Beheizende de Daaden van de Utregtfche
Bißchoppen en van de PauiTeljjke yika·
rijfen in de Vereenigde Nederlanden.
In 'c Latijn bcfchreeven door den Heer
Mec verfcheide Aantekeningen , zoo wegens het
opregten der nieuwe Bisdommen , als de
belwaarniflen omtrent hec aanneemen
der Trentifche Kerkvergaderinge
opgehelderd,
MET KOPEKE Ρ L Α Α r Ε Ν.
Derde Deel.
r£ ANTWERPEN,,
By CHRISTIAAN VÈRMËY.
Μ D C C X V I.
, ..JV . ■ !< ..Ο ·\ΊΛ> ,,-,^Γ· ■ 1
- OP ΗΈΨ BERDE DEEL ..υ
·-·:'ƒ i ·ί ,
VAN
■ ο , ,
Ν de twee voorgaande Deelen
hebben wy gehandelt *an
j- de iUtregtfche Biflchoppenj
en zijn gekomen tot Freäerik
Schink y waar meed.e nu die
derde Deel begint. Wy zullen
dan hier verhalen wat misnoegen en beroer-
te dat 'er ter gelegéndheit van deze oprech-
tinge der nieuwe Bisdommen , en om dat
Schenk op een nieuwe en ongewoone wijze
verkozen was, is opgerezen. Daar na zulr
len wy de Provinciaale Synode , dewelke
kort na zijne verkiezing en beveiliging gé^
houden is; benevens de Dekreeten dewelke
door hem , om het alom beftormde Geloof
te handhaven en de vervallc Kerk-tuchc; tc
herftellen , op verfcheide tijden zijn uytge-
geven 5 en vorders zijne poogingen om. de
Kerkvergadering van Trenten alhier volkp-
mentlijk en van alle Kerkelijke Staaten; te
doen aanneemen, te voorfchijn brengen: by
welke gelegenüheit wy ook zullen verhaalen
hoe dat de Aarts-diakenen , Prelaaten en
Kanonnikken der vyf Kapittelen van Utregt
* 2 op
-ocr page 3-ν ρ ο R β. Ε ο Ε Ν. ; Γ
ορ veelcrhande wijze daar tegen gcwoelt,
en zich met alle kragt tegeois iii-i aameemen
van fommigepunten geftelt hebben: het welke
altemaal uyt oude en zekere ichriften van
dezelve Kapittelen door ons getrokken is.
Op den zelfden voet zullen wy Schenks nz-
zaaten, die tot Biilchoppen van Utregt ver-
kozen en aangefteltzijn, en voor rechte Bif-
Ichoppen van Utregt gehouden wierdeg,
(hoewel dat 7e in rijkdom eji luifterweldu^
zend ichreeden achter dc oude Biilchoppen
ftonden , en om de kommerlijke tijden op
den Biflchoppelijken Stoel niet eens gezeten
hebben} optellen > cn hunne daaden, mét
hunne Dekreeten en Ordonantien , opleve-
ren. Na het opgeeven van alle deze Biflchop-
pen van Utregt, zullen wy tot een befluit
de PauiTelijke Vikariüèn, dewelke doorgaans
onder den tijtel van een vreemd Bisdom
fchuilende de Beftierders en de Biilchoppen
van deze Kerk zijn geweeft, met hunne voor-
naamfte Daaden , en met aanwijzinge van
hunne geichriften en van hun wedervaaren,
voor den dag doen koomen. Eindelijk zul-
len wy > van Schenk beginnende, hunne af-
beeldzels naar het origineel op kopere plaa-
ten gefneden by ieders leven voegen.
VAN BATAVIE, εν2Γ.
Τ) Ε RTf Ε Τ) Ε EL.
LXl BiJJchop van Utregt.
Ην was
een 'U-
tregtfch E-
(ielm-iu,
Leeraar ia
beide
Regten ;
zijnde voof
heene Pa-
ftoor van
Rijnsburg;,
Prooft vaa
S. Pieters
Kerk tos
Utregt. en
ook Prooft
te Olden-
zeel gc-
wscft.
Rederik Schenk fea^ Seit Φ
, tre^tfcl ^&efmasi/gefpioteiiHgt
j S^aromicn ban Toutenburg.
toa^ Seeraar inödlJe&ellegi
iw ,· en toa^ pm B^m^it^
trrin öe Mtistvl^MtSmßt^-'äü^
meï; geioeelï. ΦΰΙί ^aficoi en ïtcgrnt
ßehjeeft bati èe ^arocgi-ßerfs te sSögn^öurg/
50α aï| bliiiit Hgt sHiïcii open ö^ief ban öen
ttoeeben ^e^erafer/ in 'tpac 15-43. Si" ^^^
Jen ö^ief ödosft ijn öat ög ise f acocöi^-ft^fS
^m ï^pn^öarg aan nlcraanb $αί oberöoen of
becrnilen èniten toiöe en toefïcninimsc bei; Uh^
öife ban rtögn^iirg. .i^oc^ beïoofl t^mt
öeseïbe Herls ban jgnent toege 5aï laatcn
111. DE EI.. η mk^
2 Hetlevenyan
Biijienrn beoi ce« bjaanifu möe0diiiien<©niï?r-
te 'öeüofmen. «^inöeïp
öat öen seibeii ^ifaer-pafiooi (in ^ft oo^^
fp^oniielijite fïaat Vice cureit ) CCÜ mlp
fe^oo.jiijii onöcrfiaiib (portis) 5aï gecben/ öat
ïjgi 5elf m öe 3ΙίΙιδί| baat obei· iaci te baebe ^nU
iöcseii. <Dee3e ?Bmf féaat geïjeci Domme
Pars, in jpe S^^äbaeB^ien op öe ^nö^^ïieii
teil öeeie om ^ijiie uoticseïtenöe ^c*
ïeerö|eit en öeii^öjaamljdi/ ten betleoraöat
5ίίπ ^aöer / Joris Schenk, ήί Dm Biiejf^K
saaoit' tsjeHfien aan ïteiscr Kare!|}a&3e=i
öaaii / tot fTcgop ban 11 tregt bcrSoren. ©aat
op tö l^y Dm 13 j^obcmöer in 'tjaar ifoi tn^t:^
ïfiiibigt/ eu i^bccin rn-fffiigfreS3iircöoii/ hüU
öe geincfijf reftening/ caban Wühbi-ordus
af tc iTiteiicn/ tïe iiöeeöe lartlöiffcfiop ban ilf
tr00t gfiöo^öcn.
öcsfc aaiifïont·^ beginnen 50^3 tt ö^aagßn
too'^ fóerit en<l5£Ê|idp{int; en geeft ηοφ
ί'η 't cerfïc iaai* ïsat SSiffcöop getooiben
een ^gnööegeöonöen/ öaar ögunperfoontjeeft
boo^gejeten / en ^eiijaanie onöerregtingen aan
öe tèeelïelplieit ban 't lltregtfe SSigbom geeft
b0O,?gefcö?elien, ©ee^e onbcrregtingen 5}jn in
't jaar 15-61 / bing^bag^ na èen ^onbag Canta-
te, te iltce^ in jgn i5gbjc5en afgeiiuiiïiigt.
^it gebSen tog wgt een getoofiMarbig ganb*
fegjift/ 'thjelfe ugt b? ^lanobejeifaanbieban
jjHontfoo^t gesonöen i^ gebjeefï. ^οφ bjgjnl^
ïen Heese onbeiTegtingen boo^bebagteip obeiv
fïaan/ aï^ 3iinös senceij3aam beg^eepenin be
^pobaie #^onnantie / bcoi ben selben ^cgenft
in 't jaar lyöy aigtgcgebeu.
't jaae i5'6ö geeft be liart^ifcgop Fre-
derik
Hy is van
't begin zij-
ner regec-
rtnge al be-
zorgd ge-
wecft voor
de Geefte-
lijkheit, en
heeft aan
dezelve 700
nu zoo dan
vcrfcheide
onderreg-
tingen, ook
door Syno-
den , voor-
gefchreven.
Ook heeft
liy een Pro-
vinciale
Kcrkver-
Fredericus Schenk. ii
derik Schenk, tec Öetjefiigtltge Üan gelOOf επ ga <icri"g të
tci' bcröetcilngc öer 5eöcn/ en ö^oiiÖ^Hp om
öe IterH-bgrgaïïerliiu ijsu €t'ente sonö^c Ufft^,
ίϊεϊ t0 aoen aaiweemen / een ^gnaUetot iiti^esi:'
öeroe^eii teg^ii öen tienïieii ban «©itoöeï.
15· ^gpteraöci? leeft ög een Ö^ief Tot de
fcÏ3mm aan ösn :ïlöt öaii ^taUereii/ taam ni ^fit» hr
fe alk be 4?i!3ieïi naafEtteßtonti
öiebt/ om èe ^po&e öelajdiie öaai'ge« vrieiiind
Öouöen te iao^Sjen/ im te ijjaouen. ^e ö^ief Ι«ίί ook be-
öe ai^ Ijolgt. '
Eerwaardige Heer, en opregte wel beminde Abt:
door ons Aartsbiffchoplijk gezag, het welke onder-
fchraagt word door de Ordonnantie van zijneKoninkl.
Majefteü , en van Mevrouwe de ?Hertoginne , onze
LandvoogdefTe, 700 laaten wy U L. weeten, en wy ver-
kundigen U L, dat 'er by onze Aartsbiffchoplijke eti
Kathedraale Kerk, in de Stad Utregt, op den tienden
van de naaftkomende maand Oftoiaer, des morgens,
een Provinciale Synode zal begonnen en aangevangen,
en, zoo als wyvan Gods genade verwagten, ook naar
den eifch der Kerkelijke regelen ten einde gebragt wor-
den. Alle die van regts-wege tot deeze Frovindal©
Synode moeten beroepen worden, worden 'er toe be-
roepen: gelijk wy 'er üL·. ook door den tegenwoor-
digen brief, benevens de omleggende Abten van uwe
Order, die onder ons Aartsbiirchoplijk gezag ftaan,
toe beroepen : begeerende dat gy dezelve Abten in uvr
gezelfchap zult mede brengen : om aldaar raad te
pieegen en te handelen over zoodaanige zaaken , de-
welke tot de glorie Gods, tot den luifter der Kerke,
tot de eenigheit des Geloofs , tot de verbetering der
Zeden, en tot de zaligheit der Zielen nut en dienftig
zullen geoordeeh worden ; zullende GyL. anders in-
dien Gy L., 't welke wy niet en vertrouwen, mögt,
achter blijven, vervallen in alzalke Kerkelijke firaf-
fen, als de gemelde Synode goed zal vinden UL. op
te leggen. Vaart wel in den Heere. Uyt ons Slot te
Duurftede, den September, in 't jaar 156J.
F R Ε iD Ε R I Κ
AartsbiiTchop vaa ütregt.
η ζ H^aw
roept.
■1
4 HetLevenvan
.paar öehj^! öejellje niet en berfc^eenett /
geeft Ö^» anöei-iiiaai/ öoci) met eenige ijar^
öiglieät/ ont&oöfii en öelafï öe ^-aaaöe te ^oqh
men ögfiöoonciii m Qeefc gun öaar toe ttoaaif
iiagen tijö^ gegeben.
Wy Frederik van T'outenhurg , door de genade vatï
Godt en van den Apoßoiifchen Stocl AartsbilTchop
van Utregt, maaken aan allen en ieder bekent dat wy
opvolgende het Dekreet der algemeene Kerkvergade-
ringc van Trenten, mitsgaders de beveiliging en het
bevel van den Apoftolifcheii Stoel, rakende het onder-
houden van deDecreeten der gemelde Eerkvergaderin-
ge, een Provinciale Synode tegens den tienden van de
tegenwoordige maand Oélober hebben beroepen ; en
dat alle onze mede-provinciale en onder-BilTchoppen,
mitsgaders de vordere Prelaatensn Kapittelen, die door
ons ontbodeii ^-aren, in detelvc Synode , als Kinderen
der gehoorzaamheit, ïijn verfcheenen, zoodanig dat
dezelve Provinciale Synode door Gods zegen ook ge-
lukkiglijk is begonnen. En vermits fommigen, en
wel bezonderlijk de Prelaaten van Vriefland en Over-
yiTel, hoewel ernftelijk door ons ontboden zijnde, op
gemelde Provinciale Synode niet waren verfcheenen,
maar op een hardnekkige wyze waren achtergebleeven,
zoo hebben vvy, na dat we alvoorens met onze hoog-
waardige Broederen, te weeten, onze Mede-provin-
ciale of onderhoorige Biffchoppeii, van Haarlem en
Middelburg, van Groningen, van Leeuwaarden en
van Deventer, mitsgaders met den BiiTchopvan Roer-
monde, raad gepleegt hadden, de gemelde ontbodene
Prelaten, dewelke vt^aarlijk door ons ontboden waren
geweeft , voor wederfpannige gehouden, en hebben
ook niet ondienßig geacht dat zy, anderen ten voor-
beeld, door een heilïaaiTie ftrafFe zouden gekaiïijdt wor-
den, ten waar dat we het dieniliger geoordeelt hadden,
over ai te groote bantihartigheit als over al te groote
ftrengheit gelaakt te worden Hier om is het dat wy
goed gevonden hebben alle dezelve Prelaaten,'en ieder
van hen in 't byzonder, too die eerft ontboden zijn
geweeft, als die nu ontboden zullen worden, (al
waart zaake dat ze vaa onze magt, door wat Paufle-
lijk
-ocr page 8-Fredericus Schenk. ii
lijk gezag dat het ook waar, waanden ontheven te
2ijn j noch eens te ontbieden , zoo als wy hen door
den inhoud dezes ontbieden: en wy beveelen hen, en
ieder van hen in 't byxonder, zoo door ons eigen Bif-
fchoppt iijlf gcxag, als door het gezag van den Apofto-
lilchen Stoel, wiens plaats wy uyt hoofde van onze
AarisbiiTchopliike waardigheit bekleeden , als ook uyt
naatne vau de ganfche Provinciale en reeds begönne
Synode (en wel zoodaanig dat ze anders naar ons goed-
dunken , en naar het goeddunken der Provinciale Sy-
node, over hare ongehoorzaamheit geftraft zullen wor-
den) dat ze altemaal, en ieder van 'hen in 't byzonder,
binnen den tijd van twaalf dagen , na het ontvangen
en bekend maaken dezes, in eigen Pcrfoonop de reeds
begönne Kerkvergadering te Utregt zullen hebben te
verfchijnen. Ten waar nochtans dat gemelde Prelaa-
ten, of iemand van hen, een wettige en regtmatigc
oorzaak of verfchooning mogten hebben (uytgezon-
derd echter alle ontheffinge van onze magt, welke
ontheffing in deeze zaak niet kan gelden ) om dewel-
ke zy in eigen Perfoon niet können verichynen. Des
ïullen zy, bfzoo iemand alleen , een Gevolmagtigden.
met genoegzaame volmagt zenden , om de gemelde oor-
zaak en verfchooning voor ons, en voor de gemelde
Provinciale Synode, bekend te maaken , enomvanhaa-
rent wegen, of van zoo iemands wegen alleen, alles
te ordoneeren te verrigten en te beitellen 't welk zy
zelf, indien zy'er in'eygen Perfoon verfcheenen waren,
of zoo iemand alleen, indien hy 'er verfcheenen was,,
hadden können en moeten ordoneeren , verrigten ea
beftellen: op dat hunne verdere ongehoprzaainheit en,
halfterrigheit ons, hoewel het tegen onzen dank zoude
zijn, niet mag nootzaaken om tot het verkundigen van
eenige flraflen voort te treeden, of om hen als onge-
hoorzaame en wederfpannige te handelen. Tot oor-
kunde dezes, en tot bekragtiging van al het bove^
ftaande, hebben Wy en onze mcde-provi^nciale Bif-
fchoppen deezen brief ondertekent, en ons Zegel daar
aan gehangen. Gegeven te Utregt, in het Jaar onzes
Heere duizend vyf hondert viif-en-feftig, den vijftien-
den der maand Oftober. Was ondertekent: Frederi-
cus , Aartsbiiïchop van Utregt: Nicolaus Biffchop van
Haarlem: Nicolaus de Caftro Biffchop en Prelaat van
^ 3 Middel-
-ocr page 9-6 Hetlevenvan
■
Middelbüfg : Johannes Knijf, Biflchop van Gronin-
gen : Remigius Drutius , verkozen tot Biffchop van
Leeuwaarden: Johannes Mahufius, gekozen tot Bif-
fchop van Deventer. En was vorder uyt lad van ge-^
melden hoogwaardigen Heer Biffchop ondertekent:
HENRICUS ZONNIUS, Notaris.
Door zijn Hoogwaardigfte byzondcrlijk daar
toe gelaftigd,
3©aiiiieci· öe^eïöe tqttv/ 300 aï^ toe üniiic
^lieflaiib jtiïïen Jjetïfaaiün/ tioc| ai bïeeben tcf
geiifpartdm / jgn öe ^iffcpppen / onöer
iitregtfe ^art^Bi^lwm ftaan&e/ ßeiiebcn^
tianu^ 25i'ffcgoj|) fean ^ßoaiiiaii&e/ aanfïoiït^ tot
öe^poöegefeonieii. ΦΰΜ sp itoee»cn/
iiammtip öle ban Paulus, (ban öet getaï
becïltceetfcge m&ten) cnèleban Maria (ban
Setsetaï ber «0eibeifcï}e) iierfc!|eenen.
* rSot gct öouöen öan ise ©er^aberingei^ljet
ltapitteï-|iiié ban ht ^oni-ïierfte berfeoten gtf
iMcefï. Johan Knijf, S^ifcpp iJQii ^^ojiingen/
ïieeftbe^oogmi^/ ter aanrocpinge ban bmï^«
^uft/ pïegtelp 0e5OH|ïeri. ^e iiart^-öiffiöoiJ
Schenk, öe^iflcïjopijenen^ötei!naar öe
^oei geieiii jtlnïie/
reit afpïeit / en gei 5l!artöï)!|Tcöopipe Pal-
lium aangedaan öeööenöe/ geeft een Matpff^e
aanfpjaaïi aan ht <0eefïeïijftö^it en get ©oift
geöaan, ^aar op ïjeööen ise jittuig ge^
i)oiiöen; öi öetoelite ober öe beröeteniig -feer
kn / ί'ίί boo^namentlp ober ï|et aanneemen
ban ©eftreeten öcr iCrentifc^e HerR-bergsöei
ringe gepnöelt setoeefï. ©e ganfcöe ©er^
gaberiiig In eïfsittlngen/ te toeeten tuffen
öen 10 <aiit0&er ijóy / en ben iefien öer jeibe
Kiaanii/ afgeöaöK,
Als decic
Abten noch
al biteveu
tcgenfpar-
telen zijn
dcBilTchop-
pcn onder
iKtUtrcgt-
fciie Aarts-
biiHom
ftaande,
met twee
Abten enz»
te Utregt
by een ge-
Jcomen.
De Verga-
dciing
■«Oid in 't
Kapittel-
huis van
den Dom ,
nalut zin-
gen van de
jH oog mis ,
en een La-
tijnfcije
asnfpraak
geliouden
deVergade-
ling is in
elf zittin-
gen afae-
èiiaii, enz.
Fredericus Schenk. ii
^t S^iffcïioppeiicn ψ^Μηι ^Äin tmh^&^^
tüïvjii bcfïoteu öe
bfrga&mnge/ ratifenöf l)et fegte <0e!o0f/ öe
^acranicnteu êh öe piegtigljräeH Der seiljcu/
rait^gatia'^ Öe ber&eterins öer seöeii / aan te
Kf^an ht Έ actfölaïim.ö / en öe f ^eïaa^
ten ber bijfferiïen/ öcgrei'Dm.&at emigcöatJ
gniiiie en piftjilegieii/ 53a üU De
noemöm / in ί)ΐιπ geljcel ^oiïben bipen.
^ler ober bee!e eii ioilitiopptge toDoiben ge^
baUen. Ifiart^öiafteiié eu öe anüei'e^^eiaai^
tenïjebiien öunne öejtoaariiifTeiï/ öeiuefèeuöt&e
!©ecretcn ber öeiiige ^gnoöe ban iCrenteu^oni
öcii te baigea / op ö^t papier se|telt / en aan
öe ber5a!5eröe^i||eÖ3ppeaba!3|0eö,?aa0eäi.
al^ öe^lfepppeu öe^dbe met eenïto^tetoeöeiv
Ïe00!n0e ijaiïïien afgc'tuüescn/ IjeBÖen U üaitéi
öiaïienen en ^^eïaaten irgtfïf! '»erjögt ter tp
tDe bat ïjutme afgeson&eiieri / Us naar ben
ïtoning en ben fiaitó afgeüaarbigt IjaD^ien /
ben t'ijuig geBonien jijii / en öat 51? öe meeiMJi^
ban ben J^aiiä en ben ïtoaing ugt öeiJ selben
5onben berfïaan ^e&öen: bacfjöe 25iffcÖ3p|3en/
500 aï^ in be berijafibeliiisen ban be ^^nobege^
ïejen bjo^b / öeBöea ^ier op !|ct boïgeiibe befelieib
0egeeben: Wy verkiaaren dat hec in onze magc
niet en is hun het verzogte uytilel in te willigen.
J^a bat be S^iffcïjop ban in be laatje sittsn^e
ber^eftert gab bat ptsili^^nieenrnsnieteiUna^/
baar be geboden^ ba· Heeraaren berfc§eeien/
ïiet ^ebjoonlpe regt^geöieb öer lierfceii / ö^t
beïlie 3|i ge^aö mogten geb&en / te Vernietigen üf
tefirenéen 1 / 500 öeeft be beuren ban 'tliai
jpitteï-^ntó boo? ben 23obe iaaten open jetten:
«n baar 0» tó be afftunöiging ban beCrmtifcöe
fin-^
♦ In de Vcrluadeling vaa dc Utrcgtfchc Synode,
De Bii-
fchoppcii
en Piclaa-
ten zijl]
ecndragrig
in de De-
krcercn der
Trentifche
Kerkverga.
dcn'iig,
r.iakende
het Geloof
en de ver-
betering
der Zeden ,
aan te nee-
men.
De Aarts-
ciakeos bs-
£;eerdcn
iiuniie oude
Vooi reg-
ten te be-
houden.
8 Het Leven van
lierltiictfiga&efin^e isao^ öen j^atm^ Henricus
Zonnius met ïintser ftmme uot csii ftiiefje
afgetojm» on&ertiifc^en leööen be
aait^&laftenen «ibe ^^elaaten/ tertopeöatïie
tiemoMieu/ oöei' ïjimn^
liilfra gepiotefïeert/ m op ö^os^J^
feanli öeroepcti/ 500 a!^ in ht beröaiiöeiingen
Mn bmt ïlttTBtfcSe ^gnoöe &jeeïiei· fïaat te-
ïejen,
©fesc Becöflöödiiigeii juïfen tog met öe
inelöe öesisjaarm'llen gsa· öeiieöeiilaateii bolgen/
' on&ei' öe Α en B,
©e ^^noöaaïci^^&aniiaiitieiiliaii öenlact^^
ßlfTc^op Schenk ζ^η met ^et oberïeg en met öe-
toefleiiiminge ban öe -p^daaten eii tieïfiapitteie«
öa' bUf Herfeesi in 't sdfäe iaar i s^r afgeie^en
esi Ijerittmïiigt/ eii juHen öeneöen achter öe Bet^
lianödiiigen öer jeiUe ^^noöe / oiiöer öe lettei;
c, opgegeehen toa^öeiï.
Zy nefmen «SiiUeriiiflcö^n Ö^^öö«! bt f ieïaateii fcet böf
hunnen iitregtfcöc üei'iien gunneii toebliigt genomen
TtT% aanölioogöefe Margareta, aail öe toilïie
to:Tio van" oU Sitirae fiestoaamipii en öe toerfeo^ttageii han
Pauna.' !|iiniie Ijoa^regteii iii liolsfiiö^ ^nseeii-fcijjifi;
gefielt geööeii,
* 5, ...... Op dat deeze onheilen magen afge-
„ weert worden, zoo fmeeken de voornoemde
„ Aartsdiakenen der Utregtfchc Kerke ophetal-
j, leroonrioedigfte de doorlugtigfte Herroginne,
,, dat het haar believe uyc naame van den Katolij-
„ ken-Koning als befchermhecr der Kerke , de
5, uyEvoering der voorgemelde bezwaarniflen ee-
,5 nigen tijd op te fchorflen, en den Aartsbif-
5, fchop van Utregt, mitsgaders de andere Bif-'
„ fchoppen onder zijn AartSifdom ftaande, door
„ haa?
^ IJp h«t handfchrift yaa Gijsbregt Lap ran Wavsrefsj
-ocr page 12-Fß-EDERicu s Schenk. 9
5, haar gezag op te houden, tot dat de voor-
5, noemde Aartsdiakenen eenige matiging ontrent
>, de zelfde bczwaarnifTen van den Roomfchen
„ Stoel zullen verkreegen hebben; om welke ma-
„ tiging te verkrijgen zy op het fpoedigile hun-
5, ne Gevolmagtigden naar Romen zullen zenden,
5j of deeze zaak door bequame luiden , die zich
55 ïc Romen bevinden, zullen laatenaf handelen.
^e gtmcltie ©jdaaten öe tï^ie ^taa^ Zy feryge·
ttn ban be ^taö «1 Set ^tifi: ban ïitregt 0»
öunne jilïse geinregen« S^^jeibe geböcnteg^niien Land op
18 ^EugtJfii 7 Somcn&e op een éateröag / een iwnne zf-
ianbbas ugitscfcöieijen/ 500 αί^ ba^ in 'ί gemel-
tt i)anöfc|)?ift ban öen Lap van Waveren
gebonden ïjeö&en / ,, om te overweegen wat dat
5, er gedaan diende in de zaak die doorde Kerk-
3) vergadering van Trente was beilooten tot na-
5, deel van de Kerkelijke Perfoonen, vandeKloo-
3, fleren, en van andere Inwoonders van het Stift
5, vanUtregt: en om, indien het mogelijk waar,
5, bequaame middelen tot het fluiten van die
,, quaad te beraamen, nademaal het gemelde na-
5, deel metter daad de drie Staaten betrefte.
„ Gegeeven den ifAugufti I5'6f. was ondcr-
5, tekend , Lamzweerde Secretaris, enz. En was
5, onderfchrevcn 5 Fkt
R Ε Ν Ε S S E.
^tt anttooo^b ban ite Eaiibbüogbefe ϋρ i^tt Antwoord
berjocft öer p^eïaaten toa^ ban öen bolsenöea [^^ΐνοο^-
inQOUÖ: . dcffe op
„ Raakende deeze bezwaarniffen der Aartsdia- Imn v«»
„ kenen hebben wy dienftig geoordeelt, dat na- ''"«Ιε»
„ gezien zal· worden wat dat'er tuffchen den Bif-
j, Ichop van Middelburg en den Aansdiaken der
„ Aartsbiflchoplijke Kerk van Ucregt gehandek
gd f s» «
-ocr page 13-10 Het Leven van
,, isgeweeft (ï)i endatmendezaakzalinfchik-
,, ken met het geene billijk is toe te ftaan , en
5, dat ondertuflchen hier ook ftand zal hebben
„ 't geen tuffchen den gemelden Biflchop van
Middelburg en den voornoemden Aartsdiaken
geftemt is geweeft. Gegeven te Bruflel, den
eerften February in 't jaar i yóy. naar den ityl
van het Hof.
Uyt ϊαβ van haare Hoogheit.
j^a öat bf tt ïltrc^t 0e-emiii0t7 eii
ié&ec naar sijit pi^ öertroiiiten toa^ / ^ttft öe
^art^flcpop Schenk, bie 'er ©oo^sitter toa^
gctoeefi/ in öe naafï tiolsendeniaanö^ecemöfi;
iïec3e öebfelen aan ite isidaatenbanlitregt iaa-
tm öfitent maaten.
Β Ε R 1 G Τ
Voor den Advokaat Fiskaal
Hy zal ïorg draagen dat 'er een algemeen Kapittel
van onze vijf Kerken van Utregt by
een koome : en
hy zal de Prelaaten en de Kanonnikken van onzentwe-
ge hartiglijk verzoeken, dat zy, om voor de zaligheic
hunner Zielen en voor 't gemeene welvaaren te zorgen,
eindelijk willen volbrengen het geene zy dus lang ge-
weigert hebben; te weeten, dat ze alles, en ieder in
'[ byzonder, het welke door de H. Synode van Tren-
ten valt geitelt en befloten is, opentlijk aanneemen,
en dat ze voor den Hoogwaardigften Heer den BiiTchop
van Groningen onder onze Aartsbiiïchoplijke magt
flaande, aan wien wy deezen laft in onze plaats op-
draagen, een opregte gehoorzaamheit belooven en be-
kennen fchuldig te zijn aan den Paus van Romen , en
aulks binnen den tijd vaa negen dagen, op dat wy na
hit
-ocr page 14-Fredericus Schenk. ii
het verloopen vaii dien tijd niet gedwongen mogen xijn
Zodanige middelen by der hand te vatten, als het Ampt
't welke ons opgeleit is, 200 als ïy wel weeten, van
pligts wege van ons vereifcht. Aan hem die alles weet
is niet onbekend hoe bitter cn fmartelijk dat het ons
valt, dat de Ledemaaten aldus in tweedragt leven met
hun hoofd : en dat onxe Geeftelijkheit ïoo afkeerig
IS van die ïaaken, dewelke door ons, en door onic
l^roviuciaale Biffchoppen, en ook door de Abten loö
bereidwillig ^ijn aangenomen. Het is een bekendeïaak
jJI^'at fchade dat wy geleden hebben, door dien dat ons
het Kerkelijk Regts-gebied over ganfch Zeiand , en
over hetgrootfte gedeelte van Holland, ontnomen is
geweeft. Maar wy hebbenden allergrootften Monarch
van't Chriftendom, en xijne Koninklijke Majcfteit;
moeten gehoorzaamen. Deexe voorbeelden van hoo-
ger Perfoonen zouden de gemoederen van minder Per-
foonen , hunne Onderdaanen , met regt dienen over te
haaien. En ïy behoorden te bedenken hoe hachelijk
en zorgelijk dat het is, den wil van Monarchen en vaa
een Algemeene Kerkvergaderinge tegen te ftreeven.
Gedaan in ons Slot te Duurftede den lo December,
15«)'en was ondertekent;
FREDERIGUS van TAUTENBURG
Aartsbijfchop va» Uiregt,
I3in tt ηφ ttiaanö bati get naaflljolgeïitic ^v "oegt
war öccfi: Schenk noc^Kifiitoe tebcdf« «aii ^e«
Aanzienlijke, welbeminde. Alhoewel dat de Dekens
en de Kapittelen van onze vier Kerken van Utregt, vol-
^ns de Ordonnantiën van de Kerkvergaderinge vaii
Trenten, zich zei ven behoorden tevermaanen en op t®
Wekken, op dat ze egter voortaan niet ydelijk zoudets
können voorwenden dat ze niet by tijdsdoor ons ver-
niaant zijn geweeft; en dat de tijd, dewelke als een
Zekere plegtigheit tot het uytvoeren van deze zaak door
de Regten is bepaalt, verloopen was; zoo beveel ik
U L. dat gy het zelve, 't welk gy van den Deken eii
Van het Kapittel vaa onze Metropolitaanfche Kerk©
afgevor-
-ocr page 15-12 Het Leven van
afgevordert hebt, ook van heu zult hebben af te vor-
deren , te weeten dat zy met het begin van dit nieu-
we jaar twee uyt hunne Kapittelen zuilen hebben te
verkiezen, om benevens ons de hand te flaan aan het
verbeteren der opkomende ongebondentheden; en dat
op zoo een manier en wyze als begreep^n is en breeder
«ytgedrukt ftaat in dc Ordonnantiën der gemelde al-
gemeene Kerkvergaderinge. Indien zy hei weigeren te
doen, zult gy na een voorgaande proteftdaar een open-
baar fchrift van maaken, en het zelve aan ons teneer-
fte laaten toekoomen. En gy zult deezen brief door
onze eige hand ondertekend , en met onzen Aartsbif-
fchoplijken ring bezegeld, dewelke kragtiger is als de
befte vol magt brief, aan hen vertoonen. Vaarwel,
en ga regt door zee zonder regts of iiinks af te wyken'
Uyt Duurftede den π Jamiary, in't jaar 1560. Was
ondertekent:
F R Ε D Ε R I Κ
Aartsbijfchop van Utregt,
Het opfchrift was aan
' ^ίζ/ϊίΓ JOHAN van SCH.AYK.
Het Ant- ^eööefi öe öan ïitregt aan^
prdaaten"" fïoiiiï^ bolgmöeii ö|ief aan öesi ^art^öif^
«1 der fcgoii gefeilteren.
Aartsdiake-
ntn. HO OGWAARDIGStE HEER,
Ε Ν
De Advokaat Fifcaal heeft ons dezer dagen van we-
gen uwe Hoogwaardigfte Doorlugrigheit eenigezaaken
voorgedraagen , waar van wy een affchrift verzogt
liebbende, het zelve eindelijk den tienden deezerreaand
hebben bekomen. En dewijl ons negen dagen voorge-
fchreven waaren, binnen dewelke wy ons antwoord
moeten geeven, hebben wy niets zoo zeer ter harte
genomen, als den wille van uwe Hoogw. Doorl. te
TOldoen. Want wy hebben aanftonds een brief aan
mwc
-ocr page 16-pRE DER leus ScHÉNK.
üwe Hoogw. Doorl. gefchreven, en haar daar in gebe-
den , de laaken door den Advokaat Fifcaal voorgedra-
gen loo lang op te houden, tot dat onze afgexondenen,
dewelke ^y daar over aan de Doorl.LandvoogdeiTeaf-
gevaardigt iiadden, 't huis gekomen waren: niet tvsrij-
feiende 'of wy zouden als dan zodaanig een antwoord
op het voornoemde geeven , dat uwe Hoogw. zo wei
als haar Hoogheit daar in genoegen zoudneemen. Maar
hoewel dat wy een genadig antwoord van uwe Hoog-
waardiglte Doorlugcigheit verzogten, en xulks door
d'en Ëerw. Heer Egbertms Luffmk , den welken wy ook
om deeze zaak aan uwe Hoogw. Doorl. afgevaardigt
hadden, dewijl egter deze onze brief ons zonder eenig
antwoord weder wierd gegeven , en gemelde Heer
Luffmk ons ook niet mondelings berigte, als zijnde
niet eens ter aanfpraak toegelaateii geweeft ; zoo heb-
ben de Prelaaten en üwe Kerken van Utregt zich niet
genoeg können verwonderen wat dat het tezepenwas
dat ze geen antwoord mogren bekomen: dewijl zy eea
groot vertrouwen hadden op uwe gewoonlijke beleefd-
heit en goedertierendheit tot hen : of het moet mif-
fchien niet geoorloft zijn geweeft voor het eindigen van
de gemelde'ucgen dagen iets desaangaandc voor te (lel-
len. Indien het zoo i3, 700 koomeii nu de gemelde
Prelaaten cn uwe Kerken hun verzoek wat breeder uyt
haaien.
In de Provinciale Synode , die onlangs door uwe
Doorl gehouden is geweeil, hebben de'Prelaaten era
Uwe Kerken, door uwe Doorl, verzogt zijnde (hun-
ne meening te verklaaren ) plegtelijk en opentlijk ver-
klaart datzealle de Dekreetenen Ordonnantiën der al-
gemeene Kerkvergaderinge van Trenten aannamen.
Voor zoo veel de zelve ons Katolijk Geloof, de Sacra-
menten der Kerke met de Kerkgebruiken daar toe be-
hoorende, en de verbetering des levens en der zeden
betreffen. Maar dewijl iii dezelve veele zaaken voor-
«juatr.en, dewelke van de eene kant geen gemeenfchap
hebben met het Katolijke Geloof, en met de verbete-
ringe des levens en der zeden; en van de andere kant
<ie magthebbingen, vrydommen, regten, ontheffingen,
Privilegien, en loffelijke gewoontens van uwe Ker-
Jie, niet alleen krenken en beledigen, maar ook infom-
ïftige dingen ten volle vernietigen j hebben zy (de
fOOSv
-ocr page 17-1634 Het Leven van
voornoemde Prelaaten en Kerken) een befluit geno-
men onm over deze zaak, volgens de Dekreeten zelf
van de TrentiTche Kerkvergaderinge. te raade te gaan
by den Heïligften Vader en zijne uytlegging te vernee-
inen : en zulks ter gelegendheit dat 'er eenige duiftér-
heit uyt de v/oorden OrdinariJJen en VrelMitea was ont-
ftaan : dewijl de Kerken zich niet konden inbeel-
den dat de Vaders van de Trentifche Kerkverga-
deringe de Kerken, zonder * haar eeril gehoort tc
hebben, van de zelve Voorregten hebben willen beroo-
ven, gelijk in de Provinciale Synode , aan de tiende
zittinge , wydioopiger ftaat verklaart. En aangezien
onze Afgezondenen over deeze zaak nu handelen by
haare Hoogheit, Mevrouwe de Landvoogdes, buiten
wiens gezag .ni overleg onze Kerken niet gewoon zijn
ietwes te Rome te verhandelen , en voor al by deeze
tijden niets moeten verhandelen, om dat haare Hoog-
heit ook yvert om de uytvoering der algemeene Kerk-
vergadering voort te zetten i zoo is het dat de voorn.
Prelaaten en uwe Kerken, blijvende by hunne eerde
aanneeming en antwoord, uwe Hoogw.en Vaderlijke
Doorlugtigheit nochmaals bidden en fmeeken, dat het
haar believe in deeze zaak zoo lang uytftel te neemen,
tot dat onze Afgezondenen'thuis zullen zijn gekomen.
Welke Afgezondenen buiten twijfel een befcheid zul-
len mede brengen, 'twelk dienilig zal zijn voor de
vreede en't welwezen uwer Kerke, en 't welke de
openbaare verargernis zal beletten. Te meer daar uwe
Doorl. wel begrijpt dat een uytftel van zoo korten tijd
van geen belang en is: om nu niet te zeggen dat dit
uytftel dienftig zal zijn ter vermeerderinge van de vre-
de , en ter afweeringe van de openbaare verargernis.
Ondertuffchen zijn wy bereidwillig om, zoo als haare
Hoogheit Mevrouw de Landvoogdes reeds door twee
brieven heeft bevolen , gezamentlijk met uwe Doorl.
of met haaren gevolmagtigden de hand te flaan aan de
veriieteringe der ongebondentheden, en zulks volgens
de zelve wyze, dewelke uwe Doorl. zeifin de Provin-
ciale Synode, aan de laatfte zittinge , \vegens de uyt-
fpooriger misdaaden opentlijk heeft aangenomen. En
om dat deeze wijze van weerkanten gemeen is , eti
moet
• De Kerken mogen , Zonder alvorens gehoort te zijn, van
liaare regten niet berooft wordeu.
•f
Fredericus Schenk. ii
moet onderhouden worden , zoo verzoeken de Prc-
laaten en de Kerken ootmoediglijk dat hetuwePoorl.
believe de 7,elve te onderhouden. En wat aangaat het
onderzoek over de feiten van den Heer Corndis Nien-
rade ^ den welken Johan iVolf, Advokaat Fiskaal zoo
wel van uwe Doorl. als van de Domkerken, al vooe
het afkondigen der Kerkvergaderinge heeft aangeklaagt;
7ijnde dit proces nu reeds al gebragt tot het voort bren-
gen der Getuigen; uwe Kerk is gereed om dit proces,
volkomentlijk opgefteld , op het alderfpoedigfte aas
uwe Doorl. toe te zenden.
^ttbectuffci^en 5911 ßun Öe boïgcnbe attgfte»
ïctt/ ugt namm ban Itoaing Philips, ööoj öe
SianbbOO^bel Margareta (0^3050110011.
ARTT KELEN
ü y τ de
KERKVERGADERINGE van TRENTEN
GENOMEN,
Welkers uytvoering in geenen deele mag uytgeßelt
isüorden.
AIledcDé^
krecten der
Trentifclie
Kerkverga-
deringe
moctcnniet
alleen met
woorden ,
aiaar ook
mettcr daad
aangcno-
nicn wor-
den.
c. 6. xlt-
tmg2<;.
De wijsic
van dekts-
mineelc
te
J^At alle de heilige Decreten der Trentifche Kerk-
in 't openbaar, niet met de woorden
tot noch toe gedaan is, maar metter daad voor
^'Sof onzen gelailigden zullen aangenomen worden;
®"rnaiTientlijk in zodanige zaaken de welke met de
.'^"''Srootfte klaarheit van woorden zijn vafl; peftelt;
oaaanig dat ze door geene uytvlugtjes verdraait of in
^'Jiel getrokken können worden; alles als volgt,
η "·
■L'at de Deken of Onder-deken , mitsgaders het Ka-
ppel, in 't begin van dit jaar, en zoovWvolgensieder
twee uyt het Kapittel zullen hebben te verkie-
' om benevens ons over de krimineele zaaken te
!^"aelen, volgens de form dewelke in de gemelde
^®fgaderinge vaft geftelt en voorgefchreven word :
ont Hoogheit, Mevrouwe de Landvoogdes,
belaft heeft dat gedaan zal worden ontrent die din-
gen,
ft HET Leven VAN. '
zou uytgevoerf
Sen, dewelke de Heer Cormlis .
hebben.
Dat de AartsbiiTchop op zijn gezag het Kapittel zal
mogen beroepen, als de zaaken die 'er gehandelt zul-
len worden hem zei ven nochte de zijnen niet en betref-
fen.
IV.
Dat het aan de Aartsdiakenen en hunne OiEcialen,
mitsgaders aan de Dekens, verboden zal worden zich
In 't toekomende te bemoeien met de zaaken, dewel-
ke viytdrukkelijk door de H. Kerkvergadering opgedraa-
gen worden aan het onderzoek en aan de Vierfchaar
van den ßiiTchop alleen, zoo als buiten twijfel zijn de
huwelijkfche en de krimineele zaaken. Maar wat het
zitten over andere zaaken belangt, vermits'er eenige
Dekreeten zijn , idewelke van de ordinariiïen fpreeken-
de, duiiter en twijfelachtig in hunne woorden fchijnen
te luiden, en wy niet bevoegd en zijn om de zelve uyt
te leggen, zoo zal men alles onderhouden't welke tot
noch toe gebruikelijk is geweefl:, tot dat de Apoftoli-
fche Stoel deswegens uytfpraak zal gegeeven hebben.
Dat niemand door de Artsdiakenen, of door hunne
Officialen , in het bezit van kerkelijke Ampten tgeftelt,
of tot de zelve za! toe gelaaten worden , ten zy dat zoo
èen, die een kerkelijk Ampt ftaat te ontvangen of in
't bezit van 't zelve geftelt te worden, door ons ofdoor
onzen Vikaris eerft onderzogt, bequaam gevondenen
goed gekeurt zy. ^
Dat de Prelaaten en Kanonniken hun verblijf in de
plaatzen van hunne Ampten zullen hebben te houden,
en de kerkelijke Getijden by te woonen ; en dat ze uyt
hoofde van de zelve Getijden zodaanige dagelijkfche
uytdeelingen zullen trekken, als 'er inde heilige kerk-
vergaderinge zijn bepaalt en vaft geftelt.
Dat ieder kerkelijk Amptenaar zijne bediping, in het
verrigten der Goddelijke dienilen , in eigen perfoon
volgens zij η Ampt en ftaat zal hebben waar teneemen.
Dat de Geeftelijldieit haar leven en zeden zal hebben
tè
Terhanile-
leu.
De Aarts-
biiTchop
heeft het
regt om
het Kapit-
tel te be-
roepen.
Cap. zo.
f'fH.
7·
ever de
fiervorm,
taf. 13.
21 ^tt.OW
4e Her-
nierm· ca[>.
3·
e»22. iyif.
ever de
fiervorm.
Mi- 3.
te verbeteren volgens de Dekreetea en Ordonantien TOrrf«^/«·-
^ der H, Kerkvergaderinge. "^·
L IX.
k Dat ze baare baarden zullen afleggen en voortaan met
( meer onderhouden, op de ftrafïc die in de kerkelijke
I Wetten ftaat voorgelchreven, of die de Biffchop zal
goedvinden op te leggen, (t)
X.
Dat ze gekleed zullen gaan gelijk kerkelijke Perfoo- Dat JcGce-
nen betaamt ,; 't welk niet alleen in een langen rokr,
; tot de hielen toe hangende, maar ook in de vordere ε»!"
kledinge beftaat.
Dat ze hunne Byzitten, Huis-boelen en alle verdag- ^jj j^ven,
te Perfoonen waarlijk, opregtelijk en in der daad zul- ^^
len hebben door te zenden, en buiten hunne huizen en f^r.-vom.
hungCTelfchap te houden 5 zodaniger wijze dat'er geen h^ap. 14..
redelijk vermoeden meer kan opgevat worden , als Moeten
Otze wederom oneerlijk by malkander verkeerden of hunne By-
f ftonden te verkeeren : en zulks onder de ftrafFen die zi«en en
in de Kerkvergaderinge van Trenten voorgefchreven Boeien
en opgeleit vrorden, doorzcn-
XII.
Dat de Prelaaten, Regenten der Parochiën en Paftoors,
dewelke of volgens de inftellingen of volgens dea in-
houd der iiichtinge hun verblijf in eigen Perfoon op
de plaats van hunne Ampten moeten houden, zich
binnen den tijd van twee maanden ter gemelde plaat-
sen zullen hebben te begeeven, om hun verbli|f aldaar
te houden ; en zulks op de ftraffen en kerkvounilFen,
dewelke in de gemelde kerkregulen, mitsgaders in de
Apoftolifche Bulle, en in de Ordonnantie van zijue
liatolijke Majefleit, flaan bepaalt en uytgedrukt.
^ ^eesc^rtijiiiïêii 5911 üiin in öeesei'ljaege Isaii
teege aarigeïmnöigt.
Den liSjanuary , in't jaar i f66. tuiTchen ne-
gen en tien uuren, zijn voor den Raad vanUrregt
■^erfcheenen de Afgezondenen van de vijf Ker-
ken der Stad Utregc; namentii jk de Onder-deken
oer Metropolitaanichc Kerke, de Deken van S.
ΠΙ. Deel. Salva-
ft HET Leven VAN. '
Salvators Kerke , de Dekens van S. Fieters en
van S. Jans Kerken , en de Onder-deken van S.
Mariaas-kerke j ieder met eenige van hunne Ka-
pittel-heeren : zijnde hun van 's Konings wege
belaft geweeffc dat ze op dezen dag, of den twee-
den dag daar aan ^ tulTchen negen en tien uuren,
vlak en rond-iiyt zouden hebben ce antwoorden
of ze gewillig zijn ora alle de Dekreeten van
de H. Kerkvergadering van Trenten, cn ieder der
zeiven in 't byzonder, metter daad aan te neemen
en te omhetzen: voornamentlijk eenige Artyke-
len uyt de zelve Vergaderinge getrokken , en
hun met een gefchrift daar op paffende overge-
leverd : op da; de Raad door 's Konings bevel,
en op het aandringen van mijnen Hoogwaardig-
ilen Heer den Aartsbiffcbop vanütregr, nietge-
nootzaakt en zy bequaame middelen daar tegen
aan te wenden. De voornoemde Afgezondenen
hebben ieder voor zijn hoofd aangenomen hec
zelve aan hunne Kapittelen voor te ilellen . en
hun antwoord, regenden tweeden dag daar aan,
aan ons bekend te maaken : verzoekende egtcr
uytftelj tot dat hunne Afgezondenen van het
Hof zouden weder gekeert zijn , of ten minften
tot dat ze hier van kennis gekreegen, en and-
woord zouden ontvangen hebben. Waar op hun
door den Raad tot antwoord is gegeeven dat ze
zulks den AartsbiiTehop zouden aan dienen.
Gedaan ak boven in mijne tegeowoordigheir.
SGHRYVERS.
©aat! op in ^et ^eïffee jms ι f66, mt timt^
iïe aanjegging gcboïgt / ti^toeïfie io^ oofe onöcc
on^ ^^ öeiaeïïic ö^i^ïl'^f
«ut «aanie ban ïionjng i^hiiips, aais öe ^idaa^
tm/ ©ciien^ en ^nöetröeftfn^ öft Sjijf Haïien
öooi
Tweede
aanzeg-
Fredericus Schenk. ii
iS>
iäcn al0^meenen ^iocurcw aanßuii&i^t /
öat 3e te^en 6m ^ i Sfanuargi juHea geööe« te
berfcöS»^^ öen ^loUliiCialeii i^aaö ijao fl^ '
tcegt/ en ailaar fefefe m ranö -ngt hm^
ben/ bosi 'Cie&aptt-eieit/ m aik
ipöeit oiiöec ïjitn fïaaniie/ siilienöeööenteber^
Maaren of ^n^gctoillig 5liii om aWe ©e^aeteö
öa' algemeeiieüeriiija'gaöeriiige baKCrente/eit
ieöer in 't ös^i^ï»^'-· / booinameiidp Η
^rtpBelen uitisegdbe setrößien tnöraionlaii^^
tei? öanii / metier feaaö aaa te nehmen
en te aanbaaiten.
ί5ί0ΐπ0 tan ite MetMevga^evinse bati iCrente /
öetoelfte op f^et ein&e bau üe ^^obindaïe ^pm^
öe bsa iltregt gefcpeöt üjaä/ iiocö-e^nanörn/
hui plegif^er ban U eecfie / geöaau; 300 aï^
iigt öe bolgetiöe monöeliiïie gctiiigeiiiffebaiiVi-
dcor Schorel, üaiioKitift ball lHawaa^ Mtt^
ie te fltregt/ gesien ßan toiöm.
In 'c jaar op S. Michiels dag in Mey, Getuigemi
ben ik geweeft by den Heer Pläor Schorel. De-
zelve heeft my verzekert dat men deafkundiging
van de Kerkvergaderinge van Trcnte te Utregt
heeft willen in 't werk ilellen opdenio October,
* in 't jaar iföf. maar dat de zaak, dewijl de
ineefte Kapittel-heeren en meer anderen zich daar
tegen beriepen , geen voortgang heeft gehad.
Dat de plegtelijkeafkundiging eindelijk geichiedc
is op den zt Juny, in 't jaar 15-60. en dat men
den inhoud van de zelve Kerk-vergaderinge
in 't Lstijn eenige dagen achter malkander in de
Me-
-ocr page 23-20 Het Leven van
Metropolitaanfche Kerke tot het einde toe heeft
voorgeleezen.Over deeze afkundiginge is ook een
■ openbaare geloofs-brief gemaakt door iV.'nlf, daar
de zelfde Heer F'iäorSchorelmet door N.Blokhoven^
Vikaris van S. Salvators-Kapittei, die naderhand
van 't Geloof is afgevallen en Predikant te Utregc
is geworden, als getuige over heeft gellaan.
Daar op is de zelfde Kerkvergadering eenige
dagen achter een in het Nederduitfch afgelezen.
En indien naijnegeheuggenisgoedis, heeft Mee-
iter Bernard van Steenwijk verzekert dac ds af-
kundiging van de zelve Kerkvergaderinge ook te
Delft is gefchiedt in Auguilus, in 'c jaar ï<j66.
of 15Γ67.
Jl^ocö öeö ιΐι tei' affcöiift isan eet»
h^ïtf/ tbaaii in Kornelis Mierop, Leeraar inhei-
de de Regten, door de genade van Godt en van
den ApofÏolifchen Stoel, Prooit van dc Metro-
politaanfche Kerke van ücregt, öe ïierMicrgai
ijiej^ing hm Crente in öe j^eöcriaiöfclje taaie
opentip afimnölgt aan alle kerkeiijke Officiaa-
len, Paftoren, en andere Regenten van Kerken
en van kerkelijke plaatzen, onder hem of zijn
Aartsdjakenfchap behoorende.
De kerke- ISi^ 00 ïferfteïpe^taat / te toeeten ^e Hart^^
lijke Staat ttiaftcii^ CH 00 Uaplttdeii öei' tigf Mtthm / iiocg
aïeenig oHöerfcpö maate/ eii beriiiaaräen
doorben ^at 50 ÖS ίη00Γ30ηΐ0ϊ&0 ^erga&eilns/ toat öe
Hartog ßeiii&eni^ têeïoofl/ öe beröetedng öa· ^tt^
van Alba- ίϊ0π/ eu 111001· andere jaaiien aangaat / gaarne
gcpraamt, jj£(iiiiani0ii: ttiaar Π0|ίϋΗ&0 öe plinten ober ^et
ßuitengelODone r00t|se&i0ii 1 en eenige anöere
ttotifeïatpse cf öu&ljei5miiis:e ^^^öonnantien/
ifdt
I:
Fredericus Schenk. ii
öat 5e tot ï)et öanncmien ban öe 5eïije ganfcö
niet iionben bctfïaan: ijat öe ^^incc^ ban^aï^
nia tioo? ttoee iaar^n öieiiaatigaanire mi bctf
öat^ejicïiöaat; aangiet
öeu. 50 öaii te iltregt tn een ^^noöe tjeu^
Saïrect isaaren / geeft öe fartog hmi aiöa pii
SJ!"!": Äe^ 15-68. öen boïgenöen ÖM «^t
25?U|tei gefcöjeben / en ^ea (tot een onbepaalde
^ Perdlnandm Ahares van Toledo , Hertog vati Alba ,
S Konings Landvoogd en Veldoverfte.
Eerwaardige Vaders in den Heere, achtbaare, Zee^
aanzienlijke, voorzienige en zeer beminde Heeren. De-
wijl de Koning onze genadige Heer aan ons , die hy
het bewind over de koninklijke Provinciën van Neder-
land heeft öpgedragen, voornaraentlijk heeft aanbevo-
len en geboden , alle mogelijke iorg en vlytigheit aan
te wenden en in 't werk te (lellen , om den waarach-
tigen, oudenen Katolijken Godsdienft , dewelke eeni-
ge tijden herwaarts, (dat God wil beteren) zeer ge-
weldiglijk isbeilormt ge weeft, en een overgrootekrak
heeft gekreegen, weder op te rechten , teherftellen,
en te bewaaren: en dewijl hy daarenboven uytdrukke-
^jk heeft verklaart dat het zijn wil en bevél is, dat de
Ordonnantiën der kerkvergaderingen van Trenten, in
alle en iedere attykelen, door den kerkelijken Staat
gullen onderhouden en achtervolgt worden, als zijnde
net bequaamfte middel om zijn inzigt tebereiken : want
^ indien de Geeftelijkheit, gelijk de verhevendheit van
haaren ftaat vereifcht , door haare manier van leven,
door haar gedrag, en door haare welgemanierdheit de
anderen voorgaat , zoo zullen de laatften, volgens het
■»Oorbeeld van dezelve Geeftelijkheit,'zich omtrent het
ploof en de goede zeden des te ligter ten goede fchik-
^n : Zoo hebben wy dan niet können nalaaten den
Hoogwaardigftea Vader in Chriilus, den Heer Aarts-
biiTchop van Utregt, dienaangaande te vermaanen,
hy volgens dit inzigt en de begeerte des Konings
^"rg zouw draagen om de Ordonnantiën van de
Voornoemde kerkvergaderinge van Trenten te doen
23 3 O rider·»
-ocr page 25-Het L ε v ε ν v α ν
onderhouden en in 't werkte ftellen : en dathydeGee-
flelijkheit fan zijn Bisdom, zoo ras als doenlijk was,
70UW vergaderen om haar het gemelde voor te draa-
gen, en om haar te beveelen, te belaften en op aller-
hande wrijze te verpligten, dat ïe zich naar de gemel-
de Ordonnantiën , en naar alle de artykelen daar in
begreepen, hebben te voegen; en niet en verzuimen hïin
leven en gedrag naar de zei ven te fchikken en aan te leg-
gen: dewijl zulks het welbehoagen des Koningsis. Vor-
dere gebiedt de Koning dat de Aartsbiffchop voornoemd
zodanig een gezag van ftonden aan zal genieten, als hem
in de Ordonnantiën der gemelde kerkvergaderinge word
opgedraagen, metuytfluitinge van allerhande verfchoo-
ningen en uytvluchten; en niet tegenftaande allevoor-
regten , ontheffingen en redenen van tegenftand, de-
welke van U L. voorgegeven worden , of zouden
können voorgegeven worden; niet tegenftaande ook
alle beroepingen op hooger vierfchaar, dewelke voor
nietig en kragteloos zullen gehouden worden, zoo als
Gy L. uyt den gemelden Aartsbiffchop breederzult ver-
ilaan; wien Gy L-, indien GyL. voor uw welVaaren
wilt zorgen, volgens de begeerte des Konings in alles
een volkomen geloof zult hebben te geeven, en gehoor-
zaamheit te bewijzen. OndertuiTchen können wy U L.
niet verzwijgen dat wy gezind zijn den voornoemden
Aartsbiffchop met alle kragt en magt by te fpringen,
en in ftaat te öellen om het geene hem bcvoolen is uyt
te voeren, ende de wederhoorlgen te bedwingen : ons
ten volle verzekerd houdende dat zulks het welbehagen
des Konings is. Ook hebben wy den hoogwaardigiteu
AartsbiiTchop onze hulp toegezeit, en zullen hem de-
zelve, des verzogt zijnde, ook bewijzen; ter uytvoe-
ringe van zekere zaak, dewelke de Koning voor U L.
■wil verzwegen hebben. Weeft maar op uwe hoede.
Gegeven te Bruffel den < Mey 15-68. Was onderte-
kent: F. A. Hartog van Alba; En wat laager Berthy.
Op de rugge van den brief ftond dit opfchrift : Aan
den eervyaardigen Vader in Gode, cn aan de eerwaar-
dige, achtbaare, zeer aanzienlijke, voorzienige, zeer
beminde Biffehoppen, Prooften, Abten, Aartsdiake-
nen, Dekens, tegenwoordig in de Utregtfche Synode
vergaderd.
Beneden ftond : dif affchrift met den oorfpronkelij-
keu
-ocr page 26-Frkdericus Schenk.
ken en als boven ondertekenden brief vergeleken ïijn-
de, is bevondea met den zeiven over een te komen,
door my
lamzweerde,
^nbsrtuffcöcn sö" S"« öe geineïöe Irtpe«'
ku / norg ftïaarber uitgeldt sijn&e / öooi öen
Siiaits&iffc§oji te litïcgtöen 4 ^»ï^ i»
öe tegeniïjiso^ïtig^dt Ijan '^ïionrng^
oen/ tJooi geö^sagen en ter gaiitigefïeït.
öe ecgtcr «ocg ai ögi pn eev^ Daar na ;
fïc 5eifgen öleeijeiï öat cenige ^eiireeten ten öe
(Ci-entifcge fóerliSjet^saiieriiise öuifïeracötia οΓΓνίΐνΤη
buSöcijinni'sioasen/ en on&ei^ denHartog
tuffcijen op öe aanneeming ßieef Mnjeii/ ^t&^ van Alba
öen iemaniJ naai· Sa^afeï ge^oniien/ en hm
5ogt öaar Uan bafcöaont te öïpen, mcfi tft Sfen
^arrog ban Alba |ee|t ijun flrafeïp geant^
tooojbt bat 3c eentge berfcgaoninge moef
jtïen ge^oojsaamen/ öatirel^oning^uißlöcgeeiy
ht: m 530 ht ï|artostn ban Parma, geïp 3g
boo^ gaben/ ösin anlangt aï itt§ toe gefïaatt
Öaö / ïïat ïse onselegenöpt ban tgöen gaat· suïïi^
Öaö af gc&üjonsen.
©e ö^t ftebeï ontbangen geö^
cenöe ïjeeft öen boigenöen ö^ief öen 13 SfuiS*
lyöS ligt ^uui'fïe&e sefcgjeben aan tic pjelaaf
ten fcer bijf ïteciten.
Hoog-achtbaare, Eerwaardige, uytmuntende Hee-
ren, oprechte en in Jefus Chriftas wel beminde Me-
debroeders : Wy hebben vaft geßelt na de hondsdagen,
dewelke den ouderdom deorgaans laftiger vallen , met
Gods huipe weder by u te koomen. Undertuflchea
bidden wy U L. met een opregte genegentheit dat gy 1.
de tucht der oüde kerkelijke Wetten (dewelke door de
Kerkvergadering van Trente vernieuΛvt en beveiligt
^'jii) in zulke zaiilien die voor ieders oogen bloot flaan,
4 t»
-ocr page 27-24 Het Leven van
te weeten in uw koft en drank, in uwe kleedinge en
uyterlijken dragt, en in het fcheeren van uw baarden ,
wilt onderhouden, vermits de toelaating der H.Syno-
de raakende de knevels door het gebruik niet is aange-
nomen : want het gaat doch zoo doorgaans, als 'er eea
kleinigheit toegellaan word, dat zulks aanftonds vor-
der inkruipt , en al grooter en grooter word. Het
Volk oordeelt uyt hetgezigt; envoorzigtigeMenfchen
weeten uyt het uytwendige dikwils te bevroeden hoe
dat het inwendige geltelt is. Wy raaden dan een iege-
lijk ter goeder trouwe dat hy zich voor opfpraaken be-
rifpinge wil wachten, want de dagen, zoo als de A-
portel getuigt, zijn quaad. Gy 1. zult dikwilder dege-
heele Kerkgetyden moeten bywoonen , en in 't Koor
verfchijnen : anderzins Haat Ïet niet gezien datgyl.uw
inzigt zult bereiken.
Om onze afwezendheit (lellen wy onzen Vikaris
voor dien tijd in onze plaats aan, dewelke met de
Gemagtigden van uwe Kapittelen kennis zal neemen
over de krimineele zaak en, en over dezaaken die uyt
de zonde der onkuisheit ontdaan. Den zelfden Vika-
ris ilellen wy ook in onze plaats aan raakende de zaak
van het Qiieekfcliool , zoo nochtans dat wy het be-
fiuit dien aangaande aan ons behouden. Veele om-
iïandigheden ichijnen te vereiiTchen dat deezezaak op
bet fpoedigfte dient afgedaan te w^orden.
Eindelijk moet eenieder trachten zich in zijnenpligt
tequijten, dewijl ieder doch in den mond heeft dat
de kerkelijke inkomflen gegecven worden om het ker-
kelijke ampt te bedienen. De Almogende Godt wille
Xl L. mijn Heeren naar den uytwendigen en inwen-
digen Menfch kloek en gezond bewaaren.
Uyt Duurftede deni^july, in 't jaar 156?. Was on-
dertekent, Frederik, AartsbiiTchopvanUtregt, geheel
tot uwen dienft. Op de rugge van den brief ftond;
Aan de Eerw. Hoog achtbaare, uytmuntende Heeren,
de Dekens, de Kapittelen en de Kanonnikken van on-
ze vijf Kerken van ^''tregt , onze in Chriftus welbe-
minde Broederen. Een weinig laager ftond. Het te-
genwoordig affchrift kornt met den oörfpronkelijken
en ondertekenden brief wel over een , zoo als ik on-
derfehreeve getuige,
Notaris^ Secretaris,
κ Ι;!Ι
(i'
FrEDERICUS ScHEN κ. a^·
öat &an öe fiebeefeii ban ben ïlastog ban op/J^ea
Alba aan Ut ban ïseii merßdpen ^taatbao? ^ΤΙΧΓ"
ben ICart^ifTcgop Schenk obei' geïeberttoaren/ een volko-
'er een baföamenöa· aatiiieeminj en afSuninV mender af-
0in0 ban gemdbe Iterïibecgaöednge geboïgt / kundi^ging
500 ai^ % Jobannes Meurs, iu &et Seben ban xLtifchc
ö^«^oainoemöen5|arto0/ enb^ Ρ. Bor, Kerkver.
Seöertanöfcöe (©o?losen / te ïcejen fïaat, gadering.
Jn öe itegifier^ *ban 't tof ban litregtfiaat
^tt UgtbjUhldijft dat men het Concilium van
Trenten neerftelijk fal achtervolgen γ ende die
publicatie van dien : doch fulks dat defe Majefteits
temporele jurifdiclie ende hoogheitdaar mede niet .
verkort en wordt, daar by zijne Majefteit peril-
fteert. HlIilU^ pÖ be i|artdgin ban Parma «git Behoudens
tiaame ban gemeibea Uoning te booren ooft «"e^ "ochtans dc
fcöjeben aan ben ^art^bifcöop Schenk, befjo«^
öen^ noe^tan^ be booji'ecïjten en ^ottöerlinge nin^s , en
Plïb!iegien ban 5ijne J^ajefieit m .ban be^ fe!f| van^dciTeife
a^afalien. ΦοΙί ^ab '^föoningé ïïaab in S^^a^
banö iiojt te booïen be ïieitibergabering ban
i^rente ö]^ geen anberen boet aangenoomen/
aï^ behoudens ,de regten van den Koning van
Spanje, en van deflelfs Leenmannen. (5)
ï^ocö in 't iaac 15-78 / tia bat be i|arto0 ban ^a het ver-
Alba en be ^paniaacb^ bertroßfeen toaten / en be J/s'" „Γ"
^ai't^-gartog Matthias, cnbec bebmg ban öet aarden heL
onbeïaatoigiie «beloof te berbebigen' tot Sanb^ benfbmmi-
bergabei'ing ban iCeente / en boojiiamentïp en den
booj be ^ailjen Paulus IV en Pius IV, onitmit Aartshar-
Öetopregten ban nieubje^i^bommen/betraarat/
ftefïoten en in 't toecft sefïe!t bja# getoeefi: m
öceftbe Klart^artog Matthias, op öet bei'joeïi de». ^
5 bec
? Derde Boek , fefde zydje;
-ocr page 29-1646 Het Leven van
&CC Staaten / öm ijoï^cn&en
in öe 0αη(φ tmï / 300 aï^ tog éeii äi
een authencijk iigt-
0e0eeJjen.
Dewijl door het toedoen der Spanjaarden in dcezc
Nederlanden veele nieuwe Bifdomnien en Aartsbif-
dommen zijn opgeregt, en aan de zeiven verfcheide
Kerkelijke Waardigheden, Kanonniksdyen , Preben-
ben , Tienden , Geeftelijke jaargelden , en meer an-
dere Proeven enAmpten, en zoo kerkelijke s!s we-
reltlijke goederen, zijn ingelijft; 't welke alles ge-
fchiedt is door dwang, en zonder de toefternmige vaa
de Staaten der Provinciën die daar belang in hadden ,
cn van het Volk daar de nieuwe Bifdommen enAarts-
bifdonimen zijn opgeregt: en vermits, zulks by ge-
volg is gefchic-^t uiet alleen tegen s' Lands Voorrreg-
ten , maar ook tegen het gefchreeven Regt, 't wel-
ke voorfchrijft dat 'er gecne nieuwe Bifdommen moe-
ten opgeregt worden tegen den dank van het Volk.
En dewijl daar op door het vertrek der Spaniaarden,
door het Vreede-beSuit van Gent, en door de daar op ge-
volgde bekragtigingen, de Prorincien en de Steden in
alle haare regten , privilegiën, koftuimen en gewoon-
ten zijn herftelt , zoo hebben de algemeene Staaten
der gemelde Landen alle de gemelde inlyvingen en
vereeniguigen, zoo als gemeldt is gedaan zijnoe, uyt
een regtmatige oorzaak gehouden en verklaart voor
dadelijk vernietigt, afgefchaft en ingetrokken : zoo als
gemelde Staaten, en ook zijn Hoogheit, door ver-
Icheidc handelingen, als door het vergeeven van Pre-
Jaatfchappen, Prooftdyen, Prebenden, Waardigheden
en andere Ampten die reeds vergeeven waren, metter
daad betoont hebben. Egter tot meerder opheldering
van het bovenftaande, eu om tegen het toekomende
alle duifterheden, ftrydigheden, tegenftribbelingen en
verfchillen, die hier uyt ontftaan mogten, voortekoo-
men; als ook om andere redenen hen daar toe bewee-
gende, zoo heeft zijne Hoogheit, met overleg en vol-
gens het beiluit der algemeene Staaten, verklaart en be-
laft, en verklaart en belaft mits deezen, dat alle Ker-
iielijke Waardigheden, Proeven, Tienden, Geeilelij-
ke
-ocr page 30-FB.EDÏR.ICUS S^Ï^ENK. IJ
ke Jaargelden , die reeds open ge\SilI^n ïijn , of noch
open vallen lullen, mitsgaders de Ampten en Goede-
ren in de nieuwe Aartsbifdoramen en Bifdommen in-
gelijft, in hun eerften wezen en voorigen'.ftaatzijnher-
ftelt: en dat (de voornoemde inlijvingen) moeten op-
houden , en reeds op houden , en vernietigt en krag-
teloos ïullen blijven. Ook keuren wy voor goed alle
de fchikkingen die gemelde ( Staaten ) omtrent de lel-
ve Ampten en?,. vo©r deezen gedaan hebben: en wat
de ingelijfde Goederen en Proeven belangt, die tot
noch toe niet zijn vergeeven, zullen de geenendiedaar
^gt op meenen te hebben gehouden zijn zich voor zijne
Hoogheit met een Smeekfchrift te vertoonen, en een
byzonderen befcheid-brief dien aangaande te verdoeken.
Gedaan te Antwerpen, 30 Oöob. ij^yS.
H. vandcr POL,
Openbaar Notaris,
20ceïtfïo?mcrg Ha&ai^^&ett^etjaar if^ö. Beddftor-
in J^s&crïanö jetocbt/ mery«in<3c
öaïiiaabiiii <i5?aauto öaat toe cp septï iioo? een Nederian-
ötd ι^ίπΓφη bie 'taïfe^ t' onbetfie Wrnnm*' '
ten tc feeeren ί en ï|et oj> beranöccins ban saa^^
Ben toeletöen. 3|et scmeïöe jaat* fiaat iigtge^
ii?uïit in bit fiefienbeltatijnfcge jaar-fcSiift/ gci^
troiifeen ugt j^ct berbe iooföfiuïs ban i.
beK liacöafieen:
fonCta tUa ConCULCata fUnt & ContaMI-
nata. (4)
Sin Öct llïeröonb/ 'ttoeïfe in 't iaac ify^i
tnlTci^en be Staaten ban l^iaanberen/ 25?aöanii
ens / €H tuff^cnbic baiitöUanb en öumieji^e'
be^anber^ te <0ent toa^ aangesaan/ toa#
binhïiepi 0e3o^gt boo^ be &eöo«benijfe ban beu
ouben <©ob^bieniï. toa^ 'er/ tot feeïicag-
ti0in0ban't<iB^entfc|e©ereonb/ te ïïttegt iti
't jaar 15-79. een onberlinge beeeera'ipn® geflit»
ten/ en boo? ben ban <©mnie öebefïigi:,
ïl^ocö öeesc i^eceenisma toietb ög «a oj« bm
I
2 8 Het γ, ε ν ε ν va ν
5eïf&en ti)ii/5oo eïöer^ aï^möe^tair lïtuest^rif/
jefcljanDcn. ^fa tc iltregt taerö itoo^ öc ΦηΜ^
toipe j^lajeficaat/ öie nu öoben b^ecf/ ^tt o^
jpenöaar cn 't geimeip jtfeegen ban tm ïma^
ipen rait^gaiïer^ ö^t ö^aageuban
fterfeeïpe en Moafïerïgise Ükeöemi bei'öo&en /
m öe Seriteïgite ^oeberen aangcfïagen. ^it
aïie^ ίφ onöeï' an&eren tc binöen in U Btt^mv
öeiingen Sian öen ιφ^ιηρ 15-80/ tjeioelte 000^
Ant. Mattheus 1 in 3pe ^ticStinsen üec l^m
ften φι ugtgsgeeben.
^e^jeiaaten htt bijf %tfmn/ oo^beelenbe
iäat 50 in toei nieefi öenaiieelt toaren / geö^
iicn öoigenöe^^otefi op öen 17 ^mig 15-80/
in taaie/ joaaï^ö^ipi^fïaat/
tt lltregt ugtgegeeijcn.
De Kerke-
lijke dragt
der Geefte-
lijken te
Utregtver-
boden , en
de kerkelij-
ke goede-
ren aange-
flagen.
Die Heeren van de vyf Ecclefien, gefien dieMemo-
rien ende Artijkelen geconcipieert op de geeftelijkheit
en haare goederen, mitfgaders die publikatie die de Re-
geerders der Stadt Utregt begeren dienvolgende uytden
naam van de'Staten gedaan te hebben, feggen voor
haarlieder refoliitie : dat ly perfifteren by de Pacificatie
van Gendt , fatisfacäie van zijn Excellentie , naerder
Unie en Religions-Frede onlancx alhier binnen Ü-
trecht wel folemnelijk opgerecht en gepubliceert ,
mitfgaders andere contra£i:en en eeden by de geeftelijk-
heit van Utrecht gedaan. Ende alfoo de voorfx. Reli-
gions-Frede, fatisfaöie, &c. by ïijn Hoogheit en Ex-
cellentie geapprobeert is, dat men met den eeriten zal
deputeeren aan zijn Alteze, Excellentie en generale
Staten , om van de zelve te verzoeken in de poinflen
van fatisfadtie, endeReligions-Frede voorfz.gemainte-
neat, geftytt en gefterkt te worden, begerende dat de Sta-
ten van gelijke ten fijne voorfz. eenige uytden beuren
committeren willen, alzoo die van degeeftlijkheit niet
en können verftaan , dat die Staten ofteparticiiiierelitma-
ten van dien, aangaande de Religions-Frede, Rech-
ters
1 Fata Sc Fundat, Ecckf, p, zéz.
-ocr page 32-Fredericus Schenk. ii
ters in defc faake behoren te wefenwelverfiaande dat
zoo verre zijn Alteie^ Excellentie en generale Staten
na gelegentheit van faaken goet vinden , dat in de xel-
ve eenige verauderinge ofte additie 7,oude moeten ge-
fchieden, dat zijn Alteze, Excellentie en gemeldeSta-
ten daar zulke ordre in ftellen, als de zelve zullenver-
ftaan nodig te zijn, dan dat het zelve fal gefchiedea
zoo na conform de voorfz. fatisfaäie, Religions-Fre-
de en andere contraclen, tuiTcheu die geefteÜjkheit ea
de Stadt Utrecht gemaekt, als immers mogelijk we-
ifn zal, en onvermindert altijts de felve. Verklaren-
de dat fy niet te min wel te vreden zijn, die verzogte
aäe van geen alienatie te doen van geeftelijkegoedereti
aanftont te leveren, ende indien middelertijt die ande-
re lidmaten ende Staten defen niet tegenftaande eenige
innovatie, contrarie de voorfs, folemnele contraéten
doen willen, de voorfz. vijf Ecclefien daar van wel
expreffelijk geprotefteert hebben.
^e laitl&ifcfiop Schenk geeft tïesen onbeiv
gang tsan öen'öiiöoi gesten/ ens^
'eï tot ïii öet öiepfïe ban jijne jtel ol^ec getrof^
fm getocei^ / öerfteiiii^ met öen ouöm Matha-
tias illöeese l'OUÖJiilagteiSilgt: * Wee my! ben
ik dan gebooren om de verdrukking van mijn
Volk , en de verdelging der Heilige Stad teaan-
Tchcuwcn ? ïigi &an liau lart'^cei" otiei' tJeii
jmtimerïpeii toeffaiö öa* üei'iie ging tmicen/
en 'ec eeri ^ieUe u^t gelsat §aö / lä ijg gct öea
if ^u0u|ïi in 't jaar 15-80 / in öén oiiöerticim
ban 77 jaaccn / &e|ï0|ten.
In iS iJemaaben in öen mtveatfcÈrn mam^y^"^
wocö Öe&enöaag^ gezien isjoi&t
öiaagen/ geööen f0mnirse« «ut ïjet geijalg öen
lay
* i Madwb. i. V, 7.
-ocr page 33-Het Leyen van
30
IZ9 pfaira/ Uyt den diepten Heere, obetr ÏUiöf
bcgtnuen op tt ^efm/ eu öcBfen öen gaufc^en
Pfaïm/ fc|ooH öat 'a· toarea öie ïjet tracgtmi
te öeïctten / tot gct ditóe tm uot^oiigm,
0m öat 5P ÖiH'^öaMöen hjat öefnoeiöe
■go ban fomnmtn iiooi^mgaangesiensetoeeli:
öocö anöcren öi^öö^n ojj bat ijao^ m^
fjj^iooSen/ eii jelfé gmmrn/ om öat igai ^et
öyöu^öefnaei&eami öemrrneiitïgtlied&e.
Φο^ öf^ft öi^ l^erïitjso^ islp ban 3fine ge^
ieeföiidt gegecben öoo? öet H^tgtbm ban mw
se ί^φί^εη. ^De^eïbe ^cöjifte«/ öaac Suffri-
,düs Petri 0eb)a0baiia!aölit/ ma!ieiiraet;enöeei^
fee i!ïcgt|geleer&||nt/ en fami ögi Valerius An-
dreas iH jpe ,5peöer!aiïiïfciic S^oeft^aai 0p ξβ^
fieit. ö^nöei' ^tj"^ «^obiiiiunöige ^cöji^enjijn
be boïgenöe tori öe boeiiiaamfte : Enchiridion
veri Prxfulis, Handboekje van een opregtenBif-
fchop, eii Dialogus contra tenfiulencos, Samen-
fpraak regen de Dronkaarts , ßeiiseU tt ^ttï^tf
ien gCÖ^Riit δρ Michael Hillenius»
. ilwt neuen ^^eömden in Ue ©omftei-lse / ble
t'5jjner bei'geebinge tconben/ geeft ^n 'er in jijn
ïeebeu niet meei· aï^ bsjf bergeeben 5 eu Ue eer>
^e ban aï aaii loachim oprode, Meevaar in öe
<0ob9eit/ en sgneiï ii^gi&ifcSop'
Het gevoe- ^^^^^ j bctmit^ get eei'ffe fïaBaat&et
ioiiikc 'tbjemein'tiaac 15-71 tegen^ öe liatolg"^
Leeraaren, Ben ligt βϋϊιοηκιι / Op deesen 0ianb flenniie
omtrent de jjat be ^iiefiei'^ 010 tt Hatöipe» beïiienisen/
gettoubsigleit en gegoosaaratseit |aööen ge?
ü'e göioten aan öen l^au^"^ ban Hörnen / en öat
boïgen^ bien eeb njet berpisgt en toaren om öe
«i^nïiatoUp« ^iincen en ^berigli^en getrouw
ioigpt te ßetog^cn: «^t toeßte opbattiiige ooft
outfean U iioigenïie25iff|}opjpen/ Schenks
nasatin/
Zijiie ga-
ven.
Freder ic US ScHE ν κ. gl
nalaten/ ftiet niet toß geiaßten ijetoecfï tot
bc öetlicrjng ferc jieicn/ maar geöiMOügen tsjieiv
beii in- Münsfcljap te.jSoer^en; 300 & |et
b£Ci-|ii0 geoo^öedt gier te iaattn böïgea thjec
giöinïit oniicc öe papieren öe^ saifJöüra,^ öeö
jSïitOfittCiï. ^e eetfïê i§ UüiSI Hugo de Groot,
ten tgbe iaan get öefïanö iaannce!? ij^ Penfiona-
ns ban ^oüantJ / g0fcl)ieebeH aan Auber-
tm Ie Mire of Mirsus , U ^ntlsjeti
pm. 15 e aisöerei^gefcfeetei boö^ iacobus lan-
ibnius Sceraar öer te lioben/ en is
tm anciacoii( op ht b^ase öan iViira-us.
KOPT FAN EEN BRIEF
Penfionaris van Holland , gcfchreeven aan
Auhertm Ie Mire^ K;monnik te Ant-
werpen.
Eer moet het beiiand hebben, zeer geleerde/^Μν?, het
welke aan ons, die geenzins met het oorlogen gediend
2'j n, zoo wel te paffe komt, en het weike het regt van de
vriendfchap te genieten en te oeffenen, 't welke de gehei-
ligftc onder alle menfcheli|kezaaken is, en ons zoo lang
benomen is geweeft, wederom herftelt. Ik zal devry-
heit neemen van u allereerft uyt te daagen, niet door
het bewijzen , maar door het eiiTchen van een wel-
daad. Ik ben verwittigt dat 'er te Loven deftige God-
geleerden zijn; en, 't welk in zulk een foort van bp-
rcepinge vry zeldzaam is, van een gematigden inborft;
dewelke zoo wel in 't openbaar als ia 't byzonder lee-
ren dat Katolijke menfchen, onder ons gebied of onder
het gebied van andere Onkatolijke Overigheit levende,
vcrpligt zijn haare Overigheden, daar zy onder lee-
ven, in wereldlijke mken te gehoorïaamen; en zich
?oodaa-
-ocr page 35-Het Leven van
zoodaanig te gedraagen gelijk Augpißus het eertijds be-
vatte , als hy verlilaarde dat de geenen die hec gemeene
befte daar ly onder wooneu voorftaan , goede Bur-
gers en degelijke menfchen zijn. Welke Spreuk mijns
oordeels niet alleen godvnigtig en eerlijk is, maar ook
dient om de afkeerigheden die uyt de verdeeltheit der
gezindheden ontftaan allengskens te verminderen, en om
de geenen die het oppergezag zoo hier als elders voeren
beter genegen tot uwe Katolijken te maaken. Daarom
bid ik u, indien 'er eenig boek of gefchrift dien aan-
gaande te bekoomen is, dat gy my een of meerafdruk-
zels van 't zelve wilt bezorgen : verzekerd zijnde dat
gy, indien hier ietwes van uwen dienft is, hier iemand
hebt {te -vjeten my) die u Zeer genegen is, en die be-
reidwillig is tot uwen dienft. Vaar wel, en indien 't
u gelegen komt, doet mijne gebiedenis aan tVoverius,
Den i6 July 1609.
H. DE GROOT.
' i
i.
!
I I
op de voorßellingen van Hugo de Groot heeft Ja-
cobus Janfoniiis, Leeraar in de Godheit te
Lovetiy aldusgeandwoordt aan Aubertus
Ie Mire.
/^leerde Heer. Nademaal gy mijn oordeel verzoekt
^3"bvcr eenige vragen die u uyt den Haag door eea
brief zijn voorgeftelt, zouw ik, dc zaak overwoogen
hebbende, indien ik daar op moeft antwoorden, het
volgende antwoord geeven. Voor eerft dat ieder een,
volgens defpreuk v&nCefar , de Republijk daar hy on-
der woont mag genieten. Want nademaal zoo een
gezegt word zekere zaak te genieten , die dezelve tot
zijn voordeel gebruikt, zal niemand lochenen dat het
een ieder , die onder dwingelandy geftelt is, altijd ge-
oorloft is geweeft zich van het openbaar gezag der zel-
ve (dwingelandye) te bedienen om de kontraäen van
ïijnen koophandel te verzekeren : by voorbeeld, van
haare Vierfchaar, om de verfchillen en proceiTen in
burgerlijke zaaken opkomende te beflegten : van haare
bezettingen, om de roovers en dieven af te weeren.
En dit niet alleen; maar eeii ieder, die onder dwin-
gelandy
1:!·
-ocr page 36-Fredericus Schenk. ii
gelandy geftelt is, mag de zplve in burgerlijke ïaaken
gehoorzaamen en fchattingen op brengen. Want zulks
te weigeren is niet anders als het gemeene beft , daar
hy onder woont, wiens gezag hy geniet, en 't welke
hy niet gehouden is teverlaaten, doorbyzonderetwee-
dragten en oproerigheden te ontruften. En hoe ycel hy
gehouden is mtde te werken om deRepublijk, die door
geweldenary bezeten word, wederom tot haaren reg-
ten Heer te doen weder keeren, dewijl egter zulks
maar in een gebiedend bevel beilaat, moet hy het maar
betrachten door bequaame en daar toe dienende mid-
«lelen : anders zouw de Wyze-man hem zeggen: Dee-
Zen zult gy niet helpen y en u zeiven zultgy ia ^tverdriei
brengen.
En dus te werk gaande doet hy geen ongelijk aan zijnen
Wettigen Vorft : maar hy bevrijdt zich maar van haat
en ftrafFen , en hy laat hen voor de belediging in
ftaan,die de Republijk met geweldenarye verovert heb-
ben en in bezit houden. Temeer, omdatde Vorftenal
hetgezeide, ten gevalle van hunne Onderdaanen, lig-
tclijk door de vingeren zien. Doch by aldien de Vorft
rnet de geenen die de Republijk aldus geweldiger hand
in bezit honden een beftand heeft gefloten, zal deMa-
jeftraat van zoo een overheerfche Republijk geruit mo-
gen zijn van alle vrees van verraderye. Want behal-
ven dat de Mtnichen van zoo een Republijk de zelve
mogen genieten , en de iVlajeüraat in 't gezeide mo-
gen gehoorzaamen , èn ook fchattingen betaalen, zoo
ïijn zy, ftaande het beftand, ontheven van hun voori-
gen pligt. van de Republijk , ook tegen haaren dank
Wederom door bequaame middelen onder de gehoor-
zaaniheit van haren \f^ettigen H?er te brengen.- Want
als de Vorft uyt kragte van een verdrag zijne wapenen
fchorit , zal geen Onderdaan onder eenig voorwend-
Zei, zelfs nietVan den Godsdienft, ietwes tegen hetge-
flooten verdrag mogen onderneemen. Dit alles is van
een Leeraar (in de Godheit) met groote oplettendheit
ondertogtengoed gekeurt. Uwe voorzigtigheit zal daar
^orders in können doen, het geene zy dienfligzal
deelen. Ik wenfche dat gy in den Heere wel moogt
vaaren. Te Loven den zoAugufti 1609.
c
Dc
1654 Het Leven van
De bczwaarniiTen derPrelaaten van Utregt, ont-
ilaande uyt de Dekrceten der H. Kerk-
vergaderinge van Trente,
Onder PAULUS ΙΙΓ.
3Jn at 6 mmut Oöa' &e ïf erboiUimg / in get
ttoeebe ^ajiittd.
Ί^Φ^ίί aan be mart^biateiien get oitbe regt
ontnomen omtrent be Kerftgai-öcr^ en ^t^
gittert ban enïteibe Itetit-auipien/ öie ^un beiv
j&iijf^iaat^ bcriaaren.
öe 5dföc gititnge/ in gei 3 ïtapitteï.
31^0^0 aai. be SHartg^bialienen ontnomen be
öetii'affing bet ïïcgiiïfereiiierften bie 3ici) öujten
gnnne ïtïoofïer^ ont^ouben : 300 aï^ ïto^t baai·
tia tn öet 14 ïiajiittel ber 7 gittinge (ober be
^Ijerbojming) too^b ontnomen ïjtt regt^ge^
Öieb in imrgeripe 3aalien 300 ban toereïblijfte
aï^ ban feïoofierïijlie lileriien / be hjcHie Ijinten
gnnne ïtïootïer^ iooonen.
II. <βη in be p^itimge ober beilerbomting)
ge^onben onbec Pius iv, m ijet 6 itapittei/
tno^ben be teereiöïpe bie onber gee^
ne ïtajjitteien fïaan aan ^tt regt^geöieb: betr
2^iaftenen onttro^ßeit ^jn be seifbegittinge/in
get Hüaiiitteï/ iuo^b ^tt ftrafen ban bierge^
ïpe bieS^B^i^i^^nSouiienaanbeaiart^i
Öiaftenen onttroft^en/ en aan be a5i|fcï}opjien
geïaateii.
^n be Vll.gittinge ober be ilerboiming/ in
Set i3lia$iittel
ïir, i|et onbersoel^ ber seenen bie tot aïier^i
ganbi
i'
'(. j
Fredericus Schenk. ii
ganiie ftcrftripe ICiiiiJtfn aangenomen toa^jbea
toojb öw" inföeïgïiö ontnomen/en öcnS^iffdjap-
jjen toe geiueesen: 500 αί^ οοίί öeneöen in öe acgit-
fte^tttinge (ober beferbom) onba·t i'ius
in ïjet 18 liapitteï/ öe toijse too^ booigefcöie^
ben/ op bc toeihe Öe S^ifcijo^en be geenen ble
tot J^afioD,?! suïien aangcfïeittooiöenjiiiieuöeö^
oen te onbei^oeften: en^rtonbersoeït/ batboo^
be ^artgbiaïicnen jjïast te gefcftieben / Ijjd^
afsefcöafr. (5·)
Onder JULIUS ΠΙ.
ïjet izlta$iiticï ban be iv jittmije iotsei
öe ^erbo^m.) *
'^ΐψ j^erlt-rege! öcjeert bat bc infïeüing in be
ïterlieipe ambten/ be toei!iefa0ojiaau3iiUengr;i
tïigt hja,jben / bao^ öe ^ifciioppen aiieen 5uiie«
Sefcöiebeii. (6)
{obec öe taliajm.) osif
bei' Pius in öct 5· fóaplwel
V. JBo,jb mn ben ^ifciiopijeii aïieeiitoege^
ïaatenbe ^arocöï-'iei'iiet! / en öe hertielpe ampi=
ten met of soiiöer 30^00 öa· sieïen/ baa^ialtilö
te bercenigcn, (7)
3n be 5eïföc ^irtmge/^ in öet 6 ïtapitteï.
Vi. aan be a^ifTc^oppen toegeiaatcii
BiSaL'iffen in öe plaatse ban ou&eti«aame ψα^
tïooren aan te tïeUen/ en öe ^afioa,?! öle ban
^cu argerlp ieeuen 3911 af te setten.
C 7. VIL
t Dit ii cicrentlijk tfe 24 zitting ,, aüe de gerekcnt,
* De 14 ziTtiiig lu tie gemeene tekening.
** Anders de it ''s S'^f'^·
-ocr page 39-36 Het Leven van
^tt öe^cïtjc ^jttingc/ aan l^et 7 ftapitteï.
VIi. Jl^ojö aan be ^ifTcßojppen aïicentoe ge^
ïaatenöeïtecitripeampten/ niet enjonöec 30^3
3ieïen / te becpiaatsen.
^n öe acötfie^ittinge onbcr ben seïben/ in get
10 ïtapittel
VIII. J^oib ben toe geïaaten aïïe
j^otaciffen bie ^icïj berg^ijjjen te ftafcgben / e»
ban gnnne amjitcn af te jetten. (8)
3|n be * acötfïe 5ittin0e ober be on^
bec Pius IV, inget 3 ftapitteL
IX. ^c ICart^biaficnen snïlen de Kerken niet
mogen fiesoeïien / ai^ niet beriof lian ben Mp
fcöop: en jnïit^meigenj^ei'foon / niet boo?<i5ei
ntagtigben : en jg juïlen geöouben φί binnen
tenmaanb ttjb^bei'fïag ban ftun besoeft aan ben
SötfTcöoj» te boen/ en ijem aiïe |^et bef^anbelbe
ober te geeben. (9)
3fn be 5eïfbe gittinge aan get zo ßapittel
X. 5Cïïe jaaïien raaftenbe be ïserfeeïpe
tenenbeöubjeïpen/ niit^gaber^ aUetiraffcpi^
öige 3aaften/ bjojben aan be^art^biaßenenont^
troitften/ en aan be ©ierfc^aaren ber ^ifTcliojti«'
pen toe gebjeesen. (10)
Oordeel over de Befwaarniflen de welke de
Aartsdiakenen der doorluchtige Metro-
politaaniche Kerke van Utregt door
de Dekreeten van de Kerk-
vergaderinge van Tren-
ten ilonden te lijden.
I. O^ ^^ ^^^^^ 25e5hjaarni^ fïaat te 5eggen
bat bolgen^ ö^t eerfie gefcfijeben regt ber
ï^eftrei
. ? Anders c{e Z4 zitting.
-ocr page 40-Fredericus Schenk. ii
ïZ^cBrctaaï-öiieiJin be liart^öiaßenMt i^tt re^t
ficöötti ban mfteliinge, επ Olli feeiini^tenecmen
ban aïfe^/ enbanieirerm'töBOiii·^*^/ öatöaac
ban aföanst: hjaac onöa' moet gei'ßßent too^^
ben be ftafï^bing ban be ^afioo^^ en Üïerften/
bie önn batïtjf in be plaatsen ban gunne amj»^
ten niet en Rauben: bjelit cest^gnietaïïeenbeiri
Steegen ïieöBen boo^ een berjaaring ban een pn^
Seben&öaaren tijb> maar 't toeïite ooft boojber*
fcörtbe berbiagpunten en aïtftoo^ben / betoeïftc
Dbei'be 300 jaaten boornainentip tufTcS^« Ö^n
25iflcöoï» en ben Klait^biaften ban beïltcegtfcgc
3ijn ingegaan / bebefiigt en beftraa^«
ti0ti^: toeïfte afttioojben/bat meer i^/ 0efïoten
5gn niet toefiemminge en boo^ ïjet 00330 ban
ben ^poftoiifcöen^toeï / ni ban be^seïf^ Se^
saaten. 't 3Belfte «sbiep aan be l^eÄrgabei
ring ban Crente befeenb toaat getoeefï / fïaat niet
te tbjgfeïen of bie eertoaarbige ^aöei'l soubeii
biergeïgfee ^^eßreten / tot 300 een obec g?oot
tiabeeïbec ^act^biaitenen/ geen^in.^ ii^tgegee^
ben öeböen: nabeniaaï get ftJaai' genoeg bat
boo^namenti^ft Sier op geboeit i)cbJjctt om be
25ifrci)opïpe bebiening bjebei'om tot bien fïaat
te brengen / baai* 55 in be eerfle jeugb ban be
lïerïi in getoeeft: toeïfte fïaat bg geboïg ban
tijben/ ai^ get getal bec <5eioobigen bageïijft^
meer ennieer aantoafcßte/ enboo?ben25iffc5cp
aïieen niet geboegïp ïion öebient en toaai'ge^
nomen teo^ben/ op een anbeten boetgebjagt i^
getoeefï 5 500 bat be 2$ifTc9oppen jelf een gef
beelteban |nnne garberipejo^geaanbelait^-
bia&enen mebegebeelt Rebben,
II. φρ be Be^toaarnifTen ban i^et ttoeebe gei
tal fïaat te anttooojben: aangejien bat be ©ia^
iwnen ten niinlten geregtfgb φι om fennipan
€ 3 > öie
-ocr page 41-Leven van
die ^aaBen te neemen/ m'ec ii^tfp.iaal^ inte
geebcn / betoeïlte aan ïjen iioo?^ iseriaaciag
ban ecu oiige&enïsöaaren tp 5|ji5 ijei'UaUen/ en
öat Dm öje rclren öe oogen öec SSiffc^opp^n
genoemt iuo^ben: en aansesten öat liet öoo^ aie^
manö iian öethsifi öat fïe S^iffc^oppeii
öUeen/ of ^uniie ^fficia!en/ ooit Ög bee3ent9ïi
iia öat öe ^i^ammen 500 ^m bei'ftlemt 5ijn/
seensiu^ in fïaat en jgn om öe bageiijft^ boa^^
ftonienbe nii^aaben te onberjoeßen en te fïraf
fen : 500 fc^ijnt onmonelp te sijn bat m
manb/ biebeejerebenen toatbieiJermsiet/ niet
50«be oo^beeïenbatget getaabsaamec 50U 3ijn/
εη tot g^öoter eei* en nut bei lier^e 30U Mm
flreiiften/ bat men/ in be pïaat^e ban be nieu^
faje 23ebienaai;^ bie boo.? be SSiffcïjapen jonben
aangenomen too^ben / be üait^öïaïienen ijun
regt ongeitcenftt en ongefcijonbenlieiöeQauben:
te meet· baat get gejas ban be seïbe ISait^bt'a^
fteiien / aï^ be eerjie piaat^ naaft b^n 23ifcöoj)
ßeßleebenbe/ g^oot^t en ontsac^elper boo^ be
quaabbocnber^ 3al DÖna!^ ïjet 00533 bei; geenen/
bie boo^ beSSifTepppen tot beese öebienuig 5oni
bm aangenomen iao.^en. Enbersinä 5al bie
iiptnunitenbe iaaarbisgeit ban tSart^biaSeuen
toeliier Iteiioeming in alie be lierlien ban il^
tregt jijne ïtatoipe JiBa|e|!et toeöeöi^oit / maar
eeotfcliijn ban toaarbigljeit 3ijn / en in benöïooten
tijtei lifiïaau : noci) te nieeiV belötji ijet
tod te beemoeben fïaat bat jijne ltatoïi)ïie
JiEajefïeit al3oo öequaameperfoonen tot bee5e
•toaarbinljeit 3ai benoemen / αϊφ 'cv booi be 25ifi
fiijoppen tot berrigting ban beesen ïafï geii03eii
3uilcii hjöiöeit. ©at 30η οοϊί ßefi bienen boo? 't
gcmretie be|ïj toantbe pïeitenbe partgen 3uUen
aiöi!^ ttoee regtgbo^benngen geböen / be
eetjïe
-ocr page 42-Fredericus Schenk. ii
eei'tïe hooi öen ^Fartgbtaitcii/ bc ttoeeöe boai
ben ^nöien öe e^rfïe toegsenomen
iöo^b/ 3uïkii bepartfen/ met öc saaïi te ïSo^^
mm te öetteïifem / in trjocte onitofien öerbaï«'
lm/ enbaac jnilen mêiU9iJalbi0ei; mi#&i«iften
in öe ftecfteïpe re0i&au6en iniitulpen boo? Set
g^oot getal ïier öecoepinaen, (n)
IΠ. öe öeite ßan geantiooo^bt
tooiben/ bat öet onbefjoeft ban 500 0?oot een
setaï ban <0eefïeipen ble bageïgii^ naac ßei·^
ßeiijfe amptenltoraen |ïaan/ boo? bensaiffc^ojp
öttcen niet fean afgeöaan too^ben: en bat öet beet
bienfii3É-c 50a ^ij^beesenïafï/bie boojberjaatin0
0}j ί'δ Wart^biahenen berbaïïcn i^ / aan be ζφ
ben te laaten: te meer bermit^ 3gne ïtatoïpc
jil^ajefieit boo^taan 50obaani0e ^att^biafieneii
5ai Itonnen beriiicseii / öe toelïtc be bequaamgeit
en ben toil gebben om ^uiw^en ρϊί0ί öt^c te boï>
boen,
IV. Φ^ be bierbe Bestoaami^ ftangeseittoo^i
ben: na&eaiaaï be tSactébiaïtenen/ 0e!ij£i 300 eben
S-jegt i^/ öet regt ban insettinge in aïie hm^tf
Ujite ampt€n/ boo? een ongcbinii''^aai'pibiie0ic
en boo^ een oube 00ϊ·|33ΐ·ίίΐ0 beriiree0en getM
ben/.toeifi regt boo?öeS^ifcpliiien 5elf#/ mit^^
b002 ben lilp0|ïolifci)en^toeïen be^5eïf;S
Eegaaten bebeftigt 500 noc^tan^ bat beeer^«
fie infieïüng/ bie na iet opre0ten ban een ïitt!>
lielijft ampt gefcïiiebt/ ben S^ifTcgop toeftoomt:
500 5aï 't onbienflig 5gn eeni0e nienbji0Öeit op
bit tïuis in te boeren/ en een becbjarnn0 in be
infieïiingen te niaaiten: te bjeeten inbeeset^ boe^
0e / bat be infleliins in be oube fterft-antjpten
tot be Éartébiaïienen / en in be nicutoe tot ben
SSiffcgoj» 50U be^ooren: Set toeïBe een ö?onabec
3oubc 3gn banonteiöaarep?ocefeni behjgl fonti
€ 4 WiSf«
-ocr page 43-1660 Het Leven van
ttiigen ffiev namaai^ ^ouöeu fïaanïre ^oubcn bat
cenige fierß-amjJten boo^betegentooo^iiigeaa-ti:^
bergabccittö / cn aubcrcu bat 5e baar na gefïigt
3gn geiweeji,
Ürt bijfbe nabeeï ^aït'cnemaaï tom
titen i»o?ben/ inbien gcnif!be bfrcenigingea ban
fterR-anipten gesöinentïp gefcSiebcn booi ïjet
ge5a0 ban ben SSifiTc^op en bat ban ben ^act^i
bialien: betoijï be ïaatfie toeï öet g^oofie öeiang
baai· in geeft ugt ïjoofbe ban öe infteUinge/ bie
ïjem in be iterft-amptentoeftünit, 5oonocötan^/
tat in beese en in bicrgeipe bingen niet fiegjee
jjen 3aï 5p be ^artgbiaten ban Salvacor,
bie öinnen ^gne paaien een ceßt^sebieb geeft bat
teneniaal S^iffcgojjpeïp en onafgantteip i^ /
bie jaaïien aïïeen betoelfte tot be bjgbingen be^
goücen «ptge^onbecb : ban toelfte fjoebaniggeit
cn ^onberfing booi-regt (beitiiji get iet^ 3elb#
i^ ) ïigt te benïien ftaat bat be ïierft;^
bevgabeting niet gebseeten jai Ijebben / en ber^
fesïgen^ niet een^ be gebagte jaï gegab geööen
ban 't seïbe te toiïïen öenabeeïen.
Vi. φρύύ je^be besbjaarnié genoegsaam
boa^ |jet feeb^ ögge&^agte geanötoao^bt: te toee^
ten bat 'et geen gnaab of ipigiftel boo| be lierlte
te buegten fïaat/ inbicnbe beröetenngenbebe^
ftraffing bet· ïüerft-garberen / bie guntie pligten
«iet öeöoo^ïp betyacgten/ aan be Utai'tébiaïiei
«en/ 500 al^ tot noeï) toe gefrpbt i^/ toojb ge^
iaaten,
VII. (Be jebenbe ^bjariggeit i^S ooïi ïigtelijft
iw te fcgiïiïsen / inbien be no0t3aaïteïpe ber^^
ii!aat3in3 bet lietït-ampten ge3attientip ge^
ff!|iebt / geïp 300 eben ban be beteentgingen (δ
0e3ett t^jiber^ 3os!bfn be 'Ji^actsbiaitenen boo,?
onbefegcibe ber^ïaarsingen ouittent be regten
iiet infïeUInge ten gciogfïen beieöigt bja.iben.
II
Ii: {
Fredericus Schenk. ii
VUT. α^ϊ» ïiet acgtfïe Mn geseit toujöen öat
naöemaaï öe gecigösö ^ijn om
perfoonen tc ficaffen öie ijeeï taaarbigcrspban
öe Notarifl'en, j^et ödacïjeïp 50ubc 30» ittö^n
hte^e Uan l^ct befïrafen öec aftact^Öiaïtemnont^
Öebun toierben : te meer baar be ijer0?ijpini
0«! ban ïjimne NotariiTen Jjeeï öetec ftonnenonf
&ec5oeften aï^ be SDifcgopjJen/ beijjeïite selben
phjoon 5ίίιι met ^obaanige menfegen te fp^ee^
Ken of te becïteecen.
IX. <i^mtcentï)etne0enbe ßan gefeit too^ben/
belaijï be intïeïïing bec ïtei'ft-ampten ben Kiaet^
biaftenen toeftomt / bat get jeec ongergmt 50U=
be 59.1 be Staet^biaitenen te berfïeeften ban Set
ïtesoeïien ban jobanigelterïfen/ toelfter ^afioo^
ren en fterfeeïpe aniptenaren 50uben inge^
fielt öeböen : bat beese ïafi ijcrboïgen^ aan bc
lüart^biaiienen moet geïaaten taojben / om^ben
selben jaadp^ / 't boo? gen seïben 't
boo? öequaame jierfoonen betoeïïte 551 baar toe
5nüen berßiejen/ in 't toerft te fïeïlen.
X. ïiaaïienbeöettienbe/ ^et bjeïite booibjaar
5eer n^tfjioortg / en be i^ierfc^aar ban ftet
regtégebieb ber Éart^biaitenen tenemaaï ora
ten nabienbe 25iffcöojipen/at namen ψ aïtemaaï
ftp ©ittariflTen en fe^ (Bffkimïm t'önnner Snljie/
cbentoeï nocgniet man^ genoeg souben sgn om
500 een menigte ban stoaare iafïentebjagen / en
omsoostoaarbjigtigeen paft te to^en? batfiet /
ombenienbjigïieit te mgben bebjeïfie boojgaan^
inaïle ïtepublijften s^er gebaarip en g^oote
oiJfcSubbingen beroo^aatit / bat öet / m iït/
nutter en geraaösaamsr booi be ïiecfte saï /
^at men ftc^ aan be oube getooonte ösu^ciibe/
€ s .
-ocr page 45-42 Het Leven van
ire mfïe vcgt^bo^tmm en onseBicnftt
öen iiartgiiiaiteii ïaat öiii'öeK, π bsrniit^/
gdtjïi meevnmaïen mmt i^/ tse UifteUiitB in te
kat-ampten ïjen toefeorat / 500 moeten boo? ai
i!e jaaften öle ïraar ba» afï)angcii «iet getrafe
Bm bioßcn tiaav een bieeraöe 30a
fcgi öfiis^n / öie ligt tesejeii en Φ
imu malitaRbri bertHiagtjijn/ iiiettoili
ien töii eeji ffgslöfn/ en iie fegte o^öei' öersaa^
lien 'i eifoerflt feoben feeeren. €11 alljaetoeï öat
iie ©elireetfii èer dtiitifcïje lier^bergaiieringe
5icïi öe iiaai'fïigöeit öer S^iflcöoppeit ftM'
net: te Iscrteaten met öe üait^öiafenen alöu^
ijßa öe Dfiiiö tc iEgsen > 0e!nïf cf öe SSiffcgop^
jien/ reate 3|atber;Söei· Cö#eiien/ eu
iic ^aiJiKailffni bet paatsea / sse^ til ïjunne
fteiec 5ou&2ii quoten / 300 get «oeï|^
tan^ geleegen batsgi jeifgenoobsaatitsui;^
iea φι öeejei'i pgt/ in tueefi aiie öe plaatsen/
aiiöere petfoonen te iaaten toaarneemen:
en 3uïfïé ta· 0ö,?5aai'ie öat 5e öaar in öelet ^uUen
aijn Isoe^ ijet p^lleste / bau öe Siiigejeteiien
nitt feiïiten öiütne ^^Dbincie te öagbaaröen :
't toeïBe aaii öe ïf oHauiseré / Seeutoen / Ma^^
mmgeii/ ^^k^tiij en aaii öe anöei'c omieggen;^
i«e ^^obiiicien/ öaar öe Utregtfc^e liecfe ||et gee^
fïeiöfte §eeft'/ al ober iang * bcr^
jeent geloeeli: 500 öat ijet nsetjS ter hiPi-e!ö
ïtan fcfjeeie»! ßf öe jeïf of ioei öe
lüartgöäaiienett öoo^ geiiiaßttsöe perfooiien ober
ite eerfie reöt^jpïeging 5ättcii : a!·^ öit aüeen öat
öeesc regten / inöäen 5e tct $00 s^oot eea na^
öee! en fiö^&e öer Sartgöiaitenen aan ïic mf^
ι
Τ f
rr
ΐ.ί'
,r :
;
fcöoppen
» Het regt van\t)e Ingezetenen, niet buitens Lands tedäg-
jraardeu is hier in gebruik geweeft»
Frbdericus Schenk» 45
fröojppe« bjo^tien toesetoejen / b^cöe m tm
öjagt öei· MctM maac suïfón ö?eeÄen / en bec^
fcöetöe m iJeeïberöanöe ongemaftften cn mi^ö^ui^
feen/ öaac tot κοφ niet ο» 0cöa3t sei»e^/
suilen beiooj5aaïten.
Φηι todj^e onöeikn af te toeeren/ öiitöen II/
toosioaarbigfie ©aber/ öe mart^öiafenen/ öe
^^eïaaten / mit^0aiiei;^ uiue ItetÄen ban lltregt/
ö^t Öen in |unne oube 0ei;e0t!0ti0ö«t toiït
ganb^abcn/ en öet ampt/ 't ioeïfte atoe5|oo0^
tßaacbi0fie3^oo?Iucöti0|ejt bocö^an anbeceper^
foaii^n 50U moeten toe&etcouioen / ban gen
böigen^ oubec getooonte iaat öebienen: be^^
reibtofliig o«» boïgen^ get boo^f^ift ban
ïjet jemeene ïfïegt / inbien ban onacltjaam^^
geit of onojpïettenböeit in gunnen plißtobertnigt
bjo^ben/ getoiUig te geboogen bat pnne gebje^
Jen booj be toaMiec^eit ban ntoe^oogbj, Φοο^ϊ.
becgoebt en beröeteit toetben.
Ε R'
-ocr page 47-Van de Provinciale SYNODE van
DOOR
Den Hoogwaardïgfien en Doorlugtigflen
HEER
X)oor de genade Gods en van den Apoftoli-
fchen Seoel
Densjelke beroepen en in de tegenwoordigheit van de
Hoogwaardigfle Heeren^ de Mede-Provinciale ^
Bijfchoppen, de Jbten en Prelaaten, gehouden
is in de ' doorluchtige Metropolitaanfche Kerk
van Utregt, in 'i jaar onzes Heere dui-
zend^ vijf-honderd^ vijf-en-feßig.
EERSTE ZITTING
Gehouden op den li van de maandOftobcr.
bcejc I^^Dlnuciaïc ^^noöe 5Ö" tesentoooj^
010 gchjecti.
O^nje i^oogiöaatitigfïe ï^cec be lüart^bif-
Γφορ ban lltrcgt
5^oo0ioaarbiigfie Nicolaus a Nova-
ten-a, 2i5i|fcÖ0jP ban i|aacient
'^t ^aoghjaarbigfle Nicolaus de Cailro,
^iflTcijop ban jjBiölJcfö^ig.
Fredericus Schenk. ii
i|oo0fcöaafbig|ie ^eCC Johan Knyf, ^tp
fcgo}) ban <ι3^οηήΐ0«ι.
©β i^oogtoaaröigfïc ücec Remigius Drutius,
geftojeu CU öeij^fïigö tot 25iffci)op i)an Mceu^i
©C ïfOO0ioaatbigtïe Johan Mahufius,
seRojen en öeücfiinÏJ tot ban
benter.
ll^cïEie saiffc^oppcn öe jüebe-jj^obinciaaïe
S^iffc^oppcn 3ijn ban bm ^^oogbjaaröigfien ^m
ben mact^Bifcöop ban lltcegt.
25eï|aïben be gcmelbe 2l5itTcöoijpen ίφ 'ev ooft
berfcgeenen bc iloogioaatrbistïe Wilhelmus
Lindanus, Spïffcïjop ban i^oertnonbe / ^gnbc
boo^ ben ï^oogtoaarbisfien ï|ea' ben 5fart#if5
fcöoj» ban lltregt tot bce^e ^poöe ga'oejien
en toegeïaaten setoeejl/ niet afé of f)o
be pjobtnciaïe ^iffcijojp bja^·, maar ai^ ii^nbori«
baan ban ggne ^oogtoaai'biglïe ©oo^iugtigQeit
boo? 500 beeï ï)g bellen toaä m <0iaben|)ai
ge/ en ai^ boo^ieejei· ber ^clXiiften: tojen^
Öulp en raab ^ijne ïloogbjaaubigfic ©oo?ïucïji
tt3ö«t in beese ^^nóbe te jia^ jai ftounen ftOi«
men.
Φοίί ^ijn 'er tegentooojbig gcbaeefï be lüötéii
ban be Itibbye ban Paulus te lltregt i ban
Marienwaart, iii be «edbeifclje qimrtiei'en : be
pmii en be beften ban ben 3Β>οηι: bej^ioofi
ban Jans ï^eeïie: be ©efiensS ban Salva-
tors, ban Peters, ban fans en ban
Mariaas ïtei'iten te ïltregt / öenefen^ een gjoot
Setal lïanonniiten ber gemelbe bnf i^ierften ba«
ïttregt.
ban aïïe be boo^noembe mebe-jj^obmciaaf
«SSiflrcÖoppen/ Uibten/ j^^eïaaten/ JDeftenä
ftt ^anonniïiïien / albaar teöentooo,?big / tebrc
1666 Het Leven van
46
boo^ 5ίίπ fjoofir / öooi iteti i|ao0ioaai:Ö!0ft«t
^factlbiffcöop oiiöcrti^aa^t toierïsen/ tf^tht^
ΓπίιίοίΙίί0 iuarcn om öc «i^^bonnanticn επ ^c^
iwccten öet· algcmeene üeritbeigaiieringe bau
Crfute / boo^ 500 berre öejcibe oa?" Itatoi^ii
i0eloof/ eil öc ^aitramenten εη Iteriigcbjoon?
ten öei·Hatoïpe Ucv^t öetcefen / aan te nee^
men en te aanbaauiien / en beselben te geöoo?^
jaamen/ 30a geböen öe me&e-pjobinciaale
fcöoppen/ ilöten/ Hait^biaßenen/ ^^jooften/
ïDeïien^ en Uanoniïiïien boo^noenib/ 500 beeïe
öl^ 'er tegenhjoüiöig toaren / een boo^een/ en
Hgt eenen monö geanthjoojbt öai 5e aïie^ / en
leöer in 't ö^5oniiet/ 't hjeiïte m0emeïöeï|,^|Ji
noDe ban CiTtttefaaitenbe on^itatoip «i^eieof/
be ^aïtcamenten en be ïterftsetooonten
becBatoUjheïieeïie befïoaten ioa^/ omftei^ben/
en boi0en^ get geïbe begeetbcn te ïeebeu en te
ftei'ben.
il^aai' op on5e ^oo^bj, feer ^actlbilTe^op/
na bat ban be boojuoembe niebe-i>^obinciaie
g^iffc^oppen/ ^!)ten/ Kiart^biaitenen / ^^oo^
fïen/ ^^elaaten/ ©eiien^ en lianoiiniïiïien ^o^
baanig aiitbjDo^b öabontbangen/ ooït^eeftbav
ïilaart bat ïjg inégeïp^ be boo,?0emelbe ^^eBree?
teil en befïuiten bec ïiccïibcr0a!3eiin0e ban
fCmiten/ maiJenbe^etitatoip^daof/ be^a^
ïtramenten en be ßeritgebjsonten bir Itatolii^e
ïlterïte/ met opene armen om^el^be,
ïfet toeïite aib«# becri0t jijHöe geeft bel|oo0i
toaai'bi0fie ï|eec Remigius Drutius, geïiosen en
bebefii0b totSSiffcgoji.ban Xeentoaarben / goo
ugt 5i)nen ei0en naam aï^ ngt naame ban ben
3|oo0bj. 5|eer Tohan Maliufius, 0eïiO5en en üe^
befïi0btot 25i|ftöoiJban a^ebenter/ aan meer0ei
meïben ï^eec/ onsen ^actgttiffciiop banllti:e0t/
obeci
t 1
t
1'
I
Fredericus Schenk. ii
ob0t?0cïet!crt cm gefïDtea ö^ief tiian||aare5|oo0ii
Öeib/ be Ifactogiime ban Parma, iïchjdfte Doo^
gaar ^cfcïficbeis hjaöaanöenliiaitö&iffcöopboo^
«ocmb. S'n öeescn ö^icf maaftt
ïjejt öeBciiö öat arifterUoigen^ paren raaö en
obcdrg öe
t««! ban ïïeeutoaar&cn en ban ©ebenter/ ftoci«
tod nocö «i^t töt liiffcöoijcn setotlbt / tqttv
tot bcese j)|obinciaa!e ^^nobe öeïiooren toe^e^^
ïaaten ie bjoiben; öp öat öe saaiien/ öie ia
semelöe a^gnobe fïaan beröaiibelt tetoö.iben/
boo? §unne booijigtigijelt eu boc3,? fjun oba'ïeg
mogen ijeipeii Befileren/ en öe jelben met ijun^
ne fajg^geit/ geieerbgeit en erbarenbïieit öeipen
beïjanbeïen;
09 i;eeft öe ^oogto. be
ban iBiböeiburg beitooiit een iafï- enlioliiiagt-
ö^ief/ gegeeben boo^ ben beften en lietüapitteï
ban be ïtatgebwaie üerii te jil^ibbelöurg j en ^im<>
be op ben teto. en jpEeefier/ Thomas
Meivorft , Hanosiafft ban be ïiolïesiaaïe Seri^
ban Martiniis te ,ïil^jöbdöiir0: toaar in ber^^
5ost hïierbbat öet onsen i|0jJ3to,i|eer en Bart^i
öiffcöoj» mo0t fieïieisen ben boo^noemben ^eer
Thomas, öï^ë<0ema0tigbeii en liommipd^ber
gemeïbe itatijebjaale lierße ban jiBibbeïljurg/
tot bee^e piobiiieiaie^pobe toe te lasten/ om
baar te öeipen raabfïaan en be jaalten te öeipen
berganbeien,
li^aar op be ïf oogb), fea· lartgtbiffc^op ben
i|eer Thomas, jeif^ baImagta!fcoren,ö ^eie^
3m öeööenbe/ tütbe^^obinciaale^tino&ei/eeft
(toeseiaaten.
iet iaeifie berrigt #ibe be ^er^aberins boo^
oen toogb). t^er Hart^ife^op ge-einbl^t/
om tesen^ '^'anba-enbaaj^/ be iiloit negen urn
48 HetLevenvän
wu booi öen tniöbag / tocber bp een te ïiotmn:
tegen toeïit uur sijne loogtoaatbijfïe JDoo^ïugi
ti0öcitaïïeöiein tie ^pnoüe tcgentooo^iïiS ismen
Seciftbefcöeiiien/ om aïpc in 'tßapittd-öui^ te
berfcögncn» «i^^öQan in 't jaar en ojp öen öag
tjoo?fcöict>en in 't s^oote ftajpittd-öui^ m JIC'
tcopolitaanfcöe ïtecl^e ban tltregt
Gehouden op Donderdag, den elfden van O£to-
ber, in 'c jaar voorfchreven.
Φη?^ ï|oosi»aariii0fi0 3|cei! belfart^ßiflcöojj
ijau illtrc0t geeft aan be l^aiier^/ in Jjeeje
tónciaaïe ^gnoiteber0abei:b/ uoojgebjaasen goe
itat be aïöemeene ^ghobe ban iCcente / in
öe bijf-en-tfcpintiöfie Jittinge ( over de Hervor-
ming ) aan get tioeebe i|oofbfïuïi / ö^t tjoigen^
be fieijeï en geßob ^eft ugtijegeeljen.
De rampzaligheit der tijden en de boosheit
der opkomende Ketteryen nootzaaken ons niets
achter te laaten, het welke ter ilichtinge der Vol-
keren en ter behoudenifle des Katolyken Ge-
loofs eenigzins fchijnt te können llrekken. Zoo.
gebiedt dan de H. Synode aan alle Patriarchen,
Primaaten , Aartsbiflchoppen , Biffchoppcn en
llii' ■ aan alle anderen dewelke van regts-wege, of door
' de gewoonte, de provinciaale Synode moeten by-
H, woonen , dat ze in de eerfte provinciaale Syno-
|i| de, dewelke na het eindigen van deeze Synode
zal gehouden worden, alles en ieder in't byzon-
der dat door deezc H. Synode vaftgeitelt en be-
iloten is , opentlijk zullen hebben aan te nee-
men, en een opregte gehoorzaamheit aan denH.
Paus zullen hebben te belooven, en bekennen
Fredericus Schenk. ii
fchuldig te wezen , en^ vordei's alle Ketteryen
door de kerkregels en algemeene Kerkvergade-
ringen, en voornamentlijk in deeze H. Synode
gedoemd, in't openbaar te verfoeien en te ver-
vloeken, enz. ^feaar op on^e ll|cfO0toaatöi3fie
^m bt Hiait^biffc&ojp ban lltregt / ^ic^ naar
bit ftebeï Sjoeaaiöe / aile U a^aöei·^ ban bceje
probinciaaie ^pnobe j^ei^ft berjogt %tt bobm-
fiaanbe tc boïbieageu εη te onberteïtenen»
bcesc sdbe' sittingc ugt Haame ban
mgngeer ben ^öt ban β. Laurens, in <&φ
biocït/ becfciieenen bc <eerb). 3|eeKChriftophorus
Alberti, bßtoei&e om öc 3tefidpïieit ban JUBgn*
geer ben U&t tot Jfiegent ban 't ^elbe ütonbent /
500 in 't geefidpe aï^ in 't tijbeipe/ toa^ aani=
Sefïeli. boo? l^pö^er ben lart^i
biffcl^op 00Ä tot iic ^pobe toejciaaten,
l^ecbolgen^ ï)ttft jijne i^oagtoaarbe / on^e
fïart^öiffcpji ban ïltregt boo^nocnib/ met ben
raab en oberieg ban ^ijnemebe-pjobintiaaiea^ip
fcöoppen/ alïe be fóanonnl&iten bei' bijfïteriten
ban ïltrest bie öaarben b^oesen/ en tebet· in 't
bysoabet·/ berjogt ljunne öaarben binnen
bagen tijbä te iaaten fcij^appeu/ en ten minfïe
met be fcgaac te laaten |ï|eei-en / en niet al^
be ïmebefé te begouben/ ^00 bat 'ei· geen becai-
gerni^ in be gee^eïgfeïjeit gebonben bjerbe: ^uh
ïenbe anber^ ban be ■i^obbeltjiie bienfien opgei·
fcgo^fï / en ban be ombeeliugen berfteïten iam^
bett : en bat jeboo^taanpnnebaarbenopbeese
toijje aitijbjuilen ïaaten affc^aappen / of ooit op
begemeïbetog3e/ inbienïjetbHUeriboen/
ïen öebben te b^aagen.
ben zelfben bag geeft be Cerbj. ^m be
Stbt ban a^iititeïingen / in 't ianb ban «abergf^
fel/ 5gnen25joeba'/ bïeoofe5iinllapeïïaantoa^/
lil. Deel. ^ lUCt
-ocr page 53-fo Het L ε v ε ν v α k-
nietna'äme Antonius, Bertholomeus30Öft/.flom
tiili in öe^dtie Itötige/ afgejoiiiten om j^em tt
bcjontfcptöigcn: i'ebewen/ 300 ai^
ÖP 5eiiie/ öiieöfi^ öebat in benö^iefban ben
^èfitm l^ecv m gCßt aan Än^ceröen mMi
San Bieters {«rft tt lltregt: iodïtc Antonius
tt saalten/ bctoelfte in beejep^oliinciaaïe
b« liCKJjanöeït m öefïooien ^onöcn tbojbcn / van
7.vnent-vYegen50U OHÖCrtiefeOten. ^oé j^ccft batt'
^hé,^aagiaaaröe/ beSaitpifïcïiüpbaii iiti'^gt
ßäi gelben ^liftt tot bc .^giiobèioegeiaaten; fic-
|0iibeii^öatbe?Sart;5ftiffc§opbaac obérnocö mi
iptf 'ami ^emdben UM fcij^ijben,
Wat 0?baaii sifnbe ijße^ ^ijne Cfooghiaarbe
Ö0 lait^ßiffci^op bdof af/ «t na ïjem be anbcrc
niirbr-piobiuciaaïe gaiflTcÖopPiäi «ä^ Hlöten/ bé
bei· Ci'cntifciie fterBbcfjijabaingc οη^·
br»; een pfegteigite toaoibseebing aangenomen
en ompfi / boo^ 500 beéï begelbe ^etïlatofijft
<0eïoof / be ^alcamenten en be öei%eioDoni
teil ÖÉf Watolijße MtvU ïaafe^n : berfoegenbe/
berifoemenbe en befbïaeïtenbe ö!ïe Itettergen/
tn h'bep in 't b^5onbeK / betoeïfee boo? be ai^e^
iireppéÏierïibergaberingen en boo^nanientijiß boo,?
bie ban iCrenten geboemt ^ijn setaéefi / en öeiooi
üenbe !!i ai ijet boo^jeibe een opregte gegoo^saai»'
ï:^tt äänbenpan^baniÄamen. ©ocj^be Sfi&ten
ijdiöen tt &?i0eboe0t bat 5e ï)et gejerbe aanneem
iiieSi /om§ei5en/ engemelbelietter|ienbeifoeien/
bcrisoemen en berbioeïten / beïjoüben^ ben eeb
bio? Q'^ti 0ebaan aan ben èooinfcijen^toeï / eii
be're.iicit en ji^ibileglen bangnnne
ije&öen be ^äit^biaßenen / be
l^zesiißten/ be ^eïienë en be ïtanonnifihen bec
tó)f ïierBcn ban lltregt/ toeter naamen pu
■Kneöfn iigtßtbiiißt toojben/ be ©eijreeten bec
Fr.edericus Schenk.
ïterïiljer0aö^iii0e ban (krenten raaiten&e itet
beloof / tt ^aïtraraeitti-n tn iie feerhsetooonf
ten öec ïtatoUjlte ïiccïie/ ooit onöcc een pfegtei
Ïp0 hjoo^bgeebingc / aan0enoni«i en omöcïfi.
^ier bolgen ïtan öe naamcn bec geincIiieiCart^i
ijiaftencn / ^rriaaten / ^eïien^ en ïianonmïtften.
^e Ceti». ï|eecCornelis van Mierop,
en ^ai'tgtJiaften. lohamies van den Vecht, 'Btf
ïten öer ibetropoïitaanfcö^ ïterlte. Bucho a
Montzima, (feiten banTansUa'ite. Wilhel-
mus Tairs van Amerongen, ©efeen Öan^.Salva-
tors^^Cl'ïte» Tacobus Uten-Eng, ©eïlén Jjan
Pieters Üetïte« Adrianus van Zuilen , ïï^efteil
ban ^.JansHetrfee. ©eï^eec Johannes van Ho-
gelande , betten ban β. Mariaas ücrße. α^η
bo?ber^ öe i^anonniïtften öe»; bgf Berßen: na^
mentip: Wouterus van Koddenort, ^anOttnift
«n.^. Pieters Iterite/ Johannes Scetter, HanolV
nift in Saivacors Itetfte / en te ^Φ
Lebuinus rer Spille, 7|tanonnifeßen i«
Ä -cr^; Zuilen,
f. sä''"' ^^'^^^kanonniÄfenitt
τ η W ^Öf mttVOpoW
Wichardus Scuerink , ftanonniit in Ma-
riaas ïterite.
Tilmannus van Moerendaal, Ï$anonntft ttt
Salvators föcdt ,
lohannes-vanDuivenvoirt, ^Cj^OÏbOOfli» »«w
Jacobus Knuretorf, ïiattonmll in (
Salvators
^etïte.
ζ
Johan-
-ocr page 55-ft HET Leven VAN. '
Johannes van Drolshagen, ^φθθϊίίθθ0ίΐ ija»
Mariaas föecfec·
Gerardusde Veno (van Veen) ïlanOllHïii 111
bem etropoIitaanfcS^
Gerardus Bofch , |$aUOnmft in Pieters
Albertus van Beziehern, lianotlttiitSian Sal-
vators fóCf^e«
Wilhelmus Pyk , ïlanOUIliil in Mariaas
ïicriie.
Johannes van Noorrwijk, Üanonntïl in
Mariaas ItürßC,
X™ S:: te'"®"*" ■
Johannes van Zuilen, ^
Petrus Honthorft, ban Salvators üccïte.
Barnardus Kocsvelt, ban Mariaas ItCTÄC«
]ohannes de Waal, banbcjiaetcopoïitaanfcöc
Adelbertus van Nyeborg,7,ban Salvators
Hermannus Ruifch , Λ Iterfte.
Gafpar Oom, ban Pieters J^CKftC.
Johannes de Renefle, ban Jans ÜCiïfe.
Florentius Herema, ban ^.Salvatorsllerße.
Maximilianus van Walskappelle, ban&e|i^e;i
Albertus Bol, Y
Theodoricus van Zuilen, (ban Mariaas
Lambertus van den Borg, j licche,
Cornelisjunius. J
Egbertus Luiïïnk.
Valerius Kuik, ι ban H^ettopoïii'
Georgius van Renefle, [ taaufc^e i^ei'Ät,
Gerardus Beyer, J
Fredericus Schenk.' 5-3
^t Thomas Mertvortius, «j^miagtiS&e
itec fóateb?aaïe ^tvu ban J(^iiiiid£>ur0.
(©oft Ö^eft Sp^oeöci; Chrittophorus Alberti ,
lüegent ban φο^δ^ο^β / U)at naame ban &ea
<eerto. ^ccr 5gnen ICbt / öiê ingenteïiic ftlbbpc
onpaffeïyii ίααύ / aï öet 5eïbe amtv tm pieste/
ipe iooo.jögeebtnge / gdp öoo^ ite Kl&mi
baan hja^/ aangenoomen.
€n om bat gêt s^ootfïc getaï be»; ïianontiiiti=
Iteu ban be. bijf ïierRen ban llti'egt aftoeesig
toa^/ t^ b0o? be bectesentoaojbige^oi
nobe befïotcri m beboïen bat bejeïbe ^anonniiti^
l^en/ boo^ gunne becraaanb ^gnbe/ be
ï^cftrectcn bcc Crpntifcïje ©crgaba-inge / vm^
Sdpe bjoo^bgcebinge suilen gebben aan re nee-
men en te onfifeijen.
«Daarenboben Rebben be ^eïbe J^aber^ baft
mfidt en eenbiagtelijft befïoten bat aile be ar-
tgiidrn/ en icöer in 't bojonbec/ bctoeïbe in be
I|f
ten en be l^prïtgeiöQonten vaaßen / '^anbemi^^
baagé in be jBetroiJoiitaanrepfeecftbanlltregt/
op get googfte ban ,t C^oo? / m 't openöaat!
3uilcn afgcleesen bja^ben: en b^ aïbien aïïe b§
gemeibe actjaiieïen ben gcnoemben bag niet
ïen bonnen afgeieesenbja^jben/ bat bangetobe^
tige 5aï geleden bja^ben op be baïgenbe bagen.
<iiin baarbp/ bat be^elbeaW^ftelen juiien geiejen
biojben in be buitfcöe taaï / om ban ieöec een
berfiaan te toojben: en hjeï joobaanig bat men
eecfï be g^oote bloii een toijle töö.ä jai boen ïui«
ben.
I^ojber^ Ö^efï: be ISait^biffcöop ben leer A-
© 5 driaaa
-ocr page 57-54 Het Leven van
driaan Willerafe Schayk, ftoöe fean ^po^
öe/ 0ema3tt0t om &eïïe0entenïiec^taii ïlt«0t
te toaarfcif)outoen bat 5? 5cïbe met ö^t
tjan be ^taö^ ftloït Öeööcnaf te itunbii
gen. ^tt ^tlU i»eeft aan be ïie0enten en
©afioocen öec ^tab llti'C0t ïaatcn aanöienen»
5ijne too0ioaai'iie m^ on^
iier0efci)?et)eu / Johan Lamzweerde , Notaris,
0ema0ti0t om alie be ©erïjanbeïingen ban öee^
5e ^^oJjiuciaaïe ^pnobe aan te teleuen en' op
te fcöipen.
geöben 35 öefïoten bat 'et* Jjoo^taan niet
boiba·^ 3aï terijanbeit toa^beu/ en bat men tn
iitt^t ^pnobe tof geene anbete 5aïten saï boojt
treeben / al^ na bat be ^^bonnantien en ©e^
ficeeten bec (Crentifci^e ftei-Ubec0abcnn0e / om-
trent öet liatoip <0doof/ be^aftramentenen
be ftcrii0eto0onten ber üatoïpe HerÄe / aït)0#^
ren^ 3uUen af3efiiiubi0t sijn.
3|et toeïfte af0ebaan jgitbe ïj^böen bel^aber^/
inbee3e<^»uobe)jei'0abecb/ öefïoten bat men
tot ört berljaubeien bananbere3aaiten3ouboo|t=i
gaan / 't 3^ in bit liapittei-^ui^/ 't 3g in een
anbete toelgeieege piaat^i aïbjaac get ben ^^e-
ïaaten b^^ 3aï fïaan boo? 3icö 3eïben / of boo^j
gnnne afie3onbenen met toettige bolmagt boo,?-
3ien/ te beifcöijnen.
DERDE ZITTING.
Gehouden op den vijftienden van Oólober, iü 'c
jaar als boven.
^ijne ioo0toaarbe/ on3e Sllart^bi|fcSo$i ban
ïltce0t / fieeft öoo.j be i^aberen beeser pjobin^
ciaaïe ^gnobe bergaalt bat 'er een gebeeïte ber
iCremiftïie Rerftijersaberingc toeWigïjift toa^ af>
gelesen:
-ocr page 58-Frebericus Schenk. yf
Öde5«i: bat 'er nunoc)^ obedö toa^/ fitt tioec^
öe geöeritf 't toeliie op bt üerbo^nting ïoopt /
ojpeutïijfi ban feectogd tot ftcrftrcßd tot &et
cinbe toe boo? te lecken. €« ïjeeft ï^oogiu,
SC5eit öat bit afgebaan jijnbe fig 3ou öeHpen
raaöfïaaii en auttooojöen oUer be jpunteu bet·
&e3töaacuitTcn / belitelfte boo^beseïJje^jeïaate«/
SCaut^bialteuen en ftapitteieu / iebec hm Ö^t
toaren boo^gefïeit. bo^ber^ bat ïjg/
^ÜaLtgöäfTcfjop / niet be i^aberen beejec ^po^
öe §ab beraamt bat / na öet af boen ban ïpt
boo^grmeibe / be mi^baaben en bergiijpinijen
ban aïien / en ban ieber in 't &g5onber / bebeï-
ftein beese j)?ob!nctaaie^@nobeftonnen hi\?beii
afgeftonbigt / baar ^niïen afgeßnnbigt tooiben.
^aai' op leeft 5pe ^οοαίυ. mg^ Notaris onber^
fcöieben 6eia|ï tot ö^t a^cesen ber fiecft-regu^
ïen/ bie be ïterbo^ming raaiien/ boo^t te tree^
ben/ 300 aïg üi in alïe onberbaantgljeit ö^b
baan.
VIERDE ZITTING.
Op den feftienden van Oftober, in 't jaar
als boven.
.11
3[n beeje sittinge öeeft men boojtgegaan met
be fterit-regelen ober be ï|erbo?ming boo^ teïec^
3en : en omtrent be genen bie in beeje 3ittiuge
niet Uonben afgebaan hJO,?ben/ ijeefï 3gn^oog-
bjaarbe öeboïen bat menöe3eiibe'^anberenbaa0^
3on afïeese«.
VYF-
'1 ^
-ocr page 59-f6 Het Leven van
V YF D Ε ZITTING
Op den feventienden Oftober, in 't jaar
als boven.
i^ctmit^ iie ftcrft-rcgeïen raaiieniieiieïleciiOii
ntinfl nocö op öee^cn öa0 niet afgeïccscn Äon?
ömtoo^öeu/ en öetoijl öet anbercnbaag^
Lucas öa0 hja^ / ffccft jijne tco^to. ïie
ren öeesec ^gnobe tegen öen ttoeeöen bag baar
aan/ tegen be feioli negenuumi/ alhieröefcöei-
ben.
ZESDE ZITTING
Op den negentienden van Oftober, in 'c jaar
als boven.
bat be ïiei-it-regelcn bec fteirfi-i)ecgabeL'in#
ge'ban iCrcnten raaftenbe be ïlerboiming afge^
ïejen toaren / ijecft 3ijne ^oogtaaarbe / onse
lllaftööiffci)0}ji tsan ïltcegt/ aanbeBabeuenbec
Mjobinriaaie ^nnobe/ eii aan be <i5ee|ïelpöeit
bie 'ec tegeiitDOOjbig tua^/ gejeit en boo^geb^ai
gen bat / beruiité be fteult-regeté en ©eftreeten
raaïtenbe be ïf crlio^ming nu ten einbe geö^agt
toaren / en be ?tait?5;bfafienen / ^^eïaaten en
ïiapitteïenSem f^artsöjffcöop) eenigeöestoaar^
niffen boa^gefieit öabben / ij^ beseibe Bejinaavi
niffen toiïbe nas^m en onber^oeften / en baar ober
met niebe-piobinciaale 25iffei|opjpen raab^^
jpieegen : en bat juiiit^ gebaan Qeböenbe ïjet
i'iajjittei of be J^aber^ bcr ^gnobe baar ober
toeberqm 30Ube öeroepen. <i5n albn^ geeft be
loogia. ^eer ffiart^bifcgoii öe fitting ban bee?
3en öag icebecom ten einbe geö^agt
ZEVEN-
II
57
Fredericus Schenk.
ZEVENDE ZITTING
Op den twee-en-twintigften van Oftober, in 'C
jaar als boven. ^
fiBtv bat be a^aöcr^ b^ejcr ^^noöc toeöerom
t)ei-0aiicrt bjarcu/ f^teft öc ^ett en Klfit
ban 't ftloofïec te ©iititciingcn / in a^becgffcl/
öooj ηιρ Notaris onbcrgefclieijen / onöec eett
})ieotciijtt bebing / aangenomen en omijeifï aïïe
be ^efeceeten/ en ieber in 'tö^^nber / bie inbe
ïieirïi-bergabeeinge ban /^renten raaftenbe get
<i5eloof / be ^afiramentcn en be fterfi-gebjoon^
ten 39η ugtgegeeben/ goo al^ beanbere Hiöten
beselbe aangenomen ijeö&en/ beifoejenbe/ bep·
boemenbe / enj.
©ei'boigen^ / na bat be ©aber^ ban bce5e
jpaobinciaaïe ^|inobe ter getooonïpie jjlaat^e %
een geftomen toaren / ijeeft be ïloogta. ï|eec /
be ^art;éBiffc9opbaaiiltcegt/ aan be SEart^bia^
Äenen/ l^jeiaaten/ ïDeften^ en liapitteien bec
bgf ï^teetien ban lltcegt bectiiaari en boo^ge^
bjaagen bat bit napitteï geben Beroepen toa^/
om 0en öet antbjoo^b ban i)em ^art|6if|cï}0p/
en ban be niebe-pjobinejaaie 25iffeöojpj)en/ me^
be te beeïen ober be bestoaarniffen / bebjeiiten
niot be JDeiireeten ber Iterft-bergaberinge ban
Crenten naar hun zeggen |ïonben teboigen/ en
bie 3)? ojjrcD^tftgfft^itpbbe«. 3^eteerlCart#^
bifTcitop öeeft boo? af gcb^agt banbe ^art^^
biaiienen/ ^relaaten/ ©elien^cniiajfiittei-öee^
ren / af 35 genegen bjaren ïjet 3eibe antiooo^b
aan te ijooren. ©aar oji Rebben be ï^eeren
SCartgbiaïtenen/ be f^eiaaten/ be ea
ïtajiitteï-ijeeren/ boo? ben monb ban ben -
beften ben ^eerjohanvandcr Vecht, geanttooojbt
m
-ocr page 61-Het Leven van
en ijei-Maart trat genese« ε» ïiegeecifl toaren
om öet ^tlu anttooo?ii te öecfïaan.
öun öan ^tt anttoaojö 3e0eeüeii; en
öoo^mi» Notaris, öoo? lafi üatt öcn ï|eecHiaw^i
öiffcöP^/ oïjentïijii ijoo^eïesen.
Ό cor de genade van Godt en van den Apoßoli-
fchen Stoel
AARTSBISSCHOP van UTREGT.
<0e5ieiï / obertoogen en geiiBautot
leööeniie öe öe^Liaarmffen / tuesen^ öe ^ei'i».
feeemi/ öe ^actgbiafienm/ ^jeiaaten en
jjitteïen bec btjf Petiten ban lltregt/ aan on^
obergdcberö / betneiße 300 ai^ ban ïjcn boo^i
gegeeben toojö / n^t öe i©eiireeten of iterït-rei
geien öee ^gnoöe ban €?ente fiaan te bolgeni
en öeese saaltaanöagtigïp niet 01150 i|oogb)aaci
öigfie j^eöeö?oeöeitn / onje mebe-jj^obinciaaïe
S^iffcgojjjjen obei-bjogen |eböenöe / 300 segnen
en beriilaaren toia / bolgen^ gnnnen eaaö en
met toefïenmiinse / öat ïjet on^ niet
b^gi en fïaat eenige beranömng/ matiging/ of
ugtïegging in öe boo^noeniöe <©e]fti"eeten beu
ïierïibergaöednge te niaaßen: en öat ^nïft^ oj»
jeeïfete en ^m ^ioaare fïratfen beeöoöen:
gnöat öieriiaïbe aïle ©eftreeten en fterft-eegeï^
öer gemeiöe ^gnobe/ en iebet in 't ömonöi^c/
ioieu öat 5e ooit mogen i'aaften/ onbef%e&eiiilt
beigen^ Öen in^onö en o^öei* öec jeïben juïlen
tn moeten onöergonöen bjo^öen,
tier om 9ct öat tog ïl aïïegaöec/ en
ieöet ban ll in 't ögsonöer/ onöec öe
Öooi*
1. ,i l·'
! ι
, i; ?
α i
•ι r Ί
Fr. eder icus ScH enk. 59
ttiflfen in öe ^^efeeete« m feerït-ceseïen &er ^^
iiobe öa« Ccente Seg^eepen «nugtgcJï^ttfet/ iim
5oeiten bat alle be ^^tecerten öcp meecsä
semelöc ^gnoïre / m ieba· öei? seïUeö in 't ög^
3onbec/ tout aanneemen en opentïp eraftrfS^n/
300 aï^ booi öe selbe ©eteeeten / en oots öoo?
onjen ï|eiit3|ïcn / Pius j^aug banüonicn/
too^ii beboïen.
onbeifcfljeben/ Frederik van Tau-
tenborg, geact^öifcööj? ban Htcegt.
Nicclaus a Nova-Terra, 25iffci)0JJ ban ^^aaiJi«
ïem.
Nicolaus de Caftro , S^ifflfïjop ban jEiÖöeï^
önr0.
Remigius Drutius, bei1l05CU tOt^iff^lJiJan
3[eeub)aatbcn.
. Johannes Mahuuiis , beritOjen tOt S^lfTcSoiJ
ban ^ebenter.
j^a bat ban beeje licrBïaarins en bit ant^
tooo^b ban ben ^oogtoaarbigfien ^e^r üart^i
biffcöop ban llti-cgt iaja^ geleseii/ i^eeft be
<lBefb). ï|eet johannes vander Vecht , ©am-be-
feen ban titre0t / 500 ngt 5011^1! eigen naam /
α'φ ugt naame ban be tóto. tfeecen be IHart^-
biaftenen / be ^jielaatcn en öe kapittelen ber
boo^noenibe Iteriien ^eseit en becÄlaart bat
be ©eïtceeten ber tterii-bersabainge ban
te/ boo^ 300 beel beselbe be beröetcrins hm
ben en be|ïeben^ öetreffen/ al^tenemaainaobi
3afteUji^3ijnbe/ toeï toübe aanneemen i öeöouben^
Öeti'egt^-geöieb/ be boo^regten / bep^Ji^eien/
bebj^boninien/ be insettingen/ öe 0eiDaonten/
fn be ontöefin0en ban beHart^biaiienen/ ^^e^
ïaatcn en utapittrien ba* böf ïltpegtfclie mtv^
Ml/
-ocr page 63-Het Leven van
ßeti/ 't todïie Ι^ρ booi een u^tii^imMP f^Oi
tefi beriilaariie. IE>ociier| hec5ost öp öat tjem
iioo? öen i|eer -^art^ifTcgoj» ter |a«ii mögt jc^
fielt too^öcn een affcö?ift ban be^seïf^anttooo^b
en Ijccftlaarmge / en een öequaame tjib mögt
gefïeït too^ben/ om ober bie saaït met be gesei*
öc ICajt^biaiienen / ^^eïaaten en liajjitteien raab
te ï»Ieegen. J^aa^ obe? gemeïbe ï|eer ICart^öifi
fc^op bjat bebogt geböenbe aan be jeïbe
Siart^biaftenen en5. een affcï)?ift ban get ge^
melbe anttooo^b en berïtïaaringe §eeft terijanb
gefïeit/ en gun b^ie bagen tgb^ geeft gegeeben
om baar ober te beraaben > te toeeten 30^
baanig/ bat i)un ben eerfien bag boo? ^tt
eerjïeuptfieï/ ben ttoeeben booi gettbaeebe/ en
ben berben boo? get becbe öepaaïbe.
q^it geöaan jtinöe / geeft be «ZUerto. 3|eer/
be gi>elten ber jj^etropoSitaanfcgc ïilerife booj=·
noemb/ ober ïuib en met een berftaanbaarefienv
me ban be aïbaar 3gnbe ^art^biaiienen/ ^re^
ïaaten en $iaj|jittel-|eeren geb^aagt of^nbtamv ^
neeming/ be berftiaaring en öet ber3oeft / boo?'
gcngebaan/ goebltenjben / enboo^gebaanind^
ben. «ön betoijl niemanb bcr 3llart^-biatienen/
ber ^.jelaaten/ en ber ïtapittcl-geeren baar te^
genfpjaii/ maar 5paiteniaaifiii3ii!eegen/ geb^
ben 35 boo^öunnetiii5toi)genbIjeit berïtïaart bat
get goeblieurben en booi gebaan gielben.
ACHTSTE ZITTING
Gehouden op den vijf-en-twii^gilen van de
maand Oftober in 't jaar als boven.
^a bat be tfiartlbiflcgojj aan be i^aberen ber
^iobinciaaïe ^pnobe fab ge5eit bat be gemeld
be 2ïart^iafienen / ^?claaten en Itapittei-gee^
ten tegen^ beesen bag bcfcgeiben toarenomant^
b)D0|b
60
I!
ν ■
·■ φ
'S" ;
ri'
Freder icus ScHE nk. 6i
tooo^ii tt geeben ojp ite ïaatfïe bccMaapinse ban
5ίίη i|oo0toaariie / geeft fig ban öen seb?aa0t
of |urt antbjoorb geceeö labö^n, Jï^aac oj)^
be <iBevio, i^eec / öe ©om-beften ban Ïltre0t /
500 upt naame ban sijne mvh/ aï^ngt naame ban
bc mart^biaïtenen / i>^eiaaten en bgf Itetftm/
getfcg^ifteïp anti»oo?b betreibe Hlart^biaftenen
en3. aan5i)neï|oo3hj.ï)cefttei;öa«b0efieït let '
3ribe t^ ojp öebeï ban 3ijne ^oogto, boo^ mg /
Ν otaris onberfföieben / ojpentïp 0eïe3en / en toa^
ban ben boÏ0enben ingonb,
AKT TV OOR'D
v α ν d ε
AARTSDIAKENEN,
PRELAATEN
ε ν
VYF KERKEN van UTREGT,
Op de Verklaaring die door onzen
Hoogwaardigften Heer, den
^ARTSBISSCHOP van UÏREGT^
Op den ^^ van Oétober is gedaan raakende
de be^waarniiTen door de gemelde Pre-
laaten ingeleverd, en dewelke uyt
de Dekreetenen Kerk-regelen
der H. Synode van Tren-
te ftaan te volgen.
Ilj<ao0hjaat;bt0fïe J^aber / booiïucSti0fïc
, l^abemaal ubje i|oo0hjaarbi0fïe ΐΒούρ
geeft bei-liïaart bat öet Öem niet
oo^ft
-ocr page 65-! %% Η etLevenvan
! ö£^ïoftt# «ui0eijeraniimn0/ mati0in3 ofte ugt^
il ojif jeiiere 5iöaarefïcaffim# Jier&obeni
I m i»atbierpïiir«ïie öe ©eftmtm en föerft-regei^
bec eemd&e ^noite / en iebet in 't ö^sonbec /
I toien öat 3e oofe mogen faaften/ onberöreefiéip
; , ijoïgen^ Öe oibec en in^oub Öec Reiben 5niïeii en
ntoete» onirergouben tooien: 't ioeïïte boo^ ntoe
aïbu# ijeeWaatt met ben mab alieen/
I cn toefïemmmsebanbt anbèremebe~ji?obtnciaai
' ïe 25!ffcöopi«en / ufcoec ^looginaarbe |èebe&?oe^
i goo tó öet bat iog on^ ^eïben boo^ 5obani3
! een anttooo^b en ^eKitiaarins/ bre 5onber eenig
oijerie0 met on^ sefcftiebt i^/ öe^toaarb binbeni
tt/ m toiiieiïiie «toe op ben gefiei^^
ben tijb 011^ aiittooo^b geeben/ goeb gebonben
geböen uiue l^oosio. op be boÏ0enbebJi|5ete ant^
tooojben / 500 aï,^ top boa? ben inïjonb beje^
ί; ooft anttooo,?ben; bei^oeftenöe bat get ntoe ©oo^
i iucöti0i)eit öelieiic bit anttooojb 0nntïi0 aan
te neemen / en teil goebe te buibeh,
a^oo^ eerfï peggen to??/ bat tog ί»ίΠί0 sijnbe
om be mceniBge ban be ©abeeen / m be ^po^
be ban iCreiJtê bergaberb / en be &e0eerte ban
5ijnc ItoumMpe fóatoiijiie J^ajefïeit te boï^
boen / na bat 11 toe ïloogto. / 0eip in een jp^obin^
daaïe^pobegeÖiUiïielpi^/ öMer en ie?
öer^ fïemmen soube afgebjaagt ïjeböen, bat to^ /
5e00en tog / aiie^ 't toeïite in be iCjentife^e ^gno^
be Öefïoten t^ / en ieber in 't ög^onber / boo^
500 beeï pt on^ föatoïölft Stlmf / be öebie^
ning ber ^aftramenten/ en be ïterMpe 0e^
toöonten betreft / ojjentip met eenpaari0e fïem^
men / en ooft met een öggaanbe tooo^tgebinge /
FrE0ER ICU S ScHENKi 6;
Seööeii äangenomtn/ gdp get öoo? tihjc jle^'
ire&iocöer^/ ö^ ntebe-pjcrtjinciaaïe SSilfcgojipen/
en iioo? öe Äen amï0enoraen i^Setoeeji: en
öat tag fieneffcn^ l|cn onse toeficmming tot ïjet
afïttinöiöen ijan öc 0cmri&e O^efiweten geööm
gegectien.
€n toat öcilcriiOimtng fteïangt; beseiijeö^&f
öen tug/ boo? 300 bed get ieben m öese?
feen öctreft / iu^gcip^ df tenemaaï noot^aiie-
ïijft 5gnbe 0etoilïi0 aan0cnomen. ^mt in:
te^ meenen on3en j»ïi0t 0e(5uetcn/ en öe ßegeer^^
te/ 500 teeï ban öe ©aöeren öecil.^^nobeal^
ban 5ijne ïtatoïpe jjföajefïeit/ bolöaan te ^Φ
öen.
jitaaf obentiit^ ^et nocö öeeïe anöere jaafieir
in öe 0eineïiie ^eïiteeten öeg^eejien fiaan / Ut
sanfcl geen 0ettieenfcöaj|) met be betïjeteiinjr
leben^ en öer seöen Seböen/ enboojiaeïïtes;
aanneemin0 ίορ on3e Iterften / öe boo^iTgten/
te0t|ma0ten / 33|ibiie0ien / bigöonimen / onthef
fin0en / 0oeöei'enen tot nocgtoe toeï onöerljaui
öe öe 0etooonten öer jeïben/ jonöenberfto^ten;
500 i^getöatbjp/ toiüenöebeseïbe on0eïii'eniiteiï
'ï«0efcl[)onöen betoaacen (300 aï^ eecfï^ijnefóeti
jÉajefieit 3ali0a* 0eöa0teniflie / en naöeci
Öanö 3i)ne ïtoninïtipe Itatoiijfte J^ajefieit tert
t^öe ban 39ne tnöuiöinge / en einöeïp uiae
«öojUtcöti0fïe i|oo0iiiaacbe / boo^ Öaai'e mit>
tteemin0 tot i^tt 2EattsÖi^bom ban lltre0t/on^
belooft l^eööen) öeselbe ©eftreeten /
ïjra0te ban öen eeö öien top aan on3e
wn 0ebaan ïjeböen/ 0een3in^ ïioanen aanneem!
Set toelfte top uptö^nfttieigft öooion^j^^oi
«fï becßiaaren.
^ <βη bermit^ öe boojgemeiöe bei'Biaaring öooj
u«ie ^foo0to.aïieenlp iä geöaan met ijet obeiieg
ijau
-ocr page 67-64. Het Leven van
Ijanutoc ntcbe-pjofainciaale ^iffcgopjicn; iuelft
oterïeg in 't tix öuiteti be^iohinciaale
^ynoirei^ genomen: enobecmit^getÖ«nög5on^
öa: en eisen öriansen raaïit/ enget becfcpSiei;
on loopt ofm «n S^t i*p0t^0eöieb ban be liatt^;^
öiaßenen en tóapitteïen bec llttegtfe föecfte ^nl·
ien treeöen / toaau ob^r ai meet· becfcöiïfón en
Urafeefen jereesen 59η: en bennit^ 'ec eenigen
mtev öcn jijn / öie öe 25iffcöoppeipe toi^tiing
nocö niet ontbangen geb&en/ en öet SiffcgoiJ^
jeïiiit rest^0cbieb notö niet be5itten/ enberbol^
jen^ 0een befTergtcniie fïem ftonnen öeböen: te
tneei· ö^etogl bee5C becitïaanng gegeeben /5on^
bei on^ %tl\mt/ aansefji^joiien of αφο^ί
te öeböen; baar öet egter ïtenneïp i^ bat on^
cn οη^ύ Hlactgbtaftcnen / tcc oo?5aafte ban on^
rc0t^0ebieï> / een beflegtenbe fiem toefioomt/
tn bat tog ooh in be ttoee ïaatfïe J^^obinciaaie
^gnobenban ttenïen/ onberben^ooginaarbigi^
fien ^m cn lart^öifTcÖoit ban «Jeuïen Adol-
phus, een öeflegtenbe flem geijab fjebben,
€η becmit^tog ooftboa^ nbje ^ooghjaarbetot
iie teöenbjooibige^^nobe beroepen jijn/ om'ee
taab te fïaan en te ganbeïen ober5obaant3e5aa='
Iten bie be glorie <6ob^/ beniajelfïanb bec Iterfie/
be eenigi)eit be^ ^doofä / be beröetering ber
5eben / en be ^aïigijcit ber pielen betreffen; en
betoijl bee^e fo^ni niet onber^ouben iä / ja bjg
be^ niet ba^jogt 5ijn geiaeefï / 300 bat 'er booi
bee^e ba'ftlaaring ban nixiei|oogfa3.geene onber^^
ganbeïing of raabpleeging met on^ ψ geijou^
éoo ^ijn genoobsaafit te berftïaaren / be^
ftouben^ nocl^tang be eerbiebigöeit en ]^et ont^
5ag l^et toeïfte ntoe ï|oogbJ. toeitomt / bat ge^
meïbe berWaaring nietig en Uragteioo^ if/ en
btif
-ocr page 68-Fredericus Schenk. <S9
bat ίοί) berbofecn^ Seener to|i3e brtii%t:5ijnom
ou^ naar 0e bei'fflaariii^teboesenj iaaac
Ober top ooft ugtöjuïi^eïliii ööo^ den ήφοιίύ iie^
jp.jotefieercn: geensin^ ηοφίαηΙ met bat itii«
3i0t of öie mecnmge/ toaar ober to^ tn^selp^
jj^jotefiecren / om öaar öoo^ den boo^tgans öeu
Iierftba'3aiierm0eteioii{enf?remmen: niaac
ίιι tegenbeei / ojj bat be seïb^ Iterßbergabedns
be^ te ïigter sonber onse öenabeeimge fïaab mag
^aar jj^otejieemi to^ bat / inbien 'er se-«
biuiten&e fe^e p^ühinmaie ^ffmiic ietbje^ ap
Souïiei'iöii en öiiitcit bc ^gaoöe / jonber on^
aaiigefjï,?olfeen of gegootrt te QeBBcu / mögt ber-
Öanödt/ öcfïotenof uptgebjeejen too^ben/ of
alreeb^ ietfeie^ bergaiibeit / Öe^teu m ugtgei
iaeesen t^/ tog ö^t selbe boo^ nietig ^uïieu öowi'
ben,
- aïbii^ cü&eiteiient ugtlafïbanbe. «üBeri».
fecren/ be Slart^'öiaisenen / be^^eïaaten en
bc iiapjtteïeu ber bijf ïteciien ban lltt-egt.
LAMZWEERDE,
Notaris, Sekretaris.'
5CÏÖ bit a!itl»o0^b sele^en toa^ / ^eeft 'ec be
^attsS&tffc!)0}) tm affcöjift ban berjoßt: e»
peft baai' op ben a^njeïbeh lart^biaïten en / p^Cf'
J^aten en üajiitteRjceren boo,? ben ^iffcgoji,^.
y^boïen een toijie tijb^ ter $óbe te fiaan.
Jfiibe ban aïboren^ raab gepieegt met be mebe-
pbineiaaie S^iffcijoppen' en met be ICfiten /
S^^ft 0emeib0 25i|fci)oj) / met be toefïemniing^
met get goebbinben ban aiïe be saiffcöopjpen
66 Η ε τ L Ε ν ε Ν ν Α Ν
öiaBcneit / ^^ciaatm en liajjitteï-öeeren booji
tioemö in tcnigea bede ugt öeejen Soofbe ire^
5toaötii of Beiiaèedt toaceii / ont bat in be
caabjtïeemnge/ öse öe ^aitgöiffcgop met beani^
bcre saiffcöoppen obei· ^et tukberen ban ^etge^
iwibe fnmHÏ^Mt "^ttft se^oaben/ niet ont;^
öoiten 5ijn getoeefï: en 5uïïi^ om beejerebenbat
aï^ fmeetiei·^/ geen i'es|tec;S of raab^eeber^
tte^ootben te 59η in ïjunne eigen 3aaiten / bii=
toelfte in ißt fmeeït-fcö?ift begrepen ftonben.
Cen tbjcebe/ bat be^oogtoaarbisjïeïleecen/
be berfeorene en öebefïigöe SSiffc^oppcn ban
3ieeuü3Garb?ii en ©ebenrer / ban regtgüjege/
ooft eei' bat be §3!|Tcljoppepte bjïjbseï^ ge^
ftregen öeö&en / fiem fjebben in be saói^n bie
gnnneföerïi er raafaen. (it)
ll^at ben eeb aangaat/ biegenboo^^ijneïteii^
gedpe en ooit boo? ^ijne liatoipe üfeafefieit
gebaan toa^/ bat jy benjeiben m öequaamer
plaatje en tgbe iioiiUen boen geibcn : maar bat
be ücb / boo? ïfaogtoaarbe ben lart^Bip
(φρ gebaan/ in geenen beeie g«b^oïten mf/
of geb;?oten jou too^öen. ©at jg ebenbjeï maes^
fien gebeiiR^n bat in ïjet boen ban ceben pt Qtf
5ag ban ïjooga· €> jecigïii:it toojb uitgefloten,
€n fcïjöou genomen bat ijet fnieeïi-fci)?ifTt: met
bit injigt aan jijneïfoogtoaarbcbjaa ingeïebat/
om 'a· gejameiitip obfi te |anöe!en en raabte
fiaan/ bat juïïi^ in be magt ban ïjem >1 art^bif^
fcgopuiet 0 gebjfefï; nabenmaï boïgen^ ben
jiïigt öer geijoo^jsaanipeit be injettingen en ^c^
lireeten ber iterit-bergaberinge ban Crenten
in cn ten bolle ge^ouben i^te boïgen.
ign aangejien be boo.jnoembe ^^eiaaten /
SCart^biatienen en üapitteWjeeren/ eerfi ίφμΡ
teijift «t baacnaooftmonbdïng/ ingeöragt öeö^
ben
■■ t ;
1 , '
■ I
Ο'
i' :
i
ii-h
, I
Ί"; 1
Freder icü s Schenk. éjf
feen bat te meöe-jjjoliindaïe saifTcgojijien (in
öee^c jaait) öerbagt 5^11: cm öie^toiiïe öat öit
bccfcp / ^ψ loöpenöe op ï|ct geö^niiit bec ïtefi:
ftdyfie rcgtsmagt en 09 öiergdpe ^aaftm öje
in gun ii^iifceitß anttoo0.i&&e0ieiien^asn/gun
«igen boojöctï 5011 raaiten.
3^aar op pcft ^iine ^öogtoaafbe n^t ben naam
tev 0e5ei&e2l5ifiÏ|o|ipeiS3ijaiiilOOO^öt öat je met
S^tm regt ν,ΰο^ inei'öagt ïioniieii geSouöm iöss^^
öm; bctofii ijier niet^ oiitenomen iaoiö / ai^
't geene mn alie öe 23i||iÖ0p^en öei' gaiifc^e
toereiö/ ooft ouacr ^eitere trafen in
ïiiTetrn öei· seiüc ^^ao&e ngtse&^ufet fïaan/
toegefiaan / bergijnt en öda^ geitieeff : en
be^ te mm j öeöip nitt ftebonöen ïjat 351 lu
ise^'semeiöe ^ijnoiïe isoö? pn eigen lioo^bed e«
booi.emßnte|natseeigefteratÖÄen: ja/iraae
5e be beriiatibdiugen bei· 5eïbe ^pobe niet
gelxiooiit / iieijatom alieen ben geïic^en
Söiffcliop Ijan ï^eijenter : en nor^ 'a* in be
seltne ^imcs&e/ toeu Öo'euaitegentooo^btstoal/
ban beeje jsaiien niet gefp^often / maar aiieen^
ïp obei· jaalien bte ïjet «i^eloof en be ^atea^
inenten raafteu geljaiibeit. 3©aat: ögt 5ijneï|aoai
toaaite noc^ lioe^be bat be ;|0^eïaaten enüajiiti
tel-ïjecrcH laeiceiuintlisiisenbe fiem in beeje^l^o^
hiiïciaaie ^yitobe Jjabbcii; ban niet anber^ ai^
in 5,aaïieii bic ^ΐϊίΐ öelan^ niet en mv^ïien.
op be Certo, %eei· ©ombeften / u^^t
öe naamen a!^ botsen / ïjeeft geanttoooibt m
sejeit bat be nieergemelöe mebe-'jpioiJindaaïe
S5iffcr)op|jeii met be s^aotfie reben ino0en beiv
ge|i0iibeii tsiojben/ betoijï bat 'ev oiter get
Itecïtelpe regt^-geöieb aï meet· αίφ een.é qp
»Icit/ en ïj(t pm^^ w ^Βΰ» öer ßeibe paiv
,ί^εη ten iJoo^^bed öer isemelöe
τ
-ocr page 71-6Z Het Leven γλν
tn ifictiÄen if^tgetoce^m : öat gy ^icg biccgai''
ben öoiiöt δρ sijn tevfte auttooo?ö. te
ntcec/ aatt0C3ten ïiat ïjct regt^geBieïi maac niet
öe S^iffcöojJïp^ topiii0 regt geeft tot een
toiisenöe fieni: en berliolgen^ë bat be geseibe ^ip
fcjojjjjen/ ai^geen iTgt^geöicb ïjeööenöe/ oofe
in öejeïbe ^^nobeniet moeten toegeïaaten
ben tot l^etgeefaen öan een ugthsgjehbe fiem:
't toeïite ben genen aïieenïilïitDeiioomt / betoeïfte
anbei"5in^ niet ijerbastsjjnöe/5obaani0 een regt^ii
geöieb Öeb&en, i^etboigen^ bat be ICart^öiaftenen/
l^reïaaten en liapttelen/ a!^ geisöenbe een25ip
jffc^opSp regt^gebieö/ ooit moeten toegeïaaten
toojben tot §et geebcn ban ngtbjijjenbe fïem#
men: tt meer bf ar in ö;t öesit 5p ban 50»^
öaanig een »eßt.
oBn toat Betonst be beritiaai'ing ban 5gne
ïloogto. toaac in berlilaart hjo^b bat be ^jeiaa^«
ten tot geeben ban joobaanige <ïemmen
moeten toegeïaatm too^ben in jaaïien bie pn
eigen öeïang niet en raalten; baar op l^eeft be
gemeïbe ^ombeiten / ugit naame al^ öoben /
geanttooo^öt bat bejeïbeii ^onöec iigt5onberln3C
moeten toegeïaaten tsjo.jben. beingl |»et betfcliii
r.' niet en jiet op ïjon eigen boojbeei / maar öet
' ïienïieben maai· te öaen om een gemeene fe^a^
be af te bjeeren i en öetaijl be anöeve mebe-jijo^
bineiaaïe 25i|fc9oppen maar n^t 5ijn op befc^a^
be ber SUaitl-biaïienen/ ^^eïaaien m Hapitte-
Jen/ en ï)un eigen boo^beel öeoagen.
