-ocr page 1-

IKONCLÜO;SCH

ΙΝεΤίΤϋϋΐ D£fi ^
RlJKSÜNIVCRSM'en I
UTRECHT

TD·') ^ "

ii
f

±/z


-ocr page 2-

BATAVIA SAdRA.

O F

Kerkëlyke Historié

Β Α Τ Tv I Α,

Behelzende de Levens, Daaden > Or-
donnantiën , Oorlogen en andere
voorvallen derUtregtfeheBif-
fchoppen,

In 't Latijn bcfchrecvcn door den Heer
T. S. F» H. L. H. Bxc.

Met verfcheide Aantekeningen, raakcndc dc
Oudheden^ Ceremonien, en Plegtig-
heden zoo van KloofterS als van
Kerken, opgehelderd door

R. H. F.

MET Kopeke ρ t A a^è if.

τ w É Ε Ü Ε D Κ £ L.

TE ANTWERPEN,
fey GHEÏISTIAAN VERMÉt,
MDcgxvi.

-ocr page 3-

VOORREDE Ν

OP HEt T'fFEEDE DEEL
VAN

Batavia Sacra,

TOt noch toe hebben wy het gevolg der
Utrpgtfche BiiTchoppen , van S. Willc-
Jbrordus en des zelfs heilige nazaaren af tot
Georgius van Egmond toe, opgetelt. Behal-
ven dat wy in hunne zeden en daaden ts
jVerhaalen de befte Schrijvers, en zoo veel
als doenlijk was van omtrent de zelfde tij-
den , op gevolgt hebben: zoo hebben wy
by de Levens-daaden der meefte Biflchoppen
noch gevoegt hunne Graf-fchriften j dewei·»
ke wy in groot getal van alle kanten , doch
voor het grootfte gedeeltp uyt de ongedrukt
te Schriften van P» Bokkenberg, die ons
door een zeker Heer beleefdelijk mcdege-
deelt zijp, by een vergadert hebben» Noch
hebben wy'er bygevoegt hunne Dekreerea
cn Ordonantien over verfcheide Kerkelijke
zaaken > yaar van de voorgaande Schrijvers
zoo veel werks niet gemaakt en hebben: e«
dewelke tot noch toe ongedrukt zijn geble-
ven , of ten ininfte in het vergeet-boek zijn
geraakt.

Met deze zaaken te verhandelen zijn w|

fekomen tot die tijden , wanneer de geloofs-
eroerteo, ecrft in Hoogdijyt^Iand én na-
* ζ derhand

-ocr page 4-

ν ο ο R R Ε b Ε ϋ.

dèrhandl ook in de Nederlanden , zijti öp-
gekomen. Al onder den Biflchop tan U-
tregt Philips van Borgonje, Frederik van Ba-
dens nazaat, hadden zich eenigfe vonken
van die beroerten beginnen te vertooncn:
Doch dezelve zijn onder Frederik Schenk»
óf omtrent het laatfte van iijne regecringe j
met een volle vlam üytgeborften.

Om dezelve te lliilèn is voor eêïft een al-
gemeene Kerk-vergadering beiöfepéïi teTrèn-
ten : en zijn ook in vetiêheide Laiidicbdp-
pen . van tijdcot tijd, Provinciääle eri Bis-
dotns-vergaderingen gehoudfen. Aldaar iè
goed gevonden tcgens de opkomende nieii·'
we gezindheden op te rechten èêö bèndeVart
nieuwe Kerk-voogden j op dat dezelve vóöi
de oude kerk-altaaren, dat is voor hét oudé
Katolijke Geloof en voot dé tot noch toe
goedgekeurde kerk-tucht, zouden kampënï
Ten dien einde ^ijn'êr dan Biiïchoppêlijké
Stoelen tot de waardighèit van Aarts-biflchop^
pelijke verheven 5 en nieüwë Bisdottitóeri iii
Nederland gêftieht

β ATA-

-ocr page 5-

Pag. r

O F

Kerkelyke Historie

en uudheden

VAN BATAVIE, enz.
rWEETiE "DEEL·

witlhelmus

XXI BiJJcho^ van Utregt.

^ öe pïaöt50 ban Bemoldns iß ^^^
M^ilheimus eeii / öe Geiderfcii

50011 ban Wikingus, eiï ö^oeber eddman
ban Wichardus mi<Btl·

öerïaiiïï/ (taant U Saiits-0berfïen uiigt."
ban gatïöen Un naam

ban <!5raaf nocö niet aangenomen) tot öe ^ip
fcöop^elpe b3aai%i0|eir ber^eeben : een man /
balgen^
Beka, öaar een öappec en

een geitJen-moetiinfïalij enuolgen^^Heda, een
i'uftig en zeer kloekmoedig karei , fchrander in
^et waarneemen van zijne bedieningen , en wel
gezien by den Keizer Henricus.

Omtrent Set begin jflner regeen'nge leefi ^^
^^ bieeg 0eb|ast öat Se -^eljer Henricus 5 öie
li. Deel. A iïOCÖ

-ocr page 6-

% HET LEVEN VAN

jjy ver- «öcg maar ecu Itini^ / eit iis jijn baUer^ plaats
krijg: van geftoiiieij / iJe göiörren CH öoa.^ixgtcii / höo^
den^Keizer ^ïeejeH 03» öc ïltréstfcl|e ÖÄ «effpnlicii/Dos^

de'bêSi- SW Ö^^fi Êebefligt.
ging van de gaaniie 3ίίη te tsinöe« % (j) Willem Heda, m
voorregten ^ßn onUei' 00 oiigetiraiite SJ^aaï -ö^ieben öaii
f heÏrIe' ^^«^^^^^"berg If^ ^uft ÊDÏi ill^t htlX lÖtRe-
^"'^· gimbertus eeii öeiiö^iag gemaalft ober tmiuchet^

ïieiittan ilöïïanö / öle ban outï^ boïgcn^ öe m
tïeïïmg isati hm Wiiiebrordus in 't gemeen
jbejeeten üjiecöen ώο^ öe ^Sda baa Eptemach
cn öe fterft ban Un-egt, cïj öie naDcr^anD/ 500
aï^ bßü^gegeebeu to^öt/ge-eigenttölato hmi^
öe «i^rabeii ban ^olïantt, $|ί« i^i ^^

ïoopeiiöe iaar tsoöi 't gesag iser iteirftbecgaderm^
ge/ tolen^
beröanï}dii!g€nööo,?Heda«iViöstn--
ilc htt naiionieimgensiinöef^eebeii/ aaugaa^
re eecfle eigenaar^ toeöeroni gefeebeii,
Hy maakt geeft
tiiet tceïaatiiige ban öei! jelbenïieiV
zichmee- ^mUtu meefïei; temaalten ban^ölïanii/

GmSnp 'tmïkc jtjnen <i5caaf gati berïüomi enoiiäei'öe
wefteriin- boö^ö^e fioiiö bau ^ een tiiji^eeinfc^en 5
gen en van eeff^ 5ί|π 0Oi| böüen Ißt

ShB.k''" tcö^^ ^^^^ Weiterlinge; (z) 0|J äe Hbbg balt

' tyen.' €0ni0nt3 / en op ht aiiö.ere göeÈserfii ban ^on^
luv Diederik ; jö gaiifc^ ïfölïanö fcgeen jiine
gatiing te Jiin. Beka en P. Bokkenberg, ΠΙ ^lt

cngeöanlite ^aarboeSen / ïeggen öen SJiffcöcjJ
Wilhelmus ten lafïe tot get bereiften

ban oogbsit: met fnooöe iionflenargen/ en
biiiiaat^l^e mits^eïen ^ee^ be]^0i|ien» ïl^an ^iec
feomt Bucheiius tegen in/ _fii,?ee&niie baïgt:
Die Schryver is te zeer ingenomen voor zij-
ne

α Pagina 132,

b Van Robcruis den Vries , jongften zoon Boudewyn van Ryf-
f. I, Grave van Vlaanderen, ca ge:rouw£ niet Gertrudis de weis-
trc van Fioris i.

-ocr page 7-

wilhelmus, %

fte Hollanders : want her was den BiiTchop
niet te doen om den minderjaarigen Graaf uyc
^ijn eigen land te zetten
: maar hy zag daar op,
om 't gene aan zijne voorzaacen ongeregtelijk,
Zoo als hy meende, ontnomen was,tnecde hulpe
des Keizers Wederom te winnen. (3)

^«tff^'l^.f/f minmm^ tnmn m

25iffCÖOJI Wilheimus, Se^Oljsen ÖOO^ Govertmet ontftaaccea
tm öiilt / ^artog fean Sottedngen / Ut öoö^ ooi-iog tuf-
öen teg^n^ U ^oiïaniierl afge^öfiiïeii f'^ijf"

hsa^/ m tiifcö^n RobregttrenÄmng/
«aamit öen ^iic^ / en boogö obet? tsén miiiöcr- den vncs.

iaangen Dlderik V. <^e||aitOg Govert

Öreffc öet öobinfïe of «i^ofïafcöe geisedte ban
B^ie^ïan^ ί toaiit aï öit ïaiiö öuiten öe ^o^tifcp
toaarö gaö öen naam ban ^^ie^lanii)
toeiöiger ptó? fcemagtigt m öen tijö ban bier ^^^
laaren gemfïelgli l&ejeeten. Coen get ftafïeei
van Yffel-
ban Yficimonde tegenö öeit iangen <0i*aaf en W monde is
&eii3^!amäiggeö0iiiö3t::0f menmoefl ïiebei; «Heezcn
toiiien Jeggen hat Ijet maar berfterl^ti^gebieetii ^Lft', of
ora iïat R. Snoov en janus t. Douza getuigen althans
bat
ißt 0! te liore geöoiilöt toa^ > en bat vcriierkt,
tit saitTcÖ^P Adclboidus, toen δρ m öe öanfcen
öei* füüaièei'^toa^gebalieii/ alöaar gehangen
Öeeft ge^eeten.

Éoiiser^ fc^^iift Heda iiat Govert , om $et Als ook hei

berobate"" ianü boo^ jieg jelben en boo^ 5i|ne
iïö5aaten te betseïteren/ öefiaö^dfï geeft ge^ oVifi
boiilot i öoetöei
(4) Bucheiius m eenlge an&ei
tm iöiïïen geggen öat ht 25uïtenaar hmt tev
tiïaatje fïegtp een ïiafteeï offïerfttegefïigtöeefï/
t hjelite natsecijanii öe boïgenöe «Kraben ber^
gfoüt en met regten booijien ^oiiöen ^eb^
ben^ <iBinj5eIpi &c ^artog en öi^getuo^iieii

Α X <0raaf

t ó. Annal

-ocr page 8-

4 HET LE VEN VAN

Dc geboc- <iBiraaf ban keje ïaiiisai / teröjpe öat fjn 005115
cbeideHar- ïïsa^ Hict sßt ^e^oeg: te ööeii / öaa.? een ßoti /
^^^ ^^^ gemeeut tooM / nsct lumme Giiei-
° ^ ■ bertus, ban onöemi «tsplijf gefcoÏte» / cn 'er
ban geftoibcn*

Wyders, öe Ä öan llrfpergen / zyn
Wilhelmus en meer andere Biflchoppen en Edel-
luiden in
'c jaar 1064 met een groot gevolg op
reis gegaan naar Jerufalem, en hebben ondervvc-
ge grooten aanftoot geleeden van de barbaaren j
en na dat ze eindelijlc ter gewenCchcer plaatze
aangekomen waren, zijn ze weder naar huis ge-
keercj en niet zonder merkelyk verlies van hun-
ne goederen , en verminderinge van hun getal,
in hun vaderland aangekomen.

^eese rei^ htt ftaat ai h^^ toliir^

ïoojJig hn Marianus obcr ï)tt jaai^

io6f : iïctoeiïie Daar nöcïi ög boegt öat Uta^
öiei'^ öm gmidden
Wilhelmus öeerlp geqiieifi/
in b^na nioßismiaaftt geïsDen ïaaten ïeggeo»
{6)

Als de Keizer Henricus naderhand door Grc-
gorius Vli, die toen den Paufielykcn Stoel be-
kleedde , naar Romen ontboden was, heeft hy
een vergadering te Worms tegen den Paus uyc-
gefchrecven ; waar in tegenwoordig is geweeft
de Kardinaal Hugo , bygenaamd Blancus , era
gezwooren vyand van den zeiven Paus. De ande-
ren , door het gezag van deczen Kardinaal aan-
gemoedigd, hebben zich aan de aehtbaarheit van
den Paus niet gelegen hiaten leggen. En, zoo als
veele Schrijvers willen , is het Wilhelmus Bif-
fchop van Utregt geweeil, die de anderen meelt
heeft gaande gemaakt , een man zeer bed reeven
in de wereldlijke wetenfchappen ^ maar veel tc
trots en opgebla'azen. Daar tegen heeft Grego-
rius den Keizer, den Eiilchop van Utregt, en

ncch

-ocr page 9-

wilhelmus. f

noch eenigen met den kerkelijken bangeflaagen:
ende anderen die hem tegen ilonden naar Romen
ontboden. De Keizer, die zich in de Paafch
-da"
gen te Utregt bevond , iiyt zynen Gezant ver-
ilaan hebbende dat de Paus hem in den ban had
gedaan, heeft zich volgens den raad van den Bif-
ichop WiihehOLis aan dat banvonnis niet ge-
kreunt.

^ej^önmltlianSchafnaburgfp^eeSt ö^na oj)
tiejdöe itJijse baa öeescu Wiihehmus, αί^ ban

een" liragtïg boa^jftaiitier ban ïteii Mti^tt Henri-
cus tegen Gregorius VIL ijie ben l^ti^tt ap

Ut^et ei? in Isen Ban pö geöaam (i^niier anise- hv heeft a®
een b0^t
fjn 'er ißt bolgenäje nocö ö» / Γφίί^ p-Jty v.-m
bentte aber tjet jaaï 1076« Heuncus

Wilhelmus Bilichop van Utregt heeft de zaak
van den Koning met groote hardnekkigheit, te- y^nGre^o-
gen 't regt en
de redelijkheit aan , voorgeftaan: j-ius Vlf

en was gewoon , uyt partyzucht voor den Ko- was, en een

ning, byna op alle hoofftijden , onder de hoo2- vpgade-

• 1 J J ° 1 1 r» ^ nno- teeen

mis, veeieihande imaad-wooraen tegen den Paus (jenzdvca
met een dollen mond uyt: te lappen ; hem fchel- re v/orms
dende νοοη een meineedigcn, voor een overfpeel- uytge-
der, voor een valfchen Apoileljen zeggende dat
hy (Gregorius) zoo wei door hem als door meer voOTge-
andere Biilchoppen al dikwilsin den ban was ge-
ftaan,en ge-
daan. ^aar berliaalt ïj^ 3i|iie tsisol) o|i öeeje ^^^
biij5e: Kort daarna, alsdelvoning na het eindi-
gender Paafchdagen van Utregt vertrokken was,
j^en vloek
is Wilhelmus fchielijk vanccn zeer zwaare krank- nietbe-
heit aangetaft: en als hy zeer hevige pijnen, zoo ho=fdcte
in zyn lichaam als in zijne ziele , te lijden had,
heeft hy met een naar en jammerlyk gehuil voor
alle de omilanders gekermt en geroepen, dat hy
door Gods regtvaardig oordeel het tegenwoordi-
ge en het eeuwige leven had verloeren ,
om dat

Α 3 hy

-ocr page 10-

S He τ Leven van

hy den Koning in alle zijne fnoode voornemens
uyt al zyn vermogen had geholpen; en op hoop
van zijne gunitden Roomfchen Paus, een heilig,
en Aportolifch man, zonder dat hy het verdien-
de, al willens en wetens, op het iraadelijkitehad
gehoont en beledigt. Onder deeze woorden heeit
hy ,
zoo ah Vr verhaalt wordt ^ zonder de Kom-
miinie ontvangen ofeenige boete gepleegt te heb-
ben, den geeil gegeeven.

Doch 't geenede Monnik * Lambertus ,
Büchelius in 5i)liC ^anmecMngett ohtt Heda,
verhaalt wegens de rampzaalige dood van den
Biflchop Wilhelmus , is buiten twijfel uyt par-
tyzucht verzonnen geweeft. liiede

Ijerl fp^uïitn t^am oöei* ceiiai moiiö wet

Bucheiius. ii^aiit 00 gemilöe lEoiimli bjaggdt
jelf ÏK Isa'paï/ jeggeiiöe / zoo als 'er ver-
haak wordt.

Hy ffctft Mtöaii^ ïjgi mi^t niet (7) ïsiec^

eindeiyk, tt Ijmbeu : ctt ftoraeii raeefi öaar in
volgens
tihtt een bat ftn ««£ öe toereïö berijaifl op öen
äoS" mß in 't iaar 107^ / in χι. jm Jilneu

vaardig en repecin^e* lEaar Heda en fommige an&eten

rampzalig; masto j^He cegeeiuiig noclj een jmv langetv' en

dat van |jei;fcï|niben sHne ηοώ tot f^tt tioi^enèe jaar.

ieaenac- te ïltcegt ίη öen öe jraaben.

ip rokciJ #ommi0en fcï)i|)ben i|em toe een $efeece SJe-

wQvdt. tist-retie tegen Gregori u$ V11. jj^aac an&eren

Sommigen öjiiien öat Ut ||et tuerit ban Venerikus, ^ip

fcliryven fcïJOJJ tiail Verceil : en ÖaaC 5ίίη 'er Öie Walra-

LTbcSc ^ffi^öoj;! ban 4#a«mönrs ijoo? Öen matt

Tel ^

regen Gre- ^ït aït^ani^ getoï^ / öat in ^el^ec gefcp
gqrius Vil. ttiffcöen öen SSiffcöop ban Noions en onjen
Wilhelmus
ober öe bier Émbaaten ban

mtt/

ρ ic W^ien Laajbeitus S5iiafnaI?i]rgen2E,

tm

-ocr page 11-

Wilhelmus. 7

öïiet / ll^aïcö^ii^ii ^^ omïeggenïie jiïaötscH Aithai«
«i^ßfltiaßiiöewn / m i>e Iteilt baii i^juage / 'ί toe^
ïie oba* öe 200 jaaren geöiiuri öeeft/ en öaat; foor"\vii-

Olivier van V redeÏH jgiie ^t^et^tmhm helmus in

bana^ïaaiiöemi geioag baiimaaHtjö^fcs^jeiiec/ zeker ge-
5eg m/ öatGregorius Vil m tsat gefcp getocefi

lSö0^Vilhelmiis, (8)500aï^ ÖiptU^t htUUl· *
genïieil S^itef aau ManaiTes, geti'ofefeen «gt Set
ttoeeöe öed htt ^ Regefta Mauden selben ^au^/

aïtoaat Ut onïiet! iteesen tgteï fïaat aaugeöaaït:

Dac hy den BiiTchop van Noions zal hebben te
dwingen om de ftad Brugge , die aan 'c regtsge-
bied (9) van den Utregtichen BiiTchop omtrok-
ken is , (indien by daar goede blyken van heeft)
wederom te geeven. En indien hy daar eenig
regt meent op te hebben , dat hy zijne zaak by
ManaiTes, BiiTcliop van Reims, in een vergade-
ringe, zal moeten bepleiten.

GREGORÏÜS BISSCHOP,

Dienaar van de Diemaren Gods,
AAN

Μ Α N^ Α S S Ε S
Aartsbifichop van Reims,

Heil en Jpoflolijfchen zegen.

yjify hebbende klagte van onzen ^ medebroeder
Wilhelmus BiiTchop van Utregt , over de
kerk van Brugge , gelegen in het Bisdom van
Noions, in een brief van hem ontvangen, welke

α pag.

h. torn. 3. Concil. General. Edit. Colon, an. \6i2.p. 298.
c De PausGregorius noemt Wilhelmus Bijfcho^ van U*
iregt z^nsn broeder.

Α 4. klagte

-ocr page 12-

S He τ Leven van

klagte ook al voorhene by onzen voorzaat den
Paus Alexander ingelevert, doch tot noch toe
niet geregtiglijk is uytgeweezen. De BiiTchop
van Utregt verzekert dat de voornoemde kerk
volgens een aaloude overlevering aan d zijn Bif-
dom gegeeven , en den tijd van byna twee hon-
derd jaaren volkomentlijk engeruiliglijk, toton^
derhoud der Utregtfche Kanonnikken, bezeeten
is gewceil: tot dat Raboth BiiTchop van Noions
hem de gemelde kerk zonder eenige forme van
regten had onttrokken j en gelyk de gezanten
verzekeren, ('t geen noch arger en ganfch on-
geoorlofd is) ergens aan zekeren
e klerk hadver-
kogt. Dierhalve hebben wy goedgevonden dat
gy den BiiTchop van Noions , onder uw Aarts-
bifdom behoorende, zult aanfpreeken , en hem
over zoo groote een boosheit, indien het u blijkt
dat het waarlyk zoo gelegen is, ernftelijk beftraf-
fen; en daar na ook vermaanen , ja dwingen, om
de kerk van Brugge , die hy zoo lang bezeeten
heeft, achtervolgens de ordonnantiën der kerke-
lijke wetten , onverminderd en zonder uytftel
weder te geven. En laat hy dan daar na , by al-
dien hy reden heeft om ergens over te klaagen,
zijne zaak voor een vergadering brengen. En
ingevalle dat hy naar ons gezag of naar uw-e ver-
maaningen niet enluiilert, zoo laat hem de Bii-
fchoppelijke bediening zoo lang opgezeit wor-
den , tot dat hy begrijpen zal dat de kerkelijke
gefchiilen niet door de grootheit van de magt,
maar door een ƒ regtmaatige uytfpraak moeten

afge-

d Bemerk hoe verre dat de Utregtfche ^toel al goederen-
had leggen.

e Simony van dien tyd.

f De kerkelyke zaaken en gefchiilen moetenvolgensGre'
gorius door een regtmaatige uytfprkak , maar niet door· de
grootheit der magt beßifl worden.

-ocr page 13-

Wilhelmus. <?

afgedaan worden. Wy begeeren dan dat gy uwe
uytrpraak over deeze zaak fpoedig en met vlijt
zult hebben te doen , en uw vonnis, zoo ras als
'c u mogelijk zal zijn , aan ons laaten weeten,
Gegeeven te Romen den 5' Maart, in de 15 In-
dififcie.

AANTEKENINGEN.

I. Hier was de Keizer, of liever ïijne Voogden, al weer
ten eerfte gereed om een andermans goed, indien de Brie-
ven waarachtig zijn, weg te f^henken. In den eerden Brief
Wordt het noorder gedeelte van Holland, 'twelketoen
volgens'Ubbo Emmius (tó.6. ^//if.)dennaam van Wefle-
lingenvoerde,met deAbdye van Egmond,aan denBif-
fehopgefchonken. In den anderen Brief wordt hem een
groot gedeelte van Zuyt-holland toegeweezen. De Keizer
had dat goed weg te geeven, hy verloor 'er niet by.
Maar de vrage is met Avat regt dat hy zoo mildaadig
Was in denBiflchop by na ganfch Holland toe te leggen.
Wat bewijs is 'er dat hy meefler van Holland was, of
dat Holland zelf een leen van liet Keizerrijk is geweeft.
En al was het een leen van 't Keizerrijk geweeft; wat
regt had hy om dat aan een ander op te draagen? Maar
dat Holland geen regte leen van 'tRijk is geweeft, is by
onze befte Schrijvers een gewiffe zaak. Zie Grotiusvan
de Oudheid van Batavia, en den Heer Alckemade in zij-
ne Aantekeningen op Melis Stoke,
{pag.\<).) enz. In-
dien de Koning van Denemarken ganfch Holland aan
bekeren Vorft vereerde, geevende voor reden van zijne
vereeringe, dat de Noormannen en Deenen deeze lan-
van ouds bemagtigt en eenigen tijd bezeeten heb-
ben, zou 'er wel een Schrijver zijn die zoodaanige ver-
kering zou doen gelden, en zijne herffenen uitputten
omdewettigheit van dezelve te verdedigen ?Watgroo-
ter iegt'had een Henricus IV, om de Hollanders, on-
Bevraagd en ongehoord, aan een nabuurigen BiiTchop
onderwerpen als een Koning van Denemarken ?'t Is
■^aar de Noormannen hadden het land met geweld en
aile regt en reden veroveirt. Wat beter regt heeft
Α 5 eeii

-ocr page 14-

2,S Aantekeningen

«een Pippijn of een Karei de Groote gehad? Het regt
der wapenen is hunne eerfte en hunne lefte reden. En
hebben %y al een wettig regt gehad, dat is volgens het
gemeene gevoelen weg geichonken aan Diderik I. Of
2,00 de Hollanders zich ïelven geredt, en het jok der
dienftbaarheid door 't geweld der wapenen afgefchudt
hebben, gelijk ik met JVi. Voffius naaft zou gelooven,
dan was het regt van hunne wapenen ten minfte
100
goed als dat van de Keixeren of Franfche Koningen.
Ik heb gezeit: indien het waarachtige Brieven zijn : want
Schriverius en Boxhornius verwerpen dezelven volmon-
dig, en weeten daar al veel tegen in te brengen. Dat
kan Buchelius niet wel verdraagen: hy bekent dat 'er
al eenige redenen zijn om 'er aan te twijfelen. Maar
hy kan die evenwel noch zoo niet opgeeven, om dat
it in zeer oude parkementen die over honderde jaaren
gefchreeven zijn gevonden worden, en in deRegifters
van Utregt altijd bewaart zijn ge weeft.

Ik vertaal Wefterlinge. ByHeda, zegt Schrive-
rius in zijne Graven van Holland, ftaat Weftflingej
maar wy volgen liever de handfchriften: en Wefterlin-
ge wordt op de zelve manier gezeit (het zijn noch al
de woorden van Schriverius) als ten huidigen dage Oo-
fterlinge.

3. Èuchelius zal den Biffchoppen niet ligt ongelijk
tegen de Graven geeven. Heda verhaalt hoe dat Bif-
fchop Wilhelmus, aanmerkende dat Holland van zij-
nen eigen Vorft en befcherm-heer berooft zijnde, door
een Voogd geregeert wierd,de kans nu meende fchoon
ie hebben, om de plaatzcn die deütregtfche kerke ont-
vreemt waren , wederom te krijgen: enz. Dit kan Bu-
chelius niet lijden :
Deeze bemerking^ zegt ^een
plaats in een dapper en kloekmoedig man ^ 'gelijk WilheU
mus njohens Heda is geweeft\ veel min in een Bijfchop.
Hy hadlnoeten zeggen dat ze geen plaats in een vroom
man , veel min in een BiiTchop behoorde te hebben.
Maar wie weet niet dat de Utregtfche Biffchoppen,
fchoon noch zoo edelmoedig , ook menfchen zijn ge-
weeft , en altijd met honderd oogen toezagen om hun-
ne Staaten te vergrooten? Laat ons Ubbo Emmius,

6.) een Schrijver die voor Buchelius niet behoeft
te wijken, en die een gebooren Vries zijnde beter iti
deeze zaak kan oordeelen,eens hoorcn fpreeken. De

-ocr page 15-

op wilhelmus. ii

Bijfchof vmn Utregt IVilhelmus, legt hy, deor deeze lui-
den
{quaadwillige Hollanders) amg?moedigd, enookzijft
nahuurs voorffoedigheit 'met nijdige oogen aanziende daar
hy vlammende op de vermeerdering van zijne Staaten, dagt
dat deeze fchoone gelegefidheit niet behoorde verzuimt te
worden.
En wat bewijïen ïijn hier van node? Heeft
hy niet met den Lotteringer aangefpannen, ganfch Hol-
land helpen inneemen, den Lotteringer tot Graaf laa-
ten huldigen, den ijiinderjaarigen Graaf uyt ïijnGraaf-
fchap en Vaderland verdreeven, en
%oo lang als hykon
daar uyt gehouden?

4. Tegen Buchelius kan men (lellen ßarlandus, He-
da, Junius , Douxa , Schriverius, Mattheus Voffius,
Adrianus Bleifwijk, en meer anderen;
loo dat,getui-
gcniiTen tegen getuigeniflen opgewogen, het gevoelen
van Buchelius veel te ligt ïoude weegen. En om ook
ouder Schrijvers aan te haaien, ^oo voegt hier by J.
Gerbrandfe van Leiden, en
Florarium temforum. De
woorden van gemelden Schriverius, in deßefchryvin-
ge van de Holl. Graven, luiden als volgt:
Alhoewel de
Rijm-kronijk en andere oude Schrijvers geen gewag hier
van . en maaken, zo durf ik dit evenwel van geene onwaar-
aehtigheit befchuldigen ; dewijl dat het een oud gevoelen
is, en ik het zelve vinde in een oude kronijk op francijn
gefehreeven , en genaamd Florarium Tempor urn
; alwaar
aldus ftaat:
Deeze Govert , zoo als ''er in een zekere
Kronijk geleezen wordt , heeft eerft de Stadt Delft ge^

fiigt..... En wat het ftihwijgen van deRijmkro-

nijken van eenigeoudcSchrijvers aangaat,indien zulks
een genoegiaame reden was om den Bultenaar voor den
ftigtcr van Delft niet te houden, zou men met gelijke
bondigheit können befluiten dat Delft dan van niemand
tot een Stad is gebouwt, dewijl zy niemand voor den
Stigter opgeeven : ten waar dat 7,e Delft al te jong
wilden maaken. Ook 2,ou mèn Buchelius können,
vraagen 5 waarom dat hy dan al giifende zeit dat gemel-
de Govert hier ter plaatze een kafteel of een fterkte ge-
ftigt zoude hebben, dewijl dit zoo weynig by gemelde
Schrijvers te vinden is als het eerite?

f. Van een Kok: enz. Dit is het zeggen van Ber-
tholdus van Konftants die tenzeiven tijde geleeft heeft.
Sigebertus zegt dat het gedaan is van eenen Ricarius,
iQo als in de oude drukken van Sigebertus geleezen

wordt;

-ocr page 16-

2,S Aantekeningen

-wordt:,Dan by;Mira:us ilaat met veranderinge van ee-
nen letter
Sicarim, dat zooveel te neggen is als een
moordenaar. Beka en Melis Stoke geeven hem den
naam van Gifelbertus. Vorders is deeze Govert of
Godeiridus, hoewel een geweldige en onregtvaardige
bezitter van deeze landen, anderfins een vermaard en
roemriigtig Vorft geweeft, Lambertns Schafnabrug
(ad
^nn, 1076.) getuigt dat hy een groot fteunfel is geweeft
van het Duytfche Rijk: en dat hy, hoewel kort van
perfoon en daar by gebocheld, alle andere Vorften te
boven ging in voorzigtigheit en in wakkerheit van le-
ven j en dat niemand tegen hem op mögt in magt van
rijkdommen en van kloeke Soldaaten. Wat zal men
van deheerfch2ugt zeggen : ik wil noch ik kan die niet
voorfpreeken ·, maar dit is een gemeene zonde van
meeft alle Koningen en groote Vorften.

6. Marianus zegt dat 'er wel 7 duizend Chriftenen
óp den zeiven tijd op reis zijn gegaan: en dat de Bif-
fchoppen goude en zilvere fcbotels en vaten medege-
nomen hebben. En dit heeft de Arabiers , die geen
beter gelegendheit zoeken, gaande gemaakt om dat ge-
Zelfchap te overvallen, en een groot getal der zelven
neer te houwen :de anderen zijn noch ternauwernood
op een kafteel gevlugt, daarzy het noch quaad genoeg
gehad hebben :"en zy hebben den Hertog van Ramula
noch moeten groot 'geld geeven om hen naar Jerufa-
lem, en van daar weder te rugge naar de Schepen te
geleiden. Dat ganfche gezelfchap van 7000 duizend
menfchen is tot twee duizend, min of meer, gekrom-
pen.

7. Onze Schrijvers zouden dat ten minften zoo wel
moeten geweeten hebben als een uitlander. Vorder ver-
haalt Hugo Flaviniacenfis, dat 'er te Utregt
een Vergade-
ring tegen Gregor-uis is gehouden, na dat hy den Keizer in den
h an had ge daan: en dat ^erin bejloten ivierd dat de Paus''s
anderen daags onder de Miffe in den ban gedaan en met den
kerkelijkcn vloek geßaagen zoude vjorden : dat ''er T'heodo-
ricus Bijfchop van Verdun^ en Poppo Hiffchop van Toul
tegenwoordig waren : dat Poppo den laß kreeg om dit ban-
vonnis 'j· anderen daags tegen den Paus uit te fpreeken:
maar dat hy ten aiterfle bloo van aard zijnde geen harts
genoeg hadde om het te weigeren, en noch minder hart om

bet

-ocr page 17-

op wilhelmus» 15.

het uit te voeren : en dat hy niet -vjeetende waar dat hy
zou blijven ^'s nachts in hev gefelfchap van gemelde η 'Theo-
doricHs is
weg gevlucht. Dat Wilhelmus alleen fiout ge-
noeg was om dien geeßelljken vloek tegen zijnen Heer en
meefier {%oo
noemt hy den Paus) uit tefpreeken: maar
daj: het hem zuur is opgebroken: want dat zulks onder de
Hooi;mis verrigt hebbende, en zullende de Mis ten einde
uit Leezen.^ van Godt met een ongeneeß'elijke quaal is ge-
ßaagen: dat hy aanfionds met een yß'elijk en naar gekerm
begon te fchreeuwen · ik brandy ik brand. Want het lic-
haam
, zegt Hugo daar op , 'i welke anders het leven
geeft, heeft in hern een zwaare pijn en brand veroorzaakt.
En.,
zoo gaat hy voort, hem is geen tijd ter baetpleginge
vergunt: maar zoo ras als hy het geweld van het inwen-
dige vuur gevoelde., heeft hy zijn lichaam op zijnen /loei
nedergehogen ; en dus heeft hy y. na dat hy geroepen had.,
Heilige Maria, zijn ellendig leven met een ellendige dood
ge-eindigt.
En dit 20u alles gefchied zijn tcrwijle dat
Henric'us IV. zelf in pcrfoon te Utregt was. Doch
volgens den voornoemden Lambertus vi'as de Keizer
al van Utregt vertrokken. Maar wy moeten noch al
meer veranderingen amtrent deeze dood hooren. Bru-
no van Merfenburg, die met hart en ziel voor Grego-
rius Vi^as, zal onzen Wilhelmus ook zoo geruilig niet
laatcn fterven. Hy verhaalt dan hoe dat Wilhelmus
ter plaatze daar hy qualijk van Gregorius had gefproken
met een doodelijke ziekte is bevangen: dat hy op zijn dood'
bedde leggende aan den afgezetten Keizer een brief heeft
gezonden y vaw'deezen inhoud^ dat hy Wilhelmuszoo tv et
als de Keizer zelf en alle zijn begunßtgers yVoor alle eeu-
VJigheit verdoemt waren: dat hy de Geefiehjken die hem
tot hetere gedagten vermaanden tot befcheid gaf;
„Wat kaïl
„ ik anders zeggen als 't geene ik klaarlijk zie dat de
,,zuivere waarheit is ? Want ziet, de drommels ftaaii
„ rondom mijn bedde , om my, zoo ras als ik den laat-
„ iten fnik zal gegeeven hebben, weg te voeren. Daar-
„om bidikul. en alle gcloovigen datgyl. u niet enver-
„ moeit met gebeden voor mijne ziele namijne dood te
„ rtorten."Lamberius zegt dat hydeKommunie niet heeft
ontvangen: Hugo zegt daar tegen dat alle zijne inge-
wanden aan brand zijn geraakt na het ontvangen der
H.Kommunie. Hugo verhaalt dat hy aanftonts opeen
ftoel is gaan zitten en aldus is geitorven. Volgens ge-

mel-

-ocr page 18-

ί4· Aantèk.ëningen

melden Bruno is hy noch te bedde geraakt, en heeft
noch tijds genoeg gehad om een brief aan de Keizer te
fchrijven s en om de vermaaningen die hem gegeeven
wierden te verwerpen,
enz. Zoodaanige getuigen die
tnalkander 2,00 bottelijk tegenfpreeken, zullen by een
befcheiden Lezer weinig ingang vinden; te meer daar
onze Schrijvers geen woord daar van en reppen: en
daar Beka duidelijk fchrijft dat Wilhelmus in den Hee~
re is geftorven. Zy willen hem evenwel zonder eeni-
ge genade verdoemd hebben: en op dat een ieder ver-
zekerd zou zijn van zijne vcrdoemeniiTe, verhaalen zy
dat hy na zijne dood verfcheenen is aan den Abt van
Kluny, en denzelven met deeze woorden heeft toege-
iproken :
Ik ben niet levendig, mamr waarlijk overleden,
iii de helle hegrmven. Dit alles neemt Lupus ook
voor de klinklaare waarheit aan.
{in Diä. GregoriiVU*
tid can. iz.) En
op een andere plaats , {ad Brix. coftch^
liab.)
als of het buiten alle twijfel was, fpreekt hy aldus:
Dat hy (Wilhelmus Biflthop van Utregt) in eeuwige
•vuur der helle gedaalt is
, hebben wy boven beweezen. En
hy heeft het zelf na zijne dood met een kermende ßemme
komen veropenb'aaren.
Dat neemt hy alles ZOO voorgoe-
de munt aan :
{in Diä. Greger. VIL adc. 12.) maar als
hy in de Kronijk van Augsburg vindt dat
zekere Klerk
in Sajfen., zoo als gerne ent wierd., overleden zijnde na de
helle is gevoert, en drie dagen daar na, wederom gekomen
^zijnde verhaalt heeft, hoe dat hy QregoriusVIL met Ru·
dolphus en Herrnannus
(die hy tot Keizers tegen Henri-
cus IV. had opgeworpen}
en met veele anderen in de
tormenten had zien leggen: en dat hy zijn zeggen heeft
"vjaargernaakt door het voorzeggen van zijne dood en door
veeL· andere tekenen:
Als hy, Zeg ik, Zulke veropen-
oaaringcn leeft, dan zijn het loutere leugens ea ver-
dichtzels: dit wil ik hem gaarne toeftaan: maar waar-
om tweederhande gewigten in het oordeelen gebruikt?
waarom de eene verop'enbaaring zoo eenvoudig en on-
■noozel aangenomen , en de andere zoo ligt verwor-
pen ? Zoo können de party-zucht en de paflle ook
nen^^'^'"^ vinden in de gemoederen der grootfte man-

8. GregoriusVIl. heeft dit op zijn eige hand niet
afgedaan :de zaak is in een groote kerkvergadcringe, tc
weeien in de tweede Roomfche die onder gem'elden

Paus

-ocr page 19-

op Wilhelmus. if

Paus g-ehouden is , verhandelt, en is in het vijfde De-
kreet tegen den Biffchop van Noyons uytgewee-

2 en.

9, /Ιακ regts-gehiedvan denUtregtfchenBiffchop ont~
trokken:
Het is waar,2oo luidt de tijtel; maar itaat te
weeten dat de tijtels naderhand door iemand anders
zijn opgeftelt: en uit den brief van Gregorius blijkt
niet dat 'er over het regts-gebied gekrakeelt of gehan-
delt is geweeft. De Kerk van Brugge, daar het ge-
fchil over gevi^eeft is·, was de Kerk van S. Donatiaan.
Dat 'er geen krakeel over het regts-gebied geweeft ïs,
ïegt Lupus fchrijvendc over de gemelde Vergaderinge,
blijkt uit den brief van Gregorius: want daar ftaat dui-
delijk dat gemelde Kerk gelegen was in het Bifdom
van Noions. Al het gefchil was over de bezitting ea
den eigendom van de gemelde kerke: want men weet
dat niet alleen BiiTchoppen en Klerken, maar ook Ko-
ningen cn andere Heeren, voor deezen eenige kerken
en kloofters in eigendom bezeten , en met dezelven
naar hun welgevallen geleeft hebben. Op dezelve wij-
ze had de Biffchop van Utregt de gemelde Kerk vaa
Brugge byna 200 jaaren lang bezeeten, en de inkom-
ften tot het onderhoud van de Utregtfche Kanonnik-
ken getrokken. Zoo een bezitter of eigenaar moeft
de Geeftelijken of de Monnikken van zoo een kerke
of van zoo een kloofter onderhouden; de laften der
kerke, als de timmeraadje enz. bekoftigen: dat 'er dan
overichoot was voor hem. Roboth, die toen BiiTchop
van Noyons en van Doornik was, fchijnt het vooreen
ongerijmde en onregtmatige zaak aangezien te hebben,
dat een kerk in zijn Bifdom gelege aan een vreemdm
BiiTchop zou toebehooren.

KON-

-ocr page 20-

i6

Κ O Ν R Α D υ S

ΧΧΙί Bißhop van Utregt.

Konradus, be 0000 ban Wilhelmus Konradus, ίΐί

inZwaben. ^toaöeoïantï gcöoorcn / feattiecïüigijan ben
boo-ef;n i^t^öit^'-öifcöoj^ ban^ent^/en botilcvïieev
vocftsrker ^^^^ üdsei* Henricus, ban Utr^gt

v.in den

Keizer, ^ Koüradus gccfl Ö^tiiafiecï ban §P

Schop f^toüiiöe / 't bidfie jtlne boo^jaaten ter intoom
gekozen» niliige htt foüaiiöer^ geöoiibst labbeii/ boïtooit/
en met fcötPtßaitn en fcïjaiifen boo,i5ien : get:
teeïlse egter neöeröanö iïoö? ben <0caaf ban ^ol·
iaiiö öelegeit / Ingenonien en geflegt
ï^.

ISan beeren Konradus ^etft Henricus IV. ^e^

ΓφηΙί«! |et i^caaffcöapban^taberen/ 'mtl·
ïie ög aan ben i^acigraabe
Egbercus j^ab φ
jgenomen; en baar ^tt <0i*aaffc||aji baniä^o^
.pergoiihse en ^l^efiei'gontoe· / 500 aï^ ölijiti iigt

% Heda ^ aan^

Hyheeft Konradus ï|ee^ οοίί aan be ïltregtfcge Imlit

llndfv gefcïionften bat toebeijoo^be / en

tregtfche" tneei' anbere giften aan bejeïbe fterïie ^ebaan;

Jterke 't feeift ||aat ngtgeb^iiltt in be giff-ö^ieben

gedaan. ^ ^^J^ JJ^II^^JJ ^ Heda öp^agt

Hy heeft ^ Cliibelpi geeft binnen be fiab iltregt/
kerk'biir^ bigt aan be befïen / een nienbje ßerft tei* eere
ncn Utregt tïan «S.S^ioubie/ ban ben 31'öub ojpgeöaaït/
gebouwt naai* be ge!i|&emfe ban een anbere ïierfte/ bse
cnbegif- iïg nmiiren ban
Milanen labge^

fiaan/

α Beka. h Adr.'QarJand. ^ff Petr.Bokkenberg.
( fag. 139. ά pag.iä^o. e Hed(t in Hiß.Vltrajeä.

-ocr page 21-

Het Leven van Konradus. i/

fïaan / tn oniici* öeii naam ban ht Jlaa^ö tiet op dc
Maria (j^aiïe üia^ toegefasiitii: iadfte ïterit δαα^ kofteu va»
Konradus 5eïf/aï^ im HeiserHen-

ricus ƒ in ßtaiit bofgtie / iwal üerö.ianbt ^t

öeiuigeiiöatö^iïeseïbe r^felpöeeft
öegïftiöt/ én nift een Hapittel boo^ien :, toaar

toe öe Iteijer Henricus een geöeeite öei' önBofien
ïieeft opgefcpteUi 500 Burchardus, öe m^
jaatbaii Konradus, 000^ öee^eiuioo^tïen ban srfs»
iïen ö^ief tt ïiennen geeft: Hoopende dat ik de
voorfpraak vali de heilige iMoeder Gods, benef-
feiis mijnen voorzaat Konradus , iligter deezer
plaatze, zal genieten.

olmtïdp Μ bp mï ^ηφα^ m beHy worde

F^ïafcïitoeeït / a!^ ilaijefc Itc^m van een

i!ï ^tt ^iffcljop^ ftof in 3ijiie eenigleii öe^ig vries dood-
toap met te öiöitea / öco^ een jeRereii i^^ie^ öie

tyb liöii ^5' jaaitn ijet S^iffc^appelijiie hef
toliiö öaö geboeit. in U ïterlie Ut
gefiigt l^ab öegraatïen. ïPe moo^denaai' öle Ißt
fc^dnifitili ugtgelioert ip öet met debiii0ï
cutlicmen: maar naiicrijan^ &001 Iicl3ed||iic
tiec aan tien ïjaise geftraft. (i)
^ ©an öe o0^5aaSe öoob iaaitït terftïiei''
aentipgefci.ieeöen. ^ommigen meenen öat ij^
iemand ban jtin eigen bofö gröüo^t
tiat ^er
meer perfoonen p ii0ua60isi aan
3Ön getaeefi, ^sijenigen fcfjulben U oa^jaaft liaii ■

ƒ Bokkcnberg , in dc ongedrukte ieveusd.iaden der Utregtfche
®'fichoppen, wyc het den Keizer Henricus zelf, d.u de over-
jchoone kerk van de H. Maagd Maria , in het veroveren van Mi-
verbrandt is wewceft. Hy heeft naderhand op hec aanraadt; xr
Konradus, BilTcKop van Utregt, een kerk van 't zelve maak-^
gebouwt, oHi de ftad Utregt daar mede te vcrciertn.
ί W, Heda als bovcu.

Deel. B Sijm

-ocr page 22-

i8 Het Leven van

gyne iiootï np hm iiaUt Ijan hen öoiitomcelicr /
Ut ijaii iten SSifcpi? öelmeip omgcliogt sijnU
iïc feerft op cm tnóööerige en lïiiftiga aactie ^aö
geÖouiïit / en öe piiaaixn getiefisgt: toaai; tintt
iie gemeïiie baOer mt ö^at tegeitó ^em opgeijat
50uöc öeööen.

noc^ tm öiutsigen öage in beseïtic
Ifterl^e een teßen ban htt^t öiepte te ^ien -, teioe^
ten een
^titt in een piiaai* gefneeöen / met
ttsjee aatgnfcge baarjen ban öea l^tanonmlt

Schorel:

Accipe poflerïtas ^ qu£ pofl h^ec ßecula narrest

^aurinis ciitibus fundo folidata columna efi. .

. ïDan 't toeï 50a toaarfcgijnïp (en Heda
5eïf geeft mxi öeese ojieiiing) trat Omgeö^agt
3aï 5gn ter to^aafte ban öen ^ilariigmabe (^}
Egbertus, toten^ goeUecen (5) gent aï boo^ öe
öerde reise boo^? öen Mmtt toaren gefcöonïten /
rn öie ömteent acöt of mgen jaaren te boore
öoö^ iïe oberfïen öe^ ï^eisa'l gebootst iua^ ; en
öat De öloeïïbiientïen ban Egbertus,
Mt gnniie
]0oeïiei*en hJCdeiOin jagten te ftvij^en / Jjeejen
inoojö juüen öeööen.

Daar zyn 'er ook , ^egt Buchelius obCt* Heda
fc^llibenlïe/diehet daarvoor houden dat de aan-
hangers van den Paus deezen moordenaar opge-
maalit hebben , om dat Konradus een kragtig
voorftander van den Keizer was.
tse^l0-fc^,?ift ban Henricus IV, % Freherus, flaat

tm aaiimcriieii^biaai'öisc pïaat^ raaftenDe oni»

jen Konradus.

Daar is, jegt tse ^^ijber/ op den zo Janua-
ry, in 't jaar 1085'. een byeenkomfte gehouden
in zekere plaatze, genaamd Gcrilungen. Toen

lieefl

-ocr page 23-

κ ο Ν R. Α D IJ S.

lieeft Konradus BiiTchop der Ucregtfche kerke Hy heeft
éeril van allen het woord gevoerc, zeggende: Je party ^
Ziet, 'wy zyn by een gekomen om door 'de getuigenis
der kerkelfite regelen "te bcwyzen dat onze Koning feä

Henricus niet gedoemd of door den ban gebonden is: byeeukom^
m indien hem by dat "volk niet hebben mogen batiten
^e t^ Ger-
de wettige be'veelen des Heere , die den Roningen be-
boorlyke eer.ivil be-weezen hebben: zoo 'vergunt hem
ten minfie dat regt het -welke den geringßen perfoon
die in de kerke is, 'volgens de kerkelyke regels, geoor-
lofd is te gebruiken.
En daar óp heeft hy tot Wen-
zelinus Biilchop van Ments gezeit dat hy zoude
öpftaan, en een kapittel uyt de Ordonantien der
Pauzen leezen. Die is dan opgeilaan , en heeft
geleezen, enz. η

iSiu htt^t beröeeisigiiig Un nm mti^tt geeft

Bertholdus iiÖU Konßants , bie Ceil Öittere voor een
b^anb ban iseniieija" iBa^/Onjeil Konradus boo^ fcheurmaa»

teiifcöeiirmaita'ir^tgemaaiit/ "y^s^-

Konradus 3 geen BiiTchop maar een fcheurmaa- j^JIJ^Jhes
kcr vanUtregt, is lelijk aan zyn einde gekomen, Roomfcke"
zijnde van iemand doodgeftoken , dien hy had HoiF wrcn
willen bercoven. ^^

^ öegi'aabeu geteefï tm; Ut tmppm Se vaS
lian pt Cpö^i wiaac eeiifgelaaren daarna öin^ uti-egi.
«en Cgïso^ Jliaar iu 't iaat-15-80/ oegebccn.'

aï^Öetfc9ier0bemï ojt ^et pliiabcren öerlterlieii

teu vam

semunt toa^ / jgn öe gebeenten ugt ïjet gi*af Konradus
genomen: detodHeii naiscriiariö / a!^ &e&ersser^ ifyom^'
ten^ üjat ßetoit toaiTU / te toeten in 't jmt laar na!·
, ieeöerommet öe^öo^fte eere in ijetsraf cierhand
Sijn jgeiegt; öaai'tieeje tt^tïé tot jpiien icf 5p weaerom
bH^boegii In 't jaar 15*80, in't begin van xMaarr,
2^ijn de gebeenten van Konradus Biilchop van U- gebragt.

Ba Eregt,

-ocr page 24-

S He τ Leven van

tregt, ftigter van deeze kerke van O. L. Vrouwe,
uyc de loodekifte, daar zybyde vyf eeuwen on-
gemoeit in geruft hadden, door de heiloozehan-
den van eenige ondeugende menfchen , die hunne
baldaadige dolligheit en razerny niet alleen op de
lichaainen van levende , maar ook van afgeitor-
vene menfchen pleegen , gehaalr , en allerwege
gegooit cn verftrooic geweeft. Zoo hebben dan
de Deken en Kanonnikken der zelve kerke, om
hunnen Patroon , aan wien zy cn het geheelc
Kapittel , mitsgaders de ganfche Provincie ten
hoogfte verpligt waren , eenige dankbaarheit te
bewyzen, dezelven wederom by een verzamelt,
cn na dat zy die tot nu toe met behoorlyke naar-
iligheic en. godvruchtigheit in een houte kiftje
bewaart hadden , zoo hebben zy die op den i8
September 5 in't jaar ^f^'^· wederom in dceze
haare oude ruftplaatze gelegt. Dit getuige ik,
Lambertus van der Burch, Deken der zelve kerke
die dit met eigen hande heb gefchreeven.

Lambertus ï|eeft meeuöe^onberöoeït'
ie aïii^p fajj)bïooj^i0 gef^eebcu/ ïjce öat öcge^
itteïiie ftecïi en |et Höjpitteï / öaar ög

ban toa^ / boo^ Konradus gcfïigt geioceft.
il^ocï) ίίοϊιιεη^ tie getuigenis / öie 'er Bucheiius

ban geeft/ ^anfaj öat toerfeje juifï niet aï te beeï
om't ïjjf Öeööen.
Konradus, t Antonius Mattheus Ö,?enst een fi^iief boo,?
•s Keizers ften u^t ^et Chartuiarium ^4) öer ïltregt^
νοείΐοΓΗείΓ,ι-φΐ^^,Ι^^^^ ίη öenioeito beïteiser Henricus V.
en voog , ^^^^ ^lljj^jj boefierïjeet: erïtent; en bt

Sifte / öie batiei; tot ïaaffenié ^ijnee ^iek
gab Qcïiaan / bemieutot en bebefiigt

Het zy kundig, jegt / boe dat ik Henricus
V. Roomfeh Keizer, ai het geene mijn vader

'c iy

f Tom. 5, Veter. Afialeä. f. 52®.

-ocr page 25-

? II

Κ O Ν R Α D υ S. 21

't zy mor de laaffenijffe zyner ziele ^ 't zy uyt lief-
de en ten dienfte van Konradus BiiTchop van
U-
tregt goeder gedagteniiTe, en mijnen voefterheer,
gegeeven heeft aan S. Maarten binnen Utregt, in
hcc Graaffchap van Vriesland , heb vernieuwt en
beveiligt , en op nieu gegeeven aan mijnen ge-
trouwen Godebaldus , enz.

« ^cö^ijbee ban te ïironp ban Tra-
yen
noemt iten Konradus een man ban
5eer groot aansien en bemtogen»

ORDONANTIEN

Van

KONRADUS.

iiaucien m boo^jregten / öie aï te bore ten boo^^

Konradus ^^eeft lil 't jaac 1088 eenige Ordonan-

... „ , , jjgj^ ygj^

Konradus

öeete ban ht iitregtfcije lierfte gemaalit en ber^ Biffchop
gunt toaren getueefc/ öao^ öen boïgenïïen vanuctcgt,
bcbeftigt gSriktr"

Ik Konradus gering BiiTchop der heilige kerke tlnplifok-
van Utregt bcgeere dat kundig zy aan alle nako-
kcuberg.
melingen , hoe dat ik door de eerwaardige en in
Chriftus beminde mannen, denProoll, den De-
ken en het Kapictel van de groote kerke der
voornoemde ilad Utregt, ontboden zijnde in het
Kapittel ben gekomen, om de voorregten en or-
donantien , door de BiiTchoppen mijne voorzaa-
ten verleend en uytgegecven , te onderzoeken.
Hebbende dan gezien en onderzogt verfeheidene
van hunne voorregten, door onze voorzaaten ver-
leend en uytgegeeven, te weten door de Heeren

Β 5 Fre-

« fipudLuc. Dachery tom,"]. fpicih Ub,4-«

Ν

-ocr page 26-

S He τ Leven van

Fredericus, Radbodus, Baldricus en JdeïboUus (die
hunne kerk door de Dcenen vernield tot zijne
grooce eer weder heeft opgehaalc) en door meer
andere BiiTchoppen , mijne voorzaat en, zoo heb
ik onder anderen een Ordonantie gevonden, be-
Haande in de volgende woorden:

Op dat de nakomelingen niet en vergeetenwat
dat de heilige Voorvaders en de eerwaardigs Ond-
heit 5 door de ingeeving des H. Geeils , bcllo-
ten en vailgeilelt hebben , is het billijk en beta-
melijk het zelve fchrifcelijk te bewaaren, en zoo
wel aan de tegenwoordigen alsaan de nakomelin-
gen bekend te roaaken.
Dat bet dan een ieder kun-
dig zy , dat by het fiigten njan de eerfie groote kerke
van Ut regt een -zeker getal 'van
Kanonnikken bepaalt
is geweeß; te weten van h
40 lianonnikken met den
Proofl en den Deken.
Maar als 'er by gevolg vaii
tijden , om het vermenigvuldigen der geloovige
volkeren , verfchcide kollegiaale kerken , door
goddelijke ingeeving, en met toeftemminge van
de e Domkerke , zoo in de Ilad als in het Stift
yan Utregt 5 geitigt en opgcregt waren j zoo is
naderhand door de BiiTchoppen ende Domkerk,
die de ftigters der voorgaande kerken waren, vait
geftelt en bevolen ,
d Dat alk de voornoemde ker-
^en aan de groote of moederkerke ten eeuwigen dage
ondervjorpen zulkn zyn : dat tof een teken van qn-
derwerpinge, 7^00 dikwils
ah -er een van haare Proofi-
dyen zal openvallen^ het
Kapittel, ivien het e ver-
gceven
-van die Proofidye zal toebehoor en, een van de
Kanonnikken der gemelde hoofdkerks tot Proofl zal,

moe-

h Daar ïsyn van den beginne niet meer als 40 Kanonnikken in
S. Maartens kapittel' geweeft»
c Voorregten der Domkerke»
d Öoder wie 4e andere kerken moeten ftaan»
t De Prooftcn van dc
aadere iterkeu «γε kc kapittel de
ffooïe kerke ïc kiezen.

-ocr page 27-

κ ο ν r α d υ s. 23

moetenUezen^ en geen Proofiergens anders vandaan
haaien, deivyl zy doch Aartsdiakens (5-) moeten zyn^
als uyt de Katedraale kerke. En f vorders gemerkt
dat de Bijjchop aan zich heeft behouden het vergeeven
van de Prooßdye van l'iel , en van het ampt van
threzcrier , van Scholaßer , van Choorhijfchop, en
van eenige andere 'bedieningen, ah de Priory over de
Cellen van Elfi en van Oelenberge, deivelke ook kloo'
fierlyke (6) pïaatzen genoemt vjorden; dat hy dezeU
ven aan niemand zal können of mogen vergeeven, als
aan een Kanonnik van de Domkerke. Doch de kerk^
van g S, Salvator , die op den zeiven tyd met de
hoofdkerke
(7) gefiigt en begiftigt, en met dezelve door
een byzonder broederfchap is verbonden^ is gewoone en
Proofi naar haar goeddunken te verkiezen, h for·
ders is beß-oten en vaflgefielt, dat de Prieflers uyt ie-
dere kerke van de drie vergaderingen deezer fiady op
de- hoogtijden van Paaß'chen , van Pinxteren , van
Kersmis, van S, Martinus Patroon van Utregt , en
op alle andere hoogtijden, tegenwoordig zullen zijn op
de wett'.ge ftaatfien der meergemelde hoofdkerks ^ en
gezamentlijk^ met de Diakenen en Onderdiakenen hel-
pen dienen , en den Bijjchoppelijken Stoel alleen ten
dienfie ft aan. Ook is vafigefielt dat de groote Deken ,
als V hem oirbaar zal fchijnen , en de nood het zal
vereijfchen, den Biffchop met de Aartsdiakens, en de
kerken zoo van de ßad als van het Stift van Utregt,
die ''er op dien tijd zullen zijn, zal vermogen voor het
Kapittel te
(8) ontbieden , en dat de ontbodenen ge-
houden zullen zyn te ver fchijnen. i Vorders zullen ds

f Als ook die tot andere waardigheden benoemt zullen wordcDj
als toe de Prooildy van Tiel, van Elft en van Delenbcrghe,
g De Salvators kerk op eenen tijd met den Dom gefligt.
h De Priefters van de drie andere kerken zyn gehouden de ftaat-
fien der Domkerke by te wooncn.

i Dc Abten van het Stift van Utregt zyn gehouden alle de ilaat-
fieq iltr mocderkeike by
ic wooncn.

Β 4 Ji^tefi

-ocr page 28-

3.4 HetLevenvan

Jhten van de flad en van het Stift alle de ßaatßen
(ρ) in de flad bywoonen j doch zy zullen niet onder
de Kanonnikken , noch in het geftoelie der Kanonnik-
ken, maar op een andere plaats flaan, met hunne Al-
ben en zijde (i o) kappen aan: en twee van hen zuU
ïen den Bijfchop al waar hy gaat, V zy in het Choor
of in de kerke ^altijd geleiden. Dierhalve nademaal de
heilige V■zd^rs en de eerwaardige Oudheit dit boven-
fiaande zoo loffelyk beßoten en bevolen hebben , zal
memand der nakomelingen , van wat fiaat dat hy ook
zy , het zelve overtreeden , maar ten eeuwigen dage
onderhouden. En zoo wie eenïge der gemelde ordonanr
tien zal verbroken hebben ^ die zy vervloekt. Amen. ■
Het welke gezien hebbende , zoo hebben de
gemelde Prooil, Deken en Kapittel myootmoe-
jdeliik gebeden dat ik de voorregten van 'c zelve
Kapittel en de yoornpemde ordonantien z©ude
beveiligen. '

Dierhalve , door hunne ootmoedige gebeden
bewogen, ende daar by overwegende dat het mij-
ne zondige ziele by Godt te baat zal komen, in-
dien ik de eer der kerke . . . daar ik over ge-
Helt ben , zal vermeerdert hebben , zoo heb ik
by de voorgemelde voorregten en ordonantien
uyt een byzondere gunftc dit volgende noch ge-
voegt , en belaft ,
k Dat de kerk van de allerver-
Joevenfle Maagd Maria , onlangs door my begiftigd y
m ook door my en de gemelde hoofdkerk g^ßigf j
alles ^ ^tzy in haare Prooßdy aan iemand van de Ka-
nonnikken der Domkerke te begeeven , V zy op haare
ßaatßen te helpen dienen, zoo als boven gezegt isy aan
, dezelve moe der kerke onderworpen zal zijn.

Wy hebben goedgevonden alle de yoornoem-
de voorregten en ordonantien, en ieder in 't by-

zonder,

Κ Pe kerk van de H· Maagd Maria, door Konradus geftigt ^
^ordt 200 wel ^Is dc andeicn ain de Hoofdkerke onderworpen^

-ocr page 29-

κ ο Ν R- Α D υ S. 2f

zonder, die door de Hoogwaardige Biifchoppen
mijne voorzaaten , nu by Chriftus levende , men
allc billijkheit uytgegeeven zijn , in den naamc
Gods tebeveftigen, en wy beveftigendie ook door
deezen tegenwoordigen brief; alle nakomelingen
onder dep bsin bev/élendejdac zy dezelyen in alle?
onberoerlijk zullen hebben te onderhouden.

Gedaan in het Kapittel der Domkerke, in de tegen'
'WDordigheit van mijnen Heer den Keizer I
Henricus
IV ^ en van de Hoogwaardige Mannen , Annon
uiartsbijfchop van Keiden , Everardus Aartshiffchop
van Trier
, Burchardus Eijfchop van Halherflad^
Fredericus Biffchop van Munfier ; mitsgaders van·
de Hartogen
Godefridus, Fredericus, Gerardus,
en van meer andere onderdaanen van het Keizerrijk
en van dit Bisdom.
In het jaar na Chriilus
menfchwording een duizend feven en tachtig.
In het 33 jaar der regeeringe van onzen Heer
Henricus^ in het 15 jaar mijns Bisdoms , op den
ί November, enz.

1 De Keizer Henricus tegenwoordig in het Kapittel vaa ü·?
tregt.

AANTEKENINGEN.

I. Deeze Konradus heeft ook zijn beft gedaan οιη,
den jongen en verdreeven Graaf Pideryk V. uyt zijn
Vaderland en liet Graaffchap v^n Holland te houden:
en is den zei ven, als hy met een magtig leger zijne lan·?
den wederom zogt te winnen, met geen minder magt
en met uitgeleeze manfchap tegen getrokken. Maar het
Êiflchoppelijke leger wierd na een hardnekkigen tegen-
ftand geilaagen en op de vlugt gedreeven : endeBiiTchop
zelf had het quaad genoeg om zijn lijf al vlugtende bin-
nen YiTelmonde te bergen. Zie
BeL·, //ef^a, Barlmdus^
Pouza^ enz.

Β 5 i.Deexe

-ocr page 30-

2,S Aantekeningen

ζ. Dee^e Egbertus was Mar&-graaf van MeiiTen cii
Thüringen, en 's Keizers bloedverwant. Na dat Ru-
dolphus en Hermannus , die door devyandenvauHen-
ricus IV. tot Keizers opgeworpen waren > hunne eer-
gierigheil met hunne eige dood geboet hadden, was een
ieder de luft vergaan om wederom
too een hachelijke
kans te waagen : tot dat deeze.Egbertus, door den iui-
fter der Keizerh'jke kroone bekoord,en door groote be-
loften aangezet , zijn geluk heeft willen bezoeken.
Maar 't is hem niet beter vergaan als de twee eerften.
Als hy naar zekere belegering, door boffchen en om-
wegen , met weinig gezelfchap heene trok, en van 't
reizen vermoeid was, is hy op een moolen wat gaan
ilaapen, hebbende den molenaar ondertulTchen naar een
by geleegen dorp om drank gezonden. Maar de mole-
naar viel in
's vyands handen en beklapte zijnen gaft:
die daar op wat onbeleefdelijk in zijne ilaap wierd ge-
iloort, en naar de andere werelt gezonden. Het ging
evenwel niet toe zonder veel bloedftortinge; en Egber-
tus, hoe wel veel kleinder in getal,toonde dat hydap-
perheits halve die hooge waardigheit niet onwaardig zou-
de geweeft zijn.

3. Dat is te zeggen, een gedeelte van zijne goederen
in Vrielland of daar omtrent gelegen. Want Egbertus,
als zijnde een van de alIerrijkfteDuytfche Vorften, had
npch groote goederen in Duytiland leggen.

'4. Chartuïarium zijn de brieven of papieren daar de
landeryen der kerken en der kloofteren, mitsgaders de
koopingen en verkoopingen, de verruilingen, de vry-
dommen, voorregten , ontheffingen, enz. öaanaange-
tekent.
liichekt.

5". De reden van deeze Ordonantie iteunt hier op dat
de Aarts-diaken te Ütregt altijd ook de Prooft is ge-
weeft. Zie
Matth. deNohil. Ub, 1. cap. 40.

6. Geilen, in 't Latijn Cella, of ook Prapoßtura^
gelijk in deeze Ordonantie ftaat, Claußrales Öbedientite
(als ftaande onder de gehoorzaamheit van den Abt van
een grooter kloofter)
AbbatioL· of Abdij tj es , Gangriay
JPrioratus^ Concha ^ enz. Gangrta fchijnt af te daalen
yan het Franfchc
naam-woord Crange^ 't welke een
fchuur betekent: want die Cellen waren dik wils als de
ïchuuren van de groote kloofters, of worden althans
f'.an fommigen, gelijk aanftonds zal gezien worden, voor

IQ'

-ocr page 31-

ο ρ κ ο Ν R α d υ S. 2.7

2.odaanige fchuuren gehouden. Deeze Cellen waren
als kleine klooiiers,en ais volkplantingen yandegroo-
ten, ftaande onder den Abt van de groote klooftcren.
De Abt vanKluny had wel 200 Cellen onder lijne be-
ilieringe, gelijk by Odoricus Vitalis
{lib. i^.hifior.) ge-
zien kan viTorden. De Abdy van Tiron had 'er hon-
derd, gelijk Ganffridus Grohns in het leven van S.Ber-
nardus getuigt. Op het Nederduitfch vpi-erden
it ook
Munkhui'ien genoemt gelijk Ant. Mattheus ter gemel-
.de plaatze bewijft. En hier van daan komt het onder-
fcheid tuffchen
Monachi Clauftrales^ en Monachi Obe-
dientiarii^
Klopfter-Monnikken en Cel-Monnikken.

Dit woord Cella is door de Monnikken aan zodaa-
tiige kleitie kloofteren toegepaft geweeft: want anders
heeft het van ouds verfcheide betekeningen gehad ; en
betekende voor .eerii: een boere hutte; en hier van komt
den naarn
CircumcelUones (Zie Augufl. m Pfalm. i^i.y
ien tweede wierd het genomen voor een kerker, gelijk
in de tweede Synode van Tours,
{caK. 19.} alwaar be-
volen word, dat de Priefters die zwaare mifdaaden be-
gaan hebben in een
cel/a of kerker zullen opgefloten
worden. Ten derde wierd 'er door verftaan het
Bif-
fchoppelijk Paleis, als in de Synode van Merida,enin
een wet van Manuel Komnenus.
(cap, 7.) Ten vierde
betekende het een binne-kamer van denBiiTchop of van
een Klerk, gelijk in de tweede kerkvergaderinge vaa
Arles, 4.) alwaar den Diakenen,'Priefteren en
Biflchoppen verboden word eenige jonge dogtcrs bin-
nen het
Cellarii fecretum te laaten komen. Dus word
het woord
cella genornen in de Synode van Agde, in
de tweede van Tours, in de tweede en vierde van Or-
leans, enz. By de Grieken is
cella ook genomen ge-
weeft voor de kamer van den Keizer of den Patriarch:
en hier van is die hoogdraavende eer-naam van
Syncelli
gekomen, waar door de gcmeenzaamfte huis-gcnooten
van den Keizer of Patriarch betekent worden. Vorder
- is die eigen naam van Cellen aan de kamers der Mon~
nikken, en noch eigentlijker aan dc wooningen der
kluizenaaren toegepaft geweeft: uls zijnde maar kleine
en geringe kamertjes: want gelijk Torrentius fchrij»
yende over deeze woorden van Horatius j

Huc frius angußis ejeéia cadavera cellis.

pns verzekert, lOQ waren celk by de Romeinen niet

-ocr page 32-

2,S Aantekeningen

anders als kleine woonplaatsjes of kamertjes der flaa»
ven : en Suetonius aegt ook in 't leven van Vitellius:
Confiem in celliilam janitoris : hy liep in het kamertje
van den poortier. En dit is de vijfde betekening van
het woordje
cella. Ten fesde is het ook gebruikt om
een volkomen kloofter te betekenen: In dien
lin vindt
men het zelve geduurig gebruikt byLodcwijk den Goe-
den en by iijnen zoon Lotharius in zekeren open brief,
houdende aan Jonas BiiTchop van Orleans, en ftaande
by Lucas Dachery,
(tomoS.) want daar word de Abdy
van S. Maximinus dikwils een
cella genöemt. Zoo
ïiet men ook dat de groote Abdy van S. Gallus by de
oude Schrij^vers menigmaal vermeldt wordt onder den
naam van
cella. Den zeiven naam van cella heeft Gre-
gorius de Groote, in het leven van S. Benediitus,
5?.) gegeeven aan de vermaarde Abdye van Caifmo, en
aan meer andere Abdyen , 't welke daar ook uit blijkt
dat Paus Zacharias, in de Griekfche vertaalinge van die
boeken , het woordje
Cella altijd vertaalt door het
Gnokicht ντοοτά Monaflerion^ ofkloofter.

De fevcnde betekening van het gemelde woordetje
ftaat onder anderen aangehaalt by Aubertus Mirèus in
xijne Nederlandfehe jaar-boeken,
{fol. 673.) daar hy
fchrijft dat
onder de zoornaarnfie Abdyen van Nederland
doorgaansgeflaanhebbeneenige kleine klooßertjes of cellen,
Prepofiturae of Prioryen genoemt, die doorgaans van twee of
drie Monnikhn bevjoont worden.
En dit is ook al een oude
betekening. Zoo vindt men by Marculphus een dui-
delijk onderfcheid gemaakt tuiTchen het kloofter en 's
kloofters
cellen. Dus fchrijft Lupus Abt van Ferrieres
aan den Abt van S. Denijs:
{ep. 97.) Uwe Celle die Cor
genoemt vjordt
, enz. De Overften van zodaanige Cel-
Jen waren geenc Abten, maar Overften
(Pr.£poßti) of
Prioren, en ftonden, gelijk reeds gezcgt is, onderden
Abt van de Abdye. Evenwel heeft Lupus in den left-
gemelden brief den tijtel van Abt eershalve gegeeven
aan iemand van zijne bloedverwanten die de Overfte
was van zoo eene celle: want die cellen waren een
foort van kleine Abdyen, en vervolgens zou men de
Pveriten op een zekeren zin Abten genoemt mogen
hebben.

Deeze cellen wierden metter tijd wel Abdyen, te
wecten als dc goederen genoegzaam vermenigvuldig-
den:

-ocr page 33-

opKonäadus. z^

den: en de Abdyen veranderden ook wel irl Cellen.
Zoo fchrijft Udalricus, de vijf-en-twintigfte Abt van
Laurisham, dat Aldenmunfter de moeder is geweeil
van de Abdye van Laurisham, en nu een celle was ge-
worden, daar Laurisham eerft een celk geweeil lijn-
de nu in een treffelijke Abdy verandert was. Zoo is die
roemrugtige en magtige Abdy van Kluny eerft ook niet
anders iïls een celle van de Abdye vanGigniac geweeft,
gelijk Sigebertus van Gemblours, over jaar S95. getuigt,
en moeft 's jaarh'jks zekere penningen aan de voor-
noemde Abdye opbrengen. De Abdpn van S. Quin-
tyn, van Park buiten Loven, van Vlierbeek, van Bier-
beek en meer anderen, zij η van den beginne niet anders
geweeft als cellen.

Maar wat de eerfte opkomfte van :zodaanige cellen
betreft, daar over 7ou al wat te krakeeleïi können val-
len. ChriftophoTUS Brouwerus fchrijft in 7,ijne oudhe-
den van Fulden
{lih i. c. 7.) dat als de Abdyen veelc
erven, landeryen en hoeven gekreegenhadden, de ou-
de Monnikken goedgevonden hebben, Monnikken die
ook Prieftcrs waren in de vrugtbaarfte en befte lands-
douwen aan te ftellen, en daar Kerken op te regten , om
op de dienaaren aldaar in her Geeftelijke te paffen, en om
de landbouwers wel te beftieren. Deeie Pricfters, xegt hy,
wierden
Priepofitt ( Overften ) genoemt y en hun ampt
was , naar de wijïe der oude Parochi-priefteren^de koft
en alles dat tot de koft en kleeding behoort, aan de Ab-
dye van Fulden te berórgcn, enz. Dit is ook het ge-
voelen van Benediftus Haftenius
(cap. t.) in een Ver-
handclinge van de Cellen der Monnikken. Dit behelft
twee Zaaken:
i. dat de goederen van de Cellen de groa-
te Abdyen toequamen.
ï. dat de Monnikken van die
Cellen het Paftoors ampt bekleedden. Aangaande het
eerfte, daar in fteunen zy beidegaar op een brief van
Lupus ) Abt van Ferrieres aan den Abt Lode-

wyk : waar in hy klaagt dat S. Judocus Celle, die door
Lodewyk den Goeden aan zijne Abdye gegeeven was,
aan de zelve Abdye weder wasontvreemt: hy eifcht die
wederom, en hy voegt 'er by:
Uit die celle wierd onze
kerk van wafch, en onze broeders en Monnikken van kk-
derej}^ vijch^ k^as en feuï-vrugtejt voorzien.
Dit alles
ftelt hy in een anderen brief noch wijdloopiger voor aan
Karei den Kaaien. Ant. Mattheus fchijnt dat ter ge-
melde

-ocr page 34-

2,S Aantekeningen

melde plaatze ook vaft te ilellen, (v. Anal. Matthai)
fteunende insgelijks op het gezag van ßrouwerus, Eii
inderdaad Sibrandus Leo in het leven van Eelco Liau-
kamaj AbtvanLidlum in Vrieiland, fchijnt dat gevoe-
len duidelijk te bekragtigen, zeggende datalle de kloo-
iters van Vrieiland gewoon w^arcn haare voornaamfte
ianderyen en vrye goederen door wereldfche perfoonen
en door leke-broeders te laaten bebouwden, en dat die
Ianderyen daaromMunnik-huyïeiigenoemt wierden.Daé
die leke-broeders en wereldfche perfoonen haaren nood-
druft van het zuivel, van het vee, en van het koren
genomen hebbende, al les ter goeder trouwe e;i met een
opregte gehoorïaamheit in het kloofter bragten. En
Goffridus Abt van Vendome klaagt in zekeren brief,
Q.i
.ep.^.) dat zekere celle [ohedïentia) aau zijne Abdye
ontvreemdt was; en dat het hem 2S duizend fchelHo-
gen gekoii heeft om dezelve wederom te hebben. Dat
zal hy zekerlijk niet gegeeven hebben om de geeftelijkc
beftiering over die celle wederom te hebben. Maar de
geleerde Chr. Lupus, fchrijvende over de Synode vari
jBenevtnto gehouden onder Nicolaus iL fpant alle zijne
kragten in om dat gevoelen te bevegten^ Hy wil dat de
cellen haare eige goederen gehad hebben die de Abt
noch de Abdy niet kon eigenen noch aan de cellen ont-
trekken. Hy toont uit een brief van Lupus vanForriere
(ep, II.) gefcbreeven aan Keizer Lotarius,dat de gemelde
JudocuS celle haare eige goederen had : en dat zy op geen
anderen voet gegeeven was aan de Abdye van Ferricres,
als om het overfchot van de koft en klederen der Cel-
Monnikken , en van de aalmiifen die zy uit te reiken
hadden , aan de gemelde Abdye uit te kéeren. Hy
brengt nog meer diergelijke bewijzen by. Men leert
ook in de Ordonantie van Lodewijk den Goeden, die
hy ter hervorminge van de kloofter-tucht van de Abdye
vanS. Denys heeft uitgegeeven, hoe dat de befte kloo-
fter-broeders, ziende de tucht in de Abdye zeer verval-
len , naar de celle van gemelde Abdye zijn geweeken :
't welke zy niet konde gedaan hebben, had die .celle
jeen eige goederen gehad. Men leeft noch by Mattheus
^aris van verfcheide cellen die goederen gehad hebben.
Zoo fchrijft hy van Gaufrcdus Abt van S. Albanus, dat
hy een celle van geeftelijke Nonnen heeft opgeregt, en
dsïelve met eeuige Ianderyen en inkomften heeft voor-

-ocr page 35-

op κ onrad US. 31

zien , enz. Petrus Blefenfis klaagt ook m bekeren
brief (e/. 117.} dat de landeryen en weyeryen, die S.
Cofmas celle uit kragt van een lange verjaaringe toe-
quamen, van fommigen gemoeit of ge-eigent wierden.
Het fchijnt dan een zekere
zaak dat die cellen haare ei-
gegoederen en landeryen dl kv/ils gehad hebben: temeer
om dat ze dikwils of doorgaans door wereldfche per'^
foonen ópgeregt en begiftigt zijn geweeii: : zoo als
blijkt uit den 199. Brief van Stephanus BiiTchop van
Doornik,die duidelijk gewag maakt van zoo eene cel-
le. En deStigters van zodaanige cellen bedongen fom-
wijlen wel duidelijk dat de zelve cellen, als ze door
de godvrugtigheit der geloovigen meer inkomften zou-
den gekreegen hebben , in Abdyen zouden verandert
worden. Én zodaanig een akkoord is 'er onder ande-
ren gemaakt tuiTchen Godefridus met den Baard Har-
tog va,n Braband, en Alexander BiiTchop van Luyk, als
Park buiten Loven tot een celle wrerd opgeregt. Hoe
konden de Abdyen in zulken gevalle regt hebben orrï
zich die goederen toe te eigenen,die volgens den wille
der Seichteren moeften vermenigvuldigen op dat de cel-
le tot een Abdy zoude können aangroeien?

Evenwel dunkt my, behoudens beter oordeel, dat
Brouwerus en Haftcnius ook in eenigen deele gelijk
können hebben. Want men kan mijns oordeels twee-
derhande cellen onderfcheiden : te weetcn die van we-
reldfche luiden gefiigt, en aan de géeftelijke regeerin-
ge van een Abdy gehegt waren: en die door eenige Ab-
ten of Abdyen opgeregt zijn om hunne landen dis wat
afgelegen waren door de Monnikken van die cellen te
laaten bebouwen en befrieren. Omtrent de eerllen zal
Lupus gelijk hebben; omtrent de laatften zal het zeg-
gen van Brouwerus en van Haftenius gelden. En dat
de Abdyen fomwijlen zodaanige cellen opgeregt heb-
ben blijkt onder anderen uit het boven gezeide voor-
beeld van deAbdye van Lidlum. En Lupus bekent zelf
ter gemelde plaatze dat de Abten van ouds wel cellen
opgeregt hebben : dat zulks hun zonder verlof van den
Biiïchop wel verboden is geweefl:, maar dat dit verbod
'zonder ultwerkinge is gebleeven.

Het andere verfchil is of zodaanige Monnikken die
In die cellen geftelt vv'ierden daar regte Paftoors zijn ge-
weeft , en of die cellen regte Parochi-kerken waren.

Daï

-ocr page 36-

2,S Aantekeningen

DatfchijntBrouwerns tc neggen: maar volgens LupHS
is dit een openbaare valsheit, en ftrijdt regel-regt tegen
de wetten der Kerke en tegens den Regel van S. ßene-
diiSlus: volgens dewelkende Monnikken geen regtiiad-
den om Parochl-kerken te bedienen. En aci:ter de wet-
ten der Beyeren ftaat een Ordonantie van den I3eyer-
Vorft Taflïlo, onder andéren behelzende dat de Abten
gceniins hebben können bewijzen dat de Parochi kerken
of de bedieningen van den Doop mogten opgedraagen

worden aan Monnikken, behalven in doods nood.....

dat de Abten opentlijk beleden hebben dat ze zich dc
Parochi-kerketi van het volk niet mogten aanmatigen.
Dat 'er veele Parochi-kerkeh, zegt Lupus, onder Ab-
ten geraakt zijn, is hier niet uit gefproten datdezelven
door gemelde Abten (of huniie voorzaaten) zouden op-
geregt zijn: maar dat zoo wel dedorp-Parochienalsde
Kloofteriijke en Katedraale Kerken door Karei Martel
tot een belooning of bezolding gefchonken zijn aan
ïijne krijgs-luiden. De erfgenaamen van gerrielde krijgs-
luiden, het zijn noch al de woorden van Lupus, zijn
ten deele door hun eigen gewiire,ten deeledoOr degod-
vrugtigheit der volgende Koningen, en ook door dc
vertooningen der overige BiiTchoppen, doch voorna-
inentlijk door onzen Apoitel Bonifacius, tót beter gcdag-
ten gebragt, en bewogen om zodaanige kerken weder-
om te geeven. Sommigen egter hebben de Ïelven niet
willen over geeven aan de Biflchoppén of aan de Kle-
rezye ; maar hebben die ter hande gefielt aan eenigè
Abten ; dewelke vervolgens hunne Monnikken over
dezelve Kerken aangeftelt hebben. De BiiTchoppen kant-
ten zich daar geweldig tegen aan : en hebben 't 'er ook
doorgehaalt, zoo als uit de gemelde Ordonantie van
den Beyer-Vorft Taffilo gezien kan worden. De Abten
verkreegen evenwel dat de Monnikken aan hunne
dienftboden , die den akker-boinv waarnamen , het
Doopzel en de vordere noodige Sacramenten in doods-
nood mogten beregten. De gemelde Monnikken mog-
ten egter ten dien einde op hunne land-goederen niet
blijven woonen: maar dat voofregt van de Sakramen-
ten in doods-nood te bedienen, quam maar te pas als
ïy hunne land-goederen eens in't jaar op het bevd van
den Abt gingen bezigtigen. De Regel vafi S. Benedi-
éluï, het is'Lupus noch al die blijft fpreekeη, toont

geen

-ocr page 37-

öp KoNRADuS,

geen ^rooier afkeerfgheit als tegen een Monnik die al-
leen ijitcR zija
Klooiler woonachtig is : en üaat der-
hah'-e g.;cn2ins toe dat hy op de landgoederen , ondet
de boeren of dicnftbóden, zou wootieii. Verders zegt
hy noch dit 'dc Abten zoodaanige Parochi-kerken die
hun
, als gezegt is, vereert waren , dikwils in cellen
verandert, en ook wel zoodaanige cellen van de Leé-
kea ontvangen hebben: maar dat gefchiede op dat het
dorp, daar zoo een cel Ie gelegen was , geftigt zoude
worden door de kerkdieniten en andere godvrugtighe-
den der Monnikken, geenzins op dat zy de harderlijke
bedieningen zouden waarneeraen. De Monnikken blee-
ven in de eenzaamheit binnen de celle ; en gelpruikteii
de dienfien der kerke die door een Paftoor waargeno-
men wierden.

l'^n is de vrage hoe dat deeze ordonantie mOet ver-
ftaan worden, dat de Biiïchop de bcdieaing in de celle
van Delenberge aan een Dom-kanonnik mocft vergec-
ven ; namentlijk of dat tc verilaan is van de Priorye,
ofte de beftieringe over de aldaar woonende Monnik-
ken , of van de Pailorye der gemelde celle. Men vindt
we! dat de
Kanonnikken ook Abten zijn geweefi over
Abdy - Monnikken : maar om dat zulks juift zoo ge-
meen niet is , en om dat we het gemakkelijk van het
Paftoors ampt können verilaan, zou ik dit laatfte liever
aanneemen.

7. Hier ftaat dat de Domen deSalvatorskerk op ee-
nnn tijd geftigt en begifdgt zyn geweeO:, Sommigen
zeggen evenwel dat de laatfte maar geüigt is door den
H. Bonifacius ; en Beka fchijnt dat gevoelen meert«
beguniligen. Dat dc Dom of S. Maartens kerk doorS.
Willibrordus geftigt is , lijdt geene tegenfpraak. Zie
Buchelius over Beka daar hy het leven van S. Bonifacius
verhandelt.

8. Dat het Kapittel bevoegd was om den BiiTchop
naar het Kapittel te ontbieden, en dat hy ontboden zyn-
de ook moeit verfchijnen ilaat ook in oude ongedruk-
te papieren die ie vinden zyn by Ant. Mattheus
de No-
bilitate lib. %.cap.
39. Dit had voornamcntlijk plaats als
iemand eenige klagten tegen den BiiTchop had in te bren-
gen. Deeze magtvail den BiiTchop aldus te ontbieden
itond doorgaans aan den Deken, gelijk in deeze ordo-
nantie van BiiTchop Konradus, en bv Ant. Mattheus ter

II. Deel. C voor-

-ocr page 38-

34 . ■ Α α ν τ ε. κ ε ν i ν g ε ν

voornoemde piaatze, üaat uytgedrukt. In dezelve papie-
ren van Mattheus Haat ook, dat hyniet alleen bevoegd
was om den BiiTchop en de andere Geeilelijken, ge-
lijk in de ordonantie van Konradus verklaart wordt,
maar ook om alle de ingezetenen , en zelfs de Ridde-^
ren van't ganfche Stift, voor het Kapittel te doen ver-
fchijnen.

5?. Dit ziet daarop dat ieder een van ouds gehouden
tvas de Mis der Billchoppen by te woonen : en om dat
deeze gewoonte al wat inbreuk had beginnen te lijden,
word hier, om noch een teken van die gewoonte te be-
houden 5 geboden dat de Gecftelijkheit ten minlte op
eenige tijden den dienft van den Billchop zal hebben
by te woonen. Men ziet een diergelijke ordonantie in
een Synode van Auvernie, die lang te vore,te weeten
in 't jaar 536. gehouden is geAveeih Dezelve Synode
fpreekt in deezer voege.
Indien eenig Pricfier, of Dia-
ken , dewelke voor geen K^nonnik in eenige ßad of Paro-
chie-kerke bekend is , maar ergens op een dorpje
(villula)
VJOonachtig is , eenige bediening waarneer/it in de eene of
andere kapelle, eti den goddelijken dienß aldaar te verrig-
teu heeft , die zal de voornaamße Feefidagen, ah Kers-
mis , Paajfchen, Pinxteren, en de vordere hoogtijden ner-
gens anders vieren als in de flad met zijnen eigen Biffchopt
Alle de oudjie
(dat is de aanzienlijkfte) burgers zullen
insgelijks op de voornoemde feeßdagen by hunneBiffch oppen
komen. Ingevalle dat fomrnigen dit benei uyt een ondeu-
gende Inßigheit komen te verfmaaden, die zullen op de zelf-
de feeßdagen, als ze uyt verfmaadinge zullen nalaaten in
de flad te komen, in den ban gedaan worden.

Het blijkt uyt meer ordonanticn dat niet alleende an-
dere Geefteiijkheit , maar ook dePaitoors, ten minftc
op verfcheide plaatzen , met hunne Parochiaanen ge-
houden waren den BiiTchoppelijken dienil op de hoog-
tijden by te woonen. ünder anderen hebben wy een
ordonantie van Theodulphus
{Capittilar. Theodulph.)
BiiTchop van Orleans , in dewelke bevolen wordt, dat
in de fleden daar een Bijfchop is , alle de Pr ie fiers en al
het volk, zoo vjel die onder als binnen de flad woonen , i»
de Mijfe van den bijfchop moeten verfchijnen
( de eerftc
met hun Priéflerlijk gewaad aan)
en aldaar tot den ze-
gen vun den Bijfchop, en tot de Kommunie toe moeten bly-
■S'i·»; en
dat zy daar m^ te 'VJuten als x,e den zegenende

hm-

-ocr page 39-

op konrad^s. ij^

kómmumê ontvangen 'hehben^ met verlof (vax den Biffehop)
weder naar hunne Ïarochien mogen keer in.

Die ging 700 verreV^at de Prieiters in de Kapellen,
of in de K-Ioofters of Kerken digt aan dc ftad gelegen,
geen Mis mogten leezen als buyteu den tijd van de ßif-
Ichoppelyke MiiTe , en met gellote deuren, zoo als iß
de zelfde ordonantie van Theodalphus te leezen is. Dit
2,ag niet alleen öp de Mis van den Biüchop, maar ook
op het Sermoen : zoo als uyt dezelve ordonantie be-
weezen kan v/orden. Want wy hebben elders getoonC
hoe dat de Biflchoppen van ouds de eenigfien zijn ge-
weeft die het woord Gods aan het volk voordroegen:
hoewel dat zulks in de eeuwe van Theodulphus al
groote veranderingen had geleeden.

Dit fteant alles hier op dat de Biflchoppen vari oüdsi
deeeni'gite Harders van het volk waren, zoo als reeds
al is getoont.

lo. Met zijde kappen. Men heeft doorgaans die ver·^
beelding dat de kappen altijd de eïge dragt der Monnik·»
ken is geweeft. Maar men kan door verfcheide blijken
bewijzen dat de kappen voordeezen ook gedraagen wier-
den en moeiten gedraagen worden van andere Geeße-
lijkeii : ja dat zelfs de wereldfche perfoonen gekapt
gingen. En dit is geen enkelde zlnneiijkheit of zucht
tot nieuwigheit in de geeftelijken geweeft j verfcheide
kerkelijke wetten hebben hun het draagen van de kap
aanbevolen: als de Synode van Mets gehouden in 't jaar
888.
(Can.6, l. 3.) Die van Tours van het jaar 1239.
{Rubr.\o,) Die van Ravenne van het jaar 1314, {Ruhr.
4.) Die van Londen van'tjaar 1257. (Cafi.14..) Noch
een ändere van Londen van't jaar 1268,
(Can. 5.) Die
van Oxford van't jaar 1222. (C. 24. λ/. 22.) enz. Dis
van Oxford gebiedt zulks aan alle Aarts-diakenen, De-
kenen, en aan alle die kerkelijke ampten bezitten, mits-
gaders aan alle Land-dekenen en andere Priefteren : de
eerftgenoemde van Londen beveelt het aan allePaftoo-
ren, enz. En de eerftgenoemde van Ravenne belaft het
ïelve aan alle Prelaaten , geeftelijke amptenaaren ; int
't kort aan alle Priefteren en Regenten der kerken. De
Synode van Valencia, gehouden in 't jaar 1320. ver·«
biedt wel duidelijk dat de Biffchoppen en Prelaaten niet
getabberd te paard zullen hebben te rijden ; maar dat ze
zulks met de kap aan moeten doen. Ea uyt de Hiftors«·

C i iclïrlt

-ocr page 40-

2,S Aantekeningen

fchrijveren blijkt dat it ook inderdaad gekapt hebbea
gegaan. Zoo vindt men in het leven van den H. Lan-
francus , dat hy noch geen Monnik maar een Klerk
2.ijndein de handen van Itruykroovers is gevallen,
die
hem met d-en kovel van zijne kap gebUndhokt en aldus weg
gebragt hebben.
En dit geval gaf hem de eerfte gedagte
van Monnik te worden, ürdricns Vitalis
{ad ann.io^i.)
fpreekt öok van Klerken en Bijfchoppen die zwarte kap-
fen aan hadden ; en vm ßlonnikken en Abten die insgcliiks
met zwarte Monniks-kappen gekleedt waren.
En Jacobus
deVitriaco
{Hift.Occid.c.%.) gewaagt van zekeren Ful-
co Paiioor te Prulliac , onder het regtsgebied van Pa-
rys , dewelke met de kap aan over al ging preeken :
en vermits het volk , 2egt de voornoemde Kardinaal ^
iijne klederen geduurig in ftakken fcheurde , had hy
byna dagelijks een nieuwe kap van node. Het zelve
blijkt ook uyt de woorden van den vermaarden Gui-
lelmus de Sanöo Amore , Leeraar der Godheit in de
Sorbonne , dewelke aldus fpreekt in eeiie van zijne
Sermoenen:
{Serm.de Apofi Fhil.i^ Jacob.) Indien een
zekere i{lcrk , een ros-achtige kap , of een kap rnet gaten
en mouwen aan hebbende , lil. eenige nieuwigheden begon
te preeken, die zouw niet Ugtelijk gelooft worden : maar
indien hy met een geßote kap , gelijk de Prießers, ge-
kleedt was .j dan zou hy ligter ingang vinden.
En Haat
te weeten dat deeze Guilelmus de S. Amore , vol-
gens de getuigenis van den naamloozen Schrijver
van de opkomfte der Reguliere Kanonnikken , in
een 2.ekere fchilderye van de Sorbonne met een
kap aan , gelijk de Reguliere Kanonnikken door-
gaans draagen, niet lang geleden , te ïien is geweeft.
JDus leeit men ook by JEgidius van Or,val,
{Mgidius
Aurets Fallis ad Anfelm. Leod.
^.48,) dat Eraclius Bif-
fchop van Luyk geboden heeft dat
de Kjerezie in den
Advent des Heere
, en van den derden Zondag voor de Va-
flen tot Paaßehen toe, in V zwarte te weeten met zwar-
te kappen aan., zouden gaan, om dat de
Z,warte kleur be-
ter op de hoetvaardigheit en lijf-kaftijdinge paß als de wit-
te.
Dezelve Schrijver verhaalt ook {ibid.c.<)0 ) hoe dat
Notherus , Eraclius nazaat, zich met een krijgs-Jift
meefter van zekere plaatze heeft gemaakt.
Hy gebood,
zijne Soldaaten de kleeding van Klerken aan te trekken,
Hit helmen ondsr hmne Klerks-kappen te draagen.
En zo

tOC'

-ocr page 41-

OP κ ο Ν R Α D υ S. 37

toegeruft verrafte hy de plaats. Daar was evenwel on-
dericheid tulTchen
cie kappen der Monnikken en die van
de andere
geeilelijkheit. De Monniks-kap, eigentlijk
cuculla in 't Latijn genaamd, was een open kap, en
met mouwen , cappa afirta l^mamcata·, die van de an-
dere geeiielijken was gefloten, of niet open, en ïonder
mouwen,
cappaclaufa, non mank at α. Zie den Schrij-
ver van de
Ofkomße der Reguliere J^anonnikken. {p^g·
482.)

Dat de wereldfche menfchen, die van eenig aanzien
en fatfoen wai-en, en die doch altijd verandering in
de kleedinge moeien hebben, ook op het draagen van
de kap verxot zijn geweefi: vinden wy onder anderen
by Mezerai
(over het jaar 1365.J De voornaamfle dragt^
2egt hy, van de aanzstenlljkfle en fatfoenUjkfie luiden (in
de veertiende eeuwe)
was een lange rok en kap die in aU
les byna was als een Monniks-kap.
Maar deeze manier
moet ai vry ouder zijn geweeft: want de gemelde Sy-
node van Metz (c. 6.) gehouden in't jaar 888. daar %y
den geeftelijken gebiedt kappen te draagen, verbiedt zy
het zelve aan de Leeken.
Laici cappas non portent. De
kerkvergaderingen maaken doorgaans geene wetten te-
gen misbruiken die niet in zwang en gaan.

BURCHARDUS

XXIII Bijfchop van Utregt,

Na isat Konradus 500 m00a^!ïöaïïi0 om^eB^a^t Burcharjus
hjaë
/ ten ^eftere Burchardus öoö^iöettti
ge M1tie3liigS5it|cf|0p0etoü^&en:Eenman, komft/,'
Λ Heda, wiens afkomfte en gcflagtrekening doch een
ik nier heb können opfpeuren. godsdkn-

i^/ jegt Heda aï bö^iier/ un gottb^iigtig f^m

m böo^5i0iis man gehjcefi« ^^ |eeffc ht geefle^^ „an, wo,ft
ïpe topseïj niet eigen ganzen gegeeljen / en Eißchop
#liefïeré en ©lateen pöJijtst va« uuegt

^ Hedai^Hift.UhraJ.

' c 3 mt

-ocr page 42-

Het Leven van

2 Si- ^^^^ gcgouiien in

ke wijdzcis ht iltiTgtfcöe^ifcÖoppeiï öie in Ut iaatere ηφ
met eigen fajgn gcïeeft öcööeii: laant gab^m 't 300
iwudcn. jug^ ijjjjjjj^ tijödpe } öat $e fit öcf

öiem'iig öec tpijtwoge aan bt joo^geiioemiie

Burchardus |eeft 13 jaacen ojj tien S^iffcgops^
iicïpCH ^töd geseetcn, Barlandus
tu fommige
anöeitii boegcii öaar «oc^ ce» iaat' / totiiéiti'
Hy ftcrft iïi öat ïigi m^i m 't iaat' i
ï 13 ^oiitie obmcben
cn wordt in (^^Ιί^'^βί öe^imbeii
ht toe|i5ijäe

de groote jj^jj ^jjj ^jjj^ j ^^ ttse^ciiigi hau öeiï

gmUnT PMStV Henricus V , Ijatt ^eu Paicha-

^ ■ lis li.

^et jdf&e iaaï bat Burchardus 0eiio,?lien
j^/ ^ tïïiecöt: iUidoifus hm tst ^omlmv
lie/ 000,? örngtier^^ isa0ts,5e|ï.ölten,

Hy heeft ©efje Burcliardus Ü^eft JCiief iaiS^gOetl /
gifrcnaan ί^β^Π tliffc^eH hc rrhiCl'^U Lek gn öe Lingen,

dc kerken toegcüseejcii aan ^e ßccien feau Maarten m
'
ïSis Saivator > 500000010 Jïat je oba'aï op r)st

sijncr ïicic. tm / b^g hmi alie

(i) / snii^n moi'

gen tlmiiiereii If» ^ttft mïi tot !aatfcni,a3i|nec
5iele eeoige anhm goeïserrn 0ifi!|0nlsen aan ^tt
feaps'ttd ban ^Jan teiitiTgt/ öetodïien iniien
tiijeeDen S^^ief ffaan ngtge^.^nlit
ipdecze ^ecse S3|iebcn flaan in öaai* ge^eeï aatijjCi!

giftbrieven j^aaitï ög W. f Heda. ^ίίί tevfltu ^^lefnoemt
Eoeoic hy Burchardüs Jicft jelbtlï S^iffc^OÏ» door de barm-
l'iflchop hertigheitGods: jn Öen ttoceöen Γφ^ Ö?/door
d9or God, Gods genade BiiTchop van Ucregt. Cn aï bOO^
^ermkertig- Burchardus ^ Ansfridus jlincn tljteï aïilU|
opsefleït : Ik Ansfridus, door Gods genade al-

é> y. Beka in Qhran,
d ßfnd He dam ^ f. 9|»

Isen

-ocr page 43-

Heda^ : Balderïcus door Gods

genadige goedheit en barmhartigheit gering Bif-
ichop der heilige kerke van Utregt.

oHn 0ee3e inaiJiet* öeökn bt ïitc^gtfcge ^ip zoo ais zy-
fcj^opiien m önnne hmUn öïijljen geöiuiften tot

tm φ tm ban Johannes V·. Ö^gmaailtii van Ver- 2Z m
nenborch: böt tot miöben öer 14, ceuioe/ gefchree-
$00 ai^ ölpt αρί ontelöaare Bliebe« ög W.He- ve»hebben,
da öggeö.iast ,#aiiei;9anïï öeïJÖen δρ li)i)le
door Gods genade, βρ tope door de genade van JlJanier
den ApoftohiTchen Stoel, eufomhjyïen ΟΟδΜ van fcliry-

aileöeiöen gefc^^eeben > seïi)^ aï^ öiijftt not fee ven vcraa-

blieben ban Florentius ban VVeveiinchoven ^ip

(φρ ban ïltregt / ugtise js^aaïtomöe ban Geor-
gias
tiaa Egmond, en n^t meer anöere ïtecïieïij^
y iïuUftctt.

e apud Hedam^ /'•75'·

AANTEKENING.

I. Door de BiiTchoppelijkc dienftbaarheden worden
verftaaii zekere regten en vereeringen, die den Biflchop
van regts wege toequamen , of die de BiiTchoppen zich,
doorgaans of op fommige plaatzen aanmatigden. Daar
zijn verfcheidcne diergelijke regten : als i. het bekende
Cathedraticnm ^ of honor Cathedra: ^ dat zoo veel te zeg-
gen is als het Stoel-regt, of het regt van den Biffchop-
pelijken Stoel. Dit beflond doorgaans in tweeTchel-
lingen, indien men
folidus door een fchelling wil ver-
taaien, 't welke elders beter te paiTe zal komen. Dit
was een wettig regt , 't welke beveiligt is door de
tweede Synode van Bragues,
{c.z.) door Pelagius II.
in een brief aan Crefconius, door Gregorius I. in een
brief
aan de Biiichoppen van Sicilië. Alle Parochi-ker-

C 4 ken.

Β υ R C Η Λ R D υ S.' 39

leen, onwaardig BiiTchop der Utregtfche kerke.

-ocr page 44-

4.p Aantékenikg op Bürchardus.

ken, behalven eenigen die vry van alle BiiTchoppelijke
laden waren, en onmiddelijlc onder den Roomichen
Stoel ilonden, ïijn dit regt ichuldlg geweeil En In-
noceruius 1Π. fchrijft
{lib. 3. 36. c.6.) aan den Abt
van Farfa dat zelfs de Parochi-kerken, dewelke onder-
worpen zijn aan het zoogenaamde* Regt van voorfteL·
linge, het gemelde regt moeten opbrengen.

Het tweede regt,'t welke de kerken aan denTiiTchop
fchuldig waren, was het
Synodatkum ^ ofSynode-regt;
ïijnde een vereering aan den Biflchop gedaan om hem
de onkoüen, die op het houden van kerkelijke Verga-
deringen liepen , te helpen draagen.

3. Noch hadden de BiiTchoppén het regt om eenigc
hulp van hunne Priefteren af te vorderen als ze in een
groote en openbaare ongelegentheit waren. En deexe
reden is in zulken gevalle goed gekeurt door de derde
Lateraanfche kerkvergadering. Maar het ilioeil al een
dringende en hooge noodzakelijkheit zijn,althans vol-
gens geleerde en onpartijdige mannen, eer dat het een
BilFchop geoorlofd was zijne Priefters te bezwaaren.
Aréiardus Biflchop van Nantes was door deNoormanr
ïien verdreeven en vnn alles berooft. Dat zou reden
genoeg fchijnen om dc Priefters om hulp aan te fpreer
een. ^laar Hincmarus Aarts biiTchop van Reims heeft
het met een geheele Synode»
{ep. 45·.) die daar over
gehouden wierdt, anders begreepen, en bevolen dat hy
Wel ïets van zijn volk en gecftelijkheit mögt trekken :
maar dat hy zelf qok met eigen handen moeft werken
om de koft, zoo veel als hem mogelijk was, te winr
ncn.

Aangaande het cerftgemelde regt, Cathedratuum ge-
noemd , dat wierd noch byzonderlijk genomen voor
een vereeringe die den BiiTchop in de wijdinge gegee-
ven is geweeil:: en daar zullen we met beter gelegen4'
heit ook een woord van zeggen.

^ '^us Patromtm.

Gom^

-ocr page 45-

41

GODEBALDUS

XXIF Bijfcbop van Utregt. ■

ï^ Λ ttan be S^ifTcöojp Burchardus oberfebeti Gociebaidi»

ioa^ / Godevalclus of Godebaldus , tm '

geöooitn ^^c^/ öe Söifcöop ÖÖO^ htt^^

3eitJ0?ÏJen: mi imnisie ban öe öeügöen knde, goj-
5ijucc bao^^aaten ijeröafïeiti jagt^^ vrugcigheit

mücöio· eu ijoo^sigtiö in sgnen öantid / ^n een
5citiierïin0ïtefïieööerber0o^,öiïienfèi09eit
^mt vanMil
i^be man/ öietrn tijise bat Bemardus UU !san ddburg,
Klaarvai 5O0 ijemiaarö toa^ boo^ be fïrcnge ow

bei'j^oubms bec Hïocfïedijfee tiicgttegeï^y cn beoj
3ί}ίΐε ij^^öo^fïige fïraföeit in
't ftecifpen bec oni«
geöcnbenböeben/ beïïfgnlierc^aanonniMien w^t
f S^ibbeibnr^ in ^erianb geeft berjaagt / om
bat 5e öïïe^ ijerfmuïben en tsfcflempten ·, en
Norbertyner ||ΐΐοπ«ίίίί«η ban fSïittoerpeit in
§ unne plaatse gee^ oiitööben,

d ^eept Êbi!^ böa^ Godebaldus aïb«^ ïfCV^
tjo^mb/ ié naber'öanb boo^ Wilhelmus, i^oom^
fcöfn $ionin0 en oEiraaf ban ï|o!ïanb / ais ban
nien op0eöoutoti baoibenbe boo? be bjankïtng
be Itßby ban
Niklaas 0enoemt> %n beweibe
5tjn be 0eöeenten ban betiiemelben
Wilhelmus,
na bat «gtB^ie^ïanb 0e|aait biaren/iie0raai'
ben 0ebjeefï.

Godebaldus geeft berfcgeibe 0iftett aan be H^ Hyijccfe
tre0tfcöeftecße 0ebaan / en een S^iffcgoppeïiiBe
p^oebe boo^ee«toi0 enaïtijb 0eöe0t aan let^^e-
de utreg".

•icnc Iccrict?

α I. Be\a in Chronica. h W. Heia, en anderen. o-edaa

ί »mtrent het jaarijzz: g «aan»

^ Gnkcrnrdijn in d* Btfchrijvinge van Nederland,

Cf fi^w

-ocr page 46-

Het Leven van

Senfcïjajiisa' ïl^oml^crïie* ^eopene-ö^i'ebettöicn
aangaande jijn ö^ w. Heda te biniren.
K
t fti-t of ƒ ^aar-eu-öotien geeft op een itioec-acgti^
aithanfhy ge ßlaat^ öuöet öet geöiei» öan ïlttegt/ öiii5enii
jjaffeit bau öe fïaö af / een ΙίΙ&ίιρ seßgt boo}
ntaa^- en ii^ouiol-jierfootten ietr eece
rm Ooft- ban öe j^aagb Maria, en ban öen jiilaiteïaae
koek. Laurentius , naatöen regeï ban Benediftus':
fajeife 3i&irgboo^tïee$en/biegen^ öefïrengetnst/

de kerker van de Order genoemtjou 5||n geiöeefï,
ilpt bes^ïbe Rupertus, naar &ei rtpen ban
g Tritheraius, om ^ijne uptnemeniie geieerti^eit
in be j^eilige / tot be eegeenng bei* Mb^

bpe ban Duits öeroepen. ^ee^e libögen ban
/ en 't B^oubjen-Äofier/ (5003!^
Öe papiemi raafeenbe be filgtingenbeclloiiegien
ea ber liioofieuen ban'tïltcegtffc^e ^tifc setui^
gen) jyo bOOI öe Ïïibbei'^ Hcrmannusen Diede-

ryk eerfl begonnen j naberpnb in 't jaai* 1
booi öe ï^eijei'in Macbtiidisban inöomfien booi^
5ien/ en boo^ ben S^iffcgoji
Godebaldas bebefïigfc
gebieefï^ ©kbïgftt ugt benboïgeabenS^itef ban
ben jeïben .^sffcgop.

in den naame der heilige en onverdeelde Drie-
vuldigheit. Ik Godebaldus door Gods genaadige
barmhartigheit BiiTchop der Utrcgcfche kerke,
wenfch allen geloovigen na den arbeid deezes le-
vens de belooning der hemelfche vreugden.
Wy
willen dat ul. bekend zy hoe dat de Ridders Her-
mannus en Theodoricus , en verlcheidene ande-
ren door de kragt van den H. Geeft ontftoken
zijnde, en het krijgsgewaad afgelegc hebbende,
zekere eenzaarae plaats op een tnoerafch, vanouds
Ooftbroek genaamd, hebben verkozen , ca
al-

daar

e p- lyr, 152. en·:^. f Heda als hoven,

β, dt Serift, ^ccUf^ h af, Bek^m f.

-ocr page 47-

G ο D S Β Α L· D υ S. 4.?

iüaar een kerk ter ecre van de H. Moeder Gods
Maria en van den H, Laurentius getimmert. En
hoe da: wy om haare goede meening door Gods
genade te bevorderen, en om voor onze ziele te-
gen het toekomende leven te zorgen , het zelve
moerafch met het land daar naail aan paaiende,
te weeten het Veen, in vollen eigendom , mec
alle inkomften, de groote en kleine tienden, en
alles daar aan behoorende, vry en wettig aan de
voornoemde kerke vereeren. enz.

i ïfgi %uft tïe ï^esuïiere p^iefïer^ ti^t
ïtïcofier Staveren gejaast/om trat jetoiiïp^ SSS
jen ö!i0eßonöen leef ben/ en tieaalf fitojini^ften van stave-
li^jt" ^oftö^oeïi m giume jiïaat^ gesoniren, ren, en
l^eeft Anfeimus (i)
Wit ijatï oBgiiionii tik ite Anfeimus
goeöei'en iitt tftööge öeecïp berquifie / en 5iine Elmoal
oiiUa'öoorige lEonnfèïien öoo^jijne aï te cuime "
regcaing ontfliöte/ ban jijn anipt afgejet,

^n 5ijnen i^ti/ te toeten in get jaar i ι^^/of Fions de

aïtijaul 1 la^/i^'OtialetïaiFlorisde Verte,<eraaf Verte Graaf

tian fi'ï^stiti/ öiem 't S^aoetserfcöap öerta-egt^i
fcöe fterfte öja^ gef^eeben : of ^dp Heda een litmaae
fj[jiee{it / öie öoa^ een ö,?oeöerïpe ïieföe met be derUtrcM.
lltregtfcöe ïiecfee bereenigt toa^. Il^ant ö^t
toiei'Dt eertp^ boo^ een giinfi en ^m^ een goïii
b,nisti0öeit ga'eïient / in be b,?aetïcrfcï|appen of
gDiib|U0ti0e maatfc^app^en aa!igefcï|.2eeben te
toD^ben/ 0eïiji!iie onïiê gejïenïtfcöiiftenöiiiMp
getuigen, ^eif^ be graotfte l^ö^fien ^itiben 5icö
baar öoo? niet betïileinb, ^a be ^^eijer^ ^elf^
lieten $icö onbec be (z) Htcegtfc^e ÉaiionnihiJ
lien opfcpliiben: 50a ai^ö!i|itttigteen]^tei5edi)=
fte ]^|oebe in be ^^omiiepfte ban ixtregt / biaat
ban be opene b^ief k
Heda fïaat aange^aait.

ί Sokkenb Μ αξίκ Pontif. VltrajtB. inedhk,
fi ^pudHUm tx iibïQ ^amtr«? p. ο.

-ocr page 48-

S He τ Leven van

SC!^ Peironella, iöeöUÜJC ijan <!5raaf Floris,
iie regeecing öoo? gaacen 500ne Dideryköenfc^^
öen iüaaruam / geeft 35 isoigen^ be getuigeniö

tian Stokius en Ubbo Emmius, ϊίρ gaar Itafïeei
in Rynsburg ttt ttu ban öe ifeaagi» en uan
öen .^lacteïaac Laurentius , een Iß&ii^ ijoo^ öe
geefïeïijlie j^aa^Den ban Benedidus o^htt
gefïi0t: toaai* op iseese beecsen ban öen gemein
iien ütokius jien:

Ende was te Rynsburch begraven,
Dat zy ftichttc met hare haven,
In de ere der Moeder ons Heren,
Aldaar leghfe noch met eren.

3«ïïen öeneöen / baac ioe ban Rynsburg
gauöeien / nocg meet* ban öeese Itöii^e te jeg^
gen geböen.
€en oub / get toelïte ober i f ο jaar pia^t

korfevTr ^ Öangen in Pieters ïieriie te Seiben / getuigt
LeiJcnis bat be^eïbe Uet'ft onbec beejen Godebaldus ge-i
ender Go- inytït ί^ gebjeefi: bjant baar fïaat get boïgenbe

^cwccft. iiii· Sondaags na Vrouwe geboor-

te , in de maand September , is deeze kerk ge-
wijdt ter eerc van Godt en van de H.H. Apoitc-
len Petrus en Paulus , onder den hoogwaardig-
ften Heere cn Vader in Chriftus Godcbaldus,
XXIV. Biflchop van ütregt.
Hy heeft de <2^nber Godebaldus 'er een fterSba'gaberinö
vcrgade- u ifri^ïaar jn S^nit^ïanb gegonben / baar ög
ring van ijoligen^ gefc fcg^ben ban / Gobdinus tegen^

iz::!'-^ . s ·

ï f 59« i^öen er nocg een bergabermg ge^

yjnïï"cr " S^ubett tt Rcims, bie booi Gelafius mit ßegoni=

noch een / Coftnodr.

Vergaiie^ nett/

De hoofd-

IB

-ocr page 49-

G ο d ε β α l d υ s.

neii/ en ttabeü^anii tjao^Kalixtus ii baïtroMten houd^ tc

t^ / tegen öer iJoü> Reims,

eenïeïien ftanï* / en tegen Hem-icus V. itic m i'-^ardeKa.
inöiiï^gen traite
in |ïanti te piiöen. let San-
bomii^ albaar met een jpïeötige fïaat^/ en ba» isge-
ttiet öet aanfïeïien ban 417 ïtaaifen/ gcbelt
gen öen Itei^er
Henricus, öie ijan ht Sjtaiiaa^
nm i>e öieite en öe ioagfie / en ban iie ^uit^
fc|er^ ise biiföe genoemt too^öt,

let geö^nilt ban öiersdpeinönïiiiöinsentoa^ Het gc-
eecttiïï^ geoo^ïoft» en öuiten alie opfpiaaïi: ia
i>oo^öen§au^ Adrianus jeïf toege|Jaan aan Ka- infJ^igS.
rel den Grootcn ,
50O ß!^ Ög » Gratianus bet^ gen was

gaaitbJo^Dt let 3dbe t^ getroftßen u^t öeHrö^^ eatijdsgc-

np ban Sigebertus ban Gemblours; betpaïen^ oorloH,

öe gae öat genieföe l^aii^ in öe Hoainfclie lietli-
bergaöermge ban 't iaai;
774* aan Karei den
Grooten
böimast ^uft gegeeben toilet beriiie>
gen ban ïroomfc&e ; en aan Λ Hlart^'-

öifcöoppen en s^ffipppeii Ut onöer 't pbieb
ban Karei / leeft Ma|ï m beb^Ien/

bat 5e giiiine bebefilging / eer öat 5e getopt
b3!eröen/b^ ben senielben
Karei 5öii?ïen ïjeö&en
te öaafen,

Leo Vlii. ptft irejeibe taet naSierptib tioeii
gelben / en öoïi bermeHiai ter gim|ïe ban
Otto ί.
<6nfc|aon genomen bat men ben osj^fpwng bee^
5ec önibigmgen niet feon befligen op
ïjét 0enie!^
be Éajpitteï
Adrianus , |et toeïfie ten minfieii
tbjtlfeiaeötis / 500 egtec bafi en brnteii
tegenfp^aaïi/ bat iet b00|noembe geb^uift ai ïang

bO0,? Otto ï, enïiO^tlia Karei den Grooten, ^ïanb

ϊμφ 0f3ï?eepen j en niet alleen ögi be Heiser^/
maar ooi» % be Itaninsen ban ^lanlttljfi en

m dißinß^ 63. cajt. ^driarm.

-ocr page 50-

4Ö HetLetenitak

oHnfetoüii / ίπ nieefï aïfe ite l^o^ficn tïan %
«Cö/ifieiibom/ oiiöer^ouöen jgeiceefi.
is in ^^^ te0enflaanèe ïjteft ht gemeïbe

de geraelcie ÖÖÖmnS Ϊ^Π t'iJÖe baU ^Πί S^'ffC&OJi Godebaldus
vcraacic- öea iädsec Henricus V. öaac ühtt m öen Sa«
«inge vei- g^iiaaii; e« fiet ban de e«

^^eïaatcn Isiso^ ircii i-in^ tn öen ftaf te UthtftU

gen/ aï^ Rixfridus, Bernulfus eil lließC ÜXP

öecen hau m^t S^ifc^öpiten jeif geöulöigt- ma^
ren / cn toaar obei* oKöei* iiioDijaande
fcöojppen een ïangen iiiii ai beeï gtfpooit^ bja^
geijjeefï / na
lieeï en gi'oat pari'etoai'fen bei'öo^
iien en becitoemt ö|ief teaar 000^ Henricus
affïaniï banjsegejeibeöeöeiïsgmge Ijeeftgetiaan/
fiaai inöeliianmeriimijcn » ban Buchciiu^ obet;
Heda, en ^ai aanfioub^ ijier iuseïafc^t iöa^jtien,
In dcReim- tsjijse hüt 'tt öaii een berö^mg tnfft^en

fche v^erga-öen Ht^tt tu öen ^aul Kalixtus aangegaan/
dcrüige is ^^ jjjj ïiaci5er^-fiaf in öen fc!)epiei· bemntfei^i- i^/
ßaflrden (3) «η toat aï ßi-afee! öat 'er ober ölt ßeitiß
lijk ftaf tuflTc^en becfcöeiïien ^aiijen en ïteiser?^ i^i ^
verandert, toeefï/ ^Mt te ïeejen ί!ί tte nicubje S^oefeaalöer
Iteriieïilïie ^φρα^ bmr E. » du Pm .· toaar
ober L. Thomaiiin m
Ρ boeit van de oude
en nieuwe kerktugc OOS bi'ent nageSJen U

ben. (4)

Totdceïe ^ Oe ? Am Kalixtus, ^egt Heda, indeezever»
Vergade- gadcringe zijnde, heeft aan onzen Go^^i^/c/ai, die
ïh^u 5 ε"· over zijn afwezen door

Sberoc- brief verontfchuldigde, denBiiTchoppelijkeii
ffn ge- Mijter op zijn verzoek coegeftaan ; waar van de
wccft\die BiiTchoppen van Utregc zich veele jaaren her-
Paus'de'ii menigvuldige rampen die hun over-

Biffchops npag.i^^. ο torn. g. c. 2.

mijter hecit ^ tom. i. part. ri. Hb. U. c. 28. '

ÏCiiirecgen. j in fiifi, Epifi. Ukraj.

geko-

-ocr page 51-

god e b aldus. 47

gekomen waren , niet hadden bedient. J^aai?

ian too 300 aanlïonö^ ö^eedetjiilieii Saubrien.

Jt^ö'^tUilkö pt Ban Kalixtus opbit

torjoeft hm Godebaldus UtU Eerjei; llgt Buche-
lius toei lue&eöeeleit

Ralixtm BiiTchop, Dienaar der Dienaaren Gods,
aan zijnen eer\yaardigcn broeder
Godebaldus ^ΒλΪ·'
fchop van Ucregt, heil en Apoftoliflchen zegen,
Wy hadden gehoopt dat gy dcezc Vergadering
zoud bygeAvoont hebben j maar wy hebben uyc
de broederen, die gy tot ons afgevaardigt hebt y
verftaandat gy onderwege door Godt verhindert
zijt geworden , 200 dat gy tot ons zonder mer-
kelijk gevaar niet hebt kennen komen. En daar-
om willen wy uw achterblijven uyt vaderlijke ge-
negendhcit wel ten beften houden, vertrouwen-
de datgy voortaan in dendienil van
Godt en van
uwe kerke
getrouwelijk naar uw vermogen zult
volharden.
En wat die Prooften aangaat, die van
u verzogt waren om de vergaderinge in uwe plaat-
ze by te woonen , maar zich niet vertoont heb-
ben , die geven wy uwe befcheidendheit over,
om over hen volgens de kerkelijke regels regt tc
pleegen. Want al wat gy dien aangaande door
Gods ingeeving zult gedaan hebben , dat zullen
wy voor welgedaan houden. Vorders vergunnen
wy u , en uwen nazaaten , tot meerder eerbie-
digheit en gezag van uwe kerke, en uyt een zucht
van onze oude en onderlinge vriendichap , dat
de Bißchoppelijke Mijter ul. zal opgezet worden.

Gegeeven te Reims , den 30 Oólober, in de
13 Indiétie, in 't jaar 1120.

In het jaar na de mchfehwording van Chrillu*
, 3C0t Urfpergenfis ïli Jpe UrOfip
iiatiaai*/ heeft de Keizer Hcnricus hetj'eeftvan
Kersmis tc Utregt geviert, alwaar op de feeft»

da-

-ocr page 52-

S He τ Leven van

dagen een krakeel is ontftaan. gi'er iJÖil

öeneiim,

Cinödp tst liti^tt Henricus , i?ïe ntet tm

maiiti^ le^cr gel^omen ioa^ om ht toe&ecrps^iiiii^
mm^m tot reden tt (5-) ö engen/ Ittr^gt
gefïo^ben. ^ijne iagetoaniien 5ijn in 't msötien
ban 't Cijoo^ öei* ^^omlterlte öegraatJen / in 't
3eüüe graf itaar öe insetoanöen ban ober^
grootbaöer
Komadus begraaben toaren jetaeefï,
^ant Iteï5er
Henricus, öie ban be ^taiiaanen
boo^ ben tbjeebenban bien naam/ maar ban öe
^uitfcfjer^ met meerber fcggn ban reben booi
ben berben geïjouben too^bt / bja^ ^ijn grootba^
ber, ^yne öegraafiiïaat^ noe^ tegentooo^big
in be ïpomiterïie tejien/ aitoaar beeje bjoo^ben
in 't Satiin te ïeejen tïaan:

DE INGEWANDEN
Van

De Keizer

Henricus

ftcrfc te

Utregti en

■worde

aldaar

bcgraaven.

HENRICUS V, KEIZER.
In V Jaar iiiy.

r Eindelijk Is de Biflchop Godebaldus , als of
hy handdaadig was geweeft aan het krakeel,
dat te Utregt tuffchen (6) de bedienden van den
Biflchop en 's Keizers hovelingen gereezen was,
en vervolgens fchuldig was aan gequetile maje-
Hy heeft fteit, in de gevangenis geworpen j daar hy byna
dnejaaren tot dc dood des Keizers heeft gezeeten. Tot dat
lezectcB» ^^ eindelijk op de voorfpraak van veele
* ' groote Heeren "daar omftreeks , mits betaalende
een merkelijke fomrae gelds, en niet als met groo-

r ^bbatV^erg. at fu^m.

te

-ocr page 53-

G o d È β α l d υ s. 49

te moeite , is los gelasten, ^fó 3t|iie JieHite pnJj „ ,

hm ÖaniJ toeiiam / ïjuft ïpt Jloiiuiii^ ge^ nio^
iaaai» tt «^op^oeii aaiigetraMten : m öaac broekMon-
ter plaatse op öin 4 ,ΐ^δ^επώβΐ* / in 'i jmv 11 α 8, mk was
500 aï^ BeJca, m merfl alle 0113e p-worden,

iri-i'srtïïi-ll / ί!ΐ rrrrjiTït·!? ίίί>ίϊ?ιΓϊϊΐί5·ίί- fshsM-Ji^hii-si pst ^^ T^ ^^^r

gctmgrn/ m grootelieiligöeit oberïclïeii eii ovcrkdc«.

ORDONANTIE

Van den

KEIZER Η Ε Ν R ï C U S V,

Uytgegeven onder Godebaldus Bijfchop van
Utregt, raakenäe de vrye en regel-
maat ige verkieziJig.

Jn den naamc der heilige en onverdeelde Drie-

vuldigheit. ik Henricm , door Gods genade fta^c van
Roomfch Keizer, aangedreeven door de liefde iJe beveftt·»
tot Godt, tot dcH. Roomfchekerk, en tot den
Paus
Kalixtus j en hoopende dat zulks my ver-
llrekken zal tot verligtenis mijner Ziele, cii)e mits en vergunt
deezen aan Godt , cn aan de heilige Apoftelen eeaviye
Gods Petrus en Paulus , mitsgaders aan de heili» verkieang
ge katolijke kerke, afiland van alle beveiliginge -".^ijfe
door den ring en den Üaf.
Ikfla toe dat Vr in alle onderhoo-
kerl^en die onder mijn Rijk en Keizerdom gelegen si/?;, "ge iandcss
een regelmaatige verkiezing, en een vrye wijding plaats
zal hehhm.
ik zal getrouwelijk zorg draagen dat
alle de bezittingen en regten van S.
Pieter , de-
welken zedert her begin van dit verfchil tot den
dag van heden toe, 'c zy by den tijd van mijnen
vader, 't zy onder mijne regeeringe, aanS.
Pie-
II4 Deel. D ter

-ocr page 54-

3.4 HetLevenvan

ter ontvreemde en in mijne magt zijn, weder ge-
geeven werden. En de goederen van alle andere
kerken en Vorften, of van eenige klerken en lee-
ken die by gelegendheit van deezen oorlog ver-
vreemdt , en onder mijne magt zijn , zal ik met
den raad der Vorften en geregtshoven wederom
geven j (7) en indien ze onder mijne magt niet
cn zijn , zal ik getrouwelijk te weeg brengen,
dat ze den eigenaaren weder ter hand geilelt wer-
Hy
belooft ^^^ opregte vrede aan den Heer en

Jialixcus te Paus Kalixtus , aan de heilige Roomfche kerke,
zullen en aan allen die zijne party houden of gehouden
hebben. En waar in de H. R. kerk mijne hulp
zal komen te verzoeken, daar zal ik,haar getrou-
welijk in helpen: en in alles waar over zy eenige
klagten zal inbrengen , zal ik haar goed cn be-
Jioorlijk regt doen. Dit alles is gefchiedt met toe-
ilemminge en overleg der ondergefdireevene Vor-
ften
3 Adelbertus Aartsbiffchop van Ments, Fre-
derieus AartsbiiTchop van Keulen , H. BiiTchop
van Regensburg, Otto BiiTchop van Hamberge,
Bruno BiiTchop van Spiers, H. BiiTchop van Augs-
burg, Godebaldus BiiTchop van Utregt, Uldari-
cus Biflchop van Konilants, H. Abt van Fulden,
Henrieus Hartog van Beyeren , Fredericus Har-
tog van Zwaben, Bruno Hartog van Sailen, Diet-
boldus Markgraaf van Chamb van Vochtburg,
Godefridus Paltsgraaf van Wittelsbach, Engel-
bertus Markgraaf van Iftrie , Berengarius Mark-
graaf van Habsburg , Theodoricus Graaf vatB
Montbeliard,
en veele anderen meer.

OR-

-ocr page 55-

Godebaldus.

ORDONANTIE

Vau ■

GODEBOLDtrS

In 't jaar iiio.

Vat de t^nonnikken van S. Mariaas kerke te Êruggs

hunnen Proofl zullen verzoeken van de S.MaaV" Ordonantiè
tem Kamnnikken te Utrcgt: en meer an- voordeezeö
dere verdrag-punten tujfchm heide ΐΓιεεεοδ-

die Kapittels opgeßeld. ^fn, en *

getrokkcfi

Tn dén naame der heilige en önverdeelde Drie-
vuldigheit, en der heilige Moeder Gods Maria*
jaarboeken
Het zy kennelijk aan alle tegenwoordige en vanP.Bok-^
toekomende geloovigen , dat de Proeft Lutgar- kenbcrg,
dus , uyt lail van den hoogwaardigen BiiTchop
Godcboldus , en met gemcenen raad van zijne
geeftelijkheit, de kerk in SyiTel gelegen, dewel-
ke met alles dat die kerke toebehoort zcderC
langen tijd ongeregtelijk en by onderkruiping van
haar hoofd vervreemdt is geweeil, tot het eigen
gebruik der broederen wederom heeft geëifcht t
en dat hy dezelve door de goddelijke hulp , en
vermits de openbaare geregtigheit derzaake voor
hein fprak , in de Doornikfche kerkvergaderin·»
ge , onder de getuigeniiTe van geloofwaardige
perfoonen , wederom tot haar* voorigen ftand
heeft doen herftellen. En op dat de voornoemde
bezitting door een onverbreekelijken band van
vrede aan S. Maartens vergaderinge ten eeuwigen
dage
verzekerd raag blijven, zoo isds voornoem-

Ό % ds

-ocr page 56-

S He τ Leven van

de Mariaas kerk , re Brugge, die eerft in SyiTel
aan haare moederkerke onderworpen was, met
de eenpaarige toeilemminge van het S. Maartens
Kapittel in haare vryheit henlelt : welke vryheic
ceril al eenigzins beveiligt was door het PauiTe-
lijk gezag. Doch deeze vryftelling is met de vol-
gende voorwaarde geichiedt : zoo wanneer de
Kanonnikken van de Mariaas kerke hunnen i rooft
verliezen, zal 'er een uyt hun getal met de toe-
ilemminge zijner mede-broederen tot Utregt in
't Kapittel van S. Maarten komen , en een nieu-
i wen Prooil verzoeken. Welke waardigheit de

Deken en de Broeders in 't gemeen, door een al-
tijd-duurende opvolging, met uytüuitinge van
denBiilchop en den Dom-Prooft, als haarc eige
en byzondere zaak, zuilen vergeeven, en 'c zij-
ner keure overgeeven. Dok is 'er in het Kapittel
bciloten dat de voornoemde Kapittel - heer van
Brugge, zoo lang als hy naar zijnen Prooil zal
moeten wachten, door de broeders in 'tgemeen
bezorgt en gehouden zal worden. Maar het ge-
ven van een Prooft zal op hem alleen aankomen^
des zal de Prooft hem de noodtge onkoften ver-
goeden. Daarenboven hebbende Broeders geoor-
deelt dat het een godvrugtigeen eerlijke zaak zal
zijn , en tot meerder eendragt zal veriirekken,
dat zoo dikwils als 'er iemand der voornoemde
Broederen van Bruggen overkomt, hy mede ter
Choor verfchijnt, en onder den Deken ilaat, ge-
Onderlinge andere Broeders. Vermits de voornoemde

eendragc kerk dan zoodaanig met deeze kerke vereenigt
endoord- en ia dezelve ingelijft is , zal men , zoo dikwils
pligcen» ^^^ broederen van beide de kerken

Iterft, de dood van de wederzijdfche broederen

aan

* Dc fcerk van Brugge moet een Prooft verzoeken uy: S.Maar-
teas-kapitcci.

-ocr page 57-

G ο D Ε Β Α L· D υ s:

aan beide de vergaderingen over en weer bekend
maaken, om den dertigilen dag zijner dood, en
zijne jaargetijden, door nachtwaak ingen en ge-
beden, en door het leezen van de daar toe geilel-
de Piahnen en MiiTen, naarbehooren te houden.

Vorders, op dat dit alles vaft enbeftendig mag
blijven , is'er met onderlinge toeftemminge be-
volen deezen brief op te ftellen, ende door ieders
zegel te bekragtigen : op dat zoo het iemand
mögt luftendit omverre te ftooten, zoo een den
vloek der eeuwige verdoemenifie onderworpen
zy.

Gegeeven in 't jaar onzes Heere r I^o, in de 2
Indiélie , in het tweede jaar der regeeringe van
den BilTchop G, enz.

GODEBALDUS '

Heeft in 't jaar iizS eenige byzonderevoor-
regten aan den Prooil van Weft-
V riesland toegedaan.

Qit Jliii öe cegtcii m iJoogSigcn öan öe ^^οοΐί^^

tï^e tïöïi on&er öe feerlie iian yooi-recrten

lltregt, door °

Voor eerft heeft Godebaldus zaliger gedagtc-
niiTe , Biflchop van Utregt , aan de Utregtfche ®
kerke , en aan den Propfl van Weilvriesland, tot
het werk der Prooildye, en om de lailen der zel-
ve te können draagen , voorhene gegeeven de
vrye, volkomene , en altijdduurende geeftelijkê
magt-oefFening over het landfchap van Weilvries-
land : dit is het geene de gemelde Biflchop aan
S. Maartens kerke, tot het werk der voornoeiO-
de Prooiidye van Weilvriesland heeft gegeevsn,

D 3 op

-ocr page 58-

ƒ4 Het Leven vaisï

op de volgende wijze, f Dat de Deken en het
Kapittel den Prooft aldaar zullen n^oeten verkie-
zen , en aan den zei ven de zorg der Prooftdye,
benevens alle de BiiTchoppelijke regten die in
dezelve Prooftdye te bedienen zijn, zonder an-
dere Biflchoppelijke beveftiginge van nooden te
hebben, zullen opdraagen.

Vörders dat de Prooft van Weftvriesland, die
'er dan zijn zal, de klerken en leeken aldaar zal
vermogen te beftrafFen volgens de behoorlijke en
gewoonlijke manier van regten.

Vorders , dat hy zal vermogen tweemaal in
den tijd van feven jaaren vergadering te houden ^
boeten en bekeurgelden (8 ) ontvangen, en de
misdaadigen ontilaan.

Vorders 5 heeft de gemelde Heer BiiTchop aan
den Prooft aldaar , die *er dan zijn zal, vergunt
en toegeftaan, dat hy eens om de feven jaaren,
als ^t hem zal believen en goeddunken 9 zal ver-
mogen een Katolijken BiiTchop näar de zelve
Prooftdye mede te neemen, om 't geene de gee-
ftelijke orders en de wijdingen aangaat te verrig-
ten, en den zeiven dan weder naar huis te gelei-
den? en de profijten beneffens den dus ingehaald-
den BiiTchop te genieten.

Noch al vorder, dat al hetgezeide omtrent de
gemelde.Prooftdy van ongeheuglijke tijden af
vreedzaamelijk en geruft?lijk onderhouden is ge-
weeft.

De Prooft
yan Weft-
yriesland
mag een$
om de 7
jaaren eeii
Biircho|>

dien hy
begeert
gebruiken.

t De Prooft van Wcftvriesknd do'or den Deken en het Kapittel
vat! S. Maarten verkooren heeft geen BiiTclioppelijkc beveftigiflg
van noodgn»

R E-

-ocr page 59-

G ο D Ε Β Λ L D υ S. $$

REDENKAVELING

Waar inne onderzogt wordt wat dat 'er te dea-^
ken ftaatvan de wijdingeenden mijter
der ütregtfche Biflchoppen,
tot ten tijd toe van

GODEBALDUS.

JJrtoiiï öet ligt iren boo^noemtrcn S^^ief hm

öea ^aup Kalixtus Öïpt bat Godebaldus

öen s^iffcöojpiieïpen mijter fcoo^ jicg $dben en
boo^ 5ïjne ita-^aaten ijecjogt m becftreegen '^tep,
300 öe b.?aa0/ of öe ütrcgtfcjje ^crßboogöeii
5eitert tt öooö ban ben Bomfacius, tot öeii
tijii ban Godebaldus toe / bat ί^ / öen tïjii ban
bievbifaibe eeiiiee/ seen regte ^iflTc&opjpen 59»
getoeefi/ en ben mijter niet geb^aagen geööeni

Cn bO0| eerfï joubc ö^t Mmm fcöijiicn bat
be töO0|ben ban
J. Bcka ^, en bie ban W. Heda f,
aibu^ gcbiiibt ïionnen bso^ben :

Na de dood van ßonifacius heeft de Utregt-Qf^je u^
fche kerk, die noch eerft begonnen en teer was,
trcgtfclie
de Metropolitaanfche waardighcit noch niet ge- kerk tot
had. . . En de Ütregtfche Biiichoppen die om G^aëbaL
den hoogen nood naar het hof van Romen niet ^lus oeene
koftea reizen , om den AartsbiiTchoppelijken ze-
restcBif-
gen te haaien , hebben den enkelden zegen van ichoppen ^
den nabuurigen Metropolitaan ontvangen, op de
wijze der Abten j en langen tijd de Mis zonder gehad,
den BiiTchoppelijken mijter gedaan. . . Ja de
AartsbiiTchop van Keulen heeft hen de wijding,
gelijk aan Abten, gegeeven : en 'c gebruik van

D 4 dcö

-ocr page 60-

3.4 HetLevenvan

iJen mijter is tot den tijd van den Biflchop-Go-
debaldus agter gebleevcn.

EPaar cmireiit tsit feoo,? cerfi mjt beu ïi^ef

ban Bonifacius aau den pau^ Stefanus, biß iiO^

feeii iiï ttecradöt i^/ ßanbafli(|e|teit bjo^tieni öat
Öet bg jtjuen φ boo? Un lilp0fco!ifcöen^iod
hnMt ßclo^eft of Öe fterlt ban lltcegt oiitiec
He hm
ïifiilen aï^ ïja&vt jjEctropoIitaaK-ftei^iie
inoefÏfl'aaiicsfiiiet; en öatöit gcfVp/ Uïtuité
■ Bonifiicius gcmaiteit iöicrlst m öat ictë ba:ï
iie iiwtfji^aafie toi|ï/ in jijn kUn niet Beßiß jaï
^ïjii getoeffï i 5ca öat men tseu ve0en φ niet
Imn ixieeteu töiïiiiicer i^at 'er ugtf j6,matt oöer

Het Proces 0e&aatt.

^^^ ff^ö^ ^^ seïootien bat m PP^^^ ^^^Φ '
tcnvi/c dat pngeniie/ tn boo^riamentlp aï| öe ongeioobi^
de vrkzea 0 B^nf^eit/ Mc PM^ pjit tsoBouieiitip tenon^
groot gc- ^cv ge&iagt
m töt 'tet .geloaf ßeF^eert teacen/
riVciS,- beSaifciiöppen pUer!/ hat

pen"piJc|- 'ev / m / eeï%ii hun öe cerfïe
den ,_zijii htv liltregtfcle Isei'ite / m boüiüameutiijli Gre-
f [ · goi'ius öeiiajaatlian Bonifucius, jiict meecaï^ öe

<Ten als — -

Gregonus, j^aaf ül^ ïitt hja,^ / fu

liiet^niccr |ieiiïfHjé fierii 500 toff000,1 öaar sejäg a!^

'iiiirT 't oube geö^iiil? hühmb^/Ö^ÖBen mmf^^

ceweeft. fcliö|)|jeii niet imex ßoiiieii moeten treltfieii/ 50Q

kiderhand WiHebrordus in beeet'fie fllnÈiiigeöeejei'ïtei'i

ziponze öm iii'et tt ferrgeep te aröeiöeit/ g-aD ge^

pén hoc- ^aan : rnmtßmtn h^km^ öet oube igeöiinft/'

wel niet te 't teelfte iii isie eeiilae iioc!) in stoang gin^/ ijaae
Romen, fee« SSiffc^oiJ l^eule» aï^ ö^aitn lEetropOi^
cg^cr
te iiioeten iTïsen.

Sïrtöen . Sl^aiitbti^f^^eelit Alcuinus,iietijdgenoottJan
fiet gebruik Willebrordus tn Bonifacius , of Mt aüiiec^ ht

was,gewijd mas 5ηίί ban Μ Cmctaaije van de

-ocr page 61-

Godebaldus. 57

Goddeli jke dingen Φ, öaat* ïj^ öe bsijje liati mi
^ifcïjop te iJCL'Wcsen
m U iöijiieu öefcö^öfti

Wanneer de Biilchop van een flad komt te iter-
ven , dan wordt 'er een andere door de Geeile-
lijkheit of
het volk verkooren j en daar wordt
van de anderen een bevelbrief opgeilck : en dan
gaan zy tot den Apoftoliflchen Biffchop (dat is
den Metropolitaan) in't gezelfchap vandennieu-
verkoorcn, die fmeekbrieven by hem heeft, waar
inne de Metropolitaan verzogt wordt ,den2elven
tot hunnen Biflchop te wijden. Oiier ßail

«agejien iuo^ben E. du Pin bie liaac B^eeöec isan
Öaiiödt in * öoeB ban be ouire feec&tngt

liigterboigen^ beeje ix>ii5e ïjuft Baldricus, nci^
gcntienbe S^iffc^öp ban lltcegt/ tn jgne ^an&^
befie t aan öeïltreötfcöe ImU beileenïi/ u^t^,

Ö^UlißdijÖ afön^ g^fp^oten : dat hy na de dood
van den hoogwaardigen Heer en Vader Radbo-
dus , veertienden BiiTchop van Utregt, tot Bif-
chop der zelve ftad is gekoozen: en dat hy door
den Metropolitaan , te weten den AansbiiTchop
van Keulen, beveiligt en gewijdt isgeweeiL

■^aci 't balfcpp ban Beka'pjdt / of
altöan^ onöeöajgtdilß n^t sgiie penne jgeroït/

Öat de Utregtfche BiiTchoppen van den naaftge- ■
legen Metropolitaan den enkelden zegen, op de
wijze der Abten, ontvangen zouden hebben, (p) Zoo als

^n tegendeel l^e&öen ben bollen 5esen/ trat ^oor Jiet
be saifcöoppelipe biijüing / ban öem ontbant voorbeeld

gen« ^it ieeft ßaldricus 5e!f in öen aange^aai^ fcÏeiïn"

Öen ^^iefiangte bore beipïiïaarti ^ï lanii boo^ kerkvoog-

Godebaldus ip Radbodus Op öeseïbe Üjjjje ge^
fcööbt setoeetï / xm Beka en Heda seïf^ se^ bcweeze.,
tilligen* öejelbe Radbodus ÖOOI ßaldricus,

D f Ut

φ de dh'm'isofficüs, cap. 36. * Dijfert. I. 13,.
\ apud tkdara ^ ρη^,

-ocr page 62-

5*8 - Het Leven van

öi'e 5ί|π nagaat ποφ i^^0eioo,?tien/ijec5o0ttoiet;&t
om tioee ï^ïcrftcn
tot ^^iefter^' te togiren/ Ö^^ft
^tt 0eliiei0cct / 500 aï^ hxt öairen aï 0e3ien
geöfienj cn geeft öoo? een 0ce|ïlianbooOTSi"öe
boo^ffieït öat Baldricus 5eïf geunac^ een^ ^ouöe
fejlïien, i^an
Burchardus, beii naafien boo^saat
ban
Godebaldus, fcïj^gfi; α Heda: dat hy de wijd-
zels mee eigen handen heeft bedient 5 en dat hy
Priefters en Diakenen heeft gewijdt. ^a'thSO,?bt
niet aïïeen ban Beka m Heda , maar ooïi ban
Mabiilon ttt Pagi, boo^ be juibere bjaar^eit
3e0eeben / bat
Aibricus aibu^ tot ben biei?ïien
^iflcöoj» ban Iitce0t / ban
Wiiiibrordus af te
reïienen/ 0ebji)bti^0eb)eefï ; en bat Μ ooit
ben ]öeiii0en
Ludgerus ^^iefïec geeft 0eb)ï}bt.

^at ban belittte0tfcöe2^ïffc9ojppen nietnaac
get ïroomffge ïfof jijn 0ecei'fi/ om ben ICart^-
Èiffcgojppeigiitn ^egen te gaaien / maat ben ^c^
gen/ of 0elpHeda fji,?ee6t/ bebJiibin0 ban ben
naafi0eïe0en2^ifcgojp ontban0en geöben/1^500
5eec tïiet 0efcgieiit «gt goo0en ncob
/ 0eïp Be-
ka
fcg^ïift / nocgte boo^ / aï^ Heda te

bennen 0eeft/ (lo) maat acgterboï0en^be toet
en get bet* ßetfte* beese ^cg^

ber^ baat ban onßunbi0 sgnbe/ en ban be tugt
ber ftetlie bolgen^ get ©eö^iniS ban gnnnen tgb
coibeeïenöe / (ύρ toeïfie abei:ee0tfcge balte jicg
nocg gebenbaa0^ ai mcni0 fcg^gber berseiït)
ïappen en ö^aÖleïen aïïe^ boo^ maïfeanbec / en
seeben baïfcge en Öeu5eia0ti0e oo^saal^en boo|
be bjaata0ti0en 03;,
droegen ^00 een öïanbje teben bit/ bat be
gemelde

geencn " Biffchoppen van Utregt langen tijd dc Mis zon-
inijcer. der den mijter gedaan hebben j baat Beka mebi

ffgetmt; en 't 0een be anbete in&ien0t/ dat het

ge-

143·

-ocr page 63-

Gopebaldus.

gebruik van den mijter tot den tijd van denBif-
fchop Godebaldus toe is agter gcbleeven.

^^ geööcii langen tpöeiitu'eiiligt&aan/ ^oit^i
iter öen
mnttt 01? tt öeööeii; to^ fïaaiJ ïpt toe:

maar öat 5nW4 5Cllltie door hoog-

dringenden nood , 500 ötö öüoiseeijen / of
Oltt dat ze door de armoe^de verhindert zouden
geweeil zyn, (ii) Uaau seggeii ίορ iiectt tegem

^mt tit lltre^tfcge fteri^ toier&t tra^eïilïij al
rpei· m i'pec j 500 öe giften öan 500 mes'
nige m ^miingen / en öe öebefiigia^e«
öec 5e!be siftea / tiie itieefï
Heda ba'meïiie
fïaan / öujbdp öetoysein φί ö®«? joiitißii tiie
/ tietoeïBen iü'e ieilïse en goog-geïmte
mannen 300 rpdp öefcgonften / ojp get ßoöpeii
Sjanraytec^ (Ï^) ge5ten|eööeni
Φι Öet $onlö
a! een «gterfïe arnioeiie moeten jijn / öaac öet
o$> ]^et Hoopen öan een mijter 30Möe aanßo^
men;

lèen ïeefï in een outi ianiïffö# tan öe lö^
öge ijan (Congerlöo/öat'erSiiffcioiipeii in3[eiv
ïaiiö $ijn getoeefi/ Daac g^t 500 foöer metie om»'
qinam (13) itat 5e in öe lierïiliergaiiermgen / of
ojjenöaare ßerßislenften / met papiere miiter^
iiecfeöeenen. ^et ioei^e öiei* 00^/ iiiöien'er öe
armoeiïe 300 groot toa^ tceioeefi / te jta^ ftontte ^f"
ßomen. ©at isan .öe lltregtfcöe mffcijoppm
öen öienfi ijanouö^ jonöeröen a5l|fcö0|jpe!pen noch in
mgter geitaan öeööen / nergen^ anïJer^ öm geen
gefcpiit/ al^omöatöe^ifcööp^-mper^nocö
niet in 3ioang gingen,

^it getuigt boo? eerfi Hofmannus, in 5p wo als ^
ICigemeen Jl^öo^öen-öoeft/ ontier ben tijteï ban veefc
Mitra, iïaarÖgaïim^TiMft: l^e Schryvers der

Roomfche kerke zeggen dat de Pauzen en de beweezen»
BiiTchoppen den mijter voor het jaar 1000 nau-
Jijks gebruikt hebbeq,

-ocr page 64-

ïi6 Het Leven van

't seïbe geboden du Gange, een ^a^
toïp .^iö^iijijec/ öeiuelöe in jgnil^oo^iïenboe^/

ÖP ^ei toöO^iï Mi era, aïilU^ ceöeneect : De mij-
ter wordt tegenwoordig gehouden voor het ei-
gen hoofd-cieraat en het hoofddekz,el der Pau-
zen ; mitsgaders der Kardinaalen , der Aartsbif-
fchoppen en der BiiTchoppen : hoewel Menardus,
fchryvende over het Sakrament - boek van Gre-
gorius den Groeten, aanmerkt dat de oude Schrij-
vers, die over de Goddehjke dienilen gefchreè-
ven hebben , of de Sakrament-boeken, of de
oude Mis-boeken, daar zy van de BiiTchoppelij-
ke pronk-gewaaden handelen , nauwlijks cenig
gewag van den mijter maaken : zoo dat 'er voor
het jaar looo qualijk ooit van den PauiTelyken of
BiOchoppelyken mijter wordt gefproken, zoo als
naderhand gedaan hebben
Petrus b Damianus^
Hugo c van Flavigny
, en dc H. Bernardus.

^erom ö^iöat Am. Buchcliusin ^^ntUiim
merftingen ^ obec Beka, isaai* ban Baidui-
nus
I 23i|fcïiop ban iltregt / öanöeït / niet en
tbjgfeït of 3efeerc5iibcce penning / &aar2$iffcöo}}
BrJduinus op öfge&eelöt fïaat/ i^get af-öeeïti3ei
ban Balduinus i. Om dat zijn aangezigt, ^egt
ilaat afgebeeldt zonder mijter, die voor de
tijden van Godebaldus^ in geen gebruik by de
BiiTchoppen is geweeft. (14)

€n aïfjoelaeï Öat be ïtaröinaaï 'f Bona, obet?
ise ouöïieÊen öerjUliffe fcö^penöc/ öaai* ggöeii
öe öe geboeïen^ ober öit beifcpii 5oeïït te beteer
Kigen/ en aan Andreas Sauflai, öieboo^ iteonit^s
Seit ban öe mijter i^anipt / iet^ toe te geeben -,

Öem

h Serm.x.deDedk. ζ^ lik τ. epiß.io^
c in Qhïon, ann. 1100.
d Eptfl. ψο. e pag. 36,
ƒ Rer,Liturg, Li,c. 24. 34.. pag. 24.2,.

-ocr page 65-

G ο D Ε Β ^ L D υ s. €t

ï|cm goeiïiiJiïiig toefïaat: Dat 'er al van de tijden
der Apoilelen at' een zeker hoofdciéraad is ge-
wee ft
, waar van fommige,zoo niet alleBifithop-
pen zich afzonderlijk bedienden 5 50O bei'Maait
|)gi egtót Wöit U^t dat de mijter, zoodaanig als
die tegenwoordig is, een nieu-gevonden cieraad
is , 'c welke voor het jaar
1000 naulyks in de
kerke gezien is ge weeft : ende dat zulks voor
eerft beweezen kan worden uyc de fchilderyen
en andere gedenktekenen der ouden j alwaar zoo
wel de Pauzen als de andere BiiTchoppen met al
hun Biflchops-cieraad, doch altijd met blooten
hoofde, ftaan afgebeeldr. En dat dit ten tweede
fchijnt te blyken uyt de Ceremoni-boeken voor
700 jaarenbefchreeven, en uyt de andere Schry-
vers van de kerkelijke zaaken handelende j dcwel-
ken alle BiOehoppelyke gewaaden naukeurig op-
teliende,geeneenAvoordvanden mijteren reppen,

S^otlij aï^ Ö0 s^iffcgoj^en in iie eïf&c emtoe f «ch ak
htn mijter 500^1^^500 to Öegofien teè^aageiij vanf^™'^
ril toaacfcöplölt hm öcn Paitó berïof iioar toe mijteinu
ber^reegen ijadiJeu; 300 al^ 'tSelieiitï Ut Öeiz^ang

niêtlaiiste bore metijet Pallium toa^toegegaan i
500 5a! οπ50 Godebaidus ooft tscumgtei* ban iien S ^dm!
^aii^ Kalixtus TI bei'sogtöc
^n/ omtrentöicii van Kalixtus
tp aï^ Henricüs V. til U S^ifcflOjpiien hit 't verzogt»

iKCt öieïto fee is^cöe met öen gemdtïeii
ψαη^ omtrent ht Itei5er!pe feljcfifging fimit
^aai* 0|J Kalixtus 60tt mijta? aan Godebaidus
en 5iiïïe na5aatin/ tot meerder gezag van de hemt
toebetrouwde kerke, 500 aï^ Öe teöO^öeil ban öe

patifdpe öiilïe ïni^ièn/ ^ttft tofseftoan.

AAN-

-ocr page 66-

AANTEKENINGEN.

ï. Johannes ä Leidis noemt hem Anfelmus, (fihroti,
"Egmond. c.
ip.) cn voegt 'er by dat hy de Kapellaan was
van Petronclla, Gravinne van Holland: dewelke doof
quaade raads-luiden verleid , de Monnikken van Eg-
mond heeft gedwongen om gemelden Anfelinustoteen
Monnik aan te neemen: want xy hoopte, ïegt hy, dat ze
dan fchoone gelegendheit zoude hebben om met de in-
komften der Kerke naar haar welgevallen te leeven. Hy
wierd ook metten eerften Abt^ en dewijl hy al te een-^
voudig van aart,en geenzins bedreeven was indekloo-
iterlijke tngt-regelen, heeft hy weinig gepaft op hetle^
ven der Monnikken. De inkomften der Abdye wier-
den vervreemt, óf quamen niet te regt: iedereen, die
vrienden in ^t fpel had, pafte daar een ftuk of een brok
van te hebben : de Monnikkeu moeften gebrek lijden ^
cn de vreemden, zoo klaagt hy op een erbarmelijken
jammer-toon ^ teerden en fmeerden van hunne inkom-
llen. Men ïag 'er drie wereldlijke Prelaaten in te
kruycn, zoo gaat hy al voort, ja eer wolven als Pre^
laaten, die alles roofden en kaapten wat 'er te rooven
en te kaapen was; cn die zoo wel hunne eigen beur-
Üien, als die van hunne vrienden met de rijkdommen
van de Abdye paften op te vullen. Zy gebruikten on-
ae goederen, zegt hy,

om hunne zoons en dochters
tiit te huwelijken: en dus zijn de inkomfteji der Abdye
eindelijk ïeer fchaars en fober geworden. Maar 't is
ook met hen gegaan, gelijk het doorgaans met de zo-'
daanigen gaat: want zy zijn allegader binnen 't zelfde
jaar, en in de lente van hunne jeugd, een fchielijke
dood geftorven. Maar wat zijne afzetting aangaat, M.
Voffius fchrijft in zijne Hollandfche jaarboeken dat de
BiiTchop Andreas, die Godebaldus nazaat is geweeft,
,'i hem heeft gedwongen de regeering der Abdye over te

■ geeven. Én dit fchijnt ook zeker genoeg te wezen;

V want Godebaldus is volgens het eenparig gevoelen van

!j onze Schrijvers geftorven in't jaar 1128. Maar Anfe-

linus heeft volgens Johannes ä Leidis eerft afftand van^
1 ' ïijne regeeringe gedaan in't jaar 11^9· Ook fchrijft'^

; dezelve Johannes ä Leidis dat het BiiTchop Andreas is

-ocr page 67-

Aantekeningen op Godebaldus.

geweeft , die den nieuwen Abt Walterus heeft inge^
wijdt.

1. VVy hebben hier al iets van aangetekent. Maar
wy moeten 'er dit uit Chriilianus Lupus noch by voe-
gen, dat de kerk, als ic in nood was, aan verfcheideii
Keizeren, Koningen en andere Vorften heeft beginnen
toe te ilaan, dat ze in fommige kerken tot Kanonnik-
ken zouden aangenomen worden, en dat ïe 'zelfs op
zijn Kanonniks gekleedt met de andere Kanonnikkcn
in het Choor zouden ftaan zingen. Dit bewijft hy door
het voorbeeld van
onzen Floris 11, van Hugo Kapetus,
van Fulco den Goeden, Hartog van Anjou, enz. Hy
wil daar door zeggen, dat zulks ftrijdig was tegens dc
oude wetten der kerke, volgens dewelken geen we-
reldfch perfoon in het Choor onder de geeftelijkheii
plaats mögt neemen.

3. Daar is een tweederhande twiil over deeze inhul-
digingen geweeft: eerfl: over de zaak zelf, daar na o·
ver de plegtigheden of over het
ceremonieel der zaake.
Gregorius VII. had het niet alleen tegen het inhuldigen
door den ftaf en den ring, maar tegen allerhande in-
huldigingen der BiiTchoppen, Abten enz. die door de
wereldfche magt gefchieden, ^op wat wijze dat zodaa-
nig inhuldigen ook toeging. Zijne voornaamfte reden
was, dat de vrijheit der verkiezingen daar door belet
en benomen wierdt, en dat de Vorften zich door da£
middel heer cn meefter van de verkiezingen maakten.
Want vermits de nieuvcrkoren Biflchop,
Abt, enz. de
inkomften van zijne Vv aardigheit niet kon genieten, noch
tot BiiTchop , Abt, enz. gewijdt worden zonder van
den Vorft ingehuldigt te zijn, zoo diende men, eer dat
men tot de verkiezing konde treeden, noodzaakelijk
voor
af te weeten, of zoo een perfoon, dien men in't
oog had, wel aangenaam zoude zijn aan den Koning:
en als de ftemmen op iemand vielen die den Koning
mishaagde, dan quam 'er niet van de verkiezinge. Eu
200 kon de Oppervorfl: de Bifdommen cn Abdyen al-
tijd doen vallen op iemand van zijne gunilelingen. Om
dit misbraik mögt Gregorius VII. van geene inhuldigin-
gen hooren fpreeken; en hy ging zoo verre dat hy den
BiiTchoppen én Abten verbood den eed van getrouwig-
heit in de handen der Koningen af te leggen. Viöor
III. en Urbanus 11. de naaftc naxaaten van Gregorius

Vli·

-ocr page 68-

64- Aantekeningen

Vir. hebben ïich even eens tegen allerhande inhuldi-
gingen verklaart. Maar onder Pafchalis II. begon men
het
'ceremomel, te weeten de overgeeving, van den ftaf
en den ring, ook uit te pluizen: men ging daar uit een
nieuwe bewijs-reden trekken tegen de inhuldigingen;
en men wilde den iiaf en den ring aangezien hebben als
duidelijke tekenen van de geeftclijke magt; zoo dat de
Vorft deeze plegtigheit verrigtende, de
kerkelijke magt
:zou vergeeven hebben. Aldus heeft Pafchalis zijn ge-
voelen ge-uit in de onderhandelinge die hy te Chalons
met de gezanten van den Keizer heeft gehad. En die
de inhuldigingen voor een fnooder ketterye hielden en
met alle kragt gehouden wilden hebben-dan de Simo-
Tiye, deeden deeze reden voornamentlijk gelden. Hoe
kragtigdat de Koningen ook verzekerden dat ze de gee-
ftelijke magt niet wilden begeeven, dat gold 'er niet;
de ftaf en de ring waren de tekenen van zodaanige magt,
en moeiten'er de tekenen van blijven. Zoo dat de Kei-
zer, wilde hy eens voor altijd van dit krakeel ontflaa-
gen zijn, den fccpter in de plaatze van den ring en den
iiaf heeft moeten gebruiken.

4. Het verdrag't geene eindelijk tuilchen Kalixtus II.
en Henricus V. getroffen wierdt, was uyterlijk voor-
deeliger voor den Paus ; maar inderdaad ilond 'er de
Keizer.beft mee. Want het krakeel liep voornament-
lijk over drie zaaken. Eerftelijk begeerden de Pauzen
dat de Keizers zich met geene verkiezinge vanBiiTchop-
pen en Abten zouden hebben te bemoeien; maar de
Keizers meenden dat ly daar in ook gekent moeften
worden. Dit wierdt aldus bemiddelt dat de gezeide
verkiezingen altijd in de tegenv/oordigheit van den
Keizer of van zijne gemagtigden zouden gefchieden.
Daar hadden de Keizers genoeg aan, en wiften wel
raad om iemand naar hun genoegen te doen verkiezen.
Ten tweede wilden de Pauzen geen inhuldiging door
den ftaf en den ring gedaan hebben, en de Keizers be-
geerden hun regt zoo niet over re geeven. Daar op
wierd beiloten dat de inhuldiging van alle de goede-
ren, die van de kroon gekomen waren, binnenDuyts-
fland door den fchepter zoude gegeeven worden eer dat
de Biiïchoppen of de Abten gewijdt wierden, maar bui-
ten Duyfland fes maanden na de wyding. Hier door
was de inhuldiging door den ftaf en den ring vernie-
tigt :

-ocr page 69-

Ό i» G ο D Ε Β Α L· D υ S. 6f

t!gt: maar de Keizers vraagden 'cr weinig na of ze door
den ftaf of door den fchepter zouden inhuldigen. Teit
derde was 'er gekrakeelt over den eed van getrouwig-
heit en over de manfchap die de Keizers zich door de
nieuverkooze BiiTchoppen wegens de leenroerige goe-^
deren gedaan wilden hebben. Hier omtrent wierd dit
middel uitgevonden, dat de Biffchoppen en de Abten,
den eed van getrouwigheit zouden afleggen , en den Kei-
leren hulde zouden doen wegens de leengoederen en de
Regalia^ dat is de goederen die van de Kroon gekomen
waren. De Paus heeft 'er dit alleen hy uitgehaalt dat
deeze manfchap tot gemelde goederen bepaalt is geblee-
ven. Aldus eindigde dit krakeel 't welke nu ruim j-ó
jaaren onder fes Pauzen, tot een algemeene argernis
van het C hriilendom , had geduurt, om het welke mil-
]ioenen van menfchen in den ban waren gedaan en in
den ban geftorven} en ook millioenen van iTienfcheiï
in feilig veldflagen die Henricus iV. en in achtien an-
dere veldflagen die Henricus V. gelevert hadden, zijii
omgekomen.

5. Hy had het tegen Petronella weduwe van Floris
II. en tegen de Hollanders in 't gemeen. Maar waar
over deeze oorlog ontftaan is word niet even eens ver-
haalt. Albert'Krantzius /ii-.v, i·, 44.) fchrijft dat
hy Petronella door magt van wapenen heeft willen
dwingen om den Keizer voor leenheer te erkennen , en
dat hy haar ook mett'er daad daar toe gedwongen heeft;
en Janus Douza fchijnt dit ook voor de regte oorzaak
van den oorlog aan te neemen, en omtrent den uitllag
van den oorlog eens gezind te zijn met Krantzius. An-
deren zeggen dat Petronella zelf, haaren broeder Lo-
tarius ten gevalle, den oorlog met den BilTchop van
Utregt tegen den Keizer heeft begonnen, terwijledac
hy met gemelden Lotaris Hartog van Saxen in een vol-
len oorlog was: dat de Keizer daar op met een groot
leger naar Holland is afgezakt; maar dat hy zonder iets
uit te rechten , en zonder veele lauwerkranfen verdient
te hebben, ie rugge heeft moeten keeren. (Zie
M.
Voffms.)

6. Dit krakeel liep 7,00 hoog dat het geheele Hof en
de Stad met de wapenen in de hand op malkander aan-
vielen, en dat 'er al verfcheidene over en weer zijn ge-
fneuvelt. Daar wierden veeie burgers gevangen, ea

II. Deel. E vcelc

-ocr page 70-

66- Aantekeningen

veele genootïaakt op een iterke toren te vlugten. Ab-
hasUfperg. als boven.

7. indien Λνγ vall können gaan op het heggen van
Paulus Sarpi ("Tr.
de Benef.) xou de Keizer op dit iluk
aan de quaadfte koop ge weeft 7,ijn: want geduurende
deeie onluften tuffchen den Paus en den Keizer, zegt
hy, zijn 'er veele Steden door het oprokkenen derBif-
fchpppen in een bondverwandfchap met den Paus ge-
treeden : en hebben de BiiTchoppen tot de hoofden vatj
hun bondverwantfchap aangenomen. Dit gaf den Bif-
fchoppen fchoon fpel om de openbaare inkomften en
de Keizerlijke regten aan te flaan. Als dezaaken nube·
middelt waren, was hunne bezitting zoo vaft gewor-
den dat de Keizer geen kans en zag om hen daar uit te
ftooten , en genoodzaakt was hnn alle de geroofde lan-
deryen tot een leen te laaten behouden, indien de Kei-
ner al wat hy gewonnen had heeft moeten weder gee-
ven, en van 't geene hy verlooren had niets wederom
heeft gekreegen , zoo heeft hy een verdrag, dat mif-
fchien zonder weerga is, gemaakt; of liever als een
latFe Vorll, die tenemaal afgeoorlogt en plat geilagen
is, zodaanige wetten ontvangen als de verwinnaar hem
heeft willen voorfchrijven. Zoo dat deeze Aanmer-
king van Paulus Sarpi, ten zy dat hy van eenige klei-
nigheden, of een byzonder geval of twee wil fpreeken,
naarder bewijs van node zou hebben om zoo op zijn
gezag aangenomen te worden. En dit des te meer,
om dat hy 'er nog iets byvoegt 't geene regel-regt
fchijnt te firijden tegens de oude hiilorien : te weeten
dat dit het begin zoude zijn , dat veele Biilchoppen van
Duytiland den tijtel van Hartog , Graaf en Markijs
noch tegenwoordig voeren, en metterdaad ooii Harto-
gen en Graven zijn : en dat ook verfchefde Italiaanfche
Biffchoppen de zelfde, eer-naamen behouden hebben,
fchoon dat ze de daad niet en bezitteu. Wy hebben
te voren getoont dat de BiiTchoppen al lang te vore,,
en al zederd Karei den Grooten, Graven en Hartogen
zijn geweeft : en dat ze verre van die waardigheden
eerft onder HenricuslV. en HenricusV. verkreegen of
liever gewapender hand gewonnen te hebben,zeer veeg
onder Henrjcus V. hebben geftaan om die te verliezen,
en dezelveü ook, had het aan den Paus en den Keizer
geiiaan, metterdaad zouden verlooren hebben.

8. Boe^

-ocr page 71-

οί» GoOebaldüs.

8, Boeten en beketir-gelden. Volgens het f kerkelijke
Wet-boek zou een geeilelijke regter ïoo wel de Lee-
ken als de
geeftelijken in de boete mogen ilaan Dit
gebruik vinden wy ook by * Petr. Bleienlis, dewelke
aldus fchrijft iian een Aarts-diaken over de zaak van ze-
keren Heer die in overfpel leefde, en al dikwils tever-
geefs in den ban was gedaan :
Ik verzeker u voor vaft^
en gy kont ''er op aangaan, dat hy tot beterschap zal ge-
hragt worden door het opbrengen ian geld-boete.
En uiï
dien hoofde fchrijft GofFridus
{ep. ιβ.Ι.η,) die ontrent
den zeiven rijd leefde:
Tot noch toe is het in gebruik ge-
nveeji dat de Monnikken in het Kapittel, maar in geen
kerkvergaderinge , mder hunne me de-Monnikken , maar
niet onder de Priefiers^ door hun eigen Abt^ maar niet
door den Aarts-diaken geuorde.elt , en aan hun lichaam
maar niet in de beurze gèjirafi worden.
En wy hebbe}!
hier voor al getoont hoe dat de geeftelijke Overighe-
den de boetplegingen voor zwaare zonden, die al van
de eerfre eeuwen af vaftgeftelt waren, voor deexen in
zekere geld boeten verandert hebben. Maar de Fran-
fen hebben den geeftelijken Regter op dit ftuk
zoo veel
niet toegegeeven. En volgens het 35. Hoofdftuk vaa
de Vrydommen der Fraafche Kerke mogen de geefte-
lijke Regters hier ontrent zoo niet te w«rk gaan, ge-
lijk als ze mogen doen in mifdaaden die tenemaal Ker-
kelijk zijn , en den wereldfchen Regter geenzins en
raaken. Het Parlement heeft in 't jaar den Aarts-
biflchop van Boarges door een flot-vonnis, en op ftraf-
fe van twee maal zoo veel wederom te geeven, doen
aanzeggen φ dat hy de wereldlijke, menfchen geen geld-
boete zoude hebben op te leggen: en dat hy zelfs de
boeten, die hy van de geeftelijken zonde afvorderen,
niet in zijne zak zoude iTiogen fteeken, maar alles aan
den armen zou hebben uit te keeren,oftot andere god-
vrugtige werken te befteeden. De kerkvergadering van
Trénte
{Scff. 14.) heeft op zwaare ftrafle en onder ver-
beuringe van zekere geld-boeten die in de laatfce kerk-
vergaderinge van Lateranen uitgedrukt ftaan, verboden
cen'ige geeftelijke boeken zonder den naam van den

Schrij·»

+ Cap. in Archiep. extra de rap.

* ep, 74, ad Archid. Bath.

% Zie Preuves des liberiés de l'EgHfi GaUicane,

Ei

-ocr page 72-

1003- Aantekeningen

^chryvcr,en ïonder behoorlijke go'edkeuringe, te druk-
ken ofte bewaarcu. Maar , ïcggen de Franfche Regts-
geleerdcn (
Notes für Ie Comiie de Trente\, pag. 5·. ) die
hunne Aantekeningen op de gemelde kerkvergadering
in 't lichr gegeeven hebben ;
Oee^e Ordonantie %ou m Franke

niet mogen aangenomen tvorden , als met dee-ze bepaalinge , dxt
gefchiede r^ondev hel; Lateraanfche Dekreet ontrent de gemel-
de geld-boete , en omtrent andere tijdelijke ßraifen , goed tc l^euren ;
en met dit beding , dat 'er geene boe!\en ponder 'verlof van den
I{egter, of %onder de privilegie des Innings, gouden mogen ge-
veilt worden.

9. Ik weet niet, behoudens de eerbiedigheit die ik
den Heer Auteur toedraag, of Beka hier wel verdient
heeft
7.00 ongenadig doorgehaalt en gehekelt te wor-
den. Zijne woorden luiden aldus : '/7et
^anfche Stift-uan
Otregt is kprt daar na
, (te weeten na de dood van Boni-
facius)
door de wrtedheit der Oeenen byna ten gronde toe uer-
woeß geworden , c^io dat het land -zonder bouwman leggende , «e-
nigen tijd niet anders heeft vourtgebra^t, als difitlen en doornen.
Ftier door is het· bygel\omen dat de Biffchoppen van Utrfgt, door
hoogen nood gedrongen, naar het I{pomfche Fiof niet hebben lin-
nen rei-zen om den ^arts-biffchoppelijken -zegen te haaien, maar
den enkelden -zegen van den naafl gelegen Aietropolitaan hebben
ontvangen , en op de wijze der yfbten langen tijd de A-iis 'ponder

den Bijfchoppelijl^en Mijter gedian hebhen. W"elke lefte woor-
den uit het Latijn ook aldus ïoude können vertaalt

worden, den enkelden -z^gen van dra naafl gelegen Metropo-
politaan hebben onfpangen op de wit-z^e der ^bten , en de Mit

enz. Maar dat de eerlle vertaling de befte is blijkt
uit Joh. ä Leidis
{Ub.A-.c.z.) daar hy de eige en ïelffie
zaak byna met de welfde woorden verhaalt, en aldus
eindigt.
En de Bijfchüppen hebben de Mis langen tijd op
de wijze der Abten moeten doen zonder den Biffchoppellj-
ken Mijter
, cm. Heda ïegt ook dat de Utregtfchc
Kerk door de (Irooperijen der Noormannen verarmd
ïijnde, dc korten niet heeft kennen draagen om een
Aarts biiTchop van den Roomfchen Stoel te verioeken ;
maar dat de Utregtfche BiiTchoppen op de wijze der
Abten gewijdt wierden door den Aarts-biiTchop
van
Keulen, enz. Zoo dat Bcka eu Heda , als ook Jo-

haa-

-ocr page 73-

©ρ Godebaldus. 69

hannes ä Leidis, althans zoo als hunne woorden my
voorkomen, niet anders willen zeggen als dat de U-
tregtfche Biilchoppen de _ kollen _ niet konden draagen
om ,de
Aarts-biflchoppelijke wijding van Romen te
haaien
(want men weet dat hier gröote onkoüen op
]iepen} en dat xe om diereden de Bilïchoppelijke ,ofzoo
ais ly fpreeken, de enkelde wijding, by den
Aarts-biflchop
van Keulen gehaalt hebben. Ik zeg , de Biflchoppelijke
wyding: want dat ßeka en
j ohannes i Leidis dezelve door
den enkelden zegen verlïaan, fchijnt hier genoegzaam
uit te blijken dat ze den enkelden van den Aarts-biflchop-
pelij ken zegen onderfcheiden. En dan zouden die woor-
den van
BdiZ , ßcMt Akbates^ op de wijze der Abten,
^^elijk wy reeds gezegt hebben, niet flaan op de voor-
gaande woorden ;
Zy hebben den enkelden zegen van den
naaßgciegen Metropolit aan ontvangen
maar op de vol-
gende :
Zy hebben de Mts langen tijd zonder den Bif-
fchoppelijken Mijter gedaan.
Indien de gemelde woor-
den tot" het voorgaande, te weten tot het ontvangen,
van den enkelden zegen , behoorden, dan zou Beka
fchijnen te zeggen dar ze geen regte Biflchoppelijke
wijding, maar een enkelde zegening, gelijk de Abten
ook ontvangen, van den iVletropolitaan gekreegep zou-
den hebben. Maar deeze uitlegging komt my, behou-
dens beter oordeel, als onnoodig voor: en Johannes a
Leidis als reeds gezegt is, fchijnt dit verfchil opentlijk
en duidelijk te befliilen.

Maar, zal iemand vraagep , wat willen dieSchryvers
daar mede dan zeggen,
Zy hebben de Mis op de wijze
der Abten langen tijd gedaan zonder de'/i Bijfchoppelijken
JMÏterl
Daar op dient tot antwoord, dat de Mijter,
volgens de groote Kronijk van Nederland,
{apud Lu-
pum torn.
I. Concil pag. voor dezen niet gegunt is

geweeft aan alle Biflchoppen. Dit wordt ook bekrag-
tig£ door den geleerden MabiUon,
{Aäa SS.Bened. fe-
cul.A..)
dewelke getuigt dat de Mijter maar aan eenige
byzondere BilTchoppen , als een voorname gunft , en
een zonderling voorregt, vergunt is geweeft.
{Zie Jour-
nal des Savans
i68o, mois de May.) Maar uit onze uit-
legginge zoude evenwel volgen dat alle Aarts-biffchop-
pen den Mijter ge draagen hebben: want dat onze Bif-
fchoppen de Mis zonder den Mijter gedaan hebben
•vyordt door de gemelde Schrijvers aan het gebrek varv

■ Ε 3 de

-ocr page 74-

1005- Aantekeningen

de Aarts-biflchoppelijke wijdinge toegefchreeven. Dit
is ook 2eer waarichijnlijk : wan: hebben veele BiiTchop-
pen den Mijter mo^en op zetten, zou het een zekere
verongelijking voor de Aarts-biiTchoppen geweeft zijn,
dat ze minder voorregt hadden als zoo veele Biffchop-
pen.

Maar iemand zal noch al vorder vraagen, hoe kan
een Bi/ichoppclijke zegen, by een Aarts-biiichoppelij-
Iven zegc-n vergeleeken , een enkelde zegen genoemt
worden ? Een Aarts biffchop krijgt immers geen hoo-
ger of volder wijding als een Billchop. Dat is waar;
maar de voornoemde Schrijvers zullen de Biffchoppe-
lijke wijding een enkelde wijding of een enkelden ze^
gen genoemt hebben, om dat het Aarts-bißchoppelijke
rcgts-gebied wijder uitgeftrekt is als het Biirchoppelijr
ke ; om dat de Aarts-bifichoppen ook in ecnigen deele
te zeggen hebben over de ßiü'choppen : om dat de Aarts^
biflchoppcn eenige voorregten boven de Biffehoppen
hebben, als het bekende
Pallium te draagen, onmidde^
Jijk onder den Paus te ftaan,enz. Indien iemand mögt
oordeelen dat dit zeer oneigentlijk van Beka en van de
anderen gefproken zoude zijn ; 'dat wil ik gaarne, om
niet onnof)dig te krakeelen, laaten doorfchieten: want
ik wil noch liever toeilaan dat ze oneigentlijk als dat
zoo bot, en tegen de waarheit aan, gefproken zou-
den hebben. De Heer Auteur toont zeer wel dat Be?·
jïa, naar zijn begrip verllaan zijnde, zeer lelijk heeft
gemift. Dan zal het my niet qnalijk afgenomen kön-
nen worden, indien ik hem van een veel ligter fout,
te weeten een on-eige manier van fpreeken, Iaat be-
fchnIdigen,orB hem van een veel groifer en botter fout
te verfchoonen. men dan liever zeggen dat de ge-
rneide Schrijvers zich zeiven zoo taftelijk en zoo bot
kort op malkander tegenfpreeken, dat zy zoo even ge-
fchreeven hebbende dat de Utregtfehe Biffehoppen geen'
waare Biffehoppen zijn geweefl;, kort daar op vaii
veele Biffehoppen gaan vertellen waar en wanneer
dat ze tot Biffehoppen zijn gewijdt ? Noch al vor-
der, Beka en de andere Schryvers, in den anderen zin
verdaan zijnde, zouden een ilegte reden van hun
Zeg-
gen gegeeveii hebben. Zy zeggen dat de TJtregtfche
kerk zeer verarmt en uitgeput zijnde, de Aarts-biffchopT
peÜjlie wijding ie iioinen niet heeft können gaaii haa^

lea;

-ocr page 75-

op Godebaldus. 71

kn: maar dat de kerk-voogden naar Keulen hebben
moeten reizen. Was de Biffchoppelijke wijding daar
200 wel niet te krijgen als de ïegen der Abten? te
meer , daar zy zelf kort daar na verhaalen hoe dat ver-
fcheïden' Utregtfche Biffchoppen daar gewijdt zijn ge-
weeii.

Maar iemand mögt noch al blijven vraagen, watdc
gemelde Schrijvers daar mee willen zeggen, dat de Ü-
tregtfche kerk-voogden
de Aarts-biffchoppelijke wijding
te Romen niet hebben können gaan haaien: moeftende
Aarts-biffchoppen juift altijd te Romen gewijdt wor-
den? Ehn dit zal aanilonds te paffe komen.

10. Zoo als ik de woorden van Beka en Heda , en
pok van Johannes a Leidis begrijp, is het niet uit hoo-
gen nood of uit gebrek gefchiedt dat de Utregtfche
kerk-voogden, als enkelde Biffchoppen aangezien, de
wyding by den Aarts-biffchop van Keulen gehaalt heb-
ben : die Schryvers zijn mijns oordeels zoo onkundig
in de oude kerk-tugt niet geweeft,· en zy geeven daar
genoegzaame blijken van op verfcheide plaatzen. Maar
de hooge nood en de armoede heeft de Utregtfche kerk-
voogden, volgens gemelde Schryvers, belet naar Ro-
men te reizen om de Aarts-biffchoppelijke wyding te
haaien Zy konden met veel minder moeite en onko-
ften de gemeene Biffchoppelijke wijding te Keulen ont-
vangen. Deeze uitlegging, die my als de regte ende
natuurlijkfte voortkomt, en die zonder hunne woorden
geweld aan te doen, uit den geheelen zin fchijnt te
volgen, behelzen niets waar over de meer-genoemde
Schryvers zouden verdienen berifpt en beflraft te wor-
den.

ir. De gemelde Schryvers zeggen maar dat ze uit
hoogen nood de Aarts-biffchoppelijke
waardigheit te
Romen niet hebben gaan verzoeken. En dewijl de
Mijter de dragt noch niet en was van alle gemeene
Biffchoppen, zoo hebben zy ook de Mis zonder Mij-
ter, dat is, als gemeene Biffchoppen, gedaan. Hier
zou iemand noch können vraagen, waarom dat ze de
Aarts-biffchoppelijke wyding te Romen zouden moeten
gehaalt hebben ? Wierden dan de
Aarts-biffchoppen „
ïal men al vorder inbrengen, altijd
te Romen gewijdt?
Was het gebruik der kerke niet dat de Aarts-biffchop-
pen van hunne onderhoorige Biffchoppen gewijdt wier-

E 4- den^

-ocr page 76-

1007- Aantekeningen

den ? Voor eerft wordt deeze 2waarigheit door de an-
dere uitlegginge ook niet weg genomen: want al had'
den die Schryvers willen neggen dat de Utjegtiche Bif-
ichoppen flegts op de wijv.e der Abten geicgent wier-
den, zoo biijit noch de zwaarigheit waarom dat
μ naar
Romen zouden moeten gereift hebben om daar de Aarts^
bifichoppclijke wijding te gaan haaien. Ten tweede,
miffchien willen de gemelde Schryvers niet anders zeg^
gen als dat ze hunne zaak tegens den Metropolitaau
van Keulen niet hebben können gaan bepleiten. Men
■weet uit Beka en uit de brieven van Bonifacius, en de
H-er Auteur maakt 'er ook gewag van , hoe dat de
vpornoemde Metropol itaan den Stoel van Utregt on-
der zijne onderhoorige Bifdommen heeft willen bren-
gen : hoe dat die zaak te Romen bepleit is, en iriif-
fchien al lang onafgedaan is gebleeven : hoe datdeMe-
tropolitaan van Keulen , als veel rijker en magtiger
zijnde, aüengskens heeft boven gedreeven.
(Έ,κ Beka
en Hcda in hontfacius
) Had het de kerke van Utregt
aan geen geld ontbroken om haare zaak te vervolgen,
zy had het beter tegen gemelden Aarts-biffchop uitge-
hardt : en miffchien willen die Schrijvers niet meer
zeggen. Deeze armoede der Utregtfche kerke , toen
Zy zoo lang met de ongeloovige Vriezen over hoop
heeft gelegen, en zo dikwils door de Noormannen en
Deenen geftroopt, verwocft en afgebrandt wierdt, kan
niet gelochent worden. Zijn haar van tijd tot ti)d ee-
nige landeryen en pacht-hoeven vereert gewecft , zy
heeft daar weinig genot van gehad als alles door die on-
verzadelijke en al vernielende roof-vogels, te weeten
de Deenen, Jutten en Noorwegers, vvierd verdeigten
tot een baare wildernis gemaakt. Ten derde, al zagen
de Schryvers op dit proces niet, zoo was het evenwel
waar dat het voor een verarmde kerk te laftig en te
koilelijk viel de beveftiging van de
Aarts-biffchoppelij-
ke verkiezinge aan het Roomfche Hof te bevorderen.
Men weet, en het zal miffchien noch beter te pas ko-
ïnen, hoe dat de x^arts-biffchoppen, gelijk Nicolaus I.
ïelfs a^n de Bulgaaren heeft gefchreeven, niets mog-
ten verrigten zonder het
Pallium alvoren ontvangen
te hebben : en men weet daar by, dat men om het zelf-
de te verkrijgen, met geen bloote brieven, maar met
pen volle en wel geitofteerde beurze, te Romen dien-^

de

-ocr page 77-

OP GODEBALDITS. 75

de te verfchijnen. Eii zoo xal deeze 7,warigheii onie
uitlegging ook weinig belemmeren. Wie weet of dit
ook
niet een van de voornaamfte redenen is geweeil
dat
veek Βarbaarfehe Volkeren (het xijn de woorden van
Guiielmus
Neubrigenfis in Prooemio hïftori<£)_ die al -van
ouds tot het geloof bekeert waren ^ met gemeene Bijfchoppen
te vrede zij^ g^'^^ffi^ zonder zich aan voorregt van
het Pallium gelegen te laaten-leggen: en dat de Ieren ^ de
Norijfche Volkeren
(beflaande het grootite gedeelte van
üoftenrijk, Stiermark, Karinthie enï.)
de Deenen en
de Gott en, die al van ouds het Chrifien geloof ornhelfi, en
Bijfchoppen gehad hadden ^ niet eer als omtrent zijnen tijd
Aarts-biffchoppen gekreegen hebben.
Deeie onkoften kön-
nen de Utregtfche kerk ook belet hebben van grootc
moeite om de Aarts-biiTchoppelijke waardigheit aan te
•wenden,

Egter, om niets te verzwijgen 't welke onze uitleg-
ging , die wy aan de woorden van Beka gegeeven heb-
ben, zouden fchijnen te verzwakken, moeten wy noch
eenige woorden van W. Heda opweegen. Hy zeit
dan
{p. 36.) dat de Utregtfche kerk , als tenemaal door
de Noormannen verweeft en tot groote armoede ver-
vallen zijnde, niet magtig genoeg was om haaren Bif-
fchop te onderhouden: waar uit iemand zoude kennen
beiluiten dat ze vervolgens geen' BiiTchop heeft gezogt
of gehad. Maar voor eerft zou ik können zeggen; kon
zy haaren BiiTchop niet onderhouden , zoo had zy dan
een Biflchop. Ten anderen, konrien die woorden ge-
makkelijk aldus opgenomen worden, dat zy hem met
geen genoegzaamen luiüer , en naar zijnen ftaat kon
onderiiouden : maar dat hy zich wat fober moeft behel-
pen, of andere middelen beraamen om eerlijk te be-
ilaan : 't zy van zijn eigen goed, indien hy bemiddeld
was: 't zy door de mildheit der geloovigen, zonder
vafle inkomften te hebben. Want hy zegt niet dat ze
daarom geen BiiTchop heeft gehad , maar naar de Aarts-
biflbhoppelijke waardigheit niet heeft geilaan. Hy voegt
'er wel by, en dit zou men dok tegen ons gevoelen
können inbrengen , dat de Utregtfche kerk-voogden
op de wijze der Abten door den Metropolitaan van
Keulen gewijdt wierden. Maar voor eerfl: hebben wy
getoont dat de woorden van Johannes ä Leidis geheel
anders luiden ; en dat die van Beka ook anders ge-

E ί duidi

-ocr page 78-

74 Aantekeningen
düidt können worden : Daarenboven kan dit ligtelijk
aldus verftaan worden dat hy gewijdt is tonder den
Mijter te krijgen: en dat voegt hy 'er ook by. My
dunkt dat liet redelijker en billijker is too een uitleg-
ging aan Hedaas zeggen te geeven, als te drijven dat
hy zich zeiven in 't zelfde Boek, en kort
daarna, zoo
lomp en zoo duidelijk zou tegenfpreeken: want, ge-
lijk wy al gezien hebben, hy verhaalt van eenige Bif-
fchoppen dat ze de Biflchoppelijke wydingen ontvan-
gen, of Priefterlijke wydingen bedient hebben: als van
Albricus, den tweeden na-zaat van Bonifacius , van
Rixfridus den derden na-zaat van Albricus, van Rad-
bodus, enz. Kan iemand zich inbeelden dat Heda al-
le die kerk-voogden voor geen' waare BiiTchoppen er-
kent zou hebben, en evenwel met klaare woorden zou
geichreeven hebben dat ze tot BiiTchoppen gewijdt zijn
geweeft, of de Priefterlijke wydingen ('t geen zeker-
lijk door de BiiTchoppen alleen gedaan kan worden )
^elfs bedient hebben. My dunkt, niemands oordeel
te na gefproken, dat hy al droomende, of meer als
half dronken , aan 't fchrijven zou moeten gevallen
ïijn. En wil iemand evenwel den armen Heda zoo
ligtelijk veroordeelen, zal men ook Beka, zalmen Jo-
hannes ä Leidis voor even onnoozel, en voor de bot-
fte van alle menfchen, können fchouwen ? Ik zeg het
nog eens; ik wil liever bekennen dat ze wat oneigent-
lijk of duillerlijk gefchreeven hebben, 't geen den befte
Schryveren al meer als eens gebeurt is, als dat ze zich
ïelven, en hunne eige woorden zoo fchielijk zouden
vergeeten hebben.

12. Volgens mijne uitlegging heeft het aan het koo-
pen van den Mijter niet gehapert. Maar de Mijter was
ïoo gemeen noch niet onder de BiiTchopeen, gelijk we
uit de groote Kronijk van Nederland en uit Mabillon
getoont hebben. Zoo is dan het draagen van den Mij-
ter niet enkelijk achter gebleeven om de armoede der
Utregtfche kerke : maar de Aarts-biffchoppeljjke waar-
digheit is daar door achter gebleeven. En hier dooris
de Mijter ook achter de bank geraakt.

13. Aangaande de armoede' der lerfche Biffchoppen
leeft men ook in de Kronijk van de Aarts-biffchoppen
van Bremen, dat
'er op een kerkvergadering van Late-
ranen verfcheenen is een lerfch Biffchop diegeene an-
dere

-ocr page 79-

ο ν GoDEB aldus. 7Γ

«dere inkomften had als drie melk-koejen, en als die koe-
jen geen melk meer en gaven, kreeg hy weder andere
koejen in de plaats. Op de welfde kerk-vergadering
vericheenen ook twee Engeiiche en twee Schotfe Bif-
fchoppen. Een van deeze Biilchoppen, 't vi^elke wat
wonders icheen , quam met een paard alleen aangere-
den ; de andere quam te voet met eenen reis-ge2,el al-
leen, ronder an dere Heep of geielfchap.

14. Onder de Geleerden , die de oudheit van detl
Mijter beürijden, moet ook als een van devoornaam-
fte gerekent worden ünuphrius Panvinus, op het einde
van de Levens der Panïen. Doch men zou al eenig
gewag van zoo een byzonder hoofd-deraad der Bif-
fchoppen, ja zelfs van den Mijter, in de oudheit kön-
nen vinden. Want of het fatzoen juift in alles gelijk
of niet gelijk is geweeft aan de huidige Mijters, daar
dunkt my dat xoo veel niet aan gelegen is. Zou men.
om die reden zeggen dat het geen Mijter is geweeft,
dan zal men ook mogen zeggen dat de Ouden geen
fchoen, hoeden ,hembden, enz. gedraagen hebben. De
naam is by de Ouden bekend geweeft: het was eea
hoofd-cieraad : fommige BiiTchoppen hebben het als
een pronk-gewaad gedraagen: Mannen die in de elfde
eeuwe geleefc hebben, gelijk
wy aanftonts 7.ul1en zien,
en die de tegenwoordige Mijters gezien en gekent heb-
ben, ïeggen dat het gemelde hoofd-cieraad der Ouden.
Qok een iMijtejr is geweeft; meer beweer ik niet.
Om
dan tot de zaak te komen, zoo fchrijft Photius in zij-
nen
Nomo-canon Uit.^.c. i.) dat de Patriarchen van A"
lexandrye by zijnen tijd het regt hadden om met het
Phrygium op het hoofd, de Mis te doen : hy voegt 'er
by dat dit regt eerft gegeeven is geweeft aan S. Cyrillus
door den Paus Celeftinus; om daar door te toonen dat
hy in de kerkvergadering? van Ephefen de plaats van
den Paus bekleedde. Het zelfde vindt men in de hif-
torie van
Nicephorus Kalixtus: {lib. 14. c. 14..) daar noch
verhaalt wordt dat Celeftinus ook den eer-naam van
Papa, (Paus of Vader, zoo als gy liefft vertaalt wüt
hebben)
aan gemelden Cyrillus, voor hem en voor zij-
ne nazaaten , heeft vereert.
Dat nu het Ïhryvjum niet
anders is geweeft als de Mijter, verftaanwy uit Petrus
Damiani, (//^.3 i/.io.) die in de elfde, en uit Suge«
riui Äbt van S. Denys
On vita Ludovici ^roß f.p.) die

-ocr page 80-

1011- Aantekeningen

'π de elfde en twaalfde ceuwe gekeft hebben. Het
zelfde getuigt Theod. Balfamon
{in Meditat, de Patri-
arch, prtvil. l. η. juris or.)
en Innocentius III. geeft het
ook duidelijk te Jiennen in zijn Sermoen over S Syl-
vefter,zeggende datSylvefter in de plaatze van eenKo-
nings kroon op had een roaAPhryi^ium van louter goud.
Noch leeft men in de Verhandelingen van de achtfte
algemeene kerkvergaderinge hoe dat Theodofius Patri-
arch van Jerufalera op de gemelde Vergadering niet
konnende verfchijnen, zijnen Priefter Elias derwaarts
heeft gezonden ; en hem tot een vereering voor Ignatius,
Patriarch van Konitantinopolen, onder anderen heeft
mede gegeeven den fchouder-mantel en den Mijter van
S, Jacobus, eeriten BiiTchop van Jerufalem. Ja Vale-
llus en Petavius,de eerfte in zijne Aantekeningen over
het vijfde boek der kerkelijke hiilorien van Euiebius,
(iKcap.2^.) de tweede in zijne Aanmerkingen op Epi-
phanius,
{Har. ζ. item haref. 78. m. i+.) geeven het
voor een gewi0è zaak op dat alle BiiTchoppen, al van
't begin der kerke, zodaanig een hoofd-cieraad gedraa-
gen hebben ; en zy houden het voor een en de zelfde
zaak met het
Petabulum of de goude plaat der Joodfche
C:pper-prieileren. Polycrates die in de tweede eeuwe
geleeft heeft, heeft in fchrift nagelaaten (by
Etijcbius
Λ v.r. 24.) dat S. Jan een BiiTchop is geweeil:, en zoo
een hoofd-cieraad heeft gedraagen. Het zelfde fchrijft
Epiphanius
[Har.r^.n 2. ^ ί^Λτ. 78.»!. 14.) van S. Jaco-
bus , eerften BiiTchop van Jerufalem. En dat dit een
Mijter geweeft is, 't welke van fommige Geleerden
tegen gcfproken wordt, fchijnt genoegzaam te blijken
uit het geene wy zoo even van Theodofius Patriarch
van lerufalem verhaalt hebben. H.Menardus, fchry-
vende over het Sacrament-boek van S. Gregorius, en
tegen de oudbeit van den Mijter, beeft hier niet veel
tegen : maar hy zoekt zich te redden met te zeggen dat
dit iets zonderlings in deeze twee Apoftelen is geweeil:
en dat het gebruik van den Mijter met hen heeft begon-
nen , en ook met hen is ge-eindigt. Doch de gemelde
brief van Theodofius Patriarch van Jerufalem heeft dee-.
'ze uitvlugt al over lang afgefneeden door deeze woor-
den:
Ik zend u den fchouder-mantel met den Mijter, en
het Bijfchops-kleed -ναη S. "Jacob den broeder des Heere ...
kst welke mijMe p^oorzaten altijd aantrokken ah ze in het

Hei·'

-ocr page 81-

op Gödèbaldüs, 77

Heilig der Heiligen zouden treeden , en ''t welke ik ook al-
tijd Mntrek·, dae ook al het voornoemde gewoon bentedraa-
gen.
Al het voornoemde, 7,egt hy, en by gevolg ook
den mijter. Noch ftaat by Nicephorus Kalixtus {Uh.n,
c. 2t.) teleezen dat S. Eufebius Billcbop van Samofate
een tiara, dat bok een mijter of eenfoortvan een mij-
ter is, heeft opgehad. Daarenboven maakt Chriftianus
Lupos
{Dijfertat. de Synodo Ephef. c 2 ) gewag van een
öud Ritueel der Jacobyten en Eutychiaanen in Syrië;
het welke van de wijdinge der Biiïchoppen. Metfopo-
litaanen en Patriarchen handelende, onder anderendee-
2e plegtigheit voorfchrijft:
De P,atriarch geeft den mij-
ter (cidarir/j) aan een der Biß'choppen, en fielt hrm op het
hoofd van den geenen die tot Bijjchop gewijdt zal worden.
My dunkt ook dat de volgende woorden van Gregorius
Biffchop van Naxianxen,
{orat. apulog.) indien men de-
7clven niet wil verdraayen en opentlyk verkragten, niet
anders als van den Biflchoppelijken mijter veriiaan kön-
nen worden :
Daarom^ zegt hy , hebt gy my totBiJfchop
ge zalft ^ en een mijter {cidarim) op myn hoofd gefielt.

Of men hier al tegen inbrengt dat de oude Sakra-
ment- en Ceremoni- boeken geen gewag en maakeri
van den mijter, en dat de Pauzen zoo wel als de Bif-
fchoppen in alle de oude fchilderyen , daär zy met al
hun BiiTchoppelijk en PauiTelyk gewaad afgebeeldt ftaan,
altijd met blooten hoofde en zonder mijter vertoont
worden, gelijk BucheÜus in Go.debaldus,de Kardinaal'
Bona en meer anderen doen gelden. My dunkt, cn
meer anderen zullen ongetwijfeld het zelfde denken,
dat de openbaare getuigenis en verzekering van zoo
veele geloofwaardige Schrijvers ten minfte zoo hoog,
ja veel hooger moet weegen als het ftilzwijgen van
ibmmige andere Schrijvers. Ten hoogde zou uyt die
boeken en fchilderyen volgen dat de Pauzen en veele
Biiichoppen geen mijter gedraagen hebben ; maar dit
ïelfs volgt'er noch niet uyt: want de Kardinaal Bona,
door de redenen van Sauilay cn van anderen gepraamd,
bekent dat zy een zeker hoofdcieraat opgehad hebben.
Können zy een hoofdcieraadgedraagen hebben , fchoon
dat ze in alle fchilderyen met blooten hoofde vertoont
worden , en fchoon dat de gemelde boeken zoo wei
van zodaanig hoofdcieraad als van den mijter zwijgen ,
waarom können
zy ook geen mijter op gehad hebben?

die

-ocr page 82-

yB Α α nte Oeningen

die bloote hoofden, en die boeken , ftrijden niet meef
tegen den mijter als tegen een ander hoofdcieraad.

Maar om noch naarder te komen, laat ons eens xien
of het wel eens
zoo va(i gaat dat de Pauken in de ®u-
de fchüderyen altijd met blooten hoofde verbeeldt wor-
( den, en dat de oude Schrijvers, daar 2,y van het Bif-
fchoppelyke gewaad fpreeken , geen woord van den
mijter en reppen. Martene,
(de Enchar. c·^, art. i.)
, fchrijvende over de oude kerk - gebruyken der H. H.
Sakramenten ,· getuygt dat 'er over meer als looo jaaren
een fteene beeld van S Pieter, met een mijter op het
hoofd, is opgeregt voor de kerkdeur van Korbye:
loo
is men toen al van die gedagte geweeil: dat de eerfte
Paus een mijter had gedraagen. Daarenboven hebben de
Bollandiften de prenten der Pauzen uyt deoudegedenk-
fchriften en uyt de oudite prenten, fchilderyen en beelden
der Pauken die binnen Romen te vinden waren, in kooper
laaten fnyden, en in hunne Levens der Heiligen ten tooa
gefielt.
{Propyl.Maji) Staan zy daar altijd, of ten minfte
doorgaans, met blooten hoofde? geenzins. Hetgroot-
fte gedeelte der Pauzen , van Silvefter af te rekenen,
heeft een langachtigen en ronden mijter op het hoofd.
Schildery tegen fchÜdery. Ik Iaat een ieder oordeelen
of men geen beter gevolg kan trekken uyt fchilderyen
die den mijter ook vertoonen , dan uyt de andere die
den mijter achterlaaten. IVIen ilaat wel ietwes over, of
men verzwijgt het in eenige gelegendheden : maar de
Pauzen te vertoonen met een gewaad dat ze noit ge-
draagen zouden hebben , dat zou belachelijk en van al
de wereld berifpt zyn gev/eeft.

En wat de Schrijvers aangaat, die over de kerkdien-
iten gefchreeven hebben , Theodulphus BiiTchop van
Orleans , een Schrijver van de negende eeuwe , han-
delt in een van zijne gedichten van de Biflchoppelyke
klederen en pronkgewaaden : en tot het hoofdgewaad
komende fpreekt hy aldus:
{Carm.%. Ub.v.)

Illim ergo caput refphndcns m'ttra tegebat.
'Zyn
hoofd was met een blinkende mijter gedekt : too
dat die opwerping, dewelke uyt het flilzwijgen van zo-
daanige Schrijvers getrokken wordt, ook zoo vail niet
en gaat. En 't is ons in allen gevalle genoeg dat wy an-
dere Schrijvers genoeg hebben,
ik zie dan niet waarom dat de Kardinaal Bona, om

bei-

-ocr page 83-

©ρ Godebaldus. 79

beide de partyen te verzoenen , dit voor het befte mid-
del gehouden heeft dat de Biffchoppen van ouds wel
een zeker hoofdcieraad, maar geenen mi jter, op gehad
ïoudeu hebben. Of de mijter der Pauïen vi^at langach-
tiger en ronder is geweeft, xoo een kleine verandering
in het fatfoen maaktgeeneverandering inde xaak, noch
behoort ook eenige verandering in deii naam maa-
ken.

Maar dat de mijter vanouds "zoo gemeen niet is ge-
weeft , dat wil ik gaarne toeftaan, en heb het boven ook
al aangemerkt. En als de
H.Bermrdus vertelt (m vita
Malachia:)
dat Innocentius li. den mijter van zyn hoofd
afnam, en op het hooid van Malachias xette , wil hy
miffchien te verftaan gceven dat zulks door den Paus is
gefchiedt, om dat Malachias noch geen'" mijter hadge-
bruykt, en dat de Paus hem die eer allereerft heeft ge-
geeven.

Om noch iets van den mijter te zeggen, ïookanhier
noch aangemerkt worden , dat van ouds de mijter der
Pauzen doorgaans langachtig is geweeft en met een fpits
eindigde, xoo als uyt de gemelde prenten der oude Pau-
zen te zien is : maar dat de Biffchoppelijke mijter in
twee deelcn was gefplift. By de Grieken en in deOo-
Öerfche kerke is de mijter zoo zeer in geen gebruyk ge-
weeft, ζφο als jacübus de Vitriaco in zijne(Jofterfchc
hiftorie {lib.l.c.η.) van de laatilen getuygt: maar de
Maronyten, 2egt hy,tot een teken dat ze den Paufië-
lijken Stoel gehborzaamen , volgen de gewoonten der
Latynfche kerke. De Armeniërs , die doorgaans 'in haa-
re kerkgev/oonten regelregt tegen de Griekfche kerk
aangingen, bedienden zich ook van den mijter, zoo als
by klem.ens Galanus gezien kan worden. Ik zeg ook
by de Grieken , willende zoo lang naar het gemeene
gevoelen fpreeken als ik geen klaare bewijzen daar te-
gen heb gevonden. Miffchien zou iemand, die het zeg-
gen van Balfamon
{in Nomocan. Photii) en dat van A-
naftalius den Bibliothecaris
{in fcholiis ad concïl. ge-
ner.
8.) te famen knoopte, wel een andere gedag-
te opvatten : want de eerfte getuygt dat de
Char-
tophylax
van Konftantinopolen (die ook loo veel
als een Bibliothecaris, en een van de vyf Kriiysdragers
was) een gouden mijter
{tiara') op zyn hoofd mocft
draagen, 't geene Änaftafms ook beveiligt
: maar deeze

voegt

-ocr page 84-

So^^ Aantekeningen op GoDEtiALbus.

Voegt daar noch by dat hy de mijters of hoofdgewaadén
{infulas) der kerkelijke bedienaaren moert ophebben.
Wat voor kerkelyke bedienaars können dat anders ge-
weeft zyn , ϊ,οη iemand ligtelijk können denken, als
de Biffchoppen en Metropolitaanen tm. Maar het luft
ons niet hier dieper in te treeden. MiiTchien heeft A-
naftafius , die van de Latynfche kerke was, op de be-
dienaaren der Latynfche kerke gezien ; hoewel dat dit
wat oneigentlyk xoii gefproken zyn.

Ook kan ik hier niet ongemeldt laaten datïelfs Vor-
ften en gekroonde hoofden naar den mijter geftaan , en
den zeiven als een zonderlinge gunft van de Pauzen al
dikwils verkreegen hebben. Alexander II
{Hb i.cp.iß,)
heeft den Biffchoppelyken mijter toegeftaan aan Wra-
tiilaus Hartog van Bohemen, 't w^elk ook door Gre-
gorius Vil is bekragtigt. Het zelfde voorregt heeft in-
nocentius III toegefiaan aan Petrus II Koning van Ar-
ragonie, zoo als in den open brief van Martinus IV te
Icezen is.
{apud Dachery t.6.) Ja Eiigenins III heeft
niet alleen het draagen van den mijter, maar ook van
het
loo^QnotmAz. Dalmatica ^ (zynde eens Biffchoppelyk
Misgewaad,) en van dcBiffchoppelyke fchoen vergmnt
aan den Koning van Sicilië. (Zie Lupus
tomow.ConcH.
p. 25)4.) Maar dit hebben de vyanden van Eugenias zeer
hoog doen gelden by den Keizer Konradus, 'als ofhyde
volle tekenen en pronk-deraaden der koninklyke Ma-
jeftéit, zonder den Keizer daar in eens gckcnt te heb-
ben, aan den Siciliaan had weg gegeeven : want, zoo
als Lupus aanmerkt, de mijter in de koninklijke kroon
gevoegd, was een teken van Opper-majefteit, ofvs'ierd
'er althans voor gehouden, Hoe dat de Abten, en zelfs
veele Xanonnikken, den mijter en al hetBiffchoppely-
ke gewaad van de Pauzen mettertijd verworven hebben·,
zal hier na wel eens te pas komen·.

AN-

-ocr page 85-

Andreas van Kuyk,

XXV Bijjchop mn Utrecht,

Hiev * na 0eboÏ0t Andreas, ift 500tt öait ,'
mx ban Kuyk t, trie tjan f^oofï S Ä
ban η 25iffcöojp ban
ntvtgtt ce Luik,

èen man tm ugtccfïe genegen tot fiiïïi0öeit en wordBif-
b^eöe; m irie be öoöb^ngtigöeit in get Hïoofiec fj^op^^«
ban Csmonii/ itie öaat ögt-na t'enemaaï ngtge^^
iiooft toa^/ iueberomöee^iïoen getïeeben. ^it
ίφ bg-na get eenigfie ban eentg öeïans öat bait
Öem ϊίρ öe ^^ifion-fcp^ybee^ bjo^bt gebonden,

i^ocö δρ DivÊeus, ίπ gift 8 öoeïi öec
fcöe (SefcöiebeniflTen / ïeefï men nocö S^t boïf

0eni}e: In het volgende jaar, te weten 11heb-
ben de drie broeders Hermannus van Kuyic, An-
dreas BiiTchop van Utregc, én Godefridus van
Arensberg , zoönen van den Grave Hefmannus,
onder wiens aanvoeringe Floris Graaf van Hol-
land in'c jaar (1) loiii. verflagen was, een aan-
ilag gemaakt op het leven van Floris den Zwar-
ten , ( X) broeder van den Hoilaridfchen Grave
Diderik j en hebben hetn digt by de muuren van
Utregc doodgeflagen.

Heda (?) en Beka fcg^pen bat Μ ^öög"
Marien waard j in Öe ^^etnbje tnffcöenöenJ^aai

en

* Bekay Heda^ BarlandaS j Buchelius^ enZ.
t Wegens den ooriprong en de afkoiufte van de Graven van
Kuyk kan nagezien worden A, Buchelius , in zijne Aanmerkin-
geii over Heda p. 15· 8, die ter zelve plaatze een gedeelte van hun-
ne ftamme vertoont, Hy merkt ook zeer wel dat ze geene Er£.
graven, gelijk hedendaags, maar Ampt-graven, dat js voor hu»
leven, waren,

II. Deel. F

-ocr page 86-

ïi6 Het Leven van

tn irc» I^Sijn 0cfïi9t jöube ö^ööe» > aïioaai? iie

' Prfmonftreits- beeren , iudfer^ Onïans^

opeïtomen m in gcooteacïjtmgetoa^/seiiïaatfï
3ijn geioecff.
(©OCÖ ttt Öe Jiapietétl itatt Brochius , Bu^
, cheiius
aangeöaaït/fïaat tcïeeseniiatgetiioo^^
Hy "Igt, Itïoofïer / in't jaac i I^s op öen eerfïen

3fung / sefii^t gstoeefï öao^ Bermannus van
Kuyk, Andreas
tiaiïec/ (4-) oniiec ioten^ aaitf
ijoenn0e/ geïp reeii^ s^seiti^/ tiCfBcmf^lof
ti^ loa^ becfïaöcm J^eefi aite onje ^φρετ^
tnaaßin seiuas öau bit Itïootïei;: get todfe ban

iiocg tegentooo^^
iJij5 i^'ec niet ban obec ai^ tm toeini0 puin.

φρ itee5en tgi» geeft öe ï^iiibec Fuikoldus,tiie
ganöiiaaiïiö aan ben ntoo^bbanFioris den Zwar-
ten
bja^ getoeefi/ na bat öe io.jaafe ban öen
Didcrik, Floris ö^oeiiet;/ toa^ ontkomen/
tot bolboeninj boo^ ireesen manfïag / 5gn ï^
fieeï ΌΡ öe jlaa^ / soo fcgjeeben ban ^en^^
tren geleden / tot een Sfiöbg boïgen^ ben regel
bec ^^iemonfïreit^ - leecen gemaa&t / en baar
j&g een fterïi getimniert Cn om beeje nienbie
hLormt öeboïften §eeft ög menige j^onnil^ften

Abdyen, «gt be 31löbpe ban Marien waard ontöobem

retfïe SCöt obec bee$e Honniftften i^ geioeefi
Everardus, betoeïfte aïbaac in 't jaar 1108. na
bat bie toaarbigö^it
34 iaaren ïang gab öe^
öient / i^ oberieben. l^tt opi-egten ban beese
31löbge bjo^bt niet alïeen bergaalt ban onse
fïoci-fcö^per^ / maat; ooft ban ί
Mireus : tie^
toelfte nocöbo?ber bezaait öoe bat be^eïbeFui-
koidus get jlonnift^-iiïeeb aïbaar ï^teft aange;?

Φ i» Cèroft. Pratnonßrat, Hb, c. 59. Diplom. Belg.

troß^

-ocr page 87-

Andreas van ΚυγκΓ Sj
tcoftitett / m in 't jmt 114p oberleöeti« * ni

oniireat öen ^döen tgb geeft öe An-

dreas, 500 aï^ öïtgsn^ Heda g^migt/ iiejatesuii
ïiftre
ψ^φίτ^ em iiiu ïo^ en oii^ecegdti ïeljen
u^t 5)0 ΙΐεΠίΐ: tau ^iabe^en ge^et / en anöere
jf^oHuÄu en ilonnen iigt ^op^oeïi in pn^»

ne jplaat^ gegmi^en : öart Bokkenberg, geip

mW öï mm^ / fcMft' ifit l^oo^sööt:

toe»

Andreas geeft öen ji%t irecnatniire/ ijoïgen^
Beka én Bokkenberg, ÏJOÏiiaan itt 't jaar 1138.

0jp Un 23 ^un^/ tien jaaeennajline öeeftie3in0
tot Spiffegöy tolltceßt: öan Ν oviomagus ïegt
gern nocï) een jaar ïeben^ meer toe. te

fiatgt in get smf 5i|iiee baa^saaten ßegeaaben,

fg: geeft aan öen mt en aanbe lEonnMien e„begif-
tian (Crngen gefcgonfteii öe Secft
en öe tien^ tigt de
ben in get Aiborch, iyic öen S^iffcgoj» eecfï Keiken»
toeöegooiöen / om öat gg» synöe aïiraac
ingenomen
üja^ seiaeefï. €n ftaat temerßen
öat
'eu nocg tegentuDo^öi^ een liïaat^ niet beere
ban len
^èen ïeit / öie Alborg iaoj^t genoemt
geeft g^ aan öe ^albato^^ öer&e eenige
eigenbommen
gegeeben in öe rebieré öen fffei /
omtrent
Tergouw eil Haattregc : en Uïi ψ^νο^
cgi in Boefingen aan öe fterïte ban m^

tregt : toaar ban be blieben te binben 5gn ög

Heda, pag. 160. 161.

i^e^elbe S^iffcgois Andreas geeft aan öe Ita^
nonniftfeen en be feeree ban ^.^aïbato^ segee^
ben be tienben en 't regt op be ö.jaaltianben in

Rys-

* De Heer N. Alkeniade, in de zaken ons Vaderland aangaande
zeer crvaaren, lieefc verfcheiden gedenk-fchnften , brieven ea
papieren, met de hand gefcKreeven, onder zijne bewaaringe.

F ^

-ocr page 88-

84 Het Leven van Α. van Kuyk.

Ryswyk. töo^tit ooft een ö^ief gebonben/
tarnt δρ pn öe tienöen ijerfeent in ïjct ϋύ^ρ
Bodegraven: toelße gifte iioo^ gem gebaatt in
't iaat ii?4 ί in be 12s indiktie , in öet 7 jaat
5Önei5 S^iffcöojpjpelgße iregeeti'nge,

t ^n öet öoDtiöoeS Uan ^aïbato^^ ftecïie
te lltcest fiaat be miiiigejt i)an öen
Andreas ijeïmeïitt ttietbe boïgenöeiöoojiien:

Op den X3 Juny is geftorven de Bi^chop An-
dreas, die aan onze kérke gefc honken heeft vee-
lerhandc Tienden, en de inkomfte der braaklan-
Lof van den , leggende tuffehen Maldrike ten ooften,
zijiie mild- Ravenswade ten weilen, Ryswyk ten noorden ,
daadigheic. gj^ Asvele ten zuiden. Daarenboven heeft hy ons
gegeeven allerhande tienden van het nieuwe
bouwland by Gelden, benefFens de inkomfte en
het wereldfch regtsgebied , en daar by vyf land-
hoeven tot een erfelijke bezictifig. Noch heeft
hy ons gegeeven een proeve, die hy alleen had te
vergeeven. Noch hebben wy van hem de groote
cn de kleine Tiende van acht landhoeven in Bo-
degraven 5 zoo als dit alles in zijne handveften
Haat vermeldt. Dit alles heeft hy ons op zodaa-
nigen voet gegeeven, dat wy voor hem,en voor
Thiemen onzen Prooft , die den tS November
overleden is , altijd een
byz,onder gebed in onze
MiiTen zullen doen, en hunne gedagcenis in den
Kamn houden. Hier worden 30 Sch^ellingen gc-
. geeven aan de Kanonnikken die 'er tegenwoor-
dig zyn i men zal ze ook beluiden , en aan 't ge-
bed der geloovigen beveelen.

t Matth. Analeä. i.V.

AAN-

-ocr page 89-

aantekeningen.

1. Alle onze Hiftorffdiryvers verhaalen dat Florä^
eerft
zijne vyanden had geflaagen; maar dat hy moege-
vogten,en met lyn volk in het open veld ruftende, on-
voorziens onder de aanvoeringe van Hermannus van
Kuyk, van de vyanden is overvallen en gedoodt. Hy
Jjad by-na alle de omleggende Vorften tegen ;den Graaf
,van Vlaanderen, den Graaf van Loven, den Graaf van
Kuyk , den Voogd van Gelderland , den BiiTchop van
Keulen . den Biflchop van Luyk , de Lotteringers enz.
Zie M. VolTius , enz. ,

2. Beka en Heda fchrijven eigentlijk dat de Biflchop
Andreas met groote inoeite een zoen heeft te weeg ge-
bragt tiiiTchen Hermannus Graaf van Kuyk en Godefri-
dus Graaf van Arenberg van de eene kant, en Dide-
derijk VI. Graaf van Holland, die hen om de dood van
Floris i. over al vervolgde , van de andere kant; en
dat Hermannus volgens her gemaakte verdrag de Abdy
van Maryeft-Waard heeft opgetimmert. Dit is al ge-
fchiet voor den moord van Floris den Zvsrarten, Graaf
Diderijks broeder.

