' "VC Β· λ. M3-
|
||||||||||||||
NATÜUR- EN STMTHUISHOUMtfflDIGE
|
||||||||||||||
\TLAS VAN NEDERLAND;
|
||||||||||||||
IN 5 AFDEELINGEN, IEDER VAN 3 KAARTEN
|
||||||||||||||
MET
|
||||||||||||||
OPHELDERENDEN TEKST;
|
||||||||||||||
DOOR
|
||||||||||||||
3Ta I3L"ÜIiTI=»E3rL.
|
||||||||||||||
Tö LEIBEN, bij
D. NOOTHOVEN VAN GOOR.
1865.
|
||||||||||||||
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
|
||||||||||||||
1583 5816
|
||||||||||||||
Ofschoon alle e ij f er s uit o f ficië ele bronnen zij ç geput en alle medegedeelde feiten
aan zoodanige verslagen en opgaven æ ij ç ontleend, zullen dit w er k uit d e ç á á r d der zaak zoo vele o ç ç á au w k eu r i g h e d en aankleven, dat de s c hr ij í e r ç o o d w e ç d i g o m een e toegevende beoordeeling moet í ragen. Het is in vele op æ i g t en e en e ñ r o ev e, maar een e ñ r o ev e, di e 1 o c h s ñ r e k e ç d g en o e g i s
om, de overtuiging te geven, dat ons land vele hulpbronnen bezit om de inwoners welvarend en gelukkig te maken. Het was althans die overtuiging, welke den se h r ij í er noopte deze ç arbeid ter h á ç d
te nemen en te voleindigen. De opmerking van e enig e belangstellende lezers der eerste afleveringen, dal niet
steeds hel allerlaatste jaar als maatstaf der í er g e lij kin g is genomen, meent m e ç t e moeten beantwoorden door de verklaring, dat men het we ç schel ij k á e hit e, de í o o r- keur aan eenen normalen toestand te g even , boven c ij f'er s ontleend aan l at er e j ar en , die, tv at b. v. handel betreft, gedrukt gingen onder de tijdsomstandigheden, zooals de Am er i k aan s e h e oorlog, of wal landbouw aangaat, zich kenmerkten door bui- tengewoon voordeelige of ç ad e el i g e oogsten.— ¼ e onderlinge verhouding zal door de tegenwoordige behandeling wel niet verbroken zijn. |
|||||||||
Amsterdam, l Januarij
|
|||||||||
1865.
|
|||||||||
J. KUIJPER.
|
|||||||||
INHOUD.
|
||||||||||||||||||||
EERSTE AFDEELING.
De bodem. |
||||||||||||||||||||
Kaart
8. Handelskaart.
9. Nijverheidskaart.
|
||||||||||||||||||||
Kaart
|
||||||||||||||||||||
1. Geologische kaart.
2. Hoogte-kaart.
3. Rivier- en Kanaalkaart.
|
||||||||||||||||||||
VIERDE AFDEELING.
Financiën en Verkeer. 10. Administratieve kaart.
11. Posterijen en Telegraphen.
12. Verkeerwegen te land en te water.
|
||||||||||||||||||||
TWEEDE AFDEELING.
De bevolking.
4. Digtheid der bevolking na aftrek der steden.
ö. Digtheid der geheele bevolking in ieder kanton. 6. Regterlijke indeeling, verdeeling der kiesdislricLen. |
||||||||||||||||||||
VIJFDE AFDEELING.
Godsdienst, Onderwijs. 15. Godsdienst.
14. Onderwijs en Wetenschappen.
15. Geschiedkundige herinneringen.
|
||||||||||||||||||||
DERDE AFDEELING.
Middelen van bestaan. |
||||||||||||||||||||
7. Landbouwkundige kaart.
|
||||||||||||||||||||
DE BODEM.
|
|||||||||
(EERSTE AFDEELING).
|
|||||||||
KAARTEN I, II, III.
|
|||||||||
» VV aarom wordt er zooveel gereisd en waarom wak-
kert die reislust steeds aan?" wordt wel eens gevraagd, en het eenvoudige antwoord is: »omdat de meesten onzer naar afwisseling haken en omdat die zucht tot verscheidenheid en naar verandering tegenwoordig gestadig meer en meer bij den mensch ontwikkelt." En zouden wij, Nederlanders, die steeds — althans sedert eeuwen — vooraan gingen, waar het hervorming, verbetering en dus verandering van den maatschappelijken toestand gold, thans achterblijven, nu de overtuiging veld wint, dat reizen het stokkerige uit den mensch wegneemt, even als men door verplanten dit doel bij de kool zoekt te bevorderen? Immers neen, en vooral wij moeten wel reizen en in den vreemde ons heil zoeken, want ons land is toch zoo eentoonig, dat het niet de moeite waard is er een kijkje van te nemen. — Zoo spre- ken sommigen en nog meerderen denken aldus; maar wan- neer wij dit onmeêdoogende oordeel hooren vellen, troos- ten wij ons meestal met de gedachte, dat zulk eene ont- boezeming alleen aan onbekendheid kan worden toege- |
|||||||||
schreven, dat menig warm voor het vaderland kloppend
hart alleen uit onkunde op zulk eene wijze den staf over Nederland's natuurschoon breekt; immers weten schilders en reizigers menig plekje aan te wijzen, dat een bezoek overwaard is, en wel in zulk eene afwisseling, dat een ieder bevredigd wordt; de liefhebber van een strandgezigt zoowel als hij, die een heuvelachtig landschap waardeert; de bewonderaar van statige woudboomen zoowel als de- geen, die liever het natuurschoon door de hand der kunst gewijzigd ziet. Is men eerst daarvan verzadigd, biedt dat geen genot meer aan, ga dan nieuwe veerkracht zoeken in de trotsche doch minder vriendelijke vér verwijderde bergstreken; maar eilieve! vang daar niet mede aan, want.... sla een blik op Kaart I en zie eens hoe af- wisselend de bodem van uw eigen land is; wij weten toch allen dat met den bodem ook het plantenbekleedsel afwisselt en dat deze beide te zamen het landschap helpen uitmaken. — Wij vertrouwen dat onze kleuren spre- kend genoeg gekozen zijn, om het onderscheid te doen uit- |
|||||||||
3
|
DE BODEM.
|
||||||||
komen. Het schrille geel vertegenwoordigt het duinzand en
de binnenlandsche zandzeeën; het zachte groen de vrucht- baarste bouw- en weide-streken; de bruine veenbeddin- gen komen op alle plaatsen voor den dag; het rood geeft u eenig denkbeeld van de uitbreiding der heidevelden, ofschoon menige akker reeds aan dat domein is ontwoe- kerd; eindelijk zijn de Limburgsche graanvelden, wegens hunne afzonderlijke vorming, ook met eene bijzondere kleur — het blaauwT — aangewezen. Het zal toch noodig zijn in eenige nadere bijzonderhe-
den te treden, al is het algemeen bekend, dat de grond van ons land voor een groot deel door de aanslibbingen van groote stroomen is gevormd, dat de kunst die be- woonbaar moest maken en diezelfde kunst thans in het werk moet gesteld worden om ons voor zeevloeden en vooral voor rivieroverstroomingen te beschuiten; want dat de rivierdijken tegenwoordig voor het minst even gewig- tig zijn als de zeeweringen lijdt geen twijfel. Sedert de vele eeuwen toch, gedurende welke men den loop der stroomen beteugelde, is hunne bedding zoodanig opge- hoogd door het afgevoerde slijk, dat thans de rivierbodem bijna overal eenige voeten hooger ligt dan de oppervlakte der doorstroomde landstreken, weshalve eene rivierdoor- braak altijd eene ernstige overstrooming ten gevolge heeft, gelijk de jaren 1858 en 1861 ons nog kort geleden, zoo ontzettend bewezen. Het was ons doel op Kaart I in hoofd trekken aan te
wijzen de uitbreiding der vloed-, zand- en rotsgronden; dat zij η de alluviale, diluviale en tertiaire vormingen, be- nevens de ligging der veenbeddingen en de strekking der duinreeksen. De alluviaal-grond van ons land kenmerkt zich dadelijk
door zijne elfene oppervlakte, behalve de zeeduinen en meeste andere zandstuivingen, die, al zijn ze soms vlak, zich toch door den plantengroei onderscheiden. Al de kuststreken langs de Noordzee, de Zeeuwrsche en Zuid- Hollandsche eilanden, de landen welke de groote stroomen begeleiden, en de bodem der Noord- en Zuid-Hollandsche ingedijkte en drooggemalen landerijen of polders behooren tot het alluvium, met andere woorden zijn zoogenaamde hedendaagsche nog ontstaande gronden, even als alle veen- lagen; hetzij dat men door sluizen tot hare oppervlakte moet opstijgen en zij dus hooge veenen vormen, hetzij dat die oppervlakte met het omringend water gelijk ligt en zij derhalve tot de lage veenen behooren. Dit alluvium beslaat ruim I der geheele oppervlakte van ons land en ligt overal op een grondslag van diluvium, doch wisselt |
|||||||||
aanmerkelijk af in dikte. Nabij Gorinchem vond men eene
diepte van ongeveer 100 el, in Noord-Holland slechts de helft. Deze nieuwere hedendaagsche grondlaag (jongste geologische formatie) is tamelijk duidelijk te onderscheiden in : a) bo- vengrond; door de landbouwkundige bearbeiding belangrijk gewijzigd, eigenlijk uit zoogenaamde steiger-aarde be- staande: b) hooge en lage veenen; uit planten, struiken, en hoornen, die onder water of op moerassigen bodem stierven, ontstaan; c) zeebezinkingen door den invloed der winden en getijden of uit de door de groote rivieren af- gevoerde stoffen ontstaan, waartoe ook de zandbanken en zeeduinen behooren; cl) rivierbezinkingen, alwaar de ge- tijden geen invloed op uitoefenden; de beekbezinkingen of groengronden, meestal zandiger dan die der grooter stroo- men , behooren hiertoe; e) zandstuivingen midden in het land, haren oorsprong uitsluitend te danken hebbende aan de werking der winden. De duinreeks gemiddeld een uur breed en zeldzaam boven
60 el hoogte stijgende, vordert eene aandachtige beschou- wing; immers schrijven eenigen het ontstaan der duinen toe aan eene vereeniging van natuurlijke en menschelijke krach- ten. De werkzaamste natuurkrachten zijn winden en golven ; daar in Nederland de westelijke winden de heerschende zijn, vooral ook omdat alle stormen bij uitsluiting van iedere andere windrigting steeds uit het westen waaijen, konden en kunnen zich nog langs de westkust duinen vormen. De melischelijke hand bepaalt zich nu niet alleen tot het aan- leggen van hooge dijken om het door wind en golven op- gestuwde zand op te vangen, zooals dit in het jaar 1610 ten zuiden van den Helder geschiedde, alwaar tegen- woordig eene beschuttende duinreeks is ontstaan, maar die hand bemoeit zich ook met de beplanting der opge- waaide zandheuvels met helmgras, dennen en andere plan- ten om het verstuiven te beletten. — Ook de veenen verdie- nen eene bijzondere belangstelling; niet alleen om den kostelijken brandstof, welken zij leveren, maar ook om de gelukkige omstandigheid dat de bodem der veenbed- dingen, na het wegvoeren van den turf, in den regel zeer goed bouwbaar is, daar dit aanleiding heeft gegeven en duurzaam nog geeft, tot den voortdurenden welstand van verscheidene zoogenaamde veenkoloniën, alwaar men zich tegenwoordig met landbouw en andere takken van bedrijf bezig houdt. De lage veenen vormen na het afvoeren van den turflaag, binnenmeren of stilstaande plassen, die droog- gemalen moeten worden, wil men ze ter bebouwing ge- schikt maken; als het belangrijkste werk van dien aard noemen wij de droogmaking der 18500 bunders van het |
|||||||||
DE BODEM.
|
|||||||||
ii
|
|||||||||
Haarlemmermeer, welke in veiling gebragt ongeveer 8 mil-
lioen gulden opbragten en thans door de 7-—8000 inwo- ners bijna zonder uitzondering in cultuur zijn gebragt. In dit opzigt bieden de hooge veenen echter nog groo- ler voordeelen aan: want ofschoon de afgevoerde turf doorgaans van mindere hoedanigheid is dan die der lage veenen, zoo ligt de ondergrond boven het gewone waterpeil en is dus onmiddellijk na de afgraving en de noodzakelijke bewerking en bemesting, ter voort- brenging geschikt, waarvan men de schoone uitkomsten uitkomsten in Overijssel, Friesland, Groningen en Drenthe kan zien, in welke laatste provincie het bloeijend Hooge- veen eene schepping van 's menschen hand kan genoemd worden; immers midden tusschen de eenzame heiden en moerassen der schraalste oorden van ons land, wordt men daar eensklaps verplaatst in eene welige landouw, met duizende nijvere ingezetenen, hun beslaan hoofdzakelijk vindende in landbouw, veeteelt en boschcultuur op de door hunne vaderen ontblootte veengronden. Een zeer aanzienlijk gedeelte van Nederland wordt vooral
in het midden, oosten en zuiden door het dilivium (de zandgronden) ingenomen, doch heeft voor de bewoners veel minder waarde dan het pas vermelde alluvium, al veranderde de vlijt der landbouwers een belangrijk deel van dien grond door bemesting in bouwbaar land en al werpt een nog veel uitgestrekter gedeelte door hout-aan- planting voordeelen af. Deze aldus bereide landerijen wor- den doorgaans eerst bevrijd van de grove keijen en steen- blokken, welke de magtige voorhistorische vloeden er heen- voerden en die, merkwaardig genoeg, thans hunnerzijds dienen om het inbreken der vloeden te keer te gaan, daar zij veelal tot zeeweringen worden gebezigd. Men leest en hoort meermalen van zeer bejaarde per-
sonen bevestigen, dat een groot deel der heiden, waaruit het diluvium bestaat, vroeger met houtgewas was bedekt, dat door roekeloos gebruik — dus misbruik — bijna ge- heel is uitgeroeid. Nog voor 80 jaar waren vrij uitge- strekte stukken lands, alwaar men tegenwoordig te ver- geefs een struik zou zoeken, zeer goed met hout bewas- sen en tusschen Enschede en de grenzen werd ons een plek aangewezen, die bejaarde tijdgenooten als zeerbosch- rijk hadden gekend en als het «zwarte woud" bekend stond, om reden de reiziger er niet veilig was; men herin- nert zich in die streken nog, hoe iedereen willekeurig, althans straffeloos, ging hakken en kappen, totdat het bosch eindelijk spoorloos was verdwenen, terwijl het tegenwoor- dig geslacht nu weder op dezelfde plaats eiken en spar- |
|||||||||
ren poot. Of de berigten der kronijkschrijvers, dat voor
een paar eeuwen de eekhoorns zonder den grond te ra- ken van de IJssel-oevers tot de grenzen konden klimmen, niet een weinig overdreven zijn, is eene moeijelijk te be- antwoorden vraag; maar zeker is het, dat er plaatsen zijn alwaar hout gestaan heeft en thans zelfs geen wortel zigt- baar is, en dat de soms zeer goede gehalte van de hei- korst aan een vroeger weliger plantengroei doet denken. Men behoeft zich daarom evenwel geene wouden vaneeu- wenheugende boomen voor te stellen. Dat bosschen spoor- loos kunnen worden uitgeroeid, leeren ons Spanje en Grie- kenland op nog veel grooter schaal, want daar vond dit misbruik in die mate plaats, dat zelfs het klimaat er ge- heel door veranderde en gebrek aan regen den bodem doet uitdorren. Eindelijk zijn wij verpligt nog met een paar woorden te
vermelden dat een klein gedeelte van oostelijk Overijssel en Gelderland benevens Limburg's zuidelijk deel tot de ter- tiaire grondvorming behooren; die groepen zijn eigenlijk even arm aan delfstoffen als onbeduidend van grootte. De eerste is op de meeste plaatsen nog niet naauwkeurig ge- noeg onderzocht en levert tot nog toe geene enkele bruik- bare delfstof, al stiet men bij Winterswijk op bijna zui- ver ijzeroer en zwavel; de andere groep bevat de sedert lang bewerkt wordende steenkolenmijnen van Kerkraede en omstreken, de zandsteengroeven bij Valkenburg en in den bekenden Maastrichter St. Pietersberg. Eene vereeni- ging welke zich gevormd heeft om deze gronden te on- derzoeken en te bewerken, arbeidt reeds met zeer gun- stige vooruitzigten aan het in ontginning brengen van steenkolenmijnen; de oppervlakte van deze heuvelachtige groep bestaat uit eene niet zeer dikke maar zeer vrucht- bare kleilaag (Limburgsche klei) en wordt dus met uit- nemend goed gevolg bebouwd. Slaan wij een blik op Kaart II dan zien wij dade-
lijk dat hoe ouder de bodem is, des te ongelijker de op- pervlakte wordt; ten oosten der vlakke vloedgronden van Zuid-Holland verrijzen de heuvelachtige Utrechtsche zand- gronden, die zich aan de Hooge Veluwe aansluiten; nog verder oostelijk, aan gene zijde van den IJssel, vindt men aan de grenzen des lands een zacht rijzenden en dalen- den bodem, door de grootte der golvingen duidelijk te on- derscheiden van de even vermelde meer westelijke dilu- viale of zandgronden; zij zijn ook veel ouder en behooren tot de tertiaire vormingen. De daaraan grenzende steile rots- |
|||||||||
BODEM.
eenig ware, algemeene belang, dan zien wij zeker nog
groote ondernemingen geboren worden; het Meppeler-diep bleef dan geen voortdurenden steen des aanstoots voor de belangen van geheel westelijk Drenthe, de Beulakkerweide en Beltrummerplas (1) verdwenen dan waarschijnlijk van de kaart om plaats te ruimen voor veerijke akkers. En wie, eenigzins met ons land bekend, zou niet meerdere, sprekende voorbeelden kunnen aanhalen. Enkele ophelderingen bij Kaart III zullen reeds vol-
doende zijn, daar eene opsomming der namen van ons stroom- en kanaalstelsel door eene beschouwing der kaart zelve overbodig wordt. Omtrent de breedte en het verval van eenige rivieren en de lengte en diepte van sommige kanalen, zal men evenwel gaarne iets meer willen weten. A. BIVIEREN.
De Rhijn met de Lek hebben van Pannerden tot
Krimpen een verval van ongeveer 12 el bij eb en 10 el bij vloed; de Waal van Pannerden tot Hardinxveld van ruim 10 el bij eb en ruim 9i el bij vloed ; de IJssel van Westervoort tot de monding van ruim 91 el bij eb en ongeveer 9i el bij vloed; de Maas van Grave tot Woiidrichem van ruim 44 el bij eb en bijna 4 el bij vloed; van Krimpen tot Brielle bij eb bijna lè el, bij vloed kwalijk 2 palm. De eb en vloed doen zich dagelijks gevoelen op de Lek tot Vianen, op de Waal tot Bommel, op den IJs- sel tot aan de monding van het Griftkanaal, op de Maas tot Heusden, en het krachtigst op de armen der Schelde, alwaar op sommige plaatsen het verschil ruim 4 el be- draagt. — De breedte der rivieren is zeer afwisselend; bij het betreden van ons land is de Rhijn 670 el breed, bij Arnhem slechts 147, nog iets lager 120; doch de mag- tige Waal is aan den bovenmond 407 el breed, bij Nijme- gen ruim 300, even beneden Tiel 640, nog lager 761, weshalve deze arm dus ook meer water afvoert; de IJs- sel is bij Westervoort 120 el breed, bij Kampen 220, en vernaauwt zich bij Zutplien en Deventer tot nog niet 100 el breedte; de Lek is met zeer weinig afwisselingen ruim 200 el breed; de Maas daarentegen verengt zich soms plotse- ling en wisselt af van 190 el bij Grave, tot 400 el be- neden Heusden en ISO el nabij de vereeniging met de Waal; de Merwede is even boven Gorinchem 1100 el (1) Deze plassen zijn thans evenwel niet geheel onproductief; de
riet- en biezen-oogst dier streken is zelfs verre van onbelangrijk. |
|||||||
ê DE
lagen van Bentheim worden tot een nogmaals ouder tijd-
vak gerekend. Naar het zuiden is de overgang iets gelijk- matiger; het diluvium is er minder heuvelachtig, maar de tertiaire Limburgsche gronden bereiken de aanzienlijk- ste hoogte. Hoe onbelangrijk voor een vreemdeling de geringe ver-
heffing van Nederlandsch bodem moge wezen, wij hebben het toch voor de bewoners zelven belangrijk genoeg ge- oordeeld om eene hoogte-kaart mede te deelen, die wij vertrouwen dat duidelijk genoeg is om aan het doel te beantwoorden; de meest in het oog springende hoogten worden er op aangewezen, doch die kaart is vooral van belang, omdat men er duidelijk op kan zien, welke land- streken bij voorkomende dijkbreuken last van den zee- vloed zouden hebben, zelfs al stijgt de vloed geen 20 voet zooals in 1825. Het zal wel geene herinnering behoeven, dat het bijna
uitsluitend aan de onvermoeide onderzoekingen van onzen landgenoot Dr. W. C. H. Staring te danken is, dat der- gelijke overzigten kunnen worden geleverd; wij meenden voorts dat deze kaart eene geschikte gelegenheid aanbood om in losse trekken de bosschen en de streken met aan- eengeschakelde houtbeplantingen voor te stellen; allerwege gaan stemmen op, om het belang te betoogen dat alle in- woners bij eene instandhouding der bosschen, bij eene zorgvuldige aanplanting van eiken- en dennenhout heb- ben; de zaak schijnt dus te gewigüg om die bij dezen arbeid geheel voorbij te gaan. Ofschoon de uitgestrektheid der bosschen bij de derde af deeling wordt opgegeven, komt deze kaart het geschiktste voor om onze houtcultuur aanschouwelijk voor te stellen. |
|||||||
Deze algemeene beschouwingen over den bodem van
ons land besluiten wij met de opmerking, dat geen land in Europa zoo doorsneden is met rivieren en ka- nalen, meren en plassen als het waterrijke Nederland. Kaart III kan strekken om dit zigtbaar voor te stellen; alle bevaarbare stroomen en kanalen zijn er kenmerkend op aangewezen en wij komen spoedig tot de overtuiging, dat het schijnbaar nadeel door de voordeelen van een ge- makkelijk verkeer ruimschoots wordt opgewogen, vooral wanneer deskundigen en kapitalisten steeds met raad en daad de droogmaking der nuttelooze veenplassen van Hol- land, Utrecht en Overijssel in de hand werken en helpen volvoeren. Mogten wij dan ook nog eenmaal den tijd be- leven dat het bijzonder provinciaal belang wijkt voor het |
|||||||
e
|
|||||||||
DE BODEM.
|
|||||||||
lig het belangrijkste werk van dien aard in Nederland;
het is 78,500 el lang, bijna 38 el breed en nagenoeg 6 el diep, dus voor de grootste schepen bevaarbaar van het Nieuwe-diep tot Amsterdam; het bezit 8 sluizen en 3 bruggen (behalve de vlotbruggen) en heeft een zijtak naar den Helder. — Het Voornsche Kanaal in Zuid-Holland, verbindt Haringvliet en Oude Maas, is 10,544 el lang, 34 el breed en ruim 5 el diep, met 2 sluizen en 5 brug- gen ; het is aangelegd voor de scheepvaart te Botterdam, daar de Maas bij Brielle niet bruikbaar is voor groote schepen. — Amsterdam is met den Bhijn verbondendoor Amstel, Gaasp, Vecht, Vaartsche Bhijn en Zederikka- naal, waarvan hel laatste gedeelte alleen, tusschen Lek en Merwede, 22,700 el lang is. — Voorts verdienen nog bij- zondere vermelding: de Dedemsvaart, ongeveer 40,000 el lang; de andere niet minder belangrijke Overijsselsche ka- nalen van Zwolle en Deventer naar Almelo; de Drentsche hoofdvaart en de kanalen welke sedert weinige jaren dit gewest doorsnijden; eindelijk het aantal vaarten, diepen, weteringen, welke zoowel Groningen en Friesland, als Noord- en Zuid-Holland in alle rigtingen doorkruisen. Trouwens, iedereen weet dat bijna elke noemenswaardige plaats in Nederland hare vaart bezit en dus te water toe- gankelijk is, behalve — zonderling genoeg — de beide aanzienlijkste fabriekmiddelpimten, Tilburg in Noord-Bra- bant en Enschede in Overijssel, welke te hoog zijn gele- gen om met goed gevolg in het kanaalstelsel te worden opgenomen. |
|||||||||
breed, bij Dordrecht nog niet 400. Tusschen de zooge-
naamde Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche eilanden bereikt die breedte soms een ontzagwekkend cijfer : zoo meet het Haringvliet bij Helvoetsluis 2700 el; het Hollaudsch-diep, bij Moerdijk 1500, bij Willemstad 2000 el; de Grevelin- gen bij Brouwershaven 7000 el. De Schelde, bij Port Bath 1800 el breed, verwijdt zich bij ïerneuzen tot 4700, en bij Vlissingen tot 4200 el, terwijl de Oostelijke arm bij Goes en Zierikzee ruim 4000 el, in den Boompot wel 9000 el breed is. — In verhouding tot de breedte is de diepte meestal gering te noemen; immers bij Paimerden is de Bhijn slechts 4 el diep; de Waal bij Nijmegen 5,2 el, beneden Tiel nog niet 5 el; de Maas bij Megen bijna 5i el: de Merwede 4|—6 el; de Monden der Maas naau- welijks 51 el, daarentegen het Hollandsch diep ruim 22 el, de Wester-Schelde bij Bath 23, bij Terneuzen 26, bij Vlissingen 37 el, de Oosler-Schelde bij Zierikzee zelfs 43 el. Al onze overige rivieren zijn als kuststroompjes aan te merken, grootendeels bevaarbaar gemaakt en dus bijna niet te onderscheiden van de kanalen, waarvan wij hier enkelen der aanzienlijkste vermelden. B. KANALEN.