<0p ïiet iefle ïjuft 3gne3|oogüj. geanttoon^bt
Mt be mebe p^obineiaaie iSiffcloppen boo^Ömi
boojbed niet en lïcgben op önn eigen gejag /
maar n^t teagte ban een il^et en ban een Φ^
öonantieban ee» aigemeene lierït-bergaberinge/
bcbjeUte
■I
•Λ
Fredericus Schenk. <S9
Öetoeïi^e boa? ht ganfcgc fcoerrii» t| becSunöiSt:
torifte Wtt cn ^^iöonantie 35 ^iffcöojpjpett /
hjiUen of 5ε toillcn niet / ugt ftragtc ban fyin^
«εη ceö / seöauiien m beriiiigt 5p te acö^«^'
boïflcn
Mé öe ffiart^-Bilfc^oïi iatbeïom raaö ge-«
met te meöe-pioJiiuciaale Söilfc^üppen en
met be SCbten/ (te ioeeten öenlS&tban^.Pau-
us te ïitregt / Öen liiÖt ban Marien-waart, tn
€»eïberiatiö / en öen ISöt ban Dikkelingen, i«
<2^bei'-gffeï) öeeft ïjg SRart^-öifcöoj?/ en be se^
Seibe 25if'cöoppen en ICöten becïflaart bat men
be ?©eftceeten en <©^bonantsen ba· mcersemeïbo
liecft-bergaba'inje ban iCfente/ inaïïe^ enraa''
ïienbe afletganbe öebeeïen/ geen een ngtgeson^
bert / moefi 0e|^üo^5aamen. '©aat' be ^elfbe
SE&ten öoboegben bat f^tt inägelii^.^becÄiaarf
öen/ be|onben^ bebaoicegtenenp^Mesienba«
Snnne
gebaan aijnbe / ^ijn be liari^-biaïtenett/
l^^eïaaten en liapitteï-leeeen ber bijf Iterften
(beioeïite toen bc ïefigemcibe berMaating ge-
fe&iebe/ aaneen sijbe getoeften biaren) toebec
tot ben ICart^-öiffcösïï» gefteeit / en öeBben Set
ooben 0emeïbe booj ben raonb ban ben^om-be^
ïten toeberom öer^aaït / jejgenbe bat 5e opgnn
eertïe antfajoo?b en pjote^ Sieben ^ïaauj ennocö
een^ berftïaarenbe bat eenige mebe-p?obinciaaïe
SSiflTcgoppen/ in bee5e ^^nobe bcr^abeit/ om be
»neergeraeïbe reben berbagt toacen: bieeöaïb^
bat be3eïben / öe^ouben^ e0tec pnne eecBie^
TOeit en ont3a0 / boo? 0eene iiegter^ ecftew
wn. sigaar op be5eïbe 3^eBen / u^t «aame al^
ooben / aan 5Jjne i|oo0to. ben aiart^bipSo»
anber en Äo^t bersoeit of fmeeït-fe&?ift öee^
owetgeiebert/ beesoeitenbe 5gne i|oo0i»,öet3eï=
^ · 3 be
-ocr page 73-70. Het Leven van
he te toiiïcn aannemien; 500 aï^ j^g aS act^-Sifi
fcgoji ooïi l^eefc aangenoomcn/ cn geant^
iMOO?öt öat. §tt met ^ijne mebe-pioUinciaaïe
g^iffc^oppen 50U onïieriociicn / en jtjn öeraaö
tiaar otiit· ncmien tegen'^anbercnbaag^/ ofte^
gen öen naagtibolgenöen jatecbag / öc Itloïi ne^
gen uuren: tegen toeïft nur ö^ be a^airer^ beejet'
^ynobe ten ïiapitteï ïjeeft ÖefcöeiijeiL 3©aac
Βρ 5jjne iloogi». boegbe Öat / »nbien jijnei^oogi
toaarbe be ban i|aarïem op bien bag
ter ^gnobe 5011 iiouneu ftomen / SCarté-
fiitfcgop get 5dbe nocö 09 öejen jeiföcn bag/
tcgen^ be Molt liöf imitny aan benieec^^oin-
iielen 3011 ïaaten toecten. <ii?n na bat 500 toe^
gen^be mebe-pjoliindsalc^ilTc^appen/ ailtoe^
gen^ bc Hart^-bialienen / ^^celaaten en Kiapit^^
teï-öeeren / ßopgban ai ï|e£ öaben|laanbc hjasi
Uer^ogt/ t^ be J^ergabering sefcgeiben.
ψκ isoïgt ïiet fiojte ba-50eii of fiuee^-fc§^$ift/
öaac fcae 500 eben ban gefp^aiien ije&öen.
on^e öe^teaafniffen aïieenïijft met bit
injigt en tot geen anbei* einbe aan ηίυε ΐρ^ψ
toaarbigfie Q^oojinc^tig^eit 5ijn obergelebeit/
op bat ntöe SE^ooiïncïjtigöcit bejeïbe 5pübe on?
tersoefeen / en berbolgen^ met on^ baar ober
raabpieegen / ïjoe bat toe öefï öy be geenen/
öetoeiße uiot ïiragte bec tierft-ijci'gaberaigc ban
(Ci'ente baar toegeniagtsgtjijn/ eenige bm'iei)''
ting öe^ aangaanbesouben ïipnnen berteijgen:
in betoijï niet gebaan / 300 bersoeiien
ia^ öat alïe be ïPefereeten ber ïierii-becgaberini'
ge / öehjeiße be booiregten / regt^'-magten/
b^pbomni^n/ ont^efaigen en lofeigiicgeitjoon^
ten ban onje l«riien öenabeeien of beri^o^ten/
met be u^tboeriiige ber ^eïbe ^e&reeten/ opge^?
ffÖa# ölgben / ttv tijb toe bat tog be gemeibe
Uersagi
f;
ί ,
j ι
Fredericus Schenk. <S9
bcr^agting of ntatiging ban öcn ϊίϊοθιηΓΦ»
^au^/ of ban onsen ïtaioïpen fóontns juiien
berftrcegen öeöbcn.
Jï^ap a!öii^ oniïcrteBcnt n^t ia|i ban fee
toaacöe beeren/ öe ICartgbiaiienen/ öe
ten en liapittei^Seei-en öec bnf büoinoemöe
feen.
LAMZWEERDE,
Notar. Sekret.
NEGENDE ZITTING
Gehouden op den z6 van de maand Oftober, ia
't jaar als boven.
3in iteeje sittinge jtjn ugt iafï ban ben ïf ecc
tCait^'-bifcöop eenige jaafeen 0eïe5en ban faje^
sen^ öe Übten: todite saaften jgac^oogb). beci»
feïaai'be bat baag^ te boren obergeflagen toaren.
^ ijebben ban öe boigenbe beuftiaaiing gebaan:
l^ernnt^ be 31bten gifieren ba'ïiiaact Rebben bat
it be jnjettingen en ©e&^eeten ber aïgenieene
lierïi-bergabernige banCrente in aüe^/ enraa^
ïtenbe aller^aiibe bebeelen / bjilbea geijoo^saas
nien; begonben?' ïjnnne boo^regten enontgeffini'
gen: 500 geböen togi ö^n gebjaagt l^ot bat jebtt
berfïonöcn: toaar op sggearitbjoo.jbtgcbbenbat
5e ijnnne boojregten en ontijcffjngen bjeïbegeeiv
ben te begouben; maar niet in jnifie gebaiien/
in bebjeïiten be seilte bao,jregten m ontheffingen
boo^ be 3^ccreeten bet a!gemeene lta'is-bergai=
ba'inge ban (S^miten / 't 5p ban in 't algemeen
of in'' b^sonber / 39η ingetroltften: bjantbat
in sniRen gebaïlen/ al^ iiinberen ber ge^oo?;'
Saaniöeit/ gesinb 50" Ö^ If.ltecft-bergabcringe/
tn on^en Stlier0eiligften Baber ben ^au^ ban
ïïomen te geöoo?3aamen»
72 HetLevknvan
Uli^ get briefje/ bitaiittoooaii&cijd^enite/
greftsi)«« tooöto. 01130
fCÖOjP ban öeSÖtCU Öaa^. Faulus, ban Marien-
waarten ban oikkeiingen geb^aagt ofilitömf
«e 0efidtcni^ ioa^: toaac op μ 0C3eit ijÄn/
en 't0e«ie gdesi^n bja^ geöfen goeö gea^urti
300 aï^ öet ten eerfirn aansicn boo^ijuani.
©aar na ^uft^^m i^ooglo.begitart^-biffcïiop
bcrioont |)oe bat öe geiiorcue m hthe^
fiigöc ^!|fri)op3pcn ban Smibjaarben en ©e^
benter/ öofbjel nocögcenes^ifcöoppdgftetöyö'
ontbangen / toegang tot öe Μψ
iiobe ö^^ft gegeetrn / om aföaai· te iicïpm ijmv
iïdeii / raaiï tc uïccgen /j en te obeileggen
ober 30baanige 3aaUen-t3aai: obet· geiian^
öelt/ raab gejitogt/ en obaleg genomen nioefi
tooiöen. baar op ö^^ft loogbj. htt^
toont een befïoten bnef ban be ï^aKtoginne ban
^arma/3lanbboogbeflFe/en3. b)eiïteb,iief/ booi
300 beeï bee3efïoffTÊ; taaftte/ albaatboo^nigi/
JNotaris onberf^eben/ boo,?geïe5enj jijnbe
ban ben boigenben inï|oub.
* ïloogbieerbige in bejonbece goebc
H^^ient/ aÏ3oo ban toegen be geiioi-en ^sfc^op-
pen ban Seentoaarben en ban i^ebeatfc oni te
fiennen gegeben getoeeft / ïjoe bat %. ö^
U %. geboe^bert en befcö^eben ζ^η getoeefi ten
Conciiio p^obiunaal binnen lltcegt/ enbe on^
geconfnïteert ïjeööen / ïjoe 3y gen be;söaibeu
30Uben geöben te ïjolben en te regnïeeceii / gen
\fjtenbe ÖunBên bat 35 be^ooren ge-e;«rnfecrt te
%n beu comparltien aibaar / aangefïm bat 3g
niet geconfaci-eeit/ nocö 3Ö» in poffeftie
» Deeze brief ftaat aUtis met de eige woorden , en in kt
^!cc^£Id^itΓcil, in het handfchrift.
! ,
1 ►
iiH
F EDERicus Schenk. -73
ban öaace SSi^omnien/ Bonnen ίί ïï. niet bet;«
fiaiiïen / öat to^ aangemetftt bte boojfcgl^öe
25ifrcÖoi>i)en re veragcßoren 55η/ ïieöfien boo?
gort aanjesien / in cefprtte ban gaare QtltetU
%tit / etbaccntöcit / gort ïcben / mijt anita?e
00000 quaïitegtcn / trat δ^^ϊί aïitaai* fcuejen
enöc begnben ïaten/ «ibegcnMafiaifotettocn/
om met ||ai«n eocben ragbt öie binoen ten öe^
fien te geïpen (ïieren enbe te oibineaen/ tot
boerberingïie enbe gantgaiiim^öe ban cnfen
iiöcngeiobe eniiereïi0te/ tot semegn tueïbaart
becgepiigi' iäerften/ enbebe^<0eefïe!penfiaat^
<jB»eft9jeben tot ^?uffeïeben tüjcebm bas bt§
maant?^ O^ctobii^
€n toa^ onöettegßent
MARGARETA.
3^erboÏ0ett^ S^eft be ^m tSait^-biffcgop /
om 0}j öet ber5oeft ber Hlart^-biaftenen /
ïaaten en ïftapittei-öeeren bec bgf ^^ei'lSen öaii
lltrei^ te antbjoo?ben / gnn &et bol^enbe ant#
iooo^ fcö^ifïeïijft bertoont en ter §mib gefielt.
F R Ε D Ε R I κ AartsbiiTchop
(i^e^ien en rgjieïp obertooßen geö&enbe
ktt fmeeft-fcöjift/ 't bjdïte mt^ gifiecen ben
bee5ec maanb «©ctoBee/ bertoo »t en ober^e^
fobert/ en 't toelße beöeïfl een btt^mh ban to^^
Sen^be <6erto.i|eemt/ be^Iactl-biaftenen/ be
^ieïaaten en be ift^itteïcn bei· t^fMt^rim baa
Ittfegt / om be ugitboeting ban eenise ^uvm
ten ba· ï$eï;it-bec0abmnge bai' Drente te
reifen i 300 tä m ööt tog / mof
s renl
li!
in i
hex leve
74
ren^ öaat ober raaö 3Ci)iee0t tn ohcrfcg jcno»'
men met öe i|oo0to. 3|eeren 0030 mebe-ji^obini
ciaale 25iffcÖojjjE»en / en met be 3(bten in bee3c
J^^obinciaale ^gnobe bergaberb/ bolgen^ öun^
nencaab en met iiunne toefiemmmge jeggenen
ijccWaaren bat ^et aan on^ niet en fïaat ^ en
in on3e magt niet en / §un be i)er5oate
Momm in te toilïigeu.
goo 'er ban niet oberig aï^battogi / inbien
get bienftis en nootjaiieip geooibeeït too^b /
met eenjjaarige gemoeberen gaan Ijanbeïen ober
ben <iB»oöbeli)lttn bienfi / oöeu be ö^bo^mmge
berseben/ en De tjeröetermge beäleben^/ en
ober be bo^èere jaaisen baar toe beljoorenbe,
<iBn toa^ onbeifrijjeben / ugt ö^anbere lafi
ban ben ©οα^ί, en foasto.leer.iÉanöeer Fre-
dcricus Hai't^-Wffcöop ban ïltregt / en met be
toefieminsuge ber böbensenoemben. <βη bja^
boiber onberteïtent
HENRiCUS ZONiUS,
Nop, Sekrer.
Wanneer bit antbtooib ban jijne i|0O3hj.ben
mart|-biffc^op boojn^/ Notansonberfc&jeben/
toa^ gelesen/ ijeeft ise Ccrbj: i|eer/ be ^eiien
ber jjBetropoiitaanfclje lierfie / «gt naame ai^
öoben/ bedof berso^t om metbe3e5eibeltlart^i
öiaiienen/ l^^daaten en ïiapittelen eentoeinig
tïjb^ ter sljbe te flaan/ en jtcg te beraaben:
500 al^ ög met berïof ban jijne ï^oogto. ter
be ίφ 3e0aan en 3icö Öeeft Öeraaben. ïiojtbaar
OjP è W ^^^^ öe^art^-bialienen/ p^eiaaten en föa^
jiitteï-p«^«^» toebe^geheert/ en ^eeft geseitbat
be 3e!be SSarte bsaiienen/ ^^eiaaten en ïsapiti
teïen ber bijf ïicriten ïtojpo ban öet gemeibe ant^
tooo|ö sijner ^oogbjaarbe bersosten. ©e ge^
r -
y
! I)
Ii
i:
Ii':
Iii
Ii
hi
i-: L
■ i:
I
-ocr page 78-:
Fr-edericus Schenk. 75·
tneïbe Sf^art^-ftiffcïjojp "^ttft öe bc^soste Rojpg
aan be ^Hart^-öiaïtcncn/ #idaaten en mmttp
ien tocgefiaan 5nbe^aniii0t/ fu^unöen tgö ßc^
fteït om Sïcl^öaat; optcöeraabcn. J^ojbec^ö^eft
be 3dt>e 5^orabßßen/ ugt ben naam al§ öobcn/
gc3«t bat bc lllattl-biaïicnen/ l^^eïaaten enüa*
pitteïen tc tsjebe toaren bat men boojt 50U gaan
tot be ^lecbojmmg / 500 aï^ in l^et anthjoe^b
iian 5ijne ^oogto: ioa^ uoo^gefïaagen. «^ntoat
Ö^t anbere Bdanjbe/ j^eööenbelllact^-biaftenen
en5, Qt^tit bat 5e baai; ober 5ouben taab
sen / ta mw i|oo0to. berboïgen^ antiooojb
geeben.
becboÏ3en|be^erio.ï^eet'Thomas Mert-
vorft," üanonnife ban β. Marcens na-lte te jilEiöi
beïöurs/ boo^ sijne ï|oa0bj.ben füatt^-biffcöop
onberb?aa0t bjaö of gg aïie be ^ecreeten bec
^gnobe ban Drente ojj ben 5elfben boetaan^
nam/ aï^ bejeïbe boo? be Höten aangenoomen
toacen 5 öeeft gemeIbei|eetï$ommiffarié/Thonias
Mercvorib, fcljifteïp geanttooojbt aï^ boïgt,
«ÖemerÏit be ï|oogtoaarbigfïe l^aber in Chn'-
ftus en be S^oojincpgfie üart^bifcöop ben ^5
bec maanb <0cto&et ban mg Thomas Mertvoiii\
liOmmiflTari^ bec «iierto. i^eeten ben «Peïien en
fiet ï=taï»ittei bet· ïiatöebjaaïe Herft ban β. Pie-
ten te iBibbeïönt®/ ber503t geeft bat iïi mgne
ftem en meening omtrent ö^t aanneemenbanbe
5^ecreeten ber Crenttfcöe Iterft-bergaberinse
50η opgeeben} sooïje&ift geanttooo^bt / enift
anttooo?be aï^ nocg boo? bit tegentooo^jbig φ
feö?ift/ bat iß afle }junten/ en leber öet· selben
in 't b^5onber/ betodïie boo? be Uerïi-bergabei
cing ban (diente ^ijn bafi gefieït en öeftoten/
opentïp aanneme/ 500 tod be genen bie ö^t
fOeioof/ ai^ bie be ierbo^raing ber scbenenbe
!
1-1
' il.j
7Ö Het Leven van
ftcbicniitg öcc i|«ïi0e ^acrainenten Betreffen;
cn öat ίϊί aïïe ï^cttewgen/ öfe oit iroo^ ïie MttW
regelen en aÏ0emeen0 föerft-bergaitennsen/ en
tiooinamentiäit öooi öeeseiteiït-bergaberingban
iCirente/ seöoemt stin/ ojpentïp beritoeme en
berbloeRe: fiegouisen^ aitgb öe boo^regten en
bigöonimen ban nitine boo^gemeï&e beeren ben
gießen/ ben €>nber-beE$en en öet Hapitteï/ be^
toeifte booj bejeïbe ©ecreeten niet buibeip ^ijn
■ ingetroishen : öe^oubeu^ ooIS be gunflen en an^
bete p^üegien / bebjelfe na beejen aan beseï^
ben boo^ onsen llffergeiiigfieni^ber benjSoom^
ftöen fau^/ en boo^ beii ^pofioiiffcfien ^toei/
betïeent of betnieniot en gematigt 5nüen too^^
iren.
©o^ba-^ geeft be teer liait^-fiiffcgoii ben
Heer-l^oinmifTari^ ban ben «i^nri». Höt ban
Laurens ®bge te <0o|ïö,?oeïi öeboïen / bat
ÖP tegen^ be naafïe teise een boï^onie boïmagt
5oube ntebeö^engen om be boojnoembe ©eceee^
ten aan te neemen / en te aanbaajben / geip
bejeïbe boo^ be anbete ^öten aangenomen toa^
ren.
TIENDE ZITTING
Gehouden op den zj van O6tober, in 't jaar
als boven.
Ja bat 3ijne toogto. / onje 3fiatt^-öiffeöop
ban ïltregt/ aan be ©aberen in beese ^iobin^
tiaaïe ^gmobe becgabecb / Sab gejeit baè bit
iäa^ittei aangeïeit toa^ / om ïiet antfajoojb bet
J^eecenlia^té-biafienen/ ^^elaaten enïtapitteï-
ül l^eeten te betflaan/ en geb^aagt Sab of geme^
be ^eetenpn antiooo^bgeteebiiabbeni geeft
iie €etb). ieec iPombeßen §et antiooo^b fcijM"
Fredericus Schenk. <S9
teïijit öan 3ijne i^oogto. te» ö^nö sefidt i^et
itlU aïöaar / ugt iafï ban H^ijngccr öcii
^iff^Öop/ öoo^ ttig Notaris oHöerf^eten booi*
Sciegen/ sijnïie ban iicn ijoïgeuöen mfioub.
VERZOEK
Der Aarts-diakenen , Prelaaten en Kapitte-
len der vijf Kerken van ürregt, omtrent
de Verklaaring door onzen Hoogwaardig-
iten Heer, den Aarts-biflchopvanytregr,
gegeeven op het Smeek-ichrift, 't welke
de Verzoekers ingeleverc hadden, ten ein-
de de uytvoering der Dekreeten van de
Kerk-vergaderinge van Trente voor eeni-
gen tijd mögt opgefchorft worden.
Hoogwaardigite Vader in Chrißus, Doorlugtigß*
Jarts-biJJchop.
Λ X^octod hat top in «nje boojgaani!^ ant^^
■^tuooabni/ berïi!aai1ngeii en p.iotefïm / öle
tog boo,2 ubie loogly. grijaan öeökii / ψ^
noegjaani öfööi'" betuigt en met a!ie ojpcestigi^
ï)eit lebben berblaait / bat to^ noit be meening
geöab öebben / gelp tog ht^tiU mtï} niet en
Öebben / ban tegenfïanb te bietsen tegen be
Slecis-bergabering ban (Drente maar bat ton
beselbe/ boo^ 500 beei ^et onöUatoiijlieeloof/
be ^acrainenteii bei· l^crße / öe jtlegtiglebea
bec 3eiben/ en be ber&eteiliig öe^ !ebêii^ en bet:
Seben aangaat/ aangenomen ^bben? aï^
u^t be becMatinge / bie tog ben ^^ ban Φαο^
bec obecgeiebejt öeböen/ oagssenlpblpt (aan
iöelïte bei'iiïaaniige top on^ berber geöjaagen)
300 bat toe/ toatbe nieeaing en booinaam^
Het Leven van
ficin5igt bet; necit birga&cdngc öriangt / aan
onsen })%t / niit^0aïiec^ aan öß iit^mtt ban
öcseïöe ^er3abet;in0ß / εη ooïi ban mo^
ninlilpe en itatoïpc jfHtajefïcit / meenen boi^^
baan te öeööen: om bat egtec in genielbe ©e^
creetcn beeïe ^aafeen fiaan en öegjeepen 5ijn/
betoeïfte geen be minfie gemeenfcgap met on^
«0eïoof/ en met be beröetednge bei· 3eben en
be^ïeben^ ïl^ööen/ niaac aïïeenïgfe ïoojpen oj»
be öeneeming ban onjeregt^-magten/ b^^bonii
men/ bso^regten/ ontgefinsenenioffeïpege^
tooonten; betoeïïte iu^ seensfn^" ftomien geloot
ben bat be litecii-bel'gabmng ii^eft toiïïenöe^
nabeeien/ enon^ onttoeïbigen: 500 ö^böen bjg
«toe i|oogb). 03p j^efc fii'agtigfie geöeöen / be^
jeibe ©e&reeten en be ngtboeiing bec5elben/
böigen^ jijne getooonipe beïeeftijeit tot aiie
men^ÖcH/ eentgen tijb 09 te fc|o?|fcn; ter tp
toe bat bjg ban or^sen If. ©abei· ben j^au^ een
«gtieggiiig ban bie ©ecreeten/ of ban 5gne
toipe jiiajefieit een bei'5agt!ng uï bejeiben/
mogten beritreegen ö«^&&en. Ifct ujel ^el^er
bat utoe ï|oogto. acperboigen^ be ©ecteeten
öec H. fócrh-bergaberiiige / en böigen^ be
ïe booj ben tegcntooo,?bigcn obec ijtt af
ïiunbigen ber jeïbe iDergaberinge u^tgegeebe /
get regt/ getge^ag/ en be magt geliab i)^eft
om on^jobaanige opfcl)o^pig toe te fiaan -, ge^^
mcrßt bat 300 tot! be booinoembe ïierit-berga-
bering / a!| be föoamfcöe l^an^ in be gemelbe
23nïie/ be ugtieggnig en be berjacping banai^
ie be jtoarigijeben en beifcpïlen (inbien 'er ee^
nige U|3t be gemeïbe ^gnobe of ugt be S^eeree^
ten ber seibe mogten ontfiaan) uptb^nfeßeip
en metbuibeïpebjco^benöeefi: opgeöonben boo^
ben ICjpojioïifcöfii ^toei/ om ban ben ^dm
ßtoti
78
iM
■■»■ι
l·
F rede ri cu 3 S chenk. 7p
^tod becïiïaart tn öefïifï tt tooilïen: öeïootJcttf
öe iié5eïtie Sioarigïjeöen 09 öe gemaftfeeïp^
fïe toö3c/ 300 aï^ 3ί)ηε ^eiiis^eit grtficquaam^
fïe 5011 oojöerien / m boïgcné be nootjaftrigii^
Icöen ban icbecc j^joblnae/ ngt bjeeg te ruif
men: en aïle^ / onöer öe öeb^eiginge ban öc
g^amfeöaj) / en ber ^pojteïen Pe-
trus en Paulus, boo^ niet en teagteioolberMaai
renbe / inbien iemanb / ban biat ge^ag bat ög
ooB bja^/ 't toetenb of ontoeetenb / iethje|
Sier tegen mögt ßomen te beflaan. ^it opj^on^
ben ber gemeïbe berMaaringe en bersat^itinge/
(boo? ben ßoonifciien ^toei) fcQijnt buiten aï^
ïe tbjijfei fiil3bJtj3en^ te beBeijen een bequaa^«
men tijb / binnen benüjeïfien sobaanige een u^t^
legging en berjac^ting bcquaameïp ban ben
ïtoomfcijen ^toei ba'sogt ea berftreegeu ïtan
too^ben: te meer / om bat ^eiiere jaaft toege-
tïaan3jjnbe/ aiie^feögnt toegefiaan te 5ijn/
3onber öet bjeïfie 300 een 3aafe niet berftreegen
ïtan bjo^ben. <Pit niet tegenfiaanbe ïjeeft nbje
i^oogbjaarbe ben r'6 ber maanb ^ctober ber^
Staart bat ï)aar 3obani0e magt niet en bjaë ge^
geeben of toegefiaan ; en bat berbolgen/ on^
Set bersogtenptfïeïm'etïionbebergijnncn.' ^^er^
wit^ ban ïiet gemelbe <^ecreet i^ ftrefiïtenbetot
be beneeming en ober-Doojj-fajerping ban on3e
regt^-magten/ bjijbommen/ boo^regten/ ont^
Öefingen/ p^ibiiegien / en ïoffdijfee gctöoonten:
bermit^ hj^ on^ obeitu^gt ijouben / bat juïft^
firijbig / niet alïeen tegen^ be meening ber
p. lierit-bergaberinge / maar ooft ban onjen
teer ben j^au? / en ban ^gne ïfioniniiipe en
«atoipe jföajetïeit/ betoelhe niet Begeeren kf
manb tegen öet regt ber natiuire/ en 3onber 39^»
»«e berbebiging een^ aan te öooren / ban |et
SPe
-ocr page 83-δο Het ι, even van
te öcwoben : cn nocö te meeu/ baar tt
i^artogin öa» ^acma ugt naame ban jgne Ma^
toïpe Hlajefïeit een &^iefaattuitie3|oo0to. öeefi
gesonöen/ Öaar toei butbeïgft berjeßert bat
öoo? be ttieer0emeibe 5^ecreeten bet ^^nobe
be boojtegten en jjitbilegien ban jijne ΜΦ
fidt/ en ban be^seïf^ ^^afaiien en #nberbaa=«
nen (toaar onbei· be ^^eïaaten ba· iliregtfrge
i^erite/ aï^ becöeeïbenbe ben eerfien fïaat in be
fïanben en g^criijiigeben ban iitcegt / ooit be^
gjeepen moeten bjojöen/ enbe^^eepenjgn) niet
berïio^t of ingea'o^iien tooiben j niaac bat men
lieber aiïe^/ boïgen^ be sefcgapenböeitberpïaati
5en m p^obinnen / ^obanig 5ai gebben te niatii
gen en m te fc^fö^ien/ bat niemanb ceben mag
Rebben ban te itiaagen : 300 bibben too nbje
Joogtoaacbigfie 2^oo?Utcötisöeit banojj get al·
ierïicaöttsfte/ bat gctnbeüebe/ be boojgemeibe
rebenen riiïieïijïs obertoogen öebbenbe / m te
nteer om bat be nptboering ban een goeb Qtf
beeite ber gemeibe «I^eftreeten niet te bergoe^
ben 3ai ^ijn / «toe boodge o^bonantie te beri=
«ientoen en te berjaciiten; en be ngtboeringber
gemeïbè <Deïtreeten 500 ïang n^t te tïeïïen/ tot
bat big onje o^ejanten naar jijne ileiliggeitbett
tesentooo^bigen ^an^ / en naar ^ijne fóoninïsi
li)he en üatoipe majefieitofnaaröaare^loog;«
ijeit be5tanbboo0be^/ 3u!ien afgebaarbigt/ en
ïjun antto0o?b ontbangen gebben.
<êtt aangaanbe be bo?bere beritïaaring ban
«toe loo0to. ban te gaan öanbeïen ober ben
«j^obbeipen bienfï/ ober be %erbo^ming be ^ei
ben/enbeberbetering be^ ïeben^/ jijntoggereeb
om met «toe 3|oogto. tot bie ba'öanbeïing boo^t
te treeben > mtt^ bat 'er omtrent ö^t boben^
fïaanbe nietö beflaten toerbe 3««ibec on^ geboet
ïcn
-ocr page 84-Fredericus Schenk. <S9
ién öaac oticc gcij^aast / cn on^e fiemmen ojp-
Senomm ö^&öm.
Na dat de Prov'mciaak Synode mn Utregt nu al
vijf dagen ge-eindigt was geweefl, heeft zijne Hoog-
waarde onze ^aTts-biJfchop het volgende op dit ver~
zoek doen aantekenen: te weeten dat hy Aarts-Uf~
fchop niet goed gevonden heeft het bovengaande·'
aan te neemen als flrijdende tegen zijn gezag ;
hetxvelke in diergelijke zaaken niet moet afhangen
"^an de flemmen der Kapittelen, maar van de Kerk-
regeien en van de magt die hem van regtswege toe-
kpoffit. Gedaan den 4 November iföy.
bat öet tioo^nocmiJe bcr^orti ijoo^t itio No-
taris onbcrfcöjeben toa^ gelesen / eti be äavt^-
öiaïtenen / ^je!aaten m ïia^pitteïen ojj öet öe^
beï ban 5ijne bjat ta' ^ijtig gegaan
fcöaren/ en na een fto^tBemab toebee qnamen/
Öeeft 5t}ne ^oogbj.l^un geseit engeanttooo^bbat
&et l^em niet geoo^iofb iua^ ban jijn eerfteant^
tooo^b af te bjgïten: maat? bat men ïjiec teiöecft
ntoefi gaan / 500 aï^ men in be p^obmeiaale
^pnobe ban Itameeijït te toerft toa^ gegaan j
alfcoaae / 500 ai^ sgne 3|oogtoaarbe getnigbe/
üefïoten biaé bat aïie be ©eitceetenberï|«lieefti
bergabeiinge ban iCi'ente souben en moeien otu
bergonben ioo^ben : ftegonbenjS nocl^tan^ / m
bicn iemanb 5icö boo^ beseibe ^^eiieeeten öeie^
bigb ac^te/ bat get ^em b^^ soïj fiaan jicg naac be»
^toei te öegeeben / om 'et een ugtiegging
of bersaeiiting te bersoeften.
Cn aU be ^ait^-biaitenen ens. ö""
Qtitbjoo^ bleeben / en boo^gaben bat öet η^ί^^
coeren ber gemeibe 2^elueeten öun een onbeci^
öoebeïp nabeeï 50U beroo^saaften ens«
%oo öeeft 5t)ne i|oogh3aarbe baat ojj geant-
ΠΙ. Deel. toOO|bt
Het Leven van
tooo^iït öat grt booi gern naiieeï nioft gc^eßent
ioo^beii / 't toeliie böo? öe i^aöcr^ in ecn algci
meene ^gucöe öcfïotcn cn bafi gefi^ït
ιτίίπ bat Ijft cell ouöcrgoeödpnaisedsoubesi}«:
toant bat 'er 5i|!iei|oo3b),/ nietjgiicmebe-ïi^Oi
binciaaie ssiffcöpppen bie'ccödangaauöeööen/
inbirn Ijtt 110010 i^/ boo? in jal fiaan / bat be
^tlbe ^art^biaitencn / ^^eiaate« cn liapittclcn
in öun boongcn ^aat gerfieitjulientoojben/ m^
bien ban ben ^oftoiifcijen^tad een ba'ja^
ting ber boo^noembe ©eïtreften/ of een anbere
fc^ißiiiiig 3uüen ioeeteii tt berferUgen.
,ψα bat 5ijne ^0O0ü3aai'Ö0b!töntbJOO?bfc|?ifi
tdp gab gcgeebm / 5911 öe gemeibe beeren
biaïifimi/ p.^daatcn en fóaptteï-ieewi
een toijïe tgi^ ter φε gctoeeïien: en ai^ 5e na
em ifo^te fieraabflaging iaebci* geßeeit toaren /
Reeft be «iBerto. ^eec ;2^am-beiten/ nyt naame ai^
Boben/ ojjïjet boojnoembc geanttooo^bt en ge^
5eit/ bat omtrent be bo/aa-e en iefigemribeber-
ftïaaring ban φκ ïfoogloaarbe / be lart^ bta^
ïtenen/ ^^elaaten en ïiapitteïen bg §unnc bori=i
0e aatbjoojben en ji^Dtefien bieebrn ; en bat jg
ai^noeïj tegen be o^jbonnantie ban 5gne i|oo3i
toaarbe/ al^ nietsu jJ^atefieerben: bat 3e
ύοϊί tegen pnne besbjaanii^ p^otefïeerben ·, om
5ic0 tegené bejdbe bao? pos^ec öeroe|i / of boo?
e^n anbeeöeqnaani bknjïtg en nootsaiiel^ïtregt^^i
mibbei/te boo^3ien: ber3oe}ieiiöe bo^ber^batbit
3ijn piotefï be ber^anbeïingen beeseir ßma^
be most aangeteftent / en ijen begbiegen^ een
öepo^pi fcöiift / ofbeijöojipereiften·/ ο.
ba-geïebeit tooien.
I^o^bei· ö<^eft jiine^aogbjaacbebanbeieart^^
biatienen / J^retóaten en liapittel-^eccen ge^
biaagt / öetogï be ^etoeeten bec üetfe-bec?
iw
82
J
II -
··
;
, V
-ocr page 86-Fredericus Schenk. <S9
Sabci'inirc bau Crente omtrent öet <i5doof «t
be beröèteüing öcr jeiscn aaiigcnoraen ïjaööen/
of in alk Ut geöaüen / isaac öe üecöetecins
itec jcöen m öe öefïmffing öei' nu^baaöea aan
öe 23#9ορρειι/ geraagtigöenbanöeiilpO''
fioiifcijen^iod/ ix50,?&/ OIIDÉ^I; let,
re^t^-gebfeb öa* io^ï ia^ö^»
m isecje ^èitrertpn' (öcr gemeiöe Hcrfi-tierga^
bmnge) in öat fïuïi geöoa?3aaracn. ^aac αρ
ïjceft öe gsmeiöe iPom-öeften / uvt Haame a!^,
ftobm / geanttooa^öt öat {jgi obci· öit booiffef
töiiiSc öecaaöflaan Hset öeSSatt^-Öiafteuen/
iaaten eü Kapittrfeii öerbijfföwßi'nijoo^noemö:
CU öceft ba'sogt öat ïjun een jeiteiT ttjö 50U ge^
tïdt faja,?öen om raaö te |ïaa!i / enpuanttooo^ir
baar tföec iu te mmn, goo &eeft ban 59ne
Itoogloaarbe een ^eiteren tijb gefielt / en
&en tegen beu thjeebeu öag baar aan / be Moft
negen iiiiren/ öefcöe^'ben.
aBoöer^ / nablen 'er een fia-it gerucï)t ging
bat !}èt geeee inbeeje ^nnoöaljerlianbeltluia'b/
boojgaan^' onöer be man toierb geö,?a0t / öeefï
3911e ïfooghsaarbe on5e Itlart^-èifcljop / gesa^
mentiijii niet ζψΐ€ itiebe-p^obineiaaie 25i|Tfi>03P'«
»en/ beflotcn eäi tiafï gefielt bat be öefluiten cu
^eftreeten faan bseje ^nnobe böai geen
bet perfoon juüeu opgefcOjeüentoüjben i 09 bat
5e aan nieniaiïb baiteii be ^unobe jonöen nie^
öegebeeït tomhtn/ m döii^ onöer be man βοα^
»»len.
bit ©elireet opsefïeït ioa^ / ίφ be s^ttin^
Jan Seesen bag gefcöeiöeii / en tegen ben ttoec·'
bag baar aan uotgejïeït.
Ejfdc
-ocr page 87-Het Leven van
84
Elfde en laatfte ZITTING
Van deeze Provinciaale Synode , gehouden op
den }o Oäober, in 'c jaar als boven.
I^a bat aïiJorcn^ / ugt lafi ban φκ iloog^
iuaai-öe Den ICart^iiifircbop / geicjeii toa^ gct
ge«! in be ïaatfic ^ittimt ber^anbcït en ßefloi
«η toa^ gctocefi/ 50» ^^cïaaten/ ülait^bia-
fttnen en ïiiapittden onberbjaaflt of 5e ^ίφ öe?
raaben gabbcn üUfr i)et geem öun ecrgijïeccn/
toesen^ bc öer jeben / toaä boo?^
gejteit en afgcb.^aagt goo Ijeeft ban ben dBev^
üjaacbe Ifeer ©oni-bcii«i / 500 ugt ben naam
ban 3ijne Herße/ aï^ tipt naame ban be lilaKt^-
öiaftcncn / ^?ciaatcn cn ïtajjitteien / geant^
tooojbt en aan stju i|ooghjaaröe bei-Maart / bat
/ raafeenbc be beröetedug ber $eben/ bebjei^
fee aangenomen ijefeöen/ gebJiUig 3ï|n om tot
be 3eïbe boojt te treeben/ Ö€|)ouben,é ^unneregi
ten/ p^ibiiegien/ regté-magten/ b^jgbommen/
ïoffeïijfte gebjoonten en^ in3cttingen/ 300 aïg^ öö
öcn ai ban bcese maanb «©ctobec aï öab ber-
ïtïaart: 3eggcnbe/ sicïjin aile|aangemeïbebet^
Maaringe te öonben. '
op be 9?arté-öi|fcï|oj> öee^ge3eit/ bat
öit antbjoo^b niet en pafie op 3ijne b^jage / bie
llginbe ïaatfie gittiage öab gebaan: eit bat l^p/
atart^-biffcïjop / 3SCÖ berboigcn^ öi^'ïï' öe
5^eïiteeten en^^onantsi-n bec slgeineencltcirhi^
bei'gabecinge / öetoeïïie raaßcnbe btejc b^agc ^jn"
«gtlomen. ϊΣ^αη be oBerbjaarbe ^eev ©om-be?
iten bïeef ai tuebcrom fïaan op 5ijne bonge p^o^
tefïen en ßa'oepingen: en betftlaacbe bo^ber^
tat 3^/ n^t ftcagt ban be boojregten / regt^-
magren / in3ettin3en ea gebjoonten ban öunne
iierl^en/
i ί i
i 1.
'il
3,
Fredericus Schenk. <S9
föccßen / gereeii toarcn om ojp fïaanöc boet tc
fianöden ober be Ijerbo^niiiig be^ ieben^ / öe
bcrbetenng öec 5ebcii / cn De öefïrafffnö bei
nügbaaben en ba's^ijpingen ; te toeten ban ^o"
iraaniige öefiraffinscn en uerg^ijjjmöen / betoei^
iie nocf) te becbeteren en te ftei-bojmen tïaan»
<ίΒίΐ ai^ be Hart^-biflTcöojp betoeetbe bat gern/
upt j^ragt bei' <E>eiireeten ban be läerft-ber^
gabecinge/ ^tt regt^-geöieb tejgen^ be nii^abii
Ser^ toequara/ te toeten/ in 3uïSen gebaïïen/
baar buibeïgii en ugtbinitfteip bafï gei
fieit too^b:
goo öeeft be «^ertoaarbe ^tev i^^om-beßen
gejeit bat ugt naamen al^ bofaeu/ öettegen^
beeï öetoerröc: en boegbe baar öp batgetcegt^^
sebieb/ ö« toeißebe ISiait^-biaisenen/ ^M^a^
ten en ïiapitteien tct nocö toe oiiberDinbecbse^
oefent Rebben / gun boo^ be ©eltceeten beu
Heeïi-ijeegaberinge ban (^rente niet toa^ beno-
men/ maar in tegenbeel aan |^en toa^ geiaaten
en nocö meer bebefiigt: berjoebenbe bat 'er ^e^
ïiere fterit-regeï^ (ngt belterh-bergaberingeban
€rente) tnbeese ^iobindaaïe^pobeopnieutoi
mogten gelesen toojben/ ten einbe bat 30U ίΑψ
ften toatbat ben Hiart^-biaftenen/ ^^^eïaaten eti
ïtapitteïen toajS geiaaten / en toat bat öun tn
Sebere mi^baaben toa^ ontnomen/ en ben
fcöojjpen toegetoeesen: cn snïlt^/ oji bat 'ertii
be oeffeningen ban get ïserfteïp regt^-gebieii
geen toan-o^ber mögt ontfïaan
m^ 'er ban / ngt ïafi en met toefïemminge
ban 3tjne 3|oogtoaarbe/ eenigeföeriSrregel^boo^
tnp/ Notaris onberfc9.5eben / op nieuto toareit *
Selejen / geefï be <6erto. ileer ©om-beïien/
M&t naamen aï^ boben / geseit en berMaartbat
Semeïbc t^» bien einbe geïesen toa^^
f 3 re«/
-ocr page 89-Het Leven \'an
ren/ op öat mm bafïe dip 3011 öeööenbanpua
regt^gcbiei»/ l^ct bxei^e 3? tot nocl) toe al^ o^?
iiinarilfen geocffent j en om te toone«
Dat 3e liet setoe ujat femgte öei* gemelïie iterii-^e^i
seien uorö mogen ö^oeffeiien, Itl^ öaar ojj
geöanöeit iotecö ban öe oiiißefmge öer Itlart^-.
iiiaïienen / l^^eiaaten m liapittcien öci; brif
iteL'ften/ ^^eeft öe S^oiii öeliten / u^t naa^
men aï^ i&oben / geaiiticooiöt en gescit üar ge^«
meiöe bgf i^ecïien ban iltregt niet ca&elyli outi
gebe;! Jün ban. Jet o^inaüi,ä regi^ geüiea ban
iren Sait^'-Öifcööp: toant öat t^tt altija b^a ge^
fiaan ^eeft ^icij ban öe bonniff^n ösu säht lieiv
Ben in öe eerjie regt^ pleginge i^tgef^^olirn/
560 toeï in bnrgecipe alg iiiöoet-SaaiieH/ tebe^
roepen op ben ^act^-bifTcftop / maar niet oy
5gnen «afficraaïj en öatjnlftö nacij te0eniaao^i
big geoo^ïofö vPat ooit genieiö^ MaVi^-bff?
fciiop ge5ament!p met Ijet ïiapittd mag jitten
ober jtoaarirer mléöaaöen / oök ui ii e eer| te regtg'-
jtfeeginge; 300 aï^ ög getïiïsöeüatöiitüjilétoa^é
gefeöiebt / en bat öiifoeiiiii fcaat uytgeöjiaiit in
öe ^^bonantien öer ïltcegtfcöe Itei'Ke.
<©aar op geeft 3pe ïloogto. geanttooo^btbat
Sgl beöuibeipeenngtb^siitiieiii&e beüenteni^ ban
ben gemelbü« ©om-beiien aannaam / bemeliic
ijoo,? pem ugt naame en met toeftemminge ban
öe böf ïieriien/ aibaar tegentooojbig/ toa^ ge^^
baan / cn nac^ met ben giiinp ban een ^ègno^
baaïe ^gnobe toa^ opgetooit: cn ijier in öefiaan/
be / bat 3e openti^ïï be&ent Öeöbe« niet ontge^
ben te 3gn ban^get regt^-geöieb be^ Sl art^-bif-
fcgop^ 3 te bjeeten 300 berre bat f}et ijem b^ö"
fïaat ïiennt^ te neemen ban burgedpeen |traf^
fcpïbige saaiien onber be l^apiitei-geeren of
toonniftl^en ontfiaanbe/ op bie logseal^ö^ee^
bei
ί I
f
Fß-EDer 1 c US SCH Ε NK. 8/
iict in öe Bobcnfïaatiïte hehmtmiffe iic^
fïaat iJermit^ öp ö^t
boo^ öe ^^noöe ban Creiite/ raaftenöe öe φρι
tiiiaciflTen/ ijafï gefielt t^ töt^jjnöoo^eeitceift/
len liermecnt öat öem öe gemeiöe ftenni^-negi
niin0 eerfï ban aïkn toeiiotnt / 300 geeft ^ijm
ï^oogio» gc5eit bat öe naam Ordinaris, 300 in '£
alsemeen en sonber eenis te^jen ban onbecfcßeiit
Seiïe!b/ öen S^ifTcgap betefent boïgen^ ben φ
tei en ben ingoub ban be 2E>e&tctaalen in rubrica
de officio Ordinis. jl^aiit aile tooojben/ bie ligt
goofbe ban eenige obei-eenBoniinge een btiö&elb
be öet^ftening ö^bbcu / aiieen gefielt jjjnbe /
itio^ben ban ö^t boo^naamfïe bat jjiftetefeenen
bctfiaan, ^^ocö be semeïbe ^^om-beiien / get
tegenbeeï ugt naame ban be bijf ïtecfeen en ba»
5gne jfi^ebeöioebecen betoeerenbe / (te toeeten
bat be ^gnoïie lan Crente Ijet anber^ gab Öe:^
Ö^eepen) en3p5eg3enhjiïlenbeBetoi)3en/ geeft
betsogt bat be Äitpeieii/ betoeiftc in bebijfbe
^ittinge onba* Paulus III. ober ï)et ieesen en
pleiten ban get <0abbripe baft gefïeït:
50n / mogten boojgeksen ίοο^επ ; aïioaaü gg
seibe bat be ^gnoae beeje tooa^ben geö^ui^te:
Dat de Biffchoppen , de Aarts-biiichoppen , de
Primaaten, en de andere OrdinarifTcn der plaat-
2;en: baar be 25rf|c|)opjicn ban be anbete
binariffen bec plaatjen onbecfcgeibt. ©o^bet^
in be 5ebenbe glttingr/ bebjeliie aïbu^ begint:
Verders op dat enj. fp?eeï!t aibU^: De H. Sy-
node ordoneert dat de Biilchoppen , Aarts-bif-
fchoppen , Primaaten , en andere Ordinanifen
der plaatzen, euj. ^oft bebient
be 5elfbe tooojben ίπ be SSnïïe baarbe&etit-bcti
Sabeting ban Crente Öebefiigt too^b : 500 bat
efn jeiiere saaÄ bat 'ec nof| anbete Φρ
f 4 fcinarifflfu
1708. Het Leven van
iiinat#n sgn ai^ bt S^iffcÖoptien alïeen.
gg nocö Ög Ijocgöe öat öe sobaanigcn ooft ban
re0t^ toegen tjoo^ moeten geïjon^
ïien tooiben / öetoeiftcn «n o?iiinan^ «gt^-ge^
fiieö gcpïcegt ö^öö^n / «« «ocg tegentooojbig
pleegcn, 30öantg een ojbinari^ regt^-ge^
inieii aan gen / te toeeten öe Iterftan en |),:eïaai
ten / toegetoesen ié / «iet afleen boo? ißt ge>
ïj^nift en boo,j Ijet regt tïan beriaacsnge / maai·
ooft boo^ Öet Üajpittei in-evocabiH de Officio Or-
dinarii. "©at Panormiranus OOft 3p 5egeï ijjec
aan Öangt (in cap. cum ab Ecclefiarum) jegf
genbe bat bie ooit boo^ <©|binarifTen moeten ge^
ßouben iöö,?ben / iietoeliie een oibinarié regt^-
geöieb pïeegen,
ot» öeeft be ^eer Sfiart^-öiffcïjop geant^^
^oojöt en geseit öat aïijoetoei be ^ci)ool-ieei
ober ijet boojnoembe onbee malftanber
ttoifïen / en in ö«iine geboeïen^ niet een| ge#
5tnö 3ijn/ ïj^ egter niet gestnb toa^ |et öjbina#
ri^ regt^-geöieb bet* ©eiten^ en ïtainitteïen/ ίη^^
iiien 500 een regt^-geöieïr geböen/ teberfto^^
ten of te bernietigen > maar alleen begeerbe bat
tti bie gebaïïen / baar aan be 25ilTe&0jlJ]ien boo|
be 2^eftreeten ber aïgemeene iäerft-bergaberinge
een regt^geöteb met ngtfluiting ban aïle anbe^
ren/ en niet in 't gejeïfcöaï» ban anbeten (pii-
vativa non cumulativa) too?b toegetoe3en/ bat/
3eg ift / in 3uïite gebaïlen be SSiffcgopjien bo^
gen^ be 5^eftreeten ber ïSerft^bergaberinge
|et boUe regt^-geöieb juïlen genieten, ?©e ï|eer
^om-beften / ugt naamen ai^ öoben/ ög sgne
boorige anttooojben/ pjotefien en beroepingen
èigbenbe / öeeft ïjtt eerjie gebeeite ban be ^art^^
bifel^op^ berftïaaringe aangenomen: in toeïft
gebeeite be leer Siact^-öiffcöojP berftïaart ö^b
öat
"ilf f : f
iM
ihf
.,? t:·;
■Ji
Fredericus Schenk. <S9
öat öß niet sesini« en iua^ ^tt ceot^-gefiieö öec
en ütt Heeßen ban Mtregt / inäien
'er een öaööen/ tetjecnietigenj 3e00eniieiiatöe
^djeïaaten en öe föajpitteï^ 500 een cegt^-seftieii
Öaöben} ftegouben^ nocgtan^ öe regten öet Hlart^-
öiaftenen / aï^ ojöinanffe üegteif. <mtt Öit
laattie punt gee^sgne Jloogioaaröe gejeit bat
Sö met öe ©aöeren öec ^^«oöe iuiïöe öe^^
raaöen; en gefiooö öat öe ^^eïaaten en öe
feen Om littest öniten jouöen fiaan. Ιίΐί^ öe«
selben lueöet ftinnen geftotnen toären / en Öe
?Cartö biffeöoïi/ metöe ©aba'en ber ^gnoöe taaö
gqi)fee0t öeöbenbe/ toebec toa^ scjeten / geeft
booa öe 23oöeöe^ üapittd^ öe beuren ban
't ïltregtfc|e3^om-iia3^ttteï ïaaten open 5etten:
en geeft / jonöer öe ijoo^noembe ^^daaten en
Hapitteï-geeren feenig antiöco?ö op get gemeïöe
punt gegeeben te geböen/ een papieren öjiefite/
't toelhe ïjg in 5gne ganöen gab/ aan mg Nota-
j is te ïeesen gegeeben / sgnöe ban beeren in^
Öoub,
Fredericus, öoo^ öe genaöe ban 45obten
ban benmpofioiifcgen ^toeï/ Hiart^ bifcgop
iian ïltregtj/ ge^amentip met on5c mebe-p^o^
Wnciaale SSiffcgoppen in beeje ^jobinciaaïe^gi;^
nobe binnen be ^tab ïltregt bergaberb / on^ gon^
benbe aan onse borige berSïaaringe en 3^eïiree=i
ten/ en niet tegenfiaanbe aUe# bat boo^ be Start^i
öiaïtenen/ f ^elaaten en bijf fóerften ban ïltregt
mag tngeö^agt toeesen / oojbeeïen en beritiaa^
ïen met eenpaarige fïeramen / aeóterboïgen^
set 3^efereet ban onjen Merfjeüigfïen l^aber
öen Äoomfcöen / en öe ö^^bonnantieban
Sijne 5^oninïiIpe en iüatoïpe jlBajefieit / öat
plte öe 3^eÄreeten en (i^aöonantien ban be
Ifeerft-bergaberinge ban Crente in aüe^ bolto
f5· mentip/
-ocr page 93-1710. Het Leven van
inentïp/ «a«lcuri0 εη omocrd^eefteïp mortetf
Dtiber^ou&cn m ugtgcboett öjo^öm / 300 aï^
iö^ mi teöa' mit^ öee^en geöieireii en febcde»
te oiibecöouöcn m npt tt borreu > en
juife^ op öefimffßu/ tonnsfenniitefferipeu^ti
fp^aaitèn/ öctodiie in öe il^eïtcert«! ber ödii0e
fli0enicenc Heth bersabenngc ban Crcnte fïaan
iigtöfö^nftt en ign gfer ftuitm en
cinöisen to^ öe tegentooojiiige ^jinobe tot ïof/
eer en giorie ban öen Mmagiigcn <iB»obt en ban
5ijne ijeflige ïterfr, ^n onber aan §et ö^iefie
i^onb 0efc§,?cben: ii|»t iafï ban ïien
firn en toostoai-bigfÊen feer öen
fcgop ban fltre0t en ban öe anöere mcbe-p^o-
bïnciaaïe 25ifci|oppen.
^n iaa^ brjöec onöerteitent /
HENRICUS van ZON,
Sekret ar is, enz-
iJ^eïfs ©fSreet en beröiaadnge bjegen^ ïjet
lïuitcn öcr J^^obinciaaïe ^gnobe 0eïf5en en ge^
ïjoojt jilisbe / geeft be crtoaarbe ï|erc ^oni-
öeften / ngt naanien al^bobeu / Jajcba· een p^otefl
ban öe3S3jaar!ii|ire en ban nieti0i)eit0ebaan/ uiet
ijoager te öeroejjen/ en niet ^et in$i0t ban
een aiibcc isegnaam i'e0t^miböei baai' te0en n^t
te binben: beö te meer om bat bit©eßceet ugt
iafi ban bic SpiffciiOjppen toa^ Ugt0e0eeben/te0en^
öetoeïfie toelbciEienbe rebenen ban berba0töeit in
itee3e 3eïbe ^gmcbe toaren in0eïebert: toelïte re^^
benen eerft en boöj aï / en eer bat men 300 een
S^eftreet afhunist0be / aan 0oebe mannen gab^
ben moeten 0e5onben biöjöen : toaar omtrent
3icö ftedep oji ißt 0emeen re0t / en ber3O0t
i>at 3i)nebori0ei>i8tefien öier mogten in^eïaf^Öt/
m
li
if:
li
li
FrEDERICU s ScH enk. ^ï
en l^em iie^toegen een ioetttg fegjift/ of toetti*
ge fcöiiften/ ober geïebert tooiöen.
<iïn iß Johannes van Lamzweerde, Hïecft ban
get 25i^bom ban ©oojnift/ boo^ 0et öeiiig IC^
ï«ofioiifcg en ^ei5erip gesag tot openbaar
Notaris aangenomen/ enboo?ben3|oogbjaati
öigfïen 3|eer ben ftlart^-biffeöop ban lltregt
gern gtigbom be boo^fcg^ebeianbeiingen bee^i
^gnobe op te fegigben; befajgl ίίι aile bc
fittingen ban beese ]^iobinciaaïe ^^nobe /
en iebec in 't ö^onbec / in peifoon èebb^ge^
bjoont; «1 aiïe^/ 300 aï^ boo^fcö?eben fïaat/
geb 5ien en öoouen gefe0ieben > 300 öeb ίδ al^
ie|S op bee3e boojfcö?ebe fo?m gebjagt/ engeb
aï öet selbe met mgn gebjoonïp segeïentoei
naam tot öebefiiging ^an aï get öoben beri^
gaaibe onberteftent.
SYNODALE ORDONJNflEN
VAN DEN
Dewelke met den raad en toeilemminge
van de Prelaaren en Kapittelen der vijf
Kerken van Utregt afgelezen en
verkündigt zijn in het jaar on-
zes Heere, een duizend vijf
hondertj vijf en zeitig.
Frederik van Taiitenburg, bOOi begenabebatt
<Sobt/ ban ben Sfipofioïifeöen ^toei / en ban
^neläoninWglte en üatoïgl^e jjEajefieit/ Siart^^
"^eöop b«n ïitregt: äö« aïïe m ieöere ï|oog<i
1
Het Leven vaN
toaacöige i^ceren / 5flöt^n / f^eïaaten / ^^ooficti/
3iiact^-öiattenen / i^opittdcn/ ^ajtooi
ren/ 8iöiiiffen/3^iiorinnen/ ^öecfïen ban rdisicu^
fe ïiioofïer^/ mit^saiiif^ aana]ifeiie<i5eefieipi
ïjeitcnaïï>et©oi&/ öetoc.ïiistcö w onsejil^edroi
jjoiitaanfcge^taii en^tift/ en tn öe sanfte
tónneban ïltrestöebinöm/ Seil in öen genen öic
öe H)aarac||ti0eï|eiianiiijanaUenï^. ©etögitog
öen j>ii0tijanon| Slmjit öeöeecenteboi&aengen/
cn öen b^poin/öettefteïperest^-geöièö/ent?
booiregten ban öe Sttiitl^^tit en ban be iäerft
toiilen|in fïanö gouben/ 300 öebeelen top bat öe
onöerfiaanbe ^gnobaaïe (i^jïionantien aan aïte^
raaaï/ en aan ieDerbanilCin'töBonöer/ gni^
ïen berftunbigt en öeßenb gemaakt too^öen : en
top begeeren bat beseïbe onberb^eeiteigït/ enon^
bcc be fïratfen en t oniiifjTen aïbaac ugtgeb^uftt/
3uflen onbergauben too^ben,
i^oo? eerfï / boigenbe öiei; in öe bDetfïajppen
ban onse lioojjaaten / ai^' toen SSifTcÖojRpen
ban iltregt/ 300 becmaanen top een-maai/ an^
ber-maai/ beröe-maaï/ en op een öefïecötenbe
töi)5e/ aUe J^iiefïec^ / ^aftooren/ enaUenbie
Dnbei' beese ^ynobe fïaan / bat 3e iebet jaar/
öinggöas^ na ben 3onbag Cantate, en anöe^
cenöaag^na Remigius bag/ '^ocgtenb^tegeii
ï)et unr bet Primen , in eigen Jietf0bn3nilenö^b^
ben teberfc^gnente lltregt/ inonseï^etftban Uf
tregt/ nietöunCöoo^ en ^^itefiet^-feïeeb aan: en
bat 3e baat 5ulien bttiben tot öet einbe ban get
^ermoen toe / en tot bat beaf ftnnbigingbanbe
^gnoöaaleinsettingen en 3^eiii'eeten boib^agtjg:
cn bo^bet^ bat 3e binnen ben tgb ban b^ie bagcn
ugt be ^tabiittegtniet3u«enöebbente bertcefti
feen/ ten3^ bat 3e baat toe een bBonbet berïof
ban on^ of ban on3e« aïgemecnen ©iiiati^ bet^
mt
92
; I ' : >
)
ί ri ;
f; J
i ■) i
i'· !
li Ixl·
Fredericus Schenk. <S9
50S<: εη ijerßmgcn suïlen ^mm/ ennocg hay^
bcr / bat be ^afïoo?^ en O^nber-tiafïoo^^ get regt
ban ben ^iffcgopjpeipen ^toeï (i ?) aan ben in^
5anieïaar/ bie baar toe gefielt jai^ijn/ suHenbe^
taaïen/ opfiraffeban ben 2^an/ en op be Boete
ban bjieoube fcpben/ 500al#in on^^gnobaaï
i^eïireet ö^eeber fiaat beg^eepen,
Labien batonse ^aïigmaiier nergen^ giootec
fttaf geeft g^Ieegt/ of g^ooter firenggeit geeft
betoont / aïp in get boo^fiaan ban be eer en
ban get ontzag ban 3gn i>aber^ gni^/ 't toeïfee
gg ooft get gui^ be# <i5eÖeb^ genoemt toiïbe
gebben/ en bat'er in be Herften ban onje^tab
en ban on^ 25i^bom / en booinamentïigft in
on3elfiart^-b!fcgoppeïgftetoofb ïterit/ eenber^
föegeïgït mi^^uiit ingeftroopen 5 gier in be^
fïaanbe/ bat 300 loei be <0eej!eÏ9ftgeit ai^ get
Boift / met aïbaar onber be <!5obbeïgfte bien^
ften gin^ en bjeer te toanbeien / te p^aaten en
te fnappen 300 een ioiib gerammel en geraak
berbjeftt / bat 'ev get gebjelfseï ber üerfte ban
Miiiïtt > ia 30banig/ bat be fïem ban ben ψ^ΰί
fier bie be boet / en ban be Itanonniftften
bie in get Cgoo^ 3ingen/ niet gegoo^t kantoor-
ben> 300 0 boneeren/ gebieben en bebeeïen bjg
bat bit nis^b^uift tenemaaï hjeggeuomen3aïb)Oi:i
beni bcrbieöenbe een iegeïijft biei'geigfte bingen
in get toeftomenbe te Bcfiaan: maar bebeeïenbe
bat een ieber <i5obt öen i|eer boo^ <i5obb^ncgti^
ge geBeben in fiilte / en met 3eegBaargeit en
aanbacgtiggeit/ 3aï gebben te geiiigen /
nanientigit terbigïe bat be pïegtiggebenber jiüiff
fe berriat bjojben: en op sobaanige fïraf^
fe aï^ on^ goeb jaï bunften j en op be berbemv
te ban be «gtbedingen ban een toeeïi: bjeïïtc
tirafe en boete tog in be niet ontgebe pïaat3en
öoo^
-ocr page 97-5>4 Het Leven van
öao? on3en jfi^'cöaï/ boïgeii^ öe goeisaanigQdt
ter 3aaii0 cn ber jjerfoonen / öocg mÖeontijeSie
pïaatjen öoo^ öen Syndicus of gemagtiigöen ban
icöcre Itetii juïieu ojsfeggcn. Φοβ gc&ieöen
ötfó m^t ^afiooren en ai!e ^^ebiiia'^ öcr Be&dcni=
öat jebitinaöc met aUe
naactiiggeii aan §et ί^οί^ Siti^cn geööen in te
fciierpcn: en to^ ijermaanen aiie jiiaiefimat^
petfoonen en toereiöfcö« iSegter^ / ixtt^t onje
i©oiiij?ucï)tj0e a^jöonantie / ijoïgen^ gaai'en ψ
ijei· ijoo? ö^t / bo0^ ö^n gejag ooft
boo|t te setten / en öe niet 0eööo^5aamettiten
öoo^ gnnne fïcaf-bonnifen en piahliaaten öaac
toe te ötoingen. Φο^ ber&ieöen ίορ op itwi
25an 0eene ntaaïtgöen of fïemjiecgen in iiefóei'ït
aan te regten: toant get gup^ ^oöé moet tot
geen flemp-pïaatj: / maar tot een öiö-ïiïaat^
öienen. #ocö ijeröieöen top bat 'er boojtaan in
be $iIoofißr-öui5en / of in be Iloiïe0ie-|jiii3en ban
eenige ^erfe/ of binnen ben ïterfeeiijiien bj^bom
fiaanbe/ geeneöjuiïöfbl-maalen of ßraam-bebi
ben öeöouben jnïïen Êoojbeii > be getrontoben
bie in be üioofler-ptsen tooonen iigitgesonberb:
toaar omtrent tog/ öoben be fïrafen in be onbe
«i^^bonaiitien ugtgeblußt / be obertreber^ ποίϊι
fn een geïb-boete ten booibeeie ber Firmen ^ul·
Jen öefTaa«.
„^oel) o^bonneeren/ öebeeie« en geöieben togi
bat be ^ajtooi^ ber ^arocöiaaïe Iterfien / oj>
be berfenrte ban {jimneinSorafien/ betoeïiieben
bie in öuniie plaatje 5ai gefielt too^ben
jnflen ten beeie baïien / |uii berWilf in eigen
perfoon binnen önnne 5tilien geöbea
te gonben / en gnn am^pt te bebienen / ten 5g
bat 5e aïboren^ een toettig berlof berïireegen
Seööen: en bat be <©nber paiïoo?^ aanifionb^
■'Λ,'
I t
.Ιίί.
' 'ίί
Fredericus Schenk. <S9
tn ten tene maaïe ^uflen öoo^ 0e5onïim too?.«
öen / t0n öat 3e faan rm ecnoe03aatne
SeieeriJiitó/ Ban0ocöe 5eöen / en ijan een on&e"
rifpeïpieben ^ijn/ eneenöequaatnen ouïseröoni
Sebben; en aibu^ in fïaat 3jjn omöet^oiiiöooi
Öun booibeeiö te flickten,
jl^aöeraaai be öaageigiifcöe onïrerbinbtng öni^
beïgft toont toat aï onöeüen öat 'ec in
lieriie faeroo^5aaitt ioo^öen öoo^ öe berioojpene
en afgebaïïene ilonniitïten/ öehjeïfte onber ïjtt
öeïijeï ban een 5ipofioiifc§e öifpenfatie / baae
3? op jioetjen/ ^ic^ be regeennsöet; l^aiOclie-
iterften onregeiniatjg/ «1 ïjoo? Isfienonöeritruii
ping/ aanmatigen: 300 o^öoneeren en öebeeïen
hpg bat aUe be 300baaniijen bniten be »re0eecin3
bec gemeïbe läeriiien gel^ouben/ en iu begebani'
seniffe 5uUen opigefïoten too,?ben; tet tp toe
i»at be inöoub en ^et beröaaï öan 3obani3e ber^
Sunningen/ baat· 3g op poccöen/ op öet ato
«laarfïe en na ifiet ijooren ban rebenenentegen-
i^ebenen / boo^ een gecegtelp bonni^ juïien
toaacgeniaalit en beioeesen 3ίίη> en 5ηίίι^ iu
fen aansienipe piaatse ban bit lïanbfcöap /
itaanbe onbcr ïjet igebieb ban 3tjne ïtatoïiji^e
^ajefieit/ baar een goeb geiaï banerbareneen
Selecrbe Joannen 3ρη. bo^bei·^ bat 3obauii
δε PauiTeiijke bergnuingen noit moeten of nio^
0en 3e3nibert en boo^goeb aangenomen too^ben/
{Ji gebalie be 45ebaagben/ bie 'et· beianginljeb''
acötec bigben ennietenberfcijijnen: maai·
Jat aïie^/ en iebei· in 't bgsonbec / gmgteijiS
böigen^ be fo,?m bec regten |ai moeren bes»
ioo^ben/ get toeiiie zoo een ivionnik ban
oe b?ee3e boo^ 3iine (^iiber^ en ban ben bioang
selben/ of ban 3iine mmberjaai'igöeit/ aaa
^eiligljeit jai booigeb^aagen Rebben,
Μ
-ocr page 99-Het Leven van
φο^ sefi^urt ïjtt niet öat ^o&aantgc hm
ïoojienc lEonnifeScn gectoaart^ ßoomen ioojien
ii^t b^eem&e Btaniren / öaac ijoo^eeeitcn bat
Önnne 0ier0un-&i«ben gesuibert so^ö Ijeirftiaart
3nn. Ji&aac bclutii een öeïteniie saaii bat
fcöier aïtijb gefföieiEt en boo^saan^ ge^
fcl^t&gniet becfcggninse/ ^onbecbatbesaaft
ten boïïe onba'5o0t of ugtgejiïuifï : 300 o^bo^
neeren en geöteben log bat / omti1ent ^et
ftehomen of ßegouben ban enftelbe Itccfe-amjii
ten/ beeï min om get öebjinb boo^ eenige
roclii-it^i^i^^ii bectoij0en of teöeöonben/ fun
0een3in^ 3aï öinnen be paaïen ban on^
S^i^bom; ten 35 bat 5e aïbomi^ ßebig3en bat
öemeïbe bergunning boo^ ben <©ibinart^ ber Qt^
melbe jpïaatse toettigigti sesnibert en goebge^:
Iteutt 0cöjeefï.
l^ocS bebeeïen en o^boneeren toy bat be ^eei^
fïeïgiten/ bebjelfte fteffteïpe Klmpten 6e3itten /
of be 0?oote toijbsel^ ontban0en geböen / nacgt^
niet Ïan0^ be fii'aaten muilen leööen te ioojjen
en te öeïten / of in toereibfcge ftïeberen te 0aan:
bat 3e 0een gefnebe maar 0eï|eeie fcöoenen en
feouffen 3uïfen öe&öen te b,?aa0en: bat 3e be5e^
be ftouffen met 0een 5ijbe linten oberbbjac^ ^ul·
ïen ïaaten be3etten/ of'er bjuitfcge toïien ïaa^^
ten aan maften : bat 3e in geene droegen en op
geen oiteeriöaace j)ïaat5en 5uïien gaan : bat 3c
met geen begen op be sijbe gertoaart en bei'^
toaatt 3nUen ioopen: maar bat 3e 3icö in alle^
ierïjjft / 0elp ßerßeipe ^erfoonen öe^
taamt/ ^nïïen geööen tt bjaa0en. i©o o?boi
neeren ooft bat on3e «6eefieliifti)eit geen baar^^
ben 3nïïen Rebben te boeben / aï^ op eenrebeïii?
fte en 0oeb gefteucbe toi)3e. *
1 In de Prgvinciaale Synode word hua 'toegelaten ^nevels tc
draagen»
Fredericus Schenk. <S9
fiebcelen aan aïle mten/ ^biitffm/
P^mvcn en ^l^jiortnnen / aan aïïe tóegenten
Itiooficrcn / bat se ite ban önnne
Φ^ίΐβυ/ öitodïic ban ouitó en böigen^ öe tm
fiefliu0 ban puimen ïSeseï ö^aagcn / in geeneii
bccie 3«ïïcn iaatenbcranöeren: öicigalbe suïicn
be iiïeöei'en bcr jBonniftitm / en boo^nament·«
ïp öie ban te l^onnen / beiodUe te bed ban
öen iïegel aftogïien / en te jeer naar be toereïb*
fciie 5ii)ier jtocemen / naar be oube b^agt / 500
aï^ bte boo,? ζ 5 jaaren in ge&.nnii bjaö / bemn^
acrt iaoiben: jitiienbe be onjeijoo^Saemen boï^
Sen^ on,ä goeb bunijen sefïcaft bjo^ben.
©00^ oateï&aare rebenen geb^ongen ^gniseo^
bonneeren / öebeeieii en gebieben tog· bat alei
öe ^^lefieré en ïia'iidpe l^erfoanen / bie ^ieg
Binnen be ^.jobincle ban lart^-tliftbanil<i
fliegt bebtnben / aiie ögi^itten en pt^-öo^toi
5uÏÏen ïjeöben boo^ te jenben 5onbei· met be^tl·
faen na beejcn te beciieeren of onber een baft te
iöoonen ; en julit^ binnen b^ie toeeiien tiib| na
Ört af imnbigen ban bit bebd : cm be oneinbe^
»ijfte ai'gerniffen en onfiicötingen / bie baar ngt
af te fnijöen; en ojpi bat beacijtbaarïjeifc
o^r <0eefïeïpï)eit/ bebjeïfte baarboo? te fcpnis
ue seiöoiben i^/ toeberom tot ben onben ïnifïec
mag opluiiien/ en bat 'er aan <5obt/ benniiiv»
liaar ber 5Uiberfjeit / jnibere «©feranben mogen
ojjgeb^aagen bjojben, €n togibebedenonseipi^^
«aaien en O^ffidaaïen (iebir baarïjet^gneöenrt
) bat 5e be ïier^dpe fïraffen / naar be uv^
t^rfïc firenggdt ber Ji^etten bie gnn mogdgft
5i)n / tegen be ongegoo^jaamen in 't toerft
3ulicn geböcn te fieïïen > ia jobanige flraf-mibi«
te geb^nilften / bie oo^beden $nïien bat
^»tcrmeeft gebieeß wïien toojben: aïïe^ boo? be
Ui. DEEI.. <0 buifl
f 98 Het Leven van
buifï m fenap^auiJigaf / ^onbcr get j^mmmd
en öe fem öcr : öeioiil in ojpen-
öaave ifciten geen foim öan resten öe^o^ft o«^
öerijouöen te too^tien.
jl^g teuren af / en tog becöieben / bat jonge
fierïrelijiie of aiieïyite ^erfoonen ζίφ jonïsereen
regtmattge en j^oog ö.nngenbe oo^jaaii niet ^nh
ïcn geö&en teöegeeben naar beftamer^of flaap^'
plaatsen öer .jonnen; en baar niet sniïen ^eb-
öen te berfteeren / met nacgt^ of öo bag
te bjinïien en te feiiniten / of anbere ongeöon^
benb&ebenaan te regten: maar bat 5e be j^on^
nen ongemoeib suHen ïaaten / om ijaare fe^ui^
bige jpiigt in Qet Ctjooj te öoïboen/ en in a!ie^
öe tuc^t ban ben Moo|ter-regei te onberiioiiben.
bergoeften bjy ban ieber een met een innige
genegentgeit / eti op be beugb ba· geljoo^saam^
l^eit / op bat get niet noobig en anbcre mib^'
beïen in 't ioerß te fieUen / om bit gebaarïp
mi^ö^nift ugt te roejeit
©etoijï iet niet en paft bat geiötjbe .glaag^
ben 3icö in be ögi-een iiomftcn ban man^'-pcr^
foonen ïaaten bsnben/ 300 o^boneeren tog bat
aan be ongerbo^mbe j^onnen ban onse ^tab
«n ban on^ ^i^bom bebiijS^it^aïiienomeutoDj^
ben ban aiomme te ïoopen 3toerben: en bat 3e
öinnenbe^tab iltregt/ ofiJinnen eenige an^'
bere ^teben/ niet 5uiïen bernacljten in een hje^^
reïbfeö gug^ / afé u^t een rebeiijfte ois^saaii /
bie boo? be ^berfien goebgeliemt 30/ en na bat
je ban be 3elbe (Pberfïen baar toe bcr!of 3ulien
geßreegen geööen. <èn bit bedof moet binnen
be ^tab iltregt niet langer aï^ boojb^iebagen/
en buiten be ^tab niet langer ai^ boojbjiebjeei'
ïten/ gegeeben bjo^ben: ten 30 bat3i^^/ of on-
5e J^iiftari^/ aïbown^ toegefiaanfjeßöen.
©aar
, I !
i '^i
-V: ί
Fredericus Schenk.
vDaar-cn-öoiien o.^boncemt öfbeelett toj?
toci fc^ctpclijfe öat iit Üiböiifcn m j^iiorinnen niet
RJfer a!^ tbjee j^onnen te^n^ en ojp ben ^tlp
tp teaten nytgaan: m inbsen 5e
fbnit^öö genegen ^ijn om pare (i^uber^ of
^ioeöbei'toanten op bec-geïege plaatjentegaaii
oesocaen/ tyeïli seö^uiit ïjeben^baag^ / öoe toel
niet ai te regelmatig/ in geiirajien; 500 jal
gaar beese gonfï niet too^ Ijerfc^eibe isjeeïien/
Selijit tegentoao^söig gefc^iebt/ maar BefiipteigS
ίίοοί thjee iui^iiea aüeen/ en niet ianger taege^
itaan iuo^öen i ten 551 bat be ^berfieii om een
»regelmatige m em rebdijfte oojjaaïtgoeb bini^
öen {)aer tm rnpmer tijb te bergunnen, ^fti««
bien bc li'^biffen of l^iiormnen of jtcö
Öier in te öuiieu gaau / of jie^
Sigyen / bie moetrn toeeten öat 3e in een geïbi^
öoete teu öeïioelje ber ^rir»en sullen UM"'
len.
©aar öcüeelen en ojboneerentoy bat/ in^
Selsaile bt geciien ble in 021^ ^art#-|ïift totlil&i=
ten of ^^ioo^l ber liïoofieren berßoren of öe?=
l^oemt 5gn / ^icïj get Beioinb ber tgbeipe jaa-
«en üeflaan aan te matigen/ isoo^i bat 3e be
oefiigtng ban on^ of op een anbere toettigetogi·
5e bcftomen ^cSben : of 5icö bermeeten be ^anb
te fïaan aan ||ei geefidperegi|-geöieb/ 'tioeïi
«e ben l$öt todtomt/ boo^ bat 3e boo? 3ί)ίί
'iisetoijbt; bat 5e baar boo^ herballen juilen 3911
«an al ^et regt/ 't toeïfie sv^ ö^o^ be ba-ïiie^ing
Jf benoeming beriireegeii pisöen/ en boo^i 300^
«aanig berbalien jnifen ge|oisben bjo^ben :ü3ant
5onbcr be opïegginge ber ijanben mogen 5g öie
Öeilige bebiening niet aanbaarben,
^ ^^eto^ï bat beraee|ïe löten/ j^jioa^berHtloa^i
Pften / ^Cbbifen en Irinnen / «iet
<0 ζ f Si
ιοο HetLevbn van
en 3gn / bat 'cc i-eBening faan beu
ontijana en ban be u^tgiftbcr ïtïoottcrïgitc 0oe>
beren gebaan tocrbe ; maat bat εη ijt iïent^
tticefier maïftanbemi bcrfïaanbc/ bereïienin0
gebaati too^ö in bc tegentoooibig^cit ban eenige
tncinise peifoonen / hjaai· boo? be (©ntbanger
rijft too^b eu getïtïoofïec merÏÏelgitercöabeïgbti
300 üibonecrea tag bat 3e 30^3 5niien geböen
te b^aagcn bat genielbe iïentmeeftci-^ ^unne vtf
iteningcn net m jpeitment boen boo^ getganfcg^
üonbcnt > en bat 35 baac ög 5ulïen ontöiebcn
een wan ban befc^eibenbijeit / betoeitie boo.?
on^ 3aï aangefïeit too^öcn oni in be ^tab W
trent/ «1 tn anbere &equaameplaat5en/ 3obaai'
nige ccftcnuigen tc tooonen: toant öet m
5e jpïigttoe te 3ten bat be liioofïcripe goebcre«
geene fcïjabe ftonten te ii)ben/ maar ïiebec aan^
gjoejenj om/ inbien 'er iet obeifcïjiet/ öet3el^
be boüj gobbiuciitige ge&^iiiïien en booj be eeu'
fajige fcöatïiifien op te fïuiten.
gebiebento^ aan bea^betjienban<0atf^
gtujen en ban gobbjucgtige jjïaatjenbat 3e '^jaar-
ïp^ nette en bequaauie reUeningen 3nlïen i^eb^
Ren te boen; en bat 3ebe arme en elienbigemen^
fegen/ baar 3gf ober gefïeït ^ijn/ ban aïienooö^
toenbtgöeben/ banftofï/ fticbinge/ en ai getane
bere/ boïgen^ gunnen jpïigt enoji be getooonli)^
ße toiise / 3uUen ijeöben te boojjten : Kinber^
5nï!en bjy/ ingebaïie banbersuimcnife/öuiinc»
jiligt toaarneemen.
#oit bebeeien tog / en top bernietitoen gier
omtrent ï)et oube regt/ bat be uptboenng ban
be ugierffe toiHen of tefïamenten / booi
b^ueätige insigtenpmaaftt/ betoeiße binnen get
jaar na be boob beg te|ïantentmai$er^ nletbolbjagt
en / (bc genabe-jaacen berfïreeiten en baat?
onbft'
ii
Ι:
Iii
Federicus Schenk.
ιοι
onbcc gifeScnt ^jjnöe) eanltonii^ in ijoïïc mt/
itiet aïicé toiit 'cc tcr&e!)O0|t m ban af pngt/
Qan οΓί^ alé öen öer piaatje jal ijcr^
Jaïien / en a!^ jofjamg berbaiïengeöoutienioo^
«cn: en iöö öegeeren öat ïicejc e^Uonantic
ooft tot be biio^gaanbe jamn öetroftïten toj^
be, (14)
<ί^οϊί batieben tou op sobaanige fïraffe aï^
^ogoeb 5uïtoi binben/ b^eembe m get
^tift te brengen/ of te berftoojieni ten 55 bat
5e albooren^ boo^ be geenen / bie baac toe ge««
magtigö 590/ goeb gefteurt 5i)n geiasefi.
3^r.ar-en-boben bcr&ieöen iu^ o]^ ben 25aft
bat geene ilonniiiften of eentge fóioofïec - pev^
foonen bebebeietibe<!^^ber^ugtge5onbei:t) 5ίφ
5uiien bermeeten in 't openbaar op ben pjeeft^
ftoeï boo^fïjct gemene bo!ii te pieeften / ten
öatje aïÏjoreni berïof ban on^ berss^ en ber^
« ee^en geöben. il^ant p^eeften bmgen bie
«Ott geleert i^eböen : 30 toilïen boo^
«^aar^ fpeeïen eer bat 5e ïeerfingen ^ijn getoeefï;
5? 5ίίη baar aüeenïijft op tigit om een ^beïe
Siorie bg bc meiifcöen te bepakn/ en om ||un
■^Ι,δ^η beiang/ maar niet belangen ban Jefus
tebejaagen. <êu laatsoobaam'geilïsïoi^
jjfi^-perfoonen aangaat / betodlte^arociiie-lier'
«^n onber ïjunne 5o^ge ïjebben fiaan/ of bie öe*;
joepcn 59η om een paroclie-ïterït te befïieiien/
5nlien aiïeenïgft in bie #arocöi-fterfie moge»
weften: toeïber^aanbe nocötan^/ inbien^geen
soebe en gesonbs ïeering boo^ ben bag brengen/
j^Jnbien öe gemeïbe bebieningopeenöeöoa?i=
^ geftreegen gebben.
V o^boneeren to^ / bernietoenbe Sier ooft
Q,; oube ï^egten / bat 'er ban be Bejirafinge in
^^»ibaare en mibbag-ftfóare mi^baabewgeenbe^
<0 3 νοφ
' j
II
sMUMhm!
loi He τ I. even van
rocß iJooi poger Iie0tec 5a! mogen 0eiiaanh3Oii
öenj eu inbien 'tv aï cen gcöaan fajierit/ bat
liien oji 500 eeu niet 50! ^eööen te pap
fett. (15-)
^et sé&eurt a! biTitoit^ trat ise ïïegenten bec
^arocöt-!ierlien op ben p^eeft-fïcei en onbec
gunne p^^eitiMatfte op een fcïjanbeipe iugs^
ugtbaïïen te0m Ijei boSt / en 'et tegen tiepen
én raasen / om bat j^un be ofer / ijet berbaï/
in be anbere Kegten / 500 a!^ fiJjeeïten / ban
fyèt gaiter-anipt niet öetaalt en toojben : tuaai*
baoi be acgt&aargcii; be^ f jebfiterl geïirenftt
iao,?b / cn be gemoebeitn jaiiber eenige b^nciit
üfbüö^beeïgrtergten betöittert iuojben. tPaar^
om ö^boneeren ton op ben §3an bat be^afïoo?^
«a beeren ojj ber^ji^eeft-ftoei of in be fóeehe 50-
baanis üoo? ï)nn eisen ßdang niet 3t!iien5o^ggn:
inaac bat 5e baar niet anber| ^nüen p.ieelten aï^ü
ïjet il^oojb met een juiber insigtenson^
Oei' nienfcppe öjifteu: en bat 3e feerftelpe
öieniien met aiie mogeipe bierigöeit jnïien
toaarnemen/ niees? jjaffenbe op be jaügöfit bec
5te!en aï^ o|» eigen boo^bcel €gtec snïïen
löuiten be ïierft / op öeqiiaame piaat3en en φ
ben/ gutnie fe^uibenaar^ en qnaabe öetaaiber^
mogen maanen / en boo^ mibbel ban get regt
tot lietaaiing bfajingen,
^angejien bat 'ee in beifcrjeibe ïiapitteïen en
ïiïoofïei·^ eenige ^ai-oeöi-isa'ßen 5p ingeïijft/
30p geöieben tog gemeïbe ïtapitteien en üloo^
fïer^ bat 3e l^annen ban een fïicöteïp ïeben/
bie in Öe <0obïmn^e of in be geefïelpe Siegte»
ge pro ra O veert 3gn/ 0f ten minfie naeefïei·^ ge^
iüD^ben 3ijn in be b^tje ïfunften / en na een öe^
|iiOD,?ii)ïf onber5oeft fieqaaam3pgebonben/ obei;
U gèmelbe f aan
tß
L ■■ r
μ:
ί' I ■ '
tü«:
i :
: Ii ' e
KV
Freder Tcus schenic 103
te fïeflen ; om öcjribe IterRen niet alïeeti i»oo?
Öumie iecring / niaac ooft isoo^ piiiie ^eiren m
Öunieben/ te fiic^ten. ^'niiien 3uiit^ berjuimt
ioo^ö / Set be pïigt jgn ban onsen jfi^itaal
iic naïaatigen en ongeijoo^saamen in regt te öif
tteïtitcn; om gen öoo^ iierïtei^ftefïraffenenöooi
jSelö-boeten / öte aan on^ goebOunlten jnlïen
liaan/ geiTgteïijii öaar toe te iiiomgen.
©o^bec^ gemerkt ïse ïïapitteien en i^ïoofïer^
5ίφ 300 5oöer en öeun geii^aagen in get öe5o^i
sen ijan öe jpïaat^-öeitieeöenöe ^afïoo?^^ / öat
Öet gun onmo0eipt^cerïgitteïeeben/ ofiieger^^
oer03aamöeit te oefenen / of jfjunne fteöiening met
eere üjaaeteneemen; toaacöooiöetöefcöteötöat
35 naar bugï getoin fïaan / en öet boïït meer booj
aangenaame al^ goiibiiicpSf firee?
jen en pUumtitpen ^ toaar ngt iran bede ongeil
len boïgen: 300 o^&oneeren en ßebeelen ίορ öat
aan ßoöaam'gejilaatg öeMeeitenire^afiooren een
«erïgit en &e|oo^p onöecöonö 3al öeso^gt ίαορ
oen. Jl^atit ijet in aïie manieren öetaamel^ït
Öat die den Outaar dienen, ook van den Ouiaar
Jeeven: en men moet den mond niet binden aan
een |toe biegetftoorenopiien öo^fcïi-bïoeröreeRt
(16 j (Ce nieer / om öat sobanige liapittel^ en
Itioofier^ / nyt gooföe ban gemeïbe ingeïöföe
IParocïji-fterften / booigaan^ tft;e ®ieniien be^
Sitten / öetoeiite mim 0enoeg5aam 5gn om öe
^afioo^^ te onöecöoaöen. (jy)
Cinöeip o^Doneeren en öeiafien top bat öe
ïiei'j^en of i^ioofter^ öaare getooonïgtte aaïmifi'
fen / εη öaare geö^niïtelpe «ptbeelingen ban
ö^oob/ tattoe/ Itofi en b^anft/ ten Begoebe bec
^tmen niet jnïien berminberen beiiileinen of
«f&^eeiten i en bat 3e 3onber een regtmatige eti
iifeï öeftenbe reben geen rogge suUcngeebm baar
4 5B
1
Het Leven van
tatiae jjïagten te geeben. <βη öie %tt opligt
oucr öe <i5afi-öui5en öeöbcn / juiicn ^et ftcbdc-
0οείι ijoo?öe siefeen nirtljcrminiierpn/ maar cec
ijenttecrïreL'cn en berimööeïcn / ojj öat 5e ten ioiig^
ficn öage wet b^cugiie mogen ]^oo?en : fk heb
hccnger gehad , en gy hebt my geipijil: Ik heb
dorft gehad, en gy hebt my te drinken gegec;^
ven : Ik was een vreemdeling, en gy hebe my
geherbergt. <ίΙ*η ïngeUalie bat ölt on^ Bebei
nietmo0tcn ac|tert!0Ï3en/ 500 moeten 5» saee?=
ten öat b)g> on^ öe 5aait 5UÏien aan treftïicn.
aaatfielijis D^öoneeren eii Bebeeien ίυ^ bat be
l^an^- en ai^ioutoe-Iiioofler^ / öe l^erfien/
en be gobbjutitige jpiaatjeu cnbei· on^ regt^-
gebieb of onber onje SCaitl-bifTcijopipe bjet^-
ten gelegen/ ten minfie een^ '^jaar^ jnUen be>
508t ino^ben boo^ onjcn / ©tltari^/
ßf «i^ffictóai / of boo^ ben geenen toien i)et
be ban regt^ Isjege/ of not ßragt bec gebjootv
te toekomt: en bat beweiben aibaar ^ulen npti^
treMen berntetfgen en ugtiOelen altoat'ecfeljai:
ödgii gebonben bjojbt: en bat 55 'er juiiensaaii
cn/ Jjoote^ enjiianten/ aib3atli)eii3aamen^ici)=
teïp ίφ: bjaar toe j^mbien^et nobigmogt jgn/
tin5e ïjnïp ooit jnUen iionnen bei'3oeIten. Silie^
tot be glorie (Öobë/ tot ^alig^eitber ^ieien / en
tot öegonbeni^ ban ben bieiift.
ligt ftcagteban on^ boo.jnoembe ge5ag&ebee^
ïen en gebieben bjgt bat in en oma-ent aüe l^u^
toeïpen/ betodise moeten aangegaan bjo^ben
in l^i^t aanfcfiiin beeïierfie/ eer bat 500 een ^u^
toeïgii jpiegtelp aangegaan en ge5egent hjo^b/
be ojjenbaare aft-oepiugen of gcboben op ttoe^
onberfeöeibe ^onbagen of feefibagen / en eenen
hjerïibag / boo^ ben l^arocDf-pj^fiet onbei· be
flöoii^ïpe biejjiïen maete« öfgeiesen hjo,?bnei
op
104
. '1-
■
jn
Fredericus Schenk. 105·
oji bat öe 0eenen bie em tocttis örirt^ri raogi
ten ioeeten get 5eibe mojen boo^ffcHcn bt*
ïienö maaften. ^ït too^b geöoben oj> 00η
«n öp f ^iefï«?^ moeten jelf ooll onbersoeften of
'cc geen &2ïet3eï mag toee5en : anbec^ 5UÏien 53
300 een Jluineïgit niet öebienen. €n bit ftebee-
ïen ίυρ ojp een ßoete / bie bolgen^ on^ goebbim^
ßen / of boïijen^ bat ban onsen ^^iiiari^ / gefegat
cn uejiaaït jaï too?ben»
,^οφ ftebeeïen en geBieben iogt ugt ïf ragt ban
on^ gesag op ben 25an/ en op beboete banbijfi
tig ouöe fc^iibcn betoeïfte ingebaïïebanobeitcee^
binge ten beftoebe öec Siemen striïen befieebt
bjojben/bat bie onber onse^gnobefiaat/
ïl.S. omtrent 0et pießteip bebienen ban eenti=
ge^uhjeIpen/anber^al^5oo eben ge^eitt^/niet
5uït öebben te geb^aagen. noeste 11 % met^rt
berSojten of acöta'ïaatenber gemeïbe afVoepini'
gen of gehoben/ of met be bo?bere gebaïlen biê
booj onseSBiflégopjiclpe magtopgeftouben3i)n/
5onber on^ bpsonöer berïof met jnlïen Rebben
te bemoeien: en bat ?t. be ]|utoelgiten be-^
bjelfte in 't geimeiijft 3iin aangegaan/ ofbetoel^
ïie op eenige bj^3e 3uüen aangegaan too^ben tuf»
fcgen perfoonen banbecfci)cibej^ar0ci|ien/ niet
5Uït Rebben te bebienen / ten 3^ bat be trontoen^·'
5e3inbe perfooiten iöettigïgii betoeesen en genoeg«»
3aam getoont 3UÏien ^eMien öat be gehoben op
be geseibe manier in öeibe be ^arocgien sijn af#
Scimnbigt €n bojber^ bat be pïesieïpe bo
bieningen cn 3egeningen ban 50baanige ^ubac
jpen niet in be ^afttifigen/ ηοφ in bgsonöere
fiui3en / Sanieren of plaatsen/ maaropenttp
in Set aanfcöijn ber ^föeriie / en onöer be <&aib>
beipe iï^ien^ett / op «n eerïijïfe toijs? 5uUen
fe^rcf^: b?ojöen.
<0 I mi^·
H-
Mir
io^ Η É τ LEVEN VAN
i^ojthir^/ Ojp Öät get öer (©nbefbaanen
imn «toe niet je-etfcgt toccire / 500 gt^
irtcöen ingïl^tt./ iSegenten öec farocgii
toen/ toeïffreftseïp/ «vojp ben25an/mit^i
gaöer^ 03p ^ Ööete tian tiointig eube fciiilben
t«i fteljott» ber Ernten/ bat <0g 31. be seenen
iiie toegeit^ J^t aangaan of ögtooonen ban gei^
meïtjfee f wioeipen in ben 23an bechaïien 3tjn /
ofbte intietterge/ obecfpeï/ goetei-ge / meim
Èebfgöeit / oiigeoöjloofbe f ^amentooaninge /
ttoeeb^agt/ of rn eenig anb«c ojten&aac en toe^
reïbïmiibjgnii^é&aabfïeeïten/ ofopenöaate iooei
hmav^/ of öoobfïager^/ ofbieopget^aafcgi
féefi of ten minfie een^ in 't jaar ög ïl niet
Se6iecfjtö«Ö&en/ aanonjS/ aï^ gabaar ban fteu^
ni^ 5Hït öeöDen of baar toe betoogt juït iao?ben/
niet «tJtbJuiiiiinge »an ben naam / en in 't bp^
jonber/ 5uit gebben beiienb temaaitenentebeb
openftaaren; op bat pnite nti^Öaaben en ongei=
regelbljeben niet ongefïcaft en bipen.
<©oIi gebieben en bebeeien bjo bat geen j^om
nibben of anbere Itetbeïpe ^rfoonen ienianb/
bie hjcgen^ J^et aangaan ban een geinieip
ilutodgit / of om anbere berbobe gebaïïen / in
ben S3an berbaïien i^/ ^nïien bebben te ontbir»=;
ben/ ten 5pbat50oeenS5anneÏingaïboren^ban
(Bn^ of Otiten mïtavié beshjegen| een fcöiift^^
ïpe outbinbing 5aï berbreegen gebben.
gebieben en bebeeïentogojp ben 25an/en
0}J be boete ban ix gulben boo^ ben formen 300
Wbtoiï^aï^Öet gebeuren jai/ aan aiïe opsigter^
tn bofierjS ban be J^arotöi-ßftben/ en ban alle
l^apeïien 'en Öeiïige Paat5en/ baar öet ^oog-
toaarbigfïe ^aftrantent betoaart bJO?b / bat
een b^anbenbe baar^ of ïamjp b^ Öagenbgnacöt
ίίοοί Ö^i Semeïbe toogtoaat&iöfi^ maalde»
tf
-ocr page 110-Fr-edericus Schenk.
te gou&en / en öat 5c ^iv in 0een5!ni
5aam juïïen 5ijn,
u^t ftragte öan ^tt %0fi0i
ïifrij paisitaat ban 3tjne Mo^
ninftïpe lüajefïciit/ «1 aooi on^ gij^n gesa^/
bcröieöen itigi aan ailt Chriftus (Bdmhi^m/ tn
aan ieber in 't ö^sonijcr/ feat niemaiib öe ^oc^
ften ban Maarten Luther, Philips Me-
lanthon, johan Kalvijn, en ban öe an&ere
tmn/ 't öat in öc aatijnfcge of lïnitfcöe
taaïe gefcö^eeben jijn / aï^ öcfteisen&c beeïe
iingen tt^^n get re3t5inni3 <0eïoof/ cn om öi^
reïren öoo? öcn 3lijiofioïtffcöen ^tocï ^eöomiti /
3ai gcBlien tt ieescn/ te öegou&cn/ te ftoojjen /
te berhoojpen/ te&?nßßen/ ugt te Γφρεη/ of
eenigec toijse te begnnfïigen: ja batjc sooitaani^
ge ^oeiien binnen öen tgb ban brie basen/ na
bat 3e ïtenni^ ban bitbebeï3uïïen0e[n?eegenï|e&i
ben / aan on3en ©iifad^ in get a^eefïeipe tec
Öanb snïïen ^cböen te fieiïen of toe te ïaaten fio^
men / om naar berbienfie berö^anbt te too^ben:
en befïraffen en boeten / betoeïïte in ben
3f$tofïoIiflrc|t«i 25jlef en in f^tt pafeitaatban
ne Itonin&ipe Jlajefteit fiaan nptg:ebjn{it
ligt ïiragt ban on^ semeibe o^binad^ ^esag
batieben bjgi ojp ben 25an / baar b? obertteei
ber^ oj» öectec baab upt ftragt ban bit gefcg^t
in 3uUen becballen/ batnjemaiibsaï öefiaaneen
bie in be 2!5an i^ binnen be Herft / of op ï^et
ïtetïiöof/ te be0?aaben of f^tt ïp tan iemanö öie
inben^ani^inbcliecftof op get metßöof be
aarbe te fïeüen: en inbien 'et ^obaniete al be^
9,jaaben 3i)n / bat beseibe ontgiaatten ioii^ben/
inbien önnne gebeenten ban be gebeenten bec
«Seïoobigen ftoimen onberfcgeiben iöoibm/ ten
35 bat Ö«nne biienben of ecfsenaamm sMen
toecöieni;
Het Leven van
ber&icnt §eBöen öe ont&mbiiig ijoo? te
toecben/ en öen feöuïbenaaren bo!iiaan SeBöen^
iie / een Begoo^Ipe Boete faoo^ ijt Beö^eebe ιηψ
iïaatien suiïen Betaaït geBBen. (18)
Eenige Artijkelen, klaarder als onlangs ge-
daan was opgehelderd , en in het aannee-
men der Ordonantien en Dekreeren door
dePrelaaren , Kapittelen en Kanonnikken
der vijf Kerken van Utregtuytgezonderd,
dewelke mee alle gehoorzaEmheic moeten
onderhouden worden»
T€n eei'fïe / bat niet aïïeen be minbece<0eei
lïelpleit / maar ooit 300 toel be ftoefben
alé be ïebemaafen bec gemeïbe bgf «terj^en
5icö 0eö0oj3aam pilen Betoonen aan be ^gno^
öe ban (Crente in ïjnnne jebea en ïtlebinge/
(te toeeten boo| getafïegsen bansobanigefeoafi
fen/ fcöoenen/ roïtïien en anbere Meeben bie
geene Meipe J^erfoonen Betaaraen) enbo^i
bec^ boo? öun eerbaar geb^ag > te baeeten boo?
get fcoiibjen banbe^flEaagben- en|lonnen-ïtioo;=
fiev^/ ban be itroegen/ banferijen/ jagerijen/
onbegco^ipe fpeeïen en ge3angen/ 't toeïiie al·
ie^ booi be fteriiregeien / bie be ^gnobe ban
(Crente anbergouben toil gebben/ berboben i^:
bo^berj^ met naarfïig op öet Cgoo^ te paffen/
CU oma-ent get feöiitften ban ffet berbe beel ban
aile inBomfien boo? bageïijitfelje ugtbeeïingen /
iiebjeïiiebooibe geenen/ bie ter Begoo^iijßetgben
in 0et€öoo^berfegpen/ getrafeïten3nIienbj0iÏ
ben: toeliiegenomen bJojben ngt
be tn{tomf!en 500 toel ban be toaarbiggeben al^
aiibere amptcn/ te toeeten ban be^cijoolboogi
bpfcSay^
io8
' li
' 1
fil
i':·
Fredericujs! Schenk. 109
öyfrSappen / iCgjcforierfcQajpjim / en tjan 00
l^anonniß^gen en i^ießenben Öet
Benielöe bijf ïterfeen. 5©it aïïe^ 3al men ooit in Φ
ïe ]^oïle0iaa!e Herïien boo? on^ ganfcge Mavtp
bi^ébom enberb^eÄeiijft onber^oubeni en jaï aan
ben be gjootgeit ber geraeïbe initont^
fïen opgegecben teo^ben/ omeenebenrebigeber^
beeïmg «gt beseiben te maafien / 30a a!^ b^ee^
bei' in öet ©elireet ban be booinoembefóerltbei;;=
Sabec5n0e fiaat «gttgebr^iftt.
ï^at 3e öe 3^!be ïtóbcrgabennge oofe 3Uïïeii
5e]pco^3aamen omtrent öet öouben banfjun
biyf bg öe piaat^ ban ïjimne ïierfielpe amp^
ten; 3robaarag Dat3eniet ianger ai^^ïsemaani
ben in ï»et jaar a^ee$ä0 snïïen 39«. ï^et seïfae
5ρ te berftaan raaiienbe bc eerbaargeit ban ftun
ieiijin : ïisat 3e ^ft ijair Kiet 3«ilen iaaten ^φζ^
re][i/ pcnebaarbensuïien b^aasen: ai^ooliraa^i
feénbe be ontgonbing j bat 5e pnne b^siteen
5uUen hjcgscnben / en geen gcmeenfcgap met
öeseiben hjeber 3uïïen pleegen : en ooh geene
anbere in gaare piaat^ 3uikn in öug^neemenof
gcb^niften.
©at 3e 3icö ooft 3eöoo,?3aam 3uUen toonenin
itet ontbangen ban be fterïielijiie iï^pjei^ } 30^
baanig öat ten mir.fte be pelft ber ïtanonnifilten
tot ^iiefier^ 3ai 3«« 0eioi|bt > en bat be anbe^
ren vojöer^ ^^iahenä of <i^iiber-biaïtené juïien
3ijn / böigen^ bat be aan ieöere fóa^
«onniïi^bpe en ^^ebenbe 3uUen gehegt eutoege^
toeejen toö^ben. ©ocg of a!^ ban be öfsitter;«
ban 3obaanige ïtanonniit^bgen / ban of aiieen^
ïijft önnne nasaaten tot öct ontbangen ban ge^i
meïbe il^ijbsei^ gegoiiben 3nïïen3ö«/ baar ober
5aï Ijet goebbinben ban syne i^eiiigïjeit / bm
ban ïïomeii/ boo^ gei imaflliomenbe
feejï t)a» Remigius gcij^aagt moeten ίοο^^
ïren.
«Pat 5e aïtemaaï&ooi^ieg selben/ en niet&ooj
miberen öie gnnne pïaat^ beftieeben/ ire <!3obbei
ipe S^ienften tn öe Herft 5uUen becrioten en al·
ïe gnnne bebieinngen toaacneemen: of bat sebgi
bersuim ban bien baar toe acïiterboïgen^ ||et
g^eßreet ban gemeïbe Herïiba'gaberinge juUen
gebbjongen bjo^ben.
g^at be geenen bie fierïseïpeamptenof toaar^
öigöeben met ïa|i ber stelen besitten/ of aanbe^
toefeen ugt ßragt ber fïicgtinge/ cf boïgen^ je^
itere ojbonnantie of gebjoonte/ be ^iiefïeripe
töping seljegt / ten eerflen tot jj^^ie^
fier^5uïien ïaaten togben/ boojnamentïp ίη?;
bien langer aï^ een jaar in ïjet besit ban 50^
baanige toaarbigöeften sgn getoeefï : baar ö^t
Sun piigt taaf gebjeefï 3ici> binnen ïjet jaar na
gunne besit-neeming tot i^tt ^^iefia-bom te ïaa-
ten berboiberen,
be ftrimineeïe en pbjeïp^-jaal^en/ en
bie be oufeui^öeit öetrefen / niet boo;? ben
ften / Sïart^-bial^en / of boo^ anbere minbere
iSegter^/ jeïf^ niet inSetbejoefeen/ snïïenngt^
gebjeejen too^ben/ maar jnlien gelaaten iuo^ben
aan öet onberjoelt en f^tt regt^-gebieb be^ ^if^
fcöoï«^.
^at be ^iffcöop in get C^ooi en get Ma^
pittd/ en in aUe openbaare berrigtingen / ben
eerfien ^toei en beeerfïepiaat^jaï Rebben (ip):
en bat ö^w S« boo^aamfie gesag saï toefeo^
men in ijet berganbeien ban aïïerïeg saaften.
<0n inbien ögi aan be ïianonniitiien iet^ saï
fiebben boo^ te fteiïen / en ißt geen saaft saï
5p baar L· of be sijnen belang in gebben /
bat be saiftöop s^ïf Ö^t Hapittei 3al öewepen/
be
lï
Ih
tl
f
k
ifll
i
tij
i
i:
li»
ï;
Wi
Frbder icu s Schenk. iu
bc fïemm«! ojjnmnen / en jt^n ötfïinl;
ire necmein (lo)
ite u^tboeröcr^ tiet tcfïamenten m^
trcnt öe uptboec«j0 tian te)iament«i/ bie tot
öobb^ucötige toeriieu stmaoöt 59» /
ïen boegen ijofeen^ öe Iterftbecgabenns ba»
(Meente/ toeïïte ©ergaöering geö^aagtaan
Öet ßefcö^eeben jSe^t. S^iet-ßaiben suilen 39
genooö^aatit too^öen om na fjet berioop ban
een jaac reBenmg te boen aan ben SÖifcöojp
en ï)em aïïe be SSetog^-tinftitcn / S^^ieben/ i^ief
Sifiec^/ ^efcöjiften/ en toat 'a* bo?bec toebe^
goo^t/ beioeïiie tot boen ban be iSefieninse
nootsaßeUjft of bienfiig jijn/ ober te iebeten en
tee ganb te fïeïien,
(Bp bat be ^aaït ban getpeeftfegooiof Se-
minary , 't tocifte ugt öebeï ban be l^t^-iiev^
saberinge ban Crente moet opgeregt too^ben/
ten einbe geb^agt / en 'et be |)anb ten eer^
lïen aan gefïaagen toetbe / 300 benoemt be
Üact-S-bifTc^o^ baat· toe ban ^nenttoege,ben
^cïjatiiieetïa* / Ji®ee|iei; iohan Bmhefen, en
Upt be bo^beue «j^eefieltjiJiieit ben iaöt ban
l^aulus.
©at be ICart^-bfaftenen / Hajiitteïen/ en
fajie ijet 3ijn mag / «ieraanb in een ftecfteigis
ampt suilen m fteïien / ten bat ijn eer|ï on^
bersogt en goebgefieuct öoo? ben ^iffcgop.
©at be üapitteien bei· bijf ïierlten ten eer^
fïen eenigcn i!ot ijun iicijaam juiieit öenoe»»
men/ bebjeöie obei· be jaaften ban migiiaabcn
fn obet anbete saaiten öeneffen^ ben natt^-W^'
fcgop suilen Sitten/ 300 in Ört ©eïtret bec
l^etltbergabei'inge b^eebec fïaat ngtgeb^ii&ti op
bat get niet langer mag fcögnen bat öet ïtegt/
t iüelfte ampt^öalbf of tev begeerte ban pae^
He τ Leven van
tgc 0cj>fee0t ttioefï too^öcn/ ojp0eiiouiictt m se^
öat 300 toel bte^e Hirtpcfen/
al^ dic^ toat in öe S^cßmtm itcv föerfebcci
gaömnge ban iC^ente Be0?ecïicn t^/ niet aïïec»
ijoo^ Ö0 ban onje 5ioof&-fiali /
ntaac 00Ä ban alïe onse ^nïterbaanen on^
öetr on^ fSart^-fiift ixioonenbc/ met
gdt aan0cnomcn/ en $o?0buïiii0ïp onbecgou^'
ben 5uïïen bjojöen.
boo^noemöe Hlctijfielen boo? ^gne
^oo0ü)aarite ben Klart^Öiffcgoji ban Iltre0t /
in be te0eniöoo^bi3Öeit ban fóontï«
miffatiffm/ boo^0eb^aa0en/ ober0eïebett en tec
ganö 0efieït aan be ^^eïaaten en fóapitteïen
öer bgf Iteriten ban Iltcr0t / om boÏ0en^ be
6e0eerte ban jijne Honinïiipe j^ajcfïeit / en
be mcetiin0 ban 0emeiben J|oo0bjaarbi0fien
i^eer / befïipteïp onber^ouben eu boibia0t tc
ioo^ben.
<6ebaan te Htceöt / in get teart^-biflTcgop^
lof/ ojp ben bierben / in get jaar ott^
5e^ ieecen een buisenb bgf öonberb/ acfit-en
3efit0.
Ι",
'Iii
ίί
I Λ
Fredericus Schenk. <S9
FOLGT HEr FERroOG
DER
L Α Α Τ
Ε Ν
R Ε
Ujt het Af-fchrift van een a-ader wettig af~
fchrift.
Hoogwaardigfie Vader in Chriftus , Doorluch-
ïigile Aarts-biilchop«
^icïmtm cn Hajjitteifn ban uiae fegf
V V lieciien tièn titccat / imiïenöe arni uim
^ooatoaaröe teoonert göé Begmigeiige^
tdiilig öat toe ^gn
bri'jjaöeriniie baa Crente tioïSomentip tc on^
öetöoiiöeii} en Jjerbeigen^ jiilieitó^ aiittooojbem
500 toeï op öeeje iaatfïe a!^ op iïe eerfie Μηψ
«είει! öie oii^ tsoo^ iitoe ^oogteaaite φί
Seb^aagcn : 300 5053011 ώ feerMaaüen ίορ αφ
tccbülaen^ %tt geeiie i« öe iaatfie aamiceniltige
ban öe iPeftrecicn öer gemeföe Herfebcfgaöeiitv
5ε ban iCcente / öle tog öcnefen^ «toe ^oo^
toaavöe seöaan ïjeööen/ &0OJ on| gejeit en ber*
«loa« 0cïacfft/ bat iB|! be geraeïbe
tcn bei· ïieröueröabffiiiöc ban Ccente/ in aïie^
^n tenemaaï nietterbaaö en met be ugthjec&in*
se/ bjtilen se^oo^saanien en onberbaamg ^ijrti
ιεη bat ïjet bieii^boïgen^ utoe i^oogbjaarbe b^^
ffaat / böigen^ be mai^ bie fj^ac booi genielöe
pergabenng geiieeben i^/ totbengtboennaban
"^5eibe O^efereeten / mit^^abec^ tot be berbete^
ban 't geen noeg onberöctecb t^/ en totbe
S£firaflPiin0 ber mioehoo^s^amen booittetreeöen»
^oeh tap bibben «toe ioogtoaaebe teu öao^fie
Iii. Dee l, t m
1734. Het Leven van
114
li
Öat öet ïiaar beliebe inöe gemeiöe ugtbocnnse
gier op te icttew / öat 'tv uiet^ uytgeboert of
m 't toerti sefïeit toCL'öe / f^tt hjelfte fifgbifl 33
tegen be ugtbniMieipe bjooibeii bec gemeïöe
%ecftbec0aberinge / of een tiogfeiac^ttgeii 31«
ïtaii iiebben.
«ίΒη gemeiht bat 'ec tu be ?ïïtij6eïen/ bte on^
gifieren boo^ iiüje^oogiuaacbe 3ijn ter ganb ge-
fielt/ eenige jaaiten beg^eepeii fiaan/ betoelfte
niet genoeg fcgiinen obei' een te ftomen met be
nieeninge ban gemeïbe ïl^ehreeteu / en eenige
ttoijfeïacgtigöeit fcijijnen te bebatten/ 300
ben b)g baai· oijec geoojbeeit aï| boigt: boa?
rerfi / maitenbe be fcPiiting ban get bei'be ge^
beeïte ban aï!e tnïiom^en/ om 'et» bafïe u^tbee^
ïingen ban te maaiien boo^ bie be feefiseïgiie ge^
tijben öptooonen } 300 bun!it on^ öat be Iterii-
ccgeï^ bec gemelue l^ergaberinge baar ban fp^ee^
ïtenbe geen jjiaat^ en Rebben in onse bijfïtecheiï
banlltregti aangejien be gemeïbe ïtetit-regeï^
iiHmrip ban 3obai!{3e ïieriien fii^eeften / baar
geen bageïyitfcije ngtbeeiingen booi bie ter
Cöooi berfcölinen 3an gefïirlit 5 of bie -er ai
i.
^oebjei Set toereibïsunbig i§ bat geuielbeïfteriie«
ban 3obanige bageïijftfcge uotbeeiingen rebelp
iDeïbooj5!en3p/ tenuiinfle 300 berre bat
om gemeïbe reben niet berinaadoaft en toorbc»·
igter / ojj bat be <iB»obbeïpe bienfï be^ te naai'^
(iiger en bageïgft^ ban be^ te meer menfcge»
tnag Öfiigetooont bjojben, 300 belooft ieber bei^
Jjoo^noembe fóerften bat 3ebe baplpfe^e
beelingen 3ai berg^ooten boo? eeniöaripfcgeH»
fiomfïê ban bui3enb gnïben boo^ be aeenen b'^
tej: CQooj berfcMnen/ m ^nbe<ί5obbeï^jίιebi^'»^:
Fredericus Schenk. <S9
fïen filgten. «il^« mgeijaUe bat hu^ ongc νέ^
öcuen en aanöieömgen aan öetoo,?&ceïeniieraeec
ninge Uan uiöe ifoogioaai'öe 0ecn boïïioening
mogtcn geebcn / 500 öefïoten / boi0«tp
be ijecöuniiin^ ban gcntelöc ïiei'febergatïeringe/
bit tjcrfci)ii öcu Hpotioijffcgm J»toeï te
Jj^engen: on&atufr^cu cgtii' gewcb sgniie om
ïre gemeiiie fonmte tan buiseiiïi gutöen tegenzet
naattiiomenöe jfeeft ban Remigius tot Öiei;^
geiijiie ugtöcciïugen aan te ïeggen.
ttoeeöe / baat öen öaarö m ïpt |ai? ää»"
Saat/ goeiuei öaau omti'ent iiärt^ öcf5ot^n iii
iie bec feobengemelöe ïlcrfebirgabc^
ringe / c^ter geö.magen SÏCÏI scmciöe Kiae ïSeu^
ïien iöaar omirerst; aan ^et S^ifeeet/ 'ttoeïltem
öe iaatflc ^gnabaate ^.jtionmitienbe^aangaai^
be ugigeiioiiien,
Cen ba'be / bc lia'Rcegel^ Ht boa?naentöe
Jl^^rgaberingc/ f^^eelteabe biigen^ l^tt geene 111
Set berbe ^ct^iei öeg^eejieB / jijn ftiaac eii
bjci berfiaantaac: te toeeten öat niet be tegeiii
bjooibige $i>tjitttv4 bec j^ieöeiiben / maar ah
ïeenip Ijitnne .^^asaaten / becpiïgt 5gn om be
toaac ban gefjijooften bjo^b te ont^
bangen.
<!Bn goeioeï get bierbe ISitpeï niet bjeï «ρί^
geboert jou ïionnea toa^ben/ betoi|i niet bebouw
ben bjo^ö bat 'tv ^eïiece iafïen aan eenige ψμ^
üenben gehegt ; 300 ^ija uioe Werften eben^
toeï ijereibhjiiiig ara ^aare pligten 'boo? 500 be^cc
ai^ Set gemafttieïp jai ftonnen gefc^ieben / in
^igen perfoon te bemgten.
SCangaanbe bc immineeïe saaBen öaac gefc
Scfbe Hrtöïieï ban fitjeeïtt / nloe üeciten / gicö
Öoubenbe aan ben berben l^ei-^regeï ba* gefbe
iSittinge / gebiaageii 3ίφ bojbev aan be (Φ^
5. iiingc
-ocr page 119-ßinge ha« ö^t gemeene iSest / eit ami bc
mat^ «ϊ öe iießten.
fdèat öelangt öe ugti)occiu0 hm tc)iamcntcrt
!jie Jjoo^ goöD^ucpißß 1113101011 gcntaaiit sijn /,
öaat; get acgtfie Irtijitei op iöojjt/ itaar in sc^
b^aagcn jicij uioe lieriicn aan&enac^tficnïiertti
regeï ban be ^^ ^ittingt/ aan toien| iuïjouïi ^gi
lien 5eïben ten htsiit oiiiiertocr})en. iS^t auöcce
nttißtltw / 300 ht boo^igaauöe aï^ ise öaac aan
ijoïgenöc / itio^beti boo? utoe ïterlteti aangeaoi^
men: ßcljoubeii^ öat 3g ïianonniMien m getoii«'
&ßC3oeß öei; perfooneu/ öetoclïie in eemgeioaari^
öigöeöen / ïsaiionrnMt^tiDen / of anöcre fterit-
mnjptctt 3iinen gcfteit iïtoiiïen / niet ijoo^ö^ ge^
gaan 3ii!ïen ijjo^ïien aï^ om tocttige treirenen: cn
irat öe mait^-öiaiteuen/ en 1 Ifóapitte'
ïen ftunue <i5ßma0t!0&en juiien öenoeitten / 300
tot öe ojpregting ίί£.η ïjtt queeitfc^ool / afó tot
get onöecsoeii ban ftraffcijuïïiige 3aafteH.
(Öegeeben in't jaar 68. Jl^at
ïaager fionb gefcöieeben. affc&^t ïtomt
obet een met öet oo^jfpioafteiij^e anöiooojö /
't ioeïfte aan.5pe ^loogbjaai'be gegeeben ge^«
toeefï: 300 aï| lö onöerfcöieeben getuige/
LAMZWEERDE, Sekretaris,
öit 3gn be ftnmm Öie tap nyt bc S^oefte^
t^e ban Giisbregt Lap getroïtï»en / en ög ίΰψ
3e ban een 25gboeg3eï ög öet ieben ban öen
Klapt^-öifcÖo» Schenk geboegt öeböen.
.1 I
ί'ϋ
ί;:ί Γ' i
Α Α N-
1 Ik vertaal deeZen zin , zoo als ik den zeiven bc-ft kan v.cr-
ßaan, of zoo als ik oordeelde dat het Latijn, 't wcike hi«:
4uifter en verward is, moeft gelezen worden,
Fredericus Schenk. <s9
I . Dm een netter kennis van dit ganfche verCchil te heb-
ben , zullen wy hier in laffchen en liyt bet Latijn vertaalea
een gedeelte van zekeren Brief der Hartoginne van Par-
ma, daar zy verhaalt hoe verre dat zy deeze zaak, dewelke
tniTehenden BilTchop van Middelburgen den Aartsdia-
ken van ütregt verhandelt was, heeft ingefchikt; Haare
HoDgheit de zaak rijpelijk ondertogt en everwoge» hebben-
de..., heeft ge or don eerten or doneert mits deezen\{^behou-
dens nochtans de fchikkinge van den ApoftoUjfchen Stoel ^
Van de H, Synode van Trente, mitsgaders het naarder
b^e'i van zijne Majeßeit) dat, »mhet regt en het bezit der
Ρartyen niet te benadcekn, het volgende αΐναβ by voorraad
Zal onderhouden worden. 'Ten eerfie , vjot het gemeene
regts-gebied tuJJ'ihen den voorn. Bijfchop ( lan Middel-
burg) en den Aartsdiaken tan Utregt aangaat^ ordoneert
zy dat het zelve., in de eerße regtspleginge (inftantia)
Weer ouder gewoonte zal gepleegt worden door de Gela-
fl^den van den Bijfchop van Middelburg , en door ds
kiekens van gerne Iden Aartsdiaken ; dewelke egt er over
huwelijkfche en andere zaaken volgens het oude ge-
bruik geen uytfpraak zullen doen , als na dat ze aHo-
zullen raad gepleegt hebben met de Officiaalen van
den voorn. Bijfchop en Aartsdiaken. En ingevalle het
gebeurt dat de Party en de vonnijfen van gemelde Gela-
ft'gden en Dekens voor hooger regisbank betrekke», zal het
beroep niet alleen vervallen aan den BiJJchop van Middel-
burgs tnaar alleenlijk zoo verre dat de kennis-neeming
de uytwijzing der zaake , benejfens de profijten en la-
flen der zelve, hem zullen toebehooren \ doch wat het by-
Zonder regtsgebied van den' Aartsdiakenen belangt , dan
het beroep tot zijn regtsgebied alleen, of tot dat va»
fijnen Officiaal behooren'. zoo nochtans dat in het fchatte»
d^r regten acht zal gegeeven worden op de inzettingen;
niet volgens de oude waarde der Kerk'ampten, maar vol-
■S^ns de tegenwoordige, en zoo dat 'er niet alleen op de iji'
^"'fnßen maar ook op den tijd van het bezit gelet zal vjor-
: waar omtrent die in het bezit gefielt zullen Worde»
*«« den Aartsdiaken of aan deszelfs Officiaal eeK bewijs,
^pef zullen toonen van ''s Bijfchops Gemagtigden (Provi-
efvm den Ρ den·, of van de Mt^jeßreßt der plaat-
Aantekeninge op
ze daar zoo een kerkamyt is gelegen; luelke Aartsdiaken
of Officiaal zorgvuldig zal toe zien dat de gemelde Schat-
tingen in alle billijkheit gedaan werden , op dat dienaan-
^mnde ^eene klagten mogen komen ter ooren van haare
Hoogheit ; en zy niet gedwongen z.y door een behoorlijk
tniddel daar tegen te zorgen. Ook zal hy hebkn toe te
zien dap ^er geen anderen tot de Kerk-ampten gevordert
•werden, dan de zodanigen dewelke hem volgens de getui-
genis van vroome luiden bekend zullen zijn voor deugde'·
lijke en eerlijke perfoonen 5 en die hy na etn naarflig on-
derzeek bevonden zal hebben., dat de vereifchtegeleerdheit
en bequaamigheit hebben : ten waare dat ''er voorquaamen
dewelke konden bewijzen dat ze door den Bißchop goedge-
keurt waren : vjant omtrent de .zodaanlgen zal hy niet
gehouden zijn vorder onderzoek te doen. IVat het overi-
ge belangt, dat door den voorn. Deken en het Dom-ka-
pitiel voorgedraagén is, zoo omtrent de vergoeding, als·,
wegens de derde regtspleeginge, en wegens de bygevoeg-
de plaatzen, dit zal haare Hoogheit, oj) het verzoek van
<^en Aartsdiaken en het Kapittel voornoemd, aan zijne
Majeßeit -voorftellen, en zal ''er ook over Jchrijven aan
den Aartsbiß'chop van Utregt , en aan de anderen aan
dewelken daar over gefchreven moet wordes: en zy zal
gaarne haare bemiddeling in 't werk ßellen, dat alles
^t welke regtmat'ig en billijk is mag geschieden. Vorders
^elaß zy dat in al het geene door deeze Ordonantie niet
•verandert is, de Ordonantie van het jaar twee-en-zeflig.,
ptep haare uytlegginge daar by , omtrent al het boven-
ftaande haare volkome kragt' zal hebben , en fiand zal
grijpen', en dat zoo wel het een als het ander zonder
verder uytflel in 'i werk geßelt zal worden. Geduan
te Brujfel den 24. July in 't jaar Τ5·ί?4· Was änderte'
hni MARGARETA, enlaa^er de la TORRE.
Ook 2al het ten zeiven einde niet ondienflfg zijn
luier by te voegen een anderen maar ouder Brief van
geilielde Hartoginne, loopende op dezelve zaak, en
in 't Nederduitfch gefchreven in 't jaar (561. welke
ßrief my door den Heer Auteur is medegedeelt.
„ Pe Hartoginne van Parm», van Plaifantie &c,
„ Éegente ende Gouvernante generale, voor den Ko'
ύ fliJ^fc ons auej-genadigftcniieereij,.in den Landen van
hervsTcrt^
é
i
-ocr page 122-« herwertsover, heeft by de brieven die de Prelaten
)j ende Kapitalen vande vijf Kerken bynnen Utrecht
5, aen haer Hoogheyt gefchreven in dato den 19 dér
j, maendt OÊtobris, ende 'tgheene haerliederGedepu-
j, teerden, deur beuren lafte, haer mondelinge ver-
5, claert hebben, aengaende 't fluck vaiider eleélie van
„ een nyeuwen Harder ende Prelaet van heurlieder Ker-
„ ke gheerne verftaen , het gelove dat ïy hebben gege-
„ ven die Prefident van Utrecht ende Secretaris de Lan-
in 't genen haer Hoocheyt hen beUft hadde, en-
„ de fonderh'nge dat zy wel grootlick verblijt zijn ge-
,, weeft, dat d-'e Con. Maj, belieft heeft, tot haeren
„ vacerenden Bisdom eenen anderen Harder ende Pre-
)) laet te nomineren, als namentiick Heeren Frederkb
5, Schenck van Tamenborg , heeft oock geerne verno-
3) men dat den Perfoen by fijnen Majeil. genomineert
„ heurlieder aengenaem heeft geweeft als wefendedaer
„ toe foe hequaem ende gequalificeert. Ende alfo om
„ te procederen totter vooorfchreven electie, fy haere
« voorfchreeven Hoocheytverhaelt hebben gewoentlijk
J5 te ïijne , alvoren den dach der felver eleélie te kun-
« digen ende laten weten aen heuren afwefende Pre-
?> laten ende Medebroeders om insgelijcx daer inne te
« over comen weicken dach fy genomen hebben je-
■>■> gens den 19 der voorfchreve maendt, gemerckt dat
fy bevinden dat eertijts alfo geobferveert esgeweeft,
55 haere Hoocheyt heeft haer willen conformeren , dät
55 't felve gefchie naer oude gewoonte ganffelick be-
>5 trouwende dat ten voorfchreve dage ly heutlayden
35 fulx voegen füllen, dat de intentie en goede geliefteji
5, van zijn Majeft. in 't ftuck van defe nominatie vol-
5, bracht zal worden, alles volgens 't gheene daer toe
3) fy by den Travaten ende Concordantiën hen weten
>, verobligeert te wefen. Ende aengefien die artycklen
5) by hen aengetogen, fo tenderen fouden tot prejudi-
)j cie achterdele, ifchade, intereft vandevoorfchreve vrjf
53 Godshuyfen, bifonder tot diminutie der voorfchreve
15 Kercken ende ook Archdiaconen, geeftelicke Jurif-
55 diilien met verminderinge ende verlies van heureii
55 thienden renthen enz. deur die nyeuwe eledtien des
55 Eertsbisfchop van Utrecht , als fy uyt de copie
>5 der Paufelicker Bullen foude hebben verlienen, hai-
») te Hoocheyt wil hun wel verfekeren dat de mcenin-
gc
-ocr page 123-izo Aantekeningen op
„ ge fo wel vande Paufelicke Heilicheyt als fijndee
„ Majeftcyt, tendeert veel meer tot behoudenifle ende
„ vermeerderinge vande goede ftaete ende eeretj. van
„ haerlieder voorfchreve Kerken dan tot eenige ver-
minderinge van dien. Dan hoewel de voorfchreve
Bulle mentie maakt, dat de dotatie van den nyeti-
wen Bisdommen foude genomen v/orden op de
Thienden, Renthen ende geeilelicke Goeden in't
Bisdom gelegen zijnde, ende(gelijck fy wel weten)
naar oude gewoonten, obfervantien en gefchreven
rechten die BiiTchoppen ende Harders toebehoren,
,, waar deur ïijne Heilicheyt hadde mogen te gevoege^
„ licker daer van difponeren, nyet min es daer inne
,, fulcken toeficht genomen voor alfo vele alft angaet
„ de Prelaten ende vijfKerckenvan Utrecht, datgeen-
„ fins die Thienden, Renthen thihfen, goeden ende
j, andere gerechtigheit der zelve Prelaten ende vijf Ker··
,, ken het fy waer dat die gelegen mogen wefenaenger
,, roert, noch enichfins by de voorfchreve ereäie ge-
5, diminueert werdén 7,ulien. Maer heeft fijne voorfz,
„ Heylicbeyt deur andere middelen ,ge!ijck heureHooc-
„ heyt wel verfekpr" es, verfien totter voorfz,. dotatie,
„ vermeerderende alfo wel die digniteyt als d'inkomen
,, dervporft. Prelatueren, waer yanhaerHoocheyt hen
„ heeft mit defen willen verfekeren, nyet tegenrtaen-
„ dc d'inhouden van den voorfz Bullen van ereiiiiié,
„ Ende voor fo veel alft aengaet de Jurtsdiélie fo wel
„ vande Kapittelen vande voorfz. principale Kerke als
oock de Prooften ende Archdi;^kenen der zeiver en-
de andere Kercken, heur Hoocheyt en twifelt nyet,
fy en hebben wel vernomen, dat fchreyen ende roe-
„ pen van 't gemeen Voick In defen tegenwoordigen
3, forghelicken tijde tegen die abufcn ende misbruyken
„ dier gefciau in 't bedienen der zelver Jurisdidien. Sy
ep cunnen onck nyet ignoreren 't ckyn devoir dat
5, by fommige daer inne in voorleden gedaen is geweeft,
„ endefonderlinge nyt opriaecke , dat die foe wyt gele-
jj gen,dat haere iunecomftenen eenfdeels qualick fou-
„ den hebben können dragen die coften daer thoenoot-
5, lick wefende, ende fijnde tegenvyoprdelick den tijt
j, fo forghelick, overmits die feélendiemen dagelicx fo
Jange fo meer fiet vermenichvuldigen , ende daf ß>
verre ^efe ^ifg®^ optei) rechiea nyet weder-
ei gcbrochè
!Ι·1,
c
*,
,Ι'ΐΚ
3>
ï
i ■
i
ξ«
('ïi
Fredericus Schenk» ΐ2χ
" gebrocht en werden, deur de fchandalen die't gemeen
" Volk deur uyt nemen, endealderhands inconvenien-
" tien dier oock uyt fpruyten, waer groottelicx te vre-
fen dat ten leiten die geeftelicken Jurifdiaie ibude
geheel in verachtinge comen , ende voorts van hen
felffs te nyet gaen. Dévs^elcke die principale oor-
faecke geweeft is, die heure Heylicheyt ende Maje-
fteyt gemoveert heeft te verflaen tot ereélie vandë
nyeuvfe Bisdommen. Ende gebruyckende defelveJu-
riCdiflie foet behoort, nairvolgende de Decreten en-
Statuten der Heyliger Catholicker Kercken , fy con-
nen wel betrachten datter alfo veel laß als proffyt
fal vallen , ende es die meninge vande oude Heyli-
ge Kercke noyt geweeft, eenig proffijt te trecken vatt
fulcke adminiftratie fonderlicx deur die middelen die-
men een tijt her heeft gebruyckt. Defen allen noch-
tans onaengefien, heeft fijne voorfz. Majeft. wel be-
·> geert defe dingen te doen reformeren met befter repu-
5} tatien ende eeren der Heyliger Kercken alft moge-
lickenes, endefoden nyeuwenopgeregte Bifcoppen
'5 geheel geen Jurifdiaie en foudeii hebben , fouden
h heur Ampt ende Oificien heel machtejoes welen.
') Waeromme wel van node fijn dat heur die felveju-
■·> rifdidie, fo veele de geeftelicken Rechten mede bren-
'> gen, toegelaten worden, hebbende nyet min fijne
» Majeft. altijts fonderlipke acht gehadt op de minfte
9) lefie en fchade van den tegenwoordige Archidiaken-
» ne, fo veel ^Is onvercort der voorn. Bifcoplicker
» overheyt can gefchien , die welcke Archidiakenen ih
5. de Limiten van den nyeuwen Bifdommen al cven-
5> wel füllen blijven haer leven lang by haren Digni-
3, teyten. State ende exercitie vanden JiirifdiÖie Archi-
„ diaconale. Ende indien hier inne enig merckelickever-
» lies viele van heure lieder income fpruytende uyt
j, exercitie vande voorfx. Jurifdidien, haer Hoocheyt
51 daer toe verfocht wefende, fal inden name van fijn-
der Majeft. deputeren CommiflariiTen om het felve
5> volcomelickteverftaen, betrouwende dat fijne voor-
» fchreve Majeft. (die van haer felifs endefonder daet
5> van verfocht te fijn fogenadelicke heeft voorfien tegea
3) dieleflediefybyde voorfz. Bullen foude hebben mo-
3) gen ontfangeo, hun Thienden ende apdereGoe-
•li den) falgelickerwiis oock voirfien totte reiompenfe
van fulckè fchade als fy mogen pretendéren, doir 't
verlies van heurlicder jurifdiaie. Ende dies te meer,
fo fy heur hyer inne gehöorfaem ende willick füllen
bewijfen ende haar conformeren tot die redene vart
haer Heilicheyt ende Majeft. waer toe haer voorfz.'
Hoocheyt ook gairne die handt fiil·, houden, om al-
fulcx van iSjnder voorfz. Majeft. te vercrigene, ge-
lijckerwijs haire voorfz. Hoocheyt alreet geprocu-
reert heeft, dat fijne Majeft. heeft gecompenfeert al-
iulcke Intereft alftCapUtele vauden Dom mach heb-
ben vande Jurifdiélie van Weftvrieflandt , alTigne-
rende in plaetze van dien zekere penfie van fes hon-
dert ponden op 't Bifdom dien fulcke Jurifdiäie toe-
gevoecht fal worden, waer van hair Hoocheit hen
oock wel heeft willen verfekeren. gelijck fy ook bre-
der füllen mogen veiilaen, deur'igene darmen heur- ■
lieder Gedeputeerden mondeling verklaert heeft, wil-
lende nyet min haire Hoocheyt wel exhorteren ende
vermanen dat aangemerkt dte ecre die füllen hebben
vander digniteyt van Eertsbifdom, waer voor hair
luyder Voorfaten voortijts ende in 't begïnfel vander
Kercke van Utreciit in grote queftie fijn geftanden,
ende dat alle dingen comen tot opnemen welvairt
ende eere vande Heylige Kercfcen ende onderhoude-
niiTe van den geeftelicke State, oock gemerkt die goe-
de confidératie die fijne voorfz. Majeft. hyer inne
heeft gehadt, als veriiendé tot haerluyder indemni-
teyt; dat fy in dank willen nemen defe genade ende
goede gunftc die fijne Majeft. hyer in hair heeft be-
wefen, ende loven den Almogenden die fijne Majeft.
gèinfpireert heeft. Procederen daeromme fonder meer-
der dilay ofte vertreck totter voorfz. Eleftie, nyet
connende hairHoocheit hun verlenen enig vordere pro-
rogatie gelijck fy oock gheen oorfaeck en hebben
fulcx te begeren, het welcke oock fijne voorfz. Maje-
ileyt des van haire Hoocheyt berecht fijnde, in goede
nyetfoude connen afFnemen. Aldus gedaan ende geor-
doneert tot Bruifele onder den naem van hare Hooc-
heyt endeCaichet van fijnder voorfz. Majefteyt, den
17 dach Öélobris 1561. Ende was onderteykent
MARGARETA, ende noch nederwairts teneyndc
iïnder den replycq aldus, vander AA,
Gsco'
5'
Τ
ί»
ί»
3)
ί>
J»
55
S>
J'
J>
ϊ»
55
5'
3>
V
J)
J>
»>
5>
»?
3»
ÏJ
55
3»
J>
3»
3ί
ii!
i:
I i
'1
li
Fredericus Schenk» ΐ2χ
Gecopieert uyten principael Brief, ia Franchijn g€&
fchreven, onderieyckent als boven ende beveiligt ;
mettet Cachet vande Con. Majefteyt ons alre ge-
nadigften Heere^ in roden waiTche beneden opgc-
druckt ende daer mede accordeert van woorde ·
tot vcoorde , by my
a. Men ziet doorgaans in het leveii van Fredetlk
Schenk dat hy en de ganfche Synode van Utregt zeer ge-
ftaan hebben op het fchrappender baarden. Dit is een ond
gebruik en als een wet geweeft in de Latijnfche Kerk :
^00 leeft men dat Photrns onder veelerhande befchuldig-
punten, die hy tegen de Latijnfche Kerk by een raapte,
haar ook heeft verweeten dat haare Geèftelijkheit de
Gaarden liet fcheeren. En Paulinus getuigt ook in '
ïijnen zevenden brief dat de Latijnfche Geeftelijkhcit
hnnrie aangezigten liet kaal fchrappen. Ea daarom leeft
men in de Bertiniaanfche Jaarboeken dat de Diaken
die zich tot het Joodfche wangeloof had begee-
ven, aanftonds de baard Het waffen. Ook vindt men
dat Gregorius VII. zekeren j^iïi-otej, denwelkehy Aarts-
tiifTchop vanKagliari had gewijd, heeft gedwongen om
^ine baard te laaten fchrappen. {lib. 8. cap. zo.) Ea
■P. Damiani klaagt 'er geweldig over in een van zijne
brieven {Ub. i. ep. 15.) dat de quade Klerken van zij- ·
^en tijd van deLeeken niet verfcheelden, als door het
sffchrappen van hunne baarden. Dit zelve is op vee-
'e plaatzen ook als een wet gebruykelijk geweell ondeÈ
'ie Monnikken. En daarom valt S, Auguflijn in zija
berkje {deoper. Monachoram) geweldig uyttegenfom-
Qiige Monnikken die lange baarden droegen. Men
^eet dat Frandfius, als hy de beveftiging van zijne Or-
"ier verzogt, door Innocemius III. is afgewezen. On-
meer andere redenen, dewelke door Mattheus Pa-
^is opgegeeven worden, is 'er dit ook een geweeft dat
^y met een lange baard ten voorfchijn quam.
By de Grieken, zoo als we uyt de befciiuldigingen van
^hnius können vatten, is het anders verftaan geweeft.
Ja NicetasChoniates, daar hy verhaalt hoe datKonftan-
i^itiopolen door de Latijnen bemagtigt is geweeft , ea
jjoe dat de Latijnfche Patriarch met een afgefchraptc
Ward in de Kerk verfcheeh , fprèekt daar van als van de
i^ervloekt« verdelginge die door dea Profeet Daniel-
"■ii'S
ΐ.ΐίΐΐ
'i
V' ·.
(' ! i
Aantekeningen op
voorzeit isgeweefl:. Dat meer is S.Epiphamits, fpreeken-
devaneenige Monnikken van Mefopotamie, en hunne
fouten opleezende, doet de baardfcheering als het gru-
welijkfte van allen gelden (I. 8o. c. r.) zy doen noch
eeufmader zaak: watti zy fcheere» de haard, dat is ', de
eige gedaante van den Man af, het welke, 7,eyt hy, m
de ApoftoliiTche Ordonantien verboden is. Klemens
van Akx't'idrien heeft het ook zeergqladen op het fchee-
ren van de baarden {in Padag. Chrifl.) Hy zeit dat het
een vuile en fchandelijke vertooning is, een Man te zien
xonder baard.
By de Latijnen was dit fchrappen van de baard op
veele plaatzen eygen aan de Geeftelijkheit, too dat de
Leeken hunne baarden lieten groeien , of maar een wei-
nig affcheeren. Dit blijkt uyt de bovengemelde plaat-
ïe van P. Damtani. Op dezelve 'wijze fpreekt liathe-
rw, Biflchop yan Verone, in zijn Boek van het ver-
fmaaden der Kerkregeleti. En toen de Noormannen
meefter' van Engeland zijn geworden, is 'er geen zwaar-
der en onlijdelijker vervolging voor de Engeifchen ge-
weeft , als dat ze hunne hairlokken en hunne baarden
moeften laaten fcheeren. Ja om die vervolging der
baarden (zoo als ze dezelve noemd-en) te ontvluchten,
XtjH ''er verfcheide Edelluiden, Ridders en Prelaaten, al'
temaal keurige, edelmoedige en hupfche Mannen , dewel-
ke op de wijze der Oofierlingea, en vaornamentlijk der
Trojaanen, hunne baarden en hairlokken lieten wajfchen.
.' I
μ
< ί I j
' , , j
ϊ',Είί
^'liiï
1 ,
ballingfchap gegaan. ( Matth. Paris in het leven van
Fretericfts 3, Abt van S. Alban ) En als Haraldns Ko-
ning van Engeland het Leger Van zijne Vyanden de
Normannen had laaten verfpieden , quamen de Ver-
fpiéders hem wel ernfielijk boadfchappen dat ze alle de Sol-
daten der Normannen voor Prießers aanzagen , om dat
hun ganfch aangezigt met beide de, lippen kaal gefchrapt
tuas. (id. ad. ann. 1166. ) Maar hier omtrent is het ge-
bruik onder de Leeken volgens de verfcheidentheit der
tijden en der Volkeren ganfch nietgelijkformiggeweeft.
By de Oofterfchen wierd het voor een onverdraaglijke
fchande gehouden, indien'er jemand maar een enkeld
hairtje by gefal en op een onnozele wijze uyt de baard
wierd getrokken, zoo als in het elfde boek van Gui _
ielmus Tyrias, en in het eerfte irmJacobusVitriaco te lee-
zenftaat; en ^y^Q Qriekcq, was^ 'er geen fciiandelijker
ßraff?
az4
,3!·
■li
U i! ,
■ li !
Fredericu s Sch enk. iij
Sraffe als het affchrappen van den baard, zoo als uyc
^erfcheide plaauenvan AnnaComnena, Johannes Katf-
^^»fenus en van meer anderen beweezen kan worden.
De zoo genoemde groote T'amerlaan had een grooten
baard, zegt Theod. aNiem, in het derde boek zijner Hi-
ftorien, daar volgens de gewoonte van de groote Hänf-
nen van Griekenland en van het Ooften veelekoftelijke
gefteenten aan hingen en flingerden.
Volgens Molinet (in zijneHiftorie der Pauzen) zou
^lemens VII. de eerfte der Pauzen zijn geweeftdieeea,
oaard zou gedraagen hebben : en dat by deeze gelegend-
^cit, dat hy door de Keizerfchen gevangen zijnde, en
leven maanden lang gevangen blijvende, geen zorg had
gedraagen om zijnen baard te laaten fchrappen. En
daarom heeft hy, verlort zijnde, altijd den baard wil-
'en behouden: 't welke zijiie Nazaaten, zegt Molinety
tot nu toe achtervolgt hebben. Maar dat Clemens Vil.
Juift de eerfte zou zij η gcweeft,daar voor zou ik geen borg
durven blijven. Men vindt althans dat Paus Figilius ^
te Konitantinopolen gevangen zijnde , en een fchuiT-
P'aats in S. Pieters Kerk zoekende, door de baldadige
^oldaaten op een wreede wijze by de voeten, by het hair-
en by de baard getrokken is geveeft. En in de afbeeldin-
gen der Pauzen by de geleerde Bollandifien , welke af-
"eeldingen genomen zijn uyt zeer oude Schilderyen ea
^fbeeldzels, is de allereerfte die zonder baard
en knevels ftaat uytgeprent. Onder de volgende Pau-
zijn 'er ook eenigen, als3'a//«jl, Damafus^ Gela-
•^•f, Pelagius,Bonifacius III. (die wel deftig gebaard is)
^"»orius, BonifaciusV, StephanuslV, en in laater tij-
denΠ, Eftgenius Hadrianus W, Lu·
III, Alexander , AdrianiisV, NkotausUl, ÏH-
'^•f II, en meer anderen die met hunne baarden verbeeldt
borden.
3. Dewijl de aanneeming van de Kerkvergadering®
Trente een voornaam gedeelte is in de Kerkelijke
^iftorie van ons Vaderland en van de omleggende Lan-
Zal het den Leezer, zoo ik vertrouw^ nietlaftig
^'len, indien ik hier eenige omftandigheden van die
®1neeminge, dewelke ten deele ons eigen Vaderland,
deel e eenige aangrenzende Landen raaken, met kor-
^oordeft vermelde. .
gemelde aanneming is veel gemakkelijker te werk
-ocr page 129-Aantekeninge op
gegaan in Spanje en de ondcrhoorige Landichappen,
als in Vrankrijk, Philips de tweede (zoo als by Ant.
Anfelmi in zijnen Trebonianus Belgtcus aan het twee-
en-dartigfte Hoofdftuk, en by den Heer -va» Efpen in
zijne Voorberigten op de geeftelijke Regten gezien kan
worden) heeft degemelde Kerkvergadering ten eerfte in
ïijne Landfchappen laaten afkundigen; en heeft ook
aan zijne wereldlijke Amptenaaren gefchreven, dat zy
des verzogt zijnde, hunne hand teruytvoeringe vande
gemelde Vergaderinge zouden hebben te leenen. Ook
heeft hy begeert dat dezelve in de Nederlanden zou af-
fekondigt en beftiptelijk onderhouden worden. De
iandvoogdes Margareta, van Parma ,. voorziende dat
dit een werk van grooter nafleep was, en dat 'er wel
laftige beroerten uytmogtenrijzen, heeft alvoorenshet
gevoelen der BiiTchoppen, der Hooge Schooien, der
Koninklijke Raaden , ja der Majeftraaten van iedere
Stad willen weeten , en heeft hun des aangaande om
raad aaugefprooken : hoe dat men de Dekreeten der
Kerkvergaderinge zou dienen af te kundigen, en of'er op
de Regten van zijne Majefteits Onderdaanen, mitsga-
ders van de Kerken, Provinciën enz. niet zou gelet wor-
den. Op het voorftel der Hartoginne, en op het be-
houden van de gemelde Regten, zijn door de BiiTchop-
pen en door de Hooge School van Loven weinige op-
merkingen gemaakt, ais verilaande dat de Kerkverga-
dering zonder eenige bepaalinge moeft afgeknndigt wor-
den. Maar de Koninklijke Raaden en de Majeftraaten
der Steden hebben hier en daar in de gemelde Vergade-
ringe al eenigepuntenaangetekent, dewelketegens ge'
melde regten fcheenenteftrijden: en hebben vervolgens
gepordeelt dat de afkundiging niet behoorde tegefchie-
den, als met eenverzachtinge vanzodaanigeartijkelen,
om niet alles door een zoo fchielijke verandering in
rep en roer te ftellen. Als dit alles door dc HartogiH
aan den Koning was overgefchreven, heeft hyegtergs-
antwoordt dat hy in het afkundigen van de gemelde
-Dekreeten geen bepaaling of inbinding wilde gemaakt
hebben, zoo om aan de Romeinen, die doch altijd wat
te zeggen hebben, geen reden van opfpraak te geeven ί
als om geen gelegendheit te geeven aan de andere Chri-
ßene Vorften, die het oog op den handel der Spanjaar-
den hadden, van ook hunne nytzonderingen teriiaa-
kef
12.6
II ■
i
ί i; 1;
Fr-e DER icus Schenk. 127
tsn: Hy zeide dat 'er ία Spanje ielf geen uytïondering
Was toegedaan behalven dat'er alleenHjk een geringe
Verandering omtrent de wijze der uytvoeringe was ge-
maakt. Zoo is dan de Kerkvergadering zonder eenige
ïiytzonderingen af gekündigt. Egter heeft de Hartogia
(zekerlijk op 's Konings bevel) in haare brieven aan
de Biirchoppen en Majertraaten gefchreven dat het 's Ko-
nings begeerte was dat'er doordeezeafkundiging, hoe
wel zonder eenige inbindinge gedaan, geene verande-
ring gemaakt, en geene nieuwigheit zou ingevoert wor-
den omtrent de Regten en Privilegien van zijne Maje-
fteit, of van haare Vafallen, Staaten enOnderdaanen.
De brieven dienaangaande aan de BiiTchoppen gefchre-
ven ftaan in het fefde Boek van het derde Deel der
yiaamfche Plakkaaten. De anderebrieven, aandeMa-
ieilraaten en Koninklijke Haaden gefchreven, ftaan ia
het eerfte Boek van het tweede Deel der zelve Plak-
kaaten.
In Vrankrijk is het op verre na zoo gemaakkelijk mei
deeze aanneeminge niet toegegaan. Hoewel men 'er de
Dekreeten ontrent de geloofspunten in allen deelen goed-
iiéurde. zoo kon men egter niet lijden dat de Kerke-
lijke Vrydommen van Vrankrijk , en de Regten va»
5'ijneMajefteit en van de wereldfche Overheid, inver-
fcheide punten benadeelt waren. Men kan by den
VermaardenHiftorie-fchrijver, fchrijvende over
hetjaar iy63,nazien hoe datter verfcheide Godsgeleerden,
en onder anderen de vermaarde Claudius Xaintes , te-
gen morden. De.geleerde Effenceaus^ fchrijvende o-
ver het eerfte Kapittel van den brief aan Titus^ klaagt
'er over dat thans in de algemeene Kerkvergaderingca
alles op zoo een voet moet doorgaan, gelijk het door
de Italiaanen verftaan word: om dat Italië alleen zoo
Veele of meer BiiTchoppen heeft als alle de Landfchap-
pen t' zamen. Daarom hebben de Pauzen nochte
Bifichoppen, wat beweegingedat ze al gemaakt heb-
ben , niet können verkrijgen dat gemelde Kerkvergade-
ring in Vrankrijk zou afgekundigt worden, wat voor
^erzachtingen of uytleggingen dat ze ook voorfloten,
ï^a het eindigen van de Kerkvergaderinge heeftdePauf-
felijke Nuncius, Profper α S. Crucc, groote moeite by
Koninginne Katarine de Medicis aangcwendt, om
afkundiging te verkrijgen, maar te vergeef«.
de IX, hoewel dikwils daar toe aangezogt, heeft inde
afkundiging noit willen bewilligen , Ichoon dat 'er
door den Paus verlcheide Nunciuffen, gedaurig met
voordeeliger voorttellingen , aan hem over die zaak
wierden gezonden. Ue^nr/^ !IL was'er even kragtig
tegen , zoo als blijkt uyt zijne Ordonantie , dewelke
in 't jaar de Staatsvergaderinge van ßlois is
uytgegeven. Clemens Vill, heeft 'er noch grooter moei-
te om gedaan als zijne Voorzaaten : want dewijl Hen-
rik IV, op alle manieren zijne ontbinding zogt te ver-
werven, deed de Paus hem plegtelijk belooven dat hy
de gemelde Kerkvergadering zou af kundigen. Hy zou
het ook gedaan hebben, als ftaande doorgaans beftipte-
lijk op zijn gegeeven \roordt. Maar hy heeft zoo veele
zwarigheden en zoo groeten tegenftand van wegens de
Parlementen ontmoette, dat hy het werk ook heeft moe-
ten itaaken. Ja vuor de regeering van Henrik IV. heb-
ben dc bekende Eedgenooten , dewelke quanfuys zoo
yverig waren voor het Katolijke Geloof, in zekere Staats-
vergaderinge te Parijs, in 't jaar 1593 , daar deNuncius
zijn oogwit zekerlijk; meende te bereiken, de gemelde
aanneemiug afgeweezen , zeggende dat zoo een aannee-'
.ming niet anders zoude zijn als een vernietiging van alle
de Regten en vrydommen der Franfche Kerke. De Pau-
zen zoo dij{wils atgeweezen, hebben naderhand , zoo
het fchijnt, geene of althansgeen merkelijke moeitege-
daan om die aanneemiug door te dringen, dochdcGce-
ftelijkheit van Vrankrijk heeft 'er voor en na dikwils in
gearbeidt; als in 't jaar 1576 in de Staats-vergaderingc
van Blois: in de Vergaderinge der Franfche Géeftelijk-
heit van het jaar 157p, in die van Fontaine-bleau, van
'tjaar ifSz. in die van 't jaar 1596. Het zelve heeft de
Biflchop van Lucon in't jaar löij·. uyt naam van deGee-
ilelijkheit, verzogt opLsi^wp XIII. doch wederom te
vergeefs. Zoo dat de Gceltelijkheit eindelijk den moed
heeft opgegeeven: en 'er niet meer van heeft gefproken·
Doch dit alles ziet maar op de bovengemelde punten.
Want wat het Geloof en de Hervorming der zeden be-
langt, daar in is de voornoemde Kervergadering doof
een eenpaarige en gelijkvormige over-een-ftemmingzoo
wel in Vrankrijk als elders aangenomen.
Om nu te weeten waar in de Franfen zich in hunne
regten door gemelde Kerkvergadering beledigt geacht
hebben»
■ ·( :
1 I
■ i
eijii
[■Mi·.
·■ i' r
i'S
iz8
''i
Aantekeningen op
I
-ocr page 132-Fredericus Schenk» ΐ2χ
hebben , zal ik hier een lijft van de voornaamfte be-
^w-aarniiTen opgeeven , meeft getrokken uyt de boven-
gemelde Staatsvergaderinge , dewelke door de Eedge-
^ooten ia't jaar T59B te Parijs is gehouden: welké
vergadering den Paus anderzins ten hoogfte Was ge-
Degen. _ , / ,
ï. Omdat in de vierde Zittinge aan de Biffchoppen de
^agt word gegeeven om de maakers en verfpreidecs van
^er-rovende Ichriften te kaitijden: welk regt door ver-
scheide Koninklijke Plakkaten, (als door die van üi·»-
li. van 't jaar ΐ5·+7, en van 't jaar 1551 , doür-die
J'an Karei IX. van 'tjaar i^öoen van'tjaar 1566.) aan
^ Koniiigs Regteren ii toegeweexen.
Π. Om dat in de zcfde Zittinge (in't 8Kapittel) de
i^aus word gemagtigt om in de plaatze vandeBiiTchop-
Pen , die hun verblif in hun Bifdom niet en houden,
andere Biffchoppen aan te ftcllen,- 't welke, zegden d^
franffen, ftrijdig is tegen het regt der Koninklijke be-
'loemmge.
ill. De K-^rkvergadering geeft aan de Biffchoppen,
Gemagtigden van den Roomfchen Stoel , het op-
^'gt over de Gailhaizen , Kollegien, Kerktimmeraadjen
en Broederfchappen van Leeke\i enz.'t welke inVrank-
"■'jli ook de Koninklijke Regters toebehoort.
iV. tiet flraöen der geenen die in 't heimelijk trou-
wen, en zodaanige Huwelijken als Getuigen bywoo-
word door de gemelde Vergadering den^Biffchop
*^Pgedraagen: 't welke in Vrankrijk 's Konings Regter
'oekomt.
De Kerkvergadering maakt de Biffchoppen Reg·»
^rs in allerhande Regten van PatroonfchaDpen.
De Biffchoppen worden 'er gemagtigt om de
^riderdaanen der Parochiën tot het onderhoud van hun«
Paftooren te dwingen ; daar de Biffchoppen in Vrank-
η-''^..geen ander regt over deLeeken hebben als ingee-
zaaken , by voorbeeld iH 't bedienen der héili«
δ® i:akramenten.
j^.^II. De Biffchoppen w^orden'er gemagtigt om's Ko»
ρ "gs Notariffen te onderzoeken, enzooze onbequaam
ö^vonden worden af te xetten . .
κ VlII. Daar word den Biiïchoppen regt gegeeven om
te neemcn over het houden ven byzitten, en over
overfpelen , zoo wd tegeiis alle Leekeii als tegene
"^Qeeftelijken.
ill. DiEu ^ IX. De
130 Aantekeningen op
IX. De Kerkvergadering l^erooft de gekroonde Hoof-
den van het regt der zoo genaamde Indulten,
X. Zy ftaatde Bedelende Monnikken toe dat ze va-
fte goederen zullen mogen bezitten.
Xi. Dezelve Vergadering flaat aan de Biiïchoppen
toe dat ze in zaaken, tot haare regtbankbehoorende, zul-
len mogen voorttreeden tot het aanflaan der goederen
cn het gevangen neemen der perfoonen : daar zy in
Vrankrijk gehouden zijn de hulp der wereldfche magt
daar toe te verzoeken.
XII. Zy doet de Koningen en Voiften in den Ban,
dewelke het twee-gevegt zullen toegelaaten hebben
XIII. De gemelde Kerkvergadering begeert dat alle
de Ordonantien der Pauzen, ten voordeele der Geefte-
lijken uytgegeven, zullen achtervolgt worden : daar
men egter weet, zeggen de Franffen, dat 'er zeer onge-
rijmde Dekretaalen zijn uy gekomen, dewelke noitin
Vrankrijk aangenomen zijn geweeft.
XIV. De zelfde Kerkvergadering begeert dat al's
haare Dekreeten zullen verftaan en nagekomen ΛνοΓ-
den, behoudens in alles het gezag van den Apoilolif-
fchen Stoel. Dit, zeggen zy al wederom, is ftrijdig
tegen de uytfpraaken der Parlamenten : dewelke ver-
klaart hebben dat de Pauzen de geeftelijke perfoonen
niet mogen ontflaan van het onderhouden der Kerke-
lijke Dekreeten enz.
XV. De Kerkvergadering ftaat den Paus toe dat hy
de zaakender Kerkelijke perfoonen , van de BiiTchop-
pen zal mogen naar Romen trekken, en aldaar beilif-
fen: 't welke ftrijdig is tegen de vrydommen derFran-
fche Kerke.
XVI. Zy magtigtdeBiiTchoppenopverfcheide plaat-
sen om hun regtsgebiedte doen als gemagtigden van
den ApoftoIiiTchen Stoel. Dit, zeggen zy , is ftrijdig
tegen hunne Ordinariflè of eige magt: en het veronge-
lijkt ook de AartsbilTchoppen; want in gevalle van be-
roepinge worden dezaaken van de rechtbank der PauiTe*
lijke gemagtigden getrokken voor'den Apoftoliffcheit
Stoel : daar zulke zaaken anders van de regtbank der
Biflchoppen voor den Aartsbiffchop getrokken worden-
Behalven de bovengemelde punten zijn 'er door Anf·
Hotomannus, en door meer anderen, noch verfcheidc
aangetekeftt, dewelke iWM bw gevoelen het regt def
' opperr
Fredericus Schenk» ΐ2χ
oppefmagta] tenakoomen, als dcmagt aan de Biffchop-
Peii gegeeven om de uyterfte willen te veranderen: om
de inkooiften der Gal'thuiïen tot andere gebruiken aan ·
te leggen: om de inkomlfender Prebenden te verdec-
len, en de hoofdfom in dagelijkfche uytdeelingen te
veranderen: om de gene die lijf om lijfgevochten heb-
b.-n van hunne goederen teberooven. Verders, hetver-
bod door gemelde Kerkvergadering aan de wereldfchc
Majeüraat gedaan, dat ze de Biifchoppen niet zullen
tiebben te beletten de onderdaanen van hun Bisdom in
den ban te doen-, of niet zullen dwingen om hen te
on.flaan: het welke, zeggen zy, tegen het gebruik ea
het gezag des Konings is ; dewelke , als voorftander
der Kerkrepelen, de BiiTchoppen mag dwingen om dc-
J^elve te onderhouden, enz.
Dit heb ik des te breeder aangehaalt, om dat veele
derzelve punten ook niet onderhouden worden in
andere Katolijke Landen, zoo als men, indien hetnoo-
dig waar, zou können bewijzen.