3. Diviieus , M. Volïius en meer andere Schrijvers
van deezen moord handelende zeggen dat Floris de
Zwarte, Graaf Diderijks broeder , lang gevrijdt had
over de Nicht van de gemelde drie gebroeders: maar
dat ze hem geduurig afgeweezen hebben. Dit ftond Flo-
ris , die een moedig en hooghartig Icarel was, niet te
lijden: en miiTchien begon ook de oude wrok daar
door weder te herleeven. Hy maakt dan binnen ü-
tregt te komen , en de borgers die doch doorgaans
niet al te goed BiiTchops waren , op ïijne hand te
krijgen; de BiiTchop moeft ter ftad uyt wijken ,en ging
zijnen nood aan zijne twee broederen klaägen. Deeze

i de wapenen fluks aangefchoten, en een hoop volks by
een gekreegen hebbende , zyn ter fluyk omtrent U>
tregt geliomen : en vernomen hebbende dat Floris
fomwijlen met fien klein gevolg ter jagt ging , heb-
ben hem pp zekeren tijd waargenomen en te Abftede

F 3 ver-

-ocr page 90-

δ(ί Aantekeninc^en

vermoordt. Daar opheeft Graat'Diderijk, om deeïen
moord te wreeken , dep ßiiithop uyt de ftad verdree-
ven, en is met een magtig leger in het Graaffchap van
Kiiyk gevallen, alles te vuur cn te ïwaard verdelgen-
de;
loo dat de Graat 2,elf, om in de handen van een
yergramdenvyandniet te vallen, genoodzaakt was buy-
tens lands te gaan zwerven. Doch na de dood van Kei-
zer Lotharius is alles wederom inder minne byge-
legt.

4. Ik wil liever zeggen door Hermannns , BiiTchop
Andreas broeder : want de Vader , onder wiens aari-
voeringe Floris I. in 'tjaar 1062 verflaagen was, 2ou
dan al een ftok-oud man moeten geweeft zyn : ook
drukt Buchelius niet uyt of hy de vader of de broeder
van Andreas is geweeft.

Wy hebben hier hoe dat Diderijk VI. den moord
van iijnen broeder' heeft gewroken , hoewel dat 'er
miiTchien noit de grootfte liefdé tuflchende twee broe-
ders is geweeft. Men
liet ook hoe dat de ïelfde Di-
derijk niets ombeïogt liet om wraak over de /dood
van zijnen over Grootvader, Floris l. te neemen, en
niet geruft heeft voor dat de Graaf van J^uyk een Ab-
dy, als tot een boete,en tot laafFenis van GraafFlo-·
ris ziele, had getimmert. 't Is waar, dee^e wraak-"
pleeging zou nu ook al ónder de groote Voriten plaats
hebben : maar men weet , en onze Schrijvers zyn 'er
vol van , hoe dat dit altijd van ouds onder de Vrie-
zen en Batavieren in zwang heeft gègaan : zelfs als
'er een neerlag was gedaan wierdt' de gedoode niet
eer ter aarde beftelt voor dat de moorder ofdoodila-
ger gevangen was gekreegen.. Maar dit is naderhand
aldus yefandert dat men den gedooden eene hand
afkapte , en die hand bewaarde , om daar mee regt
te vorderen. Anders wierd f het doode lichaam in
een kift geleit , en ergens aan de zolder of tegen een
muur opgehangen ; daar men het dan liet droog
worden , ter tijd toe dat 'er eeuigen , of ten min-

* Bool Amßerdams Privilegie en "Paarter-regt.

I Zi$ Thomas Canti^ratanns in »otii^

-ocr page 91-

opAndreasvanKuyk. 87
flen een, van de maagfchap des moordenaars gedoodt,
en den gedooden als tot een zoenoffer opgedraageii
wferden. Dan wierdc het doode lichaam eerft met
groote ftaatiie
ea naar den eyfch begraaven. Thomas
Kantipratanusdie dit verhaalt, heeft een heiligen Mon-
nik gekent met naame Dodo, een Vries van geboor-
te, die
deexe gevv^oonte door xijn vuurig preeken heeft
uytgeroeit, en de aangeboore barlïigheit en hardkop-
pigheit der Vriezen voor een groot gedeelte heeft ge-
temt. Zoo dat die gewoonte , van den gedooden on-
begraaven te houden, noch al tot omtrent de dertiende
eeuwegeduiirdt moet hebben, maar omtrent dien tijd
zeer heeft beginnen af te neemen. Ook fchijnt daar
uyt te volgen , dat deexe gewoonte by de omleggende
volkeren
ïoo geen ftapd heeft gehad , of ten minfte
lang te vore te niet v^as gegaan : want Thomas Can-
tipratanus fpreekt 'er zodanig yan als of dit gebruyk
eygen was geweeft aan de Avoefie en hardvochtige
Vriezen. Egter meen ik dat hy de Hollanders op^
ondei de Vriezen begreepen zal hebben.

F4

HERl·

-ocr page 92-

88

Η Ε R I Β Ε R Τ U S,

XXVl BiJJchop van Utregt-

Daar tia i^seöoïöt Heribertus, efH J^^ie^
ban geöoa^te/ en/ gdp aï^ Emmius Β
ΓΦίίίί/ δρ öc S^fcummaunen u^t gemccne
ourget-ïuiiren gèfji^oten : iiocö niet te min ccn
ö^pom cn fianiibafiiö man / en ^eer gbeng in
ÖPt onbergouben cn booafïaan btt üerfteïgitc
tnst

2öiffr_F|O}JS0iogiit ^ijntrc βρ naarïlomen i^e^
rcifï/ om mfef: iien obec seöjigtisc
raaö U plee^en, ©an tïaac toetier t · öui^ geïto^
men binöt gn te «Sioningen / een geöceïte ban
S^^ent/ nocö onöcmuurö/ eniien ïltcegtfcSen
(i) ^toeï toeöe|ooreniie/ aïïe^ m rep en tmt ·,
en öe <2^^ei|tenaar^ aan't muiten gefïaagen ^ tot
300 berrc &at 3e öe ouöe ïterft ban
Walburg

öeset enberfïerBt gairöen. <©aac op geeft ö^Ö^»

tot öe obergabe geötüonijen / en be muitei:^ ge^
öenmt '^te^t fetgg^-öeroeiten fïaan iayiiïoopi;'
0er befc&;eeben ίιρ
hm boo^nocmtJen Emmius,
in §et 6 öoeft3pei'öi|Ïorie/ oberijet jaar 1143,
(^m tijbe ban bèesenS^ifTcïiopÖeefï
Diderik
<iB»raaf ban i|o!fauD ht fïaii Utregt met een mag^
tig §eii· belegert
(χ) Henbertus boo^500 beeï
boïfi^ ingefloten f^tft boo^ eerfï be bucgerge een
Sart in 't ïgf gefjj^often / en j^aar hermaant be
fiab^-befien manneïgft te öebjaaren, 5^aar op
/ naar öet boD^öeeïti ban beeïe gobb^ngtii
se s^iffcöojppen ber oube tijben/ biegrooter öe=

tron^

α Beka, Heda, Barlandus. h Uk 6. remm Frißc.
f te νίψη Diderik

Hcribertus
<en Vries,
•Wordt Bif-
fchop vaii
Utregt,

VanRomen
t'huis ge-
komen
temt hy de
Trence-
«aars.

-ocr page 93-

Het Leven van Heribertus.

tcouiuen oj» öc 3Oiiii.iU0ti09dt aï^ oji gct mjiiee
fiete/ met aïle 39«^ tecfiaöugt

getrolilißn / om öeii Woej^ ober öe i|oïïaniiec^
ugi te öoaiicren* <©e
Staaf öoo? öe
isan Den öan 500 gebtöee gebjo^iien / öat ire»
te öoet geöaiïen/ en ombecgiffeni^
Öeeft geöeöeit ^eejen 005Ï03 gee^ an&eK
anöeiett getoag gemaaftt
Bariandus in ^eftei;
Boeitje / 't
iueïiie ög ojp get öerjoeö ban sgne
b^ieniïen geeft gefcS^eeiien
hm öe aanmetfften^
iöaai'bigtïe öaaisen öer i|oïïaniircJe <0raaben,

Heribertu? in 't jaac 115:0, pp öen 2ijQedoo4,

tienbeh .i^obemöec obevïeöen / en ög ^jine ^ooi^
3aaten in be ^oofb-feerfee Êepaaben/ nabatfig
be ^erït ban Uteegt tbjaalf jaaren
m bier maan^
ben öab befliert

^nbec beejen S^iffcSojp ^ geeft Diderik e ^ λ
<Btmf ban #óiïanö een peHescimaabje naar deS vi'
^erufaïem gebaan^ en aï^ gggetjaau baat?aan i^eeft
de
0ber iiomennaacgug^ ßeei'be/ geeft ög aïbaac Kioofterj.!
be liioofiec^ ban ^gmonb en ïign^bncs / bie .
boo^ 5Öne J^oo^onbee^
^efiist en öe^iftiflt toa^ ouderrS'
ren / met een jaacïpfcge fegattin^e onbet be ftigt en bc-
öefcgecmin0e ban Piecer (3) gefieït S^eojpe^ w»-
neb^ief/ boo?
innocentius 11. bien-aangaanbe
ngt3e0eeben / noeg in toe5en
5 ben toeïfeen onder de
Boxhornius ngt een onb jiatfeemente boeft geeft befcher-
beebetect/ en in 5gn Coneeï ban ^oïianb
iafegt m svAm benseiben op 3gn tooojb gieu t^Z'
bg boegen.
(4) ^

TmiQcentius Biflchop , dienaar der dienaaren Openc '
Gods, a^n zijnen beminden zoone Walterus (f) ßnef vai\
Abc van het Egmondiche Kloofter , en aan des

F s ^elfs - '

jaar lil2.
e de fei4e van dira mam.

-ocr page 94-

jto hetlevenvan

zelfs nazaaten die hem ten eeawigen dage wet-
tiglijk zullen volgen. De hoog - gebooren man
Diderik, Graaf van Holland, naar Jeriißilem rei-
zende , heeft zich voor onze tegegiwo^ordighejt
vertoont. Onder meer andere dijÉgen, die \vy
met hem over deverbeteringe derzeden,en over
de aanftellinge van zijn leven verhandelt hebben,
heeft de gemelde doorJugtige Man ^ zoo uyt zij-
nen eigen naame , als uyt den naame van zijne
Moeder de Gravinne Petronelle , de Abdy van
Egmond en die van Rijnsburg, uyt een bewe-
ginge van godvrugtigheit, aan den Prins der A-
poftelen, den H.Petrus, in eigendomopgedraa-
gen en overgelevert. Weshalven wy , die wel
jneeft verpligt zyn de geregtigheden van dien
ileureldraager des Hemels te verdedigen, dezelve
.eerwaardige plaatzen in eigendom , en onder de
befcherminge van den Heiligen Roomfchen Stoel
aanneemen. En wy hebben die ook , met al dat
die plaatzen toebehoort, door debefchutting van
jdit tegenwoordige fchrift beveiligt, en vaftgeftelt,
dat alle de bezittingen en goederen, zoo in Ker-
ken als in Tienden , Landeryen , Wyngaarden,
Wateren, BoiTchen, Beemden, of in iets anders,
wat het ook zy, beftaande , die dezelve Abdyen
tegenwoordig geregtelijk en wettiglijk bezitten^
of in-t toekomende door de vergunning der Pau-
zen , door de mildheit der Koningen of Vorften,
door de opdragt der Geloovigen , en op andere
rcgtmaatige wijzen onder Gods zegen, noch mo-
gen verkrijgen , ons ten eeuwigen dage vaft en
ongefchonden zullen
toebehooren. Zoo beveelen
wy dan dat het geen menfch ter wereld geoorlofd
zal zyn de gerae|de Abdyen baldadiglijk te quel-
len, of haare bezittingen
weg te nemen, of weg
genomen zijnde te behouden en
te verminderef»;

of

-ocr page 95-

Η Ε R ï β ε a ,Τ ρ Ρϊ

of haar eenige andere moejelijkhedenaan te doen.
Maar
wy wiUen dat alle die goederen in hun ge-
heel
bewaart werden voor het gebruyk der geer
nen, rot welkers onderhoud, en aan welkers be-
ilieringp dezelve gegeevep zyn geweeft. En tpp
een teken dat deeze Abdyen den H. Petrus ia
eigendom toebehooren, zult gy en uwe nazaaten
's jaarlijl|:s vier (5:) Schellingen Frieffingfdie punt
aan ons en onze nazaaten tot een fchatting betaa-
leii. En indien eenig kerkelijk of wereldlyk per-
Γοοη, kennis van deeze onze ordonantie hebben-
de , zich mögt verftouten dezelve rpoedwilliglijk
te overtreeden , indien hy andermaal en derde-
maal vermaand zijnde, zijne misdaad door geene
behoorlijke boete verbetert , die moet van het
allerheüigfte hehaam en bloed van onzen Godt en
onzen Heere en Verloifer Jefus Chriftus verfteken
worden, en in het laatfte oordeel een ftrenge ftraf
pndcrilaan. Maar alle de genen die de geregtig-
heden der gezeide plaatzen bewaaren , moeten
hebben de vrede van onzen Heere Jefus Chriftus;
zodaanig dat ze alhier de vrugt van hunne vroo-
migheit genieten 5 en hier namaals by den regt-
vaardigen Regter de belooningen der eeuwige
vrede mogen vinden. Amen. Aldus ondertekent:
Ik innocentius BiiTchop der Katolijke Kerke. Ik
Conradus BiiTchop van Sabina. IkGerardus,Prie'·
fter Kardinaal, onder den tytel van het H. Kruys
te Jerufalem. Ik Theodeminus BiiTchop van S.
Rufina. Ik Albertus BiiTchop van Alba. Ik Lu-

kas, Priefter Kardinaal, onc
Johannes en S. Paulus. Ik Al
Oftie. Ik Anièlmus Priefter
Kardinaal vanS.Lau-
rens in Lucina. Ik Otto Diaken Kardinaal van S.
Joris. Ik Gregorius Diaken
Kardinaal van den H.
Gegeeven in Laterapen, door de hand

vaa

er den tytel van S.
aertus BiiTchop van

-ocr page 96-

BBBHn

2 het l ε v e n v α ν

.van Emerikus, Diaken Kardinaal, en Kantzelier
der Roomfche Kerke , op den 28 February, ia
de derde Indiktie, in 'c jaar 1139 na de menfch-
wordingdes Heere, in't elfde jaar des Pausdoms
yan onzen Heere Innocentius II.

g^an i)a;0unnm3e geeft ooft seioag se^

jnaafttiié S^iffcgojl Herdebertus, of Heribertus,

aï^ Ö? in 't iaat* 1143. ««öc «estn^nii toa^ ge^
saati / en öe ifeerft aïiraar in be te^entooo^iïisïieit

iian öen <Bmht Diderik , öan stjne b^outoe So-
fia,
m ban becfcöeiitene iioo^ïugtige mannen/
geefïeïgfte ïSïecfeen / en onteiöaatJe ïeeften "^ctft
mgetogiit getuigt öe ojpene ö^ief öan öen
5eii)en
Heribertus j iieiurifee om sgne ouiipeit/
m om bat ög ter ojiö^ïb^wnge uec jaafe öient/
gier beciiient jpïaati ie geööen.

Onene naame der heilige en onverdeelde Drie-

bnefvan vuldigheit; Hardbertus * door Gods genadeBiP-
Hardbcr- fchop van Ütregt aan zijnen beminden broeder in
SI»*· Chriftus , Walterus , Abt van het Egmondfche

Kloofter, en aan des zelfs nazaatendie hemwet-
tiglijk zullen volgen. Wy willen dat kundig zy
hoé dat wy in het jaar
1143. menfchwor-

dinge des Heere , op den 7. Oitober, wanneer
wy op het hartelijk verzoek van uwe brocder-
lijkhcit de kerk van Hegmond inwijdden in de
tegenwoordigheit van den verwaardigen Henri-
cus Abt van S Paulus, van Wilhelmus Abt van
S. Mauritius-Kloofter te Minden , van Themon
Prooft van S. Bonifacius , en van veele Klerken
en Monnikken : in het by-zyn van den doorlug-
Eigen Diderik Grave van Holland , mitsgaders
van zijne alderedelile huisvroüwe Sofia, van den
Heere Koeriraad van Merolie , en van de hoog-
edele mannen Gerrit vanTheyling, (6) Berewol-

dus

* Heribertus,

-ocr page 97-

Η Ε è. ï δ É R τ υ si 9 5

dus (7) Advocaat der zelv« kerice , Arcnt Spi-
kar, Aiewyn Burg-graaf van Leiden, en van zeer
veele andere Edelen en vry-luiden, zoo mans- ak
vrouws-perfoonen , en van eeri groot getal van
onze en van 's Graven knaapen , en van een on-
telbaare menigte van volk, hoe dat wy, ieg ik,
de Handveft, van Myn Heer den Paus Innoceri-
tius Π. aan dezelve kerke gerigt , hebben doerï
opleezen. Dezelve brief is in de tegenwoordig-
heit van den Biflchop , door de volgende getui-
gen bekragtigt: KoenraadProoft van Tiel, Koen-
raad Kanonnik van S. Maria , Gerrit ^ Rudolf,
Koenraad Kanonnikken van S.Maarten, Gofuy-
nus , Dideryk, Brüning , Kanonnikken van S.
Willem en Winbood Kapellaanen i en door de
volgende Leeken : Dideryk van Elkma j Gode-
fridus van Harnesberge, Herbernus van Luthem,
Elberon, Gerrit zyn broeder, Egbert van Arne- »
ilel, Albért Telonaar, enz. en de anderen die
wy boven verïneldt hebben. Gedaan in de fesde
ihdiktie, enz.

<2^mtrcnt get anbeban Heribertusietjen/na^
mentïpin 't jaac 114-8/ ^tt grootfie u^ïietl· By «yncrf
tt öct? fiatilltregt afgeb^anöt: jobaanig bat öe
ίϊ0 huh ban ^ etm^enf au^^
ïu^ / m Ut ban Jfan / öenefeii^ U ïiapeïïe ^
ban 't liriif^ / gïaïs m boo^ ht biamnten
becteett jgn geïoeefi. t
^et toieriit boo^ een
mirafte! se^outren bat in ^tt af-ö^anben ban bie
oberfcöoone fiab get Wm niet sefïagen in be
^albato^^-irerß, scoote ï^ronp ban ^

Derïanb ntaalit noc9 seiisag ban een anberen
ib^ianb / boo,?sebaïïen in 't iaac n 31 · Anfeimus
van Gembiours obec pt jeïbe iaat rcöijibettbe/
maalit ooft geiaag ban beejen ö^anb : De ftad

Ucregt,

i Barlmd. m Cfital. Epifc, Uhrajeä,

-ocr page 98-

Η Ε ï L Ε V Ε Ν V Ä κ

Uti-egt, / is voor het grootfte gedeelte

afgetirandt} te weten, het BiiTchops Paleis, de
hoofdkerk van S. Maarten, noch een andere kerk
van S. Bonifacius , en noch daar by een derde
kerk, te
weten van de maagd Maria. (8)

(^mn ptft men mibtieïen gaan Öecaamen om
ï'ocn is de ite p^giidcn
hüii iien ïj^aulï tegen öet taj^oiiiai^'
nieuwe Qfi^ öjeeren j ten ^ien einige sgn'ei' fajateren
ugt öen ï^üiittjgcïelt/eii
ht #ati fejler^ nietgra^^
ten ijoo^len; 't öjeilie e^ta· ban Oe outie gragt
te faerfiaan j hjant öe «ieiitou ea*fi
éi 't jaac
1391» ban öe ^erliaa^ ïierïie tot öen prnnjje-
too^n tm jseöoitien seiueefi*

« i^en öau Herïbcrcus, te toeten sn 'tjaac
1.145-« geeft
Konradus III. j^immfc^ Ilei5ec aan
Öe ïiaiJitteïen btt llteegtfcöe fteeBe get cc^t se^
geeijen oin een ^jffcöoji te öeaiie^en iyeiSe
ijei'0unnin0 tioa^ öen ^aii^ Eugenius lïi. goeïi^
geïteurt ï^ geiueefï» men ^egt bat be

geiiaan geeft op get aangoniren ban He-
riber tus.
^it regt naöci'öanïï böigen^ get
feg^pen öan
Heda öoo^ becfcgemen jSoomfcïje

Jansen en ïlei5et'^ öeöefiigt^

firief ναα
Eugenius
xaakcnde
de vrye
verkiezing
van een
BiiTchop
door Heri-
Lertus ver-
kregen.

PAUSSELYKE BRIEF

Behelzende de vergunning des Keizers.

Èugenius Biflchop, dienaar der dienaaren Gods^
aan zijne beminde zoonen , den Deken en het
Kapittel der Utregtfche kerkej genade, glorie,
en den Apoftoliflchen zegen : Het verzoek van
dendoorlugtigen Konradus Iii. Koning der Ro-
meinen, on2en zeer beminden zoone inChriftus,
het welke ons voorgedragen is door önzen be-
min-

Λ Wilh, Heda in H'tßor.

gcdolvenj

-ocr page 99-

Ιϊ Ε R I Β Β R τ S. pf

minden zoon Konradus des zelfs tTroeder en Prooil
uwer kerke , die ten zeiven einde door den ge-
melden
Koning naar hetRoomfche hof afgevaar-
digc was, behelsde dat wy onszoUdengewaardi-
gen de voorregten , door de Roomfche Konin-
gen én de Keizers zijne voorzsaten aan uwe ker-
ke verleend , mitsgaders het voöffegt door hem
zelfs aan gemelde uwe kerke vergund, door hec
Apoitolifch gezag te beveiligenwelk voorregÉ
is luidende als volgt:

In den naame der heilige en onverdeelde Drie-
vuldigheit, Konradus door de genadige goedheit
Gods Koning der Romeinen , de derde van dieni
naam: Indien wy de kerken Gods vermeerderen"
en haare regten door ons koninklijk gezag ver-
dedigen en beveiligen, daar involgen wy na dé
voorbeelden der godvrugtige Jb Koningen of Kei-
zeren ónze voorzaaten : en wy cw^ijfelen niet of
zulks zal ons tot meerder
c luiiler onzer regee«i
ringe , en wel voarnamentlijk tot de zaligheic
onzer ziele verilrekken. Dierhalve zy kundig zoo
wel aan de toekomende als aan de tegenwoordi-
ge geloovigen van Chriilus, en onderdaanen van
ons rijk ,· dat als wy oris hof hielden by de ftad
Utregt, en over de ruil en den Hand van ons rijk
handelden, onze getrouwe Hardbertus, eerwaar-
dig BilTchop der zelve plaatze , onze broeder dc
Prooil Konradus, mitsgaders de Deken en het
Kapittel van den Dom (p) der zelve ftad, in on-
ze tegenwoordigiieit zyn verfcheenen 5 en onze
Hoogheit hebben gebeden, dat gelijkerwijs dc
godvrugtige RoomTche Koningen en Keizers on-
ze voorzaaten dezelve kerk met verfcheiden eer-

teke-

fe Het is <ié pligtdergodvrugtigeKoningenenKeizeren,
de regten der kerken te
befchermeu.

c Het zelve verftrekï tot den luifter aan hunne regeeringe ^
cntot de zaligheit hunner zielen.

-ocr page 100-

'pö HeïLevenvan

tekeneii en voorfegten begiftigt hebben j onze
koninklijke Hoogheic zich insgelijks moge ge-
waardigen hunne voetftappen na te volgen, en
eenig aanzienlijk .voorregt aan de gemelde kerke
te vergunnen. Zoo is het dat wy, bemerkende
dat het de koninklijke Hoogheit paft de zodaa-
nigen met aanzienlijker voorregten te begunfti-
gen, welkers getrouwigheit wy door hunne ge-
duurige gedienftigheden beproeven j en daar by
overwegende dat wy en de Koningen en Keizers
onze Vöorzäaten de eerfte plaats onder de (
ïo)
Kanonnikkeiï der zelve kerke , van haare iligtin-
ge af, bezitten, en dat twee Pfiefters aldaar on-
ze (ïi) proeve bedienen, die den Heer vdor on-
ze zaligheit, eh voor de i-ufte en vrede van ons
rijk bidden ; daarenboven acht geevende op den
trouwen dienft van den voornoemden eerwaardi-
gen Biflchop Hardbertus, en op de aangenaame
gedienftigheden, en naarftige oppaffingen, met
dewelken odze lieve Deken en het Kapittel onze
koninklijke Hoogheit , eh onze lieve Gemaalin-
ne de koninginne Gertrudis, terwijle dai wy
voor eenigen tijd ons verblijf in de gemelde ilad
hielden, ten hbogfte vereert hebben.

Hierom is het dat wy , willende de gemelde
Utregtfche Dom-kerk met een zonderling voor-
regt begunftigen, tot eert hulpmiddel voor onze
ziele , en voor de zielen van Myn Heer Henri-
cus III.
(iz) onzen Grootvader, (wiens inge-
wanden in dezelve kerke tot (15) een onderpand
bcgraaven leggen) en van den Keizer Henricus IV.
öDZen Oom j en op de voörfpraak van de gemel-
de'Koninginne , onze welbeminde Gemaalinne,·
"en van onzen liefilen bfocder Konradus, Prooft
der zelve kerke, het «regt van een BiiTchop voor

α Het regt van een BiiTchop te verkiezen en aan te ftellen , het
welke kenbaar is dat den Roomfchen Koningen en Kci:ïeren toe-
behoortj wordt aan *t Domkapittel en aan 't Kapittel van de Dom-
kcrke ten eeuwigen d;ige gegeeveu, " ' ^ de;;

-ocr page 101-

Η ε R i Β É R τ υ s:

dezélve kerke te verkiezen en aldaar aan te ftel-
len, (hec wdke kenbaar is dat (14) den Room-
fchen
Köilingeiien Keizeren toebehoort, en'twel^
ke van de
Koningen en Keizeren önzé voötzaatea
tot op
onze tijden is gedaalt) aan den voornoem-
den Proóft, Deken en het Kapittel der Utregt-
fché kerke, en aanönze welbemindeProoft,De-
ken en Kapittel van S. Bonifacius kerke ter zelve
plaatze ^ die met de gemelde Dom-kerke van
haare iligtingé af, zoo als ons vertoont is , door
een byzondére bföederlijké eeridragc vereenigt
zyn, door onze koninklijke mildaadighéit töt een
eeuwige gifte vergunnen: en alle onze magt die
wy hadden aan hün overdraagen, zöhder dat
die
door iemand van onze näzaaten zal können ge-
krenkt worden: zoo dar,als het gemeldeßifdom zal
komen open te vallen, dévoorgezeidd Prooilen,
Dekeils en Kapittels van den
Dom en van deSal-
vators
kerke te Utregtj en geene anderen als de
(if) Mede-kanonnikken van hunne kerken, vol-
Itomen regt zullen hebben öm een nieuwen Bif-
fchop te verkiezen. En op dat deeze onze gifte,
fchenkaadje en voorregt , van örize koninklijke
edelmöedigheit gewilliglijk en mildelijk voort-
koménde ^ aan hun ten eeuwigen dage mogen
blijven, en van ieder een voor
beftendig gehou-
den worden
, ja voortaan ten allen tijde onge-
krenkt
en ongefchondenbeftaan , hebben wy de-
zelvén in deezen brief doen befchrijven, en met
eigen hande, gelijk beneden te ziert is , bekrag-
tigt. Daarenboven hebben wy dezen brief doen
ondertekenen door bequaame getuigen die 'er te-
genwoordig waren j welkers naamen hier volgen:
Ancelinus BiiTchop vätt Havelburg , Alberon Bif-
fchop yan Lüyk , Wernerus BiiTchop van Muii-
fter, Nicolaus BiiTchop van Kameryk ? UdoÈif-
11. Deel. G fchop

-ocr page 102-

pS HêtLevenvait

fchop van OiFenburg, Walramus Hartog , Wil-
lem Paltsgraaf, Henrik Graaf van Zucphen, Ar-
noldus Graaf van Kleef, Adolfus Graaf van Ber-
gen, Henrik Graaf van Gelderen, Koenraad on-
ze broeder Proeft van Utregt, Emo Prooft van
Ö. Bonifacius, Koenraad Prooft van Tiel, Lam-
bregt Prooft van S. Picter, 1 Godefroi van Re-
nen, Alardus van Megene, Otto ftadvoogd van
Utregt , Bertöldus van Aldenfeele, Jacob van
Sateriloc. Het merk van Myn Heer Koenraad ïil.
Roomfch Koning. Ik Arnoldus Kantzelier heb
dit in de plaatze van Henrik Aartsbiflchop van
Ments Aarts-kantzelier nagezien , in 't jaar on-
xes Heere 1145-. iu de 8. Indidie, den 18 Okto-
ber, onder Koenraad III. Roomfch Koning, in
het achtfte jaar zijner regeeringe. Gegeeven by
Utregt, inChriiius, tot geluk.
Hier ver- Daarom is 't dat wy uyt achtinge voor onze
Yolgï WC' kerke, bewogen door het hartelijk verzoek van
i^'^k^^B"^" S^o^^^^cn Koning , en acht geevende op zijne
Je.yke u . goedgunftigheit toe ntve kerk, volgens dewelke
hy dezelve rijkelijk en defciglijk, en met een ko-
ninklijke edelmoedigheit begiftigt heeft j het
voorgemelde voorregt, wiens inhoud van woord
tot woord in deezen onzen Apoftoliffchen brief
ingelafcht is, en alle andere voorregten die door
de Roomfche Koningen en Keizers, ter eerevari
Chriftus en ter verheffinge der H. kerke , aan
«we kerke vereert zyn seweeft , door het Apo-

fto-

-ocr page 103-

Η Ε R I Β Ε R τ υ S. pj^

flolifch gezag bekragtigen} Verbiedende op dén
ban dat
geen keizerlijke, koninklijke, biiTchop-
pelijke , geeftelijke of leeke perfoon , van wat
ilaat dat hy ook zy, zich verftoute de voornoem-
de Utregcfche kerk tegen dit voorregt, en tegen
den inhoud van onze beveftigihge , laftig te val-
len , of omtrent het boven-gemelde ietwes ten,
eeuwigen dage tot haar nadeel te onderneemen:
verklaarende voor nietig en kragteloos indien ie-
mand iets hier tegen mag komen te beftaan.. Het
zy dan geenen menfch ter wereld geoorlofd de-
zen brief onzer bekragtiginge te overtreeden, of
door een reukelooze onbezuisheit daar tegen aan
te gaan. Doch by zoo verre dat iemand zoover-
meten mögt zyn van zulks te beilaan , die moet
weeten dat hy in de ongenade (17) van den Almo-
genden Godt, en van de zalige Αpoftelen Petrus
en Paulus zal vervallen. Gegeevcn te Romen by
Pieter , den 18 Maart j in het eerile jaar onzes
Pausdoms.

fet nabet^Öanii ttoo? ijcufcïjeiitene

liloomfcöe f aujen en Hcijer^ öeöefiist»

-ocr page 104-

ίΟό Aantek eningèn

BiiTchop geen andere uytkomft xiende is hem eindehjk,
hoewel met veel minder manfchap , tegen getrokken,
heeft hertl geflaägen , gevangen gekreegen , en in
een eerlyke en vrye gevangeniffe gehouden. Graaf
Dideryk achte zich verpligt lijnen zwager te verlof,
fen. Als hy nu den BiiTchop ^ gelyk by den Heer
Auteur te leezen is , te voet was gevallen , heeft
de BiiTchop ten zijnen gevalle den Graaf van Benthem
Jos gelaaten, en daar op is een vafte en beitendige vrede
tuflchen den BiiTchop èn den Graaf gevölgt.
[Zie Beka,
Heda jVoßus enz.)
Ook getuygen eenige Schryversdat
gemelde Otto zyn Graaffchap van Benthem ten ze]ven
tijde te leen van den BiiTchop heeft ontvangen. En als
deeze Otto naderhand doof een anderen Otto, Graaf
van Scelyn, om ^t leven was gebragt zonder kinderen
na te laaten,
{zie M. Fofftus) is Otto, Graaf Dideryks
100Ώ ,en Heer van Arkel, als zyn naafle bloedverwant,
Graaf van Benthem geworden.

3. Dat is van denRoomfchen Stoel, of van den Paus,
als den Nazaat van S, Pieter. Deeze fpreuk is al vry
g^emeen by de Geeiielijke Schryvers. Men vjndt ook
Pauien die zkh den naam van S. Pieter aangematigt
hebben. Paus Stephanus van de Lombarden belegerd
fchreef aan de Koningen van Vrankryk (
Frans du
Chefne torn. i.Hifl.Fr.p.
705;. ^c.) Ik Petrus genaamd
Apoßel . . . aan de döorluchtigfie mannen Pippinus\j Kar-
lomannus enz.
En Wat laager ftaat: Ik Petrus Apoßel^
door Chrißus den Zoane Gods geroepen.

4. Deeze brief ilaat ook in de Latijnfche Kronijk
van Egmond , die door Johannes a Leidis is befchree-
ven, en in 'tligt gegeeven door Ant. Mattheus. Doch
daar is eenig verfchil omtrent de naamen van de On-
dertekenaars.

, 5. Walterus is de achtfte Abt van Egmond ge-
weeft. Hy was op het verzoek van Petronella Gravin-
ne van Holland, en van den BiiTchop van Utregt die
naar een bequaam Man omzagen , en daar over naar
Gent gefchreeven hadden, door den Abt Arnoldus, her-
waarts uyt Vlaanderen gezonden.

6. Vier fchellingen Friejfingfche munt: by Beka ftaat,
vier Sterling fchellingen:
{Zie Büchel. inBekam.) Inde
Nederduitfche vertaaling van Beka, zegt Buchelius, ftaat
vier Engelfche fchellingen : Snoyus fpreekt van vier

Vrief.

-ocr page 105-

Op Η Β R I Β Ε R τ υ S. " ΙΟΙ

Vrieflche fchellingen : Bokkenberg noch Melis Stoke
fpreeken van geene jaarlykfche fchattinge.

Heda voegt hier by raakende de vrymaaking van dee-
ie Abdye, dat'de Paus de twee gemelde Abdyen, met
de toeftemminge van Heribertus, van de BiiTchoppely-
ke regeeringe of regtsgebied heeft ontheven, Èn dit
fpreekt
ook van zelfs: want een Abdy die den Paus in
eygeodom toekomt , zal onder de regeeringe van den
Biffchop, ten
zy voor zoo veel als hy de plaats van den
Paus bekleedt , niet gelaaten worden. Maar iemand
zal vraagen of het den Graave wel toequam de gemelde
Abdyen dusdaanig aan den Paus in eigendom over te
geeven , en van de BiiTchoppelijke magt te ontflaan ?
Want of Heda al verzekert dat Heribertus zyne toe-
ftemmiijg daar toe verleent heeft, die wat vorder denkt I i

kan ligtelijk vatten hoe dat het met deeze toeftemminge 1;;

is gegaan. De BjiTchoppen ftaan zoo niet gereed oni I'

hunne magt aldus te laaten kortwieken, en de regeering j: i

van zulke vette Abdyen over te geeven. Ook zouden
zy het niet mogen doen , als zijnde geene Heeren ea
Meefters, maar enkelde beiiierders van de BiiTchoppe-
lyke goederen. Men moet dan weetcn dat de Konin-
gen en Opper-heeren voor deezen de magt gehad , of
althans gebruykt hebben van de Ahdyen aan de regee^
ringe der Biffchoppen te onderwerpen , en wederom,
als zy een andere buy kreegen , te onttrekken. Aldus
is de Abdy van S. Columba in Vrankryk eerft door Lode-
wyk.den Goeden onderworpen aan den Aattsbiilchop van
Sens,maar naderhand aan zijne iegeeringe onttrokken,
envry verklaart. Daar na heeft zy volgens den wille van
Karei den Kaaien v<^ederom eenigen tijd onder den Aarts-
biffchop van Sens gedaan ;maar heeft eerlangsdoor de ver-
gunningvan den zelfden Karei, haar oude vryheit weder-
om gekreegen. Die meer diergelyke voorbeelden begeert
te weeten, heeft de aantekeningen van Baluzius op den
12. brief van Lupus Ferrarienfis maar eens open teilaan.
Maar eigentlyk en naar den regel gefproken zoude de
ontheffing, die door de wereldfche magt gedaan wordt,
alleen het tijdelyke raaken; en daarom zegt Heda ook
dat deeze Abdyen door den Paus aan de biffchoppelyke
regeeringe ontrokken zyn geweeft.

Zulke Kloofters die onder geen BiiTchop Honden,

Q 3 wier'

i: ;

-ocr page 106-

lot Α Α Ν τ ε κ ε Ν i ν GEN

wirdcn exempta , libera , autodefpota·, regalia , imperia·'
lia , haßlica , autocephala
genoemt. De Biffchoppen,
drie dezelven niet mögten lijden , gaven haar fpotsge-
wijs den naam van
acephala (Dat is ponder hoofd)
om te zeggen dat ze geene regeeringe onderworpen wa-
ren. (Zie
Ant. Matth, in Chron. Egmond. p. ifj.) De
BiiTchoppen hadden over iulke Kloofters niet te leggen,
CU geene Biflchoppelyke regten aldaar in te vorderen :
2y hadden het regt niet om het gedrag der Monnikken,
of den toeftand der Kloofters te onderzoeken, noch zelfs
niet om de Mis aldaar te leezen.

7. Berevjoldm Advokaat der zelve kerke, Deeze ßer«
woldus zoo als Johannes a Leidis hem noemt
[Chro-
Tiic, Egmond.
c. 23.) of Berwoud is de eerfte geweeftdie
dit Advocaatfchap als een vafte plaats van den AbtWal-
terus heeft gekreegen. De Abdy had veele Advocaa-
ten of Befcherm-beeren gehad, maar die ter keure van
den Abt aangenoomen en wederom afgexet wierden.
Dan vermits deeze Berwoldus groote dienften aan den
Abt had gedaan , en noch dagelijks ftond tc doen, en
hem , zoo in het vernieuwen en hertimmeren van het
Kloofter , als in andere voorvallen met raad en daad
en met groote getrouwigheit had bygeftaan, zoo heeft
de Abt hem voor een vallen Advocaat aangekomen,en
hem een hoef met fes huyzen in erfpacht gegeeven. Daar
op heeft Berwoldus een flot op gemelde hoef by Eg-
mond beginnen te bouwen, 't welke na zijne dood vol-
trokken is door zijnen zoon Dodo, die ook met zijne'na-
fcomelingen Advocaat van de Abdye Is gebleeven. Om
dat ze dan Advocaaten van Egmond genoemt wierden,
hebben zy daar uyt den toenaam van Egmond behou-
den : en dewy! dit Advokaatfchap een goede poft was,
hebben zy wel haaft zoo veele rijkdommen overgegaart,
dat ze niet lang daar na Ridders en Heeren van Eg-
mond zyn geworden. Dodo, Berwouds zoon en nazaat,
is noch geen Ridder geweeft, maar zyn broeder Allert
of Alardus wordt voor den eerften Ridder uyt 'dat ge-
Aagt gehouden. Dit alles moet tot geene verkleining
van dat doorluchtige Huys gerekent worden .-Avant men
weer, en wy hebben 't elders al getoónt, dat zelfs Vör-
den en gekroonde hoofden zich door dat ampt niet
verkleint geacht hebben : hoewel datKarelde Kaale,om
dit in 'tvoor
by gaan te zeggen, als zijnde een grootze

en

-ocr page 107-

op herieer-rtrs. lo^

eil hooghartige Verft , met zoo een ecre niet gedient
ion zijn geweeft. Want als Adrianus 11. Hincmarus
BiiTchop van Laoh te Romen had ontboden, en mfd-
delerwijle des zelfs goederen aan de Zorge van den Ko-
ning had bevolen , heeft Karei den Paus door een an-
deren Hincmarus, AartsbiiTchop van Ments, wederom
gefchreeven dat hy de Koning, maar niet de
Guaßaldm
ien Fice Dominus ^ά,-λΧ. zoo veel als Advocaat en bèfcher-
mer gezeid is, van Hincmarus was. Maar veele Vor-
ften waren met zoo een ampt, om dat'er winft op zat,
en dat het gelegendheit gaf om een voet in het bewind
van de Abdye te krygen, zeer wel voorzien. Ook weet
men dat deGraavenvan Egmond haarc afkomftal van
de VrieiTche Koningen af rekenen : want, zoo als Jo-
hannes a Leidis ter gemelde plaatze heeft aangetekent,
volgens hunne rekening was 'de voornoemde Berwol-
dus de zoon van Dodo : Dodo de zoon van Willem:
Willem de zoon van Dodo den eerften : deeze Dodo
de Zoon van Radbodus: Radbodus de zoon van Wol-
brandus : die in de aankomfte van den eerften (ïraaf
door de Franfen is gedoodt: deeze Wolbrandus zou de
broeder geweeft zyn van Gerbrandus die de zoon was .
van Radbodus, den eerften Heer van Neder-Vriesland:
deeze Radbodus was, zoo als zy opgeeven, de zoon
van den Koning Aldgillus , en Aldgillus de zoon van
Koning Radbodus. Dan of de Heeren van Egmond dit
können waar maaken , zegt Johannes a Leidis, dat hels ■
ik niet können achtcrhaalen. Maar hoe dat deeze Hee-
ren van Egmond naderhand grooten overlaft aan de
Monnikken van Egmond aangedaan hebben, en zich te
mets meefter van alles zogten te maaken : hoe dat 'er
ook over het gemelde Advokaatfchap der
gemelde Hee-
ren getwift is geweeft , en de Monnikken geen anderen
Advokaat als den Graaf van Holland begeerden te er-
kennen, ftaat in 't breed befchreeven in deKronijkvaii
Egmond.

8. Wy hebben al iéts van de Advpcaaten der kerkeir
gehad. Men kan 'er dit by voegen dat de BiiTchoppen
van ouds, om van de bcilommerniiTe der tijdelijke zaa-
ken bevrijdt te zyn , eenige luyden hebben aangeftelt
om een waakend oog op huUne goederen te houden, en
dezelven tegen uyterlijk geweld, en tegen den overlaft
van quaadaardige menfchen te befchermen. Maar als zy

G 4 nadei-

-ocr page 108-

3.04 'aantei^eningen

i.

naderhand dikwils grooten aanftoot vaa dee?.e of geene
Vorften te li)4en hadden ; hebben xy magtige en door·-
luchtige n^ijnnen tpi befcherm-heeren , of zoo als zy
ipraken, tot Advokaafen van hunne kerken lienïeknjT
gen. Zy wierden A4voka^ten gepoemt, om dat ze de
2aak voor den BiiTchop, als lijne goederen van een ig
Vorft aangetaft of gemoeic wierden , moeiten opnee-
men. DeezeAdvokaaten hadden al veel te zeggen. Zon-
der hunne toeftemminge mogten geene goederen ver-
vreemdt , geene zaaken van groot belang afgedaan wor-
den. Ja zy hadden dikwils de magt om met den zwaar-r
de te regten. Ik zeg, dikwils, vyaqt overal hadden zy
de welfde magt niet : en ook is hunne magt te mets
grooter en grooter geworden: eerft moeften zy den niisr
daadigen voor den regter ontbieden, en hunne befchul-
digingen regens hem inleveren; rnaarna4erhandishunr
ne magt hoogef gewaflen ; zoo dat ze ook uyt dier^
hoofde qorlpg gevoert hebben, en voeren mogten. Zoo
2egt Henricus, Hartqg vanBeyeren,
{in Chronica. Rei-
gersp. afi ann, ii6i.
) dat hy het zwaard droeg als Har-
iog en ais Advocaat 4er kerke,enz. Zy hadden eigentlijk
niets te zeggen in de beftieringe der goederen , noch ir^
het verkoopen, verpachten , verruylen van de Lande-
ryen; dan voor zoo veel zy moeften toezien dat de Abtea
de goederen door geene malle koopmanfchappen of
door hun braiTen en flempeti niet en verquiften ; in 't
liort zy mogten dat alles niet doen, maar het mögt ook
ronder hen niet gedaan worden. Zie *
Urftitius in
ïijne hiftorie van Bafel, Lindebom f van de Deven-
terfche iBiffchoppen, Anton. M^tthseus
φ NoMUtate Hb.
α. c, 29. enz.

Zy wierden pok Vi.ce-domini (Onder-beeren) Prote-
Stores
(Befcherm-heeren) en Vitrid, (Stief-vaders) ge-
noemt. De laatfte naam vsrordt hun gegeeven in een,
ppen brief v^n Wenceflaus , Hartog van Saxen, (by
Schurtsfieifch
de vitricis Eccleßa) envanStendalius {in
Veteri Marchia).
enz. Deeze naanï is hier van gekomen,
om dat ze het zoo
grof maakten, en met de geeftelijke
goederen zodaanig omfprongen, als of ze op den vyand
teerden : zoo dat ze door de wetten der Vorften en door
de ordonantien der Pauzen moeften beteugelt worden.
Maar hoe dan als de Vprfteii zelf de Opper-Advokaa-

ten

* Efitome HifloriiS Bafil c. 10. f i- δ.

-ocr page 109-

OP HERiBEÄTUS^ lO^

ten waren ? Dat gefchiede al dik wils: en dan hadden
zy weer
Onder-Advokaaten , die oak op die goederen
moeften leeven en dengrooten Heer fpeelen. Zoo gaat
het dik
\\ils , 't geene door een goed iniigt ingeftelt is
ter beteugelinge van eenig quaad, wordt door de boos-
heit der meriichen noch erger als het eerfte quaad.
Zoo is het hier gegaan ·, hoe kragtig dat de Pauïen te-?
gen de roofgierigheit van die Advokaaten fchreeuwden
en donderden, wat bannen en vloeken dat ze tegen hen
uytfpraken, wat al brieven en dreigementen dat 'er van
de Keizeren quamen , de Advokaaten gingen haaren
gang: en plukten en plunderden, de Kerkelijke en
iCloofterlijke goederen , als of
ze geenee eigenaars
hadden geha4 , en verlaaten' of gevonden' goederen
waren geweeft 5 waar over den brief van Honorius
ΙΠ. (in het leven van S. Engelbèrtus) en het
fmeekfchrift, door den Abt Fulcardus
{apud Mineum
notit. Ecclef Belgk.(.
122.) ingelevert aan HenricusIV,
können nagezien worden. De Kerken en de Kloofters
hadden eerft zodaanige Adyokaaten aangeftelt om door
hen
tegen het geweld en tegen dequellingen van boos-
aardige en roofgierige menfchen befchermt te worden,
en metter tijd kreegen zy geen erger vyanden als hunne
eigen' befcherm-heeren: en hadden wel nieuwe Advo-
kaaten tegen het rooven van hunne Advocaaten dienen
te hebben. De gemelde Fulcardus klaagde in zynfineek-
fchrift dat de Abdy v^n Laube, die
van oudsgeen' an-
dere Advokaaten behoefde
tc hebben als die van ouds
erfelyk waren geweeft, nu wel duizend Advokaaten of
liever uytzuypers en roof-vogels had te onderhouden.
Hier door is het gefchiedt dat de Kloofters en de Advo-
kaaten op fommige plaatzen fqhier altyd overhoop heb-
ben gelegen. Men heeft de Kronyk van Egmond,door
Johannes a Leidis befchreve , maar eens op te ilaan,
men zal daar aanftonds en op verfcheide plaatzen vin-
den, gelyk wy reeds al gemeldt hebben, hoe dat de Hee-
ren van Egmond de voornoemde Abdy geduurig ge-
plaagt , en waar dat ze beft konden , verkort heb-
ben.

Men leeft niet alleên dat'er Advokaaten over de ker-
ken en kloofters zyn geweeft, men vindt ook Advoka-
iinnen , als by voorbeeld in de jaarboeken van Kolmar*
iadann. 1278. b' »1990 En ßokkenberg (InzyueHee-

Gf ren

-ocr page 110-

ϊοδ Α ΑΝΤΕΚέίίΓΝΟΕΝ

ten van Egmond,) brengt een brief by , waai· by het
Advokaatichap over de Abdye van Egmond virordtop"
gedraagen aan Willem van Egmond, en w^el duidelyk
wordt bedongen dat het zelfde Advokaatfchap na Wil-
lems dood by gebrek van mannelyk oor ïal verftervèn
op de oudile dochter, ßy Mirseus ftaat ook een brief
{Motit.Eccl.Belg.c. 183.) aldus beginnende:/^ Adelijfa^
Advokatinne van de Grimberjche kérke enz.

9. Het woord Dom, Domkerk, komt van 'tLatijn-
iche
Domus ^ of van DmmicHm, ''fwQ\kt in de mid-
delfte eeuwen een kerk betekende. Maar naderhand is
de naam Dom by uytmuntendheidt toegepaft aan de
Hoofdkerks. Domheeren zyn delCanonnikken, voor-
hene Broeders
oiFratres genaamd , toen zy noch in 't
gemeen leefden. De naam van Domheeren is maar
opgekomen in de tiende eeuwe , na dat het gemeene
leven allengskens te niet was gegaan. Toen wierdt de
Daam van Broeder voor al te gering gehouden : hoe
wel dat 'ér hoch waren die zich noch eenigen tijd aan
de oude benaaminge hielden. Zie Mattheus
de NobiL
Qib.
2. c.%x.) Geiyk een kerk in 't Latijn Dominkum
genoemt wierd , zoo had ze in Grieks den naam van
»t»pi««e» ; en hier van is de duytfche naam kirch, of
op zyn nederduyts kerk, gekomen,
vide JufteU. ad Co·^
Scem can. Ecclef. aniv.

10. De Keizers hadden dan de eerfte plaats onder de
Kanonnikken der Utregtfehe kerke: zoo hoog wierdt
de waardigheit der Kanonnikken geacht. Wy hebben
'er boven al van gefproken. HenricusV. liet zieh aan^
neemen onder- de Kanonnikken van Luyk.
{Chapeau-
uille de Leod· Epifc. Mutius l.
Γψ.) Henricus II. liet
iich onder de Kanonnikken van Straatsburg opfchry ven·
Maximilianus onder die van Aken: Fredericus III. on-
der die van S. Pieters kerke te Romen.
{ld. lib, 29.

11. Dit wierd de Keizerlyke prebende of proeve^en
de twee Prießers die dezelve waarnamen
Prebendarii
Imperii^ Proeveniers des Keizerryks, genoemt. En om
dat de Kanonnikken, na het affterven van zodaanige Prie-
fters, fomtyds nalaatig waren in het aanftellen van nieu-
we Proeveniers, heeft Henricus VI. hun door een brief
wel ernftig aanbevolen, daar beter zorg voottedraagen.
%xc Mattheus de NobiUtate (Hb. 2. c. 48.

- IX. Konradus fpreekt hier volgens de wijze der Ita-

? liaa*

-ocr page 111-

OP HERlBEUtUS. 107

Iiaanen, die Henricus IV. voor dèn derden , eft Hen'
ricus V. voor den vierden rekenen. Want hy was de
aoon van
Frederik Hartog van Zwaben, en van Agnes,
ïufter van
Henrik V. en dochter van Henrik IV.

13. Men leeft in het leven van BiiTchop Godebaldus
dat de ingewanden van Henrik V.,die hier de vierde ge-
noemt wordt, daar begraaven leggen: maar van Hen-
rik IV. weet ik niet dat ik lulks heb geleezen.

14., Dit is aldus te verftaan dat.dc Geéftelyken het
regt van verkieïinge hadden , maar dat de goedkeuring
van den Keizer moeft komen. Want w^y hebben in de
voorgaande BiiTchoppen verfcheiderie Voorbeelden van
BiiTchoppen die door de verkiezing der Kanonnikkeii
tot die waardigheit verheeven tyn. Voor de verkiezing
van Bernulphus was iodaanige tweefpalt onder de Ka-
nonniken, dat ze het aanltellen van een nieuwen Bif-
fchop aan den Keizer moeften verblyven. AdelboJdus
is door verkiezing BiiTchop geworden : Konradus inf'
gelyks: Egilbodus is rnet eenpaarige ftemmen verkozen;
Odilbaldus, Hungerus,Godebaldus,al gekozqn. Maar
de Keizer, al gezegt is, had'er groot deel in. Zonder
zyn verlof mogt'er geen verkiezing aangeleit worden;
zonder zyne toeftemminge was de verkiezing
van gee-
ner waarde.

if. Dit regt hebben die Kapittels niet behouden- Het
blykt uyt de verkiezingen der BiiTchoppen dat de
Kanonnikken van de andere Kollegiale kerken ook ge-
ftemt hebben. Maar hier over isdikwils veel gefpooks
geweeft. Dan hier over zal beneden meer te zeggen
vallen.

ï6. Mezeray fchryft {ia Philip. Auguflus) dat de fa-
milien eerft omtrent het einde van Philippus regeeringc
vafte en erfelyke toenaam hebben beginnen aan te nee-
men. Dat fcheelt zoo heel veel niet De Heeren en
de Edelen , zegt hy , ontleenden dezelven doorgaans ,
van hunne landeryen : de geleerden van hunne geboor-
teplaatze : de Jooden , als ze het Chriften geloof aan-
namen , en de ryke koopluiden van de plaatze daar zy
woonachtig waren. Wat de toenaamen van gemeen©
burgeren belangt, zegt hy, fommigen hebben een toe-
naam gekreegen uyt de kleur of uyt de gedaante van huά
hair, uyt de geftalte of eenig gebrek van hun lichaam;,
uyt hunne bejaardheit, of uyt her inaakzel van hünue

-ocr page 112-

Ï08 Α Α Ν τ Ε κ Ε Ν I Ν G Ε
klederen: anderen uyt hunne goede of quaade hocdair
liigheden,iiyt hunne bedieninge, amptof ambacht: we-
derom anderen aythetLandfchap daar zy gebooren wa-
ren. Maar het grootfte gedeelte, zegt hy , heeft den
voornaam, die wel de gemeenfte in hun geflagte was»
in een toenaam verandert ; anderen , die een zekeren
tynaam gekrcegen hadden , hebben denzelven voor een
toenaam behouden.
{Zie La Roque des mms^^ßtr-
06ms.) Het is evenwel zefeer dat de toenaamenin Vrank-
ryk al hebben beginnen in zwang tegaan omtrent het
begin van de derde Koninklyke flamme, te weeten om-
trent het einde der tiende eeuwe; en dat de edelenden
naam van hunne leengoederen toen al begoßen te voe-
ren. Dit heeft den gemeenen man , die den Adel doch
altyd zoekt na te bootzen, ook
gaande gemaakt om ook
een toenaam hier of daar uyt op te raapen. In Zweeden
ïyn de toeaaamen ook onbekend geweeft tot het jaar
1514 toe ; en zyu'er uoeh niet alte gemeen, gelyk ook
met in Polen, Bohemen enz. Hier over kan ook nage-
xien worden de Heer Jan vander Does, of JanusDou-
%2L^{Anml. Holl. lih.v.p.ioZ.) dewelke zeer veeleKo-
ïu'nklyke en Vorftelyke bnevpn,die al over devyfhon-
derd, dat is nu over de
,6jo jaarcn , oud waren, heeft
ragezien en nergens een gellagtnaam , of erfeiykeo toe-
naam, onder zoo veele ondertekenaars heeft gevonden.
Ja daar is'er niet een te vinden , zegt hy al vorder, die
op de wyze der Grieken den naam yan zynen Vader
achter zynen eigen naam geilek heeft. Om evenwel in
200 veele voornamen , die dikwils aan veelderhande
perfoonen gemeen zyn, niet te dwaalen, hadden zyd?
gewoonte van de waardigheit of het ampt, 't welke zy
bekleeden , by voorbeeld dat van Kancellier , Maar-
ichalk, Kaftellein, Ridder enz. achter hunnen naam
te voegen.

17. Deeze woorden, hy zal ίκ de ongemde vallen &c,
onder aan de Paaffelyke Bullen geftelt, hebben volgens
Jacobi Columbini
(h Glojfa ad ^ßt' Minuien lib. de
feudis titf,
16.) deeze betekening, dat zoo een overtree-
der zyn ampt of
Geeftelyke bediening zal verliezen; maar
by de Keizerlyke
brieven gevoegd, betekenen zy dat zoo
een
pngehoorzaame van zijne leenen enz. zal verval-
len
: En om hier niet aan te twijfelen , heeft men de
Ordonaijitie van ]Fred, Bgrbarpflie,
(^ti^ de ^ace tenenda
(fyï, maar na te zien, HER-

-ocr page 113-

ί09 \

HËRMANNUS VAN HO ORR
XXVll Bijfchop van ütregf.

Tof noch toe, ^cgt ά BucheliuS, wasdeGee-
ftelijkheit béneffens het volk raeéfter van de'
vcrkiezirigé geweeil, ende goedkeuring (i)
had aan den KeiS^er geftaari. Maar ria dat de Room-
fche Koning Koenraad III. van
tyn fegt ondef
Hardbertus had afgeftaan , en de verkiezing aart
Door êé
dei Cierezie alleen, n)et uytiluitirige van het volk, vije vet^
(z) had öpgedraageri , is 'er aanftonds, (dewijl
doch de hei igfte' dingen misbruykt worden) voef g^J^ ^
gegeeven aart de kuiperye} vermits de nabuurige de kuipe-i
Vorften en de aanzienlijkfte VaiTaalen hunne ry=·
vrienden als om ftrijd aan de Kanoiinikken qua-
men opdringen. Hier Uyt zyn al dikwils grooce
onluften gereezen , en wel zoodaanig , dat 'er
weinige Biflchoppen den Stoel van S. Maarten
zonder ftrijd beklommen hebben. Waar over
Douza in het 8. boek zijner gedichte
jaarboeken
kan nagezien worden.
Hermannus
geeft teil cerfie tot een boo^öeeïö

öaar bótt ^eöicilt : want na de dood van Hard-
bertus is'er een groote twee fpalt in het Kapittel
ontftaad over een nieuWen Biflchop i
Diderik VI. «Sraaf hOtt ÜOÏÏanö / Henrik Tweedragê
<Bvmf iiön <0eïtierïanti / en Dideryk <0raaf
ban
mïeef/ m f^joofi hm β. fecoen/ met
naame
Hermannus, en afftomftig ugtiie BiiTchop,
hm ban y Hoorn , ^ί^φρ toiföen gemaaftt
Öebfien: maar öe öurgecg/ onïierfieunö öooi
ht
iniDoottiier^ öan S^ebentec en öan öe anöece
fieiïen /
Frederik van Havel, (of 0elp Ötttiece
« /■« Bekam p. 52. ίφϊΡ

b Zoo wordt hy uyt onkiinde genoemt, zegt Bucheliuj, de-
wijl
'cr coch geenc Gwvcß van ^orn warcB.

-ocr page 114-

jto hetlevenvan

/ van Hamel, van Houvell, of van Ho-
vel) tot S^iffcöojp begeetire.

H^aat' Hermannus geeft BoÖe« SCÖ^Cebclt/Otti

tiecf^aa^ii ödoi 00303 ban ben Staht tan
^oïïanö/ aiiesijnetcgenficeeijer^ Ö^eftiioen
5iiii3ten. 'tt aibu^ ttoee jaaren öerïoopen
toace« / öeeft öe f aaffeïpe <i5e5ant/ of selp
Beka fcMf^ liartiinaaï iioo^ öen ^a«^ af-
gejonben/ Mtit iie becftoorenen te ϊιιρ)^ ^ ont^i
öoiten,

^nïieitnffcöen if be saaïi boo? be tufTTcgen-
ftomfïeban Ébning Konradus 300 berre geb^agt/
IFierftiän- bat tJt S^iffcÖOjPP^Ïpf ^tOeï aao Hermannus

ftus bekomt bïierbt toeeetoeesen. ^it ïicalSeeï fiaat bjpïuf^

hctBtsdom. j^jgg^. beröaaït bg Otto Frinfingenlis d, J^ie 'ec
aiou^ ban fp^eeiit:

Op deczen tijd is 'er te Utregt , een ftad in
Vriesland , na de dood van Hartliebus BiiTchop
der zelve kerke, een zwaare fcheuring ontftaan}
dewijl fommigen Frederik, Graaf Adolfus zoon,
en fommige anderen Hermannus, Prooft van S.
Jeroens kerke in de voorftad van Keulen geleege,
tot Biflchop verkooren. Die voor Hermannus
geftemt hadden , zyn de andere party te gauw
ί, gev^eeft : en zyn den Vorft gaan vinden by het

kafteel Noricum , van wien zy de inhuldiging
bekomen hebben. De tegen-party is hen nage-
reift tot Spiers toe, een ftad van Vrankrijk, en
heeft van den zeiven Vorft uytftel verkreegen tot
de naaftvolgende kruis-dagen toe, om dan in het
Paleis te Nimwegen te verfchijnen ... die van

Utregt,

C Eeü teken dat het regt der Kapittelen in het Verkiezen , too
wel afs dat van de Metropolitaanen in het beveftigen en wijden der
nieuw
-verkoorenc Biflchoppen van Utregt, 't gene tot noch toe
aan den AartsbiiTchop van iCeuIett had geitaan > alrccdj IWerkcIijii
geknakt was,

d de rebus geß. Wider, l. Imp, c, <f2f

-ocr page 115-

Hermannus van Hoorn. Iïï
Ütregt, zich al wat trotsjes dragende , hadden
Frederik binnen haare ilad genomen , en Her-
mannus de ftad doen ruimen. Nadat ze dan vry-
geleide voof hunne perfoonen verzogt hadden,
zyn ze met een groote menigte fchepen uyt den
Rhyn den Waal komen opvaarén. De Koning
heeft hen eerftelijk vermaant om de
Zaak mee
hunne tegenpartye zonder te pleiten by te leg-
gen : doch als dit niet wouw gelukken, heeft hy
hun eindelijk aangeboden de zaak naar den inhoud
der regten te laacen bepleiten. Daar op hebben
zy dit befeheid gegeeven, dat zy voor geen we-
reldfchen regter köften andwoorden, om dat de
zaak , als geeftelijk zijnde , voor den Paus
Was
gebragt : waar over de Koning hen als fchuldig
aan gequetfte (3) majefteit, dewijl zy denRoom-
fchen Koning beledigden , wel fcherpelijk heeft ,

doorgehaalt ; doch heeft op dien tijd noch geen
wraak willen neemen. CH in't bOÏgeitiieilOOfili'
fïuït: Daar op is hy weer naar Vrankrijk gekeert j
en heeft de
Zaak der Utregtenaars met eere voor
het Keizerrijk afgedaan , met hen allen onder
Herraannus re doen buigen.

iiie ttoecö^iïgt öaae öooi nocSi nicii
Sjaïftomentïp seciiibigt
i sooaï^ Bucheiïus oöec
Heda, p. 170. li^t Günterus ^ be^

toöfï- „ . ,

ƒ O^OCÖ of Hermannus boo^ ^ie AÏ te gCOOte ^^
5a0ti0öeit en flappt / ^egt Bariandus, meec'^fft
coeö.^ of
qitaaö^ aan Ute ba» lia'^gt scbaan
jeeft/ 301Ï ift niet tonen 5C00en : toant öaac
toai'en aï öecfcj^eiiien / öie gern om 59«^
j^eit niet acgtenöe ijeeï guaai»^ wgtboeröen.
Omv 5ijn 'er noeg aï meec öie op te

gCOOi»

e De rebus gejih Fred. Imper. Ith. i.

ƒ Barland. in satal. EpfcMltrajeéi,

-ocr page 116-

iiz Α Α Ν τ Ε κ Ε Ν I Ν Sf Ε isr

gcaote 5öfltÖeit0efmaaïtöeööen: jöoöat Dou^a
aïïiu^ ban gern in ^aac&oeßßn fmtMi

Lentus ignavi capitis qugque la^e notatus',

itiy was te traag en flap in al zyri dóen èn laaten.

Hertnaiinus Jet ftcfiiec ftf jaar^H gè^aö
j^eööenÊie/ iti 't jaap n s^ op iïen a/^jiaact
dUeileiien / m in iien Öe0i;aatjen>

aaisitekeningeR

I. Dat de Keizers eii Köningen liet regt altyd gehad
hebben, ên dat het hun ook tdekomt, om de verkiezin-
gen ^ indien alles naar den régel gefcHiedt was ^ aan te
neemen, of dezdven, indien'er veel op te peggen viel j
te verwierpen , is voor heen al getoont. En hierom
heeft Yvo Biflchop vari Chartres dén Koning Philip-
pus ten hoogfte beftraft, 66.) om dat hy ï-ekeren
jongman die tot Biflchop van Orleans Verkozen vs^as
gevsreeft, en een lolTe eil ondeugende qüatit v?as , niet
had afgeweexen. Het blykt ook uyt de brieven
Uib. 4.
ep. 78.) van S. Gregorius dat de BiiTchop van 'teerfte
Jufliniana, anders Qcrida , niet mögt gewydt, vs^orden
xönder de toeilemminge des Keizers. ï^icolaus
ί. fchreef
ook aan Michiel
III. Keizer Van Konftantinopolen [Ep.

Wy VJeeten dat hetbyul. de gewoonte is dat" er niemand
in uvje Hoofdflad Patriarch mach worden zonder de toe-
ftemminge der Geeflelykheit, en zonder de goedkeuringe des
Keizers.
En hy heeft daar niets tegen. Engeenw^on-
der: Waüt had het volk iets te zeggen in de yèrkiezin-
ge ί ten miiifte moeften de Keizers eh de Koningen , die
de hoofden vaii het volk , en daar by de befchermers
der kerkelyke regelen en der kerkdyketuchtregeleh zyn,
daart)ok in gekent worden,; en des te meer gekent
hoe dat'er hun meer aan gelegen vfas , en hoe dat de
BiiTchoppen, die met de Koningen over hoöp leggen,·
een ganfche ftaat overende können zetten.

i. in

-ocr page 117-

op herm an nus van hoorn. ii|

Jndee7,e zelfde eeuwe als het volk van 'tUtrecht-
fche Bifdom van xyne ftemme betooft is gcweeft in het
verkiezen vaneen
Biirchop,is het Roomiche volk insge-
lyks gefloten buyten de verkiezing van een nieuwen Paus.
De reden hier van, loc als Onuphrius over Platinage-
tuygt, is geweeil, om dat het zelve geduurig met de
Pauzen over hoop lag, eti hun dikwils wederfpannig
was geweeft. 't Welke zoo te verftaan is dat de Ro-
meinen zoo lang voor hunne oude voorregten hebben
geilreeden als hun mogelyk was; doch in het verdedi-
gen van hunne regten , gelyk dat doorgaans doch gaat,
al dikwils uyt de bocht hebben gefprongen, en als een
deel dolle en hollende paarden zonder fpoor noch on-
fpoor aan te zien , in 't wild geloopcn 'hebben. De
Geeftelykheit wiert allengskcns ook buyten de verkie-
zing van een nieuwen Paus gefloten. Niet lang voor
deezen tijd , dat het ütrechtfche volk van zyne ftem-
iTien berooft wicrdt, had de tweede algemeene kerver-
gadcring van Lateranen noch een verbod gedaan aaa
deKanonnikken der Katedraale kerken^ van vroome en
Godvrngtige mannen (ίτα^.ζΗ.) buyten de verkiezing der
BiiTchoppen te fluyten ; en de verkiezingen die zonder
gemelde mannen gedaan mogten worden , nietig ver-
klaart : waar uyt blykt dat het volk reeds op fommigc
plaatzen niet veel te zeggen had. En dit was geen wonder;
want zederd dat de Keizers eii de Koningen zoo fterk
in de verkiezingen hadden beginnen te woelen, en die
ïaak op hunne kragt te neemen , heeft de gemeeneman
wel haafl gezien dat hy'er niet van node, en niet veei
meer als een O in 'tcyferwas. De gemelde Lateraanfche
kerkvergadering heeft de oude gewoonte noch ten deele
in itand willen houdcri,metdegodvrugtigemanneninde
verkiezingegekent te willen hebben. Ook zag zy wel dat
het gemeene volk zynregt maar misbruykte, en dikwils
grootemoetwilligheden cn baldadigheden pleegde: oni
welke reden Gregorius van Nazianzen,in de lofreden vaa
ïijnenafgeftorven vader, al wenfehtedat hetdommfe en
onbezuyfdevolk
buytendeverkiezingwierdgefloten :en
aldus, zegt hy , zou het noit qualyk gaan met de ker-
ken. De Lateraanfche kerkvergadering heeft dan een
rniddelweg ingeflaagen, en begeert dat yverige en God-
dienende menfchen gekent zouden worden. Maar ik
geloof; hadden deKanonnikken dit bevel willen opvol-
il.
Deel, ------ Η geiii

-ocr page 118-

114· Aantekeningen
gen , dat 7.y dikwils meer moeite en meer gefpooks
zouden gehad hebben met het uytkippen van Goddie-
nende menfchen , als met het verkiezen van een Bif-
fchop: want iedereen zoude lich onder zodaanige men-
fchen gerekent hebben : En die achtergelaaten'waren,
ïoudenniette bedaaren zyn geweefl: dat zoo een en zoo
een beter en godvrugtiger geacht wierden als zy :
dan had men het fpel eerft gaande gehad.

3. Schuldig aangequetfle Majeßeit. Als de verkiezing ge-
daan was,iiond het beveiligen en ook het inhuldigen ('t
welke Konradus ook aan zich heeft behouden) aan den
Keizer: en dit inhuldigen , zoo wel ais het beveiligen , ja
de magt om tot de verkiezing te treeden, of om iemand
tot her Bifdom te benoemen, was een regt van de opper-
magt. Dit regt was doorgaans zoo eigen aan de hoogilc
magt, dat het aan geene JLeen-vorilen ,die onder een Op-
pervorft itonden, wierdt toegeitaan. Dit zy η de uytdruk-
kelyke woorden van Baldericus BiiTchop van Kameryk.
iChron. Camerac. lih. 3. c. 6.) En hierom heeft Gerar-
diis BiiTchop van Kameryk zeer overhoop gelegen met
Reinier Langhals, Grave van Henegouwen, die zich
het beveiligen der Abten van S. Giilenus aanmatigde.
Gerardus zeide dat het regt van den Abt te beveiligen
niemand toequamals den Keizer en den BiiTchop: want
gelyk de BiiTchoppen doorgaans beveiligt wierden door
den Keizer of den Koning, en door den AartsbiiTchop,
zoo moeilen de Abten door den Keizer of door den

Koning, endoor den Biflchop der plaatze beveiligt wor-
den. Als dezelve Reinier de Abdy van Lobe had
ver-
geeven , dat is te zeggen de verkiezing had beveiligt,
heeft Bruno AartsbiiTchop van Keulen , Broeder en
Vikaris van Otto L hem , als fchuldig aan gequetile
Oppermagt , veroordeelt en gebannen, zoo als Folcui-
iius in de Kronyk van gemelde Abdye in 'tlang vertelt.
Helmoldus verhaalt ons in zyne Kronyk der Slaven een
langduurigen twiil,die'ertuflchen Henricus den Leeuw
Hartog van Saxen , en tnlTchen Frederik 1. over dier-
gelyk regt is geweeil. De eerilc begeerde dat Wiceli-
nus BiiTchop van Aldenburg de huldiging van hemzou
ontvangen,
(/ik i. r. 70,) te meer om dat hy byna het
ganfchè iand der Slaven met het zwaard had gewonnen.
Maar dit quam den Biffchop onfmakelyk voor, omdat
het, zegt Helmoldus , een nieuwigheit was,. en dat het

dc

-ocr page 119-

op Hermannüs van Hoorn. ii^·

de Keizerlyke Majefteit alleen toekomt de nieuwe Bif-
fchoppeii in te huldigen. Wicelinus zich zeiven in
loo
een netelige zaak niet wijs genoeg kennende, ging daar
over te raade by den Aartsbifichop en de Geeilelykheit
van
Bremen, die hem znlks met alle magt, tot groot
nadeel van het Bisdom van Aldenburg , hebben afge-
raaden. Maar Helmoldus 2egt rond uyt dat'er de ftaat-
iucht en de ydele glorie onder gefpeelt hebben. De Aarts-
biffchop van Bremen meende dat het tot vermindering
van de Biffchoppelykc waardigheit geftrekt zoude heb-
ben , indien dc Biffchoppen zich zodaanig onder
Leen-Vorften hadden vernedert. Zultgy, zeidehy,deti
Hartog in deeze zaak ten wille ftaan, en een voet gee-
ven dat de Biffchoppen , die tot noch toe de Heeren
der Vorften zyngeweeft, door uw voorbeeld de Slaven
der Vorften zouden worden. Men zou Helmoldus
miffchien wel goed andwoord können geeven :
maar dit zullen wy maar daar laaten. Deeze Henricus
heeft over dit voorregt van de Biffchoppen te benpe-
men , te beveftigen en in te huldigen, veel fpels
gehad
met gemelden Frederik I. Eindelyk is 'thetnals
een groote gunit toegeftaan, dat hy in de landfchappeti
der Slaven, die door hem verovert waren, Biffchoppen
ïoude aanftellen. Als x\rnulphus Hartog van Beyeren^
zoo als Luitprandus Diaken van Pavye verhaalt, 2,yne
ftem tot de Keizerlyke waardigheit niet begeerde te gee-
ven aan Henricns L hebben de Beyerfche Heeren dit
middel verzonnen, dat by zync ftem tot voordeel van
Henricus zou voegen by dé andere Vorften i en dat Hen-
ricus hem de benoeming van alle de Bisdotomeli dooc
ganfch Beyerland zoude verkenen
, welk regt Arnu!-
phus' Voorouders noit hadden genooten. Ènzoo heeft
hy zich ook laaten gezeggen. Doch deeze Regel, dat
dit alles een voorregt van de Oppermagt is , heeft
veele uytzonderingen gehad. De Hartogen van Britanje,
die Vafallen van den Franfchen Koning waren , heb-
ben ook Biffchoppen ingehuldigt: want Gregorius VIL
(ίίί>. 4- ep. 13.) prijft den Hartog van Britanje dat hy
ïodaanig regt had afgeftaan. En dat Robertus Hartog
van Normandye
Ook Abdyen heeft vergeeven blykt uyt
verfcheiden brieven van Anfelmus aan den Prior Balde-
ricus; De Abdy van S. Albinus mögt ook tot geen
verkiezing treeden zonder verlof van den Graave van

Η ζ Aa-

-ocr page 120-

ïi6 Het Leven van

Anjou, 100 als blykt uyt het dekreet der verkiezinge·
by Lucas Dachery aangehaalt
(To-m. 6.) Petrus a Mar-
ca toont ook
{lib. 8. c. 25.) dat de Graven van Savoye,-
Vän Kampanje en van Anjou dit regt gehad hebben.

Godefridus>

XXnn BiJJhhop van Utregt.

cJe Ka- Δ ^^ Kanonnikkcn die een BiiTchop moe-
nikken ften kiezen wederom over hoop lagen, is het
door de onverwachte kom fle van den Keizer
\varen i Frederikus I. gefchiedt , dat de DonnprooÏl Go-
Godefiidus defridus van RRcnen mde piaarze van den over-
vanRhcnen Icdcn Hcrmamius wettiglijk wierdt verkoren,
verkoren. töi'cröt van Rhenen ginaaiiit naac öct ï^afïeel
Rhenen, tudi!e nabfi'Danii öemmirt ge^
iucefi: toant mcefc aïle öcouöc faiMien/ geïp

Buchelius tod aantitcrßt/ ijeïiöeu gannètocnaa'
men onttat (i) ban Itaficeïcn Ne 55 bezaten:
. ban bt üjeiitcn fommigcn naöei'öanö^ bergroot
5ijn getocefi/ enöe
(i) naaHienliaii fteöen aam
genomen gcböen, ^e3eiben 5iju metter tijir meeft
üHtiCi· öe magt uan öe trej ïani»^

bci'baïïen»

j^iet ïang baat' na 'er een tioceb^agfc tnf^
fc§en ben ^iffcöcp en bén <0raaf ban %oïl[anb
geueesen ober ö^^t bevitten ban B.^te^ianb. ^e
<0i'aaf Floris eigenbe jreïi bat ganfc|e iaub toe:
be23ifcïjo|j/ bic'erooiuegtoyrefenbe/Sienbe
bat ïjp tegen ben <0raaf te fto?t joube fcljieten/
Öeeft 5ijiïen toebïugt genomen tot ben ïteiseu

Fre^

0 Barland. in cataL Epifcop. Ultraj.

h Htda in Hift. Ultrajséi,

Als

«onnikken
wederom
on-eens

-ocr page 121-

G ο D Ε F R. I D υ s: iiy

Frederilc I. öie gct öecfcP op öiiïpe ööo^öjaai;'

jbm l^eeft geieit (3) aefciiituf-

iaat* 1170. cn te boïsenöe iaaren ^ijn tm;^ ichenGiaaf
tra- s§m vegccvinge on0eï«M«g ^etocetiiioo^ een

ffvoot 0etaï ίίαιι fcöaöelpe en itjocDige fajoniicc- fchop Gq-
sebaïicH* üiet alïeen i^^olïanii/ maar Oöii defridus,
tltregtiioo^een getaeliiigen ^ toatetr-t)ïoeïi(4)fn
Uoo^ öm Ê^aub lelyft ge^abenö oeisjeefi: öe oo^^
jaaß han Dee3emuipentoö,jiit se!dt ojiöctfcöcn^
ïieu tier ^aalieii.

äii)aaromuie HiWebrandus Klöt öan β. ψ^χρ
iwä ^ööge tc ïltiT0t/ ö^t tjöïïitot öoetbaardïs^
^eit aan^miaaut: en iie23iffcöo3p geeft een
tïergaiienng bet <0eefie!i)ïiöeit &eroe|jen / baai;
j^p Bafïen-^ageiï en (^ranie ^angen tet af-toee?
rin^e öer <00ïï&e!pe granjfcpt» ïjeéft faoo^se^
fcf),?eebeit: ja öe ^eeft jeïf / anöemi ten ijom^
]6eeiö / öïoot^-ijoet^ ia öe iJ^mme-ganseii 0e;?
gaan, De β^Γ-

Godefridus onkr aïïe beese ongebaïïeu niet
Bestopeiitïc/ ïjeeft öetitafteei Rhenen met 3p S'Γ

oiseilg erfgoebaan i^eiiltregtfcö^ ßerfte gefcpiv van pcr-

lien/ en tot isefcïierming ban 5ijn 23r§irom bier
jeer fïecfie tïoten geöonfcot ' ' Sliala

tg 0efi0|ben op öen ^egt / in ^tjaar a/uLoi-
1J77. «èciinianl-aneenïiïoeïienmoeiï/ eiiöaaffchekerfe,
ön gi'oqt ^ lan ïicöaam/ in
ïjet of $00 aï^ ^ouwc vier
anöeren toiïicn / in gct jaar sij«?^ te^e^in^ kaftSen,

Η 3 ge* Hy fteri

c Deeze -watervloed , zegf BucJiclius fchrijvcnde over Beka , is
uyc de Groote Zee , zoo ais dejaaiboeken fclijjnen te kennen te
geeycn , opgekomen , 't zy dat de mond van deu Rhyii by Kac-
wyk toen al verftopt was ; 'c zy dat de zee by Pettem over duinen,
oyer akkςrs , over al is liene geftioomt,

d Buchelius over fieda fchujveiide yerfiaalt dat hy zoo jrroot is
gcweeft als een reus; en dat hy zulks bevonden heeft uytzyo
bekkeneel, en uyt zijne andere gcbecriïcH 1 ' die iii deri jaaic i jSè
Whetgrafgehaalc wierdcn, - '

-ocr page 122-

1053- Aantekeningen

ge, öegmaöen in ^.ji^laarten^-ßerße
neffeiil Baidricus, met ïjet boigcnije

GRAF-SCHRIFT.

De Kerkvoogd Godefroy heeft 't magtig flot

van Rhenen
Gefchonken aan het Stift: en noch van khxare
lleenen

De Sloten Vollenho, Montfoort, en

Horst gebouwt}
En dat van
Woebde , 'c welk de ftad gcteu-
geld houdt. (f )

AANTEKENINGEN.

I .Meïerai getuigt in egter het leven van Philippus I.dat
de toenaamen, die voor de kruis-togten noch weinig in
gebruyk waren, dikwils genomen wierden van de wa-
penens, die de Edelluiden begorten te voeren, en i'ch
eigen te maaken. Zy können alle beiden wat gelyk
hebben.

Wy hebben Mezerai hier voor ook al anders hooreix
fpreeken. Maar om noch een woord van de toenaamen
tc ïeggen, my dunkt onder verbeteringe gefprokendat
inen eigentlyker
ïou fpreeken met te ïcggen dat de toe-
naamen
{cognomina , die ik hier van de bynaamen on-
derfcheiden wil hebben) nu niet eeril zyn opgekomen,
maar zederd langen tijd buyten gebruyk geraakt nu we-
derom op de baan zyn verlcheenen. De toenaamen, 700
als die ontrent deeze tijden gebruykt wierden en noch
gebruykt worden , zyn eigentlyk Geflagt-naamen , die
van de Vaders dp de kinderen en zoo verder, overgin-
gen, en nu noch overgaan. Waarom zyn dan de naa-
men van Manlius, Fabius, Cornelius, Sulpitius , Ae-
lius, Papyrius, en zoo veele anderen, by de Romeinen
geen toenaamen geweeft. Het waren eigentlyk Geflagt-
iiaamen , en die zoo een naam voerde, had noch een
ypornaam, die van ieder familie gebruykt
mögt wor-
den

-ocr page 123-

op Godefridvs. ' 1ï9

den, te weeten die van Marcus , Aulus, Cajus, Ti-
tus, Publius en'i. gelyk men nu de naamen van Johan-
nes , Jacobus , Henricus , voor ïodaanige voornaa-
men gebruikt, 't Is waar, de Ron^einen hadden dikwils
noch een derden naam , als Cicero , Scaurus, Cotta,
Cinna, Naiica , enz. die fommigen voor toenaamen
zouden aanzien, maar die zou ik dan voor bynaamen
houden.

s. Hier ftaat te letten dat de fteden in oude tijden
ook we! kaiieelen genoemt wierden, omdat zekafteels-
gewys met wallen en gragten voorzien waren: zie zulks
beweezen by
{Mattheus de Nobil. lib. 2. c. i.) de fteden
wierden ook wel
vici of wijken genoemt, ook wel vil-
L· &c.

3. Daar is altijd geen vyandfchap tuffchen den Graaf
en den BiiTchop geweeft. Integendeel als de Regenten
van Utregt in 't jaar 115-9 in een plegtelyk verbond,
tot handhaving hunner regten , tegen den BiiTchop ge-
treeden waren, heeft de BiiTchop den Graaf te hulp ge-
roepen , die den Biiïchop meer hulp aanbragt als hem
lief of dienftig was, en het kaltcel van Weerde met zij-
ne krijgsknegten verrterkta , om Utregt en al het om-
leggende land te vuur en te zwaarde te quellen. Dit
krakeel is naderhand noch vergeleeken door Reinoldus
BiiTchop van Keulen,uyt laft van den Keizer FrederikI.
Hy had den BiiTchop ook grooten dienft gedaan in een
oorlog tegen de Drentenaars , zoo als Heda en meer
anderen verhaalen j heeft hem , als hy by-na door de
vyanden gevangen was , ontzet, de vyanden geflagen,
en Groningen helpen belegeren, tot dat alles doorFrc-
derikus Keizer is bemiddelt.

4. Naar dat de oudeKronyk van Egmond, Beka, de
Rijm-kronyk en de groote Kronyk getuigen, was 'er
noit diergelyke vloed gezien noch gehoort geweeft. Ju-
nius meent dat de landen van TeiTel , Wieringejn, en
het land daar omftreeks , in deezen vloed geheel verdron-
ken en in kleine Eilandjes verdeeld zyn , daar ze te vore
vaiï aan Holland waren; hoewel dat'er zyn die dit ruim
200 jaaren laater ftellen. ■

Niet lang voor deezen vloed heeft Adolf Graaf der
Slaven, zoo als Helmoldus fchryft , om dat het land
aldaar ledig geoorlogt en verlaaten was, veel volks uit
Viaanderen, Holland, Vriesland, en Utregt ontboden

Η 4 om

-ocr page 124-

ï 2 ο Η Ε Τ L ε V ε ν V Α Ν

οτη die verlaate en u.ytgeooiiogde landen te komen bC'?
woonen: daar dan een geweldige menigte van Hollap
ders , Zeeuwen en Vlamingen naar toe getrokken is.
Deeze zyn naar de getuygenis van Meierus gaan woo-
nen in Wenden en Wagrien: daar en laoven, zegt Hel-
moldus, gingen de Hollanders bewoonen de Zuidzijde
van de Elve: zy bezaten ook Balfemerland enMarcicr
nierland, tot aan het woud van ï-oliemen toe.

Het zelve heeft ook gedaan Hendrik de Leeuw, Her-
tpg van Saxen , en Urfus Mark-Graaf van Branden-
burg, die ook Hollanders,Utregtenaars, Vriezen Vla-
mingen , Zeeuwen tot bevolking cn bebouwing van hun-
ne landen ontboden hebben.

f. üyt een open brief van deezen BiiTchopjdic inde
aantekeningen van Buchelius te kezen ftaat, kan ge-
zien worden dat het Blfdom van Utregt onder deezen
Bi/rchop grooten qverlaft heeft geleden , en op veeler-
hande wijzen verkort is door dc Heeren van Amflel:
de Biflchop zegt daar dat zoo wel de Utregtfche kerk,
als hy in zijnen eigen perfoon, ^een onverdraagelyke
■vvijze verongelykt wierdt door. Egbertus van Amftel,
of gelyk zy toen gefpelt hebben , van Ameftelle. Hy
t(:lt daar ook al penige verongelykingen op, die te lang
ïouden vallen om hier op te haaien. Maar om wel te
oordeelen, diende de andere party ook gehoort te wor-
den. ·

β Α L D U I Ν U S il

XXIX Biffchop van Utngt.

Graaf Bal-
diiinus ,

Balduinus ^öe ttïSÊetie ban bic« naam/ u^fp^o^
,, ten ugt öc «Sraijen ban en ban ^ijn

2ijnc z.igt. ttioeöer^ öjcge (bie ii^t öe Riomfche ψαΐΐρ
moeaigheic gfabeu cn 3iaiibiJO00ïscii faan S^cnt^cm afßomfiig

cnkuyshcit ^^^^ j&g.genaaUib van Benthem , f^joofï Da»
roemd, ^iS^ïbcnjccï /
til baii Mariaas ßcritc tc lltccat/
wordt tot scéojcn j öc^ocSjcnbc ioc^cn^

^Biffchop jpg

Λ tleda ^ UeL· ^ Barlandns ^ en meer anderen.

-ocr page 125-

Β Α L D υ I Ν υ S π. I 21

sijne jastmoebiaïf^i^ boo^ nienianii

het tt topen: tot zoo

verre , ^egt Heda , dat men gelooft dat hy toe
het laatite van zijn leven toe maagd is gebleeven,
en
maagd is geftorven- Ul^ tOt Ut toaaitigf

^tit öecöebeii toa^ / ïjccft öe 50^0 Ijoo? öe
fijnen iiocö boo? un aiicï han ^ijn öioeii niet

viccgcemi, lï^ant öaö tot Floris

<i5raaf ban ^^oïïani! / Diderik ©οπι-ρ^οο^ΐ te
llteegt/
Ut naiicitianii 23iffcï)op öan litrcijt
0eüjo,iiien5 tn Otto<0raaf öan a^ent^em; öoo^
toeïfeor^ onbertïaaiienrenüjilïetijö^

in ntfi cn b^jeöe f^ttft öcflicct / en -t geenc boo?
öe bpnöcn aaii |et ^tift ontb^eemt iaa^/ m^
berom gctoonnm, ^aai* ög ^teft ï)^ iïe sereg^!
tigöeit Ojp een öeftisc ge^antijaaft

Éi^ öc isei^cr een ryït^-bas tc JEent^ gaii
ugtgefcö^eebeu / om obe» een imig^-baact naatï
't ^«Sanöi
tt ganöden / Baiduinus Daar ooft

alitu^ ober Jet mt 1188. Dc BiiTchop van U- togjjnaar
tregt, de Graaf van Gelderland , en veele andc- rf^® an^'
ren, dte te voren door niemand koften verzoent
worden , zyn ter zelve plaatze door geen ande-
ren middelaar als door den H. Geeft met eikan-
deren verzoent 5 en veelen van dezelven hebben
het kruys met blydfehap aangenomen.

^ant in ïjet iaat' 118 8, 'ei? baïgené get ïit^
beï ban Alexander 1Π. en ac^erboïgen^ öe o^^
öonantieban Fredericus Barbarofla, tOtgectoim
nmg ban 't Sauïi en ban 't imt^^/ (i) eeii
Qroot ïejgec ban aiier^anbe Cö^i^nen met get
ftrng^ geteßent igebjeefi* (3)

jIEtaar bit ïegec ïjttft ban ben ïieijet ban
Hpnfiantinopoien/ biebe #aupiifeaBie5anteïs

Η 5" tegenl

-ocr page 126-

m

122 Het Leven van Balduinus II.

te^mf^tt reöt itec ijoïfeeren ^tóansen gieïti/cii
laan gun gdb öeroofire / httl fcöaöe geïe&en;
©aac oji ht Üfisec Frederik , te toeten in 't
imt Φύ^

'ei* Fioris öan Ifoiiaiiö öinnen ^et ^tlp

öe jaat· gefïo^ben/ en teÉntioc^ie öeneffen^iten
lieisec öe^maöen. ^ammige baegen

iiaar Bg öat Willem , Fioris, iongfïe 500η / Φ
«en baïiec met (f) een aansienïpe Idiootge^
boïgti en öat ^ nocö iJgf jaaren nasönöaiier^
isotab tn 't leiïis Sanö geöïeebenj öaac
met öe Kennemers , öie oniiec ïjem iiienöen/
jcoote eec ^oRiie mgeïeit j en öe onbechjinneïgi:
feefïaii Damiate, in «iEgijiten / beroöeit (<5) l/ij^
6en, 3^an öeese fïaö met becnieefiert getocefi
Jjoo^ get jaau 1318 of 19, aldaar oiier Bucheiius
ßWt Beka en Heda beriïec tol nagcsien itto^^
öen,

Hy fterfc Balduinus (7) te i^ent^/ in^et acötieniïe
teMmts en feggecittge / itt 't )aat* onse^^eeee

ii9f· oijedeben. aniEcren / aM Godefri-

bccracven» dus JjEonnfti ban Pantaleon , fïcïïen ^ijne

öooö ojp öet iaat* i ^ ί en niet op öen χ6
geïp Heda enmeec anberenöoeni maairtrji ben
lojEe^: iraac
^et öooö-öaeftiJan^.^aïöato^^
iierfte meUe obereen ftomt (8)
^n ïicpam öan jjEent^ geboect naar öe
ban iituegt / ïraat; ög" ög
gaaten mfïenöe.

AAN-

-ocr page 127-

AANTEKENINGEN.

1. De vyandfchap tuffchen den Biffchop en den Graaf
van Gelderland was ontftaan over het bezit van de Ve-
luvt'e ,dewelke door den Hartog van Brabsind gefchon-
ken was aan den Grave van Gelderland · doch daar de
Biffchoppen van Utregt het oppergebied overhadden,
ofalthans volgens hunne meening moeiten hebben.
{Zie
Heda in Boudevjyn. IL)
Hier over is al eenigen tijd
een fchrikkelyke Oorlog met moorden en branden ge-
voert geweeft. Na veel krakeelens en vechtens heeft
Frederik I. de ^aak zoo bemiddelt, dat de Graaf van Gel-
derland in het bezit van de Veluwc zou blyven, ter tijd
toe dat 'er na rijp onderzoek een wettige uytfpraak
zou gegeeven worden. Eindclyk heeft Henrik VI. Fre-
deriks zoon de laatiie uytfpraak gedaan, en het Graaf-
fchap van de Veluwe door zijne Keizerlyke oppermagt
toegeweezen aan de kerke van Utregt, en aan den U-
tregtfchen Biffchop Balduinus ; doch met deeze voor-
waarde , dat gemelde Biffchop het zelve Graaffchap vry
en onverminderd zou overgeeven aan den Hartog vaa
Bratefid.

2. In dit zelve jnar was Jerufalem , met meeft alle
de plaatzen van 't H. Land, uytgezondert Tyrus, Tri-
poli, Antiochie,en nog eenige weinigeSteedjes,inge-
nomen geweeft door Saladinus, Koning van Syrië en
Egipten' En dit heeft niet alleen den Paus, en den Kei-
zer, maar ook meeft alle de Chriftene Vorften gaande
gemaakt om die plaatzen te gaan herwinnen.

Omtrent deeze kruis-togten maakt Mezerai deeze op-
merking , dat ze in den tijd van meer als zoo iaaren ,
(want zoo lang heeft die drift geduurt) den ondergang
vangrooteHeèren, en een menigte van armen veroor-
zaakt hebben : maar dat'er de Pauzen en de Koningen
hunne rekening by vonden: de Pauzen, om dat ze het
opperbevel van die legers wiften in handen te krijgen:
om dat ze de perfooneii zoowel als de goederen van al-
le de Kruisvaarders onder hunne befcherminge namen:
om dat ze het gebruyk der aflaaten en ontheffingen van
de wetten by gelegendheit van deze heilige Oorlogen
veel gemeener maakten : om dat hunne Afgezanten de
aaliuoeiTen en gifteq, diept uytvoeringe van deeze Oor-
logen

Tl

-ocr page 128-

ÏZ4 Α AN TEKENINGEN

logen ge.daao wierden, ontfingen en behandelden: ein"
deiyk om dat ïe hier door gelegendheit hadden om de
iienden van de Geeftelykheit incevorderen. Voeg hier
by, 'tgeen wel de befte reden van allen is,dat de Paus
yjn Geefielyk gebied te meer uytbreide,hoedat'er meer
ongeloovige landen onder de magt van Ghriitene Vor-
ften gebragt wierden.

Hy zegt vorders dat'er de Koningen ook wel mee ge-
dient waren; om (iat zy hunne ftrijdbaarfle en oproerrig-
fte oorlogsharren daar door loosden , 't welk hunne re-
geering gerufter maakte, om dat degroote Heeren hunne
landerijen aan den Koning verkogten of verpanden om
geldte hebben: ofdat die landen by de dood vande eige-
haaren aan minderjaarige kinderen of vrouwluiden ver-
vielen, aan wien dézelven ligtelyk konden ontfutfelt en
pntdraait worden. En eindeiyk, wat Vraniieryk aan-
gaat, om datditgrooteKoniekryk ,het welke van een on-
telbaare menigte van meirfchen krielde , door ïulke
groote en menigvuldige bloedlaatingen ontlafi zijnde
onderdaaniger eii gezeggelyker zou blyven.

Hoe verre datdeeze redeneering gaat, laat ikeenanr
der oordeelen. Daar is ongetwijfeld al wat aan ge-
weeft. Maar 'tis ook zeker dat'er deftige Pauzen zyn
geweeft, die meeft gezien hebben op de uytbreiding van
den Chriftelyken Godsdienfl:: en dat de Koningen ook
altijd die baatzugtige inzigten niet gehad hebben. Wie
iou dat durven verzekeren van den H. Lodcwyk Ko-
ning van Vrankryk ? Hebben de Keizers en Koningen
hunne eigen perfoonen daar niet aan gewaagt, en in
gevaar geftelt?zyn veele Keizers niet half door de Pau-
sen gedwongen geweeft om die togten aan te vaarden? is
het niet dikwilsgefchiedtop de vuurigeverm.aaningen en
predikatiën van yverige ofheiligemenfchen? wierden de
Koninkryken door hét vervoeren van het geld niet arm
cn berooit, en van de beiie manfchap ontbloot ?

3. Met Het Kruys getekent. Zy naaideti een kruysop
haare mantels of bovenrokken , zodaanig dat het ten
toon eii als te pronk ftond, en van ieder eengezien kon
worden:
{Analeä, Matth. ^^ ^ene droeg het

op zyn bor ft , de andere op zijne fchouders , anderen
wederom op den regtér arm enz. De kruylTen waren
van verfcheidékleuren , vólgens de verfcheidendheit van
leder landaard," De Geeftelykheit van Vrankryk was

over

-ocr page 129-

Oï> BALötriNTTs II. lif

över die kruys-togten niet xeer verheugd , om dat de
mcnfchen, tot het draagen van zulke onkoften ,xondep
inate geknevelt wierden; even eens, xegt Mezerai,
(in het leven van Philippus de Valois) als of men de
Franfche kerken zogt kaal te plukken en te vernietigen,
om de kerken vän Paleftijfte te herftellen.

Maar de yver was doorgaans· 7,00 groot dat veelc
vrouwen zelfs, hoorende dat'er een Jerafalem en een
H. Land te veroveren was, niet t' huys te houden wa-
ren. Ziende dat zoo een kruysteken zoo mooi ftond,
en dat de manluiden zich zeiven zoo uytgelaaten en
vrolyk aanftelden, als of ze naar een bruyloft gingen,
naaiden zy ook een kruys ophaarc klederen, en gingen
200 wel te fchecp als de mannen. Maar die yver moet
altijd niet al te heilig geweefl; en gebleeven zyn ; wanü
het gebeurde al heel dikwils, dat ze onderwege tot
hoerery of overfpel vervielen. Onze Hollandiche en
Vriefiche Vrouwties, die doch voor Heldinnen in de
Hiftorien te boek ftaan , zyn ook al met zoo een yver
ontftoken geweeft: maar die ook al dikwils opeendier-
gelyke me'nfchelykheit uytdraaide. Eri hierom heeft
Broeder Thomas van de Order der Predikheeren, en
bewaarder van 't H. Gräfte Jenifalem, een briefgefchree-
ven aan de Prooüen en aan de Regenten van de andere
kerken in Vriesland, en hen vermaant zodaanige vrouw-
luiden t'huys te houden ; en haar te onderregten, dat
ze beter zouden doen met het geld dat ze verreizen en
verteeren zonden, aan de gemelde Prooften ter hand te
ftellen, die het dan naar het H. Land zouden overmaa-
keii .· of dat gemelde vrouwluiden voor dat zelve geld
cenige manfperfoonen korten huuren om naar 't H.
Land te trekken. Dit ftaat verhaalt in de Kronyk van
Menco, Abt in Weerum.
{Analeéi. Matth, t. 3.

4. In een revrerevan Cilicie, Cydnus genaamd, die
de muuren van de ftad Tarfus befpoelt, daar de Keizer
was gaan baden: en daar Alexander de Groote eertyds
ook onder het baden by-na verdronken is geweeft,

■ξ. Sommigen meenen dat deeze Schryvers Akron of
Ptolomais gemeent hebben, een ftad in Fenecie aands
Syriffche Zee gelegen , die de Chrirtenen in den Zclveti
togt veroverden : en waar in zy zeer geholpen wierdeii
doet een Vloot Deenen , Vriezen, Hollanders en Vla-
mingen. Zie Matth. WeÜmonaft. Meierus, vanLeeu
wen/. 183. enz. 6. Dat

-ocr page 130-

1x6 Aa ntekeningen.

6. Dat Willem fijnen Vader is gevolgt is zeker uyi
alle onze Hiiiorieji , en Ant. Mattheus 'bewytt in de
voorreden van het vierde deel zij her
Analeäa dat hy
twee maal naar Syrien is getrokken.

7. Tot lof van deezen Biffchop ftaat noch te melden
dat hy de twee broeders, Diderik Vil. Graaf van Hol-
land, en Willem, zoonen van Floris III.die in Syrië
overleden vsras, metgroote moeite, en na veel talmens
en over en W^eer reizens, vereenigt en tot broederlyke
eendragt bewogen heeft.

8. Deeze Biffchop heeft ook een zwaaren oorlog met
den Kaftelein van Koeverden en met de Drentenaaren
gevoert: want de Drentenaars, door den Kaftelein ge-
holpen, en onderfteund door den Graaf van Gelderland,
zogten zich aan de Biffchoppelyke regeeringe te ont-
trekken. De Biffchop trok zelf voor Koeverden, en
had de hulp van zijnen Broeder den Grave van Benthem.
Het ging alles naar wenfch:Koeverdenwierde verovert:
Folkerus , de ftïefzoon van den Kaftelein, gevangen ge-
zet: alles ouder zijne gehoorzaomheit gebragt : Otto
Graaf van Benthem, 's Biffchops broeder, tot Kaftelein
aangeftelt enz. Maar de kans is wel haaft verkeert.
Folkerus ^ onder fchoone beloften op vrye voeten

Ïeftelt , zag weeer binnen Koeverden te komen : de
)rent€naars itönden tegen den Biffchop op; en floegen
de hand aan de Biffchoppelyke inkomften : het ver-
drag door bemiddeling van de Aartsbiffchoppen van Keu-
len en van Ments gefloten wierd by-na zoo haaft gebro-
ken als getroffen. De Biffchop trekt zijne vyanden met
een Helden-moed tegen, maar moeft door de lafhartig-
heit van de zijnen het veld aan den vyand laaten. De
Keizer komt in het fpel , en brengt wederom een ver-
drag te wege; 't welke zoo lang duurde als de Keizer
by de hand was : maar hy was noch qualyk buyten het
gezigt^ of de Drentenaars gingen hunne oude gangen.
De Biffchop daar op naar den Keizer toe, om hem zij-
nen nood te klaagenjdoch als de Keizer nu gereed ftond
om hem kragtiger te helpen, is de Biffchop te Ments
Overleeden.

Α R-

-ocr page 131-

Ï17

α r ν ο l d υ s ι

XXX Biffchof van Utregt.

theodoricus i-

XXXI BiJJchop van Utregt,

Na ^ de dood vanBalduinus zyn Diderik Vil.
Graaf van Holland , en Orto Graaf van doricus ia
Gelderland , ieder met een grooten hoop de twee-
krijgsvolk, binnen Utregt gekomen : en hebben ,

alles door fnoode kuypcryen zodaanig in 't wild
gebragt, dat een deel der Kanonnikken voorden
Bïflchop-
Domprooft Theodoricus of Diderik, broeder van pen van
den ivoorgaanden Balduinus , en een deel voor ,

Arnoldus b Ifemburg, Prooft van De\^enter, ge- gSijU
ftemt hebben. De leite wicrdt van Otto, de eer- Zy fterym
ile van den Hollandfchen Grave Diderik gedraa- "vlulie.
gen: (i) doch de Keizer Henricus V. zegt Be-
ka , (die daar in van mceft alle onze Schryvers
gevolgt wordt) heeft zijnen neef Diderik door
den Ring en den Harder-ilaf beveiligt.

&aii gct geö^itiïi/ iraac öc pausen 50a
tegen tuaren / nocp eenisfün^ in lïanb geöleebcw^
i^ocö öe Heitel* öeefTt öat regt met iioï|ïre&tei
iijii g^ngit/ maai; aiïeenïp tcir tijti toe / öat

α Β ar land. in cataï. Epifc.Ultrajeói.

b Afkomftig uyt het huis der Gr.iven van Ifemburg; het
^elke tegenwoordig , zegt Buchelius, fchryvcnde over Beka,
van grpote magt en aanzien is,

c Eigentlyk Heuricus Vi, enz.

-ocr page 132-

^28 Arnoldus ι. en Theodoricüs L

be ^ ^aii^ get bafcïj!! irey ödiic jpaet^eii iJooi
5jjn0 ugtfpjaaii tc ï^omen joiiiie SefTe^ten.

fcïjynt ïiat innocenüus III. ϊιί0 oj» öee3eii

tiiii bt ^aufeïpetoaarïïigöeit öeftïeeöe/ omöcn
ïtei^a' nict^ toe
tt ^ccbcn / !iebei iim tt^m^
ftrnhtt
ijan Theodoricüs (jeeft luiïïen hthtfip
υεη i iioetod Melis Stoke öuiiïeïp getuigt ÏJat

Arnold US iJOÖ^ 't UgtiöiiSen bail 't ge^

fio^ben i^»

gaat aïtpn^ bafï bat Amoidus m 'tjaai·
jipS op iten 8
UpM te stomen oberlcöeii / en
aïitaar öegraaben Diderifc öooj 't ^anp

feïpe öebeï in 5gne pïaatje aangefïdt lilï^
|)tï öaaé üp iigt ïiomeiï bja^ Öei'ti'oiil^en om
waar ^ijiie ïtuööe te iteercn / ié ^n onbertoege

gefiOlbeHi en te Pavye , öOCg met te Padua ge^
3p Bokkenberg
ligt öe gemeciie Uforipe op-
geeft/öegraabeii*
Gerardus Noviomagus fc|^ijft
Sat ög té
Venetien öegcaabeu 50Utie ^ψ j öocg
baar Ui geeft aïïe öe anöere ^cöiijbei·^ W
gen,

d Hier -wordt aivveer geen gewag gemaakt van den Aarts-
biflchop van Keulen : een blijk dat 'er toen ter tijd in het bcve-
ftigen der verkiezingen weinig o? geen acht op hem wierd ge^cc-
veii, dewijl het anjc-rc regt,
't welke door de Verzamelde iTric-
ven van den gewaandeii liidoriis ingcvoert, en door de Paullèlykc
Bevelbrleven breeder uytgebreidt en beveiligt was , allcugskens
de overhand had gekrcegen;

AAN^

-ocr page 133-

AANTEKENING.

I. Utregt en het ganfche land onder Utregt hield
het met Theodoricus. Ganfch OveryiTel verklaarde 'zich"
Voor Arnoldus. * Graaf Dideryk wierd door den Kei-
zer tot Voogd en Opziender over de tijdelijke inkom-,
ften aangeftelt : maar OveryiTel , door den Graaf van
Gelderland opgemaakt en onderfteund , vraagde weinig
naar iijne voogdyfchap, en begeerde het minfte niet op^
te brengen. Daar op ging Dideryk de geheele Veluwe
afbranden, en alles wat hy ontmoete tot beuyt maa-
ken. De Geldersman van zijne kant ook niet ledig
zittende is den Hollander tegen getrokken, om hem,
waar het mogelijk , den geroofden beuyt afhandig te
maaken. Waar op dan een volkomen veld-flag en de
nederlaag van den Geldersman is gevolgt.

* Bska^ Heda^ M. Voffius ^ enz.

Theodori...
cus Graaf
van Are
wordt met
eenpaarigc
ftcinmen
totBiiTchoi»
gekozen»

Theodoricus IL

XXXII BiJJchop van Utregt.

Als α de partyfchappen döordedood der twee
gennelde Kerkvoogden mi geililt waren, is
Theodoricus van b Are (i) Prooft van Maa-
ilrigc , die buytens lands en in Italië was , met
cenpaarige ftemmen gekozen , en BiiTchop van
Utregt , de tweede van dien naam , geworden.
Hy was een man van
c adel en van groote voor-
2;igcigheic ; en was in geen klein aanzien by den
Keizer Henricus, en by zijnen broeder l%ilip-

Λ Barland, in catal.Epifc.Ultr.
h Uit de Graaven van Are^
Büchel,
^ IV. Heda.

li. Deel. I pus.

-ocr page 134-

ijq Het Leven van

I

pus, naderhand ook Keizer , de welken hy ook
op hunne reis naar Sicilië heeft vergezeUchapt.
Als hy dan uyt Sicilië 't huis ontboden was, is hy
met fpoedige dag-reizen te Ucregc aangekomen/
Èa bevindende dat zyn Bisdom met vxele fchul-
den bezwaart was, heeft hy op den raad vanaii-
dei-fcn op middelenuyt geweefi, om genoegzaam'
gel'^."tpc het afdoen der fchulden by een te krij-
gen.

Jl^i^ßn^ Godefridus, fcgjijljeabc o^tt 't jaai?
{zop, J^ieft Theodörscus , die tot Biilchop van
Kéulen vei'kooren was, van deezen Theodbricus
BiiTchop van Utregt de Prierterli]ké\Yijding ont-
vangen: en is den volgenden Zo'nd-ag, le weten
den achtllen dag na Pinxtcren , door Gerardus
BiiTchop van Luyk, in deteg^nwoordigheit van
2ijne onderhoorige BiiTchoppcn , Aarts-biilchop
gewijde.

■ Thepdoricus töi^röt OJJ tijb bgf

^tatkren gebannen geuoirée i öaö^ ïïeiï t0raaf
Willem öie jytiSjolitnict iicgeeriie Qtfc^at te
lÖcöl&en, ^ücö öe gö&f&leiifii'ge öee^e

ieuijd-baalï becfoegeiiödi / geöücn l)em ugt öe
geijanaeniffe isedafi
Hy bevegtr J^aba'ïjaiiti gt||0ljïeiï öoo? fem ban

i;0fiermgen (χ) ïjuft fj^ aan

Diderik kratje baii / en öe oba-^aiib

jge^air, 31^ant U ^aïlanlïei'^totci'ïien sefïaagen/
m öe <i^raaf 5eïf gebaiigen. jBaac hte^t toici-öt
«let iiang to na io,^ gelaaten/ hjaacöpöefa^e^
öe 0eboïgt ίφ. |{li3^bee5elierBI)0Ossï öeitien }aa^
rnftei-ft te vm ïang iofefijft gerege^it pij/ ίφ ög in't jaai·

Devciuer»

de zege
tegen den
Graaf van
Holland ,

-ocr page 135-

τ Η iE ο D ο R I c υ's tl. I^t

h^n bgföm ^ecemöeï^; ίτοφ Mgen^ gct
benït-öoeïi ban ^aïbato^^ Mt op
feïaa^ iicöaam naar Hrregt scboo^t/

en in öe a^om-ßecftc ßegmaben.

O R ρ O Ν Α Ν τ I Ε Ν

VAN

theodoricus·

Uyt de CB·«

ïecfï öat Theodoricus met ire toefiem- gedrukte
ttiinige ban be lüöten en&e <iB>eefieip9eitiJe hmvcnvan

Indien 'er een Prelaat, of Kanonnik, of Koor-
gezel , of een Klerk tot het huisgezin van een
Abc of van een Kanonnikbehoorenden gevangen genf gL"
wordt, zal deBiffchop, die'er nu is, of als dan itdijken»
zal zyn, den zeiven verlofien, indien 'c heraee-
nigzins mogelijk zal z^rn: ten waar dat hy betuig-
de dat hy den zeiven liiec kan verloiTcn : en dit
is begreepen in den eed , 'dien hy in zijne eerfte
intreede zal doen : en dan zal de kerk hetn geloo-
ven, en degoddèlyke dienften hervatten: en dan
Zal ook de vloek , na het afneemen der kruyflen
(4) en onder het luiden der klokken, afgeleezen
worden. Doch indien zoo een Geeilelijke op den
bodem van Holland of van Gelderland door de
Graaven zelf, of door iemand anders op hunnen
bodem woonende, gevangen genomen wordt, zal
de kerk, (5·) by aldien hy vait gehouden wordr,
veertien dagen na den dag der bekend ra aak inge,
haare dienilen ftil laaten ilaan. OndertuiTcheii
zal de Graaf vermaant worden den gevangenen

i t ■

-ocr page 136-

ijq Het Leven van

los te laaten, en met behoorlijke boete te rug te
o"ertrer ^,π ingevalle dat hy zulks niet gedaan

dcrs. " 2al hebben , zal de Biffchop of de Aarts-diaken
de Goddelijke dienften op zijn land onder ons
regts-gebied leggende doen ophouden : en vor-
ders zal de kerk de Goddelijke dienften hervat-
ten , en den vloek op de gemelde wijze af-leezen:
en de Biflchop zal door zyn geheel Bisdom doen
af-kondigen dat hy in den ban vervallen is.
Dan by aldien iemand der voornoemde per-
Van hcc foonen van een Leek beledigt wordt, en dat het
beledigen cen opentlijke en zwaare belediging is, zal de
derGecfte- kerk ilil ftaan tot dat de ban tegen den quaad-
lijken. doender afgekundigt zy, zoo als tot noch toe on-
derhouden is geweeft. Indien het een ligte en
geen openbaare verongelijking is geweeft , dan
2alde kerk niet ftil ftaan: maar de beledigers zul-
len gedaagt, en hunne verdediging, indien zy
zieh verantwoorden willen , gehoort worden ^
ten waar dat de aanlegger het tegendeel door twee
geloofbaare getuigen konde bewyzen.

Indien de goederen van eenige kerke, oF van
ifoven der geeftelijken perfoon de kerke toebehoo-
gecftelijkc rende, door een leek gerooft of mee geweld aan-
goederen, gehouden worden , zal zoo een leek. vermaant
worden dezelve goederen binnen veertien dagen
weder te gecven , en alle bcletzels weg te nee-
Straf van men ; En by zoo verre dat hy het niet en doet,
ir'kerkT ^^^ ^^ Biflchop en de Aarts-diaken der plaatze
JijL
goe- zonder eenige daginge in den ban (6) doen,
tieren. en afkondigendat hy in den ban vervallen is. En
indien hy fes weeken lang in den baii blijft leg-
gen , zal de kerk daar hy onder woont geboden
worden haare kerkelijke dienften op te houden.
En indien hy dan noch tot geen inkeer moge ko-
men j zal zyn ban in alle de kerken yan het Dee-

kcn-

ψ

-ocr page 137-

τ η ε ο d ο r i c υ S II. Ϊ33

kenfchap (7) daar hy onder behoort mee bran-
dende kaarfcn afgekundigt worden. En by aldien
hy in zijne
boosheit noch ai blijft volharden, zal
de Heer in Λνί6η5 land hy woont vermaant wor-
den, om hem binnen de maand tot wedergeeving
te dwingen. Anders zal die Heer zelf met deop-
fchorfinge der kerkelijke dienften geftraft wor^
den.

Indien de Prioor of een Kanonnik de proeve Van die cc»
van zijne mede-broeders aanilaat of achterwegen op-
houdt s of zoo hy belet dat de kerkelijke goede- en
ren behoorlijker wijze verpagt werden, die zal
hetverpag-
uyt laft van den Deken , of van den eerften van
't Kapittel, indien de Deken niet tegenwoordig ^Q^jgreu^
is, door den Kanonnik , die de dienften van die Igietten,
weeke waarneemt, in den ban gedaan , en zijne
inkomften ingehouden worden. En ingevalle dac
hy een jaar lang in zijne boosheit komt te vol-
harden , zonder tot de eenigheit te willen weder-
kecren, zoo zal hy aanftonds van zijne waardig-
heit of proeve van regts wege vervallen zyn. In^
dien hy van een leek belet wordt, zal men on-
trent zoo eenen waarneemen , 't geene hier bo-
ven vaftgeftelt is omtrent een roover of aanhou-
der der kerkelijke goederen.

Indien de Pagters of huurders der Iferken geen

betaaling komen te doen op den geftelden tijd, de

't zy dat ze van iaar tot jaar, of voor altijd aan-

r 1 j · · 1 1 εη

genomen zyn, dat de zodaanigen m den bange- betaalen,

daan , en hunne ban opentlijk afgekundigt wer-
de, En indien zy in hunne boosheit volharden,
zoo de Officier des vermaand zijnde de kerke uyt
hunne góederen binnen een maand niet en voldoet,
zullen de kerkelijke dienften in de kerke, daar
hy onder woont, door den BiiTchop enden Aarts-
diaken opgefchort werden. Indien de Biflchop of

I 3 zyn

-ocr page 138-

JU Η et L ε ven van

zyn OiSciaal de Iterk beledigt mögt hebben , me^
de goedeixn die
ιγ tot noch toe geruftelijk be-
zeeten heeft weg te neemen of eeniger wijze aaa
te flaan , die zal vermaant worden dezelve goe-
deren binnen 14 dagen weder te gecven, of tc
doen wedergeeven. indien hy het niet en doet,
zullen de kerken ftil ftaan. En zoo hy daar door
niet te beweegen is om het genoomen goed we-
der te geèven,zalde kerk die verongelijkt wordt
•op gemeene koften o\i;er haare belediging voor
den Paus of den (8) Aai tsbiflchop kUagen.

Indien iemand, wie of van waar dat hy zy,
een proeve zal verzoeken of tragten
te bekomen
tegens de vryheit en de oude gewoonte der ü-
tregtfche kerke, zoo als die tot noch toe onder-
houden is geweeil, die zal op gemeene koilen
der ganfche kerke afgcweert worden: en by zoo
verre dat iemand denzelven huysvefting geeft,
of behulpzaam is, die zal daar voor,na dat hy aan
de kerke bekendis gemaakt, van regts v/ege van
het inkomen zijner proeve verfteeken blijven, ter
tijd toe dat hy zich gebetert en vyf ponden aan
de ganfche kerke betaalt zal hebben, en ook een
lichaamlijke kallijding (p) in *t gezigt der gan-
fche kerke zal hebben ontvangen.
Eq ingevalle
dat iemand verdagt gehouden'wordt, en dat hy
van de kerke diebezΛvaarnis lijdt voor de ganfche
kerke daar over wordt
aangefprolcen, die zal zich
door twee Broeders van zyn Kapittel moeten zui-
V-eren , of zal fchuldig
gehouden Avorden.

-Ingevalle dat'er een Kanonnik gevonden wordt,
die t'enemaalongehoorzaam zy, dat die door den
Deken en het Kapittel van zijne proeve opge-
fchort werde : en by aldien dat hy drie maaien
binnen het jaar vermaand zijnde ongebeterd
blijft, dat de Dekea e»
hec Kapittel hem zijne
^rof ve afneemen, In-

Wat dan

tedaaa, als
e BiiTchop
zelfde
kerke
benadeelt ?

Van die
een ige
proeve op
een oabil-
lijke Λνίίζο
tragten ce
bekomen.

de we-
dej-ipanni-
gc Kanon-
flikkent

-ocr page 139-

τ Η Ε ο D ο R I C Ü S. t^f

Indien 'er een Kanonnik zonder teftätnenc van de
komt te Itei-ven, zal bet Kapittel alle-zijne goe" Kanonnik-
deren die hy van het Kapittel heeft befchildcen;
ten waar dat hy voor het Kapittel of elders

ilervende*

genaamen over de hand onder goede getuigeniifö
verkreegen mögt hebben.

Als 'er een Prelaat of Kanonnik overleden 'is,
moet zulks kort na zijne dood, of op den zeiven
dag, aan de klokluyders van alle Kerken bekend
en Kanon-
gemaakt worden: op dat het teken van de ker- nikken,
ke, daar hy overleden is, gehoort wordende, de
klokken van alle de kerken gelijk mogen lalden.
Het zelve moet gefchieden als hy uytgedraageii
of begraaven wordt. Dit moet ook gefchieden
op den fcvenden en den dertigften dag , en op
het eerfte jaargety. De erfgenaamen over de hand
moeten aan ieder klokluider twaalf penningeä
uytkeeren.

Daar moeten vier kaariTen geilek worden in de y^^
lijkdienfteft , en vier in den dienft der Mifle. De jjaarfen.
eene kaars moet niet meer hebben als een
pond wafch : de andere moeten van drie pond
zyn. .

Alle die gezond zyn moeten tot den Pfalmen- ^^ pfaim-
zang komen j de zieken zullen iemand anders in zang.
hunne plaatze zenden. Indien iemand gezond
zijnde nieten verfehijnt, zal de kamerling twaalf
penningen van zijne proeve afneemen , en de
Plalmen doen leezen. Indien iemand onpaffelijk
zijnde geen böde zal gezonden hebben, die zal
in dezelve boete vervallen^

Dat ieder een zoo kng bv de begraafïcnis blij-
ve tot dat het graf gefloten is: uyt iedere kerke
moet een zangboek en een ftool gebragt, en zulks
door de köilers der kerken bezorgt worden.

Ieder Priefter zal voor de ziele van don overle-

I 4 denea

TT

-ocr page 140-

ijq Het Leven van

BBB

Kolleftc denen het Pfalm-boek uyt-leezen of laaten uyt-
oJerleïe" ' ^^ iedere kerke zal een kollefte in de

ula,^ ' Mis voor de overledenen, in deZiele-getijden,
en in de Metten geleezen worden tot den dertig-
ften dag toe.

Dat ze allegader by een komen op den feven-
den en op den dertigften dag , en op het eerile
jäar-gety.

mi'en'''" klokken zullen over geen leeken luiden in

rictluiaen de kloofter-kcrken, ten zy als het lijk naar het
in de kioo- graf word gedraagen.

fter-kerken. y^^ jjg kloofter-kerke zullen niet tot het

lijk gaan aan het huis van een leken: maar by aU
dien die van de kloofter-kerke genodigt worden,
gelijk de manier tot noch toe geweeft is, zullen
zy te famen komen by de kerk daar de overlede-
ne zal begraaven worden j en zullen het lijk by
de fcheiding^ van het kerk-hof te gemoet komen.
Uytvaart Indien 'er een Student, of een knegt van een
der Stilden- Prelaat of van een Kanonnik komt te ilerven,
zal hy langs de ftraat naar een kapelle , of naar
een klooiler-huys gebragt worden : en daar zul-
len die van de kerke hem tegemoet komen.

By aldien de Biflchop bezwaard is ,zal de kerk
hem met raad en daad helpen , en de onkoften
helpen draagen.
Van die tot Indien iemand zich in gevaar bevindende , of
de kerk (Joor de vrecze des doods geperil zijnde , in een
vry-plaats gevlugt zal zyn , zal de kerk
hem befchermen , ter tijd toe dat hem een veili-
ge vry-geleide zal toegeftaan zyn, om daar vry en
-vrank uyt te komen. (lo) Indien hy 'er met ge-
weld uytgehaalt is, zal'er in alle
kerkeniegenden
geenen die< het gedaan heeft,
de ban afgekundigt,
en hy in een boete van acht marken geflagcn
ΛForden: nochte de Biflchop zal den misdaadiger

ont-

lil
I

-ocr page 141-

τ Η Ε ο D ο R I c υ s π. Ti

ontilaan , ten zy dac de gemeene kerk alvorens
voldaan zy. Maar die een openbaare rooveris,en
die de landeryen by nacbt gaat berooven, en die
eenig fchelmiluk begaat pp hoop van door de
kerk befchermt te zullen worden , daar tiy het
anders niet zoude begaan hebben j en die binnen
de kerk zelf eenige misdaad bedrijft, zoo een zal
door de kerk niet befchermt worden.

Indien iemand door een reukeloos beftaan vanJie
in de kerk mögt komen, en uyc dezelve zoude
geweldig I':

trachten onluften te ftooken , of oorlog te voe-
ren; die zal opehtlijk in den ban gedaan, en van
den BiiTchop met de hulpe van de wereldlijke hand
daar uyt gedreeven worden. En by zoo verre dat
de BiiTchop ingebrekemogt blijven van hen daar
uyt te drijven, zal de kerk ftil ilaan, ter tijd toe
dat zy 'er uytgejaagt zyn , en dat de kerk voldoe-
ning heeft gekreegen.

Niemand zal in dezelve kerke twee of meer

kerkelijke ampten mogen bezitten.

1VT 1 j -ηί^ττ-1 /1 , ampten U3

Noch de Biiichop zal het meeiters-ampt (i t) dezelve

of het kofterfchap aan iemand anders mogen ver- kerke,
geeven, dan aan een Kanonnik der zelve kerke.

De Kanonnikken die hunne inkomften al trek-
ken , zullen hunne eige koftniet houden, nochte
by iemand in de koft gaan , als in de (li) kloo-
fter-huizen.

Na dat een Kanonnik verkoren is , en de in-
komften van zyn ampt heeft beginnen te trekken,
2al hy geen Paroehi - kerk (13) beftieren.

De Kanonnikken zullen behoorlijk gefchooren
zyn, en een behoorlijke kroon hebben. Die het
Weigert te doen , zal door het onttrekken van
zijne bedieninge daar toe gedwongen worden.

bobenfïaailite φ natieröanij Bebefïigt m
Ö^nieufajt SetoJ^li Öao^ Wübrandus öm 3 f. W

ftm^ ly AAN:

-ocr page 142-

Α Α Ν τ Ε κ Ε N^ Ι Ν G Ε Ν.

1. BucbeUus xegt dat hy uyt het geflagt derGraaven
van Are is geweeit : maar dat hy geen zeker befcheid
en heeft waar dajt dit Graaffchap -mag gelegen heb-
ben,

2. De zaak is aldus toegegaan: De BiiTchop , v/ien
dat gevangen neemen op de krop bleef zitten , is met
een magtig leger tegen gemelden Willem , Graaf Di-
deriks broeder, opgetrokken·. Giraaf Diderik is zijnen
broeder, met Gtto Graave van Gelderland, Wiüems
Schoonvader , te hulp gekomen. Deeze twee Graaven
hebben het ganfche Stift overweldigt: tot zoo verre dat
de Hollander zyn leger zelfs voor Utregt heeft neerge-
flagen. Ondertuffchen wierd de Geldersman, *t zy door
lift en ing-eeving van den Keizer , 't zy van de vyanden
yerraft zij-nde, door den Brabander, die met den BiiTchop·
iii

éen verbond getreeden 'Vi?as , gevangen g^kreegen.
Daar op heeft de Hollander om Otto te verloffen, zyii
leger voör Utregt opgebroken , en heeft s' Hertogen-
bofch geweldiger hand overrompelt. De Brabander dit
v-erftaailde is den Hollander, die met grooten beuyt te
ruggetrok, met zyn befte manfchap nagetrokken. Hy is
•de Hollanders, die onbezorgd en onbekommerd by Heus-
den lagen, en naar geenen vyand dagten, gelyk als Di-
V33US zelf getuygt, lO.) zoo onvoorziens en zoo vin-
nig op het lijf gevallen dat de lègerplaats ingenomen,
en de-Graaf gevangen was , eer dat iemaqd de wape-
nen had können aanfchieten. Divsus voegt 'er noclr
by : Dus fchryven de Brabanders: maar de Hollanders
zeggen daar tegeu dat haar volk het Brabandfche leger,
hoe wel veel fterker, metgroote klpekfnoedigheytheeft
wedetftaan"; doch eindelyk dpor de meenigre der vyan-
den is overrompelt ; want de Brabander was geftijft
door de Hulpbenden van den AartsbiiTehop van Keulen,
van den BiiTchop vanLuyk: van den Hartog van Lim-
burg, en van den Graaf van Vlaanderen, 't Was hoe
'twas, zegt Divaïus, dit is gewis dat beide de Graaven
niet ah voor groot losgeld zyn vfy gelaaten. Ook heeft
de Hollander by deeze gekgendheit afftand gedaan van
zyn regt op Breda , waar over zederd eenigen tijd al
veel gekrakcelt was gewecft. : Peeze oorlog is niet al-
leen

-ocr page 143-

Aantekeningen op Theodor« li, 13p

leen in een goede yreede inaar ook in een maagfchap
verandert: want de Brabander heeft eene van χί jne Doch-
ters aan Graaf Diderijk en een andere aan Graaf Otto
ten huwelyk gegeeven. Ik vind nergens dat de Biffchop
eenig deel aan dec/.e verwinninge gehad zou hebben:
maar wel' dat hy de gevangenis van beide xi|ne vyandeti
verltaan hebbende, deeiegelegendheit wel heeft weeten
waar te neemen, deganfche Veiuwe brandende en blaa-
kende heeft aigeftroopt, Zutfeen belegert eh ingenomen,
Deventer verovert, en een overgrooten beuyt heeft beko-
men. . ■

3. Van deexen Theodortcus dient noch ge weeten te
worden dat hy groot deel heeft gehad in de oorlogen
tuiiqhen de Gravinne Ada , Graaf Diderijk s dochter,
of Lodewijlc Graaf van Loon , daar xy aan getrouwt
was, en tuflchen Willem, Diderijks broeder, dievee-
lenvan den grootften Adel op zijne hand gekreegen heb-
bende, zijne Nicht de voet zogt te ligten, en eindelyk
ook heeft geligt. De BiiTchop door twee duyzend ta-
lenten , en daar by door groote toezeggingen van den
Graave van Loon gewonnen, en miffchien deïaakvani
Adavoor de ^cregtigfteaanziende, is een van de hardile
partyen van Willem geweeft. Want ziende dat de Graaf
van Loon noch niet quam opfchieten, en geen geduld
hebbencJe om langer te wachten , is hy zelf met zijne
eige krijgsbenden Holland ingetrokken, heeft daar eenige
Sloten verovert, Willems eigen broeder gevangen ge-
kreegen: en den Graaf van Loon, als die eindelyk by
hem gekomen was, by-na ganfch Holland helpen win·
nen. iMaar de zon van Lodewyks geluk had wel haaft
uytgefcheenen : en toen was de BiiTchop de eerfte die
xijne vrede, hoewel op gunftige voorwaarden, met Wil-
lem heeft gefloten.

4, Deeze manier van de kruyiTen en beelden in een.
Interdikt of opfchorfinge der kerkelyke dienüen af te
neemen moet al vry gemeen zyn geweeft: en deeze Or-
donantie fpreekt daar van als van een bekende zaak.Som»
migen gingen noch verder, met dekruyflen en beelden
op de vloer neer te leggen, daar dan noch dikwils door-
nen en brandnetelen opgelegt wierden._
{Zie het De-
kreet χ^αη Gregorim.)
Maar om dat dit al te dikwils
en Zonder genoegzaame reden gedaan wierd, is het zel-
ve op ïwaareftraÖèn verboden door Gregorius {by Bo"

nifa-

-ocr page 144-

ιφο Aantekeningen

f'facms in zijne Dekretaalen l. ι.ί/ί. 16. ) Men leeft
dat Johannes AartsbiiTchop van Dublin groote fpijt en
ongelyk geleeden hebbende van Johannes Graave vaa
Moreton , en eindelyk uyc ïyn Aartsbifdom verjaagt,
{by Kogerius Hoveden) een bevel heeft uytgegeeven
dat de kerkelyke dienden in ^yn Aartsbisdom
7.0U-
den ophouden : dat de kruyiTen en beelden der Hoodf ker-
ke op de aarde neder gelegt en met doornen omcin-
gelt zouden worden. Zoo leeft men ook datRadulphus
Biflchop van C^hicefter
{by Willem van Malmesbury)
om het verkorten der kerkelyke vryheden, de kerke-
lyke dienften in zyn Bifdom heeft opgefchort , en de
feerkdeuren met doornen heeft doen bezetten. Men
vindt ook in deEngelfcheHiftorien
{'Liq Gervafius Mo-
nachus)
dat de Geeftelykheit van Kantelberg, als Tho-
mas AartsbiiTchop van Kantelberg om hals gebragt was,
deOutaaren van de Hoofd-kerke te Kantelberg ontbloot
en de kruyiTen gedekt heeft, even eens als of het goede
Vrydag was geweeft. Zoo dat de omftandigheden, die-
nende tot bezwaarnis van den ban of van het interdikt,
juyft altijd in alles dezelven niet zyn geweeft. Als Jo-
hannes yiIL door de Graaven Lambertus en Adalber-
tus gevangen was genomen ,
{TÄ^de jaarboeken van Ful-
den) en gedwongen wierd den VorftKarlomannus voor
Keizer te erkennen, heeft hy de Vatikaanfche kerk geflo-
ten, en den Outer met een hairen kleed bedekt tot een
teken dat de kerkelyke dienften moeften ophouden. Hier
mag wel by komen hoe dat Acacius Patriarch van Kon-
ftantinopolen, niet wetende hoe dat hy den dollen yver
van den Keizer Bafilifcus tegen de
kerkvergadering van
Kalcedon beft zoude intoomen,zichzelyen, zijnen Bif-
fchoppelyken throonen enden Outer in 't zwart heeft ge-
kleedt.
in Colleäaneus TheodorisLeäoris.

5· Hier ftaat dat de kerk (dat is te zeggen de Kanon-
nikken) haare dienften
zal laaten ftil ftaan. Ook heb-
ben wy een weinig te vore in deeze zelve Ordonantie,
Dan zal de kerk hem , te weeten den Biflchop, geloo-
ven, ende kerkelyke dienften hervatten. Waar
uytblykc
dat de Kanonikken , zonder den ß'ij^^hop hier in te

kennen, de kerkelyke dienften lieten ftil i^aan. Ditblykt

ookuyt het volgende dekreekt vanGregorius (apudBo-
nifac.
8. e.decret. lib. i. tit. 16. c. 2.) Indien de Kanon-
nikken de goddelyke dienßen vJiUen Irnm ßil fiaa» , heê

vielke

:
i

"I ί

-ocr page 145-

op Theodiricus ΙΓ. 141

liielke zy zich in fommige kerken , 'i zy uyt^ oude gewoonte^
^iZy door de vergunninge van den Paus, 'tzy uyt eenan-
deh reden , aanmaatigen\\
zqo zullen zy^ eerdat ze tot zo-
daanige opfchorfinge der kerkelyke dienflen komen, de reden
der opfchorfinge in een o-penbaargefchrift hebben nyttedruk"
ken, en den geenen , tegens den welken
zy de kerkdtenflen
luillen opfchorfen^ laaien toekomen.
BonifaciüS VIII. voegt
hier by dat de Kanonnikken xuike opfchorfing niet mo-
gen af kundigen, ten zy dat alle de Stern-hebbende Ka-
nonniken daar over alvorens by een geroepen zyn ge-
weelL Geen wonder : zoo een opichorfing was eeti
ontzegging van de kerkelyke geraeenfchap aan den Bif-
fchop of aan eenig magtigHeer: {Zie de jo Ordonan-
tie van 8 algemeene kerkvergaderinge enz.) en dit is altijd
ongeoorlofd zonder voorgaande vonnis, en altijd door de
kerk-wetten veroordeelt geweeil. Het fchijnt dat fommi-
ge ßiffchoppen zich naderhand op deeze Ordonantie van
Sonifacius VIII. beroepen hebben; als de Kanonnikken de
kerkelyke dienften, om den BiiTchop te dwingen ,dee-
den ftil ftaan: want Clemens V. heeft hun in de Syno-
de van Vienne dit andwoord gegeeven.
JVy willen noch
vjy mogen de Ifereldlyke en de Reguliere kerken van dit
eenigflemiddel^ivaar door haare verongelykingen konneu
afweeren, niet berooven.
En hier uyt blykt, Zegt Chr.
jLupus fchrijvende over den tienden kerkregel van de
achtfte Algemeene Kerkvergaderinge, dat deeze opfchor-
iing der goddelyke dienften geen kerkelyk ftraf-vonnis
en is , dewyl dezelve doorgaans door de Onderdaanea
maar
niet door de Sleutels der kerke te werk wordt ge-
ftelt.

6. De ban was doorgaans het gemeenfte middel, waar
mede de Ceeftelyken zich tegens de Roevers der kerke-
lyke goederen of tegens de Beledigers van hunne per-
foonen te weer ftelden. Ja de Kerkvergaderingen ende
Biffchoppenzyninde tiendeen elfde eeuwe fomtijdszoo
verre gegaan, dat ze den eeuwigen ban, zonder hoope van
ontflaginge, tegens de Roovers der kerkelyke goederen
en tegens de Beledigers der Geeftelyke perfoonen uyt-
gedondert hebben.
{DaPin tom.%.) Men leeft onder an-
deren dat'er drie perfoonen met zoo een ban geflaagen
ï^yn om dat ze den BiiTchop van Langres de oogeniiyt-
geftoken, en den Aartsbiflchop van Sens in den kerker
geworpcii hadden, Fulco Aarts-biflchop
van Rheims

fchreef

-ocr page 146-

1x6 Aa ntekeningen.

fchreef over deeze xaak aan den Paus Formofus ; té
wetctl of hy de gemelde perfoonen ter boetpleeginge mögt
aanneemen : inaar JFormofus ichreef hem wederom dat
deeze drie perfounen , dewijl zy voor altijd en zonder
hoope van genade in den ban gedaan waren, zich aan
het eens gegeeven vonnis maeften gedraagen. Men kan
wel denken dat deeze hardigheit noodig is geoordeelt
omdemenfchen, die door de grootheit der kerkelyke
goederen bekoort wierden, en op geene andere dreige-
menten en paften , door 7.00 een vreeffelyk middel te
beteugelen. Maar of her de fcferk ,die; geen Stiefmoeder
maar een meedoogende Moedens, wel zoupaffen in haa-
re eigen belangen, en om tijdelyke goederen,zoo hard-
vochtig en onverbiddelyK te zyn, en ondertuffchen in
de erootfte mifdaaden en fchelmftiikken, die Godt regel-
regt in zijne eer aantalkn en beledigen, veel grooter toe-
gevendheit te gebruyken , daar laat ik een anderop ftudee-
ren. Dat eenige byzondere ßiflchoppen doen is de gan-
fche kerk niet toe te fchryven.

7. Dekenfchap, daar hier van gefproken wordt,was
het gebied daar de Deken over te zeggen had. Dekens
waren kerkelyke perfoonen , die van den BiiTchop tot
opzienders en beftierdes van eenige Parochiën aangeftelt
waren. Geheel
Vriesland, zegt Ubbo Emraius (lë.ii.)
was in zekere oorden of Dekenfchappen gedeclt. Zy
hadden acht, tien, twaalf, ja fomtijds wel twintig en
dertig Parochiën op te paffen , en moetten amptshalve
het oog houden op het gedrag der Priefteren, en op de
kerkelyke goederen. Zy moeiten de kerkelyke inkom-
ilen, de tienden , renten , boeten , en wat'er meer te
ontvangen was, inzamelen, en van alles rekening aan
den Biifchop geeven. Zy wierden ook , zegt Anton.
Matthieus,
{Aml.tom.i.) Prm/ww,Toezienders, Be·'
windhebbers, genoemt , en hadden dikwils over geld
en halszaken te vonniiTen. Zy hadden ook de magtvan
goederen te verpanden , geldboeten en boetpleegingen
op te leggen,de wederhoorigen van de kerke aftefnij-
denenz. Zy fchijnen de
zelfden te zyn met de Aarts-
priefters die ook Dekens,
in 'tLatijn^M^««?,genoemt
■worden naar het
Latijnfthe WQordetie Decern oïn&n,
om dat te doorgaans over tien onderhoonge Priefters,
daar of daar omtrent, te zeggpn hadden. Zy worden ook
wej genoemti
Deeani Cbrifiiamtata , dat men ni^t beter

kan

-ocr page 147-

O P TtlÊÓ-DÖR IfcüS. 11/

kan vertaaien als Land-dekens, want iPïwti wil de Land-
dekens daar door betekenen. De Aartsbiffchop Rovenius
meent dat ze ook
CBorepfcopi of Land - biflchoppen ge-
noemt nyn geweeil : d'an dat ζόα té verre loopen.
Deer«^ Land-dekens hebben't in Vriesland voor hene
bont'-genoeg gemaakt :
ty fmulden en ly braften , en
teerden op den Paftoor-. En als of hunne bediening een
erfelyk'^mpt waar ge weeft ,ζοο ras als
ze dood waren,
vervier de bediening op hunne kinderen. De BiiTchop
van Munfter , die daar in 't Geeftelyk té zeggen had,
zag hetdoorg^ns'door de- vingeren ,w-änt hy had henvan
Höode om zijne inkomfiieh in te vorderenv Zfede Kro-
nyk-vain Menco met dé Aantekeningen van Antos.Mat-
thxus
Analeä. ί. 3,

8. Hier uyt zoude fchijnen te volgen dat de Aarts--
biiTchop van Keulen rïoch al eenig gezag over den Bif-
fchop van l'?tregt heeft gehad: wantrnogten deKanon-
nikken,die zich vaS den BiiTchopi)eledigt achtten,hun-
ne klagten in leveren, «
go mögt hy daar kénliis van nee-
men, den BiiTchop ontbieden en hooren fpreeken,en zij ne
ttytfpraali geeven. De Heer Matthaeus
{de Nohiljih.ï, c.j.)
meent egter dat dé BiiTchop van Utregt niet veel acht
op het zéggen van dén'Keulenaar heeft gegeeven : en
dat die van Keulen te Utregt niet te teggen heeft ge-
had: by voorbeeld mee onderzoek te doeri naar het ge-
drag van den BiiTchop , hoe dat hy óp zyn volk pafte,
de regeering waarnam enz. Hier van , zegt hy, vindt
mén geeil tuttel in de hiiiorie van Utregt.

Het geene hier ftaat dat ze haare verongelykingen aati
den Paus of aan den AartsbilTchop moeüen bekend maa-
ken,zou regens de oude kerk-wetten ßrijden : want het
was den Biflchoppen zelf, veel meer den Kanonnikken,
ongeoorlofd hunne zaaken onmiddelyk voor den Paus
te brengen: daarvoor warende Mecropolitaanen. Maar
hier van is boven al gehandelt.

9. De lijf-kaftijdingen en geeflèlingen zyn al vaneen
oud gebruyk onder de Chriftenen, om van de Heidenfche
tijden niet te fpreeken, zelfs onder de kerkelyke perfoo-
nen en de Monnikken. De Biflchoppen, Overften, Ab-
ten , Biecht-vaders ja Heeren en Vrouwen , Meefters
en Meeftreffen veroordeelden de mifdaadigen tot de geef-
feling , of namen de roede in de hand en geeffelden
zelf. De kerkvergadering van Elvire
{Camn. ν ) heeft

de

-ocr page 148-

1x6 Aa ntekeningen.

de Η. Tafel ontzeit aan de vrouwen die dóór grootê
gramfchap vervoerd haare dienareilen ter dood toequa-
men te geeiTelen., En w^y leeren uyt den yp brief van
S. Auguftyn dat de BiiTchoppen van xijuen tijd gewoon
waren de Ketters en andere mifdaadigen te doen geeffe-
len. De Geeftelyken zelf, die zich al te lelyk aan ee-
nig mifdaad vergreepen hadden, wierden ten tijde van
Gregorius den Grooten op het bevel van hunne Bif-
fchoppen met den geeffel gekailijdt. En dezelve Gre-
gorius
(Epiß.66.) wil den BiiTchopPafchafius vermaant
hebben, dat hy zekeren Onderdiaken Otilariiis, die den
Diaken Johannes valfchelyk had gelaflert, moetlaaten
afzetten, en na een openbaare geeffeling uyt het land
bannen. De Abten en Priors der klooileren hebben
zich dezelve magt, van de misdaadigen te doen geef-
felcn , op het voorbeeld der Biffchoppen ook aan-
gematigt. (
Labile No-v. Bibliot. MaKujcrlpt. torn. x.
apud Boilean Hißor. Flagell. )
'Zoo leeft meri in het
leven van S. Romualdus
{^ap.Petr. Damman, c. 19.j dat
hy zekeren Monnik dik wils met de roede liet tuchtigen,
en ook van de mifnoegde Monnikken met roeden isge-
geeffelt. De regels der oude Monnikken zyn vol van
zodaanige geeffelingen die tegens allerhande mifdaaden
der Monnikken voorgefchreeven wierden. Ja een Mon-
nik die in den ban gedaan was, en tot den derden dag
toe hardnekkig bleef zonder zijnen Abt voldoening te
willen gèeven , moeft volgens den Regel van den zoo
genoemden
Magifier tot zijne dood toe opgefloten en
dagelyks met de roede gegeeffelt , of anders uyt het
kloofter gejaagt worden.

Maar om naarder tot onze zaak en tot de Kanon-
nikken te komen, die hebben ook ,althans op fommi-
ge plaatZÏïn , onder de geeffelinge en onder de tucht-
roede moeten ftaan. Zoo leeft men by Thomas Kan-
tipratanus dat Rotardus, Aarts-diaken van Rheims, uyt
koninklyk bloed gefproten , en tot Biffchop van Cha-
lons gekozen, met een groot getal van Edden, doch
ïonder zyn Kanonniks-kleed, vericheenen is op de be-
graaffenis van Albertus BiffchopvanLuyk dieteMents
begraaven wierdt. Als de begraaffenisvolbragt was heeft

de Deken van de Rheimfche kerk alle Kanonniken,en
daar onder den
nieu-verkozen Biffchop van Chalons , in
ihet kapittel ontboden,en den gemelden Aartsdiaken aldus

aan-

-ocr page 149-

opTheodoricusII. i4f

kangefproken. Gy hebt uw Aardsdiakenfchap of KanoHmks-
"dy, zoo ik meen, noch niet afgeftaan ? Neen ik
, antwoorde de
meiig?kozen Biß'chop ^ tot noch toe niet. Staa dan op, xeide
de O^kcxi ^voldoet ds kerkeren bereid uvJê nigge om de ge ef-
feling in de tcgcnwoordigheit der broederen te ontvangen^ om
datgy in het Choarmet de andere Kanonnikken zonder het
Kanonniks-kleedaan te hebben^ tegen het "verbod van den Re-
gel
s Z'yt gekomen. De Aartsdiaken is aanftonds, ï:ondcr
zich eens te bedenken, opgeftiian , heeft 2,ich ontbloot,
en al knielende een teer xwaare geeüeling ontvangen.
Waar op hy zich wedergekleedt hebbende, den Dekeu
meteen wonderbaare bevalligheit aldus heefttoegefpro-
ken. Ik bedank Godt ·^ en zijne moeder, de Patrunejfe der
Rheimfchekerke,
dat'erzoo een man,als gy zyt, na mijn
vertreK blijft regeeren. En ik tal deeze plaats des te lie-
ver hebben, en uwe loiFelyke llraiEgheit met vreugde
overdenken. Men leeft ook in het vervolg vanFlodo-
ardus,door Marlot uytgegeeven, hoe dat zeker Onder-
diaken , om een geringe fout, gevonnift wierdt een gecf-
feiing op zijne fchouders te ontvangen: en hoedat Ra-
dulphus Prooft van het kapittel de goddelyke dienden ia.
den Dom heeft opgefchort , zelfs op Aller •■Heiligen
avond, enop Aller-Heiligen dag, om dat gemeldeOa-
derdiaken niet begeerde gegeeffelt te worden.

Soinmigen zagen geen quaad in deeze ontbloOtinge j
als Perrus Damiani,
{Opufc. 24.) dewelke begeerde-dat
de Monnikken byna het geheel lichaam in de tegenwoor-
digheit van hunne broederen zouden ontblooten en zich
zei ven dapper geeffelen: en doorgaans is daar geen quaad
ingevonden, dewijl de Monnikken meeft altijd op hun-
ne naakte lichaamen gegeeffelt wierden. Maar de kerk-
vergadering van Aken heeft dat anders begreepen ^ (nr^.
817.) en niet begeert dat iemand op zyn naakt lichaam
Voor de oogen van andere menfchen met de roeden zou-
den gekailijdt worden. Lanfrancus moet ook geoor-
deelt hebben dat deeze ontblootingen den Monnikken
niet zeer en paften: want hy beveelt ia het 19 Hopfd-
ftuk van zijne OrdOilantien'dat iemand, die de geeffe-
ling verdient heeft, maar met eene dikke roede, boven
op zyn wollen hembd, geilaagen zal worden. De Mon-
nikken van Afflighem mogtèn volgens een oud Ritueel
tsok niet anders gegeeffelt worden als op zoo een
wollen hembd.
Hafteni Difquißt. Monaft. B, 8.

Π. Deel. K Öm

-ocr page 150-

'14.6 Α α ν τ ε κ ε ν 1 ν g ε ν

Om noch een woord van de geeffeliugen te fpreeken^
2al ik hier noch by voegen dat de geeffelingen van ouds
ook gemeen moeten geweeft iyn buyten de Kloofters
en de Kapittelen. Want voor Adrianus I. zyn'er ook
Biecht-vaders geweeft, die gewoon waren hunne Biecht-
kinderen tegeeffelen , (Zie
Boileati HifloriaFlagell.c,'].)
't welke doorgemelden Paus aan alle Biffchoppen, Prie-
ileren en Diakenen is verboden. Maar hier door is die
gewoonte noch niet opgehouden: wantRobertus Pul-
lus , een geleerd Kardinaal en
Kant7-ellier der Room-
fche kerke, die in 'tmidden der twaalftiè eeuwe heeft
geleeft,fpreekt daar van als van een loffelijke gewoon-
te :
Daar is een zekere "voldoening, ïCgt hy, die ieders na-
tuur wel kan 'verdraagen; en dewelke, hoe wel hardt» zich
z,elve , des te aangenaamer is aan Godt^ hoe dat ze den
menfch meer verootmoedigt. Zy beftaat hier in dat een menfch.,
bloot leggende -voor de voeten -van den Prießer , zich zel-
nen laat geejfelen.
En dit blijkt ook nyt het leven van
den H. Lodewijk Koning van Vrankrijk : wantGuiliel-
mus de Nangis verhaaltvan hem dat hy na xijne biecht
altijd van'zijnen Biechtvader wierdgegecffelt. Onder an-
deren heeft hy een Biechtvader van de order der Predik-
heeren gehad, met naame
Gaufredus de Bello loco , of de
Beau-lieu, die hem 200 onmatig en ongenadig geeffel-
dc , dat de Koning die teer van vleefch was , moeite
genoeg had om het uyt te ftaan.

'Zoo heeft Henricus II. Koning van Engeland ook
moeten op 7,yn ruggc gegeeiTelt worden , om dat hy door
eenige onvoorïigtige woorden gclegendheit had gegce-
ven tot den moord van S. Thomas Aartsbifichop van
Kantelberg. Egidius Graaf van Venaijin is'er bok niet
beter koop afgekomen, nadat hy den Regent van zekere
Parochie , die een arm menfch ronder vj'jne regten al-
voorens te ontvangen , niet had willen begraaven, eti
onbegraavcn liet leggen , levendig onder de aarde had
laaten delven. De goederen van den voornoemden Graaf
wierden op Pauilelyk bevel
verbeurt verklaart : en hy
xelf in 'topenbaar,en voor dekerkdeurvan Ainjon dap-
per gegeeiTelt. Sommigen gouden hier miiTchjen wel kön-
nen twijfelen wiens llraffe dat regtvaardiger is geweeil,
die van den Graaf of die van den Prieiier.

10, Hier diende wel iets gezegt van dekerkelyke vry-
dommen : maar dewijl deeze Aantekeningen al vry

lang

-ocr page 151-

op Theodoricüs Π. ï47

Jang vallen, tullen wy het tot een andpre gelegendheit
uytiÏelIen: het ïelve ^y gezegt van de meerderHéit dèir
kerkelyke ampteri , die door deexe Ordonantie Vordt
Verboden.

ii. Meefier-fchap; Schoolmeeiter-fchap ; in 't Latyn
SchoU'fiHam\ 'ioo een xVleefter wierd Scholaßertn Scho^
genoemt, iyelke naamen in dit Latynfche werlf
ook, al voorkomen. De,naam van
Scholaßicus wierd
ten tijde tan Augiiftus gegeeven aan xulke Redenaar^
die ten hobgftetop der welfprekentlipit gefteegen waren.
Naderhand , eii al onder de regeeringe van Nero, wierdt
die naam toegepaft aan de zodaanigen die zich in de fchoo-
len der regten oefFenden in allerhande proceffen voor
entegen te bepleiten.
'ZÄo.Voffii Etymolog, en Henr. Va-
le fxus Prologom. ad' Hiflor.Socratis ξ^ 'Evagrii.

Metter tijd hebben de regte Advokaaten dien naam
behouden, zoo als uyt Socrates, Eufebius, Evagrius,
Agathias en meer andere Hiftori - fchryvers be-
weezen kan worden. In de twaalfde eeuwe heeft de
Advokaat Konftantinus Harmenopulus den zeiven naam
noch gevoert tot een teken van zyn beroep. Maar na
dat
'er kerkelyke fcholen onder de Chriftene Koningen
van Vrankryk begoikn opgeregt te worden , die door
Karei den Grooten tot beter ,ftaat zyn gebragt, heeft men
dien certytel beginnen te geeven aan de Meefters der
fchoolen. Sommige gelooven dat die naam eigentlyk
wierdt toegepail aan de Meefters der Latynfche fchoo-
len: en dat'er noch andere waren die dcgodtgeieerdhcit
voorlaazen, en Theologanten genoemtwier-

den. Maar eindelyk , als beide de ampten in den zei-
ven perfoon vereenigt waren, wierdt die naam ook ge-
geven aan de Meefters der Godtgeleerdheit, doch die
de jonkheit met een oefFenden in de Latynfche taaie,
cn in andere wetenfchappen.. Aldus heeft Adelman-
nnsyeer dat hy Biffchopvan Breffe was geworden, deu
naam gedraagen, van
Scholaflicus Leodkenfis ^ School-
méeffer of
Theologant van Lnyk, onj dat hy deGodt-
heit daäi: häd voorgeleezen: Berengarius, eer dat
hy te-
gen het H. Sakrament had opgeftaan^is
Scholaflicus y^n
Tours ge weeft enz.

Noch leeft men dat die naam in oude tijden gegeeven
^^vierdt aan doorgeleerde mannen. Dus getuigt Hierony-
mus (
äs Scriptor. Ecekf.) dat Serapion , een ker'kelyk

Κ 2 Sehry-

-ocr page 152-

AaÏïtekenin gen

Schryver, Scholaßkus-wltïAt genoemt om de fneedig-
heit en fchoonheit van xyn verftand. De zelve naam
wierd ook aan Johannes Climacus, om zyn fcherpzin-
nig verftand en uytnemende geleerdheit , toegepalt. Ja
de Poëten Fortünatus en ScdnWxxii.'^nSthöhißicißimi^oi
Scholaßici in den hoogflén graad , genoentt geWeeft.
{Chronicon. Fontänell. c. ii.hiber. 3. de Miraculis S. Dio-
nyfit: du Cange Tomo
3. Glojßril Latin.) Men weet dat
deeze naanl naderhand gegeevenis aan alle zulke Göds-
geleerden die de Godtgeleerdheit op een fpitfvinnige
■wijze , met het uytvinden van natuurlyke bewysrede-
nen, en met hét uytpluyzen Van de gevolgen , verhan-
delt hebben.

ii. Te weeten om in 'tgemeen te leevetr. Het is
een bekende zaak dat de Kanonnikken van ouds in't ge-
meen geleeft hebben. Maar deeze lofFelyke gewoonte
was in de ächtfte eeuwe op veele plaatzen te niet ge-
gaan. Doch kort daar aän zyn'er weder Bifichoppen
opgeftaan die deeze gewoonte,zoó veel alshenmogelyk
was, hetiflelt hebben. Onder anderen leeil men by Pau-
lus Diaconus dat Chrodogangus Biffchop van Mets in
de zelfde * achtflc eeuwe Klooiters heeft öpgeregtdaar
de Klerezy by malkander moeit woonen: ja hy fchreef
hen een Regel voor, die noch bekend is onderden naam
van S. Chrodogangus Regel; hy bezorgde hungenoeg-
zaame levensriiiddelen, en alles dat tot het onderhond
noodig vvas, op dat ze met geene lichaamelyke zorgvul-
digheden bekommerd zijnde ,destevryer zoudenzyn om
de Goddelykedienn-enalleentebehertigen Zoo wy het
ieven van Ri^obertus Aartsbiffchop van Rheims, 't welke'
by 'Sufius te vinden is, en Stephanus Biffchop van Door-
nik in zijnen
i6o brief, geloof moeten geeven, zou
de gemelde Rigobertus dit gemeene leven der Kanonnik^
ken allereeril in Europa ingevoert hebben : dat by beter
gelegendheit nader zal onderzogt worden : en de Re-
guliere Kanonniken zouden hier zekerlyk neen op zeg-
gen. Dit is zeker dat hy de ecifte of van de eerften is
ge weeft die het zelve onder Karei Martel wederom in
tv(rang gebragt hebben. Karei de Groote heeft zijnen
yvcr daar ook in getoont , en by-na alle Katedrale en
Koliegiaaie kerken in klooikrs van Kanonnikken veran-
«iert. Maar niemand heeft daar zoo kragtig ia gearbeide

als

. * B. de Metenf. Ερβ. t, 2. de Seripi. Franc.

ώ

-ocr page 153-

ο ρ Th EO DO Ric US ΙΓ. i4p

als Lodewyk de Goede , gelyk de Biffchop te Ake,»
vergaderd in de voorreden van hunne kerkvergaderinge
opentlyk bekennen. Zoo heeft dan deeze vergadering
QP 's Keizer bevel een Regel opgeftelt, wiens voornaam-
fie oogmerk is geweeit het gemeene leven der Kanon-
niken j en heeft begeert dat alle Kanonnikken ïich naar
deezen Regel_ zouden voegen. Omtrent het einde vaa
de tiende en in het begin van de elfde eeuwe hebben de
Kanonnikken op verfcheide plaatzen dat gemeene leven
beginnen te verlaaten , zoo als blykt uyt Trithemius
{Chron. Hirfaug.) fchryvende over het jaar uyt Yvq
BiiTchop van Chartres , en uyt Stephanus ßiifchop van
Doornik.
{Ep, ad Decanum Khemenf.) Hetzelve leveii
heeft te Luyk iland gehouden tot in 't midden van de
twaalfde eeuwe. ('^ievan
Efpen de Canon.part.i·) Inde
elfde eeu-^ye wierd het noch onderhouden in meeft alle
de Kollegien iSederiandfche Kanonnikken. De
oorzaak van die veranderingen wordt doorgaans toege-
l'ehrecven aan de begeerlykheit der Kanonnikken , ea
aan hunne zucht tot een ongebonde en tomelooze vry-
heit : de zorgeloosheit en laf hartigheit der BiiTchop-
pen heeft'er ook veelquaads in gedaan. Dit verval van
'tgemeene leven heeft een ongelooffelyken inbreuk ge-
daan in de zeden en in het prieiterlyke leven der Ka-
nonnikken : daar zy te voore met de gemeene koft te
yrede vs^aren of te vrede moeiten z,yn, was hetlekkerllq
nu qualyk goed genoeg voor hunne tafel: ieder leefde
nu met de kerkelyke inkomfteri zoo als hy begeerde;
M^ant ieder kreeg nu zyn deel in eigen handen: fchoot
'er wat over, dat was niet nneer voor de armen en b.e-
hoeftigen, maar voor de vrienden en niaagen:daar sy
van te voren opeeilootêu leefden ; niet mogten uytgaaii
2onder verlof van den Prelaat; en vervolgens zeer zel-
den met wereldfche luiden, en noch minder met vrouws-
perfoonen verkeerden; zoo warende nu zoo wel byde
wereldlyke perfoonen en by de vrouwluiden te vindent
als of ze zelf tot de wereld behoorden. Daar zy te
voren opzienders hadden , die op al hun doen enlaatei^
paften, en hen tot geen laffe en leuye Icdigheit of no-
delooze en onnutte tijdverquiftingen lieten vervallen;
200 waren zy nu hun eigen voogd
, en koften uyt deu
bogt fpringenzoo als het hun beliefde. De befte huyzen,
het koftelykfte huysraad' , fchooneTchilderyen , en al

Κ 3 w^C

-ocr page 154-

ifo Ä Λ Ν τ Ε' KENINGEN

Wat eefi menfchélyk oog kati bekooren, dit alles was
huiine gading. En aldus' zyn ty metterdaad en met den
naaftl -Cvereldfche Kanoniiikken geworden.
■ Deexe naam vao wereldfche Kanonnikken , die nu
cêf lyk is, en daar niét op te zeggen valt om dat de kerk
iödaanig egn leven om verfcheide redenen cindelyk hééft
toêgelaaten, was in 'teerfte fmadelykcn een foort van
Verongélykinge: want daar door wierd te verftaan gegee-
Ven dat iemand , hoe wel een Kanonnik en van de wereld
afgefcheiden zijnde , van een wereldfch en wulps ge-
drag was. Maar als men dien naam al heeft beginnen
te gebrayken om ïodaanige Kanonnikken van de Re-
guliere Kanonniken
te onderfcheiden,zyn'er godvruch-
tige'mannen geweeft , dewelken gemeent hebben dat de
naam Kanonnik (dat eigentlyk regulier of regelmatig zou-
de te zeggen zy η) zodaanigen Kanonnikken geeniins en
pafte.
Zy^ ze Kanonnikken, zegt Adam de Premonftreit-
heëi^ hoe zijnze dan Seculiere of wereldfche: zyn ze ive-
reldfche ^ hoe z\''n ze Kanonnikken. Si Canonici' ^ fuomodo
Sëcülares ? fi ver ο Seculares^ quomodo Canonici'^. ( Adam
Fra-monflrat. Serm.
3. de Ord. Om deeze zelfde reden heb-
ben fommige geleerde mannen hun den naam niet wil-
len geeven van Kanonnikken, maar hebben hen enkelyk
Leeke-kanonnikken en Leeke-priefters genoemt. (
de Qa-
iión.Regul.Orig.^%.)
Ingalphus Abt van Kroiland(/;<7^. 40.)
én Sugerius Xbt van S. Denys
[cf. 40. tomo. 4. Galli.-e
Chrifl.) noemen
hen anders niet alsdacby-
11a zoo veel gezegr is als ongeregclden , of om zoo te
fpreëken Onkanonnikken. En die het leven van Hu-
go ßiflchop van Lincoln befehreeven heeft, zegt ook
dat zy niet als door het gemeene volk Kanonnikken ge-
noemt wierden. Anderen , op den naam fpeelende,
hebben hen geen
Seculares , maar liever Singulares
willen noemen , oordeelende dat wereldfch en kanon-
nik.famen niet konde beilaan. Op die manier hebben
Stephanus
{Ep. 85. ii5?. 160.) BtiTchop van Doornik,
Hugo AartsbilFchop van Rouane
{contraharef.Bihliot.P.
P. t.
22.) de Abt Joachim ( apud Nicol· Cufamm l.
2.. dc Concard. CathoL c. 19.) en meer anderen gefpro-
ken. Petrus Abt van Kluny moet daar ook eenigeon-
gerijmdheidt . in gezien hebben, als hy goed vond aldus te
ipreeken.
fFy betaalen tienden am Monnikken, aan Kler-
ken 1

-ocr page 155-

op Theodoricus II. ' Ifï

kefiy am Regulieren , en ouky indien men aldufkan fpree-
ken^ aan wereldfche Kanonnikken.

Doch men hectt niet aileen Wereldfche en Reguliere
Kanonnikken , maar ook Wereldfche en Reguliere
Monnikken gehad. Dan die zou hier buyten ons beftek
ïyn. Wy zuilen elders ook nocb ietwes te neggen heb-
ben van de Reguliere Kanonnikken, van hunne eerite
opkomfte, oudheit enz. Wy hebben hier noch maar
met een woord aan te merken , dat het gemeene leven
der Kanonnikken te Utregt noch niet tenemaal teniet
moet gegaan zyn in 't einde van de twaalfde, en in 't be-
gin van de dertiende eeuwe ; dewijl het hun, ïoo ras
als 20 hunne inkomften trekken , verboden wordt zich
.elders anders in de koft te befteeden als in de Kloofter-
huyzen.

13. Te weeten , om dat hy de pligten van zijne Ka-
nonniksdye moet waarneemen.

otto l

XXXIII Bijfchop van Utregt-

Na ^ bessen Diderik Otto tdt ^ïffcÖO|J Otto een
geïfojen ptöeefi. ^lgtitsa^ geöoöcen ti^t U ceiderfch
öoo^ïiïgtifle fïmitme öei' <èeïöecfcöe l^o^^ Edelman
fïen: jijntte ^t 500« banOcto 11. öj? ö^aeiieciian -οηΓγΤη
Geraard III. <6raal3eii öau <25eïiierïanö: en ooft
jaaren,
ite fi^oebec öan Adeiheidis, öie getrouiot tje^ ^^cxdt
ioecji met Willem I. <0raaiie ban i|oHantr. ^ee^
3e Otto iüaé eecfï jpioofï ban kanten setoeefïj ^^ ° '
3|jnöe ban een jeec goeden en ïofeïpen Hiöo,?fi/
en 3eet' moogbangebaante* ^ï^ö? boöinemen^
bja^ naar -t iloomfcge 3|of te reisen / om ban
öe toet omtrent öen onïreriiom öer (OS^iffeöop

β Hedaj Beka, en anderen.

Κ 4 jjeit

-ocr page 156-

ifz Het Leven van Otto I,

pen beifcöoont tt /
5m / 't ioeifte naar 't gemeene gebocïen in ^bcc-
gfci 0ek0cn ίφ/ ijan tm ftooitfc aansetaft/ eu

op Öen Jiiaart / of 500 al^ Bokkenherg

(cMf^ / in ben ïfeeire ontflaa^

pm/ na öat ö^ö^ie jaa«n en mi öaïf/ üfhol·

Ger. Noviomagus bier boïïejaaren öaii
regeert (z) ban baar naar lltcegt ge-

boeit en in iie ïlPomïierfte ban Mnatten ht^
graaben,

Aaibregt van Staden fe&^gft op ^tt jaar 12.r i
pet bclgen&e ban öeejen Ouo : in 't jaar
is Theodoricus Biflchop van Utregt geftorven:
xvuiuc.i in wiens plaatze door Adolph Aarts-biiTcliop vaa
^beid"om Kculcn, aan wïcnde Kanonnikken de verkiezing
ov.T'zijne opgedraagcn hadden, is aangcilelt de broeder van

denGraavevan Gelderland, een jongman van 18
c looi]: te -g g ^^^ 'tRoornfche Hof gear-

beidt om hem over zijne jaaren te v^rfchoonen.
Eindelijk is de Paus op een ander jaar beluil; ge-
Avorden om hem te zien: maar als hy zich tot de
reis gereed maakte , is hy geftorven, en door
Orro Dom-prooft der zelve kerke gevolgt.

ft^^iïïi'«^ bertaaït tooj^

lien:

't Is Otto die hier ruft , de eerfte van dien
naam :

Een man van Voril'lijk bloed: vraag 't and'rc

van de faam.
Als hy reisvaardig ftond naar c magtig Hof

Martr on-
derwijlen
dat hy te
Romen

wordei] ^

van Romen, '
Heeft hem een heete koorts uyt c lev'cn weg-
genomen.

AANt

-ocr page 157-

Aantekeningen op Otto ΠΓ, iS|

I. Het is een al-oude Regel zoo wel in deGriekfch?
8ls in de Latijnfche kerke dat 'er niemand tot Prieftec
pfßiiicnop mögtgewijdt worden voordat hy dertigjp-
renoad was. JuÜiijianus ,diealtijd een Raadsvergadering
van Biilchoppen had, heeft noch ftrenger wetten willen
niaaken , want hy liet een Ordonantie uytgaan
{m Novellct.
ad Petr. Officiorum Magißr. l.
2. c. i,} dat niemand
Frieder of ΒίίΓοΗορ mögt wordeii voor zijn vyfender-
tigiie jaar. Maar deTrullaanfche kerkvergadering heeft
deeze wet van Juitinianus verandert , en is met dertig
jaaren voor een Priefter te vrede geweeft. Dezelve wet
is ook beveiligt door de vierde Synode van Toledo,
door die van Agde, door de vierde van Arles, door die
van Frankfoort enz. Maarfommigen,als dievanTho-
loufe gehouden onder Viäor II. voegen daar by datmeu
200 naauw niet behoeft te zien op iemand die van een.
uytmuntende heijighet en gelecrdheit is, indien deßif-
fchop en
de Geeftelykheit hein gaarne gevifijdt zagen;
en dat zoo een wel wat vroeger mag voortgehoipen
worden. Deeze tucht heeft noch ftand gehouden tot
diep in de twaalfde eeuwe, zoo als duydelyk te kennen
wordt gegeeven door Hugo de S. Viäore
{deSacram.
part. %.
c. 11.) Volgens den zelfden Regel moeft een
Klerk ij* jaaren oud zyn eer dat hy Diaken mögt ge-
wijdt worden. Maar men vindt veele voorbeelden,
2eifs van deftige mannen, die veel vroeger gewijdzyu
geweeft. Want onder anderen fchryft Eufebius
{lib.6,
e. ;o.) dat Gregorius Thaumaturgus en zyn broeder
Athenodorus, om dat ze zulk^n voortganggedaanhad-
den in de kennifle van de H. Schrift, hoe wel noch zeer
jong van jaaren, tot Biffchoppen zyn gewijdt. En Ni-
cephorus Kalixtus fchryft dat Eleutherus op zyn twin-
tigfte jaar Paus is geworden. Johannes Chryfoftomus
iHom. 46. ad Antioch.) getuygt ook van zich zei ven, en
is'er ook over verwonderd, dat hy noch een jongeling
zijnde dePriefterlijke wijdzels heeftontfangen vanFla-
vianus Patriarch van Antiochie, Dc H. Remigius, zoo
als by Flodoardus in de hiftorie van Rheims te leezea
is , _was pas 22 jaaren oud als hy AartsbiiTchop van
Rheims is geworden. Doch dit is tegen zijnen dank,

KJ ei^

-ocr page 158-

if4 Aantekeningen op Otto I.
Pn door den dvyang yan bet volk gefchiedt : en indien
we op Flodoardus können aangaan, (/ii". i.i. ii.) is het
niet tonder een openbaar mirakel, het welke Gods wil-
le te keniierigaf,toegegaan. Flodoardus verhaalt het mira-
kel evenwel voor geen Evangelie. Daarvfordt verhaalt,
2egt hy , d^it'er . . de Biffchoppen hadden toen de
znagt noch om over de jaaren te
dijpenfere». De ge-
melde kerkvergaderingen van Agde, Arles en Orleans,
iiende dat de oude wetten, omtrent de jaaren der wij-
delingen, door de toegeevendheit der Biffchoppen een
krak begoften te krijgen, en pok al gekreegen hadden,
hebben de oude tucht willen herftellen. Dan deeze
nieuwe wetten üyn ook wel haaft, en al 2,00 ligtelyk
als de oude, over het hoofd gezien. De H. Lambertus
was volgens de groote Kronyk van Nederland niet bo-
ven de ao jaaren oud als hy op den Biffchoppelyken
Stoel van Maaftrigt verheeven wierd. De Eerwaardi-
ge Beda is op zyn negentiende, en S, Leodegarius op
zyn twintigiie jaar Diaken geworden. S. Malachias
was oök maar 2j· jaaren oud als hy Prieiter is gewydt
enz» Gregorius VIL was zoo toegeevende niet: want
als de kerk van Dole een jongman van goeden adel tot
Biflfchop verkoren had , heeft ze hem naar Romen ge-
bonden om over zijne jaaren veifchoont te worden.
Gregorius heeft hem afgeweezen en een anderen in zij-
ne plaatze tot Biiïchop gewijdt.
lib.\.Efifl.t. 5.

2.De lofFelylie getuygenis, die W.Hed^ aan deezen Ot-
to gegeeven heeft, verdient hier plaats te hebben. Hy
iegt daii dat hy met grooter voorzigtigheit als van zij-
ne jaaren te verwachten was heeft geregeert: en dat hy
xeer opplettend is geweeft in het handhaven van de ge-
pgtigheit en van de vrede.

O T-

-ocr page 159-

ïif

Otto IL

XXXIV Bïjjchop van Utregt.

A!^ α Orio iie eirfie irtt^ ob^Idïen Sua^/
i3cto ^^jcstsfï tirnmtccgt / en joon
hm Ber- J*"™"
naard ^raaijf ban ojj^et tjerjoefttjci Bii
<!5raa1im ban %oïïmiö en «éeltrrdaiiti / tot^ip fdiop ge-
feto geltosen, Ja bot öeseïbeboo,? Mi Ißact^- kozen
hmm banmeuieii te mnWmtmm^tm/ Γη aIX
en aijS a^o^fï tian j^et^ei^emjii jgne ieen-ö»ïöi^ biffchop
0ms ban Freden k 11. ïtaboiitbangen/ ijuft ï^^ vanKeuien
öe fiefiicrins tar. ï}et ^i^tïcm boo^ een tp aan gewijdti
5yneii ö^oebee Hermaiinus otïergeiaaien i omijen
selben Mtistv / ifie een togt naac ^^eien C ι) boo| , ,
Öait / op Jöne vci^ te bolgetn kL

^paaeöetogltieeie iti^ öe^ Hel^ei;^/ boïgcn^ huldiging'
hei feö^pen ban Sigebertus ^ ^jiefiee bau Mis- van aen
nie, itüoi ccni0 öeïet (2) niet eeitee gelußt

in'tiaar 12.^9· 500 ^aï Otto ^ontiei· ben ^ei^ htm'

^e?/ en mo0eïp in 't^jeseïfe^ap ban Willem l, op zijne ,

«èi'abe ban ^oïïaniï/ i?e re^^ naae ^^'ie aan^ ^eis naar
gehangen öebben, s^ne

^ict lang baai* na 't geSeeet 5Öni«e/ ^ "
Öeefï een magtis gep-iegei· beesameit / en
οο^ϊοδ geboert tegen öenl^o^fï ban^elbcdani!/
bie met öe
Saifanders famen gef^annen öeööen^
be (3) be goeberen ban Ö^t gebjajieniä

bee-^anb ijab aangeiafi* ^eöifïoeien getuigeii
bat be ^iffeöop Otto
be obeeöanb i« bien oop

Λ Heda^ BeL·, Barlandus,
De Keizer Frederik ipoede zich met een groote menigte
Jiriiysvaarders naar her H.Land: doch fay is in die reize beJej

-ocr page 160-

ijq Het Leven van

ÏO0 ^ttft pöaif/ m 5ίίηϋ ij^tantren ten öeeïe hm
fïaagcii/ ten beeïe ojp öe i?lU0t j^eeft geb^eeDen.
vyt Syrien ttöbeif an^ naai*-a^?ie^ianb itna^jgereifi/

■ om een inïauisfcö^ öeroeitebie onöer tit öttrgec^
ban <0i!0iun0en sereejen toaé te ijemjien / lö
gg 000^ bat tomeïoose boïïi in 't jaar izié.
jnoo?iiiiaai)i0ïp geöooöt / tot 500 berre t»at 5e
be ßtugn ban sijn goofit en gei öloebig bïeefcö
met fcgei-pe meffen afgcbiït Rebben, ψίν mebe
toa^ Öunne iroïligö^it nocö niet becsaöigttmaac
οπϊ öun öart ηοφ öet oji te gaaien / gebben
|et iroobe iicgaam nocg ïeïp gefneeben en ^e^
bobben i en get 5eïbe/ bn^ giubjei^b getuonbt/
onber een moemfcg geboniijeït

^ijn lp baar geteeïp uptseïjaaït/ en te
' ïltregt seö,?a0t/ baat· get in be goofb-ïterbe
' besmabeh ; na bat ï}^ 13 laaitn o^ ben mp

aidaar fcljoiJÏjeïiiben ^toeï gab gejeeten. j|aai* be vt^
graavec. bemng ban P.
Bokkenberg $an gg jaacen ge-
regeert ö^ben^

ϋρ geeft aan be Jans becbe be tienben in
23oftncgent gefcgonften obet be ïanben bie ban
onb^ onbebonbjb gelegen gebben. ^ Bucheiius
getnigt bat g]a ben b^ief ban bee^e gifte geeft
ge5ien* ^ brengt nocg een anbeitn b^ief boo?
ben bag / begeïsenbe be n^tfjp^aab in $eber ge^
fcgiï tuffcgen get liapittdban^, Mariaas-berfte
te ïlttegt / en ben <0raaf ban 't <000? / ö^ec be
tienben in f onten fifeïegen/ en nocg nieei* anbe^
re tienben. r .. .

ï^altenbe bee5en Otto ïee5en bjg get boïgenbe

Aalbregt van Staden , fcg.?gbenbe Obet gef:
jaar
 Otto Biflchop van Utregt is naar

Drent, van ouds Kolfelde, gereift om de baldaa-

üig-

^ w Hfdam p,20ï. dil>id. 202.

t'huis
gekomen
worcit hy
gedoodt.

Zyn lyk
■wörck naar
Utregt ge·
bragr, cn

-ocr page 161-

otto ι t if

digheit der Vriezen te temmen j maar is op een
moeraflige plaats, 's woendags op S. Pantaleon^s-
dag, van dcboeren dood-gefmeeten. Op dexel^^e
plaats is de Graaf van Gelderland ook gequetft.
En daar zijri wel ^Ό0 Ridders
(4) of Ridders
zoonen gefneuvelt. Theodoricus Prooft van De-
venter, en's BiiTchops broeder, is'er ook gewond
geweeil, en is het den fevenden dag daar na be-
ilorven. Het lichaam van den gedooden BiiTchop
is onder een groot gejammer van de Geeilelijk-
heit en van het volk naar Utregt gebragt, en in
S. Maartens kerke begraaven.

Ottoos baiter getoeefï Bemaard <Btaafh0,n ...
ber tien toefen ÖP saiffcgop Mn Letonie
in Hpf-lanit geeft getöfjöt/ 300 ai^ ^ Kranszius eerft zijnen
tn 5ijne Metropolis betgaalt ilet^dbe bi^it vader, en
men βρ ben UU Aaibregc, fig^ijöenïïe otjec get

iaac ι^λS. Eea wondere zaak, ^tQt ÖP/ O"o brSerm
Biflchop van Utregt heeft zijnen vader Bernaard 't
gezel-
tot Biilchopgewijdt teOldenzeel: en naderhand icjiap van
heeft de vader met den zeiven zoon 2ijnen ande-
ren zoon Gcraard tot . AartsbiiTchop van Bremeiï fj-hop
ge-
gewijdt. Dezelve Geraard heeft weder een ande- wijdt,
ren broeder tot BiiTchop van Paterborn gewijdt
te Bremen.

ïfρ rafï ίπ β. Maartens ïterïie öeneffen^ Otto«
Öen eerfïen / cnöcr een ïïatonfcö <0raf-fcöiift/
get toeiite iigt öe ongeöiiifite ïeben^ öer ïliregt^
fcl^e 55i|ft:ï)i3ppen ban
p. Bokkenberg t^ getroft^
ften /
enaitiul in öe taaie ïui^

benise:

e Lib. 7. cs^. 24. , ,

Deei

f

-ocr page 162-

Aantékèningèn

Dees wakk're Kerkvoogd is ter kruysvaart op-
getogen, ^

Doch t' huys gekomên fcliiet Iiec yzere harnas
aan,

En trekt de Drentenaars manhaftig oiider de
oogen,

Öm de belegering van Groninge op te ilaan.

Doch 't Avilde en woefte volk wéci 't leger te
verraflen

En te misleiden door onkunde van het land.

Daar ftaat zijn heir bezet in 't midden der moe-
raflen,

Baar fneuvelt'c befte volk; daar raakt hy zelf
aan kant.

AANTEKENINGEN.

1. My dunkt dat Buchelius ?.oo veel ongelyk nieteii
heeft en niet tenemaal heeft misgetaft, als hy deeze opmer-
king maakt op de kruys-togt van Biffchop Ottd.
Deeze
Bijfchop ^
zegt hy , is met den Keizer (ot liever zondet
hem)
naar i>yrien opgetrokken : maar of hy daar door ivel
voldaan heeft aan den pligt van een goeden l^rk -
harder ,
daar laat ik een ander van oor de ele η, Dit is althans waar
dathy^ die zijne fchaapen zoo ligtvaardig en als of het een
fpel was geweeß , heeft verlaat en , f huys kc eir ende deze l~
ven , door een r&gtvaardig oordeel van Godt , in ivolven
Der ander d heeft gevonden.

2. Frederik was ia 'tjaar i 217, op het kragtig aanhou-
den enopdevervaarlyke dreigementen van den Paus , al
op reis geweeft: maar dewyl dat de ziekte onder het krijgs-
volk vvas gekomen j dat de foldaaten , door de verande-
ring van de lucht , met duyzenden gelyk wegfiierven,
dat de Landgraaf van Thüringen door dezelfde quaal
was weggerukt, en dat hy zelf onpaiTelyk was gewor-
den , is hy weder te
rugge gekeert, en heeft zijne reis
niet voor het volgende jaardoch genoegzaam door den
Paus gedwongen, voortgezet. In het H. Land aange-
komen

-ocr page 163-

OP ο τ τ ö II. if^

komen heeft hy met den Sultaan, die xich in het naauw
bevond, xeker verdrag aangegaan : uyt kragte van het
zelve de ftad jerufalem met het oöderhoorige land ,eenige
Sterkten en Sloten uyt bedongen ,in bezitgenomen ^ eti
een ftildftand van wapenen voor den tijd van tien jaa-
ren getroffen.
{7aq Nauclerus enï.) Hier over zijn
noch grooter onlurten tuiTchen hem en den Paus ge-
reezen ; doch dit is buyten ons bedek. Voor het jaar
i2i7 heeft Frederik de reis naar het H. Land noit onder-
nomen of begonnen. En vermits de reis van den Bif-
fchop Otto omtrent het jaar 1217, als hy pas Biflchop
van Utregt gevs^orden was , is voorgevallen , hebben
Beka en Heda voor zoo verre mifgetaff, dat hy niet in
'tgezelfchap van den Keizer op reis is gegaan. Hy zal
dan in 'tjaar 1x17 naar het H-Land zyn getrokken met
een ander ontelbaar leger van Chriftenen, die onder het
beleid van de Koningen van Hongarye, en van Cyprus
en Jerufalem , en in 't gezelfchap van veele Vorftea
cn Baronnen, ter kruysvaartzyn opgetrokken. De Mon-
nik Godefridus de S.PantalonebyBuchelius aangehaald,
en de Kardinaal Jacobus de Vitriaco getuigen duidelyk
dat'er in'tjaar 1217 een Biflchop van Utregt in't H.Land
onder de andere kruys-helden heeit geoorlogt. De ge-
melde Godefridus vergeet ook niet onzen Graaf Wil-
lem I. onder die kruyshelden op te ftellen;endit is ook
zeker uyt onze hiftorien. Zoo dat de Heer Simon van
Leeuwen,
{Batav. Illußrat. pag. 183, »84 ) fchrijvende
dat'er niet gewaagt wordt van Graaf Floris noch van
zijnenzoone Willem, hier wat tevoorbaarigisgeweeft. ί

De zelfde van Leeuwen tracht ook te bewijzen dat de '

burgers van Haarlem geen reden en hebben om hunnen
roem over het bemagtigen van Damiate te draagen, en.
dat ze part noch deel in die glorie gehad hebben. Dat
Damiate In het jaar τ»ςο' , daar of daar om.trent,
7ooalseenigevan onze Hiilori-fchryvers bevyeeren, niet
ingenomen is geweeft, daar heeft hy gelyk in, en wy
hebben dit boven ook al toegeßaan. Maar dat de Haar-
lemmers niet tegenwoordig zouden geweeii zyn in de be-
legeringe en veroveringe van Damiate, die door de Chri-
ftenen in 't jaar 1219 is gefchiedt, daar in kan ik hem,
donder ander bewys , niet toevallen. 'Zijne voornaam-
fte reden is dat Damatie opdeezentijd, volgens de getuy-
genis van Godefridus Monnik van S.Pantaleon en van

ViK-

-ocr page 164-

1

Aantèèe ν ι ngen

Vincentius Belluacenfis, belegert is geweefl: door Ld
dewyk Koning van Vrankryk en door de zijnen , en dat
het met geen geweld, maar uyt hongersnood en zonder
bloedÜortinge , tot de overgave is gedvs^ongen; Dit is
öok , zegt hy, her zeggen van Albertus KrantziuS : te
"weten dat de Koning van Vrankryk Damiate heeft in-
genomen. Wat Vincentius Belluacenfius gefchreeven
heeft kan ik niet zeggen: maar dit is zeker dät men in
geene Franfche, veel minder iri andere Hiftori - fchry-
vVers zal vinden dat 'er een Koning van Vranktyk voor
Damiate is gevsi'eefc. Philippus AuguftuS en zyn zoon
Lodewyk de Jonge hadden omtrent dien tijd oorlogs
genoeg in Vrankryk zonder dat ze zichih vreemde oor-
logen behoefden te üeeken. (Zie
Nauclerus ^Ph, Mrni-
lius, Polyd. Firgilius ^ Mezerat ^
enZ.) Επ , äls gczegt
is , men zal by geene Hiftori-fchryvers vinden dat ze
omtrent dien tijd ter kruysvaart zyn gegaan. Men zal
by alle Hiftori-fchryvers vinden dat dc voornaamile
hoofden van deezekruystogt zyngevsreeft. Jan vanBrien-
ne Koning van Cyprus en Jerufalem, en Léopóldus Har-
tog van OoRenryk : eudat 'er niet allen Franfche, maar
ook Hoog-cn Nederduytfche, Italiaanfche, Engelfche
en andere krijgsbendeti zyn gewecft, (Zie
Nauclerust
ijenebrardus , Matthaus Paris , Godefridks de S. Pan-
tal.
enz.) En fchoon genomen , de Franfche Ko-
-ning was 'er al geweeit , hy konde ügtelyk eenige
Hollandfche hulp-benden in zyn leger gehad hebben ;te
ineer daar de Hollanders en de Vriezen op dien tijd met
cengroote Vloot naar'tH. Land getrokken waren. Nau-
clerus fchryft ook niet dat de ftad door hongersnoOid is
bvergegi^an: maar dat ze van eenige weinigen, na een
lange belegering , heimelyk is beklommen : diede poor-
ten geopent en'hunne makkers binnen gelaaten hebben-
de, door de burgci-y zelf geholpen wierdeii: zoo dat 'er
een yiielyke ilagting onder de Sarazijnen is gefchiedt.
Al wat 'erSarazijnföb of Sarazijns-gelyk was, üok-ou-
de mannen , jongens, kinderen, vrouwen, maagden,
Vierdt volgens Nauclerus dooi· de kling gejaagt. Dat
!zou dan Schryver tegen Schryver zyn : maar daar komt
het verfchil niet eens op aan. Scholafticus , zoo als by
Matthieus Vofllus te zien is verhaalt hoe dat de Hollan-
ders en de "Vriezen een wonderlyk gevaarte hebben
gemaakt, 'twclké veel geholpen heeft om zekeren toorn

dié

Ι5δ

-ocr page 165-

ö ρ Otto II.

die den oever befchermde te bemagtigeii : en däar by
vertelt hy hoe dat de Chriftenen eens door hunne on-
voorzienigheit en door de lifl: der Sarazijnen lelyk zyn
geklopt: hoe dat 'er eengroote nederlaag te verwachten
was geweeft , had de Koning; Johannes ^ die ïich op
ïodaanig een oorlog en veritond, en de Hollanders de
Barbaaren niet opgehouden,en het Chriftene leger tijd ge»
geeven dm binnen, hunne legerplaats tewyken. En zoo
is Damiate eindelyk in de handen derChriftenen geva]^
len. Maar Damijate, dat zoo veel volk, geld en moei-
te had gekort , is niet meer ais een jaar in de handen
der Chriftenen gebleeven: 't welke bygckomen is door
den o.nvooTzigtigen,, omniet te zeggen den verwaanden
yver van den. Pauflèlyken Legaat. Zoo zyn'er dan ze-
icerlyk Vriezen eji Hollanders voor Damiate geweeft.
Dit word ook duidelyk bevefti« door de getuygenis van
Konradus Abt van Urfperg, [adan. lixz.·) hoe wel dat
hy in het regte jaar gemift heeft.,.εη door Konradus van
LichtenaW. De voornoemde Oliverius Scholafticus ^
riaderhand BiiTchop van Sabiile, die alles met eigen oo-
gen heeft gezien , zegt wel uytdrukkelyk^dat de Duyt-
fchers en de Vriezen , waar onder de Hollanders be-
greepen wareii , wel het meefte geholpen hebben tot
het bemagtigen van Damiate. Daar können dan ligte-
lyk Haarl.emers onder geweeft zyn.. En,al hebben de
uytlandfchc HiÜori-fchryvers van het berugte Schip, met
fcherpfnydende zaagen, niet gerept, die hebben juyftalle
byzondere daaden van iedere landaard niet willen aan-
haalen. Als dan onze Hiftori-fchryvers zoo een daad
vertellen , die in het minde niet llrydig is tegens het
Verhaal dér uytlandfche Schryveren , als mén daar by-
voegt dat'eraltydzoo een overlevering by de Haarlenii-.
iTiers is geweeft , en dat deHaarlemfche kinderen s'jaar-
iyks den verjaardag van die veroveringe vierden, en een
ommegang hielden met ftdkjes inde hand, daair Scheep»
jes, met zaagert onder aan de voorfteven, en meer andere
beelden die deezen zegen vertoonden , om gedraaeng
■wierden , zoo als by Snoyus en Scrivefius te leezen ftaat,
dan dunkt my dat de Haarlemmers ten minfte fterkef
tegenbewyzen mogen eyffchen, eer dat ze een overlcve·»·
ring, die door zoo veele omftandigheden beveiligt is, aU
een verdichtzel behoeven te verwerpen.

11. Deel, L 3. Yatï

-ocr page 166-

363 Het Léven vAij

3. Volgens Beka en Heda is de fchuld aan de kant
van den BiiTchop ge weeft. Beka zegt dat de Billchop
uyt het H. Land t'huys gekomen zijnde, en alles hl
ruft en in een goeden ftaat vindende , zichzelven in groo-
te onruft heeft geftoken ; dat eenige Vafallen van den
Geldersman , die in Salland woonachtig waren , door
de Amptenaaren vatj den BiiTchop zodanig gefchat en
gefchoren wierden dat ze tot armoede zyn vervallen:
waar uyt. alle de volgende onluften zyn ontftaan. Zal-
land,daar hier van gefproken wordt , is het grootfte
gedeelte van Oteryflel: en veele Hiftori-fchryVers zyn
van gevoelen dat de oude
Salii^ de Voorouders der ou-
de Franfchen j uyt dit land gefproten waren 5 zoo dat Sal-
iandzoo veel te zeggen zou zyn, ah het land der SßUi.
Maar anderen
Zyn daar weder tegert Zie Schonhovius de
Ori^if/e Fraficorum ênz. Analeói. Matth, t.l. .

Beka ert liieer anderen zeggen dat 'er meer als 400'
tyn gebleeven :
fhfquam quadringenti miUtes armige-
ri: vcmx milites ^
Zegt Buchelius, vvrord miffchien hief
ter plaatze by Beka voor Soldaaten ^ en by Aalbregt van
Staden voor Ridders genomen.

W Α L τ Ε R υ S,

Α Β t.

Oftitmit öeesi^n tijb/ 5031 w. Hcda^» m jifné
gifiode / toa^ i» guoot aan3ien een ^efeerc

Wakerus, öiiUieii ilttcjgi «pt bDo^ïagtigen

]()ui50 pöooreit/ tienire Ifiöt ban i^iïïeec^ j eeit
luan ijaii een ^oniierimge ö«%&eit en geïeecïr^
ifjeit / 300 tat Μ ί" mirafeeïen

Jjceffc 0eiraan> iEtonioien Mireus^aïim^fp^eefet:

Wakerus een Ucregtenaar , tiende Abt van Vil-
ïeers , begaafd men den geeft van profecye , en
een uytfteefcend liefhebber van 'c gebed. Tho-
mas

^ ^ Ortg. monaflic, f^sf.

-ocr page 167-

ψ ALTtKUs^ i6j

inas Cantipratanus f ^eeffc (i) ooi^ntetseerigrotr^

tm ïof ijan gmi 0efj}^o{tem

boißcniie teeufeen onba' meet; anberm
too^iim öem toeöefcöjeeijen / m tïaan % Heda
tee öoo^noÉtniie jpïaat^e aangeö^^ft: Godt kac
den menfch door een regtvaardig oordeel in iz-on-
den vallen die hy niet en kende, orn dat hy zich
niet en wacht voor dè zónden die hy kende. «Jgni
Hoe een menfch Godi: vieriger bemint, hoe dac,
hy zijne ionden klaardet- ziet, én meer wenfchc
ijuellingen te lijden, om de vreeze Gods, die zeer
profijtig is, te verkrijgen.
. nocjji Men moet twee zaaken vóoroogeü
nebben j de tegenwoordigheit Gods, endedood.
Het is een duyvelfche vrees als een menfch dé
zonde vreeft en niet en mijdt. Maar 't is een hei-
lige vrees ^ als een menfch vreeft dat het goed 'c
welke hy doet niet gedaan wordt , zoo als het
naar den regel gedaan moeii worden: en zoódaa-
nige een vrees maakt alles zuyver.

ίίΟ^ϊίεΤί Een menfch, als hy kondigt, be-
gaat een zoo groote zonde, als hy in zijn gewif-
fê oordeelt dat dié zonde groot is: maar als die
zonde bedreeven is ^ wordt ze door het oordeel
van 't gewiiTe niét grooter noch kleinder. Zy
kan égter door de ootmoedigheit uytgewifchc
worden.
Cti meer tnecgeïpen j ban ioellSe
fpÄen eenigett/ aï^ i»e ïaatfie / met Sjooisis^
tiööeit öienen 0elee5en,

sagt j. Beka d, öie get tt^t ïit gemeeite üro,^
ttp Öeep: / fiaan eeni^e becteïlinstje^ iJan ïsee^
5en of ntiffcgien ban eenaniieren
Wakerus, öie
öetec naar een öeeJ faöeïenaï^naat; öe toaai^öeit
Seïpm.
c^^piip.B.z.c.zC.
d m Chton, 0.60«

1 1 ΑΑ,Ν»

-ocr page 168-

ijq Het Leven van

AANTEKENING.

I. Thomas Cantipratatius heeft hém , xoo als hy
fchrijft , gekent en gezien : hy verhaalt onder anderen
dat hy , naar de wereld gefproken, edel en rijk, endaar
by van een groote geleerdheit is geweefl: : maar dat hy
moet bekennen dat hy noit iemand had gezien , die zoo
ootmoedig en zoo gerhïg in zijne eigen' oogen vfas als
deeze Walterus.

W I L Β R Α Ν D υ Sr

XXXF Bifchop van Utrecht.

Willebrand fVTil ^ öat Ottó bu^ berfïaa0én tóa^/ Fio-

vaaoiden-1>| jig b <iB>maf bmi ïlóïiaiïtJ/ «1 met jj^em
kiofk c.r boo^uaamfïe 3tem-manneii
ïitt lltcegtfcJjiii
iiouthartfg tot ïlU'^gt geïtomeii / brt^oeßeniie öie

karei, woid iöaarbigj^dt Willibrandus, ^oonc baii öen

cie

de be- ijatt ^iöettöurö / m redr^ S^iffcfto« bau

«Irukteeee- , ^^rnr. rr .. · . -Τ .

fteSir ^^teröo^ll/ 0diiit Krantziusf öll^öripgctuist/

totBfflchoiJ maar niet ^ba« «i^^iteb^ii^/ geigft fommi3ean>

gecifchc, öeren boo^^egeeben öeöbein iCecbjrjïeiiatöe

ula'! ^ίΦ ^^^ Ö^t berftiesen ban een nienitien

dene fäc'r. öeraaïtóen / 5ön öe €iraaf ban <Btl·

laag te öedanit en öe i^eei' ban Amfteianrf, Jjie jn öen

Avreckeji. öoben-

a Beka in Chron. Bokkenherg in aäis^ontif, Trajeä.
ineditis, b de 'vierde νακ dien naam.

c Metrop. l. 7. c.
d Hcc zelve word beveiligt: door den Abt van Staden , aWus
Schrijvende over liet jaar liiS.
.Als lVillebrandBijfchop-van
Paterhorn evergehragt wns na-ar het Bisdom van Vtregt, is I>er-
na^rii Pmß van Embr^ m Biß'chop van Paterhrn gtkp%en.

-ocr page 169-

W I t- Β R Α Ν D υ S.

Soisen-semeïiieii fïag öooitclp getooniit / maau
boo? ^enfto^tcntgir «gt guiine gebangemfe ont^
^aa^en hmm / mibiien iii U ber^aiimng ge^
ö^agt/ ïc00eniïe op matrafen / en öe ö^ïp öei?
Äerfie tot ö^nne bedöffin0 met een jammeilp
geiicrm becsoeßenöe, mi öe OBieefieïpöeït
op treerïpe een bertaoning in tcaanen «gti»
gebogen ^ en öe it^oef^eit ban aï 9et bo!ft obei;
öen mo0|ö ban gunnen S^iffcj&op op niento
gaanöe gebio^öen, ©m'^aïbe öeeft tte €»ee|ief
ïpiieit öen booinoemben Wiikbrand , Die een
toaiiiiei? en fïout^ariiö fiare! bja^ / tot paaren
25iffc]f)op berjogt / oo^ijeeienöe bat be regte
man toa^/ om be geleebe neberïaag te bj^eeßen»

bermit^ öan gu^^ bia^ / en öet
jantfciiap ban Frederik π. in Sjiaïie beMeebbe/
$ijn gern aanfionts^ eenige <i5e5anten obec be
Alpes nagesonben / om ïjtm ban ^tjne UvMt^
3inge tot 9et ïltregtfcije S^i^bom te berbjittigen/
m om ben egfcö bei: ïittegtfc^e UtU aan ö^t
Ïioomfcöe l|of booi te fieifen : bjant (i) öet 3
toa^ bao^ be feecïielpe toetten bei'boben tbsee
25i#ommen tefen^ teöe$itten ; ia ban geteene
(^) tot een anbeee / boojnamentïp
inbien ^et tioeebe bettec hja^ / obee te gaan,

Gregonus IX. öie Willebrand hjelßenbe / bm Hy word

bat Sp langen tp aan'tiïoomfc|e]|of pbom^^ door cre-
gegaan/ en bie beeï ban öem gielb / geeft gern gonus jx
met ben raab bee liarbinaaien / bie ö^m om be^ SVkewec
5eïbe veben ooft gi?onbig ïienben en toeï genegen yeriihoonc.
bjaren/beeïofgegeeben om banget^aterbo^n^
fege ^i^öam tot
ïjtt lltregtfegg; ober te gaan j
en na bat ïj^ gem ben ^pafïolïfegen jegen gab i» ^yn
gegecben naai· gni^ gejoiiben, ^n S^i^bom Bisdom
aangekomen geeft gn ^nn eerfie bjerft gemaaßt aangeko,
ban Oe moo^benaav^ ban ben ^ifcgop Ono te

flvafi '

-ocr page 170-

ijq Het Leven van

ftonds Ac fïcafen; tn ^eeft mx groot km ugt l^^ie^ïanli
moorde- Jjer5ötnclt oui tugm Rudoifus Itafïelein ijan
οίοιΓ" öo^öea op te toito. öat ïj^t liafied
ftraiFen. ^oo^
tm gcootf tieUetiaag han öe^ettinge tot

öe obecgabe pö geiJtoonsen / leeft iien
Hyfchrijft mdiien Rudoifus, Ut lern te boet btei / in gt^
Rudoifus, nabe aangenomen; ïjem tot tïraffe oji^egßeniie
öat Ö^t ^afïeeï 5autte obei-geeben/ öe regeer
^iï« öst i:aiibfcp^neiterie00eii/ een groo^

voor; onder teföttimegeïii^ïjetaalen / ööttiiee& mgtec^ naac

anderen dat ^ijjf-ïattö jeii&ett / oji öo jjïaat^ öei? nebedaage
pTaaï d'er ^^pittü batt ^5· Itaiionniftfieri fiie^ten / en
nederjage albaac ceu naar ben regeï ban

een Kloo- Benedia US Optimmeren/ ■ttoelftenaberpnii
fter zoude Aqua nigra, Of !|et jtoarte toatei' genoemt.
itichten, bemint^ be tocelten ban baetbaaebiggeit/

boöl be fef^-bergaberingen boo^lmen boo^ge^
fclieebe/ in bee^e eeiibse aïïcn^ften^ ngt beinof
be geraaftt ioaren / 500 hja^ |et be maniec ge^
hjo^ben ban be boobflagen en anbeee grofe son^
ben t«ïs0eten met eenige foibaatentegen^ beon^
geïoobigen te jenben / Hioofier;^ en Klfibgen te
fiigten en te begiftigen / be peiïige jïïaatsen te
gaan be5oeïien/e !5. äBaae banbccfc^eibeboo^i
bedben ön be ban bie eeutoe gebon^^

I öcttiO0,?ben;

€n |iec baoi i?' ïjet gefc^iebt bat be ïiloofier^S
tn lüöbpen tot^uKieen getaï^iltt^^'ïiïS^öiaffeöen:
let liioofler ban be ^^^^agb in be Setn^
bje gefïiöt boo^ be teereiï ban Kuyk: be itötm
ban niet beere ban '^tertogenbofeö/ ge^^
lïigt Fulbertus j noc§ eén anbere boo^ be
'©^entenaar^ geöoniöt boo^ ben moo^b ban ben
SSiifc^ojt Otto, taaar ban übbogehjag maaiit
in öet 10 iiotïi ber mjieffeö^ö^reöiebeniffen. <βη
mtv een andrere gcfïigt boa^ ben teer ban
Ny-

ellcs

-ocr page 171-

W I L· Β R Α Ν ρ υ s: l6f

eile, aï^ öeeï geö^ö Öeööenbe aan öcn moo^Ö
han Fioris IV. Φν&Μ tïan f oïïanir: öctoeföen
aïtemaaï fiaan aangeöaaïii δρ J. Beka. Buche-

lius 0bet Beka fcg^pentse ö^engt 'ec noc^ mceji

δρ: itocö Ö^t öïi^ tndm öinndati&fc|e booif
j&eeïben aan te Öaalen,

jj^aac oïiöertofcöin Bmg Rudolfus υοαίο- DochR«-^

Sooji o^er g^t gefloten berb^ag / en öeeffc mt'^ doifos zkh
ijo?ben toeöeröiii met een öi-gsé-ïiti berobect
tier ober bie ban^^iï^afieeï tegen gern o»^ dolende
gefiaan /
m |eöÖen §em a!^ een iöeti&^eeïiec word vou
fïaaiibe iet öefïanb c^) S^tofïöigec ïjantr «^taii^ g^n^^^
ne hmnev gefïeept/ en (φΰομ m'et be^iffcöoj?
vv iliebrand ijDo^ fji^a]^ öjj eett tai» ge^et: üjeïïte een ra4
ftvaf iti bien ti)b aï iJ^p in jioang sing / boo^na^ gezet». .
mentigft tegen beberöonbö^eeßec^/ rooiseif/en
öi'e feönïWg iaaren aan beguetjinge bet; öoogfïe
magt ^aar-en-ïtoben 'ee een j^-oote fïag-
ting/ (3) jonbec man ofte bioui»/ jongof onïi
aan te
sim/ onbec ^et ïanb-boïii g^fciiebt. wiiiebraad

©O^btL* hlO^bi Willebrand niet 500 ^Ut Iieef·: ^^^ .
roemt obec ^^ijiie geleeitgeit of öatberïpe mr^
ge/ 't h^m elgentigh be iof ban een facbec en ι^^ν be-
ren 23ifTcïiO|iip; a!| obeebe boojïue^tigïseitban Lutigt; i$
5gn gefïagt/ en ober benïnilieesgnerinajpenen/
ai^ jtjnbe een manöaftige mmft eni^eïb-ober|ie
gebjeefi / bie be ^aaïi ban Frederik ii. begarti^ synenge-
genbe / ^et ïeger aï etiijfte jaaren in ^Italien en trokken:
beibe be ^icilien (4) pb gebölgt, ïj^ nocg ^φ ï®
feïjop ban ^aterbo^m toa^/ ggi ober 5ee naar fX^S"^·
S^k gebaren/ om boo^ 't geïoobe te begten/
over den
bet toe!ïie ötto li. öie jp boo^jaat op ben It^
tregtfeö«! ^toeï gebsee^l toa^ / ooft aï m
baan, ^^oo^toaar een bieemb boo?beeïb ban ^^er zijne
0ob|bienfiig^eit 5 nabien be fterfteïpe bjetten Harderiijk?
geene jaaii met graoter ernfï en aan ben zorgvui-

-ocr page 172-

^68 het leven van

iaciißfm beböïcn geiïöen / aï^ ög j&unne (s)
fcgaapen te öïpeii / en öejdtjen te öoeïien en
op tt ρφη.

<s5inöeïp Wiiiebrandus, m bat
Hy fterft ίίο,?ίΐ0π
tt httmf^ Sab aangetafi / en eecöat

fc Zwol, en iijeiiafpaniu0en geet ïionnen tm onbei· ö^en^
Tseivias sen/Ö^^bjoïii^töetïebensefcöeto. ^ijne

kerke ίϊΟΟίΐ ί^ Ορ UU / ίπ 't }aaü of

begraaven, geïp foiiimige aitóerm boo?' toaatfcögnïöïi^i:
Öouöen/
in 't jaai' (6) hoo^gebaïïên/ na
een cegeeiiing ban acöt jaacen, i^ieban lltregt
Öeööen ïic^^am in Sei vaas ßecKe / ïiaat;

böigen^ fitt fcgijj^^i^ öan Beka u gronöen
bangcleitöaiï/ öegmaben. G. Noviomagus5e0i;
wgtb^uMtdp isat öefteKït ban^* Servaas te
lltrejt iieeft geöonbjt

^obcn op 39n0raf/ get bjelfte in öe gemeïbe
ftecSe tbjee boeten öoben öe aacbe aan benoo^ö-
5i)&e hergeben bja^ / fionben ban onïi^é be bal^
gcniie hjoo,iiren in 't Hatgn te ïee^en:

met dit ' Willebrand van Oldenburg, XXXV. Biifchop
graffchufc. van Utregt, eerfte ftigter van dit Nonnekloofter
van de order van Ciilercie , leic hier begraaven,
hebbende viii jaar geregeert. Hec welke aldus
verdaan moet Wrden , jegt Buchelius feij^gben^:
Öe Obei; Beka, c):it hy hec Kloofter uyc Abitede,
aldus wegens de Abdyc genaamd, herwaarts heeft:
overgebragt , en hier een nieuwe Abdy met een
icerke heeft getimmert. H^ant in Öe befcg^ijbin^

ge bie b^ 5efeeK öeeïii ban öe fiaiiiHteegtgeboest
/ en ban ben jeïben
Buchelius bjo^bt aanse>
Saalt / fïaat f^tt boigenbe te ïee^en:

Willebrand van Qldenborg heeft binnen U-
tregt geftigt de Abdy van S- Servaas, in dewel-
ke hy de Nonnen uyt het dorp Abfteden heeft
gcplaatft; en hy is ter zelve plaatze heerlijk be-
" · gnwen iu't jaar H^eit

L

-ocr page 173-

WiLBRANDU S.

^en 3C0iiiat öejeïöe öaaceèïecbinö

onöer Otto, Willebrandus ijüo^5aat / beiraubart/

en een gmuüie ftaji (7) in ht jiïa^tse ban een
3iiiacte / bocö tegen^ ben banft ban iie f ^ίί»^'««^
Goiinda, aangenomeit ö^ßöen.

^n beese 3eïfbe tbbge ban Servaas ffonii
^002 beejen nocïj een anbee 0caf-feö,?iffc oj) jgn
graf U ieejen / begeï^enbe bat bit Mim^tv^
gefïi^t / en be Heili bet-nienbjt öab j en bat Wii-
lebrandus ett Boudewyn S^iffc^OJJ ban CeijïOÏi/
ΛViilebrands iJ^g-biffcgop / gefji^oten Ugt geft
gngé ban Starkenburg ,
m ban Bernardus
ó^bee/ baar be^maben ïagen: en bat bit 0taf in
^t jaai" 1481 becnienbJt toa^ sebjeefï,

ORDONANTIEN
VAN W I L L Ε Β R Α N D U S.

ïï^etoijï get be^eïben sgn bie boo^Theodorlcus
II semaaïit / en boben in 't b.^eeb aangeöaaït
39»/ 5o«be öet onnnt toeesen beseïben
öïo; toe^
bee op te teïïen.

AANTEKENINGEN.

1. Om die reden ftaat 'er om den eyfik ... mor te fiel·'
/<?«: want het was geen regte verkiezing, vermits Wil-
lebrand , als reeds BiiTchop van Paterbórn ïijnde, niet
kiesbaar en was.

2. Van het eene Bifdom tot het andere over te gaar^
is dikwils en door veele kerkelyke wetten verbo-
den geweeft : als in de kerkvergaderinge van Ni-

, {Can. if).) in die van Sardica, in een Room-
fche Synode gehouden onder Paus Damafus. De
reden is dat de BiiTchop in een geeftelyH huwe-

L 5 \yk

-ocr page 174-

j70 Aantekeningen
lyk met zijne kerke is getreeden : en dat het eet^
foort van overfpel ïoude zyn een arme maagd , gelyk
Hieronymus fpreekt (£/>.83.) te verlaaten, om de om-
helzingen van een rijker oyerfpeelfter te genieten. Het is
om die reden dat de kerkvergadering van Nicea niet al-
leen den BilFchoppen maar pok den Priefteren en Diake-
nen heeft yerbodenivande eene ftad tot een andere over
te gaan. Maar nergens wordt zoo kragtigtegens zodaa-
nige verplaiatzingengcfprokenals in een Synode van Ka-
pua die volgens het geeftelyke Wetboek der Africaan-
fche kerke
{Canon. African. c. 48.) gehouden isgewceft
onder Paus Siricius: want daar wordt dit verplaatzen
niet zagter gehandelt en niet minder verfoeyt als het her-
wijden van'een Pnefter, of hetherdoopen van een Chrif-
ten ménfch. De qiiaal moet al eenigzins gemeen zyii
geweeit, want de kerkvergadering van JSficea
{Can. i s.)
fpreekt 'er van als van een gewoonte die op fommige
plaatzen \yas ingekroopen. ' Die van Sardica zegt· ook
dat deeze verderfelyke gewoonte ten gronde moeft uyt-
geroeit worden. De Arriaanfche Biffchoppen , gelyk
uyt den Brief
{Symd. Antioch.) van Pius Julius te zien
is, maakten hier geen zwaarigheit van ; en als ze er-
gens een aanzienlyker of vetter Bifdom koften beloo-
pen,dan lietenzy haare éerfte bruyd maar zitten. Maar
de regtgeloavigen moeten op fómmige plaatzen ook niet
al te fuyyer op dit ftuk geweefl: zyn : wapt als Grego-
rius van Nazianzen in een Synode van Konilantinopo-
len befchuldigt wierdtdat hy ook een ander Bifdom ge-
had hebbende, op den ftoel van Konftantinopolen was
geklommen,
{Carmine 'de vitafm) heeft hy zich onder
meer andere redenen hier mede verdedigt dat deeze Regel
in geen gebruyk en was. Daar zyn evenwel redeneri
diezodaanige verplaatzingen können goed engeoorlofd
maken : en men vindt by Theodoretus dat de kerkver-
gadering van jsjicea , die zulke verplaatzingen verbo-
den heeft, in de plaatze van Philogonius Patriarch van
Antiochie , die geduurende de vergaderinge geftorven
•was, heeft aangéftelt den H. Euftathiu?, Biffchop van
Berr^a. Vorders heeft S.
Leo zulke overloopers noch
zwaarder geftraft als de Vaders yaii Nicea gedaan had-
hen ; want de leften willen dat 7,oo een Biffchop zyn
tweede Bifdom zal hebben te verlaaten, en tot zyneer-
fte weder te keeren : maar Leo begeert 4at hy uyt het

tweedQ

-ocr page 175-

OP W ï L Β R Α Ν D π 5. ^Jl

tïVeede Bifdom lal geftooten worden , zonder tot hef
ieerfte te mogen wederkeeren. Hy fpreekt evenwel niet
tegen alle de BiiTchoppen die van plaatje verarideren:
maar hy heeft het alleenlyk op de zodaanigen gemunt
die uyt begeerlykheit en uyt eige beweginge näar eca
rijker en aanzienlyker poft komen te ftaan. Deeze ver-
piaatzingen zyn langen tijd zeer hatelyk en by-na onge-
hoord geweeft in de Latijnfche kerke: en menzalniet
ligt een voorbeeld van zulke yerplaatzingen vinden voor
f ormofus, dewelke van Biffchop van Porto gewordet^
is Paus van Romen, En dit is ook een van de voor-
naamfte redenen geweeft, om dewelkenhy na zijne dood
200 veel te lijden heeft gehad. Naderhand heeft dit quaad,
als of dijken en dammen nu doorgebrpoken waren, dé
ganfche kerk, doch hier wat vroeger^ daar wat laater,
beginnen te overftroomen. Zelfs is 'er qualyk eene Paus;
geweeft tuflchen Klemens IL en Gregorius Vli. of hy
is uyt een Biflchoppelyken Stoel op den Pauflelykea
Throon geklommen. Gregorius VII. die de oude tucht,
too veel als de tijden konden lijden , heeft zoeken te
herftellen , is ganfch niet haaftig in dat verplaatzen ge-
vallen : en ik geloof niet dat men meer als eenen Bif-
fchop , te weeten Hugo van Dïe, zal vinden die door
hem tot een aanzienlyker Bifdom verheven is geweeft.
Hy heeft evenwel in de 13 Ordonantievan lyix Dißatusj
indien nien dit voorzyn egte werk Wil aanneemen, ver-
klaart dat de Roomfche Paus de magt heeft van de BiP·
fchoppea in een hoogen nood te verplaatzen. Bonifa-
tius ίΧ., die alles voor geld te koop had, heeft ook koop·
handel beginnen te drijven met deeze Verplaatzingen.
Theodoricus a Kiem die in zijnen dienft geweeft is, eii
by de geleerden voor een opregt' Schryver te boek ftaat,
getuygt dathyomgrooiefommengeldsby eentefchraa-
pen, zeer veele AartsbiiTchoppen , BiiTchoppen , Ab-
ten en andere Prelaaten, 't zy dat ze tegenwoordig inr
tyn Hof, 'tzy dat ze afwezig waren ,'t was hun lief of
leed, en al wiften zy dikwils nergens van, onderdee··
Ze en geene voorgeevinge heeft afgezet : en dat
by
hen vervolgens, indien ze maar zoo veel geld fchootea
als hy begeerde , tot andere kerken heeft bevordert.
Thonias Walfingham (a^af^. 1398.) klaagt het ïelfde;

voegt 'er by dat hy Johannes BiiTchop van Lincoln
iegen zijnen wil en dank heeft afgebet, en BiiTchop
vaa

Chefter

-ocr page 176-

-1-72. Α -Α Ν τ Ε κ ENI Ν G Ε Κ

Chefter gemaakt: maar dat Johannes liever heeft willen
^Monnik
worden en Monnik fterven , als op zoo eeij
manier
Biffchof» van Chefter worden. Naderhand heeft
Johannes XXriI., ziende dat daar geld mee te winnen
'was,de gangen van Bonifacius IX. beginnen te gaan:
en in
de kerkvergaderinge van Konftans wierdt tegen
hem ingebragt dat hy veele Biiïchoppen, ïy wilden of
ay wilden niet , heeft verplaatft , om de openftaande
kerken des te dierder
te verkoopen. En om zodaanige
misbruyken eens voor altijd uyt te roeyen hebben twee
deftige mannen , Thomas
a Villanova Aartsbiflchop
van Valence, en Hieronymus Seripandus Aartsbiffchop
van Salerno, en Voorzitter in de kerkvergaderinge van
Trente, de eerfte door brieven , de tweede met eige
ftemme , zeer gearbeidt om alle verplaatzingen van ΒϊΓ-
fchoppen in de gemelde kerkvergaderinge te doen ver^
bieden. Maar de tijd van zoo een heilige tucht, zegt
Lupus ^ wasnoeh niet gekomen.
Xiq Lupus Indiäat.
Cregorti VU. Can.
13.

