦ^^'ζ 'ιφ
het dat defelve in het begin daer met
ü» Waerom foodanighe dinghen door baef
heydt oock^ lichtelijcker aen

malkanderen^it^
Dus ver Galenus. Maer dewijl meeft a^ piaei
dick water maken,fo krijgen evenweldi? ^''salW,
fteen,dewelcke daer onder veel Aettachage

vochtigheyt hebben,niet,gelijck Dr.Me^ t, eeo

Galenum volghende, dat by de dickigb^' aicr eeo
taeyighey t is. Ende in foodanige
weynigh als het gemaeckt wert, maer in a op
't welcl defelfde Mercatus ooc!'ï'Leyt^®"

, .iflRlüPs WantdeKouvv &


-ocr page 18-

Ιζ °'·. ^^ïhaelt is, helpt tot het Steen maken : fo en
niet fien hoe dat die nauwen doorgangh
fe: ®e«der en Ibude helpen om de aertachtige ftof-
«Jefcltt ^'^'εη te houden, als dat fy het affetten van
Zoude bevorderen. Behalven dat de redeit
«ieren oock kert.dat de Waterloop in de kin-

hap. .'.'"fonderheydt die wat groot zijn, van wegen
^^ r UefiFelijice wermte en vochtigheyt, lofler en ruy-
dtgj^^alsinoude luyden, wekkers geheelelichaem
dc '^ijnde.hebben oock de vaten der Nieren,en
voW^f^-peftn. vliefachtige deelcn,drooger,en dien

oock nauwer.
Aerdt u van 't water affchiet, en 't gene

gefcUj ""ghis, befinckt.dangroeyter Steen. Sulcx
in ju ^eel ©p de gront van de blacs, infonderhey t
oin j^'^.^perfotien: maer weyniger in de Vrouwen,
^«ym hals van de blaes veel korter,

^'Iven j ^^ rechter is, als in de Mans, en werdt der-
lichte];· u^'^eenige vochcigheydt in de vrouwen zoo

De V "Kt tegengehouden,
bieren η verfchillen oock van plaets in de
inde Vat vf' fommige in bet vleefch, fommige
in dp" oorfpronck oeraen.Dat het graveel
j fftandilk^^ï^^ hoiligheydt, maer in de eygene
«ooj > "gneydt der Nieren voortkomt, en van daer
"êheyt 't doorloopende water in de hol-

i'er» Γ werdt, is feer wel geichreven van
^eit bv η ^' ^^^^^ vergeefs v^ederfooken
^adua Tpt';^?'^. voor weynigh jaren ProteiTor te
lélver uy t het vleefch der Nieren niet
oock Steenkens genomen. Het
^'clius R^ ^' Mercurialü oock gefien te hebben.
Mffen^ "rl'»"» ichrijft in het 5 boeck van fijn oude
V ' joucW i2capittel, vaneenvrouw.dcwelcke,
Niete pijn in delendenen, veel ontrent de

Eat dooth ^^^ ^^^

«eti wkrd u ■ ^^^^ achihien fteenkens getroc-
«at jj) 5^^";Hieron3 meeneneenigc Geneefmeefters
f'ie inenf"ti^u "'^^^''«als 't water opgehouden wert,
"jck θΓΗ»η· .°"^eloosleyt,men vryelijck en veyhV-
^"^"gwide lendenen mach maken,ende doli

STEEN-STUCK.

^ns éér in't water,als inde blaes.Mier hier en moeten
jy gantfch met toeftaé de reden,die
Alexander Afhto-
«Jm geeftji Prebl. i o9.Waerom de kinderen de fteen
'neeltendeel in de Blaes.en Oude luyden in de Nieren
'Igen? Om
dat,{tyt hy,de Weren van de K^inderen ee-

hebben iWaerom de aertachtige en
, flojfe door defelvige
uyt hracht vm die nauwte des

vari^ W/^ter, tiieren> en de kleyne Pijfk
•öi!'!'^®' -voortgedreven pm tot in de Blaes. liefi

Iftis m

y^ t>-' """'tgearvognfpiÏir lotmae jsiaej. uefegerft

2f

dezelve den nier omlaften. Dan defehantwerckinge
wert niet fonder reden van de Arabifche geneefmee-
fters
Serapion enAvicennavetv/otpea. Want deièlve
en kan niet gerchied?a,als met groot gevaer van het
]even:'t enzy de nature teycken gaf,gelijek in't ver-
haelde exempel,dat I3; haer door de Lendenen poog-
de te ODtiaften,aldae>^ngcfwel ofgat opwerpen<&.

Het Graveel of ^ant indeholligheyt der nieren
by een komende, hipgtdaer aen malkander, rot dat
het een ftecnken weii :.Sulcke hebick fomtijts gefien.
in dewelcke mercke)jck bleeck, hoe 'tzant even aen
malkanderë gevoegt was,fo broos,datfe met de vin-
gers in ftucken gevreven wierden.Want het was maer
Zant even aen malkander gefet,en noch niet aen een
gebacken,en ronts-om met eendun vliefgen omvan-
gen. Maer alfler maer een weynig zaat m de holiig-

voren i

werdende,;iiitiiv,A«»v"...-..--------- ,a ■ 1 -

niere, die wy aengewefèn hebben, dat de Sceenen ia
de blaes toenemen.Sodanige Steenkens,in dewelcke
defe fchorfen merckelijck gefien werden, heb ik veel
by my, na uytermaten groote pijn der Lendenen
gelooft zijnde. Wt de t^elachtige vliesjens der nie-
renjgelijck hier voren geieyt is.leeekt het water in de
open pijpkens van de waterpelen,en vloeyt door dc-
zelvige in de hollighey ï. lek beware eenige langwer-
pige Steenkens, die in deze pijpkens ghegroeyt zijn,
gelijck haer gedaente uytwijft,en de groote pijn,die·.
!e in delendenenmaeckten, alffe wat beweegt wor-
den. lek hebber oock, gelijck als van twee te lamen
gevoegt,fb het fchijnt,alflè uy t twee aen een ftaende
pijpkens indeholligheyt quamen,aen malkander ge-
backen. So
fcbTijü Dr.Dedtmieus,oi>f.^6. van een gra»
veelige vrou, die in eicke Nier een Steen had met
zo
veel tacken.alircrin dezelve doorgangen waren.

Hier uytisdanlichtelijckafte nemen het onder-
fcheyt van de gedaente der fteenen.
Want al is 'r,dac
de vericheydenheydt vandefteenigheftoffedaeral
wartoe doet,
200 dat de Steenkens in de nieren veel
fcherper en meerdergehoeckt zijn,dewelcke beftaen
uyt zant greyns^ewijs aen een gevoegt,en ongelijck
gebacken,as de gene, die effen ronts-om het pic
groeyeo, en met fcfaorièn vererooten j zo brengen
nochtans alle Steenkens meeftendeel de ghedaente
voor haer van de plaets,daer fy haren oorfpronk uy t
ontfangen. lek heb vele Steenkens gefien^ie volko»
mentlijck uytbeelden de hollighey tder nieren.

jHier kan mede uytgenomen werden dereden van
de Groote,maer niet vsnde Verwe. Want het ftrijdt
tegen de W3erheyt,'t
gene Femelm.Mercurürii.ende
ar^dere Gheneefmcefters feggen^dat het zant in de
nieren altijt root is, na de verwe van de nieren. Geen
meerder waerheyt en iiferoock in 'cgene een Sici-
j liaenfche Monick, die onlangs een boeck van de Ge»
nceskorifteuytgegevenheeft.
Campanel/afchiijü.diit


-ocr page 19-

1 uyt verl woren niVire................. — -

wijl dan op zoo vee! plaetfeni\e Steenkens konnen
groeyen, zo berifprGalenuswrite recht de
gene,die
den oorJpronck van defelfde all^>;en fielden in de hol-
ligheydt, als oock andere, die meenden datfe alleen
groeyden in het vleefch: en leert wel.datfe op beyde
plaetfen,als oock in al de vaten, enin alle doortoch-
ten konnen voortkomen, felver mede den ghebeelen
JNiier, gelijckhicr voren verhack is, beflaén.

W^c belangt deSelfttandigheyt.fomrnïge fteeneB
zijn zacht en weeck,andere hart en vait.Vele brekea
als fy op de aerde vallen. SommigekanmeH metde
vinger om ftucken wrijven. In tegendeelverhaeit
Br4^i>o/Mi,geneeefmeefter van den Hertogh van Fer-
rare, datter uy t de Blaes van Di·.
Aelben Savonarsla
ghefneden zijn tbien fteenen, dewelcke op de vloer
geworpen zijnde, oprprongen als kaets-ballen. Dit
ondericheyt hanghtaen de ftofe, datfe wat harder
offachter gebacken is. I ndien in defeJfde veelaerde
is, en te weynigh zout,fo valtde Steen lichtelijck
in ftucken. Want 't is het zout, dat de Steen vaft en
hart maeckt. Maer fulcx moet evenwel gefchieden
m de mate, hier voren verhaeit.

Hetlaetfte onderfcheyt beftaet in 'tGetal. Want
fomtijts iffereen, fomtijts meerder: te weten,na dat
de ftofFe veel of vvey nig.na datfe haer by een houdt,
of van een gefcheyden., of oockin verfcheyde pjaet-
ièn vergadert is. Maer het gebeurt dickwilder, dat-
ter Qp eenen tijdr veel fteenea in de Nieren groeyen,
als in de blaes, om dat in defelfde verfcheyde vaten,
en holligheden zijn, daer de Blaes maer een bollig-
heyt en heeft. Enby aldien deze Steenkens glat en
effen in de holligheydt van de Nieren komen, dan
blijvenfe veel en verfcheyde: maer aldaar komende
kantigh, fcherp, en ongelijck.dan rakenfe lichtelijck
aen malkander vaft, infonderheyt indien fodanige in
de Blaes by-een komen. Van diegedaentehebick
verfcheyde fien fnijden,gelijk of v^n twee drie kleyn-
der Steenkens te famen gemaecki waren geweeft,

7. Al wert van vele gemeent,dat het Graveel ofte
Sreen geen zeker Ken-tgcken en beeft: nochtans in-
dien men alle de Toevallen, die daer van vooit-ko-
iiien wel overleyt, fo falmen uyt defelvige zeker ge-
noegh konnen gaen.