De Zuid-Willemsvaart is het langste kanaal; van Maas-
tricht tot 's Hertogenbosch 122,550 el lang, 10 el breed, 2,1 el diep met 24 sluizen, 39 bruggen en een zijkanaal naar Eindhoven. — Het Noord-Hollandsche kanaal is stel- |
|||||||||
BEVOLKING.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(TWEEDE APDEELING).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KAARTEN IV, V, VI.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het bevolkingscijfer is de voornaamste maatstaf om de
krachten van een land te meten, ofschoon men tot eene juiste oordeelvelling nog vele andere gegevens noodig heeft. Op de beide kaarten IV en V heeft men getracht aanschouwelijk voor te stellen, hoe de bevolking zich over de 150 kantons (regterlijke indeeling) verdeelt: de eerste doet met een oogopslag zien, waar de min of meer groote steden zijn gelegen en toont voorts aan in welke streken de bevolking van het platteland het zwakst, en in welke dee- len des rijks zij het digtst is; dit overzigt is gewis het doel- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
treffendst om tot eene kennismaking van den waren toe-
stand te geraken, maar evenwel meende men hel gepast om op een tweede blad (Kaart V) een overzigt van de totale bevolking van ieder kanton te geven, dat blijkbaar velerlei afwijkingen van het ander bevat, al naderen bei- den elkander in de hoofdtrekken; eindelijk geeft het laat- ste kaartje nog op, hoeveel zielen in elk kanton gemid- deld één huis bewonen. In de onderstaande tabellen en opgaven zal men trachten de cijfers en uitkomsten, welke op de kaarten zijn vermeld, te ontleden en toe te lichten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Nederland beslaat ongeveer 594 vierk. geographische mijlen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEVOLKING.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Rotterdam bevat 2 kantons, waaronder eene plattelandsgemeente ressorteert.
(2) Amsterdam telt 4 kantons, waaronder twee plattelandsgemeenten ressorteren.
(3) De drooggemaakte Haarlemmermeer; waaraan ook de aanzienlijke vermeerdering der bevolking is toeteachrijveu.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bd
te) <! O |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEVC
Het zal noodig zijn deze cijfers eenigermate toe te
lichten en de opmerkzaamheid op enkele verschijnselen te vestigen, al is niet overal de oorzaak der verschillen op te geven. Zoo springt het reeds spoedig in het oog, dat overal de vrouwelijke hevolking de mannelijke aanzienlijk overtreft, hehalve in de oostelijke grensprovinciën Drenthe, Overijssel, Gelderland en Limburg, zouder dat voor deze uit- komsten aanlcidende oorzaken zijn op te geven. De gewesten met de volkrijkste steden (Noord- en Zuid-Holland) bezitten de grootste overmaat aan vrouwen, doch dit heldert de afwijkingen in de overige 9 gewesten niet op. Weinig landen tellen voor 't overige zulk eene verza-
meling van groote en middelbare steden, zoo nabij el- kander gelegen, als Nederland, vooral in het westen des rijks. Het aantal kleinere steedjes, wier bevolking geen 5000 zielen (in de kom) bedraagt, niet medegerekend, vinden wij op de kaart IV een getal van 70 steden, aldus over de provinciën verdeeld : Noord-Brabant 8 steden met 83572 inw. = ruim ^ der geh. bevolk.
Gelderland 10 „ „ 99543 „ = bijna \ „
Zuid-Holland 14 „ „ 332001 „ =ruim i. „
Noord-Holland 9 „ „ 332567 „ == „ § „
Zeeland 4 „ „ 39864 „ ■=. bijna { „
Utrecht 3 „ „ 69700 , = „ T\ „
Friesland 7 # „ 61680 „ = ruim f „
Overijssel 6 „ „ 61506 „ = „ 4 v
Groningen 2 „ „ 40481 „ = bijna | „
Drenthe 2 „ „ 12146 „ ~ „ | „
Limburg 5 „ /, 54475 „ — ruim i „
In Nederland 70 ,, „ 1.187435 „ = bijna * /f
Deze sleden kan men splitsen in : a) 2 hoven de 100000
inwoners: Amsterdam (243000) en Rotterdam (106000), b) 4 van 35000—100000 inw.: 's Gravenhage (80000); Leiden, Utrecht, Groningen; c) 7 van 20000—35000 inw.: 's Hertogenbosch, Arnhem, Nijmegen, Dordrecht, Haar- lem, Leeuwarden, Maastricht; d) 12 van 12000 — 20000 inw.: Tilburg, Breda, Zutphen, Delft, Gouda, Schie- dam, Helder c. a., Middelburg, Amersfoort, Zwolle, Kam- pen , Deventer; e) 18 van 6000—12000 inw.: Oosterhout, Bergen op Zoom, Nijkerk, Harderwijk, Tiel, Vlaardin- gen, Gorinchem, Alkmaar, Hoorn, Zaandam, Vlissingen, Zierikzee, Haiiingen, Sneek, Meppel, Roermond, Venlo en Weert; f) 27 van 5000—6000 inw.: Grave, Eindho- ven, Helmond, Wageningen, Doeshorgh, Culemborg, Zalt-Bommel, Woerden, Maassluis, Delfshaven, Brielle, Helvoetsluis, Enkhuizen, Purmerende, Edam, Goes, Rhe- nen, Dockiim, Praneker, Bolsward, Workum, Steenwijk, Almelo, Enschedé, Winschoten, Assen, Sittard. De op de kaart niet in aanmerking komende kleine
|
DK1NG. 5
steedjes zijn: in Noord-Brabant: Geertruidenberg, Hens-
den, Klundert, Ravestein, Steenbergen , Willemstad, Wou- drichem en Zevenbergen. — In Gelderland : Batenburg, Borkulo, Bredevoort, Buren, Doetinchem, Groenlo, Elburg, Hattem, 's Heerenherg, Huissen, Lochein, ïerborg en Zevenaar. — In Zuid-Holland: Asperen, Goedereede, Heu- kelom, Leerdam, Nieuwpoort, Ondewaler, Schoonhoven en Vianen. — In Noord-Holland : Medemblik , Monniken- dam, Muiden, Naarden en Weesp. — in Zeeland: Aar- denburg, Arnemuiden, Axel, Brouwershaven, Hulst, Oost- burg, Sas van Gent, Sluis, Ter Neuzen, Tholen, Veere en Uzendyke. — In Utrecht: Montfoort, Wijk bij Duurstede en IJsselstein. — In Friesland: Hindeloopen, IJlst, Slo- ten en Stavoren. — In Overijssel: Blokzijl, Delden, Die- penheim, Genemuiden, Goor, Grafborst, Gramsbergen, Hasselt, Hardenberg, Oldenzaal, Ommen, Ootmarsiim , Rijssen, Vollenhoven, Wilsum en Zwartsluis. — In Gro- ningen: Appingedam en Delfzijl. — In Drenthe: Coevor- den. — In Limburg: Gennep en Valkenburg. Ofschoon hunne toLale bevolking gerustelijk op ruim 100,000 zielen mag geschat worden, vermelden wij de namen hier alleen om des te beter te doen uitkomen hoe krachtig de ste- delijke zamenwoning in ons land is vertegenwoordigd, al vinden de bewoners dezer kleine steden meestal hun hoofdmiddel van bestaan in den landbouw of daaraan verwante bedrijven. Onder de aanzienlijkste platteland-gemeenten vindt men
er een half dozijn met meer dan 10000 inwoners, doch die bestaan dan gemeenlijk uit meer dan één kerkdorp, evenwel zijn onder meer anderen de volgende dorpen wegens hunne digtbebouwde, aanzienlijke dorpskom vermeldings- waardig, omdat zij over het algemeen de geriefelijkheden van kleine steden aanbieden. In Noord-Brabant: Boxtel, Boxmeer, Elten, Gemert, Oirschot, St. Oedenrode, Prinseu- hage, Rosendaal en Veghel. — In Gelderland : Aalten , Apel- doorn, Brammen, Ede, Rheden (Velρ en Dieren) en Win- terswijk. In Noord-Holland : Crommenie, Hilversum, Nieuwer- Amstel en de Zaanlandscbe dorpen , Koog, Zaandijk en Wor- merveer. — In Zuid-Holland : Alpben , Katwijk, Naaldwijk , Noordwijk en Wassenaar.— In Utrecht: Zeist. — In Fries- land: Heerenveen. — In Overijssel: Dallsen, Hengelo en Baalte. — In Groningen: Hoogezand, Pekel-A, Veendam, I en Wildervank. — In Drenthe: Hoogeveen. — In Limburg: Heerlen, Kerkrade en Vaals. Het platteland telt ruim i der geheele bevolking van Neder-
land en is blijkens kaart IV zeer ongelijk bevolkt, zich grootendeels rigtende naar den aard van den bodem; de |
|||||
BEVOLKING.
|
|||||||||||||
ε
|
|||||||||||||
den Ameland en Schiermonnikoog); Onderdendam (en het
eilandje Roltum). De juistheid vorderde die splitsing. |
|||||||||||||
kantons Zaandam en Rotterdam (te zamen 5 kantons)
tellen alleen meer dan 1500 zielen per 100 bunders, na aftrek der stedelijke bevolking. — Meer dan 100 zielen op dezelfde oppervlakte vindt men op het platteland der 21 kantons: Waalwijk, Eist, Dr aten, Voorburg, Naaldwijk, Leiden, Noordwijk, Alphen, Schiedam, Schoonhoven, Sliedrecht, Ridderkerk, Vianen, Naarden, Enkhuizen, Ber- likum, Sitlard, Meerssen, Heerlen, Gulpen en Maastricht. — Meer dan 75 zielen in de 42 kantons: Boxtel, Veghel, Oss, Heusden, Breda, Zevenbergen, Oudenbosch, Zeve- naar, Terborg, Tiel, Geldermalsen, Zalt-Bommel, Wou- brugge, Gouda, Hillegersberg, Dordrecht, Strijën, Gorin- chem, Sommelsdijk, Weesp, Nieuwer-Amstel, Haarlem, Beverwijk, Medemblik, Hoorn, Edam, Vlissingen, Sluis, Oostburg, Hulst, Tholen, IJsselstein, Loenen, Leeuwar- den, Holwerd, üockum, Harlingen, Appingedam, Onder- dendam, Hoogezand, Zuidbroek en Vollenhoven.— Meer dan 50 zielen in de 57 kantons: 's Bosch, Tilburg, Grave, Boxmeer, Helmond, Eindhoven, Nijmegen, Wijchen, Cu- lemborg, Arnhem, Elburg, Doesborgh, Doetinchem, Aal- ten , Groenlo, 's Hage, Delft, Vlaardingen, Woerden , Brielle, Oud-Beijerland, Amsterdam (4 kantons), Alkmaar, Schagen, Purmerende, Helder, Middelburg, Goes, Heinkenszand, Cortgene, Axel, Zierikzee, Brouwershaven, Utrecht, Maars- sen, Amersfoort, Rhenen, Wijk bij Duurstede. Bolsward, Bergum, Rauwerd, Sneek, Beetslerzwaag, Heerenveen, Steenwijk, Almelo, Goor, Delden, Oldenzaal, Enschedé, Zuidhorn, Winschoten, Roermond en Venlo. — Minder dan 50 zielen in de 27 overige kantons: Oirschot, Ginni- ken, Oosterhout, Bergen op Zoom, Asten, Apeldoorn , Har- derwijk, Nijkerk, Wageningen, Zulphen, Lochem , Lem- mer, Hindeloopen, Oldeberkoop, Zwolle, Kampen, Ommen, Raalte, Deventer, Ootmarsum, Assen, Meppel, Hoogeveen, Groningen, Gennep, Horst en Weert. Tot regt verstand moet worden vermeld, dat wanneer de kantons uit onge- lijksoortige of gemakkelijk te onderscheiden deelen bestaan , bijv. uit vaslland en eilanden, die gedeelten op de kaart als afzonderlijke districten zijn beschouwd; immers meestal zijn de hoofddeelen beter bevolkt dan de eilanden. Zoo- danige onderscheiding werd inachtgenoraen bij de volgende kantons: Heusden (en. den Biesbosch, gedeeltelijk); Dord- recht (en den Biesbosch, gedeelt.); Vlaardingen (en het eiland Rozenburg c. a.); Haarlem (en den Haarlemmer- meer-polder) ; Helder (en de eilanden Texel en Wieringen); Medemblik (en de eilanden Vlieland en Terschelling); Enk- huizen (en het eilandje Urk [1400 inw. op 82 bunders]); Kampen (en het eiland Schokland); Dockum (en de eilan- |
|||||||||||||
Op de kaart V volgt de bevolking in de meeste kan-
tons denzelfden loop, behalve natuurlijk daar waar de stedelijke bevolking aanzienlijken invloed uitoefent: het kwam noodzakelijk voor om nog eene rubriek te voegen bij die welke op de vorige kaart, voorkomen , want ver- schillende districten stijgen bij dit overzigt tot eene be- volking van meer dan 200 zielen per 100 bunders. Ver- gelijkt men nu beide kaarten IV en V, dan zien wij dat de kantons 's Bosch, Breda, Nijmegen, 's Hage, Leiden, Delft, Rotterdam, Schiedam, Gouda, Dordrecht, Amster- dam, Haarlem, Zaandam, Helder, Vlissingen, Utrecht, Leeuwarden , Groningen en Maastricht (dus bijna alle groole en middelbare steden) van hunne verschillende rubrieken overgaan lot de digtstbevolkte, dal is lot die van meer dan 200 zielen per 100 bunders ; de overmagl der stedelijke bevolking is reeds minder merkbaar in de kantons Arnhem, Vlaar- dingen, Gorinchem, Middelburg, Zierikzee en Harlingen, welke nog ruim 150 zielen per 100 bunders tellen; weder minder merkbaar is zij in de kantons Tilburg, Tiel,Zut- phen, Culemborg, Zalt-Bommel, Brielle, Woerden, Hoorn , Edam, Goes, Dockum , Sneek, Bolsward, Deventer en Kam- pen , mei meer dan 100 zielen per 100 bunders; de ste- delijke bevolking der kantons Grave, Helmond, Ooslerhout, Doesborgh, Alkmaar, Purmerende, Amersfoort, Zwolle, Almelo, Roermond en Venlo doel die districten klimmen tol eene bevolking van ruim 75 zielen per 100 bunders; eindelijk rijzen Bergen op Zoom, Nijkerk, Hindeloopen, Meppel en Weert daardoor lot ruim 50 zielen per 100 bun- ders, terwijl Eindhoven, Wageningen, Enkhuizen, Steen- wijk , Enschede en Assen, niettegenstaande zij eene niet onaanzienlijke stedelijke bevolking tellen, op beide over- zigten in dezelfde rubrieken blijven staan, even als al de overige (plattelands-) kantons. |
|||||||||||||
Merkwaardig is de meerdere of mindere aanwas der
bevolking in de 10 jaren (van 1849—59); slechts zeld- zaam stuit het oog op teruggang: deze bepaalt zich tot de kantons Grave, Boxmeer, Oirschot, Aalten (landver- |
|||||||||||||
7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEVOLKING.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ommen het maximum van 8,8 en 8,5, doordien de Kolo-
niën van Weldadigheid, alwaar een aantal personen in een enkel gesticht wonen, in die districten liggen. Alle afwij- kingen weten wij evenwel niet op te helderen, ons doel was slechts er den onderzoeker op te wijzen, en waagden wij eene algemeene opmerking te maken, dan zou het we- zen, dat in de weidestreken minder personen op elk huis komen dan in de bouwstreken, waarschijnlijk omdat er min- der handenarbeid in eerstgemelde oorden wordt gevorderd. Een viugtige blik op de zamenstelling der gemeenten in
Nederland, zal welligt niet ongepast zijn. De zoogenaamde burgerlijke gemeenten, welke een Burgemeester en Wet- houders en Raadsleden aan het boofd hebben, zijn in de onderscheidene gewesten zeer verschillend zaamgesteld. In Noord-Brabant, Noord-Holland, Zeeland, Overijssel,
Groningen, Drenthe en Limburg staan de burgerlijke ge- meenten meestal ook kadastraal als ééne gemeente bekend, daarentegen bevatten zij in Gelderland, Zuid-Holland, Utree lil en vooral in Friesland dikwerf meerdere kadastrale ge- meenten, gelijk wij uit de betrekkelijke kolommen van de ontledende labellen vrij gemakkelijk zien kunnen. Docb deze afwijking is minder in het oog springend dan die, welke wij bij het gadeslaan der bestanddeelen bespeuren; immers vormt in Noord-Brabant, Noord-Holland, Zeeland en Limburg genoegzaam ieder eenigzins belangrijk kerk- dorp eene burgerlijke gemeente, hetgeen in Gelder- land, Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel, Groningen reeds zeldzamer hel geval is, terwijl in Friesland onder- scheidene burgerlijke gemeenten (oudtijds grietenijen) tien of meer kerkdorpen bevatten. De grootte der gemeenten is dan ook zeer verschillend; het middelcijier bedraagt ongeveer 2700 bunders per burgerlijke gemeente en ter- wijl wij dit getal door velen aanmerkelijk zien overschrij- den, zijn andere gemeenten dikwerf bijzonder beperkt van uitgestrektheid. Tol staving deelen wij de beide onder- slaande overzigteii mede, daarbij tevens bet inwonertal vermeldende. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
huizing), Voorburg, Naaldwijk, Weesp, Sluis, Oostburg
en Raalte. — Stationair bleef de bevolking in de kantons Oss, Boxtel, Veghel, Ginniken, Middelburg en Weert. In al de overige 134 kantons was de vermeerdering zeer merk- baar en bereikte of overtrof zelfs de 10 percent in de kantons: Arnhem, Apeldoorn, Harderwijk, Elst,Druten, Zutphen en Tiel in Gelderland;— Rotterdam, Schiedam, Dordrecht, Ridderkerk, Sliedrecht en Brielle in Zuid-Hol- land;— Schagen, Helder en Haarlem in Noord-Holland; — Goes in Zeeland; — Wijk bij Duurslede in Utrecht; — Berlikum, Dockum, Bergum, Harlingen, Heerenveen, Beet- sterzwaag en Ohlenerkoop in Friesland; — Kampen, Deven- ter, Ommen en Enschede in Overijssel; — Hoogezand, Winschoten, Zuidbroek en Appingedam in Groningen; — Assen en Hoogeveen in Drenthe; in de beide zuidelijke provinciën, Noord-Brabant en Limburg geen enkel. Het zijn dan ook Zuid- en Noord-Holland, Friesland, Gronin- gen en Drenthe die het sterkst toenamen in bevolking en waar de vermeerdering ongeveer of ruim 10 percent be- draagt, terwijl deze over het geheele rijk ongeveer 8 ten honderd beloopt. Hel zamenwonen vooral in groote steden oefent aan-
zienlijken invloed uit op het aantal bewoonde huizen; de opgave op Kaart V is naar den toestand van 1849 gere- geld, want tot dat tijdstip behoorden de laatste bouwstof- fen, waaruit kon worden geput; het spreekt echter van zelf dat er niet veel in veranderd is, en zien wij dat toenmaals Rotterdam 12 en Amsterdam slechts 9,2 inwo- ners per huis telde, dan zal degeen, die deze beide sleden kent, gaarne toestemmen dal de sterke aanbouw in eerst- gemelde stad slechts gebrekkig voorziet in de behoefte aan woningen veroorzaakt door den kracbtigen aanwas der bevolking, zoodat de verhouding sedert niel veel verbeterd is: in Amsterdam wordt veel minder gebouwd, maar de bloei is er ook niet zoo groot. Ten plattenlande zijn de afwijkingen geringer; toch kan men dikwerf de reden der verscliillen nagaan. Zoo bereiken de kantons Assen en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. De kleine gemeenten van en beneden de 100 bunders oppervlakte (s. stad, d. dorp).