3. Hy had een wapenfchorfing voor den tijd van
dagen verkreegen, en belooft dat hy zich,raakende zyn
verfehl] met den Biffchop, aan de uytfpraak van 3 Abr
ten uyt Vriesland lou gèdraagen, Terwijle dat de wa-
penfchorfing duurde was hy met een van zijne bloed-
verwanten naar den Biffchop gegaan , om lijne zaaken
te behandelen. Maar daar is hy zoo gevaaren gelykby
den Auteur te leezen is; doch Ubbo Émmius verhaalt
dit wat anders : te weeten dat hy in den kerker wierd
geworpen: dat hy daar wredelyk is gefoltert, qnnadat
hy een rond jaar gevangen had gezeeten , met xijnen
bloedtverwanttot eenwréededood is veroordeelt. Ein-
delyk dat zyn lichaarri to^ meerder fchande op een rad
is gezet.

4. Dat is te zeggen, het regte Sicilië, en 't Rijk van
Napels. Dit Koninkrijk is in't jaar opgeregtdoor
deti berugten Rogier. Het
regte.Sicilië wierd genaamd
Su'iUa ulteriqr\ het Rijk van Napels had den naam van
Sicilia citerior:. Metter tijd heeft het lefte den naam, van
Sicilië verloren, hoewel dat het
noch tot onze tijden toe
aldus genoemt isgewceft in de openebrieven der Spaan-
fche Koningen.

f· Dit is in een anderen oorlog gefchiedt, want ver-
mits de Drentenaars voor Groningen gerukt, hun hoofd

al-

-ocr page 177-

;

OP W I L Β R Λ Ν D υ s. l^J

aldaar hadden geftooten, en door den Steevoogd Eg-
bertus lelyk geklopt waren , heeft Willebrandus deeïc
kans
waargenomen om doof het verkondigen van dé
Päuffelykt: aflaaten een groot leger in Vriesland te ver-
zameleiïj daar mede is hy tegen de Drentenaars opge-
trokken? en heeft de ftad Koevorde met alle dehuyzen
die onder het kafteel ftonden te gronde toe afgebrandt.
Daar is groote büyt door het BiiTchoppelyke volk gemaakt,
en alles wat hen voorquam, zonder de-kinderen inde
wjeg en de Vrouwluiden te fpaaren, wredelyk vermoordt.
Maar als de kans begon te keeren, en de Vriezen die
voor den Biflchop vochten (want de Drentenaren had-
den ook Vrieilche hulpbenden) een ongelukkige ont-
mqeting hadden gehad ,is deBrffchop, ziende datzyn le-
gete zeer gefmolten was, en dat het vyandelyke leger
hoe langer hoe magtiger wierdt , {ïilleties te rug ge-
trokken.

6. Hy kan niet geftorven zyn in 't jaar 1236: want
gelyk Ant. Matthaeus nyt twee oude brieven bewijft,
{Fundat. Ecclef. p. 26S.) zyn Nazaat Otto ΠΙ. is al Bif-
fchop geweeft in 'tjaar En indien hy acht jaaren
geregeert heeft, gelyk Beka, en 't opfchrift dat bovea
'/yn Graf geftaan heeft, opentlyk getuygen, zoo kan hy
ook niet overleden zyn in 'tjaar 1233. Want hy is
Biflchop verkozen in 'tjaar 112,7 gelyk Ant. Matthseus
fchryvende over den naamloozen fchryver , in 'tjaar
1690 door hemuytgegeeven, heeft aangeweezen, en is ia
't volgende jaar eerft gewijde : hoe zullen daar dan S
jaaren uytgecyfert worden. De gemelde Heer Matthieus
zou dan eer gelooven dat hy geleeft heeft tot het jaar

en dat men het begonnen jaar, gelyk meermaals
gefchicdt, voor een vol jaar moet rekenen,

7. Het is met de Nonnen gegaan gelyk het met de
Monnikken gegaan was. De zwarte kleding was al-
tijd aangezien geweeft als eigen a^n ds Monnikken:
zoo dat de Monnikken van Ciftercie, een grauwe kle-
ding aangenomen hebbende , van de andere Monnik-
ken by-na voor afvalligen , en voor een fekte op zich
?-elve , aangezien en uytgekreeten wierden. Doch hier
Van zullen wy noch wijdloopiger te fpreeken heb-
ben.

HEl^

-ocr page 178-

m

HEÖ-MANNUS

Bijfchop mn Leond,
WY-BÏSSGHÖP van WILLEBRANDU,S;

aan

^ermannul
JJiflchop
iVaa Leonä,
iWy-bif-
fchop vafl
jWilbraO-
dus, heeft
de kapel te
Rynegonl
ïngewijdt,
en legt te
XJtregt
iiegraavcn.

Vanwieri de Jaarboeken vän Ègaiondj
't 3f. Hoofdftuk , het vol-
gende gewaagen.

Gerrit Ridder van Ègmónd, Willems zoon ^
heeft de Kapel op de Hoef of Rynegom^
met het kerkhof j daags voor S. Dionyfius j
doën inwijden dooi Hermannus Biflchop vanl
Leona, Wy-biiTchop van MynHeér den Biflchop
van Utregt, ter eere van dèri Alniagcigen Godt,
van de roemwaardige Määgd Maria, van S, Ni-
klaas ^ en van de heilige jVlaagd en MartelareiTe
Katharina , in het jaar onzes Heere duyzend
twaalf honderd nègen-en-twintig.

Hy is rüet Balduinus BiiTchop vain Tripoli ·
ook Wy-biiTchop van den zelven Wil-
iebrand, te Utregt overleden, en in de
Serva'as kerke in het zelve graf met hen
iraaven.

Otto

-ocr page 179-

m

otto i il

ΜΧΧΠ Biffchöp mn ütregè.

Na ^ öe öooö ban Wiibrandus Otto betïer^ ο«ο,
öc ban bien naam boo? öe becßiejing öec afkoaki^
Üanonnififten/
tn mct eenpaadge ficmmen/ «y^ de
tot Jet bcc^eben. ioa^ ban tm

iiDO?ïnati00 affeomfïe/ al^ sijnire Qtfp^aUn «gt uad wordt
(i) iie<0caben ban ^oïïanti. il^aacbgbja^ gg meteen-
ten manïiie sgne tijbeïpe goebeeen toïjffeïpen p^^righeic
met goeb oberïeg begebe; gebbenbe
ïjtt m^IZ βΪγΙ
bom ban Utregt/ ^ttoeïfte biegen^ be gebtmnge fchop ge-
oo^iogenen memgbuïbigeiaaterbïoeben ^eerbiej»
j
in fcöniben fïaft / boo,? 5ijn bermift en naarfïig^
geit / en w^t fitt berïioo$ien ban φ ba^ Ea ΞΓ
berïpé erfbeeï/ in
tm goeben fïanb seöiagt ïyn geld

3|n Jet laai; kloris IV. Sv^ ban «p

ïfoWanb ϊΐρ Korbye in 't 23i|bOm ban Amiens
in een to^nooi-fpeï (1} boob-gefioSen boo? be '
iaagen ban ben ^rabe ban
Kiaarmont, bie ee#
nige jaloee^Jeit ober s^m b^oabj §ab opgebat.
^aar op i| get boobe ïicgaam naac be t^öb^
banRynsburg geboeet/ enbe S^iffcjojp
Otto tot
j^oogb ober
Willem II. ^ ^onfter ban i|oïïanb
aangefteït ^eeje
Willem toa^ te bleiben ge^i
boocen op ben 2.6 in 't jaar ii%z / enai#
baar in be
Pieters feerite geboojpt Ιίίί^^ρnapijn
i^aber^ boob onber be boogb^e ban
Otto toierbt gefieït/ toa^Ö^jpa^fe^ jaarenonb.

Otto

a Willem Heda^

^ Jonkers wierden genoemt de Ridders Zoonen, die noctif
oneer rpogdj;« Λςπ^ςη, pfhecb geen Ridders geflaagen waren.

-ocr page 180-

Η

Het Leven van

Otto öc baosb^fcpji aangenomen ^eößenire/
Öee^ iïe tón onirei' geöiagt/ ^tt

fïot HoeiJo^öen met get omieggeniie ïanö öero^
bert / en Iren
<Btmf Nyelie , öani!&aaïi% aa«
tien moo^ii ijan aB»raaf
Fioris, gebloongen om
tec pïaatje öaar öet feit öegaan ioa^ een ßerft
te tilgten,

gpee^e Willem gee^ éètfï ise
aangefleït tot öetoaanngban Rijnland. (3)

(ChJintig iaaren oub üso^tst ög boo? Ißt toe-
iioeiï lian
Petrus de Capuciis §^auffeïpen
5ant/ na öeööoii banöen lianbgraise
Henricus,
ömnen Nuys itoo^ fommige S^iffcgojpjien en
o^rabentot laoomfcöenïtünmgberïiomu loant

Frederik IL ^oon Öa« Henrik VI, toaä bao^
Innocentius IV. en öoo^ eenige ^pec ijoo^^aa^
ten in öen öan geUaa« / en ban jijne icaaröigf

geit afgeset.......

3B»e nieefïe ^lifion-fcö^ijbet^ ^eïien ^gne ber^
ïtiejing ο|ί get jaar ι^φ^ (4) #et gaat aït^an^
ba^ bat omtrent
ijtt einöe ban öet boïgende
iaar/ te bjeten
op Öen eerfïen .ï^obembeiv bui^
«en
Aken geßi'oont/ na bat öpbie fïab / bie
jfjet met
Fredericus tU Kohradus pieib/ bOO^^i)^
«ebernnfïigöeit (y) pbbemagtigt, €>nbetam
beren geeft be
2$iffcöo|J Otto jgne ftrooninge
ooft bg-geteoont;

Maar zoo läng als Frederik daar na noch ge-
ieeft heeft,
5egt Trithemi us Hötban ^iJan^emt/
te weten (6) den tijd van omtrent fes jaaren,
heeft de Paus noeh iemand der Vorften hetn deri
fceptei· niet können ontweldigen : watii: hy gaf
geen acht op het PauiTclijke tonms , zeggende
dat het een belachelijk en onregtvaardig vonnis
was5 hybleef zidi als Keizergedraagen, en heeft
een groot getal Vorften, Edelluidcn, en Steden

to%

Hy bréngt
de Drenre-
oaars ónder
tyn gebied.

Hviliem il.

'itekDfk-
grääveii
ïtan.

AVövdt ,

RoomitH

Koning

iegen

Frederikll.

i)Dcii ïrè-
^erik Iieeft
èich zoo
lang alshy
leeWe als
Keizer
geclraage».

-ocr page 181-

otto iii. ^ xff

tot zijne dood toe op zijne zijde gehouden. De
meeile Italiaanen , JCgt Buchelius IDliCC Beka
tellen den Land-graaf vanTuringeii
noch den Hollander niet eens onder de Keizers,
voorgeevende dat het Keizerdom open lieeft: ge-
ftaan. (7)

f ßü öat 'ec onbcülögïen ac^t bagm met
fïerpen en met soeïie tkt te maaïieit omgeïto^■
meiitoaren/ geMieii ïte iSp^-Bo^en öem tot
Kaati^-^eereii toegetsjeeien
Otto, S^ifi^öp isaii
iltregt / ^Unen oom ban moeiser^ icege / en
tot o^nïïcc-l^antseKei'
Lubbertus UU ban
iiioiiö. (8)

Op de bede van deezen Willem heeft de PauS
(Innocentius iV.) aan de Abten van Egmond
allerhande Biflchops-cieraaden, en daar-en-boveii
noch menigvuldige voorregtcn toegeftaan; ^eïijli

te ïeejen ögs A. Mattha-us ^ in een öiief ban
getjaar IZH»

mm öaar ij^ mm sereifï in ftet ^r-^'fi
^tlfcM » Henrik ^ί|Τφρ bao %\φ t en
Öeeft aan fee^ i^elf^ ö^oetsee
Otto lii. <0^aabe bemis ma^
ban.edöeclan^ öe fiaö,||^immegen/ eätöiiäeen op
Honmfiïpe
Zttti / en aïtoat onöet· ji^immegen
ßeöoo^iie / tot een itanb gegeeben j tee tijïï toe haak,
öat ög aan öen 5dbett
Otto ζ [ooo tiiarïien ^il·
htv/ öieöpban öem geïeent pö/ s^n^e Jjjeöec
gegeeben ïjeööen.

I^an öaai: ög itaat; ïienlengetroftSen; al^
biaac ïj^ ϋρ ©^ie^tomngen-bas tsoo^ Albertus
Magnus
öf den Grooten , iU ÏJZt ïlloöfïec iieiÏ

5^?ebili-Seeren / ojp een t!efti0 gaftmaal
iaaït <@bee ïseeje pfler^e (lo) isaat Albertus
öen üoning Qp ontöaaftijeeft / smt Heda, jiin

C Pet. opmeer in Opere Chromgi-aph.

d Anahéi. tam. v. U, ΐίί.

Π. Deel. Μ UÜi

i

if


,1

-ocr page 182-

Het Levert v-aïï

Jjed^ jj^aatic^ onba' öe ttienfc^fn om-gcgamïj

't todfte Opmeer aföu^ ϊίΐ ttu gofbe« 5ίη geeft

Mgtgddt I Deeze Albertus had de takken van een
deel wceldrige boornen by tijds met lauw water-
in een kachel befproeit , eri te week laaten leg-

fen, zoo dat ze juift op deezen tijd begoften te
loeien. Als hy dan deeze takken in de eetzaale
liad gezet , en een deel quinkelerende vogeltjes
door dezelve zaal had laaten vliegen , hebben de
Hollanders, niet wetende dat dit door de natuurlij-
ke kragt der warme vogtigheit gefchiedt was,
Albertus voor een man die wondere werken koü
doen aangezien.

Coen geeft Albertus bell ItOtting Willem 0e>

vaaiien / öat gg^ te mve$t een ïiïoofïec bao? öe
jp^eeïs-öeemi 30iitte fliegten.

2oa geeft Willem tran een gronïï baar toege^i
ïiogt/ en een goebe fomme geïb^ gefegoten/om
'et' een ïtïoofiec
op te öonioen.

een gia^ ban 't jeitie Itïoofïee sgn noeg
geöenjsbaaö^ i»e
toa^penen ban l^eisec Willem te
5ien« ^aar-en-Ö0i)en geeft gg in ite galiter^eban
^.Mariaas ïterfte een lïapeï gefïiegt tec
ctve han
öen gdiigen .f^aitelaarGeorgius j ixjaar ban öe

ö^ief te binöen ié ög Bucheiius. ^

φα öat g|> Otto 215!|fcg0$i ban mre0t
treffeïgit ontgaaït bia^ / geeft Μ ί««^" ö^gbom
tter ïterfte enöe der öurgecen in 'tjaac i^fx, öe^
befïigt iioo^ een nieuhjen ö^ief/ ΐ"«« bjeïften tog?
fieneöen jnüen beetoonen j toaar boo^ g^ gu«
onbee anöeren ber0nnt bat 5e njet buiten be
fïaö snlïen mogen gebagbaart too^ien.

€nom be gunfi m Iitre0tfegebur3ei^tioeg^
meer te bjinnen/ geeft gg5«g onberbe burger^
ïaaten ojp-figjgben, €n baarom fegigft
Beda ooit

m

e m Bedam ρ aiï*

t^efier in
't land
«rekoinen
ilkhc hy
cenkloofter
vooi de
Preek-
Mceren»

Hy bcve-
ftigc dc
regten der

ÏJtrcgtrche
Burgèrye.

Hy iaat
aich onder
iic Burgers
oytekeiieK.

-ocr page 183-

Otto ϊίί. gy^

feèt Willem een getoo^en ί Want de

inwoonders der Steden , jegt Buchelius Obec He-
da, wierden van öuds burgers genoemt, als be-
fchermers van de Burg of van het Kafteel^ cn na-
derhand ook van de ftad. ^at iiie^r aiiöerê ^p

(ίεπ èn aiïeiiie jierfoonin öet in^ödpö tot tm
cev gerclient gefefeen S^urger^ Un lltpegt gei?
«oemt tetoo^iicn/ öipt ugt berfcöeiöen'öetog^·*
fiußftcn. €n öat loiii!i0 Willem in 't öBonöeu
onöer ht öurger^ hmi ïia-est ogsefcöieeöcn
toont Bucheiius «gt U opcuöaate jlaöä vtgs^
fïer^. ƒ

Φα^ ißtft Willem ten p^ac^tig ^alei^ Hy vcr^

ÖOUtSJt in Gravenhage j m ge^ft pt ^Of to voert het

iuaart^ / aï^ in ^et miisiren bau^n seöieö/ «gt

Gravezande (lo) tia'böect. Φ^ iieejett tgö ζ^η^ΓΐΤαΓ
fiegou men te '^«i^^abcsanise bceï iaccB^ tcmaa^ den Haag ^
iten ban cen öceïï» baniic^, jEaagiï/ gettoeïiie e" bouwl
000^? Elizabeth (ii) cen bjouio to aanzie«/ ofJ^^^^P ·
500 a!^ Lipfius ίυΐί / tsoo^ pare Öogier SoBa [

Sjeccert m§ aan Machtildis, ^ocötet; ban Hen- " '
rik
hertog ban SS.jaöaniï / m «^labinne g ba»
iloïïani», ^an öit ^ttlïx geeft tse boo^jiioeniiie
Lipfius ίϋί|ίίίοο|!ί0 0cfc&,?eebén in jijn toerïije baii
O.
L. Vrouwe van Hal, aan 't ^OOf -fïllït^

ïfet jcibe i^ iiaöeifanïi te ïBüft se6,?agt / öaat
Öet 3e&erö een
πιριπεπ üji |et S^egp-^of
met beljoojUjlte eer&leiügöeit too^jö betoaaiti
tnaar IjetgoofÖ ban oitöeröom bergaam

ii^perl ö^eft tiegenieföe Mathildis, toeisiitoé

ban Fioris IV. en iiioeöer ban liomiïg Willem,
in 't laar 1115-. tot laaiFenis haarer ziele, te^OO^^s

öurne ög <0iabenöa0e een lötigi gefligt booi
seefïdöfie ,#onnen ban öe «a^itev ban Cifïer^

ƒ Hedam p, 209.
f Τς WïtcB gcuouwd f Joris IV,

M% fiem

-ocr page 184-

ι8ο HEt Leven ν An

den; aïioaat? ooft na ö^are iJoob / te toeten
in 't iaac 1Z67, tiegmaben i§ getoeefï. te sth
be
pimt^e ooftm'tiaaviaöd, öe^aaben ïjaa^
re iiogter / öe bolle jufïei; ban Met^tv Willem;

tiiet Mathiidis, geïp öe <0^oote,|^eiiei'ianiifcöe

ïtronp h h^ ntt^becfïanii fcMf^ / «i^air Mar-
gareta <iB»?abin ban^lenueberg/ öeioeïfte böigen?
öe bertoenfcöing iian een arm b,?outotie 16^ Mn-
öeren/
500 ftnegtje^ aï^ mei^je^ / in eene reise
5onöe ge&aart Rebben i toeifte ftniiieren/
500 to^
öe ttieefïe ^cö^per^ geiooben jouben/ öaar ter
pïaat5e ooft geboojpt 59η/ enbegi-aaben ïeggen,
O^ocïi get 5aï οη^έ ßeneben/ baar toe ban Eoo^:^
öninênöantieïett/beter geïegen ftomen ban beeje
berteiiinge/ en ban be opregtinge öeeser liibbge
te l^anbeïen*

^aar-cn-boben ^eeft Richardis , Willems
ttieupe/ onber bentuuren ban ^eïftojj ijaar ïanb-
soeb
1 tegen be ^^emonfireit-monniftften 3nib-
toaart^ aan ïeggenbe / een ttift geboutot boo?
abeïpe j^omien/ bie ooft ban be^^emonfireit^
o^ber toaren/ en aan 't
jeïbe ben naam banKo-
nings-veld gegerben* öecft baar ooft bcg^aa^
ben gelegen ter tijb toe
bat be ^bb^ bernreït

helt.

lf7^, "a^D^er^ ö^eft Willem m^t ^^emon^

tïreit^-jnoniiiftften gesonben naar Middelburg,
wiüems om baar 5efter ftïoofïer baar een beei ongebonbe
Kgtmatig. ïianonniftfien in tooonben te besetten/ rn geeft
Önn ftïoofïer in een <0a|ï-ö"i^ beranbert
ïefïe mUi ba t ïjtt gcnidbe ^tift i^ grtoeefï
Catharina Üyrenham, Fredcnksbogter/betoeifte

tc YiTciftein iu 't faar ^spóJ negen-en-tacljtig
jaaren oub / gefiojben/ en berfc^eibe bïiiften

ba»

-ocr page 185-

Otto III.

ball cen loii&criinfle öpöö^ucpiööcit en öcfcöfi-
öenööeit Ö^^ft seseeöen.

iie üanonmftften öan Jans ßeijfie te
Itti'egt ßiaasircn bat 5e öoo^ ϊίοπήΐ0 Willem in
^heve 3aaite toiigeïptiuami/ öceft ög'tse^
fcgii aanfioni»^ aa« iie ii^tfp^aai^e öan eeii
tet 0efidt; m jicö aan get bonni^ bait bm ^tU
i?0ii regtet; / itie öen Itonmg sonitei* ecniße ijcr-
mtjiïfieit in 't ongdp lïeïöe/ 5oniici; ugtjid oii^
öerüjü^pen
/ 500 be ö^ieben öoo? Buchelius
öuiiieiijft aantoijsem
aï^ Willem
(Bmf iiö» loïïanit m
Jitoomfcö Itoiiitt0 ttc ßleinc #i*iefen op^ Zijncdooi

trofi / Hoogwoude Op bm ^8 ^ίϊ»«^^

v^ in *t jaac 125-5:, bcrfïaa0en / na trat ϊ)ρ ïjet
<0caaffcöaj|) eett-enrtiöittti0
/ tn get |td3et;-rpf
febcn jaacen ijoi0en^ Heda gaii 0ei*e0cert i|oe
öat
Willem aan ^xt öooö 0eßomen fiaat
in 't ö^eeiï berSaniieit ög
Buchelius fcgigbeniie
ober Beka. ^

m ^ifclJO^ Otto , iïic Willeras bOO0tl bOO| OeBiiTchop
Beesen ioa^ 0eitigeft / tna^ aï c$ni0en tijii tt bo^
ren/ te toeten öen biecben in 'tjaar voren ai
oberieiten/ na öatö^ö^tS^i^öom i6)aacen|ati g^ft^-^^^«^
0ere0eert Ifgt ïeit in ben öeneben^ be an^
öei'e
Otioos öegcaaben / met get boï0eniic

GRAF-SCHRIFT.

Als 't Stift met fchulden was belaadcn.
Quam OTTO 't zelve Avel te iladen,

En heeft het alles afgedaan:
Hy ging daar toe zyn goed verkoopen.:
Pes mogen wy met reden hoopen
Dat 't hem nu eeuwig wel zal gaaa.

Μ 3 AAN^

-ocr page 186-

38z.

AANTEKENINGEH.

1. "Volgens Beka cn Heda was hy de broeder vap.
Graaf Floris ,te weeteu den vierden van dien naam, ea
cn de zoon van Willem I.

2. DeTornoy-fpelen 2:yn al vanouds zeer ingebruyk
geweeftbyde Franfchen,en zyn om die reden vanfom-
rnige Schryvers
Cenfliäus Gallid of Franfche gevechten
genoemt geweeft. (Zie
du C^tige Glof Lat.) ' Henricus
de Vogelaar, indien wy den Vader
Menetrierg^Xoo^cn,
{Tr. du Blafon.)
heeft dezelven op de baan ge'bragt, of
ten minfle doen herleeven in Duytsland. Volgens hem
zouden de wapenfchildcn hun eerlte begin uytdeezefpe-
lèn genomen hebben, en door de Dviytfchers zyn uyt-
gevonden. Andere vSchiyvers meenen dat de erf-wa-
penen eerfl; zyn opgekomei; by gelegendhpidt van de
kruys-tochten : en dat ze voornameutlyk dienden om
de Chriftenen volkeren te onderfcheiden. Zie Matthäus
in het 5de deel zijner
Analeéi. Niemand wierd by hen
tot deeze fpelen toegelaaten, of hy moeii van zuy veren
Adel zyn, en zijnen Adel goed gemaakt hebben. En dit is
de reden,zcgt Vader ATiwir/Vr, dat 'er nergens beteren
ouder blykcn van den Adel gevonden worden als byde
Duytfchers. Niemand die geen volkomen vreemdeling in.
de Hiftorien is,kan onkundig zyn hoe gemeen dat de Tor-
noy-fpelen onder de Vorften zyn geweeft : en hoe dat
ie menig braaf karei zyn leven gekort hebben. En dit
was de reden dat ze door verfcheiden Pauzen , als door
Innocentius II. Eugenius III. InnocentiuslV. Klemens
V. enz. verboden wierden. Maar de Adel heeft wei-
nig op al dit verbieden gepaft.

Omtrent deezen moord van Graaf Floris heb ik dit
noch aantemerken,
{XiQ Schrwerius en Buchehus over
Beka) dat meeft alle Schryvers het Stedeke Korbye voor
de plaats van dit fpeelgevecht houden: maar dat Albert
Van Staden en noch een onbekend Schryver iVbz//o»2a-
gum voorde regte plaats opgeeven. iJoor dit Novioma-
gnmzouw volgens Scriverius en Meruianiet Nimwegen
maarNoyons inPikardyeverftaan moeten worden. Dit
'zal den beruchten Morery misleidt hebben: van een üeek-
Ipel maakt hy 'er twee, en hy verdeelt Graaf Floris in
twee verfcheiden Graaven : en Noviomagum zal hy
genomen hebben voor Nimwegen.
Floris Graaf van He-

^egoU'

-ocr page 187-

Aantekeningen op Otto ΠΓ, iS|

negouvjen^ xegt hy , en Philippus praaf van TKlermontheh*
ben hun leven gëlaaten op een ßeekfpel ""t welke in "'t jaar
1223 gehouden is te Kor bye. De Graaf van HoUandheeft
het
Zijne insgelyks op een ßeek-ofT'Qrnoy-fpel verloren bin-
nen de flad Nimwegen.
Had hy de Hiftorie van Hene-
gouwen eens nagezien hy ïou daar geen Graaf Floris
gevonden hebben.

Noch ftaat omtrent deezen JFloris (Zie MVqfßuscm.')
ie weeten dat hy noch jong van jaaren zijnde aleengroo-
.ten naam had verkreegen; hebbende volgens Mejerus drie
honderd fchepen teger)s de Stadingers gezonden , en
ïich daar z,eer dapperlyk gequeeten. Ieder had den mond
vol van Graaf Floris: en het gemelde Tornoy -fpel is
eigentlijk om zijnentwille beroepen geweeft : want de
Gravin van Klermond, hoerende 7.00 veel roems van
hem vertellen, rufte niet voor dat de Graaf haar echt-
jenoot zoo cén fpeelgevecht had beroepen. Want zy
loopte dat Graaf Floris , die zoo een krijgshart was»
daar ook zou verfchijnen. De voornaamften van deti
Duytfchen en Franfchen Adel verfcheenen op den ge-
fteldendag: Graaf Floris, tenteken van zijne beruchte
dapperheit, wierd tot Kapitein van de Duytfchers , de
Graaf van Nyelle tot Kapitein van de Franfchen geko-
zen. De Graavin van Klermond, ongeduurig omden
befaamden Graaf ie kennen en te zien vechten, liet haar
man niet ongemoeid om haar Graaf Floris te toonen.
En dit was genoeg om een felle brand van jaloers
heit in zoo een dor' en ftokoud' karei te ontfteeken.
Maar zijne jaloersheit heeft hem dier genoeg geftaanc
Want Didenk Graaf van Kleef, ziende dat Floris zoo ver-
raderlijk omgebragt was,doet zyn volk den degentrekr
Jien,en valt met alle kragt op den Graaf van Klermond
en op de Franfen die hem behulpzaam geweeft waren.
De Graaf van Klermond wierd in den eerften aanval
gedoodt: verfcheiden' Franfeu wierden hem tot zyn ge-
zel.fchap nagezonden , en de anderen op de vlucht ge-
dreeven.

3 R. Snoy heeft hier veel te zeggen over het bedij-
ken van Holland: en zou gaarne bewijzen dat Holland
in oude tijden ncit bedijkt is geweeft. Dit is ook,om
meer anderen ongemoeid te laaten, het gevoelen van P.
i^annvüs,
(likio. Mifiellan.) dewelke meent dat Hol-
hndinoHde tijden niet anders isgeweefi als een rayinezee^

Μ 4

-ocr page 188-

142, Aantekeningen

hoezem, daar de zee ongeßuyt en onverhinderd Wjt en in
geloopen heeft ^ en vry fpelens heeft gehad: dat Vr door de
Noorde wind veel zavels op hoopen is gaan zitten : het
luelke eer β tot een oever, en metter tijd tot Zeeduynen is
opgefchoten: dat de Rhijn door deeze nieuvje hoogten^ ah
dooreen deel dijken gefluyt zijnde ^rondora veel ßijkenmod- '
der heeft opgeworpen ; gelyk doch de groote liivieren over al
daar ze voor by flroomen , een deelßijk van de kanten af~
fpoelen en naar de zeekant toe kruyen : en dat ""er eindelyk
zoo veeißyken aarde naar tee,gezakt is ^ dat alles tot een
deel grazige en weyachti^e landereyen is aangegroeit,
Ge-
neugelijke droamen ! Zoo 7.ou men dan können neg-
gen dat ganfch Holland eeu geüoole land is : want de
Rhijn, terwijledat hem een vrye doortogt door de an-
dere landfchappen gegunt wierd ,zou tot belooning over
al wat gekaapt , en het gekaapte tot een mooy' land-
fchap gemaakt hebben. DeLeezer moeil hier den Heer
Jan vander Does
(Jmal. HollandUh. 6.) eens hooren aan-
gaan tegen Snoy, Bokkcnberk, en meer anderen, (want
Nannius, om dat hy anders een deftig man is, krijgt
noch quartier) die 200 onbedagtelijk hebben durven
fchrijven dat Holland van onds langen tijd onbedijktis
gebleeven , en open heeft gelegen voor de onftuymige
Zee. Dat zulks waarlijk kan gefchiet xyn voor deaan-
komfte der Katten , daar heeft hy
7,00 veel niet tegen:
en heeft geerien redenen omdatvoor oftegentefpreeken.
Maar te zeggen dat de Katten en Bataviers , voorna-
mentlijk zederd dat
ze met de Romeinen ommegang
gekreegen hebben, en hunne Bondgenooten iyn gewor-
den , hun land zoo oiibezorgt, engender dijken en ka-
den, hebben laaten leggen , dat is by hem de lompile en
plompile inbeelding die iemand inde herfenen zou kön-
nen fchieten. Dat Eiland dat
700 keurige paarden plagt
aan te fokken, daar dc Romeinen zoo een deftig wa-
penhnys geiligt, en daar ze zelfs ge woont hebben : dat
zoo
geroemt is gewecft als een vandeallerbloeyeniteEylan-
den: dat naderhand door de Saxen, die zekerlijk lang
te voren groote dijken aan
de Elve opgeworpen hadden^
Wwoont is geweeft, dat Eyland zou men zoo onbewalt
en onbedijkt gelaaten hebben:en dat zouden nieta'lleen
de Katten zelfs , maar ook de Romeinen gedaan heb-
ben : die Romeinen , zeg ik, die zoo bedreeven in het
Rijken waren, eii die den Rhijn en de Maas naar Hoog-

-ocr page 189-

OP Otto III. ig^

duytsland toe, met zoo veele floten en kaajen of kadij-
ken bezet hadden, 70uden dezelve Revieren , daar zy
in de Zee liepen en daar hunne zorgvuldi^heit allermeei|
te paffe quam , onbezorgd en onbewald' gelaaten heb-
ben! En wat geeven alle die plaatzen, zegt hy, anders
te kennen die in
dijk eyndigen , en die zoo menigvul-
dig in Holland en omtrent Holland zyn ? Dit gaat al-
thans vaft dat de Hollanders al over menige eeavy zeer
ervaren zyn geweeft in het maaken van dijken : want
Meyerus verhaalt in het 6 boek zijner jaar-boeken ; dat
de Hollanders, die zich meefterlijk op het dijken ver-
ftondea, een groote itreeklands in Vlaanderen , te we-
ten van Damme tot Sluys toe, bedijkt, en datganfche
land dat onder Zee ftond , droog gemaakt hebben.
Hy voegt'er bydatde Hollanders, zoo als die van Dam-
me verhaalen, de .ftad Damme by die gelegentheit opge-
bouwt , en de opbouwers den naam van Diedolf ge-
kreegen hebben. Diedolf is zoo veel te zeggen als Diep-
delver: deeze toenaam van Diedolf, zegt hy, is noch
langen tijd in fl:and gebleeven.

Dezelve Douza brengt veele voorbeelden by van dij-
ken en kaajen (in't luzti^npontes loKgi)i.iQdoov de Romei-
nen in verfcheiden landfchappen opgeworpen zyn. Zoo
dat het de onwaarfchijnelijkfte zaak van de wereld is
dat zy Batavia alleen zonder dijken en kaajen zouden
hebben laaten leggen. Omtrent deeze kaajen heb ik voor
de liefhebberen noch een woord uyt den zeiven Schry-
ver aantetekenen 5 te weeten, dat ze by de oude Lati-
niiten, 't welke veelen vreemd In de ooren zal luyden,
ook
Caü genoemt wierden, van het werk-woord C«/«-
re ,'t welke zoo veel te zeggen was als
caërcere, beteuge-
len , bedwingen. Dit bewijft hy uyt oude woord-boeken:
maar hy gift niet zonder reden datde .LatiniftenditC^w-
ri QnCaii van het Nederduytfchenaam-woord kay ont-
leent zullen hebben.

4. Sommigen, als SufridusPriefter vanMifnie, eea
ongedrukte Kronyk-Schryver by Serarius vermeld,Ha-
r^us, Georgius Fabrlcius , Divasus , Berthius , enz.
^erfchuyven zijne verkiezing tot het jaar 1148. Doch
können zijne kroning, die te Aken gefchiedt is, ver-
baan hebben.

S In het bemagtigenvan Aken is hy, volgens Alber-
Ips van Staden, vbomaamentlyli;geholpengeweeil door

Μ f

-ocr page 190-

i8(S Aantekeningen

verfcheide kruys-benden: zoo dat de Paus ook een kruy«··
togt tegen Frederik II. tal uytgefchreeveu hebben. Vol-
gens de Kronyk van den Abt Metieo
(J^a/. Matthei t. 3.)
Hebben de Vriezen zich beil van allen in het beleg van
Aken gequeten, en de allermoeielykfte poften móeten
bewaaren. Zy hebben ook de bezetting, die hen tot
drie reizen toe in hunne legerj laats quani beftooken,
telkens met groot verlies te rug gedreeven enz.

6. Dat is, te rekenen na de verkiezing van den eer-
ften Tegen-Keizer, Henrik Landgraaf van Thüringen,
die in het jaar 1145 tegen Frederik opgevvorpen is, want
prederik is gertorven in 't jaar 12,^0.

7. Zoo is het ook gelegen met den Koning van Span-
je, en met Richardus den broeder van den Koning van
Engeland,die ook van de zelfde Italiaanen op de lijft
der Keizeren overgeilaagen worden. De reden is dat
ae noit van den Paus gekroont zyn geweeft. Noch-
tans heeft Eneas Sylvius, die naderhand Pius de
tweede
ïs geworden, den naam van i^ejzer aan onzenWillern
in't leven van Frederik III. gegeeven.
De Keizer Wil-
helmus^
zegt hy , zullende de .luederfpaKMige FriezengauK
temmsn^ is van hen doodgefiaagen.
Theodoricus de Niem,
•die PauiTelyke Geheim-Schryver geweeft is, heeft ook
geen ζwaarigheit gemaakt van Henrik den Vogelaar dien
tijtel tegeeven. Maar, als meer gezegt is , de Italiaa-
nen kenden niernand voor Keizer die door den Paus
niet was gekroont: en Henrik de Heilige, diewaarlyk
de tweede geweeft , ftaat by hen te boek voor Henrik
den eerften. Doch Paulus Langius,
{in Chronica Citi-
zenft)
die dit ook aangemerkt heeft, voegt'er bydathy
zich zeiven Henrik den tweeden plagt te noemen , en
dat zulks te zien is in verfcheide brieven die van hem
ondertekent zyn en te Bamberge beruften. Men zou
al menig Keizer 5 zegt de gemelde Pauius Langius, uyt
de lijft der Keizeren moeten fchrappen , indien alle de
geenen die niet gekroont zyn geweeft voor geene regte
Keizers gerekent wierden. Ja veelen van de dapperfte
en lofFelykfte onder alle de Keizers zouden dan uyt-
geinonftert moeten worden. Een menfch de gefon-
de herfenen in zyn hoofd he.eft, het zyn noch al zij-
ïie woorden , kan de
'ongeregtigheit en ortbillykheit
?an dit gevoelen
ligtelyk begrijpen. De Italiaanen mee-
ïjen evenwel goed regt te hebben oni de zoodaani^en,

die

-ocr page 191-

op Otto ïïï, ig^

4ie de kroon uyt de PauiTelyken handen niet ontvangeu
hebben, uyt het getal der Kei zers te iluyten. ; en ßaro-
nius
{adMartyrol. Rom. in^.JuUi.) 'zegt volmondig dat de
Schryvers van de middelfte eeuwen , dé opene brievea
der Pauzen, der Keizeren en der Roomfche Koningen,
mitsgaders de Graf-fchriften der Keizeren die te Spiers
gezien worden, de Italiaanengelijk geeven. Onuphrius
Panvinius (deComh.Impp^) heeft hier ook kragtigvoor
geftreedeii. Lodewijk van Beyeren heeft dit anders be-
greepen,en hy heeft ditvoorgeeven der Italiaanen voor
een ketterye uytgemaakt
ap. Goldaß. 1.1. Confiit. Imper.

Hierover kan de Kronykvan Egmond aan het 41
Hoofdfluk ook nagezien worden ; dewelke ook zegt.
dat hy daarom deeerfte is ge weeft die den naam van Ko-'
ninklijkeji Abt heeft gevoert. Evenwel is de naam van
Koninklijke Abdy ook wel toegepaft geweeft aan alle
Abdyen clie van de Biffchoppelijke magt ontflagen wa-
ren. 'Zie Ant! Matthseus over het gemelde Hoofdftuk
van de Kronyk van Egmond.

De allereerfte Abt {TLie MahtlloK Anmles Ordmis Be-
ned.fecul. 6.
) die den 3?^ijter heeft mogen gebruyken is
geweeft Egelfinus , die ergeqs omtrent Kantelberg in En-
geland Abt is geweeft, aan'wien deeze gunft in 't jaar
105-9 toegeftaan wierd door Alexander Π. Urbanus II.
heeft het zelfde vergunt aan de Abten van den BergKaf-
iino en van Kluny. Hy zou dit voo^regt ook toegeftaan
hebben aan den Abt van Kave : maar deeze Prelaiit was
daar te ootmoedig toe , en was met dien uyterlijken
Ïiwier niet gedient. Lantelmus Abt van
Cafa Dei., wieti
de Mijter insgelijks aangeboden wierd, wilde ook liever
by de oude eenvoudigheit en ongemijterd blijven : maar
Lucius III. heeft hem door de bedreiging van den ban
tot het draagen van den Mijter gedwongen. Gofwinus
Abt van Lobe was ook niet Mijterzuchtig , en heeft
die eer, daar andere Abten zodaanig op vlamden,noit
willen aanncemen. De Norbertijnen of Premonftreit-
heeren hebben insgelijks den Mijter en de andere Bif-
ichoppelijke cieraaden noit willen gebruyken, cn geoor-
deelt dat die dragt aan de Biffchoppen behoorde gelaa-
ten te worden. (
\.du Cange in Glojf. ) Maar niemand
is daar kragtiger tegen geweeft als Petrus Blefenfis
{Epiß.
90)· Hy had nauwlijks verftaan dat zyfl broeder, Abt

vaiï

-ocr page 192-

it88 Aantekeningen
vin Mani, verlof vaiiden Paus had gekreegen omdcii
Mijter en den Ring te draagen , of hy heeft hem een
.ernftige brief daar over gefchreeven. Hy beweert dat
het gebruyk van deeze cieraaden, in iemand ander als in
een ßiflchop, een
ydele waardigheit en een verwaande
laatdunkendhejdt is : dat dezelven nergens toe dienen,
als om de Kerken en de Maagden te wijden, en om de
H. wijdzels te bedienen, en dat ^e vervolgens den Ab-
ten niet te pas en komen: dat dit misbruyk nergens an-
ders toe en dient als om de'wederfpannigheit der Abten
tegens de BilTchoppen te ftijven : dat meu niet behoeft
ie denken dat een privilegie van Romen gekomen krag-
tïg genoeg is oni deeze oiigehoorzaamheit voorGodt te
verfchoonen: dierhalve bidt hy hem door de zaligheit
Van hun beider vader , en door de borften van hunne
moeder , dee^e pronkgewaaden , hoecerhqe liever, te
verwerpen en Aveg te fmijten : of, byaldien zulk? zon-
der ergernilTe niet kan gefchieden , zijne bediening te
verlaaten. Dit vertoog heeft zijnen broeder ïodaanigjge-
trotFen dat hy, gelijk uyt den
93 brief van Petrus Ble^
feniis blijlit, afftand van zijne Abdye heeft gedaan. Dc
H. Bernardus, hoewel ook een Monnik, mögt de ge-
mijterde Abteil ook niet verdraagen, en heeft ze nu en
dan lullig overden hekel gehaalt. Onder aqderen fpreekt
hy hen aldus aan in een brief aaii Henricus AaftsbiiTchop
yan Sens :
IVaarom bedient gy zoo wel ook de groote Wijd-
Zels niet , en Waarom geeft hy d.e zegen ook niet aan het
'volk'i
Hy wilde zeggen dat het draagen van den Mijter
200 weinig aan een Monnik pafte,als het bedienen van
de groote Wijdzels,en het zegenen van hét volk. Maar
weinig dagt hy dat dit zegenen der Abten ook wel haaft
gemeen zou worden. Dit draagen van den Mijter,
King, Handfchoenen, Staf enz. wierd zoo gemeen, dat
de BiiTchoppen eindelijk aan Klemens IV. geklaagt heb-
ben, dat 'er langer inde kerkvergaderingen geen onder-
fcheid 'tuffchen BiiTchoppen en
Abten te zien was: Kle-
inens, om de BiiTchoppen noch eenigzms te gemoet te
Itomen, heeft geboden dat de Abten , die onder de Bif-
ichoppelijkc magt ftonden, flegs een witten en enkeldetii
Mijter zouden draagen : en' dat de andere , die van de
BiiTchoppelijke magt ontflagen war^n , en onmiddelijk
onder den Paus ftonden , een Mijter mtt goud gebor-
duurd , of
200 als anderen het uytleggen , niei goude

raij-

Γ I

-ocr page 193-

op Otto IIL jg^

rtnde (aunfrigiatam) (hoch zonder paarlen en diamanteno-
en zonder goude of zilvere plaaten , zouden draagen.
Maar de moedigheitis noithoog genoeg gefteegen. Toen
de BiiTchoppeliike pronktekenen zoo gemeen onder de
Abten waren geworden, heeft zeker Abt vanKafaurie
noch bet willen uytfteeken ; en heeft van den Paus ver-
kreegen dat hy,_ in de plaats van een BifFchops Staf te draa-
gen, een Koninklijken Schepter zou mogen zwaajen :
en de vermaarde Vader Lueas Dacherv heeft het der
moeite waardig geacht de gedaante van deezen Schepter
in het vijfde deel· van zyn
Spicilegium te vcrtoonen.
Miffchicn zal iemand dien Abt zoo veel ongelijk niet
geeven : want indien de Koningen, gelijk wy hiervoor
al getoonf hebben, zich den Mijter en de andere pronk-
tekenen der Geeftelijken aangematigt hebben, waarom^
zouden de Geeftelijkeu,zoozal iemand redeneeren ,ook
niet met een koninklijk gewaad mogen pronken? Maar de
Leezer ziet wel wat voor andvvoord dat hier op zou paf·
fen.

9. Deeze gaftery , daar veele Schryvers , als Beka;
de groote Kronijk van Nederland , Kufpinianus ,
Trithemius, en meer anderen breed van opgeeven, wordt
door Buchelius voor een verdichtzel gehouden. Ik zie
niet dat hy daar zulke redenen toe heeft : maar dat 'er
veel door de algeloovende faam bygehangen is, en dat
Ibmmige Schryvers dit ganfche verhaal vry wat opge·^
fchikt hebben , kan niet tegengefproken worden. Een
onbekende Kronijk-Schryver , die by Ant. Mattheus
kan nagezien worden ,
(^-mL t, 9.) en J. Beka weet dee-
ze gaftery zoo fmakelijk en vermaakelij.k voor te fiellcii
dat de nieuwsgierige I^eezer wel een proefje daar van
zal willen hebben. Albertus, zeggen zy, heeft den Ko-
•ning met zijnen Hofftoet in een bogaard geleidt , die
vol geplant flond van keurige en overichoone boomen.
De Tafeldienaars ftonden daar gereed ; en alles was bjr
der hand dat tot
een kofielijke maaltijd vereifeht wordt.
Maar 'twas in 't midden van de winter, het vroor dat
het kraakte, ende aarde lag over ai metfneeuw bedekt.
De Hovelingen dat ziende zeiden onder malkanderen ;
Hoe ! zal de Koning dan op
too een koude plaats zijn'
maaltijd moeten houden. De Koning ging evenwel
met al zyn gevolg aanzitten ; en ziet terwijle dat ze
saar de koß waéhtedcn , is al het ys en al de fiieeuw

op

-ocr page 194-

ipö ■ Aantekeningen
bp een oogenblik gefmolten en ontdooit: het begoii
ïyn beft te zomeren; de Zon begon te fchijnen dat het
een luit was ; het gras fchoot overal evenweeldriguyt
der aarde; de boomen ftonden fchielijk vol bloezems,
ende bloezenis veranderden wel haait in völwaiTchene en
eetbaare vruchten: de wijngaarden ftonden vol druyven,
daar quam allerley flag van vogelen aangevlogen, die
altemaal zongen en quinkeleerden dat het een pleifier
om te hóoren was. Ja de Zon ftak zoodanig, dat veele
de kleederen van hun liji moeften rukken, en zich on-
der de fchaduwe der boomen gingen bergen. De Die-
naars difchten ondertuiTchen lullig op; enbragtenaller-
hande geregten eil de koftelijkfte fpijzeiiVan de wereld
op de tafel. Eindelijk als 'er braaf gegeeten en gedron-
ken was, en de gaften opgereezen waren , is al die toe-
ftel, met dienaaren , met vogelen , met boomen, met
vruchten, met al, als een droom verdweenen; het was
iveer zoo virinig koud als pas te vore; en ieder een wift
iiiet hoe dat hy ras genoeg by het vuur zoude komen.
Het is fchier al te mooy om het niet te gelooven.

10. Kornelius Aurelius wil in het tweede boek van
iyn Batavia , ik gebruyk de woorden van Schriverius,
dat hy het Hof van Haarlem heeft ov ergebragt naar s'Gra-
venhage. Dit willen ook eenige andere ftaande hou-
den. Het fchijnt ook dat 'er te Haarlem een woon-
plaats der Graaven, ja een een Hof van Koning Wil-
helmus is geweeft , waar over gemelde Schriverius iri
dc Graaven van Holland kan nagezien worden. Maar
hy bekent dat 'er ook zoo een Hof heeft te s' Grave-
zande geftaan: en daar is noch een weg in weezen dié
de Hotlaan gehöemt wordt : ook is 'er noch een Ak-
ker die den naam van Hof-land heeft behouden. Ik
wil niet ontkennen dat hy ook een Paleis te Haar-
lem kan gehad hebben : maar vermits de meefte Schry-
Vers ) als de Hollandfche Kronyk ^rlandus, Bok-
kenberg enz. getuygen dat hy zyu Hof van s'Gra-
Vezande naar den Haag heeft gebragt, en dat s' Gra-
vezandes ^oo wel als s'Gravenhage den naam daar
Van behouden heeft, zoo wi-l ik liever gelooven datzyti
Vafte wooning,
eigentlijkHofgezeit, te s' Gravezandé
tal geweeft zyn : en dit des te rneer ,om dat H.Thabo-
Hta, een oud Schryver
, uytdrukkelijk getuygt,gelyk by
den Heer Matthaus te leezea

is,

-ocr page 195-

op Otto Iii. ï^t

is, dat Keker Willem het Regt-hof van s'Gra^ezandé
vervoert heeft naar s' Gravenhage. Ja het is een ge-
wiffe waarheit dat'er eertijds een Hof te s'Gravezande
geweeft is, als blijkt uyt een Brief van Machtildis, Ko-
ning Willems moeder, alwaar duydeiijk enuytdrukke-
lijk gevi^ag wordt gemaakE van het Hof te s' Grave-
ïande.
Ant^Matthceus Ibid.

11 Elizabeth , enx. Het is volgens LipiiuS Sophk,
Elizabethï dochter, geweeft , dewelke dit beeld vereert
heeft aan Machtildis, dochter van Heft rik den Goedea
Hartog van Braband,
{Lipf, Virgo Hall. c. 2. ?.} en
Huysvrouw van onzen Floris iV. Deeze Elizabet was
de dochter van Andreas Π. Koning van Hongarye, ea
de Huysvrouw van Lodewijk Graaf van Thüringen»
2y is van een uytnemende heiligheit geweeft, en heeft
ook een plaats in de Legende verdient. Haar dochter
Sophia is getrouwt met Henrik den derden ofden kloek-
moedigen, Hartog van Braband, en heeft met hem ge-
wonnen Henrik bygenaamd den Brabander, die nader-
hand Landgraaf van Heffen
is geworden. JDeeze So-
phia had eenige beelden van haare moeder gekreegen;
en heeft 'er drie van vereert aan de voornoemde Mach-
tildis, Dit is vcél waarfchijnelijker , xegt Lipfius, als
dat deeze Machteld de gemelde beelden 20u gekreegen
hebben van Elizabet die lang te vore overleden was; en
die zoo
verre van Braband en van Holland afgeleeft en
gewoont hebbende,
geen byzondere kennis met Mach-
tildis heeft onderhouden. Machtildis heeft een
van deeze
beelden vereert aan de
kerke van s'Gravezande : het
S weede aan de Kapelle der Karmelijten binnen Haarlem ;
het derde heeft xy naar Hal in Henegouwen doen bren-
gen. Maar waarom, ïegt Lipfius, heeft zy het eene
beeld buyten Holland verzonden? waarfchijnlijk hier-
om, zoo
gaat hy voort, om dat 7.e onder andere kin-
deren by Graaf Floris
had gewonnen een dochter,met
tiaame Adelheidis , dewelke ten huwelijk is gegeeven
aan Johannes Graaf van Henegouwen : en aan deezc
Adelheidis 2al ly een van die. beelden gefchonken heb-^
feen.

-ocr page 196-

Theodoricus

Uy^ de order der Minnebroederen-,
Bifjchop van Vtrmey

WY- BISSCHOP

Van

Τ O

O τ

III-

Bijjchop van Uiregti van wien de Jaar*
boeken van Egmond ^^ aan het 41
hoofdfluk 5 op het fo zij dj e, het
volgende verhaalen.

In het jaar öiizes Heere ί 140. op den 8. Decem-
ber heeft de Heer Theodoricus BiiTchop vari
Virone, Wy-biflchop van ütregt, uyt de or-
der der Minne-broederen, de Abdy of de Kerk
van de alxijd Maagd Maria , beneiïens de kerk-
hoven te Egniond verzoent : en op den faturdag
als 'er
gezongdn word, /^em & oflende^ de heili-
ge wijd^zels bedient. Den volgenden zondag heeft
hy twee Abten gezegent; öp Het Oftaaf van S.
Steven twee outaarengewijdt} en milde af-laaten
verleent. Daar-en-boven'heeft hy allen den ge-
nen, die den tegenzang
Sähe Regina^ nahet vol-
eindigen der eerfte MiiTe , met aandagt zouden
hooren , tien dagen aflaat vergunt.

ïhcöcibri-
Cus Minne-
broeder j
BiiTchop
vanVironè,
Wy-bif-
fchop van
Otto III,
heeft de
Abdy van
Egmond
rerzoent^en
jriilde
aflaaten
verleenu'

GoÉS^

-ocr page 197-

m

g o ε s w i ν υ s,

XXXriI Bijfchop van UtregU

N'a α de dood van Otto is Goefwinus, of zoo Gofwinus
als anderen fchrijven , Goiwinus, Gofuvi- vanAmftd
nus , Gofewinus , uyc het adelijke geilagt
öer Heeren van Amftel, tot BiflcHop verkooren. υΧΓ"
Men meent dat hy de zoon was van Egidius, den
gekozen ;
broeder van Gifebertus II. Heer van Amftel. zi^e on-
Hy was Prooft van S. Jans kerke 5 en een zagt- ^"o'^Ütend
inoedig en eenvoudig man; die zich ató de ker- °ndeka-
kelijke zaaken weinig gelegen liet leggen. De kdijke
meeile Schrijvers , ^t^t Buchelius OUiU Heda zaakcu»

geven hem na dac hy onachtzaam is
geweeil , en voor het geraeene-beile niet wei
heeft gezorgt.

Barlandus ^tift ÖP i^ttt iöajrïli05eit
^an mirec geicit, G. Noviomagui
fc|?i)ft
öat öinnen 't eerfïe jaar öffianii
hm öets^ié^
öom ^ttft geöaan, |Éaac
Bokkenberg meeiit
tat öem öe boet na ttoee ja£t?en regeetcn^ ίφ

Beka Jjoigt 'ic nocö ög tiat 'èc tm beiigaiiering
ban be Sec^tl^^tit t^ öcroejim om ^et sebiag
(»an tren S^iffc^ojp
te onitersoeBen; baar be iloom;^

fc0e ifóomng Willem , Petrus Capucius Harbin
naaï / en Koenraad ^art^-bifcöojp ban Mmïm
te00nbjoo^bi3 5i)n 0ebj0Cfï> en bat
Gofwinus in
l^unne tc0enbjoo?bj0ïjeit ban sgne toaarbigSeit
en SiffcöojPP^ÏP^n lafï afsefiapt l^tt öeeft
ec ooft / boïgen^
Heda, 0ecn gbeb in gcbaan

ö Heda in Ghron,

ii. Deel. n öal

-ocr page 198-

194 Het Leven vän

bat Sgl tiiet a5 te iod tc öoeB fionb fig Ι^οηίπα
Willfem 5 tei* oo^saaBe ban sijne Woeit-bectoaiii^
teil / öefecmiiiatt^Ëmfïel Caiige
liyjorac 5000«! iiat ö» tet op ïl^eftcn gcma^öen tt
en ftcnc tn trat Henrik van Viandeil

Keulen,' ß^n ö^r feei^e pm öie itsaat^iöÖeit

gecft afgcfiaan, ^ boegen öaac nßcö ög öatö?
tt Iteuïm öeg^aaijett ïeit / tn öat öß
öci! ßecße nocö getoa^ ban ö^i« maaßen*

Η Ε Ν R I C U S^

■ XXXyjJI Bijjchop vanUtregt.

Hendrik
Van
■word
BiC-

itirfk Tn^ de piaatze van Gofwinuswierdt dan gekozen
Vyaude χ Henrik van Vianden, zoon van den Grave van
fchop^van Vianden, Aarts-diaken der Keulfche kerke, en
Ütregt, eil bloedverwant van den BiiTchop van Keulen, die?
ontvangt ook al te voren voor hem had gefproken. Daar
zrjnc leen- ^,ρ heeft hy dan dè Leen-huldiging van den Kei-

<Iooi-|ëi? ^^^ harders-ikf ontvangen.

ring en den De Steevoogden van Amftel en van Woerden,·
die deeze afzetting van GoiVinus euvel op-na-
men , zijn heimelijk in een verband getreeden
met den Grave van Gelderland j ^ en hebben den
BiiTchop Henricus , fchoon dat Koning Willem
hen tot de vreede vermaande, met de wapenen aan-
gerande. ban imiïen/ bicjicj^ o|j

&at pa^ te litregt öeböuö / Öeeft öen nieuitteii
23ifcDO|i tot ben m^lou aangeraoebïgt/ en een
öelnïtiÏigen iieninng/

m öao,? öe baa^fjïiaaïi ban öcn ^eiiigen Maarten,

α Heda in hifi. Trajeé?.

boo^^

-ocr page 199-

Hen r I c υ s.

öoo^fjieït ^00 l^teft bmt Ö0 ^ifTcijoti (1) ^gnc« Hy óver-
iigantten fïas geïebert/ en pn ie^ec gefïaaseiii ^inc den
toaac cjp ÖP ï«^ sebaiigenm naar iltregt
ijeïieect Ög öeeft aanfïonii,^ u^ttsm fticiuïct
ίίατπίϊϊΐίί ingenaïte aangenomen. Ögpb kaiicd
noc9 een ^luaaö oog
ap öen <iB>eïiter^man / öie vredckni,
met ht thjee gemeiöe ^tee-boogben gab aange^
fpaünen; en pat tot· oj» in öe i^eïuiaemet 5ijn
ïeger ftiOOjien^ ïigtöenöwgtïsien gg ijaermaaß^
te geeft
ög ö^t fïot Vredeiand , een ji^aeötjö en
feofieïp toerö / tejgen^ öe fitoojiecgen öee
fïeïaaten geöoulöt, ii^t get segeï öeeser jpïaat^
5e/ 'ttoeïïte ög Bucheiius^gèiJ^ent fiaat/feSgnt
te islpen öat öit
Vrêknd ijoo^ teejen onöei' be
fïeöen toieris gerefient/ en bat ö^t eenig ö^
5onber tegt öaï» beriftceegen.

ί Ιί^ϊ^ 503 öatiieïlti'egtfc9e»m iiaii οΦ ^^
bccöorn ir^eigtte in tefïo^ten/ gee^g^ïien g^onb den groix]
geïeit öan een jt^agtiget en iiafiet ioerB / geïp
vän den
öe Serïi öie baaropgeöoutot! a^noeg^aam uit^
togft, tseeje ler^e pngt nocl een öo^b/ op ώΐ^ίο'οβί.
get toele met bermeiiïïoen tïaat aantegeftent
in toat laaitn dat öeselbe fterïi gefïfgt en bec^
tijeutot getoeefi. tBt !aat|ïe aai^nfcöe baac^i
5en ïuiben aïöu^ in 't ^i^elietbnit^:

Toen Graaf Wilhelmus 't Keizerrijk
Beheerfchte tegen Frederijk,

Begoil Henricus eerft te ilichteii
En te vernieuwen deezen Dom j
Die al van hoogen ouderdom

Begon of fcheen te willen zwicHtenó

geeft ÖS" Jonne-Maöftéi; bön U ïf.
I^aagö
iMaria , gelegen in Horft boben Hone-

^ w Bekam ρ. jo. g Hèda in zyn kven.

Ν 2, fe^

-ocr page 200-

1 iJÓ Η Ε τ L Ε y Ε Ν VAN

pe, δρ Deventer, ttißt httU 0ocbercn en hüóp
re0tm Öe0ifi:i0t <êtt iiaaci^nocö tesentooo^iiig
niet öetre öan Deventer ecn jpïaat^ met naame
Honnepe , öaaü ö^t gemeïite itïoofïet eeitiji»^
geeft 0efïaan,

ïiy heeft j^ocg ö^eft ïj^ in 't jam n f 7. geïp fommige
een Kapittel ö^ieijeH meiöen / of m'tiaat' eeimqpittel
wiikTel δ^ί^ϊδ^ öinnen Steenwijk.
iticht. <©ijei' 5gne öooii en ïrew tp 5per ^egeennge
öe ^cgiijbee^ on-een^, i>o!0en^ f^tt gemeens
^ijnedood, ftt 0eSjoeïen 05 gfefto^ben 3ijn benthjeeöen
in'tjaae
1x67, Bokkenberg fcj^njft / eit
Μ ffÖPt ooft 0eïp tegeijöen/ trat öenSöif^
fc^oppeipen ^toeï löjaacen geeft öeMccii.
t^ te lltregt ö^spne J^oo^jsaaten begcaaben/oiv
iter öit öiaf-fcö^ifï::

änfc^^^^" Hy heeft den nieuwen Dom gefticht,
En 'c ilot van Vredeland doen bouwen ^
Daar 's vyands trotze magt voor zwigt,
Daar Maartens ftad op mag betrouwen.
Hy was goedaardig, vroom en regï;
Het onregt kon noit boven drijven;
Zijn hart was aan de deugd gehegt j
Dies zal zijn naam en faam beklijven.

Φρ get bet^oeß ban 5ijne nicgt/iie gui^^on^

^ heeft toe iian öen i|oo0"€&eïen i|eer Jan van Avefne,
aan 'c oude gee^ gg Ïtt't jmt tt ^Bclft mtï öe Sapeïïe
Gafthuis .tjan'toui!e<0atïöm^/antïer^iiet3|em0en-0eefl^-
imote
 / öe regten tan eenfaeocöi-feerfte/

foorregten bocg uiet benige bezaaiingen ett ugtsouijennsen/

toegcftaan. toegefïaan,

O^e ö^ief ban iieesebergunmnge/ mitégaber^

Éte goebitencing ban be^eïffc&e ^arocöi-ftecße/
ί§ eei'fïin 'tïigt gegeebenbooa ben goog geroem^

ben

-ocr page 201-

Η Ε Ν R I C υ Ι5>7

iren Ibttv Dirk v^n Bleiswijk, ίπ ï^tt miïe öeeï

öer ijan^dft/ amigetiSs/zSp/

290 cn 2.91

^^e^cö^gber^ Situigen öat iieese Henrik in ^^ ^
't jaac li5·7* ooft toetten en regten geeft ojpge^^ aaa die vL
fïeït ijoo^ öe fiaiï Hmer^foo^t/ eertijö^ een ßa^ Amcrsfoor?
fïeeï htv eöeïe ^mn ban lilmer^foojt/ öocö
tïoo^ itee^en
Hem ik in een fïab Uecaniiert ^^oL·
geeft «©niïetoaterin^öeïp^tot een fia&semaafit/
fchreeveni
en aan be inhjoonjjei*^ önrgecïpe toetten en
boo^regten gegeeben/ öie bg gen in geb^mftsgn
sebïeeben.

geeft be inboecing bec (3) Ji^ibbeeen ban

Jans aE»a|tgU!^ in Katariiiaas {lei'ße te

teegt bebefiist; toaai' ban be ß^ief te binben

δρ Buchelius. ©ejeibe ajiffcgojj Henrik ütt 5ίίή
b?oebei* Gysbregc te lltregt / gcööenben

^uitfcgeniliblDierenbedof gegeeben om binnen
be fïab llteegt te mogen timmeren j toeïïie ber^
gnnning in't }aai* iif 3 goebgetort ip boo|

Petrus üarbmaai ban ^Joris ad velum aureumt
©e ö^ief beeser bergnnninge fïaat ooö aï bg Bu-
chelius
ter gemeïbe plaatse* €mbeïp geeft gg
^t ^urgerge ban lltregt berfegeibe boo^regten
ioegefïaan /
(4) bie Buchelius ngt be fïab^ re^
^ifïer^ geeft getroitften en in 't ligt gegeeben.

Ν 3

AAN-

-ocr page 202-

AANTEKENINGEN.

I. Volgens het verhaal vaiiBeka was Willem met een
iäeeluytgeleezen völk door de eene poort in de Stad ge-
trokken ,terwij ie dat deßiffchop met 2,yn leger door een
andere poort ter Stad uyt rukte. Wüleni meende den
BiiTchop na te trekken om het gevecht, indien hetmo-
gelyk waar geweeft, te beletten; maar de fteutel^ van
de poort waaren te zoeken. Alles was in rep en roer:
Üe Geeftelyken en de vrouwluiden , die alleen in de Stad
gebleeven waren, meenden dat Willem zich meeiter van
de Stad wilde maaken , en den BiiTchop daar buyten
houden. De AartsbtiTchop yan Keulen , die OQkgeen'
andere gedagten had , was aanftqndsin de weer omheni
met goede redenen te ondergaan, en de onbillykheit van
2ulk een beftaan in te boezemen. De Keizer had werks
genoeg orn zich te verfchoonen , en hem de onnozel-
heit van zyn inzigt te doen begrijpen. OndertuiTchen
geraakten de legers aan malkander , met zulk een uyt-
flag als wy uyt den Heer Auteur verftaan hebben.

2. Vredeland. Niet alleen is Vredeland onder de
fteden of mindere fteden
{oppida) gerekent geweefl:; maar
ook Bunfchoten ('t welke eerft grooter regten heeft ge-
had als Utregt zelf,) Baarn,'tGeyn,Eembrugge. Vre-
deland wordt ook voor een ftad erkent in zekeren brief
van Prins Frederik Henrik, die by Matthäus
de Nobi-
iitate
nagezien kan worden. Baarn is tot een ilad ge-
maakt en met treffelyke voorregten begiftigt door Zwe-
derusvan K'uylenburg: de brief die noch ongedrukt was,
is ter gemelde plaatze in 't licht gegeeven door Ant.
Matthasus. Uyt den zelfden Brief verftaat men dat Baarn
al langte vore een ftad x'tas geweeft. En wat 'tGeyri
{in'tLatijnbelangt,
Ant.Matthxus {deKobil.
f- 846.) zou wel half denken dat het . van ouds magtiger

feweeft is als Amersfoort: want als Amersfoort in ze-
ere fchattinge tien ponden Utregts geld betaalde, moeft
't Geyn 2f ponden opbrengen. Maar dit is evenwel
waar dat het geen' bemuurde fteden zyn geweeft : zy
hadden Stads regten, en dat is volgens Ant. Matth^eus
genoeg prri een ftad te zyn.

3· De Ridders van'tGafthuis, anders S. Jans Ridders,
lyn onder den Keizer Henrik V. eerft opgekomen. Zy

-ocr page 203-

Aantekeningen op Henricüs.

?yn yan Cyprus naar Rodus , en van daar naar .Malta
geweeken,
en worden om die reden tegenwoordig de
Ridders van Malta genoenit.

4. Hy heeft noch aan de Schepenen en Burgermeefte-
ren vari IJtregt toegeftaan alle de hiiyïen , kerken eri
andere gebouwen, die buyten de Stadsmuuren geleegeii
waren , en daar de Stad eenig gevaar van te vreeïen
had volgens hun goeddunken af te breek en. Ook heeft
hy door een open brief bekent, en bekend gemaakt, dat
de Burgers van Utrecht uyt geen regt of gewoonte ge-
houden waren den Biflchop vorder, als tot de Stadsmuu-
ren toe, te volgen of gexelfchap te houden, ten waar
dat ze hem vrywillig en van zelfs vprder wilden vol-
gen : en hy voegt 'er uy tdrukkelyk by dat ze al van ouds
ïn het bezit van dit regt en van deeze gewöontezyn ge-
weeil. Daarenboven heeft hy aan de burgerye van IJ-
tregt , om haare getrouwe dienden, en aan de vreemd-
de koopluyden die te Utregt zouden komen handelet],
toegeftaan datze vry en onverhinderd de Vecht op en neef
7-Ouden mogen vaaren, en belooft dat hyhen tegen alle
geweld en allerhande quellingen, die hun op de Vecht
mogten aangedaan worden, door het Slot Vredeland zövi
befchermen ; en dat
hy geen' nieuwe tollen by Vrede-
land zoude invoeren. De opene brieyen dien aangaan-
de zyn te vinden by Arn. Buchelius.

JOHANNES VAN NASSOUW^

XXXIX Biffchop van lätregt. /

Daar na ^ is de keur met eenpaarigheit van
ilemmen gevallen op Jo.ha,nnes van NaiToiiw iordt tot
een eenvoudig man 5 en die noch geen ker-
BüTcliop
kelijke .wijdzels had ontvangen. ÖOeSUÈÏ öiai: "π Uaegt,

mm nitt tii mm toieiïat jijn^aiiei; m^tt^^i/ ΕΤ'Ι^
500 5ί|η'α' cgtei' αϊ ίϊ^^ toïiBïpcn/ beveftigE,

cheiius, öat öe bmi o^eitïecïanii in

^mhe nioet öc^aa» Ößööen. (0

« ^okkenb, in Aäh Vmt'if· Trajeä. imditis.

Ν 4 " Ten,

-ocr page 204-

α,οο Het Leven van

Ten tijde van deezen Biflchop, te weten in
jaar 1282, op S. Joris dag, zijn de kerken van
S. Pieter , \'an S. Jan den Dooper , van de H.
Maagd Maria , anders de Buurkerk, en van S.
Katharina , met een groot gedeelte van de ftad
afgebrandt. Het zeggen is dat het zoude bygeko-
men zijn door het vuur van zeker vrouws-per-
foon.

(z) 'mct^t Johannes, bie tot fcganiie ban öe

^PÖöppdpe toaariHöö^ït sroote fcguiben gaö
gemaaïii:/ ié na een regeecïng öan tiuintig jaa^
ren 5gn arnjpt angtgeraafet.
J. Beka bie ö^ni aï^
een toereiöfcöen en eenboniiigen man öefcö^gft/
getuigt bilt
Μ afgebet i^* G. Novio-

magus, bie omtrent öe iaaren ^gner regeecinge
een^ met
Beka, f^ijft öat Μ öiii
geïeertiö^it öe öebefïiging ban öen f ^au^ niet
30uöe feonnenöeBomen ijeööeni itorg öat g^öe^
niet tesenfiaanbe
ψέ litcestffö^ ^i^bom öen
tgö ban een-en-ttointig jaaren in fajeeriuii ban
ben ^au^ geeft gereaeert <βη 't ίφ om iiee3i!
reöen bat be fterïieïpe ^cg^per^ aï b^g tegen
iiem 5tjn ingenomen, ^otij bat tegen jijnen
ban]^ 50ube afgejet jijn/ geeft toeinig fcgijn ban
toaargeit, <6n get tegenbeel fcggnt te bïijiien
ugtiren S^^ief ban
Johannes 5eïf: in ben baeiften
ooft getoag maaitt ban een jaar-geïb of
pen-
iioen 't bjeïfee gem iiooj ben bja^ toeg^:^
faieesen. ^niien giet een fto^t&eg^ij» ban ben
5eïben b^ief ngt
^ Buchelius ög-boegen*

i> Barland.mCatalEplfcop.Ultrajeä. en anderen.
c Zoo was dan het oude gebruik, van de beveftiging te Keu-
len te haaien , al te niet geg^in»

4 Bskam /».5)7.

Jly ΛνοΓί^
om zijne
ongeleerd-
Iieic afge-·
zet ; of om
beter tc
fp reeken ,
Jiy ftapt'er
zelf a£

Gelijk zijn
brief te
Icenncil
geeft.

-ocr page 205-

Johanne? van Nassouw. zqi

Wy Johannes van Naflbwen, voor deezen ge·?
kozen BiiTchop van Utregc , maaken bekend,
dat wy om dc heilige genegendheit en liefde die
wy de Utregtfche kerke toedraagen , den eer-
waardigen mannen, en onzen vrienden, denPre-
laaten en Kapittelen van den Dom , en van
dc
kerken van S. Salvator , van S. Pieter , van S.
Jan 5 en van S. Maria te Ütregt, belooven, dac
ingevalle ('ΐΛνεΠί de Heer verhoede) de Heer
en nieuw verkoofen Biflchop , wie het dan zijn \vraar in
mag, ons quam te onthouden het jaar-geld van ook gewa^
duizend (3 ) ponden , het welke ons door de g^-
gunft van den ApoftoliiTchen Stoel op de goede- j ™
ren van 't Bisdom 's jaarlijks toegeweezen is, of gdd ophcs
eenige moejelijkheit omtrent de betaaling te maa- BH«'®»
ken i dat wy, zeg ik, hen daar over niet zullen p^u^-fii^g
laftig vallen , of iecwes afvorderen, of by gele- gunft^qe^
gendheit van dien cenige fchade aandoen 5 of laa- gcftaaiji
ten aandoen. Ja wy zullen hun tot befcherming
van hunne perfoonen en goederen getrouwelijk
ten dienfte ftaan, op dat zc by gelegendheit van
het boven-gemelde geen ongema c en Hjden.. Daar-
en-boven bidden wy de doorlugtige en hoog-
edele mannen onze lieve bloedverwanten en maa-
gen, namentlijk : Floris e Graaf van Holland y
Reinaldus Graaf van Gelderland, Diderijk Graaf
van Kleef, Jan Heer van Kuik, de Ridders Hen-
rik en Willem des zelfs zoonen, dat ze benefFens
ons belooven en zich verbinden, het bovenftaan-
de te zullen onderhouden, enz. Ter oorkonde
van dit alles hebben wy onze zegels hier aan ge-
hangen. Gegeeven in 't jaar onzes Heere izpf.

Omtwnt tien φ ban aflianö φ be
^fSaoiJer^ itoo^gaan^ / m fleiicq

« tc Weeten dc yyfde van dien naam.

Ν 5-

-ocr page 206-

202 Α α ντε κ ë ν i n g é ■ ν -

ίΐί0ίΙ Oj^ ißt jaac Ιχ88, ^αφ Bokkeüberg, öte
^aar itt öe %|ïoi*iett öau ^αΐίαηίι bolgt/ ίυίϊ isat
iie^eïbe mi Jaac b^oeger gefcöieöt 50iiïie jgn.

<0eimuren&e aï öen ti|ii mn sgne regeeringe
i^'t 'er 5ea' öoiöoïlig tn toesegaan.

me regeecuig ban 't gemeenc-öefïe tcnemaaï
if onöei'fie ööben geteert j öc eöeïen en g^ootc
3|eecen 59« tec ftm n^tgejaagt; öe Ixegenten
cnöeiHagilimat ban toen af / en seöerïi aïtgii/
ugt öet gemecneboïl^gefeosen: ambacöt^^giiöen
ingeiieït / öie $eiiect get oii5igt ober öe fïaSi en
iie .|0ajefïcaat geöaö öeöben; ja get jegei jelf
ban öe fiaö beuaniieit geiaeefï. (4)

AANTEKENINGEN.

1. Men ziet qok uyt den open brief van deexen Bif-
fchop , die hier in de befcHryvinge van τγη leven ftaat
aangehaalt, daf hy behalven den Gelderfman poch Floiris
V. Graaf van Holland, Dideryk Graaf van Kleef, Jo-
hannes Heer van Kuyk enz. onder zijne bloedverwanten
of aangetrouw^de maagen heeft gerekent.

2. Heda xegt dat hy alles in 't wild liet loopen: dat
hy in 't Bifdom koniende alle de Kaftelen en Grenzen
door zynen Voorzaat wel bezorgd en van alles voor-
zien heeft gevonden , maar dat hy geen' zorg heeft ge^
draagen om dezelven wel te onderhouden : dat.hy het
Slot Vredeland aan den
Heer van Amileland , en dat
van Montfoort aan den Burg-Graaf van Woerden voor
een fommè gelds heeft verpandt ; en daar door in dé
onmin van het volk, is geraakt: dat hy het gemeene befte
rijk en onbelaft heeft gevonden,maar kaal en berooid heeft
gemaakt, en'tzelve in ongelooffeJijke fchulden heeft
geftoken. Beka fpreekt ook van het verpanden van Vre-
deland en Montfoort, en
verhaalt dat hy tot de ooren
toe in de fcliülden ftak, en dat het ganfche Stift
ineertJ
liegte ftaat was. Gerardas Noviomagus getuygt ook
dat hy, oni zijne onwetendheit, geetf beveiliging van

den

-ocr page 207-

OP JOH. VAN NASSOUW. 205'

{3en Paus heeft können bekonien. Hy heeft des niet-
tegenftaande, in weerwil van den Paus, 21 jaarenlang
geregeert. En dat hy 'zoo weinig gevraagt heeft naai
de Pauflelyke bevefting zou de reden ïyn, ïoo als Bu-
chelius half zou geiooven,dar de Geeftelyke Schryver§
met kleinachtinge van hem gefproken heblsen.' Ik
wil
juyft niet_ beweeren dat de Geeftelyke Schryvers altijd
onpartijdig fchrijven : jk heb mijn gevoelen des aan-
gaande al meer als eens geuyt. Maar ik vind zoo vee-
Ie omftandigheden, en ik heb ze al gemeldt, die tegen
deezen Johannes getuygen, en ik vind zoo weinig , of
liever niets ter wereld , 't welke tot zijne verdediging
kan ftrekken, dat ik eer?ou gelooyen datBuchelinsom
de gemelde reden, te weeten dat deeze Johannes zich
niet gekreunt heeft aan de PauiTelyke beveftiginge, noch
eenige genegendheit voor deezen Èiffchop heeft, en hem,
zoo hy beft kan, noch zoekt te verdedigen. Ik kari
uyt den brief door Buchelius bygebragt ook niet begry-
pen, waar om dat Johannes niet tegen zijnen dank zou-
de afgezet zyn. Al dat hy daar zeit , kan hy ligtelyk
gezeit hebben om zijne jaarlykfche inkomfte te behoa-
den : en het kan ligtelyk in het verdrag beiloten zyn,
dat hy zoo een brief heeft moeten opftellen. Evenwel is
alles niet meer alseenwaarfchijnlykheit:en ik wil de ge-
dagte van Buchelius noch niet teenemaal afkeuren.

3. Een pond Hollands geld wordgeichat op ij-ftui^
vers. Een pond goed geld of Koopmans
payement be-
droeg
20 ^myexi.-van Leeuwen R.Hollandfch Regt\6i^i6i^

4. Deeze zaak was aldus toegegaan. De Kennemers,
'tzy dat ze door den Adel te veel geringeloort en ge-
teiftert waren, 't zy dat ze het voor een onbillykezaak
hielden dat menfchen , die de hand uyt de mouw niet
eens en ftaken om de koft te winnen, en die dikwils
niet anders doende als hoveeren en banketteeren, evenwel
het hoogfte woord over al moeilen voeren, 't zy wat krul
dat ze in 't hoofdgehad hebben,zyn gelykerhand en met eeti^
ongelooffelykedölligheit tegen den Adel opgeftaan. Het
quaad floeg wel haaft over tor de nabuurige Vriezen. Alle§
wat maar een degen kon draagen ftak zich in de wapenen:
alle Adelyke Huyzen,Hoffteden en Sloten door ganfch
Kennemerland wierden uytgeroeit en onder de voet ge-
fmeten: en hadden zy de Edelen zelf in handen gekreegen,
4aar
zouden zyniet veel beter mee geleeft hebben. Daar

η

-ocr page 208-

^O^ Α Α Ν τ Ε κ Ε Ν ί Ν GEN

na zyn ïe op Waterland, op Amfteland ende omleggcn?
de landen gevallen , en hebben alles wat Adelyk wa$
of Adelyk fcheen , of wat
ze voor Adelyk wilden hou-
den , ten gronde toe yerwoeft. Eindeiyk hebben zy
öysbregt van Amfl;el,een wakker en ervaaren,Oorlogs-
man , die 2ich anders uyt hunne woede niet zag te red-
den , tot hunnen Overfte gekreegen. Daar door zyn ze
zoo veel te moediger geworden, en zyn met een groo-
te menigte volk, doch met een ftille trom en in't mid-
den van de nacht, voor Utregt gerukt. Als deUtreg-
tenaars morgen vroeg zoo een gruwzaam leger rond-
om hunne Stad zagen leggen, zonder van vyandof vap
een aanftaandeij oorlog gehoort te hebben , hadden zy
geen andere gedagte of het vs^as een leger van Tartaar
ren , die met een ongelooftclyke fnelheit van 't eene
iandfchap naar het andere vliegen. Maar een van de
Kennemers,die zyn woord wel wifl: tedoen, had nauw-
iyks een woord tot de Utregtenaars gefproken en heii
gezeit dat ze niet als yyandeq maar als vrienden qua-
men , ep niet anders voor hadden als de Edelen , die
de gemeente doch maar drukten en uytzoopen, te ver-
jaagen en hunne goederen aan den arriien uyt te deelen,
ofde gemeente van ütregt, meenende haar voprdeel daar
in te vindeij, yiel de Belegeraas yliegens toe, en toonde
zich immers zQo vinnig tegen den Adel als de Kenne-
mers noch gedaan hadden. De Adel wierd aanftonds
gewap'ender hand ter Stad uytgedreeven, en deouditeji
en aanzieiilykften van ieder ambacht tot Schepenen en
Burgermeefters aangeftelt , om regt te pleegen. Daar
op wierdt *er een yaft verbond ei| een eeuwige vriend-
fchap tuiTchen de Kennemers, de Ütregtenaars, de Am-
ftelanders en de Burgery van Amersfoord geijoten. De
BiiTchop meende de ballingen door hulp van den Graaf
van Gelderen weder in de Stad te brengeii : maar de
Kennemers , ftout op hunne mertigte en op het geflo-
ten verbond , fchaardenhun leger in dagorder, en wacht-

ien de BiiTchops-gezinden met geruitigheit af. Doch

de Geldersman , ziende ifoo een gruwzaame magt van
volk, en ieder Kennemer even heet om handgemeen te
worden, vondt niet geraadzaam rnet zijne kleine, hoe
wel beter geoefFende manfchap, zoo eep ontallyke me-
nigte aan te taften. Zoo is dan de gemeente van Utregt
^e meefter gebleeven: dan na verloop
van tweejaarer^

is

-ocr page 209-

OP joH. van NaSSOUW. lof

is Zweder van Boï,ingem, een dapper Ridder, met eeni-
ge Edelen heimelyk met ladderen over de Stads muu-
ren geklommen, heeft de nièüwe Majeftraat in balling-
fchap gezonden , en alles op den ouden voet gebragt.
Maar deeze nieuwe ballingen ruften ook niet voor dat
te weer heimelyk in de Stad gekomen waren. Toea
ging het voor goed op een vechten en moorden. De
geheele Stad was niet als een bloedbak, ter tijd dat Ni-
klaas Katä, voogd van den Jóngen Graaf Floris, met
vyf honderd Oorlogsknegten den Adel te hulp is geko-
men: hy brak de poorten met bylen op, ging eenvier-
ichaar midden in de Stad opregten, en deed wel 1400
van de Belhamers ter Stad uytwyken. Dit getal is voor
Buchelius al vry wat te groot, Want hy meent dat 'er be-
halven den Adel en de Geeftelykheit nauwlyks 2.00 veel'
in de Stadwaren die de wapenen konden draagen. Doch
het zal op een honderd drie of vier niet eens aankomen.
Vorders heeft hy alles naar zyn goeddunken befchikt,
en de ruft zoo veel hy kon herftelt. Evenwel is de re-
geering enfde ftaat van 't gemeene befte, zegt Buchelius,
na deezen tijd verandert, en het volk heeft 'er grooter
deel in gekreegen. Hoe dat het met de Kennemers is
afgeloopen , hoe dat ze den Adel binnen Haarlem be-
legert , maar hun hoofd door de wakkerheit van den
Ridder Perfijn daar geftooten hebben , en dus tot be-
daaren zyn gekomen, ftaat in de Hollandfche Hiftoriert
^wijdloopig b^efchreeveri.

jo.

-ocr page 210-

2θδ

Johannes Syrik^

XL. Bijjchop van Utregt,

iöhannei -k^ ä NaiTows pïaat^è 0èlionten Joliannes II,
Äws ^ öoeceiiöß öeii toc-naam ban Syrik , u^t öet
fbatze büo^ïiicps jgffla^te Mm ire Üottmngfcöe

gekozeti,eh ^^aaÖett baO Syrik , Ugt j^et toeïtie Frederik
^Jf Guidoos lia5öat ÓOÏI mfPmtUi mt^t Johan-
Sisdom ties Seeft öfts^i^öom bttt tp ban αύβ/ ofge^

trän Toui ip aitößien ίοιΠ^π / ίιβπ iiegßii jaamt ßebient^
ove-^ge- ^uft i« ht ftg-eenfiottifieii jtjnec

^^^ o^öonautien smtaafet / m % ta^^t
Jjan ^^leben «gtgegeeti^n / öie to^ aanfionö^
juïïen iaaten ijoigm.
^aircröanö δρ u^t femöt bec ^atiffdpe

toeiaafcinße 23iffcöojj ban Toul gcioo^öen j cn
ÖP hjo^ii onöcr iie ïtctfftboogben ban Toul getrit
acgtec
Prpbus 5 fcDÏcn ög in 't jaac 1^96 gc^
boigt; 5ijnire géfïo^ben in'tiaac 1305-,
^ ^iMoj» ban litregtjijaiieöcefiögt i)ct fïot

Vredeland Ojpgcdfc^t ban Gifelbertus , ÖÏC

in ontierjpönb ftaö ontbangen ban Johannes van
NaiTouw,
«i berfcöciiie nieubjc toiïen inboccbej
«iBnaï^ öee^cöaar geen oomi toe öaö/ ficefti)p
be toajienen tegcn getii ojigebat, m geeft öciiie
^ ht ïia^eeïen
/ Vredeland en Monfoort, na een
iahgbunrig öeïeg
tu na beeï becgten^ / met be
gnïs^e ban <!5^aaf
Fioris berobert / en boïgen^
be boö^toaaeben öer b^ebe tn öestt gegouben. (i)

φρ beejen t||b j^eeft Hermannus van Woer-
den,
bie een bj^oft te0en^<i^iaaf Fioris ]^ab/ een

aan^i

α Barland, G. Noviowiagus i'4 caial, Epfc, Trajeä,
k IV. ü^da.

-ocr page 211-

Het Leven van Joh. Syrik. 2bf
aanflag tt^tn 5gn ïebciïgeniaaïit/ ttt geeft to onder

büo^nofmöen Gifeibertus f ooft ojj sgne ^gbe ^^ïjneregeÈ-

mhvtmtm <ên m m Ö^m ^m ïifï seöansen

gaöjjen geftceegen / geeft Gerrit van V'elfen ^ een veifen
iiappsr en fïout iJïiiïiieü / en een öan öe hmp G«af
naamfien öec öottö-bectoanten / o» bat fty i)an ,,
get toefcgieteniw ïanb-öoïft niet ontvet ^ouöe
too^ben / gern moo^baabiöïp omgeö^agt / na bat
gg beertiö iaat^^n aan 'tcoet ber res^ecinge gab
ge^eeten, i|et boobe ïicgaam ban ben a5?abe
«aac be ISöb^ ban
Rijnsburggeboect/ en öenefi
fen^ 5gne <0emaünne
Beatrix begjaaben.
ban
van Velfens gui^bjoiibje/bie bo0^ben<0^aaf
becftcagt^onbe
 % Heda nocg be oubfïe

^tg^ijbcc^ geen |et minfre gebjag te binbem
<6enige ïaatec'^cg^gbec^ juïïen bit bjaacfcöijn^ /
iijft «pt een baai'^je ban ben lïïjmec
(2.) Melis
Stoke,
boo^ onftnnbe beconbe taaie/ aïbtt^OjEM
gebat en ïoffeïp te boefi geset geböeii.

Gerrit van Velfen ÖJierbtOpget fïOtKroonen-
burg
na ren jbjaare bdegcrmg gebangen geno^
men j en na bat gcr feit beïeeben gab/
031
eenrab (3) geset .

bat men gern in een tonne boï fcöerjjc
fpijSer^binnebjaart^ fïeeftenbe joube geset/ en
boo^ öe fïöb geröït geööen
/ ftomt ooft ngt be
ftoftec ban jonger' ^cö^per^j en i^ ög be onb^^
fïen niet te biuben,

a^an beeren <0|aaf Fioris fïaat Set boïgenbe
aangcteftenb in ijet boob-boeft ban
β. Pieters
fterfti te lltrcgt: 'Op den ^S Mey in 't jaar ixp^
is gedoodt de doorluchtige Graaf van Holland
Mijn Heer Fioris, zooa van den Roomfchen Ko-

« En noch een ^root p;etal anderen, van dengrootften add
TanHolJaud. δ '

ning.

-ocr page 212-

ió8 Het Léven van Joh. Strik,

hing Willem. % gebOObt tC Muiderberg,
mx ij^ge geeeïpöeit öan ite ï^eeren ban Amftel;
aïÊoaar in? <Bmf Willem lii. in 't jaac 1324;
ien üaptl ijoo^j 5iine ^kk "^uft gcfïigt / 500 aï^
Ant. Matthseus «gt cm ö^ief ijau gct seïföe jaai;
öeiDtifi^ ^

d Analeä. torn. ν f.

aantekeningen.

1. De BiiTchop Iiad eerlT: een veldflag tegen Gysbregt
Van Amftel èh Hermannus van Woerden verloren.
Graaf Floris heeft denBiffchöp in deeïen oorlog groo-
te dienften gedaan, efi de gemelde Heeren gedwongen
om de twee bekende kafteelen aan het Bisdom weder
te geeven, en den Graave 2,e]f manfchap te doen. Dit
hebben zy dieper ópgetropt als de Graaf gedagt 20'ii
hébben.

2. Hier över kan Schriverius in ïijne Graaven vati
Holland, de Heer Alkmade over de Rijm-kronyk , cn
meer anderen nageïien worden.

3. Hier over dient nagezien het Aanhangsel , dat
ächter dé Rym-kroriyk door Afkmade uytgegccven , ί^ί
gevoeg4.

VOÖR-=

-ocr page 213-

V O ORREDEN

Op de Oräonantien dóór de Bijjchoppen der·^
mïddelfie eeuwen uitgegeeven.

et leven vaneen mcnfch moet des te uyt-
muntender en deftigerzyn, hoe dac hy wlaSI-

Η

tot een hooger en deftiger ampt is verheven. Heit der
Dierhalve vermits het lot der Geeftelijken
die den Heer tot hun erfdeel hebben, zeer p^ ^^^
Verheven , en de waardigheit der Priefteren
by uytnemendheic groot isj moetende zoo
Wel het waarachtige als het geeftehjke lic-
haam des Heere ten dienÜe ftaan , met hec
eerfte te wijden, en hec tweede door hunne
gebeden en geeilelyke bedieningen heilig te
niaaken ; zoo moet hunne manier van leven
ook zeer zuiver en onbefproken zyn. En
daarom gebiedt hun de Apoilel Paulus wel ' ^· ^^
uytdrukkelyk
zonder zwaare misdaad en on- j
berifpeltjk'van leven te zyn , en het geheim y.
des geloofs in een rein gemoed te btwaaren.
t^aarom was hec de tucht der oude tyden,
die in de Vergaderinge van Antiochien vaft-
geiïelt, in de'^Niceenfche Kerkvergaderinge
beveftigd , en door het gebruik van veele ,
<^euwen bekragtigd is ^eweeil, niemand toe
dc waardigheit des Priefterdoms toe te laa- Daarom is
ten , die het Doop-verbond door eenige J^X
Zwaare misdaad, voornamentlyk op het (luk
Van onkuysheit, gefchonden niogc hebben;
Π. Deel. O cn ·

-ocr page 214-

210 Het Leven van
en de geenen,die zich door een grofFe zon-
de
bezoedelt hadden , van den dienil des
Outaars af re weeren.

Aldus wordt in den eerden Kanonyken
Brief van S. ßafiliusaan Amphilochius,in de
derde ordonantie, hec volgende Kerkbeiluit
gemaakt:
Em 'Diaken die 'Diaken zijnde ge-
hoereert zal hebben , zal van zijn 'Diaken-
fchap afgezet, en in de plaats der leeken ge-
floot en , maar van de Kommtmie (i) niet af-
gehouden worden.
Het zelve wordt geboden
in de 69 Ordonantie.

Naderhand heeft Johannes Jejunator , of
de Vailende, dit vail geilek in zyn Boek
van de boete :
De Triejiers, Eijfchoppen en
Diakens , die in bedtenmge zyn, moeten tot
het biecht hoor en niet toegelaat en vDorden, ten
zy dat ze hunne Biecht - Vaders volgens Godt
geruft geftelt hebben. En ingevalle dat ze
fchiildig zyn aan eenige zzsjaare misdaad, die
hun het oejfenen van himne oMers niet toe en
laat, zullen zy zich niet vermeeten de Kerk-
dienßen meer te verrigten ... Al had hy
maar met eene vrouwe ge zondigt, is hy van de
magt vervallen van Mis te doen , fchoon hy
tot het marteli toe quam te ftrijden , en doa-
den te verwekken.

Gregorius de Groote, tydgenoot van ge-
melden Johannes, heeft hetzelfde in
deLa-
tynfche Kerke vailgeftelt, het geen door de
gemelde Vaders vailgeftelt was in de Griek'
fche :
Die na het ontvangen van 't heilige

wjd'

t

. i

-ocr page 215-

Johannes Syrïk. 21 ι

Aü)ydzel , zegt hy in eenen Brief aan Janua-
rius Biilchop
van Kagiiari, m de zonde des
vkefches gevallen zal zyn , zal zooäaanig
^υαη zijn wtjdzel verßeken blfven, dat
hy tot
den dtenfi des Out aars ?iiet toegelaaten
worden.

Dit was ook het gevoelen van Martinus L

die 50 jaaren na Gregorius is gekomen 5 zoo
als blykt uyc zynen Brief aan Amandus Bii^
fchop van Maaftrigt:
Zoo wie eensy zegthy,
na zijne wijding m de zonde {des vkefches j
^
λΙ gevallen zyn, zal van dien tyd af afgezet
blyven , en zal geem bediening des Trießer-
doms mogen behouden: maar het moet hem ge-
noeg zyn , al zyn leven lang in het pleegen der
boetvaardigheit onder een geduurig kermen en
.weenen te volharden, om alzoo zijne misdaad
door de Goddelyke Gefiade te können uytwif-
ßhen.

Dezelve taal heeft ook gevoert Paus Jo-
hannes IL in zynen eeriien Brief aai3 Cefa-
rius BiiTchop van Aries , ipreekende van
Contumeliofus BiiTcliop van Riez, die in de
Zonde van onkuysheii was gevallen :
Het
fpijt 07ls
, zegt hy, dat wy dien Bißch op ver-
biezen: dochwy moeten deßrengheit der kerke·-
■hke regelen egter onderhouden: 'en daarom is
het dat vuy hem het beoejfenen van 't Bifjchop-
pelyke ampt door ons gezag beneemen. " iVant
>1 het is niet geoorlofd dat iemand die met
ïj ^waare misdaaden bezoedeld is de kerkelyke
bedieningen
&oude verrigten- enz» (z)

O 2 Eeni-

-ocr page 216-

212 Het L ε ν è ν van

Eenige verdichte Brieven, als van Kalix-
tus I., van S. Gregorius aati Secundinus > van
Ifidorus aan MaiTanus, enz. hebben in 'rge-
volg eenigfins gelegendheitgegeeven toe het
verzwakken van de oude tucht. En om dee-
ze nieuv/erwetfche brieven met de ouden
over een te brengen , heeft men een onder-
fcheid (3} gaan verzinnen tuflchen de o-
penbaare in de heimelijke misdaaden j te wee-
ten zoodaanig dar de genen alleenlijk die in
de openbaars misdaaden vervallen waren,
opentlijk en zonder genade van de bedienin-
ge der geeilelijke ampten zouden afgezet
worden, Egter wierden de verborgen' zon-
daars tot den Oucaar noch niet toegelaaten,
eer dat ze een langduurige en behoorlijke
boetvaardigheit, hoewel in't heimeiyk, ge-
pleegt hadden : zoo als uyt ontallijke plaat-
zen van Hincmarus, Anfelmus, Ivo en meer
anderen , die by J. Morinus en Merbefius
aangehaalt ftaan , middag-klaar beweezen
wprdt.

Na dar de
kerktugc ·
door eenige
valfclie
brieven
al
verflapc
"wasjliebben
•zy egter
η oei lan-
gen tijd
boetvaar-
digheit
moeten
pleegen.

Aldus heeft ook onze Bonifacius , die
ganfch Duitsland in her begin zyner bedie-
ninge in diergelykè vuiligheden vond ftee-
ken , tegen dezelven met zwaare ftraiFen
aangegaan: zoo als vericheide Vergaderingen
door hem gehoude, en boven reeds by ge-
bragt, doch
voornamentlyk de fesde Ordo-
nantie der eerfte Kerkvergaderinge 3 meer
als genoeg bewijzen.

Die blijkt
ook uyt de
Ordonan-
tien van
onzen
Bonifadus,

' ! '

Maar

-ocr page 217-

Johannes Syriic. 21^

Maar in de volgende eeuwen is Duitsland
benefFens onze landfchappen zoo fchendig
overftroomr geweeft door een geweldigen
vloed van vuiligheden en zonden, dat het
niet alleen noodig is geweeft wetten te maa-
ken tegens de baftaarden en onechtelingen,
die in de Kapittelen begoßen in te dringen,
hoedaanige wetten door Willem Bertholdus
gemaakt zyn : maar dat ook de laatdunken-
de geiligheit door Johannes Syrik *Biiichpp
Van Utregc aldus heeft moeten beteugelt
Worden :
Be^i Triefler die in een dood-z,onde
gevallen isy zal ge en^ Mis hebben te doen-, ten
^y dat hy ahoreiis gebiecht heeft.

Zoo zyn dan de ellenden en bedorvend-
heden
zoo hoog geloopen, dar de regels der
ftrenge wetten en der heilige kerktugt tene-
maal verkragt en verbroken zyn j en dat de
vermetendheit der ingekropene zonden, die
hoe langer hoe meer de overhand namen,
om niet noch wyder uyc te berften en ten
gemeenen bederve voort te kruypen , door
menige uyrerlyke ilraiFen , als de gevangenis,
bet onttrekken der kerkelyke inkomften,hec
opfchorten der bedieninge , ja door het uyt-
^onderenvan den ban, heeft moeten beteu-
gelt worden. En dit is zoo of zoo ontrent in
^cwerk geilek door den Kardinaal van S. Jo-
ris
ad velum aiireum, door Frederik Syrik,
Jan van Arkel, en meer andere Bif-
ichoppen van dien tyd 5 en eindelyk door den
* in Epfi. Synod, 2.

O 3 Kar-

Doch als de

kerkelyke
tucht na-
<ierhand
ichendig
vervallen
was, is de
ftoutigheit
in 't zondi-
gen beteu-
gelt ge-
weeft door
eenige uyt-
wendige
ftrafFen ,
daar de
Ordonan-
tieh der
Jaatere
BiC-
fchoppen
verichei-
deii' voor-
beelden van
geeven.

-ocr page 218-

214 Het Leven vatst

Kardinaal de Kufa, die ren tyde der Bazel-
fche Kerkvergaderinge herwaarts gezonden
Wierde om deeze kerk te hervormen.
De geeft Des «iet tegenilaande blyfc de wer, door
Siift ei?er ^Hzen Zaligmaaker en zynen Voorlooper in
pnveraii- hunne eerfte predikatien voorgedraage , pal
«ierd. en onberoerlyk ftaan:
^oetboete^^m.T^oet

Matth. 3, ,. ^ , , I I- Γ»

waardige vruchten van boetvaardigheit. Hn
hoe verre dat de uytwendige tucht ook mag
verbafteren , 200 geldt 'er egter geen' ver-
jaaring regens her Goddelyke regt.

1;

ί ί

AANTEKENINGEN.

I. Waarom van de kerkelyke gemeenfchap en ver-
volgens van de kommunie niet geïcheidcn, zal iemand
vraagcn ? Was dit geen' genoegzaame rede ten tijde
van de allerftrcjigfte kerktugt om
7.00 een Geertelyk Per-
foon de kommunie te ontzeggen ? Hier op zal de vyf-
entwintigfle onder de zoo genoemde ApofloliiTchekerk^
regels, die zekerlyk al zeer oud zy-n, en door deftige
BilFchoppeii zyn opgeftelr, ons het regte befcheid kön-
nen geeven. Dezelve luydt als volgt:
Een Bijfchop,
Priefler of Diaken, die van hoererye, van meineedigheh of
•van dief β al overtuigt is, zal afgezet maar niet 'uan de ge-
meenfchap gefcheiden worden : want de Schriftuur zeit'
Gyfult dezelfde mifdaad niet-tvjeemaal ftroffen.
Dit
wordt aldus ook uytgeleit door den grootea Bafilius:
{Ep. ad Arnphil. c. 32.) De Klerken , zegt hy , die doo-
delyk zondigen , worden wel afgezet , maar niet 'van de
gemeenfchap der Leeken
(en vervolgens van de kommu-
nie)
geweert: want gy zult de zelfde mifdaad niet twee-
maal flraffen.
Dit zal ook de reden zyn geweeft dat
een Diakones, die met een Heiden gehoereert mögt heb-
ben, volgens den zeiven Baiilius toegelaaten wierdtom
onder de' ftaanden
{Confißentes) met de geloovigen te
tJiddei], hoe wel dat ze feven jaaren lang het Lichaam

des

-ocr page 219-

JOHANNES S Υ R Ι Κ, aif

des Heere moeft derven. Een maagd of weduwede-
Welke Gode toegewijdr 7.ijnde tot hoerery vervallen was,
nioeft niet alleen het Lichaam des Heere miiTen, maar
ook onder de
weenende , ïijnde de eerfte trap derboet-
vaardigen die geen' gemeenfchap in het bidden met de
geloovigen hadden ,■ geplaatft worden : maar de Diako-
neiïen wierden tot deexe gemeenfchap toegelaten, om
dat
7,e gewijdt zijnde , genoegzaam geftraft wierdeii
door haare afzetting , en zonder een'dubbelde ftraiFe
buiten de gemelde gemeenfchap niet konden gehouden,
■worden. Zie
Lupus in Can. torn. i, /'. .573, ST^.

"Zoo wierden dan zulke Biflchoppen , Priefters en
Diakenen, die in een zwaare mifdaad gevallen Avaren,
by voorbeeld die een brief vervalfcht,
{Concil. Agath.
can.
32,.} of valfche getuigenis hadden gegeeven, van
hunne waardigheit afgezet, en dikwüs in een klooüer
opgeflooten om aldaar de kommunie onder de Leeken
te ontvangen: dat is zy wierden ter kommunie toege-
ïaaten, maar niet onder de Biffchoppen , Priefters en
Diakenen die het Lichaam des Heere binnenjde affchut-
ting van den outer ontvingen (
Condl. Laod. can. 19.«)
inaar zy moeften buiten die affchutting (taan , en het
Lichaam des Heere onder de Leeken ontvangen. En
dit is de beruchte
Communio Laica., de kommunie der
Leeken, tot dewelke de Biffchoppen, Priefters en Dia-
kenen fomtijds veroordeelt wierden.

Evenwel' moet men bekennen , en daar zyn veele
voorbeelden van, dat een zwaare mifdaad in zoo een
iin al dikwijs dubbeld is geitraft: en men zal dikwils
vinden dat BiiTchoppen en Prieilers niet alleen afgezet,
maar ook van het Lichaam des Heere zyn gefchei-
den.

2. Ditwasde reden dat de geenen die openbaare boet-
vaardigheit gepleegt hadden onbequaam gehouden wier-
den tot de kerkelyke wijdzels.
Uyt deboetvaardi^en mag
fiie-mand, al is hy goed van leven.,
zegt de vierde kerkver-
gadering van Karthage,
Klerk gewijdt worden. (can.
68.) En Innocentius I. verklaart dat volgens de wetten
"Van de
NiceeiTche kerkvergaderinge alle boetvaardigen sok
buiten de kleine wijdzels gefloten waren.
'En het blijkt
«yt de woorden van Gregorius L en van Martinus L
die van den Heer Auteur bygebragt worden, dat deeze
tücht ten minile fes eeuwen ilandt heeft gehouden,

04 Ja

-ocr page 220-

αΐ6 Α ν τ ε Κ ENINGEN

Ja Morinus (//^. 4. c. 15.) durft wel verzekeren dat iii
de
10 eerfte eeuwen de Prieftersdieinde zonde van on-
kuysheit gevallen waren , 't zy dat het hcimelyk of o-
penbaar was, geen' hoop van herftellinge te verwach-
ten hadden. Het is wel waar dat 'er zodaanige voor-
vallen en omftandigheden van zaaken korten zyn, dat
men nodig achte de ftrengigheit der wetten, om een
blykelyke noodzakelykheitder kerke, als by voorbeeld
om een kerk^-fcheuring te heelén , cenigzins te verzag-
ten

De gemelde kerk-tugt had volgens Chr. Lupus ook
plaats in de Pauzen ; want niemand, zegt hy, heeft eer-
tijds in twijfel getrokken of de Pauzen waren ook ver-
bonden, niet alleen de Apoftoliffche tucht-regcis , maar
ook alle wetten die door de algemeene kerkvergade-
ringen of door hen zeiven gemaakt waren , te onderhou-
den
(torn. 4. p. "yo^.) Want ieder Wetgeever is ver-
pligt tot het onderhouden van zijne eige wet. ],it was
de reden ,zegt hy al vorders, dat deNovatiaanen, om
te toonen dat de verkiezing van den Paus Kornelius
nietig en van geener waarde was , hebben gaan uyt-
llrooien dat hy gemeenfchap had gehouden met den Bif-
fchop Trophimus, die den Afgoden wierook had geof-
fert, en dat hy zich door deeze gemeenfchap had be-
zoedelt. Het gevolg zou volgens Lupus goedgeweeft
2yn, maar de befchuldiging was onwaarachtig. 'tWas
om dezelve reden dat de Donatiilen de Pauzen Mar-
cellinus en Melchiades opgetigt hebben dat 2e ook
wierook hadden geofiert, of de Heilige boeken hadden
overgegeeven. En daarom dreeven zy dat 'er geen
wettige Paus te Romen was, en hebben hunne aanhan-
gers die te Romen waren een anderen Paus uyt Africa
gezonden. Het was ook al om die reden , ik fpreek
noch ai met Lupus, dat de H. Hilarius, verftaan heb-
bende hoe dat Liberius zich tot de gemeenfchap der
Arriaanen had laaten vervoeren , met deeze woorden
tegen hem is uytgevallen.
Ik fpreek den vloek over U
en over uwe makkers, O hiberius'. Ik fpreek den vloek an-'
dcrr/iaal en voor de derde maal over U O gy Overtreeder
Liberius.
Ook zouw 'er geen' hoop van herftellinge
voor Liberius geweeil zyn, zoo gaat hy al voort, ten
■waar dat hy begreepen was geweeil: onder de genade,
dewelke aan de Bi'ffchoppen die te. Riminigevalleij wa-
ren,

-ocr page 221-

I

OP Johannes S υ r ι κ, αι^
ren , wierd toegeßaaa. ' Doch dit ton te verre loo-
pen.

3. Hincmarus Aartsbiffchop van Rheims is. de eerfte,
volgens den Heer van Elpen
(de Canon. 12.!. 12,2.} ge-:
weeii die dit onderfcheid heeft verzonnen. Hy tag
van de eenekantdatdegevallene Priefters en Diakenen,
volgens de oude tuch.t-regels, zonder eenige verfchoo-r,
ninge moeften afgezet woorden en afgezet blyven : hy
2ag van de andere kant dat de gemelde brieven ,. te,
weeten van Kah'xtus, van Gregprius i. aan Secandiniis eti
van den H. Ifidorus een ganfch andere taal voerden;
en dewijl hy deeze brieven noch ter goeder trouwe voor
goede en gangbaare munt aannam, wift hy 'er anders
niet uyt te komen, als met zoo een onderfcheid te ver-
zinnen. Doch dit onderfcheid is zoo ten eerften over
a]_ niet aangenomen. Petrus Damiani,
(m Gomorriam)
die in de elfde eeuwe geleeft heeft, mögt 'er niet van
hooren fpreeken dat kerkelyke Perfoonen , die zekere
zonden tegen de natuur in 'theimelyk begaan, maar een
Xwaare boetvaardigheit daar over gepleegc hadden , hunne
Waardigheit
7,ouden behouden. Hy heeft een geheele
verhandeling over deeze ftofFe gefchreven aan Leo IX.
om te toonen dat zodaanige zondaars nochte tot de
kerkelyke ampten verheeven, nochte in dezelven gelaa-
ten mogten worden, en hy verzogt het goeddunken van
den Paus dienaangande te weeten. Leo andwoorde
hem dat hy gelyk had, indien men naar de regte reden
en naar de ftrengheit der kerkelyke wetten te werk zou
gaan : doch hy wilde wat meer barmhertigheit gebruy^
. ken ; en heeft geoordeelt dat 'er omtrent fommige foor-
ten van onkuysheit, indien welverliaande mits dat zo-
daanige Geeüelyken zich volkomen gebetert en bequaa-
me boetmiddelen aangewendt hadden , wat meer oog-
luyking gebruykt konde worden. Uyt den brief van
XJrbanus II. aan den Biffchop van Konflans blykt ook
dat noch in de elfde eeuwe de Priefters, Diakenenen
Onderdiakenen , die na het ontvangen der wijdzels
in eenige doodelyke zonde gevallen waren, 't zy dat
het hei'melyk of openbaar 'was , uyt kragte van de
kerkelyke wetten geen' geeftelyke bedieningen meer
tnogten verrigten, ennoit in hunne bedieningen herfielt
niogten worden: maar gemelde ürbanus ftelt het aan
het oordeel en aan de befcheidendheit van gemelden

O 5 Bii·

ii

-ocr page 222-

aiS Aantekeningen op Joh. Syrik.
Biffchop, of hy evenwel fommige Priefters, die in doo-
delyke ïonden gevallen lijnde hun' goeden naam en
faam niet verlooren hadden, omdenoodzakelykheitder
Iterke, en om dat ze nu van een goed en heilig gedrag
waren, in hunne bedieningen zou laaten blyven. Zoo
begonnen dan de Biflchoppen nu en dan al verlof te
krijgen om de Geeftelyken, die in een heimelyke zon-
den zonder krenkinge van hun' goeden naam gevallen
waren , en zulks door een behoorlyke beterfchap ver-
dienden , wederom te herilelleu.

KERK-

-ocr page 223-

219

KERKVERGADERLYKE

ORDONANTIEN

Van hct

UTREGTSCHE Β ί S D O M.

Ε Ε RS r Ε BRIEF
Van Myn Heer

johan van syrik,

Bijfchop van Utregt.

JOHANNES door de. genade van Godt
en van den ApoiloliiTchen Stoel BiiTchop van
Utregt ; aan alle en iedere zoo Geeftelijken
als Wereldlijken van onze ftad en van ons
Bisdom Zaligheit in detj Heere, en onze bevee-
len zaiiglijk na te kotnen.

Nademaal wy door 'c gerügt verftaan hebben,
'c geene wy tot ons leerwezen verhaalen, dat 'er
veele en verfcheide zwaare , uytfpoorige en on-
verdraaglijke ongeregeldheden al dikwils in onze
ftad en in' ons Bisdom, zoo door de Geeftelijken
als door de Wereldlijken , bedreeven zijn , en
noch dikwils bedreeven worden: Zoo is het dat
Wv 5 willende eenige der zelve onordentlijkhe-
den volgens onzen harderlijken plicht door eenig
t^^genmiddel beteugelen 5 op dat de inenfchen
geen gelegendhcit mogen neenjen van de ftraffe-

loos'

-ocr page 224-

zo HET Leven VAN

loósheit der gemelde zonden meer aan de gewoon-
te dan aan
't gebrek der kaftijdinge toe te fchry-
SSs = ^^S ik5 dat \vy voor eerft in

derkerke- den ban doen alle en iedere Klerken en Lecken
lijke regts- van onze Had en van ons Bisdom, van wat ftaat
pleeginge, ^^ gelegendheit dat zy mogen zijn, die de ker-
kelijke regts-pleeging voortaan, op wat wijze dat
het zy, zullen beletten of ftooren , 't zy met de
brieven op te breeken of weg te neemen; of met
de boden en draagers der zeiven te leur te ftellen,
gevangen te zetten of op te houden, of met hun
eenige fchade, verongelijkingen of moejelijkhc-
den aan te doen, of met de gemelde kerkelijke
hunnFme- regts-pleeging eenigerwijze te verhinderen. Daar
deftanders, en boven doen wy in den ban allen en ieder in 't
byzonder die hun begunftigen en de hand leenen;
en die hun eenige hulp of raad , hoedaanig en
op wat wijze dat het zy , opentlijk , of in 't
heimelijk komen te geeven , waar door de ker-
kelijke regts-pleeging geftoort, belet, ofeenig-
iïns benadeelt wordt. Wy beveelen ook aan alle
en iedere Paftooren der kerken, dat zoo jdikwils
als 'er een der voornoemde gevallen komt te ge-
beuren, zy de Goddelijke dienden, ter plaatze
daar zoodaanig beletzei , verftooring of quelling
gebeurt is, of daar de gemelde quaaddoenders zich
mogen ophouden, zullen hebben te ilaaken : en
daar benevens dat ter gemelde plaatzen, en in de
nabuurige kerken , de Regenten en Priefters der
zelve kerken den ban tegen die boos-wichten
openbaarlijk zullen af-leezen: en daar by verkon-
digen dat deeze ban duuren zal ter tijd toe dat ze
Gode en
Ons, als ook den beledigden behoor-
lijke voldoening gcgeeven , en verdient zullen
hebben van dit vonnis of deeze vonniflen door
ons ontflaagen te worden.

En

-ocr page 225-

Β

Johannes Syrik; 21 ί

En door de Apoftoliflche magr, die ons in dee- vorfcs
zen deele toevertrouwt is , mitsgaders door ons tegen de
eigen gezag, doen wy noch in den ban de open-
baare roovers en onregtvaardigebezitters (i) van g^c^dJcu^/
goederen die Ons, en onze kerke vanUtregt, of
de Kanonnikken , Kapellaanen en Klerken der
zelfde kerke in 't gemeen of hoofd voor hoofd
toekomen. En wy willen en belaften dat de ban
tegens dusdaanigc openbaare quaaddoenders alle
Zondagen en Feeft-dagen openbaarlijk zal afge-
kundigt worden > ten zy dat ze binnen een maand,
te rekenen van dien dag dat hun deeze onze ver-
klaaring zal bekend gemaakt zijn, de dus geroof-
de goederen wederom geeven, en de aangedaanc
fchade behoorlijk vergoeden. En wybeveelenop
de deugd der heilige gehoorzaamheit, en onder
bedreiginge van den ban, aan alle en iedere Land-
dekens en opzigters , de naamen van zodaanige
onregtvaardige en openbaare bezitters onzer goe-
deren , die zy te voren geweeten hebben, of als
zy die zullen weeten , binnen de maand na dat
zy 'er kennis van hebben , aan ons in eigen per-
foon , of door brieven of boden bekend te maa-
ken en te openbaaren. En daar-en-boven zoo
door ons eigen gezag , als uyt kragte der Ordo-
Dantie vanMyn Heer
Petrus zaliger gedachteniG-
fe, voor deezen Kardinaal - Diaken van S. Joris,
en toen-ter tijd PauiTelijken Gezant in Neder-
Duitsland, doen wy in den ban, en wy verklaa-
ren dat in den ban vervallen zijn, en wy willen
en beveelen dat als zodaanigen verklaart werden,
alle' en iedere Prieilers en Klerken van onze ftad Tegen de
en van ons Bisdom, die met by-zitten inwoonen
en opentlijk by-zitten houden , tot dat zy het fiaapen"
zullen laaten , en dat ze verdienen van dit ban-
houden»
vonnis genadiglijk ontflagen te worden. Daar-

eii^

k

-ocr page 226-

222 Het Leven vatst

en-boven , dewijl het noodig is dat de zonden
niet ophoudende de llrafFen ten voorbeelde ver-
meerdert werden, 2,00 bevoelen en gebieden wy
wel rcherpelijk dat alle de genen , die van regrs-
wege in den ban vervallen, of door hunne Over-
ilen in den ban gedaan zijn, of die in hunne be-
dieningen opgefchort,of uyt eenige oorzaake on-
bequaam tot de wijdzels geworden zijn,als zulks
kennelijk en openbaar is , van alle Ghriilus ge-
loovigen (z) gemijdt zullen worden. En indien
het Leeken zijn , dat ze dan in hunne kerken
door de Plebaanen en Paftoors, doch indien het
Priefters of mindere Geeftelijken zyn, in de Ka-
pittelen door hunne Dekens opendijk zullen af-
gekondigt worden, als in zodaanige of zodaani-
ge kerkftrafFen, gelijk het dan zijn mag, verval-
len zijnde : of dat wy hen noch zwaarder in het
tijdelijke zullen ftraffen , naar dat hunne hard-
nekkigheit het zal verdienen , of de form van
regten het zal vereiflchen: en zulks ter tijd toe
dat ze zullen verdienen ontbinding en ontilaging
wegens het boven-gemelde te bekomen. Noch
gebieden wy aan alleen iedere Dekens en Priefters
der Parochi-kerken, op de deugd der heilige ge-
hoorzaamhci.t , en op de opfchorfing van hunne
bedieninge (die wy tegen hen allen , en ieder in
't byzonder, zoo zy ons bevel niet en volbren-
gen, door dit gefchrift uytfpreeken,) aandewel-
kende naamen der kerkelijke ampcen bekend zijn
dewelken in ons Bisdom open iïaan , of na dee-
Q j zen open zullen vallen : als ook de naamen der
pzigters, waardigheden die zoo lang in ons Bis-

dom open geltaan hebben, dat de begeeving (3)
der zeiven aan ons .ofaan den ApoftoliHchen Stoel,
volgens de regels der Lateraanfche kerkvergade-
ringe vervallen is, dac zy, zeg ik, dezelven aan

onze

Hy geeft
vcrfcheide
bevcelen
aande
Land-de-
kens en

-ocr page 227-

Johannes Syrik. x23

onze gemagtigden die daär roe geftelt zijn , of
geilelt zullen worden , of aan ons zeiven in per-
foon , binnen een maand na dat zulks aan hen
bekend is geworden, door brieven of boden zul-
len hebben bekend te tnaaken. Noch beveelen
wy op de heilige gehoorzaamheit dat niemand
eenige Plebaanen, Pailoors of VikarifTen
vanPa-
ftooren , wat naam dat zy ook mogen draagen ,
die in cenige kerken van onze ilad
of van ons
Bisdom aangeftelt zijn , uyt zijnen eigen wille en
beweeginge, en zonder een billijke en regtmati-
ge oorzaak, zal hebben af te zetten ; dewijl hen
voor de kerken nochte voor de Parochi-luiden
niet oirbaar is tijdelijke Paftoors of VikariiTen te
hebben. Noch beveelen en belaften wy aan de
Land-dekens en opzïgters onzer ftede , wat naam
dat zy ook draagen, op de heilige gehoorzaam-
heit, en op de opfchortingvanhunne beciieninge
(die wy tegen hen allen en ieder in 't byzonder,
zoo zy onze beveelen niet en volbrengen, door
dit gefchrift uycfpreeken) dat ieder van hen
ons
alle Abdyen , Priooryen , Kloofters, alle Kolle-
giaale Kloofterlijke én Parochiaale Kerken, en alle
Kapellen of Dekenfchappen , nu of binnen een
maand, infchrift en mee naame zal hebben op te
geeven, en ons de naamen met het volle getal der
zeiven toe te zenden. Ook verbieden wy aan alle
en iedere Land-dekens en Opzigters onzes Bis-
doms, op de opfchorfing van hunne bedieninge,
die wy tegen hen allen en ieder in 't byzonder
uytfpreeken , indien zy dit tegenwoordig gebod
eenigerwijze komen tegen te gaan, dat niemand
van hen allen zich met d^e tiend^en, of met ietwes
anders dat tot ons regtsgebied en vierfchaar be-
hoort, zonder onze byzondere vergunninge, zal
liebbea te bemoejen : en by aldien zy zulks ko-
men

-ocr page 228-

224 Het Leven vatst

men te doen , dat ze van ftonden aan zullen zijn
opgefchort, en
al 'c gene zy ondernomen hebben
van geener waarde zal zijn. Wy herroepen ook
alle lail-gevingen, die door het Geregt van
'c U-
tregtfche Hof, of door iemand anders tot nu toe
gedaan zijn : en wy vernietigen en verklaaren
nietig en van geener waarde alle en iedere hande-
lingen die nadeezen, door wien dat het zy, uyc
kragte Van diergelijke lailgevingen in zaaken als
Om
door ondernomen zullen worden. En wy wil-

zij^ gebied ^^^^ ^^^ bevel , 'c wclke alhier in uwe te-

afgekun- genwoordigheit opentlijk afgeleezen en verkün-
digt is , door
alle ,en iedere Dekens en opzigters
onzer ftcde en onzes Bisdoms in alle de Kapitte-
len zal afgekundigt , en hunne mede-broeders,
ëe andere Priefters, ten dien einde byeen geroe-
pen worden: en wy gebieden en beveelen dat alle
Regenten, Priefters en VikariiTen pnzer ilede en
onzes Bisdoms een affchrift van dit ons Bevel zul-
len neemen, om het zelve Bevel in hunne ker-
ken op Zondagen en Heilige dagen plegtelijker-
wijze voor al het volk af te leezen , eh naarile-
lijk uyt te leggen: en op dat niemand voortaan zou-
de können voorgeeven dat hy van het bevel niet
geweeten heeft j dewijl het niet waarfchijnlijk is
dat iemand geen kennis zoude hebben van een
zaak die zoo plechtelijk en zoo opentlijk voor
ieder een wordt afgekundigt. Ter oirkonde de-
zes hebben wy goed- gevonden ons zegel, tot
bekragtiging van .ons bevel, hier aan te hangen.
Gedaan en gegeeven te
Utregt , in 't jaar onzes
Heere M.C. C. XCI. Vrijdaags na hetFeeft van
de heilige maagd en MartelareiTe
Agnes.

digc te
worden.

TWEE-

-ocr page 229-

Johannes SyrikI x2f

TWEEDEßRIEF

van

JOHANNES VAN SYRIK.

JOHANNES door de genade van Godc
en van den Apoftoliflchen Scoel BiiTchop van
ütrcgt, enz. Nadien wy volgens regt en re-
den goedgevonden hebben ulieden eenige or-
donantien , toc eer en lof van den Almogenden
Godt , tot zaligheit der zielen , tot het wel-
vaaren onzer onderdaanen, cn tot devrijheit der '
kerke en der kerkelijke perfoonen, door den in-
houd deezes bekend te maakcn > en daar noch.
eenige dingen by te
voegen en vail te ftellen, die
tot het welwezen en gemak der zelve onderdaa-
nen dienen: zoo maaken wy ul. dit alles door dcii
inhoud deezes bekend, willende dat gyl. hetzel-
ve plechtelijk bekend maakt aan onze onderdaa-
nen j en wy belaften en beveelen dat het aldus „ ,
bekend gemaakt zijnde ook ongefchonden zal on- ordoMil^
Verhouden worden. In den eerftcn beveelen wy tien
dat de
•^atde zeden der Geeilelijken, en wel zonderling «^er :
^er Priefteren , zullen verbetert worden ; dat ze ten^^vÏrtc'
^Itemaal in zuiverhcit en reinigheit zullen hebben jgj." ζιαε^"'

leven : op dat ze de heilige OfFcrande in de ten wor-
'^egenwoordigheit Gods met een zuiver harte en ^enj iiaczc
«en rein lichaam mogen opdraagen. Ook zullen
^y zich akemaal zorgvuldiglijk hebben te wach- hebben tc
^en voor 't gulzig drinken en voor alle dronken- keven ,
'chap. Wy beveelen ook dat het misbruik van «-^Ikande-
Tommige Geeftelijken tenemaal zal afgefchaft
worden; te weten dit, dat ze zich op fommige t teugen
li- Deel. P p^aac" tewi|eu.

-ocr page 230-

Het Leven va Ν

plaatzen onder het drinken tot gelijke teugen ver-
binden } zoo dat die tneeft gepreezen wordt die
een grooter getal drOnken maakt, en die de groot-
fte bekers kan lichten. Als ool^ dat de Geertelij-
ken, en voor al de Priefters, geen' wereldfche,
en voornamentlijk geen' oneerlijke hanteering of
koophandel zullen drijven, en zich ten hoogiten
wachten voor de Simonye, en voor alle foorten
niet'boven van woekeryen. (4) Wy verbieden hen fcherpe-
de dne jjjj^ g^g^^ ongeoorlofd geweer te draagen. Wy
verbieden ook ftrengelijk dat de Priefters niet bó-''
ven de drie gevaders zullen aanneemen om over
den doop van een kind te ftaan. Wy belaften ook
dat het hoofd tot drie maaien in het water zal
gedompelt (f) worden , ten waar dat het kind
te ilap en te krank of het weer te koud waar :
want dan zal het water met de hand des Priefters
op het hoofd van het kind gegoten worden j uyc
vreze dat het zelve door het indompelen, of door
de koude of groote iïappigheit, mögt komen te
ftikken cn te fterven. Ook verbieden wy den
Priefteren dikwils ter herberge (6) te gaan. Wy
verbieden dat geen Priefter de Mis zal hebben te

...........—- doen , ten zy dat hy alvoorens de Mettens en de

L^iSh?" Prrä^^ heeft geleezen. Ook zal een Priefter die
pJeegen in een dood-zonde gevallen is de Mis niet leezen
van lioet- als na dat hy alvorens heeft gebiecht. Ook moe-
ten de Priefters zulke klederen draagen, daar niets
op te zeggen valt als of ze te lang of te kort wa-
ren. Ook verbieden wy eenige toneel-ftukken,
kleed |aan; fchouw-fpelen of maskeraaden (j) in de kerken
of op de kerkhoven te vertoonen. Ook zal geen
eenen"da^ Priefter zich vermeeten twee Millen op eenen
doen, als1:n dag te leezen, ten waar dat eenige noodzakelijk-
Loogen heit van regtswege goedgekeurd Zulks mögt tbe-
Eood. laaten: en in zulken gevalle zal hy in de eerfte

Daczede
Simonie,
den wercld-
fchen koop-
handel , cn
dc kroegen
moeten
mijden:
geen
wapenen
draagcn:

gevaders
tot den
doop aan-
neemen»
iDat het
hoofd drie-
iTiaal moet
ingedom-
peJt wor-
den»
Dat de
Priefter
geen Mis
.moet doen
als na het
leezen zij-
ner getij-
den: en 200

vaardigheit
Dat liy
betaamlijk
moet ge-

-ocr page 231-

Johannes srrik.'

MiiTe na het nurtigeii van 't H. Bloed geen water
tot afipoelinge gebruiken. Ook zullen de Prie- omtrent de
fters der Parochiën het volk dikmaals vermaanen i^^erk mo-
dat als 'er iemand ziek wordt, dezelve by tiids

Γ.-Λ 11 , ·· toont

eenPrieiter moet ontbieden, om hem Zijne zon- morden,
den te biechten, en de Sakramenten der H. ker- De zieken
ke te ontvangen , de wel ken Wy willen dat Zon-
dereenig geld te eiiTchen bedient (8) zullen wor- by^dïdett
den; Ook verbieden wydat niemand het
Chrifma Priefter tc
of den H. Olie by een anderen BiiTchop als by ontbiedeni
ons zal haaien. Dat de Priefters hunne onderdaa-
nen ook verbieden de kinderen die gedoopt aiemngea"
moeten Worden , lang op te houden. Ook zal voor niec
gen vader of moeder zich verraceten zijn eigen i^oet ver-
kind ten doop te hejEFen. Daar-^en-boven verbie-
 q
den wy den Prieiteren en Rente-meefteren der oLn rlr-
kerken geene kelken , gewijde vaten of kerk-
gens te
cieraadenby de goudfniids (p) ofby anderen tot baaien als
pand te verzetten. Ook verbieden wy onder den ^rr^ijo
ban buitens tijds te trouwen , of heimelijke hu- vMUt°regt.
welijkenaan tegaan, en ookdezclvenby tewoo-
Geene
nen j alles onder de ftraffen in de wetten uytge- ge^ftelijkc
drukt. Ook zullen de koilers op zijn klerks ge- f^'Sln!
fchoren zijn : en wy verbieden den geenen die
De heime-
twee maaien getrouwt ziin geweeil, dat zè gee- Ijjke huwe-;
nekofterfchappen zullen hebben te bedienen, de- dijken «if-
wijl zy tenemaal verileeken zijn van hetvoorregt fnbuLns
der klerken , ten waar dezelven zoo fchraal en
tijds niet te
mager waren dat 'er de klerken niet van können trouwen,
beftaan ; en dat zal dan aan ons oordeel, of aan "
dat van onzen Officiaal gelaaten worden. Noch ^lerks
Verbieden wy dat de genen die hen zeiven te kort
gefchoorea
gedaan of aan een ftrop verhangen hebben : of zip.
die om hunne fchelmftukken gehangen, onthalft, ^^f^g^ "g
(lo) op een rad gezet, of op eenige andere wij-
kort ge~
ie ter dood eebragt ziin, in de kerken nochte daan, of

? % op

-ocr page 232-

2-28 Het Leven van

op de kerkhoven niet zullen begraavcn wordcii,
ten 2y dat
Zulks door Ons ofte door onzen Offi-
ciaal uyt een byzondere genade zal toegeftaan zijn.
Ook verbieden wy onder den ban, op heeter daad
verbindende , dat geen Deken of Opzigter zich
met de huwelijkfche zaaken in eeniger maniere
zal hebben te bemoejen, maar dezelven zal hebben
te zenden. naar de ftad Utregt, want daar woonen
v.eele geleerde cn.eryaaren'^ mannen.Ook verbieden
wy den leeken zich te bemoejen met de tienden
(ii)..der onbebouwde landen j begeerende dat de
zeiven geworden aan den geenen wien zy toebe-
hooren. Noch beveelen wy dat zoo wanneer een
Klerk pf een Priefter gevangen wordt genomen,
de kerkelijke dienften in zoo een Parochie op
ftaande voet zullen ophouden. Indien hy buiten
die Parochie gevangen wordt gebragt, zullen de
kerkelijke dienden in die Parochie daar hy ge-
gevangen zit insgelijks ophouden , ter tijd toe
dat hy losgelaaten zy, en aan ons en den gevan-
genen volkome voldoening zy gegeeven. Doch
ingevalle dat hy gedoodt of vei-dronken wierdt,
'z geene Godt verhoede, zullen de Goddelijke
dienften in het Land-dekenfchap, daar het feit
begaan is , tenemaal ophouden. Ook gebieden
wy onder den ban dat de woekeraars en andere
vreemdelingen die zich openbaarlijk met 't woe-
keren behelpen , en de openbaare fchacheraars,
ketters , ftoorders der kerkelijke vrijheit en
regts-pleeginge , en de vervalfehers van onze
munte of van onze zegels , of van de zegels van
ons geregt, ten zy dat ze tot den fchoot van onze
moederde heilige kerke wederkeeren en ontbon-
den werden , tweemaal in't jaar, te weeten den>
eerften Zondag van den Advent , en Zondags
na AiTchen woensdag j als 'er gezongen wordt,

Invo"

gereg-t ter
Sood ge-
bragc zijn,
mogen
geen

Jierkelijke
begraavin-
o;e o-enic-

O O

ten.

De Deken
isal zich
Tiiecbennoe-
jen met ele
huwelijk-
fche zaaken
maar de-
zelven naar
TJtregt
zenden.
By aldien
een Klerk
gevangen
of gedoodc
wordt,
moeten de
dienitcn in
■zoo een
Parochie
opIioLiden,

Dc open-
baare woe-
Jceraarsjcnz.
moeten
tweemaal
in 't jaar
afgekun-
Jigt wor-
den als in
den ban
vervallen.

-ocr page 233-

JOHANNNIS Syrik. zzp

Inwcavit me f, uyt onzen naame zullen afgekun-
digc worden als opentlijk in den ban vervallen.
Oofc zal men geen' oiFeranden van hen ontvan-
gen: noch hun de kerkelijke Sakranienten bereg-
ten,nochte de kerkelijke begraafFenisvergunnen.
Ook verbieden wy den leeken op den ban , op Dat de
heeter daad uyt kragre van dit gefchrift vcrbin- ^^^i^ken
dcnde , dat ze de klerken niet zullen hebben te wJield-^'^
dwingen om voor hen te regt te ftaan , nochte fche regt-
hunne goederen aan te ilaan, nochte zich met de bajikge-
verzoeninge der kerkhoven (ix) of kerken eeni- jj^
ger wijze te bemoejen. Ook verbieden wy vol- jf, jgj;] ij^^Q
komentlijk dat geene klerken of lecken de ker- ïlervea op
ken die door een watervloed, of door brand, of gedijde
op een andere wijze vernield zijn , zonder ons bj^r^ayen
verlof naar andere plaatzen zullen hebben te ver-
mogen
Voeren. En indien'er eenige kerken door zodaa· woidcn.
nige vervoering al geflieht zijn , zoo vermaanen
wy de geenen die het gedaan hebben op den ban,
(13) op heeter daad uyt kragte van dit gefchrift
v&i'bindende, dat ze ons na een maand, van dee-
zen tijd af te rekenen , over het voorgaande zul-
len hebben voldoening te geeven. Ook gebieden Hy doet
\vy dat 'er gebeden zullen gedaan worden voor
de vrede der ütrechtfche kerke, en voorde her- je hervor-"^

vorminge van den itaat der zelve kerke.....minge der

Ook verbieden wy op den ban dat niemand de Utregtfche
genen die in den ban geftorvcn zijn zal hebben te
begraavenj nochte ook iemand anders, die bui-
ten den ban is, zallaaten begraaven in de kerken
of op de kerkhoven die ontheiligd zijn, en daar
Vervolgens de kerkelijke dienften moeten ftil ftaan.
Ook gebieden wy dat ieder Paftoor zal hebben
de veerzen wegéns de BiiTchoppeiijke gevallen,
die door den Biflchop alleen , en door hooger

Ρ 3 niagt,

■f ^ heeft my amgeroepen^

-ocr page 234-

s30 Het L ε ν ε ν ν λ μ

magt , of door hunne gemagtigden können ver-
geeven worden: en deeze veerzen, raakende die
gevallen, zullen eerftindeLatijnfche taaie voor-
geleezen , en daar na in de moederlijke taaie aan
het volk uytgelegt verorden·

Zoo "Wie een maagd fchoffeert, zoo wie aan toverye
Of manflag fchuklig is, of heilig-fcbenderye,
Zoo me Hoedfchande pleegt, of durft een Prie-
fier ßaan

Of zijn belofte breekt ^ aan Go de zelf gedaan ;
Zoo ivie uit helfche luß komt Sodomy te fleegen^
Zoo wie by ongeluk zyn kind heeft dood gelegen:
Heeft iemand brand geflieht, of zyn geloof mis-

Of lafler tegen Qodt bal-oorig uitgebraakt j
Heeft iemand niet gefchroomt een valfchen eed te
zweeren,

Of zoekt een ketter tot de waare hrk te beeren,
Die moet zich geeven aan by zijnen Kerk-prelaat^
jian wien V vergeeven van aP die misdaaden
flaat.

Ook beveelen wy dat de Paftoors zullen maaken
te hebben den bevelbrief van Mijn Heer
Innocens-
tius IV". over het ban-vonnis , ftaande in de gee-
ftelijke Regten ; en dat zy denzelven uytleggen
in de moederlijke taaie : op dat hec volk mag
weeten hoe dat zy de geenen die door den Bif-
fchop in den ban gedaan zijn zullen hebben te
mijden» Dat zy ook maaken te hebben den Bevelr
brief, die van de
gceftelijke ftrafïen handelt, en
aldus begint :
Licet qui loquitur de avaritia Archi-
diaconiy Hoe wel dat de geene die over de gierigheit
"van den Aartsdiaken klaagt:
om den zeiven insge-
lijks aan de leek^n in
hunne moederlijketgaleuit

De gevaL
len voor
den Bif-
fchop op-
gehouden.

-ocr page 235-

Johannes S υiii Κ. 231

te leggen. Ook bevceien wy dat niemand zich in Niemand!
het doopen zal bedienen van het oude Chrifma^
of van een ander als wy hun , om mede te doo- ^ α\Γ
pen , gegeeven of gefchonken hebben, ten zy in
gevaar van fterven. En die anders zullen gedaan
hebben , moeten weeten dat zy het vonnis der
verdoeraeniiie op hunnen hals gehaalc hebben.

Wy beveelen dat deezeordonantien ongekreukt
zullen bewaart , en viermaal in 't jaar in iedere jo^n^uticn
Parochi - kerke door de Priefters op de ruil - en moeten
feeft-dagen afgekund igt , en naarftelijk aan het
viermanl ia
volk uytgclegt\vorden j het welke zy zullen doen
op Pinxterdag, op S. Michiels dag, op het feeft: fto^^af. '
der Beinijdeniite, en Zondaags na AiTchenwoens-
geleezen
tlag, als 'er gezongen word , Imocavit Me. Ge- worden,
daan en gegeeven in 'c jaar onzes Heere iip^,
op woensdag, daags ua S. Tiburtius en zijne ge-
itellen.

OVER HET GEVANGEN NEEMEN
OF DOODEN DER KLERKEN.

JOHANNES door de genade van Godt en van
den ApoftoliiTchen Stoel Biflchop van Utregt,
aan alle en iedere inChriitus beminde Kerk-pre-
laaten, Prooften, Aarts-diakenen, Abten , Ab-
diffen , Priooren , Priorinnen, Opzigteren, en
Land-dekenen , Plebaanen en Regenten, Kapel- ^
laanen, Priefteren, en aan alle anderen zoo Kler-
ken als Leeken onzer ftede , en onzes Bisdcms,
heil en zegen.

Wy hebben onlangs , gelijk gyl, weet, ter eére
Gods, en voor de rufte en 't welvaaren der vo,orr·
noemdej^gj-j^e^ alsook tot heil onzer onderdaa-
K^Wj eénige nutte en billijke Ordonantien laaten

Ρ 4, uyt-

-ocr page 236-

Het Leven van

uytgaan. Dewijl egter fommigen der zeiven,na"
mentlijk ontrent het gevangen neemen en het
dooden der Klerken, het opbreeken der kerkelij-
ke brieven, het ilooren der geeftelijke regieren,
en ontrent de veelvuldige verhinderingen derker-
Icelijke regts-pleeginge , hoewel die om de uyt"
fpoorigheit der gemelde misdaaden naar de bil-
lijkheit opgeftelt, en lijdelijk genoeg waren, aan
eenige Edelen en Overigheden al te hardgefchee-
nen hebben : en dewijl zydikwils en zeer ernftig
Eeniae der ^^ aangehouden hebben dat wy die ordonan-
yoornoem. tien om de gemelde redenen wat zouden verzach-
'de ordo- ten : zoo is 't dat wy , hoopende dat hoe wy te
1'ekkelijker zijn in hunne bede in te willigen, zy
ommiecn ^^^ te vlijtiger zulIcn zijn om de voornoemde mis^
daadcn en verongelijkingen door hen zeiven en
door hunne bedienden te beletten , of als ze bc'·
dreeven worden, 't geen Godt verhoede , ona
zorg te draagen dat ze dan naar den eifch geboet
werdenj zoo is het, zeg ik, dat wy goedgevon-^
den hebben de gemelde ordonantien op de vol-
gende wijze te verzachten, zoo nochtans dat de
reft in zijn volle kragt zal blijven. Wy beveelen
dan voor eerft , dat by aldien een Priefter of een
Klerk gevangen wordt genomen , de goddelijke
dienden in zoo een kerke, onder dewelke hy ge-
vangen is , zullen ophouden. En by aldien dat
hy van die Parodiie-kerke naar een andere ver-
voert wordt , zoo willen wy dat de goddelijke
dienften in de laatfte kerke , zoo lang als hy on-
der dezelve gevangen zal zitten, zullen ftil ftaani
als ook in de Parochi-kerke, daar de geene die
hem gevangen heeft
genomen zich zal ophou-
den. Doch indien hy gedoodt wordt , 't geen
<5odt verhoede, zullen de dienften in de Parochi-
Qnder dewelkg 2.00 f^a^uyetod fpegaaa
■ - Τ is^

jen
te hard
fchcenen ,
worden
wat ver-
.aagt.

-ocr page 237-

Johannes Syrik. xj^

is, als ook indieparochi-kerk ofparoclii-kerkenj
naar dewelken de misdaadigen geweeken zijn,
insgelijks opgefchort blijven. En noch doen \vy
Zodaanigenbooswigt, of zodaanige booswigren,
mitsgaders hunne medcftanders, en die hun huis-
vefting of raad en daad geeven , uyt kragte vän
dit géfchrift in den ban; willende dat zy zoo lang
afgckundigt werden, tot dat zy Gode, Ons en
de Kerke, mitsgaders den beledigden behoorlijke
voldoening zullen gegeeven hebben > en dat zc
verdienen door onze goedheit ontilagen te wor-
den. Daarenboven aangaande de ordonantie, voor-
hene door ons gemaakt , tegen de ftoorders der
kerkelijke regtspleeginge, of die dezelve na dec-
ken eeniger wijze mogten ftooren , 't zy met
de brieven op te breeken, 't zy met de boden of
beftelders der brieven te quetzen , gevangen te
neemen , op te houden, of met hen te befchadi<»
gen, te verongelijken of te quellen, zoo als bree^
der in dezelve ordonantie ftaat uitgedrukt , dit
verzachten wy in dit punt: te weeten dat de Pa-
rochie, onder de welke zulk een geweld , onge-
lijk of ilooring komt te gebeuren , of daar de ge-
melde quaaddoenders zich mogen ophouden, niet
^al gehouden zijn de kerkelijke dienften te ftaa-!
ken.

Daarenboven, nademaal de kerken een fchuil- y^n
plaats en een toevlucht der misdaadigen zijn, en vryh^ic der
dat het de gewoonte en de plicht der menfchen ^^rken.
^s , aldaar om de vergiffenis hunner zonden te
t^idden, zoo verklaarcn wy door den tegenwoor-
chgen bcvelbrief dat de kerken en de kerkhoven
(14) hunne vryheit moeten behouden, en dat de
geenen die hunnen toevlucht tot dezelven nee-
ΐΏεΠϊ daar met geweld niet mogen uytgetrokken
^'ordenj ten waar dat ze in of tegen <Je gemelde

i* Γ kerï

jJ

-ocr page 238-

2|4 Het Lefen fan-

icerken of kerkhoven gezondigt hadden ; want
in zulken gevalle zouden zy te vergeefs hoopen
op de hulp der kerke , die regens de kerk zelfs
komen te zondigen. Of ten waare dat het open-
baare roovers waren, of dat ze op de velden by
nacht hadden gaan geweld pleegen, en ftrope-
ryen aanregten , gelijk ook de zodaanigen die
op 's Heeren wegen rooven , en die het gezaai
der genen die hun niet ten dienfte ilaan verbran-
den en vernielen. Anders moeten de misdaa-
digen, die hunnen toevlucht tot de kerken nee-p
men, de vryheit der zeiven genieten j tevi^eeten
zoo verre dat ze om hunne misdaaden niet mor-
gen gedoodt nochte verminkt, maar wel anders-
, zins naar den eifch der wetten geftraft worden.
Ook gebieden wy op den ban aan alle Klerken
Prlefters en ^^^^ onzes Bisdoms dat ze op zijn Klerks

KlerkÏÏ oj gcfchoren moeten gaan j en dat ze ongeftreepte
zyii klerks' en kleine doch eerlijke en Priefterlijke klederen
gefclioreii zullen hebben te dräagen , om door hunne kle^
mofirf^'^' ding en door 't fcheeren van hun hair van delee-
ggjy^ ken onderfcheiden te können worden. Ook ver-
bieden wy op den
ban aan alle Klerken onzer fte-
de en onzes Bisdoms dat ze zich niet zullen heb-
ben te verftouten enige verbodene wapenen te
Datzegecn verbieden wy dat niemand zalheb^

yeibodOT " ben te trouwen qp de verbode tijden "j te w^ee-
wapenea ten, van den eerften Zondag in den Advent, tot
^faagen, ^gn achtften dag na drie Koningen , en van den
Zondag die veertien dagen
voor Vaften-avonds
Zondag komt, tot den achtften dag na Paaflchen:
en eindelijk van den
Zondag die voor Chriftus
Hemelvaart komt , tot den Zondag van de H.
Drievuldigheit , alle de ger^ielde dagen daar in
begreepcn. Wy verbieden ook de heimelijke hu-^
weüjken, en wiUcn nm d^t immd éezeïven zal
^ by:

-ocr page 239-

JpHAÏiNES SyRIK. 2$f

by-woonen, op de ilraffen in de regten uytge- ijejna^^
'drukt. Ook verbieden wy noch andere heimelijke lykehuwc^
huwelijken; verilaande daar door zodaanige hu- ^yken
"welijken dewelken worden aangegaan zonder voor ^"Mcnj
afgaande af-kundigingcn of geboden , die eeril
door de Priefters in de Parochi-kerken opentüjk
moeten gedaan worden. Ook verbieden wy wel
uytdrukkelijk dat geen Klerk of Priefter eenige
vreemdelingen zal hebben te trouwen , of hun
bruiloft by te woonen, ten zydat'ergenoegzaa-
me verzekering door opene bi-ieven of door ge-
loofwaardige getuigen ingekomen zy dat de par-
ty , of de partyen d^ewelke begeeren te trouwen,
ergens anders niet getrouwd zijn, nochte penig
Wettig beletzei hebben.

Ook verbieden wy uytdrukkelijk dat men aan j^jemaHt:
geen' vreemde en onbekende klerken , die zich moet toe-
yoor Priefters, 't zy van onze eige ftad en Bisdom laaten wor-
'tzyvaneen ander Bisdom, uytgeeven, verlof zal den om de
hebben te geeven om den heiligen dienft te doen, JJeV^ten
ten zy dat zy goede blijken van hun Pricfterichap zy dachy
toonen. Ook gebieden wy wel fcherpelijk, en wettig be-
op de deugd der H. gehoorzaamheit, aan alle en
iedere Regenten en Priefters dat ze behalven de Prjefterisa
punten des geloofs , noeh het
Vader ons tx\ het
Gdoof iederen Zondag in hunne Parochi-kerken De voor-
op een verilaanbaare wijze en in de moederlijke mamfte,
taaie aan het volk zullen hebben uyt te leggen,
en dat ze daarenboven eens in de maand, of ten mjten aljc
ininilen drie of viermaal in 'C jaar, de Tien ge- Zondagen,
fcoden , en de feven Sakramenten der Η. Kerke ende tien
op dezelve wijze, en ook in de moederlijke taaie,
aan het volk zullen verklaaren. De tien geboden SramSi^
2.00 als die in het Boek
Exodus ftaan, zijn de vol- ten fom- '
gende :
Gy zult geen^ vreemde Qoden hebben: Gy, ^Y^®
ψΜ dm nam wn dm Hesrs uwen Qodt niet ydelijk

-ocr page 240-

Het Leven van

aannemen. Gedenk den Sabbatdag te heiligen : Eert
uwen vader en uwe moeder: Gy zult niet doodßaan:
Gy zult geen overfpel begaan: Gy zult niet fleelen: Gy
zult geen valfche getuigenis tegen uwennaaflen geeven :
Gy zult het huis van uwen naafien niet begeeren: Gy zult
niet begeeren de huisvrouw uan uwen naaflen:
enz.On-
Vyf fioodi- derde Sakramenten der Kerkezijn'ervyfdienoot-
gc
Sakra- zakeljjke genoemt wordcn, en twee die ter keure

moederlij-
jke taaie

voorge-
draagen
gorden»

' dit zijn de vyf noodige :

Om wat

SSvry-" der Chriifenen ftaan

mllige

Het Doopzel , het Formzel, de Boetvaardigheit,
het Lichaam des Heere, het laatfle Olyzel.
De twee
eigenwillige zijn:
het Priefleffchap en het Huwe-
lijk.
Zonder de noodige Sakramenten kan een
xnenfch ter zaligheic nicc komen, te weeten in-
dien dezelven uyc verachtingc achter gelaaten
worden. Wy vernieuwen ook mits deezen de
verkondiging van den Bevelbrief, fl,aande in 'c
^^eeiieliike regtboek
extra , rakende de geeftelij-
. ce fbrafifen , den welken wy al voordeezen heb-
ben bevolen te verkundigen. En aangaande de
ordonantie voorhenen door ons uytgegecven 3 te
weeten dat geen Priefter zich zal vermeeten twee
MiiTen op eenen dag te leezen, ten waar dat ee-
redenai dat nigc noodzaakelijkheit van regts wege goedge-
'ertwee keurd zulks quam toe te laaten, dezelve verftaan
AiiiTen op wy in deezer voege : te weeten , uytgezonderd
Sïtei?^ den Kersdag} en als 'er een lijk voorgevallen j of
-deezen cen magtig Heer overgekomen is , om welke re-
denen dat'er vfeer Mismoet gedaan worden. Dee-
ze onze ordonantièn ,
beneffens de ouden voor-
heene door ons uytgcgeeven, willen en begeeren
wy dat ongekreukt zullen achtervolgt, en in ie-
dere Parochie
bewaart\werden. En wy beveelen
op den ban dat alle
Regenten of Vikariifen in de
Parochiën woonende , dezelven viermaal in't jaar,
|iaar d^t het beft gelegen zal komen, zullen heb-
ben

-ocr page 241-

J ο η α ν ν ε s S υ r i IC. 2 B /

ben af te kundigen , en naarftiglijk aan het volk
uyt te leggen. Gegeeven te Utregt in 't jaar on-
les Heere 1294, op den vyfden dag na het feeft
van den H. Apoilel Andreas.

ORDONANTIE

F ^ Ν

petrus

KARDINAAL van S. JORIS5

τ

JToor de Geefielijkheit v.an de Stad en
van het Bisdom van Utregt.

Ρ Ε Τ R U S door de goddelijke genade Kardi-
naal Diaken van S. Joris
ad 'velum aureum^ Af-
gezant van den Apoftoliflchen Stoel, aan alle dc
Geeftelijkheit der Stede en des Bisdoms van U-
tregc, heil en kondfchap deezer onzer verbände-«
linge, die ten eeuwigen dage moet dunren.

Hoewel dar wy alle Chriilus geloovigen , en
Zonderling degeenen die tot het genootfchap vaa
2iijne magt geroepen , en onze zorge door den
Apoftoliiichen Stoel toebetrouwd zijn, meteen
byzondere genegendheit moeten beminnen j zoo
moeten wy egter , wanneer zy eenige uitfpoori-
ge misdaad bedrijven, des te zorgvuldiger op-
paiTen om hen te beftrafFen , hoe dat hun quaad
gedrag den luiiler der kerkelijke waardighcie
meer komt
te bezwalken.

Het

-ocr page 242-

Heï Leven taii

De Gcefte- Het is ons ter ooren gekomen hoe dat eenigèti

lijken van van ul. de luften des vleefches niet intoon:iende

zich niet ontzien opentlijk by-zitten te houden,

en veele andere uytfpoorigheden te bedrijven, die

de oogen der Croddclijke Majefteit vergrammen,

en aan de anderen tot een voorbeeld ten bederve

verllrekkén. Dewijl het dan de pUgt onzer zorg-

vuldigheit is^ hier tegen te voorzien door zodaa-

nig middel j als wy in den Heere dienftig zullen

oordeelen, zoo belaften wy door den tegenwoor-

opgefchort, Bevelbrief, met raad en overleg van den

CU zoo ZV"

zich binnen BiAchop eü de Prelaaten der Utregtfche Kerke,
de 20
dagen dat geen Klerk der ftede en des Bisdoms van U-
niet enbe- tregt , op de ftraflfen beneden uyrgedrukt, zich
voortaan zal vermeeten opentlijk een by-zic te
houden. Daarenboven Moorden zy opentlijk ver-
maant, die fchendige by-zitten binnen
zo dagen,
van de verkundiginge deezer ordonantie af te re-
kenen , te verftooten, zonder dezelven of dier-
gelijken oit of oit weder in te neemen. Anderzins
Zoozy dan zullen zy op heeter daad van regtswege van hun
noch hard- ampt en bedieningc opgefchort zijn. En in ge-
nekkig valle dat zy zich dan noch niet komen te bete-
zulleïz'v ' moeten zy weeten dat ze na verloop

hunne be- van 10 dagen in den ban zijn vervallen ; en dat
dieningen hunne bedieningen open gevallen , en de begee-
ving der zeiven volgens den inhoud der wetten
aan de Overigheit is vervallen. En ingevalle dat
hunne ongeregeldheden
evenwel noch onverbe-
terd blijven , zullen zy van de goederen die zy
bezitten , niet tegenftaande het tuflchen-komen
van een beuzelachtige beroepinge, berooft wor-
den : op dat de geenen die van het quaad niet af-
gefchrikt können
worden door de vreeze Gods,
van het zelve ten minfte afgefchrikt werden door
de ftrengheit der kerkelijke tucht. En nadien het

getal

Utregt
■worden
vermaant
hunne by-
zittcn te
verftooten,
zulleDtle
anders van
hunne be-
dicninge

teren, in
den ban
gedaan
worden.

verliezen»

-ocr page 243-

Johannes Syrik:

täl van hunne eerlooze kinderen in het Bisdom Zodaanl»?
Van Utregt al
zeer is vermenigvuldigt , zoo wil- baftaarde'n
ien en beveelen wy dat geene kinderen van kier- i^uyten <k
ken by het leven van hunne vaders voortaan eé-
nig kerkelijk am pc (if) in den Dom, of in ee- gen geflo-;
nige kerke van de ftad of van het Bisdom van ten»
Utregt j zullen mogen bezitten, als door toelaa-
tinge van den ApoftoliiTchen Stoel, dewelke uyt-
drukkelijk gewag zal maaken van zodaanige een
vergunninge. ... .en wy hebben goedgevon-
den dat ze voor die reize verfteeken zullen zijn
van het vergeeven der kerkelijke ampten, op dat
de kerk van Utregt geduurig meer en meer mag
aangroeien En op dat de roofgierige wolf geen'
gelegendheit mag hebben van de fchaapen die
DeHarfers
Zonder harder loepen aan te randen, hebben wy ^i^cten bj
door de tegenwoordige ordonantie met den raad
der Utregtfche kerken vaft geftelt, dat zy voor- blijvea»'
taan geduurig by hiinne fchaapen zullen blijven
woonen. Anderszins, zoo wie zich zonder ver-
lof van zijn Kapittel, en buiten de geoorlofdc
gelegendheden, van huis zullen begeeven hebben,
die zullen na twee maanden uytblijvens van hun
Dekenfehap van regtswege vervallen zijn : ende
Kanonnikken der zelve kerken zullen anderen,
die zy voor eerlijke en bequaame luiden kennen,
tot hunne Dekens verkiezen. En na deezen zal
'er niemand tot het Dekens-aropt in dezelve ker-
ken verkooren worden , of hy moet alvorens
.Xweeren dat hy zijn verblijf aldaar in perfoon zai
houden-

AAN-

i

-ocr page 244-

AANTEKENINGEN.

i. Het is zeker dat dé roovers en onregtvaardige be-
zitters van kerkelyke goederen verdienen geftraft en des
te zwaarder geftraft te worden,hoe dat het een vuilder
en
verfoeyelyker zaak is de handen te flaan aan zodaa-
nige goederen die tot verrigting van den goddelyken
dienit gegeeven en gefchikt zyn'. En men weet hoe dat
'er altijd wereldfche Vorften zyn geweeii , dewelken
van Godt en zyn gebod niet weetende , zich niet ont-
zien hebben de kerken en kerkelyke Dienaars kaal en
berooid te maaken , om den grooten Heer op het kerken-
goedte fpeelen. Agobardus klaagt hier zeer over in zijne
Verhandelinge van de bedieninge der kerkelyke goede-
ren 5 en kan het niet harden dat wereldfche menfchen
de kerkelyke inkomften in hunne zak fl:eeken,om daar
een groot getal van knegten, wat knegten! ja van paar-
den en van honden op te houden , om hunne luften te
voldoen, om'erop te teeren en tefmeeren, eneindelyk
om het te verfpeelen , te verdobbelen ofte vertimmeren.
Dit is alles de zuivere waarheit: maar't is ook Λvaar
dat de Geellelyken zelfdoor hun onllichtelyk gedragen
door hun ongebonden leven dikwils gelegendheit tot dit
quaad gegeeven hebben. Mezerai getuigt in zijne Hi-
ftorte
{in Klotarius II.) dat de menfchen ziende dat de
Biiichoppen hunne kudde niet op en paften, maar liever
geiladig en flaafsgewijs het Hof volgden , dat ze den
walg van de Chriftelyke deugden en van hunne bedie-
ningen hadden,dat zealzoo verzot en verflingertwaren
op de wereldfche vermakelykheden , weelden en wel-
luften, en zich alzoo diep in de wereldfche beilommer-
iiiiTen ftakenals deflimftevan de wereldlykemenfchen :
dat ze zoo wel, hoveerden en banketteerden , gailen en
braften, ter jagt en krijg gingen , en alzoo koftelyk
gekleed moeiten gaan als de
Leeken: dat de menfchen,
zeg ik , dit alles ziende alle eerbiedigheit voor de Gees-
telyken verlooren, en begonnen te denken dat zy ten
minde zoo veel goeds met de kerkelyke rijkdommen
houden doen als zodai^nige Priefters en Biiichoppen : ea
als het kerken-goed doch
ï-oo verflempt en verquift
moeft worden, dat dit
verquiften den Leeken tenminfie
7.00 wel voegde als den Geeitelyken.

a.Dit

-ocr page 245-

Aantekeningen op Joh. Syrik. 241

■BSB

2. Dit mijden van de geenen die in den ban vervallen
waren is voor dezen al wijd, enmiiTchienwelaltevsrijd,
gegaan : die met zoo een de minüe gemeenfchap in
eeten, drinken, fpreeken enz. had gehouden, had den.
ban op zijn' hals : dat mocht noch heene gaan. Maar
die met den lellen wederom had verkeert, gefproken,
gegeten, gedronken, gereiil, enz. die w^as ook in den
ban vervallen. En zoo kon het gebeuren dat 'er hon-
derd gelyk , en noch veel meer , teiFens en op eeneii
tijd, zonder dat ze eenig ander quaad gedaan of in 't zin
gehad hadden , in den ban betrokken wierden. Deeze
honderd, of zoo veel meer als gy wilt; moeften al we-
derom op dezelfde boete gemijdc worden. Wat konden
die door hunne befmettelykheit wederom al nieuwe
bannelingen voortbrengen ? Want zoo een ban , gelyk
men ziet, en niet alleen de ban , maar ook de banne-
ling zelf waren , naar de gewoonte van dien tijd gefpro-
ken, inderdaad befmettelyk. Onder anderen is het zoo
toegegaan in die bedroefde en meer als doodsvyandelyke
krakeelen tulTchen Gregorius VII. en Henrik IV^. Gre-
gorius had den K'eiier , en al de geenen die
eenige ge-
meenfchap, 'tzy
in eeten, drinken, praaten , of waar
in het zyn mögt, met den Keizer zouden houden, in
den ban gedaan. De Keizer en die 't met hem ftonden
hielden deu ban voor onwettig en kragteloos, om dat
ïe op geen regtmaatige wijze gedagvaart, noch onderzogt
noch van eenig fchelmftuk overtuigt waren. Zyblèeven
dan de oude gemeenfchap met den Keizer houden. En
aldus, zegt Chr. Lupus, («2
Concil. part. 5. pag. 121.)
is het getal der Bannelingen s'jaarlyks grooteren grooter,
en eindelyk ontelbaar en oneindelyk geworden. Hoo-
ger kon het niet loopen, zou iemand denken: maar 't
liep evenwel noch hooger: want na dat'er een Tegen-
Paus onder den naam van Klemens III. was gekozen,
cn dat Philippus Koning van Vrankryk ook in den ban
^vas gedaan, ging het bannen eerft voorgoed aan. De
eene party behielp zich zoo wel met deze bannen als de
andere: en dewijl ieder het befte regt meende te hebben,
wierd de eene party, door de ftoutigheit in het bannen
^an de andere party , als getergt om geduurig nieuwe
bannen uyt te donderen. Hier over verdienen de ziel-
roerende jammerklagten van Sigebertus vanGemblours
cn van Yenericus Bißchop van Vercel Ie gehoort te wor-
P. D£el. Q den;

-ocr page 246-

142, Aantekeningen

den. De magt van den ban uyt te ipreeken wierd fchen-
dig misbruikt : ieder ging in dat banfpreeken maar té
rade met ^ijne eige palTie: en zoo wierd 'er geen werk
van eenigen bangemaakc: daar waren ook verfcheiden
onpartijdigen, die geen ïijde koo'z.en, en de bannen vau
de eene party
loo weinig achten, als die van de andere
party. Maar wie zou gedagt hebben dat Gregorius VIL
op dit ftuk noch opfpraak zou lijden van al te groote
•toegevendheit; ja van een ketteriche nieuwigheic? Eg»
ter heeft hy die opfpraak geleden, en is 'er wel dapper ■
over gefcholden door den beruchten Kardinaal Benno.
Gregorius de oogen eindelyk geopent hebbende voor
alle de onheilen en rampen die uyt zoo menigvuldige
bannen dagelyks voortquamen, had cenOrdonantieuyi-
gegeeven
{in ConciL Rom. fnb i^reg. Vil. o. iv.) dat
de Huisvrouwen, Boden, Dienftmaagden , Slaaven en
Knegten,. ja al' die geen' Hovelingen waren,daarenbo-
ven die onwetend met zoo een banneling hadden om-
gegaan , en meer anderen, door het handelen met den ban-
neling in geen' zonden zouden vervallen. En hierin zal
hem niet ligt ongelyk gegeeven worden. Maar Benno
begreep het anders , of wilde het anders begrijpen. Hy
gaf dan voor dat de befmettelykheit van den ban zoo
kragtig enonmijdelyk was , dat zelfs de RoomfchePaus
de magt niet en had om zich zeiven of iemand anders
daar Vi^n te bevrijden. Onder anderen beroept hy zich
op het voorbeeld van Anaflafius II. van wiens gemeen-
fchap veele Roomfche Priefters en Geeftelykenzich ^f-
gezondert hebben , om dat hy gemeenfchap had gehou-
den met den beruchten Acacius enz. Maar Betmo
maakt fomtijds van alle hout wapenen om Gregorius te
bevechten, Vorders wierden de Pauzen wel gedwon-
gen om deeze befmettelykheit van de bannen wat te
fluiten: want veele menfchen,-dewelken nergens zoo
bang voor waren als voor een
ban, en die inde landen
van gebannene Koningen of BiiTchoppen woonden, trok-
ken het land uyt, om door den ommegang met de ge-
bannenen niet befmet te
worden. De Leeken verlieten
hunne huizen ■ de
Monnikken hunne klooiiers, de Vrou-
wen haare Mannen , de Kinderen hunne Ouders , en
gingen in een uyterfte
armoede, en in een behoeftigheit
van alles, achter het land zwerven en dooien,
om den
ban te ontvluchten. Zoo doende zouden de Fa^m
• . wel

-ocr page 247-

op Johannes Syrik. 145

Wel haaft een Leger van Bedelaars en Landloopers tot
hun' aanhang gekreegen hebben. Zoo heeft dan · rba-
iius 11. een Órdonantie gemaakt, ßaande in het Dekreet
Van Ivo Biffchop van Chartres:
{part. 14. f. 45.J datdc
geenen die alleep naar het lichaara mäar niet met hunne
genegendheit onder ds gebaménen woonen ^ enniet deelaehtig ^
■ω orden aan hunne Sakramenten ^ van het lichaam des Heere
niet moeten afgt weert -vjorden
Pafchalis II, Tchreef ook
in een brief aan «aeberardus ßiffchop van Konftants eii
aanOdorigusBiüchopvan Paiïau
{Ep.iz.) ά^ι todaanigs
Kierifchen een yver zonder wetenfchap hadden .... endätze,

niet verdienen geprezen te worden d e in 'i midden van een
quaad en ondeztg. nd volk , zoo noemt hy de hannelmgen ^
fiiet können woonen......

2. Inden 8 kerkregel van de derde Latei;aanfchekerk-
vergaderinge word bevolen dat de kerkelyke ampten
niet ianger als fes maanden mogen open (taan; of daC
^nderfins de begeeving, die door den Biflchop moeit ge-
schieden , aan het Kapittel, of die door heü Kapittel ge-
^an moed worden, aan den ßiiTchop zal
vervallenzyn.
Doch indien ze altemaal nalaatig mogten 2.yn in de open-
ftaande ampten op hun' tijd te vergeeven ,dat het regt
van vergeevinge als dan vervallen zal zyn aan denMe-
iropolitaan. Eu moet geweten worden dat dit ookiiet
op den Patroon, dat is die het regt heeft van iemand tot
ïooeen kerkelyk amptvoor te ftellen : want ind^nί,οο
een Patroon een geeftelyk Perfoon is, en langer als fes
niaanden fukkeltmet een bequaam perfoon voor te draa··
^en, is hy , volgens eenige Regels van het geeilelyke
Regt-boek, 7,yn regt voor die reize quyt, en het ftaatden
^ergeever vry iemand naarzyn eigen goeddunken aan te
ftellen; doch is hy een Leek,
dan heeft hy maar vier
piaanden tijd om iemand voor te draagen , of zyn regt
voor die reize ook vervallen aan den vergeever
{in
^· mico de Jure Patron, in
ó.) En de kerk heeft xeker-
jyk redenen gehad om diergelyke wetten tegen het open-
gaan der kerkelyke ampten te maaken : want onder
^leer andere ongemakken isdit'hetgeringfte niet, dat de
^oningen op veele plaatzen deinkomiten deropeniiaan-
"ekerken in hunne zak ftaken: en dewijl diewinftmeer
^n meer aanzoete,gebruykten zy allerhandekunsjes om de
^erkjezingen
te verfchuyven. Dit konden zy des tege-
tiiakkelyker doen, om dat men doorgaans zonder huti
Verlof tot geen' verkiezing mögt treeden»

Q a 3. De

k

-ocr page 248-

142, Aantekeningen

3. De woekery is al een oude quaal in de kerke. S.
Auguftyn (
in Pf. 54. ) klaagt 'er met een openhar-
tige vryborftigheit over , dat ze by zijnen tijdzoogemeen
was , en
too opentlyk zonder eenige ichaamte gepleegt
\vierd,dat de Woekeraars eenaanzienelyke Maatichap-
py en een ganfch genootfchap der fteden uytmaakten:
en dat ze den Keizer een gedeelte van hunnen woeker
opbragten. Maar het ergile van allen is, dat het ook
noodig is geweeft de woekryender kerkelykeperfoonen
door de wetten der kerke te beteugelen.
Indien bevon-
den wordt ^
zegt de Synode van Elvire {Can. 20.) dai
iemand der perken gewoekert of woekker getrokken heeft,
die verflaan wy dat afgezet en -van de Tafel des Heeren
gevjeert zal morden.
Maar de Lecken konden volftaan
met beterfchap te beloven :
doch indien ze bleeven woe-
keren.,
zegt dezelve Synode, zouden ze ook van de kerke
afgefneden worden.
De eerfte Synode van Arles wil ook
dat de kerkelyke Bedienaars die zich met woekeren be-
helpen afgefneeden zullen worden. Maar ter gelegend-
heit van dit woekeren der kerkelyke perfoonen ftaat
hier te bemerken dat de Biiïchoppen het woekeren
der Leeken zoo opentlyk niet durfden veroordeelen,
of ten minde door geen' al te fcherpe ftrafFe beteu-
gelen , om dat de wetten zelf en de regten, gelyk S.
jAug. in zijnen 54 brief getuigt, den woeker betaalt
wilden hebben. Eenige kerkvergaderingen, als de
eerfte van Arles , die van Nicea , van Laodicea, en
fommige Pauzen als van Leo, Gelazius enz. hebben wel
beftaan het woekeren der kerkelykeperfoonen, omdat
2y daar meer over te ζ eggen hadden, door zwaare flraf-
fen in te toornen : maar tegen de Leeken durfden zy
ïoo opentlyk, en door het opleggen van ftraiFen, niet
aangaan.
Dat is zekerlyk geen groote lof voor Chrifte-
ne Keizeren,daar de woekery zelfs onder degefchikften
der Heidenen voor een verfoeielyke vuiligheit aangezien
is geweeft. Beter lof is hetvooronzeHeidenfche Voor-
ouders, de Hoogduitfchers, by dewelken het woekeren
volgens Tacitus
{de Morib. Cerrnamr.) een onbekende
iaak was, zoo dat het door geen wetten behoefde be-
teugeldt te worden.

4·· Dit is een van de kerkgewoonten, dewelken ge-
lyk in meer andere
voorvallen gefchiedt, door de kerk
pniwettige redenen verandert mogen worden, en ook

::1

-ocr page 249-

ö ρ Joh annes S γ rik." 'i4f
al dikwils verandert zyn. De geheele oudheit fpreekf
van een drievoudige indompelinge. Eunomins is de eer~
fte geweeft, of is althans voor den eerden bekend, die
een enkelde indompeling heeft willen invoeren : hoe
wel dat Zozomenus hem deswegen vry keurt , en de
ichuld aan twee van zijne Leer fingen toefchryft; doch
Theodoretus (tó. 4.
Heret. Fabul,) Lt^t uytdrukkelyk dat
hy een wet gemaakt heeft voor een enkelde indompe-
linge. Maar dat overgefiaagen ^ hy is daar in door de
Katolyken tegen gefproken , eti de drievoudige indom-
peling in flandgebleeven. Maar als de Gotten in Spanje
gedrongen en daar meeiier geworden waren, hebben de
Katolyken, ziende dat de Gotten de drievoudige in-
dompeling misbruikten als of daar door een drievoudige
natuur in de H. Drie-eenigheit betekent wierdt, een begin
gemaakt van den Doopeling maar eens in het water te
dompelen. Deeze verdeeldheidt heeft geduurt tot den
tijd toe van Koning RichareduSj dewelke Katolyk ge-
worden zijnde,en meeft de andere Gotten door zyn voor-
beeld ook bekeert hebbende , de drievoudige indompe-
ling, als eenigfins
naar het Ariaandom ruykeiide, in een
enkelde wiide verandert hebben. Doch de Gotten wil-
den daar niet naar luifteren, hielden zich aan hunne ou-
de gewoonte, en beriepen zich op het oude gebruik der
R. kerke. Men heeft daar over gefchreeven aan Grego-
rius I. en deeze H. Paus fchreef wederom dat beide die
manieren goed en wettig waren , en dat ieder een
goede betekening had : maar hy belaft hen evenwel de
drievoudige indompeling af te fchaöen: want het zon
anders ftaan , zegt hy, en zy zouden'er op können roe-
men , dat ze het tegen ons gewonnen hadden. Doch
de Gotten v/aren niet te verzetten : riet berfte byna , of
Zonder byna, tot een fcheuring uyt,gelyk uyt de klag-
ten van de vierde kerkvergaderinge van Toledo
{c.<j.)
te befpeuren is. Eindelyk hebben de Voorftanders van
de drievoudige indompelinge , om een ejnde van het
krakeel te maaken , koop gegeeven , en zich met de en-
kelde indompeling vergenoegt. Doch de Ariusgezin-
den ftonden al even ftyf op hun ftuk : en mogten van
geen enkelde indompelinge hooren fpreeken. Eindelyk
als de Ariaanfche kettery'in ganfch Spanjen uytgeftor-
ven en lang vergeeten was, hebben de Spanjaards, die
nu geen' Ariaanen te ontzien hadden , wederom drie-

Q 3 iiiaal

-ocr page 250-

142, Aantekeningen

maal beginnen te dompelen : eu dit was ook de gewoon-
te van de ganfche kerk. Maar de gemelde verandering
der Spaanlche kerke, te weeten het veranderen vaneen
drievoudige in een enkeldc indompeling , heeft onder
veele Katolyken van andere landen al groote opfpraak
geleden De vermaarde Alcuinus Flaccus isdaarkrag-
tig tegen uyt gevallen,
{Ep. 69. adClerum Ecclef. Lugd.y
leggende dat Spanje van ouds een Teellter van Ty-
rannen was geweert , maar nu een Teeifter van kette-
ryen was geworden. Hy zegt onder anderen dat de
brief,van Gregorius den Grooten , daar zy op roemen,
in het boek van zijne brieven niet te vinden was. Zyn
ganfche briefis vol vuur en vlam tegen
de enkelde indom-
felmg Ep.
81. Ziet eens, zegt hy ineen anderen brief,
het ouds- Serpent tracht zijnen kop, die niet door de knodze
•van een H'ercules maar door die van ''t Evangelie verplet-
tert waswederom ii'jt de Doornbojfchen van 't Spaanfche
gebied , en uyt de fpelonken der vergiftigde ongeloovigheit
op te beuren , en zijne eerße Fenijn-potten te vermengen
met het vergift vaneen nietiwe vermaledijdinge.
Tot hier
toe heeft hy het geladen op de kettery van Felix ßif-
fchop van Urgel, en van Elipandus Primaat van Tole-
do. Maar nu komt hy tot de enkelde indompeling:
dan komt "'er noch ten kille Noorde wind zegt hy, van
een andere kant tegen den vaßen muur der H. kerke aan
bulderen en aanbonzen, om den Regel der Katolyke kerk-
gewoonte oratrent den doop te veranderen. . .
Uyt den
zelfden brief verftaat men ook dar fommige Spanjaards,
die zich van dedrievoudige indompelinge bedienen , ook
driemaal de Perfoonen der Η Drievu'ldigheit uytdruk-
ten. Die haalt hy ook lultig door, en niet zonder re-
den: want dan was de eerde indompeling, met de uyt-
drukkinge der Goddelyke Perfoonen , een volkomen
döopien vervolgens waren de twee andere indompelin-
]ingen , daar de Goddelyke Perfoonen opk uytgedrukt
■wierden, niet veel beter als een herdooping, of liever
twee herdoopingen. Alcuinus dringt in den eerft ge-
noemden brief daar fterk op, dat in den doop de drie-
daagfche Begraaffenis van den Heere Chriftus moet be-
tekent worden, 't welke hy
ook uyt ν er fcheiden Oud-
vaderen bewijft. Walofridus Strabo (c. ig.) ^as ook
ganfch niet voor deeze veranderinge, en zijne redenen

fchij-

-ocr page 251-

op JOH annes SYBlIi. -x^j

fchijnen al vry te klemmen. Hy fteunt voor eerft op
het oude gebruik en de eeripaarige overeeniiemminge
der Oudvadcren : ten andere , doet hy ook gelden de
gemelde reden van Alcuinus ontrent de driedaagfehe
Begraaffenis van Chriftus. En hy iprcekt ïeer wyiïèlyk
lïiet decze woorden:
Zouden wj alles moeten verlaaten dai
de ketters tot hunne quaade leeringen hebben zoeken te ver-
draaien
, dm zouden -VJy niets overig houden. En daar ill
Volgt hy den Regel van den H. Auguftinus
{lib.de Serm.
Domini in rnonte) de Schaapen moeten daarom haare vach-
ten niet afleggen^ al gebeurt het wel dat de Wolven zkb
onder Schaapsvachten bedekken,
■ 5. Daar leggen al meer kerkelyke wetten tegens de
kerkelyke perfoonen die ter herberge gaan, als in
de Synode van Laodicea,
{c. 24.) in die van Karthago,
(i.ay.J (dewelken ïulks evenwel toelaat als zexichop
reis bevinden) in die van Aken,
Len.%\i,.Can. 5)0.) De
kerkvergadering van Lateranen , gehouden onder la-
iiocentius
lil. fpreekt even eens als die van Karthage,
Eindelyk heeft de kerkvergadering van Trenten
{cap.
ll.deReform.)
het zelfde verboden in haare 14. xittinge.
Naderhand zyn dezelfde wetten vernieuwt in verfcheide
Synoden van Nederland, als in die van Kameryk , van
*t jaar i56f in die van Mechelen van 't jaar ifoy en
noch in die van Gent gehouden onder den BiiTchop
van Trieft enz.

6. Wy hebben hier voor al van verfcheide fpelen,die
voor deezen inde kerken vertoont wierden, gefprokenj
als van het feeft der Gekken, daar men gemaskert en
Verkleedt in de kerke danfte en ravotte: at, en dronk,
fpeëlde en quinkeleerde en noch van het feeft der kinde-
ren , van het feeft der fterre, enz.

7. Dat de Sakramenten z-onder eenig geidte eiffchenhe-
dient zullen ivorden.
Dit is al dikwils ilegt genoeg toe
gegaan: en indien het iemand lufteeen Hiftorie van de
afperffingen der Priefteren in het bedienen der H. H.
Sakramenten te maaken, die zou een groot boek ken-
nen vol fchryven. Maar het heeft noit aan defü'ge en
yverige mannen ontbroken dewelken deeze vuiligheit
niet alle magt tegen gegaan hebben. Paus Gelafius
heeft al in zijnen tijd aan de Biflchoppeti-^sf^n.Lucanie,
Abbruzzo jcn Sicilië moeten verbieden dat ze deadoo-

Q 4 peiin.

-ocr page 252-

•2.48 AA NTË Κ ENINGEN

pelingen geen geld ïouden hebben af te vorderen'. Gra-
tianus brengt een kerkregel by uyt zekere Synode van
Karthago^ al waar de BiiTchoppen gemagtigt worden om
't geene .van de Ouders voor het doopen van kinderen
uyt een volkome vrywilligheit en eige beweeginge ge-
eifert wordt, aan te neemen
: maar ^ 200 fpreekt de
kerkregel,/»iiV»
de Ouders zoo arm en behoeftig zyn dat ze
niets kannen gee'oen , z.00 moeten de kerkelyke bedienaars
hun met geweld geen pand afneemen. IVant daar zyn
veele arme menfchen dewelken daar voor meezende hunne
kinderen ongedoopt houden, Rn indien ""er dan eenigen zon-
der de genade des doopzels komen te flerven , zoo zal hwa
verdirfop de rekening dérgeenen komen ^ voor welkers roof-
gierigheit zy gevreeß hebben, en niet te doop zyn gekomen.
Hoewel Chr. Lupus {in Concil. tom. 3. p. 139.140.) niet
en gelooft dat deeze Regel uyt een kerkvergaderinge van
Karthago is genomen,maar dat het de fevende kerkre-
gel van de vergaderinge van ßragues , en de negende
van de vergaderinge van Meridazal zyn,zoo blyktdaar
evenwel uyt, hoe dat de kerkelyke perfoonen fomwij-
len te werk gegaan hebben. Wy vinden een dierge-
lyk' voorbeeld in het leven van S. Heribertus BiiTchop
van Keulen , befchreeven door den vermaarden Abt
Rupertus : Zeker arm man had een kind gekreegen,
maar dewijl hy zoo arm was , en met geen geld in de
hand quam , was 'er geen een Priefler te vinden die
naar hem begeerde te luifleren. Hy liep met het nieu-
geboren kind onder zijne armen , de geheele Stad van
Keulen op en neder, om het zelve gedoopt te krijgen.
Als hy eindelyk moegeloopen was, en van ieder een
verfmaadt wierdt, is hy gegaan tot den AartsbiiTchop
Heribertus, en heeft hem zijnen nood luidkeels en al
fchreyende geklaagt, en verhaalt hoe dat hy in zoo een
zaake over al zyn hoofd had geftooten. Zoo heeft
dan de AartsbiiTchop , door zoo'een handel getroffen,
het kind met eigen handen
gedoopt.Vorder is hier omtrent
een driederhande tucht in de
kerke geweeft. Eerft van
allen is 'er verboden niets in het doopen te eiiTchen
noGhte te ontvangen : en daarom heeft de kerkverga-
dering van Elvire verboden dat de doopelingen geen'
geld in de komme zouden werpen,gelyk voor henewel
gefchiedt was:
{cap, 40.) op dat het niet zou ftaan als

of

ίΐ:

I:
li

i' I

-ocr page 253-

op Johannen Syrik. ίφχ?

of de Priefters voor geld verkogten 't geene ïy voor
niet ontvangen hadden.

Volgens de tweede tucht mögt 'er niets in de«
doop
ge-eifcht, maar wel iets ontvangen worden. Zoo
heeft de
Jopdfche Patriarch Ellel, gelyk Epiphanias in
de ketterye' der Ebionyten Ichryft , in zyn doopzel een
grootp fomme gelds vereert aan den Biflchop van' Ti-
ber^s: en zoo fchryft de H. Paulinus in xijnen brief aan
Sulpicius Severus 12.) dat hy in zyn doopzelgeld
heeft gegeeven.
Fufis redintens fua cnmina nummis.
Naderhand is 'er de derde tucht, die evenwel van vee-
len voor 2,00 zuiver niet zal gefchouwt worden , op-
gekomen : te weten dat men den doop zal hebben te
bedienen zonder iets te eiffchen: maar dat men na den
doop het gewoonelyke regt wel mag invorderen. Ea
dit heeft Innocentiusde derde, om nu andere Biffchop-
pen * over te flaan , goedgekeurt in zijneLateraanfche
kerkvergaderinge. Innocentius had het wel liever an-
ders gehad; maar geen beter middel ziende, heeft hy
van twee ongemakken het befte gekozen. De Biffchop-
pen van Normandye hadden het dekreet van Alexander
III., van geen geld voor het bedienen der Sakramenten
te eiflchen, niet willen aanneemen;: Gualo, PauiTe-
lyke Legaat in Vrankryk , bevond dat de Bilïchoppeti
doorgaans of ten minfte de Kapittels de tienden van de
Parochi-kerken genooten, en den grooten baas daar op
fpeelden , terwijle dat de Paftoors honger en gebrek
leeden, en op de giften der geloovigen moeiten leeven.
Daarom heeft de Paus het oude en loffelyke gebruik
Van iets na de bediening aan den Paftoor te vereeren in
een wet verandert, en toegedaan dat de gewoonelyke
regten ge-eifcht wierden. Maar, zal 'cmand zeggen,
Waar zal men dan blyven met de uytfpraak van een an-
dere Lateraanfche kerkvergadering3 . dewelke gehou-
den is onder Innocentius Π. en verboden heeft ietwes,
'tzy voor of na het bedienen des doopzels , intevorde-
ren, en duidelyk byvoegt dat 'er Simony in gelegen is,
't welke ook in een Synode van Londen beveiligt i&

* Capitulare Odonis Epifc. Parif. de Bap. Synod, Oxon,
ffib Honorio iii.^C.

Q ƒ door

-ocr page 254-

142, Aantekeningen

door Johannes Crema Legaat van Honorius li. f en zelfs
door Kalixtus II. in een Synode van Rheims? Hier op
kan met Chr. Lupus geandwoordt worden dat 'er niets
ïonder
Simonye ge-eifcht kan worden voor het bedie-
nenen der H· H. Sakramenten : maar dat men wel iets
mag eiffchen voor het onderhoud der Priefleren, en dat
daar geen quaad in gelegen is. Evenwelmoet men be-
kennen dat hier al groot gevaar in fteekt, en dat het te
wenfchen waar dat dufdaanige middelen niet van noo-
den waaren. De Albigoifen, iteunende op de oude kerk-
tucht en op de voornoemde plaatsen van fommige Pau-
ken befchuldigden alle diergelyke invorderingen, ook na
het verrigten der Sakramenten, van vuile Simonye,en
beiden dat het ganfche Chriftenryk m deeze fnoode ket-
tery gevallen, en vervolgens de Chriftelyke godsdienft
tenemaal te niet gagaan was. Zoo heeft 'ïekere Johan-
nes de Purneie,een volOaagen Wikleffift , gelyk Hen-
ricusKnychton verhaalt, {adan.i^^x.) gerammelt dat
alle Biflchoppen fchuldig aan gepleegde Simonye en ket-
ters geworden waren. Sommige Katolyken meenden
ook dat 'er al wat aan was: maar Innocentius III. ge-
lyk wy gezien hebben, heeitzichdaarniet aan geftoort,
en heteiilchen der-gewoonlyke regten op den gemelden
voet toegeftaan.

8. By de winkeliers : In het Latyn ftaat apud Cauwer-
tlms
: maakt daar eens wat goeds van. Ik wil gaarn be-
kennen dat zulk Latyn al te hoog voor my is: men moet
'er evenwel iets van maaken renzienof men
elders niet
eenigiins te regt kan raaken. Daar ftaat in de Ordonantie
van Hincmarus AartsbilTchop van Rheims, {Hb. i.) dat
geen Priefler zich zal vermeeten een kelk, een pateen,
eenig Priefterlyk gewaad, of eenig boek by een
taberna-
rms vel negotiator
(by een winkelier of koopman) noch
ook by eenig Leek ofvrouwsperfoon te verpanden. En
onder meer andere oorzaaken om dewelken hy Rothal-
dus BilTchop van SoiiTons heeft
afgezet doet hy ook
gelden dat hy een goude kelk by een winkelier
{taber~
narius)
te pand. had gezet. Zoo vinden wy ook in den

t Zie R. Hoveden S. Brompton , Chr. Lupus in
Concil,tam.
3. pug, 139, 140» 14'»

Syno-

ι

-ocr page 255-

OP J OH AKNES S YRIK, Zfi

Syriodaalen brief van Ratherius ßiifchop van Verone ver-
boden
(Epiji.iy .) dat de Priellers geen gewijde vaten of
Prieiterlyke kleedereii by een koopman ot by een win-
kelier iiaipernarius) te pand muecen zetten. Hier uyt
fchijnt te bl>ken dat ze doorgaans by de winkeliers of
goudfmids te pand gezet wierden : want hoewel ta-
bernarms
dat eigentlyk een winkelier betekent,ook wel
vooreen herbergier genomen wordt, zoo is 'tevenwei
klaar dat bier vanwinkeüers word gefproken.Maar waar-
om dat die hier
C auwer tini worden, dat is een
andere vraag j doch het fchijnt my de moeite niet waar-
dig te zyn dm 'er mijn hoofd aan rtukken op teftudee-
ren, of om openhertiger te fpreeken, ik willievermij-
ne onkunde hier belijden.

Vorder is het verkoopen , verpanden , vervreemdea
en het misbruyken van de kelken cii antlere kerkelyke
vaten of Priefterlyke klederen, altyd zeer hoog genomen
geweeft. Onder anderen blykt dit uyt de vervolgingen
die de Eufebiaanen den H. Athanaiius aangedaan hebben.
Onder meer andere lafti^rftukken die zy hem optichtten
Was dit een van de voornaamften, dat hy een gewijde
kelk aan ftukken zou gebroken hebben. Én ais de Kler-
ken van Vcnafro een keik verkogt hadden, heeft Gre-
gorius de Groote
ilib.Ep. 66.) hen voor hun leven lang
gebannen om bóetvaardightit te pleegen. En wathet mis-
bruyken der gewijde vaten aangaat, daar moeten in Span-
je eenige Prieiters zyn ge weeft, dewelken xich niet ge-
ichaamt hebben uyt zodaanige vaten te eeten entedrin-
ken;want de derde
Synode van.Bragues {Can,'\.)QX\ de 17de
Van Toledo (Ci^j;?. 4.) hebben een fchrikkelyken vloek te-
geas zulke Priefters uytgefproken. Theodulphus BiiTchop
Van V rleans zegt in zijne Ordonantie (i·. 18.) dat dit de
^ige gruweldaad is van Koning Balthazar. De Griek-
fche Keizer Ifaacius Angelus heeft volgens het fchryven
Van Nicetas Choniates
{^lib f. 7 ) op dit ftuk met groote
baldaadigheit te werk gegaan. Hy deed de geheiligde
Vaten uyt de kerk haaien om ze aan zJjne tafel te gebrui-
ken. Als hy gafteryen hield, liet hy allerhande vaten,
van de koftelykfte
gefteenten en van baar goud ge-
maakt, en kelksgewijs uytgeholt waren, en boven de
graffteden der Keizeren hinden , op tafel brengen. Hy
nam eenige ftukjes goud van de Heilige KruiiTea , en

ee«

-ocr page 256-

TEKENINGEN

eenige ?,eer koftelyke juweelen van denBybel, om dié
voor 'zijne eige juweelenen halskettingen te gebruiken.
Was 'er iemand ftout en vrypoftig genoeg om hem te be-
ftraiFen, dan toonde hy zich noch zeer gebelgd, en maakte
den zei ven uyt voor een onheuilchen Gek : zeggende
dat alles den Keizer geoorlofd was , en dat 'er in het
bewind van de wereldfche zaaken geen onderfcheid vsras
tuiFchen Godt en den Keizer. Met dit aantallen van de
kerkelyke vaten of andere kerkcieraaden is hetaldikwiis
ïeer ilordig toegegaan. Men leeft in deKronyk vande
kerk van Ments , en het ftaat ook in het vervolg van
Marianus Scotus , 't vvelke gemaakt is door den Abt
Dodechinus , hóe dat fommige Biffchoppen van Ments,
die hun ampt gekogt hadden, tot het betaalenvan hun-
ne belofte zeker goud Kruys,ies honderd ponden zwaar,
2,00 nu zoo dan tot geld gemaakt hebben. Ook leeft
men by Joh. Brompton
{ad an. 1077.) dat Robertus
BiiTchop vanKoventry van eene balk alleen, die in de
kerk lag , vyf duyzent pond zilvers heeft gefchrapt om
Willem denl.de handerite Vullen. Hnmbertus Abt van
Laurisham is op dit ftuk, volgens denzelven Schryver,
Tiiet veel zuiverder geweeft. Noch fchryft de Kronyk
van de kerk van Augsburg dat Wigoldus, die daar tot
BiiTchop was ingedrongen , allerhande kerkgewaaden,
kelken, en wierooksvaten heeft gebroken: het bord van
Mariaas outer van een zilvere plaat, daar het mede be-
kleedt was,
heeft berooft, en een fchat van koftelyken
rijkdom
heeft 't zoek gemaakt, om alles onder de mak-
kers van zijne moetwilligheit uyr te deelen. Petrus Da-
miani fchryit ook in een brief aan Defiderius Abt vart
Kaffino van zekeren Arnaldus ßiffchop van Arezzo^
dat hy een kelk uyt zekere Alsdye heeft laaten haaien ,
en dat hy'er geld van gemaakt heeft: hy voegt 'erby dat
hy om die baldaadigheit van God metdedood is geftraft:
maar om dat Petrus Damiani wat ligtgeloovig is ge-
geweeft op het ftuk van mirakelen , willen wy dat op
onze rekening niet geftelt
hebben. Deeze zelve moed-
willighdt, of liever
aardsgierigheit_, heeft Gregorius VIT.
ook verweeten aan Rai'nerius Biffchop van Orleans:
{ψρϊβ. xo.lib. f.) onder meer andere dingen , xegt hy ,
die gy Door deezen met eeit boos gemoed hebt gedaan^ heht
gy byna alle kerkcieraaden i die uwe Zorge toebetroiiwt wa-
ren , ah Onterkleeden , Kelken
, Wierooksvaten , Kelk-

fcho-

Aan

I:

-ocr page 257-

op Johannes Syrik.

t'choteltjes, en meer andere dingen die Gode toegewïjdt wa-
ren ^ nietten dienfie -van-Gedi, of tot eenig nut der mor-
noemde kerke, niet tot hulp der armen en geva/.-genen , maar
uyt enkelde baldaadigheit, en tot voldoening van uweydele
glorie en hooiaardigheit ,· tot ge ld gemaakt.
Hoe verre dat
dit waarachtig is, en ofGregorius VII. die om aiidpe
redeneii zeer geftoord was op gemelden Biiïchop,2ich
miffchien iets heeft laaten wijs maakcn , daar van zou ik
het regte befcheid niet weeten te geeven.

Gregorius zegt zeer wel, uit ten dienfie van Godt., of
tote enig nut der kerke: niet tot hulp der armen en gevange-
nen·.
want daar zyn zekerlyk eenige gevallen daar zulks
altijd voor geoorlofd is gehouden ; voornannentlyk als
hetgefchiede om de armen te helpen of om de gevange-
nen te verloiTen. Dus leeft men in de kerkelykHiilo-
rie van Sokrates , (/. 7.
c. 28.) en het verdient in alle
Hiftorien die 'er oit gefchreven zyn of oit gefchreveii
ï.ullen worden, plaats te hebben, hoe dat AcaciusBif-
fchop in Mefopotamie zulks gedaan heeft tot verlofling
van gevangene vyanden en Heidenen. Hy zag dat feven
duizend gevangene Perfiaanen
door de Romeinen mis-
handelt en met honger geplaagt wierden : hy zeide tot
zijne Geeftelyken dat Godt geen' fchorels of kannen van
nooden had : en dewijl de kerk rykelyk voorzien was
van goud en ïilver , dat het nutter en loiFelyker was
het zelve te befteeden om de gevangene Perfiaanen,die
van honger rammelden en gingen quijnen , tefpijzigen
en te yerloffen. Zoo gezeit , zoo gedaan. Hy heeft
ie. van alles wel voorzien , vrygekogt en naar Perfien
gezonden. Men zou noch ganfche lijften vah diergly-
ke voorb.eeldeu können opleveren: maar ik zal dit al-
leen zeggen dat Gregorius I.
{Hb. 6. Ερ. 13.) daar over
aangefproken zijnde, geantwoordt heeft dat de wetten
en de regels der kerke het zelve inde gemelde voorval-
len goedkeuren.

9. Behalven de genen die hier uytgedrukt ftaan, is de
kerkeiyke begraaffenis naderhand ook ontzeit geweeil
aan degenen die in een Tornoyfpel of in een Stierege-
vecht doodgebleeven waren, aan woekeraars, openbaare
fondaaren, Godslafteraars, eindelyk aan degeenendie
inden ban geftor ven waren of een Priefter tot voogd over
hunnne kinderen aangeftelt hadden. Zie Gavantius in
7jn
Manuale Epifioporum v.Sepultwa en ν/I'orneamentum^

Maay

-ocr page 258-

Sf4 Α ANTE,κ ENINGEN
Maar raakende de geenen die door het geregt ter dood
^'eroordeelt wicrden , kan dit noch aangemerKr worden,
dat hun in Vraakryk al een langen tijd geen Biechtva-
der foe geftaan is geweeft , en'dat Karei V. de eerile
was die hon deexe genade heett vergunt. (Zie
Mezerai
in Karei ί^1·)
Dit zal een overblijfiel ïyn geweeft
van de oudfte kerktucht, volgens dewelke fommige
groote zondaars ^eifs op hun doodbedde, zoo als het
gevoelen vzn veele geleerden is , niet ontilaagen
wierden. (Zie
Lupus in concii t. v. /»i?^· 587 , 686.)
Vorders had men zodaanige fchrik voor het ophangen
van de mifdaadigen , dat ze noit binnen de Stad opge-
hangen wierden. De fteden zouden door zoo een fchan-
dige ftraf befmet -zyn geweeft. Op veele plaatzen wierr
den zy te voet en voor het opgaan van den dageraad naar
dé galg geleid , oni zelfs het gezigt van de menfchen
niet te befmetten.

10. De Leken, ziendé dat de Tienden zoo veel opbrag-
ien, zyn ai van oudsdaar op verlekkert geweeft. Jonas
Biftchop van Orleans
{de Lak. inflit. l. 2.) heeft zijne
droc-f heit hier over niet können inkroppen , maar met
een BiiTchoppelyke vrymoedigheit uytgegalmt dat de
Heeren vail iornrnige dorptn de Tienden aan den Pa-
ftoor deeden opbrengen , om 'er het grootlie deel van
op te fteeken, want zy meenden dit regt te hebben om
dat zy de Pafroonen der kerken waren. Sommigen
wierden hier toe aangezet door hunne armoede: ande-
ren , die genoeg bemiddeld waren , deeden het zoo wel
als de eerften , ten deele om dat de gierigheit zelden
verzadigt is; ten deele om dezelven aan eenigeLeeken
,uyt te deelen, die hen dan wederom ten dienfte fion-
den. Gregorius
VIL {ap. Gratlan. i. qu. 5, c.i^·) ver-
foeit het ook ais een vuile zaak dat eenige Biftchoppen
de Tienden niet aan de Priefters van hun Bifdom,
maar aan wereldfche menfchen of aan hunne bloed-
verwanten ter hand ftelden : en hy wil zulke BiiTchop-
pen niet beter als de ergfte ketters, ja als een hoopAn-
ïichriftuiTen, gerekent hebben. Daar waaren ook Bif^
fchoppen die de,Tienden 'tzyuyt eige beweginge,'tzy
door dwang van hooger
magt,aan wereldfche perfoo-
nen te leen gaven. Hier over heeft onder anderen
P. Damiani
{liè. i. Ep. lo.) ten hoogfte geklaagt, eti
deeze gewoonte voor 'tgrootfte misbruik van zijnen tijd,.

ja

-ocr page 259-

op Joh annes Sy rik. zff

jaby-na vooreen duivelfche boosheit uytgekreeten, Dat
noch erger was, de Simonye fpeelde hier ook dikwils,
haare perfoonadie; want de Biiïchoppen, die door d^"*
gunil: en de bekuiping van wereldfche menfchen tot die
waardigheit verheven waren, lieren hen, om hun-woord
quanfuys. te houden , met degezeide Tienden naar hun
welgevallen omfpringen.P. Damiani.,(fó. 2. Ep. 3.) toont
in een anderen brief dat dit een nieuwe foort van Si-
monye is, die door geen' fchijn van redenen en door
geen blanketzel yan opgeünuikte woorden , verfchoont
kan worden.

11. Evenwel ilaat hier te weeten dat dit maar too verre
Verftaan moet worden, dat een Leeken geen' Tienden mag
trekken als of ze hem volgens het eerile regt der inftellin-
ge
{jure primariü) toequamen ; want de grond, daar het
betaalen der Tiepden op geveftigt is, is niet anders als
een zekere pligt, om de kerkelyke perfoonen, voor zoo
Veel als zy den menfche in de geeftelyke zaaken die-
nen en oppaiTen , naar het tijdelyk. te onderhouden.
Tienden eigentlyk en in zich ze'lven aangezien zya
een tijdelyke zaak ' en können zelfs;
volgens Tho-
mas van Aquinen (/.
 %η.αη. %■ in corp.) den Lee-
ken gegeeven en verpacht worden. Nu is het zoo ver-
re gebragt dat de Leeken in de Tienden, die zy voor de
Lateraanfche kerkvergadering van Alexander III.
{Con-
fiit. A!ex. iv.Cap. i.6.fanede Decimis.)
bezeeten hebben,
niet geftoort of gemoeit mogen worden ; zoo wordt de
Ordonantte van Alexander de IV. door alle geeftelyke
•Regts-geleerden uytgeleif. Ook worden {de Tienden,
die de Leeken te leen hebben , zoo wel in Vrankryk

in Nederland en in andere landen , bezeeten alserfe-
lyke goederen, en verfterven op de Erfgenamen. (Zjy-
P'eus Keff.x.de Decimis csf alü.) En dit is de reden dat
de verfchillen over de Tienden op den voet van tijde-
lyke zaaken en van leen-goederen ook voor den we-·
^eldfchen Regter gebragt worden, 't welke ook weldui-
^elyk in de Verdrag-punten tuiTchen Karei V. en den
ßiiTchop van Luik ftaat gedrukt. Ook heeft Philips de.
Schoone een brevet van'Klemens V. verkreegen , waar
^y hy ontilagen wordt van de Lateraanfche Ordonan?
f^ïe, en den Leeken toegeftaan wordt de Tienden te be-
nouden.
Chajfan. ad^ Coiifpiet.Burg. l. <r. 5·.

Hier omtrent'heb ik dit maar aan £e merken dat

-ocr page 260-

2.f5 Aantekeningen
'de Leekenmiflchierijten minften fomtijds,al2oogroo«·
Ée redenen van klaagen omtrent deexe en diergelyke
itaaken gehad hebben als de Geeftelyken. Hoe dat het
fomwijlen met dit verzoenen van de kerken en kerk-
hoven gegaan is , en hoe dat de geldzucht over al wift
in ie kruipen, können vi^y genoegzaam befeffen uyt de
klagten en bezwaarniffen , die door de Vorften van
Duitsland (i. 50.) ingelevert zyn by Adrianus VI. In-
dien 'er twee Zeggen zy, of meer ferfoonen ergens op een
hrkhof aan woorden zyn geraakt^ en tot bloedflortens toe ge-
vochten hebben, al is ''ér noch zoo weinig bloed vergoten; zoo
zyn de Geeflelyken aanßonds in ^tfpel met het opfchorfen der
kerke
lykß dienfien^ en zy willen de openbaare kerkdienflen niet
eerder hervatten, voor dat de burgery het kerkhof op nieuw
met groots ftaatzie en met geen" mindere onkoflen heeft laten
wijden . . . 't welke dan alles op deLeeken aankoomt.
En
men moet niet denken dat dit wat ruim uytgemeeten is ί
Chr. Lupus,
{inConciLtom.v.p.106.) die den Leeken
niet te veel zal toegeeven , bekent dat deeze klagteii
,2eer regtv^ardig zyn geweèft.

13. Op den ban op heeter daad verbindende enz. Men
iciet in deeze tegenwoordige en in meer andere Biffehop-
pelykc Ordonantien van deezen tijd dat alles met den
ban of met het
interdikt beilooten wordt. Hier zou
miffchien de klagte van P. Damiani te pas komen. Die
geleerde Kardinaal had ook gemerkt dat de Pauzen ge-
duurig met den ban op de been waren: dat ftiet hem te-
gen de borft : en hy meende dat men die zwaare ftraf-
middelen zoo ligtvaardig niet behoorde te gebruiken; dit
zyn zijne eigen' woorden tot Alexander 11. (/. i.
Ep.
12.) By-na ieder blad van de Dekretaal-brieven wordt met
den plegtelyken ban
(ANATHEMA) beßoten: want''tis
geduurig : zoo wie dit of dat niet gedaan zal hebben, die
zy
-vervloekt, (ANATHEMA >.) Hy houdt het voor een
onverdraagelyk misbruik, en hy gaat aldus voort.
Men
vind niet dat de H. Paus Gregorius, of de andere Vaders
die op den Apoßoliffchen Stoel gezeten hebben, deeze ge-
woonte in hunne dekreeten hebben onderhouden.
Wat de
Interdikten belangt, Ademarus Biffchopvan Angoleme,
handelende van Alduinus BiffchopvpLimoges,fpreekt
van deeze interdikten als van een nieuw en ongewoon
ßraf-middel,
't welkej onlangs eerft was opgekoo-
pes, Alduinus Biffchop yaa Lmgges^ dit .zyn zijne

WOQF^

-ocr page 261-

op Joh ann i^s Strik. iff

Woörderi, heeft ter heteugeVwg vm de boosheit des mlks eem
nieuw firafmiddei 'w^tgevonden :' te, weten met den kerke-
lyken dienfi en de allerheiligfie Offerande in de kerken eit
klooßers te doen ophouden.
Na dat dit middel opgekomen
Was,- leggen de Aantekenaarsop de kerkvergadering van
Trente ,
{Ep.öi.) hebben de βίίΜορρεη het xelve in
allerhande geiegendheden te werk geftelt: enalszymee-
fter van de eene of andere Stad xogten te vs^ord'en, of
de goederen derkloofters in handen te krijgen, en maar
eenigen tegenftand ontmoeteden, hebbenzy xich, omhuni
.oogwit te. bereiken ^ van het interdikt als van een alge-
meenefl ban bedient. My dunkt, indien't my geoor·^
lofd is een woordje van 't mijne hier by te voegen,dat
een geèftelyke Regter deeze twee Regels van 'tGeefte-
lyke Regt altijd voor oogen dient te hebben- i. Dat de
ftraife niet grooter mag 2.yn als de mifdaad. (By Arn^
Corviüusjur. Canon. l. 4-tit. 41. c. quxfivit. in %i d»
kis qua ßant. α major.part cdp.)
Ten tv^eede dat de ftraife
óp den mifdaadiger moet vallen, en niet op den onfchul-
digen,
c. Crimen. i. qu. 4. c, undecumque difl. 55. d. c. qu<e-·
fïvit.
Doch omtrent den tweeden Regel worden eenige
uytzonderingen door de Regtsgeleerden gemaakt,

14.. Daar zyn al meer Wetten gemaakt voor dufdaa-
hige vrydommender kerken, als in de eerfte Synode van
Oranje, (<;.5·,) in de eeriie van Orleans^ (ί·. i.) in de
vierde van Orleans,
(c. 21.) en in meer anderen. Men
"Weet hoe dat de kerken dit
vGorregt al genoten hebben,
Onder de eerfteChrifteneEeiïers; iioedat Eutropius, da
gunftcirng van Arcadius , en Stilicon de gunfteling en
Schoonvader van Honorius, die deeze vrydommen te->
gengefproken en gefchonden hadden , noch genood'
^aakt zyn geweeft zich van deeze eigé' vryheit
te bedie"·
nen, op hoop van hun leven aldus te bergen. Ook heeft
Keizer Leo iii dé vyfde eeuwe deeze vrydommen door
een nieuwe wet beveftigt. Zoo dat men dit voorregE
der kerkert niet kan tegenfpreeken zonder de befte Kei"
S^ers en deganfche oudheit fe veroordeelen. Maar 'tis
evenwel zeker en gewis dat deeze vrydommen wel te
Verre getrokken können worden , en dat ze den boos-
aardigen können dienen om allerhande moetwilligheden,
Ondeugendheden en fcheimeryen ^ zonder dat men aan
hun lyfzal mogen komen, te können pleegen. Het is
Wel waar dat Jöhaußes -valï Syrik dit voorregt ann ee»
H.DsfcL·,
 Κ

-ocr page 262-

142, Aantekeningen

nige volflaage en Godvergeete Guiten en Deugeriietes
ontweit , en dat Gregorias XIV. behalven de genen die
door gemelden Johannes van dit voorregt verfteekeii
worden , noch de volgebde heeft uytgezondert : (m
Bulla , cum alias nonnulli) te weeten die iemand ver-
f|' radelyk vermoorden; de ketters , en die fchuldig zyn

li' aan gequeile Oppermagt: maar alle andere Schelmen en

; Fielen mogen zich van deeze gunfl: bedienen. Ja men

ïovi miiïchien wel voorbeelden können aanwijzen daar
1 verraderlyke Moordenaars, en
zoo 'er noch erger ilag

üii van ichelmen is, hunne vryheit daar gevonden hebben, en

f| door de kerkelyke peribonen tegens het Regt beichermt

H:: 2yn geweeft. Althans in Italië gaat het volgens den Bif-

l· fchopGodeau (over het jaar 45y.) ilegt genoeg toe. Die

I een wrok op iemand gelaaden hebben , en op zyn leven

toeleggen , paffen maar omtrent de eene of de andere
kerk hun' vyand waar te neemen, en zoo ras als zy hem
de doodfteek gegeeven hebben, zyn ze vry met hunne
voeten over den drempel der kerke gezet te hebben.
Daarom is het dat deeze voorregten zoo hoog niet en
gelden in Vrankryk , en dat Franctfcus I. en Henricus
III. (Zie
Cabajfutius over de eerße Synode van Oranje c.i.)
een Ordonantie uytgegeeven hebben dat men de mifdaa-
digers, dewelken volgens de uytfpraak der Regterenin
hegteniffe moeten genomen worden , uyt de kerken cn
heilige plaatzen, ook met geweld , mag haaien. En waar-
lyk, hoe zullen de vuilaardigfte en ondeugenfte Schelmen,
die naar hel noch hemel en vraagen, ingeteugelt kön-
nen worden, indien ze altijd een zeker middel ter han-
den hebben om de gedreigde ftraften te ontgaan ? om dee-
ze en meer andere redenen, die Philips Hertog vanBor-
gonie en Graaf van Holland deed gelden , is 'er een
verdrag tuifchen gemelden Hertog en Rudolphus Diep-
hold Biflchop van Utregt aangegaan, volgens welk ver-
drag het den wereldfchen Regter vry ftond zonder hei
fchenden der kerkelyke
vrydommen, yericheiden mifdaa-
digérs ook met geweld uyt de kerken te lichten.

jf. Urbanus II. had al lang te vore beloven (m Sy-
mdo Melphitam Claremont)
dat geen kinderen van
Prieflers, Diakenen ofOnder-Diakenen tot de wijdzels
niügten toegelaaten worden , nochte eenige kerkelyke
bediening bezitten, ten waar datzc a,lvoorens Monnik-
ken of Reguliere Kaïinonikken
waren geworden. Hei

xelfdc

-ocr page 263-

op Johannes Syrik. %f0

telfde is ook vaftgeftelt in de Synode van Poitiers ge^
houden onder Pafchalis II. maar dan wordt'er noch wel
diiidelyk uytbedongendatzegeen' Prelaaten mogen wor-
den. Gregorius VJl. heeft hier kragtig op geftaan. Als
Sanélius Koning van Spanje een ïeer vroom' en geleerd'
man, maar die uyteen Byzit geboren was, toteenaan·^
iïienlyk Bifdom zogt te verheffen, heeft Gregorius heni
gefchreeven ,
{li^. Ep. 50.) dat de zodanige volgens de
kerkelyke wetten geet^ Priefiers rnogten worden t dat de
üoomfche kerk wel in veele dingen toegeevende is , maar
fioit in haare dekreeten en Ordonantien van een wettige en.
eenpaarige overleveringe zal afwijken.
Als dezelve Grego-
rius verdaan had dat de nieugekozen Aarts-Biffchopvaa
Rouaane een Priefters zoon was, heeft hy aan Hei-i-
bertus zijnen Legaat in Vrankryk met deeze wroordea
gefchreeven
{Ub. 7. Ep. i.) IVy hooren dat de AartstBiJfchop
^an Rouaanen een Priefiers zoon is : indien zulks waar
bevonden Wordt ^ zoo kond gy verzekerd zyn dat wy zijm
"herkiezing noit zullen goedkeuren.
Maar wie de eerfte Uyt-»
vinder van deeze wet geweeft is kan met geen zeker-
heit gezeit worden. Innocentius III. (//>.4.
Ep, 118.).
fcfiijnt
ürbanus IL en de Synode van Poitiers voor da.
eerüeOpfteldervan deeze wet aangezien te hebben. An-
deren hebben deeze eer, indien men het voor een eer gere-
kent wil hebben, aan onzenBonifacius toegefchreeven.
Daar zijn 'er die zich inbeelden dat de eerllewet, raa-
liende alle onechte kinderen zoo van wereldfche alsvan,
kerkelyke perfoonen , opgeftelt is in de Synode vaa
Meaux , die onder Karei den Kaaien gehouden is ge-
Weeft,
TXq Chr, Lupus in Can. torn, 3./'.8o-Si.

Ba

W I JU?

-ocr page 264-

'%6é

I L Η Ε L Μ υ S Π.

XL I. Biffihop van Ütregt*

In cle pLtat-

va»

Johannes
-word Wii-

Aï^ pmÄ Johannes hm Ö^t liatt

« öCH iiioomfc^gn toa^ oijergeftiagt naac

get 23i|ö0m ban Toui, ήι ïiiaat^e
aail0è|ïeït Wilhelmus Bertholdus 5 gef^^Dten Uit
MeTlf" ^tmm aiteïöan Mecbelcn·. tg m§ U
Edelman, öait Waiterus· V·. l^m öan ji^ecpen/ m

cn een def- tjail Maria van .Auvergfie, dè Ö^öé^gï? baH Floris
tig regcs-
Berthoud., CUöetïomIjaii Sophia, öie getrontoir
"Shop Reinoldus L ( i) ^mt^ Öatl

to

m

Hy word
reUiregt
gevangen
gezet
dat hy aJles
naar den
letter der
wetten
uytleid»

om

^^ toa,^ öooi cn 000^ geïecrö 300
tod
iit öe gcefïdpe ai^ in&e iajeiTlïifc^e regten/.
tu oililnari^ i^egta* -baii öet 0eefldi|l»e ^of.
Dantifcpfï ban Mierop baegt'er ηαφ %itat!i^
tiO0| 5i)ne beröe|ftn0É? t0t öe ^iffcööijpïptc
toaavisigöeit ^^oofï faanaoljcn getoeefi.
' ^ tegen^
be fïonit Ojp te

treWcn / geeft J)^ S^ifftöojpipeïpe afïaaten (^)
afgefimitïigt. (3) ^aar ua i| Ijg telltregt 000.5·
be.poföeniser mi^iiöegïse eödeli öy öe.ßojj gt^
bat / en ö^eft een iaac ïang geban0en gejeei-
ten/ (4) om öat een fcp^anöa* regt^gdeeröe
Stjitóe / vaiie^ naar öen letter Ut regten on^
öer3ögi / en
ht ïeriien öle böigen^ ^gn ooibeeï
aan öe ïtedte ban lltregt berbaHen toaren/ hjc^
ber opeifcöte. Il^t jijne sebangeniffe berïofï

naar ben ^töd ban iiomen gereifï/ om 5p
SSifTepp^-amjpt ober te seebeninbe^antienban
ben f^ané* .^isrö tse .f aii^ lieeft 5gne begeerte
/en öero tot ben ^iffeïjojpban

i^un-

Heda, i' BeL·.

reftelt··

-ocr page 265-

Wilhelmus IÏ. 261

Jl^uniïci' sftoeejen / öie ö^m pt öepïjijaame
|an&
^mbt öieöen.