Het eerfteTeycken van Graved ofte Steen in de
Nieren is
Pijnin de Lendenen,
fomtijts in dellincktrzijde .nadatdeeen ofte ander
Nier ontftelt is. In't eerft is het een fware pijn,gelijk
oifereenigh gewicht inde Lendenen was,te weten,fo

I,

ι ; ■

■II

Κ w y c Κ ί>

lang als het fteenken noch fteeckt in 't vleefch VS» ^
Nieren, 't welck wel iu
fijn feiven ongevoeligh i^fi^
wertdiePijn gewaerdnor enige dunne
Zenukens of
ontrent zijnde, ii.fonderheyt als door den
Nier, fijn buytenfte Vlies gelpannen werdt, PaO ^^
het Steenken uyt het vleelchdoor de Pijp''^^"®)""':,·^,

water-pees komt, dan vaker fcherpeenftekendepy

niet alleen om dat de felfde nauw zijn, en van
het hert en vaft vleefch der Nieren niet wel uytg^^'^'gO
konnen werden.maer oock om datiè zenuachcig
dien volgende fcherp van gevoelen zijn. Het
mede de oorfaeck is, dat de grootftepijn verw^ j
wert,als het Steenken uyt de Nier in de water-r jj
fchiet. Want defeJve beftaet uyt een hart vlies^" jg
niet ruymer als een ftroo. Maer in de gen.i,
fteenen lofcn.wcit het fo uytgereckt,datter Ρ jei
ofte vinger in kan fteken.ende als dan konnen ^f
pijn gemeei>e fteenkens daer door fchieten. Vooi^^^^p^
een gcoot gemack,maer fpruy tende uyt groo/^ ^fec
gemack. Het is aenmerckens weerdigh, dat ic»
alleen in andere, maer oock in my felve dickw'u'^i
vonden hebbe, als het Steenken in de Wat^'^Tge
komt,ja al tot de Blaes toe
neder-gefchoten TSfi^ pg
Pijn evenwel noch in de Lendenen gevoelt

pijn veroorfaeckt.Het welk veie'bednegnt,!'"-^^^^.'
dat niet tegenftaende de langh-durige Pijn be^ K^^ii
ken noch in de Nier fteeckt,'t welck nochtans
daerna in de BJaes fchiet, en den armen j-jjts

alle pijn ende fpanningh verloft.Her gebeurt !" j Je
dat een fcherpepijr^dieeen fteenken fcbietende^ijjc
Nier in het begintfelvan de Wacer-peesaeng^^^gp js
hadde, voor een rijt komt op te houden. P® '^j^rf'^
vdat het fteenken uyt een nauwe plaets^^ yaH
op-fchietin een ruymer, te weten, deholligl^^ jp ds
den Nier. Maer als het fteenken daer na de'

water-pees daek.fo komt oock de pijn mi
welcke ghemeenlijck foolanghe by blijfr.t"^
fteenken in de Blaes ghefackc is. Alwaer het "K^^piS

komft foeckende, het water (by ons de K-O gf-

genoenjt} geftadigh doet maken; maer dat ga
ftont over na de lofingh van 't fteenken, 'rf"
ter veel Zandt volght, ghelijck ick dickWJls ^^pjgbe
bebbe,dac na het aWètten van een SteenkeV j^lteii
lepels vol Zant affchoten. Maer indien het ^^^
in de Blaes op-gehouden wert, dan vergr"® ^^^^c^t
daer op de manier hier boven verhaeit,en da , j^jijtS
de fiecke fijn water met pijn.Defe Pijn
vv^"'
fijn omloop: waer van ick een feer ^kentb""'
derlijck exempel zal bybrengen.Een wel t.eN
ger defer ftede,out vijftigh jaren, was ^e

half jaer met de fteen in de blaes geq^^k gej^ j^aJde»
Weickealshy drie weken ellendige
pijn gena
bleef dan weder drie weken gheheel bevrijdt eft,
weedom,ghelijck al of hy wel te pas ware g"^ ^^eï

ïS J. ν. BE ν ER wy CK^

alle de Steenen van dë blaes win zijn, en van de nie-
len raot. lek kan toonen wie Graveel en fteenkens
na r overlijden uyt het vleefch der nieren gefneden.
So dat niec van wegen de plaets,maer van v?egen de
vochtigheydr, die de aertachti'jé ftofFe met het zouc


-ocr page 20-

S τ Ε Ε N-S

^aer de drie weken voleynt zijnde.quamdepjjnwe-
erotn, ibo recht op den tijdr, dat het nimmeimeer
^nen dagh,ja niet een uur en veifcheelde.Ende 't ge-
Vo "^ifder te verwonderen ftaet, drie vier dagen
oor de weder-komft van de pijn , quam daer een
s ooten ftanck uy t fijn geheef Lichaem, met een be-
ajjwtheyt.ende gefwel van 't üincker been: dan dit
Ond > ais hy wat op 't bedt ging leggen.

.^■'^"ffchea was fijn Water altijt dun, ende geel,
twe na het roede treckende.Hy hadde

jjj J^iJ^ael uy t-gheftaen om gefneden te werden, dan
gbef gheen fteen beilaen, de derde reys is hy
ty van de fteen, wat grooter als een duy ven

Van n" dat hy na het fnijden eenige verlichtinghe
^e '^"^nam.tot dat hy den achtienden dagh van
•^ooü^r^an 't leven verloft werde. Het
tnde geopcnt zijnde,fagh mendat deHuyt

Uiegji ® Spieren van den buyck gaef waren, het Net
^y^'^gaen.de Dermen rontfom aen'tBuyck-vlies
°ock de blaes. Defe was van buyten blauw,
be ^^ dicke ende etterachtige vochtighey t.
boven Waren beyde bleyck.ende Gap : de rechte
als flincker onder aen rwart,a\aerminder

: in de fioliigheydr van beyde waieen
^ater^ S'^ofende Wit Zant. De Melck-vaten,ende
niey'P^i^n heel wijdt. lek wenfchftedatterecnen ,
viyti ^eiiipus op ilont, dieons dit raetfel konde' j

reden gheven van alle de verhaelde
op dên^ weten, waerom dat de Pijn foo effen
wederom quam, ende waerom
S^fwel voot-bode hadde, de benautbeyt, met
den flincker been ? Dewijl de oorfaeck van

^eer fvvae ?P Koortfen, gelijck Galcnus fchrijft,
iiyt de fpu ja dat Mercurialis wel vermaent, datter
^'^t-legjer· ^ande Genees-meefters geen onwe-
liet te ve ' '^^den kan gevonden werden :Γο en is'c
ienxijf, ï*^°°deren,datwy defefakeoockgedwon-
^^l^ennen D^^'^^^'^ydt onfes verftants rondelijck te
"iet α ^,Χ^'^Αεη vandenPoëet Luctetius zullen
vcrtlef^'^-^ ^^ ^^^ komea, die uyt het Latijn

^"if' ^enfch alles weten.

met

begeert.

"y β» meejl door dujfre ffkun,

Schoon hj vpijs ü^ofgeleeru
V en Uet haer niet door-gronden,
^^noockjimonshreyffverbiet
^g^enfy rontfom heeft hevtonden-
^ Soa datfukx geen

^^ welcke dingen al en is deoorfaeck van.den
fïhi'i fieckten de minfte niet, en dat defelve

Verft ^ gaen boven de palen van 't Menfchehjcke
Reli , n"-^'' is het evenwel beter,daer tia te flaen.ais

S^JeelMtefwij.en.

^^^ out gebreck ia't vkefch en verwe^bstoonea
t u c K. IS*

ghenoegh dat de Nieren zijn belet gheweeft beyde
haer werckinge uyt te voeren,dat is,gelijk wy gefeyi
hebben, het Bloedt te helpen koken, hier van daett
quam het Gefwel in'tbeen.maer een kkyn begintftl
van waterfuchtjwaef'im't oocklichtelijck verging h)
ende het felve van de -A'·ey te fcheyden.Ende hierom
en heeft de SteenighelftofFe niet te deghen onder het

icruc ïau ucivicjimi.· Λΐιι-ΐΓ»^..^,-·....----------------,

daer die fwarighey t ,was vesfgadert zijnde,ende door
het geftadigh toe-vlbeyen van 't Bloet aUencxkeirs
vermeerderende, ende by foute van de Nier verder-
vende : als dan niet alleen door fijn hoedanigheydt,
maer na den tijdt van drie weken oock doot iijn me-
nighte dit quaet bloet de nature inoeylijck viel,
foO'
fchotereen deelvan'tielve.in die tijdt van wegen de
bedervinge verdunt zijnde,door .de Melck-ader in de
Holle-ader,van daer in't Herte, ('twelck de oorfaeck
was van de benauwiheydi) ende van 't Herte werde
her dan verfonden door het geheele Lichaem, en gaf
alfo door de openheyt van· de huyrende alghemeene
ftanck,ende als dit drie, vier dagen geduert hadde, en
dat het bedorven Bloet,door den omloop des bloets,
in't ixapittelvermeit, gheftadigh wederom inde
Nieren gedreven werde, fóo is ten laetften de gevoe··-
lende kracht van de Nieren gepricReIt,ende heeft her
felve door de water-pefen gefonden nade Blaes. Als
het aldaer door fijnen qraaden aert de uyt-drijvende
kracht oock perfte, ib woude de fteen mede met ge-
welt uyt, het welck den armen man degroote pijn
gemaekt heeft.De eetfte oorfaeck hier van is geweeii
de {lijmerige floffe,die wy in de Blaes gevonden heb-
ben , alwaerfe uyt de Nieren op den ghefétten tijde
gekomen was.My heeft goet gedocht deie reden hieu::
te ftellen van de verhaelde Toe-vallen, niet dat ickfe
voor vaft en bondigh zoude derven verfekerenrmaer
veel eer om dcGeleerden een fpoor re geven tot nader
onderfoeck. Ende voorwaer in foo een fware ende
duyftere fake mach men v^el fegghen meteen Griecx
poëet:

'"Khmde veor den hefim raets-mani:

'Dkder alderdighfi na βαβκ kan^

Maer waerom dai juy ft elcke reys op de drie We»
ken de Pijn ophiel ende weder quam , en zoude ick
niet meerder uyt konnen legghen, als alle de Genees-
meefters toe noch toe hebben konnê doen inde reden
te geven, waerom dat in de Koorcièri het flijm van 'c
BJoet alle daegh, de Gal over den anderen dagh , de
Swarte gal over den derden dagh haer bewegen.Om
welken knoop te ontbinden,allode grootfteverftan-
den vao alle eeuwen befigh zijn geweeft,en even- wel>
niet bygebracht en hebben,dat my voldoet: fo zou-
de ick van dien om-loop w el derven
fegghen 'r g.hene
eercijts Xenoghanes feyde, gelijck Varro befcbrijft.


-ocr page 21-

ao J. ν. BE ν Ε R W y C Κ s

Het meenen hier va» is hy de Menfche», mer het weten hy
Godt. Een feet ghelijck exempel wert befchreven bf
Dr. Mafiardui,Ρlofcffot te ^errare,vaneen ièkerGe-
neefmeefter, die even alle vijfthien dagen, verviel in
het ophouden en pijnelijck w&er maken, drie, ofté
ten lanehften vijf volgendeda§en,en de verdere tijdt
geheel oevrijdt was. M.anardt|s fchrijft, dat dit door
geen Steen en konde gelchieiJten, niet tegenftaeride
dat een ander trefFelijck Genee^;-mcefter, en de Siec-
ke felve her daer voor hieldeii Maer wy zullen de
woorden ende redenen van
iS^tanardus hier voort-
brengen uyt den tweeden brief van het xs boeck.

feyt hy, defe Toevallen bygeheunet van dm
Steen komen : fo moet een van hep.en rt» j ofte dat
de Steen gefladighinde 'Blaesüjofte dathy aldaer
uyt de Nieren komt. Indien hy in de Elaes is, fi en
hinder geen reden hjgehracht werden, ivaerom dat -
ter fo veletijdts tujjchen heyde den Siecken ongequelt
laetyende dan recht op dengefettentijdt wederkeert.
Het foudemifeken wel kannen gekaren, dat hy niet
altijdt evengroote fchade foude doen, maer minder of
meerder, na dat hy ofte binnen in de hoUighejt laghy
ofte voor na den krop toegefchoten wits* Μ
oer indien
ftilx fonds wefeti, fo en k^n ikjiiet fien,hoe dat al die
Toevallen juyfi op een f ^ksren tijdt weder komen. Het
fonde oockjicht vallen^ als hy ontrent de krop van de
Elaesjgevonden vferde,metfchudden vantlichaem,
gelijck,
Galenus beveelt, ofte met eenighproefypr,
den f elf den in de ruymte van de BUes te floot en^
Vtaer door dan de Toevallen, ofte in 'tgeheel·, ofmee-
fiendeel fouden ophouden; daer nochtans die Genees-
meefier van heydts verfocht hebbende, noch door het
fiooten van een proef-yfer, Ca.thetetgenoemty in den
hals van de Blaes, gJ'jetiiyght geenderhande laefenk
gevondente hebben, So datgeenfns tegelooven flaet
dat die bj hemt en ophouden, en pijnelijck^ water ma-
■ ken,gefchieden kan dosr een Steen, dte gefladigh in
de Blaes ü. Maer dat fulcx oockjiiet enghehemt
daar een Steen, die uyt de Nieren in de Blaes fchiet,
betoont de liytkomfl felve. Want indien falcx woi ,fo
mofie nootfaJ<(eiijck_altijdt voor het ophouden van dte
toevallen-, een Steenken affchieten-, an.ders finden
xvy weder komen tot het gene nu wederleyt is , te we-
ten,tot den Steen die in de'Blaes blijft,dewelckealid't
dat hjnu minder dan meerder moejelijckheydt aen
kan doen, foo cn kan hy nochtans fulcx opgeenenge-
feiten tijdt bjbrengen. Hter uyt wert lilaerlijck, be-
Jhten, »ƒ dattcrgesn Steen m ds BUes en ié, of indien