Egmond aan Zee, d. 11 bunders met 1580 inwoners. Provincie Noord-Holland.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ß ç Overijssel.
7 ii id.
/ * Noord-Brabant.
// // Overijssel.
é/ Friesland.
/ * Zuid-Holland.
/ u Overijssel.
<i é, Noord-Brabant.
ir é/ Zuid-Holland.
// ii id.
n á 'Noord-Holland.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEVOLKING.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. De grootste gemeenten van meer dan 10,000 bunder
bund. met 9615 inwoners, bestaat uit 5 kad. gemeenten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3820
11310
11456
11938
8354
4921
6164
7500
10496
3269
6015
|
1
2
6
4
4
2
1
1
4
1
1
5
1
2
6
1
4
1
1
1
3
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
4
1
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
4
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7050
10307 2705 10855 8612 2712 4913 7223 5829 4739 7383 4560 1836 5564 4751 4358 5090 3158 8268 4348 3546 5268 5394 5822 4954 2197 3687 2939 4518 5430 1614 4704 3887 8509 5635 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten opzigte van Kaart VI, de regterlijke indeeling be-
nevens de verdeeling in kiesdistricten voor de volksverte- genwoordiging aanduidende, vermeenen wij nog een paar ophelderingen te moeten mededeelen. De hoofdplaatsen der Kantons, Arrondissementen en Hoven zijn er op vermeld; de zetel van het hoogste collegie, de Hooge Raad is 's Gra- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
venhage, ierwijl hei Hoog Militair Geregishof Ie Illrechl
is gevestigd. Behalve de bijna in iedere kantons-hoofdplaats aanwe-
zige huizen van bewaring zijn al de gevangeiihuizen ver- meld; de eigenlijke strafgevangenissen bepalen zich, niet uitzondering van de cellulaire gevangenis Ie Amsterdam , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEVOLKING.
|
|||||||||||
9
|
|||||||||||
tot Leeuwarden (criminele mannen), Hoorn (correctio-
nele mannen), Woerden (crim. en corr. vrouwen), Rotterdam en Alkmaar (jongens), Amsterdam (meisjes), Leiden (militairen); het totale aantal gevangenen in die huizen bedroeg in 1857 3545, terwijl in de huizen van verzekering 8913 en in die van arrest 8484 waren aanwezig geweest, behalve de tijdelijk in de huizen van bewaring opgenomen 22019 personen (velen door- trekkende gevangenen). Op 31 Dec. waren er evenwel slechts aanwezig in het geheel 4610 gevangenen; waarvan 2541 in de strafgevangenissen, 1351 in de huizen van verzekering, 515 in die van arrest en 205 in die van bewaring. De verhouding der vrouwelijke tot de manne- lijke bevolking is ongeveer 1:4; ruim 51 pet. was Pro- testantsch, bijna 47 Roomsch-katholiek, ruim 2 Israë- lietisch; de helft ongeveer verstond lezen en schrijven, de andere helft niet. Hoorn met 750, Leeuwarden met 601 en Leiden met 484 gevangenen, waren de sterkst be- volkte huizeu. De door roode lijnen aangewezen grenzen der kiesdis-
tricten voor Leden van de Tweede Kamer zijn voldoende om de uitgestrektheid van ieder district te leeren kennen; dewijl door elk 45000-tal inwoners één afgevaardigde wordt gekozen, wijst het met roode cijfers aangeduide aantal afgevaardigden tevens aan, hoeveel maal ongeveer 45000 inwoners het district bevat; bijv. Drenthe 2 X 45000, Am- sterdam c. a. 6X45000. De census wisselt af van/112.— in Amsterdam tot f 20. — in de meeste plattelandsge- meenten der buitenprovinciën, doch schijnt voor eene na- dere regeling vatbaar te wezen, daar b. v. het district Tilburg dat 2 Leden afvaardigt, meer kiezers telt dan Rotterdam dat 3 Leden afvaardigt; uit de staatkundige kaart van den Heer 3. w. kerkwijk zijn in dit opzigt eene menigte bijzonderheden te putten en slaan wij er het oog op, dan zien wij onder anderen dat in Drenthe de dor- pen Ruinerwold en Westerbork met evenveel inwoners respectievelijk 89 en 43 kiezers tellen, terwijl Gouda en Oosterhout ongeveer evenveel kiezers bevatten, ofschoon de eerste stad bijna 15000, de andere geen 9000 zielen telt, en de intellectuëele en politieke ontwikkeling van Oos- terhouts bewoners, toch wel niet zooveel grooler zal we- zen dan van die van Gouda, dat zij aanspraak mogen maken op de helft meer invloed bij de verkiezing van Volksvertegenwoordigers. Voor de verkiezingen van Leden voor de Provinciale
Staten is ieder gewest in eenige districten verdeeld (Zuid- Holland 17 — Drenthe 2), die elk van 3 tot 34 (Amster- |
|||||||||||
dam) Leden afgevaardigen; de hoofdplaatsen dezer distric-
ten zijn op de kaart dubbel onderstreept en het aantal te kiezen Ledeu met een romeinsch cijfer aangeduid. Hier zien wij ook weder zeer groote afwijkingen: o. a. kiezen 660 kiezers te Zevenaar c. a. 5 afgevaardigden en 1012 anderen te Arnhem slechts 4; deze voor de stedelijke be- woners van Gelderland nadeelige uilkomst zien wij weder geheel omkeeren in de provincie Utrecht, alwaar 1561 kie- zers in de hoofdstad het regt hebben 13 Leden te kiezen, terwijl 1003 plattelandskiezers in het district IJsselstein slechts 7 Leden mogen afvaardigen; 1759 kiezers te Zeven- bergen c. a. kiezen evenveel Leden als 1005 te Helmond c. a. |
|||||||||||
Wij besluiten met eenige algemeene opgaven omtrent
de bevolking; over het algemeen is de toeneming hier niet zoo belangrijk als in andere naburige Europesche landen; in de 57 jaren van 1796 tot 1855 bedroeg zij slechts even 57 ten honderd en eigenlijk is eerst sedert de laatste 25 jaren hierin eene merkbare verbetering gekomen, waar- schijnlijk toe te schrijven aan het bevrijd blijven van ver- nielende oorlogen en aan de zorg, die in vele oorden des lands wordt gewijd aan het nemen van maatregelen, welke den gezondheidstoestand der volksklassen noodwendig moe- ten verbeteren. Sedert 1850 is de bevolking dan ook met meer dan 800000 zielen vermeerderd, en in het geheele rijk telde men in 1857 gemiddeld ééne geboorte op 27,86, in 1858 ééne op 29,66 inwoners, terwijl daarentegen in 1857 slechts één sterfgeval kwam op 35,53, in 1858 één op 54,18 inwoners. Het zamenwonen in steden oefent hier een grooten invloed op uit; in 1854 bijvoorbeeld werden in de steden, welke te zamen ruim één derde der geheele bevolking uitmaken, slechts 7085 meer geboren dan er stierven, terwijl ten plattenlande, met nog geen twee derde der totale bevolking, 20584 sterfgevallen minder dan ge- boorten plaats vonden. De westelijke provinciën, alwaar de stedelijke bevolking die van het platteland overü^eft, bieden derhalve de ongunstigste verhouding aan en alleen aan het voortdurend toestroomen van dienstboden, hand- werkslieden enz. uil de eigenlijke landprovinciën en uit den vreemde, is het toe te schrijven, dat alle gewesten tamelijk gelijken tred houden in de toeneming der bevolking; zoo kwamen zich in het pas genoemde jaar in de steden 3755 personen meer vestigen dan er uit vertrokken, terwijl die toeneming in de plattelandsgemeenten slechts 161 personen bedroeg; in 1858 waren die getallen wel minder sprekend, maar toch vermeerderden de steden door vestiging van |
|||||||||||
BEVOLKING.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ΙΟ
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nieuwe inwoners met 5705 personen, en het platteland
met slechts 1920 personen. De landverhuizing was nimmer belangrijk en vermindert
nog jaarlijks; vroeger — van 1848 af—vergokken gemid- deld 2000 personen jaarlijks , in 1858 verminderde dit tot ruim duizend, in 1859 daalde het cijfer zelfs beneden 500. Meestal zijn het landbouwers en arbeiders, waarvan naau- welijks één tiende tot de weigestelden behoort. |
Het onderstaand tienjarig overzigt is niet van belang ont-
bloot, en vooral vrij bevredigend wat de verhouding der onechte tot de echte geboorten betreft; deze is in de ste- den als 1:15, ten plattenlan.de als 1 : 40, in het rijk als 1:25; Noord-Brabant, Limburg en Drenthe (1) onder- scheiden zich het gunstigst; Zuid- en Noord-Holland en Utrecht (door de groote steden) hel ongunstigst. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Dus heeft de geloofsbelijdenis hier geen invloed op, want de beide eerstgenoemde gewesten zijn bijna totaal Roomsch-katholiek
Drenthe bijna even uitsluitend Hervormd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ERRATA.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de eerste bladzijde dezer afdeeling staat de bevolking van Limburg vermeld : in 1859 op 915351 inwoners, dit moet zijn 215351.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||
(DERDE APDEELING).
|
|||||||||
KAARTEN VII, VIII, IX.
|
|||||||||
Ongetwijfeld dient men de middelen van bestaan van
nabij te beschouwen, wil men zich eenigerraate op de hoogte stellen van de kennis van land en volk; immers hoe gemakkelijk het ook schijnt, om met een enkel woord te zeggen, dat Nederland eene zeevarende natie huisvest, zou het alles behalve gemakkelijk wezen dit met cijfers of feiten te bewijzen. Even als overal elders zijn er vrij wat meer handen bezig met voortbrengen, verwerken en verkoopen, dan met het af- en aanvoeren, en het moet al een zeer ondankbare bodem zijn, die de bewoners nood- zaakt hoofdzakelijk in scheepvaart en handel hun fortuin te zoeken. Zóó stiefmoederlijk zijn wij niet bedeeld; al is ons land, gelijk sommige beweeren, wat al te vroeg bewoond geworden en al hebben wij daaraan alleen on- zen kunstmatigen toestand te danken, toch worden wij deswege schadeloos gesteld door weergaloos schoone wei- den en uitnemend vette akkers, en wel op zulk eene wijze, dat ook hier landbouw de hoofdzaak is; handelen nijverheid volgen in werkelijkheid slechts van verre, hoe |
|||||||||
groot hun gewigt voor 't overige ook wezen moge. Deze
stelling klinkt welligt velen onharmonisch, zoo gewoon als de bewoners der steden, en vooral der grootere, zijn om handel te beschouwen als de spil, waarop alles draait; wij weten geen beter middel om hen met de waarheid te verzoenen, dan te verzoeken ons te volgen bij de be- handeling van dit gewigtig onderwerp; onze poging om op dit gebied iets deugdelijks te leveren, is zeer zeker vermetel, zoo weinig stellige gegevens leverde tot heden de statistiek; maar eene zorgvuldige raadpleging van ver- schillende bronnen en eene naauwgezette overweging van al hetgeen ons ter kennisse kwam, zullen zoo wij hopen de strekking hebben gehad, al te groote dwalingen of mispassen te doen vermijden; eenigzins geholpen door lo- kale nasporingen trachtten wij een geheel te leveren, dat. welligt niet zoo volledig is als men zou mogen verwach- ten, ware dit onderwerp niet een grootendeels ondoor- vorscht gebied te noemen. |
|||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene opgave bij van het aantal bunders bosch, die ver-
moedelijk beneden het ware cijfer blijft, doch voldoende zal wezen om veler verwondering uit te lokken over het belangrijk aantal met hout beteelde bunders. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LANDBOUW (Kaart VII).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit den tekst, bij de eerste afdeeling gevoegd, hebben
wij reeds kunnen opmaken, dat het alluvium in het noorden en westen des lands de rijkste weiden en bouw- landen opleveren en deze gedeelten in verhouding het meeste bebouwde land bevatten; de 7de kaart wijst ons de streken aan, die nog grootendeels onbebouwd bleven, en DRENTHE, NOORD-BRABANT , OVERIJSSEL, noordelijk LIMBURG eil
de VELUWE, vervullen in dit opzigt de hoofdrollen. Uitge-
strekte heidevelden, begrensd of afgewisseld door moe- rassige veenen, vermoeijen er den wandelaar doordeeen- toonigheid; maar als die wandelaar een opmerkzaam oog bezit, bespeurt hij met genoegen hoe overal pogingen, soms zeer geringe pogingen, worden in 't werk gesteld om die woestenij te verkleinen, hoe weder een kleine ak- ker is afgebakend en omgezet, of hoe een hei-plas is af- gewaterd en een enkel schaap zich reeds aan het frissche groen te goed doet; en keert diezelfde wandelaar nu na eenige jaren terug, dan komt hij tot de overtuiging, dat geduld en vlijt heerlijke uitkomsten kunnen opleveren, dat de bakens al· weder zijn verzet en wel ten voordeele van landbouw en vertier; en dringt hij dieper in de zaak door, uit aller mond zal hij vernemen, dat de stugste boer zich verheugt ten laatste te hebben toegegeven, want dat de grond toch eigentlijk bleek zoo slecht niet te we- zen, toen eindelijk de marke was verdeeld. Zoo ging het ons meermalen, en van harte wenschen wij dat menig- een toch eerst in ons land rondkijke en opneme, wat daar met geld tot eigen voordeel en dat van nijvere landge- nooten kan verrigt worden, vóórdat hij in buitenland- sche ontginningen kapitaal en verwachtingen plaatst, om al ras te ondervinden dat daar, door gebrek aan vervoer- wegen of marktplaatsen, de beste oogsten nog geen voor- deel afwerpen. Het spreekt dus van zelf dat de onbe- bouwde gronden langzamerhand inkrimpen, maar evenwel oordeelen wij het niet ondoeltreffend, een overzigt mede te deelen van de percenten onbebouwd land in elke provin- cie, naar de tegenwoordige, stellig vrij juiste schatting, en die althans geenzins te gunstig is, daar men veilig kan aannemen dat de officiële opgaven van in cultuur gebragte gronden de werkelijkheid niet zullen overtref- fen. Het aantal huizen op elk lOOtal bunders der totale oppervlakte volgt daarachter, en eindelijk voegen wij er |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groot is het onderscheid tnsschen Overijssel en drenthe
vergeleken met zeeland, dat bij uitnemendheid rijk be- bouwd is en in dit opzigt met alle andere streken der wereld kan wedijveren. Maar ook de overige provinciën, gaan eene heerlijke toekomst te gemoet, want moge men thans nog ongeveer 700,000 bunders onbebouwd land tel- len, zoo oordeelen deskundigen dat naauwelijks éénderde van dat getal ongeschikt tot vruchtbaarmaking zou we- zen ; weshalve men kan nagaan dat er voor'shands nog vrij wat grond ter ontginning overblijft, altijd onder het bereik van goede wegen en van markten. Zien wij voorts uit deze opgave dat in zeeland en in limburg, beide bouwprovinciën, het aantal huizen per lOOtal bunders, gelijk staat, terwijl de stedelijke bevolking dier gewesten ongeveer even groot is (± 50000 zielen), dan komt men ligtelijk tot de gevolgtrekking, dat in eerstgenoemde provin- cie de bouwhoeven of landerijen ongeveer de helft of een derde grooter zijn dan in limburg, omdat in dit gewest 65,5, in het ander 97,5 percent van den bodem be- bouwd is. Wat die bebouwde gronden opleveren, is de hoofdzaak
van ons onderzoek en trachtten wij reeds op de kaart dui- delijk te maken; toch zullen statistische toelichtingen nood- zakelijk wezen en het laatst bekende, over het algemeen gunstige jaar 1858 strekke ons daarbij tot gids, terwijl wij lot meer geleidelijk overzigt levens de totalen over 1852 (een gemiddeld goed jaar) en over 1855 (ook een vrij gunstig jaar) zullen mededeelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij zien hieruit, dat de oogst dezer hoofdvoedingsge-
wassen aan eene tamelijk groote afwisseling onderhevig is; voor het eene gewas is droogte een vereischte, het andere daarentegen schijnt meer van vochtigheid te houden; nacht- vorsten in den nazomer doen de boekweit mislukken en oefenen op de andere gewassen geen nadeeligen invloed uit; wij zullen ons echter bepalen tot enkele belangrijke gevolgtrekkingen. Terwijl zeeland, hoewel een der klein- ste gewesten, ruim een vierde van den geheelen tarwe- oogs( levert, zoodat het gebruik van tarwebrood in alle klassen der bevolking algemeen is, zien wij dat drenthe in 't geheel geen tarwe voortbrengt. De drie zuid-ooste- lijke provinciën noord-brabant , Gelderland en limburg produceren daarentegen meer rogge dan al de acht ove- rige te zamen; deze graansoort is daar dan ook hel hoofdvoedsel en in het westen wordt trouwens al zeer wei- nig rogge verbouwd. De boekweit vindt haren hoofdzetel in Gelderland en noord-brabant, en is er ook van betere kwaliteit dan in de veenrijke provinciën, alwaarduizende bunders land, zonder ploeg of mest met boekweit worden be- bouwd , nadat de bovenste veenlaag is afgebrand; de asch strekt wel tot mest, doch de oogst is nimmer zoo rijke- lijk als op beteren grond, onder aanwending van grooter zorgvuldigheid; op den vetten kleibodem der westelijke en noordelijke streken van ons land wordt zij in 't geheel niet verbouwd. Groningen brengt in den regel alleen on- geveer een derde voort van al de hier te lande geteelde gerst en haver, en deze gewassen, welke een goeden bo- dem vereischen, vormen er een zeer aanzienlijk uitvoer- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
artikel. De aardappel eindelijk, dat hoofdbestanddeel der
voeding van de lagere klassen, waarvan de oogst zoo belangrijken invloed uitoefent op den marktprijs der eet- waren, houdt eenigermate gelijken tred met de bevolking, behalve dat holland voor een groot gedeelte uil Gelder- land wordt voorzien; in dit laatste gewest bezigt men voor dien bouw zoowel vette klei- als schrale zandgron- den en het zal ieders aandacht tot zich trekken, dat se- dert de ziekte van dit gewas afneemt de productie aan- merkelijk toeneemt, terwijl het jaar 1858 bovendien als een buitengemeen gunstig jaar mag worden aangemerkt. Deze hoofdproducten, welke gezarnentlijk meer dan 115 millioen gulden aan waarde vertegenwoordigen, zijn ech- ter niet de eenige voortbrengselen van den landbouw, die onze aandacht verdienen; de hoeveelheden erwten en boonen, cichorei, meekrap, hop, vlas en hennep, tabak en oliezaden op ongeveer 130,000 bunders (hoofdzakelijk in ZEELAND , ZUID-HOLLAND , GRONINGEN βΠ FRIESLAND) geteeld eil
te zamen bijna 25 millioen gulden aan waarde bezittende,
verdienen ook eene afzonderlijke vermelding; wij zullen uit onderstaande opgaven zien, hoe uitéénloopend het aan- deel der verschillende gewesten is en hoeveel partij er van den vetten bodem van enkele provinciën wordt ge- trokken, om de kostbare artikelen, die wij hier vermel- den , voort te brengen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
é
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in vele streken van Duitschland en in Groot-Britanje is
gebragt; het gering aantal van zeer groote grondeigenaars is hiervan gedeeltelijk de oorzaak en in de groningsche Weilanden, alwaar deze niet ontbreken, ziet men dan ook de gunstigste uitkomsten; daar schroomt de landman niet, om de nieuwste werktuigen ter hand te nemen en zijn grond te draineren. Doch het is aan geen twijfel onder- hevig of overal is verbetering te wachten; de gezameut- lijke pogingen van gewestelijke vereenigingen, de doel- treffende aansporingen van onzen Koning, het loffelijk voorbeeld van enkele landhuishoudkundigen, de door landbouwtentoonstellingen, volksvoorlezingen en geschrif- ten opgewekte belangstelling bewerkte reeds veel goeds , bereidde reeds veel heilrijks voor. Alvorens van dit onderwerp af te stappen, willen wij
nog uit het laatst bekende verslag over den landbouw mededeelen, dat van al het bouwland wordt gebezigd: tot den bouw van tarwe 12,4 pet., van rogge 28,7 , \âÜ gerst 6,4, van haver 12,2, van boonen en erwten 7, van boek- weit 9.8, van aardappelen 14,8, van meekrap 0,8, van vlas en hennep 2,5 , van tabak 0,5 , van fijne zaden 0,6 pet. Thans zijn wij tot een anderen tak van landbouwkun-
dig bedrijf genaderd, de veeteelt, en hoe aanzienlijk deze in ons vaderland is, weet iedereen; toch zal het niet onbelangrijk wezen om dit met cijfers te bewijzen. Van de totale oppervlakte van Nederland zagen wij dat slechts 21 percent heiden of woeste gronden zijn, en trekt men van de overblijvende bunders af al hetgeen werkelijk als bouwland of boschgrond hier boven reeds in aanmer- king is gekomen (granen en aardappelen 580,000 b.; speciale teelten van erwten en boonen, oliezaden, mee- krap, olie, tabak enz., 105,000 b.; warmoezerijen en voedergewassen, klaver, knollen enz., 50,000 b.;bosschen 225,000 b.; te zamen 940,000 b., dan blijven voor wei- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vergelijking der beide jaartallen zal den deskundige
dadelijk in herinnering brengen, dat het jaar 1858 een zeer droog jaar was; vooral in zeeland en Groningen mis- lukten de oliezaden, bijna algemeen leverden erwten en boonen een uiterst schraal gewas, terwijl daarentegen de weersgesteldheid den meekrap- en tabaksbouw buitengemeen begunstigde; in 1855 mislukte de meekrap geheel in zee- land, dat gemiddeld 4—5,000000 pond voortbrengt op ongeveer 5000 bunders land; in Gelderland breidde zich de tabakscultuur meer en meer uit, en over het algemeen bespeurt men een vrij aanzienlijken vooruitgang in den teelt der gewassen, welke eene min of meer zorgvuldige behandeling vorderen, doch bij welslagen die meerdere moeite dubbel beloonen. Zonder deswege cijfers mede te deelen, dient toch de
aandacht te worden gevestigd op eenige voortbrengselen van den grond, die in sommige streken eigenaardig te huis behooren en ruim 20000 bunders van de oppervlakte in- nemen; zoo vermelden wij: de warmoeziersgewassen en het mosterdzaad in noord-holland; — de beet- of mangel- wortelen in GELDERLAND, LIMBURG, ZUID-HOLLAND en NOORD- BRABANT; — het klaverzaad in limburg , noord-brabant en
Gelderland; — het vogelzaad in friesland, noord-brabant en op de zeeuwsche en zuid-hollandsciie eilanden; — de bloementeelt en de aankweeking van geneeskruiden aan den voet der duinen tusschen haarlem en leiden; — de druiven en fijne vruchten van het westland bij delft ; — de aanzienlijke boomgaarden, vooral van appelen, peren, kersen en bessen, met name in de betuwe, langs de ussEL-oevers, op de züid-hollandsche eilanden, in zuidelijk limburg, in drechterland tusschen enkhuizen en hoorn. Hoe voldoende dit overzigt ook moge voorkomen, toch
staat de landbouw hier te lande nog niet op dien trap van ontwikkeling, waarop hij met behulp der wetenschap |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en hooiland stellig ruim 1,400000 bunders over; het
spreekt van zelf dat deze getallen voor velerlei afwisseling vatbaar zijn en men slechts bij benadering tot eenig resul- taat kan geraken; want de met gebouwen bezette of met plassen bedekte en tot wegen gebezigde gronden, te za- men op circa 6è pet. der geheele oppervlakte geraamd, behooren ook nog te worden afgetrokken. Op kaart VII nemen de wei- en hooilanden bij lang na zoo veel opper- vlakte niet in, doch daar wordt ook gewezen op de om- standigheid, dat vooral in het noorden des rijks een aantal akkers beurtelings als bouwgronden of als wei- of hooiland worden gebruikt. Ontegenzeggelijk nemen de provinciën noord-holland en friesland in dit opzigt eene aanzienlijke plaats in; in deze beide gewesten alleen vindt men voor 't minst 325,000 b. wei- en hooiland, aldus verdeeld: noord-holland, 75000 b. weiland, 67500 b. hooiland.