^ceft ïj^ met ten tamdp ïeeo;
mi iiasi^ seioaagt op be fiats ïitregt: ïiot| Ijeö^
öenöe stjn pöfö Um Um n^fïooteii / öeeft Μ
soeiïgelioiiöcii tm Mtsfïag te toaagen/ om öei
Kt^t hm fmUt tt ïian^ö^ïi^^^ii' 'ecban

og tm beesten / öaar gefc^ieiit obei* m him
eeii gtö0te fïargting : ύ öilit0tiie Öegöii aï tot
öeii SSiffcSop te öeüem ontieitiifföeii
toirr^eis U bpiiöen öoo^ nieiiiue liiip-öenöen

htv^ÏU-, eiia!# Wilhelmus ijoo^ ht Uer&emse

met een fo^ffe öapjserleit' tegeii^ ^eii mMiiS/
.bJierit wet eeiï begen öoö^ en
öoö^ 5p ï|)f
Sefï'ofteni en aanfïoiiiïiS tïoöiï tei* aarbe-gesee^
gen. ^yne
öoöö Ijoo^geiialien ojp isen 4 ^uïg
in 't jaac
1301 / ojj be Ijerijoerms öan Mar^
tinus3 na öat
Μ h^fjmvm/ Ιιοφ in geïwnnge
pncufi/ gaö geseeten.

mm |!aat-Set lioïgentie aangete;^

ftentimget ^ iaargetgöoelt öer llttegtfcge ferUe:

op den vyfdcn July is het de gedachtenis vao
niyn Heer "Willem van Mechelen, BiiTchop van
IJtregc, dewelke in 't jaar 1301, op de vervoe-
ring van S. Maarten , door eenige Leenmannen
der Kerke, ,te weeten door een groot getal Hol-
landers, by de ftad Utregt, op een plaats genaamd
de Hoogewoerd ,
d deerlijk is dood-geiloken.
Veele getrouwe dienaars der Kerke zijn met hem
dood-gebleeven , en een groot getal der zei ven
gevangen. Op zijne gedachtenis ontvangen de
Heeren , die zich tegenwoordig in hec Choor

Hebbénde
zyn hoofd
voor U-
tregt ge-
ftooten ,

word hyiri
een veld-
ilag dood-
geitöken^i ,
en re
Utregt
begraavea i

f apid Ant. Matth. Analeä. torn. v.p. 563.
^ Dic is een pJaacs die wat Iioog lei: ocntrent den oever van Jen
weg naar Montfoort; hier beeft eeuijds een

fee-

Duden Rhyii, op den „.^
fterkte der Romeinen geiiaan»

R3

-ocr page 266-

zSi Het Leven vam

iïl;!
Ή "

bevinden , twee ponden, en de mede-gezellen
een pond.

^tt iioob-Boe]^ tjan Salvator fjj^eeftt aïiiu^ t
Op den 4 July is het de vervoering van S. Maar-
ten. Op den zeiven dag in'c jaar
1301.15 Willen*
van Mecbelen , BiiTchop alhier, door de Hollan-
ders by de Hoogewoert doodgcftoken.

Ccc Öaac Μ gefneubeït fïaat een
fïeenen 't ίυεΙδ èaac 't sgner getiacgte^
»1 iiife t^ Oj|i0ere0t ïp tmium tgö mht^

araalien gcöicebm/ en öao^j öe ban

Jans a^^öec ban ^enifaïem in j^iinne ïierö
geö^agt 3 öac^ nattei'öantï tn öen ^öm/ in een
jïeenen graf aan öe 5nitï5i|öe ban
ïjtt
L,aurens aïtaai* / öegmaben / ontser een

tgiifcl 3mf-fcö# / ^^öw^ «i Ö^^ Jeöertiuitfcö
bermaiïi:

Sfihrifc ^^^^ Wilhelmus die te Mcchelen gebooren
^ ' Den naam aanvaarde van zyn vaderlijke ilad,
"Wcilvriesknd ovcrheerfcht moeil naar zyn' wet-
ten hoeren;
Maar ach hoe misslijk draait het wiflelvallig rad
Der avontuure! want die pas met zegetakken
Vol lof, en gloi-i-rijk, ter ftad was ingchaak.
Die .ziet zyn leger door den Graaf aan ftukken
hakken,

De BiiTchop rolt in'c zand, de vyand zegepraalt.

^aai' mtïj een a|ïaat^-&?ief in iaeeseif tne^
gen^ öeejen isooöfïag: u^t toien^ pofbe (5-)
ïte ^ mmhet ban ben üeiiegontoer / / bie ooß
<6maf ban ^ölïanb m^ / tösee of

ïtapeiiaiwen fjeeft ö^fï^S^ en rgiieip begifttsti
-itoeme booi ben «i^raafö^ïami 300η fcö#eÏ9&

β Adelheid, JockerFlorisI
ƒ Tau, de Tweede»

-ocr page 267-

Wilhelmus π. ags
t^ öebefïi0t / toien^ ö^ief liien aanöaanöe te bitt^

Öen W. Heda. g

h ^ecseWiiiem geeft een o^itonantie semaaßt synodaal«

bat geene oüeclteïingeii in ^et Hapitteï ^outien wuiem^"
aangenomen im^^tn, ggne ^gnoöaaie ^^ief tegens de
iuen-aangaaiiii^/ (500 göeö aï^ ög naar öe
baiiard-
fïe0te 3efcöö|3fiiö&ett öaii öie tijiïen) nocö ίπ ^

toesen: tioifi s^ naïser^anb / ttetogï öe geïiijugt
öageïp^ nscii meer en meei' inftanfeec&e / in 't
ijer0eei-Ö0e^ getaal^t»

ai^g §e&aen 0oetrgebont>en Öen selben
«gt öe lleöeïlanbfcle Bconpe ban J. ^ Ger^
brandfe van Leiden Ï)ïec Ög te bOegöl»

h Bat land. in catal. Epife. Ulfr, ;

i 25" Boeky i Kapittel.

SYI>iO Ρ AALE BRIEF

VAN

WILHELMUS BERTtiOLDUS.

WILHELMUS door Gods genade Bif-
fchop van Utregt aan alle en iedere , die
dit ons bevel zullen zien, de eeuwigduu-
rende zaligheir , aan onze welbeminde en eer-
waardige mannen in Chriftus, den Deken en hec
Kapittel van onze Utrcgrfche Kerke.

Als wy om de hardnekkigheit, koppigheic en
de tweedragt eeniger Kanonnil^ken naar het Ka-
pittel ontboden waren, op dat de hardnekkigheit
en koppigheit, der gemelde Kanonnikken door
pns als door hunnen Overfte beteugelt zouden
worden5 en als wy in het Kapittel waren, heb·

R 4 ben

-ocr page 268-

He τ Leven

ben.wy nahet by-leggen der twccdragt die onder
hen gaande was, met hunnen raad en medeftem-
minge onderzoek gedaan over den ftaat der ker-
i:e, en over het leven en de zeeden der kerkelij-
- ke perioonen. En \vy hebben bevonden dat fom.-
mjgen, die van een onechte geboorte waren, zon-
der tcelaatinge van den Äpoiloliilchen Stoel, re-
gende regten en tegen de eer der Kerke tot de
heilige ,wijdzels gevorderd zyn geweeft : en dat
eenige anderen , die ook van een onwettige ge^
bootte waren, en die niet als een enkelde toelaa-
ting
van den Roomfchen Stoel hadden omgewijdt
te kennen worden , een kerkelijke bediening
zonder iaft van zielen bezaten. Wy zyn ook ge-
waar geworden dat fommigen zich tegens de reg-
ten in Kanonniksdyen en in het bezit van geefte-
lijke inkomilen ingedrongen hebben 5 en dat 'er
anderen zijn die meer als eene kerkelijke bedie-
ning , . tegens het bevel der kerkelijke yergade-
yingen, in dceze kerke bezitten.

Overzulks in acht noemende dathet onze plicht
is, diergelijke ongeoorlofdc toelaatingen te ver-
nietigen , en volkonientlijk uyt deeze kerke te
verbannen, zoo is het dat wy met rijpen raad en
overleg van den Deken en'het Kapittel voor-
noemd , en met hunne toeftemminge, vaft ileU
len, ordoneereu, en onder de ftrafFen in het von-
nis uytgcdrukt, als ook onder den ban op heeter
idaad üyt kragte deczes verbindende , gebieden
dat nadeezen geene perfoonen , die van een on-
wettige geboorte zijn , en die llegs een enkelde
ontheffing
οίdifpenfatie over het gebrek van hun-
ne geboorte vcrkréegen hebben , tot Kanonnik-
^en dsr voornoemde kerke zullen aangenomen
worden , ten zy in de ontheffing die zy van den
Roomfchen Stoel yerfcreegen hejpben / duidelijk

uyt·

i·: I·
lïü

ι;';

-ocr page 269-

Wïï/HEÏ.>IUS Π. 26f

pytgedrükt ftaat , dat zy uyt kragte van deeze
ontheffinge tot Kanonnikken van de Domkerke
mogen en moeten aangenomen worden: des te
meer om dat het de meemng niet en is van myn
Heer den Paus dat iemand een Kanonniksdy ea
een proeve in dc Domkcrke zoude mogen en moe-
ten bezitten, die niet zoude bequaam zyn om tot
Deken, Aartsdiaken of Biflchop verkoren en aan-
genomen te worden. Vorders beveelen wy allen
den geenen die het voorfchreeven gebrek hebben,
enwy vermaancn hen eens vooral, dat ze zullen
hebben zorg te draagen dat ze binnen den tijd yan
twee'jaaren, van het uytgeeven deezer ordonan-
tie af te rekenen, door den ApoftoliiTchen Stoel
bequaam vei'klaart \verden om de gemelde Ka-
normiksdyen «n proeven te bezitten. In gebreke
van dien
fcellen wy vaft dat ze van dan af zullen
open
ftaan, en aan anderen vergeeven worden.

Daarenboven verbieden wy op de vaornoemde
•ftrafirn , dat niemand in eenige kerke van onze ^^
ftad of van ons Bisdom twee geeftelijke bcdienin- alseene
gen zal mogen bezitten , ten zy dan , wanneer
geeftelijke
hcrSchatmeefterfchap, het Opper-fchoolmeefter-
ichap 5 of eenige andere ampten volgens ouder iiebb?Ho
gewoonte aan dc Kanonnikdyen gehegt zyn. Te-
gens alle en ieder hier tegen aan doende , zoo
wel tegens de begeevers als tegens de bezitters
van ttïvee geeilelijke bedieningen , fpreeken wy
fie opfchorting hunner bedieningen en den ban
uyt door dit tegenwoordig gefchrift. En wy ge-
bieden op den ban, op heeter daad verbindende,
dat de gemelde vonniflen door den Deken , of
door den Kanonnik die de bedieningen van die
weeke Wiiar neemt, of door den oudften van 'c
ï^apittelzullenafgekundigt worden. Ter oirkon-
de deezer or4onantic is qns zegel um het tegen-

R f woqr^

Dat nic-

mcer

-ocr page 270-

tl66 Aanteken i ng® ν
Woordig gefchrifc gehangen. Gedaan en gsgec-
¥cn in 't jaar onzes Heerc 12,97. op Donderdag,
na den Zondag,
Mlferkordïas Domini.

■ ν ,Ιι

Κ

.i!·

li

aantekeningen.

i. Te weeten den eerften Hertog van Gelderland. An-
ders is hy Reinoldusdetweedejïyn Vader was ook Rei-
noldus genaamt; doch was niet meer als Graaf.
[ | i 2. Wy hebben al te kennen gegeevea hoe dat de Pauken

l p en de Biffchoppen xich van de Aflaaten bedient hebben,

■ ^ omde vyandendesgeloofsaantetaften. En dewijl dit een

goed en gereed middel was om inkorten tijd veel gelds.
Eer uytvoeringe van den oorlog, by een te krijgen, 2oo
hebben zy dit al dikwils tegen allerhande vyanden in 't
werk geftelt. Zy hadden maar te ïeggen dat hunne
vyanden de.kerk beledigden en verongelykten ; het fchor--^
te iioit aan driftige Yveraars, dewelkendikwilseen pak
van zonden op hun gewi.fle hadden zitten , en al hun
geld en goed tot ontlafting van hun gemoed wel zou-
den overgeeven hebben, die dan met handen vol geld
quamen aanloopen. Eerft wierdt de volle Aflaat van
alle zonden en van alle ftrafFen der zonden alleenlyk
verleent aan de genen die zelfs ten krijg gingen, en hun
leven in den oorlog lieten : cn men kan wel denken
hoe dapper dat de menfchen , door zoo een hoop aati-
gemdedigt, ten ftrijde zyn opgetrokken. Zoo Heeft Ur-
banus li. in de Synode van Klermont de volle Aflaat
vergunt aan de genen die in den oorlog tegen de Sara-
xijnen zouden fterven: dezplve gunft heeft Pafchalis li.
verleent aan de Krijgsluiden dewelken iu den oorlog
tegen de kerk van Kameryk, die 'tmet Henrik IV. had
gehouden, en bleef houden, dood zouden blyven. (Zie
Lup. inConcil. t. v./'.6+3, 644. Ö'«^·) Als Honorius
,1, II. den oorlog tege,n Rogerius Vorft der Noormannen

pi verklaarde, heeft hy ook een vollen Aflaat afgekundigt

voor de genen die hun leven by den oorlog zouden in-
fchieten, zonder dat de levenden daar deel aan had-
den. Eugènius Ill.is de eerite geweeftdie de levenden
Gok heeft willen bedenken , en aan alle de Krijgsluiden ,
iw tegens de Sarazijnen gingen ftrijden,
en hunne zon-
des

-ocr page 271-

op Wilhelmus II.

«den met een opregt berouw gebiecht hadden , een vol-
len Aflaat heeft toegeftaan , fchoon dat ze in 'c keven
bieeven. Maar om dien Aflaat te winnen moert men
gaan vechten en de ongemakken van een |Iangduurigen
oorlog uyt ilaan: en het kefte den Paus en de Biffchop-
pen evenwel veel geld om zoo een oorlog uyt te har-
den, De volgende Pauzen hebben dan e^-n ander mid-
del verzonnen om niet alleen volk , maar ook geld te
verzamelen , en allen den geenen die eenig geld, ieder-
naar zyn vermogen , tot onderhoud van de kruisvaart
opfchoten vollen Aflaat toegeftaan. En hier in , zegt
Lupus, volgden zy de Godsgeleerdheit die toen ter tijd
in zwang ging , raakende het afkoopen der boetplee-
gingen; doch hier van hebben wy elders breed genoeg
gefproken.

3. Hy heeft de Hollanders eerft in 't afweezen van
Graaf Johannes de handen vol werk gegeeven ; het Slat
Muiden bemagtigt, dat van Wijdenes tot dé overgave
gedrongen , en door de Vriezen die hem in alles ten
dienite ilonden, de Stad Medenblik met groot geweld
aangetaft; doch de Vriezen wierden twee maal geflaagen
en hy gedwongen te vlugteu.

4. Buchelius over Beka fchiyvende-ïegt dat de Aan-
hangers der Hollanders vyandfchappen tegen den Biffchop
onder het volk geftookt hebben, welke vyandfchappen
noch jaaren en dagen daar na geduurt en veel onheils
hebben veroorzaakt. Hier uyt zyn de partyfchappen der
Lichtenbergers, der Gunterlingen, der Vriezen enz. ont-
ilaan, die menig Burger en Ridder zyn goed, zijneyry-
heit en zyn leven gekort hebben.

Dit neemt Buchelius, over-Hedafchryvcnde,voor
een bewijs op dat de Hollanders , hoewel dat zy door
fommige fchryvers vry gefproken worden, deezen oor-
log gertookt hebben. 'Ik zou 'er aan twijfelen ofditge-
voig wel al te vaft gaat: dat 'er een Biifchop , hy was
dan de aanvaller of niet , door het Hollandfche leger .
doodeflaagen was, kon den Graaf wel ongeruft in zyn
gemoed gemaakt hebben. Hy reed eenmaal en ander-
maal midden door de vyanden heen , zonder dat iemand
hem durfde aanraaken, zoo zeer vreefde ieder een zij-
ne handen te branden, en door hetdcoden van een Bif-
fchop in den ban te vervallen. En zoo hetzeggen van
Siloy vaft gaat, heeft de boer, die den Biffchop dedood-

fteeK

-ocr page 272-

2 ÓS Het Le ven VAN

fieek heeft gegeeven een lange boetvaardigheit daär Ο-
νε,
r gepieegt. Ik wil dan peggen dat het doodeii vaii
den Biffchop al was hy al vechtende gefneuvelt , en al
was het ïjjne fchuld geweeft , het gewiiTe van den
Graaf kan ontruft en geknaagt hebben.

Guido van Avesne,

XLII Biffchop va'»' Utregt.

Na bat Willem ban aföu^tim0eBomenhjaé/
5ijn öe ficmmcn ber Uanünn^ßeii iti ijk
i?an een «ieutoen SBüfcöop Uv^^
öcrft getoeefï. H^ant fonjmigen ^embcn öoo^?
Guido, ^cgatnieefi^r ber ßerße/ m

j&^pebcc iïan Johannes II. (i) tiau ^Ol·

ïanb en Henegouioen, ^eanbercn gaben ö«une
lïcmmen aan
Adolfus , p^oofï ban be ^om?

betop Guido boo^ betfc^^be magtige

^o^en sfbaaasen ioierbt / öe Jliitee

geioö^bcn,

mtc^t S^ifcöojp toa^ fcö0on ban gdaat/ ban
tm müo^e s^fialte / öebaïïtg ban ugtf^^aaft /
ban ber^anb / boo^jigtig in jgn ober%/
en mctbcrfcpibebm0ben begaafb, <i^nber meeK
anber^ b^ngben toa^ ban
ttn 5onb0rïm0c
fjiaar^aamöeit: hjant bermtt^ ög met gcoote
fcöuïben öeïaabm bja^ / ÖS» böo? een tijb in
B^anteijS gaan teaonen/ ombaarsumig en fo^
Ut te ïeeben / m tgb toe bat Ög sgne fc^niben
Soube ïionnen af-öetaaïen, Κ1επ]εη5
ν. bie ben

f auf^

β Heda, Beka, Barlandm Novioma^us in Catalog.

Gniio
broefier
van den
Holiand-
Ichen Gra-
ve (ïoor een
gedeelte
der Kanoij-
uikken
gekozen,

takt in
(Ct bezit.

-ocr page 273-

Gwietö van Avé sn ε.

^auffdpéit^tod a^ïeree^ nsae Avinjon ge^
obecgeöiagt / ï^tcft gern in 'tlaac 1311, Kgtgéi
nobigt ojp öe aigemeeiie Hcrïibetgaöeciiis bau

Vienne, aiöjaat Ö0 o^öet; öec €emp£i*cn.(2.)

/ m otïeü U ïfertoinniiige ban 't 1,
Hianö seöaniteït umt^ öaar üan in

Zync ne-

§et fiö^pen tjan Trithemius Harömaa!^- anghekia·

Soeö öoöi'ttoetiocn ban öen afranfcgen Itoning

Ρί-iilippus aanöcö0tsengetoeefi:ööcpe30til3.mcö^ KarSS^Ï

tige ^^elaat leeft' öie aaiÄietsing afgefïaasen/ hoed. ^
en 5icöselben/ jegt G.
Noriomagus, joïtaanlge
tm / öaar 'tt te^eiitoop^öig 500 beelen om^eiii:·
pfen/ osilöaarisig (3) geacpt ^oclöeBontog
nian^ bioomgeit en n^iggeit aanfc^öiitoen^
be / ö^^ft Sem eesi iaarlpfclje Miemfïe tigt
ïaab^ fcgatltipe i0e0deit.-a^iidatülTcgen 59« öe

Stelfingwcrvers , reil ÖOfö 03Π iia0|

een bai^ .nmigt ban tJOß^ bedeitit/ aati 't
miutcn geflaa^ea itaar Guido bjeöet' in 3111
m^mn gefeeerö spie liseftleii ^et muiten tue!
Öaafi baleert ' öat l|iin na pinne m^
öedage opgdeit / ftkai in eeö ftiief ban 't
iaai·
13 1Öie ÖÜÜ? Ant. ^ Mattha:us III 't %t
Segeebeii,

dnödp na Guido öe resiten en DantJ- Hy ftcrft
bellen öei·
mttegtftp S^ntger^e 15001 openeSilei Ji^^^'yJ

ben/ iïieö^ Bucheiius f 0C5ien tenen teilen/ re'teó/ec

Saö öebefiigt / s^ fc^ieigS 000^ een 3toaar v^c^c.
Oberbai / eaniet^ßiit^erbermoeben ban bergift/ "aaren had
ugt ïjÏt leben sewiftt tip in'fclaac i^eveftigi.

i3i7> al^ Μ ϊίί ^ê^t ffeflienk iaai* ^pei' regeer
ïinge öja^ getreeöen, ïeit öegraaben in tse
/ aan öe jraJJspe ban ö^t €§00,?,/
rest obec jgnen boo^aat
/ % Laurens φ

b ΛηαΙίξΙ. torn, ν. p. 868. $ in Hdm fag, 13

-ocr page 274-

11/O Het Leven van

Mp 5uïïen ^gnc Synodaale 50e

öanfionï!^ giet* onöet' ïaaten öaïgen,

l^tt ii00ii-iioeïi tïan Pieters ^ttU tt Itttfegt
fp^teU aïöu^ ban tjecsenSDijTcöojp
Guido : Op
den
2,p Mey in 't jaar 1317· is overledeö Guido
van Henee ouwen j BiiTchop van Ufregt. ^tl^Ct«

^argetp-öoeii bet toeïtt aï&u^ ban

gent: Op den ip Mey, in 't jaar 1317. is over-
leden de Eerwaardige Vader en Heer Guido,
Oe tienfien BiiTchop van Utregt: op wiens jaargetijdegegee-
onder vcn worden hondert ponden (y) goed'geld, de-
^eoTevS^ welken door den Graaf van Holland, als dan re-
faifd7gee- gecrende , gegeeveii zullen worden aan onzen
fteiijkheic Kamer-bewaarder , uyt de Tienden gelegen in
Nyenkoop : en die onder alle de Prelaaten en
de Kanonnikken der Had Utregt verdeelt zullen
Worden, onder deeze voorwaarde dat ze altemaal
by een zullen komen in de Domkerke: en al wie
van het begin af tot het einde toe niet tegenwoor-
dig zal geweeil: zyn in de ziel-getijden en in den
dienft der Mifle, die zal niets ontvangen j en dat
zonder eenige verfchooningc plaats te geeven.
Uyt dat geld zal ieder Vikaris trekkea twaalf
penningen goed geld
j en hy zal voor ieder pond
moeten geeven twintig grooren
, oud en goed
geld.

yanUtregr,

f:

ORDO-

-ocr page 275-

Guido van Avesne.' 271

ORDONANTIEN

VAN

guido,

Bijfchop van Utregt.

Dit 5ï)n ht ii^^tionantsei! ban öen (f^erioaaïiJi^Ï
gen J^aiiei'inCö^ifiu^/' lEijnleeuGuido,
iïoo? liaii litregt

_ Voor ceril gebieden en beveelen wy dat 'er Daar met^
niet meer als drie pcrfooncndoor den Prieilerzul-
len aangenomen worden om een kind ten doop te _

heffen: en dat op dec/x wijze : indien het een foonen to^
knegtjenis, zal'cr een vrouws uerfoon met twee geiaate« ^
maos-perroonen over ftaan : is het een meisje,
een mans-perfoon en twee vrouwsyperfoonen. De ten doop t^
vader moet geenszins aangenomen worden om heffen.
2ijn kind ten doop te heffen,

_ Ook gebicdeii en beveelen wy,dat de Prieiler Daar ent.;
!iijnen onderdaanen in 't openbaar en dikwils in
de kerke zal voordraagen, dat 'er 200 wel in het faderfcL»
Vormfel , 't welke den kinderen op hun voor" 200 wel
hoofd naar het doopzel
(6) door den BiiTchop f^oor het
lïioet bedient worden , als in het doopzel, een
gceilelijk vaderfchap ontitaat, het welke niet al- doopzel
beenden trouw eer dat hy aangegaan is belet,
lïiaar ook als hy al aangegaan is vernietigt.

Qok belaften en beveelen wy dat de Priefters j^g zondeii
die biecht hooren, de groffte Zonden voor ons
die al over
zullen hebben op te houdcA j najAentlijfc, dc

dood^

-ocr page 276-

"ifi Het Leven v am

doodiiagen, de heiligfchenderyen, debrandfticli·^'
titigen, de zonden tegen de natuur , anders ge-
naamt de SodonriitiiTche (7) zonden 3 of het by-
flaapen van gewijde Klóofter-perfoonenj de bloed-
fchendéryen , te weeten met een bloedverwant j
of met een aangetrouwde maage, of met iemand
die belofte van zuiverheit heeft gedaan. Het flaan
óf aantafteii van zijne eigen' ouders : het dood-
lëggen vari kleine kinderen: dezorgdöosheicder
ouders die hunne kinderen in't vuur of in 'c wa-
ter verliezen : het vergiftigen van menfchen:
plechtelijkc meineedigheden j het verbreeken
van beloften 5 Simony ; openbaare övcrfpélen 5
ketteryen , geloofs - vèrïaakingen
5 ondeugende
guite-ftukken , die het verzaamen der getrouw-
den beletten ^ óf die de vrouwen onvrugtbaar
maaken, of die haar een mis-kraam doen hebben:
het verviilfchen der brieven , der zegelen of der
munte. In deezc gevallen zullen de Priefters de
biechtelingen tot ons zenden, om van ons ont-^
bonden te worden
en zy zullen dezelven niet
ontbinden j als met onze byzondere vergunnin-
ge; ten waar dat zulke perfoonen in gevaar vart
iterven waren. En aangaande het verlof om van
dusdaanige zonden te ontbinden , 't welke doof
ons ot door ons gezag, aan wat perfoonen dat hec
2;ijn mag , 't zy kloofterlijken , 't zy anderen ,
ooit mögt gegeeven zijn , dat trekken wy uyt
kragte deezes volkomentlijk in. En wy zijn van
voornemen over deeze
zaaken een nieuw en heil-
zaam overleg te beraamen 5 en onze magt dien-
aangaande aan eenige bequaame perfoonen , zoo
als het ons oorbaar zal fchijnen., toe te betrou-
wen.

Ook belaften en beveelen wy dat de Priefters

Cn Regenten der kerken nauwkeurig zullen toe^

zienj

fcKsp tan

tjtregt op-
-gchouden
zyü ge-
»ecft.

-ocr page 277-

Guido van Avesne.' 273

, of 'er eenigen onder hunne Parochie woo-
neu die niec eens in 't jaar te biecht komen j en
ften eens"
dat zy dezelvcn aan ons of aan onzen Offi- pars tc
ciaal aanbrengen , om hen naar behooren te
ftraiFen.

Ook belaften en beveelen wy aan alle Prieilers,
datzy in 't begin hunner Mifie alle de genen die
in den ban zijn vermaanen uyt de kerke te gaan,
zyn, moe-
en den goddelijkendienft niet by te woonen. Ook tenuytde
2.ullen alle Chriftus geloovigen die in de kerke
^ijn door de Priefters vermaant worden , indien lo^jgn"^
2.y iemand in de kerk zien die in den ban is, den ^ '
zeiven aan den Priefter bekend te maaken: dewel-
ke daar zekere kennis van hebbende, de Mis niet
Zal beginnen voor dat zoo een banneling zal uyt-
gegaan zyn.

Ook beveelen en verbieden wy dat de Klerken
Zonder ons verlof niet gewapend zullen gaan,
geene wapenen draagen, ten zy wanneer zy bui-
ten de ftad of buiten op de dorpen gaan reizen, wapenen
Ook verbieden wy dat geene Priefters of Klerken draagen, zy
boogsgewijs gebogte (8} fchoenen zullen hebben
te draagen. Ook gebieden wy op den ban aan aekleed" ^
alle Klerken onzer itede en onzes Bisdoms, dat
|aau»
^y altijd op zyn Klerks zullen hebben gefchoren
te gaan, en geene geftreepte nochte ouwerwet-
fehe , maar Priefterlijke en iatfoenlijke klederen
te draagen , om door hec fcheeren van hun hair
en door hunne kleding van deleeken onderrchei-
re können worden. Ook doen wy in den ban ,
^00 door ons eigen gezag, als uyt kragte der or-
<3onantie van Myn Heer Petrus gelukkiger ge-
dachceniiTe , voordeezen Kardinaal - diaken van
S- Joris,
enWy verklaaren openbaarlijk door die
gefchrift dat in den ban vervallen zyn, alle Prie-
iters en Geeft.elijkea onzer ftede en onzes Bis-
II. D
EEL, S doms^

-ocr page 278-

zSi Het Leven vam

doms, dewelice byzitten houden, ter tijd toe dat
iy die zullen verilooten hebben , zonder dezel-
ven oit weder binnens huis te neemen j en dat zc
aldus verdient zullen hebben de weldaad der ont-
bindinge te ontvangen.

Daarenboven verbieden wy uitdrukkelijk door
dit gefchrift , dat men geene vreemde en onbe-
kende Klerken , zoo van deeze ftad en van dit
Bisdom, als van een ander Bisdom, die zich voor
Prieilers uytgeeven, in deeze ftad en onder dit
Bisdom zal laaten Mis leezen, ten zy dat zy wet-
tig blijk van hun Priefterfchap getoont hebben.

Noch gebieden wy op de heilige gehoorzaam-
heit aan alle Regenten en Priefters der kerken,
dat ze behalven de Geloofs - artikelen het
Fadef
Ons
en het Geloof alle Zondagen op een verftaan-
baare wijze en in de moederlijke taaie aan hunne
onderdaanen zullen uytleggen, en dat ze daaren-
den ^oven de Tien Geboden, en de feven Sakramen-
vi^"eiPuvt-' kerke alle maanden eens, of ten minftert

seiest drie of viermaal in 't jaar, op dezelve wijze aan
het volk zullen hebben voor te draagen. Dit zijn
de Tien Geboden, zoo als ze in het Boek
Exodus
ilaan: Gy zult geene vreemde goden hebben : Gy zuU
den naam "oan uwen Godt nier ligtvaardig aanneemen.
Gedenk den Sabbatdag te heiligen. Eert uwen vadef
en uwe moeder. Gy zult niet doodflaan. Gy zult niet
fieelen. Gy zult geene valfche getuigenis tegen uwen
naaßen geeven. Gy zult het goed 'van uwen naaßen
niet hegeeren ·, nochte zijne huisvrouw
, enz.

Onder de kerkelyke Sacramenten zijn 'er vyf
die nootzakelijke , en twee die eigenwillige Sa-
cramenten genoemt worden. Deeze volgende zyn
Jier jaar aan noodzakelyke Sacramenten : de Doop, het Fornt-
Iiet volk zel^ de Penitentie , het H. Sacrament des O ut aars^
' cn'tlaatße Olyzel.
Dan de geeilelijkc Wijdzcl?

Men moet

niemand
Jaaten Mis
leezen , ten
zy dat hy
blyken
geeft van
zyn Prie-
fterrdiap.

De voor-
naamftc
geloofï-
artykelen
moeten op
Wekere
tyden aan

«^ordei:»

»De 7 Sacra-
menten
een ige _
reizen in

-ocr page 279-

Guipq van Avésnb. tj^

cn 't Huwelijk zyn eigenwillige Sakramenten.
2,onder de
noodige Sakramenten kan niemand
Zalig worden j wel verftaande, by aldien dezei-
Ven uyt kleinachtinge nagelaaten worden.

Ook beveelen wy den Paftoqrcn, dat ze zullen {

tnaaken te hebben den Bevel-brief decrevmus\
ftaande in de uytlegginge over het banvonnis, ea
uytgegeeven door onzen
Heer Alexander IV. om
den
zeiven aan het volk in hunne moederlijke
taaie voor te leezen en uyt te leggen; op dat hec
Volk mag weeten hoedaanig dat iemand, die in
den ban gedaan is, gemijdt moet worden , zoo
als wy uyt kragte Weezes beveelen.
En pp dat de
wereldlijke regters uyt kragte van de gecftelijk'e
ftraiïe , die de geeftelijke regters na een vqor-af
gaande regelmaatige waarfchouwing zullen uyt-
gefproken hebben , zodaanige menfehen afwij-
zen die in den ban gedaan zyn } cn dezelven
in hunne raadhuizen en vierfchaaren geen toe-
gang geeven om tegen of voor iemand te plei-
ten , of voor getuigen te dienen.

Ook verbieden wy dat geen' geeftelijken of Niemand
leeken eenige kerken , die door den watervloed, z^l de ver-
door brand , of anderfins vernielt zyn , zonder ^^^^ ggni^er
ons zonderling verlof naar andere plaatzen zullen ^i/ze
hebben te vervoeren.
En ingcvalle dat'er zodaa- mogen
nige een vervoering ergens al gedaan moge zyn, vef^ereat
Zoo vermaanen wy de geenen, die al zulke ver-
voering gedaan hebben, op ftraiFe van den ban,
waar in zy uyt kragte van dit gefchrift zullen
Vervallen, dat ze ons en de andere beledigden ,
binnen
een maand tijds na dat ze hier kennis
van gekreegen hebben, omtrent het voornoemde
2&ullen hebben te voldoen.

Ook verbieden wy dat geen Priefter zal hebben
wiste leezen, tenzy
dathy ten minile de Metten

Sa. co

-ocr page 280-

Het Leven va Μ

en de Primen van zijne getijden heeft geleezen.
Daar by verbieden wy den Priefteren twee Mif-
fen op eenen dag te doen ; ten zy ingevalle
van noodzakelijkheit door de wetten toegelaaten.
En dan zullen 'zy in dc eerfte MiiTe, na het nut-
tigen van Chriftus Bloed , geen wijn ter affpoc-
linge gebruiken.

Ook verbieden wy dat geen Priefter, zonder
daar toe van ons of van onzen officiaal gemagtigt
tc zyn , twee kerken zal bedienen } ten waarc
dat de eene van de andere moge afhangen, of dat
hy over de eene als tijtelvoerende en opregte
harder waar aangeftcld , en de andere van onzent-
wege, of door onzen Officiaal, zijne bcftieringe
waar aanbevolen.

Noch verbieden wy dat geene Priefters, noch-
te Regeerders der kerken, nochte bewindheb-
bers of opzienders der zeiven, zullen beilaan dc
kelken, gewijde vaten, boeken en andere kerk-
gewaaden te verpanden, ten waare dat ecnopen-
baare nood der kerke zulks mögt vereiiTchen. En
dan zal het noch moeten gefchieden met het goed-
vinden der geenen die daar belang in hebben.
Anderfins zullende uytzetters en aanneemers vaii
diergelijke panden op heeter daad in den ban zyn
vervallen.

Noch beveelcn wyden Parochi-priefteren hun
volk dikmaals te vermaanen , dat als 'er iemand
ziek wordt , hy by tyds een Priefter moet ont-
bieden , om zyne zonden te biechten en dc ker-
kelijke Sakramenten te ontvangen, dewelken
hem zonder eenig geld te eiiTchen moeten be-
dient worden. Ook belaften wy dat de kofters
der kerke voortaan op zyn klerks gefchooren zul-
len gaan.

Ook beveelenwy dat de tweemaal getrouwden

VQOn

Ceeü Prie-
fter zal
tweemaal
op eeiien
dag mis
leezen»

Mochte

feen twee
erken
bedienen.

De gewyde
zaaken niet
te vcrpan-
iea»

Dc ïieken
moeten
by tyds een
Priefter
ontbieden.

De Priefter
nioet de Sa-
crament en
voor ni^t
i)cdieiienj

-ocr page 281-

Guido van Avesne.' 277

Voortaan geene kofterfchappen zuilen hebben aan
te neemen , of van iemand tot zodaanige kofters
aangenomen te wordenjten zy dezelve kofterfchap-
pen zoo fchraal en zoo mager zyn dat'er de geeilelr
ke klerken niet van können beilaan: en ditworc
gelaatenaan het goeddunken van onzen Officiaa^

Ook verbieden wy wel fcherpelyk, het Chrifma
of den H, Oly ergens anders als by ons te haaien.
Daar by gebieden wy dat het
chrifma en de H.
Oly zorgvuldiglyk zullen opgefloten worden, en
de ileutels daar van onder de bewaaringe van den
Prieiler zullen beruften.

Ook doen wy uyt kragte van deeze brieven in
den ban alle mans - en vrouws-perfoonen, die met
het Sacrament des Outaars , of met den Outaar
zelf, of op den Outaar, of met het
chrifma^ of
met eenig ander Sakrament , of Sakramenten,
eenige toveryen pleegen, of eeniger wijze doen
plecgen.

De heiligq
Olyen Βχ
den Bii- '
ichop van
Utregt ΐφ
haaien,
en zorg-
vuldig yfc
te bewaa-
ren.

De tove-
ryen, voor-,
namen clyk
die dooE
gewyde:
•/aakeii '
gepleegt
worden,
fcherpelyk
verboden.

DeParochf;
onder de-
welke een
geeftelijke
Klerk
gevangen
of vaft ge-
houden
wordi ,
onder hci;
interdict
geftelc,^

Nochordineeren wydat, indien'er een Kanon-
nik, of een Priefter , of een Geeftelijke Klerk ,
binnen onze fteden of in ons Bisdom in hegteniiTe
genomen wordt, ten zy de geen of de geenen die
het wereldlijke regts-gebied daar ter plaatze voe-
ren , binnen den tijd van vyftien dagen na het
begaan van deeze misdaad , bezorgen dat hy uyt
de gevangeniiTe ontflaagen,en de ontnomen goe-
deren hem wedergegeeven werden, en dat de
hoon aan de kerke cn aan hem aangedaan vergoed
Werde , dat zeg ik , de Parochie, daar hy ge-
vangen is genomen , van dien tijd af onder het
kerkelijke
interdiEi zal leggen: zelfs , al wordt
hy van daar naar een andere Parochie ver-
voert , dewelke wy insgelijks onder het
interdiëi
ftellen zoo lang als hy daar zal vaft zitten; zoo
wel als de andere Parochie , onder dewelke de

s ί

-ocr page 282-

zSi Het Leven vam

väfthouder of de vafthouders izich zullen ophou-
den. Daarby flaan
wy zodaanige misdaadigers,
indien 'er meer zyn , uyc kragte der geeftelijke
Wetten , en door ons eigen gezag, met den ker·^
kelijken ban, zoo wel als hunne aanhangers, rae-
de-pligtigen en huisveilers, die wy insgelijks door
dit gefchrift in den ban doen; willende dat hun-
ne ban opentlijk zal afgekundigt worden , mee
verklaaringe dat dezelve zoo lang zal duuren, tot
dat zy Gode, de Kerke en Ons, mitsgaders den
Beledigden, behoorlyke voldoening zullen gegee-
ven hebben, en aldus zullen verdienen de genade
der ontbindinge te ontvangen. Doch by aldien
de gemelde Geeftelijken gedoodc worden , het
welke Godt verhoede, in zulken gevalle, ten zy
de geen of de geenen diede wereldlijke niagt daar
bekleeden, zoo veel als 't in hunne magt zal zyn,
bezórgen dat 'er binnen den tijd van eene maand,
(te rekenen van den dag af dat het feit begaan is,)
aan Godt, aan de Kerke en
aan Ons voldoening
gegeeven werde over zodaanig een gruwelftuk,
zoo verklaaren wy dat van dien tijd af zoo een
landftreek , ambagt , ilad of burgt, daar zodaa^
nig een feil begaan is, al waaren*er ook verfchei-
de kerken , onder het geeftelijke
interdi^ zullen
leggen. Daarenboven doen wy door deezen
brief in den ban, enwy
verklaaren dat uyt kragte
dèr kerkelijke wetten in den ban vervallen zyn,
zódaanig een misdaadiger of misdaadigers y mits-
gaders alle de genen in h algemeen, en ieder in 'C
byzonder, die onze geeftelijke regtspleeging (p)
komen te ftooren i het zy met onze brieven op
te breeken, of weg te heemen, of met onze bo-
den , ofbefteiders der zelve brieven te quetzen,
gevangen te neemen, vaft te houden, of hun ee-
jiise fchade , fraa^dheit of moejelijkheit aan te

doen.

Het weJke
des Ce meer
plaats heeft
by aldien
hygedoodt
yordr.

De ftoor-

dérs der
geeftéÜjke
yegtsplee-
ginge in
den ban
gedaan.

-ocr page 283-

Guido van Avesne.' 1214

<3oen. Onder dezelve ftraiFe begrijpen wy ook de
aanhangers en
medeftanders der gezeide misdadi-
gers i en
wy ordineeren dat, ingevalle de geen of
de geenen die hec wereldlijke regts-gebied daar
ter piaatze voeren , alwaar de gemelde feiten of
eenige der zeiven bedreeven zijn, zodaanige boos-
wichten of quaaddoenders binnen den tijd van
vijftien dagen, (van den dag dat het feit begaan
is af te rekenen,) ons niet ter hande ilellen , of
ons geen behoorlijke voldoening over de gemelde
verongelijking doen hebben, dat, zeg ik, de god-
delijke dienilenin zoo eene Parochie, daar zodaa-
nige verhindering, ilooring, geweld of quelling
gepleegt zal zyn, zullen ophouden. Het zelve zy
te verftaan van de Parochiën, daar zoo eenquaad-
doender, of zodaanige quaaddoeners , zich zullen
onthouden , ter tijd toe, enz.

Ook doen wy door deezen brief in den ban
alle en iedere plunderaars en roevers der kerken
Dc roovers
en der kerkelijke goederen. Doch op dat nie--^
mand gevaar loope wegens een andermans ondeu- rlnlnïen"
gendheit, zoo willen en gebieden wy, datinge-
bangcdaan;
valle een zeker kollegie , of een geeftelijk per-
foon in 't byzonder , voorgeeft van iemand be-
roofd of geplunderd te zyn , zoo een byzonder
perfoon zulks door zich zelve , of zodaanig een
kollegie door twee zijner ledematen, voor ons
of voor onzen Officiaal met eede zal moeten be-
veiligen , met de plunderaars of roovers te noe·?
men , en de geroofde goederen , mitsgaders de
Waarde der zelvep, uyt te drukken. Zulks gedaan
lijnde, indien zoo een roover of plunderaar, van
onzentwege of van onzen OfiEiciaal des vermaand
Jiijnde, zoodaanige.geroofde goederen niet weder
te regt -en brengt,, en ons zoo wel als den bele^
bigden perfoon, of de beledigde perfoonen, geea'

be·

-ocr page 284-

χ So Het L ε ν ε ν ν an

behoorlijke voldoening en geeft, zal hy aanftonds
openbaarlijk afgekundigc worden, als zijnde door
ons gezag jn den ban vervallen. En ingevalle dac
hy zulks door zijne hardnekkigheit verdient, zal
men ook het incerdift en de vordere kerkelyke
llraffen in het werk ilellen. Ten zy dat zoo een
perfoon , die wegens de gemelde misdaad betigt
worde, zich binnen den voerfchreeven tijd voor
ons of voor onzen Officiaal kome vertoonen, om
y zijne onichuld aan te wijzen , en door bequaame

redenen te toonen,dat hy daar toe niet verfchuldigC
is. En by zoo verre dat hy zulks door deugdzaa-
me redenen bev/ijil: , en dat de gene dt-^ over
plunderinge geklaagt beeft, bevonckn worde een
onregtmatige klagte ingelevert te hebben , zal
deezetot de wettige onkoften, en tot vergoeding
vaaallc fchade, ten voordeele van den befchul-
digden, verweezen, en dan noch vorder geftraft
worden naar dat de ftrengheit der regten , cn de
billijkheit der zaake, volgens het ooi'deel van den
regter, zullen vereiflchen.

Ook verbieden wy allen geeftelijken en we·^
'Alsöok de reldlijkenperfoonen,van watilaat engelegendheit
fe"verMg- ^^^ ^^ mogen zyn, en dat op ftraffe van den ban,
ten, «m ^y hecter daad uyt kragte van deeze

van de ker- brieven zullen vervallen , dat niemand opentlijk
hndir^en 9 <^00Γ gebeden of door dreigemen-

bTietTe^iv ' ^y zeiven , 'ε zy door iemand

anders, den bewindhebber of de bewindhebbers
der kerken zal hebben te beletten de kerkelijke

foederen te verkoopen, te verhuuren, inerfpagt
y te zetten, of dczelven op eenige andere wijze
rot nut der kerke aan te leggen. En by aldiefl
eenige perfoonendoor het overtreeden van dit ons
bevel in den ban komen te vervallen , zoo ge-
bieden wy dat het gemelde ban-vonnis van rijd
" ^ to%

-ocr page 285-

Guido van Avesne.' 281

tot tijd tegens hen vernieuwt, en zy opentiijk
a%eliundigc werden als in den ban vervallen 5 ter
tijd toe dac zy de kerke, dewelke zy op de voor-
noemde wijze beledigt hebben , over die veron-
^elijkinge zullen hebben voldaan j ten zy dat zy
sinnenden tijd van eene maand, voor ons of voor
onzen (10) Officiaal, een kragtige en voldoen-
de reden regens het bovenftaande komen inleve-
ren.

Ook beveelen en vennaanen wy alle Priefters
en Geeftelijken,die eenige bediening in onze ilad
Diegeefte-:
of in ons Bisdom bezitten , of nadeezen zullen
bezitten, dat zy binnen den tijd van twee maan- tg" moetêa
den, zederd dat ze in de vreedzaamige bezittinge feun
verblijf
Van hunne bedieninge geweeft zijn, en de vrug- op de plaats
ten der zelve hebben beginnen te trekken, (wel
Verilaande by aldiende gemelde bedieningen hun-
hpuden,
ne pkaczelijke inwooning vereiiTchen) dezelven
met genegentheit, en Λ^olgens den eiich der be-
dieningen , zullen hebben waar te neemen
, en
hunne woonplaats by dezelven te houden. An-
derfms doen wy hen van nu af, cn van dien tijd
als ze in gebreke zullen blijven, in den ban: en
Wy willen dat ze als zodaanigen openbaarlijk zul-
len afgekundigc worden j ten zy dat ze'binnen
den voornoemden tijd hunne ontheffing van dier-
gelijke plaatzelijke inwooninge , of de reden
"Waaromme zy daar toe niet gehouden zijn, ver-
toont zullen hebben , en dienaangaande getuige-
nis-brieven
van ons, of van ons geregts-hof, zul-
len hebben verkreegen.

Ook verbieden wy aan alle en iedere Aarts-
diakenen , Prooften, en andere Prelaaten van on-
^^ ftad en van ons Bisdom, mitsgaders aan hun-
ne Officiaalen en Dekenen , op ilrafFe van den

en van de opfchorfinge hunner bedieningen, "

3 f de-

-ocr page 286-

Het Leven va Μ

dewelke \vy tegens hen alle, en tegens ieder van
hun in *c byzonder door deeze brieven uytfpree-
Icen , by zoo verre dat ze dit tegenwoordig ge-
bod eenigfins komen te overtreeden, dat niemand
van hun allen zich met de zaaken en voorvallen,
die tot onze regtbank en tot ons onderzoek be-
hooren , zal hebben te bemoejen } of dezelven,
'c zy door zich zeiven het zy door een ander of
door eenige anderen, zonder ons byzonder verlof
geregtelijk zal hebben te onderzoeken: en indien
zy zulks komen te beilaan, zullen zy op heeter
daad in den ban en in de opfchorfling hunner be-
dieningen vervallen , cn alle hunne verrichtingen
zullen kragteloos en van geener waarde zijn.

Ook verbieden wy op de gemelde ilrafFe dat
geen Landdeken zich met
de zaaken van huwe-
lijken of van ketterye
eenigerwijze zal hebben te
bemoejen.

Ook verbieden wy op den ban dat niemand zal
hebben plegtelijk te trouwen op verbode tijden;
te weten van den eerften Zondag in den Advent
tot het 06caaf na drie Koningen ; en van den
tweeden Zondag voor Vaftcnavonds-zondag tot
het Oétaaf van Paailchen j en verders van den
Zondag voor Chriftus Hemelvaart, tot den Zon-
<iag van de aller-heilige Drievuldigheit, (i i) alle
de genoemde dagen daar in befloten ·, ten zy dat
-iemand vanonzen Olficiaal verlof gekreegen heeft
■om dan te trouwen.

Daarenboven doen wy in den ban alle die hei-
melijke huwelijken aangaan. Ook -verbieden wy
op den ban, heimelijkerhuwelijken by te woonen.
Door heimelijke huwelijken verftaan wy de zo-
daanige , die aangegaan worden , zonder dat de
plegtelrjke afroeping, of de behoorlijke geboden
in de Parochie-kerke der xrouwens- gezinde per^
foonen voor af ïijn gegaan» Ook

'Dc Lancia
defens
moeten
zich niet
fteekeu in
ileBiffchop-
pelyke
aaaken*

Niet te
(trouwen op
^erbode
iryden : .
v'ie heime-
ïijke huwe-
iSjkcn
Terboden,

-ocr page 287-

Guido van Avesne.' 1218

Ook verbieden wy op den ban , waar in de
^vertreeders uyt kragte van dit fchrift op heeter
zullen vervallen , dat de leeken zich niet
bullen hebben te bemoejen met de tienden van
Onbebouwde (i z) landen; maar dat dezelven zul-
len gelaaten worden aan de genen , den welken
^y van regtswege , of uyt kragte der gewoonte
toekomen. Ook verbieden wy wel duidelijk dat
geen Kapellaan zonder verlof van zijnen Paftoor,
of van de Paftooren der kerken, onder dewelken
jie partyen woonachtig zyn, zal beftaan dezelven
in den echten - ftaat te vereenigen.

Ook verbieden wy op den ban waar in dê over"
treeders uyt kragt« van dit gefchrift op heeter
daad zullen vervallen , dat niemand Zal beftaan
iemand die in den ban geftorven is in de kerke of
op het kerkhof tebegraaven j of het lijk van zoo
eenen binnende kerk of op het kerkhof op de
aarde te zetten.

Ook verbieden wy op den ban, iemand op een
kerkhof, daar een interdid op gelegt is, of dat
door iemand ontheiligt is, te begraavén.

Ook verbieden wy, in dé kerken , €n in de
"galderyen der zelven j óf op de kerkhoven, we-
reldlijke raad-vergaderingen te houden. (13)

Noch verbieden wy op den ban, dat niemand
der genen die zich zelven om 'c leven gebragt,
en met een ftrop verhangen hebben, of die opge-
hangen, onrhalft, op een rad gezet , of op een
andere wijze om hunne fchelmftukken geregt
2:ijn, in de kérken of op de kerkhoven , ten zy
met ons byzonder verlof , öf met het verlof viin
onzen Officiaal, begraaven zal worden.

Ook doen wy uyt kragt-e deezer fchriften in
den ban , en wy begeeren dat als zodaanigen af-
'gekundigt werden, alle de g^nenin ^c algeöifeen

en

NienianJ
die iu den
ban geftor-
ven is mag
op een
gewyie
plaats
begraaveii
worden.
Niemand
'tc
begraavea
op eeii
ρ aats oa^,
der het
interdiifl
leggende,

2y wordea
in den ban
gedaan, die
eeniger-

-ocr page 288-

Het Leven van

en ieder in 't byzonder, die eeniger-wijze faniei^
gefpannen hebben om een moord,
dievery, ΓοΗΛα-·
king, brandftigting, vergiftiging, of eenig an-
der ichendig gruweliluk uyt te voeren : enß^
ontflaging van de zodaanigen behouden wy doof
dit gefchrift aan ons zeiven , of aan de geenen»
die wy volgens ons goeddunken daar toe zulk^
magtigen»

Daarenboven verkläaren wy dat de akkoorden?
beloften , verbinteniiTen, die de gemelde vloek-
verwanten in zodaanige famenfpanningen aangC"
gaaii hebben , al waren ze ook met eede of an-
derfins bekragtigt , niet en verbinden, als ftrij-
dende tegen de geregtigheit, en tegen de liefde
van zijnen even-menfch.

Ook gebieden wy op de gehoorzaamheit aan
alle onze bewindhebbers of gerigts-amptenaaren»
en aan alle Dekens van ons Bisdom , dat zy op
ftraffe van den ban, en van de opfchorfinge hun-
ner bedieninge, die wy hen allen, en ieder van
hun in 'c byzonder, indien ze ons tegenwoordig
bevel niet en volbrengen, door deeze brieven op-
leggen, dat zy, zeg ik, de naamen van alle be-
dieningen of geeftelijke ampten die tegenwoor^
digopen ilaan, of zederd Allerheiligen laatillee-
den open gevallen zijn , of binnen den
geftelden
tijd in ons Bisdom vanUtregt zullen open vallenj
mitsgaders de naamen der geeftelijke ampten die
in ons Bisdom zoo lang open geftaan hebben, dat
het vergeeven dpr zeiven aan ons of aan den Apo-
ftoliflchen Stoel, volgens de ordonantie der La-
teraanfche kerkvergaderinge 9 is vervallen, aan
ons, of aan onzen Officiaal, binnen den tijd vap
eene maand na dat ze hier van kennis zullen ge-
kreegen hebben, in eigen perfoon, of door ope-
ne brieven ?^ulier> hebben op te geeven. Ook ge-

- bieden

^jzefamcn
eipannen

hebDen, om
cen fchelm-
ftuk uyt te
joercn j

'wordt ver-
klaart dacde
akkoorden
onder de
asodaanigeii
gemaakt
«iet en
verbinden»

Den Deke-
nén wordt
fccvolen de
openftaande
bedienin-
gen by tijds
aPre kundi-
gen.

-ocr page 289-

GUIDO "VAN AVESNË. zSf

i^ieden wy by wijze vaneen ordonantie, datvoor-
taan, en ten eeuwigen dage, in onze ftad en in
^ns Bisdom van Ucregc , de datum van het jaar ILuw^jaa?
'^es Heere, volgens de Roomfche wijze, en vol-
te beginnen
gens de ordonantien van onze Metropolitaanfehe °P
i^erke , zal vernieuwt worden en ingaan op den
^igenilen dag van de geboorte des Heere j zullen-
de als dan gefchreeven worden , in het jaar na
s Heeren geboorte 1304.. (14)

Ook gebieden enbeveelen wydatgeen Prieiler Qg^^g
Geeftelijke Klerk de inzamelaars der aalmif- zamelaars
fen voortaan in de kerken of op de kerkhoven
van aalmif-

laaten komen, om de aalmiflen aldaar te ver-
boeken , ten zy dat ze alvorens geloofs - brieven
met "verlof
^an ons of van onzen Oificiaal ontfangen heb- van den
"en 5 om zodaanige inzamelaars daar toe te laa- BiiTchopJ
ten.

Ook beveelen en gebieden wy op den ban, als
i^oven, dat geen Priefter voortaan in eenige Ka-
pellanye zal mogen Mis leezen als Kapellaan, tea
^y die Kapellany alvorens beveiligt zy, endeKa-
Pellaan door ons^ of door onzen OfEciaal, dien
^'y daar toe afzonderlijk gemagtigt hebben, re-
gelmatig in het bezit van dezelve zy geftelt.

En aangezien de zonde van ketteryc onder alle
jonden voor de verfoejelijkfte en voor de nadee-
De Dekens
^'gfte aan het Chriftene geloof wordt gehouden ,
belaften en beveelen wy aan alle bewindheb-
"pi's en Landdekens, zodaanige menfchen door
doen naar
^'eh zeiven, of door andere Kerkharders, zorg- deketscry,
^^Idiglijk naar te fpeuren. En indien zy een of
'^cer perfoonen vinden , die over deeze misdaad
g^en al te goeden naam en faam mogten hebben,
^ujlen zy dezelven , zoo ras als 't mogelijk zal
^'jri
s en zonder uytilel , aan on$ of aan onzen

Ofö.

-ocr page 290-

Ofïiciaal aangeeven, en hunnen ommegang nauW"
keurig befchrijven.

Wy gebieden dee^e ordinantiën en dee2;e be^
veelen onverbrekelijk te onderhouden j en wy
beveelen dat ieder Opziender en Deken, eer dat
ze van hier vertrekken, en ieder
Parochi-prieftei'
dezelven binnen de maand zullen hebben aan ΐ®
neemen , en in hunne bewaaringe te houdeiv
Wy gebieden ook op den ban , waar in de ovef'
treeders uyt kragte van dit- gefchrift op heetei
daad zullen vervallen , dat ieder Pailoor en Pric·
Her deeze zelve ordonancien drie of vier maale^^
s' jaars zal af-leezen en naarftelijk uytleggen.

Gegeeven in het jaar onzes Heere 1510.
Dingsdaags na de MiiTen
onZes Heere
Alleluia, Aileluia, Alleluia.

Deeze Or-

donantien
moeten
aangeno-
meii, onder-
houden, en
drie of vier
maal s'jaars
afgekiin-
digt wor^
ica.

nBÓ

ENINGEN

Aan f Ε Κ

I^iec eintii0en öe S^er&iiecöa&crïpe φ^^
tmnticn ban li^ijn ^eec Guido, ^iffcgoji öa«
ittreflt

Α Α Ν τ Ε K-E Ν I Ν G Ε N.

I. Hy had noch andere broeders, te weeten Bot^af'
dus Biifchop van Mets, dewelke naar het '/eggen van
Btka ook Kardinaal zou xyn geweeft; Johannes
fcbop van Kameryk en Floris Prins niet van MorJe«'
iie , ïoo als Beka en Heda fchryven , maar van M9'
rea en Achaie , gelyk Buchelius uyt Mirseus ( iVó/^^'
Ecclef.Belg. e. 2 Τ 9.) bewijft. De lof die deeïen BiiTchop
door den Heer Auteur gegeeven word komt hem
dubbeld toe: onder anderen word hy zeer geroemt
,liy een groot voorftander van de geregtigheit en een
hebber van de vrede is geweeft. Hywift zyn gezagiOC'^
wel te houden: want fchoon dat het te Utregt onde»
Zijne regeeringe zeev holbollig toeging, en de gan^·^!

-ocr page 291-

op Guido van Avesne,

ßad door de partyfchappen van de Ligtenbergers en de
^rie^en dikwils overende ftoud, 200is 'er niemandge-
^eeft die ietwes tot ïijn nadeel durfde beftaan.

i. Daar is zoo veel over en vs^eer van dit uytroeten
^er Templieren gefchreeven , dat het miffchien maar
tijd en moeite verlooren ïoudezyn den Leezer hier om-
trent op te houden. Laat het my egter geoorlofd zyn
ïïiijn gevoelen ook eens te ttyten ^ en met korte woor-
den te onderzoeken of ze wel zoo zwart geweeft zyn als
|e uytgefchildert worden. Om kort te gaan wil ik den
t-eezer de volgende bemerkingen maar te bedenken gee-
^en. Dat ze een oproer binnenParys geftookt, of ten min-^
fte daar onder gefpeelt hebbende, in een quaad blad by Phi-
lips den Schoonen zyn geraakt: en dat Philips dit dieper
heeft opgekropt als men zou denken: dat de zelfde Philips
Volgens Mezerai noit eenig ongelyk heeft vergeeten of
Vergeeven: dat Klemens V.hem belooft heeft dat hydit on-
Selyk op de Templieren zou verhaalen : dat de order der
templieren fchatryk was,en hunne rijkdommen bequaani
een begeerig hart te bekooren:dat de Koning door geea
geld te verzadigen was,..en geene middelen volgens dea
ïelfden Mezerai ontzag om zijne koiFers te vullen : dat de
Templiers zoo om hunne overgroote magt en rijkdom-
nien, als om hunne troshe!t,en om verlcheidekrakeeleii
lïiet Chriftene Vorften, al zeer hatelyk waren geworden:
dat hunne aanbrenging is gefchiedt door twee fchelmen
en eerlooze guiten van hunne eige order , dewelken
tot dit aanbrengen , volgens den gemelden Schryver ,
^aarfchynlyk zyn bewogen door de hoop van de wel-
verdiende ftraftèn aldus te ontgaan, en noch door den
Koning rijkelyk beloont te zullen worden : dat alle
^e Templiers die in Vrankryk waren teiFens en op ee-
^en tijd , onvoorziens en onverwacht, zonder dat 'er
de minfte gedagten van waren, gevangengenomen,van
'iHes berooft , in een naaren kerker geworpen en met
sHerhande dreigementen ondergaan zyn geweeft: dat dit
^en algemeene fchrik onder die menfchen, al waren ze
^och zoo onnozel geweeft, veroorzaakt moet hebben:
dat het niet lang by bloote dreigementen is gebleeven: f
dat
Zewel haaft'gepijnigt, gefoltert,gemartelt wierden,
ïoo dat een groot gedeelte het beftorf, en anderen al hun
, ieven

τ Zkdu Puyift zijne Hlßorie derfempUeren. Het ver"
'aedigfchrift der Templieren hy den zelve».
P, iHq, Meze-
rat^ enz. ^
J

-ocr page 292-

142, Aantekeningen

leven lam en verminkt ïyn gebleeven: dat hun, oni ï®
noch beter tot bekentenis te krijgen, konink]yke brie-
ven wierden aangeboden, met 's Konings zegel daar aan
hangende, dat ze zich maar fchuldig hadden te verklaa-
ren, en dat ze dan noch in hun leven, noch in hunne
ledemaaten, noch in hunne vryheit verkort zouden wor-
den, en genoeg zouden krijgen om 'er heerlyk op te
leeven: dat hun geduurig wierd voorgedraagen dat'er
niet te talmen noch te aarzelen viel,, dewijl de order
doch al verdoemt en verweezen was , enz. Dat
de meeften de opgetigte mifdaden niet beleden heb-
ben, als door het geweld der allervervaarlykfte tormen-
ten : dat veele van die ongelukkige Ridders, die 'talles,
het zy door beloften , het zy door de kragt der dreige-
menten, beleden hadden, het beledene naderhand voor
de Regters herroepen , en verklaart hebben dat zy door
de gemelde dreigementen en tormenten , en door het
ïien van ƒ4 andere Ridderen , dewelken-om het ont-
kennen van gemelde niifdaaden ten vuure veroordeelt
waren , gedwongen waren geweeit om liever alles te
belijden, als zoo een wreede dood te fterven: dat veele
Templiers na zulke herroeping ten vuure zyn gedoemt:
en dat zy levendig en door een langzaam vuur gebraaden
wordende by hunne herroeping gebleeven en op de her-
roeping geilorven zyn : dat zoo een verklaaring van ver-·
fcheidene menfchen , die 'er de dood op fterven , en die
den Hemel zekerlyk voor geen' leugenachtige verklaa-
ringe konden verwachten , veel meer moet gelden by
redelyke verftanden , als de bekentenis van honderde
Templiers, die het hart noch de kragt niet en hadden om
alle die tormenten en zoo een langzaam vuur af te wach-
ten, of uyt te ilaan. Voegt hier by dat een groot
gedeelte
der opgetigte fchelmilukken , volgens de bekentenis van
meergemelden , Mezerai, ongeloofflyk en belachlyk is ge-
weeft. Hy relt de zeiven niet op : maar men vindt ze by
den voornoemden du Puy, die hen met alle magt te-
gen is, en by andere
Schryvers. Onder anderen zou-
de dit een regel zyngeweeft, dat de nieuwelingen, in
de order eerit aankomende, Chriftus tot driemaalen toe
moeften verlochenen, en driemaal in zyn aangezigt
ipouwen : dan zouden dezelfde nieuwelingen , zoo
als ze aangenomen waren, de aanneemers voor den aars,
voor den navel en voor den mond moeten hebben kuf-
fen, en een belofte doen vau ïich ten alleu tijde, zoo

dik-

-ocr page 293-

op Guido van Avesne,

^ikwils als het iemand der Medebroederen zou luftcn,
tot het pleegen van de Sodomye te laaten gebruiken c
^at fommigen Van hen een verzilverd en verguld hou-
den hoofd, met een lange baard daar aan , hebben aan
gebeden. Doch om dat dit by weinigen bekend was,
"^ierd 'er by gevoegt dat het maar vertoont wierd op de
3lgemeene Kapittelen. Noch zouden'zy, zoo dik wils
als 'er een Templier in die Afgoderye volhardt hebbende
9uam te fterven, het doode lichaam verbrandt, en de
afch aan de jonge Templiers te eeten gegeeven hebben,
öm hen daar door des te vafter en te volftandiger te maa-
ien: daarenboven/, zoo dikwils als 'er een jong kind
^yt een Templier en een jonge dochter geboren was,
gouden de andere Templiers het zelve aanftonds ten dee-
/e gekookt, ten-deele gebraaden hebben, en het vet dat
er afkookte of afdroop gebruikt hebben om 'er hun Af-·
gods beeld mede te beilryken. Zy zouden inheimelyk
^erfland met den Soldaan van Egiptenenvan Babilonien.
^leeft hebben enz. Zulke meer als Heidenfche, wat
"^eidenfche? ja meer als helfche guyteryen en fielteryen
^^ gelooven van zoo menig braaf Karei en Edelman,
^n van zoo veele zoonen van Hartogen en Graaven, ,!

dewelkenal te maal als op een en bot, in 't intreden Vau |

een order, zouden verandert zynin duivelfche monilers
donder zoo een duivelfche order te verbaten, zonder
eenige zwaarigheit temaaken van2.ich als een vuile ilet 't
en als 'tallerfnoodiie Venus-beeft aan ieder Rabauw die;
ïTiaar lüftete onderwerpen, en zonder ten eerfte een ichiHt
^Jï een afkeer te krijgen van een order daar men op den
Werften dag tot iulke vuiligheden gedwongen wierd : dit
zeg ik, zoo maar met een eenvoudig geloof aan-
e neemen , is by my een teken van een groote ligtge-
^oovigheit. AlJedie deftige luiden zouden zoo aanftonds
preed hebben geftaan om hun Heeren Godtzoo fchie-
af te gaan , te verzaaken te vervloeken en tebefpou-
, om een houten hoofd liever te aanbidden als den
^aarachtigen Godt, om alle eerbaarheit, godsdienftig-
menfchelykheit zoo op eenen fprong afteleggen,
als van hun lijf te fchudden.
Credat Judceus Apel-
^ ·> non ego.
Voegt hier nu by dat de Schryvers , die huti
^"^negen zyn , zoo grootelyks in hunne befchnldigingeu
erfcheelen. Sommigen zeggen dat ze de Sodomie toelie-
en, op dat hunne geiligheden door het be/laapen der vrou-
II. Deel. ® χ lui-

' τ

ii
' ι

( i

-ocr page 294-

Aantêkenin gen

luiden niet uyt xouden komen: (duPnyHifi. desT'em"
jpiiersp.
anderen Zeggen dat ze in onderaardfche ho·*
len by maikander quamen met getrouwde vrouwsper-'
foonen, en dat ze daar,na het pleegen van veele gru-
welen, de lampen uytbluften en de vrouluiden aanpak-
ten zonder eenig ondericheid tuiTch en getrouwde of on-
, ongetrouvi'de, en geeitel yke of wereldfche te^maaken. Die
het luft na te zien zal noch verfcheide ürydigheden iß
de befchuldig-punten vinden. Als men dan noch over-
weegt dat de gevolmagtigden ,die over hune befchuldig-
punten zaten , hoorende den Grootmeefter voor 7.yn
order fpreeken, op hun verhaal-boek aanfchreeven dat
hy een halve. Gek, en niet wel by zijne zinnen was:
dat dezelfde Grootmeefter ,vcFftaande dat drie Kardina-
len den Patis aangèdient hadden dat hy de opgetigte mif-
daadenzou beleden hebben , van verwondering
een kruis
heeft gemaakt , met groote ftandvaftigheit daar tegen
heeft gefproken , en zijne order ten hoogfte heeft ge-
roemt i/^at een ander Qverfte van dezelfde order, met
naame Ponzardus de Gyziaco, voor de gevolmagtigden
leer heeft geklaagtdat zy, Templiers , op veele plaatzen
leer wredelyk gepijnigt en gefoltert waren om de ge-
waande guiteftukken «te bekennen , tot zoo
verre dat'er
eeni'gen onder Beuls handen geftorven waren : en dat hy
verklaart 'heeft dat al 'tgeene eenige Templiers tot na-
deel van hunne order beleden hadden , door 't
geweld
der tormenten was beleeden: als men dit alles, zeg ik,
overweegt, dan zal rnen al meer en'meer beginnen te zien
wat voor inzigten dat hier onder gefpeelt hebben: enhpe
datdezelveregcspleegingis toegegaan. Deeze zelve Pon-
ïardus klaagt hier geweldig over dat hy, zederd dat hy
zicR aangeboden had om zijne order te verdedigen , noch
harder mishandelt wasgeweeit
: maar die't hem aange-
daan hadden ,iiadden 't maar te
ontkennen, daar mede had
Ponzardus niet meer te zeggen. Noch dienen de woorden
van het vonnis zelf.overwogen , en kpnnen een befchei-
dén Leezer, die niet al te onnozel is, al eenig naden-
' ken geeven. ' Zy worden dan niet veroordeelt naardeii
eifchder regten,
en uyt kragt der onderzoekingen, maar
by rnanier van een
voor-af-vonnis , of om op zyn Ad-
vokaats te fpreeken
^ hj provizie, en uyt kragt der A-
poftoliiTche Ordonantie. Zoo worden zy dan by
provi-

fie

-ocr page 295-

OP Gul DO, VA Ν Α VE S NE.

/igedöodt, by/irowTzi? verbrandt, h^proviße uytgeroeit,
cn by
provifie zwa-arder geftraft als of hunne fchelme-
ryen op de bondiglle en regelmaatigfte wijze onderzogt
en achterhaalt waren.

Sommige Franfen , als onder anderen de Heer 'du
Puy, s'Konings Raadsheer - en een ander diè de ge-
leerde Aantekeningen op Turfellinus gemaakt heeft,
mogen op dit fiuk geen quaad van Koning Philippus
hooren; de laafte beroept zich op de 240 Templiers die
in Vrankryk alleen te regt geftaan hebben en gehoort
ïyn. Maar op zoo een manier, en door zulke dreigemen-
ten , zou men wel duizend en tien duizend onnozele
menfchen dwingen noch duizend maal grooter fchelm-
ftukken te bekennen. Hy fpreekt van meer als twee
duizend getuigen van 'tganfche Chriftendom die tegens
hen getuigt zouden hebben. Maar heeft een van alle
die getuigen wel verklaart dat hy die aanbiddingen van
een houten hoofd, die verzaakingen en befpouwingen
Van Chriftus, die Sodomyen en dat kulfen voor den aars
rnet eigen oogen heeft gezien ? Van hooren zeggen kan
men wel meer als
4 ja als 10duizend getuigen krijgen»,
Alle de Chrïftene Vorften , zegt hy vórder, hebbea
ter vernietiging van· gemelde order •famengefpannen.
Is dat zulk een wonder, daar Paus, Koncilie , Ko-
ning van Vrankryk, en zoo.veele mannen van aan-
^.ien, de gemelde menfchen als de grootfte deugnieten die
de zon oit befcheenen of de aarde oit gedraagen had,
tnet grooten toeilel gevonnift en veroordeelt hebben,
en zulke brieven aan alle vreemde Vorflen hebben ge-
fchreeven, dat de Templiers onderzogt en verhoort wa-
ren , en alles bekent hadden j endatzy overal ,zouwmen
het GhriÜcndom behouden , moeiten uytgeroeit worden.
Hoe zouw een vreemdeling al den toeilel van hunne
Veroordeelinge hoorende aan de waarheit van zoo een
plegtig vonnis getwijfelt hebben? En nochtans zyn^ze
in fommige kerkvergaderingen vry gefproken en onno-
zel of ten minüe in veele deelen onnozel verklaart; als
in die van Salamantica, in die van-Tarragone , in die
Van Maagdenburg enz.

En dat de gemelde Schryvers zoo breed opgeeven als
of het niet gemunt was geweeft op hunne goederen, eri *
datdezelven aan andere Ridder-orders gefchonken wier-
oen, dat is maar
zoo ςη 'ioo in zyn werk gegaan. Al- -

Τ ζ thaus

-ocr page 296-

igt Aantekeningen
ihans Karei de Π, Koning van Sicilië en Graaf van PfO
vence, maakte zich meeiler van alle hunne roerende goe-
deren, en gaf'er den Paus een gedeelte van. Philips de
Schoone, xegt meergemelde du Puy , had het grootfte
gedeelte van hunne goederen overgegeeven : maar het
kleinfte was noch groot genoeg Hy kan het niet har-
den dat zyn Koning van gierigheit befchuldigt word:
maar iVlezerai fpreekt zijne gedagten openhartiger uyt.
Ferdinandus-i , Koning van Kaftilie, is 'er ook wel vaiï
gevaaren, en heeft alle hunne goederenen fteden, in
lyn Ryk gelegen , ge-eigent en aan de Kroon gehegt.
En wat de onroerende goederen der Templieren belangt,
dat dezelven aan de Ridders vanS. Jans Order gegeeven
xyn, zoo dat 'er de Koningen niets van opgelloken zou-
den hebben , daar over heeft men J. Villacri en Abr.
Bzovius, by gemelden du Puy , maar eens te hooren-
Deeze Schryvers 'getuygen dat gemelde Ridders daar wei-
nig voordeel, maar een groot nadeel uytgetrokken heb-
ben; ja dat ze door deeze vereering, die zoo hoogop-
gegeeven wierd, als tot de bedelzak zyn gebragt. Want
ftaat te weeten dat de Paus de gemelde goederen aan
deeze Ridders fchenkende , daar een voorwaarde by-
voegde die 'talles verbrodde,^ doch ten eerftcLniet ge-
iTierkt?en wierden. De Paus zegt dan dat hy zulks doet zon-
der de regten ^ die de Koningen Vorften , Baronnen
en andere Heeren op gemelde goederen hadden, te bena-
deelen. Dat was, zoo als het luide, niet meer alsre-
delyk: maar daar ftak meer achter als men bedagt, De
Koning Philippus had zoo veelintebrengen, en deed de
landeryen der Templieren, die hy bezat, zoo wel betaa-
len , dat de S. Jans Ridders zich daar door uytgeput
hebben. De gemelde du Puy tracht den Koning hier al
weer te verfchoonen : maar weinige Leezers , zoo ik
althans vertrouw , zullen zich door zijne redenen laa-
ien paaj en ,

Hier omwil ik evenwe! den gemelden Koning, noch
ook den Paus , niet befchuldigen van een voorbedagte
nioordery. De Koning was tegens hen ingenomen.
Hy had 'er ook zij n&reden toe De twee gemelde guiten
quamen zeer vuile (lukken tegen hutine order open-
baaren: en zullen al eenigeomftandigheden doen gelden
hebben. De Koning, dooreen haatovermeefterd, zal
dat aanftonds zeer ligtelyk hebben aangenomen. Daarop
zalhy, aaa de waarh^it tiist zeer twijfelende , enwee-

tea*.

-ocr page 297-

op Guido van Avesne,

tetide dat 'er al wat op hun leven te zeggen viel, huii
^bekentenis door pijnigen en dreigen hebben afgeperft»
ï^e irauïMl den Koning te ligtelyk gelooft, enalledie
gedvvoHLie bckenteuiiièn voor de zuivere waarheit aan*·
S^^nomen hebben enz. Degeldzucht kan 'er ook onder ge-
ipeelt hebben, zonder dat
zy het zelf zo duidelyk merkten.

Dus verre van de Templieren gehandelt hebbende,krijg ·
ïk ter
hande degeleerde Hiftorie der Templieren dis
<ioor den Heer (aurtlerus in 't ligt is gegeeven. Die
Heer heeft deeze zaak al netjes en op een geleerde wij-
verhandelt,
behalven dat hy , mijns oordeels, vooi:
een Hiitori-fchryver wat partijdig is , endeRoomfche
kerk, daar hy maar kan , zoekt zwart te verv/en. Hy
toont dan dat de Templiers door hunne rijkdommen ea
gfooten voorfpoed al vry trots en opgeblazen waren ge-
worden : dat ze met groote Vorften over hoop hebbea
gelegen (hoewel
dat dit fomwijlen de fchuld der Vor-
■ften zelf is ge weeft) enz. . Van eenige verraderyen en
ontrouwigheden van byzondere perfoonen wil ik niet
fpreeken , dat kan de geheele order niet vuil jnaaken.
Men
ziet 'er ook verfeheide voorbeelden van hunne ge-
trouwigheit, dapperheic, voorzigtigheit enz. verders
toont de gemelde Schryverdat de Templiers hunne ver-
dedigers
onder de Hiftori-fchryvers ook gehad hebben,
als Trithemius, W. Heda, een zekeren Minnebroeder
Hermannus en meer anderen. Hy meent dat ze al
Vry ongebonden en ilordig leefden : maar of hun-
ne befchuldig-punten wel waarachtigzyn geweeft, daar
twijfelt hy zeer aan, en hy meent ook dat de haat vaa
Koning Philips daar luftig onder heeft gefpeelt. Ik ge-
Joof dat mijne voorgaande Aanmerkingen menig Lee-
rer nochal gunftiger oordeel over die ongelukkige Rid-
ders zal doen vellen. .

Maar de gemelde Heer , al hoe wel hy dat kuilen
^oor den aars voor een verdichtzel houdt , is 'er 200
"Vreemd niet van dat ze de zonde van Sodomie toege-
daan zyn geweeft: om dat deeze zonde in Spanje ,Ita-
lië en Vrankryk
langen tijd voor een peccadillo (emklei·-
'ligheit of klein zondetje) gehouden is geweei^: maar
^y dunkt dat men al blijken moeft hebben om'zoo een
ganfche order van zoo een gruwel te betigten : en dat
Qie zonde ergens voor een kleinigheit gehouden zoti zyn,^
Km ook
in my niet komen. Wy χμΙΙβη elders toonea

Τ 3 hae

-ocr page 298-

αρφ Aantekeningen ""

hóe dat deexe vuiligheit van Pauxen en Aartsbiflchoppeti
verfoeit is geweeft: men weet hoe dat'er alle de kerk-
■ vergaderingen die 'er van handelen ,van gefpr'oken heb-
ben. Zyn 'er ergens eenige Rabauwen of Godvergete-
ne kerkelyken tot dat fchennis vervoert
geweeit, dat is
altijd in de Katolykekerk aangezien als een van de aller-
gruwelykftegruweldaaden. Dat de Aartsbiffchop J. a Cafa
een gedigt , de Sodomie ter eere , 7.ou gemaakt heb-
ben, daar in kan ik den gemelden Heer althans geen
gelyk in geven. Dit heeft de geleerde Menage in zya
Anübailkt al over eenigen tijd genoeg wederleit.

3- De BifTcho^pen hebben 't egter altijd zooniet be-
greepen dat ze minder waren als de Heeren Kardinaa- .
len. In de groote Kronyk van Nederland (laat te leezen
dat l"irbanus VI. de Aartsbiilchoppen van Trier , van
Ments en van Keulen tot het Kardinaalfchap heeft wïl-·
len verheffen, maar dat zy de aangeboode v/aardigheit
niet aangenomên hebben. De reden van hunne wei-
geringe beftond volgens Chr. Lupus
{inConcil.t.i.pag.
43Z.J ten' deelen hier in dat ze zich daar door niet ver-
heerlykt hielden, want^y wiiten, zegt Lupus, dat ze
denKardinaalen gelyk waren, hoewel Lupus dit in een
anderen zin verftaat, zoo als aanftonds zal getoont
worden. In de achtfte algemeene kerkvergaderinge
2.yn vier Kardinaalen , die 't iamen Biffchoppen wa-
ren , tegenwoordig geweeft : maar hebben daar on'
der de andere Biffchoppen , te wecten volgens den
tijd van hunne wijdinge , gezeeten- En als de Ge-
zant van Kalixtus II. zijnde eea Frieder - Kardinaal,
in een kerkvergaderinge van Engeland boven aan
"t hoofd van alle de Engelfche Biffchoppen had gezeeten,
' en de Mis in Bifichoppelyk gewaad had gedaan , zyB
daar zwaare klagten over gevallen. Hier zag men een
t?.aak, zegt de Monnik Gervaiius, die noit nóch in En-
geland gehoort of gezien was geweeft : te weeten dat
een Priefter aan 't hoofd van de Aartsbiffchoppen, Bif-
fchoppen, Abten, en van den Adel van ganfch Britan-
je, op een hoogen throon was gezeeten : en dat de ge-
melde Aartsbiffchoppen, Biffchoppen , Abten en Edelen,
pp een laager plaats zitten, met mond en ooren naar hem
gekeerd waren.Hy maakt'er een grool misbaar over dat
de
vryheit der Engelfche kerkehier door benadeelt was. Zoo
waren 'ertoeri noch Monnikken, die de vrydommen der
kerkea zelfs
tegiiishet 't Hof durfden voorfpreekenr

Ι:

i

Α

-ocr page 299-

op Guido van Avesne. 2,95·
I^Ïipas andwoordt hierop dat dit een. onkundige en on-
Tegtvaardige klagte van dien Monnik is gcweeüVwantdac
het een bekende zaak is dat de Legaat , niet alleen vati
"den Paus, maar van ieder Patriarch , al was hy maar,
een gemeen Pritfter ofDiaken,
[Lup. inCan.t. 3.^.434·)
het regt heeft om in dfe kerkvergaderingen boven alle
Biiïchoppen en Aartüb flchoppen te iicten: maar dat daar
geraate-n, tnen ziet'er evenwel uyt.wat gevoeleii dac
Veele Biiïchoppen -en dat noch in de twaalfde eeuwe,
Van de grooter waardigheit der Kardinaalen gehad heb-
ben. JVjaar met ter tijd zyn de Kardinaalen al hooger
en hooger geklommen , en de BiiTchoppen eii Aarts-
bilFchoppen boven de kruin gewaiïchen. Ook moet men
bekennen dat dit al lang voor de twaalfdeeeuw, althans
op fornmige plaatsen, heeft begonnen. Ten tijde van.
Petrus Damiani hadden de Kardinaalen, die maar Prie-
fters of Diakenen waren, de hoogite plaats noch niet bo-
ven de Biiïchoppen en AartsbiQchoppen :- dit fchijnt al-
thans te blyken üyt den brief van gemelden P. Damiani
aan den Tegen - Paus Honorius 11. , en uyt ^yn' eer-
ften brief aan de Kardinaal-Biffchoppen. Maar in zijnen
eerftgenoemden brief verklaart hy dat de Kardinaal-Bif-
fchoppen in 'zommige voorregten hooger zyn als de Pa-
triarchen en Primaaten: doch de Kardinaalen van Eu~
genius IIL , die zich door S, Bernardus
[Vide Otthon
Frifmgenf. in Vita Frederici
/.) en' doordq Franfche Bif-
fchoppen beledigt hielden , en op dezelven gebeeten wa-
ren, verklaaren dat ze hooger zyn dan de Franfche Bif-
fchoppen , maar minder als de Patriarchen van Alexan-
-drye en van Antiochie. En ^tis zeker dat alle de Kar-
dinaalen in de kerkvergaderinge van Florentie de hoog-
fte plaats gegecven hebben aan Jofephus Patriarch vaa
Konftantinopolen , zoo dat Petrus Damiani maar van
den Primaat van Aquileien, van dien van Kantelberg,
en van diergelyke Primaaten der Wefterfche kerke,die
den tijtel van Patriarch ook al voerden, gefproken zal-
hebben. Ook meende Leo IX. een groote gunft aan
dien AartsbiflTchop te betoonen,dar hy hem, om de ge-
irouwigheit der Èngelfche kerke op het ftuk van Simo-
nie te beloonen,
{Gml.T^horne in Chronic.) het regt heeft
gegeeven, van in alle kerkvergaderingen naaft den Kar-
dinaal vanS.Ruffina, 2i\\^tx%v^ViSylvaCandida^ te Vit-
ien : des te meer omdatdeeie Kardinaal de tweede rang,

Τ 4. MD

-ocr page 300-

Aantekeningen*
200 als PanviniusOnuphnus getuigt, {de fracipms Ecf
tlefiis Urbis
onder de Kardinaalen bekleedt. Zoomen
op het leggen van Chr. Lupus
Λνΐΐ aangaan, is het
aan fommige AartsbiiTchoppeti , ajs aan die van
Trier, Mentz, Keulen en Maagdenburg,
voor hun en
voor hunne Nazaaten , als eeii groote eer toegeftaan
en vergunt dat ze van gelyke waardigheit met de Kar-
dinaalen gerekent wierden. Daarorxi is tiet zegt hy,
dat Urbanus VUI. als hy de Kardinaal en van
AUerdoor-
luchtigßea^
omtrent omMXX^diZW^Alleruytmuntendften heeft
gemaakt, den zelfden tijtel ook aan de drie Aartsbif-
Ichoppen van Keuleii , Trier en Ments heeft ver-
leent.

Maar hie^ doet zich een zwaarigheit op, hoe dat Jo-
hannes "Kardinaal en Biirchop van Porto de laatfteplaats
van allen in de Synode van Rheims onder Leo IX. heeft
bekleedt? Althans zyn naam ftaat op de laatfte en laag-
fte plaats in de verhandelingen van gemelde Synode.
Hier fchijnt Chr. Lilpus eenigzins in 't nauw te zyn.
Hy komt 'er evenwel uyt, zoo goed als hy kan , met
de gemelde verhandelingen te verwerpen. Dat gemel-
de Kardinaal, zegt hy,, op delaagfte plaats, achter alle
de Franfche Biflchoppen zou hebben gezeeten , kan in
my niet komen. Ik houd het daar voor , dat de ver-
zamelaar der gemelde verhandelingen, die zekerlyk een
Fransman is geweeit, den voornoemden Kardinaal achter
gefchoven zal hebben, om de Franfche BiiTchpppen, die
de hoogheit der Heeren Kardtnaalen al overlang met geen
goede oogen aangefchouwt hebben, te believen. IVlaar
anderen zullen dit miiTchien voor een kaal uytyluchtje
opneemen.

In de Oofterfche kerk' zyn ook al diergelyke krakee-
lengeweeii. Üe Patriarchen hadden hunne viy»«///,'t
■welke , de oorfpronkelykheit van den naam maar aan-
gemerkt, niet veel meer te zeggen zoude zyn als huis-
genooten: maar inderdaad zyn\e metter tijd byna zoo
hoog geklommen als de
Kardinaaien in de Wefterfche
kerk. Zy waaren als de
Medehelpers οξ Coadjutores van
den Patriarch ; en 't was als een vafte regel datzehemin
zijne waardigheit opvolgden, of ten fninile met de open-
vallende Aartsbifdommen voorzien wierden. En om
dit in 'tvoorbygaan te
zeggen , daar was een Protofyn-
cdlus
, die wel de voornaamfte was onder alle 'de Sm-

celli'

-ocr page 301-

G ρ G υ I D ο VAN Α V Ε S Ν Ε. 2.ρ7
(elïi. Mettertijd is 'er een Magnus Protofyncellus , die
nocfi hooger was, opgekomen. Deeze groofe Pro-
toiyncellus had het regt om onder het verrigten van de
Mis een knieband
{fuhgenmle) te. draagen, enopcntlyk
Voorden Patriarch te bidden enz. t Ï>oc\\ é^tle Syncelli .
"<^aren doorgaans niet meer als Monnikken die orn hun-
De geleerdheit,godvruGhtigheit, hooge af komfte, of om
andere .reden, uyt het kloofter getrokken wierden, pm
loo een aan2,ienlyke poft te bekleeden. Gemelde
nioedig op hunne magt die al ï,eer groot was, en op
hun' gezag by den Patriarch , begonnen ook een krul
in 't hoofd te krijgen, en zich de hoogfte plaats boven
BiiTchoppen en Aartsbiflchoppen aan te maatigen.
Dit liep zoo verre dat 'er op Pinxterdag, gelyk Cedre-
mis fchrijft,
{m Romano Argyro) een groot leven inde
kerk is geweeft , door dien dat de Metropolitaanen niet
Trilden verßaan dat de
Syncelli op dehoogfte plaats'zou-
den zitten. Maar hyzegt ons niet ofzy't 'er doorgehaalt
hebben of niet. Maar de
Syncelli overgeilaagen, het is
althans zeker dat de Kruysdraagers,
(Cmdgeri) der Kon-
ftantinopolitaanfche kerke , die niet meer als Diakenen
Waren, boven de Biilchoppen en Metropolitaanen gezee·?
ten hebben.

Maar om weder tot de Wefterfche kerk te keeren,
de Kardinaalen zyn metter tijd zoo hoog geklommen,
en hebben zich zoo veel aangematigt, dat ze in de Room-
fthe byeenkomften, en in de tegenwoordigheit van den
Paus, gezeeten waren en den hoed op het hoofd hielden,
terwijle dat de BiiTchoppen uuren lang bloots hoofds
over end ftonden. De deftige Biifchop Bartholomasus
de Martyribus met den Kardinaal van Lotteringen te
^onien aangekomen zijnde, en een Synode , daar hy
de Kardinaalen zoodanig zag zitten terwijle datdeBif'
ichoppen met bioote hoofde overendbleevenil:aan,byge-
^oont hebbende, was zoo gevoeJig over deeze onteeringe
der Biffchoppen,dat hy den Kardinaal vanLotteringeri
^et klem van redenen aanmoedigde om den Paus de on-
hebbelykheitvan deezen handel te vertoonen. Maar'deeze
Kardinaal, die het R. Hof kende, durfde zich in zoo,
Netelige een zaak niet fteeken, hy meende ook dat hy,

^t Zie Eu<,hologmra Gr. ad Liturgiam S, Chryfofio^.

Τ j* 7ya

-ocr page 302-

^^S Α Α NT EjK ENINGEN

ïyn hoofd 7.0U ftooten, en xich maar byden Paus en alle
deKardinaaleii hatelyk zou niaaken. Hy
ried het ßartho-
iomius zelfs af den Paus daar over te moeten,en het wierd
hem zelf door een Kardinaal, die van zyn efge crder

was, afgeraaden. Maar Bartholomaus was de man niet

om op menfcheiyke inzitten en op een wereldfche, voor-
zigtigheit te paffen , als hy meende dat het de eer van
Godt raakte. Hy gaat naar den Paus toe , hy zegt hem
lyn gevoelen over die zaak meteen ßiffchoppelyke vry-
inoedigheit , doch die door een bevallige beleefdheid
gematigt was,; hy ftelt het aan het oordeel van den Paus
ïelfofhy zoo een vernedering der Biffchoppen kan goed-
keuren , hy haalt den Paus over, hy beweegt hem om
memand in zoo een zaak te ontzien, hy brengt het zoo
verre dat die gewoonte , die nu al jaaren en daagen ge-
duurt had, in de eerfte en naafte vergaderinge door den
Paus wierd afgefchaft , en dat de BiiTchoppen zoo wei
gingen zitten,en hunne hoofden 200 wel dekten, als
de Kardinaaien,
' Vorders hebben de Romeinen altijd getragt om de Kar-
dinaalenzoo hoog boven BiiTchoppen boven al te verhef-
fen als zy konden. Men vindt yerfchcide wetten door
't R. Hof uytgegeeven , die zekerlyk ten deezen einde
ftrekken : als dat een BiflTchop in de tegen woordigheit
van een Kardinaal zelfs· geen enkeide zegening maggee-
ven: dat een Aartsbiffchop ,al is hy een Karcimaal, het
kruis moet afleggen in de tegenwoordigheit van een Le-
gaat {Zie
Ceremoniale Epifcopor. apud G avantum in Ma'
nmliEpijcopor. y. C^rdinalis)
rï]aar ishygeen Kardinaal,
dat hy het zelve moet afleggen in de tegenwoordigheit
van een Kardinaal: dat, als 'er een Kardinaal in de kerk
verfchijnt, hem de ßiffchoppelyke Stoel toekomt , die
dan noch zeer verheeven moet ftaan, en dat de Biffchop
in zulken gevalle op de waardigrte plaats van het Koor,
of regt over den Kardinaal, maar op eenlaager Stoel,
moet gaan zitten : dat een Biffchop de Mis in de tegen-
woordigheit van een Kardinaal doende , hem de ßif-
fchoppelyke bedieningen 'moet aanbieden . doch zoo
de
Kardinaal dezelven van de hand wijft , dat hy die dan
ielf mag verrigten : dat een Biffchop de Mis'van een
ander hoorende, geen Mijter mag ophebben in de tegen-
woordigheit van een Kardinaal enz. Doch deeze wetten
2yn weinig of niet in gebruik.
4* Deeze Biffchop Guido is ook eens door de Vla-

min-

f r'·

-ocr page 303-

op Guido van Avesne. αρρ
Klingen gevangen. (Zie M. Voßus ΛηηαΙ. t. 6. en d^
andere Hijiorifchfyvers.)
Guido Graaf van Vlaanderen
Waande dat Zeekind , 't zedcrd dat Graaf jan de zoon van
Floris y. zonder kinderen geitorven was, wederom aan
't Graaffchap van VMaanderen was vervallen, en ee»
nig mifnoegen tegens Jan IT. opgevat hebbende , -was
lïïet alle magt in Zeeland gevallen, In 't eerftefcheen
't geluk hem niet te dienen: maar ïederd dat Willem, de
ïoon van Graaf Jan, door heimelyke Verraders misleid
ïyn voordeel niet had vervolgt, en zyn leger door het
Verzenden van een deel Zeeuwfche Benden zeer had ge-
dunt , is hy tweemaal op eenen dag van Guido geilaa-
gen, en zelfs binnen Zirixzee belegert. Niet lang daiar
na is de Biflchbp zelf naar Zeeland getrokken, om zij-
nen Neef in eigen perfoon te helpen. Maar daar is het
'ganfche leger wederom ten deele door de vyanden ten.
deele door den getergden Landman geilaagen , en de
BiiTchop zelfs in 'svyairds handen gevallen. Kort daar
op hebben de Vlamingen, en de Brabanders (want die
Waren ook in 'tfpel gekomen , en zogten ook een deel
Van den buit te hebben) byna ganfch Holland , behal-
ven Dordregt, Haarlem en eenige plifatfen van minder
belang, ingenomen. De Vlaming willendezich in Hol-
land vailmaaken had het byna bekuipt dat 'er een ande~
re Bilfchop te IJtregt verkoren wierdt. Maar hoe de
kans daar na geke- rt is , hoe de Vlaming en de Bra-
bander ten lande is uytgedreeven, de Graaf van Vlaan-
deren zelf in een Zeeflag is verwonnen , genomen
en
eindelyk tegen den BiiTchop uytgewiiFelt, dit alles , z.eg
ik, ftaat wijd en breed in onz-e Hiftorien befchreeven.
Maar de kloekmoedigheit van den dapperen Ridder Wit-
te van Heemitede Baftaardzoon van Floris V., en van den
eédelen Ridder Niklaas van Putte, kan niet te dikwils
geroemt worden. De laatfte flelde zich aan het hoofd
der Dortenaafen, iloeg de Belegeraars af, trok den Bra-
bander onder de oogen , en iloeg hem tefFens uyt het
veld en uyt ganfch Holland. Deeerfte trok metdeXen-
nemers, Vriezen en eenige tTollanders door het land,
verlloeg de Vlamingen waar tt hem voorqnamen ,
en
maakte hun ganfch Holland te naaViw. Deilad Zierixzee
dient hier ook niet vergeeten, dewelke geduurende dec-
ken oorlog drie maaien belegerd zijnde,enïiende alles
UI haare gebuurte voor den vyand zwichten , de drie

bC'

-ocr page 304-

ίΟΟ Α antekeningen

belegeringen met een onbezweeken meed engetrouwig-
heit heeft uytgehardt, en dép vyand meer als eensgroo-
te afbreuk heeft gedaan.

Ik heb noch een woord te ïeggen ontrent de dood van
Biffchop Guido. De Heer Auteur zegt niet zonder re-
dat 'er vermoeden is ge weeft als of hy van vergift ge-
ilorven was. Dit is aldus toegegaan. (Zie M.Veßus^
Beka, Heda^ enz.) Jan van Kuilenburg en Niclaas Kat5
Ihadden de voogdy over den minderj aar igen Heer van
Gooy op zich genomen: maar dewijl hen, niet zonder
groote fchijn van reden, nagegeeven wierd dat ze hun
eigen voordeel meer zogten als het welvaareu van'ton-
inondig kind, en met de goederen, die zy te beftieren
hadden, leefden zoo als 'thun lufte en beliefde , zop
heeft Guido, een wakker voorftander der geregtigheit,
hun aangezeit rekenfchap van hunne beftieringe tegee-
ven , of afftand te doen vandevoogdye. Maar dewijl zy
aan dit oor doof waren, en hun' ouden gang bleeven
gaan, heeft hy hen in zeker Kafteel belegert en tot o-
vergaaf gedwongen. Na dat zy dan belooft hadden re-
I kenfchap van alles te zullen doen , en de BilTchop het
Kafteel met zya volk had bezet, is hy's nachts daaraan,
van een hartvang overleden. Niclaas Kats en Jan van
Kuilenburg,· hier van verftendigd , hebben vliegenshet
Kafteel in 't midden van den naeht met ladders beklom-
men en overrompelt, en bleeven de voogdyfcKap naar
hun welgevallen waarneemen. En dit was de reden
dat 'er fterk vermoeden , wegens het vergeeven van den
Biffchop , op hen is gevallen.

Noch moet van Guido niet verzweegen worden, dat
hy het Stift, tot zijnen grooten lof, onbelaften zonder
fchnlden beeft nagelaaten. Onder deezen zeiven Bif-
fchop is Europa door een gruΛveIyke hongersnood, die
niet veel zagter was als de hongersnood van Jerufalem,
bezogt geweeft. (Zie BeL·,
Heda , Buchelius, Chron.
Piagn. Belgü, Meyerus enz.)
Vuile verrotte krengen,
fcruid en onkruid, zoo als het te velde ftond, onge-
waffchen en ongekookt, wortelen der boomen , en
alles wat oit in den uyterften nood opgezogt is geweeft,
Was een banket voor de ellendige menichen. Dearmeii
ftorven met duizenden en duizenden weg boffchen ,
wouden,'velden en wegen lagen als bezaaid met doo-
^e lichaamen. Dit heeft twee ronde jaaren geduurt,

-ocr page 305-

op Guido van Α νésν ε. ^

εη Zoude door een Staartftarre voorfpelt zyn ge-
Weeft

S- Een pond Hollandfch geld , gelyk gezegt is , be-
IJ ftuivers : maar een pond goed geld beliep zo
ftuivers.

6. Het Vormxel is altijd in de Katolyke kerk aange-
izien geweeft als een voltrekking van het doopzel: niet dat
den gedoopten iets ontbrak om waarlyk een Chriften
nienfch tezyn; maar de gedoopten wierden aangezien als
jonggebooren' kinderen, de gevormden als volwaflche
mannen. En om deeze reden wierden de gedoopten, zelfs
de kleine kinderen, van ouds aanüonds gevormt , zoo
als uyt aliedeoudeRituëelen en Pontifikaalen , jafchier
üyt alle de Ottdvaders beweezen kan worden.
(ZieMar-
*ene de Confirm. art.
i.) Deeze manier , zegt Edm.
Martene, was in 't begin der tiende eeuwe byna buiten
gebruik geraakt; doch is op fommige plaatzen , als te
Rheims en elders, gelyk hy uyt verfcheiden* Ritucelen
bewijft , noch lang in (land gebleeven: en wy zien uyt
deeze Ordinantie dat ze in het Bifdom van Utregt ,ten
niinite tot in het hartje van de veertiende eeuwe, ge-
duurt-moet hebben.

, Maar dit moet aldus verftaan worden , indien het
doopzel door den BiiTchop, of door iemand anders in
zyn byweezen , bedient wierd: want als hy van de hand
was, was 'teen anderezaak: en dan vormde'hy dege-
doopten in het bezoeken van zyn Bifdom; *t welke al ,
door den H. Hieronymus aangemerkt is geweeft
{DiaL ^
adv. Lucifertan.')
Petrus Damiani zegt in zyn Sermoen
over de kerkwijdinge dat het Sakrament des Vormzels,
Volgens het bevel der Oudvaderen , niet lang na den
doop mag uytgeftelt worden, opdat het liftige kronkel-
dier, of de Duivel, ons niet ongewapend mag vinden.

Om dat wy hier in deeze ftoiFe gevallen^zyn moet ik
hier een woord zeggen van de
bandelli, of banden met
dewelken de voorhoofden der gevormden bewondert
Wierden. (v,
Concil. IVigorn. Concil, Colon.anni 1280.)
^y moeften van nieuw lijwaat, en drie vingeren breed
^yn , zonder tarn zonder naad of knoop De gevorm-
den droegen deeze
bandelli, of hoofdbanden , fevendagen
gelyk ^in 't Roomfchekerk-gewoonte-boek bevo-
len Wordt, Daar door , Mggen Hugo de S. Viäore
{Ιώ. ζ, de Saer.p. 7. c, 7.} en Amalamis {<k Dmn. off. c.

-ocr page 306-

30i Aantekeningen
4,0.) wierden bekent de 7 gaven van den H. Geeft dié
de gevormden ontvangen hadden. Naderhand wierden
niet langer gedraagen als drie dagen , zoo als in de
Ordinantie van een naamlooxen Biiichop,
[by Speelman
ouer''tjaam'^'/.)
ineen Synode van Wigorne van't jaar
1240. in een andere van Keulen .van 'tjaarliSi. en in
noch meer andere bevolen is geweeft.
Eindelyk wierd
in een Spöde vanChartres, in 'tjaar
1526. belaft dat ze
dezelven ten minfte 24uuren lang zouden draagen.Maar
iiaderhand^is het anders verftaan; want een Synode vari
Milanen, gehouden onder den vermaarden Karolus Bor-
romceus, en een andere van Aix , gehouden in 't jaar
1585, willen het gevormde voorhoofd niet bewondert
hebben : maar zy beveelen dat het eerft door den Bif-
fchop naukeurig afgeveegt, endoor een andergeeftelyk
perfoon met ,een fchoonen natten doek moet afgewaf-
fchen worden , enz. En aldus zyn deeze twee doeken
of banden aUengskens uyt het gebruik geraakt.

7. De Heidenen zelf hebben doorgaans een fchrik ea
een yzing voor deeze .zonde gehad. Jaeerlyke gemoe-
deren meenden dat 'er geen grooter fchande te beden-
ken was, als tot zoo een fchennis , al was het door
dwang,misbruykt te worden. Waarom dat Philippus,Va-
der van Alexander den Grooten, door een jong Edelman
doodgeftoken is , te weeten om dat hy over zoo een
fmaadheit geen' wraak had genomen, is ieder een be-
kend. Indien men op het zeggen van Leontius Scho-
lafticus en van Nicephorus Kalixtus
{deSeäis c. 10. üb. 5.
c. 32.) aan mögt gaan , zou Origenes -liever den Afgo-
den' geoftert hebben, als dat hy op zoo een manier mis-
bruikt zoude worden; doch dit verhaal is juift zoo ze-
ker niet. Maar dit is zeker dat onze Heidenfche Voor-
vaders, ten tijde der Romeinen , onder meer andere
redeneiioo^ tot het ontgaan van deeze vuiligheittegens
de' Romeinen zyn opgeftaan. De BataviiTe jongelingen,
die doorgaans mooy en kloek van perfoon waren,wier-
den van de Roomfche Amptenaaren tot het pleegen van
dit fchennis uyt hunne huizen gehaalt
{Tacit. Hiß. /.4.
c. 14.) Daar waren de Batavieren te eerlyk van harten toe,
en hebben liever het
uyterfte gewaagt als zulke rabau-
wen ten dienfte te ftaan. Mahomet zelf heeft de wet-
ten van Solon, die hy anders z^er hoog fchatte , maar
die deeze vuiligheit toelieten , op dit ftuk niet durven

na-

-ocr page 307-

op Guido van Avesne. jo^
navolgen, zoo als de Kardinaal Jacobus deVitriacoin
ïijne Hiftorievan deüolkriche kerke, (ca/;. f.)'bewijit,
Salvianus fchryft in zijne boeken van de
Voor7jenig-
heit dat Africa om het pleegen van deeie vuiligheit on-
der de magt der Wandaalen is gevallen. Ook fchryft
Matthceus Paris, in de'Levcns-befchry vinge van de Abtea
van S.Alban, (^-.31.) dat Engeland om dezelve reden door
Godt is overgegeeven aan de magt der Noormannen.
En daarom is het niet zonder redtii dat Keizer Juitiniaari,
naar het voorbeeld van den Grooten Konftantyn, (iVa-
^e//./e·^^
177.) geboden heeft deeze gruwÊldaad met de
dood te ftrafFen.
Maar hoe fchrikkelyk dat hy de Bif-
fchoppen en andere kerkelyke perfoonen, die zich zei-
Ven en hunne waardigheit zoo verre mogten vergeeten,
geftraft wilde hebben, kan by Theophanes en Georgias
Cedrenus nagezien worden. Doch omtrent het beftraf-
fen van deeze vuiligheit dient al groote onzigtigheit ge-
bruikt te worden. De H. Anfelmus, AartsbiiTchop vaa
Kantelberg, was in
'x eerite pewoon, zoo als by Hen-
ricus Knychton te leezen ftaat, op alle Zondagen den
ban tegens zodaanige monilers van menfchen af te lee-
ien
: maar hy heett dit we) haart achtcrgelaaten , ver-
nomen hebbende dat de openbaring van deeze gruwel-
daad de vuilaardige menfchen tot een prikkel verftrekte
om daar een proef vän te neemen. Ook had Petrus Da-
mian! een Traktaatje over dezelve ilofFe, onder den tijtel
van
*'yomorrianus^ gefchreeven, daar alle de foorten vau~
deeze zonde op een kuyflche wijze uytgeleit enkragtig
beftraft wierden met aanwijzinge van de gruwelen die
daar in {laken : hy had het zelrde gezonden aan Alexan-
der If. Maar deeze goede Paus , vreezende dat groo-
ter quaad uyt de opènbaaringe als goed uyt de bellraf-
finge van deeze vuiligheit zoude volgen , heeft het ge-
: melde Traktaatje, tot groot mifnoegen van de,n Schry-
ver, al willens verlooren, hoe wel dat het naderhaßd
noch in 't ligt is gekomen.

8. Boogs gewijs gebogte fchaenen. In het Latyn flaat
Caïceos laqueatos. Dit fchijnt het zelfde flag vanfchoe-
nen te zyn daar Wihelmus Malmesburienfis , fchryveu-
de over het leven van Willem den Roiïen , op fmaal-
de. Ten deezen tijde, zegt hy, is het lange en hangen-
de hair, de overdaad in de kleederen, en hetdraagenvan
^ebogte
ichonnm {cakei arcmti) op de baangekomea,

<?.Ik

-ocr page 308-

^04 äantekeningeii

9. Ik moet hier al wederom de volgende opmerkingj
noopende deeze kerkelyke regtSvpleeging ,byvoegen uyt
MezeraiZ^i· kerkelyke perfoonen (te weeteii in de 18ip. eeu-
we)
haddenhanne eigen Regters voor hunne landeryen i daar
^s Komngs Regters ^zoo inburgerlyke alsin hahzaaken ^ niet
te\zeggen hadden. Ü^at hume ferjoonen aangaat^ die wierden
niet geoordeèlt als door iemand uyt hun eigen lichaam. DäU
'twas fchier onmogelyk hen oit te overtuigen. Geringe of
^ualyk hefpraakte menfchen wierden 'i hunner befchuldinge
met aangenomen. Daar wierden niet minder als η χ getui-
gen ter overtuiginge van eenßijjchop y^o\voor een Priefler·)
37 voor een Diaken^ en feven voor mindere Klerken ver'
eifcht ^ allegader van een onhefproken leeven., en indien hei
Leeken waaren j moeßen zy noch vrouw mch kinderen
hebben. _

10. Voor onzen OfficiaaL, Daar wordt hier en op an-
dere plaafzen dikwils vanden Officiaal gefprooken. Ook
had, ik dat woord om quanfuys.beter Duitfch tefpree-
lien,'gemakkelyk können vertaaien den geeftelyken Reg-
tet: maarmy dunkt, behoudens beter oordeel , dat het
woord Officiaal, behalven dat het doorgaans beter ver-
ftaan word, ïoo gemeen is geworden j voornamentlyk
in de Katolyke Nederlanden , ïelfs bydegeenen die op
de zuiverheit on^er taaie ftaan, dat het byna zoowel mag
doorfchieten als de wooorden Abt , Abdy, Poëet, en
honderd anderen. Maar dat daar gelaaten , de Offi-
ciaal was eigentlyk degeeftelykeRegter, en had nfet al-
leen in de Stad ütregt , maar ook door fiet ganfche
ßift texeggen. (Zie
Anth. Matthaus de Nobil. üb. i.c. lï.)
Hy had dezelve magt , in de ïaaken der Geeftelyken,
door Holland, Gelderland, Vriesland enz. Hy had niet
alleende magt om kennis van de mifdaaden teneemen:
maar ook om vonnis te fpreeken en de mifdaadigers te
veroordeelcn , in de boete te beflaan ^ in de gevangenis
te werpen, ja om hen ter tnchtiging, doch niet tot den
bloede toe , te laaten géeifelen. En dit is niet alleen
van kerkelyke perfoonen,maar ook van zodaanige
Leeken
te
verftaari die van dé magt der Majeßraat ontheven wa-
ren , als de huifgenooten, boden en knegten der ker-
kelyke perfoonen , die zich ten dien ft dér kerke over-
gegeeven , of de ibefcherming der kerke aangenomen
hadden,
{/int. Matthaus als beven.) Ja als het Zaaken
.«vrareii daar de Geeftelykheit verkort of beledigt

was,

-ocr page 309-

op Guido van Avesne. ^05·

Was, ais in het achterhouden der oiFer-penningen,der
f enten, der tienden, in het be(teelen der kerken , en dier-
gelyke dingen njeer , kon hy de Leeken , die fchaldig
bevonden wierden , in de boete ilaan. Doch deeze üf-
ficiaalen hebben hunne magt al dik wils misbruikt om
hunne zakken te vullen en de onnozelen te drukken. Die
hun de handen maar zalfde had het befte regt: regtvaar- f

digheït , onnozelheit , waarheit hadden het minfte te
Jeggen. Men heeft Petras Bleieniis 25·-) n^^^^r te |J

hooren fpreeken, die deeze bediening 200 gevaarlyk ach - 1-

te,dat hy Mkeren Officiaal,die noch eerlyk van herte - |

Was, ernftelyk heeft yerinaant van zyn ainpt afteftaan.
Ik geloofd zegt hy, dat de Officiaalen deezen naamgekree- |

gen hebben, niet van het naamwoord Officium, ('t wel- |j

ke een maar van het werkwoord Οΐ~ J

ficio ('c welke te zeggen is benadeelen, hinder aandoen:) !j

•'Want al de bediening van een Ojjuiaal befiaat in de arme
fchaapen dis onder hemflaan te fcheeren ofte villen^ zoo hls
ket de Bißchop verßaat. Het ^yn de bloedzuigers der Biß-
fchoppen , die de gemeente voor den bißchop uytzuipen, en
die het bloed dat zy ingezogen hebben weer uytbraken. Zjf
zyn als fpongien dewelke geneepen zijnde al hun water in
den fchoot van hunne meefiers uytßorten, . . . Het ampt
'van de Offieiaalen is regtemort anders niet als het regt
over hoep te fmiiteii , proceßen te verwekken , gemaakte
akkoorden te verbreeken ^ de regts-zaaken ßeepende te hou-
den , de vjaarheit te onderdrukken , de leugens ßaande te
houden, op eigen winß uyt te zyn, de geregtigheit te ver-
koopen, den menfchen geld af te perßen , en allerhande be·'
driegeryen te verzinnen.
Men ziet wel dat ze hier op
ïyn lelykfte afgemaald (laan, en men kan wel giifen dat
2.e altemaal zoo vuil niet zyn geweefl:. Goede en op-
lettende BiiTchoppen konden wel maaken dat de Officiaa·»
len en de andere bedienaars hunne handen wat 't huis
hielden.

II. De Synode van Aken, gehouden in 'fjaar §36.
heeft ook verboden op Zondagen te trouwen,
{Can. 18.)
en dit
uyt eerbiedigheit ^ zoo als Zy ipreekt, voor zoo een
hoogtijd.
En Gregorius ΠΙ. had at te vore (by Edm,
Martene de Matrim. art.
i.) bevolen dat de geene , die
in den nacht van den Zondag getrouwt was, Godt om
vergiffenis moeft bidden, en drie dagen, of ten minfteii
eenen dag, boetvaardigheit moeft pleegen. Ook heeft
II· D
eel. Y

Fc

-ocr page 310-

142, Aantekeningen

Ilgbertus AartsbiiTchop van Kantelberg {in Excerptis l,
tg6.) geboden dat de geenen , die 's nachts voor den
Zondag komen te trouwen, feven dagen lang zal heb-
ben boete te pleegen: dat de geenen die 's woonsdaags of
vrydaags trouwen, het zelve drie dagen moeten doeni
maar den genen , die in de groote Vaiten trouwen,
doet hy een jaar lang boetvaardigheit pleegen.

Vorders zyn'er geweeft die zodaanige huwelyken,
dewelken op verbode tijden aangegaan wierden , voor
nietig en kragteIoos,en zodaanige getrouwden voor on-
getrouwd gehouden hebben. Althans Petrus Damiani
fchijntzichopentlykyoorditgevoelen teverklaaren.
Hoe
ZÜU de tijd Van ds Vaflen^
zegt hy {üb. Ep. tl.) het
huwelyk niet vernietigen , daar zoo een huwelyk door de
kerkelyke
Ivetten wordt afgekeurt ? , . . Een huwdyk V
■welke tegens de Ordonantie der wetten aangegaan is, moet
'Volgens de&elve wetten gescheiden worden.
Ja hy fchijnt
eveneens van het doopzel, het vormzel . en de kerke-
lyke wijdzels, dewelken buitens tijd bedient worden,
geoordeelt te hebben: en Chr, Lupus
{inConciliumTho-
iofan. Viäoris IL adcan. t.)
geeft hem 7,00 verre gelyk
dat een huwelyk , buiten de wettige tijden aange-
gaan , voor deezen nietig is geweeft ; doch omtrent
de andere gemelde Sakramenten kan hy hem niet
toevallen. Maar ik wenfchte dat die geleerde Maa
2yn zeggen omtrent het huwelyk met goede bewijs-re-
denen had bekragtigt. Indien de kerk zodaanige huwe-
lyken voor deezen nietig had verklaart , om dat ze te-
gen de kerkelyke Regels aangegaan V?aren, ik weet niet
of'er in de kerkvergaderinge van Trente zoo hevig wel
getwift zou lyn geweeft, of de kerk de magt had van de
huwelyken kragteloos te maaken.

12. In he£ JLiatyn ftaat de dedmis novaliumy 't welke
Wy al meer gehad hebben. Maar
Novale οΐAgernovalis
kan genomen worden voor braakland , te weeten dat
een jaar lè'dig leit , en voor land dat tot noch toe on-
Ijebouwt heeft gelegen. Hier over is al getwijfelt
geweeft ten tijde van Innocentius III.
{Cap. 12. X. de
Verb. Sigmf,) m
hy heeft daar over moeten andwoorden
aan den BiiTchop van SaragoiTa , dewelke hem ge-
vraagt had of
Novalem de eerfte of in de tweede beteker
ninge moeft genomen worden , als fommige eigenaars
döQr d<? Paqzeil verighoont wierdeii va« de tienden vaa

-ocr page 311-

op Guido van Avesne. 3^7
^odaanige landen op te brengen Zyn andwoordquam
l^ier op uyt, dat beide die betekeningen gegrondt waren
de burgerlyke wetten: maar dat hy van gevoelen was
dat zijne Voorxaaten , alszy eenigegodvruchtige plaat-
sen, van y.odaanige Tienden ontflaagen hadden, 2ulks
Verftaan hadden van landen die zoo lang als het men-
schen geoeugden, onbebouwd hadden gelegen. Doch
nier over /.Ou. noch meer te onderzoeken vallen 't geéne
^ de Gods en Regtsgeleerden kan nagezien worden :
daar zyn verfcheide voorvallen daar
mtn De dm <e No-
"'^ahum
zou moeten vertaaien , de T'iendm van braak-
*'^nden.
Ook is het zeker volgens de geettelyke Regts-'
geleerden dat zodaanige Tienden den Paftoorbyzonder-
jyk toebehooren, tot zoo verre dat, fchoon de Tienden
Zekere Parochie , volgens een oud gebruik , eenig
Kloofter of kapittel mogten toekomen, deeze Tienden
ÊVenwelden Paftoor zouden toebehooren.

13. Men heeft van ouds, op veele plaatzen, regtdag
gehouden onder den blooten hemel, doch op lommer-
^chtige plaatzen , om geen ongemak van de hitte en
Van de zonne te lijden. Te Utregt, zoo als Ant.Mat-
thsEUS {de Jure Gladii c. 40. item in Amal, Egmond
bewijft, wierd regtdag gehouden onder de Linden. En
niet alleen wierden de regtdagen maar ook de iandda- .
gen onder den blooten hemel gehouden. Zoo zeggen
de jaar-boeken , die de daaden van Pippyn verhaalen,
{yide etiam Ar.Annales Bertin, adann. 767.) dat hy te Berry
ifi 't open veld, volgens het gebruik der Franfen, een
Rijksdag heeft gehouden. Naderhand heeft men, om
de ongemakken van het weer, bedekte plaatzen gezogt
'^m regt te pleegen, vergaderingen te houden enz. Zoo
heeft men dan de kerken en'de portaalen der kerken , en
dikwilsals 'tweer zulks toeliet, de kerkhoven daartoe
beginnen ie gebruiken. Hoe
veden zyn V nu noch^
Cagfarius {Homil. S.) dewelken midden op de firaaten
¥'op de kerkhoven pleiten of andere bezigheden verrigt^n^
Men begon wel, zoo hier zoo daar, byzonderehuizen
daar toe te bouwen; maar
opvcrfeheide plaatzèn v/ier-
dende kerken en kerkhoven daar toe
nog lang gebruikt 5
doch hier zyn verfcheide wetten, zoo door de kerkver-
gaderingen en Biffchoppen als door de Keizers en Ko-
ningen,tegen gemaakt: by voorbeeld door de fesde Synode
Viii} ApleSjdoor die van Bazel, dóór die van Londen onder

V 1 Richar-

-ocr page 312-

142, Aantekeningen

Richardus AartsbiiTchop van Kantelberg, {ap.Gervaf.
Monach.)
door Lodewyk den goeden, Karei den Kaa'
Jen enz. Doqh daar door is dat gebruik zoo ten.
eerße niet achter gebleeven , en heeft op fommige
plaatzen noch lange jaaren daarna ftand gehouden,
't zy dat 'er geen regthuizen op fommige plaatze waren,
't zy dat ze vcrv-allen waren en van ouderdom onbequaam
wierden om 'er vergaderingen te houden : want Jo-
hannes ViII., die in de Synode van Ravenne ook ver-
boden heeft zodaünige by-eenkomfte op de kerkhoven
te houden , wil de oudeen vervallen regthuizen ten die»
einde weder opgefchikt en verbetert hebben.

Niet alleen zyn de kerken en kerkhoven tot geregts-
plaatzen, maar ook tot nacht-en ik!plaatzen voor kneg-
ten en paarden,tot mart-en allerhande handelplaatzen,
gebruikt geweeft. ßy den Monnik Marculphus flaaa
brieven vanF ranfche Koningen,die voor Karei den Groo^
ten geheerfcht hebben , verbiedende niet alleen in de
kerken en op de kerkhoven , maar ook op de landeryeii
der kerken zitdagen
(freda) voor mifdaaden intevorde-
ïen, vernacht-en ftalplaatzen
(paratas manßones) te
eiiTchen: hoewel dat deeze lefle Latynfche woorden mif·
fchien beter op de onkoften die op
het vernachten en het
ftallen d§r knegten en paarden liepen , als op de plaat-
sen zelfs , geduydt können worden. En dat ze voor
handel-en marktplaatzen gehoüden zyn , blykt uyt de
Synode van Lyons, gehoudeu onder GregoriusX., al^
■waar het zelve wel duidelyk wordt verboden.

In het Latyn ftaat, om dit met een woord aantemer^
ken ,in
Eccïefiis^ portku^feu coemiteriis: maar in ouder
kerkvergaderingen en koninklyke ofBiflchoppelyke brie^
ven ftaat doorgaans
in Ecclejïis vel 'm atrüs. Ecclefiarum, 1
■welke atria niet anders en zyn als decaemiteria ofkerk-^
hoven , en ook wel Paradiß genoemt zyn geweeft. On^
26 naam kerkhof flaat beter op den Latynfchen naam
atrium (een voorhof van een groot huis) en noch beter
op den naam
Paradifas als op ccemiterium. Dat Para-
difus
voor het atrium of coemiterium genomen is , blykt
!?yt den Franfchen Hiftorifchryver, Aimoinus, dewel-
ke

1  Zie ConciU Areïat. 6. Symd. Mog. fub Kar. M,
Symd. Turon.
3. Catitukr, Herardi Tmonenf.

^ ......" Ss'f.

-ocr page 313-

op Guido van Avésne.' 309'

fce getuigt dat'er een fchoon Paradijs van marmere-ftee-
"en gelegen heeft voor S. Pieters kerk. Ook fchryft
^aulus Diaconus dat Paus Domnus de plaats voor S.
Pieters kerk , Paradijs genaamd , met witte marmer-
fteenen opeen keurlyke wij^e heeft geplaveit. Zoo leeft
ïiien in de Kronyk van de Abdye van Kallinodat de Abt
l^efiderius een
atrium, een kerkhof^ V 'welke wy naar de
^oomfche manier een Paradijs noemen, heeft gemaakt -voof
de kerke t>an Kaßno.

Deezë atria ^ Pixrai/^,kerkhoven, of ten minfte vee-
ie der zeiven , waren ïeer bequaam om regtdagen en
andere byeenkomften te houden ; want zy waren dik-
"Wils met groote galderyen voorzien , bequaara, om in
regen en wind, of in te al te heete zonnefehijn, onder
te fchuilen. Zoo leeft men in het leven van Konilan-
tyn den Grooten, dat de kerk der Apoftelen te Kon-
ftantinopolen omringt was meteen groot kerkhof . ♦ .
en dat 'er aan de vier zijden van het kerkhof galderyen
Waren, die het kerkhof en de kerk omringden. Ana-
ftafius Bibliothecarius fchrijftook in het leven van Gre-
gorius IV. dat
zekere kerk van O. L. V. te Romen-
een Paradijs of kerkhof had , 't welke de gemelde Pau«
met galderyen . . . heeft verciert. Daarenboven zyn
de kerkhoven dikwils met boomen en welriekende krui-
den beplant: daar waren ook baden, waterbakken, fon^-
teinen, want de oude Chriftenen gingen noit ter kerke
met ongewaffchen handen. Doch men dient ook te.
Weeten dat het Paradijs ineen nauwer zin genomen wierd
Voor dat gedeelte van 't kerkhof, (Zie
Lupus in Con-
cil. t. i.p.
360.) 't welke eertijds voor de voornaamfte
kerkdeur was gelegen en daar men met trappen moell op-
klimmen. Of nu de naam van Paradijs hier van daan
gekomen is, dat de kerken aangezien wierden als een
afbeeldzel van den hemel, en dat het Aardfche Paradijs
als de voorzaal of het voorhof van den hemel is ge-
Weeft, gelyk het kerkhof als het voorhof of de voorzaal
Van de kerk is, 't welke de ge-dagte is van Joh. Chry-
ibftomus;
(Hom.faperCenef.-) dan of'er too veel ge-
heims niet in geileken heeft, m de kerkhoven enkelyk
Paradijzen, dat is lufthoven , genoemtwierden, omdat
ïe met mooje boomen en welriekende kruiden beplant,
en met baden, waterbakken,en fonteinen voorzien waren,
dat zullen wy roor dee2;e maal overflaan.

V 3 14. Hei

-ocr page 314-

'^io 'Aantekeningen op G. Avesne.

14. Het is zoo heel lang niet geleden dat het nieuwe
jaar, in burgerlyke zaaken, met de maand Januarius is
begonnen. De Romeinen en de Keulenaars» zegt Ant.
Matthsus,
{Analeä.t, ν./?.634.) begonnen het nieuwe
jaar met den eerden Kersdag. Maar dit was niet eigen
aan de Romeinen en Keulenaaren : nyt het Martelaars-
boek van Ado blykt genoegzaam dat he byna een algS'
meene gewoonte was door geheel Duitsland. By de
oude Deenen en Saflen ging het jaar ook in met Kers-
dag. De oude FranlTen begonnen het nieuwe jaar met
de maand van Maart. Maar onder de tweede flamme
der Franfche Koningen is het jaar in Vrankrykookme.t
Kersdag begonnen. ' Onder de derde ftamme, gelyk by
Morery te zien is , is de manier van het nieuwe jaar te
beginnen wederom verandert en gebragt op de Menfch-
werding van Chriftus, te weeten op de 25-blaart, hoe-
Wel dat het gemeene gebruik in den daagelykfchen han·:
del was het nieuwe jaar met de maand Januarius te be-
ginnen. Naderhand is Paasdag in Vrankryk voor den
eerften dag van 't nieuwe jaar gerekent. De Franfen t
Hollanders, Brabanders, Luikenaars, Savooyers en meer
andere volkeren, zegt Ant. Matthssus ter gemelde plaatze»
begonnen het nieuwe jaar met Paasdag,
{apud Ant.Mat-
thceum ibid.)
Maareindelyk is het begin van het nieuwe
jaar door een algemeene toeftemming gebragt op den
eerden dag van Januarius: hier toe
beeft Karei IX. Ko-
ning van Vrankryk
IXxQ-J^ezerai en Karei IX.) een Or-
donantie uytgegeeven in 'tJaar ii'64. Het Parlement,
ftaande op het oude gebruik heeft hier eenigen tijd te-
gen gefpartelt : maar heeft zich eindelyk te,wceten in
't jaar ifiiy, laaten gezeggen. Hoe dat de Roomfche,
Kantzelary het jaar tegenwoordig noch begint met den 2 ƒ
Maart, zal in 't leven van Hendrik van Beieren beter
pas komen.

F RE-

-ocr page 315-

^ll

Fredertk van Sirik^

XLlll Biffchop mn Utrecht.

KTa ^ de dood van Guido is Frederik van Si- Fietó
A.M rik, Prooft vanS.Pieterte ütregt, op het

fterk aandringen van Graaf Willem totBif- Romege-
fchop gekozen. Hy heeft zich te Romen laaten \vijcit; waar
Wijden j waar door hy het Bisdom , 't welke te door ^y
vore al tamelijk rijk was, met fchulden heeft be-

5:waart. tic ^cg^per^ / iäie toc« geïcefi: aen be-

Öeööcn / getuigen öat ïtie tgtien öeöo^ten zvaart,
toacen; m öat &e giecigöcit m be gefösacöt ϊβφ
te jicifönuaöje Iiifïïs fpel^en. Φηι öat iian
tot öe mmi toe in be fcgwlben fïaft / i^. ifg ög ire
5Önen in ïtleinacSting geraaßt. om Dat cn
by de
5eec öet'^ïigt toa| aan öe ^oiianitec^ / geeft ÖS·
5ïcö boo^gaaö^öebient toraab^-ïuibeniiie öem
boo^ ben <0maf öefieït toierbeii bie tmn eir Szfn.
ïaaten bg ^m toaren / jobaamgbat gg "öart de, komt tc
niet öabbe öan iet^ sonber öen aan te bangen / oreriiiaen,r
500 ai^ ölpt tigt seßee jiai^iei; ban öet |aac
13x0 / flaanbe in be Analeaa ban ^ Anc. xViat-

thiEUS. (l)

b00b bo0^geba!ien oiJ öet jaat; 132.V
en op ben 20 Juïg j toanneer ög Horft aan"
be jigt 0e|t0|ben / en in β* Maartens {ter&e
feegraaben»

3in 't selbe jm öeeft be ^ee / m lieber be
/ na get booiöieefeen ban bijto
en bant^
men/beïanbenban
lltcegt tenemaai 0bafii'00mt/
en tot eenen platgemaakt

* milern Heda, J. Beka, Adr.Barknd^ enz.
h Tom.
V. p. 571.

Υ4 m ·

-ocr page 316-

3d»4 Het Leven vaN

seïoof / ^m Bucheiius f, iiat m

toaterbïoeil eerfl ié ojpger^öt get Itoliegic t^tt
en i|eemmaïien/ u) om boo? ïie
öeitiaarmge ban öcn te sorgen : öß

ö^ieijen caafeen&e ireeje ojiiregtrng/ en öe toetten
baar öet gemeltse Hoiiegie ζίφ öeeft naar te
lioegen/ öie itoo^ öen ^iffcöop
fohannes Frcde-
riks
nagaat / in't jaar iiing^baag^ bao?

Margareta, met ö«ïi>e en obedeg ban <0^aaf
Willem φι ojTgefielö / $ijn nocö ten öMiÖJSeit
tra0e in iuejen,

Untier iieejen 23iffcöop / te toeten in 't jaar
1320 / ομ get feefï ban öe Johannes en
Paulus, t^'er te tltregt een begin gemaaßt met
^tt öontoen ban öien togb-beroemijen toren ban
β, Martinus fteriie: toaar op in 'tjaar 1371. get
toi^ met be baane gepiant getoeefï»

O^^ben 5eïben toren/ bie ög tnffcöen-jpoojin^i
0en boïtro&ften toierbt/ fïaan noe&
ojj ö^i»»?«/
boïgen^be getnigent^ ban Buchelius, öee^e ou^
toertoetfeöe baarsen in fieen ngtgegontoen:

Doen men fchreef 13 zo en een
Leidt men van my den eeriten ftecn :
Daar na dertien honderd twee-en-tachtig,
Was ik volmaakt, zoo men ziet waarachtig.

3^etoeï6en in iiet jaar aï toat berfcöiïïen ban be
Satgnfcöe baarsen / toaar ober
Buchelius obe^
Heda fcj^penbe ïïan na-ge3ien too^ben«
3|ier boigen be ^^nob^aïe ^^bonantien bmt

Frederik van Sirik.

DeDijk-

graaven en
Heemraa-
den inge-
fteld. ^

S.Maartens
toren
begonnen
ie bouwen.

f m Behm p.itZi

OR-

-ocr page 317-

Frederik van Sirik. 115

ORDONANTIEN

VAN

Heer Frederik,

Bijfchop van Utregt.

^y FREDERIK, door Gods genade Bif-

fehop van Ürregt, ziende dat de kerken on- gebied «c?

der ons ftaande, ona' de afweezigheit van de Re- ftrengelijk

genten der kerken , en van de andere bezitters

der kerkelijke bedieningen , die een plaatzelijke Kerken

inwooning vereiiTchen, zeer zwaare prijkelen, en de pbatzcn

het influipenvan zeer veele gebreken te verwach- ^« Iiupnc

ten hebben (want door deeze afwezigheic gaat

, , Λ ·, \ · ° , Sen zullen

de herbergzaamheit (α) te niet, en wordt de fcbbea ter

kudde des Heere niet behoorlijk en volgens den woonen,
eifch geregeprt; want het is een huurling, en de
fchaapen zyn hem niet eigen, die den wolf zien-
de aankomen zieh op de vlugt begeeft, en van
de h'and afwijkt.) , .■

Zoo belaften wy door deeze ordonantre, en wy
gebieden op de heilige gehoorzaambeit, en op
llraffe van de opfchorfinge hunner bedieningen,
en van den kerkelijken ban , die tegen de over-
treeders uyt kragte van dit gcfchrift gevelt wordt,
fcherpelijk eh ftrengelijk beveelende dat ieder Re-
gent der kerke, en ieder bedienaaYvan eenig gee-
llelijk ampt, 't welke een perfooneeleen plaatzelij-
ke inwooning vereifcht , binnen twee maanden
na het tekenen deezer ordonantie , zijn verblijf
in eigen perfoon binnen zijne Parochie of op de

y f plaats

-ocr page 318-

^14 Η Et Leven Vah

plaats zijner bedieninge zal hebben te neemen,
en geenfins na deezen zal beilaan dezelve te ver-
laaten. Anders zal de gene, die hier tegen zal ge-
daan hebben, van Honden aan in de opfchorfing
zijner bedieninge en in den ban vervallen.

En zoo iemand, 'c welke Godt verhoede, zich
mögt vermeeten onze voornoemde ordonantien
geduurende de twee andere maanden , daar naail
aan volgende , tot fmaad van de heilige hoofd-
kerke te verzuinien , die zal van dien tijd af van
zijne bedieninge , die een perfoneele inwooning
vereifcht, veriteeken zijn : en de Bewindhebbers
of Begeevers van de kerkelijke Paftoryen, of van
zodaanige bedieningen , oif de gecnen die daar
over te
zeggen hebben , zullen dezelven binnen
den geftelden tijd vergeeven of iemand aanbevee-
len : andersfins zal het begeeven der
Zeiven aan
ons vervallen zijn; en wy zullen ook volgens de
ingeevinge des Heere daar zorg voor draagen.

Ook verbieden wy door dit gefchrift wel fcher-
pelijk en ilrengelijk, en dat op de heilige gehoor*
zaamheit, en onder llrafFe van den ban, waarin
de overtreeder aanftonds zal vervallen , dat geen
Delcen, Priefter of iemand anders, in de oorden
van Vriesland of elders in ons Bisdom, ten eeni-
gen tijde zal hebben kennis te nemen van de zwaar-
wigtigfte gevallen, nochte vandeBiflchoppelijke
zaaken 'en gevallen , die uyt kragte der kerkelij-
ke regten afzonderlijk tot
onze kennis behoorenj
ende dat ze zich ingeener wijze daar zullen heb-
ben,in te fteeken, ten zy dat ze alvorens eenby-
zonderen laft eri volmagt van onzent wege ver-
kreegcn hebben. Doch dezelven van ons beko-
men hebbende, zal het hun vryilaan, de gemel-
de magt-geduiH-ende al
den tijd van onzevergun-
ninge; teoeffcnen. En zpó 'wie
zich zal yerftout

heb-

De Dekens
mogen de
aaafeen van
groot
belang, en
die tot den
BiiTchop
behooren,
niet ver-
bandeleut

-ocr page 319-

Frederik van Sirik. 115

hebben tegen dit ons verbod aan te gaan, en het
zel^e zal overtreeden hebben , die zal van fton-
den aan vervallen zijn in den' ban, waar van hy
door niemand, als door ons of door onzen OflS-
ciaal zal können ontllagen worden , behalven in
doods nood j en dan zal hy noch verzekering moe-
ten gceven dat hy de kerke zoo wel als ons over
het reukeloos beftaan van zodaanige een balda-
digheit zal voldoen.

Ook ordineeren wy , en wy beveelen gebie-
dender wijze uyt kragte van dit gefchrift, op de
heilige gehoorzaamheir , en op ilrafFe van den
ban die den overtreeder van ftonden aan zal bin-
den, dat niemand van deeze ftad of van dit Stift,
van wat ftaat, waardighcit en bedieninge dathy
ook zy , iemand 't zy in het bedienen van hei-
melijke huwelijken , 't zy op een andere wijze ,
zal mogen ontflaanvan den ban, van de opfchor-
finge der bedieningen, of van het interdid, de-
welken uyt kragte van onze of van onzer voor-
zaaten Synodaale ordonantien vonnis-gewijs zijn
uytgefproken. En uyt kragte van dit gefchrift
behouden wy. alle diergelijke ontbindingen aan
ons zei ven, of aan onzen Öfficiaal.

Daar by ordineeren wy , en wy beveelen wel
fcherpelijk en gebiedender wijze , dat geene
Raadsheeren , Burgemeefters of opzienders der
Parochi-kerken van onze ftad en van ons Bisdom
zich de befchikking en regeering der kerkelijke
zaaken zullen hebben aan te matigen zonder on-
zen raad en ons goeddunken , of den raad en de
toeftemmirige onzer Priefteren : en dat zy hier
tegen aangaande van ftonden af in den ban zullen
vervallen zijn.

Noch ordoneeren wy dat, zoo iemand de bo-
den of brieven-bellelders van ons Hof van ütregt,

of

Geene
raadslieere»
of Burge-
meefters
hebben
zich, buitee
het verlof
van den
BiiTchop of
van zijne
bedienden,'
met
de
kerfczaafcea
te bemoe-
jen»

-ocr page 320-

Η et Leven van

of onze Geregts - atnptenaars en Bewindhêbber%
geweldiger hand zal aangetaft hebben, of de brie-
ven van oiis Hof of van des zelfs bedienden zal
opgebroken of fteels-gewijs weg genomen heb-
ben j indien de zodaanige in wereldlijke overig-
heit geilek is , zal hy in den ban vervallen zijn,
en zijn land onder het kerkelijke interdicb leg-
gen : doch indien hy een byzonder perfoon is,
zal het ban - vonnis insgelijks tegens hem gevek
worden, en zullen de goddelijke dienden in de
Parochie , daar zodaanig een quaaddoender zich
ophoudt, ilil blijven ilaan. Wy beveelen ook
aan alle en iedere Regenten der kerken , Priefte-
ren , Kapellaanen en Geeitelijken van onze ftad
en van ons Bisdom , dat zy onze tegenwoordige
ordonantie , mitsgaders de ftraiFen en vonniiTen
daar in uytgefproken , zonder een naarder bevel
af te wachten , en zoo ras als zy kennis zullen
hebben van zodaanig een feit door iemand be-
dreeven , onverbreekelijk zullen hebben te on-
derhouden, en alle Zon-dagen en Feeft-dagen in
hunne kerken af te kundigen dat zodaanig eert
feit door zodaanigen perfoon is begaan j en dat
daar op zodaanige ilraiFen volgens de hoedaanig-
heit Van de misdaad zijn gevolgtj dewelken ook
van een ieder onverbrekelijk moeten onderhou-
den worden j metbekendmakinge dat, ingevalle
2y binnen korten tijd van ons of van onzen Offi-
ciaal geen ontbinding van diergelijke vonniiTen
zullen hebben zien te krijgen, zy noch zwaarder
ilraiFen en vonniflen te verwachten hebben.

Andersfins moeten de Paftoors en de Priefters,
die deeze onze ordonantie volgens haaren vollen
inhoud , en in allen deele niet onderhouden,
weeten dat
ze op ftaande voet inden ban zijn ver-
vallen.

En

tHemaiid
stal hebben
de handen
te flaan aan
de boden
ende ge-
laftigdea
van het
Hof van
"Ücregt,

-ocr page 321-

Frederik van Sirik. 115

En op dat de tweedragt die de moeder der ky-
vagien is , geen voet mag kri jgen om wortelen .

te fchieten tuiTclien de Kloofterlieden van de be^ bSnde
delende ordens , die zekerlijk in Gods Kerke
ordens en
vrugtcn met geduld voortbrengen , en die door ^^
KlereziV
hunne raad-geevingen en leeringen de deugden ^ZT/cc
voortplanten en de ondeugden uytroejen, van de
zielen aan-
cene kant, en de Klerezye, wien de regeering bevolen is);
der zielen in dezelve kerke aanbevolen is , van
de andere kant, hebben wy behalven het reeds
gemelde goedgevonden noch het volgende te or-
der de aaa-i
dmeeren. gehaalde

Het dient dan geweeten dat alle Landdekens,
Opzienders en Regent'en der kerken onder hun- ven by zich
ne bewaaringe en in hunne kerken moeten heb-
Jiebben, eqi
ben en getrouwelijk onderhouden de PauiTelijke onderhou-j
Bevel-brieven , flaande in het fevende Boek der
Geeftelijke regten , en onlangs uytgekomen, de
welken wy alhier aan ul. die hier tegenwoordig ■
zijt met behoorlijke eerbiedigheit verkundigen j
want in 't begin der zelve Bevel-brieven worde
bevolen dat alle fcholen en regt - banken zullen
maaken dezelve brieven by der hand te hebben.
De eene van deeze Bevel- brie ven ftaat onder dea
titel van de BegraafFeniflen :
Dudum α Bonifacio
Papa oSiavo. Al overlang is door den Paus Bonifa-
dus
VIII. De tweede ftaat onder den titel van de
ldoofl:erlijke huizen , over het affchaiFen van de
vergaderingen der (3) Begijnen > en begint al-
dus:
Cum de quibusdam mMeribus - Beginahus ^ '
■äangezien dat ''er van eenige vrouwluiden, die Begy-
^en zyn^ enz. De derde ftaat in 't zelve boek
«nder den titel van de Ketteren , tegens de Bo·»
gaarden en de Begijnen, Ketteren j en begint met
deeze woorden,
Ad noflram. Tot onze.

Wijders bevefti^en wy uyt kragte deezes alle

en

-ocr page 322-

3d»4 Het Leven vaN

en iedere ordonantien, waarfchouwingen en bc-
veelen der hoog-waardigile Vaderen en Heeren
Johan,van Sirik , en Guido van Henegouwen,
BiiTchoppen vanUtregt, en onze voörzaaten za-
liger gedagreniiTej en wy beveelen dat dezelven,
op de ilrafFen daar in begreepen , onverbrekelijk
zullen onderhouden worden, ter tijd toe dat wy
dienftig zullen oordeelen dezelven met rijpen raa-
dc te verbeteren. Daarenboven gebieden wy aan
alle en iedere Regenten der kerken , zoo in 'tal-
gemeen als hoofd voor hoofd , die in onze ftad
en in ons Bisdom woonachtig zijn, dat zy de ge-
melde ordonantien, en daar by ook de onze, in
hunne kerken maaken te hebben, dezelven zon-
der uytftel aanneemen , en zonder eenig tegen-
morren gebruiken, onderhouden en volbrengen.

Ter oorkonde deezes, en ter eeuwige bekrag-
tiginge, hebben wy goedgevonden ons zegel hier
aan te hangen. Gedaan, gegeeven cn afgekun-
digc in het jaar onzes Heere 1318, Vrydaags na
den Zondag
Oeuli.

ili^i? ht <0|?ïonaiïtien ban ^eec Fre-

denk, ijoa^ öeesen ban lltcegt»

AANTEKENINGEN.

I. Hy heeft den Graaf fomtijds van noode gehad; en
'tfchijnt dat deexe zijne hulp al vry dier verkogt heeft.
De Heeren van Lienden, van Keileren, van Oemeren
en eenige anderen, door de xwaare fchattingen van den
hongerigen Kerk-voogd getergt en te hoop gerukt heb-
ben het Slot Dullenburg, 't welke door Biffchop Gut'
do geftigt was afgebrand, en den nieuwen BiiTchop vee-
lerhande leed en fpijt aangedaan. De Biffchop nam zij-
nen toevlucht tot Reinold Hartog van Gelderen, maar
die wierd door zijnen eigen zoon gevangen gezet. Zoo

moeit

©e voor-
bode or-
donantien
bekragtigt,
cn fclierpe-
lijk bevolen
200 wel
deeze BÏcu-
ve, als de
ouden te
onderhou-

-ocr page 323-

Frederik van Sirik. 115

moeft hy zich dati keeren tot Willem Graaf van Holr,
Jand en van Henegouwen. (Zie
Beka en Heda.) Dexel-
ve heeit zieh aanftonds bereidwillig getopnt om
den BiiTchop te helpen , en-een braaf leger , onder 't
gebied van den Heer van Arkel , op de been gebragt.
Het Slot Jjiende,Bonimel en de pmleggende dorpen, daar
demifnoegdenïich onthielden, wierden afgebrandt,7,y
ielfs gedwongen genade ie zingen , en den Biflchop
behoorlyke voldoening te geeven : en onder anderen wier-
den 7j gerjooktïaakt het afgebrande Slot van Dollenburg
Wederom op te bouwen. Maar de Biflchop den Graaf
Willem van noodea hebbende , heeft zich de handen ge-
noegzaam door den gemelden Graaf laaten binden: hy
^^ou anders noit belooft hebben , gelyk hy in den brief
Öaar de Heer Auteur van gewaagt ter goeder trouwe be-
looft, dat hy in alle en iedere zaaken die zijnen ftaateii
5;ijne eer raakten, of die de kerk en het Stift van Utregt
aangingen , te werk zou gaan naar den raad van verfchei-
dene zoo kerkelyke als wereldlyke Heeren , die hy een
Voor een met naam en toenaaip uy tdrukt,en die hy zoo als
hy opentlyk verklaart, met het byzondergoedvinden en
overleg van Graaf Willem tot zijne geheime raadslui-
den had aangenomen, daar by doende dat hy dezelven
üonder kenniiTe en zonder het goeddunken van gemel-
den Graaf noit zonde afdanken. Men kan juyft alle
de redenen en omftandigheden van dit verdrag zoo net
niet weeten : maar anders zou men oordeelcn dat de
Graaf den noodlijdenden Biflchop al te ongenadig heeft
geperft en geflingert, en zich al te diep in een anders
regeeringe heeft geftoken.

2.. Wy hebben bovenal iets van het opregtenderDijk^
graaven en Heemraaden gefprooken,

3. Hierzietmenhoe dat de herbergzaamheit, noch in
oeeze eeuwe, voor zoo een deugt wierd aangezien, dat
^e eerft van allen wordt opgetelt onder de verfuimenif-
fen die uyt de afweezigheit der
kerk-hard.eren flaan te
yolgen. Hoe dat de H. SchriftLUir hier van fpreekt, is
bekend. De eerfte Chriflenen hebben deeze deugd zeep
^er harte genomen , en wel zodaanig dat de Geloofs-
^erzaaker Juliaan
{Ep, Ag. ad Arfadum) van gevoelen
^as dat hetChriften geloof voornamentlyk door deeze
drie dingen zoo geweldig was voortgewalFen-idoor de ftaa^
i'gneit der z^eeden , doorde herbergzaamheit omtrent dc

vreeoi'

-ocr page 324-

Het Leven van

s^reemdeliiigen, en door hunne zorg om de dooden te
begraaveH C en hy wenfchte wel ernitig dat de Heiden^
fche Priefters deeze drie deugden insgelyks behertigden,
omhei Heideödom des te beterin lèand te houden.

4. Hier wordnjet gefproken van de Bagijnen die on-
der de gehoorzaamheit van den Biflchop
{vide Spond.
Β
ezov. ad ann. τ ■^io, '3ii· ^C') en van hunne Paftooren
in een afgezonderde plaats of Begijnhof woonen; maar
van een andere foort van geeftelyke vrouws-perfoonen,
die de doolingen der Begaarden toegedaan waaren.

Beroerten
ovfcr het
serkjezen
yan een
Biflchop
van U-
Frcjgt.

Jacob van oudshoorn

XLIV Biffchop van Utregt.

Ν 9 α ^tt afficrben ban Frederik öe
hm\ i^oïiaiiïi Met te lltuegt gcftamen/
om tit
iißÄ^tiig ban Jacobus, titeiboej^en-
öe ^ïffcgojp ban
Zuden in ^grien / öao^ ^^ne
aanöeiïtiingcn te öeftuijpen.

lÉaac bei'rait^ "^tt Hapittd in tbjee jmitgen
0eöe0Ït ioa^ / (i) öeeft ïjet g^ootfie en
ftt tittl öei* üanonnili&en gefïemt boo^ Jacob
van Ourshoorn, ^eto ti Utregt / enugtl^oï-

ïanöfcöen abd gefji^oten ^ bjiené gefïacgt-refte^
ning boo^ eeu gebeelte te biuiien ö? Buche-
lius. ^

Jacob van Zuden, ^icg ^clbe« in öengaat ban
fc^ier aïïe ire ^leïaaten si^ntxc / öeiaeïfte niet
iöeini0 bemteer&ect toa^/ na öat i!eöei05ncöti3e
<i5^aaf öet bemtiaaMpe fïot
banFloris, ^^oofi
ban lltcest/ in^oa^ne ngt een öoïie bj^aaltïufi
Saö afgeö^anbt i m iiaatög bemeemeniie öat Μ

ΰοΐι

α y. Beka in zyn Kronyk, en meer anderen^
h lit zyns amtdmn^m over Beka^ γ,ιι%.

-ocr page 325-

Jacob van Oudshoorn. 321

^Oft m regt tC^en Jacob van Outshoorn tC

^o^t fcöoüt / %€eft hm jgne berftie^inge / be^
iuei^e
tet em rifcg toa^ / öooi iifm φ φ
Stftaait*. op to Jacob van Oudshoorn

tot aanatfïelt/ na Öat ggiroo^ Henrik jacobuf

Π. aart^'öifcljöï» ban mixlm / afiiomfiis «gt l^^i'^.f
«e ^^aatien ban i'emenburg , getopt ^ biiTchop '
H^a iJat iran
tiao,? ftragt lian ^eiii/ toaar öool van Keuleia

δ^ $ij«e ganfr^e fattiiïie in ben gronb jeiiöe/ Φ beveftigt»
Je Öebe^iging ban ben jaoimfcgen Öab
wehomeii / en met be ^anffeïpe blieben naac
beulen öja^ gereifi/ ög na ^rjne togbing t'öm'^
Sel&otnen.

Dit alles aldus gefchiedc zijnde, als Jacob van
^uden, die noch al geftadig op den Biflclioppe-
1'jken mijter bleef vlammen, bemerkte dat Jacob
^an Oudshoorn , die nu tot BiiTchop beveiligt
aan een ongeneefTelijke ziekte ging quynen,.
en dat 'er geen lang leven voor hem te hoepen
Vas, heeft hy aanftonds te weeg gebragt dat dc
t^auilelijke kamer de begéeving van het Utregc-
Tche Bisdom, de eerfte reize dat het zoude opea
gallen, aan zich heeft behouden. Heda fcÖ^gfÊ
hy inder yl een bode naar den Paus heeft af-
gevaardigt , en hem vermaant om by het open-
vallen van het Utregtfche B'sdom het begeeven
Van die waardigheit 't zijner keuré te behouden. DePaaters
«Öelp a!^ Jacob van Zuden böo? bee^e ntaniec hebben oófc
öa.! iianbelen toonbe bafïf'^ niet bie^ en
^tólin get flnU ban eergieilgpt/
bie 500 flrij, ^^ ^^

c Hier hebt gy een teken van liet oude regt ckr Metfopoli-
äanen of Aartsbiiïclioppen. Üoch die régt, 't welke van ouds in
^ wijdinge en beveftiginge van den tiicü-verkoren BiiTchop be-

i^ond , fc lijnt ten deeien tijde verdcéic ce zijn gcweeft; nadien
acob wel tc Keulen is gewijdt, doch zijne beveiligingvolgens
jj^^^j^'^i^ijvenvan Keda-J yan den Roomfchea Pa^s heeft moetea

il. Deel. X

-ocr page 326-

^21 Het Leven van J. van Oudsh.
gccvingen ^^ jegen hm gcefï Uv ICjpofieïen / öïpt

irkeïedie- ^oï! «gt öattre ^mm P»^ tt ïanbe getöc^
jiingen aan gecben btt feccïteïpe amjiten mn jicg ooii aï
zich behoii- δφοιιίΐβπ geïjöen,

«icn. J^o^iiec^ lacob van Oudslioorn , cen tttaU

ban tm ugtfieeiientie ij^oomigö^tt/ fleiecc&öeit
^"'Lrfr öot^iiienfïigöeit / in get ^eïfjle jaac iiat ÖS
iLob van bcrftoren en öeöefiigtiitia^/ aan
mi ongeneeffi^
budshoorn, ïijït0 ^uUt/ tti öoïgen^ iet jassen ban fommi^
niet zolder ^cg^pcf^/ nictsoniicr becmocben ban bec^

' get^-öoeft iiec ïi^om-ltecfte/ gebaOen oj> ö^n

42^ctoöer / ^nbe grt fiefi ban Maurits en
3ijne fïrijli-geseïïen: en ög in öejeïbe
^etht öegraaben»

AANTEKENINGEN.

1. Deeïe verdeeling der iïemmen is niet zeer groot,
en de party van Jacob van Zuden ganfch niet fterk gC'
weeft:
(ConclaveUltrajeÜ. apudMatth. Annal. t.i.p. 188.)
want, omdrieKanonnikken die nietgeflemt.hebben,ert
den Domprooft, diede ftem van Jacobvan üudshoorrt
gehad heeft, voorby te gaan, zoo heeft Jacob van Ouds-
hoorn 38 ,en Jacob van Zaden niet meer als twee ftetn-
men gehad. De 38 Kanonnikken die voor den eerften
geftemt hadden , hebben daarenboven fchriftelyk ver-
klaart dat Jacob van Oudshoorn den anderen niet alleen
door de meetderheit van ftemmen , mäar ook door eigeo
verdienften, te boven ging. Daarenboven, verklaar-
den
ly dat het wereldkundig was hoe dat de party»
die voor jacob van Oudshoorn geftemt had, zulksuyt
een regten yver had gedaan ,. niet anders voor oogei^
gehad hebbende als de eer van Godt en het welvaref^
derUtregtfche kerke; doch dat de têgenparty met ge^'^
goed inzigt te werk had gegaan, en nergens anders
op
had gezien als op de gebeden ende de dreigementeu vai^
wereldfche Heeren.

Τ Α-

-ocr page 327-

3»?

Jacob van Zuden,

Wy - Bijfchop van ütregt.

Dttst hja^ tm lltregteiiaac ban geöoo^e/
gefp^oten ugt be aaï-ouire en aiieïijiie fïam^ ^aïr vL
me itec Denemarkers , 25aïïmto / JOO aï^ aaan deczè
wen 5e0t / ban öe ^an^ feeten (öie ooft
jacob is
een iooonjpïaat^ met jaarïijftfcöe inßomfie te
ilaarïem gabiien) en öaatrbg lianonnift ban^.
Maarten te lltreöt * Ö^^ft ^^
^.SiebeJ^^autoe/ öie öemirooii>en?|eecPetro- wat voor
de Hanonnift te lltrest obergeïebeet hja^ / te Äft
Baadern 0efiicï)t eningetopt tec eereban<0ott/
bezeeten.
ban be jteaagii Miliaria / en ban öen ©005^
ïoopecon5e^^eece Johannes itett ïZ^aac

bg ï)u/ 5e9t Buchelius, titeïboemiiie ^iffeöo|i
setoeejl in ^gcien« <

Maar Anc. Matheus vraagt daar op of deeze
BiiTchop van Zuda, 'c welke in Candia legt, voor
een BiiTchop van Syrien of van Egipten gerekent
inoet worden?

^n öet förongSje ban ïltre0t en ban ört Φ
tvegtfc^e Söi^iiom/ boo^ Mathaeus f ngtgeseeben/
hjo^bt tP senoemt.

Na de dood van Frederik , jegt be ^cg^pev zijne tó '
ban get öemeïbe ftconpje/ is Willen:i Graaf van dkningcsu
Holland teUtregt gekomen, verzoekende dat ze
den Wy-biiTchop Jacob van Zuden tot BiiTchop
houden verkiezen.

Jacob van Zuden ban öeese &00]pe booi
öet becfiiesen ban
Jacob van Oudshooro becjïeci

* SchrhertHS in zya Hmrkw.
t ^mleéi. torn, o.

-ocr page 328-

HET LEVEN V AN

ßen 5gnbc / en öemerïienirc ^ bat iiejdiie Ouds-
hoorn
lianb ober pub «i togten berminberö^/
m bat 'tv geen iarifl ieben öoo^ '^m u ïjoüjpe»
toa^. / öeeft in aiie f^oeb een isöbe nam* oen
iSoamfcicn ^an^ gesonben/ eu^^niisi^ciii^iittt/
om öet ï3e0É0ben ban get ïltrestfcije S^i^bom/
öp be
milt ojjenbaïïing/ aan sic^ tt Beijouben,
©o^ber^ toa^ S^iffcïiap
Jacob van Zuden een
riiöen miibaabig maiï/ toe! schien en geacht δ^
öe nabmtdgel^o^fieni enbiebooi^eiüc een g^w
ten naam ö^b geöab»

't Is deeze Jacob 'geweeft , ^egt Mattheus teC
gemeïbe piaat^e/ aan wien de Graaf Willem de
iiÓoÏn te derde, boïgen^ 5eSei'en ö^ief m jeiber lilaatje
zweeren, ßggeÖ^agt / in'c jaar lorf, het land-goed ten
een gebruik Groenendyk heeft toegev/eezen, na dat hy alvo-
rens met
6 ftoolen (dat is niet fes Prieilers die
iloolen aan hadden) een eed had gedaan dat hec
voornoemdeland-goed de Geeilelijkheit toequam.

α Willem Heda in zyne hifiorie.

De verkie-
zing van
Jan van
Bronkhorft,
die door
cenpaarig-
he t der
ite
iii men
gcfchiedc
was,

Johannes IIL

ZZ F BiJJchop van Utregt,

Λ ï^ ^ Jaeob'js ban otaerieeben toa^ / jgn be
■tAlianonniftiien toebee tot be becfiie^ing ban
een ^llfcöop geteeebe«/ «« ÖeööenmeteeiV'
jjaaing^eit baii flemmen / s^P
Beka en Heda
bergaaien/ 0eto5en ben^|oo|ïban ^.Salvator,
niet naanie
Johannes , «gt be ä^amiwen ban
Bronkhorft, 't toeïite een aöeïp en boo^ïncpig
^ - ^ . gei^

'BeL· enl-iedai^de hißons derUtregtfchsB'tJfchop^^»-

SH

Zijne
gaaven,

Met fes

van dien

' \

-ocr page 329-

Johannes III. 325-

gefragt otttia· öe <0e!öerfc|en / sefjt^otcn:
toaai! nicu-öecfeoren saiffc^op
bt i^anö amii»
flm'M aan öe i'cgeednge ^ttft geflagen.

Doch de Roomtche Paus Johannes ΧΧΠ, gct ^oot
$ijn U eigen iooaitren hm Heda , heeft de ver- ixiKcr-
kiezing van her Kapittel niet zonder onvegt ver- nietigt, <iie
nietigt, en op het verzoek van Johannes Hertog
ophetaan-
Van Braband , van Wiilem Graaf van Holland,
en van den Gelderfchen Graaf Reynoud, (biC ^o"rleu

i^afaiien d} i>an öe ïltrcgtfcöe ïiéht genoenit Johannes
^iBOiben/ aU eemge goeiieren ban öejeïbe ftccïic van μ

te ïem Öe^fenUe) heeft hy tot Biffchop benoemt ^Sek.^
den Heer Johannes, Prooil van Kamerijk , ge-
ijprotenuyc dc Heeren van Dieft, zijnde een ilad
in Braband, gelegen aan de reviere Demer.

öit öeeft öe ^au^ afóu^ßefc^ißt / fchoon
dat de begeevmg,
jegt Beka , van regcs-wege
Voor hem niet was opgehouden.

Suchelius feau men een gebeeïte ban öe
gefïagt-relieninge ban ïseejen nicuioen ^iffe^op
nasien,

^eeje ^an^ / öoo^gaan^ genoemti Johannes
XX(ί. toa^ een 5pran^nan j en toa^ toe! m
Kanticllier getoeefi ban öeii l^eanfcöen ïtoning.
ïï^aae op öan
Ijecft Jan van Dieit 5ie9 te ί^Οί^
men iaaten toijiieni en té ban baar met g^ooten
Öaafl naar lltcegt gebeert, aliaaac "^^mtt magt
ban bolft iénmeleik/ en afön^ öe bgf-en-beeri^
Wgfie 23iffcöoii ban litregt geiii0.Jöen*

Hier ziet gy wederom , jegt BucheHus obec
^eka fcïl^gbenöe / wat voor een geweld en on-
geregtigheit dat de magtiger nabuuren gepleegt
^lebben : vermits zy een eendragtige verkiezing
ßiet alleen quamen te ftooren , en overhoop te
fntiijten, maar ook tenemaal te vernietigen.

X 3 - En

i Hede, Beh.

-ocr page 330-

3d»4 Het Leven vaN

En op deeze wijze, 30gt Beka , is Jan van
Bronkhorft , een man die ieders liefde waardig
was , uyt de BiiTchoppelijke waardigheit, diehy
reeds eenigen tijd bezeeten had, geftooten.

fclijnt be gettieï ht re^eecing tan Johan-
pyX'^ nes van Dieft niet pscaent te fteöödi: iaantiiif
hoSe m Μ m ^ißiom ύρ een iafe manier bol^
bcnäeeit. jjen^ Beka ßefiieröe / ^eeft Μ j^et^tifi:/ gelp
Ger. Noviomagus ύθ6 getuigtf/ fcjabe OJjfcgaii
öe aangebaan: onder anderen heeft hy het ilot
Vredeland aan den Graave van Holland, en Vol-
lenhove benevens een goed gedeelte van Over-
yflel aan den Hartog van Gelderland verpandt.
Hy had ook fes zoo-genaamde Voogden overhec
Stift aangeftelt j dewelken meer op eigen belang
als op het gemeene voordeel uyt zijnde,de twee
floten Stoutenbiirg en Horft hebben vervreemdt.

Hy fterft ^Cföu^ tot Öe oocett toe in be fcöuïben fïee^^
vol fcimi- I^gj^jjg ι^ρ gefiojben op öen eettien 3[ηπρ / in
't jaac I 340 5 of geïp Bokkenberg get töil ij^
öen 1341. öeg^aaben in Maartens
ße / Öinnen öe ïfti^jeïle ban Maria Magdale-
na; na batö^/ ^egt Heda, 18 jaat:en met haei^
tijg nut en jonbec eenigen ïof gab getegeettj
öeöaitjen noegtan^ bat itff metbeQuIjie
fïeren ^i^mffcj^ap met j^et ftafieel ban oie-
penheim iïjebec oubet ö^t ^tift ö«^eft geö^agt/
en noeö eenige anbete goebetren ban ben «erabe
1 S^ent&em/ 500 aïé be blieben ög ^ Buche-
TaSon lius aanbiijsen/ öeeftöeltomen, a^aac^en-bobert
nikken te j^ecft ög ίΐοφ ectt ïtajiitteï ban ^föanonniftften te
Amcsfoort Kimec|foo^t geiïigt

Ikiir ' ^ff Willem b^betbe/

r Catal. Epifcop. VltrajeB.

d in Hedara p. 241.

ί darknd, de Kcbas gefiis ComitHmHollandi^e.

lïï'

-ocr page 331-

Johannes ΠΙ. 527

tit acötienirc <iBiraaf hm üoïïanii / een sanfcQ
anïiece en re^tmaatigec baai» / tot een eeutoig
ijoo^öeeïii ban regtbaaröigöeit sejpïeegt ö^ööen,
hja^ öe ^cgoonijaiiei: ban Éeisec
Lodewyk
van Beyeren,toien;é^Ui^ii|OUitl Margareta eeniJOgi:

tec toa^ ban beeseh wiliem. ^eeje Heisec/ 0eïp
δρ j.
Viiianus gn meet; anöeit ^^

5en / iua^ itao^ Johannes XXI I ai^ een bec-
boïgec bet ïierfee pïegteïp en met groote fiaat^
fle in ben &an (^) gebaan. Eijnbe ban / geïp
toaarfcïignïp / in ^taiie / ö^effc 59«^»
^eöoóiibaber
Willem xSraaf ban i^eneaautoen
en ban ^oEanb boo^ blieben ngtgenobigt / om
Öem tegen| öet getoeib ber
Guelfen te ftomen
Öeipen, aae 03p ïjeeft
Willem toefïeï (3)
maaïit tot be ifö0omfcöe tet^ : bocö lohannes
XXII.
l^eeft ö^m / boo^ ï»et af-ö^eeïte«
ban be brugge / bie obee be
Rhónc gefïaagen
bja^ / bjeeten te beletten j hjaac op be <i5raaf
naat get Jof ban ï^onmg
Philippus geceifi»
4^ubeLti#öeii ^eeft
Lodewyk, hjeinigpaffettbc
ojji aï ï>et bonbecen en Mijpemen ban
Johannes
XX IL ƒ
5teÖ met 5ïj!ie gm^b^onbje Margareta
te ïïomen ïaaten ßcDonen; lettoeïRe bee^e Mtp
3etin in 't iaae boo? een ö|ief n^t iiomeu
aan öaare moebee ^eeft ïaaten bjeeten, ^t <0^aaf
bieber in i|eiiegoiibjen aangekomen geeft al·
baai·/ 3D0 ai^ berfcpbe ^cö^gbei·^ becgaalen/
bonnté gefïreeHen tnfcö^n een öniéman bie Ut^
ongeïïjfet bja^ / en ben S^aljubi ban ^nib-Sot^
ïanb / bie befcönïbtgt bja^ ban een obecfcgoone
Itoe not ^e bjeiben ban ben geöaaït/

en een anberein bepïaat^ gefïeït te Rebben, ïl^it
bonni^-firglien ging ban aïbn^ in sijn toetlt:

f Staat te weeteii dat de Pauken op dien tijd 'hiin Hof te Avig-
nkm hielden,

X .4 ■ ^e

-ocr page 332-

3d»4 Het Leven vaN

^e <!5raaf ij^aagt ban öen S^aïiuto goe bat
tt jaaïien in i|oiïanii aï |!oniien 5 ©eese anti^
tooo^ht öaaü aj> öat'cr aïle^in
riifi en fïiite
3|oe San 'ec aïïe^ in rufte 5gn/ frfjool öe €>^aaf
löem bïiegen^ toe / tiaar Öet regt bertceeiiett
too^tit/ en öaac öe
roof-ïufi öen meefïer fjpeeïti
<iHn
öen armen l^ui^man iraar oji öinnen roejpen^
be/ fpiaft öen 23aïmto tni§ öo^öer toe: itaar
l^eöt öen man jeïf^/ bie boo^ η 500 ongereg^
teïijft öeroofb seiueefi. Bï^ be S^aimi» baar
op anttooo
^öe bat be öoer gtsonbist/ en baar
boo^ 5iiiïe Boe beröeurt öab/ gaf be ^^aaföem
ten anöiDoojii: baara5möeöt0p|^em baifej^e^
öeftpibi0t / om nieefïer ban 59ne feoe te
isjo^ben, iiïp ïj^ ban oteuigb toa|/
Ben fchoon ^^^^ ma^ßen/ ϊρφ be «0raaf

Ζ relt. öemfcpbigiierMaart/ engeseïtbat ö^beöoe^

vaardiglieit te/ bie öp ftem soube op-ïeggen/ 5ou ö^öö^" te

in Graaf ftetaale«. ^en ^aïiuia baar toe öereibMitg
jviikiïi. I ^jj ggpabige ngtfji^aalt bergoopenbe/

selbe tie al bejber: toülen öe ftoe aan
öen öni^nian fajeber gegeeben / en ö^nt tot ber^
goebutg ban $ijne fcgabe gonberb ^«ftaaten öe^
taaït ^eïiöen.

be arme gni^man gier mebe bjeï te baeben
fea^ / en be Saüni» baar oofi niet tegen gab/
ging be €>raaf aïbu^ boo
^t: ^u be arme gui^i
Μ man
boibaan. ^oc^ bermit^ w berb^nöfter

tn Beroober ber armen jijt getoeefï/ en on^ 500
bjeï aï^ be geregtigöeit te ïto^t gebt gebaan/
moet gg
uto öoofb baar boo^ geeben, goo i^ög
ban ontöoofbt / en 5i)n romjp npt ïafi ban ben
45raabe naar <!^o^b^egt geboert: baar aiïe be
^teeboogben ban i|oïïanb befeS^eeben 3p om
Mm ge^amentïp/ en in't openbaar/ten boo^^
jeeïbe en ter affcöiWnge ban anberen / ter

-ocr page 333-

Johannes III.

^oiiaam0 tm boo^lïan&eciian ite gercßtiglelt
hte^t ^etoeefi: en iraarom iua^ &et «iet

SOiiöei* relïeii öat ^em öe ögnaam öan den Goe-
den tosßröt ^t^tbm* ^ocö öit ganfc^e becöaaï

too^itt tian bawbeiifeei;

Kornelis Alkemade, in bc

Γφ <0,?aaben/ tegen-gefp'ofenenböo^öeröiCÖt
ße^ouiien/ aï^ tiietfieuneiibc op öe getmgemffe
hm ouije m aï^ een betodfee

tegen^ aïïe regten aaniiep > 't toefde geen ^oï^
ianbfcge (0^aaf oit 50U öefiaan §eßöen,
(4) Hvftiit

5^ee5e Willem |)eeffc ooft een kapittel öan eei kapittel
Itanonnißto in^,
Pieters ßeciteteiEiööeiöurö van Kanon-
Sefiigt

ηΐφ mi seijaarïp m ί»«^/ ^n öemecftte Je'ir
i>at 3gne ïaatfie «nr öegon te natreren/ geeft gg zijnen zoon
5Önen jongen $oon ^ίφ ontöoiten / en gern «i" op-
berniaant en aangetoaMtert om öe toaace goi»^
b^ncgtiggeit te fe^traegten* Ö^^ft Ö^w ooft
gebeeïïen tiat gg bc b^eebe 5oniie öegartigen/ en
betrachten»
ire <0eefïeïpgeit geen' jtoaai'c fcgattrngen oji-
ï^öö^n, get fp^eefeen ban öeeje ïio^te htv^
maaningen geeft gg öen geefï gegeeiien te
Va-
lencyn,
en i^aiöaae met öegooaïglie fiaatjle ht^
graaben» j^oit
bt öoob öan eenig' <0,?aaf
meec Betreurt geioeefï« ïiojt öaar aan geeft jgne
gui^b^onin
]ohannaget rgö bee^er toereïö en aï^^
ïe hjereïbfcge jp^acgt beriaaten/ en get j^onne·«
^ïeeb te
Fontanelle, ί)ρ l^aïencgn in ^enegou^i
haen/ aangetroffen,

Fontanelle toa^ een berittaariii^aagben-
«ïoofïer ban be o^ber ban
Ciitercie: üjaar ober
^ireus in 5gne fronp ban Ciitercie fean nage^
5iïn too^^en.

X f AAN:

-ocr page 334-

Aantekeningen op Johannes III. 351

1. In het Latyn ftaat vajfos ,υ/άάχ van het verkleinde
woord
vafallus is afgedaalt. En |hier omtrent ftaat te
letten dat
vafallus oorfpronkelyk geeu Latynfch of
Franfch maar een Gottifch naam-vpoord is ,gelyk Ki- .
chelet in 2yn Woorden-boek xelf heeft aangemerkt.
Maar 't is evenwel zodaanig Franfch geworden , dat
fommige Schryvers, die op de zuiverheit onzer taaie
ftaan, het zelve miiTchien niet zouden durven gebrui-
ken.

Maar aangaande het zeggen vanHeda, dat de gemel-
de Graaven de Vafallen der Utregtfche kerke zouden
geweeil zyn , daar omtrent hebben wy ons gevoelen el-
ders ai verklaart.

2, Dit krakeel tuffchen Johannes XXII. en Lodewyk
van Beieren is al hoog geloopen.
{Analeä. Matth, t.
IV.) Ik weetniet waar het Wilhelmus Procurator van
daan gehaalt heeft dat Lodewyk niet alleen onder het
luiden der klokken en het uytbluflchen der kaarfièn in
den ban is gedaan, en de vloek daagelyks tegens hem
is uytgefproken: maar dat 'er ookyp zekere plaats een
vuur is aangeleit, daar Lodewyks beeltenis, van Stroo
gemaakt , in brand is geftoken : hy voegt' er by dat
alle de toezienders zodaanige een vertooning met ver-
baafdheit hebben aangezien, dat 'er een uyt den hoop,
als alles verbrandt was , in de afch ging wroeten : en
gevraagd zijnde wat hy daar uytregte,fchimps-gewijs zou
geandwoordt hebben: Ik zoek of 'er noch eenige beende-
ren van den Beierman onverbrandt zyn gebleeven. Het
is ieder een bekend waar op dat deeze krakeelen al liepen,
Hoe dat de Paus den Keizer Lodewyk wilde dwin-
gen om hem voor Opperheer te erkennen, en om hem

fetrouwigheit te zweeren , en hoe dat hy voorgaf dat

iodewyk niets te zeggen had, zoolang als hy door den
Paus niet was gekroont, 't welke al verre zag : want
de Paus mögt hem noit willen kroonen hebben. Lode-
wyk zich met alle kragt daartegen ftellende,wierd van
den Paus vervloekt en in den ban gedaan. Hoe dat daar
op niet alleen het Keizerryk , maar ook Italien en de
naabuurige landen , in een fchrikkelyken oorlog zyn ge-
dompelt, ftaat by de Hiftorifchryvers wijdloopig be-
ichreevcn. Vol-

-ocr page 335-

Aantekeningen op Johannes III. 351

3. Volgens gemeiden Wilhelmus Procurator was het
Graaf Willem niet alleen onder de Nederlanders ea
de omleggende landen, die begeerig was om Lodewyk
te gaan helpen: maar verfcheiden Vorften van Neder-
Duytsland , de Hartog van Gelderland , die van Gu-
lik en meer anderen , maakten een onderling verdrag
om ter hulpe van den Keixer op te trekken. Niet al-
leen , ïegt de meergemelde Wilhelmus, fchoten de Rid-
ders en de Edelluiden de wapenen aan op het aandrin-
gen van de voornoemde Vorften ; maar al wat maar
wapenen kon draagen maakte zich ten oorlog gereed:
ieders handen jookten om Lodewyks vyanden aan te
grypen : ieder wift niet hoe dat hy ras genoeg klaar
ïou komen. Ik moet hier noch met een woord uyt
Nauclerus byvoegen hoe dat Benediäus XII. den Kei-
zer na de dood van Johannes XII. gaarne van zyn ban-
vonnis ontflaagen en in genade zou aangenomen heb-
ben : maar dat de Koningen van Vrankryk en van Apu-
lie, op eigen voordeel uyt zijnde , het zelve altijd te-
gengehouden en belet hebben, Benediétus had de vrede
veel liever met Lodewyk gemaakt : maar de handea
waren hem genoegzaam gebonden, en hy vreefde voor
eenen nieuwen vrf^hd vèele vyanden tekrijeen.
IVillen
mijne Heeren^
zeide Benediéius, Äei Keiz.err'jk dan vernie-
tigt hebben} Neen zeiden zy^ wy hebben het niet op het
Keizerryk gelaaden , maar op den per Joon van Lodevjyk^
die door de kerk veroordeelt is , ca die de kerke zoo veel
^uaads heeft aangedaan : de Paus daar weder opja vjf
zyn het die hem eer β verongelykt hebben : hy zou wel met
?en flokje in de hand voor onzen Voorzaat verfcheenen zyn y
bad hy hem maar in genade willen aanneemen. Al dat
hy gedaan heeft, dat heeft hy gedaan om dat hy ""er toe ge-
tergt is geweefl.
Doch het mögt alles niet helpen hy
Vorften die maar hun eigen belangen en . andere inzig-
ten in 't oog hadden. Lodewyk trachte den Paus
wederom door nieuwe Gezanten over te haaien, enBe-
nediäus 'ibegon ook al weder te waggelen om een Vorft,
die zich in alles dat zijne Kroon en Keizerlyke regtea
niet te na ging, begeerde te onderwerpen,en allemo-
gelyke voldoening te geeveii , in genade aan te nee-
men. Maar de Koning van Vrankryk had'er naulyks
de lucht van gekreegen, of hy liet den Paus welduide-
lyk
weeten; h^d hy het hart van Lodewyk zonder zij-
ne

-ocr page 336-

Aantekeningen
ne toeftemminge in genade aan te neemen, hem ilond
Boch giHJOter οΐϊΗ^·1,3ΐ5 Bonifacius wedeivaaren was,
befchooren. Het is evenwel zeker dat de Koning van
Vrankryk , hadden de Pauzen hem half zoo veel afge-
vordert als zy Lodewyk afgevordert hebben, den Paus
niet meer zou toegegeeven hebben als Lodewyk heeft
gedaan.

4. Heda verhaalt het aldus, dat de Baljuw, zin in de
Koe hebbende , den Huisman daar voor geld had ge-
boden , maar dat deeze van zijne Koe niet begeerdete
icheiden: waar op de Baljuw , op een valfche en ver-
dichte befchuldiginge, de Koe verbeurdverklaarde. Ik
wil dit ganfche verhaal juyft voor geen Evangelie ge-
houden hebben : maar of 'er ook wel genoegzaame re-
denen zyn om het met zulke forsheit en op een zoo
fmaadelyke wijze te verwerpep, daar zou ik noch wat
aan twijfelen. Daar zyn duizend en noch eens dui-
zend wonderlyke voorvallen daar noch wat anders op
te zeggen zou vallen , die egter van de ftraflle zifters
voor de zuivere waarheit aangenomen worden. Het is
waar dat 'er de oude Schryvers niet van en fpreeken,en
dat Heda , om Bokkenberg , Doutrx;man in zijne Hi-
ftorien van Valencyn , en meer ande^ voor by te gaan,
onder de oudften niet kan gerekent worden: maar als men
overweegt dat hy de Hiftorie der Utregtfche BiiTchop-
den befchreeven heeft uyt laft en door order der U"
tregtfche kerke : dat hy alleen niet aan deeze Hiftorie
bearbeidt heeft, maar dat hem de geleerdfte Ka-
nonnikken der gemelde kerke t' zijner hulpe zyn
ioegevoegt: dat hy niets gefchreven heeft op loiTe ge-
rugten, maar alle de. ftukken die hemdienen konden,
en die hem door de Utregtfche kerk ter hand geftelt
waren , met de hulp der gemelde mannen heeft nage-
zien, zoo kan men mijns oordeels zoo ligt niet zeggen
dat dit verhaal uyt de koker van jonger Schryvers is ge-
Icomen, en men behoort al goede en doorflaande re-
denen-te hebben om het verhaal van eenen Heda, en
' niet alleen van eenen Heda, maar van alle de geleerde
mannen, die hem zoo trouwelyk geholpen hebben om
alle oude gedenk-ftukken op te zoeken, op zoo een
ftraffe wijze te verwerpen. De voornaarnfte opwer-
ping beftaat hier in, dat geen Graaf van Holland oit zou
feeftaan hebben een amptenaar van zeiken aanzien zoo

op-

-ocr page 337-

OP Johannis TIL
opftaande voet zonder raadpleginge , zonder uytftel, te
doea onthalzen. Ik beken het» dat is al wat; maar bet
^Qu zou veel als ik kan oordeelen , de zaak ten hoogile
niaar twijfelachtig können^ maaken, maarnochvan geen
op-nbaare
valshcït overtuigen.Men moet zoowel om-
ï'giig te werk gaan in het verwerpen als in het aannee-
tHen^van zaaken die door goede Hiftorifchryvprs ver-
haalt worden. Het voornaamfte, zeg ik locipthierop ,
dat de Graaven zich noit zoo een magt zouden aange-
lüaatigt hebben van iemand , zonder een wettige regts-
pleeginge ter dood te veroord eelen , dat zou al wat
Jilemmen, ik beken het, maar de Graaven metter tij^
niagtiger en magtiger wordende, hebben naar de wijze
'''an andere Vorften,zich fomwijlen meer aangematigt
^Is hun van regts-wege wel zou toegekomen hebben.
Hier van hebben wy een klaar en onwederfprekelyk
Voorbeeld in Aalbregt van Beieren: deeze een quaad
Vermoeden tegen den Heer van Enghien opgevat heb-
bende , heeft hem , fchier ongehoord en onverdedigt,
de kop voor de voeten laaten leggen. Zoo dat deezc'
reden ook zoo veel tegen deeze daad van Willem den
Goeden niet fchijnt te gelden.

NICOLAUS DE CAPUTHS

XL VI Bijfchop van Utregt.

Na α U ÖOöir iian Johannes lïT. S^effc patt^
Benedidus
Xil. (i) t^t 0ίΤδίε5ίί10 ban Jo-
hannes van Arkei,
üanoanf^ te ïltcegt/en
Öan johannes van Bronkhoril , ^^jOOil Öan

Saivator, öie iïO0| ÖÊ bcröeeliie Hanoiiniöften
^etfeosen toamj/ ijeriiietigt/ ^ en tot^iffcgop
^ansefieii; Nicoiaus dc (2.) Caputiis, ($00 toierö

öe

f Barlandus in iyne Lyft der Utregtfche Biffchoppen, eo meer
anderen. / / -

b Een nieuwe feaafe <^er Regt«» yaq 'ς yiregtfcIiQ Kapitt.eli

Na dat 'ci
twee door
PauffeJijk -
gezag af-
geweezca
waren, is
Nicol. de
Caputiis tot
BilTchop
aangqftelu

-ocr page 338-

3d»4 Het Leven vaN

öoo^ öe toanirditts senoemt) j^^oofï han'^e^
Ijentec/ en een beftigen liegt^geieerbenj sijniii
een iïegter in <0eefïeïpe jaaiten/ en ^gi-stttec
ban öe jogenaaraiie
Rota. (3) Nicolaus ^eeft öe
aangeöoiie ioaaringöeit aï^/ aï te ïafiis
öinnen ijtt eei'fle jaac ban aanfieïimg
(4)
neer0eïeit: en ίφ naöeröanli 25iffcöop ban Ver-
edle getuo^ben.

g^iet ïang iraar na / te toeten in 't ^fwö^i^ac
i^fo« ÖP öoo^ Clemens VI. j^^iefiec- i^ariiiV
naaï gemaafet/ onbec öen titeï ban Veftina
en Vitalis. Ce Pemfie in Italië, öaac een
ilooge gegooi / geeft δρ een üolïesie boo;

en ^ïegt^-geieeciien eefiigt en begiftigt/
om 'ei* jonge en öequaame ^tnbenten te oniier^i
gouïien: en
j^eeft aan 't selbe ben naam gegee^
ben ban
Joris ^rgool of ^Koïïegie. öeift
ooft begeert bat'ec onbetbeanbeee qneefteiingen
ttoee ngt be fïab of öet ^tift ban tltcegt 50Ui=
ben aangenomen bjo^ben / om gnn berfïanb aï^*
baac in be ll^etenfcgappen te oeffenen.

J^oo^toaae / 5egt Bariandus, een iieftig booi^

beeïb: ijet fajelße te bjenfcïjen toaac bat gebenl^^
iraag^ nagebolgt bjierb boo? bie ^o^fïen / be^
toeifte beeï meec öe5o,?gb ^n om een goeb ge^
beeite ban j^nnne goebecen aan gtoote en pß^'^
tige gebontoente bertimmecen*

^ijn geaffcöjift / 't hjeiße 5gn fïeef-jaar ooft
bemieïbt/ i^ te janomen nocö te 5ien in be Serft
ban
Maria Major. 3|n 0et ^tlbt bjo^b 5i)ne mii^
baabiggeit tot be
armen ten googfie geroemt/
en gemeibt bat ten gemeï ίφ gereifi in't jaac

tg geeft be ïSegeï^ öan't gemeïbe UoHegie

5elf opgefïeït i €en af-fcg^iffc ban be3e jiïegelen

ti^pttfi no^ onber belfeajejïr^atba« ^^eben^»

%n

dewclkc
zijne waar-
digheit
binnen het
eerfte jaar
neergcleit
Iiebbeadej
BiiTchop
van Vercel-
Ic is gewor-
jden*

,Word na-
derhand
Kardinaal*

Hy ftigt

een Κ olie-

Ρ ie te
erufie;

daar ook
jUtrégte-
naars mog-
ten aange-
nomen
worde«·.

Hyfterftte
Romen,
daar zijn
graffchrift
gezien
^i^orii.

. Λ·.

-ocr page 339-

Nicolaas de Capuths.
^n öc^cïijen fïaat f^tt ijoïscnöe te immt uy hccfe

Ook zal de ßiflchop , de Deken en 't Kapittel «elf de Rc-
van Utregt twee anderen voorftellen : waar van
de eene moet zyn van de kerk of van het land g^g"
van Deventer, onder het Stift van Utregt, al- ftek, de
waar ik een Prooildy bezit: of ten minfte van ^^^ke te
een bygelege plaatze, die evenwel onder de ftad
of onder het Stift van Utregt moet hooren : te
weeten ingevalle dat'er uyt de voornoemde kerk
of uyt het land van Deventer geen Student te be-
komen is.

«^en öff^ift ban &ït tioü^c^t bet* UtttgW Hetaf-

naarm / 't hjdße a! nienigmaaï öeteecit m in fchriftvan

't iua'ß gefielt gefajeefi / ioo^ö on^ opsegee^

ijcn boo^ Jac. f Revius: befcöeïfte on^ oofe een cn^v^V

affcgiift ojj-ïebeit ban be getnigeniffen/ betoeï^ getuigenif-

feen öe S^iffcöojppen ban Perufie, tot be tijben

toe banbenlltre0tfc&en25ifrc§ojp Fr. Schenkius, J^-i^-evws,

aan 50baani0e ^tubenten gegeeben Rebben. Φη^
bei' anbeten fïaat in beese setrngeniflTen tot lof

ban .Marius te ïee^en / dat hy vyf jaaren lang zoo
Welgemanierd in zijn gedrag, en zoo naarftig in
de bock-oeffeningc is gewecft , dat het ligt te
xien was wat een trefFelijke opvoeding dat hy "c
huis had gehad: en hoe dat hy niet uyt een reu-
kelooze loiiigheit, of uyt luft tot reizen, gelijk
doorgaans gefchiedt , maar toe het op-zoeken
van de wetenfchappcn naar Perufie was getrok-
ken.

d De tweede plaats voor de Utregt^naaren,
die zederd verfcheide jaaren verwaarlooft was, is
hun in'c jaar iv55'5'. door de zorg van Jacobus de
la Torre," Pauflelijken Vikaris in de Vereenigde
Nederlanden, wederom gegeeven: welke de Ia

Torre

^ Hifl.DaveMt.hi, ρ.ηΐ.

>, d Lindebom hiß, Epfi,Dmntr, c.

-ocr page 340-

Het Leven van N de Capuths;

Torre het regt van voorftellinge, 't welke eer-
tijds aan den BiiTchop van Utregt en aan 't Ka-
pittel van Deventer had toebehoort , op zich zei-
ven en op zijne Nazaaten heeft overgebragt.

ii^nbei: iieesen Nicolaus de Caputiis, ttimttti
in 'r jaar i.é boïg^n^ gemtfóm Revius ge^
Öoren Gerardus Magnus, of de Groot > Öeiueïfte
«iet be öuïpe ijan 5i|nen mebe-flcscï Florentius
een l^ergabaing geeft ot»0ere0t hm^ be
tiie iu 't jsemeeii leeföen* ©ocg ban öeese man^
tien suiien togi in onse t^oïgenöe nieec t^
3e00en öeööen.

AANTEKENINGEN.

ï, Benediclüs XII. word van fommigen , als van O-
nuphrius em. opgegeeven voor den Tienden : om dat
ie Benedidus ΙΛ. , wiens leven ganfch niet Pauilèlyk
is geweeft , en ßenediäus X., die een Tegen-Paus is
geweeft, op de naam-folle der Pauzen niet willen ge-
gezet hebben.

Onuphtius Panvinius , in zyn werkje van de
Roomfche Patizen en Kardinaalen, noemt hem Nico-
laus Capocejus , en zegt dat hy een Romein van ge-
boorte is geweeft.

3. Roif- is een Regtbank , of om beter te fpreeken,
de voornaamfte Regtbank van 't Roomfche Hof, ver-
beeldende eenigerwijze de Parlementen van Vrankryk,
cn beftaande uyt twaalf Prelaaten , dewelken in aller-
hande zaaken tuiïchen geeftelyke Perfoonen vonnis vel-
len. Deeze Regtbank word Äou genoemt om dat
de kamer, daar zy vergaderen , een vloer heeft van mar-
mer, dewelke een rad van een wagen verheelt. Onder
deeze Preelaaten zyn 8 Italiaanen, een Fransman, twee
Spanjaarden , een Hoogduytfcher.

4. W. Heda zegt dat hy eenVikarisnaar Utregt had ge-
Zonden : maar dat hy uyt den zeiven verftaan hebbende dat
het tijdelykeRegtsgebied te Utregt niet anders kon be-
dient worden als onder het Oppergezag van den BiiTchop,
die aan 't hoofd der Regteren moeft zitten , op ditberigt
rail 21>c waardigheit is afgeftapt. J O-

-ocr page 341-

337

Johannes van Arkel,

XLVII Bijfchop van Utregt.

Ν

l··:

ra ^ gemcïirm Nicolaus iian geboiigt Jo- j^f^^
ι hannes van Arkel, ite JOOtï Öatt Johan ^m Ark'el is in

ban lirßd/ enijan Ermingardis be eeni^fïe tbioejea
iiocj^tec en cifgenaam Ijan
Octo ii^raabe lian ff
Mttf. üö toa^/ mW^mw msmSi raa

Öet aantldïen tianNicoiaus de Caputüs öoo^iic NkoU d®
e^ne partg öerftoren geioeefi. Kll^ itcesc Nico-
caputüs
. laus ban booi gern öaö mfmo^tn ίφ Μ / STe

tjocg een jonB ßarei/ en in be aïïeröïoejenfïe Ronieii
lente ban jijn ïeben / tot ^iffc^oi? ban llti'egt gedijde.

bei'Maart öboi Klemens VI. öennasaat bauBe-
nediftus XII , en ί^ baat) op boo,? Ganzelinus,

Üarbmaaï en S^iffeööjp ban Albane, te ï^omen
23tffcöop0eüiöbt ©ee^e
Johannes leeft'a* :
ten öoogfien ean gelegen ïaatcn leggen/ om be
goeberen ber ïterfee / betoelïien boo^ fommigeïi
bet boo^gaanbe ^iffc^open beritögt en bet-
b^eemb toaren / toebec ïop te maafien, <iHn gab
po
300 beeie feplben niet gemaalit/ ö» 50η je^»
werlp en met goeb regt onber be roemrncötig^ .
fïe mannen gereßent 5ijn gebjeefï, 5df

naar jiomen getrofeften / en ö^^ft öaac öbec be
b^ie iaarenbertoeft/ feööenbe aïboren^ een m^
feari^ / te bieten
Gerrit van Veen, üanonniiï ,
ban be / obet öet ^i^bom aange^

■fieït (i)

<!E»een een ber boo?gaanbe 500 t' h^ï^

tenoo^ïog^mangeioeefiaïsSïieeseJohannes : geen
ban öen a«en geeft sijne bganben
30a mm§/ S ΙΙΪ'Γ

• Adr. Barlandus als bovCH, cn mcer amlsren»

II. DEEL, Y met

-ocr page 342-

33S Het Leven van
flag gele- met get górna^ aan / fïag gdebect

vert aan de ίΐ0 / öe^^iejeii/öc i^etefcgcti tiie^

ryandcn» nigitiaai tttct öc hjapenen aangegceejpen j en 't
geïult ö^^ft öent aitp öjoniierip getiient. i^)

a^nöec öem t^ öie goiiiieloo^e oo^ïo0 tnfTeö^«
<i5taaf Willem , en ^gnc moetiee tie ^ei5eein
Margareta, met 3ooeenii0ïie t>inni0i)eit geboect
jeiueefï. iCtoee beriiïoeftte jiartgen / te ioeeteit
ire Kabeljaauws - en tie Hoeks - gezinden , ^ biC
iueï 500 öoï te toecft gingen aï^ iie Gibeiiynen en
öe Weifen itt Italië oit geöaan Öeöö«!/ hjacen be
fïoofteö^antien ban beejen oo^ïoö* i^o^ber^ geeft
Johannes get ^tift ban lltregt xi jaaeen iang
i eii naöeröanb / in 't iaar 1304/
Luik rer- boo? Urbanus V. tot pt fean Luik bei·^

gevoerd lieben, tiïbaar ÖÖ 137oji ben eei;^

zij^^ide, is jil^j, ^jiig ytjj. jjfj; j^^gn n^ai; ^fjj ^mü 0ecei|ï.
leden ' ^ijn ïp j^boïsen^ Sïjn Wgtei'fïe begeerte naar
zi n ii'jk lltregt geboekt / en albaar met een gröote fiaatii
naarutregt ^jg in Maartens ßerfte / aan be 3uib3gbe ban
gebragt, j öefïcït. bijtte ittgefajan^

ben/ in een reine ftifï ojpgefïoteu / 5gn te
in öet Moofïer bei' ^iï^eïmijten öegraaben,
Placentius, in jijiie ban be Suiïtfcöe

Hy WIS 23iffcj|o3Jjpen / getuigt bat ^^ 500 toeï in be gee^
keTd fï^ïp^ ai^ i" ^^ toereïbfcie üjetenfcöappen seer
- geïeerb i^ gebjeefi. r?)

Willem Heda fcg^ijft OÜÏi bat grOOte &0e<=

to

ί De Hoeks- en Kabeljauws- gezinden zyn omtrent het jaär
15 fo in Holland opgekomen. De voornaamfte hoofden der par-
tyen waren
de Heeren van Arkel, van Egmond , van Brederoden
«n de WaiTenaaren. De eene party had den naam van Kabeljauw»
aangenomen , als willende zeggen dat, gelijk de Kabeljaauwea
de mindere viiTchen opeeten en opflokken , zy
al· even eens hunne
yyanden zouden opflokken. De
andere party, te weeten de Hoek-
fchen , zeiden al fnorkende dat zy dc Kabeijaauwers noch zouden
beet krijgen, en betrekken , gelijk de Kabeljaauweo bctrokkc%
%ordcn dopr den hoek öf dea angel.

-ocr page 343-

m

Johannes van Arkel^ 339»

feêtt Seefit maar iie5eïiiett5iin

tooo^Öig 0!ilieiteiiir, Sn "^tt öoeit ban Gysbertus
Lappius fiaat aan öe ßant böï0en^ Buchelius
aangcteßcriö/ öat mi Pontificaal of sa^iffcöop^-
öoeït / öefiaanöe in fcben öoeften / f^etft iaateii
ojp-fieïïeii, geeft ban öen Itei^er
Karei IV.
berftgeiiie boo^regten m öebefïi0insett ban onöe
boo|re0ten b^ïttiCfgen / toaac ban öe ojien^
blieben
in 't gegceï fïaan aansegaali» bgs W.
Heda.

ϋρ geeft öe fïaö iiö^nen öemuutfc/of aitgangi zipë
beberbaïïe mnurenioeöec ïaatenopgaaïem ftichtingcaj
benberg ooft boo^ gern met grapten en fcganfi'
fén boo^sien* i^afib^oeft/een moei?afcg omtrent
^bjoï / geeft gg be&pt en aan 5gne ïierfte 3e-
ïaaten: ban be geïfï ber tienben geeft gg / ben
geöigen
Lebuinus ter eere/ gefcgonfeen aan bê
feerß ban 2^ebenter. ΦοΜ geeft ggt u ben
een outaar gefïiegt ter eere ban ben «iEbanseïi-
fcg,?gber 1
an, % get toeïlie Μ 3gnen b^oeber/
bie
in ben ïuilifcgen O0^ï003efneubeït bja^/met
een niagtigelili-fiaiie geeft ïaaten begraaben?
(Φ) en geeft be^ hjapenen / bjeïfee manier
3pa^onian0^bja^oti0eftDmen/ % get graf boen
opgangen, «s^oft geeft ga begeert bat men getn
ter 5eïbe jpïaatse soube be0raaben, ^aarenböw
ben geeft gg te<0o^fenmïtoit boo^ 3gne boobeen
aan5ienïgit Hapittei opgeregt ban 13 itanons^
niMten : ngtget toeïfte naberganb boo,?tge^Hyheeft

ïtomen Tohannes van Hare , een <!B>0|ftnmmer / den Utreg-

i^n be eèrfïe opregter ban be laagfcge S^oej^e/^^"^^^««
tge. mm be iXtregtenaaren geeft Μ boo?^ ZS
pst bergunt ban niet gebaagt temogen too^ben
van niet
buiten get ^tiffc; 300 aï^ onber anberen bïpt buiten het

een geb?uftten b^ief / betoeïSe aiïereerf in't f
liegt i^ gegeeben boo^
Antonius Matthäus, ί - Waen^

γ χ ©etwoniciis

-ocr page 344-

340 Het Leven ν α «

^tt 5eïtJe toa^ gun aï in 't jaar ijeeïeent
öoo? ten ecaaf ban i|oïïanii euiïoomfc§enlto^
ηίη0
Wilhelmus, 500 ugt öen boïgtniien ö^ief
scsienftanöjo^iien*

, Wilhelmus, door Gods genadeRoomfchKei-
zer, wenfcht aan alle onderdaanen van *c H. Ryk
die dit privilegie gullen leezen , zijne genade en
allerhande zegen. Zoo dikwils als de Koninkly-
ke Majeileit haare mildaadige hand aan haare on-
derdaanen en getrouwe dienaaren toefteekt,
en
hunne goede dienden door behoorlijke beloonin-
gen vergeldt, zoo beveiligtzy dezelven in hun-
ne opregte getrouwigheit , en wakkert hunne
genegendheit, zoo wel als de genegendheit van
de andere onderdaanen, des te kragtiger aan, om
aan gemelde Koninklijke Majeileit allerhande
dienden te bewijzen. Hierom is het dat Wy,
acht geevende op de opregte getrouwigheit en
zuivere genegendheit, dewelke onze welbemin-
de
en getrouwe burgers van Utregt aan onze
Hoogheit akijd betoont hebben , en noch met
een groote vièrigheit betoonen j en begeerende
dat zy daar voor een byzonder voorregt en een
mildaadigegunft zullen genieten,goed gevonden
hebben aan hen allen, en aan ieder van hen in *t
byzonder, uyt kragte van deezen Brief te verlee-
nen dat geen Vorft, Markgraaf, Hartog, Graaf,
of ander adelijk perfoon ,
*t zy van den geeile-
lijken 't zy van den wereldlijken ilaat, behalven
den Keizer of den Koning, magt zal hebben om
iemand der gemelde
burgeren , of die binnen de
llads muuren woonachtig zy , in zaaken die hen
wereldlyke regt alleen betreffen, buiten de muu-
ren der gemelde ftad voor het regt te roepen of
te ontbieden , of voor iemand in 't regt aan te
fpreeJsen : als zy maar bereidwillig zijn om voor

hun-

-ocr page 345-

Johannes van Arksls 54t

hunnen Heer, den BiiTchopvan Utregt,of voor
een Regler die door den zelven Biflchop voor
dien tijd binnen de ftad zal aangefteld zijn , te
verfchijnen , en om aan ieder regt zijnen volko-
men eifch te geeven. Dierhalve verbieden wy
wel fcherpelijk door dit tegenwoordig Plakkaat,
dat niemand hen omtrent deeze vergunning zal
hebben te beletten of te ontruften. En die
äuIIcs
mögt komen te beftaan, die weete dat hy in de
ongenade van onze Hoogheit zal vervallen : en
dat hy aan onze fchatkiil honderd marken gouds,
tot boete van zijne overtreedinge, zal moeten
opbrengen. Dit zijn de getuigen: de Hoogwaar-
dige BiiTchop van Sabie , Arnoldus Heer van
Wefemale, Henricus van Voorne, Niklaas Heer
van Perfijn , Dideryk van Gouda, Philips van
Waflenaar , Willem van Brederode , en Hngo
van Kralingen, Ridders , en Diderijk van Tey-
lingen,

Gc^eeven te Utregt den 18 Juny, In de tien-
de Indiö-ie, in 't jaar onzes Heere 1x5-1.

^an tien töi> afgeeft bit fcgtijiei' aïtjib fïanö D« voori
Seöouöm/ 500 aï^ iiuiïtdpl&ipt: «gt gct öoeft regt heeft

Roie, Matthäus de Nobil. p. 3o6.)iiaac ÏJtt hier altijd

Öaniidt ban geen Htcestfcöe fiurger^ mtt^al^ £
boo^ be fiati^ raab te öeroejien / en ugt meer an^ ^ ^
bere seöenft-fcöaifïen öetoeil^e baar ter jpïaatje
ftaan aan0eöaaïir.

^it 5eibe regt geeft Karei V. in 't jaar i5'5i;
in 5gn S^erigt booi ben i5aab ban loïïanb/aan
Öet aio iloofbfïuïi / Öebefïigt en ö^eeber u^t;?
Streßt

^it i^ een 5aaft / 5e3t Ant. Matthseus, be^^
fajeifte öniten aiïe gefc|ii ίφ; en een regt 't bjeßte
feöier oberaï fïanb èeeft gesreejjen*
^^^ Païil^aöt ban
't jaav 1677* (Ö^

Ys 5Ö«

-ocr page 346-

3d»4 Het Leven vaN

39« ίΐοφ aï öe tooo^ireniiau Ant. Matthäus)
aiomme öeftenb.

i^oeat δρ öct ïaat^e ^ïaïiSaat ban öe^
geïijc ^taaten/ «gtsegeebe« öen ly.^m
gufti/ in 't jaat; ιγοτ,

^it seïije «st/ geïp iD^oniiet;i»en25tffc9o;9
Philips van Borgonje $nïïm toonen / ί^ na^ec^
ij^anit ooft fieftrastijgit tiooj Leq X.

^mt stlU geeft ijeifcgeiiie ^ptto^

Öaaïc «i^iiionantien geniaaftt / en in of 17^
jb^jetjen ügtsegeeben i beiueï&e / aï^ ^eev toyii^
Ïoopi0 5gniie / en in beeïe iiingen met öe
nantien öec iioo^jgaanire ^iffcöojppen obet een
ïiomeniie / öen Mee^ev jeftecïp aï te ïang ^oaöen
baïïen* H^p toiïïen iïan maai? get boo^naamfïe
iian ieöeren S^aief met fto^te iuoo^iien aanöaa«'
ien,

Tn den ecrilen Brief teelt ttniQt beC0Un·^

ningen in/ öeiuelïte too^ fommigen 5gnec ijoo^^
3aatenbeeïeentinaten: al^ ögboo^öeeïit öemagt
aan fommige ^iiefïeten gegeeben / om ban öe
2^cöopt»eïpe gebaiien (500 aï^ öie genoemt
hjo^tren/) te ontöiniien : be magt/ aan gcoote
i|eeeen betïeenii / om öe in önnne ïegee^
piaat^e/
(5·) of in pnne gnisen of tooonfïeöenin
Innne tegentooo^öiggeit te ïaaten ïeejen : get
beeïof aan fommige ^eefïeïpen gegeeben/ om
5ic9 öan $00 een featoïtift SJiffcSojp aï^ 5ρ maac
Begeeröen/ te ïaaten topen: of aan aniretegeeii
fïeïgfen gegeebenomtee plaatse ijangnnnefeer^»
feeïgfte öeiiieninge geen bafie itioon-piaat^ t^
gowben.

Ii^ den tweeden Brief Öefirafl: ^filige ftïOC^

-ocr page 347-

foHANNES VAN ArKEL. 34ί

fittW^t jjerfoonen/ iietoeïftensoniiet? 59« iiorlof
tc öeBöen/of baïfcpp ijoo^0eeiien&eöat5ebaii
i&em gemagtigt en getoettigt iuacen/ öcfïonïien
Set IBoüiti te p^eeïten oföeöiecötte

gooren: en ïj^ betiiïeitt öen jpafioocenopticaffe
ban ijen öan / irat 3e geen Ulonmiiïten / ^oii»
ttt öwnne ntagt-ö^ietJen 3e5ien te Stöben/ i«
gunne parocgi-Berßen sullen laaten jpieeften /
Pf öiec|t gooren*

De derde Brief t^ eigetttïp uptseseeöen
Zegerus, manomiift te lïtcegt/ en l^iftaci^ban
ben 23iffcöoji
Johannes, bebjdïie buiten^ ïanb^
öeceifi ^fn beesen ö^ief too^ben alleïierfte#i
ïgfte jjafoonen / bie baat; toe gei^ouben toaeen/
ttt i^gnobe pnobigt / 5uïieube anbei;^/ inbien

jonbee ijjettige t?eben acijtecbleeben/ in gun^i
ne Bebieiiinge ojpflefcgo^fï tua^ben» ïPe O^^ba^

nantien ban bé» ^iffcïiojp Johannes en ban be
boo^gaanbe S^iffe^opjien hJO?ben 'er op niento
bebefigt: eenige ontSinbingen ban stoaarenü^i
baaben ben betoaart > be timmer

raabie bet? feerfte aanbeboïen: bie ben ^iflTcöoji
nocö i^t fcöuïbig toacen/ of irt^ boo^ be gemeld
be timmeraabje moefien opbrengen/ becmaant
om binnen jei^eren ti)b j^nnne fcgnlben te boï^
boen: bie eenig onregtbaacbig goeb of ongereg^
tige b3in|i toeber te geeben gabben / ^onbec te
bieeten baaacbiet'öui^öoo^be / gebjaacfcgoutot
5ulft goeb en 5ul6e hjinfï boo^ be timmeraabje
bec ïteciSe oj» te fc^i^t«»·

De vierde Brief, bOO^ Johannes ^eïfugtgegeeii
ben / i^ gefcöiftt ter beteugeïinge bec ^ïoofiec-
«onnen / beioelfte öunne belofte gefegonben /
cnjieöaan belnfien be^ bleefcge^ obergegee^^
^n öebben. gobaanige .i^onnen toiï gg in een
Wofïer ojpgefïote» Jebben / om S^ore 3onbeu

y 4. al^aaii

-ocr page 348-

3d»4 Het Leven vaN

aföaar öoo^ sebiiuin^e tmanen ugt tt iuiffcgctn
jl^an^-perfoonen/ 't s^jloniiiftften/ 't 55
ban ioat jiaat ino^e« 59!! / iiie met joiiaani^
Se ^oimm sc5ontii0t gcööcn/ iuo^&en'ei: met
öm öan 0efïaa0en, aEmöeïp/ omöat'et oniier
§et ^tift cenige beifcöeiireniiöeit in öe
«iecen/ iJoo^namentHglt omtrent bieren i»ee
jpeefïiiagen/ fasa^ ingeflojpen/ijoaar ugtaigooge
tterfcöiïïen en een foo^t ban fcSeuringe geceesen
ioaten/ ioo^öen "^tet Öe geöoïie l^eefiöagen u^t^
geö^nißt / op ireiueïfte ö^t buiten een ö^ingenUe
«ooii5aMijftöeit ongeoo^ïofii toa^ te bjer&en,

Sfn ben scïben S^jief bjo^öen beifcftetóe tbJti^
feïingen opgelofï / öie aan öen boo^noemöen
S^iffcgop boo^ eenige ^afïooi^ boo^gefïeit toa^
ren: ai^ 0ρ boo^öeeïir of'ereen oberfpeï begaan
too^bt / aï^ een getroutob man en een b^ge
b^onto^-perfoon t' föttien jonbigen cn too^bt
geanbbjoo^bt/ ja: ioant of Γφοη een oberfpeï
befcfi^eben bjo^btaï^ een befernipmg ban eenan^
ber^ «gteöebbe/en bat 500 een b^ouü) niet gerei»
jftent bjo^bt een eegt bebbe
(thorum) tc geööen/
300 goubt Johannes ebenbieï 500 een 5onbe boo^
een oberfpeï / om bat be boo^ijeit en be 5onbe
ban een getroubib man/ bie sicö 5obaantg mi^^
Stiipt/ 500 groot aï^ bie ban een getronbabe
b^nbj, jjEeer anbere tbaijfeiingen 3aï men in
5önen Satgufc^en boo^gefïeïb enopgeïofi
binben.

De fesde Brief ugtgegeeböi onber ben naam
ban
Zuederus Uterlo, i^anonttift beriltregtfcge
iierße en i^ifiari^ ban ben ^iffegop
Johannes,
bie buiten^ ïanb| bja^ gereifi» ^eese b^ief ht^
itraft en betengeit be to^ebeimoebigïieit engarb^
nefeftigöeib ban fommige Iee]|en/befajelßebe23iff
fi^oppeïiiae regt^oefening?« / ^n ftet af-ïeesen

bmi

-ocr page 349-

Johannes van Arkeï,: 345-

hm berntaan-&?iebett eniianfiraf-ijonmffßttöooi
gun ge^ajs en m^t seiadö gnamen te öcïetten«
^n iren 5eiiicn ö^ief iuoiöcn öolft eenige becgimi

Hingen omtrent öct&iecöt-öooren/ öetoelßeiiooi
fommige ^^iefïec^ ïïfïcigi^ becferee^en ioaren/
op Öet ftrasti^e toe^erroepen en »ngetfofttiem
Inden zevenden Brief, ÖOO^ Johannes jeïfUït^
gegeeijen/ fajo^fi Öeboïen öatöe genen öteinbe«
echten fiaat hjitïen tceetien / en onöer ttaeeiieröani:
öe bisdommen/ of berce ban maiftanbet? geïei^
ge jparocpn/ bjoonac^tig 3ijn/ be gehoben in
beibe ble SSi^bommen of ^paroe^i^n moeten ïaa^«
ten af-fennbigen; 3«iienbe5obaamge j^nbjeïpett
anbei'^5m^ boo^ Öeimeïpe en onbjettige önbjei=
ïtjiten aangezien bjo^ben.

bjo^b aan be fiigaarbec^ ban aaï-miffe»
onbec ben Ban beröoben / in ftroegcn of anbere
oneeröaare pïaatsen te beenacöt^n of t'öni^ te
ïeggen / of niet b^onbj^-peifaonen om te ïoof
pen/ of einbeïpeeniEonnift^-iiïeeb ' mbiensc
geen H^onnifelien ^gn / aan te treftfeen*

too^b aan beseïbe ingaarber^ ba'bobeii
berfcöeibe mi^ö^nifeen / bie ai m be feerftbergai
beringe ban a^ienne beroo^beeït bjaren / in 't bjerft
te fïeïïen: aï^ onber anbecen in öutme p^ebißa^
tien baar op ugt tejgn/ ombeeenboubigemen^
feïjen boo^ önnne balfc^e en beb^ieggeiijöe ojp^
geebingen maar een beeï geïb af te ßneüeien.

5^aarenboben bjo^b 'er aan be öegeeba*^ ban Geen kcr:
geefteïöfte ampten 5eer nab^uftfteïgït beröoben/ keiijke '
geen jobaanige ampten te bergeeben
aan per-^"ψι^εη aan
foonen ban een anber^i^bom/ of aan begeene
bie uyt een goebgeïienrbe 5^ïoofïer-o,jber berïoo^ of verJoope
ï»en 5i)n / toat booi reben of berïof bat 3e ooïi Mounikkea
mogen boo^toenben, en^.
(6) tevergec,

^m ibo^b ben fafiooren/ of be« seenenbie

Y f öum

-ocr page 350-

3d»4 Het Leven vaN

gunne öiftïccïien / cmffeïijfe öeijoïm/ be
openbaace m groffc mi^öaaiien / bie öinneii öe
paaien ban öunne ^arocgicn öcflaan ^gn / en
nocï) onbecöeteriïjgrt geöieeben/ tnit^sa&ec^&e
tefïamenten cn ugterfie toiiïen / iiie öinnen get
jaar niet ^gn ngtgeboecii / aWe jaaren aanbe^g^
noiiefieftenötemaaften,

l^ocö fajo^b aan öe jfïegenten irer fierïien/ of
aan öe penen tiie j^nnne jpïaat^ fieifeleeiien/ ^e^
öoireninöet ijem^ten htv ßeefeel^ße iiienfien/of
in Set ögtooonen banbeseiije öienfïen/ of in^et
öebienen beti feerfteïpe ^aiit?amenten / gunne
öegoo^ïpe fterßgetoaaben aan te geööen / ten
toaat? trat be ijet-geiegenbgeit bec plaatsen of be
omfianbi0Öfben bec tjjben ö^t niet mogten toe^
ïaaten.

De acbrfte Brief, ttgtöe^eeöm Op bm «aam

tian Gerrit van Veen ,

faei'nienhjt be faoo^giianbe (é^bonantien ban ben
geïben ^iffc^op / en boo?namentïp gefc^iftt
teijen^ jeftere ße0ta*^/25ai)ubjen en fcoereïbfeöe
ïleecen / betoeïlten öet S^ïffc&oppelpe cegt^ge^
j&ieb/ in jaaïten betoeïfeen aitijbtotbe SSiffeïjop;?
pei^fte regtöanft öeöoo^t pbbcn / fïremben en
Bcïemmerben/ en nietöegeerben bat bep^iefïer^
en anbete jfeetfeeïijl^e pecfoonen bebaag- en öan-
Ö^ieben be^ S^iffcgop^ in 't öjecß jonben fïeïïen.