4. Van deeze Beeldftorminge zijn onze boeken vol;
cn is dierhalve niet noodig daar over veele omftandighe-
den te fchrijven. Alleen heb ik dit maar aan te merken
dat ik een kort Latijnfch Verhaal heb, zijnde met de hand
gefchreven en getrokken uyt de ongedrukte Ijagoge, of
inleydingtot de Hillorie van de Nederlandfche Beroer-
van Francifcus Dnfleldorpius; van welkgefchrift
^y elders milTchien breeder ftaan te fpreeken. In dit Uyt-
trekzel ftaat het volgende. Als deeze Brieven (dat Koning
Philips gereed ftond om over te komen ) aangelome»
'^arett , hebben tuy gezien dat de -voornaamßen -va» de
^eeldflormers merkelijke fotntnen gelds aaa de ^rken ge-
geeven hebben , urn V geene afgebroken was weder op te
i'mmeren: en dat ze fchier allemaal te biecht en te Com-
'»tunie zijn gegaan ; doch niet anders, gelijk ze naderhaui
^■df bekent hebben , als uyt geveinflheit en op een heilig-
fcloendige wijze. Uyt welk ftaaltje alleen ook genoeg-
zaam kan blijken, hoewel het evenwel een bekende
^aak is, door wat geeft die menfchen, doorgaans een deel
«anaalje, totdatwerk aangezet zijn geweelt. Ook ver-
Jiaalt dezelve Schrijver noch een gruwel ijker zaak van den
^raaf van Kuylenburg , die hy het Hoofd der Beeld-
«ormcrs nowmt. Deze Graaf Floris, zegt hy, heeft
% lies
-ocr page 135-1752 Aantekeningen op
tiet gewijde Lichaam des Heere genomea, en van ?ijne
apegaay laaten op-eeten. . Maar om noch iets van die
Jeeldftormers te zeggen : moet ik hier een plaats uyt-
fchrijven uyt den vermaarden en hoog-geleerden Wil-
helmus Lindanus, BiflchopvauRoermonde , {deFugt-
endis doUs l.i.c.i^. apud Ïtlm. Bredenbach Collat. Sacr.
l. 7. e. 38. ) alleenlijk om te toonen hoe dat de drift
en een fchielijke woede en geeftverrukking hier meer
plaats heeft gehad als een regte yver vooir het Geloof
of tegen de zoo nytgekreete misbruiken. „ Geloof-
„ waardige oog-getuigen hebben vertelt dat, wanneer
.„ de Leidenaars in 't jaar 157^ ^^^ Kloofter der Min-
„ nebroederen buiten de Rhijn-poort gingen onder de
-„ voet haaien , iemand in de plaats van een vaandel
„ het afbeeldzel van den duivel op een lange fpiefTe voor
„ uyt droeg ; zoo dat het wel te zien was watmeefter
„ dat ze dienden. En de beeldftormers hebben op ver-
,, fcheide plaatzen getoorit dat ze meer van 'sduivels al
„ van Chriftus fchilderye en afbeeldzel hielden. Zeker
„ Spaniaart te Londen in S. Paulus Kerk komende,
„ en zijne oogen herwaarts en derwaarts keerende, zag
,, geen eene fchilderye van Heyligen. Vorder in ge-
,, treden zag hy een afbeeldzel dat geheel en ongefchon-
„ den was, te weeten dat van den Duivel, 't welke
„ men gewoon is onder de voeten van S. Michiel te
,, fchilderen. De Spanjaard zijne gramfchap niet kon-
• 3, nende binnen houden trok dendegen, en begon luftig
,, op den Duivel te flaan, zeggende; Vort van hiergy
„ moet 'er zoo wel uyt als de anderen. Zoo hebben
,, zy 't ook te Antwerpen gemaakt, daar zy in dien
3, lofFelijken oorlog tegen de Beelden niet alleenlijk de
„ beelden der twee moordenaaren gefpaart hebben :
g, maar na dat ze het ftaande beeld van Chriftus, en
,, van den Engel die doorgaans by den goeden moor-
j, denaar gevoegt wordt, gebroken en vermorfelt had-
den, hebben zy alleenlijk gefpaart het beeld van den
duivel die doorgaans by den quaaden moordenaar
word geftelt: zoo als ik, zegt Lindanus, met dee-
ze eigen oogen tot mijn groot leerwezen heb gezien:
waarom het volk ook al fcherfende zcide dat ie wel
gedaan, hadden, met dehanden aan hunnen Heeren
Meefter en aan hunne broeders niet teilaan. En als
ik, zegt hy al vorder, iu 'c jaar yz weder in mü«
„ Biä-
h
Ε
i '' ί 1
U . lU
t.ilH
I.· 'i' ^
3J
iüii i
■SI
■31
9>
3>
! ;
ίΙ
Freder ic us Schenk. 133
'> Bisdom was gekéert , daar 't alles door de woede
5> der Geuzen over hoop lag , heb ik , zoo als ik het
5) Choor van deHoofd-kerk te Roermonde bezigtigde,·
5) gezien dat alles van den hoogen Outer,weg geroofd
3, was, en drie beeiden van Heiligen verbrandt vv:aren :
» maar dat 'er noch een klein beeldje. v?as gefpaart, 't
>, vpelke doorgaans by de Η Maagd Genoveve wor4
)> gefchildert, en den Duivel met een blaasbalk in iijnC
hand verbeeld. Ik pakte het aanftonts aan, en fmeet
het tegen de aarde, zeggende, vertrek van hier Duit
') vel..,. Doch men moet ook bekennen dat ;al dit
'3 Woeden en beeldftormcn niet op de rekening van dc
33 bezadigde en befcheidenfte Gereformeerden moet ge-
•3 ftelt worden. De opregtfte van hunne Hiftorifchrij-
3} vers vallen 'er al zoo wel tegen uyt als wy,
S. Daar ftaat in de Kerkvergaderinge van Trente niet
dat het onderzoek , 't welk door de Aartsdiakenen plagt
te gefchieden, afgefchaft woid; maar de Aartsdiake-
nen hebben het zoo gevat, of gevrceft dat het zoo ge-
vat .zou worden; om dat 'er alleenlijk gehandelt word
Van 't onderzoek 't welk door de BilTchoppen, of op
^un bevel, gedaan moet worden. En noch heden, zegt
Heer van Efpen (jus can.part.i.tit. 12. c. i. ) zijn de
■Aartsdiakenen, zoo wel uyt kragtvanhet gemeene als van
iiet hedendaagfche regt, gemagtigt om het onderzoek van
alle de genen die tot kerkampten ftaan gevordert te
■Worden byte woonen. En al is het, zegt Zypseus {Con-
fnk. de archidia.) dat de Synode van Trente, lof eeni-
Re andere byzondere Synoden, eenige byzondere onde^r
hoekers aanwijft eil uytdrukt , zoo worden de Aarts-
diakenen daar door van het onderzoeken niet uytgeflo-
ten , maar de gemelde Onderzoekers worden den Aarts-
diakenen als een hulp toegevoegt. Dit blijkt onder anr.
deren uyt de Bulle rakende de opregting van de nieu-
we Bisdommen in Nederland: want nadatzebevoolen
^ad dat twee Kanonnikken in de Godkunde, en een
Kanonnik in de Regten gepromoveerd , zouden ftaan
het onderzoek der genen die tot de zorg der zielea
ftaan gevordert te worden, zeitzy uytdrukkelijkdatze
°>t onderzoek gezamentlijk met den Aartsdiaken moe-
in 't werk ftellen; genoeg te kennen geeven^e dat
Aartsdiaken het yoornaamfte gezagj voert in, het
Setnelde onderzoek. ,
134. AaNTE KEN t NOEN OP
6. Inßelliffgen in de kerkampten. In 't Latijn InflitH·
ttones &c. Jk beken dat het naana-woord inflellingen
wat duifterachtig is in deezen zin: maar ik weet geen
bequaanier te vinden. Deezc inftelling is eigentlijk
geen int-bezit-ftelling, 't welke ook een foort van zoo
een 'mflitutio is, en ook van de BiiTchoppen is overgegaan
tot den Aartsdiaken; maar hier van word op de aange-
haalde plaats van de Kerkvergaderinge van Trente niet
gefproken. Het is ook geen aanbeveeling van de zorg
der zielen , 't welk ook al onder de drie foorten van
de zoo gezeide Inßitutio word begreepen: die komt ze-
kerlijk den Biffchop toe. Maar de Inßitutio, of inilel-
ling, daar hier van gefproken Word, is eigentlijk de be-
geeving van een Kerk-ampt, maar een nootzakelijke
begeeving, als gefchiedende op een anders voorrtellin-
ge. Deeze inftelling komt eigentlijk volgens het ge-
meene Regt den BiiTchop toe {xXzcap.^.^k.dejure Ar-
chid,) maar is op verfcheide plaatzen op den Aartsdia-
ken overgegaan V welk regt hem zoo wel door 's Bif-
fchops vergunning als door een lange gewoonte kan
toekomen. En dit regt hebben de Aartsdiakenen noch
op fommige plaatzen van Nederland behouden. Zie
van Efpen in jm Ca», p. 1. tit. 12· c. i. en part. j. tit.
32. cap. 4. item part. %. tit. z6. c. 1.
7 Hier word niet gefproken van een perfoneele ver-
eeniginge, dewelke voor iemands leven gcfchiedt: wel·
ke vereenigingen vry in zwang gingen voor de Kerk-
■vergadering van Trente, endewelke doorgaans maar
diende tot een dekmantel om de meerderheit der kerkam-
pten te bedekken. En om deze reden is diergelijke verec-
Tiiging ook verboden in de gemelde Kerkvergaderinge
i Sejf. η. c. 4. de Ref.) Hier word dan gefproken van een
altijd-duurende vereeniginge: als eenige kerk-ampten ,
tot meerder voordeel der Kerken, voor altijd veree^
t)!gt worden. En zodaanige Vereenigingen, dewelke
den BiiTchop volgens het gefchreven Regt toequamen,
ïijn.pok wel door de gewoonte of door vergunning
aan de Aartsdiakenen vervallen. Zie den Heer van
Efpen ρ,τ tit.^^.c\.
8. Hier omtrent dient geweten dat er tweederhande
Notariffen zijn ·. wereldlijke en kerkelijke: zijnde de
laatfte opgekomen om over kerkelijke zaaken , of tuf-
l^eji J^erkelijke perfooncn, opcnbaarc brieven tc maa-
ken·
-ocr page 138-Frederïcus ScHEN κ. Ï3f
Onder de Kerkelijke NotariiTen ïijn 'ertwee-
«Jerhaudegeweeft ; Biflchoppelijke en Pauflelijke: Maar
dewijl de Biffchop de magt om zulke brieven of open-
baare bewijsilukken op te ftelien maar kan verleenen
Voor zijn Bisdom , en de Paus dezelve voor alle de
plaatzen van het Chriftendom verleende, zijn de eerftc
byna teniet gegaan : willende de inenfchen liever eene
algemeene magt by den Roomfchen Stoel, als zoo eea
bepaalde magt by den BiiTchop gaan haaien. Doch ver-
mits zodaanige magt al ligt aan 't Hof van Romen te
Verkrijgen is , was 'er ten tijde van de Kerkvergade-
ringc van Trente een overgroote menigte van zulke No-
^ariffen, en dikwils van onervarene en zeer ilegtc hal-
len, ingekroopen : uyt welke onkunde dikwils groo-
ie fchade en een menigte vau proceffen quam te rij-
den. Om hier tegen te voorzien heeft gemelde Kerk-
vergadering geordoneert dat de BiiTchop allerhande No-
tariffen, alwaaren ze door Apoftolifch, Keizerlijk ofKo-
ninklijk r^ezag aangeftelt, ook als gcmagtigde van den
Apoftoliflchen Stoel, wegens haare bequaamheit zal mo-
gen onderzoeken : en indien hy bevindt dat ze onbe-
quaani zijn , of zich in hun ampt vergrijpen , hun de
bediening van hun ampt, in geeftelijke zaaken, voor
altijd of voor zekeren tijd zal mogen opzeggen.
Maar raakende de NotariiTen door Keizerlijk of Ko-
Jijnklijk gezag aangefteld, is dit Dekreet in Nederland
»liet aangenomen; en hebben de Biffchoppen aldaar zich
Zodanig een regt noit aangematigt. Zie den Heer vaa
Eipen (/■» jus can.p. 3. tit. 7.«·. 7.) dewelke daar ook
aanmerkt dat ook de Apoftoliffchc NotariiTen aldaar
"oor de BiiTchoppen niet onderzogt worden; maar dat
ïe zoo een perfoon als ze zelf willen, die in kerkelijke
"*vaardigheit gertelt is, mogen verkiezen om zich te laaten
Onderzoeken en tot het gezeide ampt laaten vervorde-
»■en. Doch in Vrankrijk hebben zy dat voorregt niet.
9. Volgens het gemcene Regt komt het den Aartsdia-
•ien toe het Bisdom te bezoeken ( caD. τ. ^ 6. extra de off.
^nhid.) Doch Fr. Rich»rdotus, Biflchop van Atregt,
^'e de Kerkvergaderidge van Trente in perföon heett
°ygewoont, heeft het Dekreet derzelveSynode raaken-
het bezoek der Aartsdiakenen zoo niet begreepen,
of zy het niet mogten doen zonder 's Biffchops toi^
^^«aiminee, zoo als in dc Synode van zijn Bisdom, vaa
g 4. het
! ·ΐ;1·
ιίί
.ii 1/
ïi^l
Aantekeningen op
het jaar-ifyy de Fißt. c. χ.) gezien kati worden;
■iriaar heeft hetzelve aldus verdaan dat de woorden, met
's Biffchops toeftemminge, niet zouden xien op het ge-
melde bezoek, maar op het medeneemen van een No-
taris.
lo. Dat de Aartsdiakenen eertijds een regtsgebied in
veele ftraffchuldige zaaken gehadt hebben bli}kt uyt het
antwoord van Inuocentius III. {cap.i, de Afpeil. ï»
y i.) Ja uyt het zelve Kapittel blijkt dat ze een ordina-
jjs re|;tsg£bied, en onafhankelijk van's Biffchops magt-
geévinge, hebben gehad. En uyt het 54, Kapittel {extr. de
Eieä.y is te zien dat de Aartsdiaken van Amiens uyt
kragt der gewoonte de Priefters en Priors in den Ban
kom .doen , en wederom ontilaan : dat hy de Parochi-
jipken onder het Interdiä ftelde enz. Doch dit regtsge-
bied der Aartrdiakenen is over al niet even groot ge-
wee (f: en daarom heeft Honorius III. [in cap. io.de
Off^ Anh.) geantvsfoordt dat de Aartsdiaken van Sens
geeii gnooter regtsgebied of gezagoeiFening omtrent d3
Kloofters mögt gebruiken, als bekend was dat zijne
voorzaaten door een vréedzaamige en vanouds verkree-
ge bezitting geoefFent hadden. Doch dit regt der Aarts-
diakenen is thans in meeft alle Bisdommen zeer ver-
minde/t,, en te niet gegaan.
. , Wat de ftraffchuldige of krimineele zaaken belangt,
daar de Synode van fpreekt, daaromtrent zegtZypaeus
fVew/a/i. de Off. Archid.) dat dezelve , aan des Aarts-
fi iakens regtsgebied onttrokken wordende, naar de flreng-
heit van den letter 'moeten vcrftaan worden : en dat
daar onder niet moeten begreepcn worden de berifpin-
gen ilrekkende maar tot verbetering der vergrijpingen:
dewijl de Aartsdiakenen altijd het oog van den Bii-
fehop blijft , en op alles pligtshalve moet acht gee-
yen.
ir·. Om dit wel te verdaan dient hier het rntwoord
yata Innocentius III. (/» cap. ^ de Appell, inw.) ver-
Iiiji'It te worden. Daar zegt de Paus dat men zich in
jrt^een vonnis , dat door de OfSciaalen der Biffchop-
^ea die onder het Reimfche Aartsbisdom ftaan uyt-
ëefproken is, niet mag beroepen voor de vjerfchaar der
ißchoppen zelf, want dat zou een beroep zijn tot de
ielfde vierfchaar daar het vonnis geweezen is, maar dat
feet beroep moet gefchieden tot den AartsbiiTchop. Maar
van
: ; r
t'i
|Ml
■■n
' 1'· '
> 11
■ Mii
FrEDERICUS ScHE NK. I57
*an het, vonnis der Aarts^'akenen en andere .mindere
Prelaaten, zegt hy, of van hunne Officii^alen moet de be-
foepingpf het appél gefchiéden tot den Biffchop zelf. De
redeti hier van is dat de vierfchaar van 's Biilchops Ofii-
ciaal de zelfde is met de vierfchaar des Biffchops: maar de
vierfchaar van den Aartsdiaken , als hebbende een or-
dinaris regtsgebied op zijn eige hand , is onderfcheide
Van 's BiiTchops vierfchaar. Zoo v?illen de Aartsdiakenen
nier dan zeggen , indien men den Aartsdiakenen hunne
vierfchaat,enordinaris regtsgebied liet behouden , kon-
den de beroepende partyen hun beroep vtrvolgen in hun.
^g'ïn Bifdom zonder daarom buitens Lands te reizen.
••Joch indien'er maar eene vierfchaar, t€ weeten die.
^au den Aartsbiiïchop, vvierd gelaaten ; zouden de be-
roepende partyen gehouden zijn voor den Paus te gaan
pleiten; 't welke, nu het Bisdom van tJtregt in een
Aartsbisdom verandert was , nootzaakelijk zou vol-
gen.
li. De Kanoniften leeren eenpaarig , zegt de Heer
van Efpen, dat de verkoren BiiTchop, zoo ras als hy
beveftigt is, gehouden word voor den waafen Harder en
ßiffchop der Kerke : en dat hy alles vermag 't geene
®en gewijde BiiTchop vermag, uytgezonderd alleen de
Baaken die tot de wijding behooren. Zoo dat hy zijn
Volle regtsgebied mag oeffenen. Indien de Aartsdiake-
iien dan hun regt van iu de Synode te ftemmen op het
regtsgebied veftigen , gelijk wy boven gezien, hebben
dat zy het daar op veftigen , zoo fchijnt hunne inbrcn-
sing tegen de niet gewijde maar wel beveftigde Bif-
^hoppen in dit ftuk niet al te vaft te itaan. ( Zie den
Heer van Efpen p. i. tit. 14. c. j.)
13. Htt regt vaa den BiffchoppelijkeaStoel: in't Latijn
Cathedraticum. Dit Cathedraticum, in zijne naauwfte
betekehinge genomen, en 't w&Xke.vznGregorius \.Pa-
fiellum of Pafiellatica, van Innoceyitius III. ÏtleSluariü
genoemt word, was een zekere penning of fomme gelds,
dewelke aan den BiiTchop of Aartsbiflbhop, tor een te-
ken van onderdaanigheit eneerbéwijzinge, betaalt wierd,
Om hem de laften van den zeiven Stoel te helpen draa-
gen. Dit wierd by den eenen op zoo een tijd, bydeil
anderen op een anderen tijd betaalt; By voorbeeld in
s BiiTchops beveftiginge, Wijdinge, Intreede, in het
Ontvangen v^n zijn Pallium , ook wel in het houdea
138 Α α ντε ken i ngen op
van een Synode, waar van het ook den naam van
düticAm heeft bekomen. By de Romeinen wierd het
ten tijde van Gregorius I. Pafttllum genoemt , als
lijnde een kleinepaßus of onderhoud. (Zie Lupus i»
tap. 3. Concilii Ephef.)
14.. De; zaaken over de erffeniffen en teilamenten ,
ook van wereldlijke perfoonen, hebben langen tijd tot
het geeftelijke Regtsgebied behoort, 200 als onder an-
deren Wijkt uyt de klagten die de Baronnen ende Adel
van Vrankrijk onder Philips Valoh tegens de Geefte-
lijkheit ingelevÏrt hebben: Ji^rel Fevret bekent zelf [de
<U>ufiilib.^.c. ·},) dat de geeftelijkeRegters in Borgonje,
tot het jaar i joS toe, overdezaaken raakende de tefta-
menten regt gepleegt hebben. Dit regt is hun in Vrank-
rijk ällengskens onttrokken. Jn Braband en in eenige
andere plaatzen ^ijn die zaaken noch niet tenemaaiaan
de geeftelijke Regtsbank ontnomen , zoo als onder
anderen gezien kan worden in de verdrag-punten tuf·
fchen den Biffchop van Luik en Karei V. opgefteld.
{tit. v. art. i.) Volgens de zelve mag de Regter die
cerft aan gefprooken word, de geeftelijke of de wereld-
lijke , daar over vonniflen. Maar wat belangt de
Teftamenten tot godvruchtige inzigten gemaakt, de
uytvoering der zeiven word doorgaans in alle de Ne-
derlandfche Synoden aan den BiiTchop opgedragen, (jy-
noi. Bitfcoi. fub Mafia tit. 23. i·. 2. S^noi. Namurc.ftib Ha-
vetio tit, de teflam. c. i, S'jnad, P, 11, Riechl.tit. ιη. c. 9.
&c.
En'tgeenede Aartsblflchophier ordoneert dat de uyt-
voering der teftamenten , indien ze binnen het jaar niet
volbragt is, aan hem zal vervallen, is ook gelijkvormig
met de gébruiken en wetten van andere Nederlandfche
Provinciën. Zoo ftaat 'er in degemelde verdragpunten
dat de uytvoerders, indien ze nalaatig en fchuldig be--
vonden worden, door den Kerkelijken Regtergeflraft,
en hunneonachtzaamheit door den zeiven zal mogen ver-
betert worden, enz.
Ihid. i' genaie-jaaren verfireekeu e» daar ouder gere-
kend zijnde^ Dit ziet op de Kanonnikken: aan dewel-
ken op veèle plaatzen, en zoo als het hier fchijnt oko
te Utregt, een of meer genade- of gunft-jaaren toe-
geftaan zijn gebeert. Zoo een genadejaar beftaat hier
in , dat de inkomften der Kanonniksdye, na de dood
een Kanonnik , voor een of voor meer jaaren
33«
-ocr page 142-^n de erfgenaamen wièrden gelaaten , Henrictts vam
y<tk , Biffchop vaa Roermonde (/» Ep. f afremt, ai
*'er.fua dUcef.) vaart zeer kragtig tegen deeze gunft-
Jaaren uyt , en tracht zijne Geeftelijkheit doordrin-
gende redenen te beweegen om dezelven af te fchaf-
fen. Hy zeit dat ze door geene Kerkelijke wet of pri-
vilegie, door geen Paus, door geen Biffchoppen zijn
goecige^eurt. En hy vraagt tot wat einde dat die ge-
"Woonteisingeflopen? Hier toe,zegt hy, omdat het fom-
J^ijlen gebeurde dat fommigen hun goed met drinken ea
klinken , met het pleegen van ontuchtigheden , met
"Obbe'en en fpeelen, met flempen en braffen doorbrag-
; en aldus vol fchulden uyt de wereld quamen te
fcheiden: om die fchulden te voldoen, zegt hy, is dit
kunsje uytgevonden. En dit, zeit hy al vorder, heeft
veelen tot een lok-aas gedient om 'er maar braaf op te
teeren, en groote fchulden te maaken. Is het geea
groote ongerij mtheit, vraagt hy, dat de nazaaten van zul-
ke Kanonnikken, die de laften van het Choor en de
Kerk moeten draagen, hunne inkomften ten gevalle
Van die doorbrengers moeten miiTen 5 en dat de geftor-
^ene, die de Kerke geen dienft meer en doen, de in-
komften der Kerke blijwen trekken? Hy prijft ook de
Kanonnikken van S. Pieters Kerke te Loven , en die
Van Roermonde, dat ze dit genade-jaar , of om beter
te fpreeken en zoo als zy het ook aanzagen , dit
jaar van ongerechtigheit, met een Chrirtelijke kloek-
moedigheit afgefchaft hebben.
15·. Dat men op zoo een beroeping niet zal hoeven te ραβ-
ί"^· Dat het beroepen nieten geldt, ende uytwerking
Van het vonnis niet en ftremt, in regelmatige kaftij-
oingen, is ten aanzien van de Monnikken uytgeweezen
Qoor Alexander III. (/"» f.3.x. de Appell,) en ten aanzien
Van alle geeftelijke perfoonen door den zeiven Akxan-
'^'r (in c. 26. X. eod,) het welke , voor zoo veel het
op alle Geeftelijken flaat, noch klaarder ftaat uytge-
^rukt in <·. 13. x. <ƒ» off. Ordinarii, ex Concil. Later,
En dit is met goede reden aldus goedgevonden, om dat
er anders geen raad zoude zijn om de ongehoorzaame
cn hardnekkige Monnikken en Kerkelijke perfoonen te:
oeteugelen. Egter mag zoo iemand, die zich ten on-
regt bezwaard acht, volgens de geeflelijkeRegtsgeleer-
, k
'lil·
Ί i
1
: -ι^ί'
Ι4Ρ ΛΛΝ;Τ®ΚΕΝΐΙ3.ορ?ί OP
den de ïaafc hoogier trekken : niaar niet anders als dai
het Vonnis ondertuiTchen zijn ^nd zal ripuden.
16. Hier omtrent moet men weefen, daar we elders
al een woord van gefproken: hebben» dat in de zeven-
de, achtfte en. volgende eeuwen de Leeken zich op vee-
Ie pl^atzen meefter yan de Kerken en Altaaren i en vaq
de inkomften der zeiven hebfeen gemaakt. En op dat
het bedienen der Sakramenten en der andere Priefter-
lijke pligten niet zou fchijnen af te hangen van wereld-
lijke perfoongn, maakten die eigenaars een onderfcheid
tuffchen de Kerkenjen Altaaren; op deezen voet, dat
onder de Kerk .alje tijdelijke inkomften begreepen wa-
ten; en den Leeken toebehoorden : maar dat onderden
Outer zou begrepen zijn de bediening der Sakramen-
ten enz. En deeze bediening gaven zy aan een Priefter
naar hun wcigev&Men, Dit onderfcheid vindt men ge-
meldt, en t'zamen ook afgekeurt en verfoeit, by
Floriacenßs ia zijnen Brief aan de Koningen Z/»,?·» en
Robertus. Als de Jjeeken naderhand, ten deele door
wroeging van hun gewiiTen , ten deele door dwang,
of op eenige andere wijze, den eigendom der Kerken
lieten vaaren', hebben zy de Kapittelen ofKloofters
daar meefter van gemaakt. Deeze hebben zich van dat
ood^rfcheid ook bedient, en de ißkomden voor zich
ïelve behouden, maar de geeftelijke beftiering aan ee-
nige Priefters opgedraagen : doch aan zodaanige Prie-
fters die zy, mits een zeker onderhoud, altijd en naar
hun welgevallen koften afdanken. Edoch omverfcheide
ongemakken , uyt bet aanfteUen van zodaanige Joffe
Kerkbedienaars { vicarii amavihiles) ontftaande is nader-
hand, en eindelijk oOk in de Synode van Trente, ver-,
ftaan dat 'er geen andere Kerkbedienaars als voor hun
leven zouden äangeftelt worden, Eü is toen ook be-
volen dat gemeld,e Kioofters en Kapittelen een e£rlijk
en genoegzaam onderhoud aan die VikariiTen zouden
toeleggen: vsrant dit ging a! vry flegten flordig toe.· de
Kapittelen en Kioofters leefden en domineerden als Ba-
ronnen op de inkomften der Kerken, terwijle dat de
Kerkbedienaars, die de laften te draagen'ihadden, nau-
Jijks van 't eene ftuk broods tot het andere wiften te
koomen. Hier uyt ontftond nochgrooter ongemak,
te weeten dat ze niemand, als ergens een onnoozelea
i)lo€d die niet beter kon geraaken, tot het bediene»
^ van
I t
■ Mi
I
I··';
ι ■
> ■ e
:·ϋ!
■ Ii
, t!
; ι
* ι·ι
•li:!
ι ·
ί , 'i
■it.
li ι
-i' i
Fr-e DER icus Schenk. 141
^äti die Kerken kondeii bekoomen. Zoo dat die «el-
Kerken tot eeh érbarmelijken ftaat vervielen ,, en
^ie Kerkbedienaars, om het fobere koftje te krijgen,
ïich niet al te Priefterlijk en gedroegen; Hier over
heeft de Kerkvergadering van Lateranien önder Inno-
'entius 111. nadrukkelijk geklaagt {ciip. 30. x. de Pra-
Daarom 2ijn'er van tijd tot tijd wetten gemaakt
Om zoo eénen Bedienaar een bequaam onderhoud {porüo
ffe^r-Äii) toe te leggen.
_ 17. Zoo gaat het al meer met de gódvruchtige maa-
^"'ngen: en 't geen tot onderhoud van Armen en Kérk-
^edienaa-en gemaakt is, word door de Béilierdcrs tot
"ünne eigen pragt, overdaad, en ik wëèt niet waar
^pe al, befteedt. Die Tienden waren door godvrucht
'■ge menfchen gemaakt voor het onderhoud derPaftoo-
''en Van zodaanige eli zodaanige Kerken; op dat le
^Oor geen wereldiche' Irommer belemmerd zijnde al
hun werk zouden maaken vail hunne Geeftelijice be-
<iieninge , en tot geen Taft van de gemeeente zouden
'^oinen. Die Kerken vallen in de handen van Kapit-
•^elen en Kloofterlingen. En even als of het gevonden
of met het zwaard gewonnen goed was, gaat men daar
^P teeren en fmeeren , en men legt den Kerkharder,
^ien het geregtelijk en ten volle toe zou koomen , zoo
^einig toe, dat hy als een bedelaar en een jak-hals
ïÏioet leeven.
i8. Men heeft 'er meer voorbeelden van dat de ge-
, die in den ban geflorven waren , na haare dood
^'jn ontilagen. Aldus leeft inen in de Jaarboeken van
"'inchefter {Angl. Sacra tomA.) dat de Koning van Wal-
J^is (in Groot Bntanje) beneffens zijne zoonen door
"eii Bilfchop van S. Davids om eenige verongelijkin-
Sen in den Ban was gedaan. Lang na 's Koningsdood
"Sbben de Zoonen de ontflaaging zoo voor zich zei ven
voor hun afgeftörven Vader met veelé traanen en
gebeden verzogt. De Biffchop ïich eindelijk laatende
oeweegen doet 's Konings lichaam, zooftinkende als
het al was, ontgraaven en voor den dag brengen: hy
geeffelt den overleden Koning, hy géeiTelt ookdeZoo-
iJ^n des Konings, en heeft hun eindelijk aldus de ont-
wnding gegeeven. .. . . , ,
Maar 't geen wonderlijker zal fchijheri is , dat 'er
^crfcheide voorbeelden iii deftige Schrijvers gevonden
'i I
I t
II
; üi
1762 Aantekeningen op
worden van zodaanige lïchaamen , dewelke hoewel
begraaven zijnde, niet konden raften, en niet ontbon-
den wierden, maar gezwollen en fchrikkelijk gefpan-
nen bleèven, zoo lang als ze door de Priefterlijke ont-
binding niet van den Ban verloft en waren. Ik beken
het zal al vry wat fabel-achtig fchijnen te luiden : en
die in het aanneemen of verwerpen van wondere ge-
fchiedeniffan geen middelmaat en houden , zullen dit
ten eerften aanzien gaufch en al afkeuren : maar de
Schrijvers die het verhaalen, zijn zoo menigvuldig i»
getal, en zoo aanzienlijk, dat iemand, die zoo voor-
baarig in 't oordeelenniet en is, hier al wat verlegen
zal ftaan. In de Staatkundige Hiftorie van Konftan-
tinopolen, door^. J^f-eT?aj uytgegeeve, word verhaalt
άζ.1 Mahomet 11. die Konftantinopolen verovert had , en
die veel hield van den Patriarch Gennadius^ van dit won-
der ook had hooren fpreeken, en Gennadius naar de
waarheit heeft gevraagt. Gennadius, zoo als de Hi'
ilorie luidt, heeft hemde waarheitgetoont. Zekereon-
eerbaare dochter , die den Patriarch belogen had , en
in den Ban geftorven was , wierd ontgraaven; dewijl
men niet en twijfelde of zy zou noch opgezwollen eH
onvergaan voor den dag komen : zy wierd ook aldus
in de tegenwoordigheit van 's Keizers KommiiTariiTen
bevonden : en na dat de ontbinding in hun bywezen
door den Patriarch uytgefproken was, is ze kort daar
na tot ftof vergaan. Dezeifde gefchiedenis ftaat in 't
breed befchreven in de Patriarchaale Hiftorie van Ern-
manuel Malaxus, hoewel dat 'er eenige verandering js
in den naam van den Patriarch. De zelve Hiftorie
verhaalt noch meer diergelijke exempelen van zodaani-
ge lichaamen, die opgezwollen zijn gebleeven ; maar
dewijl 'er van geen ontbindinge word gefproken, die-
nen dezelven hier niet tot onze zaak. De Monnf^
JBernardus fchrijft ook, in't leven van S. Bernardus, dat
het lichaam van Gerardus Biftchop van Angouleme»
die in den Ban geftorven was , ook aldus opgezwol-
len is gevonden. Het zelfde verhaalt Ciaconius van
Petrus de Luna , of den Tegen-Paus Benedidtis ΧίΠ»
wiens lichaam nu noch zoo opgezwollen zou blijven-
Doch dit is buiten ons beftek: om dan tot de ontbin-
bing yan zulke menfchen , die in den Ban geftorven
Äijn, tekeeren, zoo verhaalt Guilielmus Neubrigenß'
(»''·
-ocr page 146-Fredericus Schenk. 14,3
{iih. c. Z2· i3·) dat ïodaanige lichaamen in Engeland,
plagten te fpooken en te waaren ; dat ze door de Dui-
velen onder een fchrikkelijk gevolg en gejaag van hon-
den gedraagen wierden, door Steden en Dorpen zweef-
den en rinkinkten , de menfchen dikwils een doode-
lijke ichrik aanjoegen enx. en dat dit duurde tot dat ze
de BiiTchoppelijke ontbinding hadden ontvangen , of
ten minfte tot aflche verbrandt waren. Ik Iaat dat fpoo-
ken en waaren daar : en indien daar al wat aan is ge-
Weeft, zal de Duivel meer op de inbeelding van de le-
vende menfchen, als op de lichaamen van de dooden
gewerkt hebben. Maar dceze Guilelmus zal evenwel
>vel geweeten hebben of men over zulke lichaamen de
ontb nding plagt uyt te fpreeken ; en dit had ik maar
te bewijzen. De doorgeleerde Leo Allatius, een on-
befproken en geloofwaardig man, fchrijft lu een brief
aan Paulus Zacchias dat hy uyt Athanaiius AartsbiiTchop
Van Imbros, een deftig man , _ die zijne redenen noit
iDet eenige leugen zou opgeiooit hebben, had verftaaa
dat hy, te weeten Athanaiius, te Jafos woonende door
de Inwoonders verzogt wierd de ontbinding uyt te
fpreeken over verfcheide lichaamen, dewelke daar op-
gezwollen lagen, en niet konden vergaan: dat hy hua
Verzoek had voldaan,: en dat de gemelde lichaamen,
dat hy de ontbinding noch ten volle had uytgefpro-
ï^en , in ftof veranderden. Dezelve Athanazius had
'lern noch een andere gefchiedenis verhaalt van iemand
die van Turks , Chriften was geworden , maar even
Ondeugend van leven was gebleven : Deeze wierd in
den Ban gedaan, en is in den Ban geftorven : en zijn
lichaam bleef ook verfcheide jaaren lang opgezwollen
«n in zijn geheel: totdat hy eindelijk door tweeAarts-
hiffchoppen is ontilagen, en aldus in ftof is verandert.
•Leo Allatius verhaalt'er een andere gefchiedenis by die
tioch wonderlijker voorkomt: doch alles kan hier niet
*3ngehaalt worden. Men ziet'er dit uyt, dat het ont-
binden van overledene menfchen , die in den Ban ge-
korven zijn, een gemeene zaak is by de Grieken.
19. Dat de Bijfchop in het Choor, K,aphtel, enz. den
*erflen floel en de hoogfle plaats zal hebben. Dit fchijnt
J^n eerften aanzien een oofcetwiftbaar regt te zijn , en
■ Biifchop zonder tegenfpraak toe tekoomen. Maat
te westen dat de BilTchoppea ia 4e Kapittelen, die
ΎΛ9
^ I ··
t i
! 1:1·
it
I :
: '1, :
ii·^
I'
-ocr page 147-Aantekeningen op
van 's Biffchops magt ontheven zijn , niet eens mog-
ten verfchijnen: maar dat 'er veele, om 'er te mogen
verfchijnen, van den Paus verzogt en verkreegen heb-
ben dat 'er een Kanonniksdy aan de Biffchoppelijke
waardigheit vereenigt zou worden ; om aldus het regt
te hebben v*n als Kanomkken in het Kapittel te ver-
fchijnen. Dit gebruik, van niet als BiiTchop maar als
Kahonnik in het Kapittel te komen, moet al oud zijn:
althans word 'er van gewaagt in cap. 15. χ. de centejf.
prabendie·, alwaarInnocentius III. deeze woorden ge-
bruikt : ten waar dat hy mifchien niet als Bijfchop mäar
als 'K^nonnik het regt had om dat ampt beneffens U. L.
Kapittelheeren te vergeeven. Hét zelfde onderfcheid
ftaat ^ ook uytgedrukt in cap. Α G ο L l α τ i ο ν ε
appell. in Vi. Zoo hebben de BiiTchoppen in de Pro-
vinciaale Synoae van Ronane, in het jaar ijSi, vart
ïijne Η. een algemeene Bulle Voor alle de BiiTchop-
pen van die Provincie verzogt , om een Kanonniksdy
én Prebende by ieder Bifdemi te vereenigen ; zoo ais'er
reeds al een vergunt was geweefl; aan den Aartsbiffchop :
en zulks , op dat ze een plaats in het Kapittel zouden
hebben. En vorders leeren de.Kanonniften dat wan-
iieer de Biffchop niet als Bifichop maar als Kanonnik
in het Kapittel verfchijnt, hy doorgaans de eerfte plaats
niet en bezit : en Fagnanus voegt 'er by {ad cap..?o-
STULASTI X. de concejf. Pr^hendie) dat hy op de eer-
fte plaats naaft den Voorzitter moet zitten. Dit ziet
men te Romen, zegt hy, in de Kerk van S. Pieter,
alwaaar de Patriarch van Jerufalem, dewelke ook Ka-
iionnik is, in het Ghoor achter de Kanonnikkeri zit,
ώ'ε langer Kanonnikken zijn géweefl als hy. Ik zeg
doorgaans: want in gemelde Synode van Ronane ftaat
dät de Metropolitaan van Rouane, op het Kapittel als
Kanonnik verfchijnende , de hoogde plaats bekleede-
Eri dit is ook wel zoo redelijk : Daarom als 'er in
äe opregtinge der nieuwe Bisdommen van Nederland
"ook zoo een Kanonniksdy met het Biffchopdom ver-
eenigt wierd, is 'er ook geordoneert dat de Biffchop
'üyt hoofde van deeze Kanonniksdye ook Kapittel-
heef zou zijn, en in het Kapittel de ftem en het ge-
ïag zou hebben voor den Deken en de andere Ka-
nonnikken. Zie den Heer vaa Efpen (in jus Ca».
144
ru
h!;
'1
FreDERICUS ScHÉtik. 145"
,'ΐο. : D!t is aldus ook befloten in de Kerk-vergade-
»■tnge vati Trente {Sejf. 25. 7. de R.) ja, zoo als
üyt de hiftorie van gemelde Vergaderinge te ïien is,
ïnen had 'er voor, de ontheffing der Kapittelen af té
fchafFen, en dezelve ten volle aan den Biffchop te on-
derwierpen : maar , 200 a!s de gemelde Synode van
Ronane getuigt, de magt en de menigte der Kathedraa*
!e Kapittelen hebben het belet, en gemaakt dat'er maar
efttige andere beflaiten ten voordeele der BiiTchoppea
'■■ijn genomen.
•β/ het openßaan van den Stoel van ütregt
door de dood van den Aarts-biffchop
SCHENK.
Is te Utregc aan een beroerdheic ge-
ilorven.
Jans Utt^t öaat öy Öe^^aabett feit / m
■*iiaac öp ^^oofi tn lilart^-ijia&en i^gchjccfï/
Ört JtJolgEnDe <i5^af-fcö?ift te jien ; 't tod^
gcöooate/ imer-oefeninaen / ßerMg^
^tic amptea en ieben^-öaaöen op o^öec öeöat.
^)or den Eer-waarden Vadet in Chriftüs, Mip"
^eer Bucho a Montzima , deftig Leeraar in de
"'^^ije Konden en in de Ggdkunde, en ten hoo^e erm'
hl Dssl. ÏI nn
nn in äe mornaamfle taaien , die- de Hehreewwfche
taal opentlijk hetft geleert in de Hooge Schoole van
iiöven: wiem promotie tot het keraarfchap zooroem-
rugtig is geiveefi , dat V mit diergelijke is gezien ze-
der d de eerße fiichting van gemelde Hooge Schoole.
Want -vier Bijfchoppen, twee Princen, te weeten die
van Oranje en van Chimai^y veele Graaven en Baan-
der-heèr en ^ waar onder de zeer geleerde Graaf vaii-
Meurs: en daar by een groot getal Ridderen en Edellui-
den, en noch een groot getal Studenten van alle Facul-
teiten door de Utregtfche Kerk. herwaart gezonden,
ah ,de. Proofi en de Deken van den Dom en van de
Salvators Kerke, en ReneiTe met vanden feurg,
n^an S. Jans Kerke, hebkn de zelve door hunne te-
genwoordigheit vereert. Ook is 'er verfcheenen de Ge-
zant der Landvoogdejfe, de Hartoginne van Parma,
met 'denganfchengeheimen Raad., alle zeer voorzig'
tige en geleerde luiden. Ook is hy geiveeß Prooß en
Aarts-diaken van de Kerk van S. Jan den Doopcr,
en Kanonnik van den Oom van S. Salvators envan
iS*. Jans Kerken , 'Frij-heer van Mydregt., fFilnis ,
Kudelfleert^ Zevenhoven.^ Λ amen. Heer van Jch-
tienhoven.y Blokland.^ Uyihoorn. Hy had de gemel-
de Prooßdy verkreegen. door affland, f zijner geval-
le gedaan , van den doorluchtigen Baron Favcrnay-
Hy is de Zuflers Zoon ge weeß van den zeer vermaar-
den Vries en Regtsgeleerde Mijn Heer Viglius Zui-
chemius.
Johan van RenefTe , Dek^n in S. Jans Kerke ■>
oudße Kanonnik der vijf Kerken van ütregt, Fika-
ris zoo wel in V geeßelijke als het tijdelijke, en Offi'
daal van den voornoemden Heer Proofl, die door deS'
zelfs mildadigheit de Proofidye vanGoedelandhad be-
komen , en tot uytvoerder van zijnen uyterflen will^
is aangeflelt, heeft dit voor gemelden Heer zijnen
troon zaligergeheuggenijè, uyt dankbaarhtitent' zij'
h'i
1Ρ
li-
; ·,ΐ!·
■tl·
J:
Bucho α Montzima. 14^
eere en gedagtenijfe, opgeregt. Gemelde zeer god'
"^^uchtige Heer zijn middagmaal houdende is fchielijk
^et een heroertheit bevangen: en heeft aldus tot
"Vergroote droef heit en rouwe van zijne vrienden ,
^mptgenooten ^ arme menfchen^ en van alle goede lui'
Aen^ zijnen geefl den Heere te Utregt gegeeven op de.n
β February, in 't jaar Hy heeft gekeft
Jaaren, elf maanden.
ψtt^t Bucholt in öe^iotJtnciaaïe^^no&e/iie^i
WfteteïliTCstfn 't jaar if6f onbecöenlllart^
Jiffcöojp seöow&^n / teflentoooiö® getoeefï/
Öecft öeseïbe onöemft^nt ai^ ^^oofï ban
Jans ïÈiei'fte, ï|tö&en onöec on^ ficcufïm tm
Jpgcöjnftten ^Jief öan Bucbo van Montzima ,
^aac in gg itee^e 0ei;ni3cni^ Seefit banSasboldus
vofmerus, öeiaeïi^c aïjcmcen l^ifeati^/ 0« na^
J^'Öanb ODft ^ipofioUfcg öoo? be mm
i
^fuigiie .i^eöerianircn / m baar Sdart^-öiffcöojp
gan j^i^iiijpjpcn m ban ïlti-egt i^gehjo^ben/ bat
onb <0rioof boo^ be ög3onbecß30i3 cn ύΐψ
^'Sgeit ban gcmeïben Sasboidus j^ier te Eanb
JJJ'cli ttterfteïijft öciDaatt tn boo^tgeset QCf
^^^fï: ioeifte getuiöcni^ hjgi fenebenonbecmeec
^•ibece ïof-getnigenifTen ban gemeïben Sasboldus
3WUen te boo^fcgijn ö^enjjen.
. ^nber be papieren ban ben zelfben Sasboldus
y^ö ift een boimagt-ö^ief ^onber ba3 teßeninje
l^iiQnben i bjaac ia gemelbe Bucho aan ben
^^fc Haio Vommelius benïafÊopblaast om liet
Wiïtiec ban Si^efïecgoa in ©^ieffanb / en be
««oece oo?ben ban snn SCart^-itiaftenfcöajp öï^'
tebesoeïien.
JOHÄN«
-ocr page 151-14^ Het Leven van
E' <60 ïitre^tfcgCbrfmsn / in bit ^tatrgc^
'Öoreti ötn thjeeöen ban^Jii^egm 'tiaar
^ijn ©aber iua^ Adriaan van Renefle, JjOO?'
gene g^eften en J^^oofi te Ittre0t / en boïgen^
Ant. Mattheus een man van een ongemecne g i-
ligheit. ffQ te Hoben .l^eefier in be
fien toa^ getoa^öen/ en in öeiöe Dc ïlegten loaé
bolleert / 4 ijg ban ïianonniii ban Jans iter^
ftetelltpegt/ ooïtj^ioofï/ en üact^-biafeen/
en ai^ be ^toeï ban tltregt booj be boob ban
Frederikus Schenk open fïonïr / OOft ^fficiaai
en algemeen ^Iftari^ grtoojbcn. «einbciijit i^
fiy op ben ^ulp/ in 't jaar rö 19 / in bcnou^
öerbom ban ρ jaaren / «jit get ieben en met
eene unt 5ijne aan3ienii)ßr ampten 0efcöeibeiu
^tt boijenbe s^af-fcö^i^/ baar jgae ampten en
ïecen^baaireti in 't^o^t ber^aoltiODaben/
ter eeren op0a'e0t
G R Α F - S C Η R I F T.
Sta tvat flil^ Reiziger, zoo bet u belieft, en be'
zie wat deeze Schildery nvil zeggen, en ivien dat zs'
verheelt: zy zaVtu zeggen. Het is Johan Renefle,
dewelke in 'tjaar c 13 13 l, 11 , in het twaalfde jaar (i)
zijnen ouderdom , door de Goddelijke goedertierendheit
is geworden Kanunnik in deeze S Jans Kerke. Rort
daar op is hy naar Loven gezonden·., en is op denvii
April., naulijks veertien jaaren oud in het Kollegin
van het Varken Meefler in de vrije Kufifien gewof'
den , daar hy geen flegte f laats heeft gehad. Fordert
heef*
ι ti
I ;
Zijne ge-
boorte.
, k ' ji
\f\
Studie.
Ampten.
ii'l
m:
< ^ ■
i'ii
I;'
ti!
l< k
'lil.
Johannes van Renesse. 149
heeft hy zich volgens de begeerte van z.ijne Ouderst
tot de fludie van beide de Regten begeeven: welke flu-
die hy ook ten deele heeft voltrokliên^, hebbende den ge^
'Woonlijken leertijd uytgehardt. Τ huis gekomen, heeft
hy zijn leven befleedt tot het doorbladeren van deftige
Schrijvers^ en des-niet-te-min alle de Kerkelijhedien-
Ren ondertujfchen behoorlijk waargenomen. Onder
anderen is hy door de Eerwaardige Heeren Favenne en
Montzima , die den----in het Aarts-diakenfchap
gevülgt waren , tot Vikar is en Officiaal van den Aarts· ^ -
diaken van S. Jans Kerke benoemt ^ en heeft van den
iaatfien ook het Perfoonfchap van Goedeland beko-
men. Dat meer is, na de dood -van den hoog-gebo-
ren Baron Frederik Schenk, Aarts-bijfchop vanll-
tregt, ishy by het openflaan van den Stoel tot O fficiaal
<?» Fikaris aangefielt. Als hy eindelijk, w zijn negen-
en-vijftigße jaar tot Deken was gekoren , heeft hy
door de goedheit van den Almogenden Godt noch zoo
lang geleeft, dat hy lang de oudfle Kanonnik van de
''^ijf Kerken is geweeß. Hy is geboren den ί Mey.,
·'« 't jaar i ^"40; en is , na dat hy zoo veele ampten
had bedient geßorven op den 2.7 July l(iip, inden
ouderdom van 7p jaaren. Hy ruße in vrede , At
men.
onfiinceï afäeeibsd toöiii te lltrest ßc^ zijn af-
tüaart ten ïjuise ban öe^afiooceu ban Geer-
truid.
AANTE I^ENING.
ï. In het twaalfde jaar. In het Latijnfche graf-fchrift
als het hier en hy Atit. Mattheus de fati's Eccl.gióiXnkt
ftaat/»Aiiixxii. jaar. Maar dat is zekerlijk een druk-
'Out. v/ant hy is geboren in het jaar if4ot van λο tot
iijn maar n jaaren. Daar en-boven volgt 'er dat hy
fi 3 pas
150 Het Leven vfAH
pas veertien jaaren oud Meefter in de kunften is ver-
klaart; te weeten gelijk het gebruik is, na dat hy zjaa-
jren in de Filofofy had geftudeert.
ρ
I j'
,1 I ■
I
-,ΐ-ί'':!
i .1 ' ■ r
:!■ I
j!,
BENOEMD TOT
BISSCHOT van UTREGT,
N'KIiiebooiitianöcn ω^δίΙΤφρ Schenk
i^öe<i5^aafi)anilietienömr3/ ^?oofi ba»
Salvators Hecite te Utcegt / tot öf«
^toeï ban ïltccat öcnaemt setoecfi. i^a pm
ijceftPhiiipsli. öm I|oo0iaaatiii3cni|eec fohan-
nes Bruhefiustot öeiï seïben^toel öenoerat.
j. Bruhefius ioa^ ljüï0cu^ een ongeö^nftteii
ban öe een 25^aöantfcö
man 5 en te 25?eiia tp öen 3 ji^ieg ifxy
Boren, naam ban ^ijn ©aöec toa^ Francir-
cus, öieban jgne H^oeSer Elizabeth.
Äicentiflat in öeiöe be Äegten/ en
jjoflolifcï) ^jonotari^ geideefi; enj^eeft in
Ïltre0tfcöeföe*fee beifcöeiöe öetiieninsen öeMee&t.
9[n 'tjaac 1^49 gg aiöaar ^^omgeei? getooi^
öenj en men binbt in be ba'öanbeiingen ban
pobinciaale ^gnobe/ bebjeilSe in 't jaaJ^ ^^^^
onbeir Schenk gegonbeni^/ bat gg beselbe^
nobe al^ JZ^omöeec geeft onbectettent, i^g ^
boo? beii jeibenliatt^-fiifrcgojp benoemt gebjeeft/
om öeneben^ een anbec/ bie boo^ i)et fó^ittrt
fienoemt moefi iooiben / Öf ojicegcins en boi^
trpiiftiw
• Dil vetfcheelt wederom cenigzins van het Utijnfchc lefW^
fimt is 90» aldus do9i 4cd Hcei Auffr opgcgecvej).
-ocr page 154-ban get iltregtfcgc eft fcöooï / öojt?
fftthtUl öcr^Stefii-iJcr^aïimnsebaiKCreni
ten/in't toccS te fidien«
^m 8 3fuïp fj^ ^cgatmeefïen of
ban öcn ©om / ben χο jBej 15-73
5^ani-Deften / en etniielgit 00Ä ^fficiaaï en aï^
öemeen l^ifean^ öer ïltce0tfcöe ïtecSe sehjoj^
öen
ïlpt 5iinen ijoïgeniien S^eteï-ö^ief/ öenioeïfte
ft in een iganö-ffö.«ft Öen ï|eec Gijsbregt Lap toei^
oe^oorenöe yeö gebonöen/ Wpt niet afleen öat
ï)^ <Bificiml getoeefï i maar ooft bat gg ^eec
Se-pbert geeft boo? öe ce0tcn öec ^^eïaaten en
bec bijf üeriten ban lltregt,
. i:
Wy Johan van Bruhcfen , aïs Officiad van des
■^arts-diaken van Utregt, en als algemem Fikaris,
Kehieden en beveelen mits deezen isel fcherpeïijk aan
^■e Dekens, dat zy het regts-jehied hun toebetrouwd .
op de voorfchreve wijze benefins de Provifors zuUm
hebben te pleegen, en niet zullen gedoogen dat het regt
^n het gezag van den Eerwaardigen Heer den Aarts-
diaken van Utregt door een valfche en gedronge uyt-
^^gging der Kerkvergaderinge van l'rentsgekrenkt iver·»
'^e. Doch indien zy door geweld, of door vreeze voor
^■«n hooger Prelaat , daar in belet worden > zμllen
^y zulks, zoo ras ah doenlijk^zal zijn, aan ons laa~
^en weeten: op dat de reukelooshdt des geene, die i)t
anders gebied valt, door een bequaam middel mag,
i^uit worden. Gegeeven te utregt op den 13 Mey^
't jaar
, bat be ^toeï ban tltrest aan Bruhefius
^ecb omrnmn/ m^ Μ benoemt aeteefi tot SS® Γ
25i^bom ban «^^omngen. "
noen«.
4'
-ocr page 155-ifz HET Leven VAN
* ^^ Havenfius fïaat fiet boïgeniie bm gcm
Isecl^aait: Als fommigen (teUcregc) zich lie-
tfcrt verluiden dat Willem van Naffbuw tot
Laqdvoogd moeft aangenomen worden , heeft
Johan van Bruhefen, als het Hóófd van den Gee-r
fteiiiken ftaat van de Stad en het Stift van Utregt,
in een openbaare Staat-vergaderinge wel vryraoe-
Zijne Try- dig durvcn zeggen , dal het hém niet geraadzaam
poftige re- jlheen 'I^OQ een perfoon^ die Gode geenzins getrouwwas
ξ^'Κ^^Ι^·' ^^^ Staats-beßkr aan te neemen
l'in. vTn bit hiïlpofïis ÏpmMi ben man mtjm
Oranje, j^aiib 5UUI' op^ö^oftfη: taant üU bc ^aal^en ten
enijmn ö^aai n^mcn ai^ i}p getoenfcöt ^ab / φ
f)P0nüot^aäkt gebjeeiimvegt te beviaaten/ m
te ^nmeviH te gaan iooonen, (i) 35an baar ίφ
^gi naar üteulen ter&inti / cn geeft baar ben f
Waaromhy 15-84 / nieuioc fïgï / c^n ^^ebcube in b^
buitens δ^οηΐ-βίτίίε gCÄre^gen» Aldaar heeft hy ook als
rerueiSen regeeringe over onze Hollandfche
yerue e , gevoert, met weinig gezag,, en zonder de
min'le vrugc: ioant aibu^é f^eef Sasboldus be»
6 3llu0ufïg ί f91 aan sijnen te MevAen i
boesenbe baar ηοφ Öy/ bat Bruhefen, orti
j, zijn ampt te bedienen, Officiaalen en Bedie-
naars aaniïelt : maar dat de Heeren zijne Me-
debroeders t'hemwaaarts zodanig gezind zijn dat
het jammer is} dit is ook het gevoelen van de
anderen enz.
j^ocg ΓΦίίΙΐ Ög ben αί ^ejjtanber lyp^v
En geqierki dat 'er van Bruheßus niets te ver-
wachten ilaat, had hy beter niet benoemt gp'
weeft; en Avaar het nutter geweêft dat ecO
tytelvoerende ( BiiTehop ) zijn ancipt had waarge-
nomen: daarom oordeel ik niet, ÖS
maar Iifefc
geen bezit
genomen.
' I' !
U.i
i
daf
fiav«nf. de Ereft. ΝοτΟ''. Bpifcop. in Belgio p. j j.
-ocr page 156-Johannes Β r. υ η ε s ι υ s. 1^3
'er fterk voor zijne bevorderinge en bevefti-
ginge moet gearbeidt worden.
Hy is , zegt Havenfius , * den i Sepretnber % ftcrft
I600 inballingfchap geftorven, en in het Koor " K^ukn,
Van het Karthuizer-kloofter te Keulen b ;graa-
ven: een tiian voorwaar, zoo fpreekt Havsnßus^
die grooten dienil aan 't Vaderland heeft gedaanj
op wiens zark het volgende graf-ichrift Haat uyt-'
gehouwen.
ïn het jaar onzes Heere 1600, den 10 ?ep-
tember, is overleden de Hoogwaardigite
Heer JOHAN van BRUHEbbN,
Leeraar in beide de Regten, eerft Deken,
naderhand benoemde /^arts-biiïchop der
Utregtfche Kerke, Apoftohfch Pronota-
ris, PriefterKanonnik der Dom kerke van
Keulen, wiens ziel in vrede moet ruften.
Mis ίίβ» Bruhefius nocg miec te s^q»
δεη gcböm onber ^gnen na$aat Sasboldus.
• Havenf. ibid.
AANTEKENING.
I. In ïcker Handfchrift 't welke ik onder my heb
PGruften, en't welk deezentytel voert, Extraäusfunt'
^arius de origine tumnltHum Belgicorum is' Caußs tur~
''trum defumptis ex Ijagoge Licentiati Francifii DHjJeldor·
in dit Handfchrift, zeg ik, word verhaalt dat als
ψ-ederodeK binnen Amfterdam was geraakt, en zijne
krijgsbende ontrent ^'iane dagelijks fterker en Herker
kierden, de Staaten vau Utregt voor argeryreeicnde,
ift S oDzea
HET Leven VAN
15-4
onzen Johan va» Bruhefen naarde Hartogïnne van Parma
hebben afgevaardigt, om meer hulpbenden te verzoeken ;
*t welke hern aanftonts toegezeit is geweeft. Bruheßus
is ook een Latijnfch Poëet geweeft ; althans, feeeft
eenige Latijnfche vaarzen gedicht op de Collaümes S.a.
era van Tilmannus Bredenbacbius , ftaande achter d?
voorreden van dezelve Collationes dewelke niet onaar-
dig zijn gemaakt ; althans zodaanig dat het hem meer
aan oefFeninge als aan natuurlijke begaaftheit fchijnt
ontbrokentc hebben, om een plaats onder de goede Dich
ters verdienen. Maar in het allerlaatftevaarsjeflaat een
misdruk die het ganfche gedicht wel zou onteeren: te
weeten opera ξ^ ^uäori longa frecarey vale: iri plaats
van tempora ς^ ^uBm.
i! : ' i'
^ss
doorluchtig/ie en Hoogwaaräigße
HEER
^)ehenaar, Licentiaat in de Η. God-
geleertheit.
In 'c jaar 1583 Vikaris van den openftaan-
den Stoel van Ütregt.
In jaar 1^89 geworden Pauflelijke VikariS
in de Vereenigde Nederlanden.
ïn 't jaar 16©2 te Romen gewijdt Aarts-faif-
fchop van Philippen en van Utregr.
Den 3 Mey in 't jaar 1614 te Keulen, niet
zonder gedagte van Heiligheit, geftor-
ven.
SAsboldus Vofmerus ( of OJJ 5gn re0t ^oU
ïenöfc]^ Sasbout Vofmeer ) te Wft sa.boWm
ßomi / en geeft tot l^aöer gegai» Michiei aftoroftc,
Vofmeer, ^cgatttieefiec öer ^tab ©eift: en
jJï^oeöetJ Margareta Sasbout; toeißefiantfemi
^sbout ban googen abeï jgniie aan öe ^taii
^tïft betfcgeiiie 25ur0emee|ïer^ Ö^ öeïebett:/
^fli noc|| onlana^ ÖOOJ Simon van Leeuwen lil
lliji
:: 1· !|ii|,
• ■
■i ,
, il'
: II·
Sri
Batavia Illuftriita (aati getnoS
^ljti <i5^ootbaiiei; ban Ä^^öer^
ixjegetoaä iohan Sasbout, bie tot 2.5· rci^en tae
S3uc0cmkfïer ban ©elfï getoecfi.
geeft toc ban bjege ge^aö
AdaiB Sasbout, j#inneö|oeiietr ban een ayi^
fieeftenöe geieei'öijeit en ö^iiifföeit ; betoeifte
ontijbia / te toeten 36 jaaren oub/ in Ißt
jaar srr? te ^oben sefïo^jbcn/ en aibaap
öe j^tmieb^oeber^ öe^iaaben, Lucas Wad-
«dingus; in 5gne ^oelijaai * ban be
ber^ ban Francifcus oibetr / fp^eek nocö
toijbiDOjpiger; en met jjooten iof ban beesen a-
dam Sasbout.
i^e bjei'feje^ ban bieden Adam 5ön eerfï boa^
be 5o?0ban'Miciiiei Vofmenis, beuboïienS^^oe-
bee ban onsen Sasbout, iigtgefc^^eben/ enna^«
ber^anb ooit in 't ïigt^eseeben: toaac ober Sas-
bout in't jaar ben^o ^fannarp/ ngtïteui
ïen aïbU^ Ö^^ft öan iacob Janfonias,
3£egraar in be <iB»obfennbe en ^pefïbent te
ben : Ik zend uwe uytmuntende Eerw, een af-
fchrift der Predikaatzien van den Eerw. Va-
der Adam ^ mijnen oom van moeders wcge,
bcneffens deszelfi leven en verdedig - fchrift j
alles uytgefchreven door mijnen Broeder Michid\
dewelke zoo Avel als ik verzoekt dat uwe Eer-
warde het zelve met genoegen en ten dank
:wilt aanneemen.
Φϊη tot onjen Sasbout te Iteecen / be naam
Sasbout i^ l^em in ben ίϊ^αοϊΐ tot een boomnaam
segeebai. ^m^ naara/ bie u^t sü» JH^oeber^
geflapt genomen toa^/ boo? ^em in öet ber^
bebisen berfïlofofifcöe ^teiiinsen een^ geb^niBt
t i
i
•Γ
^etoeefi
Tc Romen gedrukt in 't jaJr i6 fe»
-ocr page 160-SaSBOLDUS, VoSMERUS. If7
5«tocefï aï^ ^en toctiaaitt: möetröanö
öen boo^g^nö aï^ ten toenaam
beu ö^aajen. ^l^aac lier oïser ^eeft laei rou^
hoop aeöaïi/ 500 ai# ijipt SÖ^iefba»
öen 8 S^ecember 1591 ^n sgneu Tü-
mannus..... Om daE ik den liaam draag van
mijn moeders geilagte^ heb ik den zelvcn, ge- W
lijk gy weet , in mi^ie promotie aangenoomen ,
en naderhand akijd behouden. Doch dit heeft
my al meer als eens gefpeeten Want hoe eenvou1
diger hoe beter.
* Sasbout nocö ecH fttnïi 3gn&e ioojpfc niet m^
botten obec flieaat / geigit öe anbece liinbecen/ zijne eer-
of fiuiten^ fpeeïen nmav {jouö 3ici> Öoo^ ^t^si®·
gaan^ binuen^ Jui^/ enberïDerjptöetfïied-goeii
Dat gern $iine toefïeeiien / maar regt
<f^utaaren oj) ban ruioe planßeuj fc^iftt Öe5ci-
ben op/ en berbeelbt met 3ijne naf| flameleuiie
tonge öe ICïtaar-gelieimentjfen/ betoeïiie na^:
ber^anö/ geöjo^bensiinöe/ fiaatteber^
H^at ouber geioo^ben / en nu öcguaam ^ijw
be om in be toetenfcgapjien en in be bent^e-
ïefen geoeffent te toojben / too^ ög^ ban 59ne
<©uber| m 3ίίη ©aberlaub öefleebt i βρ een
beugbsaam en geieerb ^^iefier: onber toten^
ÖP 30banig toenam / bat ijp 3ijne^cöiißi-
gC3eiien in geieerö^eit en in goeöe jeben berre te
ftoben ging, fteibe 3tcf) ben eerfïen iftrni#-
gesant t ban ou^ J^aberianö tot een booiöeelb
boo;
1 üyr zijn leven mÈt de hand geiclireven,
ï MilTchieD te Naaldwijk , een Dorp onder Delfland , alwaai·
'een ter tijd een rermaarde Schooi was
Τ In een brief van den it Jamiary geeft hy te kennen wat a}
"»Bcire dat hy aaugewendt had om een naukeurige kennis yan de
«vensdaaden van S- Bonifaeius, eo van de andere Heiligen vin
Vaderland, tebekömeo«
Het Leven van
boo^ 0000« j toicn^ ijortfïajpjieii 500 Wfjtiö
tiatwcöe/ itat wen in ïiem iaegcné öeneö^igydt
ban 3ijn seinocö/ öe ij^omigijcit ba« 59Π leben/
iie gefcj^iftt&at ban 5iine seöen/ en öelieftaiiig^
heit ban 5ijne cebenen semaftitelp 305
tien een ^tfcipei ban ben &eai0cn Wiik broi-
dus: öeöalbeniiatïip/ aï? öoo? nacSttoaafeingen
efijemat en boo? get beeïbnibiffbafïeiiugtgeraeri^
geit 5ijnbe/ oofe get aange3i0t ban ben i ie-
ronymus fcgeen te beröeeiöen> h)aarö|i sig/booi
jijne ^onöerïinge ootmoebt0gejt enbie^e'^ekerö^
|eit/ nocg seboegt §att benjeefibanbeni^, ^u^
guftinus <!2n/$ooal^be^cö?ijbei'ban$ijnüi'i0e:i
b^ußt leben 0etui0t / ban toen afboog ^emel·
(φ betojpenbaringen onberregt/ toatbat ö^in
be ÜoUanbfcöe üefïie/ bie toen eïlenbig berbai^
ïen ïa0/ boo? ben naam ban Jefus jou te ïijöen
Seböen.
* geeft jaaten aïbaat* joöanig
seoeffent in get betracQten bec <iBiobbeiljite se^
boben / bat nocg een )on0elin0 jgnbe / en
tiaar S^^aöanb 0e5onben/ bjaacbt0 en begnaam
0ebjeetï om te^Coben een 25?oeberffgaji ban
bejii0e3teecaacen en bangobbienenbemenfröen/
onber be befcöermin0eban aUeïleiïigen/ iïtjeg
niet in te fïeïien} maar anbeten / 03p bat beiS
te beter onbebenb5onblgben/ alieteerfï baat toe
aan te setten en te &ebiee0en.
Van zijne kindsheit af, tot zijn fcftiende jaar
toe, heeft hy zich in zijn vaderland in de god-
vruchtigheit en in de iliidie gcoefïent.
Daar na heeft hy ontrent feftien jaaren lang te
Loven geftudeert $ eerft in de Philofophie daar
hy tot Meefter gepromoveert is j en naderhand
in
♦ In zifn ongedrukt leven.
' Proceflus fiiper preinot. Sasboli
158
■ 'ä
iV
' iM
:i·
' i
ψ
i r
i'ii'i!
' 1 ' '
■n'
:J ;
Sasboldus Vosmerus.
de Godgeleerdheic : toeßte iaatfïe fïUÖie Ög
J^9onnen tjeeft in §et itoïiegre fecr ©abecen^e^^
Uitten / 't toeliie op öien tgb öoo? ^et aeeraat;^
rcöapbanRobertiis Bdlarminus, na^rpubïtari
öinaai/ een gjaoten naam Sab berfereegen. |Eet
Semeiöen Beiiarmiin ißtft ij^ öebiienöfcöap na#
öei'^ib onberijouben met nu en ban oücr en
tueec ö^ieben te toifeien : en toj? ïieböen onbec
oiije palieren noc^ eenige ö?ieben/ betoeiftebeei^
3e 5eec goiïb^ncötige mannen mattianbee gefciju^f^
ben §eBöen. §et ban geen iaoiibec bat Sasi;
boidus tot ψαηφί^Μι Mftari^ öiec te Sanbe
aangefïelit itjnbe / te toeten omtrent ïjet jaatr
15-91 / eenige ïïdigieiisen ugt öeseibe jß®aai>
fcpjppgie tot beiiigtin0 ban jijnen ae&ciö geeft
Aangenomen,
jmaae geïp gg Beilarmijn en meec anbere
i'efïige mannen / ngt be ^eïfbe ban
Ignatius, altilb in gloote biaarbe geeft gegons
«en; 500 geeft gg geene jijjaiiggeit gemaakt ban
benige anbeten/ betoeiiieban gunnengeefi/ iee^
»^nge en ïeben^i)5e aftoeeften/ mi en baubapi=
te geSeïen.
* binb bat Sasboldus t' gui^geefï geïegett
^ ben Smelten ban jacobs Iterfte. SDaarnató
yö / bolgen^ get boo^öeeïb ban j^nen /
öaanbjoonenm getijioiiegiebanpau^ Adrianus
onber ben ^lefibent Michael Baius; aïioaac
% beneben^ 5gne anbete ^cgoi-genooten be
^tubie bet »0aö-imnbe met aUemogeigiienaaci^ Hf word
%geit geeftfiegartigt/enaiceiitlaatinbes^üb^ ticenuMt
Scïcerbgeiti^getoa^beii. l', η°ς"·
, ïto^t baar g^ naar 3m l^aberïanb ge^
«ecrt i en geeft 'er be gioate il^göS^i^ i^^n troicke«
|iÖetrol30iitaan / Fredericus Schenk , ont^ iiebbcncfe
bangen.
' Ibid.
Met Leven van
bange«, ^itv gern ^imongt mebe bermengt
gctuecfi / öeüjeïfte oj? öen toöt iufïig j^aare pet^
fbnaaöie fpeeiöe; maar öeefi:öeiijga3ci|/3on^
öec eenige fïceft-jpennmgcn «gt te ^uun/ öefto^
meit; ja ii 'tt fc^iei· ontoi% toe getroltiten ge^
toeefï. ^t öair-fcöeering m öe itidne Jl^öïijd^
öem öeöient ojp ben ι χ ban fj^aavt 15·
ïiaag^ Öaac aan ög a^iiDer-öiaïten getoa^öen*
^en xf l^aart/ al in 't 5eifiie laai* / to ©ia^
ïien geiDijöt. <iEiniieïp gee^ gn oj» ben αί-
jEaact ba ï 't jaar if 71 / 't toeihe niet jeecge^
iulißig getoeefï boo^ öen ïtatoiijiien
öienfi / te ïlcregt in öen öe ^^iefiedijitß
ioijbing ontuaugen.
t spitóe ί^^ρ toebec naat Hoben ge^
ïteert om 'ec $itïj nocö bo)öe»; in be fïnbien tc
oeffenen. |Baac beiogi |et oo^ïag^-bunc oni'
tcent öet jaac 79 tot 3taben toe toa^ booige^
b?ongen/ iê i)? naar fóeulen berftaifi/ en ban
jTn èn" vor- öaai' lUBX ï^omen gereifi. mt b^enipefó bee
der naar ICpofïeïen aïöaac üe3ogt fteböenbe / en bao^
mebelgb)?« getroffen tot 5^n ©aberïanb baar
l^et seer eïlenbig toeging/ i^ toeer naar f|ui#
ge&eert: en i^ albaar aanfïonb^ tot be ^iaaax^
hjjgtistïe bebieningen ban be Jlallanbfcöe ïierfte
geöjiüiit getoeefï.
* mo} eei'fï i^ ÖP ^^ehen getoo^ben ban be
Megiaaïc lierite ban in öeti^of ban
<0^aben§age.
4- In het jaar 15-8? is hy algemeen Vikaris
geworden van den Aarts-bifTchoppelijken Stoel
van Utregc, openftaande door de dood van den
Aarts-biiichop Schenk.
m
i6o
naar ïijn
Vaderland ,
cn word 'er
gewijde
dooi den
Aarts-bif-
fchop vau
5Jrregt.
Hy reift
naar Keu-
Romen.
Hy word
algemeen
vScaiis van
it open-
ftaande
Kerk van
ütregt.
(if :
■ψ!! ij
i if
t In difto ProcefTu.
Relatie Jic. dc la Torre, Arckicp. cp^·
4 u fam V'kario CapituUrt Sasboldo nfmm all' am»I}8}'
( defcrilt. dtlU filißicm dellt Ïrovinc. Vnit.
SaSBÖLDUS VoSAiERUS
, geßöcn on&er on^ een ban 't
iaarj ijaac Oftavius, i^an Cafeto ea
Ji^unmi^^ ban Sixtus V^, eilten Sasboldusaanfïrit
tot algemeen Vikaris in 'c Geefteiiike ^ JOHÖei*
Sciajag te nmaiien ban ■ ^poflolifc^ f^ilian^.
S;« 't ^QQc 1^94/ op den 28 »igiiili/ fteeft
ho a!^ aistmeen^lßari^öcropenfiaaiiöe^art^"·
öiffr^oppelpc ï^crïie ban ïitregt/ tn ai^
magtigöe ban öcn l^aujs oberöeimönurigesan&i
fc^apjim/ ^lifrouto Sufanna de Rath,
Jan^, ßenediftus in #iitïiü|jB / öuimt
«ε fiaög nuturen ban ïltrcgi: / εη tioo? ise ^il·^
tiei·^ inet eenpaarige fïeramen berfiose/ tot^Ö^
öi^ë öebßfiigt.
3!Π ört laar if8.9 ö?/ op aanpig^ing ban wo-doot
^Vii'hflmus Lindanus," Ö00? Öea^aU^Gregorius
JiH. aan0rftdtt0tfa«fdi|he»n^obcrli)et ris? "
perrenigöe j^cöerianö > en / 500 aï^ j^y in
J^fiici-cn ban öen 31 ^ιίρ 15-94getuigt / op
verzoek der Broederen : Bonifacius (dat is,
^^ibüldus ) 300 fp^eciit Ögi öaar/ heeft over twee
jsaren op het verzoek der Broederen bewillige
de begeerte van Grootvader (den Paus), en
"^cft belooft dat hy 'er niet zal tegen ftribbelen.
V ïï^annecr l}^ in |oiiani! (aï^ ipofioïifcö
^aci^) aanguani/ m ö« ioilanöfcöe lierft
ligt
. ©cesen deeripen toefïanb becgemdbelierfie
y^eft in een ban öen 30 ^eptejnöeK
■ ƒ97 naar i|et lel'en afgefcp^jert aan iiaöiDrO-
'^eriiis, öeiiieifte geijouöen' feo^bt booi ben
"ffaaï üan be jlaatfcijappgie ban jefus .· Ais ik,
L ïj.o / omtrent over 17 jaaren in deeze oordea
aangekomen , heb ik "er alles verward ge*
bonden, en gezien dat de order t'oncicrfteboven
Hl. Deel. % gekcers
" Sasboiits Brief ynn den 51 July 1 fii4»
-ocr page 165-f
Het Leven van
gekéert lag : behalvén dat de VikEsris van Haar-
lem ( n^ilïéftt ItOjpal) noch veele znaken loffe-
lijk had herfteir ^av (ψ &efiïaa0t
ober ite ntoeiitoiïU0ö^it i's» 5entnn0e gafienija»
l^aöcr oiivicrs öeöjeïïtc onﻫr öcn fcöP
öan ontöefinge/ ouöer &en|HI}jotïoli|Tcöen^il^a^
rt^ niet 6c0ecriicn te fïaau: Ten zy de Godt der
vrede, jegtgg/ dewelke de goede Harder is»
hen beteugelt, 'en de Paus 'er ook achter her z't;,
hebben wy een alleruiterfte verwarring van allest
m grootef gevaar Van dé huisgenooten als van ti^
vyanden des Geloofs te verwachten.
^iie «rfie 50^0 gebjeeft / öe üoUauiircÖ^
ί^ΐύ/ öetoeiite boo^ een öeerïpe fcöeüi'in0 tJi^f·'
Mïentoa^/ toebeeojj te regten. aö^
öe ltioofier-i>.?iefïer^/ 5eet;toeinigeni'uyt0e5ö»^
iierii/ toai'en toeg ^eliïngt: en öaac toa^
niemanb 0ebïeiien aï^ Amoldus ab ifcha, eet»
jj^inn^.joeita' ban öe fïiTnge onber^onbini^'
iretoelite 5icö niet ^ijnennieiie-itia-hee Henrik vao
Beeilen, ooit een |ji!nne&,?oeber / ontijielö
iie ^taö lEmfierbam. Jl^etotji 'tv ban toeinig^
taerft-ïniben in een 0?ooten oegfi iaaren / Ψ^κ
ïjgi/ aï^ een jojgbuiöig iaecfe-iiarbei·/ 5ijn ö^f®
gebaan om gun 0etai te fjerftellen / be lje5tüee^
feene Herit-bienaar^ op te regten / be berb^eeö^^
ne toeberoin te boen ïieeren / be fïaantoe
taaïifteren / be ïoopenbe faoo^t te b^jgben / en κ
ieni0e llgtianbec^ te ïjulj» te ontöieben. .
c O^tbei' be ^jbenë-^iiejier^ sijn be ©abet?
iet .ïH^atfeöapjppe ban Jefus be ailer-eei-fie
iuecfii toööi^ öan 'er tioee aangeftonien 50η u«'''
trent get einbe ban «i^ctoberin öet jaar ifp®:
j^inneB^oeber^ ban be fïmije onberö^"'
blW
. I Rekïio Jac, de k Totte pag. é U
ί IbicL
r6t
Hy tragt
«Ie vetval-
lemHbl-
landfche
Kerk te
bcrftelleB.
S α sboi, dus Vo sm eruä. löj
biiige 33« eer^ in 't jaar 1514./ öe^^eft-pßreti
«i 'tjaac i6xo/ be ^iigufïijiKc-ntonnifefteiï in 'C
bcHapucijneniö^i p»; aanseïantit
Wanndgten jijn ecniöeattibïaatecaangcïtorarn*
gelgit aï^ 'tv beie ban bieïtgtïanbec^
gern a?oote ^nïp tocgeöfagt öeö&en / cn tod
boo^uamentigit Martinus Regüis / ^ ijQ« ^UtO^
be; toim grtuigeni;^ biftniaai^Öeelftse»
Secbcn / bat aan ïjem aïïeen 500 beriïiabaï^
öonberb anbcren: 500 ^ttft ϊ^ρ ban cenijebali
fcöe S^oote nioe)elßtt§cben tc labelt
a^öab i booi toelftcr^ berraaö / of ten ttiinfie
9nbooi5i3ti3iieit/ öp aï in 't beßin genoobpaiit
getoeefï bè ^tab Wcift/ baac ggi tot nocg toe
giu berbigf öab geöab/ te beeïaaten/ m nu
Öier ban ginber te gaan fcguilen / ja einbeïp
üeulen te togiten. ïjéefl: in ben öegin^ Hy keß
te toeeten in't laar κίοο cn 1601 / ooft
^en g:oaten finjb geijab met Jacobus Zapphius,
bec ^aarfeniftöe ^etiie / ett met eenige nienaiieên
«mi be^ 5eif^ Stnipt-genooten j namenti^Ä ban met dcvai-
f^aift Bloemaart, bie(0nbeti-beftentoa^/ en Wil- fthebroe-
AflenJeif, ïianonniit te i^aadem/ betoeïiji
g^ooten ^iber boo^ be regten bän ï)nn föai hoofden
y'ttci {tampten i en ^et eubeï opnamen bat ggi van ae
ft icn^t ban fHpofïoïiffcöen ©iitari^/ ^onber
genootfcöaij te ftennen/ gab aangenomen/ fteiijkiw«·
t" bagclp^ be-oeffetibe : en bat ög baac-en-
J'^beti ben licentiaat Adelbertus Eggius, ooft
Jpttbet l^en te ftennen / in be pïast^ ban gnn^
algemeenen mm§/ Willem Kopal, öaÄ
at ï Hier
d/ Jciuit Gcorg?us feeeft aan Sasbolbus bdeedcn , gelijfc als
Brief "van den 17 November 1^93 getuigt, Μ
"aerd v?ri dc zijnen zoo veel fliet zouden doen als Martjnuï Re-a
alleen had gedaa«.
Ü
104 HET Leven VAN
Hier van daan komt het, Ipt 5gn öeiOOO^&C»
tjan Zapphius, i^ioofï bmi 't ]^aariemfc9e üa^
jjitteï/ in ban ïüen ι ο iHaart 1600
aan Sasboldus Vofmeer te ©dft / dat wy eeni-
ge dingen zien gefchieden tegen de Kerkelijke
Order, en tegen de ordonantieder heilige Kerk-
vergaderinge van Trente} te weeten dat 'er een
nieuwe Vikaris word aangeilek eer dat de voor*
gaande overleden of afgezet isj en zulks buiten
weeten van het Kapittel; aan 't welke, voorzoo
veel ons bewuft is, uw Ampt, hoewel het zel-
ve wettig is , noit vertoont is geweeft. Niet
dat wy uwe Eerwaarde , of den Licentiaat Eg-
giuSy onzen liefften mede-broeder , uwe hoog<^
Ampten benijden : in tegendeel, wy omhelzen
en wy hebben een hooge achting en eerbiedig"
heit voor den godvruchtigen yver en voor de
kloekmoedigheit, dewelkeGyL. by deezen ζοΓ'
gelijken tijd tot Chfiflus kudde betoont. Doch
wy bidden met alle ernit dat alles voortaan met
order en met onderlinge liefde mag verhandelt
worden ·, zodaanig dat we malkander over en
weer met genegendheit en met raad en daad voor-
komen ....
Hy ant- beeje Magteii te iieanttooojiien j^eeft Sas-
hvbSH "ï" ^· 1 "T^o'heus öag/ m 't jaac /
op hunne' »«^t bOlgeilÖe ItlOOjïteil aau Zapphius $tftW
ben,
Terwijle dat Gy 1. zulks verzuimden , heb
een Vikaris over Haarlem aangellelt inde feftie""
de maand na de dood van den anderen: en zulk®
achtervolgens het Dekreet der Kerk-vergaderi^"
ge van Trente (in hei feftiende hoofd-ituk ovef
de Hervorm, van de Z4 Zittinge) en ik heb by
het leven van den anderen Vikaris het gezag va'^
onze volmagt, met Kerk-ampten te vergeeveO'^
i' l'
i?
l·
; (
i
i;
i! i;
I
li
! !i
it '
S α s boldu s Vos mer υ s.
<5f ietwes daar omtrent te fchikken , enz. niec
gebruikt j maar als de Geloovigen, de-velke ge-
holpen moetten worden , door den Vikaris ge-
weezen wierden naar Mijn Heer den Licentiaat,
heb ik denzelven mijne' magt om hen te kön-
nen helpen medegedeelt, enz. en zulks na dat
Mijn Heer Kopal (de Vikaris) zoo als hy den 6
Maart 1600 aan Sibrandus Sixius heeft gefchre-
ven, genootzaakt was geweeft heimelijk te ver-
trekken : en ik heb, zegt hy, in zijnen voorgaan-
den Brief, met alle ootmoedighcit verzogt dathy
■Wederom mögt aangeftelt worden ; fchoon dat
het regt van zoo een Vikaris aan te flellen aan den
geenen, die de plaats van den Metropolitaan be-
kleedt, Avas vervallen.
2$?ief toaac booi Eggius tot J^iftan^ban
Set ï|aariimfcï)e l^apttd i^ä aan 0e|ïrit 5 «1 öe^
haellie öooj een 2i?iiefijauoaavius^i|fc||0i>iJan
Cncarico/ cn .I^UWiU^ Jjatl Klemens VIii, ί§
ßcbcflä^t / saï l^iet! öene&en / öaac ine ban Eg-
gius te öanbeieu 5uïienöeii&en/ opgegeben tooii»
ben.
φρ get thjeebe punt ber öefcöuïbiiïingeljeeft
Sasboidus aïbué lu gijnen eerflen ö^ief 0eanti
]»oo?bt: bat be Zapphius gefeece ïtonb^
KÖaii ööb lian (Sasbouts) bolraagt/ na^
beniaai öp 'er jeif ïjtcft geijjen in ioei'^en om
Me5eïbe ban ïjtt ^of tefaerteijgen: batbe^e^
55ibeboïma0t/ goom^aï^ögi/ Sasbout, öe3eii=
iie&eitomen gab/ inee^ ai^een^ beKtoontiua^ge^
^ceti aan ^umiel^ecgabei'tnge/ teijjeetenoi)3o^
ï'anige toiise aïébeeilenbigptbertpentodieti
^»ibetoeïfie g^gëlf/ aï^g^öi'nnwtöunne^eKgai
oeiinsegabben gefcö^eben/ in ïpt öelieüen ban
Öunne Blieben geboïgt pbben. ^^ ganbeltbaac
ί^οφ b^bioopi0ci; ban in gp^« ©jtefaan Adei-
iH'.
mv.'M
Η ε τ L Ε ν Ε Ν VAN
bertus Eggius , ίίαπ ^^ccciltiiec löoo j
iiehjdftc beueiien αιώδκ Zapphius yd ojigdcij^tt
teoi&en. ICliiu^ öe bjciie twfffgeii üt
IpÖ^tt öan üaadem en Sasboidas ee«i0eivmaa^
te toeberom segeeït,
«^öcctuffcöen toaé öe ^oUanbfcgc Heriit öu^
ïaitfl / öat tot |«t jaai· / nan iie toaar^
öisidt en ban öe |ιιίρ ijan een ïtatdgften
fclfOïi onijoo?5ien geöieben, <ï^efti0e en goii^-
iiien^ije mannen / bie ben öebÄen toefïanO
Itecfee ter §ai?te nainen / en Jioo?-aï Jaco-
bus Janfonius , een ^eßoren ümfievbaminer/
toenaam ÏÏieraar in be »©abl^unbe te Eoben/
^n ^ieftöent ban ï)et ïtoliegie ban AdrianusVr,
gbecben met alie magt / 500 be toeidbïpe
aï^ geefïeigfee obecisijeit / am ire aanfïeüin^
ba» een «ieutoen / een^oo öiettfiige en
gutk^triJise 5aaït / öoo^ te biingeu.
Weese Janfonius fc|ieef ben 30 Ijj^ï / in 't
jaac 1601/ metbe«5e feiöoibenaan Sasboidus:
Ik heb mijn beft by den Nuncius gedaan om het
Bisdom aan U te doen opdraagen: en ik heb uyt
sondcr Bif- zijn antwoord genoeg befpeurt dat hy van zijne
fchop was, jjänt alles gedaan had wat hem mogelijk was·
Daarenboven heb ik deeze zaak'aan Rkhardoi
('BiiTchop van Atregt) aanbevoolen.
«©Rbeetiiffgen jeö&en Sasboldus, bie tt
boren aÏ0rmeen J^iifarfê ban ^t openfiaaiibe
ban lltregt getoeefi ^ijnbe / n«
ύοίί j>ctioiifeö ©iitai-i^ m be ^ereeniöbe
Herianben toa^ geioo^ben / ^n ijf^eefïec Adel-
bertus Eggius, ägnneen ©ißari^ ban |iet open^
ilaanbe g^i^bom ban ]|aarfein /1' samen obet'
loovten'" öoe bat be itatoïpe «©eïoobtgw Wg
ï66
:
Pewijl de
Holland-
fche Kerk
alhicr"nie£
geyoriiiit
Mattöen ftefi geboomt sonben too^b^n : en
öeii bbec beese m in't j^^^
S Α SBOLDUS VoSM^RUS. lêf
ïöoi / iigt ï^oitetib aan gemeïÏien
jacobusjanfoniusi f« öaitöemöet bofeinöe Ötlib
toOOjb Bcftomcn: van alle
Gemerkt dat 'er geen BiiTchop by der hand is kanten gc-
om het Sakrament des Vormzels aan dit volk te
bedienen i heb ik (daar toe aangezogt zijnde door giflihop te
een brief van Egglus) den PauiTelijken Nuncius voorzieu,
gaan fpreeken: en ik heb hem gebeden dat hy de
magt voor den eenen of anderen Priefter te Ro-
men zou zien te verwerven om het Vormzel by
U L. te bedienen. Hy gaf my tot befcheid da|
hy over de zelfde zaak eenen brief van uwe Eer-
waarde had ontvangen} en dat uwe Eerwaarde
aan hem tot het ontvangen vandiemagt had aan-
gepreezen zekeren Abt, die by U L. noch was
overgebleven, en zich onthield in de quartieren
van Kuilenburg. Ik antwoorde hem dat ik ze-
derd eenige dagen uyt een brief van den BiiTchop
Van Roermonde had verftaan, dat gemelde Abi
eindelijk van 't Geloof was afgevallen } en voor
Burgemeefter te Kuilenburg fpeelde... En als
ik op den zelfften dag over de gemelde magt in
gefprek was geraakt met den Aarts-biflchop van
Mechelen, heeft hy my geancwoordt dat de te-
genwoordige BiiTchop van Middelburg, Barde^
ghem^ die ons voor heene wel bekend is geweeft,wel
te beweegen zoude zijn, om uwe Landfchappeu
in een onbekend gewaad eens te doorreizen , eii
't Sakrament des Vormzels aldaar te bedienen enz,
Jacobus Janfonius SiOCßt 'tV Jtt öm JCÏföen Het
tot een fïat-rebcn Bg/ dat hy vernomen zommigen""
had dat fomniigen een hinderpaal hadden opge- zoeken te-
Vorpen , dewelke hy vreefde dat niet te boven
!iou gekomen v;^orden, ten waar dat'er God in
Voorzag. . Sasboldus 3iïf / 0eip ÖP
10Q9 mvk Höimn leeft
% 4 um'biP
''■i'V·' ;
ii^ili,!
.ii
I hiu'·^
iii u
: i:' ■ ·
lïr^
^ii..;,·
:).,:; ι,;,;;
nmfi
Φ":
ν · 'Ii
■ ,1 · ■>■ ' .
-ocr page 171-/ trachte naar geene tijdelijke eer*
amptcn of voordeelen : maar beoogde alleenlijk
Gods eer en de zaligheic van zijnen evennaaften
en van zijn Vaderland j en was bereid om altijd,
en voornamentli)k als de Kerk weder herftelt z,ou-
de zijn , voor een beter en bequaamcr perfoon
op ce ftaan. Hy heeft zulks rhct duidelijke woor-
den verklaart aan den Doorluchtigften Nuncius,
den Aarts-biilchop van Tarente, en aan den Pre·'
Mtni Richardot ^ als dezelve hem het Aarts-bis-
dom van Urregt aanboden. Dit hebben zy gedaan
na darde Aarcs-hartog hefn verklaart had dat hy
alle de mceitcn en de dieniten door hem aan hcc
Vaderland bewezen wilde beloonen, en hem be·^
volen had dat hy te Bruilel zoude blijven , tot
bol ΙϋΓ'" dat hy hem een brief zou ter hand ftellen , den-
hoeweftc- welkcn hy zelf aan zijne H. zou brengen. Na daC
gen zijnen hy al eeo ruimen tijd naar dien brief gewacht
dank,word had, heeft hem den Nuncius uyt het leger toe-
'^""V'ric een brief van den Kardinaal Jldobran-
bdteldoöï gemelde Kardinaal hem liet wee-
den Prias ten dat zijne Hcih'gheir bereid was om de gezei-
JerKatolij- de benoeming te beveftigen j en hem over zijn
knden'tOT fukkeicn bcilrafte, cn aanporde om de reis
naar Romen ten fpoedigften aan te neemen. Zoo
ras als hy daar op ook een brief van den Aarts-
hartog had ontvangen, heeft hy zich tot de reis
gereed gemaakt , en heeft dezelve mecrendecls
te voet afgedaan in 't raidden van de winter. Hy
jïieo is ge- is op reis gegaan den 17 January 160^, zonder
ïeift. ggj^g t;e weeten wat de gemelde brief bchelfde.
.... Ondertuffchen had de geen, die den brief
van den Prins overzond, bevolen dar men allezins
op hem zou letten, en hem van zijn yoorneemen
en van zijne reis zou zien af te troonen.
u ΐϊΟίΐίίίΐ «angciiomw op öejj ιη. ^^
ί '1
da: am Pt
bsnoEiTit.
Waar op
Sasboltius
te voec
1)3.1: R.O-
I
ï68
Ε Ν V Α Ν
Het L. Ε V
Sasboldus VoSMBRUS»
ΪΙ,ΊΪ i6oz/ niet toeint0 afgemat boo?300 «n
langimurige rei^/ iietoeïfec öp meefï te boetöaï«
afseieit
0a irat ÖCtt ^au^ Klemens VIII. m ÖC
Sejiurpecbe J^aber^ jjügt^öaïbe gait toee5en ht^
gieten/ en den brief, 500 fp^eeïit toföewm
mijeilïefigemeïiten Ö^tef/ aan zijne Heiligheit had
overgegeeven, en zijne H. H. den zeiven had ge-
leezen, heeft hy tot my gezeit: Gy hebt alles dat
gy verzoekt : en niet eene onderregte hy my op
eengemeenzaame wijze hoe dat ik te werk moeft
gaan in het voorftellen van mijne zaaken , zon-
der dat ik ergens minder op dagt als op het BiS"
dom. En vermits ik niet al te yverig was in de
paleizen van den Paus en de Kardinaaien te be-
^ioekcn ben ik van een Kardinaal ontboden,
en van hem onderregt hoe dat ik een fmeek-
ichrift raoeft inleveren om mijne afvaardighig te
Verzoeken.
OndertuiTchen word ik ontboden by de Ver-
gadering der H. Inquifitie : en na dat 'er over de
geloofs-zaaken gefproken was, word my in hec
üytgaan gezegt, dat de Paus en de Kardinaalen
'^efloten hadden my tot hooger ampt te verhef-
fen , dat ik by den Paus moeft gaan, en hem in
geene zaak tegenfpreeken: want dat het beiluit
yan mijne verheffinge onveranderlijk was, en dat
ik ondank behaalen zou met anders te doen.
Als ik eindelijk by-den Paus gekomen was, heeft
' ^ly my verklaart dat hy my BilTchou wilde raaa-
ken.
Ik heb my , jegt j0||> llt get Verhaal van zij-
^^ Roomfche reize , verontfchuldigt wegens niij-
hooge jaaren , en wegens mijne zwakheit ,
^tt om dat ik dagelijks meer en meer afnam,
^fi de ιπίΐμ piet en was die ik wd fcheen te
'' % S. weezen·.
Hy word
te Rönicn
door de
Kardinaa-
len en door
den Pjus
vnen
pnthaair»
De miiteif
■word iienj
aanftonds
opgedra-
gen·
Weezea ; zodaanige, zejde de Paus , moeten het
wtzen.
Sasboldus tracgtc Ößi lafï aï hjeiiec teonttoi)«
ïten / $tt op een anbec^ fcSoubeKen te ffej^uften:
en ten nie« «nöe l^eeft Sg tien f au# ban te?
igbe aan0ejp^ee5«l Adalbenus Eggius , %ice.tw
tiaat in &e <iEk«ï»-&uniie/ l^iÄaci^han Setï|aar^
ϊ€ηιΓφ Itajpitteï / beioeiiie op bat jja^ in be«
i|a0e ijae? gct geloof geijangen 5at
e ©0CÏ) Klemens bien ntatt ober fijnen gbc«
gej^^eesen 0e&&enbe/ 5eibe irat hy my begeerde;
en als ik my veroncfchuldigde, heeft hy my zwaar-
lijk bekeeven , en geboden den laß am te vaaf'
den. f D^ar op gebiedt hy dat men ten eerfte
tot de Wijding zal hebben'voort te treeden : en
hy voegt 'er by dat hymyioi het Biffchopdom niet
verheft op den tytel van de Utregtfche Kerke,
op d^t de On-katolijken daar door niet te meer
verbittert zouden worden ·, maar dat ik dien ty-
tel ten allen tijde kon aanneemen met goedvin-
den van den Doorl. Aartshartog. Het zelfde
wierd my verzekert door den Kardinaal Aldohran
dijn, en naderhand door noch een anderen Kar
dinaal, dewelke tegenwoordig is onzen Allerhei
ligfte Vader, Paulus V. die άοοκKlemens gemag
. tigt was om my een tytel te geeven, Dezelve Kar
dinaal verklaarde dat ik gepn gevoeglijkcr tytel
kon hebben, als die door gerne den Doorl. Aarts-
hartog was afgeleit, te weten van Aarts-biiTchop
van Philippen.
S Eerft zegt hy elders, is my de Stoel van S-
• Willebrordus (te weten die v^iiütregt) toegeleit.
Doch
c ^lam Itifier. Koni,ffr SasJ/oli. M-
f Ιμ den vp^rgaantdei) grief. ,
i In zijnen Brief van den }i Mejr iéoS aatjearth. van Bode-
^Bi, {eTrierwoonende,
pe Paus
doet hem
wijden.
Word ge-
lundelc o-
yer denty
fel yap zij
jpeo Stoel.
Eerfti»
^em de y
ftegtfche
SaSBOLPUS VOSMERÜS. 171
Doch vermits de geene die hier overleden is {ßru- Stoel, daai
heftus) by misverftand tot den zelven Stoel opge- fe^fjj""
geeven was, is my die van Haarlem opgedraa- opgedraa-
gen : doch daar heb niet op geantwoordt, tot g«« ? maar
dat eindelijk de Stoel van ütregt my weder is"^en/niP
gegeeven. Egter heb ik den zeiven op dat pas hem eindL
noch niet aangenomen, eer dat de wil van zijne lijk de tytel
h H, eerft fchriftelijk daar na mondeling, mybe-
kend was geworden j en als hy naar de redenen y^^ phuip^
van mijne weigeringeniet willende luifteren my pen gegee-
antwoorde: U begeer ik. ven,
ΐ Jacobus fdart^-fitflTcöoj» Sjan «iBjiöefe fp^M
Öiec aïött^ lian in öet J^ergaal^ hmsmti^Bmi op«^^'»«-.
(φ Wt^t Zoo heeft dan Klemens Vlll. aan Fof- ""^"en^
merus , die door de Princen van Nederlaiad be- Prins, op''
noemt en door de Geeftelijkheit verkoren was, <ie verkie-
een anderen tytel (te weeten van Aarts-biflchop
Van Philippen) toegeleic : i?p welken tytel hy, heiten met
en ook op den tytel van zijn eigen erfgoed, toeftem-
dat bequaam en genoegzaam was, in 't jaar lóot, vatt
in het elfde jaar van Paus Klemens , in de vijf- io^d^hyte
tiende indictie, op den zz September, Aartsbif- RomenBii-
ichop van Philippen, inde landen der Ongeloo- ichop ge^'
vigen, is gewijde. Zijne Heiligheit hong hem
2.elf het witte Rokje om, en herhaalde wederom
't geene hy in de af kundiginge van zijne aanftaan-
de verheffinge had gezeit: Doei ( aldaar) al nvat
ik V zou moeten en kennen doen. De Doorluchtig-
fte Heer, en de Hoogwaardigfte Vader in Chri-
fius, de Heer Siman Ïaliava door Gods genade
BiiTchop van Albane , Kardinaal der Roomfche
Kerke
h Het is waar dat'er in het Latijn ftaat Sertniffimt, ^piaaruyt
fet voor,gaande verhaal viin Sasboldus fchijnt Waar te Η'ίκεη dat
,°<;r SanBiffimi moet gelezen worden, Vtrtaaldtn
i In het Verhaal van zijne R. Reis. ■
Λ In het verhaal siijne r. Reis. laeet Bewiis-fchrift taa
SiJbouts wijdinge.
!ij
14^ Het Leven van
Kerke onder den naam van de'^erra Nova, heeft
tiyt kragc van het Apoftolifch bevél , en ten o-
verftaan van de Hoogwaardigfte Vaders en Hee-
ren Petrus Lombardus AartstbiiTchop van Armach,
Qnjühannes Paulus MarincuJa voor heene Biflchop
van Theano, te Romen in de Kerk vanS. Apol-
linaris , onder de plegtigheden der Hoogmiire,
volgens het gebruik en de wijze der R. Kerke,
en naar de form van het R. Pontifikaal, de bii-
ichoppelijke Wijding bedient aan den Hoog-
waardigiten Vader en Heer in Chriflus Sasboldus
Vifmerus, gekozen tot het Aarts-bisdom van Phi-
lippen. ^ßt öicn>iian0aanbe ojJ^
0emaaltt/ met öet onöerjocft/ 'ttöeiïieboDjsii^
ne iifcï)efing genomen : ηπί^ίταδετ^ iic ïof-
getutgcniffen hie ijem aï^ toen gegeeben 5ijn/
cn ïie eeb bien öp boo^ Jijae ïögöing gebaa«
ïjeeft/ öecufïen onöa' onje papieren. Doch hy
is op deeze voorwaarde gewijde, ^egtbe lëart^"
ïjiffc^ojjijan €fefei} in ïjtt boojnoemiie beröaai/
dat hy, indien het de Princen van Nederland of zi j-
ne Koninklijke Majefteit behaagde, den tytelvan
dc Aarts-bidchoppclijke Kerk van Ucregt zoU
mogen voeren , voor welke Kerk hy voornament-
lijk gewijde en gezonden wierd. ^it gCefC Sas-
boldus 5df met öuibelijhe bjoojöen te ïtennen i»
5i}nen Blief ban öen ö^imgi 1609 aan Gravius.
De Aarts-hartog , zegt 'hy daar , heeft my be-
noemt to: het Aarts-bisdom van Ucregt ; en hy
fchrijft ook Archivefcovo de Utreg, Doch hy heeft
my een beiloten brief mede-gegeeven voor den
Ff. Vader, dewelke my ten tijde mijner wijdin-
ge heeft verklaart dat hy my den tyrei van Aärts-
biiTchop vau Philippen hadgegeeven, oradeOn-
katolijken , die de Kerk van Utregt in hun ge-
weld hadden niet te verbitteren : voegende daar
by?
ί :
Hy isdooN
gaans, zoo
wel van 'de
zijnen als
van deüyc-
landers, als
ook van
vorftelijke
Hunnen, μ
van de On-
Icatolijken
zelf, Aarts-
biflchop
van Utregt
genoenit,
ga d^ar
by, als het den Aarts-hartog zal believen , zult voor aan-
gy dien tytel mogen veranderen. Doch tot noch g^"
toe, hoewel dat de andcrs-gezinden my den naam
van Aarts-biflchop van Utregt geeven , en voor
Aarts-biffchop van Utregt houden, héb ik den
tytel van Aarts-biilchop van Utregt niet aange-
nomen ; maar ik fchrijfopde volgende wijze:
Door de-genade van Goden van den ApoBolifchen Stoel
^artS'hijjchop van Philippen^ m Jpoflolifch Vikaris
over Utregt , Holland , de Fereenigde Provinciën ,
en de onlangs gewönne landfchappen van Overyjfely
enz.
een anise^en B^ef jonber; jaar- en öag-te^
ïteninge / öaac 5öiie bcccigtmgen aan öet
^of ban betteit / fcÖ?9fï fig ojj be ijoï^
Seuöe iDïj5ei Als ik voordroeg dat in meeft alle de
brieven die my toegezonden wierden de tytel van
■darts-bijfchop van Utregï ftond uytgedruktj heeft
hy (Vande zijl) my geantwoordt: zoo doet de
Aarts-hartog ook: en hy heeft my een brief ge-
toont, en niet alleen getoont, maar ook te be-
■^aaren gegeeven; daar gemelde Aarts-hartog my
tot twee reizen toe met den gemelden tytel vereert,
ponder my eens een anderen te geeven. Noch zijn
Cr eenige anderen by gewceft , die van BruiTel
^uamen, cnmet my uyt dien hoofde vriendfehap
bilden onderhouden. Daar fcheelt anders niet
aan, als dat ik gemelden tytel tot noch toe niec
gevoert heb, en niet heb willen voeren. Maar
'^u, ziende dat het voeren van dien tytel tot groot
profijt van de Kerke zal ftrekken, en dat ik van
kant geen onderftand als op een regtmaatigea
^ycel kan invorderen (dewijl 'er inde ordonan-
tien
« De Latijnfche woorden zouden ook können vertaalt worden;
-^arts-bijfchop -van ihilipP"* Vtregt
'■^er f/aarlem cnï.
μίκ;··
i
1 ■
-ocr page 177-iifl 174 Het Leven vän
tien zoo wel van den Paus als van de Princen dui-
delijk uytgedrukt ftaat dat de Biflcbop blijk van
zijne verheffing {tot het Bisdom) moet toonen,
en dat de anderen alsdan gehouden zullen zijn
om hem zijne regten te voldoen) enz. göof
fcö?ccf ÖP ooft in öe maanb ^ung/ ία 't ^ae
lóop/ aan jefeeren b^tenö aan g^t ^of: ik ben
doorgaans, ook in Holland, en van de Princeo
en Staaten aldaar, gehouden geweeft voor Aarts-
biflchop van het Land : hetwelke my veel ge-
holpen heeft om van de onderdaanen gehoor-
zaamt te worden, dewelke zoo veel ontzag niet
en hadden voor een Apoftolifch Vikaris : doch
naar my, als hunnen Kerk-harder, gaarne wil'
den hooren.
3in een ö^icf ban öen 31 Slönuai'g 1606/ ge^
fcö?eeben aan öet liagfttei ban ^©ïbenseci /
noemt öp 5»eÖ ^act^-öiircöüït ban j^Pppenen
ban litregt goo noemt gg 3ίφ ooft in een dif-
penfatie in get beröe 0eiit ban bïoeöberioanir^
fcgaj»/ öehjeißeöpbeniogfannatEi 1608 berieent
geeft aan Jacob Boudewijnie en Digna Honens.
Zoo Μ öoo^saan^ ßenoemt getoeefï baw
alïe öe ^itefler^ öee «0eefieïpgeit; be Kioo^
fiec-pii^ec^ en iie ^efniten niet ngtgeson^^
öerö. mi^J. Makeblijde, ^ifefiec bec Jfeaati^
fcöajpjpge ban Jefus, jpe aanïtomfïe in iiee5^
öoo^ een ö^ief aan Sasboidus&efeenbmaait^
te/ ßaf ög gern ojp get opfcö^ift ban ben jeïben
ö^tef ben naam ban Hlart^-öiffcöojp ban iltrest:
300 al^ öïpt ngt een öeïoofüiaaröiö affcÖ?ift/
't toeïfte ijjff in öanben gebben. Antonius
S^iftcöoï» öan S^ifegïia/ i^unrin^ban Paulus V.
te Wen / en Üacbinaal Äesaat / Öeeft j^tm
injcÄci; »ioce^/ 'ttoeïfte ög ßem tien 13
iiii
ij :
,! 1'
μ;
ii
161»
-ocr page 178-Sasboldus Vosmerus.
l6I^ aangejeit geeft/ iten jeïben naam ban
tart^-ßiffcöop lltrest segeeijen, J
^n^gdiift^ ÖÄii meefï aïïe öeiifïon'-fcö#
b«^ / aï^ Willeb. BoiTchaart (in diatriba de
Primis Frifise Apoiblis) Arnoldus Ryffius, (ifï
Belgio Chriftiano) S. Beyerlink (m5yne3^t®'
nijft OUec ïjet jaar i Soo) Simon van Leeuwen
(iu 3ijne Batavia Illuftrata) ban onsen Sasbol-
dus gefpaoften aï^ ban een aiart^-Biffcgop baa
Utreßt: ja soniraigen ban ö^n boegen 'er ögi
bat Ife be ïi,?ie-en-fefii3fie ^iffcSoï» getoeefi.
sti^ Sasboldus nu art^-biffcöoj» getopt toa^/
becïangöc gg om luebet naar sijn ©aberianb eti
naar ^φ^ρέη tè feeeren. gie Öter een
biief/ bentoeïfien ijpöen 21 ^ejpterabec 100?/
al^ n» te Wen aangeïaubt toa^ / geeft
gefcj^ebenaan Hermannus Ottenberg, een ^iXOr
bjegec ban geboomte / en S^Bitter in 't ϊϊοοπίί
fcïie ©of: baac fig ban 3nn ba-öïgf aan het
ïioorafcöe Üof öpenj|aptig fli^eeftt / en 5onbec
betoimjieïinge te itennen gee^ bat get geb^
bec ï|obeïingen gern geenjin^ gab Begaagt,
Als het my dagelijks meer en meer verveelde Gemßt
2.00 lang in de Stad Romen opgehouden te wer- zijnde, vcw
den, en ik egter wegens de ongemakken der we-
^ , " j . ^ , , saarZJinc
gen ten hoogde tegen de reis fchroomde » zoo schaapc^
heb ik my door de hertstogten niet willen laaten
overwinnen : en ik heb my meer van mijne vrien-
den , patroonen , broederen, en ook van de heilige
plaatzen, en van deoefFeningendaarikwelmeeft
toe genegen ben, met geweld afgerukt, als dat
ik mijn affcheid van hen genomen heb. Ja,
ten waar de nootzakelijkheit van mijn beroep
^y voort drong, zou ik niet weigeren weder
jfiom» te keeren. Ik ben daar aangekomen ,
donder ergens anders op te denken, als op de
«er
Ti'
1 ' i···:
ίιίΐ ■
eer van Godten op de zaligheit van mijne e-
ven-menfchen: zoo dat het zou können fchijneri
dat de eer , de waardigheit cn de verheffing»
die my gegeeven zijn, aan een dood lichaamzijo
gegeeven.
Ik heb tot denlaatilendagtoe een walg gehad
van de zeden , van de tijdverquiftinge, en varï
het verfmaaden van de deugd, die ik in de Ho-'
groouheit yelingen bemerkte. De eer-ampten heb ik voor
j.®·^ läften aangezien ·, cn daar door faen ik te meer
■ aangeport geweeft om tc vertrekken. Het heugt
my dat ik noch onder mijne vrienden verkee-
rende fomwijlen gezeit heb, dat ik tot heiwer-
ken geboren was, en daarom geen eer kon ver-
draagen. .
Doch 't geen my door de Doorluchtige Kar-
dinaalen, ja door zijne Heiligheic zelf, endoor
eenige anderen die my zeer genegen waren, voor-
gedragen is, en 't geen zou gedient hebben 001
leerlijk te leeven, dat heb ik niet verftaan, en
niet können vatten. Die eerfte gedagte , en die
zucht tot de zaligheit van mijne even-naaften,
hadden my zodaanig bezet, dat ik als dronken
door die zucht zijnde geen plaats en had voor an-
dere gedagten enz.
Ik heb, een fchrik gehad van de ze-
den van 't R. Hof, en ook van alledegelegend-
heden van verftroitheden j en niet alleen van ver-
ftroitheden, maar ook van eerroovingen, dewel-
ken uyt zulke gelegentheden voortkomen. Maar
om eenige andere dingen , die ik zie dat my
dienflrig zullen zijn, en dewelke door lankheit
van tijden geleert, cn door den ommegang aan-
genomen worden , en als in de natuur verande-
ren , en waar door de deugden ge-oeffent , de
fterkte en de voorzichtigheic beproeft, en de
godvruch-
Ι'Ί
Hy heeft
een
fchroom
van de
ü ·■
'm
!' '' Ι
lip
I i!:
i'iil J
ti U I
: ί
■r
t
S Α SBOLD tr^ VosmeHUS. ifj
goJvruchtigheit voltrokken wordt , bemin ik
Romen , en ik dank Godc dat hy my gedron-
gen heeFt om daar zoo langen tijd tot mijn weer-
wil te blijven , enz.
iS>ocö in irfH5cifbcn B^ief/ en nocfj in ccnmi^ Hvi.eefe
bewn D^ief bcuijjciitcn ö? ben 3 SCugufii i^ox
uyt Romen qqh jijnen S^iOeÖerTilmannus ïjeeft g.had VO
gcfcö^eben/ fji^eeitt ïj^ met 0iooten ïof ijan brn ciemens
^ai;^ Klemc ns VIII., .... Ik Ita alle dagen, Vlli.
jegt gg / meer en meer verwondert over zijne
deugden ; hy heeft aan den Aarts-biflchop van
Armach gezeit dat hy het hield met het gevoe-
len van dc Lnvenaars : en dat hy maaken Zouw
dat ieder wel haalt dat gevoelen zou volgen: Hy
voegde daar by dat hy bereid was om , waar bet
nootzakelijk, het martel ie voor de leeringe van
S. Jugußinui te onderflaan.
^C^me mft öe soeööeit geijaii batt
on5en nieutoeu S^iflTcÖojP berfcöciöe boo^regten hem ver-
toe te fiaan: aï^ onbei: anberen öat ξιρ be 5^00^ fcheWe
te a^ijbsel^ 50U mogen ßebienen ^onbec tgtei/ gu^t^'
en buiten be baar toe gefïeïbe tyben} ja sonbec
aan eenig getai ge&onben te 39η. / om
difpenfatie te gcebai in Ijet berbe en ijierbe ge^^
lit ban iiioebberiajanbfc^aji en ban aangetcoui»^
be maagfefiap / in be enfieïbe belofte ban jnt^
becöeit/ in ijet beljonben ban üetfi-ampten biß
booi Simonie iieritceegen ^gn/ en ombe&afiar^
ben/ ja 3eïf^ be ^,nefier„ö5oonen/ totbeSl^öö^
toe te iaaten ens. toaar ban iu^ be öiiebeii
'Oeïi in ganben ö^öbcn.
Ik heb de gedagte; 50O ίφίί^ Rovenius aan Hy heeic
Tilmannus in een ö^ïefban ben ? ^ctcbei-idzo,
dat de Heer Sasbóldus het Pallium gehad heeft, p^iZ»
^^ dat hy het Kruis voor hem beeft Iaaten draa- gehad,
gen : maar, 50O fcijJljf^ bOibep/ ik wenfchte
III. Dek u. ^ daar
Mli Γ
■tl
J ί,Ν
eer-
de
voor
1 ' fl ■
li!
H.É TLEVEN ΫΑϊί
daar zekerheic van te hebben j om het zelve, iO"
dien het nóodig mögt zijn, te Romen te laaten
verzoeken.
J^oegt gier B^ bat aï^ Snsbotdus berfcieiö^
masten ban Kkmens bei'sogt/ |)όη eenuiöäi en
anbennaal Seantiuooaöt
Gebruikt uw regt: laat hem zijn regt gebrui-
ken : wy laaten het aan zijn eigen gewifle , a'®
zijnde een geleerd eri uytileekend man. Het
'icheen, jegt Öe ^^eiaat/ dat dit op my gezeic
wierd , als of ik ai te nauw van gemoed was :
. Noch heeft de Paus my toegeilaan, 5C0t ÏJP
5CÏbe plaatje / dat ik in alle de Kerken ,'°daar
de Biilchoppcn hunne bedieningen niet könne"
"waarneemen , alles zou doen ais de eigen Biflchof j
zonder bepaalinge , en niets uytgezondert . · · ·
Dit heeft my de Paus beveelendcrwijze en zon-
der bepaalinge gezcit.
» ^otïi ijoetoeï bat Riemens aïie^aan Sasbol-
das aaniiooö''t3erniï^3on mogen eitTcÖeli/ geeft
^ff fci}tev niet attóctó ban öcii^auë bersagt a!^
bat on^ o^iieeii Γφοϊ möagtis ioiibe 5ί)Π ·
toant -ö^fcïi^eefiien Sl'ulg i6oj m beeserboe^
jge aan ben itaröinaai Burciiefius: Al de hoop
van onzen voortgang is gelegen in onze Quee-
kelingcn: en daarom , als ik mijn aficheid van
zijne Hciiigheit nam , en geboden wierd te ver-
zoeken Avat ik begeerde, heb ik hen ten hoog-
lle, zonder ander verzoek ^ aan zijne Heiligheic
aanbevolen.
jaaai· "^uft ban bie iiant / aï^ ooft ban
get Ifof ban S^^uffeï / iöeinig boo^beeï getrolt-
iien/ en öeeft ^tt <igban0eïie boo?0aan^ jonber
onbetfianb berßonbi^t ©it Biöit 50«
fj Verhaal van zijne Roomfchc Re^»
Ily ver-·
zoclit niet
anders van
Clemens ,
•als dar he-
llet nieuw-
geftichte
Queek-
ichool in-
dachtig wil-
de zijn.
Maar liier
op ii AveiT
aig gepaft.
Sasboldus Vosmerus.
ftamcnt / 't toeïite tog gier acgtev ^uÏÏen ïa^;
tcnboisw. )
^ O Sasboidus ban iSioimn totroiißen ben 2. Aishy van
1Ö03, Godt heeft my een zeer gelukkige
reis gegeeven , en heeft Ρ mijnen fchroom tot fp"^k!®
zoetigheit doen gedyen. Als ik te Keulen den.Mgiijk in
2. Mey was aangekomen', en de Doorluchtigfte VaJeriand
Heer Nuncius van my vraagde of ik tenemaal
een Romein was geworden , heb ik hem ge-
antwoord dat ik tenemaal een Hollander wasj en
riiet en wiil dat ik behalven mijne taal ook mij-
i^e natuur had verandert, .. ..
i^g ifceft öm ? jpeö^uéifp 1603 nmv Betrof
ban 25iuffri gefcQicten / «1 ijcrsogt öat §eni
écu j^ioubeofmij^^iooftögi/ öeiodiiegmijjiaat;«
5είρε luiBOonmg teeifcgte/ niogt gcgeeiicn
iöo^iicn / op bat öl» i" itaat nto0t ^gn ban
»ιε nicuioe toaaröigöfit öe^ te öetec te öebie^
»Jen.
H^aac öecft bit boi0enbe Scfcgeib ngt Set
%0f öeïtomen : Wat de Proolldy belangt , de-
"^velke gy in deeze quartieren wel zoud willen
hebben, voor eerft weet ik 'er niet een dieopen
l^^at: en al ilond 'er al een Oipen , zijne Hoog-
"eic zouw dezelve aan U niet Willen begeeven j^
^00 qualijk heeft hy uwe Roomfche reis opge-
komen. (Jl^at ÖOO? 5 ) Dus zouw ik
"ct ten hoogde geraadzaam achten dat gy uvv
^'^iblijf té Keulen gingt neemen. φρ ife^eïfbe
Deeft be .jj^untïu^ ijetn geantittoojbt.
■1·. ν
ζ iSertogle
' In de Vorreden van zijnen Brief aan Ottcnbcrg.
j '' In de Latijnfchen Jruk (last honorem : maar dat moet zije
/"'■'■«»■ew ; want liy heeft te voren van zijnen fchroom tegens
reizen gefproken , en Sasboldui zoude noit gezeit hebben
rfe eer hem zoet geworden was: Ook heb ik deze-yg.-aads» "
"5 met kcnnii van den A.utüui· gemaakci' .. . .,
i8o Het Leven van
Cftrtogle bat ij^ mat ßomen gegaan toa^/
gern in gijn J^aberianb ai§i een 5ioaaee mi^baab
Word Jiem ojpgehjoijien / bat boo? geene in be 25elege='
inzijnva- jjijirce Dan ^(ienbe met ben Klart^-öaitag lli^
derkndeen jj^jTfy^ ^ 500 al^ men uyt Aaibregts ^of Uewa^
^ΧηΓ'"" beripec toijsc naae foUanb öabgefcöjeben) in
gefpiett toaf getDcefi ober be beuoeratnge tot
|et lact^-bi^bom üan llteegt/ en ijoe men be
^auffeïpe öebefiiging ban ïlomen 30U öeiio^
meui en bo^ber^ om bat ög booi 25iffeöoj> ban
iltregt toierb geponben / m ai^ jobaanig een
23iffcÖOjp/ ©iitariffén gab aangenomen/üanon^
niititen gab aangefielt/ en meee anbete hingen
j^ab bercigt / 50a «i^ in get boigenbe p^oee^
b^eebec fïaat ngtgeb^uftt / ö^t loeliie bug in be
^^eberïanbfeöe taai / 300 at^ ton get ter Qanb
gefttegen Rebben ojjgecüen.
PROCES
Den 50 Mcy i6ox ingekvert tegen
SASBÓLDUS VOSMERUS.
MAurits gebooren Prince van ürangie , Grave van
NairoaCatzenelleboge, Vianden, Dietz , Meurs,
enz. Merquys vander Veer ende Vliffingen, Hee-
re van S. Vi|t, Duesborg der Stadt Grave ende vanden
Lande van Cuyck , Gouverneur CapiteynGenerael en-
de Admiraal, mitsgaders de Kaden over Holland, Zee-
landt ende Vrieflandt: Den eerden gefwooren Exp'O'
tier hier op verfocht zaluyt. Alfoe den Procureur Ge-
nerael van dezen Hove , ons verthoont heeft hoe dat
naer allen Volkeren ende befchreven Regten , ende by
verfcheiden Plackaten in deze Lande geëmaneert zeer
fcherpelik verboden is metten gemeynen Vyanden van-
den Landen eenige handelingen te hebben, correfpon-
dentie te houden ofte tot zijnen dienfte yet voor te ne-
men daer mede den v/elftant vanden Landen in eeni-
ger maniereu van gequetft ofte gelcrencktworden, t"'
liiis;
ii
f
i'i'j
ij^i·
Ms
vi'lJ,
t il : : ;
ί^ίί·" ^ '
i.
i, s
■Φί!
! ί'
S Α S Β ο L D υ S V O S Μ ER υ S, I gl
toe wye contrarie doet dat die vervalt in crimen
'efe Majeftatis , ende in verlyes van lijf ende goer,
dat nochtans, dien alles niet jegenftaande, eeneSasèout
f^ofmier van Delft , woonende in deze Landen ende
fittende onder de Regieringe ende befcherminge van-
den zelve, hem vervordert heeft vanden gemeyne Vy-
anden vande Landen ofte den Nuncio vanden Paus,
die in Brabant by den Eertshertooghe refideert, ende
alle des zelfs zaecken dirigeert, te verfoucken ende te
vercrijgen een ongehoorde ende ongeoorlofde Com-
miffe van Vicaris Generael van Vytrecht ende over
alle de Landen die onder de Staten Generael der Ver-
eenigde Nederlanden zijn behorende omme aldaer hei-
nielick een forme van regieringe op te rechten , ende
den hiyden in te beelden dat de Staten geen rechte O-
Verigheyt vande Landen mo^en wezen, om zoe die
Landen \feder onder den voorfchreve Eertshertoge en-
de den Spangaerden te brengen, ende daer toe alle di-
reétic van regieringe te doen , ende de fundamenten
Vande audhoriteyt dezer Landen te Tapperen, in allen
manieren zonderling in 't leeren ende fuftineren dat de
«rdonnantie vanden Landen niet wettelick en zijn ,
foe dut de Huwelicken hier te Lande dienvolgende ge-
contraheert niet wettelik en zijn, nochte de Kinderen
^aer van procederende geen legittime Kinderen ofte Erf-
genamen en zoude mogen wezen ten warede trouwen
Voor henluyden waren herdaen , ofte ten minften ge-
difpenfeert, om alzoe de geheele gemeynfchap van al-
ie menfchen te vertreden ende te verbreecken : dat hy
dezelve Commiffie alzoe vercregen hebbende vande ge-
Rieyne Vyanden dezer Landen,, die terftont hier in 't
j^ant heymelick heeft beginnen te werk te (tellen, ende
daer toe perfoonen in alle Landen ende Steden vuyt
te fenden ende te committeren : als onder andere dat
opten + January anno i6ot gecommitteert heeft
lot Vicaris van Haerlem, eenen Aelbert Eggis met ge-
'ijke laft als boven, ende doende hem daer van Com-
miffie confirmatoir vande gemeyne Vyanden hebben
den namen vande Nuncio vanden Paus by den zel-
den Vyanden wefende van date den n February daer
^en volgende onaengezyen 't zelve mede een verboo-
ampt is, 't welck zelfs in deze Landen voerde Oor-
loge niet en hadde mogen ingcvoert worden , wnder
j® 3 behor-
-ocr page 185-Tï S i HET LEVEN VAN
behoorlijk confent vandeOvericheyt vandieti eiide brie-
ven placet van deien Hove vercreeghen te hebben,
dat hy eude Eggis terftont hebben beginnen te arbey-
den omme in deïe Landen heymelijk 'in te voeren het
Concilium van Trenten , henr te Ondernemen ende te
onderftaen de ^eefteliike goederen ende den Onder-
danen met diverfche collccten te' befwaren tot
faecken en poinden ftreckende tot everh'e vande R^'
gieringe defcr Landen , datze hebben doen weder op-
rechten de verbooden Regieringe van 't Capittel van
Haerlem, eude anderen cenigc perfoonen in wederwü
van vrienden ende magen te verleyden tot heur dienit
tS: houden, ende vericheydcn anderen met ongeoorlof-
de Yota in een geftadige cjuelliuge te brengen , dat'^^
heur ondernomen hebben amortifatie van onroerende
'goederen ende voorts alle 't geene ilrecken mochte om
.te enerveren de auéèhoriteyt vande hooge Regieringe
defer Landen. Van alle 't welck zy gelbdige corre-
. fpondentie mette gemeyne Vyanden gehouden hebben,
ende om dat heur dochte dat de faecken tot fulcken
fchijn liepen dat metter tijt den Eertshertogé vrucht
dacr vuyt zoude mogen fcheppen, foe heeft de voorft·
Sasbout Vofmeêr ook voorgenomen hem metmeerder au-
. öhoriteyt te voorzien , heeft daaromme eerft by opert
Commiffie van dateden 6 Septembris 1601, tot zijnen iub-
ftituyt.generael over alle de Vereenigde Iviederlanden
gefteltden voorfchreven Aelbert Eggis\ ende daer naer
een andere collede deur deze Landen gedaen doen heb-
bende, is hy met de zelve penningen zonder pafpoört
ofte eenig confent vande Heeren Staten vertoogen vuyt
te Vereenigde Nederlanden naer Brabant, ende voorts
in 't Leger voor Oftende, daer hy metten Eertshertoo-
ge ende die van zijnen Rade veel ende verlcheyden com-
rnunicatien vanden Staet defer Landen heeft gehouden,
Ende van hem verfocht ende geobtineert nominatie tot
iet Aertsbifdom van Uytrecht ende Metropolytaen-
jchap over alle de Vereenichde Nederlanden in allen
. fchijn ofte de zelve Eertshertooge geen Viant van de-
fe Landen en vs^are , heeft daer ook opgerechj: een Col-
iegie van jonge Jefuiten om die vafi daer té trekk«»
ende te verdeylen deur defe Landen, tot beter direflie
vaiïden dienft vanden Viant, 'Ende naer dat hy van da ƒ
yeel communicatie door brieven met /lléert Eggis had-
iie gehouden, ende den ganfchen ^aat defer Landei*
■ ■■■ ■ aoe
■ '
i
Sasboldus Vos m'e r u s i Sj
veel in hem was hadde verclaert , is hy ten leflen
't begin defes jaers ifoz van daer vertrokken naer
beulen , yan waer hy by brieven ende Commillien van ·
den lo ende u. J^artji i6oi wederommegeconfirmeert
"eeft 4e laft op Albert Eggis gegeven , endé begeert dat
men noch een ander colieéie doen zoude , onder fchijn
vande generaele noot vande Kercfie, ehdeis 7.00 voorts
getoógen naar Romen xoe om de confirmatie van 't ^
voorfz. Aertsbifdom ende Metropolitaëurchap, alsoni
daer te obtineren macht volgens het affcheyt metten -
tertshertoge genomen, om inde VereènigdeNederlan-
den een nyeuwe regieringe in 't Geefteifck tc maecken .
feoeynde de zaeeken béeter ten dienftè vanden zeiven
jiertshertoge ré móge beleyden , endede wij Ie van noo-ï
de ioiide wezen daer 'toe nietter tijt eeiiige Magiftrae-
ten van Steden te winnen, zoude hy vanden Paus me-
de verfouctcen mächt'omme met allé Papiften te mo-
gen ctifpenferen , ten èynde 7,y indezerVereenigdeNe- ,
derlatlden vryelick alleOiScierfchappen van Juilitie en?
de regieringe mochten bedienen ende zufcx hen daer op
'^.dringen om alfoê de regieringe ten leftenzoe te ver-
iVacken datfe móchten come tot héur voornem.en ,
j Welck is, alle deze Landen weder onder den Span-
berden ende der zeiver tirannie te brengen, die hy Sasr
""it énde zijn Minirters zoe zeer leeren ende opdrin-
gen voor legittime Heeren oock van deze Vereenich-
de Nederlanden , datfe heur niet ontiienen hebben in
"^onicientie te befwaren alle perfoonen die naer Ooft
ofte Weil Indien, ofte deur de Straetnaer Italien moch-
^^n voorneemen te varen. Ende want alle dezelve mid-
delen geheélick zijn rtreckcnde tot di'enite vande alge-
"^eynen 'Vianden ende tot everfie ende ruyne valide
S^Wfche welftant ende ftaat dezer LandeB , endeden
goeden Ingezetenen van dien , daer deur den zeiven
gasbout Vojrneer ende alle de geene die hem inde voorfz.
%cke gevordert , geholpen ofte met geit, raet ofte
^fte andere middelen geafliiteert hebben naer alle Voit
•^eren'ende befchreven Rechten ende den placcate de-
Landen moeten verilaen werden gecommitteert tp
Rebben crimen ί&β Majeßatis /> frimo 'capHe, 't welck
"=ieromme in een wel ende gepolitieerde Regieringe
'^let en behoort geleden , maer anderen ten exempele
S^iiraft te worden foe hy zeyt, verzoukende tjaerom-
M ^ roe
ii! - Hj 1 |ii
Jil
i8+ Het Leven van
me onfe provifie, foo is 't dat wy u committeren mits
defen dat gy terrtont ten verfoucke vande voorf?.. Rc'
monftrant treckt ter plaetze daar gy den. voornoemden
Sasbout l^ofmeer ïult meenen te vinden ende becommen»
ende den lelven van weegen de Hoog Overigheit ende
GraeiFelickheyt van Hcillant by u nemende een Officier
vande Plecke is 't noot, appreherdeert ende in goede
bewaerniire gevangen brengt op de voorpootte van
defen Hove, omme tegens hem geprocedeert te war-
den fulcx als naer rechten ende gelegentheit de faeckc
behooren ïal, ende indiende voornoemde Sasbout fnf-
meer fugitijf ofte abfent is , ende ghy hem overfukX
niet apprehenderen en cunt als vooren, foe dachvaent ;
den zeiven van Wegen als boven naer voorgaende ciock
geflach , by openbaer Ediäe ende Inlinnatic binnen der
Stede van Delft, plaet/.e zijnder laetlle refidentie ende
oock op de uyterfte palen ende Froiitieren dezer Lan-
den ende elders binnen de zelve Landen daert vannoo-
de wezen zal, te compareren in perfoon voor ons al-
hier inden Hage tot zulken beqiiamen dage als ghy
hem beteykenen zult omme te aenhoortn alfulckeii
criminelen eyfch , concluiïe ende verfouk van permiflje·
als de voorfz Remqnflrant tegens hem ter caufe vant
gunt voorfz. is ende wut dacr aen cleeft, zal will-R
doen ende nemen daer tegens t'antv/oorden ende voorts
té procederen als naer rechten, ende dat gedaan zij"'^®
annoteert ende inventarieert alfulcke goederen als gy
ïuU können vinden , den voornoemden Sasbout Voj-
mcer toebehoorende , (lellende tot toelicht ende admi-
nifttatie van dien goede foufiïfante perfoonen die daar
van zullen refponderen ende reeckeninge bewijs end?
reliqua doen des verfocht zijnde, bevelende'dezelve
perfoonen ofte Adminiftrateurs geen handlichtinge van
eenige der voorfz. goederen te doen , tot dat ben an-
ders by dezen Hove gelaft ende geordoneert zal vve-
ïen, Α ffigerende over al daer gy de voorfz. dachvaerdln-
ge als vooren doen zult, copie van dezen ende van u
exploiét , ende ons relaterende u vyedervaren. Gege-
ven inden Hage onder 't zegel van Juftitie op ten naeft-
leften Mey, Anno 1601. Onderftont gefchreven by
mijnen Hoeren den Gouverneur epde Raden over Hol-
lant, Zeelant, ende Vrieflant, ende was ondertekent
P.Purtijck, hebbende onder een vuythangende Zegel m
föoden waiTche »en ee« cnlselde^ vuytgefncden ßaerte.
paei
-ocr page 188-S ASBOLDUS Vos JMERUS. iSj
^^aac oï> Sas,bqidus mitttaaï en atjdeïtnaaï
Jaac (ijiflijcngage gcitaagt/ «isjjnriäamaaiT
Set ^of aangejpïaïtt: cn becmiti rdet hm^
peen/ i^Ößöcn'sölieg/ in't ja$r r^oz/ ü^
get öebel ban ^^m^ Mauris m Jjan ben loogcn
boo? eeuöjig geBannen ugt öe ^obinciai
ban ?|oflanb / geelanb en i^jicfïanï» / en φχ
ftfgoeö / öat jea* gfoot ioa^ / beri&euit Sittf
«laatt } 500 aï^ öe ίηξιοηίι fcän jijn p^oce^ en
ψη 5ijn bonni^ öuiöcïijti ngttogjen.
3,ilaar Sasboidus&e^toccïi nietin'tmibbenban
»tt^t berboïginsén / en ï)aii liebec met
JÖdiït berb^nlit te tud^ben a!^ get bermaaït ba« Hv ver-
fcn tgbcïpe ^onbe of cofe bec^efiinge te gtm^ draagt jeci
ten. ©ee3e 5gné Itïóeftmoebige gefieïtem^ fïaat ^^i^i-ade
ugtgeb^uftt in een ö^ief/ benbjelfeen fig omtrent
bieii tgb / te toeten ben 29 ^eptemöer 1603 /
öefciiieben öeeft aan Valei ianusßegmt ban^.
Simeons ïterït te ïElome,
Het zouw my, ^t^t^'Q/ harder gevallen heb-
dé Stad (Romen) dewelke de .geheele we-
■"^Id in zich begrijpt , te verlaaten , en weder
"aar al dien zwaaren arbeid , naar gewifle prij-
^elen , en naar de uyterfte paaien der were t te
keeren, daar we voor eerbewijzingen allerhande
^pgemakken, vQor weelden arbeid , voor de ge-
^ienftigheden der vrienden niet als vervolgingen
können vinden j om welke oorzaak het my ook
niet geraadzaam waar gcweeft, my aan dc zeden
^n de eerbewijzingen van het R. Hof te geΛveni-
^en , dewelke ik kort daar na met des te groo-
'^er moeite had moeten ontwennen.
Doch Godt is mijn getuige dat ik zodaanige
gedagteti van de laften (der zielen) heb gehad ,
oat ik naar geene eer-ampten trachte , maar de-
zelve, 200 veel als roy geoorloft was, oncvlug-
S. te,
-ocr page 189-Η έ r L'e'V "ε k ■ v^è: κ
op dat ze my nadérhahd rijet'Hinderlijic.-zoij^
,den zijn in mijnen arbeid.^ „ Word ik daMÖnJ
voor gek gehoudOT, om, dat ik de fchoonite geje- ■
géndhederi van de'wereld oHagciröirdert te wordeii,;
eh mijn voordeel te doen heb ladten vaaren .2 yoo^
pijnelijkearbeid3-laften? L·'aatendίë"aIdüs oór^éé-
len^, dewelke geen beeter bêv'attjng.van de
liebben: dewélke op geen 'Hemel en denken,
welke op geen .eeuwige gofedèreji en oogen.,
welke de ajrde aanbidden , gn zich haaften oto
weder tot de anrde te keere'n; jk zitindendrök:,
doch niet Äpnder vreugde:, ik li jde gebrek ,^ m^.
met zeer raime beZittingén "'dié'voor de'-iy.ëfeJsi
onbekend ^zij^v liet heügt . my di^t ik my'afrt
Godt opdtaagen4e deeze-wöör'deri hgb gytgefprp.'
den: De Heer is mijne erjfemvenvä\.]r\ D'otH
nu is mijn lot heerlijk Uytge'6altm':'^_JSn Godt ial-pl^
fitijn erfdeel wel weder om geehj^. "' . ' ' ''-
miiiu^ toiecii jrfaatöciiooti
Saaftt 5ic8 te Hmicn op te Ιαιώεη : en «ep
in gemeïben B^jief te ftennen^^etft / aiie de
fallen wierden hem opgeleit j, en alle de ondcr-
ftand-penningen wierden hem onttrokken ; zoo
dat het fchijnt, jest^?/ dac ik tot noch toe
'buiten alle menfcKeiijke hulp, en alleen met ds
<joddelijke genade, in een woede zee, mét een
geborile fchuit, zonder roer en zeil, en teg^"
geduurige tempeeften aan heb gezeik.
' Doch, iin^ fcgii)ft ttt öen seiföen fi^iefaau
Ottenberg, ik woon nergens minder als te Keu?
len. Qf ik ben by den Vorft^ of noch meer by
;'■.-■·· ' : ^ijn
■ 7 Het Latijn 2ou vat anders fchijticn te 'oiden: want daar
ftaat; optimal promotimum & cmmodorur» occtfiones trißijfimU
iaboribus propojui: maar het is klaar , .c": ipreekt van zeJtfj,
dat 'er in de plaats van (ropofw meet Smiezen νριάςη pofpofuit
ymaalcUr» " ' ■
lil
Hyisgc-
nootzaakf
sich te
Keulen op
ïchpudcn.
lLL™
-ocr page 190-sasboldus vosmerüs.
P^ijne Schaapen, ofby den Opperharder der Schaan
P£n. Mijne diepe erkentenis vöor Grootvaders af^^g"
?· Weldaaden groeit dagelijks noch aan: niet otfl zig van zij-
al de eer die hy my bewezen heeft, dïeiktevorë ^
iiiet,genoeg ert kende} en daar ik nu een hooge f^y-êrcgtfr
achting voor heb : maar om zijhe öaeer als ge^ goede zor^
töeene deugdzaamheit en uytmuntendheit, om voor»
<le waardigheit van zijne verkiézinge, bm zijne
^emeenzaamheit met Godt, van -v^iens Geeft al-
zijne bedieningen beftiert worden.
, v^ocgiie ngïiquam Ghriftus getcoutoett .M^ ^/.jf
% öaac ooft in 5gne>ufi becfïoocen. ke„han
* Men verwijt tny, fcgijiftggittSeftcmi fi?tef/ om zijn
dat ik te verre van de hand benj orhmijneKud- verblijf te
de naar behooren te können dienen. Keulen.
Ik beken het, 5e0t Ög / dat het een zeer moe-
jelijke bediening isj en dat dezelve zeer wijd is
^ytgeftrekt .... en het is wereldkundig dat ik,
niet te ver van mijn Volk af te weezen, het
«isdom van t Roermonde heb afgeflagen. Ik be-
ook dat een perfoon alleen niet mans genoeg
is om ieder te helpen > gemerkt dat andere
^iiTchoppen , by denwelken ik niet vergeleken
'"^ag worden, èn die met een lichter laft beladen
^ijn , noch genoeg te doen hebben. Ik wil het .
^iet ontkennen dat het aldus gelegen is: maar
jl^ doe wat ik kan, en ik bid hen dat ze my te
«ulp komen, pf by aldien zy dat niet willen
of
'fiio^^" <5001· verftaat hy «Jen Paut. In eeq bn'ef van 't jaar
ftt - ^ 'n anderen brief aan Sibrandus Sixtius, te
fir μ 6 Maart i6oo , dar aijne magt zich niet aJJcenuyt-
Icm ■ Utregt, maar pokoyerdat van Haar-
^ ®: ia niet alleen over dat van Utregt en van Haarlem , maar ook
Qy^'^ η van s'Hartogenbofch en van Roerxnondc ·, ea
Cfl^^' fiwdoinmcD / oDder hetgibied der Swatcn leggende
''ïtili
i ri
Het L ε ν ε NO ν α ν
of niet können doen , zoo bid ik dat ze ten
minfte mijne beletzelen niet en vermeerderen:
en dat ze bunrie ongebonde {Priefiers) en an-
deren, die ons können ftooren, hoedaanige
die alle Kerk-tucht verfoejen , 't huis houden.
Ik fpreek met betrouwen i ik wenfch dat'er ie-
mand aangeweezen werde die zoo veel arbeidc
als ik. En indien het geoorlofd is op Gods wel-
daaden te roemen, en waarom zou het doch on-
geoorlofd zijn.'' zoo meen ik dat ik geen minder
reden heb om daar op te roemen als iemand an-
ders : laaten de anderen al fchrijven wat zy wil-
len i de zaak zelf fpreekt van my.
Ik heb mijn verblijf in deeze plaatze niet ge-
kozen of tot noch toe gehouden uyt eige be\ve-
gingej maar volgens het goeddunken der geenen»
dewelke het grootfte belang daar in hebben; en
devvelk;; begeerden dat ik, hoe wel tot een naar-
der plaats genegen, hier zou blijven, en ook re-
denen van hunne begeerte gegeeven hebben. En
inder daad, indien ik mijn oog op alle mijneon-
derdjanen laat loppen, zie ik geen beter-gelege
plaats.
Indien ik de Zeeuwen en de Hollanders bezie,
zouw Antwerpen wel beft van allen gelegen zijn j
ook heb ik my niet onwillig getoont om my al-
daar , of te s' Hartogenbofch, neer te flaan. Want
als 'er over twee jaaren veele Katolijken der-
waart gegaan waren ; en de BiiTchop van 's Har-
togenbofch iemand van de onzen ondervraagt
had waarom dat ik *cr zelf niet was gekomen
om de mijnen te helpen ? zoo heb ik hem ten
eerften doen ondervraagen of hy zulks mee ernft
had gezeit, en of mijne komft aangenaam zöuaw
weezen ? Maar volgens het béfcheid dat ik gc-
Icreegen heb, heeft hy geantwooriit dat 'er een
188
,·'!:; r,: ,
I I
■ ι
SASBO LDUS VoSMERUS. 1S5)
andere order wegens mijn verblijf wasgegeeven-
^Is ik den Biflchop van Antwerpen , van wien
iet diergelijks gehoort had , mondeling daar
aanfprak, heeft hy 'er my geenbefcht?id op
S^geeven; maar zijn aangezigt wat omdraaiende,
Wat itil gertaan hebbende, draaide hy'^f'praac
^p wat anders ' V^ J.
at>aar ugt tog ïecwn bat be öe ttf
''•Slïc oo^3aafe ié «etocefï ijan bewe becWötin-
δεη.
vDe 0obb?ucöti0e ^^eïaat t^ itaav g^&letien
©an baar ï)eeft Qg aïleclucgcn aan bcesen en
9eenen fjonbccbcn ban öjieben gefcffieben/ obtv
^^ boo^UaUcnbe nciob3aiieIpi)eben bec ïücrfte:
Ö^ööen nocö seftcde jiaitl^en ban julfte
"Rieben in ot^e bebjaacinge.
Daar na, ' JCflt / word ik zonder eenige Noch Baf.
pulp naar Lingen gezonden ... En hoewel dat ling'zijnde
Zoo wel mijne eige nootzakelijkheden als die
^än de Kerken dikwils en op veelerhande manie- „igehulpl
vertoont had, heb ik ze fde beloofde Kerk- imddelen
Eewaaden voor de bedrukte Kerken niet mogen "^ar Lin-
^ntvangen. Maar eilaas! dingen die de Kerken g
^oebehoorden, en die ik met groote moeite uyc
handen der Andersgezinden had gekreegen ,
^'jn hen wederom gegeven geweeft : met wac
S^fttoed, en met wat inzigc, is Gode bekend ,
||ewelke my tot nu toe, niet zonder een merke-
Wonder , heeft onderhouden.
^ <Bm ben beb.juftten 25aHmg cenigeberlicßtins De Paus
« besorgen / geeft Klemens ïjera ben i f ipeö^ua^ geeft hen,;
1003 mast neaeben om ïterfeeïpe amjpten/ totvcriig.
i^atebiaaïe / te beseeben. 0oi0en^ bie ^^^ ^
%ofioiiffci)e mm/ «n ooft «gt jtj« o^ösnari^ ^^druk:
00300/
f In den voorgemeUen brief, aan zijücn Vriend aan Hof·
,1
!
I·
I;:'
1
ïpo Het LEVEN VAN
kingen ee- ^CCft ^ff ÖCtt 30 ^eptCtttbeV 1. Wil'
mge meu- ggj-yj yj^ Moerendaal , Johannes Wachtelaar ,
.zernagten. J^j^^g^^ Éólius tOt ^tjltè latolffen aattgefi
ïPaar-èit-fioijen geeft Sg gun tot SSgsitter^ toc^
geboekt Adrianus van Oorfchot itl Herman^"®
Strik , Étt aan ^en ie&ec htv seïbe öe tiitd^
l^unne taaaröiöö^ö^n ^n fóecfieïpe aitijpten ^^^
geeben. €en ontoeöerfjj^eiieiiife ßebjnö ijat
Stapitteï öèK ^ïart^-öifcöojjpeïpe mtv'kt ija»
iltregt toen ηοφ mtocjentoa^^
bei'öïtif te Heuïen pii/ ginj ίβ
öe 3föerï{èn onbéc smt tïaanöe öan ttjö tot
tgö Öei'raeïp öe^ocften. Somwijle fchool hyooK
in 's Gravenhage ten huize van de Ouders van
Jacohus de la Torre , zijnde edel-luiden : ahvaaJ"
hy den zeiven "Jacohus , noch zeer jong van jiiä-
ren zijnde , in dc godvruchtigheit onderregce,
en ook in 't jaai 1611 döor het Sakrament des
Vormzels heeft gefterkt.
^ f η 't jaar 1605-, geeft tk Itei'^en en aï^
taaven öec ^tair Äeu5eei/ öie öooi Spinoia
becoöert toai/ijersoent _
3i"'tiaac 1606/ ben ip jpeb^nargi/ ρΦ
Öe ban be ï|,3|.Bonifacius en vvalbm ·^
gis, tec oeffeninge ban ben oBob^btenfï / iw
getorjöt. ^n 't faar 161 ζ geeft gg get
pitteï ban Cmmeriß/ aï^ Der jjïaat^
5e/ fiesost/ gerbo^mt / en aan 't ^elbe toetten
boo^gefcg^eben. φρ ben 1% gfannar^ V in t
Seïfbejaat;/ geeft gg get gui^ bec 25ioebei'en/
öie t'<iEmmea& in 't gemeen ïeeben/ al^ Φ^^ί^
nad^ ber 3pïaat5e öesogti en geeft beboo^reg/.
ten / bie gun boo^ David van Borgonje ^ip
fcftojp ban llttegt/ en boo?be^3^if^«ö3aatFre-
derifc
V In itt Verhaal van den Aarts-biiTchop van Efeftn.
» In het Icrtn van phil. Royenins.
.t'
!f
Λ'
iji;!
iä
i!
SaSBÖLDÜS Vb SMERUS. 191
^eriic van Baden, 3e0eeben toaarett/ ficijefïï^t/
Jtt, Öunne toettm on&cc5o0t:. gfR een afi-
i^aift ban beseïbe toetten onber mg öeuufien.
* in 't jaar i6iz heeft het Kohvent van St.
^{m (aan 'r wdkeDavidvatiBargonjevoor hene
Kiooileriijke ^wetreii had voorgefchreven) op het
5anraaden en aandringen van Sasholdus Aarts-bïf·'
fchop van Utregt op dat pas te Emmerik zijó-
Qe , de opiluiring onder 'theodorus Rijken , derï
achilen Pater^ cn JdeJheidis van Deelen ^ de der-
tiende Kloofter-voogdeiTe , met een aigemeene
toejuiginge, hoewel vry laat, aangenomen.
WaiTenberg, baac tog bit uyt gebbén/ ïebeit withy
OIJ^ hjat laa^« een seöeeïte ban SEart^-biTi
rcöo3p^ ©etöaaï / 't toeïbe boo? bien 3^?eïaat naai· S!
ïïomen toaö gcjonben / en meer anbere jaaïten
öeöeifï bie gg toen te €mraenft ïieefÏ bemst.
^oc]^ l^eeft in't iaat; i6jo eenanbec
Öiiaï ban ben tóefianb ^ijnec Uerfte aan be \χφ
^untenbfie a^aber^ te ßomen ober^eïebert boo?
^eriricus Gravius, Zeeraar in be *0óbïmnbe te
ioben } bocÖ bte sijn beebïgf te ïïomen gieïö/
g aïbaar ï)et ojjjigt gab ober be ©atibaanfcge
■koeberg.
i©at toiï iß aïmeecopgaaïeni Sasboldus toaö
Jietter baab een^oeb i|arber/ niet^
«enfcgenbe aï|§ sgne 5iel boo? ^ne ^cgaajien schaapia
J^o beften te geeben: toaac ban§geenboo|ïneöi= heeft ge^
boojbeeïb ö^eft geseeben in jgne iaatfïe ht^^ ^®'"^·
^ö^btngc ban be^elbe .^c^aapen,
^ ^ H^ant al^ Singen en ^ïben^eeï öoo^ een «c^
5bjaace pefï toacen ontfioben/ en be fianft aé me?'^
«fc boobe licpamen itïe ^teben ganfcö ö^iö fchen in Jg
fmeti pefttebc,
■ zoeken. ■
" I-Lindenb. fi^i. eiiivsnt. Ïfifiof. ■·
> W-affenb. Mmb.lib.^ .. ' I
ïn ïijneLijkrcdéa, '
if'!
ii'i'iilr';
li't^iÏiji;'
ifiil
f'i li^^ij
nii
''j
i
κΊ,ι
i'ii. !:ι·Ι·';Ι·',·:ι
ϊί!; ·' κ;)
ΐι ■:
■ I
,1;
■ï, -ΐ ·ί"Ί
Hi' !··;^Ί··'·ι
Vi ' · Ii ί
I
iHiillli'i!
Wr
I
-ocr page 195-192 HetLevenVan
fmet; 300 bat foramigen faoo^ 591« oogen
en 5i0Ïtoa0öcn / anöecen öeii geejï 0aben /
Ut aöcm niet aié öooi öe ftieöeren geen ïton
fcÖcpt hjojbcn / aïieeu/ tcrtoijle öat 39"
0anfcö 0e3tn met öe pefi öefmct toa^ /
öie algcmeene onfleitcnifTe ïtioeii en fiantbaft»»
geöïeben: ïjgi 0ing be 5!eäen bertroofïeu en οψ
paffen, SJa öp ontsag 3ieö niet be iwcegt ba»
be öefmette en fïerbenbe menfcïjen aan te
tm / eben een^ geip öl? öie ban bc gesonö^»
boo? beejen öab se^oojt
Hywasbe- ll^anneec t'öui^ gekomen ioaf / toa^ W
2orgd om öe^o^gb om be geefïeïjji^eöefmetting / of be ffjj^
de befmet- j^ß jjó^ fjgiti ίη bc ommegatts met ben bjereïbfïy^
vmlohdt ntenfcöen aangefioben toaren / te
zijne? ziele Maut be 0ob?bienfïi0e Iteria-boogb 390 :
t'huis uit leben aïïe toeften een^ na: en gg toa^ getoo""
tezuiveren. jg tefienen toat boo^tgang tn be beugb^i'
bat iebeee bjecït ßab gebaan / en toat feiietj
bat begaan mögt j^eWm, <©nbet bee3e bio"
ift aï^ iet 3toaar^ aangeteßent / bat ^
üioofier-pjiefiet / bie 5em ttoee of b^ieniaaU^^
ïp gab cp0eit0t aï bertoijten ^ab 0e3eit: ^y
liegt'er aan.
&eö 9et bolßenbe <!E»cbeb in 5gne fcÖ#7,
aangeteftenb 0ebanben / gettoeïite j^ff tot tifft^^
toiffeöin0e ban stjne 5onben piagt te geöjuifif"·
Heer mijn Godt gedenkt my ten goede, en ver-
geet de barmhertigheden niet, die ik in het huis
mijns Gods en in de ceremonien der zelve hcP
gedaan.
t
ίίιίίΐϊ
; !γ ι
Zijn gebed
ten dien
einde.
lEfdreij,
■fll·;!
■ β ! r·;·
li
Sasboldus toa^ 5eec tiaati0 en neblig.
öï^ fammtm boo? ftet mvü-boogUyfcitap ban
Zijné zön-
dcrlinge
nedrigheit»
"•ff· f »■«•»•if »/VV ----Λί- ISI iT"* J ff
Johannes Bruhefius, bie toen noeg te
toa^ / tn 30» öetoesen begonnen te fïnjben /
ifeeft ög opentip berftïaart batöpmmrtofnfcö
te
»ΊΙ
-ocr page 196-SasBOLDUS VoSMERUff. 19|
tc onitec Bruhcfius te fïaan aï^ otj«; femanb te
Seggen te öeööen «Ik zou bereid zijn, goofïiiaïi
OÊ» / om mijnen pligt en mijn ampc volgens hec
bevel van Bruheftas te bedienen , werwaarts ea
tot wat voor bedieningen dat ik ook gezonden
inogt worden. beftige man toa^ eben ne^
D.Jis in 3;tine Meeöinne en in aï ^ijn geö^ag.
ter öebben be ngbige tongen bien läecfe-booj^
iiocö te groote p^agt befcgnibigt. Martinus
Regius, gijn tcoufaje acbeib^-gegeï / ö^eft öem
omtrent |et jaar 1^09 bertoittigt batgern guïft^
»»agegeben bjiecb; en fcö^eef met beege inoo^
beni De lafteraars verzekeren volmondig en hei-
liglijk dat 'er een ongehoorde pracht gevonden
V^ford in uw huisgezin, enz. «
bectcoofi ben J^^eïaat ober bie ïafïe^
»^mge/ en fp^eeßt albu^: Ten tijde van
"«i zijn 'er ook valfche Apoftelen geweeft , de-
■^elkc hem by den Paus Zacharias in veelc
■^aaken belogen , en de onbefchaamdheit ge"
iiad hebben van te zeggen dat zy tot Biflchop-
Pfn aangeilelt waren. Hierom heeft Bonifactus ^
menfchelijks lijdende , verzogt dat 'er een
^nder Apoftolifch Legaat in zijne plaatze
■^ogt aangeftelt worden. Ik hoor dat 'er te-
g<?nwoordig ook drie pcrfoonen zijn, dewelke
^an zich geeven dat ze niet buiten hoop zijn
den Stoel der Stad van Utregt te bekoomen.
Godt geeve , 50O gaat SP bOO^t/ dat uwe Eer-
^^aarde in den Paus en in den Hartog zodaanig
dut mag vinden, als Bonifacim gevonden heeft
Zacharias en Pipims. φρ be tUgge ban titt»
5ε« ö^ief geeft be gobb^ncgtige en ootmoebige
P.ielaat get boïgenbe aangeteftent: Wy bevm-
^en ons in groote benaauwtheden, in allerhande
III. Deel. 0 vuilig-
* Zija brief »an den t6 September 1 ^9».
-ocr page 197-vuiligheden, en in gebrek van alles. Hier tiyi
kan men befeffen hoe boosaardig de menfchen
zijn, die zulke dingen uytftrooien. _
piö ecii foßere m fïcgte tafel ICif ^
ecii^ ietttatiö gai» geijowben bie bjat te beel w
5ijn t«0nb firnjb / fcg^eef aïbu^ in een
-öan ben 2.9 ^anuavg 1600. Laat die gaft maai
€cne maand aan onze tafel zitten ; hy zal die lek'
kerheit wel haaft ontleerdt zijnr want dat mij^^
ziel te vore niet begeerde aan te raaken , is
door groote benauwtheit mijn fpijs geworden·
^gne bo^bere manier ban ïeben quam met
taftï oi^r een.
geifï Wittoiï^ moejeïpe en ïange
boet af^e!eit / geïp tog ban ïilooinfcr
rei^ aïreebé gesie« ge&ben. WQWt nacgtbjaant»,
gen teareiï ai bi? mentgbulbig. ik ben meeit
gewoon, fcl^yftljgben 2.1 «J^ctobec 1595·» g,^'
heele nachten op te blijven: doch zederd dat ik
bevonden heb dat zulks my fchadelijk is, heb ik
dat achtergelaaten , ten zy de nootzakelijkhei^
tny daar toe mag praamen. Ik ben niet gewooO
langer als vijf of ies uuren te flaapen. α Jl^aO'
mer go lebsgen t^b gab, Was zijne geΛvoonte»
zelfs ais hy al Aaarts- biilchop was geworden»
Kazuifels , Kelkdekzels en veelerhande andere
ïcerk-cieraaden met eigen handen te maaken. J^
hy heeft al een groot getal van diergelijke cie-
raaden gemaakt, om deverarmde Kerken, als een-
tweede/"ίίΛ/βί, met den arbeid zijner handen
helpen.
maafete geen toerftbannatuurfpf g^n^^f
mibbden / geïp ban anbeten toeigeb^ïto^n.
Gy fchrijft my, 5egt U ί« 3D««» Jj^^f
•tenberg, van natuurlijke geneesmiddelen. Doca
Λ Joh. Trutius in 't Ie vtn van SaiboHuSi
Zijne io-
bcrheic,
onthou-
ding, en
vcrkzaam-
kcii.
1 il
2ijnè
machtwaa-
Iciugen,
Hr was al-
tijd bexig.
Zijn befte
feneesmid-
el Was een
▼rolijk ge-
moed.
SaSBÖLDUS VoSMERtiS."' ip^
^et befte geneesmiddel is, de geftadiglieit de«
gemoedsj en de vrölijkheitdesgeeftes: waarvari
Wijze-man aldus fpreekt; Em vrolijke geed
*»acikt 'een jeugdig leven. „ ^ .
Ötdii fmeep Uati m ittatisé in mfta^^LT^
ai0e / θϊ^ ban mi aï te fiücnge en tc ii#iicengeHadü:
Se maniec in ^tt öiiitien / i»afien / cn5. om man.cr
öat öii ficeii0pt m ö^iftiggcit öifitoil^ bilr
jtaDïgei· ji^aac in «n ö^ief bandenjcurs'
oen IQ ^efemftet? 15-91: jgne geiiagten ah
oué ojpcnt aan 5ijnen ß^oeirec Tilmannus .· Het
geene gy fchrijtt dat S. Cunibertm^ Heribertus ^
Severinus , byzondere vaften-dagcn en gebeden
ingeilelt hebben, heit heugt my dat ik zulks ert
diergelijke 'zaaken meer gelezen heb. En wat
l^cc vafiten aangaat , ik heb zulks in miijne ver-
i'-amcl-rchriften, dewelke ik voor zeker werk dac
'k onder handen had by een geraapten aange-
^ekent; niet om het zelfde gebruik weder in té
J'oeren: maar om door dat en diergelijke voor-
beelden het gebruik en de onderhouding van het
^'aftcn re beveiligen, en om de vatten dagen die
hans in gebruik zijn te behouden.
^ijn gcbaeïen öit/ öat öe batïeniragen ert
Jfefïcn/ op öat 5e in geen itleinacgting ßomen/
bat 'er geen geiegenööeit ban obeiteeebinge
J^n ijet boïit gegeeben hjecbe / niet öienen bee^
pienigbuïïHgt te too^öen. ggn boo^saat / Phi-
i'ps van Borgonnie , Ijail Öeeje 3aaß eben een^
p0?eepen / 500 al^ Gerrit van Nimwegen irt
ieben ba« inen ^iffegop berjeßert^
^ Ik wenfchte, jegt ög in een fi^ief ban ίκ» '
1,5-95 / dat 'er omtrent de feeft-en va-
'^eii-dagen een befluit genomen wierd yan'er wei-
^'gcr ter onderhoudinge voor te Cchrij ven: en dat
3fldcr£ aan de godvruchtigheit d^e? yol|;s wipr^
' I ■
]■ ·
' ;, i i
■ t i
h
ï'
■ I·;'
I ,r Γ
lil:
i^'i;'
Μ
h!
! i
!!
1
. iu
-ocr page 199-15?6 H ε τ L ε v ε ν ν ä ν
den gelaat en op hoope van Üoor de onderhoudingder
zeiven aflaaten te winnen. I^o^ber^ tUg^
on&a* on^ cene fcöct^ ban jijne o^bonantic oö^
ist öafïcn-&a0en en fcefïen/ i»eiocliietp&&enc&ert
3uiïen bfïtaoncn.
öe seïoobigen tot ört eercn ban öell«'
ïigen/ iioo^namentiijft bie ban on^l^aöeclanö/
ojite iDCßßcn/öeeft öö ingetjaac ^03 een
nlcui^p. betfcgaji oi>0ere0t ter me ban iwn ssiffcöoi»
om de Ge- (11 jjEait^iaac Bonifacius} en bolsen^
he?ce- S^t onire geö^niit aan de broederen , als ze eerlt
rcnvandicn l^ct broederfchap ftonden opgefehreven te
Prelaat op wordcn, indienze meE een opregt berouw ge*
te wekken, biecht hadden, enz van de boetplegingen huo
opgeleir, of die ze anders fchuldig waren , tach-
tig dagen afflag verleent.
ï)«ft 50« tecï tt fajeeg 0e&ia0t bat Kle-
mens λαιι bit 25ïoeberfcöaiJ ben 3 jjBaart batt
*t seïfbc jaar 1603. geeft bebtfïigt/ en met ber^
fc^eibe boojbeeien be0unfii0t φοίί j^e^ ÖP ^^
ßcöecnten ban0emdiien teiögenKlatté biffcQoi·/
cn banbe,€3cif^ mebegesei^en/ mit^^aber^ ba«
be anbere ïfeiii0rn beejcj; Sanben bie boo? b^
SSeeïbfïojnicr^ ugt .^albatoi^ë-ïterfte 0ei;ooft
en gectoaaitiö en bertoaait^ berfirooit / bocÖ
boo^i be gob'bjucötige 50^0 ban 0Ob|bienfïi0<^
mannen toeber bersameJt toami / onbec3O0t/
ojigefcöieben/ en in goebe öeh)aarin0e 0efïdt/
op bat 5e boo^ ben ai-beniieienben tjjb niet jou^
ben ber0aan / ofte onber mal^nbetr 0enien0t
too^ben. ©e ïijfi ban beese opfcïjipinje / bocö
3onbet jaartehenin0e/ in on5e betoaacin0e*
€0tet: Ö^eft aan ben ^fïooiban Cmme^
rifi / in een ö^ief ban ben 6 i6n / blaß"
-..... . «gt berseBert bat ög bie uptfcüenbi0e oeffenin0en
®cifi«fngc„ jonber bf inbtfnbi0e sobbincöt»0öeit niet goeo
eit
ByVcgt
het broe-
derfchap
van S. Bo-
Hv
«de
heeft
gclcerdt
dat dcuyt-
■wendiee
S Α SBOLDÜS Vo SM ERUS. 197
jn ftcucbe; en öat besclhe aïïecn 5oi«ani3e mcn;=
niet en Zy hebben my ver-
klaart , / dat ze van het broederfchap
^ijn van de H. Maagd Maria^ cn dat ze al dik-
■vvils te biecht gaan. Wat zal ik zeggen, alsdat
de uyterlijkc kerk-gebaaren niemand e'n heiligen)
«idien 'er de andere zaaken ontbreeken.
Ï^p Öccft ugt Öet 3cbentienïie ï^oofö fïuftban
Oft leljen Uan XaveriusUaH0iteftcnt, dat de
ondeugeMe menfchen niet Hgielijk moeten ont-
ilagen worden , voor dat %t blijken van een op-
i"egte boetvaaardighcit gegeeven hebben. Hy
Oordeelde dat de biechtelingen niet fchielijk moe-
ften voortgeholpen, maar dat 'er veel werksvaii
ïnoeft gemaakt worden. En hy vermaande de
t'riefters dat ze meer behoorden te verlangen om
'Geinige maar goede, als vecle en rcukelooze biech-
ten te hooren.
«©berjuïfi^ fcg^eef tn 't jaar 15-97 met öe
^ïgeniie toooiben aansijnettÉ^oeöecTiimannus :
Α er gelegendheit van deeze iirijdigheit der ge-
'^oelens, en ora dat fommigen al te rekkelijk zijn
{in te Ontbinden) gefchiedt het dat de menfchen,
2.ich van een lichte ombindingen verzekerd hou-
dende , des te zwaarder en tegen^ het licht van
^Uft gewifle komen te zondigen, en ook zonder
behoorlijk leetwezen ontflagen worden. Daar
<loor gebeurt het dat de godsdienft en de kerk-
tucht voor een fabel gehouden worden}^ dat het
^olk tot Godt-verzaaking vervalt, en dat fom-
'^igen die den raenfche zoeken te behaagen zich
ten fpot ftellen.
Sfn Sgnen ö^ief έ aanZapphius, ^loofï üan
Baadern/ fp^eeitt aïöu^ met betooojiientjan
^.Cypriaanc : Die de zonden mee fcherpe ver-
ί Gefchreven op S. TifflóAcUS dag UJO,
e Z>« ...
van goJ-
vtuchtig-
hcit zonder
de inwendi-
5e' niemand
connen hei-
ligen.
Hy oor-
deelde van_
de opregt^
boetvaar-
digheit uy£
de verbetc-
ringe der
zeden.
Hy ver-
maande de
Pricftcrs
de men-
fchen niet
teftreelen,
maar de bc-
hoorli ke
ftrengheit
te ocfFenen.
IJS
I.ftiit
jp'iï
li
Hy oor-
deelde dat
de zondaars
achtervol-
genj de
'm
m'Ê
-ocr page 201-Het Leven van
Borr, doch prieller Gods den menfch niet te bedriegen döor
jn ccu rek- va]fche toegevingen maar heiii te helpen doof
S'vcrftaan heilzaame geneesmiddelen.
zijnde, be- «βΐίτ^ί*^ / tt io«teii 111 Ρίΐι h^itf Uan öen 4 ^^^
hoorden be- cemfiec i6ii / ttiaöiBt jtoeberbiii 3Ètöa0 ban
^"dte'^ S. Cypriamis : uyt welken brief , ^egt gg/ dc
iFP'^..?· oorzaak van onï;e tegenwoordige rampen be-
fpeurt kan ^Vörden; m ban gaat ßp aïbU^ bÖO^t:
. Wat is'er doch gevoeglijkér in tijd van vrede»
wat is 'er nootzakelijker in den oorlog der vcr-
volginge, als de vereiichte ftrengheit der Godde-
lijke wet te onderhouden? i©Oc|| bebOOi3iCÏ|ti0^
ïtcrft-boogb OOibeeïbebat de ftrengheit, dewelke
de H. Carolus Borr^ in ^c wferk heeft willen ftellen,
niet al te dienftig was voor ons Vaderland.
fcgien ooibcdbelg bat onse ^ianbgenöten/ ain bat
bmt letaBidoof afgebaiiin tóatenéb
ttocg bageïgS^ af birién / met toat meer sagtiggèrt
liaar'^tjjb.ögeïegenbgett moeien geQanbeïttool^
ben 5 tert^btoebatseeenbjiileniftmeli! gebofbt
Sjjnbe/ aUen^iieu^ aan hé ffrenggettban^.Ga-
ïoius 4 èn aan een bafïee fpi|5e mogten gewenf
«en: 't toeïfi ooft be meening ban bien giiïjgéiï
mart^röiffcljojp ban jjltilanen getoeefi.
fiy trachte ^ φη^^ beftfge üerftboogb geeft ög^onbttrïij»
aekerkeiij- g^g^ q,« jj^rfcgeibe mi^öiuilten m öebojbénb^
geben ugt te roejenj o]^ bat be toaaracgtig^
bfröetering be^ ïeben^ én een tej^fêgaajpe oeffe^
«ing ber Cg^ifïeïgïte beugben aibu| fianb 3011^
ben ffigjpen. %ier toe btenbe ooR éen
bm'tfege o^bonantte/ 3onber jaarteßeninge/ b^
toeïfte g^ tegen get300genaambeKmderbier geeft
iigtgegeeben; 'i fcoeliie aïb»^ genormt bjierb om
198
incening tnaaningèn beftraft ,· bévordeic dè zalighcic van
van s. Cy- fijnen broeder, ten zeiven tijde als hyTièm över
zijne zonden berifpt. Aldus behoort dan een
fiianus én
Karolus
Μ
Ι ■
, I r;· ;
l·:!!- ■
Ή
ke tucht
te herftel-
ί; i !