friesland 75000 » » 107500 »
Ofschoon 1855 een ongunstig jaar was, schatte men de
hooi-opbrengst dier provinciën op 443 millioen pond hooi; toch kwam men in de laatste jaren meestal te kort, en dat dit bij den toenemen den uitvoer van hooi naar Frank- rijk en Skandinavië niet vreemd is, volgt uit de bere- kening der utrechtsche commissie van landbouw, dat onze lx millioen runderen per maand van 30 dagen onge- veer 100 millioen pond hooi verbruiken, onverminderd aanzienlijke hoeveelheden knollen, stroo, koeken enz. Slaan wij nu een blik op onzen veestapel, dan worden wij dade- lijk overtuigd van de belangrijkheid der consumtie van voe- dergewassen; de kleine kaartjes aan den voet van kaart VII wijzen ons duidelijk aan, dat in het noorden en noord- westen de runderteelt haar hoofdzetel heeft; daar is het aantal niet alleen hel grootst, maar het ras is er ook het uitmuntendst; dewijl de longziekte veel kwaad doet en de |
vermeerdering, maar ontegenzeggelijk wordt veel meer
jong vee aangehouden, dan vroeger het geval was en mag de veefokkerij zich dus in een grooten bloei verheugen. De schapenteelt gaat achteruit, doch dit is een be- paald gunstig verschijnsel; immers wordt een groot ge- deelte der schapen op woeste markgronden gehouden, en daar de zoo wenschelijke verdeeling der gemeentegronden steeds toeneemt, komt men gemakkelijk lot het besluit, dat vermindering der schapen in verband staat met meer- dere ontginning; vooral in Overijssel, Groningen en dren- the , alwaar bereids de meeste marken verdeeld werden, is de vermindering het grootst. Het blijkt dus meer en meer dat men bij de beoefening der statistiek voorzigtig met de cijfers moet omgaan, wil men niet tot verkeerde ge- volgtrekkingen komen. — Hoezeer wij nu niet zoo duidelijk de oorzaak weten op te geven van den teruggang der paarden, wat althans het aantal betreft, zoo zullen wij echter wel niet behoeven te betoogen, dat ook deze teelt niet achteruit ging, doch dat de vermindering welligt alleen veroorzaakt wordt door de buitengemeen hooge prijzen, weshalve de landlieden ai wat zij missen konden aan de Pransche en Duitsche kooplieden verkochten; onze inland- sche paarderassen zijn wel niet edel, maar toch zeer gezocht voor ligte kavallerie, vooral de geldersche paar- den komen daarvoor in aanmerking; de zeeuwsche zijn daarentegen bij uitstek zwaar gebouwd en herinneren aan de Vlaamsche rassen; de friesche fokkerij was steeds zeer winstgevend en levert de bekende harddravers en de statige koetspaarden. Op het kleine kaartje ziet men dat Groningen en zeeland de meeste paarden in verhouding tot het bundertal bezitten; dit staat geheel in verband met den zwaren kleibodem dier gewesten, die voor het bewerken de meeste krachtaanwending vordert. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitvoer hoe langer zoo meer toeneemt, ziet men geene
VEESTAPEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Eene vergelijking over een tijdvak van 50 jaar kan niet anders, dan belang inboezemen; doch men denke er aan, dat in 1808
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||
6
|
|||||||||||
De plattelands-hevolking gebruikt, doorgaans varkens-
vleesch en veeltijds geitenmelk, en voor een zeer groot gedeelte wordt in die behoefte voorzien door een aantal van meer dan 250000 varkens en ruim 100000 geilen; vooral in Gelderland en enkele streken van Overijssel, DRENTHE, NOORD-BRABANT en LIMBURG legt Uien Zich toe Op
de aanfokking van varkens voor markten en verwijderde
plaatsen. De sterkte van het pluimvee wordt geschat op ruim Η millioen stuks, waarvan bijna I hoenders; voorts vooral eenden, duiven, ganzen en kalkoenen; dat deze nog niel voldoende zijn voor de behoefte, blijkt uit den jaarlijkschen invoer van ruim f 140000— aan eijeren. Nevens deze aankweeking noemen wij ook de opbrengst van het jaglveld, te ramen op eene gemiddelde jaarlijk- sche hoeveelheid van 50000 hazen, 100000 patrijzen en 100000 eenden en talingen, zonder nog te spreken van de konijnen, faisanten en snippen; alleen op de veluwb wordt op grof wild gejaagd. Hoewel niet toenemend en zich grootendeels tot de bouwstreken bepalend, is ook de bijênteelt niet van belang ontbloot: het aantal korven is op ongeveer 200000 te begrooten. |
steenen uit de limburgsche groeven en rivierklei van uit-
uitmuntende hoedanigheid ter dienste der steenbakke- rijen. NIJVERHEID, Kaart VIII.
Het wordt vrij algemeen gezegd , dat Nederland geen
fabriekland is en dit ook door het bijna volslagen gemis aan twee noodzakelijke grondstoffen, ijzer en steenkolen , moeijelijk kan worden; terwijl buitendien de neiging der kapitalisten tot den goederen- en effectenhandel een groot bezwaar tegen de vrije ontwikkeling der fabrieknij verheid oplevert. Doch gaat men na, dat er in onderscheidene artikelen een roemrijke wedstrijd met de naburige landen wordt volgehouden, wanneer er althans van de goede hoedanigheid der waren in de eerste plaats sprake is,— ziet men voorts bij vergelijking met andere Staten, dat wij in 1856 zelfs het industriëele koningrijk saksen in aantal stoom-paardekrachten overtroffen (1); dan komen wrij spoedig tot de overtuiging, dal wij in dit opzigt al te nederig denken, want de afscheiding der zuidelijke ge- westen heeft zoo gunstig op de nijverheid gewerkt, dat onze landprovinciën eene hoogst belangrijke ontwikkeling hebben ontvangen, terwijl in de zeeprovinciën, die fa- briekmatige bedrijven zijn blijven bloeijen, welke er sints lang gevestigd waren, of in meer of min onmiddellijk verband staan tol den handel en de scheepvaart. Olïiciëele cijfers, waar veel waarde aan te hechten is, bezitten wij tot heden schaars; wat wij konden vinden, zullen wij achtereenvolgens hier mededeelen, met inachtneming van de meest mogelijke voorzigtigheid. Dat bereids verschil- lende gegevens zijn medegedeeld, die, al vormen zij geen volledig geheel, ons toch eenigermate op de hoogte der zaak slellen kunnen, zal uit bet volgend overzigt blij- ken ; de olïiciëele opgaven van rijkswege openbaar gemaakt, en voorts de uitkomsten der onderzoekingen van den beer Dr. Staring omtrent het aantal en den werkkring der fa- briek-arbeiders, gevoegd bij eigen plaatselijke bekend- heid, zullen onze gidsen zijn. Het volgende slaatje zal ons reeds dadelijk in kennis
stellen met de uitbreiding der industrie in de verschil- (1) In het Koningrijk saksen telde men op het einde van 1856,
550 vaste stoomwerktuigen, 11 in schepen, 147 op locomotieven, te zamen, met 15709 paardekrachten, waarvan 9200 bij de loco- motieven. — BEiGiE daarentegen bezat in 1855 : 2977 vaste stoom- werktuigen met 66830 pdkr., 25 stoomvaartuigen met 1622 pdkr. en 357 locomotieven van 292él pdkr.. — Zie Kole, Handbuch der vergleich : Statistik , 2te Auflage. |
||||||||||
Wij besluiten dit overzigt van de voortbrengselen van
den bodem van ons land met eenige cijfers mede te dee- len omtrent de producten van het rijk der delfstoffen. Zij zijn niet talrijk en bepalen zich tot: a) de veenderijen, die vooral in zomer en herfst aan duizenden — p. m. 50,000 — een bestaan verzekeren (in Drenthe alleen ruim 6000 mannen, vrouwen en kinderen); gemiddeld worden er jaarlijks wel 10 millioen ton turf uit de lage veenen gegraven, tegen 25 millioen van de hooge veenen; deze laatsten liggen meestal in drenthe, gronuvgen, friesland, Overijssel en de peel, — de eerste soort behoort hoofdza- kelijk te huis in friesland, het land van vollenhoven, utrecht en holland ; b) de steenkolenmijnen in en bij kerkraede in zuidelijk limburg, alwaar ruim 500 arbei- ders ongeveer 40 millioen pond kolen leveren; c) het ijzer-oer, dat hoofdzakelijk in het graafschap zutphen en rondom Deventer wordt uitgegraven en omstreeks 5 mil- lioen pond ijzererts oplevert; voorts eenig zeezout, bouw- zuid-holland (Maasland) zich ook uitstrekte over het tegenwoordig
tot noord-brabant behoorend land van Hemden c. a.; dat zeeland thans verrijkt is met den veestapel van het sedert bijgevoegde staats-vla anderen ; gezwegen nog van andere kleine wijzigingen in de begrenzing van utrecht. Het toenmaals tot Groningen be- hoorend gedeelte van oost-priesland lieten wij hier buiten aan- merking. |
|||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN. 7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vermogen zich van 1852 tot 1858 heeft ontwikkeld, waar-
door de snelle vooruitgang van onze industrie buiten twij- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lende gewesten; de opgave der stoomwerktuigen (enpaar-
dekrachten) is officieel en dus stellig van belang, vooral omdat wij er uit kunnen zien, hoe krachtig het stoom- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fel wordt gesteld.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantal stoomwerktuigen (en
paardekracMen) in |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantal fabriek-
arbeiders in 1858.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantal stoomvaartui-
gen (en paardenlcruch·
ten) in 1858.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Provinciën.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1858.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1854
|
1856
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1852
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
101
(11391)
59
(827)
181
(23981)
180
(5173)
28
(293)
22
(266·)
19
(218«
52
(872£)
31
(303)
3
(49)
48
(10411)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20800
6700 19200
19500
1600 2400 5700 10300
4000
600
4800
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noord-Brabant
Gelderland
Zuid-Holland
Noord-Holland
Zeeland
Utrecht
Friesland
Overijssel
Groningen
Drenthe
Limburg
Nederland
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7
(329) (620)
62
(5544)
46
(2482)
8
(600)
1
(45)
7
(444)
12
(787)
(-)
(-)
16
(693) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
95600
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
724
(12581|) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
168
(11544) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voegt men hierbij de 100 locomotieven dienstdoende op
de vier verschillende spoorwegbanen, welke ieder onge- veer 80 paardekrachteu bezitten, dan verkrijgt men een totaal van ruim 32,000 stoom-paardekrachten; een be- drag, dat in verhouding lot de bevolking en uitgestrekt- heid door weinig Europesche staten wordt overtroffen, terwijl hei; klimmend aantal stoomwerktuigen in de fa- briekmatige werkplaatsen ten duidelijkste bewijst hoe deze gestadig aangroeijen. Het aantal fabriek-arbeiders staat in naauw verband met het stoomvermogen in ieder gewest, en hoe globaal die cijfers ook mogen wezen, ze zijn stel- lig niet van overdrijving te beschuldigen; onze locale bekend- heid waarborgt ons o. a., dat in Overijssel stellig alleen de vaste werklieden zijn in aanmerking genomen, daar het aantal landbewoners, dat zich in twenthe des winters |
met het weven bezig houdt, het cijfer belangrijk zou
doen klimmen; buitendien zijn de bazen ook niet mede- gerekend , en hun aantal alleen zou het totaal der handen, waaraan de fabrieknijverheid werk verschaft, reeds tot meer dan 100,000 doen klimmen. Wij dienen echter nog meer te weten, willen wij eenig begrip van onze nijverheid verkrijgen; daartoe verwijzen wij naar kaart VIII, al- waar de hoofdzetels der industrie zijn aangeduid met opgave der belangrijkste takken van bedrijf en der oor- den alwaar zij te huis behooren, en te gelijker tijd vesti- gen wij de aandacht op een fabriek-slaat, welke betrek- king heeft op het jaar 185S en alleen de hoofdzakelijk- ste fabriek-industrieën bevat; welligt verkrijgt dat overzigt nog eenige meerdere waarde, wanneer men het vergelijkt met de daarachter volgende opmerkingen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ã
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten. — Het geheele aantal houtzaagmolens wordt bijna
uitsluitend door wind gedreven; niet meer dan 500 stoom- paardekrachten werken mede. Het is opmerkelijk dat Limburg geen enkele zoodanige fabriek in 1855 bezat; se- dert is er echter eene opgerigt. — Eigentlijk zijn er slechts 292 touwslagerijen en lijnbanen, het overige aantal zijn taanderijen, touwpluizerijen enz.; ongeveer 2000 arbeiders vinden hun bestaan in deze industrie, waartoe alleen in noord-holland en Groningen eenig stoomvermogen wordt gebezigd. — De zeilmakerijen verkeeren tegenwoordig met de reederijen in een gedrukten toestand. — De fa- brieken van stoomwerkluigen en de ijzergieterijen zijn in noord- en zuid-holland van het meeste belang, als in onmid- dellijk verband staande tot de scheepvaart en enkele hoofdzakelijk in grootere steden gevestigde takken van bedrijf; in deze beide provinciën houden zij bezig bijna 5500 werklieden en 600 stoompdkr., in de overige ruim |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer wij dezen staat doorloopen, springt dadelijk
in 't oog, dat één der hoofdgegevens ontbreekt; immers al zien wij hoeveel fabrieken van de eene of andere soort er in ieder gewest zijn, wij kunnen daaruit nog geen- zins de uitbreiding dier fabrieken opmaken; daartoe zal elk onderdeel, dat onzes inziens eenige opheldering be- hoeft, derhalve een oogenblik onze aandacht vorderen. Onder de scheepstimmerwerven arbeiden er ongeveer 100
uitsluitend voor de buitenlandsche vaart in noord- en zuid- holland, zeeland en Groningen; tot aan de krisis, waarin deze tak van nationale nijverheid heden nog verkeert, bloeide hij vooral in zuid-holland langs Maas en Lek, wat den bouw van schepen voor de groole vaart betreft, ter- wijl de bouw van kofschepen in Groningen, vooral in de gemeenten hoogezand, sappemeer, veendam en pekel-a, te huis behoort. Het aantal werklieden wordt op 4000 be- groot, geholpen door naauwelijks 1S0 stoom-paardekrach- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||
ö
|
|||||||||
1300 personen en 550 sloompdkr. — Van de wapenfa-
brieken werken die van Maastricht alleen met 175 arb. en 12 stoompdkr., de andere gewesten zijn in dit opzigt minder belangrijk. — De inslrumenlmakerijen in ons land munten niet zoo zeer uit door groote uitgebreidheid, dan wel door deugdelijk werk. — De goud- en zilversmede- rijen schijnen vrij wel in verhouding te staan lot het gebruik van vrouwelijke sieraden en de weelde der hoo- gere standen, want holland, friesland en groningen be- zitten de meeste werkplaatsen; in enkele wordt met 20 werklieden en meer gearbeid. — De steenhouwerijen ver- heugen zich niet in eene groote ontwikkeling, door schaarschte van knappe arbeiders. — Onder de aarde- werkfabrieken vermelden wij de 60 pijpenfabrieken te Gouda mei ruim 200 werklieden en Vooral de aanzienlijke aardewerk- en krislalfabriek te Maastricht met meer dan 1400 arbeiders en 143 stoompdkr.; de steen- en panne- bakkerijen zijn voorts hoofdzakelijk verspreid langs de groote rivieren, welke Gelderland, Overijssel en zuid- holland doorsnijden; zij tellen meer dan 10500 werklie- den, geholpen door onbeduidend sloomvermogen. De glas- blazerijen in zuid-holland, utrecht en drenthe bezigen 450 personen. -^ Daar de wadden veel schelpen opleveren, is het getal kalkbranderijen vooral in friesland en Gronin- gen zeer groot. — De 151 werkplaatsen van wol in Gro- ningen zijn grootendeels kammerijen van aldaar gewon- nen grondstof, maar aan het hoofd der wol-industrie staat tegenwoordig noord-rrabant (tilburg, geldorp) met 6000 ar- beiders en 4—800 stoompdkr.; verder zuid-holland (lei- den) met ongeveer 2000 werklieden en 120 stoompdkr.; eindelijk volgen ook limburg (vaals) en utrecht, met ruim 600 arbeiders en 65 stoompdkr.; lakens en wollen dekens zijn de voornaamste artikelen. — Ten einde geene ver- keerde voorstelling te geven, vermelden wij de huisweve- rijen van katoenen en linnen stoffen niet; daar alleen de fabriek matige werkplaatsen zijn opgegeven, zien wij da- delijk dat aan het hoofd der katoen-industrie staat: Over- ijssel (ENSCHEDE, ALMELO, HENGELO, OLDENZAAL, GOOR C11Z. in twenthe) met 10,000 vaste werklieden en 500 stoom-
pdkr. (1); dan volgt noord-brabant (helmond) met bijna (1) Op grond van een berigt van de Kamers van Koophandel in
twenthe durven wij deze cijfers noemen ; in 1854 rekende men dat, behalve deze 10,000 vaste werklieden, nog G—7000 personen, bij afwisseling tevens landbouwers, in de katoBn-inrlustrie werkten ; on- geveer ƒ 2,000000 aan arbeidsloon werd uitbetaald. Toen schatte men dat er 10—11000 arbeidden voor de koloniale markten en 5— 6000 voor de binnenlandschc eonsumtie; sedert is het laatste getal sterk toegenomen, deels ten koste van het eerste. |
|||||||||
5000 werld. en ruim 40 stoompdkr., voorts noord-holland,
limburg , Gelderland (in het Graafschap), utrecht , zee- land, zuid-holland, drenthe en friesland, te zamen met 4650 arbeiders en 350 stoompdkr. De linnenvervaardiging behoort bijna overal op het platteland te huis, doch de fabriekmatige vlas- en hennepverwerking is het gewigtigst in noord-brabant (boxtel in de meijerij); in zuid-holland bepaalt deze industrie zich meest tot spinnen, met name te 's hage en gouda; het geheele getal werklieden in de verschillende gewesten wordt begroot op 3750, bijgestaan met zeer gering stoomvermogen. — De kleêrenbleekerijen van ons land zijn zeer bekend, vooral de noord-holland- sche; in friesland en groningen zijn daarentegen de blaauwverwerijen van oudsher nog al talrijk, terwijl de overige werkplaatsen, ter reeding van de vervaardigde manufacturen dienende, zoo als kalanders, verwerijen, drukkerijen en stoffenbleekerijen, meestal te huis belmo- ren in de industrièele gewesten noord-brabant en Over- ijssel. — Zijde-, tulle- en kantvervaardiging is bij ons zoo onaanzienlijk, dat het te wenschen is de in staats- vlaanderen aangewende pogingen ter verlevendiging der kant-industrie vruchten mogen opleveren. — Onder de tapijtfabrieken noemen wij in de eerste plaats die te de- venter en delft, met 350 en 500 werklieden, wegens het deugdzaam en sierlijk fabricaat; voorts breda, we- gens het belangrijk aantal werklieden, terwijl Hilversum ook met goed gevolg voor de binnenlandsche markt werkt; met de aan dezen nijverheidstak verbonden koehaarspin- nerijen, wordt het aantal werklieden op wel 2500 begroot, in Overijssel, noord-brabant en zuid-holland door stoom- kracht bijgestaan. — Door de zaanlandsche industrie staat noord-holland aan het hoofd der verfniolens en fa- brieken; slechts enkele dier fabrieken werken met een eenigzins belangrijk aantal knechts; in sommige opzigten is ons vaderland ook buitenlands gunstig bekend, met name betreft dit de loodwitvervaardiging. — De meêstoven be- lmoren bijna alle te huis in zeeland, noordwestelijk noord-brabant en op de zuid-hollandsche eilanden, doch worden allengs verdrongen door de fabriekmatige mee- krapbereiding; over 't geheel bloeit deze nijverheid in ons land, terwijl de garancine-fabrieken in zierikzee, goes, amsterdam, Rotterdam, TiEL en elders veel van bui- tenlands aangevoerde meekrap verwerken. Deze industrie houdt stellig 1200 paar handen bezig en werkt boven- dien met meer dan 500 stoompdkr. Aan enkele dier fa- brieken zijn aanzienlijke branderijen verbonden. — De chemische fabrieken houden zich niet alleen bezig met |
|||||||||
10 MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||
De meeste grutmolens vinden wij in het zooveel gerst
producerend Groningen; deze fabrieken gaan even als de windkorenmolens niet vooruil. De zeeuwsche choeolaad- fabrieken bloeijen ook niet, maar daarentegen verkrijgt de rtjslpellerij eene groole uitbreiding; te amsterdam ver- werkte ééne enkele fabriek wel eens 12—15,000,000 p. rijst in één jaar. Bereids worden de 5000 arbeiders der koren-, pel-, grut- en chocolade-molens bijgestaan door meer dan 700 stoompdkr. — De ciehoreifabrieken zijn vooral in fbiesland zeer talrijk, doch ook in Groningen en limburg bloeit deze industrie; ruim 600 werklieden vinden er bun bestaan in en worden door eenige stoom- kracht bijgestaan. — De verwerking van tabak en de sigarenvervaardiging regelt zich eenigermate naar de locale consumlie, daar de Tiilvoer over het algemeen geene gun- stige uitkomsten schijnt op te leveren: met namedeEiND- HovENsc.HE tabaks-industrie maakt hierop een gunstige uil- zondering; aldaar en te amsterdam bloeit deze lak van nijverheid hel meest, en in bel gebeele land schal men het aantal werklieden op meer dan 5000. — De belang- rijke schoenen- en laarzenvervaardiging in noobd-brabant (de Langstraal'sche dorpen enz.) oefent invloed uil op het aantal leerlooijerijen; dongen, loon op zand en waalwijk zijn de hoofdzetels. Daar deze industrie uitsluitend voor binnenlandscb verbruik werkt, verheugen weinig fabrie- ken zich in eene groole uitbreiding. De huidenzouterijen en vellenbloolerijen staan natuurlijk in verband met de leerlooijerij. Ongeveer 1500 werklieden arbeiden in deze soort van fabrieken (1). — Onze vroegere papiervervaar- diging overleeft haar roem in zoover althans, dat het bui- tenland de soliditeit van fabricaal niet meer zoo als voor- heen waardeert; hoewel klein in getal, vervaardigen de zaanlandsghe fabrieken nog de grootste boeveelheid, dan volgen limburg (maastriciit , roermond, meerssen) en de zuid- oostelijke zoom der veluwe. Vooral in Maastricht verdie- nen de speelkaarten- en behangselfabrieken afzonderlijke vermelding; voorts ontwikkelt deze nijverheid zich ook te 's Bosch, roermond en amsterdam. Het aantal werklieden bedraagt ongeveer 2000 en dat der behulpzame stoompdkr. 500—550; dit laatste gelal is steeds toenemend. — De zijden hoeden verdrongen de vilten bijna geheel; noord- brabant levert de meeslen; hier en daar wordt stoom- kracht aangewend. — Boven alle andere fabrieken van (1) De werklieden, die in de langslraaUche en omliggende dorpen