De negende Éaagt 'et obec bat men in fom^
ttiiße ftetßen en feioofieren 5tcö «ί^ί^ ontsag in
een aÏ0emeene opfcijo^finge ban be ftetfteöjfee
bienfïen / (aï^ get booi een ö^onbete betgnn^
Hing seoo^ïofb ioa^ be ßetfteigße bienfïen op
fommige toos-tiibentebemgten) Set
ftcament op sobaanigeï^oog-tgbenngt te reiften
aan fajereïblg&e perfoonenbie iii geen gebaar ban
pp^m tooren, mt toojbt ba» in ben 3eïben

PcPailoors
moeten de
awaarc
jnisdaaden,
^ie binnen
de paaien
yan hunne
Parochie
begaan zyn,
jmitsgaders
de teiïa-
«ncnten die
iiiet vol-
Jjragt zyn,
s' jaarlijks
aan de Sy-
node be-
teiidmaa-

-ocr page 351-

Johannes van Ark,el. 547

ö^ief toei fcgerjprip betöoöc«» Φο"^ iwo^ir 'tt
tjeröoinen öaigeen ^^iefïecccnöanjieïwiö/ öie i»
fïerben^ nooö / 3al ÖeïJi&m tt öntöinben /
iniiim iie<atierfïe iiie öenöan gcbdt fteeft iiec
ganö of semaïifeeïpïÏan aaugcfooïteniDD^
teu
: tm toaat? öat soïnaanig mt ^aïft^

te iroen/ of ai te ïang fuößdise. (7)
In den tienden Bri^ fajo^ii hjetiei'Om aan aïïc
^afïooren ens.
op get tofltigfie ge^
fioiien öat seaïïeftettcr^/ijeutiaifcöer^ljan^aup
fcïpe of Spiffcgq^eipe ö^ieben / ojpenöaarc
toociteraar^ / mit^gabo;^ Öe 50iiaamgen
Ut itt
em b^cöoiien
(8) gmaii getroutoii 3ijn/ of öobeii
Set jaar in öen öanmetöariinefefiigöeitiioïgaciit
Beööen / en aïïe tefïamenten öie örnnen get iaat;
iiiet tec ugtboeciuge seö?a0t / aanöenS^ip
fc^ojü tn öe ^gnoiie of aan fijnen «©fftciaaï 3ul·
len geößen aan
tt geeben* Sn i»en Reiben ö^icf
too^ö aan öe ßecßelpe pccfoonen beïafï öat 5e
op 5eftece tgiien ban 't jaar / öle tiaar «gttjej^ rommTgJ'®
b^uftt fïaan/ gunne^toarte (p) feappen moeten "jJ^n
iriaagen. l^otj^ tooiöt 'er Refter mi^ö^uiït beröo^
ben/ 't toeïfte t'Utregt iniie fteriien ban^,
Ni- Sen ί
klaas rn ban Geertruy aï obetlang in jtoang draagen,
Sab gegaan / gier in öefïaaniie öat i>e feerße^
ïijïie perfoonen maïftanïier op be ferui^bagen in
be feereen ugt gunne plaatje boutoben en bjeg^»
fïieten / en tegen maïïianber met getoeïb aan^
b^ongen* ©aarenöoben bjojb ben ^atioorenge^'
öoben / be meergemeïbe injameïaar^ ban aai-
mtffen op eenige tijben in Junne fierßen niet om
te ïaaten gaan. Het iv

In den elfden Brief tdO^b ioeberom bemieuhjt ^»^oekery

get geöob raafeenbe öet aanbrengen ban Cefïa^ f'e?eSc
menten en maaßingen ens, too^b get al^ fonSe toe
feu milö^wl^ en iooefterg beröabeiieenig ^e bedingen

urn

-ocr page 352-

348 Η Ε τ L Ε ν Ε Ν ν Α Ν

0dti «pt te ïeenen/ mrt; htt^mttniffc Ijoo? tn'^
ontiïanst öan jaar^ öaar aan öan tien
penHtngen ttn / öoben öe geïeenite femme/ toe^
öerom te geeben. ms*

De twaalfde Brief tegen öelfeerMpe jjei^
foonen / öetoeißen geeit
Senni^ ban ite regten
geböenbe tot Uliiboßaaten
ïaatengeö^uiften/
' tot een fpot boo^ 't fterlfeeïpe regt^geöleö / tot
fcgaiïe boo^ öe jjïeiteiibe pact^en en5. Φηι ^itt
tegen te boo^sien too^b aan be <0ee^eïpe ßeg^
teten geöoiien geen flnïi^en ban öe jiïeiteniie
pap>
tgen aan te neemen/ ten bat 5e aïbocen^ boo?
DePriéfters f^« (lo) ^aceïtet inbc geefïeïpe of toeeelblpe
moeten in itegtCH / of boo^ utt anbccen ^egt^geieecben/
een behoor- ^jgj, i^^ji ^ifcgojp tot ICbbofiaat aangeno^
SrSa 31"/5P onberteïtenb, Joeg too^b benf^ie^
fieeen É^boïen be boobe ïiegaamen meenbegoo^i«
ïp en ^?iefïecïp gehjaab tet aarbe te befiei^
len, *

De dertiende ïoojpt üjebecom oji tefïamente«
en maafiingen bebjeïïte boo^ iie ugtboeeber^ bec
gemeïbe tefïamenten ac^tecgowben of niet üyt^
geboert en too^ben» an be pafiooren en üe^
genten bjo^b toegefïaan een bierbe beeï bec aaï-
miffen en maaiiingen boo^^icö te öe^ouben»

In den veertienden bJO^bt bOO^ be timmeeaab^^

ie ber fterßen / en boo^ biergeïgiie saaßen meee
gesorgt,

In den vyftienden btO^b aan aïïe Öe^i

boïeneen^ oftbjeemaaïtn 't jaae ban benpieeS-
fioeï af te ïeejen seftee S^ebeï-ö^ief ban
Grego-
riusix. öegeïsenbe bat / 200 een perfoon dewel-
ke onder belofte van trouwen een vrouwspcrfoon
heeft beilaapen, en naderhand voor de kerke mee
€en andere getrouwe is
, en ook beflaapen heeft,
echicr gehoudenis weder tot de eerfte te keeren,.··

dewijl

jBien ter

aarde

feeftellen.

-ocr page 353-

Johannes van Arkel.

dewijl dat tweede huwelijk in zulken gevalle nie-,
tig en onwettig is. ©atl ÏSOmt
tsxm tOt ^t

aangfeben ban Cefïaraenten en ntaaftingm öe^
toeiïfen niet ugtöeboeit en iuo^iien/ en Jjan Φ
ïecöanöe jtoaace mi^öaaiien öeiueïften onberöe^
tefö öipen.

De feftiende Brief öebeeït aan aïïe f^afïooreit
irat 3e be ^gnoitaaïe a^^itonantien ban MiMp
fcgoji Johannes en ban sgne boo^saaten / χηίφ
gaöer^ Ö^t '^chvttt ban
Klemens V. in be ftetft-
bersaöermge ban
Vienne «gt0eöeeben / pltQ^
teïijft in öimne ftecSen ban öen ji^eeft-floeï ^uh
ïen öeöBen af te ïeejen. ©it ^efereet baa^ se^
maaïit tegen fee geenen behjeïïten 5ieö niet 01Φ
5ien öe boobe ïiepamen ten tgire ban
eeninter-
dikt, of ooit openbaace bjoefeeraar^/ of banne^»
ïingen ojp ire fteritgoben te begraaben : 't tod&c
baar
ojj ben ban too^b berboben* (i i)

jpoeö Ö^ift be$eïbe Johannes een ^^bonantie

itgtgeseeben om be magt ban be m

ban be ï^efien^ in t^ïtoii» Seeïanb te
{taaien.

Boo^ eerfi mag geen of 5^eBen/

boïgengi beese «l^ibonantie/ iemanb eenigemoe/
jeïpgeit aanboen biegen^ raeineebigSeit / oin bat
δρ boo| een baerelbfci^n ïlegter/ en niet anbec^
a!^ bolgeii^ -ger boo^fcö^ift ban jgne ïaRb-ösetr
ten / eeii eeb ^ttft afgeleit: ten bat 'er 300
ttn fïee^e fji^jaaft totsijn nabeeï gaat / bat'a'br
iöeceïbfeöe legtet ooïi aï geeft ban ||ootenraom>i
peïen,

€>οίΐ bjo^b 'er eenige uitlegging of Öejpaaïing:
S^geeben omtrent be ]^ecMpe b^ï-jilaatsen}
gi^ bat 5e niet 5uïien baaten aan ^obaanige
boo^bjicgten/ bebseliie ban be fterftgf^^^" ßome»

öeïooipen om be wenfclen af te jeti^^ / af om

«f«

-ocr page 354-

NtEKÈNlKTGfeN

een anbec man^ goeii tt toolieti / tn ^ίφ öaii
toebec op beftcrftripe iJ^p-jpïaat^en

too^tit aan öc ^t'äm^ öa'öoiien
Interdikt tt bellen 5oni>er aïbocen^ ïtenni^ ijari
$aafte genomen te ftefiöen: en öe menfcgen/öui^
ten öe^gnoöaaïe Heegabeilng / nset te nioejen
fajegen^ let obertreiren öan ipeefi-öaiien/ tenjg
öat 'et* mïïïbag-ftïaare öipen tegen^ joitaanige
obertreeöer?" ie00en. ©o^öer^ i»at beseïbe
φρ-
5i0ter^ en i!^eï$en^ niemand met ijeemaan-ö^ie^
ven of met jj^ji üfmtt öannett julïengeööen tegueïlen/ten
«ueUen ds ^^ ÖS» aïboren^ ioettircip en oj» 3ooïïaanï0e
m behoor- ί^η iogse 0ebaa0ii / bat men met teben mag
lijke daa- faectrotitoen bat ftennr^ ijan jgne iia0in0e
ging» geeft gelfeteegen, iwo,?ii ïmn Sjeeöoiiett ai tc
Ueeï 0eïö af te boteren ijoo? gunne iniiaa0m0en
en ί)οοι 't ojjmaaien ban 't p^oce^; ens.

t^ieliaand
met ver-
maanbiie

AANTEKENINGEN.

I. Deeze BiiTchop , vindende het Stift met groote
fchulden bezwaard, en geen beter raad weelende, ging
in 't begin van zyn Biffchop-dom eenigen tijd te Greno-
ble woonen , om door zyn fober leven zoo veel over
te houden dat hy ten minfte een gedeelte van zijne fchul-
den zou können af-loflen. Maar hy is eerlang 't huis
ontboden om de Itad Utregt, dewelke om eenige zegs-
■woorden door Willem IV. belegerd was , en al veeg
begon te ftaan, door zijne voorzigtigheit te redden. Als
de BiiTchop hier door was, en de Onderdaanen van 't
Stift die 't met den Graave gehouden hadden , genoeg-
zaam had gekaftijdt en ten onder gebragt, is hy weder-
om naar Vrankryk, te weeten naar de ftad Tours ge-
trokken , om zijne fchulden door zyn zuinig leven
te boven te komen. Maar hy verzuimde veel meer
door zijne afwezigheit , als hy door zijne zuinig-
heit kon winnen. ' Want het liep te Utregt alles in
'twild. Niemand'paile op 'sBiiTchops voordeel of be-
langen , en elk had genoeg te doen met zyn eigen pro-
' '· fijt

Α Α

-ocr page 355-

op Johannes van Α rkel. ^f?

fijt waar ten eemen. Wederom dan t'huis gekomen zijn-
de , heeft hy zich in eenige oorlogen ingewikkelt, of is 'er
althans ingewikkelt geweeft; en dit heeft hem noch in een
dieper kuil van fchulden doen zinken. Ziende zich zei ven
dan niet te redden , hoewel dat hy een fchrander,zuinig en
Wijs BiiTchop was, en zoo wel t' ende raad als t' ende geld
ïijnde , en daar by dewijl zijne borgen hem laftig vie-
len, en hy alle de vaftigheden van 't Stift verpand zag,
is hy met een klein gezclfchap van fes Reisgenooteii
naar Romen gereift, zullende daar afwachten wat uyt-
komfte dat de tijd noch wilde geeven. Zijne fchuld«
eilTchers, die van Heda te regt dwingelanden genoemt
Worden, en den Biffchop zoo wel als hetganfcheStift
deerlyk knelden, maakten het zoo bont,dat hy weder-!
oni t'huis ontboden wierd. Maar hier mede was hy en
het Stift niet geholpen. De gemelde dwingelanden,
daar Zuederus Uterloo een van was, hebben't hem hoe
langer hoe banger gemaakt. Zy begeerden , men zou
hun alle de andere Sloten die noch overig waren voor
den tijd van 30 jaarenter hand ftelien, en zouden hem
dan s'jaarlyks
2000 gulden opbrengen. Alles viel hem '
tegen , vreemden, onderdaanen , vrienden, ja zyn ei-
gen broeder. Egter is hy daarom niet bczweeken, maar
ïiende dat de de gemelde dwingelanden doch niet te
Verzetten waren, en geen hooger regt kenden als hun-
ne eige kop, heeft hy zijne tanden ook beginnen te too-
iden. Hy heeft zieh dan meefter gemaakt van het Slot
^redeftein : kort daar na is het Slot van Beverwaard
hem ook overgegeeven: en hy ftond nu gereed om de ge-
belde dwingelanden op hunne beurte te rtngelooren en ^

onder te brengen. Doch door tuiTchenfpraak vafi
het Stift en van de ftad is hun het verfchote geld zonder
fenten wedergege^ven ; en zoo is de BiiTchop wederom
'"'t bezit van de BiiTchoppelyke plaatzen gekomen. Zie
W.Heda met de Aantekeningen van Buchelius,
. Hy heeft in 'tjaar 134.6, zoo als by BuchelJus te
is, met Hubert van Kuilenburg , Robregt van Ar-
Jacob van Nyeveld gevpgten tegen 300 Gunter-
die uyt de oude Liclitenbergen gefproten wa-
i en een zwaare oproer geftookt hadden. DeGun-
terlingen zyn 'er ten deele op het ilagveld gefneuvelt,
ten deele uyt de ftad verdreeven. Hy is ookin dewa-
Penen geweeft tegen Willem V. Graaf van Holland;/
Qochdeezeoorjog is vaa weinig dwr geweeft. Zyn oor-'

log

-ocr page 356-

'' Aantekeningen
log tegen Reynoud Hartog van Gelderland , die het
met Willem gehouden had , heeft ook niet langer
geduurt als een jaar. Niet lang daar na is hy wederom
met de Hollanders in oorlog geraakt: heeft metdebur-
gerye van Utregt het ftedeken Oudew^ater, doch met't
verlies van zyn meeft en befte volk , verkragt, en af-
gebrandt, en de Hollanders, die met een goed leger qua-
men aangeftoven, na een herdnekkig en bloedig gevegt,
geilaagen. Eenigen tijd daar na is 'er een nieuwe oor-
log tuiTchen hemen Graaf Willem ontfta3n,alwaar be-
halven het rooven en branden, (want de landman moet
het doch altijd ontgelden) niets zonderlings is voorge-
vallen, als dat IVTuiden en Wefop door den ßiflchop
zyn ingenomen en aan kooien geleit. Daarenboven
heeft hy in verfcheide voorvallen zijne oproerige of
wederfpannige Onderdaanen , alsdeEemlandersdie
meC
alle geweld onder Holland wilden ftaan en zich Ooil-
hollanders lieten noemen, de Stellingwervers, de Steen-
wykerwolders , en verfcheide Heeren die naar geen
Biflchop noch Johanvan Arkel en vraagden, door magt
van wapenen gedwongen , en het muiten verleert.

3. W. Heda prijft hem zeer wegens zijne vroomig-
heit, deugdzaamheit, kloekmoedigheit, enz. Hy voegt
'er by dat hy, hoewel bynageduurig in de wapenen ge-
weeli zijnde , altijd naar de vrede heeft getracht: dat
hy, na dat hy alle de fchulden van 't Bisdom had af-
geloil, zyn werk maakte van de vervalle kerken weder
op te haaien, en dezelve zoo wel als de kloofters met
boekeryen, als zijnde een groot liefhebber der geleerd-
heit, eu met andere kerkcieraaden op te fchikken: dat
hy mildaadig was jegens zijne goede vrienden , een
voorftander en voorthelper van deugdelyke menfchen »
medoogend tot de armen ,yverig in de geregtigheit
voor
te ftaan, maar ftrengin het ftrafFen der boosheden ; ein-
delyk dat hy na zoo veel tegenfpoeds, en na zoo zwaare

, ftormen , als hem boven 't hoofd gewaait waren, cie
deugd en de heiligheit met een nieuwen moed, en als
ofhy noch een nieuweling v/aar geweeft, heeft gaan
behartigen.

4, Hier op maakt Heda deeze bemerking, datdeon-
dankbaare burgers
deeze grafftede naderhand gefchond«;»
hebben , om'er
den BiiTchop Frederik van Blanken-
heim te begraaven; en dat ze de wapenen van ßllfchop
pij Arkel? bfQeder weggenoomen hebben.

De

-ocr page 357-

OP Johannes van Arkel7

5. De Miiïèn in byzondere huizen te doen, is al vati
ouds verboden geweeft ,.als in de zynode van Gangres,
Van Laodicea enz. Doch wy hebben hier elders al iets
van gefproken. Wy hebben hier maar te zeggen dat de
groote Heeren , willende zoo niet aan een zekere üur
gebonden zyn om de Parochi-Mis te gaan hoeren , ei^
daarenboven beter met een korte als met zoo een
dingende MilTe , daar de preek dan noch op volg-
de gediend zijnde , al van overlang de vryheit
genomen hebben van Priefters in hunne huizea
te neemen , öm de Mis te doen als 't hun beft
tou luften of te paffe komen. Deeze Priefters ,
eigentlyk Kapellaanen om dat ze de Mis in een ka-
pelle deeden ,, wierden · doorgaans als geringe kneg
ten , tot fchande van de Priefterlyke waardigheit,
Van gemelde Heeren te werk geftelt. Men zal, om
hier van overtuigt te zyn , genoeg hebben aan de
getuigeniffe van Agobardus alleen , die in de 9 eeu-
We heeft geleeft , en Aartsbiffchop van Lyons is
geweeft. Zijne woorden luiden aldus
(de PrivïL
^ jure Sacerdotii c.
ii.) Ken goddelooze gewoon^
^t is in zwang geraakt , dat ''er nauwlyks iemand te vin-
den is onder die groote Hanjfen , die naar de eer en
glorie der wereldfiaan ^ of hy heeft een Huys - Prießer ^
niet om ■ den zeiven te gehoorzaamen , maar om van
^em allerhande ge dienfligheit, zy geoerlofde 'i zy ongeoor-
^ofde, 'iaf te vorderen.... Zoo dat meeß zulke Prieflers dc
^^fel dienen de wijnen fchenken y of op 'de honden paffen^

de paarden , daar de Juffrmwen op zitten , by den
^oont leiden , of voor de akkerbouw moeten zorgen. Ea
O·'» dat die Heeren geen goede Prießers in hunne huize
bonnen krygen , zoo fcheelt het hen niet wat voor Prie··
•fi^'^s dat ze hebben, hoe bot en vuil van leven dat ze ma~
S^nzyn^ enz·

6. De begeerte en de zucht om in de Klerezy te ko-
'^en of Prieiler te worden , zegt Chr. Lupus , fchrij-
^ende over den lY. Regel van dekerkvergaderinge van
^alcedon , is volgens het zeggen der Vaderen de peft
y^n de kloofters. En S. Auguftinus heeft 'er Aureiius
ö'iTchop van Karthago wel ernftelyk over vermaant, dat

geen zwaarigheit en maakte van de verloope Mon-
«iKken onder de Klerezy aan te peemen j eti heeitzoo
II. Dfigt. Ζ reei

m

'fj

-ocr page 358-

142, Aantekeningen

veel te Weeg gebragt dat xulks door een kerkregel vaa
de ganfche Afrikaanfche kerk verboden wierdt.

7. Dit is noch in 't gebruik (Zie Barkofa de excom.)^
de klokken op de hoogfte feeitdagen, in een interdikt »
luiden , en de dienft met opene deuren gedaan vmrd:
op dezelve dagen mag de BilTchop outaaren en maag-
den tm. inwijden , een bruid xegenen , was-kaarfen
cni. wijden. Het lelve mag ook op andere dagen,
met geflote deuren, en zonder luidende klokken , ver-
rigt worden. Maar of men de doode lichaamen op zul-
ke dagen mag begraaven , daar in zyn de Kanpnniften
niet eens. Barbofa meent ja: Ugolinus
(cap. η
η. I.) meent neen, en weet 'Iprveel tegen in te brengen,
of een kraamvrouw haare kerkgang ten tijde van een
interdikt mag doen , daar \'alt ook al over te twiften.
Ugolinus zegt wederom neen: maar Navarrus (
Man.
ν.ιη.)
is zoo hardvogtig niet. De Leeken,al hoewel
met berouw geftorven, mogeri geen kerkelyke begraaf-
feniffe genieten (
Sylveß, VgoUn.) maar moeten in ftil-
te op een ongewijde plaats begraaven worden : doch
als het interdikt weggenomen is , mogen zy naar het
kerkhof of naar de kerk met een plegtelyke ftaatzie
overgebragt worden. Als de interdiélen eerft op-qua-
men, gingen de kerkoverften zoo hard te werk, dat alle^
de kerkelyke dienften moeften ftil ftaan , en alleenlyk
de Doop met het Sakrament van boetvaardigheit , ii*
doods nood mögt bedient worden.
{Alex. 3. c, non
efl nobis de β>οφ)
en dit ging zoo toe tot omtrent het
jaar 1170.

Omtrent het jaar 1200 heeftInnocentius III. (t.Ref'
ponfo de fent. excomm.)
vergunt dat ^er gepreekt en het
Vormzel bedient mögt worden.

Omtrent het jaar 1250 heeft Gregorius IX. verleent
dat 'er eens in de week zonder klokken te luiden , eu
met geflote deuren, zou Mis geleezen worden om het
Sakrament voor de ftervende te heiligen
{cap. pervdi'
timus de fent. ex urn.')

Omtrent het jaar 1300 heeft Bonifacius VIII. {cap*
Alma mater de fent. excomm. in b.) toegeilaan dat de
biecht niet alleen van de zieken, maar ook van de ge-
zonden, zou gehoort worden, dat de Mis dagelyks gele-
gen, en de Goddelyke dienften dagelyks zouden gedaa»
worden; doch met toe-deuxen, en zoader klokken t®

im

-ocr page 359-

op Johannes van Arkel^

iuiden cm, ja dat men de Mis met open deuren, en het
luiden der klokken iou , ieczen op de feeftdagen van
Kersmis, van Paalchen, van Pinxteren , en van O. L.
Vrouvi^e Hemelvaart. Deeze verxagtingen quamen hier
Van daan dat de Pauzen, 2,00 als uyt het gemelde hoofd-
deel
Alma. Mater befpeurt word, meer en meer begon-
nen te verneemen dat uyt alle die interdikten geen an-
dere vrugten en volgden, als ongodvruchtigheitonder
het volk, ketteryen, en duizend prykelen der zielen.
Dit ging zoo verre dat de Uytlegger (
Glojfa ) over het
Hooidituk
JlmaMatergQtmgt dat menfchen , 30en 40
jaaren oud, en die noitde Mis hadden zien leezen, de
gek met de Priefters dreeven , dewelke na het lichten
Van het interdikt, de H. Offerande wederom begonnen
op te draagen.

8. Men weet dat de huwelyken langen tijdverboden
^yn geweefl: tot den fevenden graad toe , ja zoo verre
als 'er maagfchap kon berekent worden. De vrage is
"^vie zodaanige huwelyken allereerit mag verboden heb-
ben. Sommige, fteunende op een brief van FelixBif-
fchop van Meffina, aan Gregorius I., en op het and-
Woord van gemelden Gregorius, (Zie
Lupus in Can,
torn.
IV.) willen dat dit een overlevering zy, van de A-
poftelen zelf of van de ApoftoliiTche mannen afgedaalt
dan deeïe brieven worden by de geleerden uyt de echte
Werken van S. Gregorius om goederedenen uytgemon-
ftert. Men vindt een wet in de tweede Synode van
1 oledo , dat 'er geen huwelyken, tot in den fesdea
^raad toe, mogen aangegaan worden. Het zelfde heefc
i^oning Receswinthus in de oude wetten der Weder-
botten bevolen. Maar dan is 'er weder een tweede
^raag hoe dat de graaden der maagfchap aldaar gere-
Kent worden : want de vier eerfte wetten , volgende
Jchter den tijtel van
't 4 Boek , zeggen opentlyk dat
broeders malkander beftaaii inden tweeden,debroe-
kinderen
{confobrim) in den vierden, en de kinde-
>"en van de broeders kinderen
{fobrim) in den fesdea
paad, 't welk gerekent is volgens de Roomfche burger»
jyke wetten. En dan zouden daar alleenlyk de huwe-
jyken in den derden graad,naar onze rekennig gefpro-
ken, afgekeurtzyngeweeft. In Vrankryk zyn de huwe-
)velyken in den derden graad eerft verboden geweeft
iii de jfesde eeuwe door de Synode van Epaua®. Zoo

-ocr page 360-

3f<5 Aantekeningen

is dan de eerfte wet, dewelke iodanige huwelyken tot iü
den fevenden graad toe, ja tot dat mén eenige maagfchap
kan berekenen , verbiedt, aller-eerft uytgeeven door de
Roomfche Synode van Gregorius II.,dewelke naderhand
door verfchèiden Pauzen is beveiligt. Maar om dat deeze
wet wat hard viel , en ook wel ongemakken veroor-
zaakte, hebben fommigen in de elfde eeuwe onder A-
lexander IL beginnen voor tegeevendatdegraadenvati
bloetverwantfchap en zwagerichap gerekent moeften
worden naar de oude Roomfche wetten. Doch deeze
rekenaars zyn door Alexander II. in een Room-
fche Synode veroordeelt. Evenwel waren 'er al veel
in Italië , die het met deexe rekeninge bleeven hou-
den: en volgens P« Damiani
(^Opufr. de Comtentu feculi)
was 'er van duizend nauwlyks een, die op dit ftuk naar
het PaniTelyke bevel luirterde.

En het is waar dat deeze uytbreiding van de maag-
fchap groote opfchuddingen en verwarringen heeft ver-
oorzaakt. De Groote Heeren , zegt Mezerai in 't le-
ven van Koning Robertus, die doch doorgaans mal-
kander in maagfchap beftaan , ftonden 'er meeft mee
verlegen. Want zoo ras als een man of vrouw mal-
kander moe geworden waren, of dat iemand beluft w ierd
om hen aan ongemak te helpen , had men maar tezwee-
ren dat ze malkanderen al te na beftonden , en zyn
zeggen door negen getuigen , die altijd wel te krijgen
waren., te doen be-eedigen. DeHiftorien zyn ook vol
van vrouwen, die na lange jaaren trouwens verftoo-
ten , en van huwelyken die door de geeftelyke magt
gefcheiden zyn. Dat meer is , al had men voor het
trouwen het gemelde beletzei laaten wegneemen, dat
kon altijd niet helpen. Robert Koning van Vrankryk
had om goede redenen van ftaat zekere Princes en we-
duwe , die hem in den vierden graad beftond, maar wiens
kind hy ook ten doop geheven had, ten wijve genomen:
doch had alvorens de voorzigtigheit gebruikt van die
beletzcls door een Synode van de Franiche BiiTchoppen
te laaten wegneemen. Dit mögt niet helpen: de Paus
liet 'er zich aangelegen leggen : de Koning wierd in
den ban gedaan , en gedwongen zJjnevrouw te verftoo-
ten. Hy reisde noch met haar naar Romen om den
Paus te verbidden : de uytkomfte was dat ze voor wel
gefcheiden gehouden wierden, en gefcheiden moeftea
felyven. 9, Hoe

) ΐ

r

"■ts-f—ß-üni^..

-ocr page 361-

OP JoHA NNES VAN ArKEL. 35-7

9. Hoewel dat wy hier voor al getoont dat de Kano-
nikken van ouds, althans op veele plaatzen, in 't wit
gegaan hebben, zoo hebben zy echter doorgaans zwar-
te kappen gedraagen. Odoricus Vitalis, fchryvende o-
ver het jaar lopi, en van de Kanonnikken handelen-
fie , fpreekt met lof van de zwarte kleur ,
dewelke de
iioürige leaders
zegt hy, zoo wel de Reguliere Klerken als
de Monnikken , in hunne kappen betragt hekben.
En daar-
om wierden zy ook zwarte Kanonnikken , naar hun-
ne zwarte kap , genoemt (Zie
Matth. Paris ad ann.
to^^. Monaßic. AngUc. torn.
2. Concil. Londin.an. izoo.
in fine) terwijle dat de Premonftreit-heeren naar hunne
^itte kap witte Kanonnikken genoemt wierden. Vor-
der heeft Eraclius Biilchop van Luik ook een Ordonan-
tie uytgegeeven
{Mgidius aurea vallis cap.^'i.) dat de
geeftelykheit in den Advent des Heere, en van den Zon-
dag
Septuagefima af tot PaaiTchen toe j zwarte kappen
ïoude hebben aan te trekken , om dat de zwarte kleur
beter op de boetvaardigheit en vernederinge paft als
de witte. En hier uyc volgt niet dat ze buiten dien
tijd ongekapt gingen : want wy hebben elders al ge-
getoonc hoe dat ze doorgaans , op fommige plaatzen,
kappen aan hadden. Nicolaus III.
Odric. Ri^ynald.
Λdan.^^%η.) begeerde dat de Kanonnikken van S. Pieter
te Loven, van Allerheiligen af tot Paafchavond toe,
ïwarte kappen zouden draagen, maar van PaaiTchen tot
Allerheiligen ongekapt zouden gaan. Maar buiten de
kappen , gelyk elders getoont is , plagten de Kanonnik-
ken van ouds witte klederen te draagen.

19. EenBacelier ,om dit voor de ongeftudeerdenaan
te tekenen , is iemand , die eenige jaaVen in de Gods-

feleerdheit, Regten of Medecijnegeftudeert hebbende,
'yken van zijne bequaamigheit door een openbaar dis-
Puit heeft gegeeven, en die daar op de getuigenis krijgt
^at hy zijne zaaken wel heeft gedaan, ßy deeze gele-
gendheit zou het miffchien niet onaangenaam zyn met
een woord of twee aan te haaien waar deeze naam van
^acelier van daan is gekomen.
Bachelier, dat volgens
^iTdmigen zoo vee] zoude zyn als
Bachevalier , (Zie
«a Tillet Memoir. Loizeau traité de la haute Noblejfe, Sffr.)
^fs voorheen by de Franfen een foort van jongeEdel-
luiden, dewelken niet in ftaat zijnde om een vaandel
op te regten, onder xen anders vaandel moeßea optrek'

Ζ 3 ' ken,

-ocr page 362-

Aantekeningen op Johannes III. 351

ken, en rangshalve tuiTchen een Ridder en een Schild'
Jcnaap was: en deeze naam zou metter tijd indehooge
Schooien aan de voornoemde Studenten toegepafl zyn
geweeft. Anderen zeggen dat
Bacelier in Pikardye en in
Spanje een Jong - gezel te zeggen was : anderen wil·?
len dat het afkomftig is van
Baculus^ een ftok , om
dat de jonge Soldaaten met ftokken plagten te vechten
om zich in den krijg te oeiFenen. In Engeland wier^
den alle de Heeren, die minder als een Baander-heer wa-
ren, ßaceliers genoemt: en daarom zoaden de jonge
Studenten , dewelke naar het ampt van Leeraar ftonden,
ook Bacelieren genoemt zyn geweeft. Sommigen wil-
len
Succellarms gefchreven hebben, 't welke by de
Wefter-Gotcen een, Vafal b'^tekende, dewelke gehoU'·
den was zijnen Heer in den krijg te volgen. Ftrrarius,
in zijne oorfpronkelykheden der italiaanfche taaie, houdt
het met
Bacularius^ van βaculus ^om. dat de jonge Sol-
daaten gelyk gezegt is , zich met ftokken ten oorlog
plagten te oeffenen, en hy tracht zulks uytde fpellinge
van oude Boeken te bewijzen. Doch het allergemeen-
fte gevoelen, zegt Schubart
de Comitibus Palatinis^ is
dat
Baccalaureus zoo veel te zeggen is als Baccalaurea^
tus^
dat is,iemand die met een lauwertak, daar deba-^
kelaars aanhangen , bekranft is. Ik wil wel bekennen
dat ik het liefft met het leite zou houden. Men weet
dat een lauwertak altijd voor een teken van overwin^
liinge is gehouden, en dat 'er niet gemeener is als ie-
-mand, die zekere overwinning behaalt heeft, eenlau^
Werkrans toe te paffen. Daarenboven behoeft men
den naam dan zoo niet te verminken of te verdraa-
jen.

I r. Hier word van fommigen een twijfeling of vra*
ge voorgeftelt,ofde Monniklcendie van de BiiTchoppe?
lyke magt ontflagen zyn, zoo een, die in den ban ge"
ftorven is, wel mogen begraaven: daar op andwoordt
Sylvefter
{verb. fepultura) dat de BiiTchop het kan be-
letten eer dat het lichaam begraaven is : maar dat hy
het lichaam , indien het al begraaveii. is, niet mag
pntgraaven»

Oi

-ocr page 363-

m

IHP

JOHANNES VERNENBURCH,
XLVIU Biffchop mn Utregt.

Johannes tu Vernenburg , tt^ öe <!Biraal3en Öatt Jf'f"

Vernenburg (m (BmaffC^^i? tuffcgetl fit m ^or/met
tjicriie^ be Aar en
ht Neeth, ap öe gcenjenijan difpenfatic
htt (CnerfcSeKlart^-fiift) met een gcoote een^
ö^a3ti0öeit banaïïe öeöoeiien/
en met difpen-
fatie ban Urbanus V. , Ugt ^I^&Om ban van ütregt

iBonflei* öecoepen tot SSi^öom ban ïltregt: Yerheve%
§et bjeïfte
Crantzius, in ï)et Öoeß ban sgne
Metropolis aan get A-f ftapittd ooft met tJeeje

itlOOliien Öetni^t.: Johannes van Verneborch, die
de nazaat van Adolphus op den BiiTchoppelijken
Stoel van Moniler is geweefl: , als hy daar noch
nauwlijks een jaar op had gezceten , is Biffchop
van Utregt geworden.

Il^anneeroeese 23iffcöojp op jel^eren tgii jicQ
toat baa^ gaan berlufligen / geïp men in
ttiit ban breite gebjoon te boen / ög in get
fïeöefte
Goor boo^ 5i)ne bganben ïifïeip geban^i o^^t hjr
gen genomen / (i) en geef gro^ot geïb moeten
öeïooben om jijne b^jigeit te öeßomen. (χ) Uï§ fteckt,word
gtt ban ombee5e enmeeranbere oo^jaaten beeïe hy teRo-
^ifTcÖopjpeïpe goebeten gabiJerbieembt enbet^- nien aau-
panbt/ 3i)n be bgf ïiapitteienban ïltcegt Mag^
tig obet gem gebaïïen
ög Urbanus V. en ög
«en najaat GregoriusXi.

« Barkfidm m Catal. Ej>ifc. TrajeS,

Ζ 4

-ocr page 364-

3d»4 Het Leven vaN

B6O

ö^ief/iiK^peöefcöuïitigiitjjöegeïfï/jïaat
SCÏieeï in
he ongeïiiiifeie öer iltregtfcöe

S^iffcgoppen ban Ρ Bokkenberg. teSuijfe öat
ilt 5aaïi ban Johannes Vernenburch tC éomCH
onber5o0t iajierö / ^ijnite eerfï öoo? Gregorius ïX.
ΙΠ ïjaniien gefïdiï ban öen üarbinaaï ban jj^a^^
peïj/ en na öe^ jeïf^ öooir in öie ban hm ï^ai-^
iimaaï
Morin , ίύ öe S^iffcpp ^tif^ /
3aaïi παφ gansenöe / niet jonger bermoeïren
fcan becgift/ oberlcöen* ^^ seiïo^beitojpiïen
^ling»/ in 't laat onje^ l^cm 1371 / in öet
febende jaac ban jpe regeeringe: en U W
ixcQt in öenO^om 5oniïec eenige Ïp-fiaat5ie he^
Scaaben,

Buchelius, ïtt ^ijne Ulantefieningcn ohtv He-
Voorregtcn da, ^ brengt
tm Ö^icf booi öen öag iwaac in ög

door hem ift ouöe boo^reate« itec llti'rgtfcöe öurga'ge

i^^v^ftigcf. mmt

èet«iB>afïöni^ ban iten ^.Sttft/^ß. Maar-
tens
ö^ngge binnen öe fïait lltregt / i^ böigen^
Bokkenberg Jjoo^ beejm 25iffc|op ge|iic|t f.
Heda, öie öaac in geboißt bjo^b boo? L Guic-
ciardyn, getnißt bat^. Pankras läapittel teSeii
öen / befïaanbe ngt αφ ^anonniftßen / gefiicQt
( bOO.i Johan van Arkel, Vernenburgs boo^^aat:

öan in be jjampieiieii ban Buchelius fiaat bat
Vernenburg bit föapitteï in 't jaac 1^66/ mte
laacen na be befplaatjing ban
iohan van Arkei,
Seeft beginnen te fiicöten : ^tt toelße ooft boo|

ί Pag. z^y.

f c Ant. Mattharus, in zyn werk van de {lichtingen en wiilèl-
valligheden der Utregtfche kerken, in 't eerfte boek , aan
't 165
aydje, beweert dat zulks gedaan is door een (3) Ermbregtus,
onder BiiTchop Guido*

Orler«

-ocr page 365-

Johannes Vernenbur^ch. j6i

prlers in ^^m ^^^ Reiben / itaar

m i»eo ö^ief öer opregtin^e in jga seöeeï δρ-
v^^ngt; / ömödp fcoo^iï beiacect

yb onöa' m^ ccn oj^regt aff^ifi: öan öe
iÖ^etten en «i^^iionantien / öetoeifte ijoo? öen^Cii
feen ban öet ecmeïtir Hajpitid in 't jaar 15-7^»
ojjgefidö/ m in 'tiigt sijn s^gcebem
Jletouöc ^ber^fdfcöe mmt/ of öc mttm
Oie ÖOO^ lohannes Vernenburg S^iffCÖOj^ ban

tiest aan öie ban ^B^berljffd ^cgeetim fejaren/
59η boo^ anößröaibemiioe/ te toeeten in 'tjaac
öoo?
Melchior Winhof een ^ber^ffekar/
öeneffen^ öe ^^ïionantien ban
David van Bor-

gonje , en ntet een !©uitfcöe Hgtöjeiiimge in 't
«tÖtgeseeben. <i^e5eïbe ^ Matthäus

Wet ïto^te SCanteßeninsen ojpgeieliiect/, en toe^
weromitoo^ öen ö^nft gemeen gemaaiit*

ä Analeä, t. 6. omtrent het einde.

AA NTEKENINGEN.

1. Hy was volgens Heda een zagtmoedig man, en
^er genegen tot de vrede. Maar eenige Weftphaalfche
Heeren, uyt de huyïenvan de Van Veel en en van de
broekhuizen, hebben hem in 't
eerfte jaarna zijne nieu-
verheffing met rooven en branden aangetaft, en een
grooten beuit uyt OveryiTel gehaalt. Zoo dat hy ge-
noegzaam tot den oorlog gedwongen is geweeft , den
J'yanden op zijne beurt groote afbreuk heeft gedaan,
en
^n eindelyk gedwongen om alle fchade te vergoeden,
"y heeft die van Amersfoort, dewelkenzich aan zijne
Selioorzaamheit zogten te ont-trekken , ook door
een
oelegering gedwongen om naar zijne wetten te luifte-
en de behoorlyke fchattingen op te brengen. Ook
^■eeft hy krakeel gehad met Aalbregt Graave van Hol-
land over het Slot Vredeland,'t welke voor dtezenaan
Hollanders verpandt zijnde door Johan van Arkel,

Ζ y yer<

-ocr page 366-

Het Leven väm

Vernenburgs Voorbaat, al geloft was: maar Guiiterus
een Utregtsman, die uyt zijne itad gebannen
was, of
iemand anders,
zoo als Buchelius verhaak, en de woor-
den van Heda ook fchijnen te luiden , had den ouden
brieiin handen wecten te krijgen en aangemelden Graa-
ve overgegeeven. Hier uyt, zegt Buchelius i moeten
200 wel de gemeene menfchen als de overigheden lee-
ren , hoe ïorgelyk- dat het is xodaaoige fchuld-brieven,
als
die afgeloft lyn , in hun geheel te beWaaren : waar
uyt, zegt hy vorder , zoo als wy zelf gezien hebben ,
fomwijle groote onluften tuiïchen
de nakomelingen
ïyn ontftaan.

2. Hy heeft, volgens Buchelius, ifooooude Schil-
den moeten opbrengen. Voor dit geld, 't welke door
eenige Heeren van LTtregt opgefchoten wierd, zyn de
landen aan deeze zijde des Yffels met het Slot Vollen-
ho, tot groote fchade des Bisdoms, wederom aan ge-
ïnelde Heeren verpandt geweeft.

Ant. Matthseus bewijft het zelve zeer duidelyk.
ï.Door een brief van gemelden Biffchop Guido , daar
het uytdrukkelyk gezeit word. Door hetbyhangzel op
Beka, want daar ftaat dat deeze Johan van Vernenburg
in 't H. Geeft - huis met zyn BiiTchoppelyk gewaad is
omhangen enz. Zoo is 't 'er dan al geweeft eer dat
Johan van Vernenburg BiiTchop van Ütregt was ge-
worden.

ARNOLDüS van hoorn

XLIX Bijfchop mn Utregt,

Λ ï^ ^iffcöo» Johannes Ö^gtaabCtl iüa^é /

t\ öe p^eïaaten m ίτε liaiionniöfem ijaii
tW0t/ 500 oöec
pt aanfïeïïen ban tm
tei^/ aï^ OUt §tt ba» tm nieuwen

gSiffcgop / fi^-een geiftomen, ^t etne jpact^/
lipo^pfbenöe öat 3e hm obalaji te b^ee^fπ

-ocr page 367-

Arnoldus van Hoorn. jó^

toa^ naar '^thtnm g^bïuöt/ m ^ttft öaai?
Öaare fiemmeu gese^ben aan örn ^oni-p^oofï ,

Zuederus Uterloo, (i) öefajeïfie lioïgenéiieg^ooi uT I .

te tonp ban „i^eiierïanö U neef ioa^é iJanGi- teDev°mL

felbertus van Vianen. tsja^ een Wan JOntieC doordc

Seïeeriipt/ (t) onfiefc^aafö ban mameren/oni ee^eparf^
l^nnöis in te 3aaften öie tien goïi^bïentï en öe
feecMpetnc^t malern dientoeïi^öetliai»!tf
teï ban ïl^ebenter öem otM toegebaïien. mn
tieeje bei'Mejmse/ en ban tieftnipeKge ban
Zue-
derus
om aan Ut b3aariiigf)eit te gemaïien/ 51)«
ιιοφ oo^fj»^onMg^e fïu&en in toesen ; toaac
u^t 003ien l^an too^ben goebaanig öat 'ec toen
aï gel^nijpt toiecii/ om ïieriieïpe am$sten te
tornen.

I^aar get grootlïe en ge^ontifïe geöeelte/ Set Hy^oïi
feeifte te ïltcegt bja^ gebïebm / f^ttft gern ban
be öanb getoeejen : en ö^n öe berfttesing iefte deei
ban ben eöeien ïleec Amoldus van Hoorn, 500η
veiworpeni
ban Willem ^eereban Hoorn, betoeïl^e te boren} ^^^^^
aïsefeptitbja^/ 0^ ben zelfben bag/ te bieeten
benberben^inïg/bernienhjt/ en baar ober
è ge^^ gcgeevèn
feg^eeben aan ben ^aw^GregoriusiX. Amoldus aan Arnoi-

gefïagt-reSening ög Buchelius ober Heda
feöigbenfee jïaat aangeöaaïb / bebonb 5ieÖ lUifï daE'pas'te"^
aan'tïiïoomfcöelof/ baar^g een
procés gab &an^ Rome»
gen tegen^ gemeïben
Zuederus ober ö^t ISart^- vertoeven-
biaftenfcöajp ban ïltregt.
Gregorius berfïaan t'
Seööenbebat be S^ifc&o^jïeïpe ^toei ban ïli' .odu. xi,
tregt open bja^ gebaïien /geeft be begeerte ban beveftigd
be ïeiïgemeïbe föanonniftl^en tngehiiïïigt/ enget
lltregtfcöe in 5ίίη boiïen raab aan
Ar-

noldus opgeb^aagen, 3^aar op ï^ Amoldus te ^ ^'

liomen gebjijbt / eni'^ in aïïe fpoeb naar ïitregt
Sereifï j aïtoaar ben ^8 September in 't iaar

ί37ί

ϋΦ. i> Suffridm PetrL

-ocr page 368-

3d»4 Het Leven vaN

1371 metsroDte cerc cn met biiegeniie baaniie^
leii ï^ iUQeSaait^ 3p sa-iffcgopjpeiilft getoaai»
aangefcöoten ie&fienbe t^ Μ naai* iie Mariaas
ïiei'ïi seieib/ baar ög in't miöbeit itec itecl^e ben
getooonïpeit eeii ^ecft geiiaa« en
(3) ontbant
- gen, toa^ ijoigm^ w.
Heda een geïeecö
tnan / öaii een öeftise gefïaïte / Meefö en ti^ien^
jjdgft banaanfpaaaft / en ooH niet betbaatb ban
te iuajpenen / öe^ «ooöis sijniie / aan te feöie^^
ten, (4)

l^aai' na tiat öp seben iaacen te lltcegt gati
5e3eeten / en aï^
Johan van Ar kei te 3£ηίίί in 't
iaar 1
577 obedeöen toa^ / t^ ög ίιαο^ 't gesag
O Urbanus VI. obergegaan tat Qet S^i^öom

Yan Luii iJö" stuift : toant öie beejpiaatjingen bec ^tp
(ΦΡΡ^^ toaren omtrent öeeje tgben jeer ge^
«leen geiao^tien*

^00 f^ttft öp öatt in get bolgenbe jaar op
^aftrament^-öa0/ ^eööeniieiiit feefi nocg pkQ*
telp te lltregt gebiert/ na öat ^ijnmiööag-
ntaaï gepouben gaii / 5tjn affcgciö ban De gee^
fïeiii&öeit en ban öet boïft genomen j en öeeft
3iine intreöe te Snift gebaan 03p Oen 1% Sfnng/
öaar ^ tien iaaren ïang geeft geregeert
Zijne af- ^tjne af-öeetöing/ baar ojt jijn S^iffcgojp^
beelding. fïaat ngtgefc^iiberö / nocg in'l <0raben||age
te 5ien in 't %of ban be <iB>raaben ban too^«-
geeft aan beSeibenaar^ berfcgeibe b^pgeben
en toetten boo^gefcö^eben / betoeiße in ben boi^
genben Sö^ief fïaan ngtgeb^nftt

Zijn open- Amoldus , door de genade van Godt en van
^ii'^fi den ApoftoliiTchen Stoel BiiTchop van ütregt,
aan de in Chriftus- beminde Burgemeeileren,
Schout , Schepenen , en alle andere Burgers en
Foprters binnen Leiden, de eeuwige zaligheit in

Chri-

-ocr page 369-

Arnoldus van Hoorn. jó^

Chriftus. Nadien gyl. Burgers en Gerechts-per-
foonen van Leiden by Ons hooggelijk hebt ge-
klaagt en vercoont dat 'er vcele , zoo van uwe
eigen' ingezetenen , als van vreemdelingen, die
Van alle de oorden der wereld naar uwe ftad af-
bakken , dikwils uytfpoorige guiteryen bedrijven, '
en dan in uwe kerk of op uw kerkhof vlugten:
dewelken, zoo als gy ons door de getuigenis van
geloofwaardige perfoonen verklaart, niet en ver-
dienen het voorregt der kerkelijke vryheit te ge-
nieten : zoo nochtans dat gyl, als in een twijfel-
achtige zaake, en niet weetende wat beft gedaa:n
■^as , tot noch toe allerhande quaaddoenders hebt
laaten hene gaan. Dierhalve hebt gyl. ons oot-
tiioediglijk gebeden dat wy ul. eenige byzondere
gevallen zouden opgeeven, in dewel& zulke men-
fchen, die de vreeze Gods aan een kant ftellende
Zich tot zodaanige uytfpoorighcden laaten ver-
Voeren, de'kerkelijke vryheit zekerlijk niet moe-
ten te baat hebben j en dat wy vorder voor ul.
zouden zorgen , op dat, gyl. door onze vaderlij-
ke zorgvuldigheit en voorzigtigheit befchut, des
te vryer en met des te grooter godvruchtigheit
Godc zoud können dienen , en uwe Republijk,
daar gyl. door Gods goedheit tot Overften over
geftêld zijt, des te beter zoud können beftieren:
^00 is het dat wy , door uwe gebeden en door
van eenigen onzer tafelgenooten daar toe be-
"^ogen zijnde , ul. door den inhoud deezes ver-
gunnen , dat ingevalle een openbaar roover , of
Bepaaling
iemand die 's nachts de akkeren fchendt en be- van dc
'"ooft, of die's Heeren wegen of openbaare plaat- kelykevr^«
^en bezet en onveilig maakt, naar de kerk vlugt
Om zijne veiligheit daar te vinden, de kerkelijke
Vi'yheic niet te baat zal hebben,
cn dat het uwen
^^bpm en gijne di^na^ren vry 2,9! itaan dco zel-

vca

-ocr page 370-

3d»4 Het Leven vaN

ven daar uyt te haaien op de wijze als benedeß
%ύ aangeweezen worden. Daar zijn 'er ook de-
welken 5 hoopende dat hunne guiteryen om de
vrydommen der kerke ongeftraft zullen blijven,
zich niet ontzien in de kerken zelf of op de kerk-
hoven doodilagen te begaan, menfchen te ver-
minken , en andere boosheden en beledigingen
meer te bedrijven: zodaanig datzy, ten waar daC
zc op de kerkelijke vryheit lleunden , diergelij-
ke boosheden niet zouden begaan hebben. De
zodaanigen zullen daar ook mogen uytgehaalt
worden. Het zelve zy te verftaan van zulke boos-
wichten dewelken zich in een kerk of op een
kerkhof begeeven , en uyt die plaatzen dan ko-
men geloopen om hunne vyanden te dooden , te
verminken, te quetzen , of op een andere wijze
te mishandelen , of om debuurengeldaf te dwin-
gen ; zulke geweld-plegers, die 'er met zoo een
inzigt mar toe gegaan zyn , indien 'er blijk van
is, moeten door de kerk niet befchermt worden.
Het zelve zy wederom te verftaan van de zodaa-
nigen, dewelken zich wel niet in de kerk of op
het kerkhof begeeven hebben j maar dewelken
eenige uytfpoorigheit willende bedrijven , zich
hilelijk en met voordagt dicht by een kerk of
kerkhof gaan plaatzen. De zodaanigen , als ze
iemand gequetil hebben , worden van de kerke
niet befchermt. En in zulken gevalle dient zoo
een gezogte na byheitby de kerk ofbyhet kerk-
hof maar om het vermoeden tegen zoo een per-
foon te bezwaaren, Vorders, die kerkfchendery,
dievery of beurze-fnijdery inde kerke of op het
kerkhof begaat, (f) vindt ook geen heul by de
kerk. Staat nochtans te bemerken dat in de ge-
melde gevallen meeft gelet word op de meening
Vaa den aiisdaadiger, dewelke uyt waarfchijnlij-

kc

-ocr page 371-

ärnoldus van hoorn.

ke giffingen zal können afgenomen worden. By
Voorbeeld , iemand zal een wrolc_ tegen zekeren
iijnen vyand hebben : en als deeze naar de kerk
gaat, zal die vervolger van het kerkhof af ko-
men 5 en denzelven dicht by de kerk of by het
kerkhof doodileeken, of verminken, of zwaar-
lijk wonden: en zulks gedaan hebbende, zal hy
zich in de kerk of op het kerkhof begeeven. In
Zulken gevalle blijkt het door waarfchijnlijke gif-
fingen dat gemelde vervolger de kerkelijke vry-
heic niet te baat en heeft, en niet en mag genie-
ten. En om dat deeze feiten van groote aangcle-
gendheit zijn, zoo is het dat wy niemand vanuL
magtig en maaken om in de gemelde gevallen de
kerkelijke vryheit te quetzen, ten zy , als men
door goede en wettige getuigen volkome kennis
van het voorgaande zal kennen hebben : welke
getuigen zodaanigemoetenzyn,dat zy, ingevalle
dat'er in de verhandelde zaak gemift en qualijk te
werk gegaan is , om dat ze iets voor de zekere
waarheit hebben opgegeeven , zonder dat zy 'er
volle zekerheit van hadden, of om dat de zaak,
in verfchil zijnde naderhand kenbaarder is ge-
worden , dat zy , zeg ik, een bequaame boete
aan ons en aan onze nazaaten konnerj opbrengen,
cn aldus wl. en uwe kerk verligten. Nochtans be·»
gceren wy , en wy verkenen zulks uyt kragte
deezes, dat in zulke gevallen, in dewelke de ker-
kelijke vryheit aan niemand geweigert kan wor-
«Jen, de zodaanigen niet knger als 40 dagen, tc
rekenen van den dag dat ze in een van uwe ker-
ken gevlucht zyn, de befcherming der kerke zul^
len genieten 5 en dat ze dan niet langer mogen
befchermt worden, nochte, het zelfde feit noch
onafgedaan zijnde, weder tot eenige van uwe ker-
ken zullen mogen
wederkeeren. ßehoudens άζζ

sc

-ocr page 372-

3d»4 Het Leven van

ze door ul. en door uwe Officiers in alle veilig-
heit, en welverzekerd tegen de bandet?,
van hun-
ne vyanden , van den Baljuw en van zyn volk 9
of van anderen vei-dagte perfoonen, naar een vrye
plaats geleidt zullen worden. En dat gy hier van
een openbaar getuig-fchrift zult neemen, en ter
goeder trouwe te werk gaan. Indien zy uwe aan-
bieding , van hen onder een goede geleide naar
een veilige plaats te brengen , met hardnekkig-
heit afwijzen, zullen zy na zoo een weigering de
magt evenwel hebben om hunnen wil binnen den
geftelden tijd van 40 dagen te veranderen : alles
zonder eenige lift of bedrog: welke lift of bedrog
wy , indien ze gepleegt mogten worden , niet
zullen nalaaten ftrengelijk , en harder als naar ge-
woonte, tekaftijdenj dewijl een belediging, de-
welk,e begaan word door het verfmaaden van een
vrywillige mildaadigheit , des te zwaarder is.
Maar indien dezelven na verloop van 40 dagen y
en alles volbragt zijnde dat volbragt moeft wor-
den , niet zouden willen vertrekken, en tegen-
Hand zouden Avillen bieden , dan ftaat het uwe
Geregts-perfoonen vry dezelven zonder bloed-
ftortinge uy t de kerke of van het kerkhof te haaien.
Doch dit uyrhaalen moet met voorzigtigheit ge-
fchieden , zonder iets te breeken, of zonder den
misdaadiger tot bloedftortens toe geweld aan te
doen. En dan moet'er des te zorgvuldiger wacht
gehouden worden , op dat dezelve misdaadiger,
die in de kerk gevlugt was , geen voordeel uyt
zijne boosheit zou komen te behaalen. Dit zy
met des te grooter reden te verftaan van de genen,
daar de
boven-gemelde gevallen op zien , en die
debefchermingeder kerke niet können genieten,
op dat hunne reukeloosheit hun nergens in te fta-
de mag komen : en op dat de gewijde plaatzen

niet

-ocr page 373-

op Arnoldus van Hoorn. -^jy.

niet ontwijde en werden j en eindelijk op dat de
baldaadigheit der dwaaze menfchen haare ver-
diende ftraffe mag ontvangen.

Vorders als de zodaanigen, die in de kerk ge- Word vei·:
vlugt zijn , aldaar ongeoorlofde fpelen, of zulke
ipelen daar'ligtelijk krakeelen uyt rijzen, mog- dig en zyn
ten aanregten, of aldaar ongeoorlofde byilaapin- het
voor-
gen mogten pleegen , of de banken (6) van de Γ^ί
kerk mogten breeken en vernielen om vuur te
lïiaaken, of roveryen buiten het kerkhof mogten gQnicten.
gaan pleegen, met vogelen, kuikens, vleefch,vark-
jens of iet diergelijks weg te roovèh, na dat ze
twee maaien van deeze zaaken , of van een der
delven , door wettige getuigen of op een andere
\vijze overtuigt zullen zijn , zal hun de kerkelij-
ke befcherming van ilonden aan opgezeit wor-
den: en wy geevenul. en uwe geregts-perfoonen
Verlof om zoo een of meer perfoonen uyt de ge-
V/ijde plaatzen, op de boven-gezcide wijze, weg
te haaien. Want te vergeefs roept hy de wet te
hulp, die zich niet en fchaanjt dezelve wet zoo
■fchandelijk re overtreeden.

Indien een borger van Leiden in wereldlijke
^n ganfch burgerlijke zaaken te Utregt mögt ge-
yaagt worden, zoo een, eer dat'er in zijne "zaak
Leiden niec
^ets gedaan word , zal door onzen Officiaal, of buiten de
i^oor den geenen die de plaats van den Officiaal mogen
^^ deezen deele bedient, weder naar Leiden ge- ^^^^^^^
jonden worden voor onzen Deken, of voor een
behoorlijken Regter naar dat de iiard en de ge-
Jchapendheit der zaake'is vereifchende. Ten waar
Qat uyt een voorgaande achteloosheit, in het ge-
^elde geval gepleegd , mögt blijken dat het rege
Jou belet worden. . . . Een burger van Leiden
al in geen wereldlijke en burgerlijke zaake mo-
S^n gedaagt worden naar onze algemeene Synode:
II. DeeL·. Aa en

! r

-ocr page 374-

570 Het Leven van
en indien zulks uyt onopletteiidheit al n:iogt gC'
fchieden, zoo begeeren wy dat zoo een dagvaar-
ding , met alle de gevolgen en met al den nafleep
van dezelve, nietig en van geener waarde zal zyn.
Daarenboven zoo is het dat wy , voor de zalig-
heit des volks, en op dat de Prieiters niet ligteli jk
verhindert en werden in het verrigten van den
goddelijken dienft , door onze BiUchoppelijke
Bepaaliü- magt verleenen, en uyt kragte deezes vergun-
genöm- nen aan de befcheidene mannen , den Deken en
trent het jj^j- Kapittel van S. Pankras te Leiden, die'er dart
denTa^het zullen , mitsgaders aan onze Paftooren bin-
intcidikc, nen de voornoemde ftad Leiden woonende, dat
ze in geenen gevalle het Interdikt,of deopfchorf-
lïng der goddelijke dienden, daar iemand op hee-
ter daad of van regtswege, zoo als men fpreekt,
in kan vervallen , verpligt zullen zyn te onder-
houden , eer dat door ons , of door een anderen
wettigen regter , na het verhooren van de per-
foonen die verhoort moeten worden , en na een
behoorlijke ondervraaging der getuigen, verklaart
zal zyn dat men , om de afichouweliikheit van
het misdaad, tot een opfchoriling van den godde-
lijken dienft en toteeninrerdikt moet voort tree-
den. Wyders indien een burger van Leiden zich
volgens de voorregten der plaatze, en naar den
eifch der vaderiandfehe wetten , van een opge"
tigte misdaad zal gezuivert hebben , zoo begee-
ren wy niet dat hy aldus vry-gefproken zijnde
door uwe geeftelijke magt zal gemoeit
worden,
al wiiar het zaake dat hy door gemeene getuigei^
kon overtuigt worden van het gemelde feit gc'
pleegt te hebben 5 op dat de eige wetten dei"
plaatze niet ten fpot geilek en werden , en dat
niemand meer als eens over dezelve zaak te regc
geilek zou worden j maarwy laaten hem aanzyi^

dgei^

-ocr page 375-

Ar li ol dus van Hoorn, j/ï

eigen gewiiTe , en wy geeven hem over aan de
Goddelijke wraake. Indien uwe iledeiingen in Ordonan^-
noodzaakelijke dingen, die dewolwevery, of
den om-
den akkerbouΛV , of het op-maaken der dyken J^et
aangaan , of in andere zaaken daar het wachten fgg^^^®
gevaarlijk kan zijn , om tegen de toekomende dagen*
onheilen te zorgen , de feeildagen der Heiligen
komen te overtreeden, de zodaanigengeevenwy
in de gemelde gevallen over aan hun eigen ge-
weeten', en wy willen nie^ dat ze daar over door
onze Opzienders zullen geilraft worden.

Om dat gyl. Burgermeefters en Burgers van
Leiden by ons en by onze VikariiTen zeer dikwils
en hooglijk hebt geklaagt en getoont dat eenige
kerkelijke perfoonen, die de grootewijdzels ont-
vangen hebben, in uwe ilad oorlogen tweedragc
llooken , verdagte plaatzen bezoeken, en als de
verftoorders zyn van de ganfche ftad en van het
volk j dat ze uwe regt-oeiFening dikwils belet-
ten ; dat ze s' nachts op onbehoorlijke uuren op
de been' zyn , en by dag allerhande moetwillig-
heden pleegen j 'c welke alles ook door'tgemee-
ne gerügt, 't geen wy tot ons leetweezen uyten,
beveiligt wordt : Zoo is het dat wy , willende
de boosheden der gemelde kerkelijke perfoonen,
die de groote wijdzels ontvangen hebben, beteu- digheden
gelen, en hunne baldaadigheden volgens onzen
derkerkc-
pligt ftraiïen en kaftijden , op dat hunne boos-
heit aan de anderen tot geen cjuaad voorbeeld en
ftrekke , aan uwen Schout , die 'er als dan zijn
Zal, en aan zijne dienaaren mitsdeezen magt gee-
ven en verleenen , om de gemelde Geeftelijken,
die de groote wijdzels ontvangen hebben , oor-
log en tweedragt ftooken,de algemeene ruft ver-
floeren 5 de hoer-huizen en kroegen op een on-
eerbaare wijze bezoeken, uwe regt-oeiFening bc-

Aa ζ letten,

-ocr page 376-

'39^ Het Leven van

letten , by nacht op verdagte uüren gewapend
uytgaan , hun wöord van de vrede te onder-
houden aan u lieden of aan iemand van de u-
wen , wien het an:iptshalvc toekomt, weigeren
te geeven , of andere guitery bedrijven, op on-
zen naam en uyt ons gezag gevangen te neemen
en gevangen tc houden, doch onder een gefchik-
te en behoorlijke gevangeniffe , en zonder het
regt, of de Provinciaale en Synodaale Ordonan-
tien in eenigen deeleieovertreeden, zoo dat den
gemelden Klerken geen geweld aangedaan werde,
en dat zeniet gedwongen worden voorul. te regt
te ftaan. Maar als ze gereed zullen zynomhetge-
zeide woord ten eerllen tegeeven,engenoegzaame
borg zullen willen ilellen, dat ze de bedreeve fei-
ten by uwen Deken zullen goed raaaken, dan kont
gy hen niet langer gevangen houden, zonder den
kerkelijken regel en de ordonantien der kerke te
overtreeden. En als zodaanige hooge Klerken om
de gemelde misdaaden vaft gehouden zijnde, om
op onzen naam, zoo als gezeit is, gevangen
ge-
zet
te worden, bereidwillig zyn om hun woord
ten eerfte te geeven , en op gemelde wijze borg
te ftellen, dan zyn de voornoemde Klerken vrank
en vry, en zullen zonder de wetten als geze.it is
te overtreeden niet mogen gevangen gezet wor-
den. Doch by aldien de voornoemde Klerken ge-
vangen genomen zijnde , en hardvogtig blijven-
de, hun woord niet willen geeven, en geen ge-
noegzaame borg willen ftellen van de boete, ter
uytfpraake van onzen Opzigter of
Provifor , te
betaalen , dan moet gy zodaanige moedwillige
Klerken, binnen de 14 dagen na hunne gevange-
nifle, met uw volk en op uweeige koften , door
de handen van gemelden Opzigter , aan ons of
i'an onze VikarilTen overleveren , en daar by de

ftuk-

-11 I
'i I

-ocr page 377-

ArnoldusvanHoobn.
ilukken van hunne fiekeryen en baldadigheden
ingeeven. Doch gedunrende die gevangeniiTe van
if dagen, zal het ons of onze Officiaalen en Vi-
Jiariflen vry ftaan de gevange Klerken op te eif-
fchen. Tot bekragtiging van dit alles is ons ze-
gel aan dee2en Brief gehangen. Gegeeven te U-
tregt s'woensdags na de Hemelvaart onzes Heere:
in 't jaar MCCCLXXVi.

AANTEKENINGEN.

ï. Na de dood van Johari van Vernenburg heeft het
Domkapittel, tegen den wil van de andere Kapittelen,
tot Vikaris van het Stift aangeitelt den boven gemel-
den Zuederus üterloo. Doch de andere ftelden xich
daar wakker tegen, en hebben 'er kragtig tegen inge-
leit. Hun proteft heeft eindelyk ook boven gedreeven, en
het Domkapittel heeft de gemelde aanftelling ingetrok-
ken. Maar daar is weer
grooter krakeel uyt gevolgf.
2y zyn dan geïamentlyk getreeden tot het verkiezen van
een Overfte in hetgeeftelyke (^ijnde dekeur gevallen op
Gysbregt Kok , Kanonnik der Domkerke) en tot een
Vikaris in het tijdelyke, waar toe Zuederus vanGaes-
beek fs benoemt. Maar de andere 4 Kapittelen hebben
«'anderen daags alles weder ingetrokken , zeggende dat
ïedoor vrees gedwongen waren om hunne ftemmenby
die van het Domkapittel te voegen ; 't welk egter on-
gaar fchijnt geweeft te zyn. Daar op ,is dan een dag
heftemt tot het varkiezen van een BiiTchop daar het
<5ok even wild is toegegaan.

In de vermeerderde en verdin'tCehte Kronyk van
J· Beka , ftaande in de
Analeäa van Antonius Mat-
thasus
{torn.ν.) word deeze loiFelyke getuigenis van
Leezen Zwederus van IJterloo gegeeven , dat
hy
''^as als een wereldfch perfoon, die niet kon lee-
ren noch zingen. Hy is egter algemeen Vikaris ge-
beert van Johan! van Arkel, terwijl dat deeze Bif-
Ichop uytlandig was. Een Domheer , een Vikaris
yan den Biifchop,een die zelf tot het Bisdom verkoren
niet te können leezen ? Dat komt my wat wonder
'oor. Zouden de Schryvers zijne onbequaamheit niet
wat vergroot hebben ? Hy is egter de regte man niet

Aa 3 ge-

-ocr page 378-

^74 Aantekeningen

geweeft; en men ziet uyt de getuygeniiTe van Heda dat hy
niet veel BiiTchoppelyke gaven heeft gehad. Daarenbo-
ven heeft Buchelius in zekere] (tukken geleexen
hoe dat
hy gekuipt heeft om Biffchop te worden : en wy heb-
ben boven al gezien hoe dat hy den Biffchop Johan van
Arkel en het ganfche Stift heeft gedrukt en geringel-
oort.

3. Van doezen eed können de Voorberigten nagezien
worden , alwaar onderzogt word of de Biffchop den
eed ook plagt te ontvangen. Doch men dient te wee-
ten dat het zweeren van ouds , althans op vele plaat-
zen, aangezien is gewccit als een zaak dewelke den Bif-
fchoppen en andere geellelyke perfoonen niet en pafte.
Zoo leeft men in de Verhuudelingen van de t' zamen-
gerotte Synode van Ephefendat, wanneer de Keizer een
zekeren eed van de Biffchoppen had afgevordert, Bafi-
lius Biffchop van Seleucie overend is geftaan , en den
Keizer te gemoet heeft gevoert, dat het zweeren der
Biffchoppen een ongehoorde- zaak was. De Kei-
ner Marcianus heeft ook verboden dat menvandeGee-
"ftelykheit geenen eed zou hebben af te vorderen; doch
die fpreekt maar van burgerlyke zaaken. Men vindt
een diergelyke wet by Keizer Juftiniaan
l(m Novel. ad
Petr. Offictor. Magiflrum.)
De Monnik Vi£lor had,
met
beide zijne handen ten hemel_opgeheven, by zyn
Doopzel en by de heilige geheimniffen gefworen dathy
geen quaad van Cyrillus Patriarch-van Alexandrye had
gefproken. Doch Cyrillus, in zyn Verdedigfchrift aan
keizer Theodofius, zegt daar op dat die Monnik tegen
den pligt van zijnen ftaat had gedaan· De Wefterfche
kerk is op dit fluk al zoo vies geweeft als de Oofter-
fche. In het Wetboek der Biffchoppen
{Capitulare E·
pifcoporum )
flaande in de Franfche kerkvergaderingen
van Sirmondus, heeft men ook een Ordonantie dat geen
Biffchop iets met eede zal hebben te beveftigen. Het zelve
vindt men den Biffchoppen
verboden in de Synode van
Meaux, van Karify,van Pavye enz. In delaafteword
hun egter toegelaaten , als de omftanders zoo hardge-
loovig zyn , hun zeggen met den Apoftel door deeze
w-oorden te bekragtigen : Godt weet het , of Ik zeg het
i>oor Godt. Zoo
dat ze dusdaanige fpreekwijzen ■ voor
geen regten eed aangezien hebben. Iets diergelyks leeft
men van den Abt van Kluny : want als de Duytfche

-ocr page 379-

'op Arnoldus van Hoorn, 37^»

BiiTchoppen zich by Gregorius VIL tot borg ftelden dat
Henricus IV, zich voortaan beter zoude draagen, heeft
de gemelde
Abt, zoo als Lambertus van SchafFenburg
verhaalt, als een Monnik zijnde geen eed willen doen;
doch heeft zyn woord gegeeven voor deoogen vanden
al-zienden Godt, het welke vervolgens ook voor geen
regten eed gehouden moet zyn geweeft.

Evenwel zijn 'er eenige gevallen, daar de kerke-
lyke wettenden eed in de Biiïchoppen en in andere gee-
ftelyke perfoonen niet af en keuren : ja hen zoo eea
eed opleggen, i. Als ze een belijdenis van hun geloof
moeten doen.
2. Als ze den Metropolitaan of
den Paus getrouwigheit zweeren. En hierom is de
Aartsbiffchop van Polen , die zoo een eed , als
ftrijdig tegen i.ijnen ftaat , weigerde af te leggen,
ten hoogfte beftraft geweeft door Pafchalis II.
(Eß. 6.)

3. Wanneer ze zich van een opgetigte misdaad moeten
zuiveren.
Zoo leeft men van Roomfche Pauzen dat ze
2ich niet ontzien hebben in zulke gevallen te zweeren.

4. Als het zaaken zyn van zeer groote aangelegendheit:
200 leeft men in de Verhandelingen van de kerkverga-
deringe van Ephefen dat S". Cyrillus twee Biiïchoppen,
Theodoricus en Acacius , in een zaak van groot ge-
wigt, heeft doen zweeren. Zie
Cèr. Lupus ad Latro-
(inium Ephefinum
enz.

4. Joh. Beka , of die Joh. Beka tot Florentius van
Wevelichoven toe vervolgt heeft, maakt het watgrof-
fer , zeggende dat deeze Arnoldus een regte Oorlogs-
held was
{Vir bellicofus) en dat hy meer werks maakte
van de wapenen als van de boeken of van de H. Schrift.
Hy heeft de fchulden van zyn Bisdom, 't geen totzya
grooten roem gezeit moet zyn, ten eerften afgedaan ea
de verpande plaatzen geloft. Maar hy heeft zich in een
oorlog geftoken die buiten hem was, en daardeUtreg-
tenaars niet als fchade uyt behaalt hebben. Want als
Reinoldus Hartog van Gelderland zonder kinderen ge-
ftorven was, heeft hy de zaak opgevat voor Reinouds
oudfte dochter, dewelke getrouwd was met den Graava
van Kleef, tegen Willem Hartog van Gulik , die uyt
een jonger zufter van Reinoldus was geboren. Dit is
een langduurige oorlog geweeft: ,en het Stift, zegt W,
Heda, is door de vyanden dikwilsgebrandt en geblaakt ,
geweeft, zonder eenig nut uyt deezen oorlog te trek-

Aa 4 ken.

-ocr page 380-

^74 Aantekeningen

ken. De BiiTchop zelfs is by na in 's vyands handen
gevallen, Hy was te Tiel ingeiloten: de ftad was al
verovert. Doch hy wasjuiftop het Tolhuisgeweeken:
en zou het daar niet tang gehardt hebben, hadden de U-
tregtenaars , van zyn gevaar verflendigd, niet fchielyk
tot zyn ontzet uytgetrokken ; zoo dat de Hartog van
Gulik zelf noch genoodzaakt wierdhet haze-pad te kie-
zen. Ook is'er onder deezen BiiTchop geoorlogttuffchen
de Utregtenaars en de Hollanders, om dat die van Utregt
twee grootefluyzenaan de Lek hadden gemaakt, (Zie
W. He da) en daar by een fterkte hadden opgeworpen:
't welke Gysbregt van Vianen en de Dortenaars zoo
op namen als of het gedaan was om hen te tarten en
te dwingen, hoe wel dat het maar gedaan was om een
nieuwe vaart tniTchen de Lek en de Vecht te dekken.
Aalbregt Graaf van Holland liet 'er zich ook aangele-
gen leggen, zoo dat het op een oorlogen, rooven , plun-
deren, branden en blaaken uytquam. Ook was'er noch
een ander krakeel tuiTchen den BiiTchop en den Graaf
over het verkoopen van Vredeland , dewijl de Graaf
meer gelds begeerde als 'er bedongen was. Na veele
vyandlykheden , en na dat de Landman lang genoeg
geplaagt was , daar de Hollanders wel het meeft mee
geleden hebben , is de zaak inder minne bygeleit,

5· Het is dan wonder dat fommige Kanoniiten by
Barbofa
{de Jur. Eed. lik z. c. 3.) ja Gavantus zelf
(Manzid. Epifc,) de kerkelyke vryheit aan zodaanige
menfchen toeftaan, die de kerk, ja de
Hofti-doos be-
fteelen.

6. Zoo waren 'er dan in deeze eeuw al banken in
fommige kerken: en men zou können bewijzen datzy
'er al wat geweeft waren. Egter is het waar dat de manier
van zoo doorgaans ftoelen en banken in de kerken te zét-
ten al vry laat is opgekomen. In oude tijden moeften de
menfchen doorgaans overende ftaan,als het geen knielens
tijd was, zoo,wel de kerkelyke perfoonen als de Lec-
ken, hehalven dat de BiiTchoppen en de
Priefters onder
ibmmige deelen van de Mis gewoon waren te zitten.
Onder de Sermoenen van S. Auguftyn ftaat eengehee-
le predikatie van S. Cefarius , daar die H. Man tegen
het zitten in de kerken zeer uytvalt en zelfs onder het
preeken niet wil gezeeten hebben. Ten tijde van Pe-
trus Damiaiii {O^ufc. contrafedentes umpre divini

ojfici)

-ocr page 381-

op Arnoldus van Hoorn. -^jy.

offici) hadden de Geefrelyken ïoo wel als de Leeken al
begonnen onder de kerkelyke dienften te zitten: maar
die yverigeman kondielafïigheitenon^rbiedigheit ,ζοο
als hy fpreekt, niet verdraagen, en wilde daar wetten
tegen gemaakt hebben. De Biffchoppen en Priefters,
als gezeit is, hadden eertijds alleen het regt om onder
Zekeredeelen van de Mis te zitten, en dit word byfom-
mige Schryvers genoemt^o^ör
confeßks, de eer dertktln-
ge. Doch om dat de kerkelyke dienrten eertijds veel lan-
ger waren als nu , moet dit al zeer ongemakkelyk ge-
Vallen hebben. Daarom vindt men dat de Kanonnik-
ken al onder Lodewyk den Goeden onder het zingen
der kerkdienften begonnen te zitten ;dochdit wierdhuii
ifi de Synode van Aken wel ftrengelyk verboden. Had-
den ze noch tuflchen bei,de mogen knielen, daahadde
Verandering nochjwat können helpen. Maar dit was op de
Zondagen en in den Paafchtijd zoo wel verboden als het
bitten. Zoo is dan omtrent de negende eeuwe althans wei-
nig vroeger ,de manier ingevoert, dat de geloovigen met
ftokken en krukken ter kerke quamen om daar opofte-
gen aan te ruften: maar niet langer als tot het Evan-
geli toe ; dan moeften de ftokken en krukken wegge-
worpen worden. De Schryvers van de middelfte eeu-
wen gewaagenzeerdikwils van zodanige ftokken. On-
der anderen heeft Chrodogangus Biffchop van Mets,
die in de negende eeuwe geleeft heeft ,aandeKanonnik-
ken in zijnen Regel verboden met zodaanige krukken
en ftokken ter kerke te komen. Ook hebben de Mon-
ßikken en Kanonnikken metter tijd in fommige deelen
^an hunne kerkzangen beginnen te zitten. De Tem-
PHers plagten in 'teerft alles al ftaande te zingen, maar
in het
iz Hoofdftuk van hunnen Regel word hun ge-
boden in het zingen van 't Ochtend-gebed te zitten enz.
Men leeft evenwel byCaffianus dat de Monnikken van
Jgipten een andere gewoonte hadden : een van allen zong
pfalmen overluid , terwijle dat de andere zaten en
'^et aandachtigheit naar hem luifterden enz.
Maar wat de banken aangaat , de Schryvers zeggen
dezelve in 't begin weinig in gebruik waren als by
ye Franfen: en TheophilusRaynaudusgetuygt datmen
Spanje en elders noch tegenwoordig niet gewoon i«
de kerken te zitten.

Aa s

FOL-

-ocr page 382-

Fol ε r u s,

Bïffchop njan Byblus of Gïbbelet,

wr -BISSCHOP

^ VAN

ARNOLDUS VAN HOORN,

XL IX Bißch op van Utregt.

Johannes Paal «laiionnift tß üeuïen / gemar
J tigiie bau Johannes van Vernenbourg öefajdÜß
ban ssiffcöo» ban lEimtïct: ptooiben
fcQoji ban iltrcgi/
ijuft tn 'tjaac 13 54 / in öe
ttoeeöc
indiktie , bcn ïefïen dag cp een na ban

/ ugt naame ban öen boo^noem^en
fcöoji iien eeö gciiaan / alioaac onöer anticcen
te0entooo^i»i0 ip setoeefï öe eecbjaarölge ©aiiec
in Cp'fïu^/ öe ïfeer Folkerus, 000^ ^t^
«abe ^ίΙΤφίί ban Byblus of Gibleth.

^n'tjaac 1361/ öemsiuï^/ öeef^ Fdque-
rus
^ïfcöopban Gibkth, ^-öiffcöojp ban öen

Amoldus van Hoorn,

fiaci^ in ^aaßen öer ittreijtfcöe

mttU/ Ö^tÖOOfïl ban^.Fredericus «gt Öeßifi

Sdi0t; en öet ^eïbe tot lof en 0Ïone ban öen Ui^
mogenben <6oöt / en tot meetbet^ bietin^ ba«
bien öeiiigen jEan / met 0onb en 3iïbec öefïa^

0eni 500 aï^ Laurentius Surius , en Baillet Ugt

Surius, fcö^penbe obec ben 18 ^ηϊρ/ ingnnn^
Sebent bet le%en ber|aaïen,

^ti

MmhiS'

Verrigtin-
gen van
Foiqnenis

-ocr page 383-

i F ο L· Q^ u Ε R u s: 3 7P

lit Set laar 1371^ ίϊβ feöjpeï m get

teipf in Brafl'eir ö^ öe toalifii trer ftaö ^m^

meciii / «löctoijöt: todiie toijiimg ttoee jaaren

taai* na öoo^ Amoldus van Hoorn ^iffc^O^ Ijatl

Iltre0i genabislp öeSie|ïi0t opcne
h^mm lileii aangaaiiïse fïaan öp WaiTenberg iti
tie ban /
in iet 3 öocft/

aan't 15-7

Foiquerus ^ geeft Omtrent getlaat? 1371, aan
be 0enen/ öle öet ban
Margareta

te ïitce0t üe3üöt / m aan f}tt ^Mt iet^ u^Qtt^
ben 3nïien ^^δ&ίπ/ eenige a^aaten berïeentmet

bce^e imoo^öen : Wy verkenen hen genadiglijk
in den Heere veertig dagen aflaat van de boet-
plegingen die hun opgeleit zyn.

^at bit berftaan raoet too^ben ban be iaami
bet;
Kanonyke öoet-pïegmgen / ntaac niet ban
be be^ tiagebunr^ / ïeeren to^
tigt een
onb öoeftje
ban ψί S^^oeberff gap ban be ïloo;'
3efiL'an^ ber Piebiii-öeeren / geb^ußt in 't jmt

1616.

b Ex Ub, de ereÜ.l^ honis Hofpitalis S. Mar gar. Uitraj.

PHILIPPUS DE LEIDIS

O F

PHILIPS VANL EIDEN.

X)tt^t α Philips, eenseöocen loïïanbee/ baal
ban eenïtibberïpeafiionifie: $gnbabecbjai
Petrus Gouburg; 3i|nemoebeC Chnftina, Vranks

bacfitec, toa^ boo^beesen^aftooiteZirikzee

ge^

α Valer. Andr, in Bikliot, Belg, Joh, Meurßus in Athen,
Batav, alUque.

-ocr page 384-

^δο Philips van Leiden.

geitjeeft 5 eii ioa^ / «aar öie öuifïei'e ceiitoe

toamiea* U iïcgt^sdeerttö^it ^^
öere isjeteiifc^ajppn aï^ öegi'aaben ïagen / een
^m gelm'ii en becmaarh i^egt^gdeeröe:
te Orleans , en natsecganb te toeten in 't iaac
1359 te Parys Eeemau sn öe <!B>ee|ieïpe iitegten
berMaact ïf0 öeeft in be ïaaèfie fïaö öe
ïl^efereeten öer pausen / eenige laaren ïang /
ijooigeïeejenj en ^eeft
ooïe een Hanonmi^^irg ίίΊ
Mariaas ïierfte te Kondé öe^eten,

l^aUet^öanö Μ iiaati^öeec getoa^tien ban
Willem van Beyeren,i3ien bgflïen ban Wen uaam/
ban iloïïani! / ^elanb en Ï|ene0ontoen,
^n 't iaac
1373 «^Ö^ J^iöaci^ getoeefï ban

Arnoldus van Hoorn ^IffcgOji ban ïltregt.
dlltieiiift Ugt ïafl ban Aalbregc van Beyeren

iiaat ilomen toa^ gereiff/ ï^ M booiGre-
gorius XI met een ïltregtfege l^anonnijcö^e öe^^
0ifti0t "^ttft in 't liatgn gefc^^eben obeu

de zorg van 't Gemeene befte j en ban het Lot
van den Heerfcher ; ^
't Sodiie te Sei&en in 't
jaaiJ 15-16 geö^ufet ίφ in FgHo Johannes Seve-

rinus , en naterSaiiö te toeten in't jaau 1701
bemieei'tïerii en in öetec ö^iiß/ trooi öe 50^0 ban

Sebaft. Fetzoldus, toeöeroip i^ ii^t0eïiomen te

te itegt geffo^ben in 'tjaac 13^0 ben
9 ^iing/ op ben bag ban Primus en Fe-
licianus:
en i§ tt Selben öe0i?aabett j baat gg
ttoee ji^ßben/ be eene aan
Andries-, en be
anbere aan
Niklaas öUtec/ in Pankras
ïterfte geeft gefügt

geeft een sm 0coote boeftei'^/ bieögaelj^
tei' be 5uib5i|be ban be
β* Pieters ftet^e gab fiaan /
aan be fïab Eeiben 0emaa]^t

k de ReipubUca cur α, ds forte ^rimipantis.

FLO-

-ocr page 385-

jSi

Florentius

L. Bijfchop 'van Utrecht.

1 be pïaat^e üan Amoldus Florentius vari
Wevelinhoven ili 't jaar 137P. tOt ^iffc^OjP

öangefieit

^tt^t Florentius bja^ecr|Ï tt^m

setoe^/m pimatepiittoiiiiecUrbanus V.
500 aï^ Krantzius ^ getuigt / öe 5öis ehet öe

Ha'ii aanseiiomeit. jjiaat;. met öe^-.

ban Urhanus VL ggi tot tselltre^fc^
rcöe ßerl^ OtJCrgegaam Want in deezen tijd,
S^Öt gemdiie Krantzius , begon dat verplaatzen
^'an BiiTchoppen in ZAvang te gaan , 'c welke te
^oren noic als om groote en gewigtige redenen
plagt te gefchieden.

i· In 't eerfte heeft hy eenige moejelijkheit van
Van Hoorns wege uytgeilaan, en is een jaar-lang
met geweld buiten zjn Bisdom gehouden ge-
^veeft : want gemelde van Hoorn begeerde de
|chaapen der beide Bisdommen aan zich te hou-
^^n, of althans de vruchten van
zyn eerile Bis»
^otn, daar hy afgeftapt was, te blijven trekken,
■'^aar dat is hem mislukt j want Florentius , een
^oorzigcig man , heeft die fnoode onderneeraip^
S^n gemakkelijk weeten te verydelen, (i)

^otö ai^ Vï; omtrent iieesen tiits/ te toeetcii
^^ 't iaat* 1378» na üe öootiiian
Gregorius xi.

ram|J5aaïi0e fcöe«nn0 s^i öe Mttht geceesen
mu öat Urbanus, VI. tt i^omcn/ m Kle-

mens

Gerardus Noviomagus,
^ Metropol l.^.c.äf^.

c Petr. Bokke&berg in ςαίαΐ, Epifc, Uhrajeê·.

Florentim
eerft Ka-
nonnik
te ■
Keulen,
naderhaqd
Biiïchop
van Mon-
fter , word
eindelijk .
BiiTchop
van ütregK

m

Heeft ïicft
eerfl: tegens
He onder-
iieemingea
van Johaa
van Hoora

-ocr page 386-

gSi Het Leven van
mens VII., beüjdfee fcpr bmi nicmauii anirec^

en nader- ^^ l^mufett erß^Ht ίΟϊ^ίίίϊ / (i) U Avinion

5'Γναη bertontem/ ïjeeftReinoud van Vianen, öe
Reinoud
iongfic ö^ocïiec ban öen ^eer ban Vianen ,
van vianen Klemens VII. fcöeetitt tt öffiiiipn bat ï)em ißt
aangekant, g^igbOttl batt Utr^gt / (φΟΗ Öat Florentius al

m let Öe5it toa^ getreeöen / öoo^ öen gcmeïiifn

^au^ iöietiï opgeb^aascm Reinoud gati

onöec aniieren mh ^mtn öjoeiiec / öeioeïite pt
l^afieei ban Gooi in jgne magt &aÊi / op jijne
ganö geftreegcn»

53iffcöojp htt^t ïiftigt aanfïagen beijnonteit
geööeniie geefl ïien öestien / niet tegenfiaanöe
mnt ||oo0e iaaten/ geötoongen om ^emnietal^
ïceneip met eeöe getroutoigöeit te öeïooben/
maar ooft om
Klemens af te 3iueeren> ^

Hywaseen Deeze Florentius behoeft , volgens de getui- f
godvrugtig ggj^^j ^jjj^ Barlandus , voor niemand van zijne *
ι^ω^ιΓεή voorzaaten in godvrugtigheit en in
allerhande
aeergene- deugden te wijken. (3) Hy was onder anderen
gen tot het 200 gcneegen tot het bidden, dat hy van fommige
gebed, menfchen als een uytzinnige wierd beftraft : den ,
welken hy tot andwoord gaf :
Hoe kond gyl. mj
daarom voor uytzinnig houden, dat ik veelc fchaapen
hebbende mei werk maak van het bidden ? toa^

gebjoon öagelp^ öe sieie-getijiien boo^ öe ober^
ïebenen te leejen.
Op ayn üp tüoti^etitie ïag/ en eenige bati

doodbeddc b^ienDen itg ^tm om belooningen en beree^
inf nn0en guamen aangonben / Öeeft /
Se dl- aï^ öe ^cö^pei·^ setmgen/ met Öit aniitoooiö

jjaarsver- öfgebjee^en : Het geen ik ul. gunde heb ik ul.

treKKen,en geeeeven; ai^ bjiïieniie 5e0sen bat 5e beceeringert
t'XT^ «n genoes ban öem genoten öaötien W
betaaien sön ieben, ^^^ ö^bei' öat 3e niet

van zijne moei? UI 't ©aïeié soiitsen ingelaaten too^ben,

fchuldeni J=r ^ J ^^^

-ocr page 387-

Florentius. gg^

eenfcöataangeioee^eii/ toaat
ügt ft^ 5gne fc&iiiöeii toüöe öetaait öeööen 5 ht^

tseeïenire öatöetoijerfcpt ίίοο^^. Maarten, ban

iöien èö iet gcfereegen pit/ tn boo? 3tinen na-
5aat50utie sefjpaart tooiden»

^t j^^daat / m oub ban jaa^ ^y« tó

ren sgnöe,/ te ^arisenönrg / een ficöeße ban Hadcn-
^bergffd / 't geen öoo? ïiem berfïerftt en beiv burggs-
beterö toa^/ oberïeïten, meefïe ^c&^pei?^
gctnigen bat in 't iaar / i^en 4 Bp^il/
ojp goeiien b^gtrag gefïo^ben / na bat 16
iaaren / of
500 ai^ anberen met grooter fc^ijn
ban reben b^pen / r4iet meer aï^ 13 jaaren m
bjjfmaanben aan get toecber regeennge pb
geseeten,

^ijnïicpamï^ban baar naar lltiTgtgeboert/ 2;;,,
en in ben ïï^om hm Set öooge ontaac ßegraa^^ JuvL^
ben: alwaar ook , boïgen^ be Urongit ban ^^ gevoerd.
^gne^-Ön'g/ 'c zijner gedachcenifle geduurig
een brandends was-kaars word onderhouden: de-
wijl hy zelf een beminnaar van het waare licht
en een Befcherm-heer des Vaderlands was ge-
weeft.

ïeben/ omtrent get laar 1391·, peft

Zuederus ^ttV ban Gaasbeek , ban Putten en ,
ban Stryen, j^et ftïoofïer ber Karthuizeren in be '
boo^fïab ban litregt öeginnen te flicpten ,· get
ioeiSe 30a tod boo^ gemseïf aï^booi3ï|nen%öei=
ber
Willem van Abkoude rpelp begiftigt
^ie Ant. Matth. Fundat. Ecclef. 1. r. p. 419.

mn tpe ban beesen S^iffcöoii leeft be ïltregt/ Voorre«rea
fege ïtfril een aansienipepnbbefie berfireegen
ban ben iSoomfeöen üoning
Wenceslaus: be^ EveSr
toeïïie te ïeejen fïaat % Buchelius d, m onber aan deW
anbere be bebefiiging ber oube boo^regten be^^ van

Öeïfï^

d ia Hedam f , 26a

-ocr page 388-

384 Het Leven van

geïfïi βρ ijoo^fiedii bat ite ^ïecïien nei'sen^
aï^ boa: een geefidgöe ijietfcöaar 5uïïen mogen
geöaagt too^iiien«

sunt öooii Jeeft in 't ojpenöaav mt^^
hjgiit en ban öet p^iefieripe getcaaii berooft
3efea;en ilonnift ban
β. Franciicus o^öei·/ met
naame
Jacob van Gulik j öeioeiße 5icö ban een
baïfeöeöani» en ban baïfcge blieben beïiient
fienöe/ 3teö jeïben aï^saiffcöop/ ia al^ ben
biffegoji ban
Florentius, ïjaï» geb^aa^en.
toeïfte öefeöiebeniffe to^ li öet boïgenbe ngt ^et
boeit ban
Gysbertus ^ Lappius biéï biiïïen mebe
beeïen,

In dit zelve jaar, op den voornoemden dag
van S. Hieronymus, is zeker Minnebroeder, te
Gulik geboren , te Utregt ontwijdt , dev^elke
voorgegeeven had dat hy door de gunft en door
brieven van den Paus tot Biffchop was aangeftelt,
en die daar op door Florentius van Wevelincho-
Ven tot Wy-biiTchop was aangenomen. Als de-
zelve dan verfcheide wijdzels in hec gemelde Stift
had bedient, is men na verloop van eenigen tijd
door geloofwaardige en bequaameperfoonen met
alle zeker heit komen te weeten dat de gemelde
PauiTelijke gunft en brieven tenemaal verdicht
waren. Als dit ruchtbaar geworden was, zijn de
genen die de heilige wijdzels van deezen bedrie-
ger ontvangen hadden verfcheide wegen ingeila-
gen. Veele de heilige wijdzels daarlaatende heb-
ben een vrouw genomen : anderen hebben zich
op nieuw van andere BiiTchoppen laaten wijden:
waar door veelen tót groote onheilen zijn geko-
men, Dierhalve heeft Florentius , met raad en
uyt bevel van Mijn Heer den Paus, en fevenBif-
fchoppen in zijn gezelfchap genomen hebbende,

den

€■ Appendk, ad Bekam jP. 130.

Hy heeft
een Minne-
broeder
ontwijde en
van het
1'riefterlij-
ke gewaad
ierooft :

Om dat hy
zich op
valfche
brieven
voor een
EiiTchop
had uytge-
geeveu , en
van Floren-
tius voor
WybifTchop
was aange-
nomen.

-ocr page 389-

F l ο r ε ν τ ι υ s.

den voornoemden vervalfcher der Apoiloliflche
brieven te Utregt opeen toneel in alle zijneprie-
fterlijke klederen geiloken j dewelke hem daar
na aliengskens uytgetrokken wierden. Vooreeril
Zyn Kazuifel , daar na zyn Manipel, dan zyn
Stool, en zoo voorts, het eenevoor en'c andere
na. Daar op wierd zyn hair afgefchoren, en zij-
ne vingeren, met dewelken hy het Lichaam des
Heerc plagt te handelen , met een glas tot hec
been toe afgefchrapt. Eindelijk is hem een we-
reldfch kleed aangedaan ; en zoo is hy aan heC
^vereldfche regt, te weeten aan den Schout en de
Schepenen der ftad Utregt overgelevert, om van
hen gevonnift te worden : dewelken hem tot de
ketel (dat is om in ziedende olie opgezoden te
■W-orden ) verweezen hebben. Doch uyc meedoo-
gendheit tot de heilige Wijdzels die hy zoo lan-
gen tijd had gehad, en uyt eerbiedigheit voor de
Order der Minnebroederen , hebben zy hemvlic-
gens.iiyt de ketel doen neemen-cn onthalzen,
öaar op is hy noch , met vergunninge van den
Heer BifTchop Florentius , op het kerkhof dcu
"i'edikheeren te Utregt begraaven.

öauiï-f^ift Mn tie Salvators Herfie getrol^iicn
Ööi»/ in Qet bgföe tteeï ^
hm ^ijm Analeóta im
g^ïafc^t, litm fïaat οαΐί ^tt boïgenfe ίίοπ^^
't ioeïïte eben booi
^t tmiiüijïïiiig se^
Seebeiiv

In den naame des Heere, Amen. Florentius
^n Wevelinchoven , door de genade van Godt Zyn
^^ van den Apoftoliflchen Stoel Biffchop van U- vonuis»·

en de volgende broeders door dezelve gè-
^^de ook Biilbhoppen : Arnoldus Biflchop van
,, * -PlS"· öiy. efiz,

il. Deel, B b Ca-

-ocr page 390-

'39^ Het Leven van

Capitolias, Wenemarus BiiTchop van Symbocie,
Hubertus BiiTchop van Yppufe, Bertholdus Bii-
fchop van Lindo , Andreas BiiTchop van Myrco-
nie , en ]acobus BiiTchop van Sarepte , mede-
regters in de onderftaande zaake. Als het gebied
der reden voorzit in het gemoed van den Regter,
dan zit de geregcigheit zelf en de regtmaatigheiC
van't vonnis-wijzen , in het onderzoeken van de
waarheit, op den regter-iloel, even als een Ko-
ning op zijnen throon,uyt wiens mond eentwee-
fnijdend zwaard is voortkomende. En op hec
fehrikkelijk gezigt van die geregtigheit verdwi jnc
de verkiezing van den eigen wille : en de fcha-
delijke begeerlijkheit word zonder aanzien vati
perfoonen ingebonden door den regel van't Regt.
'Want dit is de voorzigtigheit geweeft van den
eeuwigen Regter, van wiens aanzien de regtmaa-
tige vonniiTen af-hangen , dat 'er Regters in de
.wereld zouden aangeftek worden , dewelken de
geregcigheit zouden beminnen , de kinderen der
ménfchen zouden oordeelen, en de quaaddoenders
naar maate van hunne misdaaden zouden ftrafFen·
Zekerlijk als wy , niet zonder groote
droefheit
onzes harte , ó gy hoofd-broon van argerniflen
en
ileen van aanftoot , acht geven op de fehrik'
kelijkheit van uwe fchelmftukkenj en als wyi^
aller-rampzaaligfte vermetendheit van uwe bal'
daadigheit en reukeloosheit, dewelke den Hernel
ontroert, en de aarde doet beeven, met menig'
vuldige en met kermende benauwdheden onz^S
gemoeds,overweegen, zyn wy genoodzaakt,
de geregtigheit
vereifcht het, dat wy u naar uv^^^
verdieniten ftraffen. Hebbende dan den naam vai^
Chriilus op onzen regteriloel aangeroepen , en
niet als Godt voor oogen hebbende j en na ό^^

\vy daarenboven den ra.ad van veele voorzigtig®

1 cö

I

I

ι ί·

Γ· ■

ff

!

-ocr page 391-

Florentius. ^Uj

en in de regten ervaarene mannen ingenoomen
hebben, zoo vellen wy dit vonnis over u. Na-
demaal dat wy , zoo door uwe eige bekentenis
als door andere wegen , ten volle en wettiglijk
Verzekerd zyn dat gy de ApoftoliiTche brieven
hebt vervalfcht, en dat gy u verilout hebt den
titel der Biflchoppelijke waardigheic vermetelijk
en valfchelijk te voeren en u aan te maatigen, en
u hebe vermeeten onder een valfchen en door u
Zelfs verdichten titel, in de Bisdommen van Trier,
van Ments, van Straatsburg en van Utregt , en
op meer andere plaatzen , den tijd van tien volle
jaaren en langer, de groote en de kleine wijdzels
aan zeer veele menfchen te bedienen, de heilige
olyen en het
Chrifma te wijden, Kerken,Kapel-
len en Outaaren in te wijden en te verzoenen, hec
Vormzcl op dc voorhoofden te
bedienen, en an-
dere bedieningen , dewelke den Biflchop alleen
toekomen, zonder dat gy BiiTchop waart, of noch
Biflchop zijt, tot groot gevaar van uwe eige ziel
en van veele andere zielen , · en tot verfmaading
van de algemeene KatolijkeKerke, onbefchaam-
delijk en op een verdoemelijke wijze te verrig-
ten. En al is het zaake dat wy Florentius, Biflchop
van Utregt voornoemd, goedgevonden hebben u,
terwijle dat gy in onze gevangenifle op-gellocen
Waart , uyt een goedwillige genade tijds genoeg
te geeven om tot een inkeer te komen , op dat
gy den Allerhoogften, deij welken gy door uwe
Vuilaardige boosheden zoo hooglijk vertoornt
hebt, zoud trachten te bevreedigen, en zijne ge-
nade door godvruchtige en menigvuldige traan-
gebeden te verwerven j zoo is het nochtans dat
gy , niet weetende van weder tot uw hart te
keeren, en van waardige vruchten van boetvaar-
digheit, hoe lang dat
wy 'er ook naar gewacht

Bb% heb"

-ocr page 392-

3 81 Het Leven van Floreiïtius»

hebben , voort te brengen, geenzins gefchrootnt
en hebt, 't welke wy met droef heit zeggen, de
tijden van boetvaardighcit, die wy u
genadiglijk
als reeds gezeit is vergunt hadden , tot nu toe
roet een verileend harte en met een hardnekkig
gemoed tot verlies van uwe eige zaligheid tever-
achtdoozen. Daarom is het dat wy, Florentius
en de andefreboven genoemde Mede-biflchoppen,
om en tot deezè tegenwoordige handeling by-
zoiiderlijk en in eige perfoonen by een geroepen
■en vergaderd, volgens het geene wy gezien, ge-
hoort en vernomen hebben, en als noch zien en
weeten, u , die wettiglijk voor den zeiven Bif-
fchop gedagvaart zijt, als een vervalfcher der A-
yoftoliiTche brieven, als een misbruiker envyand
der kerkelijke Sakramenten , als een bederver der
geloovige zielen, en als een fchender der kerke-
lijke wetten, ontwijden en zoo wel van alle ker-
kelijke wijdzels als van het Priefterlijke ampt af-
zetten en berooven , en u door deeze fchrifteti
eindelijk veroordeelen om metter daad
ontwijde
te worden , en om ontwijdt zijnde aan het we-
reldfche Hof overgelevert te worden, ten einde
dat gy daar naar den eifch der wetten, doch zon-
der gevaar van uw leven, geftraft mögt worden.

j^a öitbonm^ ht mittoping aanfïonit^gfi^
Ijoigt / in 't jaai· on^e^ ^tm 139^. op öen W
fïen öa0 öan ^eptemiier.

'i

Onder deezen roemruchtigllen Prelaat , ten
tijde van Urbanus VI. is de Eerwaardige Meefter
Gerardus Magnus, of Gerrit de Groot, zoo- als
wy in de Kronijk van S. Agnes-berg leezen , door
de heiligheit van zyn leven , door zijne geleerd-
heit en door zijne predikatien zeer vermaard ge-
wee ft.

aan=

-ocr page 393-

AANTEKENINGEN.

38»

τ. Arnoldus van Hoorn hield alle de Kafteelen en
Sterkten met ^yn krygsvolk noch bezet: en Florentius
tonw noch loo ligtelyk in het bezit van zyn Bisdom
niet gekomen zyn, want Arnoldus had de Heeren van
Abkoude,van Vianen en meer andere Grooten op zij-
ne band. Maar Otto Heer van Arkel en de Heer van
YiTelftein krijgen medelijden met Florentius , en heb-
ben hem geweldiger hand in het bezit van zijne waar-
digheit geftelt.

X. Behalven Vrankryk had Klemens noch aan zijne
iijde gekreegen de Koninkryken van Schotland en van
Napels, het Hartogdom van Lotteringen , het Graaf-
fchap van Savoye. De Spanjaards hebben langen tijd
ftaan draaien: en eindelyk hebben die van Kaitilien en
Arragonien zich ook voor Klemens verklaart. Zie d»
Puy Ρ Hifi. du Schifme enz.

3. In het vervolg van Beka ftaatook dat hy voorzig-
tig
was van overleg, van een goed gedrag, retgvaardig
en eerwaardig, en zeer oplettend in tijdelyke regts-ple-
gingen. Daarenboven heeft hy het Bisdom , toen hy
'er quam , in groote fchulden vinden iteeken : maar
heeft alles zoo ras en zoo veel als hy kon afgedaan, en
verfcheide Sloten, Stedekens en Ambachten , dewelke
aan deezen en geenen voor zekere geldfommen verzet
"Waren, wederom geloft : zoo dat hy een Bisdom vol
fchulden heeft gevonden, en een ryk Bisdom heeft na-
gelaaten. Hy heeft ook alle de Sloten van Overyiïèl,
<^ewelken begonnen te vervallen , weder opgemaakt.
Ook heeft hy verfcheide Roof-neften gewapender hand
«lytgeroeit.

Bb 3

-ocr page 394-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.350

Hubertus,

BiJJch&p <υαη Tppuze^
Wy-biffchop te Utregt.

Hubertus Wy-biiTchop en in het Biflchop-
pelijke Vikaris van Florentius van Weve-
linchove Biflchop van Utregt, zijn Biflchop-
pelijk gewaad behoorlijk aan hebbende, heeft de
Kerk en het groote Outaar te Windesheim god-
vruchtiglijk ingewijdt ter eere van de heilige en
glori-rijke Maagd en Moeder Gods Maria , en
van den heiligen Biflchop Auguftinus. Hy heeft
ook vailgeftelt dat de H. Maagd Maria de voor-
naamfte befchermfter zoude zyn van het kloofter
en van onze kerke te Windesheim: gelijk de H.
Auguftinus buiten alle tegenfpraak de inftelder
en de Patroon van onze (i) Order is. Hy heeft·
ook twee Outaaren in de kerke gewijdt, heteene
ter eere van S. Jan den Dooper en van S. Jan E^
vangelift: het andere ter eere van de H.H. Maag-
den Agnes en Catharina. Dan heeft hy 'er noch
een in het Kapittel-huis, 't welke tegenwoordig
is de Celle van den
Procurator^ gewijdt ter eere
van de vier heilige Leeraaren der Kerke , Gre-
gorius , Ambrofius , Hieronymus en Bernardus,
Al op den zeiven dag heeft hy ons weftcr-pant,
behalvende groene plaats, en het kerkhof aan de
weil-zijde van onze kerk ter begraaffenifle
der
gemeenen ingewijdt. Na dat dan de zegening en
de wijding van al het gemelde volbragt waren t
heeft de Heer Wy-biiTchop zich gereed gemaakt

om

Hubertus
WybiiTchop
wijdt de
kerk en de
outaaren te
Wiüdes-
bciin*

Hy wijdt

hetpant en
het kerkhof
te Windes-
fceiin.

-ocr page 395-

Het Leven van Hubertus. 59t

om de Hoog-mis te doen. Als hy zynPriefterlijfc
gewaad had aangefchoten, is hy met zijne bedie-
naaren naar den hoogen Ou ter getreeden: enter-
wijle dat hy daar een weinig wachte, heeft Myn
Heer de geeftelijke Vader Radewini en de ande-
re geeftelijke Vaders die 'er tegenwoordig waren
onze eerfte
zes broeders, die toen moeften inge-
kleedt worden,met behoorlijke eerbiedigheit aan
den zeiven Wy-biiTchop voorgedraagen ; na dat
Xe de nieuwe klederen , 200 als ze volgens den
eifch der heilige order gemaakt waren, by ieder
aankomeling gefchiktelijk hadden neer-geleit. ^^
Deeze broeders waren aldus genoemd :
Henrkus Henricus^
CUngehik de Huxaria, Pr ie fier : Wernerus Kein- de Huxarfa,'
kamp, van Stochern j Johannes van Kempen; Hen- "o^h
ricus mide, van 'i Hartogenbofch
5 Henricus Wil- ^,'^ΤγΓ"
fen^ van
Kampen-, Bertholdiu ten Have, van Zwol. totRegu-
Als dezelve dan te voorfchijn gebragc waren, en liere Ka-
voor den trap by het Heiligdom plat ter aarde "onnikken
lagen , heeft de gemelde Wybiflchop allereerft
de wereldlijke kleding van den Heer Henricus
de Huxaria met de gewoonlijke plegtigheden
uytgetrokken , en hem aanilonds met de kledin-
ge der Reguliere Kanonnikken bekleedt } hem
vermaanende den ouden menfch met zijne werken
Uyt te fchudden , en den nieuwen menfch , de-
welke volgens Godt in een waare regtvaardigheic
en heiligheit gefchaapen is, aan te trekken. Daar
op heeft Henricus voor den Outer, in de tegen-
Woordigheit van den Wybiifchop en van de an-
dere omftariders, zijne belofte plegtelijk gedaan,
en dezelve luid op geleezen. De woorden van
^ijne belofte luidden als volgt:
Ik broeder Henricus
Clingebile de Huxaria , Priefler, bekove onder Gods ^dof-
^u/pe eewmige onthouding, armoede zender eigendom^
ten opge-
geboQrzaamhdt mn mijnen Prelaat en mndeszelfs ftcldwarcuj'

Β b 4 M'

-ocr page 396-

'39^ Het Leven van

nazaaien denvelke wettiglijk zullen aangeflelt 'WOY'
den; alles volgens den Reget van S. Auguflinus, en
volgens de inflellingen deezer plaatze, zoo ah die door
het Kapittel zullen beraamt ivorden.
Als hy zijne
belofte dus gedaan had , heeft de Wy-biilchop,
uyt naame van Mijn Heer Florentius BiiTchop
van Utregt , denzelven broeder Henricus de be-
ftiering en de zorg der zielen aanbevolen j en hem
tot Overftevanhet Klooiler te Windesheim aan-
geftelt , zoo lang en ter tijd toe dat de broeders
van zijne Vergaderinge zich door een regelmaa-
De anderen tige verkiezing van een Prelaat zouden voorzien
worden hebben. Als hy dit bevel had ontvangen is hy
voor c?n ^anflonds opgeftaan , en heeft onze andere vyf
ingekkedt. eerfte broeders aan den zeiven Wy-biflchop, en
aan de andere dienaaren die hem in deeze pleg-
tigheit behulpzaam waren, voor den Outer aan-
geboden : heeft hun de oude kleding uytgetrok-
ken , en met de kleedinge der heilige order op
de gezeide wijze een voor een bekleedt. Daar op
hebben zy hunne beloft:e, de eene voor de ande-
re na, even eens als de eerile gedaan, en dezelve
voor den outer luid op gelezen:

Ik hroeder Wernerus Keinkamp , Priefler^ heloo'
*üe onder Gods hulpe^
enz.

Ik broeder Johannes van Kempen beloove^ enz.
Ik broeder Henricus Wilde ^Diaken ^ beloove^tm»
Ik broeder Henricus Wilfen , beloove,
enz.
Dus heeft: ieder zijne belofte, die op parkement
gefchreve was , even gelijk de eerften, geheel
opgelezen , dewelke wy kortheits-halve zullen
overilaan.

Zoo heeft dan de Heer Wy-biiTchop Hubertus
■ ingeftelt dat alle de inwoonders van Windesheim
deezen dag in groote waarde zouden houden: en
dat deeze kerk-wijding 's jaarlijks op den eerften
zondag na S.Gallus
zoude geviert worden.

-ocr page 397-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.393

1S^t jaac onsf ^ ^mc 13 9 3 / iten 13 3f uïg/
5öri 'tv tt ïltlTÖt ÖOO^ Jß^tt ^m Hubertus van
Ippuze vericheide Reliquien bezigtigd en rot lof
Van onzen Heer en Zaligmaaker, en van de Hei-
ligen, welker reliquien het waren, gefchiktelijk
op-geiloten in het kasje van den Η. Martelaar
Pancratius. . . . in de tegenwoordigheit van de
Heeren en Meefters Everardus Foek Deken, Ri-
chardus van Oey, Bertholdus van Ruwenbove,
Alardus van Kloetingen, Wilhelmus van Kleef,
Gerardus van ßronkhorft, Dankardus Bays, Jo-
hannes de Bronio, Adolphus Vridach, Eribertus
tJtenleen , Gisbertus Hey, Egbert van Deven-
ter , Franco over de Vecht, en Diderik van den
Grave , Kanonnikken en Kapittel-Heeren van
deeze kerk.

* In het jaar 1394 zijn'er twee Kloollers van
onze order, het eene van mans-, het andere van
vrouws-perfoonen by de ftad Arafterdam in Hol-
land opgekomen. Het eerfteisin't volgende jaar,
met verlof van Heer Frederik BiiTchop van U-
tregt en van Aalbregt Graaf van Holland, geftigt
peweeft. In 't zelfde jaar is de eerfte Outer van
t zelfde Kloofter ter eere van de vier Leeraaren
der Kerke, op S.Thomas dag, ingewijdt door
Heer Hubertus, Wy-biiTchop van den BiiTchop
van Utregt. Dezelve Wy-biilchop heeft op den
2;elfsilen dag de twee oudfte broeders van dat
huis, te
Weeten Johannes Gofuut en Paulus van
Borfelen, ingekleedt, en tot het doen van hun^
^e gelofte aangenomen.

Dezelve

WybiiTc&op

heeft te

Utregt

verfcheide

ReJiqiiiea

bezigcigt

en opge-
floten.

■Dezelve
Hubertus
heeft het
eerfte altaar
vau het
kloofter by
Amfterdarn
ingewïjcjf.

t Matth. Fat. £5? Fundat. Ecclef. i.
.. * Chron. iVindesh. l,
i. f. 38.^. 161,

Pbi·

AAN-

-ocr page 398-

3H

AANTEKENINGEN.

I. Hoe oud dat de order der Reguliere Kanonnikken
is, en wie voor den Stichter moet gehouden worden,
ί j daar over heeft menig Schryver zyn hootïd gebroken,

ί en heeft byna ieder een byïonder gevoelen geko-

f i zen. Sommigen geeven voor dat de Reguliere Ka-

{] nonnikken eerft zyn opgekomen in de elfde eeuwe,

ij ( als 'er zekerlyk een groote verandering en omkeering

II in gemelde order is gefchiedt. Anderen moeken de op-

I i| komfte der Reguliere Kanonnikken omtrent de Syno-

f i de van Aken, die onder Lodewyk den Goeden gehou-

den is geweeft, en dewelke den Regel van S. Augufti-

II ^ BUS aan alle Kanonnikken ter navolginge heeft voor-

geftelt. Daar zijn 'er die Auguftinus voor den eerften

I inftelder van deeze order houden: en dit gevoelen heeft
al veel geruchts gemaakt , en ichijnt noch het meeite

II aanzien te hebben. Dan zyn 'er noch die de Regulie-
iij re Kanonnikken 7.oo oud maaken als de kerk zelf, en

die hunne inftelling van de Apoftelen zelfs af haaien,
f I Die Auguftinus voor den Stichter houden, ichijnen al

eenige vafte en bondige redenen intebrengen. Poiïidius
verhaalt.in zyn leven (f. 5·) dat hy Priefter geworden
^.ijnde een kloofter binnen de kerk heeft geflieht , daar
j hy met dedienaaren Gods heeft beginnen te leevenvol-·

gens de manier en den Regel die al onder de H. H.
Apoftelen was ingeftelt, voornamentlyk hier inbeftaan-
de dat niemand iets in eigendom zou bezitten. Bif-
fchop geworden , heeft ook in zoo een kloofter ge-
woont. Maar dan ontftaat 'er een zwaar gefchil, of
die Klerken met S. Auguftinus aldus inwoonende wel
j eenige belofte gedaan hebben. De Reguliere Kanon-

nikken ïeggen ja. Een Klerk, zegtS. Auguftyn α heeft
j belooft (in
h Latyn ftaat profejfm eß fanéiitatem ξ^^.) dat

hy heiliglyk en in de kerkelyke ftaat zouleeven. Noch
ïegt hy ter zelve plaatze dat^het hun ongeoorlofd was
' iets in eigendom te bezitten, Teftamenten te maaken,

enz. Hy voegt 'er by dat zoo «en die het gemeene lee-
ven, 'twelke hy omhelft had, mögt komen te verlas-
ten, zijne belofte verbreekt,
0 voto fm cadit α profeßone
fmäa cadit.

Maar

α Serm. ds mor. Clerk, η. 6.

-ocr page 399-

Aantekeningen op Hubertus. 595-

Maar fommigen, als geieit is, maaken hunneinftel-
Hng veel ouder , en 200 oud als het Chriftendom zelf.
2y 2,eggen dat 'er althans al zodaanige Klerken xyn
geweeil eer dat S. Auguftyn
loo een kloofter had
opgeregt, en dat de Geeftelykheit van Vercelle onder
den Biirchop Eufebius uyt xulk een foort van Klerken
heeft beftaan: waar over S. Ambrolius, in lijnen brief
aan de kerk έ vanVercelle,kannagezien worden. Zoo
VerhaaiC Zoxomenus c dat de geeftelykheit van Rino-
curure alles in't gemeen bezat , en in 't gemeen onder
malkander leefde. En Valefius zelf, die de gemelde
Klerken van Vercelle onder de Monnikken zoekt te
plaatzen, heeft de Klerken van Rinocurure voor geen
Monnikken aangezien. iVIen heeft Poffidius boven hoo-
ien getuigen dat de levenswijze , die S. Auguftyn aan
^ijne Klerken heeft voorgefchreven, al onder deH. H.
Äpoftelen was ingefteld , 't welke zy met eene doen
gelden om de Monnikken, die de Klerken van S. Au-
guftinus voor regte Kloofter-perfoonen en Monnikken
willen aangezien hebben , te wederleggen : want dat
men de Apoftelen en de Kerkelyke-harders door de A-
poftelen ingefteld , onder de Monnikken zou rekenen,
fchijnt hun al te ongerijmd om 'er naar te denken. Al-
thans dit is de gedagte niet geweeft van Defiderius Abt
van Kailino, dewelke naderhand, onder den naam van
Vitlor III. op den PauiTelyken Stoel heeft gezeeten ; want
hy fchrijft inheteerfte boek van zijne 't zamenfpraaken
dat den Sarazijnen naar Sicilië varende een fcheepje is
verfcheenen, daar twee mannen in zaten; de eene een
Klerk, eerwaardig door zijne gretze hairen , zijnde S.
Pieter ; de ander , een Monnik , te weeten S. Ben.e-
diäus. Leo Marficanus, hoewel ook een Monnik, heeft
S. Pieter ook voor geen Monnik gehouden , als hy in
een diergelyke gelegendheit verhaalt d hoe dat S. Pie-
ter in de gedaante van een Kanonnik is verfcheenen.Doch
ik geloof niet dat 'er nu zullen zyn die de Apoftelenin

Monnikken zouden durven veranderen Ten tijde van

de Apofielen^ zegt S. Chryfoftomus ^ wm ^er geen te-
ken of gelykenis van een Monnik,
Vorders ïeggen de

VOQI'

h Epifiola ultima prima Clajfu n. 66, yi, k,,

f L'ib. 6. c. 31.
' d Chron. Caffin. ï.
5. e. 69.

9 Hom. in c, lï. adHihr»

-ocr page 400-

'39^ Het Leven van

voorftanders van het laatftegevoelen, dat dealleroud-
fte Klerken, door het aanneemen van den kerkelyken
ftaat, ïich tot de gehoorzaamheit verbonden hebben;
dewijl het zeker is dat
ze den Biflchop in alles moeften
gehoorzaamen: dat
te zich tot het gemeene leeven ver-
bonden,'t v?elk langen tijd onder de Geeftelykheit ftand
heeft gehouden : en dat de Biflchoppen en Priefters in
de allereerfte tijden der kerke zich ook tot de onthou-
ding moeften verpligten ; hoewel dat deeze wet, zoo
als Epiphanius ƒ getuigt, door de ilappigheit der men-
fchen eenigen tijd verachtelooft is geweeft. Zoo kön-
nen dan die Kerk-harders, zoo gaan zy al voort, niet
anders aangezien worden , als voor Reguliere Klerken
of Kanonnikken. Dan dit zy maar Hiftorifcher-wijze
verhaalt zonder mijn zegel daar aan te hangen, en
zonder my ook den tijd te gunnen oni dit nu dieper te
onderzoeken. En zy zullen al werk vinden om te too-
nen dat de kerkelyke perfoonen in de alleroudfte tijden
der kerken door een belofte verbonden waren de zui-
verheit te onderhouden.
ƒ
Hisref. 59. 4.. . '

Frede Ricüs

LI Bijjchop 'van Utregt.

N iï öat öet ïp ban ten SBiffcSojl Floren-
tius
j^oo0|iaateigft naai* fltregt ίυα^
hmvt/ en aitraartecaaiteiua^ &efidii/5gii
Α
albregt van Beieren <0raaf Öan i|OÏÏanir eil
Willem Jlartog ban €»diierianii / i»en i8 öag
na iie öcgcaaffcni^/ te IXtcegt aangeftomen/ hw
te met öit injigt om een naat gnnn'

3tit te toen berftiesen.

m^aar Öetogl 55 niet een^-ige^inii (i) iomtt/
Öoebjeï bat
Willem met Aalbregts bocStec ijoa^
0etrouh)t / geeft
Aalbregc iam iC^ö^efoner bet

^cul·

«8 Willim Heda jpag. ï6f.

-ocr page 401-

Fredericus.

i^^UÏfcQC Herige / Rogerius van Bronkhorft, tït
ite aniierf Frederik van Blankenheim 2$i|fc§03p

han boo^getf.iaagen^ i^tt üögitteï

Öier obec ten ^oogfie bÄegm öen toci
ecufieïijft bocö iJiucöteloo^ geöeöen Dat $t
iiiiift! minne 5ouöen becfiaan» ^00 ^ijn 5e öan
tot öe öecfeiesmg setreeiren; en 5|jn in get Utf
ïtiesen ooft oneen^ getoeefï* iPe fiemmen tsieïen
op Êeiire be boo^se^eïiïe jierfoonen / boeg
500
bat Frederik in fet setaï m fiemmen beri'e öo^
hm (%) bmf· be beriiorene öeööen Wie^
Sen^ öoben afgeteïbistnaarBonifaduslX.om ajnde.ende
be öebefïiging te öeftoomenj toant be oube ma^ meefte
nieiV ban be öebefiigins ïtg ben 5äIart^-&iffc&oji ,
ban ïteulen te gaan öaaïen / bja^ aï
in on&juift ζ^^ΙάΖΐ

gecaailt Bonifacius geeft Fr^derik, aï^ be mee^ BoDifaciug

fte fiemmen geßßenbe/ en bebeijuaamflesiinbe/ ix.bcve-
bebefïigt en
Rogerius afgetoeesen, ^et ioaac
bat beeje
Frederik ög» bi'e ban^tmat^öucg/ in^
bien m ap öet seggen ban
Guiiiemannus ^ mogen
aangaan/geen ai te goeben aaam/ booinament^ de vLeL'
ïiift opöetf!«·^ ban gierig^eit/ (3) öeeft ge^ab; delingen
böcï} ökr tegenilliet teaacbat onje^eö^
ben^ ^oojgaan^ met ïof ban gcm f$i^eeßen: heeft gT
ll^anl: böïgei!^ be^^ronp ban l^eberlanb/ had, lord

Was hy een doorgeldcrd en kloekmoedig man, Η echter
beroemd wegens zijne voorzigtigheic , en kloek ^^"onze
van geiïalte. ÖeHronp ban Agnes-berg, geSen;

aan get 9* öoofbfluli / toojb ög ooï^ geiieejeii

a!^ een kloekmoedig, geleerd en voorzigtigman,
die het Stift lange jaaren met grooten lof heeft
geregeerr.

Balgen^ Snooy is hy voorzigtigheits - en Ver-
bands - halve beroemd geweeft > en was daar by
tloekhartig cn fchraader in het regeeren van 'c
Gcmeene-beil. Bar-

-ocr page 402-

3ps Het Leven van Fredericüs.

m

Barlandus Jj^gfi j^eiU aï^ een zeer geleerd man,
dewelke altijd een deftig voorbeeld van een goe-
de regeeringe heeft gegeeven, en zoo lang als
hy
leefde, om zijne goede dienften aan 't Gemeene-
beft beweezen , by ieder een zeer geacht en be-
mind is geweeft.

^ Bokkenberg ficfcgjijffc gßm iH^gdp^ aï^ een
geleerd, voorzigtigenfchrander karei, en als een
verfmaader der rijkdommen, enz.

I^o^&er^/ na bat miige ΟΟ?ΙΟ0^Π gaii (4)
gcijoeit / betoelfte ög ht i^rongö-fcgi^per^ bütt
3i)iicn tgö fiefc^^cbcn fïaan/ Diony-

liusiias 5gni»e öen9<0ctoöet!/ in migüeöenouji
ticcbom dbcilêtien op fïot ©oïïenöofae, gaii
öertig jaaren in öe regeeringe gefïeeten: en te
iiltregt in öen ^om / aan tre juiïisiitie ban ö^t
Cljoo^ / met jilegteïpe iïaai^ie öegtaaijen, (s)

Hg geeft ban öenßeisersigismundus betfe||eiii
öe boo^regtenberfereegen/
iietoeifteßgiBucheiius
ober Heda, aan ^tt a74/ ^75·/ zj6 jgitjefïaa«
aangegaaïtï,

Boxhornius bergaaït in 'tt.öoeß jijner^i^eiier-^
ïantifeÖei|!fï0rie/ aan öet 143 öat l^^ojp
5yn itooböei^äe ieggenöe getboïgeniic geeft boo^f

5eit: De Utregtenaars zullen na mijneaflijvigheit,
als het te laat zal zijn,gewaar worden dat ik hen
als een goedertierenen vreedzaamig Heer heb ge-
regeert. Ieder geeftelijke wil de baas zyn j nie-
mand wil de minfte weezen: En hier ftaanfchrik-
kelijke opfchuddingen
uytte rijzen. (6) i|et graf-

f^ift 't töeïfte ïjtm ter eere in ?iatijnfef)e beer^
5en i^ ojpgejïeït / begeïfi niet anïier^ aï^ 3ï)ne
ferijg^-berrigtingen / en öat gg in.'t jaar
i^überïeöen* (7)

c In aäis Pontif. 'Trajeä, inedhis,

s

AAN-

Ii

15 ί

Ii i
Kii

Hy voor-
2eit de on·
heilen die
Utregt
over het
hooiÜ
hingen.

-ocr page 403-

aantekeningen.

39S>

1. Men liet uyt dit en uyt meer andere voorbeelden
hoe dat de Kanonnikken geen meefter van hunne ver-
kiezingewaaren, maar door de magt der nabuurige Vor-
ften genoegzaam gedwongen wierden om iemand, daar
ly dikwils niet eens op gedagt zouden hebben , te ver-
kiezen. Vorders ftaat hier te weeten dat de Gelders-
man , door een hoois kompliment, de keur aan Aal-
bregt had gegeeven wien dat hy begeerde ge-eifcht te
hebben. Maar als Graaf Aalbregt daar op den voor-
noemden Rogerius had voorgedraagen , quam Willem
vliegens met een opgetogen zeil aangeftooven, en fprak
de Kanonnikken aldus aan. Wy willen niet fmeeken
noch bidden ; maar wy begeeren dat gy mijnen Neef,
Frederik van Blankenheim BilTchop van Straatsburg,
ïult verkiezen, en daar voor zullen wy UL. en het Bis-
dom uyt zijnen naam dankbaar zyn, en al ons leeven
goede buuren blyvcn.

2. Frederik heeft volgens SufFridus Petri , maar
Rogerius niet meer als
27 ftemmen gehad.

3. Guilemannus prijft hem ook over zijne geleerd-
heit, ervarendheit in de wereldlyke en geeftelyke reg-
ten, beleefdheiten geregtigheit: maar, zoo als de Au-
teur aangemerkt heeft, hy fmaalt op zijne gierigheit; ja
hy brengt verfcheide voorbeelden van zijne gierig-
heit by.

4. Hy heeft de Heeren van Raasveld , die in Weft··
phalen woonden en het Stift veelquaads gedaan hadden,
in'perfoon beoorlogt, en meeft al hunne Landeryèn en
Sloten vernielt en verwoeft : Koeverden, 't geene on-
der de voorgaande Biflchop verpandt was geweeft, en
het welke hy te vergeefs met aanbiedinge van betaalin-
ge wederom eifchte, verovert, en dus de Provincie van
Drent wederom aan het Stift gehegt: Rhyneftein bele-
gert eri ingenomen. Hy is ook in verbond getreden,
met Willem Graaf van Holland , tegen den Heer van
Arkel , die met rooven en blaaken veel quaads in het
Stift had gedaan; ,en terwijle dat de Graaf het Slot
Hageftein met alle geweld aantafte, heeft hy het Slot
Everftein, een fterk Neft, belegert, en na eenigentijd
ftormens
, verovert, en ten gronde toe verbrandt.

Het

-ocr page 404-

400 Α α ν τ ε κ ε ν ί ν G ε Ν

Het IS onder deezen Biflchop ook gefchiedt, dat ίο-
haiïnes, de jongfte zoon van den Heer van Brederode,
de dochter van den Heer van Abcoude ten wyve had
genomen. Eenigen tijd aldus geleeft , en men weet
niet w^at voor een buy in 't hoofd gekreegen hebende,
heeft hy zijne vrouw , doch genoegzaam tegen haaren
dank, bewogen om het Nonne-kleed teDuurftede op
te zetten , Avaar op hy zich ergens in een Karthuizer
kloofter ging fteeken ; doch meer, zoo gelooft word»
uyt mismoedigheit om dat zyn Vader te lang naar zyn
zin leefde , en dat hy niet tijdig genoeg den Grootea
Heer
kon fpeelen, als uyt godvrugtigheit, Ondertus-
fchen komt zyn Vrouws Vader te fterven; en dus ziet
hy de gelegendheit gebooren om wederom een Groot
Heer te worden. Hy dan na zijne vrouw toe , en haar
zonder veel moeite bewogen om het Nonne-kleed uyt
te fchieten: want hy hoopte nu Heer van Abcoude te
zullen worden. Maar de burgers, door deezen handel
verargerd , hebben dit alles den BiiTchop inder yl over
gebrieft. De Biflchop aanftonds in 't harnas, trekt naar
Duurftede toe, neemt de twee Gelieven gevangen,en
ftelt den Heer van Gaasbeek , die de naafte erfgenaam
was, in 't bezit van alles. Brederode is daar op naar
den Koning van Vrankryk getogen, en heeft zyn leven
ergens in een veld-flag gelaaten.

Noch heeft deeze BiiTchop Groningen belegert, en
de Groningers willen dwingen, om zich volgens ouder
gewoonte, zoo als hy voorgaf, onder de kerk van U-
tregt te begeeven ; doch hy heeft niet veel tegen de moe-
dige burgery van Groningen können uytregten.

Onder deezen Biflchop is 'er ook een fchrikkelyke
ppfchudding te Utregt ge weeft , dewelke door de Ar-
kels-gezinden geftookt was. Men maakte de menfchen
wijs, dat deeze en geene, daar men een wrok tegen had,
de ftad aan de Hollanders verkogt hadden, en ook flo'n-
den te leveren. De Dom-Deken, Hermannus van Lok-
'horil, was het hoofd der Oproerigen : het volk wierd
^an opgemaakt , en honderden van menfchen die hun
iiV't licht ftondén, ter ftad uytgedreeven. Zy leverden
fliih^k-fchriften in, om geregtelyk geboorte te worden.
De BrflCchop liet 'er zich ten hoogft'en aan gelegen leg-
gen: mëtj ftelde allerhande middelen in 'twerk. Maar
\ was veriooren gekermt, en alle middelen aangewendt:

de

1

I i

ι i

Ί !

-ocr page 405-

of Fredericüs. 40 ε

de oproerigen waren de baas , en Iiiiiierd.en maar naar
eigen baat. Eindelyk is de kans evenwei verkeert, en
de ilad hun ook te naauw gemaakt.

Deeze BiiTchop en de Utregtenaars hebben het ook
quaad genoeg gehad ter gelegendheit van de Holland-
iche beroerten. Jan van Beieren, Jacobaas Oom , ea
iijne party deeden hun overlail alwaar zy de gelegend-
heit fcboon zagen : hunne fchepen wierden in tijd van
Vrede aangehouden , hunne goederen aangeflagen, hun-
ne Koopluy afgezet, gevangengenomen en opaIlerhai>-
de manieren gequelt. De Hartog van Gelderen fpanda
met Jan van Beieren aan, en verzuimde ook geen gele-
gendheit om de Stiftenaars te befchadigen. Doch de
burgery van Utregt en de Biffchop hebben zich even
kloekmoedig gedraagen, cn hunne vyauden fomwijlen
geen kleinen af-breuk gedaan.

S' Het is iet zeldzaams 'tgeene Ant.Matthaeus * uyt
het Regifterboek van S. Mariaas kerke van deezen Bis-
fchop verhaalt, te weeten dat hy op den zeiven dag is
geftorvcn en eerlyk begraaven. Hy kan zich daar over
niet genoeg verwonderen : want, zegt hy, men zal niet
ligtelyk iet diergelyks in de Hiilorien vinden. En'tis
niet wel volgens hem te begrypen hoe dat alles, 'tgee-
ne tot bezorging van het lyk eii van de begraaiFenifls
behoorde, zoo fchielyk en op den eerftendag heeft kön-
nen klaar gemaakt worden. Evenwel, zegt hy al vor-
der , moet het zoo gefchiedt zyn: want dat hy op deu
eigen daggeftorven en begraaven is , is zeker genoeg uyt
het gemelde Regifterboek. Heda fchryft dat hy geftor-
Venis op den 9
Oäobex (feptimoidmoä.) SuiFridus Pe-
zegt het zelfde, te weten dat hy geftorven is op S.
I^ionyfius dag , dewelke valt op dén 9 Oci:ober. De
^erfte meldt den dag van zijne begraaffeniiTe niet: de leftc
^egt dat hy begraaven is
NonisOäobris 't welke zeker-
yk een misilag is ; want de ^onie gelyk bekend is,
tornen voor de
Idus. Men ziet 'er evenwel uyt dat hy
®en onderfcheid ftelt tuflchen den dag van zijne dood
^n van zijne begraafFenifFe. Egter is dit niet genoeg om
de uitdrukkelyke getuigenis van het gemelde Regifter-
hoek te wederleggen.

6. Onder deezen Frederik, gelijk in de Hollandfche
^ronijk aan de 72
Divifie te leezen ftaat, is een zeker
"rieiter, met naame Petrus, ontwijdt en daar opont-
* Analeä. ί. 9. i?. zCè.

11, DiiEL. ^ Ge h»co|ï

-ocr page 406-

^74 Aantekeningen

hooft en onder het xand begraven geweeft. Hy had met
noch drie jonge gaften, door
hem opgemaakt, een 2.eer
Troom en fchatrijk Priefter, die hem en de drie ande-
re gaften dagelijks onthaalde , en die hem de Sleutels
van zyn huis betrouwde , ja hem voor Kapellaan ge-
bruikte , door 's Duivels ingeeven, en om zyn geld eti
goed te hebben , vermoordt : daar by hadden z-e deS
Friefters Dienfima^d , zijnde een Weduw-vrouw ,
met een elf-jaarig Zoontje van dezelve Dienftmaagd,
ook vermoordt , en het huis in brand meenen te ftee-
ken,enz. Die alles netter enomftandiger wil, weeten,
kan het in de gemelde Kronijk ter aangeweeze plaat-
je opzoeken.

Omtrent deeze plegtelijke ontwijding ftaat nochaan-
temerken, en wy hebben het boven ook gezien in zoo
een ontwijdinge die door BilFchop Florentius is gedaan,
dat 'er behalvenden eigen BilTchop noch 6 andere Bif-
fchoppen moeften tegenwoordig zyn. Deeze zaten o-
ver deeze zaak alsRegters, gelijk daar ookuytgedrukt
ftaat: en gelijk in de kerkelijke wetten, als in die van
de tweede Kartagiilche kerkvergaderingen en in meer
anderen, word bevolen. Maar naderhand is dit veran-
dert , want de Vorilen van Duitsland , hunne Be-
ïwaarniiTen aan Adrianus VI. inleverende , hebben
'er zeer over geklaagt , dat de Aarts-BiiTchoppen en
BiiTchoppen geen Priefters ter ftraffen mogten overleve-
ren , zonder hen alvorens plegtelijk ontwijdt te hebben;
welke plegtelijke ontwijding met zoo veel toeiiel moeit
gefchieden, en zoo veel gelds kofte , dat het zeer zel-
den gebeurde dat een ondeugend Priefter, hoe
grootc
fchelmeryen dat hy ook begaan had,naar zijne verdienden
wierd geitrafc :te meer,omdat'er zoo weinige BiiTchop-
pen in Duitsland waren; en vervolgens zoo een
groot
getal van Regters zeer bezwaarljk by een konde komen.
Dezelve klagten zyn naderhand door de Duitfche Bif-
fchoppen vernieuwt in de Synode van Trenten. Zoo
is dan op hun vertoog beiloten, dat zoo een
plegtelijke
ontwijding voortaan zou mogen gefchieden zonder al-
le die BiiTchoppen, mits dat 'erzooveele
Abten dieden
Staf en Mijter voeren, indien 'er zoo veele in het Bis-
dom vvOonen of anders andere bequaame
perfooneii
eeroepen wierden om te helpen vonnilTen.

Dee^

-ocr page 407-

op FRJEDÈRiCÜS. .

Deeze wet , dat geen Geeftelijke perfoonen die de
hooge wijdzels hebben , ter dood mogen verweeten
worden xonder voorgaande ontwijdinge , heeft aloni-
me plaats gehad. Doch de joqgfte Franfcjie Sehryvers
Loyfeaude Ordin. c.g.Fevref. de Abnfu l. 8.) heggen
dat aldaar tegenwoordig
2.00 een plegtelijke ontwijding
niet meer gebruikelijk is, en dat x^lkePriefters genoeg-
zaam ontwijdt 7,yn door hunne fchelmftukken.

Vorders ftaat 'er in het gemelde vonnis dat de Bif-
fchoppen hem aan 't wereldfche jegt overleveren on-
der beding dat 7e hem zyn leeven niet mogten benee-
men. Dit is nu maar een foort van een komplement,
overgebleven u^t de Oude kerk-wetten , dewelke niet
en begeeren dat de Geeftelijken deel xullen neeineti aati
iemands dood of veroordeelinge ter^dood,efl die Mike
Priefters
Irregulier verklaaren. Van puds wierd daar
meer ZAvarigheit overgemaakt; en de BiiTchoppen mog-
ten niemand zoodaanig overleveren, zonder kragtelijk
voor hem te fpreeken, zoo dat de mifdaadige verzekerd
was van zyn leeven. En om
dat hnnne vooripraak
dikwils
niet kon helpen, hebben fommige Pauzen zul-
ke overlevering niet goedgekeurt. Zie Innocentius III.
by den Heer van Efpen.
In jus Cmm. f- n· tit.

<r. 4.

7. Omtrent deezen tijd is 'er in de Purmer een ^ee-
monfter gevangen, hebbende de gedaante van een vrouw-
menfch , m.aar ruyg van lichaam. R. Snoy fchryftdat
zulks befchreeVen is van menfchen die het zelfs gezien
hebben. Winfemius in zijne Hiitorie van Vriesland zouw
'er wel aan twyfelen, maar ik zie daar geen redenen toe:
veelc geloofswaardige Sehryvers hebben van diergelyke
Zee-mannen en Zee-vrouwen gëfchreven. Onder an-
deren kan Jul. Scaliger over Ariftoteles vandeDierenj
Fortunius Licetus in zyn boek van de Monfters , en
Andreas Schottus iia zijne
Phyfiea Cnriüß nageziea
worden.

Cca ΜΛΤ"

-ocr page 408-

404

MATTHIAS

Ujt de order der Tredik-Monnikkeni
Bijjchop van Btduanen,

wybisschop

VAN

FREDERIK VAN BLANKENHEIM,
Bißchop van Utregt.

In « 'tjaar i4ix den 8 April.....heefc hy de

jkerk op S. Agnes-berg ter eere van de Maagd
een Domi- en MarcelarciTc Agnes ingewijdt j daar veele
w'onnik' ^^^'g'^uze mannen en Priefters tegenwoordig zyn
BiffcW gsweeil: als de Prior van Windesheim, de Prior
van B^ua- van Bellieem , de Heer Konradus Hengelo, de
ne, Wybif-
Heer Jan Haarlem , de Priefters van Zwo!, cn
Ucrect^" menigte van andere eerbaare luiden , zoo
heeft''<]'e mans - als vrouws-perfoonen , kinderen en oude
kerk van menfchen; dorpelingen en ftedelingen, dewelke
S, Agnes- gekomen waren om deeze inwijding te zien ver-
ngten. Want daar was toen een groote vreugd
onder alle menfchen: en alle vreemdelingen kree-
gen een algemeen verlof om in ons Kloofter te
komen, 't welke volgens onze inftellingen voor
dien dag alleen vergunt word. Als de kerk dan
plegtelijkerwijzegewijde was, heeft deBilTchop,
met den mijter op het hoofd , de vier alraaren
gaan wijden. En voor eerft heeft hy den hoogen
Outer in het Choor ter eere van de H. Drievul-

dig-

fi ExChroa.Monüi ^Agmt. c, 14,

-ocr page 409-

α

Matthias.
digheit, van de Η. Moeder Gods, van de H. „
Maagd Agnes , en van Chriftus Apoilelen inge- je 4X33-
wijde: waar op de broeden aanftonds de Hoog- ren,
mis van de kerk - en airaar- wijdinge hebben be-
ginnen te zingen. Daar na heeft hy buiten het
Choor , aan de noordzijde der kerke het outaar
in de groote kapelle ingewijdt ter eere van hec^
H. Kruis, en van de H.H. Martel aaren. Vervol-
gens heeft hy het outaar in 't midden der kerke,
ter flinker zijde van het Choor, gewijdt ter eere
van de H. Maria Magdalena , van de H. Catari-
na, van de H. Cecilia, en van de elf duizend H.
H. Maagden. En kort daar op is aan ieder outer
Mis gelegen , en de zaligmaakende Offerande
Gode mee alle eerbiedigheit opgedraagen. Na en het
de maaltijd, de broeders byeen gekomen zijnde, keikhof,'
heeft hy buiten de kerkdeuren het kerkhof aan
de weil- en noordzijde ter begraaffenifle der over-
ledenen ingewijdt. Op den zei ven dag heeft hy en verleent
allen den genen die 'er tegenwoordig waren 40 40 dage»
dagen aflaats verleent, en dezelve genade aan de
weldoenders der kerke en de bezoekers der altaa-
ren toegeftaan j zoo als de BiiTchoppelijke brief
van de wijdinge der kerke duidelijk verzekert,
ïn dezelfde kerke zyn noch twee andere outaa-
ren 5 dewelke in voorige tijden te Wefterhof,
daar ze eerft geiligt zyn,gewijdt waren geweeft,
en dewelke met verlof van Mijn Heer van Utregt, -
na de wederkomfte der broederen , naar de ge-
melde kerk zyn overgebragt. enz.

3In öet jaar 1412/ b^ijbaagé na ^.Thomas, Teschie-
oat i^iiaag^ öoo^ Hec^-abonti / öe ïï^^-Mp Ham heeft

fcöap Matthias te ^cöieöamöntöoöen/ öm öat
te fp^aaft gins öat
Lidwina, iia bat ^ολΙΙ

öati öet ïirui^ öanscnbe ö^sat berfcgeenen toa,^/ aie aan s.'

Öi't ^aïivamait: be^ o^utei*^ ugt ben ^mü Lidwina mt

c c 3 öab

-ocr page 410-

40S het levén van

tleirheiiicl Öètl ontbailg^iï. Ücben ban Lidwina iSOOI
gebragt is, Johan Brugman ßefc^jeebC« getUiÖt ï»at OoU

1°, ' in i^neü ^aaj» berniaaiit om ^ev naar toe te
^ titiöen / m öat ^ öaar ojj in ge^dfc^au
iiän Johannes de Klerk ^efeett ban ^cW^ïana
naar ^iöic&am segaan. Lidwina&anaï^
ic^ aan öen ^^Biffc&op ^aii becMaait / en ö»
tse getmgen ^ab ^ooren fjijee^ien / öi^^ft ÖP
gemelöe mimM goebgeïicnrt: en geeft οαίι/ om
300 een micaïte! öè!)oo^!p te ea'en/ pt ferbet/
m 'i bjdfteiie lofïicugt öen öemeï geöaait
boo^ jjet gefi^uilt öe^ ontaard ingeto^öt

^ J^etoijbingban Maria - Magdalenaas ßapeile

te #0fï-5aaniiam / isehieiße plagt gebiert te
ίχια^δπ joniïag^ na ΦΜ.Β. ^ci^oo^te / in't
iaar
1416/ iien 3 (BmUt / böo^ een open-ö^ief

ban Matthias van Biduano, iÜ^gÖittcÖÖp battöen
iltvegtfcijen ^ilfcgoj) Fredericus, obergeö^agt
op bcneerftcn jonöagna ^»Maarten, metber^
giiniïÉngc ban
40 öagen a^aat^«

e In't jaar 1411 .den ^I. April, onder het uur
der Kompleten , hebben de eerwaardige Heeren
iienrik Houberg Deken , Laurens Willemfe,
opgeilo- Andries Veer , Gerrit Zelinger , Kanonnikken
bccote™ Salvators kerke te Utregt, de overblijfze-

s!^ Grego- len of gebeenten van den H. Vader Gregorius, die
rias βΓΓ- de derde Biilchop van Utregt na S. Wiliibrordus
is geweeCr, gevonden in een
ileene tombe onder
de noorder trappen van het
Choor der zelve ker-
ke j en daar uyt gelicht. Daar na, te weetendea
4 Tnny, op S. Bonitacius avond , onder het uur
der Vefperen , zyn de gemelde gebeenten door
Matthias.Biilchop van Biduane gefchiktelijk ge-
piäatft in een heute kasje , by welke verrigcing

tegen-

k Henr,Soeteboom ba zyn "Zaanïands Arkadm.
c Matthé ^ fmdat, Ecckf.J. i. ρ.

Hy heeft

t'Utregt
bezigtigt
en

ten de ge-

fchop van
XJnrêgt,
met ver-
ounnino-e
van 40
éagcn
aft^ats 5

!j :

-ocr page 411-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.407

tegenwoordig zyn geweeft de gemeide Heeren;
Henricus de Dekcn , Laurentius, Andreas en
Gerardus, en dan noch Henricus van Kompoftel- ^HfJ^f·^
le en Walterus Grawerc Kanonnikken der voor- met^een^^
noemde kerke. De gemelde eerw. Vader en Heer
opregt Jeer-
Matthias , BiiTchop van Biduane , om de men-
fchen te meer tot het eeren der gezeide Reliquien
aan te zetten, heeft aan alle menfchen, dewelke zeiven god-
met een opregt leetwezen en berouw gebiecht
vruchtig-
hebbende deeze zelve Reliquien mee driemaal het
/^ader ons en het Wees gegreet te leezen zullen ge-
eert hebben, zoo dikwils als zy het doen, voor
iedere reize veertig dagen van de opgeleide boet-
plegingen genadiglijk in den Heere quytgefchol-
den. (i)

Aan Heer Jacob van Lichtenberg Prooil van
S. Pieter te Utregt , die by het open ftaan van ^^^ (^'è^wi'j
den Stoel door de dood van den Eerw. Vader en zeis re ^ '
Heer, Myn Heer Frederik van Blankenheim, al-
bedienen
gemeen Vikaris was gemaakt, is van Avegen de
ajgemeene kerk van Utregt aanbevolen, dat hy nadiaooi
Heer Matthias BiiTchop van Biduane zoude lail:
van Bii.
geeven om de kerkelijke wijdzels te bedienen, en JcHop Fre-
alle andere verrigtingen te doen , zoo als hy on-
der den leften Biilchop Fredericus had gedaans geg^eye^^
€n dat tot weder opzeggens toe van den toeko-
menden BiiTchop.

ί Matthias door Gods genade BiiTchop van Bi- Daar οψ
duane, door den ApoftoliiTchen Stoel gemagtigd
heeft hy
om de BilTchoppelijke bedieningen in de ftad en eenWIIe
in het Stift van Utregt te verrigten , heeft in 't ®

jaar 14x5-. op S. Geertrudis dag ten behoeve van
zekere kapelle, ftaande in de ftad Schiedam bin-
nen de wooning van de Zuileren der derde Order

d Charta anni 1423 apud Matth. Anakä.t,^).·^. 27.
e Ex arehivo Sasboldime,

■G c 4 Wil

-ocr page 412-

Het Leyen van
van S. Francifcus, veertig dagen van de opgelei-
de boerpleegingen genadiglijk in den Heere quyc-
gefcholden aan alle de genen dewelke de gemel-
de kapel zullen bezoeken , en aldaar zekere wer-
ken van godvruchtigheit zullen verrigten.

ƒ In het jaar onzes Heere ΐφζ^:, op den 2f
Mey , zijnde daags voor het feeft der kerkwij-
dinge van S. Salvators kerke te Utregt , onder
het uur der 'Tirtien, heeft de eerwaardige Vader
en Heer Matthias, Biflchop van Biduanc , de
gebeenten of overblijfzelen der H. H. Martelaaren
en Medegezellen van den H. Martelaar en Bif-
fchop van Utregt S. Bonifacius plegtelijk over-
gedraagen en gefchiktelijk opgefloten in acht
houte en vercierde kasjes , met yzere traliën be-
zet, en rondom het clioor de eene van de ande-
ren afgeplaatftj alwaar tegenwoordig zyn geweeft
de Heeren Henrik Houberg Deken, Egbert Janfe
van Deventer, Laurens Willemfe, Andries Veer,
Gerrit Zelinghen, Niklaas van Maarten, Johan
van Stein , Henrik van Kompoilelle , Henrik
Schatter, Wouter Grawaart, Pieter vander Meu-
len en Zegeboud Borswaard Kanonnikken en Ka-
pittelheeren der voornoemde kerke. De gemelde
eerwaardige Vader en Heer Matthias Biflchop,
om de menfchen te meer tot het eeren van deeze
overblijfzelen op te wekken , heeft bevolen dac
deeze overvoering s' jaarlijks zoude geviert wor-
den op den 4 September , als in de voornoemde
kerke geviert word de overvoering van de voor-
noemden BiiTchop en Martelaar Bonifacius. Daar-
enboven heefc hy aan alle menfchen , dewelke
met een opregt berouw en leetwezen gebiecht
hebbende deeze zelve Reliquien met het drie^
maal leezen van het
Fader ons en van het Wees ge-

groet

ƒ Matth, fat. fmdat, Eedef. Li. ,

Hy heeft
de gebeen-
ten van cie
h.h. Mar-
tdaaren en
gezellen
van S.Bo-
nifacius
overge-
tlraagen en
gefchikte-
iijk opge-
floten.

Mcf vcr-

giioninge
van <10
idagen

Μ

1

-ocr page 413-

i'

Matthias, 409

groet zullen ge-eert hebben , zoo dikwils als zy
het doen , voor iedere reize veertig dagen van
de opgeleide boetplegingen genadiglijk in den
Heere quytgefcholden.

In het jaar i4i<5is de voornoemde WybiiTchop
Matthias, van de Order der Dominikaaner Mon-
nikken, getrokken naar S.Hieronymus berg over
den YiTel, zijnde gelegen in de Veluwe, een ge-
deelte van Gelderland : daar heeft hy , in het by-
^yn van veele Priefters , Klerken en Leeken uyt
2-wol, een klein kerkje met een outaer en met het
kerkhof ingewijdt. "En dit is het begin geweeft
Van de wijdinge der gemelde plaatze en vergade- kerki^de
^inge. Doch alzoo hy toen weigerde tien Rhyn- veluwe 1
fche guldens
(x) voor zijne moeite en onkoften maar om ^
te ontvangen , heefc hy ook , hoewel met alle ^y
ootmoedigheit gebeden zijnde, den brief der wij- "feftdrk^
dinge in geenerley wijze willen overgeeven. Om ampt
-ver-
dezelve reden is hy aanilonds na het middagmaal tooper
gramftoorig en met misnoegen weg getrokken,
Zoo hebben zydan een Notaris die'er tegenwoör- gLS^einde
dig was, te weeten Jan van Zwol, met de ge-
gekreegen*
tuigen die 'er ook tegenwoordig waren , gereg-
teli k verzogt dat hy voor hun een brief zoude
opilellen, tot bewijs dat de voornoemde plaatzen
plegtelijk en in 't openbaar gewijdt waren , en
hebben ook zoo een brief gekreegen. Want ver-
mits de gemelde Priefters en Klerken noch arm
Ovaren, konden zy zoo een groote fomme gelds,
^Is de WybiiTchop ge-eifcht had, niet opbren-
8en. En men zeide dat hy voor het wijden van
^e Zwolfche kerke, daar wy ook tegenwoordig
^ijn geweeft , honderd blauwe guld^en had
^^ntvangen. Dan deeze Wybiiïchop , om dat hy
geeftelijk amptverkooper was geweeft, heefc
een
quaad einde gehad. Het was een fchrik om te

C c ƒ hoo-

-ocr page 414-

4io He τ Leven van

hooren hoc ylTelijk dat de drommels opzyndood-
bedde, eenigen tijd voor zijne dood en voor het
geevcn van den laatften fnak , met hem aange-
gaan hebben , eer dat ze zijne ziel ten lichaam
uytdreeven.

g In het jaar der genade 1413. den 8 Mey heeft
Heer Matthias BiiTchop van Biduano , Wy-bif-
fchop van den Eerw. Vader in Chriftus Frederik
van Blankenheim BiiTchop van ütregt, door on-
zen Prior Johannes ontboden en daar toe gebeden
2<ijnde,en zynBiiTchoppelijk gewaad aan hebben-
de, de volgende plaatzen te Windesheim gewijd:
de Sakriftye, het Kapittelhuis, de Oofter-gang
voor het Kapittelhuis. de Zuider-gang voor den
Refter j en vervolgens de cellen der Klerken en
der Leekebroederen 5 en die van den
Procurator^
tot de kerk toe: daar waren openingen inde tuf-
ichenmuuren van celle tot celle gemaakt, om*er
de dooden te können begraaven j en om de ge-
wijde gang voor het pad der broederen te hou-
den. Hy heeft beide onze groene plaatzen ge-
wijdt : de eene binnen by de flaapftee of de gang
der koraalen: de andere buiten, tuiTchen de gang
van onze leeken en leekebroeders,daar nu de lee-
ken en onze leekebroeders begraaven worden.

g Chron.Windesheim l. i.c.^i.

AANTEKENINGEN.

Dat was al veel: want in de dertiende eeuwe, en
Tioch lang daarna, als de geeft van boetvaardigheit by-
ïia te niet gegaan was , plagt men evenwel de ftreng-
heit der oude wetten omtrent de openbaare ïondaais
noch
zoo verre natevolgen , dat men hun dikwils een
geheele en ftrenge vaften, behalvèn de gewoonlyk-e vas-
ten, der Chrifteaett, deed onderhouden , ofeenigej^^'

-ocr page 415-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.411

achter malkanderen drie dagen 's weeks vaften. (Zie
Godeau over het jaar 2ió.) Zoo konmen danmeteens
opbiechten, en eenige Vaderonzen te leeren, vanveer-
•^ig zwaare vaftendageu ontflagen worden. Deeze af-
laaten beftonden dan eerft; in het quytfchelden van
eenige opgeleide ftraffen. 't Zederd is het opleggen
Van de boetplegingen al minder en nminder geworden,
en byna op een niet uytgekomen : enegterde aflaaten,
die eigentlyk een vermindering van zodaanige boetplegin-
gen warendes te meer. vermenigvuldigt.

2. Rhijnfché guldens. In het Stift gingen veelerhande
guldens in zwang. Mijns Heeren gulden (dat waren
öiiTchops guldens) Philippus guldens, Beierfche , Luik-
Iche, Gelderrchè,HülIandfche,Rhijnfché guldens: en
Qän noch Poftulaat guldens (die van den nieuwen Bii-
ichop , dewelke tot het Bisdom ge-eiicht, maar noch
^iet beveiligd was, geflagen waren) Arnoldusguldens,
Andries guldens. Meeft al deeze guldens bedroegen
lliet meer als 15 ftuivers, of 30 Hollandfche grooten ,
I00 als beweezen ftaat by Ant. Matthseus, de Nohil.l.
2. er. 46. Dan S. van Leeuwen in zyn R.Holland Regt
getuigt dat de Rhijnfché guldens tegen drie envierfcheK
lingen gerekent wierden. Een Arnoldus-en eenBeier-
fthe gulde gaat by hem niet hooger als voor 14 ftuivers.
Een blauwe gulden , daar hier ter plaatze van gefpro-
ken word, is een Beierfche gulden. De Rhijngulden
^yn aldus genoemt om dat de vier Keurvorften die
den Rhijn leggen, te weten die van Keulen, van
Trier, van Ments en van de Palts, deeze guldens tot
Voortzetting van den koophandel langen tijd gemunt
nebben, hoewel dat 'er eerft meer goude als zilvere
guldens geflagen wierden. Anders is de Latynfche
iiaam
Florems aldus genoemd naar de Stad Florentie ^
^welke allereerft goude guldens heeft geflaagen. (Zie
^^ckenbergi Germania media pag. 37© 5 37^5 De

f ranfchen die ook ïulke guldens begonnen te flaan,
^bben dezelve als in Vrankryk gebooren of gemunt
^'Jnde , in hunne taal
Frams genoemt.

3· Dar honderd gulden in dien tijd een merkelykc
lomme was kan by veel van onze Hiftorifchryvers ge-
bonden worden, zoo dat ik maar gedaan werk zoude
«oen mtt zulks te bewijien.

ZVE-'

-ocr page 416-

412

Ζ ιj ε d ε r υ s

L11 Bijfchop van Utregt.

Rudolphus

LI 11 Biß'chop van Utregt.

Λ ï^ " Frederik u^t bit ïebctt iajö^ Ijerguifï/
Als 'er kra- gjjootc tiueefpaït ontfiaan/ öetoiji

oSftaln' tiöf^ magtige mannen/ öeiiie ban een
■wie de na- outreiï en üo^fïeipenaöeï/tetoeemi Rudolphus,
zaat van jjf 500Π <0maf ban Diephout, en Wai-

Srïvn iren|E||ta'iron0en: üiaae

ende zaak ' Ö^glOf^f getJOegt moet tuo^ö^n iohan van Buren,

te laften en faan öe Mariaas fterïie te W
tccgt
Mtv ïiajjitteïen ber lltregtfcgefeeeïtemel:
get grootfïe gebeeïte ban ^et^tift/ <^bee-g|Teï
öaac onbeü geceiienö / gieiben get met Rudol-
phus.

«^niiei· be berBie5inge pamBernardus Pmeis,
lanaSèiïï «i^n ban be ijoofben bet' öurgei'ge / met getoeib
mafr de- ' o|j be beuK ftiojijpen / en riep al b^eigenbe tot

ïeivc, zien- jg^gji ^^^f juj^ <sj?efien ban^. Pierer, batïi^ een

jLf'voi öoob man toa^ inbien δρ $pe fïem niet en gaf

»proer was, aanRudolphus van Diephouc. (i)

©e anbeten gieiben Qet niet Walraven, ^^oofi
bei* s^omfteclte. öeibegaat genanten

«aar iionten ge^onben / om be ftebefiiging ban
ben ïïDomfcgen^an^Martinus V. te berl^rgg^n*
^t geeft gen öeïbegaar afgetoeesen / en

get

α Ger ard. Noviom. in de Lyfi derUtregtfche Bifdoppe»
e'4 mser aaderefj.

te Romen
gebragt
was, is de
BiiTchop
van Spiers
aldaar tot
Biflchop
van UtrePt

-ocr page 417-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.1348

Öet aan tien S^ifcöo^ ism

: ri) egter geööen be

öm ö£>0?nocmöcn Rudoiphus hm^ ïjuiinen
ömigenome«. öat Rabanus,

ii^t ^tt aöeïpe geflagt bau / öcese

SSiffcgojp öan ^jJiec^ pbjcefï / sijiiite in pt
jaac 1396 tot öat S^iJiJom berlcbe». ^u^
Öeeft öaaj: oj» Einigen ban jijne iiaatr^ -
Haat nazegt gesoiiben om te bn^iieemen of
5οηίΐδΐ' oo^ïog tn öïoeiïfio^tingc tn öel: bejit sm^
öe l^onnen ßomen, ©e j^iaair^-geeren bonöen
öanfcö ïitcegt ban berofiiten m j^artgfcSappn
^ec en&e f!aan :
tn ^eöö^n get jeïbe ijiinnen ^^^^^ j.
^iffc^oj» aangeöient li^aar ojp liat waarcfeLk

Öet 25ίί|'φοί)ίϊθπι niet joadec gebegt m öïoels- voor 2ue-
tïo^tïiige te öciiomen toa^ / naar tornen geeft
0efcö?a>ben/ berssetoöetiatÊrel^aii^bietoaar^fanden"'^
iii0Öeit/ öebjeïiie jeïf jon&tr groote moeite
Paus ver-
niet 533 te beliomeii/ aan Zuedems, ben 500η ^ogr.,
ban öen
ban WIenöurg / lart^biaien dc Paus
ban
ïlteegt/ m ban een öeftenöenaöeï albaar/ ftaat zyn
5on liaiüen öe,geeben.
^t J^ané Ißtft 3p hmsmh gaarne iiigetoiï^ 0?LSel

bjant Zuederus bsa^ boïgen^ Bariandus een rus door dc
geleerd en goedaardig misn. ücrcgte-

ïfiei· op fee üuüenbiirgei· bm^ bt burger^
mt liti-eqt met be getoßönlgße töe|iiigin0e tot meT'mäar
^ifTcgop aangenomen. lEaaraï^ ij^ iiorÖ geen omiathy
«oïïiömen jaai* / en
niet iangec aï^ 10 niaanben/ heers.

lltcegt toa^ getoeefl/ ί§ Μ ^m be Uwmt^ ïfef'
^n be anbtte ï>art^e/ om bat Μ tt m m VJn^
^^ Öeafcliadjtig in' öet vegeeren toa^/ gelitöon^ verdreven;
öfn gebjeefï be |tab te bedaaten: (3) tor oji en Rudoi.
Diephout tot ^slfcgopi^ aangenomen, ^aat
ban Woebige oo^^logen/ cober^en/ ö^anb^ ,αη^ά,ί
Kic|)tingen en nei^rïagen tulleken Öeibe be ^aï^ mea.

tgen

-ocr page 418-

'39^ Het Leven van

pauiTeiijke t^^ geboiigt ^ öeefï öe pau^/f«

banvonnif- Zuedcrus ugt (r) fijnen iiaam / hm iioo,?noem^
Ι^όΈΓ Rudolphus m öKeiie Diephouts-0e3inÖ^«
houtsiê- niet öannw / öïijieiiil ett öaiiiiei* - fïagcn ααη^

aindcn, gemnÖt

I Veele (6) van de Geefteliikbeit, J^itHeda^j

Éll Buchelius ObeU Heda f^peii&e / zyn uyE
vreeze voor de geeftelijke ilrat-vonniflen ter
uyt gevlugt. Sommigen hebben opk in de ker<
ken , zoo als uyt de fchriften der tegenpartj^e
van die tijden blijkt, tegen de bannelingen, die
anders in de geloofs-Hukken van een gevoelen
met hen waren , met zulk een geweld op de«
preek-lloel getiert en geraaft , dat ze zich niec
ontzagen te zeggen dat iemand die zoo een ban-
neling zou doodfteeken , van Godt zou belooüf
worden i en dat een Hoilie, die door hen gewijd^
mögt worden, niet minder zou zyn als hec Lic-
Dewelken ^^s Heere. Maar hec volk, ^cgt Heda al

cfwïrdeïijo^öec/ 't welke de party van Rudolphus volg-
de , was voor geen ftraf-vonniflen en
interdikts^
Dei staa-, vervaard. jEaac be 3 ^taatcii ban iitrcst/aaii
ten van Betöecgcen aan U obaspe ban tien ^lfd/ pP
stift geven ß^j, ^e gemd^e ίίaί^boπnίfΓeπöa'0ejpί«

piotcft"e- öï» öe iiaafi-aait|iaan&e Hecfi-beuga^einng ; tn

gen uyt. geööen ten ïiieii cliiïie tm Proteft u^tgeseebe»/
't todfèe Ant. MatthsEUs in öe i^eiierijuitfcQetaa^
Ie öeeft biiitien ftaan in ht Maffm Uv mm^'^
fc|e UtvW/ C« in öet fe^öe ftttl ban snm
leda, p.^zo ïieeft ingeïafcöt

öe Geeftc- <0ec|ïdpöeit / tiic Öet mtt Rudolphus

iijkheit / ^^φ o0i toenigt / en 5icö Qp ^^
7οΓΐη mn^hrntptït mmrnmmf/ ^mmcnf

beroept U ï^cr^-j^ajpieren ban i)en ^mt getroftiten ψ /

zich op dcu ïutöe aï^ boigt. ^^^

i> Suffridus in append, ad Bekam.
( fag,
285-,

-ocr page 419-

·

ZUEDERUS ÏN RUDOLPHUS. 41^

In den naame des Heere Amen. In het 14x0
jaar na zijne geboorte, in de vierde indiftic,dei»

Oftober, onder het uur der Primen of daar óm-
trent , in het ρ jaar des Pausdoms van den hei-
ligften Vader in Ghriftus en önzen Heere Mar-
tinus V , door Goddelijke voorzienigheit Paus
Van Romen, in de tegenwoordigheic van ons on-
dérgefchreven openbaare NotarifTen en getuigen,
ten dien einde byzonderlijk ontboden en verzogt,
is in eigen perfoon hier verfcheenen de eerzaame
nian Otto de Wedde, voor zyn leven Provenier
ίπ S. Marias kerke te Utregt, gevolmagtigde en
Syndicus^ en als gevolmagtigde en Syndicus,-witm
yolmagt wel beleend was , en noch wel bekend
is, heeft uyt naame van de eerwaardige en voor-
i^igtige mannen de Heeren Hermannus van Loc-
horft Deken , Arnoldus de Waal, Johannes de
Waal , Johannes Kolentier , Johannes Dideriks
200η , Johannes van Ginkel, Johannes uyt ten
Els weert, Gysbertiis Heerman, Roverus de Wyn-
ler, Henricus van Ryswyk den ouden, Henricus
Houberg, Laurentius Willems zoon. Petrus van
^er Meulen, Johannes van Stein , Kanonnikken
Van S. Salvator: Item van Jacobus van Lichten-
berg Prooft , en van Johannes van HalTelt, Ar-
noldus Tygel , Wolferus de Mera , Florentius
Van Zoelen , Wilhelmus Gerrits, zoon, Kanon-
'■»ikken van S. Pieter: item van Theodoricus van
Waflenaar Prooft , en van Wolferus Boenyng ^
Herbertus
van Jutfaas, Theodoricus van Boec-
iiout , Everardus van Rhyn, Gerardus Foek,
Arnoldus Boenyng, LaurentiusZuermond , Ge-
rardus Jakobs zoon , Henricus Pot , Gysbcrtus
Albout, Nicolaus Kloetink, Kanonnikken van
S. Jan: item van Petrus Paflert, Rudolphus Tam,
Rudolphus Scuk , Geriacus Floris zoon , Lau-

ren*

-ocr page 420-

'39^ Het Leven van

rentius Vlieger, Johannes Honderdmark, Gys-
bertus van Spangen, Folkerus
van Lichtenberg ?
Wilhelmus Modde, Gysbertus Waal, en Her-
mannus Droom , Kanonnikken van S. Maria te
Utregc : hy heeft, zeg ik , een zekeren beroep-
brief in zijne handen genomen en gehouden, met
inzigt om zich op den heiligen ApoftoliiTchen
Stoel te beroepen, gelei-brieven te verzoeken en
aan te neemen, en vorders te doen zoo als in hec
zelve wijdloopiger uytgedrukt ftond , en uytge-
drukt ftaat. Deezen beroep-brief heeft hy ter ge-
melde plaatze in
*c openbaar , met een luide en
verftaanbaare ftemme voorgelezen en opgezeit,
zijnde van den volgenden inhoud. In de tegen-
woordigheit en in het bywezen van ul. altemaal
eerwaardige mannen , en van ul. openbaare No-
tariflen als zijnde laft-hebbende perfoonen , ik
Oito Wedde y voor myn leven Provenier in S. Ma-
riaas kerke te Utregt, gevolmagtigde en Syndi-
cus, en als gevolmagtigde en Syndicus verklaare
en zegge uyt naame van de eerwaardige en. voor-
zigtige Heeren Prelaaten, Prooilen, Dekens en
Kapittelen , en van ieder Kanonnik in 't byzon-
der, mitsgaders van de Provenieren, Bedienden
en Amptenaaren van de vyf kerken te Ucregc, te
weeten van den Dom, S. Salvators kerk,S. Pie-
lers kerk, S. Jans kerk, en S. Mariaas kerk, de-
welken zich tegenwoordig altemaal binnen de
ftad Utregt bevinden, voor hen allen , en voor
ieder van hun in 't byzonder , en zoo wel voor
de genen die zich aan de tegenwoordige beroe-
pinge houden , als die dezelve in 't
toekomende
zullen toevallen , met het inzigt van ons te be-
roepen, te protefteeren, gelei-brieven te verzoe-
ken en aan te neemen , en
het ondergaande ter
behoorlijke uytvoeringe te brengen , zonder af

cc

-ocr page 421-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.417

te wijken van de beroeping' of van de berocpin-
gen, dewelke door gemelde mijnè Heeren reeds |

gedaan zyn , maar dezelve beroepingen opvol-
gende 5 en na een byzondere en duidelijke ver-
tlaaring wegens de voornoemde Heeren enAnip-
tenaaren, dat ze bereidwillig zyn den H. Vader
in Chriitus en onzen Heer Martinus V , die te-
genwoordig Paus is , en den Heiligen Apoftolif-
ichen Stoel, de behoorlijke onderwerping, on-
derdaanigheit en gehoorzaamheic te bewijzen;

vorders , indien gemelde mijne Heeren noch
J^eer andere verklaaringen uyt eenigen hoofde
Dehooren te doen , dezelve insgelijks onderfteld
voor af gedaan zijnde j zoo 'zegge en verkiaa-
^eik dan: dat aangezien de BiOchop van Ucregt,
"ie het dan zyn mag, niet geregtigd en is om ter
gelegendheit van eenig interdikc , over de itad
Utregt geveld , de Klcrczye , veel min de voor-
noemde mijne Heeren , naar zyn believen, en
uytkragt van^ijne Biflchoppelijke magt,doorde
bedreiging van den kerkdijken ban of van eenig
minder itraf-vonnis te dwingen, om op zijn vertoog
of verzoek uyt de gemelde ftad te gaan , en er-
gens in een ilegter en geringer plaats , daar het
"^'oor hun niet veilig en is , by een te komen j
daar men dan zoude order itellen hoe dat men
^oortaan'het Kapittel zoude houden, en hoe dat
«ünne geeftelijke ampten en bedieningen voor-
^^an buiten de gemelde ftad , of buiten de regte
P^aatzen der bedieningen zouden
verrigt voorden:
^^ngezien dat 'er ook geen geval in het Geefteli j-
Regt ftaat uytgedrukt, dat de menfchen om
^εη
Interdikt de plaats daar het interdikt over
geveld is moeten verlaaten; maar dat zulks van
ieders wille af-hangt, en de Overfte daar in niet
ie Zeggen heeft: aangezien ook dat dc Eerwaar-
II. D
eel. Dd digc

-ocr page 422-

'39^ Het Leven van

digé Vader en Heer Myn Heer Zuederus, tegenr
woordig BiiTchop van Utregt, niet gcregtigd en
is om in zijn' eige zaak' voor regter te fpeelen,
en dat uyt kragte van eenige vonniflen, door zij-
nen gewaanden Apoiloliflchen regter , die hem
gegeeven was, 't zijner eige begeerte uytgefpro-
ken, en om eenieder door zich zeiven en op zyii
eigen gezag te ftrafFen: aangezien ook dat hy niet
•zou vermogen, fchoon dat het voorgemelde hem
zulks al niet en belette, mijne voornoemde Hee-
ren , nochte iemand van hen, te dwingen om liec
reeds gezeide te volbrengen , noch hen eeniger-
wijze in de boete te üaan of te fbraflfen , om dat
hem zulks ongeoorlofd is uyt kragte van de in-
zettingen , privilegiën en koftuimen , dewelken
tot nu toe in de" kerken van Utregc onverbreke-
lijk onderhouden zyn geweeil in allerhande gee-
llelijke regtspleeginge. En wat aang-aat het be-
zoeken, in de boete ilaan, beftraiFen, onderzoe-
ken , mitsgaders het verbeteren van de zeden,
van de gebreken en van alderhande
verzuimenir-
fen , zoo wel omtrent alle en iedere perfoonen
die eenige kerkelijke waardigheden bekleeden,
als omtrent dc Kanonnikken eo de Provenierenj
cn wat ook belangt het ftrafFen der baldaadighe-
den, misdaaden of gebreken vande VikariiTen en
van alle andere perfoonen die aldaar in eenige be-
dieninge gefteld zyn , dat alles , ook in gevallij
dat
'er gepleit moet worden, ftaat aan de Dekens
cn aan de Kapittelen van den Dom , van S. Sal-
vators- S. Pieters- S. Jans - en
S. Mariaas kerken
te Utregt, en word aan hunne uytipraake gelaa-
ten , zonder dat 'er de BiiTchop van Utregt iets
tegen mag zeggen, of dat hy 'er in toe te ftem-
mén , of raad te geeven heeft: Aangezien
ook
dat uyt den zelfden hoofde de Kanonnikken en
Ν dc

-ocr page 423-

Zuederus en Rudolph us.

iJe Choor-gezcllen der gemeide kerken, zoo wel
die laft ais die geen lall: der zielen hebben , door
den Bifiehop niec en mögen en niet können ver-
maant en gedwongen worden om hun verblijf in |||
eenige andere plaats hunner bedieningen , binnen
2:yn BiiTchoppelijk gebied, te houden : en dat de
Biffehop by gevolg hen des te minder kan vermaa-
nen de ilad Utregt, en hunne geeilelijke bedie-
ningen die daar gelegen zyn, te verlaaten, om
hun verblijf op andere plaatzen, die voor hen on-
veilig zyn en daar zy geen bedieningen hebben,
ïe gaan houden : aangezien ook dat de zelfde
Heer BiiTchop tegenwoordig geen magt en heefc
zijne onderdaanen te vermaanen, of hun iet-
'^es te gebieden: en dat men zijne vermaaningen
εη bevélen geenszins behoeft te gehoorzaamen i
en zulks uyt kragte van een oude gewoonte ea
Vaderlandfche
wet,dewelke tegens hem behoor-
lijker wijze is uytgevoerd , en dewelke hy vol-
gens zijnen eed verpligt is te onderhouden , zoo
als blijkt uyt den inhoud van een Vaderlandfchen
b^ief, die door hera be-edigd is, en den weikeu.
iK hier invoege , en voor uigevoegd wil gehou-
den hebben , voor zoo veel als hy dient ter ver-
dediginge van dit myn tegenwoordig beroep,en
^orders nier. Daarenboven , Ichoon genomen dat
'dezelve BiiTchop eenige magt had om gemelde
mijne Heeren te vermaanen ofte ontbieden, wel-
magt zoo als reeds getoont is hy niet en heeft,
^•oo
Zoude hy hen egter voor deeze reize niet
"^ogen vermaanen om de ilad Utvegc te verlaa-
en zulks om de volgende redenen enooi^aa-
«en. Ten eerile, om dat hy een doodelijke vy-
^ndfchap heeft
gepleegt tegens de ingezetenen
Qeezer ilad , zoo wel Klerken als Lecken , dc-
■\Velke voor het grooifte gedeelte niet en durven

Dd 2, uyi

-ocr page 424-

410! Het Leven van
uyt dé ftad gaan, en dat uyt hoofde van eenregt-
maatige vreeze dewelke vat kan hebben op een
Handvaftig'man: en niemand is gehouden debe^
velen zijner Overften zoo verre te gehoorzaamen
dat hy zich zou leveren in de handen van zijne
vyanden, of dat hy zijne bedieningen, zijne goe-
deren , ja zyn eigen leven op een fchop zou zet-
ten. Ten tweede, om dat de kerk van Utregt,
indien hy ter ftad uyt trok , gevaar zou loopen
van ter aarde neer te ploiFen, en altijd te blijven
leggen, daar de gemelde BiiTchop , zoo als uyt
de dndervindinge blijkt, met alle magt op doelt:
welk zeggen, indien het noodigmögt zyn,door
Gods genade verklaart en waar gf maakt zal wor-
den in een breeder vertoog van die myn beroep.
Óok zou in zulken gevalle de goddelijke dienft in
deeze ilad tenemaal ilil ilaan j en by gevolg zou de
godvruchtigheit o;ider het volk verilappen, en
zou het te duchten ftaan dat'er een oproer onder
het volk zou komen. Ook zou de oorzaak van
het interdikt, indien 'er al een geweeft was, nii
ophouden, nademaal de Heer
Rudolphus van Dkp-
holt
uyt de ilad Utregt is getrokken ; en by ge-
volg moet het geene 't Λvelke uyt gemelde oor-
zaak volgde ook ophouden. Men zegt dat gemel-
de Heer in den ban is gedaan door den Abt van
Marienwaard 5 maar men zegt ook dat zyn von-
nis opgefchort of ook nietig is, om dat'er een be-
roep was voorgegaan.
Daarenboven zoo is het
datverfcheidene van
mijne Heeren ziekelijk, zwak
en onpaflelijk zyn; en dat hetfommigen ook aan
reis-geld ontbreekt , dewelke vervolgens de on-
koilen niet können doen om zoo door de
wereld
te loopen zwerven. Daar zyn'er noch die be-
vreefd zyn voor de magt der Gelderfehen , en
voor andere uyihecrofche vyanden van onze kerk

en

-ocr page 425-

ZüEDERUS EN RuDOLPHUS. 42t

en ons vaderland, en van de ftad Utregt, dewel-
ken tegenwoordig ook de ftad Amersfoort met
geweld bezet houden j en uyt dezelve het gan-
fche Stift vyandlijker wijze afloopen en kaal ilroo-
pen : doch vooral zijn ze vervaard voor eenige
oproerige en heiligfchendige ménfchen, dewel-
ke uyt de ftad Utregt zyn gebannen en gedree-
ven: welkers ommegang miflchien gevaarlijker
Voor de ziele zoude zyn als de ommegang met dé
burgeren van de ftad : welke burgers hoopen dat
Ze 2,ich regtvaardiglijk verweeren , en een regt-
vaardigen oorlog voeren metdehulpe der geenen
^ewelken de Biflchop wil gemijdt hebben j en
^y geeven voor dat hunne orifcHuld door het be-
roep der zoo-genoemde bannelingen genoegzaam
aangenooric. Noch al vorder uyt deezen hoof*
om dat het wereldkundig is dat gemelde Bif-
ichop zyn befte doet om de Geeftelijkheit uyt de
ftad te troonen , en dat naar plaatzen daar het
voor hun niet veilig en isj 't welke ftrijdig is te-
gen het welwezen der kerke , en waar door hy
Voor heeft de ganfche ftad over ende te zetten,
hoopende doof zulk een middel zich naar zijn'
iüft en believen over de Overigheden en de bur-
ê^ry van Utregt te zullen wreeken. En alhoewel
^at al het boven verhaalde, en ieder van het zelf-
^^ in 't byzondcr , waarachtig en zoo wereld-
kundig is dat het door geen draajery kan verdon-
kert worden , nochtans hebben de voornoemde
^'jne Heeren en ik 5 noch geen fes dagen gele-·
, in 't wild hooren zeggen , en de mompe-
gaat ook fterk, dat de gemelde Heer Z^^i^em
V f mijne voornoemde Heeren, en ieder van hun
J^'tbyzonder έή elk voor zyn hoofd, op dedeügd
"^r heilige gehoorzaamheit, enorider bedrëigin-
van den ban en' vaij de opfchorffingé hunner

Dd 3 be-

-ocr page 426-

422. HET Leven VAN
bedieningen , mitsgaders van het inhouden der
inkomften van hunne bedieningen , van den
dag
des
vonnis af te rekenen , verzogt en vermaant
heeft, hoewel zoo een vermaaning van xelfs nie-
tig en kragteloos is, dat ze zich binnen zekeren
tijd, die noch niet veritreeken is , uyt de
ftad
Utregt zullen hebben tebegeeven naar het ftede-
ken Wyk by Duurftede, het welke tegenwoor-
dig in handen is van de tegenparty van
gemelde
mijne Heeren : en daar zy, zoo als voor al de
wereld blijkt, niet veilig zouden kennen by een
komen. En om die reden zullen zy geenzins toC
een beiluit komen om plaats of de plaatzen,
daar hunne Kapittelen gewoon zyn re vergade-
ren,
te verleggen i al is zulks bevolen onder zo-
daanige bedreiginge dat Iiy alle regenfpreekers en
ongehoorzaamen , die zijne bevélen zullen ver-
iinauden , zal afzetten en noch zwaarder kaftij"
den, zoo als gezeit word dat in zijne
gewaande
brieven en dingraalen , over deeze zaak uytge-
geeven , wijdioopiger verklaart word j welke
brieven en dingtaalen ik hier voor ingelafcht W^
gehouden hebben, indien en voor zooveel als zy
ter verdcdiginge van mijn tegenwoordig beroep
können itrekken, en anders niet j en dewelke ik
hier ook zou
ingdaichc hebben , had ik 'er een
affchrifE van kennen bekomen. Welke dingen
altemaal,
en ieder ia'tbyzonder, door den voor-
noemden BiiTchop , die zich in zijne eige
zaake
tot regter aanilelt , gedaan worden uyt wraak-
gierigheit, en tot
nadeel, fpijt, overgroote fcha-
de
en bezwaarnifle van gemelde mijne Heeren·
Dierhalve bevroedende dat gemelde mijne Hee-
ren door al het verhaalde in veele deelen be-
zwaart zyn en noch in het toekomende bezwaart
ftaan te v/orden, zoo is h^D
dac ik my van gemel-
de

-ocr page 427-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.1358

de vermaaninge, en van ieder der voorzeide be-
zwaarniflen , mitsgaders van al het geen uyt het
al verhaalde zou können volgen of ontilaan, tegen
gemelden Heer BiiTchop, en tegen alle anderen,
en ieder in'c byzonder, dewelken gelooven dar
'er hun altemaalin 't gemeen, of iemand in 't by-
zonder, aan gelegen is, op dat de HeerBiflchop,
't zy op zyn eigen of op iemands anders gezag,
onder voorwendinge van de gemelde vermaanin-
ge, tegen mijne gemelde Heeren of tegen de gee-
nen die hun aanhangen of noch zullen aanhan-
gen, niets mag onderneemen , of iets vorder tot
hun nadeel beraamen , zoo voor nu als voor het
toekomende , uyt naame van hen allen in
'c ge-
meen, en van ieder in 'c byzonder, voor gemel-
de mijne Heeren, en voor hunne tegenwoordige
of toekomende aanhangers , door dit gefchrifc
beroepe tot onzen Heer den Paus en zijnen Apo-
ftoliflchen Stoel j en ik verzoek eenmaal, ander-
maal en derdemaal, (7) zeer kragtig, noch kragti-
ger, en op het allerkragtigfte, dat my zodaanige
berigt-brieven gcgeeven worden, als de hoedaanig-
heit van deeze zaak vereifcht , indien 'er maar
iemand is die my zodaanige brieven kan en wil
verleenen. En ik onderwerp mijne gemelde Hee-
i'en, ende genen die hun tegenwoordig aanhan-
gen of noch zullen aanhangen, mitsgaders hunne
goederen en hunnen ilaat , aan de befcherminge
cn verdediginge van den voornoemden Apoilo-
liiTchen Stoel: En ik verklaar dat ik dit myn be-
roep zal bekend maaken, aandienen, verbeteren,
verklaaren en vervolgen ter plaatze en ten tijde ,
en by de zodaanigen ,en op zulke wijze, als ik
Van regts wege gehouden en verbonden ben enz.
■t-^n als de voornoemde
Otto, gemagtigde en Syn-
dicus, onder het leezen gekomen was tot de plaats

Dd 4 de-

-ocr page 428-

'39^ Het Leven van

welke boven in den beroep-brief ftaat uytgedruktj
en dewelke aldus luidt: Ik verzoek eenmaal, an-
dermaal en derdemaal, zeerkragtig, noch krag-
tiger, op het allerkragtigfte, dat my zodaanige
berigt-brieven gegeeven werden , enz. heeft de-
zelve Octo , als gemagtigde en Syndicus gelijk
boven, de berigt-brieven op de voornoemde wij-
ze ge eifeht. Als niemand hem het minfte hier
op andwoorde, heeft hy ons openbaare Notarii*
fen, die hier onder gefchreven Itaan, verzogt dat
wy hem over het voornoemde eenen openbaaren
Brief, of meer openbaare Brieven, naar het goed·^
vinden van wijze luiden, zouden opmaaken. Dit
is te Utregt in de Utregtfche kerke gefchiedt in
het jaar, indiktie, maand, dag,uur ,Pausdom ,
als boven , in de tegenwoordigheit van de eerr
zaame en befcheidene mannen, de Heeren Theo-
doricus Henriks-zoon , Regent der Parochiaals
kerke in Nieuw-Amilel, Wilhelmus van Wede,
Johannes Dow voor hun leven Proveniers in de
Buurt-kerke te Utregt, mitsgaders van Wilhel-
mus Buer, Klerk en openbaar Notaris,en Wilhel-
mus van Munfter, Klerk van het Stift van Mun-
iler, als getuigen tot het voornoemde byzonder-
lijk geroepen en verzogt. En ik Wilhelmus.zoon
van Broderusvan Medenblik, Klerk van het Stift
van Utregt , en door Keizerlijk gezag openbaar
Notaris, dewijl ik al het boven verhaalde en ie-
der van 't zelve , terwijle dat het op de gezeide
wijze gedaan en verrigt wierd, met mijnen Mcr
de-notaris Marcilius hier onder gefchreeven, en
met de voornoemde getuigen in eigen perfoon
heb by-gewoont, dat ik al het gezeide,
en ieder
in't byzonder,.aldus heb zien en hooren verrit-
ten , daarom heb ik den tegenwoordigen Brief,
die met mijne eige handgefchrevenis, opgeilelt,

en

-ocr page 429-

ZUEDERUS EN RUDOLPHUS. 42 ƒ

cn volgens de gebruikelijke wijxe opgemaakt; ent
heb , des verzogt en geBeden zijnde, den zelvea
tot beveiliging en tot een getuigenis van al het
Voornoemde, en van ieder in'cbyzond€r,raet
myn
gewoonlijk teken en met mijnen naam ondertc-
kenti En ik Marcilius van Machefen, Klerk van
het Stift van Utregt, door Keizerlijk gezag open·*
baar Notaris, om dat ik al het voornoemde , en
ieder
in \ byzonder, enz.

β Hïiiué öeeft Diephout ιπ ioccrtöfl tjaii ben
l^au^/ onber itennaamban Poftulatus, (iiati^

jtot öet ^i^iiom u^-tifclßt) aï^jijniic δρ xnm^
«ecj^eit ijanfïemmen ge-dfcgt/ pt
^^Scert/ en gefó ïaateiiflaan/ 'ttocKe nocööe^
«tnö oniiec ben naamt»an
Poftulaat-guïiien^/

in öet Satijn Fioreni poftuiati. il^ïseeftgetSSi^^

t»om loffeipöefiiect/ eni^eenböü^fïaanberbaii
be Mltvtspt en ban be Hecfteïpe jjeiföoucn ge^
hjeefi*

^nbertuffcgen mxim ftï'gg^-ïttibcn / na ^
net berfïaan ban ïjunne b^anben /
nut igocben
öenit t'öui^ geïiottiett/ enö^Böen onbertoe0eö(?t
wïoofïer te
Marien-weerd aan ö,?anb gefioiten/
Jtn bat be Ißöt ben öan / ugt naame ban ben
^au^/ tesen bie ban ïltregt gab afseftmibi^t

Hiermit? Ö^tboift ban geen öaniien en inter- ^^^^οιη
Ulkten b^ee^be/ enbe menfelen bie m be toapei= hééft Pans
Jen ojpgeboebt toaren ^icö baai· bjeinig aan Eugenias
fteunben
/ tó Johannes^ifcöojp ban Maskon in
fcjaac
1433 boo^ ben faul i^· «a^ït'βο.Γ

öet sai^bom ban iltregt afge^onben/ om bee5e afgezonden
5ooberberfiiipettoeefiiaïtte befïilfen. ïPit geeft omdem^
Ö& ooft nietaïïe ßeagt beblijtigt: bie in benban

« Bokkenberg in de ongedrukte Levens der Vtregtfche

Ρ d 5τ toaveti

-ocr page 430-

Het LEVENVAii

laami l^eeft ö^ontfïaagen: en boa? Rudolphus,
oi«
irai oo^öaar fcïieen ijoo,? get gemcene-

fefte / Seeft ög" ^aafeliliie öeSaeliiging htt^

^ .,, feceegeit ^oa Rudolphus Dan op öetfïCit©D^

word be!' ïeïilioiic bom öe saifTcöoppen hm Φ^ϊοώηΐΜ^

vcftigt en m ban li^inben/ eniïOD^ ttoee Ji^ρ-öίffcöoρρcn

tot S^iffcpJI ban lltregt iilgcfajïjïlt Rudolphus
tïü^ getogöt siinïie %-na boo^ aïie be inscse-'
tenen ban gct ïitregtfcgc ^tiffc boo^ S^iffcSojJ
aangenomen ; poebjeï bat Zuedcrus van Kuiien-
zuedcrns, bui g, met eemge BanonniltSen bie jgne fïi'én0
om xipe e^en trcitftcn / baar beeï geraak tegen raaaftte»
^ieh'r" „ ψ^ψ Jf^, ^4-33/ ben 6 i^ej^nar^ / ijee^
den reift Rudolph US be boof eesten ban be SËma'^foa^betó
naar de bebefïtgt <ίίη bst eigentlgö Set jaat / tn 't

Keikver- ^^jjjg j jj^ij^^ 'gj, ^^

Sfiïïei feJa^ / be'öart-b0nnifen ^ttft gdic&t / en Ru-
daar hy ge- Qoiphus öebefiigt fóuïienijurger * einbe^
ftorven IS, jjaau be ïteröbergabeiing ban S^aselgetrolt^
Sv d
^n'"" / mibbelen onbesogt iatenbe om Ru-
«aaui ais dolphus benboet te ïicïjten. ï^aar ié ig S^iffc^oy
metterdaad bau Cscfaiea gcmaaftt: en ita bat 'ec langentp
BiiTchop gg^n bjerft ban l^em geraaaiit bja;^ / t^ titt^
""l^cR^' öeip te
S^a^eï/ in 't jaar 1439 oj» Matthias
■ nacijt/ überleben/ en b» be ïiartöul^ec^ aïbaar
öegraaben / 5ijnbe eeiiige laaren meer met ben
iiaam a'^^ metter baab 23iffc|iop ban iltrege ge-

'Zijne or-
donantic
noopende
fcet Feeft
van S.
Jeioen»

ïjtt jaar 1419/ ben 15- jfi^obember / geeft
een «l^^bonantie «jatgegeeben bat be bag ban
^»Jeroen 1«,^0o^?b-#oiianb/ 3ï^efÏ-©^!e^ïanb/
en in beomieggenbeïanbfireeften/ ebeneen^ge^^

biert 50n toOjben aï^Ö^tf^^fïi^Ö« Laurentius,

met bergnnriinge ban 40 bagen affïag ban be
opgeïeibe boetpïegingen boo^ aïïe be genen/ be^

toelfte

* Suffridfis Pefri f a^pend, ad Bekam,

-ocr page 431-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.427

tueiße öe ^acocgi-ïietfe te ^i^oo^thjijS op je-
roens
öag/ of op ecil miiseceit Joogen ïiaig[/50ï|p
ben öesoefeen,

^g toiiïen tie <i^^iionantie öan Zuederus be^
hjdfte ï>e öaaijen ban
Jeroen , 500 goeii m
quaatJ aï^ ö^t
i§/ in 't ïio^t öefcö^t / öiec se^
geeï en onöeciio^t ïaaten boïgen»

Zuederus door Gods genade Biffchop van U-
tregt, tereeuwigergcdagtenifle. Wy achten Kec
regtmaatig en billijk dat ze met een behoorlijke
en altijd daurende vieringe ge-eert worden hier
op aarde , dewelke door onteibaare mirakelen
blinkende door Gods verborge bermhartigheii;
verheven zyn tot de glorie der eeuwige zaligheit.
Voorwair de doorluchtige Priefter en Chriftus
Maarteiaar S. Jeroen, zoo als wy door het fchrij-
ven
van geloofswaardige mannen onderregt wor-
den , zijnde naar tie wereld een edele telg van
edele voorouders, heeft den ongetemden wil geen
meefter en voogd gelaaten van des xelfs driftige
en' tomelooze bewegingen , maar heeft dezelve
omzigtelijk onderworpen aan het gebied der re-
den. Dus is hy van zijne jonkheit af, zoo lang
als hy geleeft heeft , opgewaiTen van de eene
deugd tot, de andere : hebbende altijd met een
vuurige begeerte getragt om in de wetenfchap-
pen meer en meer toeteneemen, ,en om ,door het
martelie tot die onvergankelijke belooning, waar
toe hy voorgefchikt was , te geraaken j als ook
om de ongeloovige Deenen en Noormannen, en
de andere menfehen , voornamentlijk de ingeze-
tenen van Noordholland , Weilvrieiland en van
de omleggende plaatzen , door heilzaame leflea
van ootmoedigheit , heiligheit cn godsdienftig-
faeit, aangenaam aan hunnen Schepper te maa-

ken,

-ocr page 432-

'39^ Het Leven van

ken. Als nu de martelftrijd van den gemdden H.
bloedgetuige volbragt was, en als hy nu voor
het geioove van Chriftus door de woedende Dee-
nen onthalfl: was, zonder dat hy eenigen tegen-
iland had gedaan , ja zelfs zijnen hals aan den
beul had aangeboden , hebberi zijne Leerlingeft
jhet H. Lichaam op een heimelijke plaatze begraa-
ven 5 daar het veele jaaren verborgen heeft gele-
gen. Doch in het jaar pöo, als de edele en god-
vruchtige Graaf Dideryk II. het gebied over Hol-
land voerde , is het gemelde H. Lichaam door
Gods béfchikking, en door een drievoudige
nacht-verfchijning ^ veropenbaart aan eeii regt-
vaardig' en godvreezend' man met naame
Noch-
bodon. Het welke als Odilbaldus, twaalfde Bif-
fchop vanUtregt,en gemelde Graaf verftaan had-
den, zijn zy dryvens naar het graf gelóopen, heb"
ben het zelve geopent; en hebben de heilige ge-
beenten, dewelke dus door Gods béfchikking en
door een mirakel veropenbaart waren , daar in
gevonden. Dezelve gebeenten, (uytgenofïien het
hoofd 'c- welke te Noortwijk, alwaar de gemelde
Martelaar voor den Patroon gehouden word, gé-
bleeven is,) hebben zy met behoorlijke eerbiedig-
heit, en metgroote vréugde, gevoeft
iiaar Eg-
mond,'leggende insgelijks onder het voornoem-
de Bifdom, en hebben die daar ter plaatze bené-
vens de gebeenten van den heiligen Belijder A-
dalbertus, die daar ook ruften, hoogftatelijk by-
gezet. O gélukkigen
Martelaar van Chriftu^,
wiens gebeenten de zieke menfchen kernen be-
zoeken , en aldaar geneezen Worden: door Wiens
voorfpraak de verloore of qualijk gewönne goe»
^eren wederom te regt komen , en aan de regte
eigenaars geworden i en de menfchjen, die'er bé-
hoorlijk om bidden
j van de dreigende onheilen

bc^

-ocr page 433-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.29

bevrijdt, en van de banden hunner zonden ont-
fiagen worden. Verblijd u, ó Holland, over2,00
een Patroon , en over het bezitten van een zoo *
rijken fchat. Wy dan , acht geevende op de voor-
gemelde en meer andere aanzienlijke wonderdaa-
den , door dewelke de H. Martelaar Jeroen zoo
Vermaard is geworden, en daar by lettende op de
hartgrondige en godvruchtige genegendheit, de-
Welke de ingezetenen der voornoemde plaatzen
deezen H. Martelaar, haaren Patroon, toedraa-
gen ί en wenfchende dat deeze gemelde menfchen
"ioor het betoonen van hunne dankbaarheit eenig-
fins deel mogen krijgen aan de verdienften van
t^en zeiven Martelaar , en benefFens haaren Pa-
troon de mede-erfgenaamen en dedifch-genooten
Van den Opper-koning mogen Avorden in het rijk
der Hemelen , daar de hovaardigen niet zullen
binnen gelaaten worden 5 zoo is hcEdat wy, tot
lof en glorie van den almogenden Godt, en van
zijne Moeder de hoog geroemde Maagd Maria,
en ter eere van den heiligen Martelaar Jeroen,
volgens onze BiiTchoppelijke magt, en met over-
leg van onze Prelaaten, ordoneeren en uyt krag-
te dezes op de heilige gehoorzaamheit, en op den
^n , daar de tegenfpreekers en de tegenftanders

zullen vallen, wel fcherpelyk beveelen dat de Dg j^g
^ag van gemeiden Marcelaar
S.Jeroen 'sjaarlyks S.Jcrocn tc
^P het oktaaf van S. Laurens , in alle de Paro, J^^^reii als
i'ochienvan Noortholland, Weftvriesland en de J^jf^
omleggende plaatzen ,p]egtelijk geviert zal wor- Laurens·' ;
^"n even eens als hei: feeil van
S. Laurens , zoo
"^vel in het Choor, als onder het volk. Vorders,
^egeerende hetChriften-volk bequaamer te maa-
. ten tot het verkrijgen
van degoddelyke genade,
'^•00 is het dat wy allen , en ieder in't byzonder,
2oo wei van 't vrpuweiijk als va;i hcc inannelijk

ge-

-ocr page 434-

Het Leven van

geilagt, dewelke op het feeft van gemelden Mar-
telaar, den H. Jeroen , of op een anderen hoo-
gen dag, de gemelde Parochi-kerk binnen Noort-
wyk (Noirtich) godvrugciglyk zullen bezogt
hebben, met den ominegang aldaar te volgen, of
'er de Mis te leezen, of te zien of te hoorenlee-
zenj of ook met hunne mildheit, tot het onder-
houd van *t gebouw, of voor de kerk-cieraaden
en het kerken-licht, tebetoonenj zoo dikmaals
als zy het boven genoemde, of ietwes van het
zelve \ zullen gedaan hebben, betrouwende op
de barmhercigheit van den almogenden Godt en
op de kragtige voorfpraak van des zelfs Apoilelen
Petrus en Paulus , en van onzen Patroon , den
heiligen Maarten, veertig dagen afflag van de op-
geleide boeten verleenen.

Gegeeven in 't jaar onzes Heere een duizend,
vier honderd , negen-en-twintig , den ij No-
vember.

Het tegenwoordig affchrift is tegen het -ori-
gineel vergcleeken , en bevonden met het
zelve in alles over een te komen, door my
Johannes Bays, voor Notaris by den Hove
van Holland aangenomen. (8)

l^efljolgcn^ ^ceft Diephoud öe becbaïieiïotcit

ban 5ijii geÏJieii lueiierom öc^mnen op tt ïjaaien/
Π1 öeeft öet oberflcrfte fiot Laag bmi öen 0ron^
ite op0cBouiot. ijteft ooft m Ιϊυ^

ftouöe Γ9) aan öet^tiftgeö^ßt/en Qecft: m aïi^

Ciniielijii / aï^ ïj^ na öceie «i ïan0tïuud0^
mocjeïpgeiicn Itranti naar ^ieï en ïicöeam iua^
getoo^iien/ ite«

tO?

4;o

Diephoud

is bezorgd
voor zijne
oncler-
hoorige
l^pden.

-ocr page 435-

2iuEDERUS EN RUDOLPHUS. 4.451

oji 5ίίη flot Horft, 0f 0dp antmn gdoobcn/ ßerg
te Vollenhove oöecïeöcji / ïu get bieü-fii-ttom^ zykc de

tigtïf iaaK ban cegccrmge. benige «uren befchcrmer
boo? 5i|ne isocö tjeööen ^ijne öm^senootcnaï^g^ f^kiSf"'
Heil jnBoeöd / 500 ban gauii
ίύφ hau ^Mtt / ge^ der ferii! ·
iliinöcrt/ (iQj m ö^m aliten ïaaten feigen* üjke per-

Suffridus en Barlandus ïeggen ^em Ö^ie-in-tiöfn^ Γοοπεπ
ti0 jaami cegecrené toe j Bokkenberg boegt'er
ηαφ
tmt iaaren ö^. ii^elii bafcpn ijict ugt
ontjiaat/ 6at fornrai^e ^ijm regeennig öegjnnlu
te ccfeenen ban itcn tgö ^gncrbecfticsinge j öaac
öe anijcren reitening niet begitineii hmt
5ijne bebefiiging« ïfo Dan jgne fïeif-pïaatgi
berboect naac lltregt/ m aïöaac in Maar-
tens ftecße iie0i*aabett,

3{n get jaacgetg-öocït bec seïtje feetfße flaat ^et
boigenöe aangeteftenö baii ö^esen SJiffcöop
Ru-
dolphus.

In het jaar cid cccc lv , op den κχν Maare
is overleden de Eerwaardige Vader Myn Heer
Rudolphus Diepholt, BiiTchop van Utregt 5, op
wiens jaargeiy aan de Priettcrs, dewelke Mis lee-
ren , uytgekeerc worden r-iv. Schellingen: en,
op alle de andere dagen door't ganfche jaarwor^
den van zijnent wegcgegeeven xvi 11. penningen
aan de genen die Mis leezen.

Edroannus, tit isp Ölen tifti geïeefï ^mft/ en Hetierc®
i»e öoe^era-biicnisban Rudolfs van κηά. i

ban getoeefc /eenftaageHcßi P'f.f;^'®^'^..

"Pßefcöieben/öetoeilieöoo^Melboom(Tom.^. ^οοΓζΞ
Kerum Germ.) eerft i^ii^tgrgeeben/entot j^et tijdgenoot
ïeben ban Rudolphus opregtrip en joni^ec l&e^ Ednunnns.
bJi'mpeïmgeaio^öSef^eben :teaai'ctjec Ant.Mat-
thäus (Anaka.r.p.pag.431) iantiage^ini toortsen.
Rudolphus Agricola (11) ^^eft 't Jijliec ge?

i»astcnifemi[0mf-fiÖlift oßsefidt inaatpfcöe

beetr^

-ocr page 436-

1367 Het Leven van

/ öaar sijne öödpc öf-ftoitifie / öe
ii^oomi0|j0it ban 5|jn kben / sgue öarSieröjße
5010/ tn $ijttt ijjaftftergeit in j^et afioeeren öec
b^anörn/ cn in Set beröe&igen ban sgnc onitoii^
öaandi/ öoet gdtien» bocgt 'et ög öat Ï0
toeïgejien gehjccfi % get bolß m ö^ ttc
fielp«: jterfoünen: ijgi niclöt
mh öe itotm hie
öOD^ Ö^ni bcröctetit siln / m be piaatjen bie ÏH?
öan ijtt ^tïft ijuft gegceben. ms.

Ιίίϊ^ Philips van Borgonje , <0!;aaf ban ^Φ

ïanïi/ ïtïagtig toa^ gcöaïkn öat ßm onberbaa^
nm in i|oiianb/ Eelanö m l^^ie^ïanö iioo^ irc
«i^ectïeipc ©iecfcpac / m boo^naraentlptroo^
be EanïJ-ïïCïien^ en te $eer gepiaagt

bjierben / gebben Rudolphus bmi öe eene / en
Philips ban öe anöere tat/ in 't jaar 1454 ben
mSLn tei Änarg/mibbekn ßeraamt en W|it0cbmi^

gen eenige benom bieönniaötigeb^niiMng te fiuiten. l^ict
saisbruiken. obcc ί§ be boïtjcnbe ^ibonantie / baar Bokis en-
berg een fïaaïtje banö^ïeijeit/b0o,2ben25iffcöoii
Rudolphus «gtgegecben*

In ieder Dekenfchap zullen geene andere De-
kens en Opzienders aangellek worden , als die be-
quaam zyn om dusdaanige ampten te bedienen.

Men zal niemand de regten van den geeftelij-
lien itaat laaten genieten, die geen rondgefchoo-
re kroon op de kruin van zijn hoofd zal hebben,
of die niet op zyn kerkelijks gekleedc zal gaan,
of die niet en leeft gelyk Priefters en Klerken be-
hooren te leven.

Dat de Priefters en Klerken, die verbondbree-
ters,vechters of dronkerds mogen zyn, of op een
andere eerlooze wijze de wetten komen te over'
treeden , door de wereldlyke Geregts-dienaars
mogen gevat en aan den KerlcelijkenRegter over-
U^elevert worden
5 en niet eer op vryc voeten zul-
len

-ocr page 437-

ZUEDERUS EN RUDOLPHUSJ 433

len geftelt worden, voor dat zc de boete aan den
Schout,oF aan 's Graafs Regter zullen opgebragc
hebben.

Dat de inwoonders van Holland , Zeland en
Vriesland te Utregt niet mogen gcdaagt wor-
den.

Dat men niemand kerkelijke ftraiFen zal op-
leggen,, of in den ban doen, ten zy dat zoo een,
die dusdaanig geilraft of in den ban gedaan moet
^vorden, eeril gedagvaart zy geweeft j en bewee-
^en is dat de daaging hem bekend is geworden.
Ook zal de Deken of dc Opz-iender geen gereg-
telijk vonnis, over
Wat misdaad dat het zy, te-
gens iemand hebben uyt te fpreeken , zonder de
^aak alvorens behoorlijk onderzogt te hebben.

Dat de ftruikroovers , voorbedagte dood-ila-
gers , en die fchuldig zyn aan gequetilc opper-
ïnagt, ook op gewijde plaatzen , indien ze zich
aldaar bevinden ,, mogen gevat worden, zonder
dat die plaatzen daar door ontheiligt worden, of
dat'er het interdikt op zal volgen.

Dat de geenen , die bezig zyn met het verbe-
teren van dé dyken, of omtrent de landvrugten,
of die eenig ander werk voor 't gemeene befte
Verrigten , dat op feeftdagen gedaan dient, niec
bullen geftraft worden.

Dat de fchakers van vrouwluiden niet zullen
Ontbonden worden zonder de coeilemminge van
de wederziidfche vrienden.

^e hoém ^^öonanticu fc^igben een maat
iiooi omtmitiie süsaai'e afiJerf^ngen bansemel^
ae vDcften^ m «^jpsientsec^ / tn omtrent öe o»»
«ofïen ijan ïjunne reise«: öaav öaiï eenSoei»
^^ tegen öe obectreïier^ ö^^ebaegt,

^e geïjeeïe §3|ief ban Diephoid fiaat in on3e
moeberïïjhe taaie Qet βϊίίί» ban een οαίι

Π, Deel. Ee iiOeÄ

De ingczc^
tenen niec
buiten hun
land te dag-
vaarden.

Niemand
kerkelijke
ftrafFen op
te leggen,
ten zy dat
hy eerft
gedaagc,
en zyne be-
fchuldiging
beweezen is
ge^yeeft.

-ocr page 438-

Het Leven van

ßoeft ml^eniie ire Wtmnj ilcgten/ ^^ilfe^ictt
en a^^öonantien ban öe fïaïi Mmfieritam/ ttoeï^
ïte in öesdlïe fiat» geti^iiïit if in 't iaar

a!^ ^arto0 Philips ba*nomen ^ai» öat öit
i)erii^a0/tn|fcöcn pcm en Rudoiphus aangegaan/
hm öerfcgeiiie ^gnec oniia*tïaanen / en ijoa.jna''
ntentïp ban Ut ©eïten^ en <0p5ieniier^ / niet
«aar be^ooren onbecfioutien toierir/ maar bage^
ïp^ bJterb obecireeben / öeeft öy ben ^eji^
teraöet; ban 't iaar i46^be ^^bonantfe banRu-
dolphus op nieuto boen afftunbigen/ enojinocö
3txiaarbec fïi-affen geöoben te onbergouben»
bit bebeï ban
Philips fïaafc op öet τα en 73 bïab
ban get boo^noembe

Mp 5«ï!en in bee^e ^ertaaïinp een seßeren
^^itf ïaaten böigen/bebjelfie on^ boo^ben ileec
Auteur toege^onben j toaar in be |p:e!aatert
en beltapitteï^/mit^gaber^be ^o^germeetier^/
ïïaben / ^ciejpenen en ^argec^ ban Utregt

3icö bccfiiiiben bat 5e ben S^iffcgop Rudolphus
tegen be aanöanger^ ban Walraven jnïïen iit^
fcfecmen en beeöebigen,

Wy Prelaten ende Capitelen der kercke van-
den Doeme, Oudemunfter , Sant Peters, Sant
Johans ende Santé Marien te Utrecht,
gemeync
Ridderen ende Knapen ilants , ende Borgemey-
ileren, Schepenen, Raede, ende gemene meyn-
te der Stadt van Utrecht ende van Amerffoordt,
Doenkondt alle dien genen diedefen tegenwoor-
digen briefF zullen ficn off hooren lefen , ende
dat nu aendraecht off aendragen mach
in tocco-
mende ryden , Dat al ift faecke , dat in tydeo
verleden die alreheylichfte Vader ende Heere in
Gode, onfe Heere Eugenias nu Paus, mercken-

éc

454

-ocr page 439-

^uederus en rudölphus.' ^^f

de die Sradt ende dat alinge Landt van Utrecht
mit
Vreden, ende blodigen twedrachten doe be-
iwaert, · endé beläden te wefen , heeft den Eer-
Wecrdigen Vader Heer Jan doe van Maken nu
Van Ambrens BiiTchop nedergefandt tot der Scadc
ende Landen van Utrecht volmachticht om die
in
Vreden ende ruften te fetten, ende uyt redelic-
ke notelicke reden ende fiiecken by den zeiven
Biflchop Johan vermits fijne machten voorfz In-
der Stadt ende Lande voorfz , ende anders ware
hiit ernfte ondervonden , ende onfe heiligen va-
der den Paus weder by gebracht heeft die felve
onfe heere die Paus Wilmer heer Sweder van Cu-
lenborch doe Biflchop te ütrechtvander kercken
Van Utrecht tot der kercken vanCefarien tranffeert
ende overgefat, ende den Eerweerdigen in Godr,
Vader ende Heeré , Heer Rudolf
van Dyepholc
nu BiiTchop
to Utrecht onfen genedigen Heer,
vander voorfz kercken van Utrecht verfien ende
nae dode Blifchop Sueders voorfzomme die mee-
re veftinge, ende omme alle fpraecke ende twy-
vel die inder voerilenninge en provifien fien co-
men of wefcn mochte, all en was dat geen noer,
defe verfieninge ende provifien vernyt heeft daer
die kercke, ftadt ende alinge landt voorfz, ende
daer omtrent gefeten van die befwaringe voorfz
mede ontladen ende in goeden vrede gefac waren,
nochtans hebben fomrhige perfoonen opabel,en-
de van cleynen getal, diedes oock niet machtich
ea waren,noch en zyn in eenigerwys, zueckende
defe afgedaen ende nedergeflagen befwaringe te
Verwecken , oock overmits rade ende toedoen
2;omige viande des vredes ende des Landes van
Utrecht , ende vergaderinge gemaed in onge-
Woenlicken llede boven ende tegens defer voorfz
provifien, ende verfieninge ende totter kereken

Ë c X van

-ocr page 440-

436 Het Leven van

van Utrecht, die nyet open noch ledich en Was
tegens die kercken voorfz , ende allen anderen
rechten, ende tegens haren gefworen eden, een
vermetel kiefinge of poilulacie die alfoe nyet
weerdich en is te noemen van Walraven van
Moerfe gedaen hebben in verdoemeniilè haere
zielen, fmetenifle des heyligen Stoels van Romen
ende icande der luden , ende want Walraven
voorfz gefterckt inde Concilie van Bafel mit hul-
pe ende toedoen des EertsbiiTchops van Colen,
ende des BiiTchops van Munfcere zijne broederen,
ende hoeren Ambaciatoers, onderlaten ende die-
neren , ende anderen Heeren inden Concilio we-
fende , die ons met rade ende mit dade tegens
zyn ende hem felven inden faecken nageruert con-
trarie pertie maeeken ende fijnde, weicke oock
daegelicx als men vandien faecken tradeert ende
rechtvorderinge doet, daer mede by ende over
zyn alfe rechters , dat die natuerlicke reden fcii-
wen enich pertye rechter in zyns zelf faecken tc
wefen ende alle rechten geeftelick ende weerlick
wederfpreecken , foo dattet onfen genedigen Heer
voerfz ende ons allen zorchlie ende vrefelic is daer
enige rechtvorderinge te doen ofte te vervolgen,
al i'il dat Walraven voorfz geen recht en heeft
noch hebben en mach tottcr kercken van Utrecht
defe zyn onrechte poilulacie in den felven Con-
ciho vervolcht, ende dat Concilium dat van fijn-
re naturen alle ruft ende vrede maeeken ende
ftrecken zoude in veritoringe des vredes voerge-
maed die faecken
aennemet ende rechtvorderin-
ge ynne doet, boven dat die zaecken nae uytwy-
linge der befcreven rechten ende gewoente des
heyligen Stoels ende des hoefs van Romen alleen
toebehooren te rechten onfen heyligen Vaderden
Paus, of dien
hy dat fonderlinge beveelt, ende

wy

iL.

-ocr page 441-

Zuederus en Rodolphus, 43^

Wy nj'et alleen in defen , maer oock in veel an-
<äeren zaecken vervolge ende verfuecke Walra-
vcns, ende der fijnre heude hem te liever tegcns
Godt ende die rechtveerdicheyc inden ende ver-
mits den Concilio tot onfen grooten ende fwaren
cofl-, lafte ende hynder beiwacrt werden, daer
oock groote tweedrachte , vyantfchappc, doot-
ilage ende andere fcandelicke 7,aecken van geco-
men zyn ende noch meer gefien zyn van te co-
men , ende wordt dat nyt wyfclicke verhoet,
Waerom op dat wy defe befwaringe voorfz te bet
ïnogen, ende ilercker zyn tewederilaen, hebben
Wy met rypeii rade, ende wel daer op verdacht,
ons cendrachcelick te zamen verenicht ende ver-
bonden, ende verbynden mit defen brieve, ende
Iiebben wy onfen trouwen , ende in machte ons
ecdts die een yegelyck van ons gefwooren heeft,
gelopft ende loven mit defen brieve, dac wy mit
gemeynen rade hulpe , byblyvinge ende gonfte,
onfen genedigen Heere, Heer Rodolf van Diep-
holt BiiTchop te Utrecht nae alle onfe machten
m zynen rechten en godlicke beiitte zynre kerc-
ken van Utrecht, oock mit machten of des nooc
gebeurde, befchermen en houden willen in defe
voorfz befwaringe of eenigc andere laften opla-
gen of befwaringe die ons of eenige van ons
oock
Van wat zaecken ende van wyen hy weer aenge-
leyt of opgeleyt zyn, of aengeleyt werden moch-
ten , geen gefondert in alle dat wt den voorfz
i^aecken rueren of comen mach, in tyden tegen-
Woordich of toecomeqde , mit allen rechten die
ons daerinne te hulpe of te bate comen mogen,
ende anders als ons dat nootwefen zall, trouwe-
Jicken ende eendrachtelicken mir (Jnfen genedi-
gen Heere voorfz wederilaen zullen , ende die
Vervolgen voor ons heyligen Vader den Paus,

Ee 3 dm

-ocr page 442-

43 S Het Leye ν van

daer zy van rechte horen te vervolgen tertyt toe
dat die byden felven onlen heyligen Vader den
Paus of dyen hy dat bevelen zall, voleynt wefen
zullen , nae uytwyfinge der befcreven rechten,
ende beloop des hoofs van Romen , ende alfulc-
ke fcade, coft, onluft , moyenifie ende onrech-
ten die wy t' famentlick of eenich van ons byfon-
der vermits ende wter zaecken voerfz leden of
beiVaert worden, die zullen ende willen wyaén
allen dien genen dacr ons dat van comnt , ende
dier heer daer inne geradich of behulpich zijnde
eendrachtclick verhaelen , ende om vcérichtinge
daer of te crygen vervolgen als fick dat geboren
zall, nae alle onfe vermogen , ende wy ofte ye-
mandt van ons en füllen oock den gene daer ons
defe coil, onluil, moeyenilTc ende onrechte van
comen, ende daer toe gcradich ende hulpich zyn
in eenigerwys ende geen gracie doen, maer zul-
len en willen hoer vorderinge ende promotie hin-
deren alfoo verre als wy connen ende mogen, ter
tyt toe dat ons die fcade , cofte, onloft, raoye-
niile ende onrcchten verrechtet ende beter wefen
zullen , allyckwal wille wy nochtans ons gene-
digen Heer voorfz hoeden , befccrroen ende by-
biyvich wefen in fijnen rechten ende befitten als
voorfz ftaet, Voort of dat faecke waer dat ye-
mantindefen zeiven onfer verbonde mede treden
ende wefen wolde j ende dien ons wel genuech-
de, die mach mit zyne transficx brief hier door
gelfteecken, mede mit ons hier inne gaen in allen
fchyn als voorfz is , ende defer brieve zynder raeer
alleens fpreeckende, ende of daer een, twee, drie
ofte meer zegelen aen gebreecken of breecken,
foo füllen allyckewel defe brieven ongecancelliert
ende in hae/ volcomcnde machte blyven fonder
enich arch ofte lift, qfnye vpndej of eenigean-
dere

-ocr page 443-

^uederus en rudolphits.