'ί li
t i
öat 'et? na öPt boopcn bä« ßinb ϊ«ίίί0 totfrJï
δ^Γ^οηβ^η. €11 öetop 'ec bie sdepntgeit
biïiioiï^ oimiaatig toifrö gcÖjenïiiR / fit öe
ïiJÖiit aJiiii^ bertoaarfoo^ toiei'Ö / ίμφ
9cmelöe ojöoniiantte tev feeijonbeuiffi btc
ic« iaatcn ugtflamt.
üoo^iianieiitïp geeft be gbm'je ^jt^zijne χοψ
ïaat acgt gegeeben qp be togbeïingen j m 3icö ƒ
bolgen^ be betntiaanin3banbenllpofïeï0ebiai§rt:f;g'"ote'''
bau ietiianb be ö^itben d te fc^ieliit t^ te ïeg^ wijdzds
gen. ftouden te
©tt bïpt ugt bten heftigen &?ief/ bienöpöen ο^ηναψ^α,
7 löji 0efcï)?eben ffecft aatj ben ^^^ "
ban (i^mraertli: ik heb, jegt gpbaar/ onkngs hiddenf
een brief van uwe Eenvaarde gezien , dienende
otn uwe onderdaanen tot het ontvangen van de
heilige Wijdzels aan te porren , en ziende op
ibmmigen dewelke tny de grootfte bequaamheir
ïot de gemelde Wijdzels niet fcheenen te heb-
ben: daai om heb ik hert volgens de gclegenrdheic
der tijden en omilandigheden een vermaaningdes
aangaande gegeeven. Ik prijs den yver van awc
Ëerwaarde. Doch op dat \vy door het vermemg-
"•huldigen van het volk onze laßen niet zouden verrm"
fiigvuldigen , en Gods oordcelen niet op onzen
hals zouden haaien , wenfchte ik dat dezelvenby
tijds tot een zoo hoog beroep bereidt wierden.
Φβη boïflt 'ec in ben seïfben ftjief geenf
tögi giet; boben traifenbe Set baw
Φ. H. en get tnemgbuïbis bieteten aange:^
Öaaït Rebben.
Mijn gevoelen is, 500 ben 17
tembet; lóopaan Adelb. Eggius, dat de jonge
gaften zoo zeer niet behooren gedwongen tc wor-
den tot het ontvangen van de Wijdzels.
bw iefïen Üfg fcSi^ef Ö9
ii
I f
selben Eggius: Ik wil liever een klein getal wel-
gemaakten als een grooter getal kreupelen heD-
ben, op dat ons niet verweeten mag worden dat
we de handen te fchielijk opgelegt hebben : of dat men
ons het volgende niet toe en paiTe : Gy hebt het
volk vermenigvuldigt, mactr gy hebt de Mijdfchap niet
fiiermeerdert.
(SCeoen^ tt getogiien / boeg boo^namentip
teaen öe ^iit^ttfj inbien 5c 1« ^tödace 3onöc»
sebalien toaren / geeft öe fteciteïijfte tucgt/
300 öe trjben Befï toelieten/ in 't iatth gefielt.
Willem Stappert, een ^^ïefier te «ömmeni^/
in 't jaar i6ïi öoo^ get <èecto. ïtapitteï en
öen ©eften ban «t^nimerifi ober stoaaee niigöaa^
iien in get oefenen ban be ftecfe-bienfïen o}jge^
fcgo^fï. ©oeg geeft 5ieg ban get bonntó öec
ïtapitteï-geeren Öeroejpen 03p benSCart^-biffcgojJ
Sasboldus.
Sasboidus geeft get bonni^ ban 't ïtapitteï te
«j^Ibenjeeï op ben 6 sCjp^ü 161 ζ bebefitßt. I©?
geööen ben oo^fit^onfeelpen fi^ief in ganben /
baac get boigenbe te ïee3ert fïaat: Gezien en
verltaan hebbende 't geen door den Heer ff'll/eni
Stappert , Vikaris van de Kollegiaale Kerk van
S. Maarten te Emmerik, op den 14 April en ver-
volgens is beftaan... , en hoe dat hy op den zelf-
den dag , dat hy door het eerwaardig Kapittel
opgefchorft was, met groote verargernifle, en
tot verfmaading zoo wel van het gezeide Kapit-
tel als van de heilige kerk-regelen, beftaan heefc
de offerande der MilTe op te draagen: zoo is het
dat wy alles en ieder in 't byzonder overwogen
hebbende, hem uyt dien hoofde onbequaam rftot
het doen van de goddelijke dienften verklaaren,
j^n beveelen dat hy als iodaanig zal afgekundigt
worden enz,
m
! l'; . I
SaSBOLDUS VoSMERU S. 20l
€n al^octod tat öe nii^öaabise naac i^cuïen
liep/ en jijnen toeWugt nara tot Antonius ^φ
Γφορ ban S^ifeglia/ ^uncin^ ban Paulus ν. en
bat öesriö^ l^undn^ op öen ι ζ i^ü öe
Saaft aan sicï) gab setroitïten/ en 500 toeï aan
Sasboidus, bentoelÄen gg 3Cact^ bifTcöoj» ban
lltceet noemt / ai^ aan get fóapittel een b^eiV
0enbe ö?ief gab 0efcö?eben} 500 geeft Sasboidus
egter be 3aaft berbolgt;, en geeft ben m!?baabi>
8in 0eb?e!3t bat gg gern/ inbien gg gaï^fiemg
bleef/ en500 bjel aan gem al^ aän 't ïiajiittei
Seen boïftonte bolboeniggaf/ nocgg^ootecficafi
fe 30U op Iefl0en.
<©m niet alleen get ïtatoïgft <iE»eïoof te ber5ei=
feeven / maac ooft be eerfiaacgeit bec 3eben on^
öcc be <0eefieïgftgeit in fianb te ö^engen/ geeft
δρ/ apgterbolgen^ get boo^beelb ban ben %eer
Egidius%^ Monte, 23iffcgo3pban 2^ebentec/ en
ban Joh an Mierop, ^^oofi en ICart^-biaftenban
llttegt / be ï{erft-bec0abenn0 ban iCi-ente op
oen ^ηηρ 1609 »«39«« onbergoonge ^^ei-ften
i>f0eftunbi0t ï^gi geeft ooft be booinaamfïe
Öoofbfïnftften ber 3eibe©ec0abej?in0e/ raaftenbe
öe 3eben bec Itlecften/ aan be <i5eefïelgftgeit tec
i>ergonbin0e boojgefcgieben.
<ï^en I i lHeg / in 't jaac 1611/ geeft gg een zf,· ne ordo.
o^bonantie ugt0e0eeben te0en be on0egooi5aaite-
rne <i5eefieïgftgeit en ^iiefier^ in get quaitiec
ban 3B:in0en. heit van '
<6en 36ftec iieb^ieger/ bie 3icg baïfcgelgftboo^ uugen.
J^n ^ji^iec ugt0af / gab befiaan be niaagben
Jic % gern te biecgt ijuamen te 0eeffeIen : en
Jaac ög toiecb 3efter ^^tefiec onbec 'c
Janilaacïem öefcguibi0t ban oneerbaai-en gan^
oei. op geeft ge öen ip f eb^nate 1611.
2,24 Het Leven van
Een andere tCtt O^ttOttmtie ίψ Mjj^ em ßilCf 0e5Ollit«l
prcipnantie 00 t»»!! fet ÄDOltier ^ΙΙβΐ:^
voorde
Sfv'af' itt Ott* ^^ met öe tnaasöm
het noor- irc ^itftet^ iftltoii^ 3«ι· ö^jct goubt / fn gen
der<juar- fomtiE^ïcn tti g^otcr ^etiaat fïeit/ 5oofcÖ^ft
Hvfchriift ^^^ ^^tjoi0e«ité iooo^iten aan #
ieJ^tzë n^n Ö^Oeitec Titeannu^. ί
voor om Zieker peifooii, als 'er vao de geeftelijke maag-
met deGc-e- den gefproken wierd, heeft verklaart dat dezel-
Sgdcnte'^^ onder alle anderen de allerfchadelijkftc zijn
ïiandclen. voor de Kerke ... want zy bezetten zodaanigde
dewelke goede mannen, en zy eigenen dezelven zodaanig
'^iedel'rie gebruik, dat Ze naulijks in ftaat zijn om
Iers van menige Weinige te helpen , dewelke anders een
jnucterbe- groot getal van menfchen ^.ouden kennen op-
rzigheden af paiTen, en beqiiaam zouden zifn tot groote zaaken.
ïio"'·^«" 'oor jk werifchte, jop 0öatg|it>O0,?t/dat gy zoo
hareii'ei^cn bezct niet en waart met de beltieringc der maag-
dienft ge- den j eensdeels om dat her profijt dat daar van
bfuiken. Jcoomt, doorgaans niet al tegroot is: ten anderen,
om dat ze ons veel tijds oijtrooven; en dat ze zelfs,
ook door klagten van gering trclang , onze ge-
negentheic efi ons verftand al zeer weeten over
te haaien om haar te helpen. My dunkt dan dat
de eene broeder van (eenjefuyt) die
υ zeer wel bekend is én herwaarts is gekomen,
eengróote zaak heeft gedaan, met Bonifacius f van
de weinigen die hy noch had te ontlaften.
3ïan öet ItoHcgie tg Iteiiïen ϊβφ om
jtïcc anöeren ooit öe«3en rfgeï gegeeijett / dat 'er
geen vrouwluiden binnen het Kollegie zullen
vernachten. €n gp fett ijerttiaaning ugt
get ïeben ton Xäverlus , dat men met korte
e loAug.
ƒ Door £peifachis yafteat hy ζιώ zelvcs.
'i , j :
li! Μ
II· I
ï'
SASBOLDUiS VOSME RUS. 2Ö3
"^oorden en in 't openbaar met de vrouwsperfoo-i
i^en moet handelen: want dat het een glibberige
zaak is, daar zeer kleine winil en zeer groot ge-
vaar in fteekt.
Hy is genoodzaakt geweeft om in de maand ^'jne ordo-
December 1609, 500 scïftc ßemie« geeft
m een u^ieföanöen zt jifeegi 1710, eenordonaii- iiooiders
tie uyt te geeven tegens degeenendiedePailoors <ier kerkc-
en Friefters, door hem in de Provinciën van Hol- ".ikeregec
Janden Zeiand aangefteld, lafterden en ftoorden.
Daar is van mijnent wege, jegt Öp in eenaH#
een ordonantie uytgekomen , ter
gelegendheit dat de Vadér Matthaus , van dé
Maatfcbappye van Jefus^ niet op en hield van de
befte Priefters te klieren. Hy zeide dat ze deft
Geeft Gods niet en hadden maar den Geeft des
Duivels; dat Zé hovaardig, onruftig, ongehoor-
zaam aan hunne Overften, gierig, groots, heb-
achtig , en erger als de Ketters waren ; en dat
hy daarom door de zijnen tot Ovérfte over die
plaats (Leiden) was aangeftelt. Als hy dan o-
ver de Paftoors te zeggen wilde hebben, en met
hen in geen onderhandeling wilde treeden : eft
als andere Ördens-priefters meer andere uytfporig-
heden begaan hadden, heb ik hun van ütregt,
daar ik my op gehouden had , een Ordonantie
t' huis gezonden. Dit hebben zy qualijk geno-
rr/ènj te meer om dat ze zich bewuft waren daÉ
zy 'er de meefte reden toe gegeeven hadden. Want
al waar 't dat fommigen, en daar onder eenigen
die geen Priefters waren , uyt andere plaatsen
quamen aangeloopen, en de Dorpen op en neder
liepen, voorgeevende dat ze met overgroore magc
voorzien waren , en het volk opmaakten , de
kerk-tucht verftóorden , en geduurig en zonde?
I Bäef uyt Keulen gefchreren 4eii ip Faliruary liii.
-ocr page 207-2,24 Het Leven van
einde aalmiflen inzamelden , zqo heb ik deezc
gaftcn, om de prijkelen die ik van mijne tegen-
itreevers te verwachten had, op een andere wij-
ze zoo ik beft kon tegengeftaan. Maar dewijl
het gefchaapen ftond dat de baldaadigheit van
óteïcn Matth^eus^ dewelke niet volkomentlijk iii
cenen brief kan uytgedrukt worden , de Kerke
ten ondergang zou ftrekken, zoo heb ik mijne %kl
in mijne hand gefleht en heb hem deeze ordonan-
tie ter hand doen ftellen , en ook order aan de
anderen gezonden , om dezelve af te kundigen.
Die goede mannen geloofden dat ik al naarRoer-
monae vertrokken Avas , en niet in die oorden
ftond weder te koomen: en dus meenden zy zich
meefter van de regeeringe te maaken. Het is,
200 ik geloof , door Gods voorzienigheit aldus
gefchiedt, dat ze het zonder de minfte ongeru-
iligheit zoo bont maakten, ten tijde dat ik dicht
by de hand was, en al wat zy deeden van na by
befchouwde : zoo dat ze geene verfchooning in
te brengen hadden.
Om dc or. ge&ticn Qïïe öe öMien / itic in öe
sXidL! tn^ïö^ ojbonantie aangrtafï toia-öen/ beginnen
zoo hier als aan te gaan ai^ öoHe inenfcgen/ ojpgunne tan^
elders, ten öen te ïjnacffen/ öenK!art^iiiflrcöoj>tefei|eIiien/
hoogftege- ^pg niebefianöec^ (geïp Nicolaas Nomius
in een seïieeen ö^ief getuigt) ugttemaaitenijooi
Sasboiitiaanen: tot 500 bette Öat 3e aïleflagban
menfcgeii ttacgtten oji te maaiten.
Over deeze Ordonantie, 5egt Sasboldus jn
«en bOOi-gemeïben b^ief / ben ik aangefproken
door den BiiTchop van Antwerpen , door den
PauiTelijken Nuncius (in Nederland) door den
AartsbiiTchop van Mechelen , door den Hoog-
leeraar Janfonius , en zoo ik het wel heb , door
den geheimichrijver van den Aarts-hartog , de-
welke
Jaakc gc-
wccft.
Welke mijne redenen en den inhoud der ordonan-
t ie ver ftaan hebbende, dezelve gepreezen hebben.
De Nuncius toonde zich ook voldaan, naar dat
hy alvorens gevraagt had of het juifl: noodigwaar
dat de Jefuyten daar in genoemt wierden. Waar
op ikantwoorde ja, om dat de ordonantie meeft
om hunnentwille was gemaakt. De BiiTchopvan
Antwerpen voegde daar by, dat hy in een Syno-
de van zijn Bifdom wilde verbieden dat niemand
cenige aalmiflen buiten de Provincie zou hebben
in te zamelen j om de opfpraak en verargernis af
tc weeren: want dat het een zeg-woord was ge-
worden , dat Gods barmhartigheit en de gierig-
heit derPrieileren geen paaien cn hebben.
fieffftulliiginsen seïf^ tot
men tof jeitionhcn, zeifstcRo.
Jk heb , ï)? / Kardi. men op-
naai Mellini uyt Romen ontvangen, dewelke ge-
fchreven was den 3. July 1610. en als een op* aaanig dié
fchorifing van mijneganfchebedieninge behelsde, hymctdc
Maar na dat ik de ordonantie zelf met al het ver- opicl'orf-
handelde had overgezonden, heb ik een ganich jjjnebedie-
ander befcheid gckreegen. „inge gg.'
h Dit zijn de eige woorden van den Kardinaal dreit is ge-
Mellini : Zijne H. is voldaan over V geene gy hem
in uwe Verdegigtnge hebt ge fchreven. En men heeft BiËhop ^
my bevolen, 30O fjJ^ecïtt Sasboldus, dat ik vol- reden van
gens de magt , die my door den ApoftoliiTchen zijne ordo.
Stoel ook over alle onthevene perfoonen gegee- '"""gyeu
ven is , maar znuw voortgaan met mijn amptwordzijn
kloekelijk te bedienen : en dat ik , Öp tn yver aldaar
ren anberenÖM^an Janfonius feöjgft/ deneer- gepreezen.
Hen brief niet zouw achten.
i <©niiectufTcÖfn/ te taeten op öen 9 jli^aart
1610/ig™'"
h Brfcfvan den Kardinaal Mellini aan SasbolduS *an den } July
' Vcrkaal raa Jacobut Aarts-biflshop ran Efczea,
li
Ί ili"
ii!
r
m
m
Β
löio / 'et tnffcpn öe eeraeï&c l^aö«;^ / of
ïieijer gunnen jp^oWnciaaï in j^c&eriailïi / Fran-
ciicusFicroniinus, «lÖcnlCaw^-^iffcgoji efl^auf^
felp«i ©ißari^ Sasboldus, een l3erir^0 aangci
jaan: en jgn eenige 51lrtpeïen/ öie öoo? Ö^«
^eïben/ of öoo^ iemanii banj^en/ te toeeten A-
di-ianus Ai boieiis, in 't boo^gaanbe jaar opji"^
fïeït/ en aan öe ^afïooren en faojöere
ïpöeit ban 't i|aarienifcöe boo^gefteït
toaten/ ober en toeec aangenomen.
g^aav op ißeft Flerontinus öen 9 lEtaart i»
't ^eïföe jaai' 1610/ een ö^ief aan aïie ire 5tjnen
in 't ronite af3e5onben / toaair ban iit öet origi-
neel in öanöen geb. bat aïöaar öe ge^
meiöp artpeïen boo^gefieït gab / gebiebt 9?
aan aïïesgne ïïeïigienfen/ in beese aanbenber^
Iteerenbe ' bat 5g bejeïben juHeii geööen te on^
bei'ijonben : en ig öejgteert bat 5e beeren D^ief/
op i>at be ^Crtpelen in geene bergeeting mog.-
ten geraafeen / aïie niaanben aanbagteip 3UÏ^
ïenobeileeseu.
I^etboïgen^ fcg^eef be ïiarbmaaï Meiiini ben
3 ^uïg 1610 bat beseïbeSCttpeïenljpben^au^
goebgeftenrt toierben. Zijne Heiligheit, bit5ijn
3tjne eige tooo^ben / heeft my belail dat de Ar-
tiikelen , die tuiTchen uwe Ecrw. en den Vader
Flerontinus Provinciaal der Jefuyten gefloten zijn,
tuiTchen de Priefters die van uwe Eerw. gezon-
den worden , en de Priellers die van wegens de
Vaders Jefuyten in de Hollandfchc Zendinge ar-
beiden , onderhouden werden.
aï^ beese bebeelen naberöanb niet ge^
acp toierben / en be jpaufeïijiie J^ißari^ Vof-
merus ben 25· |le|a i<i 11. booi Äcgtien Ulrtpe^
ïen aan ben%o|ioIiffeöen,#nncin^ gab getoont
m öj ^Φίίί« ^an ißt berb^g niet m
Öifïben/
Jcoord te F
koiaièn, te-
nige artij-
keleii tuf
fchen (ie
Gecftelijk-
heit en de
Paters je-
fuyten op-
gcftelt.
Dezelve
zijn van
wcei kan-
ten aange-
jioilien.
p.ochalsck-
Zelve ctoor
de Jefuyten
in geen
acht geno-
men wier-
20$
EN VAN
Het L ε ν
I
-ocr page 210-SAS30l.buS VoSMERUS,
! Ί"
\ '' [
2Ö7
Sieiiienj Ö^efï öe .^mjcuil / Guido Bentivoli, aen, Iieefi
iucöecom oi» öe onbeir&ouiïiug irec Ictijßefen ge^ ^e Nimcius
ö^oiw/ en uft nmm üait öen^au^ geöoöen ΐξ-
tat mm öcsffóe saahi ï)«&öeH te onöeröautien: „aame vL
tdaa^ obtv öy ttoee teteftenbenfSiUi zijnen.be-
ng m öm 13 / Bejöe «1 't jaac 161?/
aanSasboldus llecft betoellieiti^BCi^ vccrkame
tiriien acgtei; öf geiitielöe Wvtißekn ^viien ia^ -tonden οη-
ten böigen. deihoudc«
HDg Öe&&enöe|i|i0riet)an bit onttoo^jten/ ge^ p^ Hifto.
fïoten / en biftmaai^ gefeösn&eniieröiagi öetoel'- rie van dit
ïse ïtooi öm larté-biffijop jdf met eigen gan,? verdrag«
ïte t^ befcij^bm, i!""] sa»- .
m Öet geene tog tot ηαςϊ} tot wafeenbe ïpt Srev«!
rieben en öe öaaïren ban Sasboldus, en toe0r«i^
5öneH biei'igen gbec tat öe ïierft ban ^oiiaïiö/
opgegeeben geööen / öat ftebben bjgi met
taoo^ben geti'aliïien uyt becfcöeiöe blieben / öie
Öp ban tjjïi tot tgö aan öeesen en geenen gegffc
sefcöieben / of iï}cöee3e en geene aan gern ge^
fcïjifbcn geööen.
èoo ^tt lemanb ïiifï nieec jtjonit-fïaaïtje^ ba«
Sijne ïjelbfn-bengöen en ban ^ijm öaröeripe
5o,}gbnliii3Öeit te bieeten / öie ïian be ïgiireiien
bie t' jijnei? eeve na φκ boob te ïtenïeu αφ^Οί^
Êen / en aibaar in 't jaar i <514 geb^uftt ié / een^S
boojbiabetvn: of ijg itan be Èpbaacsen/ ί'Φ
nee eere gemaaßt/ en meer anöece ïof-getuige^
«tffen bie geiii gegeeben 3ijn / een^ boo^ iee^«
3en. 1
Terwijlc dat hy zich zoo kloekmoedig ge-
droeg , en zich zeiven ten dienfte van Godc en
Van zijne kudde befteede , word hy wel ee pas
S^ijnde, daags na dat Smdbertus Purmerent tot Li- kZe/i-(r
centiaat was aangenomen, dat is den Zf. April, arbddV'
'$ och-
i'l I
1 aisc 3at, Sajr? pArt, j. p?|. iS, ?cc«
-ocr page 211-2,24 Het Leven van
*s ochtends omtrent drie uuren , bevangen met
een pijn in de ingewanden , ontftaande uyt een
verftoppinge der pis-buizen. toierÖ 111 be
maanb Uleg «pt ifeeulen gefcgicijen aan
öcn SCDboltaat Duyf.
©e 3|ui^-3cnooten toaBïf«? 0eiijoiiicn / ηφί
fïcencn ban gnnncn gobijjucgtigen l^abcr te^
0n§ öetoDontc aangoocenbe / ftomen met Otv^
fiaafïö^t m traancn aangeïoopcn, ^icmanb
ttogffelbe of öeeje 3ieiite 30«toöcniboobdp3ijn/
tertogie bat 3elf be boob met eenontjecbaarb
griaat 5^0 aanïtomen. Qttft ^ijn ieben ban
obei'aan ört bernufi:ber<i5enee^-öeeren/ maar
noc]^ meer aan be booisieniöö^it ban <i5obt: en
aï^ fommigen / om be boo^tefienen ban s^ne
boob öebiuïtt/ ben b^oomenïterftboogb een lan-
ger ïeben toeiaenfcgten / ftïaa^e gp aïbu^ over
hunne ontijdige medogendheit. Wel hoe dan ?
Men heefc my al over lang niet meer als veertig
jaaren levens toegeleit: en nu heb ik al twec-en-
"veertig jaaren Prieiler geweeft (Godt gave dat
ze maar naar behooren overgebragt waren) En is
het dan noch geen tijd eens ontbonden te wor-
den en met Chriftus te zijn.
is hy Tchic-
Jijk itict
ccn pijn
in de ingc-
wanden
a.ingetaft,
dewelke
een voor-
leken v.in
zijne dood
was.
Zijne .i.in-
fpraak aan
de omftan-
dcrs.
Κ In drie dagen heeft hy niets gewatert ; op
den vierden dag heeft men drie kaarflen ontfto-
ken ter eere van de drie Koningen: en kort daar
op zijn 'er drie droppelen, en niet meer , uytge-
lekt, als of het aan de Heiligen niet en fchorte
dat hy niet bleef leeven. Op den zelfden dag is
hem zijn water wat gemakkelijker afgeloopen :
doch dit was de laatfte reis. De volgende fes da-
gen heeft hy niets gewatert} waar uyt een groo-
te opzwelling in zijn lichaam , en noch grooter
pijn is ontftaan. Dèeze pijn is allengskens aangc-
groeit,
K Ia «Jen gcmcUen brief aan den Adrokaat Duiß
-ocr page 212-groeit , tot dat ze op haar hoogfte was j en is
Ook , na dat de natuur 200 het fcheen nu over-
wonnen was j even eens vermindert tot den laat-
ften dag toe, te weeten den 3. Mey. Op deezeli
derden Mey is hem het Sakrament des Olyz'els
bedient door Vordems : en daar na heeft hy het
Lichaam des Heere met groote godvruchtigheic
ontvangen uyt handen van zijnen Biechtvader.
Na den middag is hy bevangen door een ilaap-
koorts 5 verzeld met een hik die al vry deerlijk
te zien was : en die van een ieder wierd aange-
zien als een voorbode van zijne dood. J^gi
5i|iie gcBcöciïboo^ öte ïjg fïonbtebet:-
iaateii/ m tsoo^j jgne fiuööe tot <ί5ο&ί: al gefïoiti
en is daarop zeer geruftelijkontflapen, ruftende
inec zijn hoofd op de handen van den Schrijver
desbriefs, die hem den Jo. Pfälm voorlas. Hy
ftierf omtrent négen uuren's avonds, op den zelf-
ften dag dat de vinding van het Kruis van Chri-
Itus, met Wien hy ook gekruift wasgeweeft, in
de Kerke word geviert, in den ouderdom van 66
jaaren.
té Heiiïtti ttiet 5oniier gcösgtc iran gei«
ïtSÖeit gefio^bcn/ en ög öe H^innefcoeiiei:^ Ba»
be naitioe ouiicriiouiimje öen 13 jfiègi ecdpfici·
ijeeft ool^ mimftden na φα öooii
Seiiaan^
Kaat on^ ben ^φφ^ / 53« ïijft Seeft «y «
öeijjen öjaagen/ gooeen fy^eeßen: Wy hebben fewiS^"
den Heer N. gifteren met groote pragt en cèrbe- ge, alsceu
■^vijzinge begraaven , evenals of wy.de Overblijf- uytmun.
^■elen van een heilig hadden gedraagen. A^ant
l^et volk quam al dikwils de rozen-hoedjes aan
"ct lichaam van den overledene ftrijken: het wel-
mannen van grooter aanzien ook door hun
Voorbeeld bekraetiet hebben.
210- η Ε τ l Ε v Ε Ν v α ν
Arnoidus Havcnfiiis, öfiaeïftt Olijf» 3^?eïaat
in ï^iitt tti^t &|iei)en/ öie ίίι in |anïien j^eti/
l^aö iwrecrt/ nwlöt ^gncn ïof nirt ﻫ3e beßnojpi
: Eea man zoa wel van de oude zeden als van 'c
oude Geloof j dewelke lange jaaren achter raal-
Icander verfeheide vervolgingen van de anders-ge-
zinden met een onbezweeken gemoed heeft uyt-
geftaan..
gg» jongfïc S^^oeöCir Tilmannus geeft te
Heulen een piflgtige i^möe Jjan Kll&afiec - fieen
opgßrest/ met ö^t boigenöe opfcöjift:
Ter eere van den Almagtigen en Barmharti'
gen Goät.
Aan den Doorluchtigften en Hoogwaardig-
ftenHeer, Mijn Heer SASBOLDUS
VOSMERÜS DELVENAAR,
Aarts-bifTchop van Philippen en van U-
tregt, en ApoftoliicbenVikaris indeVer-
eenigde en aangewonne Steden van Ne-
derland j dewelke» na dat hy 66 jaaren,
eene maand en 20 dagen had geleeft ? in
"t jaar on^^s Heere MDC XIV. op den
3 Mey is overleden , is deeze Tombe ,
binnen hecChoor dat hy zelfgewijdt had,
ïiyc broederlijke liefde opgeregt door zij-
nen bedroefden Broeder TILMAN-
NUS VOSMERUS.
2iin tefia- Sasboldus geeft te (ï^ïiienjeel / op ben ïefïen
i««'«. jpaart ï6ii / een tefiamentin sefcg^ift opqt^
tieiti en get jeïbe öen ïefïen ^ianuarg 1613 te
^en botoaftften en »afltiflt. ^an öit t^
li'.
i.- 11
Sasboldusvosäieüs. Iii
fiament geöBen ing> cett ßopg / naar öen cifcö
öec regten opgefieiö/ in onjc öanöem In l^et
öe0m ijerßfäait gg öat geen ftecßeigit ampt
en&esit/ aï^get ©eftcnfcöqti Uan
Sage} van het welke, Segtgy/ ik noit ierwcs
heb getrokken: en ßegalben jgn sstffcöoiiiiom/
het welke my insgelijks , jejt gp/ "iet anders
opbrengt als veele moejelijkheden. Indien my
miiTchien iets ter hand is geilek, 30O,fji?eeÄt gg
ai iJO^iiet / om het voor godvruchtige inzigten
te bélteedert, dat heb ik getrouwelijk aangeleir,
gelijk ik voor Gode verklaar.;, en ik heb wel
twee of driemaal zoo veel 'uytgegeeven als my
ter hand -Was gellelr«
^cgalben öoöéngértiêïöe ap^reöen Befci^rip
tt ηοφ eeit tbjeeöerpnöe öefc^ipins lian jijn vcryaa
ïefaen/ öocfi ongeii^uitt / in hxc^m. m eene
ban Johannes Ti utius, ïl^eiten <^Iiim3eeï i
öe anöece ban Antonius J Antonius Zoon , een
Seiöenaar 5 <Pee5e lefïe / 300 tß aitöan^ bermoei
oe/ öe becmaaiiie en ^eergekeröeAntoni van-
der Plaat, öetoeihe lange iaaren ^afiooj ge-
i»ee|i in be ban ^lltniaïte.
^ e Itaröinaal Burghefius geeft 3iine b^oeff
pcit obec öet af^tetsben ban onsen ^^evitboogb in
örn bolgenöen fêmf bei-Maart.
Zijtie Heilglieit is over de dood van den Aarts-bli·.
J^hop van Philippen , die zy allereerft uyt uWen brief
^eft verftaan , zeer gevoelig geweeft. Gemelde iijné
^eiligheit droeg hem een meer als gemeene genegend-
toe, om dat ze in hem alle de hoedanigheden vaö
opregten Harder , en een zonderlinge deugd zag
^ytichijnen. Dierhalve moogtgy verzekert zijn, Mijn-
dat gy met uwBroeders dood bekend te inaaken
alleen voldaan hebt aan den pligt der bioederlijkë
Φ;ι liefde j
liefde; maar ook getoont hebt dat gy de genegendhêtf
van zijne Heiligheit t'hemwaarts met dankbaarheit er-
kent. Dit fchrijf ik U , Mijnheer, uyt naame vaii
ïijne Heiligheit, en ik wenfch U van· Gods wege aller-
hande geluk. "ïe Ramen den 14. Jtmy 1-614.
Mijnheer uw Dienfiwillige^
litger ßond:
S. BURGHES-IU'S, Kardinaal'.
Hy htefr, 5Cgt J. Trutius «1 jgn ïebm/ eetï'
groote menigie van brieven, d-ie grooce boeken
Zouden uytmaaken , met eigen bande gefchreven
aan den Apoftolifchen Stoel-, aan de' Pauflelijke
NunciuiTen , en aan zijiic Faftoors en Zendelin-
gen , en heeft de kopyen der zelve brieven zelf
uytgefchreven. Zoo dat het geene toe lof va»
den Yi. Carolas Borronjieus gcze\l Avord, hem ook
toegepaft kan worden, dat hy wet elf düizend
brieven met eigen handen heeft gefchreven.
. Jï^aiit be öefligc ^^daat öecft gcincfnfcöa?
SI menig- ί»®» b^iebeii geSoHbeii metbeboo?ïucötigfienian^
ie van brie' neu ban jijne eeutee: al^ met Robcnus Beliar-
venaanver- minus, baar üjg öobenaï bangefp^oïtenijebben:
fcheide betfcgeibe ^auffelpe .i^nncinflTen / ai^ be
griaitë» S^if^«»»»^» ^^^^ banCavente/ ban
gefckeven. Caïöta en5. metjohan van Stryen,
S^ifcgop ban liibbeibitrg/ met Karei de Bod» m,
betoelfte ban 25ifcïjop ban ^i^ibbelbarg gebjo?^
ben toagi 25ifrcÖ0p ban Soiitrrge/ met Henricus
van Kuik, S^iffcSop ban ïïoermanbe/ mctNico-
]aas Zoezius, S^ifc^op ban i^attogenbofcö:
Ctnbelpmet Amoldus Havenfius,JacobusJanfo-
ui US, en met een onteïbaatre meiiigte ban anbeiä
ren ·, toelftec ongineeïe anttoooiben onbec on#
öerufien*
m
, ι·
Sasbojvduis Vosmerus.
biiiben niet öat Sasboldus iet ónöet;^
fcö^ebcn of in ii^uft j^eeft «gtgegceijwn
^ «iHgter öab jjoo^ een Igfi Jjan iit
ioof^ji^eeïtec^ ban oné l^aöecïanö in 't liegt te
•geeben. Ik heb Ibmwijlen de gedagte, haduytte '
Ög öen 11 3fanuar^ · 15-94. aan sijnen ^^oeiiec g^even
Tilmannus, van weder naar____ te keeren, in-
gevalle dat ik 'er ledigen tijd toe kon vinden...
Wegens JVinibaldiis en zijnen Broeder wenfchjje
ik .te weeten, of Marcus iets zekers raakende hun
leven te berigten heeft. Als ik daar ter plaatzc
was , heb ik feu η leven , 'c welk in een Hoog-
duits boek befchreven ilond , met korter woor-
den opgeflelt
It^'i^cj^ien i^ öit §et gellte / §et toeïïte in gct
ongeö.wlite ^^pal ban $pe iitoomfege jiiei^
jjenieïöt bjo^ijt: Ik heb, 5e3t öaac/ gewag
gemaakt van een korte hiftoriflche befchrijvinge,
die ik onder handen had genomen; en die Baro^
nius geprezen heeft, en gaarne had gezien.
urrrREKZEi,
Uyt de Kartabel van
Op den χ July 15*92.
S
ü s
.... nÖÉ^&öen tognocö ban be semeeneSi^
tätigen te fji^^eeften. Cn bemiit^ be geïpboi^
«ligöeit ber üeriten tot een 5onbei'ïin0e Inifïec
ficeftt boo^ ö^t öiï^ leere/ en bient om be
«enb^agt ber iiefbe in te ïioe3enien; en bermit^ ö^t
iio^bec 5eer Betaanieïijfe i^ bat be minbere i^tv"
ίίεη 5icg boegen naar öet booj&ceib ban bcaan^
5»enlpfien/en boojnaamentip ban be ïSoomfcgc
ïtctïie baar 3e ugtseftiioten ^ijtt/soo toittentog eeii
θ 5 KbCÊ
-ocr page 217-HetLbvenvan
iebec tjermaant «»^ na cit ïaatcu
iie Sitan^en ban ïjtt ïtoomfcge SS^cbiec / hal·
gm^ 00 a^^bonantic ban e^egariué XHI, ba^
gelijii^ bm} al0eraccnc iacjuaken bc^ ©a^
tJccianb^ te ïecsen. αίη oj« bat bit met be^ te
gjootec bjucgtengobbiuc&tisgettgefcftiebe/ Bc^
geeren tog bat be naaraen bec patiOonen e»
iiec 3|eiïi3en/ bie Set geïoof en be ßobbiucpg-
gßit in bit 25!^bom boo^ öwnnen aröeib geplant
m aangequeeftt ïieööen/ en boo^ tuelfeergeiiige
0berWijf5eien en boo^öibbinge get 5eibe25i,ébom
tot nocö tqe berciert en öefcöftmt geiueefï/
tjp öunne gia^tsen 500 aï^ bolgt suïïen inge^
iioegt tooiben,
<©jibec öet getaï bec Jl^arteïaaeen / ac^tec
ben naam ban ^.Vincentins, moet gejielttoo^''
^en S. Bonifacius , S. EoI?anus, S. Fredericus,
S.Pontianus, Pancratius, S Jeron. <!Bn ach-
ter be naamen ban be ï|. Gervafius en Protafius
5a! men fieiien/ Heiig?.Ewalden.
φρ be tp beu ^ifcgoppen 5aï men na ben
tiaara ban Nicolaus Zeggeni, VVillebror-
<dus, ^ Suitbertus, Gregorius, Radbo-
bodus. 25eïgber^/ geen 25iffeï)oj>jien/
ien a!bn| opgdee3en bjoiben; Anconius, β,
Benediftus,^» Lebuinus, Werenfridus,
Murcellinus, Odulphus, Bernardus, β.
Dominicus, Francifqus.
©a^bet;^ ^a! men be naamen bec Äaagben
^lbill leesen; Maria Magdalena, Agatha,
Apollonia, Lucia, Agnes, Cacilia,
Catharina, Barbara, Cunera , Ger-
trudis, ^»Aiiailafia,,^. Anna, j^· Elizabeths
Urfula mer uwe Gezellinnen, enj.
«^n bjai iaagei; na ö^t beer^: dat gy u ge-
^aardigt den ApoilolifchenPausjgnj, 5aïjtjeubit
SaSBOLOUS VoSJViERUS. Jlf
Öeer^ iJOO? Ö^n 2$iffcgOi)ice5en: dat gyu gewaar-
digt onzen BiiTchop te verlichten, te heiligen ea
te beftieren.
j!®aat fip get ojj«tfïöan ijan Öcn SUjtofioitf^
fcgen ^toci 3al mm ÏM iaatfie iim^ öet
lJOi0fniie geöiuiiten ; dat gy u gewaardigt een
waardigen Harder aan onze Kerke te verleenea.
iian al bo^^iier; dat gy u gewaardigt het op-
regte Geloof te bewaaren en te verbreiden.
Dat gy u gewaardigt de voorilanders van het
zelve Geloof te befchermen en te zegenen.
Dat gy u gewaardigt de afgcdwaalden en on-
geloovigen tot den weg der zaligheit te gelei-
den.
Dat gy u gewaardigt de vyanden der H. Kerke
te vernederen, eu ÖO^Öer^ 0eïp ίΠ get t?
ioat ïaajsec / aï^ get bcer^ / laat ons
bidden voor onzen Faus N. ίΠ '^tt anttOOOiöt /
De Heer wille hem bewaaren eit5.
gaï'eP ïjtt bolgeniie öp geboegt ioo^öm. V. Laac
ons bidden voor onzen BiiTchop. Α. Verklaart
uw aangezigt, ο Heer, over uwen Dienaar, en
doet bermhertigheit met uw Volk. Öp
aïbicn öe SSiflTcöojppdii&e ^toei open (iaat /
3al Öet bCCl*^ / Laat ons voor den BiiTchop bid-
den , acgtergeïaaten hjo^ben : eu men jaï
300 langen tgö 3tDÖ3en aï^ 'et noöifl 30η 3j}n
om get 3eïbe te iee3en/ en öan 3ΘΪ men ebentoel
anttooojöeni Verklaart uw aangezigt, ο Heer,
SCÏ^ men baar na ö« se&eö boo^ öe 3on&en/
Godt die door de zonde vergrämt word , gefpCOi
iien 3aï fteööen / ^tt öat men boor öen ^m^
bibt / 3al men &et gebeb ban be f atrooncn 051
ΊΙ
i ;· > '
i , ^ i
> : !|:
Geef, Almagtige Godt, dat wy befchertnt
werden door de heerlijke verdienften van de hei-,
lige Moeder Gods en Maagd Maria, van deheir
lig'' BiiTchoppen Martinus, JVillebrordus en Bo~
Vffadus.^ en van alle de Heiligen door welker ar-
beid gy ons tot de kennis van uw Geloof hebt
doenkoomen, en welker Overblijfzelen wy be-
zitten : en laaten wy door hunne gebeden by u
geholpen worden , welker voorfpraak wy ver-
zoeken. ^ï^ 'tc öiin booL' bca j^au^ geöcbcn
/ 3aï men öit 0e&eii fjtcecïien booi· ben
Verleen , ο Heep, een overvloedige genade
aan onzen Biflchop ; op dat hy , dewelke uwe
plaats door uwe befchikkinge alhier bekleedt,
door de beftiering van uwe barmhartigheit met
het volk dat hcni toebetrouwt is per zaligheit
inag komen.
^ocft in be pïaat^Sjan bit <i5eÖcb ^aï get hoh
genbe ö^ get ojtenfiaa» ban öen SSiflcgopiiciiji
ϊίίπ ^toeï gdcpjeu too^ben.
Slaat uwe oogen, allerbarmhartigfte Godt, op
dit Volk} en vergunt aan het zelve een waardir
gen BiiTchop , dewelke uw Volk ter zaligheit
rnag beftieren , en uwe heiljge geboden geduur
jig mag volbrengen.
na 5aï men öibben bop^ be setronbic
S5ebïenaaren ba; Itcrße / boeg jonbcrön^ boo^
i>e ^ieefter^ ban ï)et «©obbelpeäPoo^b/ betoeïi
jfte ojp vei^ jjjn sesaan om önnne&ebienin0toaap
ie necraen.
AUergenadigfte Godt, wy bidden uwe barm»
Jiartigheit met alle ootmoedigheit voor onze Broe-
(deren, uwe Dienaaren, dat het u believe hunne
"Voegen door uwe voorkomende genade te belHe-
ïen, en door uwe nakomende Genade te verge-
7.16
1';
Sasboldus VqsMERUS. αΐ/
zelfchappen : zegent het'werk , tot het welke
zy door uwe ingeeving gezonden zijn , en be-
fchermt hen altijd met uwe regter hand. l^tt
aniieue mort ijoljen^ get gelesen tap?^
öen.
Van den Doorluchtigften Aarts - biiTchop
Uytgegeeve den z8 July ïöop, raakende dc
onderhouding en de aanneeming van
de Kerkvergadering van
Trenten.
O^j^ber alïe öe beugben bec Cöiifïenen/ ^on^
öec betoeïiteii niemanb een Hatoïtjij raenfcö
fean 5011 of genoemt raag tao^ben / toa^b be
geï|oo^3aamï)eit ijoo^ be aUer-ea'fïe gcïiouben;
boo^ betoeïfte top ten toj» en tet Mooning bcc
beugben al^ «iet be gatiö geitit ioo^beii/ en be^
ioeïïie on^ leert en boet fmaaßen pe 3oet bat
Set joft be^ ^em / en goe ïigt bat 3ijn ïafï :
tn toaar boo^ ίορ (i5ob^ ftinbeten / en be naból^
ger^ too^ben ban Jefus Chriflus, bie 50ïien ©a-
öet ijoo^ on5e jaligöeit gegoo^aara ίφ gckiüefi
tot be boob toe. «!2n betoeiftc/ op öat ongi niet^
om 5aïig te Sonnen too^ben souontö^eeïten/ ζψ
ne Itecït aïöiec oj> aafbe fïrilbenbe ban een3igti=
tiaai· goofb en ban een opperfie raagt öeeftbooi-
3ien: en toeï ^obaanig/ öat be ^eïierijdt ban
on5e 5aïigöeit Ö^eft boen begaan m^etbetoijsen
ban be fcgulbige eecBiebigöelt engcgoo^^aarageit
öan beseïbe raagt/ 300 aï^biijftt ugtsiinebaoo?^
i»en tot Petrus: Hoed mijne Schaapen : gn Ugt
Φ ^ Ν
-ocr page 221-ai8 Het Leven v α ν
tt baljenbe tooojöcn tot aïïe öe Hljiofïeïm. Die
ü L. hoort , hoort my} en die U L. verfmaadr,'
verfmaadt my. Al wat GyL. zult gebonden heb-
ben op aarde, Zal ook gebonden zijn in de Heme-
len: en al Avat Gy L. zuk ontbonden hebben op
de aarde , zal ook ontbonden zijn in de Heme-
len.
ilgt gooföc 59« öe ïtcrfeïgite tuetten/
en ijoo^namenti^ft öe o^Donantien bccïierii-ijfiji
jjaiimnge ban (prenten / opjcijomen: ^onöcc
tocïficr onbergouiringe gem gobliincgtiggdt in
be ücr&e/ jmibiebe iiibe ^ejpnölgit/ en geen
b^onti0ö«t fianb Äonnen gouben, ï^ietom bat
II %. bee3e iäerit-bfpgaberinfl i>an iCtente/
öctoel&e boo^ bf^jen aï afiscftunbisti^setoeefi/
tocbciOni tot een cicijtfnoec ban utoe ieeringen
cn itjetften boo^fieilcn > en ït % ojp ben plegte^'
ïpen 25an geöieben / be5dtje te onbergonben.
(Cen toeliten einbe top aïïe^ öe^nieuiocu en ßebe^
fïigen / öet toeïfte boo^ ben Hoogtoaarbigfïen
3|eer/ ^Egidius de Monte, S^ïffcgOJ» tJati
bentec 5al gebagtenilfe / ^n boo^ Johannes van
Mierop , ^^00}! eii fHapt^-biatten i)an iiltre0t/
ober beese 5aafe gea^bineeit getoeeff, <Bm Öet
ineïfeebe^te gemgMieipec teonbergonben/ tog
baar-en-Boben noei) in «©ab^ naam Beijeeïen bat
men ïjtt boigenbe ooft naufeeuwg 5aï geööen «a
te ftoomcn pn ie boïö^engen,
\ I.
De kerkelijke ampten, hoedaanig datzezijn, zullen
alleenlijk vergeeven worden aan bequaame perfoonen,
dewelke hun verblijf op de plaats hunner ainpten wel
willen houden; en ook de bequaamigheit en den wil
hebben, om gemelde ampten in eigen perfoon tebedie^
nen. Anders zal de vergeeviiig nietig zijn, en de Be-
geever zal zijn regt miflen,
II. Alle
!j): ·
;
V'
•i . li
'j
i; ■
f zitting
3 fioofi
pver de
fierv,
2a Zitting,
4 floofdfl·'.
Zf Zittini
5 Hoofdß,
SASBOLDUS VOSMER. U'S. 2 15)
II.
Alle Kerkelijke perfoonen die eenige Kerk-ampten
beïitten, of de groote Wijdzels hebben, ïullenhunhair
volgens hunne rang laaten fcheeren , en aldus in 't o-
penbaar verfchijnen: en ty zullen deeze hair-feheering
ten minde om den twintigften dag laaten vernieuwen.
Al wie zoo een Wijdzel niet en heeft, het welke op
zijn proeve of bedieninge paft, zal het zelve ten eerfte
zien te ontvangen. Doch ondertuffchen zal hy geen
ftem in het Kapittel hebben : en om dat hy zich niet
heeft laaten wijden, zal hy verfteeken zijn van de helft
der uytdeelingen ,· dewelke zonder genade zal befteedt
worden ten dienfte der kerkelijke tïmmeraadje.
Zy zullen in de Kerk of binnen de Stad geengefron-
zelde of zwierig geftikte kraagen gebruiken ; en zul-
len niet te voorfchiin koomen , zonder een rok en een
mantel aan te hebben, dewelke digt op de hielen han-
gen. Daar onder zullen zy noch een onder-rok draa-
gen die laager hangt als de knien, volgens de waardig-
digheit van hun beroep.
Zy zullen het hair ofte de baard niet op zijn Soldaats
draagen; maar zullen de baard boven dc lippen laaten
aficheeren , en op zijn geeftelijks laaten affchrappen
of opftellen.
Zy zullen met geene verdagte vrouws-perfoonen ίη-
woonen of gemcenzaamheit houden. Zy zullen geen
gewoonte maaken van m kroegen te gaan : zy zullen
niet danflen.
VIL
Al wie in het voornoemde nalaatig zal zijn, of'er
ïich zeiven hardnekkig zal tegen (lellen, die moet van
het voorregt der Geeftelijken verfteken zijn , en even
als of hy een wereldlijk perfoon waar geilraft wor-
den : daar-en-boven zal hem het bywoonen der godde-
lijke dienften en de ingang der Kerke opgezeit worden
ter tijd toe dat hy denürdinaris behoorlijke voldoening
?3l gegeeyepi hebben.
• r
Γ4 Z'mtnr.
6 fioofdfC
over de
fiervorm.
2} Zittintr
6 Hoüfdjt:
over de
'Yleryorm.
2Z Hoofdfi;
Hervorm.
14 Zittlns,
6 tioofdß.
Eer-vorm,
14. Zitting^
12 Vioofd%
Herv.
2 ζ Zitting.
1 Boofdß,
1
i; .11;
Ü i
22 »zitting,
1 Hoofdß.
Heru.
21 Zittingt
6 Hoofdß. ·
Herv,
22 Zining,
I Hoofdfi.
Herv.
2i Zitting,
I Hoofdflr
24 Zitting^
^oboofdßf^
Herv.
η ! ,
:ί
' ί
irj
Den Waard of Herbergier , dewelke ïijn hu:s tot
diergelijke drink-gelagen gebruykt , en den Geeftelij-
ken met bier of wijn te tappen ten dienfte· gedaan zal
hebben, zal verboden worden binnen den tijd van fes
maanden wijn of bier te verkoopen .; en hy zal geen
regt hebben om zijne verfchote onkoiten wederom te
eilTchen. iVlaar de fchulden die 'er gemaakt zijn zul-
len aan het arm-huis gegeeven worden.
IX.
De Feeft- en Vailen-dagen , dewelke volgens het oud
gebruik onderhouden worden, zullen des zondaags te
yooren van den preek-ftoel afgeknndigt, en onder bedrei-
ging van Gods oordeel behoorlijk geviert worden: waap
omtrent de Pailoors het volk zullen trachten te onder-
regten,
Alle menfchen zullen trachten de loflelijkggewoon-
te van op de vier hoogtijden des jaars te biechten en
te Kommunie te gaan , met alle vlijtigheit te onder-
houden. Indien iemand 7.00 achteloos mögt zijn, dat
hy dit zelfs op het Paafch-feeit verfiofte, die zal in den
ban gedaan, en daar by eerloos en onbequaam ver-
klaart worden om eenige bedieninge te bekleeden. En
indien hy aldus mögt koomen te Iterven, zal hy geen
kerkelijke be^raaiFenis hebben.
Insgelijks zullen alle volwaiTene perfoonen, die tot
de jaaren van kenniffe gekomen zijnde zonder Biecht
en Kommunie zijn overleden , op een ongewijde plaats
buiten de Kerk in het Kerk-hof, zonder eenige ftaat-
zie en zonder het luiden van klokken, begraaven wor-
den. Het zelfde wil de Kerkvergadering van Trenten
ook onderhouden hebben omtrent de geetien dewelke
in een lijf-gevecht gedoodt worden.
Alle vuiligheit en daar by alle onheilige zaaken, als
het kaatzen met den bal, en diergelijke dingen meer,
pioeten van de Kerk en het Kerkhof geweert worden.
^Ui-
De regten die den Paftoor volgens oude gewoonteti
toekomen, zullen hem ten volle betaalt worden , of
4q Hfveigerigen zullen fchuldig zijn aan gepleegde onge-
rechtig-
21 Zitting,
8 hnofdß. '
25 Zitting,
β hoefdß.
ίΐ "Zitting^
8 hoofdß.
Ï4 Xitting,
ihoofdfi.
2j z»vi
Jfl hoofdß.
Her-υ,
22 Ζίίί.
9 hoofdß,
fJerv.
SJ 2s>tt.
i
SASBOLDUS VOSMER:US.
rechti^heit en heiligfchenderye : en by aldien zy ver- izhetfdji.
niaahd zijnde noch niet en gehoorzaamen , zullen zy Heri;.
gedwongen worden om dubbeld te betaalen.
XIV.
Al die niet wettig zijn getrouwt , zuilen zich bin- ^^ Zi«.
nen anderhalve maand, na dat ze kennis van deezeOr- ihofdji'
donantie zullen bekomen hebben , laaten verzoenen ;
of xullen anders vervallen in de ftrafFe der geenen die
ίή ontuchtigheit leeven.
XV.
insgelijks die onwetend in verbode graaden getrouwt 2^Z'tt.
zijn, zullen zich van malkander onthouden tot dat ze sboofdß,'
difpenfatie van den ApoiloliiTchen Stoel zullen verkree-
gen hebben: maar die het al weetende gedaan hebben,
zullen van malkander gefcheiden worden.
XVI.
Op dat het huwelijk wettig en heilig zy, moet het 14
kontraél volgens het voorfchrift van de Kerk-vergade- ihooflß^
ringe van Trente , te weeten na dat 'er drie geboden
in de Kerk zijn gegaan , en nahet biechten der zon-
den , onderden kerkelijken dienit in de tegenwoordig-
heit van den eigen Paftoor en van getuigen , aangegaan
worden.
XVII.
De ongehoorzaamen , behalven dat ze in de gram-
fchap Gods en in de ftraften door de wetten voorge-
fchreeven zullen vervailea, zullen noch naar het goed-
vinden van. den Ordinaris volgens de hoedaanigheit van
de misdaad en de grootheit der ongehoorzaamheit ge-
firaft worden.
Brief i-an FvznciCcas Florentinus, Provinciaal der
Jefiiiten, aan de Jefuiten der Vereenigde
Nederlanden.
EERWAARDIGE VADERS IN CHRISTUS
De Vrede van Chrißus zy met U L.
Nademaal ik verftendigt ben dat 'er tufichen Π ti.
en de Paftoors en Prieilers die door den Hoogwaar-
^'gften BiiTchop SashoUm zijn aangefteld, eenige kra-
Keelen zijn gereezen , heb ik het mijtien plicht geacht
deeze onluften door een kragtig middel tegen te gaan;
en
t ■
■ ii:
w
ll:
m
Μ
-i
11
m
Jl
ii2 Ηκί Leven vak
en heb ten dien einde met den gemeiden Doorluchtig-
ften Heer Aarts-biiTchopeenige verdrag-punten beraamtj
dienende tot vereeniging der gemoederen, tot behoude-
nis der Chriftelijke vrede, en tot een ördentlijke ver-
rigting van deampten, deWelke voor de zaligheit der
zielen zijn ingeltelt. Wy hebben een affchrift van ge-
meide verdrag-punten by den tegenwoordigen brief ge-
voegt, om dezelve aan ieder van U L. in 't byzonder
mede te deelen. Wy verzoeken op het allerkragtigfte,
en met alle mogelijke nadruk, van U L.altemaal die u
tegenwoordig in de Holiandfche zendinge bevindt, of
de andere Provinciën van de Vereenigd'e Nederlanden
ten dienite ftaat, en vorders van alle de geenen die zich
op dezelve poften zullen bevinden^ dat gy alle de ge-
melde artijkelen , en ieder der zeiven in 't byzonder j
tot Gods meerder glorie getrouwelijk onderhoudt: eil
wy gebieden U L. wel icherpelijk niet het minfte te-
gcns dezelve artijkelen , in weerwil van de voornoem-
de Priefters, te, beftaan : maar ftcit U L. voor oogeil
onze religieuze beroeping, en den pligt der broederhj-
ke liefde; doch voor al de eerbiedigheit diewy volgens
onze inzetting, en naar het voorbeeld vau onzen Hei-
ligen Vader A'^z/maj, aan de Prelaaten , Kerk-harde-^
ren , en andere Priefteren fchuldig zijn ; en verfpreit
over al een goedetl geur van ootmoedigheit, van zagt-
moedigheit, en van een religieuze zedigheii ; niemand
eenig misnoegen of eenige regtmatige oorzaak van mis-
noegen geevende : maar malkander , volgens de ver-
maaning des Apoilels , met een broederlijke liefde be-
minnende, en de ten den ander met alle eerbewijzingé
en vriendelijkheit voorkomende: op datgy aldus door
een onderlinge band van Chriftelijke liefde op het nauw-
fte vereenigd zijnde, en de behoorlijke onderfchikking
met de Prelaaten der Kerke onderhoudende, des tebe-
quaamer moogt zijn, om U L. met alle voordeel ten dien-
fie der zielen te befteeden, en om overvloedige vruch-
ten, tot groote ftichting van uwen evennaaften , door
uwe zending voort te brengen. En gemerkt dat het
onze beroepinge ten hoogfte paft, zorg te draagen voor
den.geeftelijkcn nooddruft van arme, onwetende, el-
lendige en alle andere behoeftige menfchen , met hun
de beginzelen des Geloofs uyt te leggen , met hen te
ondcrregtcn, te vertrooften «» tc btloe&en, zoo is
het
I I
het dat wy U L. deeze gedienßigheden j egens de arme e«
behoeftigemeiifchen met ernft eu op het allerkragtigfte,
aanbeveeleii. Vorders aangaande de huwelijken, eti
het Sakrament van 't H. Olyzel en van den Doop, en
de andere bedieningen , dewelke dikwils meer eer en
aanzien als profijt (der zielen) bybrengen ; begeeren
wy volkomentlijk dat gy U L. van het bedienen der
Zeiven , volgens den inhoud der gemelde artijkelen,
ialt onthouden, zoo ve,cl als de nood van uwe even-
naaften zulks zal toelaaten. Doch indien het gebeurde
('t welk Godt verhoede ) dat iemand van U L. iets
tegens dezelve Artijkelen quam te onderneemen , of
eenige nieuwigheit tegens hun inhoud in te voeren, of
van het voorfchriit der zeiven af te wijken; zoo ras als wy
volkome zekerheit van zodaanig een beilaan zullen beko-
men hebben, zullen wy hem ten eerfte by ons ontbieden,
en hem een behoorlijke boete opleggen: en wy zullen
hem, als onbequaam tot gemelde zending , op andere
plaatzen, en in anderebezigheden van onze Maatfchap-
py, te werk ftellen. iVIaar dewijl ik my verzekerd
houde dat de liefde en de reden meer op U L. vermo-
gen als de vrees ; en dewijl ik genoegzaam overtuigd
ben van U lieder aller goedwilligheit en vroomigheit,
xoo vermaane ik en bidde ik UL.andermaal door de inge-
wanden van onzen hemtlfchen Kapitein 'Jefus Chriflus^
dat Gy L. alle gelegendheden, van eenige klagten tegen
U L. in te brengen, met alle zorgvuldigheit ontwijkt
en buiten fluit. Maar alles , volgens de vermaaning
des Apoftels , voor alle menfchen geworden zijnde ,
tracht de gemoederen en de genegendheden van alle
menfchen door gedienßigheden van ootmoedigheit en
Zagtmoedigheit t'uwaarts te trekken, en den ellendi-
gen Itaat van Holland met eendragtige gemoederen op
het fpoor der zaligheit te brengen. En op dat gy zulks
te ligter zoud können doen, wenfch ik U L. een o-
vervloedigen douw der Goddelijke Genade uyt gan-
fcher herte toe , en ik beveel my zelvcn in dc heilige
oiFeranden en gebeden van U L. altemaal. Tc Bruf-
fel den ο Maart i6io.
Op dat de voorgemelde Artijkelen des te beier Ott-
«äerhouden mogen worden, beveele ik aan alle onze
Vaders aldaar , en aan ieder van hun in t byxonder,
■^atxe onzen tegenwoordige!» brief, benevens dc Ar-
tijkelen
: Γ
i 1
i ^'iïl'
iNl:
'ί. 'ί:!! I
'iM,,
;li, j
2,24 Het Leven van
tij kei en die wy met den Doorluchtigen Biilchop opgd-
flelt hebben, alle maanden aandagtelijk zullen hebben
te leezen, en wel toe te zien of zy dezelve inallpson-
derhouden : en ook of ze iemand weeten die in het
ininfte van deze! ven afwijkt : denwelken zy aanftpnds
aan ons zullen opgeeven. Was onderfchreeven : uwer
Eerwaardigheden Dienaar in Chrijius; en getekent:
FRANCISCUS FLERONTINUS.
11! ^
1·
P:' ίί
I
ARTYKELEN,
Volgens dewelke op den 8 Maart i6io. een
verdrag is geiloren tulTchen den Dcorlug-
rigften Heer en A^ns-bïSchop Sasboldust
Pauilelijken Vikaris der Vcreenigde Ne-
derlanden van de eene, en den Vs^dcvFran-
ctfcus Fierontinus , Provinciaal der [efui·^
ten in Nederland, van de andere kant.
«i5c3ien öcööenöe öe iSrtïjftdcnen^tdïiuöen/
boo^ eentge ^.jiefïfr^ ugt öf jäaatfcöa$>i»)ae ban
Jeius, bie öeii ia|i ber pielen in be Xaiibcn ba»
on^ jjeffïeïp geöit'b toaameemeti/ ingdebtrb /
500 biiibeii iüg goeb / en iu^ aciitcn^rt uoot3a^
ïijït/ öat bc p^iefïcr^ ban gcmcïbe |§aatfcï|ap^
p^t gicö ojp Ijct jïuii ban be garbecïgfeé öcbic^
niugfn tcnemaaï boegen naar bercöiftfting ban
ben paiiffelöfien en bat 3e be ^a^
lifamenten/namentiglt ban ben S^ooji/ banget
^uloelp en ban get iaatfïe / niet ^nh
ien ijebben te öebienen in 3obaanige plaatsen/
bebjeiïte fiunne bafie j^afïoo^^ Rebben/ aï^ met
boo^ afgaanbe toefiemmige ban 3obaanrge ^a^
fioorenj aan betoeïften 35 be naanten bec gee?^
«en / baac 3^ gemeibe Sacramenten aan bebient
5uïien öebben 7 öenefen^ be naamen ber getuid
öert
-ocr page 228-SasSOXDUS VoSMERUS. 22f
Sen en öer suïïcn moeten opïeèco
ren,
^ac^ öct seene tot nu toe/ oj» toat togse bat
Set 000? gen bemgt / bat Souben tög
tioo? 0oeb i en öjg hJiiien bat onje
ai^ get te pa^ 33! ïtoonien / en ai^ 3g 'ee toe
tjer30St3uïleniD0,?ben/ ö^t S^iJe boo? 0oeb Sou*
ben en boo? toettig berMaaren: en maat
eenboubis toeg/ en 3onbec eenije omfïanbigöC'
ben of rebenen te meiben/ betoeïfte toeinig bie*
nen tot be b^ebe en be geeufiijgeit ban get
0[nbien 'ee eem'ge ba» be jH^aatfcRajijJi»
ban Jefus 5 betoelitc önn bafï berW^f boo^f
0aan^ in eene seßere jrtaat^ gouben / om 0et
a^oift en be j^afïooren in gunnen noob by te
jiaan j bie juïlen met ben <2&?&maMffen piie^
(ïee ober-een-ïtomen toegen^ get öebienen ban
gemelbe ^aftramenten. <Cn be ^^binaeiffc
^«efïei' obertoegenbe toat boo^tgang bat 3g irt
get 0ccfiel0it boen / en goe 0ioot bat be noob
ï^/ 3aï 3jcg eeftfteigft tegen^ gen tooneuj mit0
bat gern be naamen en getuigen/ aï^ bóbeti/
opöeebeii} en bat 3e ober ben boo^tgang Öien35
boen / en obet be boo^ftontenbe geballen / bait
tgb tot tgb in aïïe ojjregtiggeit met gem gan#
beien; oj> bat get een iebcr mag ölglten bat 5e
mip en ban get 5eïfbe geboeïen met gem 5911.
jiaaae bie eerfï onïangö tecplaatse/ baa^een
<©ibinari^^iieftec tooont/ 3gn aangelanbt/ of
bie baae 5eiben ftoomen / 3uHen ben gemeïben
^iiefiec begoo^igite ftenni^ ban gunne aanftom««
fte geeben / eer bat 3e eenige #ecgabering ba«
Böïft gouben, .. ^
ï©oeg op 3obaani0e plaatsen baae be Φβί^
«aci^p^iefiee 3ttnbee&if gelben goubt/ 5al (bi
UI. DSBL f ^iffwfft)/
É
Het LErÈiy"vAN
gefugt)/ iia öat bectof üviït ben#?iei(ï«
luien iic ïiïaat^.,aaiiöciJai0tt ecn^ ijetmm^n
fóef^/ aué öe ^afttamenteii iiaaetw
TOt 'afbec5«n ban 0mieïtien é^fefïrt nio0tn
toßtt / èöm è'ert^ aï^ of öe mat^ aättitiemnb
aaa£i0i)oka toaac. .póat; af^ 'cc öe jj^^réfiec te-
ófoniitmimtn öberitonit/
% 'lïèöc6ieniri0'iiet: Sakramenfen; aan gmt ïaöli
tpu / fcgoon iiat 5è semaftReïijiter booi S«^
^iJrt^iboftraabén ζκϊ) baar naai* te boegen/^
batbc ïi^e en be eecbiebi^pit ban i^et i^oïft
tot fien aïïeöeiben te meei· mag aan^^oeien.
#an tec jplaatje baar geen balie J^^iefïn?
aangefielt / ^ïlen bie ban be .ï^aatfcgapjlp
ban Jefus, bie te boren een^ jgn aangenomen/
be pïaat^ ban be 50afïoor# met aïie bcijgeit
mo0en BeRIeebén : 300 noegtan^ bat 'er geen
jttoee of meer naar be 5eibe jpiaat^ Soomen te
Äaap; boor al op ^nïfie plaatsen/ betocïfte be
öebienitigen b^a meer ^^iefieren op ben
ben niet 5ouben ftonnen b^aagen. ^fn ^nl^
imt gebaiie gaï be gene bie ïaatfï geitomen
ßk^ 500 iang ontgonben ban ©ergaberingen te
^uben/ tot bat be eecfte 3ίίη ioerïï 5al afge-
baan öeBöen : of 5aï naar eén anbere pïaatjS
bertreWten/ baar ttiemanb ginberïp of ïa^
Ä ♦ Ö^t ban bat gp een bjereïbfeö of ^^^
ïigien^ ^iiefïer mögt toeejen.
Jl^at aangaat get aanbrengen ber geb^eetten/
^ar in moetbe toet banChriftusgeöoubentoo^
ben bat men maïfeanber eerfï b^oeberïp ber«^
'maant ^ocg inbien be bermaanmg niet en
l^j^t/ moet be O^bertïe bersogt too^ben om
taab tegen te boen, ^ , ^ .
j^at be leen'rig beïangt/ niecenberj
lefpf"
22δ
Γί·ι
SASBOLDUS VOSMERÜS. 427
leecm en aan gct boïft öoojb^aasen al^getgceit
mö^ aangenomen / ten 55 met ijoo^gaanöc
ftenni# öan öeiöe be jp^rtijen« <i^n inbien öet?
ηοοϋία mo0t 5ίίη/ gat men naac ^tt geboelöi
ban öen ^auffelpen l^ifean^ becneeraen / ea
aan j^et selfbe geb^aagen} tec tp toe öat
3iine / inbien get noobifl 0eoo|beeït
too^b / anbec^ gal Bebeeïen.
be boojöefieïbe ij^aajen anttooojben top/
bat öet geoüjlofb te ^mneïiec en te Seiben
te fiubeeren 300 htel aï^ eiber^ : 'maac bat ment
niet ïian iaaten inrcöitjJjen of inïpen meen
hetterfc^e Ißitaberaie 3onöer 5icï» fcöuïbts te maai
{ten aan fierfi-fcöe«i'm0e / 5óoai^Kicmens vill.
jaiigcr gebagteuiflTe Öeeft geantiooo^bt / en bc
üarbinaaien ba· ^etgabmnge ban j^et H. Offis
cium ïje&öen ngtgetoeegen / beioeïfte ooft Öebai»
ïen ijeböen bat be geene/ bie baac tegen gebaaii
lieööen/ Dun mtg^aab guïïen berfoejen / om
albn^ ban ben ban ont/ïagen te hjo^ben.
^tt iß niet iöeï gebaan/ bi ö^iiiJofb^-maaïe»
ban on-fiatoïpen bo te tooonen (||oetoel bat
fommigen ban een anbec geboeïen gijn) en ï)et
han niet gefcöieben gonbec eenige atgecni^ tf
geeben, ^^eröaibe moet men ggn öefie boei*
om §et boïft/ 500 beci aï^ boenïp ié/baac ba»
af te tDeeren > op bat be üatoïpen o$i bit finft
geen minber gber en toonen al^ be .^enni^en,
ai^ji ontitennen egtec niet bat guli^ä / om regtï»
niaatige rebcnen / aan iemanb toei een^ toegei^
iaaten'^iian iöoiben / inbien Jjet gonber berargec^
iuffe ïtan gefcpeben: maar onber fiefeenöen ßa«
^it qnaïijft gemijbt hjo^ben. ^ ^ _
^ oojbeeien bat Det baaren naatr «i^öfi-fiv
bie tenemaaï moet afgeraaben too^ben; een^éel^
om bat be boo,ittaamiiefeoopi«ibenfiiiienïifntiat
f X
1
1·,
I ii
i
.'ii
ΊΙ
Het Leven vaïf
öie tióart tot «ocg toe ^oniiet ^eecooüfcee niet
ïjccft ßotinen gefcöieöc«' ten anberen/ om öat
te meefïe toaaren / öetoel&e öcrtoaart^-geDocrt
too^öen / becöoöen 39» tu be 25uïle (Ca;-
na Domini.) l^o^lict;^ OOÏt/ Om bat 'fX OJ) fOIIV
n«'0e }iïaat5en te^en nieci· anbete üer&iebingen
0e5onbi0t fcoo^bt; en om bat bie baart niet 5eer
Öienfïis fcöönt 500 i»el boo^ get tijbeïp öï^
Jjooi öet eeutoi0 toeïijaaren ban ben gemeenen
man. ^nbien egtec ïjet betöob ban ben ^au^
en ban öe ^iincen ingetroitj^en toaar / en öet
baaten albn^ 3onber^eembergegefcgiebe/ 3oui»
get feonnen toegeiaatcn hjojbeit.
5!^etoiii bat 'et in §et öebienen bec ^aïtrameni
ten / 't toelÄe boo^ be<0n-ftatol^he« bemgt
too?b/ oniang^ eenige mi^öiuiften φι ontbeitt/
5al men ^icö m aïle beden boegen naar be or-
bonantie ber ^gnobe ban jjElecgelen / betoeïfte
oidanji^ boo? ben IJIpoHoiilfc^én ^toeï goeb*
gefteurt. <0m get <$aiirament (be^ JPoopsei^)
tip nieubj te öebienen/ 5al men l^ettaateronbec
boo^toaarbe geb^ujïieii; te iueeten afé 'er geen
3eßec öïijit en iö bat be beceifciite materie en
fo^m gebiuiitt gei»ee|ï. 3ï^ant gier ioojb
triet gelet of get ^aïirament ban een fóetter/
maar of get öe^oo^jiijlt en naar ben eifcö
bient
Jeggen bat ^et niet geoojïofb ié/ boo,??
fiebagt^it ßleberen en ïebén^-mibbeien te ber^
jftoc^en / om naar be Äeger^ ber <©n-ftatoipen/
iietoeïl^e tegen ^atoiijften oorlogen / geboert
te hjo^ben. #oït ^et niet geoo?lafb gefegut
of bjapenen ten jelben einbe te maatien of tf
berftoejpen.
ίφ ban on^ antbjoo^jb op be boojgefielö?
ttt b^aagjinftften. «ifn bo;ber^ bermaa^
ί
SASBOLDUS VOSMEUS. 22^
«cn ίορ aïïe^^icfierg bat öcoiöonantien/ öc^
iortitc öc ïiccii-ijer3aiienn0 ban €;rcnte in be
sittime / raaitenbe ö^t onbcifcgeib ittv φψ
Sen/ ΰοο? öe ingeebing ban ben <i5eefi öecft
ugtgegcebtn / en alïe^ bat bientlig tec hm
meejöering ber gobb.wfötigöeit/ jo^gbuïbigïijll
aan öet boïft boo^bjaagen 3 baat-en-boben bat
5e be menfcgen biümaai^ bcimaancn om gnnne
<©betfïen te geöoo^saaraen i en öen boo^fieiien
Öoe bat be geenen bie naac gnnne O^becfïen lut*
fleren ban <0obt Beloont / inaatrbiegenberfmaa^
ben getïraft ^ηϊϊεη too^ben.
aHinbdp om be onberiinge ïtefbe tnffcgen be
^afi en anberc jp^tefiei;^ / bie boo? ben
%eer ©iitaci^ jgn aangefielt / en tuffeßen be
5tefupten te itoefïeren / 5p i»? obec-een-seÄo#
men II te öeiafïen / bat 05 aï geene toe#
öec3gb^ sepaffeett 5nït Jebben te bergee*
ten: en bat be een ban ben anbewn/ 500 toel
δρ maißanbec aï^ βρ bjeembemenfegen/ 50baa?
nig jaï öeööen te fp^eeïten / bat iebec een oberi=
tni0b t^ bat 0ρ boo? ben öanb ban een onberiin«
5e liefbe en ban een 0eïpbo^mi0e ïeere oniiec
malftanber in Chriftus jgt bereenigt,
Ce SS^nffeï 8 Jäaart 161 ο, onbectes
Itent Sasboidus SCart^-bilfcgop/ ^auffripcSi^
ïtaci^. Francifcus Flerontinus, ^JObttlCiaal bfC
.Haatfcfiappge ban Jefus.
Brief van den Nuneius GUIDO
AAN
SA SBOLDUS.
Na dat uwe Hoogwaarde over ettelijke dagen eeij
klagte by onzen ^»Uerheiligften Heer had ingelevert tc-
gens
-ocr page 233-Η Ε Τ L Ε V Ε Ν VAN
gern de. Vaders van de Maatfchappye van Jeius , de-
WelKfi in Holland en in de andere Provinciën van het
Véreenigde Nederland verkeeren ; te weeten, dat ze
^ paaien van het minnelijk verdrag, 't welke tnirchcn
U en den Vader Fkrontinus Provinciaal der Jeluyten
in 't jaar 1619 gefloten is, in ibmmige deelen overtrec-
<kni zoo heeft iijne Heiligheit my door de Vergader·
Γ hg der Roomfche laquifitie doen bekend maaken dat
het ïijne Heiligheits wil en begeerte is, dat alle de pun-
ten van het gemelde verdrag beftiptelijk en onverbree-
Kclijk döor de voornoemde Vaders ïullen onderhou-
jden worden. Over dit belluit heb ik gefehreeven aatj
Pater i^eranntman, Provinciaal van gemelde Maatfchap
pye, en héb hem ernilig vermaant wel ?.org te draagen
Cii.t bevél van ïijne Heiljgheit behoorlijkuytgevoeit
werde. Gemelde Provinciaal mijnen brief ontvangen
hebbende, is daar op te Bruflel gekomen ; en hy he,eft
my tierzekert dat hy, hoewel groote vlijt aangewende
jbebbende, niet heeft kennen befpeuren dat 'er door de
ïijnen in de voornoemde Provinciën iet is onderno-
inen , 't welke in eenigen deele zouw (laan op de ver-
breeking van het gemeldé verdrag : dat het hem egter
aaiigenaam zal zijn, zoo'er iet misdreeven mag tijn, daat
hy nochtans egter onbewuft van is, indien hem de naameii
der geeiien die ^ich te buiten gegaan hebben, benevens
de hoedaanigheit van het misbedrijf, opgegeeven wor-
den ; pp dat hy noodigè kennis van het voorgevallene
fhag bekoomen , en in ftaat mag zijn om 'er door be-
quaame middelen tegen te voorzien. Ik heb het goed-
gevonden U dit antwoord van den Provinciaal mede te
deelen; op dat gy, indien u raakende de gemelde zaa-
icen een ige dingen voorkomen die met naamekondop-
geeven , my het zelve door een brief mögt te kennen
geevcn. Dit alles zal ik dan den Provinciaal ten zei-
yen einde wederom bekend maaken. OndertuiTcheij
«renfch He U allerhande zegen van Gode toe.
7> Brufel den 5 3 ·
Was ondertekent y
Ü1Ρ 6, Aatts-biiTchop, Nuneius, enï.
239
Sasbolpus Vosmerus. Z}%
Brief van den zelfden GUIDO . '
AAN
Dp lefte brief, dien uwe Hoog^aarjJe uyt Kejilen
heeft gefchreven , is my ter hand geftelt door onxen,
beminden in Chrißus, Henricus^ Schoolvoogd van Ol-,
denxeel. Dezelve heeft meer maaien met my gefpro-
ken; en heeft my alles, dat hy my van uwent wege te
ïeggen had, op het nauwkeurigfte voprgedraagen. Ik
heb hem zeer gaarne hooren fpreeken; en heb aljesdat
hy my fchrifteiijk overgelevert heeft met behoorlijlcc
aandagt doorgeieezen. Ik heb ook zijne godvrüchtig-
heit en zijne zucht tot de vreede ten boqgfte geprec-
zen. Ik zal ook een brief naar Romen fchrijven van
zodaanigcn inhoud, als de gemelde Schoolvoogd U zal
aandienen ; dewelke U met een yerilag zal doen vaa
mijne zucht en genegendheit tot uwen perfcon en tot
uwe zaaken. Ik fchrijf aan de Vaders van de Maat-
fchappye, dewelke zich in Holland en in andere Pfor
vincien van het Vereenigde Nederland bevinden, en ik
Vermaan hen ernilelijk de vreede met deOrdinariiTePa-
flooren te onderhouden, en het verdrag, 't welke tuf-
fchen U en hunnen Provinciaal gefloten is , volgen»
het bevél van zijne Heiligheit in alle deelen te achter-
volgen : om aldus de eendragt te handhaaven en de on-
derlinge vreede, dewelke de kerkelijkeperfoonenvoor-
Iiamentlijk Voegt, aan te queeken. Ik acht het ook ge-
raadzaam dat gy voortgaat met de Priefters, die onder
U ftaan , te vermaan en : en ik houde my verzekerd
^at gy het zelve , volgens uwe overgroote godvruch-
tigheit en voorzightigheit, in acht zult neemen. Qn-
dcrtuflchen weufch ik dat Godt uwe Hoogwaarde ία
alles zegeiie.
Te Brufel den 2.3 OBoUr 1613.
Was ondertekent',
guido, Äarts-biflchop, Nuncius.
h
ft
'lil'
i t ^
r
Ι'Ίΐ <
Μ'Ml
Akemeen yikaris van dm Doorluchtigßm
HEER en
Deken van S.Pieters Kerke te Utregt, voor dee·?
zen algemeen Vikaris by het openftaan van den
Aarts-biiTchoppelijken Stoel vanUtregtj en ook
algemeen Vikaris van den Aans-bilTchop SAS'
BOLDUS,
JOHANNES WACHTELAAR, en
J AC OBUS POGLj insgelijks, by beurr
ten , algemeene Vikariffen van den zeiven
Aarts-bi flchop.
Pe volgende Bulle is hem toegezonden gewecil
door gemelden 8 Α S Β O L D U S.
SASBOLDUS door de genade van Godt en
van den ApoftoliiTchcn Stoel, Aarts-biiTchop
yan Philippen en van Utregt , PauiTelijke Vi-
karis overHplland , Zeland, ,en de vereenigdc
of aangewonne Landfchappen van Over-yflel,
aan de uytmuntende en zeer Eerw. Heeren y
Mijn Heer Walgerus van Μο^κεν-
DAAp , IDeken van S. Kerke , Mijn
Heer johanic es Wachtela ar, Li-
centiaat en Kanonnik van S. Mariaas Kerke,
Mijn Heer Jacobus Bool, Leeraar in de
Godkunde, en Prouveniêr in S. M^riaas Ker-
ke te Utregt.
Zaligbeit in Chrißus Jefus.
D<ii tnemste ban onje öcjtóöcö^tt/ i» ^m
facde anöece öeïetsdcn/ wwafeen bat tog bc
lam olte met
' i»n3f
-ocr page 236-Sasbóldus VOSMERÜS.
on5ete0cntooo?i»i0geit niet ftonnen te gulpeftoo^
men ©aarom get noot3aaiieïp öat tog öe
gulp öec 0ecnen berioeiten / öetoeiBe on^ tja»
«eobe ter öwipe ber fóecïten/ en te» cieraai» ban
Öui^/ aï^ meöe-irtenaar^Srintoegeboegt}
en öetöeïfte gnnner Beroepinae inöaötis φί^^/
i»e öanöen gaarne aan get toerit flaan boo^be^a*
ïiflgeit bee jteïen/ 5ienbe oji ben infielbecenboï^
tceftiiei; ban on^ 45eïoof Jefus Chriftus, betoei*
ße jicg be eenhjtge b?eu0be boo^ oogen fieïienbe/
en 5icg aan geen fciianbe ftceunenbe / get ftcniji
geeft onberfïaan. ^^aaroni öet bat ift/ '^m*
benbe een sioot öetroutoen op utoe 0obb^ncöi=
tiggeit en treffeïpe gaaben / en toeetenbe bat
Mh3 ommegang een goebe getnigeni^ tn
ïierfte becbient/ ll3Ltot mi}ne guipinbenteef
te betsoeit; en bat iß 11 %, boo? get ge^ag ban
ben fCpofïoHffcSen ^toel/ 't bjeïïte rap in bee^e
3aafi berieent tot mijne aïgemeene
fen boo? get ganfcge Ulart^-bi^bom ban iltregt
Seö aangefieït en becftïaart / 500 al^ tft il
«gt Rragte banbe^en fijief aantïeïïe enbecMaa«
»e: 3obanig nocgtan^ / baar til mijne rebenen
toe öeö / bat gg get boo^noembe amjpt 5ult be<i
itïeeben bp öenrten / en oj> jobaanige o^béc en
tijb aï^ ift ïi jaï aanbjijjen/ Jen toelïten tijb
ift ooit naar eifcg ban jaaiten fa^geïijfe jal fton^
nen beranberen } en mit^ batbe ttoee anberen
op bien tijb get ampt ban mab^-ïniben enb^ft^
ter^ 3unen beRïeeben. (Cen bien einbeberïeenen
iög ïl mit^ beejen een cnime magt boor get
iioojnoembe ^ait^-bi^om en boor aïïe beree#
Jigbe ^iobinden / en alïe jiiaat5en baar onbec
^Öoorenbe / om aïbaar <iB»ob^ tooo^b te jjreeis
«f« / biecöt te goocen / en be bo^bere ^aftra^
ttienten aan be<!5doobigen tebebieneni enbe^i
^34 he χ ju ev ε v; α ν
^ otn atiöÊce &eguaamc ^iefiev^ / 't 55» iae^
rdöfcöe 't cdtßicuse / tot bcmgten ba»
äBer^anöe öeincöinsfn temaötigoi :
οοδ om iJe l^mr^cn / ^laefer^ / ^n ati^^
/ ia piaatsßu te
fiaan / cn om be haa gumie
ftetriidgiie tiiftom^nenaïiwteinel&ecooiiw.
timmtf be bate» / öe ftet'^-ptöaaben / öe geiii^
00 oijecöïijfsdcn / en meei^ aiibeie binacn bie
èoo? ben <i5obbeigften bicnfi itigetopt / en
be Üerßen en gobbjncötijie iiiifl4t3en toeöegooi
ren/ boo?beeïe jj^peïen bïoo(: f^n/ enaanbe
fieberffeniffe en beib^eenibHise onbecteoijiensgn/
500 aï^ t>m be onbecbinbiiii fle&ïeeïten: 500
# Öet bat bjg / toiïïeiibe Sier tegen boo;3ien/
ma0t seeben omaHe bte?0iïpei«it^ien/bfi'
toeïfte cenißc plaatsen ban öet gemeïbe ^ act^^i^i
öoni of banbe ©ei^renigbe ίίί^ηίτβη toeßej^oreii/
te beir3amdeti / en jcw ban èeïfteïpe aï^
j^öipe perfoonen af te bo^e^in en in Misoe fie^
töaamigete neenien/ of ooit/ ai^a^éet soeb
tmöt / ban be seenen bie bejjßfben m ijanben
g^fieu te iaateitbebjear^ai y nocijtanl bat
il %, een beïgeftecins! géaeeben too^b
iiat 3e toeï hetoaarb/ en oj^ gmien bjebe^pm
^uiïen segeeben bjo^ben. borïeenen tog
II be niagt 0m be0ebaïieni|ieboo^&etieaict|-
ÖiffcÖopp^ïp 0e3a0 bei»aa«t 3ί)ίΐ / en ban be
5e»iie bari f&etm^e tt ont&ótóen 5 iim ö^iebe«
ban boo^ig^Wnge «ï boimaijt-biieben tot be
«erfte fcöeetóig/ en ooit tot be feiein« «η g^oate
' feoi^e«^ %Ït hrn^mm banbei^erft-
Jjergaberinge ban tente/ te berieenen om bf
aeenen bie begoo^ïperbiSi« ïietfe-ampteii
30« te önbersoeße« } m ittbien m ^^^
selben
-ocr page 238-SaSBOX^DUS VoSMERXiS. 235
Srïimiöequaemiiiniit/ in't&e^it tcfïriien -, om
ίϊε beuitKimgen iHc tot f^tt tot^-öiffcöojppelp
rcgt^ gebteil öe^oofen te öeijefïigen; omöeïia?»»
feeOjfte jp^oiöjen en öeöienmgen/ i>ie eenigech^se
tev ijcrgeebitise ban ben jeïben Ifiart^ Öijfcöoj?
fiaan/ aan öeqnaame jjecfoonenngt toagteban
get o^ömaci^ ce^t te beseeben; en om aïïe an*
bere ^aaiten te berrigten öetoeïfte e«t aigemeen
©iftaci^ ban cest^-hjese/ ofn^t ficagte ban ite
setooonte / of oj» een anöere cegeimatise toijse tot
«Ofξι toe jebjoon enmagtig^ getoeefi te berwgi*
ten / beiiouben^ aïtijb be o^b^nantten en bebee^
kn ban öe gefltge üteeft-bergabecinge baniCren^
te. bebeeïen ban op be beu0b bee ï^nlme
0e|ioo?5aamf)eit / en op anbere firaffen öie togi
5«iien goeöbinben op te leggen / aan get
en be .^ieefïeïgftgeit ban 't boo^noembe ICart^-
bi^bom en ban be l^ereentgbe IKanben / bat 5e
H boo^noemb boo^ onse ©ißariffen 5uïïen
gebben aan te neemen / en 11in 3aaïten bie
ufaj ampt betreffen itragtd^ft te geöoeijaamen.
«iHn op bat ijet bobenfïaanbe be^ te gettiafifte^
iijftei' en te fimgtigee niag ugtgeboert bjojben/
geeben tog H be magt om aiierijanbe
fïiraf-bonntffen en fóanompe fitajfen tegen^ be
ongegoo^saamen/ toeberfpannigen/ enbieilS.
eenigerbJöje tracgten te beletten / n^t tefp^ee^
ften: niet tegenfïaanbe aïïe oibonantien of fciiïi#
öingen/ goebaanig bie ooft mogen ioeesen/ be^
ioeïïte gier tegen 5oubenfc9iinen te fïrijben. <6«
Semerlft bat biebingen bebjelfteboo^beeïe onbec^
Sogt too^ben/ geïp 3e met raeerbee boojsigtigi
Öeit Begonnen 5ön / ooft geïuMtigec en met be^
tec nptftomße in 't toecft tao^ben gefïeït} 300 i^
8et bat too 11 tot jßaab^öeecen en
w Set gemeïbe ampt toeöoesen öf s^^wgtmunii
ienb^
-ocr page 239-Η Ε τ L EVEN VAN
tcnbc en «baace mijn ï^eev Adrianus
van Oirfchot, Penitentiarius bec|ioWC0iaaïelleri
Ite ban Johannes tc ïltregt / tn Jfeün icec
Hermannu!. Strik, 2i5acdiec in öe (jBioöftunöe/
«1 l^iftan^ ban be fto«e0iaaïe liecÄ ban
ter in öc ^tlfht ^tab Ιΐα* ^aac ögt bersun^
mn hJ? / inöien ftct fomtojjïen sebenröe bat $e
attemaal 03p be Bg^mi-ftorajie niet ftonben ber^
fcggnen / bat be becwgtingen ban be anbeten
boo^ toetti0 en fitafltig suiienseöonben iiio^ben.
4Bn 5aï öe^e ö^fef tot onje bjeöetcoeiiin0 toejiji
ne I^ra0t bej^ouben.
<i5e0feben te <!iiramerift ben 30 ^jjtemöec
1611.
'©eeje Walgerus van Moerendaal, biO^b ban
Valerius Andreas , fcgipenöe obec fiet jaac
i6i 1/ setoemt al^ eentodboenberban]^etltaïïe^
0ie ban Adrianus VI. ^ff bol0en^ get booö-
fioeft bet ïltre0tfeöe fóetlSe 0efio^ben in 't jaac
1614/ öet 3rffbe aï^ 20iffcöojp Sasboidus
2^6
JOAr
-ocr page 240-237
t
Licentiaat in de Godheity Fikaris nanden
Aarts-biffebop S Α S Β O L D U S.
«lOachim Hamconius, een «t 0efioreit
Jiii get 5^Oij)5Foïïe0a/ gee^ totl^aiia: ge&afe
Marcinus Hamconius, «Π bermaatÖ ^φψ
bec/ öeiaeïfe ttuee öoeften («i 't Xatgn) ö«ft
Uptge^eebcn van dc Doorluchtige Mannen en Ge-
fchiedenifl'en van Vrieiland. Joachim t0
ben in 't jaar 15-96 in tre ^üofofie 0epioniou=
beert / en geeft öe eerfïe jiïaat^ Beftomen, o^oR
geeft be ipiïofofie febcn jaacen ïang in 't
$iolie0ie ban 't l^ärßen boo^gdejen. te
j^ecgelen/ in 't jaac i6oz / ^jiefier geiBgbt/
en te Äoben met g^ooten lof licentiaat
tooiöen. Ös in 't jeïfire jaar boo? öenfCatt^-
()atrto0 naar 3^^iefïanbtoa^0e5oniien/ geefïSas-
boldus, Bart^ öiffcgojj ban jppijppen en ^mp
feïpe J^ißari^/ ïjm tót fijnen l^iïiari^/ en tot
ICart^-paiefïf»^ ober be ^tab en get geöiebban
3£in0en aangefleït. ïfg i^ ben ζ ^ept. 1607, te
3tin0en aan be jjefï 0efloiben tot 0ioote b^joef*
geit ban3gne5ianb-0enooten en ban aiie b;oomc
Uliben.
Λ Martin» Hamcen, Prifi« pag, 114.
Df
-ocr page 241-238
'De'Ooorluchtigfie cn Hóogwaardigfle
heer
Uyt ROO-VEEN in Over-yffel ,
Deken en Prooft te Oldenzeel, PauiTelijke
Vikaris door het Vereenigde Nederland,
Aarts - biflchop van Philippen en van
Utregc, teütregt: op den 3 Od.
1Ó51 heiliglijk overleden ,
en in 't heimclijiL be-
graven.
Philippus ^ pHilippus Rovenius , iöl'cn^ ïeijeii iög» Sltt^
Rovenius Γ bcwooncii / een f gelaat getoeefï ban een
fet Kato-' toeerjabeïooje ootmoebig^eit / en ban een
lijk Geloof «gtfïeefienbe geieeciigeit. ïls toa^ een fïeriie en
onbevtoin&aare munc boo? öet gni^ ban ifraëi:
maar ïjeeft get onseïuft se^aö ban juifi oj> öat
jaac ter bjerelö te ïtoomeu/ te bjeeten in 't jaac
if75'/ aï^ be ïftoonifcij-iiatoïpe <iE»ob^-bienfi
aïj^ier Öe3toeeïien. S^aac tegen ïjeeft
<0obtbee5e beftiße gabeontbansen/ batöi?&oo?
3ί}η fïicöteip ïeben / boo? ßijne ßeballise en
boo^b^injenbe toeïfp^eeïienbïjeit / en öoo? sijne
gobb^ncgtioe traanen / bie met tneni0te langl
5gne toangen biggeïben/ ben gejeiben <i5ob^-
bienli aï^ ugt be affcöen ioebec opgeftaalt/
en
α Uyt de Aantekeningen van Phil, van Deventer, Kanonnik
«s Deventer.
l! |iS
i; ;i
hier i
Vallen.
II
ii!
Ph 11, ί'ρ I'U $ Rot en 1 υ s. 335)
«R to 't mibireu öer .f^feuia-gejiit&en/
in 3ίίη ijori0en ïiuftei? geeft geifeït.
^ïrtim öe iftfa^fteeiiien iret i^&ei-e« ict^ öec^ J''» vade»
t»d0en ojp Oe l^inteemi / geeft ö^t ons^n Rove-
nict ri
nius «let toeu% 0eöaat 6at tot geeft naar de we-'
öegab'Gcrardus Rovenius, te ßobee« ï» (i^ijer- , maar
ê^el ^^ocen ·, öeöleïl^e eeriï te 3!>eijentei; en jna^
berganii te Cmmetiït ^cgooitjoogb geioeefi/ zaam βμιι»
en OW 5i)ne geïeecögeit / goöb?ucgtt0geit / m
önberè ttoo?trefeïpe saben ia googe aegtinge
toa^ δρ ^au^ Adrianus VI, tot 500 betre i»at
Semeibe Adi ianus (nocg geen ^au^ 3gnbe) geiii
Hgt Öfen goofbe naae get ^paanfcge i^of geeft
ontfteiïi». J^aac toe&er naar 5911 ianö ïieevew>
ixt t^ g? oniieebjege tn iie ganiten bec 5ee-i:ao^
beren gebaifón / en i^i aïbu^ / ban aöe^ be^»
roofb r gui^ geSomen. J^aac op gg
i§cgooïboö0ii te 3^bentec setoojiren , aïbjaac
g? in 't jaar 15^74 / böigen^ be getuigenis ba«
Revius, een kort begrip der Latijnfche Spraak-
kunft tn 't Ït0t gee^ gegeeben 'K jjEaac om
liat ggi get raet i>cn ouöen <i!5obg-bieiifi gielb/
gnnut ©ebentec gebannen / ennaac Cramecift
bertroftfeen/ümv gp get 3eïföeattipt ban^cgool.
boogt» geeft beMeebt. toa^ getroutoii met wijnho-
N. Wijnhovc, ugt&eOUi!^e^tam-gui5enbaniie ·
^etmaacfcnaat^. 25egaiben bgf anderen ïtinbei
ten öie altemaal op een na get gcefieiiift ïileeii geö^ vrouw i
ben aangenomen/ geeft gp niet gaar gciaonnen naar wie
Philippus Rovenius j betoeifte JtCg ter 00^a# hy, omdet
ïie ban be bjoebenbe berboïgingen / 500 tog bekend ιΓ'
w^it 5gne bliebenieeren / bi&iaii^ Johannes van blijven,
Dïlen, Wijnhoyea
"genoeajt.
. f» Wegens de andere Scliriften van deeïcn Oerardus kan Wafli«,
'^fg ia zijn Emmerik, en J, Scaleaus in iija osgediukt Axh^
Zijn
nagezien woïdsH
-ocr page 243-240 HET L Ε ven VAN
Dalen, tn tiabecSanii Wijnhoven ffceft ïaotctt
ttomeiu
Philippus gab nautoiijfe^ öe jaawn öet jott0C^
«nsfcöap öereiitt / of men öemecïtte ten tecfie
öat ög tot 0?ootet: en beriiebcniiec jaaïien 0eßo«=
ren toa^: taant na öat i)P 5mMittf4e jaaten
op sanfcf) secn liinöerlpe togjc fiaö ΐΐΑΟ^δε"
ö^ast / en ter ïïatijnfcöe ^c&oïe hja# öefïeit/
^eeft uptfieeiteniie en ongetooone ίίψ
iien ban een ftioefenioeöi0 gart segetben : öocÖ
toeï aïi ermeefi / aï^ öe boo^treffeipe gegooi ban
aoben f)«n tot gaaren queeiteïing (of^tubent)
Öeefi: aangenomen : öetoeilie gern ooit niet eer^
öer ijeeft ïaaten gaan / boo? öat 5e gem Siceiv
ttaat in be <iB»ab0eit |^ab gemaatitj toaar op
in 't jaar ifpp ^liejler gcbjo^ben.
m^ <!^ïben5eci be i|oofb-fiab ban Ctoent/
in 't jaar ï<5oj/ toeberom boo? be bjapenenban
Ambrofius Spinoia berobert/ «n onöerÖegfgoo?^
5aamöeit ban ben fóoning ban Spanje bjaé ge/
b^agt i i^ be 3Eart^-öifc|op Sasboldus baar ge^
ïtomen om be ontgeiiigbe 0utaaren en iia'ije«
bieber te reinigen. ïPee^e «iHertoaarbe $terR-boogb
ï)eeft aanfïonb^ on5en Philippus, betoeïfte te
ïteuïen ^^efibent toaf ban jfjet fóoilegie ban
Wiilebrordus en BoniFacius, en be «eobgeleerb'
géit baar boo? ïa^/ ban i^enïennaar^Ibenseeï
ontBoben. goo ra^ ai^ Rovenius be fiemme
ilarber^ maar ban berre gegoo^t öab /
leeft bïregen^ gereeb gemaaïtt om op
rei^ te gaan > geen g^ooter 5ncï)t ï}e&6enbe / ai#
om den wille des geenen die hem gezonden had
te volbrengen, ^et b)a^ een lufï te 5ien bjat
een b?engbe en Wgfcöap bat be ï|oogtoaarbigfii
üeer Sasboldus ög be aanÄomfie banöee3en<^n/
gei be^ i^eeren betoonbe, i? Weï Jem
De eerftc
fludiea van
Philippus.
Hy word te
Loven Li-
centiaat in
£e GodlieiCj
«n nader-
hand ook
Pricfter,
Hy word
Pr;fiden:
van 't Hol-
landiche
Kollegie te
Keüien. en
■word van
daar naar
Oldenzcel
eetboden.
Philippus RovenihS. ifgi
ftantii Ottt öen öaï^/ öp ompi^bepem/ ïei^
öc een gcöi'dte ban stjne ^laröerfti&e ïaficn op
5iine fc&ouöcr^: üjant eerfï ϊβφ gg Sein alsc^
meen l^iftari^ obet? ö^t ban ^ehmuv/
nicen^Vi-
en in 't boigcnöe jaar üanonniii cn ©eften ban karis vaa
Piecheimuste Φϊ^η^Μ/ en naiieeiianö ooft "'B'^doai
^^oofï semaaiit ©ocï) ïjot öat ftem "Xnonl
toaarbiö^eöen ijerbeciöen / en goe ïiïein öat ijg nik, oeked
5icö 3dben aciite / ßan gtei· aiieen ugit af^eno^^ en Prooft
men bjo^öcn/ öat ï)]o öe tgömg chdmus ΐ
lireegen fjeb&enöc bat jijn oitöe raeefïer Janib- oicienzeei.
nius c liein naar Äoben !jatt ontboöen / in öeeje oochhy
hjoo^jben U^tgcöo.jfien / Wat dien ft zal zoo eeii '»eeft een
ilcgcen hals ais ikbenaan [αιιΓοπΙϋ5 kennen doen?
<6n aï,^ öp in a^iaöanö aangcftomen / en waardivV
iioo^ JanioniMsgeidbtiiiierb naar Albertus ï^artog aen. ° '
ban "^^aöaniï en Ji aitg^-^artog banO^ofienrp/
hMhc öem omtrent öcn Reiben ti|b totf
ban <©iben$eel ijab benoemt; öeeft ö?/ 3^0aï^
met écn
Vr berfjaaït too^ö / tot öe geenen Öie gern ?onderiin-
seïfcgap liciöen gejeit: Dat gaat mooicjes : ik
zie dat ik als een Schaap ter ilachtbank word ge-
ldt : li^antjanfonius gab aan Sasboldus, öe^
toeiße no0t5aïieiiiif een .jjEebe-^eijper ( Coadju-
tor) moefï öfböen/ Den χ6 ^[anuarg 161% met
beese iooo^ben ugitHoben gcfcïjieeben: My dunkc
dat Mecilcr Fhuippus, Dekcii te Oldenzeel, bé-
quaam is tor deeze-bediening, ü^amieer Ö^t
ampt ban ©eïten öeltïeeöe / toä^ έρ aïtijö öe
eerfre in get Cijoo^ om öe jj®etten,é te 3in0en:
ai9ant3oo iang al^ geleed |)eeft/ engejonii ^
i^rretoeefi/ Ö^eft nienianb ö^m oit na bier uui
ren ^'ocjjtenöé U beb 5sen ïegsen. ^^ toa^ 500
genegen om öen sobbeltjften %af in grt C§oo|
c T-icoo Janfomus, Lceraw in ie Güciheit > c« Prefidenc ras
'fPiluiKüllegic:. '>
iiiiiil
re nedrig»
leit.
ï Hl'
ί ί ïi Ii
iiiip
Het Leven van
ugt te saïnten / bat nmitgmaaï
figtna ganfcgc nacijtcn alöaai' ïjeeft ^ffïeeteiu
Φρ goose ^^eejï-bagrtt / ^onöagcit / en öoo^
öen gmifcgen liften / loa^ setoaou get goii^
öeïgfee i^oo^ïi / 't iaclïie boo^naanifle pliBt
tm^ ïlarbec^ t^/ te hcrftuubsgeii: en bat niet
3oöaani0e toagt en gbec/ bat i)^ be gemoeöei
ren bec toeïjoo^beren teneraaoïliecmiite en toen^
be toertoaart^ 't gern öeïiefbe: en in bejelben een
0?oote öegeerte tot be genieïfcïje saaiten ont"
(iaft,
^u iaa^é be tijb 0ei!£micn/ bat <0obt bit ïjeh
iier iic^t op een googer fiaubeiaar toiibe piaat^
3en / en ben SCait^-öiffVöop Sa.^boidus u^ be
toereïb païbe: ^ijnbe bieïierö-iioogb/ niet50K#
bec een algemeen geroeji banöeiiisörit/ telien^«
ïen oberieben op ben bag faan Itnn^-faiiibinge/
bat ben ι jijEieg / in ^t jaac 1614. Sï^anneer
beeje tijbing aan Rovenius toierb aaiiseöient /
toa^ Ög βρ geiJaï Ög Synen ^^oeba- Hcm icus Ro-
venius , 25iecijtbabet ban ijet abeiijfte .i^onne-
Be ffifling ftïoofïer ban buiten SS^ufel ©eeje hi-eeg
van zijnen aan{ioni^ een inbaï ban een aanfïaanöe stoang-
brofiier Jett/ en fp^afi 3pen Philippus nietbee^i
«^ffch^ tooo^bentoe : Nu zouw het ligcdijk gebcu-
pdijke^ ren, broeder» dat hcE Biflchops-ampr u te beurt
amptwel ZOU vallen. Tot nti toe hebt gy een geiuil
te beurt cn cenzaam leven gcleit : maar'dat is nu nyr.
kn^Uagt '^®®'·'^^® zal het uw werk zijn, over al"te
Gemeen loopen , en nergens een vaile plaats te hebben.
ichtik op Philippus, boo^ joöaanige een ti^'ns boo^ jgn
|et hjfcB; goo^rj, gelagen / begint jtoaadijit te suchten.
sLfctr »gen^ fïaat öp ban tafti op / (toant get ge^
«acht in fiencbe onbec get abonbmaai) cnionbecsicgaan
Èet choortafeï ofabonbmaaï te ïimmen/ biiegtgpregei^
£ SIL; W «eac He m^i iieöbeniie be fltoitel banget
342
ii
i'HlLD^fUS RoVENIUi. 245
Cöoo^/ öctoeïftc be Uanoitnimcn enl^teiffen
aitgö öaööen. Sfn get €§00^ geftoracn/ ixitvpt mögt ifL
3icö met be ugterfie miimÖ^t^ ^^^ ^ar^ den.
be uoo^ j^et ^eitvment ite^ ΦΜααν^ j m
ftecft ölbu^ piat ter aaröe leg^enbe Öm
fegen nacöt in gct geBeö ober gcö^agt/ ^oo trat
be moftet/ istc ocgtcn^ ίωο,? be J^ettenen be
ijïoït quam iuiben / gern in 300 een pofinuc geeft
iHnöenie00en: baar ög / 300 al^ ^et te geïooJjeit
fiaat/ <i5obt in beejer boege öab: Zend Heere :
dien het Ü belieft te zenden , ik ben niet be-
quuam om zodaanigen lail te draagen: zehd, bid
ik u , dien gy tot zoo een verheven ampt hebt
gefchikt: zend dien het U belieft te zenden om
uw Volk te verloiTen. «^ebcb ï^ een bei>·
gebe fc||O0i / ateaar be ileilige €»ecfï / bie ai*
!eruptmuntenb|ie Keermeefiec/ aan be
b^ucgtige nienfcgen ïcfTen oeefl omtrent bc to
«iffe ban jicg jelben > en gen op een öequaarae
ii3ö3e onöertotjft iaat bat 3e 5ίίη. ^n beese
gegooi toa^ on3e Rovenius aï ngtg^nbeert:
cn Daarom / berniit^ gg onöeguaani a<||ti:
tot een 300 berfjeben ampt / öebagt bni3en<=
berïeg ugtbïusten/ om bee3enïafi te ontfcapen*
^it öljjht ugt5Jjneei3e blieben / eni^betniöt Qt^
iucefi bpo,? alle be geenen/ betoeïfie ten i^bebat Oochdts^
ïj^ tot be aJiffcDoppeiij^e toaarbisgeit hergeben
t^/ met gern scganödt en sefpM^n geööen.
«cgter / al^ 300 beeïe bebinite üatolgften / der gcIoo,
na get beriie^ ban gnnnen 500 getronbje» rigea over,
en geiii0en ïterfe-garber Sasboldus bage^fe^ aï f^'^ ^'
fïeifeer en fïerfter aangieïben bat zich laate%
&^?oefbe beußb en be toeibei$enbé geïeerpetó g«cggcin
ban R ovenius niogten öefiraaït ioo^btit / geefï
get niet ianea ftonnen tegen go,^b,en :
^aar boo;ai batbiö&f" oberfejoniièn/ en alfge*
Η Ε ï 1- Ε ν Ε Ν V Α Si
irtöon0en/ ^ttft öy cinircïp öe S^ifc^opp^ïp^
ioaaröiggêit aattgenomen/ cn jijneii pïism
Sasboidus op f)tt fpoc? gcboi0t. ^^
jpïagt te Üaadcit trat Jt^» ia §et net getroïi^
m ^^fc^aiitt toa^ i>oo^ öe Ιίΐί öan
^ „ , Janfonius , i^icfibent ban Jet piufei. ϊΛα« /
hyVot öetoeïïii ï|tm aï oba· ïang tot .j^e&eöeiiicc (of
PauiTelij- Coadjutor) ban Sasboldus ijaiï gcfci^iïit
leen vikaris jti 't «CKfie / te tóeeten Uï be inaanb
ve"r=Se ^^^^^^ seïfbe jaar aï# Sasboidus tjefio^ben
de Ncdet toa^ / ïroo? ^ané Pau i us ν. aangcfïdt tot J^aup
Lindaangc- frfpen ©ίΙίβΐΊ^ Ober ^ft 3^creen!3be
f Γ ^^ ïa^cii öcii öjief iiaii itcn Φ
gfingi" m mmt
Holhad-
verfcncide
Beminde Zoon : -ivj wcnfchen u heil cn Apo-
itolifcÏien iiegen. Op dat de Geloovigcn van
Chriftus, dewelke zich in de landen aldaar, diis
door de Ketters verovert zijn , bevinden , nicE
verftéken zouden zijn van alle hardcrMjde roezige >
zoo is het dat wy, om volgens den pügtvanons
Apoftolifch ampt , zoo veel ons mogelijk was,·
daar tegen te voorzie», ew ons in den Heere ten
hoog'fle verlaatende op uwen yver voor den Ka-
tölijlcen Godsdienft , op uwe gefeerdheit , ge-
loof, en voorzigtigheit, U volgens ons Apolto-
lifch gezag, en uyt kragte van deezen brief, zoo
lang als het ons en den Apoiloliflchen Stoel goed
dunken, aanftellen, ver ciezen en verheffen tot
PaüiTelijken Vikaris in de quartieren van Holland
en Zeiand ; en met een verkenen wy U alle dc
magten dewelké wy in andere diergelijke Bre-
^yetten gewoon'zijn te geeven : en zulks , niet
. · tegea
244
jaaren op
die» voec
"waargcno-
iSacn.
' ι
ί ,'
, ΐ
Phii^jppus Roveniu.s. 24j
Jegenilaande alle Pauflelijke ordooantien en Se-
velen, of wat hier vorders moge tegen ftrijden.
Gegeven re Romen by S. Maria, onder de Vif-
fchers Ring, den j i Oaober 16^45
ide jaar van ons Paysdom^
Was ondertekent'. '
S. COBELLUTIUS.
li"'
ΐΐ!
- 'iiii i
ï^et 25?cbct/ baar öc ö^ief op sict J en toaac
in becfcöciöc maßten aanRoveniustoieentiooi^
j&cn/ iaia^ ijan öeesm ingouö:
Beminde Zoon : ilf 'vcnfch U heil en den
Apoftoliflchen zegen. Dewijl wy wenfchen dat
in de plaatzen span het Nederlandfch gebied, de-
welke uwe Zorge, voor zoo veel als gy Pauficlijke
Vikaris ,H.ijc , zijn toebetrouwt, alks ordentlijk
en ^gctiOUwelijk mag toegaan ·, xoo is het dat wy
U, voor zoo lang als uw ampt zalduuren, door
ons PauiTelijk gezag, en uytkragtedeezes, gee-
ven en verleenen een volkome en ruime magt en
gezüg over alle kloofterluiden , van allerhande;.
Zelfs ook van de 'bedelende Orders, en ook over
die van de Infteilinge en van de Maatfchappye van
Jefus , dewelke zich naar de Landen onder uwe
Zorg behoorende , begeeven : zoo in de zaaken
sdie de bediening dér Sakramenten betrefTen , als
het Katoli]ke Geloof en de Kerk-tuchc aan-
gaan : al is het zaake dat zodaanige Religieuzen
kft hebben van hunne Overften , en derwaarts
φ 5 gczon'T
-ocr page 249-a4§ Het Leven van
gezonden zijn tot behulp van den Godsdienft:
wel verftaande nochtans, indien 'er in zoo ee»
Próvinde geen Overften van gemelde Religieu-
zen woonen. Gy zult dan (over gemelde Reli-
gieuzen ) dezelve magt hebben, dewelke hunne
Overften , indien zy hun verblijf in gemelde
plaatzenhielden, zouden hebben; zoo dat gy ge-
^agtigd en geregtigd zijt om hen allen, en
ieder van hen in 't byzonder, omtrent het voor-
noemde, te bezoeken, te beftrafFen en te her?
vormen} en om alle tegenftrecvcrs door kerke-
lijke vonniffen en ftraffen , en door andere bc-
quaame middelen, zoo in het regt als in de
daad beftaande (tot gehoorzaamheit) te dwin-
gen en te verpligten: en zulks niet tegenftaandc
alle Pauflelijke ordonantien en bevélen: niet te-
genftaande ook alle inzettingen cn gewoonten
Van -wat voor Orders en reguliere inilellingen dat
Bet ook zy, al waren die ook door eede, of door
Pauflelijke beveiliging, of op cenige andere wij-
ze bekragtigt : ja niet-tegenftaande allerhande
-Voorregten , ontheffingen , vergunningen en
^auiTelijke Brieven , dewelke aan gemelde Re-
gulieren, en aan hunne Overften en Perfqonen,
tegens den inhoud van het gezeide, mogen ver-
gunt en ook beveftigt, en naderhand vernieuwt
'ïijn gewceft : hoedaanig dat ook de inhoud cn
(de form der ijelven mag weezen , en met wat
voor bewoordingen en Dekreeten dat ze op-
feftek zijn. Alle welke (voorregten, onthef-
ngen enz.) en ieder der zeiven in 't byzonder,
dewelke wy voor genoegzaanj en volkomentlijk
Wytgedrukt,. en van woord tor woord alhier in*
lafcht houden, en dewelke buiten dit hunne vol-
le kragt zullen behouden, wy voor decze reize'in 't
fcy^onder cn uytdrukkelijk intrekken, met alles
wat hier tegen aou mogen llrijden. Gegcc-
! f
Philippus Rovenius.
Gegecven te Romen by S. Maria Major, on-
i^e de Viflchers Ring, den ii Odober 1614. ia
het tiende jaar van ons Pausdom.
En was getekent:
S. COBELLUTIUS.
«JBinbeïp itan öen lo ^Hjp^iï 1Ö15, te Äo-
me» befïoteu öat 'et magt in gct mm^
ni0öe j^ebedanb ^oiito gegeeben too^Ucn aan m
nigjcnbding/ bantoatti^^ecbatgp toaar/oföeii
magt 3oui» ooit gegeeUcn tooien aan Oen
^auffeÏJjften ©iitaci^é.
S^egaiben öie boiitome en ruime magt / iie^
ijaeïiie Rovenius ΰΐια* aïie iïeguHere pecfoonen
in öce5e bjooiienöe ban Paulus V. ai«
öaac Ijee^ ontbangen; jgti ï)em omtrent Öien
tijö öooi ben ^eïfben ^au^ nacï) berfcgeibe an*
öeee magten berieent / befajeïife boo^ Urbanus
VIII, en boo? meec onberej^anaen/ bant^tï
tot tijb becnieerbeit 3gn getoeefï. boö^
naamfïe bec Reiben / te toeeten bie geni tn 'fc
jaae 1Ö14 gegeeben ^ijn/ öefïaan in Ißt betgeo
ben ban ailetjanbe feerïieïpe j>,?onbett en amp<«
ten banbeeselianbrcppjpen/ intoatboo^maani
ben en op toat toijse bat 5e ooft open baïlens
ttiit^ nocgtan^é bat 5e open baïien buiten get
iloomfcge ï^of,
Paulus V. ïjeeft Dem ben 14 Hngufii iöi<5
magt gegeeben om / na boo?gaanbe liegaamei
iijite becmenging/ te bifpenfeeeen in ben berben
Sjaab ban öioebbertoanbfcöap en aangeteontobe
maagfchap Urbanus VIII. geeft 'ee ben 10 W
p}ü/ in 't jaat j 1 / bggeboegt bat ög in ge-
Wigtigc nootzakelijkhcit zouw mogea difpenfee-
Φ ^ re»
»'t l
i!'
lil 1
|l '
ί !■
a4§ Het Leven van
ren in den tweeden en derden graad van bloed-
yerwandfchap en aangetrouwde maagfchap, OOK
boü^ i}tt aangaan ban ïictlfulodijit ;
ηοφ om cnfedöcöeïoftcn/ beljalben öie Vian ίκ
ontgotibniffe te ïcbcn / c ti ni een ïtloofïer tc gaan /
tn mi anöcr gobb^itc^tiiS buerft te bevanöercn.
Paulus V. pil öen II O^ftoöer / in 'tjaac
i<?i3/ Bg get boo?0aanbe nocf) gcboegtbeniagt
rim be geïjuioöen te ontfïaan ban be Ma^e
ban 5ntberöeit; te bjeten op beejen boet / bat
5obaani0e Mofte / ojj bat 30 ben fcïjuibiscii
jtïigt ban ^in bebgenoot soubciiinogeneitTcÖf"/
Zouw veranderen in ccnige altijdduurende wcr-
icen van godvruchtighcit: fajeifie büüiioaavöe
Senbjoo^big bgi sulUe magtgebingen niet nieec
^n bjo.jb geboegt.
UrbanusVIIi. geeft Öem ben 10 %ίίΙ
Semagtigt om ber!of te geeben tot Set b^mfilien
len ugtgeeben ban üatoiijiteöoeßea/ 5onbei'ben
«aam ban ben ^cpjber/ ban be pfaai^/ eii
^an ben ©^uiJïter te mclben/ 't toeïiiembeJ^ers:
saberinge ban €tente becöobeni^getoeeti. ©e-
jeïbe magt boo^ brcjen/ en ö^sonbedijii ben
9^eptemBa' ooft berïeent getoeefi aan
be geiibelingen ban <6ngelanb.
einbeiljii na f)et bedooji ban fe^ jaaren /
te toeten in be niaanb<ä^cto&erban'tiaar iózo/
be ^^incen ban Öft liatoïp ebei:Ianb ömme
toeftguiming gegeHen ïiabberi op 0et bedangen en
|ietber5oeiibaiibe<!5ee(ïeïpöeit/ öi» ban Ur-
ban us VIII. gefcöiiitgetoeeflomSlïactl-BifTcÖOit
ban i^ïjiiippen en ooft ban ïltregt / »nbien be
^aaften ban be ïaatfic Ha'ftetoeiojpiwamen/ gc^
toöbt te toojben.
Ζΰο i^é ös ban ηοφ in 't ^tlfbe jaac/ ben ^^
gonbajj ^injcteren / Binnen get ofttaaf ban Uh
ïeröeiïigeii
ίίΙ
1'
Einiküjk
■word hy op
<3c benoe-
Illing yaii
de Princen
van het Ka-
tolijk Ne-
deiland ^ en
op het ver-
doek der
Geeftelijk-
Iidc, Bif-
ichop van
Philippu s Roveniu s. 249
feïDeiïiflcn / in öc befmaaröe han ©oo^fï υ-
% mmV ^art^-öifcöop ban f Ptppen cnHan ^tg
lltrcgt 0etoijöt gctoecfi. ^t l^göing met
öe getooonïiiite pïestiggeiien ber lierite/ en ten
OtiÊl!fiaan tjan Jacobus Bonen, HlQrt# -fijffÖOi»
ban ji®ecï)eien/ en ban Johannes Malderus, ^ip
fcgojj ban Ünttoerpen / berngt getoeejï boo^öen
O^ooiïucötigfïen 5|eer Sanfeverinus, ^au^ei^i
iten ^nncin^ in ï)et ïtatoipe Jebei-Ianii.
ICïie be geenen bie nian^ ngifïeeftenbe ga^
ben itenben/ toaren eben een^ berWöbt/ aï^of
5e ben 3|emel jagen open gaan; jienbe bat 50a
een bcbjuftte Itecft en 't santfcïie 3tanb / ban
500 een jo^gbulbigen H&aba· / en 500 een boo}^
3igti0en en goebaarbigen ^^eïaat boo^ien toa^
ren,
«eer bat be gob^é-bienfiige man tot getgerneï^
be Hart^-bi^bom benoemt toietb/ bJaren 'er ft$
boiie jaacen berfireefeen / in bebjelisen liig niet
auber^ afé ï)tt ampt ban ^aufeipen Éil^an^
öeiiïecbe: en beeboigen^V betoijï ^ice geen
fc^op en bja^/ peeft get ^aïtraujeiit be^
Sellin ai bien tijb nietßonnen öebient bjo^ben.
^tjne ïiefbe tot 59110 bie ög ml toiji
bat 5ijne tegentooo^iggeit ten googfle ban noo^
benifjab/ ïjeeft^emgenootjaafet om in aïlefjioeb ..
naat5t|n2anbtefteewn. goo ra^ aï^ be tijbing
teO^ibenjeeï bja^ geftomen bat op rei^ toa^/ word hy
en be ^tab aï naberbe / t^ Lucas Cairo , een Joorcie
^aïiaan/ en25aronban |®ao?feï/ öie naber^ f-
Öanb auitenant en ooïx ^enei-aaï ban be Μιψ voik die
teege in 25^abanb i^ gebjojben/ te paaeb gefïe^ den stee-,,
Sen. ©eiSibbet^/ Cbeïïieben/ aa«
[oonen/ ja be ganfcgeSiurgerp/ caafteii ooft op
öefeen·, engdöfienbenfgelaat/ onberöetïoffen hooÄ
't aefeïint 1 en 't i«iöen öec {ίίοΜ«π/ teci ii,kTnge-'
Het L ε ν è ν van
togï be oiseï^in ban Plecheimus
Iutii0 f^teltitn / en i^tt Te Deum 0e3onsen
üJterb/ öDO0fïatdi|ïi tev ^me ingeijaalt ^e^
öer een ftetoonöe jijne h^eugii en intoenbii
se &ïnrcöajp / bectrauittenbe öat get JeiJ en
toeïbaaren bei S^nrgerge met ben geineïben
l^^elaat in be ^tab iaa^ aanaeiionien. <!ln b^^
togl get een gjoote fiiijït ban een opi?e0te en
iiiejp0eh)O?teibe b€U0b / aï^ iemanb boo^ ben iuifiec
baneerofbaneenbei'gebe ijiaarbi0öett niet ioo^b
geraakt / l^an men ii0teip öiecn^töefeffentoat
een getfoutoe bienaac be^ ïfeecc beeseRovenius
i^getoeefl/ batfigtotbentopbanecre/
tot öet ban ^pijPP^" ^^^
tregt/ en baac δρ tot be toaarbi0iieit banj^auf^
feigl^en J^iSaci^ becïjeiuen jijnbe / ban be beug;*
ben/ betoeïïte ïjg üanonniii en^cRensijnbesoo
gbeng pö &eöacti0t/ nanienti^ft ban jgne ou;^
be ncb?s0öeït/ openöarti0öei<:en ^bei'/ niet een
fitroo-b,?eeb i$ af0ebieefeen, f ρ bjiei-b ban mi
iebec/ ban g^oot en Mem/ ban setmge en ban
aanjienliliie menfc^en / ontsien m bemint ©aac
öp üja^ Ï!eftaiii0 en b^ienijeïp: een iebec
feon eben iigteigii tet ΰφαο^ Bff ï>em ftonien.
©aatr-en-Boben toa^ 300 0oebaarbi0 en5a0t^
3inni0/ bat men nooit geeft Befpeurt bat
manb ban 5ijne ftnegten / of teie get ooft stjtt mag/
met garbe tooo^ben peeft toe0efnautot Jïl^aa?;
aï^ ec booj be eere ban <©obt/ afboog öet nut
en 't bjeibaarenbeKÜerfte / 0efïreebenmoefïb)o^'
ben/ bja^ boo? 0eenb,iei0ementen betbaacb/
tti pafïe op 0een aan5ienïp|eit ban perfoonen j
ban 5outo ^^nt ftioeitmoebi0ie!t en ftanbbafimi
fteit booi seene jaait ter toereïb 0e3toi0t geo^
ben.
^eese isapperSett öeeft fie betoont in be
fegecin^i
zso
'li
Dewijl hy
in zijne
voorrgcne-
drigheit,
oprcgtig-
hcit cn yvcr
ren tninftc
'aiet ver-
ilapte ,
wiérd hyi
van een ie-
der bemint
ca omzien
Hy ontssg
piemand ,
als het om
jjocis zask
ïc doen
Philippus Rovenius,
fesm'nsf iJfln<iB»?oI/'tiiicIft in'tjaac 16x7000? Set
Segec berl^menisiie^iotiincien in0enoraen,
Hugo de Groot, Öie grtßde0 tf« tOt Ζ^οε«·.
öggetooont geeft/ geeft in 13911 fioeft vandeBe-
legeringe van GrolmetïOf IJan onjfni^erftiiOOjgil On-kato-
gefji^ofeen, «jfc" ε«-
Philippus Rovenius, jegt gg / was een Pre- Ρ"''®"»
laat, dewelke den naam wel voerde van Aarts-
biiTciiop van Philippen; maar eigentlijk en met-
terdaad door den Roomfchen Paus tot Kerk-
voogd was aangeftelt over de Hollanders van
die partye , en over de plaatzen dewelke we^
derom onder het Spaanfche gebied mogten gc-
bragt worden. Hy was van een geringe afkom-
fte en te Deventer geboren j maar daartegen was
hy geleerdheitshalve beroemd j en was deeze waar^
digheic vcrfchuldigt aan Janfonius , dewelke tc
Loven Voorleezer was der H. Schrift, en wiens
zeden ook met zijn ampt over een quaamen. Ro-
venius , door de onderregting van deezen Janfo-
nius aangemoedigd, heeft geyvert om zijn regc
tegen de nieuwe Maatfchappyen, dewelke zich
aan de gehoorzaamheit der BiiTchoppcn onttrok-
ken , te handhaven.
ontoebecfpjeftep iiat S^ojpget ßxh
han öet föatoïp Moof pal ï^ttft gefiaan ai^ nS^
een onbecjettelgSe rot^: 500 öat geene bectjo^ roor hcc
gingen/ goetoel öat besdbe 5eec jhiaar ^n ge^^ f"«^«
toeefi / cn tot Set einöe ban 50« ïeöen toe gê^<
iiuurt geööen/ öeq[uaam 5gngetoeefioni5iinöeïi
i>en-raoeö tn get minfïe te ijec5toaïtfien ofteijer^
Sctten. f^en fietogse giet? ban jaï ifi maar een waarrsi«
fïaaïtie öp hengen i te toeten goe öat g^ boo? Jy."» hc.
pt <©eioobe teritooö gejogt 50»«»^/ »feöte
ban 3nne tra^jpecgeit geeft gegeeben, oy#
Sin fiet jaöï lö^ö toi^f i^tt^rt Mo^^
Hing owetó
ï
( ifiil;
li iii,
inll'
Π;·' 'i Ί
Pi
1;
-ocr page 255-Het L Ε V Ε Ν V A. Ν
«ing ban^ijauje ontiudöist/ en on&cfbc raagt
bcr ©crcenisiie Staaten sc&^agt ^^aag^ boo^
te ottei'gabc ^i^i^f^ ﻫ^ i^oo0toaai-irc ^^daat/ na
j&at ïjp öcn <i5obisdpfn öiéiifï ijoo? ije iaatfic
•ni^t in öf föeriit; ban Plechelmus gaö ^tt-
rigt/ öeHrniffen en 25edbcn bantJcraunrcnÖec
Werfte öoen iDcgiiccmen / m ΰε <©utaarcn ont#
öïootcn. SSi^öit (otreuLlge teoonmg/) al^
iiu^ temgt ißtft na öat ^^φ^ίΡ
gehjaab aangefci^oten/ ben Ji^iiter
öjpïjet Joofö ge3et/ en ben ^acber fiaf ten te^
feen ban een ojjregten en getroutoen Ifai-bee in
. sgne §anb gab genomen/ tnet be<^cöaaï>en bie
,δρ Öi^^i iöaeen ite ïiecii raet eenfiatigen enïang^
Saamen teeb ronb geioanbeït; bocrj 300 bat
δρ ieberö^iitaar eenigen tgb ölecf flii tiaan/ en
jiiaffen ban traanen fto^te. ©00? 5ijn iaatfie
ßffcljtit öceft öe eeu baöerfpe beeniaauingaan
aïïe öe ^ntooonber^ ban be ^tab gebaan: en
Stjne iie^e Hinbeefienä op get ftragtigfic inge^
fcgerpt/dat ze doch den heiligen Plechelmus, noch
^e andere heilige Patroonen der gemelde Altaa-
;rcn, noit zouden ViCrgeeLen, of uyp hunne gcr
heugeniffe laaten wiffchen ; dat ze het Rooms-
katolijke Geloof ii-antvaftig zouden aankleeven,
en de nieuwe of afgeweeJceGezindheden om geer
ne aanlokzelen van de ganfche wereld zouden toer-
vallen: eindelijk al raoeften de KruiiTen en Beel-
den van de muureq derKcrke weggenomen wor-
den , dat ze even wel den gekruiften Chriftus
nimmermeer uyt hunne zielen moeften verjaagen j
maar dat ze den zelven , met zijne welbeminde
Heiligen , altijd in hunne gemoederen gedrukt
en gefchildért moeften houden, enz.
jgnen gbec boo^ get <0eïoobe Sab g|a ge^
bocflt een g^oote juegtboo; be ïtevReipe tncöt
Hywas^een
veorftan.
Philippus Rovenius. zf^
tat ban tiji» J«';«
tot tijtr bcrfcöcibe toetten nD3e0eei3e2i. ^,ιΙ^
<6n betmit^ oo^öcelïie öat eenbei'0aiiedn0
ban öe booinaamfte öer Μ^φ / Öetoelfte ai
ban ouïr^ i.ö öan3e5ien getoeefi ai^ Öe ^ßaaii ber
23itTcöoppen / 3eer öienfiig joubj 5tjn om 30a
toeï ö^t eeïoof ai^ öe Itetït-tueötte öanööaue«
en boo.Jt te 3etten ; 500 '^ttft in ^et
ïioUegie te Soben/ ben 1616/ eenber^
aanflegaan met ïti^Jïttd ban ?|aadem
over liec regts-gebied en de beilieringederHaar-
lemfche Kerke bjcift berb^ag 000^ |em ban be
eeneliant/ en boo^ Nicoiaus Nomius, 3^ei$eii
bcc ïiateö^maïe üerite te i|aariem/ en Sibrandus
Ooilcrvier, en üanonnift iiev^tlheMm
iie/ ban ire anbere iiant / onbetteïtent gei
bjeefï. öeeft ft? bat Kapittel meer aï^
een^ met ïof berraeibt/ 30D al^ ölijitt ngt ber^
fcgeibe a^^jft^n bebjeiße tot berbebiging ban
bit üapittei ober een toijle jijn n^tgeiiomen.
meet / Ijgi ïjeefl be onberlinge b.jienb^i
fcgap en betBint««^ mffegen bitHapitteïenbat
ban <i5ent goebgeïteuct getuigt ggi in een l" ^
Siief aan ben ^Viien Jacobus Catzius, gefcg?ei
ben ben s l^obembec 1637. Ik heb, ^egtjp/
den brief doorlezen , daar de Broederfchap van
het Haarlemfche Kapittel met hétGentfche ver-·
nieuwt word : cn dezelve, zoo als alles daar op
geftelt is , ftaat my wcl aan. Alleenlijk heb ik
'er den lijtd van Aarts-biiTchop van Philippen b^
gevoegt, om dat dezelve raijrivoornaamile tijtel
is. Zoo haaft als uwe EerW. den zeiven op par-
kement zal hebben laat en uytfchrijven, zal ik'er
ons zegel , zodaanig als ik het nu heb, gaarn
aan hangen : want mijn grootfte zegel is mee
. meci
m
I
Μ
4.f4 Het Leven van
meer andere zaaken in de Wezelfche plundefiri-
ge weg geraakt: en ik heb het de moeite niet
waard geacht, een ander in deeze mijne gering-
heit te laaten maaken. #OÏt geeft Ög IW ^^ W
1640/ op öat §et föajjittei ban üteegt niet 30uiö
te niet gean/ eenige iieftise mannen bie ingob^
beïpe toetenfcöajipm 0η in bjooraig^eit ban
ieben n^ttiafeen ti^ öe onöe fóapitteï-öeeren 0e<«
boegt / en get seseiöe fóapittei aïitu^ in jijnen
ouben fianb Qecfieit. ©aar-en-öoben geeft
een senootfcgaiJfcliajp ban j^afïooren in te
ïloofb-fïab iltregt opgerekt/ en get ^eïbe eeni^
ge boo^regten toe0eiöe3en.
©mJe iteffi-boogb / ai^ een eeröiebige jucgt
Kferczye te be Iter&-boo0ö@e ge&öenbe/ i^ een bajipec
verdedigen, boo^fianbeiT ban be <iB>eefïeïgïigeit en ban gaare
«n om dq regten gebjeefï. «i^m beese eecegtisgtbcn tc
verdrag. Jjerbebi0en/ en om öe ba'b^ag-panten/ betoet
fuffchcn dc tuffcgen be ecefïeigftgeit en be ïleguïiere
Gcefteiijk- ^^lefler^ boo^gene aangegaan ioacen te ganbga^
heit en de jjen / gg bcn 36 augufïi / in 't iaac i6%i/
vAn gegaan naat? ïïomen. toaé boo^
"gefloten «iet een biicf ban be infante ifabeila Cia-
xvarrn te ra Eugenia , bciueïïte öenebett 5al ojjgegeeben
handhaven, tjjojben : ett gp ijja^ berseïb ban facobus Bool,
S nS 5ïeei;aac in be iöobgeit / toegen^ get üapittei
ban lltcegt; en ban Nicolaus Nomius iocgen#
bat ban f aadera. <22n beirrait^ gp bet-nam bat
Gregorius XV, bebjelitc eetrji genegen toa^ se#
toeefï om be magten boo^ Paulus ν. aan Rove-
nius berieenb te beftragtigen/ in ^gnen gbec bef
gon te berfïapjien; en bat 'ec eenige öefïniten/
öebjeiSe in 't ^eberfanb ontbjoijpien entengoo]^
^e nabeeïig booi be Üïeces^e toaren / boo,? be
a^tab ïJomen ojp ben naam ban ben beiv
fiiiiiö toierben j geeft gg aïfe ntogei^fte mibbe^
reis
Romen
aangeno»
men.
il
I ■!'
-ocr page 258-PMiHpyus ROVENÏUS.
ïcn 500 fcgjiftdp aï^ nionbeïingaansetoen&t/
om öeseïbe te öoen inj&inöeii. ^tn öieneinöe waar^c»
Ö^fft öp 5ttt 0?ooi:e ^cgjiften / en onöct; anöe^ Η
feu een totiMoopig Bericht raaBeiibe get bet' ßi'b"!'"^
Γφί öat tuffcgen geni en öe ^eguiieren gaaniie heeft ge.
hiäp/ opsefieït: en gg geeft/ 500 ugfc itjnen '
eigen naam ai^ ugt öen naam ban öeboo,?naam<»
fte gooföen öer (öeefïetgiigeit/ becftlaart bat 5e
aitemaaï gunne bebieningen lieber toiïben afïeg*
gen/ai^ aan ^ogaanige öefïuitengeöonbensp,
^m} beese gnnne Moeïtgeit geöben te toeeg Enaiaa»
ge&^agt bat be Berb^g-pnnten / bietopöeneben
5uüen cjpgceben / en öie eerfi te ^iwffei m 't SL?''
jaar 16x4 tuffcgen be i|oïianöfcge ïiïeresp en be
iKegnlieren gefïoten toaren getoeefï / te éomen
oj> ben s 3ön bebefiigt boo^Urbanus viii.
©02beri^Rovenius, inbienöt getüjeïgeb/ ban
ïioinen bertroïiiien in be Xente ban 't iaat 16x4»
Stang baar na/ te toeeten in 't jaar 1638 /geeft
gp om bie gemeïbe ©erb^ag-punten te betoeeren/
«1 om een jEebegeiperteberftrggen/naar iSomen
Qfgebaarbigt Jacobus de la Torre, Iticentiaatin
öeibe be iiegten / ^iiefïec / m lianonnife bec
#oofb-teriie ban ïltregt: en geeft gemtotrei^i
g:e3eïïen toegeboegt Abraham Brienen, toen ter
t|jb IDafiooi in be®eenen / Niklaas Beinot, em
pav^fmmt m ^enbeiingin ^oïianb/ cn [aco-
bus i>chendelius J^afïoo? te lltcegt. ^»geefïguiï
betïecganbe fegiiften en öetogg-fïtiii&en mtu^
öeeben/ 300 al^ ö^eeber te ïeesen fïaat m be gi-
fiocie bec ©ecb.jag-pnnten öetoelfte boo^ ]acobus
de la Torre, ffiart^-bifcgop ban eï^Ö?
3icg te jlïomen öebonb / aan get 3|of ban ϊϊο^
ober geiebect i^ getoeefi / en miffegienbooj
on^ ben Eeesec nocg 5al mebegebeeit teo^Ö^n.
m
Hët Leven van
j^cÖ Ö^eft Rovenius balt ttji» tot tijb bet^
fcgcröe o^öonanticn ugtgegecten.
ii 3tu0ufii 1616 i^eeft gg aan tit^
ïigieu^en öooi een <©^&onantie teboïen öat 5e
ten S^iffciioi»/ in be aeecinge en in öe öebieniiv
0e öet ^altranicnten/ moeten je^oojsaamen.
3^en 1 ^ejitem&ec i6i8 ïjeeft ^n een 0?D0i
nantie ugtjaegeeben boo^ öe Itïecesge ban öet
25tóöom ban 3|aadem / en boo? öaai-e ^aro^
cgiaaie resten, ©en ^o ^ηίρ I6^o ijuft ijv
een öiergel^fie o^bonantie boo^ gaar nptgegee^
ben. ©en 15- J^aart i6zz geeft boo? öe
45ee|ïeï0&geit ban iltregt en ban ^iaaciem een
o^öonantte «^tgegeeben raaßenöe ö^t ïtoomfciie
ïïitueei / en giet geb?niii ban öen Catecijif'
mn^.
©en 3 tCp^sï / tn 't jrffï»^ iaat / ïjeeft
een ojöonantiß uptgegeeben booa be (©cefieïtjli»^
geit ban gets^i^boni bani|aarieni/ en boo.jben
©om-pioofï en Itajjeïlaanen aibaac bie 30^0
bet' be 5ieien gabben.
©en 3fuip i6zz geeft gg eenige o^bo-
nantien ojjgefleit / raaitenbe be o^betr en be
gecbo^ming ban gefc ïtajiitteï en be ©om-ftecft
te ©ebenter.
©en if j^obemöec/ in 't jaar 1614/ geeft
Rovenius eenige fiebeeien bernietigt / betoeïfte
buiten 5gn toeeten te ^aacïem bjacen afgeiejen
tegen ben üapitteï-geei' Nomius .· en gg geeft
ü?ber gegeeben bat be iCïgemeene ©iftaci^ en be
©eiien ban Baadern $yn gefcgiift souben
ben te becïtunbigen.
d Üyt de Aantekeningen van Joban Brugge, JCanonnik te Haar-
liPi.
ifó
i 'i
Iii
VerfcIiciJc
ordonan-
tieu door
Rovenius
gemaakc.
I '
Philippus RovenihS. ifgi
. 0a bat 'et ötii ^^ 3fugiifïi een ^t^
ßeeet ijan öe i^ecgaöeringe banöii)oo?tüïani
titige iit§ *i5eioof^ toa^ ugtgeïiomen tat oeije^
%ing i»ön Jet becb^ag/ 't toeïïte Öen is-^cto^
öer IÖ14 tufcöen öen ^art^-i&iffcöop iJan PW
iipjteit e« be ißegulieren/ boo^ toeboen t)an ben
J^auffeiijiten gunciu^/ Uan ben ^art^-öiflfcöoi»
ban J0ccöeïen/en banbe^seif^fe^onbecSoongC
S^ifTcÖopiieuioaégefïoten; 500 geeft Rovenius op
ben 16 16iy een öebéï ngtgegeinen / toaauin
get öeraeïbe il^eiireet iuiï aangenomen en on«
bcrgoiiben öeööen. ^et seïföe öeeft 3gne ^οο0ί
tuaafös fieboïen omtrent be SSnïïe ban Urbanus
Vin, tuaar in gemclbe ^m^/ ben 5· jjEegiban
ïjet baigenöe laat/ ï|et selbe becb^ag bernienüii
be en öebejtigöe.
3ίίπ lièQoeft ijceft be l^ergabering ba«
be bao^jjiantinge <0eÏ0Dfé bea 16 ICp^ii
i6zj een ïDeiSmt geuiaalit/ bjaar inaan de Gé-
neraals der Minnebroederen en Predikheeren word
bevolen dat Zc liimne Zendelingen in Hollarid
We! fcherpeiijk zulien hebben te belaften zich ia
alles naar liet gemelde Verdrag te voea;en.
^en 30 fiinij? lizS öettt öe ^art^-iitffcöop
een ttueebe ^i^eltrert ugtgegeben booi be Stp
fielpijeit ban ïfaarlém,
ί2>εη i8 auijiijti lóiS be böOBigtige
^jeiaat een biergeigEi ©eltreei/ met eenige hp
boegje!^ en beranbenngen / opgefieit booi be
«e^efieiijftöeit ban lltregt.
©en 9 / «ï 't jeifbe jaar/ geeft Ro-
venius een^eni'eetugtgegeeben boojben ©eßett
Pn be ^eelieiijiigeit ban (Sfibenseet
^n 't Sfaat ló^i iiet ög een oibonantien^fi
Saan toaar in be obetg^oote ^tabllimiierbamtn
in. Deel, «i berfcgeibi
HET LEVÈN'''V'AN
bctfcgeiiié fïaat3ien hjiec& gclïeeït / cn ami ieöci*
^afïooi 5gn öeeï toiei'b toe0etocc5en,
^n 't jaat i<533 / ö^» 3 «^ejjtemöer / geeft
Fabius Lagonifla ^auffeïpe ^nciU^ ίΠ Öe
öetïaniien/ ban Rovenius baai* obei; aanjefjp^o^^
ßen Sijnbe/ na dat hy de voorgemelde Verdrag-
punten gezien' en overwogen had , geordonecrt
dat Pater de Jong, Jefuyt, niet vermögt de kerk-
harderlijke bedieningen te Enkhuizen te verrig-
ten, als met kennifle cn verlof van den Paftoor.
O^en 12 ©cceraöec 1Ö38 ö^eft een iDij&^
ïoojpi^e o.iöonantie ugt0e0eeiien boo^ be mavt^-
Piiefiei·^/ C0Uïiere en ioerelbïpe
fier^/ en boo^ aiïeöe<0eefielpöet ban lltcest/
^ebentet en j[i^ibbelöuf0.
©en 4. ajngnfïi 1643 S^f ÖP S^eïirert
upt tegen ijet boen ban beifcljeibe jEiflTen /
cn5.
OPen 4 ^ejiteinBec ι6γο fjeeft bc ^art^-
biffr^op een o^bonantie ïaatcn notgaan tegen be
^jiefier^/ bie 3icïj jonbec toettige senbinge in ee^^
nige fïaat^ten inb^ongen. 3in S^ïfbe o^bo^
nantie Bebeelt be onbceßonbing gan ïjtt IV·
^rtyfteï bec l^rb^jag-jiuntcn; en bcfbiebt ö^be
i|utoeItjften tnfffö«» jierfoanen ban beefcfieibe
<©ob^bientïen.
i^ier bient niet bersbiegen goe bat be
ipfieit ban Utixgt en ban ^aarïera / op bat
Rovenius öe^ te g^ootei' ge^ag jouto gebben om
5tjne o^bonantien te boen ngtboeren/ en 'erbec^^
bolgen^ be^ te g?ootei· b^ncötin ugt
nnge mogten boo^t ïiomen/ βρ ben ^toïgfte»
Uoning/ bie noeg geen jjïegtelpw öfjftanbba»
5iincegtöaö gebaan/ in 't jaar i6i(> tmfmm-
mm Stift WflfifW ban ben boïgenben m^
S^«^ Wori
Op dat dir
alles te
Jcragtiger
jnogt 0Π-
dertouden
worden ,
■word de
Koning
van Spanje
door de
Geefteüjk-
iifit gebe-
den datiiy
Philippus RovenihS. ifgi
Word mec alle nedrigheit vertoont van we·; dea tijtel
gens de Prelaaten en al de Geeftelijkheit van het ζ^"
Aarts-bisdom van Utregt en de onderhoorige vünuwegi
Bisdommen , uyt eenige honderde Priefters be- aanRovcl
ftaande, dewelke in Holland en____Provinciën nius zouw
onder het juk der Qn-katolijken, de eer , het
welwezen, en het gezag van Godt, van de Kar
tolijke Kerk , en van uwe Majefteit , met de uy-
terfte prijkelen en door een onvcrmoeiden arbeid
trachten uyt te breiden , en ook door Gods ge-
nade op een wonderlijke wijze voortzetten j hoe
dat zijne Heiiigheit over ruim veertig jaarengoed-
gevonden had in de voornoemde Provinciën,on-
der de befchuttinge van zijne Katolijke Majefteit,
en naderhand van de Princen van 't Nederland,
Albertus hecrlijkergedagteniffer enlfabella, een
PauiTelijken Vikaris aan te itellen i op dat dezel-
ve, met een groot gezag en ruime magt ter ftich-
tinge der Gdoovigen voorzien zijnde, het op»
Zigt zoude hebben op de Geeftelijldieit dewelke
dagelijks noch meer en meer aanwafcht, en op
de Geloovigen dewelke reeds tot eenige honderd
duizenden zijn vermenigvuldigt.
Maar hoe dat naderhand , te weeten omtrent
over vijf-en-twintig jaaren , dezelve Princen van
het Nederland het als een noodwendige zaak
aangezien hebben dat dezelve Pauflelijke Vikaris
door zijne Heiiigheit Aarts-biffchop wierd ge-
maakt: op dat hy de Geeftelijkheit en de Geloo-
vigen van het gemelde Aarts-bisdom van Utregc,
van de vijf onderhoorige Bisdommen , mec
des te grooter gezag zouvv können beftieren, en
^cn des te gemakkelijker onder de gehoor-
^aatnheit en in bedwang zouw können houden:
Hoe dat zijne Heiiigheit Klemens VIII, zaliger
gedagteniiTe, het zelve zoo dienftig heeft geoor-
Μ ^ tó.
-ocr page 263-±66 HET L Ε ν Ê Ν V A Ν
deelt, en zodaanig een genoegen in die begeer-
te Väö de doorluchtigfte Princcn van 't Neder^
land heeft getoont, dat hy den PauiTelijken Vi-
fcaris Sasboldus, die tot hem was gezonden, het
Hokef roet eigen handen heeft aangedaan j en hem
opentlijk tot Aarts-bffTchop, onder den tijtel van
Philippen , te^Rotnen heeft lasten wijden : en
zulks met dit beding, dat hy , wanneer het de
gemelde Princcn of zijne Katolijke IVlajefteit
zouw believen, den tijtel van Aarts-biiTchop van
Utregt zouw mogen voeren : dewijl hy voor-
namentlijk voor die Aarts-biflchoppelijke Kerke
wierd ge\^ijdt, en naar dezelve wierd gezonden:
zodaanig dat hy zederd dien tijd van ieder een
voor Aarts-biffchop'Van Utregt is gehouden, en
Aarts-biffchop van Utregt genoemt is geweeft i
ia dat welgemelde Princcn van het Nederland
Ihem als Aarts-biiTchop vanUtregt gehandelt, eiï
in de brieven die zy hem fchreven den tijtel vart
Aarts-biflchop van Utregt gegeeven hebben.
Maar als de gemelde Aarcs-biiTchop Sasboldus
in 't jaar κίΐφ zeer heiliglijk was overleden, heeft
zijne Heiligheit Paulus V. in 't zelfde jaar , vol-
gens den wenfch van alle de Geloovigen , zelfs
ook van de gemelde Princen , tot PauiTelijkeri
Vikaris aangeliclt Philippus Rovenius , Deken
van S. Plechelmus Kerke te Oldenzeel. Als de-
zelve dat ampt eenige jaaren met een zeer grootc
vrooraigheit, yver en voorzigtigheit had bedient,
hebben dezelve doorluchtige Princenuyt eige be-
weginge dienftig geoordeelt dat gemelde Paufle-
lijke Vikaris insgelijks Aarts-biflchop behoorde
gewijdt te worden hetwelke zy ook van zijne
Heiligheit, die 'er genoegzaam van zelfs toe ge-
negen was , gemakkelijk verkreegen hebben.
Waiir op hy in het adelijk Nonne*kloofter vao
- ^ Voorft,
i
PH ÏLIPPUS Ro VE NIUS. z6t
^^oorft , van S. Benediaiis order by BruiTel,
Aarts-biiTchop is gewijdt. En het wierd voor
een goed voorteken geduidt dat hy juift op dien
dag is gewijdt, dewelke nooitvergeetenbehoort
te worden, als die roemruchtige zegen in den
Veldflag by Praag is bevochten.
Naderhand heb^ben de tegenwoordige Smee-
kers door eenige bemiddelaars, en voornament-
hjk door den Hoogwaardigften Heer J. de Bri-
figuella , toen ter tijd Biechvader der Door-
■luchtigfte Princen, t'hans waardigen Biflchop
Viin Segovie , en Prefident van den Nederland-
ichen Raad van uwe Majefteit , beginnen te ar-
beiden dat het aan de Doorluchtigfte Princen
mögt believen aan den reeds gewijden Biflchop
den lijtei te vergunnen van Aarts-biflchop van
Utregt. Daar op heeic (gemelde Brifiguella)
aan Henricus Vordenus Deken te Oldenzeel ,
deze zaak op dien tijd, gelijk ook tegenwoor-
i^ig, uyt den naam van'de Geeilelijkheit behandel^
de, uyt naame van gemelde Princen tot antwoord
gegeeven , dat de Princen by deezen tijd van 't
t>eitand, in die landen en in de VereenigdeProvin-
ciën niets zouden onderneemen of veranderen,
om aan de Staaten geen de minfte gelegendheit
lot klagten te geeven, als of zy hunne beloften
■niet en hielden : maar dat men over deeze zaak
iia het eindigen der wapenfchoriïïnge beter zouw
^^onnen handelen.
Doch als het beftand ten einde geloopen was,
die zeer godvruchtigePrins, eer dat deeze zaak
hervat wierd, uyt het tegenwoordige Jevennfiar
een beter gereift.
■ Als zich dan een nieuwe gelegendheit had op-
gedaan , en gemelde Aarts-biiTchop van Philip-
ï mee toeftemminge van dp Doorluchtigftp
!l·
" ' I
π!"
iiP
Ι^ί··.
a4§ Het Leven van
en van Ucregt: dat hy in de Stad Utregt, als in
de plaats van zijn verblijf, Biflchoppelijke regts-
plegingen verrigte : dat h.y uyt kragte der ge-
melde aangematigde hoedaanighcit ,Preiaatrqhap-
pen, Kanonniksdyen eoKerkelijIceampten, ook
uyt naame van den Koning van Spanje i vergaf:
cn Diergdpe fiefcöui&iff-i>unten mceiV öctoeiftc
in öe oniierfiaaubc 3flanttïa0t<; fiaa« ugtseö^uitt»
- ,.. . a? Ε ■ G Ε Ν
■ ingelèvérd door den Schout der Stadt Utregt, in
het jaar 163^.
kP het verzoek van den Hpog-edelen Heer
'Henricus Valkenaar, Heer van Valkenaar,
Dukkenborch, Lis, GieiTen, de Wenert, enz,
Schout der Stadt Utregt, als zijnde wegens zijti
arapt Eifchér, word Philippus Rovenius , teDe-
iventer geboren, door nny Staaten-bode , uyt
kragte van het Vonnis gegeven den 5* Oftober
Jó^p y gedaagt om in perfopn voor het achtbaar
Geregt der Stadt Utregt te verfchijnen op dings-
dag, dewelke zal vallen op den i5'OÖ:ober 163p,
voor de middag , de klok pegen uuren; pm al-
daar aan te höoren zodaanigen eifch en befluit,
al.s zijne Edelhejt zal goedvinden tegen hem in te
brengen en te neemen j uyt hoofde dat hy be-
ilaan heeft zich aan te matigen den tijtel van Aarts-^
UJfchop van Philippen en van het Stift van U-
iregt } en van PauiTelijken. Vikaris over Hol-
Jand, Zeiand , en over de andere Prpvincien vaa
het Vfreeni^de Nederland? cn v^n 'tgebied van
Qyef?
O!
Philippus RovenihS. ifgi
Pver-yflel: en daar by de Overigheden van dee»
ze Landen, en zonderling vandeezeStadUtregt,
te houden en te fchelden voor ketterfche , wc^
derfpannige en onwettige Overheden} devergee-
vinge van Prelaatfchappen , Kanonnisdyen ,' en
andere kerkelijke atnpten, dewelke door gemel-
de Overigheden gedaan zijn, voor nietig , on-
wettig en kragteloos te verkiaaren, en da^r-en'9
boven uyt kragte van zijne aangematigde hoer
daanigheit , die in haar zeiven nietig is , Pre-
laatfchappen , Kanonniksdyen en de Kerkelijke amfm
ten , in de Kerken alhier en elders, ook ter he-
noeminge van den Kening van Spanje , te begee-
ven ^ difpenfatien te verleenen , en andere Bif-
fchoppelijke regts-pleegingen iri deeze Stad, als in
de plaats vm zijn verblijft te verrigten : Alles
tot groot nadeel van den Sta^t deezer Landfchap-
pen , en tot verfn^aading van de hooge ppr
permagt : en daar by , met aanmatiginge ,
verbreekingé, en verftooringe van de hoogheit
en het regtsgebied des Vaderlands. Daar-en-bo-
Ven , om dat bevonden is dat hy te Romen , te
Keulen, en elders handelt en gemeenfchaphoudt
piet den Gezant van den Spaanfchen Koning,
tot voordeel van gemelden Koqing, en tot na-
deel van deezen St^at: en om mepr andere onder-
neemingen en ftraffchuldige feiteji; alles met be-
lioprlijke bekendmaakinge :
Afgelezen van het Hof van Utrcgt, tca
overftaan, volgens den eifch der reg-
ten , van den Oiider-fchout en van de
Schepenen: den f O£tober 1639.
Was getekent
li, v%n IiOE3VEL^
-ocr page 267-a4§ Het Leven van
en van Utregt: dat hy in de Stad Utregt, als in
de plaats van zijn verblijf, Biflchoppelijke regts-
plegingen verrigte : dat hy uyt kragte der ge-
melde aangematigde hoedaanigheit ,Prelaatrqhap-
pen , Kanonniksdyen en Kerkelijke ampten, ook
uyt naame van den Koning van Spanje vergaf:
en Dierseïgïte ßefcguibis-iiuntcn me«·/ betodiie
tn öe onöerfïaauöe 3ilanMa0te fïaait u^tfleöiuliti
Α Α Ν Κ L Α G τ
ψ .■·■ ■
. ii ε g ε ν
■ itigelèvérd door den Schout der Stadt Utregt, in
het jaar 165^·
kP het verzoek van den Hoog-edelen Heer
'Henricus Valkenaar, Heer van Valkenaar,
Dukkenborch, Lis, GieiTen, de Wenert, enz.
Schout der Stadt Utregt, als zijnde wegens zijn
arapt Eifchér, word Philippus Rovenius , teDe-
Iventer geboren, door my Staaten^ode , uyt
kragte van het Vonnis gegeven den 5" Oftober
163p , gedäagt om in peilbon voor het achtbaar
^ Geregt der Stadr Utregt te verfchijnen op dings-
dag, dewelke zal vallen op den 13· Oftober 163p,
voor de middag , de klok negen uuren; om al-
daar aan te hóoren zodaanigen eifch en beiluit,
als zijne Edelhejt zal goedvinden tegen hem in te
brengen en te neemen j uyt hoofde dat hy be-
ilaan heeft zich aan te matigen den tijtel van
hjjchop van Philippen en van het Stift van Ü"
iregt } en van PauiTelijken. Vikaris over Hol-
Jand, Zeiand, en over de andere Provinciën van
het Vfreeni^de Nederland, cn van't gebied van
pyef?
O!
Philippus RovenihS. ifgi
Over-yiTel: en daar by de Overigheden van dee»
Landen, en zonderling vandeezêStadUcregt,
ïe houden en te fchelden voor ketterfehe , we-
<^erfpannige en onwettige Overheden 5 devergee-
'Vinge van Prelaatfchappen , Kanonnisdyen , ea
andere kerkelijke ampten, dewelke door gemel-
de Overigheden gedaan zijn , voor nietig , on-
wettig en kragteloos te verklaaren, en daar-en·»
boven uyc kragte van zijne aangematigde Jjobt
daanigheit , die in haar zehen ni^g is , Pre-
^aatfchappen , Kanonnihdyen eri dé Kerkelijke arnpm
, in de Kerken alhier en elders ^ ook ter be-
te hezee-
^oeminge van den Koning van Spanje ,
Ven ^ difpenfatien te verleenen , en andere Bif-
fchoppelijke regts-pleegingen in deeze Stad y ah in
de plaats vßn zijn verblijf, te verrigten ; Alles
tot groot nadeel van den Staat deezer Landfchap-
Pen , en tot verfmaading van de höoge ppr
permagt : en daar by , met aanraatiginge ,
^erbreekingé, en verftooringe van de hoogheit
het regtsgebied des Vaderlands. Daar-en-bo-
^en, om dat bevonden is dat hy te Rornen , te
Keulen, en elders handelt en gemeenfchap houdt
P^et deri Gezant van den Spaanfchen Koning,
tot voordeel van gemelden Koping, en tot na-
deel van deezen St^at: en om mepr andere onder-
neemingen en ilraffchuldige feiteji; alles metbe-
iioprlijke bekendmaakinge :
Afgelezen van het Hof van Utrcgt, tca
overftaan, volgens den eifch der reg-
ten, van den Onder-fchout en van de
Schepenen; den f Oótober löjg.
Was getekent
in: ·
H.iti
- - c. ^
-ocr page 269-GEzien zijïide by het Geregt der Stad Utregc
de aanklagtè, by't 2;elveGeregt ingeleverd,
üyt naatiié en van wegen Henrikus Valke-
naar, Heer van Valk^naar enz. Schout van dec-
ÄC Stad; Üt'règt y en uyt hööfde van zijn arnpt.
EiiTcherï tegens Philippus Rövenius, te Deven-
ter gébóöïèn: γ die döbr' eèn' pkltkat gedagvaart
zijnde achter blijft : . en daar by gezien de inda-
gingen, bekendmakingen y ^aarmaakingen, als
ook de ftukken eri bewijzen , door den Heer Ei"
fcher ingeleverd , waar uyc blijkt dat de Gedaag-
de en achterblijvende op het einde van het jaar
xözi, na het eindigen van het twaalf-jaarig be-
ftand , daar hy^ën zoo genoemd geeftelijk perfoon
was, tegens de plakkaateri heitrlelijk, zonder ver-
lof-brief ï en zonder > zijnen· naam of hoedaanig-
heit aangegeven'te hebben,' in dèeze qüartic'
ren, en zonderling binnen déeze Stad Utfégt is
gejiomen, en zich aldaar ^enigen tijd heeft op-
gehouden :. en getracht heeft,zich van een be-
^uaame woonplaats te yoórziénV ^^^blif
alhier te houden ^ jtot nadeei .van decze Landen :
Dat dezelve "zicÏ den tijtèf en den naam heeft
zzugemzügt V^a 4arts - bißhop "va» Philippen en
van Utre^t , en van Pauffelijken Vikaris over
Holland , beland , en Óè andere Vereenigde
- Provin-
ir.' Van den Raad van ütregt uytgefprokcn op
-io ; V den IO Maart 164,0.
I'fovincien j eh in die hoedaanigheit yerfcheide·
ßiflchoppelijke regtsplegingen heeft vcrrigt en
in 'c werk gefielt : dat hyin dezelve voorgewen·^
hoedaanigheit veele en verfcheide Prelaatfchap-
pen, Kanonniksdyen j en andere Kerkelijke amp-c
ten , zoo in de Kerken hier äls elders , ook ter
benoeminge van den Koning van Spanje , en vam
de Aarts-hartogen van Ooltenrijk j als ten dien
tijde Princen van 't Nederland , heeft vergeven j
en dat hy de bexitters der gemeldfe kerk-amptent
Voor onwettige en onregtvaardige bezitters , èa
de vergeevers van die ampten voor ketterfche,
Wederfpannige en onwettige Overigheden hééft
uytgemaakt. '
Dat dezelve in de jaaren ΐ(ίη. en löz;, be-
nevens Jacob Bool^ èén Utregtenaar, en meer
andere van hunne medeftanderste Romen mee
kennifle van hunne raads-luiden, en uyc laft vati
de Roomfche Paapeh der gemelde Nederlanden i
roet den Paus en de Kardinaalen , over zijne ge-
^vaande Overigheit in het Vereenigde Nederland
tegens de Jefuyten cn andere Kloofter - paapen
'leeft gehandelt en gewoelt : en in deeze onder-
bandelinge zich bedient heeft van de voorfpraak
en van het gezag van den Koning van Spanje, en
vahdejnfante, cn van hunner beider. Gefantenj en
duidelijk verklaart heeft dat gemelde voorfpraak
ftrekte tot voordeel van gemelden Koning en In-
fante , tot dewelke de Papiften van het Veree-
nigde Nederland ten hoogfte genegen waren j en
dat hy dezelve (Papiften) naar zijn uyterfte ver-
bogen in de gehoorzaamheit (tot gemelden K6-.
"ing en Infante) zouw trachten te ftijven; maar
beducht was dat hunne gemoederen van dezelven
houden vervreemden , ten waar dat hy, in zijne
gewaande Overigheit door dc voorfpraalc en het
geza^
-ocr page 271-HeΤ L Ε VE Ν ν Α Ν
gezag van gèmelden Koning en Infante gehand-
haaft wierd. Dat dezelve met zijne tnedeftan-
ders , tot uytvoeringe van gemelde onderhandc'-
Iktge , dc menfchen in deeze landen geld heeft
afgeperft dat hy , alhoewel dat hy na de vero-
vering vap de ftad Grol ,, volgens het verdrag
dienaanpande gefloten , als een vyand van het
Vereenigde Nederland , gehouden was binnen
den tijd van twee maanden van daar te vertrek-
ken·, des niet tegenftaande niet alleenlijk aldaar
ia't heimelijk is gebleven, of ten minftè dikwils
daar weder is gekomen , en zulks zonder eenig
pafpoort of verlof: maar ook zijn verblijf alhier
te Utregt heeft gehadj cn die ftad voor zijne Λνοοη-
plaats heeft gehouden.
Dat hy aldaar en elders Paapfche by-geloovig-
heden heeft geoeiFent , en daar by veele cn ver-
fcheide vyandlijke feiten op nieuw heeft bedre-
ven , zich gedraagende als BiiTchop van Philip-
pen en van Utregt i en alsPauiTelijkeVikarisover
Holland , Zeiand en de andere Vereenigde Pro-
vinciën}-verfcheide BiiTchoppelijke regtsplegin-
gen in die gewaande hoedaanigheit verrigtende,
veele en verfcheide Kanonniksdyen en andei-e
Kerk-ampten j zoo inde Kerken alhier als elders,
vergceyende ^: in dezelve gewaande hoedaanig-
heit voor zijnen algemeenen 'Vikaris hier te Ü-
tregt gebruikende Johannes Wachtelaar , burger
van deeze ilad en Kanonnik van de Mary-kerke :
daar by een algemeen Vikariaat, en daar by een ge-
Hieene fchatkift alhier opregtende: en zich zelvcn
als AartsbiiTchop, of zijnen voornoemden Vika-
ris, j tot beftierder van die fchat-
kift aanftellende.