van de schoenen en laarzenvervaardiging bestaan, worden boven- dien op 1700 geraamd. |
|||||||
de vervaardiging van reukwaters en vernissen, maar ve-
lerlei scheikundige producten, die vroeger van buiten werden getrokken, ziet men thans hier te lande bereiden; eene lijst der verschillende bereidingen zou te uitvoerig voor ons bestek zijn. — De zachte zeepzieder ij en voor- zien tamelijk wel in de binnenlandsche consumlie, en vooral te Maastricht legt men zich op de vervaardiging van harde zeep toe. — De oliebereiding beeft baar hoofd- zetel aan de zaan; ook Groningen en noorij-brabant zijn in dit opzigl belangrijk: de molens worden meestal door wind gedreven, doch bereids werken 600 stoompdkr. mede, waarvan alleen in zuid-holland 200. — De zoutziederijen werken gedeeltelijk ook voor hel buitenland en voorzien geheel in de zoo aanzienlijke binnenlandsche behoefte, ook voor het verbruik der talrijke werkplaatsen, visscherijen enz., die geraffineerd zout noodig hebben. — Vooral door de monnikendammer ansjovis en bokking, staat noobd- holland boven aan de lijst der vischzoulerij en droo- gerij. — De hoofdzetel der suikerraffinaderij is amsterdam (2000 werkl. met 830 stoompdkr.) en van ven-e volgt Rotterdam (50 werkl. en 30 stoompdkr.); in de laatste jaren werden 90—100 railioen pond 's jaars verwerkt, en dus mag men deze raffinaderij onder de gewigtigste in- dustrietakken rangschikken. — Slechts zeer enkele bran- derijen werken met sloom, doch evenwel is deze nijver- heid hoogst aanzienlijk, vooral te schiedam met 220 ruvv- stokerijen, die ruim 50,000,000 pond rogge- en gersle- nieel verbruiken en ruim 500000 vat gedestilleerd ad 1007o vervaardigen, waarvan ongeveer een derde onmid- dellijk wordt uitgevoerd; dan volgen delfshaven en rot- terdam ieder met ruim 30 branderijen, voorts leiden, DELFT, GOUDA, DORDRECHT, WEESP, MAASTRICHT, VENLO,
hoogezand en slochteren in de provincie Groningen (aard-
appel-mou(wijn). In amsterdam en ook in 's boscii bloeijen de likeurstokerijen, die veel naar het buitenland afvoe- ren; over het geheel genomen kan men veilig rekenen, dat wel 1500 werklieden er hun beslaan in vinden. — Noörd-brabant en limburg verheugen zich in een gewig- tig bierverbruik en tellen dan ook hel grootst aantal fa- brieken van die soort; in amsterdam werken een drietal hoogst belangrijke brouwerijen, groolendeels ten behoeve der koloniën (40—50000 vaten); de azijn fabrieken zijn vrij evenredig over de verschillende gewesten verspreid. Het gering getal korenmolens in utrecht trekt onze aan- dacht, zonder dat er eene bepaalde reden voor is op Ie geven. Over hel algemeen wordt het. stoomvermogen meer en meer toegepast, dikwerf in verband met pelmolens. |
|||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||
11
|
|||||||||
muziek-instrumenlen zijn die van orgels in ons land gun-
stig hekend; de overigen zijn van minder belang, doch nog onlangs lazen wij dat een haagsch fabrikant de afle- vering van de duizendste piano feestelijk herdacht; ook in Leeuwarden en utrecht bloeit deze industrie. — Het aanzienlijk getal boek- en steendrukken} en pleit sterk voor de ontwikkeling van den geest der Nederlandsche bevol- king; zij zijn vrij gelijkmatig over de verschillende ge- westen verdeeld. Alleen in Amsterdam verschaft de boek- drukkerij aan 600 personen werk; ofschoon deze stad in dit opzigt stellig het belangrijkst is, kan men veilig aan- nemen dal deze tak van nijverheid hoogst gewigtig is. Wij mogen van dit onderwerp nog niet afstappen, al
zijn wij aan het einde van onze lijst der voornaamste fabriekmatige werkplaatsen. Immers *een aantal op zich zelven staande industrieën dienen nog vermeld te worden: bij voorbeeld de kopermolens op de veluwe en de plaat- sen alwaar hel koper fabriekmatig wordt verwerkt, zoo- als te utrecht, 's hage, en Amsterdam; de metalen klok- kengieterij te aarle-rixtel , in noord-brabant ; de bloei- jende vuurhaarden-fabrieken vooral te's hage; de diamant- slijperijen te Amsterdam met 5000 werklieden en 250 stoompdkr.; de mallenweverijen te gememuiden en elders met 1500 werklieden; de Rijksmunt te utrecht met 225 personen en 47 stoompdkr.; de rijtuig-en meubelmakerijen vooral te 's hage , utrecht, arnhem, te zamen ongeveer 1500 werklieden in de verschillende provinciën bezigheid verschaf- fende; de gewiglige fabrieken van verduurzaamde levensmid- delen , hoofdzakelijk te Amsterdam, 's bosch en gülenborg; de lettergieterijen te Haarlem, Groningen enz.; het vijftigtal gasfabrieken, waaronder hoogstaanzienlijke, met honderde werklieden ; de beelworlelsuiker-fabrieken te zevenbergen en elders; de fourneerzagerijen, te Amsterdam met stoomkracht werkende; de klompemakerijen, vooral in Gelderland; de bloeijende stearine- en waskaarsenfabrieken te amsterdam en gouda; eindelijk een aantal minder belangrijke werk- plaatsen in de verschillende oorden des rijks zoo als : ineel- en broodfabrieken, speklefabrieken, brandspuilfabrieken buskruid molens enz. Is de toestand van hel fabriekwezen derhalve gunstiger
dan men over 't algemeen geneigd is Ie erkennen, niet minder verblijdend is het, dat de andere hoofdtak der nijverheid, de ambachten en handwerken, ook merkbaar vooruitgaat; al is het te bejammeren dat men in sommige gemeente-verslagen, met name dat der hoofdstad, wel eens de klagt kan hooren aanheffen over het gebrek aan be- kwame en de overdaad van onbekwame handwerkslieden; |
|||||||||
elders, vooral in de residentie 's gravenhage, is groote
vooruitgang in netheid en goeden smaak te bespeuren. De handwerk en industrie-scholen hebben echter nog eene gewigtige taak te vervullen; hoogst belangrijk vooral, om- dat een zoo aanzienlijk gedeelte der bevolking in de am- bachtsnijverheid een bestaan vindt, want uit friesland o. a. wordt door de Gedeputeerde Si alen opgegeven, dat nevens ruim 5700 fabriek-arbeiders ongeveer 8000 handwerkslie- den aanwezig zijn; van de overige gewesten kennen wij die verhouding niet. Nemen de mijnwerken in vele andere landen eene aan-
zienlijke plaats in onder de lakken van nijverheid, in Nederland is dit geheel anders; onder deze rubriek zijn bij ons de veenderijen en een paar steenkolenmijnen te vermelden, en met een enkel woord spraken wij daarover reeds bij de rubriek Landbouw. Ten slotte achten wij onze moeijelijke taak volbragt, wanneer wij Ier bevordering van een gelijkmatig overzigt de hoofdfabriekplaatsen van ons land opnoemen. Amsterdam, metaal verwerking, machine-bouw, scheeps-
bouw en uitrusting, suikerraffinaderij, diaraantslijperij , meelfabricatie en rijstpellerij, likeurstokerij, bierbrouwerij, goud- en zilverwerken. — Rotterdam, scheepsbouw en uitrusting, machine-bouw, metaal verwerking, gedestilleerd, suikerraffinaderij. — 's gravenhage, metaalverwerking, meubel- en rijtuigfabrieken, vlasspinnerij. —Leiden, wol- industrie. — Haarlem, katoen- en linnenfabricatie. — Zaandam (en Zaanlandsche dorpen) houtzagerij, olie- en papiervervaardiging, pel- en verfmolens. — schiedam (en naburig delfshaven) jeneverstokerij. — Utrecht, chemische fabrieken, metaalverwerking. — Deventer, tapijt- en me- laalfabrieken. — Enschede, katoenweverij, spinnerij enz. — Almelo, katoen- en linnen-induslrie. — 's Hertogenbosch brouwerij, branderij, hoeden-, band- en glasfabrieken. — Tilburg, wol-industrie. — Helmond, katoenen en wollen sloffen. — Eindhoven, tabak en manufacturen. — Maas- tricht, brouwerij, branderij, kristal en glas, aardewerk, zoutziederij, zeep- en papier-vervaardiging. — Roermond, wol- en katoen-industrie. — Vaals, lakenfabrieken. — Een aantal steden met vrij aanzienlijke, doch gemengde industrie zouden nog dienen te worden genoemd; wij be- palen ons tol de volgende: Gouda, delft, dordrecht, Groningen, Leeuwarden en breda, voor meerdere bijzon- derheden naar de kaart der Nijverheid verwijzende. |
|||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
inhoud ter dienste van den handel; hieronder waren be-
grepen 569 driemasters van 185716 last en 42 zeestoom- booten van 7170 last. Dat deze handel hoogst aanzienlijk is, zullen wij door eenige cijfers trachten aan te loonen en daartoe al dadelijk het volgend overzigt meêdeelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HANDEL, Kaart, IX.
Op 1 Januarij 1860 stond eene koopvaardijvloot, van
2406 zeeschepen met 505,673 lasl (ongeveer 600,000 ton) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 1858 waren hieronder begrepen 1600 ingeklaarde
stoomschepen van 553925 ton inhoud, waarvan slechts één derde de nederlandsche vlag voerde, terwijl de zeevaart in het algemeen voor Λ door nederlandsche bodems wordt gedreven. Behalve het aanzienlijk getal schepen dat onze zeehavens binnenliep, kwamen in 1858 het Rijk langs de rivieren binnen: 16603 geladen schepen met 1270566 ton inhoud. \ ^g g 5286 ledige » » 216242 » » \ ^%%
92 houtvlotten » 12551 » » } Ι ψs
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
terwijl uitklaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
< o 55
5Γ 5 f» |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
& ^3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10779 geladen schepen met 950155 ton inhoud. (
8580 ledige » » 519984 . » ) -8 g,^ Dat de handel zich niet alleen lot bijna alle Europe-
sche landen uitstrekt, maar ook reglstreeks met de meeste handeldrijvende oorden in verbinding staat, zien wij uil de volgende opgave der geladen schepen, die vooral in de kolom tonnenmaat voldoende aantoont, met welke Rij- ken in 1858 het drukst verkeer ter zee plaats vond. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
België.
Hannover. |
11820
105 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
611931
1699 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en riviervciart.
Tolverbond. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4681
|
656936
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij gaan nu over tot de beschouwing van den han-
dels-omzet en vangen aan met eene opsomming der voor- naamste landen, waarmede Nederland zoowel te land als ter zee handel drijft; zij volgen, naar een gemiddelden maatstaf over de beide laatst bekende jaren, wat de be- langrijkheid der in- en uitgevoerde waarde betreft aldus: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onze huitenlandsche zeevaart verdeelde zich in 18o8
over een aantal van 46 zeehavens, waarvan de zes voor- naamste waren : |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Ingeklaard
(Uitgeklaard ί Ingeklaard ( Uitgeklaard (Ingeklaard (Uitgeklaard (Ingeklaard (Uitgeklaard ί Ingeklaard
Uitgeklaard f ingeklaard (Uitgeklaard |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5435
157660
5739
173023
1297
48197
1219
66110
28636
52705
554
23076
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdam.
Rotterdam. Dordrecht. Schiedam. Harlingen.
Groningen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat die in- en uitvoeren in de laatste 10 jaren klim-
mend zijn, leert ons onderstaand overzigt, waarbij de. omzet van goud en zilver builen aanmerking is gelaten, omdat die te zeer afhankelijk is van bijzondere bankiersope- ratiën; de cijfers zijn uitgedrukt, in millioenen guldens, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doch wij moeten daarbij doen opmerken, dat hier de
officiëele waarde der goederen wordt opgegeven, en men deze vrij zeker met ongeveer één derde kan verhoogen om lot de werkelijke waarde te geraken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaar.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Algemeene Invoer. Invoer tot verbruik. Algemeene uitvoer. Uitvoer uit vrij verkeer.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doorvoer.
90
92
98
115 118 113 97
112 112 100 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
176
179
179 197 203 228
247 285 285 280 |
217
226 238 270 266 290 294 325 322 323 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
127
134 139 154 148 178 198 212 210 224 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
benaming slaat uitgedrukt, hoeveel procenten zij gemiddeld
over eenige jaren van de geheele waarde uitmaakten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die handels-omzet omvat te veel artikelen dan dat wij
die hier aile zouden kunnen opsommen, maar eene aan- wijzing der voornaamste vinde hier eene plaats; achter de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sche aanvoeren (de zoogenaamde eigen handel), het aan-
zienlijkst zijn te amsterdam, terwijl een belangrijk deel der scheepsbeweging Ie rotterdam aan commissie-handel en doorvoer is toe te schrijven. Wij mogen niet van de buitenlandsche scheepvaart af-
stappen zonder te vermelden, dat de werking der vrije scheepvaarLwellen in de eerste plaals zeer gunstig was voor een tak van bedrijf, die voor een land als het onze, dat eene uitgebreide koopvaardijvloot bezit, allergevvig- tigst is; wij bedoelen de buitenlandsche vrachtvaarl, die zich steeds ontwikkelt en zich in de beide jaren 1855 en 1858 uitstrekte tot: 2117 reizen van geladen schepen, met 564987 Ion in 1885.
2904 » » » » » 498575 » » 1858. Zij greep meestal plaats tusschen de havens van Grool-
Britanje, Rusland, Dalië, het Tolverbond, China, Spanje, Zuid-Amerika, België, Hamburg en Turkije. In een beschaafd land overtreft de waarde van den binnen-
landschen handels-omzet doorgaans die van den handel met hel huilenland gedreven, en ongetwijfeld zou de nederlandsche binnenhandel dus een rijk tafereel opleveren, wanneer er een volledig overzigt van kon verschaft worden , maar de bouwstoffen ontbreken daartoe len eenenmale; toch willen wij op eenige tot de laatstbekende jaren betrekking heb- bende cijfers wijzen, en vangen daartoe aan met de aan- dacht te vestigen op het groot aantal binnenlandsche vaar- tuigen, in sommige provinciën gebezigd wordende tot den vervoer der koopmanschappen, niettegenstaande de menigle straat-, kunst- en spoorwegen reeds zulk een levendig vertier onderhouden; men telde in zuid-holland (1855) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De cijfers, welke ons van den nederlandschen handel op
het buitenland hekend zijn, bevatten nog velerlei de aan- dacht des handelaars overwaardige opgaven, maar hei, groote publiek is naar wij vertrouwen voldoende ingelicht, wanneer het kan zien: van hoe groot belang die handel is en in welken bloeijenden toestand hij verkeert; — welke de belangrijkste handels-artikelen zijn; — met welke lan- den wij het meeste verkeer en den grootslen handels-om- zet hebben; — dat onze vlag daaraan een gewiglig aan- deel neemt; — eindelijk dal de buitenlandsche scheep- vaart zich zeer ongelijk over een zestal provinciën ver- deeld en zich, vooral het tonnengehalte in aanmerking nemende, bijna uitsluitend in de zes havens amsterdam, ROTTERDAM, DORDRECHT, SCHIEDAM, HARLINGEN en GRONINGEN
beweegt. De heerlijke ligging van zeeland blijft dus bijna
ongebruikt, en dat wel niettegenstaande al de naar Ant- werpen bestemde koopvaarders vlissingen moeten voorbij varen. Eene goede ligging baat dus weinig, als handels- geest en kapitalen niet te hulp komen. De meerdere ontwikkeling van de scheepvaart komt bijna
uitsluitend ten bate van zuid-holland (en mei name van rotterdam); onderstaande opgave bewijst dit: Jaarlijks in Jaarlijks in
1846-50. 1S51—55. In 1858.
Binnengeloopenzijnin: Schep. Tonn. Schep. Tonn, Schep. Tonn.
Zuid-Holland 2479 465992 2887 587649 3810 844697
Noord-Holland 2611 432138 2444 427437 2706 559152
De overige provinciën 1614 127392 1616 142908 1857 197850
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitgeklaard werden in:
Zuid-Holland 1.834 353440 1951 423904 2026 572185
Noord-Holland 1535 225779 1588 254071 1410 298176
De overige provinciën 961 106393 918 117690 888 127450
Het valt intusschen niet te ontkennen , dal de regtstreek-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5398 vaartuigen van 75148 ton; in noord-holland (1838)
1552 vaart, van 45192 ton; in friesland (1851) 5295 v. van 55570 l.; in drenthe (1858) 910 v. van 29596 L; en in limburg (1855) 891 v. van 25271 t.; van de overige gewesten zijn deze sprekende cijfers niet bekend. En dat die vaartuigen niet stil lagen, leert ons bet aantal dat in 1858 sommige kanalen bevoer of door eenige bekende sluizen passeerde, zoo als: op de zuid-willemsvaart werd de sluis te Maastricht gebezigd door 9557 schepen, langs den zijtak naar eindhoven alleen werden 17 miliioen pond goederen vervoerd; bet thans tot dieren doorgetrokken APELDooRNscHE kanaal werd bevaren door 5955 vaartui- gen van 149115 ton; door en langs gouda voeren 54815 schepen; te gorinchem zijn in het zEDERiK-kanaal geschut 5645 vaartuigen; door de sluizen te spaarndam passeerden 16508, door die te weesp 12428 schepen; de kleine sluis te zaandam werd door 6752 vaartuigen gebezigd; langs het kanaal van neuzen voeren af 2618 schepen van 148546 ton; te utrecht liepen binnen en losten 22051 vaartuigen van 105595 ton, te 's gravenhage 50740 v. van 554000 ton: de dedemsvaart werd bevaren door 9472, de Willemsvaart (van zwolle naar den mssel) door 11545 , de dren'tsche hoofdvaart door 5500 en de hoogeveensche vaart door 8867 schepen. Wat al die vvaggons, stoomboolen, rijtuigen en sche-
pen af- en aanvoerden is moeijelijk op te sommen, maar wordt ons duidelijk als wij er op lelten, dat alleen op de markten der geldersche steden werden aangebragl (1855) 154609 mud tarwe en 152554 mud rogge; dat er werd aangevoerd en gewogen : te delft (1858) 645180 pond boter, 503492 por.d kaas. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoewel deze opgaven geen geregeld geheel vormen,
leveren zij toch vrij duidelijke bewijzen, dat er op de markten vrij wat omgaat, en als wij dan nagaan dat wij slechts een paar artikelen opnoemden en dat — hoe ge- wigtig de graanmarkten op verschillende plaatsen ook zijn mogen — het grootste gedeelte van deze hoofdrubriek op monster wordt verhandeld; dat — om slechts een paar onderdeelen te noemen — vlas, hennep en meekrap in het westen, turf en brandhout in het oosten des lands millioenen guldens in omloop brengen, dan beginnen wij langzamerhand overtuigd te geraken, dat er in 't geheele land vrij wat waarde wordt omgezet, ofschoon statistieke cijfers dit niet slaven. Vermelden wij thans nog met een enkel woord, hoe
belangrijk de zoo naauw aan handel en scheepvaart ver- bonden visscherijen zijn. Deze splitsen zich in die binnen- gaats en buitengaats, te zamen — op 1000 en 400vaar- tuigen — eene bemanning van 7500 koppen tellende. De Zuiderzee en de zeeuwsche stroomen zijn voor den eerst- genoemdeu tak de belangrijkste wateren : monnikendam staat bekend als de grootste markt van ansjovis en pan- haring, en de viscbers op de Zuiderzee zijn er zeker van aldaar hunne vangst te kunnen afzetten; doch deze vis- scherij is zeer wisselvallig. In het gunstig jaar 1858 schatte men de vangst op 500—400 miliioen stuks ansjo- vis en 27—28 miliioen haringen. De oestervangst is op texel het aanzienlijkst (2é mill. stuks), vooral sedert men zich op de zeeuwsche stroomen of in de kreken te rni- LippiNE, graauw en bruinisse meer op mosselbanken toe- legt. Die wateren zijn ook bekend door de zoogenaamde bergsche ansjovis, even als de friesche meren dit zijn wegens de rijkelijke palingvangst; eindelijk dient ook de voorheen zoo aanzienlijke zalmvisscherij op de lek enz. vermeld te worden. De buitengaatsche visscherij is echter van meer gewigt,
al is het aantal vaartuigen geringer; deze zijn daarentegen grooter en sterker bemand. De belangwekkendste tak is de groote of zoutharingvisscherij , die evenwel in een slaat van teruggang verkeert; want in een twaalftal jaren ging deze vooral te vlaardingen en maassluis Ie huis behoo- rende haringvloot van 116 tot 95 buizen (met 1425 man) terug: daarentegen bloeit de verschharingvisscherij te sche- veningen, katwijk en NooRDWtJK met 175 vaartuigen door 1400 koppen bemand. De kabeljaauw-, schelvisch- en schrobnetvisscherij is steeds zeer onzeker, zoodat het ui- terst moeijelijk te bepalen is, of de laatste jaren welvaart, aanbragten; is de vangst ruim, dan is de prijs gedrukt, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorts, dat op eenige der gevvigtigsle veemarkten wer-
den aangevoerd in (1858): In Paard. Runder. Kalver. Schapen. Lammer. Varkens.