<äere zaecken van recht of anderen behulpinge
daer inne te foecken ofte vynden in eeniger wys
daer me defe brieve mede breecken mochte. En-
de des tot enen oorconde hebben wy Prelaten en-
de Capittelen voorfz onfer kercken zegelen aen
defen brief gehangen , ende wy Ridderen ende
Knapen hier nae befcreven mit namen Johan van
ReneiTe van Rinouwen, Willem van Montfoord
van Sueten , Dirk van Zulen , Vrederic Wten-
ham van Baerfel Ridderen, Gysbert van Vianen
van Ryfenborch, Johan van ReneiTe, Steven van
Sulen van Nyenvelt, Jonge Gysbert van Vianen
van Ryfenborch, Melis van Mynden, Gerrit van
Zulen vaii NatuwiiTch , Vrederic van ReneiTe,
Jonge Jan van ReneiTe , Gysbert van Stercken-
borch, HenricvanRyn, Gysbert van Nyenrode
van Velfen s Steven van Zulen van Nyenvelt
Willems foen , Henric van Vianen Jans foon,
Alpher vander Horft, Jacob Borre van Ameron-
gen , Vrederic Borre van Amerongen , Willem
van Zulen van Nyvek , Ernft van Hynderfteyn,
Gysbert van Hardenbroeck, Gysbert vander Haer,
Jan vander Meer, Gysbert van Hynderfteyn,
Jacob de Voocht van Rynevelt, Melis-Wten-
enge , Dirck van Zulen , Sweder van Zulen,
Zoude van Ryn, Vrederic van Steenre, Gysbert
vander Haar Henric foon, Louif vander Haer,
Louifvan Ruwiel, Florens
van Jiitphaes, Jacob
Van Zulen van Blieckenberch, Gerrit van Zuler»
van Blieckenberch, Boeckel van Ryn, Herman
Van Ryn, Otto vanRyn, Willem van Vlooten,
Johan die Boele, Steesken van Loenreiloot, Al-
pher vander Mye , Willem van Welle, Egbert
van Welle, ende Florens van Blockhoven, heb-
ben onfe zegelen, endewy Borgemeefters, Sche^
penen, Rade ende
gemene meynte der Stadt van

Ee 4, ytrechï

-ocr page 444-

440 Het Leven van

Utrecht ende van Amerffoerde onfer Stadt fege^
len tot eenen oorconde aen defen brief gehangen.
Gegeven int jaer onsHeeren dufent vier hondert fes
cndertich deslaeilendages indcrmaentvanMeerte.

^ietJ iJoïgen in get lanöfc&^ift/ofitóbec iniie
Iftopge / öe aföediiingen öec büöi^emeïiie sege^
ïen, iioï0i'ei*iioiiier:

lek Henrick Borre van Amerongen gelove dit
Verbont mede te holden in allefchyn als dat daer
inne begrepen is , daer defe rnyn transfix-brieff
doorgeiteécken is , ende hebbe des t'oorconde
mynen zegel daer aen gehangen, int jaer ons Hee-
ren Dufent vier hondert zes en dartich op Sant
Georgius avont.

Wy Borgerneefteren 5 Schepenen, Rade ende
gemene meente der Stadt van Renen , maecken
Icondt allen luden, dar wy gelooft hebben, ende
loven mit defen onfen brieve by onfer trouwe en-
de machte ons eedts , die een yegelyck van ons
gefwooren heeft , dat Verbont ende alle punten
daer inne begrepen ende elck byfonder vaile ende
Jftede mede te houden, daer inne die Deeckenen,
vyf Goidtshufe, die Ridderfchap ilants eade iladt
van Utrecht ende van AmeriFoort malcanderen
verbonden hebben by onfen gnedigen Heer, Heer
Rodolph van Diepholt Bifichop tot Utrecht te
blyven nae inhok des verbont-brieffs, daer wy
defen onfen tegenwoordigen transfix-briefF mie
onfer ftadt fegel befegelt, tot eene orconde door-
gefteecken ende aengehangen hebben. Gegeven
int jaer ons Heeren Dufent vier hondert zes en
dartich des vyftienden dages in Septembri.

Naer gedane collatie jegens gelycke copien
audenticque, zyn deie mit opgedrufte fe^
gelen als voorfz aecordp-ende bevonden,
By my Notaris publycq, biqnen Utrech?
F jefiderende, W.
van Galen. Nes,

-ocr page 445-

zuederus en rudolphus» 44i

ïaaten Ifer ηοφ boiitcn tm af-fclj^ift/
500 aï^ tag öet ujt ten matijnfci * öanbfcönffc
iiertaaït Ueöben / in 't ioeïite öe b^ie Staaten
iian
^tift öen ^emeïiien Rudolf boD? Mn^
ioaarö / S^efcöerm-öecc l^oml&et; ban Ö^t
^tift aanneemen*

In den naam des Heere , Amen. In het jaar
een duizend, vier honderd, feven-en-twintig,in
de vyfde
Indictie , den derden January, onder of
omtrent de uur der
l'ertkn^ in het tiende jaar des
Pausdoms van onzen Heer Martinus V. zijn de
^oigende Eerw. Heeren van het Kapittel , voL·
gens ouder gewoonte, ontboden en Kapittels-ge-
^ys by een gekomen : Herman van Lochorft,
■•Jomdeken, Jacob van Lichtenberg Proeft van
S. Piecers kerke, Henrik Houberg Deken van de
Salvators kerke, Johan Wael, Arnold Kaientier,,
Johan van Ginkel, Henrik van Wynfen,Kanon-
nikken van gemelde Domkerke , Laurens Wil-
lemfe,Johan ter Longen, Johan van Stein, Wou-
ter Grawert, Johan Weerd, Kanomiikken van
de voornoemde Salvators kerke, Arnold van Ty-
chel, RafoDoggart, Kanonnikken van gemelde
kerke van 8. Pieter, Evert van Rhijn , Evert
Vrank , Aarnoud Boening , Geraard Jacobiê,
^ysbregt Albout, Niklaas Kloeting,Kanonnik-
ken van S. ]ans kerke, Volkerd van Lichtenberg,
Johan Honderdmak, Gysbregt van Spaange, en
^ysbregt Wael , Kanonnikken van S. Mariaas
kerke te Utregtj mitsgaders de hoog-geboorene
engcftrenge mannen Johan Burg-graaf van Mont-
ioorde. Baron, Johan van Vianen , Heer van
J^oordeloos, Willem van Montfoorde, Heer van
i-athem, Johan van Rynefle en van Rynouwen,

Ee j· Johan

t A'i if ms ού door den Hetr Anmr ter hmdgeßslt.

-ocr page 446-

442 Het Leven VAN

Johan van Langerak , Diderifc van Zulen , Frc-
derik Ucenham de oude , Ridders , Johan van
Vianen, Willem van Nyeveld , Johan van Via-
nen van Jaersveid, Gysbrêgt van Nyeijrode, Hen-
rik van Rhijn, Frcderik Borre van Amerongen,
Jacob Borre van Arnerongen , Zweder Bafterd
van Montfoort , Herman van Steenre en Frede-
rik van Steenre, Schildknaapen ; en de voorzie-
nige en wijze Heeren, Johan Pot, Aarnoudvan
Amerongen, Willem van Wynfen , Purgemee-
ilers, Gerard Haen, Henrik Hazard, Pellegrim
Wael, Rudolf. .. Onder-Burgemeeftersen Re-
genten der ftad ütregt, Dideryk Poyt en Arent
Hubregtfe, Burgemeefters en Regenten der ftad
Amersfoort onder het Stift leggende j gemelde
Heeren , (zeg ik) zijn by een vergadert op de
Kapittel-plaats van de voornoemde Domkerke,
alwaar, volgens een oude gewoonte en volgens
het gebruik van een al-oude verjaaringe, de Pre-
laaten en de Kanonnikken van den Dom, en van
de andere vyf kerken, mitsgaders de Ridders, de
Schildknaapen en de Regenten der ftad ütregt,
en der fteden onder het Utregtfche land behoo-
rende (als verbeeldende de drie Staaten door de-
welke dc Kerk en het Stift v^n ütregt , zederd
lange tijden herwaart, geregeert en in haare reg-
ten , vrydommen en privilegiën bewaart is ge-
weeft, en als noch geregeert en bewaart word j
verpligt en gewoon zyn te vergaderen, om de
zaaken , die gemelde Kerk , Staaten en 't Stift
betreffen , te verhandelen , te fchikken , en in
goeden ftaat te brengen. Aldaar heeft 4e gemelf
de eerwaardige en voorzigtige Heer Herinannus,
Deken der gemelde Domkerke, in de tegenwoor-
digheit vanmy, Willem van Medenblilc, open-
baar Notaris,
mitsgaders van de onderfchreve ge-

ipuigcpj

-ocr page 447-

^uederus en rudölphus.' ^^f

tuigen, en van een groote tijenigte volks, 't welk
daar by-een vergaderd was, met luider ilemme,
en voor een ieder, opgezeit en gelezen een zeker
briefje , 't welke hy in zijne handen hield , en
c welke van den volgenden inhoud was:

OVERWEEGENDE wat al beroerten,par-
ï^yfchappen, fchaden, geweldenaryen, ppfchud-
dingen, doodflagen, bloedftortingen, a^erifin-
gen van geld, gevangeniiTen , aan de geeftelijk-
heit en het volk van het Stift en de ftad van

mitsgaders van de fteden en dorpen onder
l^et Stift behoorende, zederd eenigen tijd in 't
^^erk zijn geilek } en daar by , 't geen wy met
droef heit moeten verhaalen, dat zulks by koomt
door Zwederus BiiTchop van Utregt, en door des
Zelfs quaade regcering, ongeregelde en tyrai^nif-
fche magt-oeffening , en onvoorzigtig en oner-
Vaaren overleg dewijl hy noch Godt, noch de
billijkheit, nocltde regtvaardigheit voor oogen
neemt, maar enkelij kin alles zijnen eigen wil en
voorneemen, door's duivels ingeeving, opvolgt
en
{aan de gemelde geweldplegingen) toeftemt: het
welke ftrijdig is tegen zijne eeden , dewelke in
den zoogenaamden Landbrief flaan uytgedrukt,
en door dewelke hy belooft heeft dat hy de ge-
i"egtigheden , de privilegiën en de loffelijke vry-
dommen van de Kerke, de Stad en het Stift zou
onderhouden .... zonder op gemelde eeden te
paiTen : 't welke zoo verre gaat dat, ten waare
de Almogende Godt door zijne genade , goe-
dertierendheit en barmhertigheit daar tegen had
Voorzien, de voornoemde ilad, fteden en Stift,
buiten alle twijfel al vernietigt zouden zijn, en
Van het vee betreeden zouden worden. En dac
noch erger is, dezelve Zweder tracht en dreigt
het zelfde, kan hy 'er ina^r toekoomen, noch

uyc

-ocr page 448-

444 Het Leyen van

uyt te voeren; maar Godt wille hem in het vol-
brengen van zijn duivelfch voorneemen ßuiten·
Hierom is het dat wy , Prelaaten en Kapittelen
van den Dom, en van S. Salvators , van S. Pic'
ters 5 van S. Jans en van S. Mariaas kerken te
ütregt; mitsgaders wy Baronnen, Ridderen,
Jonkers, Schildknaapen,
Overheden,Raadenen
Gemeenten van dc fcad Utrcgt, van de ander^
fteden onder het Stift; beboerende , en van het
ganfchc Stift, aan deeze zijde van den Yilel, op
het gezeide acht gegeeven , en Gods naam aan-
geroepen hebbende (dewelke tot noch toe ons
jselven, onze Kerk en ons Vaderland
voornoemd)
voigens zijne barmhertigheit, hoewel onze wer-
ken het geenzins en verdienden , van
diergelijke
rampen en gevaaren heeft bewaart, v/iens gena-
de wy daar toe verzogt hebben) hebben goed-
gevonden tot onzen Momber , Landvoogd en
Befcherm-heer te verkiezen , te benoemen en te
ontbieden den Dooriuchcigen en
voor?,igtigen
Heer Rudolf van Diephok, die voor deezen door
ons met eendragtige ftemmen, wetciglijk en be-
hoorlijk tot BiiTchop van Utregt ge-eifchc isge-
weefl:; dewelke als een getrouwe Heer met eige
magt, en met de hulp van zijne hoog-edele vrien-
den , zonder andere byftand als de genade en de
magt van den Almogenden Godt te hebben, de
itad Amersfoort, (die toen met de toeftemminge
en met den wille van Zwederus zelf door de vy-
anden op een ellendige en fchandelijke wijze be-
magtigt, voor een groot gedeelte verwoeft , cn
van het Bisdom was vervreemdt) goedertierent-
lijk weder heeft verovert, en opeen edelmoedi-
ge en gulhartige wijze aan het zelfde Bisdom
wederom gegeeven, en onder de gehoorzaamheit
kerke heeft gebragt. En wgar het zaake d^t

-ocr page 449-

zuederus en ruöolphtts. 445^

^jjne welgeboore Hoog-edelheit , door Godde-
lijke fchikking, en zoowel door eigen beleid als
door de voorzigtigheit vanzijne hoog-edeleHee-
ren en
vrienden, en met grooce onkoften en ge-
^aarcn van zijn eigen perfooiir, en van zijne vrien-
den , niet kloekmoediglijk en met een onver-
schrokken gemoed de gemelde ftad had aangetaft.
Verovert, en onder het Bisdom gebragt , geen
menfch van gezonde herflenen , en geen vroom
Onderdaan der kerke, zal redelijkerwijze können
twijfelen of gemelde kerk, ja het ganfehe Stift,
de hoofdItad zelf en alle de fteden onder de-
2^elve behoor ende, met alle de inwoonders der
delven , zoo kerkelijke als wereldlijke , 200 mans-
als vrouws-perfoonen, tot de kinderen in de wieg
toe , zouden vyandlij-kcrwijze en ten ceuwigqn
dage vernielt en verdelgt zijn geweeft. Wy ver-
2ioeken dan in alle ncdrigbeit, enwy bidden met
alle mogelijke ootmoedigheit, dat hetziinegoe-
dcrtierendhcit en doorluchtige Genade believe ,
den voorgcmelden laft aan te neemen en te aan-
vaarden. Het gen3 vorder tot het voorgezeidc
noodig is, en naderhand noodig zal weezen, zul-
len wy zoo als wy vertrouwen getrouwelijk vol-
brengen en uytvoeren : behoudens nochtans dat
"Wy gezind blijven de regtvaardige ApoftoliiTche
bevelen te gehoorzaamen , maar tegen de onregt-
Vaardige ons door bequaame middelen , en naar
Ons vermogen , te verweeren , nochte van des
^elfs gehoorzaamheit en eenigheit af te wijken,
of door deeze en andere dingen meer , daar wy
ïoe genootzaakt worden, af te flappen: verklaa-
ï'cnde dat wy door een allerhoogften nood gedron-
gen worden om hier tod te koomen ; behoudens
Ook dat ieder een, 't zy dat hy een kerkelijk of
een wereldfch perfoon zy , zijne vryheit zal
be-
houden.

-ocr page 450-

Hst Leve ν v α ^

houden, voor xijnén eigen regter te regt zal ftaaflj
en zal aangefproken worden: met de andere nood-
Zäakelijke en behoorlijke verklaaringen. Vorders
öok dat de brieven van ons Stift altijd haare volle
kragt zullen behouden, Ook zal de gemelde Heef
een eed daar over doen j eh het gezeide met zij-
nen eigen Brief, daar zijn zegel aan hangt, be-
kragtigen.. i. Nóch verklaaren wy dat wy dooi"
deezen onzen handel , noch door" 't geene wy
noch vorder ftiogteri orideriieemen ^ noch door
eenige proteften die wy mogen gedaan hebbert
of die ons vanregtswege töekoomén, nochte ook
door eenige beroepingen die van onzentwege mo-
gen gedaan zijn, nier voor hebben noch te begee-
ren van gemelde (Brieven) af te ftappen , maar
ons vaftelijk aan de zelven te houden. Als dit
Briefje aldaar in 't openbaar was geleezen, ende
inhoud des zelfs, opdat het van ieder volkoment-
lijk zou verdaan worden, in de
moederlijke taaie
doorgemelden Deken was uytgeleit,heeft de zelve
Deken de drie Staaten , aldaar gelijk gezeit is
vergaderd, minnelijk vermaant en aangemoedigd
om met de Kerke, de lladUtregt, en de andere
fteden, ja het ganfche Stift van Utregt aan dee-
ze zijde des YiTels, aan te fpannen , tot nut en
welvaaren van gemelde Kerke , Stift van U-
tregt 5 en tot afweeringe van gemelde arger-
niflen en fchaden : dewelke waarlijk tot een vol-
kome en onherftelbaare verdelging van gemelde
kerke en van het Stift zullen gedyen: en dewelke
door den Heer BiiTchop Zweder, en met zijne
goedkeuringe, ja op zijn bevel zijn
opgekomen,
en, zoo als het waarfchijnlijk te gelooven ftaat,
noch vorder itaan op te koomen, ten zy dat hec
t»y tijds door een bequaam middel, en door de
goedheit Godsj wiens
zaak het is, gefchut kan

wor-

-ocr page 451-

zuederus en rügotpmus.' 44^

Nvorden. En op dat ze dés te béter en te gemak-
Itelijker hen zclvèn , hunne kerk en hun Vader-
land tegens zodaanige gevaaren, argerniflen en
ichaden raogten behoeden, en dat ze in het gee-
Ven van raad en daad des te eendragtiger en te bc»
ter vereenigt mogten zijn, vermaande hy hen dat
het hun mögt believen en behaagen den Eerw. en
Doorl. Heer Rudolf vanDiephok, dievoorhene
tot het Bisdom van ütregt eendragtelijk en wet-
tiger wijze ge-eifcht was, eendragtelijk en met
eenpaarige toeftemrainge aan te neemen voor Re-
gent 5 Befcherm-heer en Momber of Beftierder
"^an hunne voornoemde Kerk cn Vaderland, en
tien gemelden Heer Rudolf te bidden dat hydee-
^en laft wel zou willen aanvaarden, volgens de
form en den inhoud van het voorgeleezen Brief-
je , en zoo als de zaak zou vei-eiffchen dat men
vorder alles zou doen , befchikken en beftellen:
dat het niet gezien ftond dat de Kerk, het Vader-
land , en zy zelf, die zich in geen kleine verle-
gendheit bevonden, van iemand anders zoo vaar-
dig en zoo heerlijk , by deeze omftandigheden
"^'an tijden, tegen de dreigende en dringende prij-
kelen geholpen konden worden , als door den
Voornoemden Heer Rudolf. Dat anderszins de
ganfche ondergang cn verdelging van gemelde
Kerk en Vaderland naar alle Ychijn te duchten
ftond. Na het doen van deeze vèrmaaninge en
aanwakkeringen zijn de Ridders, de Schildknaa-
Pen en de Regenten der Stad (Utregt) en der an-
dere fteden, met de andere Staaten, terwijle dat
^e derde of de Kerkelijke ftaat in de gemelde Ka-
pittcl-plaatze bleef wachten , naar andere plaat-
ï of Kapittel-plaats vertrokken, om hun be-
i'aad over het voorzeide te neemen. Eindelijk,
Slis dc ypornoemde twee Swateo , te weeten die

van

-ocr page 452-

1383 Het Leven van

Van de Ridderen en Schildknaapen , en van dë
voorgemelde Regenten, na een wijle tijds wedef
by denderden, dat is den Kerk elijken ilaat, inde
gezeideKapicteiplaats waren gekomen, is'er teil
overftaan vanmy Wilhelmus, van deonderfchre-
Ve getuigen , en van een groote menigte volks,
dat 'er by itond en tegenwoordig was , voorge-
ilagen dat ieder der drie Staaten
%ou verkjaaren
dat ze .het gezeide rijpeli)k overwogen hebbende,
pi daar by overdenkende wat een gevaar dat 'er
in kon fteeken , indien men langer wachte met
den gemelden Heer Rudolf voor hunnen en hun-
ner kerke Regent, Befcherm-heer en Mombei
aan te neemen, en daar by de benaauwdheit der
tijden en alle andere omftandigheden overwegen-
de , dat, zeg ik , de voornoemde drie Staaten,
namendijk de Prelaaten en de Kanonnikken, de
Ridders en Schildknaapen, en de Regenten voor-
noemd , ieder in 't gemeen, en alle in 't byzon-
der , eendragtig en eenpaarig , zonder iemands
tegcnfpreeken uyt zekere wetenfchapi, onder de
Pi-oteilen in 'c gemelde Briefje bevat , volgens
den inhoud van 't zelve Briefje , en vorders op
de beite manier , regts-gebruik , en form als zy
zulks hebben kennen en moeten doen, den voorn.
Eerw. en Doorl. Heer Rudolf van Diepholt, in
den naame Gods hebben aangenomen voor hun-
nen en liaarer kerke Regent, Befcherm-heer en
JMomber. Daar op, en op ilaande voet, zonder
dat 'er iet anders tuflchen beide wierd verrigt,
hebben de voornoemde Eerw. Heeren, Herman-
nus, Deken , en Jacobus Prooil, mitsgaders de
hoog-geboore, geftrenge mannen , de Heeren
Johan
Burg-graaf, Willem van Montfoorde, en
verfcheide andere, zoo Kanonnikken als Ridders
en Schildknaapen , uyt de Kapittelplaatze, met

den

-ocr page 453-

Zu ederus en RüDOLPHUS; ^^^

^en wille en toeilemminge en ter bede van de
anderen die daar bleeven , naar gemeiden Heer
Rudolf gegaan en hebben hem kort daar op
Haar de voornoemde Kapittelplaars geleit, en al-
daar op een hooger bank geplaarit Toen hebben
de drie Staaten, door den mond
Van gemelden
i^omdeken , den voornoemden Heer , na dat ze
hem het bovenilaande ter begrip van de zaake
uycgeleit hadden , ootmoediglijk en kragtiglijk
gebeden , hy zou zich gewaardigen , om Gods
^ville, en om de aanitaande en zekere noodwen-
digheit van hen allen , en van het voornoemde
Êildom en Vaderland , en op hun verzoek j dec-
ken laft van Ruwaardfchap , befcherminge en
Tiomberfchap op zich te ncemen en te aanvaar-
den, en hen met het voornoemde Bifdom en Va-
derland te regeeren , te beilieren , en tegen de
Voorgeleide en noch meer andere prijkelen naar
zijn vermogen te befchermen. Waar op dezelve
eerv^^ en doorl. Heer, Rudolf van Diepholt, na
eenige woorden-winelingc ,· eindelijk met zijne
eige ilemme hecfr g:-andwoordt en gezeid, dan
hy, door hunne gebeden en aanhoudingen bewo-
gen , rot lof en eere van Godc ,
van Gods Moe-
der de H. Maagd Maria , en van den heiligen
ßiiTchop en Belijder Martinus, Patroon der U-
-'■egtfche Kerke, den lail van dit Ruwaardfchap
^n Momberfchap aannam en aanvaarde : en heefc
het
Zelve aangenomen en aangevaarc, met belofte
^an de voornoemde Kerk en Vaderland, met des
^elfs onderzaaten en hunne geregtigheden , naar
^'jne kennis en vermogen re befchermen, en hen
"'lar de loffelijke wetten der gemelde Kerke erL

des'Vaderlands te regeeren en te beftieren : en
^ulks onder zijnen eed, die aldaar door gemelden
ecrw. Heer Rudolf , met opgeftoke vingeren
II.
Deel. Ff pleg-

-ocr page 454-

1385 Het Leven van

plegtelijk is gedaan. Hy heeft ook belooft dathy
deswegens aan ieder der drie Staaten zijnen Brief,
met zijn eigen zegel bezegeld, volgens het befte
regts gebruik, zou ter hand ftellen. Over welke
zaakenalremaal, en iedere in 'cbyzonder,dedrie
Staaten Godt met eenpaarige fteromen hebben
gelooft en gezegent, en den Heer Rudolf heb-
ben bedankt in de tegenwoordigheit van de eer-
zaame, befcheide mannen, de Heeren Jacob Ser-
mini , voor zijn leven Provenier van de Dom-
kerke, en Johan Lucas, voor zi jn leven Provenier
van Mariaas kerke ; mitsgaders van de voorzig-
tige mannen Reinier de Jager, Reinoud van Bre-
derode Henriks zoon, en Rudolf Koevoet, Kler-
ken, tot; het voornoemde byzonderlijk als Notarif-
lèn cn getuigen ontboden en vetzogt.

DAAR NA , in het zelfde voornoemde jaar,
cn in de zelfde indiktie , maand en Pausdom, op
den f January, op de uuren der
l'ertkn^ of daar
omtrent , zijn voor my , openbaar Notaris, en
voor de getuigen hier onder gefchreven, en by-
zonderlijk daar toe geroepen en verzogt , in het
Kapittelhuis der Domkerke , in de tegenwoor-
digheit van den eerw. en doorl. Fleer Rudolf van
Diephok , van de eerw. Heeren , Prelaatcn cn
Kanonnikken, cn van de Ridderfchap en Schild-
knaapen , uyc naame van een ieder der bovenge-
noemde j in de tegenwoordigheit en in den drang
van een menigte volks , voor den dag
gebaalc
drie brieven van den zelfden inhoud, en met het
^egel van Myn Heer Rudolf van Diepholt beze-
geld, daar we boven van gefproken hebben. De-
zelve Prelaaten en Kanonnikken , Ridders en
Schildknaapen hebben my , Willem
Noraris
voornoemd, lail gegeeven om een der-zelve Brie-
ven voor alle omilanders met luider ilemme op

.te

-ocr page 455-

ZUEDERUS EN RUDPLPHÜ?. 4^1

tc zeggen en voor re ieezen , zijnde van (ieezea
inhoud:

* Wy Roloff van Dyepholt, Poilulaet, Ru-
"Waerde ende Befchermer der Kei'cken , Staid,
Steden ende des Landes van Utrecht, doen kond
allen luden ende bekennen mitdefen brievC;, want
die Eerbare gemeen Prelaten ende Capittelen der
kercken , die gemeyne Rydderfcap ende Wael-
geboren, die flad van Utrecht ^ van Amersfoird
ende anders die gemene fteden des lands van U-

, trecht voirfz, ons ter eeren Goids ende in befee-
^'iTe hoere rechten ende vryheiden, ende om.me
^ie ende hoere lyveende guede te befchuddenen-
tle te beichermen , eendrachtelyc gecoren ende
aengenomcn hebben toeter kercken ende hoere
alre voirfz Ruwaerd ende befchermer : $0 fijn
Wy raogelyc gedachtich diere truwen ende wael-
daet aen ons bewijfet,ende omme die kercke en-
de al andere voirfz; daer van te verzekeren ende
ons daer ynne te bewyfen mitten beften,',So heb-
ben wy hem zamentlike ende eiken van hem be-
sonder geloeft ende loven mie defen brieve , Te
Weten den Prelaten, Capittelen, Ridderen, Wael-
geboren , den borgcren ende onderzaten der ilad
van Utrecht , van Amersfoirde ende der andere
fteden voiriz , die nu die kercke j die ilad , fte-
den ende lande regieren ende ynne hebben ende
ons hier ynne biblivich iyn ende werden zeilen
by den Staten voirfz alle punten, articlen ende
^aken naebefcreven. Inden eerften dat wy die
kercken van Utrecht voiriz ende alle hoere geeft-
liken perfonen , die Rydderfcap , die Waelge-
boeren , die ftad van Utrecht , van Atnersioird

* Dit -volgende flaat in het handfihrift in de Neder-
ia^dßhg tmk vm * m ** tüe.

Ff-- ende

-ocr page 456-

Het Leven.van

ende alle andere fteden ende lüde ryke ende arme
des lands Utrecht voirfz befchermen ende be-
fchudden zeilen nae onfen vermogen van alle ge-
walde ende onrechten die hem of enigen van
hem aengelecht mogen werden , ende dat wy
die kercken van Ucrechc voirfz , alle hoere per-
fonen , die Ridderfcap ende waelgeboren, allen
hoeren perfonen , die ftad van Utrecht, van A-
mersfoird ende alle ilcden voirfz, alle hoere bor-
gere ende onderzaten, ende alle andere lüde des
lands van Utrecht , eiken van fynen lyve ende
gucde tot finen rechte ende vryheiden ftaen ende
blyven zeilen laten daer die kercke eene of enich
andere perfone voirfz van rechte of van hoeren
gewoente tobehoert hebben ende tobehoren.
Oeuc en zeilen wy nyemant vangen by ons ofte
by onfen Amptluden , noch fyn guede nemen in
cnigerwys , hi en fy eerile vervolget ende mie
rechte ende mit oerdek verwonnen. Die gewunt,
getymmert of gearft is inden Stichte, of die men
ten lantrechte vervolgen wil over enen yegeliken
lantrecht te doen na inhout des landbriefs , ende
tegen den lantbrief oick niet te doen in genen
punten daer ynne begrepen. Oeuc en zeilen wy
een gene oirioge noch grote zaken dair oirloge
geilen is of te comen· aennemen , fonder berade
ende confente der dryen Staten , alze Eccleile,
Ridderfchap, ftad ende ileden voirfz. Oick en
zeilen wy der Kercken noch des Geil-ichres gaede
niet bezwaren, vervremden noch verfetten van
den Stichte over die vervremde guede omhalen
ende ynnewynnen na onfcn vermogen, ende den
armen^elyck den ryken voerraeden als een gued
Ruwaerd ende befchermer fculdich is te doen.
Mede belyen ende kennen wy dat wy tot allcfi
tyden als wy inder Ecciefie van Utrechr voer den

Ca-

-ocr page 457-

zuederus fn rirpoï.phüs7 455

Capictel beclaecht werden , dat wy ofte oniê
ampdude enigen menfche onrecht gedaen heb^
ben oF voer weygeringe van rechte , ende daer
om me vanden Doemdeken of den genen die fyrt
naacht heeft te Capittel geropen werden, te Ca-
pittel comen zeilen ende recht doen, ende recht
doen doen by raede ende goedduncken der dryer
Staten, als Ecdelle, Ridderfchap, ftad endeile-
voirfz. Ende wy cn zeilen hier of, noch van
den lantbrieiF voirfz en gene beroep doen noch-
te anders hier tegens doen in enigerwys , fonder
ail argelift in allen punten voirfz. Alle defe pun-
ten ende articlen voirfz ende elc befonder , heb-
t»en wy Roloff, Poiiulaetsals een Riiwaerd ende
een befchermer voirfz geloeft ende gezekert by
onfer truwen en-de ceren ende lyflic ten heyligen
gezworen mie volftaefden cede by den eerbaeren
Heeren Herman van Lochorft, Doemdeken vaa
Utrecht, van wegen alre Staten voirfz van ons
genomen vafte ende ilede te halden , te voldoen
ende niet te verbreken in enigerwys. Ende heb-
ben des to orconde onfen zegel aen defen brieiF
doen hangen. Gegeven int jaer ons Heeren du-
fent vier hondert feven ende twintich , des vier?
den dages in Januario. ^ *

Dit gedaan zijnde heeft de voornoemde eerw.
en doorl.
Heer Rudolf van Diepholt, op het. ver?
^oek der Prelaaten en Kanonnikken, mitsgaders
der voriioemde Ridderen en Schildknaapen, die
^ülks op gemelden Rudolf van Diepholt, zoo, uft
Iiunneeigenaamen,als uyt den naam viinde Kerk
van het Vaderland verzogten , in de handen
Van den voornoeraden Domdeken, die het uyt
den naam der voornoemde perfoonen ontfing,
den Brief, dien de gemelde Deken in handen had.

Ff ? Kiec

-ocr page 458-

4ƒ4 Het Leven vaii

met zijne regter hand aangeraakt, en heeft aldus
plegtelijk en in 'c openbaar ter heilige Evange-
lien mondeling gezworen, dat hy den inhoud van
den zeiven Brief onverbrekelijk naar zijne kennis
en vermogen zou onderhouden , en doen onder-·
houden , alle liftigheit en bedrog buiren geflo?
ten j Behoudens dat alle en iedere, zoo kerkelij-
ke als wereldlijke pertbonen , v/at naam dat zy
ook hebben, en wat waardigheit dat ze bezitten,
dewelke onder den inhoud van den zelvén Brief
eenigzins hebben .können begreepen worden,
dóch zich tegen hem , Heer Rudolf, aangekant
hebben en als noch aankanten, en ftilzwijgéns of
opcnthjk geweigert hebben en ab noch weigeren
hem voor Befchermheer, Ruv^^aard en Momber
ïian te neemcn, onderdeezen eed niet moeten be^
greepen worden , en hy niet gehouden noehte
verpHgt is hen te befchermen : maar dat hy tegen
de zodaanigen met alle ilrengheit zal mogen
voortgaan, en vorders met hen handelen zoo als
by het dienllig zal oordeelen ·, zoo dat de voor-
noemde eed egter ongekrenkt, inzyn geheel, en
in volle kragt zal blyven. Dit alles aldus verrigt
zijnde heeft de Heer Domdeken voornoemd, uyt
zijnen eigen naam , en uyt naame der algemeene
Kerke een van de gemelde drie, Brieven aange-
nomen r'Jbhan van Montfoord voornoemd heeft,
uyt zijnen eigennaam en uyt naame van de Rid-
deren en Schildknaapen, den tweeden aangeno-
men. Den derden
Brief hebben zy door Rudolf
Koevoet aan de Regenten der ftad Ütregt aange-
boden , om den zeiven uyt hunnen eigen naam,
εη uyt naame der zelve ilad en der vordere ileden
van het Utregtfche Stift,
te be-waaren. En zy heb-
ben my, Openbaar Notaris onderfchreven, ver-
zogt dat ik voer hen 3 in 't gemeen en in 't by-
" zon-

-ocr page 459-

ZüEDERUS eNDOLPHUS.

donder , over het voorgezeide een openbaar be-
wys - iluk of meer openbaare bewys - Huk-
ken , volgens hec opgeeven van wijze man-
nen, zou opftellen. Gedaan als boven, in hec
jaar, in de indiktie, in de maand , op den dag»
op het uur, in het Pausdom, hier boven uycge-
drukt i in de tegenΛvooΓdigheit van de eerzaams,
befcheide mannen, den Heer Jacob Fermini Prie-
fter , voor zijn leven Proevenier in de gemelde
kerke van Utregt , van Reinout Jager van Bre-
deroden Henriks zoon en van Rudolf Koe-
'''ocr, Klerken , openbaare NotariiTen en getui-·
gen, tot het voorzeidebyzdnderlykontboden en
.verzogt.

Plaats van het zegel.

Willem Medenblik.
è

En ik Willem, zoon van Broder Medetnblik,
Klerk , door Keizerlijk gezag Openbaar
Notaris in het Stift van Utrecht, vermits
ik al het boven gemelde, en ieder van
hec
zelve in 't byzonder , terwijl het gefchiede
met de voornoemde getuigen heb by-ge-
woont, en al het gemelde, en ieder van
't zelfde in 't byzonder , als verhaalt is,
heb zien en hooren gcfchieden 5 zoo heb
ik, des verzogt zijnde, deswegen dit te-
genwoordig openbaar bewijs-ftuk tot be-
wys en tot getuigeniiTe, van al het voor-
noemde opgeftek, en op deeze openbaare
form gebragt, en 't zelve met myn ge-
woonlyk zegel en eigen naam ondertekent.

Ff4 AANz

-ocr page 460-

AANTEKENINGEN.

I. Volgens het verhaal van Heda is het Domkapit-
tel , na dat Barent Proeis 200 geweldigiijk op de deur
had getiert, en 7.00 onverüaiidig had gedreigt, overend
gertaan , en heeft tot geene
verkiezing willen treeden.
Doch de andere
4 Kapittels zyn egter vQOrtgetreden, eu
de ftemmen zyn gevallen op Rudolphus Diephold, op
den Prooft van Aken, en op Zvveder van Kuilenburg.
Maar aanmerkelijk is 'tgeene Heda daar by voegt, dat
Zweder , ziende dat hy in het getal der itemmen verre
te kort fchoot , zijne itemmen heeft overgegeeven aaii
Rudolphus
, verklaarende op zyii gemoed dat hy nie-
mand en kende die
bequaamer tot die waardigheit was
a!s hy.

r. Jan Veldenaar, die omtrent dien tijd te Utregt
heeft geleeft,en het beft heeft können weeten, verhaalt
ons in zijne Kronijk, dat de Paus het Biffchopdom van
Utregt al by het leven van Frederik had vergeeven aan
den Biffchop van Spiers, te weeten tegen dat Frederik
xou komen te fterven Egter zyn de Kanonnikken na
de dood van Frederik , zoo als we hier en elders vin-
den , tot de verkiezing van een nieuwen BiiTchop voort-
getreden. Men weet hoe dat fornmige Pauzen zich het
regt tot het begeeven van alle de kerkelijke amptender
ganfche wereld aangematigt hebben : hoe dat Clemens

IV. daar van fpreekt ais van een bekende zaak {Sexti
Decretal. üb.
3. tit. dePrebefidis c.%.) eindeh'jk hoe dat
Clemens V. rond-iiyc heeft verklaart dat de Paus een
<-olkome en Onbepaalde magt heeft over allerhande ker-
kelijke bedieningen
{Clementift. l. z. t. f. c.i.) Maar de
Kanonnikken , of die anders in de verkiezinge te zeg-

fen hadden, waren altijd van dat gevoelen niet , en
ebben zich altijd aan diePauflelijke vergeevingen niet
gekreunt.

indien Veldenaars verhaal waarachtig is, gelyk het
fchijnt te wezen, zal de Paus niet gepaft hebben op den
SPile Regel van de Cancelarye, dewelke zelf door Jo-
hannes XXII. opgeflelt en door Martinus V, Nicolaus

V. en meer andere Pauzen is afgekundigt. Decze Regel
bphelft dat'er geene begeevingenvan kerkelijke amptea
jen eenigen tijd zulleu gelden, dewelke gefchiedt ^yu

VOOE

-ocr page 461-

OP ZUBDERUS EN RUDOLPHUS
*Oor de dood van den bezitter; jadewelke gefchicdt
mogen zyn eerdat zijne Η oe tijding van het overli)dcn
des bezitters iieeft können bekomen Deeze wet'zegt
Rebuffus
{prax.benef. p. i. tit. de liefvrm.buil ) is in Vrank-
rijk toe een Rijks· wet aangenomen, zodaanig dat ze door
Paus niet kan vernietigt worden. Dat zullen de
Kanonnikken van Utregt miiichien ook alzoo begreepen
"ebben.

3; Zwederus nu de heerfchappy in handen hebbende
"^i-'fr de kunft nier gehad om de giinit der Ingezetenea
^P 2.ijue hand te houden. Al die 'den naam hadden van
Rudolfs gezind te zyn waren hun goed en leven niet
■^'erzekerd: naar Moordenaars, Brand-lb'chters , en dier-
gelijke J3ooswigten, wierd weinig gezien,
als ze maar
^et verda'gt en waren van Rudolfs ilreng te trekken.
Paarenboven was zijne intrede niet zonder bloediior-
imge gefchiedi, daar hy zich ook weinig aan kreunde:
devoorregten der Geelielijkheid wierden weinig geacht,
we Ridderlyke order was by hem qualyk gezien,en had
■''ï'einig te zeggen. ' Die van Amersfoord, als met Ru-
dolphus heulende, wierden te vuur en te zwaard ver-
Volgt. Eindelijk , de Urregtenaars ziende dat 'er een
hoog hart en een harde inborft in zat , hebben hunne
gencgendheit van hem afgetrokken, die hy op geener-
hande wijze, 't zy door vleyery en fchoone woorden,
*t zy anderzins, wederom heeft können winnen. Zie
Matthoei Analt.^.

Eindelijk is de Ridder ReneiTe , die ter ftad uyt ge-
pannen
was, met 24 Krijgsjinegten ,in het gewaad van
Monnikken , in de ftad gekomen : daar die van zijne
P-'^rtye hern aanflonds
zyn toegevallen. Die van Zuederus
P^rtye, de kans gekeerd ziende, zyn , om hun leven te
be-
^oudenoverde Stads-muurengefprongen , enhetgevaar
aldus ontkotnen. Naderhand is Zuederus'niet meer te U-
^regt geweeft. Hy wierd'er gedaagt: maar is noit verfchee-
^en , zeggende dat het'er niet
veilig en was voor zijn' per-
soon.
Hy verzogt eindelijk vrygeleide;'t welke hem ver-
8Unt wierd voor
Too perfoonen: en als hy evenwel niet en
Verfcheen, is hy veroordeelt als hardnekkig. Daar op heeft
J^y iich met de hulp van den Graaf van Egmond , mee-
gemaakt van Amersfoord : daar de Utregtenaars
hem kort daar na uytgedreven hebben. ^ -

Hoe dat Philips Hartog van Borgonie, die toen de
fegeering van
Holland genoegzaam in handen had, en

Ff jf Arent

-ocr page 462-

45'8 Aantekeningen
Areiit Hertog van Gelderland, de zaak voor Zuederus
ofgenomen, en de Utregtenaars en de AmersfoörderS
jïier alle magt,doch met weinig vrucht, beoorlogt Heb-
ben, hoe dat ze voor Amersfoort, daar de
burgers van
L/tregt mei de Amersfoordfche Vrouwen den
vyand
van de muuren geweert hebben , hun hoofd hebben
geitooten; boe dat de Hartog van Gelderland zoo vin-
iiig in dit oorlogen was , dat hy 't ganfch Gra^f-fchap
vanGulikj'twelkqpndertuiTchen aan hem vervallen was,
heeft yerwaarlooft, zoo dat het den Hartog vaii Berg-
land door den Keizer opgedraagen v^ierdj dit
alles zeg
ik^, en meer andere omftandigheden ftaan by Heda en
elders wijdloopig aangehaald.

4. De 3 Staaten van Utregt hadden ook een appel
hy
den Paus ingelevert tegens het aanilelleii van 'Zwe-
derus. Maar zy klaagen ten hoogftc in zeker vérklaar-
fchrift, 'twelkegerigt w^s aan alleChrißene Koningen,
Keurvoriien en andere Voriten van 't R. Rijk, mits-
gaders aan alle Aarts-biflchoppcnjBiiTchoppen, Harto-
gen, Mark-Graven, Land-Graven, Graven enz., dat
de Paus hunne Gezanten niet eens heeft willen hoo-
ien fpreeken: maar dathy Raas Doggert, die het woord
2,ou voeren, heeft laaten gevangen neemen , en als een
mifdaadiger heeft laaten omleiden langs de üraaten van
Romen : ja dat hy hem in de gevangenis der openbaare
'mifdaadigers heeft laaten brengen , en daar drie volle
dagen heeft laaten zitten. Zy hebben 'tdaar by nietge-
jaaten , maar hebben weder een ander Gezandfchap naär-
,den Paus gezonden, om hunne befwaarniffen voor te
ftellen;maar dat is niet beter uytgevallen als heteerile;
en ze klaagen weer even fterk, en als over een ver-
breeking van de goddelijke en menfchelijke regten,en
van de natuurlijke reden, dat de Paus hun' Advokaat
heeft doen zwijgen,en den Advokaat der tegenpartye,
die alles tegen de Utregtenaars uytlapte wat hem in den
mondquarn,vry en onbelemmerd heeft laaten fpreeken.
Daar op hebben zy, zoo als ze zelfs in hun veriilaar-fchrift
fpreeken, ziende dat zeby den Paus, als zijnde misleid
door de bedrieggelijke en leugenachtige aanbrengingen
der Tegenpartye, en geen regt hadden te verwachten, zich
van den regeerenden Paus beroepen tot de naafle alge^
pieene kerkvergadering, en tot den Paus die als dan
20U regeeren; doch in alles, behoudens de gehoorzaam-
heid die zy deiiR.
Stoelfchuldig waren, en ongekrenkt

Vril4eft bewaar

-ocr page 463-

OP ZUÈDERUS EN RuDOLPHUS ^^^
S- Zwederus
te Utregt 7,ijnde heeft den ban tcgens
Rudolphus en regens die van het Boven-ftift uytgelpro-
ken. Ja alle Zondagen las hy over hem de eeuwige
Vervloeking , en liet de klókken over hem luiden: 't
^elke de Geeileiijkheir van Over-Yffel xodaänig heeft
SetrotFen , dat alle Geeftelijke perfoonen uyt Over-
Yn^ül 7,yn getrokken. Zie Zuederus de Culenburg ia
■^'jne Origines Cuknbur^kce^ {Anateä. Matth, t, vi.)

De Stad kreunde ^Ichï^'oo weinigaan het Interdikt,
^ff 7-e alle de Prieiiers die in het verrigten der kerk-
aienften bleeven volharden, in haare befchermingheeft
genomen. Daar waren egter verfcheide kerkelijke
perfoonen, dewelke voor den PauiTelyken ban vervaard
^yt de rtad xyn geweeken. Maar dewijl de tweedragt
^oo lang duurde, (want daar zyn 9 jaaren meeverloo-
ioopen) en'er noch geen einde van te verwachten was,
9«amen de uytgeweekene Geeftelijken, xoo nu zoo dan,
■^veder t' buis druipen , maar hadden moeite genoeg om
■^eder ingelaaten te worden, ik zal hier noch byvoegen
^'t volgende uyttrekzel, 't welke zeker Heer van bekende
Vroornfgheit en bequaamigheit uyt een haiidfchrift, be-
ruftende in het Begijnen Klooiter te Emmerik , heeft
getrokken: als hier 'zeer wel te pas komende.

Int jaer ons Heren 1425' foo waflèr twedragt in he£
Sticht van Uytert om 't kiefen van een BiiTchop.
Soq
dat den Paus hier af font den Ban aen 't ouwt Sticht
pn Uytert. En dit was de Geeftelyke en Weerellyke
fter fwaer om dat fe geen goddelyke dienft mogten
Qoen of hooren, en onfe Suiteren fäten by naer een
"eel jaer langh dat fy geen Mis hoorden. Maer dewijl
^eele van de Weerellyke Luyden den Ban niet achten,
ipraeken fy veele op die Geeftelyke Luyde,dieden Baa
groot hielden : fonlmige feyden men fou de Begijnen
''faemen bannen, en men fou fe in den ifeljaegen eni
'^erdrenkenfe,en als onfe Sufteren op de ftratengingen
"*^'wden fy befpot feggende men fal υ nog uyt de Stat
^erdryven , en om dat defe vervolgingè en tribulatie
^an dag tot dag meer
aenwafte, des waren fy ieer be-
^auwt.^DeSchepens van de Stat waeren altemael toor-
^'"g op onfe Eerwaërdigen Vader Heer Joannes Hoef
fcn op Heer Gaedert ter"Straaten önfes Vader van Heer
l'lorens Huys, om dat fy de Suiteren daer toe hielden,
«at fy den Ban fouwen houwen^ en
daerom geboden

-ocr page 464-

4*50 il ante κ eni ν gen
iy hen d^ fe nyt de Stat ibu we trekken, want fymeyH-
<Je als fy haer quyt waren , dat fy de Sufteren wel be-
praten fouden, maer fy vondent anders.........

Doe onfe Süßeren ajdus van' haeren Vaeder berooft
waeren , en by naer een jaer geen Mis gehoort hadden,
foo wouden de Schepens dat niet langer lijden dat fy
niet te kerk gingen, en daerom quaem'en hier fommige
Schepens v,ani de maeltijt ea hadde den Stats - Boode

by haer.....En ,fy riepen Moeder Mette vanColen

dat fy hem volgen fouden met 2 of 3 Sufteren , en doe
fy int Bede-huys quaem,feyden fy haer dat fe met de
Sufteren te kerken foude gaen , of dat fe de Stat foude

moeten verbaten, en fy gaven haer 8 dagen beraet.....

Dewijlende 8 dagen ge-eyndigt waeren antwoorden on-^
fe fufteren, dat ly liever uyt de Stat wilde trekken als

het gebot van de kerk niet te gehoorfaemen......

waerop haer bekent gemaekt wiert te vertrekken......

Ondertuflchen ging onfe Moeder Mette van Celen nacr
Sutpheen om met onfe Vaeder daer over te fpreeken,
waer dat fy blyve fouden. Dp den weg quaemen haer
twee Sullers van Brandeshuys te gemoet,en diefeyden
tegen onfe Moeder Mette, Meefter Willem Kniecamp
onfe Kerk-Heer die wil u tot Lochern hebben daerfalje

weefen met uweSufters...... Doe fy tot Sutpheen

quam by onfe Vader , en feyde dat de Scheepens haer
bevoelen haddei), doen hädt Heer Joan Hoef onfe Va-
der al te veel te lijden, om dat hy de Sufteren niet by

een nog in vreden houde koft als hy placht......

JVleefter'Willem Kniecamp, die doen Paftoor was van
onfe Vrouwe-kerke, die was de Geeftelykefeer behul-
pelykfonderlykonfer Sufteren, die heurdc haer daer te

Lochern een hnys......Doe onfe Sufteren aldus

tot Lochern woonde moft onfe Vader Heer Joan Hoef
met de Sufteren van
Meefters Gerredts huys te Aernem
■woonen, en daerom koft hy niet veel by onfe Sufteren
koomen. ..... In der felven tijt als onfe Sufteren
met de Snfteren van Lochern woonde, doe verwekte
onfen lieven Heer eene goede Man in Gelderlant , die
Lambert de Hafe hiet,en woonde toen te Waemele by
Tiel , defe hat een groot Bouhuys en eenen grooten
Hof, maer dewyl hy onfe Sufteren niet kende·, trock.
iiy naer Emmerick by de Sufteren en gaf het haer te
kennen, dat hy fijn wooninge gaerne daer
wilde toe-
geyen,^lsni?neenKloofter daer tymmerde.^oaa^s die

Sufte-

-ocr page 465-

Οί ZUEDERUS EN RUDOLPHUS.
Sufteren daer van verfekert waeren quamen iy tot onfe
Sufteren tot Lochern en bragteu haer die tydingh
dat fy te Wamele een wooning krygen kofteit/waer
Over fy feer verblyt waeren. , * . . . Wat voor onge-
makken honger en elient onfe Siifteren hebben gehat is

ongelooflyk......aldus heeft de wandelinge van

onfe ouvpe Sudeten in defe tribulatie, befonderlyk foo
lang fy tot Lochern woonde , geduiert , maar als fy nu
int
fevende jaer v/aeren uyt geweeft, doen fenden den
Paus hier neder een Legaet, die den Ban daer fy om
üyt waeren neder leyde, en hy fchikten alles tot ruft
eil
Vrede, zoo dat alle de gene, die te voore uytgedreven

Waeren, geoorloft was weder in te koonicn......

Doe dit alles gebode was ,quaemen alle de Suflcrenyati
^lle kanten weder die feer van de Wereltlyke Luyden

befpot wierden......Maer de Schepenen, diewil-

Qc onfen Eerwaerdigen Vader Heer Hoef en Heer Gae-
di^rt ter Straeten niet toelaeten, dat fy weder in quae-
rnen , want fy waeren nog al te toornig op haer, feg-
gende fy hebbende Begijnen die goedeiimpele kindereri

Verleyt......Maer fy waegdent int ecrfl: van den

Advent, en quaemen heymelyk in, dog als de Schepcns
dat vcrnoomen hadden , die quaemen met de Stadts-
Boden tot haer in, en leyden haer als Mifdadigers we-
der uyt de Stat, als menfchen, diefde Sta't vervoert had-
den......maer fy hadden anders geen reden datfy

ïiaer die befchaempheyt aendede , als om dat fy haere
Schaepenals een goede Harder getrouwelyk byfionden,

de hielden fe tot de gehoorfaemheit der H. Kerken.
Alfoo trock JoanHoef onfen Heer nacr Sutpheen, daer
^y den tijt zijns levens overbracht, &c.

Onder den E. H. J. C, V. E. ruft noch een fchrik-
kelyke Briet van Paus Martinus, waar in Rudolphns, en
oie 't met hem houden, worden verklaart van de Kerk
^fgefneden , Kerk-rebellen , rotte Litmaaten , Ketters
"f van ketterye verdagt, enx. en de geloovigen , wil-
jan 7y ialig worden , en by 't geloof blyven, op het
Kragtigfte vermaant van hem af te wyken, zyn gezei-
fchap te fchuwen, enz

7· Dat hy .Duurftede en Abcoude aan het Stift heeft
phegt , is aldus by - gekomen. Heer van Gaas-
beek, die ook Heer Was van Wyk te Duurftedeen van
Abcoude, was een yajide yißttiße vyande« vanRudol-

'phus

-ocr page 466-

4-6Z A-a-ntekenltsiöen
phus gewojden, tot zoo verre dat hy hem langen tijd bui-
ten Utregt heeft heJpen houden. Als Rudolphus dan
weder binnen de ilad was geraakt, en daar de xegen
had bevochten, is onder anderen ook de gemeld" Heer
van Gaasbeek gevangen gekreegen ,dewellce
voor zijne·
verloffinge heeft moeten af-itand doen van Duurftede en
Abcoude, mies dat hy het vrugt-gebruik voor zyn leven
ïou behouden.

Waar omtrent noch dient gewee^en dat Rudolphus
in 't jaar 1447. in groote ongunft is geraakt by veele
voornaame Burgers , en dat bydeeze gelegendheit. Men
had een zekere fchatting op het Land geleit, onder den
haam van Margengeiden, om 'er de fchulden die in den
Oorlog gemaakt waren mte af te loilen. DeBiiTqhop,
ï,egt Hed^, ziende dat'er een groote menigte van geld
opgebragt wierd, begon eens nate vorfchen Waar al dat
geld mögt blyven, en hoedaanig dat het bcfleedt wierd.
Hier uyt zyn voor eerfi: groote woorden en zwaare drei-
gementen tuiFchen hem en den Dom-deken gereezen.
De BiiTchop is biliten de flad gereeden, en wierd 'er
ook buiten gehouden, ter tijd toe dat hy, gelyk wy
hebben beginnen té zeggen , met een deel volk door een
gat van de veften in de ftad is gekomen: daar ging het
opcen;tierenen vechten: de BiiTchop, en Henrik Heer
van Montfoort, die het hoofd van zyn volk was ^ wier-
den van hunne paarden gefmeeten, en de eerfte zelf aan
•zijue knie gequefc ;; rnasf na veel bloedftortens is de
'zege aan 's öiiTchops zijde gebleven. Twee voornaame
Burgers , te weten Arnoud Amerongen j een loos en
gaauw Burgermeefter, en Henrik Jacobze , zyn met de
dood geftraft: anderen in ballingfchap gezonden, en
onder anderen de voornoemde Dom-prooft: veele van
de rijkften in zwaare boeten gcilagen enz. Deeze haat
Is veel grooter geworden , als Rudolphus, zijne kof-
fers "ledig geoorlogt hebbende om Walrave in , het bezit
van 'tMunfterfche Bifdomte helpen, vrywillige giften
van de Stiftenaars heeft beginnen te eiiTchen. Dit kra-
keel isa! hooggeloopen. Doch dit word in de volgende
afdeelinge door den Auteur zelf wijdloopig befchreven.

8. De algemeen Vikaris in het Geeftelyke van Zwe-
derus is geweeil een andere Zwederus,
toegenaamd van
Voorhout , (in
't Hand-fchrift (laat volgens de oude
fpelding Voerhout) Kanonik te Utregt, en Prooft
Elfl, zoo uis blykt uyt zeker Hand-fchrift, bcruite"de

on-

-ocr page 467-

OP ZüEDERUS EN RUDOLPHUS.

onder den E. H. J., C. V. E. Indien wy dit eerder ge-
Weten hadden, waar de Lyft der Algemeene Vikarißen
in de Voorberrg.ten ïoo vecl te grooter geweeft.
• 9. Dit is niet nieuws geweeit iii onzen Rudolplius;
Want het gebruik van het huisraad en dc roerende goe- '
deren van de flervende of overledene Biirchoppen
rooven ; IS voor
deezea zeer gemeen geweeß, 7,00 wei
te Romen, als in Spanje, Italië, Vrankiijji, ja in Grie-
kenland en
opmeer andere plaatzen. En het is zoo oud
dat
'er al in de kerk-vergaderinge yan Chalcedon {ca-a.
ii.) een wet is .gemaakt tegen de kerk«lyke perfoonen
^ie den inboedel van dea afgeitorven ßiiTchop quameii
^ roeven ; en dat aanmerkelyk is, daar ftaat uytdruk-
kelyiv by dat het zelfde al in oude kerk-regelen verboden
Was gevveeft ; een teken dat dit misbruik al ïeer oüd
^oet wexen. De Synode van Terragone heeft het zelfde |

^pk verboden ; maar die van Lerida klai^gt 'er gewel-
digoverdat deKlerken zich aan dit verbod nieten kreun-
maar als uytgelatene menfchen vielen op den in-
boedel der overledene BiiTchoppen : en daarom begeert
^y dat 'er
eenigen uyc de Geeftelykheit zullen gekoren
''Vörden , om de Biflchoppelyke goederen, by het over-
lijden van den BiiTchop, te bewaaren. Zoo plagt het
te Roemen ook te gaan by het afftervcn van den Paus,
Somtijds wierdt 'er naar zijne dood niet gewagt, ge'lyk
we in
onfe Hiitorie zien dat 'er ook niet gewacht wierd
naar de dood van Rudolphus. Als Leo III. dood ziek
bedde lag , zyn de Romeinen op zijne Land-huizen
gevallen, en hebben dezelven uytgeplundert, en meen-
^^n het zelfde te Romen te gaan klaaren, enz. (Zie
het leven van Lodewyk den Goeden , en de Jaar-boe-
ken van Eginhartus.) Zulks is naderhand verbodendoor
keizer Lotharis (in een Privilegie door Holfteniusuyt-
gegeeven) maar na het geweld tegen Paus Formofus
. gepleegd is het gebruik zyn oude gang weer gegaan,
als blijkt uyt
de Roomfche Synode van Johannes
^X· De Synode van V^alentia in Spanje fpreekt ook
't zelfde misbruik. Diergelyke roveryen worden
^pk afgekeurt in dedeeeriie Synode van Kavailloa,in
Trosley &c. Leo IX. valt ookmetgrooten yver tegen
^eeze gewoonte uyt in zijnen Brief aan de Kerke van
yftno, en verbiedt dezelve onder een zeer fchrikkely-
'^sn ban. Doch dit verbieden en dit bannen heeft niet ge-
noeg können helpen : want Urbanus II.
is noch|redwon-
5
"ügeweeft, die vuil^ojiaiiier op nieuw te verbieden in

- dc

-ocr page 468-

4-^)4 aantêk. o-p'züeder. ènrudolpli.

de kerk-vergaderinge van Klennont. Kalixtus il. heeft
her
zelfde verbod vernieuwt in de Synode van Tholouze
{"Z.xcBalußus innotis adP. α Marva tib.'è. c. i8.j en Inno-
centius 11. in die van Lateranen. Dit heb ik wat bree-
der aangehaalt , om te toonen
hoe algemeen dat di£
gebruik
is gewetll, en hoe dat het qualyk geituit kon
Worden. Men ziet uyt de gemelde kerk-vergadermgen
dat dit roeven op fommige plaatzen^ door de kerkelyke
perfoonen zelf, op andere plaatzen door de Heeren van
de plaatzen , ook door de zoo genaamde Adv okaatetl
der Kerken, en wederom op andere plaatzen door het
gemeenevolk, of door
het jan-hagel is gefchiedt. Op
fommige plaatzen was
het een foort van eeu wraak-
neerninge , als onder anderen blykt uyt de verhaalde
verwoellinge der Land-huizen van Leo Iii. want de
Hiitorie voegt 'er duidelyk by dat de Romeinen zulks
deeden,om 'tgeene hun ontnomen was
aldus wederom
ie krijgen. Op andere plaatzen meenden de Heeren dei
plaatzen, of de Koningen dat de bezitting van de tijde-
lyke goederen , door het overlyden van den Bifichop, we-
derom
ïo/ den wereldlyken Heer moeft keeren,ter tijd toe
dat'er weereen andere Biflchop wasaangefteld, en in de
gemelde bezittingen op nieuw
was ingehuldigt. Doch wy
hebben reeds genoeg van dit rooven gefproken.

Wy voegen 'er maar een woord of twee by uyt Wil-
helmus Metropolitaan van Tyrus
Hijhria Belli Sacri)
te weeten dat by het overlijden vau den Vorft der Tur-
ken ofSarazynen, des zelfs Paleis en Legerplaats ook
geplündert wierden door zijne onderhoorige Turken.
Zoo dat dit al een aigemeene gewoonte is geweeft.

lo. Deeze Rudo'.phus Agricola is ten tijde van dec-
ken Biflchop by Groningen in Vriesland geboren
Het
3S nauwlyks te gelooveri hoedaanig dat hy wegens z^yn
verltand en geleerdheit door de geleerdfle perfoonen, eii
xelfsdoor de Italiaanen, die in het prijzen der
Hoog en
Nederduytfchers al zeer vies en gierig vallen,
gepree-
Zen
is geweeft. Hier overkoönen Ρ ]q\\\xs {m Elugiis)
Ludovicus Vivez {in Comm. deCtvit, Deil.i.c.zi.) P.
Bembus
{lib G.Eftft. adErafmum) Erafmus [in Cicero-
mam)
P. RaiTlus (fricfat. de ton ungenda eloquentiak^c.')
en meer anderen nagezien worden. Jovius pryft hein
ook ten hoogfte wegens zijneuytftekendeDicht-kunde:
egter moet ik bekennen dat ik in dit Graf-fchfift 'ioo
een uytfteekende äardigheit niet kan befpeu-'^n. Ik laat
egtcr
aaa een ander de vryheid om anders te oordee-
lea. ν/Λ L-

-ocr page 469-

WALRAVE VAN MEURS.

Λ ï^ Zueder van Kuilenburg tt Otietle^ ,
JΛ m
ioaä / öeööen ht Haitonmftiien m ïl^ Tor Γ
tregt / öic jtjit pami lioigïJen / en iu öaïi^ party vaa
i ïingfcgaj) jtoo^ben / tot SliffcD^P ban litregt ge^ zuederus
fi05en W:5lrave van Meurs, ïimMt aanfïanïi^ ΙοοΓΧΰΓ'
ooft tiebefïipt 10 boo,? Felix van Savoye, öïe ίΠ Felix te
öe S^asdfcöe ^et-ftbergaiieringe aangenoi Bazei be-
men booi ^au^s ban ""'^Ψ^η

^tt^t Wairave itja^ ii^t ö^fc sefïagt ban ire

«Ö^aabcn ban lEeiu*^ / en öe ö^oeöer ban iten gerekenc
(i) SCart^-biffcUoii ban ïteuïen, bjoiö ^^

boo^0aan^ niet gereftent oiiöer te S5iO*c|opiien
ban ïltregt; op bjettige totj5e/

te bteeten öoö^ een ireeï ballingen / en op geen
&ei)OD,?iijite pïaatje beritoKen gebjeeff j belaiben
öat öP niet bebefiiGt
geteeefï ba« een fau€/
(t) öebjeiiie ban kUt een boo^ bsettig toa^aan^
genomen, ©eese Wairavc ^eeft jijn ^of ten öee^
ie te l£arn|eni ten beeïe te ge^oiitren /

en ö^eft alöaav öc iieiliel^^c firafen tegen^ Ru-
do! phus en öe^ ^eif^ aanhang ugigefp^often« ^n ^ijnebond^,
5Ön bonbbeetoantfcïjaij
m 500 niagtig getoeefi/
(1) bat ijet Jtiet j^eefï iionnen geöemiit bio^iben egter zeer
öi^ tJoo^ be ttiffcljeii-ftonille ban ben ïiörbinaaï

groot ge-

de Cufa, öieftertoaart gcsonben toa^/ om beje^ ^^
öen ban be <0ee|idpöeit en ban Öet bofö te
betbeteren. O^ejaaiti^Dan albii^ öemibbe!t/bat
borden .ώ
Walraven JOU tirijgen Ißt S^i^Ööm ban ,ΐΕοη^ '^por het
<ïer/en bat 'er ten jijnen öeöoebeober
%tt^tift öp^'-cngea

ban iitregt 30U nptgefclj^eber» too^ben een jefte^ groote
t^e fc^atting; betoeiiie^eerjtpaaren onbet^^jaag.^ fchatting«,
sdp gebjeefi. i^aaï bie auibiilfg to;iïen oni
Π, Deel. Gg gUil

-ocr page 470-

466 HET Leven VAN

pn öed oji tz bjleriien ijaii öen

mit öen ïücrïidpen öaw geiiaeigt

^e aSeefielpÖeit ticßi ai ïjeeft Qhtt öec^cn
ïafï groötcïp^ geMaaßt ïBtt^t feiagtcn 5ίίη te
biatïcn lil S^^sef baw jaar Hfo/

fiaanöe in |et ρ bed ban öe Analea-a van Mat-
thäus , op |et ^e5eïbe <0eefïeiiift^
^tit/ bic lytt niecfle f^m in tt ïpen ïjati/ "^ceft
ooft ban een Appel öeöient / en in een
iiaauhsei' beröonb en bereeniiiing met maïftan^
iïec setceeöen. ^ee^e bereenigins ban öe <0ee^
fïeïpöeit bja^ in beejec boege opsefïeïiï:

Wy Prelaaten cn Kapittelen van den Dom 5
van S. Salvators, van S. Pieiers , van S. Jans, en
van S. Mariaas kerken te Utregt: en Wy Deken
en Kapittel van S. Lebuinus kerke te Deventer?
zijnde allemaal kerken van het Stift van Utregt,
begeeren dat kundig zy aan allen, en ieder in
'c
byzonder , die den tegenv/oordigen Brief zullen
zien of liooren leezen , en die daar eenigzins be-
lang aan hebben , of in het toekomende belang
aan zullen hebben j dat, 200 als ons door het ge-
meen gerügt ter ooren gekomen is , en zoo als
van zelfs blijkelijk is, voorgegeeven word dat de
edele Heer Walraven van Meurs van het Room-
fche Hof verlof verkreegen heeft om van degee-
ilelijkheit van deeze ftad en van dit Stift van U-
tregt een onverdraaglijk en uytfpoorig^ onder-
iland,. tegen het gewoonlijk gebruik, af te vor-
deren, zoo als deeze en meerandere zaakenwijd-
loopiger zouden begreepen zijn in zekere ge-
waande Pauflelijke brieven en proceiTen, dewel-
ke door den eervvaadigen Vader en Heer
in Chri-
ilus. Mijn Heer Johan BiiTchop van Luik, zijn
afgekundigc. Van w^elke brieven en
proceiTen
van onzent wege , en uyt naame van meer ande-
ren

De Gceile-
lijklieit
kanc zieh
tcgens
decze
fchatting,
eil tegeus
den Pauf-
Iclijken
ban , gm·
mentlijk
aaD.

De Brief
daar van
ftaat by
Ant. Mat-
thäus»

-ocr page 471-

Walrave van Meurs. 467

ien die ons op dit ftuk aanhingen , ora wettige
en billijke redenen beroep is gedaan toe den Ä-
Poftoliffchen
Stoel, en tot onzen allerheiiigften
Vader , den tegenwoordigen
Paus van Romen.
Doch door dien dat 'er teroorzaake van de voor-
rioetnde brieven en proceflen , en om zodaanige
^fpcrffingen van geld,ligtelijkveelerhande krakee-
^en en onluilen, doodilagen, verargerniffrn, en
ontallijke meer andere onheilen in de iUd en in
^lec Stift van Utregc zuilen können voorvallen,
en niet zonder reden gevreeft worden j zoo is
ï^et dat wy, behoudens altijd onze fchuldige ge-
«oorzaamheit
aan onzen voornoemden Heer, en
^iin
den heiligen Stoel, in welke gehoorzaamhcic
■^vy altijd en in allerhande rampen , ook geduu-
rende
de Vergaderinge van Bazel, met een ge-
duurige en onbezweekegetrouvs^igheit volftandig
5;ijn gebleven , en noch volftandig blijven , cn
ook in
het toekomende volftandig meenen te
blijven, ons wederzijds, voor ons en voor onze
wettige nazaaten, eendragtelijk, voor altijd, en
onverbrcekelijk vereènigen, verbinden en famen
in een verbond treeden : en uyt kragte van den
eed, die ieder van
ons in zijne eerfte aanneemin-
ge binnen de voornoemde Icerken gedaan heeft,
hebben wy belooft, en wy belooven als noch
door deezen tegenwoordigen
Brief, dat wy zo-
daanige vermaaningen , bevelen , vocniiTcn en
kerkelijke ftrafFenjin gemelde ApoftoliiTchcbrie-
^'en bevat en daar op ziende ,
of eenigzins daar
op geduide konnende worden , met gemeenen
raad, hulpe, famen-klccvinge , gunft , en ook
ïïiet gemeene koften, zoo voor ais nu, als in 't
ï^oekomende , en zoo wel in 'c geregt als buiten
^et geregt > getrouwelijk en eendragtelijk zullen
tegen gaan, en ons
zeiven daar tegen ftellen, cn

G g 2. ook

-ocr page 472-

Het Leven van'

ook onze voornoemde beroepingen zullen vervol-'
gen : en dat wynochte met den gemelden Walra·»
ve,nochte met iemand anders, over het betaaleii
van een diergeliik onderftand, eenig verdrag op
ecniger w^ijze zullen aangaan of fluiten , nochtc
ten eenigen tijde zullen ophouden iii het vervol-
gen van onze geraelde beroepinge , als .met alge-
meene en vooraf gaande toefternrainge, kenniiTe
en goedkeuringe van ons allen: En daarenboven
zullen wy tegen den voornoemden Heer Walra-
ven , en tegen de andere verkrijgers van de voor-
zeide proceflen, vermaan - en bWel-brieven, von-
iiiflen, en kerkelijke llraiFen , en tegen de uyt-
voerders en onder-uytvoerders of inzamelaars der
zeiven, mitsgaders tegen humie regtsvorderaars,
aanhangers en begunftigers, op de gezeide wijze
en eendragtelijk vergoeding invorderen van de
fchaden , moejelijkheden, quellaadjen en veron-
gelijkingen 5 daar wy , of iemand v^n ons , ter
gelegendheit van het voornoemde zullen in ver-
vallen : nochte Λvy zullen hun ten eenigen tijde
cenigegunil of genade toeftaan of bewijzen: maar
wy zullen hunne helpers naar ons vermogen al-
tijd hinderlijk zijn en beletten : ter tijd toe dat
ze ons wegens de gemelde fchaden , quellingen
en verongelijkingen volkome vergoeding en vol-
doening zullen gegceven hebben.

Vorders belooven wy dat Wy , Prelaaten erï
Kapittelen van den Dom , van S. Salvators , S.
Pieters, S.]ans, en S. Mariaas kerken teUtregt,
twee deelen en Wy , Deken en Kapittel van
S. Lebui nus kerke te Deventer, een deel van het
voornoemde, tot vervolging van onze tegenwoor-
dige beroepinge , zullen opbrengen en metter-
daad betaalen. Waar by wy noch voegen , dac
wy alles, 't welke wy Prelaaten en Kapittels der

voor-

-ocr page 473-

WALRAVE VAN MEURS.' 4Ö9

voornoemde vyf icerken van Utrcgtinhet toeko-
mende zullen komen te ontvangen van de kerke-
lijke en geeftelijke perfoonen van de landen van
Holland, Zeiand en Gelderland, in liet gemeen
bullen opleveren en byzetten j zodaanig dat het
Zonder onderfcheid zal befteedt worden om onze
voornoemde zaak te vervolgen : maar dat de gel-
den , dewelke de voorgemelde Heeren , de De«
k^n en het Kapittel der Dever>terfche kerke, ont-
vangen hebben of noch zullen ontvangen van de
kerkelijke en geeftelijke perfoonen van het Aarts-
diakenfchap van Deventer, en van de landen van
Drent, Twent en Ooftvriesland , niet in 't ge-
meen zullen aangeleidt worden tot vervolging
Van de gemelde zaak: maar dat ze dezelve zullea
mogen ontvangen en behouden om het derdedeel,
dat ze op te brengen hebben, te betaalen.

Noch belooven wy , uyt kragt van den voor-
noemden heiligen eed, dat ingevalle het gebeur-
de , 't welke Godt verhoede, dat iemand van ons
't zy een perfoon of meer perfoonen , aan deze
2.ijde van den Yflel woonachtig zijnde, om de
gemelde oorzaak , of by gelegendheit van die,
opentlijk of zijdelings, ond'er wat voorgeevinge
of glimp dat het zijn mögt , buiten de ilad U-
tregt , of wyOveryiTelaars buiten de ilad Deven-
ter gebannen , of van onze waardigheden, Ka-
nonniksdyen, prouyen , ampten of bedieningen
berooft of afgezet wierden , dat wy ten hunnen
voordeele en ten volle zullen inftaan , en zullen
doen inilaan voor de vrachten en inkomften van
de waardigheit, kanonniksdye , proeve, ampt,
of bedieninge, dewelke hy in onze kerken bezit,
mitsgaders voor de daaglijkfche iiytdeelingen,
toevallen en profijten , al waar het zaake dat hy
^ijn verblijf niet
kon houden onder de kerken

Gg 3 daar

-ocr page 474-

470 Het Leven van

daar hy eenig ampt bekleedt : wy zullen hem
in het bezit, daar hy tegemvoordig in is, hand-
haven, befchermen en verdedigen, en Λvy zullen
ten zijnen gevalle , als reeds gezeid is , inilaan
en doeninihan , voor alle de vrugten, inkom-
ilen , geregtigheden en toevallen , niet tegen-
ftaande alle beroovinge en afzettingc van ieder
Kanonnik in 'c byzonder.

Eindelijk , indien het gebeurde dat een of
meer uyt ons getal van dit tegenwoordig verbond,
't ïj in't openbaar, 't zy in 't heimelijk, quam
af te flappen, en indien, ten aanzien van ons die
aan deeze zijde des YiTels woonen , zulks goed-
gevonden wordby het grootilegedeelte van'tal-
gemeen Kapittel van Utregt , of dat zulks, ten
aanzien van ons OveryiTelaars, aldus verftaan moge
worden by het grootile deel van ons Kapittel van
Deventer , dat zoo een als een meineedige Ka-
nonnik zijne ftem zal verliezen in het Kapittel
van die kerk daar hy een geeftelijk ampt bezit:
en dat hy daarenboven, en alle anderen , op hee-
ter daad zullen verileeken zijn van de inkoraften
van hunne waardigheit, kanonniksdye, prouve,
ampt en bedieninge, ter tijd toe dat ze overzo-
daanig een misdaad, volgens het goeddunken van
het grootile gedeelte van het algemeen Utregt-
fche, of van het Deventerfchc Kapittel, daar zy
dan' zullen onder
hooren,behoorlijke voldoening
en vergoeding zullen gedaan hebben. Tot oir-
Iconde tn eeuvi^ige bekragtiging van dit alles heb-
ben wy goedgevonden het zegel van den Dom ·>
en van de S Salvators, S. PietersS. Jans en S.
Mariaas kerken te Utregt, en dat van S. Lebui-
nus kerk te Deventer , aan deezen Brief te han-
gen. Gcgeeven in hetjaar onzes Heerec-io cccc^j
den fevenden November,

-ocr page 475-

Walrave van Meurs. 471

öccft ooïi gefcgieebm aan
Rudolph US, it:0 gaar öeïooffc ga^ iaa»; '

öaumiöoheü ^ee^ jgt
mU mn ^m ïtecfeiioogsS Uan Muili/

bie aï^ Uuötieïaar ^jefc^oeg: ^aopeniie
ojp öe ecüe of anisere
^^ tt ittsfeiï, Jli^aac 't
toaé bedoren gefiii^eltt gefcöiebeii* ojjis
SeidDe onöerfïanii moefï opgeöiagt: toostten/
isaai* iaa^ gern aaïïci' mi^öei om ht saaïieu te
öf Öoaiie π / f π om ben hm / öie om ^tt ïang ftift^
feeiett en iueigaTu öoo? öeii paué tegen^tic^ee^
fïeïij&ijeit ugtgefp^jüïteii toa^ / g^ïigt
tt ïtrggen,

«Hn iiee3e fcgattihg / ^oete^! öai 'er Walrave
Sc^n genot ban ^eeft ^e^ais / ίφ ebentueï aan
3iine erfgenaaraen öetaalt j taant
Walrave 5eïf
feo^t öaar na ouerïeöeit
^ft öeö on^r onsc pajpieren gebonben iten
boigenöen met öe ^anö gef^eben / öe^

fajeïiie uyt laft van de H. Synode van ßtizd j^t^
feö?eben ίύ aan Walraves beriiorcn ^iffcgop
ban lltregt

Lodewyk door de genade Gods en van den Open brief

ApoiloliiTchen Stoel Biflchop van Vife, door de vanLode-

heilige aWtneene kerkver^aderinge van Bazel,
/j-®!® . ö pT/"iii ichop van

(die onder de beittermge van den H. Cjeelt wet- vifa, aan

tig is vergadert, en de algenneene kerk verbeeldt; walraven,'
naar de landen van,Spanje afgevaardigd , en op fiie noch -
alle plaatzen die hy in 'c doorreizen zal aandoen
tot Legaat aan^.^Üeld , aan den eerwaardigen gUeeit,
Walraven, verkoren Biffbhop van Utregt, zalig-
ïieit in den Heere. Wy hebben van over lang in
ïiet binnenile van ons gemoed overleit , en mee
aandagtigheit overwogen, hoe dat godsdienitige
mannen, omGode een goede rekenfehap te kön-
nen doen van het talent dat hun aanbevolen was,
hI van 'c-beginder ilrijdende kerke, tot vermeei*-

G g 4 dering

-ocr page 476-

47^ Het Leven

dering van 't Katolijke geloof, hun beft gedaan
hebben om het woord Gods op zodaanige plaat-
2en onder de Geloovigen van Chriftus voort te
zaajen , daar zy een overvloedigen oegft en wei-,
nige * arbeids-luiden , volgens de fpreuk van *c
H. Evangelie , gevonden hebben op dat daar
door niet alleen die geloovigen , maar zy zeiver
ook, den loon zouden verkrijgen , dewelke den
geenen toekomt die in deezen loopbaan naar be-
hooren loopen. Dierhalve hebben wy het billijk
geoordeelt , de vierige gebeden van dusdaanige
raenfchen, volgens den eiich van onze dienftbaa-
rc bedieninge, geerne aan te hooren, en hun be-
hoorlijke eer cn gunften te bewijzen , dewelke
wy weeten dat als kloeke helden en ftandvaftige
kampioenen van Chriftus kloekmoedig volharden
in hunne getrouwigheit aan de H. Kerke: ende
dewelke de regte leer volgende bequaam zullen
2.ijn om dezelve door hunne heilzaame vermaa-
ningen aan het volk van Godt voor te draagen^
en om aldus veele zielen, door de genade van den
Allerhoogften, zalig temaaken. Want de bede,
dewelke ons onlangs wegens Johannes , wel-be-
minden zoon der Ö. Kerke , en Overfte van het
Kloofter der Reguliere Kanonnikken, van S. Au-
guftinus order te Utregt, voorgedraagen is, be·
helsde dat als 'er over eenigen tijd ter gelegend-
heit van het verichil, 't welke over de kerke van
"ütregt is gereezen, verfcheide proceflen , ook
door het gezag van den ApoftoliiTchen Stoel, wa-
ren uytgekomen behelzende veelerhande vonnif-
fen en kerkelijke ftraffen, -en de ftad Utregt on-
der het kerkelijke interditt was geleit; dar, zeg
ik, hy Overfte, ende vordere Kanonnikken van
het voornoemde kloofter , als zy de PauiTelijke

be^

_ ? k kei La^pßiKft: niet weinige,

-ocr page 477-

Walrave van Meurs. 473

bevélen , als godvruchtige en onderdaanige kin- Hyprijft
deren der kerke , mee alle eerbiedig!',eic en ge- Johannes,
trouwigheit gehoorzaamden 5 en zonder door P^or vaa
dreigementen
afgefchrlkr of door vleyeryen ver- ,

leidt tc worden , kloekmoediglijk de goddelijke nonnikkea
dienrten hadden geftaakt, door Tommige onge-
te ütregt,"
lioorzaamen en wederipannigen geweldiger hand ^^„e K™^^
Uyt het voornoemde klooiter zijn gedrecven, en nonnikkcu
lioo wel van hunne eige als van de klooilerlijke
gehoor-
goederen ellendiglijk zijn berooft , en gedwon- zaami heeft
gen zijn geweeil om by-na fes jaaren lang in bal-
lingfdiap te leeven, terv/ijle dat fommige land- ftraffyon!
loopers en apoftaaten, dewelke door dezelve we- nifleu, dc
deripannigen in dat kloofter geilek waren, zich welke inde
niet ontzagen het zelve tot hunne verdoemeniiTe
te ontheiligen : en dat, als naderhandvalfchelijk \yarenuyt^
Voorgegeeven wierd dat het gemelde interdikt gcfprokea^
en de vordere kerkftraffen gelicht waren , hec
welke , zoo als door de H. algemeene kerkverga-
dering van Bazelwettiglijk is verklaart, ecnlifti-
ge en kragtelooze lichting is geweeil j dat, zeg
ik , daar op eenigen van d^e Kanonnikken des ge-
nielden kloofters, zonder zich aan
de vreeze Gods
te kreunen , en door de booze ingeevingen van
de gemelde wederfpannigen verlokt, weder naar
het zelve kloofter door een verdoemelijke ont-
heiliging zijn gekeert: endoor de gunft van de-
^dve wederfpannigen onderfte.und, den gemelden
I^rior by-na van alle de vruchten en inkomften -ï

Van zijne priorye hebben berooft : en dat noch
arger is, door een reukeloos beilaan een nieuwen
I^rior van 'tzelve kloofter met hunne aanhangers
hebben gaan verkiezen :
ter wijle dat de Prior
, en het grooifte gedeelte der gemelde Ka-
ïionnikken, liever naar het tijdelijke hebben wil-
len lijden ) als tegen de bevélen der aigemeene

Gg X kerks

-ocr page 478-

474 Het Leven van

kerke zoo eene ontheiliging te begaan , of voor
het lichten der kerkelijke ftrafFen met geen goe-
de gswiile naar het voornoemde Idooller weder
te keerea. Aldus zijn
zy , doch in vreemde lan-
den omzwervende, en niet zonder zwaare druk-
fcingen, ellenden en zwaariglieden, in hunne god-
vruchtigheit en gehoorzaamheit ftandvailig ge-
bleeven. En alhoewel dat zy hunne geregtigheic
Eegen gemelde wederfpannigen en ontheiligers
met zeer zwaare onkoften in de Synode van Ba-
zel vervolgt, en aldaar boven gedreeven hebben,
en daar by noch verfcheide regtsvorderingen en
vonniiTen hebben verkreegen , zoo is het noch-
tans dat zy, door de magt der boven-gemelde
•wederfpannigen , van hunne zaaken, goederen
en inkomilen tenemaal berooft zijn gebleeven,
cn als noch berooft blijven. Overzulks zijn wy
van wegen gemelden Prior ootmoediglijk ver-
zogt dat , nademaal onze moeder de H. Kerk,
die een ingewand van barmhartigheit heeft, ge-
negen is om haare bedrukte kinderendoor de bor-
llen van haare goedertierendheit cn goedgunilig-
heit te vertrooiten en te verquikken , dat wy,
zeg ik, de goedheit wilden hebben van hem, tot
vergoeding en vertroofting voor zoo groote fcha-
den, met eenige geeftelijke gunften en voordee-
len te beloonen. Wy dan , die geen volkome
kennis van het voorgaande hebben, en geneegen
zijn om gemelden Prior (den welken wy in de
2;aaken van de heilige kerkvergaderinge , en van
<le algemeene kerke altijd gedienilig en getrouw
-bevonden hebben) met eenige gunilen en eerte-
Jkenen te beloonen j en wel met zodaanige dat hy
niet alleen bequaam magzijn om de zaligheitvan
veele zielen te bezorgen, maar dat ook de ande-
re
geloovigen kragtiger mogen aangemoedigt

wor-

-ocr page 479-

Walrave van Meurs. 475-

Worden , om vervolgingen en fmaadheden voor
de verdediginge van de kerkelijke vrijheit te on-
derilaan : en dewijl wy hier toe noch aangezet
Worden door het voorgemelde verzoek : zoo is
het dat wy uwe voorzigtigheit door deeze
Brie-
ven
belaften en bevélen , dar gy uyt kragte van
ons gezag , of liever van het gezag 't welke ons
door de
f gemelde heilige kerkvergadering en
door de algemeene Kerk is opgedraag-'n, naar-
i^iglijk naar de waarheitvan het voorgaande zuk
hebben te verneeraen : en by aldien gy na een
behoorlijk onderzoek zult bevinden dat al hee
gezeide waarachtig is , dat gy als dan aan den
Voornoemden Prior, die ons ook wegens zijne
geleerdhcit, wegens de zuiverheit van zijn leven,
Wegens de eerbaarheit van zijne zeden, en we-
gens meer andere gaven en deugden ten hoogiteti
is aangepreezen , verlof zult geeven om in alle
en iedere kerken , kapellen en plaatzen , die hy
zal aandoen , het woord
Gods aan alle Chriftus
geloovigen, volgens de voorzigtigheit die God^
hem
gegeeven heeft, in't openbaar, onverhin-
derd , en zonder van iemand gemoeit te worden,
te verkundigenj en ook verlof zult geeven, (op dac
^e door het voorbeeld van goede werken te becer
opgewekt, en tot den weg der eeuwige zaligheiE
getrokken mogen worden) om aan alle,en ieder
een, die zodaanige
pl'edikatie zullen bywoonen,
«n met een waarachtig berouw gebiecht zullen
hebben, veertig dagen aflaat te verkundigen, de-
■vvelke wy hun volgens de barmhartigheit Godsj
en door het gezag van zijne Apoftelen Petrus en
I^aulus, en van gemelde heilige kerkvergaderin-
Se, tot afilag van hunne boetplegingen toeftaan.

Vor-

t Hy noemt de kerkvergadering van Bazel heiliggende
Z^heek kerk verbeeldende.

-ocr page 480-

1411 Het Leven van

Vorders dat gy hem ook magt zult geeven om
de biecht zoo van mans- als vrouws- perfoonea
te hooren, en hen van de bedreeveroisdaaden en
zonden, met oplegginge van heilzaame boetple-
ginge, te ontbinden, ook in zulke gevallen de-
welke voor de Ordinarifien der plaatzen zijn op-
gehouden 5 doch alles evenwel volgens de ge-
woonlijke wijze der H. Kerke. En daarenboven
vergunnen wy, volgens ons gemelde gezag, aan
den zeiven Johannes, en aan des zelfs nazaaten
en Overften van 't gemelde Kloofter , een volle
vrye magt om in de kerkelijke dienften en open-
baare ommegangen den Biflchoppelijken Mijter
te gebruiken: en ook (doch dit volgende alleen-
lijk binnen het Stift vajn Utregt) om kelken en
de vordere kerkelijke vaten en kerk-cieraaden te
zegenen en te wijden j niet tegenilaande alle A-
poftoliiTche of andere ordonantien : niet tegen-
ilaande ook de inftellingen en gewoonten der ge-
melde Order i al waren die fchoon door een eed,
of door het Apoftolifch gezag, of op een andere
wijze beveiligt: eindelijk , niet tegenilaancje al-
les wat tegen deeze vergunning mögt ftrijden.
Gegeeven te Dordregt den ι.η April, in het jaar
ιφφο , uyt laft van gemelde Kerkvergadcringe.
In de vouw was ondertekent,
A. Fermndi. En
in de zelfde vouw ftond noch gefchreven : Aan
iny onderfchreven vertoond, envanmy gezien en
geleezen zijnde deezen. Brief, volgens den welke
by wijze van een Bulle , en het roode zegel van
de H." Maagd Maria daar aan hangende, door den
Eerwaardigen HeerLodewyk BiiTchop van Vife,
daar toe door de H. Synode van Bazel gemagtigd,
aan den eerwaardigen Heer Johannes, Prior van
het Kloofter der Reguliere Kanonnikken te U-
jr^egt
3 en aan des zelfs nazaaten, verlof gegee-
ven

Hy ver-
leent aan
gemelden
Johannes,
indien zijn
lof op de
■waarheit
fteuDt, ver-
fcheide
•yoorreg-
ten: als on-
der anderen
om den
Mijter te
gebruiken.

-ocr page 481-

Walrave van Meürs. '^yy

ven word om kelken en andere kerkgewaadente
zegenen eri te wijden s welke Brief in de vouwe
ondertekent is door y/·
Fernandi j zoo zegge eij
verklaare ik j die my langen tijd
te Romen heb
opgehouden , dat de Prior van het Klooiler der
Regulieren te Utregt, die het op zoo een tijd
zal zijn , dit verlof en deeze magt , die hem èö
zijne nazaaten gegeeven wordt , mag gebruiken
Voigtens den inhoud van deeze Bulle, en van dera
tegenwoordigen Brief. Dit getuige ik Theodorl-
cus ter Hoech , door Apoilolifch en Keizerlijk
gezag Notaris , en gezwöore Sekretaris van dé
Hoven van de Éerw. Heeren, den AartsbiiTchop
en dc Aartsdiakenen van Utregt. Deeze tegen-
^VQordige kopy heb ik hooren leezen, en heb die
by het bezegelde Origineel vergeleeken , en be-
vonden met het zelfde van woord tot woord over
een te komen : dit getuig ik , ondergefchréven
openbaar Notaris, met mijne eige hand: Car. dc
Hueshnes Notaris.

Ik ondergefchreven Notaris, hebbende dee-
ze kopy hooren leezen en nagezien, ge-
tuige dat dezelve van woord tot woord
overeenkomt met de andere kopy:
CORN. CHRISOPOLITANUS ,

Aportolifch Notaris. 15-89.

AANTEKENIN G~E N.

1. Volgens het fchrijven van Suffridus Petri had hy
drie Broeders : den 'Graaf van Meurs, Theodoricus
Aartsbiffchop van Keuicn, en Henricus Biffchop van
Muniler; die van hem ook Kardinaalen genoemt worden,

2. Hy is , xoo als Heda getuigt , beyeftigt geweeli
door Felix V. dewelke genoeg bekend is lu dcKerke-

hiRorien.

Wairave is verkoren geweeft door 7 Kanonnik-
i^eii van den Dom,
10 van S. Pieters, 6 van S. JanSj
7 van S.Mariaas kerke- {Mauhui

GYS-

-ocr page 482-

478

GYSBREGT VAN BREDERODE,

L IV^ Bijfchop van Utrecht.

^a ^ ößtSSilfcöcsjpRudolphusße^'aatoiöa^/

Gvshrcgt , ijg 5ΰοη ijaii Wah-ave iiee»;
hm S^^eiïecobe/ m ^^ÖOjiban Maarten

en iJaa Saivaror,iien 7 int jaar i4rf/
tnct eeii|jaari0e fï^ttïinen / cnjonöecacgt tegcc^
ben
op ijerrciieöïe ^m mastigé
boo? öe b^f iäaptteien tot^ifc^ojp baniltceßt
üerftojcn / öe^alben öat aïïeenïgft ttoee ïtanoiiii

Hli^Hcn/ Gcrardus Maichius CU Johannes Wic-
tenhorft ( 1 ) 000^ Stephanus gefïemt gfÖÖen.
Gysbi egt gatt jicö
tt bo0i*e biaBen ïaa^

teil lasijèen om öe bgi'iiieiins ban öen nicnhj^i
te bwotiem ^cejebcrftie^uig i^^e^
fcöieöt iroöj ojp^aniding ^
btt fïemraeu/ (2} m
fïaat g^d öefcö^eeben ög öen ^m Matrhicus,
in §et tbjeeöe ijceï 3f)ua*
Anaieaa. ^tt^t Gys-
bregt to^äj geroemt aï^ecn man bie m b^icgoo^
gc fc^ooien/
u ioeeten in bie ban l^euïen / ban
3iaben en ban ^ar^^ / pb gefïutïcert / m aW
lecn teer bie gdecra/ öeiigbsaam/ boo^sigtig/
todfjiieelienb / en niet meer anbere beftige öoe^
baaniggeäen Öegaafb i§ getoeefi.

ig mei: grööte p^agt in Öoofbfïab/
ben 5eteï be^ SSi^bomi/ bsa^ ingeijaafb/ en gei;
gemeene-öefïe in rufi en ongemoeib meenbe t0
gaan regeeren / en ooft iie ingejetenen bie boo)
Rudoiphus Diephoid berjaagb toaren/ meteen
öeïeefbe en bebaïiige sagimöebigijeit bseber
in
be fïab öatï geiaaten / Öeeft ös ban ben ïtei5er

Fre-

a SuffrUus Petri, eppend. ad Bekam , J. Bokkertberg^
efi meer andsren, b ia 't
Latyn Scrutin'mm,

Gysbregt
van Β rede-
rode wordt
met een-
paarige
ftemnien
totßiflchop
van Ucregt
gekozen.

-ocr page 483-

Gysbregt van Brederode: 1414

Frederik ΠΙ. 0iJtiia!®CiiJet jple^teïpe
't ioeïlic fee Heijfc^ gcioaaii 5#n / ienifen^ öe
oji&^agt t)£n iiet tifdeipe i-cgt^geöiefe / aan pn^
iie oiiOer^oisrige oioii' te gceben*

Ö^Cftöaar OJJÖe ijoipitóci|eemi/ Willem Paats,
Alphonfus van Montfoort , Evert Soudenbalch,
Herman van Rhenen , Dideryk Uitremeer , ίίΐ
Ludoiphus van Hoorn
, aïie ^m iBeïfiï,?eeifen^0
inanneii / met hm ötii^ciiö ^tliaaten in jeïit/
afgcbaattïigt Kaar
Kalixtus ΐίΐ. om öe ßebefii^
Siiig ba« öjaaitisöeit en rcgemnge te het^

soeben« W^t Kabeliaauws-gejinïïeiï ugt ^oïïanir ^e
Öeööen ooli eenigeii ban pnne pft^ / met een jaauws-
iïeeï ojsgefmuiSte en beröioemïie fc^gn-rebenen/gezinnen;
iiaac
Philips van Borgonje te S^^Hffeï gejonfecn/ .

Ötn δρ te ioeciien bat feeöeisefïismg tjan dlLLiT'-

Gysbertus te ïiomenntagtöéïet ioa^ïsein Philips, rechten'

öanscnioeiiigti öüc^ öet boojöeeï 't iaelïte §em ίή ^νώ
iien moKii quam liliegen / eil iseöiic^t böo^ |et

toeïtometlise öf U Brederodens iiiet tt grOOt dooriïi],w

mogten tuojöeii / p|l uiftlg 5i|!ie Maiigen/ van βογ-
■tn jenöt/ßß^ci' meer aiilïere^esamen/
fcöüij bau naar il^itieM/ ßm boo^jlinen
3oon
David, (3) ΌΡ hat bai (Cec^

ïcane / en oiïfeKg^ tt ^iiiicr^foßits ecnige
SeMiigte Itanoniiiftfee« tsitS^iffcijoy ban ïitregt
Seiiosin / βρ öe« i^aii^ te fp^eefeen^
santen/ feeteellieGysbregc lefc^nlöigfei-iid^een P^ii^fps
obectreeöer tjan
Iicrlidpe toettrn / en ooft neceiaa-
Alphonfus losjing ban öafetien ojp^e^

iïiaafet / öeööen öe öebefcigiiiß in ïjtt ^φύΐη ^aMe,
iian ïitcegt jortebeeï moeite ban Kaïixtusiu. btkuiptiicj!
tiepfeeegen Um c^^^vid ^ifc^op banCerroanej
te meer^cm öat
Kalixtus U beriaaeötinciöatïöat
Philips groote bingen joiitïe u^iböeeen tt§en^
«ε iCiiviietn #nbertiiffcï|en
ïjüh ßrederocic. ^e^

iütm

-ocr page 484-

1415 Het Leven van

i^at, al !ioe toriSe 000^ 3ijnc aanganger^ j^ootïfïateïp ttigê^

wel Gys- gaaïïi aï bafï gêb^oeg aï^ ^iffcgop ban W
Eftïe / ^^ sctooonigfte öifte naac ïïomen tot
lijk %as b^ï'ftï'iiguiö bau jtjnc öebefïiging 3e3oniien maau
ingeiuaid, ge^ft iiiefcë ßßitoiiKii: toe iieelc menfc^en/jcgt
cneen weu j-jeda te litöiiien t'oitoöß oUv ίυ9«η/

S was jottöir öac öe u^tgefc^ote jpcnnmgen aan 01130«
het bif- ' Gysbrcgr üjf&croiii ^egciibcn ioferiJen / toicn^
fchopdom geijoïma0ti0öe öoo,? ben ^au^ met 3oete Uioo^
^g«·^ p- iien te ïeuu itiierö gefieït en?.
Ie7d aan ^ï^ Gysbregt öan bt ïut^t ban geßfeegen
ïijneu baf gaö öat öeese jpart öoa^ be Kabel aauws ge^^
tcrd zoon ^inUen toietöt sefpeeït / fieeft ftu öefioten ftet
bvookaS öoo^öeeïii ba:i Rudoipbus na te boïgen/ en ^
wettigen.
SBi^bom met getoeïD in te öonben. <Bni}m
tuffcö^n öeböeii öe aanljanget'l
ban Gysbertus,
om
te toonen öat David met goebe reben bec^^
töierjien / ooft boen geiben
bat boigené be vcq^
ten bei' llti'egtfcöe ftei^fie g^i^ne on-eciteïmgen
atóaar eeii iaadpfc^e öebjening / beeï min be
Saiffcöoppeïpe bjaatbigöeit öonben öefiomen,
ilartog Philips guifi^ berfiaan ijcbbenbe
ï^ttfs>
fijnen 300η David boo^ 'pmffel^Üe magt ïaaten
(4) bjettigen/ 500 bat ^t» a!^ een b.i^geboo^ne en
aï^ een ebdman toietb aangesien, Ji^anneei- ge^^
meibe ^attog onbeitufcljen Öe3ig toa,^ met
be
jpïegti0ijeït ban't<0iiibe biie^ / onber een giOOi«
ten toeiooy ban Bo^fceigite prfoonen/ in (B^n^
benpge te
bieren / en iebei· een bertoacljte bat
gg fi0^?t baar op naar tltregt 3oiibe tre«]^en/ om
S§nm 500η m ijtt öe3it ban ^et ^ίβαια te fiel·
:ïen/ ö^eft
Gysbregt met be ïltregtenaar^V on^
ber be aanboermge ban
Reinoui: van Bredenro-
cie , aïïe^ 't toeïfte tot een oo^og naobig toa^
felaar gemaaiit; 3oi»aaniggemoeb/ bat

ïiebee

* Fa^, 91.

-ocr page 485-

Gysbregt van Brederode: 481

ïifbet; een bel^ifïag mtt ben ïiaitog iöiïtie ioaa^
S^n / a!é !ict S^iffciji^tsam 500 ohet te geebrin
miöeitufcöeiï Johan ban
muf/

Johan van Heinsber<2;e Saiffcijcp ban Slllft/ «I Gysbregt,
titmm 'm^vtëuf^ige smim / David en Ka-
.i"el, ïsocl) aitijti te bcrgeef^/ öacs^ gife.te

beu jgeöeöen dat Ciyshj-egt ongeniociö 501Ï

öen ten böllt iaateii qm3ettcw:eii a!^ ïjq mi genoegt
5aame niaiifcp$iö^öei*piitï ijaö/ geeft Μ ttoee ^aar uyt
tïeiien ban öet Utregtfcle ^tift / 3lmev^foo|t oniuften ea
f« ïiijenen /
oiiöer öe aanbaermge ban Adriaan oorlogen
van Borfeien ifeec bau <©iiibeïaii6j / oiibet sijne
mast seË^agt ^^ejdtse ^feec ban ïl^nibeianit.
Öeeft O0S öetllst ter Horft, beiTatser^baw
öen ïtalieleiii / fe-seßreegeii. ^iiijeituffcg^"
ooft David met eeii magtig öeic / öaar Johan
van WaiTenaar öe bati toa^ / %

tmti aaiigeïiümen. ©aii öaat op
ïiiieneii rn ^Eiaiffiso^lj seitift/ enll in alie 010
fïetïen p00-|tate!ii!ï iiigefiaaft
m 0e|nïtii0t»
^öcfj berrait,^ David ,
mn öe teiientooo^liigöeit
ban Brederode, 500 niet binnen Htfegt ^on se>-

ïaaltcn/ ö^i een mt lang te Itmeiffoo.jt

'tbölgrnöe jmt Philips, na tiat ï}n een M^^uonjei
tnagtig leger pö berjamelt / naar Eeitsen. u^^

trofen: en Öe^ftRcinour van Brederode Olte F"

teu b^lelöe berfeaait^ö gesiölsigt/ omfammaen

.....1= ' . ' t V„ - Iicrii over

ober mt bemeïnli te fian^eleii, Rcmouc ψ 'ec een verarg
aanfïonö^ mtt mi gi-aote bcitóe ruitei-en naac g^i^^^J^k.
toe geteilt, .f^-aar beiöiü öe 5aa!i tiific^en
l)m
oji geenöiïiijüe boöihjaaröen lim af0ei»aan bjo^-
ten/
ög toeöei! naar lltitgt gelteert. Ja
beitreït Philips ts^ipen^ naat rsl^oeröen eu
II. Deel. Hh

-ocr page 486-

482 Het Leven van

^oaiier tiaar iffdfïein gctrofeßen om ïltreijt te
öe^o^men. ICï^ öe öaai' oj) aan 't

tnuïtm raafttm / en u^t b^eeje hom Philips te^

Gysbregt OJ!-|ÏÖlltiCn / tÜ ^tlf Μ Öe^
tt^oeije iratgp getiesensijnenCegenfirecbce niet
Het veigc- ^oy {|0πκίη op-!jaaïen / öecft ïigi ecnige Hanon^
οώεΓεεηΐ. öa« $ίίηίη taaö / öie gmi getcouüj ioa^
gc voor- ' ren/ onber öe öanïi ojisemaafti: ^ en Êioo^be^eï^^
waarden jjcH Utt bergeip'met s^hiiips getroffen / onöer
gciïoien. boojtoaarisen / bat ög/ Gysbregt, ^gn re0t

op öen iltregtfcöen Jii^gter 5011 afflaan aan ben
boo^noemben David: bat Philips baar tegen aan
Gysbregr, booi spc oiiftcsfïen aan get S^i^tioni
berfcgote/ 50η öetaaïen 40 biiijenb goabeEeeUi'
toen ban Philips iiimit Bo^ber^bat David ï)em

jaarïp^ 3on öetaaïen bier bmsenb tbjee
bcrb i^gljnfcöe plben^: boo^ bicïfte öetaaiinge
Tohan , ïlartof ban lliïcef / gefileeben,

a^o^ber bat Gysbregt jaï ölpen SfJart^-biaïten
ttt ^^oofï ban
Saivator (f) te ïltregt/ en
bat ög ooft ^^oofï ban t>onatus te S^^ng^e
3aï gemaaftt too^ben, €mbeigö / bat ög· be eer'
fte raab^ö^er jai 59» ban3|oïianb/ en een bu&^
Öeïb iaar-geïb 5al treMten» Ifi!^ bee3e boo^toaar-
ben ober en bjeer böigen^ bm eifcö ber resten
en jjïegteïgfter bjgse Mmgtigt hiaren / be
b?ebe tufTc^en
Phiüps en be fïab lltregt
ten/ onber bee^e boojbiaarbe / bat be iltregte^
naar^ ben Ï|arto0
Philips, en sgnen 500η Da-
vid ,
joiiber O|jfcönbbin0e en jonber oo^ïog ter
fïab jnïïett iniaaten j cn bat ben i|artog ai^
b^ienb / en joan boo,? ^ifTc^ojj jniien aan>
«eemen. ©at baar tejen en jijiie biienben/
nnt^gaber^ 5ijn 300« beS^lfc^oji/ gnn een op'
regie genegenb^eit taebiaageu.

Oys-

-ocr page 487-

Gysbregt van Brederode: 1418

Gysbregt geeft 5p n^t Ojp Μ S^i^Oöl / op Gysbcitus
öe geme&e iioo,?tDaaiten/oiaeü0e3eeljen aan Da- ftaat zijne

vid : m ïjuft ooB öe liapittel^ en öe fiatt ban
tc tmnm/ Ut Öfsii ß^ioofi: öaötïcn/ mitfiQ^^ SSdoch
sem ^it öüö^ ïpni geïïaan in 't faar hsj* <ieiaatfte
na öat ög Ö^t nmtea!^ ttoee jaa^^ heeft zyn

ten ïiaö öefïicit, ©e boö^toaarïïen Ut b^^ebe ζι^',Ι'ΐΤ
fïaan
% Am. Mattheus tt ieejen in get α. öeeï gehouden.
5gnec Anakaa. Jl^at David aangaat/ öie geeft'
get boojgeseibe toeï öeïDoft / maai' geeft jgne
befeften niet aï te üjeï gegoutïen / ^ooal^ iie
Staaten ijan llttegt in jefteten SBi^ief aan
Phi-
lips van Borgonje
0eMaa0t geööen: toeïöeSJ^ief
ήι gct 0emeïiie iieeï banöen
i^m Matcheus, ojj
get 48 3 3yiije/ lïaat
tt ïeesen*

Brederode naïJa'ganö ii0cg in tte geban^e^ ^ .
ntffe se^et:
(6) en geeft niet ïans na 5gne ont^ BrederX
fïaaginö geieeft / jgniie gefto.Aen in 't iaae 147>
m te ^eectmiöenöetg
ögi öe Karthuizers" èe^i
graatjen.

ύ

AANTEKENINGEN.

1. Deeïe twee Kanonnikken , iiende dat Gysbregt
eendragtig verkooren was, hebben hunne ftemmea

ingetrokken , en dezelve ook aan Gysbregt gegeeven.
Jöhan van Leiden voegt'er by (de origine Brederod. a~
pud Matth. Anal. t.
2.) dat de verkiezing zoo eendrag-
tig is geweeft
, als 'er oit zederd S. Odulphus eenige
^erkiezinge is gezien.

2.· Door opzameling der ftemmen , per ferHtm'mm.
I^e verkiezing gefchiedt op driederhande wijze: i.door
^Zameling der fiemmen:
als'er drie uyt de ftemmendc
Kanonnikken gekozen worden , dewelke de ftemmen
l^an ieder Kanonnik in ftilte, en een vooreen, ophaa-
^εη, en op fchrift ftellen; en als alle de ftemmen aldus
^Pgefchreven zyn, dezelve voor 't pnfche Kapittel
op-
leezen; z. άοοχ famsu-belofteoiv^W^mg., als de ver-

Hb i kiexing

-ocr page 488-

4·δ4 Aantekeningen.
kiezing aan een of twee of meer bequaame mannen
■word geftelt. 3,
door inblaazing: wanneer alle de ver-
Iviezers , als door een fchielijke ίnblaa^ing van den Hv
Geeft, zonder eenige voorgaande handelinge of kuipe-
rye, hunne ftemmen fchielijk eneenpaarig aan
iemand
komen te geeven.

3. Staat te weeten dat Philips al te vore, te weeten
in de eerfte verkiexinge , ïijn beft had gedaan om de
verkiezing op zijnen zoon David te doen vallen. Want
RudolphusDiephold had hem te vore al doen begrijpen
hoe veel dat 'er hem aan gelegen was, ecnßiiTchop van
XJtregt te hebben , op wiens vriendfchap en genegend-
heit hy ftaat konde maaken.
IV.Heda^ enz.

4. Daar is elders van de onechtelingen gefproken:
ik heb hier maar te zeggen dat 'er ook kerkelijke wet-
ten zyn
{difl. 56.) dewelke dit voor geen beletzei tot
den geefteiijken ftaat en houden. IVant^ zeggen ze,

2>t een overjpel gehören te worden h de jchuld niet va»
e aldus ter wereld komt , maar van de ouders :
ja dat
Chrißus zelf^ de waarachtige Opper-prießer ^ uit onwet-
tige vermengingen was afgedaalt:
te weetenuythet over-
fpel van Judas en Thamar. Voor Bonifacrus VIII.
ga-
ven de
Biftichoppen zelf difpenfatie λάά de onechtelingeri
om de groote wijdzels
Ce ontvangen : maar Bonifacius
heeft dat verandert,
{cap.i. de filiis presb. in 6.) en hen'
alleen demagt gelaaten om zulks in de kleine wijdzels-
te doen.

5. Dit fchrijven ook Suftridus Petri , de gemeene
Kronijk van Holland , Petit, Ρ; Heuterus en Harceus
in het leven van Philips den goeden. Dan Willem He-
da getuigt dat hy de Prooftdy van S. Salvator of Oud-
munfter niet heeft behouden, maar dezelve heeft over-
gegeeven aan Willem van Montfoort, die de zoon is
geweeft van Lodewijk van Montfoort , den broeder
van den Burg-graaf van Montfoort. Buchelius voegt
'er by dat deeze Willem de gemelde Prooftdy heeft be-
ieten tot het jaar 1514 , wanneer hy Adriaan , Floris
zoon , naderhand Paus van Romen , tot nazaat heeft
gekreegen. Dit zal dan aldus te verftaan zyn, dat hy
gemelde Prooftdy , in het maaken van het verdrag,
voor zich zeiven heeft behouden, maar naderhand aan
gemelden Willem zal overgelaaten hebben.

<5. De reden hier van zal in het Leven van David
wel te pas komen^ „

DAVII>

-ocr page 489-

DAVID VAN BORGONJE

L V Bïffchop van Utregt.

David «, u iiatuiidpe 500η ban ö^n gaog- oavii
mastigen Baifi hm S^o^gonje/ Philippus, vangt m't
en ecrft S^iffcgoy öan CeiToane gciofffi de
^ht/ ϊβφ ίπ 'tïjf0ii!ïicce0m'iii0/ m öeßifi

fcöoppeïpie öbei'ijeit» ober ißt ^tift ban ïltregt/ geering aan
000^ get gejag ban Kalixtus ίΐί. aangebangm tegen "den
ttQtn ben m ber Itapittelin / m te Emei-^^ Z'^
foo^bontïer ïpt gerammel ttec ittapenen ingepi^ doSar '
öigt gebaeefi. jf^aac aï^'ei' in ^et iaat i4f7/5oo vrede ju-
aï^ toe boben jje^ien öeöbrn / een bepgeïijft met
derha^

Gysbrechc van Brcderode Itjaé getco^cn/ gg

met een aïgemeene bigfcgap / en met een obetv
gcooten toefïeï / öaai'
Gysbertus jelf tegentoaa,?;« groote

0I3 ma^-en ^em in pafoon gdeiise/ Ut ftab m ^rfgJeiu.
Se!)aaït/en be LV S^iffcpp ban
ïttmt setoüi^
ben, φρ bee^e plegtigljeitsijn soobeeïej^o^lien/
25aromien/ jBpibbeiren ea aiïbeceabeïpe peefod^
nen te ïXtregt berfc^eeiien / bat
'et noit / 300
beeï aï^ men in be öiiioiuen ftan binben/ sobaa^
nig f^n toebïoeb te iltregt getoeefi, ^00 .
ais be fiaat^ie boïcnibist / ö^eft Philips be
^ervlf
<aber|iPaar^ booi ö^feben· en gesanten bec- hars;en"
maaub / om 5ïc
Ö ^^^^ Ö^^ aanneeraen ban ben voor ai die
nienioen S^iffcftoii gereeb te maalten. ^eseïbe/
boo^ bie ban mhmm boo^namentïiiH opge^ SïwS""
maaïit / öeööeti ten anbtoooib ^egeeben bat 5e
gen zijn
iliet ontoiüig toaren om ben 23iffelfiop aan tenee^ geweeii.
ïwen; bocö onbet? bit bebin0/bat 5e
Adolf, 500η

α P.Bokksnberg in aäis Fenüfjneditis ^ Saffridm Pe-
i^« j e-az.

Hh 3 bat^

-ocr page 490-

4s6 Het Leven van

ban Aarnout Ifartog isao ^eteiöiitt/ ttoaaïf
iaarcn lang tot boögts m isefc^erm^eeii ban gun
ianit 5otitreii öe&fen. Philips plft^iia-fiaan Ϊ^Φ
öcniïe/ leeft 5911
 in ö^ie ïcgeröenöen

0eisedt/ m ïjttft öe ifaö ©ebenta* negen tsjce^
iien ïan0 öeïegeit cn jeee öeiiaaulöt

Öe ba^tïe op tie boo^p^aaii tian Johannes ^ar^

tog ban Uleef op hee^t ijoo^toaaite gefloten/
bat Philips get beleg
smx opöieeßcn ^ en äat be
fïab ben 23ifcljop David plegtelptertoij^e joube
inönïiiigen: ^et toeiße beanbei^ fielen naac ïsnn
booiöeeiö in^geïp^teii ea'fïegebaan gebben,

^ ji^aar be iltrcgtewaar^ / en be anöece bie
ben ^Iffcöo^ David ongenegen fajai-en / jijn iaeï
gaafi mlönoeßb ϋΐην ^iiiie regeecmge getoaben}
tot $00 berre öat 5|i/fleiinenöeopï|ct gejagban
ben.^iirs-0^saf ban jfèoiifsïö^t/ tegen ben '^ip
fcÖöäP 59« OiJßefiaan : üaanben bat Brede-
rode, piooft ban lltreöt/ Öie eerfï boo^ be iBte^
ffe!y!tf)dt betïioren toa^ geb^eef^ / m jelf^ 0001
get aanneemen ban be jieiiningen genoegjaani
hjap öebefïist / ^otM iiat be ö^ief bet* bebefti^
ginge nocï) niet bjaji obergeiebeet / naberganè
ban ben ^an^ toa^ beilaaten/ jonöei' bat öem
mt öenit toeberom laa^ gegeeben. mmn
met U ban ben gaiifcS niet te

bieebe/ jeggeiiöe batïtg öeè.iogen bja^ gehjeeft.

gelben roiib-ii^t bat mi^eibt bja^ boo^
best'Oöte Öeïöften bau beu ïfartog Philippus.

éeeje en meet' anöete re&euen/ biebe ^eime^
ipe bganben ban
^iffcïpp David beeilen gei^
ben/ niet -be beanttoooibigatgen bec Cegenpar^

tfte/ 51)« &0C1? öen BOOB^tter Antonius Mattheus

ligt ouöe ge^enïi-fcöiiftfii gettoïiBen/ en in Φ

lie^antel^eningen Ojp Thomas Bafinus 5 ^iffcÖOj?

ba«

I Bokkcnkrr in Aäis Fonfificum msditis.

Zy licbben
wei haaft
een tegen-
zin in zijne
regcering
gekreegen,

Iclaagendc
«lat den
P.itis mis-
leidt was
geweeft.

-ocr page 491-

David van Borgonje.' 4B7
bmt Cefarea cn B^teï^ ban S^iflTcÖOJJ David»

«igdafcöt ^ (i)

Hierom , 5C0t gtmdtlC Bafinus , zijn ze door
David in den ban gedaan : en vernnics zy de ker-
kelijke dienilen men hardnekkigheit evenwel
bleeven verrigten , zijn ze aanftonts onbequaam
tot het doen van kerkelijke dieniien, of
irregulier
verklaart, en hebben 200 wel aan het Roomfche
als Hof, den BiiTchop David, veel werks gegeeven.

^aac iia / ^ggt Utstlht Bafinus, öe

ooigcn geflaagm 0|J Kngelbertus , öen hm^^v fiLdbSc

hm ben J^ttog ban Mttfi een etJdioiigeims/ vai'Kieet
omtreiit 18 ίααιτιι oub / m nocg öaariieïoop/ajn ^oor
toieu^ geïeer&öeit öf ftigtclyiie jeiaen tiocg niet f'l
hul seru0t^ ^aïïöen gemaaïtt : m ^eööen 50a ßh/om.'
ianigt aaiigeö^'wï'i^« / iotDat ög met öe 5ijnen guit
ja-io0o^& geeft gegeebeu* S^eeje <iB>raaf ban
Mctf/ i»ien^ öaoebee Engeibertus toa^/ i^ttïet
geiacetï Johan l.
500 aï^ Heuterus en Buchelius
(in3ijnelSlanteïienmsen0p Heda) gemeentöeöi
öen/ maar joh m öe ttoeeöe/ 500 aï^ Ant.Mac-
thaiiis Ugit 6eil Herculïs Prodicius baii Pighius

tmcöt te öehjgsen.
Φρ hjat iuij^e öat öeeje
Engelbregc bersogt
gehjeefi / en ^ot tiat ö^ni regeering ban
Öet ^tift ojpseö^aagen / tei' tp toe öat ^ip
fc^i^ David affïanö 5on&e boen banipeioaar^
bisïtiït / of
5£»utie afgejet bjojöen/ fiaat te ïee^
5en in een ouö gebenft-fcöjïfï/ 't toeïfie
Anr. Mat-
theus
onbec be fiab.^-papieren geeft sebonben/
en ïsu ftem aan nagezien too^ben ojj get
jt ban ^ijne gemeibe ^antelieningem

ä Zoo is Engelbregt dan in de ftad aangeko-
men op Kers-avond in 't jaar
1481. ... In het
begin , als de Majeftraat en de ilads Regenten
c Amkä. t. z. d Tb. Baßnus torn. 2. Anal Mauh^ei.

Η h 4 hem

-ocr page 492-

-4S8 Het Leven van

hem getrouwigheit en gehoorzaamheit gezwo-i
ren hadden, hebben zy de Gceftelijkheic van de
ftad , nu door vleyeryen , dan door zeer zwaarq
dreigementen , trachten te beweegen om hun
voorbeeld te volgen. . . . cn hebben de zelfde
Geeftelijkheir noch willen dwingen om met hen
ook t'zamen te fpannen in het opftellen van ee-
nige befchuldig-punten tegens den BiiTchop Da-
vid, ftrekkende tot zijne afzetting , dewelke zy
aan den Paus, zoo als ze van zich gaven , zou-
den inleveren.

jißtaai* tmi^t aaiijieiilUfic m ««^o&biecseniic
tiianiieiï ii^t aifó &e Uisf fterlien / Ut sitï} nm^
fteiliilt op fee ^aötieliliie
m meiifcgeïpc toetten
berflonöciï/ öeitöoiiöeiipiisecr öaiöelp öat5e
Olli let feei^leöeii ^et' regten / met geen
goeö geitsipftontienöelïaaii €11 oitetufclen/
te lö0eten iü öe iiiaaoö ^wgoflii^ Ijaii ö^t ί^ακ
14.82, 'ei' een ^aafelpe liermaan-Ë^ief te
lltregt aangefiomeii / öet tóeilte altm^ öefïcït

iSj'a^ ilOüa öen 25s|fcÖ0ï« David.

^ii beeren hmf toierö Engdbregt m aüe be
^iirgenieeftei'^ öaii fitregt/teöei' boo^ jijn öoofïï/
getoaaifcöcuöst öe gmMun / öie hm S^ifc^ö^
iiaii ïltregt toe ^uamen / en ^ßöjclße tegen
alle rc0t m reöen aaiigeftanen gadbeii/ aan ge^
tticlben ^ifffö^^p toe&erom te geeben / en geni
eï^' paren l^eec en ïfarèsr te gegoü^jaamen;
Ix^eifte bermamim^ öolt aan öe öiirgeren en öe
oniseriïaaRen ban öe Itaö toieröt geiiaan, ^n Bg
iter^iiimeniffe lian ttlen / joutienaiie&e genen bie
ht iierniaaiiinge niet gegoo^aamben / na get
feedoop tïan eenige bagen/ in ben öan enSetfie^
iyaen ïjfoeïi öeiliaüen. €n ingebaiie bat 5e ban
ttoclf) bagen iaiig prbneiiïtig en ioebergoo^
ri0Meelieii/ 3ö«be|fats Iiiregt öembenä be
fiaö

Maar door

toüdocn
y.in Eif-
fchop Da-
vid is 'er
een ver-
maanbrief
van Sixtus
IV. tegen
hem en
zijne aan-
hangers
liytgeko-
fjeu»

-ocr page 493-

David van Borgonje. 48p

oniiei; l^et interdikt ïeggcn.

^tt^t ban Sixtus IV fiaat gcöed aan??

Bucheiius, f^peoiie Obei; ^ Heda:
Beveelende mits deezen, ^t^ t}t ^aU^/ aan alle
Prelaaten, Kapittelen, Konventen, Kanonnik-
ken en Regenten van alle Katedraale, Metropo-
litaanfche, Kollegiaale of andere Kerken, ja aan
^lle kerkelijke perfoonen en Kloofterlieden op de
'ieugd der heilige gehoorzaatBheic, dat zy, zoo
dikwils als zy allen, of iemand van hen, wegens
den voornoemden Heer Biflchop hier toe ver-
bogt zullen worden , in haare kerken , op zon-
dagen en op andere feeftdagen , als 'er grooter
toeloop van volk is, na het luiden der klokken ,
en na dat de kaarfen eerft ontiloken, en daar op
ter aarde (z) gefmecten en gebluft zijn, hebben^
de ook alvorens het teken des heiligen
Kruys op^
geregt, en driemaal ftcenen gegooic, en met de
vordere kerk-gebaaren , die in zulken gevalle
naar de regten onderhouden worden , -zullen af-
kondigen dat zodaanige perfoonen in het inter^
dikt, in de opfchorffing hunner bedieningen, en
in den ban en kerkelijken vloek gevallen zijn,
en daarenboven van hunne ampten zijn vervallen,
en onbequaam tot kerkelijke bedieningen zijn ge-
^vorden , en dat alle deeze ftraiïen eenmaal en
andermaal tegen hen zijn vernieuwt: en dat ze
daarenboven zullen belaften en .beveelen dat ge-
melde perfoonen, als zodaanige , van ieder een
2:orgvuldig moeten gemijdt worden , met op-
fchorffinge van alle beroepingen en wraakingen
Van den gewoonlijken regter, en3*

Engeibregt ^ccft ttt 't öegin öcrMaatt tïat

ke^en mwaan-it^iefMtie segoo^saamm., ,,
^aac öooi gnaai>e maii^^-ïniöen m^ï^iii j^eeft

f Pa^. 25»7,2p8,299, 300,301,303^

Hh r^ . S»

-ocr page 494-

490 Het Leven van

Beïofïe geö^oto / en gecffc / 500 aï^
Ball aus f^^ceftt / öcöient öan een Öeu5eiac|)ti0e
ea reuSeioo^e fiecöepinge* ^n öe öooföen tm
öpiOeri0en / fïeunenÊie oji öe ceiieuen öoa^ p»
ingeöiagt / ïje&öen aan ^auffeïpen Öaö
«ocöte ijïoeft / noeste interdikc geïegeit laate«
Ïe00en/ ijoo^geebenïie öat^eiraac tegen genoe^^
5aam öefeönt toacen öoo^ 50iiaanis een öetoej»»

ƒ Ja fommigen hebben zich het predik-ampc
aangematigt , en de iloutigheic gehad van hec
voornoemde van den preek-ftoel aan het
volk
voor te draagen: en op dat hun zeggen raeer in-
gang zoude vinden , roemden zy dat ze :ot ket-
termeefters aangeftelt waren.... En als de Gee-
ftelijkheit op S. Laurens avond de goddelijke
dienften had beginnen te flaaken, zijnzy, ruim
drie honderd mannen fterk, naar de plaats van
het Domkapittel gegaan , en hebben de Geeile-
lijkhcitgezworen dat ze haar tot een toe, indien
ze de goddelijke dienften niet opftaande voet,
en volgens de gewoonlijke wijze , gingen plee-
gen, zonder eenige genade om hals zouden bren-
gen. De Geeftelijke perfoonen , ziende het ge
vaar des doods voor de oogen , cn door zodaa-
nig een geweld en vreeze genoegzaam gedv^^on-
gen , hebben de kerkdienften voor een tijd we-
derom hervat... Doch als deeze dolligheit eenig-
2;ins bedaard was, zijn de goddelijke dienften
tenemaal geftaak. Het welke egter, 5O0 fp^eeßt
Bafinus
nocg öï / in de konventen der Bedel-
monnikken , en in de andere kerken der ftad ,
niet onderhouden is gcweeft : (3) maar dezelve»
zijn de goddelijke dienften volgens de gewoon-
lijke wijze blijven verrigten.

Φο"^ öeeft Engeibregt, om te öetev ö^ Μ

ijoïl^

f Bafims ibid.

Engclbregt
beroept
zich van
deezen
jBrief.

Dc andere
oproerige
kreunen
zich des-
wegen ook
ïiiet , en
dwingen de
Geeftclijk-
liei: om de
kerkdien-
ilen te ver-
rigten.

in fommi-
ge kerken
gijndc god-
delijke
slienften
geftaakt:

doch niet
|>y de be-
del mon-
ijzkken.

-ocr page 495-

David van Borgonje. ^^χ

boïft te fïaan / m öe peten öci· öuc^eige te
tointtcn / tn ooïi om Öet ftrtjg^-öDÏïi öetec op
5yue ï^anti te ftrjigen/ aan feeele perfoonen hm
Sifem^ gegceben 5 en jeïf^ bic al tot
David
obet'seioüjpen toen toeöerom in genaöe aange^
nomen.

^ti-ft^ öïpt ngt öe papieren öie öe Siooitrefi
feïpe ïfeer Ant. Matthieus in öe gemeïöe Han^
teïtenmgen/ op |et ^65· 5i)bie / öeeft öggeß^agt
gijne aanganget·^ Ö^ößen oniieitHtT^en / te
toepten in 't jaar 1483 / iie
(4) fïab ïltregt öe^ ^
magtigt: en öaar op Engeibregt
oQÏi ban Ifi^ vaneiRc.·
nier^foo^ naar lltregt getrollten: Ulan^nit^
noomeii,
Deböense paaröen en toagen^ gerceö gemaaïit/
en David op
500 een toagen ff) gejet/ öeöjeïfte
aibn^ ban ïltregt naar ^mer^foo^t gróoert:
tiaar ÖP i» Slloofier öan Agatha, on?
irer öeöcioaarmgeban Reinier van Broekhuizen,

befieït; en Han 5ijne Meiteren/ 500 aï^ in be
lironp ban
Agatha te ltt$m liaat / tot op
5ijnöemöïie toe Berooft getoeef!»

liaar fto?t baar aan/ te toeeten ben
% ban öet 3eifbe laar / ö^eft
Maximiiiaan
^oitenrijk, öeneben^ be ï|oïïönber^ banbeläa^ vryheit ea

öeïjaautofc|e partw / iitregt beïega't / en be waardig-

gebtoongen om be b^ebeop ^eteboo?^ 'owZlfdl
waarben aan te neemen. <^nber anberen moé^ Hollanders
ften ben S^ifeS^jP fïaaften / m in öet be^it ook toe

5ijiie toaarbigö^it ^^ ^^i^f/

ote be boc^toaaröen ber b?ebe öe^eïfi/ i^ ban ben
3 September 1483, en i^ booi ben i^ooi5itt?r
•Ï^iatthaus in 't ïigt ^ gegeeben.

<ebentoeï geööen be genieïbe ßerßen be gob^ sommigen;
J^löïte bienfïen aanftonb^ niet öerbat : maar
^ermit^ 3e ttoijfeïben of Μ geoo^ïofb o^™ dï

toa^/

ξ h ohßrvat, ed Anonfm. 9, And.

-ocr page 496-

492  HET Leven VAN

/ boo^ öat bc ^au^ gei interdikt met «yti^
iï^u&i^diifte toöo^ben pb gdic^t/ öeööen Set
gcb0clen ban eenige ïte^t^-geieeriJenbanSobeit
aïboi-en^ toiïïen §οοιτπ ; toeïfier anötoao^it ^
gemelöeii Mattharus tu ^Une Klanieiieningen ΰρ

Bafinus, in gettiöeeöeSeeïjijnei; x'\nakaa,fiaat

aanseiaaïÈi,

«Bin^eïp 5ίίη je ban ben öan ontfïagen boo^
bemibbeïing ban Van Adrichem, Kibt ban
monb/ 500 aï^ p.Bokkenberg, in j^etïebenban
gemeïben Söt/ met bee^e bioo^ben öefcö^ijft:

In het jaar 147p. heeft hy gearbeide om de
Utregtenaars , die door den Biilchop David on-
der hec interdikt geilelt waren, met den Paus en
met hunnen Vorft te verzoenen ; en heeft hun,
daar toe van den Paus gemagcigdzijnde, weder-
om de oude vryheic gegeeven om de kerkdien-
jftcn te verrigtcn en by te woonen.... Want de
Paus Sixtus IV,oordeelende dat dit verfchil niet
^00 gemakkelijk cnvoordeelig te Romen kon af-
gedaan worden , heeft bevel gegeeven dat Hen-
rik ZAvartzenburg , BiiTchop van Munfter, Ni-
klaas van Adrichem Abt van Egmond , en de
BiiTchop van Cefarea, Davids Vikaris, uytfpraak
indecze zaak zouden geeven, en alles afhande-
len. De BiiTchop van Cefarea, vreezende de bur-
gers aan zijnen hals te krijgen, en die van Mun·»
lier de handen vol hebbende in zekeren oorlog,
hebben dien laft afgeweezen. en5« (7)

ï^e / mt w. Heda i> gab nu get

geöeeïe jejag m ganben ßcßreegen / 500 bat
aiïe^ befcöiïtte naac $ijn eigen toeïgebaïlen,
mtlf^ iieïbe Μ ^^ Jii^ajefiraat naar 59" 0£»eö-
buniien aan/ baae be iltregtenaar^^ jeberb ίβη^^
gen tiib öet regt geQab öabben ban be
piraat te beeftiesen«
k Pag,

faufl'elij-
Icen ban,
gaan daar
over te raa-
ideby eeni-
ge Regtï-
gdecrdcn»

De baa
word ge-
licht door
ïoedoen
van Van
Aachen ^
Abt van
Egirond,

Oavid rc-
CTcerr naar
iijn welge·

-ocr page 497-

David van Borgonje. 49f

liï^aac aï^ nu ouii en jisjaft ßegon te fajo?^

ben / en aÖ f^^rei van Borgonje onöecmff^«
oofi
Nancy mf jgefnenbelt/ ö^eft pt gesag
ban
 David ai toat Besinnen te

Saïiften*

(0ïni5eïp / na bat onteïöaare peilingen Hy iierft
ban een öeeï ojiroeeige raenfeöen / boo^nament- in een hoo-j
ïp ban öe
(8) Brederodens, te «jben öab se^ g^"
Öaö / Ι^ρ in 't jaac 14-9^/ op Joris bag/
oji 5p flot ög 5^tmrfiebe/npt get ïeben gefcïjei^
ben, ï||a aibaae fiaateïgif in öe
begraaben / na bat tjiQ öï't fieiainb ober be tV
treötfcöeSecft 39 jaaren en etïpe maanben^aii
geboect

^e oo^beeïen obet' ö^t seb^ag en ïeben verfchefeic
ban beejen liecfi-jp,?eiaat jijn b^gt berfcï)i!%: öet oordcckn
haeïfte ten beeïe aan iebeej ö^jonbece $iicöt m ]7ve"ea
genegenbgeit / ten beeïe aan ^^m ^ooge jaaren rec^eerinac,
fean toe0efc§,?ebento0|ben»
Hy isgeilorven,5egi: ''
Heda, wordende Λλ'einig van het meefte deel der
menfchen gepreezen , en om dat hy, door beo-
gen ouderdom afgemat , zich als een kind vati
een hoop ilegte menfchen lietbeftieren... daarby
Was hy zoo ongeftadig , dat hy 'c geen hy den
eenen dag had vaftgeitek ^ den volgenden dag
Wederom veranderde. Het wierd hem ook te
fchande gefproken , jegt P. Bokkenberg in be

ongeb^nfete Sebent ber lltre^tfeöe S^ifTcöop^

Jien / dat hy de minnezugt en de grammoedig-
heit te veel heeft ingevolgt. .^Ocö-fcgigftïj^o^
Set peggen ban Heda, bat hy de Itad en de ilads
Overigheden, die zeer hatelijk geworden, en
onder het interdikt gefield waren,op een laffeeti
onbetaamelijke wijze heeft verlaaten,
i|et bieïfee

cbenbjeï niet toeï feööüt ober een te Soome»
met söne eige ixicoaben / baar gg / geïgït 500

ebeit

1

-ocr page 498-

494 HeïLevenvak

eben sejicn i^/ getuigt bat Set interdikt griicgt
jgehjeeji ïióü^ ben Kiöt ijaii <iS0mon&/ noc^tc
«iet get ijeene / 't iueïfte nocj^ ö^eebei; Vict^
Öaaït III öe oit^eb^uftte ?ieiien^ öec ilttegtfcïie
saiffcöopjpein

a^O^bei·^ Ööb Heda ^eïf ben S^lffcSojl David

eben te bore ^pm^tn / 5ienbe miffcgien op
lie Öïoejeiifie jaacen
/ als een man die ten hoog-
lle verdiende ge-eert te worden, dip dienftigwas
voorat Gemeene-befte en voor de wetenfchappen,
en wiens zeden zeer loffelijk waren. ü^Olgeit^
Gerardus van Nimwegen is hy ook een uytftee-
kend weldoender der letter-oeffenaars geweefb.

Suffridusj bie een lilanöangseï o» Beka geeft
semaaïtt / getuigt ooit bat
hy zeer nut is ge-
weeft voor het Bisdom van Utregt , al zijneer
veele by zijn leven geweeft , die zulks niet wil-
den bekennen : dat hy een Kerkvoogd van zeer
groote godsdienftiglieit is geweeft , die de ker-
ken zeer mildelijk heeft begiftigt , gelijk blijkt
uyc zoo veele vereeringen aan de kerken door
hem gedaan : dat hy de Priefters en boek-oeffe-
naars zeer mildaadiglijk heeft geholpen enbegun-
iligt : en dat hy ook alles zeer vlijtig heeft be-
ftelt, 'c welke fcheen te dienen tot de uytwen-
dige grootheit en den luifter van het Bisdomj als
hebbende al het geene Rudolphus in de floten
onvoltooid had gelaaten tot een volmaakten ftand
gebragt, en 'er noch veele werken by gemaakt:
dat hy een nieuw flot te Duurftede heeft begin-
nen te bouwen , en een zeer pragtige grafftede
voorDiephold (zijnen voorzaat) heeft opgeregt.

' Öeeft berfcgetbe öatöanffcöe getooonteit
afgefc|afl / 3gnbe Jet boïft ban Utregt bu^ ïang
getooon geiaeefi be Wtffcïj^ toetten U boïgein

i WJieda in zijn kven.

-ocr page 499-

David van Borgonje. 49f

31« fee e» jpieiöoojen nmi

ïnaaï mi öed getuige» / feoo^ ïiragt ban gdii /

59nc öanö te fti-ggen: en öe cesters/ of Ut
tt ober saten / joniser een^ in te $ien iöienp
5aaïi tiat m jdöe öefi gejgronöt; töa^/ taw
3en l^et p^oce^ maar toe aan be genen tne öe
nteefïe getuigen op 3pe jgiie gati geßreegen:
Öoe toeï öat'ec toen
300 beeinaioopen^niet aan
hafi ίοα^ om een einbe ban $gn jiieiijooi te 1\φ
gen, ήρ i§ U Ηφ getoeefï iiie get fmiifcöc
en 23o^gontriffcöeïlegt geeft mgeboeirt. Ügö^eft
un seïier getal fiejiaait ban iie genen bie
Jbec öe tegt-saaften souïien Sitten; en hseï 50^
waanig bat öe partgen tie b^ij^eit öatsïsen ban
iebec Jltegter in 'tb^sonïiec te tö.?aaïien/iniöien^
J»ïaat5e öan een aniter ïlegter / öaar geen ber^»
moeben op bieï / toieröt aangefïeït, ,φοφ öeeft ög
ire manier ban 5icö ^oager te öeroepen tngeboert/
öaar öe ïiïegter^ lang get bonni^ öefïegten^
öer bJijse Sabben ngtgeioeesen / joniier itat 'eu
pïaat^ aan eenig beroep: petoeï öat men
beiyben moet / en %tt een beitenbe ^aaft / öat
boïgen^
Ut nieubje regt öe pleiteniie part^en
öoo,? imigenbedei tüiaaïtingen / ngtfïeïiingen en
omioegen gepiaagt en öaioorig gemaakt bjoj^
ben, (9)

^m een einbetemaaSen/^aliß öierb^boegen
^tn ïofeïgïie getnigeni^ / öie
Erafmus aan be loF door
^&tfieeitenbe gdeerbijeit en opïettenböeit ban Erafmus
önsen David, boo^namentïp omtrent öe genen ^^^^^
^bjeliien be öeiiige biijbseï^ 5önben ontbangen/
yeeft gegeeben,

^ Het zal niet ondienftig zijn, 5OO fp^eftt E-
^rrnus, hier ter plaatze te verhaalen wat dat aan
I^avid 5 voor hene Biflchop van Utregt, en zoori

van

^ Eraßa, tvm.y, B, ï. Eukßaß.nnv^edit.

-ocr page 500-

52Ö Het Leven van F. van Baden.

van Philips den Goeden, iswedervaaren. Hy Wii^
een zeer geleerd man, en wel ervaaren in de Gods-
geleerdheit, het welke in edel-luiden^ en voor·*
iiamentlijk in Biflcboppen van dat landfchap, de-
welke tot de ooren toe in debeflommerniflender'
tijdelijke goederen fteeken , voor een zeer zeld-
zaame zaak moet aangezien worden. Hy
had ver-
ilaan dat 'er onder zoo groot een getal van wye-
lingen zeer weinige in de wetenfchappen geoef-
fent waren. Hy heeft dan de waarheit der zaake
naarder willen onderzoeken. Hy doet in de zaal,
daar zy onderzogt zouden worden, een ftoel voor
zich zelve zetten : hy heeft hen altcmaal , een
voor een, vraagen voorgedraagen naar mate van
het wijdzel daar zy naar Honden. Den genen die
Onder-diakens zouden worden ftelde hy ligter
vraagen voor 5 den genen die Diakenen wilden
worden wat zwaarder : maar die naar het Prie*
fterdom ftonden moeiten op Godkundige
vraagen
antwoorden. Wrlt gy weeten hoe dat het is af-
geloopen ? Hy heeft ze altemaal afgeweezen op
drie na. Die het opzigt over zulke zaaken had-
den meenden dat het een fchande voor de Kerke
zoude zijn, indien'er maar drie gewijdt Λvierden
in de plaats van drie honderd. De Biifchop, zijn-
de van een vuurigen aard , andwoorde dat het
noch grooter fchande voor de kerke zoude zijn,
indien 'er ezels, ja botter als ezels, voor men-
fchen wierden ingelaaten. Maar die daar eenig
voordeel gewoon waren uyt te trekken drongen
noch al tegen hem' aan dat hy zijn vonnis doch
wat zoude verzagten ·, en dat hy moeft denken
hoe dat'er in decze eeuwe geen'PauluiTenofHie-
ronymuflen komen opfchieten j dat men ze zo-
daanig moeft aanneemen als ze by deeze tijden
gevonden worden. DeBiiTchop bleef op zijn ftuk

noch

David

derzoekt
zelf de gee-
nen dewel-
ke de wijd-
zels fton- .
den te ont-
vangen»

Hy hecfcze
eens alte-
maal afge-
'«'eezen op
drie na:

en maakte
de anderen
voor ezels
uyt»

-ocr page 501-

David van Borgonje. 49f

ββη

«Och al ilaan, en zeide dat hy juiil: geen Pauluf-
ien of Hieronymuilen begeerde te hebben, maar
dat hyzuike ezels voor geen inenfchen zoude
iianneemcn. Zoo waren ze dan gedwongen het
lefte ilormtüig in 't werk te ftellen : en zy zijri , ^
'cr ook toegekoomen. Wat is dit geweeil ? In-
dien gy, zeiden zy 5 op dien vöet meent voort te
gaan, moet gy onze wedden verhoogen : anders
is het ons onmogelijk zonder zulke ezels te be-
ftaan. Dit ilormtuig heeft de kloekheit des Bif-
fchops , die zoo pal had geftaan , ter aarde ge-
Velt. Nochtans kon het zelve ftormtuig
op
veelerhande manieren afgeweezen worden. Hy
had maar te zeggen : de wedden worden u niec
gegeeven om uwe overdaad en grootsheit in te
Volgen, maar om ^er matiglijk op te leeven , en
daar toe zijn ze groot genoegd Doch dan hadden
ly den Biifchop mifichien met gelijke munt kön-
nen betaalen, wien de kerkelijke inkpmftenook
maar gegeeven worden om'er enkelijkvante be-
ilaan, niet om'er een vorilelijke trein op te hou-
den. Hy had dan edelmoediger können andwoor-
den : Indien ul. iets noodigs ontbreekt, zal het
yan een andere kant, al waar het zelf van mijne
mkomllen, vergoedt worden j als men maar dc
kerk door zulke ezels niet laat onteeren..

Eindelijk , 5C0t P. Bokkenberg , als zijne Hyfsna-
jaaren nu begonnen ten einde te loopen , is zijn
gezag gedaalt , cn de onderlinge genegendheit J^L^Tot
ïwfTchcn hem en zijn volk is mettertijd ganfch
den, voor-
Verkoelt. . nament lijk

^ Als hem ¥an fomroigcn wierd geraaden dat ^uljjj^!^,

rt Bokkenherg iü de oftgedruku Levens der Utregtfche
^'M'choppen.

^ Jobames Peregrinns in Sermonihm ConvivaUhHS.
II. Deel. li hy

-ocr page 502-

4pS Α α ν τ ε κ É ^ i Ν g É fï

Zijneevoe. % ^^^^ » hooge jaaren , door eerf

len omtrent mede-helper, (coadjutor) of door een Wy -bir-
hetaannee- fchop ZOU laaten helpen, heeft ,hy , zoo als ver-
mpn ^ j^jgj. onaardig geannwoordc :
dat

hy door het voorbeeld van S. Antonius ivederhouden
wierd van daar toe te verflaan : want dat dezelve nu
vergeeten en voorby gegaan wierd zederd dat Ro-
chus , een jonger Heilig , in zijne plaats was geko'
men.

"^t <©^iioiiantien han S^iffcSoji David , öie

on^ euttfiisPi tec ö^nö sefïcïii öoö^ ben

ïfoog -ac]&töaarenï|eei; Ant. Mauheus, 3UïïcH
ijjg giec niet ö^ijocgen / ttn teelt om öat 5e 500
ïarig 5|jnbe tc jgcootc pïaat^ ^ouöen öcfïaan: tttt
öeeic/ m ioeïboo^iiamentlp/ om öat meefi
ïoopen op bt regt^-plecgnigén eu manieren ijan
jiïeiten öan öet tof Ijan ètregt

Suïien öan iicbei* eenige i^ißanffi^n öan

^iffcsop David ojpgeeticn.

AANTEKENINGEN.

j. By Buchelius en Ant. Matthäus (in het tweede
deel lijner /^mleäa) ^al men vinden hoe dar David door
tsijne al te heerszuchtige regeering, en door het beknib-
belen van de Stads geregtlgheden, den haat der burge-
rye op ïijnen hals heeft gehaalt.

2. Dit alles wierd gedaan om den ban des te fchrik-
kelijker en vervaarlijker te maaken. Zie
Decret. part.
2. c. XI.n. 103. daar de volgende manier word
voorgefchreven : Rmdom den Bißchop (als hy het ban-
vonnis xal vellen)
mosten 12 Prießers ßaan , en bran-
dende kaarfen in de hand houden. In het befinit %>an het
ban-vonnts moeten
zy dezelve kaarfen ter aarde werpen^
en met de voeten treeden.,
en?,.

3; De kerk-dienften zyn maar geilaakt in den Dom
en in S. Jans kerke , en de Kanonnikken durfden de
regte oorzaak noch niet opgeeven, waarom dat ze hun-
ne

men van
een Mede-
helper.

-ocr page 503-

Ol» David van Borgonjë.
ße dienften lieten fiil ilaan. Ze gaveu voor dat μ door
hunne Prooften beledigt waren , en geen vergoeding
konden bekomen; en onder deeze voorwendinge hiel-
<ien xy hunne kerken gefloten. Zie Bafini,is als boven,
ßoch ftaat te weeten , en het word van ßiiGhelius en
Mattheus meer als eens aangemerkt, dat Eaiinus al te
goed Biflchops, en al te vinnig tegen de Burgers is
geweeft. David was de Burgerye en de Geeftelykheit
tegens huh regt en tegens alle billykheit opgedrongen :
die geregtelyk verkoren was, had zyn geld en zijne
waardigheit moeten miffen. David Biflchop geworden
7ag al het gezag , tegens het oude gebruik, in handen te
krygen. De Brederodens, 7.00 als \ve hier na zullen
iien, en al wat aan de Brederodens in maagfchap of
vriendfchap fcheen te paaien , ivierden afgezet
, verdfee-
ven, gebannen, gepijnigt, gefoltert,en meer als eens,,
ja meer als tien en twintig maal, dood of half dood
gemartelt. De Biflchop ging in alles te werk naar zij-
nen wil en welgevallen, gelykby W.Heda, dieganfch
niet tegen hem ingenomen was, gezien kan worden.
Men zegt ook, zoo fchryft Heda , dat hy Kanonnikken
uyt «hunne Kanonniksdyen heeft gejaagt , en zijne
knegten in hunne plaats heeft aangeftelt. Hy deed de
befte Burgers dochters met zijne dienaaren
eii knegten
trouwen , en fchreef de ouders voor hoe veel dat ze
ten huwelyk moeften geeven. De Utregtenaavs deeze
flaverny moe geworden, hoe.wel dat
dc Biflchop ook
al verfcheide loffelyke zaaken heeft verrigt, zyn aan
het muiten geilaagen: en hebben liever alles v^illen lij-
den, honger, ongemak, belegering, armoede, en al
^^at men in diergelyke gelegendheden kaii bedenken , ja
^eer als men bedenken
kan, als hunne regten en vry-
hedcn langer zoo fmadelyk te zien vertrêeden. Dit
kon Bafinus niet verdraagen ; hier ov.cr fmaalt hy gedu-
•"'g op de ί'tregtensars, als of het een gekheit waar ge-
"'^eeft aldus tegens een hooger magt te worftelen,'en
^egen de dood te vechten. Maar die in zijne geboorte
«en vrye en geen ilaaffelyke lucht heeft in-geaaflèmt, 'c
geen
Bafinus niet was gebeurt, en de vryheit al zyn k-
^en heeft genoten, kan wel begrypen dat een kloek en
^f>edighart liever alles wilwaagen, ja alles lijden eu
Verlieten, als dus zonder eenigen wedcrftand in
deila-
^'erny te vallen.

4. De Biflchop was al eenigen tijd te vore uyt de

li 2. ftad

-ocr page 504-

$oo Α..ante Oeningen
itad geweeken: en Engelbregt vaii Kleef was oök al
te voren, te weeten in't jaar i+3i
, te Utregt aangeko-
men. Dit gevangen- neemen van den BilTchop. is dan
aldus volgens Heda toegegaan. Engelbregt was om
eenige redenen buiten de Had en van huis gegaan. De
meefte krygsknegten van de flad waren hout buiten de
ßad gaan hakken; daarenboven wierd Montfoort door
de Utregtenaarsbelegerd.Zoo da,n eenigeBurgers het oor-
logen moe geworden, en geen goede uytkomfte te
gemoet
ziende, en weetende dat de Heer van Montfoort, die het
hoogde gezag naaftEngelbregt bekleede,met deStads-ore-
righeden inde kerk gegaan waren, hebben dezelve dicht
toegelloten , en van buiten toegebolwerkt. Daar op
iïebben zy den BiiTchop in de ftad gehaak, de voorigc
Majeftraat afgezet en in verzekering.genomen,en nieu-
we aangeftelt. Maar dewyl de Hollanders , die met
den Biflchop tot zijne verzekering in de ftad gekomen
waren, begonnen te pocchen en te zwetzen dat ze
niet
zouden vertrekken voor dat hun de ftad ter plundering
was gegeeven , en het inderdaad ook zoo meenden:
cn vermits dit zoo verre ging dat de ftads wacht aan deßur-
gerye wierd ontnonien,en geen Utregtenaar door Hol-
land mögt reizen, ten zy dat hy als een zekere vrygeleide
van s' Biifchops knegten had gekogt, heeft het fom-
migen beginnen te verdrieten. Henrik van Nieveld^
die den Heer van Montfoort zeer na ?n den bloede be,
ftond , en ter ftad was uytgejaagt, dit alles weetcnde,
en eenigen binnen de ftad op zijne hand hebbende , is
op Kersnacht met eenig volk voorde ftad gekomen,
daar de zijnen hem van binnen ftonden en wachtten, en
de poorten voor hem opgebroken hebben. Toen moeft
'er eerft noch eens dapper gevochte^n worden tegensdc
andere party, daar Nieveld zeifis gefneuvelt, rnaar de
zijnen egter meefter van de ftad 'zyn gebleeven.

5. Heda fchryft dat ze den Biftxhop op een mift-wa-
gen gezet cn aldus naar Amersfoord gevoert hebben.
Dat was wat te fchandelyk^ zeit Buchelius daar op :
ivat had men beter te verwachten van vyanden die door de
doi)d van hunnen aanvoerder verbittert, en door s'Bif-
fchops voorgaande handeling;en geter^t waren ^ Bafinus
ïelf, die ganfch niet ped Burgers is, bekent evenwel
dat
deeze Burgers, die de ftad aldus overrompelt had-
den
, de Zege zeer goedaardiglyk hebben gebruikt, en
iiift bloeddorftig zya geweeil i als hebbende niemand

van

-ocr page 505-

ο ν David van Borgonje. 5^01

Van hunne grootfte vyanden gedoodt , ja zelfs geene
huizen , eenige weinigen uytgezonderd , geplün-
dert.

6. By W. Heda, aan hiet 29 zijdje , ftaat te kezen
hoe vinnig dat de Kabeljauws - gezinden tegens de U-
tregtcnaars zyn geweeii, en hoedat ze over deezen pays
t'onvrede waren, als gehoopt hebbende dat Utregt hun
ter plundering 7ou gegeeven worden, Jazy hebben vee-
lerhande konden en üreeken by den Hartog Maximi-
liaan, die de ftad tot de vrede had gedrongen , in 't
werk geftelt om hun oogwit te bereiken, dewelkedaar
ter plaatze-konnen nagezien worden. De Land-voogd
van Holland en zyn broeder zyn het behoud van Utregt
gewecft , hebbende de Duytfchers op hunne zijde gc-
kreegen , en aldus de Franfen of Waaien, die op de
plundering vlamden en door de Kabeljauws-ge'z.indea
gaande gemaakt waren , ter ftad uytgedreeven.

7. Dit Zelfde üaat aldus verhaalt by Johan van Leiden
in het 87 Kapittel der iEgmondfche Jaar-boeken. Doch
deeze ontflaaging ziet eigentiyk niet 9p denPauffelyken
ban , dewelke eerft gelicht is na dat de ftad door Maxi-
milianus tot de vrede was gedwongen, en vervolgens
in het jaar of na het jaar 1483: maar op den ban, die
door den Biflchop zelf tegen de ftad was uytgefproken,
700 als Johan van Leiden ook met duidelyke woorden
getuigt.

_8. Het is waar dat dit de eige woorden zynvanSuf-
fridusPetri; maar deeze Schryver toont zich doorgaans

te goed Kabeljauws. Men heeft het tweede deervan
de Analeéta van Ant Matthosus maar na te zien, om
te weeten hoe fchandig dat de Brederodens zelf van den
BiiTchop, door het ophitzen der Kabeljaauwfche party,
mishandelt 7,yn geweeft. Het is een fchrik om te lee-
ren. Wel is waar dat Gysbregt Brederode , zoo als
Heda te kennen geeft , eenig misnoegen aan den Bif-
fchop had gegeeven , met het dus te befchikken dat
de ilads-overigheden naar zyn goeddunken verkoren
vs'ierden; maar Buchelius bèmerkt daar op dat de Bif-
fchop, gelyk elders ook getoontis, niet te zeggen had
in het verkiezen der Majeftraats-perfoonen. En Gys^
hregt, die zeer wel by de gemeente ftond , kan lichte-
lyk door zijne aanpryzing de verkiezing gedraait heb-
ben werwaarts 'them beliefde. Dan dit kan voorzoo
«en fph?Imftuk
of verraderye niet opgenomen wordeji,

li 3 m

-ocr page 506-

foi ^ Aantekienin.gen
Het.is egter aldus opgenomen ; of 't is althans een
van de voorwendingen geweetl dat de BiiTchop de Bre?
derodens
7.00 heeft beginnen te mishandelen. 2oo

wierd dan Gysbregt de Dom-prooit, voor deezen tot
BiiTchop verkooïen , benefFens den Heer van
Brederode,
Gysbregts broeder,en Walraven ,natuur]yke ïoon
den laatften , gevangen genomen. Heda fchryft
dat
Walraven uyt de gevangenilTe is gebroken · maar hy
voegt 'er qiet by hoe onmenfchelyk dat hy, tot 40 of
50 maaien toe , en fomwyle tvvee, drie of vier maal
op eenen dag ,gepijnigtis geweeft ; hoe dat ze ïyn lic-
haam met water opgevult, en aldus op het gefpannen
lichaam gedanfi: hebben , om hem eenige opgetigte ver-
raderyen te doen belijden, en aldus vat op de perfoo-
pen en goederen der Brederodens te krygen. Eveneens
is 'er geleeft met Johan van Amerongen , Schout van
TJtregt, die ook gevangen was genomen. Daar nazyn
met alle magt op den Heer van Brederode gevallen,
en hebben hem immers zoo zeer gepijnigt, gefoltert,
inet water opgevult, en voor dood laaten leggen. Dat
was niet genoeg;men heeft hem by nacht op het aller-
wreedfte gaan pijnigen , en gedwongen om alles te be-
kennen 'tgeene zy bekend wilden hebben. En dit alles
iiebben zy aldus geklaart, hoe wel dat een Ridder niet
als van Ridderen'der zelfde order geoordeelt mag wor-
den ; ja daar een Ridder van 't Guide Vlies , gelyk de
Heer van Brederode was , niet in de gevangeniile ge-
fielt
, veel min gepijnigt mag worden. De Heer van
Brederode losgelaaten zijnde ontkende telkens'tgeen
hem de pijnen hadden doen bekennen. Maar , zal ie^
mand zeggen, waar uyt blykt zijne onfchuld
? 't Staat
dan te weeten dat Hartog Karei zich eindelyk met de
Zaak heeft bemoeit , en hem na behoorlyk onderzoek
vry en onfchuldig heeft verklaart. Ja als Karei na-
derhand in Holland gekomen, had hy den Heer
van Brederode gedunng aan zijne zijde. Maar als hy
^ui ging firbeiden^om zijnen broeder, den Dom-prooft,
pok los te krijgen, is hem te Haarlem quaade wijn te
drinken gegeeven. De anderen, die 'er ook van ge-
dronken hadden, hebben alles overgegeeven,enzynhet
gevaar aldus ontkomen. Maar de Heer van
Bredero-
de, konnende tot geen braaken koomen, is het bedor-
ven. En men heeft niet goedgevonden zyn lichaam te
ppeiien. De Prooft
heeft TiS'el vier-jsarei; lang geva»'

m

-ocr page 507-

op David van Bor'gonje.
gen gezeeten: heeft eindelyk af-ffänd van 2ijn@;Prooftdy
en van zyn jaargeld, 't welke hem op het Bisdom was
toegeweezen , moeten doen , en is aldus op vrye voe-
ten gezet. Heda zegt dat hy dit ongeluk volgens het
Oi?rdeel yan veelen wel verdient zou hebben, om dar
hy zyn verdrag met David van Borgonje, toen hy vati
het regt zijner verkiezinge af-ftapte,had aangegaan bui-
ten weeten van de ftad en van deGeeftelykheit, en dat,
hy voor zich alleen had gezorgt. Daar oyer ïoüal wat
te zeggen vallen : maar dit zou te verre loopen.

Omtrent den gemelden Heer van Brederode heeft Jo-
han van Leiden aangemerkt dat hy op een vrydag ge-
vangen is genomen, op een vrydag uyt 's BilTchopsge-
Vangenifle verloft en voor Hartog Karei is beroepen:
op een vrydag is vry gefproken en ontflaagen: op eeii
^i'ydag paar |/ianen , zijne woonplaats , is wederge^
«eert: op een vrydag is geftorven ; en dat hem zyii oud-
we toon Walrave op een vrydag was gcbooren.

51,. Ais het vonnis zou uytgefprooken worden , zegt
Heda, quamen de partyen met fchepen en wagens vol
getuigen, en die met de meefte Ichepen en wagens
quam opfchietcn, had het befte regt,- want ieder riep
maar dat hy vopr die of die ftemde : de meefte roepers
maakten het befte regt enz. Maar Buchelius zegt daar
op dat Heda de regts-picgingen van dien tijd lelyker af-
maalt ais ze verdienen afgemaalt tg worden,

Vorders moet men niet denken dat de VrieiTche
■Ivetten, zoo als men uyt Hedaas woorden zou kon-
den opvatten, zoo barbaarfch en verfoeielyk zyn ge-
^eeft. HetVrieiTchc Regtwierd gevolgt in hetNoord-
iche gedeelte van Duytsland, van Holland en Zeeland
tot de Elve toe: want zoo yerre heeft de VrieiTche
ïiiagt voordeezen geftrekt.)AalbregtvanStaden, fchry-
*'ende oyer het jaar 984, geeft het voor een zekere
^aak op dat deeze wetten den Vriezen zyn gegeevea
rfoor Heraldus Koning van Denemarken: maar Fred,
^indenbrogius , een man in xulke zaaken grondig er-
^aaren, houdt de wetten van Heraldus voor veel jon-
Rer dan de oude en regte Saxiffche en VrieiTche wet-
zen , en bewijft zulks uyt de parkementen, daar dezel-
^eop gefchreeven zyn, en die veel ouder zyn danHe-
faldus. Althans blykt het uyt de wetten zelf dat ze ge-
blaakt zyn
als de Vriezen noch Afgodiften waren. Die
^s
Tempels 4er Goden had gefchonden moeft , na het

Π 4- ^IoQf

-ocr page 508-

504 Aantekeningen
klooveniijnerooren ,gelubt en den Goden tot een zoen-r
offer
opgedraagen worden : maar de andere grootfte
.rnifdaaden ,
Mordritmm^ 7'hiubda\ Brakdt, Noinumfti
cn £>o/y, dat is , Moord, Dievery, Brandiligting, O-
penbaare Geweld-pleging en Rovery, wierden mergeld
afgekogt. Daar in was het Vrieiïche regt gelyk aan het
AlemanniiTche , 't welke onder zoo veelerhande foor-
ten van wetten , als de SaHfche , de Lombardiffche,
de Frankiffche, de Borgondiilche, enz. het alderzagt-
fte en toegeevendfte is geweeft. Wat het BorgondiiTche
regt belangt , '£ welke benevens het Franfche regt te
TJtregt is ingevoert door den Biiïehop David,het zelve
is in 'tjaar 49ƒ befchreeven door Gondebaldus Koning
van Borgonie , en is vry (iraiFer als de V^rieiTche cri
Alemanniflche wetten, en ordoneert de dood voor de
ïvvaarfte misdaaden. Vorders zyn de Beyerfche, Thu-
ringiffche en FrankiiTche wetten op dit Ruk al omtrent
100 zagt geweeft als de Vrielfche, Zie Lindebrog, Cs^l
Leg. Araiq. enz.

Voor het lefle znllen wy hier een Brief laaten vol-
gen , uyt zeker Hand-fchrift , beruhende onder meer
gemelden E.H. J.C.V.E. in den welke "alle voorgaan»
de wederfpannighedendoor Biifchop David worden ver-
geeven , en ieder vryheit word vergunt om weder in
4e ftad te koomen.

David van Bourgoen by den genaden Gohs Bijfchop f (J-
iregt ^ Allen den ghenen die deefen Brief füllen ßen ofte
hóór en lefen faluyt. Alfoe in den iaere van feveu ende tfe^
ventig leßer'lede fekere twificn ewd-c fchelingen verrefen en
,opgekomen fiya tuffchen ons ende de Prelaten., Dekens en-
de Capittelen onfer vyf Goifshufe , onfe Kidderfchaf , Stat
ende Steden onfes Geflichts van Otregt aan defe Jijde def
Yfelen roerende van onderhoudinge der Privilegien, regten^
flatuten , gewoonte ende ouderheerkomen onfes Gefliehte
'voirfchr. by welke twifte ende fchelinge voirfchr. alfoe
onfen landen voirfchr. flaepde ßjn fekere ende voele gebrc'
ken hy enigen onfer Omerfaten ^ Geeßelyk en Weerlyke ^^
mfen lande ende ft eden hinnen defen fijden gefchiet : erid^
omme dan alfulks- gebreken veert te verhoeden , ende aUe
t wiß ende fchelinge neder te leggen, ßjn die Prelaten ?
kens ende Capittelen onfer vyf Goitshuyfen , onfe Rid^^l'
fda^ Ρ onfe Stat ends
'Stedm voirßhr., van ons

-ocr page 509-

op David van Borgonje. fof

be^eerende geweefi, wy geheel en al "vergheven , verlateit
ende quytfchelden wouden alle dat ghene ons -vander tijt tot
nu toe myfdagn mnch wefen in eemgherwyfe.^ Wy dan wil'·
lende gebreke en divalinge verhoeden , e» ruß ende vrede
in onjen lande, als vjy by der hnlpe van Gade tot defen dage
toe gedaen hebben, nae onfen vermogen onderhouden, hebben
allen Prelaten , Debenen ende Capittelen onfer vyfGoits^
huyfen , en die geméne Geejielykheit, Ridderfchap, Stat ende
Steden onfes Geflichts veirfchr. faraentUcke ende eiken
hyfonderen, ende voort allen anderen ^ die fich van fijnsJelfs^
ofte van hoiren wegen, ofte in hoiren name in dejen tvjyße
ende ^efche Ie gemenget, ofte der in eeniger maniere te doena
gehad mogten hebben tot defen dage toe , vergeven, verla-
ten ende quytgefcholden , vergeven , verlaten ende quyt~
fchelden mit defen onfen brieve aUe dat gene dat fy ofteier-
ment van hen ons ofte den onzen mysdae?t mogen hebben^ ofte
ons als voirfchr. van hoire wege miffchiet mag wefen: behout-
iicke fingulair perfonen voir ^tgene hem roerende is mit rech-
ten te mogen vervolgen , fonder daerom eenige wrake te
füllen doen ofte laten dqm doir iement anders, ofte den Pre-
laten , Dekens ende Capittelen, Ridderfchap, Stat ende Ste^
den voirfchr. ende hoire medéwerkeren daer ommetot eeni·*
gen tijde ist te cyffchen mit rechte ofte anders bynnen den
tijd als voorfchr. gefchiet: mer wy füllen den felven aUe
mynne vryndfchap ende gunfle bewijfen, ende van den on-
fen laten gefchien,,als een guet genedig Heer fijnen Onderi·
faten fchuldig is te doen , ende füllen onfe Prelaten., De-
kenen., onfe Ridderfchap , Stad ende Steden., ende Leen-
nianne, ende Mansmanne onfes Geßichts voirfchr. houden
ende laten bliven ruflelicke in allen hoeren Privilegien,
'»'■echten., gewoenten., ende ouder-heerkornen, als fy ge we eß
fijn by onjen Foirvaderen tijden Bijcopen t'Utregt. Ende
kier mede fal alle onlede aen beiden fijden aff ende te nyete
ifefen., in aUer manieren off defe fchelinge niet opgerefe^
en waeren fonder eenich crot, hynder ., letfel ofte moeye-
^^JJ'e of wrake hyer omme te doen, ofte te doen doen in eni-
wijs aen onfen huysgefijnalle onfe Dienres ^ Geeflelike
°fte IVeerlike, en allen dep ghenen die fich in defér faken
ψιη onfer wegen gemenget hebhenoftete dqen mogen gehadè
hebben ^behoudelike Singulaer perfonen voir tghene hemroe-
^^de is mit reghte te mogen vervolgen
, en onfe Ecclefie ,
piJderfchap, Stat ende Steden voirfchr. füllen fich in allen
fakefi tegem omends dttf onfe^ bewijfen alsζπφ Ondirfa-
- Jj 5 tm

-ocr page 510-

f o<5 Aanteken, op David van Borgonje.

^n [chuldig fijn te doen. En alle deghene die ommedefer
ffhelinge vrille VJp onjer Stat van Utregt voirfchr. gehan-
mn, verdreven, wtgeweken of wt fijn bieten gaen ,/βί Wf/
Geeßelike als Weerlike , füllen dair weder in komen , w-
fen^ en verkieken alfe te ijoeren , en voirt een igelike fal
mogen komen, wefen, en verkieren in al onfe lande, Stadj
en Steden voirfchr. gelyk of defe fchelinge niet verrefen en
fiffaer. Alle defe punthen fonder ar gelijl. Des tot oirkonde
hebben wy Pavid Bifcop voirfchr. defen onfen brief mit onlen
Segel doen befegelen. Ende want wy Ecclefie , Ridderfchapy
Stad ende Steden des Geßichts voirfchr. alle punthen voir-
fchr. ons aendragende mede belieft ende belogt hebben , foe
hebben wy Ecclefie y PrelatenDekene enCapittele dervyf
Gtitshuyl'e^ als ten Doem^ Oudmunfter ^ Sant Pieter^
Sant'Johan.^ ende 'tSant Marien kerken ^t Utregt.^ onfer
^f Goitshuifen fegele , ende wy yohaa Borchgrave van
Juontfoirde., Heer tot Purmereinde , ter Lin choten eMde
Hekendorp kffc. Sweder van MontfoirdeHeer ten Doi-
renweerde, Johan van Rynejfe van Rynnauwen, Steven
van ^uylen van Nyevelt Ridders .) Johan van Rynnejfe
Henrik Johans zoon van Rynneffe van Rynnouwen Ridders,
en Fred, Wtenharnme Knapen van vjegen der Ridderfchap
voirf. dair toe gebeden on\e Segele : en wy flat van Utregt
»nferflads Segel^ endefteden van Amersfoirt ende van Rienen
oiffer ft ede fegelen mede aen de'~en Brief doen hangen : wel-
ker brieven feffe fijn alleens luidende van vjoirde ten woiry
de: ende wair oic dat defe brieve mit allen 'egels niet be-
fegelt en waren, ende eenigen ontbraken , des niet tegen-
fiaende 'ouden fy nochtans van machten ende weerden we-
fen ofte fy at h&ltgelt wartn (ond'.r argdifl int jaar
onfes Htcrtu duyf^ndvier honderd een end^ tachentich opten
mgmdm dach in Meye. „ Ende ftcnt of ten ommeflach :
WTCHIRS. Ende w.as hztgelt mit f^vm rooden tn
«cht frotncn •wthangindi fghdUu.

-ocr page 511-

S07

JOHANNES AB ARÜNDINE
ο F VAN. RIET,

Em α ^^ußpnaar / hm ite tKt lim^ r^^.
nieïgten/ Swraai'irec iSoböeit/eerfïef^iü^ va„ kïS
ban öet ftonbmfc te Utcegt/naiiecgaiibBif^ Monnik/
Γφρ ban Usbith, cn^toi^in

öet geefteïpc ban David van Borgonje en Fre-
derik van Baden , Öditcs-gaat? ^ί^φρρηί batt
biiTchop

iltcegt bja^ ^eei* erbaai^en in van υηψ

fcf)iiftén / m bja^ bc öemcötfïe ji^jebißant ban
Söueij tiji». il^ ö^^ft öoïueniic ^eri^en /
^oo

al^ bie 000^ Trithemius en Petrus Lucius

teït ώο^ίιεπ /in-tSatgn ugtsegeebetii

Aanmerkelijke uytlegging over hec Boek der
Wijsheit.

Uytlegging over den Brief van Paulus aan dc i

Romeinen. |

Uytlegging over den Pfalm , Zalig zyn de on- j

bevlekten. !

Eenige Sermoenen over de Zondagen en over I

de Heilige-dagen. eti^^

W ¥ te tttregt sefio^ben in 't jaat? 1497» ö^« istcntM-i
li ^luïgi/ m &e0i'aaben in get Cïjoo? beu fterfte geftorven
«t^iweïfte boa^ iiecsen aan öe Itacmeigten geefi
en begr»»-
töeöeöoo^t/ niaacnu öeseeten fajo^ii öoo^ ireïtiib
^^t^banRhodua. S^aarbjaren boo? beesentbjee
Stafrfcg^i^en 't jgner tm tt ïeesen / öet ttm
^^mn be mnm aan / ö^t anbere ojj ömf
'«iie: Set ïefie fïaat baac aï^ nocö U ïeesen.

^ Ι^φν. Andr. in Bibl.Belg. p. 44.^.

JUDQ-

-ocr page 512-

J υ D ο G US

Van de Order der '^redik-Heereny
Leeraar der Η. Godgeleerdheit ^

rr Τ-BISSCHOT

D

VAN

D Α V I

Biffchop van Utregt.

JadocKS

pomini-

^aancr

Monnik

heeft vier

outaaien

fewijtlt in
et kloofter

y^n S.
•Agnes-

In « het jaar MCCCCLV , den 17 Novem»

ber, binnen het Oktaaf van den H. Biflchop

Martinus, zijn'er in onze kerk door den Heer

Judocus, Wy-biiTchop, Leeraar der H. Godge-

leerdheic , van de order der Predikers , uyc by-

zondere laft van 't algemeene Kapittel van Ü-

tregt, vier oucers ingewijdt. Het eerfte ouraar,

ilaande om hoog aan de noordzijde, ter eere vati

den Aarts-engel Michiel, en van alle de Η. Η.

Engelen. Het tweede , ftaande aan de noordzij'

de, beneden , ter eere van de heilige Belijders

Gregorius, Ambrofius, Hieronymus, BernarduSj

Francifcus, Lebuinus. Het derde outaar, in hec

niidden der kerke , ter eere van de heilige Belij'

ders , S. Martinus BiiTchop, S. Willebrordus

BiiTphop, S. Nicolaus BiiTchop, S.Antonius Be-

li der. Het vierde outaar , ftaande op de laatje

plaats aan de zuidzijde , ter eere van de heilig®

Anna, Elizabeth,'Manica demoeder vanonze«

hei'

jß Ckmm Montis A^itsih c. sß^

-ocr page 513-

Het Leven van JuDoctrs; ^©^

heiligen Vader Auguilinus , en van alle heilige
weduwen.

Noch heeft hy eenige beelden der Heiligen Hyhccé
gewijdt: het beeld van'tH. Kruis boven de deur aUaaroofc
van het Choor : het beeld van den H. BiiTchop
Auguftinus: het beeld van de H. Maagd Agnesj >

en-noch twee kleine beeldjes van S. Maria Mag-
dalena, en van S. Agnes, ilaande in een doosje.

Dan heeft hy noch gewijdt het beeld der H.
Maagd Maria , op den outer van *t H. Kruys,
daar zy den gekruiften Jcfus in haaren fchooc
houdt leggen : noch het beeld van den H. Apo-
ftel Jaeobus, van S. Catharina Maagd, en vanS,
Barbara Maagd en MartelareiTe.

i> In het jaar 145'p, op S.Urfulaas dag, heeft „ ,
iiy te Delft in de nieuwe kerk van S. Urfula de
Hoog-mis gezongen : s' anderendaags heeft hy mij o^dcJ:
het nieuwe.Choor der Minne-broederen in de- zeu
cdk»
Zelve ftad ingewijdt.

i> Uythet^edenUoekderDelffche Kerke hy Bkisvjykhs
de befchrijv'mge van Delft,

lää

Goswinus Hexius.

Gofwinus α Hexius, of 50O ÖÏ^ Buchelius
fcölijft/ Gofwinus Haeks, te Soenöoilfc iü

S^^aÖantï ^djoren j ïiarnidïji umiifftnum
5J ^eiantï / Zeeraar iser in öe

^c&Qük öau Parys, S^iffcgoiJ ban Hie-
jjpoiis, tii to &C« litiT0tfcöeii

gifcijojs David , öecft tc mmut / m aï^ w.
Heda
getiil0t / mi r^üiibent ijan s^m m^tt
S^fiiSt Go-

" Aadreai in Bihl. ßelg, }<-)'], i Pa^.zph

-ocr page 514-

jiö HËt LeVen van

ί Gofwinus batl Hierapolis,

öiffcgoj» te Ittccigt onöec ^ftfcgoji David, j^ecft

til 't iaai; 147^» 8 ^cjjtemöec / op öcn
Öoö^te-iias ban Ö0 jijlaagö
Maria, gct outaac
ban
Laurens ßerße te jSottecöam «©oöe toei=
jjeioijbt ter eere ban öen srooten öeiïigen
Lau-
fens
, ban iien geiitgen Sceven, en ban be ïjeili-
0e
Maria Magdalena., ^ee^é inhjijijmg ί^ ge*

^ïjiebt 0}j öen eerfien èonitag na ï aurens,

d |eeft in 't jaar 1471* oj» ïjet feefï ban
onje Etebe J^^onhj^ öesoeftinge / te lÈiraeio in
get ïanbfcïiap ban r^toent getögiit öe l^ajjeïïe
ban öe
Francifcaner - Sufters» ïfrtjaar te bore/
te toeten 1470. pö ïj^ in be önurte ban ICaiöer^
gen öe Ut^ öer iïeguïiere ïtanonnil^ften ban^.

Auguftinus o^iier mgetopt

^ J^oïgen^ Valeftus Andreas geeft gp öe boï^

genbe il^erften in öe SatijnfeSe taaï befeijie^
ben:

Een üytlegging over het i en α boek van P.
Lombardus (door de wandeling
Magifler Senten-
tianm.)

De beftiering van een ontftelde confcientiej
dit wierd eertijds, met de hand gefchreven, be-
waart by de Karthuizers te Gent.

Eentge vraagen over de Godkundige en Kar-
dinaals-deugden. Wierd voor dcezen in hand-
jfchrift bewaart byde Karmelyten van Vliffingen.

Trithemius en P. Lucius peggen op ^ct gejag
ban Bunderius bat pg baar-en-öoben be boïgen^
be 31^eriten / ooft in 't Siatgn / geeft nageïaa«'
ten:

c Uyt de Regißers van S. Laurens kerke te Rotterdam·
d J. Lindebom in hifi. Epfcop. Davent. c.

f Bibliot. Belg. 257,

Zijne ver-
iigtingen.

fchrificn.

-ocr page 515-

Goswinüs Hexius. ^ii

Een boek ovei" de tien Geboden.
Een boek over de manier van te preekcn.
Van de menigte der voorbeelden.
Sermoenen op de Vaften. ,

Sermoenen over de Zondagen en Heiligdagen."

ïcften lEaart in 't jaair 147^ te zijnc«
iltregt oiierliötti / ßeigraaben in get CfjODi ^
ban öe Stai'mcï^ten-ftei'fi aïbaac / torifie fterft
naöeröanö segrcUenaaniie JUjïiiïcr^ hm Mal- ν
tha. Φρ öe 5crii / tiaar onïier vnfte/ fïonö
ten fïaf en een mgtec «gtgeöoutoen / met een
3ïatr|nfcö
gxaf-fcMft/ t toeifte mt anöer^ öe-
Öeï^e ai^ öen naam ban ^^m geöoo^te-plaat^/
en een opteïiing ban sijne ïtetfeeïpe ampten.

Thomas Bazinus.

Dtt^t α Thomas feja^ ttu 5fcanfcö ebeïmatt T.Baßnai
te Hali^ geöooren: ^^ fioa^ (i) H^eefiec ceuFranfcS
gehjo^öen in be ^ooge fcöoüie ban gjif"·
fii te Soben aangenomen métv get genoatfcftaji vänUzLx

οοΐί Licentiaat geKJo^aen in oe «^eefteigne "j^gcoan.
i^0ten. m naiterijanti be negen-en-ta^
Wtt S^iffcööp en <0jaaf ban i ^iz-eux üja^ ge^ derwaarï
^o^bcn / gee^ Μ biey gefïaan in be sunfï zwervende;
^^u Karei VU. ϊΐ0ηίη0 ban i^^anïii'p. j^aac
ht 5eïfbe eeben i^' PÖ^at 0ebjee|ï

^tt Lodewyk XI. Kareis 5D0n / öetüeïïien nie^

ban öïie öe genen ttiogt ïijben noc^ ίνιφ
(^) betoeïöe bjei ög jgnen l^abee öabben

ge^

if, Day-i'^^* Andreas in zijne AkackmiiTche dag-rcgifters. W.He<k'
yan Burgouje, Eucbeiius oyer Heda fchrijvende.

-ocr page 516-

fit HET Leven VAN

öefïaam ^eese Itomii05itöin3e&eeïiit gefiö^&é
bat Thomas ht <!lngcïfc|ien cn be S^o^gonjer^
öesunfiigbe / geeft gern eerfï ugt 5ί}π öof / en
baai;
iia ooft it^t 5ijn vgh bei'jaaßt ί en ïieeft ten
beeie booi b^eijjementen / ten beeïe boo^ öeïoften
500 ijeeï te hjees öeö^agtbat g^affianb ban ^ijn
öi^bom öeeft gebaan» Kli^ öan bu^ öm'ten^
ïanb^ moeft sioerben/öeefl fo eerji/ aï^ jgnbe
ίιρ ugtnemenblieit erbaaren in be rekten / bejeïi^
be regten boo^geïeejen in be ö^oge fcgoöïe ban
tiy komt ^öben: naberganb ggi te gaan ixjoane«/
tc ütregt maar geeft einbeïp 5ön beröïijf te lltregt ge^®
voonen nä ηοη«π> jf^a bat ög affianb bansijn öMbomgab
dathyaf- / f^ gg boo^ Sixtus bergebeii tot

Sin bis!" Ö^t l^art^-fii^bom ban Cefarea , öegoubmbe
dom had ttocötan^ een jeftet jaar-geib op get öisbom ban

gedaan en Lizieux. gijijbe baïï Davids Mtari^ te ïltpegt
r?
van Bif- S^^oo^öen/ öeeft Μ Ö^t otJerigesijnee bagen al·
baar in rufï en bliebe gefïeeten / en niet iaeber
naar ^ianftrp bjiüen beeren / goebiei bat
ban
Karei VI ii., Lodewyks joon / bertoaait iöa^
ontboben, ben 3 ^eeemöet· / in 't jaar

1491 / te lltcegt geflo^ben / en in Jans ßer^
l\t / inibben in get €goo?/ begraabenonbeteeii
^erfi bie 'ernocg tegenöioo,?big gezien
be be ßojjere plaat boo,? be öeeibfto,?mer^ baar af
gemftt ^an ben mnnr ffaat noeg een?iatgnfc0 ^
graffeö^ift te ïee5en / 't ioeïfte een fto^t öegi'tji»
ban 't geene top reeb^ bergaaït öeööen.
Valerius Andreas gehjaagt ball Selier gtfiCl^
tifcg iipttreftseï ban
Thomas Bazinus, baar W
be 5aaften ban lltregt ooft aanraadt / en't toei^
fte 30η öernften in be öoefterge ban ben Hbböf

ftaat Gysbregt Lap van Waveren. ^et Seïbe Ψ
oniang^ in 'tließt gegeeben boo^ Ant. Mattheus:
en bjg üeöfien'ee get boojnaamfie/vaaiienbe
fcgojjDavid, «iJtgetrciitïien, aan-

fchop Da·
vid.

Hy Iiecfc
een kort
hiftorifch
uytcrekzel
nagelaateu.

-ocr page 517-

AANTEKENINGEN.

SH

t. Om dat we 200 dik wils gewag vinden van Mee-
fter en Leeraar ,
(Magifler , Doóior) 7,00 zal ik hier
ten dieufte van den Leezer uyt den vermaarden BaitU^E:
{jugemens des Savans t. i.) een woord of twee byvoe-
gen raakende de opkomfte en eerfte betekening van dg
gemelde eernaamen. Eerdat de naam van Mèefter ge-'
bruikelyk was geworden onder deKerkelykeperfoonen,
"Wierd daardoor een zekere magt of bediening betekent.
Naderhand wierd die benaaming toegepaft aan de genen
die openbaare leflen hadden in de Hooge-fchoolen, of
ook aan Opzienders der Kollegien. Lang daar na wierd
dezelve gebruikt om iemands uytftekende ervarendheit
in de kuniten of wetenfchappen te betekenen^ Ein-
<ielyk zyn de Leeraars der God-kunde in de bezittinge
Van dien eernaam gebleeven. Deeze benaaming vans,
^agißer wierd fomwijle gebruikt als een voornaam·:

^Is blykt in Magifler Odo, Magißer Conradus ( te wetcrt

VanMerspurg) Magißer yingdus enz.fomwijlen.als eerk
toenaam, als ifi Magifier^ (eenMonnik vanS.Gallus_)
fiorus Aiagifier en?,. Ook zyii 'er Schryvers geweefl: de-
Welken den zelfden eernaam verdient hebben door de
hoog-achting van hunne Schriften : gelyk blykt in Pc-
'^fus Lombardus, Petrus Gomeitor en Grätianus. De
^erfte wierd by-genaame
M-agifler Sententiarum: de twee-
Mjigifler fJißorU Scholaflk^, Meeiter der Kerkelyke
^iitorie: de derde Magißer decretorwm^ meefter der Ker-
beiluiten. Hoe wel dat de twee leiten in deezeii,
'Jd inet zodaanige Ichriften op verre na zoo veel roems
"'^zouden verkrcegen hebben.

De tytel van Doäor , Leeraar , is veel Jaater , en
J'iiarfchynlyk omtrent het midden der twaalfde eeuwe
, Pgekomen. En deezc twee eernaamen
(Magißer^Doäor)
^bben noch langen tijd twee verfcheide betekeningen
^nad. De [naam van MeeßetwiLS voor de menfchelyke
„ ^^®nfchappen dewelke door ieders eigen vernuft verkre-
^^^J^orden. M^i
^xLeeraar of Doäor wäs ZOO een die de
[ "^ornelingen in de Goddelyke en veropenbaarde Λνε-
'^^i'ppen in 't openbaar onderregte. Sommigen
fioofri " ^^ eernaam van Leeraar uyt gemelden
Me ft hoogdraavender en achtbaarder was als die van
^'rer. Andere vondeji meer aanzienlykheit en eroots-
DE£t. Kk ■ heit

-ocr page 518-

fi4 äantek. op Th. Basinüs.

heit in den tytel van Meefter, En om dat die naam
Doäor gerïicen was aan alle diefgelyke Leeraars der
Godheit, ging men daar noch een krul aanhangen, als
men iemands uytftekende geleerdheit te kennen wiide
geeven. Toen
tyn alle die hoogdraaveade pronknaa-
men van Eagelfche Leeraar,.Seraphiirche Leeraarden van
Schrandere, Wonderbaare , Algemeene , Bondigfte,
Welfprekende, Welgegronde, W^elgefchikte, Aanïien-
ïyke, Byïondere,Onbefmette,Geloofwaardige, Diep-
ainnigfte. Aller Chriftelykfte, Goddelyke Leeraar op-
gekomen. Baillet merkt hier over aan dat de Minne-
broeders de voorbaarigfte waren in hunne Kloofter-ge-
nooten diergelyke pronk-iytels toe te paiTen ' maar dat
ae buiten hun order
too ligtelyk niet te verdienen wa-
ren , en al groote moeite en arbeid gekoft heb-
ben.

2. Dit vindt ffien niet alleen by W. Heda, maar ook
by R. Gaguinus, Meierus , de la Serre, P. Aemylius
enz. Maar het fchijnt dat hy met dee^e veranderinge
van vrienden en amptenaaren niet te wel heeft geftaan,
cn dat hy 'er al meer als eens roukoopvan heeft gehad'
want Tillet verhaalt in zyn leven dat hy fijnen zoon
Karei VIII, vermaant zou hebben geene verandering
onder de oude amptenaaren en hovelingen te maaken'
dat hy zélfs zulks had gedaan, maar dat het hem zeer
qualyk was bekomen.

Frederik van Baden

L Fl Bijfchop njan Utregt.

Frederik XJ^ ^^ ttt ßcgmaffctii^ baH David ίφ

van Baden, Frederik van Baden batt öe lianonnffißfi*

St ηΓ'" eeiiïiaaci0e fiemmen tot saiflTcöoji

Mukcraa- 3^aaL' op ί^ öoo^

ven vm öeiiefiiot / ίπ öeeft m 't 5eïfiie jaac/ te toepte»

Λ Gerardus van Nimwegen in zijne Lijft der Ucregtfcne ^ '
fcliepp

en j SuiFridijs Pecri, cn tnecr anderen.

-ocr page 519-

FREDERIK VAN BaDÈST. fif

1496 / op Lambregts-iiag / ^xt intcebe te Baden, en
lltcegt 0ebaan» Joit Ißcft men lioigen,^ Heda Kanonnik

500 een gceote eenö^a^tig^^it 0e5ien in i}tt Ur Keulen,
ftie^m
ban een mifcm ^^mt/ ti^mM SlnSu
hohm öe 80 fïemmen i^tcft ge^aït, (i) eendrag!

©an 5gn faabei·^ ftantioa^^ afftomfiig van a^m-

be ï»oo^incöti0e j^arti-si-aaben ban 25aöen/ai^
5iinbe öe 300U ban öen jjÏlauit-scaaf
Karei, a^an iemand ok
moeöec^ bjcge bja^ gefp^oten ngt verkoren

ban Ooftenrijk, ïjeböenïre tot moeöer gegaet öe
5Ufïet ban ben
Mtl^tt Frederik III. Boo^ 5iinc
becftiesmg toa^ l^anonnift te ïtcuïen gehjeefi.

.ïH^aai; nabemaaï bat gebnucig met ftftjg^-
öecoetten toaig öejet/ (z) en baarenboben
δοα beeie partijfcliapijen/ (5) bie'eu möet^tift Jorddi''"
5toan30nisen/berir,neti0bja^3ebaij3ben/ ^eeft zijnde over
5gn öefi gebaan bo ben Ϊ^οπηΐ0 bän f'^^de oor-

tp/ornsönsai^bom tebecruflen te0en mhan iof^jensin
.ïièet^ / öaac Ij^ toeï eee ί3χα§ opeboeirt / en zij„ bis-
t»aat meer cnit en b,?ebe sn j^nc regeeringe aom,ftaat
^etbiacöte* ©οφ Maximiliaan en Karei j^ebÖen

mm öet «^tb0eani ban 5p boo^neemea be^ u^TlT
in 't laae 1^03. om be 5bjaai*e on^ daar ftiider
«often te bereffenén / bie i« öen oo^ïog met te leeven.
pb <eeibec^man ïjab gemaaftt' een b^gbjiïïige
[^Öattmg ober ïfaïianb / ^eïanb en a^^ie^ïanb
m ugtgefcöieben / geeft be (©eefieigitSeit
^^i^oepen ojj ben ^oomfcöen ^toei / en ooft Maar zi/n
ben ^ané b?^ bei'bïaaft. oogwit nkt

a Öem öet öeese en nteet;

«boece cebenen ten Soogfie begon te berö^jieten/
^ J D& baareiiboben boo? ^iebeipöeit en loogen vat. zijL
^etbom b)a^ afgemat/ tft sijn eigen ^^ardig-

g^iah cn tot bjeiflanb 5önec Uttht ban

ÖLÏ«^^'^»^ ^mm/ f mft α^ιά^ΐιι

""^»^segeeben aan ben Doog-geboorenBo^ifc Phi- Brabr^si
ι κ k I ' lips

-ocr page 520-

52Ö Het Leven van F. van Baden.

lips (4) van Borgonje. OJ» pefi ïjg til

terfie jaac na ^ijiie affïaiiïi te %m in 23iafianD/
(na een ihjmtig-jaacige reseering) 5ί)π feben ge-
^it boïgen^ öe öefïc celicnin0/ 500

aï^ öic ÖOO,? Buchelius otja^ Hcda fcg^pßntJe
iioo^ Ant. Mattheus έ opgcmaafit 0/ gefcgiebt
in é^t iöar ι ƒ 17. ^tt jelije biniit men in %tt
tfan bt ^aïbato^g-Secïi; iiaar get
lïoïgeniie fïaat aangeteïieniï
: in het jaar onzes
Heere ifi/jden 24 September, is Frederik van
Baden 5 eertijds Biflchop van ütregt, te Lier in
Brabant overieden , en heeft een pkgtelijke ge-
dachtenis ingeftelt.

^t)n 0000 iicöaam naar 5gn Ijaiïerïaniï
geijoert / en
tc 25aiien ög öen iïjiju / «i ^et
0mf ijan jijne öoo^ouisci*^/ öegcaben,

iija tüa^ 5a0tmoeiii0 ban ΐίώα^ΐί / en öaae
5eer öeïeeftl, ïjeeft öe bjajpenen niet aan0e^
fc^oten aï^ öoö? ^oogen nooii/ en ίφ aitgi)/ge^
ïijh een S^ipöop öetaamt / meer 0ene0en
toeefï tot öe fia'fteïpe öei»ienüi0cn*

Hy heeft de zijnen, jegt Bokkenberg, altijd
zeer rijkelijk en mildadiglijk voorzien van koft
en klederen : en was zeer pragtig omtrent de

Gezanten die tot hem afgevaardigt vi-^ierden.....

Maar, boe0t 'ei' Ö^i/ hy had het gebrek va«
alle Duytfchers , en was voor een regtfchaapeii
Voril al te zeer gezet op geld en goud. (f)

«i^niiee ireejen Frederik ^ ίη β, Jans

ïieilie beeïe gebeenten bet leUigen ontbeftt:
3eibe b30,?iien een booi een opgeteït in jefteire«
hmf/· öen toeïiien titelt S^iffcöop öaat obec ρΦ
gemaaïit/ en ben toeito
^ Buchelius ten ineiifi^

h de Rebus Amersfurt. χ.

c In de ongedrukte Levens der Utregtfche BiiTchoppcn,

^ Heda pag» 310. e Pa^.'jzo*

Hy ^orclt
te Baden
begraven.

Zijne in-
borfl: en
gavert.

-ocr page 521-

Frederik van Baden. 5-17

litt iiaftomeïingeii in Itantefteniiigeii obec

Heda ißtft ïaateii iï.wïtiien, (6)

Alesander Vf. fecit I fun^ 14P9

un 2i?ii!!e p^ugtges^eö^n/ iiaantJe in iiegroo^'
te i^er5ame!iii3e Ut 25iiifeï| / hmt ,ϊ)^ aan ïte

Franciicaaner - Ö^oeÖer^ 011 3iifïer;ö berfc^fi&i

ijoo^ccstm iicrieen&e / tn öaa^nöoben aiit öe
Verdunningen/ boo^regten enöiliöommen/iïüoi
5ijne iioaijaatenaaii öe^eltje üßdeenö / öeijefïig^

öe / lieift Öe ^iffcljop Frederik van Baden Op

^ïïeii 3 Sistig in 'tiaar 15-1een opn-&^ief iigt^
gegeeben Ijoo^ öe |ja& m ^tt ^tift ban iliregt/
taaröp een aaninerMpe jpïaat^ iiei'ßemeföe
25niïe becMaart en ugtïegt jnïïen öen ^th
ben ö^ief / ijolgen^ Öet «©ngineei ban
Willem
Radbodus Buggenem van Naarden, 2$iee&tbatier
ban Michieis ïtonbent te meiben/ eii nyt
|et 3latgn bertaaïö |ί€ΐ· iaaten boïgen,

Frederik Mark-graat'van Baden , door de ger
nade Gods en van den ApoftoliiTchen Stoel Bif-
^cl^op van ütregt , aan Onze in Chriftus bemindé
bedienaars , en aan de broeders en zufters van S.
I^rancifcus order, die d'ennaam van boetvaardige
yoereii, en in onze ftad en het Stift van Utregt
in 't gemeen leeven, zoo die tegenwoordig in
*eyen zyn , als die namaals zullen volgen, eeu-
\vige gekikzaligheit in den Heere. Wy zynaltyd
bereidwillig om onze genegendheic te bewyzcn
01Ώ dienll te doen aan de gecnén, dewelke de
fuft en de vrede betrachtende den Allerhoogfteri
de deugd der heilige gehoorzaamheit poogerj,
te dienen. ' En het is eok billyk dat de genen de-
^elke van het cjuaad niet wederhouden worden
^oor de vreeze Gods, ten roinfte beteugelt wer-
door de ilrengheit der ftraife. Ons is onlangs
v^n U3¥srent wege aangedient dat Paus Alexander

^ Kk I VI.

-ocr page 522-

:ji8 Het Leven van

VI. over eenigen tijd aan gemelde broeders en
zurters, onder meer andere voorregten , eene
gunit heeft toegeftaan van den volgended inhoud:
Dat een Bedienaar (van de gemelde order) in het
Kapittel verkooren volkome magt heeft om de broeders
en zußers 'van gemelde order , dewelke %ich iveder-
fpannig toonen , of over al hopen en omzwerven ^ of
in eenige misdaaden vervallen, over haare naederfpan-
fiigheit ^ misdaaden en ondeugende β ukken te firaffen
ßn te kaßijden ; ja om dezelve , indien het noodig
waar , in gevangenijfe op te ßuiten.
En vermits
fommige perfoonen , deeze woorden niet al te
godvruchtig uytleggende, verzeekeren dat onder
liet
WQord misdaaden niet können en niet moe-
ten verftaan worden zwaare en uycfpoorige mis·?
daaden, als doodilagen, kinder-moorden en dier-
gelijke gruwelen : en dat onder het woord
ge-
vangenijfe
niet kan en niet moet verftaan en bcr
greepen worden de magt van (zoo een broeder
of zuiier) in een eeuwige gevangenifle te (7) zet-;
ten : zoo is het dat wy, om alle twijfeling in
deeze zaake weg teneemen, goedgevonden heb-
ben het gemelde artykel ten voordeele der voor^
noemde broederen en zuileren goedertierentlyk
uyt te breiden. En Avy vergunnen mits deezen
dat de bedienaars van gemelde order, in een al-
gemeen kapittel nangelteld, volkome magt zul-
len hebben om de broeders en zufters van dezelf-
de order, die zich ongehoorzaam toonen , of on-
deugende ilukken bedryven, of overal omzwer-
ven , of hunnen regel verlaaten , of zich lelijk
vergrijpen, over haare ongehoorzaamheit, miS'
daaden en ondeugende ftukken , hoe zwaar en
lelijk dat dezelve mogen zyn , te ftraiïen en te
kaftijden:(gelyk het aan de Overften van de
Orders

der Predik-hecren en van eenige andere Orders.

uyc

-ocr page 523-

Frederik van Baden. fi^

ayt kragt van hunne voorregten vergunt is die
van hunne orders te ftraffen en te kaltijden) en
zulks door een eeuwige gevangenifle , indien het
noodzaakelijk mögt weezen , af met dezelven
voor een tijd op te fluiten , of met hen een an-
dere behoorlijke boete op te leggen , zoo als de
hoedanigheit der perfoonen en der misdaadeH zal
vereiirchen. En ingevalle de Overften der ge^
melde Order , niet tegenftaande haare zorgvul^
digheit, niet magtig genoeg en zijn om de voor-
Boemde misdaadigers te ftraffen , te kaftyden en
gevangen te zetten : dan zullen wy ons bereid-
willig tooncti, en wy toonen ons alreeds bereid-
willig , om de Overften der gemelde order op
hun verzoek met onze raad en byitand by te
fpringen , op dat de misdaadigers genoodzaakt
"V/erden zich aan eea behoorlijke kaftijdinge te
onderwerpen. Daarenboven gebieden en beveC'
len wy wel fcherpelijk op de heilige gehoorzaam-
heit, en op den ban, daar de overtreeders op
heeter daad in zullen vervallen, en daar by op de
boete van vyfcig fchilden, Franfch geld, ten on-
^en behoeve te befteeden, aan alle en iedere van
®nze Officiaalen, Dekens, kerkelijke enwereld-
^Üke Regters , mitsgaders aan onze Baljouwen,
^chouten, Schepenen, Gemeentens en Regenten
^r plaatzen j eindelyk aan alle onze andere on^
d^rdaanen , onder ons Stift , waar dat het zy,
Woonachtig zijnde , van wat ftaat en waardig-
^^it dat ze mogen zyn, dat ze Godt alleen en de
^'^^igheic der zielen voor-oogen hebbende, en alle
^erfchooning aan een kant ftellende , als ze doou
Qc bedienaars en overften , of ook door de broe-
Qers en zufters der gemelde order, daar toe verzöge
bullen worden, hun met al hun vermogen en meE
^Hc kragten by itaan , om de
voorgemelde onge-

Kk 4 feoQf?

-ocr page 524-

52Ö Het Leven van F. van Baden.

lioorzaamen, afvalligen, wederfpannigcn, quaad?
doenders en misdaadigers tot een behoorlijke boet-
pleegingen tuchtiging té dwingen. Daarenbovea
verleenën wy.goedertiercntlijkonze toeftemming,
en wy beveelen volgens onze BiiTchoppelijke
magt, en keuren het voor goed, dat de broeders
en zufters van gemelde order met alle vryheit,en
zonder van ons of van onze onderdaanen en OF-
ficiaalen verhindert te worden, zullen mogen ge-
bruiken en genieten alle en iedere voorregten,
dewelke hun door de Pauzen, door de Pauifelij-
i:e Gezanten, en door onze voorzaaten, de Bif-
fchoppen van Utregt , genadiglijk vergunt en
ïefchonken zyn geweeft j even eens als of de in-
loud der zeiven van woord tot woord in deezen
tegenwoordigen brief ilond uytgedrukt· Tot
oorkonde van dit alles hebben wy goedgevonden
ons zegel aan deezen onzen brief te hangen. Ge-
geeven op ons Hot Vollenhoe , in het jaar onze?
Heere duizend vyf honderd en twaalf, op den der-
den funy. De brief was dus ondertekent: Deeze
kopy is ook vergeleeken tegen het origineel, en
na dat hy met oplettendheit aangehoort was, is
hy bevonden van woord tot Avoord met het oor-
ipronkelijke over een te komen. Het welke ik,
Niklaas de Ghoyerjopenbaar en goedgekeurd No-
taris , met mijne gewoonlijke hand, zegel, en
naamtekeninge getuige.

Ook was de brief aldus ondertekent : Dit tCf
genwoordig affchrift is tegen de kopy vergeleer
ken, en komt met dezelve van woord tot
woord
over een ; het welke ik Pieter, Dideriks zoon
van Leiden , keizerlijke en goedgekeurde Nota-
ris met mijne eige hand , eo jjicc myq gewoon-
lijk ;^egel aldus getuige.

AAN-

-ocr page 525-

f Aantekeningen

flï

ï. Thefmaker, byBucehelius aangehaald, fchryft
ïijne Kronyk van
Kleef dat Engelbregt va^ Kleef, die
onder de regeeringe van David
zoo veel gewoélt had/
inet eenpaarige itemmen tot BiiTchop was verkooren, eii
BiiTchopïou gebleeyen hebben, hadMaxirailiaan zijnen
Neef,
Frederik van Baden, niet ingedrongen. Doch
Buchelius Aveet niet waar dat Thefmaker dit vandaari
heeft gehaalt. Ook ïyn
zoo veele van onze inlandfche
Schryvers in deeze zaak geloofwaardiger als een Thef-
piaker alleen.

2. Hy is in perfoon met den Hertog van Gelderland
te velde getrokken tegens de zoo genaamde groote
Gaarde , zijnde een vliegend Legertje van vier duizend
iïiannen, die aan niemands dienft gebonden waren,
maar den meeilbiedende ten dienlle ftonden, en onder-
UiiTchen over al grooté moetwilligheden pleegden.
Hy
heeft dezelven met de hulpe der Gelderfchen verilagen,
Pn die hy gevangen had gekreegen , heeft hy ais eeri
dsel ftruikroovers met den ïwaarde geftraft. Paar na
is hy iii oorlog geraakt met den Hartog van Kleef, die
groote fomme gelds van de fteden Amersfoort en IJ-j
tregt afvorderde wegens de onkoften die zyn broeder'
Engelb-egt had gedaan in het verdedigen van het Stift
tegen den BiiTchop David: m^ar de Biiïehop heeft Zricii
i^ok met eere uyt deezen oorlog geredt.

3· Hy heeft ook al meer als eens over hoop gelegeii
^et den Geldersmaii. Ook hebben de Groningers,
♦iout op hunne magt en rykdommen , hem de handen
^'01 werk gegeeven , en zyn van hem afgevallen. De
yriendfchap tuffchen hem en de burgers van Utregt,
Ja het ganiche Stift, was ook genoegzaam uytgedooft:
^ant de Utregtenaars gaven voor dat hy alles verrigte
^Pnder de kapittels of de burgery te kennen ; dat hy
^i'et als uytlanders tQt zijne Raadg-luiden en amptenaa-
■^n gebruikte, dat hy zich niet of zeer weinig met de
ieeftelyke zaaken bemoeide. En dewyl hy een kloekr
"^"»g karei was, zegtHeda, heeft hy, hoewel des ver-
fügt zijnde, zich niet gewaardigt t^ Ptregt te komen;
jf meer om dat fcy bedugt was voor heimelyke laagen.
Jf^ «^ewyl Heer Floris, Steevoogd van YiTelftein, ftaan-
^^
Qniuilea de ftad Utregt onvooriiens meende te

pver-

Kk 5

-ocr page 526-

f Aantekeningen

overrompelen , hebben zy een quaad oog op den
fchop gehad , als pf het werk van hem beiloken was
geweeil.

4. Maximiliaan, en ïyn zoons ïoon Karei, verftaan
hebbende dat hy naar Mets wilde overgaan , enhetßif-
«iom van Utregt aan een uytlandfcheji vorft ftond over tc
geeven, hebben hem,indien wy Hedadieallesbygewoont
heeft gel00ven, ten deele door dfeigementen·, "tendeele
door beloften bewogen om onder de toezegginge van
een Zeker jaar-geld van zijne waardigheit af teftappen,
;Cn hun de benoeming tot een naazaat op te draagen. De
Staaten van Utregt, hooiende wat dat 'er gaande was>
en ziende .dat zulks tot nadeel van hunne vryheit zoude
ftrekken, hebben hem andere gedachten zoeken in te
boezemen , ,cn genoegzaam onderhoud, indien hy zyn
Bifdom wilde behouden, aangeboden. Maar'twas te
iaat, en hy was zyn woord al quyt. Als hy dan zijnen Na-
gaat , te weten Philips van Borgonie, aan de Staaten be-
kend maakte, heeft zulks niet anders als een donderflag
inhunne ooren geklonken;t« meer om dat Philips van
jongs af de wapenen had gehandelt, en tot een Krygsman,
jgeenzins tot een BilTehop, fcheen opgewaiTchen te zyn,

y. Dit alles vindt men ook by W. Heda die onder hem
heeft geleeft, en die zoo wel zijne deugden als fouten
opgeeft. Deeze Schryver voegt *er by dat hy een kloek-
inoed% ßiiTchop was, en ten oorloge gedaagd zijnde noit
bekrompen van hart is gcweeft, - ookals hy al deminfte
magt fcheen te hebben: dat hy ftreng was tegen de wer
derfpannigen , beleefd en fpraakzaam van aard: dat hy

fenegenwas tot dg vrede, maar dat dezelve hem niet
eeft mogen gebeuren.

6. Ik moet hier noch by voegen dat 'er onder deezen
BiiTchop, indien we op hetzeggenvanW. Hcda mogen
aangaan, verfcheide wondere tekenen zyn gezien. Meert
over al, zegt hy, en ook te Utregt, heeft menkruyf-
fen uyt den Hemel zien regenen . . . men, heeft vreem-
de vogels, bont van kleur, en die een Monnikskap of
Kaproen op het hoofd fcheenen te hebben, in de lucht
gezien, dewelke met zulke vinnigheit en dolligheit te-
jgen malkander in de lucht gevochten hebben, dat ze
van verwoedheit als verblind zijnde met hoopen op de
ftraatviclen,en levendig van het volk
gegreepen wierf
den. In de kerk van Purmerend is 'er op
Kersnacht^

^et is Heda lioch al die blyftfpreeken, een fchrikkemi

-ocr page 527-

op Frederïcus van Baden,
OHweer, met donder cn blixem gemengt,ontftaan: en
onder dat onweer quamen 'er eenige vogeltjes aange-
vlogen , die de kaarfen, tot groote onfteltenis der toefien-
ders (met het
gefnor van hun vliegen, of met het wap-
peren hunner vleugeltjes) uytgebluft hebben. En dit
by die ftad niet gebleven , maar dat ging zoo al voort
van de eene plaatze naar de andere.
Aan den mond van
den Rhyn is een miiTelykeWalvifch gezien, zoo groot
als een duin of een huis. Hy wasdelangfte niet, maar
hoog en breed van lichaam, de fchouders waren vol
pochten, en faiFraan-geel; de zijden geitreept met blau-
we en groene ftreepen , de ruggc ruygachtig. Daar
was qualyk een hoofd aan te zien : maar hy had een
groot gatin zyn voorhoofd, uyt het welke, als uyteen
ïchoorfteen, rook en vlam quam opfnuiven: fomwy-
len quam 'er een vocht uyt van een onverdraaglyke ftank t
Zoo dat 'er wel fchippers , 't zy uyt fchrik, 't zy door
den vervaarlyken ftank, zouden geftorven zyn. Dan
fpreekt hy noch van ftaart-ftarren, watervloeden,oor-
lóogen , brandfiichtingen enz. Doch daar lleekc zoo
Veel wonders niet in. WalviiTchen zyn 'er ook wel
meer gezien op onze kuilen : en dit kan een maakzel op
Zich zelve zyn geweeft. Wat het vechten der vogeler^
belangt , daar vindt inen meer voorbeelden van. En
Heda mag zekerlyk wel gelooft worden in een zaak die
zijnen tijd is gebeurt, en die hy gezien heqftof ge-
^'ien kan hebben. Buchelius fchijnt zoo wat te wanke-
len over dewaarheitvan dit verhaal: onzeHiftori-fchry-
^ejs, 7,egt hy, fpreeken van zulke wondertekenen niet
dewelke op dit jaar zouden voorgevallen zyn. Hybe-
kent evenwel dat Cornelius Gemma , of liever Fryt-
^^hius, daar het Gemma uyt heeft, van Exters en Meer-
kollen gewaagt, dewelke in 'tjaar 1494 op verfcheide
P'aatzen voor het aangaan van eenige veldllagen gevoch-
hebben. Èn Mezerai ,die by nieinand voor ligtgeloo-
te boek ftaat, verzekert ook in het leven van Karei
y^il, dat 'er voor zekeren ilag in Vrankryk ganfche
Benden van Meerkollen en van Exters in de lucht ge-
J'en wierden, dewelken zoo vinnig met de bekken en
^Jaauwen tegen malkander vochten, dat de aarde als
^^^aaid lag met de dood-gevochte vogelen. Ik breng
lluA ^^^^ Schryvers by, om dat ze omtrent van den
ana t'jd fpreeken, daar Heda van gefproken heeft:
«aers zyn de Hiilorien vol van diergelyke vogeUgeveeh-

ten^

-ocr page 528-

5'2'Ψ AANI'EKENINGE Ν
iEen. Wat dekruyiTen belangt, 't welke wel het won-
rferlykäe van allen zou fchijnen , dit wort insgelyks
beveiligt door gemelden Mezerai. Hy zegt in het Le-
ven van Lodewyk XIL dat men in ganfch Duitsland
cn Nederlatid,geduurende dejaaren 1500 en ijOi, kruyf-
fen van allerhande grootte heeft zien verfchijnen, niet
alleen in de lucht, maar ook op de klederen , voorna-
jnentlyk op het lymvaat, op de hembden,kappen,ferr
vetten en lakens. Deeze kruiffen, zegt hy, waren van
gemengde kleuren ; doch doorgaans bloedaehtig , en
koften met geen zeep uytgewifciit worden , maar ilee-
ten allengskens van zelfs. Hy voegt'er by dat dit door
200 veele Schryvers van Duitsland en Nederland be!-
veftigt wordt, dat men het wel voor een gewiffe waar-
lieit mag aauneemen, zonder daarom den naam vanlig-
teloovig te verdienen.

7. Die menfchen zullen waarfchynlyk geoordeelt
hebben dat de wereldfches Magiftraat. het regt had om
2ich met zulke gruwelen te bemoeien , en daar ilraiFe
over te pleegen : waar over men weet dat al meer als
eens verfchil is geweeft tuffchen de wereldlyke en de
kerkelyke magt. Maar om dat hier van eeuwige ge-
vangeniffe word gefproken, zal ik 'er met een woord
byvoegen dat 'er veele Regtsgeleerden zyn, zoo als by

H.GrOtiuS {^pol. enrum qui Hollandiie pnefuerum) geijieil'

kan worden, dewelkenhet voor ongeoorloofd aanzien
iemand ter eeuwige gevangenifle te verwyzen. (Zie
Hart. in L.^urdiui^. id. qu^ßt, n.z.ff. de Legib. CLarus §. Homl-
cidmm. Boff. in tit. didef-reor.n.i^.Menoch~qi*,S<).n.q.ßajarclus qu·
70. &c.) Zy geeyen voor reden dat de gevangenis dient
om de menfchen inverzekeringete houden, niet om hen
te ftraffen. Zy voegen'er by dat zulks door Keizerlyke
ifvetten, en zonderling door Keizer Adrianus , uytdruk-
keiyk verboden is geweeft. Ja andere Keizers houden het
voor ongeloofFelyk dat vrygeboorne menfchen oit ten
eeuwigen kerker zouden zyn veroordeelt
geweeft :zegr
gende dat zulks nauwelyks ontrent üaaiFelyke
perioo-
nen zou können toegeftaan worden. Wel is waar, zegt
Hugo de Groot, dat degewoonte van iemand ineen eeu-
wige gevangenifle op te fluiten in zwang gaat by de Span-
jaards enltaliaanen : maar in onze vrye landen, zegt hy»
is zulks ongehoord: behalven dat men onlangs , ia
heetfte van den oorlog, fomniige menfchen ter Gal eye
lieeft beginne» te doemen ^ doch zegt hy al
vorder ,

ZUiK*

ίΊ
ii

-ocr page 529-

op Fredékïcüs van Baden. fzf
ïulks is maar gefchiedt omtrent ichelmen en landJoo-
pers. En uyt' deezen hoofde beweert hy ook dat tya
vonnis nietig en van geener waarde is geweeft. Doch
daar laat ik de Regtsgeleerden hurine uytfpraak over
geeven , zonder my in zulke netelige laaken te wii-
len fteeken.

johannes.

Benedïdiyner - Monnik,

BISSCHOP VAN KORKE,

WY-BISSC,HOP TE ÜTREGT

Omtrent de tyden van Zuederus van Kuilen^
burg-i en Rudolphus l[)ïephoh, enz.

in £i het jaar onzes Heere MCCCCXLIi, den jojj^^j, .
vierden Maart, zijnde den derden Zondag in 'Bene-
de Valien , heeft de eerwaardige Heer Johan Äftyner»
ßiiTchop van
Korke, Wy-biiTchop van Myn Heer ^Pf^f^'
den BiiTchop van Utrcgc , het kerkhof aan de faa Kofke^
■v^eftzijde der kerke
mee het pant ingewijdt. heeft het
En ook de gang
voor de refter der broederen, kerkhof
de gang aan de weftzijde, regt voor de cellen ^^^^^^
^er leeke-broederen, tot aan den ingang der kerke. ^ Ag-
Noch heeft hy aan de noordzijde gewijdt het nes-berg^
■•werkhof ter begraaiFenifle der vreemdelingen, gewijde,
^^et het geheele pant, wiens helft te voren al
inwijdt was geweeft in het wijden van onze
kerk. En hy heeft 40. dagén aflaat verleent
fan de genen die
met godvruchtigheit het kerk-
hof zouden rond gaan. (i)
Ook heeft hy gewijdt het koilelijke en fraajc

_ Pï aeeid

* ^hron, Mmis^gnetk 24·

-ocr page 530-

52Ö Het Leven van F. van Baden.

beeld van de H. Maagd Maria met het kind Jé-
fus fop haare armen,) ilaandemidden in de kerkj
regt voor het choor, op het öutaar, 't welke ter
eere van de zelve H. Maagd en van S. Auguftinus
is ingewijdt } en hy heeft 40 dagen aflaat ver-
leent aan de geenen die met godvruchtigheit, en
met geboge knien , vyf maal het
fFeefl gegroet
voor het zelfde beeld zouden leezen.

Noch heeft hy gewijdt een ander klein beeld-
je van O. L. Vrouwe, llaande voor de poort van
ons klooiler: eiï heeft
40 dagen aflaat verleent
aan de genen die aldaar met geboge knien en met
godvruchtigheit driemaal het
Weefi gegroet zul-
len Icezen.

b In het jaar duizend vier honderd drie - en-^
veertig, den Juny, heeft de Eerw. Vader Jo-
han BiiTchop van Korke, Wy-biiTchop van Myn
Heer den Biitchop van Utregt, vari S. Benedi-
étus order, ontboden Zijnde door onzen Vader
Wilhelmus, den gemelden öutaer tef eere van de
H. Maagd Maria , van S. Michiel en van alle
Heiligen ingewijdt : insgelijks heeft hy het we-
fterlijke en het zuidelijke gèdeeke van het nieu-
we pant ingewijdt, zoo verre als het zelve door
de nieuwe huize heen, buiten het oude pant, was
uytgezec.' Maar hoewel dar hy de vloerder voor-
noemde kapelle met het pant heeft ingewijdt,
zoo heeft hy egter de muuren der kapelle, noch-
te de kapel zelf, niet gewijdt. Daar na Is hy op
de tooren geklommen, en heeft de klok die daar
hangt ook gewijdt, en
Maria genoemt: (2) en
hy heeft allen den genen, die dezelve klok hoö-
rende luiden drie maal
Weeß gegroet met geboge
knien zullen leezen , zoo dikwils als zy het ko-
men te doen, veertig dagen aflaat toegeftaan.
b Cfrron, jV'mdefm Hb. i.e. 35.