Dat dezelve in deeze landen geldgaderingen
ι·
Iii
heeft:
'L·
-ocr page 272-PöILIPPtJS ROVËNI%S.
hÊeft iaaten dóén^ en de ingezamelde penningen
"aar zijn goeddunken heeft beiteedt: daarby,dachy
een groot geral van kerkelijke Bezoekers, Paapen,
aiidere z.o genoemde Kerkelijke perfoónen heeft
gemaakt , en noch meer andere Vikarianten en
gcnootfchappen in deeze landen heeft opgeregt s
Aartspriefters heeft aangeftelt , de fteden in Pa-
rochiën heeft verdeelt, en aan de Parochiën by-
xondere zoo genoemde Kerkelijke Harders heeft
toegeweezen , en by dezelven mede-helpers heeft
gevoegt: daarenboven, dat hy difpenfatien in hu-
v.'elijkfche zaaken heeft gegeven j en de huwe-
lijken , dewelke anders aangegaan waren als hy
bevolen had ^ onwettig heeft verklaart. En na-
dien alle de voornoemde dingen zeer groote cn
zwaare misdaaden zijntegens dc hoogheit, Gods-
dienft, Λvettige regeering, en zoo dier gekogte
vryheit van deeze landen , en van een zeer fcha·'
delijk gevolg en quaad voorbeeld zijn ; en ver^
volgens in een Republijk , daar de geregtigheit
en goede regeering bloejen, niet ongellraft moe-
ten blijven : Daarom is het dat het voornoemde
Geregt , regt doende , den gedaagden en weg-
biijvenden heeft verileeken , en uyt kragte dee-
zes verfteekt, van alle uytvluchten vanwraakin*
gc, uytftellinge , en voorgewende verzuimenii-
fe , en van alle verweeringen eft verdedigingen,
die hy eenigerwijze had kennen inbrengen : en.
gebiedt hem zijn leven lang in ballingfchap te
leevcn buiten het Vereenigd Nederland j zoo dac
hy daar noit zal mogen wederkeerenj en dat op
^odaanige ftrafFe als de vyanden van deezcn ftaat
Verdienen. Verders verklaart het zelve Ge-
'"egt alle zijne goederen verbeurd j behoudens dat
de onkoften van het regts-geding , volgens dc
fcbat·
É
α/ο HetLeven van
fchatting van het ^elve geregt, daar uyt betaalt
zullen worden., .
' Gedaan en uytgefproken te Utregt,
den lo. Maart 1640,
-was getekend y
PIETER BOR.
toa^ jia^ tc bore öoo^ ^cgout cn ΰεφ
jeïfl öicnacen schjcefï ten öuise ijan fcn
sobgiijenfïiifc en gaog-eöeïe ♦ ntaai;
i»etoi)ï ïjp 5ic|| onbfc een bwutoen taööect öaï»
berfcl^olen / toa^ ij^ Ijumie öanöen döu^ ont^
liomen«
©aai; oj> ban boo? öïtrjii ugt get E^et'·
cenigbe ^cöerlanö ge&anuen j en geeft aïbu#
met ben Uijjofïeï paulns/ böigen^ ^gn&^oeber^
lJoo?3Wi3/ noit geen bafïe^ee 0e5ab; maac
geeft sebuuciö gertoaact^ en bertoaact^ moeten
3tt)ecben om be Uecftcooibe begapen te betga^
beeen:
^e geöannen ^^eïaat / nn nergen^ beiïiff
3qnbe / geeft geen eene jpïaat^ ban 3t)tt fierite^
lp geöieb öetreeben/ toaac bat ö» ai 0e3too?^
ben en gebooït mag geöBen / of gg geeft
ober aï teltenen ban een geiligen / onöebleßten
cn onöenfjjeUjften ommegang nageïaaten,
^n toat pïaat3e bat gg 3icg mögt fiebinben/
geefï gp noit ben bienfï ban eenigen bienaac
gefirnißt om 5icg te fileeben ofte ontitïeeben.
3fn aïïe be }>ïaat3en baac beitoefbe ioaé
gg getoenb beefegeibe maaien te jp^eeiien : g?
jp^eefite boo^gaanl op alle 30»- Öfilig-bagen/
ia Seïf op be öfïaat-bagen/ booj be gni# genoom
ten
i
Geen vaflic
ftee heb-
bcndc.maar
hcrwjarts
en der-
■waarti om-
ïvcrvcnde,
heeft hy o·
veral blij-
Iccn van
»ijne vroo-
miVheit,
•icdrigheitj
£cgeven,
Seduurig
nst Godde-
lijkeWoord
frcckecdc,
ρ η i l i ρ ^ w s Rio ¥ jus.
ima^ ί>ρ f ϊίΐ0: en öp nam/obei'ai isi cnhetzdre
8fle0enööeit toaar / om irt becftefen gn gobïie·'
iijfté in 00 Meten bee «adoatógen te jiieiiten/
mcngenöe en èefpjoeienbe 3ίίη peggen met obei?^ om de aan-
Wocbige traanen: toant noit gee^ go booc öet
boift 3ep?eeftt 3onber ttraanen te flojten: en bat S^bèéu
btfttoii^ in oiierfaioeb / bat alie be ora^ te bewee-
tcanöcré gunne tcaanen met be 3ijne mengben. gen.
Öab ooft isoo^ fp,aeeïitooo?b: Ut moveas
alios, primüm movearis oportet: Wilt gy een
ander beweegen, dient gy allereerft bewogen te
f-ijn. o^oft éét menigmaal gefcgiebt bat βρ
inet ben (Sobbeitjßen bienfï aan ben <©nter öe^
5i3 5ijiiöe / afó ijem onöcr get ïcesen ban j^et
ïf. oêtiangeïie ecnige öetoeejïiiiie tooo^ben boo^^
quamen/ 5obaani0 in sijn pit fcoietb setroffen/
batl^cm be traancn ten oogen ugtöo^lïen; fom-
toijlen met jnïite een fietoeeginge / bat niét
ïtonbe ijoo^tiecsen / en eenigen tgb moeji ηι^ -
fïcn.
een^ / onbee be opgefinge ban be
i|ofiie / gezien geioeefï omfcöeenen met
ÏUaaeölinftenbeficaaïen/jonlo/ inbien get noobig
Uiaai·/ booi geioofioaarbige gctnigeniflTe / met
aanioy3in0e ban ben perfoon bte gesien Ijce^/
en ban be jiiaatje baai* ftet gefeïjiebt i^/ betoe^^
5cn Itolmen bjo^ben. <ί2η men geeft jieg be^
niet tebertoonberen j bjant/ baacöpmet<0obt
in 5tjne gebeben 300 gemeenjaam omging/ fean
ïjem 3ηίδ^ ïigtelp becgunt3i)ngebjeefi. <^noiJ
bjat tijbcn bat ooft fcgielp in 3iine ftamec
toieeb ben?afi / of onbooi5ien| betcapt / Set
gemifï / aï^ gp niet öe5ig toa^ met iet^
9oeb^ te Iee3en ofte fcgigben/ of men boni»
Ö^m aïtiib met een rosengoebje in be ganb al
ftitibenbe boo? be ftaiw^' toanbeïcn/ ofmetge^
ßoge
-ocr page 275-He τ Leven ναν
603c fenfen tn geiJoutoc ganiiett <0oÖt hoo}««
Srucifiic aanöiiiiicn. φοβ ^eeft δ^ίί^
iien / ai^ U ^rf ^mf ioa^ / tneefi altp ^^
fentie Qtlt^etii 5|et oofe aïeem3em3cn
ßeuct öat ÖP δριια ganfc&e «achten hoo? Öet
§ui#-aïtaaii / 't toelßc ijg in öe tooebe ίι^κ öei;^
iroï0ingert geö^tiiftte / piat tec aai-öe ijeeffe
0011 öiiÄfeit; ïjaïi öe sefajoonte / ai^ ö^
j^cfpec^ ea l^ompïctcn na baïïen ban öen
abonö öaö 0eïe5en/ ban eenige Sof-^angen ößi
H^aagö Mana, efgen^ boo? een ban gaare
fieeïöen/ fïiïietjèi^ ög 5tci| ^eïben ên geinieïp te
5in0en: 't toefèe'syne ïiui^'^enooten 5eeritiii&tt#
gegoo^t öeöfen.
ICiiin? bjifi be man fn 't ntibben ban
aï 5iinen aüöeib en öe^isfj^ben/ nocö tijb te bin^
ben boo? aïïe bie jobb^ucijtiise en en menigbup
bi0e fainenfjiiaalten met<i5obt / enmetbejito/
öec Maria, g^at meec / i)eeft n^c^
0ei)eeïe öoeften/ tof 0jootbooiöeelbec0obbiiicil)^
ti0e jieïen/ gefcgieben : ioaat toe ÖP bc af5ou^
benngban aiiget toereibfcö geiooel / en be een^
5aamï|eit bie be aangneefefiec ber genieïfcili^
öefcöoutoingen i^/ geeft gcftojen. <©it
nam boo^tamentiijß toaaK/ aié ïj^ 5icö öoo;
een toijie aan get getooel bec bagéïpfcöe Öe^iS^
ï)êben onttreititenbe / 3i|nen 0eefi in be Ibbpi^
ban ©ooifi / en fomtoöii ooit eiber^ / naat; ört
booi&eelb ban Rachel 0in0 ngtfpannen/ om i>e
on0efcrjape ftgoongett in een 0einifie fiiUi0öeit
te aanfcöonbjen, 2^00^ bit gemeifcg
ßenbe/ geeft gp boo^ eerfi get Wierooks-vac
der gebeden boo^ ben ba0 geö^agt.
Φοϊί Seeft go met 3ijne 0obb?uegti0e m toeï^
fjj^eeïtenbe pnne öefeg^eben / en ten bienfie bet;
fcolseube eeutoen in be SCatijnfege taaïe upt^
0eebe»
ï
π
Heeft zij-
nen ledigen
tijdtbc-
ftccdt met
fchrijven.
Philippus RovenihS. ifgi
öceben een Onden-egring in de ChriftelijkeGod-
vruchtigheit, öefiaanbe in Wer öoeßen/ öeiueïi
fee/ met öe eise ganö öe^ ^^gber^ tjecmeer*
öecb / öetoaait too^iren in be
ban öen 3|eec Hugo van HeufTen. «i^enigen tp
baac na / aï^ ^tjnöe afle^ boo? aïlen getoci?^
ben / öeeft in t Satgn «gtgeseeben ecu
ät^erii van de Chriftelijke Republijk , Öeg^eejpea
in tbjeeßoelten/ en taonöerip bjeï paffenbe op
aiie fooien ban nienftö^n. Sft beöoef niet te
nieiöen toat een 0^ooten bienfl bat öp aan f^tt
Ci|^i)tcnbom en aan alle öe <i5eefielp§eit ïjeeft
gebsan/ al^ ïj^ op get berjoeii berï|eerenliaci
binaaien een Traktaat van de zendingen tot voort-
plantinge des Geioofs tt ïïomen in 't jaai? i6zz
Öeeft sefcöjeben.
Cegen bit bjei'Bje/ seïp gct iotban beeïe an^
beren i^ gefajeefi / ijabben 3gne bengber^ g^t een
fn ï)et anbtr te 5cpen; tot 300 berre bat 3e
set selbe aan be biecfcijaar beeiSoomrcöe Inqui-
sitie, om aibaae beroojbeeit te bjo.iben/ gebben
aaugeö^agt.
Camiiius Carrar, Seeraar in be <0ob§eit en
in beibe be ïSegtcn/ en baar bgüeurmeefleebec
Joeben te tóórnen / Deeft be berbebiging ban
get toerbje tce öanb gebat: toeïbe berbebiging
geboegt fïaat achter ben ttoeeben b^uft / betoei:i
m te ^ar^.ä bgi TouiFain du Bray , ίη 't jaac
1J^ Ugtgebomen. ^ïbaar geeft be gemeï-
«e ïteur-nieefiee f)tt boïgenbe bonni^ obec get
^Oo^noembe (Crabtaatje : Gedrongen zijnde oai
orders die my gegeven Avaren te volbrengen,
ik dit boekje met de uyterfte aandachtigheit
eenmaal , en andermaal , en derdemaal doorle-
: en heb daar niet een enkeld woord in ge-
ΙΙΓ. Deel, ^ vonden,
OncJer tic
zeiven
munt uyt
zijn TrakJ
taat van de
zendingen
enz.'t welk
door zijne
Bcntjders
by de Xn-
quifitie i»
aange-
klaagt.
Carnillus
CxCiT,
Keur-mcc-
fter der
Boeken te
Romen,
vat de ver-
dedig
van het
Werkje ter
hand.
274 Het L Β V È Ν VAN
■n
vonden , waar over het een ih-af-vonnis zou vef-
nen.
Jlgi ojt be o^bfr^ ban ïrcu liarbmaaï B^r-
i?anrii, ttciB^Iiic ito^t öaar na getoOi^
öca onöec öen naam ban Urbanus Viii. inant
toii^ iioo^ öc^^dfä gms nagc3icn gciocefi
m- öat «» 'tjmt 1024./ inierEi
iigtßcsctren.
Het zelve ^[ft ijinöe ö^t Js^ïö^ ai^ecftje mrt.be boigcnöe
Werkje is iaoojbeu gcjijescn/ iii 3eïtrc Änfcg gefc^jift/
zeer gcpre- Jj^jj tjjteJ Jj^^n Byzonder Antwoord op
het Berigt van Mijnheer den BiiTchop van Lan-
gres, in ijct xö Ifaofii-ïteel.
Het Traktaat van de zendingen is befchrcc-
Enis ooic' ven door den Aarts-biflchop van Philippen , en
opgedraa- te Romen door de vergadering der Kardinaa-
len goedgekcurt : in het zelve word met groo-
hcKvao " tc eerbiedighcit van de gemelde VcrgaderingC
Vrankrijfc. en vari den Paus gefprookcn : dit Traktaat-
je heeft de Abt van S. Cyran in 't jaar 1625- re
JParijs iaaten drukken, en heeft bet opgedraagen
aan de Geeftelijkheit van Vrankrijk : Naderhand
heeft hy het ook overgezet in de Franfehc taal ,
en aan Mijnheer de Sponde Bifichop van Pa-
miers doen opdraagen; en heeft ^er Iaaten by druk-
ken de Verdccdiging van het zelve werkje doof
een Leeraar in de Godheid e en Pailoor te Romen,
dewelke noit gedrukt was geweeft, enz.
Bau iiiC5en nteutoen en benticecber&en ö^uft
geeft öe teiuetenRovenius,
toag geniaaiit «1 een b^ief / bentoeiße« gg ben
a^epiemöei' i6zf aan ben licentiaat Sixtius,
of Öö ïrtó aftoesen aan ben ^cv Kracht,
J^afioo?
Ν
^ 4
•fi
e Te wceten den bovcn^emclJen Camillus Cscfar, Raails-
fieer van de Vergsderbge ëer KarJiii-iaku .... I'aftoor tc Rf^'
incn enz.
-ocr page 278-Philippüs Rovenίus*
#afïoo? te ICntfietitam/ ugt ÄcnseeiS^eft ist^
Ons boekje van de Zendingen is deeZe zomer
te Paris in Vrankrijk gedrukt met de verdedi-
ging van Cafar'Camiïlus ^ Leeraär in de Godheit,
en Keur-meefter der Boeken te Romen. Daar is
by gedrukt een goedkeuring van de hooge School
Van Parijs jbencffens's Konings Privilegie. Voor
aan ftaai: een opdragt aan de Biflchoppen te Pa-
rijs vergaderd; ii?'de welke te kennen word ge-
geven dat die Boekje uyt Italië in Vrankrijk is
gebragr, als de Kardinaal ^izr^ffn"»« daar aan quam.
Ik heb
een afdrukzel van't zielvevan Bruflel ont-
vangen door M\]n\\ccY Calenus ^ enz.
3iit fjjjeeit nu niet ban éen sjöot geteï öan
5ijne ^jiebcn/ iretoeïite becbuit 5ijn met vanRov".
merg öer ^emeifcge hjg.éj^eit; nocö ban^gnean? nim.
bcre gefcfiiften : onöei· öetoeïfte geensm^ öe
laatfie piaat^ berbienen 5iine f Befluiten om^
ί^ί'εηϋ het Geloof, de Sakramenten en de Gebo-
den der Kerke, bfiötïiie in öeboo^noettibe
«ei'ije ban ben ï|eeii van Heuffe bctoaact i^ap
Jen. i^oegt pr nocl) B^ öe s <i5eti)iien ban öe
f eiligen ban get tltregtfcïie leact^bi^om / en
ban beonberfjoowgeSSigbonnnctt; öebjeil^cöoojt
fiem/ of ten niiniïe op 3gnen naam / 5ijn «ot^
gegeben. .
©art Ijet biaar te toenfcSen bat be onbe fïuït-
«en baar be ieben^ bei gemeïbe i^eiligen ng^tge--
''ómen ^ijn / en bie boo^ öe b^obbeïgnafi ban ben
Sehjaanbcn Marcellinus 30α ïeeïp 3iingeöaöent
fï beröafïert/ öoo? een nanbji$e«riger oo^beel^
«unbe ge3ift toaren geiaeeft.
ie
F Ktfolutiöntt circa Pidem ,
i Ojßcia Sanitgmm, &e.
ij ·
■ r;
; I
: I
276 Het Leve nva ν
geeft ten mitiiten ö^ie SJei-igten/ Öoegop
betfcöei&e tijöen/ aan get tofbanïSomcnobec^
seïebcrt. S" Ö^t eerfïe / 't toeïite aï mix
en aï in't jaar ( öiiaanöentomfcöen^toeï
toieri» öeöanöiat/ geeft öe boïgehöe ^amt^
«ifffen aan öe Hapitteï^ ban öteeje Eaniren : in
Holland en de Vercenigde Nederlanden zijn be*
halven hec Kapittel van het Aarts-ftift van U-
tregt, geduurende den geheelen tijd der beroer-
ten , noch twee andere Kapittels van Kerken in
wezen gebleven, en zijn tegenwoordig noch in
wezen : te weecen daE van Haarlem en van De-
venter.
in ö^t öedgt ban get jaai ι<ί43
j^g be boïgenbe getuiseni^ aan i|et ïSajiitteï ban
%aacïem : Hoewel dat alle kerkelijke Prouven
en Prebenden der Haarlemfche Kerke door de
On-katolijken zijn aangeflagen , en dat alle de
kerkelijke goederen verkogt zijn ; zoo is noch-
tans het Katedraale Kapittel tot noch toe initand
gebleven , en heeft noch tegenwoordig zijnen
Prooft, Deken, en Kanonniken dewelke tot de
vereifchte eertrappen in de Academie gevordert
zijn. Over weinige weeken hebben wy een nieu-
wen Deken doen verkiezen in de plaats van den
onlangs overledenen: en hoewel dat de Kanonnik-
ken tegenwoordig geene inkomften trekken »
200 arbeiden zy nochtans in het Bisdom onder
den Pauflèlijken Vikaris : en zy bekleeden meeft
altemaal het ampt van Paftoon
g^aar-en-Boben ö^eft Rovenius beef^Ö^ö« en
ü^oote öiieben ngt Jiomen sefcSi^ben aan Vor-
dcnus, f ?oofi te a^lbenjeeï: öe <!5eefie^
ïnftö^t ooft nienise en jeec sebjigtige SS^iebe«
aan öein/ aï^ te ïïamen toa#/ ^eeft gejon^
ben: ban öefajeiite iog ποφ bJCi een goeö öe«
mogten in t ïigt ©eeben. Jl^ß
philipx^us rovenius. 277
geöDen 00Ï5 on&er on^ öemficn mt regio
fïer ban ö^wm alïe^ öat Rovenius ^ceft berrist?
ioeïR cc0ifïcc öe opietteiiire ^^dkt fcpecgaufcg
tn 0c!jeeï met eigen öanöen fjeeft gef^etien, .
nii bier-en-5^tjenii0 jaaren ouö toa^ Tet tuW.
Setoiöen / en m nor^ eben itïoeïi toa^/ fecft van
Öeeft ÖF in 't jaac 1649 / inïïe»ijebatta^aö||i zii"
ög ^μφϊ/ ijtt bïjfrigfie jaai- ban sgn f ^iefïeci
fcDajj gebiert / en öe guïöe / 500 ai^ 5c
Senoeittt toojis/ sebaan. Philippus ban ^eben^
ter/ ^^iefïcir m ϊίαιωιηιίίί te <©ïiïen5eeï / geeft
bie geiegenögcit ee« ^oi-atiaaiifcS Äiersans
op öe bei'boiginseii tan öcu gobb^ucgtisen
iaat geraaaïtt / en ö«« een geefteïp lof-öicöt
tcegesongen,
<ί^οϊί geeft get Hoïfegie öcr ^efu^te« tc lal
m Ißt 5fiffïe jaar 1649 aan onsen g^^eïaat / ai^
Öet 3ii&ei-feefï ban jrjn bij^tg-jaarig ^m^
icerfföaii te tai faieröe / bgftig sinneöeeïiren/
boo^ le&er jaai' em / tot een teien ban pnne
goeïibjiïüge onïteritanigöett opgeb.jaagen. ^ttf
5e sinnebeeïiien toaren aiteniaai genomen ngt öe
Sinfp^eufe ban 50η toapen : Cruceetma-
jjati^/ DOOR HET KRUYS EN MET
β Ε hand: «i bjaren jeer feeurïij^ in een gioot
folio geöonben en bergnfö. 5eiföe boefe/
aï^ 5gnbe aan mg bereect getoeefï/ öefioo.Jt mg
%eniooo,jiïfg toe«
onöa· öee5e en meer an&ere geïuiiioen;i
fingen ge5eittoierö/ öatöetiet 5eï&5aam^üja^
"at lya öe «éoööeiijfte <©fferanïie 300 menig jaac
^i» 500 bifttoil^ Öai» opgeb^aagen / gaf ÖP tot
^ntbjOO^b: Hec is waar, ik heb het al veele jaa-
J"eη gedaan : dan hec waar te wenfchen daC ik
^^^ maar twee jaaren wel en behoorlijk gedaan
3
φ
ii
-ocr page 281-278 HEX LEVEN VAN
φ sm ODtmoebigß i^^eïaat/ «w^^t
ßifcöaaraö öoo^ gooöaanig tm anti»oo?ö.
öien öit op ^out pafi/ 90ε ^al'^ttmtt
öe öoji'e ïjoutcn gaan 5 ^let* alïecn Blgöt öui&e;^
ïp ugt Ööc iiei%ip öat öc onöebïeltte
raitbe aan ïjet geittg Sïïtaac öeöt oji5eii?aa0«t /
^n iiüt öat 3fi 00 onöecïioubmg ban öe bolgenöe
ïeffe ugit öeöo^fïfiibanJefusijab 30500«!; Leert
van my dat ik zagtraoedig en ootmoedigvan har-
te ben.
öÉen tp af mjj biltoii^ met öcn
ÖCn Simeon : Heere , nu laat gy uwen Dienaar
naar uw woord in vrecde gaan. OOft
iiimü^ metbe ïceroariierÉoiitcren: Ik wenfch
ontbonden te worden en met Chrifius te zijn. Want
wat heb in den Hemel te wachten, en"wat heb
ik op de aarde begeert, als u alleen? Ik begeer
u, ik zoek u, ik verlang naar u. «J^Obt ïjecffe
niet aïieen fjet 5urï)ten cu Ijct emfiig cii
fa«bbaf|i0 öiböea ban 3ίίίί«ι onberbaanigen bie^
naacbtröoo^t: maar geefï ijßi« / tot een ajoo^
tei· 0unfi / ben ttjb ban jiine boob öeïtenb 0^^
iiiaaßt; te bjeeten / bat gg n^t bit tranenbaï
^oubj fcgeiben in ben jeïffïen oubei'bom aié Au-
guftinus toaé gefïo^ben^ geeft gu in 't jaac
1649 / in be jEaanb ^obemöei; öinnen öet oïi^
taaf ban ^iiecj^eiijgen / aï^ 0eba^eni^
ijieïb ban ^ijne SCait^-fiifTcïjopijeiijite toijbin0e/i
in een openöaare ^^ebifiaatsie 0e3eit: Gy zult
mijne tegenwoordigheit niet langer als een jaaf
of twee genieten. ,
Φλ 500 öet ooit geBeuct; ioantal^ bieöef^
ti0e <Dienaat? öe^ ^eecennac0t-en-3ebenti0 jaa^
Ken onb toa^/ ^teft ög in rjet iaac 105-t ojj bert
ietfïen <®fto&et / onöen fïiji / Sijne 5iel in
j^töb litreöt aan ^i'Öefjpfc
üeflf
Hf wen feh-
le ontbon-
den te wor-
de«.
En, 200
als ίιείΏ
■yeropei-f-
baart was,
cnhy ineen
predicaat-
zie had
voorzeil,
ishyte U-
tregt het-
iigOjko-
ycrledcn.
'1
-ocr page 282-Philippus Rgvenius, s/p
tioi. 3[n 5!jne jicittc ^epft ccit jonbedtnoe btv^
iäiiiöigöeit «i on&c5toceite 00&t!jiic9ti0öeit upt^
gcfcijcfniii» Ijeeft Ijaii tijb tot tiß ten tüP
öc toc / uiet öe oogru m ïjaiiöen ^emeitoaact:
opgcïjetïcn/ «aai- ï)et öDOi&eeiö baii öen Au-
guitinus öe fibeii 23act-pfaimeii gdesen»
tot trttca ban gjooter öoetbaariiägljcit fictft ÖS"
biic uiireu bco2 syne booö ΐφί ^n ïseö&e gdicp
en op ise aacbc ioiiica gdeit ujDiöcn/ om jijnett
geeft a baar ie geelifii} tot eeiï gjoote bei'öaafïi^
l)eit bau öe oniiianberjS/ bciudfee be baobban ïjm^
neu liei'it-üoogö met jtlte en iöittere tmauen Kje-
laceiiöeiK ^ijn iicfjaain te ïltrest geóneïpy
0Π1 be bobeugenieiöe berboiglugen / ttv aarbe bti'
fidt in ïjet ö^is ban ecu ï^oóg-ebde en 5eej;
30b;i-bient£i5e lï^aagb / öetodiie een anbeiT p«-
iientian·.! CU Fraxcdes mag geuocmt hjDjben / en
ïjeni met een ebeiraoebige miïbaaöigïieit ïjui.^e-
iïing ^ab gegeeben; en oitoaar ï|)? be lefïe b^f of
jaaren nieeft aitijlï Ijab gefcijoien.
^ebeu jaaren na sijne Beg?a^eni^ 5ijn gjaf
gcopeut/ en 3ijn iicljaamsaaf en ongefefionben
geboiiben getoeett, ,
ODaai' ijeöt ban aiä in een ito^tefcget^ibat
boo,? een man bat Rovcnius getoeefi. ï}^
nocö jong ban jaaren toa.ö / iiet niet ftinber^
ïpa' in 3ijn geb.jag öiijaen. iö getöeefi een
treffeip eieraab bcr aobenfci^e ^e^offe een
onbebïeïste fpiegeï buo,? be jé^jiefter^/ een booj^
ßeeib ban gobë bienfiig^eit boo^ be ïtanonnift^i
ïien/ be ïuifter ber S3itTdjoppen/ be befc^mner
5han Ijet JDabcdanb / be tjamer ber Φη-ΜίοΙψ
ïien/ einbeip ff" ff Dooi Sjan aiie bengben/ een
Wan/ nocö boo^ ben cuberboni berteerb/ nocS)
ÖOO^ be booö öefcöööigb. De regtvaardige zal
Ηκτ Leven van
in eeuwige gedagteniiTe zijn: hy zal geen quaa-
de opfpraak te vreezen hebben.
gijn naam 5aï tnm u^tecuiu inBeitïp«i/
öm bat be nafiomelingen in be jncgt tot ben
<©ob^-bieufi öeeft bao^gelicöt: bat Qg Öet mi^
(bet;<0eloobi0en) ö^eft bermecnigbuïbigt / e»
bat 8ρ be öïgfeöai» ^ttft hermeerbert.
Valerius Andreas geeft Ijem met be üoïjenbe
töooiben in jgne .j^eberianbfcge 25oeit3aaI ge-
{l^esen: Philippus Rovenius, te Deventer gebo-
ren, Aarts-biÓchop van Philippen , en Paufle-
lijke Vikaris over Holland en de nabuurige Lan-
den : een man van een uytfteekende deugd en
Zonderlinge gcleerdheit , dewelke met grooten
yver in den Wijngaard des Heere, en in het
ampt dat hem aanbevolen was , heeft gearbeidt.
ïDaac ojp geeft gg een ïijfï öan jijne ^φφ
ten.
3[tt öet fierigt ban be ^ijnanbfciie lierß fiaat
getboïgenbe bänRovenius gemeibt: Hv is in 'c
jaar 1614, op de verkiezing van de Gëeftelijk-
heit, en op de benoeming van gemelde Aarts-
hartogen , door Paulus V. aangeftelt tot PauiTe-
lijken Vikaris: en is ook naderhand, te weeten
in 't jaar Aarts-biiTchop van Philippen ge-
wijdt. Hy was voor deezen Hoog leeraar der
Godkunde , en Prefident van het Hollandfche
Queek-fchool te Keulen geweeft. Hy was te
Deventer geboren ; en is ook Deken te Olden-
zeel geweeft. Hy heeft ook een grooten lof be-
haalt by de genen die buiten de Kerk zijn : en
eenige Ön-katolijken, die anders op hem gebee-
ten waren, hebben hem groote lof-getuigeniflen
gegeven. Voor al heeft Hugo de Groot, in zijn
Boek van de Belegeringe van Grol', onzen Ro·
vmus die onder de Belegerden was hemel
hoog
-ocr page 284-Philippus Rovenius. 2S1
hoog geprezen. Hy was een zonderling voor-
beeld van godvruchtigheit, foberheit, ootmoe-
digheit, en nedrigheit; en hy fliehte een ieder
doorzijn deugdzaam lev:n, enz.
VAN
PHILIPPUS ROVENIUS,
Omtrent het Ritueel en den Cate-
chifmus.
Philippus door de genade van Godc en van
den Apoftoliilchen Stoel, Aarts-biiTchop
van Philippen , en Pauilelijke Vikaris in
de Nederlanden; aan de Eerw. en in Chri-
ftus beminde Paftoors en Priefters, zoo
Wereldfche als Reguliere, dewelke in de
gemelde Pro vinden arbeiden, zaligheitin
den Heere.
Wg Öeööen irißiuil^ en ernfïrip geiocnfcgt
Dat toe aïtemaaï/ öetodfte eeiien <i5oöt m
ecne Itatoïtjïte ïieciie biencn / niet aïïeen
3o&aani0csemeenfcgap o»öec maïitanèeeraogten
Jte&öen/ bat toe onse 0c&eiren en öanß3e00ini
sen ijoïsen^ een en get scïffïe fbiniuiiec aan
^oirt opM^sen j en öe iieiiige offeïan&en οψ
offerben lioïgen^ get geö^nift bee öoomfeöeïiieri
ïte/ betoeïfte be jfeoebec en be ^^eefiereffe öan
aUe ItecEten t^: tnaav ooft bat toe be geöeben/
t^^emonien en pïegtigö^öen bec ^eïije ^^erße in
öebienmfle ban aïle be<^aitramenten geö^utfei
3©önt öet ftan anber^ naup^ gefc^iei
β r iim
Hét Leven van
öen / aftaav woft aiieng^ßcn^ oj» ijeifcödöc
plaatsen ecu 0joote inectoaiTing omtrent öcii
«©oöbdjjiteu öic«fï / «I tm onfiunbc omti-ent
U ccfcnionicu cn gcö^uilien öic Iterfte iiifTiiPi
jjcn ; toannca· öe geen ^efeci· boo^^
fcpft Öffiöcnöe / niaar jïc Sacramenten boi^
gen^ ijerfe^eiöe ï^itneeien &ebienenbc / gun anipt
op een onöetaamdpe iuijse / niet jonbei-ö^oo^
te ontfïieötinge öer öobbincïjtige menfejjen /
feeoeffenen. ^n algoeioeï bat bit oogmcrit tot
«oeg toe eeni05in^ 0ttoeett i^ getoeefl boo? get
ge&,nnïs ban get ji^ecgelfege ^aftoo^ig-boeit
(Paitorale) 't fajeïii in bee5e ICanben boo^igaaii^/
«n bgna öoo? een aïgemeene obei'-een-fïemming/
geboigt too^b: om bat ijet egtei· niet ojj een
ipbojmige toijse ban aïien ge&inïïit toierb / en
iiiie ^liefïer^ öoo^ geen bafie iaet becpiigt bja^^
ren on» 3icö naat ïjet jdbe te boegen / 500 ié
Det een getoenfegte ^aaft bat ïjtt ïioomfcö ϋΰ
tueei/ 't toeifte op öebeï en booi ïjetgesag ban
Paulus V. bcröeteri en u|itgegeeben / in ï)ct
ïicgt i§ geüomen ; aïtoaar ten beeïe een bebei/
ten beeïe een bermaaning ban ben Sl^aiii^ï aan
alie be ïterfien ban be ganfeïje toereïb i^ bg ge^
Uoegt / om ζίφ boo,?taan ban bit iiitueei aüeen
te öebienen i ten einbe bat 'er in een 500 g^joote
^aaïi een eenpaarige gdijEibo^mnggeit sonbe on^
berï}ouben too^ben, i|ieroni bat tog beese
regimatige en gobb,?neïjtige begeerte/, ofjoo gg
toiït / bit gebob ban ben Ipofioitffeljen ^toeï/
in aegt neemenbe / geae^t geböen b^t get een
onöetameïijfte saaft ^onbe toeejen / inbien be
ïterit in beese p^obtneien ban get pereenigbe
Jl^eberïanb fïrijbenbe/ bebjdïte boo^ ^on^
bedinge boo^sienigljeit en booi be jojg ban ben
3£pofïoïifcöen ^tod onber eenen ^efiierber/
tP
^8i
!i!
I
i i
f· i
Philippus Rovenius. 2S1
tt toeten ö«i ©ifeariä ten ben Reiben Sfi^JofiDttfi
fcijen #toeï/ sefteït/ nalaat®/ ja niet een
t>an öe eerfïen ^ouire 5ijn/ in öetgemeïöe ïSoonti
fcöe ïlitueel aan te neemen: te meer/ öaac
afö.mlijeï^ ban Set jf^ecSeifcge ï^itiieeï fign«
berfïeeten ïaaren; 500 trat men eerfïbaas^ «n
niefcoen iïjnït jouto moeten ontierneemen.
3ulité/ na bat to^ beese 3aalt met boojiiötigeen
saanhje mannen obet-üjogenöabben/ Rebben to^
befloten bat toe boo^taan geenanber iïitneei aï^
Ö^t itoomfcöe moefien gebiuiiten, €n om boo?
get gemaft ban mije ^^iefiet^ te so^igen / boo?
öetoeïiten get onsemafiiteiijft baït / en bißtofl^
ooft gebaarip ï'^/ get jeibe ïlitueel in een g^oo^
tec formaat bg ^ίφ te b^aagen / gebben togt be
manier ban be gatberïilfte bebtrningen te bav
rigten op 5icï> ^eïbeii boen braW«n; en aïbu^
Set ïïoomfcöi: ^itneeï boen beriioiten» ïl^ocQ
to^ gebben be tooojben en ca'emonien / albaac
boo?gerc|?eeben; tn aiie^befjonben/ en aïïeenïp
fenige toijbloojjige onbercegtingën/ en fommige
anbete ^aaUen betoelïie boo? get bageïp^ ge^
300 niet te jiaffe qiiamen/ acifjta'geïaaten,
^iergaiben bebeeïen tog op be geloo^aamgeit
aan aïie en iebere ^afiooi^ en J^iiejïer^ / 't
3i^eceïbfc0e 't 3g iiegniiere / betoeïïte in be plaats
3en ban on^ regt^rgebieb ai'beiben / bat 30
booitaan in {jetbebienen ber^afirahientengeen
anber ilïittieei juïien gebben te gebjuiiten al^bat
ban fte iioomfcge iterße / boo,? betoeïöe to^ in
Set ïtatolijite «©eïoof 3ijn onbertoeesen : en in^
ï>ien 50 5!CÖ tot gun gemaft ban ïjet fto^t SSe^
Ö^ilp boo3 on^ u^tgegeeben/ toiüen bebieneu/
ïiat 5e egter in aiïe boo^baïienbe ttoijfeïingeii
Snnne toebïugt/ totnaacbei· onberregting/ 3uïi
lm neemen tot gct iioowfcö^ ilitueeï, g^aar-
2 9Ö Het Leven van
cn-ßoben / öctoyï öct ^m bicnfïig ίίοο,? be
cenisgeit bat tie üiniteren ojj tie ^eiße
öe <i5doof^-&i!0in3eien onbertncc^cn hjo^ben; eti
0}> bat be bcrfcgcibentöcit hèt CatccftiftiWlT^»
(beioelfte / 30α al^ ίορ BeUonben geöoen / ojj
Ijeeie jjlaatjen aï mertidp Sioot 0een ijet^
tiiarcing mag becoo,J5aaiten / öeöBen tag boo.?
Ue ïtinbercn een Meinen Catecijifmuë in on5e
taaie boen b^uMien; betorifte togi öebeeïen bat
boo^taan aïleen aan be ï^iinberen te ïeei?en saï
gegeben hjojben, <0οίί 5nnen togi eerfïbaag^ een
giooten €atec|)ifrau^ boo,? be giootee jonltl^eit
in get iic&t geeben : niet bat be IntiuecprciJ^/
of jjEecgeïfcge/ of biergeïpe Catec^ifnnitT«»
on^ nii^Ö^agen : maar om bat to)? oo^bedben
bat be3eïbe / boo.? eenige be^anberingen of
boeg5eï^ / beter of» bee^e Sanben baar belta^
tolijÏien onbec be «©ii-fiatoiyften beimengt jijn/
Beïjooiben tocgepafi te too^ben. ^bei'5ulft^ bec=
maanenbjp in ben ^eece/ enbjggebieben/ bat
men boo,?taan beeje/ en geen anbete/ Catec^if^
muffen in beese Manöen 5aï ftebben ugt te geben
en ngt te leggen. ïi^aai' ög bermaanen tao op
een babecipe toijsc/ en tag bibben aUeeerbjaai·-
öige 3|eeeen ^a|ioocen / en ijunne titebetaeiiiei^
ren/ 'i U^erelbfcp 't 3η ïïegnïiere/ bat 3e
boc§ 300 een jp^of^tig en^oognoobig amjit/ ban
be ïiiiiberen in ben Catec^ifmu^' te onbcctoij^
3en/ nieten bei'3uimen: taantget ié 3eßec bat
get taeïbaaren ban be ganfc|je jSejpuöip / en
beöefteering be^l^aberianbé/ boo^ eeugoebgc;^
beeïte afgangen ban een goebe en öonbtge οη^^
öertegtinge ban be jonfegeit in be gionben be^
iöeïoof^. «en baacom suïïen be f afioo^^ gnn^
«en gber boo^ <iB»abt en boo?be 3a{igöeitbec
kn öetoonen/ met bit toecit boo? al tet garte te
neemen/
t
, 1
ij;
ι
I ·;
II I .
i| I - ' !
Philipp us Rovenius.
neunten / «1 op bc 3pcef!-eugoniiaßcn«n uui-t?
κη öaar m te öefieeö«! i jgnöe öat
3e ban ben ^mt/ bit ^icö niet bct^onttoaarbigt
leeft öet gcïföe toerft te öe^artigen / een ouer^
bïoe&t0e öeïooning boo^ ö«nne moeite suïïen tvi
iau0en.
Gedaan in onze verblijfplaats, den
15· Maart i6iz.
Was ondertekent,
PHILIPPUS Aarts-bifichop,
Pauftelijke Vikaris,
li
' nl
Α Ρ Qi
-ocr page 289-HÉT I. EVEfi VAN
APOSTOLISSCHE ORDONANTtÊ
van onsen
ALLERHEILiGSTEN MËÉR
VOOR
De Geeftelijkheit van het Vereenigde
Nederland j en voor de Religieuzenj
déwelke derwaarts gezonden
worden toe voortplanting
van het Geloof*
lil
Tot den L Ë Ε Ζ Ε R.
Τοί 'verklaartng van de volgende Bulle.
^P den I Mey 1Ö23 was 'er een provt-
^^ßoneel Dekreet uytgekomen van de H.
Vergaderinge over de Voortplantinge des
Geloofs 3 beilaande in drie-en-twinrig af-^
deelingen , dewelke in deeze zelfde Bulle
ilaan uytgedrukt. Door die Dekreet wierd
hec regts-gebied van den Hoogwaardigen
Heer Vikaris zeer ingebonden j en aan de
Religieuzen een groote magt verleent. Maat
als de Heer Vikaris met reden klaagde dat
lU
fir
Philippus RövTïniüs. 281
«y om de valfcbe laileringen zijner tegen-
ftreevers gedriikc wierd, heeft dezelfde Ver-
gadering, den 7 Ju!y 1624, toegeftaan dat
gemelde Heer Vikaris van de eene , en de
Regulieren van de andere kant, huiine reg-
ten zouden vertoonen aan de Hoogwaarde
en Doorluchtige Heeren, den Aarts-biflchop
van Mechelen , en des zelfs onderhoorigé
Biflchoppen ; dewelke , als naarder by de
plaatzen (van Holland} gelegen, zoo ligte-
iijk niet konden bedrogen worden : en die
hun gevoelen, na het hoeren van beidedepar-
tyen, aan de H, Vergaderinge zouden over^
fchrijven. Zoo is dan de Heer Vikaris met
eenigen van zijne Geeftelijkheir van de ee-
ne, en de Provinciaal derjefuyten over de
Vlaamfche quartieren van de andere kant,
voor genielden Heer Aarts-biiïchop en de
andere Biflchoppen verfcheenen in de maand
Oftober 1624. Doch de Aarts-biiTbhop en
de andere Biflchoppen, in plaatze van hun
gevoelen naar Romen te fchrijven , hebben
tuflrhen de partyen > pnder het goedvin-
den van den κ oomichen Stoel, een verdrag
bemiddelt: in welk verdrag verfcheide pun-
ten of artijkelen van het eerile Dekreet der
H. Vergaderinge zijn verandert j en de an-
dere artijkelen , zoo als in deeze Bulle te
^ien is , wederzijdfch zijn aangenomen en
bekragtio-t. Dit verdrag , aldus onder het
goedvinden van den H. Stoel ontworpen ,
^eeft den Paus dermate behaagt, dat hy hec
2 9Ö Het Leven van
zelve, met alle en iedere punten daarin vervat»
in de tegenwoordige BuIIe heeftgoedgekeurc
en door het Pauiièlijk gezag op een onver-
brekelijke wijze heeft bekragtigt; houdende
alledegebreken die 'erin begaan mogten zijn,
al waren het ook wezentlijke, uyt kragte van
zijn gezag voor verbeterd. Daar-en-boven
heeft hy de Generaalen der Preek-heeren,
Minnebroederen en Jefuyten geboden, dat
ze het gemelde Verdrag door hunneReligieu-
zen zouden doen onderhouden.
Als naderhand eenige war-geeilen deeze
Verdrag-punten, of liever Ordonantien van
den Apolloliilchen Stoel, quamen te ver-
breeken is 'er in 't jaar 1643 een Dekreet
van den zeiven Stoel uytgekomen tot beve-
iliging en uytlegging van het vijfde artijkel
der Verdrag-punten , raakende de zending
dewelke door den Heer Vikaris alleen gege-
ven moeft worden. Dit Dekreet heeft de
Doorluchtige Heer Nuncius dojr een Brief
van den 8 july 164333x1 de partyen bekend
gemaakt.
Als evenwel na het laatfte Dekreet het ge-
zag der \'erdrag-punten noch beknibbelt
wierd, heeft ALEXANDER VII. inhec
jaar 16 f6 , zijnde het tweede jaar zijns
Pausdoms , aan dezelve de kragt van een
Conflitutie gegeven; als hy dezelve uyt eige
beweeginge heeft beveitigt, en onder zeer
zwaare ilraifen op heeter daad verbinden-
de , heeft bevolen dat ze van ieder een
zouden onderhouden worden. Α L Ε -
li.
Philippus Rovenius. iS^
ALEXANDER VII. PAUS.
ïi^aar ober lang ban on^cn i^oo^saat Ur-
banus VIII, saïigci' ge&agtemlfe/
seitonten toij3e ban een 25^ebet / sgnöe ban
öen boigenöcn tu^oiiö:
U R Β Α Ν U S VIII. Ρ Α ü S.
Ter eeuwiger gedagtcnifie voor de Nakomc^
Jingen.
TiiirhjtjïeiDp/ öoctaei ontDaarbiö/ öejjlaat^
ban onsea ^tttt en gaäigmaftec / öetoelfte
bj Isfföe en öe ^oöt ban b^eeöei^ / op
aaröe ßeKiteöen/ 'er oniser 300 mcnigbuiirige
en obec3löaare joggen öer %ofïoIitTc|je bienjl^
baar^rit geen een / öie m4 30baani3 tci; öaite
Saat / al? öat öeltcritciijiie peiföonen / en boo^^
öl öie ben ïfcet^e öer teagreu ouber |et 3oete
joit öeg iiiooftcilljBen Icbenpienen / basi aöe tea^
ïieeïen Öeb^ijöi: 5ijsiöe /oberbiofbigeb^ucöien in al·
k i^eiiigö^ii en rrgiljaaröigiieit aan öea ^eere nio^
0e η opbrengen, ©aaroni t^ öet bat b3gii!ee3e
lielen/ öetoellie 50a ai^ too^ö ten 5eïben
einïie op^eftelt 3i|n / op öat 3ε ban eenteöeroni
berö^efteip onber^oiiben iuetöen / enbe^ te ba^
tier be|ieniti0f)ei£ tiioßcn Ijeöben/ öoo^öi^t ge3as
öec ^autWgiie öebefïignige gaan öeliragtisen j
500 ai^ tog/ be fjofbaantgïjebcn beu pcrfoonen/
Soalten en tijben bel|oo^ïi|iï oberbaosen |^ebben#
öe / in beu ^tm öebinben bat bienflis en 00^
Tot gemaii
van de Le-
zers heb-
ben \vy ee-
nige kant-
tekeningen
dewelke
uyt de Ver-
drag-pun-
ten geno-
men zijn,
Iiier by ge-
voegt: uyE
dewelke ten,
ecrften aan-
zien kan
b!i|ken
welke pun-
ten verbia^
den of nieE
en verbin-
den»
31&ant on3e (j^ertoaafbige 2i5ioeber Philippus ^. „
^Sart^-bifcftop ban ^^Öiiipiien en fanffeïp? rr
^«ïiartó in eentac f^obincien ban^leberianbj
III. Deel. ' (€ itiitf-
%
-ocr page 293-290 HET LEVEN VX\N
niit^gaöei·^ 01152 Beminbc ^ooiien
geit aïöaac/ cn öcf.iictïer^banöejU^aatfcöapi
ban Tefus, cn boaber^ bt aii&eje ïXeguïiarn
Dttoeïiie in gcmdbe Stanöfu aï^ genbeïinjen m^
ijciöen / o«^ onïans^ boen booib^aagen
bat ban toe0ené onse ^Scrtoaarbige bc
beeren Itacbmaalen / öctodfte ober be 5aaften
ban be ©iso^t-piantingc be^ oBeioof^ jijn aan^
0ffïelt / boo^ bec^m een "©eftreet lë ngtjeftOi^
men ban ben bolgeiiben inijoub:
Oploffing van eenigc twijfelingen en zwarig-
heden , dewelke door den Pauflelijken Vikaris
van Holland aan de H, Vergaderinge van de
Voort-plantinge des Geloofs zijn voorgedraa-
gen.
§» I. ICangaanbe bc <0eo?benben en be
ber^ ban be j^aatfcijapp^e ban Jefus beflo^
ten bat be gene/ betoeUte nabeegen m gemeibe
Sttanben lu be plaatse ban ^afïoo?^ met be toe^
reïbïgl^e ^^iefïer^ juïïen bJiUen atbeiben ^ om^^
trentbe bebiemiig bau be pafioteeie ^altramen^
ten/ namentip ban beu ©oojj/ ban 't ilntoe^
ïp en ban 't 5UÏÏen moeten fiaan on^
beu ben ben If^autJeipen Bifeari^ / al^ ÖpS"«''
bedp 0eniasti0b boo.? benllii>ofïoliffcöcn^toei:
naactoten^ o;ber^ 3g5!ci} puilen iieöben te boe0en
be boïgenbe toijse en manlete.
eei'fi 5ai be MtanjS be ^obaanig«
«i^eoibettben en Daberg ^efu^ten / beixieiite tegen^
bjoojbi0 in iloHanb en in be bojbece ^obin^
eien/ gern toeöetroutob/ acbeiben/op beweibe
3pïaat5en ïaaten biijben : ^obaanig bat 3e geja^
mentlp/ fienebenöbe toerelbfeiie ^^«pr^/ bc
jjafioi-eeie ^afiramenten gullen wogen oebtenen/
3onbet' eenige inbinbin0e tot be boojbaiïen ba»
ioo0b|in0e«be noob / tn jonbec böt 3e ban b^
toetelb^
! I
Dcczc §. is
in het eer-
ftc artikel
200 verre
iiytgeftrekt
<iat zc nier
alleen in <Je
bedicninge
ifer Sakra-
inenten;,
maar ook
in alle het
andere
Siocten
itaan onder
tien PauiTc-
lijkenVika-
ïis, als by-
zonderlijk
gemagtigd
tloor den
ApoftoIiC-
ichen Stoel,
Het welke
ovcT een
tornt mei
de ordo
Philippus RovenIus. 291
tttei'^Iiifcgf ^uïïenafgangen: maacmet fBtienvaï*
Selp / m aïleeii nietöc «tast tja» öen
©tei^: ooft 500 iicmbat öe i^iftaci^ öm ge^ ten. s.at'r.
nen/ öie 5uïï« magtnocg niet ontbangen öeö^ j.kap cn7.
öeti/ öescibe tm cerfie 5ai bcrieenen: en ooft g^';^^^'?·)
toefïaan öat bgi öen genen öie nocö aiïeen 3ίίη/
in gehon-
ten nieöe-gejei/ 500 aïs 't öen ïleïfgieusenfiaat den door
öetaamt / öoo^ öen ^berfie geboegt toetbe:
toien öy iran / alä öp öem fieQoojigft bectoont ΐΣΐηΤ
3ai 5i}n / een geipe niagt ban öepalioceele^a^ verd.ag-
Ueanienten te örbieiien/ ^ai bergunnenj ofbjeï punten: zo-
ten öeele enon&ej»aai&; of tenninifie/ ingebaii ''^t
ie öe anöece gtitim jieft te / of öiettig vL deTu
iuierö öciet: ooif met b^ijtjeit ban jnïit^ te öoen weiijkeu te
in öe na&imriire <Pü,:pen / öaai' giootec nootsa^^ bedienen
iieipÖCit r^, ffio^.en""'
^ngebaUe bat 5!cö ötei' omti'ent eenige ^ioa^ Kmtofil
Hgijeitmogtopfeoeni 3a! be ,ΐ^ιιππιι^/ be^aaft dat zezicti
onïier3O0t^ci!&enbc/ uuifp^iaait geeben teai 'er te Haarlem
Scäaan moet ioojben: en 3e juïien jicljaïtemaaï
aan 5yne uvtrpmH geb^^aagcn. ge„ moe-"
§.3. Cot beilüaaring ban bit Srtpeï feo^? ten onthou-
den be i>iaat3en al^iet' uotgrb?nïtt/ in be toeifte f"·
dJcö tegenbj00,?bl0 <Oeoiiseuben en ©aber^ ber nkt'ihó^
(^oeieteit bebinben. den i? toe'
(Ce UtΓcgtth!cei^ateί'^beι·^0C!eteit: en een teftaan.
ban Dominicusi©^ber: % toien/ inbien get '^^'^ydo
be iPberfïen ßcgcei-en / mtt goebßeuringe ban |e"ke al-
ben ©iiiacf^ een jliebrgesel mag geboegt too^.^ Jeenzij«,
ilCll een medc-i
ie Leide tbjee ban be^.'ber ban ^.Francif-
cus dc obfervancia j tloee ^ate^ ban be de;ais ai.'
fieteitj en een ban<^. Dominicus<i^^öec/ toien leeniijkm
niéoeïiiït^ nocft een mag toegeboegt too^- <iep]aat2eD,
iipil -j - dewelke ia
it Delft mi f ater^ ban be ^odeteit» t «'ä!«'
C 2. i^g uytgcdi-uk5
-ocr page 295-Het Leven van
Ce Gouda ooS ien ^atcc ban öc
totoï ooft eeti lEcöesesel mafl geboekt too?;:
öein
3ftt Gravenhage m ^attV bail ÖC ^ΟΠί '
teit/ tue ooft ceii .jjlleiiegesel raa^ ï^ööen.
Rotterdam ecu ^ateu baiiöe ^ocieteit/
öeiiioslften ooft een Jfeeireseseï ma^ gegeben
töojben,
Ce Schiedam een ^ater ban Dominicus
<0»iiet;/ % toieu in^seipl een lieöegesel mag
0efieit too^öen.
(Ce Haarlem ee« ban Dominicus
een ban Francifcus <0|iier (de Obfervantia )
een ban be^ocieteiti ίιρ ieöerbanöetoeïften/
300 aï^ öoben gesegt/ # een Jäcöegesei maö
geboegt bjo^öen.
Ce Amiterdam töjee ban be <D^berban ^
Francifcus (de obfervantia); een ban ^.Domi-
nicus een ban be ^ocieteit icbeu
ban beese tbjee ntag een ji^eitegesei geboegt
tooiben.
€e Hoorn mi f atei' ban be<^ocicteit/ toieu
een .ïH^ebegeseï mag gegeben too?ben.
Ce Alkmaar tbjee^tei'jï ban be,^oeteteit.
Ce Middelburg eeu j^atei' ban be ^ocieteit/
bie een |Eröege3eï mag ijeböen,
Ce Zirikzee ëen ban be ^ocieteit / δρ ben
toeïften een J^ebegeseï mag gefïeit too^ben.
Ce Leeuwaarden een J^atec Uan be ^ofieteitj
een ban be <i^ibei*ban ^.Francifcus ( de obfer-
vantia) δρ betoelften ooft .H^cbegeseïien mogen
gefielt toojben.
Ce Boizwaard een ban be ^cieteit / toien
een mebegeseï mag gegeben tooien.
Ce Groningen een j^ater ban Dominicas
ipz
Dceze §.
raakende
het byvoe-
gcn van
Medege-
«llen is
dp®r het
f. Artijkel
van de Ver-
Jrag-pun-
tcn inge-
bonden.
Ter Gouw
mag geen
IWedegczel
geftelt wor-
den.
Noch ook
te Rotter-
dam.
't II
I '!
Te Alk-
fiiaar mag
■"er maar
een wezen.
Te Bols-
^aard
uaag geen
tweede ge.
Philippus Rovenius. 295
O^btr/ en cfii ban öe ^ocietcit; figbetodiicn phatawo^
ooft mosm 0eboc0t ioo^beiiu
Cc Gorcum, en in öe üiiiknafniie jiïaatjen/
«πι 50ata·ban be o^jber ban Francifcus (de
obfci vantii) iujfij iciï jj^ebe^escï Hias toegci
bocjt taojiicu.
Ce Kampen Cdl ban^.DominicusiJ^jiteii/ aï
ié |)ri mi bertroiiïien: hn ben toditen een l^ebe^
flcsei mag geplaatfi bjo^ben.
Ce Zwoi mi l^ater ban be ^oeieteit/ eneeit
ban Dom i nie US / δρ beiueïtte Hieben
ge3eiicn mogen geftcit too?ben. ,
Cc Zutvetn fcn #atec ban be^odeteit met "
een ,#ebese5ei / fcijoon bat ïj^ toeflen^ be ber;^ g/e"
bolginge beitroltiten geiei ge,
§.4. 'göo bilibjïï^ ai^ä be <©berfïen ban be
<i5fo?benben/ of ban be bet ^ocieteit/ ^"eK 4. §
iemaiib ban be j^aare 5ulïeri b3ilien becpïaatsen/ word in kei
3niien5|i berpiigt 5i}n getseïbeaan ben Artijkd
ijcftenb te maaften, mbien 3e iemanb an^ ' ΓΓ
bec^ in plaatse 3uUen bJiïlen aanfïeiïen/ ienop dec-
5uïlen ben jelben in^gelijli^ aan ^em / of zen voet in-
aan be^ 3eïf^ 0eboïmasti3bfn / moeten boo^i gebonden,
biaagen; ten minjieboo? blieben/«t met befcg^ pti"""
binge ban 33ne j^oebaanig^eben/ inbien 't gun déar er
on^eïegen ftoomt 3icö 3eiben te bertoonen. mwrcemv
«toeten 3^ gaare plaatsen 3onbec openöaace
iiootsafteiöltöcit niet berlaaten: maar sulft^ ten "eiiofvan
eei'fie / beneten^ be rebeitén bie ßen baar toe den vikaris
öetoeeigen / aan ben ©ifia«^ öeïienb maalten 5 «vragen.
0}j bat bie plaatsen op een anbare nianiec
ïïiag booj3ien. in de piaat-
§♦ 3jn0ebaUe be l^iftari^ get bienfïifl mo0t ze van den
ooibeeïen bat 'et· iemanb ban be <0eorbenben of «^ercn^ia
iiön be fatei·^ beranb^t bjietb / Sg
Μ
:· li
: 1 Ί
; I'
' ! ll·'
.
Μ
Het Leven van
aan gunm «©örrfien te Rennen geciien / en öc
reiimen ojjgibcn/ ijcm öaai'toe ßctoceotni
op öat öe 5diJe te i?ii0se mag ontöoöen luo?^
öeit Φοϊι suïïpn «©bi-rfïe« sic^ öaai· gcbocgi
5aant in tooncn. ög 300 bci've bat $e niet
een^ Tonnen toOe^bcii/ jal Öi^t bccöïebcn tuojöfu
aan bm i^uncin^ / öetodtie ^rt öeoeffenea Ha»
öe geregtig^eit en i)tt gesag ban ben ©iftari^
geïpeïijfe in acijt jai neenien.
§,6. ^inbien'er inrer^eoibenben/ ofj^atets
Jjan be Sociëteit/ öoo,? |uniitn #i)eKiïen naar
öie ^^obnicieii gefimirt ioo^^ben / 3uïien imtlhe
5icö ecrft/ inbienijetgcmaMteïpiftati
gefcgieb«!/ aan ben l^ißari^ of aan jijnen
ttiagtigbün bertoonen. S^ocö «ibten 3Ulït^ on^
gdegien l^omt / 5ulïen ten nnnfïe boo^ een
Ö^ief ban ben O^berfïen of ban ben ^jobinciaaï
aan ben J^iitati^ boojgeb^aagen fa)o?ben/ met
eene genoegsaame E>efcö?iibingc ban pnne goe^
baanigl^eben ©ehjeïiie gen / aibit^ Begaafb
cn aan gcm boo^geb^jaagen jijnbe/ jai aanneem
ntcn / iiaar bat be nooit ban bic jp^obincien
becetfrcöcn: en jaï gen fci^ißfien naac bie piaat«'
5en/ betoeïite ï)g boo^ ben i|eci'e jal oo^beeicn
bat aïierraeefï geefieipe pip ban nooben iieö^
j&en: 500 nocgtan^bat 3e baar bepo^ilijfi
goub ftonnen binben} alle^ jonbet menfc^dp«^
insigten of eenige eensijbiggeit ^nbien be
Jtari^ nocgtan^ iet^ mögt ftomcn te toeigeren /
't geene be i^atec^ ban be ^omtett/
ojbenben/ mogtenbenftenbat pn öepoibebec^
gunt te bJOiben: of/ in tegenbeei/ öaac ietbje^
boo^ ben l^iftati^ öeboïen too^b/ toaat boo^ge^
meïbe<i5eo^öenben / afbe^^ter^Sf^^t«!/
fe^Stoaartmogtenacgten; en ingebalïe Öat 5e niet
^n^ Tonnen teo^ben i suïien 3e 3itÖ tot ben un^
ip4
iet, of van
huis is: ter
tijd toe dat
ile zieke gc-
nezeo, pf
die van huis
gegaan
■wasj weaer
huis ge-
komen zal
aijn.
Dceze en
de volgen-
de Afdee-
lingenyan
het tegen-
woordig
Dekreet
kija niet
verandert j
CD moeten
vervolgens
ondcrhou-
iden wojdcn
200 als zc
leggen.
Philippus Rovenius. 29^
ciiiö ïteciTii/ beöjcütc jyne ii^tfp^aait baarobci*
Safgecbeii/ ρπ 5aï booifcöipeu ioat öat een itf
iiev te öocn fiaat.
§.7. ©e Biitati'^ 50! οοϊί aan be (0eoiiien&cn
m aanire luiu&e^odtó/ iniJicnpni
HC (i^ticrficn 5ΐιίίι^ bersocftcn / todaatfη bat 5e
in aUebe^tcben/ v^o^pcn/ of^tebeiten^öaar
5e ban öcmnaar toe0C5onöen Jno^bcn/ niecöaac
ttoeen ηιο^εη iebeii €11 aïöien U iüiïtaci^
Set uiet geraabjaant bonb öatjeöeibcgaarmagt
Sabbcn ont be ^afïoceeïe «^aftmnmiten te öe«
bicneii / jal ϊ)ρ öejdbc ten niinfïe aan bentbjeci:
ben toeftaan tn juiften sebaïie ai^ be tevfte toeti
tig Beict mo0t ïjeb&en: cn go jaï gen geen baii
iieiben beletten be anbere Sakramenten te be^:
bienen / cabe getooonipeaniiJten bau p^ßeßen/
biccj^t öooi'eii / ratecDisecitn / en biergeïpe
nieer/ te bei'figteit
§.8, ICHe be «^eo^benben 5uneit begoojipc
eei'biebigijfit en ont5a3 bebjyjen aan ben
feïgiien J^iitari^/ bebjeïfte j^aar integenbeelmet
een baberiijlte iiefbe ^aï bejegenen.
§.9. ©at be naar bat be noob5aße;i
ïp^eit ijcv ]^ïaat3en §et bei-eifcgt/ ^i'cöceïtïieïp
toone tn be <i5eoabenben en ^ater^ boo,?noemb
aan te neemen / om be nabuuttge ©o^pen te
gaan öeïpen. bien einbe jai ïj^ 'eu becfcSep
be / bolgenä bat ï)^ öpm in ben ^me bienfïig
5aï oo^beeïen / in ^obaanige ^teben en ^tebe^«
ïien^ todaaten / n^t betoelite ^^ jicö ïie^teïp
baar be nabuuwge Jl^o^pen ftonnen begeeben/
«ibien 'er geene geïegenbljeit böo^ öw om Φ
baar te bjoonen,
§. lo. ^t <i3eo|benben en be l^aberiS bec ^o^
tieteit 5unen gegouben φ / ten minfie een|
iaars/ booi ftunnc O^iierfien/of boo;ei0eb?iei
' m/
ïi
'i
-ocr page 299-2 9Ö Het Leven van
ijen / aan bm l^iitarf^ itcnnié tc gezien ban ben
tocfianb mboo^tgang bcr pïaat^cn/ baacjgar^
ßdben j oj) bat öe ©iiiari^ mag ioccmi ÖOf bat
Set itt be Sanöen ba« 5yu geöieb aï toegaat.
Dceïff §.is , I, ^^ofij jtiiïen be «i^eojbeiiben eii be l^a^
TeZZl öer^ gefugten geïjouben jijn / ten niinfle eeu^
dLTeze' iaaï^ aan beu Mtavi^ obcc te senbeji benaa^
naamen men ber gebaoiiten en bcr ^etec^/ aï^ ooft be
moeten o- tiaamett bee geenen / betodlie jp boo? ïtet ϊιη#
to* ^ebMu ^ '
den geenen ^üüÏ ^v tüffcißti be toei-eibfcQe p^ie^
die ae plaats fier^ e« tufcpi öe<0eo,ibenben/ ofBabere bec
Seir geipöet beSSebienaar^ ban <0obt
E>cdicm." &ctaanit/ een onbecïinseiiefbe/ totop&outoing
ban ï}et ïtcDaam ban Chriilus: 500 bat 5e 3ίφ
niet aïïeen toacöten ban ttoifï enbei'atgerniffen/
maar ooft ban aï gei gene bat baar aanieibing
toe geeft i 500 a^ä gemeenïp 3i)n/ beracgteïiji'
ïu rfbenen ban niaiftanbei·/ openbaareöenfpin^
gen/ tegenfp^eelnngen / ïjatelijftebetgeïijftingen/
en biergeiijfte biagen meer.
§.13. <0een ber toerdbfi^e ^.jiefïeren 5aï ie^
manb bci' <0eo^enben/ en geen i^eo^benbe jal
lemanb b^r toei'eïbfeöe i^^iefteeen / tn öet beiv
rigten bec fteefteipe anipten/ ofni öet öebienen
bee ^aftranienten berijuibeeen : niaac 3gi jnüen
geïpecöanb/ en met een töebet^ijbfcöe/ ließe/
t'3amenfpannen om be saiigDeit bec 3ie!en ttüp
bobberen.
14. ^et 5aï niet onbienfiig 3gn bat be <iB>ei
o^benben en be ^ater^ ber ^oeieteit βρ be iat"
peibipe jp^ïefiecl/ en bec5e toeee ög öa®»^/
en ban gaan gaiibeïen ober be stoarigïjeben /
öduelfte in be öebienmge ber^aft^^^mentenboo^
ballen / en obe» anbete gaaften betoelfte be sa^
pggeit bet pielen i^etieffen,
j j
■ (
I
!
Philipi'us Rovenius. 297
§ 15-. ^fiibien öet cbcntoeï geömrbe i>at 'tt
tuflc&en öe tocccïöipe ψήφ^ί be<0coiben;=
ben of^iefupten berfc^flicn en ismftcricn qua^
meu tc ontfïaan ober be öebientngeberiiafioceei
ïe ^aftcamenten / jnïien in be eerfie re0t^
pitsmc te re0t fiaan boo^ ben ©ifiartó: en in
bo^bere 5aaitcn/ inbien be (©eojbenbeneiffcj^er^
3ijn/ 3u«en 5e in^geïp^ te re^t fiaan boo^ ben
a^iftari^ j boeg inbien in regt aangefp^oßen
ioerbeny boo^ ben ^^nnciu^. <iinbe l^iitari^ jaï
acïjierboïgen^ fijnen jjii0t/ 500 beeï Ijem ntose^
ïtjÏÏ 5aï 5ίίη / 5013 b^aagen bat be ïiraiteeïen en
öcfcpleugemijbt/ of ojp be &efiemanm-Beinib#
beit bjerben. ^et ^eïbe 3ulien be <i^ba'ficn ber
«i^eo^benben en be ^aber^ ^^η bekaai
re bcoi oogen (teiïen.
3[nbien be<©berjien ber<i5eo^bcnben of
ber J^aber^ Siefn^ten fomto^ïc genegen mogten
3ön om iemanb ban be §aare te jenben / enfte^
iijh om te }i,?eeïien / biecöt te §ooren / te cate^
eijiseeren / en biergeigiie bebieningen te berrig;:
ten / boo^namenrtijii inbien 5e ban Katolgiien
Seroepen of berjogt jijn seioeefï / bctoeïïte ooft
öereib 5gnom öen op öaare cige beursteonber^
Öonben: 300 fcpnt bat tot troof! ban bie
clienbige ïiatolijtim öeÖoo,?t toegeftaan te bao.ji
ben> met Senni^ nacfttan^é ban ben l^iiiari^: te
meer / inbien 3c ban be sobaanigen ' betoeï6e
5icö ojpl^et Eanb in ïiafïeeienof^tebeiten^ont#
Öonben/ ber303t bjo^ben.
§.17, iïaaïienbe 0et berïmnbigen ban belf»
laaten/ $uïïenbe <éieojbenben en be^ater^^c^
fugten be3obaani0ento0en beriiunbiseii/ öeioeï=
iie bie ^iber^ en be ^ocieteit ijeö&cn / en tot
toe in aïïe j>iaat$en / of ten ηήίφίη^ίηψ
im en^eberlanb0^ii0^&öeii/ nabatseeen^
€ 5" ÖOO^
Deeze §. is
door het l.
Artijkeldep
Verirag-
punten zoe
verre uyt-
geftrekt,
dat ze op
het ftuk
van de Sa-
kramenten,'
en in ande-
re zaaken,
in de cerfte
regts-vor-
deringe,
zuilen ftaaa
onder den
PauiTeiij-
kenVikariï,
't zy dat zc
aauklaa-
gers zijn,
of aange-
klaagt wor-
den : maar
dat ze in
gevalle van
apél of bc-
roepinge
zullen Itaao
onder dea
Nuncius-
Decze
word in hcc
18 Artijkcl
van de Ver-
dragpuntea
zoo verre
ingebon-
den, dat ter
plaatze daac
cenPriefter
zijn verblijf
houdt, da
toeftem
ming raa
•Γ
Het Leven van
^eaVikaris, Jjqq^ qJ j^jp Ι^ί^^Π^ geÖÖe«
prXϊ ban öaaw mmt: tn iit mavi§ 5d «W
aldaar zijn «1000« öeïetten of becöic&ett. 5c ^ulien
verblijf geeneafïaatenmosenijectottiiigen/ bctocföenict
in 'tög30«öct: εη u^tiïiufiiteïgft aan ö«nne
wcS! Öec^ berïeent 5ijn gcmecfi / ai^ met uotb^uftiie^
Hierop ip beriofban öenl^iiiari^. ^nbicn giec
wet ook het otjeK e«ii0ü mocjrigiigeit nto0t o«t|ïaan/ cnöat
-Sc' niamanbci; niet feonben berfïaan / 53! be
hier achter πη^ baar ngtfjr^aafi obet· 0eei)en. <iBn in be ah
i^oJgt. 0emcene 5C^aaten en ^fuöiïeen/ saï beBittari^
be bei;feunbigin0 ban öe 3eiben 500 toeï aan be
<È>eo^benben/ en aan be i^aber| gefugten/ aïö
ean be iaerdbigl^e ^.Jiefier^ belafien.
ïïaaitenbe be opce0tin0 ban
fc^appen of ^m^aatfcgaptigen / sal be ©iitaci^
De 5obaani0e aan be <0eo?bcnben en aan öe
ber^ ber ^Dcieteit toeïaaten / beiutïfte ban ben
Siijiofioiiffcöen ^toeï goeb geifteurt/ en aan 0e^
melbe öl^jber^ en ^ocieteit toegefcgiftt jijn
toeefi. goö nocïjtan^ö/bat m'emanb baar boü?
berijonbeu 5g tot B^onbere 25iec9tbaba·^ / of
om öe ^aiii amenten bmi 500 een o^jber ailpe»
te ontbangen.
Jl^at be aaimiffen öeï£in0t / op bat be
19 Artijkd ïiötoïpen / öetoeïite aïbaar 0enoe0 besbiaart
rari de Ver- bjo^ben/ boo? be beeïbuibi0e m0aberin0en ban
drag-puii- ^ujiif aaïmiffen niet nocg meer 0eb?nftt m istv^
reïnlToT ö^n / too^öen aïie 500 l^ereïblfte Reguliere
den Jat de j^ifefier^ betmaant / 03p 0een tpelpen toinft
loeftem (öaac aiïc öe 25ebienaat*^bec 0obbeIijite segeinii^
«ingvan „j^^jj goo0jieban moeten aßien ) n^t te
cu" maau Μ metöeöooiiponöecfiouöteber^
denpauiTe 0enoe0en, Φύ^ ^niïen 500 beeiai^ get mo>
198
Pecste ξ.
word in het
fijkenvika- g^ip ί§ / ^cf^ geööen tetoac&ten banbeaalmif^
S;o.dfen Öuiteii#ianö^teberboa-en/ tensnmiflciiien
- bpoj
Philippus Rovenius. 39^
iioojftct onöiröouö öer <©ueeß-fcöooicn/ beiodi
iic aan a«e «aeojöenöm m m^titt^ ^iefugten/ Γ« '"ο'οξ
boïgeu^ De Ät ban öaare Iicföeenoraöcgi00i zaizij.,, "
te biuc^w" Ö^bj^ite öaaK tot nocgtoen^tlioo^ti
Seïibnien 30« / m ηοφ g^ooter tt bcrtuac^tcn vo" renkte«
fiaan / tcn öoogfïen aanöeboim too^öen. zy dat 29
onbec bec5e opgabewn^cn ban aaimiflTcn fcoo^en voor
ttiet ö^s^eepen öc niaaftingen b^t <©bericöemn/ ^
ofb|gtoiiWgefiicötin0en.
§♦ xo. 3|nirien οοϊί geöeurbe bat be Mta^ fchjkt,
tt^ cn be O^berficn bcc<i5cd?benbcn/ ofbcr^a^
tevp ^efugt^n / ntaïftanbcc iOmtrent gct öobmi
ftaanöc niit fionöenbcrfiaan/ ^aï^et in^gdgit^
bctöleben hjo^ben aan ben .^uncin^.
<Pe <i5eoibenben of be ^ater^ ban be
^acieteit 5unen niet betraogen ^ecit-icieraaben/
5iiitaat-Webercn en €>etoa^ben/ ©aten/ ofee^
nige anbere sebjgbe 5aaften tot be ïterit beijoo;«
renbe / beeï minbeu fteiiige iieliqu^en / ugt get
ianb te boeren.
3©at be ïeecins beïangt / inbten 'er eei^
nige berfcgiflige geboelen^/ omtrent jaafienbie
booj be ïierft niet ugtgetoejen 3ijn / itomen te
ontfïaan / gebiebt be J^ergabering bat 3e aï#
ïe tbjifi baar ïaatenbe / be notfjJiaali ten eer^
ban ben ^toeï ^nïïen öfö&en te ber5oeöen,
j©nbertnfrc8en nocgtan^ gullen aïïe 500 J^ereïb^
iijfte al^ <0eo?benbe ^^icfier^ en ^ater^ Siefngii
ten 5icö boegen naar be ban ben #aufi
feïpen ©ißari^.
©00? beeje ö^sonbere jaafien / beteeï^
ïie aan ben ^^unciu^ berbieeben töo^ben / iac^b
«iet öejjaait noeste inge&onben be magtbanben
selben ^nnciu^/bebJeïite ïiemin öeselbe ^?obin#
£»nonber ben Mw^fiaanbe boo? 5gne raagt-
Piieben bjojben beyieent.
" ■' m
) ■ ;1.
I ;:}ia| I
■ a(
II
w
lllil·':!;!
η
■IfH'ii
i·
300 Het Levenvan
<ί1ίη bit aïïe^ aïb«^ Sjafïgcfïdt ißt
bebd ban οη3εη inïletödïis^enj^a&cc/ naar ben
ti3cntooo;bi0m tocfïanbban be Sanbcn/ «iter
ttjb toe bat l^et ben 9iifler5oogfïen 5aï öeïieben
ten ïtatoipen aïbaac b^ije oc^enins ban ijun^
nen 45o&.äbienfi te berleenen; ofbatbe Hljpofïo^
ïiffcöe iêtoeï 5aï goebbinben bienaangaanbe iet
anber^ te fcöïMien : J^iet tegenfïaanbe be
ben ban ben J^an^ Paulus V, ^aiigci· gebagte^
ntffe / aan ben ^emdben jj^auffclpen
ban 5^oIianb bedeenb / boo^ 500 beeï bejciue
ftcijben tegen be tegenbjoo^bige o?bonantie: en
«iet tegenfïaanbe aïïe anberefc^iMiingen / J^anf^
feipe O^jbünantien / J^iibiiegien/ J^ergunniu^
gen / ^auffeiijfie blieben/ ooÈt bie in fjet Mare
Magnum of eïbet^ ngtgeb^nftt fïaan / betoelfte
aan eenige «©eojbenbe peifoonen/ ban ίοαίΦ^^
baV i^ergaberiiige en ^nficflinge/ ooft ban be
j^aatfcgappiie ban Tei us, of ban bjat ißibber^
ipe of (bie ban Τ'«
te Öaar onbei* öeg^eijen) be^èïbe
tnogeii 3ön/ bergunt/ Bebejïigt / goebgeïiemt
en nienigmaaï becnienbit mogen b)ee5en j niet
toat betooo^binge / en op bjat bjjjje ( al bjaac
liet oofe inct getToejJingc ban be Derroejj-b,?!^^
ben / en met be aïiertfragtigfïe en ongebjoone
«ptb^nMiïngen om ^tt obectreeben baar ban te
Beletten; fegoon ooit met ögTboeginge ban an^
bere 300 aïgemeene beitreten/ ai
bjaar öet ooit ngt eige beineginge / en met boi^
ie ïionfijioric / ofanber^tn^) bat suïfi^wogt
3gn gefc^lebt «Öegeeben te ïïomen in be ©er^
gabainge ban be l^oojtpiantingc be^ <0eioof^/
beneerfïen j^ep ^ . ^
φι bermit^ (gelp get ^tm 25erigt baarb?
boegt) naber^anb ter geïegenböeit ban ö^t öo^
, benfiaanba
I;:
I, ί
Philippus Rovenius. 2S1
bcnfïaaiiöe cenige jtoarigrjeben opge
fescu toarcn tufcijai ϊιεπ lart^ä-öiffcijop Philip-
pus en öc <0ccfcdijftï)eit ter micc sijbe/ cnbe öc
ïiabci'^ gefugten en ^eo^öenöen ter anbete
5ijöe : 300 3ijn öe genieibe mart.é-öiflicöo»
Philippus en 5i)ne eeefieïtjtiödt / mit^gaöcr^
öe boojnoeniije ^lef^Pi^^« öe ο^εο^^
öenbe ^enöeiingen/ öoo^ guïjp en toeöoen ban
onse «iBerbjiaarbige SSroeöeu^/ Joh. Francifcus,
binnen / Jacobus S^act^-biffcijojp ban ,f|Eeeöe
ïcn/ Jacobus SJifTcilOJ) ban Stoermonbe/ Johan-
nes SSiffcljojp ban ^nthaerjjen / Antonius
fcgop ban fperen/ Nicolaus ^iffcgop ban f ^ac^
togenöofcijV Antonius ^δίΙΤφοί» ban <0ent/ en
Dionvfius 25ί|Τφ}ί ban 23ru33e/ geïtomen tot
ftct onberitaanbe berbrag: namentïpK
jfïabeniaal be ©ergabering ban be boo^t^
pïantinge ber €»eloof^ op ben febenben bagban
Juüus bee^e^ jaar^ toegefiaan i|ab bat / ai^ 'ec
u^t fjet^ eiircet/ boa^be3eibe©ecgabm'ngupt#
geben ben 1 167? / eenige stoaacigïiebei!
«logten ontjlaan tnifcijen beu 5|oogbj. i|eec
Philippus Rovenius 3ßatt^-&itTcÖ0p ban
pen/ |)anffeiglien Biimn^ in ^ollanb en in be
anbere 300 genaanibe aiiereenigbe ^p^jobincien /
«n be <0ee^eii|ïiii£it aibaac ter eeiier/ enbej^a^
ter^ bcr ^ocietest en be <0eoiDeiibcn ter anbec
3öbe; be ge3eibe partijen 30uben bermogen ii^t^
te ïienni^ ban Ijaare ïïegten te geeben arni ben
en ïfoogbj. ^eer aart^-öifcöop ban
^ecgeïen / en aan be «i^ertoaarbige ^eeren
SSiffeöoppen onber get 3£art^-Bi^bom bare
iliecöeien beöoocenbe: betoeifte ban / bc$aaïi
^^t mal^anber obertoogen ßebbcnbe/ öaarooji
öeel
Het Leven van
iieeï oijec be sioangj^ebm 50Uiien ßonne»
5enöett aan öe J^ergaöeringe : t^
300 iud öe i>oo?noemiiej|^auffdpe l^iitari^/ bet^
3d& ban eenige ugt jijiic «eee^dgÄ&eit/ aï^ öe
iBcrtoaarÖiS^ ^atei' Florentius de Montmoran-
ci ^iobincïaaï isec jEaatfcgajpjigg ban Tefus in
i^et ©iaamfcöe .^eöerianb / ngt naame 'ban be^
^dU jjEaatfcöajpjjge/ berfcSciiie tragen oberöie
jtoariööeöen m öe ^tairt 25?nffeï seßaniicltöiö^
δ«ΐ0ε / bf5dbe jrart^m finbeip tot
mcerbcr m/ op ï)et aancaaöcn ban ben ^co^i»
en ,^πηαη^ inbe^^ebalanben/ e»
op be ban ben ltait^-&i|fcöoi» c«
boo^noemb / öe^onben^' get goeb^
bnnïten ban ben ^jioiioiijTcöen ^toei/ eenlsiJ"
0eioo?ben omtrent be boïgenbe punten:
verdrae* ttïfi/ aansaöiibe ijet begin of be eerfte
punten. tan ïjct stlftJC «Pcfercet / 't toeföe aïbué öe^
I, Aitijkej. giuj.. Aangaande de Geordenden en^, en be 15"
§. betoeïBe aibu^ Öegint: Indien het evenwe! ge-
beurde fn5. be pater,^ ber ^ocietctt / betoriftc
nabeejen in be iauben ben ^auffeïpen J^ißa-
i'i^ aanbeboïen boo^ beneben^ be an^
bere üjereïbïijfte J^^iefïer^ jufien toilïenacbeiben/
5ulïen niet aïieen in be bebicninge ber ^afiw^
nienten / maar ooïi in al ^et anbete/ in be eer^
fïe regt^pïeginge te regt fïaan boo^ ben
feipen / al^ bgjonbetïijft boo^ ben 31
pojioiiftclien ^toeï gemagtigb ^ijnbe / 't bat
iiiffeïiet^ of ?iian0eftiaa0ben jijn : öocö i»
^aaften ban apd snïïen 3g boo? ben jj^nndu^ tc
cegt liaan.
i.Axtijkei. 31^at belangt be tbieebe ban i^tt gemdbe
©eftteet/ aïbn^ Beginnenbe: Voor eerft zal de
Vikaris enj. 300 i^ 'er omtrent be magt banget
^aftpament plegteigfttebebiene»
bajc
302-
I li
Philippus Rovenius. 303
V>afisefïdt / öat U ^ater f jobinciaaï 50?3 saï
biaagen öat öe ittt^t inagt oj» ört fjpaar^
Saanifte geb^uiften/ m te toeeg 5aï ö^engen iiafe
öe «i^etrio. #atec i^eneraai öaat ίίοο?^
ö^aage.
©aar δρ 3ίίη ^eober-fen-geßonten öatöe j^a^ j.Ardjkei;
tcc^ ^^efuyten öe pafiocede ^afeaitienten niet
5uUe« hmtïjtm te 5^aarïem / om öe contrarie
gehjaontc ban öie piaat^.
(Poft bcrMaart öe ^afcec ^^obinciaa! bat öe 4. Aitijkd.
ïtcligieu3en öer ^ocieteit/ öetoeiïte 3icö in öeei^
se jenbinge öebinbcn/ pgoubcn 3uUen jijn alle
Sieiien jonöcr onberfcö^ib te j^dpen j ooft öe 30^
öaanigen beiadfte niet Beftmtidijftc steilten^ öe^
Imngcn 3!jn j ebeii ieii^ gdp öe toereUiipe
aangaat öe u^ibjuMimg ban öe jJlaat^ i.Aiiijkei.
5en bet jrnbinge/ öetuelite in bc 3 i.ban
be ©direet te iec3en / öeginnenbe met beeje
tooajbcn j Tot verklaaring van dit Artijkel : be
^atcr ^^obinciaaï ban be j^aatfcijapppe ban
Jefus beriiiaart bat fjg be magt / bie ïjem booj
be Bergaberiug bei· 5tiarömaa!cn gegeben /
om in ibmmige Steden een ,^ebege3el te 3eiii
ben/ met ^al te tocrß tieïleniubeboïgenbeétci
ben ; Gouda , Rotterdaai , Alkmaar , Zuc-
vecn, Boizwaaid, iiocijte in be anbcre plaati
5cn betodijc in ^et ©elwcet bet· ^eegaberin>
8ε niet fïaan ngtgeb^ufet / ten 35 &at be <iieciD.
i|eee ^iftari^ goeb mögt binben. ©oeö
itibien be3eïbe 3ui{i^ 3onber reben mögt toeigei
»^en/ 5al men te raabe gaanbg ben ©oojL^^eec
3Nmciuë; betoeïite na öeijoo^ip onber3oefe 30^
baanige-ngtfpiaaft 3aï geeben / Μ ί^οο,? ben
i^eere geraaben binben,
«Dratrent
m
2 9Ö Het Leven van
i: Attijkci» «i^tvent 4. ban Set 5eïföe ©efimt / aföu^
öeginnenbe: zoo dikwiis ais «15. jaï öe^bcrft^
ijan öe ^ocirtdt screstigii jgn ont ter plaat?^
iraar gic^ maar een fater gefugt 5aionti|OUö«V'
aï^ iie5eibe of booi eenigen tgb Öeiet / of
ban sal toejcu / een anöeren n^t een naöun-
rt0e jjïaat^ tsaar 5e senöing gebben te ontbieöen/
3onöer berief ban ben Biftarl^Steb^aagen / enit»
beplaat^ban gemeiben 3|efiigt te fïeïlen / ter
tjjb toe bat begieße geneesen/ of be aftoeejtge
t' gni^ geïioiiien 50!
7. Artijkei. <i^ititrent I ί. ban ^et S^eiireetbeginnenbe/
Noch zullen de Geordenden en^, ί^ bjebersijb^
berfïaan bat be ber ^oeieieit be naa^
men ber geenen bie 50 jniïen boopen/ beneben^
be naamen ber jj^eter^ en ber <0uberä / een^
jaar^ / of ooit biftmaalber / 300 ßet bienfïig
geoo^beeït tDO^b / jiillcn moeten obergeben aan
ben eigen jpafïoo^: en ooft be naamen ber genen
betoeïfte 3g b®o^ ben tronbj 5iiïien bereenigen >
ntitggaber^ be naamen ber getuigen bie 'er te^
genbjoo^big ^uïieii gebjeefi 5ijn.
Artijke]. Omtrent 16, öeginnenbe: Indien de Ovcr-
ften der Geordenden, ijS toeberjgb^berfïaan bat
bü jenbingen / ban betoeifte in bie gemeïbt
too^b / niet 5nïïen gefrljieben ter plaatsen baar
eenig ^.jiefïer ont|)oubt / ten 5g met ßen^^
niffe en toeffemminge ban ben seiben jj^jiefïer of
ban ben a^iitarié,
% Artijkei. ^^oopenbe be aaimiffen / ban betoeiïten geïjan^^
beït bjo^b §. Ij?, albn^ Öeginnenbe: Wat de aai-
miffen belangt: bat aïie 500 geo^benbe ai^ iatf
reïbïpe ^iiefier^ 5icö bergenoegt 0ouben met
een eerïp onberöoub : maar snH^"
öen te bjac0ten ban be aaïmiffen buiten^ ianb#
te boeren/ sonberberïofbenben ïZ^oo^lï^eer
^uncin^/
-ocr page 308-Philippus roveniifs.' gay
en ban öcn l^iftari^/ ten tot oniiergonb itan
ll^aai» onöec öeese insamriini
öcn iitv aaïmiffm iaojöen nietBe0?e^enbettiaai
buigen öec obcriebcnen / noeste öe b^gtofflifle
fitcgitinsen.
toat in bttst ICrtpefen niet öe0?^en ié/ i"'/® 'f t
5al in 3gn gegeeï öigbrn / lioi0en^ öe tooo^öen
ban ißt ©eticeét öer gerneïiie ©CKga&eringi»
«Öebaan te S^^nffeï 15· <0ctoficc ιδαφ.
^iecom geb&en be ^art^-biffc^ojp PhiHpous
niet be <i5eetieïpöeit / en be ^^iefict·^ ber ^
cietdt benebenl be anbere «Öeo^benbe genbelin^
0en/ on^ ootmoeödgft öoen öiïi&en öat top Set
boo^rcg(,?eben i^erb^ag/ om be^ teonbeiiiiefteiiji
ïtec onbergonben tetoo^ben/ boo? onje ^anffe-
ïijlie öebe^i0in0 0oebettiercntip3onbenöeftrasi
ti0en.
goo get bon / bat tog aan ben
fcgoj» Philippus met 5ijne<i5eefïeïpöeit/ en aan
be ^.nefïerg ber 0emeibe ^ocieteit / en (Bm^^
benbegenbeïingen/ on3e sonbedingegnnfiengeii
nabe toilienbe betogjen/ m genbooj limine bgi
Sonbere ^^eifoonen ban aïle ban-bonniffen / opi
fcljoif|in0en/ interbicten/en ban aïïe anbere iterïte^
ïgiie bonniffen en ftirafen / (' t5o batge ban re0t^
bjege of öoo^ ben iïe0tec jijn o}}0eleit) inbien
'ei· ingebaïien mogen 5ijn / enfieip om be
iigttoeilting ban onjen tegcntooojbigcn 0?ief te
ïtonnen 0enieten / not ftragtebeeje^ontflaanbe
en boo? ontflagen öonbenbe: en genegen ^ijnb«
om öet boo#öieben bersoeft in te boïgen; get ge^
wielbe ©ei;b?a0/ met aiie^tot icberlfiitpeltoe
bat 'er in öebat i^/ met bcnraab betseïbe^Kar^
binaaïen boo,? on^ ^aufTeïgïi gejag ugt itra0t?
i»an iiee5en 25?ief goebitenmi/ en Ißt ^eïbe boo?
»»se Stnofioïiflrehe acfttbaar^eit Öeïiragtigen«
lil. dÉei.. il^g
-ocr page 309-I^gowtieh ΰόίί fetröftcrb alle e« tföcpe
iii'iis/J!§tïo öaii t'^^t^nai^ ban feiten/- aitoarm
; äöJÄt ■ hjescutlijltc / uiöißi! 'tr tcntge öegnan
itïogtén i?tjn/of 5Q&aai!i0e ttm0tc« geljoiiiieii
of aan0c^5ifn fcöoiïsen
((©iiiicOcnb^ tfen boo^fc^^cbeit dnöe / Oj^ bi"
jj^igö öec ïjitli0e 0eï)oo^3aamijfit / ea op ón^
5β οη0«ηαί»ε «1 bo.j&cre Itrafe« böigen^ oitó
0ocbbunifen / ojp te Ïe00eii aan onsc bi^iiunöc
^oueit / öen tescniuoojöigt« fii al^ ban 3ijn<
ber |);ebiitljecreu/ öm »0cncraai
ban be ^atcr^ jÉinncÖjoci·^ vpö^erbanten 0^
ïiaanib:cuiien'(00ncmai 'Mt 5e 511!^
ïéii öeööeh 50^0 te iï^jaagen en te toße0 te ö.je^^
gen öat liet boo.moernbe j^e^öjag/ met aiie^ bjat
iiaat· itt &e05ejpen tat ieöei* actijiiel toe / bos?
fiaafeiicli0ieu3en / beijjdsc on&cr ijaat· mm »»
be boo^jemelbe l^^obinirica arbelöeu of jitiien
arbetben/ onbec&ieiteipacijtei-boigttoefbe.
ïtebeelenbe bat öeeje tegenbjDOjbigc e»
öiïe^baarinfiaanbe/ toettig/ be^enöiaenftras^
ti0 3g / en^aï blpen/ en ban na af ifaare bol·
it en boïiionie uiattoerhing ï)ebbe : en bat aüi^
iïegter^ / 500 ojbiiiariffe aïji gemaatisbe / jelf^ be
S3y3itter^ ban ïjet l^aufTelijfi JDaiei^/ boigené bee^
gen SS^ief en niet aaöer^ / jnüen ßeböen iigl fpjaaft
te 0eeben enbonni^étetoijsen: enbatöethw0t5'
ïoo^^ en ban 0eenéi; toaaröe jaïtoejen / inbien if^
tnanb / ban toat 0e5a0 bat fig jg» / 'c aitoeetenb^
of ugt onimnöe/ §iec te0en nio0t aan0aan.
<abec5ulft^ bebeeien en beïafïen mit^ ber
5en aan Johannes Francifcusboojnoemb/ te0en^
tooó|bi0 .l^nncin^ in ©emeïbe i>ïaat5en/ en aa«
ben 0enen bie Ijet ten bien tijbe toegen jai/ bat
^^ ben te0enbjoo^bi0en 2i5^ief/ tn ben ganfeftf»
inöonb ban Wen / toaav en ioanneer Jet nobiö
ϊί
. ί ', '
ί Γ !
ίίΙ
3crS
■ Η .-B- Τ: '■jL·· Ë ' ν Έ ίΰ ' V ι Α ·5Τ
Phil ippus Rb VENius. 307"
Saï 5ίίη/ en 300 öiftiaiï^ aï^ ög han tocjett^ ben
tt'öentoooiöigen Philippus, aï^
mcbe tjan öêu %ofioïifTci)«ii l^iftafi^ öie albaae
ojj iiien tp 5aï toC3en / cn ban tocgeit öe
tïripöeit of f^iefiec^/ of ooft ban toegeniie ^oi
öaauige «Öeo^enben/ oficmanb ban^^n/ brr^
5O0t 3ai tooiöen / boo^ 5cïben of ooft bóo?
nieec anbeten/ jjïesteip sal affinnöioen en
ïtenb niaaiten: batgji §nn maïört&obengemei^
be ïtcagtige ï)uïj> ^ai ftieben; en gctseieïbel^eri
b^as / niet aïïe^ ioat 'er in Ijebat tó / omteent
aïie öe genen bje ïjet aangaat ongeßrenftt 5aï
boen onöei-ijouben: bat ï)p ten bien einbeaïietei
genfireebei'^ en fcöeberfjjanntgen boo.j fterfieïpe
bonniffen en fieaffen/ en booj anbete öegnaame
nnöbeïcn / 300 in regten ai| feiten befïaanbe / 5oni
ber aanneemüige ban eenig öeroejj 3ai öebhJingen j
en οοίΐ be bonnifen en firafen (500 nocïjian^
bat beji^oceffen/ bie|ierobertij3en3i!iïen /bjeti
tiglp en naar ben etfcg ber rec|)ten gejjïeegt
toerben} tnentgniaai 3ai öestoaaren; en jeif^ be
toereibfeöe tnagt/ belnoobigjgnbe/ tegnlpjal
neeinen»
l^iet tegenfiaanbe j|et ïJ^eftreet ban on5en
3^ooi3aat Bonifacius VII r. jaligei' gebagteniffe/
booi 300 beeï get ]^ier te jjaffe Itomnt / toegen^
rene bagteise / en 't geene tn be algenieene
iierR-bergaberinge «gtgcgeben laegen^é tiaec
bagrci3en > n«t^ bat 'er njenianb ebentoei boben
be biie bagrei3en in ^tt regt öetroftfien toerbe:
«iet tegenfiaanbe ooït aïie anbere i^anffei^fie
«ï^eRreeten en <i^ibonantien/ en aïïe infteïiingcu
fn gebjoonten ban 300 een O^^ber of ^ocieteitT'
ftöoon met eebe en boo^ ^an|feip ge3ag / of
op een anbere b)ij3<! beitragtigb : aï^S ooit aïie
^»ooiregten/bergnnningcnoffaufrtpcöiiében/
^ ^ tegeu
-ocr page 311-30s Het, Leven van.
tc0en öe« ingouli ton get&obeiifiaaitiic/ optoal
toii3e öat ört 50/ feei-ßinii»/ öcbefiigb/ en htt^
tiicutoö. S^ctoelitc alteniaaï / tot een toe/
öoo? iieiiinöotti»bee5e^/ öci^Iöeboo^boiftomenti
ïp 0eno<r03aam ugtöcöjiiïit rjouöcnöc /
jbuiteii beest soaii in j^aare öoïïc ïtra^t iaatenöe/
Ijooi&eese reise aïieen i» 't ögsonbcc intreMieii/
fieiieben^ ai get geen tegen| §et oemelbe ^et^
ö^as 50U fioiinen firijöeu.
«i^efleebeil te ÏÏOmen/ Maria Major,
tmö^öea^iffcöei'giiing/ öcn 3 .jjïiae i6z6/m
.get öetïte jaac ban on^ J^augöouu
<ίίίΐ betoijï too in öeu i|eei*e bertrouioen bat
öe ©eRcicten/ bctodiie oin be sereese betfcl^t^
Jen en ittaïteelen tufTcöen be iocreibiijhe t^ecfie-
igßgeib ban i^oHanb ter eenci·/ en be ßeiigieii^
5e ^nbeitn0eu öenefen^ guune <0berftcn tec
anbete 3ijbe te bereffene«/ booj be boojuoembe
a^ev0aberin3 ban be boortjplantinge be^ (ödoof^/
500 aï^ &oben öengt / 5011 uotgcgeüen / en
too^ geineiben J^qu;^ Uibanus onsen J^oo^saat
3ijn 0oeb3eimnt / beiu'a0t!0t/ beboïen en aan
tuebersobfcïje partge booigeff^acben / ooit
iiienfii0 jnflen 51^1 om be cnfi hitTfÖPn gcmelbc
jjartijen in öet toeïiomenbe te Betoaaren 5 500
l^et bat ίΐ^ρ/ bcbjeïfte boigeuö onsen öacbeviü^
Iten jpïi0t 0cfiaabi0 baar op nnt sjjn bat be Se--
ioobi0en ban Chriitus, bie onse 5o)0eban<^b^
toe0e 3ijn aanöeboïen/ enboojnanientlgiibeïtet;^
feeipe S^ebienaar^/ be eenb^a0ti0iieit boo,} ben
Banb ban b^ebe met aïle 3ot0buïbi0|eit onbee maï^
ïwnbec niO0en betoaacen ; toiiïenbc bobeit^
llaatibe befleubi0 maaften en boe» onbei^öouben/
ligt ei0e bebjee0in0e niet opienianba bersoelt /
waar «Pt sefierc i^nnifT^i en na rm obfi'ks/
Philippus Rovenitjs. 309
bpiöeit i>er i^ouffripe ttiagt/op bat ah
te öfter ttiag gduhftcn m ijolö^agt toojiien/
ölïf^en ifinfi: in 't j&p50ui»a· 't üjdite tot öeb^eöiv
Sing ban öiergdjjiic oiiïufïen cn gefcöiiï^n öooi
Scmei&c ^crgaörrins ίφ scbonnifi/ tnboo^ on^
3ίη ©oo?3aat Uibanus ßebefligt / 0oeii0eimirt/
rn aan toebcr^ijbfcöc pacttjen öeboifn cn booji
0ercö?ebeni^ («1 't iacmeinben fioijcnfiaanbc«
fiaat ugtgEb^ufet) ugt firagte bfes^^ boo^
on^ ^pfiolifci) gesag öefaefïigcnengoebisénrett/
rn aan ijtt 5clije ecn onbccö^^ïteiijitf öcfienbiö^
geit booi onseSipofïoïiffcge acijtöaaröeit httltt^i
licn 5 ten toriften cinöc toy alie «n ieteve gc&^cfeen /
500 ban regten al^ feiten / inbicn 'et eenige c^
toat toijje bat &et öcgaan niogten 59« /
öfteren. ïpaar-en-bobpn öebcefen en oibonci.«
ren top upt etgcöetoeginge/na rijp oberïeg/roet
büïle öenniffe / en bolgeni be bolgeit iJgn onse
niagt/ eben aï^ öoben reeb^ geseit / batbc
bobenfiaanbe «©^bon^ntien en öebeeïen in 't toe^
homenbe 5onber eenige tesenfp^aaft en aar^eïin»
ge boifeotnentïgfi wgtgeboert / en aï# ^aulTeïij^
öe ©eftreeten ban alle fóerïtelgfte perfoonen 't3gi
toerelbfcö^/ <Ê>eo|benbe/ en ban iebec bec
selben ii| 't &p5onber / fiefiipreïp onbepöouben
toerben/ op be beröenrte ban ^unne öebiening/
en op ben ban op ïjeeter baab öinbenbe 5 ban
bcntoelïten 500 een pbectreeber booi niemanbaï^
booj Φη^/ en ben ïïooinfcöen jj^an^ bieSetalp
ban toeejen / begalben in boob^ nocb/ onti=
tïagen jaï fionnen bjojben: en berber/ inbien
be obertreei^er eenöeligien^niogtiijn/ banioat
<D^ber bat let ooïi toaar/ ooit ban be ^ocieteic
ban Jefus, op be fitafe ban geen fiewi (in be
iiejfeiejinge tot ecniffe amptenj temogen geeben
'^f^ÖSei?. ^ ^^
? #ßll
Πί
310 het levkn van"
berftiaaceii ion öat be te0entooojiii'3e
fiBmf/ ugt öooföc bat fommigeit (toie öat öet
gou tttogen jijii / aï laaren met be
ï>ripe of mact^-ötffcöojptidpe of met eenigc
enbere seefieïijfte of toecdbïtjitc toaatbisffeit ttf
ftieebt / of uyt anbcrcu 0oofbc bcrbicnben met
iiaame ugt^ebiuftt tetoo^ben/ etteenigöeïausen
in Setöobenfïaanbe öeööenbe/ ofhjaanenbe te
geööe») m be gemeibe 3^el^reetcn «iet öeüjii^
ïi0t öefiöeti: of bat ge tot öct opfiellen ban ht-
gelben niet geroepen en niet 0eöoo,?t gijn getoeefij
of bat be rebenen / om beiael&e beege S^^ief ugt^
gegeben / niet ojjgegeben of toaai; gemaaftt
gpgetoeefi/ ofomioat rebeu/ fcSga/ boo^
öjenbtnii en oo^gaaft / al toaren ge ooH regtma^
tig étt öebooiregt / en aï toaac get ugt öooföe
ban een ioaare/ anergiaaacfïe/ en boißome öe»;
ïebigingc: Jt^gberMaaren/ geg ift/bat betegem
tooo^bige ten geencn tijbe ugt goofbe ban
oitberßunijiJinge/ betraffinge / of ban becfteecbe in^
gigten/of ban geö^eßbantoefiemminge bec genen
bie 'ec Öeiangen in gabben / of ban eenig anber ge^
ftcefe/ 80e ioegentip bat get gijn mag/ fteboeg^
Éen/ bernietigt / geiroepen / boo? get regt of
tn ttoijffei getPoBfien / op ben boet ban get ge^»
meeene jSegt gebjagt / of boo^ eentg mibbeï i»
regten/ feiten of gnnfi&efiaanbe/ o^p iemanb^
becgoeft becßo^t gaï ftonnnen hJo?ben: ja/ inbien'ei;
iet biergeïgit^ berßreegenof ngt eige öetoeeginge
bergunt mögt toeegen j batniemanb/ 't gp öooi
i>en regtei? of öniten get regt/ gieg baar ban
gaï mogen bebienen / of get gelbe tot ggn baat
neemen: maar bat be tegentooojbige ^?ief Äragi"
tig / bafi m Öefïenbig i^ en goöaanig gal ίΑψ
ben: en ban be genen bie get aangaat of na tiW
gen gaï aangaan/ onberö^efteïp saï onbecgon^
ί!
i ' I
' I
Μ
Philïpöüs RJvffMÄüs. 511
ÖMt tooiir^: lUö.Jöci·^ / öat o^'nailfffe mt
semastiööe JSi^tei·^/ ooÄ ίίδιτ ftti
^aufTripS^itt^: «η iiaai? ö^i^iiéHiariiinaaleH/
ooft öie aï^ <0f3amcit afTgfö^ïï^r-hJO^iiiêtt/ ai^
ϊε jf^tinduÖ'cU / «ι aïïe anöciJe ii^foaiic» / ^ tóat
wagt tn ö^t 5e ooft geßßin of in
Hicnöe g«fiörtl / tJOÏgènp^Sfee^cn S^^cf Ä
be èoo^gem^e jMicii 3UÏÏ<H geöftett t«
fm «i uot^^aafttescfbcn: ^ööäöiiig bat-teépi
ö«en/ fii iebcrbaiiijenm'tfeg^iéec/ aïïiHi^
ΠΪ gc5a0 itpïïmticlt ban anöei^^té
een anöercn nytleg aan onse
tirijafc iae ijoo^reniocttig
ïeiï §0U&en / inöien ientanö / ijaiï öiat Mü^èn
bat ög!5p/'ioéetenii of önineetenb têt^gWi^^it
mo3t öe^aan.: „fiei tcgaifiaaijïje/ üoo^ 300 bed
ai^ 't öiecnoö&ioÏii/ on3eniöe0eï/ enbiebanöe
^oflaiifTcp' ΜοΜ^Μΐφ / ban niemanb^ä ber;'
ïtueesen föcgt te bei'öjcelteii / enniettegenfïaan?:
be aï lytt gecii in ben bob^i^émèiben^^ief (ban
Urbanus VIII ) bergunt getóeèjï: ja niet te-
genfïaanbe aïïe piibiïegien/ bcL'guniitngen / en
j^auffeipe 25iieben/ inetfcoatöebjoo^binge/ en
op bjat üjij3e / en met intreïtïiinge ban boo^^
saanbe öertroepö^leben / ofanöece nocö ftragtigec
en ongetooone ngtb^mitfiingen/ intreïtitenbe^ei'
ïtreeten / 500 in 't gemeen aï^ in 't ö^sonbec/
ooft not eige öetoeeginge/ met bolie ftenniffe/
na rijiJ obecïeg / en not fteagte ban öe bolfjeit
bee^anfTeïilftenmgt/ ai toa^ ö^t ooftinöetboli
ïe ïtonfïfïovie of op nocö toagtigei: bjtjse / bat
beseïbe bedeent/ bebefïigt/ en ai toaé öetnoeft
500 bifttoJi^ betnienbjt 3yn gehjeefi. UI ijtt toel^
tn iebee ban 't 3eibe in ö^sonbec (al toierö
'er tot fteftooiïnfte intreßßing ban get 3eïbe bet-
^»rcSt öat alïeö ögsonöetïgft/ngtbjniifteïijft/met
. He t Le ν ε ν ν λ ν
tiaame / cn ίί^η ίοοοιί» tot ί»οο^ίι / «law «iet
öooi aï0cmcene/ öofijjeiJft öeteiti«wöf
«gtöiuïtifinaftt geraeitit «loettobben/ pföat
bi en-aangaanö« f ^« anbere ö^owbcre toö3e mopfï
ge^Dubcn tooiben j tn aïie 5ulfte jpïeötisÖ^Ö^i/
ugtbjufefeins?« e« bmnribinsen tjoo^ flcno^ö^
saam i^n bioll^omentltii^ ^ebaan goube«bé) alO^t
torffti/ tft/ So^tocïö^taööer^intjoïieftrast/
jaï fiïpen / tog tot «gtboecing ban get boo^^
öaawbe ög5onbe¥Ïgft cn uetb?u&ïteïpmtteftftcn>
300 aï^ top οοδ intwÄÄm aïïi^ toat öiec tegen
l«a0 fïrtiben.
<0e0eijen te Äomen Öp Maria Major, Olli
(bet be J^iffcgec^ifitnö/ ben χο ^eptemßec 16^6,
in get ttoeebe jaar ban on^ ^au^om.
Was ondertekent:
GUAI^TERIUS,
; [ ;;
I
■ In de plaats van
het Zegel.
' I! i
-ocr page 316-Philippus rovenius. 315
dekreet
ν α ν Β Ε Ν '
^oorluchtigfien Η Ε Ε J{i
Μ Υ Ν Η Ε Ε R
PEN
Over de Zendinge der Geordenden ^ ge-
maakt volgens de uytfpraak van
de H. Vergaderinge.
Fabiqs Chifius door de genade van Godt en
van den Apoftoliiïchen Stoel BiiTchop
van Narde, oppaiTende Huis-prelaat van
den Allerheiliften Vader in Chriftus, on-
zen Heer Urbanus VIII, door Gods berm-
hertigheitPaus; cn daar by Nuncius, mee
magt van Kardinaal-Legaat, van den voor-
noemden Urbanus, aan denRhijnftroom,
cn in dp andere Qeweften van Neder-
duitsland.
Degtoijï ijtt bccfcgiï tuffcgen mgtigcec öm
^auffeïpcn l^iiiati^ ban 3|o?lauö en te
ban öe |^aatfcpi>ï»i?e hm Je-
fus, ober gct ögbocgcn ban cmige
ïen / ojp fiebd bau ^t ^m^it in cene ^tvf
gabepmgf ban Öf Üeecen^^aKbinaafentejSomen
rgspcip on&iC3O0t/ en in öeesecboese n^t^
t^ëesell; 'Dat zulks aan die Vaders geenzms is
' # ? " geoor-
Ν
i i
2 9Ö Het Leven van
geoorloofd 5 noch op hun eigen gezag noch op
het gezag van den Overfteh der Zendingen, of van
den Provinciaal of Generaal : al waar het zaake
dat zy zodaanige Medegezellen tot een ander ein-
de , en buiten de bedieninge der zendinge , by
zich wilden inneemen: maar dat zy, of hunne O-
verften, gehouden zijn van den Heer Vikaris te
verzoeken dat hy hen zoo een Medegezel Λνϋ toe-
voegen, of verlof (aan deOverften) geevenoni
'er hun een toe te voegen: nict-tegenftaande aJlc
ordonantien , ook van de heilige Vergaderinge
over de Voortplantinge des Geloofs , dewelke
hier regen mogen ftrijden.
<Bn ötWiji in een ^^ief ban öcn ilecc
ÜörÖinaöï Barberini, ba« imi 13 ^^
ipöen / lafi t^ 0C3oniien om boißcn^ Dien iiu
gouö cm <©?öonantic «@t te seeben / eu aan
önbe be jiarttjcn / ntet ft^boeginse ban ceni^
tïi'afffn boo? öe ^bevtceeöei·^ / Mteiiïf te
inaalien; op öat bit ©eftp aibii^é teii ïaat^
fie een einbe ma0 firijgeu : ίφ i}et bat
bjg o^bonccren/ bafi|ïeiïc» en oj» ben ban gebic^
ben bat alie^ / en ieber in get bijsonbei: bat
baat· in bejg^epen / boïgcri^ be nieeni«0 ban
gemelbe ©ei'gabennse ban een ieber jal on^
bergonben too,iben : Cn met eene berniaa^^
nen ii)^ jjEijn^eer ben f anffeipm J^iïrari^ /
bat Ij^ 3icij in bicr^eïijlie bcrsoeïten jgcebaeg^
jaam toon^; op bat bjp / en on3e
ten in bit Jtegaat^öap / insebaHc bati
ontebeÏ0fte bjei0erin3e / niet 0enoot3aaftt m
3iin get jeïbe / be^ boï0en^ be ©erbia0-|»tini
ten ber3O0t jijnbe / naar be re0ten toe te
flaan : li^aar mebe bjgi belbe be partijen
ïpcïp tot eenb^agt / Meeft^^ft en baebit^
ïiefb? in ben ^uvp bermaairrn / m
Philippus Roveniüs. 515
Öun alle ö^iï ^en «©oiitreipett gigeu toc^
Öeufcöc«. €t Ueuïen öcn 8 ^uïg 1043«
F Α ΒI υ S Biflchop vaa Nardo ^
Pauflelijke Nuncius.-
Beneden ßond:
JOH. LAURENTIUS, dclU
Ratta. Sekret.
i !;
Iii
EENIGEDEKREETEN
VAN DE
Dewelke gelijkformig zijn met eenige Artij-
kelen van deeze PauiTelijke Bu le.
DUt tft <iB>eoiirenöen / beioeïfie ^icïj gicr te
3£anbe ontgouiien/ onberöenBitiaii^ πιοε;«
ten fïaaii gdgftiioiniig met ^t il^citreet
bangemdöeHerß-becgaöecttige/ öetioeißeftaat
in gct Öerbe i|oofö-|ïnft bei; fe^be ^ittingc obet:
be %eri)ü^niinse; en met be tjaisenbe teoo^ben
ngtgebjuitt: Dat de Prelaacen der Kerken ftaar-
ftig toezien om de vergrijpingen hunner Onder-
daanen met voorzigtigheit en zorgvuldigheic tc
beftraffen en geen wereldfche Klerk zal door ee-
nig perfoonlijk voorregt, hoedaanig dat het zy,
gelijk ook geen Geordende buiten zijn Kloofter
^voönende door geen voorregt van zijne Order,
^ct welke zy mogten voorv/cnden , · verfchoont
Leezen , indien een van beiden zich vergreepen
^eeft, van door den Ordinaris der plaatze , als
den ApoftoliiTchen Stoel daar toe getnag-
tigd zijnde ^ volgens de Kerkelijke Regels bc
. Het Leven van
Saogt, geilraft en gekaftijdt te worden. ^itllCl'itt
öat een ^uffelpe Biftan^ / 300 tori aï^ ^f«
Sesaat en ^j^unciu^/ in öet:«i3ieefieïp liegt öe^
È^ent too^ïi öoo^ ben naam ban θϊ^
geööenöe een Oibinad^ ntaac geen aanöeboïen
23ifrcöoiii»eip regt^-öeBiei»: en bat ugt beesen
toföe/ om bat Ιρ be plaat^ ban ben ^po^of
jSffegen ^toei/ niaau niet ban ben peefoon ban
ben j^n^ Öeftleebt. ^ie Zanches de Matrimo-
pio, üb. 3, difp. x8. & 19.
<iEn in be^r ^ittinge ban be «ßeo^benben /
aan ÏJtt 11 i^oofb-tiuft. In de Klooilers of Hui-
Zen van mans-ofvTouws-pcrfooncn, dewelke be-
laden zijn met de zorg der zielen over wereld·
fche luiden (de zodaanigenuytgezonderd dewel-
ke tot de Familie van dezelve Plaatzen of Kloo-
ftere behooren ) zullen de perfoonen , 'c zy
Geordende of Wereld fche , dewelke zodaani-
gen laft beklecden , iii de zaaken dewelke tot
gemelde zorg en tot de bediening der Sakra-
menten behooren, onmiddclijk ft^an onder het
rcgts-gebied , de bezoekinge en de verbete-
ringe van den BiiTchop, in wiens Bisdom zy ge-
legen zijn. En daar zuljen geene ( van zulke
ziel-befticrders ) aangeftclt worden , al waar 'c
zaake dat ze ten welgevallen van de aanftelders
altijd weggenomen konden worden , ten zy met
de toeftemminge van gemelden Biilchop; en na
dat ze alvorens door den Biilchop of door zijnen
Vitaris onderzogt zijn gewpeft. ^taat aan te
merßeti bat tsm^ cm 25iffcfioj) in get geefieïpe
]ße0t berjiaan loo^b iebec j|>ielaat/ betoeïiie een
ü^biiierl^ Saiffcgcppeip re^t^-seöieb ßeWeebt.
ö^berjniit^ ^uft gobaaniß een S^^fiaat be magt
oniaSebeletten/ betoelfte be 3ξί-δφεπη3ίη
gne ^iobiKiiê laaartweernen / tt öC3oe«^n tt^P
paffen, ^^
€n in be ^» %\tm%tl aan ö^t 8 i^oofit-fïuït:
Het is billijk d^t al het geen wat in het Bisdom
tot tien Goddelijken dienft behoort , door den
Ordinaris met alle naarftigheit bezorgt werde j
en dat hy, daar he£ noodig is, daar zorg voor
draage.
toeberom in öe αφ ^ittmst/ aati get ^o
ï^OOfb-fïUii: Alle zaaken, dewelke eenigzins tot
de Kerkelijke Vierfchaar behooren , moeten in
de ecrße regts-pleginge alleenlijk voor de Ordi-
nariflen der plaatzen verhandelt worden.
toat ïaager, Niet-tegenftaande , omtrent al het
voorgemelde , alle voor-regten , vergunningen
cn akkoorden.
in ite Z4· ^ttinge/ aan get 10 ï^oofb-
ftnü: Op dat de BiiTchoppen het Volk , het
welke zy te bcilieren hebben, des te beter in
den band en onder gehoorzaamheit mogen
houden, zullen zy in al het gene tot de bezoe-
king en de verbetering der zeden van hunne On·?
derdaanen behoort, het regt en demagthebben»
ook als Gemagtigden vanden ApoftoliilchenStoel^
om alles te befchikken, te bcilieren, te ftrafFen,
cn in 't werk tc ftellen, 'c welke zy naar hunne
voorzigcigheit noodzakelijk zullen achten voor
de Verbeteringe van hunne Onderdaanen en voor
den welftand van hun Bisdom. En in zaaken,
dewelke de bezoeking of de verbetering der ze-
den raaken, zal geene ontheffing (van 's BiiTchops
regts-gebied) geen verbod, geen apél, geene
Jblagte, ook by den ApoftoliiTchen Stoel inge-
leverd , de uytvoering van her geene de BiiTchop-
pen bevolen, geor^neert of gevonnift zullen
hebben , in eenigev wijze können ftremmen of
ophouden.
I 1
I ■, I
■ !,i
Ί
i
iJt
l^fl
ii!
-ocr page 321-2 9Ö Het Leven van
ire «i^eojöcn&eit / aï toierbctt 5ei»ooi iP
tnanb jgeroejieu öie tan stjnc cige miöiteie« toii
ïebcn/ niet mogen ftomcn catecgtseecen/ pm^
ßen/ of öiecöt öooren terpïaat5eöaai;een#iici
(ictJspbcrößif (aï^Oiirinaci^) |onbt/ i^geip^
1)θίηίί0 niet get 9 %oofii-finft ban öe 14 Bittitu
gc: aitoaac gcjeit : Het is zeer redelijk en
met goed regt gedaan dat de Bisdommen en Pa-
rochyen i;ijn onderfeheiden j en dat aan iedere
Kudde haare eige harders en beftierders van min-
dere Kerken' (ónder den BiiTchop ftaande) zijn
toegewezen j op dat ieder der zeiven zijne eigc
Schapen mag oppaflen } en de Kerkelijke order
niet in 't wild geraake.
Cnbcïp in öe 24 ^ittinge ban Set 13 ^oofb-
|ÏUft i De H. Synode beveelt aan de Biffchoppen
dat zy in de Steden en Plaatzen , daar de Paro-
chi-kerken geen zekere paaien, en de Regenten
der zeiven geen vafl; en zeker Volk onder hunne
beftieringe hebben , maar de Sakramenten aan
die het verzoeken zonder ondcrfcheid bedienen}
ora de zielen onder hun gebied ilaande des te vei-
liger ter zaligheit te beftieren, het Volk in vafte
en eige Parochyen zullen verdeden, en een ieder
zijnen vaften en byzonderen Parochi-priefter aan
wijzen : zoo dat de zelve zijn eigen Volk mag
kennen , en dat het Volk de Sakramenten ner-
gens anders als by hem mag ontvangen : of dat
zy (BiiTchoppen) op een bequaamerwijze, naar
dat de hoedaartigheit der plaatze het zal vereif-
fchen, daar in zullen hebben te voorzien. Vor-
ders, dat zy in die Steden en Plaatzen, die gee-
ne Parochi-kerken hebben , op het fpoedigfte
Parochi-kerken doen opregten. Niet-tegenftaan-
de alle voorregten en gewoonten , ook van on-
gedenkbaare geheuggenifle.
^OOJ
1: Ii
I
Philippus Rovenius. 319
it>oo? I^ct inattte / ttioet ntcn ire bectnaaning
iJau öen lipofïeï 5o?0bu!i>i3inacöt neemrn/ e&^
δρ öe üerïtöcc l^onntöenaaccn in fiaat isefiia0t
Ijcböenbf/ ö^n aïöu^ aanfji^eeiit: Zoo iemand
meint een Profeet te zijn, ofgeeilelijk, die moet
Weetén dat de dingen die ik fchrijf des Heere ge-
boden zijn: En zoo iemand die niet en kent, die
zal niet gekcnt worden. Maar dat alles betame-
lijk en met order gefchiede.
Dekreeren uyrgegeeven in een byzondere
Vergaderinge over de zaaken van Hol-
land> gehouden den loMaart 1(^71: welke
Dekreeten naderhand zijn goed gekeurc en
beveftigc in een algemeene Vergaderinge
gehouden den 17 Maart van het zelfde
jaar 1671.
I·
öf <i5eoj&cnöc genbeïinsm/ ooft ban bc
^ïf^aatfc^apppc ban Jeius, mitggabo:^ bc
<0berfcch öet^dbeseubinsc/ öet araptban
genbeJin0 niet mogen beöienen / ^onitec albooi
ren^ be goeöfteninnö ban ben ^aufei^ftenaDiita^
cié bei' Bei'eenigöe 3^,?obincien ber^o^t en m
bcKhmgen te fteböen. öet seïfbe
ooft in alïen beeïe moet onbecïjonbcn ioo^ben/
in be 0cenc bie mb^goebgeftenrtiijn/ of fïaan
Soebgeftenit te toojbeu/ te berjpiaatjen.
3^at öaar-en-öoben be ^^ater^ ban be
cieteit en be anbete «jHeo^benbim ge^onben jijn/
ttv ïjet ampt ban ^cnbeiing gaan öebienen/
i»e goebftenring / gen booj ben ^ufpeigiien m^
ïiacié berieenb y én aan 't einbe ban ijaace ορε-
»le blieben jngeiafeijt/ of tenrainfïecenaffcöiifï:
öaa?
-ocr page 323-ξζτί Het Lêvën van
iiaacijan tt bertooncn of obec ie 5eni>eti aati öe
J^arocöl-jiiicficr^ / Öe <Sttiier-W6ar#tt of bg
fóatoiijfjen bfr plaatsen/ öaac naar toe jefcp«
too^öen.
6e «©eo^iïenïié ^eubeïingen en be^atec^
öer ^ocieteit nietbecmoosen ugt te ioojpen/ of
ccnige jpaftoreeïe of niet pafloceeie öebieningen
te bengten / ter piaatjen öie ban ßaare fïaat
5gn af0e5onï»erö en aan eeniganöer ^^iejïertoe^
"öetronttit 5ij»' ten 51» niet itenniffe en toefienf
ntinge ban öien 5eïben i^^iefïer / of ban öen lï^
PitoiitTcÖen J^iltarië/ ofinsebaiie ban eensetc
googb^inseniie nootsaMgittjeit.
III.
<!^at giet öeii |5aüffei0iten i^iftarijf / 500 me^
tiigmaaï aï^ ijg get bienffig jaï oo^beeien / b^^
fïaat/ ooit bo0? sij"«^ <0ema0tisben / te öe^oe^
ïteu be ©ergaöer-p!aat3en ber <0eoibenben en
ber ^ater^ efugten: ïjet ^ aftrament
5eié aïbaar not te öeelcn / en jijne 23i)fcljojppei
ïijfte öeöieningen te berrigten. lEi^ ooft bat be
<0eo^benben en be Baber^ ^fefugten / bie be
piaat^ ban J^affoo??' of öet anipt ban genbeüngen
ibeliieeben / im al öet gene tot be 30^3 ber sieien
en be ngtrei&ing ber ^afirainenten ßeijoo^t /
ftaan onber be berifpinge en be besoeïnnge ban
ben^aufTeïpenBiïiari^/ aï^ boiniagt öeböenbe
ban ben lepoitoiiffc^en ^toei.
IV.
vEïat §et be ©aber^ ber^oeieteit/ nocöte be
anbere ^enbeimgen/ niet en fïaat be plaat#
3en/ bie nu berftregen ïjeböen of in 't toeïtOi=
menbe bjettigïp beriirijgen 3uiien/ sonbertoet^
tige ooisaaße/ bie öy ben l^iftaei^ goebgeftenrt
5e/teberïaaten. ^ ^
-ocr page 324--^I ρ
π: ι „..,
Philippus ROVENIUS. 321 |
s
h·.
' 1· Μ
V.
ire l^ater^ öec ^^odeteit / lioc^tc a>
berc gcnïiüimgen / bciaciïit; aï^ |ieïïe0e5eïifii
in hc 5en&ing geiiomen jijn / niet bccmogcn be
pafioreeie ^aftcamentcn te Bedienen 5onöer joeö^
feenrinse m beriof Uan Öcn l^i^ri^ / a!^ öoben ί
hermaant ig / tieriuoiben te öebben; noeste een ï' ;!
tiersaöcrpïaat^ ojj par scite/ m ïiutteaöieiiaiï ' i
öen ^enödiug tc ödu&cu.
©at be J^atet· «eeneraaï öer Ji^aatfcöamsge 'lijiij
ban Jcfus bmnaant tooo^iöc / te iijeeg te ujeuf '
gen bat jijne ^enbclingèn öe niagt Itan be ïf n^
iadijftcn jjiegtelp te bebleneu op öet fpaar^ä '
Saanifïe gefeuüien / WiUtn§ boo^öii^ öec ^ 1!'"
becö^as-pmiten,
Vir.
3I?at in 5aaïten/ bêtocïi« U ^ieï-öejïietinj m !
yet iij.ittc5lien öa· ^aïtramcnten öctreffen / öe
*6eiD,?öenbe ^^nbeïaigen en be i^ater^ bcr Va-
riëteit geljouben jtjn be ïsebeelen öar« ben BiM^
lïOÏ^iTiitciijfï. te gel)oo?3aamen : tn bat 5«
öe ugiljoerln0 öec jelue niet jnögen ir^ttidi'en j
't s^^onöér boo^geebiiige bat öc^elbe ö^ar boo|
ben <©berfïe ban ||aare ^jöcrjS niet öeiifnö
Semaaïtt; 't jg bat 3e jicij ban een beroep te-
pn ^oobaantge öebeelen bebient gebben.
oeejebepaalinge nacötan^/ batingebaliebe ileee ,, ,
3i!tternuncfu^ niogt beiajien be «ytboerins ban 1
ιεεηίβ bebei ugt te jidien / öe ugtboering ugtsei^
iïelt 3aï bjo^en. ts^egebm te^^aoraen ben 17
Äait 167 ί.
VIL
Set bjeïfte booi ben ^eftretari^ aan ben
f ci%rten iDaber aanrjfbient 3ijnbe / Ijeeft ^ijnc
t^ii^öeit aöeä bebeftiSt / goebs?ïimrt en be^.
2 9Ö Het Leven van
Men tc acgtecboïgcn op öcejett i8 Jlïaait
1071»
Was ondertekend;
De Kardiiiaal
ANTONÏUS BARBERINI.
βΘ laager
FREDERICUS Aarts-biffehop
van Ccfarea, Sekrctaris.
De plaats van het
Zegel«
Het is gclyltvormig met bet origineel,
200 als ik onderfchreven getuige,
HENRÏCU S BLESSlUS
ApoiloliiTche Protonotaris.
Bekreet van de* H. Vergaderinge van dc
voortplantinge des Geloofs in haare by
eenkomfte op den 22 Augufti lózj.
NSC iiat iïc ïPooiïiiföti0e ^etv / U liatiH-
naaïMellini} gaiFugtgegceijen get l^ei^it^aö/
Öet iödfte mfcöen Philippus iCartföiffcÖoj?
ijan ^Pijppen e» §auffelpeii ©jßari^ ouer ^
l^emnigiie l^ioWncicn fiencffen^ 39110
ipgdt m tmtt/ en öe ©a&erl htv ^acimt
Seneffenf! iie <i5co?iien&e genöelmjjeii tcv auöer^
gftite/ öooi öe
m^m mmm / ^an m «-Öfcöop un
^ecgeïen / m Mm ms^m ff onbergoo^^
»Swn/ getvoffen op ttm ij mom
Philippus Rovenius. 32^
1(514. 500 ïjrefi: be mctsoeii?
tiruringe ban ^^iit^nliQ^nt/ ^tt gemeïiie
b?Q3 fieijcfïf0t/ cit bcijokn öat get ban öeljoe^i
«oemöe Ï^ater^ jaï onisecgouiim ioo^ben. <©oli
Öceft 55 be <©eiteraaien ber ^Keeft-Qeecen /
eir gefugten boen tjermaancn bat
5e pnne ïïeïtgieusen / betoeil^e m i^oiïanS
ensnbe' Bf^emigbe j^^cbincien boo? ^enbeïinpti
gcö.nuiieii / ßebd ^nilen geeben om §et gemnbe
iierbaag te onbei'|)onbeii.
dekreet
Der H. Vergaderinge van dc Voorrplantinge
des Geloofs in haare byeenkomfte
van den 16 April 1Ó27.
Λ S300 be Sfaitg^-fiilfcgoji ban i^Öi^iPJi^n
^^rnffeimt Bihari^ obertonaiib ïjeeft aan^
gebient bat |ct 32>crb?a3/ 't toeïlte in 't iaat
1624. boa^ bemibbeïmabanbei|.3^ef3abmn0e/
ban ben j^unciii^ ban ,^ebcc!aub / ban ben
^art^-biffc§op ban .peekeien/ en banbe^^eïf^
fc^ onber^oorige / bJa^ getroffen
tufTciien bejl^cL'eïbftije en beii5eo,jbenbe<i5eefïe^
iyitöi^jt albaai· / cii ooft bDo^ onjen J^abei?
Inaä goebgcheurt / tJiet in ac^t ioo?b genomen
boa?S?.ioebec Franc. RoiTius, jjltinnebioeöer ban
be <0jber ber Obfcrvanren; cn batopbee5eboo^>
bienbiM / bat be <i5eneraaï ber jjlinneb^ebe^
ï^en (ba^n be naautoe onberQoubinge/) noeste
ï'e <ßeneraal ber ^^eeit-gceten/ aan j^unne gien^
delingen in i|oilanb niet öebolen Rebben get ge-»
»iieïbe ©ccb^ag te onbecgouben / 300 aï^ in get
^^bet / toaar in bit ll^ei-biag bebefligt i§/
«JOii» iictjoïeu: gn ooii om bat noeste ö«»»^
i !
1' il
324 Het Leven van"
a^eneraaïca ijoo^iiocmii/ noeste ïjuniie p^obin^
ciaalen/ "^tt stïüc ©erö^as onöcctcßciifc ö^öbeu/
30D aï^ öooi öcn ^.jobiucmaï öcr Scfuotcn
gebaau.
goo geeft iici|.i^iT0aömngaaniicbooinoem^
öe <0eacraaïcn öcïafï / öat 5ε ijuniie ^endcïin^
0CII in ï|o!ïanïi ίαύ fcga-peiijft 3uïien geöieö«!
get 0e5eibe l^a'ö.ms te onöci'ïjouben: en öat
get 3eif öe ©ecb^ag in be ^eiicetai-ge btt gemeld
be ©ergabcnnge op get ö^ngmeei suïien aante^
Benen : en iJo^bei·^ bat be onbertefteninge bet
5eïiJe <iB>eneraaïen booj ben ^eltretari^ juiien
ojigeteßent iuo?ben oji een ίίορ^/ öerutlenbe in
be j^anffeipe ^eöcetarp.
O et. Κ ar d maat
Β Α Ν D I Ν ï.
Plaats van het zeget van ge-
melden Kardinaal.
FRANCISCUS INGELUS
Sekretaris.
ii !
JOHAN-
-ocr page 328-3 25
JOHANNES WACHTELAAR,
Licentiaat in de Godkunde.
''lObannes Wachtelaar, bis ζίφ Oltt ttlinÖCC
J ontbcitt tefcBO?b«i Vigilius üet noemen / ioa^
te lltregt gcöorrn n|it een ouii <0efïa0t /1 ίαΦ
ße al b^ij öcuiiööeiö / e« aan öe öe^e l^amilien
öer ^taö bermaagfcltapt ioa^. ^gne ^uber^
gabben gern aibaar mi ^^eöenöein be jiäarg-l^ec^i
Ite öeso^gt: 't txtciße /500 al^' to^ «gt een ss^iefban
Sasboidus öan ben 30 Hlngufli if99 Uecfiaän/
3onber ^imonge niet toaä toegegaan, ji^aac
aiéWachteiaar, uibeii^isbgeleerböcit jiubeecenöe/
i^öb bernomen / en 'er roiiiais üUt toa^;
Öeeft be Sasboidus, beteifcgtettlögt
faan iiomen ßeitomen geüSenbe/ gemontflagen/
εη^οί» iuettige totjse toebec in öesit ge^
tCi^Dy te 5ioben Mttfiev in beftnnfïen en %p
centiaat in be <0abï)eit toa^ geioo^ben/ en boo?
Sijne ^onberiinge öeieeL'böeit iu be «eabftnnbeeii
boo?namentïp in be ieeringea ban ben Au-
guitinus «^tniunte/ i^ögi toebei? naar 3ijn ©abet*-
ianb geiieert ï^g öeefc jijii ber&igf te ilteegt
Senonien : t daar hy een ongeleerde en onge-
ronde Geertelijkheit heeft gevonden ·, zoo dat 'er
alleen in de StadUcregt meer als vijftig Priefters
■^varen, die noit eenigc Akademie hadden gezien,
of cenige kennis van de Godgeleerdheit hadden.
Zoo heeft hydan aanftonds het verftroide Volk
^-veder verzamelt : en 'c zelve door zijne woor-
f3 den
" Verdediging van J. WacKtekar voor den Hove yan Utregt,
Uït dc Aantckcaiugcn van Abraham Brienen,
J. Wachte-;
laar, ceii
Utregte-
naar: liet
zich Vigi-
lius noe-
men, om
beter onkc·
kend te
blijvea,
2 9Ö Het Leven van
den en door zijn voorbeeld geregeerc. Hy heeft
(het goede) cerft gedaan, cn daar na geleert,
g^aar Ojp geeft be liait^-biffcDoiJ Sasboldus
gern tot algemeen Bibari^ aangefielt obcï ißt
boort? Stad ^igtiom ban tltregt. If? leeft be 5ebeu bec
en alge- <0ecf{dgiige!t / ^oo bceï ai^ in gent toaë / ger^
bo^mt j en get ^oiït op get fpoo; ber benj^en.
gebrast. ^^ toa^ 500 toei begaaft / bat men
gern tot iliebegeipet en nasaat ban Sasboldus
toenfcgte te gebben. ©ocg a!^ Rovenius, tot
bte toaarbigfféit bei'geben sijnbe/ geeft Wachte-
laar ool^ tot öigenicenl^iEiat·^ aangenomen: be^
iwefe bien itioejelpen iafi ban get^igbomban
|ltre0t öoit onbeï Rovenius na3aat / en aïbn^
tn 't flegeeï ben tijb ban iaaren/ geeft geb^aa^
0en. geeft ^egeeie ^afiodjen in get ^φ
bom bmi Htvegt opgeregt en ga-egeeit. «©oh
ïjeeft g? in 'tjaac 1047/ OJP ben 19 J^eg/ be
intogbing ban ben tCart^-bifcgop ban <6fe5ew
te jiiun^er bgseböoont: en geeft ooft ai^ getui^
ge gefïaan ober be« ecb boo^ ben 5eïben
ijoïgen^ getooonte gebaan, ^ant in ben ^^ief
get boïginbe te ieesen: In de
tcgenwoordigheit van de Eerw. Heeren, Johan-
nis Wachtelaar algemeen Vikaris in het Geefte-
lijke over het Bisdom vanUtregt; en \2i.n Leomrdus
Marius Prooft , en in het Geeftehjke algemeen
Vikaris over het Bisdom van E^aavlem.
Wachtelaar gceft bapper geftreebcn booj be
regten ban be <0eefïeïgïtgeit: en g^ geeft 'ec
dig voor de jj^^i (q^ gegoïpen / bat be ©ecb^ag-pnnten tup
:.aakvan de ^^^ jj^^^jjj^ ^efielpgeit tïi be «©fo^benbett ifl
fiaat gebiagt «1 fieiicagtigt <^nt beesc ge^
toigtige saaft ten einbc te b.iengen / geeft gn5itg
in'tjaac ió^/ beneffenl ben ICatt^-bifegop
Rovenius , Jacobus Bool, Nicolaus Nomius
Hy wiertl
ïaftoor in
xijne ge-
meen Vikai-
ïis: Ook
word Iiy toe
(dsii Coad-
jutor van
Sasholdiis
ge;cifch^
Hy ftrijfJt
kloekmoe-
Gceftelijk-
iicic en de
Verdrag-
peuten,
Johannes Wacheelaar.. 537
«η ludocus Catz, ««ligen ^i» te 0^50®
Öoiiö«!} eti obec öie onbecfanöeïins? gefiaan«
fjeeft öetoHanöfcScitecßc tot i/eaouiiev-
öom brnt 7^ jaaren toe sebiMit öocg 300 Uat
"ec &oo^0aan|tioerof ftiiegei^er^of caaögeciicrl
jte ^tcest bp ïjm tomiu
c In alle die jaaren, de veertien laatfte uytgc- MaartK·-
honderd , wierd hy daar opentlijk toegelaaten, ^iJ'^ dath^
en verkeerde ook in het openbaar , by ieder een ^oj^j^v;
geacht en wel gezien. Men liet hem zijne Pre- heken of-
bende in de Kollegiaale Kerke van S. Maria ge- kttendhcic
ruftelijk bezitten : en hy heeft *er veele , zoo
door zijne Predikaatzien als door zijn ftichtig Ie- ^ ^^ j.
ven, tot ons Geloof bekeert. Hy gaf zeer nauw-p^^*^
keurig en voor?,igtig acht op de Geeftelijkheit;
en was niet min mildaadig in dezelven uyt zijne
eigc middelen by te ftaanj en de herbergzaamheic
t' henwaarts te oefFenen.
maac 0et oniueec/ 't iöcïï« te IttECgt tegen
ben ï$erft-i3003ii Rovenius opöohöcriie / l^eft
öciJienaar (Wachtelaar) aoßseöjopn;
toant ieeföeiï in jeec gacgeïgfte ^bcn Sae^
^n^öeöehjesmge&ep^jpanjaacöcn. S^e^cgout Doet &
ban iitreöt ξΐφ een p^oce^ tegen^ ö^m enR.o- schout van
venius Opgeßelt/ 't toeïfte ai i3?giööiiioopi0/ en hcmfnRoJ
in be ïïatijnfcöe taaï obergejet/ teleesen fïaat venius eeii
bg jacobus Revius, in gct fe^bc 25oeft ba» 5011
Daventria Illuftrata.
baat ojp t^ get l^onni^ boo| Set ^of faar op
ban ïltLTöt tegen gent ugtsefjiiaSen: 3iine goe^ £L«i<45
beuen beröeurt becïiïaact: ög jeïf ugt öet stanb een Vonnis
sebannen. ^et l^onni^ toa^ ban b^boljjeni » geyoJgt»
benmöoub: ^ ^ .
Rclat, Ephef. Arch, J»·?!·
-ocr page 331-Het Lev^nva!^
• Gezien zijnde by het Geregt der Stad Ut regt
het Procés," aan het zelve Geregt overgeleverd
iiyt naame en van wcge den Ed. Henrik falkc'
naar^ Heer van Valkenaar enz. Schout van dce-
ze Stad Utregt, en amptshalve aanklaager tegen
Johan Wachtelaar, Burger van deeze Stad , en
Kanonnik van S. Mariaas-kcrke aldaar, dewelke
door een Plakkaat gedaagt zijnde om in eigen
p.erfoon te verfchijnen niet te voorlchijn is geko-
men ; en daar by gezien zijnde de indagingen,
bekendmaakingen, waarraaakingen, ilukkcn en
bewijzen door den Heer Aanklaager ingeleverd j
uyt dewelke gebleken is dat de Aangeklaagde ,
hoewel dat hy als een Burger en Inwoonder van
deeze Stad volgens alle burgerlijke Regten en
Wetten der Volkeren gehouden was» zijne ge-
trouwigheit aan gemelde Stad in alles te bewij-
zen, egter deezcn zijnen pligc vergcetende, niet
alleenlijk na het eindigen des twaalf-jaarigen be-
ftands een groote verftandhouding heeft onder-
houden met zekeren Philippus üovenius^ eenvol-
flagen .en bitteren vyand van deeze Landen; maar
•denzelven ook hier te Utregt heeft gehuisveil}
en hem, zoo als hy volgens de Plakkaatcn fchul-
dig was , niet heeft aangcbragt : dat gemelde
Rovenius, zich gedraagcnde als Aarts-bifichop
van Philippen en van Utregt, en als Pauilelijken
Vikaris over Holland , Zeiand en de andere
Vereenigde Provinciën, met Jacob Bool, een U-
tregtenaar , en met hunne andere Medeftanders
in de jaaren en 1643 Romen met deu
Paus, de Kardi naaien, en de Gezanten van Span-
je en van de infante, heeft gehandelt oyer de gee-
"itelijke Overigheit van den zeiven Rovenius'mhtl
vereeqjgde Nederland : alles met kennifle, raad-
geevinge en goedkeuringe vgn den Aangeklaag-
den
J»
!■ I
*
ί
!
ί' i
den en van meer andere Roomfche Paapen inhec
Zelve Nederland. Dat de kontraélen en onder-
handelingen geftrekt hebben tot het voordeel van
den Koning en de Infante van Spanje; en om de
Roomfch-gezinden van het zelfde Nederland te
ftijven in de gehoorzaamheit , genegendheit en
onderdaanigheit jegens den gemelden Koning en
Infante van Spanje, tot groot nadeel en verftoo-
ringe van den Staat der gemelde Nederlanden.
Dat de gemelde Rovenius en Jacob BooMen Aan-
geklaagden van tijd tot tijd van deeze hunne on-
derneeminge en onderhandelinge door brieven
verwittigt hebben : en onder andei-en ook ver-
maant hebben dat het Yioodig was , uyt naame
van de Pausgezinden deezer Landen, de toeftem-
ming van de Infante te verzoeken om de pachten
en aceijzen in deeze Landen te huuren. Dat hy
aangeklaagde noch daar-en-boven de penningen,
die uyt deeze inkomiten gekomen waren , tot
voortzetting van gemelde onderhandelinge naar
Romen heeft overgemaakt : en dat hy niet al-
leen met denvoarnocmdcn Rovenius over de voor-
gemelde onderhandelingen en kontraflen, maar
ook met den gemeenen Vyand van deeze Landen
over den oorlog heeft raadgepleegt Dat de aan-
geklaagde zijne verftandhouding met gemelden
Rovenius^ ook na de verovering van Grol, heefc
onderhouden : en zich als deszelfs algemeen Vi-
caris heeft gedraagen. Dat gemelde Rovenius^
als gewaande Aarts-bifTchop van Utregt, eenalge-
»leen Vikariaat in deeze Stadt heeft opgeregt ea
daar by ook eengemeene beurs of fchat-kiit, daar
dezelve »ewaande BiiTchop, of de Aangeklaagde als
deszelfs^Vikaris, het opzigt over zoude hebben ,
heeft ingeftelt. Dat de Aangeklaagde verfcheide
apderelaften en bedieningen, die hem door^owT
f S. ^m
IE; 3
■iil!
1
Leven
fiius opgcdraagen waren, heeft aangenomen : en
daar op, in die hoedaanigheit, de paaien der rc-
geeringe van fommige Paapen ten platten lande
heefc verdeelt , en ieder de zijne toegewezen.
Dat dezelve, behalven aan , ook huis»
veiling heeft gegeven aan Godefroy vanMook ^ den
Kapcllaan en Sekretaris van den zeiven Rovenius^
en aan de Majeftraat geen kennis daar van heeft
gegeven. Dat de zelve een zekere fomme gelds,
ook in 't jaar 163p laatftleden, uyt deeze Lan-
den aan eefiige Geeftelijken in 's Vyands Gebied
heeft overgemaakt. Welke dingen altemaal, als
Jüijnde zwaare en grove misdaaden , ,cn van een
jfehadelijk gevolg voorde hoogeOverigheden eri
voor de Plakkaaten van deeze Landen , in een
Republijk daar de geregtigheit en een goede ftaatsw
regeering bloejen, anderen ten voorbeeld, béhoo-
ren geftrafc te worden. Daarom is het dat hcc
gemelde Geregt, regt doende, den aangeklaag-
den en niet verfchijnenden heeft verfteekcn , en
mits deczen verfteekt van alle uytvlugt van wraa-
kinge, uytilellinge cnregtverzuimeniiTej endaar
jby van alle befchermiiige en verdedigingediehy
uyt eenigen hoofde had können inbrengen : eri
hem daar-en boven voor alle de daagen van zijn
leven in ballingfchap verzendt buiten deeze Stad
en het Stads gebied, en buiteft de heerlijkhcit
van Vreeswijk , anders de Vaart , met verbod
van ten eenigen tijde daar weder te keeren : en
zulks op zodaanige ftrafFen, als in de Plakkaaten
van de hooge Overigheit deezer Landen ftaan
begreepen. Daar-en-boven verklaart het zelfdp
Geregt dat de gemelde Gedaagde van zijne Ka-
Monniks-prebende van S. Maria voornoemd , en
van alle zijne andere kerkelijke inkomften is ver-
Het: beflaac hein nocli in een geldboete
van IOC gulden, en veroordeelt hem om alle de
Pnkoften van het Regt die in zijne zaaken ge-
daan zijn, ter fchattinge van het Geregt, te be-
taalen :
Gedaan en uytgeweezentcUtregt den i o Maart
1640.
Was getekent:
PIETER bor:
<©iiec öit ongefaaï ftetft in ite iJolgctUïe
maaniJ / te tecteti öen 13 %p}ii han get jcïf&e
iaac / een ünef gefcj^ieben aan Jacobus de la Tor?
re, iietodifee Ojp bat j»^ booi öcn ^auffcïpen
a^ilian^ fn öoo^ öe <0eefieipöei(: af^ejonöc«
toa^ naar iten éauffeïpen te fómlen*
3|n bien geeft ög speling em licefe aan
ceni0c onboo^5i0ti0e raenfcgenenömgöct·^/ tje^
ioeïite ite ooj5aaït toatm getoetfi bat gg 5iinm
tocWn0t tot be ^jtanjaarb^ gab öcnomen,
reuige tooo^ben gaat ög aïöu^ boo^t;
Dit ftaat ons omtrent Gods verborge Voorzie-
nigheit te verwonderen, dat alle de Religieuzen
die by ons zijn geen deel hebben in deeze geeiïê-
linge: daar nochtans eenigen van hen de oorzaak
Van dit ongeval zijn geweeft : want als Rovenms
in de jaaren lózz en löxj te Romen arbeide om
^zijne magt over de ganfehe Qeeftelijkheit te be-
houden , hebben zy by den Gezant van den Koning
Van Spanje en van de Infante hulp gezogt.
Om dat RoOenius dan by de zelve (Gezanten)
2:onder achterdogt verkeerde, om zich zeiven en
de zijnen van de ppgetigte valfche befchuldig-
pun^en te verdedigen, en zelfs hunne voorfpraak:
yerzog^
-ocr page 335-'532 Het Leven van
verzogt, als of zijne zaaken het belang van den
Katolijken Koning en van de Infante raakten
(gelijk blijkt uyt een Brief denwelken hy op dien
tijd aan Heer Fordenm heeft gefehreven, en die
in zijn procés gemeldt ilaat) zoo word hy hier
befchuldigten word hier fchuldig verklaart
aan gequetfte Oppermagt. En niet alleen word
hy zoo gehandelt : maar ook word 'er Figilius
(dat Wachtelaar) als zi;n voornaamilc famen-
handelaar in betrokken: en geraakt aldus in een
zwarigheit die hem van anderen is gebrouwen.
Och of ze 'niet heimelijk in hun vuift en lachten
die weinig van de Kerk-order houden , en de
Kerk-voogdy liever gebanne zagen : och ot een
ieder nu niet naar zijn eigen hoofd en welge-
vallen ging ilrijden gelijk in een Leger dat zon-
der order, en over hoop geraakt is: och of de
Kudde, nu. de Harder verjaagt is, niet jammer-
lijk wierd verfcheurt.
ψ ver- Öajjjjcre man geeft φι &aUm0fcöap «1
ία wi- Ö^t iian socïiefen met öiijöfcöaiJ
de, cn " bei'bjaagen.
dankt er d iemattïï ïjciti ban iren lat^
Godc over. jjgj. Jjoo^ ïaé/ boÏ0«i^ ïjet toefte i)^ in ecnijoete
ban 667,6 guiisen toierö öefTaagen / ban 3gne
ïianonniitsDge in öe l^arie-feeciiebnevbbeL-ooft/
en öaae-en-öofaen in baiiingfc^ajj toiecb gejon^
öenj geeft ij^ anöee^ niet geanttoo^öt ai^ De l^.
Cypnaniis, ter booU betiueesen 5nnöe/ eatijb|
anthjoojöe: jeggenöe/ Godt zy gedankt.
5eiiei' fter ban iiefrigen lï&eï gern
gebaï na get ugifp^eefeen ban sijn ©αηηί^^ te
geiïioet quam / en 5ieö beebjonbeet toonbc bat
^ 'ee ön^ bjeïpmoeö en onberbaatii/ jabioitjif
ban
De Aaetckeningco ran Bn'enci
l· ü
I i :
I ! I
^ i!
-ocr page 336-Johannes Wachtelaar. 335
ban toescn ugtjag / gaf δρ tot anttswo^ö: Gy
zoud u zoo niet verwonderen, indiengy uw ver-
maak, gelijk wy gedaan hebben, in Gods hei-
lige boeken had gezogt. υ η f
e Na dat hy dan den tijd van 45: jaaren Vika- "^"„bal-
ris van Utregt was geweeft, is hy den ζ Oéto- üngfcbap
ber 16f ζ in zijn ballingfchap te Kuilenburg over- vol van di-
leeden: en is aldaar in een hoogen ouderdom by g«"
zijne Voor-ouders begraaven. Zijne gcdagtenis
is hier in hooge achtinge, om dat hy van de
voornaamfte is geweeft die de zaaken ( van den
Godsdienft) hier weder in goeden ftaat gebragc
hebben.
ï)tt jaau 164z geeft een kort Begrip
van de leeringen van S. Augultinus geft^ieiieil.
Φΰ^ ißtft ig gefcÖ|eliendeOyereenftemming
der Evangeliiten omtrent het lijden des Heere.
SSeibe öee^e <0efc§,«ften Seööen to^ in onjc ga?
pier-iaaörn öerufïen,
<i^nDec 5gn ^föeei&seï fïaan öeesu Katijnfcljc
Ijeerjen te ieesen:
^mm lene Protetypo fpirans collucet imago !
'firtutm 'jariam frons oculiquh vihrant.
ΑΐΙα probant vigikm j quem vivus fparfit odorem ,
Nobile Mnemofynon püor in are refert.
<Boii 'ec een Itaiijnfcli i$outo-ia'c|it oj» s^n
affïeciien in t ïiciit gehomen: gettoeliie ai^eeii
ho2t Um^P 39η ïeijen öeödff« ^ocö be»^
mit^ aiïf^pnoegsaam inget &oijenfiaanöe3^eci
Öaal öeö^eeoen t^/ suïfen to? nu öe moeite nice
«eenien ban ïjtt te iieciiuitfröen.
* Haailemf»!« dood-Jjoek.
li
i-iiii
!;ii i
ii I
lili ■ ί
Hex Leven vah
Aarts-bjilchop van Efefen, PauiTelijke Vika-
ris in het Vereenigde Nederland, Prooft
van Harlebeek , Kapellaan van zijne Ka-
tolijke Majefteic in de Borgondifche Ka-
pelle j en 's Konings opperfte AalmoeiTe-
nier: is in Braband overleden den i6 Sep-
tember 1661.
Als Rove-
nius begon
oud te wor-
den , heeft
liy onzen
Jaxrobus
tot zijnen
Mede-hel-
per ver-
xogu
iie SCart^-öiffcgöi» Rovenius aï bafï tot
een gooseii oiiöcrbom öe0on ojite&iimnten/
en jijne onpaffeipiftit genoegsaam ujtioee^
itat Sg ioeï öaafï souöe fiertoen / fiecft öy naar
iSomen gefiSieiJcn öat gg een jn^ebe-ïjcïjier ban
nooïtenlaö; ojiöatonselteKU/ tnbien i)eni be
öooö bermfïe / ^icg ingeen onselcgenöSeit en 30η?
öer guïjpe mögt öeöinöen.
miJ bit berjoeS / ban een jf^ebe-öeïjjei; te
geböen/ boo^ Rovenius metfeenmffe banbe^oï^
ïanbfcge <0ee{ïcïpöeit te ïïomen toa^ in0eïc^
bert / en ög ben j^au^ ingang gab gebonben/
geeft be |taii»inaaï Fr. Barberini ben 31 jiEaait
i63f/ ngtnaame ban be Becgaberinge ober bc
SHoo^t-jJïantinge be^ «i^eïoofjS / öebeï gegeben
om 't samen te oberïeggen toat boo^ jjerfoonen
be beceifeöte öeqnaaniiggeit tot beeje öebiening
èabben.
334
r
goo ίφ 'er ban een ög-een-ftontfïebanbe<Ê»eei
(ieïppt bec beibe S3i^bomnien/ te toeeten ban
• üytdcyciljandclingenvan het Uticgtfchc Kapittel.
-ocr page 338-, Λ
Jacoéus de tä toijlre.
Ïltt?c0t en ban Ifaai'ïem / in öe tegeniooojötgii
fieit ban ben <i^oojïucï)t. Rovenius te 11==
tregt gegoulien op ben 0 1037. M^egen^
Öet ban litregt 3ijn 'ev betfeöeenen/
^;^eefïer Johan Wachtelaar, öigemeen i^iïian^:
öe i^eerenFcyc, vander Steen, Pek, Putkamer,
Kenniphove, Medenblik , Petrus en Suitbertus
van Purmerende, Omius en Griffinus. ïigt ïjet
5|aariemfc§c jijn'ei' tegentooo^ibig gcf
toeeft Öe %eei;en Leonardas Marius , Judocus ,:Ni
Catz, Bloemaert, Bandius, en Benius, ^n ns
bat 5e/ bo^en^ öenSJ^ief ïxtv gemeïbe^ecgabei
ïinge ^ t^öpelp obedcgt gabbcn / toie bat 'et
Befi booi jjliebe-öeipec ban ben ^art^-öiffcöoï»
Rovenius 50ube boojgefieit bjo,?öen/ ïjeöben bie
ban ört ïitcegtfcge Diftariaat öe b^ie boigeabe
ï^eeren benoemt: Theodorus de Zwaan: Folke-
rus van Herkinge (j^ajïOOJ tC ^ίΒΟΪ) en Jaco-
bus de Ia Torre. ^ct Hajjitteï ban ^aaci
Ïemi3gn beboïgenbe boo^gefïeit: i^eefiecJohan
Catcrus, Vitus Jacobi, en Balduinus Cats. Ilgfc
beeje fe^ 30uto be ^art^biffcgoji ban een
be lelper beriiiesen, 'er ban m 't jaac i6?S/
op ben SCugufti / toebecom een bevgabenng
ban get ll^iftaciaat te lltregt bsa^ ge^ouben/
Öeeft Rovenius, n^t ïirngte ban be3eibe ©eega-
beringe en met obeeïeg bei· 23iorberen / be 3|ee-
ren Jacobus de la Torre en Abraham van Brie-
nen naar ïtonien afgebaavbigt; om naboojgaaiii
be g^oeteniffe/ Betnigingebaneerbiebigpt/ en
aanBieiiiiige ban bienfï aan ben üoajmfeöen
^toeï / aan be J&ergaberingc ober be 3^oo?t-
plantinge bei^ <0eïoof|/ en aan bebo|bereföari>
i»maaïen en f ?eïaaten / aïbaar berfïag te boen
^an ben ffaat tn geïegenböeit ber ^ouanbfegc
■1Ί
; ι t'i
35ö Het Leven van
^erBe: bocp boo^jnamentip om een j^eiie-geï^
ptv / met {joop ban optoigmse in get amjpt
ban ^anffeiijitctt ©iftari^/ te berïscijsen» Zoo
ban Jacobus de la Torre tot i»at ampt te
wen berïiojen.
l· <pee5e de la Torre bJHjS Π1 <!5jabenïja0e
geßoren iigti· jje ^oo^-eöeïe Stamme ber lEarH-
0^aaben ban Fioreft , bjeifte ^tom becmaa0^
fcgapt bja^i aan ijet öoo^ïucöttge «6efla0t bet;
Poeigeeften «^t be S^urg-g^aaben ban Selben /
en aan ^jet gutó ban be BoifTorten de Taffis, «gt
per vanRo- be <0,?aaben en^i^arïi-giaaben ban Taffis. ©e
........ ïfoos-eöeïe ^eecScephanus de Gamarra , <0e5aUt
ban Philippus IV. Bo be Staaten banlollanb/
ooft 5ijn 25ioeb-bectoant.
<èiï niet aï!fen toaö j^n <0£fïast boojïnci)ti0
naar ben S5!aebe/ maar «ocgbcdijceriijlierbooi
öe 5ucöt büo^ ^etouöe^cïoof / en boo^ben Uu^
fïer ber Cö^iitriijhe beugben: ï)eböcnbe ban
oberlan^ tot een fcguit-piaat^ berftreßt hooi
be efieten / en boö^iiainentïj) β boo.i ben ïierii-
boo0b Sasboidus, öelWlfte ge&annen
noob^aaïit bja^ jicïi te berfcïiiriïcn.
3©ant aïbn^ fpjeeftt de la Torre in get liiei·^
liaaï c ban sijne Koomfcge reije: Wanneer /io·
Venius in't jaar löoz in den Hage gedagvaart
en veroordeelt wierd , fchool hy ten huize van
hiijne Ouders: alwaar ik, noch een kind zijnde,
onder zijn opzigt in de godvruchtigheit wierd
onderwezen. En dewijl hy naderhand dikwils
in 't heimelijk van Keulen herwaarts over quam
óm zijne Kudde te bezoeken , heeft hy my al-
daar ook in 'c jaar 1611 het Sakrament des Vorm-
zels bedient,
acobus de
faTorre;,
ccn Hol
landich E-
delman,
word toe
Mede-hel-
i!
: Ii , ■ I
yenius bc-
noenid.
' i·· '1
I Ί
m
« K^lat. ilpw. pag, 47;
-ocr page 340-Jacobus de la To^re. 557
^^ iian jon^l af opseöoe&i Βρ öe êeeu^ Hy kia
iöc«/ m tarf incefi ui i)et i^iianö isan gaiö-öe^ ^^land op,
bcianb i aïtoaac ban oiiö^ öe ^acocgiefean ©aï^ ^«vQedt.
ïienifte geeft geftaan; iretodfte nu nwereniied^
i!oo| grt s^ehjatei' if obcrfïcïpt
itat 3pe ieecoefeningen / ijoo|tiai
nicntfijft in öe <i5aï!ftunbe / te 5£oben gab boïtroft-
ïicii/ m ai&aar in öe ^erga&eriijge öer «^'atoocen
toa^ 0eiuiiiit/ geeft be mfte laareii
iJaii pielïcrfcööp öefteebt ^afioo^ ban
<5Bi{!enöiiii!en/ onöet! get ^aagfcge t^eöieiïj aï^
ioaaiv örip eiöcr^gegestsaïsajoiöeii/ boo.iöee^«
3en een g^oote ïicris geeft gefiaan / f&egoorenöe
on&ecöepaiOcgte-fieeft ban Jacob in '^(^^a^»
bengage, '^De bediening van deeze plaats, segt
Ög / heb ik van zelfs met het goedvinden der O- .
Verften op my genomen.
!©aar-en-i!oiien ggi boo^ gsene ïiationnj^ Hyïsoofe
te lianiei-p en te ^arie&eefe setoeeft. Kanonnik
. ^n 't iaar 1637/ öeu elföen * / geeft
Kovenius gem tm ïiancnniti^Ïigi gegeben in negc en
Maartens ïieeite te lltregt. daarby
^aar na g» in 't jaae 16^9/ in
^cpteniöer / ge!git reeö^ö ai geseit i^/ om be
oobengenielöe reöeiienöooi ti^ gooföen to^ee-
fteïijftgeit en bom öen aiart^ö-ftiffcgop Rovenius
Itaai' ßonien gcjon&en met Abraham van Brie-
nen , in get geseïfegap ban noeg tbjee anöeee
ïixei^'geseïiem
geeft ite ^aaii en ise geregti'^geben bec
«Öecj^eigligeit te ïïonien / 300 feg,?ifteiijii
WtHiiJciijm/ beftia beröebsgt en boo^t^eset: en
1Π. Debl. i
liiid. pasT. 107. , · : j
ti-h pröcés van den Schout van Utregt, 'azü heï 1/ Ar-»
Mjkel,
ié in 't jaar 1639 / tn öen fcrffï/ ioeSïcc in 50»
^aöa'ïanïi 0eiiomen.
ƒ O^mtceut txm jeibcn tijii / u toeeten in 't
jaac 1^0 / op de verkiezing van de Gee-
ilelijkheic, «ί^ ÖOben ßeSien/ op dc benoe-
ming van Rovemus, en m^t goedkeuringe van
den Katolijken Koning , iJCioCÏfie nOfïj gem
affianti ban öcese Äauöen öab géïtaan / öen
gemeïöen Rovenius tot JSEeiie-geipei; tn fjet
^jiofïDïifcÖ öetoini» toeseboegt. Rebben
ίορ upt ίιεη ijoi0eitóen ban paus Urba-
nus VIII.
'1
URBANUS VIII. PAUS.
BEminde Zoon : zaligheit en ApoilolilTchcn
zegen. Dewijl wy voor de Gcloovigen van
Chrißus , dewelke zich in dc Landen dooi-
de On-katolijken overheerd bevinden , vol-
gens onxen pligc bezorgd zijn , en op uw
Geloof ) geleerdheit , voorzigtigheit en yvei"
voor den Katolijken Godsdienil ten hoogftc'
in den Heere betrouwen : Zoo is het dat Wy
U uyt kragte van ons Apoftolifch gezag dooi'
den tegenwoordigen Brief , naar ons en des
PauiTelijken Stoels welgevallen , benoemen
aanftellen en verklaaren tot Mede-helper in he£
arapt van PauiTelijken Vikaris , van onzen wel-
beminden Zoon , Philippus Rovenius , dcv/el-
jce in de oorden van Holland en Ze^and met
verfcheide Magt-hebbingen , in den Paufie-
Jijken Brief bevat , tot ApoftoliiTchen Vikaris
is aangeftelt : niet tegcnftaandc alles wat hief
tegen zouw mogen ilrijden.
Gegeven te Romen , by S. Maria Majer ,
onder
; ƒ Earfteen tweede Verhaal van tien Aartsb, Jacebiis.
Daarna
-werd hy op
de verkie-
zing van de
Geeftelijk-
iieit totMe-
dehelper
van Rove-
iiius aange-
ftdt.
ί;!
onder de Viflchers Ring, den 14 Augufti 1040^
in het ächtiende jaar van ons iausdom.
Oxder flond:
M. A. MARALDUS.
[ Het Zegelßond op rood wafch, op de aver"
regtfchg zijde van bet parh$menf .
Het opfchrift hidd
J.an onzen beminden Zoon Jacob ü e
LA Τ O R R E, Hollandfch Prieß^r^
Licentiaat in beide de Regten.)
Ik getuige dat dit affchrift met den οοτ··
fpronkelijken Brief over een komt.
Modestus Stephani SueKj'
Paujfelijke Notaris.
'et* öc föatoljjße $ionin0 toefi^ittf
niing toe gegeben geeft öïpt ugt öen ijolgenöe«
SSitcf ban Jacob Bonen toenmaals
reöop ban i^ecgefen / itetoelfte öeesé jaafe aan
Set %of öaö boo^geöieben.