noord-holland 5431 83178 35362 82360 21110 69203
friesland 4081 55593 9661 34749 13295 20876
Overijssel (1) 10614 43151 — 18405 — 40070
drenthe (1) 12569 23483 2977 30535 — 26909
(1) Eenige gemeenten ontbreken aan deze opgaven.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDELEN VAN BESTAAN.
|
|||||||||
16
|
|||||||||
den op Walcheren. Ofschoon de waarde, welke deze tak van
nationale nijverheid in omloop brengt niet te berekenen is, kan men toch tot het gevvigtige daarvan besluiten als men o. a. weet, dat de 27 scheepjes met 150 koppen be- mand, die aan de friesche kusten te huis behoorden, 1855000 schelvisschen en 9500 schollen in 1858 aan- hragten ; dat in hetzelfde jaar 51 millioen bokkingen wer- den uitgevoerd en 1863454 pond versehen zeevisch werd verzonden naar buiten 'slands, en eindelijk te harderwijk en elburg ruim 21 millioen stuks bot werd gevangen. Hiermede besluiten wij dit overzigt der nederlandsche
bronnen van welvaart, dat voor eenigen verrassende cij- fers zal behelzen en, hoe onvolledig ook, allen kan over- tuigen dat ons land in materiëele ontwikkeling zijn stand- punt waardig handhaaft. |
|||||||||
en in de visschersdorpen ziet men dan ook zelden weelde
onder de bevolking; evenwel is deze visscherij een mid- del van bestaan voor velen en behoort hier dus ook ver- meld te worden, even als de minder belangrijke sehel- penvisscherij en de ongeveer geheel uil ons land verdwe- nen uitrusting ter walvischvangst en robbeslag, thans nog te harlingen en purmerende te huis hehoorende. Onze voornaamste vissehersplaatsen zijn van het N. 0.
af: finsterwolde aan den dollart; zoutkamp, nes en wierum aan de wadden; de eilanden ameland, Terschel- ling, texel, urk en marken; vollenhove, genemüiden, harderwijk, elburg, bunschoten nabij den mond derEEM, huizen nabij naarden, monnikendam, volendam bij edam , en ENKHuizEN langs de zuiderzee-kusten; eindelijk aan de NOORDZEE-KUST ; EGMOND AAN ZEE, NOORD WIJK AAN ZEE , KAT-
WIJK AAN ZEE, SCHEVENINGEN; ZWARTEWAAL, PERNIS eil MID- delharnis op de zuid-hollandsche eilanden, en arnemui-
|
|||||||||
FINANCIEN EN VERKEER.
|
|||||||||||
(VIERDE AFDEELING).
|
|||||||||||
KAARTEN X, XI XII.
|
|||||||||||
üoe schijnbaar tegenstrijdig de dubbele titel dezer
afdeeling moge klinken, eene meer naauwgezelle overwe- ging zal doen uitkomen, dat er in waarheid veel verband bestaat tusschen de beide onderdeelen. Aan de hartaderen van ons verkeer te water zijn ook de rijkste bronnen gelegen, waaruit de Staat hare behoeften pul; overal waar meerdere groote wegen elkander snijden, verrijzen bloeijende, vertierrijke oorden, tevens centrums van ad- ministratief beheer, van posterijen en van telegraphen. De administratieve heerbanen werden bij voorkeur langs de groote wegen gelegd, en waar een kunslweg de gren- zen overschrijdt, moet de administratie onmiddellijk zor- gen dat een kantoor wordt geopend, ten einde het. verkeer niet belemmerd blijve. Bij de behandeling der onderdeelen zal bet ons nog
|
|||||||||||
duidelijker worden, dat de drie kaarten dezer afdeeling
gevoegelijk in ééne groep konden worden zaamgevat. |
|||||||||||
KAART X.
ADMINISTRATIEVE KAART.
Thiers zegt in zijn werk »la Propriété" dat hij na
naauwgezette studie tot de overtuiging is gekomen, dat het beste belastingstelsel op de meest afwisselende grond- slagen moet berusten; met andere woorden, dat het stel- sel om alles, doch niet te hoog, te belasten in zijne |
|||||||||||
FINANCIEN EN VERKEEK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alvorens tot de mededeeling van cijfers over te gaan,
vestigen wij den blik op Kaart X; zij vermeldt de admi- nistratieve indeeling wegens de heffing der rijks directe belastingen, regten en accijnsen; de provinciale directiên, de controles en de ontvangkantoren, met aanwijzing der attributen, komen er op voor. De hoofdplaatsen der di- rectiên van de registratie en domeinen, der inspectiën en der kantoren zijn er ook op vermeld. De loop der zoo- genaamde liniën van toezigt, dat schrikbeeld der grens- bewoners, voltooit met de heerbanen en gewigtigsle land- en waterwegen de voorstelling. Zie hier een overzigt der verdeeling, tot leidraad strek-
kende om het meerder of minder gewigt der directiên te beoordeelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oogen de voorkeur verdient boven eene heffing, die slechts |
op enkele grondslagen zwaar drukt. Zonder ons partij te willen stellen, vermelden wij zijn gevoelen alleen om aan te toonen, dat het systeem onzer vaderen toch ook verdedigers van naam vindt; want het was immers be- kend, dat onze belastingen eigentlijk op alles eenigermate drukten, terwijl onze slaathuishoudkundigen zeldzaam overgingen tot het heffen van regten of belastingen, die met verbod gelijk stonden en waarvan wij de voorbeel- den nog zoo ruimschoots bij onze naburen vinden; of is een regt van de driedubbele waarde geen verbod te achten om buitenlandsche cigaren te rooken, en is een hoofdelijke omslag, die, gelijk in Pruissen het geval is, tot /14000 'sjaars stijgt, bijna geene prohibitie van rijk- dom; wel te verstaan, als de reglementen worden toe- gepast. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
REGISTRATIE en DOMEINEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DIRECTE BELASTINGEN, REGTEN m ACCIJNSEN enz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opbrengst
in 1858. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Directiên
of Provinciën. Noord-Brabant .
Gelderland . . . Zuid-Holland . Noord-Holland . Utrecht.....
Zeeland.....
Friesland ....
Overijssel .... Groningen.... Drenthe .... Limburg .... 11
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.707.332
3.666.443
11.634.642
10.103.073
2.073.980
1.834.008
3.333.766
2.209.061
2.454.858
707.906
1.438.321
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43,163,390
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de fabriekoorden aan de Maas; het patentregt wegens
allerlei naamlooze Maatschappijen, onverschillig waar de aandeelhouders wonen, wordt in de hoofdstad, de zetel der directie van zoovele groote ligchamen, voldaan. Wij kunnen derhalve tot geen juist resultaat geraken, zonder- met kennis van zaken in aanmerking te nemen wat al behoort te worden afgetrokken en bijgevoegd. De onderlinge verhouding der provinciën , wat bevolking
en opbrengst betreft, laat zich voor het overige aldus voorstellen in percenten : |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men zou zich op een dwaalspoor begeven als uit dezen
staat werd afgeleid, dat men de opbrengst slechts door hel inwonertal had te deelen , om te weten hoeveel ieder hoofd aan belasting betaalde. Dit is niet het geval. In de Hollandsche havens worden de reglen geheven van eene menigte artikelen, die ten behoeve van het geheele land worden ingevoerd; de suikeraccijns wordt genoegzaam ge- heel betaald te Amsterdam en Rotterdam; buiten verhou- ding groot is de opbrengst van het binnenl. gedestilleerd (1) "Benevens een aantal van 60 Commiesen aan 't Entrepot geplaatst.
(2) Behalve 48 aan het Entrepot geplaatste Commiesen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEN EN VERKEER,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gewesten. Bevolking. Grondbelasting, Person.belasting. Patent. Regteii. Accijnsen. Reg. ea Zegel. Domeinen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10^
9. 22
18
7 6 11
4. 7 1 3 100, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ.5
10.
25,5
23.5
5.
6.5
7.5
4.
6.
1.5
3.
100. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontwijfelbaar blijven de beide gewesten Zuid- en Noord-
Holland het belangrijkst in opbrengst, al neemt men het bovenvermelde in aanmerking; doch als hoofdzakelijke ze- telplaatsen van de kapitalisten en als centrum van het weelde-vertoon, is het volstrekt niet te verwonderen, dat Personeele belasting en Regislratieregten (w. o. successie) er juist 50% van het totaal opbrengen, ofschoon de be- volking slechts één derde van het geheele Rijk telt. Dat de Palentregten, de Invoerregten en de Accijnsen er 58, 66 en 52 percenten rendeeren, is aan de reeds genoemde oorzaken toe te schrijven. Tot eene opgave der opbrengst van de verschillende
hoofd-afdeelingen der Rijksmiddelen overgaande, zullen wij de laatst bekende officiëele cijfers mededeelen; zij betref- fen de werkelijke ontvangsten in 1860 of 1861. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De rente der staatsschuld vordert alleen meer dan 30
millioen en het nominaal kapitaal der schulden beloopt volgens de laatste begrooting : 2£ pet. f 690,927,970
3 » 100,527,012
5> ») 16,815,000 4 » 216,086,600
Eene ontleding van sommige belastingen brengt menige
bijzonderheid onder het oog, die voor den beoefenaar der statistiek van belang is. Onder de gebouwde eigendom- men telt men thans 530,030 belastbare en 26,199 on- belastbare perceelen, op eene zuivere jaarlijksche opbrengst van f 27,000,000 begroot; van de ongebouwde eigendommen (landbezittingen) zijn 5,930,507 perceelen, van 5,153,359 bunders oppervlakte,belastbaar en 32785 onbelastbaar, en de jaarlijksche zuivere opbrengst wordt op/44,580,000 begroot. Volgens de personeele belasting telt men met 1861 in ons land 652,025 bewoonde perceelen, waarvan 257,706 beneden de termen van belastbaarheid (in 1845, 541,000 en 193,800) be- j nevens 12160 pakhuizen en bergplaatsen; degezamentlijke I huurwaarde der belaste perceelen bedroeg in het Rijk I ongeveer /' 50,000,000; van deze perceelen bezitten niet | meer dan 14—1500 stuks eene huurwaarde van/Ί000 of I daarboven; in al die perceelen was eene belastbare waarde i van mobilair aanwezig van ruim f 90,000,000, waarvan in Holland alleen bijna de helft. Ruim 51000 dienstboden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ 10,370,941
„ 7,185,304
, 2,938,932
„ 18,437,364
, 5,354,726
„ 258,579
„ 12,569,299
„ 1,155,263
, 2,001,033
* 302,393
„ 412,445
„ 111,862 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grondbelasting \ r
, , , ,. / dus Directe belastingen I
Personeele belasting > . ,„.. {
ι in 1861. i
Patenten J ^
Accijnsen in 1861.
In- en Uitgaande en Scheepvaartregten in 1861.
Waarborg op goud- en zilverwerken in 1861.
Zegel, Registratie, Hypotheken en Suceessie in 1861.
Domeinen in 1860.
Posterijen in 1861.
Telegrapliie in 1860.
Loterij in 1861.
Jagt en Visseherij in 1860,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dus opbrengst in totaal ƒ 61,098.141
Voor 1862 geraamd op ƒ 59,158,097
Daarbij te voegen: verschillende ontvangsten, renten,
uitkeeringen en koloniaal batig slot, te zamen . . ƒ 27,339,391
Totaal der geraamde ontvangsten voor 1862. / 86,497,488.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De raming der ontvangsten voor 1862 bedroeg daar-
entegen : |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEN EN VERKEER.
|
|||||||||||
4
|
|||||||||||
gen met spoorwegen, diligences, stoombooten en vaar-
tuigen zijn er op verschillende wijzen op aangeduid, en met onverholen genoegen bespeurt men, dat het postver- keer over ons geheele land een net met digte mazen spant. Voorts komen er op voor al de telegraaph-kantoren, met aanduiding van hunnen werkkring, benevens de tegenwoor- dig in gebruik zijnde lijnen. De afstand der verschillende post- en telegraaph-kantoren onderling maakt deze kaart tot eenen bruikbaren afslandswijzer, daar de berekeningen door het departement van oorlog in 1862 vastgesteld, zijn gevolgd. Eindelijk toont een afzonderlijk teeken de steden en sterkten aan, alwaar volgens de jongste formatie gar- nizoenen of detachementen zijn gevestigd. De rigting der ontworpen en in uitvoering zijnde spoorweglij nen gaf stof tot een afzonderlijk overzigtkaartje aan den regtervoet der groote kaart. A. posterijen.
In 1861 werden er 2367 ambtenaren door het Rijk be-
zoldigd en het vervoer had plaats over: 5554,50 Ned. Mijlen postritlen λ
9058,50 » bodenloopen J te zamen 19450
1511. » spoorwegen > Ned. Mijlen, tegen
2854,75 ». postwagens \ 6247 in 1850.
2491,75 » stoombooten/
Met de middelen tot vervoer vermeerderden ook de ver-
zendingen; het aantal binnenlandsche brieven klom van 4§ millioen in 1848, tot 15è millioen in 1861; der bui- tenlandsche van II millioen tot Ü millioen ; het totaal aantal portbetalende brieven van 6i millioen tot 19f millioen. Ook de geldverzendingen met postwissels stegen van slechts f 88,000 in 1850 tot ruim Η millioen in 1860; terwijl boven, en behalve dit alles, meer dan 6 millioen stuks nieuwsbladen en gedrukte stukken werden verzonden. De inkomsten der posterijen stegen dan ook niettegen-
staande de groote portvermindering van ruim 13 ton gouds, tot boven de 2 millioen gulden. Het aantal postkantoren bedraagt wel is waar slechts
121, doch de doeltreffende inrigting der meeste hulpkan- toren verschaft daarvoor eene uitmuntende vergoeding, ter- wijl zij kosten besparen en de administratie vereenvoudigen. B. TELEGRAPHIE.
Even als bij de posterijen strekken de ontvangsten niet be-
paald ten bate der schatkist, daar briefporten seinkostengeen |
|||||||||||
der rte klasse werden in de belasting betrokken, terwijl
buitendien nog 17000 tuinlieden, dienstmeisjes, werkboden en huisbewaarders werden aangegeven. Het aantal paarden van weelde bedraagt ruim 5100, buitendien werden gebezigd 1100 doctorspaarden, 22800 paarden door landbouwende personen onder den zadel of voor rijtuigen van weelde, ongeveer 10000 paarden door rijtuigverhuurders en voer- lieden, eindelijk 26—27000 paarden in fabrieken of vóór schuiten. Voorts vermeerderde het aantal aanslagen der patenten van 1846 tol 1858, van 521,000 tot 553,500. Wat de accijnsen betreft deelen wij enkel mede, dat de
sterke-dranken alleen een derde deel van het geheele be- drag afwerpen, terwijl de brandstoffen de grootste ver- meerdering hebben ondergaan. Bij de indirecte belastingen trekt o. a. het zegelregt der
advertentiën de aandacht; dit vermeerderde van /* 51,000 in 1846 trapsgewijze tot f 52,000 in 1859. Het successie-regt wisselt natuurlijk sterk af, want soms
geeft een enkele boedel aan een zeker jaar een belangrijk overwigt; van 1854 tot 1857 bedroeg het actief der nalatenschappen in ieder dier jaren respectievelijk 45,44,58 en 46 millioen, het passief telkens tusschen 5 en 4 mu- loen ; in het laatste dezer jaren was het actief aldus te ontleden: 12,8 millioen aan waarde van onroerende goe- deren, 11,7 mill. binnenlandsche fondsen, 6,8 mill. buiten- landsche fondsen, 8 mill. schuldvorderingen, 5 mill. roe- rende goederen, 2,1 mill. contanten, voorts tienden, actiën in maatschappijen, schepen enz. Opmerkelijk is het, dat de verhouding der onderdeelen jaarlijks meestal dezelfde is. De opbrengst van dit regt wisselde af van f 2,050,000 in 1849 , tot f 5,768,000 in 1858. Gebood de ruimte geen beperking, dan zou de naauw-
lettende beschouwing onzer geldmiddelen nog menig be- langrijk feit in bet licht kunnen stellen; thans gaan wij over tot |
|||||||||||
KAART XI.
POSTERIJEN EN TELEGRAPHIE.
Deze kaart vermeldt in de eerste plaats de namen al-
ler postkantoren en hulpkantoren, en wijst teven het aan- zienlijk getal bestelhuizen en brievenbussen door zwarte stippen aan; de postritlen en bodenloopen, de verzendin- |
|||||||||||
FINANCIEN EN VERKEER.
|
5
|
||||||||||||||
belastingen zijn; maar hoofdzakelijk worden de opbrengs-
ten ter verbetering en uitbreiding der beide vervoermid- delen aangewend. Het toenemend gebruik dat van de telegraaphlijnen wordt gemaakt — 263775 berigten in 1858, 413445 in 1860— veroorloofde dan ook bet aan- tal kantoren van 35 op 54 te brengen, het personeel van 158 lot 205 te vermeerderen, de draden van 2673 tot 3526 (1) Ned. mijlen te verlengen: voorzeker eene aan- zienlijke uitbreiding in 2 jaren. De inkomsten welke in 1860 f 302,000 bedroegen, werden echter door de uit- gaven met ruim / 77,000 overschreden. üe voorldurende toeneming noopt ons te herinneren,
dat wij dit in het midden van het jaar 1862 schrijven. |
hoe jonge dagleekening dat net van verkeerwegen is. Een
chronologisch overzigt moge dit slaven. 1433. De weg van Utrecht naar de Bildt met keijen
belegd. 1532. De weg van Leeuwarden naar Rijperkerk wordt
bepuind (1). 1540. De weg van Veere naar Middelburg begonnen
met klinkers te bestraten (eerst tot Zanddijk). 1630. De weg van Leeuwarden over Franeker naar
Harlingen wordt bepuind, en het schijnt dat men toen reeds in Groningen de paden langs de (rek- vaarten begon te bepuinen. 1646. Voltooijing van den weg van Veere naar Mid-
delburg, en 1649. Voortgezet tot Vlissingen.
1660. De wegen van Goes naar Kloetinge en naar 's
Heer-Arendskerke met klinkers gedekt. 1665—90. De weg van 's Hage naar Delft van keijen
gelegd, in 1775 door klinkers vervangen. 1665. De straatweg van 's Hage naar Scheveningen
aangelegd. 1668. De klinkerweg tusschen Hoorn en Erikhuizen
vollooid. 1672. De straatweg van Zierikzee naar Nieuwerkerk
aangelegd. 1680. De straatweg van Rotterdam naar Gouda aan-
gelegd. 1684. Klinkerstraat tusschen 's Hage en Loosduinen
gelegd. 1700—1748. De Bezuidenhoutsche weg aangelegd.
1741—44. De weg van 's Herlogenbosch tot Best be-
straat; eerst in 1818 tot Eindhoven doorge- trokken. 1750. Rijweg van Amsterdam naar Amstelveen aan-
gelegd. 1761. De weg van Arnhem naar Nijmegen bestraal.
1767. De puinwreg van Amsterdam naar Haarlem be-
straat. 1778. De weg van Amsterdam naar Ouderkerk bestraat.
1805. De weg van Brielle naar Hellevoelsluis bestraal.
1807. Voltooijing van den straatweg van Rotterdam
naar Delft. 1807. Voltooijing van den straatweg van Haarlem naar
's Hage. |
||||||||||||||
KAART XII.