AAN-

Hy heeft
daar ook
cenige beel-
den gewijd»

Γ;

Μ

ί ι·

Hy heeft
ook gewijd
liet pant
Taa het
llooiler te
^Windeiern,

Hy wijdt

de klok,
met 40 da-
gcQ aHaat*

-ocr page 531-

aantekening en.

1. Het wijden der kerken is ïeer oud, maar daar is
elders al van gehandelt. Maar wanneer dat men dc
kerkhoven heeft beginnen te wijden is zoo bekend niet»
Evenwel moet zulks al voor Gregorius van Tours ge-
daan zyn geweeft , want hy verhaalt
{de Gloria. Confef,
C' io6.)
dat hy de Abdis van zeker Kloofter te Poitiers
heeft vermaant om het lyk van de FranfcheKoninginne
Radegundis te begraaven: waar op de Abdis heeft ge-
ant\voordt. Hoe zullen wy het ftellen indien de Bif-
fchop der ftad zoo lang van huis blyft, aangezien dc
plaats, daar zy zou moeten begraven worden, door
den Priefterlyken zegen niet is ingewijdt ?

2. Baronius getuigt dat Johannes Xlll.deeerßeis ge-
Weeft die de felokken gewydt en gedoopt heeft: en dat dee-
Ze gewoonte, die nu zoo gemeen is, van hem is afge-
daalt. Hy zegt dan dat deeze Johannes in 't jaar 968
®en overgroote klok van de Lateraanfche Kerk , eer
dat ze ia den toorn wierd opgehangen, boogflaatelyk
heeft gewydt , en aan dezelve klok den naam var»
Johannes gegeeven. Doch Hugo Menardus, een door-
geleerd Schryver, bewyfl: in zijne Aantekeningen over
het Sakrament-boek van Gregorius: dat dit gebruik v^el
Ouder is, en dat 'er Ritueelen worden gevonden, die al by
het leven aan Karei den Grooten zyn gefchreeven, en de
Plegtigheden voorfchryren, dewelke in het wijden en zal-
men der klokken moeten onderhouden worden. Jn het
^yden, zegt Bona
(de l{eb. Lhmg. l,x. c. zz ) word 'er

naam van de klok gegeeven ,."'t?,y om tot een onder-
scheid van de andere klokken te dienen; 't zy om dat
Jl^t godvruchtiger f^een te ftaan dat men als door de
pmme van een Heilig ter kerke wierd genodigt. Μςα
'^^t noch aan dit wyden der klokken zoo veel gelegen

5 dat een Biffchop het luiden met een ongewijde
J^'ok mag verbieden: althans is zulks in 'tjaar i6i4.ver-
^'^an door de vergaderinge der Kardinaalen die over dc
^^^k-gebruiken zaten. Zie Oavam. Mmml. Epifc, verbot

JA-

-ocr page 532-

jacobus de ridder

Van de Order der ^redik-heeren ^
Hoog - leer aar der God - gekerdheit.

Door de genade van Godt en van den Apo-
iloliilchen Stoel Biiïchop van Hebron,
algemeen Vikaris in het Biilchoppelijke
van Frederik van Baden BiiTchop van XJ-
tregt, enWy-bifTchop van Philips van Bor-
gonje en Henrik van Beieren ,
ook Bif-
Ichoppen van Utregt.

■Jacobus dc
Ridder,
Domini-
kaaner
Monnik,
Leeraar der
Godee-
ïeerdlieit
Eiflchop
van Heoroii
enz. heeft
de kerk. Het
kerkliof en
de oucaaren
van S. Hie-
ronymus
huis le
Ucregc
gewijde»

Hy heeft in 't jaar i^oy. den 30. April ^ 'de
kerk en het kerkhofvan S.Hieronymus huis,
toebehoorende aan de Reguliere Kanonnik-
ken te Utregt, ingewijdt tereere van den ahrio-
genden Godt, van de H. Maagd en Moeder Gods
Maria, en van den roemwaardigen Hieronymus,
Priefter \ Kardinaal en Leeraar der kerke. Hy
heeft in dezelve kerke ook ingewijde den groe-
ten outaer tereere van de H. Drievuldigheit, van
de H. Maagd Maria, en van den roemwaardigen
Hieronymus. Al in't zelfde jaar, én binnen de
zelfde kerk, op den dag der H. H.
Apoftelen
Philippus en Jacobus, heeft hy den outaer aan de
noordzijde gewijdtter eere van de H. Maagd M^'
ria, van alle Engelen, van de Maagd S. Anna,vaii

$ Ten tyde van S. Hieronymus , gelijk aan de geleerden be-
kend is , was het genootfchap der Kardinaalen noch niet inge"^ '

fclyk als klaar beweezen word in zeker Franfch boekje van dc oPj^
orafte der Kardinalen, 't welk te'Keulen gedrukt is i»

r

-ocr page 533-

Jacobus de Ridder.25?

Maria Magdalena en van de weduwe S. Elizabet.
Hy heeft ook bevolen en geordoneert dat de ge-
dachtenis der kerkwijdinge, en van het wijden
Van h groote Outaar, zou gehouden worden op
den eerften Zondag na onzer lieve Vrouwe Ge-
boorte : dat die van het outaar aan de noordzijde
zou gehouden worden op den eerften Zondag na
onzer lieve Vrouwe Hemelvaart j en die van *c
outaar aan de zuydzijde, 't welke gewijdt is doof
den hoog-waardigen BiiTchop van Tucale, op
Zondag binnen het oktaaf van S. Hieronymus.
Ook heeft hy 40 dagen aflaat verleent aandegee-
nen, dewelke met een opregt berouw en beter-
fchap van leven gebiecht hebbende op de jaarge-
tijden van gemelde kerk-en altaar-wijdingen,
en op de andere feeftdagen aldaar zullen verfchij-
nen , en de vordere voorgefchreve oeiFeningea
illdaar zullen volbrengen.

^et^t jacobus ïjttft hmt Ober in ipt gemcïbe
jaac/ öeri 9 ^tpttmUt / tmutfiulen^^itf op^
Setïeït/ DeMlte Ant. Mattheus opgegeeben
iöo^ii ΙΠ 30Π Sjoelt ban öe ^tic^tingen öeu
«ecßen»

^ leéfi: berfcöfitre gcöecnten öet? Id^ oncfer ^
mm/ öetoelite oniier Frederik van Baden in^^» Fredenk

J-'ns {lerße s^boniJen jp/ cnaïöaarboo^ Beesen £efthv *
Bcrnoidus en mcci' anbere S^iffrööjppn ϋψ verfchddc.
gcfïotm toarmgetoeefi/ öesigdgt/ opgej^ebcn/ Keiiauye«
^^Scgeit
m ύρ em uettet? en ^tftt^mm ge^
: toaar obre ^emeïite 23ï||cöoi» Fredenk
JJï 'tjaac ifif / öm 18 ^un^/
tmh^tf öecft
TOcfïeït/ öetoemc nocö in toejen / (cn ögi
^^cheiius obec Heda nagesicn Jtan

I Pundat, Ecclei! I. i.p. 56»?.
* W. HedaHift. Traicft, poio.

, ..........p/

Deel-, LI ^ifc-

-ocr page 534-

^S-ö Het Leven van J. de Ridder.
f ©esritje ll^gi-iriffcöcjp ijceft in 't jaac ι5ί5/

tim aan Philips van Borgonje,

tot ^itfciiojp ban lltregt gefeosen / bt ïiïeine
öebïcnt bcr 5cli)cmaauiiöceffc

l^mi ^nöer-iïiaftcn / m iien αχ / te toecten
ejj ||)ct fceti öan
Pieters ^toeï /
pn e^nödpoji^^Matthiis öag ^^c^ttßtbx^t
Φρ öen ^anöag Reminifcere Philips öoo^

öcn semeiöen mgetoyïii: tat ^ip

fc|o|i ban littest

% ïjuft ooi öc %όθ0-ηίί^ ban ben <iB»eefl
te lltrest 0é3o»3en aï^ in^g^iffcïjoj) ban Hen-
utregc ge- rik vati
Beyereti, bjannect' öejelbe ^iffc^ojp get
hetlisdom lltcest in eigendom/ omtrent get

Ucregt tpelpe/ öaö ojigeïi^^aagen aan Karei v. aï^

gen. Smuf ban ^oïiantr,

- ^ ^m / in 't jaar 15-10,

onbeesogt / goeö-gelteuet en beeftnnbigt sefter
ttiirafieï/ 't toeiite gebeurt toa^ aan een ïtïariffe
te ïDelft / met naame
Anna ; j^jer in öefiaanïie
bat beeje Anna ojt een toonberöaare toyje beri=
ïo|ï bjïerb ban ben fïeen/ nabatbe jufiec;^ booi
get S» 3^,?onioe SB^eeïb ban JciTe, 't bjciiie in
Hippolytus ïierli eeitp^ pïagt te pangen / ge^^
sainentip boo,? pare beriofflnge ijaöben gebe^^
mn,

Hjr heeft
Philips van
Borgonje
gewijdr»

Hy heeft
de Hoog-
rnis te

van

incigen-
do

Ren aan
karei V.

c Ant. Matth. Anal. t. i. ρ. 299.
■ d Dirk van Bleiswyk Bcfchr, van Delft , p. 14S.

PHI-

-ocr page 535-

Philips van Borgonje

LFII BiJJchop van ütregt.

Philips Λ van Borgonje gcö&enöe BebC^l'^ Philips va«
ging / m öat Fredcrlk affïauiï öaö gciiaau/ Borgonje
ban tim Paué Betomen /
m t Jaar 15-1 ó^ wwd βϊγ-
jniseU#t tot öcu febeii - en - bilftiigrien ^iffc^ vZTL·
ban lltregt ^eeje Philips tua^
ht ö^oeber ban

wijdt nü

David , öie booiö^ne S^iflcKjop ban lltregt bja^ den Mznd
SciDeefi / en Ue ^ 500η ban öien örooten (i) vaniredc-
Phüips, ilaitogban S^o^gönje/^n biif-en-ttoin^
tißfien <6raaf ban ^oïïaiiö/ ö^-genaaraö öen
SoeDem öaaröra get öat öö tot Qet aan^ Hy is daar
neemm banïteSpilTcÖW^ïi^ öiaartiigÖ^it meei* tocgcdion-
gcö^onsen gebjeefi boo? §et gesag en bebeï g«« ge-
ban leiseï Maximlliaan , cn ban Karei liomns seïae
ban Spanje en Smaf ban 3|ölïanti / isoo?
van den ^
Pijse i· eersieciggeit : bjant Set injigt ban voiiiKareJ,
nielöe ^^o^fïen m§ pnne ïaniien öooï ^et m
ïïi'iïgen ban 500 een ^if^cpp te bei'jeïtecen m
t^ bebeiligen, (3) If^^ ïjat! 5ICÖ te boren meer in
öe baapenen isan in öe bjetenfcöapiscn geaefent/

^ Gerard. Noviomag. Sufhid» ii1 Appcnd. ad Bek.

^ Te vceten de baikrdzoon.

c Hedafnmak oo de eerzucht van deezen BilTcliop j daar hy
"ccluaiis van mecft alie Schrijvers geprcezen word , vooruament-»
"jk van Erafmus: (in den 6 Brief van 't 29 boek) (1) „ Ik zou
" " geluk wenfchcn , (zegt hy) ó BiiTchop Philippus, die niec
>1 mia roemwaardig zij: lioor de deugd-cieraaden van iiw leven
"· door den edeldom van zoo

veeleVorilen (uwe Voorouders)
" , , gy zoo een hooge waardighèit hebt bekomen : ten waar my
"bekend waar hoe onwillig dat gy dezelve hebt aangenomen,
" f" "οε dat gy als tegen uwen dank daar toe gedwongen zijt doof
" van den voertrcffelijkftcn Vorft Karei , enz.· -

LI 2. m

-ocr page 536-

:ji8 Het Leven van

en gab 500 tücï te tuater aï^ te ïanii
obecfie geötent,

^ijne moeöcr gcloeefï Margareta Poftia,
(vander Poft)
ttixt b^ouiw 500 ijjel ugtjïeetaïie

in b.ioomisöeit öe^ gemoeïr^ / al^ in ïicöaame^
ïpe fcgoongdt: onöer toicn^ oogen^gte
feï opgeboeiit/ en 500 «1 Deftige 5eiien ai^ in bt
txjetenfeöajtjten oniiechjeesen gehjeefi j iuant

Karei van Borgonje , Jïjn Ö^oetret" / geömittig in

ugtlaniifege oa^ïogen fieeïteniie / feon oji ^ijne
ojjbaeöiiïö 500 niet paffen. on&ec

een öeftig en ouir nieefïer/ in ïjetge^ïfcjaptjan
^ec t^effeïpe ïeer-ge^elïen / tot jijn tüjaaiföe
jaac toe in i»e i»etenfe|appen / öoo^nanientïp
in öe iEatgnfege taaïe/ geoeffent getoeefï: en/
geïp gaanio ban berjlani» toa^/ geeft öaar
0oètie boo^itgang in geöaan. SSi^
Karei einöeïi)if

gefïo^ben toa^/ en Maria, Kareis boeïjtec/met

^SoeTio Maximiliaan getmjtoö / ire ijeeifc^apiig in ö^n^
SeFonäer öen gat«/ ï^ ÖP öe ïfobeiingen ban Maxi-
me Hove- miiiaan aangenomen: en geeft 5ifg 500 öebaïïig
jingeu van ^gij ggf geir^aagen/ trat ïjg / nu ouöer ge^
too^öen / ban gemeiöen a^o^fl na tie irooEr ban
Maria een pïaat^ onber öe^ ^eïfé ftrgg^-öenöen
geeft gefireegeni' .^atjecganö / iuanneer beweibe
Maximiliaan te Ifeeu tot|iei5ei· bjiei'ö gelicoont/
geeft gp geni öe toapenen bec ïiiööerïoftc ojbec
om-gegangen. j^oeg geen aegtien jaacen o«b
5gnbe / i^ g? eeefi te <i5i'ebeïingen / en nabev'^
ganb te Ho.jti^]^ / tluee fïeben in l^aanbecen/
tot ^teeboogb aangefïeït ·, en geeft siegin
fïee-boogb^ oj) öeibe bie plaatsen jeee befïig
gueeten,

^ocg aïs^'ee tuffcgen Maximiliaan enbeJ^ii^'
«iingen een groot fteafteeï bja^ ontfïaan obee OJ
bODgbgfegap ban
Philips van^Ooitenrijk , gep

-ocr page 537-

Philips van Borgonje: 53 f

fe f^tt ntft be 3E)ïamin0en igcgonöen, <©m bcese
Cföen / na m ö^t gefcp ögsdeiö toa^/
επ iMaximiiiaan geen gocö 000 oj> 0ίπι fci)een te
Öefiöen / naar sijuen ö,?oeiïei'
David te Ittrest
gereifï/
tjk ïjm in groote toaarte geeft geöon^
tiith i^a Davids obedijöen i^gg/ na batï}?59"
öeel in $ijn ö^joeiiec^ erfenijfe öab ontbangen/
tocöec sefteert naat ^ct 3|of ban ^o^gonje/ en

300 fcoel ge5ien getoeefï ög ben ^art^-ïjattog
Philips, Maximiüaans 500η/ bat bejelbe Qcm/
tot een teïten ban ^jjne genegenböeit / niet aï^
Um otibet öe ^iöber^ ban 't (BiMt mk§ geeft
aangenomen / en niet get getooonïpe gal^-cie^ viies a^an^
raaö geeft öegiftigt/ itiaat gern ooft öe 50^0 ober genomen,
gegeei jp gni^ouiien gee^ aanöeboïen* Mlé
öe a^o^fi
Philips (nn l^oning gebjo^iien) ngt
Spanje toeiteiOm in,|^eöerïaniiiua^aan0elanöt/

Anna van Borgonje, öe gm^t»?OUtö ban Adolf

i|afto0 ban Itieèf/ ßonien tt fletben/ en geeft
be geïft ban ai gaat peb n^terfie bjiïïe na^
geïaaten aan gaaten b,?oebei·
Philippus. bu^
i'gft gctoo^ben 5gnbe ftteeg be finnen ban get
ifof te bedaaten / en in pte te gaan ïeeben: .
waar Itoning
Philips geeft gern tot ^ee-obetfie g
aangefïeït / en liibniiraai ober be ftoninMpe cremaakï» ^
bïooten gemaaïit, ^n bee^e jee-boogbg geefï gp
5icg 500 begenbtg/ boo^3$igtig en cegtmaatig/
^n met 3uïif een öeïeib geö^^aagen / bat gg get
<Öemeene öefïe grooten bienf! geeft gebaan, iPan^
neeïltotting
Philips,na getinneenien ban eenige
^eïbetftge fteben/ bjeber naar Spanje ftonb te
«eeren / geeft gg be berobecbe fïeben aan be
en geti'oubjiggeit ban on^en
Philips aanbei»
boïeni betoelïte niet aïieen be bettoacgtinge be^
moning^ geeft bolbaan 5 maar ooft ben ïof5öné
bganbeii in get ^eioaaten ban gemeibe fïebcn
1

LI 5 j^ieft

-ocr page 538-

He τ.Leve ν va

^ttft licrilißiit, Ιιοίί!Π0 in ^jjatije ohm
Iröe« iöa^/ f^ttft öe / ftout o)) öe

fjiiïp bcï fmnfm / 3y«e goo.nicn üjeörLOm öe^
fmucnopte flcciteu/^oniieciiai 01150Philips Ö^ïï^
jiaai* 50« gétieegfiï ia örn öatïö feon ï^miiJen/
baar in l^ei'ömiïertr öoo^ öen ömieuöieöet
leiBinii olier Borgon]e (4) boeröe. ^liiecje reiicn
fluft ög iia 500 beel aröeiiï^ ίυιίϊεη gaan u^tca^
i^en/en 59110 fIilteöoiiö«?nmgdanii: maar 5ailt^
leeft l^maï toederam nier mogen geöeui'en.
(5·)

li^ant ïiei5ei· Maximiliaan, en Karei Itomng
Öan Spanje/öeööen §em boo^ UImöaffatiem: tïc^
5onben naar
Julius ii, ^an^ ban karnen. Ju
m ge5anifeï!^ji ban aïie ïie ^taiiaanfc^e
rn^^mmilthm/ bocö boo^namentlpbaniien

J^^ln^.ban Mn-andula , ban öe Florennjnen en
ban ie Veroneezen , 500 tsiftig ontgaaifc / bat
ïjet naubjiijfté te öefc]^?gben 5anöe 5ίίη, ©e ^au^
Julius geeft öftn grootee eei'&elöee5en/ al^'ec
5eberii öonbei'b jaaren / 500 beei ai^ tnen bjee^'
ten ßon / aan eenig a5e5ant hjas aangebaan,
(6) lli^ gp 5icö in bit ge5antfcöap"5O0 trefeip
ijab gei^iieeten/ en ioeber naar be .^ebecianben
iöa^ geftertt 5 rti aï^ jui|i op bien ti|b
ifabeiia,
be 3ufierban Kard V, tenguteelp toas öeïooft
aan
Chriitiemus Itoning ban ^enemarhen /
Jem boo,? Ï$ei3ec
iMaximiliaan , bie be<0lODt-
böbee ban be b^nib toa^ / en boo^ l^oning
Karei,
ïafï gfSieben om be b.juib ban öaarenthjege naar
ben b^^uibegom te geleiben en te bei?ge5eifcö0p'^
pril. ^a bat öi» met groate ïnifiee en oi»
Siin geeripfie tjab ugitgeboect / en hjebet; naat^
3Ö« baberianb 5eiibe / be jiefi in be fcö^i^"

gefïaageni 5elf^ i^'etbeboeötetban5penö?oe^
ber ßoudewyn van Borgonje , beiueïlie t^t^äti^
Boudewyn bg be gOOg-eWieJ^e-b^OUtoe Marina
Maurica gab set^eit/ aan gefio^en« t'i«»^

ν

Hy word
voor Am-
baiTiJfUi:
gezonJcn
jiaar

Juiius II.

Hy gelcicit
Ifabella
naar den
Koning
vaa Dcne-
ni^rken.

-ocr page 539-

Philips van Borgonje: 53 f

ί'^ΐίί^ Seftonmi mntfc ïitt ïj^ aïïe 5gne.
tagten
ïoopcii ojp ißt opfcöiftßcn iJan φ ^ϊοί
^miiiilirg / tomeei' Karei ν. Frederik van
Baden 23sffc9üi» ßmgtig

Öcöften öc&eöcn/ euemiidgi« οοϊί öchjogen/ om
Öct öeioinb bfi' lltc^0tfcpe fterl^e tc aantJaariieii,
^n ißt öfsüi *iJan 5iiu ïjifcgopiiotti ö^^fï

rafmus van Rotterdam jyne berMaanngCit öbCC

ίιε ttoee B^ietobanTimotheqs, cn ober iJieban
Titus, aan ö^m optjebiaasen, «apii^ast-
ö^ief öc0mt met öee^e tooo^iien : Aan den zeer
deftigen BiiTchop , mitsgaders den zeer beroen:i-
dcn Vorrt van Ütrcgc , Philips van Borgonje.
Erafmus beitOÖilt alöaat': hoe moejelijk dat het
is zich als een onberifpelijken Biiichop te ge-
draagen : zonderling als dezelve ook beladen is
niet de beiiieringe van een wereldfch gebied : en
hoe dat een Harder van de kudde des Heere, in-
dien hy niet oprcgt van meeninge is , een gr®oc
bederf is voor het menfchelijke leven. I^O.jlSCf^
bectoont Öem / ÖOC Öat zoo een minder zal
afwijken van het opregre en volmaakte afbeeld-
S^el vaneen goeden kerkvoogd, dewelke het voor-
fch rifc, door Paulus in de gemelde brieven op-
gefteld 5 als een doelwit altijd voor-oogen zal
{lebben.
OHiUödp Öefïilit Érafmus mrt öec5e
«JOO^Öcn: Die naar het befte tracht zal niet ver-
^^ceken blyven van de hulp van Ghriilus , wiens
plaats uwe Hoogheit bekleedt, en zonder wiens
"yitand alle menfchelijke poogingen vergeefich
vruchteloos zyn.

<i2n öp ißtft sicïj oöïi 500 tod in snm öete
Sfqueeten / öat Μ toasi

totneemcn ban U scefieïpe 5aalieit

t'Huis ge-
komen , en
bezig zijn-
de met het
flot Zuid-
bm g op te
fi:liikken,
word hy
gebeden
oin het
Bifdom van
Utrcgt aaiï
te iieemcn.

ïiÊL'ferfnfti? hi>n<?ott / JU ^jjnc '

LI 4

in't jaar iffj.

-ocr page 540-

536 Het Leven yan

«0obt l^cni opïeibe / ten iioo0fic öeïjartiööe; ^otv
ijer ester te ber^uimen 't geene tot öe öefjouJje^
tii^ ban sjin öjeceïöfcïi geöiei» fc§een te öienen.

^n 't jmv is-^it Seeft ög öoo? eene Mvgg^-
itfl igetoont iïjat een nieefier ijat gn in get oo^^
ïögen getoeefl 5ijn / inbien ög" ift ïegec ïie^
bec Öaö töiïïen böigen aï^ be fterfteïijlte 3aaßen
beliartigen«
Karei , ilartog ban «i^eïberianb/
öoo^ :^ranfcïje önïp-Öenben geftiift / gaf aan
Karei V. be pnben boï b?ecfe met ^ie^ïanb in
berfcïjeibe paitgfcj^appen te berbeeïens en ö^effe
ooft be
OPbfrgffeïaai*^ tegen Ph i 1 ips ojj^

jgerofeftent (7)

ai^ be <0eiber^'man nergen^ mfnber ojp berbagt
toa^ / eeit taineïp leger onber ö^t geïeibe ban
iSiikiaas Γ8) Wiiäersdorf, naar i^^ie^^anb ^C^
fc^ifit / 't toeïïie be aanganger^ ban ben
bergman / boo^ get afpei'ffen ban ^eer ^bjaare
ö^anb-fepttingen / jeer j^eeft ugtgemergeït;
bit faja^ be oo^jaaft bat 'er beeïe ben
iiïanberïaatenbe/ be partg ban
Borgonje om^
Ijeitï geböen,

Hoe c'at hy 't Ö^^nt g^ö^urbe bat Suiten öet gebjoeï
den d.ig böii 't reiden / en t' i^ui.é naar 5ijn goebbnnfee«
verciccidc. i^ij^jn / bja^ geüjoott ben bag aïbu^ te
berbeeïen ; bat öet begin tot ö^t berrigteii
ber <25obiiebjlie ^aaiten en tot ïjet Ïee5en ban ^ei^
ïige boeiden befïeebe. ^at gebaan 5gnbe
bjoonbe
be raab-pïeegingen ban sijne ïtaab^-geereii
ög / en bctïeebe 5onen tgb met blieben te
ren ïee^en / of met aïierfjatibe ftïagten / ppcev
fen en bonniffen aan te ïjooren : en gaf ^obaa^
«igen ae^t op aïïe^/ bat 'er geeti eene b^ief
Ojpent iijierb aï^ in jijn bgtbee5en/ en geen
eene
tóierb gefïoten eer bat ögt ben ^eïbe met eigi"«
J^nbrn Sab onber^ei^entt «ïiiu^ afg^f aan

-ocr page 541-

Philips van Borgonje: 53 f

01110 ÖP Ö^t tnibbagmaai <mct

tafcl toserbcu 'er bcrfc^ctóe ö^aage« / 't 510 ugt
öe foecten tn 't «pt öe

I|«ii0e öoefen/ o}j0eö3O?i>cn. aïfe

ht ouiie Ififiori-fcö^iiber^ in ijct franfcö

5en m tDifi öen ίφνϊ» öcr 5dbe banöuiten.

mit te %αφ(φ ilifioncn / 500 bcel aU 'ec

toareii / toacen gern boo^0dee3en öan Gerardus
van Nimwegen,öie5jjii^of-feajidlaani^ 0ehjeefï:

rn gaii öe^eibc niei 0cooteopi0tt0nöödtaani«
δφο^ί* ö^a0t iren ober/

of tnet in jynen ^of tt 0aan fcoanijeim/ of met
bc totnïtd^ Der amöacjöt^-ïuitten / aï^ cm
iie^
5o^0bc baöer/ te0aan öe$i0tigen, ^tt abonöi
maal iBierö met alierganiie ij^aagen op te iam
pen / of met iet^ te leesen / of met eedpe en
öan0enaame famen-fp^aaften iioo^0eö,?a0t
ïjet atïonbmaal öleef ÖP öoojgaan^ tot öiep in
öen nacötmet i»e<i5eïeerijenp?aaten, ^i)nöeiian
5oiiaani0e ^eeöen/ enijan 5uïit een inöo^fi/ iua^
ten öoo0tïe betbieemb ban 0ieti0öeit / ban
öbjinseianiïgeen ban to^eeööeit/en gatieenbjoni^
öere 3ucï)t en 0me0enh§eit boo^ sijne onöerbanen.

Ijeefi niemantr met fc|^attin0en of nieutoe
impofïen 0epïaa0t: en 300 ïan0 aï^ ö^t 0^^
öieb oberïltce0t öeeft 0eboert/ ]^eeft|iö/öoben
öe ouöe en laacipfc^e inftomfïen / 0een rooben
öuit boo^ 5i)n ei0en 0cö^nifi ban iemanD af0ei
fao^bect ïfρ bja^ ten ngterfien aflteen0 ban be
oo?io0^-öeroerten : en geeft 0een 0eootai
Öait5ecc0e]öait / aï^bat Μ öoo^be onïnfïen/
te ^tooi enüampen 0eree3en/te0en söneniiantt
in öÊn <0eït»ecfcï)en οίί?ίθ0 3a0 in0etoiïilSefö. gfa
tnen 30η metreben ftonnenooiöeeïen öat ise^!«
faj^oe een b,?oeföeitöeeftop0efttopt öie öemöoo^
s^ipi^sebjeefi» (9; ^ai^ öeeft g^t/op 30»^

hl y ii^tm

-ocr page 542-

Η Ε τ L Ε VE Ν V Α Ν

wptecfïc ïc0gcnite/ niert aï^ eett^
tuigt itat δρ öe oo^^aaft εη iie aaiifïooïiec öan
öien oo^ïog niet ioa^ getocefi*

^kv Qiiam noc^ öp/ (10} bat op tm Sou^
öen öag met boïgtn^ jgne geiooonte/

ontöïootgaanöe/ in een jtoaare jieïite lé gebai^
ien / öeioeföe iten ööog-eöeïen S^iffcgop öimicn
iodnige 5agcn geeft toeggeruiit öe

feegaaftöeöen öaii 59« gemoeiï / i>ie tog reeö^
epgeteit / iua^ ï}p Maefi öan licßaani/
fijn en moen ijan ïebemaaten/^ioattiian oogen/
ölanïi ban öd / en tenemaaï geïp aan fijnen

Willem Heda fp^eeSt öüo^an^ met 5eeL'
gïmftig ban iteejen S^iffί toant öe^aïben ttat
^t otr 3ίμΐ0 eersiïgt gemmit geeft/ 't ioeïl^e
met van ^^ öo^ïen aJ tueiiecieit geööen / 500 jonhj öet
Philips, bolgen^ 5i|n fcg^gben / daar op toege-
leit hebben om de vryheden der kerken en het
regtsgebied der Aarts-diakenen te ondermijnen,
en aan zich zeiven te trekken j onder dit voor-
geeven dat alles volgens het gemeene regt den
BiiTchop toequam. Daarenboven zou hy weinig
ontzag gehad, hebben voor geleerde luiden : maar
den geenen die hem wiften te.vleyen, of een kans-
je om geld te winnen wiften voor te ilellen, zou
hy allerhande gunft beweezen hebben. . . Hedii
tóegt 'ei' Ög/.dat hy haaftig van hoofd cn wraak-
zuchtig is geweeft , en liever wilde gevreeft als
bemint worden : dat hy weinig werks maakte
van den God-dienft, weinig achting had voor de
Geeilelijkheit, en veele andere dingen meer.

Heda fcgpt niet aï te geneegen getoeefi te
5P boo^
Philippus, aï^ 5gnöe omtrent iiien tp
^iffcöojp geiöo^iien/ toamie^ be
Sekte der Lu-

ihcraanen,,geip gg f^^tM / wortel begon te

Tchie-

Zijne
gedaante
cn dood.

Heda

Pm waE
redenen ί

-ocr page 543-

Philips van Borgonje. 530
fchieten: en Olli trat Μ HJ^ffi^ ilie niet

pïuté toa^ op öftfïuft ban nicufcoigö^öin/ m^ie

ijOÏgen^ V^alcrius α Andreas , door een vuilen
afval de Katolijken van Nederland heeft
verba-
ten, en tot dievanMarpurg in Duitsland isover-
geloopen ; waar door Erafmus zcli, die
een van
^aijne befte vrienden was, zyn dood-vyand fchie?
lijk is geworden.

Valerius ïjetft |et grfaabm Ojt^ Gerrit
Geldenhauwer, ijDO^ sit iïianiieïmg geiiOemb Ge- Geldenhau-
rardus Noviomagus, ölc Hapdïaan wer 's Bif-

getoeefï/ en Ut 5ijne tsaaöen'in mi ö^jonöet· ^ήορ®^^-
öoeft
ïjteft ötfcijjebcn/ örtioeife getonirenbjo^ii SrShry-

w ïjét öerbc öeei öec |fao0buiift|)e ^^per^/ ver vanzyis

ÖDo^ Freheras / eïï 't tueïftc naïter^ ^even.

SauiJ boo^ öen ^oog-öaOemiien ïfccc Ant. ^jviar-
theus met lanteficninsen
m 't ligti^ 3C0eeijn.llgt
bit bjecïtjc ö^öö^n iag in ï)ct cpficïien ban 5gn
ïebeu bede öp5óiiöci'i)ect!en getroitïten*

^niiien toe o$i get seggen ban öee^eit Gerar-
dus van Ν im wegen ϊίΟίίΙΚη aangaan / zoo ras
iils Philips Prins en Biffchop van Utregt was ge-
Worden, heeft hy met eenige vrienden in by-
ï^onder raad gepleegt over het nazien der Syno-
daale Inftellingen , en over hec verminderen der
Wat datdè
ruft-dagen : hoe dat men de geweld-plegingen Biflchop
der Opzienders en Dekens bell zouw teugelen»

1 ^ j' u /1 11 J J ö ' hem al voor

"oe dat men belt zou beletten dat er voortaan heefto-ehad'

^00 veele leeg-loopers tot het Priefterfchap niet

gcvordert wierden j hoe dat men al dat bedelen

"^an kloeke en gezonde menfehen beil zou uyc-

^'oejen j hoe dat men voor den armen zou zorgen 5

^oe dat men die fchreeuwers van predikanten,

^oornamentlyk van de bedelende orders, beft zou

^ffchaiFen , en goede engeleerde predikanten aan-

■ , «^uec-

* ie Bibliotlicca Eelg» h Aiiakft. torn, ^

-ocr page 544-

540 Het Leven van
queeken : «ι obcr öiergfigfte ^aafeett meee / tft-

toeïhc δρ iïienftig uo^ïieeïiie öoo^ ö^t gemcene
öefie / cn om öet gdoof iiaai* öeïfooren te bt*
ieeöeu.

Maar twee Regtsgcleerden , 5fgt Öf Nimwe-
ger aï bO^ilËC / zyn de oorzaak geweeft dat de
voorneemens van deezen voorzigtigen Biflchop
geen voortgang hebben gehad. Want deeze twee
gaften , die altijd met open' en uytgerekte han-
den Honden, en alleenlijk op eigen voordeel uyc
waren , hebben met een groot geraas beginnen
te tieren en te fchreeuwen dat zodaanige voor'
neemens den Prins niet voordeelig zouden wec-
zen, maar zeer fchadelyk zouden zyn aan de keu-
ken. Als de Vorft dan , als zynde zagtmoedig
van aart , zulks ongemerkt liet doorfchieten, is
alles by de gemelde luiden volgens oudergewoon-
te voor geld te koop gewfeert. . . .

Indien hy , S^j^t bt gemcföe ^^Ijber / wac
te rijkelijk had gedronken , en zich daar door
bezwaard mögt vinden, was het zyn gewoonlij''
ke genees-middel zich 's anderendaags te
onthoU'·
den. Hy verfoeide de dronkaarts, voornament'-
lyk die de gewoonte hadden van het lyf vol bief
te zuipen.

iCot nofö tot aïïe^ Öjel: maar (dïaa^) tegen
de hoerery, 5C0tï)S'/ was hy zoo zeerniet ingc'
nomen. Want hy was zelf (O fcj^aitóc) al
vrf
genegen tot het Venus-fpel , en al vry verflin-
gerd op de minnery van jonge meiskens j
boegt 'er Gerardus van Ν im wegen nOC§ eeni0j

ïiingen ög/ öetDeïfie/inöieu 5e öoo,? betoaarö^^^
moeten aansenomen too^iien / imiöeïïjii te ßei^
tien geeijen irat
Philips een fïegt jjehoeïen
0eöaii banket maagöeïpe ïehen en ban feßw^;
Seit
iftv f^iefieff« m iterfteipe

Gebreken
»an den
Biflchop

-ocr page 545-

i^HlLIPS VAN BORGONJË.

ne«, Hy hoopte den tyd noch te bekeven, jegfe
/ dat de wet van de gedwonge onthoudinge
met eendragtig overleg der Biflchoppen en der
Priefteren ^ouafgefcbaft worden,

setuigt ebcntorf öat U ^iffcgojp op Hy Herft
ïtatoïp^ i^ßefio^iicn/ joniJcc öat&g eßtecbeel
^ρ πη ta«
sehjasniaaftt ban öeöoo?ïpe öoete/öie δρ Öoo?

ft0t Ugttoiffcöeil 50li0cn 50U gepicest ^th^ 'er evenwel

δίΠ» veel gewag

Hy had noch geen twee volle dagen heï bed- g^-
de gehouden, mtlht m^^^' of de Ge-
nees-heeren begonnen al te mompelen dat hy het piegingcsj»
ï'.ekerlyk zoude befterven. Als hy dit verilaan
had , ontbiedt hy zijnen kapellaan, en geeft hem
te kennen dat hy zyne biecht wil fpreeken. Als
de biecht gedaan was, ^CQt ^J^aï b0^t>er/ koom
ik in de kamer. Daar op vraagt hy of het H. Sa-
krament op hecflotwas. Laat het herwaart bren-
gen , zeidehy , want ik wenfch het zeivete nut-
tigen, . . Hy bidt Godc om vergiffenis van zij-
ne zonden. Hy nuttigt daar op het Lichaam des
Heere, gelijkende beter naar een gezond als naar
een ziek menfch. Kort daar na verzoekt hy mee
i"iet H. Olyzelbeftreeken te worden: en naar dat
% het kruys , gelyk de ma^iier is, had geküil,
heeft hy zich aan Godt alleen bevolen.... en zij-
ne oogen hcmelwaart op-ilaande fprak hy deeze
'Woorden :
U-w wil gefchiede. Gevraagd zyndc
iioe het met zyne twee bafterdzoonen (iij zou-
gaan, gaf hy ten andwoord:
Zy zullen genoeg
^^ibben^ indien ze zich wel draagen.
Eindelijk, als
het fcheen dat hy zich wat ter rufte wilde fehik-
^«^n , is hy alzoo overleden , na dat hy het Bis-
dom fes jaaren had geregeert. Hy is te \Vyk, in
S· Jans kerke , aan de flinker zijde van zijnen DuurfteJs
broeder David , begraaven : alwaar het volgen- begra*cs,

de

-ocr page 546-

54z HetLevenvan

gende Gfaf- fchrift (in het Latyn) te leezéri
Haat:

Ter gedagteniflè van den zeer deftigen
Kerkvoogd en zeer genadigen Vorit
l'hilips van Borgonje, (zoon van Phi-
lips den Goeden, Harcog van Borgonje,)
Biiïchop van ütregt, en hun' Patroon
zaliger gedagteniflè, is dit Graf-fchrift
opgeftelt door Johannes Malbodius en
Gerrit van Nimwegen.

Hkr ruß Philips^ ϊηΊ hrijgs-heßier ervaren j
Maar die den krijg en onrufl heeft gehaat.
Zijn edUe ziel ruß nu by de En^len fcharen,
Daar hem geen kt-ijgs-geweld te duchten ßaat.
AU hy door Ufl en Jchandelijke ßreeken
Noch in den krijg onnozel wierd verward-t,
Wifl zijn gedult des vyands magt ie breeken,
Ώΐε hem zoo trots ten flrijd had uytgetart.
Hoe fri^gtig zyn de Sloten en Kafteelen
Op zijne beurs in V Bisdom opgehaald!
Flux quam de dood haar perfonaadje fpeelen·.
Zijn lichaam fierft^ zijn faam hier eeuwig praalt·

Hy heeft te Utregt geregeerc 6 jaaren,7 maan-
den en 14. dagen : en is te Wyk te Duurilede if^
'c jaar den 7 April, in den ouderdom van

5*9 jaaren , overleden.

Leo X. ïjeeft ojp beb^ocft gct

Zyngrafl
fchriix»

pjibiiegie aan öe iittrcgtenaar^ toegefiaan:
ferngt iian §ct toeïfte in be ecrfe iiag-iii»^^^
öinsc niet öuiten^ Ïaniï# mo^m serocpen
öen.

VER-

-ocr page 547-

Pöitips van Borgönjé.: 5*43

VERG ü Ν Ν IN G

VAN

Leo den Tienden·

L dienaar der dienaaren Gods, ter eeuwi- hv· hccfc
ge gedagtenHTc dezer zaake. De pligt der van Paus
Harderlyice bedienjiige vermaant en beweegt Leo ccn
^ns , om aaneen ieder , voornamentlyk den ge-
»^en welker gerroiiwigheit en godvruchcigheit\yaJ^nde
^^"icjfi :in ons gezigt en in het gezigt van den Apo-
Paus de va-"
ftoliiichenStoel geftadigvertoont, hunne begeer- iierlancifche
'^en toe te ftaan, als dezelve zoo wel tot hun ei-
gen voordeel, ruft en Tchadeloosheit, als tot het
jer Utreg-
^oordeel , ruft en fchadeloosheit van hunne on- tenaars
^erzaaren komen te ftrekken : en öm hun in zo- beveftigt* ,
^aanige zaaken volgens de pligten van onshar-
r.^r-ampt, gunftelijk by te ftaan, zoo als wy hec
deti Heere oorbaar bevinden.
Voorwaar , het verzoek 'c welke ons wegens
beminden zoon Philippus , verkozen Bif-
^hop van Utregt, is voorgedragen, behelsde dat,
^'^ewel dat'er in de iiad en in 'tland van Utregc
goed getal Iran Prelaaten, Regtsgeleerden en
"^^gts- oefenaars gevonden word , voor dewelke
door dewelke zdo welde kerkelijke als dewe-
j5/dlyj<;e regt-zaaken van den gemelden verkoren
Λ •'^'chop of van een anderen BiiTchop van Utregt
het dan wezen'zal , raakende het regt van
j^llhen Fiskaal en van zijne onderdaanen , können
^^P^pit, uytgeweezen en beflegt worden j dat,
^'E'kj zulks niet tegenftaande gemelde Philips

toe

-ocr page 548-

:ji8 Het Leven van

tot BiiTchop gekozen, en de andere BiiTchoppetl.
die 'er dan zyn zullen , en daarenboven hun Fis-
kaal en onderdaanen voornoemd ) zoo wel die
Van den Gecftelijken als van den wereldlijken
ilaat, buiten de ftad ^ de paaien en de grenzen
Van *t wereldfche gebied der Utregtfche kerke j
Voor de Geeftelijke regtbank (gedagvaart Wor-
den,) eri zulks doorgaans öp den naam van het
PauiTelyk gezag, onder voorwendinge van zeke-
re magt van het Apoftoliflche Gezantfchap, de-
welke de Aarts biiTehop van Keulen, die 'er op
dien tyd mag wezen,als gebooren (ii) Legaat des
voornoemden Stoels,Zoö als voorgegeeven word,
zou verkreegen hebben: en dat zy, onder voor-
gevinge van verfcheide voorregten, vergunnin-
gen en Apoftoliflche brieven , dewelke (ook by
wyze van ontheffinge van het regts - gebied van
allerhande voorftanders en befchermers) aan Aarts-
biiTchoppen , Primaaten , BiiTchoppen, Abten,
Konventen , Graaffchappen , Hooge Scholen,
(ook des algemeene ftudien) Ridderen,Gafthui-
zen (ook die van Jer'ufaiem) Kollegien, Plaat-
Zen, Kloofteren, Orders , en zoowel ontheve
als niet ontheve perfoonen op verfcheide manie-
ren zouden zyn verleent geweeft j dat ze, zeg ik>
voor verfcheide Geeftelyke en gemagtigde Reg"
teren, op het verzoek van kedcelyke of
wereld'
fche perfoonen , meer als vyf, of doorgaans mec·^"
als vier dag-reizens ver, gedagvaart en in 't i'eg^
betrokken worden , waar door zy geen klei'"'^
onruil en fchade komen te lijden ; en waar doof
de verkoren BiiTchop Philippus , of de BiiTchop
van Utregt , die 'er op dien tyd mag wezen » ^^
hun kerkelyk en wereldfch regts-gebied, en
onderzaaten in hunne goederen , zaaken ,
regten en privilegiën ten hoogfte verkort^ ë^

-ocr page 549-

Philips van Borgonje: 53 f

iloort en belemmert worden j en dezelve onder-
zaaten belet worden hunne zaak te bepleiten en
zich zeiven te verandwoorden voor hunne wetti-
ge , 't zy
dan geellelijke of wereldiche , Reg-
lers, voor dewelke zy bereid
zyn te verichynen.

Overzulks zyn wy wegens den gekozen
fchop Philips in alle onderdaanigheit gebedeii
regens het voornoemde, volgens onze Apoftolif-het verzoek
fche goedertierendheit, behoorlijk te
voorzien, van Philips,
Wy dan die den welftand en de ruil van alle Chri-
ilus geloovigen naar ons vermogen gaarn bevor-, y^nUrrecrt,
deren, en hunne fchade gaarn voorkoomen , na dat voor-
dat \vy den voornoemden Philips, tot BiiTchop·"·^",^^"
Verkoren, van alle ban-vonnifien, opfchorffingen ^^^^'Jgenc
der bedieningen , interdikten , en vordere ker- iuwezetenen
kelijke vonniflen en ilrafFen , indien hy'er inee-
vanhctScifc
nige , 't zy van regts wege, 't zy door zynen
Overrte , by wat gelegendheit en om wat oor-
zaak dat het zy , ingewikkelt mag zyn ^ alleen- te,en
onder
lyk om de uytWerking van den tegenwoordigen wat voor-
brief te können genieten, iiyt kragtedeezes ont-
ilagen hebben , en verklaart hebben dat wy hem J^Sn
Voor ontilagen zullen houden ·, zoo is het dat wy, vaderland
tloor zodaanige gebeden bewop-en, en (leunende i" de eerilc
op de gemelde ApoiloiiiTche n^agt , door den in- J-f"/^·
houd van den tegenwoordigen brief bevelen- en lèo mogèa
belaften, dat voortaan ten eeuwigen dage de
'ge- gedaagt
^elde Philips , en wie dat 'er op zoo een tyd worden-
"ifiehop van ütregt mag weezen , mitsgaders
i!es zelfs Fiskaal, ende onderdaanen, zoo geefte-
^yke als wereldlijke , van gemelde ilad en
land
yan Ötregt, in de eerile regtsvorderinge, om en
Wat zaaken dat het zyn mag, *t zy dat het buv-
S^i'lyke, ftraf-fchuld ige, gemengde, kerkelykc,
^ereldlyke of geeftelyke zaaken mogen zyn, ovei-
dewelke zy , of iemand van hen
, door iemand
ll. Deel, mm aan-

-ocr page 550-

:ji8 Het Leven van

aangefproken zyn, of aangefproken zullen wor-
den , (behalven by wyze van beroepinge, of in-
geval van geweigerde regts-pleegingc ) op nie-
mands aanhouden , Avie hec
zy, al waar het ook
van Hooge Schooien , of van géeftelijke of we-
reldlyke Kollegien , by wijze van enkelde aan-
klaaginge mogen nochte moeten gedagvaart, aan-
gefproken of in regten betrokken worden voor
gemelden Aartsbiflchop als gebooren Legaat van
den voornoemden Stoel , nochte voor des zelfs
gemagtigden , zy reeds door hem aangeileld,
'c zy die noch aangeilclt mogen worden j nochte
voor eenige andere buiten-gewoone Regters en
Apoftoliflche Voorftanders 1, wat voor magt dat
zy uyt naame van gemelden Stoel ook bekleeden,
onder voorwendzei van eenige ApoiloliiTche brie-
ven , al waren het ook vooriland-brieven, dewelke
reeds verkreegen zijn, of noch verkreegcn mogten
worden, en die aan eenige Gemeenten, (hoeda-
nig dat dezelve mogen weezen) hooge of minde-
re Schooien, KatedraaleKerken, Kloofters, Ka-
pittelen, Kollegien, Konventen , en aan eenige
ontheve of niet ontheve of ook bevoorregte per-
foonen,om wat voor oorzaaken dat het zy,door den
voornoemden Stoel, of des zelfs Legaaten, mogen
zyn,verleent geweeit) al was het zelfs met herroe-
pi nge van alle herroep-brieven , of met de aller-
kragtigfte en ongewoone uytdrukkingen , en in-
trekkende dekreeten,
ja uyt eige beweeginge en
zekere kcnniiTe , en volgens de volle magt
van
den Apoftoliilchen Stoel gefchiedt: en wat voor
perfoonen dat zulks ook verkreegen mogten heb-
ben , en van wat ilaat , waardigheit ,
aanzien,
edeldom en uytfteekende rang dat dezelve mog-
ten zyn : al waar het fchoon dat ze
Keizerlijke,

Ko-

Zelfs niet
onder voor-
wendzci
van eenige
Apoftolif-
fche brie-
ven: ver-
klaaretide
dac alie
uytvoerin-
een,die hier
«rydig te-
gen zp,
voor nietig
cn kragte-'
loos zuilen
gehouden
wordea.

1  Coußrvaiores.

-ocr page 551-

Philips van Borgonje: 53 f

Koninklyke, Hartoglyke, Aarts-biiTchoppelyke,
BiiTchoppelyke , of eenige andere 't zy kerkely-
ke h zy wereldlyke waardigheit en magt beklee-
dcn , of d:it ïulks uyn inzigc en ten gevalle van
dezelve perfoonen , of uyt eenig ander inzigt,
hoedaanig dat liet zy > reeds verleent is , of na
deczen verleent mögt worden:
m^inr (wy hevcekn}
dat zy t alleenliik gehouden zulleü zyn zichge-
regtelyk te verandwoorden voor de kerkelyke of
wereldlyke regters, die daar ter plaatze zyn aan-
geilek, te Weeten naar dat de perfoonen zyn, en
ook haar dat de zaaken zyn , daar de verkooreii
BiiTchop Philips, en de BiiTchopvan Utregt, die
het als dan zal weezen, mitsgaders de voornoem-
de onderdaanen, over aangefproken worden. En
Wy verbieden wel fchcrpelyk aan den voornoem-
den Aarts-bifichop, als gebooren Legaat, en ook
aan des zelfs gemagtigden , en aan alle andere
reeds genoemde buiten-gewoone Regters, voor-
ftanders en gevolmagtigdcn , datze zich niet zul-
len hebben re verraeeten den verkozen BiiTchop
Philips, nochte den BiiTchop van Utregt die 'er
als dan zal wezen , nochte des zelfs Fiskaal of
Regts-vorderaar , nochte de gèmelde onderdaa-
nen die 'er nu zyn, of na deezen zullen koomen^
onder voorwendzcl van cenige ApoiloliiTche brie-
fen , van wat inhoud dezelve mogen zyn, tegen
^it tegenwoordig Dekreet en deeze Ordonantie,
"iiiten deiladen het land van Utregt in zodaanig
cen regt te betrekken. En wy ordoneeren dat alle
iedere diergelijke proceifen of vonniiTen,uyc-
^peringen, ban-vonniflen, opfchoriïïngen der be-
dieningen, interdikten , en alle vordere uytfpra-

f i^s Weten Philips voornoemd^ zyn Fiskaal^ en alle zoo
^J^eÜ/yif fili jifrhlyke ätiderdaani» van het- Bisdom var»

Μ m α ken.

-ocr page 552-

:ji8 Het Leven van

ken, ftraf-yonniffen en andere ftrafFen , dewelké
tegen den inhoud van dit dekreet, ordonantie en
verbod, door wat gezag dat het zy , al was het
door het PauiTelijke, mogten gevelt en afgekiin-
digc worden , kragteloos en van geener waarde
zullen zyn: en dat alle Regrers en gemagtigden,
ook de geenen die over de regt-zaaken van 't A-
poftoliiTche Paleis zitten, in alle regt-zaaken die
reeds voor handen zy n, of noch zullen opkomen,
en in alle recht-vervolgingen naar dit dekreet
hunne uytfpraak zullen hebben te doen, en von-
nis te vellen : en wel zodaanig, dat aan ieder van
hun alle magt benomen zynde van hier tegen aan
uytfpraak te doen , vonnis te vellen, oordeel te
ilryken en uytlegging te geeven, alles van nu af
kragteloos eönietigis, indien iemand, doorwat
gezag dat het zy , zelf door het onze , ietwes
hier tegen ftrijdende, weetend of onweetend,
mögt komen te onderneemen : niet
tegenftaande
alle Apoftoliflche ordonantien en dekreeten , en
niet tegenftaande de voorgemelde en alle
andere
voorregten , vergunningen en Apoftoliflche brie-
ven, die eenigzins hiertegen mogten ftryden.

En al waar het fchoon dat de voorgenoemde
{ordonantien , 'uoorregten , enz.) en de inhoud der
zeiven, duidelyk
van woord tot woord, en niec
met algemeene uytdrukkingen die het zelfde be-
tekenen , behoorde uytgedrukt te worden ;
dat 'er tot herroeping der zeiven eenige andere
bewoordingen
en byzondere regts-wyzen vereifchc
■wierden % zoo is het dat wy den inhoud (der
melde ordonantien , voorregten
enz,) voor genoeg-
zaam uytgedrukt houdende, de voornoemde b^'
v/oordingen en regtswyzen , die anders in voU
ftänd zullen blyven, voor deeze reize alleen λ -
zonderlijk en voorbedagtelijk voor onnoodig J®'
kenen en intrekken. ^^

-ocr page 553-

Philips van Borgonje: 53 f

Het zy dan geen menfch geoorlofd dicgefchrifc
van onze ontilaginge , inftellinge , ordonantie,
verbod, dekreet en intrekkinge, te verbreeken,
of door een reukelooze vermetendheit daar tegen
aan te gaan. Doch ingevalle dat iemand zulks
mögt beftaan, die moet weeten dat hy degrain-
fchap Gods , en van zijne heilige Apoftelen Pe-
trus en (13) Paulus, op zijnen hals zal haaien.

Gegeeven te Palo, onder het bisdom van Por-
to, in het jaar onzes Heere
cid 10 xvii. op den
ï. December} in het vyfde jaar onzes Pausdoms.

L. Guicciardin , cen 3,itaïiaan/ geBöcnbe irit Dit regt en
^eïtr^ct ban Leo X. booioorten/ fjj^eel^t Λί^
m öe üïsemeciïiöef^iiiiingê öei- ^^eöerfaniien:

De Paus mag geen eenen menfch , 't zy dat hy beveftio-t
een kerkelijk of een wereldfch peribon is, onder
door de ge-
Wat voorvvendzel dat het zy van regt of van be- tuigeniücn
fti-affinge, buiten de Provinciën dagvaarden. Dier-
halve, indien'er iets mögt voorvallen, is hy ge-
noodzaakt iemand derwaarts te zenden , οΐ ge-
magtigden daar ter plaatze aan te ilellen, om de
2;aak te onderzoeken.

i|ieï?Om Öet ooit öat Pieter Stokmans, ίπ en door
5gneii tgiï een ^m öerugt ïïegt^grfeecDè / öit stokmans;
Vioïgenïïe in ^ijne ^cQuften ^j^eeftaangeteftent:

i^it voorregt der Νederlandfche Kerke, dewelke
2^00 menige landen ver van de ilad Romen is af-
gelegen , en aan het uyterfte van den Oceaan is
gelleld, is van hen (i5£ï tot noch

'^oe Zoo vlijtig en ftandvaliig, zonder eene inbreuk
^^ lijden,bewaart geweeft, dat'er zederd 's men-
^^^^en geheuggenifle geen een voorbeeld van een
"agvaardinge naar de ilad Romen kan bygebragt
'^'^orden , dev/elke in 't werk is geilek,

« Belgarum defenf. contr, Evocat. c. 3.

Mm 3 S^ifi

-ocr page 554-

5'5ό Aantekeningen

Philippus ijuft οοΐί/ tiaai1 öet boor
ficeïii ban 5gitett ö^jocijer / ben S^iffc^ojp David,

iinigc o^^ironantien boo,? ïrcn toeifianö ban t
<i5emceii?-Ö£lïe en caafeeniie öe cegt^-pïeeging

iietoeïftc reeö^iJoo^ öm ^m Anc.
JViattheus, tn gct eerfie öcd 3ijnec Analcda, ge^

meen jijn geniaaftt: en öeioeiise ίορ om tiie m
tm/ en ooft om öat 5e5eei· i33ijöioopï03!j«/pP
5uiien ob^rfïaan.

Ordonan-
tien van
Biflchop
PhiJips.

1 er der Erf-grafFelyke Bedieninge, enz. hebben ook a!
cenige merkelyke fouten in hem aangemerkt, dewelke
den luiiler van zoo veele Graaven al vry wat bezwal-
ken. Om nu niet te melden de 14 baiterd-kinderen,
die hy behalven miflchien noch zoo veele onbekende
byverfcheidebyflaapen gewonnen heeft; en om de nieu-
we en onlijdelijk fchattingen, dis hy in Holland ingevoert

heeft, ook niet op te haaien, zoo is het zekerlyk het
werk nietgeweeft van een hupzen Vorilde
voet te lich-
ten aan een Gysbregt Bred-erode, die zoo wettig tot
Biffchop was verkoren, om zijnen baiterd-zoon tegen
alle regt en reden, en met verbrekinge van dedierbaar-
üe vryheden der Utregtfche kerkp, op den biiTchoppe'
lyken throon te helpen. Ook is 'them
geenzins tot
lof te fpreeken dat hy den Luikenaaren een
minderjaa-
figen Biffchop heeft opgedrongen. Indien hy de be-
kende Heldin Johanna, of de Maagd van Orleans, a^iti
de Engclfchen heeft overgelevert, gelyk by Buchelius
ilaat aangetekend, is dit zekerlyk al
een vuile vlak
den glans van zijne andere daaden. Veel inin is hettc

pry"

-ocr page 555-

op Phi li ps väν Bor go nje. j-yi
prijzen dat hy de ongelukkige Jacoba van Beieren, een
Vorilin die een beter lot en een beter man verdient
had , zoo mishandelt en van haare eige en erfelykeftam-
goederen en heerfchappyen heeft berooft. Hoe dat hy
die van Dordregt gedrukt heeft kan in van Balen na-
gezien worden. Meer andere fouten ftaan by gemel-
de Schryvers opgeteld. Evenwel\y dit gezeid zon-
derzijnen lof, die hem anders toekomt, te willen ver-
minderen.

2. Heda getuigt dat hy al van overlang het oog op
deeze Biiichoppejyke waardigheit heeft gehad ; maar dat
hy zich geliet als of hy 'er van afzag. Wat zal men ge-
iooven ? Men kan zeggen dat Heda tegen hem wat in-
genomen is geweeit ; maar men kan ook zeggen, én
miflchien niet zonder reden , dat Gerrit van Nimwe-
gen al te ingenomen was voor hem. Erafmus kan zoo
gefproken hebben op het gemeen gerügt, want Philips
had zich gedraagen als of hy geen de minfle gedagten
naar den G.eeilelyken ftaat had gehad. En Erafmus aan
hem fchryvende behoefde zyη gedrag, als'er geen overtui-
gende redenen tegen lagen, niet ten quaadite te duiden.
Ook heeft Philips BiiTchop zijnde niet getoont dat
hy
juiil de heiligfte was, en zoo vies zou geweeftzynvan
7.00 aanzienlyke een eerwaardigheit te begeeren.

3. Men mag hier wel by-voegen, 't geen tot geen
kleinen lof van Philippus zou verllrekken , dat de mom-
peling ook ging , als of daar noch een ander inzigt on-
der fchuilde, te weten dat men , onder den fchyn van
Philips te verheffen, hem maar buiten het Hoi en van
de hand zogt te fchuiven. Want, zegt Gerrit van Nim-
Wegen , hy fprak al dikwils de gevoelens der Raads-
heeren met groote vrymoedigheit tegen, voornamentlyk
iils 'er gehandelt wierd van impoilen te lichten, en als het
de zaak van de boeren , van de viiTchers , en van het
^rme volkje betrefte. Want het heugde hem noch, voegt
hy 'er by , wat voor een vryheit dat ze onder zijnen
Vader Philips, en onder zijnen broeder Karei, genoten
hadden, en hy zag hoe dat ze nu dagelyks meer en
^eer, en harder als onder het Franfche juk , gedrukt
kierden.

4- Te weeten de Hartog van Anhalt. Doch indien
net zeggen van Pontanus vaft gaat ιτ.) heeft de-

'-elve daar geen fcliuld in gehad. Want gemelde Schry-
verhaalt dat Philips Wageninge belegert hebbende,

Μ m ^ het

-ocr page 556-

ffl Α Α Ν τ E K Ε Ν I Ν G F' Ν

het beleg op het bevel van Keizer Maximiliaan heeft moe-
ten opbreeken
,tGtgrootefpyt van den Hartog van Anhalt,
dewelke dachte dat de Franfen hier onder fpeelden.

5. Heefi hy na zoo veel arheids willen gaan uytrußen
in 7.eeland.
Zoo fpeet het hem dat hy de kans fehoon
7iende om ïyn Vaderland dienil te doen, door heime-
lyke kunilen belet wierd. De reden dat hy in Zeiand
wilde gaan woonen, was om dat hy daar ook land-
goedereu had leggen, als xijnde Heer van Sdmersdyk,
'zoo als Petrus Heaterus getuigt, en ook van het Slot
Zuidburg.
Ant. Matthaus in zijne Aantekeningen op Ger-
rit van Nimwegen. '

6. Gerrit van Nimwegen vertelt ons veele omflandig -
heden, die Philips te Romen gezien heeft, en nader-
hand verhaalt zou hebben. Men weet wei , cndeKa-
tolyken zelfs belijden het, dat het alles niet even ftigtelyk
is te Romen : dat de prägten overdaad der. Kardinaalen
voor Geeilelyke Vaders niet al te pryflelyk is : en
dat'er verfcheide misbruiken in de Stad en aan het Hof
van Romen de overhand genomen hebben j ja dat 'er
op het gedrag van veele Pauzen en Kardinaalen al vry
wat te zeggen zou vallen. Maar gemelde Schryver
maakt het zoo grof, en de vertellingen fchijnen op een
gezond oordeel zoo af te ftuiten, dat men zyn verhaal
wel verdagt zou mogen houden. Wie zal gelooven dat
Kardinaalen , zelfs van dén eèrften rang, als de over-
blyfzelen der Heiligen aan het volk, en voornaament-
lyk aan de Hoogduitfchers, vertoont wierden, de ton-
gen zouden uytgeftoken , en de handen op een vuile
wijZe toegeftelt hebben, om de eenvoudigheit ,van het
gemelde volk en van de Hoogduitfchers te begekken·^
en dat zouden zy zoo opentlyk gedaan hebben, dat Philips
het heeft können zien en bemerken. Ieder een kan
daar ligtelyk zijne opmerkingen op maaken : wat my aan-
gaat , ik zou gelooven dat Gerrit van Nimwegen dit
leven befchryvende , en miflchien al lang te voore, zoo
als uyt zijne eige Hiftorie fchijnt te blyken , al een
ilreek van het Luteraandom heeft weg gehad, en dat
iiy het verhaal van Biflchop Philips zoo wat heeft
op-
gefchikt. Maar hy moeit de regels van de waarfchyo'
1'ykheit wat beter in acht genomen hebben. En daarom
weetik niet of hy zoo groot gelyk wel heeft,als hy Suf-

irMus Petri^bePn-aft dat hy deeze vertellingen achterlaat-

7. De ingezetenen van Kampon en Zwol waren i»

-ocr page 557-

op Philips van Borgonje. ff^
krakeel geraakt, meeruyt baldaadigheit (zegtHeda) als
omeenigegewigtige reden. De zaak waar inden begin-
ne ligtelyk te bemiddelen geweefl;: en de ßilTchop was
'er ook toe genegen: maar quaade jraads- luiden, die
alles voor geld te koop hadden, voerden hem tegemoet
dat hy de 'gemelde iteden maar moeit laaien begaan,
en
lyn hoofd met huii krakeeien niet breeken: dat hy
iTiaar vrolyk en geriillig had tp leeven: dat xpdaanige
krakeelen der fteden dienilig waren , om haar wat be-
rooider te maaken , en haare dartelheit jdieuytderyk-
dommen ontftond, watte befnoejen jdat ze daar door
niet alleen gezeggelyker en gevoeglyker t' hemwaarts
zouden worden , maar dat hy ook fchoone gelegend-
heit zou hebben, om haar in zwaare boeten te beilaau,
en zijne zakken aldus te vullen. Door deeze verfoeie-
lyke vertooningen , zegt Gerardus van Nimwegen, is
de yver van den Vorft merkelyk verflapt. Maar iemand
Zou können zeggen dat de yver van een regtfchaaperi
Vorit , en voornaamentlyk van een Biirchop,in plaats
Van daar door te verilappen , had behooren onrftokea
te worden, niet alleen om de krakeelende fteede te be-
vredigen , maar ook om zodaanige raads-luiden naar
verdienften te itraffen. Het volgen van deezen raad is·
hem ook zoo qualyk bekomen ,dac ganfch Over-YiTel,
pas ie voren zoo bloejend een landichap , uytgeplun-
dert , uytgeput, ontvolkt en ondcre vreemde Vorften.
Verdeelt isgeweeft, zoo dat hy alle die inkomften heeft
moeten miiren,en zich (behalven zijneerfelyke goede-
ren) met het Stift heeft moeten behelpen. (ZieW.He-
da, enz.) Het is evenwel vvaar dat hy, ziende dat al-
les
zoo qualyk begon uyt te vallen , zyn beft genoeg
heeft gedaan , en alle middelen aangewendt die hetn
lïiogclyk waren , om de zaaken te herftellen ; doch het
f<^horte altijd hier of ginder aan ; en die hem hadden
oehooren te helpen, lieten hem in de ly zitten.

8. Het was eigentlyk Willem Roggendorp, die als
yverfte naar Vriesland wierd gezonden. Niklaas Wil-
^eredorf, als een deftig Kapitein zijnde, wierd hem tot
feis-en krygs-gezel toegevoegt. Maar deezé ganfche
Oorlog ftaat wydloopiger en omftandiger befchreven hy
UbboEmmius, enz.

9· Het ipeet hem aldermeeft, en 't heeft hem altijd
^P ïyn hart gezeeten, dat hy dien oorlog in 't begin
gemakkelyk had kennen dempen j en dat hy, doqr

Mm ƒ quaa-

-ocr page 558-

5'f4 Aantekeningen
quaade raads-luiden misleid, die gelegendheit had ver-
ruimt , en aldus aanleiding had gegeeven tot 200 een
ichadelyken cn langduurigen oorlog.

10. Heda fchryftdat hy s'avonds te vore met een deel
Utregtenaars luftig had gedronken, om die zwaarmoedi-
ge gedagten van den gemelden oorlog wat af te fpoe-
len : dat de bekers luftig gelicht wierden, en ieder even
yrolyk, en om zoo te zeggen, even dronken was, en
iich even vermaakelyk aapftelde: dat hydaar op 's an-
derendaags zoo een koude heeft gevat , enz.

11. Met zijne bafierd-x^oonen. Hy heeft 'er drie by cene
byzit alleen gehad, Johan,Philips en Olivier; zoo als
Heer Matthaus in de papieren van Gysbregt Lap van
Waveren heeft gevonden.

iz. Gehoorenhegaat. Gcboore Legaaten zyn aan wel-
kers waardigheit het ampt van 't Apoftoliiïche Gezant-
fehap is vaftgehcgt. Dat is, dewelke een zeker ampt
bezittende, uyt kragte van dat ampt ook gezanten zyn van
den Apofloliffchen Stoel. Want de Pauzen, weetende dat
de Biiïchoppen van de voornaamfte fteden veel ingang by
hunne Vorftenhadden, en veel by dezelven vermogten ,
hebben eenige BiiTchoppen of Aarts-biflchoppen van
voornaame fteden voor altijd, tot hunne Legaaten aan-
geftelt. ZoozyndeBrifehoppen van Arles door de Pau-
zen tot zodaanige Legaaten aangeftelt, enz. Wy hebben
elders ook al getoonc dat het zelfde voorregt gegeeven is
ge weeft aan de Aarts-biiTch oppen van Trier cn van Keii"-
len, Zy worden geboorne Legaaten genoemt,om dat zy
BiiTchop wordende, aaniionds en van zelfs, zonder nieu-
weaanfteüingezodaanige Legaaten worden. Het gezag
van deeze geboore Legaaten is voor deezen zeer groot gc-
weeft, wanneer het gezag der afgezondene Legaaten, die
nu NuntiuiTen genoemt worden, veel kleinder was.
Maar de Pauzen ziende dat de keur van die geboore
Legaa-
ten van hen niet af en hing, maar van het verkiezen der
Kapittelen , of her benoemen der Koningen, hebben de
demagt der geboorne Legaaten al meer en meer beginnen
icbefnoejen , en die van dc afgezondene Legaaten te ye^
grooten. Zie van Efpen
in jus Canan^ litula 4e Legatis C>
Nuncüs Apoßolicis.

I?. Van de H-H. Apoftelen, Petrus en Paulus. «J^
dat dit al meer in de Pauflelyke Bullen te pas kaoiw^
zullen wy hier met een woord aanmerken dat de ou ^^
Pauzeji hunne magt doorgaans geveitigt hebben op

-ocr page 559-

op Philips van Borgonj ε- yf^

zag van Petrus alleen , als zijnde des xelfs wettige Nazaa-
ten op den Stoel van Romen. Dus heeft julius I, in zijnen
Brief aan de Synode van Antiochie , deexe vï^oordefi
gebruikt.
Hei gene -wy -νακ den Apo^el Petrus ontvan-
gen hebben dat maak ik ui- bekend.
Op dezelve wijze
Ipreekt Siricius in zijnen Brief aan Himerius. Vigilius
ook,als hyRufticusenSebaftianusveroordeelt, fpreekt
insgelyks uyt den naam van Petrus alleen, De eerfte, die
in de laater eeuwen den H. Paulus heeft beginnen tc
te voegen by den Apoftel Petrus , is volgens Chr. ^u-
pus f
in ηα'ιτα Kom. Synodurn Gregorii 7.) geweeft Paus
Agatho. Gregorius 11. fteunt geduurig op het gezag van
Petrus. Volgende Pauzen hebben fomwyien' met A-
gatho, fomwyle mët Gregorius 11. gefprpken. Zacha,-
rias, in
zijnen Brief aan Bonifacius, preekt ook van
Petrus alleen. Leo IX. fchryvende aan de kerk van
Ofimp verdoemt de roovers der kerkelyke goederen
door het gezag der H. H. Apoftelen Petrus en Paulus.
Doch in een anderen Brief aan Johannes Aartsbiilchop
Van Salerno veftigt hy zyn vonnis op het gezag van
Petrus, zonder den Apoftel Paulus te melden. Deeze
Verandering ontmoeten wy ook in de Bullen der vol-
gende Pauzen. Sommige meeneii dat zulks geduurt
heeft tot Honorius IL Te weeten ,
dat de Pauzen fom-
tyds den naam van Petrus alleen , fomtyds van beide
de Apoftelen uytgedrukt liebben; en zy geevenvoor re-
^en van hun zeggen , dat hy de eerfte is geweeft die de
"oofden der gemelde Apoftelen op de loode Bullen heeft
'aaten drukken : zoo dat de Pauzen naderhand beide
^ïe naamen altyd gebruikt zouden hebben. Doch Chr.
i-iupus bewyft zeerwel dat de Pauffelyke Bullen mec
Remelde hoofden ten minfte zoo oud zyn als Urbanus
Metter tyd is die gewoonte van beide die naamen
^yt te drukken als door een zekere wet, in gebruik ge-
bleeven. Lupus geeft'er deeze reden van, dat de Pauzen
B'^t alleen opvolgers zyn van Petrus, maar ook van
^^ulus : dat ze de navolgers van Petrus zyn omtrent he?
Sebruik der ileutelen : maar van Paulus omtrent het afi-
Joen der voorvallende verfchillen : want (zegt hy met
Woorden van zeker TraClaat te Konftantinopolege^
pu^den) gelyk Petrus de magt heeft ontvangen van te
'«den en te ontbinden , zoo heeft Paulus "de volheit
wetenfchap ontvangen. Anderen leggen dit anders
^^ k doch dit xou te verre loopen.

^ HE'

-ocr page 560-

Η Ε Ν R I C U S:,

L FI II BiJJchop van Utregt,

ycrfchei^e
oordcclen

over

Senen die ^

fothetBis- geen 231;

dom in
aanzien
iguamen^

N'a Λ iüe ίϊαοίϊ tsan Philippus van Borgonje

s^ ije becsaößcing tot get ijccftiesen bau cen
nieutoeu S^iffcgoji tigt-gefcöjeeben tcgcn
Öcn 6, öan seiföe jaar ι^χφ. ojp
öat be ijertjaiïe jaa&en (öe^ öi^iiom^/) te fpot^^
iii0er mo0ten i»o^tieii / 3911 'ec httk m
bienge geö^öengefio^t/ ca M ^ecr rifpdg^oiiec^
toogen toie öat 'a* öeft 50U bienm / en öe
quaamfie 30U 5911/ om 500
m\ siwaacm ïafï te
to^ffeiL

3€tk toai'iu ban gcboekn bat men iemanö
mocii 5!eu te fteggen ii^t f oog-^iiit^laitir / aï
töaac een groate menigte ban ©o?fien en aöeïy^
ïie jierfoonen toö^ gelion&en : maav öat men
öji inoefï 5öeßenoniia'öet gebieDtiee
Burgondifl'che Bo^ctt 5 om öat öe3eïbe

geen^jin^ en boegben naat U ^eiien Eiec il^nit^
feöeten / beiweï^e öe faiiiöeit bemamen i maat?
gejet 3ίίη op be jfmnfc|e en aiomme 300 ge^
gaate fïabern^ : en 5ont!et ^ιφ aan
gegeebirn
fajoo^b of aan eenig berbonb te ömben / be na^
önnten maar joeßen te onberb^nïiïien,
ben 3g wgt gaat tot ben ïaatfï ge^^ben S^iffcÖ''^
Philippus, ^oeö anbere / ngtgeipe ö^at t^^
gen
Frederik van Baden, mogten ban geen ^000-
ïï^uitfeöet^ Ööoren / aï^ 3iinbe trot^ en ojps^^
pïaa^en/bie ßunne magt boen öefïaan in poefÖ^**

Cil

1« IV.Hedéi en mssr anderen.

-ocr page 561-

Η Ε Ν R I C υ s.

m feïa^en; m iiaarög onboo^5ien ίί^" mW
't toclïte öe scnutue ban ben oo^ïos / m ugt
tien Qoofiie 3eïii3ucöti0 tn gierig« enj. ICuiiecc
fajiiben tot geen s^uitfcier nocö ^pran^man htv^
fiaaii j en ïjetoeerben öat ïjet öefï fcoaar ieraanti
itgt öen fèïioot irec lltregtfege ßerße te Utkit^
5en / ijaar get aan geen' ebeïe en geïeeröe ptt^
foonen ontö^aft / tue ooft &e öegnaame iaaren
gaöiien/ en ban eenïojfeïpgeb^agtoacen: boe^
genïte Öaac Ö^ öat meefte 23i^&ommen öetec
fioniren met een SDiffcj^oj» ban een miööeïöaace
magt/ ai^ met
Ut bermagenöe en itoo^ïncïitige
pecfoonen«

'ec onöa'tnffeijenöeeenien ife anbeee/ aï^

Erard van der Mark liaröïnaaï bauEuife/ Hen-
rik van Bcyeren, Bichei
<Bthm tt ïtenïen / en
noeg eenige meecboo^geb^aagen fajierben/ en bc
geboeïen^ ober ire3eibe jeer berfciieiiie ioaren/
5gn öe meefie fiemmen gebaSen oj»
vander Mark
en Henrik van Beyeren. <6mi)elp ί^ Öe ïaatfie/

bebjelfie in't iaat* ^p^i ban läanDiiniit ^iffcfjop
ban ^pierë toa^ gebso^öen / in 3i|n aftoeejen
met eeiipaarige fiemmen (i) tot S^iffc^op ban
lltregt berfiooren* Ifg toa^ be 500Π ban ben
3^aïti-gmaf en ïtem'bo#
Philippus , en ban
Margareta , bie öe boe^ter bia^ ban Lodewyk
Ifattog ban en ié be acöt-en-bijftig|ïe

SSiffcijop ban Utregt / naar be gemeene celie^
bmg/ grtoeefï»

W. Heda, bie 3pe gifiorle pia' einbigt/ hm
«ïaart bat aï $00 boo^ïnegtig iS gebseefi booi
ofn roem ban bengöen en ïofeiijfte jeben/
booi 5ïjne googe geboomte* ^[l^aar bermit^
ïlartog ban o^eibedanb beeïe ïafïeringen te^
öen,^ Öem ii^iftroibe / 50« 'er rnim bier maan^^
öenba-foojien/ eer öar ij^ in aan^

Seliomen, " Hen-

517

Na het ftot-
ten van vele
gebeden,
cn na rijp
overleg , is
einclelyk
Henrik
v.in Beierca
met ge-
meene
ftem'Tien
gekozen;

-ocr page 562-

57 ^ Het Leven van

mchop . ^iffcöo» seßosm ^etft in

SkSei S^t iiön 3i)ne cigemnge / te ioecten m 'i
lijnde geeft laac / mi i^pnoïie tt littest ^igoubcn;

hyverfchei- iöiCil^ affcÖ^t Sasboldus Vofmerus, bie5gn HÖ-

ieaivr"' ^^^ ^^ ^^^ ^iï'^öt öftoeefi / in 't

.voornL' Jööi^ 0e5ontien geefi: aan jijnen ö^oeiiet

anemiyk Tjimannus. ^n gct 5dfiie toierben einige nien^
omtrent de fe0|ign op0ctdt / öeüjeïiic boï0en^ öfieïbe

tceltdagen. j^j ^j, ^onÖaasfcÖ^«

lecft-iJieiïfï mocficn onbcrj^ouben too^iiein
gemdöie ^iffcgojp seöieöt aibaar op de gehoor-
zaamheitaan alle zijne onderdaanen datze den dag
van S. Marens als een feeftdag zullen hebben te
vieren. ïrei* ïltlTgtfCÖeS^jffcgoii^

pn ijoegt 'tv öe iiolscnöe basen nocö · van

S. Pontiaan, van S. Agnes, van S.Paulus bekee-
ringe , van S. Piecers Stoel, van S. Pieters ban-
den, van de H.H. Servatius, Bonifacius, Odul-
phus, van S. [ans onthoofdinge, vandevervoe-
finge van S. Maarten, van Remigius, Willibror-
dus, Lebuinus.

Al d aad <2^nitcent öen ^eïben tijit 'ev een sWeav ber^
vanAmfter- ίφίί scvee^ett tüffc^ett tictt nku-bcvliovetj
dam eeu fcïjop Henricus, en öctt ^.^oofi en ICact^-biafte»
ordonantie ïitregtfc^e ^^ei'ïte ijan be eene fiant/ en ben
iiööi' ίί^» mmfïerbarn mi be anbeix ftant

tegens de Want als de Schout, Burgemeefters en Sche-

heimelijke penen der gemelde ilad vernomen hadden dat ver-

dewe*"' icbeide perfoonen in dezelve ftad zederd een rui-
dolrde^ men tijd , zonder zich aan het Dekreet der H-
gierighcit kerke omtrent de heimelijke huwelijken te kreu-
der Dekens „en, by nacht en ontijde zonder voorgaande g^'
^n"^ boden getrouwt waren , na dat ze eerft aan ^
' Opzienders en Dekens een zekere penning ,

mar zijn vermogen, in de hand gedoken hadden,
ujt het welke, zoo als wereldkundig
was, veele

-ocr page 563-

Henricus. 559

^''gerniflen en ongemakken ontdaan waren j als
^tider anderen, dat'ef eenige, die al te vore (r^et
ónderen) door woorden, die een ^ tegenwoordi-
δ^η trouw beduiden , vereenigt waren ge weeft }
J^ ook eenige weg-geloopeneMonnikken, nadat
den Dekens en Opzienders zoo een penning
ïoegeftoken hadden, van de zeiven verlóf gekre-
δ^π hebben om in het heimelijk te trouwen.

Zoo is het dat de Schout, Burgemeefters en
Schepenen van Amfterdam , willende tegen dit
•ï.^aad achtervolgens de voorige Plakaaten voor-
^'eti, de zaak wel overwogen, en met ervaaren'
'bannen raad gepleegt hebbende, op zekere boe-
tot hun gebruik enten voordeele van deftad
^^ befteeden, geordoneert, belaft en aan alle hun-
onderdaanen bevolen hebben , dat ze in het
l^^nvaarden en in het aangaan van het buweiijk
^ ordonantie van het Geeilelijke Regt, dekerk-
^^'■gaderlijke Dekreeten , en de goed-gekeurdc
S'^bi'uiken en gewoonten zullen hebben te vol-
en niet anders als na vooraf gaande geboden
Voor het aanfchijn der kerke zullen hebben te
^•Ouwen.

j.. öaar tegen heeft de BiiTchop van Utregt, Hen-
1 ^ Van Beyeren, en de Prooft en Aarts-diaken
jj^'* i^tregtfche Domkei-ke , den ii December,
^^ ^ jaar 1^2,4. door een fcherpe ordonantie aan
>^chout en den Raad van Amfterdam , op
^Jaffe van den ban en *t interdikt, en op deboe-
j ^an duizend Mark zilvers, bevolen en belaft,
L^c het voornoemde Plakaat opentlijk zouden
ich . ^^ herroepen, uyt de ftadsregifters uyt te
als i voor nietig en kragteloos te houden,

gp door de zodaanigen gemaakt en uytge·»

> dewelke daar toe geene magt cn had-

den,

" f'r veria de

is dezelve
afgckcürt
door Heß»
rik van
Beyeren
ea
door des
zeJfs raads-
luidenj en
de Raad te
Utregt ge-;
dagvaarti

-ocr page 564-

56ο Het Levèn van

den, en als ftriidende tegen het kerkcliikgeMg ί
zy fchrijven hen negen dagen
voor om de herroe-
ping binnen dien ti
jd re doen, en zy dagvaarden
den Schout en den Raad van Amilerdam voor de
Vierfchaar van Utregr. enz.
Maar de- ÖCSeïbC Ögi ItCljef Karei,

aeive leve <0maf Sjaix ^oïïanb / öeMaagt ober ij^t
ren hunne jp fjuu aau^eöaaii / en ohtt ^tt afficuren ban
b'Sar^r Païiaat/ 't welke gelijkvormig was met de
datzyora reden, met de kerkvergaderlijke ordonantien,
ccn regt- met het GeeftelijkeRegt en met de loiFelijke ge-
^tTÜ^ wocnte , en om een regtmaatige oorzaak
bultenliun «Jtgegeeven, te weeten om de ergerniiTen, ont-
gebiedge- ftigtingeü en andere ongemakken , die zederd
daagt wor- langen tijd in zwang gegaan hadden, in het toe-
d^
ve^^un ^^ beletten : klagende dat zy daar over

gedagvaart worden buiten hun gebied en provio'
Letfx. cie, tegen de vergunning van Leo X, in zyn Ι^·*
ven Paus van Romen. Ïtci5ec Karei
gceft

De Keizer onbec ßefc^crmiugc genomen/ cn ïjeeftticiJ,
neemt hen jg ^[aiumi'^/ ίπ ïjct laac ιτ^τ/
tm iiaag-öli^'
beSier'-'"' ^^ Jj^ccöden sesonben aan öen nicu-
ming.en becßoixn 23ifcÖ0jP / aan öen Ißart^-öjalten
zend eeiien aau öe^cgter^ ίΐί seefieïyfte saaften / ofb€ <Βν

brief aan ^jcjQflfen bau ÉtvcQt. Si» öi^» öaag-ö.iicf

tLvt Ö? e^i'lï ^iin 't fmeen-fffiiift ban ^ijn ïiebe e»
des zelfs tvowhit i^aaïi en ban öen i^i^ïtaaï banüoiiaiif/

raadsheeren Jf^eCfieC Rei nier de. Bruin ·, «l't ÖJeïïieÖ^t

Raat ban öen ï^aat» ban ^Cmfïerttani omin^ent
Seirneïgfee ptoeïpen / niité0abet·^
ïjct
öebei ban ben nieii-gefiocen^iffcijoi» ban
^n ban ^tjne j^aab^öeecen / lireltlienbe mt Ψ .
boo^noenibe pïaiiaat ojp ^eec 5bjaace ftrafp" IJ,
te feeuren/ fajaven ngtgebinfet; en boiber^ iJi ^
seene ober en toeec ioaé boo^gebaïien /
toe öet vm^ öefcö^cben öe&öen / in

-ocr page 565-

Η ε ν r i c υ ί.

flonö opgeöaaït j^o^öeti verklaart (öelteijec)
dat het gewaande bevel van den voornoemden
nieu-vcrkoren BiiTchop en van den Aarrs-diaken
Van Utregt op een onordentli jke, onbedachte en
kragtelooze wijxewas uytgegeeven tegen dé pri-
vilegiën van het Regt, en tegen de gemaakte
Verdrag-punten... het welke zy in voorige tij-
den noch meer ondernomen en in 't werk geftelc
hebben.
Cn ua j^et ojitriicii t»an be jöjaafe otïii
gcmaMien / isebjeiïie ngt ^et gemeïiie öeijd en
fef-bonnifen/boIgcn^öetoriiicöe^cFjout enöe
J^aaiïbanKlmiïecbara ban ise ingezetenen Uv^th
be tiaö aï^ öanndingcn ntoefïen semyiit iao^i»
ben/ 3eïierïiiïifloniien tè boïgen/ 500 ijecftïaact

Sgl : Dat het bevel van den gekozen Biflchop,
en van des zelfs Raaden, door'cwelke deOpper-
iTiagt en 't regts-gebied des Konings niet weinig
Vericort word , geenzins moet onderhouden wor-
den, als nietig en van geener waarde zijnde: im-
mers dat het voornoemde bevel en des zelfs uyt-
voeringmoetopgefchort blyven: en dat de voor-
ïioemde -Kerkvoogd en des zelfs Raaden j indien "oor
het noodig' mogt zyn, daar toe moeten gedwon- f cïyi^
gen worden ^ met huüne goederen , die in dc
Voornoemde Provincie leggen , in beilag te nec-
ken en te bezegelen. Vorders dagvaart hy den
Voornoemden gekozen BiiTchop en Aarts - diaken
P^ec hunnen raad , indien zc onwillig zijn, naat
^ Gravenhage j en gebiedt hen op een zekeren en
"^quaamen dag te verfchijnen voor zijnen lieven
^ getrouwen Stedehouder , den Prefident van
bolland , en de mannen van zijnen Raad aldaar,
rekenfchap te geeven van 'hunne tegenftrib-
Dclingc en uytftellinge: en om aan *s Konings ge-
^ oln^agtigdcn te antwoorden op zodaanige vrage
befluit, als hy tegens henlieden, Cii ieder van
II. D
jeel. NU hcos

-ocr page 566-

fói HetLevenvaïj

hen, tot handhaving van 't Koninklijke regfs-
gebied zal goedvinden te neemen, eii in regte te
vervolgen tti^*

^it 3cfcö?3fl fiaat in tm tsitb öoeft ban öe
Wtttm / ïiegtcn m ^^iiiiiegieti titt fiab Klm^
ficrïiani/ öaac togi getsdte öpua gaufc^ en gei»
iiceï «ptgetcoïifecn ïje&ïjeu. boo^noemiiii
fr^aifi: öegint met iiee$e toao^tien: Een Dagvaert
beroepen by den Keizerl. M. aen den Eleä , Archi-
diaken , Officiers vm Utregt.

^tt öipt niet uot Ißt gmteïbe ioafc
ugtfïag bat bit
httfc^ü öeeft u^t

öe ICantefteiiinsen bait JohanBugge , Jianonml^

te l^aariem/ en ugt eenS^p-öangjeï/ be haeïïie
Beibcoiibecmgöernfïen/ &ebinïJiit bat bcgmidöe
ïterftboogb omtrent ben ^eïben tijb noeö eenige
<i^^binantien ^eeft ugigegreben raaßenbe be
ben Üimfïeebam eni|aariem. il0antiit ïee^baat

§et tioisenbe : C Isbrandus Theodorus School,
Amfterdamfch Frieder , van Lutheraanfche ket-
terye overtuigd , en noch na zijne afzweering
niet ophoudende zonder Biflchoppelijk verlof
quaade leeringen te verbreiden, word op den ban,
en op vordere geld-boecen, van hec preeken ge-
weert : en alle de onderdaanen van Henrik van
Beyeren, BiiTchop van Utregt, worden op het
ftrengfte vermaant, zulks nochte in 't openbaar
nochte in'c heimelijk te gedoogen.

Henrik van Beyeren heeft in'c jaar if ι^,ορ
den 12, December, aan den Raad van Amfterdam
verboden zich hec onderzoek der Kloofteren aan
te matigen.

d ibidem.

è Annot.JoanmsBugge.

LI

-ocr page 567-

Η Ε ν R i C υ S. 5*5?

Η

ίη het jaar I5'^ί>. den 13 Mey is het Nonne-
tlootter te Zijl in de ftad Haarlem , om het on-
geregeld en ongebonden leven der Nonnen, uyt
lalt van Hemik van Beyeren, bezigtigt geweeft
door den E. V. Matthias van Goch, en doorjo-
h^n van Goch Vikaris van Utregt : dieooktnagc
hadden om de Regenten tc veranderen.

<£50tei3 $ijn 'tt öoo^ iic ïltregtfcöe
üm öjiienantie« u^ge^eebcn te0eö^ ί>ε "^timt^
ipe pfeirlpr» / en 00 genen bie jotiaarag
ti
'öutoiren fiitngelgii gefïraft ; 500 afó onöec
Georgius van Egmond, Henriksnö3Öiït7 itHilJe'
öeïp gezien $aï isjü^en*

^e itseerinn ösn Henrik geeft «iet

laugtiaai? nageöuurt; öeiogï öet ^tift fean 11-
^cgt dïenöig otier-gooji toierö gefnieeten

^artag bau <i^dSïerian& / öte jjoö meefïeü
iJan ïje fïaö (z)

Henrik öHïuJ «gt tltregt tterfaagö / en ^

boo^ U tltcegienaai*^ boo,? bg^anb berMaarïi/ ,
Öeefi öe toapenenaangegreepiii öetgeluft gcjaai^t,
Öeeft i)em ganfclj nkt geöient, daar -i aiks

^ j^eeft öïie^ / jegt Ant. Mactheus, in t f
Nib geöolj^en/ en hBl optier geömgt: met jtjne paSfciL
panden te beeboigen ïjee|ï ijet ^tift j^iat over-ende
geïoopen / en geeft aïiei? in 't toerïi gefïeït om
^mh te neeinen« ^ocg htmit^ gern niet^ gei=
^^htt / en gg 500 toemig metsijne toa^enen ai^
seiö ton ii^iböeren; en betoijïöf eTben^
^^ï met aiïe getoeiö fcö^aafe M&e neemen / geeft
sieg naaii Karei V . öegeeben, ^^ geeft ban
yeii ||ei3ec eenige galjs-öenöen en een jeftere
I^tnme gelit^ beöongen / om öe toeèeifpannige«
^^acmetie te oberbjelöigen / opboo.jbjaaröeban
ïm^tt niet aïïeen 't geene gern (S^iffcgoj? )

^ Oe Relaus Amisfurt. 354.

Nn ζ j«

1ι·

-ocr page 568-

5Ö4 HET L Ε V Ε Ν V Α

in ïjtt ^tift toeguam/ maar ooït aï "^tt t^ht^
ïie/ en omfio^t
tt gaan/öen gleden eigeniioni
ban öetc^tift / öet gcefteïpe
aikm ugtaeson^*
boiïï / ober te geeben, tfiec ober beei ober e«
toeer geïjanöeït: berfcï)eiire b^-een-fiomfien
'er ober gegouiJen / en in ïjet l^erö^ag/
eer öat
get ïtïaar geraafete / met 'er iet^ ngt te feö^ajp^
jjen/ of iet^ nienhj^ ög te boegen /
500 nn
öan beele beran&eringen gemaafet iiat i»^
^^artiaen malftanöer berfïaan/ en Öniten öjeeten
öer Staaten
500 een Berb^ag aangegaan öaö^
ben / en lltregt ooft ßo^t baar
op in bganit.^
i^aniten bja^ gebaïïen i en na bat be Staaten
aïbn^ berferagt / berfïrooit en obertoeïbigt W
ren/ enniemanbjoofeDenbja^ om'er eentoóo^b
tegen te ïiiïtlten / be obergeebing einbeïp
boo?gegaan: en baar
op öceft be S^ifcijop getv
boïft ban ben eeb ontfïagen,

5nïlen ben bcr obecgebinge / en
meer anberebingenbaar ojj flaanbe/bietot nocj^
toe /
500 beeï mg bebjnfï ίφ / noit geb^uitt
gctoeefi/ aïgier nut een oub ^aiibfrö^t berfïab
iltregt ïaaten boigen:

In den naam der heilige en onverdeelde Drie-

vuldigheit, den Vader en den Zoon en den H-

Geeft, Amen. In 't jaar na Chriitus geboorte

eenduizend, vyf honderd, achc-en-twintig?

de eerfte indiftie , den een-en-twintigften v^n

Oftober, in het vyfde jaar des Pausdoms van on-

xen aller-heiligften Heer en Vader in Chrift"®»

Klemens VII, door Goddelijke genade Paus van

Romen , is de hoogwaardigfte Heer en dooi-

luchtigfle Voril, Mijn Heer Henricus , doof

Gods genade (3) tot BiiTchop van Ütregt

Zexi en beveiligd, Mede-helper van den Biffchop

van Worms , Prooft en Heer van Elwangrem»

pairs-

Hyg«/t
het Stift
over aan
Kaal V.

De Brief
<Ier over-
geevinge.

li,""

-ocr page 569-

Η Ε ν R i c υ S. 5'7>

Paltsgraaf aan den Rhijn , Graaf en Hartog van
Beyeren,enz. ge?;amentlijk met de edele en voor-
zienige Heeren, de Heeren, Wolfgang van Af-
fenftein , Johannes van Schoonberg, Ridders,
Meefter Philips Bourfchout Kantzelier, des zelfs
Raadsheeren, van de eene kant j en de edele en
hoog-gebooren Heer, Mijn Heer Antoni deLa^
laing , Graaf van Hoogftraaten , Heer van Ku-
tehborg, Ridder van het Guide Vlies, tweede
Kamerling vanzijne Keizerlijke Majefteit, Land-
voogd en Stedehouder over Holland, Zeeland en
Vriesland, Gemagtigde, Kommifiaris en Ambaf«
fadeur van den roemruchtigilen,doorluchtigften,,
Voortreffelijk ften, onverwinnelijkften Verft en
Heer ,, Mijn Heer Karei , door Gods genad?
Roomfchen Keizer, altijd zeeghaftig , Koning
Van Spanje , Hartog van Braband , Graaf van
Holland , Zeeland en Vriesland , tot het onder-
ftaande byzonderlijk gem.agtigd , ten overftaan
Van den edelen Heer en Meefter, Laurens du Eli?*
oul , Heer van Sart , eerite Geheim-fchrijver,
Zegelbewaarder en Hof-fchrijver van zijne Kato-
«jkeMajefteit j Ridder van het voornoemde Guide
V lies 3 en van meer anderen die uyt dien hoofde
i^genwoordig waren, van de andere kant, 'sipor-
S^ns op den gewoonujken tijd van het Kapittel,
^erfcheenen in het Kapittel-huis van de Domker-
^^vanUtregt, daar het Kapittel tot het verhan-
delen van het onderftaande byzonderlijk was be-
?"®epen pn uytgefchreven? in de tegenwoordig-
i^^jc van de eerwaardige en deftige Heeren, de
y'ooften, de Dekens, de Kapittel-heerenjcnde
^^nQnnikken der vijf Utregtfche Kerken , die
algemeen Kapittpl der yoornoemde Kerken
J^rbeelden 5 namentlijk van Mijn Heer Thomas
Wickerke Domdeken, van Mijn Heer Mi-

"Nn3 ■ chiel

-ocr page 570-

57 ^ Het Leven van

chiel Enkevoirt Prooft van S. Saïvators kerke,
van Mijn Heer Johannes Sfackerk Ρ rooft van S.
Mariaas kerk te Ucregt , van Meefter Geraard
Zuggeroede Deken van de Saïvators kerke , van
Fredericus Schenk Deken van S. Pieters kerke,
van Johannes van Amerongen , Johannes Tui-
mafn, Johannes Vofch , Theodoricus Licnerian,
Jacobus van Wijnfen, Bariholomeus Knijf, Jo-
hannes van Uytervijk , Antonius Buyfer, Hen-
ricus van Montfoort, Johannes van Drolshagen?
Henricus Zoudenbalch, Arnoldus Boyfer ,TheQ-
doricus Taets, Johannes van Medenblik, Johan'·
nes van Angeren, Gcrardus tenBuith, ArnoldüS
Knoóp, Henricus Beyer, Nieolaus Ruyfch , Ja-
cobus Deedel , Antoniiis Hughes, Wilhelmus
van Lochoril:, Johannes Vrydag, Wilhelmus van
Lochorft, (anders Taems) Francifcus Zonk, A'
drianus Ram , Jacobus van Medenblik,
Corne"
lius Uyten-Enge, Gcrardus Zuggeroede, Gosr
winus vanHattem, Johannes Antonii, Johanne?
vaiT Veen, Antonius van Amerongen , en van
meer andere Kanonnikken (ten decle Kapittel"
Heeren , ten deele geen Kapittel-Heeren) van
den Dom 5 van S. Saïvators , S. Pieters , S»
Jans, en Mariaas kerken te Urregt :
mitsga-
ders in de tegenwoordigheit van de edele hoog'
gebooren Heeren , ^n magtige en voorzigtig^
mannen, JudocusHeer van Montfoort, Richiii"'
dus van Nurode Heer van Frentfe en van
Bever-
waarde, Wilhelmus Turk Heer van Nyenrode?
Gerardus van Kuilenburg Heer van Ryzenbui'g?
de oude , Gerardus van Kuilenburg , de jonge?
Johannes van Kuilenburg, Bernardus Uyten
-Eng^»
Walterus Uyten-Ham, Theodoricus van BrouC-
iiuizen , Gysbertus van Hardenbrouk , Sy^''^
yan Teylingen, Otto van Dorrheuzen, en Co^

-ocr page 571-

Η Ε ν R i c υ S. 5'7>

neiius de Ridder, van de Ridderlijke Order, en
van Henricus vander Borch, Henricus van Heus-
den, Petrus Ruyfch , daar toe afgezonden door
de ftad Utregtj en noch in de tegenwoordigheic
Van ons Openbaare NotariiTen en van de onder-
gefchreve getuigen , byzonderlijk hier toegeroe-
pen en verzogt: en dat onze voornoemde
hoog-
Waardigfte Heer door den mond van den edelen
Heer Wolfgangus van Aiïenftein , Ridder en
Hoog-^leeraar, heeft voorgedragen en gezeit,
of Reden
heeft doen voordraagen en zeggen: dat de Vorft
waarom
Van Gelderland ten tijde van zijne Voorzaaten, het tij<5elijk;
de Biflchoppen van Ucregt, voornamentlijk f^n'KeiTcr
tijde van Mijn Heer den BiiTchop Frederik van
js overge-
Baden, grooi geweld heeft gspleegt, met den laatilen draagen»
!?^onder regtmaatige oorzaake te onderdrukken,
des zelfs ftadOldenzeelvyandlijker wijze te over-
rompelen en in bezit te houden , en uyt dezelve
ftad het omleggende landfchap en de ingezetenen
Van Overylfel zoo door rooveryen , als door hen
lichten van hunne perfoonen , en vorders
door
brandftigtingen, ichactingen en door meer ande-
ï'e middelen merkelijk te befchadigen ,
tot dat
gemelde BiiTchop Frederik de gemelde liad Oi-
denzeel wederom gevk^eldiger hand heeft ingekre- ,
gen en bemagcigt; endewijl vorder dezelve Voril
^an Gelderland, ten tijde van Philips
van Bor-·
gonje , wijlen BiiTchop
van Utregt, en zijnen
^ßiflchop Henriks) laatften voorzaat, de
ilad
^^ol
, en de fteden en floten van Koevorden en
Piepénheim , met het land van Drent, het ka?·
^^el Ter Laghe , en meer andere kafteelèn en
^^crkten in het voornoemde landfchap van Overr
yiTel leggende, heeft ingenomen, tot groot na-
en fchade van zijne ('s BiiTchops) onderdaan
i^tot zoo
verre dap het land en de ingezetG'-

Nii φ ïjeti

-ocr page 572-

Het Leyen van

iien van Overyflel tenemaal daar door bedorven
wierden: 'ε welke aldus toi; de dood toe van den
voornoemden Heer Philips , zijnen voorzaat,
heeftgeduurt; zoo dat gemelde Heer, de hoog?
waardigfte en overgroote Vorfl: , in dit Bifdom
aangekomen zijnde, en het land en zijne onder-
daanen van Overyflel in oorlogs-nood , onder-
drukkingeen ellende ziende lleeken, met raédo-
gendheit getroffen is geweeft} en om hen van
vorder vernielinge te bevrijden en te bewaaren
heeft hy door middel (4) van den Aartsdiaken
van Utregt een verdrag aangegaan met den Vorll^
van Gelderland , en by het zelve toegeftaan dat
gemelde Vorft van Gelderland zijne ftad Gene-
muidenen het kaileel Ter Lage, met noch meer
andere plaatzen te pand zou behouden , tot dat
hy (Biflchop) dezelve naderhand zou vry-koopen
met de fomme van vijftig duizend
Goud-guldens,
op eene reize en gereed geld te betaalen j wan-
neer gemelde Voril de zelve fteden en plaatzen
"weder zou overgeven j en
dat noch aan den voor-
noemden Vorft van Gelderland heeft laaten be-
houden de flad en het kafteel van
Koeverden
met het landfchap van Drent, als ook de ilad en
het kaileel van Diepenheira , om dezelve by zijn
leven te bezitten : behoudens dat de
gemelde
hoogwaardigile Heer de vryheit zou hebben .01Ό
dezelve landen , fteden en floten na 's Hartogs
dood vry te koopen voor een gelijke (ora-
me van vijftig duizend Goud-guldens , inge?
valle dat hy (Hartog) een wettig kind , of wet-
tige kinderen quam na te laaten : hoopende dat
de Hartog van Gelderland om de gezeide
redenen
den hoogwaardigften en doorluchtigtten Vorft
cn BiiTchop, met des zelfs onderdaanen, in ruit
cn
ongemoeid zou laaten, Doch niet tegenftaag

-ocr page 573-

Η Ε Ν. R I C υ ^όρ

de al het boven-gemelde heeft de gemelde Vorft
Van Gelderland in Het laatil-geleden jaar feven,-
en-cwintig, tegens de gemaakte vrede entegens
het gefloten verdrag, zonder cenige redelijke oor-
5:aake, en zonder aanzegginge van oorlog , we-
derom begonnen door liftige ftreeken , en door
het verleiden van zijne onderdaanen, de ftad U-
tregt aan te taiten : en daar op heeft hy noch.
des BiiTchops ftad Haflelt, over den YiTel leggen-
de , met meerandere ilerkten, aangerandtj en
heeft des zelfs land, fteden,yolk en onderdaanen
met alle magt, cn op alle bedenkelijke manieren,
ja oorlogs - gewijs , zodaanig aangerandt en be-
nadeelt , dat de voornoemde hoogwaardigfte en
overgroote Heer (en Biflchop) door goede re-
denen gepraamd zijnde , zijnen toevlugt heeft
moeten neemen tot den roemruchtigften , allerr
grootften , voortreifelijkften en onverv^annelijk-
ften Vorft en Heer, Mijn Heer ïvarel, Keizer,
Koning van Spanje, (gelijk boven is gezeit) Har-
log van Braband, Graaf van Holland, Zeiand en
Vriesland, om van den zeiven hulp te verzoeken
legen den voornoemden Hartog. van Gelderland:
Ên daar heeft hy ook zodaanige toezegging en
"yftand gevonden , dat dezelve hoogwaardigfte
^eer door een groot getal van gewapende man-
schap , dewelke door zijne Keizerlijke Majefteit
l^ec groote koften na de quartieren van Gelder-
land gezonden wierd, zijne ftad Utregt, de ftad
Rhenen , met meer andere floten en fterkten,
voor deeze door gemelden Vorft van Gel-
^^rland ontnomen en ontweldigd, wederom heef;
^etnagtigt, en de eene zoo wel als de ^ndere we-
"^prom in bezit heeft gekregen: gemerkt ook da;
j^^jne leenmannen, fteden en onderdaanen, in hec
«nd yan Oyeryflel gelegen,
door de oprlogen diq
Ν η 5- ^ de

-ocr page 574-

et Leven υλκ

Η

f70

de Hfartog van Gelderland heeft aangevangen 'zo-
daantg gedrukt cn benart zijn geweeil , dat het
hun onmogelijk Avas zijne magt langer te weder·:·
^et op ftaan. Dierhalve, op dat ze van dceze onderdrukt
iuSilS' bevrijdt mogten worden , dewijl doch

' onze voomoèmde hoogwaardigile Heer hen niet

zag te helpen , hebben zy by tijds een overleg
genomen van zich te begeeven onder de befcher-
ming en de gehoorzaamheit van zijne Keizerlijke
Majefteit : en hebben bciloten zich zeiven aan
den voornoemden Heer Keizer , als Harrog van
Braband en Graaf van Holiand, voor hen en voor
zijne nazaaten in het gemelde Hartogdom en
Grraafichap, te onderwerpen , en hem voor haa-
ren v/aarachtigen en natuurlijken Heer te verkie-
zen , indien hy maar de goedheit zoude hebben
van hen aan te neemen , en van diergelijke aan-
randingen tegen den Hartog van Gelderland te
bevrijden, zoo als hy (Biflchop) met het inzigt
van zijn land te bewaaren, en zijne
leenmannen
cn onderdaanen van OverylTel van 's vyands han-
den te behoeden, had toegcftaan. Dezelve hoog-
waardigtle Heer , by tijds overwogen hebbende
dat het hem niet mogelijk zoude zijn, zijne itad
Utregt, mitsgaders de andere flcden, kafteelen,
fterkten en de andere plaatzen, als ook het land van
Utregt, en de kerken, leenmannen en andere on-
derdaanen van het nederi^gedeeke van 't Utregtfche
Stift tegen het toekomende in ruft en vrede, en in
een goede Staats-regeeringe en regt-oeffeninge, te
hand-haavenj en dat hy de inkomften en
toevallen,
die tot het Bifdom behooren, tegen diergelijk^
oorlogen en invallen , gelijk 'er reeds gefchiedc
?;ijn, niet zal können befchermen en
verdedigen:
en daar-en-boven by tijds overleit hebbende dac
pochte de hoogwaardigite Heer BilTchop, noch^e

-ocr page 575-

Η Ε ν R i c υ S. 5'7>

de Kerken , de ftad, de onderhoorige fteden en
h Neder-ftift van Utregt, de magt hebben om
zijne Keizerlijke Majefteit behoorlijke belooning,
vergelding en voldoening te geeven voor degunii,
de vriendfchap , de liefde, de eer, en de hulp,
die door zijne Keizerlijke Majefteit aan onzen
voornoemden hoogwaardigften Heer BiiTchop,
en aan zijn land en Bisdom, in tijd van nood zi ja
beweezen, en voor de groote geldfommen , die
zijne Majefteit voornoemd ten dien einde heeft
uycgefchoten en betaalt. Willende nochtans, zoo
veel als^them mogelijk is, zijne Keizerlijke Ma^
jefteit voldoening geeven, en voor al de kerken,
de landen, de fteden, de leenmannen, de onder-
daanen, en alle andere zoo kerkelijke als wereld-
lijke perfoonen van het Neder-ftift van Utregt
naar zijne magt tegens het toekomende van alle
geweldenaryen en onderdrukkingen bevri jden (op
dat de Goddelijke dienft in gemelde zijne ker-
ken mag geoeffent en onderhouden worden) zoo
laat hy een ieder weecen dat hy Heer BiiTchop,
het voorzeide ingezien hebbende , en na veele
overleggingen, die gemelde hoogwaardigfte Heer
fBiiïchop) zoo met zijne Prelaaten en vyf Kerker^
Van Utregt , als met verfcheidene aanzienlijke
perfoonen , zijne Vafallen en Onderdaanen, en
ïïiet andere zijne Raadsheeren , heeft genomen,
•^et rijpen raad en overleg van gemelde Prelaaten
en Kanonnikken der vyf Kerken , voor hem en
^oor zijne nazaaten de BiiTchoppen van Utregt,
de voorgemelde redenen en op hoop van een
goeden uytilag, zijne ftad Utregt, en de fteden
^ttiersfoort , Rhenen en Wijk , en alle andere
fteden, floten, fterkten, veftingen en plaatzen,
^is ook de Schans op de Vaart, met al het
ge-
schut, oorlogs-tuig, oorlogs-behoeften
en loiTe

goc:

-ocr page 576-

57 ^ Het Leven van

goederen tot de voornoemde fteden en ilcrktcn
behoorende , en daar-en-boven alle burgten,
gebuurten , gehugten j alle accyzen , renten y
inkomften, erfpachten, landeryen, weiden, vryc
tienden, veenen, regten van voorftellingen, ('t zy
wereldlijke 't zy geeftelijke) alle tollen en tol-
regten , en eindelijk alle leenen en leenregten:
jen daar by alle Heerlijkheden, regt-oeiFeningen,
jhooge , middelbaare en laage regts-bannen j met
een woord al het tijdelijke, en al het wereldfche
regts-gebied, en alle vordere dienftbaarheden en
regten , dewelke den zeiven hoogwaardigilen
Heer, voor zoo veel als hyBiifchop is, toekoo-
men in de ftad Utregt : .en vorders alle des zelfs
fteden, floten, ilerktcn, plaatzen, landeryen en
Jbcerlijkheden onder het gemelde Neder-Stift van
lUtregt , met alles wat daar toe behoort en vair
(de gengielde pla^tzen afhangt , benevens de boe-
ken der lee.nen en der inkomften , en de andere
j-egifters , rekeningen en gefchriften tot het ge-
melde behoorende, gecne uytgezonderd,
aan den
voornoemden roemruehtig'ften Heer en Vorft,
IVIijn Heer Karei V". Roomfch Keizer, Koning
yan Spanje, voor hem en voor zijne erfgenaamen
en na^aaten , als Hartogen of Hartoginnen van
Braband, en als Graayen c>f Gravinnen van Hol-
land , heeft gefchonken, overgedraagen en over-
gegeeven, gelijk hy die door het tegenwoordig
Gefchrift aan dpn zeiven fchenkt, overdraagt en
overgeeft j op dat hy al het voornoemde voor-
taan door zich zelven , of door zjjne gemagtig-
den , als gezeit is , ten eeuwigen dage mag be-
ftieren en regeeren, en laaten beilieren en regee-
ren, en de^elven als ?;ijneeige goederen bezitten
en genieten. Hierom "is het dat onze
hoogvraar-
digile Hpcr voornoemd de gemelde ftad ütregr^

-ocr page 577-

Η Ε ίί R I c ü s.

ende andere ileden, kafteelen, fterkten,huizen
en landen van het Neder-Stifc van Ütregc , en
alle Maarfchalfcen , Schouten en vordere ampte- °ïjneon-
naaren, Vafallen, Leenmannen, en andere ede-derdaanea
len en onedelen 'c zy van den kerkelijken of we- van hunne
reldlijken ftaat , en verders alle inwoonders en ηία^^^'
ingezetenen van de gemelde ftad en van gemelde ^
>laatzen, voor zoo veel zulks het tijdelijke en
\èt wereldlijke regts-gebied van de landen, de
Had ( ütregt) de andere fteden, fterkten en an-
dere plaatzen van het Neder-Stift betreft en aan-
gaat , heeft ontflagen , ontbonden en ontheven ,
en nu tegenwoordig noch ontilaat, ontbindt en
ontheft, van alle onderdaanigheit, verblnreniiTej
eeden en beloften, die zy eenigzins aan den voor-
noemden hoogwaardigften Vader gedaan mogen
hebben. En zulks tot nut en voordeel van zijne
Keizerlijke Majefteit, en van des zelfs erfgenaa-
men en nazaaten , de Heeren en Vrouwen van
Braband en Holland. En onze hoogwaardigfte
Heer voornoemd heeft dezelve ovcrdragt, afftand
tn ontflaging gedaan in het afwezen van zijne ,

Keizerlijke Majefteit, en doet het tegenwoordig ^/Jthrt
'^och ten voordeele van gemelde zijne Majefteit,
njdeiijke'
cn van des zelfs erfgenaamen in het Hartógdom aan den
^sn Braband, en het Graaffchap van Holland ; en keizer
^'Ulks door den perfoon van den edelen en hoog- jcn^fo^
geboren Heer, des zelfs neef, den Heer Antoni
vauden
^^ Lalaing , Graaf van Hoogftraten j de wel- Heer van

als gemagtigde, en als Ambafladeur, byzon- Hoogftras.
*^erlijk door zijne Keizerlijke Majefteit, uyt krag-
van zijne Majefteits brieven, tendeezen einde
^^ngefteid, (welke brieven op den achtften Oc-
tober, in dit loopende jaar duizend, vyf honderd,
^cht-en-twiniig, in de ftadMechelen behoorlijk
^^^dcr het grootc zegel zijn opgefteld , en den

voor-

-ocr page 578-

57 ^ Het Leven van

voornoemden hoogwaardigften Vader vertoont)
dewelke^ zeg ik, deeze overgeving , overdragt
enafftand ten voordeele van zijne Keizerlijke Ma-
jefteit, en van des zelfs nazaaten , dc Hartogen
en Hartoginneri van Braband , en de Graven ert
Gravinnen van Holland, heeft aangenomen : en
ook heeft bedongen, toegeilaan , en op de ftad
(Utrcgt) en de andere ileden, floten, en het land
van Utregt, mitsgaders op de vafallen, en ande-
re reeds gemelde zoo kerkelijke als wereldlijke
perfoonen van het Neder-Stift van Utregt heeft
begeert dat ze allegadcr, en ieder in 't byzonder
cn hoofd Voor hoofd , zich begeevcn en ftellen
onder de magt en gehoorzaamheit van zijne Kei-
zerlijke Majefteit, envan'des zelfs bovengemel-
de nazaaten en dat zc hem voor hun' waarach-
tigen en natuurlijken Vorft en Heer
voor altijd
aanneemende , manfehap doen , getrouwigheit
zweeren, en onderdaanigheit «n gehoorzaamheit
bewijzen: Zoo nochtans dat onze hoogwaardig-
fteHeer, en des zelfs nazaaten, de volgende BiΓ-
word'vooi: fchoppcn van Utregt , zullen genieten het ker-
aeBiffchop- kelijke Rcgts-gebicd, en een Biflchops-huis, in
pen behou- ^^ jfj-^jj ^^^^ Urregt alleen , tot een bequaame
woonplaats voor hem en voor zijne nazaaten
zullen behouden : zoo als dit alles met meer an-
dere zaaken breeder ftaat uyrgedrukt in den
brief, dewelke ten dien einde is opgeftelt , en
door onzen hoogwaardigften Heer met eigen han-
den is ondertekent, en met zijn eigen zegel be-
zegelt j welke Brief aldaar ook is voorgelezen door
den geheim-fchrijver Meefter Jacobus van
Broec-
hoven. Hier op volgt de inhoud van den bricr
inde Vaderlandfche taaie, enz.

* de Bulle -van Klemens VII. flaat dat de
pen noch een huis bmUn de ßad mor hun gebrtté zül'
kMcfs.

Docli het

«icn.

-ocr page 579-

Η Ε ν R i c υ S. 5'7>

ö^icf iiaxj saiffc^ojj Henri cus,
boo,? öeiudiic öp tgMlJiie gcöieö aan ben
ïm^et opö^st / holump ^^anöfcö^ift in
be ^eberöiutfcije taaie Hao^gdejen. ^'ii öeti^ei^i
ben h^kf flaan U cei&emn hm öeje öijeit^agt
ooft öegceepeu. t?£ï0^iaamfïe ^aat oj^ öe ^e^
loeïö-pïeeöuiöeit en ep be oo^fegeii ijanbeni^ai;-
tog ban <0elöecianit tegen i»e 25i|Tc§oiijten eiitc^
öcn öeiiaö ban lltcegt

^n j^t 5eïftie boïgt een ^(Sjm

bnitfcöeö^ief ban üeisec Karei, möea bjeißel)»
ben ban ^oogflraten ïaft geeft om aiïei
bot töt öe aanneemingebanben aflianbbeceifc^
iöo^b te berrigtoi.

boïgt'ec noeö een^ be obei*b^gt/e4i be
baai· op geboïgbe aanneenwogb^^ lieijer^:
icoth
gen Ib^ief/ aï?' eecb^ gejeit ig/geïeesen en afge^

«Wnbigt 3gilöe/ heefc de edele en voortreiFeli jkc
ïieer , Mijn Heer Laurentius du Blioulzegel-
bewaarder en hof-fchrijver als reeds gemeldt is ,
zittende aan de zijde van den edelen en hoog-
|?eboren He^r , Mijn Heer Antoni de LaUiing,
j Keizers Gevolmagtigden en Ambafladeur ( na
hy alvorens zijne magc had laaten zien) aan-
jtonds en op fta^nde voet vertoont den gemeiden
•ift- en volmagt- brief: en uyt kragte van dien
^^ft de gemelde Heer, 's Keizere gevolroatigde
AmbafTadeur, de gemelde overlevering, over-
j-'-'j^gt en afftand , ten voordeel van zijne Keizer-
Mkc Majeileit, als Hartog van Braband en Graaf
Holland, en van des zelfs erfgenaainen en na-
j^^ten in die hoedaanigheit ( van Brabandfche minaevan
^^rtogen en Hollandiche,Graven) aangenomen;
hettijdelij-
"eefr onzen hoogwaardigften Heer van 'sKei- ke gebied,
Va' y^ge ^en hoogte bedankt : Welke hoog- Ιί^ ifg^
^ardigile Hxr zijne KeizerlijiiC Majefteit ook
gedaan.

heefc

nanncc-

-ocr page 580-

51^ Heï- Leven van

heefc gebeden dat hy zijne kerken en zijne an-
dere begunftigers genadiglijk zou willen beloo-
nen en indagtig weezen} en dat hy vorders de
leenmannen j de burgers, de ingezetenen en de
onderdaanen van de itad Utregt, eri van het gan-
fche Neder-Stifc,als een goede en getrouwe Vorft,
en als hun natuurlijke en wettige Heer, zou wil-i
len befchcrmen, verdédigen en handhaven. Daar
op heeft de Heer AmbaiTadeur en Gevolmagtig-
de de gemelde pcrfoonen genomen onder de be-
fcherminge ,verdedigiage en handhavinge van den
roemruchtigften , doorluchtigften , voortrefFe-
lijkften en onverwinnelijkften Vorfl: en Heer^
Mijn Heer Karei V , Roomfch Keizer, altijd
overwinnaar, Koning van Spanje, voor zooveel
als hy is Hartog van Braband en Graaf van Hol-
land , en vati des zelfs erfgenaamen en nazaaten
(in 't Hartogdom van Braband , en in *t Graaf-
ichap van Holland) alles volgens de kragt, de
form en den inhoud der voornoemde brieven?
overgevingen , overdragten ert overleveringen.'
welke aanneeming hy Gemagtigde heeft gedaan
achtervolgens de volmagt dewelke hem
gegee-
ven en ter hand geilek was, cn die ook met het
zegel van gemelden Heer, Keizer Karei, was be-
zegelt, en in de Nederduitfche taal aldus
onder-
tekent : By den Keizer L. du Blioul. Welke vol-
magt hy Gemagtigde daar ter plaatze ook heert
laaten voorleezen en afkundigcn door den
voor-
noemden gcheimfchrijver MeefterJacobus. Hiel
op volgt van woord tot woord de inhoud der ge-
melde volmagt, en luidt aldus. enz. ,

Daar-na hebben de Prelaaten, de Prooften ,
Dekens ,
de Kanonnikken , en de andere koor-
gezellen den lof-zang,
Te Deum laudamus
groote vreugde, en met hec fpeeien der orgeieji

ï» '

De Keizer
neemt het
ganfche

Neder-ftift

onder zijne

befclïcr-

xaing*

Daar op
word cfc
Hoogmis
cn
hcc
Tt Otum
gczorgcn.

-ocr page 581-

Η ε Ν R i c υ S. fJJ

_ge2ongen. Na het zingen van gemelden lofzang
is de Mis van den H. Geeil piegïelijk gezongen
door den hoogwaardigften Heer en Meefter Ja-
cohus de Riddcr, Leeraar der Godheit, en BiiTchop
Van Hebron.

Daar op is 'er door den Heer en Meefter van
Affeilein , Ridder , Leeraar, en Raadsheer van
den hoogwaardig'ikn Heer (BiiTchop) een predi-
katie gedaan voor de Prelaaten, Ridders, en Bur-
gers : in wellic predikatie de overdragc van het
tijdelijke gebied is verhaak.

ïffer na ißtft ïse <0raaf to ^m^v&tm
gb aan Dc l^afÄn m leeïien Un ψ ßTJJI
^ege ne^aan: Ki.^geïiiit^ Öfööen iiel^afaüen en aevoigt.
% aeeliüo / railfgaaeri^ ise ^^eïaaten eti an»^
«^rc ^evM^ike perßmm / tr.m eeö oaß geöaa»
Jan ïiei^ev Karei: tmn ö^eseneeö

icaat in oii^ Daiiöfctj^ift 0OI1 ligt^cö^alit* j^a
Qeii eeiï Mgt öe ö^ief öe^ Heiser^ aan äe
iim^
fisn lian litregt:

Aan de eerwaardige, godvruchtige, beminde,
^^J-elaaten en Kapittelen der vyf kerken van U- b.^fa^n
ίί^.?';' Gods genade Rooniich Keizer
kerken vaïi

'overwinnende. Uuegt,

Eerwaardige, godvruchtige , beminde: Wy
hebben uvt de brieven van onze liefite Mevrou^

uyt de brieven van onze liefite Mevroii^
en Meuye , als ook uyt het aifchrift van uw
^ J'aktaat , 't welke gy met onze gemagtigden
,'^bt aangegaan en gefloten, yerilaan datgyl.uyt
,^'icn mond en met eendragtige toeö;emminge
^^Dt bewilligt dat aan ons, ais Hartog van Bra-
. ^nd en Graaf van Holland, dooruwen BiiTchop
overgcgeeven en overgedra.agen worden de
tei ï «^n alie de fteden , floten en fterk-

ïnh ' ^^^^ ^^ oorlogs-behoeften en alle den
®^del van gemelde floten en fterkten: en daar
ii· DeeL·. O O by

-ocr page 582-

57 ^ Het Leven van

by de ganfche eigendom, en het tijdelijke gebied
van fiet boven - en neder - Stift van ütregr,
zqq
als in het affchrifc van 't gemelde Traktaat bree-
der fj-aat uytgedrukc. Wy hebben dan niet ken-
nen nalaaten zeer gevoelig te zijn over uwe zoo
groore genegendheit t' ons-waart: en wy zijn ul.
deswege ten hoogfte dankbaar. Daar by beloo-
yen wy ul. dat zoo een uytlteekmde dienft, als
gy ons in deeze zaake hebt gedaan, geenzins ge-
daan zal zijn aan een vergeeienden, veel min aan
een ondankbaaren Vorft : engy moogt
vaCtelijk
van ons betrouwen dat gy de vrede en een geruft
leven , daar gyl. op gehoopt hebt , door onze
zorg zult genieten, Gegeeven in onze Ilad To-
ledo, den tweeden December, in het
jaar onzes
Heere duizend , vyf honderd, acht-en-twintig·
.Was ondertekent: C Η Α R L Ε S.

Lalemandus.

H^p 5UÏi0tt öi'it' isoegm ht ^uïïe ban Kle-
ïYiens v^ii. ijie öoo^ iieti Hiutcuc tüi^
gc^ontien / 011 öietog ugt öï't^ai^tt
ïjcbben, äii ^t^tlU too^tJ öe ßlsertr^agt ban
tpelpe geöieö / mité^aÏEcr^ ö^t regt ban
^iffc^ajj δρ get ö|jen|ïi3an ban ^tod ^
&cn00men / 't bjdftc öe iiSecfielijIt^dt aan
Itejsn* öbccgegceben öi^tt / öoo^ öen genielö^»

Klemens BiiTchop , Dienaar der Dienaaren ^^^uq
ter eeuwige gedagteuiile deeze xaake. De Room·^
Paus , Avien de zorg over alle Geeftelijke zaaken ^^

danig toebehoort , dat ook de tijdelijke goederen

iedere kerk behoorende 't zijner fchikkingc
volgens den harderlijken
pligt , die hem opgele» ^^
geduurig bezig met zodaanig^ zaaken te befchikK^^ ^^

En laager,

-ocr page 583-

Η Ε ν R i c υ S. 5'7>

ie baraamen , dewelke tot een geruft en vreed^amig
leven voor de Katedraale en Koilegiaale Kerken , en
voor de BiiTchoppen en Prelaaten der zelve Kerken,
Jionncn dienen. £n indien het gebeurt dat de ßiffchop-
pen en Prelaaten geweldiger-haud uyt hunne Stoeien
«n Kerken verjaagt en verdreeven worden , en aldus
genoützaakt xijn om hunne toevliigt tot dewereldfche
Vorftcn te neemcn , en haare hulp te verzoeken : en
dat ze op de itoiien , en door de magt en krijgsbende»
der zelve Vorftcn wederom in hunne Stoeien herltelt
worden; cn tot vergelding van zoo groote weldaaden
liunne tijdelijke goederen en wereldich regtsgebied op
gemelde Vorlten , hunne verlólFers , willen overdraa-
^en ; zoo is de Roomfche Paos gewoon zodaanige o-
vergevingen en ov^erdragten door het Apoilolifch ge-
'zag te beveiligen, goed te keuren, en op nieuw te ver-
leenen. Waar in hy dit inzigt heeft , dat de welftand
der Kerken aldus mag verzekert worde« ; endatdeBif-
ichoppen en Prelaaten der zelve Kerken, zoo als hyziet
dat het in den Heere dienltig is, in ru-ft, vrede en vei-
ligheit inogen geltelt worden. Voorwaar, al is hetzaa-
ke dat zoo wel het geellelijke als het wertldfche ge-
bied over het ßifdom van Ttregt , en over verfcheide
fteden, plaatzenen kafteelen zoo van het Utregtfche
landfchap zelf, als van de ])Ovenfte oorden van Over-
Yffel, veele eeuwen herwaart aan alle.de BiiTchoppeii
Van Utregt , ieder in zijnen tijd , in volle regt heeft
toebehoort ; Zoo is het nochtans dat onze benjinde
^oon, de edele Heer Karei Hartog van Gelderland, te-
gen alle regt en billijkheit , eer-ftelijk f>ederik Mark-
graaf van Baden, goeder gedagtenifle , en wijle Bif-
fchop van Utregt , een van zijne lieden gewapender-
hand en met zijn .oorlogs-volk heeft ontweldigt en af-
"andig gemaakt; om het welke wederom te krijgen de
'"oornoemde Biffchop Frederik genootzaakt \s geweeft
^oote onkoften te doen , en veel moeite te onderftaan.
öaar-na heeft dezelve Hartog Karei Philips van ßor^
goiije, ook goeder gedagtenifle, en wijleBiffchop vam
''Jtregt , insgelijks verfcheide floten en kafteelen ge-
^eldigerwijze,, en
door magt van wapenen , ontwel-
^'Rti en onregtvaardiglijk behouden. En alhoewel dat
voornoemde Biffchoppen, om dezelve Plaatzen we-
derom te krijgen , zwaare onkofcen gedaan en overr

P O 2. groote

-ocr page 584-

grvoote fommen gelds verfpilt hebben , ïoo lijn egter-
die ontweldigde plaatsen in handen en in de magt van
Hartog Karei gebleeven ; ter tijd toe, dat onze bemin-
de zoon , Henrik Palts-Graaf en Hartpg van ßeyeren ,
tot BifTchop van Utregt gekozen , en decze verkiezing
iTiiflchien door Apoftolifch gezag beveftigt is geweeft.
De voornoemde Henrik,tot'Biffchop gekozen, overwe-
gende wat al fchaden en ongemakken dat zijne voor-
ïaaten , de BiiTchoppen van ptregt , geleden hadden,
heeft, (om dat alles zoo hy noch beft konde te herftel-
len , en om voor zijne eige ruft , vrede en zekerheit,
en voor die van zijne onderzaaten te zorgen) met den
gemelden Hartog Karei, door bemiddeling van onzen
broeder den AartSTbiffchop van Trier , zodaanig een
verdrag aangegaan , dat hy, Henrik , rot BifTchop ge-
kozen, hem een fomme van 50 duizend guldens zoude
toe-tellen , en hem, zoo lang als hy leefde, eenige flo-
ten in vrucht-gebruik ^ou laaien behouden ; mits dat
die floten na Kareis dood weder tot het Bisdom zouden
keeren , onder dit beding , indien hy een wettig kind
na-h'et, van 't zelve kipd een gelijke fomme van vijf-
tig duizend gulden, en meer, toe te tellen : doch de
andere floten zouden aanftonds aan den voornoemden
Henrik weder gegeeven worden , gelijk zy hem ook
weder gegeeven zijn geweeft. En hoewel dat de ver-
koren Biiichop-, Henrik voornoemd, verhoopte dat hy
na het fluiten van dit verdrag voort een voile ruit eii
vrede met zijne pnderdaanen zou blijven genieten, zoo
heeft nochtans Hartog Karei, ter gelegendheit dat Hen-
rik voornoemd tuflchen-wijle door een muytery van
het volk ter ftad uyt was gedreeven, zonder zich eens
aan het gemaakte verbond en verdrag te kreunen, zich
niet ontzien dezelve floten en ileden van het land vaii
Over-yflel aan te taften en op het nauwftete belegeren-
Als dan de Burgemeeilers en Regentender voornoem-
de floten en fleden hunne toevlugt tot gemelden Hen-
rik gingen neemen , en zijne hulp verzogten ; en
als uyt zijne ftad verdreeven en van alles berooft zijn-r
de, geen kans en zag om hen ie helpen ; heeft hy hun,
die geen andere uytkomfte zagen, door brieven verlot
gegeeven om by den Krijgs-overfte van onzen lieffte'*
2oon iu Chriftus Karei, Koning der Romeinen en van
Spanje,
en tot Keizer verkoren ( welke Krijgs-orerfte

-ocr page 585-

Η Ε .Μ R I C υ s. 581

het Lanclvoogdyfchap van Vriesland bekleede ) hulp
en byftand te zoeken, en orn gemeiden Koning Karei,
die ook Hartog
vaüBraband, en Graaf van Vlaanderen
en van Holland is, voor hun Heer te erkennen ; tea
welken einde hy hen van de manfchap en van den eed
aan hem gedaan ontlaiie. _ Na dat de gemelde Bürge-
meefters, en de anderen die rot de behandeling van dee-
xe zaak uyt kragt der gemelde brieven gemagtigt wa-
ren , alvorens eenige verdrag-punten met Koning Ka-
reis bedienden geiloten hadden , onder andere behel-
pende dat Koning Karei gehouden xouzijn ten fpoedig-
iïe een leger öp de been te brengen, en Hartog Karei
te beoorlogen, hebben 7.y 7.ich ïelven aan Koning Ka-
rel overgegeeven : en hebben de nianfchap en den eed
Van gecroLiwigheit aan des ïelfs gevolmagtigden· ge-
daan. En als niidlerwijle het volk van Utregt over een
■^"as gekomen van den verkozen BiiTchop weder te her-
tellen , en indien't voorgaande hun vergeeven wierd,
'Weder in de ftad te laaien koómcn , heeft de voorge-
itielde Hartog, door eenigemuitmakers liftigüjk en be-
driegelijk derwaarts getroond zijnde , de ilad t^tregt
heimelijk beniagtigt , en vyandlijker-wijze uytgeplun-
dert: en om de eerie ondeugd op de andere te ftapelen,
iieeft hy zich niet oiitzieri de Kerken te ontheiligen,
^n de goederen der zeiven aan te taiten, te roeven eti
^eg te voeren. Ja 't geen teii Goddelijkeii dienft ge-
it^hikt was heeft hy door een heilig-fchendig beftaaii
'^'eggenomen en opgelloken. Om deeze redenen is ge-
^elde Henrik, doö'r zoo veelemoeielijkheden enxram-
Pcn van alle kanten geprangt zijnde, gedvvongen'^ge-
V^'eeft om zijnen toevlugt te neemen tot onze beminde
"échter in Chriftus , de hoog-edele Mevrouwde Mar-
B:^reta, Aarts-hartoginne van Óoftenryk, en van Koning
^Varels wege Land-Voogdeffe in degeweilen van Vlaan-
"eren ; en van haar 'de noodige hulp tegens too
Xwaare verongelyking, en tegens zoo fnoode ge-
^J'eld - pleegingen te verfoeken.
Als hy dan gemelde
Margareta daar toe zeer bereidwillig had gevonden, eu
aanftoiids daar op zeker Krijgs-overfte van Koning
^arel met een magtig heyr, 't welke met ïwaare on-
J'^ftcn verfamelt en op de been gebrägt was, in het
."»anogdom van Hartog Karei was gevallen, endefte-
die door den ïelven Hartog geweldiger hand .be<

ü O I · 'ihag-

-ocr page 586-

ι

Η Ε Τ L Ε V Ε Ν r Α Ν

magtigt warert, wederom had gewannen , en daar bf
den genïcKlen Henrik, rot Biitcnop gekoxen , in des
zeJfc ilad daar
hy uyt gedrecven was had hcritelt ; zoo
heett Hencik voornoemd, die eindeiyk uyt xoo veele
ellenden door Koning Kareis hulp verlort was, bemer-
kende dat
hy de iiad (Utregt) en zoo veele floten,fte-
den en bargten , rot zijne Kerk van ütregt behoorendcy
niet langer 2.onder zwaare en voor hem ondraaglyke
onkoften 2oa können behouden ·, en dat hy ook den
voornoemden Koning, Karei geen voldoening zou ken-
nen geeven wegens de onkoften die dezelve had ge-
daan, met een leger ''t zijner hulpe en byftand in't veld
te brengen; en egter genegtn zijnde den zeiven Karei
eenige dankbaarheït voorzoo veeleweldaaden tebetoo-
nen, en ook voor de ra'Ï, ftiliigheit
eiï veiligheit van
zijne onderzaaten te zorgen, en van de dreigende gevaa-
ren eri aanüaande ongemakken te bevryden ;om gemelde
en
meer andere immers zoo gewigtige redenen, deftad
(ütregt) en de fleden , floten, burgten ,
eti plaatzen
van het Neder /lift van Ütregt, dewelke hem Henrik,,
en zijne nazaaten cj^ volgende BiiFchnppen van Utregt,
mitsgaders de ßiffchoppeiyke tafel , wettiglyk toebe-
hoorden, met alle de llorm-tuigen, al hetgefchut, en
bombardeer-ftukken der gemelde plaatzen, en vordere
met aï hun toebehooren en geregtigheden , fampt het
wereïdlyke gebied, en alle de leenmannen:, amptenaa-
ren, onderdaanen en ingezetenen der zei ven overgedraa-
gen en overgebragt op Koning Karei ; en heeft alle ac-
cyzen , inkomften , renten , erfpachten , landcryen,
Weyeryen , tienden , wyngairden, bofl^chaadien , reg-
ten van voorfleilingen (f)
zoo wcreldlykeals (6) plaat-
ïelyke; mitsgaders ali^i tollen en rol-regten , leen-
manfchappen, heerlykheden , en alle zoo
genoemde
hooge , middelbaare en laage regts-bannen , met alle
vordere geregtigheden en gedienltigheden , dewelke
hem nyt hoofde van de Utregtfche Kerke fn de
Voorn,
ftad (Ütregt) en in de vordere fteden , floten, veilin-
gen, landeryen
,piaar7.en, en in de landfchappenboven
en beneden den YiVel leggende , toequamen , met al
hun toebehooren, en alles wat'er onder boort,
en met
aüe de !een-en rente-boeken, pampieren, brieven, re-
gifters, rekeningen
en andere gefchriftentot dezelve
plaatzen behoorende, aan gemeiden Koning Karei, ai*

Hiff··

-ocr page 587-

Henricüs.

Hartog van Braband en Graaf van Holland, voor hem
en voor zijne nazaaten , de Hartogen van Braband eii
Graaven van Holland, of aan zijnen gemagrigden,on-
der de goedkeuiinge van den Roomfchen Stoel, over-
gelevert, overgegeeven, en
op hem overgebragt. Ook
heeft hy alle een iedere kenmaiinen , amptenäären,
onderdaanefi. en ingezetenen voornoemd ontilagen Vari
den eed der
gerroüwigheit, en van alle andere verbin-
tenille , toet dewelke zy aan hem,als hun' wereldfcheu
Heer , verbonden waren : en heeft hun uytdrukkelyk
Verlofen volle vryheit gegeeven om gemelden Koning
voortaan om hulp aan te fpreeken, en om aan hem ea
des 'ielfs erfgenaamen en nazaaten j als Hartogen vam
Braband en Graaven van Holland , manfchap'te doen
en getrouv/igheittezvyeeren. Enhy heeft
voor ïich zel-
den , en voor xijne naiaaten de volgende Biffchoppea
Van Utregt, alleenlyk behouden ïyn geeftelyk regts-ge>·
bied in de Had en in het Stift van Utregt voornoemd ^
niet zyn Biffchops huis in de gemelde iiad ftaande , en
«en ander huis ftaande buiten de ftad en
in het Stift van
Otregt ; daar hy , en zijne nazaaten de volgende
ßif-
fchoppen vari Utregt, met hun huisgezin zouden kon*
hen verblyven ^ en hunne ruft en ftilligheit houden.
Zoo nochtans , dat gerrielde Koning Kairel aan hem
Henrik , tot Biflchop gekozen , en aan zijne naZaaterij
de Biffchopperi van Utregt voornoemd, 's jaarlykseeh
jaargeld van twee duizend Karolus-goudgulden, tot een
bruydfchat der voornoemde kerke, zonde betaalen. Al
het voorgezeide is verhandelt en vaftgeftelt met ketiniile
fen uytdrukkelyke toeilemmlnge van onze beminde zoo-
hen , de Proaften, Dekens , en de Kapittelen van de
Voornoemde Dom-kerke,en van deKoIlegialeKerken;
namentlfk van S. Sälvator,van S. Pieter , van S.Jan^
«n van S.Maria: deWelke, na een ryp overleg genomen
alles nauw^keurig opge^^vogen te hebben , al het ge-
beide
hebben goedgekeurt, en begeert hebben dat het
^elve vaft ,
fix en beftendig zoude blyven. Ên de
f'rooften ^ Dekens en Kapittelen , dewelke uyt de ftad
gedreeven waren , en met anderen op de kapittel-
P'aats niet konden verfchijnenen raad pleegen , ten tijdé
^s gemelde Biffchop Henrik aan de Burgemeeftefs ert
^emagtigden van het land aan deeze zijde
des Yftels het
gezeide door brieven heeft toegefcaan , en verlof
heeft

O O ^ ge-

-ocr page 588-

Het Leven- van

gegeeveii , om den voornoemden Koning Karei voor
hun Heer te erkennen en aan te neemen, en om hem
manfchap te doen en getrouwigheit te
zweeren, hebben
egter van toen af van al het boven gemelde volle ken-
nis gehad, en hebben met ryp overleg, en na het voor-
afgaan van de vereifchte en gebruikelyke onderhande-
lingen , al les dat door den ßiffchop Henrik , en door de
Burgemeefters en Gemagtigden der Iteden van Over-
Yilèl, uyt kragte van BiiTchop Henriks brieven verrigt
en verhandelt was , in allen deele goedgekeurt en be-
bekragtigt. En als-daarenboven de gemelde Prooiten,
Dekens, en Kapittelen rypelyk hadden overwogen, 't
geen zy ook door veele ondervindingen vernomen had-
den, dat 'er ter gelegendheit van de verkiezingen der
BiiTchoppen, die met tweedragt gefchiedt waren, daar
ieder zijne ftreng bleef trekken , en ieder zijne party
bleef voorftaan , de Ilad en het ganfche volk , en zy
zelf ook , menigmaal in allerhande rampen en onheilen
waren ingewikkelt , hebben zy, om zulks in het toe-
komende te voorkoomen, aan den
zeiven Koning Ka-
rel , als Hartog van Braband en Graaf van
Holland,
vrywillig en uyt eige beweeginge toegeflaan dat, zoo
dikwils als de kerk van Utregt harder-loos zal zyn , z'/
geen regt of magt zullen hebben , om iemand
anders tot
hunnen BiiTchop te verkiezen , ais dien gemelde Ka-
rel, als Hartog van Braband en Graaf van Holland-,
zal goedvinden op te geeven , voor te Rellen en te be-
noemen. Waar by zy noch gevoegt hebben dat nie-
mand tot Deken (7) over een der vyf voornoemde
Kerken zal aangeflelt worden , als die aan
gemeldeu
Koning Karei aangenaam zal vveexcn'. En als daar op
de Gemagtigde van Koning Karei al het gezeide had
goedgekeurt, beveiligt en bekragtigt,
hebben de Jiem.el-
de Prooiten en Dekens den Gemagtigden en den BiiTchop
Henrik naar de Dom-kerk vergezelfchapt, en hebben
den Gemagtigden aldaar op een verheve plaats , die
behoorlyk toegemaakt was, geplaatil: waarop
eenige
Prooiten en Dekens der zelve kerken ieder in zyn g^'
ftoelte, naar ouder gewoonte, gingen zitten. Daar op
is de Lofzang,
'Te De um Laudamus^ met luider ftemin^
en met alle vreugde en vrolykheft gezongen , en de
Hoog-mis door een zekeren Biilchop gedaan. Waar na

-ocr page 589-

Η Ε ν R i c υ s. ■

detr voornoemden Henrik en den Gemagtigden we-
derom naar's BiiTchopshuis vergezelichapt hebben. Kort
daar op is de Gemagtigdc, den Biffchop aldaar gelaten
hebbende, in hetgezelichapvan meeit alle de Prelaaten
en Edel-lufden naar het Stadhuis gegaan; van waar hy
iiiGh naar een gemeen burgers huis, dat al vry pragtig
opgeichikt was, heeft begeeven. Als dan de klok, op
op wiens geluid het volk gewoon is bycentê koomen,
had beginnen te hiiden , en de Ridderichap met de an-
dere Staten der iiad Utregt in de tegenwoordigheit van
den Gevolmagtigden vergadert waren ; en ais hetFor-
inuIier van den eed , den welke %y gezamentlyk aan
Koning Karei 7.ouden doen, opgeileltwas, heeft al he£
Volk , ieder met blooten hoofde , en met twee vi-nge-
f^n van de regter hand om hoog geftoken, volgens de
S^'-voonte die aldaar in hefy.weeren gebruikelyk is, een
plegtelyken eed gedaan. Insgelyks heeft gemelde Ge-
i^iagtigde , uyt naame van Koning Karei , belooft dat
hy hen eerlyk zou handelen , van alle dreigende on-
heilen en gevaaren zou verlofTen, en in alles den ph'gfr
^an een goed en genadig Heer zou betrachten : en heeft
^ich daar toe met eeden verbonden. Al het welke de
Semelde Hliichop Henrik en de Kapittelen voornoemd
^^n ons, in onzen Raiid , hebben laaten voordraagen:
Verzoekende dat wy alles, op dathet des tebeftendiger
^^uzyn, en des· te grooter kragt en vaftigheit zou heb-
door het Apoiioliich gezag zouden goedkeuren,
^^kragtjgen, en op nieu toeilaan. Over zulks, na dat
yy dit alles met onze broederen, de Kardinaalen van
en Roomfchen Stoel, rypelyk overwogen en wel·
nderzogt hadden , ,en na dat wy den voornoemden
^^'tirik, en alle de perfoonen van gemelde Kapitteleiï
^^ alle ban-vonnifien , opfchorffingen van bedientn-
i interdikten , en alle vordere kerkelyke vonniffeii
l^raffen, by wat gelegendheit en uyt wat oorzaak daË
_ ezeJve , 't zy van regts-v/ege 'tzy door menichelyke
^''''^ipraak , geveit zyn gcvveeft ; doch alleen!yk voor
Veel het noodig is om de uytwerking van deezeii·
o erlangen , uyt kragte van deezen zeiven brief
J%en hebben, cn verklaart hebben dat wy hen voor
i'^gen zulicn houden ; zoo is het dat wy met den
ΐ'ϋ] gemelde broederen , uyt zekere kenniffe ,
eth
^Seiis de volheitder ApoÜoliiTch« magt ,deoverdr3gi

Oor vak

-ocr page 590-

Ν

Het Leven va

van het tijdelyke gebied van de ftad (Utregt) envaridc
fteden en floten zoo van het bovenfle gedeelte van het
i5tift,te vs^eten Over-YlFel, als van het Neder-Stift ,op
Koning Karei als Hartog van Braband en Graaf van Hol-
land ; mitsgaders hunne vordere giften , als ook al het
andere,'t welke doordengemelden Henrik met de toe-
ftemminge van gemelde Kapittelen is gedaan ,door het
Apoftolilch gezag mits deexen-goedkeuren en bevefti-
gen, uytgezonderd de vernietiging van hetjaargeld,inge-
valle eenige kerkelyke prouven, ter waarde van hetge-
zeide jaargeld , met de BiiTdioppelyke Tafel vereenigt
wierden. Ten deexen einde vergoeden wy alle gebre-
ken, loo omtrent de regten als omtrent de feiten,in-
valle dat 'er eenige in dee'ie verharidelingen mogteil
begaan zyη. En tot meerder xekerheit , fchenkeh wy op
nieuw aan gemelden Koning Karei , en aan des ielfs
naxaaten de Hartogen van Braband en de Graaven van
Holland, de gemelde ftad, fteden en floten, met al'
!es dat boven is uytgedrukt. Daarenboven verklaa-
ren wy, uyt kragte van het zelfde gezag, dat aHe de ver-
kiezingen van een Utregtichen BiiTchop, dewelke door
de voornoemde Kapittelen zonder voorgaande benoe-
ininge van den zeiven Koning Karei, en van des zelfs
nazaaten de Hartogen van Braband en Graaven van Hol-
land ^ mogten gefchieden , kragteloos en geener
waarde zullen zyn : en dat ook kragteloos en van gee-
ner waarde zullen zyrt de verkiezingen van de DekenS
der gemelde kerken , by het open vallen van gemelde
Dekenfchappen, indien ^er perfoonen verkozen wor-
den , dewelke geinelden Koning Karei, of des zelfs
nazaaten, niet aangenaam noch behaagly k mogten wee'
zen. Ten dien einde belaften wy door dit
ApoftobTch
gefchrift aan onze eerwaarde broederen den Aartsbif'
fchop van Palermo, en den Biffchopvan Caftel-a-ma'",
en aan onzen beminden zoon den Deken van S.
buinus kerke (S) te Deventer, onder het ßifdom van
Utregt, dat zy , of twee van hen, of ten minften
van allen > door zichzelven of door iemand
anders,
ook door meer anderen, den gemelden Koning Ki^rei
en des zelfs nazaaten omtrent het voorgaande krag^'S'
lyk
te hulp zullen hebben te ftaan, en bezorgen zuli^J
dat deeze briet , en des zelfs inhoud , door ons gez^i^
voikonaentlyk Werde onderhouden ; en dat ieder feni

-ocr page 591-

Μ Ε Ν R I C iJ s. 5g 7

Wien de gemelde.hrief mag rasken , des M]fs inhoud ge-
ruitelyii ma, genieten en bezitten. En dat ze niet zul-
len hebben toe te laaten dat dezelve, tegen den inhoud
Van decxeu bfiet", eerii^crwijie geinoeit, ontruli of ge-
ftoort werden: maar aai 7,e de tegenftreevers, uyt ons
gezag,en door kcrkelyke itraf-vonniilèn,zonder eenige be-
roeping teachten ,ζαϋε» hebben te bedwingen. En zuLk$
ïiiet tegenltaande de Ordonantien van Paus Paulus II,oa-
ïen voorzaat gelukkiger gedagteniiTe ; en alle andere
Aportoliirche Ordonantien , al waren ze in algemeene
Kerk-vergaderingcn uytgegeeven ^en al wasr 'tzaake dat
te. diergclyke goedkeuringen quamen te verbieden : on-
aangezien ook alle Ordonantien , gewoonten , voor-
regten en Apofto
!iir::he vergunningen (al waren die
fchoon door de Domkerk en door de andere voorn,
kerken beëdigt , en door ApoftoliiTche goedkeuringe,
of op eenige andere wijze, bekragtigt) dewelkeaaiiëeii
Biffchopvan I tregt , op zoo een tijd regeerende, en
^an de Kapittf^len der voornoemde Kerke, met wat uyt-
drulvkingen
en bewoordingen dat het ook zy, gegeeven,
^n ook gaedgekeurt en naderhand vernieuwt zyn ge^
Weed: welker inhoud wy voor genoegzaam alhier uyt-
gedrukt houdende, alle dezelve, voor deeze reize al-
leen, en 'zodaantg dat re anders haare vólle kragt zul-
ieii behouden, byzonderlyk en uytdrukkelyk intrekken :
i^iet tegenftaandc alle verguanitigendie hier tegen mog-
'εη aanloopen : of indien aai! iommigeu , ''t zy in 't ge-
•^een 'c v.y in ^ byzuiider, door den zeiven Stoel mögt
^ergunt weczen dat 'er geen iiiterdikt, opfchorlïing vare
^^diearngen , of kerke!yke ban tegen hen mag uytge-
^Proken worden, zal zulks niet gelden ten zy de Αρσ-
j^oHflche brieven zodaanige een vergunning volkoment-
Jk , duidelyk en van woord tot woora uytdrukken.
"et zy dan geenen menfch geoorlofd deezen tegen-
^oordigen brief onzer ontflaginge, goedkeuringe, ver-
Sunninge, ordonantie, voorfchryvinge en intrekkinge
^ verbreekeii, of den zeiven door een reukeloos be-
Ijaan tegen te ftreeven. Indien iemand zulks mogtbe-
'aan , die Aveete dat hv in de ongenade van den Al-
|?3gtigen Godt, en van des zelfs Apoftelen de H.H.
tv en Paulus, zal vervallen. Gegeeven te Romen,
J^l Piefer, in het jaar na de Menfch-wording onzes
^ïeere een duizend, vyf-honderd , negen-en-twinrig,
Titwintigften Auguüi, in het fefde laar onzes
^^^üsdoms,
 mm

-ocr page 592-

Η Ë τ L Ε y Ε Ν VAN

lEaar iseioijï 'eï? niet ïan^ öaac na
ftïagten öin !ii0föicnt ioieriren oUv
fommige toan-o^eré/öeiödiie öoo^ ï^dsei'^
öeiïien&en toaarfcöijnïp gcjileegt toen / ΡΦ
Klemens öeu boigenöen ^mf/ öaac ög
om öan 3|jne öebefïïsjnge geüjaagt/ in f^tt jaai
15-31 aan ïieïjer Karei pfcijieöen»

Allerliefile zoon in Chriftus , zaliglieit. (p)
Dewijl wy met de zorg over alle de kerken zij"
bekaden, kennen wy niet nalaaten bekommerd
te zijn voor het welvaaren derUtregtfche kerke?
dewelke onlangs haar groot en magtig gebied
heeft verloren , en onder luv gebied , ook met
onze goedkeiiringe j is gekomen. Wy vreezen»
zoo als wy uyt de klagten van verfcheide men-
fchen können befpeuren, dat aldaar veele dingen
buiten kennis van uwe Majefteit , en meer
ογ
uwen naam als met uwen willé , gepleegt wor-
den j dewelke van uwe Majefteit,
indien ze daai'
kennis van had , volgens uwe godvruchtigheid
en godsdienrtigheit , niet zouden goedgekeurC
worden. Weshalve , dewijl uwe Majefteit
zich
tegenAvoordig in die landfchappen bevindt, daai"
ϊ,γ de waarheicvan al het geene omtrent
gemelde
Kerk gepleegt is ^ en als noch gepleegt word 5
Veelligcer, en van na by, kan achterhaalen j zco
vermaanen wy uwe Majefteit in den Heere alles
Op het naaukei|rigfte te onderzoeken, en
zondei'
mar andere raadsluiden te luifteren , met uw ei'
gen gewiiTe raad te pleegen. Indien gy zulk^
doet, twijfelen wy geenzins of de
godvruchtig'
heit, de geregtigheit en de billijkheit zullen bj
lï hooger gelden als alle andere inzigten. Dan di^^
alles zal uwe Majefteit omftandiger en wijdl«o-
piger voorgedraagen worden door onzen bemin-
den 2oon en Legaat, den Kardinaal Kaïnpegiu®»

-ocr page 593-

Henri c us. 5-8^

«ïenwelken wy verzoeken dat uwe Majefteit geloof
geeven. Gegeeven te Romen, enz. den 8.
Mey, ly^i. (10) in het aclitile jaar oiizes Paus-
•^Qrns.

Dit tegenwoordig aflchrift is door Meefter
Tohannes Waddaria, Kanonnik teUtregc,
ingelevert, en in het Utregtfche Kapittel
voorgeleezen den 9 Juny, in 'c jaar
'c Welke ik getuige en heb ondertekent:
Wilhelmus ,· Notaris.

Antonius Matthicus*, öieöeeje obirii^agtttict

^^It nia0t te0enfp?eelit m öeiïelt / fp?eel^t 'ec

^iÊiïi^ iJan : Aldus is de overdragt doorgegaaa
^egen alle billijkheit, tegen alle wetten, tegen
^lle regt , en tegen de ordinantiën der Voor-va·?
^^^ren, dewelke hy in 't aanvangen van zijne re-
êeeringe met eede heeft moeten belooven heiligr
te zullen onderhouden. Want, om nu van
^et Stift niet te fpreeken , het vervreemden der
J'S'fte goederen was hem volgens den eed , dien
V gedaan had , tenemaal ongeoorloft en verbo-
^en.du

^e <0cefieïtjlsïieit en ïjet Mh ρφ ^ίφ toeï
Mjocten boegen, <ên aïöu^ "^uft ï}tt Stift ^mc
jiQUbe b^ijö^it ïMifisi' bedoren j m 59»

ban ïltcegi/ Hennks na-
f^ttn/ ban f^tt geöieii ober get ^tift/ en met
^^^^ban Set bjerei^fcge sbiaarii / öcrooft Qt^

Kp^enricus öe bgf laami gerejgeeit geööen^ Henrik
^^ geeft ïitre0t beriaaten / m toeöec naai* veiimaads
IPogii-^uit^ianiioeiteert <Paac iiceeg ög mi- wordende,
&/ nn m ti ïaattoa^/ bat Μ 39" SSï^öom Ï^S S ^
tcif to®^ ga-aaHt. litcegtenaar^ piag^ Biflctop '
' Ö^m feSimjp^-geioli^ te noemen ^ïcn ßjaan^ vanwoms;
^ η toen

lUbus Am?rsfumis,

-ocr page 594-

en

590 Het Leven ν α ΐί

ook van tóCn ^ïffcgOJJ: even eens, jegt ßuchelius , ge-
Frifingen lijk Thomas van Kempen, in de Kionijk vanS.
verkoren Agncs-berg, de Beyerfche guldens blaanwe gul-
deU k uy^^^^ dens noemc, om dat ze allereerlt gt flagcn wier-
de
wereld. dooi' de Vorften van Beyeren, dewelke blaau-
we quartieren op haare fch'-'den draaiden.

Henricus, iseiödfe ill φί ïatttl ühtt Olli'
ijoo^$i0ti0§eit 0«i0 mgmeren/toierii na&ecöaui>/
300 at^ ßuchelius ober Heda fcMf^ / tot ^if^
fcÖOjp èan jfricfingen 0eito5en:iïan SufFridus Pe-

tn, in 5Qh l^erboïg op Β ka, bergaaït Oat gff
berüojcn tot SÖifcj^ojp ban H^o^m^.
^it ip
aitgan^ tjafi trat ^i? in örn boo^acmeïöen af
flanö-ö^ief i?e ö^ip^ iï^Jn i»en Söiffcijojp
ban
^am^ ßenaemt {iv

Henricus ojp bm ii Siung/ in

jaar i j-yx / «gt öit feben sefcöeiöm.

Α Α Ν Ε κ Ε -N I Ν G Ε N.

1. Met eeKpaarige ßemmen : dit is aldus te verfiaäO»
idatde ftemmeii gevallen xyn op den Kardinaal van Luik»
en op Henrik van Beieren: maar die de ftemmen moe'
Hen opneejnen , diende dat dezelve verdeeld
, doch
de meefte voor Henrik van Beyeren vt-aren , h^^'
ben aan de Kanonnikken bekend gemaakt hoe dat
2aak gelegen was. De Kanonnikken , die voor dei|
Luikenaar geftemt hadden , vreezende dat 'er krakee'
over de verkiezing mögt ryzen,endat het
Stift,'t geen®
reeds genoeg uytgemergeld w*s,
wederom geblaakt^ij
gebraiidt zou worden, hebben hunne iiemmen by
grootften hoop gevoegt.
JV. Hsda. ,

2. Het ging te Utregt al wederom wilder als

Pe adel, een ouden wrok tegen de twee Burgemeen^f
gelaaden hebbende, had hen de ftad te
naauw gemäss '
m de burgery tegens hen opgerokkent. De bnrgeri|
^ich naderhand door
den adel bedrogen achtende , .
fegen den zelven opgerezen, Als alles zoo eenigen^J^

■|Γ

-ocr page 595-

Henricus. fpi

fiachelyk had geftaan , heeft de adel den Hartog vaq
Gelderland , een wrevelig' en ongeitadig man die
in onruft en in den oorlog fcheen te ieeveu, te hulp
Pntboden, en hein meefter van de ihd gemaakt. Het
ging zoo verre dat de Gelderstnaq , moedig op eenige
voordeelen en op den aanhang van voornaame ourgers,
ïich Heer van Utregt heeft laatea huldigen. In 'tjaar
*
Τ28, heeft Grcgorius Vordius, éen der uytgeweekene
i^urgemeefteren, met eenige Borgondiilche krygsbenden,
'n de iiad weetcq te koomen. De Gelderfchen wier-
den verflagen of yerdreeven , veele Gelders-gezinde
burgers gedoodt, veele gevankelyk naar Duurftede ge-
voert. De IBiiTchop isdaaropinde ftad gekomen. Toen
fijner op nieuvif vyfticn vaii de voornaamfte kopperi ge-
sprongen. tibbo Emmius voegt'er bydatfommige ker-
Kelyke perfoonen in een leere-ïak zyn geitoken en iti
Water verdronken. DeKronyk van holland fpreekt
"aar ook van; doch volgens dezelve zouden 'er maar
i^ee Kanonnikken in de Lek iyn geworpen.
3.
Door Gods genade. De Heer Auteur heeft boven
aangemerkt dat de Biifchoppen van Utregt
al over
iang hebben beginnen te fchryven
door de genade von.
^odt en van den Jpoßolijfchen Stoel :
maar dat ze ook
gefchreven hebben door de genade Gods, zonder
i^en ApoilpliiTchen Stoel te melden. Dit zien wy aldus
Henrik van Beyeren. Maar 'tis aanmerkelyK dat in
^ker oud Handfchrift, beruftende onder den E. H, J.
C.
^· Ε. verfcheiden Brieven van Utregtfche BiiTchoppeq.
gevonden worden, daar ze doorgaans maar fchryven
"Oor de genade Gods.
Ify Aamout van Hoorn ^ by der
^^nade Gods Bijfchop. Wy Rodolph by der genade. Godf
γ'Ιίώβρ.
Wy Frederik by der genade Gods B.ijffhop t^U-
^^t. wy trederik van Gods 'genade Bijfchop 't Utregt.
^y Philips van Bourgondien. van (Jods genaße Eleói ende
yonfirmeert des ge flichts van Utregt. Wy Bifchop lohan,
W Weten van Ark el) ^y der genade Gods Biffchop 'it/-
ζ^Ζ^ . . . enz. zondpr dat 'er een zodaanige brief ge-
^onden word, daar iemand zich BiiTchop noemt by de
^^nade van Godt en van den ApoftoliiTchen Stoel. In
^Rendeel heeft men daar naderhand noch een krul meer
d aanhangen : want men zal in ^t leven van Fre~
^ Schenk vinden dat hy zich noemt BiiTchop van U-
^gt door de genade van Godt, van deu AppftoHlfchen

Stoei a \

-ocr page 596-

f^Z Α Α Ν τ Ε Β

Stoel, -en van ïijne koninklijke Majefteit. Dit kfteij
opgekomen zedert dat de benoeming der BiiTcho'f pen
van Utregt aan den wereldfchen Oppcrvorft is opge-
ilragen.

4.. In 'i Latyn .ftaai , door middel (of de bemidde-
ling) van den Hoogwaardigften Heerste weten den Aarts-
biflchop van Ürregt. maar dit moet een drukfout zyn;
want behalyen dat opdeezen tijd het Bifdom van
Utregt
noch tot geen Aarts-bifdom was verheven , zoo heeft
de Biffchop van L tregt geen verdrag met den Gelders-
man aangegaan door de bemiddeling , of door het mid-
del van den Biirchop van Utregt. ,Of hy moefl: meeneo
door bemiddeling van den Aartsbiiichop van Trier: vau
Wien op het 582 zydie gelproken word: en dit zo,u ik
nu voor 't allerwaarfchijnlijkße houden.

5 Regten van voorflelUijgfn : in het Latyn .ftaat jur^
fatronatus·,
'tgeen, om het op zyn eiFenile te vertaaien,
m het Duitfch zoude zyn , regten van Patroonfchap -
want daar is nocJi eenig ondcrfcheid tuffchen regt van
voorftiilinge , en regt van Patroonfchap, Doch heb
gedagt dat het laatfte te onverllaanbaar zoude zyn: en
het onderfcheid is juift zoo merkelyk niet.
Ja {Cap.
de Prabendisinvi.) word jus Paironattts en het regt van
een Regent der kerke voor te ftellen voor de zelve zaak
genomen. Egter zouden die twee regten , op
't nauwfte
genomen , noch ve'rfcheelen. Het regt van Patroon-
fchap, als fpruitende uyt het fliehten en begiftigen der
kerke, geeft den Stichter
en des zelfs nakornelingenj
daar het Patroonfchap op fterft, behalven meer andere
eer-regten ook regt om ingevaile van .noodzakelykheit
door de goederen van zog een kerk geholpen te voor-
den enz. Daar en boven kan een Patroon alle
eér-reg'
ten, die den Patroon toekomen, genieten,
zonder het
regt van voorftellinge te hebben enz. Zie
den Heer van
Έίγ^η de Jure Patron.

6. Zoo wereldlyke als plaafzelyke. Het regt van voof'
ilellinge word niet verdeelt in het wereldlyke en
plaatzelyke ,gelyk iemand ten eerften aanzien
uyt deez^
plaats zou können opvatten : maar voor eérft in ''tkef'
'kelyke en wereldlyke : ten tweede in 't plaatzelyke en
perfooneelyker z'oo dat het kerkelyke,van'tcerf}efoc"·'·^'
ë.n 't perfooneelyke van 't laaüe foort, onder de overdrag^
yan
d,e regten van voorfteliingen, die hier op denKe^^

-ocr page 597-

OP Hen bleu s. fp^

2er gefchiedt, niet begreepen worden. En om den on-
geftudeerden een begrip hier van te geeven , dient ge-
weeten dat een
wereldlyk regt van voorftellinge {jus
fatronatm latcale)
genoemt word 'tgeen iemand, 'tïy
dat hy een Leek of een kerkelyk perfoonzy, toekoomt
uyt hoofde van
zijne erffeniite (want zoo een regtfcerft
van de ouders op de kinderen) niet uyt hoofde vanee-
nige kerkelyke waardigheit of van de kerke. Het ker-
kelyk regt van voorftellinge is dat, 'twelk de kerke, of
iemand iiyt hoofde der kerke, toekomt: by voorbeeld,'t
geen iemand toebehoort om dat hy Abt is van zoo
een abdye, om dat hy Deken is van zoo een Kapittel enz.

Plaatzelykregtvan voorßeHinge^ ook zakelyk genoemd
(Caßrewfe, Reale is zoo een regt 't welke aan zeker
ftuic lands, aan zeketkafteel, dorp, heerlykheit enz.is
gehegt. Perfionl^'kt&gtviin voorftellinge word genoemd
Zoo een wereldlyk regt, 't welk iemand toekoomt uyt
hoofde van voorgaande ftichtinge, begiftigingen, of uyt
diergelyken hoofde onafhankeiyk van zekere plaatze
daar het aan gehegt moge wezen.

7. Zoo moefc dan , zouw men zeggen , de vrye ver-
Zing van de Dekens zonder voorgaande benoeminge aan
de Kapittelen blyven , mits dat ze niemand verkooren
die hatelyk of verdagt waar aan de oppermagt. Maar
Philips li. heeft dit noch verder willen trekken : want
in een brief door hemzelf aan de Kapittelen vanUtregt
gefchreven, enberuftende onder denE.Heer J.G. V. E.
vvord verhaalt hoe dat hy Philips den BiiTchop van He-
bron, Wy -biffchop te Utregt,tot Deken van de Ma-
J^'aas kerke had benoemt , en hoe dat de Kanonnikketi
«er gemelde kerke , op hun regt ftaande,zich onwillig
^oonden om hem aan te neemen. Waar op Philips ver-
•blaart dat zulks al by zyn Vaders tijd gebruikelyk was
geweeft: en dat hy Philips daarin gevolgt heeft zekere:
^rklaaring die zyn Vader daar over had uytgegeeven.
I^y wil 7.ich zynegeregtigheit, zoofpreekt hy,nietlaa-
l^'i ontvreemden, en wil den voorfc!\reven Biffchop voor
•'^eken van de Mariaas-kerke aangenomen hebben. Doch
P^ii hen noch wat te gemoet te komen, verklaart hydat
voortaan altyd iemand uyt het Kapittel^ zelf tot De-
zal benoemen. Indien dit al gedaan is by het leven
.^n Karei de V. können de klagten , daar Klemens Vil.
, ^yn tweeden brief van fpreekt, hier op wel gezien heb-
Geen wonder dat PJiilips 200 handelde, indien Ka-
li.
DEEL. Pp rd

-ocr page 598-

ƒp4· Aantekênïngen
rel V. ïoo al gedaan had. En men heeft oak Wykett dat'
Kareldit kunsjeal in 'twerk had geilek. Hy had een Bul
verkregen van Leo X. dat 'er niemand tot Abt, Prior, Ab-
dis , Priorin en^.zou aangeftcit worden, als na dat de Paus
iijne toeilemming had verkregen omtrent zoo een Abt,
Abdis, enz. DeezeBulleftaatinhet i.deeldtrPlakkaa-
ten van Braband, in 't eerite Boek, fevendeTytel ena.
Dit w^as voor Karei reden genoeg om zich het begeeven
van die plaatzen aan te matigen. De Monnikken fteldeii
zich daar tegen, zeggende dat ze van ouds, zoo vanregts-
wege als door de gevyoonte, hunne Overften verkozen
hadden: dat Karei zelf die Bulle verzogt had om hurïregt
tebew^aaren en te handhaven: dat zymaar moeftentoe-
ïien van niemand te verkiezen die hem onaangenaam
was : dat mögt niet helpen. Het gefchil is zoo Jaag
bly ven hangen tot dat'er onder Philips II.
hy pro-viße em
akkoord is getroffen, tot merkelyk voordeel des Konings:
dit akkoord is noit ingetrokken, maar doof den tijd in
een vaftewet verandert: dit akkoord ilaat te leezen i»
het 4de deel der Brabandfche Plakkaaien enz.

8. Dit is geweeft Johan Slackek , die oo'k Prooff
was van S. Mariaas kerke te Utregt, zoo als uyt delyff
van gemelde Dekens by Lindebom
{tltß. Epifc. Dav.)
gezien kan worden.

9. Zaligheit. Hier ftaat het woord zaligheit alleen uy t-
gedrukt: maar wy hebben in dit werk en elders
verfchej-
de brieven van Pauzen , daar zy in 't begin de zaligheit
cn den ApoftoliiTchenzegen toewenichen aan degenen
daar de brieven aan gefchreven Avordfn. Sommig·'^
Schryvers , Martinus Polonus
(in zijne Kronyk } Jo-
hannes Stella (in
de Levens der Pauzen) Polydorus
Virgilius , Genebrardus
en meer anderen zyn van ge-
voelen dat S. Kletus,die in de eerfre eeuwe Paus isg^'
weeft, zich aliereerft van deeze woorden,
zaligheit{pi
heil) en Apoßolijfche» zegen
heeft bedient. Maar dit zeg-
gen, gelyk de Bollandiftenin de Levens der
Pauzen we
iiapmerken,
{in Cieto) ftennt op geen het a]lerminft^'|
bewys; en daar is noch brief, noch ordinantie, n^c
Ichrift , noch tuttel van Kletus in wezen , „
<?-ulks können uytgetrokken hebben. Anderen zyn
van gevoelen dat Gregorius
V[I. deeze manier heetf" '
gevocrt: maar dezelve ßollandiften hebben ook

zen (PropyL ante i. tomum April, n. 105.) dat-Leo IX· ^
20 jaaren vroeger deeze manier ftandvaitiglyk heeft "
derhouden : enr dat Johannes XIII. ook iets diergeiy

-ocr page 599-

dp Hënricus. fgf
aan het hoofd van xijne brieven plagt te zetten.· Doch
Johannes Mabillon
{^de Re Diplom.) bewyft uyt verfchei-
de en geenzins verdachte bullen dat deeze manier, vaii
dezaiigheit en den ApoftoliiTchcn zegen töewenfchen, al
in de levende
eeuwe by de Pauzen gebruikt is geweeft :
en dat onder,anderen Johannes V. en Sergius ί. hunne
brieven en buUen altijd ofdoorgaans opzodaanige wyze
beginnen. Evenwel ilaat het vaft, gelyk de Bollandiftea
in het Leven van Kletus aanmerken , dat die manier
van de bullen te beginnen eerll na Led IX. of haGre-
gorius VII. als een vaüe wet in gebruik is gebleven.

Dit is maar te verftaan van die Woorden zaligheit en
/Ipoßolifchen zegen, Anders begint de Apoftel zijne brie-
ven
doorgaans op deeze of dicrgelyke wyze. De genade
i>nzes Heere Jefus Chriflus zy met uL En Paus Julius^
fchryvende
aan de kerk van Alcxandrye, befluit zijnen
brief ook
met het töewenfchen van deGoddelyke gena-
de, en
van den zegen des Hemels enz. Jade beruchte
Theodoretus , fchryvende aari
den Graaf Sporacius
{ep. 97. ) geeft hem den ApofloUJfchen zegeti^ en luenfcht
dat Godt zijne barmhertigheit over hem en o-ver zyn hms~
gezin., en in dénjongfleü dag^ overvloedig -wil uytfior-
ten.
Maardevrage is niet of een Paus, ÈiiTchop, ja een
byzonder Schryvei·, iemand
ineen briefdenGoddelyken
zegen en het eeuwig IcVen heeft toegewenfcht : maaf
Wanneer dat het,als een zekereplegtelykheit^doorgaans
of altyd by de Pauzen in, gebf
-uik is geraakt, dat ze de
gemelde
Woorden in't begin hunner brieven uytdrukten.

_ En öm dat we nu in die ilolTe zyn vervallen, wil ik
hier noch met een woord aanmerken dat zeker Schry-
\er (by de Böllandiften in het Leven van Paus Grego-
rius) van deeze meeninge is dat de Pauzen, in de eerfte
^cht Eeuwen , noit gewoon zyn geweeft hunne naa-
ien te zetten voor de naamen
der geenen , daar zy hun-
^^ brieven aan fchreven : maar dat dit gebruik ^ docJi
^et geduurige verandeiringe , allengskens is opgeko-
^^en onder Gregorius II, UI, en IV, en dat Leo
die gemelde manier geiladig en zonder veran-
«ertn^e gevolgt zou hebben , ook tot een voorbeeld
zijne nazaaten zou hebben gedient om dezelve ge-
'^^;oonte geftadiglyk te volgen. Maar dan zouden ee-
^^'ge PauiTelyke brieven , die van niemand in twyfFe!
S^trokken worden , als die vanTheodorus en van Za-
*^öarias ^ uyt het getal der PauiTelyke brieven moetm

Pp Ä mjt-

-ocr page 600-

jfpf^ Aantekeningen
uytgemonftert worden. En Petrus Jofephus Caiitelius
toont zeer wel in het tweede deel ryner Hiftorie der
Mecropolitaanfche kerken
{dijfert. 3. c. r.) dat'er de
oude Pauzen , al zederd Leo I , geen onderfcheid in
gemaakt hebben , of ze haare naamen voor of achter
de naamen der genen ftelden., daar zy hunne brieven
aan fchreeven. Hy toont ook, en ieder een zal he t in
Ciceroos brieven aldus bevinden, dat gemelde Cicero ,
zoo wel
in zyne brieven aan Pompejus als aan Tyro,
zijnen naam altyd voor aan heeft gciielt ; zoo dat
men
niet moet denken dat zulks maar gebruikelijk was, als
de brieven aan perfoonen van een laager rang gefchre-
ven wierden.

10. Den^Mey^ i^j'"· Johannes Mabillon {lih. x.
de re diplom, c. 24.) is van gevoelen dat Leo IX.deeer-
fteis geweeftdewelke.het jaar van Chriftus Menfchwor-
dinge onder zijne Bullen heeft beginnen te tekenen; en
hy getuigt dat hy geene opregte en onverdagte bullen
van ouder Pauzen heeft gezien daar gemelde tyd ftoiid
uytgedrukt, hoewel dat Aventmus dit gebruik aan Pa-
fchalis I. zou willen toefchrijven. Hy meent vorder
dat gemelde Leo zulks heeft gedaan , omdat hy vafthet
gcßagt was der Hoogduitfche Keizcren, dewelke de jaa-
ren der Menfchwordinge gewoon waren uyt te druk-
ken : en om dathy BilTchop vanToul was geweeftdaar
Zodaanig een gebruik ook zederd eemgen tiid in zwang
had gegaan. In de origincele Bul van Leo" IX , die hy
aan de Abdye van S. Arnulphushad verleent, üond al-
dus:
In het \ ,jaar Myn Heer Paus Leo IX. in de
txveede Indiäie , in het
MJiLVllIl jmr wa de Menfch-
wordinge onz.es Heere.
Waar omtrent hy noch annmerkt
dat Menfchwordinge daar genomen word voor Geboor-
te : want indien we het jaar zouden beginnen met den
25 van den laaflleden Maart, zou men het jaar ML-^l
gehad hebben. Vorders bemerkt hy noch dat de IndiÄJ''-'
aldaar niet begint met de maand September, gelijk "j
de voorgaande eeuwen v/as gefchiedt , want dan had
het de derde Indiäie geweeil , maar dat ze uytgeftrc^'·
word tot de Geboorte van Chriiius. En hier uyt fchijn^
te volgen , zeggen de Bollandiften
(Propyl. Maji^
Leone
IX.) dat men hier het begin zou können ftellen
der Pauirelijke Indiaien , dewelke met het kerkelij'^^
jaar beginnen. Het is waar dat Paulus van Middelbufr.
{lib.ii. f.ó.^ duidelijk getuigt dat Eugenias IV. deej'

-ocr page 601-

Ο.ρ Η Ε Ν R I C υ S.
tie is geweeft, dewelke op het aanraden van Blondus,
ßiflchop van Forli, het jaar der Menfch-wordhige on-
der ï,ijne Bullen en Pauffeliike brieven heeft beginnen
te tekenen. Maar .het gezag van Mabillon , die zoo
veele Bullen van ouder Pauken heeft gezien, daar het
gemelde jaar fiond nytgedrukt , moet hier hooger gel-
den als de eukelde getuigenis van Paulus van Middel-
burg, En des te meer om dat de BoHandiften getuigen
dat zeverfchèideHiilori-fchrijvers van allerhande land-
aard gezien hebben, dewelkezpdaanigeBuJlea van ou-
der Pauzen by brengen.

Vorder is het ook waar dat men by den eerwaardi-
gen Beda (tö.2. ί·. i8.) een brief vindt van Honoriusl.
dewelke aldus eindigt : Onder Keizer Heraclius.... hi
do- 7 Indiftie, dat is, in, 't jaar na de Menfchwordinge
onzes Heere 634. Maar Mabillon merkt zeer wel aan
(iß. 2. c. 2·?. 18.) dat de woorden ,, dat is , daar moe-
ten genomen worden voor een uytlegginge, die'er na-
derhand door iemand is bygevoegt ; dewijl 'er doch
geen Bullen of Brieven van een eenigPaus, langen tijd
daar na, worden gevonden daar "het jaar der Menfch-
•jvordinge word nytgedrukt. Egter heeft Cantelius
(P
z. dijjert.i.c.'è.) aangemerkt dat deeze manier, van
het jaar der Menfchwordinge te melden, al ten minfte
gebruikt moet i)'n geweefi in de achtite eeuwe : want
onder de valfche brieven der Pauzen , door een zoo-
gcnaamden Mercator uytgegeeven , word 'er een ge-
vonden op den naam van Pelagius II. aldus eindigende:
den eerften Maart, in 't jaar ^57. Nu is het alzooge-
legen dat Mercator, die deeze brievenverdigt heeft,ia
de achtfie eeuwe heeft geleeft ; en de gedagte niet kati
gehad hebben van het jaar des Heere in een zogenaarnr
den Pauflelyken brief uyt te drukken, indien zulks noit
dooreenig Paus gedaan wasgeweefl. Ook is Johannes
XlII. ouder als Leo IX. Men vindt egter dat hy zij-
nen brief aan Landulphus van Beneyento aldus beiluit:
in het jaar na de Menichwording onzes Heere

Noch iiaat omtrent den datum der Pauffelyke Brie-
Vpn te weeten, om door het lezen der Pauffelyke Bul-
Jen omtrent de tijdrekening niet misleidt te worden,
dat de Roomfche Katïier of Kantzellery, daar de regte
gullen uytgegeven worden, het jaar , zederd eenigen
^'jd , niet en begint van den i January, maar van den
Maart, pfvan de Menfchwordinge desHeere:maar
Pp 3 ' dai

-ocr page 602-

fp^ Aantekeningen ob HenRicus.
dät de Sekretary der Brevetten , daar de PaniTelijks
brieven en andwoorden opgeftelt worden, het jaar be-
gint van den eerften January. Dit gebruik der Panien,
'^än het jäar, in hunne Bollen , te beginnen met den 25;
Maart, is eeril xeer verar]iderlyk geweefi: ; dewyl de
eene Paus, in zijne bullen, het jaar begon met de maand
Januarius j de andere met den dag der Menfchwordin-
ge ; ja de zelfde Paus nu de eene nu de andere wijze
volgde. Eindelijk heeft Gregorius XV het gemelde on-
derfcheid , van het jaar anders in ?ijne bullen als in
iijne brevettenenandwoord-brieven te beginnen, door
een vaft gebruik onderhouden. En in 't gevolg is deeze
gewoonte, als eenvaftewet, in Üand gebleveq. Zie
flè Bollandirten in .
PrQpyl. Maji^ append. 3.

11. iemand zou den ßiflchop noch eenigzins , niet
londer alle fchyn van redenen, können verdedigen : te
weeten dat hy alles heeft gedaan met den raad en het
overleg v^n zijne Preïaaten, en van de vyf Kerken van
Utregt ; niitsgaders met den raad van verfcheide aan-
zienlijke perfoonen , zijne yafallen en onderdaanen ,
ïoo als hy in de bqven-gemelde Overdragt duidelijk
■getuigt. En het üaat niet te vermoeden dat hy in een
zaak, die noeh zoo yers was , en die gemelde Preïaa-
ten en de andere Heeren kollen weeten , zoo opentlijk
Cn onbefchaamd zal gelogen hebben. Maar hier tegen
zou men können vraagen of hy met de meefie Prelaa^
laaten, iCanonnikken , Vafallen en onderdaanen, en
niet ilegs met ecnige vyeinigen die hy op zijne hand had,
lieeft raad gepleegt. Men zou können vraagen of hy
met hen raad gepl'eegt hebbende , hunnen raad wel heeft
gevolgt; en zonder naar raad of raads-lieden te luifte-
ïén zyn eigen zin niet heeft gedaan. Ook ïou men kön-
nen vragen of hy cje burgery niet had moeten kennen:
waar op zekerlijk ja zou geantwoqrdt worden. Even-
Tvel word hier weinig van de toeftemminge der burgerye
gefproken : en de HqHandfche Kronijk fchrijft dat de
Borgonjers , die den Biffchop quanfuys te hulp waren
gekomen tegens den Geldersman, deburgers gedwon-
gen hebben , om Karei V, 't vyas bun lief of lepd, yoor
Opper-heer aan teneemen.

12. ,ßuGhelius zal zich alhier vergift hebben : want ^
niet alleen hebben wy het uyt Suffridus Petri dat Hen-
riciis naderhand Biffchop van Wórms is
geworden;
maar het zelve word ook beyeftigt door de Kronijk^"
iiolland. ..... ..........W^^"

-ocr page 603-

SS9

WILHELMUS ENKEVOORT
LIX Bijfchop 'uan UtregU

Wilkm « Encbevoort , tll'e ^t lia^aat Ija»
Henrik van Beyeren OJI ben ^torf hm
iltregt 0ehjeefi / toa^ af-iSomfiis ijan Degeboor-
jRïlaafirïgt
/ tn te Jliedo / een öurg i)an /o;din?'e.i

i^^a&anö / in öe toeceib ßeßoraen* Onuphrius de bedk-
Panvinius tt0emt§enia'0en!^Trajcftenfis } 'ttöeï' ningen van

^e 500 öjeï ijoo^ een litcegtenaac ató ijoo^j een ^"keyoort»
^aafinstenaai' genomen ßan ijjo^ireU ^nbien
gern ί)οοι een Utfegtenaai' öeef(; genanien/
5ai ίιρ öaar iitim mi^ïeiöt 5gn geiweetï / öafc A-
drianus VI, bse utt iitiTSi^enaat' / 500 beel
ban öem j^eeft ^egouijen,
Enchevoort ί^ eei'fï
ïianomiift
te Si ntiocrjpen geioeefï^ j^aiiecganii

ÖP i^an öe Salvators - feccft te llttïegt

9efa30,jiien 000^ öen af-fïanb ban Adrianus VI.
i>ie öen üactiinaai^-öaeii ïjat» ontbangen. lüï^
Adrianus itja.ö gebjo^iien / ïjeeffc Μ
(1) Dataris gemaaïtt / toien^ öeöieninö iie fmeeït^
reiften / caaftenbe iie ïtecfteïpe jP,?ouben / te
onöecteiienen en aan ben ie bertoonen.
^I^ejeïfire ^au^ geeft gern ooft getS^i^öombaii
Tonofe in Spanje gctjeeben / 't toeïïie ög 5elf
nocg 0een S^au^ spöe ïjatx öejeeten, Haiiergani)!/
te hjeeten tn 't jaar 15-^3 / i»en 10 September/
öl Öet ttoeeöe iaac ban serneïben ^au^
Adria-
i^us, gji/ iu öe bei'ftiesinge ban eenen Hacbt·?
Jiaaïaïieen/ (z) liaririnaal-§^|ieffei;ban S. Jo-
hannes rn Paulus getoo^en,

<iliniieip / na öat Henrik van Beyeren af
itanü gaiï ^ebaan ban Set iltcefltfcije

β Suffr'id, Petri in append* Valer. Andr. in Bibliot.Belg,
^mf^^ Aead.

^ 4 mß

-ocr page 604-

^oó Het Leven v α ν

geeft Klemens VII , be nagaat ban Adrianus VI,

lern tot öie ioaarïïigöi^it tujïlcn beröeffeit Soa
öan ÖO05 gemagtigiien in ^et öe^it ban 't
lltregtfc^e ^i^bom igetreeiien ; en / boï^
ïse gcnieene reßening/ boo? öen LIX ^ip
fcgop 0c5oiiöen« ^οφίη aï ben tgb banö^-na
fehm iaaren / öat ög öet öchjinb oöec ^emeiiic
mtt^ Ö^efïseööeit/ geeft iijoon-jjïaat^
te ïlomen gegouben ; aitoaac gg ooft 5gne iJa^^
gen/ in ben öuöecöom öanTo jaacen/ geeftge^^
emiïigt / en in be toft ban Maria de anima t^
begtaben, Onuphrius fcg^gft bat gg getloiben
in get dfbe Jaar ban lemens Vil, bat ié in

't jaau if34* SÊ'ifö^ ί^ίϊ^ fi^^t 00^ li^tge^
b.iuïit op 5gn graf-fcg^ift/ 't tociiie tog öeneben

puilen op-iebecen, (i^oiifcg^gfi Valerius Andreas,

in 5gne ii^ebecianbfcge 23oeïi5aaï / bat go ben
lp ban'tgemelbeiaar oberïeben, jBaac

anbecen / a\§ Mira^us ^ , Valerius Andreas

3df in ^gne'ii^ag-regilterl ^ bec Sobenfcge
^cgole/ beifcguiben jgne boob tot op get jaat;

Hier uyt, jegt Suffridus Pctri d , ontftaat in
de tijdrekeninge een misflag van twee volle jäh-
ren : en g|» behjeert bat gemeïbe Söiflfcgop in be
maanb ^ungban get jaac lyjó ugit get ieben i,^
gefegeiben,

^ ^t ^iffegO|| Georgias van Egmond ^tlj

gteft be tgbcetoingban Mirjeus met eigen gan^
be bernietiat / en be anbere bafigefteït in Φΐ

korr-verhaai ƒ, get bjeEte booi^ene t' lltfegf
bja^ bernfrenbe onbec Komeiis ßooth. ^n g^i^
5eïbe ttonb get boïgenbe te ïee^en : Op den ^-4·

i> Donat.Belg. ρ.τ,ιι. c Faßt Acadera.

d tn append. ad Hedam.

e Ufichelius in zijfie Aantekeningen. f Brewari^·

pc-

'Hf word
33iirchop
vanütrcgr,
maar heeft
zich door-

taans te
.omen op
gehouden;
alwaar hy
ook in het
jaar 15-56,
volgens de
sekejfte
tijdreke-
ning, is
overleden.

fi'

\ ■■
li I

-ocr page 605-

wllhelmtrs enke¥oort. 6qi

December , op Kers-avond , in het jaar ΐ5'3φ,
heb ik te Mechelen het Bis^m van Ütregt tot
lof des Heere aangenomen.

g ^ocö tit ^auffdpe S^nfie/ ^le on^iiaiïei'^
Öanö ter pnii ίφ ßeftouicn/ m öie tö^ 500 öaii^i
jionl!^ onöec Gregorius juïien opgeci^

hm/ neemt aïïe tioijfeiingixjegiioaiit baacfiaae
«ptöiiifeheïp öat iJeeje Willem in 't jaar 15-34
Otedeöen/ e«Öat Georgius van Egmond in't
5eifite iaat; tot S^lfTc^oj! aaagefïelt,

^nöe „i^aam^roïle öei' ItarSsmaaieii banTho- «-j,
lotize, öeiüdl^e geö.mftt in 't iaat· 1614; en rdiiften
δρ Zweertius , in

lïaat gemeïiï öat S^ een Reden-voering tot de
Fakuiteit der Godgeleerdheit van Loven ||eeft

Sef^eben.

^ ©e ßerft ban Afch, (eeniio^ji in S^^aöanb/
Dmti'ent eeii nnre gaan^ ban ^luffeï / oj» iien
iöes Aalft ) baat boo^gene ö^t opjigfc
obet ö^it 0e|ai>/ 5gn ber^oeii te loben in^
Seïgft in |et ïsoïïegie ban f
Adrianus vi.

©an öem bso^iö m^ gebjag gemaaïit Mi-
jeus
, in ïjtt 44 öooföfinfe ban jgne ^
lanttfc^en gSegiftigingen,

Willem Enkpvoort, eerfï Itanonml te Mnt^i
^i^tjpen/ naöeröanii ÉatiJinaaï ban öen i^Qom
fcöen ^t0d/en öaamtöoben^ifcöoiibanTor-
'^ofe in Spanje, en van Ucregt in Batavia , heeft
^en Gailhuis met eene kapelle geilicht te Mier-
een dorp
in deBrabandfche Kempen, 'twel-
voordeezen tot het Bisdom van Luik heeft
^ehoort, maar tegenwoordig ftaat onder het Bis-
dom van 's Hartogenbofch.

I" Dit is den Vertadder, na het afdrukken van V La-
T^fche werk [' door den Auteur toegezonden,
" ^der.Aftdr, mFafl, Acad. ' ÜQnmiQn.'Belgk·

Pp j- Fe-

ine

-ocr page 606-

57 ^ Het Leven van

Petrus vander Vorft, ren ^eöeFÏaniiet? / S^if^
fcBo|i ban Acqui in ^taiie/
ciu^
I35Karei, t^ iie u^tbocti/cv ban 59»
iigter^en toiiic gtiste^ <Boh geeft semeiitc
5er in ïjet jaai; 15-^7 / iuanneei; 5icö te
fetöebanö/ iiefiicgtin^ban 't getnefiie
Sebefïigt.

Kiemens VIL ^ttft öe^eltje ijt^geïp^ öebe^
^i0t tn een S^uïïe / Ut ly^ in 't iaar i r 31 / ben
15- b$n lËnsufïn^/in§etaci(tfie iaac j^j^^au!^
boni^ teïlomen öeeft ngtgegeeben/ en bebieïèe

Mireus tec semeïöe piaatje fïaat aangegaaftr^
ligt öeieïbeSJjji^ bat bit gefcpt hji^

voor twaalf arme en uytgeleefSe menfchen , de-
welken ten minfte den ouderdom van fo jaaren
moeften bereikt hebben.' en^ï,

J^p^nïïenget 'ttoeïfie'tsijrtee

eere te ïiomen ojjgefïe!t / giet; ïaaten boi0en
«pt get j^eöecïanbfi^ ICtgenen k ban Francifcus
Zweertius.

Dit is volgens uyterften wille door Johannes
Dominicas van Trani, en Antonius Sanfeverinus,
Kardinaalen , en door Petrus vatider Voril,
ί3ίΓ-
fchop van Acqui, opgeftelt voor Willem Énke»
voort, een Brabander, Kardinaal - Priefter van
den H. Stoel van Romen , dewelke verfcheide
ampten van de Roomfche Republijk , en zijnen
laft in Duitsland als Pauflelijke gemagtigde, zeer
vromelijk en lofFeliik bedient hebbende,
van Paus
Adrianüs VI ,· wiens Dataris hy geweeft was»
BiiTchop van Tortofa is gemaakt. Naderhand is
hy van den zeiven Paus, die hem met alle zij«®
voorgaande waardigheden bekleedde,
tot een te-
ken van een overgroote genegendheit, alleen m
liet genootfchap der Kardina^leq
opgefchreeveo

i P^i-io^. ..

ge-.

W I

-ocr page 607-

Wilhelmus Enkeyqort. 003

geweeft. Daar na is hy door Klemens VII ook
tot het Bisdom van Utregt verheven , tot groot
genoegen van Karei V. dewelke Keizer geki-oont
Wordende
van hem gezalft was geweeil. Hy heeft
het lichaam van
Adrianus, toe bewijs van zijne
dankbaarheic , uyc S. Pieters kerke gehaak , en
naar dit kerkje, 't welke hy heeft helpen flieh-
ten en opfchikken, en daar hy een grafflede had
laaten ftellen, doen overbrengen. Daar by is hy
iSeer genegen geweeil om de armen , ja alle men-
fchen, te helpen. Hy heeft 70 jaaren geleeft, eni
is geftorven in 'c jaar if ]/^. (3)

-ocr page 608-

6θφ Α Α Ν Τ Ε Κ Ε Ν I Ν G Ε Ν
om te overléggên of τ,οο een openftaande bediening tot
de PäuiTelijke vergeevingen behoorde ; en verders op
wat wijze dg vergeeving moefl: gefchieden of de ver-
zoekers de vereirchte hoedaanigheden hadden, enz. Zoo
is dataris dan ^exeit van het Latijnfche
bailerd-woord
datare , dén .datiim aantekenen. Indien een Kardinaal
dit ampt van DataHs bekleedt, word hy ProtQ·dataris,
dat WO veel als Opper-dataris is , genoemt.

2. Hy is niet ajleen de eenigfte gevs^eeft dewelke op
die reize door Adrianus VI Kardinaal is gemaakt: maar
Adrianus heeft noit iemand anders ïoo lang als hy
isgeweefl:, te we'eten in den tijd van een jaar en
acht
maanden , tot die waardigheit verheven. Dit blijkt niet
alleen uyt het graffchrift door den Auteur bygebragt»
maar ook uyt de Lijft der Rpomfche Pauzen en Kardia
naaien van Onuphritis Panvinius, daar hetzelve duide-
lijk ftaat ^ngetekent. Hierpmtrent dient noch aange-
merkt dht Adriaii'us' pas weinige uureii
voor zijne dood,
e,n als hy zeer onverwacht een doodeiijke ziekte op bet
lijf had gekreegen, (
de Bollandifien .i^f zijn Leven) on-
zen Willem onder het genootfchap ,der Kardinaalen
heeft aangenomen. Egter fchrijft ünuphrius , in zijn
vervolg op Platina, dat Adrianus op de voorfpraak van
eenige omflanders, den Kardinaals-hoed Λvaarfchijnl|jk
ook zou gegeeven hebben aan Theodoricus Hezius, in-
dien deeze man, die het anders wel
verdiende,genoeg'
zaame middejeii had gehad om op lijn Kardinaals
leeven. Deeze Hezius, op zijn Ncderdiiitfch Van Hees,
was de Geheim-fchrijver vat)'Adrianus VI , een deftig
man, aiin wienErafmus zijn werkje van den vryen wil
heeft opgedraagen.

3. Van deezen Biijchop ftaat noch aan té tekenen
dat hy doqr de Duytfchers , in het .veroveren van d^
ftad Römen, gevangen is genomen; en dat hy '^o dui'
zendDukaatenvoorzijn los-geld heeft moeten opfcbiet^"'

Vorders heb ik noch twee Hand fchriften in handeHi
tnebehoorende den E. H. J.C. V. E. in dewelke deeze
Willem van Enkevoirt zich Kardinaal , BiiTehop
Derthoifen en Prooiï van Ondmuqfter te ütregt noemt,
en als Prooft Van Oudmunfter eenige regten , tienden,
Janderyen, epz. verlijdt ende beleent aan Jonker

van Montfoort tot een goeden en onverlierfelijken err-

leen. In 'den zeiven brief flaat dat overmits de j"
Jaarigheit vijn Jonker Jooft Heer van Montfoort ,

-ocr page 609-

op Wilhelmus Ekkevoort. 60f
B- van Monfoort , Droflaart te Montfoort, daar toe
geinagtigd zijnde , den eed en de manfchap aan hein
^iooft van Oud-Munfter heeft gedaan : doch zoo dat
Jonker Joofl, zoo ras als hy mondig zoude zijn,
zelfs
perfoon de gemelde manfchap hulde en eed zou ver-
nieuwen.

Deeze Willem Fnkevoirt word door Ifaak Ponta-
in iyne Geldeffche Hiftorie, en door Pontus Heu-
ierus, Michael Enkevoirt genoemt. Maar dat is eert
, en zy zyn misleid geweeft door den eerileil
^fuk van Lambertus Horteniius , daar hy Michiel ge-
^oemt word. Doch dit is in den tweeden druk verbe-
^^rt. Doch Michael Enkevoirt is de Neef geweeft van
"^uzen Willem : en heeft te Utregt groote ampten be-
■^^ten, als zynde Prooft en Aartsdiaken van Üud-Mun-
ftcr geweeft. (Zie de Aantekeningen op den laatilen
<äruk van Lamb. Hortenfius.

georgius van egmond

LX BiJJchop van Utregt.

Aï^ 'a* ^tïim tiliim^ Willems ^^

iöGregorius kmsd^
van Egmond , JüDO bail iohan <0raaf bail wordGeor-

js^irmontt / Ubt to β. (i) Imanïi/ m ^tm

^ec^töioiiöe m 000^ m\ feet^ Ε"? '

^M^ en eents^agrip terlfiesmg öer iiie^ fterïten vanutregt,

Utregt/ op öe Biiicmimij ijsii Karei V. aï^
^mf ijaii tojïiï"^ / tot S5ifcö.0j|J öaii ïia^gt
«^•ftoren lil 't jaar i f m in 't jaar i r 3 0 öeöc-
J'^äSt ööo^ Paulus tv. iS^it öïpt cnirer aiiöecen

J'Öt ben lioïgcniien ^anfdpen tot tson
l^ifföoi» / ΐο^ίϊίί ö^icf ligt öe ^e^
«Mïer^ öei'miTgtfcp liii^fti^ Sftraliïiea

Pau-

« Suffr'idusFeiri app. adHedam. P.Bokkenherg in ζψ
ne engedrukte Levens·
^e. Deeze vertaaling verfcheelt in veele deelen van
het Latijn: maar de Heer Auteur heeft alle dee-
ïe byvoegzels aan den Vertaalder overgezondena

I:

i

-ocr page 610-

6Ö6 Het Leven van

Paulus dienaar der dienaaren Gods aan zijtieri
teminden xoon Georgius , .uyt de Graaven varl
iEgmond ^ gekozen Biflchop van Utregc, heil en
den Apoftoliflchen zegen. Na dat wy door het

beftier der Goddelijke barmhartigheir,doörAvienS
onnarpeurlijke voorzienigheit alle dingen haarc
fchikking krijgen j ten top 4er Apoftoliflche
iWaardigheit zijn verheven , laaten wy het oog
van onze zorgvuldigheic over alle de Kerken
wereld gaan: en wy bieden haar de hulp der A'
poftoliiTche goddgunftigheic tot het handhavei^
van haaren ftand. Maar het betaamt ons met
noch
grooter genegendheit toe te zien dat die Kerkeiij
dewelke wy van haare eigen harderen berooid
zien , volgens onze begeerte door de Apoilolii"'
iche zorgvuldigheit Voorzien mogen worden vaö
deftige harderen j dewelke bequaam Zijn om ^^
volkeren, hunnezorge toebetrouwd,door huno·^
oplettende voorzienigheit en Voorzienige ople^'
tendheit ter zaligheit te beftieren en te onderx^'J'
xen i en om de goederen der zelve Kerken iii^^
alleenlijk ten voordeel te beilieren, maar ook of"
verfcbéide wijzen te vermeerderen. Voorwaai"
dewijl de Kerk van Utregt
nu open ßaat ,
de Welke Wilhelmus j goeder gedagtcniire,Pri^'
Iter, Kardinaal onder den tijtel van de H. Η.,ί^'
hannes en Paulus , uyt kragt der Apoftoliflc"^
vergunninge en difpenfatie by zijn leven het p'^'
fchoppelijke bewind heeft gehad: en dewijl
ze voorzaat Klemens VII. goeder gedagr^"'!.^
'verklaart heeft dat dezelve Kerk, by het overlU'
den van gemelden Kardinaal Wilhemus ,
Wat andere wijze dat hy het voornoemde beW^^
quyt mögt raaken , al was (i) het by den Ap ^
lioliiTchen Stoel j niet begrepen is, en niet
grepen tnaet worden onder de ordonantien

-ocr page 611-

Geörgiüs van E&sionö.

kende de overgevingen der kerk-annpten , noch
onder eenige andere dekreeten, verbiedingen ^
of
andere zoo algemeene als byzondere bevelen vait
<ien Apoftoliflchen Stoel, van watinhoud dacze
'ïiogen zijn,
dewelke van gemelden onzen voor-
baat:, of van den ApöftoliiTchen Stoel j ook uyt
ïnzigt van den perfoon van gemelden Kardinaal
Wilhelmus , mogen uytgekoraen zijn : en daE
^iet tegenftaande dezelve ordonantien onze lief-
fte zoon in Chriftus , Karei Roomfch Keizer,
altijd overwinnaar, Hartog van Braband en Graaf
^an Holland , dewelke, zoo wel als de andere
Hartogen van Braband en Graaven van Holland
'er dan zijn zullen , volgens eeil Apoftolifch
^ Hvilegie , hem door onzen gemelden Voorzaat
^prgund, het
regt heeft om een beqiiaam perfoon,
dan door
onze beminde zoonen^ het Kapittel
^^r zelve Kerke ,
tot Biflchop van Utregt zal
herkozen worden, te benoemen } dat, zeg ik,
keizer Karei voornoemd, uyt kragte van het ge-
'^^clde privilegie, tot de benoeming van een be-
^^aam perfoon, en hec gemelde Kapittel
tot de
^^rkiezing van den benoemden perfoon , vry en
^oncJei- eenige tegenfpraak , achtervolgens het
Akkoord met de Duytfchers ingegaan, heb-
mogen voort-treeden En dat Keizer Karei
- ^ Hartog van Braband en Graaf van Holland,,
alles en op alle manieren , de volle magt be-
^udt vanzodaanigebenoeminge, en
het gemel-
Kapittel van zoo
een verkiezinge , als of 'er
''^i'gelijke overgevingen en dekreeten noit uyt-
^^kotnen waren, en niet uyt en quamen: en even
sis of de gemelde Kerk van Utregt niet by
icfl^ ^^oomfclien Stoel, maar buiten
het Rooixi-
Hof , van haar Härders regeeringe berooft
geworden: cn als of dezelve Kardinaal Wil-

hel-

-ocr page 612-

6oS Het Leven van

helmus de waardigheit van Kardinaal niet had be-
zeten , zoo als onze Voorzaat liyt zijn Apofto-
lifch gezag en uyt eige beweeginge heeft uyc-
gewezen en verklaart. Vermits dan, als de KerK
van ÜLregt door de dood van gemelden
Kardinaal
Wilhelmus, dewelke by gemelden Stoel is over-
leden, van den trooft haars Harders was berooft»
het gezeide Kapittel , en onze beminde zooneo
deProoft, de Aarts-diaken, de Deken, mitsgi^'
ders de Kapittelen van de vier andere Kerken va«
Utregt, dewelke volgens de oude , altijd goed'
gekeurde , en tot noch toe vreedzaamelijk οΠ'
derhoude gewoonte de verkiezing van een mc^'
Wen BiiTchop van Utregt moeften bywoonen,
dat ze tot het verkiezen van den nieuwen BiiTchop
den dag naar gewoonte beilennt hadden , en all^
de geenen hadden ontboden , dewelke op dez^^'
ve verkiezing wilden, gevoeglijk konden, en moC'
ilen verfchijnen, U^ Deken en Kanonnik
Luikfche Kerke , zijnde Diaken , en hebbeO^^
de vereifehte jaaren, en daar by uyt eendoorluc"'
tigeea Graaffelijke flamme gefproten, op deb^'
noeming van den voornoemden Keizer Karei, ^
Hariog van Braband en Graaf van Holland (xv'^f'
ke benoeming volgens het gemelde privileg^
door hem gedaan is,)
vermiis, zeg ik, de ger/tei^
Kapittelen enz. u op zodaanige herneming eendrag^'^
verkoren hebben j en vermits gy in deeze verk'^,
zinge, zoo als in het overgeleverde dekreet
ilaat, hebt bewilligt; door welk dekreet de Aa''^®
diaken, dé Deken, en het Kapittel van den
en van de andere Kerken, deeze zaak aan ons J
het konfiftorie hebben doen voorftellen, verzo
kende dat dezelve door het Apoilolifch g^^S
mögt beveiligt worden, en zulks op den tijd
door de (5-) Regten vereifcht word : Zoo is ^

-ocr page 613-

Georg lus van Eg mond.

dat Wy , bevindende dat deeze verkiezing van
Uwen perfoon
(6) regelmatig isgefchiedt envol-
bragt, als hebbende geloofwaardige getuigeniflen
gekregen van de edelheic uwer af-komfte ,
van
de zuiverheic uws levens , van de eerbaarheit u-
wer zeden, van uwe voorzigtigheit in geeftelij-
ke en
oplettendheit in tijdelijke zaaken, en van
tiwe vordere en verfcheide deugden en gaven;
dezelve verkiezing, met den raad onzer Broede-
ren , door het gezeide Apoftolifch gezag goed-
keuren en bekragtigen: en wy ftellen ü tot Bif-
fchop en Harder aan over de gemelde Kerk vaa
Utregt; en in den naame des genen die de gena-
den en de belöoningen geeft draägen wy u de
Volle zorg en beftiering op over dezelve Kerk:
verhoopende dat den Heere uwe werken beftie-
'"ende dezelve Kerk van Utregt door uwe voor-
^igtigheit , beleid én naarftigheit gelukkiglijfc
geregeert , en profijtelijk en in alle voorfpoed
oeiliert Zill worden, en izoowel in het geeflelij-
^ie als in het tijdelijke een goeden aanwafch zal
krijgen : zoo dan , neem het juk, 't welke op
^^"^ve fchouderen gelegt is , met een vaardige ge-
^^gendheit aan , en ziet de geZeide zorg en be-
stiering met Zodaanige oplettendheit , getrou-
^'igheic en
voorzigtigheit te bevliitigen , dat de
van Utregt verblijd mag zijn van een voor-
^igtigen regeerder en een voordeeligen beilierder
gek i'eegen te hebben ·, en dat gy zelf behalven
loon der
eeu\Vige vergeldinge onzen zegen
^^ gunft, en die van den gemelden Stoel , daai-
"oor des te overvloediger moogc verdienen.

, Gegeven te Romen by S. Pieter in het jaar na
rnenfchwording des Heere een duizend , vyf
Π. Deel. < Q_q hoa-

-ocr page 614-

6io HetLeven van
hondert, * vier-en-dertig , den fes-en-twintig-
Hen February; inheteerfte jaar onzes Pausdoms.
Was aldus ondertekent,

A. oe Castillo.

^00 öati Georgiüs met een gcoot 3ei>oï0
ijan l^o^fien en Cöeïen te iiltregt aangekomen/
m alöaac tot LX S^iflTcöojp öan fittest ten ^tl^
iten jaare insepiiiigt,

^iet Ïan0 baat na geeft semeïbe ^an^ een
ttoeeben ö^ief gefcö^eben aaniietjijf ^^tto iJ^
3iltre0t/ ban Beesen ingonb:

Paulus BiiTchop, dienaar der dienaaren Gods:
aan onze beminde zoenen , het Kapittel der
V-
tregtfche Kerke zaligbeit en ApoftoliiTchen ze-
gen. Wy hebben heden de verkiezing van den
perfoon vän onzen beminden zoon Georgius tot
de kerk van Utregt, die van haaren Harder be-
roofd was, en welke verkiezing door ul. en
dooi
onze lieve zoonen, de Prooften, de Aartsdiake-
nen , de Dekens en de Kapittelen der vier andere
kerken van Utregt regelmatig gefchiedt is, niet
den raad van onze Broederen door het Apoftolifch
gezag goedgekeurt en (7) beveiligt: en hebben den
gemelden verkozen Georgius tot BiiTchop en
Harder over dezelve kerk van Utregt
aangeilelt»
en hem het volle bewind en de beftiering der
zelve kerke, zoo in geeftelijkeals in het tijdelij-
ke , opgedraagen, zoo als in onzen brief die daaf
over gemaakt isbreeder ilaat uytgedrukt. Over-
zulks beveelen wy uwe befcheidentheit door dit
Apoftolifch gefchrift dat gyl. den zeiven Geor-

* Ifi de Latijnfche kopye flaat, zao hier als in den TJoh
genden brieft
trigeMmo qto. dat km <wsl vyf als "vief*
$n-dertig zyn.

gius,.

-ocr page 615-

Georgius van Egmond. éll

gius, totBiflchop verkozen, als uwen Vader ea
den harder uwer zielen met behoorlijker eercaan-
iieemende, en hem de fchuldige gehoorzaamheit
en eerbiedigheit met een grondhartige genegend-
hcit betoonende , zijne heilzaame vermaaningen
en
bevélen ootmoediglijk zult hebben aan te nee-
men , en met de
Werken zult hebben te volbren-
gen. Anderszins nullen \vy het vonnis, 't welke,
door den zeiven Georgius tegen de wederfpanni-
gen op een regelmatige wijze zal gevelt worden,
goedkeuren} en zullen het zelve door Gods be-
Vel tot een behoorlijke voldoening toe onverbre-
kelijk doen onderhouden.

Gegeven te Rome by S. Pieter j in ^t jaar na
de Menfchwording des Heere, een duizend, vyf
honderd, vier-en-dertig, den fes-en-twintigftea
Febrüary : in het eerfte jaar onzes Pausdoms. ν
Was ondertekent, ^

Α. de Castillo.

Ügt iiee50 tto^e ö^ietjett öïpt öniweiredeggfi»·

iijii bat SufFridus Petri, Ut iXt JjOOiä i)an Enke-
^Oort εη De ÖerltiejingSïan Georgius van Egmond

i^ot op ^tt jaac 15-3^5 ijerfcöugft:/ sieg tioce jaa^
/ ofttn minfïeteil iaat?/ i^ttft öcr^ifi»
^te^
lterftttoo0Êt gecftgct 23i?bom/3oo ïatiö HV reg.«t

§gt na 5pe öa'öefmg geïeeft ^eef^/m grooi^ in ruit en

« gecegeert/ tot geen l^ïein Sjoo^iieei öec
^ttestfcöe mtvU: toant öermit^ Μ m^n KöoölH^'fa;

Öab öan u^tcrïpe Uganben / &ie itoo^ ite öe^ bid cot hcE
FÖecming öan 't étis^ öan ^o^göirse gemafiftei vercieren
♦Öft afgetoeect cninöen öanii se^ou&entoieriicn/ yanpriftus

V » V i.V.... kerke.

^ ..........^—....... ^ . ^ gci

P^acti toa^/ met aïle mogeïpe naartïlg^eit
ï^^eöt tot öft iiemmti i^aii CQ^ifi«^ ^eme.

(l,q 2. ^mit

-ocr page 616-

él 2 Hét Leven vaii

H^ant met aliee» giag sijuconiïer^aateiiiioöl
in öet jiïescn lian öe geiaoonïïjiie toerlien Uan
goïJbjucötts^eit i iii ïjet öitröeii / in f^tt ba^
fien/ mi)ctiigti*etóiret?aainiï|fen/ en inmeec
anbere CÖ^ifieïpe oeffenmgen: maat ijgi ^eeft
ooït be bo^öere fteeft-pügten in ptvfoon toaarge-
nomen i 50a bat ^ öe i^eiiige ofreranben jeïf
ögtoomibe 0Π faecciste / öe fteciteïpe toijbseï^
5elf öebienbe/ en s^n hjerii maaßie banbe tap
riingen seïf te onberiJ^aagen / ojr bat'er boeg
geene onöeguaame ^peifoonen tot be pjiefiecig^
fe töaai*bi0öeit 50Ubm gebo^bert too^ben. 3Paac
in boïgbe öct ttüo^öceïb ban jijnen boo?5aat/

David van I'>orgonje, dewelke, geiïpt Erafmusitl
$eßeren Ö^ief aan Gerard van Nim wegen ïjetuist/
gelijk hy zelf ten hoogile geleerd was, alzoo ook
-met alle vUjtiglieic toezag dat zich geen ongeoef-
fende en onwetende perfoonen in den Geeftelij-
ken ilaat mogten indringen.

in öet jaar iy4f in 't r|e5eïfcöap ban

ïlei5er Kareis 5«fïer / be i;aiibliO00beffe Maria,

a^jie^ïanb öe^igtigbe/ ïj^ ficnefetié ïjaacbooi

Johan van HaiTelt-, Ä bar» jf^argéu-fjof/

een p^ac^tlg enB0,?|ïe!p gaflmaai onthaalt ge^
toeefï
/ $00 ai^ ögi Sibrandus Leo ïu be 3leben#
ber gemeïbe Sötrn
te leejen #aat,

ïiet geen mibbeleii onöe^oöt/

om l)ct oiibe geloof in fïanb te ijoiiben / en be
beröaïïe 5eben te beröeteren. i^en bien einbe
geeft ben bemesten Wilhelmus Lindanus,

öie naberpïib S^iffcïjop ban ^oermonbe
too.iben/ aï^ 5i|nen l^iïtari^ naac B,?ie^ianb af"
jgebaarbigt/ om be nientoe 0e5inböeben / bie Φ
baat aï toeeïig ïot gefc^oten gabben / ïietöoofi^
te&iebcn/ enbe ongebonbentöeit ber seben tegen

te saan. öeeft öem οαίί een,open-b.iief meb^

-ocr page 617-

Georgius van Egmond. 613

Seöceto/ öen toeïSeisg/ Mieftget iSobt/on^
het julien o|ïlebecen. ΦΰΗ ïjttft ÖBL

Francifcus Sonnius , iiatiei'öanii hm

ffinttoerjpen/ naaci^.ne^Ianö sejanben/ tn^cm
op ï)et ^m täan m ttt öetoaa^

i*m0e/ on&icSoubmse/ m befc^c^mlngc öan't
ouïre üatoïgftf «i^eïoof / m ban öe ßecft-geö^ui^
ïien / met em si'ootc magt boojjien, ^an be

tod aï^ be ioei^ïblpe
rigïjebeu ban JB^Ieéïaub fjcööen ζίύ} baai* tegen
aangelfeant / en be nmgt ban ben boa,?noembett

Sonnius tegensefti^Diien ϋϊΐ bcchjo^^ien / ai^fï^

benbe tegen be b^ijljebin/ boo^regten en aa!-onii
iïs? Seö^wilfeenbanB^ie^ïaMb. jißaav bit sai öetec
te pa^ itaomm / a!^ tog ban te ijath'

beien jnïïen Rebben»

Qeö onbec mg bewflen een lOei'gabei'ins
ban o^^bonantien bie boo^j
Georgius jijn ugtge^
geeben j mit^gaba'^ eenfioat-begdpban'tgeene
boo^ ben $eïben
Georgius, b0O^ Johannes van
Goch
, uanonniïi ban be Saivators ßetße / eii
Jaeobus Uten-Engius , !3^elten ban .^/Piecers
weïte / aïgemeene mifyavifjen/ in

vetfcj^eibe geïegenböebcn bemgt.