Jacobus^ door de genade van Gódt en vandeii
Apoftoliflchen Stoel Aarts-biiTchop van Meche-
len, allen die deezen Brief zullen kezen Zalig-ä·
heit in den Heere. · Wadetnaäl de Doorlüclitigë
en Hoogwaardige Heer Philippus Rovenius^ Aarts-
biiTchop van Philippen eri Paüfielijke Vikaris in
öe Vcreenigde Nederlanden» ons alovereenigeii
iijd bekend heeft gemaakt dat hy, als door hoo-
gen ouderdom en door veelvuldigen arbeid cn
^org afgemat zijnde, niet langer feequaara was
1 % am
-ocr page 343-Κ
om den kit op zijne fchouderen gelegt alleen
te draagen: dat het diensvolgens noodig was op
een bequaam perfoon te denken , dewelke hem
by zijn leven zouw können helpen, en na zijne
dood in gernelde waardigheit en bedieninge op
▼olgen.' dat hy zijn voornemen ook aandevoor-
naamfte der Geeiielijkheit van gemelde Landeiï
had voorgeftelt: en datby meerdcrheitvan ftem-
men geoordeelt was dat de-HoogwaardigfteHcer
Jacobus de la l'orre ^ om zijne' uyïmuntendegaven?
en hoedaanigheden met dewelke hy van Godc
begaifc is, de bequaamfïc van allen is tot hetbe-
kleeden va:n dat ampt. Zoo is het dat wy, door
den voornoemden Hoogwaardigften cn Doorluch-
tigften Heer en door de voornaamften van gemel·'
de Geeiielijkheit daa-r toe verzogt zijnde , derv
toeiiand van deeze zaak hebben voorgedraagen
aan den Doorlnchcigilen Prins , den Kardinaal
Infant; dewelke ons den den 7 Mey van die loo-
pende jaar heeft geantwoordt dat het hem wel
behaagde.en aangenaam zoude zijn-, dat gentel-
de Heer Jacohus de la Ί'οτη aangenomen, wicrd
tot Mede-helper van den Doorluchtigften Aarts-
biiTchop van IPhilippen j met magt om den zei-
ven , zoo wel in het Pauffelijk Vikarisfchap als
in de Aarts-biflchoppelijke waardigheit, op ts
volgen. Tot oorkonde van het zelve hebben wv
dcezen Brief gegeeven, en met onze hand en ons
Siegel ondertekent. Te Spa, in het Bisdom va»
Luykj den 29 Augviïi 1641.
Beneden ßond :
JACOB Aarts biflchop van
Mechelen.
pe plaats van f>ct Zegel.
-ocr page 344-tot ji^ebc-gdpec ijan RoveniustjeirEiOi
m/ öf^eft öo in 't jaar 164.% eetiioijiiïoopi^^e^
vigt bau öcii taefiaiiö Der 3§οϊίαιιίιΓΦJl^ecßegr^
5onöen oau cen Igecc Itar&inaai j öeiiteifteioaaiv
Γφίίπϊρ setecfi 3ai öe ^berfieijanöfl^eci
jgaöeriiige ober ös ©oo^tpiantiiige öe^
^it S^en^t öeööe» tóo ouöec 01150 i&etoaaringe
ßecuften.
g In 't jaar 1547 kragte
Van een Brevet van/»»afig/zw X (het welke 00k
onder ons beruft) te Munfter in Weilfaalen Bif-
fchop van Efcfen verklaart en gewijdt door Fa-
hius Chizd, dewelke toen het ampt bekleede van
buitcngcwooncn PaufTelijken Gezant aan d-en
Rhijnttroom , en naderhand Paus is geworden
onder den naam van Alexander VII. De wijding
is door twee Biflchoppen alleen verrigc : doch
Balduinus Cats , l> die hem op de reis vergezel-
fchapte , ftond als Deken va.n Haarlem over de
Wijdinge in de plaarze van den derden BiiTchop,
inet goedkeuringe van den zeiven Paus.
Hy worä
Aarts-biC
fchop .van
Efèfei} ge-
wijde^ en
de Wijding
door twee
Biflchop-
pen allectt
verrigt;
wordende
deplaatsvai»
den derden
bekleedt
door den
Deken van'
Haarlem.
Hy word
onder tct
verrigtea
van den
Goddelij-
ken dicnft
geftoort,
en voor ee-
wig uyc helt
Land ge-
bannen^
; Doch hy is niet beter geweeil als zijne Broe-
ders, gelijk Simon Machaheus van zich zeiven ge-
tuigt: want om dat hy het Sakrament des Vorm-
'-iels in de buune van Zijdwind tuffchen Alkmaar
en Schaffen aan onze Lands-luiden had bedient,
is hy in t zelfde jaar 1647 > op S. Barthdomsus
avond , in het verrigten van den Goddelijken
dienil geftoort geweeil. Als hy het ontvlugt
^Vas, is hy daar op ingedaagt : en, na dat men
2;ijnen Gemagtigden niet had willen hoorenfpree-
^^en , is hy 'door de Staaten van Noordholland,
voor eeuwigen
altijd
waaren j
Ü 3 ■
«Ve te Hoora vergaaei
S K?Ut. l{p)n. p. 49.
t> -^Ba Capit. Uav l,
» om. f. 49
α ν
Het Leven v
altijd uyt den Lande gebannen, cn zijn erfgoed
verbeurt verklaart; ja de Kerk daar hy Vergadc-
rirtg gehouden had , is naderhand ook afgebroken.
êöo ra^ Rovenius ίπ 't jaiii" ï6fi obetïcf
öm ijja^ / Jacob de la Torre , bje tOt ttOCg
toe 3911 toa^ sctoecfï / ïjciti op^c^
i)oï0t ΙΠ jgne öeMeninge: en ^teft
in 't jïiar eenöeftnopte Ocf^^iiinigbauiien
fiflnt» itec iloRaiiirfcge Itcrite aan öe ïieiiise ©er^
0aben«se qijergelebat.
j^toip^ toa^ öe<i5o&^öienf!i0e^^eïaat Ro-
venius nyt be fcoerriö gefcïjeiism/ of 01130 Jaco-
6us il ba« öeii0eefi/ bengtei·/ öeöaröèïpc
SO^biiïirigöeit eu öe bcröie^ifien 3gner ©oo^aa^
tfen af^ctoeeften/ en ^eeft aan öe a^aber^ 3|efugten
ijerfcgeiïiesaaïtentoegefiaaii/ fïnjbcnöc tegenibe
öeregdjjgeöenber <i3ee|ïdiiiiöeit/en tegen öe ^tc-
ö^ag-^nnten :ombet»eißetc ganö^aDen en inflanii
teöauöen öoo^ be «Êieefïeïpfjieit / en boo? dc la
Torre 5eif / 300 feeeï moeite toa^ aan^etoenbt,
©it aüc^ too^b booigaan^ Öe0^?epen onöer beii
naam ban ©ecgunriuisen ban ben25iffcöoj>ban
«i^ffefen, i^g ö^eft beweiben te met 3ijne
tiQt ganb befcljieben in be ^ateifige bee ^φψ
ten / en öuiteii iaeeien ban 3^110 ^eefïeïpöeit
toegefiaan: bjaac toe ög boo,?namentip betoom
^en ίφ getoeefï boo,? be ac§tbaai'§ett eh get
333 ban 3ïjnen bïoebbeetoant Stcphanus de Ga-
marrhay Contrero, betoeïïtemeteen0?oote3ucöt
tot bie ]^eïi0ieii3en toa^ in0enomen. «aoRtoierö
ϋρ booi öen met eensebnu«0e öoopseaafi/ bat
$e gern in Set föatoïpe .g^ebedanb aan eenaauf
3ienïpcr en tpec ^i^om 3ouben geïjien.
^t gemeïbe l^ecsunningen 39"
genben inöoub;
yacohs
1
i'
ί l'
1; :
flyVord
de nazaat
van Roye-
mluï.
Docli Iiy
wijkt van
«Icn yvcr
eijiicrVoor-
zaateu af,
en valt dc
Geeftelijk-
Iieit in vec-
le zuakcn
»cgen, met
Verfcheide
vcrgunnip-
f;en tegens
e regten
(der Geefte-
jijkheit toe
J I
: '1
, i
Jacobus^ door de Genade vanGodt en van den
Apoftoliflchcn Stoel Aarts-biflchop van Efefen,
Pauflelijke Vikaris in de Provinciën van hec Veree-
nigde Nederland, en Prooft van Harlebeek, al-
len die den tegenwoordigen Brief zullen zien,
zaligheic in den Heere. Wy verklaaren en ver-
zekeren mits<1eezen dac wy om regtmatige rede-
nen, in de tcgenwoordigheit van denDoorluch-
tigflen en van den Eerwaardigen Heer, beide
onze naafte Bloetverwanten en hier onderilaande
getuigen, aan de Eerw. VadersJefuyten verleent
lebben, en als noch verkenen, een vreedzaarai-
ge bezitting cn vrye opvolging in de volgende
ftaatzien, dewelke zy in gemelde Provinciën be-
zitten: namentlijk te Aarnhem, te Amersfoort,
te Gorkum, te Vianen, te Oudewater, te Bo-
degrave, te Haaftregt, te Naarden (of tot hun
meerder gemak en naar hun welgevallen in de
buurte van BuiTum) en vorders in Veur aan den I |
Leidfchen Dam. En ook om een tweeden Pater
te Rotterdatn cn Ter Gouw , en een derden tc
Leiden en tc Amfterdam in te voeren , met een
diergelijke bezittinge en opvolginge als boven ge-
Zegt is. Eindelijk dat de Paters in 's Gravenha«·
,5e arbeidende zullen mogen voortgaan met de na-
)uurige Dorpen Voorburg, VoorfchotenenWaf·
fenaar tc gaan helpen : zodaanig dat de Overften
der gerqelde Vaders Jcfuyten de magc zullen heb-
»bfei^^, om hunne Religieuzen in gemelde Steden en
Plaatzcn, zoo dikwils als ze willen, te verande-
ren, en anderen in hunne plaatzen , tot voordeel
Van de Kerlie cn van hunne Maatfchappye , aan
te ftellen : niet tegenßaande de Verdrag-punten
Voordeezen aangegaan, dewelkedeH. Stoel heeft
beveiligt en bevolen te onderhouden: en niet te*
Senftaande alles wat hier tegen zoude mogen flrij,
i'js·!
'i:'!
Γ:: ■
344 het levkn van"
den. Tot meerder geloof baarheic van deczevcr^'
gunningen, dewelke ons uyt kragte van gemelde
Verdrag-punten gcoorloft en toegelaaten zijn,
hebben wy den Brief van deeze vergunninge mcE
eigen hande gefchrcven en ondertekent; en heb-
ben den zeiven door de twee voornoemde zeer
geloofwaardige getuigen doen ondertekenen , en
door het merk van ons gewoonlijk zegel bekrag^
tigt. Te BruiTel den 3 |anuary i65-z, in het acht-
ile i aar des Pausdoms Viin onzen Allerheiligften
Vader Innocenüus X.
M^as ondertekent:
J Α C O Β U S , Jms-bifchop van
Efefeuy Pauffelïjke Fi kar is.
Aan de flinker zijde ftond.·
D. ESTEVAN de GAMARRHA
.y CONTRERO en D. JU AN de
ERQÜENA.
En wês hezegeJt met een zegel van gemelde)*
Doorlucht igen Aarts-hijchop, befiaande
in een roode hoflie.
'^tt^t aDei'igtimutnsfiiSec^ gwïaugcn t^ï» iJ«·^
geijoiiircn / en öc3dbcn / aïö ijem öc
«©i^cfieliiSIjcit öaar ban f^j^ii / itoiliinnbiginii
Uiitiient: maar aï^ö» dnöeip obcrtuigö toierff/
|ecft 'tt öëfcÖaamö obec sefiaait.
^it guasiï ^tcft öp ceuigcc tojj3c geti-acöt te
bccbetcccn / alö in 't jaau cm ttoccbe
ttiß naar lïomen/ in ^et ^t^tifcïj^P At>ra-
ham Brienen, geeft aangenomen/ om oaac m
Itenfcgan ban sijne öejfiennge aan Alexander
VU. u gaan s^ben / en öe ban öe
! II i ι
Μ
Als hy η.1-
derlund
weder naar
Romen was
ïieefthy ge-
tracht dit
i^waaiJ qe-
1 ι!
; , 1
<
Jacobus de la Torre. 345·
^cïpftcit ijoo^ te fiaait. Ji^ant tei-toifï Μ ^^ "'gz^sti
taatmmftit/ geeft Sö öen i Ipiiï iö^ö. een
Verhaal ofte Befchrijving , dewelke hy zoo ais -wijdioopi-
liy getuige by een verzamelt had, van den ftand ger Bciigr;
des Katolijken Godsdienfts in Holland en in de „f
Vereenigde Landfchappen overgelevert aan xijne ^^jen
Heiligheit Alexander VII, aan deUytmuntend- geweeft^ia--
fte en Hoogwaardigfte Heeren en Princen der geJevWs
heilige Roomfche Kerke, en aan de Kardinaalen
Van de Vergaderinge over de Voortplantinge des
Geloofs: J^ant aiöu^ ïuiötöe tijtel ban
Öaaï: ioien^ origineel, njetöeöanögefcöieebeu/
te ßomeit ftelnaait inojit in be jiajiier-fiaffen ba»
geineïöe ©ec0airenn3e: entoien^ftopg/ ^tttQt^
tcoutoeïp ugt^efcöjeben / öeneben^ nocö ee»
aiidei?e feopg tsooi eigen ^anben banöen^ieïaat
5eif beiöeterö / in öetoacmge ban iren ^eer van
Heuflcn, ©iftari^banöetS^i^ombanilti'eöt.
J^ergaai ^m töijöïooiJijS / en beeï
iotjïtinfïigec aï^ 'e^ oit öooi iemaiiö ban ^ijne
l^oo^3aaten of^a^aaten aan betoöinaaïen tce
Öanö gefielt. i|et ooft met em ^eev mm
oibec öefcÖJiben: entogiïiefiöenmeelïaïïe^/ öat
i»e s^eöienaat^ en toerMuiöen ban on^e Mtti^t
toafit/ ugt Set seïbe getralöen.
ïfet hjaar te toenfc0en &ai be^eMii^t' oföe^
3eïfé i^ecjameïaat'^ taat beter geoeffent bjare»
Öetoeefï in een iiijutofteurigec jiftisnnöe / en öafc
5e in U üpteïinige ber ^oïianbfcte <©^aben ee^^
mn i'ieter Schrijver, bie öetei ïtennj^ ban be
iloïianbfcöf ^aafien ïjetft segab} en inire ïebenéi»
tiaaben ban onse eerjie «©eïoof^-öefcgjpec^ Oj^
te geben / eenen Tohan Mabiiicn, of be Bollan-
diften. Of biecseii^e ^Cöjpei·^ gabbenftonne»
ojpboïgen. gti 5ouöen in jjlaat^e ban inöoo^ïini»
Seene b|een}bdi»0^« iJ^oi |oïïönïifcSe
\'V
i .
-ocr page 349-öcn O}j0e3üeijen geööen: cn nietgeeiieïtcrii-licr^
gaÖCringCtt / Öie bOO^ Willebrordus soubeii Qtf
ijouöfU5p/ ίίοο,ί bell0303gngeiiomcu :
5oubi»n on^ ntct beiteït geööcn bat Suitbe: -
tus tt jjfegteip in 't gctal biT ileiiigf«
t^ 0ejirit: cn soitben on^ be iebeu^-baaben/ bc
tnii-alSelen m be nmtciicn hmi Wigbei tus, Mar-
cellinus m Adelbertus Uglt tC UeubiCgtC ^φίΡ
tm hm Suitbertus Ctt Marcellinus «iet opgrfC^
ètert gcBÖöi.
iüojö get<i5doof/ ife ^üßc/ befianb^
bafiigj^eit nibe 0cce0ti30cben bec<ä5eefidtiliöcit
in get Verhaal ίχιί}0ίοορί0 en naacüerölcn^
fïenöeiOcmt·
Iniit Ver- ^tt liet 5dfbe a^crpaï/ aan ïjttzif ^ijnöjc/
ee^Ä ^^^ ^^ boi0e«be 0ctui0ciii^ aan be (Beeftt^
Ectuicrenis ÏPMt ban ^aatïem : Daar is noch in wezen ,
fan h?tKj- 5e0t 05/ een Kacedraal Kapittel, beftaande uyt
yittelvan negen Kanonniklceq , dewelke de gewoonlijke
Sïi^c' vertrappen in de Hdoge Scholen ontvangen heb-
ben j uyt cenen Deken en cenen Prooft.
Sfó be geitgtig&cben ber i|o!ïanbicöc<0üefif^
iijïiïidt en be3^£cb^a0-ï»unten / op ben tbiccbcn
^uï^i T6f6/ boo?bc 3Só:0abmn0obei'be3^ao?t^
|iiantïn0e be^ö «©cioof^ bmiieutot en toeberoni
ijebefiist ioacen / 500 ai^ Etenebcn getoont 30!
too^ben / 500 öeefc gg be^eïbe in ï}ti· naafiboï^
0enbe jaar ben 9 l^^eö^na^ /- in gct ttaec^
öe jaar bc^ l^au^bonté ban Alexander vil, aïé
ïjff toeberom in φι ©aberianb aangeßonie«
ioa^/ boÏ0en^ be uieening en op get öebeï ban
Sèraeïbe a^ergabei-inge / boo? een pie0teigfte o^^
iionantie behielte öeneben op0eiebeit 3aitoo,?ben
fiebetïi0t en afeeftttnbi0t. P^f^ ÖP ngt iafi
bet; φ. I^er0aberin0e becftlaart bat^oebee Ca:-
iareus a S. Bonaventura , φ «^bectceebec
■ ι
eden vjn
<ie ganfclie
Ge-ftelijlc-
hcit.
Iii!;
■ i.l
' ' Ί
Μ
Οι; Μ
JACOBUS ρς Ι,Α TORR-E. 347
faan gcmdiïi geregtiggeben «n J^er&iag-pimtai/
in ben 2pan toa^ iJerbaiien,
! %
m^fiet 0emoeb ijan öen i^^eïaatii,?^ ioa^Sjatt pe^eikc
aiie goop en bjce^c/ toa^ ös· soöaamsobcrtuigïi
ban öe aionbe getooonten / b^jj^ommeu en ge^ xegendhc-
rcgtigöe&en ijêv <i5ceficïpöcit/ öat niet al· d^n νοο^-^
ïeen in get ijoo^enteïöe ©erijaaï / 'i iueföc ÏJB
in 't jaac 165-6 aan öe ïiacöinaaien inieberije/
becftïaaüt geeft itat ïj^ tot Set mnpt 't feeïl^e Ö®
fteMeeöe betSojen iaa^ op het verzoek van de
GeefteJijkhcit; ntaac batg^oolS / aï^ Ög· te
Ïïomen een iï^ij-ïiiflcDop tracftte te becftrigen/
en in 't geimeïtift eenige mannen/ ai^tot soitaa^
niß een anipt Begnaara / aan Alexander viï.
ï)aD böo^gefïelt; öat^g/ jegift/ ecnigefenaaii
ging ober ^tjn öefiaaa geboeienöe ben 6 Jobem^
jbec 165-5- met aïïe öaa|ï een b|ief geeft gefcijje^
ben aan Frsdericus Borr^us, bat Balduinus .p"·^ SchaJ
Kats, om aanget 3^aientanfeöap mebegebeeït te han Ne°rl
toO^ben. kaiTel. ^
Ik voorzie , jegt gg baat; / dat 'er in deeze
fchielijke cn onverwachte voorftellinge twee din-
gen zijn, daar de Geeftelijkheit zich aan zal ftoo-
ten: te weeten dat haar iemand zal opgedrengcn
Worden , die niet verkoren is gewèeft > en dat de
m zwang gaande gewoonte zal overtreeden wor-
den.
Daarom heb ik goedgevonden jemand naar
Venetien te zenden, op dat 'er van daar en vor-
der van Keulen in der yl poftboden mogen ver-
trekken , met den tegenwoordigen Brief aan uwe
Eerw. en aan de Eerw. Heeren Neerkaffel en vAtt
^am Ky ten einde dat GyL. zonder een igen uyt-
ftel t' zamen raad pleegt, enmyzodaanigenman,
of zodaanige mannen, opgeeft, die Gy L. liefiï
vviic
^ J. Sehad^,
-ocr page 351-34B HetLevenvan
wilc voorgeftelc hebben , niet tot een Medehel-
per, want daar ben ik te jong toe: en ook niet
tot een Nazaat gelijk als ik verzogt heb ; maar
lot een Wij-biilchop die van my noch af hangt i
ter tijd toe dat zijne Heiligheit , of de heilige
Stoel , myzal voordien hebben van een andere
bedieninge die met mijn tegenwoordig .ampc niet
Jcan beftaan : want jilbizzi heeft mv van daag
verklaart dat dit de meening van zijne Heiligheit
is enz. ^
^B^itlfht de Ia ToiTe5eeftiiei'egmibcr<ecei
ftd^^tit natrccganb iiappec boojgcftaan te0en
ben genen jeïf / öienöp tot 5|}nen 31^ii-öi|fcrjo}j
ïjaö bcrjogt; enbetoeifte tegen^ be <!B»eetcdijiiöeit /
300 aï^ onöec Zacharias Mez gesien jai ii!0,?öen/
ingenomen ina^.
Hv word iCeriDijïebat fiï»notö t^ JScmen toa^ / öeeft
te komen Alexander VII. |mi ίΠ 't jaai' 16yf 3ijncn ï^ü!^-
pis-prc^ pjeïaat m sag-jittet' gemaaitt €n ai^ 'ci· ge^^
lexaJdcr ' ö^nöelt iöiei'b fean iienifeec-Toribius Alphonfus
yii. Mogrobezius, ^aitg'-öifcïjop Ijan ïïmia in
ïtonmRrtiftbanfïeru/ onöec liet getai öei; gaf^
pgen te jiiaatjen / Ié ïj^ eenban öe<6eniagtigbe»
sctoeefi/ öeiueïiten ober bie 3aali gejeten Ι^Φ
öeii,
^n ïjet seïfbe jaar geeft ooft een jboojfTag
0ebaan ban be |S>arteïaar| ban <i5o,jtitmi onbec
Ijet getaï ber ïfeiligen te fieïien, Φ^Ιχ geeft ö?
te ïtennen bat i}^ booj i|ab i)et jeïfbe boo.jffeïte
boen üintreilt onjen Muiius : hebbende, 300
fl!^ fcliöft/ de wijze van die zaak re behan-
delen door eenige vrienden in 't heimelijk ver-
kreegen.
öintitnt bm selben tijb / te toeeten ben
ασ
t Brief van <3en Aarts-biiTchop van Efefen aan paUl. ΚίΚ, W
[ I
li
αο i^öbemön; i6f 5·/ S^fft ög fen u^t
nmi geffö^efaen aaiibeMan toaac inlj^
tuigt öat öe booi φ^&ίηαπ^ toicrti gcftoitóen,
Albizzi^^ moedigde my aan, dat ik alles
■Wettiglijk en niec een goed gewifle mögt doen, ver-
rigten en befchikken, het welke een eigen Ordina-
ris in zijn Bisdom mag doen en befchikken. En dat
ik my niet te veel kan aanmatigen} maar dat alles
dat ik my Zouw aanmatigen door de H. Vergade·'
ring zouw goed gekeurt en gehandhaaftworden.
Dat ik zulks was uyt kragte van mijnen naam en
van de zaak zelf: dat men geenanderebefchrijving
konde geven vaneenPauflelijken Vikaris, welke
befchrijving ik andermaal verzogt had, als dat ik
in alle die Bisdommen ben als de Ordinaris , en
als de Gemagtigde van den ApoiloiiiTchen Stoel.
iet leeft be ^art^-BifTcïiop hm €φρ
5a / ^auffeiïj&e ïiebefiigt m een ö.jief
öetitoeöien ïj^ugtlieuien aati onjen Jacobus |)ècfl;
Sefcg^eben öeu 16 <©rtoßec i6sS, By uwe Door-
luchcigheit, jegt ϊ|ρ/ is de grond van hetregts-
gebied: van haar, als van den eerften bron, moet
de regeering der Hollandfche Kerke afgeleit wor-
den op de ondergeftelde beflierders. Doch ik
?.ouw het prijzen, ja ik acht het hoognoodig , dat
de BiiTchop van Thrallen niet aangezien wierd als
iemand die den naam heeft zonder de daad te heb-
ben} met vcrmindcringcaan zijnen naam en faam:
iTiaar dat dc bevelen en ordonantien door hem als
door een buizc, mogen medegedeelt worden aan
de mindere AVerklieden. % raaaki
η φΆ be ïioomfcöe ï^d^ fjeeft ggi te toegge^ ' ^^^
öjastöatöie tjan ©ebenter/ en öfetoii ïltregt/ er, u.
^^n piaat^ in ö^t ïioïlesic bec googe ^cöoöie tregt "hua-
iïan Slecouje toebet geteeegen öeööeii/ betoelfte "epiaats
Jacobu^ dé la Torr ε.
m Jolian Neerkaffcl. j
« Lindibeomhift. Epifc.Daventr. p. I7j; ι
350 Het lèvenf van
eettijb^ iiooi scfïicöt taa^ &001 Ö^» Harbin
maï en J^^oofï ban ©eö^ntec/ N-colaus deCa-
putiis: toeiße plaatsen ïangen becsuimttoa^
itn setocetï. <0oft geeft Ö^getcegt ban bao^eU
ïinge/ 't toeïfte öcn mmop bantlteegt en get
Üapitteï ban ©ebenter ban oub^ toebegoo^iie / ojp
5icÖ 3^ïbeneno95gne|^a3aaten obe^eebiagt
l^oeö ö^^fÏ ï)^ Ö^t ©aïtariaat of get ïiapitteï
ban lltregt/ 't toeïfie öoo^? j^nen ©oo^saatRo-
venius ίΠ0ί|ϊίϊί of ïtibei' toeöerom ober enb 0e-
goïpcn bia^/ bcbefiigt j en ten bieneinbeojpben
12 ^ejitembei· 16^8 een ojjen öjief agt0e0eeben/
betoeïfee ïjier öeneben 5aï bertoont toojben,
©aar-en-bobeu i}teft Do fjet 0enootfcf|^ ber
^^afïooren / 't bjefèe boo,? Rovenius te Iltre0t
toa^ opgeeegt / bebefiigt en met nieutoe booj«^
regten Eie0unfïi0t.
©ocïj graierlft bat be Heerde beenderen der
geencn verftroit · , die den meufchen believen ,
en bat 'er geene befiaubiggcit % be ^obaani^
gen bie met ï)eer^5iic|it φ ingenomen / 500 iiS
be tCart^-öiffcÖöii ooit ni^t fianbbafïig 0ebjeefi
in be ^aaii ban be <0eefieïpDeit te öaiöDabei»
en booi te fiaan: te meet'/ om bat D^jicöbooj^
gaan^ avin ljctï|of ban ben ICact^-^actog Leo-
poldiis te ^^nf^ei bebonb / ai^ ^ijnbe be#
^^apeïiaan en lÉaimoeffenjcr: en om bat ge^
fïaabig ïjtt 000 |)ab op ben iperfegen jagtet/
isetoeïïte 5em boïgengi be toe5e00in0 ban fom^
nii0e piuimfteijiice^ eafibaag^ fïonb opgeb^a^^
gen te bjo^ben« ^a get gerneijt / aU of ög aï
^ijfegop ban gpeeen toaiS/ gab 3ieB aï totl^eiti
ïen toe ber(p,?eibt : toant Adriaan \Valenburg ,
^iffeöop ban llb^ianopoien / ijttft ö^m baac
obec ben 31 S^eg 1661 een b^iefbangelnfttoen^
fcSing^
> Pfaltn yz;
«etlerkrij-
gen in de
Hooge
Schoie ivan
Perouzc.
Doch Iiy
blijft niet
ftandvaftig:
vciorn.1-
mendijk
als hem
hoop tot
fcet Bisdom
van Yperen
word gege-
ven.
Η ii
iifi II
1
JACOBUS DE L Α ToRRE. 55t
fc^ingi· gefcj&jcljen: De tijdii>g, 300 fp}tü\t öö
in Jijncn dat uwe Doorluchtigfte Genade
Biffchop van Yperen is geworden , heeft my
hooglijk verblijdt : waarom ik ook pligtshalve
gehouden ben UL. veel geluk te wenfchen, ver-
trouwende dat dit tot de zaligheit van veele men-
ichen zal verftrekken. i
Ρ 0cïp gent te iïomcn/ öaar ^tg naar μ^« ter-
Öooget δείιί«ιίίϊ0 fïonls/ een ring feicirïs gegeben ζψ^''- ■'
niet0ee5e5infjl,?euiii gedenkt te ilerven: 500 ^^rden^
Ögi in / 3ieni»e öat ijg geinrnrig in ^gue biijft dm-
ïjoope öeöjogenhja^/ öangetmtJmecenga-Qaßt:
tat 300 beere öat get gern in be jinnen geila^
gen. €n öierom ö^t ^at öefóarbinaaien ober tegca joo
be IDooii$>iantinge öe^ <iB»eïoof^/ in een pe», ea tc
beringe ban öen ts 1669 / alie^ öeb^ ΤΤζ°Τ
ben bernietigt / 't bjcïlte öy in bc ïaatjïe bijf /u m«
jaaren onöebagteïijii gab bergnnt lï^aar ober hem ongc-
öe^leer Arioldi, j^^unciu^ te 25iufeï/, ben χ; poegengaf,
nhy -
aan ben s3itTeÖöit ban ïiafcorien: Ik bidde uwe ea iV
Eerw. dat my alle de genen wilc opgeven , die lidwamge-
boven het wettige getal zijnde , ot' geene magt '«'ordcn.
hebbende, of alleenlijk fteynende op de Vergun- ,ΐ!
ningen dewelke de Aarts-billchop van Efcien in ll t
de laatfte vijf jaaren heeft gedaan, eenige plaat- ■ |
zen in bezit genomen hebben : want, zoo ais ik ! Ü' J!,
giife ,. zal ik lafl: krijgen om hen van daar te roe-
pen, enz.
9 <!l>etoiiïö& Wöt^oïïanbenbena&uurigeJtoni
gen gebannen / ea aïbn^ in ftet bereden ban
Sijne bebieninge Mettoa^é/ gaö^uötaeötj^^e-
fier^/ betoeïiJe^g ben^an^in'tjaar i6s6 bao^ii
sefccïtöab/ Zacharias Metz totjgnen
fcgoy '
ρ Volgens het verhaal yao dsn oudftsa Ksawmik van HiUr- ,
Jcm. :! r il
? Rekt. Ephsf, p, 49,
-ocr page 355-gfs Het Levenvan
fcgop om gtm m iteBeveenißtfePiO^
ijincien öe öe|iuïp5aanie ganii te öiebcn.
Hy fterft r ^^ CillÖßip tOt ÖC» SaiffcÖOpjjeïpfK
een κίοΓ" liau iperm bmomtt iaa^ / ϊ|ρ «^t öe
fter opge- tdücrfö gefcijeiiien ojj öen 16 ^ï^temöet? i66i /
floten was Ha öat §0 ai ccntseii tgö te boren ïicanft5inni0
geweeft. in get Hïoofta' opaefloten toa^
Zijne twee i
Ordonan- »^^^Ι^· - ,
tien. <©matnt be boo^semriiie ijef0unnm0en fïaat
aan te nierfien/ öat öe^eïbe ße&aan jgn ojp öea
3 Sfanuai^ i6f%·, en becbo^ienl meer ne«'
jgen iaacen boo? ^ijne booir. i|et i|aat?ïemfci)e
booö-öoeß fp^tïit ban gern met öeese hjoo^öen.
De Doorl. cn Hoogw. Heer Jacoè de la "ïorre^
Aarts-biilchop van Efefe, PauiTelijke Vikaris in
de Vereenigde Nederlanden , eenige jaaren in
ballingfchap gekeft hebbende, is in Braband o-
verleden.
i^ct booö-ö.nefje in 2p;aöattir geöjuftt ïtiiöe aB
boïgt:
l3e Ziel van den Doorl. en Hoogw. Heer Ja"
coh de ïa'Tom, Aarts-biilchop van Efefe, Pauf-
felijken Vikaris in de Vereenigde Nederlanden
Kapellaan en Opper-Aalmoeflenier, van zijne Ka-
tolijke Majcfteit, der Borgondifche Kapelle dcri
welken Godt uyt dit ilerfclijke leven heeft: ge-
roepen den \6 September lööi , word bevolen
in de heilige Offerande der Priefteren , en in de
gebeden van alle Geloovigen.
3|ter boïgen be tb3ee<0ibonantien ban senteï^
iien ffiatt^-ötffeöop/ toaar ban öoben geiaag φ
semaaïit.
Jacobus
r Uyt de Aantekeningen van J. Schadé·
f Onder het Marjcgraaffchep ran Bergen op Zooni,
I
i ·Ι
.'Ii
I ,
I I
Jaeobus door de Genade van Code en van
den ApoftoliiTchen Stoel Aarts-biiTchop
VanEfefe, Huis-prclaac en By zitter van
onzen HeiÜgilen Vader Alexander Vli
enuyt naame van den delven Paus en van
den ApoftoliiTchen Stoel PauiTelijke Vi-;
karis in Holland en in de andere Veree-
nigde Landfchappen j wenicht aan alle en
iedere Pafroors en ReligieuzeZendelingeri
van wat Order of Inftellinge dat zy mo-
gen zijn ; dewelke in 's Gravenhagc of
daar orafrént arbeiden, de eeuwigduuren-
de zaiigheic in den Heere,
NAdemaal önS onlangs 4 op ördër vain ii'jneHefi;
ligheit, van Romen zijn gezonden eenige Onder-
regtingen van de heilige Vergaderinge over de
Voortpiantinge des Qeloofs, Volgens dewelke ons be^
volcn vsrord de beiHering der Zendingen in de gemelde
Vereenigde Landfchappen zorgvuldiglijk te fchikken";
en dewijl de eerrtc .onderregting ons onder anderen
iTiet deeze woorden aanfpreekt : Zoo zul dan uwe Eer-
waarde zich in alles. en altijd maaken té Jchikkcn nadr de
Ordonantien, Verdrag-punten en Dekreete'/t vaK den Paxr
én van de H. Vergaderinge over de VoartplaKtinge desGe-
laofs : en uwe Eerti/. tal zorg draagcn dat het 'zelfde ge-
daan werde van dc T^er.diüngen zoo U^ereidlijke als Geor-
dende , van wat Order dat ze rdogen zij»; zoodaaaig datt
hun geene voorwending^ hoe wel gegrond dat ze mag fchij-
Ken , tal können haaten , zonder een updrukkelijk bevél
"^an gerdelde heilige Vergaderinge : 'Zoo is het dat wy
Uwe Eerwaardigheden , allé en ieder in 't byzonderj
gebieden U L- naar gemelde Ordonantien , Verdrag-
Punten en Dekreeten volkómentlijk'te voegen. En
gemerkt dat 'er onder de Dekreeten van dezelve heili-.
Ke Vergaderinge een op den 50 Mey Van dit loopende
jöar is uytgekómen tegens Broedet Cxfareus ä S. Bona-
■^^Mtura, ongefchoeidènKarmelijf, woonendeiiis'Gra-
iif· Peei,. % Tenhage
venhage, van den volgenden inhoud:
Dekreet der alj^emeene Vergaderingc over déVoort-
planringe des Geloofs, van den 30 Mey löjó.
„ Op het voorftel van den Uytinuatenden Heer en Kar-
,-,dinaaI Cortaguti heeft de H. Verga-dering beflotendat
„ Broeder Cïefareus a S.Bonpentura ongeichoeide Kar-
„melijt, dewelke zich ïonder verlof· of toelaatinge van
„de Hi Vergaderinge ophoudt in 's Gravenhage, uyt de
„ Zendingen van Holland te rug ontboden en naar 7.ijn
eigen Land gezonden moet worden, tot bevcihging van
„deOrdonantievoor deezen uytgegeve op den 27 Au-
„gufti 105 Want de H. Vergadering, door regtniatige
,',inzigCen bewoge, heeft vallgetlelc dat het aan de Ka-
„ peHaaneiiof Prietlers der Ambaiïïideuren ,van watKa,
„tolijke Vorften dat het zy, na deezen niet geoorlofd
„zalzijneenigeSaliramcnteeiebedieningen te verrigten,
„■en ook geen biecht te hooren als van de gemelde Am-
„ bafiadeurs,of van'hunne Bloedverwanten of Huis-bo-
„den die by hen inwoonen:in welken gevalle zy noch
„ verpligt zullen zijn ,t' zijner plaatze en tijde een bc-
„rigt van de gemelde bedieningen aan den Palloor der
plaatze over te geven,iullende anders van hun ampt
j^en bedieninge opgefchort worden: en welverilaande
„ook, dat by het vertrek van gemelde Ambaffadeurs,
j, ofals bunGezantfchap mögt komen op te houden, zo-
„daauige magt der gemelde Kapellaanen of Huis-prie-
„ fleren ook tenemaal zal ophouden : en indien zy noch
^mogten beftaan dezelve te beoefFenen, dat ze alsdan
^opheeterdaad zullen vervallen in een Ban die van zijne
„H. alleen gelicht zal können worden : zonder dat hun
„eenige voorregten, ontheffingen van Biffchoppelijke
„magt, vergunningen, magthebbingen of gewoonten
„zullen können baaten,enz. Zodaanig dat , indien
„gemelde Broeder Ccefareus niet wil gehoorzaameii, o-
„ pentlijk verklaart moet worden dat hy fn de ftraffen,.
„dewelkein debovenilaande Ordonantie opgelelt wor-
„ den, is vervallen. Was oudertekend: Λ. Kardinaal·
„ Kapponv: Ea noch laager, Dion. Maifarius Geheim-
j,fchrijver derH, Vergaderinge. Aan de kant flo-nd op
„ eenroodeouweltjegedrukt het zegel van den Heer Kar-
„ dinaal, den Overile der Vergaderinge.
En dewijl' hy, na dat hem deeze Ordonantie behoor-
lijker wijze bekend was gemaakt, niet opgehouden
heelt
-ocr page 358-ja eohus öe Ij Α ToRR-e. j^f
heeft de Sakramenten aldaar in den Hage te bcdienenj
iijn wy vervolgens genootzaakt gev/ee(t hem wegens
zijnen pligt te vcnnaancn dour deu volgenden Brielf:
EERWAARDE VADER:
IK heb met vervfonderingejveriiaandätu#eEerwaari
iij.de, niet tegentlaande hët Dekreet van de H. Verga-
„ derin^e over de Voortplantinge des Geloofs 't wel-
5, ke den 3oMey vaa dit loopcnde jaar is uyigekomen^
Μ iich noch bemoeit niet de bedieninge der Sakramen-
>5ten; daar uwe Eerwaarde niet onkundig kan zijn
2) dat haar zulks door het gemelde Dekreet, 't welke haac
5) behoorlijk bekendgemaakt is, is verboden. GelijJc zf
hook niet onkundig kan ïJjnciat ze metter daad gevai-
j, len is ia een Ban die door zijne Heiligheit alleerï ge'-·
j, licht kan Wörden, niet tegenfiaaude alles wat uwd
5, Eerwaarde hiertegen zouw kennen inbrengen. Over-
5, zulks heb ik het mijnen pligt geacht uwe Eerwaarde
i) door den tegenwoordigen brief te vcrmaanen dat ze ία
5) den lian, daar zc in vervallen is , niet wil vervuilen ^
5) en niet voort en gaat met onze Geloovigen te bedrie-
5,gen j ten zy uw Eerw. begeert dat we uwe ongehoor-
iiZaamheit, gelijk wy volgens ons gewifie verpligtzou-
51 den ζ'ήτί, aan hen zoo in 't openbaar als in *t heime-
5) lijk bekend maaken. Ja wy veimaanen u met een va-
i)derlijke genegendheit, het begin van gemelde Ordó-
5) nantie te gehoorzaamen , ea. weder naar uw eigent
5) Land te keeren : op dat wy, wanneer wy wel haaii
>5 aan gemelde Vergaderingc rekenfchap zullen geeveit
5,-van het uytvöeren deezer Ordofiautfe, zoo als deZelvé
5, van ons verzogt heeft, reden mogen hebben om uwe
gehoörzaamheit té prijzen , en om ons te onderteke-ί
, « nen : uwer Eerwaarde dienftwiiligej Jacobus Aarts-'
^ibiffchop vanEfefe , Pauflelijke Vikatis. Gegeven tö
Antwerpen j op het Feeft vaa S. Jans önthoofdinge
. Eu de^tijl hy niet tegenftaarfde deeze önZe tadcrlij-
J® vermaanrnge , zich niet alleen geenziiis en kreunÉ
gemelden Brief en Ordonantie ; maar dat hy 'ef
gelijk wy verftaan hebben , de fpot mede fteekt,·
doorgeeft dat hy' vefargernis zoude gecyen indien
Ε a hj
hy dezelveiT achte of gehoorzaamde; daarom is heïdaï'
wy, op dat de verargernis , die hy met te gehoorzaa-
men zou können of had können voorkoomeu , dooF
2ijne baidaadige ongehoorzaamheit niet vorder mag loo-
pen en noch meer aangroeje» ; goedgevonden hebben
ü L. altemaal, en ieder in ' byzonder, door een by-
ïonderen Briefte v.ermaancn , te verzoeken , en aan
te moedigen dat Gy L. niet en verïQirmf in uwe Ver-
gaderingen, en in· de By-eenkomften der Geloovigen.
te verklaaren en af ie leezen dat gemeldeBroeder Cce-
fareus a S. Bonaventura gevallen is in een Ban ,
«die door zijne HeiligheïE alleen gelicht kan worden;,
cn dat hy in den zeiven blijft vervuifen: en dat gy vor-
der het Volk ernitlijk vermaant, en aan het zelve ge-
biedt , dat het zijnen dienft of huipe in het ontvangen-
der heilige Siikramenten , veel min der Paftoreele be-
dieningen , voortaan geenzins zal hebben te gebruiken :
dat het zich ook van des zelfs ommegangen gezelfchap
xal hebben te wachten, en zich van gemeiden Broeder
niet en Iaat bedriegen. Vorders zult Gy L. hem, alj-
de gelegendheit voorvale, van onzenEwege vriendelijk
raaden, ja de gelegendheit ook zoeken om hem zuiks
te raaden, dat hy zorg draage voor zijne ziele .· gelijk
als wy, om voor onze ziele te zorgen, g.oedgevonden
hebben deeze vermaning, verklaaring en opwekking,
by wijze van een open brief aan U L. te zenden : en
Gy L: zult altemaal ook bed doen voor uwe zielen,
met den inhoud van deezen onzen brief na te koomen
en te volbrengen·: en zulks-doend« zuk Gy L. de ver-
ciichte gehoorzaamheit en eerbiedigheit aan den heili-
gen Apoftoliflchen Stoel eti aan de heilige Vergaderin-
ge benevens ons bewijzen. Tot oorkonde dezes heb-
ben wy, deezen brief met eigen hande ondertekent, en
met ons zegel bekragtigt, ii> de Stad Antwerpen , op
den vierden van Seprember , in het jaar onzes. Heere
in het tweedejaar des Pausdoms van zijn« Hei-
ligheit. ^
J ACORUS Aarts-hijfchop vmi Efefen,
PauJfeUjke Vikarts.
Uyt hß van mijnen Lhorluchiigßen en Hoog-
waar digßcn Heer voornoemd,
G. NO EL, Sdretaris.
-ocr page 360-ïDe ttoecbe ^iijonantie/ iiieioat langer i^aï?
èe mp/ iiiiötalöu^: .
Jacobus door de Genadé van Godt enz.
wenichc aan de eerwaardige en in Chri-
ilus beminde Heeren , onze Onder-vika-
r-iiTen, de Aarts-priefteren , Paftooren, en
alie zoo Werel dlijke als Geordende Geefte-
lijkheic die zich in de Vereenigde Neder-
landen en in dp Bisdommen aldaar gelegen
bevindr, zaligheit en vrede in den Heere.
Ε Η· Vergadering van de uytmuntendüe enhoogr
waardigfte Heereu, de Kardinaalen en Prelaatea
der R. Kerke, dewelke het opiigt over de Voort-
planting des Geloofs door de ganiche wereld hebben,
wiliende raad fchafFen, zoo als'ze ons verklaart heeft,
tegens de moejelijkhcden dewelke d'ikwrils In de Zen,-
.diiige van Holland en van dc Vereenigde Laßdfchap-
^n voorvallen , en ons behulpzaam zijn om dezelve
Zending op een ordeatelijker wijze , ten dicnile vaa
-den almogenden Godt en voor het welvaaren der zie-
len te beilieren, heeft goedgevonden Ons een onder·?
fegting voor te draagen , volgeas dewelke wy de be-
-ftiering der gemeldeZendinge naarftiglijk zoudcnfchik-
ken. In deeze onderregtinge, dewelke zy ons al voor-
hene had toegez()nden, en dewelke zy den ζ -]uly van
,het voorgaande jaar heeft vernieuwt, tnet bevél van
dezelve voor het grootiie gedeelte wereldkundig te.
■maaken, gebruyjctzy tot ons onder anderen de volgenr
de woorden.
„ Zie toe dat'cr geene nieuwigheden.ingevoerten wer·'
» den : warit dezelve , hoe gering dat ze mogen zijn,
können groot nadeel doen aan de befte regeeringe der
5) Zendingen. Zoo zal uweHoogw. dan zich altijd.ea
alles zien tefchikken naar de Órdonantien, Verdrag-
punten en Dekreeten van de Pauzen en van deH. Ver-
sigaderinge over de voortplanthigedes Geloofs; enzaj
a} zorg draagen dat zulks ook onderhouden werde door
Jacobus de la Tor.rε.
D
Het L ε y ε t? y λ li
s, alle Zendelingen zoo Wereldlijke als Geordenden, vat>
8, wat Order dat ze mogen zijn, 7,onder dat hun eenigc
„fGhijfl-Te4en , hoe wel gegrond dat ze mag fphijnen,
,,zal mqgen baaten , zonder u.ytdjrulikelijk verlofvaii.ge-
j, melde Vergaderinge.
„2^00 dik wil? als eenig ^endeling of Padqor, 't zy
„een wereldlijke of Geordende, ?al aapkoomen om de
„bediening van Zendinge of Faitoorfchap te verrigten ,
„Äult :gy hem de yerrigtjug van zijne bedieninge gecn-
jj zins laaten beginnen, vpor dat hy zijne patenten en
„ iriagt.brieyen^ in eig,en perfoon pf door een ander, be-
„hooriijier wijze aail· uvvè Hoogw. heeft vertoont: en
„dieiijejt^egen zullen,dóen , zult gy doorde ppfchorffing
jjvau .jnjpjje bedieningep., en door andere kcrk-ftraffen
,, boteügelei]. Öok zuli ^y niemand toelaaten zich te
,, txanoèjiii met het bedfefknvan dieplaatz-en, daar een
5, ander is aangefteld, als iii gevalle van een jiytcrlle
,, np<idzakVlijklieit. Want gy zult yerklaaren dat nie-
„ mand eenig geiia^ -of -e-enigc maf^t heeft iti de ftaatzie
„■van ε·6·Η a-ndcr: en gy zult -bekend maaken , gelijk het
„ metter daad ook g€le)ien is , dat dit aldus verflaan word
,,door d-e H. Vergadering pVer de Voortplantinge des
„-Géloofs.
„Qok ZÏiUgy nietgcdoogcn ,-engeenzins aandeZen-
,,-deiii]ge-n 't zy v-s-n de Wereldlijke 't zy van deGéor-
„ dcn4e Geeileliijilieit toekftten , dat ze zullèn preeken,
„'biecht hooren, tff^eonige andere bedieningen van Zen'·
delingen of Paftooren verrigten in zodaanigc platzen,
„ dsar ïe -hun v«rblijf«i<t en houden, maar daar ze al-
,, keiilijJv doorreizen, qf daar zy ziph maar voor een kpr-
j, ten tijd ophouden : als met tocikmminge en uytdruk-
„ kelijk verlof v.an den eigen Palloor, of ingevallcyaii
„een üyterlle npotzakelijkheit. En hier in moet uwe
,, HoQgw. ïish geeniins toegeevende of al te gemakke-
„ lijik tooiten; maar moet aeer-omzkhtigen met alleog^
,, lettendheit te lyerk gaan. En om dier^ejijke misbruï-
5,.ken te beletten', 'HPet zy haar eigen gezag, zonder ie-
„mand te ontzien, in 't werk itellen , 'en degenen
„die zich mogten vèriloutenhier tegeji tedoer> doorker-
^kelijke fträfFe-n beteugelen.
„ Hier moet öok op gelet worden dat de Religieuze
,, Zendelingen, dewelke volgens de Verdrag-punten Me-
pdegcMileii mogen tjebben, niet en vermogen dg^lvÉ:
:
1, Medegezellen te magtigen om de bedieningen der
51 zendingeteverrigten, of om de pailoreele Sakramen-
>,ten te bedienen; ten zy datze zelf een zeer wettig be-
i,let hebben. DestemiiiderishctaanallezodaanigeMe-
i,degeze]len geoorlofd een anderen Medegezel by zich
i, te neemen, onder wat voorwendzel dathet zy. Ook
können dezelven niet verandert worden , alsmetuyt-
,,drukkelijk verlofvan uweHoogw.het welke hun fciirif-
5,telijk moet gegeven worden : anders zult gy 'er kerke-
„lijke flraffen tegen in 't werk ftellen.
„Het is uwe Hoogw. geoorlofd, ja het zal dienilig
„zijn,datgy Ondergemagtigden hebt op verfcheideplaat-
vzen: opdatdie Under-vikariiFen , ter plaatzen daar gy
5,zelf niet fegenwoordig kond zijn, alles wat 'er in dé
„ zendinge te doen is verrigten. En gelijk als het uwe
„ Hoogw. vpy zalitaan uwe eige magt, volgens den eifch
„der plaatzcn en perfoonen, aan hun mede te deelen;
„ zoo moeten zyook van de Wereldlijke cn van de Ge*
„ ordende Geeftelijkheit, en ook van deVaders der'Maat-
„fchappye, voor zodaanigen gehouden en erkent'wor-
55den: niet tegengaande allerhande enz. zpdaanig dat ze
j^altemaal, en ieder in 'tbyzonder , moeten ftaan otider
„de bezoekingen en beflraffingeii van gemelde ondcrge-
„ magtigden; even eens als pf die door dgn Vikaris zelf
„gedaan wierden.
„ Uwe Hoogw. zal können voortgaan met Paftoors
„aan te (lellen, en dc paaien der Partoryen te onderfchei-
jiden: als ook metOnder-gemagtigdenof Onder-Vika-
V riiïen te verkiezen , en uw gezag aan hun, gelijk reed<
jjgezegt is, medetedeelen. Doch uwe H. wachte zich
„ van zoo groot een getal van Onder-vikariilen aan te
„(lellen , dat ze als overtollig en onnoodig aangezien
„ worden: en houde dit voor een wet, van geené Geor-
„denden zonder nootzakeliikheit tot deeze ampten te
„verheffen: maar indien het al gedaan dient te worden,
5, moet het niet gcfchieden,ten zy dat een dringende nood-
55Zakelijkheit het mögt vcreiflchen; en <iat de perfoon
«die daar toe verkoren word van byzpndere verdienfteii
«Waar: en zulks zonder aanzien van order of perfoon. .
„ Uwe Hoogw. moet noit gedoogen dat eenig Zen-'
»'deling, 't zy Geordende of Werelcif(;he , eeaigedifpeji-
yißitiea in huwelijkfche zaaken voor deuytwendige vier-
Jjfchaar verlecne; ten zy dat hy alvorens bet geval aatr
f4 »we
-ocr page 363-2 9Ö Het Leven van
j,uvve Hoogwaarde, a!s PauiTeliiken Viksris, of aap
j, uwen Medehelper mondeling of fchriftelijk heeft voorr
!, gedragen. Opk moet het aan dezelve Zendelingen
},geer)zins toegelaatcn worden, twee perfoonen, waar
7, van de ecne Ün-kafolijk is , door het Sakraroent des
huwelijks tc vereenigen. En uwe Hoogw. zal baar
„beft doen pm hen door de opichorlfaig der bedicnin-
„gen, en door andere kcrk-ftraffen, tot het onderhou"
„den van dit bevel tc dwingen.
„Gy zult de H. Vergadering over de Voortplantinge
,, des Gcloofs ten minlkn eens in de fes maanden trach-
„ ten te onderregten wegens den ftand der Zendingen, en
„ de hoedaanigheden der Zendelingen. Ook zult gy haar
„ eens in 't jaar over zenden de naameri, toenaamen , ger
„ boQrteplaatzen, hoedaanighedfn, fn oefeningen van
„ alle Zendelingen, dqch yqornamentlijk der geenen die
„in een anders plaats aangefteltzuljen zijn; engy zult
,, 'er de reden van zodaanige aanftellinge bjvoegen.
. „ Vorders beveelt en laat de H. Vergadering zoo een
„ hoogwigtige zaak aan uwe voorzigtigheiten vernnftigT
„heit: en welzodaanig dat, indien de zielen der Vol-
„ keren yan die Gewefiep op den weg der zaligheit her
„fliert worden, al de lof en yerdienfte daar van u zal
toekoomen.
Λ>
Wy dan , begeerig zijnde om de gemelde zaak de-
Tvelke aan ons gelaaten en aan onze voorzigtigheit en
yernuftigheit toevertrouwt is, zoo als beft gefchieden
kan, iiyt te voeren, en als byzonderlijk gemagtigd door
den Apoftoliiïchen Stoel , beveeleti aan U L. onze
Onder-vikariiTen, en aan alle Aarts-priefters en Pailoors;
voor cerft dat Gy L. geene nieuwigheden door u zei-
yen invoert, en van geen Prieüer, van wat ilaat en or-
der dar hy zv, laat invoeren : maar dat gy alle ook
de irjinilc nieuwigheit met zagtigheit en kloekmoedig-
heit en in den geeil der liefde wederftaat : en ons of
pnzen Medehelper, den Hoogwaardigitcn BiiTchop van
Tralies , op het fpoedigfte daar van verwittigt en be-
|liptelijk onderregt: op dat -wy ons gezag tegen deeze
invoerders van nieuwigheden , zoo als wy het m den
Heere dienflig zullen oordeelen , te werk mogen ftel-
Jen. Insgelijks beveelcn en gebieden wy dat Gy L.
filtcmaal, en elk van UL. in 't byzonder, als ook alle Zen-
delingen zoq van ^e WereldfcheGeeßehjkhcit als vao
' ■ eenige
Jacobus. de la Torr ε. ^öi
wenige Religieuze Order, die zieh in de boTcn gemelr
de Landichappen en Bisdommen tegenwoordig bevinden
of na deezen zullen bevinden, dat gy, zeg ik, U L. iti al-
Jes en overal naar de PauiTelijke Órdonantien en naar
de Verdrag-punten zult hebben te fchikken : Welke
Verdrag-punten , op dat ze te meerder kragt zoudea
hebben, onze allerheiligfte Heer laatftelijk , te weten
den 21 September laatftleden, wel op nieuw heeft wil-
len beveiligen, met bevél van dezelven zeer beftiptelijk
te onderhouden ; ten welken einde hy een ApoftoHf-
fchen brief by wijze van een Brevet, uyt eige bewee-
ginge en onder den naam van een Apoftoliffche Ordo-
nantie , by S. Maria Major onder de Viffchers Ring te
Romen heeft uytgegeeven. Dierhalven beveelen en'ge-
bieden wy U L. altemaal , en elk van U L. in 't by-
Zonder , uyt naame en op het bevél van zijne Heilig-
heit en van gemelde H, Vergadcringe, dat Gy L. u
naar de voornoemde ApoftoIilIcheOrdonantiezult heb-
ben te voegen. Ook begeeren en gebieden wy aats al-
le de voornoemden dat ze aan alle de AportoliiTche Ór-
donantien , en ook aan die van gemelde heilige Verga-
dcringe, alle eerbicdigheit zullen hebben te betoonen,
en den inhond derzelven te gehoorzaamen : en dat ze
de moedwillige en quaadaaidige menfchen, dewelke ia
Remelde Órdonantien gehekelt, in den Ban gedaan en
^oor afvalligen verklaart worden, voor zodaanigczul-
len houden en aanzien : dat ze dezelven als zodaani^
8en zuilen af kundigen, en bewerken datzevan de Gc-
loovigcn, en van het Katolijkc Volk voor zodaanigea
gehouden werden.
Daar-en-boven beveelen wy aan alle onze Onder-
yikarilTen, aan alle Aarts-priefters en Paftoors, en aan
ieder van hen in 't byzonder, dat ze geen Priefter, van
Vvat ftaat en order dat hy zy en wat voor voorregten dat
Zijne Order mag hebben , onder de plaatzen van hun-
He bedieninge zullen laaten preeken , de ontbinding
Seeven, of eenige bedieningen der zendinge verrigten,
donder hun uytdrukkelijk verlof en toelatinge, en zon-
der alvorens in fchrift gezien te hebben dat zoo een Prie-
van ons gemagtigt is , εη verlof verkreegen heeft,
gemelde bedieningen te verrigten : en dat ze geeii
Beloof zullen geeven aan de genen dewelke voorgeeven
' Ζ 5 · äd
Μ ;' -1'
'l'ii i'!
Γ Hl
1 ;l ■
■·Ι liw.i
ii
Üi I '
iiMii!
■ " ■ ,· I"··
.; li. Μ i
■1)
, , 1
Ηί;τ Leven VAN-
dat ze zpdgiiiiige rnagt en verlof van ons mondeling
vqrkteegen hebhetr
Ten welkiqn eiasje jy.y .ordoneeren , en een Dekreet
itiaakcn 't welke na,deez.en ten allen tijde 7.al gelden,
dat geen mandeliage vengunning, magcgeeving ofg-ocd-
kcurinf tot genjeMc bedieningen dcx)r ons gedaan , ie-
mand zal baaten , yoor dat de7.el.ve fchriftelijJi opgc-
ftelt, £n-a%nOn2e<,v,oornoQnid€-Ondcr-vikariflen, Aarts-
prieiiers of P^doors, vertoont zal vifeezen.
Noch vqrbicden jvy aan alle 7,oo Geordende als'Wc-
reidlijke Frieders dewelke zich in de Landen ond«r
ons geeftelijk gebied fiaande bevinden , of in dezelve
ilaan tc koom^n , (ook by wijze van Reizigers ) dat
jiiemaiïd van ben, zonder onze goedkeuring en toela-
.ting Ichriftelijk verkreegen .en aan onze gemelde Ün-
.der-vikar:i;iien en Aarts-priefiers vertoont te hebl>en
(ten zy tn£t uytdrulüielij.k verlof en toelaatingc van
.gtmelde OndGr-vikariiTen en Aarts-prieilers , of van den
.cij^en Prieftcr voor 7,iHie Kerk alleen ) zal bcftaan op
,een plaatze tot de welke hy alvorens geen verlof hecti:
geki-eegert, cenigc tediiningen der zendinge te verrig-
ten, te preckcn, of van de zondaii te ontbinden, on-
."ilex wat voorwendzcl dat het zy van eenig byzonder
'.vporregt, of van een zendinge die hy van den Överite
yan zijne Order , of z^Jf van de heilige Vergade-
rwge, 7.puw 0;ntvangen,hebben: want de H. Vcrgade-
/iiög hee/r v.erklaart dat dit haare meening is , en heeft
.ops bev-olen.dc Overtreeders door kerkelijke ftraffen tc
bedwingen. Ofn dit dan in 't werJc te ftell-en, zoo is
bet dat wy ^.Ile de Ovcrtreeders door deeze tegenwoor-
dige Pr4i»nantie onbequaam maaken om in onze zen-
ding ^e ar|>€iden.
paar-en-boven getieden wy aan alle onze zoo Geor-
^pde ai:S Wereldlijke Zendelingen , dat ze aaii onze
Onder-yikariiiên of Onder gemagtigdqn , die wy a»n-
geftelt ^bbeii, alleecrbiedig'heit .en gehoorzaamheit be-
ivijzen in die zaaken, dewelke tot de bedicui-og van de
S^kraineaten en van Gods Woord behoorcn, en de be-
dieningen der zendinge raaken
Ook verbieden wy aan alle Zendelingen dat niemand
yan hen, 'i zyin de tegeuwoordigheit of achter derug-
ge van een Fereldfch Prieiter , zal hebben te zeggen
dat de gene«, dewelkg door Ons of dc/Qr de PauiTelij-
ke
3ÓZ
π
I
Ii
JACOBÜS DE LA TdRRE^ 3Ö5
ke VikariiTen on?;e Voorzaten tot Paftoors ïijn aatige-
ftelt , voor geeti Paftooren*der piaatzen of Parochiën,
daar zy over geftelt zijn, moeten gehouden en ook geen
Paftoors genoemt moeten worden. Want zodaanigeeji
Zeggen ftrekt tot vetkleining van tanze magt ; cn geeft
gelegendheit tot misnoegen en krakeel. En dewijl wy
Zulks gemijdt willen hebben, zullen wy tegen de Over-
treeders ftrengelijk te werk gaan.
Dewijl wy volgens de begeerte der H. Vergaderinge,
ook een zeker misbruik willen verbeteren, 't welk in
die plaatzen is ingekropen , daar eencn Geordenden
Zendeling , 't zy uyt kragte der Verdrag-punten 't zy
door onze vergunning, een Mede-gezel is toegevoegt.
Zoo vermaanen wy jalle Overften den Zendiijgen aan
hunne Zendelingen te wiHen verbieden , dat ze voor-
taan allebeiden de paftoreele Sakramenten in 't gemeen
ofhy beurten niet en bedienen : maar na het ontvan-
gen van deeze Ordonantie ten eerften een van ben bei-
den aan te ftellen tot het verrigten van de harderlijke be-
dieningen , en deszelfs naam aan ons op te geeven ;
zodaanig dat de andere geen harderlijkebedieningen zal
mogen waarnecmen , ten zy wanneer de eerfte een
zwaar een wettig belet mögt hebben. En ingevalle
dat ze hier in nalaatigzijn, zullen wy gedwongen zijn
deeze aanfteliing door ons zeiven of door onzeOnder-
yikariflên zeifin 't werk te ftellen.
Ook gebieden wy wel ftrengelijk aan alle geordende
■Zendelingen dewelke boven het getal zijn , en zich m
?en der bovengemelde landfchappen onthouden , 't zy
dat ze alleen woonen , 't zy dat ze zich by andere Ge-
Ordenden tot mede-geïellen gevoegt hebben, zonder dat
hun zulks uyt kragte van de Verdrag-punten , of vart
gemelde PaufTelijke Ordonantie, of ook van onze ver-
gunninge, geoorlofd is, of dat ze een wettige zending
Van dezelve Vergaderinge ontvangen hebben 5 dat ze
aanilonds, zoo ras als ze kennis van deeze onze Or-
donantie zullen gekreegen hebben , naar hunne landen
hebben te vertrekken , op zodaanige ftrafïèn en kerk-
vonniflen als wy goed zullen vinden tegen hen uyt te
ipreeken. Ook zullen de geenen dewelke door hunne
Pialikers, onder wat voorwendzel dat hét zy , tot me-
^ Hc^ at}5pt der PaftoQren yerdcdigil.
-ocr page 367-Het Leven Van
degezellen ?-ijn aangenonieiV, ons tegenwoordig· bevel
op dezelve ftraffen gehöorzaaméri: 'ai, waar het ook .al-
dus gelegen ^ dat vier van 'dezelfde order of inilellinge
doorgaans niet meer als twee Vergaderingen hielden.
Daarenboven gebieden wy aan alle Överften van geor-
dende Zeiideiingen, dat ze zich niet zullen vermeeten
iemand-van de haare te verplaatzen ,* zonder alvorens
daar toe van .ons, of van onzen Medehelper, uytdruk-
•kejijk verlof in fchrift verkregen te hebben.
·· Noch beveefen wy darde génen , dewelke gcmagtigd
zijn om Difpènfatien in hnwelijkfche zaaken'yopr 'de
uytwendige'Vierfchaar te ver! een en, dezelve geenszins
hebben te vergunnen, ten zydat ze het geval alvorens aan
ons, of aan onzen Mede-heiper of Onder-VikariiTen,
mondeling óf fchriftelijk' vertoont hebben, zoo als door
tJe H. Vergadering is bevolen.
Eindeüjk verbieden wy dat niemand, tegen hét ver-
tod der zelve H. Vergaderinge , '7.ich oit vermectc zo-
'■daanige perfoonen , waar van de eene onkatolijk is,
door het huwelijk te vereenigen : en wy vernieuwen
iiet Dekreet zulks Terbiedende , 't welke over deeze
xaak op den .12. van de maand December 1638. is uit-
gegeven door onzen Voorzaat..Philippus, Aarts-bifTchop
■vaA Philippen en Paufrelijken Vikaris. Ja, omdat wy
iief nöeh befliptelijker willeti onderhonden' hebben,
ireklcen wy de magt in , dewelke hy aldaar aan zijne
Onder-VikaV-iilèri'heeft gegeven. Daar by belaften wy
'cSRii onze Oiider-VikarilTen en Aarts-priefters , dat ze
ïbb in Küniié bezoekingen als elders zorgvuldig toezien
of deezé tegenyvoordige , en ook de voorgaande Ordo-
-nantien . behoorlijk onderhouden worden : en datzede
■ovcrtreed-ers asii ons of aan onzen Mede-helper bekend
maakeni Ook- vermaanen wy alle Paftoors en Zende-
Jingcn, dat ze het volk in hunne Predika^tfieti en Ver-
iTiaaningen. op het kragtigfte en welfpreekendfte datze
können', van dcexe oiigcoorlöfde verzaamingen trach-
ten af te fchriifkên ; en deilrengheit, dewelke de H.
Vergadering hier wil onderhouden hebben, befcheidend-
lijk -dan de Geloovigen voo.rdraagen : eindelijk dat ze
(zich geenszins vermeeten xodaanige paaring , tzy in't
openbaar 'i iy in heimelijke fsrnenfpraaken , te verde-
afgen , of aan dezelve eenige Ijehulfzaaiioheit of gunft ,
te bewijzen.
Voor
-ocr page 368-JaGOB υ S DE L· Α Τ 9 R Κ. Ε. gij^
Voor het laarflc bevcclen en gebieden wy aan aHeon-
Ondér-vikariifen en A^ts-prie(krs-, mitsjjaders aan.
alle üverlten van ReUgieu,'ie Orders , 'dewelke onder,
ons Pauilelijke een'wettige iZendingen bekleeden , das
te aan ons , aan on7,en Mede-helper , öf' aan onze ge-
melde Onder-Vikariffen , een nauwkeurige rekcnfchap
geeven van den ftaat der zendingen, en van de hoedaa-
nigheden der ïendelingen : cn dat IC derzeivea naamen,
toenaamcn, geboorte-p'aatzen , hanteeringen en oeffe-
ningen, met den voortgang van ieder Zendeling , ten
iTiinde eens 's jaars bekend maaken en beftiptelijk uyt-
drukkcn; 't welk voor al plaats zal hetiben omtrent de
genen die in een anders plaats aangeftelt zuilen zijn,
met byvoeginge van dfn tijd en de reden van zodaani-
ge aanftellinge. En om aan de 5?. en ló. Afdeclinge van
de Verdrag-punten , of van gemelde Pauflelijke Ordo-
nantie, te voldoen ; beveelen wy dat alle Geordende
Zendelingen ten minften eens 's jaars, te weëten om-
trent PaafTchen als zy de heilige Oliën koomén-vernieu-
wen, aan hunne Oyerftexi , cn de andere Faftoors aaa
onze Onder-Vikariffen öf Aarts-priefters , een nanw-
Iceurige r'ckcnfchap geevcii, van hunne bedieningen; mee
uytdrukkinge van het getal, aan 't welke.zy dé Sakra-
menten desDoopzels, des Huwelijks, en des Heiligen
Olijzels binnen dat jaar bed ient hebben, oft welke ou-
der hen tot het Katolijke Geloof is bekeert: op dat wy
een behoorlijke rekenfchap van han ontvangen hebben-
de,, in ftaat mogen zijn , om ook behGQrlij.ke rekcii-
fchap te können geeven.
. Dan op dat nieniand zoa können voorwenden dat
hy van deeze onze Ordonantie, of van het Dekreet van
atizen Heiligden Vader Alexander Vil, geen kennis
heeft gehad ; maar op dat allen en ieder in 't byzonder zo»
■wel onze Ordonantie als het FauiTelijke Dekreet be-
fiipteli)k onderhouden , gebieden wy aan onze Onder-
VikariiTen en Aarts-priefters dat zc die beidegaar aan
alle onze Paftooren en Zendelingen, en aan ieder va«
l^en ïn 't byzonder, zuilen zien bekend te maaken, eu
^•00 zy bell können af te kundigen. Zy zullen hen ook
^ermaanen dat ze zich een affchrift, althans van onze
Ordonantie, trachten te bezorgen, en dat zy het zelve
'iikvriis overleezen ; op dat ze de gemelde Ordonantie
niet door onkunde mogen overtreeden.
Gedaan
-—'■-■-m ι
Gedaan op de plaats van ons Pellcgrimaadjè, den ή.
van February , in het jaar onzes Heere · in het
tweede jaar des Pausdoins van onzen Allerheiligfteiï
Heer voornoemd.
En was ondertekent,
Jarts-hijfchop van Efefen^
Paiijfelijke J^ikaris.
Onder ftond gefchreven ! Uyt la'ft van mijnen
Doorl. ea Hoögviraardigften Heer voornoemd,
' Willem NOEL , Sekretam.
Plaats van
het ïegel.
Deeze Kopy naaf den oorfpronkelijken Brief nage-
zien zijnde is bevonden met den zclven van woord tot
woord overeen tc koomen. Tot oirkonde van dien heb'
ik deezen Brief met eigen hande ondeftekent j cn met
inijn gewoon]ijk zegel bezegelt.
Gedaan te Waff den 3. April lój·;.
Het welke ik getuige ^
KORNELIS VÄN PUTtEN,·
Licentiaat in heide de Regten j
Paßoor te JVaJfenmr^
Pauselijke Notaris.
Iii
3^7
Bijfckop van Tbr allen-, en TanJJelijke
l/ikatis.
W3inn«L· öe SCatt^-fiiiflrcöoji ban Efefen, bk „
ögöc iS^jaikanöaf in öallmgfcöai? icefö^/ gen'-L^
iu't jaar 165-6, eill .fpltebr-ijdpct: in 3p Zacharias
anipt ban |Daafdg!icii a&ifiari^ gaö becsogt /
2,achiirias dc Mez , SCicCUtfaat ίπ öeiöe Ö0 ïScgi
ten / ïianonerti te Itergt en te (Com / iPanfe^
ïyfie Proconoraris, boü^ öer^e ψα^Ιΰΰ} te
beü'iigea / en bairöcn ^panfc^^ii
<eefant Antoni de Bruin , öaac to0 aange^eli
gehjecft: toaorojs ii^ooïitotbetoaartiigöeiibaiï
SitTcfjöp ban d?aiten betijeben,
tea^ aïöii^^ toegegaan: De la Torra, ber^
niit^ in ßalliiigfcijap moefi ieben / om eeit
il^eöe-lielj^et berleegcn jijnöe/ en jie^ in 'tjaac
165·)% teïïonifnfiebmöenöe/ i^ab* metftemiiffii
ban öe <i3refieiliftDes£ ac!)t ^leeren tot öat oitij^t
aan Aieximdcr VII. boojgefïagen»
«CHiiiW
■* Als J. Schnd.é den 1. Dec. ló^f. de volgende vier
Heeren aan dén BilTchop van Efefen , die zich te Ro-
lden bevond , toe zijne Mede-helpers had voorgeftelf,
Voegde hy 'er deeze woorden by : IVy vinden W geen
^^eer dezvdlke bequaamliji können uóórgeft'élt worden , ( fe
'^eetcK in^evalle zoe ee» gezalfde gefchikt wierd óm
^^'iuind alhier te voeren ) ah raißchie» Mijnheer Sivotf.
iadie» zoo een gezalfde aJleenlijk dezofiitf
'^'^tvayigen ^ om h Ï^eene van de Biffabófpelifke wij dinge äf'
hangt te verrigt'eH dan zullen ''er meer heqßaam geoof-
koftnen-wordek Eti-na dat'hy 'ef d'fitf óf ?ier, etï
3 68 Η et Leven vAn
öecsen iaa^ Zacharias de Mcz ine QcJjt^
fïe i ioieil öe bolBiKö^ setuigenf^ iuiert» segè^
ben:
Zacharias de Mez , den tijd van vier of byna
vyf jaaren in den Hagc gewoont hebbende , is
fchier een Lit van onze Geefteüjkheic geworden:
dach hy is re Bruilei geboren , en behoort tot het
Bisdom van Mechelen. Hy is Licentiaat in beide
de Regten , Kanonnik te Tore in het land vsin
. Luyk j en beweert ook Kanonnik te zijn te Maa-
ftrigt. Hy is zeer bevallig in zijnen ommegang,
en daar by godvruchtig en voorzigtig. Maar om
dat hy by onze lands-luiden voor een uytlander
word gehouden ^ en alleenlijk by eenige weini-
gen van de Geeftelijkheit bekendis, daarom zou-
de hy zoo aangenaam niet zijn aan dezelve Gee-
ftelijkheit : maar hy zou ten uyterfte behaagen
aan de Geordcnden, cn>
©e gemefte ScbienniB iuierb tm mfïetj öoo?
öen ^au^ opgeö^aagcn aan Balduinus Kats, ije^
teïfe op öe ttoecöc jjlaat^ in öe i)oo^ftdïni0C
gaö ö^iï^ö«' in^ai^ öetöi)i ï)^ öeejc ioaaröigödt
i)oïfïaniii0 ban öe ö^Jiö bleef togsen/ ïsejcibe
in 't ïjeimeip geb^aait op Zacharias de Mez,
bcbjeïfte 5icö in bie geicgenbSeit te itonien Öe-
bonb.
©aar op öeeft fin ben i8,j^aart i6f5. een
b^ief ugt Äoraen aan bé ^a^efielpgeit
daar ónder deii Heer Henrik vander Graß , opgeteU
heeft, gaat hy aldus voort : Daar tot is bequem ieder
iireotn en godvruchtig Priefier j die van. zijf^e eige midde-
len kan heflaan ; ja zelf een uytlander ; en wel voorna'
tnentlijk Mijnheer Zacharias de Mex : tndien hy noch-
tans in heimelijk zou können -wandelen, en zich onhe'
kendhokden of indien hy de vryheit in het ver r igt en na*
tijne hedieninge zm können verheofen.
toffclijke
getuigeiüf-
lën aan
hem gc-
fercn, als
y tot Me-
de-helper
ran (Je k
Torre
vierd
VQofge-
fleh.
ijcii / om ötiac ^enm^ë ban iüm i?erftie3iii9c te
öecti«! / en om öaarc gencgeuöijdt te toiunm.
^n öc^sen ß^lcf beriiïaart ög öat hy door den
Koomichen Stoel tegcns zijnen wil en dank, en
alhoewel dat hy zich des onwaardig kende , tot
Overilc van deeze Kerken Was aangeftelt, 0115.
©e öaicf toa^ tJan tteii lioi^cniien inöouöt
^ Y L. zult het zonder twijfel verftaan hebben hoe dat Zijn Brfef
^wy , hoewel tegen onzen dank , alhier door den aan Je
Heiligen Stoel zijn aangeiielt tot Overilevan die ker- Gecftdijk-.
ken; onder do Overigheit nochtans en onder het beilier heit over
van den Doorluchtigiien en den Hoogwaardigften Heer, ^Jjne ver-
den BiiTchop van Efefen, 700 lang als hy noch Pauffe- kieziuge.
lijke Vilcaris zal blijven. Waarlijk is dit een wondere
daad die <iodt in onze oogen heeft gedaan ; te meer,
daar ik geene verdienite of ietwes in my befpeure 't
welke tot het bereiken van een zodaanig einde bequaam
zoude wezen. Dat ik naar Romen ben gereift , is ten
deele gefchiedtuyt godvruchtigheit om de drempels der ° ^ *
Apoilclen te bezoek en; ten deele uyt begeerte om diens
voeten tekuifen, wiens handen ik voordeezcndikmaals
had gckuft: en vorders ook om verlof te verzoeken tot
het behouden van beide mijne Kanonniksdyen ; of in-
geval Ie van weigeringe , om een andere Kanonniksdy
te verzoeken. En om hier over niet veelc woorden te
inaakeii , als ik het voornoemde verlof op mijn ver-
doek had verkreegen , en my van alle zorg en lart: te
Romen zag ontflagen , was ik nu tenemaal bezig om
mijnen laatften pligt, van Godt te bedanken , en de
Kerken , heilige plaatzen en Overblijfzelen der Heili-
Ren te bezigtigen , af te dof-n. Doch hoe waarachtig
fpreuk is, dat de menfch wel een voorneemen maakt,
i^aar dat Godt het befchikt , heb ik in dit geval, in- ^
dien ergens , ondervonden. Ik had wel iets hooreii
III. Deel. lïa ιώοιι>
Β <^9
570 Het Lbven van
inotnpelen dat 'er ook van mijnen naam gerammeU
wierd onder de genen die tot het Wy-biiTchopdom voor-
gefielt waren ; want ran het ampt van IVlede-helper
wierd toen geen gewag gemaakt: doch ik gelootdeeer
dat dit van fommigen gedaan wierd om eens tc lacchen,
als tot een ander einde : en als ik mijnen naam onder
ïoo groote en aanzienlijke mannen hoorde noemen,
oordeelde ik zelf dat ik daar palle als Saul onder de
Profeetcn. Dewijl ik het dan niet en achte (en meende
dat'er niets van zoude koomen) dat ik, een,vreemde-
ling zijnde , opgetclt wierd onder zodaatn'ge mannen ,
welker werken , als lichten op den kandehiar gdteld ,
die Landfchappen lange jaaren hadden verlicht ; zoo
hield ik my verzekerd dat ik op den oever (lood , en
Vry was van alle gevaar. En het zou ook aldus gewecft
zijn, hadden fommigen van ul. niet achter uyt gewee-
ken, enveete redenen bygebragt , om dewelke zy van
dien laitmeenden verfchoont tezijn, en ook verfchoont
wilden wezen. Ook zijn 'er onder fremelde redenen al
eentge van gewigt geweeft, dewelke ook by de H. Ver-
gadering en by onzen Allerheiligilen Heer ingang ge-
vonden hebben ; voor a! en voor eeril ten opzigt van
Mijn Heer Balduinm Kats , wien hy deezc waardij-
heit had toegedagt : en vorders ook ten opzigt van de
anderen die benevens hem benoemt waren. Zoo is hy
hen allen da» voorby gegaan, en tot den leften toe ge-
liomcn: daar is hy dan blijveaftaati ; en heeft den ge-
ringften van allen, een armen Viiichèr * van Sche've-
Imgen, die nergens minder naar dagt , aani;epaktt en
heeft hem, als hy 'er tegen fpartclde , niet los willen
laaten ; maar heeft begeert dat ik door den Kardinaal
Mizzi, Voorftelder der H. Vergaderinge , in dezelve
Vergaderinge 20UW voorgedragen worden .■ niet otTi
Wy-biflchop te zijn , daar eerll: van gefproken was;
maar tot het ampt van Mede-helper, met regt van op-
%!olginge. Als ik dan bedagt welk het befte middel zou-
de zijn om dien kelk van my af tc weeren , en mijne
gcdagten wel ernrtelijk daar over liet gaan, ben ik den
pemelden Kardinaal ten eerfte gaan vinden, en heb hem·
mijne verfchooningen voorgedragen. Dochihy,a]s doof
op alle mijne voorilellingen, antwoorde my al vluch-
tende ;
• H^ "Xïet op de paßorji van Sdievelingm , dk hy btk^^ede.
Zacharias du Me2:. ^jt
tcnde; Laat u maat roepen. Op den zelfden daigben ik
in de Vergadering« over de voortplantinge des gelooft
door den zei ven Kardinaal voorgedragen aan de Kar-
dinaalen , dev«relke omtrent twintig in getal aldaar by
een gekomen v^raren ; cft ben door de zelve Vergader
ring ook aangenomen. Toen wierd 'er met eene beflo-
ten dat 'er in de naafte Vergadcringe , dev*elke in het
feyzijn van ïijne Heiligheit ftond gehouden te worden,
een Dekreet zoude opgeftelt worden , óm mijn Brevet
klaar te maaken. Ais dit op het voorftel van den Kar-
dinaal KoJiagHti, die ook een beregter vaa onze kerk-»
zaaken is, befchikt was, is my een nieuw middel ingei-
vallen om de Wijding te ontgaan : te weeten, dat het
om het gerucht van deezé zaake, 't welke in die gewe-
ften veripreidt was, niet zouw paffen dat ik de BiiTchop-'
pelijke Wijding ontvangen hebbendein die landen zou-
de aankoomen: maar dat het tot meerder veiJigheit vam
mijn ampt en van miinen pérfoön beter waar, de wij-
ding noch een jaar, min ofte meer, uyt te ftellen, tcrt
dat zoo een gerucht eindelijk zouw verdweenen zijn.
Maar dit is ook niet gelakt: en zy zeideö dat hetmsar
bekooringen waren. Zoo heb ik dan voor my genoi
men, dewijl de afkeerigheit my vrypoftig maaktè, zij-^
ne Héiligheit te gaan vinden, én het uytérfte te Waagen,
eer dat het Brevet zoude opgeftelt worden. Daar op
ben ik 's anderendaags zonder eenig uytftöl te neemen,
te weCten op den 13. February, my gaati Werpen voöf
dc geheiligde Voeten van den Paus; zijnde, ïoo als ik
meende , wel gewapend tegens de gedaarte Verkiezing.
Maar hoe is het gegaan ? De allerhèiligdé Paus, mäg··
tig in woorden en wetken, heeft den aanvaller niet al-
leen wèderftaan, maar ook geboden de wapenen af te
leggen ; en, na dat hy mijn óntruft gemoed zoete
•woorderi getrooft had , heeft, hy my noch met heilige
Vermaaningen verflerkt, en mét zijnen aègen doorge-
zonden. Ik ondertullchen noch éenigzins bekommerd
iijnde , en gêene middelen onbezogt willende laateti
om ditpäk vafi mijnen hals te fchüimi, ben gegaan
isy den Kardinail Κφρο^ϊ , den Ov^tfte der Vörgäde-
•■'Oge; en heb hem alles voorgeftelt, 't welk beft koDtie
dienen mV om van dien läftfeönilaan -dèéh metZoöwei-
Vracht als të yor^n. Zijhdc dan léii eihd« Vart^llèf
iaad gekottien , héb ffe voor my .photRéft aiéinandè
IS a ? voor-
-ocr page 375-372 Het Leven van
voorfpraak meer te verzoeken , en de zaak aan de»
Goddelijken wille te beveelen. En inderdaad, h ge ene
men met nedrigheit heeft afgewezen, legt de H. Btrnar-
dus {de Conjiderat. ad Eugemum) moet men niet al te
hardnekkig blijven afßaan. Zoodan, die noch jonger vail
jaaren iijnde ·ζίο1ι zeiven omgorde, en ging werwaarts
't hem beliefde, word nu , jaaten oud zijnde, van
een ander omgordt, en moet gaan daar 't hem niet be-
lieft: tot 200 verre , dat ik vry zijnde , en geruileüjk
op mijne proeve konnende bcilaau„ my zelvencen flaaf
van allen heb gemaakt , cn in een flaat van flavernye
heb gefielt. Waar zal ik voortaan doch vry, waar zal
ik veilig en mijn eigen voogd wezen ? Heb ik niet overal
vervolging, of ten minfte geraas en onruii te verwach-
ten ? Maar dat noch· veel arger is, ik fta noch prijkel
te lijden van de valfche Broederen , dewelke fomtijds
In de zending koomen , niet door de deure Chrillus ν
maar langs een anderen weg, en om Lazarus wille: en
dewelke aldus die zoete overeen-llemming der vrede
komen te ftooren , en aan de Overften , die den ilaf
der regecringe, der beftraffiiige cn des gezags tegen hen
^ebruyken, liften cn laagen leggen. Maar dit zy genoeg
over deeze flofle.
Gemerkt dan , ^eer aanzienlijke en eerw. Mannen,
iat ik volgens Gods wille, en op het .bevél van zijnen
Vikaris op der aarde, in deczen oegft des Heere word
gezonden; om·, hoewel onwaardig, deelachtig te wor-
den aan uwe kroon, zoo vermaan ik uwe Eerwaardig-
heden dat wy dit heilig werk doch beginnen met een
vaften en beftendigen grondllag van een onderlinge ge-
jiegendheit, en van den bafid 'der liefde jegens Godt en
den evenmenfch : door welke banden indien wy ver-
cenigt blijven , zullen wy geruft en veilig zijn in 't mid-
den der gevaaren , cn zullen een gelijkluidend en het
ïelfde Hchaam worden voor Godt: wiens ledematenal-
temaal malkanders laften zullen draagen en licht maa-
ken. Want wat kragt heeft het hoofd om laften tedraa^
gen , by aldien de fchouders en de andere ledemaateii
hunnen dienft weigeren ? Wat fterkte kan ik dan heb-
ben om de laften , dtc my opgelegt zijn ^ ^^ draagen,
indien ik niet gevoele , 6 mijne Broeders (want met
deezen tijtel omhcke ik ul. altemaal door deezen te-
genwoordigen brief) dat gy 1. rny tot fchouders en le-
demaa-
-ocr page 376-Zacharias du Mez. 37^
«i-cmaaten verilrekt. Maar in tegendeel , indien wy,
gelijk ik gezegt heb, vereenigt blijven, wat al raad ea
liulp heb ik in twijfeäachuge , moejelijke en^rainpfpoe-
dige zaaken niet te verwachten van mannen , dewelke
dien akker lange jaaren gebouwt hebben met geen mja-
<Ser kloekmoeï'gheit in de vervolgingen , als voorzig-
tigheit in de gevaaren ? Ten laatllen eindijfe ik hier
mede dat wy , indien wy door deezen band vereenigd,
zekerlijk een overvloedigen douw der Goddelijke ge-
nade op onzen bouw-akker zullen ontvangen, en
met de croon der glorie , dewelke de naarftige werk-
luiden toegezegt is- , voor alle eeuwigheit zullen ge-
kroont worden. Dit gefchiedealzoo ; dit gefchiedc al-
zoo. Eu mei deeze hoope ondertskene ik rpy.
Zeer aanzienlijke en Eerw. Heeren,
Omer Eerwaardigheden ootmoedigßs
m dienßmllige dienaar ^
Romen deti
I'S. Maart
löyó.
Ζ Α C Η Α R I Α S
Bijfcbop van fbraJlen.
ïDat du Mez 5obai«ti3m tegcnfïanii "^tt^ ^v
ftoben toojö oofe ftebeftiat Doo,? ccn ö^ief ijait
De la Torre , bcu ioeïi« öen 26. jfeójuaiigi
i6f6, ugt tornen geeft gefcifietienaan J. Neer-
kaiTel, en aïtoaar f)^ öec3e tDoo^be« geö^uiaitt:
Het fghijnc dat de vertdiooningen van du Mez
geen ingang vinden , althans niet by zijne Hei-
Jigheit. Wy ftäan evenwel verlegen omtrent zij-
ne wijding , om dat hy zulken tegcnftand blijft
bieden.
<ÖQtei· fiab öe a^et;0aöm'n0 obec öe boo^t^
»ïantinoc hti Sdoofä φκ berftiesins αϊ ßebc^
!ïi3t ίιοοί Set bciï0eiiiie ïpeteeet:
De laTorre
geeft ook
getuigenis
van deu
tegenftancl
vanduMcKj'
Zijne ver-
kiezing
gaat tc
Romen
evenwel
door.
374 HETLEVEfiyAl·?
Dekreet
valsr de h. vergaderinge over
pE VOORTPLANTINGE DES
GELOOFS,
den 3· Fehruary 1656.
f^p het voorftel van den iiytmuntenflen Heer en Kar-
^dinaal Kofiaguü heeft onze allerheilïgftc Heer,
piet de tQeitenjn)inge der H. Vergaderinge , goed ge-
vonden den tijtel der openftaande Kerke van Thrallen,
in klein Afien, in de Provincie van Efefen, te vergee-
ven aan den Eerwaardigen Heer Zacharias de MeZi
Lficentjaat in beide de Regten, Kanonnik teUtregt eti
te Thora : en detjïelven tot Mede-helper , 700 lang
als zy leeven ïullen , met regt van ppvolginge, aan te
ftellen van den E. Heer Jacobns , Aarts-biiTchop yan
Efefen , en PauiTelijken Vikaris over Holland en de
Vereenigde Landfchappen : en zulks met behoudinge
van de gemelde Kanonniksdyen. En hy heeft bevolen
dat deswegen een PauiTelijk Brevet zou opgeftelt wor-
den, niet tegenftaande alles wat hier tegen zoude kon-
den ßrijden.
V'oor den uytm. Heer en Kardinaal
den Over fis der Fergaderinge ^
ant. kapponi.
piON. MASSARIO,
Sekret arts.
De plaats
van het ïegel.
Zacharias du Mez. 37^
op ίύ ααη|ϊοη&^ booj b^seïbe l^ergabe;:
ring ren SÖfdSt-Ö.jief Ojpseficltvoor den E. Heer
den Aarrsbiflchop van Lfefen , PauiTelijken Vi-
karis in Holland en in de Vereenigde Landfchap-
pen en voor deszelfs Mede-helper, den Eerw.
Heer en Biflchop van Thrallen.
j^ofötan^ / om trat ïjy cmiiotïanba'toa^/
ï-n öe <0ee|irigßöeit/ ödgft βϊ^ toatbuiöeiijft
lieeft 0ffcl)^ei!eit/iemanö ugt giïaii eigen iicgaam
i)aö öegeeit / bcese berïtiejmg i&p Ö^ac afttj?»
5atriyft ßcttJcefi. Cn tioo? eerfi/ na bat Öptian
Äoitien b3ö^ü3ci!ec0efteert/ öeeft Spsgitetoooni
plaat^ te iHniftcrbani genomen: toaac ojj jeftec
%eci· in bien töö öeese opraeeiung in eenen ö^ief
ïjreft geinaaiSt: Amllerdam zouw dien man een
bequaamc wooning verflrekt hebben, bad hy zieh
naar de manieren der Amfterdaramercn gevoegt.
Dan de Amfterdamfche vryheit was hen beiden
ondicnftig , den Biflchop van Thrallen , en de
Geeftelijkheit: want hy ftond daar bloot vooreen
ieder die wat te verzoeken had : en zoo ras als
hy de begeerten van eerzuchtige menfchen niet
in en volgde , verzogten zy de hulp van de Ma-
jcftraat.
ooïi tori §aafï «gt beese fïab beejaagt/
ijoojnamentlijit boo,j jjet toeboen ban een
geineefïce^ bioiiiïse: toant ijg toa^ Ög be jj^jei
fleaat aangeliiaagt / dac hy de Geeftelijkheit
wilde overhcerfchen ; dat hy aalmifien by een
fchrapte, en dat hy zijne bedieningen met al te
grooren zwier verrigte. <Bt S^UCgetneefiei'^ ftUf
ten 3ίφ hooinamentïjjft aan ïjtt ïaatffe.
©aar op eeigbe gg nu giec nu baac / en ban
i»e èene pïaat^ op be anbere / baae be &efïe
geïegenb^t iwfi te binben. Maar ondcrtuflchen
Icheer^ hei omvoeren van die Arke altemoeicliik.
Een Berigt.
brief voor
den Aartsb,'
van Efeien,
en voor des
zelfs Meiic-
h el per
du Mez,
opgeftelt^
Zijne ver-
kiezing is
altijd hate-
lijk ge-
wceiï byde
Gecftelijk-
lieit; en
waiiromï
Hy- woii
gebannen
uyt Am-
ftcrdam,
daar Iiy
zijnewoon-
plaats had
genomen,
ca TV aar .
omä
1,1
376 He τ L Ε ν Ε Ν ν Α Ν
Reiset? tua^ iiocö Scöitcgt boo,? $icï} 5dl)fn:
5cn m Svenen toieröen nu επ öaa αί cfii^
toaaifc^iitot $icö te toacijteH ban ceii öicrgelij''
ftéu ftoim tc UcriMgfiïjcu/ aï^ men onöei· Rove-
jiius ïiaö geöaö. ïl^lerliaibe toiecb i>em geraaöen
bat ï)^ öeft 5ouite Doen met jici) berijo^sen te
gouöen.
i^g Öaö te gi'ooter ntoeite oni jijn beiöïijf
ergen^ te beflisen / öod^ iticn öat ïp altgö
ïtieeöt sing op φι ö^oït öab öe
ört^öiffcöojj ban €fefcn/ in öegetuigeniffebie
Sgbanijeni te iïomen gaf / aï ïaaten i'nbïoejen/
ciac hy niet veilig genoeg in deeze landen zouw
können verkeeren , nadien hy by de Algemeene
Staaten , en by de andere Onkarolijken , beter
bekend was als hy Aarts-bilTchop 7xlf. ^Ig ï)aii
'ev ηοφ βρ 3eboe0i / dat hy 'er zoo wel niet zou-
de können beltaanals de voornoemden , dewelke
daar gcbóoren zijn , en 'er hunne vrienden en
bloedverwanten in overvloed hebben, van dewel-
ke zy gehuisveft en geholpen kennen Avorden.
ziine imis- iiibeföaaii gui^-^aaften geöBen cec-
zaaken ïang 5eci· fïegt gefiaan, €en ban öe gooföen
ibaa iiegt. bfi; <0eefïeïijft§fit ïiet ben zz, ï!?ecem&ei' 1660.
beeje iuoo^ben jn jeiteren b^ief inbioejen : Hy
zegt dat hy groot gebrek lijdt. En als de behoefd
tige Biflchop hulp verzogt van het Roomfche
Hof , kreeg hy voor alle trooll het volgende
antwoord : Wy hebben u den Myter ge-
geven i gy moet voou. het andere zor-
gen.
©e^jiaanfcge <Öe5ant gaf ö^nt beuraab bat
ben naam of tijtel ban Belijder 30U 5ien te
fttggcn / om baap boo^ be gunfi ban be Braban-
ders te bjinnen / en eenij^e gni^ i&g S^n te bin^
ben,
©öcö
\
-ocr page 380-Zacharias du Me ζ. 377
:Docö öaac ontgidb öe aiacfc^-fiiffc^op
ban i^fefcn / met tuien ooft ober öoojj lag.
ai^ant Η ^act^-öiffcöop ö^ö Ö^nt Öen xi.^epi
temöer KifS.gefcÖ^eben / dat hy zijn nazaat niet
en was , maar zijn Mede-helper met hoop van
opvolginge: dat hy vervolgens niets konde uyt-
voeren, als af-hankeliik van hem, Aarts-biiTchop.
€n te boren ben y.JPecembei; lös-j^gab Ögpti
sefcö^eben/dat hy, SCart^-bifTcgOjp/ by het leven
van Rovenius niets had gedaan als afhankelijk
van hem.
^ï^ beese oneeniöö«t meec en meer aanbjaBi!
Serbe / t^ get öoeïan0er ^ot erger met benSSif^
feijop ban (Cgjailen afgeioojien : ja be goofben
ber <0eefïeïijftjf>eit öeftonben nu en ban J^afïo^
ryen en anbere bebieningen buiten 59ne fienni#/
ja fomb)i)len te^en^ ^gnen b)ii / te ber0eeben5
300 aï^ bïpt Ugt be Verhandelingen van hcc
Haarlemfche Kapittel.
Il^t beese ©eröaubeïiu0en geeft men onbec
anberen bat Francifcus van Heer öOOi be 3|aari
ïenimer^ tot ^afiooi t^ gegeben aan bie ban
<0efi3eefi»
O^aar boo? ö^tgefei^iebt bat du Mez, boo^
Sartjeer afgemat/ aan getßui)5en en qugnen
seflagen: en eenisen tijbmet jgne 5ieliteßeb30^
fïeït Debbenbe geeft einbeïijh 5gne iaatfïe ge^
regten ontbangen / en te 3Cmfierbam öefïo?^
ben ben if. Sfuï^ 1661 / bgi get ïeben ban ben
^Cart^-biffegojti ban <6fefen 5 gebbenbe sgne be^
biening niet ïanger aï^ tbiee jaaren fieftïeebt
dommige / en onber anberen Ch ri-
ftianus Molina {mlinguario) teïïen gem niet tiW
bec be S^iffcgoj^en ban Jjet ©ereeiiigbe Jseber^
«nb: toaaifciönïP "«i beeje reben/ bat gobe
tonanbfcöe efïePÖ«t eeuigsin^ toa^ op ge^
Hy raakt
aan het
knijzen
quijnen
Zijne
dood»
cb
Hy wotd
nietgetcit
onder dc
Holland- .
iche Bii-
fchoppen,
en waar-
om I
378 HET LEVEN VAN
ίιίοιι^η. mant aï^oetoeï itat be »^é-öiffcÖoP
han <Bfefen aan&e<0eefieïgftöeittticttei:tiii«ïten^
tit^ Ö^eft 0e3cticn ijan öe acgt mannen / toa^c
onberde Mez beïaatfïetoa^/ iïctDeï6ciioo,?Ö«ti
aan ben ioaren tooigcbiaasen 300 ié öc
jaaft nocfitan^ ban ben Beginne in 't geimelp
berganbeit/ rn du Mez öuiten Dunne itenni^ tot
bte öebiening berftcben getoecfï, M^aai; ober Jc'
han Neerkaflei 3gn seboeien aïbu^ uotte in ben
Dit is Bal. boïg^nben Ö^ief aan Fredericus Borra;us. *
duin Ui .
ZEER AANZIENLYKE HEER,
Η Et fchijnt niet dat de verheffing van den Bif-
fchop vari Thrallen, dewelke buiten weeten
van de Geeftelijkheit isgefchiedten haarmif-
fchien onaangenaam zal wezen, door algemeene
toejuiging en gclukwenfching goedgekeurt moet
worden. Het geene tegen onze begeerte gefchie4c
is, word zagt genoeg opgenomen , als het met
Jangmocdigheit cn geduldigheit word verdragen:
en 't is geen voorzigtigheit zodaanlge dingen te
prijzen , dewelke men vreeft dat miilchicn niet
wel zullen uytvallen. Ook fchijnt het niet dat
zijne .Heiligheit moet bedankt worden uyt naa-
ine van deGeellelijkheit, dewelke niet en bekent
dat haar een weldaad is gefchiedt. Wat belangt
dat uwe Eerw. my gaarne tot die waardigheic
verheven had gezien, daar voor zoude ik haar be-
danken } indien deeze verheffing waarlijk een Ver-
heffing waar geweeft, en niet eerder een vernet
^ T. Sek- dering voor Bammius of voor my. Nochte Dam *
i Neerkaf- pochte de Man f zouden die aangenomen hebben,
fel. ten waar zy miflchien dienftiger geoórdeelt had-
den dat *er een menfch voor het Volk ftierf, als
het ganfchc Volk- pch of uwe gerw. het
Zacharias du Me ζ. 3 79
VC ook bedagc had, en zich had opgeofFert voor
een verdrukte Kerke: dan waren wynoic tot dec-
Ze ben^uwtheden gekomen. Maer hier "van wil ik
zwijgi» en eindigen.
Uwer Eerwaarde
Dienß-wilUge
DE MAN.
Dett %j iFehrmty ouden
ßijl, in^tjaari6$6.
m
te
Μ
du Mcz j^ev obev/ m toeï iJopcnamcnti^ oe wrok
ïp önt trat De «i^ntrer-tófianffen boo^ö^tlCart^-
JjifcSosp Jacobus aangcfidö fomtoijfen mitgebt^ de'
öicnlngen Buiten fiem bemgteöen/ een to^oft W Soofdendcc
scn^ öe öiwïf&^n iierc^eefielp^eit&abojigeijat/ G«fteiijk,
Seeft öp be ttoee »apitt^ / ÖBonöerip
Set 3^aacïemfci|e/ opentïgft Öe^innen te öefi^ opgevat,
ben. ©it ffteftiip öoo^ eerfï öefiaan in een&iief/ biijkt uyc
bentoeißen ben ζ ^[uïg 165-9 ugt semfierbam ^ling^iach,
fteeft gef^eben 5 en toaar i'n / ftbeiael met iJ^g -'S«»
ftlauioe rebenen / be öeit^jen ijan w illem Schep, 11
ten Äitmaat ban get jeltie Itaïtttteï/ tracht om li
benre te fmilten / en be ^ijne * te boen geïben, ||
na geeft fip qoft een ©eftreet ugtgeseben/ i
toaac m ög gemeïbe ï^ajtfttei t^acöt tcbetmti ;i
* Hier van fpreckt de BifTchop van Kafton'en alduc
5n ïijn Verhaal van het jaar 1662. Vertnhs het Kafittei
""Λκ Haarlem den Aarts-biffchop van Efefen Meer genegen
ah de» Bijfcbep τακ thralhn^ en fomvjijlen tenigt
dingen verrigte detuelke hy tegens zijn gezag oordeelde te
flf^tjden, daarom heeft h^ getracht het s^elvets vernietigen
^^ ont vtrre te ßoiteu,
38ο Ηεγ Leven van
2!Ό0 ras als wy in de Vereenigde Nederlanden ziju
^aangekomen om ons ampt te bedienen , is dit on-
ze voornaamfte begeerte geweeft, dat onze Eerw.
Geefteli)iilw;it door een opregte eendragtigheit, endoor
een band van onderlinge liefde, tot een lichaam zoude
opgroejen : op dat 'er aldus een volkome en allezipii'
volmaakte over-een-ftemming zoude ^ijn tiiïïchiea-^et
hoofd en de ledemaaten· En na dat wy al een gerui·
men tijd , en dat zonder ophouden , beftcedt hadden
om de gemelde eendragtigheit uyt te werken, heeft het
nochtans door een langduurige ondervinding en behan-
' deling van -zaaken gebleken, dat onze begeerten het gc-
wenfchte doelwit op geener wijze konden bereiken.
Zoo dat wy ook , tot ons groot verdriet, bevonden
hetóen dat gemelde onze Geeftelijkheit ia verfcheide
verdeeltheden isgefcheurt. Ik wil nu niet ophaaleu al
het quaÜjk fpreeken en alle de lafteringen met dewel-
ke zy in 't openbaar en in 't heimelijk tegen malkan-
der zijn uytgevallen, en waar door de waardigheit des
Priefterdoins op een fmadelijke wijze is gefchonden,
En dewijl wy dit quaad volgens onzen pligt moeiten
tegen gaan, hebben wy, gelijk de Gcnees-heeren in dc
geneezinge der zieken gewoonlijk doen, naar denoor-
fprongdes quaads gezien: welke oorfprong niet lang,
cn met geen groote moeite behoefde opgezogt te wor-
den. Want dewijl fommigen van gemelde onze Gee-
ftelijkheit op zekere tijden, als of''er geen Ordinaris
waar geweert , onder den naam van een Katedraal Ka-
pittel by een vergaderden, en dat de anderen in tegéti-
deel diergelijke by-cen-komften niet konden verdraa-
geu ; 7.00 had men daar aanftonds het krakeelen on-
der de Broeders , en twee ftrijdige partijen. Vermits
het dan zeer dienftig fcheen , om een waare vrede te
bekoomen, dat gemelde Kapittel-heeren van hun zoo
genoemd gezag af flapten , hebben wy het onzen pligt
geacht, hunne gemoederen door een zagte vermaaning
te beweegen om het voornoemde Kapittel te verwer-
pen. zoo hebben wy dan over twee jaaren , m een
brieften dien einde opgefteld , de regten van een Pauf-
felijken Vikaris wijdloopig uytgehaalt, met wederleg-
ging van alles 't geene voor het Kapittel wierd byge-
bragt. Als ik deeze zaak naderhand bleef voortdrijven,
zij α
£η uyt zijn
Dekreet,
l!
Zacharias du Mez. 37^
ïijn wy met Gods hulpe %oo verre gekomen, dat χγ
het voornoemde Kapittel, met al hun regts-gebied eu
gezag, door een plegtelijk verdrag * afgekeurt en ver-
■Worpen hebben. Eu als deeze afftand beide de Partyen
nu verzoent had , hebben wy van dien tijd af hen al-
len als Broeders beginnen tc beminnen, en de anderen
ook te vermaanen om malkander over en weer lief te
hebben , en de broederlijke liefde niet langer door la-
fteringen en fcheldwoorden te fcheuren. Maar op dat
de verzoende liefde voortaan ook fcheutvry zy tegeu
alle yverzucht, en dat Gy L. niet als naar de waarach-
tige deugd mögt ftreevcn ; hebben wy beiloten , zon-
der onderfchei'd van perfonen te maaken , zodaanigen
tot hnlp van onze bedieninge aan te neemen, dewelke
door de vroqmigheit van hun leven , en door hunne
al-om-gepreeze zeden , betoonen dat ze de vereifchte
bequaaniheit hebben, zoo zal het hun dan niet hinderen
dat ze tot het gemelde genootfchap behoort hebben :
cn het zal den anderen ook niet nadeelig zijn, dat ze
na een gelijk regt bézitten met de geenen dewelke te
voren boven de anderen, doot een hooger waardigheit,
feheenen uyt te munten. Maar om geen middel ach-
ter ie Ir.aten , 't welke kan dienen om de eendragtig-
heit van alle kanten tc befchutten , hebben wy goed
gevonden de geenen , dewelke voor hene tot het ge-
melde genootfchap behoort hebben , te vermaanen dat
ïe in de beloofde en fchuldige geboorzaamheit opregte-
^ijk volharden. Veinzen, bewimpelen , zich uyterlijk
anders gedraagen, en anders in 't heimelijk bekuypen,
nioet zelf onder U L. niet genoemt worden. En om
ons tot de genen te keeren , dewelke van den beginne
Voor de goedé zaak geftreeden hebben, wy mogen hen
Wel ernftelijk geluk wenfchen , dat ze zoo kloekelijk:
gearbeidt hebben om de onluften weg te neemen ; en
dat ze nu, in een zoo blijde toeftand van zaaken , de
Vruchten van hnnne deugd können inzamelen. Nu is
Weg geopent voor een opregte liefde : wat is 'er
Overig als dat wy langs den zelven wandelen in den
fi^eft van vrede ? Laat ons eJkanderen nu beminnen,
,^'icrlief(ie Broeders , gelijk ons door den Heer is be~
*oIen. Dit heeft hy met zijne vvOorden geleert, en
"iet zijn voorbeeld en 'iijne werken volbragt. Ja hy
* Dit zeggen ftiijdt in allen tiecle regen de waarheic,
heeft
-ocr page 385-heeft getek dat dit zijn eenigfte gebod was , hoewel
dat hy ook andere geboden had gegeven. Laat dan dit
eenigfte en honigzoete gebod id onze harten ftand hou-
den : want wat is 'er zoeter als de liefde ? Waarlijk,
ïoo wie dit eenigfte gebod behoorlijk volbragt heeft,
die heeft de wet onderhouden. Laat het uyt onze ge-
ilagt wapenen blijken dat wy afkomftig jijn vau Chri-
flus. Deeze wapenen zijn de Liefde en de Eendragt,
roo als hy zelf betuigt : Hier aan zullen ze attegader
kennen dat gy mijnt Leerlingen zijt , indien gy liefde hebt
tót malkandér. ik haal dit niet wijdloopig uyt by god-
vruchtige en geleerde mannen , dewelke ligtelijk be-
merken dat de reden en het inzigt vanditfchrijvenn'ct
anders is geweeft, als de vrede aan te prijzen. Vaart
wel allerliefile Broeders , en bezit uwe zielen in de
overvloedigheit der vrede.
Gegeeven, enz.
©at incct / du Mez ïjab aï te boren öeit
ICait^-&i|Tcï)0i) de la Torre tcgcn get öemdö«
ïiajpittel opgcfïooïtt: en Ijab Öeni aaugejpo^t om
ï)et jdbe gemeenerijanö te bcoo^ïogcn / en §et
bef te Rragtiger te berbelgen.
^^otö öe Hart^-öitTeöop ^eeft ^yne tooebe ten
ierfie öeteugrit / en ^em ojj Matthcus bag
in 'tjaae ifiyS ben bolgenöen b.}ief «ot ^ntiaje^^
jjen 3efc]ö?eöen.
Zeer Doorluchtige en HoOgivaardigfle Heer
Mede-broeder,
UWe Eerw. gewaardige zich te bedenken dat
gy my niet tot Opvolger, maar tot Mede-
helper » met hoop van Opvolginge Z'jt ge-
geven ... Gy ftookt my op om het Haarlemfch
Kapittel te verdelgen; en gy hitft my j ook
« 2.elven, met onbetamelijke woorden tegen her»
óp, zeggende: Wilt gy de wede, zoo bereid li te^
mrkg. Van nimrm is de gelegendloiit langhairig j va^
achteren is ze kaal. Als of ik mr de gelegendheic
niet
Hy ftookt
ook <leii
Aarts-biP-
fchop van
Efefen tc-
gendatge»
nootlchap
op i maar
■arord van
den zclven
beteugelt.
m
Zacharias du Mez.
niet moeft laaten ontglippen van mijne Geefte-
lijkheit te beoorlogen, mét dewelke ik opgevoedt
ben, en die ik opgevoedt heb terwijle dat my
een groote hulp van uwe kant word aangeboden.
Het geene wy te Rpmen gedaan hebben, dat heb-
ben wy volgens onzen pligt gedaan, voornament-
lijk ik. Alleenlijk hebben wy een brief van den
Heer Nuncius bekomen , dat hy het Kapittel
Zonde beweegen om ons te erkennen.
Het heeft ons erkent ; en heeft ontzag voor
ray betoont, en betpont het als noch. Dochraa-
kendc uwe aanmoediging ten oorlog, ik bid uwe
Ecrw. te gedenken dat ons beidegaar , door dc
elfde afdecling van onzen Bericht-brief , wel
iiyrdrukkelljk is bevolen zorg te draagen voorde
vrede en eendragtigheit; op dat wy onze Geeik-
lijkheit tot een voorbeeld verilrekken om ook
Vreedzaam ig te leven.
Gedenk daar by dat een Biffchop niet behoort
twiilzuchtig te zijnj maar liever voor den naam
Van den oorlog behoort te fchrikken.
Want ikben volkomentlijk van dat gevoelen dat
tcnBiirchop moet toonenen leeren dat hy een Va-
der van de Geeftelijkheit is: en datookdcGeefte-
Hjkheit , dewelke hy als zijne kinderen met alle
vricndelijkheit handelt, hem een kinderlijke lief-
de moet bewijzen: Hy moet hen nietverklaareii
Voor zijne Vyanden en Tcgenftrcevcrs: maar als
iy al misdoen, moet hy medclijdenmet hen heb-
ben als met zwakke kinderen j en verre van hen
te dooden, moet hy zijn befte doen om hen te ge-
lezen. In de plaats van de genootfchappen ea
■Vergaderingen der Geeftelijkheit uyt te roejen of
te verdelgen , moet hy dezelven ilaandc houden
handhaven. Dit ben ik bereidwillig in'c werk
te ftellen.
384 HetLevnvan
SCi&u^ du Mez Öctcuselt ißcioecfi.
totjl ije quciiinj ïjem miffcöien itenni^ Ö^ö
hm / gecft Ög fti 't ijoigenöe jaar öetóe öe Ma^
pittel^/ ijet mtvegtfc^e op öen ipbanieu0u(ai^
«n §et taademfcie oj> öen löbaiiO^ctoßcr/ öe^
ijefiigt. ©e ßebejligmg ijmi Detïitregtfcöeïuiiit:
aïö Uoïgt:
Zacharias door de Genade van Godc en van
den Apoftoliilchen Seoel Biilchop van
Thrallen, en voor zijn leven Medehelper
van den PauiTeüjken Vikaris in de Ver-
eenigde Nededanden, enz.
WY maken bekend dat de Eerw. Heeren Jo^afi
Neerkajfel , Johan Schadé, Johan Putkamer cn
Abraham 2?r/V»i» aan ons vertoont hebben deop-
regting , beveiliging en vergrooting der Vergade-
ringe van het Utregtfche Vikariant, dewelke op de
averegtfche zijde van dit blad naar den eifch der Reg-
ien uytgefchreven (taan ν en dat zy ons nadrukkelijk
verzogt hebben het relve door het ondertekenen van on-
ze hand góed te keuren en te beveiligen. Waar op
wy, genegen zijnde al het gene te bekragtigen 't wel-
ke door onze Voorzaaten tot nut der Kerken wijffelijk
is beftelt, goed gevonden hebben het gemelde verzoek
in te willigen ; cn door dceze ondertekening met onze
eige hand alles^ en elk in 't byzonder, goed te keuren
't welk op de averegtfche zijde van dit blad vermeldt
ftaat; beloovende aan de Heeren van het Vikariaat dat
wy alle voorregten , gunden en magt-vergunniogen,
aldaar uytgedrukt, in hun geheel zullen bewaaren.
Gegeven te Ütregt, den 19 Augufti in't jaar nij·«?·
ZACHARIAS
Bijfchop van thrallen.
-ocr page 388-^ α c η α r i α s d ü μ ε ζ. ^
©ί öeitcfiismg tiaii 't tsariemfcße ï^apitteï/
beiajeliic/ geip gescgt ii/ gern scöaatt
op öen 16 o^ctDöei· ban'tjeïföe jaai·/ Uubtai^
bolst:
r>c zeer eerwiardige Kapittel-heeren der Ka-
tédraale Kerke van S.Bavo te Hairlem belooveri
dat zy , geduurende de krankiinnigheit van den
Doorluchtigften Aarts-biilchop van Efefen, den
Hongwaardigitc η Biilchnp van Thrallen z<!i!leil
eeren cn gehoorzaamen als hiinnen Ordinaris.
En de Hongwaardigile Biffchop van Thrallen
belooft dat hv hen z-il houden voor zijne Broe-
deren : cn dat hy her voornoemde Kapittel zal
beveiligen, geliik ais hy het van nu afbeveftigt.
^tt od^fp^^cnkciijft gcfc^rift han Uit I^Mioo^b
öao,? öcuSSilTcïicpbaii CijiaKcneu Doo^ Jjijf ita^
pittcl-^ecrcu ouöeitcïiait
€0itr l^cefi / ojj jijii öooii-fie&itß ïcggeiti
be/ aan ben ^^aiia' Alexander VII emMag-
bßcf gefcïncben tcßcn öe ./ boo^i
namentiijh tegen Öic ban ïf aarkm / tegen öe^
hjcföe ^^ 5eäcr& Imgzii tijö een mi^äiioesen gaïi
opgebat. gaa iiocljcaii^ öat lyg / bsl^aibcn
Baldiiinus Kats , Oöh iSeü ïfea' Johan Neerkaf-
Tei alé een ömgissaam ca gdeerii man fleeftgci
€>0cij aaiiftonisä ^erft fee <0eefïeïpIjeit te^
gen^ beejen ief öc^^ ^iffcïjopfi ban Cij^aiien
IjaareJ^erbebsging aanbeïiarblnaaiensesonben.
du Mez aföliä obeilebeti Ixiaä / ^eeft be
ïjoogöeroembe ©iC^Vl* fooll van Vondel, bieai
b.2D booi ö^m ingenonieh toa^ / bit 3ti}it-biCÖC
t' syncc eei'e gesongen.
iiÜ
Op zijn
doodbedJc
leggende ■
heeft hy
zwaare
klagten te-
gens de
Geeftclijk-
heit ingele-
vert.
1:1
Daar tegen
zendt de
Gceftelijk-
heit haar
verdedig-
fchrift naar
Romen.
S5Ö
xrr.
ΠΙ. Deel.
jS6 Het Leven van
L Τ Κ Ζ Α Ν G
'Ter eert van
Gedicht door den Heogberoemden Dichter
JOOST VANDEN VONDEL.
Γί ^^ fihichtig komt die nevel vallen,
En neder fchieten voort V gezicht ?
Wat is de oorzaak ? V licht van Thrallcn
Gaat onder ^ dat godvrucht ig licht.
Waarom ? De boosheit haat de klaarheit
Fan nutte tucht, die niemant fchreomt.
De Farifeeusheit kruiß de Waarheit^
Die haar in V licht flaat., en betoomt.
Zy -werden beide mit vereenigt.
Zoo Zacharias, ah Gods tolk, 5
Wilyv'ren^ hy word noch geßeenigt,
Gemarteld van zijn eige volk.
Dc Mets, die na geenMyterßreefde ,
Noch Biffchops ßaßy noch Kerkvoogdy}
Maar Gode alleen ter eere leefde,
Word na gekent in zijn luaardy.
Stantmfiigy tiedrig, en geduldig,
Is hy zijn* Kinderen voorgetreen.
En leedt onnozel en onfchuldig,
Befire'étt van V quaaty noit overfireëtt.
Het -wettig Recht, hem opgedrongen,
Bejchutte hy^ gelijk V betaamt·,
In V harr$nen der lafier-tongen·,
Door 's Heids flantvafiigheit befchaamt.
Schoon 'j Mam gezondheit daagjijx mindert ^
AU Chrißm ter hier deor vsrmem.
Ver-.
Η
ι;
ii ii i
■ ι :
ZACHARIAvS DU MEZ. 387
ferdraagt hy gaarne "wat hem hindert ^
En acht niet luat het lichaam deert.
Men hoope dat Gods Stedehouder
Etn Harder wekken zal^ die't Lam
Dat afdwaalt j lieflijk op de fcbouder
'Ter koje breng y waar uyt het quant.
ij^nbcc 5ijne j^^ent / baar öP «aar fitt ïeben
efijc&erilrt fiaat/ too^ii eerocmt al^ een man
vol van een heiligen yver totdenGodsdienft, en
van een zeer godvruchtig en ftichtelijk leven.
Sfa Ö^t booiiljocft jctf iicc J^aariimfcge
fte P^ijfï Dcni al^ een niau van een grooten y?
ver.
Φί iii-&er-&aaïi ^tt Bericht iaejen^ öc i^ol*
laiiDfelje l^crl«/ Ijaii^rt jaar 1661 / 0etui0t ban
ijcin dat het hem aan geen yvertot Gods eer, en
ook aan geen vierige godvruchtigheit en möf-
iHgheit in het arbeiden heefton^roken: Dathy
vervolgens veel goeds had können uytvoeren , in-
dien hy zich naar den landaard van ons Vaderland
had weten te voegen , indien de ftaat der Un-
dinge hem bekend waar geweéft , indien hy de
genegendheit der Prielleren had gehad , en zij-
nen yver met voorzigtigheit had gematigt . .
Srervende heeft hy dit goed aan de Zendinge ge-
daan, dat hy door zijn voorbeeld getoont heeft
dat iemand die in deeze Landen niet is geboren
en opgevoedt, en die by de Priefters en Lceken
niet wel en ftaac, niet zeer bequaam zoude zijn
orn het ampt van PauiTelijkpn .Vikaris in deeze
Zendingen te bekleeden,
^Qttt jiafp^euft üw.«
Sincerè i3 Candidè,
Oprcgtelijk en op^hartiglijk.
Zijne lïa.
iptcul^
Het Leven v
, a^o^öctl öeeft ög bccje <0ni!crce0tin3cn htm
öc ^^icfïeren cn het sdootime 3^oltt uot0c0cy
Ijeiu
J>ewelke door de,ZendeUngeK in dit Paujfelijke
Vikatiaat moet in acht genomen morden.
BOOK.
DeBiccht-
yadeis wor-
den ver-
maant
voorzigtig-
Jijk ii) de
Biecht ce
handelen,
voorna-
mentlijk
met de
Vrouws-
perfooncn.
ξ'
II
■ j I
ü
I. Λ Lle Bicehtvaders moeren errvflelijk ver-
aAmaant worden hunne Biechtelingen mei
groore matigheit , op een kuyfTche wijze,
- en zeer vooFzigtiglijk te ontlervraagen op hec
Ituk van vleeiTchelijke zonden > niet alicen als zc
de biecht van Maagden, maar ook van gcirouw-
den of van andere ongetrouwdcn hooren.
II. Al wac onnoodig is tot het iprecken var»
de Biecht moet onder de Biccbt niet gemengt
worden, ten zy voor zoo veel het baarblijkelijk
dienftig is tot een heilzaame onderregting. En
,al begeerde de Biechteling van andere dingen te
fpreeken , zal de Biecht-vader hem vermaanen
daar van tc zwijgen.
11 i. De Biecht·· vader zal niet vraagcn naar de
naamen der Mede-fchuldigen nochte ook der
Biechtelingen.
IV. Ook verbieden wy hcn^ al te lang in de
Biecht met de Vrouw-luiden te praaten, of haar
te praamen om al te dikwüs by hen te komen
biechten. Dat de Vrouwluiden liever baar befte
doen om haar leven te verbeteren : en dat ze te
vrede zijn met den tuflchen-tijd in het biechten
·' te
jSS
Zacharias du Me ζ. 380
te hoadcn, dewtlke aan demeefteKloofter-non-
nen is voorgefchreven. . '
V. Dat de Biecht-vadcrs zich niet bedienen
van de wetenfchap die Ty door de Biecht gekre-
gen hebben^ v/anc dat kan heel qualijk geCchie-
■den zonder bezvraarniile van de'Biecht : en daar
door kan de Zondaar , dc zonde , of de Biecht
•7,eer ligtelijk bekend \tT3rden, of ten minfte kan
'er zeer ligtelijk vermoeden op vallen.
VI. Het is onverdraaglijk dat fommigea zich
zelven zoo verre vergeeten , dat izy de zonden,
die zy in dc Biecht gchoort hebben , of de ma-
nier op dewelke fommigen hunne Biecht fpree-
fcen, ook op de maaltijden vertellen : voorna-
rnentlijk indien zy de zonden zclfverhaalen} en 'er
byvoegen dat zy die op zoo eencn dag gehoort
hebben. Dat aUc Biecht-vaders zich hier van wach-
ten : anders moeten zy wecten dat ze zekerlijk in
■de ilraiFen van hciligfchenderye zullen vervallen.
Vil. Zy zullen 'er de Bichtelingen niet toe
troonen om by hen alleen te Biechten. Ja in-
4 en zy het van zelfs wilden toezeggen, öf^
een belofte van doen, zullen zy hen zulks verbie-
den: om aldus alle twift te voorkoomen , waar
door fomnwgen mogren zeggen : /< ben -y«»Paulus,
ik "Jan ApoHos, ik van Cephas. I^trachte ^ zegt
de zelve Apoftel, allen ia aUes te behaagen , niet
zoekende het geene niy , maar. het geene voor veelen
-mit is op dat zy behouden werden. zege
-de H. Chryfoftomus, ik zoekjuifl niet datgyza^
lig nrnrdt door my^ maar dat gy. zalig "WoYd op wat
wijze dat het zy.
VIII. Dat de Biecht-vaders zich wachten van
"ïllc gemeenzaamheit met de Vrouw-luiden die
% hen biechten : ja zy moeten weetcn idat" zy
haare gcmeenzaamheit uyc deezen hoofde moe-
ten mijden, om dat ze haare Biecht hooren.
IX. Dezelve Biecht-vaders moeten weeten
dat onder anderen de beloften van eewigezuiver-
heit, en van het Kloofterlijke leven aan te nee-
inen, niet kennen ontheven worden als door den
Apoftoliflchen Stoel. En met de andere belof-
ten, en ook met de ban-vonniflen , moeten zy
zich ook niet ligtclijkbemoejen, en hunne magc
niét te buiten gaan in zodaanige beloften te ver-
anderen ) 'of ontbinding van de bannen te gce-
ven.
X. Want zy gaan hunne magt te buiten, de-
welke door een reukelooze vermetendheit, eh
door een al te groote onkunde , tot hunne eige
verdoemenis en tot verdoemenis van hunne Biech-
télingen, zich verftoulen zodaanige menfchen te
ontbinden , en in hun voorigen Haat te herftel-
len ('t welke zelfs voor de inwendige vi'erfchaar
nicc geoorlofd is) dewelke deBifichop verklaart
en afgekundigt heeft dat in den Ban zijn verval-
len, Want zy weeten niet ( het welke in een
Biecht-vader onverdraaglijk is) dat een kerkelijk
ftraf-vonnis, 't welke door eert menfch is gevel t,
niet kan geligt worden als door hem alleen die
het gevelt heeft, of door des zelfs Overfte: zelfs
heeft dit plaats in doodsnood , ten zy onder eed
of belofte van zich, ingevalle van genezing« ^ voor
denOverfte te vertoonen: zullende anders uyt krag-
te van het regt in de zelfde ftraf-vonniiTen ver-
vallen, Decretal. l. v. tit. xi. C. Eosqui α Senten-
tia Canonis.
XL Zelfs kah de Ordinaris, op'c uyterftc van
het leven,den xieken niet ontllaan van alle ftrafvoh-
niflen} maar alleenlijk van de zodaanigen dewelkfe
icm zouden beletten de Sakramenten tc ontvan-
gen»
300
>·ίΙ
h'
Zacharias du Mez. 3pi
gen, ofeen kerkelijkebegraafFenis na zijne^dood
te genieten. Zodaanige ftraf-vonniflen zijn de
Ban, het perfoneelinterdia, deopfchorffiogvaa
het ontvangen der Sakramenten, of van de kcr*
kelijke begraafFenifle : maar niet de onbequaam- ,
heit, door de Kerk ingevoerd, tot het ontvan«·
gen of bedienen van de Wijdzels, de opfchorf·
fing van kerkelijke bedieningen, of van het trek-
ken der inkomfte.
XII. Hier uyt ftaat te oordeelen hoe fchadc-
lijk dat zodaanige Priefters in deeze Zendingc
zijn, dewelke zich inbeelden dat ze de menichcn
van allerhande ftraf-vonniflen ontflaan door een
enkelde of algemeene ontbinding van de ftraf-
vonniflen i welke ontbinding op geen anderea
voet in de Biecht word gegeven als uytvoorzor-
ge i te weeten indien iemand onwetend in een
llraf-vonnis was gevallen, of by aldien het twij?·
felachtig was of hy *er in gevallen was of niet.
XIII. Dat de Biecht-vaders zich ook wachten
van by gelegendheit van de Biecht cenige tjjid&·
lijke voordeden voor hen zelven of voor hunne
vrienden te bejaagen.
Daar-en-boven bemerkt hebbende dat een groot
getal van menfchen in een diepe onwetend-
heit fieekt omtrent de eerjie beginfilen des
Geloofs y dewelke tenemaalnoodzakelpk zijn
ter zaligheity vermaanenwy alle Zendelin-
gen,
Τ 70or eerft dat ze het Volk^^in aÜe noodzake- DcPaftoors
, V lijke bceinzelén onderwiizenj, en aan het
J, .s? y-« f r ■ r vermaant
zelve alle Geloofs-punten voordraagen j zao h« voUc
^el de zodaanige, zonder wellcer kcnniffc me- indcbegio.
®and zalig kan worden, al was hy *cr onkundig
-ocr page 395-HET LEVEN VAT^
in buiten zijne fchuld ; als de andere, Avelker
onkunde hem toegerekent word, indieii hygccn
behoorlijke zorg heeft gedraagen om zich te laa-
ten onderregten. Daar by zullen zy de Geloo'
vigen zorgvuldig leeren Avat voor zonden dat ze
moeten mijden , en wat voor deugden betracht
ten, om de eeuwige verdoemenis te ontgaan, en
de hemelfche glorie te bekomen.
II. Dat ze hun werk ernilelijk maakcn van
het Evangelie, het Geloofs-bcgrip, het Gebed
des Heere , de Engelfciic Groctenis, dc Tien
Geboden, de Sakramenten der Kerkè^ en de Ker-
Icelijke Ceremonien uyt te leggen. \
III. Zy zullen het Volk dikwils inplanten hoe
dathetdcszelfspligt is de uytlegging vandeChri-
ftelijke Leere by te wooncn, en de Feelt-dagen
en geboden der H. Kerke te onderhouden : en
zy zullen de nootzakelijkhfit en de nuttigheic
van dc Sakramenten der Biecht en des Outaais
aan;:heizelve van tijd tot lijd voor oogen itel-
]en.
IV. Als zy verneemen dat 'er eenige onge-
bondendheden zeer onder het Volk. in zwang
gaan, moeten zy dezelven onbewimpeld en zon-
cenige öpgluikinge beftraiFen: zoo nochtans,
^datze niemand me.t η39Φε aan en wijzen ofberif-
pcn. .
" V. Dat ze geen moejelijke of diepzinnige gc-
'ïehilleq , deWfclke doorgaans tot llichtmg of
" vermeerdefing van de godvruehtig^lieit niet en
dienen , voor het onkundige Volk verhande-
len. . .....
VI. Dat ze de bewijsredenen der On-kato!ij.
ken , ten zy als het nodig is , niet by en bren-
gen;, en dari'h'och met alle omzigtigheit daar in
|e wk gaari:.en dat ze dezdvc alleenlijk mee
'' " ^ ^ ■ pver-'
Geioofs tc
ondcrreg-
(cp.
Iii:
ij·^ ι;
f
;;i üi!
!l Ki. !
■ I Iii
overtuigende en klaarCjredenen, en nietalsdoor
de allerbondigfte tegen-bewijzen wederleggen,
VII. Eindelijk, op dat ze anderen gepredikt
hebbende zelf niet verlooren en gaan, zullen zy
in hunne getneene famenfpraaken , in hun koll
cn drank , en in hun dagelijkfchen ommegang,
zodaanige ftichting trachten te geeven door hun-
ne ftemrnigheit, nedrigheit en onderhouding van
de kerkelijke tucht, dat ze met de werkenbeve-
ftigen het gene zy met de woorden gepredikt heb-
ben: op dat ze eens overvloedige vruchten van hun-
nen arbeid mogen in-oegften, en van dit fchrikke-
lijke vonnis, by Jeremias aan het 13 , mogen be-
vrijdt zijn : TVee aan de Har der en____Gy L. hebt
mijne Kudde verßroit.... gy hebt hen niet be-
zogt : zie ik zal U L. bezoeken m de boosheit van
uvje herttocht en en werken te kaflijden.
Om het eeren van het H. Sakrament te be-
vorderen, en zooveel als de tegenwoor-
dige toefiand van zaaken gehengt
te vermeerderen.
T> At die geeft van alle boosheit en nijdigheit, die ver- en het volk
volger van het menfchelijk geflagt , alle zijne li- ingod-
ften en boosaardigheit in 'c werk (lelt om , zoo het vruchtig-
mogelijk waar , de aanbidding, die wy aan het allerhei- heit voor
ligfle en hoogwaardigfte Sakrament (ie§ Outaars fchul- te gaan;
dig zijn, te vernietigen, word van niemand onder ons
in twijfel getrokken : gelijk het ook ongetwijfeld is
•^at hy in deeze iaak al veel heeft gevordert, en noch
dagelijks is yorderende. En behalven dat verfcheide
^roome leeken , dewelke groote godvruchtigheit tot
allerheil. Sakrament hebben , ons geklaagt hebben
de oneerbiedigiicden dewelke tégen het zelve be-
5
-ocr page 397-394 Het Leven van
gaan worden als het opentlijk ten toon word geftelt'
700 is het ook waar dat wy zelf oog-getuigen zijn van
?,odaanige oneerbiedigheden. Waut wy hebben 't ge-
zien dat vcrfcheide menfchen in een vergader-plaats
komende, en ook daar uytgaande , geen grooter cer-
biedigheit aan het Hoogwaardig Sakrament op het ou-
taar ten toon ftaande beweezen , als of ze geen belijdenis
deeden van het KatoHjke Geloof. Ja wy hebben 'cr
fomwijlen op gelet dal eenige met gedekte hoofden za-
ten: en , als de H. Kommunie uytgedeelt wierd, rond-
om ovsrende ftonden , en zonder het minfte blijk van
eenig geloof te geeven , de genen die ter Kommunie
gingen onbefchaamdelijk in den mond zagen. Maar
wat wil ik van de ieeken fpreekcn ? zijn 'er niet ver-
fcheide Geeftelijke Dochters, dewelke de anderen door
een goed voorbeeld behooren voor te gaan , en noch-
tans fchuldig zijn aan dezelfde oneerbiedigheit ? Al-
thans wy hebben 'er op gelet dat fommigen van haar
met weinig eerbiedigheit en ontzag rondom het outer
zwieren, om hetzelve toe te ftellen of op te fchikken,
ierwijle dat hetH. Sakrament aldaar tentoon is geftelt.
Maar wie twijfelt 'er aan of fommigen van onze Prie-
fters geevra de oorzaak tot zulke oneerbiedigheden; of
om dat zy het zelve al te dikwils ten toon ftellen,
Xt het welke niet als op dé voornaamfte hoog-tijden
behoorde te gefchieden ) of ook om dat zy, de Mis
gedaan zijnde , het zelve liä het géven van den zegen
met alle éerbiédigheit niet weg en zetten; maar,'twel-
ke ten hoogfte te laaken is , ook oijder de preek , ja
fomtijds tot de-Vefpers of het Lof toe , ten toon laa-
ten ftaan zonder eenige eerbiedigheit aan zoo een Ma.
jefteit te bewijzen. Daarenboven zijn wy van goeder-
hand ondtrregt dat eenige Puieltcrs , als zy dit H. Sa-
ïirament by de zieken gebragt hebben, zich dikwils hier
of daar ih de huizen der Geloovigen langen tijd blij·
A'cn ophouden, en aldaar het middagniattl of het avoud-
rnaal houden, terwijle dat zeondertoiTchen hetH.Sa-
crament by zich hebben. Dit meenen wy dat tot geen
kleine oneerbiedigheit van iiet zelre vetftrekt : en dat
iiet gevoeggeiijker m de kapelle van faet huys daar ze
zich
. if Hy vemtMant de Priefters dat Ijit H» Sakrameut zeb ifikvili
«iecbcioort ten toon geftelt. te worden.
ïich bevinden, of op een andere eerlijke plaats, en niet
ïonder licht bewaart loude worden. Eindelijk om dat
ie het volk zelden ondertegten omtrent de eerbiedig·^
heit dewelke aan dit Sakrament bewezen moet wor-
den : daar om iijn 'er onder ons ïoo vêele zwakke én
kranke broeders, en ïoo veelc die'er flaapen. Om daft
deeze quaade manieren by tijds tegen te gaan , en d4
Goddelijke ftrafFe dewelke over de Geloovigen zoude
kennen daalen af te weeren , willen wy onze eerwaar-
dige Mede-broeders in den Heere vermaant hebben,
en voor zoo veel noodig is gebieden wy hen , dat ze
het volk dikwils onderregten over de voortrefFelijkheit
van dit hemelfche Sakrament , en over de goddelijke
aanbiddini ^en die aan het zelve moeten bewezen wor-
den: en dat ze voornamentlijk uytleggen en met alle
kragt infcherpen het gene dieniHg is, om het geloof vait
dit vreeiTelijk en levendmaakend geheim op te wekken.
Verders moeten zy ook bezorgd zijn dat'er altijd licht
zy in de plaatzen daar dit hemelfch pronk-juweel be-
waard word ; uytgezonderd nochtans zodaianige plaat-
ten, daar zy in hun gewiiTe zullen oordcelen dat, uyt
vreeze van ontdekkinge,geen licht zoude dienen. Ein-
delijk tot meerder eérbiedigheit moet het noit ten tooii
geftelt worden , ten zy dat 'er ten minfte fes kaarflen
omtrent branden. Want het is veel beter dat het zoö
dikwils niet ten toon geftelt werde, én dat het dan met
meerder luifter en met behoorlijke eerbiedigheit gc-
ichiede, als dat het menigvuldiger, en dan zonder de
behoorlijke eerbewijzinge en tekenen van eerbiedigheit.
Zoude gedaan worden ; gelijk als wy het zelve op \'er-
fcheide plaatzen ,niet zonder beroeringe onzes gemOedi,
ten toon hebben zien ftaan. Indien de heilige dingefi
heiliglijk moeten gehandelt worden , met wat ontzag
en eerbiedigheit zal men dit Heilig der Heiligen niet
nioeten handelen ? Laat ons dan , allerlieflle Broeders
in dén Heere j al ohs vernuft en verftand te wérk ftel-
'en om zoo groot een Sakrament behoorlijk té eeren.
ïndien wy zulks gedaan zullen hebben, zullen wy met
'övervloedige genaden gezegent worden, énGodsregt-
*^dige giamfchap ontvlugten.
ZACHARIAS,
BISSCHOP VAN THRALLEN.
39?
Leven
.l^iiboïgt 3D»e (©iironantie tegcn^ öctt toföcri
fjjaimisen jlinneft^ociim
"^Ademaal wy verdaan hebben, en het uyt de werken
ook wereldkundig is, dat zeker Joban van Huevea^
Minnebroeder van de geftrenge Order, zich ophouden-
de binnen de ftad Utregt , van den Dooriuchtiglien
Aarts-biffchop van Efefcn, PauiFelijken Vikaris in dee-
ïe vereenigde Nederlanden, door een brief van den 20.
January iÄfp. vermaant is geweeft om zich van alle
Harderlijke bedieningen , dewelke hy beftaan had in
gemelde ftad zonder wettige zendinge te verrigten, tc
onthouden : 2. Dat hem door een uytdrukkelijken her-
roep-brief van den zi. February i6fp. dezelfde bedie-
ning was v-erboden , op zodaanige ftraffen en Kerk-
vonniiTen, als den Kerkelijke peribonen in diergelijke
gevaUen ppgelegt worden : en ^ , dat dezelve in zijn
opzet hardnekkiglijk volhardende, opden 7. Maart van
het zelfde jaar löfp , uyt kragte van de Bullen en De-
kreeten dewelke van den H. Stoel regens de genen zijn
uytgekomen die zich vermeeten eenige kerkelijke be-
dieningen zonder wettige zendinge in deeze landen te
beoeifenen, ,· van alle kerkelijke bedieningen is opge-
fchort:
Zoo is het dat Ζ AC HA R lAS, door de genade
van Godt en van den Apoüoliflchen Stoel BiiTchopvan
Thralkn, pn .doqr den zelfden H. Stoel tot Mede-hel-
per van dit PaufTeliik VikarifTchap aangeHeld, (tot uyt-
voering van de Verdrag-punten , dewelke door onzen
heiligden Vader Alexander VU, die tegenwoordig dc
Kerk regeert , op den 5·. Augufti 1655. zijn vernieuwt)
aan alle goede Katolijken bekend maaken dat de be-
dieningen van den voornoemden Vader lohan van Httc
•ven onvvettig zijn, en dat zijne ontbinding kragteloos
-is, uyt hoofde van zijne onwettige zendinge , en van
de daar op gevolgde kerkelijk« ftraffen , met dewelken
hy gebonden zijnde anderen niet kan ontbinden. Dier-
halve willen wy alle Utregtfche Katolijken vermaand
hebben dat zy den gemelden Pater, hebben te fchuwen,
en hem als een ongehoorzaamen en wederipannigen te-
gen de regeering en beveelen der Kerke te vluchten :
pn dat ze den dienft van waare en wettige zendelingen,
wel'
i. Λ
i 'ι ■ I
I
I
Zacharias du Me ζ. 397
welker magt ongetwijfeld en. onbefpreekelijk is , ge-
bruyken. Vertrouwende dati dat dit ons vermaan en
bevé! aangenomen en onderhouden ïal worden; ea
dat gy ul. 7,ulr gedraagen als fchaapendie naar de (^em-
me huns Harders luyiteren, en de ooren lult ftoppen
voor het gefchreeuw der huurlingen dewelke door de
deure van een wettige zendinge niet binnen en koomen,
200 bidden wy den Heer dat hy ul. genadig zy.
Gedaan in on7,e Verblijf-
plaats den 17. van Febr,
1660.
ZACHARIAS,
Biffcbop van l'hraUen.
^n bc ïilaat3e ban bcf5cn du Mez gab be
«i^efftclpijdt Balduinus Kats tot iBebe-ijcipcc
lilartó-&i||cöop| ban se-eifcßt: ooft
Öaö bc pau^ bccsen eifrö ai toegcfiaau.
Dé
-ocr page 401-358 Het Leven van
tDi- Doorluchtige en Hoo^düaardigße
HEER,
Te Gorkutn geboren, Licentiaat inde Godhcit,
Aarts-biiTchop van Philippen, en Pauflelijken
Vikaris in het Vereenigde Nederland. Te Lo-
ven geftorven den 18 Mey 1ÖÖ3.
Balduinus, öc S^ioeö«·^ Zorn ban
l-/judocus Kats / en te «iio.icum jeßocen /
ißaf .ïH^ei^ïer in öe Iföunfien tn Äicentiaat
in Öe <0ob^0eïeerö5eit te 3ioben, ^^a öat ög
b ^afïoo? lua^ seiueefi te ^paacfcaoube / traac
ï)P ire .ï^a5aat ban Niklaas Kannius, cn ban
Hendrik Thalcfius, Quirijns Zoon, i^0ciocefi/
f^ gpcObecfïefletooiben ban ^.Pnlcheriaas^oii
Jegie te Stoben} en naberganir ^afiooi banöe
<aeefieïpe jjEaanben tn ben i|oe& j betoeiïte jj? /
na 5ijnen Φοηι Judocus, berfcfteibe jaaren 3«c«
ioffelijft geeft öefïiert / en 300 toei boo^ 3ijn booji
beelb aï^ boo^ 3ijne tooo^ben öeefl eefticftt. ^^
ooft getoeefi ïtanonnife en gleiten ban ïjet
i|öariemfcöeï!$ajiittcl/ en l^iftari^ ban ijet^df^'
ije 25i^bOin na be boob ban Leonardus Marius j
cn baar öp/ onbec Jacobus 3Catt^-&iffcöop ban
Cfcfen/ ^iftari^ bec ïtecRen banaeentoaacben
cn ban «e^oningen / en Klart^-p^iefiec ban ïtenne^
merianb. 3ijne booitteffeïpe gaben en ngti
fieftenbe berbienfien geefïrgem be<i5eefieIpÖcit
meer aï^ een^ tot 23iffcöop bersojt. boo|i
fteelb/ ai^ be «©eefieipget ban 3|aacïem ben 6
j^ep 1037 met bieban ïltrest bersabect toaö
tn
α TitUt. Ephef. p. yz. <Φ·2ΐί,
i ISlceroU Dicccef. H«r/en».
1
De geboor-
te-plaats >
gen en z«
van Baldiii-
HUtKatf.
-I I ;
,
1 !; ,:
rh!'
i !
•I ,
-ocr page 402-Zacharias du Me ζ. 39p
inbc ^taö Ittreßt/ ^uft35 BalduinusKatsOllb«
öttbcFen ojpgegetjen tot ji^ebe-öcl^cr öi^as^at
ban Rovcnius.
Häoar aï^ get ïot toen gcbaikn fcoa^ «Φ de k
Torre, Kats met Sem naar^punfiergereifi/
baac de la Torre geioijöt jott^ too^en. Wijdiugc
behjgl baac geen derbe S^iftcßop δρ bec vandda
toaji/ öeeftI)gai?©eiteneH©ifeari#ton%aar^ »»
icm/ ojj öet bebel ban FabiusChifiusfaupiji
ïten %egaat aan ben itlDtinflroom / biealbaarte^ derden ßif-
sentoooibig toa^/ in be pïaat3e ban ben berben ichop,
SSiffcöop ober öe 3©iiöiii0e géftma/ ομ ben ip
1647.'
ßa tmt beil^öbingban de la TortcboïS^agt
toaö / en al^ Chifi ^ oogiict baïlen op Baldui-
nus^ Kats, o]^$tjnöioo3enb aangestgt/ 0939«
b?ienbeïp gelaat/ en op 3ijne3agt3innigeen3e^
bige manieren/ ö^^ft ÖP öemöenj^gteropgei
set; bm toen af boo?f jjelïenbe bat een |oofb /
't toeïiie ben ji^ijt^r 300 bjaarbig toa^/ ben3eïi
ben nocö t'eentger tijbe 3onbe b^aagen. iUn up
berbaab/ ai^geraelbelCart^ öiffcÖop/ upt^oï^
ïanb geöannen 3gnbe enm&aUingfeiji^om3bjei>
benbe/ lu 't jaar 1646 naar lionientua^ gereifi
om een l^ebe öeijper/ bietjemai^41^^bi|ffi)iq>
in 5ijn afioe5en 3aibe |)elpen/ ban ben j^ai^ te
ber30elwu; j^eeft ïjg/ onber beae^mannen iw^
biciften benjpan^ in een^meeft-fr§ii#booi-
bjoeg/ Balduinus Kats op be tioeebe pia^^ / m
ben eer^n na Abraham Brienen gcjieit/ met bee?
5e gettiigentffe:
Balduiniis Kats , te Gorkum onder het Bis-
'iom^vrn Utregt gebaren, onder ray Vikaris van
^aaj-lem en van Leeuwaarden, omtrent 4.5 jaaren
Licentiaat in de Gods-geleerd heit, voor dec-
ken door de GceftcUjkheit bcncff:ns my verko-
' capt. HitUvt, zen,
400 Het Leven van
zen, Overftc van ons Kollegie te Loven , heb-
bende mijne Wijding als tweede Byftander by-
gewoont : een man daar niet op te zeggen valt,
godvruchtig, geleerd , welfpreekend , gevocg-
zaam, voorzigtig.
mu^ boofpeibt: aanfïaanite
de la Torre treeft ifcm aanfioiiö^ / te
ten öen 6 jj^obem&o; 105-5-/ ö^ief öaav
Sefcöicbcn.
Beße Vriend.
IK hoop dat ik Udewelke voor bene benevens
my, en nu alleen , door de Geellelijkheit zijt
verkoren, wel haaft geluk zal wenfehen ; en
dat ik uwe V/ijding, gelijk gy de mijne gedaan
hebt, zal bywoonen. Want ik zie dat Hemel en
Aarde faraenfpannen, enz.
Fabius Chifi, jgtibeJ^au^ getoo^öenonUcc iic»
naam ban Alexander VII , en be ge^cugcni^
ban ßaiduinus en ban ^gne boo^5eggin3c nocö
begouben öcööenbe/ öeefi; ^cm aanfionb^ bop?
aïle bc anbeit geitosen.
f 5Ilnbewnbaa0^ / te tochten Ojp ben 4 ban
165-5· / geeft de la Torre gem geUlii
0ctoenfei)t boo?ben baïgenben ... Ais ik
daar over ondervraagt wicrd , heb ik U L. al-
temaal, acht in getal, gezeit: Gy zijt alle Go-
den , en Kinderen des allerhoogften;
Daar op heeft Godt, dat is deszelfs Stedehou-
der, gi fleren in de Fergaderinge der Goden·,
en heeft in V midden van hen Vonnis ever de Goden
uytgefproken : en na dat hy byna befloten had de
fleutels over te leveren aan ^ Petrus , heeft hy
noch-
d PicterWalenburch, dewelke de Tefde Was voorgeiklt.
Ï
höchtans den genen gekozen, wiens verkiezing
en oprchrift u hier word toegezonden.
SeiöJ. Schadé tsm ö^ief bau<ate5anii«iiemS
©ecem&er ijab^dcscn/ öeeftö^/ jooioeï
ol^ de la Torre , öe gaiifclje m
ï)ct ©οϊίΐ iJeci mei ïieeje bet?iiie5iU0e ge?
toenfcöt
©Οφ 300 raö ai^ Balduinus öen ^^ïtf -ttón
de la Torre pö gcicscji / ïy^ 'er iia ^it^
naau 5td «1 ilcpam ban gehJOiDeii/ 30a aïlöS*
^Hf op öeii xp ©ccemöci· iigt i^aarïem
Hij^ecfaaa J. Schadé.
Ik ben 'er verwonderd Over, Ögi/ en ik
IIa verbaafd en bedroefd, dat zoo eengewigcige
'zaak zoo fchiclijk v;ord afgedaan , zonder dc
Geeftelijkheic, tegens de gevi'oonte, daar in gc-
kcnt te hebben. Ik hoop nochtans dat ik door
dc voorlpraak van uwen en mijnen brief ver-
fchoont za! worden, indien 'ermaareenigeplaats
Voor de reden en voor de gebeden is by den op-
pcrllen Stoel der Geregtigheit en Goedertierend·^
iu'it .... Vrieiland , de Stad en de Kerk van
Haarlem, de Vergadering der Maagden, f Put-
chsria , zuilen |>eneffens my hunne behoudenis
aan u fchuldig zijn en dank weeten, Ik zal my
!e Romen blijven verdedigen, en dé redenen vail
rniine weigeringe naar Keulen zenden. Ik bid-
de U L. döor de wonden v^n Chrifius , dat ik
UL. tot Getuigen of ook tot Voorfpreekers mag
1-,ebben. Ik betuige voor Gode daC ik fpreeke
Zoo als ik m.een ....
3in een anbscm öjief fcMf^ ÖÖ öïbu^: Hec
Kapittel is midden door de heirfchaaren der Vy-
anden tor onze tijden toe doorgebroken ....
ΙΠ. Deeu
r Tacob He la Totrre.
Het Kollet'ie van S. Pulcheria tc Loycii,
401
Doch hy
weygerc de
waardig,
heit aan te
neemen,
en bidt orti.
'er van vcr-
fchoont te
worden.
- i
-ocr page 405-Het Leveist van
Die lichaam, indien het van zijn hoofd beroofd
word, zal een zwaare wonde gevoelen. <ίΗπ hJC-
in een aiiöireii ö.nef: Wat zal hy hebben
aan een blooten tijtel zonder inkom ftcn?
Schade iïe 5aalt/ geip öe bersogt toa^/boo?
Balduiniis ojHiectuenöe/ öcefifc noci) &inncn
3df be jaac gcfcö^ebcn aan iien
Jacobus, dat de verfchooning van g BoriEUs regt-
vaardiger was als die van de anderen : en dat de-
zelve fchijnt aangenomen te moeten worden ;
ftaande te duchten dat het Haariemfche Bisdom
anders een groot nadeel zoude lijden. <i2n öié
Schade in 't öegin ban ^t boïgcnbe jitai'Kats^ab
laei'iriittigt iiat 5gn bcrjarti te iïünien bccl^oo^jt
toa.ö; liieftKats, ban bi^fcijiip /
Öem öcn δ jüäaart i <5 f6 uit anttooo^iï ^efclpe^
bdi: öeöt n?^ mi Mijiictjjiiingnuitucnbiicf
ßcboobfcijapt« Nu is'de winter vertrokken, de
regenbuy is voorby. Daar is een licht in de dui-
fterniilen opgegaan voor die opregt van harte
zijn.
Na Je dood " goo öa« d u Mez bao^ Me reije in jijne plmt^
^vorih^^'·' i^^angefMt/ en öoban öen ïatïbci;fcöoont0c^
wederom Het gecne zijne Heiligheit befchikt
tot het Bis- heeft , 500 fpieeiiÉ ï)p in itrn jdben en
donivooi- door den Aarcs-biiTchop van Rfelèn goedgekeurt
ö · word, motncn wy niet misprijz,en, om hen alle-
beiden niet te vertoornen. De Utregtenaars ,
200 ik geloof, zullen deeze keur nier al te zeer
prijzen : De middelweg word voor den beften
gehouden. Dan's mans nedrigheit, beleefdheit,
zagtzinnigheit gevallen mijnen Broeder Kornelh
zeer wel , en zullen by de Mede-broeders ook
gerocmt worden.
ί:
JSJoi-ïj
ei'
g Hy wierd ondef-zijne amptgenootcn Fredericus Eorrseus
noempt, om in die gevaai üjlcc tijden te beter te fchuikn.
i:
BALDUINUS Κ Λ TS.
40g
^ocij al^ du Mez biifiaai'ciïUöarnaig«am ,
tt obedpcii/ cii èc^art^-ölfipii Jacobus 00Ä
ïm^t öaar im bm tesg hau alle Silecfcl) toal im
ntfiägmi/ is hy I, op hét verzoek vän hec Haar-
leinich Ivapirtcl,, cn uyt aondifrlifige genegend-
hcic dis AkxandfT hem toedroeg , tot Na-
zviat van den Vo.rfncKJiftdcn Aarrs-'biflchop aäfige-
iteic li^aac Kats, teil 2.8 j^gltentfec J6<ii/
öeejen Ikg-öiief iiöt ^aarlemijfe^ gefcg^tben
aan meft'gcßlcfsili J. Schade. Ïerwijl dat ik de
haven meen bereikt te he'üben, word ik wederom
in dc voile Ζ-ε gcrrneetiin : de Doorl. Nuncius
te Bruüc! fchrijic my dat zijne Heiligheic , de
dood van den Aarts-bifTchop J^csfoj· verilaan heb-
bende gocjg'cvondcn lieert my in deszelfs plaat-
zeaante lleiien enz. ;iï>aarOpi]^öaUtClteutel/ Hywordre
ia Jj. Panraieonsïieril/ Öfll 9 .^eptemto löóz/ Keulen gci
en op öai idföfii tljö a!^ Johan Neerkailel tOt
S3:|Tcij3p iirailiafioriei! iiierögelöiiöt / iielPiji
ölniï ijecfc oiitbaiiurn üart^-óiffiöop Öa»
IDIjilippni. (Bmtt anöcfc fi,?eiaat0iï geefc
Aanaan WrJcnburg, een ÄOtteröaUiltlCr CU2i5ifi
fcijOi! hm Λ0.5!αϋορ0ϊευ/ oaft mtÏ bc Jl^pins
geficiaa,
jföaar bt oii&e tiiaii aï tt öetciiteit / m Be^ docïi hf
quaamrr opa .fjlllaag&ep aié oih reit gjootc Herii
te vemmi/ ijaö öcsi iaftiiantaIijMseta#/ of
Μ 'Cl' aanfconöé oaöir öejiueeiien, «älin bicmii:^ krak-zin-
^3'? üi^^i öaar otser giidïtc / t^ ös> «ïg g^^or-
hraiihsiiioig setooi&tn. ïto^t öaar na/ tt hjte^ denitcrft
ten m 18 MW / ié [jy te ös
Baöei-é #rat90^ö iigt öe himïb gefcïjeiöen/ eii
aiöaai'^n pniie Itapclie öe^jaben, ï^ttft
^oojhjaar mooter roem bei-itieoi: / toen Ijn gz·-
h Lihdb. Snppl. ftärl. ρΛΐ· 10. F.hKid.ith ulter inrinm C-ti:;,
fl.nl. p.-j. '
Het Leven van
3onir tiaai· jid m ïtcpam Jönbe&eii ji^tjtei'geeft
0eioei0eit; aï^toengg/ sijne&ragtennugeöjoi
len 5pbe/ öeti jeïben öeeft aangenomen.
^n 0emeföe Itapefle fïaat iiit <0jaf-fcö# f
Sjjnei' eere in 't Satgn te ïeesen,
DeDoorl. en Hoogw. HeerBalduinusKats^
Aartsb. van Philippen, en PauiH Vika-
ris in de VereenigdeNederlanden,
is overleden den 18 Mey in 'ε
jaar Μ DC LXIlL
404
f ■ . 1
: ■ i'i'·
I \ .α
■ ' 'Π-
ν|!ί|ί··
\l' \ ' ! '
iui'ti: ilii^·
JOHAN-
ί I
iiii'
f^ii
' ί Γ;
m
405
Doorl. en Hoogw. Heer
JOHANNES VAN NEERKASSEL, f
\
Te Gorkum geboren, Biffèhop van Kaftorie;
Pauileiijke Vikaris in het Vcreenigd Neder-
land. Overleden te Zwol , den6. Juny,
in 't jaar 1686.
TOhan van NeerkaiTel , geïp ÖOÖeU ai m^it ·
tt ïteuïen getoijtrt met Balduinus Kats, opS'ii" t
εη ögiia op benjdbeiitijb öooi bc dendas met
tot j^eöc-öeïïier ijersogt b·. κα« ge-
^^ in ï^tt ζ h laac hm be ijoo^ïtbè ccutoe
geboren te ^o^ßum / een bermaatóe fiab ban
i^oUanb/ ieggenbe aan be regtei* oeber ban ben
Khijn, betodïie aïbaar ben naam ban be Waal
ï)eeft aangenomen, ^^eeje |iab in be 16. eeu^
iwe jeer öe^iiciit getoo^ibün boo^ be pgnigingen
ba· .parteïaareii ijan «©ojßnm/ betoeiite baai'-
na be boob omtrent ben SS^iei 500 ioffeip booi
ifjet gdoof onöerfiaan €>mtreni Ijet öe^
Sin öer ge?iieï&e feiitoe in bejeifbe fïab ooi!
geöoren Guilieimus EiHus, een pniiije onöei* ine
<eobs0eïeerben/ Seeraai· in be^obielt/ Itant^
5eÏ!er ber Qooge ^cgole ban Douay, enbetmaag^
fcijapt mctonjen Tohanncs.
^ijn tabei· getoeefï Godefroy van Neerkailel;
3pe Uioeber Machteld van Wevelinkhoven, eètt
b^ouia ban een groote b.jooniigödt en gobb^ueg;;
tigfteït. ^ijn«^ booi-oiibcr^ fieóöen ooii in b^seif?
bc ïlab / ten tybe ba· liatolöfie l^^rncen / ïjn
.ï^ajeflraatf aiHiit Miiecbt
ï>ii iteeft^ici) ai ban jongi aftaternjiigesaai zijnekin.
ïien bmbm -Hl? i^aber / 500 aï^ be gefe Eerlijke
S^nb^elt ber tijiseii berdfcï|te/ ^.mitoeu toa^ té ^i'^^'·'·"·
il
406 Het Leven van
Zijne ern «^ojj^Uttt / 0^30»/ Jja^ Ceil fUllb SijlliJC / OljbC
ft|e I^^ï^jjaat^ji fiïouterea / m jjjfiftte tot bc onv
fïanber^ / aï^ of oi» tm i\?ci'i»|tDci Ö^ö
fja^n: aï^ tot tm boo.jöeïïicbiug ban öct ampi/
gettoriiie tiaöeröauö 500 io^'rip m nift
5obaanig«i roem 50uöe &eiiiecbcn»
^n ^^m femb^éö^it toaö nlctö iü'uïicdp^ tc
Sien aï# öe jaai'ea aïicen / 500 a!<J Virgiims ban
Afcaniua 00tlU0t I Daar ilak een maas hari en
zorgvuldigheit in, eer dat 'cr de jaarcn waren, ^il
Èitóil· |et ίΐίηίΐ Tobias {I. f'.^.) hedï hy niecs
kinderlijks in zijne werken begaan.
€en.)ou0ding getoo^jöcn i^'ijy/ om öe taaien
te fecmi/ 0e5oni)en naau Α ach ten, cea bojp
omtrent öe Staaf/ cn booibe liruis-^cerenöc^
toponö: öebjeïEe in öien tiiïs to^rft maafttcn ban
öe ïjiatoïgl« feinbeuen ber omïfggenbe iaaben in
bi 0obb^ucöti0ijeit ea ia begefc^aaf ijc-lioiifien tc
onberbjg5cn. Ifn ^eeft 'm ΓΠοΓοΓν gcïjoajt in bc
^φϊβ ban 't l^aritm 5 bocij lyg toaanbc in Pui-
cheriaas- of ^et^oHanbfciije ïioiicgi?.
leV^'" bv "^^tosji bt öaratöcöi^'se ^tni tot ben
o!-ato ßecödpcn fcaat Ugsn tt treitäcn / ii ïjn naai·
ren, gerclfc ·, en Ijreft jicij tt ^argé on^
be O^ratoren ßegeebcn / oin 3icïj onbcc ïjct
öeflier ban bie mannen / brh3elïtc jicl) geijid tot
liet: geBfö m tot be iieitielijitär öi-biciiiagen öe^
ficebcn / te ÖereibiH tat bi:5Ciföü öebieniiisen/
öKteeife cea.if oiibeu öc ^oliaaber» ftanb tc
fieitïeeben. ffiibaar toooncnbe ijeeft Μ
.-..η.Λ^ ; r. ...ίτ...ί,.i'i.nt rtino
Zijne cctile
Iccr-oeffe-
te Loven.
öin niet bedofit teöjo^ben boo^ bc icBiten^it bec
fpllsen / toaä ïjg fointoiiïen geiuaon aiffem te
Santoea. mu gn te ^aftjé/ ia Ö^tfupé bec
^eij^joebeiiasen / ia bc 0obb.iucöti0ï)eii onbei^
iue3en
Johannes van Neerkassei,. 407
iöiisen m§/ ÏJP ίίϋο^ΐ ire <©beefïen nmv Sau-
mur 0e5oniien / om 'i-r in öe tc lia^ ende goI
begreit Sf» timt toctenfcöaii geeft ^n juiiien kunde te
ijoo^tgaug geiiaan / öat feeguaam geoajtïeelt ^ ea
toicrii om öe anbcccn niet alleen in öe Fibfofy ookSec
raaar ooft in be <i5oï»3eieeröi)eit te on&etitiijsen/ ciieien,
500 al^ öö eenigen t^Ö te Saumur lyuft iie&aan. voorgele
ïlgt l^^aniicp bjebecgeiieei-Ö ïjeeft ïjv 5tcö/ ea»
öat ϊίρ ten bienfïe ban 3ijne uaöerlanirfcöe fterïte
tuierö öefieeöt / eenigen tp öj^seijouöen ögi öe
©a&cr^ ban get ^ratodete jf^ec^eienieiijieeft
in ïji^t Siart^-Biffcöopjieïöite ^ueeK-fcgoof öer
5eïbe tïaö öe <i5aï>3eleerö!)eit boo^jgeiesea «i get
iaac löj-a.
Niklaas jourdin, terfie «©ba'fie ban ïjet mi^
Ïan0^ gefïscöte i>er Aratoren te
Seeft Sera öen S. flang ban ijct seïföe jaar öen
boigenöen b^icfgefcöieben/ üeöeijen&e ^m ^^tih
jaame onDeriregtingen boo? öe Seeraaren tïer
J Ε S U S Μ Α R r Α.
Eerwaardigs en in Chriftus zeer beminde
VADER.
GEnade en vrede zy u van Godt den Vader , en
van onzen Heere Jefus ChrrRus. Uwen Brief,
den 10 MeyuytMech,elengefchreven, heb ik ont-
vangen, gelezen en gektiih"'"Met wat vreugde dat ik
aangedaan ben over uwe goede geiieltcnilTeti , die ik
uyt uwen Brief heb verflaan , zult gy veel beter inmija
hart können kezen , als door iemands fchrijven be-
grijpen. Want wat Wijder tijding had iny , zelfs van
u, können geboodfchapt: worden, als dat gy niet al-
leen onzer zoodaanig indagtig blijft ; iTiaar ook tulke
godvr«cht!gheit behoudt tot Godt, lülkè liefde tot de
€ C 4 Bruid
-ocr page 411-2028 Het Leven van
Bruid des Heere, zulke dankbaarheit tot ome Vergader
ling, zulke zorgvuldigheit en bekommernis voor u zei-
ven , en zulken yver tot de Priefters en kerkelijkeper-
foonen? Want al hebt gy dat alles juift in 't byzonder
niet uytgedrukt , zoo heb ik het nochtans altemaal in
uwen Briefen in u zeiven befpeurt en aangemerkt Dat
gy Holland en l'tregt voor eenigen tijd verlaten hebt,
willende den BiiTchop liever aanhangen als de Geefte-
lijkheit, en meer houdende van een ootmoedige onder-
daanigheit, als van overigheit, daar in meen ik, om de
redenen door u aangeroerd , dat gy wel hebt gedaan'
Maar draagt u aldaar zodaanig, volgens de bequaam-
heit die gy niet van ons maar vaa Godt ontvangen hebt,
dat de Hollandfche Kerk in u metter tijd een deftigen
Bedienaar des nieuwen Teftaments, niet naar den Let-
ter maar in denGeeil, mag hebben. Want de Letter
doodt alsnoch de Geleerden onder de Chrillenen , en
de Leeraairen die den Geeft van't Jodendom behouden :
inaar de Geeft en de Zalving , die een goddelijke ger
leerdheit inftort , geeft het leven. Gy hebt 'er nu ie-
ventig die van de menfchen wel 7.ijn onderwezen :
tracht hen dan doijr den Geeft en de beoeiTcning des
Gebeds geleerd te inaken voor Godt : maak uw werk
van de ganfche H.Schriftuur, maar voornamentlijkde
Evangelien ende Brieven van Paulus, te bemediteeren.