hy daer moek wefen, datter een ander
gevonden werdenydewelke ofalUen,ofmet denfe'J ^
defe wederkeerendemoeyelyckheyt fbftde
Wat my belanght j ick meene.gelijck ick m
verheelde exempel gefien
hebbe, dat de^a^e ^^^^
mede geweeft is de rinefte oorfaeck van het op^^^g
den ende pijnlijck water maken, het wclc^ jjj
een ander tteffebick Genees-meéfter
, ende de J ^^
lèlve,fonder t wijffel door eenige redenen>allo g ^^^
den} en dat de voorgaende oorlaeck is g^^ jjpdft
nige fcherpe vocfatigheyt,den Steen voor-fto°
dewelcke op haren gefetten tijdt van Novene" ^jo
Blaes vloeyde. Hier en ftrijdt niet iel'

hem niet heeft konnen ghewaer werden, fTgfjij-
dick wüs hebbe gefien in de gene, die na haéï " j^ie
den een grooten Steen in de blaes hadden, '^jpt de
men te voren niet en hadde koncen vindeDj^^ljeO»
Caiheter,]^ felfs de vingeren in'teyndegh^pjafi
miUchien, als de Steen verre van de krop^l^^^cb'
leydc, of dat hy met veel gladde en
tigheyt omwonden is. Dat hy oock in
een V ^^^^ gp

floten zijnde,met geen proef-yferondervo^^^jl

kan werden, getuygen onder andere Mercttrf^y^^el'
36. endePiiréin het 16 boeck van fijngr'"'.^^^ati"
konfte op het 3 9 capittel. So fchrijft Bo^f^'^ eif
feker Koopman, die al de teyckenen haciJe ^^^
Steen in de Blaes,het felfde met een Catb^T^fi
konde bewefen werden : en datmcnevcn^^ ^pjn
doode lichaem vant 2 fteenen, elck van J Jo® '
een befonder vlies befloten. eriOf^^^

Het tweede teycken van de fteen wert g
uyt het Water, 't welck in de Graveelige fuij"
en dun is, fo van wegen de verftoppingo» jcra'^^'
gevoelen) van wegen, dat de bloet-makeP" , jieiJ·
der Nieren verhindert is. Maer als bet Ste^
begint te roeren, dan is 't water in't eefft ^^ οβ
acEcigh, daer na fchietende door de nau® ^.jeefc^'
Tepelachtige uytlteeckfels.doorboortne^ ^pf

en konde inhouden. Maecktcn w^^y'g^'^.ten i" "
wareridoch fonder ' f^^yc^,

krop van de blaes: met verfcheyde Cly
vinden ,cn andere Geneefmiddden, die beia ^yj

en ^an valt het water watbloedigh. D^er „lei
Nier gedreven zijnde,indien het de V^arer-r^g o"'

feheel en verftopt, fo is 't water veel dicK. ^^ ^afit
laer, fomrijdts met eenige k!ey ne draeye"' hjr
in de gront. Maer indien de Steen zo gi'Sifc
niet door en kan, en in de
Wacer-pees f


-ocr page 22-

^^^'^'gh klaeghde, dat het felfde hem feer benauwt
^enm-ï' twintighften dagh,na dathy voor
dero^'^^agh noch tweemael van herbedde, en we-
^ op felver gegaen was, feyde te gevoelen
hy a ^^ater hem nabovenen opftijghde.waerdoor
fte'!" «liddagh, als half auymerende, quam te
^iindp Het lichaem des andeten daeghigheopent
Verr^! '^crde bevonden, dat de rechte Nier gantfch
^Qor X " (i)flincker geheel los, ende als

Tufl^^yckt, in-hebendc een wit fteenken, als een
een
ander (3) grooter, endelangh-
Vooi>_' "P ^^ "^'ckte van een pinck, ftekende in het
geteckt water-pees,
(2) die oock fo wijt uy t-
tigh ho "^'^-fioven aen het felfde hingh een drie-kan-
(Jïente " ^^ ftack,van groote ende ghe-

als ttied^r hiertuflchen i en 2 uyt-ghcbeek is:
^e capitr 7P D
.Paulus Voetius.in't voorgaen-

ïeti enj Soo dat het niet te verwonde-

Pen. gf^^ï oock de befte middelen,fo weynighhol-
ftleeftgJ?^'^ mede de reden, waerom het water wel
S^Weeft. ^^ fevens tegen gehouden was

^ocbeen' dat de Steen kantigh zijnde,

Wen lo ^^y^^g'i vooiby de onevenheyt hadde door

fchrijfr in fijn boeck van de inwendige
fteen in ^^^ water zandighis, dattei een

Hieeftey fteeckt.en berifpt de oude Genees-

ten fl-p · ^ nieenden.dat fulcx eenteycken was van
feivein j 'ie Waes. Ende fulcks leert hy nochtans
kotc-bondige fpreucke van fijn 4 boeck.
"us hende.dat dit lecht tegen malkander gingh.

wateraf-fchiet.____. .

legger,meent dat Hii^focrates alleen vande Blaes ge»
wagh maeckt.ooi dathndefelve.van wegen datfeeéia
groote holligheytheYt.dickwildcr, als in de Nieren,
Steen groeyt.Maer datfulcks ο nwaerachtigh is,be-
toont de dageffickfche bevindinge. Het gene oock,
datGalenus t«-bre ght, en maecktde fpreucke niet
waerachtighef. Want het is kennelijck, daiter vele
Menfchen Za|t quijt werden, die noch in de Nieren,

■ dat hyeertijdts een Edel-man heeft doen op-fnij'den,
die veel fteenen in deNiereh hadde,waer van te voren
noyt eenigh teycken geWeeft was,dan dat hy na het
rijden te paert fomtijts wat bloedigh water maeckte»
Selfs na het overlijden vanden lêlfden Heurnius,
. werden in fijn Blaes gevonden
7 fteenen,ghelijck een
Ocker-noot, weghende elck een halfloot: daer hy
nochtans in fijn leven geen teycken van Zant oyt in
fijn water vernomen hadde,gelijck my gedenckt eer-
tijts verftaen te hebben, uyr fijnen foon den hoogh··
geleerdenOttho Heurnius,Profeiror indeGeneefkon<i>
fteen Ontledinge tot Leyden. In teghendeel fchrijft
Cardanus dat hy nu dertigh jaer alle daegh veel, dan
root,dan witZant quijtgcwordêis,ibndèrhet minfte
achter-dencken van fteen in de Nieren ofte Biaes.-en
doet daer by 't gene ick ghetuygen kan waerachngh
te wefen,datter naulijcx van thien menlchen een geü
vonden werr, die geheel bevrijt is van fomtijts Zant
in 't water te lofenrdaer men even-wel weynighGra»
veelige fiet,en noch weyniger, die met den fteen in de
blaes gequelt werden: endedacrer in teghendeel vele
Steen hebben.die even-wel gheen Zandigh water en
maken. Dewij! dan dit foo klaer is,als de Son,ibo en
is 't niet vremt dat
de uyt-leggers van Hippocrates,
aen fijne vetmelte fpreucke gheen mouwen en wéten
te fetten, om de felfde van onwaethéyt te bevrijden.
'Ten paft mijne kleynigheyt nier,om dit by te leggen,
ende onder foo uy tnemende Mannen mijn oordeel té
fpreken'.nochtans en kan ick niet nalatëom deaeh-
genameheugeniifevanden hooghgeleerden Dr.to-
mio te ververifen,alhier te fteilen't gene ick te Padua
in 't jaer i6i6.t'fijnen huyfe (ghelijck hy ons niet al-
leen by fijn Siecken bracht, maer ooςk buyten dé
Univerfiteyt in 't by-foftder ondérwe^y als my by
lotinghe de uyt-legginghe van de vermelte fprcrcke
toe-viel, anrwoorde, Namentiijck,dat de waerheyt
in de felfde konde vaft ghemaeckt werden,allTer maet

G ^^^

S τ Ε Ε Ν - s τ υ C κ. at

feyt in fijn uytlegeinge, dat alffer Zant in *t water is>
het niet altijdt in de filaes en hapert,maef oock in de
Nieren, ende dat derhalven een mis-vcrftant in die
Ipreucke is, het zy da^r Hippbcrates felve,de helft van
de reden verfuymt her:ft, ofte van den uyt-lchtijvér
over-geflagen is:want 't zy daer een fteen in de Nié-
ren, 'tzy in deblaes gii>eyt,datteraltijt zant met hec
PhilStheus, een ander Gxiecx uy t-


-ocr page 23-

« J. V. B E V Ε R W Y C Κ S

een woordt nytgeleyt werde tegen den fin van de
oy tleggers,maer niet tegen den fin en gewoonte van
Hippocrates. Dat
dit Vphiflatai ,'twdck fy
uyileyden
befinckt, m^?t dat my beter dacht op-hout:
. omdefin te maken,dat die qj^Et de Steen in deBlaes
gequelt zijn.in weickers wate/ het Zant opgehouden
wcrt.'t welk te vorenplachafirefchieten.Wantfulcx
en kan niet ontkent werdesL Nu dat oock die be-
teyckeninge van dat woordi. by Hippocrates niet
vremt en is, blijckt daer uyi:, dat hy het woordt
daer afkomende, te weteTt,Vi^qfiafis fomtijts neemt
voor het ophouden van eenige vochtigheydt, die
anders ghewoon is uy t te vloeyen, ghelijck Galenus
fchrijft in fijn uytlegginghe over Hippocr. van de
Geleden.Datzulcx miffchien mede beveftight kon-
de werden, om dat hy in die fpreucke geen gewach
.en maeckte van afzetten, gelijck hy dede in de voor-
gaende. Ofte datmen oock de aengenomen over-
fettioge konde aennemen , indien
befinckt vcrftaen
werde, niet van't befincken in de water-pot, maer
Van't neder-fetten in de Blaes.

Deze overfettinge is al vremt opgenomen, en my
wederom door fijne brieven in bedenckinghe ghc-
bracht, by den hoogh-geleerden Pkaipms.Profeffor
tot Loven: dan mijn nader redenen fiende, heeft de-
felfde niet orgerijmt gevonden. De onvergelijcke-
lijcke Heere Salmafius, Ridder,en Raet des Konings
van Vranckrijck,hier over van my gevraeght zijnde,
Ipreeckt in een geheel Boeck (dat fijne Ed. te Ley-
oen met mijne brieven heeft laten drucken) de
oude overfettinge voor, en brenght daer toe vele ge-
leerde redenen by: Die ick wederom beantwoorde,
ghelijck te fien is in't gene by de Elièviers gedruckt
IS. Dit gaet altijdt vaft dat de Ondervindinge (en
■waer op ftaet anders de Genees-konfte ?) recht voor
my is. En zulcks getuyght onder andere , den ver-
maerden
Mey ITonner.Geneefmeefter van den hoogh-
gemelten Koningh,die my oock fchtijft, hier van
met den Heere Salmafius gefproken te hebben.
, Groote en getackte Steenen maken fomtijts fulc-
kefcheuringh in het vleefch der Nieren,datfe het
Water geheel bloedigh maken: ja oock, doch lel-
den ,yct vleefchachtighs afzetten.
-Het derde teycken van een Steen in^eNieren ftelt
Hippocrates in een doovigheyt van't been aende zij-
de, daer het Steenken is. De oorfaeck hier van leggen
Di'.Langius , Geneefmeefter vande Palis-Graef,en
de vermelte lacot, op een vervollinge van de tacken
der groote Aderen, waer doet de Zenuwen en Spie-
ren zouden gedruckt werden.. Hier in fchijnen fy
Galenum gevolght te hebben in 3.
Efid. Maer de-
wijlde Aderen in dit gebreckzofeer niet vervult en
werden, dat ly de Spieren benauwen, zo. dienter een
ander oorlaeckvan ' "
Deze is
pplegge

I,

fi

nauwinge van de Zennwe, die 5n al de Spiejc"
been verfpreyt werdt. Hier door en kan de O
die uy t de Herifenen door de Zenuwen tot .
van ai deleden gefonden wert, in de beenen niet»
men : 't welck een doovigheyt veroorfaeckti ^
gelijckmen voelt, als het een been wat over
ley t, ofte als men wat lang op den elle-boogh
Gemeenlijk feytmen daer van.dat den ^rf" ' jjg-
flaept. Nu dit neer-druckf η gefchiet door de
hey t en 't ghewichte van den Steen: want een »
Steenken en maekt de doovigheyt niet. Maer
pX ^^
grooter en flaept niet alleen de Dye aen de zijo ,
de Nier,in dewelke de Steen is,maer het gehee'^^^ ^^
ger,»Mf rgh wert oock fomtijts zo gefpanneni^
fiecken fijn Lendenen naulijcx konnen be*^"?