VERKEERWEöEiW
Als het ware ongemerkt zijn wij tol dit laatste onder-
deel der Vierde Afdeeling genaderd; ook hier kunnen wij kort zijn, want de kaart zelve is naar ons inzien zoo welsprekend, dat lange uitweidingen overbodig voorko- men. Immers het was de bedoeling een overzigt der ver- keerwegen te geven, en met welgevallen bespeurt men, hoe bijna ieder plekje van ons land toegankelijk is gemaakt; de roode lijnen, die alle kunstwegen vertegenwoordigen, slaan een digi net over verreweg de meeste gewesten en de bevaarbare rivieren en kanalen voltooijen niet alleen de onderlinge verbindingen, maar breiden zich soms tot ver- wijderde streken uit, waar nog geen kunstmatige land- wegen zijn doorgedrongen. Te zamen vormen zij een schoon geheel, onwillekeurig tot de overtuiging leidende, dat het niet te verwonderen is, de behoefte aan spoor- wegverbindingen hier te lande minder gevoeld werd dan in landen alwaar niet zooveel is ten koste gelegd aan een in alle jaargetijden ongestremd verkeer. Voortdurend breiden de kunstwegen en kanalen zich uit,
jaarlijks worden tonnen gouds niet alleen aan onderhoud en verbetering, maar ook tot nieuwen aanleg besleed en de bevredigende aanblik, die de overzigtskaart ons biedt, doet bijna bewondering voor de krachtsinspanning onzer landgenoolen geboren worden, wanneer wij nagaan van |
|||||||||||||||
(1) Een goed begin; men wachtte echter 3 eeuwen vóórdat
doortastende verbeteringen aan de wegen dezer provincie werden aangebragt. |
|||||||||||||||
(1) Juist zoo lang als de postritten.
|
|||||||||||||||
FINANCIEN EN VERKEER.
|
|||||||||||||
6
|
|||||||||||||
greep men de belangen toen anders dan nu; de zeehan-
delsteden meenden zich hel best van de winsten eener eerste en tweede hand Ie gelijkertijd te kunnen ver- zekeren, wanneer zij zich afsloten; aldus omgordde b. v. Hoorn zich met een stelsel van zoogenaamde over- halen, die de nadering der stad met vaartuigen van noe- menswaardige grootte uit bet hart van West-Friesland onmogelijk maakte, en op eene menigte plaatsen zien wij die gewrochten van den ouden tijd nog aanwezig of slechts langzamerhand vervangen door doeltreffende sluiswerken. Nog is de spreuk »als hel mijne buren wél gaal, dan gaat het ook mij wél," niet in aller overtuiging gevestigd, doch voorheen schijnt men vrij algemeen van oordeel te zijn geweest, dat algemeene bloei en gezamentlijk welvaren ondenkbaar waren. De ontzaggelijke sommen, die Neder- land aan zijne waterwegen heeft besleed, hebben inmid- dels ruimschoots rente afgeworpen; de bloei van Drenthe de ontwikkeling van Groningen, Friesland en andere ge- westen zijn waarborgen, dat in dit opzigt nog niets te veel werd gedaan. Tal van breede stroomen doorsnijden ons land en leerden reeds vroeg de gemeenschap te water op prijs stellen; een veel grooter aantal kanalen en vaar- ten bevordert dat onderlinge verkeer en de rijke veenbed- dingen in de Noord-oostelijke deelen van hel rijk maak- ten het aan den ondernemings-geest mogelijk ook daar le- ven te scheppen; buitendien zijn een niet gering aantal steden en plaatsen door havens en kanalen met de zee of de rivieren verbonden, en toch zijn de bewoners nog niet tevreden; de behoeften van den tegenwoordigen tijd ei- senen meer! — De vergrooting van het charter der schepen, de onvermijdelijke wensch naar tijdbesparing en dus naar den naasten weg, de betreurenswaardige verzandingen onzer riviermonden en zeegaten vragen nieuwe geldelijke opofferingen, nieuwe toepassingen der wetenschap: de doorgraving van Holland op zijn Smalst en van Holland's Hoek is de eisch van den tegenwoordigen tijd. |
|||||||||||||
1809. Voltooijing van den straatweg van Utrecht over
Amersfqort naar Apeldoorn. 1815. De straatweg van Breskens naar Aardenburg en
over Sluis naar de grenzen aangelegd. Geheel volledig moge deze opgave niet zijn, omdat hier
en daar welligt in het midden der vorige eeuw reeds proeven met den kunstmaligen aanleg van wegen schijnen Ie zijn genomen: wij houden ons evenwel overtuigd, dat er niet zooveel aan ontbreekt, of ons beweren, dat het gros der kunslwegen van late dagteekening is, blijft waar en in 1814 werd de totale lengte der straatwegen op slechts 88 uren begroot. Dadelijk nadat ons land lot een Koningrijk was hervormd, zien wij dan ook de banden krachtig aan het werk slaan; de Staat gaf het voorbeeld : in 1817 werd Utrecht door straatwegen met Amsterdam, Leiden, Gorinchem en Deventer verbonden; eerst vijfjaar later kon men in Overijssel besluiten dien laatsten tak tot aan de oostelijke grenzen voort te zetten; in Groningen werd niet vóór 1824 en in Friesland eerst in 1829 met den aanleg van straat- en grindwegen een begin gemaakt. Het Rijk trachtte vóór alles in de noodzakelijkste be-
hoeften te voorzien; daarom zijn op de kaart de rijks- straatwegen door dikker roode lijnen onderscheiden van de andere straat- en kunstwegen; eerst jaren later volgden de provinciale besturen, weder veel later de ge- meenten en de particulieren. Dit zij genoeg wat de landwegen betreft; alleen merken
wij op, dat de kaart uit den aard der zaak, al ware hel alleen om de kleine schaal, op geene volledigheid aan- spraak durft maken. |
|||||||||||||
Met de waterwegen is het eenigzins anders gesteld; de
gewigtigslen zijn veelal van lateren oorsprong — het groote Noord-HoUandsche kanaal, de Zuid-Willemsvaar!, het Voornsche kanaal, de Dedemsvaart, de Noord-Willems- vaart, het Zederik-kanaal, het Grift-kanaal, het kanaal van Terneuzen naar Gent enz. — doch verreweg de meeste binnenlandsche vaarten bestonden reeds op het einde der vorige eeuw; onder anderen waren Noord- en Zuid- Holland in 1660 reeds in het bezit van een tamelijk vol- ledig net van waterwegen; in de 16d° eeuw bezat Fries- land reeds verscheidene trekvaarten; Dockum en Gronin- gen werden in 1654 tot 1656 door eene vaart vereenigd, terwijl het kanaal van Groningen naar Winschoten in het laatst der 17de eeuw werd gegraven; de Drentsche hoofd- vaart begon men in 1769 te graven. Wel is waar be- |
|||||||||||||
De gelegenheid bood zich aan, eene schets te leve-
ren van den loop der inundalieliniën en wij grepen die aan; dat daartoe deze kaart werd gekozen, is toe te schrij- ven aan den wensch met een oogopslag te doen zien, in welk verband zij tot de belangrijke verkeerwegen staan. Om een geheel te vormen, werden op hetzelfde blad de versterkte steden, vestingen, forten en batterijen van eenig gewigt vermeld. |
|||||||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS.
|
|||||||||
(VIJFDE AFDEELING).
|
|||||||||
KAARTEN XIII, XIV, XV.
|
|||||||||
Unze arbeid voert ons thans op een geheel ander ter-
rein; onpartijdigheid gebiedt ons hier niet te veel in be- schouwingen te treden, maar ons hoofdzakelijk mei den feitelijken toestand bezig te houden. Aan het slot dezer afdeeling is eene Geschiedkundige kaart gevoegd, welke wij niet misplaatst achten, al strekt deze Alias vóór alles om den huidigen staat aanschouwelijk voor te stellen: het; is immers niet ongebruikelijk bij liet beëindigen van eene zekere taak een blik te slaan op den afgelegden weg. GODSDIENST (Kaart XIII).
De kaart heeft tweeërlei strekking; zij doet ons bijden
eersten oogopslag de verhouding tusschen de Protestantsche |
|||||||||
en Roomsch-Kalholieke bevolking in de verschillende gewes-
ten kennen, en bij nadere beschouwing kan men ontwa- ren in welke oorden gemeenten van de verschillende kerk- genootschappen zijn gevestigd; met de meeste zorg heeft men getracht om allen aan te duiden en vertrouwt in ieder geval dat het geleverde voldoende is om een juist over- zigt te verschaffen; plaatsgebrek verbood de namen van de kleinere gemeenten te vermelden. Hoewel de Protestanten de meerderheid uitmaken, is
Nederland niet zoo als Groot-Britanje, Zweden, Noorwegen of Denemarken een protestantsche staat, immers telde men in 1860 tegen 1,976,000 Protestanten, 1,254,000 Roomsch- Katholieken, en 65,000 Israëlieten. Over de provinciën verdeelt zich die verhouding als volgt: |
|||||||||
2
|
GODSDIENST, ONDERWIJS,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AANTAL GEMEENTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In percenten.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0
-ö
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PROVINCIËN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Protest. R.-Kath. I Israël.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Μ
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11*
61
731
67*
73*
62
90
66*
90*
93 ί
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ν oord-Brabant
Gelderland
Zuid-Holland
Noord-Holland
Zeeland
Utrecht
Friesland
Overijssel
Groningen
Drenthe
Limburg
Nederland
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
10 10 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38
24> 27| 26 37 9 32 71
4
97 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4
3
40
4
1
41
12
15
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
60
|
120
|
17
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1297
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
226
|
918
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38
|
25
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
60
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de 60 Evangelisch-Luthersche gemeenten zijn 11 bij-
gemeenten zonder predikanten; onder de 49 kerkelijke gemeenten bezitten enkele meer dan één leeraar, als: Amsterdam 6, 's Gravenhage 3, Leiden 2, Rotterdam 5, Utrecht 2. — Onder de Hersteld Evang.-Luthersche gemeen- ten telt alleen Amsterdam meerdere dienstdoende predikan- ten , en wel 4. De 120 Doopsgezinden gemeenten hebben 126 predikan-
ten ; meer dan één leeraar bezitten: Aalsmeer 2, Amster- dam 5, Giethoorn 2, Groningen 2, Haarlem 5, Leeuwar- den 2, Middelburg 2; —- Edam, Molkwerum , Pekela en Vlissingen hebben geen afzonderlijke leeraars. De 22 gemeenten der Remonstrantsche broederschap
bezitten 24 predikanten; Amsterdam telt 2, Gouda 2, Rot- terdam 3 predikanten; Nieuwpoort is kortelings vervallen en bezit dus geen leeraar. Van de 17 Waalsche gemeenten hebben de volgende
meer dan één leeraar : Amsterdam 4, 's Gravenhage 5, Leiden 2, Rotterdam 3. De Engelsche en Schotsche gemeenten zijn gevestigd:
te Amsterdam eene Engelsche Presb. gem. met 2 predi- kanten; te Middelburg eene dito met een predikant, die ook de Vlissingsche gemeente bedient; te Rotterdam eene Engelsche en eene Schotsche Presb. gemeenle, ieder met een predikant. Bovendien bezitten Amsterdam en Rotter- dam elk eene Eng. Episcopale gemeente, ieder met een leeraar. De 918 Roomsch-Katholieke gemeenten hebben het
volgend aantal dienstdoende geestelijken: 890 pastoors en desservanten, 28 rectors en 556 kapellaans, vicaris- sen en adsistenten; totaal 1474. Slechts weinig plaatsen bevatten meer dan ééne paro-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De meeste Protestantsdie gemeenten worden door een
enkel predikant bediend, eenige tellen echter meer leeraars, andere zijn slechts als bijgemeenten te beschouwen; bij de Katholieken zijn geestelijken van verschillende rangen werkzaam; — het zal dus gepast wezen, nadere ophelde- ringen te geven. De 1297 Nederduitsch-Hervormde gemeenten bezitten
1549 predikanten; de namen der gemeenten met meer dan één bedienaar volgen hier alphabetisch: Aalten 2, Alkmaar 4, Almelo 2, Amersfoort 4, Amsterdam 28, Arn- hem 6, Apeldoorn 2, Barneveld 2, Bellingwolde 2, Bergen op Zoom 2, Oud-Beijerland 2, Blokzijl 2, Bolsward 2, Z. Bommel 2, Breda 5, Brielle 5, Charlois 2, Coevorden 2, Culenborg 2, Delft 3, Deventer 4, Dockum 2, Doesborg 2, Dordrecht 8, Dragten 2, Edam 2, Elburg 2, lonkhui- zen 5, Enschede 5, Praneker 2, Goes 5, Gorinchem 3, 'sGravenhage 11, 's Gravenzande 2, Groningen 9, Haarlem 7, Harderwijk 3, Harlingen 4, Hasselt 2, Haltem 2, Hel- der 5, 's Herlogenbosch 3, Heusden 2, Hoogeveën 2, Hoorn 4, Kampen 3, Leerdam 2, Leeuwarden 7, Leiden 9, Lochem,2, Loppersum 2 , Maassluis 5, Maastricht 3, Medemblik 2, Meppel 3, Middelburg 7, Middelharnis 2, Monnickendam 2, Naarden 2, Nijkerk 5, Nijmegen 4, Oost- Zaandam 2, Oudewaler 2, Purmerende 2, Rhenen 2, Rotterdam 15, Schiedam 4, Schoonhoven 2, Sliedrecht 2, Sneek 3, Steenwijk 2, Tholen 2, Tiel 2, Utrecht 10, Varsseveld 2, Veendam 2, Veenendaal 2, Veenhuizen (kol.) 2, Vianen 2, Vlaardingen 3, Vlissingen 5, Vollenhoven 2, Wageningen 2, Weesp 2, West-Zaandam 2, Winscho- ten 2, Winterswijk 3, Woerden 2, Workum 2, IJssel- stein 2, Zeijst 2, Zierikzee 4, Zutphen 5, Zwartsluis 2, Zwolle 6. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS.
|
|||||||||
3
|
|||||||||
chie en bezitten dus meer dan één pastoor; het zijn in
het Aartsbisdom van Utrecht: Amersfoort 2, Arnhem 2, Bolsward 2, Leeuwarden 2, Utrecht 6, Zwolle 2. — In het Bisdom van Haarlem: Alkmaar 2, Amsterdam 11, Delft 2, Gouda 2, 's Gravenhage 4, Haarlem 3, Haarlemmermeer 2, Hoorn 2, Leiden 5, Rotterdam 4, Schiedam 2. — In het Bisdom van 's Bosch: 's Hertogenbosch 4, Nijmegen 4, Tilburg 5. — In het Bisdom van Breda: Breda 3, Oos- terhout 2.—In het Bisdom van Roermond: Maastricht 4, Roermond 3, Sittard 2, De 25 kerkelijke gemeenten der Oud-Bisschoppelijke
Klerezij worden bediend door even zoo veel pastoors en 2 kapellaans. Het kerkbestuur van ieder der Protestantsche genootschap-
pen,— met uitzondering der Doopsgezinden , die geene cen- trale directie hebben , — berust in handen eener vergadering van afgevaardigden, Synode genaamd. Voorts zijn de be- langen van de gemeenten der Hervormden toevertrouwd aan provinciale collegiën in de hoofdsteden (11); deze zijn verdeeld in klassen (43), waarvan de hoofdplaatsen op de kaart zijn aangeduid; eindelijk in ringen (138), ieder van 5 tot 2i> gemeenten bevattende. Het Evangelisch-Luthersch kerkgenootschap lelt 7 ringen. Nederland is als Roomsch-Katholieke provincie verdeeld
in o diocesen, namelijk het Aartsbisdom Utrecht en de daaraan onderhoorige bisdommen van Haarlem , 's Bosch, Breda en Roermond, waarvan de grenzen op de kaart zijn aangeduid; deze bisdommen zijn weder afgedeeld in dekenaten (61), wier hoofdplaatsen mede aldaar zijn ver- meld. Met inbegrip der in kerkelijk bestuur en bij semi- nariën geplaatsten telt men ongeveer 1800 R. K. geestelijken. Eindelijk blijft nog over te vermelden dat de Israëlie-
ten in ons land bezitten 14 hoofdsynagogen, 72 ringsynago- gen en 72 bijkerken. Bij gebreke van latere officiële opgaven vermelden wij
hoe de bevolking in 1858 naar de godsdienstige gezindten was verdeeld: Ν ederduitseh-Hervormd. 1,818,327 Remonstranten. 5,214
Fransch of Waalsch „ 8,122 Hernhutters. 311
Engelsen of Presbyt. ,, 545 Christelijk-Afgesekeid. 51,963
Schotsche gemeente. 111 Roomsch-Katholieken. 1,224,198
Anglik. Episcopalen. 493 Oud-Roomschen. 5,427
Evangeliscli-Lutherschen 56,982 Grieken. 24
Hersteld- „ „ 9,643 Nederl. Israëlieten. 61,227
Doopsgezinden. 41,564 Portug. „ 3,449
|
|||||||||
ONDERWIJS, WETENSCHAPPEN (Kaart XIV).
Sedert meer dan een halve eeuw was Nederland be-
kend wegens de gelukkige regeling van het lager onder- wijs; of de nieuwe wetgeving geheel aan de* eischen van den tijd beantwoordt, blijve aan het oordeel van deskun- digen overgelaten, doch het is in ieder geval zeker, dat de ontwikkeling der volksklassen door regering en natie op hoogen prijs wordt gesteld, en die overtuiging boezemt ieder regtschapen vaderlander vreugde in. Teregt heeft de wetgever zich in de eerste plaats met het lager onder- wijs bezig gehouden; immers de meer beschaafde baant zich alligt zelf een weg, maar voor de belangen van het in dit opzigt onmoudige volk dient te worden zorg gedra- gen. De ware vrijheidszin der Nederlanders heeft reeds vroegtijdig begrepen, dat ieder individu, om zoo te zeggen op zijn eigen beenen moet kunnen staan, met eigen oogen moet kunnen zien, wil het werkelijk een onafhankelijk standpunt bewaren; daartoe moet het lager onderwijs in de eerste plaats strekken en velen betreuren het dus dat men, uit dat oogpunt beschouwd, niet verder is gegaan in de zorg voor de opleiding, door het schoolbe- zoek gedurende een zeker aantal jaren verpliglend te stellen. De dwang moge voor het oogenblik onaangenaam schijnen, binnen een betrekkelijk kort tijdsverloop is de geheele natie daarentegen zelfstandiger, onafhankelijker dan de naburige, die niet aan zulk eene verpligting was gebonden. Iedereen, die Saksen of Pruissen doorkruist, niet doorvliegt, maar zich bezig houdt met lieden uit alle standen, het niet beneden zich acht om het ware volks- karakter te bestuderen, zal met ons bespeurd hebben, hoe gezellen en landlieden over zaken en toestanden durven en kunnen oordeelen, waarvan die minder ont- wikkelde klassen bij ons geen denkbeeld hoegenaamd be- zitten. Het lager onderwijs ligt dus bij dit overzigt ook het
eerst aan de beurt; de cijfers zijn ontleend aan het eerste jaar van hel in werking treden der nieuwe wet (1857), zij geven dus van zelve aanleiding om indien men wil latere uitkomsten te vergelijken. De onderstaande staat brengt ons eenigermate op de
hoogte der zaak; in de laatste kolommen vindt men tevens het aantal gymnasiën en latijnsche scholen met de docen- ten en leerlingen vermeld. |
|||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jongens komt, daalt dit in Zeeland tot een getal van slechts
even 650 meisjes, en derhalve blijven vooral vrij wat, meisjes van alle opleiding verstoken, hetgeen noodzakelijk op den algemeenen trap van beschaving en zedelijkheid invloed moet uitoefenen. In het geheele rijk komen op 1000 schoolgaande knapen in alle lagere scholen zonder onderscheid, 's winters 780, 's zomers (wanneer er meer jongens bij den landbouw behulpzaam zijn) 855 meisjes die schoolgaan, zoodat er nog vrij wat in dit opzigt te wenschen overig blijft. Het aantal scholieren in bovenstaanden staat vermeld
heeft betrekking tot den winter, daar dit de geleidelijkste maatstaf is; vooral in de bouwprovinciën mist men 's zo- mers veel knapen bij het schoolonderwijs, zoodat in het geheele rijk in den winter bijna een achtste, in den zomer slechts ruim een tiende schoolgaat; alleen in Noord- Holland oefent het saizoen geen merkbaren invloed uit, zelfs is daar het aantal scholieren 's zomers een paar percenten hooger dan 's winters; doch elders doet het zich overal gevoelen, zoodat in Drenthe, Gelderland, Zee- land, Limburg en Noord-Brabant in den zomer kwalijk 70—75 percenten der kuapen, die 's winters lager onder- wijs genieteu, ter schole komen. De verhouding der scholieren lot de bevolking zoo als die
op de kaart is vermeld, werd gelrokken uit den middel- som der beide saizoenen en wij achten het belangrijk genoeg hier onder eene opgave mede te deelen, waaruit die verhouding op de verschillende lijdstippen van het jaar 1857 nog duidelijker blijkt; de cijfers wijzen aan op boeveel inwoners één leerling der lagere scholen komt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sedert 1852 vermeerderde het aantal scholen met 50,
dat der onderwijzers met meer dan 200, dat der scho- lieren met 8—9000; er is dus vooruitgang (vooral is het grooter aantal onderwijzers verblijdend), doch het is de vraag of die wel algemeen is, en de beantwoording valt ont- kennend uit; immers in 1852 telde men in Overijssel 37752 leerlingen en vijfjaren later slechts 52025; toen stond die provincie verreweg het gunstigst en sedert is zij tot een lager rang gedaald. Vanwaar die schrikverwekkende terug- gang ? vraagt men met regt, en zoo wij ons niet bedriegen is de opheffing der schoolbelastiiig in 1855 de oorzaak; onge- veer 6000 kinderen werden vroeger meer ter schole gezonden «omdat de ouders er toch eene kleinigheid (ƒ2,50) voor moesten betalen." Is dit voorbeeld niet sprekend genoeg om de volksmassa dus in dat opzigt voor onmondig te houden ? Ons overzigt betreft al de lagere scholen, zoowel de
openbare als de bijzondere, en het moet dus wel bevreem- ding wekken, dat de verhouding der leerlingen tot de totale bevolking zoo uiteenloopt, want al vinden wij vele der ontbrekende kiiuleren in Holland, Utrecht, enz. op de kost- en dagscholen (pensionaten) terug, toch vergoedt dit de ongunstige verhouding niet. Het schijnt dat in het Noorden en Oosten meer belangstelling in bet onderwijs heerscht, dan in het Westen en Zuiden des rijks, althans wat de lagere klassen betreft, en met name bij de meisjes dier klassen openbaart zich de verwaarloozing het meest; terwijl in Overijssel en Groningen 's winters ongeveer 850 schoolgaande meisjes op elk IOOOtal schoolgaande (1) Op 15 Januaiij des jaars.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zaken hebben ons in eene langdurige sluimering doen blij-
ven; langzamerhand gaan de oogen echter open, de wonde is bereids gepeild, maar het thans werkende beschaafde geslacht is, met betrekkelijk weinige uitzonderingen, opge- groeid in volslagen onbekendheid met natuurkrachten, werktuigkunde, scheikunde, land- en volkenkunde en zooveel andere noodzakelijke gidsen op den levensweg. Na regen volge zonneschijn.