Leer daar 't geene gy hun moet yoordraagen ; put daar
't gene gy over hen moet uytftorten. Uwe Lovenaars
leggen de Godkunde des te profijtiger uyt als onze Lee-
raars, hoe dat zy dezelve fmakelijker maaken door het
tuilchen mengen van Schriftuur-plaatzcn. Gy zult de
Godgeleerdheit ook met des te grooter vrucht aan uwe
Leerlingen uytleggen , hoe dat gy dezelve beter zult
ophelderen door het licht der H. Schriftuure: maar
door zodaanig een licht, 't welke een vlam der liefde
in de nieuwe harten kan qntfleeken. Het is waar dat gy
aan uwe Leerlingen, die wat langpr geoeßent zijn» be(
brood van een bondiger Leeringe moet vporfnijde" als
aan de anderen ;en zy hebben reden om dat van u te ver-
wachten. Maar, Pater, ziet vqorhen uyt te kippen eeti
tarwe der Uytverkoorenen ; en prp hun aan den bloem
van die tarwe , dewelke gezuiverd zy van de zemelen
van een al te hooge befpiegelinge, cn van het kaf ea
^e doorneii der kr^keelen: ?n dewelke door 'c middel
van
-ocr page 412-Johannes van Neerkassel. 40;^
van 't Gebed en van de meditatie gekneedt en aan 't
gfften geholpen , en door het vuur der liefde gebakken
zijnde , door de oeffening en door de fchikking van
hunne zeden naar het voorbeeld des Heere verteert mag
worden.
Ik wenfchte dat gy de gelegendheit had om aan hun
in het inwendige en uytwendige leven 0n7.es HeereJe-
fus Chriftus, in zijnen Geeft, deugden en ocfFeningen,
't zy dat ze in het oudeTeftament afgebeeldt_ worden,
't zy dat ze in het Evangelie cn de heilige Brieven nyt-
gedrukt (laan , te vertoonen een vroomen en Chriiie.T
lijken Priefter. Gy zoud aldus op een nieuwe leerwij-
ze veele fraaje dingen te verklaaren hebben van de ge-
heimniilèn des Heeren, van de genade des nieuwen Te-
flaments, van de Chriüelijke en Priefterlijke deugden,
van de kerkelijke Bedieningen , van de OfFerande eii
het Prieilerdom der nieuwe Wet, en van meer andere
dingen, altemaal even fchoon voordebefpiegelinge en
profijtig voor de beoeffeninge : en dit alles zoud gy
können haaien uyt de fchaduwen der Wet, uyt het
Licht en de Waarheit des ouden en nieuwen Tefta-
ments, uyt de kerkelijke Wetten, uyt deSchat-kiften'
van Auguftinus;om van uwe Leerlingen gefmaakt, be-
grepen en in 't werk geftelt te worden. JVIaar om dat
daar toe meer leedigen tijd vereifchtzon worden, zoo
verkieft onder dc Godsgeleerde Verhandeliugen de al-
Jerbondigfte, de allerklaarfte en de allernutfte om hun
voor te lezen. Kieft een deftigen en goedgekeurden
Schrijver, by voorbeeldt uwen Eftius, ofdenH.Tho-
mas: zoo dat zy het weeten dat gy den z?lven volgt.
Vlucht het gene naar twift-of party-zucht fchijnt'te
fmaaken : draag u in alles op een kloeke doch zagte
manier. Beveilig de gevoelens die zy moeten'volgen :
dat ze hunne gevoelens keren voorftaan zonder fchimp-
rgdenen te gebruiken, zonder de zaak, gelijk byfom-
migen alte gebruikelijk is, te vergrootenof breederuyt
temeeten, zonder juift tot het alleruyterfte van eeni-
ge Gevoelens over te gaan , zonder verwaandheit ert
opgeblazendheit, zonder gal of fchimp-woorden. Dat
de andere Leeraars van u leeren de ootmoedigheit,
de vrede, de eendragtighcit te betrachten, niet met dei
woorden en met de tong, niet met inkt en penne,maäi
ïnet de werken der Waarheit. Draag u als een ^n*
Het Leven van
gel der vrede. Vereenigt in de ingeV/anden van Chri-
ftiis al wat van rfialkander gefcheiden is : en 't gene
reeds vereenigt is , voltrek dat door de eenigheit des
Geloofs en der Liefde, op dat ze allen onder malkan-
der volmaaktelijk vereenigt mogen zijn. Weet van
gene ftrijdighcden , partijfchappen , hevigheden en
krakeelen diö het lichaam van Chriftus verdeelen ; of
ten minfle draagt ü even eens als of gy 'er niet van en
•wift. Verfmaad niemand, fteek niemand , aanbid nie-
mand .· gebruikt in alles de Chriftelijke Weegfchäal :
want de Chriftdijke Regtvaardigheit is u aanbevolen.
Gedenk van wat hoofd, van wat lichaam, van wat
geeft dat gy een Litmaat zijt : en met wat heiligheic
<iat gy de plaats moet bekleeden van den Middelaar tuf-
ichen Godt en de Menfchen, Jefus Chriftus.
Indien gy hebt de * Verhandelingen van de Verga-
deringe der Müaanfcihe Kerke, radeik u dezelvendik-
Wils te leezen. Zeker geleerd Priefter heeft die op een
bequaame order geiïelt, en in het licht gegeven. Lees
daar het gene het Queek-fchool, denPrieiler, liet Bis-
dom en dc Kerk aangaat. Ook zult gy u profijtelijk
bedienen van heï Kort Begrip van het Geeftelijke Regt,
door Antonius Äuguflinus üytgegeven ; en gy ruit daar
zien wat voor Ordonantien dat 'er, zoo veele eeuwen
lang, gemaakt, bewaart en vernieuwt zijn o'mtrent de
perioo'nen , dè goederen en het gedrag der Kerkelijke
JDienaaren.
Uwe opperfte en voornaamfte zorg zy , door Chri-
ftus te ftudeeren op Godt ; in hem door Chriftus te
putten, en van hem op u en op de anderen door Chri-
ftus te doen afvlieten , al wat gy weeten , wat gy ke-
ren, wat gy doen, en wat gy de anderen belaften moet.
Wacht u van de xvoordehtwift : want zulks dient
nergens toe als tothetbederfderTochoorderen. Trage
U Äelven loffelijk voor Godt te draagen, als een Ar-
heider diezich niet behoeft te fchaamen, endie het Woord
der Waarheit regt bedient.
Onze Pater Generaal heeft my verzekert dat hy over
tvelnige daagen gefchreven heeft aan uwen Oyerfte wien
hy tert hoögfte bemint: want zulks heb ik niet zoo zeer
öyt zijne woorden, als uyt zijn gelaat en gefteltenifle
^Βλ MccUpx Medhlanenßs.
t Epitorne Iuris Curiouici.
bcfpeurt.
4TO
f|
• Μ
ι
i li
s;
i I''·
II i; ■
Johannes van Neerkassel. 411
befpeurt. Ik groet hem ook hartelijk door u, indien
ik die vrijheit mag gebruiken. Ik bid u , beveelt ons
ten hoogfte aan hem en in zijne Offerhanden. On7,e
Generaal draagt het ganfche Nederland in zijn hart,
doch voornamentlijk het Oratori van Mechelen en Lo-
ven. Ach hadden wy de vrede , op dat hy U L zou
können bezoeken. Ik geloof dat hy weder zoude op»
luiken.
P. Amelotte is geduurig bezig met het werk daar
gy van fchrijft, maar noch meer met het Gebed. Daar
door gefchiedt het dat hy zich langzaam haaft. Hy groet
u vriendelijk en uytter harte. Bid voor my, O Pater,
heiligt u zeiven voor my : offert den Heere Jefus, en
my in den Heere Jefus. De Heer Pinette heeft ver-
zogt dat ik hem aan u en in uwe Offeranden zou be-
veelen. Vaar wel eerwaardige en allerlieffte Pater. Te
Parijs in het huis van het Kind Jefus, Priefter en Of-
ferhande, den 8 Juny 1652.
Ik blif U1V zeer genegen Dienaar
NIKLAAS JOURDIN,
Priefier in het Oratori van den Heere
Jefus.
Het opfchrift was.
Aan den Eerw. Vader, Vader Neerkafle!,
Priefter in het Oratori van Jefus te Me-
chelen.
NeerkaiTel iuicfb gefc^iftt Ottl Ug!t
naarïieuïcn tc0aan; en aföaac/ αί^ .
ten öeilioiïe^iciian wiiiebrordusen Bo- hvw|crd
nifaciLIS, op gctfiuöecrcn öer aanftomenbe ^o^ over
seïcrïö^n tt }jaffen, ï^ocg ijeimtt^ geoo^&edt üc vm het
toierii trat 31)» en arödö te Koiiegie te
be nomen/'en nooöjaftßipter taap/ in φ m^
öecïanii/ ί» Ö^t Sanïi geöouöen / e» een {„^ijn^,:'*
mititv nnt öe iöee^cipgeit öeriMawt^ ^t^ow deriand-ge,
Imden,
-ocr page 415-412 HET Leven VAN
öcn. gü0 ö^efi ïj^ öan ög een ba« be iSottcr.-
öömfc!)e |pa|ioois7 ca ögi nif^rfln&a'en^oo ökc
300 öaaiv a!0ltapdlaau ßefiaan.
ïjtt Abraham Brienen , ^DafiOOJ ban Gcer-
truy tc iltiTut m beu .^asaat ban J. Wachtc-
oepZois' ' S^&ciji^ï. lio^t öaauiia ïjn ^eïf tot Öct
Ïterii-Oefiiei' algemüÊn Biftariaban
En viLnis ïltriBtfcije Söi^'ööni/ in öc piaatsc ban öm
^ÏLri'L^'öberköcn Wachteianr, jetuo^ïisn. 31^antaïiïué
i3iäoi öe ^ait^-Ö!|Tcöop ban efefen op ïjct yo
ban 3ίίη ©crijaal
Als IVachtclaar overleden was . , . , heb ik ia
zijne plaats over hec groocfte gedeelte van 't U-
tregtfche Aarts-bisdom aangell-elt Johan van
Neerkajfel, een zeer geleerd en godvruchtig Prie-
iler van 't Oratori ; en heb herti J'jhan Putka-
mer., Licentiaacinde Godheit, cn ylbrabamBrie-
nen Leeraar in de Godheit en Pauflelijken No-
taris, rot Byy.irters toegcvoegt.
Hy Iiecft
ten wonder
g"itc-ftuk
■»■•m eenen
Rdi
bit mnpt ernsigc laarcn lang Ijceft ü:binifc : tc
niecü/ ö?
brffrgop ban (êfcfcu itcojnociitli / toen önitenfl
srn in iialfiagfcïjaiJ keße., ßriimekvtaip
ïe ïkt ÖP ebtnlst? niet na bc g^elticfiicriag teaar
te HCfiHcn/ en ^w: blaiailë boa? ^et üalh tc
lüaai'iiiljoniceiltdiiiiücs^afir luaä/ cn
3ίίιι^ geiljli i'.iit en öuö.
<0!i!treiit beeren ttß ^ffft ϊ}π mi ΙΐΙψί bc^
b^icgcrg ontbeïit ban ecu ^iefijKÜc iltre^t/ met
naarnc de Bonr. ©ec3c biiï öc uicnfcijen / 500
igicus njan^g- a!^ b^oiiliré-perfooncii / öoo? iici-jit-rbe
cn bso^j miöcrc opgcfröilite itnn,0|eg7
teöesooc|)dcn. ÏF ß^agt be Jiï^^agben 500
berre/ bat 3e be ge^i-ïntn^n ban on^^ beloof
Ην worJ
Kapellaaii
bv fommi-
ïeii m gime-ïjeïpeL' biWtien Wavt^-bijWj^piiau
liBfefetiiiiemaiïmBfdjtW ietfbe/ üuöevmfrajeti ,ΪΓί^'
ijuam te ^ fierticn / ^eeft öe «eeefidpljelt op hy mcJc-
öcn ζ SSugufii bau 't iaai' een naai' i'^iperdes
Stomen atsebaaröigt/ oraJohanNeerkaflel, Me
«ocl^ hand ook
öe^eïper te bersoeiten. öit liei^ceii iuierö p.i uilclijke
ooii tot lian du JVIez aangcfïdt vikaiis.
jBaar bennit^ öe ISait.é-ölffcöcp ban ^fefen
onöeL'tnfrcöeu ooit ngt te toei'eiö iseröuiööei ca
Öat Alexander Vli , Balduiniis Kats , öte i{em
banöuis^ öeBend toa^/ tot öe^jdf^ j^saataan^
jtoniiiS aangefielt; iä Neerkaiiel, op gct
ber^oeïi en ï»e boo#diins öer ^eejieigliötnt / ïjeni
tot jiBeöe-öelper toegeboegt / metöcn tijteïbmi
25ifTci)op ban ïiafïorien.
goo raé aï^ Johan NeerkaOel tot jiEeÖeöeïpeu
aangefïdt toa^ / ί^ ^em een SBM gef^eben
boo^ ben llatöiiiaaï Chizi, tot Setuiginge ban
be |oö5a£ï|tHi|ie öle jgiie goti boöi öen pei*^
fooh ban Johan NeerkaiTe). \
ZEER DOORLÜCHriGE
ε ν
HOOGWAARDIGSTE HEER.
Johannes van Neerkassel. 413
ÖefÏGttöiii tc öe'üaü&eïfn/ en mit S^iür^t tt
ten. 300 ra^ lip öft Ιίφϋ^ üsitöélif
Öaö/ ijecffc Ißt tm tos u^tgeroeit
Zacharias de Mez , Oplictver.
t
!-
ι
^Yne Heih'gheit heefi zodaanig een gevoelen van
;uwe godvruchtigheit, geleerdheït, enyver totden
Katohjken Godsdienft , dat ze daarom goedge-
vonden
t Anootata T. Schatlé·
d Den 1} July 1661,
414 Het Leven van
vonden heeft u het zwaarwigtig en zeer moejelijk
ampt, van de laligheit der zielen in die Landfchappea
te bevorderen, op ce leggen: en daar-en-boven een groot
vertrouwen heeft dat zulks tot groot voordeel van de
Katolijken der gemelde Landen zal verftrekken : en
dat ze des te grooter vruchten uyt uwe verheiBnge zul-
len genieten , hoe dat uwe Hoogw. een geringer en
nedriger gevoelen van zich zeiven fchijnt te hebben.
Zijne Heiligheit heeft my bevolen dat ikdit uwe Hoog-
waarde zoude bekend maaken , tot antwoord op uwen
Brief,uyt denwelken zy een groot vermaak heeft gefchept,
om de deugden van den Heer Balduinus Kats , dewel-
ke daar opgetelt worden. Ook heeft ze my bevoolen
dat ik u uyt haaren naam den-Apoftoliilchen zegen,
tot een bewiis van haare uytdekende genegendheit t'u-
waarts, zoude verkenen, Terwijle ik dit volbrenge,
ben uwe Hoogw. ten uyterfte dankbaar voor den zeer
beleefden Brief, denwelken Gy my by die gelegendheit
hebt gefchreven : en ik biede en beloveumijnen dienft,
alwaar de zelve u te pas zal können komen.
Gegeven te Romen den
4 February i6ói.
U'wer Eer-üJ. als zeer genegen
Broeder
CHIZI Kardinaal.
ICi^öonbcrtoijlc Kats toeï fjaafc onba- öcir Infc
ße5toceß / eittigt ^tt kben geïjaait toieiti / Ν eer-
kaiTcl aïieen tot ^aufdpen ©fftari^ ober Ö^t
.^cberianïi aangefldt: iaaar oï" Ö0
ben ^cöjuargi i66z een ban öaniijesi
ginge aan öen inter-nuncius |ceft gefclji^en /
om öatöcseïije get becjoeïi Öec «^eefielij^Ö^ii "aac
t)ei;mo$en gatt oniirrfleunt.
Johannes van Neerkassel. 415·
D OORLUC Η TIG S 'TE
Ε Ν
HOOGWAARDIGSTE HEER,
Zeer Hoogachtbaare Patroon^
De yver met denwelken uwe Genade de Voort-
planting des Geloofs door de ganfche Wereld,
en voornamentlijk in hec Vereenigde Nederland,
behartigt, zou my van een nodelooze zorgvuldigheit
overtuigen , indien ik haar de zaaken van onze Kerk
ging aanbeveelen : welke zaaken door de Voorzienig-
heit van onzen Alierheiligflen Heer, en door de gun-
flige gefteltenis der Vereenigde Staaten , mitsgaders door
de verzachting van hunne Flakkaaten tegens het Kato-
lijk Geloof, dagelijks verbeteren. Egter is'er eene
zaak tot de welke ik pligtshalve gehouden ben : na-
rnentlijk dat ik uwe Genade ten hoogde moet bedan-
ken , dat 7>y onze Geeitelijkheit, dewelke my tot Pauf-
■felijken Vikaris wenichte te hebben, in het bereiken
van haar verzoek zodaanig heeft geholpen. Ik had ge-
wenfcht dat gemelde Geeitelijkheit aan zijne Heilig-
heit een beter man had voorgpftelt ais ik ben. Doch
dewijl het haar belieft heeft my van zijne Heiligheit te
verzoeken, en haar Smeek-fchriftis aangenomen, zoo
voeg ik my naar de begeerte van de zelve Geeilelijkheit ^
en ik onderwerp;my volkomentlijk aan het bevél van zij-
ne Heiligheit : want wat dezelve omtrent mv mag fchik-
ken, dat zal my heilig wezen. VOrders drage ik my
zeiven en al het mijne aan uwe Genade op ; zullende
de gelegendheit afwachten om te toonen hoe dat ik niet
tenemaal ondankbaar en ben voor uwe goedaardigheit;
en met wat eerbiedigheit en genegendheit dat ik ben
Uwer Door lucht igheit gedknftigfi-e en.
enderdaanigfis· Dienmr
Gegeven te ütregt den
a+February 1662.
41 ö Η Ë τ L Ε ν É Ν ν Λ Ν
Uyt het tc tsoocen öaöörn he ^ooföen öec Setite^
hanaCchnh p^ijj^it |jen ψ^ΙΙ^ Alexander V^il d Itt
&cöaniit / öat fe ΰρ öuii öebd ijaö ^e^
jonöeiiaan ödilnter-nuncius, Olli iiaac öcii
föOil. bau Johän van NeerkaiTel U bmiiCmen:
£11 öet geüiooniilit jJ^oce^ öe^ aangaanöc op te
fïriïcii.
'^tt^t ö?jef iïsa^ ^o ban 1661
ónöerteiteiit getoeeff Döo,? febea ^m^et^ ban 't
lltcestfcöe ^n ööo,? ïleec Kats aiiecn
ujjt iiaatije ban 't ^i^^am ban iaavlem : m
ïniöe aU bölgt:
:
WY altemaal, en alle de genen dewelke dezorg-
vuldigheic van uwe Heiligheit voor deeze be^
drukte Kerken der Vereenigde Nederlanden ver-
ftaan hebben, zijn ten hoogite verblijd geweeil dat uwe
Heiligheit dezelve Kerken, nu openftaande, 7.00 ipoe-
dig voorzien heeft van een man van zoflaanige ver-
dienilen, dat men, hoe lang dat men ook gezogt moge
hebben, geen bequaamer zoude hebben können vinden.
Dit is onze meening voor Godt : dit is de fpraak van
3I het Volk : ieder een zal 'er over verheugd ilaan,als
de omftandigheden der tijden zullen toelaaten , deeze
xaak rugtbaar te maaken. Maar wy, die van dit geheim
weeten, können de blijfchap van ons gemoed niet bin-
nen houden, maar wy zijn gedwongen de algemeenc
vreugde te voorkomen ; en uyt naame van ons allen ,
namentlijk van den Raad des Vikariaats van Utregt en
van den Onder-vikaris van Haarlem, uwe Heil - door
deezen Brief te bedanken, dat de zelve onze begeerten
en gebeden dusdaanig heeft verhoort; en te erkennen,
dat de goedertierendheit van uwe Heil. des te grooter
is geweeft, hoe dat onzegebeden 200een w^eldaadmin-
der verdienden. Wy belooven vorders dat wy hetwel-
vaaren der zielen en den welftand der Kerken onder
deezen PauiTelijken Vikaris metzodaanigegehoorzaam-
hcti
-ocr page 420-Johannes van Nee^kAs^el.
iieic en naarftigheit , en zonder eenige redert van op-
Ipraaktegeeven, zullen betrachten , datdeeze daad uwe
Heiligheit noit za! kennen berouwen ^onaar dat Ί·^ in
tegendeel altijd reden 7,al vinden van zich over de ruft
en den voortgang deezer Kerke te verblijden. En terl
einde Godt dit aan ons wille vergunnen , verzoe-
ken wy in alle nedrigheit , en leggende voor de vöe-
tcn van uwe Heil. den PaufTelijken zegen. Gegeven
te Rotterdam den zo Oöober 1661.
Uiuer HéUgheit allerootnioaliffl^^n gehoor^
zaamfle Dienaars,
JOH Α Ν SCHADE, Onder-vikaris van
Zuic-holland onder het Bisdom van Utregt.
PETRUS PUR Μ ER ENT, Aaris-prie-
ücr over het gebied van Ter GouWi
LUDOLFUS VAN HEUMEN, Aam-
priertcr van Zuir-holland.
J O Η Α Ν PUTKAMER, Pailoor van S.
Niklaas t' Utregt.
ABRAHAM BRIENEN,· Päftoor van S.
Geertruy t'Utregt.
HENDRIK vander GRAFT , Aarts-
prieiler van Rhijnland.
A-N TONI V Α Ν £> Ε R Ρ L Α Α Τ ί Aartsprie-
fter van het zuidelijk gedeelte van Rhijnland,
Sekretaris van den Raad Van 't Utrcgtfche Vi-»
kariaat.
BALDUINUS Κ ATS, Onder-vikans van
Haarlenn, voor my Zelven, en uyc naamevan
mijne Mede-broeders die hier niet tcgenwoor-
dig zijn.
Dit affchrift komt in alles met den oor·
ffronkelijken Brief over een j
Kiinomik.te Brujd.
-ocr page 421-418 Het Leven van
ban te Mmïeit in 't jaai· i ύόζ / öcn 9
^ejptentöec oniieu ö^^t giait^öout ban Alexander
VII , met Balduinus Kats S5i||cÖ0}J getoÖ&t /
onöei? öcn tijtri ban 25sffciijop ban Itafronen·
l|et niet tegeïooben toat eenb^eugbe öat itc
t?iiiin0 ban beese berftiesinge en bjiiöinse onöec
aïie be goeöe liatoïijiten ^eeft bei-oojjaaltt. S^aar
fcïieen een nieuto iicgt boo? bee5e Sanbcn op te
gaan: en öe gebaante bet foUanbfcöe Iteriie
leeft 'cc een geeriper ïuifïci* boa? geftregen.
bu^ getoijbt 5ijnbe ben ïïöijnftcoom
miani af baaren / ié Dg te <Binnietift boo,? ben
©elten Gerardus Wildenrath en boo^ f)et gan^
fcije Hapitteï bec ïtoUegiaaïe ïierfee ingegaaitj
en met een gebiedt/ 't toellte&g Waffènberg'in
't lang te ieesen fïaat / bertoelieRotnt. be
boob ban Balduinus Kats i^ fjgi Op ben ii ^p^fl
1664. boo^ getïtapittei ban ^ïfaadem aangeno^
ηκη op be boigenbe booituaarben.
Johan BiiTchop van Kadorien , PauiTelijkc
Vikaris in de Vereenigde Nederlanden,
allen die deezen Brief zulicn leezcn zalig-
heic in den Heere.
AAngezicn dat het zeer aanzicnh'jk Kapittel
der Haaricmfche Kerke ons even eens aan-
ziet, als of wy onder den tijtel der Haarlem-
fche Kerke gewijdt waren j en my dezelve eer-
biedigheit en gehoorzaamhcit belooft, dewelke
zy van haare initellinge af aan haaren Biilchop heefn
bewezen; en dat het in my alle dezelve gceg-
tigheden eerbiediglijk erkent, dewelke den Or-
dinariiTen in het bellieren van de Bisdommen en
van de Quedi-fcholen der zelven, en in het ver-
geven
e Embrkit defcript. lib 3./». 19S.
Daar op
word hy
fcwijdt on-
crdeu ri;-
tcl van Bit
ichop van
Kaftorien ;
en brengt
het Vader-
land een
nieuwen
luifter aan.
JOHANNEÄ VAN NEERKÄ^-SEL,
geven van kerkelijke of als kerkelijkeamptén en
Van beurzen toekomt: aangezien ook dat het een
byzonderen yver roont om 'het Geloof uyt te
breiden, en om het gezag van den Apoftoliflchen
Stoel cn van den Paußl-lijkeit Vikaris voor tst
ilaan: zoo is het dat wy om onze gt;neg;endhcit
aan die mannen, die het voornoemde Ka):)ittel uyt-,
maaken, te betoonen , aan alle Katólijken vaïi'
het Haarlemfche Bisdom , zoo Geeftelijken a^ls
Leeken , gebieden en beveelen dat ze dezelven
Voor Kanonnikken der Kat'cdraale Kerke aan-
zien, en als aan zodaanigcn eerbewijzen} gelijk
als wy hen voor zodaanigcn houden , en altijd
Zullen houden , ten v/aar dat de ApoftóliiTchc
Stoel ons het tegendeel mögt f gebieden. En zul-
len wy in het beilieren van het Haarlemfche Bis-
dom ons van den raad en daad der gemelde Ka-
nonnikken bedienen, zoo a!s de Ordinariffen in
Katolijke Landlchaopcn gev.'oon'zijn te doen.
Noch begecren wy dat ditBvapittcl zodaaniggezag
hebben in de beltieringe van het Haarlemfche
Queck-fcho.ol, als de Kapittelen volgens deOrdo-
iiantien van de Kerk-vcrgaderinge van Trentca
moeten hebben. Ook willen wy dat dc wètïcn
Van het Queek-fchool, dewelke door onzen-Voor-
2.aat en door de- Opzienders opgeilelt zijil , voor
2:00 veel als ze over-een-koomen met de Kerk-
vergaderinge van Trcnten , voor kragtigen hei-
lig zullen gehouden ivordcn. En vermits hec
Voornoemde Kapittel , wegens de- boosheit der
tijden, zijne bedieningen in het Choor niet kan
Verrigten > hebben wy goed gevonden aan het
^elve, op dat het des te aanzienlijker en eerwaar·»
2, diger
,: f De BiiTcIiop die in alles ten uyterfte beleefd waj, betuigt
als P.Ïiifleliike VÜc.iri':» lijne ccriiieiiigBcit-tot dcirAp»»-
^t>Ii.(Il-ticn Stool,
420 H]bt Leven vän
diger zy, eenige andere bedieningen, tc weeten
de zorg des Aarts-priefterdoms, aan-te-beveelen.
Weshalven wy aan het Kapittel belooven dat wy
hec grootfte gedeelte der Aarts-priefteren altijd
uyc hun lichaam zullen kiezen. Tot oorkonde
van al hec welke wy deezen bewijs - brief op··
geilek, met eigen hand^ ondertekent, en met
ons zegel bezegelt hebben , op den zz April
36Ö4.
j O Η Α Ν Bißhop vau Kaßorkn^
PauJJelijke Fikaris.
op Seßöen öe iianoiutiftßcu öitautlüoo^jö
geskben:
Wyondergefchreven ncemën den Doorl. Aarts-
biiTchop in de voornoemde hoedaanig-heit met
alle eerbiedigheit aan : en wy houden ons ook
van harte aan de gemelde voorwaarden.
KOR NEL IS Κ ATS, Deken te Haar-
lem.
JOHAN STENIUS.
WILLEM BEYER.
TU D O CU S V Ε R Κ Α MP Ε Ν.
WILLEM SCHEP.
JOHAN BR Α Α SS EM.
HENDRIK BLESSIUS.
JOSEPH KOUSSEBANΤ.
©aar m gieft ïj^ ijtt ïtapittei Ha« «toöt
niet öe bol^eniie tooo.jöen gceögeïiftiï^t^
Nadicnikde inftclling van den Raad desVikari-
aats van Utregtaltijd aangezien heb als den ftut der
Katc-
-ocr page 424-Johannes van Neerkassel: 42.1
Katolijke Kerke van het vereenigde Nederland ,,
is het dat ik nu, PauiTclijkeVikarisgeworden, niet
Zoo kan nalaaten den zeiven Raad goed te keuren
cn te beveftigen: wenfchende dat alle die my in
het ampt van Pauilelijken Vikaris zullen volgen
den gemelden Raad in hoogachtinge houden en
aanzien als een C^eekcry, waar door het Geloof
hier allerbeft bewaart en voortgeplant kan wor-
den : en dat ze zich van de hulp der gemelde
mannen altijd bedienen, en naar hunnen raadlui-
iteren. Tot oirkonde van het welke ik dit ge-
ichrift den 17 Augufti 1667 te Utregt heb op-
geftelt,
]OHx\N Bijfchop
Paujfelijke Fïkmi.
ïj^e f^daat ïjteft 5icöaantïoni!^na5ijnei^Ö*
bing tae0cfïelt om Ißt te fietjïij^
tï0cn/ cn öe Itüiriteïiii« tw^t oj> een öetec i>oe$
te öiengen,
©eifcöeiiie nii^éö^niften/betoeme öoojö^tijec^ Hy roeit
öannen öec boorigc $tóirïiboo0i)en / en Doo^ öe ^^ mtsbrui-
iiiucDtofrjetöecfciOnilen öec 3|ai;i«eren/ aWen0^^
ïien^ inseferoiien toacen / 39η boo? gern ugtse^ heden uyt.
roeit, iiet suilen öer ftecïtelpejienfooneniMiccb
aï^ een ergcritjiie 5aaï{ aangejien; ^unwe safie?
rycn ten^maai afgcfr^aft/ of ten niinficgcmai
ti0t; ö^t öanffen en j^et fpeeïen met beftaarten
boööetfteenen tieröoben : fjet reisen met 0eefïe;i
ïijite j[|^aa0ben af0eiieurt. <©oit sijn'er aïien0^
tten| eeni0e 0etooonten beröetert 1 bie men om
be eilenbe be| boo^gaanben tyb^ 0enoob$aa{it
iöa^ 0cfcoeefi te bulben. 2^aar op öeeft Βρ ber;:
fcöeibe öeilsaame toetten u^t 0e0eben 5 of aube^
^^ bie reebö boo? ^oorsaatRovenius uoti '
2042 Het Leven van
0eflebMt ioaren gcfcoecfï / bcrnicuiot 0η toijiicr «gt^
geojciöt onöcciimitaambanOrdonanrien.· toaac
iii öe imöciïigec febenpuijs^/
en ren nauiuïteurigei; tuci>t m §et bmi0tcnban
gunne ßeötcninsen boo?fc9?jjft ^^ ïjteft ooit /
naat öat iie^aaften grtbeceifcgten/ meer aniie^
ée toetten 0entaaÄt.
(ên boo? ecrfï t^etfi ïjp een seöjutft ber boo?;«
Saanbe ttj&en af^cfcDaft/ 't toeïftc gatelgft
tea^ öp be iiooge (©berißö^en / en seec tïreïite
töt fioonng ban öe gemeene mfï: en 't toeïije
tu fieponö bat öe gntoeïpen ba· Itlniiec^-
dehuwch). gfjitiben/ betoeïfteboïgen^^'Hanb^toettenbooi
öe &oo5e <©beri0ÖÊben of boo^ Ö«««^ ojpenöaai
re ^eöienaaren aangedaan bjo^öen/ becnietist
of ftragteïoo^ becftïaact bjieröen. goo geeft ÖP
ban oji get geaag ban seer öcfttge ïïeecaar^/
ttaar ïjet boo^beclö öec onilesgenbe Äanben ban
^ ïEuitjSïaub en3^mufirpöie5ici)mbe5eïfbe3bjai'
li.ken νΓοΓ Wgj^eitbebon&eri/ en op ben raabbanbeSaebiei
d..- onka- naaten öe^ Ïioomfcijcn ^toel«" bat ij^ 50U boen
tüHjke Ma. 500 aï^öienfïigecbja^boo^Ö^töemeenebefi/ op
εεϊωΓ''"' ö®^ anöere en geboegjaamec tucftt
loidc hy in 5yne föerft inseböeit. «ï^eseïfbe tucïjt
voor kras- ïjen ooft bc naöuurige ïteriien/ en boojnanient^
ip bie ban j^ecöelen/ op jijne aantaabing en
«aar jüjnbooibedöaangenomen. Aiphonfus
fcgöp ban jiBecgeïen gab Öem ben i r l^eiwarn
1677 gcfc^^ebcn ober een ©ocper ban 3^iane/
bebjfiite op be gemeiöe tolise te ïltregt toa^ ge*
trotitot / en ïjaö jijn geborïen baar ober geb^'aagt.
30aar op be ^ifftöop ban liafforien aanfïonb^
^ijn oo?beeï aan ben booinoem&en äpt^Pft boogö
fyeeft Imtm toeetrn.
Hy voert
een geiua-
tigaer ge-
bruik in
omtrent
!'i l'l
Yig.
<en
Johannes van neeakassel. 4231
€11 ben ao ^ungi 1681 ïjttft gg oiJ«;
jaaft een itnlöioöjjigcn aan eer
Ooorluchuglten Heer, 't öat getSeWeHiii
Alphonfus of een aiiöec getöeefi.
DAt die vereenigiugen , dewelke in deeze Landen
voor de Majeftraat of voor haare Bedienaairen ten Hyfteli
dien einde gefchieden op dat de man ende Vrouw 2i|ncrcdc-
echte luiden zouden zijn, de naam van een wettig hu- ''oor ia
weüjk verdienen , houde ik voor zeker en ongetwij- «'»jdlo.
feld: ten waar dat ze belet wierden door den band van
een ander huwelijk , of door een groot Wtjdzel, of
door de plegtelijke belofte van het kloofterlijke leven,
of dpor eenig ander beletzel , 't welk by de Kerk ia
acht word genomen en niet en geldt by de Kerke deran-
ders-gezinden. Om deezc vereenigingen voor huwe-
lijken te houden, word ik eerftelijk bewogen door het
gezag van het ganfcheChriftendom, het welke de Ver-
eenigde Landfchappen niet aan en ziet voor een Ben-
de van Baftaarden, maar voor een burgerlijke Verga-
-deringe , doch zy zouden geen burgerlijke Vergade-
ring können uytmaaken , indien 'er by hen niet en
waar een wettige vereeniging van mau en vrouw:
welke-vereeniging het iieunzel is van alle burgerlijke
Vergaderinge; gelijk als ze het voornaamfte kontrakt
ii, waar door de menfchen zich aan malkander ver-
binden. En daaromis'erindevrede, dewelke teMun-
rter iuifchen den Katolijken Koning en onzen Staat ge-
floten is , onder andere voorwaarden met duidelijke
woorden bedongen dat de huwelijken dewelke hier voor
wettig gehouden worden, ook voor zodaanige zouden
gehouden worden in de Landen van zijne KatoHjke
Majefteit; en dat ook v&u de andere kant die huwelij-
ken hier te Landen zouden gelden , dewelke in Bra-
band, Viaanderen, of in eenige andere Landen van den
Katolijken Koning op een wettige wijze aangegaan wa-
ren. Indien dit gevoelen nietwaar en was, zouw'ervan
twee On-katolijke Echtgenooten noit de eene tot het
Geloof können keeren , zonder zich van zijn weder-
paar, weikin de Ketterye zou willen blijven , als van
een onwettig Echtgenoot af te fcneiden. Want noit
een On-katolijke vrouw zich laaten wijsmaaken
ze geen re?te maar een onwettige Huisvrouw is:
424 Het Leven van
en vervolgens zal ze noit te beweegen ïijn, om weder
voor een Priefter te trouwen ; en aldus quanfuys een
regte cn wettige Huisvrouw van een gewaande te wor-
den. Voégt hier by dat een Katolijk mans-perfoon ,
dewelke voor de Majeftraat of den Bedienaar met een
On katolijke vTOuw is getrouwt, -die het huwelijk voor
den Priefter niet wil vernieuwen , zieh insgelijks van
haar zal moeten fcheiden: het v?elke nochtans niet zal
können gefchieden, zonder de Staaten op het uyterfte
te veritooren , en een wrcede vervolging tegen ons
te verwekken. Want daar kan niet fchandelijker tegen
de Staaten gezeit of bedagt worden, als dat we henal-
temaal voor Badaarden houden, en dat we geen wetti-
ge échtgenooten onder hen erkennen.
Als ik te Romen was, heb ik dit alles aan Mijnhee-
ren.de Kardinaalen vertoont: dewelke door mijne re»
denen bewogengeantwoordt hebben, dat ik in de hu-
welijken van onzeLaiidsIuiden dat gevoelen zoude vol-
gen, voor het welke zy my genegen zagen. Nochtans
feeb ik van hen geen plegtelijk of fchriftelijk antwoord
können verwerven ; behalven dat een van de Room-
fcheOpper-biechtvaders , daar toe van my verzogtzijn-
de , my fchriftelijk heeft geantwoordt en verzekert
dat het gevoelen , 't welke ik beweer te Romen ge-
volgt word van de genen , dewelke de Biecht der Hoog-
duitfcheren in de Vierfchaaren der Boetpleginge aan»
hooren.
Eindelijk word dat gevoelen onderfteunt door het
gebruik van ganfch Duitsland; zoo als beweezen ilaat
in een Werkje , 't welke Stalenus , een Priefter vau
het Oratori , nu twee of drie jaaren geleden over dee-
se ftoffe heeft nytgegeeven : welk Werkje byna door
de ganfche Hooge Schoole van Keulen is goedge-
keurt.
Twee zaaken fchijnen tegens dit gevoelen te ftrij-
den: namentlijk dat de Kerk-vergadering van Trente,
200 als gezegt word, hier zou afgekundigt zijn : eu
iiat de Kardinaalen, dewelke tot uytleggers van gemel-
de Vergaderinge ziin aangeftelt, voor deezen wel ge-
antwoordt hebben dat geene huwelijken hier te Lande
wettig zijn, ten zy dat ze voor den Priefter aangegaan
■ïiOrden,
Maar
-ocr page 428-Johannes van Neerkassel. 42y
Maar hier antwoorde ik op dat de Kerk-vcrgade-
ring van Trente noit in deeze Republijk afgekundigt
fs geweeft ; hoewel dat ze in deeze Landen afgekun-
digt is ten tijde als de Katolijke Koning het opper-ge-
zag aldaar voerde. Een burgerlijke Vergadering, een Rc-
pubiijk hebben haare form, gedaante en eenigheit vatl
de Wetten , volgens dewelke zy geregeert worden;
ook van de Vorften die 'er over heerfchen. De Wet-
ten zijn verandert : de Vorllen zijn verandert: voegt
hier by dat het Volk ook verandert is. Het zy dan dat
gy de form of de ftoffe aanziet, Doorluchtigfte Heer,
py kont deeze Republijk voor dezelfde niet aanzien met
de Republijk dewelke hier was, wanneer de Kerk-verga-
dering vanTrenten hier afgekundigt wierdt. Dierhalve
kan 'er niets uyt de Dekreeten der Trentiiche Verga-
deringe tegens de huwelijken van onze Lands-luiden be-
iloten worden, voor zoo veel dezelven aangezien wor-
den als Kontrakten.
Wijders (waar op wel gelet moet worden) is door
de gemelde Kerkvergadering befloten dat geen huwelijk
kragtig zoude zijn, ten waar dat het ook openbaar was.
En op dat de huwelijken openbaar zouden zijn, heeft
ze begeert dat ze zouden aangegaan worden ten over-
ftaan van den Prieiier : ten einde dat ze van de tegen-
woordigheit des Prieilers , als van een openbaar per-
foon , een openbaare plegtelijkheit zouden ontleenen.
Doch in deeze landen zijn de Prieilers geen openbaare
perfoonen. En vervolgens word de heimelijkheit der
huwelijken in deeze Republijk door hen niet wegge-
nomen ; nochte die onheilen gemijdt, dewelke uyt de
heimelijke huwelijken voortkoomen , en zoo wel de
Kerk als de Republijk verftooren. Zoo kan het dan de
meening der TrentiiTcheKerkvergaderinge niet gewéeft
zijn , dat zoo een alhier de Bedienaar van 't huwelijk
zoude wezen , door wien dezelfde Vergadering haar
oogmerk geenzins konde bereiken.
Wat het antwoord der Heeren Kardinaalen belangt;
dat is door hen gegeven , wanneer deeze Provinciën
voor Spaanfche maar geen vrye Landen aangezien wier-
den : wanneer de ingezetenen der zeiven noch niet en
Wirten hoe zy het zouden of wilden hebben , en noch
geen vafte form van een burgerlijke Vergaderingc of
Republijk hadden aangenomen : en wanneer het ge»
ïöndfte , en miflchien wel het niet geringde deel der
landiaaten den Spanjaart in hun hart genegen was, en
zich inbeelde dat xe wel haaft allemaal , na het fliflen
der beroerten , weder ónder degehoorzaamheit desKa-
töHjken Konings zouden keeren. Zoó is dan het ant-
%^OQrd der Vaderen Kardinaalen gevoeglijk geweeft in
die Qmftahdigheden van tijden en plaatzen , in dewel-
ken het gegeven wierd : maar thans is het geenzins ge-
voeglijk j nu de K^tolijken , 7.00 W'el als de andere in-
gezetenen deezer landen , geen anderen Heer erkennen
ais hunne Staaten : en nu de Spanjaard zelf deeze lan-
den in zijrie brieven voor vrye landen erkent ; en met
de ingezetenen niet meer en handelt als met een we-
derfpannig volk, maar als met zijne vrienden en bond-
genöoten'; welker magt hy eer zoude zoeken te verde-
digen als te onderdrukken.
Maar vorders , hoewel dat ik van dit gevoelen ben
dat de huwelijken , die voor de Majeftraat aangegaan
worden , wettige huwelijken zijn ; zodaanig dat de
vleeflelijke vermenging, dewelke daar op volgt, moet
vry gekent worden van den blaam der hoererye ; zoo
geloof ik echter niet dat ze verheven zijn tot de genade
Van èen Sakrament ; nademaal de Priefters alleen de
Bedienaars der Sakramenten zijh : gelijk zy alleen zijn
de Bedienaars vail Chriftus; en de uytdeelders van Gods
geheimeniiTen.
Daar hebtgy, Doorl. Heer , mijn gevoelen over de
huwelijken van miine lands-luiden ; en opkeen verze-
kering dat ik altijd zal blijven,
UWER DOORLUCHTIGHEIT,
eótmosdigBs en gehoorzaamfle Dienaar y
JOHANNE S,
Bißhop vaH Kaßorien ^
Paufdijkc Vikaris.
4 20
i! Illi
•i !
tl
Johannes van Neerk Assel. 417 ji |
<©nbeituffcöcn tiicljte jijne Hy bc.
ßerfi aangesien öe&öeii. ©aar toa^ geen obee^ hy voor. ' ^
baai» / en geen ^et niinfie gecaa^. <2^cötenii^ fduijft, i
en abonb^ iBtoii 'er in 't gemeen geöeben/ door het '
baac meefi aïtp tegenteooiöig toa^ / en be
gctDOonïijite geöeöen öec Iterfie boo^ia^. heilig
ftaïben öe ï|.|®aa3b / be ïioningin bec Cngei leren:
fen/ bji'en^ Litanyen ïj^ geiooon hja^ aïïeb^gen zij"ego<j-
abonb^ obetïnib boo^ jijne öni^-genooten ojp heïc
tz ieesen ; toa^ ooft gctooon öe anbere ΊΙ^Φ zijne'eer.
ïigen / en boo^namentïp be ^ateoonen ban bieHigh«c
on^ l^aberlanb / 5eer biiiiDtï^ aan te toejpen.
©ooiaï nam toebïngt tot ^en/ aï^
'er eenigemoejelpöeben in jijne Bebientngeboo^ mentiijk
bieïen. M^ 5ijne ïterfteïpe öejiggeben afge^ tot de
baan/ enjijne öiteben gefcöjeben öab/ öetïeebe
get obeeige ban ben bag meefi in 't fiibben/ vaderland,
cn in toat goeb^ te ieejen. <©ageïp^ toierb 'ec
ten 3pen guije / en oj> be gefïeïbe uur / iüi
geleden: 't bjeïfei: boo^gaan^ boo? ben S^ifftftosi |
Stïf toieeb gebaan: öeiaiben bat ggi ugt eerbiet
biggelt/ en böigen^ get geö^ugft en ben raab ban
<6ob^ienfiige mannen / 3ic§ eenen bag in be
hjeeft ban get H^tó ïeejen ontgieïb; en be
ban 5ijnen ilup^-ftaj^eUaan met aïïe gobb^ucg-
tiggeit ögtooonbe. ^ijne Mening en gugt^^'aaö zijne
toa^ niet jp^acgtig en niet aï te fïegt: sgne tafeï fobcrheit;
toas^ foïjei; en eerip / aan betoeïfiegg be ^iie;« herberg;
ner#/ bie ban buiten quamen / boo^gaan^ met "j'^Sl
aUe bJienbeigitöeit en een big gelaat ontgaaibe $ he«. ^
te bje'eten aï^ Se niet beïet toa^é boo^ aïtegcootc
ße^ighcben/ en niet gebtoongen ioa^ jicg om bc
Saeöeipöeitbectgbentebeefeöutïen« €nbooji
saan^ ïiet Ig een goeb ftoeft obec tafel ïeejen/
■jV.f
Het Leven van
of jp^aatcijaii scefïdpe^aaften. geeft/«aar
get boo^&edö ban öcn ]|,Chi-yfoiiomus, noit of
aïtgan^ 5eliicn / t«i bjaar&at gg op rci^toaö/
5ijn maal in ecnanbcfman^gui^ 0ei)ouöen. ©en
bitjbas en beu sateibas öielö ög üoo^öa0enijan
ontöouöinse/ of boo^ eenfoo^t ban sacQter ba?
ften-bagen, ö^b maar eenen ßnegt boo^ jijn
gcmeene ïtïeebin0e. gg te ilomen genoot^
5aafit öja^ een tbjeeben fenegt aan teneemen/
en beeje een mantel b^oeg ban een anbere ïtienr
aï^ be eerfie/ geeft gg betfegeibe beeren ban 't
IjiHimfcge ï|of boen iacgen/ enjegsen; ^^eßo
Ffifcovo fia m rißretto : Die Biffchop heeft; het
«iet breed.
't get toecft ban 5ijnen bienaar / gern
abonb^ / aï^ gg sing rufien / een gobb^negi
tis Boeit 300 ianfl booi te ïeesen / tpt bat gg
5acgtje^in flaapbja^sebaiien geiiigbeboo,??
gaan^ 5|jne reisen boo^ SPbbincgtige fameii-
fpjaaften/ en fomtijb^ ooit met oberinib met 5yne
rei^-0e5eiïen te bibben« S^aaröp toa^ go onber
get reiden gebjoon be boetfïajpjjen bec <0eloof^-
jp^fcïter^ / bie get <0eïoof in beese ïanben ge-
plant / en beselbe met gunne boeten boojbjani^
belt / of met gnn jtoeet of öloeb befp^enBclt
gabben / booj een geilige gegeugenilfe te tt^
ren.
^n toat plaats / fïab/ of bo^jj bat W
quam/ cieip gg altgb be ^eiligen aan/ teetoeli
fier gröagteniffe be lierïten albaar geöoutat baa^
ren j of toelfterge&eenberen albaar begraben ïa^
en. «En ngt 300 een plaatse toeber bertreft^en^
/ bair gglieselbeteiligen/ «i aï SQ"
nen
428
!
-ocr page 432-Johannes van Neterkassei.. 42
neu ai'&ciö onbcu ijimnc befcï|erniin0 te necnien.
^e pjeeitrti0 / Öet boo^naanifle anijjt öer
fcfioppeu / öiebïgtigiic ij^ met crn 5oni5edin0cn
^ber, ^auhJÏpl guig'CU e«ie toeeïi tioo,:ögi / of
p^ecitte ojientip/ of tcnmini
fïe in 3911 eigen ^inf ^n ijet Be^odmi ban jijn
SSiëöoni ina^ getooon in iebere ßerft of fïaat^
Sickte p^ceïmi mm ^eeft ijent tod bier of
ïipf maaien ot» ceaen öag öet <0obbeip
5ien beriinnbigen, ^Iben öebienbe ^a^
ïtranient ber ll^ijbinge of be^©o^ni3eié/ of ï)?
tracgte be genen / betoeiïte fïonben getoiibt of
geboomt te too,?ben / tot Ijct beijoo^igit ontban/
gen boii öeese ^aftramenten boo^ be jj^ebiitatie·
te bereiben. ,?iBen tocet bat aï eenige rei5en/
aM be iteriten ai §ct boïlt niet ftonben iaaten/ in
liet open beib boo^ een grocte menigte ban toe-
ÖooiberjS j^eeft gep^seitt li^ fommigen baar^
om ben ^aat ban ben ^iffcöoji ban ji{Êiun{iei7
Barcnt van Galen $a!iger gebagteiiiffe/tegen on^
jen |>ieiaat eenö jogten te öeroftftenen j om bat
be grensen banbien SSilfcfjoii opfiieib/
en albaar jiiebiftte; geeft bie ebeïmoebige ©o^fi
en ïierR-pieïaat geanttooo^bt : tk benijde hec
den Biflchop vanKatlorien geenzins, dat hy met
zulkcn roeloop op dc grenzen van mijn Bisdom
preekt: in tegendeel ik roem'er op, dachet ge-
ne van my niet gedaan word, door hem metzo-
daanige ilichtinge word behartigt.
liijS Klemens X. Öcn ^toeï ban Perrus Öe^
Mefbe/ in't jaac 1670. omtrent iie^etffi/
böigen^ Set boo,jbeeib ban spc booj^aaten/
naar iiomen gereitï; ten beele/ ΰΐη beefïag ban
3ijne bebieninge aan ben ^auffeïijSen ^^toeï te
boen : ten beeie / om be l^erb^ag-jpunten / be^
toeiRe tnffröen be <0ee|ieIijftöeil; en be <i5eojöeni
Zij'nc vlij-
tigheit in
het ppcc,
ken.
Voorn a-
ineiitlijk
als hy de
Sakramen-
cea bedien-
de.
Hy reift,
volgens het
voorbeeld
van ïijne
vooriaa-
ten, naar
Romen
om de hcii
Iii
flL^üJ.
Het Leven va
430
ν
Jigc item- ben boo^öene ingegaan fcoaren / tegenp tmtge
^„Λ tcgtniivmtimv^ te faerbcbigcn. i^oofim
ÏÏeSl öer <0ccfiriiiii9eit ö^&öen gent ten Öicn cinöe
ten der fi^ieijett bau booifc^ajUmge aan öe itacöinaa^·
GecftcJtjk- ien Barberini, Roipigliofi, d'Elle, cnoanmC«
SiJen önößwn inciie gcgeiitn.
^ * toicrij te dornen 3m b^ienbdp / tn met
aïlerijanöe eectcfienen/ ban jijne i^eil. en banöe
ijoojnaanifïe fóarbinaaïcn ontbangen. ^a bat
Sff Spalten naac toenfc^ gab afgcbaan / iä
in 't ijoigenbe jaar omtrent be Äente-tijb/
na bat Klemens §em beftige fc^enftaabjen eit
oberWijfseïcn ber ^eiiigen gegeben / en sgnen
eigen ring |)a& bereert / bjeigemoeb naar
geiteert.
Het ge- i^aberïianb i^ 'er een gerncöt boo^ ftet ïanb
ruche heeft ijerjjJieibt öat be 3^?eiaat/ te iiomen5ünöe/boo?
«cioopen üarbinaai ban geer groot aan3ien bebjogen
dat hy, op toa^ geiajecfi om get beruchte jfo^ntulier ban
hoop van Alexander VIL te onberteitenen : en bat
Snnir^'' Öaar toe aangeset bja^ boo^ be öoojp / en
booj groote ödoften/ bat niet tot jijn tp
gen eer enboo^beeï/ maar tot Jet tocïtoe^enban
5gne ïia'ft 5ou ber^reïtiten.
3[nbien bit seggen bjaaracgtig i^ / moet men
geïooben bat ijet geboeien ban be <ii53b,égeleer'
ben ban ^^^aniirp/ aibjaar ft^ inbe<03bïiunbe
toa^ onberb)e5en; en ijetboo^jbeelb ban berfege^^
be 25iffcöopi»en ban 't5eifbe itp/ betoeïïie ge^
ioofben bat beonberteftening op be ïeeringmaar
niet op ïj€t feit^äQ/ gem baar toe &ebioge«3wI^
len Rebben.
Sommigen getnigen bat begobbiuc&ti0C^iei
Iaat ebenbjeï ober beese baab naberöanb m 3gn
gmo ebseer geprangt i^gebieefï: eu batg^ bee-
3« bïeft/ inbien sicS öesoeöeïtöeeft/ öooj bee^
ie
^rooten
dienft tc
doen , het
bekende
Formulier
heeft on-
dertekent.
Johannes van Neterkassei.. 431
ie tcaanfii geeft ugtgetosfcDt: geïp Auguftinus
iJan Cyprianus getuigt öatög 5i}nenuii^fia0 öaa?
3ij» eigen Siüeö öeefi afgefpoeit.
iiat Saifcgoji ugt ïïonien Ijertcoläfien
ba^ / öeese ö^ief Uoo^ öe J^ergaöei
Jftng itagejonlïÊtt: in öentoeißen boo?namentïp
ödet moet too^öeii 03p öe bermaaning/ öie'ii* in
iiaat/ van de bevélen der Majeilraatcn aantcne-e-
" lïïcn en ce gehoorzaamen.
DOORLUCHTIGE
efÏ
QNder het gene , 't we&e gy odsngs te Ró^
men zijnde, raakende den toeftand des Kato-
lijkcn Geioofs sn de Vereenigde Nederlanden,
aan de H. Vergaderinge hebt voorgedragen, zijn
drie dingen dewelke onzen Heiligiïen Vader hn
de Kardsnaalen der zelve Vergaderinge ten-hoog:^
fte verblijdt hebben : en dewelke niet alleeH tos
groot bewijs ftrekken van uwen harderlijfeeh-y-
ver , maar ook een blijk zijn van Gods Zondeiv
linge goedheit over ons en over zijne Kerie. Heß
eerli'e was dat de Zendelingen zoo wel van
cene als van de andere Geeftclijkheitalle naflrftig?
heit aanwenden om de zaligheit van de Katoiijr-
J*en aldaar te bevorderen , en hun alle- hujpmiii-;
delen des geeilelijken levens met een onvermoei·'
den y.ver en vaderlijke liefde bezorgen, Het-
tweede, dat dezelve Katolijken met-al e roogelij?,
ke godvruchtigheit eq yver, en als om ftrij^, sl-
ices behartigen waf dè zaak'van dén Godsdienft^-
'Π
en de cerbiedigheit die zy den Kerkelijken Be*
dienaaren fchuldig zijn, ichijnt te raaken. Het
derde was , dat * ze zich zoo dienflwilHg en zoo
•vaardig toonen in de beveelen der Majeßraaten aan
te neemen en te gehoorzaamen ^ dat de Hooge Overig-
heden ligtelïjk begrijpen dat niemand hen in zucht tot
de gersgtigheit, of in getrcuwigheit en liefde tot het
y-aderland^ overtreft. iVaar door zy voorwaar be-
toenen dat ze 'waare en opregte kinderen zijn der Kd-
tolijke Kerke äeivelke door Chriflus •uermaaningen
geleerd zijnde , al van de tijden der Apofiekn af de
gewoonte heeft gehad van den Keizer te geeven ^tgene
den Keizer toekoomt j ja zoo wel voor de zaligheit en
het ivelvaaren der wereldlijke magten als voor hunne
(ige altaare» en woonplaatzen te bidden. En wy twij-
felen niet of zy zullen altijd in dit gedrag, 't wel-
ke met de waare godvruchtigheit en de Ghrifte-
lijke wijsheit overcenkoomt , blijven volharden :
te meer", daar zy u tot aanmoediger en leidsman
hebben} door wiens uytlleekende zorgvuldigheit
en voorzigtighcit, zoo als wy overtuygd zijn , de
zaaken van den Chriftelijken Godsdienil op zoo
goeden voet ftaan. Dewijl egter zijne Heiligheit
een vierige begeerte heeft om den'Godsdienft in
die landen , daar hy een uyterfte genegendheit
voor heeft, te bewaaren en'voort te zetten, kan
hy niet nalaaten van ons geduurig over die zaak
aan te fpreeken ; gelijk wy ook niet können na-
laaten van u geduurig tot het zelfde inzigt op te
wekken. Dierhalve vermaanen wy uwe godvruch-
tigheit , en wy bidden haar op het allerkragtig-
lle in den Heere , dat gy , achtervolgens uwe
magt over de Zendelingen en uw gezag by de
Katolijken , te weeg brengt dat ze alle volltan-
* De gehoorzaaniheit jegens de otikatolijkc Over^hcden aan-
giprsicu.
d'g
-ocr page 436-johanmes van Neïïrkassel. 433
^ig blijven in hunne zuchr voor den Godsdicnft,
en in hunne gehoorzaam hei t aan 'sLands Overig-
heden , dewiji'er niers regcmatiger en dienftige^^"
is, te betooncn en in werk te ftellen : eq
gy de gen:iclde Zendelingen door uwe bevélen ea
de andere Katolijken door uv^e vermaaningen.in
de onderhoudinge van deeze piigten beveiiigtï
Want aldus zafhet gefchicden dat wy van tijd
tot tijd nieuwe redenen zullen krijgen om oni te
Verblijden ; verilaande dat het daar geduurig al
beter en beter met den Godsdienft ftaat : en dat
wy uwe uytmuntende deugd , dewelke ons al
over lang door de faam , en onlangs ook door ide
daad zelf, bekend is geworden , en dewelke gy
door uwe tegenwoordigheit aangenaamer en aan-
zienlijker hebt gemaakt, met nieuwe lofredenen
'/.uilen mogen ten hemel verhefFen: zullende zij-
ne Heiligheit ook de geiegcndheden niet 'laatèn
voorbygaan van dezelve uwe deugd te beloonen.
Ik wenfch u van Godswege alle heil cn zegen.
Te Romen den z8. Maart 1671. -
ah Broeder
ANTONIUS BARBERINI, Kardinaal.
Op de zijde ftaat:
Deeze brief koomt met den oorfpronke-
lijken brief over een: dit getuige ik
Balthazar Wevelinchoven.
En beneden:
FREDER.ICUS, Aarts-biJfchopvanCefaren.
Sekreiaris.
-ocr page 437-434 Het ί! I- ε ν ε ν van
^l^anneei; öe ^i-aufcn in 'tjaac na^
ßuurige ïanbfdöajpjpen met ö»nne iefler-öcnöeii
bberfiroomiien / jtjn be l^erïieu te iltregt aan
ittOu&eSSesittei;^ toebec gegeben ; en boo^ öen
ïltaibinaaï be Bouillon , bie toen öoo? be eerfie
rei^e m beese ïanben gejien / met be gehjoon^
ïpe jilegtiööeben bet Herfte beejoent.
goo ban on^e ^^eïaat bolgen^ fijnen jiiigt
AisUtregt Ïteröjaart gegaan : en Beïiaïben becfc^eïbe ^ip
rfoor ae Jcgojppeijjße öebiennigen / betoeïfie in meefi
Ξ was, aMf i»^ Hei'ften oïbaar becfigte / l^teft lju ban
verrigte hy φ tot tp !Π .fliaacten^-ïierfte / of ben bom,
^doarde geji^fbiist OHbec een obetrgrooten toeloop ban
Senfti ^o^i^· ^J"^ ijjebfftatien Kepen boo^gaanjï op be
in de Dom- oEieioof^-berfcgilien/ betaeiïte ög met geen miUi'
Jcerk. ber b,nici)t aïé fïieötinge berDanbelbe.
3[n l}tt bolgenbe jaar ié op Ijet bcrjoeii
Hy reift ban be boojiiaanifïe inge5etencii beé ^tift^ / en
naar den ugt tnebo0ehöï)ei£ tot bc bni-geru/ naar ben
yalTL· ïer-Cö?iflei^ftfieH ïioning in ^Dianiirijit geeeifi/
rijk, om om eenige beriicpen!^^ boo,? ijen te beritrijgen,
«reuige ver- mocf) bern«t| öe i^ranfcöe öenbcn beese lanben
jichtenis bedieten / ïjeeft be Beehboogb
snfi tc' iioö^ toijie naar Hnttoerpen bege^
verkrijgen, ben. ©aai'ïjce^ i)n οοίΐ niet ftii geseten: üjant
, ßegalben bat i)n ^ijne Iterii bau baar / 500 beei
gem boenïijlt mé / öe^o^gbe ·, ijeeft i)u in bie
bermaatbe ftoop-jiab seer biïttoii^ ^et «^abbdgii
31^00^ gep^ebiftt j toaar toe öy gebninrig booj
be ^afiooj^ en ïtanonniUïten bèrseibe fïab / en
fomtoöien boo^ ben SaiHcÖoi? ban ICnttoerpen
3elf/ toierb berjogt ^fa ijn ooit «aac sa^uffcï
ontboben/ om ö^t ^fnßel-jaai' ban'tï^ Aaltra ^
ment ban miraïteï / 't toeïfte baar op get aïier>^
p^argtigfie gebiert toierb / boo^ 3ijm toeirpie^^
ïienbgeit te bercierenj Want hy behandelde dc
wijs-
-ocr page 438-Johannes van Neterkassei.. 2055
wijshcit op een deftige wijze. J^a &i»t ïj|t hm ^-^Achd.
ten toyie tyiïé te 28m:löer}?en tjertoeft 9a& / t^
Öo naar Hutflcn , ccn fleöefte ban ïiïecf^-ïanir/
εη een iüeine miji bau Jlaru^cm seiegen / ge^ S'w
trofefien ; om ban iiaar / aï^ ban een naarbcr- huüE:«.
Seiege äplaat^ / |jet oog fieter op fterïi tt
honncn ööuöen : en οίπ öe ïtatolglten/ betoeihe
bectoaart^/ aïé tot een beiiigß b^iaat^ / in
groote menigte itg£öe nabmingê oniiatolpieian^
ben qiiamcn aangeïopen / boo^ ^ijne aanfp^aaft
rn boo^ andere geefltipe ^lei-fpijsen te boeben«
^pben 5elföcn tp Öfeft ßp baar öe iaage fc^o^ watJat bf
ien / betodi« jeberb ia!30cn tp berbaiien iua^ dwr ver-
ren / boo;j gi^i^ gebiugB ber tonitijeit bjeberop-
gercgt. ^olilicefc ïi!oo|ïfr ban Eü*
zabet, baat ί)ΐι 5Ö11 bsi'bliif ö^b genomen / aï^
tot een qr»celi-fci)ooi aangeiïeit / om 'er aan^O;?
menbe geeftdijiten ten bicufteban spelteriteop
te gueeße!?. (0oit5i|n'er naber^anb beftigenian^
nen «yt 0eftomen.
jKiaar be gèleerbe ïierKbaogb ïiecft be ïierft teediga«
niet alleen geflieht boo^jiineaanfiJ^aaEten enfer;
mocnen/ maaroofeboDigekerbefclijiften. Φιη fcïri^ jiy
be geiooliigffun ^ft geioöf tebebefiigen/enöun verbeide
eenisEe beriic{|tii53 in ijniine 'oci'boigmgcn toe te boeken:
i\ien0en / ^fefilj^in 't jaar 1670. een geieerb én
gobbriicötäg .i^crlye in be .i^eberbintfc^e taaï
ngt0e0eben oaber ben tyteï ban Beveiliging in'c
GelooF en Trooft in Vervolgingen. Sii^'er itt G?looi,
Ijet naöunnge SB^afianb en i^ïaanberen feraftee^
ien bjaren 0ere5en ober öet bieren ban be
JE^aagb Mana; en foniraisen eenige bnigénbooi
mi^^uglten e» «^tfpoorigö^b^ u^niaaitten/
behjeilte' toebetoni ban anberen ailinettise bientii
»ïegtngen betbebigt fesierben; geeft tt SÜnt?
bjeraen ^iinbe έ«» Verhandeling mbe%ötönfcï|e
Ä.:
-ocr page 439-taai Ot>0efidt van het ecren van dc H. MaagJ
van de andere Heiligen : öeiueUte liaiïaljantl/ OUl
meeltere Sj^uc^tcn'te öoeu/in öe jr^eöerbuitfcije/
en einbelöft ooiuiJiseipraiifc^cr taai ié oba'ge3et'
ïf oe groot öat j^ne toa.é / 50a iml oiw
trent ijet eereii omtrent öe 3ieben^-öaaöe»
öer ï|eili0en/ öhjtit onberanberen noteenö^ief/
öen toeliien ij^ öen ban ^eptemöer 1076, lUJt
^hffeii 3cffö?eben ijeeft aan ^atci- Daniel Pa-
penbroek} hjeiite ö^ief met iof benneiir fl^at iit
§et *^ntiOOOJÖ aan ©airer Sebaftianus a S. Pau-
lo : altoaai'öe^^ijbcr ban öen 25iief/ te iatcf
ten onse ^ifcöopbanïtafïorien/ ooit jejj.jesm
al§ fc^eqi5iinii0 en naiifcoiieurig in ijet on=
öerfc^eiben ban ïie ec^te eii on-ecgte 3tebcnö-
fcaaitcn öer Ï|e!ii0en/ enai^ een naarflige ïïe^cr
öer jelben. 3|et jdfite öïijlit ooft u^t iten Mif/
öetitoeKien Ρ. vvaienburch ugit ftculen geeft rje^
fcö^eöcu aan Johan Neerkaifel ? «1 ÖCtoeife OiV
Der iïotteröam / baar loe ban be Walenburgen
ganbelen/ bertoont jaï too^jben,
iu öe aatpifc^etaaie eenS5oeii
Uütgegeben van het leezen van de H. Schriftuur,
om ^et tocttiggeö^wii banrjet<^3bbeiyli3l>3ojaf
tesen^ be <©n-feaioïpcn te bertoceren / en öcn
ïifitolgften aau te jJ,?i|5en. ©it öoeït ίύ om ör^
nuttisöeit en beftisljeit naba-^anb ooit ui
ücibe be taaien / be .ipeberbnitfeöe en be ifratii
(φ/ übergebet getoeefi. Saug baar na ijecft be
i^cil^per/ 5onber 5pen naam te meibcn/obCL*
Verdedigd, ösjelfbeftolfenaeö een anbcr toeriije ngtgegeben
tegen^ ben 5oo0enaambeii Suivius, bcüjeföemet
geen öeöooiïii&e eerbiebigijdt ban ij(t iejen ber
Ijeiiige Spoeßen gab gefpióaen. «iinbeïijH ijccft
-^n ttoee Öoeßengefeij^ebeßvan het regce gebruik
der
* Reip. ad R. P. Scbaft. .i S. Paulo , part. 5, p,ig.
Van het
cercn van
de H,
Mjagd
en van- de
anikre
Heiligen.
V'.in liet
Icezcil va:n
dc H.
Schriftuur.
Gods
Woord
y.in het
regte ge-
bruik der
Sleutelen,
Johannes van Neterkassei.. 437
ü'er Sleutelen, onkc öeil Haaut baU de Boetvaar-
dige Liefde ; öeiudfe ίπ öce^e omfïanöï0Ö^Ö«i
ban tijöcii 3ecc bien^jg isjarcii. ©itiocrßi^ttoee
jaarcn öaar na / in ren tiBèeöen ö^uB / togiiioo^
pi^cr fti nict beröetrangen uptseiiomen: «n
öoo^ becfcïjeiiïü ücurmecfïcr^ örc öoeïtcn / Uec^
raaren tn S5iiTcii)oppcu goebgcltenrt en geiijesen
schjeefi: tociite goeöïiennnsen meefï aïtemaaï
in 't ßegin ban get iuei'S gebonöen toaiöen.
(Cot öet o|5fidïen ban öit tocrft gcëft iig öen
ïcbigfn tgb öcfïeeöt / isehjrifte öem omtrent get
cintte baujgnieben/ nabeeï reisenden aröeib^/
ban <i5obt ioiefti gegeben. ïfer beftenö toat
iot öat öit toecft geeft ge^aö onber Alexander
VIII. .paar ban be anbere ftant ïtan il niet ber^
5faj{|^n öe iofeitifte getuigenis / öetoeïfte Inno-
centiiis Xf, Alexanders boojjaat/ 3O0 toeï aan
Set ^oeft aï^ aan öcn ^cij^pa' §aö gegeben:
Het Boek is goed , jeïöC ly^j en de Schrijver is
heilig-
©cseïföe l^an^ / beineïfie ben tijteï ban
ïerïjeiiigfien mst reben niogt b.magen / gab ben
^ciiJpa· / ïia.?t na be^5eif# beriiie3ing en bjij^
bingV met een 30auffefp SS^ebet bereert ^tt
iociïieöeneben onber meer aiéere ïoffeïijlÏégetnii^
geniffen ban ben25!|fci[)op saiopgegebentoojben,
IDerfc^eibe anöere fecrfeie;^ / baoi ben ^eïben veifciicick
55^je!aat geffö?cbcn / en naclj ougeb^ußt / öern^ verdedig-
den onber bmi^eer van Heuflcn, betuemejebcrb
eenigen igb 3ijn vtU- en sröeib^- ge3el bja^ ge^ laarftc
toeefl: ai^ ren Verhandeling van de aanbiddinge werk:
in den geeft en waarheit : een anbere van het
Sakrament des Vormzcls: eii berfcljeibe berbebig-
fcÖ?iften bOO| AmorPcenitens cf Boetvaar-
dige Liefde , fesn be todiien be boïgenbe gier
^trbienen opsftcit te too?öen : Bn brtwïiie tap
ee I mW
J
j^^o Het Leven van
Jboest Scö&cn / öiewsen^ IjooinoemiïiiiDerfi
mn sefcftjeten:
I. VERDEDIG-BRIEF ann den uytmun-
tendften Kardinaal N. gefchreven den lo. April
1686, ßefiaanbein 10. ^gbjc^/ cn&e0innatöc
Itlrt ÖiCje ioopjöcn: Daar word een gerucht door
de ftad (Romen) verbreidt en?.
II. Tegen zeker BOEK, den naam voerende
van De boetvaardige Liefde. ï©it iöa'ä öe tgtei
ijan een mf^ift / 'ttodftteciai^ Oen ÄmorPce-
Bitens of de Boetvaardige Liefde böll öen
fcSojJ ban föafioilea iuaé u^tschoiufn / en met
öeC3e iöOOjben ÖCgon : Op het bevél van uwe
Doorluchtigheit heb ik gezien en met alle moge-
lijke naaritigheit gelezen, CUi, ©it ßefcÖJift Öe^
fïoniïin 14» in bebjditcn 117. ficïiingcn
ligt öet 0«nielöe öociJ aangctafi
totei'ben*
III. VERDEDlG-SCHRIFTbOO?bcnAmor
Pcenitens, tegen ^et gcmeïiie Spoeit of 117. Φρ
toerjpingen : bit a^erbebi^-fcöiift öegnit aibu|;
Alle deeze opwerpingen, ^et Öefïaat «gt
IV. EEN BRIEF gefchreven aan denUytm,
Kardinaal (be «aam tóoab toeberom niet uutge^
iï^nftt) ben ι8,%ί!ίι68(5. ik heb verilaan". . ,
4
V. AANMERKINGEN op eenige plaatzen
van het volgende gefchrift: Eenige plaatzen ftaan-
de in het Werk van Johannes Bifichop van Ka-
ilorien , genaamd Amor Poenitens, volgens
den druk van Emmerik van het jaar tóS? , aan
den uytm. Kardinaal Ottoboni j Öcfiaanbe in f
löeliic böo^ bee^e AanmerJciogenOJiaeÖeibmiOOi^
-ocr page 442-Johannes van Neterkassei.. 2059
b«!/ ioamimrthmniiioüiig^teiicnt: ensemcii
tt ïiaröinaaï fiaö anttooo^ i^mt
VI. SMEEK - SCHRIFT βρ ÖO
iicnii0 iitjeïebii'i»: en aïbu^ öesmucnöc : Aan
uwe Uyrmuncendheden is ingeleverc, ^«5. ^tt
fiegcïfi (ίο.
VII. GESCHRIFT of Brief van Honora-
tus Faber Jefuyc, aan een zekeren Vriend over
hec Boek, Amor Posnitens: bit Öe^lHt
aiÖU^ I Zeer deftige man, ik heb het Boek van
den BiiTchop van Kailorien, 't welk gy my ge-
zonden hebt, ontvangen. ftegeifi
aciitcr betoelfic öan i)oÏ0cn acgt tïdïingeii met
een bonni^ ober iebcre fieïling. ^it öefïaat
men in 14. Siibjf.^·
VIII. ANDVVOORD op het gefchrifc van
Honoratus Faber Jefuyc j ölb«^ ftegimieniie:
Zeer vermaarde Man cn Vriend ... tot noch
toe heb ik het met verduldigheit verdragen. 180
IX. AANMERKINGEN op den Verdedig-
brief van den Doorl. en Hoogw. Heer, denBif-
fchop van Kaftorien, in den welken hyden eer-
ften druk van zijnen Amor Poenitens regens ze-
ker Gefchrifc tracht te verdedigen , BEANT-
WOORDT : Aan den uytmunt. Kardinaal Ot-
tóboni. toevïije öc^eift f en feiiijnt
niet tian ben SSitTcÖop «'ί»«*^ ^^^ öen ge-
ieecben leer Waiioni ojjjefieib te jij«·
X. VERKLAARING van de meeninge des
Biffchops van Kaftorien over eenige zaaken de-
welke , zoo als gezegt word, in den Amor Pos-
nitens berifpt worden, g^it 3efcS?ift Begint met
beesetooojben: Die dingen dewelke gezegt wor-
j^^o Het Leven van
XI. STEMMING, of «e^fcpft Dan tm
ï^acbmaaï Capizuchi. 6e0int aïbu^ : Het
werk genaamd Jmor Pcenitens moec zekerlijk ver-
boden worden , enj. i4
XIL BEKNOPTE UYTLEGGING
van de Leeringe van zeker Boek, ^115· cm ö^
117 ^ptoerplngétt isaii ecii naamïoo5cn fc^^pcc
U üjeöerieMiiii. ^mt ii^tießging beflaat in 15
en öegint met hjoo^ben : De Op-
werpingen dewelke in groot getal. ïjCt
ioerït niet ban tien Söjffc^oj»,
xiir. SMEEK-SCHRIFT m'tltaliaanfcjj/
raakende het Bock van de Boetvaardige Liefde
. . . dewijl 'er twee zijn.....
^ XIV. ONDERSOEK of het boek van den
Bifichop van Kailorien , genaamd Amor Poe-
nitens, behotort veroordeelt te worden. i^Ct ÖC^
fiaat in 5 jijbie^/ en öegtnt aiïruë : Indien het
waarachtig was.
XV. KORTE LYST der Schrijveren, de-
welke de noodzakelijkheit van een overheer-
fchende liefde Gods beweert hebben , om ver-
giffenis van zijne zonden in het Sakrament van de
Biecht te verwerven- ?
XVi. REDENEER! Ν G,in dewelke getoont
word dat tot de Regtvaardigraaaking vereifcht
word een overheerichende liefde tot Godt ; äh
Tot meerder verftaanbaarheit.
Ρ:
ΧνΊΙ. i^oigt em VERZAMELING tian
getiiigeniffen éuv ht^tlfhe ftoffe / aïöii# Ö^Sï«'
neniïe : Jacobus Naclantns. 37 jgéje^«
XVIir, €en Werkje met öejeïföe ganb gpi
ίφίΜϊ / iaaar in ttoee tesenhjerpins^n ojjgc^
!0|l tooiöen : getroiiÄen i. ugt öet 4 foofbfiuft
1>αη öe 14. »Inje iser lierlttjersaoeriiip ban
johannei VAN NEERKASSEL. 44i
Crcnten: ten ttoccöe ugt be ittagtöaain'öc to^-
feinde iitt ontöinöin0e. i|et ßegint: Tegen de
noodzakelijkheit van het berouw, ontftaandeuyt
een οverhcerfchende liefde, enj.
XIX. <iBm BRIEF öoo? ö^ttt gtrfcöieben aati
ben 25iffcgoj)ban<0ienoöïe/ e« aïöul öe^innen^
be : Doorluchtigfte Heer , zeer Godsdienftige
Kerkvoogd, dat gy den ^mor Pwnitens niet zon-
der vermaak gelezen hebt, eilj. ^tt^t Ö^ief
gefcöjebcn ben ^eö^uarg 1685-/ en öefïaat
XX. SMEEK-SCHRIFTÖ^ Alexander Vlir.
ingeïebccb sn be niaanb ^ung \6s)o, om te bec-
5oei$en bat ïjet g^eïireet tegen^ ben AmorPcEni-
tens niet nio0t afgej^unbigt too^ben. i|et öegint
aibu^ : Door die goedertierendheit , en Öefïaat
dommige gef^iften/ 300 aï^ tog teeb^ aatti
gemeritt geööen/ 3gn niet ban ben25iffc0opban
ïtafiorten.
^CI^ Ög een bei· boo^naamfie ïtarbinaaïen
ber50gt/ begenteibeöoeiten onbec s^ne btfcï)tv-
ming te neemen/ fcö^eef gern onbec anberen
be boïgenbe bjoo^ben:
... Ik hoop dat het met dit werk even eens
zal gaan, gelijk het gegaan is met het Boek over
de Zendingen^ het welke mijn voorzaat Philippus
Rovenius, Aarts-bifTchop vani?hilippen, in'tjaar
i(iz4. aan de Kardinaalen van de Vergaderinge
over de voortplantinge des Gelooft heeft opge-
dragen. Want dit boek, na dat het door de fa-
menfpanning van eenigc Religieuzen gedoemt
Was , is op het bevel van Urbanus VIII. weder-
om nagezien door Kamillus Cxfar , Raadsman
in de Vergaderinge van Inden , en Regent
j^^o Het Leven van
der Parochi-kerke van S. Johannes te Romen.
Deeze deftige Man heeft zich in het ondérzoek
van dit Boek niet gedragen als een hekelzuchtigc
léttcrvitter, maar als een zeer wakkere voorilan-
der, met alle de verdagte plaatzen, dewelke hier
en daar in het boekje van Roveniuste vinden wa-
ren , aan de leeringe der Kerkelijke Regelen en
der Heilige Vaderen tc toetzen. Na dat hy dit
onderzoek met een onvermoeiden yver had ge-
daan , heeft hy de volgende getuigenis aan het
gemelde boekje gegeven:
" Dit Werk is ten hoogde geleerd ,godvruch-
'' tig en vol van zeer demge raadgevingen voor
'*de voortplantinge en verbreidinge des geloofs,
"en de beftieringe der zielen : en het verdient
''altijd gelezen te worden, zoo wel van dedoorl.
" Kardinaalen, dewelken het beftier hebben over
"de Voortplantinge des Geloofs ; als van de Bif-
"fchoppen, Zielbeftierders, en de Overften der
"Religieuzen,
i>or0t δρ be ijooiiiocmite ^^fftcn be^ ^φ
fcgop^ εειι gücot gètaï bau aïieröauöe ^craioc^
«en / ïreiöclftc boo? Dem böö^ get boih sijn se^
öaan/ «t onöec öe <i»fe|ieighöeit öerufïen.
25egaïben aiïe becse ^oeftic^ cnj^eröanbelini
ißtft / al^ 5ίφ ccn nieuiae geïegenööcit
op-öeeö / berfcöeiöe S^^icben ami sgne «ö^efif^
ïpÖ^it en öct gfiit toebeftroutoïic boïft ^cfcijitf
bm: aï^ ^ boo^becfe ttti)ct jaav lóó^^toannecv
be pefi in beese laïibwi toa^ outfïofi«»: in §et
jaar χδγρ/ toannm· Innocentius xi. s^tgevge^
Ï!agteniffe6jr,fteiïmgett/ aï^ ten i^oogjie ^kifjet^
berfcïp / booi een geitsaam mlitm betoog
beelbe: toanneec be jSoomfcfie lausen een Jubiié,
Een
eeta'
Dcn.
Johannes van Neterkassei.. 443
Df eeni0e plegtripe ^fiaatm betïeenben, Cec
griegenböcit ban öiergclpe afiaaten geeft Sg
ecn^ of ttoeetnaaï / öacg ijooinameiitïijit in get
jaac 1677/ seer geiïjaame ontieurcstinscn ugt^
gegeben.
φο^ öceft gp öen 8 (©ctoöet? 1683 cm ©er^ verfcheid.
ntaan-Ö^iefugtsegeben/ om teßeletten bat öe hSdin-'^
giften en aalntiffe« Öec geioobigcn/ tot naöed gen.
ban öe eige fóecïten en aiwn / en boo^ai ban
be toee^ïiinöeren / öoo^ eenige ïanöïoopec^ niet
geboert en toecben naar b^eembe ïanben. .^ocg
leeft gg aan beifcgeiöene 3ecc geleei^be en befti'
ge mannen / ai^ aan Antonius Amaidus en aan
meer anbemi / boo^geïeetbe blieben / betoeïRc
toeï (Crafttaaten mogen genoemt üjo?ben / ge^
fcg^eben ober becfcgeibe punten ban be Éerlt-
tnegt. Sfilbu^ geeft fo in get jaai· löSs-.met ben
5eet; aan5ienïgften en goog-acgti&aaren i|eec
Sneilaart togbloojpig gettoifïrebent tibtt be Φρ^
boiginge bec €ngeifcge 25iffcgoppen> te üjeeten/
of bejeïbe boo? toettig moet gegouben ioo^ben
of niet: toeïfte opboigingboo^benSSiffcgop ban
Nationen tegengefp^oßen toierb > om bat get
l^^iefierfcgat)/ ben gronbfïag beu S^ifcgoppeigi
fee 3©gbinge/ boo^j geen ^aftraraent er&ennen:
tectogle bat be ^eec Snelkart be gemelbe opbo^
ging boojfp^alS / en met geïeerbe rebenen beri=
Φϊη te beter boo^ get lltregtfcge 25i;öbom te "^χ,ο^η
30,igen geeft gg te 3£oben / begaiben i|et Hollen een tweed®
gie ban getilaariemfcge nocgeendeer Koiiegie.
öjaegtig i^oïlegie boen öontoen boo^ bïe ban 't
ilti-egtfcge SÖi^bom / betoeïöe op be <i5obßunbe kunde ftn
'souben fiubeeren. 3iian bitttoeebe ï^oHegiegeefi: dceren.
g& 3eer geilsaame toetten en een geiïige en öe^ ijour
qnaame tucgt boo^s^fcgjeben j en get selbe op
444 Het Leven van
en aan het jgn ÖÜC&ÖCÖiïC nillbdp Öe0!fi!0t ^00 bifitüïï^
S wet'téï'" / ^^ seniribe föoïïegicn
voorge- 't ban ερίϊ anïsere plaats / ö^ gcm quanie"
fcürevcii. οπί sciuijbt tc ίϋο,ί&βπ / itam öp een
öen of tiijce / ban bie gern inhjoonöen / in
3Πη sesrifcöap; cn onbcrsogt bie aanitomeïitigcn
seec nauïieui-ig omtcent öuunc toetenfc^aj) tn
gdccrb^dt «En aï bie bc bereifcöte grfcerbgdt
cn gaben niet en gabbcn / toia^bm booj eenba>
fte tört af0i-toß5cn»
€0ter jeec bi!enbeli)if / en al^ ren
ttofeöe Moifes te« gooifie 0ocbaai'bi0.
té 'et 05t iemanb bcb.joefb of iebig ban
gern gefc^dben. Cnai^ii^genoobsaaßtbja^teti
ioe^ aan beeren of geenen tegen jijne aang^ore
0oebaairbiö&eit te toeigeren / $00 ïict gen
ebenbjei niet batcefiften/ sonber öen alborensS
booi 5ijtie beïeefb^eit / biiciibelgitöeit en beiv
trooiïinse te necr te fetten. Ül^g Rebben ïjet
metr ai^ een^ se5ten bat gebtoongen 5i|iibe
wenige arme €»ee|ïeii|aen af te toysen / ö"»
wenige pennmgen tot ïjiiiine bertroofïing i[)eeft
bereect.
Hy onder. ^^ sobbfiicljtige ^^jeiaat jag baar boo^na^
zogt zeif ntentigft 0p/ of b« genen belaeiite naar be Miy
de Gods- 01110 ^oHijeii baiï «Sobt toei geroepen biierben;
Ofje nictben geefiber lierhe begiftigt en
tc wijcieD. fcö« een geeb gebag toaren. ^ab gebunrig
De onge- in btH tttoJib beejc fpienïi ber l^erhe raatien^
leerdea, en jjg ^J^p^Jingen : Die tot deezcn ftaar verko-
Godrniet worden moeten uyrrauntenin ecn hemelfche
geroepen wijshcit, in goede zeden, en in cen langduuri-
waren, ge onderhoudinge der regtvaardigheit. '©leiv
fiaiöen maaBte jtoarigöeit baii sobaanige
afgcSn. jonge gaflea tot Itferften te topen / beioeïfic
maar naar be H^ijbsel^ fïonben om m ïseritei
Johannes van Neterkassei.. 2065
ïilït amjjt met inïiomlïen te Beïioaniea ·, «1 Uan
öciodiitn gccnc of, iiieiiie Ijoop laa^ öat 3e 5^0
ten bieafce Öer fóeriie jouben befiee&eii, O^ntiJei
5diie reöcn nam gg Die'^eerße^ijjaariptot^jie^
tïa'cu aan / inebeiften imex boa? jicl) jeibm m
Uao? Öan gemaïi en beniiaalt fionbrn te ïeeben / en
biiiten aße ^atberlpic öegeeröen te öïijben.
JDaiit ίίο toe^ obeitiiigï! isat öe ^iiefïer^ niet
ingefieït 5}jn ώα,? jtc^ jeibcn/ maar ten öienfïè
ban anöci'en / ea 0111 te atbeiöen en biucöten
bo0|t ie ö^eïigen, ©aarom öaö aittiö boo^
oogen öe becinaaiiing ban ben tot syneti
J)002^aat Sasboldus ; Dat 'er met als Geleerde
en beproefde mannen tot Prieilers moeten aan-
fTcnomen worden, ^n be Bebretónge« met ïafi i" ^c-
itan te öegeeben iuÉfterbe na geen bieefcg f 5Γηί
of ßioeb : maar tot be openftaanöe ftetiteiijite gen mee'
ainpten fcïiiiite g^be 5obaanigen/ beioeïiie baat iag van
toe b0o? öuiiiii^ toetenfcpp (niet bie öpgeöiase
m öub|oc|it&aare/ maat· be regtebjetaifeijap en jLlifS"
bo0?-5icötigöeitbee^eii(gen) enboo^ijuunegoebebiocd.
geben en gobbjuerjtigöeit tn aansien quamen :
50!"iber bat Ij^ fointöiiien oj> 3gne magen en ioel-
iicüenbrn|ja|!.e/ of oan pnncn{)aat en ojii
fp^iaii/ öeloeÉe toe!tegemoet333/ gelegen
iïft ieggein
! ;
©p itsrit iict ïiatoliift <25doof tot ^iine boob zijn y^^er
üföigen Ü« te berö^elben» ï|g> Öeeft ijet aitgb
iii liecflngen rii Sermoenen oiibecfieunti
bosinamentJijfe itjannecr seiiere ï^ooggeBore e^a^
biti^ia Bleef^ianö / 0001 öe iifngöeit ber ψί^ί''
Saaten en ben onboo^sigtigen raab en
antiDoo?b fcaii eentge liatoïijiien / ban on^
loof toas afat'muïm / tot gjöot nabeeï ban 't
j^^o Het Leven van
Sdfbe «beloof in bc 3£aniicn aibaar. <Bnt baav
tegen tc jojgen geeft ögaanflonö^ eenige banöe
geieerbfie ^jiefieren bec <iB»eefieIiiftöntb£rioaart
sejonben. ©en 5eïfben ^bei; geeft gp öetoont/
met ijet guïbe SSoeitje ban ben S^iffcgop ban
!Konbom/ te iueeten de Uydeggingdes Kacolij-
ken Geloofs, ugt be j^wnfcge in be Satijnfcge
taaï ober te jetten.
<Bbtv beeren gber ié ïj^ sep^e^en getoeefi boo^
gemeïbeu 25iffcöoi» ban üonbom; behjeifte gern
bejegen ben ^^ 1678 met beese iooo^^
ben geeft gefcgjeben ngt <!5ermain: ik ben
u ten hoogfte dankbaar dat gy mijn Boekje in dc
Latijnfche raai hebt overgebragt, enz.
<ίίη niet alieen geeft l^p be regten bec 0eefte^
ïyhgeit boo.j jgne gefcg^iifcen/ boo? φχζ ïïoomi'
fege rei^ / en met een ongeiooffeïgöen ai'beib
boo^geiiaan: maai' gg geeft ooit met aïle öragt
boojbegeregtisgebenenbeb^ggeit bet (©eo^ben;'
benbe ^^iiefïeren gef^eben.
H^aat afó be jiEajefïraat ban Klm^efbam in
get jaar 1680/ tet oo,?3aafte ban be becboigin^
gen bebjeïïte in3^^anl«gfetegen^gnnne<0;ioofa-
genooten opgereesen toaren /' fiefïoten gab be
é5eojbenbc ^^efïo:^ ngt gunne^tab te bcrb.jij-
ben; boo,:gebenbebatbe3eiben/ ai^ boo,:gaanä
llptianber|5gnbe/ minber ^ucgtboo^getl^aber^
ianb gabben en beei geïb^ n^t get selbe berboer#
beni geeft 5e gem/ aï^ googe aegting boo^
neti petifoon geööenbe / boo^ gaar ontboben.
H^aar o}) gg booi be gemeibe <0eojbenben geeft
gefjJjoj^enj en met ^nifte firagt en begenbiggeit
booi gen geeft gejpleit/ bat be Jjiajefiraatgaai;
boojnemen gee^ betanbert.
i©e «Pberfien bec<iB»eoiberben jelf / 5icg boo;
beese gebienfïiggeit becpïif» J^öenbe / geööen
gem
-ocr page 450-Johannes van Neterkassei.. 447
Ötni öaar ober öebaiilit. noc^tan^é / «iet
teflenfïaanöe öceje toeibaai» aan be föeli3ieu3en
&ctoc5cn/ öc^ft ite ngbiflgeit ïjem op öe Ijoïgei^
be toijse öeioont.
De vcroordcelingvan zijn Boek (den jimorPte-
yiitem van den BiiTchop) zoude ons nu aangenaam
zijn; dewijl hy, gelijk ligt te denken ftaat, on-
der de hand famenfpanc met de Hollanders j de-
welke alle de Geordenden, cm de Franfche be-
roerten, willen verdrijven, ©it geeft bej^illi
«eö^oeber van Paairchen jfcö iiiet gefcgaamtbffn
31.....1686 in een D^ïef ugt SoUen naatr
S^eese buiie iafieriag ^eeft öe SSiffcgojj bm
pïettert in ben boJgcnbeu ö^ief aan ben tiacbji
Uaal Karpegna.
Een aanzienlijk man , mt ivien ik vriendfchap
onderhouden heeft een brief iri handen gekregen ^ de^
•ivelke naar Romen is gefchreven \ en in dewwelken voor-
gegeven ivord dat ik met de Groetm. Staaten van Hol·
land hen famengefpannen om alle de Geordenden uyt
decze Linden te vcrjaagen. En dit is gefchreven aan
een man aan wiens huis veel geloop is; op dat dezel~
ve zulks door Romen vetfpreidende tegensmyeengroo'
ten en algemeenen haat zoude berokkenen ·, en de verdoe"
rning van mijn Boek, als een noodige en genuenfchte
vertreoßing voor de verdrevene Religieuzen , des tg
iigter van de gefloorde Regieren zoude verkrijgen.
De veroordeeling van zijn Boek ^ zoo fpreekt de ge··
melde Brief;, zoude ons nu aangenaam zijn^ de~
wijl hy, gelijk ligt te denken ßaat, onder de hand [α-
'tnenfpant met de Hollanders j deviilke alle de Ge»
ordenden, om de beroerten in Frankrijk tegemdeOn-
katolijken, 'wilk^t verdrijven.
Al weet ik ivel^ Uyimuntendße Heer ^ dat de f/-
purperde Faders zoo ernflhaftig en voorzigtig zijn,
dat ze zich door diergelijke geruchten niet zul-
len laaten beweegen of omzetten , zoo acht ik bet
evenwel mijnen pUgt deezen lafier af te wee
ren.
De zaak is aldus gelegen : Het onweer '^ 'if welke
de Kerken der Onkatolijken en de Onkatolijken zelf'
in Frankrijk heeft verplettert j of die het niet kon be-
keer en of verpletteren in eengewilligballin^hapb'.eft
doen vertrekken , heeft alhier in de gemoederen van
meeft alle de Onkatolijken een grooten haat verwekt
regens den Katolijken Godsdienfl. In vijf der Ver-
eenigde Provinciën ßaan onze Fergaderingen zoo te
zeggen flil·, en de Frieders zijn V nergens vry, als
in dikke duiflerniffen of in hunne fchuil-plaatzen. Doch
in deeze rampen treft de vervolging alle Zendelingen
zonder onderfcheid, het zy dat ze van de Wereldlij-
ke of van de Geordende Geeßelijkheit, V zy dat zs
Inboorlingen of Uytlanders zijn. De Staaten van Hol-
land hebben zich langen tijd beraadenwat befluit dat
ze omtrent de Katolijken zouden neemen. De yver
tot den hervormden Godsdienfl praamde de O verighe-
den om de Katolijken , als tot een bequaame weder-
wraakj, te firaffen door het verzenden van hunne Prie-
flers. De genegendheit om de Katolijken , dewelke
een groot getal vande Ingezetenen uytmaaken, en vee-
Ie van dewelken alhier zonder Prießeren niet zouden
millen blijven, in deeze Landen te behouden, fluiten
hen in het voor neemen van alle Ρ rießers volkoment lijk
te verjaagen. 'terwijle dat zy dus beraadßaagden
heiben meefl alle de Majeflraaten der Provincie van
Holland dit voor het bequaamfle middel aangezien,
dat zeß)mmige Prießers zouden verdrijven, en fom-
mige
448
I
Ί
Johannes van Neükkassel. 449
mige laaten blijven: zodaanigte weeien^ dat ze de In- , J
hoorlingen zouden lauten blijven j geloovende dat de-
zelve hun Vaderlandzekerlij'^genegen zi'in ^ en ge-
ne zy vande gemeenten trekken niet buitens Lands ver-
voeren : maar dat ze de Vreemdelingen zouden weg
zenden} meenende dut dezelve zoo niet genegen zlj'n
voor hetwelvaaren van deeze Landen^ en de pennin-
gen die zy hier inzameltn dikimls tot andere gebruike»
ah voor de behoeftigheden der Hvllandfche Katolijken
befieeden. Jlls dit bsna met eenpaarigeßemmen was
doorgegann , hsèft de Keizerlijke Gezunt voor de Ka-
tolijken gefproken : en om het verjaagen der tiytland-
fche Zendelingen te beletten, heeft hy aan de Staaten
te kennen gegeven dat volgens mijn zeggen , en naar
mijne vcrklaarlng, de snlandfche Prießtrs te uneinig
in getal waren ^ om alle de CatoUjken van Holland im
het geeflelijke ts können bedienen. Deeze mijne ver- !ji |
klaaring heb ikjlaor een plegtelijken Brief beveiligt \
ep dat de Boorl. Gezant van zijne Keizerlijke Maje-
ßeit mijn gevoelen en oordeel des te i^e^nakkelijkey ajzn
de Staaten zou können ν oor dränge η. Hier door is
het gefchiedt dat de Geordenden tot noch toe alhier
zijn gebleven. Noch heb ik.· over itvee of driejaa-
rengelijk aan ganfch Hollmd bekend is teweegge-
hragf dat de Geordenden niet verjaagt zijn uyt de Stad
Amflerdam.
i! Μ
y
'Im
Gy zkt dan, Uytmuntendfle Hser, met wat ondank-
haarheit en vervaifchinge- van de vjaarheit my te lafi
word gelegt ah <ƒ ik met de HoUanders heimelijk
zou famenfpannen j dewelke de Gsordenden om
de Vervolgingen der Gereformeerden in Vrank-
rijk, uyc her Land willen bannen.
Doch dit heeft men moeten verzieren·, meenBosk^
zjy door de kragt, der ivaarheit nkt konttenfon-
ill. Deei., ff derbren-
Het Leven van
der-brengen , door Hfi en laßer-taal te onderdrukken.
Aien heeft den Bißhop 'uan KaßorienvaJfchelijkmoe-
te^ hefchuldigen van het verdrijven der Geordenden
bezorgt te. hebben j op dat de "jpoßolijfche Stoel de
fmert .y die uyt deeze verjaaginge zouden opgevat
hebben , door de veroordeeling van de» Bijfchop vdh
Kafiorie zoude verzoeten.
Wie had gedagt dat flemclingen
45·ο
Van zulk een gramfchap ziuangcr gingen ?
Zijn yver
in den vrij-
dom van
zii'ne Kerk
voor te
ftaan.
gijn gtjfr niet flippet getofcfi om
iiom ban jiine iierit jijnc (ödoof^-gcnosi'
ten te iicuitcöigen. «benige ^beUuibén m bc
l&a'eentgbe |,>cbcdanben tDiïbcn jicj^
aanmatigen Imn j^afioo^^ tot bc ojjcuttaanbc
iierfte» / bciweïïte boo^gaan^ o}j be itoftcn btr
^ugisctcnwi gc&outot 55)" / tc ücnocntcn: tt tocc^
ten in ^iiïftc jgiaaticu beioeiftcijunne^möacijtsS-
jdecren geööcn / cn baai· jobaanige ^mDacijt^
§«mi iet i'i0t ban booj^fUmgc in beojicnbaai
re ïta'iw / öclurllie lui in bc ö^nöcn bec «Ön-
ïiatelpin 5ijn / Λί,^ nocïj bevitten of ban oiibë
Öejeten Öcbben. 3i>aav tegen ijeeft be gobb,jHr§-
t^ ^.jelaat aile niiöörien in 't bjerlt gefteit om
beïieïïten/ beteilieban bitjnitb^jytoaaren/ bau
5obaanige fïabcrnge te bebjijben; ijeeft bien bjii^
bom booi becfcö^ibe beitoogen bctoeesen :
tat naarbec bebjyö öet 09?bed en bc getnigenif;
fen ban beifcöeiöene -Meeraawn/ bocfj faoojna?
nientïp u^t be ijaoge ^rd3ole ban ®oben aï^
naajl gelege jijnbc/ opgdjaalt·, tn'öeeft^nöe?
ïgit be cegtbaarbigii^t banfgne «Ψgetal·
lecftïaacfïe / becg nwt alle mogeïijftc ««liefbgeit/
ten toon gefielt. <0oït öeö&cn be 23ebienaac^
ban ben ^auPöfteï» ^toei'¥ .^ίίΤΦίΐ^ gob
^ - ■ — bntfli*
JoHAi-iNES Van NeerkässeL. 4fi
biiic^tispiiit «1 yhfr in ttct$c jaafte Γ
ijCfft &!? (Ö.ïaaf 'fanara , öocn Inrer- ] ^
■ nuncius tt lu! ïtadJiiwaï/ öcit 14l· $
een S3^ief aan ben 25ίίΓφρ gcfcÖ^iUcni ·■
in ijcniïiditm ij^ öcn ir^ift ban ßemdöe «Eöei^ h -f
iuiöfn / in öat ix^t ban i3oo.;fïdiin0e fteanöe tó i jj: jj
ijonöen/ noeiitt een bederfdiik misbi-uik* j^oeg '' '''
feljieef iju aan öen SSiffcööj^ / i» een öjief ba»
iieil 18 jBaait 168^ ·, . . De.bcgccving van
de ge.\va;indc regten van vooi-l>ellinge nloêt vol-
gens de iiytfpr;üik van zijne Hciligheit: geliVU?n
Avordcn aan iiv% c Dooriuchtighcic ) ter tijd toe
dat 'cr te Romen, na ccnrijp onderzoek der zaa-
ke , anders beiloten worde.
(0ni öfesen 5tjncn »^Jbir/ lu Ißt a5fIoof/ be ij, j
tucfjt / ίπ iten öjijitoai ber ïierkn te beeiiöR^e^ uierm »
ren/ Ijceft ö^ tettop öat 0^300eensüjaarbjig^ "l«« ';;^
tig anipt in ötejc Äanben / m öihtoli^ in
Ijacgelijiie ttjiiien/ öehïeeiie; ontiï&aareinöeieipi .a®pen tc j
ijeöön moeten «otfiaan en beeöuiaen. g^ ·
mentipt ié fjem öit eenjs toibei-baveti / αίφ etn
|cer öoo^öauöig tsienfcl jijne getcootoigïi'^it je^
gen^ ißt Daöerianö/ öeioeïfte ïjflrtöerö ea fton*
berö maaien geèieeiien ijaït/ op eiin 5eec biigif
aaröfge toijsé tKacftte bei'öagt te maften» S^öeg
öe itJoeitntoeöige l^^eïaat/ flennenbe op
b^ifianb/ ïjeeft aite moejeiijböi'ben en jtoawgiïé^
beu met eenijeibennioebngtgetiaanenoberttMjn^
nen/ tot bat ö» ben 24 ^jj.jii 1080 een jeéc ia*
fïigi cei^ naatöenpterlïegiensiettbaii si^ieïtet^f
öeeft aangenomeiu ^^oeö ed bat ÖP PP ré^ ^.ΧΤ
ging / öeefi: tjff / aï^ of be boob «lüiflaanbe gMthy-,ij,i
itoai / booi jaaiten en boo^ öir bflSii «'sdom
en ben 5e0eit ban ben Ijpoiïoiifcöen^tortboöi I
i'i
■ 11
ίπ
45" 2 Η Ε τ L Ε ν Ε Ν ν Α Ν
al^ offj^ toen al ï^eii Uoajbeöniömg bamöeaaui
ftaaiiöe öDaa ijrtiodöe.
Zijne dood. ^oi öe uoterfïc jJiaat^ li,m jtjiie reis^^
to«fi ©aaiM/^g/ ganfcö afgemat en u^tjc^
put ^ijttöc/ 0cioo^H. <£5ii na bat gg e«»
alflcmcenc S^iec^t gcöaau/ tn ^qnt iaat^e se-
rcßtcn öoö oittbangcu / geeft öp onbet; get
ΡΓαΙπχ M7. i^aaicn Ijan beese inoo^jbeil / Verzadig my Heer
" · met de vetcigheit des Koorns , öeu «Süefl; aa»
iieii ïfecre gtgfliein
Het volgende is getrokken uyt de Aanreke-
ningen van Heer Ikidi. PeiTcr.
©en II ^iiu^/ ^'ino^cn^ ^eei bfoe^/ al^
aïKe be beiwreii lïocö 0cfïoten iBaceii/ ié i>et iijft
ban ben oberieben 25iffcöop op eeii gebeitten toiV
gen gelegt j en met get openen ban bc ^absï-
poo^tcn toeg geboert. 25uiten öe poo?t fionb
noc0 een anöece iaagen en toacijtei op ben taei^
ften/ om ijet iebergefeifcijappen/ 0e5efen
toaren be «6. ^rei? H. Franc, van Heuflen,
jittec ban ïjet EtregtfcijeS^iitarKiat; enbei^eer
Hermanniis Ter Hocnte , ^art^-p«efifir baU
Ctoent en itcgentban be iiïoofier nonnen aan
be <0iaan: toeifte ï^ecrTer Hot-nte tuebeiOmbn
on^ te gtooi faia^ä geKomen / om ^ijne iaatfïc
pligten aan 3i)nen bJaacbeti en oberieben ^ip
fegop te öetDonen. li oeft saten op ben ^eïfben
inagen be Komelis 'Stakenburg , een bet
boo^naamfie g>afioorea ban tltcegt: Aiardus van
Blokhoven, fafïoo? te iJbjoï/ ög be ^ip
ίφορ sijne laatfle ömöbefling öf^ft : en
Everc , be Itnegt ban ben boo.inoenibeu
van Heufli-rt. ^aar ift fBnrth. P€{rer) T)ebii^
brr
-ocr page 456-Johannes , va ν Neerkassel. 4^3
w
^(t. met Tohan van Weert, öfU gui^-bicnaöciia«
öcu oiici'ïföcn op öen jdföen toa0e«
met get ïp iuaicn rijbeu.
leijoniil ^a aan öe <0ίααη / öaat· öe
JD^eïaiit t>a# te bore öe SSiffcijopjpeipe öeitie^
«iiigp» «iet «eii ugtecjfieu gber berri^ ijaö / se-
ïuftKiglijii met Sic§aaiti aangeitomen: i f;
i)oeiöeï itat itf toeg niet jeei· geö^iuBeip toa^;
tu baai· 17 imi'eu ïang en moe>elpfcDa^
5cttj«fi. öcÖöcM op toeff geen aanfloot bau
ht <0ii-ßatolp;ea geifbeii / boo^ lucïiiec^ %m
iieu tog gebmtrjg «ioefïm r'pcK .
II ^iii^ / «jj i)ct ^eefi iimi Odul-
ph^s Itanöimiii te fltre^t / en baagjs boo?1&et
ijob3tgb baBpt0!ïcr0.^a^mmettt/ i^ttn^
röaam ban ten Jïiiffcöoi' i^an ïia|io»ien aan i»
<5iaan begraben in ϋε ïtcric ban ïjet J^onnfr
ÏUoöfïet albaai': ixiciitc l^oniicn / lebtnbe boïi
S^n^ ben berben liegeï ban Franciicus, al
tentsre jnauen te boi-e op j^et bebd bet' Staaten
iiöt ^iiiieïo hjaeeii bertcoUitcn > en jic^ aan be
^iaan / geïjjft ijig boben in öe ikwitefteniiigeii
aaugenicrlit ïjebben/ gabben necrgcset.
ï^ecrtt'cn p?ieftcr# itcbbcn bs S?C0iaafenlp
b^gebjoont: ban beleihen ac^t S^t Äp naar
be ita-ß geh^aagen ^bben. ©aarjonbeeïgioo^
ter toeioop ban l^iïcfiet^ en ban anbere ntm^
fcöen 5t)n getoeefi/ inbieii ^et Soogtiib ban beii
boigenben bag niet ijab brict / fn to^ be
Saaït 500 fïiï niet gegotiben i|abbcn.
31^ant to? boiibcn gcriiabsaamei öct Epnirt
ininber todoop ban iiieiiffijen ter oarbe te be^
lïellen} aïftfct aeïbe/ en o«^ ooit/ cjj be re!^
cenig gebaar bloot te jetteiu ^00 berre
lioeïjtan^ aïf be pïaat^ cn bc tijb ^ct toelieten /
Öeöben to^ be wgtbaait eeriijfi/ fïic^tdp / en
ff 3
i fä'
454· HET Leven VA^
goöb^iifpieiöït 0cii?tan. ^e méec0fmfïbe
^m Η. Franc, van Hcuflen , flï^ Itt Uan ïjCt
l^iftariaat ban lltrföt: / m "^tt jcllse ©ifioiiaat
betöe^liieniic / geeft be gesongm/ gegoï^
»en ίΐύο; öcn booinoctiibéii ^et Komdis sta-
lenburg i m gdïicllt bmi ^lé^ttj^cep Hermannus
van Leiden ^ batl mttx^tü J Oitf
ßcu j tn ban gcindbcn Alardus vm Broekhoven,
ii^bec-bjaten j tcrto^e bat be anbctr ^jit^
fiit^ omtrent ben ΦαΗν fionben / en bg Uear^
ten jongen,
tet Sicfiaam ba» bett oberleben SSiifcgdp'
bes^aaben booc li'et |$ïtaar/ get eetitgfie bat'er
~J iit öet booii^e sebeeïte ban be ïlttir.
tof berfïaan bat 'er ai menfcgen n^t ber-jjeïege
ptó^jen ftoomen om getseïbe tr Besoeiten.
i©it<0|af-fcöarfi: ^m m't Äattjn opjön^ont^
i&c te Ïee5<n:
ίΐ
Johannes van Neterkassei.. 45
AAN DEN GOEDEN EN GROüTEN GOD:
HIER RUST HA VEEL AR BEIß S ' -
Te Gorkum in Holland geboren,
PRIESTER van het ORATORIE,
In de Vereenigde Neperlanden.
Zynde in iyn Gedrag, reden, Schriften, Ze-
den, EINDELYK in ZYN GANSCHE leven, vaar-
lyk een Apostolisch man geveest.
zyn gansche leven
heeft hy besteedt ten dienste van de
KERK en van de WAARHEIT.
Hy is gest orve ν
in hex hoepen van de eerste, en het verde-
digen van de laatste.
Zoo BEMINT^-OAT HY HAAR ALLEEN TRACH-
TE TE BEHAGEN , ZOO GET^EERT, DAT DE
ZALVING ZELF SCHEEN TE LEEREN : .
ZOO BESCHRMT, DATZE ALTYD
DE OVERHAND BEHIELD,
hetvervaarlykpak
daar hy voor schrikte,
alshy 'er toe ceroepenvrierd,
Heeft hy met tegenzin aangenomen,
met een onvermoeidfn yver gedraagen
en door den last van den dag en der hitte
AFGEMAT
onder het besqf.KEN van zïne kerk
te z-rol in Overyssel
samen met zyn leven afgeleit,
den ö junx Μ DC LXXXVI.
zyndc lx jaaren oud,en XXiy jaaren
BrSSCHOP GEVEEST.
De
4.f6
'De 'Doorl- en Uoogw. Heer
^arts-bijjchop vm Sebaße ^ Taujfelijke
' kar is in de Reder landen.
Zi'ne
geboorte.
Hy ftiiJecrt
tc Loven in
cieFilofoFy;
«ieweJke !iy
sldaar ook
voorleeft.
De Gorj-
-Icunde Jeert
Jiy ten deck
Ter Loven,
ten deelc in
Viankrijk.
ΤΤιΠ VCT·
h;i;f re
WuilÏcn by
Wen i;if-
il-hop vjn
.K.-!ftoricn.
PÈTRUS KODDE Μ te Ταιιίϊα^αήί m 't
jaar. 1648 / öhc tiagen booi ï)ct xttft bon^.
And! ics, u|it ïialOipc ΠΙ ^ttv cei'lpe ouöer^
öat ïtgi nocïj icng jijnbe 5icö in ire
öa* (©ratcrcn ijaö örgftjcn / l^ccft ÖP
3ijne fïubie op öc ήι bt i^ooge ^c^o·^
ίε ban Sobcn jgriiiMigïijli boi-einbigt: aitoaai;
Ög 0oft een ho^tcM tijü 0ε j^uafafii in ïpt Uotic^
gie banijetCaiirum§teftt}aamic^(it .Uoit itaav
m / om mct nicfi' b^ijijdfc te ßtöceren /
naav I3|ankijii0cr?ïft, ^a öat iju ^k^ tcnm
jaaventcpaiij^/ mmhtrganii t€ (&deanë/l^ati
opgefiou^tt j (é iju toebcr naar $yn ijabecïanb
gdteert: jijnöe ban jijne rd^ naar^jtajien / öc-
iücïite öe rccöf aangcijangfn öab /. te rug gc·^
rotpm ύαα; milimf ban ξϊεη biïuïiai
ι betoditc toen met ren algemeencnroem
ban en sekcrbljcit öe liatoïyi«;
llerii bei· K^ereenigbe ^^löerlanben ^^aufTfiiJ'
lie' ©lliörtö regectbc.
^n ßijn baècrianb aanseïionicn ijeeft öp ceni^
gc iaarcn onber ^et opjigtban bien eeieeröat
cn gciligen / m w |et jeif öe guié met
^em/ gebjöont, 5^aar öjagt öy tflö ober
smt 3iri) inbc|)eii!0e bjctenfcfiappcn te offenen/
Petrus Kodde. 4^7
^^ met 9et ïecsen ch öemiïsitmtn ban öe
: en men jag öcra rccb^ in 5D0 öedc
J^ngöm uitmunten ; aï^ ö^ Sioa^&eciö in gob^
/ opKegtigpejt / ecnboiidiggeit / fïaa^
/ 3a0tmoebi3öeit / iapijdt / gematigb^ H7 word
Öeit; bat be ©oo^LS^iffcgoï« Jjanïiafïoi'ien öetit i'aftoorte
'ii öct jaai' 1(583, öf öer fiaisU^
tïegt / in ïto^t baat oöfe fcn geb^clte ban ^gn
»iioeieipöehjinb/ fieeft ojigeb^agen/ mrt gmt "
Jiiber |ct getaï tjan sgne «2^nbe|-irfßanffen aan
fß neeman
Φ^ί §et aanj^o^ten ban beesenlterfeboogb geeft
y? omtrentbeesen tgb deUyrlegging van deKa-
tolijke Leer , beioelfte boo? ben 25ifrc0Ojp ban
«onbom in 't iicgt gegeben toa^ / ten bienfïe ban
ßn^e ianbsïnibenseei; nantotem'g in ïjet,^eber^
Juitfcg bertaaït en ngtgegeben: in toeÉe taaï
% meefïedp eïbaren
^ne alïerboo^naamfie gäbe i^ getoeefi een Zij«
oDoonbere boo^sigtiggeit in 5gn boen en ïaaten/
fn een ongeioofeïpe rgpigleit ban öo^eel in
een 5aaï$ te obedeggen. ^^ obertooeg ; be
öiicrmoejeipfie en netelige jaaßen ßeeite
om en bjebeeom / m öe^ag 5e ban aïle ïtaEiten:
Öoe bertoarb bat be paSen bjaren / teifï
^ ontbjaeten: gy ïiet 5iin oog op alie^ gaan:
Seene bjaalenjen ofte fetoiniipeïftifsh / of
bJifï 5e te ontbeöiien: ^ag iiiaüe booj
n^t b3at 'ee ugt 50U fesnnei ^ fcolgeit. ©ocg toat
'«i^tltomfie bei'saate bat most 1ίθ0,?5ίεκ/ igt
fïonb egttï iimima-nieee öetentctb / a!p §ct öc
getegtigljelt en bjaarfjeit rieibe/ en §ei jijne
Jioft toa^ baar booste fMjben. i^oi&er^ hsai
Stiooon in al!e^ be maat te öooöen/ aitgb^agt^
Sinnig te toei'fi te gaan /be ιι^ίεφ m aï te flren^
Seoberiesaingen noit goeb te Senre«/ in beeie
■ öini
ij
? .
Iii
Μ
4^1 Ε Τ LE V Ε^Ν VAN
ö^Hitóë gfjfiisen / öins^ii toi Ö^eu^
iiNßr «lg ie ^ïi^^en ^iMjllPröiig^pin'
gm niét iioïseii^.iie Wecfc^^
ie,onttieitt5fit/ itiaöc tiolgen^öe Cg^elpeiicf^
be tc ijcrgieüen.,
ïlfit in ö^t ^giic tef?
tiQj n?^'/ läiaat·,/ 500 Dan uaflfiPOi^iïeficiii öat
'et «iet^ pntöjaft / cn «iet^ oiiprtoßie: hm^: tim
ïp tn tDOo^ben/ jj.^aalenbe Deftig? jinfp^ctti':
ßen/ m l&e^iiaam pni|ie 0emo?öecen te trafen:
einitdij^ aan öe joiiftanij öeöaagcn^
tre/ öat^inme garten anti^ciiign öïetjeii.
j^et 503 tkecic öiiifl&eil;«« 0al)en te ferö / eu
tiöiic % aanf.iii <0ecfidpöfjt tn öet bolft toi
ÖPO0fï? aw^sitw ·/ ί3Ε«3.:ίι ÖP öc öeoecrtc
_ , ban öe iieO^iiinpRenti
van Kafto- gcc-geiJast^niffi: / seftc^cni QiHiseii ^tocl/ öc^
toeïfee wfö^ ai te lang η Ujetcn jebrrö icn (5 Su^
n^ 168 boQ^. öß öooö ^an öm 23if|c!)öji ban
fioncn gaii ßtfiaan /1? fieiiÏÉtöen.
Jlï^ öe ban ijec^? / öftoriße.
iien ugt i^omai toa^
gefcöieiwn/ öen 14 ban aan
jeïben aïfittbenöe/ eii^^iraeniie bat öeJafi.oj»
^cm gebaïioibja^/gcopcttt. ίί^η 500 ta^ ai^ gn
«gt 06 «ecfii L'(0eien ga^ bernontcn öat gct iot
op öen i^fet; Kodde bja^ geUaïien/ öpjn bcf?
«iooo^ö«! ban Ö«t ïionins iS^abiii/ niet bcinefc
Is0: Auguilinus ||ct 9.^ijnet: 25di|benifren
Öegint/ «5t0e&O^fien: Heere gy hebt mijne ban-
den verbroken,·» Ü zal il?; een dank-offcr opdraa-
gen, <i2n cnöei? get Vergaaien ban öeejÉ^tooojöen
betoeift^ öe i|»Thercfa 30α
in öen nwnö Öaö: In der eeuwigheit zal
ik
Hy wörd
gekozen
tot nazaat
van den
Siflchop
ΐϋίιι·' -
Petrus Kodde.
de barmhartigheden des Heere zingen ,
fi& Sijné gui^-jehootcn in ^tjm gui^-ïtiijjjri Öaert
feoómen/ om <0oiit ftertetiett^ tc firfjanfteft
oJiec iic öunfï aan gcni cn aan öe üoïïaniifcöc
ïitrft &ciae5cn. ï^aac oj iateft SP öe jpcnne in öe
ïjanö genomen ; len aart Kodde iretoeïïte Jicj
lltrefit öcbonö ii«i ϊΙαοπίΓφη / in.m
«en gefloten sgniïe / toej^esonöert} en
ne öïgiifcSaimetiie3e toöo?bcnÖetui0t:« .. Ik
Zou\vgeen een oogenblik gewacht hebbcri metu„
tcUtregtte gaan vindenj om my voor uwevoe»
ten te wej-pen en uwe handen te kuflep j ten waar
dat ik den ongefchoeiden Pater Karmelijc mijn
xvoord had gegeven , van morgen alhiei* in zijne
kgrk een Sermoen te zullen doen tot lof van de
H. Thercfa. En tcrwijle dat ik die reeds in den
geeft en met dc gencgendheit mijhs harte vol-
breng 5 zal ik uwe bevelen tot mijne fchuldigc
pligten zeer gaarne afwachten ·, en zal met diepe
eerbiedigheit blijven, en5,
©aacna fjee^ öe iueiöoeniter|i der Zendin-
de , en öie öese jaaft 500 öoo^fjioeiiig öaöiien
Sellen ugtbalien / öoo? ö^téijen öe^toet j en aï^
ön^ 0efc5jeijen aan Laurentius Kazoni , tlie ηφΐ
öerliano fóarömaali^ geiaojöen ί
doorluchtigste heerj
hoogachtbaare patroon,
(^een Wijder tijding voorwaar kon ^er aan de
Gceftelijkheit, en byzonderlijk aan my, ge-
bragt worden, als dat de zeer Aanzienlijke Heer
P. K. door de ftemme der Heeren Kardinaalcn,
en door de goedertiercndheit, en ,het Jpzag van
onzen Atlerh. Heer i töt'Harber övcr aéie zoo
gropte
vf
ri
VericheHc
brieven vaa
vreugde,
geluk-
wenfchinfc
ge^ en
a?nk2cg»
ginge fiet
over ge-
fckrsycai»
lik
groote Kerk is aangeftelt. Gelijk als onze Gee-
ilelijkhcit, weetende hoe veel dat uw godvruch-,,
ti^e yver en xnve achtbaarheit by den R.Paus in,
detezaak geholpen heeft, hefloten heeft een brief
van dankzegginge aan uwe beleefdheit te zenden:
zoófheb ik ook voor my genomen een tweeden ·
brief van mijnentwege daar by te voegen i om in
'c byzbnder te betoonen hoe zeer dat zoo een ;
gelolikige verkiezing ray verblijdt heeft : en om
met een· te betuigen hocdaanig dat ik hier door
vei-piigt ben aan uwen yver en zorgvuldigheit j
van dcwelken ik meer overtuigt ben als i^;niand,, :
Dierhalve ben ik gedwongen Godt te bidden,
zeer achtbaarei Patroon, dat hy u noch lang in 'c
leven bewaare , en met de hemelfchc goederen .
rijkelijkwil zegenen: blijvende met de allergroot- '
ile dankbaarheit en ecrbiedigheit , ..
i/wer ^ oor lucht igheit allerverpligtße,
en dienßwilligße äienaar i .
Te heiden, de»
5 Nfivemb. 168.8.
Η.
©aar ojp geeft genidbe <iB>föaf / een man Ut
becïet'iep rjooföeii öao0-acï)tÖaar / öcii 4
©eceittö« öen Uoisciiben öiicfoba' öe^ci^
te 5aaii aan Van Heuiien ligt Äomen δεΓ^ί^^^'
ten: - «
, -.'.,Π'
HOOGWAARDIG HEER,
|K^twijfcldé iriiéï of de verkiezing van den hoog-
waardigfteh Heer Peirus Kodde , waar door zij-
15c
46ο
Ti
Ρ Ε Γ'Κ US Kodde. 4(ίι
ne Heil.' eindelijk de wcduv/fchap van die zeer ['
grootc en aanzienlijke Kerk heeft willen te hulpe
koómen , zouw u zeer aangenaam wezen. En
Wat mybelangt, dewelke ten hoogile gewcnfchc
had dat zoo een hooge bediening aan uwe deugd.
Volgens den zin van den BiiTchop van Kaftorien
^nïiger gedagtenifle , opgedraagen was gcwecil j
ik ben grootelijks verblijdt dat het bewind over
Uv.'e Kerk ten minftcn aan dien Man is opgedra-
gen , aan wicn gy zelf oordeelde dat die bcdie-
'">ing bcil zoude paflen. OndcrruiTchcn verzoek
ik van u, zeer Doorluchtige Man , dat gy van
mijne ftandvaftige genegendheit t'iiwaarc alles
Verwacht : en ik ben u dankbaar voor die aller-
beleefde betooningen van uwe genegendheit t'my-
Nvaart: en wenfch dat de Almogende Godt u al-
le vooripoed en een lang leven wil verlcencn.
Μ Y Ν Η Ε E R,
ß^e^r dienßvaardtge dienaar ^
Romen den
4 Dccemb. iö88.
ΚΑΖΟΝΓ.
5!)e bolgeniic SS^fef Öoo^ öe
scfcij^jebenami Innocentius Xt.
ALLilRHEILiGSTE VADER,
Indien de Chriftene kudde geen godvrucbtiger
en oqberifpelijker reden kan hebben van zich
verbliiden , als over hec bekoomen van een
·' Har-
t
j^^o Het Leven van
Harder: zoo heeft onze Kerk voor al zoo een ré-
den gehad } Wanneer zy na het langduurig ver-
driet van haare wedu wfchap haaren Harder op
het bevél van uwe Heil. met vreugde heeft zier»
benoemen. Het is naulijks uyt te drukken hoC
groot dat de vreugde in 't algemeen daar over is
geweeft in deze landen. Het Katolijke volk heeft
zijne vreügde-ftemmen alIcrAvege gemengt onder
die van zijne Overften: deOnkatolijke Överheit
heeft 'er haar genoegen insgelijks over getoont·
Zy hebben met eenpaarige ilemmen geprezen de
wijsheit van den Opperiten Kerkharder , dat by
tot zijnen" Vikaris zoo een man heeft aangeilelt,
de-iVelL· uyt den fchoot der Geefielijkheit is , in de:z/
'landen is geboren, en niet alleen aangenaam is mn de
' Kat olijke ingezetenen, maar ook aan de hooge Overighe-
den van deze landen. Gelijk wy dan met reden
Voorfpellcn, Alicrh. Vader, dac"onze Kerk, door
de gunft van gemelde hooge Ovrigheden , een
gewenfchter ruil zal genieten j dat'er overal des
te grootcr zorg voor haare noodzakelijkheden zal
gedragen worden j en dat ze, als onder een Kerk-
voogd dewelke in deze landen ervaren is , des re
gelukkiger regecring zal bekoomcn: alzoo zuilcii
Avy, zoo lang als we leeven, altijd erkennen dat
wy deeze zoo groote en gcwcnfchtc vruchten
«ah geeti menfch ter wereld verfchuldigt zijn, als
aan de allerwijlte fchikkinge van uwe Heiligheir.
Laat het ons dan geoorlofd zijn , Allerh. Vader,
u uyt onzen en uyt onzer Kerke naam grootelijks
tc bedanken voor zoo een uycfteekend weldaad,
hetwelke verfcheide andere weldaaden in zich
befluit: En terwijle dat wy begeerigzijnom de-
'ίς daokbaärheit meer door onze onderdaanigheit,
?n door een byzonderen yver voor den Apofto-
UiTghco Stoel,als door woorden te bewijzenjbidden
i 'i'il
^vy, voor uwe voeren leggende, datGodtulan- i
gen tijd voor zijne Kerk wil bewaaren. ^ i
; .f,
©aacojpi^'a'KOcö^enSa^icfgefcl^jebenaatt '
uen intermincius te%ufTcï/iöaac ban kö ^aïpèi?
tm fiaft ïaateii boïsw: - ; ■ ' i|j ii
iä'j 'ïi' ■
^Y hebben altemaal en eenpaarigli)k met groö-
re blijfehap vcrftaan , dat dc H. Véi'giidedng
der Kardinaalen góedgevonden'heefi: den,. Heër
•P. Kodde tot'Ovcrfteover de Rerk van het Veréc-
iiigde Nederland te verkiezen j en dat het den
Allerh. Heer belieft heeft deze verkiezi,ng te bif-
Vedigen. \Vant Avy vertrouwen dat deze Man',
als uyt den fchoot onz.er Geeftelijkheit- geriömeli
CU over zijne cfge landsluiden aangcileld , des tfe
grooter dien ft; aan zijn Vaderland zal doen , örn
dat alle menfchen , zoo wel de Onkatolijken üls
de Katoli jken V deze verkiezing goedgekduri: licb-
hen. En wy d-urvcn -ivel verzekeren dat hier door
een merkelijk gevaar verdwijnt , hetwelke \vy
fïp geen lofle grond te gemoct zagen, indien ie-
inand anders als èeri inboorling van ons vaderland
tot deze Kerkvoogdy va-hcven was geweèiK
daarenboven erkennen wy altemaal zodaariigc
gaven en deugden in den nieu-gck'o&n PaufTélij-
i^en Vikaris', dat wy ihc: reden verhoopen diit
Onder zijne voorzigtige en zachte beftieringè het
gcloovig volk in deze Nederlanden zoo wel in
getal als in verdienikn zal toeneemen. Vorders
"Willen wy altemaal zoo een groote weldaad gaar-
dankweeten aan uwe Doorluchtigfte Genade:
'^vanc wy zijn bewult dat een zaak van zulk een
belang voornamentlijk ten einde is gebragt door
Uwe fchranderheit , en door uwe gunilige genc-
gendheid i'onswaart. enz.
4Ó4 Het Leven ν an
P. Kodde, aï^ icn biejt> ontsag boo^ 500
ïi0 een éiipt / εη niet onFiuiiirig
öe toat ten bimc trat 'et aï örgon te fmculc»/
gab ten öeiiigen Γφοοιη hoo^ een jjofi baar $00
bede ïöfieiiaan bafï ioare«/ m bie met 500 öce^
ïc p?pden aan aüc ïtantcu toa^ omjet«
5icö omtccnt 5i)ne toiiöing/ baac ^^ mrt
mi tc3cn3in naar toe 0C0aan ioa^/cenigejtusa^
pb oppöaaii; Ijteft ^^ bit Metsel boo?
«n0riii{i aaiigejiciiï m ftab beeï iicber/inbicH
J^rt 3onber 51)11 sctocetcn tc Bestoaateii gab ïton^
neii 0cfcöicben / 5onbet ampt naar gittó ίοίϊίεπ
δεατη. J^aat; <iE>0bt peft Ijtt ^00 0cfc|iBt bat
bit tooïitieJjfi'bhjcencii i^: cn bat ïj^ oji bengon^
ÖÖ0 bail Septuagefima, bfii 6 5p£;öniarp 1689/
te sa^ffcï 0eiot}bt 5ijubc / fßait^-öiffcöop ba»
^ebafttn cn S^auffdijfie ©iitari^ ober gct Bet^
ecni0b ^cberianb t' Jjiii^ acitonmi.
Alfonfus de Berghes , mvt^ - ÖiffcgojJ ba»
J^CfÖdeil / boo,? Johannes Ferdinan-
dus van Beugern, 25if|cöoii bau 3Ciitiöeriien/ C»
boo? Petrus vander Perre , 2i5ifTci|Oil bail
nicii/ öecft öfni be S^iffcSoppeipe it]äi«n0
bient
Koddens
vrees en
ichroom
voor die
vtrheve
poft.
Zwarigheit
omttent
zijne
■wijding.
Hy word
egter
ge wijdt»
BilTchop
gewijdt
heeft hy
dezen
Harderlij-
ken Brief
iiytgege-
vcn.
Cot 0cnidbc 31^aarbi0öeit bccïjcbm ^ijube
geeft be5eii i^arberiiiïten sa^ief boo^ be
fïeteii j^cbc-bteiiaareii «^0e0i;ben:
■
PETRUS
-ocr page 468-ρ Ε Τ rus Kodde.
Α Α RT S -BI S S C Η ο ρ van S EB AST è ^
„ PAUSSELYKE ViKARIS IN DE VER- '
\ EEN 1G D Ε Ν Ε D ERL Α Ν D BN
Ifhnfcht aan &ijne Mede dienaar en, in den
£elven 'wijngaard arbeidende, de
eeifivige belooning.
ZEER EERfVJ/lR'OlGE HEERENr
et is U L. bekend dat dc laft , denwelkcn onxe
Zaligmaker onlasigs goedgevonden Heeft door zij-
nen Stadhouder op aarde, op mijne zwakke fchou-
deren te leggen ^ indien men de prijkelen det" ïaligheiè
overweegt , voornamentlijk in de Vereeiiigde Neder-
landen,zelfs te vrezen is voor de ichöuderen der Enge-
len : want die zoo eenen !ail in deze landen aanneemt,
blijft borg voor een ontelbaare riienigte van zielen, de-
'welke wijd én zijd vcrfpreid zijn : en za! zich iefvcil
Vervolgens niet vry pleiten voor de ürenge vieffchaar
des Opperiien Regters, ten zy "dat hygiyis en wéér loopt,
dat hy zich haafl , dctt hy de inenfchen op-ojekt: en teh ij
dat hy zich met een dnvermqeidcn yvcr en met eeti
groote godvruchtighcit bevlijtigt om de zaligheit νήΐι
hen allen te bevorderen. Vorder is dezelfde lad , zoo
inen de ongemakken des nyterlijkcn levens in acht
fleemt, lOQ zwaar in deze landen , dat dezélke bequaa-
iTier geootdeelt word om medelijden als nijdighèit in ie-
rnand te verwekken. Elders kan het Biffchops-ampt
gemakkelijk en aangenaam wezen ; indien ha , geliik , ^
Auguflinus h rpreekt, op een vleyende wijze, en
daar veel werks van te maaien , heoeffent word. Maav
al wie in het midden van ul. het BiiTchop^ampt be-
lli. Deeï.. . Cig k!el>dt';
Ρ
li
•»'1' iii'
proViöi
•v.
kleedt ; *t ïy dat hy 'er niet veel werks van en maakt,
t zy dathy zodaanig ftrijdt als onze Oppcr-veldheerge-
iireeden wil hebben ; moet nootzaakelijk zoo wel naar
den uytwendigen als den inwendige menfch veelerhan-
de moeijelijkheden uytftaan.
Deze dingen worden van my uyt geen ander inzigt
vermeldt , als om ul. des te kragtiger te vermaancn
dat gyl.my , die met zodaanrgen lail gedrukt ben, doch
door een zonderlinge liefde wilt helpen. De hulp, de-
welke ik van u 1. verzoek, is vüornamentlijk dezelfde
hulp dewelke deApoftel vp de Romeinen verzogt door
deze woorden c: Des bid ik «, br^edos, door onzen Heer
Jefus Chrißus , en door de liefde va» den H. Geeft , dat
iy my te hulpe koomt in uwe gebeden tot Godt voor m-j.
loe zeer dat ik deze hulpe van noden heb, en hoezeer
dat gyl. verpligt zijt dezelfde aan my te bewijzen , kan
hier uyt genoeg afgenomen worden , dat onze Moeder
deH. Kerkul., zoo dikwilsals gy de Goddelijke Of-
ferande opdraagt, elke reis in hetheiUgfte gedeelte vaii
de zelfde olFerande doet bidden voor uwen Kerkvoogd.
Ik zouw al te vrypoftig in mijn eiffchen zijn, indien ik
vereifchte dat gy met traanen en zuchten voormy zoud
bidden; gelijk de geertelijke luiden , volgens de getui-
genis «i van Augnftinus , voor den BiiTchop Aurelrus
baden. Dit bid ik α alleenlijk, dat gyl. niet met koude
lippen, maar met een godvruchtige opheiSnge des harte,
mijns indagtig zijt aan het outaar des Heere : dewelke
gewoon is de gebeden , die uyt broederlijke liefde ge-
frort worden, met een groote goedertierendheit te vcr-
hooren ; om de heilige gemeenfchap en eentgheit vau
de ledemaaten zijns geeftelijken lichaams, waar van zijft
zoon het hoofd is, te doen blijken.
Op dat gyl, te mildaadiger zoud zijn in my deze hulp
te betoonen , ^enfchte ik dat gy bedagt hoe dat de ge-
beden, dewelke gy voor my zultftorten, toe uw eige»
voordeel zullen (trekken. Want indien uwe gebeden
zoo veel by Godt teweeg brengen dat ik het fcheepje,
't welke door zoo veele en groote baaren gefliiigerc
word, gelukkiglijk bediere ; zal de zaligheit van ui-
allen, dewelke in dat fcheepje gezeten zijt , des te be-
ter bezorgd zijn. Voorwaar, indien gy van de barmhgr-
tighcit des Almagtigen Gods ver-krijgt dat ik door een
overvloedigen douw der henielfcbe zalvinge geheiligt
wordey
4(50
e l{om.
iS
Λά ^urd.
Petrus Kodde. 4óf
worde; zal het nietkonneti miiTen of dezelfde zalving
lal ook op ul. nedervJoejen : en hoe dat door uwe
voorbidding de ftandvaftigheit des geloofs , de zuiver-
heit der liefde, de oprcgtigheit der vrede , in my_ meer
plaats zullen hebben ; des'te getrouwer en voorzigtiger
dienaar zal ik zijn in dat groote huisgezin ; waar van
gyl. de leeriigebnorne kinderen zijt , en wiens {voor^
Ypoed uw roem en uwe blijfchap moet wezen. IJf
wenfch dat gyl. deze vruchten der gebeden , dewelke
voor my geftort worden, fomwijleii aan de gÊloovigen
onder uwe zorg ftaande wilt uytleggen. ünderregt hen
hoe dat ze zich zeiven en deze Kerke gront voordeel
zullen doen, indien ze door hunne gebeden verkrijgen
dat de gene, die de regeering in handen heeft, wel re-
geert; met oplettendheit regeert; in goede werken re-
geert. Maar draagt dit voornamentlijk voor aandegod^
vruchtigfte zieltjes van uwe kudde : aan die kleinen,
zeg ik,dewelke een vryen toegang hebben tot den fchoot
der goddelijke goedheic; en dewelke door hun gezucht,
*t welke door de wolkenhene dringt, den goddelijken
zegen over onze werken wel weeten te verkrijgen.
Het is dan, Eerwaardige Heeren , een grootc hulp
voor my , door uwe gebeden en door die van n w volk
aan Godt voorgedragen te worden. Maar behalven dit
is 'er noch iet anders, dat ik van ul. met groot regt te
verzoeken heb ; en dat ul. al voordezen te kennen is
gegeven dat gy my fchuldig zijt. Want als gy tot Prie-
fters zijt gewijdt, is ul. bekendgemaakt 1 dat gyl. be-
tekent word door die 70. mannen, dewelkeMoifesop
het bevel des Heere uyt ganfch Ifi ael tot zijne hulp heeft
uytgekozen. Dierhalve zou iemand met reden können
aeggen dat gyl. het Priefttr-ampt niet zeer Waardig en
zijt; indien gy niet en tracht uwen ßiirdiop, dewelke
door Moifes afgebeeldt wordt , niet alleen door uwe
gebeden maar ook door uwe werken op een behoorlij-
ke wijze te helpen. Doch hier toe word veieifcht iiat
uwe leere een geeßelijk genecs-middel i^y voor Gods -volk·,
tn dat de goede geur uivs levens het vermaak zy van Chri-
flus Kerke. Zoo wie dan onder ul. de heilzaaine Waar'
heden van het Evangelie of uyt onkunde niet en kan,
of uyt traagheit niet en wil , of uyt liefde tot deze we-
^ rcld
1 2ii het Roomfch Pontifikaai van de Wijdingc izi Pricftcrcu.
-ocr page 471-468 Η Ë Τ L Ε V Ε Ν VAN"
reld niet en durft naar den eifch verkundij^en , dicftreiit
my tot geen hulpc; en is de oorzaak van zijne eigever-
döemeniire. Och of Godt deze zijne woorden door
ïijnen vinger, dat is door een liragtige genade des H-
Geefls, in ,het gemoed van ons allen wüd'e indrukken e:
Zoo)i des mcKfche, ik beb u tot een Wachter -gegeven aitft
het huis van Ifrael: en gy zult het vjoorduyt 'mijnen mond
hooren, en aan hun van mijr.entvjege verkündigen. Indien
gy , als ik tot den zondaar zal zeggen , gy 'zult de dood
flerven , hem zulks niet zult aangekündigt , en niet Zfilf
gefproken hebben , np dat hy van zijnen goddeloozen weg
Ajwijke en in leven blijve : zal de goddelooze in zijne
goddeloasheit ßerven ; doch zijn bloed zal ik Vart itvje ha»d
eijfihen.
Uw leere zy dan zodaanig, dat zede geeftclijkeziek-
ten en krankheden der Geloovigen kragtiglijk mag ge-
neezen , en hen van het gevaar der eeuwige dood be-
vrijden. Doch dit zal uwe leere bezwaarlijk te weeg
brengen, ten zy dat uw leven hen ook door een goede
f Gregor, 'geur verquikt : f Want die godvruchtige dingen preeken,
'l^d-^ ïn en de godvruchtige dingen niét en doen die roèps.i de zie-
Stitmit. len met de eene, en zerjaagen ze met d,e andere hand. Ja
».4· zy verjaagen ze fterker, ais zy ze roepen : want de mefl-
fchen worden doorga ans meer getroftfn door dc wer-
ken der Harderen , dewelken zy dageliiks zien ; nis
door hunne woorden, die zy maar fomwij'cn hooren.
„ I Tim 4. ^y'· waarachtige helpers moogt zijn ^ moet
ló. ' Sy g'-'^i' mindere acht geeven ορ u ze! ven als op uwe
leere. Omdeze gewigtigevèrmaaning door een aanzien-
lijker gezag en meteen beter ilijl in'uwe harren tepren-
h T-tnmx·'. ' ik de woorden gebruike n van den grootea Gre-
in Luc, 10. gorius : h Gyl. die Harders z.:jt , gedenkt d:it gv God!
dieren weidt. . . . Wy zien dikvjils dat V;- een ζ oki-ßcea
voor de redelouze dieren geßelt vjord ; oj? dat ze van d. «
zeiven zoHt-ßsen zouden tikken en '^eiiez.en ivardcn. liet
gene dan een zout-ßeen is onder de redelooze dieren , dat
moet een Prießer zijn onder de volkeren. . . . D""" hst
dat wy waarlijk het goede aan anderen preeken > w/
ons zéggen met zaaken en voorbeelden beivijz"»·
allerliefße Broeders., dat Godt van niemand meer benadeelt
wórd als van de Prießers : wanneer hy z.tet dat- de gene,
dewelke» hy heeft aangeßelt om de anderen te verbeteren,
dezelven door hun eige» gedrag en door quaade vonrbeel-
- den
e E'^ech. 3.
f. 17.
Petrus KODDE, 4óp
den untßichten. Htt is dan niet genoeg dat uwe leere
uyt het Evangelie getrokken is , ten zy. dat uw leven
ook aan het Evangelie gelijkvormig zy.
De kortheit van dezen Brief laat niet toe dat ili- de
regelen van zodaanig een leven nu zoude voorilellen.
Maar ik kan niet naiaaten , allerliefüe Mede-dienaars,
met een woord aan te merken dat wy zulk een levea
in onze dagen , door Gods zonderlinge goedheit,
klaar]ijk zien afgebeeld in het Hoofd der Kerke. De-
zelfde InmcentiusW^ dewelke het allerzekerile middel-
punt is der"'Katolijke eenigheit , is ook een treffelijk
voorbeeld der harderlijke godvruchtigheit. Want wan-
neer hy zich zeiven, en al wat hy heeft , befteedt om
het licht des Gelooft aan de ongeloovigen te bezorgen;
wanneer hy zijne bloedverwanten niet en begeert rijk
te niaaken '; wanneer hy zich'/elven geheel en ganlch
uytllooft om de iTiisbniiken uyt te. roejen, en de zeden
, der Chriftenen te verbeteren ; wanneer hy een onbe-
zweeke gcduldigheit in tegenfpoed en ootmoedigheit
in voorfpoed behoudt ,· wanjiecr hy vecle gebeden Hort
Voor het volk,en voor de gantche heilige ilad ; en ko-
Üelijker blinkt door zijne traanen als door zijne edele
geileenten ; wanneer hy vol van verdienften, zoo wel
als van dagen, niet op en houdt met allerhande vruch-
ten van goede werken voort te brengen ; leert hy dan
ul. en my niet op een allerkragtigfte wijze hoe dat "Een
.Hardir zijn leven naar het Evangelie moet fchikken ?
Overweegt dit aandagtcüjk by u zelven ; op dat de
fchiiterende deugden van een zoo grooten Paus , aan
Wien Godc nx)eh langen tijd ten dienile vari zijne Kerk
het leven wille fpaaren , alle vadzigheit uyt uwe gemoe-
deren verdrijven.
Gy hebt gezien , Eerw. Heeren , hoedaanig dat ^yl.
my behoort re helpen Ik heb'er noch eene zaak by te
voegen : te weeten dnt uwe hulp, ten zy dat.ze een-
dragtig iskragteloos zal wezen. Want indien deeene
door^ijne goede leer en door zijn deugdelijk leven de
•J^erk al koomt te ftichten : maar de andere, als hy zij-
ne ampt-genooten met zijne tong of met zijne penne
iu hun goeden naam ongeregtiglijk aantaft , hetzelve
weder om verre ftoot; zal 'er uyt veel arbeids weinig
vrucht verkregen worden, t Ik bid u da-a dat gy den t Eph. 4.
ßaat, d^ar <7 toe geroepen zijt , VJaardigHjk be-wandelt, f .1,2.,.
" Φ3 3 ■ K^-'
470 Het Leven vam
^ét ullè MifHoedighett en zagtmoedigheit, met verduldig·
hèh^ verdragende eikanderen in de liefde. Op datgy dee-
te vermaan'ing-e cies Apoftels , ik 2ouw beter ïeggen
dit bevéï d«s H. Geeßs , behoorlijk moogt gehoorzaa-
meii; word 'er voor al vereifcht een byzondere voor-
ztgtigheit in het verhandelen van die gevoelens , over
dewelke fommigen binnen den fchoot der Kerke met
een groote hevigheit twiften. Dat die gevoelens, wel-
ker uytleggiiig weinig of niet kan dienen voor de god-
vruchtigheit der gcloovigen , weg gezonden werden
naar de Schoolbanken der Godsgeleerden: maar dat dé
andere , welker kennis dienltig word geoordeelt voor
c5e godvruchti,y;heit, en welker onkunde voor de zelve
godvfuchtigheit nadêelig word geacht, niet als op een
Tcdige wiize voorgeftelt werden ; ter tijd toe dat de
ApoltoHiFche Stoel het miflchien anders goed zal vin^
d!."n. Zoo dah , een ieder wachte zich van zoo welde
cene als de andere gevoelens, (dewelken hy miflchien
meer aanhangt door eenige vooroordeelen dewelke hy
In zijne jonkheit heeft opgevat als door dwang van re-
dénei;) op den Prcekdoel of door het verbreiden van
blaanwe tioekjes en door allerley gepraat op een uyt-
gelaate manier te verdedigen ; of, dat noch arger is,
de anders-gevoelende met een liefdelooze bitterheit te
befchimpen. Indien iemand zich tot zoo een baldaa»
dighcit laat vervoeren; dat dan de anderen, die de vre-
de betrachten , de verbetering van dienongeruften geeft
door een ililzwijgende verduldigheit van Godt verzoe-
fi-en; of hem, indien het dienilig geoordeelt word , in
den geeö van zagtzinnigheit beftrafien ; of, indien ze
dat lieveif willen doen, in de eenvoudigbeit des herte en
'in de opregtigheit Gods aanklaagen by den Qverften : op
dat dezelve deze zaadenvan oneenigheden en verarger-
fiiiTen 4oor een vaderlijke vermaaning , of door een
ftrenger tegenmidde! , in haare opkomfte verfmachte,
of ook de wederfpaflnigen door Kerkelijke flraf-von'·
niiTcn mag beteugelen.
Behalven de ftrakeelen en tweedragtigheden, die 'er
by gelegendheit van verfchillende gevoelens ontftaan
können j zijn 'er noch andere dewelke uyt de ovcrtol-
ligheit van eenige Zendelingen , of uyt de voorregten
van eenige anderen , of uyt het onderfcheid der plaat-
gen , of uyt eeltige andere diergelijke oorzaaken, fomr
Petrus Kodde. 47Ï
wijlen koomen te rijzen; en dewelke met geen minder
vli|t als de eerftgenocmde moeten gemijdt worden,
xult gy uwe hulp aan my, en uwen dienft aan de Kerk
met een gcwenfchten uytilag betoenen. Doch om dier-
gelijke krakeelen en tweedragtigheden af te fnijdeii
word 'er fehler niet anders vereifcht , als datzezichal-
temaal met een behoorlijke eerbïedigheit onderwerpen
aan de Dekreeten, dewelke de Pauzen xich gewaardigt
hebben over de zaaken deezer Zendinge uyt te geeven;
aan de Verdrag-punten tuffchen de Geeftelijkheit ende
Zendelingen aangegaan, endoorPauflclijk gezag goed-
gekeurd ; en aan de Ordonantien dewelke de voorzig-
tige yver der Kardinaalen van tijd tot tijd over dezelve
zaaken hebben opgeftelt : èn dat ze vorders opvolgen
de Bevélen van den BiiTchop van Kaftorien zaliger ge-
dagteniiTe, deweiken ik vporfchrijf als de mijne ; ter
tijd toe dat'er nieuwe dooj: my zullen uytgegeven zijn.
Dit zal een ieder ligteliik können doen; indien hyniet
zijn eigen belang, maar dat van JESUS CHRISTUS,
met een opregt hart wil zoeken.
Deze Goddelijke Zaligmaker wille uwe harten, de-
welke zoo ik vertrouw op dit allerheiligfte Hoogtijd
van P.iairchen van al het oude zuurdeeg gezuivert zijn·,
overvloediglijk vervullen met ongezuurde opregtigheït
en waarheit; en ul.geduurig vertrooilen en Verfterken
düor zijnen hemelfehen zegen.
Den Af ril 1689.
m^ ICait^-öiffcöop Kodde een ban
8eiiiiiU>fnfcpi0e aan Petrus Ot-
ihoboni . pttf üan ÖeH ^au^ Otthoboni ,
bs»
geeft be ïiarömaal gern iioo? Öm imlflenöen
DE
is W
ij'i:;
JäiA
j^^o Het Leven van
De brief van Uwe Doorluchcigheit, waar in
dezelve my geluk-wenfchc mee het Kardi-
naalfchap rot het welke ik verheven ben,
beantwoordt voll^omeniliik het gevoelen , her-
welke ik al over lang van uwe zonderlinge be-
leefdheit had opgevat ·, dewijl daar duidelijk in
blijkt met wat een uytdrukkinge vangenegentheic
uwe Doorl. my haare liefde betuigt. Ik zal dan,
als erfgenaam van zijne Heiligheits naam en pur-
per, die volkeren onder mijne befcherming paf-
fen te neemen , dewelke uwe Doorl. met zulk
een voordeel des Chrillendoms beftiert. En op
dat ik de minfte niet zoude fchijncn inhetbewij-
zen van gencgendheit en dieniipligtige beleefd-
heit; zoo beloof ik dat ik altijd gereed zal ftaan
om u , als de gelcgendheden voorvallen , dienft
Ie doen. Ondertuflchen weiifch ik datGodc uwe
Doorl. lang in 't leven bewaaren , en met waart
achtige vooifpoedigheden wil zegenen.
Uiver Door Jucht igheit
zeer dienßkereide.
'Ie RomeK.
öe^e ^aii^ lai't ö^gjii ban ^iuäöani
tm al^eniccii Jubilé afgeiwnöigÈ / ö^^ft be
baiï ^eöafie öeu naboigcuQe^
τ r. υ s Kodde. 471
^oor de Genade van Gqdt en van den Apo-
jtoUffchen Stoel Aarts-bijfchop van Sehafte,
en Taujfelijke Vikans in het l·"ereenigde Ne-
derland , wenfcht aan zijne Mede dienaa-
ren in den zeiven Wijngaard arbeidende den
Geefi van de opregte boetvaardigheittèpree-
ken.
m
B·;
li
IK
'isl
Het heeft omen AHerh. Heer den Paus Alexander
VIII, dewelke onlangs door de Goddelijke VoorT
zienigheit tot den Apoftoliilchen Stoel is verhe-
ven , zeer genadelijk belieft een Algemeen Jubilé u^t
te fchrijven , om Gods hulp in het begin iijns Paus-
doms te overvloediger te verwerven. Hy opènt, als
een voorzigtige pytdeelder, de Schatkiften der Kerke,
en hy reikt met een nijlde hand de hemelfche gaven
Uytaan alle Geloovigen; opdat7.ealtemaaldestegewiI~
liger zouden xij η in hunne gebeden voor des zelfs heilzaa-
me rcgeeringe te (lorten : welke gebedeil hy zich nie?
verontweerdigt meteen Vaderlijkegencgendheitte ver-
zoeken ; daar hy 4ezelve völgens zijn Harderlijke regt
onbefchroomd zouw mogen eilTchen. Laat dan het
Katohjke Volk, dqor v^vye efnftige vermaaningen op-
gewekt zijnde, den Godt van alle vertrooib'nge ten tij-
de van dit Jubilé vieriglijk bidden dat hy denopperften
Harder, benevens de Schapen die hem toebetrouwi zijn,
door zijne genade öp den weg van zijne geboden vvil
beftieren dat hy de geeflelen van Zijne gramfchap ,
dewelke wy door onze zonden verdienen , genadiglijk
Van ons wil afkeeren ; en dat hy zijne Kerk, door d^
^eheele Wereld verfpreid, door zijne genadige befcher-
liiing wil bewaaren. Vorders zal deze heilige tijd, de-
■welke binnen den tijd van twee weeken bepaalt is,
op die plaatzen van het Veréenigde Nederland daar de
<0 3 r nieuwe
-ocr page 477-j^^o Het Leven van
nieuwe ilijt in gebruik is, zijn begin neemeii met d^
tweeden Zondag in de Vaften ; dan daar de oude ftijl
gevolgt word , met den Zondag van Quinquagefima.
Doch op dat de Geloovigen, dewelke uwe zorge toe-
vertrouwt zijn , op dezen tijd een volle Aflaat mogen
winnen, word vereifcht dat ze als dan , ten minlien
eens, op die plaats daar ze gewoon zijn de Goddelijke
dienften by te woonen, God eenigen tijd, zoo alsbO'
ven gezegt is, met aandagtigheit bidden ;d3t ze 's Wocns-
daags, 's Vrijdaags en des Saterdaags in een der voor-
noemde weeken vaden ; dat ze hunne zonden gebiecht
hebbende den eerften volgenden Zondag, ofop een an-
deren dag binnen de zelfde week, hetallerheiligfteSa-
krament des Outaars eerbiediglijk ontvangen ; en dat
ze aan de armen , naar dat Godt eeii ieder in 't hart
zal ftieren , een aalmis uytkeeren. De zeevaarende en
de reizende luiden zullen deze volle Aflaat kennen
winnen , indien zy , zoo ras als ze t' huis gekomen
zijn, het bovenllaande beftiptelijk volbrengen. Doch
op dat de genen dewelke gekerkert of gevangenzitten,
of die door eenige lichaamelijkekrankheit, ofdoör wat
ander beletzel dat het zy, opgehouden worden; zodaa-
nig dat ze het bovenftaande of een gedeélte van't zelve
niet konnèn <Olbrengeii, van déze Paiuilclijkemildadig'-
heit niet veriïeken zouden blijven ,: zoo verleent zijne
Heil. aan de Biechtvaderen dat ze de gemelde dingen in
eenige andere werken van godvrüchtigheit zullen mogen
ierwiiTelen; of tot een anderen tijd , de cerfte die 'er
komen zal, verfchuiven. Daarenboven geeft hy magt en
♦erlof aari alle en iedere Chrijlus Geloovigen van bei-
de de kudden, zoo wel aan "Lcekett als aan Kerkelij-
ke' Perfoonen , aan W^ereldfchen en Geordenden ; van
wat Order, Vergaderinge of Inftellinge dat ze mogwi
zijn: om ten tijde van Ahjubilé zodaanigenBiechtva-
der, die deor de Ordinariilen der plaatzen goedgekeurt
is, te verkiezen als 't hUn belieft : dewelke de magt
7al hébbeq orn hen van Ban-vonniiTen, van de Opfchorf-
fingen def Kerkelijke Bedieningen , en van alle ande-
re Kerkelijke VonniiTenen Straften, dewelke van regts-
wege of door menfchelijke uytfpraak tegen hen gevelt
zijii , ook die voor de OrdinariiTen der Plaatzen , en
voor den Apoftoliflchen Stoel opgehouden zijn; of de-
welke in den Brief, die doorgaans op Witten Donder-
d£ïg
-ocr page 478-PETRUS Κ ο d d eJ 47^
dag afgelezen word, begreepen ftaan, in de vierfchaar
des Gewiffe, en voor deze reis alleen, te ontbinden:
en daarenboven om allerhande beloften , die van het
Kloofterliike leven en van de Kuisheit uy tgezonderd,
in andere godvruchtige en heilïaame werken te veran-
deren : ^oo nochtans dat hun ία gemelde gevallen een
heilzaame boetpleeging, en 't gene de Biechtvader vor-
ders goed zal vinden, zal opgeleit worden. Doch het
is het inzigt van zijne Heil. niet door de vergunning
Van dit Jubilè eenig ontflag te geeven omtrent een open-
baare of heimelijke uytfluitinge van de WijdZfiU ;
nochte omtrent eenig gebrek, of eenigeonbequaamig-
heit tot de Geeftelijke Bedieningen, hoedaaniglijk dat
die bepaalt mag wezen : nochte ook iemand eeniger
wijze te magtigen om zodaanig een ontflag te verlee-
nen, of om iemand bequaam tot de Wijdzels of Ker-
kelijke bedieningen te maaken, of hem in zijnen voo-
rigen ftant te herftellen, zelfs niet in de Vierfchaar des
Gewiffen. üpk begeert hy niet dat deeze zijne vergun-
ning van een Algemeen Iftbilé den geenen zal baaten,
dewelke door den Apoftoliflchen Stoel, of door eenfg
ander Prelaat of Geeftelijken Regter, in den Ban ge-
daan, of in hunne bedieningen opgefchort, of onder
een Interdiil zijn gelïelt; of door de zelven opentlijk
zijn afgekundigt en verklaart in eenige andere Vonnif·
fen of Kerk-ftrafFen te zijn vervallen ; ten zy dat ze
binnen den tijd van gemelde twee weeken voldoening
gegeeven of zich met hunne wederpartijen zuilen ver-
draagen hebben. Tot oorkonde van dit alles hebben
Wy den tegenwoordigen Brief door ons zegel bekrag-
tigt, en door de hand van onzen Sekretaris doen on-
dertekenen. Gegeven in de plaatze van ons Pellegrim-
fchap, deu 3 February 1690.
Uyt lafl van den Hoogwaardigßeft Heef-
voornoemd,
Sekretaris.
Μ ,
ί':
iil
Ja
j^^o Het Leven van
■ ,0a öe öoob ban Alexander VIII ijecft gö Φ
gemeem φώεύαι / om εεπ nicutoen ^ao^ te
ineriioeïijicn/ u^tsefc^^i^bcii,
jaai' ióp4 Sl^ Jubilé han In-
nocentius XII, oui öc <0aij£tdpe guij» lioo^ ije
ij^ebe öer Cö^J^ne Βύ^ΙΙηι te ^ertoecben / af^
^ri 't jaac I / üp öen ipc&juaro ' ö^cfc
oja öe aanmaanmge ban öcii intemüncius te
25iUffel mi auöec Jubiléöfgeïiunïiigtiïaoi^eboi^
genöe ^.jöonantie.
Eer'waardjge Heer·,
He τ heßft den Doorl. Heer Intcrtiuncius belieft
het volgende ^oedertierentlijk aan my te fchrij-
"ven·.· Achtervolgens de Vaderlijke waakzaamheit
cn ïorgvuldigheic , inéc dewelke orae Allerheiligile
Heer het oog houdt op het Chrillen Volk, is hy zeer
gevoelig over de prijkelen en uyterfte noot7.akeIijkheden
der Kerke, dewelke iii deze onftuimige tijden van ver-
drukkinge door: de Goddelijke Regtvaardigheit-verwekt
worden totiiraffeder verongeüjkingen,dewelke deon-
dankbaare meiifchen tegen zijne oneindige goedheit plee-
gen. En gemerkt dat'er, om eenige veriichtenis te krijgen
van de onheilen dewelke ons van alle kanten drukken ,
geen kragtiger middel en is als het Horten van eendrag-
tJge gebeden,, en als een waare boetvaardigheit, en de
verzoening der Geloóvigen met zijne Goddelijke Ma-
jeüeit: zoo heeft zijn Heiligheit bevolen dat alle zoo
Wereldlijke als Geordende Prielters, dewelke achter-
volgens de waardigheit van hun ampt den perfoon zelf
Van onzen Heer lefus Chriftus den waarachtigen Mid-
delaar tuiTchen Godt cn de Menfchen verbeelden , des
zelfs ampt van de Goddelijkegramfchap te verzoenen,
gaan bekleeden ; en ten eerften , ieder voor zijn hoofd,
de heilige Üfferhande der Mifie gaan opdraagen met
dit inzigt, om daar door eenige hulp en veriichtenis in
de hoogdringende benauwtheden der Chriftenheit en
der Algemeene Kerke te verkrijgen. In welke OfFer-
Kande ïijne Heil. hun voor eene reize een volle Af-
laat
PETRUS KODDE. 477
Iaat verleent, dewelke by wijzevan voorfpraak ook aan
de zielen der overledeneGeioovigen zal toegepaft kon-
Hen worden. Vorders is dit de meening van zijne Hei-
ligheit, dat tergelegendheicvanzooeeneMiiTedePrie-
fters zullen geacht worden ontflagen te zijn van den
laft, denwelken iemand van hen mögt hebben om aan
het vieren van den zeiven dag te voldoen. En op dat
behalven de Prierters ook. de andere Chriilus-geloovi-
gen , -zoo van het mannelijk als van het vrouwelijk ge-
flagt, en zoo wel de Wereldfche als de Klooilerlijké
Perfoonen , in ftaat mogen zijn van ïich zei ven'tè be-
teren, en om hunne gebeden en werken aan Godtaao-
genaam te maaken; zoo verleent zijne Heil. een dier-
gelijke Aflaat aan alle regtgeloovigert , dewelke tiiet
een opregt leetwezen gebiecht hebbende , en door de
H. Kommunie gefterkt zijnde, de onbloedige Offeran-
de door eenig Wereldfch of Geordend Prieiler voor
eene reis zullen laaten verrigten. Of indien het fom-
migen wegens armoede niet gelegen kooiBt een bequaa-
me aalmifie aan den Priefter, die de Mis leeft, uyt te
reiken: zullen zy volftaan met zoo een Ofterandegod-
vruchtelijk by te woonen ^ en door het leezen van den
Rozekrans van O. L·. V., of van eenig ander gebed,
Godt den Heer te bidden voor de afweeringe van de
tegenwoordige noodzakelijkheden ; of eenig ander ge-
bed volgens de godvruchtige meening van zijne Heil.
te ftorten. Doch die gevangen mogen zitten , of j»e·
gens ziekte het bedde moeten houden, indien zy, heb-
btndci eene Mis laaten lezen , en na het fpreekcn Van
hunne Biecht de H. Kommunie rntvangen hebbende;
den Rozekrans of eenig ander gebed, als boven, voor
een godvruchtig beeldzuilen gelezen hebben ofindien
7-earm zijn , alleenlijk den gezciden Rozekrans of Gebe-
den zullen leezen : die zullen de .voornoemde Af-
laat voor eene reis können winnen. tAi-r Eèrvj. zal
Dolgens haare» yver en noorzichtigheit de Celoovigen op
esn hequaanie -Jjijze können 'uermaamn dat ze ; ich voU
gens de godvruehüge me'ening van den Paus, moetew he-
Dlïjtigen om aan den voornoemdengeeftelijken Schat deelach-
tig te worden; e>i om het Chriftendom door hu-ane vierige
Gebeden te hülfe te komen. Ik blijDe ^ onder het toévjen-
[chen van een overvloedige Gasade des H. Géefis.
Gege-
i 'r
iï.
'i'
Gegeven in de plaatze van ons pelgrimfchap den
Februarjr i6pi.