3fn be gemeïbe i^ergabeiinge flaan betfc^eibc
J^gbommen/ ont^efmgen ban ^et interdikt, m
Qiipenfatien, beliseïfie Omtrent be ontoettige ge^
«oo^te/be öeïetjelen be^ Jubieiijii^/
onbequaaiTi^
geben tot fterfteïijfte atnpten / en be onbecgoni'
««Igen bec fterïteïijite geboben ban tijb tot tgb
«^tgunt 5ijn getoeefi, BÏ5C0 §eeft Sg in 't jaar
, op den α5- February, ter bede van Maria
Toutenborch , AbdiiTe van Rijnsburg, ver-
iJint dat de Nonnen van Rijnsburg de geheele
paften door , en tot Palmen-zondag toe , aller-
hande zuivel zouden eeten. Het 2.elfde heeft hy

^ ■ Qjl 3

-ocr page 618-

6Ö6 Het Leven van

op den 18 February, in 't jaar » door een
byzonder'en brief vergunt aan de ganfche land-
llreek tuiïchen de Lek en de Merwede.

öp ten byaiib geteefï ban ite οη^«
ii^aarom^ei^pg aïitati

't / tt ioeetm in 't jaar

if3f , het voorheen gemelde Dekreet van den
Kardinaal Petrus
ad velum aureum vernieuwt tegen
de Priefters en andere kerkelijke perfponen die
jnet by zitten inwoonen. In het zelfde jaar heeft
hy de heimelijke huwelijken, en het trouwen op
verborge plaatzen, ten fcherpfte verboden. Al
omtrent den zelfden tijd heeft hy een ordonantie
uytgegeeven voor alle Paftooren en Onder-paftoo?
ren , dat ze geene perfoonen van een andere Pa-
rochie zullen hebben aan te neemen , om hen
plegtelijk en voor het aanfchijn der Kerke te
trouwen.

Ook heeft hy een bevel uytgegeeven tegen de
Aarts-diakenen , Prooften , Dekens, cn andere
geeilelijke Amptenaaren, dat ze zich niet zullefl
hebben te lleeken in zaaken
, dewelke het ont'
heiligen der kerken of kerkhoven, of hetfchen^
den der kerkelijke vrydommen betreffen.

Noch heeft hy een bevel uytgegeeven dat gee«?
ïie Bedel-monnikken , van de vier bekende or'
ders, in zijn Bisdom zullen toegclaaten
wordenj
als na voorgaande bewijs dat ze verlof verzogt
verkreegen hebben.

Ook heeft hy het timmeren van nieuwe Kloo?
fters voor de bedelende Orders, ten zy na
beko-
men verlof, op den ban, en op de verbeurte ν^Π
fo goude fchildea verboden.

Dan heeft hy noch een ordonantie uytgegee^
ven voor de Boekverkoopers , dat ze geene boe^
licn, zonder verlof van zijne
Hoogwaardigheid»
zullen (8) hebben t? druiiken. fiocii

-ocr page 619-

Oeorgiüs van Egmond» 6tf

Noch een verbod aan de Paftooren en Onder-
paftooren, dat ze in ongewijde of ontwijde ]cei>
ken geen geboden zullen af-roepen, en niemand"
plegtelijk in den echten ftaat zullen vereenigen.

Dan volgt *er een naarder verklaaring over hét
toelaaten der bedel-monnikken binnen de paaien
van zijn Bisdom 5 daar in beilaande , dat men de
Zeiven, zonder hun iets af te vorderen, zal heb-
ben toe te laaten , na dat ze blijk zullen gegee-
ven hebben dat ze van den hoogwaardigften Heer
Biflchop verlof hebben bekoomen: en dat ze den
tijd die hun voorgefchreven is verilreeken zijn-
de 5 weder naar hunne kloofters zullen hebben te
keeren.

Noch een ander bevel dat niemand zich zal
hebben te bemoeien met het bezoek der kloofte-
ren , die niet ontheven zijn van het BiiTchoppe-
iijke regts-gebied, zonder een byzonder en uyt-
drukkelyk verlof (p) van den Biflchop van ü-
tregt.

Noch een ander bevel, dat het feeft der Op-
dragt van de H, Maagd Maria geviert zal wordea
op den November.

Noch een bevel., dienende tot intrekking der
^ïfpenfatien ^ dewelke door denOrdinaris nietzyn
bekragtigt. fp^tU Ööll Öeil ^ίϊ Itf

mat^.

Noch een bevel dat niemand zal beftaan eeni-
ge Parochi-kerken, die ten minile uit honderd
Communicanten beftaan 5 tebeftieren, tenzydac
hy door den BiiTchop tot Vjkaris ( over die ker-
ken) zy aangeftelt.

. φρΜ geeft Georgius öe« äFeö^uoi^ / in 't

«epftte^eïfi: (of 300 m fiP^eeftt/ban

-ocr page 620-

6i6 Het Leven va Ν

SCfiieit om ö^^t* feniï en renten te berftoopcn/
εη öe tunmeraaöien bcr gemeïiie fterti niet öe
ïipoji· penningen te iseröeteren,

Hy heeft aan den Heer W iilem Jacobfe, Prie-
fter, verlof gegeeven om op alle Zondagen, en
op de vier voornaamfte hoog-rijden van het jaar,
tweemaal Mis te leezen in Stujvezand en Giie-
ringe, twee plaatsjes in Zuid-beveland , dewelke
zodaanig door den watervloed verarmt waren,
dat ze t'zamen qualijk eenen Priefter koften on?
derhouden.

Sinöet iaai' ^tn 311«0Ufïi/ ^eeftö^
be o^öonantie ban Frederik van Baden,gSiffc^OÏ»
faan lltregt/ banden3 a^cto&er ifoVöebefïigt;

in dewelke aan de Priefters, die eenige proeve
of kerkelyk ampt in de ftad Amfterdam bezitten,
verlof gegeeven word om in den plegtelijken om-
megang van 't hoogwaardig Sakrament (dewelke
in de Vaften door de Geeilelykheit en het volk
aldaar wierd gehouden , en uyt de kapelle van
den
H. Weg plagt te beginnen) en ook op den
achtften dag van geraelden Ommegang , te zin-
gen en te leezen den kerkdienil van het hoog-
waardig Sakrament , in de plaatze van den ge-
wooniyken kerkdienil van 'c Utregtfche Bisdom-,
en om het feeil , 't welke op gernelden dag, of
op den aehtilen dag daar aan , mögt vallen, op
een anderen bequaamen dag te verfchuiven. Het
xelfde heeft Bifichop Georgius tot het geheele
oktaaf^ dat is tot de fes dagen die tufichen beide
komen, uyrgeftrekt·

^ijne <8,ièonantie/ iuaariiao? ög De geinteïij^
Ite {)iit3jeii|lien / en troiitoen op bccöo^g^
jjiaatsen/ fc^erpeip beröieÈit/en iiaacio^iOtieii
αί bangehjaagt ïjeb&en/ juli en tog öier «gt Μ
gemeiöe öanöfeö#t iaaten öoïsem

' Geor?

Zijne
Bullen:

I.

Omtrent
den dienft
van't hoog-
•waardig
Sikrament
voor de
.Geeffcelijk-
heit van
Amilerdam

-ocr page 621-

GeOROIUS VAN EGMONI3. él/

Georgius van Egmond door de genade van Godt en Omwênt
yan den Apoftoliirchen Stoel Biffchop van Utregt, deheimeliiÏ
Wenfcht aan alle Regenten derParochi-kerken,Paftoo- huwe-
ren, Ünder-paftooren, enaau alle kerkelyké perfoonen üjken,
die in onze ftad en in ons Bisdom van ütregt woon-
achtig xyn , en aan een ieder van ul. in 't byionder, ds
eeuwige gelukzaligheit ip den Heere.

Nademaai dat het niet geoorlofd is , het plegtelyk
Sakrament des huwelyks , door Godt onzen Zaligma-
ker ingefteld, als ofhet een misdaad en een fchande ia
Gods kerke waar,in 'theimelyk en verborgen, by nacht,
Qp afge?.onderde plaatzen, en in Sakriftyen, te bedienen ;
rnaar dat het in 't openbaar en in 't gezigt der menfchen,
tot lof en eere van Godt , in Gods kerke plegtelyker-
'Wyze moet bedient worden: zoo is het dat VVy ul. en
ieder van ul. in 't byzonder, op de H. gehoorzaamheit
en op den ban , en noch daar-en-boven op de verbeu-
^ng van vyf-en-twintig goude fchilden , oud geld, en
franfche munt , dewelke ten dienfte der armen van
Chriflus befteedt zullen worden, gebieden en beveelen
dat gy voortaan geene perfoonen, van wat rang of uyt-
iieekénde waardigheit dezelve mpgen zyn, zult hebben
aan teneemen of toe te laaten, om dit groot Sakrament
des huwelyks elders als in uwe kerken plegtelyk aan te
Saan ; en dat gyl. het ïelve niet anders zult doen aan- Het kivc-
ëaan of laaten aangaan, en ook geene inleidingen
zult lijknietaaa
'aaten gefchieden, als in
't openbaar, (lo) en voorde te gaanal^
^ogen der menfchen, ten tijde als de Goddelijke dien- in'topen-
Jien iti y^e kerken verrigt worden, maar geenzins in
baar, ca
^^'melijke en afgezonderde plaatzen : en dat zulks moet
S^fchieden ten tijde als de Gemeente vergadert is om Go^délijkc
^en Goddelijken dienft tehooren; voornamentlijk van
uuren s'ochtends, tot elf uuren precys ; en van
^^ee uuren tot yier uuren s'avonds precys. En inge-
*alie dat gyl. of iemand van ul. hier tegen komt te doen,
'^Hen wy tegen zoo eenen aanrtonds voorttreeden, en
Keregtelijk laaten voortreeden , tot den ban, en tot be-
^'iaame middelen pm hem tot het opbrengen van zijnp
ß^'d-boete te dwingen.

Gegeeven onder ons zegel fvandere^tzaaken) in het
V^r onzes Heere duizend, vyf-honderd, vyf-en-dertig,
tweeden Oäober, daags na S. Remigius en S. Bavo,
Joh. Beyer Sekretaris enz.

as ΐ

-ocr page 622-

6i8 Het Leven vah

tS· ^ttft al^ Horantiffari^ cn ugtiioecïïa; feeii
^o^ülifTcÖe / öic ban iren ugtmuntenii^

|ïen Harömaaï cn jpauffléïri&en Sßgaat Reginal-
dus Poius afgebaaciri^t fcua^/ oj» ^t tjerjoeß öe^

ütecßmecfieccti ban pt jparocöi-fterlfe te üaar^
ïem / bier ïiajpeïïaancn met ïafi iiee jiden aan^
srfieit onöei; iien iree goofö-ftecße,

^ulft^ ßiijl^t «ρί öett inöouir ban ^et boïgeniie
anbiuoo^ö / 't toelße ωρ ugt öe ^eiienftfcg^iften
ban Johan Bugge, ï^anonnift te ^aaelem / Φ
Siei* ïaaten boï^en*

UI. Georgius van Egmond , Biflehop van Utregt, ΚοϊΆ'
älakeiide de uytvoerder van den Apoftoliflchen brief»

Tier Kapel- dev^^elke door Reginaldus Polus Kardinaal-Diaken va»
iaanen in de S. Cofmas
en Damianus, onder den titel van S. Maria»
ftadHaar- Afgezant van onzen genadigflen Heer, Julius III, cn
ïem. . van den Apoftoliffchen Stoel , is afgevaardigt'op het
yerzoek der Kerkmeefteren van deParochi-kerk te Haar-
Dc Regcnï I^m; welk verzoek aldus luide : Dat de Regent va»
der Haar- hunne kerke twaalf duizend kommunikanten ondff
lemfche zijne beftieringe had ftaan : en dat dezelve Parochff
kerke had zich twaalf Italiaanfche mijien uytftrekte : datdeszelf^
12
duizend Onder-paftoor, om de grootheit en uytgeflrektheit
icominuni- Parochie, vier Bedienaars of Hulp-priefters onder zicjj
cantcn OU- had ftaan , dewelke hun werk maakten van het Woof«
der zich, en Gods te preeken, en de Sakramenten te bedienen:
Vi^r hulp. dezelve Priefters, die den laft der ganfche kerke en ä»
pndiers» ggy^aj. naoeften draagen , egter geen ïekere inkom'
ften genooten , maar dagelijks zoo wat onzekere pe^'
ningen, zoo als het dan viel , van de gemeente troK'
ken. Waar tegen zy om de quaade tijden wiUendevoof'
zien , verzogt hebben dat de vyf kapellanyen, (ii) ^^^^
zy over te zeggen hebben (namentüjk aan den groot^^.
outer in het oude Gafthuis, aan S. Niklaas outer,
den outer van den H. Apoftel en Evangeliil Johnnne^f
aan den outer van 't H. Kruis, en noch twee in dér^^
rochi-kerke van Haarlem, waar van de eene reeds on^
dergeftoken, en met die van S. Niklaas-kapellanye,.4?'
welke voordeeze S. Erafmus-kapellanye geweeft is ,
yereepigt) xonder egter de te^awoordigß Regenten^^

-ocr page 623-

Georgius van Egmqnd.

Verkorten, gebragt mogen worden op vier; en aan de
Voornoemde hulp-prietteren mogen toegeweezen wor-
<ïen. Zodaanig, te weeten, dat ze gehouden zullen zijn 4e
gewoonlijke laften der gemelde Kapellanyen op zich te
öeemen ; en vorders verpligt zullen ïjjn de preeking
Van het Woord Gods, de bediening der Sakramen-
ten , en alles wat den laft der zielen in de gemel-
de kerke aangaat, onder den Regent, of onder dea
Onder· paftoor , waar te neemen en te behartigeii, iOQ
als de voornoemde hulp-priefters tot noch toe ge-
daan hebben ; en vorders, dat ze de inkomften van de
ïelve kapellanyen (ter waarde omtrent van honderd
goude Dukaaten) zoo lang als ze die bedieningen zul-
len hebben , en in perfoon zullen waarneemen, gelij-
kelijk onder malkander zullen deelen.

Zoo heeft dan de voornoemde Legaat het onderzoek
Van deeze zaak aanbevolen aan gemelden Biifchop Geor-
gius, en hem de magt gegceven om de verzogte vereer
ïu'gingen, indien hy het geraadzaam vond , te doen en
yaft te ftellen. ' Gegeeven in't jaar 15^4, den 18 July,
iti hef vyfde jaar van Paus Julius.

Ρ nder tekent

Thomas de> Witte, Notaris.

^t^tlht S^iffcSoji/ met öe f ^oofien/ Uatt^- smeek-

Jiaïtenen/ Hlöt^n/ Hiöiiïffeit/f^eïaa^ fchriftdoos

l^ii / ^^eiaatinnen / tn anöere ^cßceber^ ban ff
«^«eïpe pm^m en öeöienHiöcn in öet ^tift loTLT
«an iitreöt / gecffc een fmee&fïpfï: inseïebat Preiaaten

Karei V , en baat; in geMaagt öat 5e in öe by Karei v.
Paoeben m aeefïeïpe amjpten
o}j ö««"^ fieucte/
Jiï in gunne maanöen/ te betgeeben onirec bcr^ ftoo'en ei,
jfiieiiie boo^bjenbseï^ ten googfie beïet en ïitk^ beletten
wöt bjiecben öoo^ fiet ^of ban ïlomen j becjoe^
fmt smtmmrn^ J^ajefïeit öunöe beimïjp,^
Saame gani» te öielten / en bie öestoaarniffen en rcr-cevea
«^ö^ee^inöen önnnev boo^iregten niet te geboot dcrierke,
9en, · lijkeaiïiÊ-

. ^m 03p geeft ^eijet? Karei, ben 2p ^^uï» /

««'i jaai? 1 Ηδ / m i^afeen^tn ^lief «gtgegee^

Jben/

-ocr page 624-

ézo HÊÏ LEVEN VAN

tien / ttt baat in becïiïaört öat geene ö^iiben/
0cene Hijiofioïiffcöe / iiaac ite öeurt ban bt
getooonïpe S^egecber^ ban fterMijfte απφί^ο
toierö obci^sefïagen / in ö^t ^ttft ban lltregt
30ubett 0diren j aï^ firgiienire tcgßi öe
punten ban ïloog-Èrnit^ianii: en öat 'ec geen
^ei^erïpe 1 toefïemmins 30U op gegeebenbjo^^
ten, üeijer^ ^^ief
/ 300 aï^ tog öen ^eïben
tinïrer te ouöe fcö,«fi:en öec litregtfcge MttU
gebonden öeö&en / i§ öiec ten öienfie öe^
ßeboegt;

■f Karei door Gods genade Roomfch Keizer?
altyd overwinnaar, Koning der Duytfchers, van
Kaftilie 5 Leen, Grenade, Navarre, Arragonie,
Napels , beide de Sicilien , enz. Aarts-hartog
van Ooftenryk , Hartog van Borgonje , Lotte-
ringen, Brabant enz. Graaf van Vlaanderen, Ar-
tois , Borgonje , Henegouwen , Holland, Ze-
land , enz. aan alle die deezen brief zullen leezeft
Zaligheit.

ÏNlademaal de hoogwaardige onze zeer bemin'·
de Heer , Georgitis van Bgmond Biflchop
vao
Utregt, en de Aarts-diakenen , Dekens, Abten,
AbdiiTen, Prekaten , Prelaatinnen, en de andere
begeevers van prouven en lcerl?elyke ampten in
het quartier en hef Bifdora van Utregt , zoo uyt
hun' eigen naam als uyt den naam van al de Gee-
ilelykheit en den kerkelyken ftaat van het Bis-
dom van Utregt, ons vertoont hebben, hoe
daC
zoo wel door de fchikkmgvanhet gemeeneRegt
als door dc verdrag-punten der Duytfche natie,

1  Placet.

i Dewyl de Dmtfche Brief van Keizer Karei niet-voor
banden was
, hebben wy de Latynfche vertaaling van d^»
Mteur vjeierom in het Dftitfch gebragt.

de?

-ocr page 625-

Geörgius van Egmond. éif

dewelke over lang tulTchen den ApoftoliiTchen.
Stoel en onzen over-grootvader Frederik zaliger
gedagteni'iTe zyn ingegaan, behoorlyk en -wettig-
iyk is beiloten en vailgeftelt dat omtrent de fchik-
king en-vergeeving van alle prouven en kerk-»
atnpten, in en onder het gemelde Bisdom open-
Vallende , niemand van de voornoemde ordinariiTc
(li) Vergeevers,die eenig regt vanPatroonfchap
iiebbende, vervolgens in gemelde Prouven of kerk-
^mpten het regt van voorilellinge, van vergce-
^inge , van verkiezinge , of van eenige andere
^^chikkinge mag hebben , omtrent zijne regten
tot zodaanige vergeevingen , voorftellingen of
Schikkingen 2al mogen geftoort of belet worden ,
^er oorzaakè en uyt kragte van eenige ^ίί^Ζ/έ-»,
Die vol-
^unfl-brie'ven, JpofloUßhe Bulkn, aanbehoudïngen^
kommenden ,
(13) tereenigingen ^ (14) inlijvingen, of

Privilegien van 'vriendfchap , uytbreidingen , zoogc- voJgcns het
^ßamde λ intreeden , 'wederkeeringen , (if) Koad- Akkoord
^^torfchappen ^, (16) of van andere fchikkingen {om- ^^^
^^^nt de kerk-ampten) met intrekkinge van het regt ΗεΛερ"^'
maanden
(17) of van de gemelde Ferdrag-punten heeft fan
nadeel der ordinarijfe Vergeevers > nochte door ee- voorftcl-
hindere ongegronde kunsjes, uytfpoorige intrekkin- ^^^^^ ,
^^^ i of ingevoerde gebruiken, dewelke dagelyks meer vinge^om-''
meer in
V werk gefielt worden. Welke middelen trentde
des te minder behooren ingevoert te wor- Kerkelykc

dinn^'P^,"^^^ gemelde Verdrag-punten uyt-
^^^Kicelyker gezegt , bedongen en befloten is, dat
in mee ge-
gemelde Apoftoliflche Stoel dezelve Verdrag- ftoortwor-
gemzins zal vermogen te vernietigen^ te ver-
lo^^ft ' ^^ ^^ Zre/è/èÊ·« , als met uytdrukkelyke
^Iteinminge van de Duytfche natie, en nietan-

I regre(Pus.

lueet hier gsm beter woerd voer Coadmtorianim
vindtv,

ders

-ocr page 626-

Óii MET Levën Ϋ Α Ü

ders als met het overleg van een algemeene Kerk-
vergaderinge , nademaal deeze Verdrag-punten
(i8) de kragt hebben van
een altijd-duurend ak-
koord en privilegie j ten minile ter t^d toe dat
het gezeide door zoo
een algemeene Kerkverga-
dering :£al herroepen of vernietigt zyn. Doch ge-
merkt dat des niet-tegenftaande de
overtree-
ders van gemelde Verdrag-punten, die ^er dage·«
lyks oVer-heen flappen , en zich tegen dezelven
Vergrypen, ftraffeloos hene gaan i ja gelykerhand
naar zulke ongeoorlofde verkrygingen ilaan, ert
2:ich dezelve fomwijlen met geweld aanmaatigen J
waar tegen fommigenuyt onnozelheit,anderen uyt
fchroom voor de mocjelijkheden der
proceiTenj
dewelke zy voornaamentlyk aan ^t Roomfche Hof*
of ook elders, zouden uyt teftaan hebben, zich
niet durven aan kanten : het welke niet ^^^
leenlyk itrekt tot een zeer quaad voorbeeld voof
de anderen, dewelke het zelve dagelijksbeftaa"»
of 'er naar trachten: maar ook tot een groote
breuk
m de oude Privilegien ^ Yepen 'en hezitting^i^ ^
dewelke aan de 'uoornoomde [meekers door Ons,
Erf'heer van heP Stift vanUtregt^ onder een eed
vergunt en bevefligt
j en tot een groot nadeel
hunne ordinariiTe vergeevingen, van dewelke ^y
op deeze manier verfteeken Worden. Het té·'^^
jftrekt ook tot groote misbruiken, en tot een vef'
warrmg en vernietigmg van de oude ftichtinge"*
dewelke door deeze fnoode kunilen
verdraait ^^^
vervreemt worden tegens de godvruchtige
ning en het oogmerk der ftichteren : en vord^^
ook tot verfmaading van den Goddelyken dieni»
en tot een algemeene verargernis der geloovig^"^
als zy zien dat de ilichtingen en inftellingen h^
ner voorouderen op zoo een onbehoorlyke WiJ^^
gehandelt en weg-gerooft worden.
Doch ^Y^^

-ocr page 627-

Georgias vair Egmoni?.

dcrlyk ftrijdt zulks regens den text, den inhoud
cn de form der voornoemde Verdrag-punten, de-
Welke in de ftad , in het gebied en in hei Stift
Van ütregt alcyd onverbreekelijk zijn onderhou-
den geweeft , zoo als dezelve in het land en in
het Bisdom van Luyk, en in de andere landfchap-
pen van gemelde Duytfche Natie afhangende,
onverbreekelijk onderhouden worden , achter-
Volgens de uytdrukkelijke beveiligingen en vor-
dere vergunningen op dit ituk uytgekomen vaö
Wegens onzen Grootvader, den Keizer Maximi-
liaan goeder gedagteniiTe. En vermits het te vrce-
^en ftaat dat de befmettelijkheit van deeze onge-
regelde verwarringe noch vorder zou kruipen,
ien zy dat dit quaad , gelijk de fmeekers oot-
^oediglijk verzoeken , met alle zorgvuldighet
^%eweert werde >

Zoo zy ul. bekend dat Wy, de voornoemde in-
breuken met aandagt overwogen hebbende , va-
ftelyk befloten hebben de oude geregtigheden,
^'''ydommen , ontheffingen , gebruiken en privir-
^^gien der voornoeride fmeek^ers te handhaven,
als wy hun , by onze eerfte aankomfte in
j ^nne ftad en landen, belooft, en met de goed-
^^üringe en beveiliginge van gemelde voorreg-
privilegiën , enz. toegezeit en gezworen
hebben. Hierom hebben Wy met rijpen raadge-
^'■^oneert en befloten, en Wy ordoneeren en be-
i^iten als noch ,
dat moriaan geene jipoflolijfche Karei or-
^llen ^ Bevel-brieven^ Gund-brieven ^ Fergeevm- J^onecrt dac
mt kragt van eenige aanhehoudingen, ivereldlij- ^^foli^
geeflelijkeKommenden^ vereenigingen^ inlijvin-
fche bevel-
L 5 benoemingen.^ uytbreidingen , intreeden, weder- brieven

-ocr page 628-

624 Het Léve nva ν

Duytfche Natte j of eenige artykeïen der zelven^ over^
treeden, benadeelt of ingétrokkên zouden worden, hin-
nen de Stad , het gebied^ en het Bisdom van Utregt
toegelaaten of aangenomen zullen morden.
En indien
'er ergens ietwes tegensgemelde Verdrag-punten
gedaan of beftaan mögt worden , dat zul iS, als
tegens gemelde Verdrag-punten ilrijdende, voof
ongedaan , kragteloos en nietig zal worden ge'
houden: nadien het onze meening is dat de voor-
noemde fmeekers den inhoud der gezeide Ver-
drag-punten, zoo als ze leggen, voortaan zulleri
gebruiken en genieten, Wy willen en ordonee-
ren ook dat onze Raad op zodaahigé vergeevio'
gen eil bevel-brieven, dewelke tegens gemeldii
Verdrag-punten ilrijden ^ geene Plai:et-bYïe\'C^
zullen h^ebben te verleeiien. En indien'er al oa
deezen eenige zodaanige brieven , door onoplet'
tentheit of% misverftand , van Ons of van on-
zen Raad mogten verkreegen worden, zoo be-
geeren en vérklaareri Wy dat dezelve
van geen^r
waarde zullen zyn
j en dat de kerkelyke en Avereld'
lyke Regters van onze landen dczelven gecnzinSj
'czyopentlyk 'tzy zijdelings, tot nadeel der g^'
melde Verdrag-punten zullen hebben te
achren·
Vorders beveelen Wy dat alle de voornoemd^
fmeekers, of iemand van hen in 't byzondcr, de-
welke eenige prouve of kerkelyk ampt volgef®
de form der gemelde Verdrag-punten verkreeg^^
hebben , in de
reëele en lichaamelijke bezitting
van gemelde prouven en kerk-ampten, eninh^
volle genot van de inkom ften en
profijten der ze
ven , zullen geilek , gehandhaaft en befchertn^
worden : en dat de anderen daar zullen uyrgez^^
worden,dewelke daar, tegens den text, den inhoU
en de form der Verdrag-punten,
zijn ingekoine -
Dierhalve verkundigen en belaften Wy aan om

ISJatic 'ftrij-
dènde, aan-
genomen
oftoegelaa-
len zullen
■worden,

cn dat 'er
aan zodaa-
nige ver-
gunningen
geen I'la-
cec-brief
zal gegee-
veti Vör-
den.

-ocr page 629-

GEOkoiUS VAN EGMOND. ézf

lieve s getrouwe Opper-Prefidenten, aan de Raads-
heeren , den Onder-Prefidenten Kancellier van
onzen grootenen geheimen Raadj mitsgaders aan
de Raadsheeren van onzen Raad van Gelderland,
en aan onze Prefidenten , Onder-Prefidenten,
Raads'heeren van Vlaanderen , Holland, Vries-
land en Utregt, erivorders aan alle Regters, Ma-
jeftraaten, en alle Onderdaanen, dewelken dee-
2.e zaak raakt, aan de VikariiTen der zei ven, eiï
een ieder \vienhet aangaat, dat ze zullen hebben
Zorg te draagen dat de gemelde fineekers het voor-
deel van deeze vergunningen, verklaaringen en
ordonantien, volgens den inhoud en de form der
2.elven, geruilelyk, vreedzamelijk en volkoment-
iijk genieten en bezitten j tot zoo verre dat ze
ï^un in deeze zaaké geen fchadè, geen leed en
geen moeite aandoen , of laaten aandoen : want
3ldus is ons welbehagen. Tot oirkondé deezes
hebben wy ons groot zégel hier doen aanhangen.
Gegeeven in onze Keizerlyke ftad Augsburg, deil
4 July 5 in 't jaar onzes Heere duizend, vyf-hon-
^^rd , acht-en-veertig , in het 29 jaar'van onze
^^eizerlyke, in het 53 jaar van onze Koninklijke
^^'geeringein Kailiije,enz.

^ Was onderfchfeven en ondertekent door den
Notaris
Bave^

ïs noch vorder ondertekent, nagezien, en be-
tonden van woord tot woord over-een te koomen
iPjt den oorfpronkelyken brief, door my onder·^
^^«reven , D
e Lange.

li. DL·, Hr tOF

-ocr page 630-

Czé Het Leven van
L O F

die aan

GEORGIUS VAN EGMOND

Gegeeven word door

J· ROYARDUS

jTan de Order der Minnebroederen,

Royardus geeft jpjccB-cebeuen obec
^oniïaasfcöe «eiiaiiseïien / in Setjaac if^i/
met öe boïtfenïie faioo^iieii opgcii^aagm
aan Ge-
orgius van Egmond , Biffchop van de voortref-
felijke Kerke van lltregt, zijnen hoogwaardige^
Heer.

Ik kan, hoogwaardigile Kerkvoogd, de groo·*
te beleefdheit en tekenen van hoog-achtioge niet
vergeeten, die gy my beweezen hebt,
wanneet"
ik niet by geval, maar (zoo ik althans vertrou\Y)
door hooger fchikking my zelve bevond op die
gerufte en eenzaame plaat ze , dewelke zoo be'
quaam was tot het overweegen van hemelfch^
zaaken 5 en daar gy zelf ook , door een opregt^
godvruchtigheic bevlogen , gekomen waart ovo-
het gewoel van het Hof te ontwijken , en orfl
het hoog-tijd van den H. Geeit met alle aandag'
iigheit te vieren. Als ik aldaar, onder het ple^'
gen der Goddelijkedienilen, niet in denBifichop
alleen, maar ook in zijne huisgenpoten, een vooJ"
beeld zag uytfchijnen van een waarachtige ^^^
Chriitelijke godvruchtigheit, zoo heb ik by mf
zeiven beginnen te overweegen dat het
geen won'
der en was dat aan 's Keizers groote^Hof (h®^
welke
u zodaanig verciert , dat het van u nocft

groo-

-ocr page 631-

Georgius van EgMONI5.

grooter cieraad en luiiler ontvangc^^ de vroomig-
heit en de godsdieniligheit boven alle zaaken ge-
acht wordt', daar zodaanig een Prelaat, als gy zytj
onder aile de helden en hovelingen uytmunt. Het
luft my Gods gaaven in uwen perfoon t-e erken-
nen , en erkennende te eeren. "Want door een
gunft des hemels is uwe Doorliichtigheit niet al-
leen begiftigt met een uytmuntende geleerdheitj
maar ook met een voortrefFelijke waardiglieit;
Vermits gy onder het getal der hoogwaardige
Kerk-prelaaten zijt aangenomen j en u een Bif-
fchops Stoel , oudheits-halve eerwaardig , door
den Hemel is gegeeven ·, die Stoel 5 zeg ik, de-
"«^^elke door de uytfteekende godvruchtigheit, en
door de onilerfelijke naamhaftighek van uwe hei-
lige voorzaatcn , de heilige * Amandus5 Wille-
brordus,
en meer anderen, te lang om hier op te
tellen, zoo vermaard, roemruchtig en, glori-rijk
is geworden. Voorwaar ^ die u door de gaaven van
^ime
genade 200 njkelijk heeft Verciert j en zoo
Aanzienlijk heeft gemaakt, heeft niet begeert dat
de kaars, die hy ontiloken had , onder
het ko-
^"en-vat zou fchuilen : maar hy heeft U j op dat
Sy 'er veele zoud vcrligten , op deezen grooten
kandelaar geplaatil. Maar 't zijn
deezeGoddelij-
ke gaaven niet alleen, die u zodaanige een luiiler
Dyzetten : maar uw
adel dient ook niet weinig
tot
Vermeerdering van den zelfden luifter ; want
adeliike afkomite moet zelfs in heilige men-
schen niet verfmaadt worden. En de H- Lucas
^^If, als hy het leven en de daaden van den hei-

„ Niemand^ hehahen Roy ar das heeft ott gefchrevef»
? Z^dagt dat S. Amandus de voorzaat van S. WilULrordus
ψ het Bisdom van Utregt is geweefl: zijn misßag fpruiP
^^^yt , dat hy Utregt en Maaftrigt^ {heide m HLatyn
'^^ajeéium) .vüor des:>ehe
ßad heeft genomen^

Rr ^ ligea

627

-ocr page 632-

Het Leven van

ligen Voorlooper des Heere in het bégin vanzyrt
Evangelie gaat befchrijven , begint zyn
verhaal
met des zelfs adelijke geboorte, en met des zelfs
voorouders 't zederd menige jaaren herwaarts op
te tellen. Want, volgens de getuigenis van Boë-
thius , fteekt 'er ten minfte die voordeel in den
edeldom, dat de edelen als genootzaakt fchijneti
van de deugd hunner voorvaderen niet te ontaar-
den.' En wie weet niet uyt wat een deftige en
doorluehtige flamme dzt gy onder het oude
volk
der Batavieren zyt gefproten ? Maar wat hoefik
den adel van uwe doorluchtige voorouders op tc
haaien , daar de günil des Hemels u met zodaa-
nige deftigheit der zeden, vromigheit des levens?
beleid en voorzigtigheit, godsdienftigheit en ge'
loof, en dat het voornaamfte van allen is , met
zulke godvmchtigheit heeft begiftigt, dat w/
niet zonder reden moeten beli jden dat gy naar die
deftige Vaders van de voorgaande tyden , wie daC
het zyn mag , ten voile gelykt. Wel aan dan?
doet uw befte , gelijk gy reeds al doet , οΠ3
Gode, die u alle die gaven
heeft gegeeven, doo^
het goed gebruik der zeiven ten allen ti jde te be-
haagen. Vorders, haogwaardigile Kerkvoogd?
hoewel uwe iiytmuntende waardigheit onze ge'
dienftigheden geenszins van nooden heeft, ···,■ƒ

Gerardus Moringius , ίΠ· ÖC»
ban xi)m Eanteiteniiigeii öbn'den Prediker,

Georg! US ten pogfte gemcmt. (ip)
3]T4 ijlt laai' ifff öe sut gotJ^'öieii^^-.

^^claat/ Georgias van Egmond, ^Ctmft^P^
iJerseri aan de
Mtvlt iian fan den Doopcr, ΐζ

^Qiibü. ^it gia^ fmt achtet' ïjtt ,

he acöie!>5iitie hau ïjtt groote lïtaai-i en tf'
öedöt öet mQmi S^mei^f.

Johannes.

-ocr page 633-

Georgias van Egmond.'

i§ n^ m gefcpben op ben z^ jo^ ^ ^^^^
ijeniöec / tn 'i laar iffp / na irat Set
tiom ornament laaiden pis

^ί)ίϊ ïi'cöaam é ip öe i'pe Hlölipe

ban Atnandns , tlSffc|iei1 êlï .

cijn / aïüjaai' Μ ^ofi oüerleöen ©ocg 5ί)»
Sart te lltregt/ met
tm graffcöiift 't
me/ öegraaijen, ï|ct ^di^es^ noc| te^tnlooaa^
big
in toee^en / baat* αϊ §et atibere boó^ ben Φ
Bebetiseiibeii tp bernielt: en ftmt 1« get
Cöoo? hm Maartens > j^ewie te ïeesen* '

stichting

Van den Eerwaardigilen Heer

georgiüs van egmond

BiJJchop van ütregt.

Ik Qeorgius van Egmond , door de barmhertig- Biilchop
ßeit en genade van den almagtigenGodt Biilchop
door Gods
J^an Utregt, föchte ter eere van het driemaal hei-
Ij^ge en over-gebenedijde Sakramient des Outaars ιϊσίς^Γ'
( t Welke van alle fchepzelen moet ge-eert wor-
"εη) in de katedraale Kerke van Utregt een al-
^yd-duurende MiiTe 5 dewelke alle eerfte donder-
dagen van iedere maand, het ganfche jaar door,
^por de zaligheit mijner ziele en tot vermeerde-
^^r^g der godvruchtigheit van het geloovige volk
Joet geleezen worden; en zulks met de volgen-

Voorwaarden.

.Ten eerfte begeer ik i3at deese Mis gedaan zal

-ocr page 634-

6i6 Het Leven va Ν

worden aan 't hooge Outaar van de katedraale
Kerk , met de zelfde plegtelykheden, met dewel-
ke de drievoudige feeftdagen in dezelve kerke
geviert worden , het ofFer-dcel alleen uytgezon-
derd.

Deeze Mis zal te feven uuren geleezen worden,
van den eerften donderdag na O.L. Vrouwe Licht-
mis , tot den eerften donderdag van de
maand
December : en vorders te half achten i doch zoo
dat de klok
Salvaior eerfb een quartier uurs zal
luiden.

' Deeze Mis zal plegtelyk gedaan worden dooi'
den Wy büFchop van Utregt; doch by aldien hy
van huis of belet is, door eenKanonnik die een
prebende in de zelfde kerke bezit.

Wanneerde Diaken, de Onder-diaken en de
Opzienders het
Alklma of den l'raBus z\ng&n<f
zullen de andere Kanonnikken der zelfde kerke?
die een prebende bezitten , het zelve zingen.

Die de Mis zal doen , zal het hoogwaardigft^
Sakrament, in zyn Priefterlijk gewaad, tiyt de
Sakriftye naar den grooten outer draagen: als hy
ilaar gekomen is , zal het Choor zingen:

O faluUris hofiia^

cali pandis oflium 5
Bella premunt hoftilia^
Da robur ^ fer auxiliim.

De Mis voleindigt zynde, zal de Prieftcr deß
zegen met het hoogwaardigfte Sakrament geevei^?
en oïidertuflchen zal het Choor zingen:

Defenfor nofier afpice^
Infidiantes reprime,
Conferva tuos famuks^
^os fanguine mmatus es^

-ocr page 635-

Georgius van Egmónd.^

Na dat de zegen mee het hoogwaardigfte Sa«
krament gegeeven is , zal het Choor den
Pfaim,
Loof mijne ziel fkn Hser ^ met luider item-
me leezen. Α Is de
Pialm uyrgeleezen is, zal de
Prieiler aan den outer ilaande overluid leezen:
Maak muen dienaar zalig 5 waar op bet Choor
Zal andwoorden,
Myn Godt die op u heeft gehoopt 5
dan zal de Prieiler wederom -zeggen :
Zend hem
hulp uyt uive heilige plaatze
; dan het Choor: en
hefchermt hem uyt Sion.
De Priefter, Heer "jerhoor
myn gebed,
Het Choor; En mijn geroep kome totu,
' De Prieiter: De Heer %y met ul. enz. I.aat ons
bidden :
Heer ^ die de hardi^r en deheflierder zyt van
alle geloovigen ^ zie genadigUjk^op uwen dienaar Ge-
orgius.^ denvjelken gy over wwe kerk tot harder hebt
<^angeftelt. Geef dat hy het volk , daar hy over ge-·
fielt is, door zijne woorden en voorheelden mag flieh-
ten , op dat hy met de kudde hem toehetrowwd ten eeu-
"Wigen leven mag geraaken^ door onzen Heer^
enz.
Als ik zal overleden zyn,zal het Choor, in de plaats
Van den geraelden Pialm , leezen den yo Pfiilm j
Ontfermt u mijner ê Godt ^ met den Pfalm, Vytden·.
Gispen
: en daar by het gebed 3 Qeef hem Heer de
^^uvjïge rufi 5 en de veerzen die doorgaans voor de
overledenen gelezen worden : dan zal hy fluiten,
^et dit gebed :
TVy bidden u Heer ^ vergun dat ds
^[d van uiven dienaar , onzen Biffchop , Georgias^
^ie uyt den moejelijken firijd van deeze ivereld hebt
Inhaalt , in het gezelfchap van uwe Heiligen mag
^^ien^ door onzen Heer
enz.

Voor deeze akyd-duurende MiiTe, dewelke op
^ile eerfte donderdagen van iedere maand^, het
ê^nfche jaar door, moet gezongen worden, maak
^^^
5 ilicht ik , geef ik , en fchik ik de inkomlte
honderd en veertig Karokis-gulden : dewel-
-ie in twaalf
maanden gedeeld zynde, voor iedere

Rr 4 maand

(fjï

-ocr page 636-

Leven van

lïiaand uytniaaken elf gulden , dertien ftuivers,
cn iets daar boven. Dit geld wil ik iedere maand^
als deeze Mis gezongen zal worden , op de vol-
gende manier verdeelt hebben,
(τ,ο)

Pe BiiTchop yan Ütregt zal hebben XX CR
De Wy-biflchop van Ütregt X

i:)e Diaken en Onder-diaken, ieder Π
Pe twee Öpzienders, ieder , II
Die het Alleluia of den Traöus zingen,
ieder .... I
Twee die aan het outaar dienen, ieder I
Twee keilers, ieder , II

De Schatmeeiler voor de wafch-

kaarfen. / . . XXX
De Kapellaanvan den Wy-biflchop Illt
De Kanonnik die de Mis leeft in 't

afwezen van den Wy-biflchop ΙΙΠ
De twee uytdeelders der penningen 15*
Vier nazingers, ieder 99·"
ï)e Regent der Studien .
Sellien Koraalen , ieder .
§es llaf-draagers, ieder
Pe Orgel-fpeelder ,
Die de blaas-pypen trapt
Pe klokluider voor het luiden van
de klok . .

CR Iii
CR. Iii

. VIII
vi

I

I

ί '
I

in
If

VI

Het geen boven de gemelde uytdeelingen
overfchieten, zal in drie deelen gedeelt worden:
twee der zelvq zullen gelykelyk onder de Prelaa-
tpn en Kanonnikken worden omgedeelt, behou-
dens dat de Aartsdiaken, de Deken, en
de Aarts-
onder-diaken een dubbeld deel Zulley trekken.
Het derde deel zal voor de Vikariffen zyn , en
gelyl^ely^
onder dezelven gedeelt worden.

-ocr page 637-

Georgius van Egmqnd.

De Prelaaten en Kanonnikken , die 'er tegen?
Itvoordig zullen zyn , zpllen het geld van de af-
wezige Prelaaten en Kanonnikken onder malkan-
der gelykelyk deelen.

Het geld van de afv/ezige VikariiTen zullen de
gndere VikariiTen insgelyks onder malkander dee-
ien. Het zelfde zy te verilaan van de afwezige
i)azingers, ftaf-draagers en koraalen : welker geld
Ook onder de anderen, die zich in de Mis tegeii-
"Woordig vinden , gedeelt zal worden<

By aldien de Biifchop van Utregt den dienfl:
der gemelde MiiTe niet by en woont, zoo begeeE
ik dat zyn deel onder de VikariiTen gedeelt wer-
op dat ze des te vier iger voor den afwezigen
ßiiTchop mogen bidden.

ïk begeer dat niemand van de gemelde kerke
^eel zal hebben aan de voornoemde uytdeelipgen,
^oe zeer dat hy het van node mag hebben , ten
^y dat hy met de Religieuzen tegenwoordig zy
in het groote Choor , eer dat het Choor begint
zingen O
falutaris Hpfiia: en dat hy daar zoo
blyve, zonder eens uyt te gaan , tot dat de
^ollesie voor den levenden of voor den overle-
^n Biflchop ge-eindigt zy , en dat de Prie-
J^^ï" 5 die de Mis gedaan heeft, na de S'akrifty
iCeere,

Als het Dom-kapittel van Utregt de pennin-
δ^π van my of van de uytvoerders van myn te-
tarnent , tot het onderhouden van de gemelde
^'tyd-duurende MiiTe , zal ontvangen hebben,
het gehouden zyn een Brief over te leveren ,
e\velke rpet het gewoonlyke zegel van het Ka-.
^^Jtel ^al bezegelt zyn. Zy zullen my een af-
^^hrift van den zeiven brief, naar den eifch der
§ten ppgefteld, ter hande ilellep : en de geze-
" " Rr f jrelde

-ocr page 638-

Het Leven van

Ö34

gelde brief zelf zal te bewaaren gegeeven wor-
den aan dè Majettraat van Utregt , en by de
ilads-papieren opgefloten worden. En ingeval-
Ie (h welke Godt verhoede) deeze godvruch-
tige ftichting niet behoorlyk onderhouden , of
ten volle moge achter gelaaten Avorden , zal de
Majeftraat der fbad Utregt de voornoemde jaar-
lykfche inkotnilen beileeden tot het gebruik en
ter onderhoudinge van de arme Wees - kin-
deren,

Ondertuilchen zal ik , zoo lang als deeze Mis
gedaan zal worden voor dat gemelde inkomft^
begint te loopen, de uytdeeling dvoor mijnen al'
gemeenen Vikaris laaren doen j en ingevalie dat
ik iets by uyterfte wille kome te maaken , zoo
begeer ik cgter dal deeze mijne ftichting , als
^ezeit is, haare volle en behoorlijke uytwerlciOo
zonder eenige tegenfpraak zal hebben.

ïS^li^ tïecre tian ban Georgius van Egmond)

^Säfcgop iiaii ïltiTgt: ban tuien togt iiit nocg
meïiien geööen öat ^ijne / boïgen^

tm ünöe en met öe öani» gefcöjebe ^conp
Ilifejgt/i^getefi:

Exerce piet at em.

OeiFent de godvruchtigheit.

Höcö te raatie geioo^to/ get^in^^f/
fcM^ ίί«« öen saifcöoïi / öe lilact^-biaïtenen/
Pt ïl^ei^en^ / Kli&ten en mtü^rn bet mtce^m
Mnu / 't toeïlfte pc öoben oj»
obergeflagen i^/ ^ïöiei te !aaim boï^en.

-ocr page 639-

Georgius van Egmqnd.

Gheven zeer oetmoedeiick mit alle Reverentie
ende onderdanicheit te kennen, uweKeyf. Maj.
goetwilligé onderfaten ende Capellanen Georgius
van Egmondt Byfcop , Prelaten ende Capitulen
der vyff kercken ende alle andere collatoiren van
uwer Keyf. Maj. Stadt ende Diocefe van Utrecht.
Hoe dat warachtich is, dat hier bevorens wel eer
2;eekere groece gefchelen , twillen ende twee-
drachten verreien geweeft zijn tuiTchen den Hei-
ligen Stoel van Romen ter eenre, endeden Kuer-
furilen 200 geeftelick als weerlick , ende ander
frincen vander Duytfcher Nation ter anderen
'dijden , övermits die menychfuldige referuen ^
ExpeÖrativen, Indulten van nominatien endedier-
gelyken gratiën Apoilolicque zeer overvloedelick
dagelicx Ipruytende vanden felven Stoel van Ro-
men, tot grote prejudicie , achterdeel ende belet
Van die ordinariiTe collatueren. Soe dat naeder-
handt int jaer ons Heeren duyfent vier hondert
^cht ende veertich , in die maent van Februario
tot onderlinghe onderhoudeniiTe van ewige pays,
^reede, ende vereenyge van die heylige kercke
Univerfael, zeker redelicke, godtlicke ende pro-
"^elicke ordonnantiën, ftatuyrcn , concordate,
Paflen ende contracten geconcipiert endegemai6fc
E^Weeft zyn, fpecialick t-uiTchen onfen Heiligen
^ader den Paus Nicolaum quinrum , ende den
^eiligen Stoel van Roomen ter eenre, ende den
Jiüerluchtichften , vermogenfte ende onverwin-
.'ckften Furften ende Heeren, Heeren Frederick
derden gecozen Roemfche Keyfer ende die
I ^ytfchen nation mit die Prince, Furften, Pre-
.^ten ende ganfle. geeilelickheit van dyen ter an-
g^i'en zyden j die welckeby den felven Paus ende
^toel yan Roomen mit rype deliberatie van Rade
^^ die Eerwairdichilen Vaderen in Gode
ende

Hee-

-ocr page 640-

Het Leven ν an

Heeren Reverendiifitne Cardinalen van Romens
confillorialiter gelaudeert, geapprobeert, gera-
iificeert ende geaccepteert geweeftzyn int voorfz
jair in die maendt van Meerte j by die welcke
' concordaten onfe voorfz heilige vader den Paus
cxpreflelicken belieft ende overgegeven heeft:
Dat zyne Heylicheit in geenreley gratiën van re-
ferven, expeétaciven, Indulten van nominatien?
oft enyghe ander difpofitien, oick
onder wat co-
luer 5 dexel oft forme van woorden die felve zyii
mochten (uytgefondert alleenlick refervantien al-
daer uytgedrucl) hem nyet onderwinden en z^l
die ordinaris Collateurs en zullen mogen libère
difponeren van alle beneficien , vacerende in haii·'
ordinaris inaenden 5 te weten Februario, Aprili j
Junio , Augufto , Oétobri ende Decembri , ifliE
alfulcke voorwairden ende conditiën dat die CeW^
concordaten overbrekelick fouden
voortganck
hebben , ter tyt dat in concylio generali mit eX'
pres confent vander felver nation , dair inne ari'
ders geordonneert zal worden , breder blykendc
uyt den tenoir van die felve concordaten ,
ondef
welcke concordaten die voorfz fupplianten ende
hair predeceilbirs altyt mede begrepen ende g^'
comprehendeert geweeft zyn , Wykende by def
declaratien van onfen heiligen vader den P^*^®
Sixto den vierden dair op gedaen int jair duyieii·^
vierhondert ende Ixxij ,
in die maent yan Julioi
Ende oick foe hebben die voorfz fupplianten die
felve concordaten ende effeét van dyen altyt
duecb-
4elicken gebruy£fc > gheufeert ende onverbrek^'
lick
onderhouden toeten tydt vanden tranfl^^^^^
yander temporaliteyt des Byfdoms van
Ptrechc
aen uwe Keyf.Maj. als Hertoghe van Brabant en-
de Grave van Hollandt, ten wekken tyt int trac^
Cersn op te felve tranaatie is Hy den fupplianje"

-ocr page 641-

Georgïus vän Egmond.

begeert ende van wegen uwer Key Γ. Ma j.den felveri
expreflelicken belieft geweeft, dat zy in haer previ-
legien vanexemptien,collaiien, iniHtuiten, irnmu.
niteiten, gebuerte ende tliours van te confereren i«
hoir ordinaris maenden blyven fouden , alft bly«5fc
by dextrad van dyen ende brieven van confirma-
tien van uwe Key. Maj. dair van geexpedieert j
foe verre die felve fupplianten van alfulcken pre-
vilegien duecbdelicken gebruyckt ende geufeert
hadden , geiyck zy van den felven concordaten
altyts gcdaen hebben tot opten dach van huyden.
Ende hoe wel datcet niemant geoirloft is noch
oick en beheerde den fupplianten , eontrarie die
voorfz contraöen ende concordaten, van hoeren
tour van te confereren in hoir ordinaris maendén
enychiins te beletten oft te turberen om redenen
hier boven breder geraert, worden nochtans die
Voorfz fupplianten onder dexel ende coluer van
Zeecker indulten van nominatien ende ander ex-
orbitante gratiën vanden felven Stoel van Romen
gefproten, ende mede iiyr eracht van zeecker in·^
duit viin nommatie, in uweKeyf. Maj« viélorieufe
^'edercoempfte van Thunes by onfen Heiligen
Vader den Paus oft Stoel van Romen verleende
'^pte beneiïcien , officien , oft digniteyten inder
fuppl santen ordinaris maenden nae uycwyfen vaa
voorfz concordaten gevallen, van dage tcdage
^eer gemolefteert, totter fupplianten ende der
gheenen die zy ordinaris geprovideert hebben,
ë^'oote achterdeel, fchadc ende verdriet, SoedaE
^y fupplianten ter oirfaicken van defe ende dier-
Selyke faicken tot pleyten , moeyeniile ende οιι»
^[sgelike coften van jair te jair gebrocht wordeng
^"'echtelick jegen hoir oude previlegien, concor-
daten voorfz ende expreife approbatie van uwe
^y. Maj. 'c welk immers^ alfoo nyec en behoort-

Bid-

-ocr page 642-

Georgius van Egmqnd.

Bidden ende verfoucken dair omme die voorfz
fupplianten zeet* oetmoedelicken, dat uwe Keyf.
Maj., als fonrayne van alle redelicheit ende ju-
ilicie totconfervatie vander fupplianten oude pre-
vilegien ende gerechticheiden, waer van zy altyc
duechdelick gebruyd hebben ^ tot opten dach
van huyden, ende mede tot ruft, vrede ende wel-
varen vander felver genadelicken lieven willeb
tordonneren ende'^xpreiTelicken te verclaren dat
alle alfulcke previlegien, gratiën- ende Indulten
vanden Stoél van Roomen gefproten ende ver-
leendt^ oft die noch in toecomende tyden zullen
mogen verleent worden, als direftelick tenderen-
re jegen die voorfz concordaten, previlegien en-
de oude ufantien by uwe Kayf M"aj. expreiTelick
geconfirmeert nyet en füllen mogen te werk ge-
leyt, noch ter effeft geftelt worden dan alleenlick
in die maenden die wekken nae dinhouden vaf^
die voorfz concordaten Onfenheiligen
Vaderden
Paus ende iloel van Romen ende nyet den fupplj'
anten competerende zyn, oft dat uwer
Key. Maj·
gelieven wille den felven fupplianten een
manda-
ment in cas van maintenue te verlenen om bod'
tegen alle alfulcke pretenfe moleftatien, parcbie^
dair toe geroepen als nae rechte behoirt te zie«
mainteneren, Renvoyerende die felve parthye^
voor den Hove provinciale van Utrecht, ahvai^·
zy fupplianten te rechte behoren,

! ■

Ende dit doende, S^c,

aaN-

-ocr page 643-

639

AANTEKENINGEN,

I. in de Kanttekeningen, dieBuchelius op SuiFridus
Petri heeft gemaakt, ifó^t dat hy de Regent van gemel-
de Abdyc van S. Amandus is geweeli.

Dit ïier daar op d-at wanneer iemand die een ker-
kelyk ampt bezit , aan 'tRoomfche Hof, of'er ,dicht
by, komt te ftervcn, of op een andere wijze zyn ampt
l^omt quyt te raaken, dat, 7.eg ik , zoo een ampt ach-
tÈt volgens een dekreet van Kl^anens IV, 't welke door
de volgende Panzen beveiligt is , ter begeey inge van dea
Paus ftaat. Ik zeg , of op een andere wijze zynampt
komt quyt te raaken ; want zoo luiden de PauiTelyke
dekreten, (Zie
cap^ t. de Prabctidis in VI. En Extrav^
de Prcebendis k.c.)
Maar omdat Bonifacius Vili. {m
'^^p·
34. de Prceb. in VI.) maar fpreekt van xulken ge-
daar zoo een ampt door iemands fterven by het
■Hoomfche Hof komt open te vallen, zoo word, voor-
'^annentlyk in Vrankryk en in de Nederlanden, op de
Andere manieren van open te vallen niet gepart. Dicht
'^y het
R. Hof is' ie ïeggen, zoo als Bonifacius ter ge-
loeide plaatze verklaart, als iemand niet verder als twee
dag -reixen van 'tRoomfche Hof komt re fterven,
(Zie
^an Efpen in jure can. de Refervationibus. ·

3 · Achtervolgen s het akkoord met de Duytfchers ingegaan ;
^°''icordnta Germania.
Om dit te veritaan , dient voor
ongeftudeerden geweeten dat de, verkiezing van een
,^'flchop, dewelke van' de geeftelykheit én het volk ia
tw^aalfde en dertiende Eeuwe was overgegaan op de
Mtedraale en Kollegiaale Kapittelen, door Klemens
ρ ^ Klemens V, Bonifacius VIH, en meer andere
au^en , allfngskens getrokken wierdnaar denRoom-
"^hen Stoel door de zoo genaamde
refervatkn : waar
^''^rBarbofa
[lib. i. Juris Eccl. cap. 8.) kan nagezien
j^.ördetv De Pausen hebben juyfx over al hun oogwit
.let bereikt,
too als in de Hiftorien van Vrankryk,eii
ye Verhandelingen van de Kerkvergadiringe van
p^nftants gezien kan worden. Maar egter hebben de
^^^"^-en het'er dikwils , en op meelt alle plaatzcn , met '

ijg l^rnelde aanbehoüdingen doorgehaalt: en hadden
^^Pittelen in het verkiezen van hunne Biflchoppen
'^wils niet veel te zeggen, als doorgaans of dikwijs

'door

-ocr page 644-

Aantekeningen
door zoo een aanbehouding of reservatie in hunne ver-
kiezingen geiiremtzijnde. Hier over xyn zeer zwaare
klagten gevallen: en is voornaamenllyk daar tegen ge-
klaagt en gepleit in de gemelde Kerkvergaderinge vart
KonÜants, en in die vah Bazel. Wat in Vrankryk o-
ver deeze zaaken al omgegaan is, en
Wat al gefpooks
dat 'er van weerskanten over gemaakt is , kan in dé
Franfché Hiüorien nagezien worden: en zyn 'er de Ko-
ning en de Paus beft mee gevaaren. De Hoogduit-
fchers hebben ook hemelhoog over alle die aanbe-
houdingen gekermt: waar op dan, om hen zoo 'tbeft
doenlyk was te bevredigen, een akkoord tuffchen hen
en den Roofflfchen Stoel is getrofFen : welk akkoord
ook bévefligt is door Nicolaus V. Volgens dit akkoord
hebben de Hoogduitfche Kerken die het akkoord aan-
genomen hebben (want alle hebben zy.het niet aange-
nomen) wederom een volle vryheit gekregen in het
verkiezen van hunne BiiTchoppen eh Aarts-b'iflchoppen :
behoudens die Kerken dewelke by den Roomfchen Stoel
(in den zin als boven) zouden open vallen: behoudens
ook , dat by aldien de verkiezingen niet op den wetti-
gen tijd aan den Paus voorgedragen wierden , of niet
regelmatig waren gefchiedt , of om een andere hoog-
dringende reden, de Paus de vryheit zou h.ebben van
daar een Biffchop aan te ftellen. Zie
Concordatu Ger-
mama
&c.

Hoew^el hier dah gezegt word dat de Kanonnikkeil
van Utregt achtervolgens dit
akkoord een Biffchop mo-
gen verkiezen , zoo begrypt een ieder wel dat hunne
vryheit in het verkiezen niet groot is geweeit; ja dat
hun de handen door 's Keizers benoeming bytia gebon-
den waren.

4, Door hei overgeleverde dekreet. In het Latyn ftaat
ook
decreto. Maar iemand zal denken wat gelykenis
dat zoo een Brief der Kanonnikken naar een dekreet
heeft gehad. Staat dan te v^reeten dat het Kapittel 't
■welke het regt van verkiezinge had , als de verkiezing
gedaan was, aan den Metropolitaan zoo lang het be-
veiligen aan hem gedaan heeft, en naderhand aan den
Paus, een Brief overzond met het zegel van ieder ver-
kiezer bezegelt,en van alle Kanonnikken ondertekend,
om hem verilag van de verkiezinge te doen, en -de be-
veiliging te verzoeken. Zoo een Brief wierd een
de-

kre"

-ocr page 645-

op Geörgïus van Egmond. <j4i
yetum of dekreet geiioemt. Zie dit alles breeder by
Barbofa hh. i. Juris Eccl. c. p.

Hier omtrent itaat noch te weeten dat het verhaal van
de verkie'iinge,mct degetnigeniflèn van de bequaamig-
heit,deugd, geleerdheit van denverkozen perfoon,volgens
bevel van de Kervergaderinge van Trente (in het i Kapit-
tel der zJf zittinge over de hervorming) gezonden moet
worden aan den Paus. Doch indien de^aTkiezingisgc-
fchiedt op de benoeming of aanbieding van den Keizer of
van een Koning,is het gebruikelyk dat het ganfche verhaal
overgezonden word aan den Kardinaal die deßefcherm-
heer 'van zoo een Keizerryk of Koninkryk fs.

5. Dit ziet op het geene wy reeds aangemerkt heb-
ben, dat de verkiezing volgens het gemelde Akkoord
aan den R. Stoel verviel, indien de verkiezing diedoor
de Kanonnikken gedaan was niet op den geitelden tijd
aan den Paus wierd voorgedragen.

6. Dit ziet al wederom op het boven gezeide, dat
Volgens het Akkoord met deDuytfchers ingegaan, in-
dien de verkiezing niet regelmatig was gefchiedt, de
Paus geregtigd was om een BiiFchop naar zyn eigen goed-
dunken aan'te (teilen.

7. De beveiliging der Biifchoppen word altijd door
den Paus gedaan iil het volle Konfiftorie; in het by-
iyn eu met het overleg der Kardinaalen. in het ecrfte
Konfiiiorie wordt de gekozen ßiifchop door den Kar-
dinaal , die daar toe geiaftigt is, voorgeiielt : en dit
dient maar op dat de Kardinaalen zich wegens denvoor-
geilelden Perfoon mogen bedenken. In het andere
Konfiftotie word hy weder voorgeficlt; en dan brengt
de vüoriieUende Kardinaal in hoe de verkiezing ge-
fchiedt is, hoe het met den iiand der Kerke gelegenis,
wat gaven en bequaamigheden de verkoren Biflchop heeft
enz. Daar op neemt de Paus de flemmen der Kardi-
naalen op. En zoo 7.y voor de beveftiginge itemmcn ,
geeft de Paus zijne beveiliging omtrent met de zelfde
woorden die in deeze Bulle ilaan uytgedrukt. 2ie
van Efpen
in jus Can. part. i. tit. 14. c. 4.

8. Dat de Biifchoppen dewelke tegen het vervalfchea
en het veranderen van deChriiklyke leeringe cn tegen
het bederven der zeden moeten waaken , her regt heb-
ben om het uytgeeven van fchadelyke, argerlyke en ge-
vaarlyke boeken te beletten, en om heronderzoeken der
koeken uyt dien hoofde aaa ïich te trekken , is by ds

il, S s K»-

-ocr page 646-

<542. Aantekeningen
Katolyken, dät ik weet,nQit in twyfel getrokken. De
anders-gexinden zelf hebben dit , althans al zeerdikwils,
even eens als de Katolyken begreepen- fn haare Kcrk-
tugt
{difcipline des E^ijjl's. Reformees, &c.} word bevo-
len dat 'er gemagtigden uyt iedere Provincie van Vrank-
ryk zullen aangeftelt worden, om acht te geeven op 't
gene van tijd tot tijd ftond gefchreven te worden en
uyttekoomen. In dezelve Kerktugt ftaat noch te lee-
'ïen
dat de Dominéés, noch iemand anders van hunne Ker-
kcn , Ktet zuEen vermogen eemge boeken raakende den
Godsdienß, door hen zelven. of door anderen gemaakt , te
laaten drukken, om dezelven in V licht tt geeven , zonder
de gemelde boeken alvorens aan ds By-een-komßen^of zoo het
findig is, aan de Provinciaale Synode» te vertoonen
enz.
Dit is naderhand beveiligt door de nationale Synode
van Montaban (an. 159+) van Rochelle; (itfo;) van
Alets
(iö2o) van Gharenton (162·^) van Alen^on,
(1637.) Ja in de Synode van Anjou is zeker Predi-
kant, met naame d' HuiiTeau, afgezet om dat hy zon-
der goedkeuringe een boek had uytgegeeven
van deHer-
eeniginge des Chrißendoms.
Om diergelyke reden heb-
ben zy ook.den Heer Dyffe, Predikant van
Die in Pro-
vence, zeer vervolgt. De Synode van Loudun, van't
jaar
1656^., heeft het zelfde tot het drukken der predi-
Jiaatien zelf uytgeflrekt. In de oude tijden der Kerkert
deeden de Biiïchoppen omtrent deeze zaak doorgaans
niet anders , als de boeken te onderzoeken , en hun
vonnis daar over te ftryken : het verbieden , uytroejei),
-en als de zaak zulks verdiende, het verbranden der boe-
ken, wierd door Keizers .en wereldfdie oppermagt^en
uytgevoert. De leeringen van Arius zyn veroordeelt
door de Kerkvergadering van Nicëa: zijne boeken zyn
verboden door Keizer Konftantyn· De boeken van Eu-
nomius zyn verboden door Arcadius , die van Neiio-
rius door den jongen. Theodofius. De boeken der En-
tychiaanen zyn verbrandt op het bevel van Marcianus,
na dat dezelve door de Kerkvergadering van Kalcedon
veroordeelt waren enz. Maar dat Paulus Sarpi, in zij-
ne Hiftorie van de Kerkvergaderinge van Trentcn,van
gevoelen is dat zulks üand heeft gehouden tot her ein-
de der achtile, eenvve , zonder dat de Pauzen of Bif-
fchoppen voor het jaar ^00 zich bemoeit hebben met boe-
ken te verbieden, of te verbranden,daar heeft hyongelyk
in; want Paus Leo ,heeftiJi 'cjaar 44.3 op eigen ge-

-ocr page 647-

op Georgïus van Eg Mond.
'lag de boeken der Manicheën doen verbranden : het
zeive is door Paus Gelailus gedaan in 't jaar 49^, en
door Paus Symmachus in 'tjaar 503. Zie
Baillet juge-
mens des Savans t. l.

9. Behalven den Biffchop zijn 'er noch andere dia
het regt hebben om de Klooiters te bexoeiien, dat
is
om te onderzoeken hoe dat alles daar toegaat omtrent
de Klooiler-tucht, het leven der Monnikken , het be-
ilieren der goederen en?-. Dit regt hebben voor eerft
de Abten , en de hoofden der orders, onder geen Bif-
fchop itaande ; daer en boven hebben dit regt de zoo-
genoemde bexoekers , of bexigtigers , of 200 gy het
woord
vifitatores beft vinlt verduitfchen , dewelke
door de Algemeene of door de Provinciale Kapittelen>
achtervolgens deOrdoiiantie van de derde Lateraanfche
Kerkvergaderinge, tot dit bezoek zyn gemagtigt en ge-
kozen. Hier omtrent dient geweeten dat de Generaa-
len der orders, devvyl het meefi; altijd italiaanenoften ·/
ten minfte uytlanderszyn, doorgaans in Katholyke lan- |
den de Kloofters niet mogen bezoeken , zonder verlof'
van den Koning of van den Oppervorft te hebben. Ea
daarom zien we doorgaans dat zy, eer dat ze in zeker
Koninkryk koomen, om hunne Kloofters aldaar te be-
zoeken , eerft verlof van den Koning of van den Vorft
verzoeken. Hier van , om nu van Vrankryk alleen te
fpreeken, zal men verfcheide voorbeelden vinden by
Petrus Pitheus in het tweede de,el der vrydommen van
de Franfche Kerk, aan het 53 Hoofdftuk.

10. Het is de hedendaagfche gewoonte in het Kato-
lyke Nederland , zegt de Heer van Efpen (a'ff
Sfonfal.

Matrim. c. 6.) dat het huwelyk, zoowel als de an-
dere Sakramenten, in de kerken bedient werden. Maar
of dehawelyken van ouds ook in de kerken bedient zyn
geweell, dat is zoo zeker niet. Men leeft wei dat ze
in 'taanfchyn der kerke,of in de tegenwoordigheit der
kerke , aangegaan wierden : maar daar word de kerk
genomen voorde vergaderingeder geloovigen ; en voor
't aanfchijn der kcrke'te trouwen, was niet andersgezeit
als voor de vergaderinge der geloovigen, en niet in
'c
heimelyk te trouwen. Maar dat de hnwelyken in de
kerken, en onder de Hoog miiTe, bedient worden, word
als een^!ofί'elyke gewoonte aangeprezen door de Syno-
de van Mechelen van 'tjaar door die van Ant-
werpen, gehouden onder
Mireus , door die van S. Omer

S s a enz.

-ocr page 648-

ί?44 Α Ν τ Ε κ Ε Ν ϊ Ν G- Ε Ν

enz. Het welfde is voor deexen van meer andet'e Sf-
noden aangepree'ien en bevolen geweeft , als door dc
Synode van Langres, onderden Kerk-voogd Ifaac, door
die van Milanen , onder Karolus Borrouieus, door die
van S.Maio ander den ISiiTchop Willem Gubernacor enz.

Men leeft evenwel noch wel dar de plegcelyke zege-
ningen over de huwelyken uytgefproken zyn geweeit in-
de huizen der partyen die zicii door d-en trouw veree-
iiigden. Zulks zal men onder andere vinden in het le-
ven van S. Amator by de ßollundiften : en Theophy-
laétiis Simocata fchryft in het eeifte boek van zijne
Hiflorla Mauriciana, dat Johannes Patriarch van Kon-
ftantinopolen den zegen over het huwelyk van Keizer
Mauritius in s'Keizers paleis heeft ayt gefprooken.

n. Men-zal in dit werk al meer gewag van Kapel-
lanen cn Kapellaanyen gevonden hebben. Om dan te
weeten wat eigentlyk een Kapel laan is , moet men wee-
ten dat de Chrillene Keizers en-Koningen van ouds door-
gaans eenige kamertjes of kerkjes in hun paleis^hadden,
om'er deGoddelykedienÜen te laaten y^errigten, en dezel-
ve met hun huisgezin by te woonee : zuNke kerkjes wier-
den kapellen , en zulke Priefters kapelUanen genoemt.
{IXtduCangev .Camelia·. 'Thomaßin de Difctpl. Eccl.p. 4.
1. I
.e. 43 , van Efpen part. 2. tit. 18. c. 4. &c.) Metter tijd
hebben de andere geloovigen, die het vermogen had-
den, ook eenige bid-plaatzen of kerkjes ter eere van
eenige Heiligen beginnen te bouwen : en eenige inkom-
üen geftigt tot onderhond van een
Prielter , die daar da-
geiyks of fomwylcn Mis'zoude ieczen , en van 'tgeene
■vorders rot het verrigten der MiiTe noodzakelyk'was.
ïiindelyk als een Leek, die een byzondcte zucht tot
ccn Heilig had , niet genoeg bemiddeld en was om zoo
een ganiche bid-plaats of kerkje te timmeren , heeft
iTjen in groote i<erken , als in Katedraale , Kolle-
giaale , en Parochi-kerken , eenige Zy-oiuaaren of
Zy-kapellen beginnen te ilichten ter eere van zoo
of van zoo een Heiüg, ter gedagteniiTc van zoo
een gel-.eim, van zoo een mirakel enz. en men heeft
daar eenige inkomlien aangehegt voor de Prielleren, die
zulke Kapellen zouden bedienen. Zoo een ampt,
van zulke een kapel waar te necmen , is een kapella-
ny. Niet alleen moelkn die Pricfters dagelyks of ten
minilc dikwils , de Mis in zulke kapellen leezen,
maar ook de getijden met de.Kanonnikken zingen, ea

op

-ocr page 649-

OP Georgtus va>r egmonb.
op 2yn Kanoniks, of omtrent op zyn Kanonniks, ge-
kleedt gaan, gelyk de Heer van Efpen bewyft. ßoch
vermits de Kanoiinikken doorgaaas rykelyk kennen be-
fiaan , en de Kapellaanen nauv/lyks hadden om van te
keven 5 2yn de laatften in minder achting geraakt, en
laaten 7.ich dikwils als de knegteu van de Kanonnikketi
gebruiken. Dat de Kapellaan by ons ook genomen _word
voor den Frieder, die den Paftoor .in
zijne bedieningen
heipt, is een bekende zaak.

IX. Ordinariffe Fergsever, De Liefhebbers onïer
taaie zullen het wel infchikken dat we hier en elders
onder het vertaaien fomv^'ylen eenige baiterdwoordefi
laaten doorfchieten.
Ordinaris is hier meer te zegge i
als
gewoonlyke: want het betekent zoo een vergee'vcL·
'van kerk-ampten dewelke dezelven iiyi hoofde van zytt
ampt of waerdigheit vergeeft: want men weet dat 'er
zodaanige vergeevingen aan liet OïiTchopdom , aan het
Aarts-diakenfchap , aan het Dekcnfchap enz. zyn
gehegt.

13. Het is genoeg bekend hoe zeer dat deeze Kom-
menden
in zwang gegaen hebben. Als de Paus iemand,
die de vereifchte hoedaanigheden ofjaaren niet en had
om een kerk-ampt te bezitten, ja in de wereld wilde
blyven ,de inkomlien van 200 een kerk-ampt wilde ver^-
gunnen, ftelde hy zoo een ampt onder de zorg of be-
waaring van zoo een perfoon: dat was
commendare ^
mnheveelen.
De BiiTchoppen hebben die magt ook ge-
had·; en dat in 'teerite met een goed inzigt;' teweetea
óp dat de openftaande kerken en ampten, dewelke om
eenig belet van geen Harder konden voorzien worden,
niet onbediend zouden blyven. Maardewyl zulke per-
foonen äe vrugtenvan die aanbevole kerken genooten,
begonnen zy allerhande middelen in 't werk te ilellem
om die
Kommenden langen tijd te behouden, en zagen-
de BiiTchoppen dikwils op hunne hand te krygen: waar
door dan een perfoon metter daad dikwils veele kerk-
ampten- bezat. Om hier tegen te voorzien, hebben de
Pauzen beiail dat zodaanige
Kommenden niet langer als
fes maanden i7iogten duuren {caf. Nemo 15. de Eleä.
ifi VI.) Doch omtrent na het jaar 135-0,hebben de Pam-
pen zelf zich aan dien Regel niet gehouden, en begon-
nen de kerk-ampten aan deeze en geene perfoonen voor
geheel hun leven in
Kommenden pp te draagen. Doop
deeze mijiiier hebben zy de vergeevïng van verfcheidö

S § 3 kerk=

-ocr page 650-

Aantekeningen
kerk-ampten in het Weiten tot zich getrokken. Maar
hier over zyn dikwils groote onluften ontftaan, als by
Matthsas Paris (in Henrik
III.) en elders gexien kan
worden. Dat meer is, de Pauzen gaven die
kommen-
i^s·;?doorgaans aan Italiaanen en Uytlanders; waardoor
een menigte van geld buitens lands wierd gezeult. Zoo
dat deKouingvan Engeland onder Iiniocentius
IV.eens
oprekende hoe veel gelds dat 'er 'sjaarlyks op diewyze
buiten xynRyk wierd gezonden, en bevonden heeft dat
het veel hooger beliepals zijne eige uikomlten, te weeten
opyoduizend marken ziivers: daarzyn inkomiien noch
op het derde deel zoo hoog niet gefchat wierden (Zie
Mattham Paris ad aan. i2f).) Maar om tot onze zaak te
koomen , en te weten hoe dat
deOrdsnariffi f^rgeeven
daar door in hun regt benadeelt wierden, moet men
aanmerken, dat dit als een kunsje was, om de vergeevers
in hunne begesvingc te beletten. De begeeving quam
hun toe; en de Paus wilde hen quanfuys in hun regt
liiet verkorten, nochte zich hun regt en hunne begee-
ving aanmaatigen. Hy vergaf dan die kerk-ampten niet;
maar als algt meen BeiHerder der kerke beval hy dezelve
voor eeuigentijd aan iemands zorge en beftieringe. Zoo
langdeezeaanbeveelingduurde, bleef het vergeeven op-
gefchort. Zie Fr. Paolo van de kerkelyke Ampten enz.
. ιψ. Fereemg'mgen enz. Dit was ook een kunsje: op
dat iemand, althans naar den fchijn, geen twee of
meerder kerkelyke ampten tegens het verbod der ker-
kelyke Regelen zou bezitten, en egter de inkomiien
der zeiven zou mogen genieten; vereenigde men het
eene, dat men zoo een perfoon wilde vergunnen,met
een andere 't welke hy behooriyk bezat ot mögt bezit-
ten. Dan waren het nyterlyk geen twee kerk ampten,
maar niet meer ais een, als zijnde beide in een, of 't
eene in het andere gefinolten. Hier door wierd het
Regt der vergeevers,benoemers,verkiezers enz. al we-
derom verkort; want als by voorbeeld een kerkelyk
ampt ftaande ter vergeeving van een kapittel vereenigt
wierd met een ander kerkelyk ampt, üaande ter ver-
geevinge van den Paus, wierd het als eengerekentmet
ietlaatilc, en moeft vervolgens ook door den Paus
vergeeven worden.

1Intreeden, Wederkeeringen: dit is al te duifter voor
de ongeftudeerden : waar omtrent moet aangemerkt
worden dat, indien iemand zyn kerkelyk ainpt tegen

een

-ocr page 651-

op Georgiüs van Eg mond. (^47
een ander verruilt hebbende, in iiet bezit van het twee-
de niet kon koomen , dat hy zeg, ik zonder naarder von-
nis weder mögt keeren coi; zyneerile kerk-ampt. En
dit is tegen de Regten of biiiykheit niet. üp dien
voet hecït men ook gaan uytyinden dat iemand zyn ^

kerk-ampt aan iemand anders afgefiaatl hebbende, indien ]

deeze tweede het zel ve ampt weder quam over te gee- i|

ven zonder in het bezit getieeden te zyn , dat, zeg ik , ji

de eerfie weder toe ^ zyu ampt mögt keeren; en dat
wierd
acceßis, intrede, genoemt, als of hy voor de
eerile raaale in het bezit van lyn ampt was getreden-
Doch indien de tweede, daar hy het ampt aan afgedaan
had, na dat hy in 't bezit was getreden , het zeive aan
iemand anders quam af te ftaan , of uyt de wereld te
fcheiden , dat dan de eerite weder tot het zelfde ampt
mögt koeren, en dit doopte men
Regrejfus^ wederkee-
ring. Op dien voet kon men de kerkelyke ampten als
erfclyk maaken , zonder dat
de Ordraarije Vergeever ooit
te pailè kon komen om zoo een ampt tc vergeeven.
Want by voorb. Johannes gaf het op gemelde voor-
waarde ovcr aan Jacobns. Stierf Jacobus, of ftapte hy
'eraf, dan quam Johannes wederom in zijne oude bezit-
ting en kon het aan Petrus overdoen. Bleef Jacobus langft
in 't leven ,die kon'er even eens mee omfpringen, Docli
de Pauzen , zegt Broeder Sarpi
{de Benef.) hebben al-
tijd het rege van zodaanige overgeevingen van kerkely-
ke ampten aan te neemen en goed te keuren aan zich
behouden. Dat meer is, die de kerkelyke-ampten zo-
daanig aan een ander overgaven,, deeden het dikwils
met behoudinge van alle de inkomften voor hun leven
lang: want zy beoogden niet anders,als dat deinkom-
ften van zoo een vet kerkelyk-ampt na hunne dood aan
iemand van hunne vrienden of bloedverwanten zouden
komen. Daarom zyn dasdaanige wederkeeringen etn-
delyk verboden in de kerkvergaderinge van Trente.
{Se^. 25·. c. de R.) Zie Broeder Sarpi ter gemelde
plaatze , en den Heer van Efpen
mjuscan.p. ι.ί/ί. 27.
c. η.

i6£oadjutoorfchappenJ^e:^>\ffc\\o^pm^%Q\^k men weet;
hebben hunne
'Coadnitores of Medehelpers , daar we el-
ders van gefproken hebben. Doch de bezitters van vette
kerkelyke ampten, ziende dat de Medehelpers der Bif-
ichoppen door een Geeftelyke wet, de naazaaten der
Biiichoppea wierdtn, hebben dezelve wyz,e willen na-

S s 4 vol-

-ocr page 652-

(f48 , Aantekeningen
volgen, om de gemelde ampten als erfelyk te maakcn,
of ten minfte op iemand, daar xy xucht voor hadden,
te doen vervallen· Zoogingen dan niet alleen de ker-
kelyke Dienaars, die met zorg der zieien beladen wa-
ren , maar ook die tenemaal vry waren van ?.odaanige
zorg, en vervolgens geen de minde hulp van nooden
hadden , Medehelpers aanneemen ; doch niemand a!s
de Paus , zegt wederom de gemelde'Sarpi , vermögt
hun dê magt te geeven van zodaanige Medehelpers aan-
te llelleh, '

17. Alet intrekklnge van het regt der Maanden. Hier
omtrent moet geweeten worden dat volgens de meer-
gemelde Verdrag-punten derDoytfche Natie de verkie-
zing tot Aarts-biiïchoppelyke en Biffchoppelykekerken
iaan de Kanonnikken is gelaaten : en vorders , dat om-
trent alle andere
7_oo wereldlyke als kloofterlyke kerk-
ampten , behalven die aan 't Hof van Rome ïónden o-
penvailen, deexe Regel zou onderhouden worden,dat
de
Ordinariße l^ergeevers hun regt vry en ongemoeit zou-
den mogen beoeffenen omtrent alle de kerkelyke ampten,
dewelke zouden openvallen in de maanden van Februari,
April, Juny, Auguilus, Oéiober en December: maar
dat de ampten in de andere 6 maanden openvallende
'Zouden ftaan ter vcrgeevinge van den Paus; te weten
onder dit beding dat zoo dikwiis ais de Paus zodaanige
kerk-ampten niet en vergaf binnen den ti]d van drié
maanden, het regt van vergeevinge , voor die reize,
weder zou keeren tot den
OrdtMari(fen Vergeever. Vol-
gens den aehtllen Regel der Roomfche Kantzellarye
iyii'er maar 4. maandeiV vry van de PauiTelyke vergee.·
Vinge, te weeten Maart, Juny,September,Decem.ber.
Doch in het tweede gedeelte van den zei ven Regel word
aan de Patriarchen , Aarts - bifichoppen en Biiïchoppen,
die hun verblyf in hun Bifdom houden, en anders niet;
de keur gegeeven-of zy die 4 maanden voor hunne
vbrgeevinge willeri behouden, dan of zy fes maanden
willen hebben; maar onder beding van dan in hun
Bifdom teblyven, en zoo dikwiis als zy'er buiten zyn, de
Vergeeviiig der kerkelyke-ampten als dan openvallende
te verliezen. Doch dient ook aangemerkt dat verfcheide
kerk-ampten onder de PauiTelyke maanden nietgerekent
en worden ; dan dit is buiten ons tegenwoordig be-
liek.

^ 18, Dit Akkoord is in alle de plaatzen vanhetDuyt-

fchi

-ocr page 653-

op Georgius υλν Egmond.
fche Ryk niet aangenomen geweeit: en fomniige Bis-
dommen hebben ïich zederd het jaar ryi^ gehouden,
aan de kerkvergaderinge van Bazel, dewelke fchier al-
lerhande PauiTelyke aanbehoudingen heeft vernietigt. Ja
veele plaatzen , dewelke het Akkoord eerft aangeno-
men hadden, zyn'er naderhand ook afgeweeken,opdit
voorwendzel, dat het door gecne algemeeneen eendrag-
tige toeilemminge qver al was aangenomen : en Zoois
het,2egt Broeder PaulusSarpi
{deBenef.) alstenemaat
biiiten 'gebruik geraakt; en hebben de Pauzen op verre
na alles niet behouden, datzy bedongen hadden: waar
pver Clemens VII en Gregorius Xlll fcherpe Bullen,
doch zonder vrucht, uytgegeeven hebben , en waar o-
yer ook de Kardinaal Madrutius, Legaat van Klemens
VIII, in 'rjaar 1594 Ryks-dag van Regens-

burg met even weinig vrucht hooggelyk heeftgeklaagt.
Hier tegen zegt, hy vorder, weet men te Romen geen
andere raad, als dat men 'er een van deeze twee mid-
delen in 'twerk ftelt. i.Dat dc jefuyten aan de Bezit-
ters van zodaanige kerk-ampten in de Biecht op hun
gemoed beiarten zich van Roomfche Bullen te voorzien,
daar hun de gemelde kerk-ampten op nieu gegeeveti
zouden worden : en dit geeft dan zoo 'een indruk op de
gemoederen der menfchen, als of de vergeeving der
Ordi-
narijje Fergeevers \\ΐΆ%ι&\οο^ en onwettig was geweeil.
2. Dat het^Hof van Romen al zulke vergeevingeii van
kerk-ampten,dewelke tegen de verdrag-puntenÜryderi^
af-keurt en vernietigt: en, om geen tegeniiand te vin-
den , dezelfde Ampten v/ederom aan den zelfden per-
foon vergeeft. Zoo een perfoon zal daar niet tegen
Zyn; want, behalven dat hy zyn ampt behoudt, is h'y
dan vry van alle Ropnifche quellaadje. De
Ordinarijfe
Vergeever, behalven dat hy 'er niets kan tegen doen,
kreunt 'er zich weinig aan , want de perfoon daar hy
het ampt aan gegeeven had, blyft het behouden. Maar
Romen, zegt hy al vorders, wint 'er evenwel genoeo-
by; om dat zulke fchriften zorgvuldig bewaart wor-
den , en metter tijd können dienen om te toonen dat
men haare beveelen heeft gehoorzaatpt: geiyk als zoo
menige Ordonautien , dewelke noit eenige uytwer-
king'gehad hebben, ten zeiven einde in deDekreetaai-
boekên zyn ingelaft , om 'er metter tijd voordeel uyt
ie trekken. Hy
verzekert dat het Hof van Romen dit
iniddel eertijds in veele andere gelegendhedeii heeft ge-
' ■ ■ S s ƒ ■ ' bruiktj

-ocr page 654-

6fo Aanteken, op Geor. van Egmond.
briiikt,en het zelve noch tegenwoordig gebruikt in ker-
kelyke ampten van groot belang, en omtrent perfoonen,
dewelke eenigzins van Romen af-hangen. Ik verhaal
ditmaarHiitoriicher wyze, zonder voorgemeldenBroe-
der Sarpi in alles borg te willen blyven. Egter zou
men können bewyzen dat 'er ai vry wat aan is geweeft.

\^ordcrs getuit Zypxusook {Confult.^. deProebefidis)
dat alle de Duitfche Vorften onder deeze Vefdrag-pun-
ten niet begreepen of aan dezelve gehouden zyn: veele
Duitfchers, zegt hy, hebben dezelven niet aangenomen,
ais die van Wurtsburg, van Bamberg en meer anderen,
dewelke grooter, of ten minile hen beter voegende pri-
vilegiën bedongen hebben.

15J. De geleerde Minnebroeder Tacitus Nicolaus Ze-
gerus dewelke zeer deftige en oordcel-kundige Aante-
keningen, op hetN.Tcftament heeft uytgegeeven, heeft
de Aantekeningen over het eeriie deel opgedraagen aan
onzen Georgius van Egmond. In deeze opdragt pryft
hy hem ten "hoogde over zijne gunit en mildaadigh'eit
tot de geleerden en tot de armen. Hy roemt ook zijne
geleerdheit, zeggende dat hy, in plaats van over tafel
van nieuwe tijdingen, van het aanfokken vanichobne
paarden, van het ophoopen van groote rykdommen ,of
van diergelyke wereidfche zaaken te fpreeken , gelyk
.de gewoonde van veele anderen was; gewoon was iets
ïiyt de verborge wetenfchappen ofuyt de heilige Boekén
op te haaien; en dat hy in alles klaare blykèn gaf van
ïyn deftig verftand, oordeel en geleerdheit.

20. Van ouds was het de manier, als'er eenjaarlyk-
fche Mis geiligt was, dat de Kanonnikken op zoo een
jaargetijde een maal kreegen, of wanneer ze by mal-
kander woonden , en een gemeene tafel hadden, wat
pragtiger onthaalt wierden. Dit vindt men in het le-
ven van S. Eigil door den Monnik Candidus befchre-
ven,ineen Plakaat van Godefroy met den Baard Har-
tog van Braband (by Mireus
Dunat. Belg. c. en op
Veele andereplaatzen. Zoo een maal v/KrAPitantiaz^e.-
tioemt. Naderhand , zegt de Heer van Efpen
{in jus
Canon, p, i.t,v.c.7.)
is zoo een maal uyt degewooutc
geraakt, ende manier opgekomen dat de Kanonnikken,
die op de MiiTe van het jaargety verfcheenen,een ze-
kere nytdeelingin geld genooten. Deeze uytdeeling was
des te grooter ofte kleiner, boe dat de Mis met meer-
der of minder ftaatzie moed gedaan worden.

J O-

-ocr page 655-

J o ii α ν van Goch

Algmeen Vlkarh van

GEORGïUS VAN EGMOND

Bißchop Van Utregt-, u

Ε Ν

Matthias van Goch

TVy-hiJfchop te Utregt.

in α *t jaar onzes Heere cioio, den 27 April,
heeft de eerwaardige Vader in Chriilus , de Joiian vaa
Heer Johannes
α Bofco , door Gods barmher- ^o^nilf"^'
tigheit Abt van het Kloofter van S. Benedi6tus algemeen
te Staveren in Hemelum, leggende in Vriesland, Vikaris vaa
in het gezigt van de eerw. Heeren , den Deken j^^^^gp»
en het Kapittel van de Salvators-kerke te Utregt, verfSSe
aan den Heer Johan van Goch , Kanonnik der gebeenten
2;elve kerke, en Algemeen Vikaris van den Hoog- der Heilig
Waardigilen Heer , Georgius van Egmond Bif-
fchop van Utregt , aangeboden eenige Heilige
Overblyfzelen van den H. Apoftel en Evangeli-
fchryver Mattheus. ( i)

En noch eenige heilige Overblyfzelen van on-
zen zeer heiligen Patroon, S. Bonifacius , Mar-
telaar , Aarts-biiTchop van Ments , en BiiTchop
van Utregt. Deeze overblyfzelen heeft dezelve

β Matth. Fmdat. Ecckf, l. J.fal. 6s.

Heer

-ocr page 656-

df2 johan en Matthias van Goch.

Heer Johan van Goch , met alle eerbiedigheir,
it? het Kapittel vertoont voor den Deken en dc
Kapittel-beeren : welke Deken bevolen heeft,
dat ze zorgvuldiglijk zouden opgeiloten en be-
waart worden. Tot oorkiinde deezes heeft de
eerwaai-dige Heer en Abt voornoemd den tegen-
woordigen Brief, . met zyn zegel onder aan han-
gende , bezegelt, en mcr eigen h^nde onderte-
kent. enz.

3|et Jonne-ftïoofïci' ban Zyl, iu ijc fiai» ^aav^
ïcm / ié / om Ißt onrfïi0teïiift en on0e&ontïcn
ïebcn altraar/in 't jaai* 15-20/öen 13 ji^eg / ugt
luft Ömt Henrik van Beyeren, 0e5O0t3Cti3eeftbOO|
Den
 ^m Matthias van Goch, Wn-Up

fcfjop / en öoo^ Johan van Goch , ban

•fiy be-
.'izoekt bet
kioofter
icZijl.

iltregt/ met magt om iren ïiegent te beranijc^
ven»

AANTEKENING.

I. Hoe los dat alles is ^t geen van de Overblijfzelen
van S. iMaiheus vertelt word , wie dat 'er al eenige
ilukken van meeiien te hebben , en van waar dat ze
herwaarts wouden gebragt ïyn , kan in den meerge-
melden Baillet , daar hy het leven van S, Matthseas
befchrijft, nagezien worden. ■

HER..

-ocr page 657-

ifl·

HERMANNUS

OF

HERMAS LETHMATICUS.

Leer aar der Godgelèerdheit y
algemeen Vtkaris.

Hg iua^ tm Äiitoeiiaai·/ Smw
geïceriïficit in ire Soi-bonne te / ^t^

ïicn ban Mariaas-ïtei'fe t'ïltregt/ «1
algemeen j^liiai'il ban Georgius van Egmond
23i|Tcöojp ban ïltuegt ïf ^^ iim^ een man ban ern
jonöeiliiise gdecröleit / goöb^iïcljtÏgija't ca
mig^dt ligt isï'en gooföc öccft Eraimus, in φ
neu aan Nic. Everardus, j^em 0öïi ten'

ï^oogfie geiOemt. Na dat Hermannus , 3egt Efrftc bc-'
baar / eci" i^at hy op de Godgeieerdheit ging ilu-
deeren, een goed begin hadgcleit met de Griek- matjcus'^"
fche taal en vrye kimfren te leeren, hy heeft, in
de Sorbonne op de Godheit ftudeerende , zijn''
ieernjd zodaanig waargenomen, dat hy met een-
paarige toetlemminge boven alle de anderen liecfc
viytgeraunt, en dat indicfchole, dewelke in din
foorc van ftudie buiten alle tegenfpraak altijd de
kroon boven alle fcholen heeft gefpannen./ "Niec
alleen heeft hy diefpitsvinnigheden op 7.ynduiro, p^j^eife
dewelke in de fcholen in het redentwiilen te pas gdecrdhcfc,
kooroen : maar daar zijn geene hiftorien , gecne
oude Godsgelecrden ,
-of hy heeft ze doorbladert,
en hy weet
zc alle van buiten. Hy heeft een vlu"·
en fnel verftand , een onverzadelijke luft om te
leeren ,
een vaardig en ryp oordeel, (i) enz.

ïDaar boïgt nocï) meer tot ïof ban Hermannus.
ï|n öeefi een- Ιΐ^ί^ΐ'ίί. / öefiaan^e Ufft 9 SJoeïien /

-ocr page 658-

Hermannus Lethmaticus.

de inftauranda Religione, (ijanöeiï

^ο^φΜηψ te öerfidïen) 't iadie tc S^aseï δρ

Oporinus in folio geö^uSt ^^eft g^t Ojp-
getliagenaaiï Karei V. t. van den

Godsdienft. λ. van de overloopers. 3, van de
wankelnfioedigen. 4 van de opkomfte der kerke,
f. van den uytrteekenden voorLgang der kerke.
6. van de kerkelijke verlcheidendheic, 7. van de
kerkelijke regtspleeginge, 8, van het gezag der
H. H. Schrifruure.
9. van de kerkelijke gebrui-
ken. Alardus ban Hmfïeröam fcïj^^ftin öe boor^

reöen 03p jijnebeitaaimgban T^eophyiaaus tiat

Hermannus een m^ei'ïi giêeft gefcö^eiien / öefïaaii;^

öe iiyt 35- S^oeïien / toaar aan &ee5en tgteï
ïjail gepeiSl^ii:
Het ge^uchc of het verlangen van
onze moeder , de H. Kerke , dat de Godsdienil
"weder in ftaat mag gebragt worden : A-

lardns peft mi fma^t ïof-grïiicöt ep öeeje 35'
ööeBen gemaakt* (z)

te ïltregt in 't iaat* ifyr / op Ni-
klaas-
bag / oterieiien Ha öat 60 laacen
geïeeft / en χ5- jaaten ^aö ïPeiien getoeefi. ^n
iß in 't miöiien ban öe liei'ße / regt ober

begraben/onöer een jarïi tsaar een bci'-
0uii5e jpïaat met een opfci,?ift bja^ op-gefielt,
<Pee5e plaat 'er böi^öemüetioiiièe folöaaten/
öie'tlitregt inbejettm^eiagen/ afgerukt Φρ
öe sarl^ fïaat nocij bit ispfeö^ift te ïeejen :
Jo-
hannes van Noortwyk Leihmaticus, Kanonnik,
dewelke in een vroegen ouderdom is gjAorven,
cn den 15- Maart, in 't jaar 15-70. beneiFens zij-
nen oom is begraaven. Molanus ( Natal. S. S.
Belg.
) maaïit oofi setoag ban beejen Johannes
van Noortwijk,
en boegt 'er ö^bat^g! boD^gens
bcifc&eibe ?£eben^ ban j^ebertanbfe^e ^eiiisen
iiau Surius m Qanii ïjeeft (3)

AAN-

Zijne dood,

-ocr page 659-

AANTEKENINGEN.

ï. Erafmus voegt 'er noch by dat 'er geen trotsheit,
geen gal, geen laatdunkendheit in xoo een man te vinden
was. Mariinus Dorpius fchrijft in een Brief aan Leth'·
matias ïe!f, dewelke in de onlangs gedrukte Befchrtj-
vinge der ftad Gouda word vermeldt, dat hy zeer be-
leefd, fpraakzaam en xeer bevallig van ommegang was.

α. Dit Werk is noit gedi ukt. Qporinus, die een ken-
ner van goede boeken was, had het gaarn gedrukt: maar
Lethmaat heeft het aan de Kerkvergaderinge vanTren-
ten gezonden, om daar alvorens onderzogt te worden.
Lethmatius quam te derven , de Kerkvergadering quam
ten einde : het Boek is weg-gebleven.

3. Die noch meer van hem ïou ïoeken te weeten, zal
zijnen luft in de gemeldeBefchrijvinge können boetenj
Daar zal men onder andere vinden dat Letmaat, zoo
ras als Adrianus
VI. op den PauiTelijken Stoel was ge-
klommen, naar Romen is gereift, zoo als het puikje
zijner lands -genooten ook heeft gedaan. Doch hy kreeg
'er niet anders als een Kanonniksdye van S. Maria t'Ü-
tregt. Men zal 'er ook vinden, 't geen ook by Ant.
Maatheus
{Fundat. Ecclef. p. 146.) te kezen ftaat, hoe
dat hy in de ly is geraakt om den Hartog van Gelder-
land. Deeze, die een goede fomme gelds van de Utreg-
tenaaren moeft hebben , had het oog op de drie berugte
Eenhoorns van de Mariaas-kcrke, dewelke tot kandelaa-
ren van 't hoog altaar gebruikt wierden. Hy wirt den.
DekenCethmaatdoor luiden daar toe gefchikt zoo wel
tebeleezen, dat dezelve hem een der drie hoornen, buiten
weeten van de Koninginnc Maria en van zijne Mede-
kanonnikken, heeft gezonden.' Daar op is hy op Vre-
deiand gezet, en niet los gelaaten, als onder toezeggin-
ge van zijn uyterfte befte te doen, om den gemelden een-
hoorn binnen de twee naaftkomende maanden wederon»
te krijgen.

-ocr page 660-

6S6

JOACHIiM VAN OPRODÈ

Leer aar der Godheit^
Uytlegger der H. Sehrifmuri
BISSCHOP VAN HEBRON,

Algemeen Vikairis, in BiiTcHoppelijke zaaken ,

VAN

GEORGIÜS VAN EGMOND

EN VAN

F R Ε D Ε R Γ Κ SCHENK:
Wy-bi]fchop van Uiregt^

Heeft in 'c jaar iT37j de kerkelijke wijdzeis be-
dient aan Paulus de Goede , die een
Hofje op zijnen naam in de ftad
Leiden had gefticht.

nhtt anöcrcttliee^ö^ 5cfeemiCatecßifmii#/
öle rerft ίπ 't Satiin/ op ödieï ban iteiséc

Ferdinandüs , ίΠ 't jaai' ïfój, töa^ «l^f^
vanoprodc; m öie uaiïcröönö U^tïafi ban Philips ίί.

Bccïienin-
gen en vcr-
rigtingen

Itonin^ ban Spanje in %tt ,$^eiiedanijfcö bJa^
bataaït/ böo^ öe öccöe maaï/ in getiaar i s?^/
ïaatcn ö^nltften te ïlti'egt/ na Dat ö^mm öc^
ttv flanïr öab geö^a^t/ m met eenisé onïiectes'
tiiiaen fjai» bernieeröert.
Zijne i^ocö Öeeft ϊιρ beifcöeiise a^eriiie^ bah
fciuifccn. b.aiicötl5Öeit gefcö^^ebcn / öebeüic ongcii.niiit be^
itiaait bjö^isen in £se ^oel^saa! ban tien ïfecr
Η vai.1 Heuilen.

FRED.

-ocr page 661-

{■FREDERICOS ikt het derde deel.J

AAlbregt vanBeyere»,
Graaf van Holland
oorlogt tegen de
Ucregtenaars , gyi
Aatmijfen , geene inzame-
laars van aalmiffentoete
laate η als met verlof van
den Biffchop, aSf
— ordonantie raakende de
inzamelaars der Aalmif-
fen, 3+'ί·

Aartshijfchoppen , die van
gelijke vvaardigheit met
de kardinaalcn gerekent
werden, 296

Aartsbiffchap van Keukit

had in 'c Bisdom van ü-
tregt weinig te zeggen,
143

Aartsdiaken te Utregtis al-
tijd ook Prooft geweefï,
25

Abcoude hoe aan het Srifr
gekomen, 461

A'>dy van O. L . V. te Haar-

Ahdyen wierden door de
Koningen en orften
aan de regeeringe der
Biffchoppen onderwor-
pen, en, als 't hun lu-
ile,
wederom onttrok-
ken, lOI
Ahdyen in Cellen , en Cel-
li.
Diel.

len in Abdyen verandert,

— verfcheide Abdyen die
eerft Cellen zijn geweeiï,

29

— Koninklijke Abdyen ,

187

Abten ^ aan wien eerft van
alle de BiiTchops-cieraa.
den zijn toegeftaan, 187

— Abten , die de Myters
enz. geweigert hebben,

187

— deftige mannen hebben
niet kennen lijden dat
de Myter door de Abten
gedraagen wiercl, 187,

18S

— Abten die een Konink-
lijken Scepter gedraagen
hebben, 18p

Adel, waarom dat 'er ner-
gens beter blijken van
den adel worden gevon-
den als by de Duyt-
fchers, i8i

Adricbem ( Niklaas van )
Abt van Egmond, door
zijn toedoen worden de
Utregtenaars van den
ban ontflagen, 492,

Advokaaten van ï!gmond,

lOi

— hebben dikwils groeten
overlaft aan de Abdye
gedaan, 103

€ t Adm-

BLADWYZER

Van de voornaamiie Zaaken in die twee-
de
Deel van Batavia Sacra be-
greepen.

A.


-ocr page 662-

BLADWYZER.

A'dvokaatjchap der Abdyen
wierd ïelfs door Konin-
gen en Vorlten waarge-
nomen, I0i,103
Advokaaten der Kerken en
Abdyen, 103, io-{.

— hoe dat zy de goederen
derKerken dik wils door-
bragten, 104,.105-

— hadden hunne Onder-
Advokaaten, to^

~ hun groot gezag, 104
^dvokatinmn over Kerken
enKloofters, ια5,ιοί>
Advokaaten , wie tot Ad-
vokaaten in kerkelijke
iaaken mogen aangeno-
men worden,
Afiaaten door ßiflchopWil-
helmus tegens de Hol-
landers afgekundigt, iCo

— door de Pauzen en Bif-
fchoppen verleent voor
die tegens de Heidenen ,
Turken, en Ketters op-
trokken, 205

— wierden eeril maar ver-
gunt aan die hun leven
in den oorlog verloeren,

266

— daar na ook aan alle de
genen die tegen de vyan-
den des geloofs gingen
vechten, i66,'i6j

^ wierden tot afflag van
. de Kanonijke boetplee-
gingen gegeeven, 375?,
2ie ook 407, 408, 409,
411,416,427,430,47^
'i/9gricola (Rudolphus) zij-
ne geleerdheit, 464
S,
-^gnes-berg Kerk en Ou-
taren aldaar gewijdt,4o4,

— Kerkhof enz. aldaar g-c-
wijdc, _ 525·

-Akkoord, zie verdragfttn-
ten

Imelo, Kapelle der Fran-
ciskaaner-zuilers aldaar
gewijdt, 5-10

yimersfcort door BiiTchop
Henricus tot een Stad
gemaakt, 197

— Kapittel aldaar gefticht,

116

^merongen (Johanvan)
Schout van Utregt, ge-
vangengenomen, en on-
menfchelijk mishandelt,
5-oz

yfffdreas van Kuyk XXV
Biffchop van Ütregt, 81
~ deszelt's lof, 8i

~ heeft den moord van
Floris den zwarten hel-
pen uytvoeren, 81

— of hy de Abdy van Ma-
rieu-waart heeft geflieht,

81,

— hy doet de Reguliere
Kanonnikken uyt Stave-
ren uyttrckken , 83

~ begiftigt verfcheide Ker-
ken , 83,84

— zijne mildaadigheit, 84
Anfelmus Abt van Egmond

afgezet, 43

— word Anfelinus ge-
noemt in de Kronijk
van Egmond, 62

— hoe dat hy de goederen
der Abdye verquifte, 62

Apoßoiifche» zegen: zalig·'
heit en ^poßolifchen ze-
gen :
wat Paus die toe-
wcnfchingallereerft heeft
inge-


50^

-ocr page 663-

Β LADWYZER.

ingevocrt, 594

Arentsberg (Godfridus van)
mede-pligtig aan den
moord van Floris den
zwarten, 81

^rnoldus XXX BiiTchop
van l'tregt, 12,7

— fterft te Romen, 128
^rmldus van //oör»,XLIX

Biffchop van Utregt,
362, 364

— zijiie gaaven, 364.

— word Biffchop van
Luik, 364.

-— zijne ordonnantie, 3^4.,
365

-— heeft meer werks ge-
maakt van den Oorlag
als van de goddelijke
boeken, 375

,—- heeft zich in een on-
noodigen Oorlog geflo-
ken, 375·

onder hem is 'er ge-
oorlogt tuÜchen de U-
rregtenaars en de Hol-
landers , 37Ó

Aarn onder de mindere

— ' Steden gerekend , 198
Bacelier^ Baccalaarcus^ wat

te zeggen is , waar die
naam van daan komt ,
35Ó

Balduinus II. XXIX Bif-
fchop van ütregt,
jzo

__ kruisvaart onder hem,

121

— zijn vroom leven, 120,

121

— zijne dood, jzz

— zijn krakeel met den
Grave van Gelderland,

121,113

— verzoent de twee zoo-
ncn van Floris III. 126

■— zijn Oorlog met de
Drentenaaren, 126
du^fius Biffchop van
Tripoli,
Wy-biffchop
van Willebrand Bif-
fchop van Utregt, 174·
: eeuwige ban tegens de
roovers der Kerkelijke
goederen en anderen uyt-
gefproken, 141

—" het mijden van de ge-
nen die in den ban wa-
ren is fomwijle te ver
gegaan, 241

— inisbruik der bannen,

24-1,242,25-6
•— die in den Ban zijn,
moeten uyt de Mis ge-
weert worden, 275

— die boven het jaar in
den ban gebleven zijn,
moeten aan den Biffchop
bekend gemaakt worden,

347

niemand mag met ban--
brieven geplaagt worden
als na behoorlijke da-
ging, 3fo,433

'— niemand mögt van den
ban ontilaaa als de Bif-
fchop,

—— ban tegen de Diep-
houtigezinden, 4 Γ4,461

— word van veelen niet
geacht, 414,415,459

— van zommigen des te
meer, 414,459

— ban tegen die van U-

/Ct 1 tregC

k iv


-ocr page 664-

Β L Α D W Y Ζ Ε R.

ρ

tregt, van fommigen niet
geacht, 4yo

•— lichting van den bau ,

— die in de ban wären
mogten geen toegang
hebb0 tot de Raadliai-
zen en vierfchaaren, en
voor geen getuigen die-
nen,
 275-

BandélU, banden daar de
hoofden der gevorrnden
mede gebonden wierden,

-— verfche'de gebruiken
en ordonantien omtrent
deexe
bande Ui, 30!, 302
"Bartholomcus de Martyribus
wat hy te Romen gedaan
heeft tot voordeel der
Biffchoppen,
 298

"Beeld van O. L. Vrouvj te
s' Gravezande, £79, u/f
Banken en iloelen iaat in
de Kerken opgekomen ,
376

Baßerden zie onechteüa-
gen

Baßnus (Thomas) is al te
partijdig voor David van
Borgonje,
 499

—— uyt Vrankrijk geban-
nen , hoe herwaarts ge-
komen, fil
·-— word Vikaris van den
BiflTchop David, 5i 2.

— heeft een kort verhaal
nngelaaten, 511

TBegraaffenis ( kerkelijke)
aan wie te weigeren ,
218,219, 25· 5,

^eU gehekeld, omtrent de

il·

Wijding en den Mijter
der U tregtfche Biffchop- ~
pen, 5*7

. . verdedigt, 68,^9, enz.
Bcgyfien ^ ύ<£ gemetne Be-
gi|nen door de Pauzen
niet aigefchaft, 320
Β ene dl dus Xil. zou gaar-
ne de vrede met bode-
wijk van Beyeren ge-
maakt hebben, 331

— door wie dat hy daar in
belet is geweeit ,331, 33z

S-'rowoldus eerfte vafte Ad-
vokaat van de Abdye van
Egmond, 91,93,101
Bevefiigen der Biiïchoppen
( door de Keizers en Ko-
ningen) verboden,
46

— is egter op veele plaat-
zen in gebruik geweeit^

46

tweederhande twiildaar

over ^ 65

— verdrag daar over ge-
. troffen tnifchenden Paus

enden Keizer, 49, fO»

of dat verdrag zoo na-
deelig voor den ICeizer
was als Fauius Sarpi ver-
zekert , 66

— de Koningen hebben
doorgaans het regt gehad
om de verkiezing te be-
veiligen, iiz

— het beveiligen (door
den Vorft ) "was een regt
van oppermagt,
114

■— die Regel heeft vcele
uytzonderingen, ir^

-— Zodaanige beveftigingea
van ÄOinmigen voor
fnooder


-ocr page 665-

BLADWYZER.

fnooder kettery gehou-
een als de fimony, Ó4.
Beveßjging ( Pauffelijke j
4000 dukaten naar Ro-
men geïonden om die
te verkrijgen, 4P
Beveßiging der Biffchop-
pen hoedaanig door den
Faus gefchiedt-, 641
Β ezoeAe fi oß bezieht Igen der

Kloofleren,
Bwiii ten minile eens 's
jaars te biechten,272,27·?
Biechtvaders plagten hunne
bieditelingen te geeffe-
len, 146

Bisäom van het eene tot
het andere over te gaan
is langen tijd in geen ge-
bruik geweefl , lój),
170
,—. wat Pauzen zulks in 't
werk geilelt hebben, ι
jl
BiJJ'choppeUjke regten
en
dienitbaarheden wat ge-

weejl zijJi, 39

Biffckoppen hunne Mis, lie

'Mis der Biifchoppen.
.— plunderen van den in-
boedel der overledene
BiiXchoppen zie
plunde-
ren.

Bijfchoppen van Uiregt, re-
dekaveling over hunne
Wijdingen Mijter, 55:

____of deKerk van ITtregt'

tot den lijd van Gode-
baldns toe geen regte
jBiÜchoppen heeft gehad,
SS

'>—- mogten 1 na de tijde-
lijke overdragt, niet ver-
kozen worden zonder
yoor af gaande beuoe-
minge.

Boeken., argerlijke boeken
mogen door de Biffchop-.
pen verboden worden ,
641

— het onderzoeken en
verbieden der boeken is
ook by de anders gezin-
de in gebruik geweeft,

-— wat magt de Keizers
van ouds in deeze zaak
gehad
hebben, 641
Boetp/egvrig, die openbaare
boetvaardigheit gepleegt
hadden, wierden onbe-
quaam gehouden tot de
kerkelijke Wijdzels, 2if
B'jiiifacius
IX. heeft koopi·
hande] gedreven met het
verplaatzen der Biffchop-
pen,
 171

Mrafehhy Emmerik, Ka*
pel
aldaar gewijdt, 379
Breda., regt op Breda door
den Hollandfchen Graaf
aan den Brabander afge-
ftaan,
 138

Brederodenszie Gijsbregt
van
urederoden, Johaa
van
Brederoden enz.

— zi|n zeer mishandelt
geweeft onder David van
Rorgonje, jOt

Heer van }?rederode gevan-
gen genomen, j-oz

— hoe onmenfchelijk en.
barbarifch is mishandelt,

'— hem word quaden wijn
te drinken gegeeven daar
hy van iïerft, ^oz
Borfelen ( Adriaan van )
ff f 3 ' -Heef


-ocr page 666-

Β L Α D W

HeervanDujveland dient
Philips van
Borgonje te-
gen Gijsbregt van
Brede-
rode , 481
Uritanje (Hartogen van )
hadden in Viankrijk het
regt van Biffchoppen in
te huldigen, 115
Sragge^ verfchil tuffchen
de Biffchoppen van U-
tregt en van Noyons o-
ver
zekere Kerk te Brug-
ge, 6,7,14,15
. . de Kerk van Brugge
moeil een Prooft verzoe-
ken van S. Maartens
Kerke te Utregt, j-z
I . onderlinge vereeniging
tuffchen de Kerk van
Brugge en de Domkerk
te Όtregt, 5z
jßttllen der Pauzen, wan-
neer de hoofden van S.S.
Petrus en Paulus op de-
zelve eerft gedrukt
zijn
geweeft,
, . wanneet zy het jaar der
Menfchwordinge
daarin
hebben beginnen uyt te
drukken, 595
, . ï'iQ jaar.

BurchardrnXXmmÏÏcho^
van Utregt, 37

..zijn lof, 37,38

C.

Cajl^ in't nederduitfch
kaajcn, 1S5

Catharina Uytenham., laat-
fte Abdis van Konings-
yeld, 180

Qmvjmini^ wat dat woord

Ii

y Ζ Ε R.

mag betekenen, 250
Cellen., Pr^pofiturce, Clau-
ftrales obedientias, wat
daar door verftaan word,

, . verfcheide betekeningen
van het woord 27,
28

. . wel 20oCelIenftonden
onder den Abt vauKluny,

. . wierden wel in Abdyeu
verandert, 18

. . wierden ook Munnik-
huizen genoemt, ló,
30

. . van haare eerfteopkom-
fte, 28,29

. . of die Cellen regte Pa-
rochi-kerken zijn ge-
weeft, 31,32-

. . of ze haare eige goede-
ren hadden, 30,^1 enz.
Cel-monmkken en Kloofter-
monnikken, 27

Chartiilariura wat te zeg-
gen is, ^6
Chrifina , geen oud chr 'if-
ma te gebruiken, 231
Chrodogar/gus ( S. j heeft
het gemeen leven der Ka-
nonnikken weder in
zwang gebragt , 148
Coadjutorfchappen wierden
ingevoert in allerhande
kerkehjke ainpten, 647
Conradus XX Bilfchop van
Utregt, ló
. . voltooit het kaßeel van
YiTelmonde, 16
. . timmert en begiftigt
een nieuwe Kerk te U-
tregt, 16,17
. . word van een Vries
dood-


-ocr page 667-

het Bifdom van Utregtd

BLADWYZER.

doodgeftoken, \η

, . verfcheide gevoelens o-
ver de oorzaak van zij-
ne dood,

. . pleit in een vergaderin-

ge te Gerilingeti voor
Henrik IV. 18,19
. . zijne ordonantien, 21
. , zoekt Graaf DiderikV.
uyt Holland te houden
en word van hem gefla-
gen, 2,5

conradus III. ( Keizer )
geeft aan de Kerk van
Utregt het regt om een
Biiïchop te verkiezen ,
94.

, . hoe dat te verftaan is,
107

Crucigerl, Krulsdraagers,
der Konftantinop. Ker-
ke w^aren niet meer als
Diakenen, 297

. . zaten evenwel boven
de BiiTchoppeu en Me-
tropolitanen,
 297

D.

Damiate^ zo men zegt,
door de Haarlem-
lemmers verovert in 't

jaar 1190, I2z,i25

. , of zulks is gefchiedt in
't jaar 1119,156,15-1,161
. . is kort daar na weder
verloren, 161

Dammen^ Stadt in Vlaan-
deren, door de Hollan-
ders gebouwt,

Dataris , wat voor een
ampt het is, 603

David mn Borgonje krijgt

. . vangt deregeermg aan
tegen den wil der Ka-
pittelen , 48f
. . word gevangen geno^
men en weder herftclr,
49
t

. . regeertnaar zijn welge-
vallen, 491
. . . zijne dood , verfcheide
qordeelen over zijn le-
ven en regeeringe,
493
. . heeft quaade wetten af-
gefchaft,
494
. . is van Erafmus gepre-
zen, 4ρ5τ
. , zijn gevoelen omtrent
het aanneemen van een
Coadjutor, 59 8
. . regeert al te zeer op
zijn Souvereins , 499
. - breder omftandigheden
van zijn gevangen nee-
men, joo
' . . zijn vergifnis brief, 5-04.
Deken ^ niemand mögt tot
Deken verkoren wor-
den , of hy moeft alvo-
rens zweeren dat hyzfjn
verblijf by de plaats van
zijne bedieninge zou
houden,
259
Deken had uyt naame van
het Kapittel de magt om
den Biffchop voor het
Kapittel te ontbieden,

. . ook om alle mgezete-
nen en Ridderen voor
het Kapittel te ontbie-
den ,

Dekens mogten te Utregt,
Ct4 lia


-ocr page 668-

Β LADWYZER.

na de tijdelijke over-
dragt niet verkoren wor-
den , als die Karei V.
aangenaam waren ,
. . hoe verre dit door Ka-
re] V. en Philips den II.
uytgerekt is geweeft ,

Dekens over Parochicu,
(Ijand-dekens) 141
. . waarom aldus genoemt,
1+2

. , hebben het dikwiis zeer
bont gemaakt, 142
. . mogten zich niet be-
rnoejen met zaaken van
belang enz. gi-f

. . hunne magt in Hol-
land en Zeeland bepaald,
W)

. . ordonantie tegens hun-
ne uytfpoiigheden, 4^3
434-

. . hunne gierigheit on-
trent het toelaten van
heimelijke huwelijken ,

Dekreet wat fomtijds be-
tekent, ()40
wanneer gebouwd, 3,

. . Choor der Minnebroe-
broederen aldaar gewijdt,
5-09

Diderïk VI. ftelt een ige
Kloorters onder de be-
fcherrainge van den R.
Stoel, 8p

. . VIL Graaf van

Holland tot voogd over
de tijdelijke inkomÜen
yan het Stift aangeilelt,
1

. . oorlogt tegen den Gel-
dersman, 129
. . word geflagen, 13S
Didcnk H. XXX Biffchop
vau Utregt, zie Theodo-
ricus.
Doóior zie Leeraar.
Dodo ^
een Vries van een
heilig leven, heeft de ou-
de manier der Vriezen,
van wraak te nemen over
de moord van hunne
vrienden, door zijn vie-
rig preeken afgefchaft,

Dodo Advokaat of Be-
^ fchermheer van de Ab-
dye van Egmond , 102,
Dom en Saivators Kerk of
op eenen tijd geftigczijn,
33

Dom , Dom-kerk , oor-
fprong

Domkerk , te Utregt , de
andere Kerken ftonden
eerfl: onder de Domker-
ke, 22,23,2+

. . de prieilers van de an-
dere Kerken moeiten op
fommige llaatzien van
de Domkerk verfchij-
nen, 23

. . de Domkerk en Salva-
tors-kerk zijn van ouds
door een broederlijke
eendragt vereenigt ge-
weeft ,
 97

Dom-heeren, wanneer die
naam is opgekomen, loó
Doop , van de enkelde cn
drie-dubbelde indompe-
linge, 244,24f

. . groote onluften iti

Spanje


-ocr page 669-

Β LADWYZER.

Span je, daar over> 245",

. . ten doop heffen, ordo-
nantie daar omtrent,

271

Duurßede hoe aan het Stift
gekomen,

Dijken , of Holland noit
voor Willem II of om-
trent dien tijd, bedijkt
isgew^eeft, 183

. . aangeileld omdenLek-
kendijktebevsraaren, 31z

Ε.

EDmannus heeft het le-
' ven van Rudolf van
Diephout befchreven,431
hetïweeren van ouds
aangezien als een zaak
die de kerkel. perfoonen
niet en pafte, 374

, , gevallen daar het zwee-
ren hun geoorlofd was,
37^

Eembrugge onder de min-
dere Steden gerekend,
198

Eemlanders willen onder
Holland ftaan , en laa-
ten zich Ooft-hollanders
noemen, 35^

Egbert Markgraaf van Meïf-
[en
en T'huringen ,18, aß
, . tot Keizer opgeworpen
tegen Henrik IV. eniti
een gevecht gefneuvelt,
z6

Emond ( Abdy van) door
" "Diderik VI. gefteld on-
de befcherming van

É

S. Pieter, 89

. . hoe de goederen der
Abdye verquift wierden
onder Anfelinus, ói
Egmond ( Graaven van )
zijn eerft geweeft de Ad-
vokaaten der Abdycvan
Egmond, 102,103
.. rekenen hunne afkom-
fte van de Vrieffche Ko-
ningen , 103
Engelbregt van Kleef tot
beftierder van het Stift
aangenomen tegen Bif-
fchop David, -187
. . hy word door den Paus
met den ban gedreigt,
488

. . hy berpept zich van dee-
zen brief,
 490

. . ofhy naBiffchopDavids
dood tot Biffchop van
Utregt is gekozen,^511

F.

'OEeßdagen^ ordonantien
omtrent het overtree-
den der feeftdagen,
371,

433

. . de hoogfte feeftdageti
moeften van ouds met
den BiiTchop geviert
worden,
. . nieuwe feeftdagen in-
gevoert door Biffchop
Henrik van Beveren ,
fjS

Floris ï. Graaf van Hol-
land verflagen, 8f
. . hoe dat bygekomen
is,
8f

Floris de Vette, Graaf van

m 1 Hoi-


-ocr page 670-

β L A D W γ ζ Ε R.

Holland, flerft een Jit
der Utregtfche Kerke,

Floris de zwarte vermoort

. . om wat reden, Sj"
tloris III. Graaf van Hol-
land fterft opeen Kruis-
vaart in 't H. Land ,
izz

floris IV. Graaf van Hol-
land in een tornoy
doodgeltokcn, en waar-
om, 175,182
. . 2,ijue dapperheit, 183
Floris V. vermoordt, ao6,
207

Floris van Wevelinchove/t ,
L ßiffchop vanUtregt,

. . bedwingt Reinoud van
Vianen, 3 82

. . 2ijne vroomigheit,':;82
.. . heeft een Minnebroe-
der ontwijdt, 38 f
. . zijn vordere lof, 389
FolqnerUS'QlÏÏchop vanGïb-
beleth ,Wy-bifirc'nop van
Arnoldus van Hoorn ,

378

FoManelle^ Vrouwen-kloo-
fter in Henegouwen ,

"329

Formofus is een van decer-
iie in de Latijniche Kerk,
die van 't eene Bifdom
naar een ander is over-

171

gegaan ,

Framifcaner-broeders en zu-
fiers
, voorregten aan hun
verleend, 517,518

Frederik Barbarojfa trekt

mar het H. Land, izt

. . verdrinkt aldaar, 122
Frederik II. trekt naar het
H.Land, 151,158
. . word in den ban ge-
daan , 176
. . kreunt vj'ch niet aan het
Pauffelijk vonnis, 17Ó
Frederik van Syrick., XLIil
Biffchop van Utregt,
3H

. . raakt in kleinachting
en fterft, 311

, .ïijne ordonantien, 313
. . heeft ïich de handen
genoegzaam laaten bin-
den door den Graaf van
Holland, 318,319
Frederik van Blankenheim ,
Li Biffchop van Utregt,
390

. . hy word van onze
Schrijvers geprezen, 35i7
. . op zijndoodbedde leg-
gende voorzeit hy de
onheilen die de Utregt-
fche Kerk boven hef
hoofd hangen, 398
. . fommige fmaalen op
zijn gierigheit, 397, 399
. . zijne krtjgs-verrigtin-

gen, 399

. . opfchudding te Utregr
onder dezen Biffchop
400

, , men fchrijft dat hy op
den zelfden dag geitor-
ven en begraven is, 40 r
Frederik van Baden, LIV
Biffchop van Utregt,
. . ftaat naar het Bifdóm
van MetssS
. . ftapt van zijne waar-
digheit af,

, » fterft


-ocr page 671-

Β LADWYZER.

. . fterft te Lier in Bra-
band, 5-16

. . ïijne oorlogen, fzi
. . wat de Utregtenaars
op hem te ïeggen had-
den, 52.1
Fulkoldus^ Ridder, hand-
daadig aan den moord
van Floris den zwarten,
fticht een Abdy, 8z
. . word daar Monnik ,
S
z,83

G.

Aarde , gropte garde,
^ een vliegend legertje
vaiiSoldaaten, altijd ge-
reed om den meeftbie-
dende te dienen ,
ƒ21
Geeß (Η. Geeßgaßhuis) te
Ut regt geflieht,
360
Geeßelingen waren van
ouds zeer geriieen, 145
. . de Biffchoppen plagten
de Ketters tegeeffelen,
144

. . Kanonnikken hebben
ook onder de roede ge-
flaan,
 144

, , deKerkvergadering van
Aken was tegen het ont-
blooten der iichaamen,

145·

. . Biechtvaarders plagten
hunne biechtkinderen te
geeffelen, 146

. . Koningen en Vorften
gegeeffeld, 146

Geeßelijke Refters ^ mogen
in Vrankrijk , om zaa-
ken die niet tenemaal
geeftelijk zijn, geen geld-

boeten opleggen,
Gerardus Magnus , of Ger-
rit de Groot, wanneer
gekeft heeft,
 388

Gerrit mn Nimwegen ^ of
Gerardus Noviomagenßs
tegengefproken, 55-2
. . was Hof-kapellaan van
Biffchop Philips, 537
. . heeft het Katol. Geloof
verlaaten, 5·^9

. , heeft het leven van Bif-
fchop Philips befchre-
ven, _ 5
-39

Gevangenis , eeuwige ge-
vangenis van veeien voor
ongeoorlofd aangezien,
iH

't Geyn onder de mindere
Steden gerekend,
15B
. . is waarfchijnlijk van.
ouds magtiger geweefl:
als Amersfoort,
198
Gemeen leven der Kanon-
nikken , zie Kanonnik-
zen.

Georgius vanEgmond^ LX
Biffchop van XJtregt,
6of

, . regeert in ruft en vre-
de, dll
. , was een vyand van de
ontuchtige Geeftelijkheit,
enz. 614
, . zijne ordonantien, enz.

616

. . zijn fmeekfchrift, en
dat van zijne Geeftelijk-
heit , over het beletten
van hunne regten ,
6ip,
.
634,655·
. . lot aan hem gegeben

door Roiardüs, Morin-

gius


-ocr page 672-

Β LADWYZER.

gius,enz. (5i6,(i27,iijO
. . zijne dood en itichtin-
_gen, 6i8, 6
z9

Geregt, die door het ge-
regt ter dood gebragt
wierden mogten geen
kerkelijkebegraafnis heb-
ben , _
217,228
. . in Vrankrijk is hun in
langen tijd geen Biecht-
vader toezeftaan, 254.
. zie hangen.
Gerritzanl^eljen vermoordt
Floris iV.
207
Gevallen voorden BiiTchop
opgehouden,
230, χηι ,

Giisbregt van Brederode,
"LIV ßiffchop van U-
tregt, 478

. . de Kabeljauws-gezin-
den beletten ïijne beve-
üiging, 479

y . krijgt zijne penningen
van den Paus niet we-
derom,
 4B0
. . houdt dc regeering eg-
ier aan , 481
. . oorlog daar uyt ont-
itaan, 481,482, enz.
. . (laat van zijne waardig-
heit af,
,,.83
. , word gevangen gezet,
483,fOl

Goch (Joh. van) algemeen
Vikaris te ütregt, 6i i
Goch Matthias van ) Wij-

biflchop te Urregr,
Godt '-iVcei het , Ik zeg het
"voorG'idt^Qm. van lom-
iTiigen voor geen eed ge-
houden , 374^37?

G^debaldPts XXiV Billchop

van Utregt,
. . verjaagt de Reguliere
Kanonnikken uyt Zee-
land, 41
. . ook uyt Staveren , 4-3
. . fticht of ten minlle be-
gii cigt de Abdy van Ooft-
broek,

, . zet den Abt van Eg-
mond af, 43

. . heeft de vergadering van
Frislaar bygewoont,
44
. . de Myter ïs hem toe-
geftuan door Kalixtus II.

4(ί

. . word door het Volk
van Henrik V. gevangen
gezet, 4S

. . word Monnik en fteri't
te Ooilbroek, 41)

. . zijne ordonantie raa-
kende de Kanonnikken
van S. Mariaas Kerke te
Brugge, enz. yr

. . voorregten door hem
toegedaan aan denProoft
van Welivriefland,
53
Godefridus XXXVIII Bif-
' fchop van Utregt, 11 δ
. . zijn verfchil met den
Graaf van Holland, 1
16,

. . ongelukken in zijinen
tijd voorgevallen, 117
. . kloek van moed en li-
chaam,
 T17
: , fticht vier fterke Sloten,

. . word door den Graaf
van Holland geholpen,
1 f9

Codsgefrade (BiiTchop door)
hoe lang de Biffchoppen

v?»


-ocr page 673-

Β LADWYZER.

van Utregt aldus ge-
fchreven bebben , 38,39
ί . νεείς hebben noch lang

daarna alleenlijk gefchre-
ytnäoor ί οds genade

Gorkum , Kapittel aldaar
opgeregt, 339

Goswine, ΧΧΧνίί liir-
fchop van Utregt,
193
. . was , zoo men zegt,
onkundig, enz.
193
, . word afgezet, _ 193
Goswinus Hexjus, Biffchop
van Hieropolis , Wt_j-
biffchop onder David
van Borgonje, fcp
. . zijne Ichrifren, dood,
enz. fio,
511

Covert met den bult dood
gedoken, 3,4,11, «2·
. , is een deftig karei ge-
"reeft, iz

's Gravezande Hof van
daar naar den Haag ge-
voert,
179192
Gregorius VU. verklaart
zich voor den Biffchop
van Utregt , in zeker
geding raakende de Kerk
van Brugge,
6,7,14
, . befchuldigt van al te
groote toegevend heit
omtrent de bannen ^
24^
Gregorius (S.) III Biffchop
van utregt, zijnegebeen-
ten te utregt gevonden,
406

CfiUefis, verfcheide guldens
gingen te utregt in
zwang,
Gurtkrus , van zijne hifto-
rie der Templieren , 2 3
Cmtio van AvefaeSj XLU

Biffchop van ufregi, 26S
. . zijne vromigheit cn an-
dere gaven,
268, 269,
. , weigert den Kardinaals
hoed, 269

. . ilcrft fchielijk , niet
zonder vermoeden van
vergift,
 269,300

. . zijne ordonantien , ayr
. . zijne andere broeders,
286

. . is door de Vlamingen
gevangen geweeft, ^99
Guido Graaf van Vlaande-
ren flaathetHolIandfche
leger, Z99

. . word gefiagen, 299
Cunterlingen ^ 300Gunter-
lingen , een familie te
Utregt , vechten tegen
den Biffchop, 371

H.

^lAarlem , vier Kapella-
nen aldaar aangeftelt
met laft van zielen, ói8
Hangen^ men plagt al van
ouds geene misdaadigen
binnen de Stad op te
hangen,
 257

• · zie geregt. (
Hardenburg met gragten en
fchanffen voorzien,
339
He da gehekelt omtrent de
wijding en den Mijter
der Utregtfche Bilïchop-
pen, 58

. . verdedigd,''S,69,enz.
Henrik IV, Keizer beveftifft
de voorre^ten der U-
tregtfche K\^rke, %
. , ichenkt het Graaffchap
vao


-ocr page 674-

Β LADWYZER.

van Holland aan den
Biffchop, ζ,9, ΙΟ
» . of daar toe geregtigd
isgeweeft, 9,10

Hennk V, erkent den ßtf-
fchop Konradus voor zij-
nen Voefter heer , 20
, » beveftigt de giften van
iijnen Vader aan de
Kerk van Utregt, 20, 2 r
. in den ban gedaan , 4j·
■ fterft te Utregt , en
word daar begraven,
. zijne ordonantie raa-
kende de vrye verkiezing»
49

. trekt tegen de Vriezen
( en Hollanders)
. reden èn uytflag van
deezen oorlog,
. zijn verdrag met Paus
Kalixtus, 49,5-0,64,60
. of dat verdrag zoo na-
déelig voor den Keizer
was , als Paulus Sarpi
verzekert,
 66

Henricm^ XXXVIII Bif-
fchop van Utregt, 194
. . overwint den Gelders-
man, ' i95

. . fticht het Kafteel Vre-
deland, 195

. . legt den grond van den
nieuwen Utregtfchen
Dom, 195

. . zijne dood en lof, 19Ó
; . heeft wetten aan die
van Amersfoort en Ou-
dewater voorgefcbreven
196

. . verleent verfcheide
voorregten aan die van
üïregt,

Henrik van Nieveld komt
met gewapend volk bin-
nen Utregt, 500
. . blijft al vegtendedood,

500

Herbergzaamheh hoedaanig
van ouds gepreezen, 319
Herihertus XXVI Biflchop
van Utregt, 88

, . betemt de Drentenaars,
88

. . hoe hy Graaf Diderik
bedwingt, 88, 89

Henricus LVIIl Biffchop
van Utregt, 5'56

. . verfchil tuffchen hem
en den Raad van Am-
flerdam, 558

. . word uyt Utregt ge-
jaagt, 56:5

. . geeft het Sticht over
aan Karei de V. 5-64
. . redenen daar van , 5-67
. . heeft rouwkoop, 589
. . word Biffchop van
Worms, 590

, . of hy noch kan verde-
digt worden enz. 5-98
TJenricus CUngebile de i/a-
xaria
word ingekleedt
als Kanonnik Regulier,

391

, . word overlte van het
Klooftcr teVt'^indesheim,

392

Hermamm van Hoorn
XXVII Biffchop van U-
tregt,· 109

. . tweefpalt in zijne ver-
kiezinge, 109,110
. . was al te flap in zijne
regeeringe, 111,112
Hermmms Biffchop van
Leona,


-ocr page 675-

Β LADWYZER.

Leona,Wij biffchop van
Wjllebrandüs Biffchop
van Utregt , 174

Herman vanlVoerden maakt
een aanilag op het leven
van Floris V. en neemt
hem gevangen,
206,207
Herman van Loy^^dr/ï,Dom-
deken, hoofd der oproe-
rigen te Utregt,
400
Hezirts ( Theodoricus ) ge-
heimfchrijver van Adria-
nus VI. _
604

f^incmarus van Rheims heeft
allereerfl: het ondeifcheid
tuffchen openbaare en
verborge misdaaden, op
het ituk van de kerkelij-
ke tucht, verzonnen ,
217

^.Hieronymus-herg^ kerkje
aldaar "gewijdt, 409
S.
Fiieronymus - huis ^ kerk
en kerkhof aldaar ge-
wijdt,

Holland of niet bedijkt is
geweeft voor Willem IL
of omtrent dien tijdt ,
.83

. . dit gevoelen v?ord dap-
per gehekelt door Janus
Douza,
 184

fjollanders, Zeeuwen, Vla-
mingen
, trekken met
menigte naar het Land
der Slaven, enz. om dat
te bewoonen,
119,120
^ . Hollanders trekken naar
het H.Land, 15
-9,160
. . helpen veel in het ver-
overen van Damiate 7
lóo

. . helpen het leger der

Chriftenen in een groo-
ten nood redden,
161
. .hebben veel lands in
Vlaanderen bedijkt, 18f
Tiongersnood in Europa, 300
fioogjiraaten ( Graaf van )

20ck Lalaing
Horfl^
by Deventer, Non-
nekloofter aldaar gcftigt,

15Ó.197

Hubertus BiJJchop van Tp-
puze
, Wij-biffchop te
Utregt,
 39a

. . zijne verrigtingen, 39t
Huwelijken ( heimelijke )
verboden ,234,z35,28i
. . moeten niet aangegaan
worden op verbode tij-
den,
 282
. . mogten eertijds niet
aangegaan worden op
zondagen,
305
. . huwelijken op verbode
tijden aangegaan zija
voor nietig en kragte-
loos aangezien, 306
. . lang verboden tot den
zevenden graad toe,
355·
. . wie dat allereeriï heeft

gedaan,
. . hoe de graaden der
maagfchapgerekent wor-
den,

. . deeze uytbreiding van
de maagfchap heeftgroo-
te ongemakken veroor-
zaakt, 3^6
. . misbruiken omtrent de
heimelijke huwelijken,
55-9

. . twift omtrent: dezelve
huwelijken tuflchen den
Raad van Amfterdam era
den


-ocr page 676-

Β LADWYZER.

denBiiTchop, 558,5^9

• . heimelijke huwelijken
verbodeii,
 6\6

. . het Sakrament des hu-
welijks word doorgaans
in de kerken bedient, 645
. . of iulks ook van ouds
is gedaan, 6+
ï

, . is ook wel gefchiedt
in gemeene huizen,

I.

J/f^r, het nieuwe jaar te
beginnen met Kersdag,
28 r

. , plagt opfommigeplaat-
sen met Kersmis , op
andere met PaaiTchen te
beginnen, 310

• . is eindelijk gebragt op
I January, 510

Jaar van Chriilus menfch- r
wordinge, wanneer het
zelve eerll in de Pauiïe
lijke Bullen getekent is
geweeft, 5-95

Jaar word in de Room-
fche Kancellary begon-
nen met den Maart,
maar in de Sekretarye
der Brevetten met den
I January, 5-97,798
Jacobus van Oudshoorn ,

XLIV Biiïchop van U-
tregt,

. . bekomt door kragt van
geld zijne beveiliging te
Romen, 311

- ■ doch wordt te Keulen
gewljdt, 321

. , fterft niet zonder ver-
moedenvan vergift, 322

Jacob vanZuden^ voorgc-
flagen tot BiiTchop van
Utregt,
 320

. . is Wij biffchop van U-
tregt ge weeft,
323
. . zijne gaaven, 324
Jacob van Gulick^ Minne-
broeder CnPriefter, word
ontwijdt,
 384

Jacob van Lichtenberg al-
gemeen Vikaris enz.
407
Jacobus de Ridder ^ BiiTchop
van Hebron algemeen
Vikaris van F'rederick
van Baden, 5^8

. . heeft Philips van Bor-
gonje gewijdt,
5-30
leruen (S.) zijn feeft als S.
Laurens feeft te vieren,
4-^7

• . zijn lof enz. 427,428
lerfche Bißcboppen, hunne

armoede, 5'9,74,7f
Indiäie , Pauflelijke indi-
étien , wanneer begon-
nen , ^ Ji?·^
Indompeling^ doop
Inhuldigen
(in 't bezit
ftellen) der Biffchoppen'
door eenleekehand ver-
boden, enz. 4T

• , is egter op veele plaat-
zen in iicbruik geweefti

4-4,45

. . verdrag daar over ge-
troifen tnffchender Paus
en den Keizer,
64
. . het inhuldigen der Bif-
fchoppen ( door den
Vorü) was
een regt van
deoppermagt,
. . die regel heeft veele
uytzonderingeu,

Interaicl


-ocr page 677-

β L Λ D W Ϋ 2 É R'.

ïntèrdiii , de KruiiTen cn
beelden wierdeii in een
Interdiét afgenomen en
op de vloer gelegt, 139,
140

. . op een plaats onder het
Interdidt leggende mag
niemand begraven wor.
den, 18^,349

i . interdiB mag door de
Dekens niet gevelt wor-
den als na behoorlijke
kennis va;n zaaken, 350
, , wat voor dienden in
een interdiÖ: mogen ver-
rigt worden , 3 f4

i . de kerktucht daar om-
trent is te mets al meer
ca meer verzagt, 354-7355'
; . onheilen uyt de menig-
vuldige interdiiäen vol-
gende,
. . ordonantien omtrent
het onderhouden van 't
interdia, 370

, . interdiä over Utregt ,

490

. . word van de Bedelmoa-
nikken niet onderhou-
■ den, 490

interdiä^ misbruik der Gee-
fielijkheit daar omtrent,

. zijn niet zeer oud, 1-^6

257

Intrede^ accejfüs in 't ft uk
yan kerk ampten wat te
7.eggen is, 64.6

lohanm weduwe van V^'il·
lern
III. word Nonne in
deAbdy van Fontanelle,

329

ïohannes XXII. PaüS Was
H. Deer.

ganfch niet vies in Fieé
vejplaatzen der Biflchop-
pen, χηχ

. . zie Lddevjijk van Beye^
ren,

ïohannes van NaJfouvj ,
XXXIX BiiTchöp van
Utregt, 199

• . ^ord om •zijne enge-
Jeertheit afgezet,' 200
. . onder hem is de regee-
ring te utregt omgekeert^
202,203

. . zijne quaade regeering^
202.

ïohannes Syrik , XL Bif-.

fchop vau Utregt, 2,oö
. . verovert de kaftelen
Vredeland en Montfoort
Z06

. . zijne kefkVérgadeflijke
Ordonantien, ai<},enz»
- . zijn tweede harderlijke
Brief, 2,25

Ïohannes van Bronkhorß ,
verkozen tot Biflchop
van Utregt, 324.

. , ïijne vefkiezing ver-
nietigt door Johannes
XXII, 32T

ïohannes III , XLV Bif-
fchop van Utregt, 324.
. . is aan het Stift crpge-
drongen, 32J

. . zijne regeeringe is niet
gezegent, 326'

. . fterfc vol fchulden , 326
ïohannes van Ar kei^ X L V11
BiiTchop van Utregt was
een groot oorlogsman *

, . 337,33J
. . vas geléerd, 3 38'

. heeft aan, de Ut?egt^-

© S? saar®


-ocr page 678-

Baars het regt verleent
van niet buiten hef Sticht
gedaagt te mogen wor-
den,

, ♦ wordßiffchop van Luik

. . kort begrip van zijne
ordonantien, 34.1

, gaat in Vrankrijk woo-
nen om ïieh uyt defchul"
den te redden,
. ♦ trekt radeloos naar Ro-
men , 35 Γ
. . wordxeergeplaagtdoor
2ijne ichuld - eiffchers ,

» . komt alles te boven ,

. . zijne oorlogen, 35·! ,

, . word zeer geprezen ,
HhannesVernenhurgy XL V ΠI

Biffchop van Utregt
. . word door zfjne vyan-
den gevangen, 359
. zijne befchuldiging te
Romen,
* . fterft, niet zonder ver-
moeden van vergift, 3fio
. . zijneitfchtÏHgen , 5Ó0,
361

i . was een zagtmoedig
man, 301

Jeha» van Hare, eerfte op-
regter der Haaglche lioe-
kerye, 339

Isbatf van Breder ode ^ trouwt
met de dochter van dei%
Heer van Abcoude, 400
« . begeeft zich in een
Kloofter, keert weder toe
zijn Wijf, enz. 400
hhanvan sferen plaagt

de UtregtenaarS , 40Γ
hihannesah Arundine^ of vaft
Riet, Wij-biffchop te
Ulregt, j-oy

lohan Hi[fehop van Korke ^
Wij, biffchop van U-
tregt, 5Z5

hhan Paal, Kanonnik te
Keulen,Gemagtigde van
lohannes van Ferneburg
Jiiffchop van Ut regt ,
37S

hhannes Biffchop van Mas-
kon , door Eugen. iV,
afgezonden om defcheu-
ringte Utregt tc heelen,
enz. 425

lohannes^ Prior van de Re-
guliere Kanonnikken te
UEft'gt door den Le-
gaat Lodowijk gepre-
zen, enz, 471,473
. . heeft veel uycgeitaan
om dat hy de Pauffelij-
ke ban vonniffen tegen
die van Utregt gehoor-
zaamde, 473
. . krijgt daar om ver-
fcheide voorregten,473y
474·

ij7tacius Asigelus , Grieks
Keizer, misbruikt fchan-
deiijk de gewijde vaten y

251

hidocus^ Wij-biiTchop van
David van ßorgonie,
50S

. . zijneverrigtingen,508,.

iO(>

Κ

in 't Latijn ook
'C^i genoemil ,

JCif-

Β LADWYZER.


-ocr page 679-

Β LADWYZER.

KSeljaaivs- en Ploeh-ge-
zinden
wanneer opgeko-
men, 33S
. . beletten het beveiligen
van Gijsbregt van Bre-
derode , 479
.. . willen Utregt plunde-
ren,
500,501
. . leven onmenfcheiijk
met de Brederodens, ƒ01
SOI

Kalixius, Paus , ftaat den
Mijter toe aan Biffchop
Gödebaldus,
4Ó, 47, enz.
Kammikken van Utregt,
zie Utregtfche Kanon-
nikken.
. . wat opfpraak de naam
van wereldfche Kanon-
nikken al geleden heeft,

IfO

, . witte Kanonnikken en
zwarte Kanonnikken ,

Kanonnikken , Keizers en
Koningen
onder de Ka-
nonnikken opgefchrcven
43,63,106
. de Keizers hadden de
eerile plaats ouder de
Dom-beeren,
 96

. iiraf van de wederfpan-
nige Kanonnikken, 134
. van de Kanonnikken
zonder tciiament fter-
vende,

. lijkdienften over dege-
ftorvene Kanonnikken ,

. van hun leven in 't ge-
meen, 14^
. wanneer opgekomen ,
en afgeraakt, 148 j 149

. . wereldfche· Kanoiintk-
ken, 150

J^apeUe^ ftiehting der Ka-
pellen, 644

KafeUaanen te Haarlem j

'zie Haarlem.
. . wat eigentlijk een
lia-
pellaan te zeggen is, 644
Kapittel had de magt om
den Biffchop té ontbie-
den , 23,33
j^ppea eertijds van alle
geeftelijke petfoonen
,ja
ook van Leeken gedraa-
gt«, ^^
.. zwarte kappen der Non-
nen in witte verandert,
159,173

< . de Kanonniken hebben
doorgaans zwarte kap-
pen gedraagen, 357
. * onderfcheid tuffchen de
Monniks-kappen , en die
van de andere Geeitelijk-
heit, 37

r^rdmaelcn waren eerft bo-
ven de Biffchoppen niet
verheven, 194.

. . zijn te mets al hooger
en hooger gerezen, ip^
' . ja zodaanig dat ze met
den hoed op bleven zit-
ten , terwijle dat de Bif-
fchoppen bloots-hoofds
over end flonden, 25*7
. . wie dat verandert heeft
297,apS

- . verfcheide wetten tot
hun voordeel gemaakt,
298

i . waren noch niet inge-
ftelt ten tijde van S. Hie-
ronymus^ 528
© y i
f^arel


-ocr page 680-

■^rel deH^aale was niet ge-
dient met het Advokaat-
fchap van de Kerken,
102,103

^rel V. neemt den Raad
van AmfteFdam onderiij-
ne befciierming tegen den
Biffchop van Utregt, yóo
. . het Stift van Utregt
word hem in eigendom
opgedraagen, j-Ó4
. . redenen daar van, 567
. · ïijn brief aan de Ker-
ken van Utregt, 577
' . ïie Dekens, verkiezing,
• . hy handhaaft de regten
: der Utregrfche Geefte-
lijkheit,
 610

Kathnizers Kloofler in de
voorftad van Utregt, 183
Kats (Niklaas) komt den
Adel van Utregt te hulp,
■S^eizerlijke Prebende ^ 106
^eizers onder de Utregt-
fche Kanonnikken opge-
fchreven, 43,63, toó
. , hadden de eerlle plaats
onder de Domheeren te
Utregf, 96

.. niemand voorKeixer van
de Italiaanen gekeurd die
niet gekroond was door
den Paus, 177,186
. . dit voorgeeven der Ita-
Jiaanen fs door Keizer
Liodewijk van Beyeren
voor een ketterye uyt-
gemaakt, 187

Kelken , het verkoopen ,
verpanden enz. der zei-
ven is altijd zeer hoog
genomen en word ver-
boden, 251,276
. hoe flordigdat fomwij-
len toegegaan 18,25-1,15-1
. fommigen hebben zich
niet ontzien uyt gewij-
de Kelken te drinken y
2J-I, 251

. in wat gevallen het ver-
koopen der Kelken ge-

oorlofd is

Kennemers ftaan tegen den
Adel op, zo3_, 204.
Kerky waar van aldus ge-
noemt,
 IOi>

vrydommen der Ker-
ken , bepaalingeu daar
omtrent gemaakt ' 368 ,

. vrrjdom der Kerken»

1361 ^7,233^349,350

. wetteia daar voor ge-
maakt, 257
. misbruik daar omtrent,

. gelden zoo hoog niet
in Vrankrijk, 25S
. verdrag dien-aangaan-
de gemaakt tuffchen Phi-
lips van Borgoiije en Bif-
fchop Rudolphu;;, 258
Kerkelijke anipten hoe lang
mogen openftaan, 243
. . mogen niet begeeven
worden voor de dood
des bezitters, 457

. . niet meer als eene te
bezitten,
 z6%

Kerk-amften^ de Biffchop
en vordereßegeevers van
Kerk-ampten in hunne
vergeevinge door hetR,
Hof belet, 619

. . Keizerlijke bsief daar
tegen, 620

^erk

BLADWYZER.


-ocr page 681-

Β LADWYZER.

l^rk^ verzoenen der Ker-
ken , misbruik der Gee-
fteiijkheic daar omtrent,
256

. . vernielde Kerken mo-
gen niet vervoert wor-
den , 275"
Kerken en Kerk-hoven tot
Regt- en Rijks dagen ge-
bruikt, 307
. . hoe de Kloofters aan
verfcheide Cathedraale
en Parochi kerken zijn
gekomen, 32
Kerkelijke hedieningen voot
niet te ve'rrigten , 127,

KerKehjke gevjaaden , het
, verkoopen, verpanden,

der lelxe, zie Kelken.
. . hoe flordigdatfomwij-
len toegegaan is, 251,

Kerkelijke regts pkgifig, ban
tegen de ßoorders der
zelve, 210,270

Kerkelijke perfoonea , het
regt der kerkel. perfoo-
nen die gevangen geno-
men worden, i 31
. , Itraf van hunne beledi-
gers,

, . en van de rovers hun-
ner goederen, 13a
. . ordonantie tegen de
kerkel. perfoonen de-
welke byzitteu houden,
121,238

- . tegen de kerkel. per"
foonen die malkander
tot drinken tarten, enz·

, . indieq gevaqgen en ge-
iipodt worden , wat 'er
dan te doen ftaat, 228
. . mogen voor geen we-
reldfche regtbank ge-
trokken worden , 22p
. . zie Priefters

• . ordonantie over het ge-
vangen neemen of doo-
den der kerkel. perfoo-
nen, 231,277,27^

. . van hun woekeren ,416

woekeren
. . van de kerkel. perfoo-
nen die ter herberg gaan,
226,247

. . Kinderen van kerker
lijke perfoonen buiten de
Kerk- ampten gefloten ,

. . hadden hunne dge reg.,
tcrs, en konden qualijk
oit overtuigt worden,

. . ordonantie tegen hun-
ne baldadigheden, 371
. . moeten op de plaats vaii
hunne bediening wóo-
nen, 313

Kerkelijke goederen, ( ftraf
van de roovers der zelve)
132, 279

♦ .. ilraf der genen die het
verpachten der kerkeU
goederen beletten , 133

280

, . van de pachters der
kerk-goederen die niet
en betaal en, 133,13;:^

. . ban tegen de rovers der

kerk-goederen, 2zi
, . eeuwige ban tegen de
zeiven , i^i

. . kerkel, goederen niet
te verpanden, 227

. , ie Geeftelijkenhebbei^

©U3 dik?


-ocr page 682-

Β LADWYZER.

dikwils de oorzaak ge-
geeven tot het rooven
der kerkel. goederen ,

240

Kerker, lie gevangenis

^^rkhoven tot regt- en
Rijks-dagen gehouden,

, r .

4 . in t Latijn ook atria
en Paradiß genoemt ,

308

; . w^ren {jequaam om
regtsdagen te houden ,

309

. . waren met galderyen,
hoornen , welriekende
kruiden, en:^. voorïien,

309

. . waarom Paradiß ge-
noemt , 309

, wanneer men die heeft
begirinen te wijden, 517

Klermend ( Graaf van )
doet Floris IV. in een
tornoi-fpel ombrengen,

, . dat koft hem ook zijn
leven, 1S3

Klokken , door wien eer ft
gevvijdt en gedoopt^ijn,

Klooßers onder geen ifil^
fchop ftaande , hoe ge-
noemt wierden, 101,

lOi

Kloofler^perfoonen^ 7,ie Mon-
nikken.■

Kluny (Abt van) had wel
200 Cellen onder zijne
gehoorzaamheit itaan, 17

. . Abdy van Kluny is
eerft maar een Celle ge-
weeft, ■ ■ 2,9

Koefiraad, zie Conradus.
Kommtnde^K (hoedaanig in
zwang gegaan hebben,

. . wat onluften daarover
zijn gerezen, 646

Kommunie der Leeken, wat
geweeft is, 215

Komu^s-veld , Abdy dicht
onder Delft , gebouwd
door Koning Willems
Meuy, 180

Koßevs moeten op zijn
klerksgefchoren gaanizy
YLvukkea en ftokken wier-
den eertijds in de Kerken
gebruikt om op te fteu-
nen en te ruften, 377
Kruisvaart\ H.Land,
121

. - ktöisvaarten hebben me-
nig· menfeh verarmt, de
Pauzen ftonden 'er beft
mee, enz. , 123

. . deFranfcheGeeftelijk-
hcit was over de kruis-
tochten niet wel te vre-
de, 124,125

Kruisvaarders^ hoe zymet
het kruis getekent waren
124

. . veele vrouwen namen
het kruis aan cntrokkeri
naar het H. Land , izf
- . zie aflaaten
Kruiffen en beelden wier-
den in een interdikt af-
genomen en op de vloer

gelegt, 139

Kruijfenxxyt den Hemel ge-
regent , 511,5^4

jKuik (van) Herman en
cn Andries vm Kuik
cm*


-ocr page 683-

Β LADWYZER.

eaz. vermoorden Floris
den ïwarren, Br

. . hoe daar over vervolgt
door Diderik

L.

Τ flotte Laag) wan-

^ neergebouwd, 4.30
Lafai/ig (Antoiiy de) Graaf
van Hoogftraaten, séj·
. . Biffchop Henrik draagt
aan hem, die 's Keizers
perCoon verbeelde den
eigendom op van'tgan-
fche Stift, 575

. . neemt deswege den eed

r . r

Laurens, Sint Laurens al-
taar te Rotterdam ge-
wijdt, 510

Leera*r {Doäor') wat die
naam eertijds betekende,
Tr?

» . waarin Leeraar (Doiiïör)
van een Meefter , Magi-
fter, verfcheelde, fi?
Legaat^ gebooren Legaat

wat te ïeggen is, f
. . hun gctag is eertijds
veel grooter geweèft,

Leiden, voorregten en vri|-
donimen aan die van
Leiden gegeeven , 36+ ,
565,enx.
Ζ,ίοΧ, beveiligt de reg-
ten der Utregtfche Ker-
ke, 54?

Letmatkm (Hermannus )

algemeen Vikaris,
, . zijne geleerdhcit, dood
ein. 6f4·

Lidwina ( S.) mirakel om"
trent S. Lidwina goed"
gekeurd, " ^oT

Lindaiius ( Willem ) door
Georgias van Jigmond
afgeioilden naar Vries-
land, 1
Lodewijk de Goede (Keizer)
hoe kragtig is geweeft
voor het gemeen leven
der Kanonnikken, 148,

Lodewijk i'an Βeyerea (Kei-
zer ) zijn krakeel met
Johannes XXIί. u7,33α
. verfcheide VorÖen van
Duitsland en Nederland
willen hem te hulp trek-
ken, 3jr
. . wie dat ziine verzoe-
ning met den Paus belet
hebben , " ? 51
Lode wijk Biffchop van Vife
door de Kerkvergadering
van Bazel afgevaardigt
verleent eenige voorreg-
ten aan de Reguliere
Kanonnikken vanüiregr,

47a

Lodewijk Xr, Koning van
Vrank rijk,mogtniemand
lijden die in zijn Vaders
gunft had geftaan,
511,

Lokhorfl; xie Herman van
Loosduinen , Abdy aldaar
geftichtdoor Machtildis,
Weduve van Floris IV.

179

tijf-kaftydmgen ^ ïic geefle-
lingen.

U 4 M. Maag-


-ocr page 684-

Μ.

^aagfchapy hoede graa-
den der maagithap.
van Qiuds gerekent wier-
den,

Maanden^ regt der maan-
den omtrent het jvergee-
ven der kerkelijke amp-
ten, 648

MachtiUis , Weduwe van
Floris IV, ftfgt een Ab-
dy te Loosdjiinen , i yp
J.
Marcus dag , als een
feeftdag te vieren, 55-8
Margareta , Gravin van
Hennenberg zou 3^5· kin-
deren in eenedragtvoort-
gebragt hebben, 180
Margaretaas-gaflhuii te
Ütregt, bezogt enz. 379
MarÏes?-ivaard{khé'^) door
wiengeftigt, 8i,8i
. . aan brand geftoken 42·^)
Mattheus Biflchop van Bi-
duane, tVij-biiFchop van
Frederik van Blanken-
heim, 404
. . zijne yerrigtiiigei], 404«

iOf

, . was gierig eq een gee-
ilelijk amptverkooper ,
409

. . heeft ecri quaad einde
gehad,
 409,4.10

^'lartaas-kerk te Ui regt is
door Biffchop Cqnradus
en door de hoofd-kerk
gp.iïicht,
ß-larius (Leonardus) Ipf-
felijke getuigenis hoe hy
ïich in d»iludie heeft ge-
dragen , 335

Maxtm'üiaan van üoften-
rijk belegert Utregt ,
dwingt d,e Burgers, enz.

491

. . beweegt Frederik van
Baden om van het Bis-
dom af te flappen, ^2-2·
Meeßer, Magißer, zie Lee-
rqar.

Mimeh'oeder ontwijdt, en
waarom, 384

, . is tot de ziedende olie
verwezen , doch noch
onthalft, 385

Minnebroeders waren alvry
^vqqrbaarig in hpogdraa-
vende pronk-tytels aan
hunne kloofler-genoo-
ten te geeven, J" 14
, . zie Franciicaner Brpe-
ders.

Mis der Bijfchoppen , yan
ouds was ieder een ge-
woon dezelve by te
woonen, 34

. . daar toe waren de Pa-
iioors ook verpli^t, 34
. . geen twee EvliiTen op
eenen dag te doen als in
hoogen noocj, 210,23^),
276

. . die in den Ban zijn ,
n)oeten uyt de Mis ge-
weert worden, 273
. . pudstijds mögt geen
Mis gelezen worden als
buiten den tijd van de
Biflchoppelijke Mis, 35-
Mis in de huizen van groo-
te Heeren, 35-3

Misdaaden^onésrÏch^d tuf-
fcheede öpenbaare enver-
' Borge

eLADWYZER.


-ocr page 685-

Β LADWYZER.

borge misdaaden, zu
. . wanneer en door wie
eerft verzonnen in het
ftuk van de
kerkel. tucht
ZI7

. . Petrus Damianus mögt
van dat onderfcheid niet
hooren fpreeken,
217
Monnikken rnogen ïonder
's Biflchops verlof niet
preeken, 345

. . ongeregelde zucht der
Monnikken om Priefters
te worden , een oud
quaad,
 353

. . onderfcheid tuflchen
Kloofter-monnikken en
Cel-monnikken,
27
. . Monnikken op hen zel-
vcn en buiten het Kloo-
fter woonende doen te-
gen de Regel van S. 13e-
nedi£tus
 3 2-, 3 3

^ . mogten niet op de
landgoederen onder de
Boeren woonen, 33
, . mo^en tot het preeken
of biecht-hooren niet
toegelaaten worden, als
na het vertoonen van
hunne magt-brieven,
342
34-3

. . aan Monnikken uyt hun
Kloofter geloopen geen
kerkelijke ampten tebe-
geeven,
. . Monnikken zijn zoo
oud niet als het Chri-
ftendom, 394,395
Moort hoedaanig by de Hol-
landers en Vriezen is
gewroken. Si

Morery^ zijn ipisilag, om-
trent de dood van Flo^
ris IV.
 182

Muiden door de Utregte-

naars afgebrandt,
Myter aan den Biflchop
van Utregt toegedaan,
4<i

. . redekaveling over den
Myter der Utregtfche
Biflchoppen,
 5-5·

. . papiere Myters gedraa-
gen uyt armoede, 59
. . of al in zwang gingen
voor BiiTchop Godebal-
dus tijd, 5-9

. . bewijs dat het gebruik
van den Myter veel ou-
der is, 75,76,77, enz.
. . zelfs door de Vorften
en gekroonde hoofden
gedragen, 80

. . de Myter in een Ko-
ninklijke kroon gevoegd
was een teken van de
Opper-majefteit, 8o
. . het draagen van den
Myter aan de Abten toe-
gellaan, 1775*^7

. . deftige mannen zijn
daar tegen geweeft ,187,
188

.. onderfcheid tuflchen den
Myter der Biirchoppen
ingevoerd, i.:8,i89
. . Myter aan de Priors der
Reguliere Kanonnikketi
van Utregt toegellaan,
476

Mumikhuizen , ïie Cel-
len.

m f


-ocr page 686-

Β L Α D W γ ζ Ε R.

Ν.

Ν/Samen, zie toenaamea.
Nannius (Ρ.) /ijn ge-
Voelen over den ouden
ftand van Holland,

184

Nederlanders mogen niet
buiten hunne Provincie
gedagvaart worden,
548,

-549

Nicolaui de l{eputiis^ XLVI
BiiTchop van Utregt,
333

, . legt deeze w^aardigheit
af, en word Biflchop van
Vereelte, 354

. . word Kardinaal eii
fiicht een hooge fchool
te Peruiie,
. . heeft ïelfs de Regels
voor 7fjn Kollegie op
gefielt,
. . fticht daar twee plaat-
7,eo vQor Studenten van
Deventer of Utregt ,

. . waarom dat hy geen
Biflchop vanUtregt heeft
willen blijven, 536
Niklaas van Putte, zijn lof,
■^99

S. Niklaas Abdy te Mid-
delburg, 4 Γ
Nonnen veranderen de
ïwarte kap in een wit-
te, 1(39
» . üraf der Nonnen die
hunne belofte fchenden,
Hi

O

^ Fficiaalea^ wat magt ge-
^ had hebben, ^04
. . hebben hunne magt
dikwils misbruikt, 30^
Oliën^ deH Oliën nergens
als by den BiiFchop te
haaien,
 227,277

On-echtelin^en tot de ker-
kelijke Wijdzels niet toe
te laaten,
 264

. . mogten te'Utregt geen
Kerkelijke bediening
veel min de BiiTchoppe-
lijke waardigheit beklee-
den,
 480

. . fommige wetten fpree-
ken anders,
 484

Ongenade ^Hy zal in de onge~
nade van S.Pieter "vallen^
achter PauiTelijke Bul-
len gefield, wat te zeg-
gen is, 1
08
Ontwijding der Priefteren ,
voorbeelden daar van,
zie
Floris van IVevelink'
hoven
en Petrus een Prie-
fter,

. . daar moeflen behalvcn
den eigen BiiTchop noch
Zes BiiTchoppen tegen"
woordig zijn, 40x

. . die wet is naderhand
verandert ,
 402

. . die ontwijding is niet
meer gebruikelijk in
Vrankrijk,
 40;

Ooftln'oek^ Abdy, wanneer
geftigt, 4a

, , de kerker van de order
genoemci, 43


-ocr page 687-

Β L Α D W γ ζ Ε R.

Omloop tc Utregt, 48, ój-
Oprode (Joachim van) Bif-
fchop van Hebron, ali-
gemeen Vikaris te U-
tregt, és6

Qrdimris, Ordinarius, wat
te ïeggen is, 645"

Om I. XXXIIl ßiflchop
van Utregt, 151

, . ïijne gaaven, ijr
= . zijne dood, i^i

. . zijne vordere gaaven
en deugden, 154

Otto II. XXXIV Biffchop
van Utregt, 155

. ♦ is in Syrien geweeft ,
if?

. . zijn oorlog tegen den
Geldersman, 15$"

. . word jammerlijk en
wreedelijk gedoodt, Jf6
. . heeft ïijn eigen Vader,
en daar na lijnen Broe-
der tot Biffchoppen ge-
wijdt, 157

. . is met Frederik den II
niet iu Syrien geweeft,

. . hy heeft die onluften
zelf op zijnen hals ge-
haalt ,
 i6z

Ottolll. XXXVI Biffchop
van Utregt, 17^

. . word tot voogd aange-
ftelt over Willem II. lyf
. . temt de Drentenaars,
enz. 176

. . word de Raads-heer van
Willem II. Roornfcheu
Koning, 177

Otto Graaf van 'Bcntheni
beoorlogt het Stift
en
word gevangen3

. . word door een andere«
Graaf Otto gedoodt,
100
0«o ,ζοοη van Diderik VI,
word Graaf van Ben-
them, loo

Overledene Biffchoppen^ hun
inboedel geplunderd: zie
plunderen.
Otto,de Wedde^ gemagtig-
de en
Syndicus enz. be-
roept zich uyt naame der
vijf Kerken op den Paus,

Oudewater tot een Stad gé-
maakt door Biffchop
Henricus, ip7

, . door de Utregtenaars
verovert en afgebrandt,

Overjpel, of 'er overfpel
begaan word tuffchen
een getrouwd man en
een vrye vrouwsperfoon
enz. 544

Otters in een interdicl, ont-
bloot, of met een hai-
ren kleed gedekt,
139,
140

P.

Pi^lltum , het ïelve te
verkrijgen koftegeld,7i
, .veele volkeren hebben
zich metBiffchoppen \ er-
genoegt 5 ponder naar
het
P^liium te vraagen,
73

S. Pankras-kapittel^ltQ Lei-
den geflieht, 36Q
Paradijas , Paradijs voor
Kerkhof
genomen,
Kerkhof.


-ocr page 688-

Β LADWYZER.

f^rk , Abdy van Park is
eeril maar een Celle ge-
weert, 29

iarochi-kerken^hoQ de Kloo-
üers daar aan zijn geko-
men,
 33,
Pauzen die ïich den naam
van S. Pieter aangema-
tigt hebben,
100
; , waren ook gebonden
aan de kerkelijke tucht-
regelen eq andere wet-
ten , 2!Ó
. . hebben zich de magt
aangematigc om alle
Kcrk-afnpten te vergee-
ven,

Taujfelijke Brieven, of de
Pauzen eertijds niet ge-
woon waren hunne naa-
men te zetten ygor de
naamen der gpejien diiar
zy aan ichreyen, 5-95·,

. . txQ zaligheitcn h^oiio'

itolifchen zegen.
PetronellaGi^vhi yan Hol-
land , oorloogt tegen
Henrik V. ' 6-?
- . flieht een Abdy te
xRhijnsburg, 44.

. . dwingt de Monnikken
van Egmond om Anfeli-
pus, yoor Abt aan te
neemen,
 62

Petrus Blefenßs kon niet
lijden dat de Abten den
Myterenz. droegen, 187
Peiriff Damiani mögt op
bet ftuk van de kerkelij-
ke tucht niet hooren
fprceken van het onder-
icheid tuiTchca de open-
baare en verborge mis-
daaden, 217

Petrus en Paulas ( de H.
H. ) wanneerde Pauzen
beide die naamen heb-
ben beginnen uyt te druk-
ken,

. . waarom zy beide die
naamen nu uytdrukken.

Petrus , Kardinaal van S.
Jsris^
zijne ordonantie,
^37

Petrus , een Priefter verr
moord een anderen Prie-
fier., enz-
401,402
. . word ontwijt, 402
Petruf vaaer Voor β , uyt-
voerder van het Terta-
ment van Willem En-
kevoort ,
 602
Philippus de Z,eidis ^ ' 379
, . deftig Regtsgeleerde ,
Raadsheer van Willem
van Beyeren Graaf van
Holland,
380
. . zijne fchriftenendood,
380

Philips van Borgonje ( dp
goede) kant zich tegen
de afperzingen der Land-
dekens,
 432,454
. . belet de beveftiging van
Gijsbregt van I3redero-
de, 478
. . dwingt de Over-yfie-
laars enz. om David te
erkennen , 486
, , word van fommigen
niet geprezen,
550
Philips van Borgonje , LI
ßiffchop van Utregt,
5?!
.. word


-ocr page 689-

Β LADWYZER.

. i word aangenomen on-
der de Hovelingen van
Maxiniiliaan, 531
. . word Zee-overfte, 533
. . gaat voor Gezant naar
Julius IL
 5-34·

, . word ßiffchop van U-
tregt,

. - Hedäprijfthemniet,') 38
, . wat Philips al voor
heeft gehad, i39

. . xijne gebreken , min-
neryen enx. ƒ10

. . zijne dood, 521

. . of hy moeft gedwongen
worden om het Bisdom
aanteneemen, ί·5Ί
. . waarom dat
te hem Bif-
fchop gemaakt hebben,

551

- . hoe in oorlog is ge-
raakt, ■ f53
, . van zijne bafterd kin-
deren, ^
Plunderen van den inboedel
der overledene Biffchop -
pen,

, . is een oud misbruik ,
463, 4<S4

pieters (S. ) Kerk te Lei-
de gewijd door Gode-
baldus, 44

Poßulaat-guldem, 42 f
Premonßeits beeren of Nor-
bertynen hebben den My-
ter niet willen aannee"
men, 187

Priefler^ in wat jaaren ie-
mand Priefter mögt wor-
den, 1^3
. . zie wijden .
. . verhevendheit der Prie-
iteren,
209

. , daarom is hun val des
tc zwaarder,
 X09

. . oude tucht omtrent de
gevallene Priefters,
209
ζ 10

. . iaater tucht omtrent

zeiven, 2,13

. . waarom de gevallene
Priefters niet van de
Kerkelijke gemeenfchap
gefcheiden wierden, 214.
. . verfcheide ordonantiea
raakende hun gedrag en
bedieningen, 223, 224,
215, 226 , enz.
. . moeten op zijnKlerks
gefchooren cn gekleed
gaan>, 234,275

. . mogen geen verbode
wapenen draagen, z;!4,

Prießers. kinieren, buitea
de Kerk-ampten geflo-
ten, 239,2^8
Prieflers in de huizen van
groote Heeren gebruikt
ais geringeknegten , 3^?
Priors voor Overften vaa
Cellen genomen, 28
Prioryeti voor Cellen ge-
nomen,
16
Prooßen van Weft-vries-
land , voorregten aaa
dezelven toegelkan door
Biffchop Godebaldas, f3
. . mogten eens in de
ze-
ven jaaren een Biffchop
gebruiken dien zy be-
geerden , 5-4.
. . die door den
Deken
en Kapittel vanS. Maar-
ten verkoren waren ,
hadden geene Biffchop-

pelijk©·


-ocr page 690-

Β L Α D W γ ζ Ε R.

pelijke beveftiginge va»
noden,
 54.

QUintijn , S. Quintijns
. Abdy is eerfl; maar
' een Celle geweeft, 25)

R.

RAas Doggert^ naar Ro-
men afgezonden door
de drie Staaten van U-
tregt, 4i8

. . hoe hy te Romen mis-
handelt is, 4J-8
Rabanus Bißchop ναμ Spiers
word door den Paus
aangeftelt tot BiiTchop
vanUtregt, 413
. . ftapt 'er van af, 413
Regt^ het Vrieffche Regt
door David vanßorgon-
je afgefchaft, ^94
- . het Franfche Regt door
hem ingevoerd, 49 y
. . hoe het Regt van ouds
te ütregt is gepleegt ,
503

. . Vrieffche , Alleman-
niffche, Saliffche, Bor-
gondiffche regten, <[03',
50Ψ

Regt' dagen voor deeien
onder den blooten hemel
gehouden, 307

Regt -van Patroonjchap en
Regt van voorjtellmge ,
/ wat onderfcheid daar

tuflchen is,
, . wereldfch en plaatfe-
lijk Regt van voorftel-
linge, i5)i

Reguliere ^amnnikken uyt
Zeiand gejaagt, 41
. . ook uyt Staveren, 43,

. . hunne belofte, 391
. . van de oudheit van
hunne order , 394

. . die van Utregt door den
Legaat Lodfcwijk ge-
prezen , om dat zy de
ban - vonniffen gehoor-
zaamt 'hebben, 472 ,47$
. . ziejohannes Prior enz.
. . fommigen hebben zich
aan die vonniffen niet
gekreunt, 47j

Reinoud van Vianen zoekt
zichBiffchop van Utregt
te maaken , enz. 381
Reliquien der Heiligen in
S. Jans Kerk gevonden,
fió

. « dezelve bezigtigt en be-
zegeld door Jac.de Rid-
der, ƒ29
Refervatien der kerkelijke
ampten,

vergadering aldaar
gehouden tegen Henri-
cusV. enz. 44,4?
Rhenen door Johannes van
Arkel, Biifchop van U-
tregt, bemuurd , 339
Rhijn-guldens waar van al-
dus genoemd, 411
Rhijnshurg , Abdy aldaar
geftigt, 44

. , de Abdy aldaar door
Diderik VI. geftelt on-
der de befcherming van
S. Pieter, 89,101
Richardfts y Koning Wil-
lems


-ocr page 691-

L Α D W γ ζ Ε R.

iems Meuy , bouwt de
Abdy van Konings-veld,
i8o

— is daar begraaven, i8o
Ridders van Η Gaßhuis te

Utregc, 197

Ridders van de Duitfehe
Ori/ir te Ptregt, 197
Rigobertus- (S.) ibmmigen
mecBen dat hy het ge-
meen leven der Kanon-
nikken in Europa iiige-
voert heeft,
Rohertus Pullus Kardinaal
wat hy van degeeiTelin-
ge fchrijfc,
Rogier van Bronkhorft tot
BiiTchop van Utregt
voorgeflagen, 396,197
Rota, een Regtbank tc Ro-
men'

Royardtis, Minnebroeder ,
prijft den Biffchop Geor-
gius, <520

Rudolf Kafleelein van Koe-
verden, xijn wedervaa-
vaaren,
166, 167,171
. . word op een rad ge-
rn, 107,173
Ejidolphus , LUI Biffchop
van Utregt, 411

— regeert het Bisdom in
weerwil van den Paus,

— word beveiligt en ge-
wijdt, 42s , 416

is besorgt voor zijne
onderhoorige Landen»

430

— is de befdïermer der
Geeftelfjkheit geweelt ,

- ijjne αΌθ4^ 431.

— zijne ordonantien te-
gen eenige misbruiken,

43a

—ρ de Kapittels en de
Burgery van Utregt ver-
binden zich om Kudol-
phus getrouw te blijven,
434·

—- word aangenomen tot
Befcherm-heer van het
Stift y 44.1

— fchrikkelijke ban te-
gen hem uytgefproken
door Paus Martinus,

4Ó£

— raakt in den haat van
veele Burgers, 461
2,ijn inboedel word na
zijne dood geplündert,

43"»463

J<jidolphus Agricola , zijne
geleerdheit, enz. 464

Bjipertusvafi Dnits^ is Mon-
nik gewecft in de Abdy
van üoftbroek, 4a

Bjjksdagen voor deezen on-
der den blauwen heme!
gehouden, 307

S.

Sakramenten moeten voor
niet bedient worden,

Zi7,247

de zeven Sakramenten,
en twaalf Geloofs-artij-
keleu moeten fomwijlen
voor het Volk uytgeleit
worden,
 274.

Schakers van vrouluiden
mogten niet ontbonden
worden zonder tocftem-
mingedec wederzijdfche
vrien-


-ocr page 692-

Β LADWYZER.

vrienden, 433

Schoenen^ boogsgewijs ge-
hegte fchoenen aan de
de Kerkelijke perfoonen
verboden, 273

■— Willem van Malmes
heeft daar al op gefmaalt,
?05

Scholaflkus wat eertijds be-
tekende^ 147
seripandus (Hieronymus )
heeft gearbeidt om het
verplaatzen der Bif-
fchoppen uyt te roejen,
17z

S. Servaas Kerk en Abdy
te ütregt gebouwd ,
168

siciliefij beide de Sicilien
wat te ïeggen is, 17z
Steden ïijn ook Kaftee-
len,
"vici, vHL·, genoemt
geweeft,
Steenwijk ^ Kapittel aldaar
geflieht door Biffchop
Henricus, jp6

Sodomy , of de Templiers
daar van befchuldigt
moeten worden, 295
of die in fommige
Katolijke Landen voor
een
peceadillo of klei-
nigheit is gehouden, 295,
294

-— de Heidenen zelf heb-
ben daar een yzing voor
gehad, loz

— hoe de oude Batavie«
ren dezelve verfoeit heb-
ben ,

Engeland is om die
' ïonde door God aan de
Noormannen overgege-
ven,

Stoelen en banken zijn laat
in de
Kerken opgeko-
men, 37*5'
Stokken en krukken wier-
den eertijds in de Ker-
ken gebruikt om op te'
fteunen,
577
Straffen , dezelve zonde
niet tweemaal te ftraf-
fen, 214
Studenten, ordonantie raa-
kende de uytvaart der
Studenten, 136
Syncelli di&i Konftantinopo-
liiaanfche Kerke \vat ge-
weeft zijn, 296

— begeerden boven de
BiiTchoppen en Aarts-
biiTchoppen
te zitten ^

t.

'^Emplieren , onderzoek
over de regtmaatig-
heit of onregmatigheit
van hunne uytroeyingej
287

— hoe dat ze tot be-
kentenis zijn gedwon-
gen, 287,288

·— belachelijke misdaaden
aan dezelven opgelicht,
28S

i—· wat uyt hunne ver-
oordeelinge te befluiten
ftaat 291

7eßamenten^ die niet uyt-
get^oert worden , aan
den BiiTchop op te gee-
ven, 346,347,948
T^heodQrikks h XXXI Bif-
fchop·


-ocr page 693-

Β LADWYZER.

fchóp van Utregt, 127

— fterft in Italië, 118

TheodoricusW. XXXIlBif-

fchop van Utregt, 119

-— word gevangen door
Graaf Willem , maar
door de Vriezen ver-
lort, 130

— ïijn oorlog tegen den
gemelden Graaf, 130

•- ïijne ordonantien ,

'3'

—— groot voorftander van
de Gravinne Ada, 139

Theodoricus, Minnebroe-
der , Wij - bilTchop van
Otto III. Biffchop van
"ütregt, 192

'ïhomas Baftnus zie Bafi-
nus.

Thomas α Villa - nova heeft
zeer gearbeidt om het
verplaatzen der Bif-
fchoppen uyt te roejen,

172

Tienden , Leek en mogten
zich niet bemoejen met
de Tienden der onbe-
bouwde Landen, 228
Leeken waren al van
ouds verlekkert op de
Tienden, 254

tegen de BiiTehoppen
die dezelven aan Leeken ^
gaaven,

— deSimonyfpeeldedaar
fomwijlen onder, 25+,

—- hoe ïulks te verftaan

—· fommige Tienden wor-
den noch als erfelijke
II. D££L·.

goederen bezeten, .2ff

— Tienden van onbe-
bou'jvde landen en braak-
landen , 30<5,307

Toe- naamen der adelijke
huizen wanneer opge-
komen, 98, 107, 118

— hoe laat in Zweden ,
Bohemen,enz. opgeko-
men, 108

— zijn al ouder, 118

Toren van den Dom te U-

tregt gebouwd, 31a

Torney -fpeelen van ouds
gemeen in Vrankrijk ,
Duitsland, enz.

— door verfcheidene Pau-
zen verboden, χ 81

Torre ( Jacobus de la )
maakt dat de tweede
plaats te Perufie aan de
Utregtfche Studenten
weder word gegeeven,
33T

Toveryejt verboden, 277
V.

VAnder Vorfl^ zie Pieter
vander Vorft.

Veluwe, Verfchil tufichen

• de Graaven van Gelder-
land en de Biffchoppen
van Utregt over het
bezit van de Veluwe ,
113

Ferdrag - punten van het
Roomfche Rijk en den
Roomfchen Stoel, om-
trent het vergeeven der
kerkelijke ampten, ósf,
636,648
V ~ hoe-


-ocr page 694-

Β LADWYZER.

-r hoedanig in alles niet
aijiï onderhouden, 649
hoedaanig van allen
niet aangenomen, 649,

ÓfO

Vereemgmgen der kerkelij-
ke ampten ; hoedaanig
; dezelve plagten te ge-
'fchieden, Ó4Ó

T^ergeeving van Kerk-anap-

ren, tis Kerk-ampten.
Verkiezing , van een Bif-
fchop aan de Utregt-
■ fche Kerk gegeeven door
Conradus 131. 94·

^ hoe dat te veritaan is,
Ï07

de vrye· verkiezing geeft
Voet aan de küiperye, 109
»— het Volk van ütregt
en van Romen omtrent
op den ïelfden tijd van
'hnnne'ftemmen.beroofd,
; . 113

de Kerk-vergadering
van Lateranen wil de
godvruchtige mannen in
de verkiezinge gekent
hebben, 10^,107
·— de Keizers hadden 'er
groot deel in , 107

— het gemeene Volk mis-
bruikte zijn regt in het
verkiezen,
 113
Regt vanfommige Vor-
ken in de verkiezinge
van Biffchoppen en Ab-
ten» 115

—^ verkiezing gefchiedt op
driëderharrde wijze, 483

— verkiezing van een Bii-
fchop vaii ütregt mögt
niet gedaan worden zon-
der voorgaande benoe-
minge van den Koning
als enz. 5^4

— verkiezing der Dekens
hoedaanig naar de tijde-
lijke oyerdragt te Ü-
tregt bepaalt is geweeft ,

— hoe verre zulks door
Karei V. en Philips II.
uytgerekt is gewéeit ,

m

— het zeilde kunsje is door
Karei V. noch meer iü
't werk geftelt,
594

— hoedaanig het verhaal
van de verkiezinge der
Biffchoppen aan den
Paus moet gezonden
Vierden, -é+p

onderfcheid in hit o-
verzenden van dat ver-
haal, ί4Γ
Vsirvalfchers der Pauffelijke
brieven , aan den Bif-
fchQp bekend teinaak-en,
347

Vlamingen , Hollanders ,
Zetuwen^ enz. trekken
met menigte naar 'het
Land der Slaven om dat
te beboïiwen , 115,120
Vlamir/gen vallen in 'Hol-
land, enz.
 2,99
■— Vi^orden geflagen , 19.5)
Vlierbeek^ Αbdy van Vlier-
beek is eerft maar een
Celle 'geweeit , 29
Vogel-gevecht^ 522,
Volk
C het) misbruikte zijn
magt in de verkiezin-
gen ,

te


-ocr page 695-

Β LADWYZER.

gen, 119

Vormzel altiid aange7-ien
als een voltrekking van
het Doopzel,
 301

de Gedoopten wier-
den aanftonds gevormt,

ÏO I

Vredeland (Slot) gefticht
door Jiifithop Henricus,

— is onder de kleine Ste-
den gerekent geweeft ,

198

friezen trekken naar 't H.
Land, 155?, 160

— heipen veel in 't vero-
veren van Damiate,
löo

•—. hebben 7.ich beft van
alle onder Wiliem II.
gcqueeten in het beleg
van Aken, 186

Vriejfche Wetten^ ih Regt

Vrij -plaatzen ^ zie Kerke-
lijke vrijdommen.

Utregt afgebrand onder He-
ribertus, 93

de Regeering te l^tregt
omgekeert onder johan
van Naffouvir, 202,303

— opfchudding te Utregt
onder Frederik van
Blankenheim, 400

— onder Henrik van Beye-
ren, 59«

-- interdicè over Utregt ,

¥)0

'— word van de Bedcl-
monnikken niet onder-
houden , 490

Utregt^ Staaten van Utregt

beroepen 2ich op den
Paus, g

—klaageil over de een-
zij digheit van den Paus,·

Utregt in ciigendom öpge.
draagen aan Karei V.
ïie Henrik LVlIl Bif- ■
fchop.

Utregtfeh Bisdom geplaagt
door de Heeren van Am-
ftel, t2o

Utregtfcbe l^anonnikken ^
Keizers wietden welop^·
gefchreven onder deU-
tregtfche Kanonnikken j
43

Vtregtfche ^rk krijgt vail
Konradus lil. het regt
om een BiiTchop te ver-
kiezen,
 94

— hoe dat te verftaan is,

107

Vtregtfche Geeßelijkheit ver-
een igt zich tegen de op-
geleide fchaiüngen voor
Walraven, 466

\3tregtenaars ftaan tegen
den Adel op,
103,204.

— hun regt van niet bui-
ten het Stift te mogen ge-

■ daagtworden339,34o,f4^

— dit regt beveftigt dooc
Karei
V. 54t

—~ weeren lieh kloeke-^
lijk tegen Jan van Beye·»
ren, 40*

— hunne regten beve^
.ftigd door Leo X. 54^

η »

W, W


-ocr page 696-

Β IJ Α D W Υ Ζ Ε R.

W.

WAlraven van Mettrs
Domprooft, krijgt
eenige ftemmen tot het
Bisdom, 4'2

·— word door de party
van Zuederus (na Zue-
derus dood } tot
BiiTchop
verkoren, 46^

hoe de zaak bemiddelt
is,

—— door ddi Paus beve-
ftigd, 46^

— de Geeftelijkheit moet
hem eenig geld opfchie-
ten,. 466

Walterm Abt van Vil Iers,
xijn leven, i6x

Walraven van Brederoden ^
gevangen genomen on-
der David van Borgon-
ί je, 50i

—— onmenfchelijk gepij-
nigt,- SOI

Wahtfch', wondere Wal-

vifch gezien,
Wapenen, vjapenfcMden of
uyt de Tornoy-fpeelen
ïijn voortgekomen ,
182

Watervloed in Holland ,
enz. 117,119,311
Wederkeeringen, i η h e t ft u k
van kerkelijke amptcn,
wat te ïeggen is, 646,
647

Wereldfche Kanonnikken ,

tie Kanonnikken.
Wereldfcht Monnikken^ 151

h.r
^ "

Wepf door de utrcgtenaars-
afgehrandr , i^i

Wejierlmge^ Weftlinge 210
Witte» Vrieiïche wetten
door David van Eorgon -
je afgeichaft,

— zie regt,

Wniebrandm XXXV Bif-
fchop van tnregt, 1/-4
-— ilraft de moordenaars
van zijnen Voorzaat Ot-
to, 166

— word meer geroemt o-
ver zijn geflagt en wa-
penhandeling , als over
zijne gocivruchfigheit en
gelèerdbeit, i6j

— zijne dood, 168
~ kan niet gcltorven zijn

in 't jaar 1236, 173
Willem I. Graaf van Hol-
land , en Floris III zijn
! zckerliik in 't H. Land
geweeit, 15· 3

Willem {(. Graaf van Hol-
land ilaar onder de voog-
dy van Otto III.
Bif-
fchop van ürrcgt, 175

— (kit Dijk-graaven aan
tot bcwaaringvanRhijn-
land, 176

— word tot Roomfch Ko-
ning gekozen tegen Fre-
derik II. 176

— hy heeft Frederik niet
veel afbreuk gedaan ,

17Ó

— word te KetiTen door
Albertus Magnus op een
wonderlijk gaftmaal ont-
haalt, 177,189

- fticht


-ocr page 697-

Β L Α D W Y Ζ Ε R.

. . flicht een Kloofter yoor
de Preek-heeren, 178
. . laat zieh onder de Bur-
gers van Utregt opteke-
nen , 179
. . vervoert het Hof van
s' Gravezande naar den
Haag, 179,190
. . zijne dood,
181
Willem f II. Graaf van Hol-
land helpt den Biifchop
Frederik Syrik ,
318 ,

. . zijn vonnis tegeti den
Baljuw van Zuid-hol-
land ,
 527
. . of dit verhaal waarach-
tig is, 329,3

. . zijne dood, ^ly

Wilhelmus I , XXI Bif-
fchop van Utregp, i
. . een fchrander en kloek-
moedig karei,
. . zoekt zich meefter te
maken van Holland,
2
, . raakt in oorlog met
Robregt den Vries, 3
. . trekt naar Jerufalem,
zijne ongelukkige reis,
4, li

. . volgt de party van Hen-
rik IV. jtegens Grego-
rius Vn. 5"

. . y^fchil over ïijne ma-
pier van ftervcn, 6
f . zijn verlchil over de
Kerk van
Brugge, enz.
met den BiiTchop van
Noyons,
 6,7

, . hoe dat hy het oog op
Holland heeft gehad,
10
valfche vmellingen

omtrent zijne dood, 6,

. , en omtrent zijne ver-
doemenis, 14
Willem li. XLI Biffchop
van Utregt,
2,60
. zijne geleerdheit, enz.

ióo

. vsrord te Utregt gevan-
gen gezet, 260
. word in een veldflag
gedoodt, 261
. aflaats-briefwegens diea
doodflag, ióz
. zijne ordonantte tegens.
de baftard-kmderen, 265
. heeft aan de Hollan^
ders de handen vpl werk
gegeeven, 267
Willem Hartog van Gelder-
land^
zijne geweldenary
omtrent de verkiezing
van een Biffchop van
Utregt, 39^^399
Wilhelmus Enkemort^ LIX,
Biffchop van Utregt,

_ S99

. , word Dataris gemaakt
door Adrianus VI. 599
. . Biffchop van Utregt
zijnde blijft hy doorgaans
te Romen,
 600

. . zijne fchriften enßich-
tingen,
 6ot

. . Z'jn graf-fchrift, 6o%
, . is de eenigfte geweeft
die olt door Adrianus
VI. tot het Kardinaal-
fchap is verheven,
604.
. . is door de Duytfchers
in het veroveren van de
Stad Romen gevangen
fV· 3 geweeft,


-ocr page 698-

Β LADWYZER.

voert heeft, 594,
Zegerus ( Minneiiiroeder)
fpreekt met grooten lof
van Biffchop Georgius
van Egmond, 650
Zijl, ( Kloofter van Zijl
te Haarlem, 652

Zee-monßer in de Purmer
gezien,
 403

Zeeuwen, Vlamingen, HoU
land:rs
, trekken met
meenigte naar bet Land
der Slaven,enz. omdat
te bebouwen,
119,120
Zitten in de Kerken was
eertijds niet gebruikelijk,

370

. . dit is de Kanonnikken
in een Synode
verbo-
■ den, ' 377

Xtrtx-zee , die van Zirix-
zee ^preezen, 299
. . wederftaan den vyand
zeer manhaftig, 299,300
Xonde^ dezelve zonde niet
tweemaal teftrafFen, 214
Zuederus Uterloo door ee-
riige Kanonnikken tot
Biffchop gekozen, '363
. . was ongeleerd, onbe-
fchaaft, enz. 363, 373
, . tot algemeen Vikaris
van het Stift door het
Lom-kapittel aangeileld,
373

^uederus Heer van Gaas-
beek
, ftigt het Karthui-
zersKloofterin de Voor-
ftad van Utregt, 383
Zuederus van. Gaasbeek^ Ka-
nonnik, van fommigen
ipewenfching eeritinge^ tot Vikaris ia 't tijder

geweeft, 604.

Windesheim, Pant en Kerk-
hof aldaar gewijdt,
J90·
, . Sakrifty, Kapittel-huis,
enz. aldaar gewijdt, 41 ο
Witte-vanHixmßede, zijne
dapperheit en lof, 299
Woekeraars ( openbaare )
moeten tweemaal in 't
jaar afgekundigt worden
als in denban vervallen,
2i8

Woekeren een oud quaad in
de Kerke, 244

. . ook in kerkelijke per-
foonen, ^44

Wondere tekenen gezien ,

522,j-23

Wraakneeming over het
vermoorden van zijne
vrienden, zie
moord. Dodo
Wijding
der Utregtfche
Biffchoppen, Redekave-
ling over dezelve,
Λ . wanneer iemant mögt
Piieiler gewijdt worden,

. . fommige heilige man-
nen zijn heel jong Prie-
fter gewijdt, IJ3

Y.

'^ffelmonde ( Kafteei te)
gebouwt of althans
verfterkt, 3

Z.

Allgheit en /IpoßoUJfcheft
wat Paus die

-ocr page 699-

Β LADWYZER.

lijke verkoren, 373
Zuederus van Kuilenburg^
LIIBiffchop van Ütregt,

4f2

. . word gedwongen de
Stadt te verlaaten , 413
. . fpreekt ten ban uyt te-
gens Rudolphus Diep-
hout, 414,459
. . om zijne zaak ftaande
te houden reift naar de
Kerk-vergadering te Ba-
xel, 416
, . word daar Biffchop van

Cefarsea gemaakt , 42,5
, . zijne ordonantie raa-
kende het Feeft van S»
Jeroen, 4^7

. . had de kunft niet van
wel te regeeren , 4i7
Zuederus van Voorhout ^ al-
gemeen Vikaris van Bif-
fchop Zuederus,
46a
Zuederus van BaJingheMty
verdrijft de nieuwe Ma-
jeftraät uytUtregt, 404,
aoy


pruki

-ocr page 700-

Druk fouten en Byvoegingen.

pAg. jp. lin. lo. Daar op moet deeie bemerking gc-
·■■ maalit worden: Men leeft egter in dit werk, aan 't
iai'tijdje, dat lohanncsvanSyrik al gefchreeven heeft.
Door de genade van Godt en van den ApoftuUfchen Stoel
Bijfchop van Utregt.

pag. 5^7 linie I. Goddelijke dingen^ lees dienflen.
p. 83^ onder in de Noten/wverfcheide gedenkfchrif-
ten raakende dit Klocfter.

p. 88. aan de kant 'Trentenaars lees Drentenaars^
P. lox. lin. 2,3,4. enz. moet de lin aldus gelezen wor-
den.

Al word zekere Abdy geftelt onder de befcherming
van den Paus, daar door is dezelve noch niet ontheven.
I van Biiïcbops gezag : zoo als de GloiTa , en de Ka-
noniften doorgaans redeneeren over het antwoord van
Innocentius III.
(Cap. 18. x. deprivU.)

Ja al geeft zoo een Abdy, tot een teken van haare
onderwerpinge , en jaarlijkfche fchatting aan den R,
Stoel, dat is noch geen teken dat de Biflchop over zoo
een Abdy niet meer te zeggen zou hebben , zoo als A-
lexander ΙΠ. (
cap. 8. x. eodem ) heeft verklaart.

Maar om.zoo een ontheffing te bewijzen , moet de
Paus zoo een Abdy, Kerk, enz. met uytdrukkelijke
woorden van 's Biifchops magt ontilagen hebben : of
de Paus moet uytdrukkelijk gezeit hebben dat zoo een
Abdy enz. S. Pieter toekomt, of de geregtigheden van
S. Pieter toebehoort: gelijk wy Innocentius in deezen
brief zien fpreeken; of hy moet zodaanige Monnikken
aangenomen hebben voor byzondere Onderdaanen van
den R, Stoel enz. Indien hy hen aanneemt voor byzon-
dere Kinderen van den R. Stoel , dat is wederom geen
bewiis dat ze van de BiiTchoppelijke magt ontheven zijn,
zie
Bonifacius VIII. in cap. «o. de privil. in vi.

p. 103. lin. 6. van Ments^ lees van Rheims, ρ. JOf.
liu. if. den brief : lees de brief. p. io8. lin. 28. voegt
daar by.

Dat de Grieken die gewoonte hadden blijkt uyt de
oude Griekfche Hiftorifchrijvers. By Thucydides, om
anderen nu voor by te gaan, vindt men geduurig, Ari'
ßeus PeSica , CaSicrates CaMia , Timanor Hmantis ,
ifarcJ?tdas Jfarchi ^ Eurymaehus Leontiad<gy tm.
aarW

onder

-ocr page 701-

Druk fouten en Byvoegingen.

onder altijd ß'ms verflaan wordt : dat is even eens ge-
lijk de boeren noch doorgaans fpreeken: Pieter Janffc:
Jan Hendrikfe : Klaas Gerritfe : enï.

p. 119. //».14. van ViHa hebben wy in *t eerde ftuk,
al getoont, dat het in de middelfte eeuwen voor een
Stad is genomen : wy hebben hier maar by te voegen
dat het metter tijd een geheele Laudftreek heeft bete-
kent , ïoo als by den Hooggeleerden Heer Menfo Al-
ttng. (
verbo feptem •villa') gezien kan worden.

13p. tin. 3. van onderen lees i/e<^rei«/tfj-Gregorii IX,'
p. 140. lm. 32. throonen lees throon
p.
161. lin. 6. oorlog en lees oorlogen.
p. 161. Un, 6. van onderen , gedraeng lee$ gedragen.
p. 184. lin. 26. geenen lees geene.
p. 190. lin. 29. lees te 's Gravezande heeft geftaan»
/>.104.
lin· u. lees 's morgens vroeg.
p. 212. /. 9. in de lees ende.
ρ. 2»7, l.^i. lees indien zodaanige Gceftelijken.
p. 243. /»». 31. lees, vier, of volgens eenige andere wet«
ten, driemaanden tijds.
p. z58, lin, <;. -verradelijklees verraderlijk,
p. 258.//». 38. beloven^ lees bevolen.
ƒ.182. «//iTto/i^i lees allerheiligfte.
p. 287. lin. τη, die lees die 't
p, 29a. lin. 24. wier den lees Wierd.
p. 294. lin. 5. van onderen, zitten lees zittende
f.ï^-j. lin, 15. Cedremis^ lèes Cedrenus
p. x^ZJin. 3. van onderen, lees eenige van deeze wetten
p. 300. lin. 9, lees van 't Gooy
/.304.
lin. 3. lees in de achtfte en negende eeuwe
p. 308. lin. 33. atria zijn Kerkhoven enz. Hier moet
bygevoegt worden: Egter is het waar
άζί Atrium^ hoe
wel zeer zelden , noch in een nauwer betekeninge
genomen is geweeft voor dat gedeelte van het Kerkhof
't welke dicht voor de Kerkdeur was
gelegen, endaar
het portaal ftond. Dus leeflmen by Gratianus
{can. 13.
qu. i.can. 15.) dat de doode liphaamen moeten begraa-
ven worden in atrio, enz. 't welk, zoo als Baluzius
in zijne Aantekeningen
over Rhegino bewijft , daar
genomen word
voor het gezeide deel van het Kerkhof
ƒ.309./. y. van
onderen, in de^ lees ende _
p. 342. li». 8. daar moet deeze Aantekening byge-
voegt worden. Doch dit onderfcheid is 'ep tuiiche»

5 heé

-ocr page 702-

Druk fouten en Byvoegingen.

het PHyilegie van Koning Willem en dat van Leo X,
dat de Koning maar fpreekt in gevalle van burgerlijke
en wereldlijlie zaaken , doch de Paus van zaaken die
tot de geeftélijke Vierfchaar behooren.

p.z^b.in im. 31. moet het volgende bygevoegt wor-
den. Doch andere geleerde mannen, die anders
al zoo
genegen voor den luifter van 't ïi, Höf als Lupus zijn
gcweeü, fpreeken heel anders van deeze zaak. OnU'
phrius Panv^nius
{lih. de Epifco^atibm ^ titulis, Diaco-
nüs Cdrd'inalmm)
bekent dat de Kardinaal Biflchop-
pen, tot de tijden van Gregorios VII. en Urbanus li.
toe , de voorrang niet hebben gehad ^'oor de Biffchop-
pen. En Zerola getuigt in zijn
Praxis Epfcopalis{ ver-
ia Epifcopus
) dat de ßiffchoppen tot de tijden toe van
Klemens V. en Johannes XXII. hoóger geweeil zijn
als de Kardinaalen. Dat meer is, Barbofa, gaande
op het fpoor van ouder Kanoniften, fchrijft in zijn Boek
van het Kerkelijk Regt
{c. ι,η.ι η.) en Gomezius in zijne
voorreden op de Regelen der Kancellarye getuigt het
ook, dat 'er totBonifacius Vlït. toe geen eenßiffchop
is geweefl:, die den Kardinaals hoed zou willen aannee-
men hebben: en dat om deeze reden, dat ze het voor
een onbillijke zaak hielden van een hooger tot een laa-
ger waardigheit af te klimmen,
p. 353.//». jo. lees den akkerbouw
/.957.
Uk. I. lees getoont hebben
ƒ7, 405*.
Uk. j8. om ''er de dooden te können begraaveni
Dat moet zoo wonder niet fchijnen : men heeft voor
deezen ook de lichaamen der overledenen wel in de Muu-
ren der Kerken begraaven: want zoo word
exedrx ver-
flaan by Gratianus
{caujf. 13, qa. i. can. ) dat de
doode dicht by de Kerkdeur, of in 't portaal der Ker^
ke, of inde muuren der Kerken ,
{in exedris ecclefix)
moeten begraaven worden. Die plaat5;en in de muu-
ren wierden
exedrce , dat zoo veel als zitplaat-
sen te zeggen is , genoemt, om dat ze in de muu-
ren der Kerken , om 'er op te zitten, gemaakt waa-
ren. Dit is althans de waarfchijnlijkile uytlegging.
In
die muuren, die zoo uytilaken, wierden ook eenigeho-
len of verwelfzels gemaakt om 'er de lichaamen in te
begraaven. Zodaanige holen, d'e ter begraafFenifle
gedient hebben , zijn 'er noch met menigte te zien
in it Hoofd'kerk van Tullen, Hoofd-ftad ider Pro-
vincie

-ocr page 703-

Druk fouten en Byvoegingen.

vincie van Limoges ; zoo als Baluzius in iijne aante-
kening op Rhegino ons verzeicert,

ƒ1.423. Andermaal^ derdemaal (7) zeer kragt ig ent.
de volgende Aantekening op deexe plaats is in het druk-
ken overgeflagen. Deeze manier van zulke berigt-briê-
ven te eiifchen fchijnt wat kragtig te luiden: maar moet
geweeten worden dat dit volgens den gewoonlijkerl
itijl van regten gedaan word. Die een beroep doet,
moet volgens de kerkelijke wetten
{cap. 6. de Appell, in
V i.) zulke brieven op het kragtigfte binnen de dartig
dagen eiffchen, of anders is hy van zijn beroep verfte-
ken : dit mocß van ouds op verfcheide tijden gedaan
worden; doch de Paus verklaart aldaar dat mea vol-
ftaan kan met het eene reis, in plaatze van drie reizen,
te doen. En dit wierd gemeenlijk dan met deeze uyt-
drukkinge gedaan ,
verzoek zeer kragtig ^ noch kragtiger^
»P het allerkragtigße
, enZ.

Deeze berigt-brieven of gelei-brieven (in't Latijn
Apoßoli) zijn in de wereldfche Regtbanken buiten de
mode geraakt. En Fleury, in zijne inleidinge tot de
Kerkelijke Regten,
{part.i. c.x%.) getuigt dat ze by
de Franfen ook in onbruik zijn geraakt in de Geefte-?
lijke Regtbanken.

425. Un. 12. ge-eifchet lees ge-eifcht
/>.446. /i». 26. lees en Kerke van Utregt
p. 448./zK.6. van onderen, hebben lees zijn
p. lyS. lin. 6. van onderen , en geen regt^ lees geen
regt

p. 463. /. 6. van onderen, die T'roßey, lees van Trofley.
p, d.64·. lin. 24. ook moet hier noch by gevoegt wor-
den. Dit rooven is niet alleen in 't werk geftelt tegen
den inboedel der BiiTchoppen en Pauzen : maar men
vindt ook dat wereldfche Heeren en Mevrouwen aldus
na haare dood berooft zijn geweeft. Onder anderen
heeft Thomas Kantipratanus {lib. i. c.y.) zulks ver-
haalt van Maria , Gravinne van Kampanie , dewel-
ke lange jaaren zeer prachtig en wereldfch had ge-
leeft, Als zy eindelijk op haar doodbeddelag, en een
heiligen en zeer welfpreekenden Abt tot haare vertroo-
fting had ontboden, isde Abt aanftonds gekomen, maar
Wierd voor de kamerdeur gehouden. Want ondertuf-
fchen was de Gravin geflorven; en ietier een, Jonkers,
Knaapen, Dienaars, en al wat '^r in huis was, had

het

-ocr page 704-

Druk fouten en Byvoegingen.

het even drok met alles wat 'er was, goude en ïiJve-
re vaten, klederen, huisraad, kuffens,enlijnwaatweg
te roQven. Ja dit rooven en kaapen ging xoo bont toe,
dai £en van de knegten, die wat laater by gekoomen was,
het bedde daar het doode lichaam op lag aanpakte ; en
het naakte lichaam, want dat was ook al uytgefchudt,
op het ßfQO liet vallen.

Als de Abt eindelijk de deur had laaten opbreeken,
en iernand van de huisgenooten het naakte lichaameer-
baarheits halye wilde dekken, vond hy anders niecom
"er op te leggen als het bedde-flroo.
p. 508. laatilè regel , Mawsa , lees Manica,
p.-^^^-.lin.xi. des ^
lees der
p. ^fp. //». ί,ι. Graaven, lees gaven
P'iiS lees de volgende

p. 5-64. Reg. ïo. tot noch toe niet gedrukt: ziet even-
wel Lamb. Hortenzius,
{R.er.Ulir.p. i6b.} Fr.Hareus
in zijne jaarl. Pontus
Heutems.

yóy.re;^ 3, Wolfgangva» Affeßein. Daar moet deeze
Aantekening by ftaaa, Deeze Wolfgangus van AfFen-
ftein ftaat by Lambertus Hortenfius (
Ker. Vltrajeä.
l'7.) doorgaans vermeldt onder den naam van/i^/Ze-
mtHs , zoo als uyt de Aantekeningen op den zeiven
Hortenfius verftaan kan worden. Hortenlius geeft hem
doorgaans kleinen lof, en verzekert dat hymeer gepaft
heeft op winit en rijkdom als op eer en glorie: dat hy
voor den man wierd gehouden die den BiiTchop tot het
neemen van wraak en tot verfcheide wreedheden heeft
aangezet: dat hy fors, hardvochtig en wreed van im-
horit was, enz. Doch des te meer word hy gepreezen
in een opdragt-brief, ftaande voor de Werken van een
zekeren Regtsgeleerde, Tancredus: zoo als in de ge-
melde Aantekeningen gezien kan worden.

p. . reg. 4. Johan van Schonenberg. By Lamb. Hor-
tenfius word hy Schonenburg genoemt. Deeze moet
ook in het befte blaadje by de Rurgery niet geftaan heb-
ben ; want, zoo als Hortenfius ter gemeldeplaatze ge-
tuigt, wierd hy van zommigen voor den man gehouden
die den BiiTchop tot die wreedheden heeft opgehitft.

p' $"78. lm. 19. de -volgende Bulle van Klemens VU.
voeg daar by: deeze Bulle ftaat ook in 't Latijn achter
zsßx de Hiftorie van Lambertus Hortenfius.

-ocr page 705-

drukfouten en Byvoegmpn.

p. ypi. /, IJ. Twee KamnnikheH m de Lekgevjorpen'.
voeg daar by : hunne naamen ftaan by Lamb. Horten-
fius uytgedrukt. De eerfte was Antoni Venrode, te-
gen wien de Brflchop verbitterd was om dat hy onder
den Geldersman voor penningméefter hadgelpeelt. De
tweede was Godefroy Cnuretorf, die iets tot nadeel
van den Bilfehop had gefprooken. Omtrent al dit woe-
den en ombrengen van 's Biffchops vyanden ßaat noch
aan te rherken , dat de vrienden der gevangenen by
tijds aan den Graaf van Hoogftraten naar Mecheleni
hadden gefchreven: cn daar ook kragtig lieten werken,
dat het ItrafFen der gevangenen mögt uytgeftek worden
tot dat Hoogftraaten ^elf te Utregt ïou aangekomen
7.ijn. Maar de BilTchop, de lucht daar van gekrecgen
hebbende , heeft des te grooter haaft met het ilraiien
gemaakt:
zoo dat ze al geregt waren, eer dat 'er zoo een
order van Hoogftraten was aangekomen.

p. f92. lm. 4. By deezc Aantekening moet gevoegt
worden: doch ik heb naderhand gemerkt dat hier een
drukfout in het Latijn is ingeflopen : en dat 'er , in
plaats van Aartsbiflchop van ütregt, moet ftaan Aarts-
biiTchop van Trier : dit blijkt voor eerft uyt de BuIIe
van Klemens Vli, daarde AartsbiiTchop vanTrierdui-
delijk word genoemt : ten tweede , uyt deezen Brief
van BiiTchop Henricus zelf, zoo als die by Lamb Hor-
tenilus, doch met eenige verkortinge, te leezen ft-aat.
En aldus zal de Aantekening , die pp geïnelde Woor-
den gemaakt is, nfet te paffe komen.
p. 596. lin. 9. lees, als in die aan Tyro:
p. 598. onder aan, even voor de 12 Aantekening ,
moet dit ingelafcht worden : Die omllandig begeeren
te weeten in wat onrult deeze Biffchop geduurig heeft
geleeft, hoe dat hy door de fterkite party van de Utreg-
tenaars geringeloort en buiten de Stad gehouden is ge-
weeft : hoe wüddat het te Utregt toeging, deganfche
Stad meer als eens veeg heeft geftaan om door de woe-
dende partyen verdelgt te worden, hoe Burgers tegen
■ Burgers gewapent hebben geftaan, enz. die kan den
meergemelden Lamb. Hortenfius nazien. Daar zal
men ook vinden waarom de Biffchop buiten de Stad
wierd gehouden: te weeten om dat hy 'er met eenige
Krijgsbenden meende in te komen, en deuytgebanne-
nf 2oudenbalchen met hunne aanhangers, die ze-
kerlijk

-ocr page 706-

Druk fouten en Byvoegingen.

kerlijk om geen groote redenen de Stad hadden moe-
ten verlaaten, weer in 't bezit van hun Vaderland be-
geerde te herftellen. Men zal daar vinden hoe vinnig
dat de party, die de overhand had, tegen hem heeft
aangegaan : hoe dat ze zich niet ontzien heeft den
Birfchop op haare eige hand en door 't ftooken van den
Geldersman af te zetten , en een nieuwen Biffchop,
te weten, eenen N. Bicheling, Kanonnik te Keulen, in ·

iijne plaats aan te ftellen: hoe dat ze kort daar na zij- |

ne wapenen, die in den Dom ophingen, daar uyc heeft
gerukt cn aan flarden gefcheurt : eindelijk hoe de t

EiiTchop tot die gedagte, van het Stift aan Karei V. o- ^

ver tegeeven, ten deele door wraakluft , ten deele pok j

door dwang is aangedreven : want hy zag zich anders
niet te redden ,en zijne zaaken ftonden zoo vertwijfeld, >

dat hy een van beidén moeft kiezen ; of zijne Vyanden I

als te voet vallen , en zodaanige vrede aanneemen als
't hun zou believen hem toe te ftaan: of zijn Bisdom ver-
laaten , en met fchande weer naar huis gaan druipen. , ■
En van de andere kant, zegt Horteniius, rekende ^ r
hy 't voor genoegzaame winft, indien hy zijn hart mögt \
ophaalen met het Itraffen van zijne Vyanden, al moert
het hem zijn eigen welvaren koften. Hier by quam
dit ongeluk noch, dat hy van ïijne eige raadsheerenals i ,
verraaden wierdt: Het waren , zegt Hortenfius, een I
deel magere en hongerige gaften , d'ie door het Borgon-
j
difch goud gewonnen waren, en den Biffchop geduu- : j
rig de oren vol blaafden dat 'er geen andere uytkomfte
te hopen w^as. Gemelde van AfFenftem , zo wy Hor-
tenfius geloovea, heeft voor zijne aanraadingeenvoor 'i
ïijn deel alleen vijf duizend (guldens, ofdukaaten, j
dat ftaat'er niet) bedongen. En noch washyeengroo- |
te gek, zeide Hoogftraaten naderhand, want hy kon ||
*er even gemakkelijk tien duizend voor bedongen heb- Α
ben. Vorders geeft Hortenfius, den Biflchop deeze getui- "
genis, dat hy, wat zijne inborft en genegendheit tot de ,(f
vrede belangde, voor aiemand der voorgaande Biffchop- !!
pen behoefde te wijken : maar indien men acht geeft j|
op de wiiTelvalligheden der wereldfche zaaken, en hoe
dat hy zich van quaade raadslieden bedient heeft , dat |
'er uyt dien hoofde geen gevaarlijker Biffchop voor 't j
gemeene beft is geweeft. Dat hy een deftig man zou ,
geweeft i^ijn, had hy zich door altegröote ligtgeloovig- ^

h?it niet laaten misleiden, enï. Hy ^

}

-ocr page 707-

Druk fouten en Byvoegingen.

Hy heeft het gefien als het te laat was, als hy weder
naar Hoogduitsland 2ou keeren, heeft hy in het bywe-
ten van eenige 2ijiier vrienden , met de traanenj in
de oogen geklaagt, dat hy door den raad endevlyende
tong van fommïgen, diehy voorzijnegetrouwfte vrien-
den had aangezien, zijnen Mijter had verlooren. Hy
wenfchte dat het hun naar hunne werken mögt vergaan;
en dat zy hunnen beul in hun gewifle mogten vinden,
enz. Hortenfius weet evenwel niet, en ik zou het zoo
verre niet hem houden, ofdeeze verandering tot Utregts
geluk of ongeluk moet gerekent worden. Het is wel
waar dat die Stad haareyrijheit, haare oppermagt,haare
eige voogdy en die oude en dierbaare glorie heeft ver-
looren : dat ze nu naar vreemde wetten heeft moeten
hooren, in plaats van Avetten te geeven ; dat ze in het
bekleeden deraanzienlijkfte ampten haare eigeinwoon-
ders nu zag voorby gaan, en als een O in 't cijfer ge-
rekent worden: dat
vreemdeÜDgen, en wat voor vreem-
delingen dikwils op de kuffens zaten, en de t^tregte-
naars naar hunne pijpen deedendanfen. Maar daar tegen
was al dat inlandfch woelen en vechten, en verbannen,
en doodflaan , en ik weet niet wat al gedaan. Alle die
bloedige partyfchappen en vyandfchappen waren nu uyt:
Lichtenbergen, Zoudenbalchen, üunterlingen, Vrie-
zen, en ik weet niet wat al partyen meer, hadden nu
uyt, enz.

Zoo zijn dan alle de oude regten en koftuimen van
Utregtte niet gegaan of verandert: alles zegt Horten-
iius raakte nu 't onderfte boven : kerkelijk of wereld-
i lijk, daar wierd weinig meer op gepaft: de landdagen

van het Volk wierden afgefchaft : de eertekenen der
I Burgemeefteren en der twee Opper-raadsheeren ( zil-

, vere hovelen) wierden hun afgenomen : het regt van

y Burgemeefters te verkiezen , en van de Majißraa^ af

en aan te zetten, wierd den Koning toegeweezen. De
f regtshandelingen kreegen een ganfch andere gedaante i

! de vrije verkiezing van een Biffcbop ja van een Deken

I wierd de Geeftelijkheit ontnomen. Ja S. Maarten zelf

i moert 'er door lijden: want, zoo als in de hand-teke-

I ningen op Horteniius p. i6j. rtaat aangemerkt , deeze

f H. Patroon van 't Utregtfche Stift is na deeze verande.

» ring niet meer in het Stads wapen afgebeeld geweeft.

i p. 6of. l. 13. doch Michiel Enkevoort, lecsMichiel

i Enkevoort.

t