Ter voorbereiding voor hoogere studiën strekten vroeger de
Latijnsche scholen, die thans ook gedeeltelijk ter opleiding voor andere dan geleerde vakken dienen; daartoe rigtte men ze in tot gymnasiën en in 1857 telde men nog slechts 33 latijnsche scholen, reeds 7 voorloöpig en 25 definitief erkende gymnasiën. Wij spreken hier van slechts en reeds, ofschoon het te verwonderen is, dat niet reeds alle latijnsche scholen in verband met de praktische rig- ting der eeuw hervormd zijn, terwijl de bloei van enkele goed ingerigte gymnasiën (bijv. 's Hage, Zutphen) de behoefte aan zulke instellingen aantoont; doch voor een groot gedeelte zal die stremming in den vooruitgang zijn toe te schrijven aan de beperkte geldmiddelen der kleine plaatsen (dikwerf dorpen) alwaar de latijnsche scholen zijn gevestigd, zoodat er eenige zijn, o. a. te Joure in Friesland , alwaar meermalen geen enkel leerling is. Slechts bij een enkel dezer inriglingen wordt praktisch onderrigt in de scheikunde gegeven (te Maastricht), terwijl bij een zestal beginselen van handelswetenschappen worden onder- wezen; het behoeft dus geen uitvoerig betoog, dat hier veel te wenschen overig blijft. Alvorens het hooger onderwijs te behandelen, dienen
wij op de verschillende bijzondere inrigtingen van onder- wijs te wijzen; daartoe noemen wij: de Delftsche akade- mie voor burgerlijke ingenieurs en O. I. ambtenaren, met 150—200 kweekelingen ; de militaire akademie te Breda, met 300—400 kadetten der verschillende korpsen (eene zelfs buitenlands gunstig bekende instelling); het instituut voor de marine aan hel Nieuwediep, met ongeveer 150 adelborsten; de kweekschool voor militaire geneeskundigen en de veeartsenijschool, beide te Utrecht; de klinische scholen te Amsterdam, Haarlem, Alkmaar, Hoorn, Rot- terdam en Middelburg; de landhuishoudkundige school te Groningen, terwijl ook te Utrechi gelegenheid wordt gege- ven in dit opzigt de noodige bekwaamheid op te doen; het blinden-instituut te Amsterdam; de doofstommen-insti- tuten te Groningen, Rotterdam en St. Michielsgestel: de idioten-school te 's Gravenhage. Voorts zonder stil te staan bij de scholen der legerkorpsen: het instructiebatailjon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij mogen niet van het lager onderwijs afstappen, zon-
der iets mede te deelen omtrent de scholen dier cathegorie van bijzonderen aard en strekking; ons bepalende tot de tolale cijfers van het rijk, vermelden wij alleen dal de bewaarscholen in Holland en Utrecht het talrijkst bezocht werden, dat de zondagscholen in Noord-Brabant de meeste leerlingen tellen en eindelijk de werkscholen vooral voor meisjes in Overijssel, Noord-Brabant en Zuid-Holland het meest algemeen zijn. Zie hier de juiste cijfers: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thans naderen wij tot eene treurige bladzijde van ons on-
derwijsstelsel, want het middelbaar onderwijs dienl ons eenige oogenblikken bezig te houden; genoegzaam alle wettelijke regeling ontbrak tot heden op dit stuk en het gevolg daar- van is, dat de toestand over het algemeen dan ook zoo on- gunstig is, dat men er gaarne een sluijer over zoude willen werpen. Of weet men soms de gelegenheden aan te wij- zen, waar onze jeugdige industriëelen opleiding kunnen bekomen, waar de koopmanszoon warenkennis en land- en volkenkunde zal leeren ? — Te Amsterdam aan de handel- en ambachtscholen, — te Utrecht aan de industrieschool, — te Delft, — aan de op te rigten Twentsche nijverheidsschool; aldus luidt het antwoord en wij laten aan een ieder over om te bepalen of dat antwoord bevredigend, voldoende is. Zorgeloosheid door gebrek aan doeltreffende concurrentie, gemis aan populaire hulpmiddelen en meer andere oor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS.
|
|||||||||
E
|
|||||||||
Kunsten, het Museum van Oudheden, hel Akademisch
Munt- en Penningkabinet en het Japansch Kabinet te Lei- den; — hei Museum Boymans te Rotterdam; — het Munt- en Penningkabinet, het Kabinet van Landbouwkundige Werktuigen en de Bibliotheek te Utrecht; — het Museum van Natuurlijke Historie, de Verzameling van Landbouw- kundige Werktuigen en de Bibliotheek te Groningen; — de Plantenluinen der akademiesleden en van Amsterdam en Rotterdam ; — het Museum van het Zeeuwsch Genootschap te Middelburg; — van Provinciale Oudheden te Zwolle;—de Boekerijen te Leeuwarden en Deventer. — Voegde men hierbij de aanzienlijke particuliere en stedelijke verzame- lingen en die van zoo vele genooi schappelijke instellin- gen, dan zou deze lijst te uitgebreid worden. Op de Kaart XIV wezen wij eenige steden aan als
zetels van Maatschappijen of Vereenigingen ter bevorde- ring van Weienschappen en Kunslen; ofschoon de opsom- ming daarvan uit den aard der zaak niet volledig kan zijn, wil men niet te zeer in noodelooze omslagligheid vervallen, zoo volgen hier de namen der aanzienlijkste Vereenigingen; — te Amsterdam: de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, de Maatschappij lot Nul van '1 Alge- meen, de Kon. Akademie van Beeldende Kunsten, de Maatschappij Pelix Meritis, de Genootschappen Natura Arlis Magistra en Arli et Amicitiae; — te Haarlem: Teyler's Slich- ting·, de Nederl. Maatschappij ter bevordering der Nijver- heid , de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen; — te Leiden : de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde; — te 's Gravenhage: de Maatschappij üiligentia, de Holland- sche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen, het Indisch Genootschap; — te Delft: hel Kon. Instituut van Ingenieurs; —- te Rotterdam: het Bataafsch genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte, de Maatschappij ter be- vordering der Toonkunst; — te Middelburg: het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen; — te Ulrechl: het Provin- ciaal Ulrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschap- pen , het Historisch Genootschap, het Nederlandsen Onderwij- zers-Genootschap; — te 's Herlogenbosch : hel Provinciaal Noord-Brabantsch Genootschap van Kunsten en Wetenschap- pen ; — te Leeuwarden: het Friesch-Genootschap voor Ge- schied-, Oudheid- en Taalkunde; — te Groningen: het Ge- nootschap ter Bevordering van Natuurkundige Wetenschap- pen; — te Hoorn, hel Geneeskundig Genootschap Vis Unila Forlior. Voorts verscheidene Maatschappijen van Landbouw, Vereenigingen ter ontwikkeling der Volksvlijt en Nijverheid, Genootschappen ter Bevordering der Muziek en der Wis- en Natuurkunde. |
|||||||||
te Kampen, waarbij ruim 600 jongelieden zijn ingedeeld,
de instructie der bootsmansleerlingen te Vlissingen, der machinislleerlingen te Helvoetsluis, alle eene praktische rigting volgende; eindelijk de zeevaartkundige scholen te Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Leiden, Helder, Har- lingen, Lemmer, Ameland, Groningen, Zwolle en Veendam, die merkbaar drukker bezocht worden sedert de Nederl. Handelmaatschappij bij de bevrachting der vaartuigen de bewijzen vordert, dat ten minste twee der stuurlieden in hunnen rang zijn geëxamineerd. Een volledig overzigi eischt dat wij allhans melding maken van het beslaan van verschillende akademiën voor beeldende kunsten en muziek, van een belangrijk aantal teeken scholen, van onderscheidene vooral door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in het leven geroepen inrigtingen ter oplei- ding van arnbachts- en handwerkslieden enz. Aan het hoofd van het hooger onderwijs staan de drie
hoogescholen; in 1857 telden deze 69 hoogleeraren en 1327 studenten, welke zich verdeelden in 465 voor de godgeleerdheid, 523 regtsgeleerdheid, 251 geneeskunde, 53 wis- en natuurkunde, en 55 wijsbegeerte en letteren. Er waren te Leiden 26 hoogl. en 622 ingesch. stud.
» Utrecht 22 »» » 493 » Groningen 21 » »212 » » Het athenaeum te Amsterdam telde 118 studenten, da!
te Deventer 32 kweekelingen. Bekend zijn de verzamelin- gen en bibliotheken dezer instellingen, die veel bijdragen tol den luister onzer akademiën, waarvan vooral die te Leiden eene groote vermaardheid bezit. Voor de vorming van geestelijken zijn verschillende
seminariën geopend, als te Amsterdam voor Lulherschen, Remonstranten, Doopsgezinden en Israëlieten, te Kampen voor Christelijke Afgescheidenen, te Amersfoort voor Oud- Roomschen en in onderscheidene provinciën, gelijk op de kaart is aangeduid, voor Roomsch-Katholieken. Met een enkel woord brengen wij hier in herinnering
dat ons land rijk is aan openbare en rijksverzamelingen; wij hebben slechts de namen te vermelden van het Mu- seum van Schilderijen en Prenten, benevens de Stedelijke Bi- bliotheek te Amsterdam; — de Verzameling van Schilderijen van levende meesters, het Geologisch Museum en Teyler's Museum te Haarlem; — de Koninklijke Bibliotheek, hel Kon. Penningkabinet, hel Kon. Kabinet van Schilderijen en van Zeldzaamheden, het Rijks-archief te 's Gravenhage; — de Bi- bliotheek , hel Museum van Natuurlijke Historie, bet Kabinet van Natuurkunde, de Verzameling van Landbouwkundige Werktuigen, hel Rijks-herbarium, het Museum van fraaije |
|||||||||
7
|
|||||||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS.
|
|||||||||||||
een blik op de verschillende gewesten, dan merken wij op
hoe vooral Holland en Friesland zich sedert beijverd heb- ben om binnenlandsche plassen in vruchtbare akkers te herscheppen. Hoe vlugtig onze teekening moge wezen, geeft zij ech-
ter zoo wij vertrouwen veel slof tot opmerkingen; met afzonderlijke lettersoort schreven wij daartoe de namen van eenige weggespoelde of verdwenen steden en dorpen; het Haarlemmermeer »die vraatzuchtige wolf" slokte se- dert de 15de eeuw nog menig dorp in, en thans zien wij dien plas voor goed getemd; ofschoon de vergrooting van de Zuid-Hollandsche en van enkele Zeeuwsche eilanden, de landaanwinningen in westelijk Noord-Brabant en in Staats-Vlaanderen ruimschoots vergoeding aanbieden, het arme Zuid-Beveland moest gedeeltelijk bezwijken voor het woedende waterélement; verheugt Groningen zich in de inpolderingen aan den Dollart en de Lauwerzee, daaren- tegen ziet Friesland verscheidene eilanden tot Wadden ver- spoelen. Nergens vinden wij dus eigenlijk een waarborg voor het duurzaam bestaan van onzen tegenwoordigen bodera, dan in het met Gods hulp geduldig bekampen van onzen overmoedigen vijand. Zoo ergens, geldt voor ons de spreuk: «Waakt en bidt." Dat in 1430 tot 1453 Holland, Zeeland en Staats-Bra-
bant grootendeels onder het bestuur van Philips den Goe- den kwamen, is bekend; niet vóór 1524—43 gelukte het aan Karel den Vijfden de overige gewesten bij zijn rijk in te lijven : voor het eerst vormden de tegenwoordige Nederlanden dus toen één geheel. Het voegt ons niet de staatkundige lotwisselingen hier in bijzonderheden na te gaan, daartoe strekt de zoo naauwgezette, uitvoerige ar- beid van den Heer Mr. G. Mees (Historische Atlas van Noord-Nederland), maar toch meenden wij onze Kaart dienstbaar te kunnen maken aan het mededeelen van eenige bijzonderheden; onder anderen zijn er al de voormalige Hansesleden op aangeduid, terwijl de Stemhebbende steden der Vereenigde Zeven Provinciën er met het cijfer van hare rangorde op zijn vermeld; eindelijk plaatsten wij er een aantal jaartallen op, die gewigtige historische herin- neringen in het geheugen roepen, en waarvan hieronder eene korte aanduiding volgt. 628. Eerste Christenkerk door Dagobert te Utrecht ge- sticht. 695. Prediking van het evangelie door Willebrord te Westkapelle op Walcheren.
754. De aartshisschop Bonifacius te Dockum door de Heidensche Friezen vermoord. |
|||||||||||||
Ten slotte wordt er op gewezen, dat de grenzen en num-
mers der schooldistricten in ieder gewest op de Kaart zijn vermeld, met opmerking dat de school-opzieners der districten 1—4 in Noord-Holland ieder een gedeelte der stad Amsterdam onder hun opzigt hebben; hetzelfde is in Zuid-Holland het geval met die der districten 7 en 11.— In elke provincie staal een Inspecteur aan het hoofd van het toezigt op het lager onderwijs. |
|||||||||||||
GESCHIEDKUNDIGE KAART (Kaart XV).
|
|||||||||||||
Weinige landstreken hebben in het verloop der histori-
sche tijden zoo vele veranderingen ondergaan als Neder- land; niet alleen dat de bodem bijna overal bruikbaarder werd gemaakt, hel zij dat men door dijken zoowel rivier- als zeevloeden poogde te keeren, hetzij dat de veenkorsl werd weggevoerd of dat men de barre beide in ontginning bragt, — maar vooral in de eerste eeuwen onzer jaartel- ling speelden de inbraken der Noordzee zulk een aanzien- lijken rol in de vervorming der Nederlandsche kusten, dat men moeijelijk, bij gebrek aan naauwkeurige kaarten, alle veranderingen kan nagaan. Algemeen bekend is het, dat de Zuiderzee voorheen slechts een binnenmeer was, dat de Noordzee-eilanden verbonden waren met het vasteland, dat de Dollart door eene doorbraak is gevormd, dat zoowel de Zeeuwsche eilanden als de Dordtsche Waard door zeevloed op zeevloed werden geteisterd, maar zekere bekendheid met den waren toestand heeft men eerst sedert de eerste helft der 16e eeuw, en onze kaart heeft daarom dat tijdstip ten grondslag. Vergelijken wij den toenmaligen en tegen- woordigen toestand met naauwgezetheid, dan is de uit- komst zeer bevredigend; met uitzondering van het half verwoeste Zuid-Beveland, het weggespoelde Orisant tegen- over Schouwen, de zwaar geteisterde kusten van eenige Noordzee-eilanden, de overstrooming van enkele lage Frie- sche eilanden en eindelijk de versmalling van Schokland, zien wij bijna overal aanwinst en eene niet onaanzienlijke ontwoekering van rijke polders aan de geweldige zee, en wel vooral in het Noord-oosten en Zuid-westen des lands. Ook eenige rivieren wijzigden haren loop, met name de Waal bij haren oorsprong; de Rhijn verloor zich toen nog noordwaarts in de duinen; de Maas had met de Waal boven den Bommelerwaard gemeenschap. In hoofdtrekken schetsten wij op de kaart de grenzen
en de verdeeling des lands, en slaan wij bij die gelegenheid |
|||||||||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS, GESCHIEDENIS.
|
|||||||
wint. — Moord te Naarden door de Spanjaarden.
1575. Belegering en verovering van Haarlem door de Spanjaarden. — Heldhaftige verdediging van Alk- maar tegen de Spanjaarden. 1574. Slag op de Mookerheide onder Lodewijk van Nas-
sau. — Boisot slaat de Spaansche vloot bij Rei- merswaal. — Mondragon moet Middelburg aan de Prinsgezinden overgeven. — Leiden belegerd en ontzet. 1575. Moord door de Spanjaarden te Oudewater aangerigt.
1576. Belegering van Zierikzee door de Spanjaarden en
merkwaardig gedrag van Lieve Heere. 1579. Maastricht door Parma veroverd. — Unie tusschen
de Noord-Nederlandsche Provinciën te Utrecht ge- sloten. 1580. Kloekmoedige verdediging van Steenwijk. —Philips
van Hohenlohe door den Spaanschen partijganger Maarten Schenk bij Hardenberg geslagen. 1584. Prins Willem I door Balthazar Gerards te De <
vermoord. 1590. Verovering van Breda door middel van een turfschip.
1591. Nijmegen door Prins Maurits veroverd. — Zutphen
wordt door Prins Maurits veroverd. — Deventer wordt door Prins Maurits weder aan de Republiek gehecht. 1592. Merkwaardig beleg van Steenwijk door Prins Mau-
rits. 1595. Merkwaardig beleg van Geertruidenberg door Prins
Maurits.
1597. Beleg van Oldenzaal. 1599. Zalt-Bommel vruchteloos belegerd door Mendoza.
1618—19. Synode te Dordrecht. 1621. Hugo de Groot ontvlugt uit Loevestein.
1622. Bergen op Zoom vruchteloos door Spinola belegerd.
1626. Belegering van Oldenzaal.
1627. Verovering van Groenlo door Frederik Hendrik.
1629. Belegering en verovering van 's Hertogenboscb door Frederik Hendrik.
1652. Maastricht veroverd door Frederik Hendrik. __ Be-
legering van Roermond dooi1 denzelfden: Ernst Ka- simir sneuvelt er. 1645. Frederik Hendrik verovert Hulst.
1667. Vrede te Breda, tusschen Engeland en de Ver-
eenigde Nederlanden in verbond met Frankrijk. 1672. Manhaftige tegenstand van Wirtz tegen de Fran-
schen onder Condé. — Aanval van Prins Willem III op Woerden en hevige gevechten tegen Luxem- |
|||||||
992. Graaf Arnoud sneuvelt te Winkel in N.-Holiand in
den strijd tegen de West-Friezen.
1009. Tiel door de Noormannen geplunderd. 1205. Gevangenschap van Gravin Ada te Burg op Texel. 1227. Veldslag tusschen de Utrechlschen en de Drenthe- naren te Ane in Overijssel.
1255. Slag tusschen de Hollanders en Vlamingen bij Wesl-
Kapelle op Walcheren. 1256. Willem II door de West-Friezen vermoord te Hoog-
woud. 1296. Moord van Graaf Floris V (der kerlen God) te
Muiderberg. 1297. Ysselstein door Beatrix van Heukelom verdedigd
tegen Wolfert van Borssele. 1304. Redding van Dordrecht door Heer Nicolaas van
Putten. — Zierikzee vruchteloos belegerd door de Vlamingen. — Witte van Haamstede verslaat bij het Manpad de Vlamingen. 1545. Veldslag tusschen de Hollanders en Friezen, waarbij
Graaf Willem IV sneuvelt, te Warns in Friesland. 1561. Slag bij Tiel tusschen de broeders Reinoud en
Eduard van Gelder. 1386. Willem Beukelsz. van Biervliet vindt het haring-
kaken uit. 1417. Verovering van Gorinchem door Jan vanEgmond,
waarbij Willem van Arkel sneuveil. 1425. Uitvinding der boekdrukkunst te Haarlem door Lau-
rens Jansz. Coster. 1425. Heldhaftige trouw van Albrecht Beiling te Schoon-
hoven. 1482. Zelf opoffering van Jan van Schaffelaar ie Barneveld.
1488. Rotterdam door Jonker Frans van Brederode, opper-
hoofd der Hoekschen, vermeesterd. 1528. Plundering van 's Gravenhage en andere sleden,
door Maarten van Bossum. 1545. Venlo door Keizer Karel V belegerd en veroverd.
1568. De eerste overwinning der Nederlanders op de Span-
jaarden in den 80 jarigen oorlog, bevochten onder Lodewijk van Nassau bij Heiligerlee in Groningen. 1570. Loevestein verrast door Herman de Ruyter.
1572. Verovering van den Briel door de Watergeuzen. —
Bloedbad te Rotterdam door de Spanjaarden aange- rigt. — Vlissingen de eerste stad die uit eigen beweging het Spaansche juk afwerpt. Enkhuizen volgt dit voorbeeld. — Scheepsstrijd op het Zwin bij Sluis, waarin de Zeeuwsche admiraal Worst den Spaanschen hertog van Medina-Celi over |
|||||||
GODSDIENST, ONDERWIJS, GESCHIEDENIS.
|
||||||||||
burg. ■— Heldhaftige verdediging van Aardenburg
tegen de Franschen , door 40 krijgslieden. — Inne- ming van Utrecht, door de Franschen. — Verdedi- ging van Groningen tegen de Munsterschen. — Ver- rassing van Coevorden door van der Thijnen. 1678. Vrede te Nijmegen van Frankrijk met de Vereenigde
Nederlanden en Spanje. 1697. Vrede van Rijswijk, tusschen Lodewijk XIV met
Engeland, Nederland, Spanje, den Keizer en het Duitsche Rijk. 1711. Willem Friso verdrinkt aan den Moerdijk.
1713. Vrede van Utrecht, tusschen Frankrijk en Enge-
land, Savoije, Portugal, Pruissen en Nederland. 1747. Verovering van Bergen op Zoom door de Franschen.
1781. Magtiging aan Prins Willem V tot den aanleg van
het Nieuwe Diep. 1793. Willemstad heldhaftig verdedigd door Baron van
|
||||||||||
Boetselaar tegen de Franschen.
1794. De Nederlanders en Engelschen bij Boxtel door de
Franschen geslagen. 1797. Zeeslag bij Kamperduin. Onze laatste zeeslag, de
eerste waarbij een Nederlandsch vlootvoogd levend in 's vijands handen viel. 1799. Landing der Engelschen en Russen te Helder. —
Nederlaag der Russen bij Bergen. — Overwinning der Fransche en Bataafsche legers op de Engelschen en Russen bij Castricum. 1809. Bombardement van Vlissingen, door de Engelschen.
1818. Frederiksoord geslicht.
1824. Voltoooijing van het Noord-Hollandsch Kanaal, grond-
slag van den bloei van het Nieuwe Diep. 1859. De Zuidpias ingepolderd.
1852. De Haarlemmermeer drooggemaakt.
1862. Vernieling van Enschede door brand.
|
||||||||||
 E R I G T.
|
||||||||||
Sedert de Kaart XIV (Onderwijs) werd afgedrukt, zijn bij Z. M. Besluit van 5 Julij 1862 n°. 38 de volgende wijzigingen in de
schooldistricten gebragt. De provincie Zuid-Holland is thans in 11 districten verdeeld en daardoor zijn iu meerdere of mindere mate veranderd : n°. 4 dat
in het zuidoosten is verkleind; n°. 5, dit district (kanton Brielle) is thans met ç ë 10 (kanton Sommelsdijk) vereenigd, maar daarentegen de . stad Rotterdam met enkele naburige gemeenten in een westelijk district, nieuw n°. 5, en een oostelijk, nieuw n°. 11, verdeeld; n°. 6 vergroot met enkele gemeenten van het eiland IJsselmonde (Zwijndrecht enz.), welke aan n°. 8 zijn ontnomen ; n°. 7, een geheel ge- wijzigd district, met Gouda als centrum, en Oudewater, Schoonhoven, Capelle a/d IJssel en Moerkapelle als uiterste punten. De provincie Overijssel is in 8 districten verdeeld; n°. 2 en 7 bleven onveranderd; aan n°. 1 werd de gemeente Wijhe ontnomen;
n°. 3 bestaat thans uit Deventer, Bathmen, Diepenveeu , Holten, Olst, Raalte en Wijhe; n°. 4 uit Enschede, Oldenzaal, Delden (Stad *en Ambt) Haaksbergen , Hengelo , Lonneker en Losser; n°. 5 uit Ambt Almelo, Borne , Denekamp , Ootmarsum, Tubbergen , Vriesen- veen en Weerselo; n°. 6 uit Ommen (Stad en Ambt) Hardenberg (Stad en Ambt), Gramsbergen en Avereest; n°, 8 uit Stad Almelo, Die- penheim , Goor, den Ham , Hellendoorn, Markelo , Rijssen en Wierden. |
||||||||||