Het vierde Teycken is een groote jfjei»

Walginge.fo dat de gene,die een Steen uytdc·^
fchiet, geenderky fpijsen konnen ghebruycke"^j(.j{^
braken defelve ten eerften wederom uyt.lk . ^id
wils in my felven bevonden fulcken omwerpi"&.g jp^
de Maegh, dat ick geen ingeleyde Kers en ko" j,ef
houden. De oorfaeck is, om dat de
Nieren ao ^^^
buyck-vlies aen den loflTen Derm vaft zijn,gei'L v£f
lenus fchrijft, of gelijck Α vicenna meetit, jvJi^Él
knochtinge met
Sc Leverden daer door iaet de ^^^e
van wegen de Suygh-aderen: ofte liever. ^^ΐ"
kleyne Zenukens, die de Nieren van de jgfeii
fangen, en om 't buytenfte vlies, 't welck de ^
bekleet, en fpruytende van '^t buyck-vlies,
Maegh gehecht wert. «je^^^^'

Als dan de Nieren van de Steen geprickelt ^^oU'
fo werden ook met eenen geprickelt die twe gjiJf

wen,en het buyientteVliesjenjendaerdoi»· ,^^ερί

Maegh oock geport om vanhaertewerï"' j^ei-
haer moeyelijk valt,en fo komt
defiecketot ^QgieOt
Hier van is't lichaem meeft akijt beneden/" al ^^
dacter naulijcx een wint uyt en kan, gelijk " ^-Κβ"
Nature na boven, en 't Lichaem onder
was. In't eeifte brakenfeveelfljjmuyt,ö ^ei^^
het felve in de Maegh is, infonderhey t in g^jj^eii·
veel, ofte grove en fljjmerige koft g^S^^^^jac
Daerna volgiet gemeenlijk groene üal.oöi ^αάο^'
de Pi] n,fey dt Galenus,en het waken 't ^ψΐζ^οο^^γ
ven is, voornamelijck indienfe met eenen de p^eiili
ofte lang gevaft hebben. Als die aenhoudt.» ^^ ge-
oock enckele Gal re braken, 't welck «"^^Jgfnava"

welt gefchiet. Dit braken va.n Slijm, en da j-^lve·

Galheeft oock plaetsin't Colijck,ende a'^
komt in de Kronkelderm.daer hy voorby » b/
draeyt , irfonderheyt in
de flincker zijde,« aJijcit
nauwer is,dan valt de pijn van't Colijk n^^^ley^f'
van't Graveel ofte een Steenkence onderi
waer door dickwils verkeerde middelen ?
werden. Maer twee teyckenen
zijnder,üie ^^, ^r-
aenwijfen,de gelegentheydt van ίίεβΐ"'V je ci]"'"
plaets van hei|iinlij,ck deel. Voor eerft en JS ^ ^ ^


-ocr page 24-

STEEN-

neff200 fcherp niet, als het Colijck. Daerbe-
enens als de pij η hooger is, dan de Nieren, zo en is 't
Bcen Oraveel, maer Colijck. Noch fpreyt bet Colijfc
«m veel vorderuyt,gclijckdeKronckel-dermde
van al de dermen.den geheelen buyck door-
g i'·· 'Je pij η van't Graveel blijft vaft op een plaets,
Sttt "t de palen van de Nieren befloten, en als het
den " ^^ g^®·^ > volght de pijn oock
^'^n wegh van de Water-pees. In 't Colijck bevoek-
Gt" Rommelingh inden buyck, alsin'c

Veel A. Water, gelijck gefey t is, valt in 't Gra-
ftePM® dun en rauw, daerna wert het met zant,
oni . ofte bloet gelooft. Maer in 't Colijck, of
floten^^ de Gal, den wegh na de Dermcn ghe-
nis^^fdat het Gal-blaesjen als gefchut en ghe-
Hier , valt het Water in't begin root en dick.
«ioovi h verneemtmen in 't Colijck noch de
Vy vf van 't been, noch andere teyckenen, die
Alshp ^Graveel verhaelt hebben,
pefen j^^j^ïcenken nu uyt de Nieten door de Water-
Ê^'ooft filaesgefacktis
.indicn het niet ten eertten
Voren » ? » vergfooc het aldaer, gelijck hier
kenen ^*· «penbaett fich door andere teyc-
Warl; "eSieckeoiaeckt met fnijdinge en pijn fijn
tijjJtj 'dickwilsenwreynigh : het welckoock ibm-
ktop opgehouden wert, als de Steen voor de

te pL blaes fchiet,waer dooruytermatêgtoo-
die iLj i°°''iaekt wett.Daerotnis'c,darde kinderen
liachr ..^^een gequelt zijn, geftadig aen haet ge-
^accig^"jvë,alfo.fy voelen,gelijk Hippocratesfeyt,
len zm^ "^^doop aldaer belet wert.De kinderen voe-
teetd» ^^'der, om dat de krop van haer blaes veel
daife hei l·" '''^"-volgende oeck gevoeiijcker is, zo
deti. Β V denSteen meerder ge waer wer-

Sti,?· ^ teyckenen komt noch, dat de gene, die
«ietVoel'""^^blaeshebben,fomtijiseen fwaerteai-
i-^ïi haer b konnen welen:maer moe-

f?''aettiK^®"®"overmalkanderwcrpen,en't geheeie
f'ji naderh^^S^.Den Eyndel-derm wert van wegen
Water '^'^^'^^beichadight.waerdoot velealsiy

h:

Ran

do,

oock'nil"®/·'"^^'·®" ondërfocht werden,hoewel
's
hI Γ ^ S^et, gelijk hier voren ge-
idifn_ ^«t leive kan mede ondervonden werden.

η "^ctite c, ·"' •^cive oevonaen neb,van xieyne,

ri^dieter fy groot zijn, kan met een
. de V'"""-——- J - ' ' -_______i

"iet altij

men Η ®

r'." '^"ih levr ' d'e ^Jct water opgeftopt is op

»: WaL'·^".^^ ^^^"en op-lichtenderhet lichaerS
1^5'eken ™ ^^ dan water rhaeckt, dat is een

geweeft η ^^^ ^^^^^ door een Steen ver-
^"Eefineeft " ® ^^ergemelte Cardanus,vermaerc
«ervan Milan, gebiedt yemaiit, die ver-

S Τ U C K. a j

fekert wil zijn van een Steenin de blaes,terijde,iprin»
gen, ofte anders bet licbaem fterckelijck te oeffenen,
of eenige Steen-brekende middelen in te nemen, en
daer op het water te befien. Want indiendet drie ofte
vier dagen dun ftof lïis, ftelt dat een teycken te zijn
van een harde Steen: indiender grof zant of breukièl
van Steen in gevonden wert,datzulcx beduydeteea
fachten ofte brekenden Steen. Maer daer is geen fe-
kerder teecken van Öraveel, en Steen als geftadigb,
weynigh, en met fnijdinge Water te maken.

8 Wy komen tot He Voot-teyckenen. Degroote
Ariftoteleslchrijft dat de Menfchen Nieren even ge-
lijk zijn de Nierender Offen,als uyt veel Nieren te fa-
men gevoeght: en doeter by, dat daerom oock de
gebreken, die in deièlvige vallen, fwaerlijck te helpen
2ijn,als offer niet een,maer verlcheyde deelen onftelt
waren.Welcke reden,dewijlfe tegen de dagelijckfche
ondervindinge ftrijt,gelijck wy in't i.cap.aengewe-
fen hebben, zoo wert defe plaetfe niet wel onder de
teyckenen en voorboden vandeuytkomft geilek by
de meer-gemclte DotStor en Profèffor Mercurialis.
Want de gebreken der Nieren en vallen niet qualijcfc
te genefen, om datieals uyt vele Nieren beftaen, en
dienvolgende als verfcheyde fieckten van verfcheyde
deelen zijn: maer om dat haer werckinge geftadigh
voortgaet.en dat'et gene genefen zal ,ftilte verey fcht:
als oock om datter geftadigh het fcherp water door-
loopt: en noch, om dardegenees-middelenzoo
verre naulijcx en konnen komen, als na datfe feer
verandert zijn. Het welck al te iamen noch meerder
plaets heeft in de Blaes, die zenuachtigh en fwack
is. Daerom feyt Hippocrates, dat de gebreken vaa
de Blaes in oude luyden ongenecfiijck zijn.

De gene die Graveel of Steen van haer Ouders of
Voor-ouders ge-erft hebben, konnen
naulijcx gene-
lè η werden, lek heb fodanige veel gefien, als iy een
geruymen tijt van de pijn waren
bevrijt geweeft, en
meenden geheel genefen
te zijn,evenwel na eemge

jaren in't oude quaet wederom vetviele". Daerom

feyt de Grieckfche Aretsus met geen minder aerdig-
heyt, als waerheyt, dat
de Steenachtige vruchtbaer-
heydt der Nieren fwaerder valt te bektten, als dc
vruchtbaerheyt van de Lijf-moeder.

Maer infonderhey t zijnfe ongeneeüijk, in dewelc-
ke na het lofen van de Steenkens, noch een eeftadigc
Pijn in
de Lendenen blijft, waer by fomtijdts eenige
Iwaerteen groote fteeckte gevoelt wert: want dat is
een teycken, datter eenen grooten, ofte veel Steen-
kens in deNieren groeyenen toe-nemen.

Daer en is mede geen groote hope van beterfchap,
als door het wrijven van een kantigen en fcherpen
Steen ('t wekk blijckt, als na bloedigh water, ette-
righ volght) de Nieren komen te fweren. Want;
de middelen , die de Steen afdrijven , zijn dun en
fcherp: en 't eene dat de Sweringe heelt, moet dick
en toeiluyiende zijn.

C Ζ Hcï


-ocr page 25-

3 4 J. V. Β Ε V Ε R W Y C Κ S

Het Graveel en kemt niet veel in de Kinderen.
Maer gelijck Hippocrates fey t,meeft van de veertien

Sren tot het twee-en-veertighfte, in welcke tijdt de

ature aldervruchtbaerfte'isvan gebreken.Wederom
van dien ouderdom tot het dfie-en>tfeftighfte jaer
des levens,feyt hy.datter geen Steen in de Blaes,noch
Graveel in de Nieren en groeyt, 't en zy het aldaer te
voren geweeft is.

De Vrouwen en werden foo veel met de fteen niet
gequelt,als de Mans.om dat de krop van haer Blaes,
korter ende ruymer is, waer door fy alles beter quijt
kóntien werden.

Ronde ende gladde Steenkens werden lichtelijcker
en met minder Pijn gelooft,als die van ander gedaen-
te zijn,infonderheyt die langh ende getackt zijn.

De gene, die dickw ils Steenkens lofen, werden de
felve,met geen ofte weynigh pijn quijt, 'ten zy datfe
geheel groot zijn.

Als yemant door de fteen,oft yet anders het water
drie vier dagen Gphout,ende door het opftijgen van't
felve in een vaften flaep vervalt, ende datter kortheyt
van adem bykomt,die fterft door de banck.En al is't,
dat foodanige daer na oock quamen te loien,foo ko-
xnenfe evenwel te fterven om dat de quaetaerdigheyt
van 't water al te diep in de herifenen geprent is.