XJiv zeer DienßiviUige
Ρ. Α ART SB. van S EB. Ρ. V.
m$ in 't jeïföe jaar tt ^tlft sebaarp
3!eß Ia0 / m iie ïaatjïe bec ïtetfef
gationtlia«0cn / t}ctft op hm 29 ban
temi&a; {letol^entiel^ecl^ aaring u^t fijnen naaitt
fóaten fföigben/ cn jeïf ijoo^sebicöt
1Kondergefchfeven,indezen laatften ftond mijns
levens gefteld zijnde , en zullende rekenfcHap
gaan geeven aan den Prins der Harderen eo
den Regter van allen, geve deze getuigenis aan
de Waarheit en Gcregtigheit; dat ik door veele
cn ganfch ontwijfelbaare blijken bevonden heb
dat de befchuldigingen van fommige menfchen
tegens mijne Geeftelijkheit, als of dezelve om-
trent de Genade van Chriilus en devoorfchikking
ter zaligheit , omtrent de bediening van het Sa-
Jkrament der Boetvaardigheit, omtrent het ee-
ren en aanroepen van de H.Maagd Maria en van
de andere Heiligen, enz. tot eenigedoordeKa-
tolijke Kerk veroordeelde doolingen zoude af-
wijken } op geen waarheit en fteunen : hetw^elke
ook byzonderlijk Avaarachtig is omtrent de be-
tichting, door dewelke fommigen devoornaam-
fte Priefters van raijne Geeftelijkheit trachten
verdagt te maaken van Ketterye op het ftuk van
de vijf beruchte Artijkelen. Ik vreze voor de Be-
fehuldigers dat ze van Gods wege een zwaar oor-
deel
478
1 ■ !
Petrus KODDE. 47 p
i^cel zullen beproeven j en ik bid Godt uyt gan-
ft'ber harte dat hy hun de oogen wil openen j op
dat zede Kerk, tot haar, ja tot hun eigen groot
gevaar, niet langer en ilooren. Godt geeve dat
ze een einde maaken van de genen te lafteren,
tegens de welken zy zonder de waarheit te fchen-
den niet anders können inbrengen, als dat ze zich,
op het ftuk van de Genade van Chriftus en van
de eeuwige Voorfchikkinge, houden aan de al-
lerveiligüc leeringen van S. Auguftinus en S. Tho-
mas j en dat ze de zeer bondige regelen van voor-
2;igtigheit , dewelke door de deftigfte Godsge-
leerden der H. Kerke aangeprezen zijn gewceft,
opvolgen ; en naar deze regelen over de bekee-
ringe der zondaarcn, en over der zelver ontbin-
dinge of uytftellinge , hun oordeel ftrijken.
Daarenboven bid ik Godt dat hy deze getuige-
nis, dewelke ik al ilervende geef, doet ingang
vinden by onzen Ailerh. Heer enby deUytmun-
tendile Vaders : dewelken ik ook op het krag-
tigite bidde dat ze zich gewaardigen my eenen
Nazaat ta gccven, dewelke een Inboorling van
deze Landen , en aangenaam aan de Geeftelijk-
heit zy j want ik weet hoe nadeelig voor dc Kerk>
en hoe fehadelijk voor de zielen dat het zoude
i^ijn, indien het anders wierd gefchikt. Vorders
heb ik aan de Geeftelijkheit, en aan alle de Ge·· ,!
ordenden, de broederlijke liefde cn de fchuldigc ί !
eerbiedigheit voor den Apoftoliflchen Stoel op
het hoogde aantebeveelen } zoo als ik in dc ge-
meenfchap, in de aankleevinge, en in een aller-
opregtile gehoorzaamheit aan den zeiven heili-
gen Seoel altijd heb geleeft en tegenwoordig ga
llerven. De grootheit van mijne ziekte laat my
»iet toe meer zaaken op tc gccven. Gegeven
tc
-ocr page 483-48ο Het Leven vaïi
te Delft, dezen 2.9 van September i(5pi, te drie
uuren na den middag.
PETRUS
Aarts-biffchop van Sebaßc-
f SCïi?iï/ tn'tjaaf 1691/ 9?
öoo? «n öpsonöer ©efttcetgeo^ineert bat voor-
taan de heilige Offerande der Mifle, cmdeoneer-
biedigheit die 'er in fteektj niet zal opgedraagen
worden inde Sterf-huizen der Leeken : en dat
men aldaar de Lijk-ilaatzien of de Ceremonieii
voor de Overledenen ook niet zal verrigten.
oj> geeft ög met eenonüecmoei&en
arbeiii/ met mi opietteii&e toaaitsaam^eit/ en
met een ongdoófeiijfte ^o.jgüuiöisö^ii öeseeben
tot S^t öeöaitisen ban jijac ï|aracc^-iiii0tem
0in3 becfcleiiie 23iö&oninicn niet een on&e^
jpaaïöe ïtefïie boe^ßtti^ffeu en öe^igtigen : öaac
|n öeu Urmen öe bepipjaame ganïi öoob / öe
getiailenen ojjregte / öe lïaanïie beufïeL'iite > ööo?
get öat öan alie Itanieu quam toeïoapeii
Öet <i5oiiöeip iaoo^ö itecfe^ei&e maaien oj» ben
5eïf&en öag beriiunöigbe/ be^aiimmentenöeä
bersaiecftt/ en be^ ^uraac^ met
een enlieriiioei^en i^bei' öföienbe: tooefie plaats
5en en afgelege <i5ilan&en / baar jebert eenige
eentoen geen 23ifTcijO|j naai* toe f)ati sereifi /
Öigmoebig ging öesoeiten / aïöaai? ïietriten op^
i'ecfjte/ ]|arbef|aan|ielöe/ en aan beselben öet
noobige beso^gbe; een iebec öoo^ 3iine toooMn
en boo^beelben fisc||te/ ^onber boo^eeiiige moe^^
ïpöeöen afgef^i&t te too^ben. li^aitt ö^öab
5eec g^oote jtoaarigljeben iigt te jiaan: enöegaïi
ben 3öne bageipfcöe öesïgöeöen / en be 30^3
obcK
ί I
Petrus KODDE. 481
oii« 500 bceïe ïierficn / toitrö be soeöe ïtcrfi-
1)0000 gfpgnigt boo^ i^t gcbtar firijöigijeiren m
bc buiïaarbige lafïeringcn ban ben cenen S^^oe-
ber tegen brn ünbemi: betoelïie ettfi hjat ijeU
meïgftec berfp jeibt jgnbe naberganb met een
te berargefniflTe 3tjn upt0eöoiften.
I33at 3aï ift peggen ί f et ïterR-tenijpeefi/ 't
tudhe ban obedan0 tcgeii^
fioiicn toa^/ einbdijft met bc untfcfic tooebe
5cfïo,jt op i)et Ooßfb ban ben ï|atber; betoeïhe
3ίφ ató een muur / ja ptlf^ öoè,? get aannemen
ban eeii ßoomfcöe veiä/ Önar tegen gaö gefielt.
<Öoiit 0ebs bat 'er eené öetec tqben mogen
baagen; en bat be jaahfη öjigcïeat / en be ïterlv
rcgeeringe iaebei' ojn een goeben plooi ge&^agt
synbe/ bs'e broebtge ttoeebjagtigiii^ben ban onse
ïierft in een eeuiDigc bergèetinge mogen öegioi
ben b30,jben I
bat δρ tien jaami/ en ntecr/ met ten T"!'^ '·
mevftc ootmorbigöcit en bmiihere öpïettenb^ B.ffcKop'
Öeit in bat moejely!! ampt ^abgefieeten; enters amptbchar-
hjtjie bat ggi öa^onberiijh pbei'be om aan be φ "gt, w»·^
seiege en arme Iterßen oberaï geieccbe en toaïti
ïtereiDerüIiJiben te öeso.jgeii, i^ tec ναΐί ΐκίΐ-
Senbljeit ban §et aïocmeene Jubiié, 'ttoeïiteln- bdjaama«
nocentius xii. njet ijct öegin ban ïjet jaaciyoo
berieent öaö / boo^ ben gelben ^an,^ naar ίϊα^
men ontöoben. Hibaar 5Ö»be ^eeft gp in öet fchdde
jaar 1701 een nanfajftenrige reSenfröop gegeben punten om-
ban 3^ne ïeere en 5gn 0eb^0/ en banbe ieere
^n get geb^ag bec genen bie 39ne ^o^ge toebe^ ac Kerk"
ttonbjt toaren/ in jgne Verklaaringe over ver- tucht,bc-
i'cheide ondervraagingen, dewelke zoo wel zijn iehujdigt
«^igen perfoon als de HDllandfche Zending be-
ticfFen : todRe ©fi'Iiïaanng te ïïenien geif in ^c.Mviji
ui. deel. tö 't jasr loopi.«
• J
1
'Sïi
Η fcï L Ε V Β >»- ν A"N
ttj^iroi ojpJbrjfi^lTeijanöcICjjoflaliffcÖ^ ïta^
WiKui«: toßiaatinac. bcc <i>berfccn
Öct Doïaciiöcjaar / na öat ög bg De ttocf
iaareuitcitomciiijflijbertofft/ «löooiöe^taa^
iqi ban %oiianö: hjciicrse-cifc^t/ i^ögto^^
öcc naar ijiii^ gc.i'citi« «ί* öat ijg alboreii^ Dooi
Klemens χΐ, Öciurilie t' öa«^ aan rocc Ö^
sat / nirt beii^auffeïyitcn
gpii en niet meer anlsei'C geetielyfte giuifïentoa^
lièceert;. i"a# tn te IXeipstg aangf^
^omstiy ïjeeft Dy ö^ienen iiot5ijn I>aiiedanii ba«
©^ienöeu oatuan^cu > öeioetlte gefcljaci«·"
iööveu iii 't Êiegm ban SluiJ«^ .170%: cn tuaat ugt
p/ te0cn^3ijnebertoacötin0 / bcrfiaan öceffcöat
ggi«3i>n anipt ban JDauftcïijhfn 33iitari^ toaéojK
gcfcloir. #pÖe5cJföetoij5Ci^i)wnaöeL'ljanb ooft
afgc^ei / 30u&cr be naainen bei· genen / bic gern be-
feijnibigt oftegciiIjenigetnigtöabben/ temogen
toerten ofte^enó !jen geiioo^iie hJO:bcn/ $00 aïö
ïj^ Jici-iiiaart iïar ijjn nieer aïs ccnö / 500b)cl nion««
brimg aï^ / niet aUr ootmoebigödt
Sfjeftljei-SGigr: baar i$ijuc jaalt/ niet buiten b^
setooonJijhe foiin ban regten / maar met alle be
bereifr^tf pïe0tigf;cbfH en naar ijft boo.jfeif.jift
ber ßeeftdpe IDerten / Ijab moeien afgebaan
U30,iöen>: 500 a!^ H. ab Archungeiis, een ber^
uiaarö 3ïbboftaat.ic itomeii:/ och &eeft geoo?^
beeït: toelft ooibeel ooit in b^mß ië nptgeftomcn.
Iß eer al^ b?ie |jonberi5 p^eflers of^enbc'
itnsen banbe ïjoiïanbfröc <0eette}giiöeit Ijabben
jtt 't jaar 1701 /; in gefeifen b?ief te« bien einbr
gefe^iebe«/ gtnine getnigeni^ stcscben ober ||et
ïe^en en be ïeeiinge ban ben tot toe^
bcrïegginge ba« 5e&er ^^mecü-fcijjift/ t tueifte
renige toemigef «cfïer,ëban ganclbe <0fefielpi
Witj
Verklaa-
ring uyt-
gegevcn.
Omtrent
twee jaaicn
tc Romen
f;etoeft hell-
ende keert
hy weder
naar huis:
doch hy
verftaat on-
der wege
dat hy in
zijne bedic-
J3ing opgc-
fchortis.
Daar na
word hy
ook afge-
zet, zonder
zijne ße-
fciuiUligers
ofdietc_geu,
he:u gcr
tuigt had- .
dcrijtc.iiio-
sen wee-
M .
Meer ,als
Soo l'a-i
ftbörs bP
ZendcHiT--
gen ilyt dj
Η O land- ,
fchèökfte-
Jijkhcitgec-
ven gettii-
genis aan
de biino-
zcJheit:. Van
's Biflch:óps
leermgi
Jii^
ρ Ε τ R υ S Κ Ο D D εΓ 4^ 3
Öa't/ 3ooal|öefpiaa{i0n0/ m 't sfiföejaatp-
ineipnaar Jionien i)äböai
m^ gcbben 0ocö0föi3ni»i-n öetsen .ftjicf / Öoo^
iTteec ais ?oo jp^jefter^ getttenö / öcüjciiic noit
too^ öefsrn in 't lic^t tö gegebm / Ij/kv tt la^
ttn t5öi0tn : * '
U Y τ Μ υ Ν Τ Ε Ν D S Τ Ε Η EER Ε Ν
HOOG AGTBAARE PATROONEN.
H et is oiis , gelijk billijk wä?, .onnangenaam en
imcrteüjk 'gevveeil dat d(;'i''auirclij.ké Vikaris 'cn
Aarts-biiTchöp vaii Schalk', eert dfrtig en zeef
wakker Prefaat, benevens de Onder· vikariffcii doorhem
aangeileld , mannen van een'overgrootc vrodrnigiiéit,
al over laqgïnct eenige loiic en heillöoxe beiciiuldig-
punten heimelijk zjjii beticht in 7.cker'Smeek'TctinTt,
hét welke.de ßefchuldigers ten, dien einde aan uwe
Oytmuntendheden hebben gc/.onden. Dit heeft ons
allemaal des te zwaarder getroti'tsn , hoe dat'wy den
Weliiand der Zóndiiige ,' de. gezondheit dés-Gefoofs
en de y.aligheit der v.itlen meer ter hartéii' néemeii.
Want wie 7.al -/.ich niet ten hoogfte bedroeven, als
hy ziet dat door zoo een réukeloos beltaan niet al-
leen de waarheit eii de liefde Ktrch'bndeil , mSar'ook
de eendragt gefchcurt , de vertrouwentheif we'ggeno-
iTien, en het gezag verfmaadt en^'ertreedeiVwidrdt: da£
gezag,,zeggen wy, het welke zoo hoognoodigis, voörnar
mentlijk in deze Landichappeni alwaar,, behalven di
banden van een onderdaanige ^ièfde, ·
ge magt is om de wederfpanriigen tebedxVhigÊn ? 'H
om is'het, Doorluchtiglte Vaders , dalAviy.'^'jiet alle
eerbiedigheit voor het Pui^er uwer üytTOnintÄdhedett
nedergcknield, èrniïelijk vërzoekiiii dst igf aatt de
j?encn , dewelke onzen gempiycin' Kèrjc-pr'dl^t'en de
tegenwoordige regeering onVer^èrrdingè rra^^^^
te'maaken, geen geho()r eii VcrlpentJ Wdftf Wy.^'k'én-
aéndede nedriglieit, devroomigheft en deri-'önvcrmóej-
■ D -i · ■ dia
' * 'Zie it na.imcB iii Bat. Sacia i dccJ pag. <; i js,
TT
den arbeid van onzen Kerk-voogd ; en weetende wat
een zucht dat hy heeft voor de zaligheit der zielen ; en
hoe voprxigtig, ervaren en ïorgvuldig dat hy is in de
zaaken van onae Kerk te behandelen, achten hem ten
hoogfte , en berninneii hent in den Heere. ■ Wy ï'jn·
overtuigd dat de Onder-vikarißen ^ door hemaangefteld,
wegens hun goed leven en vreedzaamige regeeringe lo»
verdienen, Wy weeten van geene nieuwigheden, de-
welke hier verijjreidt of gedoogt zouden worden. Het
oude Geloof van S. Pieter, bet welke wy van. de hei-
lige Biflchoppen Willebrordus en Bonifacius geleert
en ontvangen hebben, preeken, beweeren ea verdedi-
gen wy met alle vrymoedrgheit tcgens de Anders-gc-
'anden ^ niet alleen met de tong , maarfomwijleii ook
met de penne. Of fommigen van onze tegen(ireevers
moeften het als een nieawigheit wilkn doen geldeOr
dat men de veilde enonverwrikbaareleerrugen vanS. Aw-
guilinus en S. Thomas , met geen ïnzigt van te twiften
. maar ter flichtinge dergodvruchtigheit, met alle zedig-
heit beweert : en dat men de tucht-regels van den H·
Borromsus , dewelke aloinme in dc ganfcbe Kerk ,
en noch onlangs zoo als wy verilaan hebben te Romen r
geprezen zijn geweeft, met zachtigheit en voorïigtigheit
van verre tracht na tc volgen. Godt gave dat degenen,
dewelke onze Geeilelijkheit, cenigen tijd herwaarts,
zoo plaagcn en belafkrcn , zelf niet op het iluk van de
leeringe en kerk-tucht fchuldig waren aan verfcheide
overtreedingen ? Waar over wy uw allcrrijpfte oordee!
liever met onderdaanigheit wiïlen afwachten , als hei
zelve.op een verwaande wijze vóorkoomen. Tegen-
woordig hebben wy dit maar een en andermaal met al-
Je nadruk te bidden , dat gylicden, overtuigt zijnde hoe
hoognoodig het is dat de Aarts-biilchop van Sebafte er»
deszÏlfs Vikarifïen in deze Landen htinne achtbaar-
heit en goeden naam behouden, hanneonnozelheft vol-
gens uwe regtvaardigheit tegens hunne tegenftreevers
befchermt; hunne achtbaarheit handhaaft ; en den ge-
melden Vikarfs in't kort , zoo het gefchiedcn kan,
aan ons wederzend; en hem met uwegunft en vermo-
gen onderfteunt : op dat hy in (laat zy om onder nw
gezag het Katolijk geloof te verbreiden, de zeden der
Geloovigen in goeden ftaat te brengen , ae kerkelijke
tucht onder de Priefters te handhaven, en de vrede aan
onze
i i
I
L
«HT.c landen weder te geeven. Dc genadigfte öodt
wille uwe Uytmuntendheden in gezondheit bewaaren,
en haar de eeuwige gelukzaligheic verkenen. Dit bid-
ben wy met een uyterfte vierigheit, dewelke met de
•allerdiep(Ie eerbiedigbeit blijvea
Doorlucktigile ïlcereu, hosgachthaart
Palresnen
Uwer Uytmmtendheden aller gehoor-
zaamlie en dienfiwilligße Dienaars
ea Onéerdaamn.
ïPi ïicrïtbooflö ^ïf tan 5ijne tOÊ&ccgei
ïicerö cn in 't ©aöerianii aangeitonicn sgntte/
tiaac aiïe^ ober tniie en inboUetJïanieniJuuc
Sïonii ifaan / geeft na een langen tijb toeijen^
ituee Brieven aan de Katolijke Ingezetenen der
Vereenigde Nederlanden, en een Verdedigrcterifr,
op ©pregte en vafte bcwijs-ftukken ileunènde,
over dc voornaam ile hoofd-iliikken van zijne zaali:
jn "t ïie^t gegeben: en öat met zodaanige kort-
heic en gematigdheit, dat het genoegzaam bleek,
geïp βρ op Ört 3t)iijeJjan3p$iertoecr-
rc||,?iftfj>^eeiit/ dac ze hem als tegen zijnen wil,
cn alleenlijk door de nootzakelijkheit der tijden,
afgedwongen waren: op dat hy niet zoudefchij-
nen door een langer ftilzwijgcndheit zeer quaa-
de vennoedens te itijven , en doodelijke yerar-
gerniiTen te onderfteuneo.
©ese ö.jieiien / betoeiöe geö^uBt en in 't ïic^t
gegetjen 39«/ bie öe 3aa{t tiaar 35 oöec fcöiiy
t»en ai toööïoopig berganbeïen/ toilien tog Φ
j^tcv niet ojjieberen: ijeeï na'n eenoneinbig getaï
ban gefcönfKn / betoelRe in be3e 3aaïf 3|in ngt^
geïjomeni öetogl öe3eHie δρ iebec een geijonöen
too^beiv
4δ<> Het Le ven van
Slniie^e aïïccöacödpfïe gefcgapenögeit iw»
jaaïtm / en i«-'tmi&&en ban jooijcefeöenautoö«
^cöen } terfajlile sjjne ober0ioote 3ucöt Ijooi öe
b^é&e cn geöooi^aaniöcit Ö^t^^netierdfcgte: f»
jijne reetraatise ftföecrte mti öc onno5el^
geit en be Juaarlieit te beröeöigcii ioeöeromhjat
anbet^ fcfteen te 0eBiebcn: öeeft öe Ij^oome MtcïP
boo0Ö/ bie 0een niitiiier jucijt bom be b^ebeaï^
boo^ betoaaeöeitöab/ aan öetbe biepli0ten5O'
badniö bolbaan > bat ugt ïiefbe ban beb^ebe
en 0e5ooi3aam9eit 5rfö ban alle be bebienin^
0en ban jijn aittjjt ten einbe toe geeft ontgouf
&en : enngtgber tüt be ioaarljeit en 0ere0ti0^
onno5eiöeit/notï|te biebanspne^ee^
fldpB^^t / bit geeft berlaaten: met snifte een
sefÏeltenifTe/ bat fty in 't tnibben ban 300 beele
rn fc|j|iMielpe iaflfi'in0en metbetoelfeen Sg ba#
0eip^/ 5onbec get bcrbient te öeööcn/ aan0ei
tafi toierb/ aïtijb een toonberbaare 0ebuibi09eit
cn 0eïpbo,jmi0geit bc^ 0emaeb^ gee^ begonben,
©ebJijl ö^ al| Job üejp^oeft en ojj betfcSwö«
&]®5en &e3O0t biierb / ntO0t ög met gem ooft
5e00^n : * Godt leeft 4ewelke de uytfpraak van
mijn Vonnis heeft weggenomen : en de Almag-
tige ïeeft / dewelke mijne ziel in benauwtheic
heeft: gebragt: want zoo lang als 'er adem inmy
zal blijven, en als Gods aartem door mijne neus-
gaaten zal gaan , zullen mijne lippen geen boos-
heit fpreeken > en mijne tong geen leugentaal
verzinnen. Ter tijd toe dat het leven my be-
feeft, 2al ik van mijne onnozelheit niet afwij··
en. Ik zal van mijne verdediginge , dewelke
ik begonnen heb , niet afllappen ; want mijn
hart ,doet my geen verwijt.
ο lob %y.
en?.
ρ Ε τ R. υ S κ ο D D Ε. 4^7 ^
/ gclylfe öu f fcö?i)fi:aa« öen t in rijnen ij';
Baii^ Klemens XI,, nict ί»ι>η ÏJff / üW W ' j'!
I« Pieters / aitiji) iioo,?ccn nov. i/of. f.i
iten fiaiiö ban ïiefbe / ban oniicrbaaniggiit/ Wi
ecrbicöi0pt/banscmecnf£;öajp bcrecm0ti|0ef ·
toCCfi/ heeft hy 7jjneziei in geduldigheit cn ftïlr ^
toa^ aïiwnïp mmt oba· be fifbiocfi
m janinia'ïi}fe gcbaantc öcr ïtecfte / öoo^t jer Kerke,
toien^ toeïfianö 500 bed apbeiö^ fiaiï u^t?
giliaan j εη öctocifie aïtijb met suïft
tcöeröeit geeft bemint / bat gaar altoo^
in zijn harte droeg om met haar jgeïijft ÖS fiPf^'fV
te leven cn te fterven.
De liefde die ik mijne Bruid toedraag (zoo
fchreef hy in het laatlie van November i^oy)
cn dewelke door gene verongelijkingen van
tijden of van menfchen 7.al gcdooft worden,
laat my niet toe deze Kerk·, dewelke nu ze-
dert vcrfcheide jaaren zoo deerlijk over hoop
leit , met drooge oogen te aanfchouwen. Als
ik by ray zeiven bedenk met wat al kommer^
oplettendheit en arbeid <Jat ik dezelve zoo vee-
Ie jaaren Jang heb gequeekt ν wat kan my
fmertelijker vallen , als dat 'er deze akker.,
dewelke my van ChriÜus te bearbeiden gege-
ven is , zoo droevig en wild uytzict: zooda-
nig dat hy door al het onkruid't welke dö^ '^^'^-i'·
vyandlijke mcnfch daar op gezait heeft , on-
kenbaar is geworden ? . Hieromik met
den Apoftel een groots droefheit en een· ge^uurig
hartzeer , tot- 4at -de vredf . wqder rcens her-
fielt en <ie onecnigheden gGäernpc zijnde, het
.....m 4 · Chri-
-ocr page 491-Het Lbven va ν
Chriften Volk in Chriftus eens zy van woor"
den en van gevoelen. En άοΛνΐ|1 ik bewull
van mijne onnozelheit , verklaar ik dat ik my
zeiven vry kenne van een zoo groore cn deer-
lijke tweedragtigheit : Indien de oproer , de
fweedragt en de fcheuringen om mijnentwille gere'
zen zijn ; zoo wil ik weg gaan en vertrekken.
Laat de Schaaps-ftal van Chrtftm maar vrede gs-
nieten. Mirs dat de gerechtigheit , de onno-
zelheit en de waarheit maar niet gedrukt en
worden , zoo laat de liefde tot de waarheic
en de zucht tot de eenigheit in al het andere
de overhand behouden : dat de godsdieniligc
eerbiedigheit tot den Heiligden Paus Clemens
XI , welke eerbiedigheit ik noit in eenigen
deele gefchonden heb , en noit fchenden zal,
bovendrijven : Tot den Heil. Paus zegge ik,
dewelke Chriftus Sredchouder en Petrus Na-
zaat is : en dewelke zoo in harderlijke Zor-
ge , als in eere cn inagt, dc eerfte plaats over
d^c ganfche Kerk bezit.
Cirtoijfó bat gp beeie röttijpen btr ïiecite/
iietoelfte nirt 330 te gcljpcn / in
jcntoooibig^cit neöimrig £>etcetirt>e / cn ^icft
met sobbiuc^tiacocffeningen &c5!0Ö!dit} ίβφ
^cm öc iaatfïestefite/ baae gji strïj aïtijö tc^m
öcrdbe / Qan0ctatï; ^^esdbe geeft ben ^ob^i
btenfiigen ^.jelaat langen tijb geplaagt: en
geeft gein onbec jeer beeïbnibige en p^mhy
ïte abetngaaïinsen / betoeïfte nyt een stoaarc
anibo,jfïi0geit ontfïonben / boof getoeïbise
nen alleng^feen^ uitgeput en afiieniarteït.
<i^nbectu(ïc&en ^ag-g^ gebunrig oj» ben eer^
#en aanïeibei^ fit ben boitreftïter be^ ©eïoof^/
S. Chm,
tp. I. ttd
Cor.
Petrus Κ ο d d β. 4s9
Jefus Chriftus : mct fcöien ög gcïtruifï toa^ i
en ö^ntodfen gg tot öen ïaatffcn fnaft 5ijn^ ïe^
ben^ tor ^ttft aan0eöan0cn.
<0jP3gnbooböciiïK ïeggeniie geeft ff^ / joit^i^ ji««
bec banicntanb ööar toc geöeöcn tt 5gn / en ugt
iije Betoeginge / it^t tiwebe ©ßcßiaaring iit dn ander«
Φοίι^ tegentooo^iaÖ^it ijoo^gcbicgt / en ben verkiaa.
II. ^bemöer 171G, met etsen ftanbe onbet^
teRent: » f te oeift
IJaaten op-
K ondergefchreven, dewijl de ziekte, die my fchrijven
nu te bedde houdt, al zoo gevaarlijk is als die ondcr-
iny te Delft in 't jaar i6pi. op het uyterfte had
gebragti heb mijne gedagten laaten vallen op de
Verklaaring, dewelke ik op dien tijd, te weten
den Z9. September , aldaar heb laaten opfchrij-
ven, en zelf heb ondertekent. Na dat ik die we-
de rom met alle aandagt had doorlezen en 'er niets
had in gevonden , hetwclke niet in alle deelen
overeen quam met de waarheit en geregtigheit;
heb ik goedgevonden dezelve , als zullende nu
gaan fterven en voor den Opperften Rechter ver-
fchijnen, wederom te vernieuwen en te beveili-
gen : zoo als ik die mits dezen vernieuwe en be-
veftige.
Daarenboven, overwogen hebbende wat dat
'er al, zederdtien jaaren en noch langer, in mij-
ne'zaak is omgegaan; in welken tijd zoo wel re-
gens my als tegens deGeeftelijkheit van het Vct-
eenigde Nederland, ten deele de oude befchuldi-
gingenzijn vernieuwt, tendcele verfcheide nieu-
wen zijn uytgeilrooit : zoo acht ik my verpligc
om deze getuigenifle van waarheit en geregtig-
heit aan mijne onnozelheit, aan de Eerw. Gee-
ftclijkbeit, en aan de ganfche Kerk te geeven,
490 Het Leven vax
en..opentltjIc te verklaaren ».gelijk ik nu in Gods
teg,enwóordigheic verklaar , dac ik my niec be-
wuft en ben v^n eeruge feilinge , 't zy omrrenc-
het Geloof of de Zedeleer , 't'zy omtrent de
Kerk-regeering, dePreeking van Gods Woord,
of de bediening van de Salcramenten ; dewel'
ke ik begaan zouw hebben : pf dewelke begaan
.zoude zijn door de Eerwaardige Broeders, mijne
Mede-werkers : in wèlkers leeringe ik nimmer
iets bevonden heb , 't welke ftrijdig was regens
het geloof der Kerke: en in welkers praktijk ik
insgelijks niets befpeurt heb, 't welke vervreemd
:Was van de Kei-kelijkc tucht - regelen.
- Maar dewijl'er allerwegen een gerucht is ver-
fpreidt dat ik geweigert heb het Formulier van
Alexander'Vil. te ondertekenen: en de fpraak
overal gaat dat dit de eenigfte oorzaak is van alle.
de zwarigheden die my zijn overgekomen , en
van de zwaare beroerten die'erin onze Kérk zijn
ontftaan : zoo'heb ik noodig geacht, nu ik de
dood als op de lippen heb , met korte en duide-
lijke woorden tc verklaaren. wat mijn.gevoelen
in dit gefchil is , en altijd is geweeft.
Zoo dan, wat de vijf beruchte Stellingen aan-
gaat, dewelke Hoor de Pauzen véröordeelt zijni
dezelven heb ik aUijd gedoemt j zoo als ik die
noch tegenwoordig uyt ganfcher harte verdoem
en verwerp. .En ik verdoem die in den zélfden
zin, in denwelken de Pauzen ende ganfeheKcrk
dezelve verdoemt hebben j zonder eenige uyclcg-
ginge , onderfcheidinge, of inbindinge : en in
wat boek dat ze mogen ftaan ; ook in het Bock
van Janfenius , genaamd Augüfiinm^ indien ze in
^t.Boek waarlijk gevonden worden.
Ik heb nok eenige zwaarigheit gehad, als en-
^lijk over het gefchil wegens het feit: te wee-
ten
«)
fen of die Stellingen, dewelke ik oprcgteli jk ver-
doem , in het gemélde Boek van Janfenius, haar
I den echten des Schrijvers verftaan zijnde,
Waarlijk gevonden worden. En dewijl zich in
deze ganfche zake , uyc hoofde van zeer veele
j , omftandigheden . ontelbaare zwa^righeden en
nioejelijkheden hebben opgedaan} zoo is in mijn
gemoed, gelijk aan meer andere BiiTchoppen ên
Gods-geleerden is gebeurt , een zwaare twijfe-
ling over dit verfchil wegens het feit gerezen.
En wanneer ik van de ecne kant zag dat zodaa-
nig een verfchil, 't welke alleenlijk op een feit
loopt, tot het geloof niet kon behooren; en ook
tot geen ftoife van ketterye kon betrokken worr
den : en het van de andere kant voor een grootc
heilig-fchenderye aanzag, indien ik een zaak, die
my twijfelachtig voorquam, onder de aanroepin-
ge van Gods Heiligen naam zou durven verzeke-
ren} heb ik het, ik wil het wel bekennen, onge-
oorlofd geacht het Formulier met dusdaanige een
gefteltenifle mijns gemoeds te ondertekenen: vree-
Zende dat ik het doende mijngewiflè met eenver-
foejelijke meineedigheit zou befmetten.
Maar verre zy van my , dat ik de vrede der
Ke;rkc oit zoude geftoort hebben j of omtrent
dat verfchil zoude afgeweken zijn van die god-
vruchtige en godsdienftige onderdaanigheit, de·!·
welke ik aan den ApoftoliiTchen Stoel altijd heb
bewezen} en zoo lang als ik noch te leeven heb
Zal blijven bewijzen. Tot oirkonde van dit alles
heb ik dit zelf ondertekent:
Gegeven te Utregt
den li. van November
IJIQ.
HET Leven VAN
iia0 ban Carolus Borromïeus , ϊβφ
iaatfie<©Iij3ei ontban0en; cn t^ baar oj> ooit met
öetïïicöaam be^ ^eeve/ al^ ^ijnclaatfle tetrfpij^
3e / berficritt gciveefï. <βη becmit^ jgne ^ieHte
nocö aï eenigen φ öunröc i cn öe iiomftc öe?
ï^ecre met ongebettten aan^ejigtc nocö aï ugP
gefïeït ioievit if dP ^oo^ öat €>obbdg& ïic^aam
«ocö al becfcSeibe reisen en ban tgb tottijbber^
quifet sefcoeéfi: ζίφ seïben altijb tot em flagt-
offer met€ö«'fiu^ ojpö^aagenbe/ ter tijb toe bat
Ö? offecanbe 3outo boltroiifien geBBen.
mi^ mi be ftanbbajitge jj^^eïaat / betoeiße *
ondervraagd zijnde nok dubbelzinnig heeft kön-
nen fpreeken , ben ïaatfïen firijb boo^ ^ijne onj
no3eï§eit gab ugtgegarbt; geeft / nergen?
ineer 03) benftenbe aï^ ojj fjemelfcgesaaitcn/bart
be aarbfeöe geen toc5cnniecröeBöenbe/ boï bati
geloof/ scrufi en isjdgenioebsijnbe/ banb?eug^
be oberbïoebenbe / aïie beron0eigiimöen niet al·
ïeen becgeben en bergeten geb&eube/ maar ooit
met Stephanus ugt get Bimienjie ïj^J-'tebooi
3ijnc bttänben Bibbenbe/ en ben l|emeï B^na 0e^
openb 3ieitóe j ja rceb^ aï^ een boojfmaaft ban
be b?en0ben be^ gemelfcgen ïeben^ 0eh3aar too?^
benbe/ met berraaait ih ben ïfeere Be0iimen te
fierben. -j^en ïee(t gem be boi0enbe hjoojbe«
boo? (5ïjnbe be iaatfien 0ebjecfi bie gem tot οψ
hjeii{ttn0e cn bertroofiin0e boo,i0ebia0en $tjn) t
In alle ecuwigheit zal ik de barmhertighedcn des
Heere zingen: 9!Qï)ooit'a'naari 9@3ne0teen?;
gp 0ceft ben 0eefï.
^tt ip i^0e-eert 0ebjcefl boo^ een aï0emecne
b^oeföeitbanafleröanbe menfegen/ en boo^ be»
toeïooj» ban allerïeg fïa0 ban bolß: 'thjeïïteban
aïie itónten quam aangeloopen om ben nebii0en
Hy out.
vangt ilc
Kerkelijke
gerechten.
• S.Oreg.
ΜουλΙ.
i, 10. e. 17·
Hy fttrft
met ver-
maak , na
het verwc.
ven van
allerhaiiilc
verongelij-
kingen.
t Pf. 88.
v.l.
P^riaat / tuien §ct bg 5U« niet pö ïtoiv :
ncn 5icn / om bat Binnen in öe tïaïi jrif 3e- : '
öett eeni0e jaaren alö berfto^igen öab geïeeft / cn J
qnaïg& oit te booifcöijn quam / te« minfïe na
3ijne öooö te öefci|ontoen. i
^a öat 5ίίη ïicfiaani tfcuee öaoen in Ö0 föetß Hy ;
ïeben beboïen pb / geboett naai; get bo^jj Ji^au^ : j
monb Selben: aitoaac ög onber be gefieenbc# j:
ren ban eenige gobb^ucïftige wannen mfteni Ij
be; en met gen sijne beiriofflng bertoaegt tegen^ I
^ύ öceft gekeft tloee-en-feftigjaaren / en b^ie
iweeltcin v
<0m bat i)u «pt nebiig^eit 3ieÖ seiöcn noit in
3gn leben Ijeeft toiilen laattnfcöilbeten/ peö&m ■ f
bjg geen p^ent iionncn gerben 't toelfte stjne ge^ Ν .
baante Detet bectoont .ïKtaac ÖP toojb öetec af^
gcbeeibt insgnebcugben} betoeiltein 't ito^tboo?
ben §000-gdferben i^eei'H. D.w., Zeeraar in
beibe be legten/ in 'tboïgenbe<0raf-fc§iifï3ijn
ugtgeb.julit:
494
VEN VAN
TER EERE VAN DEN
GOEDEN EN GROOTEN GODT.
HIER RUST HY
DEN W ELKEN
AMSTERDAM AAN DE WERELD GAF ·,
LOVEN IN DE VERGADERINGE DER
ORATOOREN OP DE GODKUNDE
ZAG STUDEEREN;
UTREGT TO Γ PASTOOR HEEFT GEHAD;
HET VEREENIGD NEDERLAND
AL S
PAUSSELYKEN VIKARIS
HEEFT GE-EERT;
ROMEN, VOLGENS DE VERKIEZING DER
GEESTELYKHEIT , BISSCHOP VAN
SEBASTE HEEFT GEMAAKT.
d i τ i s die
DOORLUCHTIGSTE EN
• HOOGWAARDIGSTE HEER,
WIENS
DEUGD EN STANDVASTIGHEIT, GELOOF
EN VERDULDIGHEIT , STAATIGHEIT
EN VOORZIGTIGHEIT, WELSFREKEND-
HEIT, GELEERDHEIT, EN ONVERGE-
LYKELYKE ERVARENDHEIT IN DE
GODDELYKE SCHRIFTEN;
EN DAAR BY
EEN GELYKE ZUCHT OM VAN DE EENE
KANT DE VREDE EN DE ONDER CAA-
NIGHEIT TE BEWAAREN,
EN VAN DE ANDERE KANT
DE ONNOZELHEIT EN DE WAARHEIT
TE VERDEDIGEN,
DE VERWONDERING
VAN DE WERELD VERDIENEN.
HY
1?
ly
HY IS OVERLEDEN TE ÜTREGT , DEH
XVIII. DECEMBER, IN 'T JAAR ONZES
HEERE MDCCX.
HEBBENDE LXII. JAAREN GELEEFT,
Ε Ν
XXII. JAAREN AARTSBISSCHOP· GEWEEST.
IS BEGRAAVEN TE WARMOND
Β Y L Ε 1 D Ε N.
DIT HEEFT. DE GEESTELYKHEIT AAN
HAAK PRELAAT DE, KUDDE AAN
HAAR WAARDIGEN HARDER
O Ρ G Ε R Ε G T.
öa jgnriiooiï öe^aïben raeecaniicre fcïf^ff
teiV 't suneE 5bertö«nn0e / in 't ïicöt gegeben:
Verdediging der godvruchtige gcdagteniilè van
den Doorl. cn Hoorw. Heer Perrus Kodde, Aarts-t
bifl'cbop van Sebafte , eil?» Öetoeifte jOOÏt UI gct
iptanfcï) tn .j^cbcrtJUitrcö uptgcftoimn ; cn
genoe0 in öc tocrelb öeßetHJ : 500
I ■
49i·
Petrus Kodde,
bat ö^tonnoobia bescibe aiöiec fti tf lajfcgewv
-ocr page 499-45)6
T'lltregttt^t οιιίια·;^/ eenbeuöjg naacbeioe^
cclb / maar ceriijiicn cn ßobbiucgtigen ge*'
öorcn; öumicnjoou/ na öat
gg boo^ tt iaaige fcgoïcn geftomcn toa^ / oji Ö^t
^antoir ban binnen lltregt. ifeaac
500 'a· onöertuffcöen eenige plaatsen aän öe
tolianiifcöe genbinge in 't ïioUegie ban f auö
Urbaniis, gemeenip uiet ben naam ban Prop.
fide geöeeten / tot ïtionifn bergunt toacen > en
be Johan Lindebom, cm bCT ^aficrentot
Utregt/ 5icï) bcrtoaart^ öcgaf ter berbebiging
. scaU ban 3ynï>oelije * Jacobs Ladder,en?. i|Theo-
iaeeb. dorus dß Kok in 3jjn gejdfcgajp met nog bier
aubere nifbe-genoteu baar genen gefcijiltt / om
be öoogere üjetenfrijappen aïbaar te boiïeeren^
i^p Benaarfïigbe bejei^e 3eer ernfïtg ban ben bf^
ginne gelijft be ï^eer Leflé , ngt liïomen
fcpaeef aan Johannes, ^iffdjop ban ïtaftorien/
toien^ befo^pr Ijp albaar toa^ : Theodorus
de Kok bcyvcrd zuikerwijze de deugd cn de Ihi-
die, dat zijne gczondheit gevaar heeft geloopen.
i^ier boo? / cn te3amen boo^ φι 3ebi0 en u^^
terlijft geb^jag / bemihte ïjg be ßomeinen/ ber^
isantariik) ntQte/ bat gg ober be anbere t ieerlingen
in öet gemelbe üioUegie gefielt bjierb.
IHcBt jaaren aibaar boo^geb^agt öebbenbe / ίφ
Doktor ban 'tUrbaanfch lioïiegie (Qdiß ooft
Jjet meerenbeei ban bie Sea-ïingcn) gemaaiit.
©aar na met Barcholomeus PeiTer, sgnen fcïjooï-
genoot/ eengeleerb/ gob^bienfïig/ opregt/ cn
banaUeönbbriöeii enöeersncöt berbieemb man/
3ijnb^
-ocr page 500-ttieodorus de κ o κ.
teseniaoojbig i^aftoo^ in lËai^ttieei· / öé V
tei^t aangenomen öeööeniie naar 't baöei'Iaaö/
toici'ö öaar aangelioiiien jyntte met een jluaave ,^ΐ
3ießtc öebangen : öaci) ijei'iidb jijnlïe / toieuti
ban iren ïfeec Abraham Brifnen, |i)aftoa,i te il^
tregt en ban öen SSifTcöop' Neer-· ; ι' ■
kafrel tOt öen ïfcer Henrik vander Graft , Oltl , ' j
5tjnafijefc|jeitis ielissiPachomiusßygenaami)/ en ΐ'ί
boD^ lang HJat^té-jJiieflia' obre ίϊ^ιίηίαηδ becsoui I
Ik zende u dezen Kok , met veraosk dat gy .1·
zijn keuken bezorgt.
^an öe^cn ïfeec / en aan jiju ganfcöé ö^i^g^S»» 1:=·'
cn maagfcöap toa^ U ïOeer dc Kok iief en töaarïr.
bjoeg ooii b,?oani en toei / onöcc 'tgeieiöc .
Öeä ^φβαρ^ ban ïtailacie» Johan van Neer- ; i|i
kaßel, öie ^ijnsrén gunftigc boaj^ Jj
toaren : sotsaang ooft üat 3e ï}eni in 't iiij
jaar J087. mcteenjjarige fccnmien berltojen om |:!|
ecnJDauffdpeu VK-arKs en , 'i'·
ïiafiarica/ tofnyas' oberleaen/
tebcriirijgeii. ai^anneci· öe'^rce Hugo van Heui-
_________________________________________________......'^ïtÖUi
getoeefitoa;^/ öü Unpim!^/ 'tUcregt-
iche en Haaflen)(che, rfilä^igtig^bja^ boo,?^^
frdïi. Ijéeft ïfea* de Kok öie jaaït te
men geiaMtigltjU ten eiiiöe gc&.sagt: toaar oiiec
Öji een eeutoigen iof öp öe iloiianbfclje ^scflc^
ipj^eit 5ai öefjottöen.
jd^aar insijn babcdanb bjeöergeiieert jijnbe
beelöe ÖP jicDseïben in bat ïju te iiaeltje^ lOierö
ontöaall ban ben nientoen liêrïtbaogb: betoelfte
boïgeni 5nnea aart be ftompliaicnten obcit^Hig
aeötej en be aanggüobe toaartJigijeit / bie Ijn met
be toeeg-feMaï ban &ct Cbangelie oj^tooeg/ ai^
m. DE EI.. 'li
j^^o Het Leven van
een ïatc ïjab atinjctionicn. 2öO Ö^fft
öaii de Kok Jjooi tei'ft öeginiicn te Rïaagen ais
of öeiit bie banïiöiiarlfjctt niet iuaiS iietoc5cn / öe^
hjelfee ttieer.öe bcröirnt te ijeöbrn. i^iac m
öegon öe lüaaoenbc ^^iefrcr^ te iJOf
geu i j^cimeïpi öo-een iionifieninet ïj^n te|ott^
trcn ; "föag-fcöjiften en iiacijcn naar ïtonicn te
jenben. <!B>!t aïie^ bja^ i)et ße0in ban ineeröer
cn srooter Uraïicclcn en onUijïen : baat eenige
«öeojöenben / betuelRe be <i5eefieïpö^»t aï oürc
iang af0iinfii3 toarcn / ïuftig onbec coeiben.
ïDoo^ al bit ïutiijcn fjÄn 30 §ct 50a üji)b 0e'
feagt bat genjelbc^eer de Kok, toien 5e nu ojiJ
ïj'unne 5iibc geftre0eii ijabben/ jn^ m socïtei'ii-
cUecjie lici'Maait.
De Kok 4©ant na bat Kodde, te i^ornen ont&oben eti
word in Je iuebcc ttaat ö^ïia' gejonbeii sjjnbe/ oj> jobaanige
p!a.its van uccijaalt ö^^öi"« 50» ampt ban
ioor kn" 3^au{fdijiten©iitail^ toa§Sop3ercDoifi,· ijiXheo-
veiEevcn dorus de Kok , ben i .^ïijeg 1 jox / booj ben
vas, a!s boigeHöen 25?ief ban Klemens XI. tot ^^autJC'^^
Kerk-over-jp^j^ €)nber-Miané / met inagt ban Mta-
rié/ in be Jiiercemgbe ,#ebedanbcn aangefceit:
KLEMENS Xi.
J!a>i on,xcn Bminckn Zoon„
Τ Η Ε O D O R U S D Ε Κ O Κ.
Wereïifch Prkßer in ^t B'tsdom van Uiregt
en Leer α Ar in de Godkunde.
"DEmlnde Zoon, heil en Apoftoliflchen ïc^en. Voi-
'"-^gens onzen Harderlijken pligt bezorgd zijnde voor
Geloovigen van Chrilïus, dewelkcïich in Holland,
/>n
de
en
-ocr page 502-Theodorus de Cock. 499
éii in de Landfchappen met Holland vereenigd en doof
de Ketters bezeten zijnde, bevinden: en grootelijks ia
den Heere betrouwende op uw geloof , geleerdheif
voorzigtigheit en y ver voor den Katolijken Godsdienft;
w.aar over gy hooggclijk by ons word geprezen : en U·
van alle banvonniiTen, opfchorlTingender kerkelijke be-
dieningen, Interdikten , en andere kerkelijke vonnif-i
fen , en iirafFen ; 't zy dat dezelve van regts-wege ·
of door een meiifch zijn uytgefproken; en om wat re-
den en oorzaak datze ook gevelt mogen wezen; itidiefii
gy 'er in eenige mögt ingewikkeld zijn ; en alleenlijk
om de uytwerking van den tegenwoordigen Brief te:
können erlangen, door den inhoud dezes ontbindende^
en voor ontbonden zullende houden : zoo is het dat wy,
xnet den raad van eenigen onzer Eerwaardige Broede-
ren en Kardinaalen des Heiligen Stoels van Romen,
dewelke in onze tegenwoordigheit een Vergadering o-
ver de zaaken van Holland voornoemd gehouden heb-
ben; u, dewelke zoo als wy verdaan hebben voorhe-
ne in deze onze vermaarde Ilad een queekelingzijt ge-
weeft van het Kollc^ie over de Voortplantinge desGe-
loofs , en daar by Lecranr bent in de Godkunde ; en
die in de Zendinge van dezelve landen langen tijd met
lof hebt gedient, Pauffclijken Onder-Vikaris in dequar-
tiercn van Holland en van de andere gemelde land-
fchappen, in de plaatze van onzen Eervs^. Broeder , Pe-
trus Aarts-biiTchop van Sebafte , Pauffelijken Vikaris
aldaar (denwelkcn wy in alle de beoefFeningen eh be-
dieningen van het gemelde Vikarisfchap uyt kragt vait
ons Apoilolifchgezag door den inhoud dezes opfchorf-
fen ) met alle en iedere magt-hebbingen, voorregten en
verdunningen, dewelken sangemelden Petrus, Aarts-
biiTchop van Sebafte , uyt hoofde van het voornoemde
Vikarisfchap voorhene door den ApoaoliiTchen Stoei
verleent zijn geweeft , ofte eeniger-wijze mogten toe-
koomen (die egter uytgezonderd, dewelke de BiiTchop-
pelijke VVijding vereilfchen) en voornamentlijk me£
inagt om, zoo dikwils als gy het geraitdzaam zult vin-
den , in gemelde Landfchappen de Onder-VikarifTen af
te zetten en andere aan te ftellen , door hei zelve ge-
2ag cn docr den inhoud dezes, naar ons en des gemel·
den Stoels welgevallen, maaken, aanilellen en benoe-
t 2 men.
-ocr page 503-HET LEVEN r Λ Ν
fOO
I 1
men. Dierhalve beveelen wy op de lieilige gehoorzaajrr?-
hek aan allen en ieder in 't byzonder, die zulks aan-
gaat of by gelegendheit van ti)den y.al aangaan , da: ze
u tot het gemelde ampt van Pauifelijken Vikaris , en
tot de vrye beoeifening van het zelve , volgens den in-
houd dezes zullen hebben aan te neeinen en te ontvan-
gen, en u daar voor te erkennen : dac ze u in alles wat
het gemelde ampt betreft zullen hebben tc begundi-
gen en aan te neemen ; en dac ze uwe heilzaame ver-
maaningen en bevelen , ieder voor zoo veel het hem
aangaat, ootmoediglijk zullen paffen op te volgen en
uyt te voeren. Anderzins zullen wy hec vonnis af dc
ItraiFe, dewelke gy tegen de wederfpanntgen behoorlijk
7-ult gevelt en uytgefproken hebben·, goedkeuren ; en
zullen dezelve nx-t Gods hulpe onverbrekelijk doen
onderhouden , tot dat ze een bchc)orlijke voldoening
zullen gegeven hebben : niet tegenflaande alle Paulfe-
h'jke Ordonantien , en Algemeene of Pro-vincia.ale en
Synodaale Vergaderingen di.e Vr voor deze uytgekomen
zijn :; niet tegenikande ook alle algemeene of byzon-
dere Dckreeten en Ordonantien : niits^gaders alle inzet-
tingen, pevroonten, PiivilegicnPanfll'!i)ke Vergun-
ningen of Brieven; al w.arendioooic niec eede bevefligr;
en door PaU'iTelfjk of cenig ander gezag bekragtigt: de-
welke teg:ens den inhoud van hetbovenllaandè, opwat
wijze dat het zy, verleent, bevcih'gt en vernieuwt mo-
gen zijn. Al hetwelke wy, (houdende den inhoud des
zelfs voor volkomentlijk en genoegzaam in deren· brief
iiVtgedrukt en van woord tot woord ingelafcht) om
de uytwcrkinge van het bovtnTrtaande te erlangen , zo-
daanig dat het anders in volle kragt zil blijven , voor
deze reize alleen' , benevens alles wat hier tegen mag
flrijden , byzonderlijk en uytdrukkeliik intrekken.
Gegeven te Romen hy 5', Pieter , onder de Vijfcf^^^^
Ring ^ den 13 Mey l yoi, in het tweeÏL· jmir
vafi om PauMlom.
w
-ocr page 504-Theodorus de Cook. joi
.tl·
^ct Tubilé, 't hjelfte innocemius XIT. ilt get hytuck
^iWi-iaai· ijab afßciumbigtbao^befiabßomeu;
cii "t todae Clemens XI. IUI ^aï» bcfjuitt aan by „eie.' iijl
öc ïiatoïpe ingcjüteiicu bati ftet i^ei'cenigöe gendheit- ; j
^elrcrfanö i fcijcei» öeöaan fdpon tc niaafen v»" "jf
tim Cock in aai!3icn teö?ciigrn: m om ö^m in * j;
i^et öc3tt Ijan De toaarbisöctt öir ijcm opgeirja^ ||!i
goo öceft ^n öan djj bcn S. ^ιιϊρ ijor. tm Hosdat de
S?ief opsijncnnaamugtsegcben ·, εη öaarm^et
Jubilé aan aïie Piicfta-^^ / in öcscn totjnsaarö
aränöcnö^/jjicg'tdp öeiifnïi smiaaftt. jubiiéaf-
<E>e t ^nörf-©iitariffen / ijoo^ ίιεη ICact^ gekundigi
öifcöoj^ ban ^eöafÏe in ijet J^ercenig&e .f^ebec^
ïanb annsefielö / ö^&ö^n geïcgeniJ^eit
Ïcn boigeaïicn / tot afkundiging van 'c
zelfde Jubilc, aan önane in 't
rontJ 0'c3onöcn,
Ademaal de zeer Eerw. Heer l'heodoras de Cöck ter
gelegentheit van een Brevet, door hetvyelkehy zoo
tils de fpraak gaat rot Fauflelijken Onder-vikaris met
STiagt van Vikaris zoude aangellelt zijn in de Vereenig-
de Nederlanden, beüaan heeft aftekundigen het.^«'^'^
van Klemens XI : en dewijl ons het affclirift van 't ge-
melde Brevet,'hoewel dat het al meerals oens gevraagt
en verzogt is gewa-ell , noch noit vergunt; maar altijd
geweigert is; zelfs nis wyhet geregtelijk ge-eifchtheb-
ben : gemerkt al vorder dat de Biffchop van Scharte,
700 als gezegr word , volgens dat Brevet niet eens af-
gezet is: en dat de opfchorffing zijner bedieninge , in-
dien dezelve al gefchiedt waar , hem noch niet op den
{> July 1 wanneer de laatfte Roomfche brieven aangeko-
men zijn, bekend is gemaakt^: en dat dezelve, al waar
ze hem bekend gemaakt , dewijl zy tot groote veron-
gelijking en fchande zoo wel van hem als van zijne Be-
zitters zou verilrckken , volgens het voorfchrift der
ί De Heeren [κ. Kat?^ Hugo van HswiTcn, Martinus de
, en Tlieocl. Greenhout,
3 Kerli-
-ocr page 505-Kerk-regelen en het oordeel van voorzigtige mannen
niet heeft können uytgefproken worden als om leer
zwaare misdaaden, dewelke ons tot noch toe onbekend
ïijn: 700 is het dat wy, om deze en meer andere re-
denen ,fniet können gelooven dat gemelde Heer {de Cock)
door zijne Heiligheit den Paus Klemens, voor wiens
voorzigtigheit en regtvaardigheit wy de hooglle achting
iiebben , zekerlijk en onwederroepelijk zoude aange-
iïelt zijn in de plaats van den zeer Godsdienlligen Kerk-
Prelaac voornoemd. Zoo hebben wy dan dengemelden
Heer (de Co^i) meer als eens gebeden dat hy de afkun-
diging van het Jubilé , daar wy al lang naar verlangt
hebben , ijoch eenigen tijd om de gemeene ruft zoude
iiytiiellen ; ter tijd toe dat wy van Romen , daar we
onze klagten naar toe gezonden hadden , zekerder tij-
dingen zouden ontvangen hebben: te meer, om dat'er
in de Wet bevolen word dai men geen bevel moet uyt-
voeren , maar kennis van het zelve aan den Prins moet
geeven, en een tweede gebod afwachten , wanneer het
Pp valfche gebeden en op quaade ingeevh/gen is fleunende :
of wanneer het gezien fiaat dat het zonder nadtel van de
ofenbaare eerbaarheit en nuttigheit niet zal können uytgC'
Teert worden. En hoewel dat deze heilige voorzorg van de
wet (zegt Pacianus Conf.i66. ».48.) haar oorfprong uyi
het Burgerlijke Regt beeft genomen; zoo word ze nochtans
gevolgt in het Geeßeltjke Regt: en zy is met het mterße
gezag bekragtigt, in Cap. liefcripta. Cap. Dicenti cum
feq. q.z.
Hierom is het dat Wy , weetende met wat nadeel
van de openbaarc eerbaarheit en nuttigheit dat de Aarts-
bifFchop van Sebafte van zijn ampt zoude afgezet wor-
den , een tweede gebod van den Prins der Kerke met re-
d η afwachten , eer dat wy den zeer eerwaardigen Heer
de Cock ip de gemelde hoedaanigheit aanneemen. E-
doch, op dat de vcrargerntflen niet mogen aangroejen,
cn niemand der geloovigen verlleken zoude zijn van
dezen hemel fchen fchac: en daar-en-boven , om onze
volkome onderdaanigheit jegens den H. Stoel aan al de
wereld kenbaar te maaken ; zoo fiaan wy toe dat' het
tegenwoordig Jubilé , gelijk de Doorl. Heer Nuncius
te ßruiTel begeert, aal afgekundigt woidew.
fOl
Th^odorus de Co ck. fo^
ΦηηνοΜ tien jdben tijb ^cöö^n üdbc HMa^
pittei^V te teetcn öatban ilttregt en iia» l^aar^
iem / ten ^eev mÏ/^iigdi ^mf jefcS^cben aan
Sijne ït^ïigöfit Klemens XI j 500 aï^ 5e naöer^
Öanii nocö aï nicci' oj> bafcöciöc tpcn Beöaan
ijcö&in: toeïijc ö^icbew tod ren^ m iicöt mog^
ten gegeben
öit aïle^ Êtu^ toeging ; en 500 nyt öe α,ρ
ïiunöigmge ijan ïjet gemeïöe Jubilé aï^ ugi an^
öece oD^saaltcn geen ftleine opfcgubbrng in iget
lianö toa^ ontftaan : en aï^ öaar-en-öoben ^
Beegabecing bec i^eeüen Staaten iian ï^oliaiüb
en3i^fï-J^;iefïaiib/ betoijï get gmicpt ijanöcse
tijbinge sicij oberal öegon te berfpieiben / booi
be üiieben ban ^unne önitenïanbfcöc fesanten
baar ban becfienbisttoaren; niet
om öct ïiatoïp <i5rioof te öenabeeïen / ntaai·
oni Jnnne (^ppeirnagt te ganbijaben en boo^be
rufi / b^pöi^it en geregtigö^ben ban ]^unnc on^
berbaanentejo^jgen/ op ben ly^liugufiibanijet
jeifbe jaar een §iIaMtaat ugtgegeben : toaac in
2y fcluij-
yen, met
beide de
Kapittelen,
een nedii-
geii Brief
aan Kle-
mens XI,
Als 'er
beroerten
ontftoiiden,
hebben dc
Staaten van
Holland
tot hand-
haaviiig
van hua
Opper-
gezag, ei»
voor dc
ruft en vry-
Iieic van
hunne
Katoüjks
ingezete-
nen, een
Plakkaat
uytgcgc,
ven.
aan Theodorus de Cock , aï^ boo,? gen ofte
öoo^ Önnne <0cnia3ttriöe iSaaben niet aangeno^
men aijnbe / be Beoeffening ban j^n ampt ont^
seggen / en baar is^ ödtceien dat niemand, om
Ijmine eige toao^ben tege&iUttiien / voor Vikaris
zal mogen werden erkent , als die gene die naar
ordre, in dexe landen gebruykelijk, behoorlij-
i:er wijze ge-eligeert, en by de Heeren onze Ge-
committeerde Raaden geadmitteert zal wezen.
Ende die zich daar voor ter contrarie zoude mo-
gen uytgeeven , ofte die qualiteit aanmatigen,
ofte denzelven daar voor erkennen of relpcdee-
ren , mede arbitralijk zullen Averdcn gecorri-
<el·
geert.
-ocr page 507-§04 Η ε r Le ν ε ν ν Α Ν
öe föoning bau^^ai^njit nocQ onlang^ omtrent
een ^auffeïijiie «i^^ïionantic seö^agen.
©aac op grcfï Theodoras de Cock , Om
geniocbemi ba-Staaten tc toinnm/ nocj^iuö^C
3eifiïc jaar mi J^cba-buitfcöcn op ^ijniU
^ naam uotsc0ei)en aan alie b.jeeösaamige
«tenen öec ©ei'etnisöe .^eöedanben : taaar in
^ Öpentïpöetnigt/ dat hy met geheel zijn hert
èn vermogen (Jet jijiï 5!jue eigen tuoo^jben/) de
beveelen van zijne hooge en wettige Overigheit
zal obtempereren ; tot d^t het dezelven goeder·!·
tierentlijk behagen mag, ter zake van het voorf.
Plakaat eenige verandering te maaken: ende noch
in alle deelen te willen gedragen gelijk een ge-
trouw ende gehoorzaam onderdaan op de al er-
befie wijze betaamt.
o^n iniseriiaati / be ïtaröinaaï Antonius Bar-,
berini ^aä aï te Horen/ te ioeten bea |llaart
geïp iö^ creö^ gejien i)eööen / uyt naa^
«le ban jijne ^eiïjgleit aan öen SSitfröop ban
i^afïonen Bebofen bat i)n be ïiatoiljiten onber
3ijn beiMfnb fïaanbe crnfieiilit joube bennaanen/
Äich in het aanneemen cn volbrengen van de be-
vélen der Majeftraaten zoo gehoorzaain en gewil-
lig te toonen, dat de hooge Overigheden lichte-:
liik können bemerken dat niemand , 't zy in eer·?
biedigheit voor de geregtigheir, 't zy in getroii-
wigheit en liefde tot het Vaderland , hen zouw
können overtreffen,
ïtang baren / te toeeten in 't jaai·
pab be.ilarbinaai Francifcus Barberini ö^t jeibe
In een fijief itelioien. aan Philippus Rovenius:
•V Preek?
-ocr page 508-Theodor us de Cocic. Sos
.... Preekt en vermaant over al dat ze de
fchuldige onderdaanigheit en gehoorzaam heit
moeren bewijzen aan de Staaten der Vereenigdc
Nederlanden: en dat deKatolijkén naar niemands
gunft moeten ilaan als naar die van de Staaten.
<ίίη nocö niet ïan^ geïsiien / te toerten in 't
jaar 1679 / Aloyfius, ^atnaccS ban Ulfe-
jcanö^^e αϊ ^auffripe «eejant te .^Btitoegen/
ieu iJiecgeïijlie onöeröaanigöeit aanöeboieu aan
öe nabuurige ^enbeïingen.
©ücl) tei'lötiïe bat Wt in aïie;^ niet naseSoi ^^^r„
men too^ö; en 'etr eenige anöere öingen tuffcgi^n nlid^P^'
tüijie Jjooibaïïen/ öetoelïieiB$oniJei'ber&^iet niet kaat in alle
^otJÖe ftoniien opgaaienj i^ Theodoms de Cock deekn niet
"fiiïietje^ met een Kalés uyt ïetben bettroliften»
iï^icrjt Ös> 3©oeröen i^ gern ift^mPP ban^e^ ν me«'"
Bafïe/ öiebau ïtomen naiir ifUf^ quam/ in een andere din-
toagen ontmoet: aïlsjaat ^tt ooß ge&eitrbe bat g^n
öe Kalés ban ben eerfien een go^t gaf tegen be
toagen ban ben ^00 ié aïbo^becte vertrekt hy
«iimmecift aangeïtomen: ban toaar ög/ na een ftiiietjes
ïutteï toeben^ en na eenige anbete ramden/obec
Iteuïen naar ßomen i^ gerelfi, ©aar aangeßo^
men / aanfionbl ïiaüonml ban %üw word hy
ten^ (in Damafo) en be ^ïlpb^aaget hau Kle- met cenigc
ftreö&eai / «η isic öeö^aeföc to||ii m
Ö^eeöopteèaafeiii feeiodfe cäis^^i^!?«/ öiebu^
lang ΰρ öct fc^ümifte gaö ge^ioeit en hao^ toeii
ni^elterfeii öegocföe tetopen / 50a beerl^ft
öiiäfiert: en öaac-t!i-6otjen raaniiai/ öic eben u
boren öc groötfïe liiienöcfi ban ht terrdlstnaren/
aa« 't iimlieden m ttoilleiiii-cfi: jeSoijpfii.
PI; i
HET L Ε YEN VAN
öe^iffcöojp ban^eöafïü/ ugt
geit ijoo^öen StpofiolifTcgeu ^toei / jgn aiiijpt
wiet ßeöienöc ·, en Theodorus deCock Olli ttOCC
fïcenge paftSaateu tttt ^taatm ba» ^oiianö
(Öet eene ban öen 17 ICugufii i/ox; gct anöc«
ban öen 8. ICugujil· 1703·) 3icö öaiten get
öerlaBöopöieiö: öeö&en iie ^opföen bec «0eejie-
ipöeit/ te Uieeten bit be ceöteo^bec bec Iterft-
reseecinge tei^ öarte namen / becf^eibe mannen
tot get semeïbe ampt aan ben jpanffripen
m^/ en aan be <i5emasti0ben bec Staaten ban
#alianb / ^inbeltjit geeft be Heet
Keizersyeldt, ^fflesonbene ban ben iCartl-öif^
fcgoj) barf (Cria· bie 5ie& aï^ bemibbeïaae ïiet gc^
hflipïmi/ get 500 ijerre gtbrngt ·, batbe gene-
Se«bgcittoebec5gb^i^;0ebaiien op Gerardus Pot-
So6
Verfcheide
Heeren tot
het Pauffe-
lijk Vika-
riflchap
voorge·
fteldf
kam ρ} een j^eec bie in een afgeiegen iaubfcgap
tooiMibe / en een ban be senen toaë / betoeihe
ban 0emdöe ^^oofben i^et· <0eeftelpgfit boo;-
geffelttoami.
DE
-ocr page 510-rn^m
foj i
(
"De Hoogwaardigfle HEER ||
eerst
Ψαβοοΐ te Lingen en Aarts-prieftert
Naderhand
Op den 14. November xjo'y.geworden Vauffh'
lyke Vikar is in de Vereenigde Nederlanden:
geflorven op den 16. van December
in het zelfde jaar.
ν Weit in 'tïanbfcgap ban Ctoent/ tfctiec χηψ
een Twen-
ïcn ban <©iöen3cel ßa bat ßn 5nne fïubien
in ftet tollanbfcöe Meflie te Mobm ïoffeïgft
gab bofeinbist/ gern fto^t baar ojp in 3ijn ba- i,,fc vikr°
berianb be 30^0 bec siden opgcb^ajen. gab riiTchap
cen lierttjc getimmert te Φα^φαρ^ / een oube verkoren,
»iaat^ in get ^tift bati ,punfïec5 baat gjrniet
Gerardus Eylaars , ΟΟΪί tttt pjieftev en 3ijnett
maïflter ingetaiteiben/iöcsonacöti0toa^. ïlgt . ,
toijb en 3gb in get lanbfcöaiJ ban (Cbjent ber^ twcw.
rigten: 't toeifte gg ooft in be gacgeïgSfie tgben
en in 't öeiraeïp / ja booi0aan^ ög ben bonfte^
ren nacöt / geeft 0ebaan. tp geeft fombjiiieit
ooft beei Pcn^ ugt0efiaan.
^ ji^aac aï^ W ^s« b^öi^ booi ben 23iffcgo}) ban
ïiaiionen beroepen toa^ tot-öe fafiotg banSin^ Seï
sen i geeft gg te ïE^mffn / fw bo?i> bg Singen/ ^'
bftoijf
k
-ocr page 511-et Leven van
Η
fos
öetoijï ö^t aï sebat CPiiige jaare» facr&oöen
ßtimcn muuwiteiteriseii/ cit ^cevtaU
rpe <0cmeente ai^ ^lai'öer geregccit.
©aatr- iiiinobeii öcftïeeöe ^ct amjit ban Uatt^-
Ρήφν ober öe ^taö cn ïjtt <0;aafTcöap öa»
Äingcn.
Ccrtoijic ^^ niet jtjn luiggesi»/ (ßrfiaan&c
UgtjijncnSJiOCÖei'Johannes, cn Egbercus Groot-
huis, ; cn ugt lièiocïrcc/
eme duftet/ cn ccnc ©icnfimaagii) alöaacse^
rnfiriiifitoooniie/ cn ncfgcn^minöcrnaar öa^t}
töo^b Ö^m fcn 25|ief Uan öcn .i^cbei'ianfföcn in-
tcrniincius, cn ccn anbccc ban öc Ifoü'anöfcijc
<!5ccfïcïgit9cit bci|^n&i0t. ©aac op dornen 'er
ooit ttocc afgcsonbcncn tocgcn^ öcscïbc <0ecfïe^
iijlt^eit aanfiappen. öec3c 25|tcbcn cn
öcc5c Sfgejonöciicn ïRcnbcn maar om gei; ampt
biMi fiautTdijitcn IXitarjä aan tc öicöcn.
öcje onbcrlaacötc tijbingc fïaat bc
0obb^ucijti0c man bfr5et cn bcrßaafö: ïjn hjojti
tt onsauifi cn öcnaiitoö ober / cn fia» 'cr nacljt^
niet ban fïaapcn, ïf^ b3ci0crt bc aanseöobc
toaarbi0ijcit aan te nccmcn: bc JDncnbcn bao?
ite <i5fefirfi)ïif(cit afgcsonbcn jgn bjic baa0cnöci
5!0 om öcm tc obrrrccbcn. Cinbdgft ^ccft ί)^
3icö met 0?oote moeite 500 berre ïaatcn geseg"
0cn/ bat ïj^ met ßcn 0C0aa!i naar Herman-
nus Ter Hoente, o^bcrftc ban bc Eïoofter non^
«en ban Francifcu'^ iP^ber aan be <01aau/
cn ©cBcn ban ï)tt quartier ban €iocnt; betorï^
ftc toel eer bc beffleraer ban jijn 0Ctoieten toa^
sebjecfï/ om nietbenjdbenober becje^aaft raai»
te pice0en. ^oa ra^ ató 5c bic^t δρ tjet ïiïooi
ftcr gekomen toaren / Porkamp onbcr ccnig
boo^bjenbscl / maar cigcntïp om ben ïiaab^;'
man tot s^ngebocïen ober tc gaaïcn/ boo? u^è
geloot
cn ook
Aartu-pric-
fteraldaar
gé «reeft,
Hy flaat
de aange-
bode waar-
«dighdr sf.
Hy laac
zieh Da veel
tegenipor-
leiens gé-
zcggeu.
■ - V '
-ocr page 512-Ger ar dus Ροτκλμρ. fo^
Seioo|j?n. jïï^aai' ai^ Ter Hoente i)cm eijcnhjei
ίιεη raa& gaf ban öen iafi te aanbaaröin/ ï}cefc
Öe Siinc reöenea 500 ïjg Öeiï fton tcgensefjj^o^
iicn: ia toï^L'ï» öoai un goïtb^uciitige giani^
fcöaji tegen^ ö^m ont|toSicn: ca ö^t boo^ öie ♦
rci5c ooh onttooifieït. Sifgc^onöcncn lytb^
ben aUceni^ii öejen troofï ban ö^ni ontbangea
en t' geö^jagt / öat 300 een getoigtige
Saaft rijpigiicc boo? aB>aöt en met 0OïHi|uci^;ige
caaD^4ui£ten jouto obecieggen.
^uiieitujTcöcn bc bolgenbc ban ben Brief vae
Internuncius te Spiuffci aaUgCtJOnifU CU ijcni bCi
^ Kunciusaa»
Öanbïgt:
ZEER EERWAARDIG EN
UYTMUNTEND HEER.
N Adien wy van goederhand onderregt iijn'dat gy
met zodaatiige zeden die een Kerkelijk perfoon
betaamen , met voorzigtigheit, cn met meer an-
dere goede en inwendige hoedaanigheden begaaftzijtj
zoo hebben wy een groot betrouwen dat de bedrukte
Zendingen van Holland door het beleid en den naarfti-
gen arheid vanuweUytmuntendeEerwaardigheit, met
Gods huipe, weder zullen opluiken. En vermits wy
ten ditn einde begeerïg zijn om uwe tegenwoordigheiV
en aanfpraak alhier te ßruflel te genieten, hebben wy
de iiigcllote vrygeleide van dit Hof verkregen, op dat
gy uwe reis des te veiligerioud können vervolgen. En
om de ongemakken der herbergen te ontgaan, endaar
by op dat uwe Eerw. niet gequelt werde door het ou-
dcrvraagen van nieuwsgierige luiden; zoo zal ze maar
regt naar ons huis koomen : verzekerd zijnde dat ze
ons een dubbelde blijfchap zal aandoen, teweetendoór
haare tegenwoordighcit, en door haar verblijf ten on-
zen huize. Mondeling van alles breeder. Het is noo-
dig dat gy de reis op het allerfpoediglte aanneemt, op
dat v/y den wil der Grootmogende Staaten van Hol-
land zoo rasalsdoenlijkisvolbrengende,daardoorhun·
JM
Eerwaardig en Uytmttntend Heer ·)
uwen zeer genegen
JOHANNES BAPTISTA BUSSI,
Abt van S, Salvator.
Hy buigt anöcuc ö^iifbcn 0ciiuufi0
dercnLlr i^ubc/geeftö^stcg«iiöc ijftïö^ten^t*
den laft, ah 5^00^0} cti ^ic ouöc fcQoiibciTn / al^ een an^^
een andere tt^e liTachar, OUÖer Öm iafï 0^000«!. fW^ gff
iwrh«i·^» aï^ 0etroit^
voorbeeld httt üja^ / txï alössr een Spclgbeni^ Uan φι
van S.Mar- ioof gab 0ebaau/ ïj^tfÏ lyq ö^t ampt ban ^aup
fripen ©iitan^ i)an ben intemuncius outijan^
geit in getiaar 1705- / ornament get iifccfi Dan
bjcu ^eili0" tot ioicn^ cere be jjEetcojjoiitaan-
fcÖelterR ban Iltre0t in0etoijbt 0CiMce}l. Φι
Öcefl 3ίφ 5clben ooft ten bienfic ban bie Kaub=
fcöappcn o^eoffett met beejc toocibcn ban 0^
meïben geilen ^iffcÖOi): Heerc, indien ik ,..
uw Volk nootzakelijk ben, ik' weige'r den arbeid
niet .· uw wil moet gefchieden.
^cnen ba0 of tbjce baar na / tc iïtcétcn oy
ben 13 ban liïobeni&eiV j^ceftbcl^fer internun-
cius ben ban 3jn|ïeiiin0e met eenncben^-
Éfaanbe Onden cgtinge, beüjeiftc nocö oubei· be
jiapieren ban be «i^eefieigftlijeit bebjaarttoojbcn/
aan ben nieutoen m^avip ter |}anb 0Cftiit»
ban
S, Maaiten,
Hnus.
^io Het Leven van
-."ίί...
ί
GerardusPotkamp. fll
ban 6e ^cei' Potkamp ban ben Tnternunciusmrt "^uisge*
0joote genepnböèit Haar sgn 3l>abei;ianbse5ön?=
ben/ en met een ijoo^fpoeblge rei^ in ben ]|aa0 door de oe.
toa^ aangeftomen ; U eei'fïbeni|eeri' b liein- magtigden
fiüs" ïïöa&^enfïonan^ banïfoHaiib / edi jcer2»««»·
bcfiriß en boo^igtig man ; en baar na be^en#
fjonariffen ber anbete ^teben / betöeïfie boo? aenomc».
be ^taaien in be3e säße geniagtist toaren /
icber op i{|ne oibei· saan fp^cefien. bat öp
booi benseiben geer b^ienbeïp toa^ ontöaaït/
en be it^ijijcit ban luebei· te ftoonien boa? be unti=
gejaagbe <0eo^bfnben / tot debo^ering'ban "bc
ieriieipe bjeüe/ ïjaö bersogt} t^ ö? ööo? ben
^eer Akeriiobt, ï^enfionati^ ban i^aarïem en
^obijitter ber <eeniagt®ben/ narjetbböif^ifif
ben ban eeingi^ bjetten/ en boo?namentip ba»
geen nieutoeen ongebjoone ^eïtreeten in bue^
?£anbehin te boeren/ Dpboäjvaaö aangeHOiïten
geüjeefi.
S^aat' op öeeft batt aïïe fodji en fïóat ban Hy onr.
menfcï)en/ toaar oubefc m mbtt^ ^iefopen en
jninncbioebei·^ ban be frrenge oiibecö««tói«ge brieven van
be laat^en niet jijn getoeefï/ aiier^anbe geïnii!^ geiukwen-
toenffljingen oiitbangen. ïjet selbe te boen '«^'"»ge-
ijeeft Thend. deCock ijcm op benxf.ï^obefnöec
ijof een ö^jief gefcïjicben nyt Cmmenlt} ben^ -
toeiiiea Ijy aibns begint: Ik kome u geluk wen-
ichen over de w:iardigiieic van Pauflclijken Vika-
ris, tot dewelke gy verheven zijr enz. <6tt al
te boren / te isjeeteη op ben ^8 Vi^tober / liab
lin ijeni op ïjct eerfte gemekt ban be§c t^nge
i)k boigenbe geftö^ebe η:
Zeer artnr,ifnlijk Heer , Het is niet alleen äaft
ü d;u ifc géluic wcnfché, rnaar ook ashde gëh'ee-
le Zciuiinger: dieswille dat zc een M»n (iaat
J
512 Het Léven Van
te krijgen, die mijne fouten verbeteren, mijntf
gebreken vergoeden, en het Kerk-tempeelltnag
Itillen: en dewelke zoo aan de Katolijkenalsaan
de On-katolijken mag betoonen dat het Geloot
niet door de menfchen, maar de menfchen door
het Geloof beproeft worden ^113, Ik bid God,
zeer Aanzienlijk Heer , dat hy U wil ingeeven
*t gene dienilig is voor uwe eige zaligheic ,
voor de zaligheit van veele menfchen..
Potkamρ §ccfi öfu plic^t ban öanS5C03in3e /
500 ra^ aï^'t Öfiii mo0t gckumi / af0eieit
öen Inremuncms tc 2$|liffeï} m^ttft
gent / in 'tSesmijanS^ecemöen/of/ een&iief
u^tïïdiien gef^tóen/ cnöaarmeennauMten#
rige ce&^iiing iian ai öet gc^m ||em toeöcctoren
toa^/ gegeben.
<0oïi|}eeftöe<0eefêeipö«töaarenpii0t/ lian
öen selben ©oa.jïiicijtigfïen ïfeec en fjaaren
googacötDaarenj^atröon te öröaaiitón/ niettoil^
ïen bersuiincn : maar ïjeeft fjem ten öien einiie
omtrent öcn geïfoen tjjö öen bal3en&en33?iefgc^
fcö^eben:
DOORLUCHTIGSTE EN
Hoogachtbaare Patroon.
De tijding die w_y gekregen hebben dat Qy ons vef.
zoek hebt ingewilligt, te weeten dat de HcevPot-
kamp het ampt van PauiTelijken Vikaris by ons
mögt bekleeden, heeft ons zeer verblijdt; vermits wy
befpeurcn dat het fcheepje der Hollandfche Kerke langs
dezen weg tot de have der kerkelijke vrede begint tc
liaderen. Door dit nieuwe weldaad hebt gy ons, Door·*
luchtigfte
-ocr page 516-Gerardüs Ροτκλμρ.
luchtifte Heer, ten hoogße aan Π verpligf. Doch gy
hebt ons noch grooter reden van blijdfchap gegeven,
als gy u gewraardigt hebt tè belooven dat gy uw befle
2.ult doen om daar^en-boven alles te bevorderen , 't
welke dienllig is omdeouderuii teherftellen: envoor-
iiamentÜjk cm die wilde en onbepaalde befchuldigin-
gen te doen ophouden , waar door de goede naam der
Geeftelijkheit , niet zonder ontelbaare verargerniilèn
en tweedragtigheden dewelke de Ledematen onzer Ker-
ke deerlijk onder malkander verdeelen , eenigen tijd
herwaart lelijk is gehoont geweeft. Dit fmert ons des
te meer, door dien dat wy geen grooter zucht hebben
als voor het regtzinnige Geloof, voor de zuivere kerk-
tucht, en voor de fchuldige en opregte onderdaanig-
heit aan den ApoiloliiTchen Stoel. Want wy verklaa·'
ren dat wy door het Geloof aanneemen, en opregteg-
telijk verwerpen, alles wat de Rooms-katolijke Kerk,
't zy in de algemeene Kerk-vergaderingen, 't zy in de
Geloofs-belijdeniiTe onder Pius IV uytgegeven , 't zy
in de Ordonantien van andere Pauzen , heeft bevolen
te geloven of te verwerpen, en als zodaanigaande Ge-
loovigen heeft voorgcllelt. En vorders, dat wy geen
kerk-tucht volgen of goed en keuren , dewelke door
dezelve Kerk , 't zy in een algemeene Kerk - verga-
deringe't zy in de Dekreeten van heilige Pauzen , is
afgekeurt En wy zijn bereid , indien zulks op ons
verzogt word, om rekening varr onze hoop en van
ons Geloef te geeven aan een ieder die het zal eif^
ichen ; doch voornamentlijk , geiijg betamelijk is,
aan het zigtbaar Hoofd der Kerke , aan Chriftus Stad*
houder op Aarde, aan S. Pieters Nazaat op den Pauf-
eh'jken Stoel: met wieft wy in gemeenfchap leven,
en altijd getracht hebben ie leven ; zoo als wy ook
door Gods hulpe tot den laatilen fuak ons levens toe
zuilen trachten.
tu dewijl wy de Roomfche Kerk voor de Moeder
en Meeftreiïè van alle Kerken erkennen, en als zoo-
daanig eeren; zouw het ons aangenaam zijn nlle de
punten van onze leeringe, en van de kerk-tucht die wy
volgen, 'voor de zelfde Kerke met klaare woorden o-
pen te leggen: en dezelve punten zoo wél van 'tgene
qualijk aan de Geeftelijkheit word toegefchreven, als
III. Dkec. '»ao
-ocr page 517-Het Leven van
van 't gene naar al te groote ruimigheit helt, te on-
derfcheiden.
Doch vermits dit een werk van al te langen aaflem
'zoude zijn , en 'er in tegendeel ten hooglten aan ge-
legen is dat de ruft in de Hollandfche Kerke en in ons
Vaderland op het allerfpoedigde herfte^t werde ; waar
het grootelijks te wenichen dac 'er een bevél-brief uyt
quam , waar in de Kerkelijke Bedienaars en het Volk
tot vrede en eendragt aangemaant wierden : en waar
in bytonderJijk verklaart wierd dat het een ieders pHgt
is, de behoorlijke eerbiedigheit aan de Paftooren tebe-
toonen : en daar by dat ieder een, die 'er toe genegen
is, vry en geruft by hen te Kerke mag gaan.
Gelijk dit het gereedile middel is om de vrede te
iTiaak.en ; ?.oo fchijnt het niet dat 'er ligt een billijker
middel zal uytgevonden worden. Want wat is'erregt-
inatiger als dat Priellers, dewelke van kinds been af
met de melk der Kerke zijn gevoedt; dewelke in ver-
fcheïde brieven, die zy n.aar ïlomen gezonden hebben,
zoo een; belijdeiiüre hebben ingevoegt; dewelke geen
eene dooling beleden hebben, en 'er ook Van geen een
met eenicen Ichijn overtuigt zijn ; dewelke niet en wei-
geren, en noit geweigert hebben , alle doolingen de-
welke hun aangewezen zullen worden te verbeteren;
en naar de Kerk en den ΑροΓίοΗΙΓαηεη Stoel , gelijk
gehoorzaame kinderen betaamt, te luifteren : Wat is
'er, zeggen wy, regimatigcr, als dat zodanige Prie-
üers den rang en de eer van waarachtige en wettige
Harders niet en verlic/.en?
Doch indien uwe Doorluchtigfte Genade eenig an-
der middel, als in dezen brief voorgeftelt is , voor ge-
makkelijker en gereeder aanziet om de vrede te her-
i'leUen; zuilen wy 'er gezwind naar luifteren : en wy
bidden haar met eene, indien 'er noch eenige zwarig-
heden te vereffenen zijn , dat zy de moeite'wel wille
neemen van dezelve aan ons te openbaaren·
Gaondertuifchen voort, Hoogachtbaar Patroon, mee
het gene gy godvruehtelijk begonnen hebtgelukkiglijk
ten einde te brengen ,de vrede aan de Hollandfche Kerk
weder tegeven, de verdeeltheden ter helle te verbannen.
Dit zal voordeel ig zijn alle Katolijken, en aangenaam
aan de Grootm. Staaten van ons Vaderland: en het zal
u tüt glorie verilrekken. Ja het zal uwen naam roem-
ruchtii;
514
Gerardus ΡοτκλΜρ. fif
ruchtig maaken by de Nakomelingen; en dat het voor-
naamfte is , het zat u een plaats doen hebben in den
Hemel. Dit wenfchen wy u van ganfcher harte toe,
die ons met een vierige cn zeeronderdaanigegenegend'·
heit, ïoouyt onzen eigen naam, als van w^egenS de an-
deren die het met ons houden, ondertekenen
U-tVer Doorluchtigße m Hoagu; aardig fis
Gsnade
Jlkrgchoorzaamßc en verpUgiße
.Dienaars
io Novemb,
1705·
} O 11Α Ν Ν Ε S C Η RIS Τ IΑ Ν ü S '
VAM ERKEL,
Aarts-prieiier van Delflan^\ Ka-
^ \ nünni\ van Uiregt.
Kanonnik van Utregt
Paßoüf in 'i Qravenhage.
tcrhj|)le Öat ίιε godsiïienfïigé Mi-irzöö
3icJ) tot öen acbdö gerecü niaaftt i tcitaiile öat ^i^hy
ÖP aanneemt} be öaröerioosc bedicnlS'
Itcrficn ban J^afiooreu boo^jict ·, een l^ei-gaöei begint T^isar
ίΊη0 batt öe llttegtfcge ï^iapittei-ijeeren «aatf te nemen.,
i^^aben^ase öeroejpt / en ^un öen Bebel-
öiief ban öen Intemuncius boojiéefi; Sct^eïbe läa''
Hapittel/ naaröetboo^&eriö ban sijne l>oo^3aa#
ten/ erftent en bebefti0t> öé b.jeöe tnfcgenöe
ftraiieeïenöe jpörtijeiUracöt te benuiiödeni tó^g
itit a ÏH
-ocr page 519-5-IÖ HET Leven VAN
in ccn nytcrfic stoaiiijeit tn Rracöteioo.éöeit
ballen s öctotjl alle sijsje hracijten / 50a Ö30; 5Ψ
ncn boo^gaaniien arlifiö / alö 5ijne laoijïi^
rei^/ dl öoo^ 5ccr jtmirciimijociö^ccien /
0rput iuarcn. öat ï}^ ^an öe licchclijl«
iiranicntcn i)a& ontbangca / fcljiertotöcii
iaatfim fnah toe öy ba'itaua üïybniije/ tot
ten ieöcrä b.joeföfit tt Itciöcn obeclciien oj) öc"
16 bßn ^ecanber 1705-, Ifg i)aii Itojt te boren/
ïjoetoel i;i'a«ft 3J|uise / een l^ief aan alle f>a|i00'
ren en j|>iiejier£nöecï|c5Üaniifcijeï^ecaegcfi:öii^
ben / om een ieijer tot bjeöe te bermaanen:
en öati ö^t origmeei, |^et bJcUic Ui jia^ierftaf^
fen ban ben van Hr udl-n beiaaait too?ö /
norï) ncc^t^ boo^ jijnc baob njet eigcii Ijanö^
onbèrtefient > met bebel ban ben je-ben
naar alle Jdarac^i-iveiiten te jenUen / o^n Daar
bon ben ^pi^eeüiïoel afgelesen en aau ^ct Balft
ter oiiöeryontenge booigeö^aagen te b30,:Ucn.
©e ^o.jief toail ban öescn in^outi:
GERA R D U S Ρ O Τ Κ Α Μ Ρ ,
Pänffdvjke Vtkatis^ Tcenfcht ann alle Ρ aß oor ra en
Pfieiiers^ die ïn den Wijng uird des ihercn arbei-
den^ zaligheit in den Heere.
Η Ε Τ kan aan niemand van U L. onbckcnS 7ijiT,
Eerwaardige Broeders , door wat al verdeelthc-
den dat de Kerk van ous Nederland , drie jaarcii
herwaarts , geflingert is geweed; en wat een verlies en
fchade de zielen door die verdeelthedcn geleden heb-
ben. Om dit quaad eenigïins te beteren, heeft onze Λ1-
lerheiligfte Heer Paus Klemens XI, volgens zijne h'et-
de tot de ganfche Kerk en vGornamentli;k tot de Kerk
van deze Vereenigde Nederlanden , de bede der
genen wel wi'lien inwilligen, dewelke vcrzogtcn dat
ik
£n η.ι dat
liy deze IJ
Brief ter
iijuwer
nood had
können on-
dcitckcncn,
is liy na het
ontvangen
van de ker-
kelijke ge-
regten te
Leiden o-
verlcden.
.L
Ger ard us Potkamp. fiJ
ik het ampt van PauiTelijken Vikaris in gemeide Ker-
ke zoude bekleedeii. En alhoewel dat iü daar nauw- fl
lijks zou durven hebben naar denken ; heeft egter ge-
melde zijne Heiligheit goedgevonden hetzelve ampt, ||
het welke zelf vervaarlijk is voor de fchouderen van J!|
Engelen, aan my , hoewel zonder mijne verdienten tj';
en tegens mijnen dank , door den Paulïelijken Inter-
nuncius, opteleggen: zoo als op den veertienden van i
November Jaaftleden ook is gefchiedt. En op dat nie- ρ
mand hier aan zou können twijfelen , zend ik U L. lj
dezen Brief ,■ verzoekende dat Gyl. het zelve ook aan 1
uwe Gemeenten van mijnentwege bekend wilt maa- [ί^
ken.
En nadien het oogwit van deze fchielijke en onver- I
gen; de verdeelden te vereenigen; de verilroiden te ver- ||
gaderen ; en overzulks wederom een waare eendragt
en vrede tuffchen U L. en het Volk te weeg te bren-
gen : zoo heb ik het mijnen pligt geacht U L. alte-
maal in den Heere te bidden , dat Gyl. dit 7.00 |
regtmatig inzigt van ïijne Heiligheit , en den wenfch |
van alle vredelievende menfchen , ieder naar uw ver- , , - |
mogen wilt helpen voortzetten : * trachtende de eenig· · ·Ε/"·4· 3·
heh des Geefis door den band van liefde niet alleenlijk te ,
heelen maar ook te oyiderhouden·. -L^ergeevende de eenden ''
anderen, zoo iemand eemgi kiagte tegsn een anderenmogi f · "t· " ^
hekben : gelijk de Heer het η ook vergeven heeft: met alle |
ontmoedighiit en zagtmoedigheit, met "yerduldigbeit, "ver^ _ |
drag.nde elkander in de liefde : niets doende door tvjifl- P'"''· ^· 3' r;
Ι/φ noch door yde'evjcienzucht ; ma'M· in ootmoe-Iigheit elk ï'
den anderen boven zich zei-en achtende : elk benogcnde Ε
Met alleen 'ΐ gene hem· eiqea is , maar ook dat ''-'an ande-
ren. Door welke middelen en anders niet, indien we ;;
den Apofte! geloven mogen, de opregte vrede tuffchen
de Geloovigen tc weeg gebragt en onderhouden word.
haaggeüjk, die u zei ven en al het Volk zeer voordee- ii:
lig zal wezen, indien Gyl. dit de Gemeente die U L. j
toebetrouwt is met vlyt en yver zult inplanten. Waar ^
-ocr page 521-toe het aanftaandeFeeft een fchoone gelegendheit geeft·,
wanneer wy de geboorte des gene vieren, dewelke van
't eerfte oogeublik af dat hy geboren \%ade -vrede aan dt
tiienfche» op aarde door zijne Engelen liet verkundigen :
cd 1 '20' de Fadcr alles met zich zeiven heeft willen ver-
zoenen^ hebbende door het bloed zijn' kruis bevredigt zoo
het rene^ op de Aarde als het gene in de Hemelen is. De-
welke daarom ook met zeer goede reden dbor den Pro-
'lf.9.6. feet genoemtword b deVorfi der vrede. Dewijl wy dan
de Dienaars en Difcipelen , ja de Ledemaaten en het li-
chaam van dezen vreedzamigen Koning zijn; en alte-^
I Cor. 10. fnaal deel hebben aan het zelfde brood., en door den zelf-
den geeft bezielt worden : wat is 'er billijker als dat
I Cor. 1.20. altemaal uyt eenen mond fpreeken : dat ^er gene -ver-
deehhede» onder ons gevonden worden : en dat Gyl. alle
middelen in 't werk ftelt οήι de Geloovigen hetzelve
te doen bevatten.
Hef gene de grooteAuguflinus,die kragtige voorftander
der Kerkelijke Eenigheit, voor dezen heeft gefchreven, is
zekerlijk iet fchrikkelijks; maar 'twelke opdentegen-
woordigen tijd, en by dezen toeftand van zaaken, zeer
wel te paffe komt: „ Een Ghriften menfch, zegt hy,
„moet geene zaak ter wereld zodaanig vreezeii ,als van
„ het lichaam vanChriftus gefcheiden te worden:want die
„van Chriftus lichaam geiclieiden word, is zijn litmaat
„ niet: en die zijn litmaat niet en is, word door zijnen
„ Geeft niet bezielt: Doch wie den Geeß van Chrißnsniet
,, en heeft, zegt de Apoftel, die behoort hem niet toe.
Dit fchrijf ik u zeer lieve Broeders, niet om U L.
te onderregten; maar om u te bidden dat gy van yver
tot de vrede en eendragtighcit blakende, de-vrede met
.die menfchen , en de heiligheit zonder dtwelke niemand
Codt aunfchouwen zal, wilt betrachten.
Doch vermits de Priefters, dewelke Gemeenten te be-
ftieren hebben, het middelpunt zijnvaiideeenigheitder
Geloovigen ( want gelijk de algemeene Kerk in een
Hoofd, te weeten den Paus van Romen, vereenigt word:
xoo worden ook de byzondere Kerken eenigermate ver-
eenigt in hunneHarders,en maaken te zamen een lichaam
uyt) en gemerkt dat by gevolg de vrede onmogelijk kai>
herftelt worden zoo lang als de Gemeenten van haare
wettigeHarders afgefcheurd blijven,en herwaarts en der^
■waarts loopen; %oo wil ik allen en ieder in't bytonder
wits
i
-ocr page 522-Ger ardus Ροτκ am'p, 519
mits dezen vermaant en gebeden hebben, dat de gene,
dewelke miffchien eenige Schaapen van andere Hairders
tot hunne Vergaderingen toegelaatcn; of, 't welke ik
niet en vertrouw, tot dezelve getroont, en haardeSa-
kramenten bedient hebben: uyt liefde van de vrede hun
beft doen om zodaanige Schaapen weder by haare eige
Harders te brengen , en met de zelve te vcrtoenen: en
dat ze haar ernftelijk vermaanen om zich onder haare
Harders te begeeven; de Sakramenten van hentevraa-
^ gen, en naarftiglijk by hen te Kerk te gaan. Want het
is een hoognoodige zaak het Volk, 't welke een mis-
trouwen tegens zijne Harders opgevat heeft, met de-
zelve Harders te verzoenen ; zoo als de AbtBaffi, zij-
ne Heiligheits internuncius in de Nederlanden , my
noch onlangs r.yt Druffel heeft gefchreven.
Maar vooral moet Godt, de eenigfte oorfprongder
vrede die de wereld niet geven en kan, met ootmoedig-
heit gebeden worden dat hy den geeft zijner liefde in
onze harten wil ftorten ; en dat hy ons, die door een
en het zelfde hemelfch brood gefpijt worden , door
zijne goedertierendhcit eendragtig en eensgezind wil
maaken.
En dewijl ik niet fterk genoeg en ben om een zoo
zwaaren laft, die op mijne fchouderen gelegt is , tot
Gods glorie, en tot zaligheit van U L. en de andere
Geloovigen , te können draagen; ten zy dat Gyl. Godts
genade, zonder dewelke wy niets vermogen, door uwe
gebeden door my verwerft: zoo is het dat ik de gebe-
den voor de tegenwoordigen brief met alle ootmoedig-
heit van U L. verzoeke; en U L. altemaal ernflelijk
bidde dat gy ook voor my de gebeden van uwe Ge-
meenten wilt verzoeken. Eindelijk wènfch ik U L·.
de vrede; eu ik vermaan U L. dat gy den Brief op dea
eerften Zondag of Heiligendag na dat gy hem zult ont-
vangen hebben, in uwe Kerk aan de Geloovigen voor-
leeft. Ik blijve
Eerwaardige Broeders en Moede-arbeidcrs
' Te Leiden den deit Wijngaard des Heere,, mw zeer
^ GERARDUS POTKAMP,
Pau/felijke Vikaris in de Vereenigde
; Nederlanden. ·
I
520 Het Leven van
ilet tottcb iti öc ïiccft ban bm gemeïöf»
Üeer van Heuflen teu toott 0cfïcit: öaae een oni=
telöaare menijgte bolii^ ban alie ïranten naartoe
quam loojien/ om öe ngtbaart ijran §nn' oberiei=
ben ©ißari^ boo^ gunne 0ebeöen en traanen te
zifn uyt- bieren. Φο^ öeöben aïle öe S^^iefter^ öie tc%tü
vaart vord ben fajauen/ jootoerelbfcgeai^seo^benbe/ 3tjne
Tan aiiei- ugtbaaEt ßegoHöen.
hande I rie- jj^gp j te toeften op btn 17. ban
ïpecem&ci·/ geeft Philippus van Deventer,
fïcc/ bie öe ïtapeiïaan en ^aw
ben obetïeben l^iftari^ iqa^ gebjeefi / 5ijne booö
aan ben i|eer Inremuncius boo,? ben boijenben
25iief öeïienb gemaaßt:
Ζ
DpORLÜCHTIGSTE HEER,
HOOGACHTBAARE PATROON,
Edert dat de Hoogwaardigiie Vikaris Pot-
van JSruflel hier is aangekomen , heeft
όβ oude man zijne kragten allengskens be-
ginnen te verliezen: zodaanigdat hy, niet tegen-
gaande de zorg van dc Genees-heeren en van zij-
ne Vrienden , zijne godvruchtige ziel op den lö
van deeze maand, omtrent den middag, aan den
Schepper heeft overgegeven j na dat hy de Sar
kramenten van onze Moeder de H. Kerke behoor-
lijk had ontvangen. Hy had alvorens onze be-
drukte Kerk naar zijn vermogen voorzien van
Harders en Regenten : van die te weeten , de-
welke dezelve lang te vore geregeert hadden. Hy
had aan dezelven ook heilzaame vermaaningen
gegeven : en daarenboven zoo met woorden als
äoor een Harder]ijken Brief , waar van ik hier
neyens een affchrift zende , ieder cerj tot vrede
ver·:
jfters ge-
houden.
Ger ardus Pot κ α μ ρ. fzi
vermaant. Vorders, na dat ik my in de gunfl: van^
uwe Doorluchtige Genade bevolen heb , blijvc
ik met de allcronderdaanigfte genegendheit,
Doorluchtigße Heer^
Hoogachtbaare Patroon,
Te Leiden den
17 van December
in 't jaar 1705.
Uwer Doorluchtigße Genade '
allergehoorzaamfle dienaar,
J. P. van Deventer.
g^aac OJ> Ö«ftöi Internuncius, ilar;^
iiitiaaï ban öen il^ïioomfcgcn ^tod / aanfïowir^
ijoi0eniie anttooo^b sefc^jebcn;
Het is te hoopen dat de Heer Potkamp de
vrede, dewelke hy geduurende den korten
tijd van zijn VikariiTchap naar zijn vermo-
gen heeft getracht in de Zendingen aldaar te doen
herleeven, nu noch kragtigerdoor zijne gebeden
van de Goddelijke barmhertigheit'zal verwerven
in het hemelfch Vaderland: alwaar hy zich, zoo
als wy godvruchtiglijk gelooven , reeds tegeni
woordig bevind: en tkar hynu geruft zijnde over
zijne eige zaligheit, noch bezorgd is voorde za-
ligheit van de Schaapen die onder zijne zorg gc-
rtaan hebben. Laat ons onze gebeden vereenigen,
om een zoo billijke en noodwendige zaak voor
de Katolijken van hec Vereenigd Nederland te
verwerven op hei aanftaande feeft, als de Zalig-
f maa-
-ocr page 525-f22 Ηεγ Leven van
maakende Geboorte van den Geever der vrede
gevierc zal worden: welke Geboorte wy bidden
dat voor uwe Eerwaarde zeer zegenrijk mag we-
zen. Waar mede wy ons ondertekenen
Te BruiTel den |
U-w genegen ) JOH. BÄPT. BUSSI, Jbt van S. Salvator. |
ß^aaben in be Qmlijhi)eit ban
ttionii δρ Eeiben/ tn öet graf 't toeiïie öe eerto.
ilcec Henrik vander Gracht m jgn ïcbcn bOO)
; jifli 5öbcn gab !aat«i raaaften. ^e 3|ecc ban
Jl^armonïi seif / en bccfcgeibe J^iicfïei^ en an^i
bece <0eïoobi0en 500 nian|- al^biouto^é-jjerfooi?
nen / gingen acgter ïp / en bercecben ^et
gelbe met gnnne traanen.
• φρ 5gne itooö toieri» öit j^etjcröuitfcö jaac-
fcö^ift gemaaßt:
potCaMp De kerk ontrVCt.
Zijn Graf- tcft Henrik D. W., ICeewat in beibe be
Hy is be-
graven tc
Warmond
daar hy
met een
heerlijke
ftaatiic
naar toe
' gebragt is
fchrijft. itegteu geeft bit graf-feöiift 't jijnei: eeniuige
gebagteniffe ojpgefïeït:
TER
-ocr page 526-Gerardus Potkamv.
ter eere van den goeden
en grooten godt:
hier rust
de hoogwaardigste heer
GEBOREN TE BORNE, IN 'T LANDSCHAP
VAN Τ W Ε Ν T;
DEWELKE
OM DE VERDEELDE KERK TE BEVREDIGEN
VAN PASTOOR VAN LINGEN
EN
VAN AARTS-PRIESTER
OP DEN XIV. VAN NOVEMBER MDCCV.
IS GEWORDEN
IN HET VEREENIGD NEDERLAND.
EN TERWYLE HY DE VREDE MET WOOR-
DEN EN SCHRIFTEN AANPRYST,
IS HY DEN XVI. VAN DECEMBER
IN 'T ZELFDE JAAR,
LXIII JAAREN OUD ZYNDE,
TE LEIDEN EEN VREEDZAAMIGE DOOD
GESTORVEN.
WIE DAT GY ZYT, BID GODT
DAT
ZYNE VERBLYFPLAATS ZY IN DE VREDE
EN
ZYNE WOONING IN HET HEILIG SION.
-ocr page 527-Aarts-biJJchop van Adrianopolen^
Licentiaat in beide de Regten 5 enz,.
NU öct oberiij&m ban G. Potkamp geeft öe
iiolianirfcge <i5eefieiiifi§eit / om een nieu^
üjen i^ai'bet; te Behoomen/ nietafleen 000?
Blieben geganöeit met ben Ifeer Buffi , öeiDeïlte
noc0 miijit ban ^anifeigiten intemuncius in
be ^f^ebÈcïanben öeftieebe: maar ïjeeft ooft ttoce
boojtreffeïijfee mannen ugt gun genootfcijap/ te
toeeten WilJem Dalenoorc , ^afïOD? in
benj^age / en Komelis Sccenove , 3ieecaar in be
«i^obiieiten ^afÏoo^ te^mcr^foa,2t/ naar gerneï?
ben afgebaacbigt; om ög ijem ö^t aanfteï^
ïen ban een nieubsen en öequaamen ïteriiboogb
ober be ^arbecioose Herit ngt-te-lOeriien. llitn
bja^ in 't ßg5onbec ïafï gegeben om / inbien 5e
ben toaarblsfien öo bese bioebige gefe^apenbijeit
ban tijben niet itonben öeSoomen / ben i^eee
^.gidius vander Voort, een S^eïbenaai' en ψα^^
ftm te in be .pe^erge ban ben 25ofcö/ tot
©iitari^ te bei^oefien.
jjBöäc aï^" 3e 5eïf^ besen man / bie onber een
b^eembe i^eeït be§oo^be / f en na bat 'er meer alö
ttointiiT begnaame mannen ugt ö"«
öfgetoejen toaren) niet mogten beritrijgen / en
bn^ ban ijnnne ftoojj en begeerte ber^eßen toa^
ren; φι 3e bjeber naar ί)ηί€ geßeert.
<6benfajei fïonb 'er in ben ^auffeipen 23^ief
ban ben 11 J^eg ijoj-.bjei buibelp «gtgeb^ntit:
Voor al moec gy verzekert zijn dat aan den ge-
nen,
Na dat de
Geeftelijk-
heic ceni-
ςεη uyt
liun ge-
noot('ch.ip,
die 'er de
bcquaamfte
toe waren,
voorgeftek
hadden.
cn deztli'e
verworpen
i ;
f i
i
-ocr page 528-Adam Daemen.
ncn , denwelken gy zuk willen aanftellen , een
vrye oeffening van zijn ampt , zodaanig als de
A'^ikarillen toe nu toe gehad hebben , door de
Heeren Staaten zal toegellaan Avorden.
niet tógenfïaanöe ïjecft öe ^tet J Bapr.
Β u ίΠ, öciodfte mt .^unciu^ aan ïten ïSöi|nfifoom
iua^é getoo^öcn / oj» öen 8 ^'anuar^ 1707/ vol-
gens de magt die hem 30a al^ ijy getm'gö^ door
K'emcns Xi. gegeven was , Adam Daemen tot
Pauilclijken Vikaris in het Vereenigde Nederland
aangeftclr; ?oo aï^ in bcn / öetödhe aaii^
fïonb.é booi gent u^tgegfben toierit / ftonii ugt^
ADAM DAEMEN , uyt tm Ugtïanbf^ öfi
fiomft0 0(>rpiotfn/ hja^ te SSmfietöam geboren/ een Am'
cnijab een rpenbaöer gegab. ^ynbe/om jtjne fterdam-
ftublen te boitreiiïten buiten^ ianb€ serdfi/toa^ n^"- ""ar
baar licentiaat in öeibe beilegten gelaö^ben/
m ooïi geiuijbt: en na bat ^^ δρ be 30
afkomfte,
jariren te l^euïen^abgeSuoont/i^Öl^ baar^oni- ee« rij-
Ijecr 0elt>oibm. 31 i)^ naber^anb aan Thcodo- f^"
rus de Cock, öie uptïfoUanb geblust ipagVgni?"^ .4n èen"
befïing en tbjce |aafeii ïang be itofi in 59η fjui^ uvtiandfciic
teïieuSen ijaö gegeben ; l)^ tot f^jicfttf-ija^ Keikge-
Hcnnilt / en ooli tot ©clten ban bc ^ait^-biai
feeiifcöe ïiecii ban €nimeriii geiioien. ©aar na ζγοί^-'
ίρ ^n volgens het goetvinden πϊ ï)i"ttoeï&el)agen/ heer te
eciii0öe Ji^ebedasibeii aangefleït ^aar op ögi en Dcketi
iiod) j'n {jet 3dfbe jaar/ en op ben is-.ban^ei-teEmraerit
cera&iT of op liersbag / tct ^art^-öiffeöoii tjan
Böriauopölentefóeuïengetöijbt, ©oe^ met toat ι,'^ν^;«
booj plegtisijelt/ en booi toie/ bat bie IPijöing inhetver-
üerriijt 3iiiien top ieeren uot ^et boigenbe lenigde
ituttreiisei.
Uyt Keulen den z6 van December.
Op Zondag , den 25: van December, zijnde
. Kers-dag , is de Doorluchtigfte en Hoogwaar·^
digfte Heer Mam Damen , Kanonnik en Kapit-
tel-heer der Metropolitaanfche en Keurvorftelij^
ke Kerke van Keulen , en Deken der Aarts-dia-
kenfdhe Kerke van Emmerik ; dewelke ook tot
Pauflelijken Vikaris aangeftelt is, onder een hóóg-
Hatelijk gevolg van wagens en karoflen gereden
naar de kerk der Ecrw. Vaderen Kapucijnen te
Keulen : daar hy met alle de plegtigheden der
Kerke gewijde is tot i^arts-biflchop van Adria-
nopolen. De Wijding is verrigt door den Door-
luchtigften en Hoogwaardigften Heer Johanna
Baptißa , Aarts-biflchop van Tharfen, Kardinaal-
Legaat- en Nuncius van den Heiligen Apoftolis"
fchen Stoel : terwijle dat de Doorl. en Hoogw.
Heeren, de Heer Angelus cPEfirè , BiiTchop van
Roermonde en Primaat van Gelderland , en de
Heer Johannes Wernerus de Feyder^ BifTchop van
Eleuteropolis en Wy-biffchop van Keulen, de
Wijdinge by-woonden en hielpen verrigten. Dit
alles is gefchiedt onder het gebalder van het ge-
fchut, en in dé tegenwoordigheit van ontelbaare
menfchen. Dit a dus verrigt zijnde is gemelde
Doorluchtigfte Heer en Aarts-biflchop van Adria-
nopolen , benefFens de Heeren BilTchoppen die
over de Wijdinge geftaan hadden, door den Door-
luchtigften Heer en Aarts-biflchop , dewelke de
Ada μ D α ε μ ε ν. 7
Wijding verrigt had , met een diergelijke ftaat-
z,ie en gevolg wederom geleide naar hec Hof van
den PauiTelijken Nuncius: daarhy ook onder het
loflen van het gefchut is ingchaalt; terwijle dat
zeker Dichter door deeze lectcr-keering aldus op
zijnen naam fpeelde:
D AEMEN ci, EM EN DA , genius tibi dixit
ah aßris:
Irreprchenftbilis Pr^ful es, ergo potes.
r^t ©aiier^ ïiaisucijnen ugt ïjtt 'X&ttf-iiift
ijau ϊίειιίεη / öocö i)öo?iiamentii|ïs bie m
ïioiibcnt tt ^mïcn iooonben / m ni todÄerl
ïierfi betopüig iua^pfc^icbt/
gcUiis te tocnfc!)«? / 't 5iincr ecre een <iEec-tiiomty
in het Kruys en de Lelie , Ugt aïicrljaiiöe fïag
#niiertii|Tcl|rn ^ijn öc J^aber^ Sjcfujatcn boo^
bc ^crgaiïeringc bei* ojeltoiiitnitteerbe l^cciTn
ontöobcii op bea 18 l^cö^aiar^ 1708: baar ï)un
iufigeii^ öe ^taatm ban ïfoiianb aangejeit
bat / iiibäi« 5e niet en maaStxii bat be b^ebe
tutfcijciiöe iBtDonié'-iiatciijiieniiiiuicn ö^ie ntaan^
tijbë ï)er|ldt toa^ / ugt ïfaiïanb m il^cft-
^Diie^iaitó jouben gciaagt too^bcn/ en^. tÏiJhTte
üi^atDacmen belangt/ tertoijïe bat gp ^ίφ ai vüorbaarig
tc hüoßaavi^0i^Päüff£iißwn Bißariö gcö^magt: is i"
tcriüijle ραφ berho3fii «ijnb« ben ίϊ|!)π boo^ r/dóoTdc
fïraoni iiaat- Cnunerih ftonit afbaareu i m 3ίφ Staaten
aföaoi' o^ Agnes ba0 / onber ïjet iuiben bec aangeno-
liioiilteu / m Det singen ban Te Deum , feefie^ »"ε"
iijlt foiit i!3&aaien ·, tertoiiie ij^ toeiaat bat be bè'oeffen«
J^aber^ ^cfiiften gern aïbaar/ in ben Inhoud word hem'
ban een openbaar Coueei-fjjd/beeï geïnit^bjen;^ «üc bcoct
fc^ni; mknlt ΪΨ ban baae in ^öllaub aanae# ^«"'"g.
van
ßomeii / be örfuft-iucnfcöingcn bau aïie ßante«
ontbanat: tertogïe ög / öoo? öe ^taatcn ban
i^oiianö noc|i niet aangenomen jgnbe / seït)'^
nocö onïanfl^ be paftftaaten beceifcöt gab&en/
jgne öeöieninsen niiööen in ïfoïïanii in ixjeertoii
ban öe toetten bercigt j Ö^nt op öen z6 ban
ijop. boo^ een openbaar J^iaitfeaat berÖO''
öen öe genieiise bedieningen tebeiTigten; 3nfleni=
öe anber^ naar öe befcö^iöcnböeit öec ^eecen
gefiraft too^öen.
En hoewel Ctt goeioeï öat to ^^ Staaten ban i|oïianö
i'yaï fomtoijien in öen f age ging fp^eeften; en aan
öeieïben berfcïieibe reöenen 't ζβκν berfcgoonin^
ge fcïj^ifteïp oberlebecöe : ja geene miööeïen
onbe3ogt iiet om ngt te bierften öat ^et gemetóe
païtiiaat / inöien öy §et niet ïton ingettoßften
Ärggen / ten minfie obee Öoofö 0e3ien of
bet'3acötmogt too^öen: jooöeeft j^gecgtecniet^
opgebaan ; en i^ 'ec geen aci)t op 50ne bertoo^
«ingen geflagen.
<anbemifTcïjen ^ijn öe l^abec^ 3[cfugteit/
fegoon bat 5e boo^ijet bertoonen ban eenigeb^ie^
ben poogben te betogjen bat 5e aiïe mogei^iif
naarfiigïjeit oni ï)et bebd bei* Staaten ugt te
boeren te toerÏÏ gefielt ^abben/ben ιρ^ηϊρ i/oS
«gt beje ïanben ber3onben,
g^e ^ben gb^ig biijbenbe om be
toettige o^ber en Iterittncftt in fïanö te ïjonben/
öetoeliié öoo^ een ngtianbigen en niet aangeno^
men ïtec]^boogb Öe3toaariijli ïion aeïiterbolgt en
geöanbgaaft ioo^ben 5 en baar öp öegeerig 3ijn^
öe om öe b^ebe te ijerjielien: ^ab op ben ban
jj^obemöet? 1708 Willem Dalcnoort, ^afioo^ in
'^«Orabengage en^^anonnift ber lltregtfc^eïter^
ße / met ttoee rei^^g^ellen naar Itenïen geson^
öen.
iêii
]en aan-
houdt om
zijn ampc
te mogen
bedienen,
doet hy
echter
niets op.
m
Adam Daemen.
in öet üoïgen&c jaar / aï^ get semeïöe
Paititaat öct Staaten ban i^oHanö nu afse-
feunöißt toa^ / Komelis Steenove , oolt mo»
«omiift itcc iltregtfcïje ïïcriie «i ^afïoo? te IC^
nicr^foojt/ naacltctilcn ont&oben öoo^iöenileec
BuiTi: baar ooft nicfc öc torficmmin^c ban 59«
ne ?ïnii>t-0cnoot£:n / επ ugt 5ttci)t boo^ öe ïjev^
fïcïïiiiöc bei' b.jebc / «aar toe 0£troiiIien jilt^aat:
ai^é geen ban |}en beiben itt€ ïioube bertigten:
en fomnitgen in tegenbee! / onber eenige ijoog-
aefitbaai-e naamen ; bocö booinamentïp onbec
ben fcisJjn ban if)et Jubiié * ban Klemens xi^ * in Mey
get 3E>aberianb berfïoo^i / en berbeeïb^eben '708,
onber be ingezetenen beroo^saaïiten > ïjebÊen be
Staaten / betodïie bit 5eer enbel namen / niet ^^
aiieen aiien^tïanöfcöeS3ülien/ betodße bienben Ι'ΓρΙίί
omoproengöeben tcbcrtoeftiten/ öoo,?eenpaiti kaatvoor
ïiaat ban beu 14 ©ecem&er 1708 fc^erpeigii bef^^ enktande-
boben : niaxir ö^Bben ooi^/ na bat 3e ^uii pafti''
haat op ben 16 ba» ^et boïgenbe jaac ber^
nieutot en bebefiigt ijabben / be i^oofbcii bec
<i5eeftelgïigeit boo? ö^inne ©ergaberinge ontbot:
ben: en ^nn ben iζ|i^obeniöa' ban't jaau 1709/
en toebercmbenai .^i^obeniber ban 't 5eifbejaai'/
op ö^t firengfle gebobcn bat 5e be genbing ban
alle ^©ercïbfclje cn<eeo^benbe j^^icftei·^/ betoei^
ï^e $ebecb be bßob ban Potkamp ingeRonien ioao
ten/ 5ouben on;5er3oeiten ; en ï)en be onbergoii^
bing ban fjet genidbe l^iaiiïtaat öuen Öelooben:
boc^ boo^jnamentiijii bat 5e in jaalten/ betoeiite
gunne fóerft aangingen/ met Adam Daemen ge*
ne genieenfcijap joitben öeööen te ïjouben. ^oni^
niigen / bie ïjier niet naar b^aagben / ai,^ een te
3ieiben / en eenanöer omtrent ïjet <0ooo/ gijn
baar ober u^t Ö^t ianb gebannen.
S29
^ocö
%l
III. Deel.
j^^o Het Leven van
©ocg om het^t en meer anitcrctampen/ öe
toeïhe giec op seijolgt 59η/ baac re laaten; 300
ïiee^ men naöeriianö al toebeuom / en meec aï^
een^ / 5ijn öefï geöaan om met öen ^eer Bufli,
öetaeiß« toen Nuncius te Itenïen toa^ / een aft^
fioo^b te treffen : ten fcoeïiten einbe be 3|eecen
Willem Dalenoort en Kornelis Steenoven , be^
iueïfte bjen ïafï ooft boo^eesen op jicg 0enomen
gabben / toeberom naac Hcuïen 5ijn afaeViaar^
Öi0t»
UII^ onbertuffcgen be 25tfcöop öan fCbiiano-^
polen al^ ugt jiinijabertanb eeöannen toa^j en
be Staaten gem ber&oben gabben twebec m Det
jelbe te fteecen / ten jg bat fcgiifteïglt ban
3ijn ^auffelp3^iiiaclf|ci)apaf|ianb gab gebaan:
beioiji ÖS" 0een ijoo^beeï ugt &et selije
genoot: maar in tegenbeel ög bie gelegenbïieit
0troote onftofien / al^ ï)et pofï-loon ban ögna
öageipfcöe ftiieben en meer anbete Sofien/ te
ö^iaagen gab : geeft go een en anöecmaal oot^
moeb!0e ö^iehen aan jijne ï^eiliggeit gefcg^eben
0m ban bat ampt ontfïasen te too^ben: Joetoei
bat öet tot uocfi toe op 5önen naam bebient
too^b j en be aanfïellingen in^0eljjit^ op sgnen
naam 0ebaa!i tooibcn.
Ίη vcrbic-
tlen Dae-
mcn bit;-
ncn het
land te
koomen,
ten zy düt
hy fchrifte-
]i|k .ifftaiid
doet van
rijn Vika-
lisfchap.
Hy zoiiw
te Romen
meer als
eens om
zijne onr-
fl.iging;
aangehou-
den" heb-
ben.
©eeje fi,?ief / toaac in 5{jn affïanb ban get
gemdbe onipt te leesen fïaat / i') mg tei· jfjaiiö
0eiiomen:
Α F-
-ocr page 534-adam daemen. fh
van den Doorl. en Hoogw, Heer.
ADAM D A . Ε Μ Ε N.
Τ Κ ondergefch reven verklaar waiir te zijn, en
betuige onder het openbaar geloof, dat op den
ï I Augufti in't jaar 1709 voor my onderfchre-
ven , Notaris der pleit-zaaken en vonnificn van
het Aarts - biiTchoppelijke Hof te Keulen , en
voor de getuigen byzonderlijk daar toe ver-
zogt , is verfc icenen de Hoogwaardigfte Heer
Adam Daemen , Aarts - biflchop van iVdriano-
polen , Kanonnik en Kapittel - heer van deezc
Metropolitaanfche Kerke , enz. En dat hy van
het PauiTelijk Vikarisfchap, het welke hem door
onzen Allerh, Vader Klemens XI. over de Ver-
eenigde Nederlanden was opgedragen, om rede-
nen zijn gemoed byzonderlijk beweegende, op
de allerkragtigfte wijze afftand heeft gedaan»
Doch als gemelde Aarts-biiTchop hier op van zij-
ne Heiligheit een weigerend antwoord had ont-
vangen} heeft hy, om destegrooter uytwerking
van zijnen afftand te bekoomen, op den27 Oc-
tober van het voornoemde jaar den Heer Erneß
Zigler tot zijnen zaakbezorger aan hetRoomfche
Hof aangettelt , om zijnen gemelden afftand op
het fterkfte crt kragcigfte door te dringen.
Daarenboven getuige ik dat ik zelf den brief
van gemelden afftand, dewelke door my opgeftejt
Was, benevens meer andere papieren en fchriften
tot deeze zaak behoorende, in den brief dewelke
naar Romen moeft gaan }ieb ingefleten > en in de
%\ 2. han-
-ocr page 535-handen van een knegt heb overgegeven om aan
het gewoonlijke Poft-huis beftelt te worden : eß
vorders dat ik naderhand twee weigerende ant-
woorden , het eenc van den uytmunt. Heer en
Kardinaal Sakripanti, het andere van den Heer Sc-
kretaris de Cavalleris j en verder noch een dier-
gelijk antwoord van den voornoemden Heer Zi-
gler ^ gezien en gelezen heb.
Daarenboven verklaai· ik Notaris waar te zijn,
en ik beturge, dat welgemelde Heer D^me», "om
de toeftemmrng van onzen AHerh. Heer tot den
gemelden afftand van het Vikarisfchap over de
Vereenigde Nederlanden des te zekerder te ver-
krijgen , op den 11 September i γ^a. noch een
anderen zaakbezorger, namentlijk den Heer Phi-
lippus Caftellani , aan het Roomfche Hof heeft
aangeftek: en dat hy aan denzelven, op den ge-
melden datum in mijne tegenwoordigheir, die zelf
de Schri jver was , noch een wijdloopiger bevél
heeft gezonden , om gemelden afiland van het
Vikarisfchap, en zijne ontflaging van d'en zeiven
lall, met alle magt en op het allerkragtigfte, zoo
door zich zeiven als door de voorfpraak van ande-
ren door te drijven: dar gemeldeHoog^vaardigfle
Heer diergelijke aanhoudingen naderhand noch
dikwils heefc vernieuwt: en dat hy hyzonderlijk
op den \6 November 17J0 deze iiytdriikkclij-
ke woorden aan zijnen Agent voornoemd , den
Heer Caßellani^ heeft gcfchreven : Ondertuffchen
ivil ik. niet vertrouwen dat 'er geen hoop meer overig
en is van mijne verloßng van het f^ikarisfchup aan
dat Hof te verwerven : dewijl het my ah een harde
zaak voorkoomt , door geld nochte door mildaadigg
vereeringen geholpen te können worden. Indien ''er ee-
nig middel, *t welke menfchelijker wijze mogelijk is,
hedagt kan werden, dat men het te werk fielle: en ik
geef
!
;. i
-ocr page 536-geef mijn woo-rd dat my grooter dienß zal gefchieden
door deze Oerloffing als door het hefte Bisdom. Vor-
ders verklaar ik waar te zijn, en ik betyige, dat
ik gezien en gelezen heb verfcheide antwoorden
van gemciden Heer Caßellani , met zijne eige
hand gcfchreven ( welke hand my door een on-
derlinge ikmenhandeling van meer als twintig jaa-
ren zeer wel bekend is) als een van den 11 Oèto-
ber: een ander van den ip November, lioch een
ander van den 13 December van het zelfde jaar:
en weer een ander van den 10 January 1711:
waar in hy wijdloopig verklaart dat hy omtrent
het voornoemde niets heeft können uytrechten.
In dat van den zp November fchreefhy vlak uyt:
Laaten de klagten ophouden , u^-t dewelken niet goeds
te verwachten is : het geduld is noodzakelijk, enz.
Zoo als dit alles gecoont kan worden. Zoo dat
nochce de yver van welgemelden Heer Aarts-
biflchop , nochte de naarftigheit van gemelde
Heeren Agenten , om deze ontflaging uyt te
werken , geenzins in twijfel getrokken können
Avorden. Tot oirkondevan het bovenftaande heb
ik den tegenwoordigen brief gefehreven en on-
dertekent , en met mijn gewoonlijk Signet be-
kragtigt,
Te Keulen den
f33
II Maart 1711.
:f
Damianus Herm. Nydeggen,
Vaujfelijke Proto-notaris.
De plaats van
het zegel.
ai 3
-ocr page 537-534 Het Leven van Adam Daemen.
a^pct?^/ Adam SSifcSop ban Ulö?ianoji^
fen / aï^ rö'^ ban inßomfien sgnöe/ nictaöceni'
ip nifl&aa&is in gaficn en bieeinöeiingentßont«'
gaaïcn / 500 aï^ ooft on^e ïanö^-Iniben al meec
al^ «n^ onbectjonben Jeööen : maar Öaar-en-
fioben geeft Leurik, een SCöög aanöenïlöijn/
en een afsetseï ban Orval, oti^eboutot/ of ten
minfie bermeetbert: toeïfte ICftbn nu naac Duf-
feldaal obec0eÖ^3t.
©it öeBbeniö^ met fto^te tooo^ben banbeeje
onïufïen te seggen gegab: beioeïfte niettec tijb
boo^ ientanb anber^ toeï toijbioopigec mojgien
öefcö?eben too?ben.
EI Ν D E.
Ondertui^
fchen is hy
mildaadig
in zijne
»roote in-
comften
wel tc be-
ftecdeii.
I I:
i
Byvoegzels omtrent de Bezwaarnijfen der vijf
Kerken te leezen op het 34 zij dje.
IN het leven van Fr. Schenk, \ welke hier voor ge-
drukt is, word wijdloopig gehandelt van de moeje-
Hjkheden en onlufteii, die xich omtrent de aannee-
ming van de Kerk-vergaderinge van Trenten opgedaan
hebben : en hoe dat de Aarts-diakenen voor al in het
verdedigen van hunne rechten uytgemunthebben. De-
wijl 'er zedert het afdrukken van Schenks leven een
merkelijke tijd verloopen is ; zoo zijn ons rndertuf-
fchen eenige handfchriften, raakende dezelve aannee-
ming, in handen gevallen. Het voornaamfte beftaat in
eenige bezwaarniflen fpruitende uyt de gemelde Kerk-
vergaderinge, over dewelken de vijf Kerken allegader
geklaagt hebben : en dewijl de Heer Auteur , in het
leven van Schink, debezwaarniffen der Aarts-diakenen
opgelevert heeft; zal het den Lezer waarfchijnlijk niet
onaangenaam zijn, indien wy ook dezebezwaarnifleii
tot zijnen dienft uyt het Latijn vcrtaalen , en hier by-
Jlaats, te weeten voor
venen, gelezen te wor-
den. Het antwoord
de kant gedrukt.
voegen ; om op haare rechte
de bezwaarniffen der Aarts-dia;
van de Landvoogdcile ftaat aan
Antwoord
op deze
piintcn^a-i
bezwaar-
niilcii;
'c \vclke
door haare
Hoogh(;itaan den Aarts-biiTchop van Utregt cn aan de vyf Keikcn alda.>r
zal.niedegedèc-k worden : om naderhand het goedvinden van den Apofi;, Stoel
cn van zijuc Katol. Majeftcit daar evei te verzoeken.
Onder Paulus III. in de vijfde Zittinge , en twin-
tigje Kerk-regel (lees I Kapitt. Hervorm.)
En onder Pius IV. in de achtfte Zittinge , So Kerk-
rcgel (leesbet"Vijftien<le Kapittel over de Hervorm.
111 4 Word
Κ O ρ Y.
Junten van hezivnarnijfei}, fpruiicnde v.yt de Dekree-
ten der Kerkvcrgader 'tnge van Treute.
Word geboden dat 'er in de Metropolitaanfche en
Katedraale Kerken twee Prebenden moeten opgerecht
worden ; de eene voor den Voorlezer der Godheit,
dè andere voor den Penitentiaris; en zulks met de ver-
eeniginge van de Prebende dewelke allereerft zal opeu-
vallen.
Hierover
zal het
Dat hier toe mag gekozen -worden een der drie
f" d η dewelke in dt Bulle van Pius uytgedrukt fiaatt:
goec y 111 c ^^ ^.ulks wlge»s de matiging dewelke over gemelde Bullf
Koi^Maie- " beraamt.
fteit afgewacht worden: zijmJe reeds bcfloten liaar oordeel over deze mati-
ginge der Bulle van Pius IV. te vsrzockcii.
Onder Julius ΠΙ, vïerde Zitting, laatften Kerk-re-
ge) (lees dertiende Hoofdftuk.)
Worden aan ds vijf Kerken van Utregt benomen de
inllellingen van de kerkelijke ampten der zelve Kerken.
De iiiftel- Indien deze Kerk-regel verßaan word van de Leeken
Jing zal aan alleen , of uytgelegt word volgens den negenden Kerk re-
devyfKer-^^/ negenke T^tiinge ( te weeten onder Pius IV):
}(e i blijven, zie» Ζ·)> voor geen bezrcuaarvijfe aan\ als alleenlijk voor
foch toe"^ xoö veel 'de voorßelling zouw moeten gedaan worden aan
ccbriivk"- Biff'chop; dewelke nu ean den Deken en het Kafittel
ijk is gel' ''«ordgedaan.
weeft: zoo nochtans dat de gene, dewelke tot Kerkelijke ampten ftaan gc-
vordert te worden 5 van dtn Diflchop zullen onderzogt worden ofze achter-
volgens de ftichtingei) en de üektceten der Kcrkvcrgaderinge van Trenten de
vereilchte bequaainigfieit tot zodaanio; etu ämpt wel htbbeii. Echter zal hy
dezclvcn nie: Jichcciijk mogen afwijieii.
III.
Onder Pius IV , in de vijfde Zittinge , derde Kerk-
reger ( lees Hoofdftuk over de Hervorm.) en fesde
Zittinge, derde Kerk-regel Hees derde Hoofdftuk over
de Herv.
Deze Kerk-regels willen het derde deel der vruchten
van de Waardigheden , Kanonniksdyen en kerkelijke
ampten , in de Katedrale en Kollegiaale Kerken , vol-
gens
i? ι
'ί' ί i
Μ I
ί i
i !
I ;
!
i;f
iil<
op Frederik Schenk. f37
gens het goedvinden des Biffchops gefchikt hebben tot
dagelijkfche uytdeelingen. 1
Voor dit punt is reeds op dien -voet gezorgten zal^ indien
het noodig is , lAch meer gezorgt worde»: zoo dat alhier S«")^® oe-
eeen reden van klane zal wezen. floten over
^ dit punt,
Koo wd als over de andere matigingen der Bulle van PmsIV> tcKhrijvcn
aan zijne Koninkl. Majtftcit: wiens wille men zal afwachten,
IV.
In de ïelfde Zittinge aan het vierde Hoofdftuk ftaat.
Dat de genen die eenige kerkelije ampten bezitten,
devpelke zekere Wijdzels vereiiTchen , zich tot zulke
Wijdzels moeten laaten vervorderen : en dat de BiC-
fchop hen dwingen moet om de bedieningen van de-
zelve Wijdzels op de geftelde dagen door zich zei ven
te verrigten : en vorders dat 'er voortaan geene kerk-
ampten mogen begeven worken als aan de zodaanigen,
van dewelke men verzekert is dat zede vcreifchte jaa-
renen de gemelde bequaamigheden hebben. ^
Dat de Bezitters van kerkelijke ampten in de Kerken zal zich tot
van Ütregt niet bezwaart mogen worden in de gewoonlijke die wijdzels
Wijdzels : en dat het hun vry mag fiaan de bedieningen laaten vcr-
der Wijdzels door zich zeiven, of door anderen dieper de vorderen,
bequaamigheit toe hebben, te verrigten,dewijl ^er verfchei- dewelke Jiy
den onder zijn dewelke onkundig zijn in den kerkelijken volgens <ie
zang; of de maat in het zingen niet können volgen \ en ^''^n'inge,
dewelke vervolgens den Goddelijken dienfl meer zouden ^^ volgens
verbrodden als verheerlijken', en vorders, gemerkt dateer ^^toud
vee Ie zoo bejaard zijn, dat ze den zangwaarfchijnlijkniet
zouden können leeren. Doch in 'ζ toekomende zal *er in
het begeeven der kerkelijke ampten gezorgt worden voor ^^
de eere en den welfland der Kerke : dewelke niet alken
afhangt van de kenniffe der zangkunß \ maar ook, en wel yen igtea
voornamentlijk, van de voorzigtigheit, van een onberifpe- y_,tj je be-
lijk leven, van de eerbaarheit der zeden , en van de erva- dienino-co
rendheit inßaatkundige zaaken. der zelve
wijdzêlen
belangt; dit zal op dezen voet onderhouden worden , dat de genen di? ge.
melde ampten tegenwoordig bezitten , cn den zang reeds veriiaan , of in
kort kennen leeren , de bedieningen van gemelde wijdzels door zich ïelvcn,
zoo neen , door een ander zullen verrigten. Wat de genen belangt , dewelke
voortaan tot kerk-ampteu gevordcrt zullen worden; daar omtrent ïal men
tc werk gaan, gelijk op hst tweede punt is goedgevonden, V, In
V.
In de lelfde Zittinge aan het tiende Kapittel.
Word de BiiTchop gemagtigt om aMerhande Nota-
riflèn , tot groot nadeel der Kerken, te ftraffen en af te
'keuren.
DeBii^ Daf dit plaats hehbe, uoor ZM Verre hst zijne vierfchaxr
ichop zal cn zijfie eigen Notarijfen belangt.
de Notarif-
fen , die wettiglijk aangcftelt eii iiyt naamè van zijne Kbninkl. Majcfteit aan-
genomen zijn Γ niet mogen ftraffen of afzetten ; als de zodaanigen dewelke
tot zijne vierïchaar behoóren : doch de aiidcreti alleenlijk in zulken geyallej
indiendcgeöen, denwelken zulks van rechts wege toefcocmti endie daar over
gcwaarfciiouwtïijn, hiinnen pligl niet en quyten.
VI.
In de zevende littinge (te weeten onder Pius IV.)
in den negenden Kerk-regel (lees tiende Hoofdftuk over
de Herv. )
Geene Katedraale Kerken zullen vermogen aan ie-
mand, zelfs die tot geen Bisdom en behoort, vohnagt-
brieven (om gevi^ijdt te worden) te verleenen.
Dezeuyr- Dat de zodaani^en/mogeH uytgezondcrt worden, dewel-
izondefing ke een Bijfchoppelijk r.-gts-gehi'd hehben en beoeffenen.
gevalt ons
■wel; zodaanig nochtans-, dat zy het zelfde onderhouden^ daar de Biichop-
pcn toe'vcrpligt zijn.
In de achtfte zittinge (onder Pius IV, ) aan het
twaalfde Hoofdftuk.
Word geboden dat aan de Kanonniksdyen van alle,
doch voornamentlijk van Katedraale Kerken, gehecht
zal zijn de Order van het Priefterfchap, Diakenfchap,
of Onderdiakenfchap: en wel zoodaanig, dat ten min-
de de helft Prieflers, ende andere Diakenen of Onder-
diakenen zullen iijn.
Dat hier
ook plaats
kebbe het
*Oordt.
i!' ί
1i
mI ί
i 1
geen op het
vierde punt Dat de Kanonnikken van de Kdtedraale en van de an-
Ss geant- iére Ütregtfche Kerken niet bezvfaart cn werden omtrent
de gevjooniiike iP'ijdzels.
i i
il·!
En dat de Prelaate» en Kanonnikken iedcr jaar niet
langer mogen afwezig zijn als den tij4 yai^drie maan-
den : zullende anders, de eerfte reize, de helft hun-
ner inkomften; en daar na alle dezelve inkomften ver-
liezen.
Dat de genen dewelke tegens de inzettingenhmner Ker- fjej ^ji
hn afwezig zijn, volgens den inhoud der zelve inzetti»- geoorloft
tilgen mogen geßraft worden. zijn vol- ■
- , gens de in-
zettingen der Kerken afwezig te zijn : maar die tcgcns den inhoud van de·
aelve inzettingen afwezig zijn , zullen naar het voorfchrift der kerkverg»
dcriuge van Trente geftraft worden.
IX.
Dat niemand de uytdeelingen zal genieten, dan die
de^eftelde Kerk-getijden byv?oonen.
Dat de zieken , en die de zaaken der Kerke tuaarnee- Deze uyt-
men, {dewelke opk door ?msverfchoont VJorde») en daar-zondering
en-hoven de genen die Gode vijftig jaaren lang in eene word goed-
Kerk gedient hebben , van dezen regel ttytgezondert mo- gekeurt.
gen worden.
Dat een iedei door zich zeiven > en niet door iemand
anders die zijne plaats bekleedt , de Goddelijke dien-
Iten moet waarneemen.
Hier over
AU hoven in de matiginge van het vierde Hoafdßuk der 'sop ''«'
vijfde zittinge onder ~
defi.
XI.
In de negende zittinge (onder Pius IV.) aan het
negende en veertiende Hoofdftuk.
In de misdaaden uyt ontuchtigheit ontftaande, eu in
grove feiten; wanneer gevreeft word dat de misdaadi-
ger zich op de vlugt zal begèèven, ên'ér een perfoon-
■ Itjke valthouding van noden is; word de Bifichop ge-
magtigt om de zaak alleen ten Iruwe té onderzoeken j
en de noodige vaithoudióg ia 't wérk te flelleh.
^ e vcrxog- ^^ Bijfchop in gezetde- feiten gezamentlijk met het
in^ word ^^^ gemelde onderzoek zal moeten doen : Zoo dat
tonleTden ^^^ beider naame Kommijfurijfen zullen aangeflelt
Aarts-bit Viorden ; in welker tegcnwoordigheit het procés opgemaakt,
icliop te opgemaakt zijnde gtbragt zal worden voor den Aarts-
benadeelen_, bijfchop en het Kapittel; op dat zy het dan gezamentlijk
goedge- ^ Hitwijzen en ten einde brengen.
Keurt: ,
(»■» het idtijn if dit mwd GOEDGEl^EX^RT achtergeUaten imaar[ώ'ήηΐ
'er onder vcrftaan te voorden) zoo nochtans dat !iei opgemaakte Procés ς?'
bra^t zal worden voor den Aarts-biflcliop zelf en voor de gemelde ΚοηΐΓτιίΓ-
iarillèn : cfi indien dezelve malkander niet können verftaan , zullen 'er twee
Régtsgcleerden , de eene door den Aarts-biilciiop de andere door liet Kapit-
tel, bygenomen , en aldus tot de uytwijzing voortgegaan worden. Ook zal
de Aarts-bilTcliop alleen, en zonder de tocftemminCTe der Coinniiflinflèn,
niet vermogen de gemelde vafthoudiiig in 't werk te ftelk-u,
XII.
In de fevende ïittinge (onder Pius IV.) in den fes-
den Kerk-regel (lees fevende Hoofdituk.)
Word her onderzoek der genp die de Wijdzels (laan
te ontvangen aan den Scholaftic'us der Doirjkerke ont-
trokken.
De ver- ^^ Scholäßicus d^r Domkerks de gene» dewelke tot
eifchte ^^ Wijdzels koomen , op óe oude manier en beneffens dert
worcfèr"ed ^arts-biff'chop zalondervraagen : dat hy ook iemand by
rckeufr·^ " /«o^e» neemen , en hen op nieuw ondervraagen :
Wil ver-1 ^^^ meer, gemerkt dat de bege^-ping van het Schoolmee-.
ft'aande , ßerfchap aan den tegenwoordigen Aarts-bijfchop ßaat\ de'·
indiende, inelke hetzelve aan een bequaam perjoon zal können, viTt
tegen- geeven.
woordige
Scholafficüs <Je vercifchte beauMtnigheit hëcft, oFeen beqiiaam perfóon in
eijne plaats aanftelt j gedaan teBruüèJden . . . F.ebruary, ia't jaar if6r>
naar den ftijl van het Hof.
In het «elfde Handfchrift ftaan ook de punten ofar-
tijkelen uyt de Kerk-vergaderinge van Trente getrok-
ken, welker uytvoeringganfch geen uytftel kan lijdpn
en dewelke ook door den Heer Auteur in het leven
van Schenk bygebragt wdrden. Doch in de plaats dat
dezelve door gemelden Heer opgegeven worden , als
of
ί ! I
t i
op Frederik Schenk. f541
of ze door Margareta van Parma, zoo als ze daar ftaan,
aan de Geeftelijkheit van Utregt toegezonden waren:
zoo (laat in het gemelde handichrtft by ieder Artijkel
het antwoord van gemelde Landvoogdeffe ; even alsof
dezelve Artijkelen door iemand andersten waarfchijnlijk
door den Aarts-biflchop zelf, zoo als uyt de Artijke-
len genoeg fchijnt te blijken , aan de Landvoog-
deiïè om haare toeftemming te hebben voorgeftelt wa-
ren gcweell. Ik wil mijn handfchrift, 't welke wy van
den Eerw. Heer J. C. V, E. te leen hebben, daarom geen
volkomen geiijk geeven : de Heer Auteur kan beter
bewijs-ftukken hebben. Doch omdat 'er alles zoonet
ftaat uytgedrukt, en dat 'er de naam van de Landvoog-
deflTe met het jaar en den dag zoo nauwkeurig by ftaan:
en vorder om dat ik noch geen red.en en heb oin het
handfchrift van valsheit ofbedrog te befchuldigen ; zoo
zie ik noch niet waarom dat hetzouw moeten verwor-
pen worden. Ik zal dan het antwoord van de Hartogin-
ne op alle de Artijkelen, dewelke In 't leven van Schenk
aan het 15 zijdje aangehaald ftaan , uyt het Larijn ver-
taald alhier opleveren. De Artijkelen zelfs, die'er ook
by (tonden , können boven op het gemelde 15· zijdje,
nagezien worden. Bovenaan, beneffens den tijtel der
Artijkelen, (laat deze tijtel:
Antwoord van haare Hoogheit op
deze Artijkelen.
Op het I. Dit keuren vjy goed volgens de ondtrßaande
'matigingen.
Op het li. Dat hier onderhouden werde ""igene gezeit
IS op de elfde bezvjaarnis der vyf Kerken,
Op het III. Deze zaak zal benevens de andere artij-
kelen der Buïle van Pius aan den Koning voorgedragen
VJordcn.
Op het IV. Het eerfle gedeelte raakt de vyf Kerken niet:,
maar de Aarts-diakenen. Het laatfle word goedgekeurP en
bevalt ons -wel.
Op het V. Dit artijkel raakt de /1 artsdiakenen.
Op het VI. Fan deze zaak is gefproken in ons antwoord
op de derde hezwaarnis der vyf Kerken.
Op het VII· Hier van is ook gefproken in ons antwoord
op de VII. en X· hezwaarnis der vyf Kerken.
Op het VIII. Word goedgekenrt^
-ocr page 545-fj^-L Aantekeningen op F. Schenk.
Op het IX. Word goedgekeurt.
Op het X. Word goedgekeurt.
Op het XI. Word goedgekeurt.
Op het XII. Word goedgekeurt·, ie» zy dat ze eeH re-
gelmatige zerontfchuldiging , dewelke gelijkvormig zy
de Kerkvergadertnge van Trente^ mogten hebben.
Gedaan te BruiTel op den χ February 1565^.
voJgens den ftijl van het Hof.
Het bovenftaande antwoordUf op de bezwaarniflen
der vyf Kerken is ook op den I February getekent
ge«iveeft. Word in het tegenwoordige by-gebragt en
vermeldt. Dit blijkt uyt een ongedrukten brief van !de
Hartoginne, dewelke ook onder my beruft, en op den
zeiven dag getekent is : waar in iy aan de Aarts-diake-
nen , Frelaaten, en Kerken van Utregt fchrijft dat zy
hun het antwoord op de bexwaarniffen der Aartsdiake-
nen en op die van de vyf Kerken overzendt: zoo dat
alles op eenen en den zelfden dag afgevaardigt of gete-
kent zal zijn geweeft.
BLAD'
-ocr page 546-Van de voornaamfte Zaaken in dit der-
de Deel van Batavia Sacra be-
greepen.
Almijfe» buiten 's Aarts-diaken van Utregt, Aarts-diakenen en Prelaa- — protefteeren over hun- — neemen iiunne toevlngt — fchrijven aan den Bif- — hoe verre 2y deDekree- — met wat zaaken 7ich TÓ — hoe'dat ze iemand in 't Α |
— zie Kerk-Vergadering — zie Alba ( Hartog van) — waar inhunnebezwaar- — oordeel over de be- — hun regt omtrent de in· — neemen de Dekreeten — hün antwoord aan den — können eenigè Dekree- — hun proteü, 65· — leveren een verzoek iti ■— leveren eert aiider ver- ■— hun naarder proteft, 8i -— hoe verre 7.y onder het gc |
iSLADWYZER.
ge vau Trente wilden — hoe verre hun het regts- — prdtefteeren wederom, 90 ·— mogen zich niet bemoe- — hun vertoog aan den Aarts-diakene» van Utregt — zijn noch tegenwoor- — hebben op verfcheide — gelijk ook het recht — hun recht in het be- n? —— hadden van ouds een '— hunne vierfchaar onder- |
Aarts-diake» na» S. Saha- Abdijfen mogen niet meer — haar verzuim omtrent Abten van S. Paulus en van — hoe dat ze de Kerk- Αέ/iwmogenzichin het bc- — hun verzuim omtrent Aflaate»:wzt voor Aflaaten --zendt hun een fcherp antwoord, 23 Alberti (Ghriftophorus) is |
iSLADWYZER.
den Abt van üortbroek A/u /T.w Ρ triarch van Λ· Altaar·kleedcn buitens landi B. B^er-hn doar deGcefre- •— moeten i^anfch afge- liJ, 109 — fchrappen van de baar- •— S. Λιι^ζΐι(1Ι)ΐι valt j{c- — hoedanig de Grieken |
-— het gebrviik der Lee- du — of Klemens Vil. al- Bat (inden ban j^eliorven) zie Begraatfenis. — door wät geeft de Bee!<i- Berßen ( Henricus van ) Billarminus ( Robertus ) iß m |
iSLADWYZER.
Beroef voorhoogcr rechter B.nediaus XIII , Tegen- Bezwaarniß'en der Utregt- — oordeel over die be- — antwoord van Frede- Bezoek der Bhdomrnen ) — moeten in het Choor — wanneer zy dat recht — zoo ras als ze beve- — mogten niet verfchij- |
Bijjchop wat in hpt geefle- Bijchoppelijke Stoel, rech- Bisdommen (nieuwe ) zie — hunne inkomilen zim — zijn om goede rede- Bloemaart van Aalfl, On- Blükhoven (Alardus van ) — helpt de zielmis voor Boeken^ geen vreemde boe- —- magt aan Rovenius Bool (Jacobus) algemeeu 193, — reift met Rovenius naar Bonm ( Jacobus ) Aarts- |
iSLADWYZER.
biflchop van Mechelen: Bonillon ( Kaï^dina-al de ^ Brienen ( Abraham ) Fa- ~ reilt voor de tweede — vford Raadsheer van Bruhefcn fjohan) door den — word benoemt tot het I so — zijne gcboiirte, ampten ISO — heeft zeer gcyvert voor -- was eerlt benoemt tot ifi — zijn onvoorzichtiir fpree- — zijne dood, enz. ·ι^3 — naar de Hartogin van Ή Brut lofdsmaakfi, t'ie Kerk. — hoe verre het geoor- |
len van On-katolijken 145 — zijne heerlijke promo- — zijne kerkelijke amp- — fterft fohielijk , 147 fchrijft een brief aaaden . .antwoordt op de bekend- . . ftelt Adam Damen tot Byzitten , zie Kerkelijke C, C-^/Efar { Camiilns ) 17^,442 Citfareus α S. Bonaventura — de la Torre fchrijft — hy rteekt de, fpot met .E^lll 2 Vika- |
Vikans, 3^5 5 35·« Catcchifmus , ordonantie — hoe noodzakelijk de Cathedraticum vvat te zeg- — kiert B. Kats tot Bif — fchrijftaan J.vanNcer- kailel , 413 ClemensVW ^ ofhydecer- D. DAgvaarden : Hollan- |
. . reift naar den Internun- . . reift wederom naar Duemen (Adam) tot Vi- . . de oeftlning van zijne . . doet afiland van zijn Dekreet over de Zendiii^e . . dekreeten over de Hol - i30 3^0,3- β L Α D VV γ ζ Ε R. |
BLADWYZElt.
de vervolging van Ro- Dikkelingen { Abt van)) Doope» wanneer men op nieuv/ moet doopen, Ε. EGgius ( Adelbertus ) Snellaart. F. FEeßdagen, het gevoe- |
koord aan met Sasboi- Rechten. deer Synode te Utregt, . . zijne droefheit over . . zijne gaven , deugden, G. GAlen (Barent van)zijn Gawarra ( Stephano.s de ) |
• . hy beweegt de la Tor- G^ßhuizen ( Overften der . . moeten s' jaarlijks re- . . was by Wachtelaars 513 . . houdt het ,met de oude h -(dii»? be- looneri," 513 |
Y Ζ Ε R. Geai, Gentfche vredehan- . . hy prijil Philips Rove- Guido^ Nuncius,fchrijftaan HAarlemfib Kapittel . . doorRovenius erkend, . . vereenigingtuffchen het . . zie Kapittel. 13 L Α D W ^ AWV-riJVll , i^o Τ ^ *t/ Gehofir^.aamfjeit-, :^i^MajeT llainot (Niklaas) Zendc- ilr^atfn,. " iitig in Holland reift met ( annasgra^a) dq, laT^^rfe naar Romen . , " 100, de |
BLADWYZÉk.
in Hämcomus (.loachiiü) Vi- ■Hämconius (Martinus) Joa- 4fi . . vreeftPauiTelijke Vika- . . fchrijftaan Ρ. Koddeen HoUandfche Zending , zie , . die over het bywoonen |
. . de "zödiiafiigfcn mögen den ßiflchop te laatén, IIO . . de Prierters mogen 4oo .. huwelijken vooideon- iAufonius (Jacobus) zijti Jefuyten doorSasboldüS tot . . Sasboldus klaagt over . , wanneer in déHollafid- |
iSLADWYZER.
«nder den PanfleÜjkeu . de Jefuyten en Mori- ■ tuHchendeWereldfche . wat voor Aflaaten de . moeten het Huwelijk . mogen de padoreele Sa- 4 dat de Jefuyten en Mon- . Dekreeten omtrent de |
herftellen, . . is driederhande. 1^4 Ifcha (Arnoldus ah) Min- Jourdin fN'klaas") Overfte K. KAnonnikhn moeten TC9 Kapellaanen der Ambaffa. Kapittels Tan Utregt en Xapittel van Haarlem , zie Haarl<=m· |
iSLADWYZER.
kieïingvan eenBiffchop .. zie Aartsdiakenen eaPre- j^apittel van Utregt, in zij- . . door de Meï 384. Kapittelen en Kjooßers hoe . . zTe BiiTchoppen. telen, zie ontheffing. zie NeerkalTel. . . hnn gevoelen over de |
hooge Overigheden te . . ftaat, als Deken van . . de Paus wil hem den . . Fabius Chifi zet hem , . word tot Medehelper . . flaat het af, 401 Kerkelijke perfoonen moeten . . hoe gekleedt moeten |
iSLADWYZER.
. . mogen geen byiittèn . , hoe iïch moeten ge- , . moeten de kerkdien- . . wannéér zirh Prïefters Kf rk, misbruik in de Ker- Hollandfche. • . ongerijmdheden daar . , moejelijkheden in het |
».. wat daar onjtieiM voör- . . plechtêlijker afkündil fing van de kerftvêrga- , SU . . Word verklaart dät de" . . de Paüien hébben de , · wat dé FraniTèn daar =■17 tjßderbier, wat het was ; Khc- |
Β L Α D W γ ζ Ε R.
K^leeding der Moήnikken 97 Klemens VIII. onderregt . . gebiedt Sasboldus het , . Sasboldus verwondert dezen Paus, i77^1^7 Klooßer-huizenM dezelven Klooßers, hoe dat ze aan . . hoe dikwils en door Kmjf ( Johan) BiiTchoP . zijne vooroaamfte ga- |
. word gewijdt, 4,^4 . geeft een brief uyt over 47<5 . geeft een verklaaring 0 478 . geeft een ordoiiiantie . word naar Romen ont- 481 . meer als 300 Priefters . zijne verduldigheit in |
iSLADWYZER.
Kok (Theodorus de ) te i— zijne naarßighcit in het — vvord gezonden naar — word naar Romen ge- — qnijt zich wel in zijnen — begint over απ Biilchop — word Kerkoverfte ver- — verkündigt het Jubilé, ƒ01 — geeft een brief iiyt aan , hy het Plakkaat der Hee- — vertrekt flilletjes uyt — koomt te Romen, word — fchrijft een brief van ge- Ko^al (Willem) geprezen, Ifil . . is Vikaris van 't Haarl. J^imineele zaake» aan den Ktiykius (Henricus) zijne 139 |
L. IEide» ( Hermannus . . zulke lichaatnen , zoo Lindanus ( Guil. Damafi ) μ Μ. aaJζde>t (Geeftelij^e ) aan de Priefteren , |
Β L Α D W γ ζ Ε R.
Maaltijde93, ïie Kerk. Majeßraate» : de Κ atol ij- Margareta van Parma , bilichopvan Utregt, 7i "9 7,y wil de rechten van MatS^^tii feen Jcfuyt) zijne . , 7,ijnc baldaadigheir, 204. |
Matthias, Aartsharto^ van Mez ( Zacharias de) word . . zijne gaven , 36S . . wat hy al gedxin heeft . . zijne verkiezing is altijd . . ging altijd opzijn Bif- . . legt overhoop met den . . zijne dood, 3^7 . . word onder de Holland- |
iSLADWYZER.
foinmigcn niet gerekent, . . heeft de Kapittels be- . . zijn Dekreet dien-aan- . . hun word bevolen zich Misbruyk in de kerken te Moerendaal (Wilgerus van) |
1 . dringen zjch op een on- . . hoe dat ze hunne magt N. NEerkafel (Johanran) |
Β L Α D W γ ζ Ε R.
kieziiige van Zach, du . zijne ^boQrte , eerHe 40^,406 . word üratoorteParys, . word leermeeiter in de . word Vikaris aver her . word Medehelper des . en PauffelijkcVikaris, door het Kapittel van . erkent het Haariemfch . en dar van TJrregt, 4^0 . hy voert een gematig- , hy, Helt zijne redenen . -zijne godvruchtigeoef- |
. . xijnenaarftigheit in het . . hy reift naar Romen, . . gerucht door het land 430 . . Hy preekt in den Dom . . reift naar Vrankrijk,, . . loffelijke getuigenis . . verfcheideboekjes voor . . verbiedt aalmiffen aan . . fchrijft; over de opvol- . , doet te Loven een Cöl- . . Hy arbeid eti ii5reekt |
Β L Α D W γ ζ Ε R.
. . hoe dat hy daar voor . . fterft te Zwol, 451 Nomen , ïie kleding der . . niet mecr als twee Non- Notarijfen, wereldfche en . .PaniTelijke en Biflchop- . . daar was een grooto , . de magt aan de Bif- |
BiiTchop van Haarlem, , de vierfchasr' OnderpaßoDTS, ongeleerde geven, 141,141,143 Ooflindie , naar Ooilindie Ordinaris , duifterheit uyt , . wat die naam, alleen Ordu· |
Ordonaniie» ( Synodale ) Outaar , ondericheid tuf- Ρ. Paajfchen (van) Minne, 102 102 nanrs. . . hoedaanig dat zy de maanen , Paflüors door de kapittcicn Paulus V. zijn brief aan — zijn Brevet waar in hy — verleent hem noch an- |
dere magten, 247, 248 Pauzen die met baarden Peroufe, die van Deventer Pejfcr (Bartholomeus) zij- — vergezelfchapt des Zelfs Philips II. hoe dat zich ge- — wilde daar in geen be- Porkamp ( Gerardus) zijne — word trt PaulFel. Vika- — hoe yverig dat hy zich op' — buigt zijne fchoudereii ~ verzoekt van de Staaten — erkent het Kapittel van — zijne krachten bezwij- BLADWYZER. — ïijn Brief om de vrede zijne |
R.
β L Α D W γ ζ Ε R.
— ïijne' BegraafFenis en Fredikheeren , hun word — 257, 188,308, 511,313 zie Monnikken. — misbruik inhetpreeken Ïrelaaten, zie Aartsdiake- —^ duifterheit uyt het — moeten hun verblijf 16 —. degoedereneninkom- Pr/V/ïcrj-,zie kerkelijke per- foonen. |
R.ii^(Sufannade) Ab- zen, 163 . . fchrijft aan Sasboldus, 193 Rekening der kloofterlijke . . de Ovérften van Gafl- 14S . . zijn lof, enz. 148, 149 . . des zelfs Schriften, 8:59 |
(Henrik) de Broe- . . word Deken en Proeft, . zijne krachtige Predi- . . wordPauiTelijke Vika- , . word AartsbiiTchop van , . zijne deugden , i i . hy erkenf het Kapittel van Utregt; . reift naar Jlomen pm , . valt in de pngenadeder , . heeft noit gepreekt zon- .271 ^ . iijne gFopte godvruch- . heeft ganfche nachten |
. . .ziiiK f^rifteri, , 2.7J ,γΊΓ.·,:, ; , ,>,hy geeft getuigeniffe aan , . zijne ordonantie qm- — Sakrament (Hopgw,^r- Sahator, zie Abt van S. Sal- Sdshlflus, of gasbout (A- dam ) Minnebroeder, ' · ■ . , · 156 SasholdftsVpf^fer, 7iijnegé- — hoe hy zieh in ,wjne ϊ5·7 — zijne godvruchtigheit ftudeert te Loven, &L Α D W Υ Ζ Ε R. |
iSLADWYZER.
word Pauflèlijke Vi- klaagt over de Jefuy- •— moet Delft verlaaten, κ —'heeft moejelijkheit met •^-antvvoord op de bi> — dubbelhartigheit tegens - 174. i7i heeft geen zin in de ze- . , heeft het Evangelidoor- . . zijne Roomfche reis m |
. . hield een fobcre tafel, m . . hy was altijd bezig , . . zijn gevoelen over de . . zi)n gevoelen over de . . zijne ordonantie om- . . artykelen volgens de- Jcfuy- |
iSLADWYZER.
Jefuyten gefloten is, 224 |
. . verbieden eenige ge- Steenhoven (Kornelis) Lee- . . reift wederom naar den Äm, beflechtende ftemin Sufanm de Rath, ,zie Rath. TEflamenten , de uyt- , . uytvoerders der teila- |
moetea na hst verloop, ... de ïaaken over de te- , .-in Brabandxijndezelve ■ Eikenduine, ■· ^37 -ryk, en Prooft ice Har- word Biiïchxip· van E- ■ ris, . . hy wijkt af van den ■ geeft van RöVjeniu«, «n |
mwl naar Romen, en • Kerke in Holland, 345 , .. hy-maakt dat die van Ti'j .bezwykt wederom in ï .. vlamt óp het Bisdom i . fcy 'raakt, aan 't myme. .zijhei dood, gj-i • oorlogeii, -tr^ittey zie' Kerkver;gade- VAßenda^en, gevoelen |
Β L Α D W γ ζ Ε R.
yerdra^t\xSchta Sasboldus i . artykelen volgens de- . . t?n door den Paiis be- . . moeten in alles onder- 13·!- Fièrfchaar van den Aarts, . . PauiFdyke Vikaris te J/nmmelius, '/jeHajo. Vrankvjk , io Vraukryk is de |
ringe van Trenten noit . . de beoeffenihg Vandeu WAcbtdaar' ( Jphan ) 190,2-32 . . zijne geboorte , deug- . . hy word gebannen, 527 . . zijne Schriften, dood, Walenburg ( Adriaaii ) 2Zb enz. Z. ZApphlus ( Jacohus ) DRUK- |
:.. '7^1 r
15 iijdje,óregel,lees21 zijdje, 5regcl,lees
heeft de Hartog van Alba hun, te Utregt in een Synode ver'
gaderd zijnde^ τι ïijdje, 2f regel, lees derKerkvergade-
53 zijdje, 8 reg. lees te doen keeren, Sozijdje, 21 reg.
vergoeden, lees herßellen, 86 2. 26 r. aannaam, lees aannam,
94-2.27 r lees de z.iö τ. mannen zijn, lees mannen is,
het belangen, het belang ,ιο'^ τ.zit .zullen^
1. ««/ί,ιζδ Ζ. ι6τ.ontmoete,\.ontmoet,i i8z. 33 r. \.vanLtt~
Z.II r. doch rnen moet „dut hier vo\gt zijn de woor-
den van Lindanus niet, maar van den Aantekenaar, 138z.
5 Γ. van onderen, oko, \.ook, 142 Z- 2 r. ontbonden wierden,
1. vergingen, 146 z. 14 r. hebben, I. heeft, 148 zi 6r. van on-
der zijnenX. -υαηzijnen, 167 z. 25· r. Bardeghem: in de Be-
fchrij vinge van Zeiand, door den Heer Auteur haaft uyt te
geeven, word hy vzü Berlighemgeaoemt, 187 z. lor. ik
beke, l./'/^^ff^f«, 195z. 11 t.Hetgenegy fchrijft; X.wat be-
langt het gene gyfchrijft, ipjz. by een geraapt hady
aangetekent, ii2Z.9r. vanonderen , Bodaan, 1. Rodoan,
214 X.XX zeggen, 1. zeggen·, 132 z. izr. Pool,]. Baal,
232 z. 15 r. hem\.hun, 264 z. pr. 1. aanklagte, 234 z. 9. r.
van onderen o»2 de gevallen, \.van de gevallen, 268 z 6 r.
van onderen, daar hy ...en daar by, 1. daar hy ....en daarby
290 Z. 17 r. de volgende, 1. op de volgende, 302 Z. 2 r. zoois het
1. zoo is het dat, ζ. ; ο r. doch als Rovenius, 1. doch Rove-
»/aj-,34() z. 15 r. zijndjes,].zijdje,^iiz.6ï.geßagtwapenen,
1. vjapeuen, 42S z. ^r. van onderen ,zy\. h:t, 474z. 31 r.
kudden, i. /■««z»fK,496z.2r. uyteemoudige maar eerlijke en
godvruchtige Ouders, 497 z, i6. r. l. onder 'tgeleide van ge-
melden Heer, en van
Ik heb noch een drukfout of twee ih het eerde Deel aan-
gemerkt, dewelkeeerfl:over'thoofdÏ^as gezien, en al"
daat V/Hu-er de drukfouten nietisgeilelt. OphetLXxxvni
Z. van de Voorberichten, in den 9 r. ftaat MaartensKerk: 1.
SalvatorsKerk, op het 142z. ö. van onderen w^re», 1. was,
181 2, 23 r want of iemand, in deplaats van dieganfche
zin, die'er by groot misverftand uyt een andere plaats en
noch verkeerdelijk is ingeraakt, moeten deze woorden
Haan. Deze zending \isgedaanop bevél van Karei den Graa-
ien :^dach de eige zending of magt om te^reeken enz> η daor de
Franfche Biffcho^fengegeveii.
O
IKONOLO·'
Ri
f
i