Indien de fteen-achtighe ftof op een ander plaets
verley t wert, dat is feer goet. Alfoo fiet men, dat de
gene, die los van Lichaem zijn,minder ghebreck van
Graveel hebben, als die hart-Iijvigh zijn. Soo neemt
oock dickwils de Gicht, allfe na komt, het Graveel
wech.Wantfy fpruy té beyde van een oorfaeck. Maet
fy en verloffen malkander niet altijt.Soo feyt den ou-
den Guainerius,dat de Steen joifrou Podagra vrijt,en
fonder haer niet wel weien en kan. Daer van lefen wy
by Froifard,itv't i.boeck van fijn Fran^oyfchehift.
op't 29.cap,hoe Willem, Gravevan Hollant,te gelijk
aen het Graveel, ende de Gicht lach. Het wtlck ick
oock dickwils ondervonden hebbe. My ghedenckt,
mtijdts diergelijcke gelefen te hebben in de Brieven
vanonlen grooten Eraftnus,eenmanlb vermakelijck
als geleert. Als hy langh over de Steen (die hy fijnen
beul noemt) geklaeght haddc, aen fijnen vriendt die
Gichtigh was : foo voeght hy daer by, dat fy beyde
fwagers waren,als hebbende twee ghcfufters, hy den
Steen, ende den anderen het Podagra, maer dat fijn
■wijf hem oock fomtijdts quam befoecken, fonder
inochtans,eenigh achtetdencken van overfpel.

Dewijl de Steenen der Nieren dickwils uyt veel
Zandt by malkander gemaeckt werden,foo brekenic
ghemeenlijck lichter, als de Steenen van de Blaes, die
meeftendel wat harder gebacken ?ijn.

Het is de arghfte geftaltenis,in dev^elcke de nieren
fteen maken,ende hetgantfche lichaem mager ayt-
gemergelt
is.feyt Galenus,in 't 6. boeck van de Ghe-
fontbeydt te bewaren op 't lö.cap. En van d'ander
aijde oock, die al te vet zijn, konnen naulijcks van de

lii:

■ΐ Γ,

gebreken der nieren geholpen werden,gelijck
teles fchrijft in 't 3. boeck van de dcelen der ρκι
op 't 9. capittel. , -votf.

Die een fteen in de blaes hebben,houden den ^
gelijck men feyr,by de ooren.Want indien fy "j®
ten blijven,foo wert hy alle daegh giOOter,enüe ,
meerdert de pijnrindien fy raet willen doen.dat
erootelijcks fijn fwarigheyt,ende is met gevaer ^ ^^
' leven vermenght.Ick
heb altijt onder vonden,
het fnijden meerder Kinderen door quamen, ai
daeghde: en meer defe.als Oude luyder,dic bei ë
meenlijckbefterven. Soo verhaelt Sammatt™" jgh

Elog.4ialsdePrefidentduHarlayzijndetfevi"

jaren out,uyt onghedult van pijnhem lietfmjoe
den hemel reyfde. miidi"'

De middelmatighe S teenen zijn lichter te i'
als heele groote, ofte heele kleyne. Want "^^jufcO
moetencen feer groote openinge hebben,en ic'? j^c
oock lichtelijck de Blaes: de heel kleyne en z'J"·
wel te treffen. .

Onder al de grootfte pijnen, die yemant ' ^gbt
chaem lijdt, is al van oudts (geiijck Plini^^^^^npel'

ghehoudenvoor de fwaerfte, het
piflen van Steen. Het welck oock beveftign^
van den wel-ghemelten Erafmus van P'^^Lglt
een man onwaerdigh om ellendigh g^^'^ jjbrie'
zijn gheweeft. Ick zal fijn woorden uyt e ^fi.
ghefchreven aen looft van Gaveren alhid ^^ .^(Vt
De Vfett€n,kjX. hy, wanneerfe aldtrfirenfj}^ yt
houden den Menfch in vier fiuckefi,eer
Herteraken.*Maer ^-Jer

____I_____/... J;______h J. .... I; J. „LAaVt

fijn "^oude voeUn, die van lidt tot Udtghek^fj
als die moet ujt-flaen, dat een Steen door ^ ^^^
Wateryefen in de Blaes boort: al is't
Geneefmeeflers onder degrootfie pijnen die Ji
haeflomhals helpen
i de eerfie pUets ghcV^*. ^^ni

Steen van de Blaes. Defelfde ü mtfcbit"
arger, om\ datfe ongeneefl^ck^ is, V en ζ; ^^
middel begeert wreeder als de
doot,ende W^y

felve. Voorwaer de fieen in de Nieren ks"^*
hy-^alshy den Menfch hart aen-taf · tfj- ^^ti
my foo dickwils, ende foo fchrickelij^k,, d'^' hr
yemant
Erafttnim haet, ^««i/e n» wel met ^^
hoor en op te honden, omlangher fin ^ Jitiff
Forder brenght de Steen fulcken ellende
een lichaem al is 't oockJéeckf^'^^fi^^f'^ ^/„fe Vi^
dagen fomtytsujt het leven rocki · ende 0
ophoHé,foo houtfe maer op, omd^er^i , jid'
felder mdsirte keereu. Wat is dat ^Γ

mis de doot wederom te fmaken^ ί»

derom willen kven^w daer ηΛ we<kr ^ Het


-ocr page 26-

S τ Ε Ε Ν - S T U C K.

9· Het gcnéfen van den Steen beftaet in twee din-
:n,dat henv yemant van dat quaet vry houdt: ofte
?et felve hebbende, daer
van bevrijdt wen. Maer het
ïshchter, feyt Seneca,fcbadelijkedingenuyttefluy-
ten, als te regeren: en niet aen te nemen , als aenge-
IJomen hebbende, defelvigete matigen. Wantalffe
•^er in 'ς befit geftelt hebben, foo en konnenfe niet
^etwonnen werden. Derhalven dient de vyant voor
innemen geftut. DeverffenvandenPoët Ovi-

zijn wel bekent, uy t het i boeck van den Ge-
«es-middel der Liefde j

En loet de Steekt niet dieper in,
^Λξτ fteut haer voortgangh in 't begin,
Hit ejuaet om geen remedy geeft,
•^^s'tdoordeti^dtgevfortelt heeft.

Valt u"''"''overwonnen: maer als het veroudert,dan
p'^ghemeenli)cktetterck. Dacrom fchrijftde
i'etfius feer wel in fijn
3. Schimp-dicbt:

't mter heeft de overhant,
bHyck^elijck.een trommelfpant,
■t» d'huyt van 'tgantfche lichaemfveeltt
•E» al de l^racht is neergevek:

helpt er ksfi» ««c^ Deilors raety
Vfcu men deen k.an valt te laet,
9«en k^rujt, noch wortels ü dan nut»
^VfijVt in 't eerfl niet is gefchnt.

mlje veel geholpen Ιβα,
^ ''oept hy tijdts den Medicijn,

wortel treckt men lichter uyt,
^Is hy niet dtep in d^aerde βψ»

mSi^i j" ^«ivcn dan voor Steen foeclct te wachten,
dingen op letten, dat hy hem onthoudt van die
'c O '^y^'lewelcke het Graveel groeyt, als oock
dp Λ*® Nieren kan krencken.Deihalven in-
en r ' I-evet, Milt, door fwackheydt met

lénden rauwigheydt na de Mieren toe-

Svorden Va '^'eyfchen fy voor alles vetfterckt te
ten von i^^^·· snfonderheyt moetmenfich wach-
tier vn etidige oorlaken van 't Graveel,die

j^voor verhaelt ftaln.

^eden -f" dient voor eerft gebroyckt Spijfe van
Van her dewelcke licht te verteren is. Broot

bacu„ koren,wel gerefen, en op fijn pas ghe-
VittpK ^^erisons ohemeenTerwenbroot.akhet
het de ^et felfde minder ftopt.om dat

^Ootn J^^^^^ ^o^^^yiietn ijeiif^· ^^ een van de
'«mite ooriakcB, waerom dai «ie ïijckeluydes

Ε

veeltijts met Graveel en GichigequeIizi)n,weTtge-
ftelt by vele Geneefmeeftets,en onder andere by den
Hoogh-geleerden Heere Lodéwijck Nonnius,door
fijnuytnemende fchrif^cen al-onimevermaertis,in't
eten van het Wittebroot, en in 't weynigh oefFenen
van 't Lichaem. Het Bifcuy tis mede in defe ghele-
■ genthey dr ondienftigh, om dat het te droogh js, en
wat van de aettachtighe nature aengenomen heeft.
Niet beteren is het V/ittebtoot, datde backers, om
het fo veel witter te n.iaken, met melck beflaen. Alfo
de Melck de taeyigheydt van den Terwe vermeer-
dert , ende derhalvi'en rauwe vochtigheden doet
groeyen, Eehalven dat de Melck qock in haerfel-
ven, en wat daer van gemaeckt werdr, graveeligh iSj
jhelijck wy hier voor onder de oorfaken verhack
lebben. Wreenömen de Boter, die wy in't Graveel
prijfen ,als hebbende kracht om te fuyveren en te
veriacfaten.Het Vleefch moet zijn van middelbaren
ouderdom, föo gefoden als gebraden, te weten, van
Weren, Kalveren,Conijnen.jonge Hanen.en djergc»
lijcke. Vifch die vrongeligh is, ghelijck Snoeck,
Baers,&c. lachte Doren van Eyeren,.Pruymen.
Amandelen, Appelen, met Suycker, Boter, en Wijn
geftooft. Dr.
CratOjgenees-meeftet van drie Key-
fers, fchrijft datter vele door 't eten van Hafel-noten
van't Graveel verloft zijn,nemende van deièlfde
negen ofte thien voor den eten. Onder de Mecs-
kruyden zijn hier toe bequaem Maluwe, Beet, Pe-
terfelye. Kervel,de uytfpruytfels van Netelen,Pim-
pernel ,als mede Afperges, Paftinake-peen, Radijs
voor andere fpijfe genomen, Want anders drijven
fy
deonfuyverheyt, die in de wegh leyt,door haer wa-
ter-makende krachtin de Nieren.

De Dranck,bet zy Wijn ofte Bier, moet altijdt
klaer.en dun zijn. Daer dientpock wel ghelet op
het water, waer van niet alleen het bier ghemaeckr,
maer oock de fpijfe in gekoockt wert.

Het Lichaem dient matelijck geoeffent: denGeeft
moet verheught wefen · Den Buyck niet gheftopti,
maer los, is 't niet van felfs, met tenige fachte dingea
gemaeckt. Waer van breeder te fien is in.oijfen Schai

3er Gefinth^t.

Maer hier en is niet arger ,als t water langh op zq
houden. Want daer door komt de Steenachtighe
ftoffe in de Blaes te befincken, en dan te verharden.
Derhalven is "t feer goedt, datmen d^ kinderen, als
men voor Steen vreeft, 's nachts opweckt, en haer
water doet maken, tot dat de Blaes ledighis. Het
welck mede wel aenghemerckt is van
Duretm op de
Qoac.fran·. Waer in, na mijn oordeel^ de meet-ge-
«ielre
Df-Cardantti ,ίη fijn uydegginge ορ,Ηϊρρο-
crates, van de Lucht, wateren,en plaetfen, een gro-
ve misflagn heeft, als hy raet, niet dickwils water te;
maken ,als of de Steen meer groeyde ineenledigSSi s
.Blaes, als in een die vol is. Want
het water, door-·
drongea zijnde van deG'raveelige ftoiFcjen belet

G 1 ,:v·

li:· ,il


-ocr page 27-

ζ6

tiet groeyen van de Steen niet, maer helpt veel tot het
toenemen yan den felven.

Nu dewijl,gelijk wygefeyt hebben,in alderhande
voedfel een aertachtigh lap is^fo kan het naulijcx ge-
fchieden, dat de gene, die eengraveelige genegent-
heytin de Nieren, ofeenfwacke Maegh, jL.ever,ofte
Milt hebben, geen Graveel fouden vergaderen. Der-
halven dient gearbeydt.dat het felfde, voor al-eer bet
tot Steen backt, met (ij η eerfte ftofFe, eer datlè in de
Nieren komt, by tijts uyrgedreven wert.

Om hier toe tegheraken, plegen vele Geneefmee-
fters,oock (gelijk ick gefien heb) niet van de minfte,
onder een te vermenghen Middelen die ftoelganck
maken, en die het water affetten, om te ghelijck de
fchadelijcke Vochtigheden door de
ftoe^anck, en
'tzant met het water af te drijven. Maer dat fulcx
noch in 't voortkomen, noch in 't genefen v^ deze
plaegh niet en behoort te ghefchieden, als ftrijdende
teghen de reden, en de leere van de Ouden, zal ick
volkomentlijckfoecken te bewijfen.
Voor eerft wert by.alIeGeneefmeefters toegeftaen,
dat in 't begin geen
water afdrijvende middelen ge-

ailTer in de Nieren eenigh Graveel of Zandige ftoflè
fteeckt, foo moetmen den loop van nieuwe itof ver-
leyden, en daer niet na toe btengen.Gelijck gelchiet
indienmen terftont van 't begin water afdrijvende
iniddelen ingeeft. Waer uyt blijckt hoe qualijckfom-
mige beraden zijn, die om geen Graveel te krijgen,
alledaeg Geneverwater,of Brandewijn innemen,daer
Aertbefyen,Honts-draf,of eenige andere afdrij ven-
de Kruyden in geweyckt hebben. Sy wetde» daet
wel Zant af quijt, waer uyt fy befluyten,dat het een
goede middel is: maer fy en weten niet, datfe meer-
tler inde Nieren brengert,als uytvoeren.Het welk vt-
le bevonden hebben,die volgens mijnë taet,dit; quaet
gebruyck nalatende,en fomtijts een fachte Purgatie
jnoemendc, daer na veel beter te pas waren. Het is
oock dikwils gefiei^ dat de graveelige,door al te veel
innemen van afdrijvende dingen.waer roede fy haer
in tijt van gefontheyt meenderi te befchermen, ver-
vallen zijn in eenontftekingeenfweringendetNiee
ren: 't weick haer op 't lefte ellendigh dede fterven.
Geen minder misflagh begaen de gene, die gebiuy-
ken onder haer dingen Spijfe, die het water affetten.
Want daer door is de koft rauw, ofte half verteert
uyt de Maegh inde aderen, en fo voort in de Nieren

fhedreven , alwaer hy dan ftofFe geeft tot Graveel.
Lnalis'tdatdeWij n, infondcrhey t Rijnfche of an-
dere die dun, en't graveel afkan fetten, fonderfcha-
deover tafelgedroncken wert;fulcxgefcbiet,om dat
by, door hetgewoonlijckgebruyckonfelichamen
ftreckt niet voor geneefmiddel, maer voor voedtfdi
feaewel hy oock jn onfuyyere Lichamen grootege-

w

Γ

legentheydt geeft tot verftoppioge. Het felfde
te oordeelen van het Spa-water,dat het Graveel w
affet: in de ghene evenwel, die het voor dagel'r*
fchen dranckgebruycken, werckt het veel u^pp'
enverlieftdenaertvangenees-middel.
 jj

'Ten is oock niet veel beter,datmen de
dingen onder de Purgatien mengt. Want
lenus wel verbiet, dingen,die flap en fterck
by malkander te mengen,omdat het niet
foude doen affchieten: hoe veel te meerder
waergenomen,in dingen van verfcheyden a^rf'S^ 'j,
daer zijn, die het water affetten, of die kamerg%
maken,
alfa elck een befonderen wegh moet ^ „
te weten,de Blaes en de Dermen. Daerom
volgens de oude geneefmeefters.nimmermfer
de Purgatien vermengen 'tgenc water kan »»

ten.

Maer dewijl byna niemant fo volkomen ëf^jjie^.
of hy vergadert uyt alderhande voedfel ^"' j'rdat
lijck wac aertachtige ftoffe: foo dient wei
wy daer in tijts by zijn,om defelve uyt te
eerfe tot in de Nieren komt.Derhalven
braken,mochten alle drie vier maendé,de ^^^/gfcfe®
door fuy veren, Maer men moet laten ^heei i
Purgatien, die het Lichaem te feer ontftelleO'
fwacken.: waer door al de vochtigheden ''^Pl'^ete"·
roert zijnde, lichtelijck oock in de Nieren
Derhalven is beter flappe middelen te gel'j"

lacht enfonder ontrocringe haer werck doe .'
daer is Manna,Caffia.Diacatholicon,
Paffulatum leniens, Diaprunum fimplex»
lijcke. vficbaf^

Als Maegh, Dermen, en 't eerfte van r ^^ j^o^
aldus gefuyvertis,danis't tijt om tot dcNi^i^ gjecP"'
men, en 't gene daer in is, eer dat het tot ee^
ken backt, af te fetten. In deiè gelegenthey^ccbi'"'®
niet beter als Veneetfche Terbinthijn· ^^a^e
fchrijft, dat hy yemandt de Graveelige fc.S'"'
Terebinthijn verleyt.en hem alfo genelen oe ^j^^et
getuygt mede Amatus,dat een zeker Mon'^'jjefliy
Gicht ende Graveel dapper gequelt was, e" j^oi
middelen te vergeefs verlbcht had, ten dr

het geftadigh eebruvck van Terebinthijn

van lesmaenaen vanoeyaegeDicB-t"
nam alledaegh de groote van een nóót ^^l^Q^etfi
ker. Men mach den felfden doorüickeii m
Soethout gerolt,of0ok met een ouvvel.nac „jet
zijnde, daeromgeflagen. Dan voor de geneert
wel flicken kan, dient hy met een weynig* ^vvat
Doeyer van een Ey in een vijfel g^oef^ if" ^ert ^^^
wijns,ofeenigh ander nat verméngt.en - niet
heel wit,enaengenaem van verwe,·o"j,/
qualijckgelijckende. Aldustf''"fï.t'in^enr
, een yegeljjck ingenomen werden. ^pa y^^

bruyclfis,datmen den Terebinthijn waicöt.
teriely-water, ofdiergelijcke, waer door ^j^^^i^a

J. V. BEVERWYCKS


-ocr page 28-

STEEN-S Τ υ c K. 27

liefFelijck in'toogh wert, Maet het is beter, datmen
nern
ongewaffchen laet. WantdeTerebinthijn en
^ijight geen kracht van'tkruyt, daer 't wateraf g e-
Hitilleert is, gelijck getneent wetdt: maer 't water
ïfeckt de afvegende kracht veel eeruyt denTerebin-
^'JMn
: en die is hier meeft van nooden.
^^^ yarandal,vattivtxmt\it Profeflbrvan Mompel-
'f ^'fthrijfc.datter na een goede bcquame Purgatie
"•et beter en is,als't water vanB^i/erwc.buyten Mom-
pelhets ,'t welck befchreven is by
Dr. Dortmanvan
^"Inem.mede aldaereertijdts Profeflbr.lck heb dat
ςείεη befien met den
HeereTi'wdw van Gejjel.iegen-

^oordigh vennaeitgeneermetftertotWcrecht.als

^onl^ ^uylighey t af te fetten.Het is meerder te ver-
briev 't gene Dr.
Vertuman in fijn Fran^oyfche
Van p^ d'HeereScaliger vertelt, van de wateren
dat yemant van dezelfde veertig da-
Itnoir had.eengtoote Steen in fijnBlaes

te vtfri " ^^ P'j" weder en quans.lk wenfch-
I gheheele kelder van dat water te befitten.
Verfch gebtuyk een fekerGraveel-water van

ch9g"®y<^edroogengeniaeckt,waervanick (het li-
tien e gefeydtis,door verzachtende Purga-

Vieej.'\"®nTetebiHthijn,bereytzij.nde)tweeaiaeldes
lang ^öiorgens laet innemen eenen lepel fes weken
datr' weder fes weken eenen lepel 's weecks.

Uren ^^ ° alle yeerthien dagen,daer op een paer
eet, ondertoffchen onderhoudende

van leven,als hier voren verhaelt is.Met
^"yten" "^''^'^slontallijcke Menfehen, fo binnen als
lo w ^ ^^ Graveel gantfch verloft zijn.
^^'ει'η ^ft Genefinge belangt: Gelijkdoor de mid-

'««i in de gene,wiens Nie

Eroe/^ ^^'^■geheelvruchtbaerzijnjindewe'kkedc
HierIn naulijcx belet en kan werden,

"^aker^^ j te doen,als't Steenken quijt

' foo fai 't Ingewant voor eerft ondaft

^oet Va ^ somen, om den wegh, daer het door
i?'er ioe ί fachten glat te niakea>

rt· ^^"^i^iequaemfteen vcrfachtende Cly-

Γ ® tle Wo, met allee cenige vuyligheyt en wint,
r'^^e benauwen, affchiet: maer de-

Λ yfteer ^^«^^^er en moeyiger.De eerfte

^^'uwe η " g^'ïiaeckt werden van Heemft-wortel,
■'^"'^ladpr ' ^'^^-'"■'^^^'^^'^^^^"'^εΙϋοτεη,δε-
^^^-ΙΐίνΙίοκ ' Fenckel, en diergelijcke,met Bit-
^cn de ^ooi: vermengt. Daerea macb-

Γ nemen uyt enekele Olyen, om den^
^'ïe van wr® ^^^^" ginder te maken,als daer zijn·

"" ^Vnnaj^t^ Camilkn J.elyen,of dicrgelijlse.

Die oock btquamdijck in een verkens-blacs konnen
gedaen werden, om daer mede werm van bnyten te
ftoven, op de plaets, daer de pijn is. Het welck mede
gedaen werdt met groóte fpongien, of wolle Jappen,,
ghedoopt en hart uytgedrongen in een ftovinge van
veriachtende en afdrijvende kruyden ■ en na het fto-
ven met fodanige Olye geftreken. Mefve,een Ara-
bifch genees-meefter pnjft wel te recht den Olye
van Scorpioenen. Maer hy helpt beft, als hymcï
Kervel in een pan gefnerckt is> en dan werm geleyt
wert, daer de pijndruckt.

Van binnen wert de baen glat gemaeekt met ver-
fche Boter, vet Vleefchnat.Olye van foete Amande-
len, verfch geperft,doorgekleynicle Gerft,en 't welck
nu veel in't gebruyckis, de Syroog vaii Heemft-
Wortel, na de beichrijvinge van Fernelius. Men fey t»
gelijck Cicero verhaelt, dat yemandt,droomende by
een moey meysjen teflapen,Steenkensloofden. Het
is oock vorderlijck datmen fomtijdts befight War-
moes van Maluwe, Beet, enKervel.

Als de pijn een weynigh verfacht, en de wegh al-
dus glat gemaeekt is, dan machmen komen tot de
Midaelen,dieaffetten,altijc beginnende van de iach-
fte.Ick heb veel in't gebruyckhet volgendedrancx-
hen: N. Sap van Limoenen, Syroop van Heemflr-
wortel,van elx een loot,noten Mufcaet,Brcem-zaet,
van eicx een half vierendeel loot, Rijnfche-w^n eet»
half roomerken.Dit verzacht van wegen de Syroop,,
kan het Zant ontdoen door het fap van Limoenen,,
en fet af door het vordere. Wanneer dit drancxken
des morgens nuchtereningenornen i$»dient (onder-
tuifchen niet overQaende het ftoven cnde fmeeren)
over dagh ghebruyekt een dranck van aflèttende
Kruyden, befchreven in't 22 cap. vaa 't i Deel..

Ais dit nu niet genoegh en vordert, fo en heb ick
niet beter bevonden, als een vierendeel loot. Aroma
frigidum (alib p^ni'^mr v^n
Αρπ Hooeb-eeleerden
Baron Verulam,!

peter, of Salprunells,......—

gegeven. Veel van de oude ,.en nieuwe Geneefmee-
fters verheffen de
Koppen, na den loop van de Wa-
terpees opgefet. Sy beginnen wat onder de plaets,,
daer de pijn meeft ii, dan nemen fy defelfde at; end&
fettcnfe wederom leeger,en dat vervolgen fy folang,.
tot dat hetStcenken allencxkens in de Blaesgetroc-
ken wert.Het welek daer uytblijkt,dat de pijn daa
ophoudt. Dit middel heb ick medeickw-ils bevon-
den, feervordelijckte wefen.,,

in de Biaes zijnde, en is niet geraden, aldaerlange
te blijven. Ick laet dan herlichaem met wandelen en
ftringen bewegen, na datter een goeden dronk heete
Rinfche-wijn met Suycker en noten Mufcaet inge-
nomen is: daer door werden oock de afghefloofde-
krachten wat verquickt.Enby aldien datdeKoude-
pis, een tey eken van dat de nature doende is om her
Sieenkia-uyt tedtijyen j.nkEveel engerft, foo g^f


-ocr page 29-

a « J. V. Β Ε V ERWYCKS ji^

ick met den felfden wijn wederom het Aroma firigi'
dum,ea
laet van buyten op 't gemacht leggenKervcl
met Olyc van Scorpioenen in de pan gelhirckt. Met
wekken Middel alleen ick éickwils in de kindeten
gemeene Steenkens afgedreven hebbe.

Alle de Middelen.die't water fterckaffetten,heb-
ben oock kracht om de Nieren, en den Waterloop
te fuy veren, en met eenen het Zant af te drijven, als
oock SteenkenSjdie uyt Zant,dat maer aen malkan-
deren hangt, beftaen, en noch niet vaft gebacken en
zijn 5 te doen feheyden ende van malkanderen gaen.
Maer 't gene harde, en rechte Steenen foude breken,
moet van verdunnend? en doorfnijdende kracht we-
ien. En ii zijnder eenige die ontkennen,dat de Stee-
nen van de Nieren, ofte de Blaes eenighfins feheyden
of breken konnen, fo ftrijdt nochtans fulcx tegen de
leere van veel oude en nieuwe
Genees-meefters, ende
van de bevindinge felve. Wel is waer,dat de Steenen
van de Blaes met feer groote moeyte konnen gebro-
ken werden: maet die van
de Nieren als fachter zijn-
de,ende dickwils uyt by-een
vergadert zant aen een
gepackt, ende dat noch in,een wermer plaets,konnen
Cchtelijcker door hulpe van bequame middelen van
een ghefcheyden werden. Sommighe hebben defe
kracht door bekende hoedanigheyt: fommige door
verborgen eygenfchap.

Die fulcx doen door bekende Hoedanigheyt, of
fijnigheydt van deelen, zijn Sap van Limoenen, de
wortelen van Afperges,Gras,Laurier,ftekende Palm,
Stal-kruyt, Bevernaert, &c. De bladeren van Pim-
pinel, Eeren-prijs, Honts-draf, Kervel,gulden Roe-
de, Brant-netelen. Het zaet van Brem, groote Klif-
fen, loffrouw-merck .Peerlen-kruyt,
Sec. Aert-be-
fyen, Genever-befyen, en diergelijcke.

Door verborgen eygenfchap breken den Steen de
kaken van een Snoeck, de affche van Hafen , van
Scorpioenen, van Pier-wormen, Pifle-bedden, &c.
het vliesjen vaneen Hoender-maegh, Kreeften-oo-
gen, &c.

De oude hebben ook t'famen-treckende middelen
ingegeven, foo onder de afdrijvende vermenght, om
^atfe fo veel te langer in ^Nieren zoude blij venrais
ook op haeriêlven,om défwacke Nieren ('twelk ons
gevoelen vande doovigheyten flappigheyt bevettigt)
te verftercken. Van defen flagh zijn de Spongien, die
aen de rancken vandeHonts-rofewalfen,en zijn
ronde gehayrde bollekens, Eeckelen, Bramen,My r-
tus, &;c.

Alle defe Genees-middelen in't byfonder te oii-
derfoecken, ende hare proef op de deught te ftellen,
dunckt my hier onnoodigh te zijn : temeerder,om
dat ick fulcx gedaen hebbe, in 't geen van defe ftoffe
in't Latijn befchreven is.

Onder de ghemengdde Ghenees-middelenvim-
men bier toe m de winckds Spcc. Lithontribon,
ends Eled. J^fti"'· "ytnemende goec het

■ t',

j·!' :

1:

Graveel-water van Hollerius, ende inf^'l^^Dhwffla-

van Dr. Quercetanus, befchreven in fijn

cop.Dogm. N. SapvanPareye,Ajuyn,l^^)^^gp,
elcx een pint, van Limoenen,
Glas-kruyt, ^^ea
oor, van elcx i muddeken. Al defe Sappe" m ^^
met malkanderen ftaen rijfen,en
helm overgehaelt werden. Dit Water mact^
bovenen ingeven, ofte in de Blaes
Ipeuten. He ^
mindert al encxkensden Steen, en doetfij"»

achtige, eafultige ftoffefmelten, en lofen. -^jgn
Maer by aldien,gdijck dickwils gebeurt,de ^^

in de Blaes door geenderhande middelen g^^r^ijje-
en kan werden, en voor de krop van de blaes
tende, den water-loop belet.dan moet hy ten e«
met het Catheter te rugh gheftooten wer^^n
het lichaem dient met opgeheven beenen gv'^P Jóf

Hec is een groot mifverftant van vele, die
gene dieden 5ceen of Graveel hebbeii, ^["aLoi^
dingen, infonderhey at G n;ver-watet, of P^jjcKi
wijn, daer Aert-befyet>, Honts-dtaf.en diefö j,eyt
opgeft^en hebben, dageiijcxen fondet
ingeven, alfoo daer door de Stee dieineaa'^^^ie
fonder pijn lange tijdt in de Blaes
dtagen kan | ρ
krop tosgedreven wert, waer uyt ellendigef J
andere toevallen ontftaen. maOê^"

In defe ScaJc Dordrecht heeft my
toont een geheel dooskë vol ftucxkens van ^^^cS
evm-eens gelijck als een grooten Steen van " ^bief
om ftuckengeflagen is, en vcrklaerdezulcksg gu»
te zijn door het volghende : N.
Bocken-bloet, Zaet van Daucus, ofte wiW®
van Peterfelye van Macedonyen, Noten ^^jtoo'
van elcx i once ; Dit te famen rot poeyer g·^^
qc*
ten, en in een dubbelt vat gekoockt in i2 Je"
neyer-wijn. Hier van dronck hy 't poeyer '"^^^oe-
Wij η tweemael daeghs 2 oneen,tot negen b/
Den thienden dagh ,endefeven volgende, " ^j^yff
een halfvierendee loot loffrouw-merck-z^^a^cK'^
gheftooten, waer mede hy dan de gebroke' „df,
quijt werde. Maer dit felfde in andere verfoei
en hebbe ick die kracht niet bevonden. De i ^c,
evenwel,die hy, een geloofwaerdigh μιΑ^"
my lier fien , waren fo ν eel in getal, datle t
een grooten Steen konden uy tinaken. ^jjg be'

HetBockê-bloet,datonderandere,medein^^jjger

fchrijvinge komt, wert al by de oude β'"

geprefen ,om den ftee η te brekê.en S.caliger ® S"''

feggen Exerc. j^. dat fulcks fo feker is. a' „deO

'smiddaghs fchijnt,en dat hy't oock felveof
heeft, la Serapio fchrijft,dat het alleen
ftrijcken van buyten de Steen kan breken-
gemdte Duretes, getuyght dat het β®·^ Qjarf^"'
door fijn fcherpe en fijne vyerigheydt den wri
doet fmelten , maer dat hy tot den Steen η ^^j^rjjfc
en kan: nochtans
fijn lèlven vergetende , ^!
op een ander plaets,dat het bloedt kraftni'& g/éP


-ocr page 30-

STEEN

yefen voor den Steen, indien den Bock in de laetfte
^ghenmetaf-drijvendeKruyden ghevoedt wen.
^aer dit ontkent
Michel de Montaime^m fijn twee-
de Boeck
des EJlaü, op 't Jaetfte capittel, om dat hy
^ eenen Bock.die hy alfo hadt laten voeren.eenige
ppn^k*^" gevonden hadde. Indien yemant hier te-
l^j tracht, dat het bloedt daer van bevrijdt blijft,
fcvt? fijn kracht niet en verlieft: daer op

lig^ j ."T' Veel gelooflijcker te wefen, datter niet in
O j groeyt.als met over-een-ftemmen,

^at mede-deelen van alle de Leden: ende

Bq ^^erfchijnelijck in alle de Deelen van dien
I^an ^r ^"enachtige hoedanigheydt geweeft is.
Schr- werdt van een ander Fran^oys

Verft ^Spaenfch onderfoeck der
Dg^^den ghefchreven heeft) teghen-gefproken.

'ïioeivT' •^y»" ^^^ Iwaer-

caigij bloedt, ende evenwel is 't Poeyer van fijn
ttiidd witten Wijn inghegeven, een krachtigh
Citro vierden-daeghfche Koortfe. De

al is'c een vrucht die ras aenkomt en be-
Jiiijj j' en hebbenfe dies nier teghenftaende geen
te ^ kracht, om de bedervinghe in ons Lichacm
"«Ive "· voeghter noch by, datmen

voor 't Graveel veelderhande Steenen
■ ^aerickkangetuygen, yemandtthien
biopj inalkanderen een vierendeel lootBocken-
het 3 ^et witte Wijn ingegeven te hebben, fonder

!het f werden. Waer uyt ick oorfaeck nam,

Alf!) in anderen niet te befoecken.

<ie Steen der Blafe, door gheenderhande
tot de rL gebroken en kan werden, fo moeten wy
vlu.L als tot een plicht-ancker, ons toe-

defch "J^'en. Kleyne Steenen blijven forntijdts in

ken άκ ,i^^^en,alwaerfe met-eênbequaemyfer-

^•ercien. een Oor-lepel, uytgetrocken konnen
^^•ofteil te groot zijn,achter aen binden-

Met te tegen-houdende,op datfe

4efp loudefchieten, daermen 'tgefwelofte
>iin» n, "li^S verneemt,moetmen ter zyden een ope-
v^jSmaken. Wantaldaerishet vleefich. Danbo-

^oudeh ' ^der endeSlagh-aderonderleydt,

''ifoo h^V'^^i verwecken. Het onderfte deel,
Vanv ^^^onsier bloedt is, ende gheftadigh den loop
lieelen ontfangt, en foude niet wel wiUcn toe-

lichter konnen fy de Vrouwen de
Otii
dar Η werdenfonder eenige quetfinge,

^oö-n T. van haer Blaes kort eniuymis.

Ocker '^^^'^Ahrijft, dat hy een Steen ghelijck een
^yt j ""ootjdie het water met gtoote pijn op-hiel,
kende ρ ieker Bagijn, gebruyc-

fi-icew „k"^yc-lettende gereedifchap.Spec«/«m ma-
''ocken u ™et een Koren-tancsken uytge-

" "eett, Hy getuyght oock gefien te hebben

-STUCK.

een Steen, op de groote van een kleyn Hoender-
ey, die een Vroe-vroüw ghekregen hadde , uyt de
krop van de Blaes van een Vrouw,dewe]ke op haer
laettte van 'tdragen-gingh. IVIy gedenckt.datick
over eenige tijdt een dochterken van fes jaren (die
gheen Water enkonde maken, wat raet datter ge-
daen was) een Steenken van den Heel-meefter uyc
doen trecken hebbe, ghelijck een Amandel, ibnder
eenige pijn. Doélor
Forefl verhaelt van een Vrouw,
vijf-en-feventigh jaren oudt, die een grooten Steén
al buyten de Blaes aen 'tGemacht in een dun vlies
uythangenden haddè, dewelcke het vlies door-ge-
fneden zijnde, van felfs uy tviel; en dat fy noch lan-
ghejaren daerna leefde, maer haerWaternieten
konde houden.

De vermaerde Profier Alpim,dien ick in het laet-
fte van fijn leven noch in den Hof van Paduaghe-
hQort hebbe, beichrijfteen ander manier om dei
Steen fonder fnijden af tenenaen, by de Egypte-
haers, daerhy gewoont hadde, gebruyckelijck. Sy
nemeneen pijpken van hout, oftekraeck-been, dat
fteken fy inde fchacht.en houdende haer Vingerei»
van achteren,op dat de wint niet in de Blaes en fou-
de fchieten, blafen fy daer met geweldtin, om de»
wegh ruymer t,e maken : daerna nemen fy weder»
, om een dicker pijpken, tot drie viermael toe. Als fy
meenendat den door-tocht wijt ghenoegh is, dan
fteken fy de Vingheren in'teynde, enbrenghen den
Steen in de fchacht. En hy getuyght,felve gefien te
hebben een Arabier,op die manier een Steen van de
groote vaneen Olijf^-fteen uytkrijgen. Dit en is lbo
vreemt niet, als't wel fchijnt. Want darde krop van
de Blaes, niet fwaerlijcken mede-gheeft, blijckt aen
de krop van de Lijf-moeder, die in den arbeydt vry
wat wijder uytgereckt wert.

Dus verre is gefeydtjhoe datmen den Steen moet
krijgen uyt de Nieren, Blaes en Schacht: is nu noch
maer een dinghen overigh, te weten , Hoe dat de
groote Steenen in de Blaes,alifer anders gheen raet
en is, met fnijden afghenomen werden.

Alfo fulcks vol gevaer is, fo heeft Hippocrates met
groote reden aen fijne Leerlinghen verboden de
ïandt aen dit werck te flaen, en geboden, dat fy het
fouden laren aen een wel-verfochtMeefter,die hem
fulcks beft verftont. Het weick oock noch huydén
in goet ghebruyck is, ten overftaen van Genees-
meefters en Heel-meefters.

Als het Lichaem een dagh twee drie wel gefuy-
vert, endoor goede Spijfe ghevOedetis,dan dienen
oock de onderfte deelen by den krop van de Blaes
inet verfachtende dinghen geftooft. HeiLichaem
aldus bereydt zijnde,ende de Siecke, 't zy van felfs,
't zy door een Clyiterye ter ftoel gegaen hebben-
de, foo ftaender drie dinghen voor een
Operateur te
doen. Te weten, het fnijden,den Steen uyt te krij-
ghen, ende de Wonde toe te heelen. Voor al-eec

Η

dacinen


-ocr page 31-

je J. ν. B E ν Ε

dattnen tot het fnijden komt» fal dcnSieeke wat
over-eynde weder wandelen, en dan eenige rey fen
van een banck op een KufTen fpringen, op dat door
die beweginghe den Steen na'de krop van de Blaes
foude fchieten. Daerna aenroepende Godc om fij-
nen zegen-indien de Siecke groot oft volwaffenis,
ib faltnen hem op een hooge ftoel, ofte vafte Tafel
ftellenjindien'teen Kint is, op de Schoot (het welck
ick ooek veel in bejaerde Luyden fien doen hebbe)
vaneen fterckMan,hetlichaem wataf-»hangendc,
ende de handen aen de voeten gebonden. Aen elc-
kezyde dienter oock twee teltaen , diedebeenen
ftijven, en forghe dragen dat fy niet en verfchieten.
Dan fal den
Operateur fijn twee voorfte Vingeren in
Olye van foete Amandelen, witte Leiyen, oft dier-

fhelijckc gheheel vet gemaecktzijnde, in 't cynde
rengcHj en met de rechterhandt den buyck onder
wat ncderdrucken, ende alfo den Steen na de krop
van de Blaes toedonwen. Die beaacnde, fal hy tui-
fchenhetGemacht en'tEynde,aen deflincker zyde
opden Steen aen,een openinge maken,niet grooter
nochte kleynder, alshy oordeelt dat de Steen is.
Te wijt zijnde, kan nergens goet toe doen: en al te
nauw zijnde, als de Steen voort-geftooten, oftuyt^
getrocken wert. fomaeckt hy fijnfelven met groot
gheweldt plaets, die hy voor hem niet en vint, het
welck groore fcbeuringhe, en bloet-ftortinge ver-
oorfaeckt. De openinghe gedaen zijnde, als hem^
Steen vertoont, en gefien wert, by aldien hy kleyn
is, foo-kanmen hem van achteren met de Vingheren
«ytftooten: indien hy groot is, fo moet hy met een
werck-tuygh welck fy
t,apidil noemen, uytghe-
trocken werden. DeHoogh-geleerde^^«ii;;etó«i,
houdt meerder van de Tang : dan ick hebber meer
lien door-komen, die de Steen met een
LapiSl, als
die met veel vroeten, ende miflèn van de Tang, ten
hettten uytghetiocken was.

Die uy t zijnde.moetmen terftont gereedt hebben
JVerekj, met Tl^it van Ey, fijnen Bolm, en diergelijcke,
om het bloet te ftelpen,dat op de Wonde gheleydt,
en een Plaefter overgcflagen,mer bequame

banden, en weudt dan vorders, als andere Wonden,
ghenelèn.

Sommige hebben gemeent,,dat de verhaelde en
oude maniere van den Steen te fnijden, verbetert
konde werden. Wantdatde Vingeren niet genoegh
en waren om den felfden juyft te bcilaen: en dat het
«yt-ttecken met dsaLapidilgeynxkh was: dewijl de
Steen lichtclijck den fel ven onfchiet,en d'omliggen-
de deden daer van befchadight konnen werden.
Derhalven iffer noch een ander manier van fnijden
bedacht,
atsie op'tlnfirurnem noemen. Defe is ge-
vonden en in't Werck geftelt,by
lohannes de lammis,
Genees-meelter van Cremona, die te Romen leef-
den ontrent het lf2o«e. jaer, ende is daerna met
hei aoodigh werck-tuygh befchreven dooï fijnen

. I

II··

R W Y C Κ S ^^

Leerling.Mtrtanui Sanaut, ende na hem W-f'-'''^,.? jj
neemt. Defe ghefchiet aldus: Het lichaew,
in de eerfte maniere, bereydt zijnde, werat ^^^^^^
beenen van een, en met gebogen knyen va ^^^
ren op een Tafel neder-gefet, foo dat de «"^ί· yjeti
na aen de billen raken, ende de handen
aen de hafen komen : dan werden met een α ^^^
den bant van den hals hangende, de beenen e ^^^
ten vaft-gebonden , ende de Siecke «.geg'

ftercke Mannen aen wederzyde vaft,
lijckghehouden. Het ftelfel hier van is uytge^^^^ni
by
Paré, in het 42. cap. van fijn 16. Boeck- ^
Wert de
Catheter in fijn bultighe kromte jjii'
een breedtachtighe fcheur gheopent, (w^P^iye
niffe op de ghemelte plaets te fien is) mei ^ Liie»
ftreken, tot in de Blaes gebracht,
Dan,bet jjcbt
door de ghene, die de rechter knye houdt,oP»
zijnde, om niet in de wegh te wefen, fnijt^Lplii'
ratewf aen de Qinckerzyde van de naet tu»^
Eynde, endeGemacht, waernatoè
denCatether oock ghedraeyt moet werf^"'jjjtiie'
Vingher-breedt van 't Eynde,
het mes dendraet van de Spier, tot
komt in de reet van de
Catheter , die in ^^^f ifl^'
de Blaes fteeckt, deopeningh niet veel I^'^jby'"
kende, als een duym-breedt. Daerna ftee^^gypde
de Wonde twee langwcrpighe, ronde,ae" jjoti'
wat kromachtige yferken$,die oock van '"^^gp fi''
nen gemaeckt werden,van dewelcke het e^ .1, efl
eynde bot ende glat is, het ander wat b^jf^^eri·^"'

lelve. uan met αβ uincKer-tianot αεί"- '· n·-.
kcns wel vaft houdende,brenght den
de rechter een Tang (om de
gelijckenis ^^
genaemt) inde Blaes,waer mede hy de ^ jpJieU^
hy kleyn is,lichtelijck uyt-treckt. t

Steen groot is, als dat hy door de Ie

wert defelve noch meer gheopent, ofte /gisf'^^
door een wèrck-tuygh,op de
verhaeld« Ρ ^gjero^
befchreven enuytgebeelt.
Daernawwi^j^efge'
een Tange^het zy rechte ofte krom m a^ jfoC
fteken, de Steen gevat, ende fachteliJcK ^^ js, ö®
ken. Indien, na dat de openinghe d jeo
Steen noch niet wel en
volcht,foo fteecs
mem de twee voorfte Vingeren van^^^^ucKt/'
handt wel vet van Olye in
't Eyndc,en^ με^
foo den Steen na de krop van de ^en'*'

moet wel wachten,dat de Steen in de ƒ ar g^

komt te breken : en derhalven uyrgetrocs ^^c^

moetmen hem wel befien, ende mdwη ^
een Steen overigh is, die moet op dele"" ^yt


-ocr page 32-

STEEN

^yt-genonwn werden, oft indien datter eenige ftuc-
•^«nafghebroken zijn, die moetmen met een lepels-
gewijs yferuytnemcn. Byaldien evenwel de Steen
gtoorer vak,als dat hy door de openinge.hoe ruym
oock gemaecktTs, uytgetrocken kan werden, fo
Joetmen hem dooreen getandeTange over-mid-
^εη breken.ende metftucken uyt-halen. Men dient
oock wel neerftigh re letten, datter niet een
in cn blijft, maer datfe allegadcr wel uyt-

• Voor het laetfte wert de opetiinge, indienfe groot
i.toegeBaeyt, latende in delelve een dagh ofte twee
een pijpken, mede by
Paré in 't 4 3. ca-
5
p Dl ^^ichreven, waerdoor het geronnen bloet uyt
/t^Ueskanloopen. Daema wert de Wonde veï-

"aen ende toegeheelt.gelijck gefeydtis.
,y,öy-na op defelfde manier fnijtmen de Vrouwen,
i dat onderfcheydt evenwel, dat den
CatheterAc
keU "^ater-loop ghefteken wert,cn op den welc-
ae fnede in den hals van de Blaes gefchiet, m dc
rouwen, niet krom,gelijck in de Mans,maer recht
• UaerbenefFens alfmen, om dat de Steen niet wel
/t en wil, genoodtfaeckt is den felven met de Vin-
wiw" douwen, fo moet

^«s in de Vrouwen ghefchieden door de Nature»

maer in de Maeghden, gelijck in de Maas, door hee
Eynde.

Daerisnoch eenderde manierevanSteen-fnij-
den, waer medc.tegep het gevoelen van dc Ouden,
niet door den vleefigen hals van deBIaes.maer door
den buyck, ende het vliefachtigh deel van de Blaes
ghefneden wert. Dit noemeriic de na

eenen Franck, die den Vinder is, ofte Ce/fiane, na den
Befchrijver, ofte oock na deghene,diefe

met Gereedtfchap vei9ieri heeft. Defe manier om
den Steen uyt te krijghen, is eerft shebruyckt ghe-
weeft, in wan-hopigh werck, ende ghewaeght by
een treffelijck Heel-meefter, Meefter Franci, die
evenwel, al is't hem wel gheluckte, niet cn raedt het
fclve namaels meerder in
't werck teftellen. Waer
over Dedor Kffujfet feer verwondert is , toonende
met verfcheydc exempelen, dat een gequetfte Blaes
kan toe-heelen: het weick oock beveftight wert by
den meer-wel-ghemclten Dodor en(fe Profeflbr
Bauhinu).

lek en weet niet dat defe Jaetfte maniere van
fnijdetj erghens gebruyckt werr. Maer van dc twee
andere kan ick ghetuyghcn,als over beyde dkkwils
geftaen hebbende, dat de eerftc de liehfte, fckcrfte,
ende bette is.

-S Τ U C K.


EYNDE.

Η ^